Annual Report • Apr 18, 2025
Annual Report
Open in ViewerOpens in native device viewer
549300X72GEQB1X8K9112024-01-012024-12-31iso4217:EURiso4217:EURxbrli:shares549300X72GEQB1X8K9112023-01-012023-12-31549300X72GEQB1X8K9112024-12-31549300X72GEQB1X8K9112023-12-31549300X72GEQB1X8K9112022-12-31549300X72GEQB1X8K9112023-12-31ifrs-full:IssuedCapitalMember549300X72GEQB1X8K9112023-12-31ifrs-full:TreasurySharesMember549300X72GEQB1X8K9112023-12-31ifrs-full:RetainedEarningsMember549300X72GEQB1X8K9112023-12-31ifrs-full:OtherReservesMember549300X72GEQB1X8K9112023-12-31ifrs-full:EquityAttributableToOwnersOfParentMember549300X72GEQB1X8K9112023-12-31ifrs-full:NoncontrollingInterestsMember549300X72GEQB1X8K9112024-01-012024-12-31ifrs-full:IssuedCapitalMember549300X72GEQB1X8K9112024-01-012024-12-31ifrs-full:TreasurySharesMember549300X72GEQB1X8K9112024-01-012024-12-31ifrs-full:RetainedEarningsMember549300X72GEQB1X8K9112024-01-012024-12-31ifrs-full:OtherReservesMember549300X72GEQB1X8K9112024-01-012024-12-31ifrs-full:EquityAttributableToOwnersOfParentMember549300X72GEQB1X8K9112024-01-012024-12-31ifrs-full:NoncontrollingInterestsMember549300X72GEQB1X8K9112024-12-31ifrs-full:IssuedCapitalMember549300X72GEQB1X8K9112024-12-31ifrs-full:TreasurySharesMember549300X72GEQB1X8K9112024-12-31ifrs-full:RetainedEarningsMember549300X72GEQB1X8K9112024-12-31ifrs-full:OtherReservesMember549300X72GEQB1X8K9112024-12-31ifrs-full:EquityAttributableToOwnersOfParentMember549300X72GEQB1X8K9112024-12-31ifrs-full:NoncontrollingInterestsMember549300X72GEQB1X8K9112022-12-31ifrs-full:IssuedCapitalMember549300X72GEQB1X8K9112022-12-31ifrs-full:TreasurySharesMember549300X72GEQB1X8K9112022-12-31ifrs-full:RetainedEarningsMember549300X72GEQB1X8K9112022-12-31ifrs-full:OtherReservesMember549300X72GEQB1X8K9112022-12-31ifrs-full:EquityAttributableToOwnersOfParentMember549300X72GEQB1X8K9112022-12-31ifrs-full:NoncontrollingInterestsMember549300X72GEQB1X8K9112023-01-012023-12-31ifrs-full:IssuedCapitalMember549300X72GEQB1X8K9112023-01-012023-12-31ifrs-full:TreasurySharesMember549300X72GEQB1X8K9112023-01-012023-12-31ifrs-full:RetainedEarningsMember549300X72GEQB1X8K9112023-01-012023-12-31ifrs-full:OtherReservesMember549300X72GEQB1X8K9112023-01-012023-12-31ifrs-full:EquityAttributableToOwnersOfParentMember549300X72GEQB1X8K9112023-01-012023-12-31ifrs-full:NoncontrollingInterestsMember JAARVERSLAG 2024 WE CREATE MEDIA WITH IM PACT IM WE CREATE MEDIA WITH PACT INHOUD Colofon ROULARTA MEDIA GROUP - JAARVERSLAG 2024 Concept Roularta Media Group • Barbara Spyckerelle (Directeur Corporate Marketing) • Art Directors Cindy Mahieu, Sven Vandamme, Tom van Noten • Teksten interviews Bart Lombaerts • Foto’s Anneke D’Hollander, Leyla Hesna, Kristof Pattyn • Druk Roularta Printing • Verantwoordelijke uitgever Rik De Nolf RECHTEN Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfi lm of op enige andere wijze, zonder voorafgaand schriftelijk akkoord van de uitgever. Visie van de voorzitter ................................................................... 6 Woord van de CEO ......................................................................... 8 WE CREATE MEDIA WITH IMPACT Digitale abonnees: de doelstelling komt in zicht ......................................... 10 Employer brand zorgt voor 23% meer sollicitanten .................................... 16 Wat betekent AI op de redactievloer ............................................................. 22 Adverteren anno 2024: hechte samenwerkingen zijn de toekomst ....... 26 BeNe-beleggersplatform onderstreept doelstelling om grootste business community te blijven ................................................ 32 Private 5g-netwerk broodnodige stap richting drukkerij van de toekomst ................................................................................................. 40 Flow, of hoe papier een cadeautje is .............................................................. 44 Duurzaamheid, de combinatie van footprint en brainprint ..................... 50 Alternatieve distributie: we blijven in print geloven ................................. 56 De kracht van partnerships ............................................................................. 62 Missie, visie en waarden ............................................................. 68 Waardecreatie ................................................................................ 70 Resultaten 2024 ............................................................................ 74 Roularta brands ............................................................................. 76 Aandeel .......................................................................................... 84 Kerncijfers ..................................................................................... 86 Executive Management Committee en Raad van Bestuur .... 88 Jaarverslag Raad van Bestuur ..................................................... 90 Verklaring deugdelijk bestuur ................................................. 104 Groepsstructuur .......................................................................... 120 Geconsolideerde jaarrekening ................................................. 122 Toelichtingen bij de geconsolideerde jaarrekening ...............131 Statutaire jaarrekening ............................................................... 162 Verslag van de commissaris geconsolideerde jaarrekening ....164 Duurzaamheidsverslag ............................................................... 168 Verslag van de commissaris duurzaamheidsinformatie .... 300 Vestigingen ................................................................................. 304 Financiële kalender .................................................................... 305 Dit jaarverslag werd gedrukt op papier afkomstig van duurzaam beheerde bossen en gecontroleerde bronnen. Dit jaarverslag is beschikbaar in het Nederlands en het Engels. Bij eventuele afwijkingen is de tekst van het Nederlandstalige jaarverslag bindend. JAARVERSLAG 2024 5 IM WE CREATE MEDIA WITH PACT VISIE VAN DE VOORZITTER GEEN UITDAGINGEN, MAAR KANSEN Voor een mediabedrijf is ter plaatse blijven trappelen vandaag geen optie. Aan uitdagingen immers geen gebrek. Het is zaak om die passend om te zetten in opportuniteiten en dat is precies wat Roularta Media Group in 2024 deed, vertelt voorzitter van de Raad van Bestuur Rik De Nolf. “Het aanbod van Roularta Media Group is groot en blijft constant evolueren. Des te belangrijker om alles wat we in huis hebben goed samen te brengen en te pre- senteren aan de consument. De Mijn Magazines-app is dan het ide- ale instrument. Met dank aan de juiste technische ingrepen groeit dat platform uit tot dé plek om content thematisch te bundelen of op andere manieren gebruiks- vriendelijk tot bij de klant te brengen. Wat de app tegelijk de geknipte hefboom maakt om ons abonneebestand verder uit te breiden. Zonder GDPR-kader verliep die abonnee- werving bijzonder vlot toen we vijftig jaar geleden onze eerste tijdschriften lanceer- den, maar nadien volgde – mede door de regelgeving – een moeilijkere periode. Een evolutie die we echter wisten om te keren door opnieuw in te zetten op de partner- shipdeals die ook in die beginfase al het succesrecept waren geweest voor het aan- trekken van nieuwe klanten. Lezersinkomsten worden alleszins steeds belangrijker. Waar het vroeger de advertenties waren die instonden voor twee derde van de omzet, is het nu de con- sument die dat aandeel in de inkomsten vertegenwoordigt. Dat realiseren we ove- rigens niet enkel met de verkoop van bla- den. Line extensions – op reis met Knack, boeken, muziek – winnen duidelijk aan belang. Toch valt de reclame niet helemaal weg. Het lagere volume aan advertenties dat er tegenwoordig in te vinden is, maakt onze magazines een goed medium om er echt uit te springen als merk. Daarnaast bieden branded content en andere nieuwe trends kansen. Over kansen gesproken: ook de lokale adverteerder profiteert mee van onze innovaties. Denk aan reclame via tv-scher- men in intussen meer dan 800 verkoop- punten in een zeventigtal steden van het land en via digitale geolocalisatie op onze websites en in onze nieuwsbrieven. Maar denk evengoed aan onze dienstverlening voor de adverteerder op sociale media. De Zondag is met meer dan 1,3 miljoen le- zers de grootste krant van het land die het mogelijk maakt om lokaal te adverteren via zestien regionale edities. De lezer pikt de krant op in één van de meer dan 3.600 bakkerijen of andere winkels open op zondag. In functie van de actualiteit maakt De Zondag daarbovenop meer en meer speciale lokale edities die opnieuw huis- aan-huis bedeeld worden. In het rijtje ontwikkelingen mogen we tot slot Roularta Printing niet vergeten. Daar blijven we investeren in de beste en meest duurzame infrastructuur. Onze eigen bladen nemen slechts de helft van de drukcapaciteit in, de rest staat ter be- schikking van klanten uit binnen- en bui- tenland. Topkwaliteit in en een perfecte distributie van print waarmaken over heel Europa, dat is een echte specialiteit van het huis geworden.” visie van de voorzitter B E L U I S T E R D E P O D C A S T JAARVERSLAG 2024 7 IM WE CREATE MEDIA WITH PACT WOORD VAN DE CEO IMPACT OP ALLE NIVEAUS 2024 was een goed jaar voor Roularta Media Group, weliswaar geholpen door een aantal éénmalige effecten. Met de succesvolle uitrol van onze nieuwe strategie en door tegelijk trouw te blijven aan ons duurzaam, lokaal verankerd en gezond kritisch DNA, realiseerden we een positieve impact op tal van niveaus. Een toekomstgerichte aanpak met troeven voor al onze stakeholders, die we ook bevestigd zagen in de financiële resultaten. Onze nieuwe strategie hingen we op aan drie pijlers. Multimediaal is een logische eerste. We zetten volop in op goed sa- menwerkende, multimediale redacties en een optimale kijk-, lees- en luister- ervaring op alle digitale platformen. Binnen de tweede pijler deelden we de RMG-titels op in vier groepen, met een specifieke rol voor elk merk. Onze grote merken zijn daarbij de motoren van ons printbereik en de katalysatoren van ons digitaal bereik. Door de focus en door efficiënter te werken kunnen we daarnaast de kleinere merken rendabel houden. Pijler drie draait om partner- ships waar alle betrokken partijen wel bij varen. Impact op partners is meteen een eerste facet van de positieve invloed die Roularta Media Group op haar omge- ving uitoefent. Zo leveren de samenwer- kingen partners nieuwe klanten op, die ze via de Mijn Magazines-app boven- dien extra meerwaarde kunnen bieden. Maar ook de impact op de samenleving is reëel. De rol van de media als hoek- steen van de democratie is niet nieuw, maar wint in tijden van polarisatie en oprukkende extremen nog sterk aan belang. Waar Facebook feiten en menin- gen voortaan in elkaar laat overvloeien, zetten wij onze factcheckingprogram- ma’s plichtsbewust verder. In onze optiek zijn media ook een hefboom van duurzame impact. Duurzaamheid is al decennialang een van de prioriteiten van Roularta Media Group. De beleidskrijt- lijnen op dat vlak die sinds 2021 officieel op papier staan, vertalen zich elk jaar in tal van concrete inspanningen. In 2024 kwam daar voor het eerst de op trans- parantie gerichte CSRD-rapportering bovenop. Een intensief proces, waarmee we hopelijk ons steentje bijdragen aan een duurzamere wereld. Onze lokale impact tot slot valt even- min te onderschatten. Zowel in België als in Nederland staan we bekend als een sterk lokaal verankerd bedrijf. In te- genstelling tot de techgiganten investe- ren wij ook in de lokale economie, door plaatselijke initiatieven of goede doelen te ondersteunen en bovenal door heel wat werkgelegenheid in eigen streek te creëren. De winstcijfers die we in 2024 lieten noteren, zetten de gekozen koers kracht bij. Dankzij onze beslissing om proactief in te spelen op de veranderende context waarin dit mediabedrijf opereert, zien we nu dat de nieuwe digitale inkomsten bijna de dalende populariteit van tradi- tionele mediaproducten mooi opvangen. Dat maakt ons trots. Niet in het minst omdat het ons in staat stelt om ook mor- gen te mogen terugblikken op een veel- zijdige positieve impact. B E K I J K D E V O D C A S T woord van de ceo > De video’s en podcasts maken geen deel uit van het jaarlijks financieel verslag en vormen daarop enkel een aanvulling. JAARVERSLAG 2024 9 deepdive - northstar DEEP Een mediagroep future-proof maken, dat betekent aanpassen wat is, maar ook nieuwe, onbetreden paden bewandelen. We focussen op enkele innovatieve projecten die tonen hoe Roularta Media Group er in de toekomst zal uitzien. IM WE CREATE MEDIA WITH PACT JAARVERSLAG 2024 JAARVERSLAG 2024 10 11 De groei van digitale abonnees zal de daling in printabonnementen compen- seren. Dat is het uitgangspunt van het Northstar-project. Halfweg maken we de eerste balans op. 75.000 nieuwe digitale abonnees tegen eind 2026 in België, 50.000 in Neder- land. Dat zijn de ambitieuze cijfers van het Northstar-project. De naam geeft al meteen aan hoe belangrijk dit initiatief voor Roularta Media Group is. De digita- le groei is immers nodig om de saturatie of de daling van het abonneebestand – afh ankelijk van het mediamerk – een halt toe te roepen. Bovendien is de mar- ge op een digitaal abonnement groter dan die op een printabonnement. Er zijn immers geen of minder distributie- en portkosten. Om die doelstelling te realiseren lan- ceerde Roularta Media Group in 2023 de app Mijn Magazines. Eind 2024 is het dus tijd voor een eerste evaluatie. Ondertussen zijn we halfweg het traject en daar blikken we graag op terug. “Niet alleen het traject is halfweg, in België zijn ook onze resultaten dat”, klinkt het bij Margaux Vandamme, Brand Manager van de vrouwentitels. “We hebben de kaap van 37.500 digitale abonnees over- schreden.” Elk mediamerk draagt bij Achter dat cijfer schuilen natuurlijk verschillende evoluties. “Het grootste deel van de nieuwe abonnees komt op conto van onze nieuwsmerken Knack en Le Vif”, geeft Margaux Vandamme mee. “En ook ons lokaal mediamerk De Krant van West-Vlaanderen doet zeker haar duit in het zakje. Maar ook Flair heeft zijn target gehaald.” Dat vrouwentitels zo goed scoren heeft ook diegenen die op het project werken verbaasd. Margaux Vandamme: “Met Flair zijn we pas in 2024 op de digitale kar gesprongen. Bovendien gaat het om content waarvan we verwacht hadden dat mensen er minder voor zouden willen betalen, in tegenstelling tot nieuwscontent. Maar niets bleek minder waar.” Volgens Margaux gebeurt de conversie vooral op onderwerpen die de kern van een blad als Flair uitmaken, zoals rela- ties en geldzaken. Actualiteit werkt min- der om een lezer tot een digitaal abon- nement te verleiden. Daarnaast helpt natuurlijk het opzetten van partnerships met andere bedrijven (zie p. 62) om extra abonnees te werven. Vanaf 2025 zou deze instroom op kruissnelheid moeten komen. Inhaalbeweging Nederland Hoewel de ambitie in Nederland ook groot is, staat de ontwikkeling van Mijn Magazines nog niet zo ver. “Wij startten pas in het vierde kwartaal van 2024, na de invoering van de nieuwe Roular- ta-strategie (zie p. 8)”, vertelt Mar- got de Wijn, Marketing Directeur van Roularta in Nederland. “We lanceerden 12 JAARVERSLAG 2024 DIGITALE ABONNEES: DE DOELSTELLING KOMT IN ZICHT EEN GESPREK MET: MARGAUX VANDAMME, Brand Manager Women Brands • MARGOT DE WIJN, Marketing Directeur Roularta Media Nederland • HENDRIK BAETENS, Revenue Manager IM WE CREATE MEDIA WITH PACT enerzijds Mijn Magazines Premium, met daarin onze Nederlandse week- en maandbladen en ook Knack en Trends. Anderzijds volgde later Mijn Magazines Basic met enkel de content van de maandbladen. Na een maand hadden we al 100.000 registraties, wat 20% van dit abonneebestand is. Daar zijn we dus zeer tevreden over. Het multimagazine- lezen stijgt sterk.” Opvallend: dat multi- magazinelezen is in Nederland met ge- middeld 3,2 titels hoger dan België (2,6). Van bekendheid en gebruik naar con- versie Om nieuwe digitale abonnees te werven, stelt Roularta Mijn Magazines in eerste instantie dus open voor abonnees, die er de content van ‘hun’ magazine, maar ook van andere bladen terugvinden. Die abonnees kunnen hun account ook delen met familieleden. Zo verbetert de bekendheid en het gebruik van de app en komen ook niet-abonnees ermee in contact. Het is dan dat de conversie plaatsvindt. Opmerkelijk daarbij is de focus op de prijs. Die is immers niet gelijk voor elke abonnee, of blijft niet hetzelfde. Reve- nue Manager Hendrik Baetens legt uit: “Ons principe is eenvoudig: het gaat om een digitaal product met sterke content en premium opties, die we naar zoveel mogelijk mensen willen brengen. Naast wervingsacties zijn de kosten per extra abonnee beperkt, waardoor we op een JAARVERSLAG 2024 13 JAARVERSLAG 2024 12 IM WE CREATE MEDIA WITH PACT andere manier kunnen omgaan met prijszetting. De prijs omvat de waarde voor de abonnee, eerder dan dat het een vast bedrag voor elke abonnee is.” Introductieprijs Roularta werkt hiervoor vaak met het principe van een introductieprijs. “Voor 1 euro per week kunnen mensen zich abonneren”, zegt Hendrik Baetens. “Die lage prijs zorgt voor de instroom van abonnees. Vervolgens monitoren we hoeveel content ze consumeren en op basis daarvan bepalen we hun definitie- ve abonnementsprijs.” Deze manier om prijs te zetten is dus op waardeperceptie gebaseerd en is geen vorm van dynamische prijszetting, waar- bij de prijs evolueert in functie van vraag en aanbod. Twee testcases Naast de conversie via Mijn Magazines haalt Roularta ook inkomsten uit het ver- hogen van de waarde van een abonnement op een magazine. Die krijgen immers steeds meer een digitaal verlengstuk, waardoor de abonnementsprijs opgetrok- ken kan worden. Libelle en Femmes d’Aujourd’hui vorm- den daarbij in 2024 een belangrijke testcase. “In juli is de prijs voor een abon- nement met 2 euro per maand gestegen”, herinnert Margaux Vandamme zich. “Zij kregen er immers de digitale lifestyle bun- del via Mijn Magazines bij. Toch was de redactie eerder terughoudend. Zat deze doelgroep wel te wachten op een digitaal verlengstuk?” Volgens Margaux waren de reacties ech- ter overweldigend positief. “Dat komt om- dat we vanuit marketing op de voordelen hebben ingespeeld, en nadien zijn ook de “IN HET BEGIN WAREN MAR- KETING EN DIGITAL DE TREK- KERS, MAAR NU KOMEN DE REDACTIES AANKLOPPEN OM- DAT ZE DE VOORDELEN VAN MIJN MAGAZINES INZIEN.” redacties extra gaan investeren in exclu- sieve digitale content. Onze lezeressen waren verrassend snel mee, ook de oudere doelgroep. We hebben dan ook nauwelijks abonnementsopzeggingen binnengekre- gen.” Enthousiasme Halfweg is de balans van het Northstar-project dus zeer positief. “Er zijn merken waarvoor de investeringen nu al zijn gecompenseerd door de extra abonnementsinkomsten”, verklapt Hen- drik Baetens. “En je voelt dat de redacties ook helemaal overtuigd zijn”, vult Marg- aux Vandamme aan. “Ik geef graag het voorbeeld van Flair. Dat is onze speeltuin om zaken uit te testen, waardoor de men- sen op de redactie en op marketing er nu volop met groei en innovatie bezig zijn. Dat geeft energie.” “En je voelt dat alle merken door deze aanpak belangrijk zijn”, besluit Margot de Wijn. “We hebben ze stuk voor stuk nodig voor de content en om abonnees te activeren. Dat creëert een fijn groepsgevoel.” IM WE CREATE MEDIA WITH PACT JAARVERSLAG 2024 15 JAARVERSLAG 2024 14 IM WE CREATE MEDIA WITH PACT JAARVERSLAG 2024 IM WE CREATE MEDIA WITH PACT DOUBLE DATE In een mediabedrijf werken, dat betekent samenwerken. Samen projecten vanuit andere invalshoeken bekijken. Benieuwd hoe anders HR en marketing denken? Of redactie en productie? STEPHANIE SLABINCK ANNELIES DEMUYT doubleDate - EB JAARVERSLAG 2024 16 Een gesprek met: ANNELIES DEMUYT, HR Communicator• STEPHANIE SLABINCK, Corporate Communication Manager IM WE CREATE MEDIA WITH PACT EMPLOYER BRAND ZORGT VOOR 23% MEER SOLLICITANTEN Roularta Media Group werkte in 2024 aan een employer brand, dat vertaald werd in cam- pagnes. Stephanie Slabinck, Corporate Communication Manager, en HR Communicator Annelies Demuyt vertellen. Voelt Roularta Media Group de war for talent? Annelies Demuyt: “Absoluut. Het is voor elk bedrijf moeilijk om de juiste profielen te vinden. Komt daar nog bij dat wij middenin een digitale transfor- matie zitten. Dat soort talent is schaars. Tot slot speelt ook de naamsbekendheid. In West-Vlaanderen is die historisch heel hoog, maar in andere provincies was dat minder het geval.” Stephanie Slabinck: “We hadden nood aan een employer brand. Roularta Media Group moest een merk worden voor potentiële medewerkers. Vroeger deden we af en toe een rekruteringscampagne en uiteraard zijn er continu jobadver- tenties, maar de rode draad is nu ster- ker.” Wat is er op vlak van employer bran- ding in 2024 gebeurd? Stephanie Slabinck: “In 2024 hebben we een volledig traject afgelegd, van onderzoek tot en met campagnes. We werken vanuit onze bedrijfsstrategie en begonnen met kwantitatief en kwali- tatief onderzoek om te ontdekken of te bevestigen wat onze sterktes zijn. Sterk- tes die elke medewerker voelt, ongeacht functie of afdeling. Zo kwamen we tot een employee value proposition: wat biedt Roularta Media Group zijn mede- werkers – huidige en toekomstige? Vervolgens vertaalden we dat naar een employer brand: hoe willen we gezien worden? Dat leidde tot twee campagne- golven in 2024: eentje in het voorjaar en eentje in augustus/september. Daarbij werkten we met een aantal action lines zoals ‘Play it, slay it’, ‘Dream it, JAARVERSLAG 2024 JAARVERSLAG 2024 18 19 IM WE CREATE MEDIA WITH PACT IM WE CREATE MEDIA WITH PACT team it’ of ‘Tint it, print it’. Die laatste is uiteraard gericht aan potentiële mede- werkers in de drukkerij. Die action lines laten ons toe om vacatures of andere teksten meer op maat te schrijven. Onze uitdaging is namelijk om enerzijds die overkoepelende employer brand te laten leven, maar anderzijds ook specifiek genoeg rond bepaalde profielen te com- municeren.” Annelies Demuyt: “Ik voeg hier nog aan toe dat we de twee campagnegolven eerst intern ontrolden en pas dan naar de buitenwereld stapten. Dat was heel belangrijk: we wilden immers dat in eerste instantie onze eigen mensen mee waren in het verhaal. Zij zijn onze beste ambassadeurs om het verhaal extern uit te dragen. En wat je buiten vertelt moet overeenkomen met wat er binnen leeft. Dat spreekt.” Wat is er dan veranderd in vergelijking met eerdere campagnes? Stephanie Slabinck: “We dragen nu meer uit wat werken bij Roularta Media Group betekent, we gaan verder dan de pure jobs. Daarnaast is ook onze to- ne-of-voice veranderd. Die is informeler, dynamischer. Dat uit zich op het eerste zicht in kleine dingen: we gebruiken geen stockbeelden, maar tonen de eigen medewerkers. En we gaan voor dyna- mische foto’s, niet langer iemand die statisch in de camera kijkt. Welke gelijkenis is er tussen jullie cor- porate merk en jullie employer brand? Stephanie Slabinck: “Die moeten dich- ter bij elkaar komen en op termijn één worden. Je bedrijfsimago en je werkge- versimago kan je vergelijken met twee laagjes, die je zo juist mogelijk op elkaar wil leggen. We hebben op dat vlak trouwens al gro- te stappen gezet. De tagline van onze employer branding campagne is ‘Ready to create media with impact?’. Op corpo- rate vlak gebruiken we steeds vaker de baseline ‘We create media with impact’. Ze zijn niet identiek hetzelfde, maar je voelt dat ze naar elkaar toegroeien. Wat doen jullie los van employer bran- ding om talent aan te trekken en te behouden? Annelies Demuyt: “Wij hebben het geluk om mediamerken te maken en zitten zo in een sector die mensen so- wieso intrigeert. Maar daarnaast doen we er alles aan om van onze kantoren en productieruimtes een aantrekkelijke werkplek te maken. We hebben poolta- fels, een padelveld en een petanqueveld, te lenen bedrijfsfietsen, investeerden in leuke bedrijfsrestaurants, ... We orga- niseren ook regelmatig drinks, thema- avonden of we lanceren een wandelactie of een volleybaltoernooi. Verder vinden we het belangrijk dat de collega’s in een groene omgeving kunnen werken. Tot slot gaat het om zingeving. Mensen – en zeker jongeren – willen bij een bedrijf werken dat een positieve impact op de maatschappij heeft en ze willen zelf im- pact maken. We communiceren dan ook over de focus die Roularta Media Group op duurzaamheid heeft.” Employer branding is een werk van lange adem. Zijn er al resultaten merk- baar? Annelies Demuyt: “Het meest tastba- re resultaat is de instroom, en die is in 2024 met 23% toegenomen. Dat kunnen we niet anders dan toeschrijven aan het werk op vlak van employer branding. Los daarvan voel je het ook: kandidaten verwijzen naar onze campagne in hun motivatiebrief of bij een sollicitatiege- sprek.” Stephanie Slabinck: “Ook de commu- nicatieresultaten zijn goed. Er komen meer mensen naar de vacaturesite Mijn- toekomstbijroularta.be en het aantal volgers op sociale media is toegenomen. Ook inhoudelijk merken we dat onze employer brand wordt opgemerkt. Er wordt verwezen naar de campagnebeel- den én naar de motivatie om ook zelf media met impact te willen maken. Bovendien was Roularta in 2024 de achtste meest aantrekkelijke werkgever in het land volgens de Employer Brand Research van Randstad. We stegen maar liefst 44 plaatsen. De mooiste return? Je voelt dat er intern een mindswitch is geweest. Mensen durven meer initiatief te nemen. Dit heeft voor ons heel wat in beweging gezet.” “ONZE UITDAGING? DIE OVER- KOEPELENDE EMPLOYER BRAND LATEN LEVEN, MAAR TEGELIJKERTIJD SPECIFIEK ROND BEPAALDE PROFIELEN COMMUNICEREN.” JAARVERSLAG 2024 20 3 vragen. 3 (of net iets meer) antwoorden. Zo ben je in korte tijd up-to-date over één van de innovaties van Roularta Media Group in 2024. Al dan niet doorlinkend naar de podcast voor wie het volledige verhaal wil kennen. KAROLIEN VAN DINTER STIJN DESPIEGELAERE DARE TO ASK JAARVERSLAG 2024 23 DareToAsk - AI JAARVERSLAG 2024 22 IM WE CREATE MEDIA WITH PACT Nu de doembeelden wat gaan liggen zijn: hoe evalueren de redacties de im- pact van AI? Stijn Despiegelaere: “Journalisten zijn pragmatische mensen. We kijken nu vooral hoe die tools voor hen van nut kunnen zijn. Dat doen we voor elke stap van het creatieproces. Van researchen en interviews afnemen tot een stuk uit- schrijven en publiceren: waar kan AI hel- pen in hun dagelijkse job?” Karolien Van Dinter: “Tegelijk is ook een tweede vraag relevant: waar kan AI meerwaarde bieden voor de lezer? Daar- om onderzoeken we welke extra services we onze doelgroepen kunnen voorscho- telen met behulp van AI. Een interessant vertrekpunt is dan het archief, die grote berg aan content waar wij en zeker onze lezers niet altijd raad mee weten. Een large language model zou al die content efficiënt kunnen doorzoeken, bundelen en op nieuwe manieren presenteren. De drie pilootprojecten die we in dat licht hebben opgezet in 2024, smaken alles- zins naar meer.” Hoe kan AI de journalist precies bij- staan? Stijn Despiegelaere: “Ook voor journa- listen is het erg waardevol om beter uit dat rijke archief te kunnen puren. Als je bepaalde informatie nodig hebt voor research of gerelateerde artikels wil toe- voegen aan een publicatie, is het handig dat een tool die op een presenteerblaadje aanreikt. Maar er is nog veel meer mogelijk. Zo maken we voor het transcriberen van interviews, zowat de meest tijdsintensie- ve taak voor een journalist, gebruik van Limecraft. Zo’n eerste draft is misschien niet perfect, maar wel een goede basis die gigantisch veel tijd uitspaart. Ver- der experimenteerden we in 2024 met ChatGPT, bijvoorbeeld om elementen als context en tone of voice mee te nemen in een vertaling, en creëren onze Art Direc- tors nu al verbluffende illustraties met Midjourney.” Hoe past Roularta Media Group het ruime aanbod aan tools in op de redac- ties? Stijn Despiegelaere: “Sommige toepas- singen staan eerder naast onze bestaande processen, andere integreren we idealiter zo natuurlijk mogelijk in onze huidige tools. De moeilijkheid zit in het inschat- ten van de meerwaarde van zo’n tool, want als iets niet in de workflow van een journalist past, verliezen we vooral tijd. In 2024 hebben we daarom een frame- work opgezet dat ons in staat stelt een tool eerst te valideren en dan pas te im- plementeren. Zo beschikken we nu over een longlist met toepassingen die we de komende tijd willen testen. Daarnaast proberen we iedereen mee op deze kar te krijgen, qua mindset maar zeker ook qua skills. De uitrol van een trainingsprogramma met praktische op- leidingen helpt daarbij.” Karolien Van Dinter: “Dat program- ma slaat erg goed aan, met dank aan de mensen die er tijd in investeren én aan de beslissing om echt bottom-up te werken. Projecten die op de werkvloer en bij de creatieve noden die daar leven ontstaan, scoren altijd het best.” IM WE CREATE MEDIA WITH PACT Een gesprek met: KAROLIEN VAN DINTER, Adjunct uitgever en STIJN DESPIEGELAERE, Product Manager Contentcreatie B E L U I S T E R D E P O D C A S T WAT BETEKENT AI OP DE REDACTIEVLOER? Om een beter zicht te krijgen op de rol die artificiële intelligentie vandaag al speelt op de redactievloer, spreken we met Adjunct-uitgever Karolien Van Dinter en Product Manager Contentcreatie Stijn Despiegelaere. JAARVERSLAG 2024 JAARVERSLAG 2024 24 25 IM WE CREATE MEDIA WITH PACT IM WE CREATE MEDIA WITH PACT Een mediagroep is gebouwd op een aantal fun- damenten: zonder redacties, distributie en re- clamewerving ook geen succesvolle media. Net die fundamenten ondergaan grondige verande- ringen. Mee veranderen is de boodschap. EEN GESPREK MET: NATHALIE WILLEMS, Content Strateeg • STEVIE DOUMEN, Media Expert Finance & B2B • ELISABETH BUNGENEERS, Business Development Manager Influencer Marketing • JOYCE LAMSENS , Directeur Roularta Local Media Midden en Zuid West-Vlaanderen DARE TO M VE 27 DareToMove - Advertentiewerving JAARVERSLAG 2024 27 JAARVERSLAG 2024 26 maar te zeggen dat innovatieve partner- ships écht het verschil kunnen maken. Ook maatschappelijk. Nieuwe (lokale) advertentiemogelijk- heden Maar vergis je niet: Roularta Media Group speelt de kracht van partner- ships lang niet enkel uit in grootschalige nationale campagnes. Ook lokaal reikt de mediagroep merken nieuwe adver- tentiemogelijkheden aan. “Met Mijn Stad TV beschikken we nu over een netwerk van 810 digitale schermen in drukbezochte handelszaken”, vertelt Joyce Lamsens, directeur Midden- en Zuid-West-Vlaanderen bij Roularta Lo- cal Media. “Lokale adverteerders kun- nen inzetten op hun regio en de wacht- momenten van hun doelgroep optimaal benutten.” Dit kadert in een tweesporenplan om de samenwerkingen met adverteerders te verdiepen. “Ten eerste zetten we dit soort nieuwe kanalen op om mer- ken en doelgroepen te verbinden, ten tweede organiseren we vanuit de titels evenementen die adverteerders talloze kansen bieden.” Denk maar aan Nieuw- bouw-zondag, Renovatieweekend, Tegenwoordig komen samenwerkingen met adverteerders voor in alle soorten en maten. En maar goed ook, want zo wordt hun impact gemaximaliseerd. “Het is onze taak als mediapartner om na te denken over nieuwe mediavor- men”, vindt Stevie Doumen, Media Ex- pert Finance & B2B bij Roularta. “Zeker omdat we zo ook nieuwe doelgroepen kunnen aanboren.” Een mooi eerste voorbeeld is de veel- zijdige campagne die Libelle en The- ramex, een toonaangevende farmaceu- tische speler, in 2024 voerden rond de menopauze. Uit een grote kick-off en- quête volgde een maandenlange stroom aan waardevolle content, van expert-in- terviews en persoonlijke getuigenissen tot gezonde recepten en kledingtips. Het fysieke event ‘Samen door de menopau- ze’ was een treffend orgelpunt. “En of we erin geslaagd zijn awareness te creëren rond het topic”, blikt Content Strateeg Nathalie Willems terug op de resultaten van de campagne. “Theramex zag de menopauzemarkt significant groeien en merkte dat het bewustzijn rond het thema fel toegenomen is.” Om B E L U I S T E R D E P O D C A S T 12 JAARVERSLAG 2024 ADVERTEREN ANNO 2024: “HECHTE SAMENWERKINGEN ZIJN DE TOEKOMST” Events waar een specifieke doelgroep van smult, digitale out of home-communicatie voor lokale adverteerders en zelfs een virtuele influencer: in 2024 tilde Roularta Media Group haar samenwerkingen met adverteerders naar een nog hoger niveau. JAARVERSLAG 2024 29 JAARVERSLAG 2024 28 Jobvillage en sinds 2024 ook Wegwijs in Investeren. Dagelijkse podcast mét native adver- tising In de categorie nieuwe kanalen met een grote impact op het adverteerdersland- schap kunnen we niet rond de lancering van de dagelijkse podcast Z 7op7. Die vloeide voort uit de fusie van de redac- ties van Trends Kanaal Z en Tendances Canal Z, waarmee ook heel wat exper- tise gebundeld werd, en volgde op het succes van de wekelijkse Trends Beleg- gen Podcast. Met Z 7op7 kan Roularta Media Group z’n doelstelling om op elk moment van de dag beschikbaar te zijn voor de media consument ook op audiovlak uit- spelen, maar dat is niet de enige troef. “Onderzoek wijst uit dat een podcast het ideale format is om jongeren tussen 20 en 35 jaar te bereiken”, geeft Stevie Dou- men aan. “Een zeer interessante groei- markt, voor ons én voor adverteerders.” Merken kunnen hierbij kiezen tussen een klassiek postroll-reclamespotje van dertig seconden en een niet-commer- ciële bijdrage tot één minuut. Vooral die native-boodschap is bijzonder inte- ressant. “Daarmee creëer je echt meer- waarde als adverteerder en vermijd je dat luisteraars afhaken. Meer dan drie vierde blijft luisteren naar het native slotakkoord van de podcast.” Sassy Soeki Het toppunt van de innovatieve stappen die Roularta Media Group afgelopen jaar zette voor haar adverteerders, luis- tert naar de naam Sassy Soeki. Dat is de eerste virtuele influencer die ons land rijk is. “We merkten dat de advertentie-uit- gaven in sneltempo begonnen over te hellen naar social media marketing“, duidt Business Development Manager Influencer Marketing Elisabeth Bun- geneers de context van deze innovatie. “Om daaraan tegemoet te komen, beslo- ten we een eigen influencer agency op te richten. We definieerden drie soorten influencers: externe influencers, interne influencers – de exclusieve gezichten van de titels – en dus ook virtuele in- fluencers.” Sassy Soeki was op een paar maanden tijd geboren en speelt een dubbele rol. Ze heeft eigen accounts op Instagram en TikTok en is daarnaast de virtuele stagiair van het online team van de Flair-redactie. Uiteraard verschijnt ze ook op de kanalen van Flair. “Ze doet het erg goed”, aldus Bungeneers. “De 36.000 views van haar laatste post bewijzen dat haar content gesmaakt wordt door de jongste doelgroep. En dus kunnen we haar nu inzetten als volwaardige in- fluencer en zit de eerste samenwerking met een merk al in de pijplijn.” Met zo’n virtuele influencer kan Rou- larta Media Group oneindig veel kanten uit, en daar varen ook adverteerders wel bij. Want dat is waar het allemaal om draait, vruchtbare samenwerkingen met merken. “Partnerships zijn de toe- komst”, besluit Nathalie Willems. “Ze- ker als partners een gelijkaardig DNA hebben en de kernwaarden van onze titels delen, zijn er prachtige dingen mogelijk.” ZEKER ALS PARTNERS EEN GE- LIJKAARDIG DNA HEBBEN EN DE KERNWAARDEN VAN ONZE TITELS DELEN, ZIJN ER PRACH- TIGE DINGEN MOGELIJK. JAARVERSLAG 2024 JAARVERSLAG 2024 30 31 DEEP Een mediagroep future-proof maken, dat betekent aanpassen wat is, maar ook nieuwe, onbetreden paden bewandelen. We focussen op enkele innovatieve projecten, die tonen hoe Roularta Media Group er in de toekomst zal uitzien. IM WE CREATE MEDIA WITH PACT DeepDive - beleggersplatform JAARVERSLAG 2024 JAARVERSLAG 2024 32 33 “De grootste business community worden. Dat was het doel van de toena- dering tussen Trends en Trends-Ten- dances, Kanaal Z en Canal Z en Trends Business Information, die de afgelopen jaren plaatsvond. En dat is gelukt. We wilden daar vervolgens nog een extra ambitie aan koppelen, namelijk de refe- rentie worden op het vlak van beleggen. Die willen we in 2025 waarmaken.” Aan het woord is Michael Neve- jan, Brand Manager van Trends en Trends-Tendances. Hij voegt er nog aan toe dat het Trends-team daarbij niet van nul vertrekt. “Met Danny Reweghs hebben we al een beleggingsautoriteit in ons midden, omringd door een team van experts.” Norkon “Die focus op beleggen is natuurlijk niet toevallig”, vult Trends-hoofdredacteur Stijn Fockedey aan. “Een abonnement op Trends moet geld opbrengen. Daar- naast zien we het ook steeds meer als onze missie om de financiële geletterd- heid van de Belg te verbeteren. Mensen zijn er te weinig mee bezig. Denk maar aan de 22 miljard die in 2023 naar de staatsbon vloeide.” Deze noden en ambities leidden in 2024 tot de opstart van een exclusieve samenwerking met Norkon, een Noorse softwarespeler die een aantal SaaS-tools ontwikkeld heeft, onder andere rond beleggen. De missie? Een platform ont- wikkelen waarbij Trends-lezers live de situatie van hun beleggingen kunnen volgen, of het nu aandelen, cryptomun- ten, grondstoffen of ETF’s zijn. Norkon had al eerder ervaring opgedaan bij on- der andere Handelsblatt in Duitsland en Børsen in Denemarken. Opvallend hierbij: Trends bundelde de krachten met zusterblad BeleggersBe- langen in Nederland. “De situatie is in Nederland natuurlijk wat anders”, klinkt het bij Kirsten Andeweg, Project Ma- nager van de uitrol van het beleggers- 12 JAARVERSLAG 2024 BENE-BELEGGERSPLAT- FORM ONDERSTREEPT DOELSTELLING OM GROOTSTE BUSINESS COMMUNITY TE BLIJVEN In 2024 werden meer dan de fundamenten gelegd van een beleggersplatform, waarmee zowel Trends als BeleggersBelangen een stevige voorsprong nemen op de concurrentie. Het was en is het grootste grens- overschrijdende project van Roularta Media Group. EEN GESPREK MET: KIRSTEN ANDEWEG, Project Manager • STIJN FOCKEDEY, Hoofdredacteur Trends • MICHAEL NEVEJAN, Brand Manager Business Brands IM WE CREATE MEDIA WITH PACT JAARVERSLAG 2024 35 JAARVERSLAG 2024 34 IM WE CREATE MEDIA WITH PACT platform op Trends, Trends-Tendances en BeleggersBelangen. “BeleggersBelan- gen is sowieso meer gespecialiseerd in beleggen, maar ook zij misten nog een eigen beleggingsplatform.” Cijfers en achtergrondinformatie De samenwerking met Norkon mondde net voor het jaareinde uit in de techni- sche launch van Trends Beleggen Live, dat zowel koersinformatie als diepgaan- de financiële analyses over zowat elk financieel product biedt. Het platform is personaliseerbaar door beleggingspor- tefeuilles aan te maken en te beheren en persoonlijke alerts aan te maken. Wanneer een financieel product boven of onder een zelfingestelde drempel gaat, wordt de belegger daarop attent gemaakt. De cijfers worden aangevuld met de ac- tualiteit over de financiële markten. De korte nieuwsberichten komen van ABM Financial Media, de verdiepende analyses en adviezen komen van Danny Reweghs en zijn team. Gamification Trends Beleggen Live wil zowel door- winterde beleggingsexperts als starters ondersteunen bij het opvolgen van hun portefeuille en het nemen van beslissin- gen. “Naast ons beleggersplatform biedt de Norkon-licentie ons de mogelijkheid om een beursspel te lanceren”, weet Michael Nevejan. “Je kan er virtuele competities mee organiseren waarbij deelnemers een portefeuille moeten samenstellen om binnen een bepaalde pe- riode het hoogst mogelijke rendement te halen. Vanaf maart 2025 bieden we derge- lijke competities aan.” “Later in het najaar zal deze beleggersgame ook in Nederland uitgerold worden”, vult Kirsten aan. Het is geen toeval dat Trends en Trends-Tendances dergelijke games wil- len opzetten. Het is immers een manier om nieuwe beleggers aan te trekken, voor- al jongeren. En dat blijkt een belangrijke doelstelling. De instroom van nieuwe lezers is belangrijk. Dat gebeurt met een dergelijke competitie, maar ook bijvoor- beeld met de podcast Trends Beleggen, die al een aantal jaar loopt. “Het voordeel van een game is dat we ook aan datacapta- tie kunnen doen”, zegt Michael Nevejan. “We verzamelen gegevens van mensen die geïnteresseerd zijn in beleggen. Zo kun- nen we onze conversieflow verfijnen.” Tot slot biedt het platform ook adverten- tiemogelijkheden, zowel naamsponsoring van competities als klassieke adverten- tieruimte. Stijn Fockedey: “Adverteerders “TRENDS BELEGGEN LIVE ON- DERSTEUNT ZOWEL DOOR- WINTERDE BELEGGINGSEX- PERTS ALS STARTERS BIJ HET OPVOLGEN VAN HUN PORTE- FEUILLE EN HET NEMEN VAN BESLISSINGEN. OOK DE MO- GELIJKHEID OM EEN BEURS- SPEL TE ORGANISEREN HELPT DAARBIJ.” IM WE CREATE MEDIA WITH PACT JAARVERSLAG 2024 37 JAARVERSLAG 2024 36 IM WE CREATE MEDIA WITH PACT komen hier op een echte nichesite terecht, wat heel interessant kan zijn voor een specifieke groep van B2B-ad- verteerders, zoals fondsenbeheerders of financiële instellingen.” Grensoverschrijdend zorgt voor meer- waarde In Nederland is de start van Beleggers- Belangen Live voor de zomer van 2025 voorzien. “Dat heeft te maken met het feit dat eerst onze website dient aange- past te worden”, geeft Kirsten Andeweg mee. “Onze lezers krijgen dus een erva- ring die op alle vlakken vernieuwd is.” Het is trouwens net de samenwerking tussen België en Nederland die voor on- ze gesprekspartners van dit project zo’n succes maakt. “Dit is voor Roularta een van de eerste grote grensoverschrijden- de projecten”, klinkt het bij Stijn Foc- kedey. “Met Kirsten als Project Manager was het trouwens meteen een project over de twee magazinemerken heen. Het toont de voordelen van een groep die aanwezig is in meerdere landen.” Het voegt een nieuwe laag toe aan de re- dactionele samenwerking die er tussen BeleggersBelangen en Trends al langer is. “Danny Reweghs en BeleggersBelan- gen-hoofdredacteur Johan Brinkman werken sinds de overname van het blad in Nederland al samen”, besluit Stijn Fockedey. “Er wordt zeer veel informa- tie uitgewisseld en de samenwerking schakelde in 2024 nog een versnelling hoger. De lancering van de respectieve- lijke beleggingsplatformen zorgt ervoor dat we nog meer verweven zijn.” JAARVERSLAG 2024 JAARVERSLAG 2024 38 39 3 vragen. 3 (of net iets meer) antwoorden. Zo ben je in korte tijd up-to-date over één van de innovaties van Roularta Media Group in 2024. Al dan niet doorlinkend naar de podcast voor wie het volledige verhaal wil kennen. JO DESPLENTER DARE TO ASK JAARVERSLAG 2024 41 DareToAsk- 5g JAARVERSLAG 2024 40 IM WE CREATE MEDIA WITH PACT Wat is een private 5G-netwerk? Bedrijven hebben steeds vaker (draadlo- ze) netwerkverbindingen nodig in hun productie-omgeving. Om te monitoren of alle machines goed werken bijvoorbeeld. Of om vorkheftrucks automatisch te laten rondrijden in een magazijn. Vaak wordt hiervoor wifi-gebruikt, maar bij heel grote productieomgevingen zijn hier veel antennes en bekabeling voor nodig. Een alternatief is een private 5G-net- werk. Daarbij word je je eigen provider en moet je dus ook een eigen licentie aan- vragen, weliswaar voor een heel beperkte dekking. Momenteel wordt het vooral door bedrijven met enorme productiesi- tes gebruikt, zoals de Haven van Antwer- pen of de Luchthaven in Zaventem. Welke stap heeft Roularta Media Group gezet? In 2024 stelden we ons de vraag wat de best mogelijke oplossing zou zijn om onze drukkerij future-proof te maken wat connectiviteit betreft. Ook wij had- den de keuze tussen wifi en 5G. Eind januari beslisten we uiteindelijk om voor 5G te gaan, ook al was de kostprijs hoger. De eerste tests deden we tegen juni en in januari 2025 kon het P5G-netwerk in productie genomen worden. Waarom 5G? Voor wifi hadden we een complexe set-up nodig. We zouden meer dan 140 antennes moeten installeren, wat achteraf voor een moeilijk beheer zou zorgen. Voor dezelfde oppervlakte volstonden negen 5G-antennes. Wat onze case speciaal maakte, is trouwens dat je in een drukkerij met heel wat rollen papier zit. Papier is heel isolerend en ook dat maakte het moeilijk om een wifinet- werk te implementeren. Waarom is het belangrijk voor Roularta Media Group om deze stap te zetten? Dankzij deze ingreep is de drukkerij fu- ture-proof. We hebben de fundamenten gelegd en zijn klaar om er heel wat nieu- we toepassingen op te bouwen. We wilden het immers mogelijk maken om de drukkerij uit te rusten met ge- connecteerde vorkheftrucks of AGV’s (automated guided vehicles). En we wil- den meer zicht krijgen op de flows in de drukkerij, zoals de papiervoorraad con- stant kunnen monitoren. Daarnaast biedt het ons de mogelijkheid om eenvoudig extra toestellen te connecteren die onze processen kunnen opvolgen of waar no- dig bijsturen. Daarnaast speelt ook het aspect veilig- heid. Zowel bij wifi als bij 5G moet je je eigen netwerk beveiligen, maar bij 5G zit security meer ingebed. Je hebt er bij- voorbeeld al een 5G-kaartje voor nodig om toegang tot het netwerk te hebben, bij wifi volstaat een simpel toestel om te detecteren welke wifinetwerken er in de buurt zijn. Sowieso is beveiliging iets wat in de hui- dige geopolitieke en economische situatie van groot belang is voor een groot bedrijf als Roularta Media Group. Het gevaar van hacking of een andere cyberaanval loert om de hoek. IM WE CREATE MEDIA WITH PACT Een gesprek met: JO DESPLENTER, Head of IT Operations & Services PRIVATE 5G-NETWERK BROODNODIGE STAP RICHTING DRUKKERIJ VAN DE TOEKOMST Een future-proof drukkerij. Dat heeft Roularta Media Group dankzij een private 5G-netwerk. Jo Desplenter, Head of IT Operations & Services, legt uit wat mogelijk is en hoe het komt dat het bedrijf zich in het selecte gezelschap van bedrijven zoals de Haven van Antwerpen bevindt. JAARVERSLAG 2024 JAARVERSLAG 2024 42 43 IM WE CREATE MEDIA WITH PACT JAARVERSLAG 2024 IM WE CREATE MEDIA WITH PACT DOUBLE DATE In een mediabedrijf werken, dat betekent samenwerken. Samen projecten vanuit andere invalshoeken bekijken. Benieuwd hoe anders HR en marketing denken? Of redactie en productie? IRENE SMIT BART GOOS DoubleDate - flow JAARVERSLAG 2024 JAARVERSLAG 2024 44 45 IM WE CREATE MEDIA WITH PACT IM WE CREATE MEDIA WITH PACT Een gesprek met: IRENE SMIT, Hoofdredacteur en Creative Director • BART GOOS, Manager Afwerking en Logistiek IM WE CREATE MEDIA WITH PACT Wat maakt Flow zo bijzonder? Irene Smit: “Flow is meer dan een ma- gazine. Voor ons is papier een cadeautje, wij focussen dus sterk op de tactiele ervaring. We zitten trouwens in een tijd waarin er net meer nood is aan dat ca- deautje. De wereld wordt steeds digitaler en mensen hebben nood aan digitale de- tox. Papier is het nieuwe yoga. Onze focus op papier uit zich in ver- schillende papiersoorten, zo’n negen per nummer, elke katern heeft bijvoorbeeld een eigen papiersoort. Zo zijn artikels over psychosociale onderwerpen gedrukt op wat ruwer papier. Dat mag wat schu- ren. Onderwerpen over je goed voelen komen dan weer op glossy papier. Onze voorliefde voor papier uit zich ook in het feit dat we bij elk nummer twee – uiteraard papieren – cadeautjes meege- ven. En dat tien keer per jaar. En tot slot hebben we ook een aantal specials, waar- onder ons winter- en zomerboek. En ook het Flow Book for Paper Lovers. Dat is een heel dik magazine bomvol verschil- lende papieren cadeaus (enveloppen, stickers, pakpapier, labels, …), zonder tekst. Een exemplaar kost bijna 25 euro en ondanks die prijs is het jaarlijks onze beststeller.” FLOW, OF HOE PAPIER EEN CADEAUTJE IS Meer dan een magazine. Dat is Flow in een zin samengevat. Het slow reading magazine is een pareltje, dat ook in het buitenland in de smaak valt. Maar op druktechnisch vlak zijn er uitdagingen. Een dubbelinterview met Hoofdredacteur en Creative Director Irene Smit en Bart Goos, Manager Afwerking en Logistiek. JAARVERSLAG 2024 JAARVERSLAG 2024 46 47 IM WE CREATE MEDIA WITH PACT IM WE CREATE MEDIA WITH PACT Bart Goos: “Het is die creativiteit en ver- nieuwing die het voor ons bij de produc- tie zo leuk maakt. Het is samen zoeken hoe we alle ideeën kunnen realiseren.” Hoe verloopt het drukken van Flow? Bart Goos: “De reguliere edities van Flow worden bij Roularta Printing In Roeselare gedrukt. De uitdaging zit ‘m vooral in het feit dat er heel wat inleg-sta- tions nodig zijn omdat het magazine uit zoveel verschillende elementen bestaat. Gelukkig hebben we een toestel van het type Kolbus, waardoor we het blad moei- teloos kunnen afwerken. Dat heeft twaalf inlegstations en twee kleefstations. Die laatste zijn belangrijk, omdat de redac- tie van Flow ook graag wat zaken in het magazine kleeft. Flow is zo de eerste re- alisatie waarbij we deze machine voor de volle 100% benutten. Meestal gebruiken we maar 60 à 70% van het potentieel.” Hoe uitzonderlijk is Flow voor de druk- kerij? Bart Goos: “Om je een idee te geven: we zijn het gewoon om magazines met zes à zeven katernen te drukken en dus met verschillende inlegstations af te werken. Hiervoor hebben we er dus heel wat meer stations nodig. Het betekent ook dat je goed het moment herkent in de druk- kerij waarop Flow afgewerkt wordt. Het is er een mierennest van operatoren om alles goed op elkaar te laten aansluiten. Maar dat gaat feilloos. We behandelen een nummer van Flow ook met zachtheid want het inleggen van de katernen ge- beurt manueel en niet via printrolls. Voor Roularta Printing is Flow een refe- rentieproduct. Het toont aan waartoe we in staat zijn. We hopen dan ook dat het een motivatie is voor externe klanten. We willen immers meer printbelievers aantrekken. Onze processen kunnen trouwens ook de redactie op ideeën brengen. Het hoeft niet enkel van de redactie te komen. Irene Smit: “Zo zien wij het ook. Het tot stand komen van een nummer van Flow is een echte wisselwerking. Een mooi voorbeeld is dat we kleine inserts vroeger altijd met nietjes afwerkten. Tot de men- sen van Roularta Printing ons erop wezen dat dat helemaal niet nodig was.” Wat leverde die samenwerking op busi- nessvlak op in 2024? Irene Smit: “2024 was een goed jaar voor Flow. We werden in januari over- genomen door Roularta Media Group en dat bood ons veel nieuwe kansen. We hebben al langer twee licenties, Flow wordt in Frankrijk en Duitsland door plaatselijke teams gemaakt, maar we kregen nu de mogelijkheid onze Engelse editie te herlanceren. Die maakten we jarenlang op de redactie in Nederland en werd over de hele wereld verspreid. Tij- dens de coronapandemie moesten we dit echter staken, omdat de papier- en distri- butiekosten te hoog werden en wereld- wijd winkels de deuren sloten. Omdat we Flow nu in Roeselare drukken was de drempel om weer op te starten een stuk lager en konden we de Engelstalige Flow terugbrengen. Vandaag is deze versie opnieuw in twintig landen verkrijgbaar. In Barnes & Noble in Amerika werd het meteen een enorm succes, de nummers vliegen de winkel uit en onze social me- diakanalen staan bol van de positieve reacties. Je voelt alleszins dat onze onderwerpen enorm populair zijn. Wat we doen klopt meer dan ooit bij de tijdgeest. Mensen hebben behoefte aan offline activiteiten en slow life. Ze zijn zoekende naar ma- nieren om bewuster te leven. Ook online doen we het trouwens heel goed, met zo’n miljoen page views per maand. Daar focussen we op mentale gezondheid, cre- ativiteit en goed nieuws. Je ziet dat onze boodschap ook overeind blijft zonder ons mooie papieren jasje. Tot slot is er nog een groot voordeel van bij Roularta Media Group horen: voor het eerst zitten de mindstyle magazines Flow, Psychologie Magazine, Happinez en Yoga Magazine bij één uitgeverij, en dat biedt veel kansen. Zo organiseerden we gezamenlijk ‘Selfcare Season’, waar- bij we via nieuwsbrieven lezers vroegen deel te nemen aan een online challenge van deze merken. Het leverde meer dan 22.000 inschrijvingen op en het leidde uiteindelijk tot veel nieuwe abonnees en verkochte online trainingen van deze merken. Wat willen jullie nog realiseren met Flow? Irene Smit: “Momenteel is Flow een tijdschrift met paper goodies. Wat zou het fijn zijn om het ook af en toe om te draaien en er een box met paper goodies en een klein tijdschrift van te maken. Ben je dan een tijdschrift met cadeautjes of cadeautjes met een tijdschrift? Dat vind ik wel een leuke denkoefening.” Bart Goos: “En verder ligt de wereld open voor Flow. Momenteel is het blad al in 20 landen te verkrijgen. Daar zit zeker nog groei in. Wat met Azië bijvoorbeeld, waar Flow ook in de smaak valt?” “PAPIER IS HET NIEUWE YOGA.” JAARVERSLAG 2024 49 JAARVERSLAG 2024 48 DEEP Een mediagroep future-proof maken, dat betekent aanpassen wat is, maar ook nieuwe, onbetreden paden bewandelen. We focussen op enkele innovatieve projecten, die tonen hoe Roularta Media Group er in de toekomst zal uitzien. IM WE CREATE MEDIA WITH PACT DeepDive - duurzaam JAARVERSLAG 2024 JAARVERSLAG 2024 50 51 Januari 2024 was een belangrijk mo- ment. Zowel zakenbladen Trends en Trends-Tendances als abonneegigant Libelle maakten in die maand de switch naar een paper wrap, een papieren om- hulsel rond het magazine om transport en postgegevens mogelijk te maken. Abonnees kregen vanaf dat moment dus niet langer een plastic folie rond het magazine. “Het was voor Libelle een sprong in het diepe, zelfs al was hij heel goed voor- bereid”, geeft Lies Bresseel mee. Ze is Loyalty & Project Manager bij het ma- gazine. “Libelle heeft zo’n 90.000 abon- nees en we wilden hen natuurlijk niet ontgoochelen. We moesten zeker weten dat alles goed kwam als het zou regenen en dat elke wrap ook bij het bussen nog altijd een exemplaar bevatte.” Ondanks het feit dat de eerste Libelle in paper wrap verspreid werd in de week van Blue Monday – “Daarom maakten we van de wrap een gelukslijstje” – ver- liep alles vlekkeloos. “Meer nog,” zegt Lies Bresseel, “uit onderzoek bleek dat 89% van onze lezeressen het een fan- tastisch idee vinden. Een groot deel van hen had ook gezien wat we op de wrap hadden gedrukt. En we kregen gewel- dige persoonlijke reacties. Sommigen stuurden ons een berichtje dat ze blij waren dat hun schuldgevoel om plastic weg was of dat ze er een gelukzalig ge- voel van kregen.” 30 kilometer plastic per nummer be- spaard Net dat goede gevoel was een van de twee voornaamste redenen om voor een paper wrap te kiezen. “We wilden fijn binnenkomen bij onze trouwste lezers”, verwoordt Lies Bresseel het. De andere reden was natuurlijk om het gebruik van plastic terug te dringen. Lies Bresseel: “Eén nummer Libelle was vroeger goed voor 30 kilometer plastic folie. Op een jaar tijd besparen we 1,5 miljoen meter of 12 ton plastic.” De in 12 JAARVERSLAG 2024 DUURZAAMHEID, DE COMBINATIE VAN FOOTPRINT EN BRAINPRINT Voor Roularta Media Group staat duurzaamheid gelijk aan het reduceren van de CO2-voetafdruk én aan het promoten van een gezondere, betere levensstijl bij de mediagebruikers. Dat uitte zich in 2024 in tal van initiatieven. Twee voorbeelden? De invoe- ring van de paper wrap en Time 2 Read. EEN GESPREK MET: LIES BRESSEEL, Loyalty & Project Manager • SAM SISK, Coördinator Knack Focus IM WE CREATE MEDIA WITH PACT JAARVERSLAG 2024 53 JAARVERSLAG 2024 52 IM WE CREATE MEDIA WITH PACT voering van de paper wrap is dus een be- langrijke stap in de reductie van plastic binnen de mediagroep. Libelle en Trends/Trends-Tendances zijn trouwens niet de enige magazines die de overgang maken. In de zomer van 2025 volgen nog titels als Plus Magazine, Knack en Le Vif, Femmes d’Aujourd’hui en Libelle Lekker. In 2026 wordt de operatie afgerond met de laatste titels. Vanaf dat jaar geldt trouwens een verbod op het gebruik van wegwerpplastic voor de verpakking van magazines. Leeshonger bij 62% van Belgen Op de overstap naar de paper wrap van het Knack-pakket is het dus nog even wachten, maar dat betekent niet dat de redactie en de marketingafdeling stilzitten. “Jeroen De Preter, een van de Knack-journalisten, kwam met de op- merking dat mensen meer willen lezen maar er niet toe komen. We zouden hen daarbij kunnen helpen”, herinnert zich chef Sam Sisk. “Dat triggerde ons om via marktonderzoek meer te weten te ko- men over het leesgedrag. Zo ontdekten we dat maar liefst 62% van de Belgen met leeshonger zit. Ze willen meer le- zen, maar hebben te weinig tijd en zijn snel afgeleid door hun smartphone.” Het was de aanzet voor het ‘Time to Read’-initiatief om mensen aan te moe- digen om minstens één boek per maand te lezen. Bijna 6.000 boeken verkocht ‘Time to Read’ groeide uit tot een ge- weldige samenwerking tussen Knack, Knack Focus, Knack Weekend en Le Vif (onder het motto L’heure de lire), mar- keting, events en de commerciële afde- ling. Er waren verschillende elementen: een lanceringscampagne, een stand op Boektopia, heel wat redactionele stuk- ken over lezen, maar ook een boeken- pakket met drie fictie- en drie non-fictie boeken. “We verkochten de boeken eerst als pakket, maar daarna ook los”, weet Sam Sisk. “Dat zorgde voor een verkoop van bijna 6.000 stuks.” Onze top 50 bes- te Nederlandstalige boeken zal nog lang vele lezers helpen in hun zoektocht naar een goed boek. Waarom deze actie een mooi voorbeeld is van de brainprint-impact die Roularta Media Group wil hebben? Het gebruikt de kracht van de media om lezers aan te zetten om hun gedrag op een positieve manier te wijzigen. Sam Sisk: “Wij wilden onze lezers niet alleen informeren en in- spireren, wat we dag in dag uit doen, maar ook faciliteren. Het hen gemakkelijker maken om terug aan het lezen te slaan.” Die missie is duidelijk geslaagd, zo blijkt uit de talrijke positieve reacties. “Ook in 2025 blijven we op literatuur inzetten”, besluit Sam Sisk. “Het is sinds 2024 nog meer verankerd in ons DNA.” “SINDS DE INVOERING VAN DE PAPER WRAP BESPAREN WE MET LIBELLE OP EEN JAAR TIJD 1,5 MILJOEN METER OF 12 TON PLASTIC.” De twee voorbeelden uit dit artikel zijn uiteraard niet toevallig gekozen. Ze symboliseren de dubbele focus van Roularta Media Group op footprint én brainprint om de grootst mogelijke impact te hebben. Benieuwd naar welke inspanningen op het vlak van duurzaamheid nog werden geleverd? Het allereerste CSRD-verslag bevat het volledige overzicht. IM WE CREATE MEDIA WITH PACT JAARVERSLAG 2024 55 JAARVERSLAG 2024 54 IM WE CREATE MEDIA WITH PACT DareToMove - distributie IM WE CREATE MEDIA WITH PACT Een mediagroep is gebouwd op een aantal fun- damenten: zonder redacties, distributie en re- clamewerving ook geen succesvolle media. Net die fundamenten ondergaan grondige verande- ringen. Mee veranderen is de boodschap. EEN GESPREK MET: SOPHIE DOCX, Manager Retail • BART BOGAERT, Logistiek & Distributie DARE TO M VE 57 JAARVERSLAG 2024 57 JAARVERSLAG 2024 56 JAARVERSLAG 2024 JAARVERSLAG 2024 58 59 Roularta Media Group is van oudsher gekend als een abonnementenbastion, maar daarnaast halen magazines ook een flink deel van hun verkoop uit de krantenwinkel en aanverwante distribu- tiepunten zoals supermarkten en tank- stations. Bovendien is de losse verkoop een belangrijke manier om nieuwe le- zers op een laagdrempelige manier ken- nis te laten maken met een magazine. Mensen die regelmatig een los nummer kopen raken verslingerd en worden later misschien een trouwe koper of abonnee. “In de markt van de losse verkoop zien we heel wat evolutie”, weet Sophie Docx, Manager Retail bij Roularta. “Het aantal persverkopers daalt, het shop- gedrag van mensen verandert en ook de supermarktsector beweegt en zoekt naar kostenefficiëntie. Verschillende re- tailers stelden ons zelf de vraag om meer gebruik te maken van hun bestaande processen, zoals centrale aanlevering in één magazijn en niet langer op elk win- kelpunt.” 12 JAARVERSLAG 2024 DIT PROJECT GEEFT AAN DAT WE OOK STERK IN PRINT BLIJVEN GELOVEN Voor een mediagroep is het zaak om media op de juiste manier tot bij de mensen te bren- gen. Wanneer er heel wat beweegt in het landschap van de losse verkoop van magazines, is het zaak het heft in eigen handen te nemen. Dat leidde op nauwelijks een half jaar tijd tot projecten die aantonen dat innovatie in klassieke magazineverkoop rendeert. IM WE CREATE MEDIA WITH PACT JAARVERSLAG 2024 JAARVERSLAG 2024 60 61 Losse verkoop blijft belangrijk Als de markt verandert, dan spelen we hierop in, dachten een aantal verant- woordelijken bij Roularta. Er werd een afdelingsoverschrijdende projectgroep opgericht. “Binnen de projectgroep wer- den alle aspecten van magazineverkoop onder loep genomen om ze af te stem- men op vragen vanuit de markt”, vertelt Bart Bogaert. Hij is medewerker Logis- tiek en Distributie en maakt deel uit van de projectgroep. “We zochten niet enkel optimalisaties op het vlak van logistiek en samenwerkingsmodellen, maar ook wat betreft assortiment en promotie- mechanismen.” “De strategie van Roularta Media Group, met daarin een pijler die focust op de kernmerken past naadloos in dit ver- haal”, gaat ze verder. “We wilden daarbij namelijk focussen op een beperkt assor- timent met de belangrijkste titels van de groep die we via een vereenvoudigd distributiemodel in de markt zetten.” “Bij Roularta innoveren we dus niet alleen via digitale producten, maar ook in de manier waarop we printproducten verspreiden”, benadrukt Bart Bogaert. Pilootprojecten Hoewel het project pas midden 2024 het daglicht zag, werden in dat jaar ook al de eerste proefprojecten opgestart. “We gingen op zoek naar partners die met ons wilden testen wat werkt”, aldus Sophie Docx. “Met een aantal kleinere retailpartners werden testen opgezet”, vertelt Sophie Docx. “Het was zoeken naar de juiste manier om winkels te beleveren, naar het meest ideale assortiment, naar de plaatsing in de winkel, …” Learnings Zo komen we bij de lessen die een klein halfjaar aan tests hebben opgeleverd. “De allerbelangrijkste les is dat innova- tie werkt”, klinkt het bij Sophie Docx. “Er is ruimte om onze magazines op een intuïtieve manier in het assortiment van een winkel te integreren. Libelle Lekker kan liggen naast de verse voeding, een Yoga Magazine mag naast de yogamat- ten liggen. Roularta heeft een uniek assortiment dat mooi in andere catego- rieën kan geïntegreerd worden.” “We hebben al doende heel wat ge- leerd”, vult Bart Bogaert aan. “We zagen bijvoorbeeld bevestigd dat de levens- duur van een magazine niet voorbij is op het moment dat er een nieuw nummer in de rekken ligt.” Colruyt innoveert met magazinever- koop Naast de lopende proefprojecten werd ook in het supermarktkanaal geïnno- veerd, onder andere met Colruyt. Deze food retailer verkocht voorheen geen magazines. We sloegen hiervoor de handen in elkaar met de andere Belgi- sche uitgevers. “We gingen samen met Colruyt rond de tafel zitten en kregen de goedkeuring voor een testproject van IM WE CREATE MEDIA WITH PACT twee maanden in twee winkels”, legt Sophie Docx uit. “Hier gaat het niet om een ruim magazineschap in de winkel, maar om vaste posities aan de kassa met een beperkt assortiment met enkel de Belgische high runners.” En met succes: begin 2025 is het project nationaal uit- gerold naar alle Colruyt-winkels, met een aanbod dat voor Roularta bestaat uit Libelle en Libelle Lekker in Vlaanderen en Femmes d’Aujourd’hui en Télépro in Wallonië.” Intussen is het wel duidelijk: ook in de verkoop van papieren magazines is innovatie mogelijk. Samen met de colle- ga’s van Nederland kijken de Belgische teams dan ook hoe ze ook daar tot nieu- we inzichten kunnen komen. 3 vragen. 3 (of net iets meer) antwoorden. Zo ben je in korte tijd up-to-date over één van de innovaties van Roularta Media Group in 2024. Al dan niet doorlinkend naar de podcast voor wie het volledige verhaal wil kennen. JACQUELINE AGEMA ESTHER SEYS DARE TO ASK MIRJAM HAMMING JAARVERSLAG 2024 63 DareToAsk - partnership JAARVERSLAG 2024 62 IM WE CREATE MEDIA WITH PACT IM WE CREATE MEDIA WITH PACT Een gesprek met: ESTHER SEYS, Partnership Manager België, MIRJAM HAMMING, Senior Productmanager JACQUELINE AGEMA, Event & marketing Partnership Lead ELKAARS DOELSTEL- LINGEN HELPEN REALISEREN: DE KRACHT VAN PARTNERSHIPS Steeds vaker zet Roularta Media Group hechte partnerships op met bedrijven, organisaties en instellingen. De topcases van 2024 bewijzen hoe belangrijk het is om daarbij win-win- situaties te laten ontstaan. En dat data het ultieme bindmiddel zijn. B E L U I S T E R D E P O D C A S T JAARVERSLAG 2024 JAARVERSLAG 2024 64 65 IM WE CREATE MEDIA WITH PACT Weinig cases kunnen tippen aan het partnership met Essent en Touch In- centive. Wat maakte die samenwerking zo waardevol? Mirjam Hamming (Senior Product- manager): “Energieleverancier Essent werkt met een loyaliteitsprogramma. Daarmee heeft het diverse kortingen en af en toe een cadeautje in petto voor trou- we klanten. Touch Incentive verzorgt dat programma en nam al meermaals een gratis tijdschrift uit ons portfolio mee in de geschenkmand. De klant heeft dan keuze uit een aantal merken, waarmee we graag inspelen op de context. Zo was er tijdens de mooie sportzomer een actie met verschillende sporttitels en konden de klanten van Es- sent in het voorjaar een van de magazines rond buitenleven selecteren. In 2024 resulteerde dat in 90.000 aange- vraagde tijdschriften. Zeer waardevol op vlak van omzet, maar dat is niet de enige troef. Het is een nieuw publiek met inte- resse in magazines, nuttige leads die we kunnen opvolgen met een abonnement- aanbieding.” Dat Roularta vandaag een eigen wijn heeft, dankt het eveneens aan een straf partnership. Hoe kwam dat tot stand? Esther Sys (Partnership Manager België): “Onze jarenlange samenwerking met wijnbeurs.be tilden we in 2024 naar een nóg hoger niveau. Wijnbeurs sprak de intentie uit om komaf te maken met het elitaire imago van wijn en wilde een jonger, vrouwelijker publiek bereiken. Die ambitie kwam mooi samen met onze media-oplossingen, en met de droom van onze uitgever Karen Hellemans: een Libelle-wijn op de markt brengen. Met Château Canet nabij Carcassonne vonden we een idyllisch gelegen, door een vrouw gerund wijndomein dat helemaal bij Li- belle past. Met de hulp van de vinologen van Wijn- beurs creëerden we de unieke wijn Belle Madam, waar via twee wijnacties al zo’n 25.000 flessen van over de toonbank gingen. In 2025 schakelen we nog een versnelling hoger en kunnen onze lezers mee op reis naar het prachtige domein.” Ook interessant was de samenwerking met ZorgverzekeringWijzer. Wat moe- ten we daarover weten? Jacqueline Agema (Event & Marketing Partnership Lead): “Met deze website, die mensen helpt om verzekeringspre- mies te vergelijken, sloten we vanuit de redacties van Plus Magazine en Gezond- heidsnet een contentdeal. Daarbij leverde ZorgverzekeringWijzer kwalitatieve content aan, die we met onze SEO- en CRO-specialisten optimaliseerden voor onze platformen. Met in totaal 640.000 lezers mogen we spreken van een redactioneel succes. De eerste conversiecijfers liggen wat lager dan verwacht, maar dat neemt niet weg dat we hiermee tal van inzichten en learnings konden verzamelen. Nog meer data inzetten om de funnel nog beter te kunnen inrichten, is daar zeker een van.” Esther Sys (Partnership Manager België): “Data vormen inderdaad een essentiële bouwsteen van onze partner- ships-strategie. Het is cruciaal dat beide partijen zich engageren om hun inzich- ten over medewerkers, klanten en pros- pects te integreren in de samenwerking. Zo ontstaan win-winsituaties waarin ons portfolio en de Mijn Magazines-app waarde toevoegen aan het aanbod van de partner en die ons tegelijk helpt om onze doelstellingen te verwezenlijken.” “HET IS CRUCIAAL DAT BEIDE PARTIJEN ZICH ENGAGEREN OM HUN INZICHTEN OVER MEDEWERKERS, KLANTEN EN PROSPECTS TE INTEGREREN IN DE SAMENWERKING.” JAARVERSLAG 2024 67 JAARVERSLAG 2024 66 IM WE CREATE MEDIA WITH PACT MISSIE, VISIE EN WAARDEN Roularta Media Group wil de meest relevante mediapartner voor de lange termijn blijven. De mediamerken van Roularta Media Group zijn bakens van vertrouwen en kwaliteit. We zijn aanwezig in elk gezin, altijd en overal. Als multimediabedrijf creëert en verspreidt Roularta Media Group kwaliteitsvolle, onafhankelijke en relevante content voor het brede publiek en voor specifieke doel- groepen. Daaraan koppelt zij geavanceerde marketing- en reclameplatformen voor haar partners. Roularta Media Group wil een duurzame meerwaarde scheppen voor al haar stakeholders en voor de hele samenleving. PASSIE VOOR DE MEDIACONSUMENT GA VOOR MERK EN KWALITEIT STREEF NAAR DUURZAME WAARDE, VERNIEUWING EN GROEI BESCHOUW ELKE UITDAGING ALS EEN OPPORTUNITEIT ONE TEAM, ONE FAMILY, ONE PLANET 1. 3. 5. 2. 4. JAARVERSLAG 2024 69 missie IM WE CREATE MEDIA WITH PACT HOE ROULARTA MEDIA GROUP WAARDE CREËERT Onderdeel Verklaring niet-fi nanciële informatie (p. 168) Financieel kapitaal 85 M€ kapitaal 13.931.920 aandelen genoteerd op Euronext Brussel 217 M€ eigen vermogen 65 M€ nettocashpositie Natuurlijk kapitaal 39.497 ton papier, waarvan 86,3 % PEFC en 2,3 % FSC 762 ton inkt 13.718 m³ water 66.000 m² groenzone naast het bedrijf, in 2021 beplant met ca. 15.000 bomen Menselijk kapitaal 1.268 personeelsleden 648 mannen 620 vrouwen 264 journalisten Een netwerk van meer dan 1.600 freelancemedewerkers Productiekapitaal 6 geavanceerde full-colour offsetdrukpersen uitgerust met state-of-the-art verza- mel- en verpakkingsmachines Intellectueel kapitaal Sterk ingeburgerde kwaliteits- volle mediamerken • Verschillende lidmaatschappen zoals Raad voor de Journalistiek, Febelgra, Conseil de déontologie journalistique, JEP en lid van EMMA (Europese magazine-uitgeversvereniging) • Relaties met leveranciers en professionele organisaties INPUT waardecreatie JAARVERSLAG 2024 JAARVERSLAG 2024 70 71 IM WE CREATE MEDIA WITH PACT OUTPUT Financieel kapitaal 320 M€ omzet Productiekapitaal 366.602.933 omwentelingen rotatiepersen 255.938.347 gedrukte exemplaren magazines 23.505.202 gedrukte exemplaren kranten Natuurlijk kapitaal CO 2 -uitstoot van 5.521,60 ton Scope 1 = 2.947,69 - Scope 2 = 2.573.91 Menselijk kapitaal 953.514 abonnees 1.483.398 lezers van De Zondag en De Krant van West-Vlaanderen 1,5 M wekelijkse kijkers voor Kanaal Z/Canal Z Intellectueel kapitaal 70 kwalitatieve magazine- en krantentitels Meer dan 90 evenementen/beurzen (Trends Manager van het Jaar, Trends Summer/Winter University, Trends Impact Awards, Happinez Festival,...) * Scope 1: directe emissies = uitstoot door bronnen die eigendom zijn van of beheerd door Roularta Media Group. Voornamelijk als gevolg van de verbran- ding van fossiele brandstoffen voor verwarming of bedrijfsvoertuigen. Scope 2: indirecte emissies = emissies door de productie van elektriciteit, warmte of stoom geïmporteerd voor de activiteiten van Roularta Media Group. JAARVERSLAG 2024 JAARVERSLAG 2024 72 73 RESULTATEN 2024 ROULARTA IN CIJFERS WINST-EN-VERLIESREKENING in miljoen euro Omzet 320,3 EBITDA (1) 27,1 EBIT (2) 3,6 NETTORESULTAAT 6,1 NETTORESULTAAT TOEREKENBAAR AAN AANDEELHOUDERS 6,1 BALANS - 31/12/24 in miljoen euro Vaste activa 212,7 Vlottende activa 140,3 BALANSTOTAAL 353,0 Eigen vermogen - 216,8 aandeel van de Groep Verplichtingen 136,4 Liquiditeit (3) 1,2 Solvabiliteit (4) 61,4% NETTO FINANCIËLE CASHPOSITIE (5) 61,6 Gearing (6) -28,4% (1) EBITDA = EBIT + afschrijvingen op (im)materiële vaste activa en bijzondere waardeverminderingen. (2) EBIT = bedrijfsresultaat (inclusief aandeel in het resultaat van geassocieerde ondernemingen en joint ventures). (3) Liquiditeit = vlottende activa / kortlopende verplichtingen. (4) Solvabiliteit = eigen vermogen (aandeel van de Groep + minderheidsbelangen) / balanstotaal. (5) Netto financiële cash/(schuld) = vlottende geldmiddelen - financiële schulden. (6) Gearing = - netto financiële cash/(schuld) / eigen vermogen (aandeel van de Groep + minderheidsbelangen). 88,5 M€ 18,6 M€ 3,3 M€ OMZET EBITDA Investeringen MEDIAFIN IN CIJFERS Meer informatie over de geconsolideerde cijfers van Roularta Media Group vindt u op: www.roularta.be/nl/roularta-op-de-beurs 320,3 M€ 15,3 M€ OMZET Investeringen EBITDA KERNCIJFER per aandeel 27,1 M€ € 2,16 Evolutie abonnementen Evolutie abonnementen + 1,6% of + 2,0 M€ + 6,7% of + 3,0 M€ OMZETVERDELING per type omzet OMZETVERDELING per business unit Conform de IFRS-voorschriften, wordt er 50% van het nettoresultaat van Mediafin opgenomen (50% is 4,6 M€) minus o.a. de jaarlijkse afschrijving voor merken De Tijd en L’Echo (50% van de totale aanpassingen is 1,0 M€). Aldus bedraagt de bijdrage van Mediafin in de EBITDA van Roularta Media Group 3,6M€ voor 2024. 2,1% Audiovisual Brands 3,6% Newspaper Brands 11,6% Local Media Brands 8,9% Printing Services 73,8% Magazine Brands 10,9% Miscellaneous (bvb. line extensions & rights) 10,5% Printing for third parties 47,9% Subscriptions & newsstand sales 30,7% Advertising De omzet daalt met 1% of -3,2 M€ EBITDA per aandeel EBITDA stijgt met 25,3% of + 5,5 M€ resultaten 2024 IM WE CREATE MEDIA WITH PACT JAARVERSLAG 2024 75 JAARVERSLAG 2024 74 MERKEN News / Business DE AANVAL OP EUROPA €7,90 Jef Vermassen Advocaat betrokken bij een oplichtingszaak Negen experts over Donald Trump, Vladimir Poetin en Oekraïne Whatsappitis 8 tips voor slimmer smartphonegebruik MR in Vlaanderen Neemt Georges-Louis Bouchez Open VLD over? (débutants acceptés, diplôme facultatif…) Ecole cherche professeurs désespérément Trois ans de guerre en Ukraine Le front uni occidental fracturé par Trump NR.03 · €7,90 · 16 JANUARI 2025 XAVIER VANNESTE (DE HALVE MAAN) ‘De braindrain is de grote uitdaging’ 10 FAVORIETE AANDELEN Volgens de technische analyse FINANCIEEL-ECONOMISCH WEEKBLAD … maar hun aandeelhouders zien daar weinig van BEDRIJ VEN UIT… 91 MILJARD EURO KEREN ONZE BEDRIJ VEN UIT… BEDRIJ VEN UIT… BEDRIJ VEN UIT… BEDRIJ VEN UIT… BEDRIJ VEN UIT… BEWERKTE VOEDING Ultra big business ACHTER DE BALANSEN De rendabiliteit van onze industrie is weg INDUSTRIËLE TRANSFORMATIE De belangrijkste trends 20 25 BIJ LAGE BIJ TRENDS NR. 4 23 JANUARI 2025 ZIE PAGINA 27 INDUSTRIE Gift Nr. 10 The Guide 84 pagina's cadeau-inspiratie ÉCONOMIE ET FINANCES 50 e ANNÉE · N°03 · €7,90 · 16 JANVIER 2025 FINANCE Quand le numérique accélère les crises bancaires BUSINESS Sale temps pour le foot belge LES 5 SHÉRIFS DE L’ARIZONA Vont-ils sauver l’économie de la Belgique ? . . . . . . . 665/ Editorial : Un été réglementaire pour les marchés des crypto-actifs : MiCA - Relax, Take it Easy ? - Pauline Bégasse de Dhaem . . . . . . . 667/ De langetermijnincentives in de remuneratie van CEO’s op de Brusselse beurs : empirisch en rechtseconomisch onderzoek - Theo Monnens en Tom Vos . . . . . . . 690/ La diversité de genre au sein des organes des sociétés cotées : le point sur les quotas et sur les obligations d’information en la matière - Clarisse Lewalle . . . . . . . 702/ Social reports in Belgian and British social enterprises : Sharing is caring - Florence De Houwer . . . . . . . 727/ Rechtspraak - Jurisprudence . . . . . . . 757/ ’t Amendement : “You have mail” - over zetels en adressen - ook rechts- personen moeten ergens in België fysiek bereikbaar zijn - Marieke Wyckaert . . . . . . . 24/8 Afgiftekantoor Bureau de dépôt Antwerpen X Verschijnt/Paraît 8 x per jaar/par an P206288 tijdschrift voor rechtspersoon en vennootschap 31/12/2024 2OK TOBER 2 024 TWEEMAA NDELI JKS INFORMATICABLAD AFGIF TEK ANTO OR: GEN T X P 309 8 72, ISS N 1374 -4283 WWW.DATA NEWS .BE 4 Hoe houdt u uw kmo veilig? Hoe houdt u Kmo’s zijn vier keer vaker slachtoffer van malware Hoe houdt u uw kmo veilig? Hoe houdt u Kmo’s zijn vier keer vaker slachtoffer van malware uw kmo veilig? uw kmo veilig? uw kmo veilig? Kmo’s zijn vier keer vaker slachtoffer van malware Kmo’s zijn vier keer vaker slachtoffer van malware Hoe houdt u Kmo’s zijn vier keer vaker slachtoffer van malware Hoe houdt u Kmo’s zijn vier keer vaker slachtoffer van malware met: Interview CIO KBC Materialise Groene datacenters 100 jaar IFA © GETT Y IMAGE S 29.01.2025 • 1867 www.fi scoloog.be WEKELIJKSE NIEUWSBRIEF JAARGANG 46 -ANTWERPEN X - P509537 Oppassen met sommige ‘vaste’ vergoedingen voor auteursrechten Ongeveer twee jaar geleden verraste het hof van beroep te Luik vriend en vijand door te beslissen dat een architect die een beroep deed op de fi scale auteursrechtenregeling zich in casu schuldig maakte aan ‘misbruik’ (arrest van 8 maart 2023, Fisc . 2023, nr. 1788, 1). Volledig in lijn met dit arrest heeft de rechtbank van eerste aanleg te Luik enkele maanden geleden een vonnis geveld, waarin het een archi- tect ook ‘misbruik’ verwijt (vonnis van 26 september 2024; Fisconetplus ). Bij nader inzien heeft – in bei- de gevallen – alles te maken met de weinig doordachte manier waarop de architecten in kwestie het gedeelte van hun inkomsten berekenden dat zij aan de fi scale regeling inzake auteursrechten wilden onderwerpen. In hetzelfde vonnis bevestigt de rechtbank anderzijds, niet onverwacht, dat ook in geval van ‘misbruik’ een belastingverhoging kan worden opgelegd van (in casu) 10 %. Architect Beginnen we met een belangrijk voorbehoud. De fei- ten in de zaak die de rechtbank te Luik vorig jaar te beoordelen kreeg, dateren nog van vóór de hervor- ming van de fi scale auteursrechtenregeling zoals die sinds begin 2023 van toepassing is. Zij vallen dus nog onder toepassing van de ‘oude’ regeling. Zoals hierna nog zal blijken, was de rechtbank van oordeel dat de auteursrechten die de architect zich liet uitbetalen, in principe aan de voorwaarden van deze ‘oude’ rege- ling voldeden. Maar dat is dus niet noodzakelijk nog het geval onder de ‘nieuwe’ regeling zoals die van- daag van toepassing is (zie over de hervorming en de ‘nieuwe’ regeling, o.m., Fisc . 2023, nr. 1774, 6). De concrete feiten die aan de basis liggen van het vo n - nis, zijn eigenlijk van minder belang. Zeer beknopt gesteld, gaat het om een architect die betrokken was bij het ontwerpen van een project waarvan de verdere uitvoering aan een architectenvennootschap overge- laten werd, die hij samen met een collega-architect had opgericht. Uit de feiten blijkt dat de architect in kwestie ook nog een eigen professionele vennoot- schap had. Hoe de vork juist aan de steel zat, is zoals gezegd van minder belang. Feit is dat de architect in kwestie de auteursrechten waarover hij meende te beschikken wegens zijn persoonlijke betrokkenheid bij het ontwerpen van het project, overdroeg aan één van die vennootschappen en wegens die overdracht meende recht te hebben op een niet onbelangrijk bedrag aan auteursrechtenvergoedingen waarvoor hij aanspraak maakte op de fi scale regeling inzake au - teurs rechten. Niet onbelangrijk detail : van alle in - koms ten die de architect ontving, kwalificeerde hij een vast gedeelte als ‘auteursrecht’ dat blijkbaar niet toevallig afgestemd was op het grensbedrag dat de wetgever heeft ingevoerd als plafond voor de toepas- sing van het wettelijk vermoeden dat de ontvangen auteursrechten ‘roerende inkomsten’ zijn (cf. art. 37 WIB 1992; zie ook verder). Om een lang verhaal kort te maken : de rechtbank aan vaardt dat die auteursrechten ten gronde aan de voorwaarden van de (oude) fi scale regeling voldoen; het gaat om een auteursrechtelijk beschermd werk, er is eff ectief sprake van een overdracht van auteurs- rechten en de betaalde vergoedingen mogen geacht worden de tegenprestatie van die overdracht te zijn. En toch weigert de Administratie, daarin gevolgd door de rechtbank, het voordeel van de fi scale auteurs- rechtenregeling toe te staan. Waarom ? De architect bezondigt zich, naar het oordeel van de Administratie én de rechtbank, aan ‘misbruik’. Kort gezegd : de wetgever heeft de fi scale auteurs- rechtenregeling bijna twintig jaar geleden in het leven geroepen om tegemoet te komen aan de bijzondere “De steen des aanstoots blijkt de manier te zijn waarop de architect in kwestie het gedeelte had bepaald van zijn inkomsten dat hij kwalifi ceerde als ‘auteursrecht’” NIEUWSBRIEF OVER FISCALITEIT JAARVERSLAG 2024 JAARVERSLAG 2024 76 77 IM WE CREATE MEDIA WITH PACT MERKEN Lifestyle / Women WWW.LIBELLE.BE BREI ZELF JE LENTEVEST Mooi op al je outfi ts! BREIPAKKET VANAF €60,99 Kant-en- klaar “Geloven dat dik wél mooi kan zijn, was het grote begin van mijn geluk” VEERLE WORSTELDE MET OVERGEWICHT Alles in één potje of elk z’n eigen rekening? GELDKWESTIES BIJ KOPPELS Logeren in een monument VA N KERK TOT KA S TEEL FAMILIETICKETS VOOR DE K3-MUSICAL + MEET & GREET! WIN 20 X KOKEN MET DIEPVRIES GROENTEN MAKKELIJK, GEZOND ÉN SUPERLEKKER PSYCHO L'ART DE FAIRE LES BONS CHOIX Le féminin belge le plus lu SEXO Faire l'amour, ça s'apprend! 11 DUOS GAGNANTS & SALADES QUIZ Gagnerez-vous l'Oscar.... des Oscars? C'EST MON HISTOIRE « Je n’ai pas fait le deuil de mes enfants » du printemps SALADES QUICHES Le féminin belge le plus lu DÉCODÉES POUR VOUS LES 8 TENDANCES MODE BORDJES VOL ENERGIE 60 recepten voor een gezonde start BAKKEN ZONDER SUIKER GRATIS kook boekje Dé vegetarische familietoppers Votre magazine culinaire préféré DESSERTS SANS SUCRE Un délice, croyez-nous ! Reine ou princesse ? 11 IDÉES POUR LE MATIN ET LE MIDI 7 RECETTES EN 30 MINUTES Périodique n° 1 / janvier 2025, en vente avec le Femmes d’Aujourd’hui n° 3 d’ÉNERGIE VÉGÉS et PROTÉINÉS LES PLATS PRÉFÉRÉS DE LA RÉDAC LES PURÉES C’est double dose de légumes 64 RECETTES POUR GARDER LA FORME Le pLein TOP 10 DES RESTOS D’HIVER ÉPHÉMÈRES 6 IDÉES POUR CUISINER THAÏ JE OUTFIT TRENDY MAKEN VOOR GÉÉN GELD? Check de microtrends van het moment LAURA WERD ZWANGER NA EEN ZWAAR IVF-TRAJECT ‘Elke maand opnieuw voelden we teleurstelling én verdriet als de test negatief was.’ BEAUTY- REDACTRICE CHARLOTTE TIPT ‘Deze foundation egaliseert én is supernaturel.’ ALS VRIJENALS VRIJEN PIJN DOETPIJN DOET LIANDRA VAN FOUR REAL OVER ONTSTRESSEN ‘DE GYM IS DE ENIGE PLEK WAAR IK EVEN ECHT AAN NIETS DENK.’ Marie (26): ‘De gynaecoloog zei dat ik nog maar wat meer moest oefenen.’ BINNENKIJKEN IN EEN FLAT IN NEW YORK-STIJL Grote ramen, bakstenen muren en een loftgevoel ADOPTEZ LE STYLE DE VOTRE SÉRIE PRÉFÉRÉE Camille de Emily in Paris, Louise de Knokke Off... Les nouvelles tendances coiffure De la frange droite au carré court POURQUOI ÉCOUTER VRAIMENT LES AUTRES VOUS REND PLUS HEUREUX·SE Sara: « Mon chirurgien esthétique a ruiné mes seins » ERREUR ERREUR MÉDICALEMÉDICALE EN COUPLE, MAIS PAS VRAIMENT « Aveuglée par l’amour, je ne voyais pas qu’il était avec d’autres fi lles » N° 01 BLACK MODE 19 FEBRUARI 2025 ‘WERKEN IS MIJN MEDICIJN’ N° 01 19 februari 2025 Hoort bij het weekblad Knack nr. 08 van 19 tot 25 februari 2025. Knack Weekend, elke week samen met Knack en Knack Focus. ISSN 0772294x DE NEDERLANDSE MODE BOOMT HUP HOLLAND HUP SCANDI MET KLEUR THUIS BIJ HET DUO ACHTER GANNI #NOBUY2025 SHOPPEN IN JE KLEERKAST MODE IN GESPREK MET GIORGIO ARMANI LES ADOS NE RÉPONDENT PLUS PHOBIE DU PHONE UN PENTHOUSE AVEC VUE VISITE GUIDÉE TOUS FOUS DE DUMPLINGS Régalade STRASS & PAILLETTES LE PARFAIT GLAMOUR N° 07 13 février 2025 www.levifweekend.be 2 e cahier du Vif n° 07 du 13 au 19 février 2025 Le Vif Weekend (ISSN 0774-3491), en vente chaque semaine avec Le Vif et Focus Vif ARTIFICIËLE INTELLIGENTIE DAT IS KINDERSPEL Zo haal je er alles uit! PSYCHOLOGIE Hoe rituelen ons helpen op moeilijke momenten Erven in het buitenland NALATENSCHAP Opereren of niet? Hallux valgus, hamertenen GEZONDHEID Liefde, seks en depressie Voeten Voeten 7 vragen over je hospitalisatie- verzekering vragen over je hospitalisatie- verzekering 7 GAEL GUEST JULIE MORELLE INFO DE FER & GANT DE VELOURS GAEL ■ NOVEMBRE 2024 ■ N° 433 VOTRE MENSUEL 100 % BELGE NOVEMBRE 2024 ❘ N° 433 100% BELGE FINS, GRIS, SECS? COUPES ET SOINS FULL ÉCLAT COIFFURES WONDER 3 SPAS MÉDICAUX DINGUES VRAIMENT HOT LA FAUSSE FOURRURE POUR TOUTES LE DEUIL VIA L’IA VOS DÉFUNTS EN AVATARS TESTÉS PAR LA RÉDAC MAMAN POP CLARA LUCIANI SHOPPING À NAMUR LES PÉPITES DE L’HYPERCENTRE NOVEMBRE 2024 SHOPPING LES PÉPITES JAARVERSLAG 2024 79 IM WE CREATE MEDIA WITH PACT MERKEN Mindstyle MERKEN Special Interest JAARVERSLAG 2024 JAARVERSLAG 2024 80 81 IM WE CREATE MEDIA WITH PACT MERKEN Special Interest MERKEN Lokale Media Feest SPECIAL Zondagskind KIM VAN ONCEN ‘Vorige kerst zaten we in het ziekenhuis, dit jaar vieren we dubbel zo hard.’ Psycho MINDE R MOETEN, MEER GELUK Shoppen DE FIJNSTE CADEAUS VOOR DE HELE FAMILIE Gratis bijlage bij De Zondag Antwerpen / Mechelen Maandblad DECEMBER 2024 NUMMER 10 + Ed : 116/ 1 Kleur : CMYK versch : 12-12-2024 User: gvolckae ■ STERCK AN TWERPEN — nr 49 — okt ober 2024 Christophe Suerickx GROUP SUERICKX focus Marktsegmenten opgeven om te groeien als industriële bouwspecialist. ONDERHUIDSE R EVOLUTIE Nieuw tijdperk o p een nieuw plat form. AUDI Q6 E-TRON QUAT TRO Bij Cibor neemt de t weede generatie sta p voor stap over. FAMILIEBEDRIJVEN Strijdvaardig gaan voor oplossingen. Er zijn elk jaar 50.000 extra woningen nodig. SECTOR BOUW LIER, LINT & D UFFEL Op een steenworp van elkaar samen ruimte voor onder- nemen scheppen. JAARVERSLAG 2024 83 IM WE CREATE MEDIA WITH PACT JAARVERSLAG 2024 JAARVERSLAG 2024 84 85 IM WE CREATE MEDIA WITH PACT HET AANDEEL ROULARTA MEDIA GROUP Het aandeel bereikte op 9 januari 2024 met 13,80 euro zijn hoogste slotkoers in het afgelopen jaar. De laagste koers van 10,10 euro werd genoteerd op 27 maart 2024. Op 5 augustus 2024 werd het grootste dagvolume opgetekend met 132.899 verhandelde aandelen. LIQUIDITEIT VAN HET AANDEEL Door Roularta Media Group wordt een proactieve investorrelationspo- litiek gevoerd met de bedoeling het aandeel in de kijker te plaatsen en zo de liquiditeit van het aandeel mede te ondersteunen. DIVIDENDPOLITIEK De algemene vergadering volgt op voorstel van de Raad van Bestuur inzake de resultaatbestemming een beleid waarbij zij poogt een dividend uit te keren, zonder hierbij het gezon- de evenwicht tussen een dividenduit- kering en het behoud van de inves- teringsmogelijkheden uit het oog te verliezen. Op voordracht van de Raad van Be- stuur zal aan de komende algemene vergadering voorgesteld worden om geen dividend uit te keren. € GEMIDDELDE SLOTKOERS - 2024 Mio € Volume VOLUMES EN BEDRAGEN IN MIO EURO - 2024 0 1 2 3 4 0 25.000 50.000 75.000 100.000 125.000 150.000 DecNovOktSepAugJulJunMeiAprMrtFebJan € BRUTODIVIDEND 0,00 0,00 0,00 0,50 0,50 0,00 5,50 0,00 1 1 11 0 1 2 3 4 5 6 20182012 2013 2014 2015 2016 2017 2019 2020 2021 2022 2023 2024 KAPITAAL EN AANDELEN Het kapitaal van de NV Roularta Media Group bedraagt 84.815.953,73 euro. Het wordt vertegenwoordigd door 13.931.920 volstorte aandelen zonder vermelding van nominale waarde, die elk een gelijk deel van het kapitaal vertegenwoordigen. Alle aandelen die het kapitaal ver - tegenwoordigen, genieten van de- zelfde maatschappelijke rechten. In overeenstemming met artikel 7:53 van het Wetboek van Ven - nootschappen en Verenigingen en artikel 34 van de statuten van de vennootschap, verkrijgen de vol - gestorte aandelen die ten minste twee jaar ononderbroken op naam van dezelfde aandeelhouder in het register van de aandelen op naam zijn ingeschreven, een dubbel stem - recht. INKOOP EIGEN AANDELEN Eind september 2024 werd op basis van de statu- taire machtiging 265.237 aandelen Roularta, die in handen waren van de NV Shopinvest, ingekocht. Per 31 december 2024 heeft de vennootschap 1.611.984 eigen aandelen in portefeuille, die 11,57% van het kapitaal vertegenwoordigen. AANDEELHOUDERSSTRUCTUUR Het aandeelhouderschap is als volgt verdeeld: Aantal aandelen % tov kapitaal Stem- rechten % stem- rechten Koinon NV (1) 10.072.436 72,30% 18.954.653 81,21% S.A. West Investment Holding (1) 522.136 3,75% 1.044.272 4,47% Eigen aandelen (2) 1.611.984 11,57% 1.611.984 6,91% Individuele en institu tionele beleggers 1.725.364 12,38% 1.728.438 7,41% TOTAAL 13.931.920 100,00% 23.339.347 100,00% Van het totaal aantal uitstaande aandelen zijn er 10.599.933 aandelen op naam. WET OP DE OPENBARE OVERNAMEBIEDING In het kader van de wet van 1 april 2007 op de openbare overnamebiedingen werd er door de NV Koinon op 30/08/2018 als rechtstreekse hou- der van meer dan 30% van de aandelen Roularta Media Group, een actualisatie gedaan van de aan- melding bij de FSMA overeenkomstig artikel 74 § 6 van voormelde wet. BEURSEVOLUTIE Het aandeel Roularta Media Group is genoteerd op NYSE Euronext Brussels, onder de rubriek Media - Publishing, met ISIN-code BE0003741551 en Mnemo ROU. Het Roularta-aandeel is opgenomen in de BEL Small Cap Index (BE0389857146). SLOTKOERSEN EN VOLUMES IN 2024 Maand Gemiddelde slotkoers Volumes in mio € Jan 24 12,85 26.293 0,34 Feb 24 12,12 24.809 0,30 Mrt 24 11,04 58.384 0,64 Apr 24 10,38 50.248 0,52 Mei 24 11,03 58.759 0,65 Jun 24 10,83 27.075 0,29 Jul 24 10,66 23.327 0,25 Aug 24 10,94 33.500 0,36 Sep 24 11,34 33.865 0,38 Okt 24 11,64 19.713 0,23 Nov 24 11,33 19.568 0,22 Dec 24 11,17 23.958 0,27 399.499 4,45 DecNovOktSepAugJulJunMeiAprMrtFebJan 0 10 20 30 ANALISTEN DIE HET AANDEEL ROULARTA VOLGEN: KBC Securities Guy Sips [email protected] (1) De NV Koinon en de S.A. West Investment Holding hebben, in hun hoedanigheid van in overleg handelende personen die een akkoord hebben afgesloten aangaande het bezit, de verwerving en de overdracht van effecten, een kennisgeving gedaan. (2) Situatie per 31/12/2024. Het stemrecht van de eigen aandelen die de vennootschap aanhoudt, wordt geschorst. het aandeel IM WE CREATE MEDIA WITH PACT JAARVERSLAG 2024 86 GECONSOLIDEERDE KERNCIJFERS () Herwerkt voor nieuwe definitie EBITDA - zie jaarverslag 2022 toelichting 1. (1) EBITDA = EBIT + afschrijvingen op (im)materiële vaste activa en bijzondere waardeverminderingen. (2) EBIT = bedrijfsresultaat (inclusief aandeel in het resultaat van geassocieerde ondernemingen en joint ventures). (3) Nettoresultaat toerekenbaar aan aandeelhouders van RMG- marge = Nettoresultaat toerekenbaar aan aandeelhouders van RMG / omzet. (4) Liquiditeit = vlottende activa / kortlopende verplichtingen. (5) Solvabiliteit = eigen vermogen (aandeel van de Groep + minderheidsbelangen) / balanstotaal. (6) Netto financiële cash/(schuld) = kas en kasequivalenten - financiële schulden. (7) Gearing = - netto financiële cash/(schuld) / eigen vermogen (aandeel van de Groep + minderheidsbelangen). Voor de berekening van de ratio’s (4) tem (7) verwijzen we naar het ‘Jaarverslag Raad van Bestuur’ bij de ‘Belangrijkste financiële gegevens’. BALANS IN DUIZEND EURO Trend 2024-2023 2024 2023 2022 2021 2020 Vaste activa -4,7% 212.747 223.272 221.865 208.214 187.928 Vlottende activa 0,1% 140.260 140.184 159.189 174.476 149.644 Balanstotaal -2,9% 353.007 363.456 381.054 382.690 337.572 Eigen vermogen - aandeel van de Groep -0,1% 216.765 217.003 226.039 229.564 223.481 Eigen vermogen - minderheidsbelangen 21,9% -178 -228 -247 13.027 383 Verplichtingen -7,0% 136.420 146.681 155.262 140.099 113.708 Liquiditeit (4) 6,1% 1,2 1,1 1,3 1,5 1,5 Solvabiliteit (5) 2,9% 61,4% 59,6% 59,3% 63,4% 66,3% Netto financiële cash/(schuld) (6) 8,4% 61.590 56.794 73.015 100.994 85.920 Gearing (7) -8,5% -28,4% -26,2% -32,3% -41,6% -38,4% WINST-EN-VERLIESREKENING IN DUIZEND EURO Trend 2024-2023 2024 2023 2022 2021 2020 Omzet -1,0% 320.307 323.526 343.140 300.205 256.269 EBITDA (1) 25,3% 27.059 21.595 30.081 36.895 18.911 EBITDA - marge 8,4% 6,7% 8,8% 12,3% 7,4% EBIT (2) 12,7% 3.646 3.236 5.495 12.754 6.056 EBIT - marge 1,1% 1,0% 1,6% 4,2% 2,4% Nettofinancieringskosten 1.147 392 -315 -183 -276 Bedrijfsresultaat na nettofinancieringskosten 32,1% 4.793 3.629 5.180 12.571 5.781 Belastingen 1.331 -1.261 -4.625 3.465 8 Nettoresultaat 158,6% 6.124 2.368 555 16.036 5.789 Toerekenbaar aan minderheidsbelangen 183,3% 51 18 -7.065 -557 -195 Toerekenbaar aan aandeelhouders RMG 158,4% 6.073 2.350 7.620 16.593 5.984 Toerekenbaar aan aandeelhouders RMG - marge (3) 1,9% 0,7% 2,2% 5,5% 2,3% KERNCIJFERS PER AANDEEL (1) () Herwerkt voor nieuwe definitie EBITDA - zie jaarverslag 2022 toelichting 1. (1) Op basis van het gewogen gemiddeld aantal uitstaande aandelen. (2) Gebaseerd op de koers van 31 december en het nettoresultaat toerekenbaar aan aandeelhouders RMG. OMSCHRIJVING IN EURO 2024 2023 2022 2021 2020 Eigen vermogen - aandeel van de Groep 17,33 18,42 19,21 19,59 18,02 EBITDA 2,16 1,83 2,56 3,15 1,53 EBIT 0,29 0,27 0,47 1,09 0,49 Nettoresultaat toerekenbaar aan aandeelhouders RMG 0,49 0,20 0,65 1,42 0,48 Nettoresultaat toerekenbaar aan aandeelhouders RMG na verwateringseffect 0,49 0,20 0,65 1,41 0,48 Brutodividend (uitgekeerd) 1,00 1,00 1,00 1,00 - Koers/winst (P/E) (2) 23,17 63,67 27,41 13,42 29,32 Aantal aandelen op 31/12 13.931.920 13.141.123 13.141.123 13.141.123 13.141.123 Gewogen gemiddeld aantal aandelen 12.510.872 11.781.577 11.766.209 11.719.515 12.399.598 Gewogen gemiddeld aantal aandelen na verwateringseffect 12.510.872 11.794.665 11.797.911 11.736.202 12.409.631 Hoogste koers 13,80 18,50 21,50 19,10 17,00 Koers eind december 11,25 12,70 17,75 19,00 14,15 Beurskapitalisatie in miljoen euro op 31/12 156,7 166,9 233,3 249,7 186,0 Jaarlijks volume in miljoen euro 4,5 4,4 8,2 9,6 19,1 Jaarlijks volume in aantal 399.499 296.150 434.611 628.872 1.491.456 kerncijfers JAARVERSLAG 2024 87 RAAD VAN BESTUUR RMG 1 2 3 6 5 4 8 9 7 10 EXECUTIVE MANAGEMENT COMMITTEE RAAD VAN BESTUUR 1. RIK DE NOLF I Uitvoerend voorzitter Raad van Bestuur (2026) 2. XAVIER BOUCKAERT I Vaste vertegenwoordiger van NV Koinon I Uitvoerend bestuurder I Gedelegeerd bestuurder (2026) 3. LIEVE CLAEYS I Niet-uitvoerend bestuurder (2026) 4. CORALIE CLAEYS I Vaste vertegenwoordiger van NV Verana I Niet-uitvoerend bestuurder (2024) 5. FRANCIS DE NOLF I Vaste vertegenwoordiger van NV Alauda I Niet-uitvoerend bestuurder (2027) 6. KOEN DEJONCKHEERE I Vaste vertegenwoordiger van NV Invest at Value I Onafhankelijk bestuurder (2026) | Lid Auditcomité | Lid Benoemings- en Remuneratiecomité 7. PASCALE SIOEN I Vaste vertegenwoordiger van BV P. Company | Onafhankelijk bestuurder (2026) 8. RIK VANPETEGHEM I Onafhankelijk bestuurder (2026) I Voorzitter Auditcomité I Lid Benoemings- en Remuneratiecomité 9. WILLIAM DE NOLF I Vaste vertegenwoordiger van NV Cella I Niet-uitvoerend bestuurder (2027) 10. LOUIS DE NOLF I Niet-uitvoerend bestuurder (2028) I Lid Auditcomité 1. XAVIER BOUCKAERT I CEO I Vaste vertegenwoordiger van NV Koinon 2. RIK DE NOLF I Voorzitter Raad van Bestuur 3. KATRIEN DE NOLF I Directeur Human Resources I Vaste vertegenwoordiger van NV Eridanus 4. STEVEN VANDENBOGAERDE I CFO I Vaste vertegenwoordiger van BV VMCo 5. JEROEN MOUTON I COO I Vaste vertegenwoordiger van de BV Waar RvB 12 3 5 4 JAARVERSLAG 2024 88 IM WE CREATE MEDIA WITH PACT VERKLARING MET BETREKKING TOT DE INFORMATIE GEGEVEN IN DIT JAARVERSLAG 2024 ONDERGETEKENDEN VERKLAREN DAT, VOOR ZOVER VOOR HEN BEKEND: • de jaarrekeningen zijn opgesteld overeenkomstig de toepasselijke standaarden voor jaarrekeningen, een getrouw beeld geven van het vermogen, van de financiële toestand en van de resultaten van Roularta Media Group NV en de in de consolidatie opgenomen ondernemingen; • het jaarverslag een getrouw overzicht geeft van de ontwikkeling, de resultaten en de positie van Roularta Media Group NV en de in de consolidatie opgenomen ondernemingen, evenals een beschrijving van de voornaamste risico’s en onzekerheden waarmee zij geconfronteerd worden. XAVIER BOUCKAERT, CEO / STEVEN VANDENBOGAERDE, CFO JAARVERSLAG RAAD VAN BESTUUR aan de gewone Algemene Vergadering van de aandeelhouders van 20 mei 2025 betreffende de geconsolideerde jaarrekening afgesloten op 31 december 2024. Geachte aandeelhouders, Dit jaarverslag dient samen met de geauditeerde jaarrekening van NV Roularta Media Group, hierna de Groep genoemd, en de bijbehorende toelichtingen te worden gelezen. Deze geconsolideerde jaarrekening werd door de Raad van Bestuur van 4 april 2025 goedgekeurd. Roularta Media Group, met zetel te 8800 Roeselare, Meiboomlaan 33, is sinds 1998 genoteerd op Euronext Brussel. Roularta Media Group was in 2024 actief in de media, meer in het bijzonder als uitgever van magazines, kranten, lokale media, televisie, internet, line extensions, beurzen en grafische productie. COMMENTAAR OP DE GECONSOLIDEERDE JAARREKENING De geconsolideerde jaarrekening wordt opgesteld in overeen- stemming met de IFRS Accounting Standards (IFRSs) uitgegeven door de International Accounting Standards Board (IASB), en met de interpretaties uitgegeven door het International Financial Reporting Interpretation Committee (IFRIC) van de IASB die door de Europese Commissie zijn goedgekeurd. De niet-financiële informatie en met name het ‘Duurzaamheidsverslag’ is opgemaakt volgens de richtlijnen van de Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD) en de EU Taxonomie. De geconsolideerde jaarrekening geeft een algemeen overzicht van de activiteiten van de Groep en de behaalde resultaten. Ze geeft een getrouw beeld van de financiële positie, de financiële prestaties en de kasstromen van de entiteit, en is opgesteld in de veronderstelling dat de continuïteit gewaarborgd is. • De algemene vergadering van 21 mei 2024 heeft beslist om Louis De Nolf te benoemen tot niet-uitvoerend bestuurder voor een periode van vier jaar, eindigend op de alge- mene vergadering van 2028. • De algemene vergadering besliste even- eens om Ernst & Young Bedrijfsrevisoren BV, vertegenwoordigd door mevrouw Lieve Cornelis, te benoemen tot commissaris en dit voor een periode van drie jaar, die ingaat op 1 januari 2024 en een einde neemt na de goedkeuring van de jaarrekeningen met betrekking tot het boekjaar eindigend per 31 december 2026. • Vanaf 3 juni 2024 werd het uitvoerend management (Executive Committee) van de Groep uitgebreid met Jeroen Mouton, die werd benoemd tot COO. • In het kader van het toegestaan kapitaal werd op 12 juni 2024 het kapitaal van de ven- nootschap en dit naar aanleiding van een inbreng in natura gezien het keuzedividend verhoogd naar € 84.815.953,73 vertegen- woordigd door 13.931.920 aandelen. • Roularta Media Group heeft op 4 juli 2024 een akkoord bereikt met Professional Media Group (PMG) rond de overname van de vakbladen Grafisch Nieuws, Verpakking & Label en Media & Communication. • Eind september 2024 kocht de Groep alle 265.237 aandelen Roularta over van de NV Shopinvest tegen een prijs van 9,1125 euro per aandeel. • Op 1 november 2024 verkocht de Groep haar Duitse magazines G-Geschichte, Plus Magazin en Frau im Leben aan Herder Ver- lag en Agentur2. Naar aanleiding van de activa transactie bestaat de Duitse vaste inrichting van Roularta Media Group nog op 31 december 2024. Deze vaste inrichting zal in de loop van 2025 worden stopgezet. • Eind december 2024 nam de NV Mediafin het Gentse marktonderzoekbureau Profacts over die vier vennootschappen bevat. De omzet van de verworven ondernemingen bedraagt samen circa € 12 miljoen met een positieve ebitda. Er zijn 50 voltijdse equi- valenten in dienst. In januari 2025 werden intussen enkele fusies uitgevoerd waardoor nog twee vennootschappen overblijven. De vennootschappen zullen bij RMG via Mediafin vanaf 2025 onder de vermogens- mutatiemethode geconsolideerd worden. • Begin januari 2025 versterkte Marjolein Denekamp het management van Roularta Media Group (RMG) als nieuwe CEO van de BV Roularta Media Nederland. • De Groep is voornemens om in het eerste kwartaal van 2025 de BV Roularta Media Nederland en de BV Mindstyle met terug- werkende kracht vanaf 1 januari 2025 te fusioneren. • De Groep heeft haar duurzaamheidsver- slag opgesteld in overeenstemming met de richtlijnen van de Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD). BELANGRIJKSTE GEBEURTENISSEN EN WIJZIGINGEN IN DE GROEP GEDURENDE HET BOEKJAAR 2024 jaarverslag Raad van Bestuur JAARVERSLAG 2024 91 JAARVERSLAG 2024 90 IM WE CREATE MEDIA WITH PACT KERNCIJFERS PER AANDEEL (1) WINST-EN-VERLIESREKENING IN DUIZEND EURO 31/12/2024 31/12/2023 Trend (%) Omzet 320.307 323.526 -1,0% Gecorrigeerde omzet (1) 311.728 323.526 -3,6% EBITDA (2) 27.059 21.595 25,3% EBITDA - marge 8,4% 6,7% EBIT (3) 3.646 3.236 12,7% EBIT - marge 1,1% 1,0% Nettofinancieringskosten 1.147 392 192,6% Belastingen 1.331 -1.261 205,6% Nettoresultaat 6.124 2.368 158,6% Nettoresultaat toerekenbaar aan minderheidsbelangen 51 18 183,3% Nettoresultaat toerekenbaar aan aandeelhouders van RMG 6.073 2.350 158,4% Nettoresultaat toerekenbaar aan aandeelhouders van RMG - marge (4) 1,9% 0,7% BALANS IN DUIZEND EURO 31/12/2024 31/12/2023 Trend (%) Vaste activa 212.747 223.272 -4,7% Vlottende activa 140.260 140.184 0,1% Balanstotaal 353.007 363.456 -2,9% Eigen vermogen - aandeel van de Groep 216.765 217.003 -0,1% Eigen vermogen - minderheidsbelangen -178 -228 21,9% Verplichtingen 136.420 146.681 -7,0% Liquiditeit (4) 1,2 1,1 6,1% Solvabiliteit (5) 61,4% 59,6% 2,9% Netto financiële cash/(schuld) (6) 61.590 56.794 8,4% Gearing (7) -28,4% -26,2% -8,5% BELANGRIJKSTE FINANCIËLE GEGEVENS De brutomarge ten opzichte van omzet is met 84,0% 2,7 procentpunten beter dan vorig jaar o.a. door een daling van de papierprijzen. De EBITDA per 31 december 2024 bedraagt € 27,1 miljoen of 8,4% van de omzet versus € 21,6 miljoen of 6,7% t.o.v. de omzet per eind 2023. De kosten voor diensten en diverse goe- deren stegen hoofdzakelijk door de overname van de Mindfulness merken eind 2023. Zonder die extra kosten verbonden aan de overname van voormelde merken is er een daling van de kosten voor diensten en diverse goederen, onder andere door lagere energiekosten ge- combineerd met een verder beleid van strikte kostencontrole waardoor ook de personeels- kosten jaar over jaar dalen. De hogere distri- butiekosten hebben dan weer een negatieve impact. Met betrekking tot de andere posten in EBITDA, zijn de andere bedrijfsopbreng- sten niet vergelijkbaar jaar over jaar gezien deze in 2024 volgende bedragen bevatten: (1) de meerwaarde op de verkoop van twee ge- bouwen voor een bedrag van € 2,2 miljoen dit terwijl er in 2023 door de verkoop van een ander gebouw een meerwaarde van € 1,1 mil- joen mee werd opgenomen in de EBITDA; (2) de meerwaarde op de verkoop van de Duitse magazines voor € 2,6 miljoen. In de provisies per eind 2023 was er een terugname van de Infobase provisie van € 3,4 miljoen. Roularta Media Group realiseerde in 2024 een omzet van € 320,3 miljoen en een EBITDA van € 27,1 miljoen dankzij een relatief stabiele om- zet en een continue kostenbeheersing. De gerealiseerde omzet van €320,3 miljoen betekent in vergelijking met 2023 een da- ling van € 3,2 miljoen. Deze daling vindt in hoofdorde haar oorzaak in een lagere omzet van het segment Printing Services en in min- dere mate het terugvallen van de advertentie- omzet. De lezersmarkt 1 doet het daarentegen beter dan vorig jaar. De geconsolideerde gecorrigeerde omzet 2 , die vergelijkbaar is met de geconsolideerde omzet van 2023 eindigt op € 311,7 miljoen wat een absolute daling is van € 11,8 miljoen (of -3,6%). Het verschil tussen de geconsolideer- de en de gecorrigeerde cijfers is te verklaren door: 1/ de RMN Mindstyle BV cijfers (mind- fulness merken Happinez, Yoga en Psycholo- gie), die slechts voor twee maanden in 2024 meetellen gezien de overname pas begin no- vember 2023 plaatsvond; 2/ de Duitse maga- zines die in 2024 voor een volledig jaar opge- nomen worden en dit terwijl de verkoop van die magazines aan Herder Verlag en Agentur2 begin november 2024 is gebeurd. We verwij- zen naar ‘Geconsolideerde resultaten 2024 per segment’. GECONSOLIDEERDE RESULTATENREKENING (1) Gecorrigeerde omzet = de vergelijkbare omzet met vorig jaar, i.e. exclusief wijzigingen ten gevolge van overname en verkoop van merken. (2) EBITDA is gelijk aan EBIT+ afschrijvingen op (im)materiële vaste activa en bijzondere waardeverminderingen. (3) EBIT is gelijk aan het bedrijfsresultaat, inclusief het aandeel in het resultaat van geassocieerde ondernemingen en joint ventures. (4) Nettoresultaat toerekenbaar aan aandeelhouders van RMG- marge = nettoresultaat toerekenbaar aan aandeelhouders van RMG ten opzichte van omzet. (5) Liquiditeit = vlottende activa / kortlopende verplichtingen. (6) Solvabiliteit = eigen vermogen (aandeel van de Groep + minderheidsbelangen) / balanstotaal. (7) Netto financiële cash/(schuld) = kas en kasequivalenten - financiële schulden. (8) Gearing = - netto financiële cash/(schuld) / eigen vermogen (aandeel van de Groep + minderheidsbelangen). Management acht deze ratio’s als prestatiemaatstaf relevant om de financiële positie te evalueren (jaar over jaar). 4) Nettoresultaat toerekenbaar aan aandeelhouders van RMG-marge op 31/12/2024 = 6.073 K€ / 320.307 K€ = 1,9% Nettoresultaat toerekenbaar aan aandeelhouders van RMG-marge op 31/12/2023 = 2.350 K€ / 323.526 K€ = 0,7% (5) Liquiditeit op 31/12/2024 = 140.260 K€ / 115.640 K€ = 1,2 Liquiditeit op 31/12/2023 = 140.184 K€ / 122.642 K€ = 1,1 (6) Solvabiliteit op 31/12/2024 = 216.588 K€ / 353.007 K€ = 61,4% Solvabiliteit op 31/12/2023 = 216.774 K€ / 363.456 K€ = 59,6% (7) Netto financiële cash/(schuld) op 31/12/2024 = 70.048 K€ - 4.973 K€ - 3.486 K€ = 61.590 K€ Netto financiële cash/(schuld) op 31/12/2023 = 68.267 K€ - 6.029 K€ - 5.444 K€ = 56.794 K€ (8) Gearing op 31/12/2024 = -61.590 K€ / 216.588 K€ = -28,4% Gearing op 31/12/2023 = -56.794 K€ / 216.774 K€ = -26,2% (1) Lezersmarkt = de omzet die de Groep realiseert uit verkoop van abonnementen en uit losse verkoop van haar magazines. (2) Gecorrigeerde omzet = de vergelijkbare omzet met vorig jaar, i.e. exclusief wijzigingen ten gevolge van overname en verkoop van mer- ken. Het management beschouwt deze prestatiemaatstaf als relevant omdat de externe lezer hierdoor de inherente omzet-evoluties jaar over jaar kan vergelijken. JAARVERSLAG 2024 93 JAARVERSLAG 2024 92 IM WE CREATE MEDIA WITH PACT De 50% joint-venture Mediafin (De Tijd/L’Echo) heeft in 2024 een mooie omzetgroei gerealiseerd. In combi- natie met een kostencontrole zorgt dit voor een groei in EBITDA. De om- zet van Mediafin (voor 100%) steeg met 5,8% t.o.v. vorig jaar tot € 88,5 miljoen. De EBITDA klopte af op € 18,6 miljoen (€ +2,0 miljoen vs. vo- rig jaar) en Mediafin zette een net- toresultaat neer van € 7,3 miljoen (+22,8% vs. vorig jaar) nà afschrijving van de merken De Tijd/L’Echo. Dit resulteert voor de 50% participatie in een bijdrage voor Roularta van € 3,6 miljoen (+ € 0,7 miljoen vs. vorig jaar) volgens de vermogensmutatie- methode. In totaal werd € 25,3 miljoen EBIT- DA gerealiseerd door de volledig ge- consolideerde ondernemingen van de Groep versus € 18,9 miljoen in 2023; met daarnaast € 1,8 miljoen door de geassocieerde ondernemin- gen en joint ventures (hun resultaat via vermogensmutatie) vs. € 2,7 mil- joen vorig jaar. Het lagere resultaat van de geassocieerde ondernemin- gen en joint ventures is louter het gevolg van een waardevermindering van € -1,3 miljoen die de Groep ge- boekt heeft op haar geconsolideerde deelneming onder vermogensmuta- tiemethode in de BV Immovlan. De EBIT evolueerde van € 3,2 miljoen in 2023 naar € 3,6 miljoen in 2024 of 1,1 % van de om- zet versus 1,0 % in 2023. 2024 bevat een bij- zondere waardevermindering van € 2,6 miljoen op het merk 50+Beurs & Festival en de gere- lateerde consolidatiegoodwill na tegenvallende resultaten en moeilijke toekomstperspectieven. De belastingen (€ + 1,3 miljoen) omvatten in 2024 hoofdzakelijk hogere actuele belasting- opbrengsten in Nederland. In 2023 (€ -1,3 mil- joen) waren dit voornamelijk actuele belasting- kosten. Het minderheidsbelang is net zoals in 2023 ni- hil. Het geconsolideerd nettoresultaat van de Groep eindigt op € 6,1 miljoen (€ + 3,8 miljoen versus vorig jaar), waarvan eenzelfde bedrag toewijsbaar is aan de aandeelhouders van Roularta Media Group. De Raad van Bestuur zal aan de Algemene Ver- gadering voorstellen om over het volledige jaar 2024 geen dividend uit te keren. GECONSOLIDEERDE RESULTATEN 2024 PER SEGMENT De twee segmenten in RMG bestaan uit Media Brands en Printing Services. Het segment Media Brands staat voor alle merken die door RMG en haar participaties worden geëxploiteerd. Het segment Printing Servi- ces staat voor de premedia- en drukkerij activiteiten voor interne merken en externe klanten. De (gecorri- geerde) omzet die op segment niveau getoond wordt, omvat zowel externe (i.e. naar externe klanten) als interne omzet (i.e. naar het andere segment). In de geconsolideerde cijfers wordt over beide segmenten gerapporteerd tot op brutomargeniveau. Tussen beide segmenten is er immers een intense verwevenheid en worden ondersteunende diensten intens gedeeld. Geconsolideerde omzet per segment in duizend euro 31/12/2024 31/12/2023 Trend (%) Media Brands 291.902 290.158 0,6% Printing Services 63.289 72.650 -12,9% Intersegment omzet -34.885 -39.282 11,2% Geconsolideerde omzet 320.307 323.526 -1,0% Geconsolideerde omzet 31/12/2024 regionaal Geconsolideerde omzet 31/12/2024 volgens de verschillende categorieën bedrijfsactiviteiten 8,9% Printing Services 3,6% Newspaper Brands 73,8% Magazines Brands 76,2% België 22,0% Nederland 1,8% Duitsland 11,6% Local Media Brands 2,1% Audiovisual Brands JAARVERSLAG 2024 95 JAARVERSLAG 2024 94 Media Brands in duizend euro 31/12/2024 31/12/2023 Trend Trend (%) Omzet 291.902 290.158 1.744 0,6% Gecorrigeerde omzet (1) 283.323 290.158 -6.835 -2,4% Brutomarge 231.998 226.748 5.250 2,3% Brutomarge op omzet 79,5% 78,1% (1) Gecorrigeerde omzet = de vergelijkbare omzet met vorig jaar, i.e. exclusief wijzigingen ten gevolge van overname en verkoop van merken. De omzet van het segment Media Brands stijgt met € 1,7 mil- joen tot € 291,9 miljoen. De vergelijkbare omzet met vorig jaar daalt met € 6,8 miljoen. De stijging is hoofdzakelijk te danken aan de extra omzet die uit de lezersmarkt (abonnementen en losse verkoop) gege- nereerd werd. Deze stijgt met 2,7% ten opzichte van het jaar ervoor en dit dankzij de acquisitie van de Mindstyle merken (Happinez, Yoga, Psychologie en Flow) einde 2023. Zonder deze externe groei daalt de lezersmarkt met 1,6%. Deze daling is beperkt doordat meer een meer abonnees digitaal gewor- ven worden. Ook de overige omzet 3 stijgt lichtjes met 1,0%, maar daalt met 4,5% op vergelijkbare basis. De publiciteitsmarkt kent een daling van 2,0% (2,1% op ver- gelijkbare basis), maar deze is veel minder uitgesproken dan vorig jaar (-10,4%). De brutomarge op omzet stijgt van 78,1 % naar 79,5 % door lagere papierprijzen, lagere energiekosten, maar wel hogere arbeidskosten. Samen met de hogere omzet stijgt de bruto- marge hierdoor met € 5,3 miljoen. Printing Services in duizend euro 31/12/2024 31/12/2023 Trend Trend (%) Omzet 63.289 72.650 -9.361 -12,9% Gecorrigeerde omzet (1) 61.997 72.650 -10.653 -14,7% Brutomarge 37.126 37.403 -277 -0,7% Brutomarge op omzet 58,7% 51,5% (1) Gecorrigeerde omzet = de vergelijkbare omzet met vorig jaar, i.e. exclu- sief wijzigingen ten gevolge van overname en verkoop van merken. De omzet van het segment Printing Services daalt met € 9,4 miljoen naar € 63,3 miljoen en € 10,7 miljoen op verge - lijkbare basis (omdat de overgenomen mindstyle magazines intern in Printing Services gedrukt worden). De daling is hoofdzakelijk te verklaren door een lager volu - me aan drukwerk voor magazines, folders en catalogi voor buitenlandse klanten, maar ook in een lagere doorrekening naar het segment Media Brands ten gevolge van lagere papierprijzen en energiekosten. Meer dan de helft van de omzet van Printing Services is intragroepsomzet naar het segment Media Brands. De brutomarge op omzet stijgt van 51,5% naar 58,7% omwil - le van dezelfde redenen zoals bij het Media Brands segment. Reconciliatie van de totale segmentomzet met de gecorrigeerde segmentomzet in duizend euro 2024 Media Brands Printing Services Eliminaties tussen segmenten Gecon- solideerd totaal Omzet van het segment 291.902 63.289 -34.885 320.307 Omzet externe klanten 291.811 28.495 - 320.307 Omzet uit transacties met andere segmenten 91 34.794 -34.885 - Wijzigingen omwille van overname of afstoting van merken -8.579 -1.293 1.293 -8.579 Wijzigingen in externe klanten -8.579 - - -8.579 Wijzigingen in transacties met andere segmenten - -1.293 1.293 - Gecorrigeerde omzet 283.323 61.997 -33.591 311.728 KASSTROOMOVERZICHT in duizend euro 31/12/2024 31/12/2023 Nettocashflow uit operationele activiteiten (A) 25.630 13.787 Nettocashflow met betrekking tot investeringen (B) -11.392 -15.455 Nettocashflow uit financieringsactiviteiten (C) -12.456 -14.545 Totaal mutatie geldmiddelen en kasequivalenten (A+B+C) 1.781 -16.213 Geldmiddelen en kasequivalenten, openingsbalans 68.267 84.480 Geldmiddelen en kasequivalenten, eindbalans 70.048 68.267 Het kasstroomoverzicht toont een kasinstroom van € 1,8 miljoen ten opzichte van een kasuitstroom van € -16,2 miljoen vorig jaar. De kasstroom uit operationele activiteiten stijgt met € 11,8 miljoen naar € 25,6 miljoen in 2024. Deze kasstroom is vooral gedreven door een positieve EBITDA (€ 24,1 miljoen - i.e. exclusief het resultaat van de joint ventures, provisies en waardeverminderin- gen op voorraden en vorderingen) en het ontvangen dividend van € 5,6 miljoen van Roularta’s geassocieerde ondernemingen en joint ventures. Anderzijds zit in EBITDA een meerwaarde van € 2,2 miljoen uit de ver- koop van twee gebouwen en € 2,6 miljoen uit de verkoop van de Duitse magazines die nog in mindering gebracht wordt. Vorig jaar bedroeg deze kasstroom € 13,8 miljoen, opgebouwd als volgt: een positieve EBITDA van € 16,1 miljoen (i.e. exclusief het resultaat van de joint ventures, provisies en waardeverminderingen op voorraden en vorderingen), maar in EBITDA zat een meer- waarde van € 1,1 miljoen komende van de verkoop van een gebouw die nog in minde- ring gebracht werd. Het ontvangen dividend van € 4,0 miljoen van Roularta’s geassoci- eerde ondernemingen en joint ventures werd per eind 2023 volledig tenietgedaan door een stijgend werkkapitaal van € 4,7 miljoen. De kasstroom met betrekking tot inves- teringen bedraagt € -11,4 miljoen in 2024. Dit is voor een groot stuk toe te schrijven aan investeringen in nieuwe materiële (€ -8,3 miljoen) en immateriële (€ -7,0 miljoen) vaste activa. Voor meer uitleg, verwijzen we naar het hoofdstuk Investeringen. Daar- naast werden ook twee gebouwen verkocht (3) Overige omzet = alle omzet die geen publiciteits-, abonnementen-, losse verkoop of omzet uit printing activiteiten is. Het omvat onder meer, maar niet limitatief, omzet uit line extensions, evenementen, etc. Line extensions = specieke categorie van omzet onder de ‘overige omzet’. Het is omzet uit o.a. de aan-en verkoop van handels- goederen (bvb. boeken, selfcare producten, sieraden, reizen, etc), omzet uit ticket-deals of omzet uit licensing overeenkomsten. JAARVERSLAG 2024 96 IM WE CREATE MEDIA WITH PACT JAARVERSLAG 2024 97 IM WE CREATE MEDIA WITH PACT voor € 2,3 miljoen en werden de Duitse maga- zines verkocht aan Herder Verlag en Agentur2 voor € 1,3 miljoen. Vorig jaar bedroeg deze kasstroom € -15,5 miljoen, samengesteld uit investeringen in nieuwe materiële (€ -8,5 miljoen) en immate- riële (€ -7,6 miljoen) vaste activa. Daarnaast werd ook nog geïnvesteerd in de overname van de BV RMN Mindstyle voor € 1,2 miljoen en werd een gebouw verkocht voor € 1,5 mil- joen. De kasstroom uit financieringsactiviteiten bedraagt € -12,5 miljoen in 2024. Dit laatste bedrag is de som van het uitbetaalde keuze- dividend van € 4,6 miljoen, de aankoop van eigen aandelen voor € 2,4 miljoen, de aflos- sing van de overblijvende schuld ten opzichte van Mediafin NV ter waarde van € 2,5 miljoen en tot slot de aflossing van de IFRS16 leasing schulden (€ 3,0 miljoen). Vorig jaar bedroeg deze kasstroom € -14,5 miljoen, bestaande uit het uitbetaalde divi- dend van € 11,8 miljoen en de aflossing van de IFRS16 leasing schulden (€ 2,5 miljoen). BALANS Op 31 december 2024 bedraagt het eigen ver- mogen – aandeel van de Groep € 216,8 miljoen tegenover € 217,0 miljoen op 31 december 2023. De beweging op het eigen vermogen bestaat hoofdzakelijk uit het resultaat over 2024 (+ € 6,1 miljoen), het deel van het keu- zedividend dat uitbetaald werd voor € 4,6 miljoen en de inkoop van eigen aandelen voor € 2,4 miljoen. Het eigen vermogen – minderheidsbelangen blijft sta- biel op € -0,2 miljoen. Per 31 december 2024 bedraagt de geconsolideerde netto financiële cashpositie (= vlottende geldmid- delen min financiële schulden) € 61,6 miljoen vs. € 56,8 miljoen het jaar ervoor. RMG blijft vrij van enige bankschulden. Per 31 december 2024, beschikt de Groep over 1.611.984 eigen aande- len nadat de Groep eind september 265.237 aandelen Roularta van de NV Shopinvest heeft overgekocht. INVESTERINGEN De totale geconsolideerde inves- teringen in 2024 bedragen € 15,3 miljoen ten opzichte van € 16,1 miljoen in 2023. In de immate- riële vaste activa (€ 7,0 miljoen) werd terug vooral in software (€ 6,9 miljoen) geïnvesteerd. De MijnMagazines app wordt continu geoptimaliseerd en er wordt o.a. verder geïnvesteerd in het nieuwe productiebeheersysteem voor de drukkerij. In 2023 werd er op vlak van imma- teriële vaste activa naast enkele nieuwe merken (€ 2,6 miljoen) ook vooral in software (€ 4,9 miljoen) geïnvesteerd. De investeringen in materiële vaste activa (€ 8,3 miljoen) blijven hoog door nieuwe hardware in onze IT-afdeling (€ 3,5 mil- joen), de renovatie en inrichting van de kantoren in Brussel (€ 1,5 miljoen), de nieuwe paper wrap blistermachine (€ 1,1 miljoen), nieuwe printers in de drukkerij (€ 0,5 miljoen) en de laatste betaling voor de nieuwe ovens voor de drukkerij (€ 0,4 mil- joen), etc. In het boekjaar 2023 (€ 8,5 miljoen) werd er hoofdzakelijk geïnvesteerd in de duurzame eco-efficiënte ovens in de drukkerij (€ 4,2 miljoen), de nieuwe Kanaal Z-TV studio (€ 0,9 miljoen), nieuwe PC’s en computer- schermen (€ 0,9 miljoen) en verbouwing en inrichting van de kantoren in Brussel en het gebouw in Roeselare (€ 0,9 miljoen). BELANGRIJKE GEBEURTENISSEN NA HET EINDE VAN HET BOEKJAAR Op 14 maart 2025 heeft de FSMA aan- gekondigd dat Koinon NV een vrijwillig en voorwaardelijk openbaar overnamebod uitbrengt op alle aandelen in Roularta Media Group NV die niet reeds door haar of de met haar verbonden personen wor - den gehouden. Het bod gebeurt in cash tegen een prijs van 15,50 EUR per aandeel. Er hebben zich anders geen belangrijke gebeurtenissen voorgedaan die de resul - taten en de financiële positie van de onderneming op belangrijke wijze beïn - vloeden. INLICHTINGEN OVER DE OMSTANDIGHEDEN DIE DE ONTWIKKELING VAN DE VENNOOTSCHAP AANMERKELIJK KUNNEN BEÏNVLOEDEN Op basis van de tendens van de eerste drie maanden van 2025, ziet de Groep geen groei in de reclame-inkomsten. De Groep houdt rekening met het feit dat het gedrag van adverteerders vrij volatiel en weinig voorspelbaar is. Een negatieve ontwikkeling van het economisch klimaat kan een negatieve impact hebben op de bestedingen van onze adverteerders. De digitale strategie van de Groep werpt zijn vruchten af, waardoor er met succes langs digitale weg meer abonnementen geworven worden. Roularta blijft ook in 2025 verder inzetten op het werven van meer print, digitale en family abonne - menten en het sluiten van partnerships met strategische partners om te zorgen voor een stabiele en duurzame groei van de omzet. De losse verkoop evolueert in lijn met de tendens binnen de markt, die verder dalend is in zowel België als Nederland. De omzet uit line extensions en evene - menten zal ongeveer stabiel blijven. In het segment Printing Services ver - wacht de Groep ook dat de omzet ongeveer stabiel zal blijven. De distributiekosten zullen, met uitzondering van een indexatie voor 2025 in lijn blijven met de tweede jaarhelft van 2024. Ten opzichte van de eerste jaarhelft van 2024 verwachten we wel een stijging van de distributiekosten. Een aantal interne aanpassingen aan het bedelingsstramien gecombineerd met het belastingskrediet, kunnen de gestegen kosten wel gedeeltelijk compenseren. We verwachten stabiele tot licht stijgende kosten van energie en grondstoffen. Niettemin blijft de Groep verder inzetten op efficiëntiemaatregelen om rekening te houden met de aanhoudende inflatie, waaronder de uniformisering van de Nederlandse en Belgische processen en systemen. ONDERZOEK EN ONTWIKKELING Als multimediabedrijf is Roularta Media Group actief in verschillende hoogtechnologische secto- ren. Binnen die sectoren onderzoekt Roularta Media Group voortdurend nieuwe mogelijkheden, waarbij ze de reputatie geniet een belangrijke innovator te zijn. Roularta Media Group hecht zeer veel belang aan onderzoek en ontwikkeling. Die inspanningen komen uiteraard de interne werkprocessen van de Groep zelf ten goede, maar niet zelden fungeren ze tevens als motor achter ingrijpende marktontwik- kelingen. De focus van de Groep is vooral de digitale trans- formatie van zowel haar klantenbasis als haar magazine-en nieuwsaanbod, en dit zowel in België als in Nederland. De Groep doet veel onderzoek-en ontwikkelingswerk om te zorgen dat de print lezer gemakkelijk de weg vindt naar haar digitale aan- bod van nieuws en magazines en er ook optimaal toegang tot krijgt. Ze doet hiervoor o.a. enquêtes JAARVERSLAG 2024 99 JAARVERSLAG 2024 98 IM WE CREATE MEDIA WITH PACT bij haar lezers en investeert hiervoor beduidende bedragen in de werking van haar websites en in de ‘Mijn Magazines App’. Via die Mijn Magazines App heeft de lezer direct toegang tot het volledige aan- bod artikels, video’s en columns van onder meer Knack, Trends, Libelle en andere magazines. Ze onderzoekt daarnaast ook hoe AI-toepassingen kunnen gebruikt worden om haar redactionele wer- king te optimaliseren. MEDEDELING NOPENS HET GEBRUIK DOOR DE VENNOOTSCHAP VAN FINANCIËLE INSTRUMENTEN, VOOR ZOVER ZULKS VAN BETEKENIS IS VOOR DE BEOORDELING VAN HAAR ACTIVA, PASSIVA, FINANCIËLE POSITIE EN RESULTAAT De voornaamste financiële instrumenten van de ven- nootschap zijn banksaldo’s en termijndeposito’s. De belangrijkste doelstelling van deze financiële instru- menten is het verschaffen van financiering van de activiteiten van de onderneming. De beleggingen van cash-overschotten in termijn- rekeningen worden gedaan op basis van richtlijnen vastgelegd door de Raad van Bestuur met betrek- king tot liquiditeit en kredietrating. Er dient te worden opgemerkt dat de onderneming niet toe- staat dat financiële instrumenten met speculatieve doeleinden worden verhandeld. Daarnaast heeft de onderneming eveneens verschillende andere financi- ele activa en passiva zoals vorderingen en schulden, die rechtstreeks afkomstig zijn uit haar activiteiten. De Groep heeft in het afgelopen boekjaar geen gebruik gemaakt van andere financiële instrumen- ten zoals bedoeld in artikel 3:6, 8° van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen. PERSONEELSAANGELEGEN- HEDEN Per 31 december 2024 telt de Groep in voltijdse equivalenten, exclusief de joint ventures, 1.185 werknemers tegenover 1.214 werknemers in 2023. VOORNAAMSTE RISICO’S EN ONZEKERHEDEN Economische en geopolitieke om- standigheden Wijzigingen in algemene, globale of regionale en/of geopolitieke omstan- digheden of van omstandigheden in gebieden waar de Groep actief is en die een impact kunnen hebben op het consumptiepatroon van de consu- menten, kunnen een negatieve invloed uitoefenen op de bedrijfsresultaten van de Groep. De Groep en in het bijzonder haar bedrijfsresultaten kun- nen eveneens negatief geïmpacteerd worden door opgelegde overheids- maatregelen (zoals o.m. doch niet beperkt tot verplichte lockdowns in het kader van pandemieën). Risico’s verbonden aan de marktont- wikkelingen De mediamarkt is voortdurend in beweging. Het resultaat van de Groep wordt in grote mate bepaald door de advertentiemarkt, de lezersmarkt en de kijkcijfers. De Groep volgt de marktontwikke- lingen binnen de mediawereld op de voet, zodat zij te allen tijde kan inspelen op wij- zigingen en nieuwe trends binnen de omgeving waarin de onderneming opereert. Door het mul- timedia-aanbod waarover de Groep beschikt, kan zij gepast reageren op aandachtsver- schuivingen van de reclamewereld en van het lezerspubliek van de ene naar de andere vorm van media. Strategisch risico in verband met markt en groei De Groep kan mogelijk te maken krijgen met een ongunstige marktsituatie of concurrentie die zich ongunstig ontwikkelt. Risico’s verbonden aan leveranciers De kosten die in belangrijke mate de totale kost- prijs van de divisies Printing Services en Media Brands bepalen, zoals druk-, distributie- en per- soneelskosten kunnen fluctueren in functie van de economische conjunctuur. De evolutie van de internationale papier- en energieprijzen is onze- ker en kan een nadelige invloed hebben op de activiteiten, bedrijfsresultaten en/of financiële positie van de Groep indien de prijsstijgingen niet tijdig doorgerekend kunnen worden aan haar klanten. Om het prijsrisico van papier te beheersen, worden er periodieke contracten afgesloten voor dagbladen magazinepapier. Om het risico op prijsstijgingen inzake energie af te vlakken en pieken te vermijden, wordt voor een deel van de afname van energie gewerkt met click-contracten waarbij de prijs op voorhand wordt vastgeklikt, ongeacht de marktomstan- digheden. Om het risico op prijsstijgingen inzake distributiekosten te beheersen, worden er intern aanpassingen gedaan aan het bede- lingsstramien, goede contracten onderhandeld en alternatieve wijzen van distributie onderzocht. Storingen of onderbrekingen in het informatica systeem De Groep is blootgesteld aan mogelijke storingen of onderbrekingen in haar informaticasystemen. Informaticasystemen vormen een centraal onder- deel van de bedrijfsactiviteiten van de Groep. Indien er een storing optreedt in de informa- ticasystemen van de Groep, door een defect, kwaadwillige aanvallen, virussen of andere facto- ren, zou dit een ernstige impact kunnen hebben op verschillende aspecten van de activiteiten, inclusief, maar niet beperkt tot de verkoop, de klantenservice en de administratie. Storingen in de werking van de informaticasystemen kunnen een nadelig effect hebben op de activiteiten of de bedrijfsresultaten van de Groep. Tot op heden heeft de Groep geen wezenlijke problemen met haar informaticasystemen gekend. De Groep investeert jaar na jaar belangrijke mid- delen om haar IT-systemen te optimaliseren en het risico op storingen te beperken. De Groep is zich eveneens bewust van het groeiende gevaar van cybercriminaliteit en zet dan ook zeer sterk in op ‘cybersecurity’. Risico’s in verband met intellectuele eigendom Het behoeden van intellectuele eigendomsrechten is kostbaar en onzeker. De Groep kan niet garan- deren dat ze succesvol zal zijn in het voorkomen van misbruik van haar intellectuele eigendoms- rechten. JAARVERSLAG 2024 101 JAARVERSLAG 2024 100 Risico van verminderde merkherkenning of negatief merkimago De positie van de Groep kan op een aanzien- lijk negatieve wijze worden beïnvloed, indien de merkherkenning aanzienlijk zou verminderen of indien de toonaangevende merken, publicaties en producten van de Groep reputatieschade oplopen. Risico van niet-hernieuwing van licenties voor tv-activiteiten De Groep beschikt over de nodige erkenningen voor het uitvoeren van haar televisieactivitei- ten op het Belgische grondgebied. Indien de Groep er niet in zou slagen deze te verlengen, kan dit mogelijks een negatieve impact hebben op de financiële positie en/of bedrijfsresultaten van de Groep. Risico’s verbonden aan huidige en toekomsti- ge overnames Wanneer de Groep entiteiten overneemt, staat zij bloot aan risico’s verbonden aan de integra- tie van deze entiteiten. Innovatierisico Het is van belang dat de Groep op permanente basis nieuwe toepassingen ontwikkelt. Indien de Groep hierin niet zou slagen, loopt zij het risico een niet in te halen achterstand op te lopen op haar concurrenten, wat mogelijks een negatieve impact zou kunnen hebben op haar financiële positie en/of bedrijfsresultaten. Valutarisico De Groep is minimaal onderhevig aan een valutarisico gezien zowel aankopen als verko- pen hoofdzakelijk in euro gebeuren. Renterisico De Groep heeft per 31 december 2024 geen openstaande schulden bij kredietinstellingen waardoor dit risico minimaal is. Kredietrisico De Groep is blootgesteld aan het kredietri- sico op haar klanten, wat zou kunnen leiden tot kredietverliezen. Om het kredietrisico te beheersen, worden kredietwaardigheids- onderzoeken uitgevoerd met betrekking tot klanten die belangrijke kredietfaciliteiten wensen en, indien deze onderzoeken negatief zijn, wordt de kredietverstrekking geweigerd of beperkt. Er is geen concentratie van belangrijke kre- diet- risico’s. Ondanks de intentie van de Groep om haar kredietrisico te beperken, kan ze geconfron- teerd worden met een achteruitgang van de kredietwaardigheid van haar klanten. Het eventuele onvermogen om een kredietver- zekeringspolis met betrekking tot bepaalde klanten af te sluiten, kan een wezenlijk nadelige invloed hebben op de activiteiten, financiële positie en/of bedrijfsresultaten van de Groep. Liquiditeits- en kasstroomrisico De Groep verwacht aan haar verplichtin- gen te kunnen voldoen door de operationele kasstromen en huidige liquide middelen. Roularta is schuldenvrij en heeft eind 2024 een cashpositie van 70 miljoen €. Vermogensstructuur De Groep tracht constant haar vermogens- structuur (combinatie van schulden en eigen vermogen) te optimaliseren. Het belangrijk- ste objectief van de vermogensstructuur is de maximalisatie van de aandeelhouders- waarde terwijl tegelijkertijd de gewenste financiële flexibiliteit blijft behouden om strategische projecten uit te voeren. Risico’s verbonden aan de beoordeling van de gebruiksduur van de merken en klanten- portefeuilles Tot en met 30 juni 2018 hadden verschillende merken een onbepaalde gebruiksduur. Per 1 juli 2018 werd beslist om de gebruiksduur van de merken in portefeuille te wijzigen naar een bepaalde gebruiksduur. Vanaf 1 juli 2018 wordt de waarde van de merken afgeschreven in functie van de ingeschatte bepaalde gebruiksduur. Op basis van een individueel assessment per merk en inschat- tingen gemaakt door het management wordt ieder merk ondergebracht in een groep van merken; i.e. ‘super’merken, ‘groei’merken, ‘mature’ merken en ‘jonge’/‘kleine’ merken. Deze opdeling van merken in functie van hun gebruiksduur is een algemene leidraad die door het management werd uitgewerkt en dit op basis van enerzijds hun inzichten in de mediasector en anderzijds de toets van deze inzichten aan de realiteit. Deze inschattingen van het management kunnen echter negatief beïnvloed wor- den door enerzijds algemeen ongunstige marktontwikkelingen, opgelegde overheids- maatregelen (o.m. doch niet beperkt tot overheidsmaatregelen in het kader van pandemieën) en/of anderzijds tegenval- lende prestaties van één of meerdere merken. Hierdoor kan het management genoodzaakt worden om de gemaakte inschattingen inzake de levens/gebruiksduur van een merk of een klantenportefeuille bij te sturen en het merk onder te brengen in een andere groep van mer- ken. Op het einde van huidig verslagperiode zijn er geen indicaties dat er aanpassingen zouden moeten gebeuren aan de indeling van de mer- ken in de verschillende merkengroepen, noch dat de levens/gebruiksduur van een merk of een klantenportefeuille sterker zou zijn gedaald ten opzichte van de initieel ingeschatte gebruiks- duur ervan. Risico’s verbonden aan mogelijke waardeverminderingen van goodwill, immateriële activa of materiële vaste activa Een bijzondere waardevermindering wordt opgenomen indien de boekwaarde van een actief, of de kasstroomgenererende eenheid waartoe het actief behoort, hoger is dan de realiseerbare waarde. Deze realiseerbare waarde wordt bepaald aan de hand van businessplannen opgesteld door het management en gevalideerd door de Raad van Bestuur. De Groep wijst op de sensitivi- teit van deze businessplannen. In voorkomend geval de premissen vervat in voormelde busi- nessplannen door marktomstandigheden niet kunnen worden gerealiseerd, worden bijzondere waardeverminderingen opgenomen in de winst- en-verliesrekening en hebben deze een effect op het nettoresultaat en op het eigen vermogen van de Groep. Risico’s in verband met regelgeving De Groep streeft ernaar om steeds bin- nen het wettelijk kader op te treden. Bijkomende of wijzigende wetgeving, inclusief fiscale wetgeving of beslis- singen van administratieve overheden, zouden ertoe kunnen leiden dat de Groep beperkt wordt in haar groei of geconfronteerd wordt met bijkomende kosten en/of belastingen. Op het gebied van fiscale regelge- ving maakt de Groep gebruik van de mogelijkheden die de fiscale wet- en regelgeving biedt, zonder hierbij onno- dige risico’s te lopen. De Groep heeft hierbij ondersteuning van externe fis- cale adviseurs. Risico’s inzake rechtszaken en arbitrages De Groep is betrokken bij een aantal hangende geschillen waarvoor veelal provisies werden aangelegd. De Groep kan niet garanderen dat er in de toe- komst geen materiële geschillen door derden zullen worden ingesteld met betrekking tot gepubliceerde artikels, inbreuken op het auteursrecht en meer in het algemeen verband houdend de media- activiteiten van de Groep. Opgemaakt te Roeselare op 4 april 2025. De Raad van Bestuur JAARVERSLAG 2024 102 IM WE CREATE MEDIA WITH PACT JAARVERSLAG 2024 103 VERKLARING INZAKE DEUGDELIJK BESTUUR [] [] Onderdeel van het jaarverslag van de Raad van Bestuur. AANDUIDING VAN DE CODE INZAKE DEUGDELIJK BESTUUR Als multimediabedrijf creëert en verspreidt Roularta Media Group kwaliteitsvolle, onaf- hankelijke en relevante content voor het brede publiek en voor specifieke doelgroepen. Daar- aan koppelt zij geavanceerde marketing- en reclameplatformen voor haar partners. Roular- ta Media Group wil een duurzame meerwaarde scheppen voor al haar stakeholders en voor de hele samenleving. Het deugdelijk bestuur dat Roularta Media Group hanteert, werd uitgeschreven in het Cor- porate Governance Charter, dat u terugvindt op de website van de vennootschap (www.roularta. be onder Roularta op de beurs – het bestuur). Het Corporate Governance Charter, dat op exhaustieve en transparante wijze uiteenzet hoe Roularta Media Group wordt bestuurd en hoe er over dit bestuur verantwoording wordt afgelegd, vervolledigt de corporate governance- bepalingen uit het Wetboek van Vennootschap- pen en Verenigingen en de statuten van de NV Roularta Media Group. De Raad van Bestuur is van oordeel dat het naleven van de principes uiteengezet in het Corporate Governance Charter leidt tot een efficiënter, transparanter bestuur en een beter risico- en controlebeheer van de vennootschap. Hierbij heeft Roularta Media Group waarde- maximalisatie als doel voor ogen en dit zowel voor de aandeelhouders, stakeholders als de institutionele beleggers. • Principe 9.1: de raad evalueert minstens om de drie jaar zijn eigen prestaties als- ook zijn interactie met het uitvoerend management, evenals zijn omvang, sa- menstelling en werking, alsook die van de comités. De evaluatie verloopt via een formele procedure, al dan niet extern ge- faciliteerd, in overeenstemming met een door de raad goedgekeurde methodologie. BESCHRIJVING VAN DE BELANGRIJKSTE KENMERKEN VAN DE INTERNE CONTROLE- EN RISICOBEHEERSYSTEMEN Algemeen Roularta Media Group heeft een intern con- trole- en risicobeheersysteem opgezet in lijn met de voorschriften van de Belgische Corporate Governance Code van 2020. Het interne controle- en risicobeheer- systeem van Roularta Media Group is gebaseerd op het COSO framework en beoogt redelijke zekerheid te verschaffen m.b.t. het behalen van de doelstellingen van de onderneming. Dit impliceert onder meer het herkennen en beheersen van zowel operationele als financiële risico’s, effectiviteit en efficiëntie van de bedrijfs- processen, het naleven van wetten en regels en het toezicht op de rapportering. In overeenstemming met artikel 3:6 § 2 van het Wetboek van Vennootschap- pen en Verenigingen hanteert Roularta Media Group de Corporate Governan- ce Code 2020 voor beursgenoteerde bedrijven (zie https:// www.corporate- governancecommittee.be/sites/default/ files/generated/files/page/belgische_ corporate_governance_code_2020. pdf) als haar referentiecode. Roularta Media Group NV wijkt weliswaar af van de principes 4.3, 4.4, 7.6, 7.9, 7.12 en 9.1 vastgelegd in deze referentiecode. • Principe 4.3: het benoemings- en remuneratiecomité bestaat uit min- stens drie bestuurders. • Principe 4.4: de raad ziet erop toe dat voor elk comité een voorzitter wordt aangesteld. • Principe 7.6: de Raad van Bestuur heeft beslist om geen aandelen toe te kennen aan de niet-uitvoerende be- stuurders als onderdeel van hun re- muneratie. • Principe 7.9: er werd evenmin een minimumdrempel van aandelen bepaald die moet worden aange- houden door de leden van het uit- voerend management. • Principe 7.12: in de contracten met de CEO en de andere leden van het uit- voerend management zijn geen bepa- lingen ingevoerd die de vennootschap in staat stellen om betaalde variabele remuneratie terug te vorderen. deugdelijk bestuur JAARVERSLAG 2024 JAARVERSLAG 2024 104 105 IM WE CREATE MEDIA WITH PACT Controle- en risicobeheer Beheersomgeving De organisatiecultuur binnen Roularta Media Group laat ruimte voor een decentrale werking. Direc- tieleden en leidinggevenden worden in verregaande mate geresponsabili- seerd om te voorzien in operationele aansturing. De decentrale aansturing houdt onder meer het continu waken over risicobeheersing in. De beheersomgeving omvat volgen- de elementen: • de missie, visie en waarden, die veelvuldig worden gecommuni- ceerd en de voornaamste pijlers vormen voor onze bedrijfscultuur; • organigrammen en rapporterings- lijnen; • procedures en richtlijnen die via het intranet worden gecommuni- ceerd; • voorbeeldfunctie van het manage- ment; • deskundigheid en juiste mindset van onze medewerkers. Deze wor- den onder meer verzekerd door duidelijk geformuleerde functieom- schrijvingen, het selectieproces en competentiebeheer (incl. continue opleidingen en verbeteracties). Risicobeheerproces Het risicobeheersysteem van Roularta Media Group is gebaseerd op het COSO ERM framework. De voornaamste doelstellingen zijn het in kaart bren- gen van de risico’s waaraan Roularta Media Group wordt blootgesteld en deze te beheersen. Het risicobeheerproces omvat volgende stappen: • Risico-identificatie • Risicoanalyse • Risico-evaluatie • Risicorespons • Monitoring en bijsturing Risico’s worden geïdentificeerd door middel van audits en jaarlijkse interviews met het manage- ment. De resultaten van de audits en de interviews worden geconsolideerd en besproken met de leden van het executive management committee. Risico’s worden opgedeeld in vier categorieën: • Operationele risico’s • Financiële risico’s • Compliancerisico’s • Strategische risico’s Ieder risico wordt geëvalueerd op basis van ener- zijds de kans dat het risico zich voordoet en ander- zijds de impact ervan: KANS Heel hoog Hoog Medium Laag Heel laag Heel laag Laag Medium Hoog Heel hoog IMPACT Op basis van de risico-evaluatie beslist het management over de gepaste acties. Controleactiviteiten Veel processen binnen Roularta Media Group zijn geautomatiseerd. Een belangrijk onderdeel van de automatisatie is risicobeheer met aandacht voor correctheid, volledigheid, consistentie, tijdigheid en valorisatie/autorisatie van de informatie. Een continue bewaking, voornamelijk via inge- bouwde controles in een sterk geautomatiseerde operationele omgeving, bewerkstelligt het voor- komen of het tijdig detecteren van mogelijke de- viaties. De beveiliging van de IT-systemen is hier cruciaal. Bijzondere aandacht wordt daarbij ge- schonken aan: • de ontdubbeling van systemen; • toegangsbeveiliging; • de scheiding van test- en productieomgeving; • stroomgroepen; • back-upprocedures; • cybersecurity. Informatie en communicatie Dankzij de ruime interne rapportering en commu- nicatiestromen hebben zowel medewerkers als management toegang tot de voor hen relevante informatie: medewerkers tot de informatie die zij nodig hebben bij de uitvoering van hun takenpak- ket, management tot de informatie die nodig is voor de aansturing van hun businessunit. Deze laatste bestaat hoofdzakelijk uit de belangrijkste financiële en operationele KPI’s. Monitoring De Raad van Bestuur houdt via het auditcomité toezicht op het risicobeheersysteem. Het auditco- mité steunt hierbij op de informatie die het ontvangt van de externe auditor. Roularta Media Group heeft op vandaag geen interne auditor meer in dienst. De openstaande vacature voor een interne auditor wordt bij gebrek aan een instroom van geschikte kandidaten niet ingevuld. In samenspraak met het auditcomité werd dan ook beslist om voor- lopig niet verder in te zetten op de invulling van de openstaande vacature van interne auditor. In samenspraak met het management wordt er door het auditcomité beslist om wanneer de noodzaak of de behoefte zich voordoet, een beroep te doen op externe partijen om bepaalde interne audits uit te voeren of bepaalde interne bedrijfsprocessen door te lichten, aan te passen of te optimaliseren. Inmiddels werd medio 2024 een COO aangeworven Een van de kerntaken van de COO is de evaluatie, monitoring en optimalisatie van de operationele processen binnen de groep. Gezien de invulling van COO-functie en zijn opdracht om te zorgen voor procesoptimalisatie, wordt de zoektocht naar een interne auditor voorlopig niet heropgestart. Deze beslissing wordt op regelmatige basis geëvalueerd door het auditcomité. Controle- en risicobeheer inzake financiële verslaggeving De risicobeheersing inzake de financiële verslag- geving wordt voornamelijk gekenmerkt door: • de boekhoudkundige regels die dagelijks van toepassing zijn; • de uniformiteit die wordt nagestreefd binnen de diverse vennootschappen van de Groep zowel op het vlak van de toepassing van de IFRS-re- gels alsook op het vlak van gestandaardiseerde rapportering; • de controle op de gerapporteerde cijfers van verbonden ondernemingen door de centrale afdeling controlling; • het nazicht, monitoring van de financiële rappor- tering door het auditcomité. OPENBAARMAKING BELANGRIJKE DEELNEMINGEN EN TOELICHTING BIJ DE ELEMENTEN OPGESOMD IN ARTIKEL 34 VAN HET KB VAN 14/11/2007, VOOR ZOVER DIE ELEMENTEN VAN AARD ZOUDEN ZIJN EEN GEVOLG TE HEBBEN IN GEVAL VAN EEN OPENBARE OVERNAMEBIEDING Het kapitaal van de vennootschap bedraagt 84.815.953,73 euro en wordt vertegenwoordigd door 13.931.920 aandelen die elk een gelijk deel van het kapitaal van de vennootschap vertegenwoordigen. Het aandeelhouderschap is per 31 december 2024 als volgt verdeeld: Aantal aandelen % tov kapitaal Stem- rechten % Stem- rechten Koinon NV (1) 10.072.436 72,30% 18.954.653 81,21% S.A. West Investment Holding (1) 522.136 3,75% 1.044.272 4,47% Eigen aandelen (2) 1.611.984 11,57% 1.611.984 6,91% Individuele en institu tionele beleggers 1.725.364 12,38% 1.728.438 7,41% TOTAAL 13.931.920 100,00% 23.339.347 100,00% (1) De NV Koinon en de S.A. West Investment Holding hebben, in hun hoedanigheid van in overleg handelende personen die een akkoord hebben afgesloten aangaande het bezit, de verwerving en de overdracht van effecten, een kennisgeving gedaan. (2) De stemrechten verbonden aan eigen aandelen zijn geschorst. JAARVERSLAG 2024 JAARVERSLAG 2024 106 107 IM WE CREATE MEDIA WITH PACT Alle eigen aandelen die de vennoot- schap in portefeuille heeft, hebben geen stemrecht zolang ze in eigen portefeuil- le zijn. Ieder aandeel geeft recht op één stem. In overeenstemming met artikel 7:53 van het Wetboek van Vennootschap- pen en Verenigingen en artikel 34 van de statuten van Roularta Media Group, hebben de volgestorte aandelen die ten minste twee jaar ononderbroken op naam van dezelfde aandeelhouder in het register van de aandelen op naam zijn ingeschreven, echter een dubbel stemrecht. Tussen de aandeelhouders, de NV Koi- non en de S.A. West Investment Holding, werd een aandeelhoudersovereenkomst afgesloten die aanleiding geeft tot een beperking van de overdracht van de ef- fecten. Er bestaat geen ‘relationship agree- ment’ tussen de vennootschap en haar referentieaandeelhouders. De Raad van Bestuur heeft na evaluatie beslist dat de vennootschap geen baat heeft bij een relationship agreement. De statuten en het Corporate Gover- nance Charter van Roularta Media Group bevatten specifieke bepalingen betreffende de (her)benoeming, vor- ming en evaluatie van bestuurders. De bestuurders worden voor een maximale duur van vier jaar door de algemene vergade- ring van aandeelhouders benoemd, die hen ook te allen tijde kan ontslaan. Een besluit tot benoeming of ontslag behoeft de gewone meerderheid van de stemmen. Wan- neer een plaats van een bestuurder vroegtijdig openvalt, kunnen de overblijvende bestuurders zelf een nieuwe bestuurder benoemen (coöpte- ren). In dat geval zal de eerstvolgende algeme- ne vergadering de definitieve benoeming doen. De statuten van de NV Roularta Media Group voorzien in een bindend voordrachtrecht ten voordele van de NV Koinon. Op grond van dit voordrachtrecht wordt de meerderheid van de bestuurders benoemd uit de kandidaten voor- gedragen door de NV Koinon zolang deze laat- ste rechtstreeks of onrechtstreeks ten minste 35% van de aandelen van de vennootschap bezit. Beslissingen tot wijziging van de statuten zijn onderworpen aan een bijzonder aanwezig- heidsquorum en meerderheidsvereiste. Elke beslissing tot wijziging van de statuten vereist de aanwezigheid, in persoon of bij volmacht, van aandeelhouders die samen minstens de helft van het kapitaal vertegenwoordigen en de goedkeuring van minstens drie vierden van het op de vergadering aanwezige of vertegen- woordigde kapitaal. Indien het aanwezigheids- quorum niet gehaald is, dan moet een tweede vergadering worden samengeroepen. Tijdens de tweede vergadering geldt het aanwezig- heidsquorum niet. De vereiste van een bijzon- dere meerderheid blijft echter bestaan. De Raad van Bestuur is uitdrukkelijk gemach- tigd om, in het geval van openbare overname- biedingen op effecten van de vennootschap, het kapitaal te verhogen binnen de grenzen voorzien in artikel 7:202 van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen door aan- delen uit te geven die niet meer dan 10% verte- genwoordigen van de bestaande aandelen ten tijde van een dergelijk openbaar overnamebod. Deze machtiging werd verleend door de bui- tengewone algemene vergadering van 16 mei 2023 voor een termijn van drie jaar. De vennootschap kan haar eigen aandelen, winstbewijzen of andere certificaten verwer- ven, vervreemden of verpanden voor zover de relevante wettelijke bepalingen worden nage- leefd. De Raad van Bestuur is uitdrukkelijk ge- machtigd om, zonder besluit van de algeme- ne vergadering, eigen aandelen te verwerven en aan te houden indien dat nodig is om een dreigend ernstig nadeel voor de vennootschap te voorkomen. Deze machtiging werd verleend door de buitengewone algemene vergadering van 16 mei 2023 voor een termijn van drie jaar. In het kader van de Wet van 1 april 2007 op de openbare overnamebiedingen werd er door de NV Koinon op 30/08/2018 als rechtstreek- se houder van meer dan 30% van de aandelen Roularta Media Group een actualisatie gedaan van de aanmelding bij de FSMA overeenkom- stig artikel 74 § 6 van voormelde wet. De NV Koinon is een dochteronderneming van de Stichting Administratiekantoor Cerveteri, die gecontroleerd wordt door de heer Rik De Nolf en mevrouw Lieve Claeys. SAMENSTELLING EN ACTIVITEITENVERSLAG VAN DE RAAD VAN BESTUUR EN COMITÉS EN DE AAN- WEZIGHEIDSGRAAD VAN HUN LEDEN De vennootschap heeft naar aanleiding van de aanpassin- gen van haar statuten naar de nieuwe bepaling van het Wet- boek van Vennootschappen en Verenigingen duidelijk de keuze gemaakt voor een monistische structuur. Raad van Bestuur Tijdens het boekjaar 2024 was de Raad van Bestuur van de NV Rou- larta Media Group samengesteld uit tien leden: • Zeven bestuurders die de referen- tieaandeelhouder vertegenwoor- digen en dit overeenkomstig het statutair voordrachtsrecht: • De heer Rik De Nolf, uitvoerend be- stuurder en voorzitter van de Raad van Bestuur (mandaat tot de alge- mene vergadering in 2026). • De heer Xavier Bouckaert, vas- te vertegenwoordiger van de NV Koinon (mandaat tot de algemene vergadering in 2026), • Mevrouw Coralie Claeys, vaste ver- tegenwoordiger van de NV Verana (mandaat tot de algemene verga- dering in 2028) • Mevrouw Lieve Claeys (mandaat tot de algemene vergadering in 2026) • De heer Francis De Nolf, vaste vertegenwoordi- ger van de NV Alauda (mandaat tot de algemene vergadering in 2027) • De heer William De Nolf, vaste vertegenwoordiger van de NV Cella (mandaat tot de algemene ver- gadering in 2027). • De heer Louis De Nolf (mandaat tot de algemene vergadering van 2028) • Drie onafhankelijke bestuurders die allen een lei- dinggevende maatschappelijke functie bekleden: » De heer Koen Dejonckheere, vaste vertegen- woordiger van de NV Invest at Value (man- daat tot de algemene vergadering in 2026): De heer Koen Dejonckheere is sinds 2008 CEO van de Gimv. Voordien was hij managing di- rector en hoofd van Corporate Finance bij KBC Securities. Eerder werkte de heer Koen De- jonckheere bij Nesbic, Halder, Price Waterhouse Corporate Finance Europe en de Bank Brussel Lambert. De heer Koen Dejonckheere kan bogen op een uitgebreide ervaring als dealmaker in in- vestment banking en private equity in België en internationaal. » De heer Rik Vanpeteghem (mandaat tot de alge- mene vergadering in 2026): De heer Rik Vanpe- teghem studeerde rechten en business manage- ment aan de KU Leuven en fiscaal recht aan de Fiscale Hogeschool. Hij begon zijn carrière bij Deloitte Belgium in 1985. Hij is gespecialiseerd in internationale taxplanning. Vooraleer hij CEO werd van Deloitte Belgium (2008-2016) was hij er de managing partner Tax & Legal (2004- 2008). Van 2015 tot zijn uittreding als vennoot in 2021 was hij de Regional Managing Director van EMEA (Europe, Middle East en Africa) en lid JAARVERSLAG 2024 JAARVERSLAG 2024 108 109 IM WE CREATE MEDIA WITH PACT van het Global Executive Committee van De- loitte. De heer Rik Vanpeteghem is in de loop der jaren een actief lid en bestuurder geweest van businessfederaties zoals VBO, Voka en AmCham. Hij was lid van de steunraad Koning Boudewijnstichting West-Vlaanderen en lid van het bestuurscomité van de Kulak. » Mevrouw Pascale Sioen, vaste vertegenwoor- diger van de BV P. Company (mandaat tot de algemene vergadering in 2026): Pascale Si- oen is CEO van de Chemicals-divisie van de Sioen Industries Groep die basisgrondstoffen verwerkt tot hoogkwalitatieve halffabricaten voor tal van toepassingen. Zij is master in de Economie en volgde verschillende postuniver- sitaire opleidingen en stages in het buitenland. Pascale Sioen is uitvoerend bestuurder van Sioen Industries (sinds 1990) maar heeft ook aanzienlijke ervaring als bestuurder en mana- ger in tal van andere ondernemingen in diverse sectoren. Daarnaast zorgt zij voor de begelei- ding van een aantal veelbelovende start-ups. De Raad van Bestuur wordt voorgezeten door de heer Rik De Nolf. Als voorzitter neemt de heer Rik De Nolf de verbindende rol op tussen de referen- tieaandeelhouders, de Raad van Bestuur en het uitvoerend management. Als uitvoerend bestuurder blijft de heer Rik De Nolf ook actief binnen het uitvoerend manage- ment van de Groep. Als lid van het executive management committee neemt de heer Rik De Nolf deel aan de wekelijkse vergaderingen van het executive management committee, woont hij managementteamvergaderingen bij en is hij aanwezig op de maandelijkse cijfer meetings met de verschillende verantwoorde- lijken van de onderscheiden business units van de groep. Met zijn bedrijf- servaring treedt hij op als klankbord en adviseur voor het uitvoerend ma- nagement. De heer Rik De Nolf is als voorzitter en uitvoerend bestuurder ook verantwoordelijk voor de exter- ne communicatie en de ‘investor re- lations’ van de Groep. Deze actieve uitvoerende rol die aan de voorzitter van de Raad van Bestuur werd toebe- deeld, zorgt voor een betere commu- nicatie en doorstroming van informa- tie tussen de Raad van Bestuur en het uitvoerend management en draagt in het algemeen bij tot een goede wer- king van de vennootschap. Dit alles in lijn met de aanbeveling 3.16 van de Corporate Governance Code 2020. De Raad van Bestuur is in 2024 zes keer samengekomen (waaronder één Raad van Bestuur via videoconfe- rentie). Op de agenda van de raden van bestuur staat steevast de opvol- ging van de financiële resultaten van de Groep genoteerd. Ook bijzondere topics zoals bv. overnamedossiers, nieuwe reglementeringen, de strate- gie van de Groep en de bespreking van het jaarlijkse budget komen uit- gebreid aan bod. In het afgelopen jaar werd er door de Raad van Bestuur bijzondere aandacht besteed aan de uitgevoer- de dubbele materialiteitsoefening en de voorbereiding van de rapportering door de vennootschap conform de CS- RD-richtlijn. De leden van de Raad van Bestuur beschikken over de nodige com- petentie en expertise inzake duurzaam- heidtopics om deze materie te beoorde- len en op te volgen. De secretaris van de Raad van Bestuur, Sophie Van Iseghem staat in voor de ver- slaggeving van de raden van bestuur en van de comités opgericht door de Raad van Bestuur. Overzicht aanwezigheden raden van bestuur in 2024: Rik De Nolf, voorzitter 6 Xavier Bouckaert, CEO 6 Lieve Claeys 6 Coralie Claeys 6 Francis De Nolf 6 William De Nolf 6 Louis De Nolf (1) 3 Koen Dejonckheere 6 Pascale Sioen 6 Rik Vanpeteghem 6 In het afgelopen jaar vond er ook een samenkomst plaats van de onafhan- kelijke bestuurders. Voor 2025 staan er opnieuw zes raden van bestuur op het programma. Auditcomité Het auditcomité is samengesteld uit drie bestuursleden waarvan twee on- afhankelijke bestuurders. De leden van het auditcomité beschikken over een collectieve deskundigheid op het gebied van de activiteiten van Rou- larta Media Group cfr. artikel 7:99 van het Wetboek van Vennootschap- pen en Verenigingen. De voorzitter van het auditcomité, de heer Rik Vanpeteghem beschikt over de nodige expertise inzake materies die tot de bevoegdheid van het audit- comité behoren. Dit blijkt onder meer uit de professionele ervaring die de heer Vanpeteghem heeft opgedaan tijdens zijn actieve loopbaan binnen Deloitte Belgium. Het auditcomité is in 2024 vier keer bijeengekomen. Tijdens deze bijeen- komsten heeft het auditcomité con- trole uitgeoefend op de integriteit van de financiële informatie van de vennootschap, heeft het de activitei- ten van de externe auditor van nabij opgevolgd en heeft het indien het dit nodig achtte hierover aanbevelingen gedaan aan de Raad van Bestuur. Op uitnodiging van de voorzitter wordt het auditcomité bijgewoond door de commissaris, de gedele- geerd bestuurder, de voorzitter van de Raad van Bestuur en de financieel directeur. De commissaris was aanwezig op twee vergaderingen van het auditcomité in 2024. De voorzitter van het auditcomité brengt telkens na het auditcomité verslag uit aan de Raad van Bestuur omtrent de behandelde topics binnen het auditcomité. Overzicht aanwezigheden vergaderingen auditcomité in 2023: Rik Vanpeteghem 4 Koen Dejonckheere 3 Louis De Nolf 2 Benoemings- en remuneratiecomité De Raad van Bestuur heeft zoals voorzien in de Corporate Governance Code gebruikgemaakt van de mogelijkheid om één gezamenlijk comité op te richten, namelijk het benoemings- en remunera- tiecomité. Het benoemings- en remuneratiecomité is samengesteld uit een meerderheid van onaf- hankelijke, niet-uitvoerende bestuurders. Roularta Media Group wijkt af van het principe 4.3 van de Corporate Governance Code dat voor- schrijft dat het benoemings- en remuneratiecomi- té bestaat uit minstens drie bestuurders. De Raad van Bestuur is van mening dat de rol en bevoegd- heden van het benoemings- en remuneratiecomi- té op een afdoende wijze kunnen worden ingevuld door twee bestuurders. De Raad van Bestuur heeft (in afwijking van het principe 4.4 van de Corpo- rate Governance Code 2020) ook beslist om geen voorzitter aan te stellen voor dit comité, aangezien dit comité slechts tweemaal per jaar samenkomt en de rol van de voorzitter van een dergelijk comi- (1) Benoemd door de algemene vergadering van 21 mei 2024. té geen toegevoegde waarde heeft. Het benoe- mings- en remuneratiecomité beschikt cfr. arti- kel 7:100 van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen over de nodige deskundigheid op het gebied van remuneratiebeleid. De voorzitter en de CEO nemen met raadge- vende stem deel aan de vergaderingen van het benoemings- en remuneratiecomité cfr. artikel 7:100 § 7 van het Wetboek van Vennootschap- pen en Verenigingen, tenzij wanneer het benoe- mings- en remuneratiecomité beraadslaagt over de vergoedingen van de CEO. Ook de HR-direc- teur wordt uitgenodigd op het benoemings- en remuneratiecomité. Het benoemings- en remuneratiecomité kwam twee keer samen in de loop van 2024 met als belangrijkste agendapunten: het opstellen van het remuneratieverslag, de evaluatie van de re- muneratie- en bonuspolitiek van het uitvoerend management. Overzicht aanwezigheden vergaderingen benoemings- en remuneratiecomité in 2024: Koen Dejonckheere 2 Rik Vanpeteghem 2 EVALUATIE RAAD VAN BESTUUR EN COMITÉS De Raad van Bestuur voert om de vier jaar, onder leiding van de voorzitter en bijgestaan door het benoemings- en remuneratiecomité, een evalu- atie uit van zijn omvang, samenstelling, werking en interactie met het uitvoerend management. Deze evaluatie beoogt vier doelstellingen: (i) de JAARVERSLAG 2024 JAARVERSLAG 2024 110 111 IM WE CREATE MEDIA WITH PACT GENDERDIVERSITEIT De Raad van Bestuur telt drie (30%) vrouwe- lijke en zeven mannelijke (70%) bestuursle- den. Hiermee voldoet Roularta Media Group aan de wettelijke quota cfr. artikel 7:86 van het Wetboek van Vennootschappen en Ver- enigingen inzake genderdiversiteit binnen de Raad van Bestuur. Los van de genderdiversiteit, houdt de Raad van Bestuur bij zijn samenstelling nog ande- re diversiteitsperspectieven voor ogen, zoals onafhankelijkheid, leeftijd, opleiding, profes- sionele ervaring en nationaliteit. De Raad van Bestuur is van mening dat de diversiteit in zijn samenstelling zorgt voor een gevarieerde input van meningen en vi- sies. De daaruit volgende interactie leidt tot een kwaliteitsvollere beraadslaging en be- sluitvorming. Rekening houdend met de ‘war for talent’ is het voor de Groep belangrijk om als werkge- ver/opdrachtgever onze ambities inzake ver- antwoord en duurzaam ondernemen duidelijk in de verf te zetten en dit om nieuwe mede- werkers aan te trekken en te behouden. Enkel met geëngageerde werknemers en zelfstan- dige medewerkers kunnen wij onze ambitieu- ze duurzame doelstellingen realiseren. Roularta Media Group hanteert hiervoor een inclusief personeelsbeleid met als doel ta- lentvolle werknemers en zelfstandige mede- werkers aan te trekken en aan boord te hou- den. Roularta Media Group is ervan overtuigd dat een weerspiegeling van de diversi- teit in de samenleving binnen haar per- soneelsbestand, haar het beste wapent tegen de uitdagingen waarmee wij bin- nen een zeer competitieve mediawereld worden geconfronteerd. Daarnaast wordt ook ten volle aandacht besteed aan het principe van inclusie met als doel al onze personeelsleden/ medewerkers op een efficiënte wijze on- danks hun persoonlijke verschillen te la- ten samenwerken en elkaar vanuit een ‘open spirit & mind’ te versterken. Deze basisfilosofie hanteren wij niet en- kel bij de instroom van nieuwe perso- neelsleden/medewerkers, maar ook bij een verdere doorstroom, groei en ontwik- keling van onze huidige personeelsleden en medewerkers. In het kader van het selectieproces voor een openstaande vacature, een promo- tie, opleiding of andere HR-gerelateerde materies (zoals o.m. een loonsverhoging), wordt een beleid gevoerd gebaseerd op eerlijkheid, billijkheid en inclusief voor al- le medewerkers, ongeacht leeftijd, ach- tergrond, voorkeuren of sekse. De afweging om in aanmerking te komen voor een vacature, promotie, opleiding of een andere HR-gerelateerde beslissing wordt steeds in alle onafhankelijkheid en transparantie gemaakt op basis van eigen verdiensten van de (kandidaat-) mede- werker, namelijk op basis van zijn/haar eigen geschiktheid/bekwaamheid en desgevallend andere objectieve criteria (zoals loopbaange- sprekken, reflectiegesprekken, mutatiedocu- menten, enz.). Voor meer informatie ivm het diversiteitsbe- leid wordt er verwezen naar het duurzaam- heidsverslag. (Scan de QR-code op blz. 130) SAMENSTELLING UITVOEREND MANAGEMENT De operationele bevoegdheden werden door de Raad van Bestuur gedelegeerd aan het executive management committee. Dit comité onder leiding van de gedelegeerd bestuurder (CEO) staat binnen de krijtlijnen uitgezet door de Raad van Bestuur in voor de leiding van de Groep. In de loop van het boekjaar 2024 werd het executive committee uitgebreid met een Chief Operation Officer (COO). Op vandaag zetelen binnen het executive management committee: de CEO, de uitvoe- rend voorzitter van de Raad van Bestuur, de HR-directeur, de CFO en de COO (zie samen- stelling blz. 88). Het executive management committee is divers samengesteld zowel qua gender, ken- nis, expertise, achtergrond als leeftijd. Overeenkomstig principe 2.10 van de Corpo- rate Governance Code heeft de vennootschap een opvolgingsplan voor de CEO en de andere leden van het uitvoerend management. Bij het uitvallen van de CEO worden de taken van de CEO in eerste instantie op tijdelijke wijze ingevuld door de voorzitter van de Raad van Bestuur en wordt onmiddellijk een benoemings- en remuneratieco- mité bijeengeroepen. Bij het uitvallen van een ander lid van het uitvoe- rend management worden in eerste instantie de taken van het uitgevallen lid verdeeld over de ove- rige leden van het uitvoerend management en wordt er onmiddellijk een benoemings- en remuneratieco- mité samengeroepen. TEGENSTRIJDIG BELANG Er waren in de loop van het boekjaar geen tegen- strijdige belangen van vermogensrechtelijke aard die aanleiding gaven tot toepassing van de artikels 7:96 en 7:97 van het Wetboek van Vennootschap- pen en Verenigingen. BELEID BETREFFENDE DE TRANSACTIES EN ANDERE CONTRACTUELE BANDEN TUSSEN DE VENNOOTSCHAP, INCLUSIEF VERBONDEN VENNOOTSCHAPPEN, EN HAAR BESTUURDERS EN LEDEN VAN HET UITVOEREND MANAGEMENT DIE NIET ONDER DE BELANGENCONFLICTEN- REGELING VALLEN Rekening houdend met de principes en richtlij- nen vervat in de Belgische Corporate Governance Code, heeft de vennootschap in haar Corporate Go- vernance Charter een beleid uitgewerkt inzake de transacties en andere contractuele banden tussen de vennootschap, inclusief verbonden vennoot- schappen, en haar bestuurders en leden van het uitvoerend management die niet onder de wettelijke belangenconflictenregeling ressorteren. Er is sprake van een transactie of eni- ge andere contractuele band tussen de vennootschap en haar bestuurders en/of de leden van haar uitvoerend management wanneer: • een bestuurder of een lid van het uit- voerend management een significant persoonlijk financieel belang heeft in de rechtspersoon waarmee Roularta Media Group een transactie wenst af te sluiten; • een bestuurder of een lid van het uit- voerend management, zijn of haar echtgenoot, samenwonende partner, kind of bloed- of aanverwant tot in de tweede graad deel uitmaakt van de Raad van Bestuur of het uitvoerend management van de rechtspersoon waarmee Roularta Media Group een belangrijke transactie wenst aan te gaan; • de Raad van Bestuur oordeelt dat een dergelijk conflict met betrekking tot de voorgenomen transactie bestaat. De betrokken bestuurder of het lid van het uitvoerend management verschaft de Raad van Bestuur alle mogelijke rele- vante informatie met betrekking tot het belangenconflict. De betrokken bestuur- der of het lid van het uitvoerend ma- nagement onthoudt zich van deelname aan de beraadslaging en besluitvorming over dit agendapunt. In voorkomend geval de Raad van Be- stuur beslist om de voorgenomen ver- werking van de Raad van Bestuur en zijn co- mités beoordelen; (ii) nagaan of de belangrij- ke onderwerpen grondig worden voorbereid en besproken; (iii) de daadwerkelijke bijdrage van elke bestuurder aan de werkzaamheden van de Raad van Bestuur nagaan, aan de hand van zijn of haar aanwezigheid bij de raads- en comitévergaderingen en zijn of haar con- structieve betrokkenheid bij de besprekingen en de besluitvorming beoordelen; (iv) een ver- gelijking tot stand brengen tussen de huidige samenstelling van de Raad van Bestuur en zijn comités en de vooropgestelde gewenste samenstelling. Hiermee wijkt Roularta Media Group af van principe 9.1 van de Corporate Governan- ce Code 2020 dat aanbeveelt om minstens om de drie jaar een evaluatie door te sturen. Naar aanleiding van de laatste evaluatie van de Raad van Bestuur en zijn comités in 2023 werden de bestuurders en de leden van de co- mités ook bevraagd naar de ideale frequentie van deze evaluatie. De bevraagde bestuursle- den en leden van de onderscheiden comités waren van mening dat een evaluatie om de vier jaar een ideale frequentie is. Een evalua- tie om de vier jaar ligt in lijn met de duurtijd van het mandaat van bestuurder, waarop er sowieso al een evaluatie gebeurt met het oog op de (her)benoeming van een bestuurder. Eveneens om de vier jaar beoordelen de niet- uitvoerende bestuurders hun interactie met het senior management en, indien toepasse- lijk, maken zij voorstellen over aan de voorzit- ter van de Raad van Bestuur ter verbetering van deze interactie. JAARVERSLAG 2024 JAARVERSLAG 2024 112 113 IM WE CREATE MEDIA WITH PACT richting te laten doorgaan, zal deze transactie minstens moeten plaatsvin- den onder de voorwaarden en tegen de zekerheden die op de markt gewoonlijk gelden voor soortgelijke verrichtingen. De Raad van Bestuur omschrijft in de notulen de aard van de in het eerste lid bedoelde beslissing of verrichting en de vermogensrechtelijke gevolgen ervan voor de vennootschap en verantwoordt het genomen besluit. Dit deel van de no- tulen wordt in zijn geheel opgenomen in het jaarverslag of in een stuk dat samen met de jaarrekening wordt neergelegd. De notulen van de vergadering worden ook aan de commissaris van de vennoot- schap meegedeeld. In zijn verslag bij de jaarrekening beoordeelt de commissa- ris, in een afzonderlijke sectie, de ver- mogensrechtelijke gevolgen voor de ven- nootschap van de besluiten van de Raad van Bestuur, zoals door hem omschreven, waarvoor een strijdig belang als bedoeld in het eerste lid bestaat. De Raad van Bestuur bevestigt dat er in het afgelopen boekjaar geen derge- lijke transacties tot stand zijn gekomen of situaties zijn geweest, die aanleiding hebben gegeven tot toepassing van de hierboven vermelde procedure. PROTOCOL TER VOORKOMING VAN MARKTMISBRUIK Het protocol ter voorkoming van markt- misbruik dat onderdeel vormt van het Corporate Governance Charter van Roularta Media Group legt aan bestuurders, leden van het uitvoerend management en andere personeelsleden of (externe) medewerkers die door de aard van hun functie met ver- trouwelijke en/of koersgevoelige informatie in contact komen, het verbod op om recht- streeks, dan wel onrechtstreeks op basis van voorwetenschap te handelen in financiële instrumenten uitgegeven door Roularta Media Group. Dit protocol is opgesteld in de lijn van de beginselen vastgelegd in de Europese ver- ordening n°596/2014 inzake marktmisbruik en de wetten van 27 juni 2016 en 31 juli 2014 tot wijziging van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sec- tor en de financiële diensten. Het voormelde protocol bevat ook regels betreffende de openbaarmaking van uitgevoerde transacties door leidinggevende managers en hun nauw verwante personen via een kennisgeving aan de vennootschap en aan de Belgische Auto- riteit voor Financiële Diensten en Markten (FSMA). REMUNERATIEVERSLAG Algemeen Door de wet van 28 april 2020 werden nieuwe regels ingevoerd in het Belgische vennoot- schapsrecht, ter uitvoering van de EU-richtlijn 2017/828 met betrekking tot het aanmoedigen van langetermijnbetrokkenheid van aandeel- houders. Deze nieuwe regels vereisen onder meer dat de vennootschap een remuneratie- beleid heeft, waarover de aandeelhouders het recht hebben te stemmen op de algemene vergadering. De Raad van Bestuur heeft zijn uitgewerkte remu- neratiebeleid voor zijn bestuurders en de leden van het uitvoerend management ter goedkeuring voorgelegd aan de algemene vergadering van 18 mei 2021. U vindt het remuneratiebeleid zoals uitgewerkt door de Raad van Bestuur en goedgekeurd door de algemene vergadering terug op de website van de vennootschap via de link www.roularta.be/ nl/roularta-op-de-beurs/corporate-governance/ remuneratiebeleid. Het uitgestippelde remuneratiebeleid voor de bestuurders en de leden van het uitvoerend management heeft als doel gekwalificeerde bestuurders, managers met de vereiste ach- tergrond en ervaring op het gebied van de verschillende elementen van het ondernemings- beleid aan te trekken en te behouden. Om dit doel te bereiken, wordt een marktconform remuneratiebeleid gehanteerd rekening houdend met de omvang en de complexiteit van de onder- neming en waar mogelijk, gebruikmakend van referentiegegevens. Bij iedere materiële wijziging en ten minste om de vier jaar wordt het remuneratiebeleid in over- eenstemming met de bepalingen van de wet van 28 april 2020 opnieuw ter goedkeuring voorgelegd aan de algemene vergadering. De Raad van Bestuur bevestigt dat er geen materiële wijzigingen werden doorgevoerd aan het uitgewerkte remuneratiebeleid en is niet van voornemens dit remuneratiebeleid in 2025 materieel te wijzigen. Het remuneratiebe- leid wordt op de algemene vergadering van 20 mei 2025 opnieuw ter goedkeuring voorge- legd. In onderstaand remuneratieverslag over het boekjaar 2024 vindt u uitleg en duiding bij de vergoeding van: (I) de niet-uitvoerende leden van de Raad van Bestuur; (II) de Chief Executive Officer (CEO), die ook lid is van de Raad van Bestuur en dus ook uitvoerend bestuurder is; (III) de uitvoerende bestuurders; (IV) en van de andere leden van het uit- voerend management die geen deel uitmaken van de Raad van Bestuur. Het remuneratieverslag over het boekjaar 2024 zal ter goedkeuring worden voorgelegd aan de algemene vergadering van 20 mei 2025. Remuneratie van de niet-uitvoerende bestuurders op jaarbasis De niet-uitvoerende bestuurders ontvangen een vaste remuneratie ter vergoeding van hun lidmaatschap van de Raad van Bestuur en zitpenningen in functie van hun aanwezig- heid op de raden van bestuur en de comités waarvan zij lid zijn. De hoogte van de bestuur- dersbezoldiging wordt bepaald rekening houdend met hun rol als gewoon bestuurder, hun specifieke rollen, zoals voorzitter van de Raad van Bestuur, voorzitter of lid van een comité, alsook met de daaruit voortvloeiende verantwoordelijk-heden en tijdsbesteding. Aan de niet-uitvoerende leden van de Raad van Bestuur wordt een vaste vergoeding van 10.000 euro toegekend, aangevuld met een vergoeding per zitting van de Raad van Bestuur van 2.500 euro. Voor telefonische of digitale raden van bestuur wordt geen vergoeding toegekend. Aan de leden van de comités van de Raad van Bestuur (het auditcomité en het benoe- mings- en remuneratiecomité) wordt aanvullend een vergoeding per zitting toe- gekend van 2.500 euro. Aan de voorzitter van het auditcomité wordt per zitting van dit comité een aanvullende vergoeding van 5.000 euro toegekend. De niet-uitvoerende bestuurders ontvangen geen prestatiegebonden remuneratie zoals bonussen, langetermijn-incentiveprogram- ma’s, voordelen in natura of pensioenplannen. Er zijn ook geen bijdragen voor pensioenen of soortgelijke vergoedingen voor bestuur- ders. Evenmin worden aan de niet-uitvoerende bestuurders opties of warrants toege- kend. Hiermee wijkt Roularta Media Group af van het principe 7.6 van de Corporate Governance Code dat aanbeveelt dat de niet-uitvoerende bestuurders voor een deel van hun remuneratie vergoed worden in de vorm van aandelen. De Raad van Bestuur heeft beslist om af te wijken van dit prin- cipe om volgende redenen: vooreerst zijn een aantal niet-uitvoerende leden van de Raad van Bestuur voorgedragen door en/of hebben zij een nauwe relatie met de referen- tieaandeelhouder, die al over een substantieel aandelenpakket beschikt. Voor de overige niet-uitvoerende/onafhankelijke bestuurders is de Raad van Bestuur van mening dat een vergoeding van het bestuurdersmandaat voor een deel onder de vorm van aandelen, tegenstrijdig is met enerzijds het onafhanke- lijkheidsprincipe en anderzijds ook met het langetermijnperspectief voor de Groep, dat de Raad van Bestuur voor ogen heeft. JAARVERSLAG 2024 JAARVERSLAG 2024 114 115 IM WE CREATE MEDIA WITH PACT Remuneratie van de uitvoerende bestuurders op jaarbasis De Raad van Bestuur heeft in zijn midden, naast de gedelegeerd bestuurder/CEO, nog één uitvoerende bestuurder, de heer Rik De Nolf. Aan de voorzitter van de Raad van Be- stuur en aan de gedelegeerd bestuurder wordt een vaste vergoeding toegekend van 100.000 euro. Omdat zowel de voor- zitter als de gedelegeerd bestuurder meer tijd besteedt aan de permanente opvolging van de ontwikkelingen van de Groep in het algemeen en in het bijzonder aan de voor- bereiding van de raden van bestuur en hun afgeleide comités wordt er aan hen een re- muneratiepakket toegekend dat louter be- staat uit een vaste vergoeding. Dit remune- ratiepakket wordt afzonderlijk bepaald door het benoemings- en remuneratiecomité en wordt goedgekeurd door de Raad van Be- stuur. Daarnaast wordt aan de uitvoerend voor- zitter van de Raad van Bestuur als lid van het executive management committee en ter vergoeding van zijn rol als verantwoor- delijke voor de externe communicatie en de ‘investor relations’ van de Groep een afzon- derlijke vergoeding toegekend van 187.122 euro. De uitvoerende bestuurders ontvangen geen prestatiegebonden remuneratie zo- als bonussen, lange- termijn-incentive- programma’s, voordelen in natura of pen- sioenplannen. Evenmin worden aan de OVERZICHTSTABEL VERGOEDINGEN LEDEN RAAD VAN BESTUUR Vaste vergoeding in € Zitpenningen raad van bestuur (1) Zitpenningen auditcomité Zitpenningen benoemings- en remuneratie comité Vergoeding uitvoerend bestuurder/lid uitvoer- end management Totaal Rik De Nolf voorzitter Raad van Bestuur Uitvoerend bestuurder 100.000 0 0 187.122 287.122 Xavier Bouckaert vaste vertegenwoordiger van NV Koinon – gedelegeerd bestuurder Uitvoerend bestuurder 100.000 0 0 779.601 879.601 Coralie Claeys vaste vertegenwoordiger van NV Verana Niet-uitvoerend bestuurder 10.000 12.500 0 0 0 22.500 Lieve Claeys Niet-uitvoerend bestuurder 10.000 12.500 0 0 22.500 Koen Dejonckheere vaste vertegenwoordiger van NV Invest at Value – lid auditcomité – lid benoemings- en remuneratiecomité Onafhankelijk bestuurder 10.000 12.500 7.500 5.000 35.000 Francis De Nolf vaste vertegenwoor diger van NV Alauda Niet-uitvoerend bestuurder 10.000 12.500 0 0 0 22.500 Louis De Nolf (2) lid auditcomité Niet-uitvoerend bestuurder 5.000 7.500 5.000 17.500 William De Nolf vaste vertegenwoordiger van NV Cella Niet-uitvoerend bestuurder 10.000 12.500 0 0 0 22.500 Pascale Sioen vaste vertegenwoordiger van BV P. Company Onafhankelijk bestuurder 10.000 12.500 0 0 0 22.500 Rik Vanpeteghem voorzitter auditcomité – lid benoemings- en remuneratiecomité Onafhankelijk bestuurder 10.000 12.500 20.000 5.000 0 47.500 uitvoerende bestuurders opties of warrants toegekend, noch pensioenbijdragen of soort- gelijke vergoedingen. Remuneratie leden van het uitvoerend management – vergoeding CEO De vergoeding van de leden van het uitvoe- rend management wordt bepaald door de Raad van Bestuur op basis van de aanbeve- lingen van het benoemings- en remuneratie- comité. Het niveau en de structuur van de remunera- tie van het uitvoerend management moeten de vennootschap toelaten gekwalificeerde en deskundige managers aan te trekken, te behouden en blijvend te motiveren, rekening houdend met de aard en de draagwijdte van hun individuele verantwoordelijkheden. De hoogte en structuur van de basisvergoe- ding van het uitvoerend management worden op regelmatige basis getoetst op hun markt- conformiteit door een (internationaal) con- sulting- & adviesbureau gespecialiseerd op het gebied van bezoldigingen en voordelen. Er werd door de Raad van Bestuur in afwij- king van principe 7.9 van de Corporate Go- vernance Code 2020 geen minimumdrempel bepaald van aandelen die moeten worden aangehouden door de leden van het uitvoe- rend management. Door de geregelde basis waarop er door de Raad van Bestuur (op advies van het benoemings- en remunera- tiecomité) aandelenoptieplannen worden uitgeschreven, waarop door de leden van het uitvoerend management kan worden ingete- (1) Er worden geen zitpenningen toegekend voor telefonische of digitale raden van bestuur. (2) benoemd op de algemene vergadering van 21 mei 2024. kend, is de Raad van Bestuur van oordeel dat het bepalen van een dergelijke minimumdrempel niet opportuun is. De vennootschap gaat ervan uit dat het uitge- stippelde remuneratiebeleid voor de leden van het uitvoerend management voor de komende twee boekjaren zal worden aangehouden, tenzij uit de toets met de markt blijkt dat er zich aanpassingen opdringen. De remuneratie van de leden van het uitvoerend management bestaat uit: • een basisvergoeding conform de opleiding, functie-inhoud, ervaring en anciënniteit; • een prestatiegebonden bonus van maximaal 30% van de basis jaarvergoeding. Deze bonus is voor 50% gekoppeld aan de ge- consolideerde resultaten van de Groep, zijnde de gebudgetteerde EBITDA en voor de ove- rige 50% aan de individuele doelstellingen gelinkt aan de verantwoordelijkheden van het betrokken lid van het executive management committee. Bij het bepalen van de individuele kwalitatieve targets voor de overige leden van het uitvoe- rend management wordt er een evenwichtige mix nagestreefd tussen korte- en langeter- mijndoelstellingen, met ook aandacht voor ‘targets’ gelinkt aan het duurzaamheidsbeleid van de vennootschap. Na afloop van het boekjaar wordt er door het benoemings- en remuneratiecomité op basis van de vastgelegde kwantitative en kwalita- tieve prestatiecriteria, bepaald of en in welke JAARVERSLAG 2024 JAARVERSLAG 2024 116 117 IM WE CREATE MEDIA WITH PACT mate de bonus werd gehaald. Voor wat betreft de prestatiegebonden bonus (zijnde 50% van het totale bonusbedrag) gekop- peld aan de gebudgetteerde EBITDA wordt er voorzien dat bij het niet behalen van deze finan- ciële target, de bonus als volgt in minus wordt aangepast. afwijking ≤ 5% tov de gebudgetteerde EBITDA = -20% op de bonus; afwijking ≤ 10% tov de gebudgetteerde EBITDA = -40% op de bonus; afwijking ≤ 15% tov de gebudgetteerde EBITDA = -60% op de bonus; afwijking ≤ 20% tov de gebudgetteerde EBITDA = -80% op de bonus; afwijking ≥ 20% tov de gebudgetteerde EBITDA = -100% op de bonus; Er is geen accelator voorzien, in voorkomend geval de gebudgetteerde EBITDA wordt overschreden. De overige 50% van de te behalen bonus, is ge- koppeld aan meerdere individuele kwa- litatieve prestatiecriteria, die elk een eigen wegingsfactor krijgen. Op basis van een evaluatie en score, die wordt geven aan deze individuele kwalitatie- ve prestatiecriteria, wordt bepaald of en in welke mate het lid van het uitvoe- rend management recht heeft op zijn/ haar bonus. De bonus wordt in cash uitbetaald. Er werd niet voorzien in een terugvor- deringsrecht ten gunste van de ven- nootschap in voorkomend geval de variabele remuneratie zou zijn toege- kend op basis van onjuiste financië- le gegevens (claw back in de zin van artikel 3:6 § 3,11° van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigin- gen). De toekenning van de bonus- sen gebeurt pas na de afsluiting van het boekjaar en het uitvoeren door de commissarissen van de nodige contro- le op de cijfers, zodat de kans op de uitbe- taling van een bonus op basis van onjuis- te financiële gegevens te verwaarlozen is. Hiermee wijkt Roularta Media Group af van het principe 7.12 van de Corporate Gover- nance Code 2020 • een langetermijnincentive bestaande uit rechten om aandelen van Roularta Media Group te verwerven. Deze langetermijn- incentive is niet prestatiegebonden. De door de vennootschap uitgegeven optie- plannen hebben telkens een looptijd van tien jaar, waarbij de eerste uitoefening ten vroegste kan plaatsvinden tijdens het derde kalenderjaar ná het jaar waarop werd inge- tekend op de opties. Aan de CEO en de uitvoerend voorzitter van de Raad van Bestuur die tevens lid zijn van het executive management committee wordt geen bonus, noch een langetermijn- incentive toegekend. EVOLUTIE VAN DE VERGOEDING (LEDEN RAAD VAN BESTUUR EN UITVOEREND MANAGEMENT) IN VERGELIJKING MET DE PRESTATIES VAN DE VENNOOTSCHAP EN DE GEMIDDELDE VERLONING PER FTE EVOLUTIE IN K EURO 2024 2023 2022 2021 2020 Remuneratie RvB 412 385 375 365 335 Aantal leden RvB (op 31/12) 10 9 8 8 8 Remuneratie CEO inclusief bestuurdersvergoeding gedelegeerd bestuurder 880 850 824 793 789 Remuneratie uitvoerend management excl. CEO (inclusief bonussen) 1.174 ( 1 ) 844 794 ( 2 ) 768 588 ( 3 ) Aantal leden uitvoerend management excl. CEO (op 31/12) 4 3 3 3 3 Omzet 320.307 323.526 343.140 300.205 256.269 EBITDA 27.059 21.595 30.081 36.895 18.911 Personeelskosten 112.600 114.658 110.538 98.117 87.225 Aantal FTE's 1.185 1.214 1.293 1.243 1.182 Gemiddelde personeelskost per FTE 95 94 85 79 74 (1) vanaf juni 2024 werd het uitvoerend management uitgebreid met de COO, de heer Jeroen Mouton. (2) De remuneratie van de CFO omvat de vergoeding van de heer Jeroen Mouton t.e.m. 14 november 2022, de vergoeding voor de nieuwe CFO Steven Vandenbogaerde vanaf 1 december 2022 en de vergoeding voor de CFO ad interim tussen 18 oktober 2022 en 9 december 2022. (3) Geen bonussen uitgekeerd wegens COVID-19. Zoals voorzien in de wet van 28 april 2020 geeft Roularta Media Group voor 2024 hierbij de ratio mee tussen de vergoeding van de CEO (exclusief bestuurdersvergoeding) en de laagste verloning (uitgedrukt in voltijds equivalent). Deze ratio bedraagt 22,77. De totale brutovergoeding die in 2024 aan de leden van het executive management committee en de CEO werd toegekend, bedraagt: Leden executive management committee (excl. CEO + incl. vergoeding uitvoerend voorzitter) CEO (NV Koinon) Basisvergoeding 1.019.252 euro 779.601 euro Prestatiegebonden bonus 154.709 euro - Pensioenen of andere voordelen in natura - - Overzicht opties executive management committee Op vandaag zijn er nog twee optieplannen lopende. Een optieplan van 2015 aan een uitoefenprijs van 11,73 euro en een optieplan van 2019 aan een uitoefenprijs van 14,39 euro. De leden van het executive management committee hebben geen aandelenopties in het kader van deze twee nog lopende optieplannen. De heer Jeroen Mouton, die sinds begin juni 2024 de functie van COO invult binnen de groep, heeft een aandelenpakket van 8.772 aandelen Roularta verworven. JAARVERSLAG 2024 JAARVERSLAG 2024 118 119 IM WE CREATE MEDIA WITH PACT 14% PROXISTORE NV ≤ 5% S.T.M. SA ≤ 5% ARTLEAD CV INCOFIN CV KANAAL 127 CV TILL ALWAYS BV 90% PULSAR IT BV 17,1% VLAAMSE NIEUWSMEDIA CV 16,1% LICENSE2PUBLISH CV 100% PROFACTS HOLDING BV 100% PROFACTS BV 100% B2SENSE BV ROULARTA MEDIA DEUTSCHLAND (vaste inrichting) (1) 100% PITE MEDIA BV 20% FIND YOUR BIKE BV 50% MOTOR.NL BV 35% IMMOVLAN BV 100% BELGIAN BUSINESS TELEVISION NV 75% STUDIO APERI NEGOTIUM NV 50% MEDIAFIN NV 100% ROULARTA MEDIA NEDERLAND BV 100% RMN MINDSTYLE BV (1) Vaste inrichting/Zweigniederlassung ingeschreven in het handelsregister te Augsburg Duitsland onder nummer HRB 36615. De BV RMN MINDSTYLE wordt gefusioneerd met de BV Roularta Media Nederland in Q1 2025 met terugwerkende kracht tot 01/01/2025. Begin januari 2025 werden Profacts Holding BV en B2Sense BV gefusioneerd met hun respectievelijke moedervennootschappen. BELGIË NEDERLAND DUITSLAND FRANKRIJK 50% CTR MEDIA SA 35% YELLOWBRICK NV ROULARTA MEDIA GROUP NV 100% PROVEC BV groepsstructuur * ONDERDEEL VERKLARING NIET-FINANCIËLE INFORMATIE (P. 130) GROEPSSTRUCTUUR ROULARTA MEDIA GROUP PER 31/12/2024 * JAARVERSLAG 2024 JAARVERSLAG 2024 120 121 IM WE CREATE MEDIA WITH PACT JAARVERSLAG 2024 122 GECONSOLIDEERDE JAARREKENING Het management beschouwt EBITDA als een relevante prestatiemaatstaf om de resultaten te beoordelen, gezien het – in tegenstelling tot EBIT – afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen buiten beschouwing laat. 1. GECONSOLIDEERDE WINST-EN-VERLIESREKENING IN DUIZEND EURO Toelichting 31/12/2024 31/12/2023 Omzet 4 320.307 323.526 Geproduceerde vaste activa 1.330 1.865 Handelsgoederen, grond- en hulpstoffen -52.491 -62.249 Diensten en diverse goederen 5 -137 .804 -135.533 Personeelskosten 6 -112.600 -114.658 Andere bedrijfsopbrengsten 8 8.580 5.282 Andere bedrijfskosten 8 -3.210 -2.178 Waardeverminderingen op voorraden en vorderingen 7 -371 -846 Voorzieningen 24 1.523 3.707 Aandeel in het resultaat van geassocieerde ondernemingen 16 1.793 2.678 en joint ventures EBITDA 27 .059 21.595 Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen -23.413 -18.359 Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa 14 & 15 -20.862 -18.359 Bijzondere waardeverminderingen 14 -2.551 - Bedrijfsresultaat - EBIT 3.646 3.236 Financieringsopbrengsten 9 1.849 853 Financieringskosten 9 -702 -461 Bedrijfsresultaat na nettofinancieringskosten 4.793 3.629 Belastingen op het resultaat 10 1.331 -1.261 Nettoresultaat 6.124 2.368 Nettoresultaat van de geconsolideerde ondernemingen 6.124 2.368 Toerekenbaar aan: Minderheidsbelangen 22 51 18 Aandeelhouders van Roularta Media Group 6.073 2.350 WINST PER AANDEEL Toelichting 31/12/2024 31/12/2023 IN EURO Gewone winst per aandeel 11 0,49 0,20 Verwaterde winst per aandeel 11 0,49 0,20 2. GECONSOLIDEERD OVERZICHT VAN GEREALISEERDE EN NIET-GEREALISEERDE RESULTATEN IN DUIZEND EURO Toelichting 31/12/2024 31/12/2023 Nettoresultaat van de geconsolideerde ondernemingen 6.124 2.368 Niet-gerealiseerde resultaten van de periode Niet-gerealiseerde resultaten van de periode die later niet geherklasseerd kunnen worden naar winst-en-verlies rekening Langetermijnpersoneelsbeloningen - actuariële winsten / verliezen 1.240 447 Uitgestelde belastingen m.b.t. niet-gerealiseerde perioderesultaten -310 -112 Aandeel in niet-herklasseerbare andere elementen van het resultaat -219 -189 van joint ventures en geassocieerde ondernemingen Niet-gerealiseerde perioderesultaten 711 146 Gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten 6.835 2.514 Toerekenbaar aan: Minderheidsbelangen 51 18 Aandeelhouders van Roularta Media Group 6.784 2.496 De geconsolideerde jaarrekening geeft de cijfers weer voor de boekjaren afgesloten op 31 december 2024 en 31 december 2023. De bijgevoegde toelichtingen maken integraal deel uit van deze onderdelen van de jaarrekening. Geconsolideerdejaarrekening JAARVERSLAG 2024 123 WE MEDIA IM PACT 3. GECONSOLIDEERDE BALANS ACTIVA Toelichting 31/12/2024 31/12/2023 IN DUIZEND EURO Vaste activa 212.7 47 223.272 Goodwill 13 7 .975 9.852 Immateriële activa 14 79.7 65 85.686 Materiële vaste activa 15 72.357 70.830 Deelnemingen gewaardeerd volgens de vermogensmutatiemethode 16 49.622 53.511 Investeringen in financiële activa, leningen en waarborgen 17 440 494 Uitgestelde belastingvorderingen 19 2.589 2.899 Vlottende activa 140.260 140.184 Voorraden 20 8.637 10.889 Handelsvorderingen en overige vorderingen 18 52.718 52.777 Belastingvorderingen 3.208 1.949 Geldmiddelen en kasequivalenten 21 70.048 68.267 Over te dragen kosten en verkregen opbrengsten 5.649 6.301 Totaal activa 353.007 363.456 PASSIVA Toelichting 31/12/2024 31/12/2023 IN DUIZEND EURO Eigen vermogen 216.587 216.775 Eigen vermogen - aandeel van de Groep 216.765 217 .003 Geplaatst kapitaal 22 84.816 80.000 Eigen aandelen 22 -31.801 -30.020 Overgedragen winsten 160.030 166.366 Overige reserves 22 3.720 657 Minderheidsbelangen 22 -178 -228 Langlopende verplichtingen 20.779 24.038 Voorzieningen 24 3.080 2.901 Personeelsbeloningen 25 3.866 5.887 Uitgestelde belastingschulden 19 8.860 9.208 Financiële schulden 26 4.973 6.029 Overige schulden 27 - 13 Kortlopende verplichtingen 115.641 122.643 Financiële schulden 26 3.486 5.444 Handelsschulden 27 40.975 43.82 4 Ontvangen vooruitbetalingen 27 40.098 41.732 Personeelsbeloningen 27 16.969 18.728 Belastingschulden 27 1.137 1.422 Overige schulden 27 5.295 5.091 Toe te rekenen kosten en over te dragen opbrengsten 27 7 .681 6.402 Totaal passiva 353.007 363.456 124 125 JAARVERSLAG 2024 JAARVERSLAG 2024 CREATE WITH IM WE CREATE MEDIA WITH PACT JAARVERSLAG 2024 126 4. GECONSOLIDEERD KASSTROOMOVERZICHT IN DUIZEND EURO Toelichting 31/12/2024 31/12/2023 Cashflow uit operationele activiteiten Nettoresultaat van de geconsolideerde ondernemingen 6.124 2.368 Aandeel in het resultaat van geassocieerde ondernemingen 16 -1.793 -2.678 en joint ventures Dividenden ontvangen van geassocieerde ondernemingen 16 5.590 4.000 en joint ventures Belastingen op het resultaat 10 -1.331 1.261 Intrestkosten 9 702 461 Intrestopbrengsten (-) 9 -1.849 -853 Meer- (-) / minderwaarde (+) op realisatie immateriële en -2.446 -1.222 materiële vaste activa Niet-monetaire posten 19.863 15.528 Afschrijving op (im)materiële activa 14&15 20.862 18.359 Bijzondere waardeverminderingen 14 2.551 - Kosten m.b.t. op aandelen gebaseerde betalingen 6 -29 30 Toevoeging (+) / terugname (-) op provisies 24 -1.523 -3.707 Andere niet-monetaire posten 8 -1.997 845 Nettocashflow uit operationele activiteiten voor mutatie van het 24.861 18.863 werkkapitaal Mutatie van de handelsvorderingen -1.164 3.611 Mutatie van de voorraden 1.911 2.158 Mutatie van de handelsschulden -2.831 -7 .508 Overige mutaties van het werkkapitaal (a) 2.062 -2.934 Mutatie van het werkkapitaal -22 -4.673 Betaalde belastingen op het resultaat -533 -645 Betaalde intresten -440 -461 Ontvangen intresten 1.764 702 NETTOCASHFLOW UIT OPERATIONELE ACTIVITEITEN (A) 25.630 13.787 (a) Mutatie in kortlopende overige vorderingen, over te dragen kosten en verkregen opbrengsten, voorzieningen, personeelsbeloningen, overige schulden, ontvangen vooruitbetalingen en toe te rekenen kosten en over te dragen opbrengsten. We verwijzen naar toelichting 21 – Geldmiddelen en kasequivalenten voor verdere uitleg bij de bewegingen in het kasstroomoverzicht. IN DUIZEND EURO Toelichting 31/12/2024 31/12/2023 Cashflow met betrekking tot investeringen Immateriële activa - aanschaffingen 14 -7 .018 -7 .57 4 Materiële activa - aanschaffingen 15 -8.288 -8.480 Immateriële activa - verkopen 200 - Materiële activa - verkopen 2.369 1.624 Nettokasstroom met betrekking tot overnames en aankoop bedrijfstak 30 - -1.231 Nettokasstroom met betrekking tot afstotingen en verkoop bedrijfstak 30 1.310 - Investeringen in financiële activa, leningen en waarborgen - andere mutaties 35 206 NETTOCASHFLOW MET BETREKKING TOT INVESTERINGEN (B) -11.392 -15.455 Cashflow uit financieringsactiviteiten Betaalde dividenden -4.589 -11.783 Eigen aandelen -2.404 221 Terugbetaling van kortlopende financiële schulden -2.500 - Terugbetaling van langlopende financiële schulden - -500 Aflossing leasingschuld -2.963 -2.484 NETTOCASHFLOW UIT FINANCIERINGSACTIVITEITEN (C) -12.456 -14.545 TOTAAL MUTATIE GELDMIDDELEN EN KASEQUIVALENTEN (A+B+C) 1.781 -16.213 Geldmiddelen en kasequivalenten, openingsbalans 68.267 84.480 Geldmiddelen en kasequivalenten, eindbalans 70.048 68.267 NETTOMUTATIE GELDMIDDELEN EN KASEQUIVALENTEN 21 1.781 -16.213 JAARVERSLAG 2024 127 IM WE CREATE MEDIA WITH PACT JAARVERSLAG 2024 128 5. GECONSOLIDEERD MUTATIEOVERZICHT VAN HET EIGEN VERMOGEN Over- Eigen Minder- Totaal 2024 Geplaatst Eigen gedragen Overige vermogen heids- eigen IN DUIZEND EURO kapitaal aandelen winsten reserves - aandeel belangen vermogen Groep Balans per 01/01/2024 80.000 -30.020 166.366 657 217 .003 -228 216.775 Nettoresultaat - - 6.073 - 6.073 51 6.124 Niet-gerealiseerde perioderesultaten, na aftrek van belastingen - - - 711 711 - 711 Totaal gerealiseerde en niet-gerealiseerde perioderesultaten - - 6.073 711 6.784 51 6.835 Kapitaalverhoging nav keuzedividend 4.816 - - 2.380 7 .196 - 7 .196 Inkoop eigen aandelen - -2.417 - - -2.417 - -2.417 Uitoefening van opties - 13 - - 13 - 13 Toegekende dividenden - - -11.786 - -11.786 - -11.786 Waardering van op aandelen gebaseerde betalingen - - - -29 -29 - -29 Overige toename / afname - 623 -623 - - - - Balans per 31/12/2024 84.816 -31.801 160.030 3.720 216.765 -178 216.587 Over- Eigen Minder- Totaal 2023 Geplaatst Eigen gedragen Overige vermogen heids- eigen IN DUIZEND EURO kapitaal aandelen winsten reserves - aandeel belangen vermogen Groep Balans per 01/01/2023 80.000 -31.109 175.307 1.841 226.039 -247 225.792 Nettoresultaat - - 2.350 - 2.350 18 2.368 Niet-gerealiseerde perioderesultaten, na aftrek van belastingen - - - 146 146 - 146 Totaal gerealiseerde en niet-gerealiseerde perioderesultaten - - 2.350 146 2.496 18 2.514 Uitoefening van opties - 221 - - 221 - 221 Toegekende dividenden - - -11.783 - -11.783 - -11.783 Waardering van op aandelen gebaseerde betalingen - - - 30 30 - 30 Overige toename / afname - 868 491 -1.359 - - - Balans per 31/12/2023 80.000 -30.020 166.366 657 217 .003 -228 216.775 We verwijzen naar toelichting 22 – Eigen Vermogen voor verdere uitleg bij de bewegingen in het eigen vermogen. JAARVERSLAG 2024 129 JAARVERSLAG 2024 JAARVERSLAG 2024 130 131 IM WE CREATE MEDIA WITH PACT TOELICHTINGEN BIJ DE GECONSOLIDEERDE JAARREKENING Toelichting 1 - Belangrijkste gehanteerde grondslagen voor fi nanciële verslaggeving Toelichting 2 - Groepsstructuur Toelichting 3 - Gesegmenteerde informatie Toelichting 4 - Omzet Toelichting 5 - Diensten en diverse goederen Toelichting 6 - Personeelskosten Toelichting 7 - Waardeverminderingen op voorraden en vorderingen Toelichting 8 - Andere bedrijfsopbrengsten en –kosten Toelichting 9 - Financieringsopbrengsten en -kosten Toelichting 10 - Belastingen op het resultaat Toelichting 11 - Winst per aandeel Toelichting 12 - Dividenden Toelichting 13 - Goodwill Toelichting 14 - Immateriële activa Toelichting 15 - Materiële vaste activa Toelichting 16 - Deelnemingen gewaardeerd volgens de vermogensmutatiemethode Toelichting 17 - Investeringen in fi nanciële activa, leningen en waarborgen Toelichting 18 - Handels- en overige vorderingen Toelichting 19 - Uitgestelde belastingvorderingen en –verplichtingen Toelichting 20 - Voorraden Toelichting 21 - Geldmiddelen en kasequivalenten Toelichting 22 - Eigen vermogen Toelichting 23 - Op aandelen gebaseerde betalingen Toelichting 24 - Voorzieningen Toelichting 25 - Langlopende verplichtingen met betrekking tot personeelsbeloningen Toelichting 26 - Financiële schulden Toelichting 27 - Overige toelichtingen met betrekking tot passiva Toelichting 28 - Voorwaardelijke verplichtingen en contractuele verbintenissen voor de verwerving van materiële vaste activa Toelichting 29 – Financiële instrumenten – risico’s en reële waarde Toelichting 30 - Kasstromen met betrekking tot overnames en afstotingen Toelichting 31 - Erelonen van de commissaris en met hem verbonden personen Toelichting 32 - Informatieverschaffi ng over verbonden partijen Toelichting 33 - Belangrijke gebeurtenissen na balansdatum Statutaire jaarrekening Verslag van de commissaris 131 136 137 139 140 140 141 141 141 141 142 142 143 144 146 147 150 150 151 152 152 153 154 154 155 157 158 159 159 160 161 161 162 162 164 INHOUDSTAFEL In overeenstemming met de IFRS Accounting Standards is dit fi nancieel jaarverslag opgesteld in het European Single Electronic Format (ESEF). In geval van tegenstri- jdigheden of conflicten tussen de ESEF versie en andere gepubliceerde versies van dit verslag, heeft de ESEF-versie voorrang. Dit elektronische formaat voldoet aan de eisen van de European Securities and Markets Authority (ESMA) en zorgt voor consistentie en transparantie in de fi nanciële verslaggeving binnen de Europese Unie. Toelichting bij de geconsolideerde jaarrekening TOELICHTING 1 - BELANGRIJKSTE G EHANTEERDE GRONDSLAGEN VOOR F INANCIËLE VERSLAGGEVING 1.1 Presentatiebasis De geconsolideerde jaarrekening wordt opgesteld in overeenstemming met de IFRS Accounting Standards uitgegeven door de International Accounting Standards Board (IASB), en met de interpretaties uitgegeven door het International Financial Reporting Interpretation Committee (IFRIC) van de IASB die door de Europese Commissie zijn goedgekeurd. De geconsolideerde jaarrekening geeft een algemeen overzicht van de activiteiten van de Groep en de behaalde resultaten. Ze geeft een getrouw beeld van de financiële positie, de financiële prestaties en de kasstromen van de Groep, en is opgesteld in de veronderstelling dat de continuïteit gewaarborgd is. Ze is opgesteld in duizend euro. De geconsolideerde jaarrekening over het boekjaar 2024 werd door de raad van bestuur op 4 april 2025 goedgekeurd en kan gewijzigd worden tot de algemene vergadering van 20 mei 2025. 1.2 Nieuwe en herziene IFRS-standaarden en i nterpretaties Volgende standaarden en interpretaties werden t oepasbaar voor boekjaar beginnend op of na 1 januari 2 024: Aanpassingen aan IAS 1 Presentatie van de Jaarrekening: classificatie van verplichtingen als kortlopend of langlopend en Langlopende Verplichtingen met Convenanten Aanpassingen aan IFRS 16: Leaseovereenkomsten: Leaseverplichting in een Sale and Leaseback Aanpassingen aan IAS 7 Het Kasstroomoverzicht en IFRS 7 Financiële Instrumenten: Toelichtingen: R egelingen v oor Leveranciersfinancieringen De toepassing van deze IFRS-normen had geen significante invloed op de geconsolideerde jaarrekening van de Groep. V olgende standaarden en interpretaties zijn g epubliceerd, maar nog niet van toepassing voor h et boekjaar beginnend op 1 januari 2024: Aanpassingen aan IAS 21 De gevolgen van wisselkoerswijzigingen: Gebrek aan inwisselbaarheid (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 januari 2025) IFRS 18 Presentatie en toelichting in de jaarrekening (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 januari 2027 maar nog niet goedgekeurd binnen de Europese Unie) IFRS 19 Dochterondernemingen zonder publieke verantwoordingsplicht – Toelichtingen (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 januari 2027 maar nog niet goedgekeurd binnen de Europese Unie) Aanpassingen aan IFRS 9 en IFRS 7 Classificatie en waardering van financiële instrumenten (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 januari 2026 maar nog niet goedgekeurd binnen de Europese Unie) Jaarlijkse Verbeteringen – Volume 11 ( toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 januari 2026 maar nog niet goedgekeurd binnen de Europese Unie) Aanpassingen aan IFRS 9 en IFRS 7 Contracten met betrekking tot natuurafhankelijke elektriciteit (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 j anuari 2026 maar nog niet goedgekeurd binnen de Europese Unie) De Groep verwacht dat de toepassing van deze IFRS- normen geen significante invloed zal hebben op de geconsolideerde jaarrekening, met uitzondering van IFRS 18 die IAS 1 vervangt. IFRS 18 zal geen invloed hebben op de opname of waardering van posten in de jaarrekening maar wel op de presentatie en de informatieverschaffing ervan. IFRS 18 introduceert namelijk onder andere nieuwe (sub)totalen ("bedrijfsresultaat" en "winst of verlies vóór financiering en inkomstenbelasting") die verplicht zijn, samen met een vereiste om deze te classificeren (in één van de vijf categorieën: operationeel, beleggen, financiering, inkomstenbelasting en beëindigde activiteiten, waarvan de eerste drie nieuw zijn) en presenteren (op basis van het "meest bruikbare gestructureerde samenvatting"-principe). Daarnaast zijn er ook aanvullende vereisten voor de door het management gedefinieerde prestatiemaatstaven en voor de aggregatie en dessaggregatie van informatie. De Groep zal de impact van IFRS 18 op zijn geconsolideerde financiële overzichten (en de impact die dit zal hebben op de gerapporteerde lijnen in de financiële overzichten) verder analyseren. 1.3 Consolidatieprincipes De geconsolideerde jaarrekening consolideert de financiële gegevens van Roularta Media Group NV, haar dochterondernemingen en joint ventures, na de eliminatie van alle materiële transacties binnen de Groep. D ochterondernemingen zijn entiteiten waarover Roularta Media Group NV een beslissende invloed (‘zeggenschap’) uitoefent. Ze consolideert deze onder de integrale consolidatiemethode. De jaarrekeningen van de dochterondernemingen w orden opgesteld voor hetzelfde boekjaar als dat van de moedermaatschappij en op basis van uniforme grondslagen voor financiële verslaggeving voor vergelijkbare transacties en andere gebeurtenissen in soortgelijke omstandigheden. G ezamenlijke overeenkomsten en geassocieerde o ndernemingen Er is sprake van een gezamenlijke overeenkomst wanneer Roularta Media Group NV contractueel overeengekomen is om de zeggenschap te delen met een of meerdere partijen, wat enkel het geval is wanneer beslissingen over de relevante activiteiten de unanieme goedkeuring vereisen van de partijen die gezamenlijke zeggenschap hebben. Geassocieerde ondernemingen zijn ondernemingen waarin Roularta Media Group NV, rechtstreeks of onrechtstreeks, een invloed van betekenis heeft en die geen dochterondernemingen of gezamenlijke overeenkomsten zijn. Dit is verondersteld het geval te zijn indien de Groep ten minste 20% van de stemrechten verbonden aan de aandelen bezit. De opgenomen financiële informatie met betrekking tot deze ondernemingen is opgesteld volgens de grondslagen voor financiële verslaggeving van de Groep en verwerkt volgens de vermogensmutatiemethode. Wanneer het aandeel van de Groep in de verliezen van een joint venture of geassocieerde onderneming groter wordt dan de boekwaarde van de deelneming, wordt de boekwaarde op nul gezet en worden bijkomende verliezen enkel nog opgenomen in de mate dat de Groep bijkomende verplichtingen op zich genomen heeft. In dit geval wordt het gecumuleerde verlies opgenomen onder de rubriek voorzieningen voor overige risico’s en kosten. De nettoboekwaarde van deelnemingen in joint v entures en geassocieerde ondernemingen wordt opnieuw geëvalueerd indien er indicaties zijn van een bijzondere waardevermindering, of indicaties dat eerder opgenomen bijzondere waardeverminderingen niet langer gerechtvaardigd zijn. De deelnemingen in joint ventures en geassocieerde ondernemingen in de balans omvatten ook de boekwaarde van gerelateerde goodwill. Goodwill verworven bij acquisitie van joint ventures of geassocieerde deelnemingen wordt opgenomen in de boekwaarde van de betreffende participatie en niet apart op waardeverminderingen getest, de volledige boekwaarde van de investering wordt getest als één enkel actief volgens de bepalingen van IAS 36 Bijzondere waardevermindering van activa. Het aandeel in het resultaat van geassocieerde ondernemingen en joint ventures wordt opgenomen in het bedrijfsresultaat van de Groep. 1.4 Goodwill Goodwill wordt bij verwerving van dochterondernemingen vanaf overnamedatum opgenomen voor het surplus van enerzijds het totaal van de reële waarde van de overgedragen vergoeding, het bedrag van eventuele minderheidsbelangen en (in een bedrijfscombinatie die in verschillende fasen wordt gerealiseerd) de reële waarde van het voorheen aangehouden aandelenbelang over anderzijds het nettosaldo van de verworven identificeerbare activa en de overgenomen verplichtingen. Conform IAS 36 wordt goodwill niet afgeschreven maar minstens één keer per jaar onderworpen aan een test op bijzondere waardevermindering, alsook telkens er een aanwijzing bestaat dat een kasstroom genererende entiteit mogelijk een waardevermindering heeft ondergaan. Elk merk wordt als een afzonderlijke kasstroomgenererende eenheid beschouwd. 1.5 Immateriële activa andere dan goodwill Immateriële activa omvatten de van derden verworven of door inbreng verkregen merken, klantenportefeuilles, software, concessies, eigendomsrechten en gelijkaardige rechten, alsook intern gegenereerde software. JAARVERSLAG 2024 JAARVERSLAG 2024 132 133 IM WE CREATE MEDIA WITH PACT het financiële actief wordt aangehouden binnen een bedrijfsmodel dat erop gericht is financiële activa aan te houden om contractuele kasstromen te ontvangen, en de contractvoorwaarden van het financiële actief geven op bepaalde data aanleiding tot kasstromen die uitsluitend aflossingen en rentebetalingen op het uitstaande hoofdsombedrag betreffen. Na de eerste waardering worden ze gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs volgens de effectieve rentemethode. Wanneer het effect van discontering immaterieel is, wordt er niet verdisconteerd. De handels- en overige vorderingen, geldmiddelen en kasequivalenten en leningen en waarborgen van de Groep worden geclassificeerd en gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs. Financiële activa gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en- verliesrekening Financiële activa die worden aangehouden in een bedrijfsmodel anders dan ‘om contractuele kasstromen te ontvangen’ of ‘om contractuele kasstromen te ontvangen of om financiële activa te verkopen’ worden gecategoriseerd als gewaardeerd tegen reële waarde via winst en verlies. Een winst of verlies voortvloeiend uit de verandering van de reële waarde van het financieel actief wordt in de winst-en-verliesrekening opgenomen onder de financiële opbrengsten en kosten. De financiële activa (niet-beursgenoteerde aandelenbeleggingen) die zijn geclassificeerd in de rubriek ‘Investeringen in financiële activa’, worden aangemerkt als gewaardeerd tegen reële waarde via winst-en-verliesrekening, net zoals de geschreven put optie op minderheidsbelangen. B ijzondere waardevermindering van financiële a ctiva De Groep bepaalt op elke verslagdatum de waarde van de voorziening voor verliezen (bijzondere waardevermindering). Concreet zijn de volgende activa opgenomen in de beoordeling van de bijzondere waardevermindering van de Groep: handelsvorderingen, overige vorderingen, leningen en waarborgen en geldmiddelen en kasequivalenten. Voor handelsvorderingen die geen significante financieringscomponent bevatten (d.w.z. vrijwel alle handelsvorderingen), biedt IFRS 9 een vereenvoudigde methode voor het meten van de verliescompensatie tegen een bedrag dat gelijk is aan de verwachte kredietverliezen aan de hand van een voorzieningen- matrix, die rekening houdt met historische informatie over wanbetalingen aangevuld met toekomstgerichte informatie per klant. De Groep past deze methode toe voor al haar handelsvorderingen. De Groep beschouwt een financieel actief in wanbetaling wanneer de vorderingen meer dan 120 dagen vervallen zijn of het voorwerp vormen van een invorderingsprocedure. Niettemin beschouwt de Groep een financieel actief evenzeer in wanbetaling wanneer interne of externe informatie aangeeft dat het onwaarschijnlijk is dat de Groep de uitstaande contractuele bedragen volledig zal ontvangen . 1 .8 Voorraden Voorraden worden gewaardeerd tegen kostprijs (inkoopkosten of conversiekosten) volgens de FIFO methode (first-in, first-out) of tegen de opbrengstwaarde indien deze lager is. De conversiekost omvat alle directe en indirecte kosten die nodig zijn om de voorraden op hun huidige locatie en in de huidige staat te brengen. De opbrengstwaarde is de geschatte verkoopprijs in het kader van de normale bedrijfsvoering, verminderd met de geschatte kosten van voltooiing en de geschatte kosten die nodig zijn om de verkoop te realiseren. Verouderde en traag roterende voorraden worden systematisch afgeschreven. 1.9 Geldmiddelen en kasequivalenten Geldmiddelen en kasequivalenten omvatten contante en direct opvraagbare deposito’s, beleggingen op korte termijn (< 3 maanden), kortlopende zeer liquide beleggingen (looptijd van maximum 3 of 6 maanden) die onmiddellijk kunnen worden omgezet in geldmiddelen waarvan het bedrag bekend is en die geen materieel risico van waardeverandering in zich dragen. 1.10 Eigen aandelen Eigen aandelen worden in mindering gebracht van het eigen vermogen en gerapporteerd in het mutatieoverzicht van het eigen vermogen. Er wordt geen winst of verlies opgenomen op de inkoop en verkoop van eigen aandelen. 1.11 Voorzieningen Voorzieningen worden aangelegd wanneer de Groep een bestaande (in rechte afdwingbare of feitelijke) verplichting heeft ten gevolge van een gebeurtenis in het verleden, wanneer het waarschijnlijk is dat een uitstroom van middelen die economische voordelen in zich bergen, vereist zal zijn om de verplichting af te wikkelen, en als het bedrag van de verplichting op betrouwbare wijze kan worden geschat . R eorganisatie Een voorziening voor reorganisatie werd einde 2024 aangelegd bij de verkoop van de Duitse bedrijfsactiviteit en de sluiting van de bedrijfslocatie. 1.12 Personeelsvoordelen Pensioenverplichtingen Binnen de Groep bestaan een aantal ‘toegezegde- bijdragenregelingen’. Deze plannen zijn in België echter wettelijk onderworpen aan minimale gegarandeerde rendementen. Door deze gegarandeerde minimumrendementen worden alle Belgische toegezegde-bijdragenregelingen onder IFRS beschouwd als een toegezegd- pensioenregeling. Deze regelingen die gefinancierd zijn door groepsverzekeringen, worden gekwalificeerd als toegezegd-pensioenregelingen. De contante waarde van de brutoverplichting wordt berekend volgens de projected unit credit-methode, met actuariële berekening die op elk jaareinde gebeurt. Op basis van deze methode worden de verplichtingen met betrekking tot de voorbije diensttijd en de opgebouwde fondsbeleggingen berekend. Het verschil tussen de verplichting en de reële waarde van de fondsbeleggingen wordt door de Groep in de balans opgenomen als personeelsbeloning. Voor de toegezegd-pensioenregelingen worden de voorzieningen gevormd door de actuariële huidige waarde te berekenen van toekomstige tussenkomsten aan de betrokken werknemers. Toegezegd- pensioenkosten worden onderverdeeld in twee categorieën: aan het dienstjaar en vorige dienstjaren toegerekende pensioenkosten, winsten en verliezen op inperkingen en afwikkelingen; nettorentekosten of –inkomsten De kosten van verstreken diensttijd, de nettointrestkosten, de herwaardering van overige personeelsvergoedingen op lange termijn, administratiekosten en belasting voor het jaar zijn opgenomen onder personeelskosten in de geconsolideerde winst- en verliesrekening. De herwaardering van de netto-toegezegd- pensioenverplichting is opgenomen in het geconsolideerd overzicht van de niet-gerealiseerde resultaten van de periode die later niet geherklasseerd kunnen worden naar winst-en-verliesrekening. De Groep neemt tevens een voorziening op voor brugpensioen. Het bedrag van deze voorzieningen is gelijk aan de contante waarde van toekomstige vergoedingen beloofd aan de betrokken werknemers. O p aandelen gebaseerde betalingstransacties Verschillende warrant- en aandelenoptieplannen laten directie en kaderleden toe aandelen van de onderneming te verwerven. IFRS 2 wordt toegepast op alle op aandelen gebaseerde betalingstransacties, toegekend na 7 november 2002 en welke op 1 januari 2005 nog niet onvoorwaardelijk waren geworden. De uitoefenprijs van een optie wordt bepaald op basis van de gemiddelde slotkoers van het aandeel tijdens de dertig dagen die aan de datum van het aanbod van de opties voorafgaan of de laatste slotkoers die voorafgaat aan de dag van het aanbod. De reële waarde van de optie wordt berekend op basis van de Black and Scholes-formule. Wanneer de opties worden uitgeoefend, wordt het eigen vermogen verhoogd met het bedrag van de ontvangen uitoefenprijs. In het kader van de op aandelen gebaseerde transacties, hanteert de onderneming een vestingperiode, waarbij rechten op aandelen geleidelijk worden verworven . Andere langetermijnpersoneelsbeloningen Dit betreft voornamelijk de tariefvoordelen op abonnementen en jubileumuitkeringen. Het bedrag van deze voorziening is gelijk aan de contante waarde van deze toekomstige vergoedingen. 1 .13 Financiële schulden Financiële schulden, behalve derivaten, worden initieel opgenomen tegen reële waarde van de ontvangen geldmiddelen, na aftrek van transactiekosten. Na de eerste verwerking worden leningen en overige financieringsverplichtingen gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieve rentemethode. D e waardering van een verplichting op een putoptie v an een deelneming gewaardeerd volgens de v ermogensmutatiemethode of van een m inderheidsbelang Een financiële verplichting wordt opgenomen voor de reële waarde van de put optie. De reële waarde is de contante waarde van het geschatte aflossingsbedrag en afhankelijk van een management-raming op basis van een aantal assumpties (i.e. de verwachte marktwaarde, de geraamde waarschijnlijkheid van uitoefening van de putoptie in de verschillende jaren en de verwachte WACC). De verplichting zal vervolgens aangepast worden in de winst-en verliesrekening in geval van waardeveranderingen, waaronder het effect van het afwikkelen van de verdiscontering en andere veranderingen in het geschatte aflossingsbedrag als gevolg van veranderingen in assumpties van het management. 1.14 Handelsschulden Handelsschulden worden opgenomen aan kostprijs. Deze schulden worden geclassificeerd als financiële verplichtingen gewaardeerd aan geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieve rentemethode. 1.15 Belastingen Belasting op het resultaat van het boekjaar is het totale bedrag dat is opgenomen in de winst of het verlies over de periode met betrekking tot actuele belasting en Immateriële activa die afzonderlijk worden verworven, worden gewaardeerd tegen kostprijs terwijl de immateriële activa die worden verworven via een bedrijfscombinatie, tegen reële waarde worden gewaardeerd. Indien de voorwaarden voldaan zijn uit IAS 38.18, omvat het geactiveerde bedrag bij intern gegenereerde software de kosten van materialen, directe loonkosten en een evenredig deel van de overheadkosten. De Groep doet voor softwareoplossingen vaak beroep op SaaS-oplossingen waarvoor de agenda- beslissingen van het IFRIC (IFRS Interpretations Committee) over cloud computing-overeenkomsten (gepubliceerd in maart 2019) en de gerelateerde implementatie- en configuratiekosten (gepubliceerd in 2021) in overweging worden genomen. De contracten voor de SaaS-overeenkomsten (en bijhorende implementatiekosten) worden onderzocht op transactiebasis. Indien er wordt geoordeeld dat de Groep enkel toegang verkrijgt tot de cloud-diensten en geen controle verwerft over een onderliggend immaterieel actief worden de licentie- en implementatiekosten niet weerhouden als immateriële activa maar worden ze opgenomen in de kosten op het moment dat de diensten worden ontvangen. Elk merk en/of klantenportefeuille wordt als een afzonderlijke kasstroomgenererende eenheid beschouwd. A fschrijvingen Immateriële activa worden afgeschreven volgens de lineaire methode vanaf de datum waarop het actief beschikbaar is en dit over de verwachte gebruiksduur. Volgende gebruiksduren worden toegepast: Immateriële activa Totale gebruiksduur Ontwikkelingskosten 3 Software 3 tot 5 Concessies, Volgens de verwachte eigendomsrechten en gebruiksduur verwante rechten Klantenportefeuille 20 / 15 / 5 Merken 40 / 20 / 10 / 5 * zie ook belangrijkste bronnen van schattingsonzekerheden In onderstaande tabel wordt de initiële gebruiksduur weergegeven van de merken, tenzij specifiek aangeduid dat het om een ander immaterieel vast actief gaat. Totale gebruiksduur De Tijd/L'Echo 40 Landleven 20 Libelle/Femmes d'Aujourd'hui 20 Plus Magazine België 20 Plus Magazine Nederland 20 EW 20 EW (klantenportefeuille) 15 Top Uitgaves 10 Fiscaal-juridisch 10 Feeling/Gael 10 BePublic-BeReal 10 Télépro 10 Truckstar 10 Beleggers Belangen 10 Fiets 10 Happinez 10 Flow 10 Plus Magazine Nederland 5 (klantenportefeuille) Black Tiger (klantenportefeuille) 5 Gezondheid 5 Beleggers Belangen, Truckstar, Fiets 5 (klantenportefeuille) Helden 5 Yoga 5 Psychologie 5 Conform IAS 36 wordt op elke balansdatum beoordeeld of er aanwijzingen zijn dat een actief aan een bijzondere waardevermindering onderhevig is. Indien dergelijke indicaties aanwezig zijn, wordt de realiseerbare waarde van het actief geschat als de de hoogste waarde van de reële waarde minus de verkoopkosten en zijn bedrijfswaarde. Een bijzondere waardevermindering wordt opgenomen indien de boekwaarde van een actief, of de kasstroomgenererende eenheid waartoe het actief behoort, hoger is dan de realiseerbare waarde. Deze bijzondere waardeverminderingen worden opgenomen in de winst- en verliesrekening. Het bepalen van de bedrijfswaarde is gebaseerd op het discounted cashflowmodel, met name de verdiscontering van de toekomstige kasstromen voortvloeiend uit de voortgezette exploitatie van de eenheid, waarbij door het management uitgegaan is van een kasstroomprognose op basis van een businessplan op vijf jaar. De toekomstige kasstromen worden verdisconteerd op basis van een gewogen gemiddelde vermogenskostenvoet. Om de kasstroomprognoses te bepalen na de laatste budgetperiode worden ze geëxtrapoleerd op basis van een groeivoet. Bij het bepalen van de gewogen gemiddelde vermogenskostenvoet wordt er rekening gehouden met een verschillend rentepercentage, risicoprofiel en belastingvoet in België versus Nederland. De langetermijngroeivoet reflecteert de verwachtingen binnen de mediawereld. Het bepalen van de reële waarde min verkoopkosten is gebaseerd ofwel op een empirische methode, waarbij een transactiemultiple, verkregen uit vergelijkbare transacties in de mediasector en uit ervaringsgegevens, werd toegepast op het criterium omzet, ofwel op een marktwaarde gebaseerd op gelijkaardige transacties in de markt. 1.6 Materiële vaste activa Materiële vaste activa worden gewaardeerd aan kostprijs verminderd met eventuele cumulatieve afschrijvingen en eventuele cumulatieve bijzondere waardeverminderingsverliezen (conform IAS 36). De kostprijs omvat de initiële aankoopprijs vermeerderd met alle rechtstreeks toerekenbare kosten (zoals niet- terugvorderbare belastingen, transport). De kostprijs van een zelf vervaardigd actief omvat de kostprijs van de materialen, directe loonkosten en een evenredig deel van de productieoverhead. L easeovereenkomsten De Groep heeft vooral leasingovereenkomsten met betrekking tot gebouwen en wagens. A fschrijvingen Het af te schrijven bedrag van een actief (zijnde kostprijs verminderd met de restwaarde) wordt opgenomen in de winst- en verliesrekening volgens de lineaire methode vanaf de datum waarop het actief beschikbaar is voor gebruik over de verwachte gebruiksduur. Volgende gebruiksduren worden toegepast: • Gebouwen » standaard 33 jaar » gebouwen op terreinen duur van de in erfpacht erfpacht » herinrichting met waardevolle meerwaarde 10 jaar • Installaties, machines en uitrusting » standaard 5 tot 15 jaar » drukpersen, droogovens en warmtewisselaars mbt de drukpersen model Lithoman 23 jaar • Meubilair en kantooruitrusting 5 tot 10 jaar • Elektronisch materiaal 3 tot 5 jaar • Rollend materieel 4 tot 5 jaar • Overige materiële vaste activa 5 tot 10 jaar • Activa in aanbouw geen afschrijvingen • Leaseovereenkomsten en soortgelijke rechten » standaard 2 tot 9 jaar » erfpacht kantoor Brussel 26 jaar Terreinen worden niet afgeschreven aangezien aangenomen wordt dat zij een onbepaalde gebruiksduur hebben. 1.7 Financiële activa Criteria voor de eerste opname en het niet meer o pnemen van financiële activa Financiële activa worden geboekt als de Groep partij wordt bij de contractuele bepalingen van het instrument. Financiële activa worden niet langer opgenomen als de contractuele rechten op de kasstromen van het financiële actief aflopen of als de Groep het financiële actief en de risico’s en de voordelen ervan overdraagt. C lassificatie en eerste waardering van financiële a ctiva Bij de eerste verwerking wordt een financieel vast actief mogelijks geclassificeerd in één van de drie waarderingscategorieën: (a) Financiële activa gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs. (b) Financiële activa gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en- verliesrekening (c) Financiële activa gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de overige gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten Enkel (a) en (b) zijn van toepassing op de Groep. Financiële activa worden initieel gewaardeerd aan reële waarde, behalve handelsvorderingen die geen significante financieringscomponent hebben. Deze worden bij eerste opname gewaardeerd tegen hun transactieprijs. De transactiekosten die rechtstreeks toe te rekenen zijn aan de verwerving van financiële activa worden toegevoegd aan de reële waarde van de financiële activa bij de eerste erkenning, met uitzondering van de categorie financiële activa gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van de waardeveranderingen in de winst-en verliesrekening, waar de transactie kosten direct in de winst-en-verliesrekening worden opgenomen. W aardering van financiële activa na eerste opname Financiële activa gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs Financiële activa worden gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs indien ze aan volgende voorwaarden voldoen (en niet zijn aangewezen als gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening): JAARVERSLAG 2024 JAARVERSLAG 2024 134 135 IM WE CREATE MEDIA WITH PACT De in IFRS 15 gebruikte terminologie ‘contractactiva’ en ‘contractpassiva’ worden niet gebruikt in de balans, maar worden wel beschreven in de toelichting met betrekking tot de omzet. De contractactiva worden mee opgenomen in de geconsolideerde balans als ‘handelsvorderingen en overige vorderingen’. De contractpassiva worden opgenomen in de geconsolideerde balans als ‘handelsschulden’ en ‘ontvangen vooruitbetalingen’. 1.18 Financieringskosten Financieringskosten worden als last opgenomen in de periode waarin ze zijn gemaakt . 1.19 Cruciale beoordelingen en belangrijkste b ronnen van schattingsonzekerheden De opstelling van de jaarrekening in overeenstemming met IFRS vereist dat het management oordelen vormt, schattingen en veronderstellingen maakt die van invloed kunnen zijn op de in de jaarrekening opgenomen bedragen. De veronderstellingen en hiermee verbonden schattingen zijn gebaseerd op ervaringen uit het verleden en verschillende andere factoren die, gegeven de omstandigheden, als redelijk kunnen worden beschouwd. De uitkomsten hiervan vormen de basis voor het oordeel over de boekwaarde van activa en de verplichtingen die niet op eenvoudige wijze uit andere bronnen blijken. De daadwerkelijke uitkomsten kunnen afwijken van deze schattingen. De schattingen en onderliggende veronderstellingen worden periodiek beoordeeld. Belangrijkste bronnen van beoordelingen en schattingsonzekerheden: Marktkapitalisatie en waardering van het netto-actief De Groep heeft beoordeeld of het verschil tussen de marktkapitalisatie van Roularta Media Group (156,7 miljoen euro op 31 december 2024) en de boekwaarde van het netto-actief (216,6 miljoen euro op 31 december 2024) moet worden beschouwd als een indicator voor bijzondere waardevermindering. De aandelenkoers daalde van € 17,8 op 2 januari 2023 tot € 11,25 op 31 december 2024; de gemiddelde aandelenkoers over het ganse jaar 2024 bedroeg € 11,28. Het bedrijf heeft nagedacht over de relevantie van deze daling en over de periode dat het aandeel onder zijn nettoboekwaarde noteerde. De Groep stelt vast dat het aandeel een beperkte free float (12%) heeft wat bijdraagt aan lagere handelsvolumes (399.499 aandelen verhandeld gedurende 2024 van de in totaal 13.931.920 aandelen). Een beperkte free float beïnvloedt de liquiditeit van de aandelen en leidt mogelijk tot afwijkingen tussen de marktprijs en de nettoboekwaarde. Als gevolg daarvan is de dekking van analisten verminderd en is de investeringsbereidheid van institutionele beleggers beperkt vanwege de impact die een toe- of uittreding kan hebben op de aandelenprijs. Gelet op de gevolgen van deze beperkte free float, oordeelt de Groep dat de beurskoers van het aandeel niet relevant is als indicator voor waardevermindering. Los hiervan onderzoekt de Groep haar netto-actief sowieso op mogelijke indicaties van bijzondere waardevermindering. Een groot deel van het netto- actief bestaat uit goodwill en immateriële activa waar er voor beide een indicatie op bijzondere waardevermindering was in boekjaar 2024. We verwijzen onder andere naar de schattingsonzekerheden hierover in de paragraaf ‘Bijzondere waardeverminderingen op goodwill en immateriële activa zoals inbegrepen in toelichting 13 en 14’ en de toelichtingen zelf. Voor de deelnemingen gewaardeerd volgens de vermogensmutatiemethode was er enkel een indicatie met betrekking tot de BV Immovlan, wat uiteindelijk ook tot een bijzondere waardevermindering heeft geleid. Voor de materiële vaste activa was er een indicatie op één recht-op- gebruik actief (huur gebouw) wat uiteindelijk ook in een bijzondere waardevermindering heeft geresulteerd. In het geval dat het management oordeelt dat er indicaties zijn op bijzondere waardeverminderingen voor gelijk welk actief, maakt het inschattingen over een heel aantal parameters. Een eventuele wijziging in deze beoordeling of in één of meerdere van deze parameters, kan een significante invloed hebben op de realiseerbare waarde. Bijzondere waardeverminderingen op goodwill en immateriële activa zoals inbegrepen in toelichting 13 en 14 Voor de immateriële activa waarvoor er een indicator van bijzondere waardevermindering is, wordt een specifieke test uitgevoerd. Het testen of er bijzondere waardeverminderingen op immateriële activa en goodwill zijn, vergt het maken van significante schattingen over o.a. volgende parameters: verdisconteringsvoet, groeivoet van de publiciteitsinkomsten, groeivoet van het aantal abonnees, losse verkoop en de abonnementsprijzen, evolutie van de druk- en papierkosten en de indirecte kosten. Bij het uitvoeren van een test op bijzondere waardeverminderingen zal het management gebruik maken van de historiek van deze parameters en de verwachting over hoe deze parameters zullen evolueren in een periode over 5 jaar zoals deze op het moment van de test bekend zijn. Daarnaast maakt het management een inschatting van de groeivoet na deze periode. Een eventuele wijziging van één of meerdere parameters kan tot een significante wijziging van de realiseerbare waarde leiden. We verwijzen naar Toelichting 14 met betrekking tot immateriële activa. Beoordeling gebruiksduur van de merken De waarde van de merken wordt afgeschreven in functie van de ingeschatte bepaalde gebruiksduur. Elk merk wordt als een aparte kasstroomgenererende eenheid (KGE) aanzien omdat elk merk een identiteit op zich vormt, met een eigen strategische positionering, eigen doelgroep, eigen waarden, eigen marketing- en salesaanpak die individueel aangestuurd worden om zo de hoogste waarde per merk te verkrijgen. Onderstaande opdeling van merken in functie van hun gebruiksduur is een algemene leidraad die door het management werd uitgewerkt en dit op basis van enerzijds hun inzichten in de mediasector en anderzijds de toets van deze inzichten aan de realiteit. Er worden vier groepen geïdentificeerd voor de initiële bepaling van de gebruiksduur. Een 40 jaar economische gebruiksduur is voor ‘super’merken, die reeds een heel uitgesproken naambekendheid hebben en nog groeien qua omzet en/of EBITDA en een boekwaarde hebben die kleiner is dan 10 keer de EBITDA van het merk. Deze ‘super’merken worden ook buiten de mediasector (naast andere grote merken) erkend. Een 20 jaar economische gebruiksduur is voor merken die reeds een naambekendheid hebben of nog kunnen groeien qua omzet en/of EBITDA en een boekwaarde hebben die kleiner is dan 10 keer de EBITDA van het merk. Deze ‘groei’merken worden ook buiten de sector (naast andere grote merken) herkend. Een 10 jaar economische gebruiksduur is voor ‘mature’ merken waar omzet/EBITDA stabiel is of licht dalend over de laatste 5 jaar maar met een initiële boekwaarde groter of gelijk aan € 1 miljoen. Dit zijn merken met een relatief belangrijke naams- en waardenherkenning in de sector waarin ze opereren. Een 5 jaar economische gebruiksduur is voor jonge (enkele jaren oud) of kleine merken, die nog veel te bewijzen hebben maar met potentieel en een beperkte initiële boekwaarde (< € 1 miljoen). De gebruiksduur is hier beperkt maar zo’n merk kan verder uitgebouwd worden in de komende jaren. Op basis van een individueel assessment per merk en inschattingen gemaakt door het management wordt ieder merk ondergebracht in één van bovenvermelde groepen van merken (i.e. ‘super’merken, ‘groei’merken, ‘mature’ merken en ‘jonge’/’kleine’ merken). Deze inschattingen van het management kunnen echter negatief beïnvloed worden door enerzijds algemeen ongunstige marktontwikkelingen, opgelegde overheidsmaatregelen (onder meer doch niet beperkt tot overheidsmaatregelen in het kader van pandemieën) en/of tegenvallende prestaties van een of meerdere merken. Hierdoor kan het management genoodzaakt worden om de gemaakte inschattingen inzake de levens/gebruiksduur van een merk bij te sturen en het merk onder te brengen in een andere groep van merken. Op het einde van de huidige verslagperiode zijn er geen indicaties dat er aanpassingen zouden moeten gebeuren aan de indeling van de merken in de verschillende merkengroepen, noch dat de levens/gebruiksduur van een merk sterker zou zijn gedaald ten opzichte van de initieel ingeschatte gebruiksduur ervan. We verwijzen naar toelichting 14 en 16 voor een sensitiviteitsanalyse uitgevoerd in 2024 op de gebruiksduur van de verschillende merken. Toegezegd-pensioenregelingen De kosten van de toegezegd-pensioenregeling (zie toelichting 25) en de contante waarde van de pensioenverplichting worden bepaald door middel van actuariële waarderingen. Een actuariële waardering houdt in dat verschillende veronderstellingen worden gemaakt die kunnen afwijken van de werkelijke ontwikkelingen in de toekomst. Deze omvatten de bepaling van de disconteringsvoet, toekomstige salarisverhogingen, toekomstige inflatie, personeelsverloop en sterftecijfers. Wegens de complexiteit de waardering en het langetermijnkarakter ervan, is een toegezegd- pensioenverplichting zeer gevoelig voor wijzigingen in deze veronderstellingen. Alle veronderstellingen worden op balansdatum herzien. Uitgestelde belastingvorderingen Uitgestelde belastingvorderingen worden opgenomen voor fiscaal overdraagbare verliezen en fiscaal verrekenbare tegoeden voor zover het waarschijnlijk is dat er toekomstige belastbare winst beschikbaar zal zijn waarmee de fiscaal overdraagbare verliezen en fiscaal verrekenbare tegoeden kunnen worden verrekend. Bij deze beoordeling houdt het management rekening met elementen zoals de bedrijfsstrategie op lange termijn en de lokale belastingwetgeving die van kracht is op de verslagdatum. Rechtszaken en geschillen De Groep is betrokken bij een aantal hangende geschillen waarvoor provisies worden aangelegd indien het waarschijnlijk is dat er een kasuitstroom zal zijn van middelen en wanneer het bedrag betrouwbaar kan ingeschat worden. 1.20 Extra toelichting met betrekking tot impact e n risicobeheersing van algemene b edrijfsrisico’s In 2024 daalden de energie-en papierprijzen ten opzichte van 2023, maar ze blijven wel op een hoog uitgestelde belastingen. De belastingkost wordt opgenomen in de winst- en verliesrekening over de periode, tenzij de belasting voortvloeit uit een transactie of gebeurtenis die direct in het eigen vermogen is opgenomen. In dat geval worden de belastingen rechtstreeks ten laste van het eigen vermogen genomen. Actuele belastingen voor lopende en voorgaande perioden worden, in zoverre ze nog niet zijn betaald, opgenomen als verplichting. Als het bedrag dat al is betaald met betrekking tot de lopende en voorgaande perioden groter is dan het bedrag dat over deze periode verschuldigd is, wordt het saldo opgenomen als een actief. Voor de berekening worden de belastingtarieven gebruikt waarvan het wetgevingsproces materieel is afgesloten op de balansdatum. Uitgestelde belastingen worden opgenomen op basis van de ‘liability’-methode, voor alle tijdelijke verschillen tussen de belastbare basis en de boekwaarde voor financiële verslaggevingsdoeleinden en dit zowel voor activa als verplichtingen. Voor de berekening worden de belastingtarieven gebruikt waarvan het wetgevingsproces materieel is afgesloten op de balansdatum. Volgens deze methode moet de Groep bij een bedrijfscombinatie onder meer uitgestelde belastingen opnemen als gevolg van het verschil tussen de reële waarde van de verworven activa, verplichtingen en voorwaardelijke verplichtingen en hun belastingbasis ten gevolge van de bedrijfscombinatie. Uitgestelde belastingvorderingen worden enkel opgenomen indien het waarschijnlijk is dat er voldoende toekomstige belastbare winsten zullen zijn om het belastingvoordeel te kunnen genieten. Uitgestelde belastingvorderingen worden teruggenomen indien het niet langer waarschijnlijk is dat het gerelateerde belastingvoordeel zal gerealiseerd worden. 1 .16 Overheidssubsidies Overheidssubsidies ter compensatie van door de Groep gemaakte kosten worden systematisch erkend als baten onder de andere bedrijfsopbrengsten in dezelfde periode waarin deze kosten worden gemaakt. 1 .17 Opbrengsten De Groep past het vijfstappenmodel toe beschreven in IFRS 15 voor de opname van opbrengsten die voortvloeien uit contracten met klanten. Opbrengsten worden opgenomen voor het bedrag van de vergoeding waarop de Groep verwacht recht te hebben in ruil voor de overdracht van goederen of diensten aan een klant. De belangrijkste activiteiten waaruit Roularta Media Group haar opbrengsten genereert, worden hierna beschreven, per segment. Er zijn bij de Groep twee operationele segmenten: ‘Media Brands’ en ‘Printing Services’. Binnen het segment ‘Media Brands’ (de merken die door RMG en haar participaties worden geëxploiteerd) worden de opbrengsten in de eerste plaats gegenereerd uit magazines, gratis pers, kranten, tv, evenementen en websitediensten. De typische duur van klantcontracten bedraagt 12 maanden of minder. De opbrengsten omvatten in hoofdzaak abonnementsinkomsten, inkomsten uit losse verkoop, advertentie-inkomsten en inkomsten van line extensions van de merken. De erkenning van opbrengsten valt over het algemeen samen met de overdracht van de geleverde goederen. Voor de abonnementen wordt, ofwel bij aanvang, ofwel periodiek, een bedrag ontvangen voor de periode waarin de magazines geleverd worden. De omzet van de magazines wordt over de tijd heen verspreid en aan de juiste periode toegekend, d.w.z. bij de verschijningsdatum van de magazines. Bij vooruitbetalingen van bijvoorbeeld een abonnement wordt een ‘contract passiva’ teruggedraaid gedurende de abonnementsperiode.. Deze contract passiva staan gepresenteerd onder ‘Ontvangen vooruitbetalingen’. De opbrengsten uit losse verkoop worden opgenomen volgens de verschijningsdatum van het nummer. De erkenning van omzet publiciteit gebeurt bij het verschijnen van de publiciteit. Daarnaast is er het segment ‘Printing Services’, dat de prepress- en drukkerijactiviteiten voor interne merken en externe klanten omvat. Prepressactiviteiten staan voor het samenstellen van de magazines voordat ze van de drukpersen rollen of op de website gepubliceerd worden. De erkenning van omzet prepress of drukwerk valt samen met het leveren van de dienst/de goederen, d.w.z. bij het leveren van de afgewerkte prepressdienst of het leveren van het drukwerk. Daarnaast zijn er ook opbrengsten uit ruilovereenkomsten waarvoor een niet-geldelijke vergoeding ontvangen wordt. De Groep sluit namelijk ruiltransacties af waarbij voornamelijk publiciteit in een magazine of krant van de Groep geruild wordt voor publiciteit op TV, radio of in een magazine bij een andere mediapartner. De Groep heeft bepaald dat deze transacties binnen het toepassingsgebied van IFRS 15 vallen. Bijgevolg worden deze transacties gewaardeerd tegen hun transactieprijs. De voornaamste inschatting die hierbij gemaakt wordt, is de waarde van de kortingen die gegeven worden in gelijkaardige transacties. In de winst-en- verliesrekening worden de opbrengsten als omzet geboekt en de kosten als diensten en diverse goederen. niveau. De distributiekosten stegen vanaf de tweede jaarhelft van 2024 omwille van een nieuw bedelingscontract waarbij bepaalde parameters zwaarder doorwegen in de prijs van de bedeling. Om de winstgevendheid onder controle te houden, werden prijsstijgingen doorgevoerd samen met een beleid van strikte kostencontrole. De Groep zal blijven inzetten op een strikte kostenbewaking en op efficiëntiemaatregelen door de uniformisering van de Nederlandse en Belgische processen en systemen. In 2025 verwacht de Groep verder druk door hogere kosten voor personeel en stabiele tot licht stijgende kosten van energie en grondstoffen. Om het prijsrisico van het papier te beheersen, worden er periodieke contracten afgesloten voor dagblad- en magazinepapier. Om het risico op prijsstijgingen inzake energie af te vlakken en pieken te vermijden, wordt voor een deel van de afname van energie gewerkt met ‘click-contracten’, waarbij de prijs op voorhand wordt vastgeklikt, ongeacht de marktomstandigheden. De distributiekosten worden verwacht (met uitzondering van een indexatie voor 2025) in lijn te blijven met de tweede jaarhelft van 2024. De Groep probeert deze kosten onder controle te houden door interne aanpassingen te doen aan het bedelingsstramien, goede contracten te onderhandelen en in te zetten op alternatieve wijzen van distributie. Onderbrekingen van levering van energie, grondstoffen en/of goederen worden momenteel niet verwacht, maar kunnen eventueel wel volgen indien de geopolitieke situatie negatief evolueert. Onderbreking van grondstoffen en distributie kan voor veel producten van de Groep ondervangen worden door lezers en adverteerders enkel de digitale versie aan te bieden. Een onderbreking van energie betekent dat zowel digitale als fysieke producten niet meer kunnen geleverd worden en zou aldus aanleiding kunnen geven tot een tijdelijk verlies aan omzet. 1.21 Klimaatverandering en het effect op de f inanciële rapportering De EU en haar lidstaten hebben de Overeenkomst van Parijs ondertekend en geratificeerd met als doel om de eerste klimaat neutrale economie en samenleving te creëren. In het kader van deze klimaatambities heeft de Groep zich ook geëngageerd om klimaat neutraal te worden voor scope 1 en scope 2 emissies tegen 2040 en voor scope 3 emissies tegen 2050. Om deze klimaat ambitie te verwezenlijken worden er gerichte acties ondernomen, waaronder investeringen in gebouwen en machines om de ecologische voetafdruk te verkleinen. Voor meer informatie hierover verwijzen we in dit jaarverslag naar het ‘Duurzaamheidsverslag 2024’ waar de duurzaamheidsdoelstellingen en status opgenomen zijn. JAARVERSLAG 2024 JAARVERSLAG 2024 136 137 IM WE CREATE MEDIA WITH PACT Hieronder volgt wat meer info over de wijzigingen in de consolidatiekring: Bayard Media Verwaltungs GmbH en Senior Publications Verwaltungs GmbH waren voorheen volledig geconsolideerd maar sinds 2023 waren er hier geen activiteiten meer. De vereffeningen hebben geen impact veroorzaakt. Bij de uittreding uit Repropress CV werd 10K€ cash ontvangen. Bij de overname door de NV Mediafin van het onafhankelijke Gentse marktonderzoekbureau Profacts op 19 december 2024, heeft de NV Mediafin 100% van de aandelen in Provec BV gekocht. Provec BV is op zijn beurt 100% aandeelhouder in Profacts Holding BV die 100% aandeelhouder is in Profacts BV. De laatste houdt 100% van de aandelen aan in B2SENSE BV. De reden voor de overname is dat Profacts over een massa interessante analyses, data en inzichten beschikt en Mediafin heeft toegang tot een uiterst interessante community van lezers en adverteerders. Beide sterktes worden met de overname gekoppeld. De voltrekking (closing) van deze aandelentransactie vond ook plaats op 19 december 2024, waardoor de resultaten voor deze entiteiten vanaf 1 januari 2025 zullen opgenomen worden. De omzet van de verworven ondernemingen bedraagt samen circa € 12 miljoen met een positieve ebitda. Er zijn 50 voltijdse equivalenten in dienst. Doordat de NV Mediafin een joint venture is, zullen ook de bovengenoemde dochters in de geconsolideerde resultatenrekening opgenomen worden als ‘aandeel in het resultaat van geassocieerde ondernemingen en joint ventures’. In de geconsolideerde balans zullen deze naar voor komen in de deelnemingen gewaardeerd volgens de vermogensmutatiemethode. De Groep zal IFRS 3 Bedrijfscombinaties toepassen voor de verwerking van deze overname en zal de toerekening van de overnameprijs afwerken binnen het jaar na overname. Gezien de recente overnamedatum is de eerste adminstratieve verwerking van de bedrijfscombinatie nog niet voltooid op moment van de publicatie van dit jaarverslag. In januari 2025 werden intussen enkele fusies uitgevoerd waardoor nog twee van de vier entiteiten overblijven: Provec BV en Profacts BV. Verkoop van de Duitse magazines, zonder wijziging in de consolidatiekring Op 1 november 2024 verkocht de Groep haar Duitse magazines G-Geschichte, Plus Magazin en Frau im Leben aan de vennootschappen Herder Verlag en Agentur2. De Duitse vaste inrichting van Roularta Media Group, Roularta Media Deutschland, bestaat naar aanleiding van deze activa transactie nog op 31 december 2024, maar zal in de loop van 2025 worden stopgezet. Op 31 december 2024 is er dus nog geen wijziging in de consolidatiekring. Voorts had IFRS 5 ‘Vaste activa aangehouden voor verkoop en beëindigde bedrijfsactiviteiten’ geen impact op dit jaarverslag. De verkochte Duitse merken voldoen immers niet aan de definitie van een beëindigde bedrijfsactiviteit omdat deze geen afzonderlijke belangrijke bedrijfsactiviteit of belangrijk geografisch gebied vertegenwoordigen. De Duitse merken hebben immers samen geen significante omvang (zie toelichting 3 Segment informatie) en hadden ook geen dominante marktpositie in Duitsland. Daarnaast wordt een zelfde soort activiteit (uitgeven van (eenzelfde soort) magazines) in België en Nederland uitgeoefend. De verkoop ter waarde van € 1,3 miljoen resulteerde in een meerwaarde van € 2,6 miljoen die in de geconsolideerde winst-en verliesrekening onder de andere bedrijfsopbrengsten werd opgenomen. Deze meerwaarde werd in het kasstroomoverzicht bij de operationele activiteiten geëlimineerd onder de ‘Andere monetaire posten’. De kasstroom van € 1,3 miljoen werd in het kasstroomoverzicht geboekt als ‘nettokasstroom met betrekking tot afstotingen en verkoop bedrijfstak’. Voor verdere uitleg met betrekking tot de activa en passiva die werden verkocht, verwijzen we naar toelichting 30. Wijzigingen in de consolidatiekring gedurende 2023: In het kader van een vereenvoudiging van de Nederlandse groepsstructuur werden alle 100% Nederlandse dochtervennootschappen, meer bepaald New Skool Exploitatie BV, One Business BV, New Skool Media BV en 50+ Beurs & Festival BV met juridische ingangsdatum op 20 januari 2023 gefusioneerd met Roularta Media Nederland BV. Begin november 2023 nam de Groep via zijn (100%) Nederlandse dochteronderneming, Roularta Media Nederland BV, alle aandelen over van WPG Media, de magazine-afdeling van (en 100% dochteronderneming van) WPG Uitgevers BV. R MN Mindstyle BV Op 22 september 2023 nam Roularta Media Nederland BV alle aandelen over van WPG Media, de magazine-afdeling van (en 100% dochteronderneming van) WPG Uitgevers BV. Met deze overname werd Roularta Media Group eigenaar van drie toonaangevende magazinemerken in het mindfullness-segment in Nederland, namelijlk de magazines Happinez, Yoga (by Happinez) en Psychologie Magazine. De voltrekking (closing) van de transactie vond plaats op 3 november 2023. De resultaten werden vanaf overnamedatum opgenomen in de geconsolideerde resultaten van de Groep. De verworven onderneming heeft in het jaar 2024 € 12,7 miljoen omzet gegenereerd met een netto resultaat van € 1,5 miljoen. Op 31 december 2024 hadden ze 31 werknemers in voltijdse equivalenten (FTE) in dienst. IFRS 3 Bedrijfscombinaties (herziene versie) werd toegepast en binnen de limiet van de éénjarige waarderingsperiode werd nog een aanpassing van 178K€ in 2024 geboekt waardoor de drie merken, Happinez, Yoga (by Happinez) en Psychologie voor samen 3.518 K€ werden opgenomen. Het merk Happinez (2.700 K€) werd opgenomen als een ‘matuur’ merk waar de omzet/EBITDA stabiel of lichtdalend was de afgelopen jaren. Als gevolg wordt er over de geschatte levensduur van 10 jaar lineair afgeschreven. Zowel het merk Yoga (waar nog een aanpassing van 309 K€ naar 131 K€ werd geboekt in 2024) als het merk Psychologie (686 K€) werden opgenomen als ‘jonge/kleine’ merken die nog veel te bewijzen hebben maar met potentieel. Als gevolg wordt er over de geschatte levensduur van 5 jaar lineair afgeschreven. De latente belastingschuld is gewijzigd van 954 K€ in 2023 naar 908 K€ in 2024 in de finale overnamebalans. De totale jaarlijkse afschrijvingslast van de bovenstaande vermelde immateriële vaste activa bedraagt € 0,4 miljoen (exclusief belastinglatenties). De finale reële waardes van de geïdentificeerde activa en verplichtingen op datum van overname zijn dus als volgt: In duizend euro Boekwaarde Reële waarde- Reële waarde aanpassingen Immateriële vaste activa 10 3.518 3.528 Materiële vaste activa 132 - 132 Totale vaste activa 142 3.518 3.660 Handelsvorderingen en overige vorderingen 2.080 - 2.080 Overige vlottende activa 351 - 351 Totale vlottende activa 2.431 - 2.431 Uitgestelde belastingschulden - 908 908 Totaal langlopende verplichtingen - 908 908 Handelsschulden 2.150 - 2.150 Ontvangen vooruitbetalingen 1.268 - 1.268 Overige kortlopende verplichtingen 534 - 534 Totaal kortlopende verplichtingen 3.952 - 3.952 Cash 842 - 842 Totaal overgenomen netto-activa -537 2.610 2.073 Op de transactie werd in 2023 een netto uitgaande kasstroom van 1.231 K€ gerealiseerd. Die omvatte enerzijds de betaalde prijs van 2.073 K€ en anderzijds de cash die aanwezig was in WPG. Netto uitgaande kasstroom met betrekking tot de aankoop van 100% van de aandelen van WPG Media: In duizend euro Betaalde overnameprijs (in cash) 2.073 Overgenomen cash 842 Netto uitgaande kasstroom 1.231 TOELICHTING 2 - GROEPSSTRUCTUUR 2.1. Lijst van ondernemingen De moedermaatschappij van de Groep is Roularta Media Group NV, Roeselare, België. Per 31 december 2024 en 31 december 2023 werden volgende dochtervennootschappen, joint ventures en geassocieerde ondernemingen opgenomen in de geconsolideerde jaarrekening. Voor de dochtervennootschappen zijn er geen restricties om activa en passiva te realiseren. Voor de joint ventures en geassocieerde ondernemingen verwijzen we naar toelichting 16. Naam van de onderneming Locatie Deelnemingspercentage 1. Integraal geconsolideerde ondernemingen 2024 2023 ROULARTA MEDIA GROUP NV Roeselare, België 100.00% 100.00% BELGIAN BUSINESS TELEVISION NV Brussel, België 100.00% 100.00% ROULARTA MEDIA NEDERLAND BV ² Amsterdam, Nederland 100.00% 100.00% ROULARTA MEDIA DEUTSCHLAND 1 Augsburg, Duitsland 100.00% 100.00% BAYARD MEDIA VERWALTUNGS GMBH Augsburg, Duitsland - 100.00% SENIOR PUBLICATIONS VERWALTUNGS GMBH Keulen, Duitsland - 100.00% RMN MINDSTYLE BV ² Amsterdam, Nederland 100.00% 100.00% STUDIO APERI NEGOTIUM NV Roeselare, België 75.00% 75.00% 2. Joint ventures opgenomen onder 2024 2023 v ermogensmutatiemethode CTR MEDIA SA Brussel, België 50.00% 50.00% MEDIAFIN NV Brussel, België 50.00% 50.00% PROVEC BV Gent, België 50.00% - PROFACTS BV Gent, België 50.00% - PROFACTS HOLDING BV Gent, België 50.00% - B2SENSE BV Gent, België 50.00% - MOTOR.NL BV ² Amsterdam, Nederland 50.00% 50.00% PITE MEDIA BV ² Amsterdam, Nederland 50.00% 50.00% 3. Geassocieerde ondernemingen opgenomen onder 2024 2023 v ermogensmutatiemethode PULSAR-IT BV Brussel, België 45.00% 45.00% IMMOVLAN BV Brussel, België 35.00% 35.00% YELLOWBRICK NV Schaarbeek, België 35.00% 35.00% REPROPRESS CV Brussel, België - 33.83% 1 Vaste inrichting van Roularta Media Group NV ² Vrijstelling van het publiceren van financiële jaarrekeningen en verslag volgens artikel 403 Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek: deze dochterondernemingen zijn vrijgesteld van publicatie van hun jaarrekening en jaarverslag 2024. Deze vennootschappen zijn opgenomen in de consolidatiekring van Roularta Media Group 2024 zoals hierboven vermeld. De vennootschap Find your Bike BV waar Roularta Media Nederland BV een 20% deelneming in heeft, wordt opgenomen als een investering in financiële activa (en niet als geassocieerde onderneming) gezien er geen significante invloed is. 2.2 Wijzigingen in de consolidatiekring Wijzigingen in de consolidatiekring gedurende 2024: Vereffening Bayard Media Verwaltungs GmbH op 28 februari 2024. Vereffening Senior Publications Verwaltungs GmbH op 16 april 2024. Uittreding Repropress CV op 30 juni 2024. Overname door de NV Mediafin van Provec BV, Profacts BV, Profacts Holding BV en B2Sense BV op 19 december 2024 . TOELICHTING 3 - GESEGMENTEERDE INFORMATIE I. Segmentinformatie Overeenkomstig IFRS 8 Operationele segmenten, wordt de managementbenadering voor financiële rapportering van gesegmenteerde informatie toegepast. Volgens deze standaard dient de te rapporteren gesegmenteerde informatie aan te sluiten op de interne rapporten, gebruikt door de belangrijkste operationele besluitvormende functionarissen, op basis waarvan de interne prestaties van Roularta’s operationele segmenten worden beoordeeld en middelen worden toegekend aan de verschillende segmenten. Roularta Media Group bestaat uit twee segmenten: ‘Media Brands’ en ‘Printing Services’ waarvan de Raad van Bestuur de resultaten van de twee segmenten afzonderlijk evalueert. Het segment ‘Media Brands’ staat voor alle merken die door RMG en haar participaties worden geëxploiteerd. Het omvat alle verkopen van publiciteit, abonnementen, losse verkoop en overige (o.a. line extensions) van de merken. Omzet uit de verkoop van abonnementen en losse verkoop van magazines wordt ook samen benoemd als ‘lezersmarkt’ omzet. Overige omzet is alle omzet die geen publiciteits-, abonnementen-of losse verkoop omzet is. Het omvat bij de Media Brands onder meer, maar niet limitatief omzet uit line extensions en evenementen. Line extensions is een specifieke categorie van omzet onder de ‘overige omzet’. Het is omzet o.a. uit de aan-en verkoop van handelgoederen (bvb. boeken, selfcare producten, sieraden, reizen, etc), omzet uit ticket-deals of omzet uit licensing overeenkomsten. Het segment ‘Printing Services’ staat voor de prepress- en drukkerijactiviteiten voor interne merken en externe klanten. Prepress-activiteiten staan voor het samenstellen van de magazines voordat ze van de drukpersen rollen of op de website gepubliceerd worden. Omzet uit printing activiteiten wordt ook opgenomen onder het type ‘overige omzet’. Verder wordt de segmentrapportering tot op brutomarge gepubliceerd gezien dat de Raad van Bestuur deze informatie tot op dit niveau analyseert. Er is immers tussen de twee segmenten een intense verwevenheid en de ondersteunende diensten tussen beide segmenten worden erg gedeeld. Een verandering van allocatie van deze kosten betekent een belangrijke fluctuatie op EBITDA, waardoor niet consistent zou kunnen gerapporteerd worden. De waarderingsregels van de operationele segmenten zijn dezelfde als de waarderingsregels van de Groep zoals deze beschreven zijn in Toelichting 1. De prijsgrondslagen voor overdrachten tussen segmenten zijn bepaald volgens het ‘at arm’s length’-principe. De balansposten die kunnen opgesplitst worden, worden weergegeven langs de actief-en passiefzijde. Wat niet toewijsbaar is aan één van de segmenten wordt op niet-gealloceerde activa en passiva geplaatst. JAARVERSLAG 2024 JAARVERSLAG 2024 138 139 IM WE CREATE MEDIA WITH PACT in duizend euro Printing Eliminaties Geconsolideerd 2023 Media Brands S ervices t ussen totaal s egmenten Omzet van het segment 290.158 72.650 -39.281 323.526 Omzet externe klanten 290.157 33.369 - 323.526 Omzet uit transacties met andere segmenten 1 39.280 -39.281 - Brutomarge () 226.748 37.403 -1.009 263.142 Aandeel in het resultaat van geassocieerde 2.678 - - 2.678 ondernemingen en joint ventures Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste -15.536 -2.823 - -18.359 activa Niet-gealloceerd resultaat () -245.093 Nettoresultaat 2.368 Activa Goodwill 9.852 - 9.852 Immateriële vaste activa 85.241 446 85.687 Materiële vaste activa 29.710 41.120 70.830 Deelnemingen gewaardeerd volgens de vermogensmutatiemethode 53.511 - 53.511 Voorraden 1.651 9.238 10.889 Handelsvorderingen en overige vorderingen, vlottend - Handelsvorderingen, bruto 49.578 3.304 52.882 - Niet-gealloceerde handels- en overige vorderingen -105 Niet-gealloceerde vaste activa 3.392 Niet-gealloceerde vlottende activa 76.519 Totaal activa 363.456 Passiva Voorzieningen 2.901 - 2.901 Financiële schulden, langlopend 2.437 194 2.631 Financiële schulden, kortlopend 1.162 107 1.269 Ontvangen vooruitbetalingen 41.732 - 41.732 Niet-gealloceerde passiva 314.923 Totaal passiva 363.456 (*) Brutomarge is de omzet plus de geproduceerde vaste activa min de handelsgoederen, grond- en hulpstoffen. () Diensten en diverse goederen, personeelskosten, andere bedrijfsopbrengsten en -kosten, waardeverminderingen op voorraden en vorderingen, voorzieningen, financieringsopbrengsten en -kosten. A lgemene bedrijfsactiva In het segment Media Brands bevinden er zich € 31,3 miljoen (€ 29,7 miljoen in 2023) algemene bedrijfsactiva (materiële vaste activa) naast de niet-gealloceerde vaste activa. Deze niet aan kasstroomgenererende eenheden toegewezen activa betreffen grotendeels terreinen en (geleasde) kantoorgebouwen, die worden ingezet voor onze redactionele activiteiten. Er was geen indicatie op een bijzondere waardevermindering van deze activa. II. Segment informatie – gecorrigeerde omzet Gecorrigeerde omzet is de vergelijkbare omzet met vorig jaar, i.e. exclusief wijzigingen ten gevolge van overname en verkoop van merken. Management acht deze prestatiemaatstaf relevant omdat de externe lezer hierdoor de inherente omzetevoluties jaar over jaar kan vergelijken. In onderstaande tabel wordt de reconciliatie van de totale segmentomzet met de gecorrigeerde segmentomzet weergegeven. Voor meer uitleg bij de wijziging omwille van overname of afstoting van merken verwijzen we naar toelichting 4 – Omzet, waar ook de geconsolideerde gecorrigeerde omzet per type omzet weergegeven wordt. in duizend euro Printing Eliminaties Geconsolideerd 2024 Media Brands S ervices t ussen totaal s egmenten Omzet van het segment 291.902 63.289 -34.885 320.307 Omzet externe klanten 291.811 28.495 - 320.307 Omzet uit transacties met andere segmenten 91 34.794 -34.885 - Wijzigingen omwille van overname of afstoting van m erken -8.579 -1.293 1.293 -8.579 Wijzigingen in externe klanten -8.579 - - -8.579 Wijzigingen in transacties met andere segmenten - -1.293 1.293 - Gecorrigeerde omzet 283.323 61.997 -33.591 311.728 III. Geografische informatie De groep haalt inkomsten uit de overdracht van goederen en diensten in de volgende geografische regio's: België, Nederland en Duitsland. De volgende overzichten geven een detail van de omzet en de vaste activa opgedeeld op basis van de geografische locatie van de dochteronderneming (op basis van de zetel van de dochteronderneming). in duizend euro 2024 België Nederland Duitsland Geconsolideerd totaal Omzet 244.066 70.486 5.755 320.307 Vaste activa () 104.270 47.851 - 152.121 in duizend euro 2023 België Nederland Duitsland Geconsolideerd totaal Omzet 254.120 61.934 7.472 323.526 Vaste activa () 103.151 53.078 287 156.516 () Enkel immateriële en materiële vaste activa De omzet in België is jaar over jaar gedaald door het lagere externe drukwerk en lagere advertentie-inkomsten. We verwijzen naar toelichting 4 voor meer informatie. De omzet in Nederland is jaar over jaar gestegen door de overname van de BV Mindstyle einde vorig jaar. De omzet in Duitsland is kleiner in 2024 dan in 2023 door de verkoop van de Duitse magazines begin november 2024. We verwijzen voor beide transacties naar toelichting 2 – Groepsstructuur. IV. Informatie over belangrijke klanten Gezien de diverse activiteiten van de Groep en daarmee ook gepaard gaande diversiteit van haar klantenportefeuilles, is er geen enkele externe klant met wie opbrengsten uit transacties gerealiseerd werden, die meer bedragen dan 10 procent van de opbrengsten van de Groep. Daarnaast is er geen concentratie van omzet bij bepaalde klanten of een klantengroep. in duizend euro Printing Eliminaties Geconsolideerd 2024 Media Brands S ervices t ussen totaal s egmenten Omzet van het segment 291.902 63.289 -34.885 320.307 Omzet externe klanten 291.811 28.495 - 320.307 Omzet uit transacties met andere segmenten 91 34.794 -34.885 - Brutomarge () 231.998 37.126 22 269.146 Aandeel in het resultaat van geassocieerde 1.793 - - 1.793 ondernemingen en joint ventures Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste -18.061 -2.801 - -20.862 activa Bijzondere waardeverminderingen -2.551 - - -2.551 Niet-gealloceerd resultaat () -241.402 Nettoresultaat 6.124 Activa Goodwill 7.975 - 7.975 Immateriële vaste activa 78.827 938 79.765 Materiële vaste activa 31.324 41.033 72.357 Deelnemingen gewaardeerd volgens de vermogensmutatiemethode 49.622 - 49.622 Voorraden 1.500 7.150 8.650 Handelsvorderingen en overige vorderingen, vlottend - Handelsvorderingen, bruto 50.220 3.592 53.812 - Niet-gealloceerde handels- en overige vorderingen -1.095 Niet-gealloceerde vaste activa 3.028 Niet-gealloceerde vlottende activa 78.894 Totaal activa 353.007 Passiva Voorzieningen 2.597 - 2.597 Financiële schulden, langlopend 3.154 251 3.405 Financiële schulden, kortlopend 1.458 108 1.566 Ontvangen vooruitbetalingen 40.098 - 40.098 Niet-gealloceerde passiva (inclusief eigen vermogen) 305.341 Totaal passiva 353.007 TOELICHTING 4 - OMZET I . Opsplitsing van omzet uit contracten met klanten De omzet van de Groep uitgesplitst naar de verschillende types omzet bestaat uit: in duizend euro 2024 2023 Trend Publiciteit 98.393 100.427 -2.034 Abonnementen en losse verkoop 153.724 149.637 4.087 Drukwerk voor derden 33.532 39.160 -5.628 Overige omzet (o.a. line extensions) 34.659 34.302 357 Totale omzet 320.307 323.526 -3.219 De geconsolideerde omzet van 2024 kent een daling van 1 %, van € 323,5 miljoen naar € 320,3 miljoen. Deze daling vindt in hoofdorde haar oorzaak in een lagere omzet van drukwerk voor derden door een lager volume aan drukwerk voor magazines, folders en catalogi voor buitenlandse klanten. In mindere mate valt de advertentieomzet terug. De abonnementen en losse verkoop (= ‘de lezersmarkt’) doen het daarentegen beter dan vorig jaar. Voor de definitie van line extensions, verwijzen we naar toelichting 3. De omzet erkend op een bepaald tijdstip bedraagt € 197,8 miljoen in 2024 (€ 203,0 miljoen in 2023). De omzet erkend over een periode bedraagt € 122,5 miljoen (€ 120,6 miljoen in 2023) en bevat de abonnementenverkopen die gespreid erkend worden in omzet over de periode dat het abonnement loopt. De omzet van de Groep uitgesplitst naar de verschillende categorieën bedrijfsactiviteiten bestaat uit: in duizend euro 2024 2023 Trend Local Media Brands 37.213 38.380 -1.167 Magazines Brands 236.376 233.931 2.445 Drukwerk voor derden (door het 28.495 33.369 -4.874 segment Printing Services) Kranten Brands 11.487 11.196 291 Audiovisueel Brands 6.736 6.650 86 Totale omzet 320.307 323.526 -3.219 Merk op dat de 2023 cijfers voor de verschillende categorieën aangepast werden (2023 cijfers waren vorig jaar respectievelijk 35.352 K€, 231.414 K€, 39.160 K€, 11.061 K€ en 6.539 K€); het totaal is gelijk gebleven. Het is immers sinds huidig boekjaar mogelijk om het drukwerk voor derden af te zonderen tussen de bedrijfsactiviteit Printing Services en de rest van de bedrijfsactiviteiten. De omzet uit ruilovereenkomsten bedraagt € 24,1 miljoen (2023: € 23,6 miljoen). II. Gecorrigeerde omzet Gecorrigeerde omzet is de vergelijkbare omzet met vorig jaar, i.e. exclusief wijzigingen ten gevolge van overname en verkoop van merken. Management acht deze prestatiemaatstaf relevant omdat de externe lezer hierdoor de inherente omzetevoluties jaar over jaar kan vergelijken. In onderstaande tabel wordt de geconsolideerde gecorrigeerde omzet per type voor het jaar 2024 vergeleken met 2023. JAARVERSLAG 2024 JAARVERSLAG 2024 140 141 IM WE CREATE MEDIA WITH PACT overige vorderingen. De contractpassiva worden opgenomen in de geconsolideerde balans als ‘handelsschulden’ en ‘ontvangen vooruitbetalingen’. Verplichtingen tot retour, terugbetaling en andere vergelijkbare verplichtingen hebben betrekking op losse verkopen via persverdeling. Er wordt hiervoor een provisie voor de onverkochte nummers geboekt. Deze is gebaseerd op gegevens m.b.t. de historische retours. TOELICHTING 5 - DIENSTEN EN DIVERSE GOEDEREN De diensten en diverse goederen van de Groep bestaan uit: in duizend euro 2024 2023 Transport- en distributiekosten -19.610 -19.053 Marketing- en promotiekosten -33.066 -32.980 Commissielonen -4.891 -5.969 Erelonen -52.542 -49.956 Huur -1.816 -1.701 Energiekosten -2.751 -3.836 Onderaannemers en diverse leveringen -16.017 -15.636 Bestuurdersbezoldigingen -597 -575 Uitzendkrachten -3.130 -2.785 Verplaatsings- en onthaalkosten -1.526 -1.430 Verzekeringen -794 -729 Diverse diensten en diverse goederen -1.065 -882 Totale diensten en diverse goederen -137.804 -135.533 Diensten en diverse goederen zijn met € 2,3 miljoen of 1,7 % gestegen t.o.v. vorig jaar. De stijging komt hoofdzakelijk uit de diensten en diverse goederen in de overgenomen entiteit RMN Mindstyle BV, die in 2024 voor een volledig jaar meetelt terwijl dit vorig jaar maar voor twee maanden was. Transport-en distributiekosten zijn jaar over jaar gestegen in België en Nederland. De distributietarieven zijn in België in de tweede jaarhelft van 2024 aangepast naar aanleiding van de beslissing van de federale regering om de overheidsconcessie voor de bedeling van kranten en tijdschriften te wijzigen. Er gelden in het nieuwe bedelingscontract met bpost andere criteria met betrekking tot gewicht en dag van levering die een impact hebben op de distributiekost. Erelonen omvatten erelonen redactie en foto’s en algemene erelonen. De rubriek onderaannemers en diverse leveringen omvat voornamelijk onderhouds- en herstellingskosten, telecommunicatiekosten en brandstofkosten. Commissielonen betreffen door derden gefactureerde commissies (commissie publiciteit, commissie losse verkoop en commissie abonnementen). TOELICHTING 6 - PERSONEELSKOSTEN in duizend euro 2024 2023 Lonen en wedden -79.131 -81.677 Socialezekerheidsbijdragen -20.575 -20.883 Op aandelen gebaseerde betalingen 29 -30 Kosten uit hoofde van vergoedingen na -3.694 -3.927 uitdiensttreding Overige personeelskosten -9.229 -8.141 Totaal personeelskosten -112.600 -114.658 De daling van de personeelskosten in 2024 met € 2,0 miljoen is voornamelijk te wijten aan een lagere personeelsbezetting (-29 FTE’s), ondanks de overname van de BV RMN Mindstyle einde vorig jaar. De kosten uit hoofde van vergoedingen na uitdiensttreding hebben voornamelijk betrekking op lasten voor toegezegde-bijdragenregelingen. Dit betreft voornamelijk Belgische regelingen gefinancierd door groepsverzekeringen die als een toegezegd-pensioenregeling beschouwd worden, zie Toelichting 25. Tewerkstelling in voltijdse equivalenten 2024 2023 Aantal voltijds equivalente werknemers op het einde 1.185 1.214 van het boekjaar De split tussen het aantal voltijds equivalente arbeiders en bedienden is als volgt: 237 arbeiders (254 in 2023) en 948 bedienden (960 in 2023). TOELICHTING 7 - WAARDEVERMINDERINGEN OP VOORRADEN EN VORDERINGEN in duizend euro 2024 2023 Waardevermindering & terugname waardevermindering op -74 -94 voorraden Waardevermindering & terugname waardevermindering op -297 -752 handelsvorderingen Totaal waardeverminderingen op voorraden en vorderingen -371 -846 Waardeverminderingen op voorraden worden geboekt op papiervoorraad met weinig verbruik. We verwijzen naar toelichting 18 voor uitleg bij de waardevermindering op handelsvorderingen . TOELICHTING 8 - ANDERE BEDRIJFSOPBRENGSTEN EN –KOSTEN in duizend euro 2024 2023 Bedrijfssubsidies 2.142 2.718 Meerwaarde bij realisatie van (im)materieel vast actief 2.468 1.227 Meerwaarde bij de verkoop van de Duitse merken 2.559 - Betalingsverschillen-en kortingen 878 854 Diverse verrekeningen - 10 Overige bedrijfsopbrengsten 533 473 Totaal andere bedrijfsopbrengsten 8.580 5.282 in duizend euro 2024 2023 Overige belastingen -733 -728 Verlies bij realisatie van (im)materieel vast actief -22 -5 Verlies op handelsvorderingen -764 -865 Verlies op overige vorderingen -785 13 Schadevergoeding -125 -59 Omrekeningsverschillen -14 -13 Betalingsverschillen, bankkosten -581 -500 Overige bedrijfskosten -186 -21 Totaal andere bedrijfskosten -3.210 -2.178 Subsidies worden ontvangen voor ploegenarbeid in de drukkerij en voor innovatieve projecten doorheen de in duizend euro 2024 2023 Trend Publiciteit 98.344 100.427 -2.083 Abonnementen en losse verkoop 147.192 149.637 -2.445 Drukwerk voor derden 33.446 39.160 -5.714 Overige omzet (o.a. line extensions) 32.746 34.302 -1.556 Gecorrigeerde omzet 311.728 323.526 -11.798 Wijzigingen omwille van overname of afstoting van merken 8.579 - 8.579 Totale omzet 320.307 323.526 -3.219 Wijzigingen omwille van overname of afstoting van merken omvat volgende wijzigingen (we verwijzen ook naar toelichting 2 – Groepsstructuur voor meer informatie rond deze transacties) : - In november 2023 werd de BV RMN Mindstyle overgenomen waardoor de resultaten opgenomen werden vanaf die datum. Voor de vergelijkbaarheid werd in 2024 ook slechts de omzet van de maanden november en december opgenomen. - In november 2024 werden de Duitste magazines verkocht. In het jaar 2023 waren deze nog voor een volledig jaar opgenomen. Voor de vergelijkbaarheid werd ook geschatte omzet van november en december 2024 opgenomen in bovenstaande voorstelling. III. Activa en verplichtingen met betrekking tot contracten met klanten Na toepassing van IFRS 15 Omzet uit contracten met klanten , heeft de groep de volgende activa en passiva met betrekking tot contracten met klanten opgenomen: De waarderingsregels van de Groep met betrekking tot de omzet zijn terug te vinden in Toelichting 1. Toelichting 2024 2023 Trend Vorderingen Handelsvorderingen, bruto 18 53.812 52.997 815 Waardevermindering op dubieuze vorderingen, vlottend (-) 18 -4.782 -4.511 -271 Contractactiva Te factureren 18 1.873 2.151 -278 Contractpassiva Ontvangen vooruitbetalingen 27 40.098 41.732 -1.634 Op te stellen creditnota's 27 1.372 1.792 -420 Creditsaldi klanten 27 703 753 -50 Over te dragen opbrengsten 27 7.411 6.172 1.239 Verplichtingen tot retour, terugbetaling en andere v ergelijkbare verplichtingen Op te stellen creditnota's: provisie voor onverkochte 27 6.830 5.856 974 nummers Contractactiva en -passiva hebben betrekking op klantcontracten die in het algemeen worden afgerekend binnen twaalf maanden na aanvang van het contract. Roularta Media Group heeft geen contractkosten, m.a.w. geen kosten die enkel specifiek aan één klant/contract gelinkt zijn. De contractactiva worden mee opgenomen in de geconsolideerde balans als ‘handelsvorderingen en overige vorderingen’. Ze hebben voornamelijk betrekking op prestatieverplichtingen die zijn vervuld, maar waarvoor er nog geen facturatie gebeurd is. Bij facturatie worden deze contractactiva overgedragen naar vorderingen en worden deze dus onvoorwaardelijk. Informatie over handelsvorderingen wordt verder toegelicht in Toelichting 18 Handels- en onderneming. In 2024 bedragen de andere bedrijfsopbrengsten €8,6 miljoen (2023: opbrengst van €5,3 miljoen ) of een stijging van € 3,3 miljoen. Deze is voornamelijk te wijten aan 1/ een grotere meerwaarde dan vorig jaar op de verkoop van gebouwen en een merk (+ € 1,2 miljoen) en 2/ een meerwaarde van € 2,6 miljoen op de verkoop van de Duitse magazines Plus Magazin, Frau im Leben en G-Geschichte. Met betrekking tot de eerste reden, kwam er in 2024 € 2,1 miljoen voort uit de meerwaarde van de verkoop van gebouwen in Zellik en Roeselare en daarnaast nog een meerwaarde van € 0,2 miljoen op de verkoop van de vakbladen Grafisch Nieuws, Verpakking & Label en Media & Communication. Met betrekking tot de tweede reden verwijzen we naar toelichting 2 – Groepsstructuur. De andere bedrijfskosten zijn met € 1,0 miljoen gestegen. De grootste oorzaak is een minderwaarde op een overige vordering die definitief oninbaar geworden is. TOELICHTING 9 - FINANCIERINGSOPBRENGSTEN EN -KOSTEN in duizend euro 2024 2023 Intrestopbrengsten 1.849 853 Financieringsopbrengsten 1.849 853 Intrestkosten -702 -461 Financieringskosten -702 -461 Totaal nettofinancieringskosten 1.147 393 De intrestopbrengsten zijn in 2024 voornamelijk gestegen omwille van de termijndeposito’s die over een langere periode in 2024 uitstonden dan in 2023. Ook de gemiddelde intrestvoet was wat hoger. We verwijzen hiervoor naar toelichting 21. De intrestkosten in zowel 2024 als 2023 bestaan uit de interestlast afkomstig van de leaseverplichtingen erkend onder IFRS 16, alsook overige interesten. TOELICHTING 10 - BELASTINGEN OP HET RESULTAAT I. Actuele en uitgestelde belastingen in duizend euro 2024 2023 A. Actuele belastingen Belastingen op het resultaat van het boekjaar -196 -1.106 Aanpassingen aan belastingen van voorgaande 1.225 -98 perioden Totaal actuele belastingen 1.029 -1.204 B. Uitgestelde belastingen Opname en terugboeken van tijdelijke verschillen 126 -1.158 Uitgestelde belastingen uit terugname van afschrijving (+) of afschrijving (-) van uitgestelde 176 1.101 belastingvordering Totaal uitgestelde belastingen 302 -57 Totaal actuele en uitgestelde belastingen 1.331 -1.261 De actuele belastingopbrengst is volledig afkomstig van Nederland door een terugname van vroegere geraamde belastingen op statutaire afschrijvingen. In België en Duitsland zijn er wel actuele belastingkosten. In België betreft het vooral roerende voorheffing op de ontvangen intresten uit de termijnrekeningen. In Duitsland betreft het een geraamde belasting op de meerwaarde op de verkoop van de Duitse magazines (zie toelichting 2 en 8). JAARVERSLAG 2024 JAARVERSLAG 2024 142 143 IM WE CREATE MEDIA WITH PACT TOELICHTING 11 - WINST PER AANDEEL 2024 2023 I. Beweging in het aantal aandelen (gewone a andelen) Aantal aandelen, beginsaldo 13.141.123 13.141.123 Kapitaalverhoging na keuzedividend 790.797 - Aantal aandelen, eindsaldo 13.931.920 13.141.123 - aandelen uitgegeven en volledig betaald 13.931.920 13.141.123 II. Overige informatie Aantal aandelen in bezit van de onderneming of verbonden partijen 1.611.984 1.356.619 Waarvan aandelen gereserveerd voor uitgifte onder 78.540 93.440 opties III. Berekening van de winst per aandeel 1. Aantal aandelen 1.1 Gewoon gewogen gemiddeld aantal aandelen 12.510.872 11.781.577 1.2. Aanpassingen om het gewogen gemiddeld aantal aandelen na verwateringseffect te - 13.088 berekenen optieplannen - 13.088 1.3. Gewogen gemiddeld aantal aandelen na 12.510.872 11.794.665 verwateringseffect 2. Berekening De stijging in het aantal aandelen (790.797 aandelen) komt van de kapitaalsverhoging naar aanleiding van het keuzedividend over het boekjaar 2023. De stijging in het aantal eigen aandelen komt van de aankoop van 265.237 aandelen Roularta van de NV Shopinvest. Voor beide transacties verwijzen we naar toelichting 22 – Eigen vermogen. De berekening van de gewone winst en de verwaterde winst per aandeel is gebaseerd op volgende parameters: Nettoresultaat toerekenbaar aan de aandeelhouders van RMG Gewoon gewogen gemiddeld aantal aandelen = 6.073 K€ 12.510.872 = 0,49 euro per aandeel Nettoresultaat toerekenbaar aan de aandeelhouders van RMG Gewogen gemiddeld aantal aandelen na verwateringseffect = 6.073 K€ 12.510.872 = 0,49 euro per aandeel TOELICHTING 12 - DIVIDENDEN 2024 2023 Bedrag aan dividenden toegekend na balansdatum, maar vóór de goedkeuring van de geconsolideerde - 11.786 jaarrekening (in duizend euro) Brutodividend per aandeel (in euro) - 1,0 Aantal aandelen op 31/12 13.141.123 13.141.123 Aantal eigen aandelen op 31/12 -1.611.984 -1.356.619 Wijziging eigen aandelen (vóór Algemene 500 1.100 Vergadering) Nieuwe aandelen wegens kapitaalverhoging 790.797 - Aantal dividendgerechtigde aandelen op 31/12 12.320.436 11.785.604 We verwijzen naar voorgaande toelichting en toelichting 22 voor de wijziging in het aantal (eigen) aandelen. De Raad van Bestuur zal aan de Algemene Vergadering voorstellen om over het boekjaar 2024 geen brutodividend uit te keren. De 2023 cijfers geven de goedgekeurde dividenden weer. In het geval dat optiehouders nog opties uitoefenen tussen het moment van publicatie van dit jaarverslag en de algemene vergadering, kan het aantal dividendgerechtigde aandelen nog wijzigen. TOELICHTING 13 - GOODWILL in duizend euro 2024 AAN KOSTPRIJS Saldo op 1 januari 10.849 Mutaties tijdens het boekjaar Saldo op 31 december 10.849 AFSCHRIJVINGEN EN BIJZONDERE WAARDEVERMINDERINGEN Saldo op 1 januari 997 Mutaties tijdens het boekjaar: Bijzondere waardeverminderingen 1.877 Saldo op 31 december 2.874 Nettoboekwaarde per einde van het boekjaar 7.975 in duizend euro 2023 AAN KOSTPRIJS Saldo op 1 januari 10.849 Mutaties tijdens het boekjaar Saldo op 31 december 10.849 AFSCHRIJVINGEN EN BIJZONDERE WAARDEVERMINDERINGEN Saldo op 1 januari 997 Mutaties tijdens het boekjaar Saldo op 31 december 997 Nettoboekwaarde per einde van het boekjaar 9.852 In onderstaande tabel wordt weergegeven welke goodwill op de balans staat in het huidige en vorige boekjaar. EW (New Skool Media) is een Nederlands magazine; 50+Beurs & Gezondheidsbeurs zijn twee Nederlandse beurzen. in duizend euro 2024 2023 Goodwill EW (New Skool Media) 7.975 7.975 Goodwill 50+ Beurs & Gezondheidsheidsbeurs - 1.877 Totale Goodwill 7.975 9.852 Conform IAS 36 werd een goodwill impairment test uitgevoerd. Voor deze jaarlijkse test werd de realiseerbare waarde bij zowel EW als 50+ bekomen via de methode van de bedrijfswaarde in een verdisconteerd kasstroommodel. Deze gaat uit van kasstroomprognoses voor de komende vijf jaar (2025-2029). Het eerste jaar, 2025, is de meest recente budgetinschatting van het management waar verwacht wordt dat omzet voor EW ongeveer 5% hoger ligt dan 2024; voor 50+ is dit 49%. De EBITDA marge (i.e. ten opzichte van omzet) wordt verwacht rond de 13% te bedragen vanaf 2025 (9% in 2024) voor EW; voor 50+ wordt verwacht dat deze negatief blijft. De inschattingen voor de jaren 2025-2029 zijn gebaseerd op ervaringen uit het verleden waarbij o.a. kostenstijgingen steeds gecompenseerd worden met kostenefficiënties en prijsstijgingen. Daarnaast zijn ze ook gebaseerd op interne inschattingen rond volumes en prijzen en voor 50+ specifiek ook op lange termijn marktevoluties. De gebruikte discontovoet is over alle jaren heen dezelfde. De terminale waarde werd bepaald op basis van een perpetuïteitsformule waarbij uitgegaan werd van ee n langetermijngroeivoet van 0% en een discontovoet na belastingen van 8,2% voor EW (vorig jaar 8,0%) en 8,7% voor 50+ (vorig jaar 9,4%). Deze werd apart berekend voor Nederlandse magazines versus Nederlandse beurzen en is gebaseerd Vorig jaar waren de actuele belastingkosten voornamelijk geraamde belastingen in Nederland. II. Aansluiting tussen toepasselijk en effectief belastingtarief in duizend euro 2024 2023 Bedrijfsresultaat na nettofinancieringskosten 4.793 3.629 Aandeel in het resultaat van geassocieerde 1.793 2.678 ondernemingen en joint ventures Resultaat vóór belastingen, exclusief aandeel in het resultaat van geassocieerde ondernemingen en joint 3.000 951 ventures Toepasselijk belastingtarief -25,0% -25,0% Belasting op basis van het toepasselijk -750 -238 b elastingtarief Aanpassingen aan belastingen van voorgaande 868 -1 perioden (+/-) Impact van niet-aftrekbare kosten (-) -753 -511 Impact van niet-belastbare inkomsten (+) - 74 Impact van investeringsaftrek en notionele intresten 518 102 (terugdraaiing (-)) Impact van het niet erkennen van uitgestelde belastingen op fiscale verliezen van het huidige - -116 boekjaar (-) Impact van opgezette / (aangewende) uitgestelde 2.126 737 belastingen op vorige boekjaren Impact van het erkennen / (niet erkennen) van -112 -288 uitgestelde belastingen op vroegere fiscale verliezen Impact van belastingtarief in andere rechtsgebieden -198 -43 Overige toename / afname (+/-) 251 -66 Impact van niet-aftrekbare goodwill -619 -911 Belasting op basis van het effectief belastingtarief 1.331 -1.261 Resultaat vóór belastingen 4.793 3.629 Aandeel in het resultaat van geassocieerde 1.793 2.678 ondernemingen en joint ventures Resultaat vóór belastingen, exclusief aandeel in het resultaat van geassocieerde ondernemingen en joint 3.000 951 ventures Effectief belastingtarief 44,4% -132,6% Belasting op basis van het effectief belastingtarief 1.331 -1.261 Het effectief belastingtarief bedraagt in 2024 44,4 % (opbrengst), voornamelijk door hogervermelde belastingopbrengst in Nederland, ten opzichte van -132,6 % in 2023. De impact van opgezette/(aangewende) uitgestelde belastingen op vorige boekjaren komt zowel uit België als Duitsland waar huidige winsten (in Duitsland voor de gerealiseerde meerwaarde op de verkoop van de magazines – zie toelichting 2 en 8) kunnen gecompenseerd worden met fiscale verliezen uit het verleden. Er zijn noch in 2024, noch in 2023 uitgestelde belastingen m.b.t. kosten en opbrengsten rechtstreeks opgenomen in het eigen vermogen. III. Belastingen opgenomen in de niet-gerealiseerde resultaten Uitgestelde belastingen m.b.t. kosten en opbrengsten opgenomen in de niet-gerealiseerde resultaten: in duizend euro 2024 2023 Langetermijnpersoneelsbeloningen - actuariële winsten / verliezen -310 -112 Belastingen opgenomen in de niet-gerealiseerde -310 -112 r esultaten op een WACC-model waarbij de risicopremie en gearingratio gebaseerd zijn op het profiel van een groep van vergelijkbare bedrijven. De langetermijngroeivoet reflecteert de verwachtingen binnen de mediawereld. De test op bijzondere waardevermindering van goodwill met betrekking tot EW (NewSkoolMedia) heeft net zoals vorig jaar niet tot een bijzondere waardevermindering geleid. Het bedrag waarmee de realiseerbare waarde van de eenheid de boekwaarde overstijgt, is € 3,3 miljoen (vorig jaar € 3,4 miljoen). In die boekwaarde is ook het merk voor een bedrag van € 13,0 miljoen en de klantenportefeuille voor € 1,2 miljoen opgenomen die voor EW op de balans staan onder de immateriële activa. We verwijzen naar Toelichting 14 voor een overzicht van deze saldi. Bijgevolg is er ook geen bijzondere waardevermindering nodig van deze immateriële activa. Voor de goodwill (zie ook toelichting 14) met betrekking tot 50+Beurs en Gezondheidsbeurs (€ 1,9 miljoen) en het merk 50+Beurs en Festival (€ 0,7 miljoen) resulteerde de test echter wel in een bijzondere waardevermindering van de totale openstaande nettoboekwaarde (dus € 2,6 miljoen). Deze kost bevindt zich in de geconsolideerde winst-en verliesrekening onder de ‘bijzondere waardeverminderingen’ onder de post ‘Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen’. Vorig jaar was het bedrag waarmee de realiseerbare waarde van de eenheid de totale boekwaarden oversteeg € 0,4 miljoen. Voorts werd een sensitiviteitsanalyse uitgevoerd op de belangrijkste veronderstellingen van de impairment test. De analyse is gebaseerd op een verandering in een belangrijke veronderstelling, waarbij alle andere veronderstellingen constant blijven. Mogelijks is dit niet representatief voor een werkelijke wijziging, aangezien het onwaarschijnlijk is dat veranderingen in veronderstellingen geïsoleerd plaatsvinden. Onderstaande tabel geeft de wijziging in het percentage in de assumptie weer (procentpunten) waardoor de headroom op nul valt voor huidig en vorig boekjaar. Dit zijn daarom niet de redelijkerwijs mogelijke wijzigingen. Voor de eerste assumptie met betrekking tot de disconteringsvoet, is een daling of stijging van maximum 2% een redelijkerwijs mogelijke wijziging. Voor de langetermijngroeivoet van de kasstromen na de vijf jaar periode is een daling of stijging van maximum 5% een redelijkerwijs mogelijke wijziging. Voor de kasstroom die dient voor de perpetuïteit is een daling of stijging van maximum 20% een redelijkerwijs mogelijke wijziging. Voor het EBITDA % van omzet is een daling of stijging van maximum 6% een redelijkerwijs mogelijke wijziging. Voor 50+ werd geen sensitiviteitsanalyse meer uitgevoerd gezien de bijzondere waardevermindering op 31 december 2024. EW 50+ Veronderstelling 2024 2023 2024 2023 Disconteringsvoet 1,5% 1,5% - 1,1% Langetermijngroeivoet kasstromen na -2,3% -2,3% - -1,8% de vijf jaar periode Kasstroom die dient voor de -22,0% -22,0% - -16,0% perpetuïteit EBITDA % van omzet -2,0% -2,6% - -2,0% JAARVERSLAG 2024 JAARVERSLAG 2024 144 145 IM WE CREATE MEDIA WITH PACT in duizend euro Concessie, Klanten- e igendoms- Totaal 2023 Merken portefeuille Software en gelijk- immateriële aardige activa r echten AAN KOSTPRIJS Saldo op 1 januari 162.311 4.251 46.786 15.428 228.776 Mutaties tijdens het boekjaar - Aanschaffingen 2.636 - 4.938 - 7.574 - Verwervingen door middel van bedrijfscombinaties en 3.696 - 271 - 3.967 aankoop bedrijfstak - Verkopen en buitengebruikstellingen -7.681 -990 -245 -6.173 -15.089 - Andere wijzigingen - - 42 - 42 Saldo op 31 december 160.962 3.261 51.792 9.255 225.270 AFSCHRIJVINGEN EN BIJZONDERE W AARDEVERMINDERINGEN Saldo op 1 januari 89.641 995 37.682 15.332 143.650 Mutaties tijdens het boekjaar - Afschrijvingen 5.680 615 4.473 15 10.783 - Verwervingen door middel van bedrijfscombinaties - - 239 - 239 - Verkopen en buitengebruikstellingen -7.681 -990 -242 -6.173 -15.086 Saldo op 31 december 87.640 620 42.152 9.174 139.586 Nettoboekwaarde per einde van het boekjaar 73.322 2.641 9.640 81 85.686 De ‘aanschaffing’ op merken van 119K€ betreft een aanpassing op de overnamebalans van het merk Flow. De Groep heeft daarnaast veel aanschaffingen binnen software (€ 6,9 miljoen versus € 4,9 miljoen vorig jaar) omdat ze sterk inzet op proces-en productinnovaties, onder meer op innovaties die de digitale leeservaring verbeteren. De MijnMagazines app wordt continu geoptimaliseerd en er wordt o.a. verder geïnvesteerd in het nieuwe productiebeheer-systeem voor de drukkerij. Binnen de software aanschaffingen zijn er zowel intern gegenereerde ontwikkelingen ter waarde van € 1,3 miljoen (zie winst-en verliesrekening ‘geproduceerde vaste activa’) als afzonderlijk verworven software (€ 5,6 miljoen). De -179K€ ‘verwerving door middel van bedrijfscombinaties en aankoop bedrijfstak’ betreft een aanpassing op de overnamebalans van de acquisitie RMN Mindstyle BV binnen de éénjarige waarderingsperiode. We verwijzen hiervoor naar toelichting 2 - Groepsstructuur. De € -5,1 miljoen op de post ‘verkopen en buitengebruikstellingen’ (zowel in het bedrag aan kostprijs als in de afschrijvingen en waardeverminderingen) betreft de verkoop van de vakbladen Grafisch Nieuws, Verpakking & Label en Media & Communication die een merk-nettoboekwaarde van nul hadden. Er werd een meerwaarde van € 0,2 miljoen gerealiseerd op de verkoop. De verkoop van de Duitse magazines (zie toelichting 2 – Groepsstructuur) heeft geen beweging veroorzaakt in bovenstaande tabel gezien er geen waarde toegewezen was aan deze merken ten tijde van de overname ervan. We verwijzen hiervoor naar toelichting 8 - Andere bedrijfsopbrengsten en –kosten. De € -1,2 miljoen en € -1,7 miljoen op ‘verkopen en buitengebruikstellingen’ van respectievelijk software en concessies, eigendomsrechten en gelijkaardige rechten hebben te maken met immateriële vaste activa die niet langer gecommercialiseerd worden door de Groep en reeds volledig afgeschreven waren. De bijzondere waardevermindering van € 0,7 miljoen in 2024 heeft betrekking op het merk 50+ Beurs & Festival. We verwijzen hiervoor naar de bijzondere waardeverminderingstest in toelichting 13 - Goodwill. In 2023 werden de merken ‘Helden’ en ‘Flow’ overgenomen in Nederland voor samen een bedrag van € 2,6 miljoen (beide onder ‘aanschaffing merken’). ‘Helden’ heeft een verwachte gebruiksduur van 5 jaar, ‘Flow’ van 10 jaar. Ook nog in 2023 betrof de ‘verwervingen door middel van bedrijfscombinaties en aankoop bedrijfstak’ de acquisitie van RMN Mindstyle BV die in toelichting 2 beschreven werd en waarbij de merken Happinez, Yoga en Psychologie werden opgeboekt. De ‘verkopen en buitengebruikstellingen’ van in totaal € 15,1 miljoen hadden te maken met immateriële vaste activa die niet langer gecommercialiseerd worden door de Groep en reeds volledig afgeschreven waren. Onderstaande tabel toont de netto boekwaarde van de merken, klantenportefeuilles en software op 31 december 2024 en 31 december 2023 en de resterende gebruiksduur per 31 december 2024. in duizend euro Totale In duizend euro Immateriële Immateriële resterende activa - 2024 a ctiva - 2023 gebruiksduur (in jaren) Libelle/Femmes d'Aujourd'hui 17.885 19.212 13,5 Plus magazine Nederland 13.514 14.345 16,3 EW 13.029 13.787 17,2 Landleven 5.421 5.860 13,5 Télépro 2.595 3.010 6,3 Happinez 2.385 2.653 8,8 Flow 2.165 2.286 9,0 Truckstar 1.814 2.067 7,2 Beleggers Belangen 1.436 1.636 7,2 Top Uitgaves 1.215 1.562 3,5 Fiscaal-juridisch 1.119 1.529 3,5 Fiets 1.118 1.274 7,2 Plus magazine België 1.014 1.081 15,2 Psychologie 526 663 3,8 Feeling/Gael 408 524 3,5 Gezondheid 311 449 2,2 Helden 245 315 3,5 Yoga 100 299 3,8 50+ Beurs & Festival - 770 - Totaal merkwaarde 66.300 73.322 Klantenporteuille (EW) 1.198 1.297 12,2 Klantenportefeuille Plus Magazine NL 349 628 1,3 Klantenportefeuille Black Tiger 268 408 2,0 Klantenporteuille (Beleggers Belangen, Truckstar, Fiets) 211 308 2,2 Totaal waarde klanteportefeuilles 2.026 2.641 - Totale software 11.440 9.641 3 tot 5 Totaal andere - 82 - Totaal immaterieel vast actief 79.765 85.686 I mpairment test merken in 2024 Eén van de belangrijkste bronnen van schattingsonzekerheden is de beoordeling van de gebruiksduur van de merken. Alle merken op zich zijn een kasstroomgenererende eenheid (KGE). Reden hiervoor is dat elk merk een identiteit op zich vormt, met een eigen strategische positionering, eigen doelgroep, eigen waarden, eigen marketing- en salesaanpak die individueel aangestuurd worden om zo de hoogste waarde per merk te verkrijgen. Op 31 december 2024 verwacht de Groep geen afwijking ten opzichte van de verwachte levensduur die bepaald werd op het einde van de vorige verslagperiode. Daarnaast werd er bekeken of er voor sommige merken een indicatie op bijzondere waardevermindering bestaat door de omzetten en winstmarges te vergelijken met de originele business plannen. Hieruit bleek dat een aantal merken qua winstmarges beter presteren dan verwacht, maar voor Télépro, Happinez, Flow, Beleggers Belangen, Fiets, 50+ Beurs & Festival en bij enkele minder materiële merken (nettoboekwaarde van minder dan één miljoen euro zoals Psychologie, Feeling/Gael, Gezondheid en Helden) wordt echter een lagere winstgevendheid verwacht waardoor een TOELICHTING 14 - IMMATERIËLE ACTIVA in duizend euro Concessie, Klanten- e igendoms Totaal 2024 Merken portefeuille Software -en gelijk- immateriële aardige activa r echten AAN KOSTPRIJS Saldo op 1 januari 160.962 3.261 51.792 9.255 225.270 Mutaties tijdens het boekjaar - Aanschaffingen 119 - 6.899 - 7.018 - Verwervingen door middel van bedrijfscombinaties en -179 - - - -179 aankoop bedrijfstak - Verkopen en buitengebruikstellingen -5.093 - -1.195 -1.746 -8.034 - Desinvestering van dochterondernemingen -1 - -62 - -63 Saldo op 31 december 155.809 3.261 57.435 7.509 224.014 AFSCHRIJVINGEN EN BIJZONDERE W AARDEVERMINDERINGEN Saldo op 1 januari 87.640 620 42.152 9.174 139.586 Mutaties tijdens het boekjaar - Afschrijvingen 6.291 615 5.082 81 12.069 - Bijzondere waardeverminderingen 674 - - - 674 - Verkopen en buitengebruikstellingen -5.093 - -1.177 -1.746 -8.016 - Desinvestering van dochterondernemingen -1 - -62 - -63 Saldo op 31 december 89.510 1.235 45.995 7.509 144.249 Nettoboekwaarde per einde van het boekjaar 66.300 2.026 11.440 - 79.765 impairment test werd uitgevoerd. Voor 50+ Beurs & Festival verwijzen we naar toelichting 13 waar de goodwill impairment test besproken wordt. In de test op bijzondere waardevermindering werd de realiseerbare waarde voor elk van de kasstroomgenererende eenheden bepaald op basis van een bedrijfswaarde-berekening in een verdisconteerd kasstroommodel. Deze gaat uit van kasstroomprognoses voor de komende vijf jaar (2025-2029). Het eerste jaar, 2025, is de meest recente budgetinschatting van het management waar omzet voorspellingen gemiddeld ongeveer 4% hoger liggen dan in 2024. De inschattingen voor de jaren 2025-2029 zijn gebaseerd op ervaringen uit het verleden waarbij o.a. kostenstijgingen steeds gecompenseerd worden met kostenefficiënties en prijsstijgingen. Daarnaast zijn ze ook gebaseerd op interne inschattingen rond volumes en prijzen. De gebruikte discontovoet is over alle jaren heen dezelfde. De terminale waarde werd bepaald op basis van een perpetuïteitsformule waarbij uitgegaan werd van een langetermijngroeivoet van 0% en een WACC van 9,1% voor de Belgische magazines (vorig jaar 8,8%) en 8,2% voor de Nederlandse magazines (vorig jaar 8,0%). De discontofactor na belastingen is gebaseerd op een WACC-model waarbij de risicopremie en gearingratio gebaseerd zijn op een groep van vergelijkbare bedrijven. Daarbovenop werd rekening gehouden met een andere risicovrije rentevoet, risicopremie en belastingvoet in België versus Nederland. De langetermijngroeivoet reflecteert de verwachtingen binnen de mediawereld. De test heeft voor geen van de merken tot een bijzondere waardevermindering geleid. Het bedrag waarmee de realiseerbare waarde de boekwaarde overstijgt voor Télépro is € 2,9 miljoen, voor Happinez € 0,9 miljoen, voor Flow € 1,2 miljoen en voor de minder materiële merken samen € 0,9 miljoen. Voor Beleggers Belangen, Fiets en Helden is de headroom quasi breakeven. Voorts werd een sensitiviteitsanalyse uitgevoerd op de belangrijkste veronderstellingen van de impairment test. De analyse is gebaseerd op een verandering in een belangrijke veronderstelling, waarbij alle andere veronderstellingen constant blijven. Mogelijks is dit niet representatief voor een werkelijke wijziging, aangezien het onwaarschijnlijk is dat veranderingen in veronderstellingen geïsoleerd plaatsvinden. De onderstaande tabellen geven de wijziging in het percentage in de assumptie weer waardoor de headroom op nul valt voor huidig en vorig boekjaar. Voor Beleggers Belangen, Fiets en Helden resulteert elke negatieve wijziging in een bijzondere waardevermindering. Voor de assumptie met betrekking tot disconteringsvoet kan een daling of stijging van maximum 2% als redelijkerwijs mogelijke wijziging aanzien worden. Voor de langetermijngroeivoet van de kasstromen na de vijf jaar periode, is een daling of stijging van maximum 5% een redelijkerwijs mogelijke wijziging. Voor de kasstroom die dient voor de perpetuïteit is een een daling of stijging van maximum van 20% een redelijkerwijs mogelijke wijziging. Télépro Happinez Flow Veronderstelling 2024 2023 2024 2023 2024 2023 Disconteringsvoet 15,0% 6,6% 3,0% (a) 4,0% (a) Langetermijngroeivoet kasstromen -100,0% -15,0% -4,5% (a) -6,5% (a) na de vijf jaar periode Kasstroom die dient voor de -95,0% -60,0% -35,0% (a) -45,0% (a) perpetuïteit Psychologie Feeling Gezondheid Veronderstelling 2024 2023 2024 2023 2024 2023 Disconteringsvoet 7,0% (a) 2,0% 1,1% 6,0% 2,8% Langetermijngroeivoet kasstromen -15,0% (a) -3,5% -1,6% -12,0% -4,7% na de vijf jaar periode Kasstroom die dient voor de -65,0% (a) -25,0% -15,0% -60,0% -35,0% perpetuïteit (a) Op dit merk is er geen test op bijzondere waardevermindering geweest in 2023. Daarnaast heeft de Groep ook een sensitiviteitsanalyse uitgevoerd op de gebruiksduur voor de merken die op 31 december 2024 een nettoboekwaarde hadden van € 4,0 miljoen of hoger. Hieronder worden deze resultaten opgenomen voor de volledig geconsolideerde ondernemingen. We verwijzen naar toelichting 16 voor eenzelfde analyse op de merken van joint ventures. Indien de resterende gebruiksduur van 13,5 jaar voor het merk ‘Libelle/Femmes d’Aujourd’hui’, naar 10 jaar zou JAARVERSLAG 2024 JAARVERSLAG 2024 146 147 IM WE CREATE MEDIA WITH PACT TOELICHTING 15 - MATERIËLE VASTE ACTIVA in duizend euro T erreinen Installaties, Meubilair en Recht- Overige Activa 2024 e n m achines en r ollend op- m ateriële i n aan- Totaal gebouwen u itrusting m aterieel gebruik v aste bouw a ctiva a ctiva AAN KOSTPRIJS Saldo op 1 januari 92.126 51.996 11.241 14.962 977 2.735 174.037 Mutaties tijdens het boekjaar - Aanschaffingen 1.908 4.435 375 4.039 123 1.447 12.327 - Verkopen en -8.049 -4.553 -1.335 -3.772 - - -17.709 buitengebruikstellingen - Verkoop van - - -39 -969 - - -1.008 dochterondernemingen - Overige toename / afname 366 2.367 - 82 - -2.734 81 - Transfer -268 - - - 268 - - Saldo op 31 december 86.083 54.245 10.242 14.342 1.368 1.448 167.728 AFSCHRIJVINGEN EN BIJZONDERE WAARDEVERMINDERINGEN Saldo op 1 januari 57.701 28.196 9.750 6.895 665 - 103.207 Mutaties tijdens het boekjaar - Afschrijvingen 1.515 3.597 375 3.003 463 - 8.953 - Bijzondere - - - - -160 - -160 waardeverminderingen - Verkopen en -7.893 -4.540 -1.332 -2.125 - - -15.890 buitengebruikstellingen - Verkoop van - - -24 -802 - - -826 dochterondernemingen - Overige toename / afname - - - 85 - - 85 - Transfer -70 - - - 70 - - Saldo op 31 december 51.323 27.253 8.769 7.056 968 - 95.369 Nettoboekwaarde per einde van 3 4.760 26.992 1.473 7.284 400 1.448 72.357 h et boekjaar Activa gesteld als zekerheid in duizend euro 2024 Terreinen en gebouwen gesteld als zekerheid voor verplichtingen (hypotheek inbegrepen) - in duizend euro Terreinen Installaties, Meubilair Recht-op- Overige 2023 e n m achines en e n rollend gebruik m ateriële Activa in Totaal gebouwen u itrusting m aterieel a ctiva v aste a anbouw a ctiva AAN KOSTPRIJS Saldo op 1 januari 91.574 48.435 11.161 14.223 895 1.070 167.356 Mutaties tijdens het boekjaar - Aanschaffingen 1.312 3.816 526 2.790 92 2.734 11.270 - Verkopen en -1.345 -696 -458 -2.086 -10 - -4.595 buitengebruikstellingen - Overige toename / afname 585 441 12 35 - -1.069 4 Saldo op 31 december 92.126 51.996 11.241 14.962 977 2.735 174.037 AFSCHRIJVINGEN EN BIJZONDERE WAARDEVERMINDERINGEN Saldo op 1 januari 57.342 26.100 9.653 6.387 338 - 99.822 Mutaties tijdens het boekjaar - Afschrijvingen 1.385 2.773 543 2.538 177 - 7.416 - Bijzondere - - - - 160 - 160 waardeverminderingen - Verkopen en -1.026 -686 -457 -2.034 -10 - -4.213 buitengebruikstellingen - Overige toename / afname - 9 11 4 - - 24 Saldo op 31 december 57.701 28.196 9.750 6.895 665 - 103.207 Nettoboekwaarde per einde van 3 4.425 23.800 1.491 8.067 312 2.735 70.830 h et boekjaar Activa gesteld als zekerheid in duizend euro 2023 Terreinen en gebouwen gesteld als zekerheid voor verplichtingen (hypotheek inbegrepen) - De aanschaffingen in bovenstaande tabel hebben zowel betrekking op materiële vaste activa die een kasuitstroom vertegenwoordigen (€ 8,3 miljoen, vorig jaar € 8,5 miljoen) als deze die geen kasuitstroom veroorzaken (€ 4,0 miljoen TOELICHTING 16 - DEELNEMINGEN GEWAARDEERD VOLGENS DE VERMOGENSMUTATIE- METHODE I. Overzicht van significante joint ventures en geassocieerde ondernemingen In 2024 hebben deze voornamelijk betrekking op 1/ ‘Terreinen en gebouwen’ : de renovatie van het kantoor in Brussel recht-op-gebruik activa, vorig jaar € 2,8 miljoen). Materiële vaste activa met een kasuitstroom (€ 1,5 miljoen); 2/ ‘Installaties, machines en uitrusting’ : nieuwe hardware systemen in onze IT-afdeling (€ 3,5 miljoen), nieuwe printers in de drukkerij (€ 0,5 miljoen waarvan € 0,2 miljoen nog in activa in aanbouw), de laatste betaling voor de nieuwe ovens voor de drukkerij (€ 0,4 miljoen) en 3/ ‘Activa in aanbouw’ : de nieuwe paperwrap blistermachine (€ 1,1 miljoen). In het boekjaar 2023 werd hoofdzakelijk geïnvesteerd in de duurzame eco-efficiënte ovens in de drukkerij (€ 4,2 miljoen waarvan € 2,3 miljoen onder ‘Activa in aanbouw’ en € 1,9 miljoen onder ‘Installaties, machines en uitrusting’), de nieuwe Kanaal Z-TV studio (€ 0,9 miljoen waarvan € 0,5 miljoen onder ‘Terreinen en gebouwen’ en € 0,4 miljoen onder ‘Installaties, machines en uitrusting’), nieuwe PC’s en computerschermen (€ 0,9 miljoen onder ‘Installaties, machines en uitrusting’) en verbouwing en inrichting van de kantoren in Brussel en het gebouw in Roeselare (€ 1,0 miljoen waarvan € 0,6 miljoen onder ‘Terreinen en gebouwen’ en € 0,4 miljoen onder ‘Activa in aanbouw’). De verkopen en buitengebruikstellingen op ‘Terreinen en gebouwen’ zijn in 2024 volledig te wijten aan de verkoop van twee gebouwen waarvan o.a. het kantoorgebouw in Zellik. De meerwaarde die hierop gerealiseerd werd (€ 2,2 miljoen) wordt gerapporteerd onder de ‘Andere bedrijfsopbrengsten’ – zie toelichting 8. De verkopen en buitengebruikstellingen op ‘Installaties, machines en uitrusting’ zijn buitengebruikstellingen van productiemachines in de drukkerij. Ook nog in 2024 zijn de activa in aanbouw van einde vorig boekjaar ter waarde van € 2,7 miljoen (zie vorige paragraaf) teruggebracht worden, dan zou de impact 0,5 M€ bijkomende jaarlijkse afschrijving zijn. Indien de resterende gebruiksduur zou teruggebracht worden naar 5 jaar, dan zou de bijkomende jaarlijkse afschrijvingslast 2,3 M€ bedragen. Indien de resterende gebruiksduur van 16,3 jaar voor het merk ‘Plus Magazine NL’ naar 10 jaar zou teruggebracht worden, dan zou de impact 0,5 M€ aan bijkomende jaarlijkse afschrijvingslast zijn. Indien de resterende gebruiksduur zou teruggebracht worden naar 5 jaar, dan zou de bijkomende jaarlijkse afschrijvingslast 1,9 M€ bedragen. Indien de resterende gebruiksduur van 17,2 jaar voor het merk ‘EW’ naar 10 jaar zou teruggebracht worden, dan zou de impact 0,5 M€ aan bijkomende jaarlijkse afschrijvingslast zijn. Indien de resterende gebruiksduur zou teruggebracht worden naar 5 jaar, dan zou de bijkomende jaarlijkse afschrijvingslast 1,8 M€ bedragen. Indien de resterende gebruiksduur van 13,5 jaar voor het merk ‘Landleven’ naar 10 jaar zou teruggebracht worden, dan zou de impact 0,1 M€ aan bijkomende jaarlijkse afschrijvingslast zijn. Indien de resterende gebruiksduur zou teruggebracht worden naar 5 jaar, dan zou de bijkomende jaarlijkse afschrijvingslast 0,7 M€ bedragen. I mpairment test merken in 2023 In 2023 werden de merken Plus Magazine BE, Télépro, Beleggers Belangen, Feeling en Gezondheid op bijzondere waardevermindering getest. De test leidde voor geen van de merken tot een bijzondere waardevermindering. overgeboekt naar voornamelijk ’Installaties, machines en uitrusting’ en ‘Terreinen en gebouwen’. Materiële vaste activa zonder kasuitstroom De aanschaffingen in de erkende recht-op-gebruik activa (in overeenstemming met de IFRS16-regelgeving) (€ 4,0 miljoen) hebben zowel betrekking op gebouwen als op rollend materieel. Op het einde van de verslagperiode bestaan de activa uit volgende categorieën met onderstaande nettoboekwaarden: in duizend euro 31/12/2024 31/12/2023 Gebouwen 1.892 3.838 Rollend materieel 5.194 4.114 Overige 198 115 Totale recht-op-gebruik activa 7.284 8.067 De Groep huurt verschillende kantoren, voertuigen en sommige machines. Huurcontracten worden meestal gemaakt voor een vaste periode van 3 tot 9 jaar, mogelijk met uitbreidingsopties; één heeft een leasetermijn van meer dan 20 jaar. Huurtermijnen worden op individuele basis onderhandeld en bevatten een reeks verschillende algemene voorwaarden. De huurovereenkomsten leggen geen enkele convenant op, maar geleasede activa mogen niet worden gebruikt als borg voor financieringsdoeleinden. De recht-op-gebruik activa die buitengebruik gesteld zijn, betreffen enerzijds de erfpacht op het gebouw in Zellik waar nog een nettoboekwaarde van € 1,1 miljoen open stond. Ongeveer een zelfde bedrag werd afgeboekt in de leaseverplichting (zie toelichting 26 – Financiële schulden). Daarnaast is een gehuurd gebouw in Nederland ook buiten gebruikgesteld gezien dat het gebouw niet meer langer zal gehuurd worden. Tevens werden een heel aantal leasingwagens in de loop van 2024 buiten gebruik gesteld omdat hun vijfjarige contract ten einde liep. In alle gevallen zijn er elektrische leasingwagens in de plaats gekomen. Onder de ‘verkoop van dochterondernemingen’ staan de uitboekingen van voornamelijk de recht-op-gebruik activa en het meubilair en rollend matereel binnen Roularta Media Duitsland. Naar aanleiding van de verkoop van de magazines, zal ook het gebouw niet meer verder gehuurd worden. Voor meer informatie met betrekking tot deze verkoop, verwijzen we naar toelichting 2 – Groepsstructuur. De kosten met betrekking tot kortlopende huurovereenkomsten bedragen 640 K€ (328 K€ in 2023); de kosten met betrekking tot leasing van activa met een lage waarde (die niet worden weergegeven als leasing op korte termijn) bedragen 176 K€ (426 K€ in 2023). De volgende deelnemingen in joint ventures en geassocieerde ondernemingen hebben een significante impact op de financiële positie en resultaten van de Groep. Naam joint venture H oofd- Hoofdzetel P ercentage van deelneming a ctiviteit e n stemrecht van de Groep 2024 2023 Mediafin NV Media Brands Brussel, België 50,0% 50,0% Immovlan BV Media Brands Brussel, België 35,0% 35,0% Deze deelnemingen in joint ventures en geassocieerde ondernemingen worden gewaardeerd volgens de vermogensmutatiemethode. Voor een overzicht van alle joint ventures verwijzen we naar toelichting 2 Groepsstructuur. Samengevatte financiële informatie in verband met significante joint ventures en geassocieerde ondernemingen van de Groep wordt hierna weergegeven. Deze financiële informatie komt overeen met de financiële rapportering van de joint ventures en geassocieerde ondernemingen volgens IFRS. JAARVERSLAG 2024 JAARVERSLAG 2024 148 149 IM WE CREATE MEDIA WITH PACT in duizend euro 2024 2023 Nettoactiva van de joint venture / geassocieerde onderneming 98.452 102.383 Minus Mediafins deelneming in Pulsar-IT BV -876 -876 Deelnemingspercentage van de Groep in Mediafin 50,0% 50,0% Nettoboekwaarde van de deelneming in Mediafin 48.788 50.754 Op 31 december 2024 waren er geen indicatoren op bijzondere waardevermindering van de investering, waardoor geen impairment test werd uitgevoerd. De belangrijkste post onder de vaste activa betreft de immateriële vaste activa. Onderstaande tabel geeft de goodwill en immateriële vaste activa aan in Mediafin en haar dochter Pulsar-IT (beide aan 100%) op 31 december 2024 en 31 december 2023. De resterende netto boekwaarden en levensduur worden weergegeven: Totale in duizend euro Immateriële Immateriële resterende activa 2024 a ctiva 2023 levensduur (in jaren) Merk - De Tijd/ L'Echo 68.432 70.495 33,2 Merk - BePublic - BeReal 1.138 1.497 3,2 Klantenrelaties 19.459 20.937 13,2 Goodwill - De Tijd/L'Echo 24.675 24.675 Onbeperkt Goodwill Luxury Leads 2.368 2.368 Onbeperkt Goodwill Pulsar-IT (OpenTheBox) 690 690 Onbeperkt Totaal 116.762 120.662 Er is nog geen toerekening van de aankoopprijs gebeurd in kader van de Profacts overname waardoor hiervoor nog geen immateriële activa opgenomen zijn (zie toelichting 2). De totale jaarlijkse afschrijvingslast van de bovenstaande weergegeven immateriële vaste activa binnen Mediafin bedraagt € 3,9 miljoen (exclusief belastinglatenties). De jaarlijkse impact op de EBITDA van Roularta Media Group van deze afschrijvingen inclusief belastinglatentie, bedroeg € 1,5 miljoen. De Groep heeft daarnaast op eind december 2024 terug een sensitiviteitsanalyse uitgevoerd op de gebruiksduur van de klantenrelaties en merken De Tijd/L’Echo. Hieronder volgen de conclusies: Indien de resterende gebruiksduur van De Tijd/L’Echo van 33,2 jaar als ‘super’merk naar respectievelijk 20 jaar of 10 jaar zou teruggebracht worden, dan zou de bijkomende jaarlijkse afschrijvingslast respectievelijk € 1,4 miljoen of € 4,8 miljoen bedragen. Het aandeel in de winst van de joint venture Mediafin (na uitgestelde belastingen) zou dan dalen met respectievelijk € 0,5 miljoen of € 1,8 miljoen. Indien de resterende gebruiksduur van 13,2 jaar van de klantenrelaties binnen Mediafin zou teruggebracht worden naar 10 jaar, dan zou de bijkomende jaarlijkse afschrijvingslast € 0,5 miljoen bedragen. Indien de resterende gebruiksduur naar 5 jaar zou worden teruggebracht, dan zou de bijkomende jaarlijkse afschrijvingslast € 2,4 miljoen bedragen. Het aandeel in de winst van de joint venture Mediafin zou dan met respectievelijk € 0,2 miljoen of € 0,9 miljoen dalen. Roularta Media Group heeft geen nettoschuld meer openstaan ten opzichte van Mediafin (einde vorig boekjaar € 2,5 miljoen). Voorts zijn er geen voorwaardelijke of andere verplichtingen tegenover Mediafin op 31 december 2024. Mediafin heeft gezamenlijke toestemming nodig van Roularta Media Group en de andere aandeelhouder, Groupe Rossel, om de winst te verdelen en eventuele leningen aan te gaan. Immovlan Op 6 januari 2021 werd de entiteit Immovlan BV opgericht door de Roularta Media Group (35%), de Groupe Rossel (35%) en Belfius (30%). De entiteit omvat de activiteiten van Immovlan en Vacancesweb die voordien deel uitmaakten van CTR Media SA (50% RMG/50% Rossel). De participatie kaderde in een strategische samenwerkingsovereenkomst tussen Belfius en Immovlan, waarbij ze hun digitale expertise combineren en hun service aanbod inzake residentieel vastgoed verder diversifiëren. Waar de entiteit van bij de start volledig geconsolideerd was, wordt ze sinds de deconsolidatie (eind september 2022) opgenomen onder de vermogensmutatiemethode. Onderstaande tabel geeft een samenvatting van de belangrijkse posten van de balans en resultatenrekening van Immovlan BV zoals opgenomen in haar eigen jaarrekening, aangepast voor reële waarde aanpassingen en verschillen in waarderingsgrondslagen. in duizend euro 2024 2023 Samenvattende financiële informatie op balansdatum Vaste activa 6.454 7.506 Vlottende activa 2.430 2.048 - waarvan geldmiddelen en kasequivalenten 414 276 Kortlopende verplichtingen -2.720 -1.868 Nettoactiva 6.163 7.685 Omzet 7.119 6.305 Afschrijvingen -1.119 -979 Belastingen op het resultaat -204 -221 Nettoresultaat van de periode, gerealiseerd en niet-gerealiseerd -2.815 -877 Reconciliatie van de hiervoor vermelde financiële informatie met de nettoboekwaarde van de deelneming van Immovlan in de geconsolideerde jaarrekening: in duizend euro 2024 2023 Nettoactiva van de joint venture / geassocieerde onderneming 6.163 7.685 Deelnemingspercentage van de Groep in Immovlan 35,0% 35,0% (Theoretische) nettoboekwaarde van de deelneming in Immovlan 2.157 2.690 Eliminatie resterende latente meerwaarde op klantenportefeuille nav deconsolidatie (na -864 -864 belastingen) Bijzondere waardevermindering van de geconsolideerde deelneming in Immovlan -1.293 - Nettoboekwaarde van de deelneming in Immovlan 0 1.825 Door de tegenvallende resultaten van de entiteit Immovlan ten opzichte van de inschatting van het management met betrekking tot het jaar 2024, was er op 31 december 2024 een indicatie op bijzondere waardevermindering van de investering waardoor er een impairment test werd uitgevoerd. Hierbij werd de realiseerbare waarde bepaald op basis van de verwachte verdisconteerde kasstromen. Deze gaat uit van kasstroomprognoses voor de komende vijf jaar (2025-2029). Voor 2025 werden de budgetcijfers aangehouden waarbij er geschat wordt dat omzet 10% lager zal liggen dan het jaar ervoor. Er werd een discontovoet na belastingen van 10,3% gebruikt, wat hoger is dan de 9,1% voor de merken van RMG en dit gezien het hogere risicoprofiel van de online publiciteitsomzetstromen dan deze van de merken van de Groep die naast print publiciteitsomzet ook omzetten halen uit de lezersmarkt. De residuele waarde werd bepaald op basis van een perpetuïteitsformule waarbij uitgegaan werd van een langetermijngroeivoet van 0% en dezelfde discontovoet van 10,3%. Uit de test bleek dat een bijzondere waardevermindering nodig was van de volledige deelneming, oftewel € 1,4 miljoen. Dit resultaat werd integraal in de geconsolideerde resultatenrekening geboekt onder ‘Aandeel in het resultaat van geassocieerde ondernemingen en joint ventures’ waardoor deze impact volledig ten laste komt van de EBITDA van de Groep. Daarnaast heeft Roularta Media Group NV in haar ‘Deelnemingen gewaardeerd volgens de vermogensmutatiemethode’ nog een put optie in het voordeel van Belfius staan van 394K€ om mogelijks het belang in de entiteit Immovlan te verhogen indien Belfius de optie uitoefent. Langs de passiefkant staat hiervoor onder de ‘Financiële schulden op korte termijn’ een verplichting op van 629K€. We verwijzen hiervoor naar toelichting 26 . II. Samenvattende financiële informatie Mediafin Op 12 maart 2018 verwierf Roularta Media Group 50% van de aandelen in Mediafin NV. Mediafin is de Belgische uitgever van kwaliteitsvolle media zoals De Tijd en L’Echo die topjournalistiek hoog in het vaandel hebben, wat een goede match is met de Roularta groep die ook op hogere doelgroepen mikt. De andere 50% van Mediafin bleef in handen van Groupe Rossel. Onderstaande tabel geeft een samenvatting van de belangrijkste posten van Mediafin’s balans en resultatenrekening zoals opgenomen in haar eigen jaarrekening, aangepast voor reële waarde aanpassingen bij acquisitie en verschillen in waarderingsgrondslagen. in duizend euro 2024 2023 Samenvattende financiële informatie op balansdatum Vaste activa 134.341 122.153 Vlottende activa 22.524 32.928 - waarvan geldmiddelen en kasequivalenten 5.673 5.380 Langlopende verplichtingen -29.704 -26.153 - waarvan financiële schulden -5.005 -482 Kortlopende verplichtingen -28.709 -26.545 - waarvan financiële schulden -1.349 -776 Nettoactiva 98.452 102.383 Omzet 88.503 83.615 Afschrijvingen -8.536 -8.195 Intrestopbrengsten 195 207 Intrestkosten -319 -178 Belastingen op het resultaat -2.279 -2.531 Nettoresultaat van de periode 7.288 5.935 Niet-gerealiseerde resultaten van de periode -219 -189 Nettoresultaat van de periode, gerealiseerd en niet-gerealiseerd 7.069 5.746 Dividenden uitgekeerd aan Roularta Media Groep tijdens de periode 5.390 4.000 De vaste activa zijn op 31 december 2024 met € 12,2 miljoen gestegen en dit voornamelijk omwille van de overname van 100% van de aandelen van het marktonderzoekbureau Profacts (zie toelichting 2) en een nieuw recht-op-gebruik gebouw (zie verder). De geldmiddelen en kasequivalenten zijn in 2024 met € 0,3 miljoen gestegen ten opzichte van 2023, en dit na een dividenduitkering van € 5,4 miljoen in 2024 naar RMG (en eenzelfde bedrag naar de andere aandeelhouder Rossel). De financiële schulden zijn met € 5,4 miljoen gestegen, voornamelijk omwille van de start van een nieuwe huurcontract voor de Mediafin gebouwen waardoor een nieuwe IFRS16 leaseverplichting werd opgeboekt. Eenzelfde bedrag werd ook in de materiële vaste activa opgeboekt als recht-op-gebruik activa. De niet-gerealiseerde resultaten van 2024 (en 2023) bevatten de langlopende verplichtingen met betrekking tot personeelsbeloningen. Reconciliatie van de hiervoor vermelde financiële informatie met de nettoboekwaarde van de deelneming van Mediafin in de geconsolideerde jaarrekening: De belangrijkste post onder de vaste activa betreft de immateriële vaste activa. Onderstaande tabel geeft de immateriële vaste activa aan in Immovlan (aan 100%) op 31 december 2024 en 31 december 2023. De resterende netto boekwaarden en levensduur worden weergegeven: Totale in duizend euro Immateriële Immateriële resterende activa 2024 a ctiva 2023 levensduur (in jaren) Merk - Immovlan 601 701 6,0 Klantenportefeuille Immovlan 4.988 5.442 11,0 Totaal 5.589 6.143 De totale overblijvende jaarlijkse afschrijvingslast van de bovenstaande weergegeven immateriële vaste activa binnen Immovlan bedraagt € 0,6 miljoen (exclusief belastinglatenties). De jaarlijkse impact op de EBITDA van Roularta Media Group van deze afschrijvingen inclusief belastinglatentie, bedraagt € -0,1 miljoen. Na de bijzondere waardevermindering is het belang van de Groep tot nul afgeboekt en zal ze haar aandeel in verdere verliezen van Immovlan niet langer opnemen. III. Samenvattende financiële informatie van geassocieerde ondernemingen en joint ventures die i ndividueel niet significant zijn Deze categorie omvat de ondernemingen CTR Media SA, Yellowbrick NV, Repropress CVBA, Pulsar-IT BV, Motor.NL BV en Pite Media BV. in duizend euro 2024 2023 Aandeel van de Groep in het nettoresultaat, gerealiseerd en niet-gerealiseerd -25 17 Totale nettoboekwaarde van de overige deelnemingen aangehouden door de Groep 439 538 Er werd 200K€ dividend uitgekeerd van Pite Media BV naar Roularta Media Nederland (en eenzelfde bedrag naar de andere aandeelhouder). De aandelen in de entiteit Repropress CVBA werden in de loop van 2024 volledig verkocht. Roularta Media Group heeft geen contractuele verplichtingen tegenover deze geassocieerde ondernemingen en joint ventures op 31 december 2024 en 2023. I V. Evolutie nettoboekwaarde van de deelnemingen volgens de vermogensmutatiemethode in duizend euro 2024 2023 Saldo op het einde van het vorige boekjaar 53.511 55.051 Wijzigingen tijdens het boekjaar: - Aandeel in het resultaat van geassocieerde ondernemingen en joint ventures 1.793 2.678 - Aandeel in de niet-gerealiseerde resultaten van joint ventures en geassocieerde -219 -189 ondernemingen - Dividenduitkering -5.590 -4.000 - Voorziening voor bijkomende verliezen 137 -29 - Effect wijziging groep -10 - Saldo op het einde van het boekjaar (deelnemingen, exclusief vorderingen) 49.622 53.511 Het aandeel in het resultaat van geassocieerde ondernemingen en joint ventures is lager dan vorig jaar door de bovengenoemde bijzondere waardevermindering van € 1,4 miljoen. Het hogere dividend in 2024 ten opzichte van 2023 (€ +1,6 miljoen) komt enerzijds van Mediafin die naast het gewone dividend van € 4,0 miljoen ook een interim dividend van € 1,4 miljoen heeft uitgekeerd aan RMG; anderzijds is er ook JAARVERSLAG 2024 JAARVERSLAG 2024 150 151 IM WE CREATE MEDIA WITH PACT TOELICHTING 18 - HANDELS- EN OVERIGE VORDERINGEN I. Handels- en overige vorderingen – vast Er zijn geen vaste handels-of overige vorderingen. II. Handels- en overige vorderingen – vlottend in duizend euro 2024 2023 Handelsvorderingen, bruto 53.812 52.997 Waardevermindering op dubieuze vorderingen, vlottend -4.782 -4.511 Te factureren en te ontvangen creditnota's () 2.568 2.589 Te innen bedragen en debetsaldi leveranciers 679 308 Terug te vorderen BTW () 44 13 Overige vorderingen, bruto 731 1.497 Waardevermindering op overige vorderingen -333 -116 Totaal handels- en overige vorderingen - vlottend 52.718 52.777 () Geen financiële activa zoals gedefinieerd in IAS32 De openstaande saldi zijn verspreid over een groot aantal klanten en er is geen klant met een openstaand saldo dat meer dan 10% van het totale klantensaldo uitmaakt. De handelsvorderingen stijgen ondanks een lichtjes lagere omzet. De reden van de stijging is de hogere DSO (van 50 dagen in 2023 naar 53 dagen in 2024). DSO (= aantal dagen klantenkrediet) wordt gedefinieerd als totale vlottende handelsvorderingen, gedeeld door totale omzet van de laatste 3 maanden/90. Dit is 52.276 K€/(89.398 K€/90) = 53 dagen. Management acht deze prestatiemaatstaf relevant om op te volgen om te evalueren of en welke klanten (on)voldoende snel betalen. In de tabel hieronder wordt de ouderdomsanalyse van de handelsvorderingen op korte termijn weergegeven: in duizend euro 2024 2023 Nominale waarde per einde boekjaar 53.812 52.997 - waarvan: * niet vervallen en minder dan 30 dagen 41.873 40.296 vervallen * vervallen 30 - 60 dagen 3.482 4.295 * vervallen 61 - 90 dagen 2.002 2.246 * meer dan 90 dagen vervallen 6.455 6.160 Op 31/12/2024 werd een bijzondere waardeverminderingsanalyse conform de vereenvoudigde benadering (IFRS 9) uitgevoerd om de verwachte kredietverliezen van de Groep op al haar handelsvorderingen te meten. De Groep gebruikt hiervoor een voorzieningenmatrix om de verwachte kredietverliezen te berekenen op basis van historische informatie. De invloed van toekomstgerichte informatie wordt niet significant geacht. De Groep classificeert de klanten en hun gerelateerde vorderingen in verschillende ouderdomsklassen, gebaseerd op de bovenstaande ouderdomsanalyse van de vorderingen. Daarnaast houdt de Groep rekening met klantspecifieke indicaties wanneer betaling onwaarschijnlijk is. Dit is het geval wanneer vorderingen meer dan 120 dagen achterstallig zijn en/of wanneer er een interne of externe indicatie is voor risico op wanbetaling. Voor alle vorderingen die minder dan vier maanden achterstallig zijn, neemt de Groep percentages tussen 0,18% en 1,56% in aanmerking (zie onderstaande tabel kolom “ECL %” (ECL = expected credit loss)). De klantspecifieke dubieuze vorderingen, die voor een groot stuk gerelateerd zijn aan vorderingen die meer dan 120 dagen achterstallig zijn, bedragen samen € 4,6 miljoen. Dit brengt de totale voorziening voor dubieuze debiteuren op € 4,8 miljoen (vorig jaar € 4,5 miljoen) . in duizend euro ECL % Provisie 3 1/12/2024 Verwachte kredietverliezen per ouderdomsbalans * niet vervallen en minder dan 30 dagen vervallen -0,18% -74 * vervallen 30 - 60 dagen -0,89% -31 * vervallen 61 - 90 dagen -1,24% -25 * meer dan 90 dagen vervallen -1,56% -28 Klantspecifieke vorderingen -4.624 Totaal voorziening dubieuze debiteuren -4.782 In onderstaande tabel wordt de evolutie van de voorziening voor dubieuze debiteuren getoond: in duizend euro 2024 2023 Nettoboekwaarde op 1 januari -4.511 -3.459 - In boekjaar geboekte waardeverminderingen -1.487 -1.822 - In boekjaar geboekte terugname 1.190 1.070 waardeverminderingen - Verwerving door middel van bedrijfscombinatie - -178 - Overige bewegingen 26 -122 Nettoboekwaarde op 31 december -4.782 -4.511 De gerealiseerde minwaarden op vorderingen zijn terug te vinden in Toelichting 8 – Andere bedrijfsopbrengsten en- kosten. Onderstaande tabel geeft de evolutie van de voorziening voor overige vorderingen weer. in duizend euro 2024 2023 Nettoboekwaarde per einde vorig boekjaar -116 -116 - In boekjaar geboekte waardeverminderingen -217 - Nettoboekwaarde per einde boekjaar -333 -116 De stijging komt in 2024 hoofdzakelijk van een Franse klant in faling. het dividend van € 0,2 miljoen van Pite zoals hierboven vermeld . TOELICHTING 17 - INVESTERINGEN IN FINANCIËLE ACTIVA, LENINGEN EN WAARBORGEN I. Overzicht rubriek in duizend euro 2024 2023 Investeringen in financiële activa - reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst- en-verliesrekening 128 148 Leningen en waarborgen - geamortiseerde kostprijs 311 346 Totaal investeringen in financiële activa, leningen 440 494 e n waarborgen I I. Investeringen in financiële activa – evolutie tijdens het boekjaar in duizend euro 2024 2023 AAN REËLE WAARDE MET VERWERKING VAN W AARDEVERANDERINGEN IN WINST-EN- VERLIESREKENING Saldo op 1 januari 3.839 3.839 Mutaties tijdens het boekjaar - Overdrachten en buitengebruikstellingen -20 - Saldo op 31 december 3.819 3.839 BIJZONDERE WAARDEVERMINDERINGEN (-) Saldo op 1 januari -3.691 -3.670 Mutaties tijdens het boekjaar - Overdrachten en buitengebruikstellingen (-) - -21 Saldo op 31 december -3.691 -3.691 Nettoboekwaarde per einde van het boekjaar 128 148 Het management heeft vastgesteld dat de kostprijs minus de bijzondere waardevermindering een juiste schatting is van de reële waarde voor de niet-beursgenoteerde aandelenbeleggingen van de integraal geconsolideerde ondernemingen omdat er onvoldoende recente informatie beschikbaar is om de reële waarde te meten. III. Leningen en waarborgen – evolutie tijdens het boekjaar in duizend euro 2024 2023 AAN GEAMORTISEERDE KOSTPRIJS Saldo op 1 januari 346 996 Mutaties tijdens het boekjaar - Toevoegingen 32 91 - Bedrag aan gebruikte betalingen -55 -443 - Terugbetalingen -12 -298 Saldo op 31 december 311 346 Nettoboekwaarde per einde van het boekjaar 311 346 De daling in de waarborgen in 2023 kwam van een kantonnering met betrekking tot het Infobase geschil (zie Toelichting 24 – Voorzieningen) die in 2024 is vrijgevallen. Het werd in 2023 overgeboekt naar de overige vorderingen op korte termijn. TOELICHTING 19 - UITGESTELDE BELASTINGVORDERINGEN EN –VERPLICHTINGEN I. Overzicht uitgestelde belastingvorderingen en –verplichtingen De uitgestelde belastingvorderingen en -verplichtingen opgenomen in de balans zijn toe te wijzen aan: in duizend euro 2024 2023 Uitgestelde Uitgestelde Uitgestelde Uitgestelde belasting- belasting- b elasting- b elasting- vorderingen verplichtingen vorderingen verplichtingen Immateriële activa 884 12.355 1.399 12.943 Materiële vaste activa 64 5.400 63 5.406 Investeringen in financiële activa, leningen - 2.738 - 2.738 en waarborgen Overgedragen winsten - 367 - 367 Voorzieningen 488 - 61 - Langlopende personeelsvoordelen 528 - 1.161 - Toe te rekenen kosten en over te dragen 75 - 88 - opbrengsten Totaal uitgestelde belastingen op tijdelijke 2.039 20.859 2.773 21.455 v erschillen Fiscale verliezen 299 - 299 - Fiscaal verrekenbare tegoeden 12.249 - 12.074 - Compensatie van belastingvorderingen en - verplichtingen -11.999 -11.999 -12.245 -12.245 Netto uitgestelde belastingvorderingen en 2.589 8.860 2.899 9.208 - verplichtingen De Groep heeft geen uitgestelde belastingvorderingen erkend op fiscale verliezen ten bedrage van 59.277 K€ (2023: 60.741 K€) enerzijds en op tijdelijke verschillen ten bedrage van 4 K€ (2023: 5 K€) anderzijds, aangezien het niet waarschijnlijk is dat er in de nabije toekomst fiscale winst beschikbaar zal zijn waarmee deze kunnen verrekend worden. Roularta Media Group heeft uitgestelde belastingvorderingen erkend voor een totaal van 303 K€ (2023: 304 K€) voor dochterondernemingen die verliezen hebben geleden in de huidige of de vorige periode. De budgetten van de dochterondernemingen tonen aan dat er in de nabije toekomst voldoende fiscale winsten zullen beschikbaar zijn waarmee deze uitgestelde belastingvorderingen kunnen verrekend worden. II. Uitgestelde belastingvorderingen op fiscale verliezen en fiscaal verrekenbare tegoeden in duizend euro 2024 2023 Fiscale Fiscaal Fiscale Fiscaal verliezen verrekenbare v erliezen v errekenbare tegoeden tegoeden Vervaldatum Huidig boekjaar - - - - Geen vervaldatum 299 12.250 299 12.074 Totaal uitgestelde belastingvorderingen 299 12.250 299 12.074 JAARVERSLAG 2024 JAARVERSLAG 2024 152 153 IM WE CREATE MEDIA WITH PACT verkoop van twee gebouwen en € 2,6 miljoen uit de verkoop van de Duitse magazines die nog in mindering gebracht worden. Vorig jaar bedroeg deze kasstroom € 13,8 miljoen, opgebouwd als volgt: een positieve EBITDA van € 16,1 miljoen (i.e. exclusief het resultaat van de joint ventures, provisies en waardeverminderingen op voorraden en vorderingen), maar in EBITDA zat een meerwaarde van € 1,1 miljoen komende van de verkoop van een gebouw die nog in mindering gebracht werd. Het ontvangen dividend van € 4,0 miljoen van Roularta’s geassocieerde ondernemingen en joint ventures werd per eind 2023 volledig tenietgedaan door een stijgend werkkapitaal van € 4,7 miljoen. De kasstroom met betrekking tot investeringen bedraagt € -11,4 miljoen in 2024. Dit is voor een groot stuk toe te schrijven aan investeringen in nieuwe materiële (€ -8,3 miljoen) en immateriële (€ -7,0 miljoen) vaste activa. Voor meer uitleg, verwijzen we naar toelichting 14 en 15. Daarnaast werden ook twee gebouwen verkocht voor € 2,3 miljoen en werden de Duitse magazines verkocht aan Herder Verlag en Agentur2 voor € 1,3 miljoen. Vorig jaar bedroeg deze kasstroom € -15,5 miljoen, samengesteld uit investeringen in nieuwe materiële (€ -8,5 miljoen) en immateriële (€ -7,6 miljoen) vaste activa. Daarnaast werd ook nog geïnvesteerd in de overname van de BV RMN Mindstyle voor € 1,2 miljoen en werd een gebouw verkocht voor € 1,5 miljoen. De kasstroom uit financieringsactiviteiten bedraagt € -12,5 miljoen in 2024. Dit laatste bedrag is de som van het uitbetaalde keuzedividend van € 4,6 miljoen, de aankoop van eigen aandelen voor € 2,4 miljoen, de aflossing van de overblijvende schuld ten opzichte van Mediafin NV ter waarde van € 2,5 miljoen en tot slot de aflossing van de IFRS16 leasing schulden (€ 3,0 miljoen). Voor de eerste twee transacties verwijzen we naar toelichting 22. Vorig jaar bedroeg deze kasstroom € -14,5 miljoen, bestaande uit het uitbetaalde dividend van € 11,8 miljoen en de aflossing van de IFRS16 leasing schulden (€ 2,5 miljoen). TOELICHTING 22 - EIGEN VERMOGEN Geplaatst kapitaal Per 31 december 2024 bedraagt het geplaatste kapitaal 84 816 K€ (2023: 80 000 K€) vertegenwoordigd door 13.931.920 (2023: 13.141.123 ) volledig volgestorte gewone aandelen. Deze aandelen hebben geen nominale waarde. In onderstaande tabel worden de bewegingen weergegeven voor huidig en vorig boekjaar. Jaar Maand Verrichting Aantal Kaptitaal BEF/ a andelen EUR 1988 mei Oprichting onder de naam Roularta Financieringsmaatschappij 12.510 381.000.000 BEF 1993 juli Fusie - verhoging kapitaal 13.009 392.344.000 BEF 1997 december Splitsing - verhoging kapitaal 18.137 546.964.924 BEF 1997 december Fusie - verhoging kapitaal 22.389 675.254.924 BEF 1997 december Verhoging kapitaal 24.341 734.074.465 BEF 1997 december Wijziging naam in Roularta Media Group 1998 juni Uitgifte 300.000 warrants - wijziging statuten 2.434.100 734.074.465 BEF 1998 juni Fusie - verhoging kapitaal 2.690.400 1.545.457.541 BEF 1998 juni Inbreng schuldvordering - verhoging kapitaal 8.277.700 2.496.457.541 BEF 1998 december Inbreng schuldvordering - verhoging kapitaal 9.611.034 4.479.791.791 BEF 2001 juni Omzetting kapitaal in euro - verhoging kapitaal door de conversie van 9.672.984 111.743.000 EUR 61.950 warrants 2001 oktober Vernietiging 119.305 eigen aandelen 9.553.679 111.743.000 EUR 2002 juni Verhoging van het kapitaal door de conversie van 35.350 warrants 9.589.029 112.138.000 EUR 2003 juni Verhoging van het kapitaal door de conversie van 43.475 warrants 9.632.504 112.623.000 EUR 2003 juli Verhoging van het kapitaal door een inbreng in natura 9.884.986 118.463.000 EUR 2004 juni Verhoging van het kapitaal door de conversie van 43.625 warrants 9.928.611 118.950.000 EUR 2005 juni Verhoging van het kapitaal door de conversie van 28.350 warrants 9.956.961 119.267.000 EUR 2006 januari Verhoging van het kapitaal door de conversie van 39.090 warrants 9.996.051 120.054.000 EUR 2006 februari Verhoging van het kapitaal door een inbreng in geld 10.985.660 131.939.204 EUR 2006 mei Incorporatie uitgiftepremie 10.985.660 170.029.300 EUR 2006 juni Verhoging van het kapitaal door de conversie van 19.825 warrants 11.005.485 170.250.500 EUR 2007 januari Verhoging van het kapitaal door de conversie van 9.340 warrants 11.014.825 170.439.000 EUR 2007 juni Verhoging van het kapitaal door de conversie van 22.225 warrants 11.037.050 170.687.000 EUR 2008 januari Verhoging van het kapitaal door de conversie van 7.864 warrants 11.044.914 170.846.000 EUR 2008 mei Verhoging van het kapitaal door de conversie van 17.375 warrants 11.062.289 171.040.000 EUR 2008 december Verhoging van het kapitaal door een inbreng in geld 13.131.940 203.040.000 EUR 2011 januari Verhoging van het kapitaal door de conversie van 9.183 warrants 13.141.123 203.225.000 EUR 2015 mei Vermindering van het kapitaal 13.141.123 80.000.000 EUR 2015 juni Fusie - Roularta Media Group NV met Roularta Printing NV, Biblo NV, 13.141.123 80.000.000 EUR De Streekkrant - De Weekkrantgroep NV, Euro DB NV, Le Vif Magazine SA, New Bizz Partners NV, Press News NV, Regie De Weekkrant NV, Roularta Business Leads NV, Roularta IT-Solutions NV, Roularta Publishing NV en West-Vlaamse Media Groep NV 2019 juni Fusie Roularta Media Group NV met Bright Communications BVBA 13.141.123 80.000.000 EUR 2020 juni Fusie Roularta Media Group NV met Senior Publications NV 13.141.123 80.000.000 EUR 2021 juli Fusie Roularta Media Group NV met Belgomedia SA 13.141.123 80.000.000 EUR 2022 juli Fusie Roularta Media Group NV met Gezondheid NV 13.141.123 80.000.000 EUR 2024 mei Verhoging van het kapitaal door de uitgifte van 790.797 nieuwe gewone 13.931.920 84.815.954 EUR aandelen (keuzedividend) Wijziging in 2024 van geplaatst kapitaal en uitgiftepremie De algemene vergadering van Roularta Media Group NV van 21 mei 2024 keurde de uitkering goed van een brutodividend van € 1 per aandeel (netto € 0,7) over het boekjaar 2023. Daarnaast bood de Groep de aandeelhouders TOELICHTING 20 - VOORRADEN in duizend euro 2024 2023 Brutoboekwaarde Grond- en hulpstoffen 7.434 9.103 Goederen in bewerking en bestellingen in uitvoering 954 1.096 Gereed product 169 280 Handelsgoederen 1.098 1.354 Totaal brutoboekwaarde (A) 9.655 11.834 Waardeverminderingen (-) Grond- en hulpstoffen -800 -678 Gereed product -25 -26 Handelsgoederen -193 -241 Totaal afschrijvingen en waardeverminderingen -1.018 -945 ( B) Nettoboekwaarde Grond- en hulpstoffen 6.634 8.425 Goederen in bewerking en bestellingen in uitvoering 954 1.096 Gereed product 144 254 Handelsgoederen 905 1.113 Totale nettoboekwaarde aan kostprijs (A+B) 8.637 10.889 In 2024 is de voorraad gedaald, dit vooral in de grond- en hulpstoffen omwille van de lagere papierprijzen. Voor de waardeverminderingen verwijzen we naar toelichting 7. Er zijn geen panden of andere zekerheden van toepassing op de voorraden. TOELICHTING 21 - GELDMIDDELEN EN KASEQUIVALENTEN in duizend euro 2024 2023 Banksaldi 44.932 38.251 Kortetermijndeposito's 25.116 30.016 Kassaldi 1 1 Totaal geldmiddelen en kasequivalenten 70.048 68.267 De kortetermijndeposito’s zijn zeer liquide beleggingen die gemakkelijk kunnen worden omgezet in een geldbedrag dat vooraf bekend is. Ze hebben een looptijd van zes maanden en hebben geen materieel risico dat hun waardering zou wijzigen. De gemiddelde bruto intrestvoet in 2024 bedroeg 3,37% (3,32% in 2023). Deze middelen zijn beschikbaar om verplichtingen te voldoen die binnen de 12 maanden na balansdatum verschuldigd zijn. Er waren geen geldbeleggingen in 2024, noch in 2023. De totale geldmiddelen en kasequivalenten stijgen met € 1,8 miljoen in 2024 terwijl dit vorig boekjaar een daling was van € 16,2 miljoen. Het geconsolideerd kasstroomoverzicht toont van welke activiteiten deze kasstromen afkomstig zijn : De kasstroom uit operationele activiteiten bedraagt € 25,6 miljoen in 2024. Deze kasstroom is vooral gedreven door een positieve EBITDA (€ 24,1 miljoen - i.e. exclusief het resultaat van de joint ventures, provisies en waardeverminderingen op voorraden en vorderingen) en het ontvangen dividend van € 5,6 miljoen van Roularta’s geassocieerde ondernemingen en joint ventures. Anderzijds zit in EBITDA een meerwaarde van € 2,2 miljoen uit de de mogelijkheid om (i) hun dividendrechten in te brengen in het kapitaal van de vennootschap tegen een inbrengverhouding van 13 netto dividendrechten voor één nieuw aandeel (uitgifteprijs van € 9,10), (ii) het dividend in cash te laten uitbetalen of (iii) een combinatie van beide. In totaal werden 10.280.361 dividendrechten over het boekjaar 2023 ingebracht in ruil voor 790.797 nieuwe gewone aandelen, voor een totale uitgifteprijs van € 7,2 miljoen. Het geplaatst kapitaal van de vennootschap werd naar aanleiding van het keuzedividend verhoogd met € 4,8 miljoen. Het saldo van de totale uitgifteprijs, hetzij € 2,4 miljoen werd geboekt op de onbeschikbare rekening uitgiftepremies. Het saldo van het dividend werd op 12 juni uitgekeerd in contanten, voor een totaal bruto bedrag van € 4,6 miljoen. Het participatiepercentage van de NV Koinon, de referentieaandeelhouder van Roularta Media Group NV wijzigt van 71,17% eind vorige verslagperiode naar 72,30% omdat de NV Koinon in het kader van het keuzedividend geopteerd heeft om 100% van het aan haar gealloceerde dividend in nieuwe aandelen op te nemen. In onderstaande tabel wordt de status van het geplaatst kapitaal en uitgiftepremie weergegeven op 31 december 2024 en 31 december 2023. in euro 2024 2023 Geplaatst kapitaal bij begin van de periode 80.000.000 80.000.000 Wijzigingen gedurende de periode 4.815.954 - Geplaatst kapitaal op einde van de periode 84.815.954 80.000.000 Uitgiftepremie bij begin van de periode 303.617 303.617 Wijzigingen gedurende de periode 2.380.299 - Uitgiftepremie op einde van de periode 2.683.916 303.617 Eigen aandelen Op 31 december 2024 heeft de Groep 1.611.984 eigen aandelen in portefeuille (2023: 1.356.619 ), met een waarde van € 31,8 miljoen, of € 19,73 per aandeel. Eind september 2024 kocht de Groep alle 265.237 aandelen Roularta over van de NV Shopinvest tegen een prijs van 9,1125 euro per aandeel. Bij de uitoefening van hun opties werden tijdens het boekjaar 1.100 (2023: 16.970 ) eigen aandelen toegekend aan de houders van de opties. O verige reserves in duizend euro 2024 2023 Uitgiftepremies 2.684 304 Kosten van uitgifte en kapitaalverhoging (netto na -1.275 -1.275 uitgestelde belasting) Reserves m.b.t. op aandelen gebaseerde betalingen 554 582 Reserves m.b.t. actuariële wijziging 1.758 1.047 personeelsbeloningen Totaal overige reserves 3.720 657 De stijging van de uitgiftepremies met € 2,4 miljoen heeft, zoals hierboven vermeld, betrekking op de kapitaalverhoging nav het keuzedividend. De reserves m.b.t. op aandelen gebaseerde betalingen hebben betrekking op de toegekende aandelenopties zoals beschreven in Toelichting 23. Minderheidsbelangen Op balansdatum is het eigenvermogensbelang aangehouden door minderheidsaandeelhouders als volgt: JAARVERSLAG 2024 JAARVERSLAG 2024 154 155 IM WE CREATE MEDIA WITH PACT ‘Voorzieningen’ in de geconsolideerde winst-en verliesrekening. Tenzij anders aangegeven, zijn alle onderliggende bewegingen via de geconsolideerde winst-en verliesrekening in de post ‘Voorzieningen’ opgenomen. 2024 in duizend euro V oorzieningen Voorzieningen Overige v oor hangende v oor her- v oorzie- Totaal g eschillen structurering ningen Saldo op 1 januari 1.143 - 1.757 2.901 Mutaties tijdens het boekjaar - Additionele voorzieningen (+) 233 - 919 1.152 - Additionele voorzieningen via deelneming () - - 137 137 - Toename door verkoop Duitse magazines () - 784 - 784 - Bedrag aan gebruikte voorzieningen (-) -836 -300 -679 -1.815 - Terugname van niet-gebruikte voorzieningen (-) - - -77 -77 Saldo op 31 december 540 484 2.057 3.080 () Bewegingen die niet via de geconsolideerde winst-en verliesrekening gaan. () Beweging die via de post ‘Andere Bedrijfsopbrengsten’ is gegaan in de geconsolideerde winst-en verliesrekening. 2023 in duizend euro Voorzieningen Voorzieningen Overige v oor hangende v oor her- v oorzie- Totaal g eschillen structurering ningen Saldo op 1 januari 4.509 - 1.818 6.327 Mutaties tijdens het boekjaar - Additionele voorzieningen via deelneming () - - -29 -29 - Bedrag aan gebruikte voorzieningen (-) - - -31 -31 - Terugname van niet-gebruikte voorzieningen (-) -3.366 - - -3.366 Saldo op 31 december 1.143 - 1.757 2.901 () Bewegingen die niet via de geconsolideerde winst-en verliesrekening gaan. In totaal werd € 1,5 miljoen in opbrengst (2023: € 3,7 miljoen opbrengst) geboekt op de lijn voorzieningen in de geconsolideerde winst-en verliesrekening. € 0,7 miljoen opbrengst (2023 : € 3,4 miljoen opbrengst) is afkomstig van bovenstaande provisies en € 0,8 miljoen opbrengst (2023 : € 0,3 miljoen opbrengst) van de langlopende personeelsbeloningen. Voor de laatste verwijzen we naar toelichting 25. In 2023 werd onder de hangende geschillen de provisie met betrekking tot Infobase teruggenomen voor € 3,4 miljoen. Begin 2024 werd door een afstand van geding ook het laatste geschil hangende voor de beslagrechter te Brussel finaal in het voordeel van Roularta Media Group beslecht en werd de resterende 90K€ ook in opbrengst genomen . TOELICHTING 25 - LANGLOPENDE VERPLICHTINGEN MET BETREKKING TOT P ERSONEELSBELONINGEN I. Algemeen in duizend euro 2024 2023 Toegezegd-pensioenregelingen 1.045 2.110 Opzeggingsvergoedingen 731 1.229 Andere langetermijnpersoneelsbeloningen 2.090 2.548 Toekomstig tariefvoordeel abonnementen 897 1.231 Jubileumuitkeringen 1.193 1.317 Totaal langlopende personeelsbeloningen 3.866 5.887 In onderstaande tabel kunnen de bewegingen van de bovenstaande langlopende personeelsbeloningen gevonden worden. Alle gaan door de geconsolideerde winst-en verliesrekening via de lijn ‘Voorzieningen’, tenzij anders aangegeven. De toegezegd-pensioenregelingen worden in volgende paragraaf nog meer uitgelicht. 2024 in duizend euro Voorziening- Voorziening- Voorziening- Totaal en voor en voor en andere t oegezegd- o pzegver- l angetermijns- pensioen- goedingen beloningen regelingen Saldo op 1 januari 2.110 1.229 2.548 5.887 Mutaties tijdens het boekjaar - Additionele voorzieningen (+) - 1.015 - 1.015 - Herwaarderingen via gerealiseerde perioderesultaten -229 - -55 -284 - Herwaarderingen via niet-gerealiseerde perioderesultaten () -836 - -403 -1.239 - Bedrag aan gebruikte voorzieningen (-) - -1.472 - -1.472 - Terugname van niet-gebruikte voorzieningen (-) - -41 - -41 Saldo op 31 december 1.045 731 2.090 3.866 () Bewegingen die niet via de geconsolideerde winst-en verliesrekening gaan. 2023 in duizend euro Voorziening- Voorzie- Voorziening- Totaal en voor ningen en andere t oegezegd- v oor l angetermijns- pensioen- o pzegver- beloningen regelingen goedingen Saldo op 1 januari 2.776 984 2.841 6.601 Mutaties tijdens het boekjaar - Additionele voorzieningen (+) - 1.186 - 1.106 - Herwaarderingen via gerealiseerde perioderesultaten -121 - -274 -395 - Herwaarderingen via niet-gerealiseerde perioderesultaten () -545 - 98 -447 - Bedrag aan gebruikte voorzieningen (-) - -941 -117 -1.058 Saldo op 31 december 2.110 1.229 2.548 5.887 () Bewegingen die niet via de geconsolideerde winst-en verliesrekening gaan . Land van Naam o prichting en 2024 2023 w erking Studio Aperi Negotium NV België 25,00% 25,00% De reconciliatie van het minderheidsbelang op de balans en het nettoresultaat toerekenbaar aan minderheidsbelangen kan in onderstaande tabel gevonden worden voor 2024 en 2023. in duizend euro 2024 2023 Langlopende activa 190 209 Kortlopende activa 656 541 Langlopende schulden 33 39 Kortlopende schulden 1.523 1.626 Eigen vermogen -710 -915 Minderheidsbelang % 25,00% 25,00% Minderheidsbelangen -177 -228 Omzet 2.052 2.100 Nettoresultaat 203 72 Minderheidsbelang % 25,00% 25,00% Nettoresultaat toerekenbaar aan minderheidsbelangen 51 18 TOELICHTING 23 - OP AANDELEN GEBASEERDE BETALINGEN Verschillende aandelenoptieplannen werden door de NV Roularta Media Group uitgegeven met de bedoeling de directie en kaderleden te laten genieten van de groei van het bedrijf en de evolutie van het Roularta aandeel. Om aan mogelijke verplichtingen van aandelenopties tegemoet te komen, is in het verleden een programma van aankoop eigen aandelen opgezet om het bedrijf toe te laten te voldoen aan deze toekomstige opties. Alle aandelenoptieplannen worden in eigenvermogeninstrumenten afgewikkeld, waarbij elk van de plannen voorziet dat één optie recht geeft op één aandeel Roularta tegen betaling van de uitoefenprijs. De opties worden onvoorwaardelijk als de arbeidsovereenkomst of het bestuursmandaat niet beëindigd is op het ogenblik van de eerstvolgende uitoefenperiode. Hierna volgt een overzicht van de bestaande aandelenoptieplannen. A andelenopties Het benoemings- en remuneratiecomité beslist over de toekenning van de optieplannen in functie van de door directie en kaderleden geleverde prestaties, hun bijdrage in het realiseren van de groepsobjectieven en hun engagement in de langetermijnontwikkeling van de groepsstrategie. Aandelenopties zijn uit te oefenen aan de prijs die overeenkomt met de gemiddelde slotkoers van het aandeel tijdens de dertig dagen die aan de datum van het aanbod van de opties voorafgaan of de laatste slotkoers die voorafgaat aan de dag van het aanbod. De maximale looptijd van toegekende opties wordt in volgende tabel toegelicht. Als de optie niet uitgeoefend wordt na de laatste uitoefenperiode, vervalt deze. De nog niet uitoefenbare opties worden opgegeven indien een lid van de directie of het kaderpersoneel de onderneming verlaat vóór de laatste uitoefenperiode, behalve in geval van pensionering of overlijden. In 2024 noch in 2023 zijn er nieuwe optieplannen uitgegeven. Overzicht van de nog lopende aandelenoptieplannen aangeboden aan de directie en het kaderpersoneel op 31 december 2024: Jaar van Aantal Aantal Uit te Uitoefen- Eerste uit- Laatste uit- a anbod a angeboden a anvaarde oefenen prijs in € oefenperiode oefenperiode o pties o pties opties 2015 203.750 117.700 31.540 11,73 01/01 - 31/12/2019 01/01 - 31/12/2025 2019 370.000 102.250 47.000 14,39 01/01 - 31/12/2023 01/01 - 31/12/2029 573.750 219.950 78.540 Overzicht van de aandelenopties uitstaand gedurende het boekjaar: 2024 2023 Aantal opties Gemiddelde Aantal opties Gemiddelde uitoefenprijs in € u itoefenprijs in € Uitstaand op 1 januari 93.440 13,42 216.710 26,38 Opgegeven gedurende de periode -13.800 - -350 - Uitgeoefend gedurende de periode -1.100 11,73 -16.970 13,02 Vervallen gedurende de periode - - -105.950 40,00 Uitstaand op 31 december 78.540 13,32 93.440 13,42 Uitoefenbaar op 31 december 68.685 73.470 Tijdens het huidige boekjaar werden er 1.100 aandelenopties uitgeoefend (16.970 in 2023). Tijdens het huidige boekjaar zijn er geen opties vervallen, maar wel 13.800 geschrapt. Er werd in 2024 in totaal 29 K€ opbrengsten (2023: 30 K€ kosten) erkend in de personeelskosten met betrekking tot in eigenvermogeninstrumenten afgewikkelde, op aandelen gebaseerde betalingstransacties. De opname in de winst- en verliesrekening gebeurt vanaf 2015 voor alle optieplannen toegekend vanaf 7 november 2002. De aandelenopties die aan het einde van de periode uitstaan, hebben een gewogen gemiddelde resterende looptijd van 3,4 jaar (4,6 jaar in 2023). In 2024 was de gewogen gemiddelde aandelenkoers op de uitoefendatum € 12,0 (2023: € 17,68). A andelen Eén van de leden van het executive management committee heeft in 2024 een aandelenpakket van 8.772 Roularta aandelen verworven. TOELICHTING 24 - VOORZIENINGEN Op het einde van de verslagperiode bedragen de voorzieningen € 3,1 miljoen ten opzichte van €2,9 miljoen vorig jaar. Ze bestaan uit overige voorzieningen (€ 2,1 miljoen ), hangende geschillen (€ 0,5 miljoen ) en een herstructureringsprovisie (€ 0,5 miljoen). De overige voorzieningen betreffen allerhande voorzieningen die netto met € 0,3 miljoen stijgen. Een deel (€ 0,1 miljoen) betreft nog voorzieningen voor participaties opgenomen via de vermogensmutatiemethode waarvan de verliezen de boekwaarde van de participatie overstijgen, zie ook toelichting 16 – Deelnemingen in geassocieerde ondernemingen en joint ventures. Als gevolg gaat deze beweging niet via de geconsolideerde winst-en verliesrekening. Naar aanleiding van de verkoop van de Duitse magazines (zie toelichting 2 – Groepsstructuur) werd op moment van verkoop een herstructureringsprovisie opgezet (€ 0,8 miljoen) omwille van de verkoop van de bedrijfsactiviteit (het uitgeven van de Duitse magazines) en de sluiting van de bedrijfslocatie. De provisie omvat kosten die zich vanaf verkoopdatum in 2024 en 2025 voordoen, totdat de vaste inrichting Roularta Media Duitsland wordt stopgezet. De voorziening voor de herstructurering van € 0,8 miljoen werd in de geconsolideerde winst-en verliesrekening afgetrokken van de gerealiseerde meerwaarde op de verkoop van de Duitse magazines (in totaal € 2,6 miljoen opbrengst – zie toelichting 8 – Andere bedrijfsopbrengsten-en kosten) en is dus niet opgenomen in de lijn JAARVERSLAG 2024 JAARVERSLAG 2024 156 157 IM WE CREATE MEDIA WITH PACT in duizend euro 2024 Disconteringsvoet Daling van 0,75% -4.941 Stijging van 0,75% 4.353 Verwacht percentage van loonsverhogingen Daling van 0,25% 245 Stijging van 0,25% -250 Toekomstige wijziging in inflatie Daling van 0,25% 127 Stijging van 0,25% -132 Toekomstige wijzigingen in verloop Daling van 5% -1.148 Stijging van 5% 752 Toekomstige wijzigingen in minimum gegarandeerd rendement Daling van 0,25% 27 Stijging van 0,25% -170 De bovenstaande sensitiviteitsanalyses zijn gebaseerd op een wijziging in een veronderstelling terwijl alle andere veronderstellingen constant worden gehouden. In de praktijk is het onwaarschijnlijk dat dit gebeurt en kunnen veranderingen in sommige van de veronderstellingen worden gecorreleerd. Bij de berekening van de gevoeligheid van de toegezegd-pensioenverplichting voor significante actuariële veronderstellingen is ook de projected unit credit- methode gebruikt. Impact op de netto-pensioenverplichting zal significant lager liggen dan bovenstaande waarden en effect zal via niet-gerealiseerde perioderesultaten gaan. Voor de toegezegd-pensioenplannen wordt in de verzekeringscontracten een defensieve beleggingsstrategie gehanteerd waarbij hoofdzakelijk belegd wordt in vastrentende effecten, om zodoende de veiligheid, het rendement en de liquiditeit van de beleggingen te waarborgen. Hierbij wordt rekening gehouden met de oordeelkundige diversificatie en de spreiding van de beleggingen. De belangrijkste categorieën van fondsbeleggingen en het aandeel van iedere belangrijke categorie in de reële waarde van de fondsbeleggingen zijn: 62,2% overheidsobligaties (62,2% in 2023), 7,8% bedrijfsobligaties (7,8% in 2023), 9,0% leningen (9,0% in 2023), 8,0% aandelen (8,0% in 2023), 13,0% vastgoed (13,0% in 2023). De verwachte voordelen die zullen betaald worden uit de fondsbeleggingen op de groepsverzekeringen zijn als volgt: in duizend euro 2024 Binnen de volgende 12 maanden 670 Tussen de 2 en 5 jaar 11.054 Tussen de 6 en 10 jaar 20.093 Totaal verwachte betalingen 31.817 De Groep verwacht dat er in 2025 € 2,7 miljoen werkgeversbijdragen zullen betaald worden met betrekking tot de toegezegd-pensioenregelingen (€ 2,8 miljoen in 2024); de werknemersbijdragen zouden naar verwachting € 0,4 miljoen bedragen (idem 2024). De gemiddelde looptijd van de pensioenverplichtingen aan het einde van de verslagperiode is 11,9 jaar. Informatie in verband met aandelenopties wordt toegelicht onder toelichting 23 – Op aandelen gebaseerde betalingen . TOELICHTING 26 - FINANCIËLE SCHULDEN Op de balans staan er lange termijn (verdisconteerde) financiële schulden van € 5,0 miljoen en korte termijn financiële schulden ter waarde van € 3,5 miljoen. Onderstaande tabel geeft een overzicht van de overblijvende contractuele maturiteit van deze financiële verplichtingen (dit zijn niet-verdisconteerde kasstromen). in duizend euro Kortlopend Langlopend 2024 Financiële schulden Max. 1 jaar 2 jaar 3 tot 5 jaar >5 jaar Totaal Schuld verbonden aan putoptie op deelneming 629 - - - 629 opgenomen onder vermogensmutatiemethode Leasingverplichtingen 2.607 2.469 2.601 96 7.773 Overige leningen 250 - - - 250 Totale financiële schulden volgens de vervaldag 3.486 2.469 2.601 96 8.652 ( onverdisconteerd) in duizend euro Kortlopend Langlopend 2023 Financiële schulden Max. 1 jaar 2 jaar 3 tot 5 jaar >5 jaar Totaal Schuld verbonden ondernemingen 2.500 - - - 2.500 Schuld verbonden aan putoptie op deelneming 368 - - - 368 opgenomen onder vermogensmutatiemethode Leasingverplichtingen 2.327 2.073 3.104 1.622 9.126 Overige leningen 250 - - - 250 Totale financiële schulden volgens de vervaldag 5.444 2.073 3.104 1.622 12.244 ( onverdisconteerd) In 2024 werd de schuld aan verbonden ondernemingen ten aanzien van Mediafin NV (€ 2,5 miljoen) – joint venture van Roularta Media Group – terugbetaald. Deze stond in 2023 nog op korte termijn. Ten gevolge van de toepassing van IFRS 16 Leaseovereenkomsten, worden er financiële leasingschulden opgenomen vanaf 1 januari 2019. Gedurende 2024 werden er voor € 4,0 miljoen aan nieuwe leaseverplichtingen erkend. Anderzijds daalden ze ook omdat de erfpacht van het gebouw in Zellik stopgezet werd na de verkoop van het gebouw (€ 1,1 miljoen) en omdat twee gehuurde gebouwen (in Nederland € 0,3 miljoen en Duitsland € 0,2 miljoen) niet verder gehuurd worden. Per 31 december 2024 staan geen gewaarborgde schulden open bij kredietverstrekkers. Voor verdere informatie betreffende de blootstelling van de Groep aan intrest- en wisselkoersrisico’s, zie Toelichting 29 - Financiële instrumenten - risico’s en reële waarde. Onderstaande tabel geeft de financiële schulden weer zoals deze in de balans opgenomen zijn (i.e. verdisconteerd), inclusief de bewegingen gedurende het boekjaar. II. Toegezegd-pensioenregelingen Er bestaan verschillende pensioenplannen, waarbij de vergoeding afhankelijk is van het aantal dienstjaren en het loon. Voor de Belgische plannen worden activa aangehouden in fondsen conform de lokale wettelijke bepalingen. De Belgische toegezegde-bijdragenregelingen voor pensioenen zijn bij wet onderworpen aan gewaarborgde minimumrendementen. Voor nieuwe stortingen vanaf 2025 is het wettelijke minimumrendement gekoppeld aan het rendement op Belgische lineaire obligaties met een duurtijd van 10 jaar, met een minimum van 2,50% en een maximum van 3,75%. Het wettelijk minimumrendement was voordien (vanaf 2016) 1,75%. Deze minimumrendementsvereiste wordt berekend als een gemiddelde over de volledige loopbaan van de aangeslotene. De Groep heeft verondersteld dat de minimumrendementsvereiste 3,00% (vorig jaar 2,50%) is voor de plannen waar de premies stijgen in functie van leeftijd/anciënniteit gezien de hogere rente op OLO’s met 10 jaar looptijd; de andere plannen zijn berekend met de 2,50% (vorig jaar 1,75%). Door deze gegarandeerde minimumrendementen worden alle Belgische toegezegde-bijdragenregelingen onder IFRS beschouwd als een toegezegd-pensioenregeling. IAS 19 verplicht een entiteit een voorziening aan te leggen wanneer een werknemer diensten heeft verricht in ruil voor toekomstige te betalen voordelen. Voor elk plan afzonderlijk worden de pensioenkosten door een actuaris berekend op basis van de projected unit credit-methode. Op basis van deze methode worden de verplichtingen met betrekking tot de voorbije diensttijd en de opgebouwde fondsbeleggingen berekend. Het verschil tussen de verplichting en de reële waarde van de fondsbeleggingen wordt door de Groep in de balans opgenomen als personeelsbeloning. In de tabel hieronder wordt het overzicht gegeven van de 2024 en 2023 brutoverplichting uit hoofde van toegezegd- pensioenregelingen en de reële waarde van de fondsbeleggingen en de wijzigingen hierin. Ze omvatten meerdere Belgische plannen die geaggregeerd worden weergegeven omdat ze niet materieel verschillen in karakteristieken, geografische locatie, rapporteringssegment of financieringsregeling. De plannen zijn gefinancierd op basis van verzekeringscontracten met een gegarandeerde rentevoet (tak 21), waarbij de reële waarde van de plan assets vastgesteld is op basis van IAS 19.115. De netto-pensioenverplichting is met € 1.065 K gedaald ten opzichte van vorig jaar. in duizend euro Reële 2024 Reële 2023 waarde Netto- waarde Netto- Pensioen- fonds- pensioen- Pensioen- fonds- pensioen- verplichting beleggingen verplichting verplichting beleggingen verplichting Saldo op 1 januari 52.148 50.038 2.110 51.164 48.388 2.776 Pensioenkosten opgenomen in de winst- en-verliesrekening Aan het dienstjaar toegerekende pensioenkosten 2.510 - 2.510 2.552 - 2.552 Intrestkosten, netto 1.894 1.876 18 1.918 1.873 45 Subtotaal opgenomen in de winst-en- verliesrekening 4.404 1.876 2.528 4.470 1.873 2.597 Betaalde voordelen -2.539 -2.539 - -3.236 -3.236 - Afwikkeling van betaalde voordelen - - - -198 -198 - Herwaarderingen opgenomen in de niet- gerealiseerde perioderesultaten Stijging als gevolg van transfers 2.187 2.187 - - - - Rendement op fondsbeleggingen, uitgezonderd bedragen in netto intrestkosten - 903 -903 - 88 -88 Actuariële wijzigingen als gevolg van wijziging in demografische assumpties -203 - -203 -410 - -410 Actuariële wijzigingen als gevolg van wijziging in financiële assumpties 1.082 - 1.082 811 - 811 Actuariële wijzigingen als gevolg van ervaringsaanpassingen -812 - -812 -858 - -858 Subtotaal opgenomen in de niet- gerealiseerde perioderesultaten 2.254 3.090 -836 -457 88 -546 - Bijdragen van de werkgever - 2.757 -2.757 - 2.718 -2.718 Bijdragen van de deelnemers van het plan 416 416 - 405 405 - Saldo op 31 december 56.683 55.638 1.045 52.148 50.038 2.110 De belangrijkste actuariële veronderstellingen zijn als volgt: Actuariële veronderstellingen 2024 2023 1. Disconteringsvoet 3,44% 3,67% 2. Verwacht rendement op fondsbeleggingen 3,44% 3,67% 3. Verwacht percentage van loonsverhogingen 2,50% 2,60% 4. Onderliggende toekomstige inflatie 2,00% 2,10% 5. Minimumrendementsvereiste 3,00%/2,50% 2,50%/1,75% Er is een sensitiviteitsanalyse gebeurd op bovenstaande parameters op 31 december 2024. De cijfers hieronder tonen de impact op de bruto pensioenverplichting (een negatief bedrag betekent een stijging van de absolute verplichting). De sensitiviteiten zijn volgens de Groep de zo redelijkerwijs mogelijke wijzigingen gezien de evoluties van deze veronderstellingen de afgelopen jaren. JAARVERSLAG 2024 JAARVERSLAG 2024 158 159 IM WE CREATE MEDIA WITH PACT in duizend euro 2024 2023 Contractpassiva Ontvangen vooruitbetalingen 40.097 41.673 Op te stellen creditnota's 1.372 1.792 Creditsaldi klanten 703 753 Over te dragen opbrengsten 7.411 6.172 Verplichtingen tot retour, terugbetaling en andere v ergelijkbare verplichtingen Op te stellen creditnota's: provisie voor onverkochte 7.031 5.856 nummers Over het algemeen hebben de ontvangen vooruitbetalingen een looptijd van ten hoogste één jaar . TOELICHTING 28 - VOORWAARDELIJKE VERPLICHTINGEN EN CONTRACTUELE V ERBINTENISSEN VOOR DE VERWERVING VAN MATERIËLE VASTE ACTIVA De Groep stelt zich geen borg voor verplichtingen, noch heeft ze panden op handelsfondsen (idem in 2023). De contractuele verbintenissen voor de aankoop van papier bij derden door de Groep bedragen 831 K€ (2023: 3.352 K€). Er zijn geen bankgaranties. TOELICHTING 29 - FINANCIËLE INSTRUMENTEN – RISICO’S EN REËLE WAARDE Bij de uitoefening van de bedrijfsactiviteit wordt de Groep blootgesteld aan valuta-, rente-, krediet- en marktrisico’s. Derivaten worden desgevallend gebruikt om het risico verbonden aan de schommelingen van wisselkoersen en rente te verminderen. A . Valutarisico Operationele activiteiten De Groep is minimaal onderhevig aan een valutarisico gezien zowel aankopen als verkopen bijna altijd in euro gebeuren. F inancieringsactiviteiten Op 31 december 2024 zijn er, net zoals per 31 december 2023, geen financieringsactiviteiten met een potentieel valutarisico. Geschatte gevoeligheid voor valutarisico Het management is van oordeel dat gezien de hiervoor vermelde beperkte valutarisico’s, de risico’s op schommelingen in de reële waarde of in de toekomstige kasstromen van financiële instrumenten met impact op het resultaat of het eigen vermogen als gevolg van wisselkoersveranderingen, niet materieel zijn. B. Renterisico De vervaltermijnen van de financiële schulden en verplichtingen zijn terug te vinden in Toelichting 26 – Financiële schulden. De Groep heeft per 31 december 2024 geen rekening-courant saldo ten opzichte van kredietinstellingen (2023: 0 K€). G eschatte gevoeligheid voor intrestschommelingen Aangezien er in 2024 geen uitstaande leningen zijn met variabele intrestvoet, is de Groep niet onderhevig aan gevoeligheid voor intrestschommelingen per 31 december 2024. C . Kredietrisico De Groep is blootgesteld aan het kredietrisico op haar klanten, wat zou kunnen leiden tot kredietverliezen. Om het kredietrisico te beheersen, worden kredietwaardigheidsonderzoeken uitgevoerd met betrekking tot klanten die belangrijke kredietfaciliteiten wensen en, indien deze onderzoeken negatief zijn, wordt de kredietverstrekking geweigerd of beperkt. Er was geen belangrijke concentratie van kredietrisico’s met één enkele tegenpartij per 31 december 2024. Ondanks de intentie van RMG om haar kredietrisico te beperken, kan zij geconfronteerd worden met een achteruitgang van de kredietwaardigheid van haar klanten. Dit kan een wezenlijk nadelige invloed hebben op de activiteiten, financiële positie en/of bedrijfsresultaten van RMG. De boekwaarde van de financiële activa stelt de maximale blootstelling aan kredietrisico van de Groep voor. De boekwaarde wordt gerapporteerd inclusief waardeverminderingen. Een overzicht van deze boekwaarde is terug te vinden in punt F. hierna, de waardeverminderingen worden in Toelichting 18 – Handels -en overige vorderingen gedetailleerd. D. Liquiditeitsrisico De analyse van de looptijd van de financiële verplichtingen kan teruggevonden worden in Toelichting 26 – Financiële schulden. De Groep verwacht aan haar verplichtingen te kunnen voldoen door de verwachte operationele kasstromen en de huidige liquide middelen. Roularta heeft einde 2024 een nettokaspositie van € 61,6 miljoen . De Groep heeft geen kredietlijnen op korte termijn. Het liquiditeitsrisico is dus minimaal. RMG beheert de kas- en financieringsstromen en de hieruit voortvloeiende risico’s middels een thesauriebeleid op groepsniveau. Om de vermogensposities te optimaliseren en de daaraan gerelateerde rentelasten tot een minimum te beperken, worden de kasstromen van de dochterondernemingen binnen de Groep waar nodig gecentraliseerd in een cash pool. E. Vermogensstructuur Op 31 december 2024 was de gearing ratio (i.e. -netto financiële kaspositie/totaal eigen vermogen) -28,4% ten opzichte van -26,20% het jaar ervoor. Gezien de nettokaspositie waarin de groep zich bevindt, is de ratio negatief. Roularta Media Group tracht constant om haar vermogensstructuur (combinatie van schulden en eigen vermogen) te optimaliseren. Het belangrijkste objectief van de vermogensstructuur is de maximalisatie van de aandeelhouderswaarde terwijl tegelijkertijd de gewenste financiële flexibiliteit blijft behouden om strategische projecten uit te voeren. De Groep beschikt vrij over de bovenvermelde nettokaspositie en kan op deze manier steeds ingaan op opportuniteiten in de markt. Gezien de sterk bewegende mediasector waar de Groep zich in bevindt, wordt er heel omzichtig met schuld omgesprongen. De Raad van Bestuur van Roularta Media Group heeft in 2019 haar akkoord gegeven om eventuele cashreserves van de Groep te beleggen via de tussenkomst van financiële instellingen om zo toch enig rendement te behalen op deze cash. De beleggingsstrategie die door de Raad van Bestuur werd uitgetekend, wordt gekenmerkt door volgende principes: (i) het bewaken van een gezond evenwicht tussen liquide middelen en het bedrag aan beleggingen; (ii) het in acht nemen van de nodige voorzichtigheid bij het intekenen op een belegging; (iii) bij voorkeur beleggen in duurzame ondernemingen. In 2024 zijn er geen geldbeleggingen geweest, maar werd wel een groot stuk van de cash aangehouden in kortetermijndeposito’s met positief evoluerende intrestvoeten. We verwijzen hiervoor naar toelichting 21 – Geldmiddelen en Kasequivalenten. De vermogensstructuur van de Groep bestaat hoofdzakelijk uit kapitaal (zie detail in Toelichting 22 – Eigen Vermogen) op het einde van 2024. Toelichting 26 toont details van de beperkte financiële schulden. Toelichting 21 toont de geldbeleggingen, liquide middelen en kasequivalenten. De Groep is niet onderhevig aan enige extern opgelegde kapitaalverplichtingen. Het auditcomité ziet halfjaarlijks de kapitaalstructuur van de Groep na. Als onderdeel van dit nazicht worden de kost van kapitaal en het risico van ieder soort kapitaal (vreemd of eigen) bekeken. F. Reële waarde Hieronder wordt een overzicht gegeven van de boekwaardes van de financiële instrumenten die de groep gebruikt in de geconsolideerde jaarrekening. De boekwaardes zijn een goede inschatting van de reële waarde. in duizend Balans Kasstromen Niet-kasstromen Balans e uro 1 januari Reclass IFRS16 Overige Lening 31 december 2 024 Aflossing L T-KT b ewegingen Put optie l eningen v erbonden 2 024 o nderneming Financiële schulden - korte termijn 5.444 -5.463 2.963 280 262 - - 3.486 Financiële schulden - lange termijn 6.029 - -2.963 1.906 - - - 4.973 Totale f inanciële 11.473 -5.463 - 2.186 262 - - 8.459 s chulden in duizend Balans Kasstromen Niet-kasstromen Balans e uro 1 januari Reclass IFRS16 Overige Lening 31 december 2 023 Aflossing L T-KT b ewegingen Put optie l eningen v erbonden 2 023 o nderneming Financiële schulden - korte termijn 2.620 -2.984 2.484 96 -21 250 3.000 5.444 Financiële schulden - lange termijn 8.846 - -2.484 2.667 - - -3.000 6.029 Totale f inanciële 11.466 -2.984 - 2.763 -21 250 - 11.473 s chulden TOELICHTING 27 - OVERIGE TOELICHTINGEN MET BETREKKING TOT PASSIVA in duizend euro Kortlopend Langlopend 2024 Handels- en overige schulden Max. 1 jaar 2 jaar 3 tot 5 jaar > 5 jaar Totaa l Handelsschulden 40.975 - - - 40.975 Leveranciers 22.292 - - - 22.292 Te ontvangen facturen / op te stellen creditnota's () 17.980 - - - 17.980 Creditsaldi klanten 703 - - - 703 Ontvangen vooruitbetalingen 40.098 - - - 40.098 Personeelsbeloningen 16.969 - - - 16.969 Schulden aan werknemers 14.088 - - - 14.088 Schulden aan openbare besturen 2.881 - - - 2.881 Belastingschulden 1.137 - - - 1.137 Overige schulden 5.295 - - - 5.295 Te betalen indirecte belastingen () 5.051 - - - 5.051 Overige schulden 244 - - - 244 Toe te rekenen kosten en over te dragen opbrengsten 7.681 - - - 7.681 Totaal aan schulden volgens de vervaldag 112.155 - - - 112.155 () Geen financiële verplichting zoals gedefinieerd in IFRS 9 i n duizend euro Kortlopend Langlopend 2023 Handels- en overige schulden Max. 1 jaar 2 jaar 3 tot 5 jaar > 5 jaar Totaa l Handelsschulden 43.824 - - - 43.824 Leveranciers 24.217 - - - 24.217 Te ontvangen facturen / op te stellen creditnota's () 18.854 - - - 18.854 Creditsaldi klanten 753 - - - 753 Ontvangen vooruitbetalingen 41.732 - - - 41.732 Personeelsbeloningen 18.728 - - - 18.728 Schulden aan werknemers 14.683 - - - 14.683 Schulden aan openbare besturen 4.045 - - - 4.045 Belastingschulden 1.422 - - - 1.422 Overige schulden 5.091 - - 13 5.104 Te betalen indirecte belastingen () 4.796 - - - 4.796 Overige schulden 295 - - 13 308 Toe te rekenen kosten en over te dragen opbrengsten 6.402 - - - 6.402 Totaal aan schulden volgens de vervaldag 117.199 - - 13 117.212 () Geen financiële verplichting zoals gedefinieerd in IFRS 9 De indirecte belastingen betreffen voornamelijk bedrijfsvoorheffing, te betalen BTW en provincie- en gemeentebelastingen. De contractsaldi uit hoofde van contracten met klanten inbegrepen in deze saldi betreffen : JAARVERSLAG 2024 JAARVERSLAG 2024 160 161 IM WE CREATE MEDIA WITH PACT PASSIVA Acquisities Acquisities Verkopen Verkopen Langlopende verplichtingen - 996 -616 - Voorzieningen - - -784 - Personeelsbeloningen - 42 - - Uitgestelde belastingschulden - 954 - - Financiële schulden - - 168 - Kortlopende verplichtingen - 3.911 2.320 - Handelsschulden - 2.150 - - Ontvangen vooruitbetalingen - 1.268 2.249 - Sociale schulden - 331 71 - Overige schulden - 162 - - Totaal passiva - 4.907 1.704 - Totaal overgenomen/verkocht nettoactief - 2.073 -1.249 - Overgenomen/verkocht/gedeconsolideerd - 2.073 -1.249 - nettoactief Meer (+) / minwaarde (-) op verkoop - - 2.559 - Betaalde / ontvangen overnameprijs - 2.073 1.310 - Verworven geldbeleggingen en -middelen en - -842 - - kasequivalenten Netto kasstroom (- uitgaande; + inkomende) - -1.231 1.310 - De term ‘Verkopen’ in de tabel kan de betekenis hebben van een verkoop, een deconsolidatie zonder verkoop van een belang of de ontbinding van een vennootschap. In 2024 zijn er geen acquisities geweest. De bedragen in de kolom ‘Verkopen’ komen van de verkoop van de Duitse magazines voor 1.300 K€ en de verkoop van het belang in Repropress BV (10K€). Na de opname van een herstructureringsprovisie van 784K€ (zie toelichting 24), werd een meerwaarde van 2.559k€ gerealiseerd die in de ‘Andere bedrijfsopbrengsten’ opgenomen is in de geconsolideerde winst-en verliesrekening. De netto uitgaande kasstroom van acquisities in 2023 -1.231 K€ komt volledig van de overname van de BV RMN Mindstyle. Er zijn in 2023 geen verkopen geweest. We verwijzen ook naar toelichting 2 – Groepsstructuur voor meer duiding bij deze transacties. TOELICHTING 31 - ERELONEN VAN DE COMMISSARIS EN MET HEM VERBONDEN PERSONEN Het ereloon van de commissaris bedraagt 162 K€ (in 2023: 181 K€). Het ereloon van de commissaris voor bijkomende controleopdrachten bedraagt 89 K€ (in 2023: 22 K€). Deze laatste omvat ook de beperkte controle werkzaamheden op het duurzaamheidsverslag volgens de CSRD-richtlijnen. TOELICHTING 32 - INFORMATIEVERSCHAFFING OVER VERBONDEN PARTIJEN in duizend euro Geassocieerde Overige 2024 o ndernemingen v erbonden Totaal e n joint ventures p artijen I. Activa jegens verbonden partijen 99 15 114 Vorderingen (vlottende activa) 99 15 114 Handelsvorderingen 99 15 114 II. Verplichtingen jegens verbonden partijen 404 92 496 Kortlopende verplichtingen 404 92 496 Handelsschulden 404 92 496 III. Transacties tussen verbonden partijen 141 -403 -262 Verrichting van diensten 2.827 262 3.089 Aankoop van diensten (-) -2.612 -665 -3.277 Transfers m.b.t. financieringsovereenkomsten -74 - -74 IV. Vergoedingen aan het key management (Executive 1.954 M anagement Committee) - waarvan kortetermijnpersoneelsbeloningen 1.954 V. Vergoedingen bestuurders voor de uitoefening van hun 413 b estuurdersmandaat in duizend euro Geassocieerde Overige 2023 o ndernemingen v erbonden Totaal e n joint ventures p artijen I. Activa jegens verbonden partijen 232 3 235 Vorderingen (vlottende activa) 232 3 235 Handelsvorderingen 232 3 235 II. Verplichtingen jegens verbonden partijen 2.915 340 3.255 Kortlopende verplichtingen 2.915 340 3.255 Financiële schulden 2.500 - 2.500 Handelsschulden 415 340 755 III. Transacties tussen verbonden partijen 462 -383 79 Verrichting van diensten 3.631 264 3.895 Aankoop van diensten (-) -3.072 -647 -3.719 Transfers m.b.t. financieringsovereenkomsten -97 - -97 IV. Vergoedingen aan het key management (Executive 1.593 M anagement Committee) - waarvan kortetermijnpersoneelsbeloningen 1.593 V. Vergoedingen bestuurders voor de uitoefening van hun 385 b estuurdersmandaat De daling in de kortlopende verplichtingen jegens geassocieerde ondernemingen en joint ventures is hoofdzakelijk te wijten aan de aflossing van de lening tussen de verbonden ondernemingen Roularta Media Group NV en Mediafin NV. De vergoedingen aan het key management en de bestuurders zijn beide gestegen omwille van één extra (ander) lid in beide vertegenwoordigingen. We verwijzen hiervoor naar het ‘Remuneratieverslag’ in de ‘Verklaring inzake 2024 2023 in duizend euro Toelichting Categorie volgens Boekwaarde Boekwaarde IFRS 9 Vaste activa Investeringen in financiële activa 17 RW-W&V 128 148 Leningen en waarborgen 17 GK 311 346 Vlottende activa Handelsvorderingen en overige 18 GK 52.718 52.777 vorderingen Geldmiddelen en kasequivalenten 21 GK 70.048 68.267 Langlopende verplichtingen Financiële schulden 26 GK -4.973 -6.029 Overige schulden 27 GK - -13 Kortlopende verplichtingen Financiële schulden 26 GK -2.857 -5.077 Geschreven putoptie op 26 RW-W&V -629 -368 minderheidsbelangen Handelsschulden 27 GK -40.975 -43.824 Ontvangen vooruitbetalingen 27 GK -40.098 -41.732 Overige schulden 27 GK -5.295 -5.091 - - C ategorie volgens IFRS 9 GK Financiële activa en financiële verplichtingen tegen geamortiseerde kostprijs RW-W&V Financiële activa gewaardeerd aan reële waarde via winst of verlies Hieronder worden de belangrijkste methoden en veronderstellingen vermeld die worden gebruikt bij het schatten van de reële waarden van financiële instrumenten die in het overzicht zijn opgenomen. Investeringen in financiële activa Zoals vermeld in Toelichting 17 heeft het management vastgesteld dat de kostprijs minus bijzondere waardeverminderingen een juiste schatting is van de reële waarde voor de niet-beursgenoteerde aandelenbeleggingen van de integraal geconsolideerde ondernemingen omdat er onvoldoende recentere informatie beschikbaar is om de reële waarde te meten. Leningen, waarborgen, handels- en overige vorderingen, handels- en overige schulden Voor de vorderingen en schulden met een oorspronkelijke looptijd van minder dan één jaar wordt de nominale waarde geacht een afspiegeling te zijn van de reële waarde gezien de korte vervaltermijn. Voor de vorderingen op meer dan één jaar werd vastgesteld dat de boekwaarde een afspiegeling is van de reële waarde. Financiële schulden De reële waarde van de leningen en leasingschulden is berekend op basis van de contante waarde van de verwachte toekomstige kasstromen uit hoofde van aflossingen en rentebetalingen. Overige verplichtingen Voor de kortlopende verplichtingen wordt de nominale waarde geacht een afspiegeling te zijn van de reële waarde gezien de korte vervaltermijn. Voor de financiële derivaten is de reële waarde bepaald op basis van marktwaardering op balansdatum. Reële waarde hiërarchie De investeringen in financiële activa (128 K€ per 31 december 2024 en 148 K€ op 31 december 2023) zijn gewaardeerd aan reële waarde en betreffen niveau 3 investeringen . De geschreven putoptie op minderheidsbelangen is gewaardeerd aan reële waarde en bevindt zich ook in de reële waarde hiërarchie niveau 3. Voor meer informatie hierover verwijzen we naar toelichting 26 – Financiële schulden. in duizend euro 31/12/2024 Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Activa gewaardeerd aan reële waarde Investeringen in financiële activa 128 - - 128 Passiva gewaardeerd aan reële waarde Geschreven putoptie op deelneming opgenomen onder -629 - - -629 vermogensmutatiemethode in duizend euro 31/12/2023 Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Activa gewaardeerd aan reële waarde Investeringen in financiële activa 148 - - 148 Passiva gewaardeerd aan reële waarde Geschreven putoptie op deelneming opgenomen onder -368 - - -368 vermogensmutatiemethode De volgende hiërarchie wordt gebruikt voor het bepalen en toelichten van de reële waarde van een financieel instrument: • niveau 1: marktprijzen in actieve markten voor identieke activa of verplichtingen • niveau 2: andere gegevens dan deze uit niveau 1, die observeerbaar zijn voor het actief of de verplichting, hetzij direct (via prijzen), hetzij indirect (afgeleid van prijzen) • niveau 3: gegevens die niet gebaseerd zijn op observeerbare marktcijfers Tijdens het boekjaar waren er geen transfers tussen de verschillende niveaus . TOELICHTING 30 - KASSTROMEN MET BETREKKING TOT OVERNAMES EN AFSTOTINGEN De tabel hierna geeft een samenvatting van de nettokasstromen met betrekkingen tot overnames/aankopen van bedrijfstakken en afstotingen/verkopen van bedrijfstakken. in duizend euro 2024 2023 2024 2023 Acquisities Acquisities Verkopen Verkopen ACTIVA Vaste Activa - 3.838 213 - Immateriële activa - 3.706 - - Materiële vaste activa - 132 183 - Investeringen in financiële activa, leningen en - - 30 - waarborgen Vlottende Activa - 3.142 242 - Handelsvorderingen en overige vorderingen - 1.949 -25 - Over te dragen kosten en verkregen opbrengsten - 11 - - Geldmiddelen en kasequivalenten - 842 - - Voorraden - 340 267 - Belastingvorderingen - - - - Totaal activa - 6.980 455 - JAARVERSLAG 2024 JAARVERSLAG 2024 162 163 IM WE CREATE MEDIA WITH PACT VERKORTE STATUTAIRE RESULTATENREKENING in duizend euro 2024 2023 Verkorte statutaire resultatenrekening Bedrijfsopbrengsten 284.769 285.296 Bedrijfskosten -282.344 -291.221 Bedrijfswinst/Bedrijfsverlies 2.424 -5.925 Financiële opbrengsten 9.617 7.976 Financiële kosten -6.036 -3.309 Winst (verlies) van het boekjaar vóór belasting 6.005 -1.257 Belastingen op het resultaat -492 -166 Winst (verlies) van het boekjaar 5.514 -1.424 Te bestemmen winst (verlies) van het boekjaar 5.514 -1.424 in duizend euro 2024 2023 Resultaatverwerking Te bestemmen winst (verlies) 5.538 -1.400 Te bestemmen winst (verlies) van het boekjaar 5.514 -1.424 Overgedragen winst (verlies) van het vorige boekjaar 24 24 Onttrekking aan het eigen vermogen - 13.210 Aan de reserves - 13.210 Toevoegingen aan het eigen vermogen -5.482 - Aan de wettelijke reserve 482 - Aan de overige reserves 5.000 - Over te dragen resultaat -57 -24 Over te dragen winst (verlies) 57 24 Uit te keren winst - -11.786 Vergoeding van het kapitaal - 11.786 VERKORTE STATUTAIRE BALANS NA WINSTVERDELING in duizend euro 2024 2023 ACTIVA Vaste activa 155.445 162.324 Immateriële vaste activa 25.946 30.912 Materiële vaste activa 43.246 40.718 Financiële vaste activa 86.253 90.694 Vlottende activa 140.895 141.138 Voorraden en bestellingen in uitvoering 8.133 10.209 Vorderingen op ten hoogste één jaar 45.064 47.077 Geldbeleggingen 42.684 46.937 Liquide middelen 39.980 31.317 Overlopende rekeningen 5.034 5.599 Totaal der activa 296.340 303.463 in duizend euro 2024 2023 PASSIVA Eigen vermogen 208.163 195.453 Kapitaal 84.816 80.000 Uitgiftepremies 2.684 304 Wettelijke reserve 8.482 8.000 Onbeschikbare reserves 17.568 16.921 Belastingvrije reserves 1.207 1.207 Beschikbare reserves 93.350 88.997 Overgedragen winst (verlies) 57 24 Voorzieningen en uitgestelde belastingen 5.739 7.721 Schulden 82.439 100.289 Schulden op ten hoogste één jaar 75.559 94.623 Overlopende rekeningen 6.880 5.666 Totaal der passiva 296.340 303.463 deugdelijk bestuur’. De Groep heeft geen activa, verplichtingen noch transacties met haar belangrijkste aandeelhouders NV Koinon (met uitzondering van de uitvoering van de managementovereenkomst met de NV Koinon en de betaling van de vaste bestuurdersvergoeding aan de NV Koinon), SA West Investment Holding en Capfi Delen Asset Management NV. Activa, verplichtingen en transacties met dochterondernemingen worden in de consolidatie volledig geëlimineerd en zijn bijgevolg niet in deze rubriek opgenomen. Activa, verplichtingen en transacties met geassocieerde ondernemingen en joint ventures worden in de consolidatie niet geëlimineerd, behalve up-en downstream transacties met deze ondernemingen die dan wel geëlimineerd worden. De lijst met dochterondernemingen, joint ventures en geassocieerde ondernemingen is te vinden in Toelichting 2. De overige verbonden partijen zijn ondernemingen die door het Executive Management Committee van de Groep en hun nauwe verwanten worden gecontroleerd, of waarin deze personen een significante invloed hebben. Er zijn geen zekerheden verbonden aan de activa en verplichtingen jegens de verbonden partijen. Er werden geen waardeverminderingen geboekt in 2024, noch in 2023. We verwijzen verder naar de verklaring inzake deugdelijk bestuur eerder in dit jaarverslag. Alle vorderingen en schulden betreffen kortetermijnvorderingen en -schulden die op de vervaldag worden voldaan. Alle transacties betreffen gewone commerciële handelingen. Bij verkopen door de Groep aan deze verbonden partijen wordt de gebruikelijke tarifering toegepast, zoals deze geldt ten aanzien van derden. Bij aankopen wordt de gebruikelijke procedure toegepast wat betreft selectie van de leverancier en toegepaste prijzen. TOELICHTING 33 - BELANGRIJKE GEBEURTENISSEN NA BALANSDATUM Op 14 maart 2025 heeft de FSMA aangekondigd dat Koinon NV een vrijwillig en voorwaardelijk openbaar overnamebod uitbrengt op alle aandelen in Roularta Media Group NV die niet reeds door haar of de met haar verbonden personen worden gehouden. Het bod gebeurt in cash tegen een prijs van 15,50 EUR per aandeel. Er hebben zich anders geen belangrijke gebeurtenissen na balansdatum voorgedaan die de resultaten en de financiële positie van de onderneming op belangrijke wijze beïnvloeden. Statutaire jaarrekening VERKORTE STATUTAIRE JAARREKENING De volgende pagina’s zijn uittreksels uit de statutaire jaarrekening van NV Roularta Media Group, opgesteld overeenkomstig de Belgische boekhoudkundige regels. De waarderingsregels gebruikt voor de statutaire jaarrekening verschillen aanzienlijk van de waarderingsregels gebruikt voor de geconsolideerde jaarrekening: de statutaire jaarrekening wordt opgemaakt conform de Belgische wettelijke bepalingen, terwijl de geconsolideerde jaarrekening conform de IFRS Accounting Standards wordt opgemaakt. Alleen de geconsolideerde jaarrekening vervat in de voorafgaande pagina’s geeft een getrouw beeld van de financiële situatie en de prestaties van de groep in zijn geheel. Het verslag van de raad van bestuur in verband met de statutaire jaarrekening aan de algemene vergadering van aandeelhouders zal samen met de jaarrekening van NV Roularta Media Group en het verslag van de commissaris worden neergelegd bij de Nationale Bank van België binnen de wettelijk bepaalde termijn. Deze documenten zijn op aanvraag verkrijgbaar bij de afdeling Investor Relations van de vennootschap en zijn beschikbaar op www.roularta.be. De commissaris heeft een goedkeurende verklaring zonder voorbehoud gegeven met betrekking tot de statutaire jaarrekening van NV Roularta Media Group. UITTREKSEL UIT HET JAARVERSLAG VAN D E RAAD VAN BESTUUR De jaarrekening zoals ze zal worden voorgelegd aan de algemene vergadering van aandeelhouders van 20 mei 2025, werd door de raad van bestuur van 4 april 2025 goedgekeurd. Resultaatbestemming De te bestemmen winst van het boekjaar 2024 bedraagt 5.513.837 € tegenover een te bestemmen winst van -1.423.593 € voor het boekjaar 2023. Rekening houdend met de overgedragen winst van het vorige boekjaar van 24.360 € bedraagt het te bestemmen winstsaldo voor het boekjaar 2024 5.538.197 €. De raad van bestuur stelt aan de algemene vergadering voor om over het jaar 2024 geen brutodividend uit te keren. Resultaatverwerking Wij stellen u voor aan het resultaat de volgende bestemming te geven: A. Te bestemmen winstsaldo 5.538.197 Bestaande uit: • te bestemmen winst van het boekjaar 5.513.837 • overgedragen winst van het vorige boekjaar 24.360 B. Toevoeging aan het eigen vermogen • aan de wettelijke reserve 481.595 • aan de overige reserves 5.000.000 C. Over te dragen resultaat 56.601 D. Uit te keren winst • Vergoeding van het kapitaal - JAARVERSLAG 2024 JAARVERSLAG 2024 164 165 IM WE CREATE MEDIA WITH PACT VERSLAG VAN DE COMMISSARIS VERSLAG VAN DE COMMISSARIS OVER DE GECONSOLIDEERDE JAARREKENING VAN ROULARTA MEDIA GROUP NV OVER HET BOEKJAAR AFGESLOTEN OP 31 DECEMBER 2024 Besloten vennootschap Société à responsabilité limitée RPR Brussel - RPM Bruxelles - BTW-TVA BE0446.334.711-IBAN N° BE71 2100 9059 0069 handelend in naam van een vennootschap:/agissant au nom d'une société A member firm of Ernst & Young Global Limited EY Bedrijfsrevisoren EY Réviseurs d’Entreprises Pauline van Pottelsberghelaan 12 B - 9051 Gent Tel: +32 (0) 9 242 51 11 ey.com Verslag van de commissaris aan de algemene vergadering van Roularta Media Group NV over het boekjaar afgesloten op 31 december 2024 In het kader van de wettelijke controle van de geconsolideerde jaarrekening van Roularta Media Group NV (de “Vennootschap”) en haar dochterondernemingen (samen “de Groep”), brengen wij u verslag uit in het kader van ons mandaat van commissaris. Dit verslag omvat ons oordeel over de geconsolideerde staat van de financiële positie op 31 december 2024, de geconsolideerde winst-en verliesrekening, het geconsolideerde overzicht van gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten, de geconsolideerde balans, het geconsolideerde kasstroomoverzicht en het geconsolideerde mutatieoverzicht van het eigen vermogen van het boekjaar afgesloten op 31 december 2024 en over de toelichting, met informatie van materieel belang over de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving (alle stukken gezamenlijk de “Geconsolideerde Jaarrekening”) en omvat tevens ons verslag betreffende overige door wet- en regelgeving gestelde eisen. Deze verslagen zijn één en ondeelbaar. Wij werden als commissaris benoemd door de algemene vergadering op 21 mei 2024, overeenkomstig het voorstel van het bestuursorgaan uitgebracht op aanbeveling van het auditcomité en op voordracht van de ondernemingsraad. Ons mandaat loopt af op de datum van de algemene vergadering die zal beraadslagen over de Geconsolideerde Jaarrekening afgesloten op 31 december 2026. We hebben de wettelijke controle van de Geconsolideerde Jaarrekening van de Groep voor één boekjaar uitgevoerd. Verslag over de controle van de Geconsolideerde Jaarrekening Oordeel zonder voorbehoud Wij hebben de wettelijke controle uitgevoerd van de Geconsolideerde Jaarrekening van Roularta Media Group NV, die de geconsolideerde staat van de financiële positie op 31 december 2024 omvat, alsook de geconsolideerde winst- en verliesrekening, het geconsolideerde overzicht van gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten, de geconsolideerde balans, het geconsolideerde kasstroomoverzicht en het geconsolideerde mutatieoverzicht van het eigen vermogen over het boekjaar afgesloten op die datum en de toelichting met inbegrip van de materieel belang zijnde gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving, met een geconsolideerd balanstotaal van € 353.007 duizend en waarvan de geconsolideerde resultatenrekening afsluit met een winst van het boekjaar van € 6.124 duizend. Naar ons oordeel geeft de Geconsolideerde Jaarrekening een getrouw beeld van het geconsolideerde eigen vermogen en van de geconsolideerde financiële positie van de Groep op 31 december 2024, alsook van de geconsolideerde resultaten en de geconsolideerde kasstromen voor het boekjaar dat op die datum is afgesloten, in overeenstemming met de International Financial Reporting Standards (“IFRS”) zoals goedgekeurd door de Europese Unie en met de in België van toepassing zijnde wettelijke en reglementaire voorschriften. Basis voor ons oordeel zonder voorbehoud We hebben onze controle uitgevoerd in overeenstemming met de International Standards on Auditing (“ISA’s”) die van toepassing zijn in België. Wij hebben bovendien de door International Auditing and Assurance Standards Board (“IAASB”) goedgekeurde ISA’s toegepast die van toepassing zijn op huidige afsluitingsdatum en nog niet goedgekeurd zijn op nationaal niveau. Onze verantwoordelijkheden uit hoofde van die standaarden zijn nader beschreven in het gedeelte “Onze verantwoordelijkheden voor de controle van de Geconsolideerde Jaarrekening” van ons verslag. Verslag van de commissaris van 4 april 2025 over de Geconsolideerde Jaarrekening van Roularta Media Group NV over het boekjaar afgesloten op 31 december 2024 (vervolg) of Roularta Media Group NV as of and for the year ended 31 december 2024 (continued) 2 Wij hebben alle deontologische vereisten die relevant zijn voor de controle van de Geconsolideerde Jaarrekening in België nageleefd, met inbegrip van deze met betrekking tot de onafhankelijkheid. Wij hebben van het bestuursorgaan en van de aangestelden van de Vennootschap de voor onze controle vereiste ophelderingen en inlichtingen verkregen. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel. Overige aangelegenheid – andere commissaris De Geconsolideerde jaarrekening van de Groep voor het boekjaar afgesloten op 31 december 2023 werd door een andere commissaris gecontroleerd die op 15 april 2024 een oordeel zonder voorbehoud over deze Geconsolideerde jaarrekening tot uitdrukking heeft gebracht. Kernpunten van de controle De kernpunten van onze controle betreffen die aangelegenheden die volgens ons professioneel oordeel het meest significant waren bij onze controle van de Geconsolideerde Jaarrekening van de huidige verslagperiode. Deze aangelegenheden werden behandeld in de context van onze controle van de Geconsolideerde Jaarrekening als een geheel en bij het vormen van ons oordeel hieromtrent en derhalve formuleren wij geen afzonderlijk oordeel over deze aangelegenheden. Waardering van immateriële vaste activa met een beperkte gebruiksduur Beschrijving van het kernpunt Zoals uiteengezet in Toelichting 14, 'Immateriële activa', heeft de Groep op 31 december 2024 merken ten belope van € 66.300 duizend of 18,8% van de totale activa van de Groep, waarvoor de Groep op overnamedatum de verwachte gebruiksduur heeft bepaald op basis van veronderstellingen, die worden beïnvloed door verwachte toekomstige markt- of economische omstandigheden. Per 31 december 2024 werden indicatoren voor waardeverminderingen vastgesteld en werd een toetsing op waardeverminderingen van merken uitgevoerd. Deze toetsing werd uitgevoerd voor elke kasstroomgenererende eenheid of "CGU" (kleinste groep van activa die grotendeels onafhankelijke kasstromen genereren). Op 31 december 2024 werd een waardevermindering van € 674 duizend geboekt. De Groep bepaalde de realiseerbare waarde van een CGU op basis van de gebruikswaarde, berekend met behulp van een verdisconteerde kasstroommethode of “DCF”. Deze waarderingsmethode is complex en vereist een aanzienlijk oordeel bij het schatten van kasstroomprognoses, die worden beïnvloed door de verwachtingen van het management omtrent toekomstige prestaties en omzetgroei, marge- evolutie, de disconteringsvoet en de groeivoet op lange termijn na de projectieperiode. Ingevolge de aanwezigheid van belangrijke veronderstellingen, de complexiteit van de waarderingsmethodologie, inherente onzekerheid met betrekking tot prognoses en veronderstellingen die worden beïnvloed door economische omstandigheden, beschouwen wij deze beoordeling als een kernpunt van onze controle. Samenvatting van de uitgevoerde procedures • We hebben inzicht verkregen in de waarderingsregels en in de procedures die de Groep hanteert ter identificatie van aanwijzingen voor waardevermindering en in de boekhoudkundige schattingen van de gebruiksduur van immateriële activa; • Omwille van de lager dan verwachte rentabiliteit, werden er aanwijzingen voor waardevermindering van de immateriële vaste activa, uitgezonderd goodwill, vastgesteld van bepaalde CGU’s. De door de Groep uitgevoerde waardering, om de gebruikswaarde van deze activa te bepalen en eventuele waardevermindering te identificeren, werd door ons kritisch beoordeeld; • Onze interne waarderingsspecialisten hebben het waarderingsmodel en de significante veronderstellingen die in het waarderingsmodel worden gebruikt, de methodologie en de rekenkundige juistheid geanalyseerd en getest door ondermeer kritische bevraging van het management aangaande omzetgroei, Verslag van de commissaris van 4 april 2025 over de Geconsolideerde Jaarrekening van Roularta Media Group NV over het boekjaar afgesloten op 31 december 2024 (vervolg) of Roularta Media Group NV as of and for the year ended 31 december 2024 (continued) 3 verwachte marge-evoluties en disconteringsvoet; • We analyseerden en testten de sensitiviteit van de belangrijkste veronderstellingen (disconteringsvoet evenals de lange termijn groeivoet en geraamde kasstromen) en de toelichting ervan; • We verifieerden dat de geboekte waardevermindering in overeenstemming is met de door het management berekende realiseerbare waarde; • De boekhoudkundige schattingen door het management van de resterende gebruiksduur van de immateriële activa, goodwill uitgezonderd, evenals hun analyse om de afschrijvingsduur van deze activa eventueel te herzien, werd door ons beoordeeld; • We beoordeelden de gepastheid van de toelichting aangaande immateriële vaste activa, goodwill uitgezonderd, in overeenstemming met IAS 38. Waardering van goodwill Beschrijving van het kernpunt Zoals uiteengezet in Toelichting 13, bedraagt de goodwill op 31 december 2024 € 7.975 duizend, ofwel 2,3% van de totale activa. De Groep heeft de waardevermindering voor elke kasstroom genererende eenheid of ‘CGU’ (kleinste groep van activa die grotendeels onafhankelijke kasstromen genereren) beoordeeld. Op 31 december 2024 werd een waardevermindering van € 1.877 duizend geboekt. De Groep bepaalde de realiseerbare waarde van een CGU op basis van de gebruikswaarde, berekend met behulp van een verdisconteerde kasstroom methode of “DCF”. Deze waarderingsmethode is complex en vereist een aanzienlijk oordeel bij het schatten van kasstroomprognoses die worden beïnvloed door de verwachtingen van het management omtrent toekomstige prestaties en omzetgroei, marge- evolutie, de disconteringsvoet en de groeivoet op lange termijn na de projectieperiode. Vanwege de aanwezigheid van belangrijke veronderstellingen, de complexiteit van de waarderingsmethodologie, inherente onzekerheid met betrekking tot prognoses en veronderstellingen die worden beïnvloed door economische omstandigheden, beschouwen wij deze beoordeling als een kernpunt van onze controle. Samenvatting van de uitgevoerde procedures • Onze interne waarderingsspecialisten hebben het waarderingsmodel en de significante veronderstellingen die in het waarderingsmodel worden gebruikt, de methodologie en de rekenkundige juistheid geanalyseerd en getest; • We beoordeelden kritisch de belangrijkste veronderstellingen van omzetgroei, verwachte marge-evolutie, de disconteringsvoet en de groeivoet op lange termijn na de projectieperiode door te vergelijken met de verwachtingen in het media marktlandschap; • Wij hebben kritische vragen gesteld aan het management dat betrokken is bij de voorbereiding van het 5-jarenplan, onderliggend aan het waarderingsmodel; • We analyseerden en testten de sensitiviteitsanalyse die het management heeft opgesteld om de impact te begrijpen van redelijke veranderingen in de belangrijkste veronderstellingen op de beschikbare economische ruimte (‘headroom’) voor de CGU en gingen na of er aanwijzingen waren op enige vooringenomenheid vanwege het management bij de bepaling van deze veronderstellingen; • We verifieerden dat de geboekte waardevermindering in overeenstemming is met de door het management berekende realiseerbare waarde; • We evalueerden bijkomende aanwijzingen voor waardevermindering door de notulen van de bestuursorgaanvergaderingen door te nemen en regelmatige gesprekken te voeren met het management en het auditcomité; • We beoordeelden de gepastheid van de toelichting aangaande goodwill in de Geconsolideerde Jaarrekening. JAARVERSLAG 2024 JAARVERSLAG 2024 166 167 IM WE CREATE MEDIA WITH PACT Verslag van de commissaris van 4 april 2025 over de Geconsolideerde Jaarrekening van Roularta Media Group NV over het boekjaar afgesloten op 31 december 2024 (vervolg) of Roularta Media Group NV as of and for the year ended 31 december 2024 (continued) 5 • het evalueren van de geschiktheid van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en het evalueren van de redelijkheid van de door het bestuursorgaan gemaakte schattingen en van de daarop betrekking hebbende toelichtingen; • het concluderen van de aanvaardbaarheid van de door het bestuursorgaan gehanteerde continuïteitsveronderstelling, en op basis van de verkregen controle-informatie, concluderen of er een onzekerheid van materieel belang bestaat met betrekking tot gebeurtenissen of omstandigheden die significante twijfel kunnen doen ontstaan over de mogelijkheid van de Vennootschap en de Groep om de continuïteit te handhaven. Als we besluiten dat er sprake is van een onzekerheid van materieel belang, zijn wij ertoe gehouden om de aandacht in ons commissarisverslag te vestigen op de daarop betrekking hebbende toelichtingen in de Geconsolideerde Jaarrekening of, indien deze toelichtingen inadequaat zijn, om ons oordeel aan te passen. Onze conclusies zijn gebaseerd op de controle-informatie die verkregen is tot op de datum van ons commissarisverslag. Toekomstige gebeurtenissen of omstandigheden kunnen er echter toe leiden dat de continuïteit van de Vennootschap of van de Groep niet langer gehandhaafd kan worden; • het evalueren van de algehele presentatie, structuur en inhoud van de Geconsolideerde Jaarrekening, en of deze Geconsolideerde Jaarrekening de onderliggende transacties en gebeurtenissen weergeeft op een wijze die leidt tot een getrouw beeld. Wij communiceren met het auditcomité binnen het bestuursorgaan, onder andere over de geplande reikwijdte en timing van de controle en over de significante controlebevindingen, waaronder eventuele significante tekortkomingen in de interne beheersing die we identificeren gedurende onze controle. Omdat we de eindverantwoordelijkheid voor ons oordeel dragen, zijn we ook verantwoordelijk voor het organiseren, het toezicht en het uitvoeren van de controle van de dochterondernemingen van de Groep. In die zin hebben wij de aard en omvang van de controleprocedures voor deze entiteiten van de Groep bepaald. We verstrekken aan het auditcomité binnen het bestuursorgaan een verklaring dat we de relevante deontologische vereisten inzake onafhankelijkheid naleven en we melden hierin alle relaties en andere aangelegenheden die redelijkerwijs onze onafhankelijkheid zouden kunnen beïnvloeden, alsook, voor zover van toepassing, de bijbehorende maatregelen die we getroffen hebben om onze onafhankelijkheid te waarborgen. Aan de hand van de aangelegenheden die met het auditcomité binnen het bestuursorgaan besproken worden, bepalen we de aangelegenheden die het meest significant waren bij de controle van de Geconsolideerde Jaarrekening over de huidige periode en die daarom de kernpunten van onze controle uitmaken. We beschrijven deze aangelegenheden in ons verslag, tenzij het openbaar maken van deze aangelegenheden is verboden door wet- of regelgeving. Verslag betreffende de overige door wet- en regelgeving gestelde eisen Verantwoordelijkheden van het bestuursorgaan Het bestuursorgaan is verantwoordelijk voor het opstellen en de inhoud van het jaarverslag over de Geconsolideerde Jaarrekening en de andere informatie opgenomen in het jaarrapport. Verantwoordelijkheden van de commissaris In het kader van ons mandaat en overeenkomstig de Belgische bijkomende norm (Herzien) bij de in België van toepassing zijnde ISA’s, is het onze verantwoordelijkheid om, in alle van materieel belang zijnde opzichten, het jaarverslag over de Geconsolideerde Jaarrekening, de andere informatie opgenomen in het jaarrapport te verifiëren, alsook verslag over deze aangelegenheden uit te brengen. Verslag van de commissaris van 4 april 2025 over de Geconsolideerde Jaarrekening van Roularta Media Group NV over het boekjaar afgesloten op 31 december 2024 (vervolg) of Roularta Media Group NV as of and for the year ended 31 december 2024 (continued) 4 Verantwoordelijkheden van het bestuursorgaan voor het opstellen van de Geconsolideerde Jaarrekening Het bestuursorgaan is verantwoordelijk voor het opstellen van de Geconsolideerde Jaarrekening die een getrouw beeld geeft in overeenstemming met IFRS en met de in België van toepassing zijnde wettelijke en reglementaire voorschriften, alsook voor een systeem van interne beheersing die het bestuursorgaan noodzakelijk acht voor het opstellen van de Geconsolideerde Jaarrekening die geen afwijking van materieel belang bevat die het gevolg is van fraude of van fouten. In het kader van de opstelling van de Geconsolideerde Jaarrekening is het bestuursorgaan verantwoordelijk voor het inschatten van de mogelijkheid van de Vennootschap om haar continuïteit te handhaven, het toelichten, indien van toepassing, van aangelegenheden die met continuïteit verband houden en het gebruiken van de continuïteitsveronderstelling tenzij het bestuursorgaan het voornemen heeft om de Vennootschap te vereffenen of om de bedrijfsactiviteiten stop te zetten of geen realistisch alternatief heeft dan dit te doen. Onze verantwoordelijkheden voor de controle over de Geconsolideerde Jaarrekening Onze doelstellingen zijn het verkrijgen van een redelijke mate van zekerheid over de vraag of de Geconsolideerde Jaarrekening als geheel geen afwijking van materieel belang bevat die het gevolg is van fraude of van fouten en het uitbrengen van een commissarisverslag waarin ons oordeel is opgenomen. Een redelijke mate van zekerheid is een hoog niveau van zekerheid, maar is geen garantie dat een controle die overeenkomstig de ISA’s is uitgevoerd altijd een afwijking van materieel belang ontdekt wanneer die bestaat. Afwijkingen kunnen zich voordoen als gevolg van fraude of fouten en worden als van materieel belang beschouwd indien redelijkerwijs kan worden verwacht dat zij, individueel of gezamenlijk, de economische beslissingen genomen door gebruikers op basis van de Geconsolideerde Jaarrekening, beïnvloeden. Bij de uitvoering van onze controle leven wij het wettelijk, reglementair en normatief kader dat van toepassing is op de controle van de Geconsolideerde Jaarrekening in België na. De wettelijke controle biedt geen zekerheid omtrent de toekomstige levensvatbaarheid van de Vennootschap en van de Groep, noch omtrent de efficiëntie of de doeltreffendheid waarmee het bestuursorgaan de bedrijfsvoering van de Vennootschap en van de Groep ter hand heeft genomen of zal nemen. Onze verantwoordelijkheden inzake de door het bestuursorgaan gehanteerde continuïteitsveronderstelling staan hieronder beschreven. Als deel van een controle uitgevoerd overeenkomstig de ISA’s, passen wij professionele oordeelsvorming toe en handhaven wij een professioneel-kritische instelling gedurende de controle. We voeren tevens de volgende werkzaamheden uit: • het identificeren en inschatten van de risico’s dat de Geconsolideerde Jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat die het gevolg is van fraude of fouten, het bepalen en uitvoeren van controlewerkzaamheden die op deze risico’s inspelen en het verkrijgen van controle-informatie die voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel. Het risico van het niet detecteren van een van materieel belang zijnde afwijking is groter indien die afwijking het gevolg is van fraude dan indien zij het gevolg is van fouten, omdat bij fraude sprake kan zijn van samenspanning, valsheid in geschrifte, het opzettelijk nalaten om transacties vast te leggen, het opzettelijk verkeerd voorstellen van zaken of het doorbreken van het systeem van interne beheersing; • het verkrijgen van inzicht in het systeem van interne beheersing dat relevant is voor de controle, met als doel controlewerkzaam- heden op te zetten die in de gegeven omstandigheden geschikt zijn maar die niet zijn gericht op het geven van een oordeel over de effectiviteit van het systeem van interne beheersing van de Vennootschap en van de Groep; Verslag van de commissaris van 4 april 2025 over de Geconsolideerde Jaarrekening van Roularta Media Group NV over het boekjaar afgesloten op 31 december 2024 (vervolg) of Roularta Media Group NV as of and for the year ended 31 december 2024 (continued) 6 Aspecten betreffende het jaarverslag over de Geconsolideerde Jaarrekening en andere informatie opgenomen in het jaarrapport Het jaarverslag over de Geconsolideerde Jaarrekening bevat de geconsolideerde duurzaamheidsinformatie die het voorwerp uitmaakt van ons afzonderlijk verslag over de beoordeling met een beperkte mate van zekerheid hiervan. Deze sectie betreft niet de assurance over de geconsolideerde duurzaamheids- informatie opgenomen in het jaarverslag. Naar ons oordeel, na het uitvoeren van specifieke werkzaamheden op het jaarverslag over de Geconsolideerde Jaarrekening, stemt dit jaarverslag over de Geconsolideerde Jaarrekening overeen met de Geconsolideerde Jaarrekening voor hetzelfde boekjaar, enerzijds, en is dit jaarverslag over de Geconsolideerde Jaarrekening opgesteld overeenkomstig artikel 3:32 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen, anderzijds. In de context van onze controle van de Geconsolideerde Jaarrekening zijn wij tevens verantwoordelijk voor het overwegen, op basis van de kennis verkregen in de controle, of het jaarverslag over de Geconsolideerde Jaarrekening en de andere informatie opgenomen in het jaarrapport, zijnde: • jaarverslag raad van bestuur • verklaring inzake deugdelijk bestuur een afwijking van materieel belang bevatten, hetzij informatie die onjuist vermeld is of anderszins misleidend is. In het licht van de werkzaamheden die wij hebben uitgevoerd, hebben wij geen afwijking van materieel belang te melden. Vermeldingen betreffende de onafhankelijkheid Ons bedrijfsrevisorenkantoor en ons netwerk hebben geen opdrachten verricht die onverenigbaar zijn met de wettelijke controle van de Geconsolideerde Jaarrekening en zijn in de loop van ons mandaat onafhankelijk gebleven tegenover de Vennootschap. De honoraria voor de bijkomende opdrachten die verenigbaar zijn met de wettelijke controle van de Geconsolideerde Jaarrekening bedoeld in artikel 3:65 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen werden correct vermeld en uitgesplitst in de toelichting bij de Geconsolideerde Jaarrekening. Europees uniform elektronisch formaat (“ESEF”) Wij hebben, overeenkomstig de norm inzake de controle van de overeenstemming van de financiële overzichten met het Europees uniform elektronisch formaat (hierna “ESEF”), de controle uitgevoerd van de overeenstemming van het ESEF-formaat met de technische reguleringsnormen vastgelegd door de Europese Gedelegeerde Verordening nr. 2019/815 van 17 december 2018 (hierna: “Gedelegeerde Verordening”). Het bestuursorgaan is verantwoordelijk voor het opstellen, in overeenstemming met de ESEF- vereisten, van de geconsolideerde financiële overzichten in de vorm van een elektronisch bestand in ESEF-formaat (hierna “de digitale geconsolideerde financiële overzichten”) opgenomen in het jaarlijks financieel verslag beschikbaar op het portaal van de FSMA (https://www.fsma.be/nl/stori). Het is onze verantwoordelijkheid voldoende en geschikte onderbouwende informatie te verkrijgen om te concluderen dat het formaat en de markeertaal van de digitale geconsolideerde financiële overzichten in alle van materieel belang zijnde opzichten voldoen aan de ESEF-vereisten krachtens de Gedelegeerde Verordening. Op basis van de door ons uitgevoerde werkzaamheden zijn wij van oordeel dat het formaat en de markering van informatie in de digitale geconsolideerde financiële overzichten van Roularta Media Group NV per 31 december 2024 opgenomen in het jaarlijks financieel verslag beschikbaar op het portaal van de FSMA (https://www.fsma.be/nl/stori) in alle van materieel belang zijnde opzichten in overeenstemming zijn met de ESEF-vereisten krachtens de Gedelegeerde Verordening. Verslag van de commissaris van 4 april 2025 over de Geconsolideerde Jaarrekening van Roularta Media Group NV over het boekjaar afgesloten op 31 december 2024 (vervolg) of Roularta Media Group NV as of and for the year ended 31 december 2024 (continued) 7 Andere vermeldingen • Huidig verslag is consistent met onze aanvullende verklaring aan het auditcomité bedoeld in artikel 11 van de verordening (EU) nr. 537/2014. Gent, 4 april 2025 EY Bedrijfsrevisoren BV Commissaris vertegenwoordigd door Lieve Cornelis * Partner * Handelend in naam van een BV 25LC0062 Digitally signed by Lieve Cornelis (Signature) DN: cn=Lieve Cornelis (Signature), c=BE Date: 2025.04.04 14:25:36 +02'00' Lieve Cornelis (Signature) ROULARTA MEDIA GROUP DUURZAAMHEIDSVERSLAG 2024 DUURZAAMHEIDSVERSLAG 2024 INHOUD VOORWOORD .............................................................................................................................................. 172 1 SDG’s ............................................................................................................................................................. 176 2. TARGETS EN KPI’S (SDG EN CSRD) OVERZICHT EN RESULTATEN ......................................................................................................... 178 3. RESULTATEN TARGETS EN KPI’S 2024:........................................................................................ 180 4. CSRD (CORPORATE SUSTAINABILITY REPORTING DIRECTIVE) ................................................................................................................... 184 5. E = ENVIRONMENTAL ......................................................................................................................... 218 6. S = SOCIAL ................................................................................................................................................ 249 BESLUIT ........................................................................................................................................................ 274 ANNEX I TOPICS / SUBTOPICS / SUBSUBTOPICS ........................................................................ 275 ANNEX II REFERENTIE TABEL ........................................................................................................... 278 ANNEX III LIJST VAN DATAPUNTEN IN DWARSDOORSNIJDENDE EN THEMATISCHE STANDAARDEN DIE VOORTKOMEN UIT ANDERE EU-WETGEVING .................................................................... 281 ANNEX IV CAPEX ...................................................................................................................................... 253 ANNEX V OPEX ........................................................................................................................................... 257 ANNEX VI TURNOVER ............................................................................................................................. 261 DEFINTIES KPI’S ....................................................................................................................................... 265 ANNEX VII NUCLEAR AND FOSSIL GAS RELATED ACTIVITIES .......................................... 266 171 IM WE CREATE MEDIA WITH PACT CSRD VERSLAG 2024 CSRD VERSLAG 2024 170 VOORWOORD U leest het eerste CSRD-rapport van Roularta Media Group. Een lijvig verslag, dat we met enige fierheid aan u voorstellen. Rapporteren over duurzaamheidsacties is voor Roularta Media Group dan ook méér dan een verplicht nummertje. De roep om trans- parantie biedt een unieke kans om de buitenwereld mee te nemen in de ambitieuze weg die dit mediabedrijf al langer volgt. Om verantwoording af te leggen aan al onze stakeholders, maar evengoed om hen te inspireren. Tegelijk ontstaat zo een duidelijk kader dat de inspanningen helpt structureren en hiaten blootlegt. Want het kan en moet altijd beter. Roularta Media Group staat voor duurzaam en maatschappelijk verantwoord onder- nemen. Het bedrijf zet al vele jaren actief in op allerlei facetten van duurzaamheid, met initiatieven die op de voet te volgen waren via de dagelijkse berichtgeving én de gepubliceerde duurzaamheidsrapporten. De wil om volkomen transparant een steen- tje bij te dragen aan een betere wereld van morgen is dus niet nieuw, maar tillen we nu naar een hoger niveau met dit CSRD-verslag. Dat verruimt de rapportering, biedt zowel onszelf als de lezer een uitstekend beeld van het ESG-traject van Roularta Media Group en maakt het mogelijk om jaar na jaar verbeteringen te monitoren. Uiteraard kunnen we niet rond het feit dat de Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD) beursgenoteerde bedrijven verplicht om over hun duurzaamheids- inspanningen te rapporteren. We zijn verheugd dat we met dit document aan deze belangrijke Europese eis voldoen. De intrinsieke wens om transparant te verduurzamen blijkt niet alleen uit de CSRD rapportering maar is ook nog steeds zichtbaar aanwezig in de Sustainable Develop- ment Goals (SDG’s) van de Verenigde Naties. Om gericht in actie te kunnen schieten en om vanuit onze specifieke activiteiten de grootst mogelijke impact te realiseren, besloten we vier van deze ontwikkelingsdoelen te prioriteren: kwaliteitsonderwijs (SDG 4), eerlijk werk en economische groei (SDG 8), verantwoorde consumptie en productie (SDG 12) en klimaatactie (SDG 13). We nemen u graag mee doorheen de doelstellin- gen waarmee we deze duurzaamheidsspeerpunten vormgeven en dag in dag uit het verschil proberen te maken. Veel leesplezier! Xavier Bouckaert CEO Roularta Media Group Uw feedback is van harte welkom. Neem gerust contact op via [email protected] 173 IM WE CREATE MEDIA WITH PACT CSRD VERSLAG 2024 CSRD VERSLAG 2024 172 Dit eerste CSRD-rapport is voor Roularta Media Group allerminst een eerste duurzaamheidsverslag. Dat publiceerde het voor het eerst in… 2006. Het beste bewijs dat duurzaamheid in de genen van het mediabedrijf zit. De grote versnelling kwam er echter in 2021 toen de SDG’s van de Verenig- de Naties het vertrekpunt van concrete duurzaamheidsinitiatieven werden. Een focus op vier SDG’s leidde tot een heldere strategie en tot initiatieven die verder in dit rapport worden toegelicht. IN HET KORT 1.DE SDG’S Duurzame ontwikkeling is sinds jaar en dag ingebed in de strategie, de bedrijfsvoering en de cultuur van Roularta Media Group. Ambities als ondernemerschap, creativiteit en innovatie verenigen met kernwaarden als toekomstgericht, doordacht en respect, staat al lange tijd hoog op de agenda. En ook op vlak van rapportering lieten de eer- ste stappen niet lang op zich wachten, met reeds in 2006 een eerste duurzaamheidsver- slag. In 2021 kwam het duurzaamheidstraject van Roularta Media Group in een echte stroom- versnelling terecht. Toen koos ze immers resoluut voor een SDG-aanpak, een logische stap die perfect aansloot en -sluit bij de slot- zin van haar missie: “Roularta Media Group wil een duurzame meerwaarde scheppen voor al haar stakeholders en voor de hele samenleving.” Zo vond duurzaamheid ingang in de waar- den van de Roularta Media Group, dat onder het motto ‘One Team, One Family, One Pla- net’ actief wil meebouwen aan een betere wereld van morgen. Tegelijk zag het engage- ment van de gehele organisatie zich vertaald in het manifest ‘Roularta Cares’, en in de oprichting van een Sustainability Commit- tee (Susco). Dat staat in voor het intern en extern bekendmaken en promoten van de vier focus-SDG’s en voor het definiëren en opvolgen van targets om de duurzaamheids- ambities te concretiseren. Ook leidt het de duurzaamheidsrapportering in goede banen. 1.1. VIER FOCUS-SDG’S Uit het gekende rijtje ontwikkelingsdoelen van de Verenigde Naties werden op basis van een eerste materialiteitsoefening vier SDG’s geselecteerd. Dit zijn de duurzaamheids- speerpunten van de Roularta Media Group. Het zijn vier beloftes, vertaald in 22 tast- en meetbare doelstellingen. Deze beloftes vor- men de ideale leidraad om over de geleverde inspanningen te rapporteren. • SDG 4 - Kwaliteitsonderwijs • SDG 8 - Eerlijk werk en economische groei • SDG 12 - Verantwoorde consumptie en productie • SDG 13 - Klimaatactie 1.1.1. SDG 4 - KWALITEITSONDERWIJS Verzeker gelijke toegang tot kwaliteitsvol onderwijs en bevorder levenslang leren voor iedereen. Roularta Media Group bouwt mee aan slimmere en bewustere generaties via betrouwbare, relevante informatie en doel- gerichte activiteiten die duurzaam gedrag stimuleren. Daarbij ligt de focus op zowel interne als externe stakeholders. Elke medewerker geniet een persoonlijk opleidingsplan en heeft keuze uit een hele 1. SDG’S reeks opleidingsmogelijkheden rond allerlei thema’s en vaardigheden. Zo zijn er de Rou- larta Academy, de webinars met experts en de workshops van de inhouse coach, maar wordt ook het gebruik van e-learningplat- formen gefaciliteerd. De mediagroep gaat ook haar verantwoor- delijkheid naar de lezer toe niet uit de weg, met in de eerste plaats het engagement van de Roularta-redacties om elk jaar min- stens 2.000 artikels aan duurzame topics te wijden. Daarnaast hebben events als de Trends Impact Awards en de Masterclas- ses Sustainable Communication als doel externe stakeholders verder te informeren over en bovenal te inspireren rond duur- zaamheid. 1.1.2. SDG 8 - EERLIJK WERK EN ECONOMISCHE GROEI Bevorder aanhoudende, inclusieve en duur- zame economische groei, volledige en productieve tewerkstelling en waardig werk voor iedereen. Roularta Media Group streeft naar duur- zame economische groei in een strategisch wendbare en op innovatie gerichte organi- satie. Het aantrekken van nieuw talent en het stimuleren van medewerkers om zich verder te ontwikkelen in een aangename, familiale omgeving met aandacht voor welzijn, continue opleiding en respect voor elkaars eigenheid zijn daarbij prioritair. Met talrijke initiatieven, zoals het HAPPIE-engagement, het flexi- bel verloningssysteem Bar HR en de werkgroep Roulactief, timmert Rou- larta Media Group dagelijks aan een duurzame werkomgeving waarin individuen en teams kunnen flo- reren. Tegelijk neemt ze als actief lid van meerdere vakverenigingen een voortrekkersrol op in de media- sector wat betreft duurzame groei. 1.1.3. SDG 12 - VERANTWOORDE CONSUMPTIE EN PRODUCTIE Verzeker duurzame consumptie- en productiepatronen. Roularta Media Group zet in op duur- zame productie en consumptie, en kiest voor partners die deze visie delen. Om haar impact op het milieu tot een absoluut minimum te beperken, inves- teert Roularta Media Group continu in het optimaliseren van de productie- technieken en hun energie-efficiëntie. De duurzame inkten in de drukkerij, de papieren verpakkingen waarin meer en meer titels in de bus vallen, de bijna 2.000 zonnepanelen op de gebouwen in Roeselare en Brussel en de behaalde energiecertificaten zijn in deze maar enkele van de vele voorbeelden. Ver- der wordt ook duurzame mobiliteit op diverse manieren gepromoot. 1.1.4. SDG 13 - KLIMAATACTIE Neem dringend actie om de klimaatverandering en haar impact te bestrijden. Roularta Media Group kiest resoluut voor een duurzamer energie- en grondstoffenbeleid en streeft naar een significant kleinere ecologische voetafdruk, in het bijzonder CO2-neutraliteit in 2040. Via een concreet stappenplan met korte termijn- doelstellingen werkt Roularta Media Group aan haar ambitie om CO2-neutraal te zijn in scopes 1 en 2 tegen 2040, maar met onder meer een aankoopcharter voor leveranciers leeft tevens de ambitie om de scope 3-uitstoot te helpen terug- dringen. Als Green Deal-bedrijf zet Roularta Media Group zich daarnaast actief in voor biodiversiteit, zowel op de eigen sites als elders. 177 IM WE CREATE MEDIA WITH PACT CSRD VERSLAG 2024 CSRD VERSLAG 2024 176 179 IM WE CREATE MEDIA WITH PACT CSRD VERSLAG 2024 2. TARGETS EN KPI’S (SDG EN CSRD) OVERZICHT EN RESULTATEN Overzicht van targets & KPI’s gebruikt in ESG-rapportering Overzicht van targets & KPI’s gebruikt in ESG-rapportering CSRD REF SDG ref Doel KPI Target geldig vanaf Scope Meetbaar Resultaat 2024 E1 SDG 13 Klimaatneutraal tegen 2050 Tegen 2030 dienen de scope 1- en scope 2 emissies gedaald te zijn tot 4.700 ton CO 2 -emissie. 2024 Roularta Media Group ton CO 2 - emissies 5.521 E1 SDG 13 Klimaatneutraal tegen 2050 Tegen 2030 dienen de scope 3 emissies gedaald te zijn tot 35.000 ton CO 2 -emissie. 2024 Roularta Media Group ton CO 2 - emissies 40.205 E1 SDG 13 Klimaatneutraal tegen 2050 Tegen 2030 is het wagenpark van RMG (bedrijfsvoertuigen) voor 95% CO 2 -arm. 2024 Roularta Media Group aantal wagens 55% E1 SDG 12 Klimaatneutraal tegen 2050 ISO 50001 elk jaar beter scoren op het vlak van energieperformantie. 2024 Roularta Media Group EnPI (Energie Performantie Indicator) moet elk jaar ‘hoger’ zijn; d.w.z. dat we meer halen uit eenzelfde eenheid energie. ok 118,2 E1 SDG 13 Klimaatneutraal tegen 2050 De totale uitstoot van het wa- genpark verminderen met 80% tegen 2028 t.o.v. 2019 (2.512 ton). 2024 Roularta Media Group ton CO 2 - emissies 935 E1 SDG 13 Klimaatneutraal tegen 2050 Verdubbeling aantal zonnepanelen Roeselare tegen eind 2025 t.o.v. 2020. 2024 Vestiging Roeselare telling On track E2 SDG 12 Emissies solven- ten beperking De totale emissie t.o.v. inktverbruik moet elk jaar minder zijn dan 2% (of 50% minder dan de Vlarem III- norm van 9 december 2024). 2024 Roularta Media Group solventen- boekhouding ok 1,05% E5 SDG 12 Verantwoorde aankoop - cfr verantwoord afval Al het papier voor eigen werken is PEFC- of FSC- gecertificeerd. 2024 Roularta Media Group certificaten ok E5 SDG 12 Verantwoorde aankoop - cfr verantwoord afval Alle inkten hebben het Blue Angel-certificaat. 2024 Roularta Media Group certificaten ok E5 SDG 12 Verantwoorde aankoop - cfr verantwoord afval Minstens 80% van het papier wordt aangekocht bij leveran- ciers die SBTi certified zijn. 2024 Roularta Media Group Nazicht a.d.h.v. omzet leveranciers >90% E5 SDG 12 Verantwoorde aankoop - cfr verantwoord afval Minstens 50% van alle inkt wordt aangekocht bij leveranciers die SBTi certified zijn. 2024 Roularta Media Group Nazicht a.d.h.v. omzet leveran- ciers ok CSRD REF SDG ref Doel KPI Target geldig vanaf Scope Meetbaar Resultaat 2024 S1 SDG 8 Diversiteit op de werkvloer Jaarlijks minstens 15 fun@work-sessies of -initiatieven organiseren in Belgie en/of Nederland. 2024 Roularta Media Group telling aantal sessies 19 S1 SDG 4 Aantrekken & behouden van werknemers 1 jaar na aanwerving nog 90% in dienst. 2 jaar na aanwerving nog 80% in dienst. 3 jaar na aanwerving nog 75% in dienst. 2024 Roularta Media Group telling aantal aanwervingen en uit dienst "2022:83% 2023:89% 2024: 96%" S1 SDG 4 Aantrekken & behouden van werknemers Nieuwe medewerkers in BE geven een tevredenheidsscore van 90% m.b.t. het onboardingproces. 2024 Roularta Media België % medewerkers tevreden/ zeer tevreden. 87,50% S1 SDG 4 Aantrekken & behouden van werknemers/ Diversiteit op de werkvloer De huidige medewerkers van RMG geven een tevredenheidsscore van minstens 75%. 2024 Roularta Media Group resultaat tevreden- heidsenquête 75% S1 SDG 8 Aantrekken & behouden van werknemers Gemiddeld aantal uren opleiding per werknemer in BE over een periode van 3 jaar minstens gelijk aan 18 uur. 2024 Roularta Media België registratie uren 17u S4 SDG 4 Onafhankelijke journalistiek Alle gegronde klachten van de Raad van Journalistiek/Conseil Deontologique zullen worden voorzien van de nodige publiciteit zoals voorzien door de respectievelijke codes. 2024 Roularta Media Group telling dagen vanaf datum notificatie tot aan datum oplossing geen gegronde klachten S4 SDG 4 Toegang tot kwaliteitsvolle informatie Er zullen minimum 250 factchecks worden gepubliceerd elk jaar. 2024 Roularta Media Group telling aantal artikels 280 ES1 / S4 SDG 4 Brainprint & Community building 2.000 positief activerende artikels per jaar met betrekking tot allerlei diverse aspecten van duurzaamheid. 2024 Roularta Media België telling aantal artikels 2.114 ES1 / S4 SDG 4 Brainprint & Community building Elk jaar minstens 200.000 deelnames aan activaties die aanzetten tot een gedragsverandering in het kader van de duurzaamheid. 2024 Roularta Media België telling aantal activaties 261.976 Value chain SDG 12 Duurzame aankoop Tegen 2023 verloopt 30% van de aankoopwaarde bij leveran- ciers die het duurzaam aankoopcharter hebben ondertekend. Tegen 2025 verloopt 50% van de aankoopwaarde bij leveran- ciers die het duurzaam aankoopcharter hebben ondertekend. 2024 Roularta Media Group Telling van verslagen leveranciers afgezet t.o.v. omzet 51,28% * Scope 2-emissies berekend op basis van de locatiegebaseerde methode. Nederland werd niet meegenomen in de berekening 2022/2023. CSRD VERSLAG 2024 178 181 CSRD VERSLAG 2024 3. RESULTATEN TARGETS EN KPI’S 2024 2021 80956 ton CO 2 - emissies 2024 40205 ton CO 2 - emissies CO 2 -emissie laten dalen Tegen 2030 dienen de scope 3 emissies gedaald te zijn tot 35.000 ton CO 2 -emissie. #SDG 13 Wagenpark CO 2 -arm maken Tegen 2030 is het wagenpark van RMG (bedrijfsvoertuigen) voor 95% CO 2 -arm. #SDG 13 2023 1326 ton CO 2 - emissies 2022 1462 ton CO 2 - emissies 2024 935 ton CO 2 - emissies Wagenpark CO 2 -arm maken De totale uitstoot van het wagenpark verminderen met 80% tegen 2028 t.o.v. 2019 (2.512 ton). #SDG 13 Meer zonnepanelen Verdubbeling aantal zonnepanelen in vestiging Roeselare tegen eind 2025 t.o.v. 2020. #SDG 13 55% ISO 50001 ISO 50001 elk jaar beter scoren op het vlak van energieperformantie. #SDG 12 2024 118,2 2022 109,9 2023 110,3 E1 Gecertificeerd papier Al het papier voor eigen werken is PEFC- of FSC- gecertificeerd. #SDG 12 Gecertificeerde inkten Alle inkten hebben het Blue Angel-certificaat. #SDG 12 SBTi gecertificeerd papier Minstens 80% van het papier wordt aangekocht bij leveranciers die SBTi certified zijn. #SDG 12 80% >90% E5E2 LUCHT- KWALITEIT KLIMAATVERANDERING MATERIAALGEBRUIK & CIRCULAIRE ECONOMIE Emissie t.o.v. inktverbruik De totale emissie t.o.v. inktverbruik moet elk jaar min- der zijn dan 2% (of 50% minder dan de Vlarem III-norm van 9 december 2024). #SDG 12 1,05% Duurzame aankoop Tegen 2023 verloopt 30% van de aankoop- waarde bij leveranciers die het duurzaam aankoopcharter hebben ondertekend. Tegen 2025 verloopt 50% van de aankoopwaarde bij leveranciers die het duurzaam aankoopcharter hebben ondertekend. #SDG 12 51% 5521 ton CO 2 - emissies 4700 ton CO 2 - emissies 2030 2024 CO 2 -emissie laten dalen Tegen 2030 dienen de scope 1- en scope 2 emissies gedaald te zijn tot 4.700 ton CO 2 -emissie. #SDG 13 * Scope 2-emissies berekend op basis van de locatiegebaseerde methode. SBTi gecertificeerd inkten Minstens 50% van alle inkt wordt aangekocht bij leveranciers die SBTi certified zijn. #SDG 12 CSRD VERSLAG 2024 180 183 IM WE CREATE MEDIA WITH PACT CSRD VERSLAG 2024 EIGEN PERSONEEL Fun@work-activiteiten Jaarlijks minstens 15 fun@work-sessies of -initiatieven organiseren in België en/of Nederland. #SDG 8 Retentie nieuwe medewerkers 1 jaar na aanwerving minstens 90% in dienst. 2 jaar na aanwerving minstens 80% in dienst. 3 jaar na aanwerving minstens 75% in dienst. #SDG 4 83% na 3 jaar 89% na 2 jaar 96% na 1 jaar 19 Tevredenheidsscore nieuwe medewerkers Nieuwe medewerkers in België geven een tevredenheidsscore van 90% m.b.t. het onboardingproces. #SDG 4 Tevredenheidsscore huidige medewerkers De huidige medewerkers van RMG geven een tevredenheidsscore van min- stens 75%. #SDG 4 Opleidingen medewerkers Gemiddeld aantal uren opleiding per werknemer in België over een periode van 3 jaar minstens gelijk aan 18 uur. #SDG 8 87,5% 75% 17 CONSUMENTEN & EINDGEBRUIKERS Factchecks Er zullen minimum 250 factchecks worden gepubliceerd elk jaar. #SDG 4 Positief activerende artikels 2.000 positief activerende artikels per jaar met betrekking tot allerlei diverse aspecten van duurzaamheid. #SDG 4 Duurzaamheidsactivaties Elk jaar minstens 200.000 deelnames aan activaties die aanzetten tot een gedragsverandering in het kader van de duurzaamheid. #SDG 4 S1 S4 Onafhankelijke journalistiek Alle gegronde klachten van de Raad van Journalistiek/Conseil Deontologi- que zullen worden voorzien van de nodige publiciteit zoals voorzien door de respectievelijke codes. #SDG 4 280 2114 261 976 CSRD VERSLAG 2024 182 185 IM WE CREATE MEDIA WITH PACT CSRD VERSLAG 2024 4.1. INLEIDING Met de komst van de Europese rapporte- ringsverplichting rond duurzaamheid onder de noemer CSRD (Corporate Sustainability Reporting Directive), die de rapportering structureert rond de begrippen ESG (Environ- ment, Social en Governance), is het belangrijk dat de juiste verbanden worden gelegd tus- sen de reeds bestaande inspanningen en dat waar nodig bijkomende inspanningen wor- den geleverd om binnen het raamwerk van de CSRD een aantal relevante duurzaam- heidsdoelstellingen te realiseren. De CSRD is vooral gericht op het rapporte- ren van impacten, risico’s en opportuniteiten rond duurzaamheid en een duurzame eco- nomie. De CSRD is een rechtstreeks gevolg van het klimaatakkoord van Parijs, dat niet enkel gekend is voor de klimaatambitie ‘kli- maatneutraal tegen 2050’ maar eigenlijk ook als doelstelling heeft om de financiële stro- men in overeenstemming te brengen met een klimaatbestendige ontwikkeling. Met andere woorden, naast de louter financiële rapportering is het tevens de bedoeling om een niet-financiële rapportering op te zetten die onderliggend gelieerd is aan de financi- ele stromen. Het einddoel van deze regelgeving is een grotere transparantie enerzijds en ander- zijds vooral de vergelijkbaarheid tussen de rapporten van verschillende organisaties. Op die manier wil de EU ervoor zorgen dat het voor de lezers gemakkelijker wordt om rap- porten te vergelijken én wil het tegelijkertijd verzekeren dat de rapporten terdege zijn. Greenwashing vermijden, met andere woor- den. De CSRD zal uitgerold worden in verschil- lende fases, afgestemd op de al dan niet beursgenoteerde status, de omzet en het aantal werknemers van een bedrijf. Op basis van deze drie parameters zit Rou- larta Media Group in de eerste golf en moet het bedrijf dus voor het eerst voldoen aan de CSRD voor het boekjaar 2024. Dat betekent dat Roularta Media Group: • moet rapporteren over alle materiële impact, risico’s en opportuniteiten, het beleid en de doelstellingen met betrekking tot de ESG-onderwerpen (E = Environ- ment of klimaat, S = Social of sociale punten, en G = Governance of bestuur); • een DMA (Double Materiality Assess- ment of Dubbele Materialiteits Analyse) moet uitvoeren om zowel de impact van Roularta Media Group op de buitenwe- reld als de (financiële) invloed van de buitenwereld op Roularta Media Group te identificeren; • bij de rapportering rekening moet houden met de volledige ‘waardeketen’, dus niet enkel met de eigen operaties maar ook met de upstream- en downstreamkant van de keten; en 4. CSRD (CORPORATE SUSTAINABILITY REPORTING DIRECTIVE) • het duurzaamheidsrapport moet laten auditeren en valideren door een externe auditor onder de noemer Limited Assu- rance (of beperkte zekerheid). Daarom startte Roularta Media Group reeds in 2023 met de DMA. Deze diep- gaande oefening heeft het bedrijf geholpen om de relevante (materiële) ‘aspecten’ van het totale duurzaamheidsverhaal in kaart te brengen, niet alleen met betrekking tot de eigen operaties maar voor de volledige waardeketen. Alle inspanningen die Roularta Media Group in het verleden leverde in het kader van duurzaamheid, vormen op zich een duur- zame basis voor toekomstige initiatieven. Roularta Media Group gelooft in duur- zaamheid in al haar facetten en zal blijven inspanningen leveren voor een betere toe- komst en een betere wereld. 4.1.1. BELANGRIJKSTE HOOGTEPUNTEN 2024 • DMA-oefening werd geconcretiseerd en gevalideerd door de commissaris • De structuur van dit verslag volgt voor het eerst de voorschriften van de ESRS (European Sustainability Reporting Standards) • De vervanging van de ovens op de machinepersen door de meer duurzame Contiweb-ovens werd voltooid • De inspanningen m.b.t de elektrificatie van het wagenpark werden aanzienlijk opgeschroefd (zowel wat het aantal voer- tuigen als het aantal laadpalen betreft) • De goedkeuring werd bekomen voor de plaatsing van +- 3.500 extra zonnepane- len • De daling van de CO 2 -uitstoot voor zowel scope 1, 2 als 3 blijft op koers voor het behalen van de langetermijndoelstellin- gen • De beslissing werd genomen om te onderzoeken of het SBTi-certificatietra- ject in 2025 wordt opgestart • Roularta Media Group werd verkozen tot 8ste meest aantrekkelijke werkgever (Randstad) 4.1.2. DE TOEKOMST • In 2025 zal extra worden ingezet op het onderzoek naar het SBTi-traject, wat per definitie inhoudt dat de inspanningen met betrekking tot de uitstoot van broei- kasgassen nog meer in het licht zullen komen • 2025 wordt het jaar waarin nog meer aandacht zal gaan naar de leveranciers (vooral upstream maar ook downstream), niet enkel voor het domein Environment maar ook voor Social & Governance • 2025 moet de bestendiging worden voor het bedrijf als aantrekkelijke werkgever, voor zowel de huidige als de toekomstige werknemers • Alle infrastructuurwerken en innovatie- projecten zullen steeds gebeuren met het oog op betere prestaties op vlak van duurzaamheid • Tot slot zullen nieuwe procedures en beleidslijnen worden opgesteld en bestaande worden verfijnd met het oog op een nog betere aansluiting op de ESRS (bijvoorbeeld: een klimaat- veerkracht en -scenario analyse) 4.2. CSRD EN DOUBLE MATERIALITY ASSESSMENT (DMA) 4.2.1. DMA: INLEIDING De EFRAG (European Financial Reporting Advisory Group) heeft een longlist uit- gevaardigd van mogelijke onderwerpen (‘topics’) die relevant zouden kunnen zijn voor iedere onderneming, los van secto- ren en producten. Via een zogenaamde Double Materiality Assessment (DMA) is het de bedoeling dat een bedrijf uit de lon- glist de onderwerpen destilleert die voor zijn business relevant zijn. De DMA houdt in dat de business van het bedrijf onder de loep genomen wordt vanuit twee per- spectieven: op welke manier hebben de activiteiten van de onderneming effect op de buitenwereld, de inside-out (bv. de CO 2 -uitstoot van de onderneming), CSRD VERSLAG 2024 184 en omgekeerd? En wat is het effect van duurzaamheidsonderwerpen in de buiten - wereld op de onderneming, de outside-in (bv. schaarste van grondstoffen, klimaat - opwarming, natuurrampen, …)? Roularta Media Group heeft een beroep gedaan op een externe adviseur om zich te laten begeleiden in een gestructu - reerde aanpak van haar Double Materiality Assessment. Hieronder en op de volgende pagina’s wordt een beschrijving gegeven van het gevolgde proces en de resultaten van deze oefening. De kerngroep rond duurzaamheid was ver - antwoordelijk voor een groot deel van de voorbereiding. Deze kerngroep wordt voor - gezeten door de CFO, die ook betrokken was bij alle ‘financiële’ aspecten van de DMA. Op regelmatige tijdstippen werden specifieke werkgroepen georganiseerd met interne experten om per bedrijfsstroom verder input te geven en de juiste zaken in vraag te stellen. 1 Vaste inrichting van Roularta Media Group NV 4.2.2. DE CSRD-SCOPE Roularta Media Group bestaat uit verschillende legale entiteiten en een aantal bedrijven waar ze een joint venture mee heeft: Dubbele materialiteit Financiële materialiteit Impact materialiteit De impact van de wereld op mij Milieu- en sociale impact op het bedrijf vb. schaarste grondstoffen, impact van klimaatverandering Mijn impact op de wereld De milieu- en sociale impact van het bedrijf zijn activiteiten en zijn waardeketen vb. grondstofverbruik, broeikasgasemissies Extern ExternBedrijf Bedrijf NAAM VAN DE ONDERNEMING Locatie Deelnemingspercentage 2024 ROULARTA MEDIA GROUP NV Roeselare, België 100.00% BELGIAN BUSINESS TELEVISION NV Brussel, België 100.00% ROULARTA MEDIA NEDERLAND BV Baarn, Nederland 100.00% ROULARTA MEDIA DEUTSCHLAND 1 Augsburg, Duitsland 100.00% RMN MINDSTYLE BV Amsterdam, Nederland 100.00% STUDIO APERI NEGOTIUM NV Roeselare, België 75.00% 2024 CTR MEDIA SA Brussel, België 50.00% MEDIAFIN NV Brussel, België 50.00% MOTOR.NL BV Amsterdam, Nederland 50.00% PITE MEDIA BV Amsterdam, Nederland 50.00% 2024 PULSAR-IT BV Brussel, België 45.00% IMMOVLAN BV Brussel, België 35.00% YELLOWBRICK NV Schaarbeek, België 35.00% In een eerste stap werd bepaald welke legale entiteiten tot de scope van de DMA-oefening behoren, en zo dus de link vormen tussen duurzaamheidsrap- portering en financiële rapportering. Er werd beslist om volgende entiteiten op te nemen in de CSRD-scope: Roularta Media Group NV Belgian Business Television NV Roularta Media Nederland BV RMN Mindstyle BV Roularta Media Deutschland Studio Aperi Negotium NV Deze entiteiten werden volledig gecon- solideerd in de resultaten van Roularta Media Group op 31 december 2024. De overige entiteiten, die financieel niet volledig geconsolideerd worden, wer- den als onderdeel van de waardeketen beschouwd. 4.2.3. STAKEHOLDERS In deze stap werden de verschil- lende interne en externe stakeholders geïdentificeerd en ingedeeld in twee groepen: • Betrokken stakeholders: individuen of groepen die positief of negatief kunnen geïmpacteerd worden door de activiteiten van Roularta Media Group en/of de activiteiten gerela- teerd aan de waardeketen • Gebruikers van communicatie met betrek- king tot duurzaamheid binnen Roularta Media Group: de lezers van het financi- eel jaarverslag en duurzaamheidsverslag, zoals banken en investeerders, vakbon- den, academici, … Per onderwerp werden de experten binnen de onderneming geïdentificeerd om het proces te kunnen verderzetten in werkgroepen. 4.2.4. STAKEHOLDER ENGAGEMENT PLAN Na het identificeren van de stakeholders werd beslist op welke manier ze zouden betrokken worden bij de DMA-oefening. De belangrijkste stakeholders hierbij zijn de interne stakehol- ders. Het is ook niet zomaar dat de EFRAG de meeste aandacht besteedt aan het ‘eigen personeel’ (binnen het domein ‘sociaal’) en aan de ‘uitstoot van broeikasgassen en ener- gieverbruik’ door de organisatie (binnen het domein ‘milieu’). Daarna volgen uiteraard de andere belanghebbenden. Om het geheel werkbaar te houden, werd beslist om eerst de DMA-oefening te maken met behulp van interne experten/stakeholders. Er werden interviews uitgevoerd om input te verzame- len over de waardeketen, eventuele risico’s, opportuniteiten en impacten. Verder werden de interne stakeholders betrokken bij de sco- ring van de impacten. Uiteindelijk werden de resultaten besproken en gevalideerd met de vertegenwoordigers van de diverse externe stakeholdersgroepen (klanten, papier- en inktleveranciers, financiële instellingen en transport & logistiek). 187 IM WE CREATE MEDIA WITH PACT CSRD VERSLAG 2024 CSRD VERSLAG 2024 186 189 IM WE CREATE MEDIA WITH PACT CSRD VERSLAG 2024 4.2.5. WAARDEKETEN • Upstream (= alle activiteiten die gebeuren vóór de activiteiten van Roularta Media Group zelf) • Eigen operations (= de activiteiten die gebeu - ren bij Roularta Media Group zelf) • Downstream (= alle activiteiten die gebeuren na de activiteiten van Roularta Media Group) Vaak wordt upstream omschreven als ‘leve- ranciers’ en downstream als ‘klanten’ maar dit strookt niet helemaal met de correcte defini- ties. Roularta Media Group zal immers ook een beroep doen op leveranciers om de goederen bij de klanten te krijgen. In dat geval bevindt die leverancier zich in het downstreamseg- ment. Binnen de segmenten upstream en downstream bestaat er ook nog een opdeling in Tier 1 en Tier 2+. Uit het schema kan duidelijk worden afgeleid dat Tier 1 die zaken omvat met een directe connectie met de eigen activiteiten van Roularta Media Group, terwijl Tier 2+-zaken zich minstens één stap verder bevinden. Een eenvoudig voorbeeld ter illustratie: Aan de upstream kant bevindt ‘inkt’ zich onder Tier 1, want Roularta Media Group heeft inkt nodig om te drukken. De grondstoffen om die inkt te maken vallen onder Tier 2+. Downstream staat ‘lezers’ onder zowel Tier 1 als Tier 2+. In het eerste geval (Tier 1) gaat het om de lezers van de eigen Roularta Media Group-titels, in het tweede (Tier 2+) om de lezers van titels die Roularta Media Group drukt voor ‘derden’ (denk bijvoor- beeld aan The Economist). 4.2.6. IMPACT MATERIALITY De CSRD vertrekt eigenlijk van het ESG-model (Environment, Social, Governance), waarbij het de bedoe - ling is om te rapporteren over zowel ‘overkoepelende’ aspecten van de OVERKOEPELENDE STANDAARDEN ESRS 1 ESRS 2 Algemene vereisten Algemene toelichtingen THEMATISCHE STANDAARD Klimaat Sociaal Governance ESRS E1 Klimaatverandering ESRS S1 Eigen personeel ESRS G1 Zakelijk gedrag ESRS E2 Verontreiniging ESRS S2 Werknemers in de waardeketen ESRS E3 Water en mariene hulpbronnen ESRS S3 Getroffen gemeenschappen ESRS E4 Biodiversiteit en ecosystemen ESRS S4 Consumenten en eindgebruikers ESRS E5 Materiaalgebruik en circulaire economie ROULARTA MEDIA GROUP WAARDEKETEN Indirecte operaties (upstream waardeketen) Eigen operaties Indirecte operaties (downstream waardeketen) Niveau 2+ Niveau 1 Niveau 0 Niveau 1 Niveau 2+ Industrieën: ➜ Papier producten ➜ Chemicaliën ➜ Petroleum producten ➜ (Edele) metalen ➜ Vervaardiging van consumptiegoederen, textiel, … ➜ Autoconstructie ➜ Glas producten ➜ Vliegtuig- en cruise maat - schappijen ➜ Landbouwproducten ➜ Bouw van gebouwen, sche - pen,… Gekochte goederen: ➜ Papier en inkt ➜ Machines en uitrusting ➜ Verpakkingsmateriaal ➜ Additieven en reinigingsmiddelen ➜ Gas, elektriciteit en water ➜ Consumptiegoederen ➜ Gebouwen ➜ IT hardware en software ➜ Studio uitrusting Gekochte Diensten: ➜ Aluminium platen ➜ Machine onderhoud ➜ HR (medewerkers) ➜ Auto Leasing ➜ Transport en Logistiek ➜ Evenement locaties, meubilair en decoratie ➜ Reizen ➜ Acts ➜ Huur van gebouwen ➜ Licenties Roularta Media Group 5 belangrijke businessstromen: Drukkerij, Uitgeverij, Advertentieverkoop, Televisie, Evenementen & Reizen Klanten: ➜ B2C: lezers (abonnees, losse verkoop) kijkers, surfers, luisteraars, deelnemers ➜ B2B: Magazine, kranten en folder drukklanten, adver - teerders, evenement sponsors, evene- mentgenodigden en gasten Diensten: ➜ Transport en distributie van magazines en kranten en andere producten. Klanten: ➜ Klanten van externe uitgevers B2B. ➜ Klanten van externe drukkerij klanten (magazine, kranten en folders) End-of-life proces: ➜ Recyclage en verwerking (papier, plastic, It materiaal, machines, …) Werknemers, wetgevende instanties, investeerders, beroepsverenigingen, banken, Roularta Media Group Infrastructuur Gelijkaardige bedrijven: ➜ DPG Media ➜ Berteslmann ➜ Mediahuis ➜ Mauri (Gruppo Editoriale) Een cruciale oefening binnen de DMA is het opstellen van de waar- deketen van de organisatie, rekening houdend met de voornaamste ‘bedrijfsstromen’. Elk van deze bedrijfsstromen kan immers zowel upstream als downstream een volle- dig andere invulling krijgen. 4.2.5.1. PRIMAIRE BEDRIJFSSTROMEN Roularta Media Group heeft daarom vijf primaire bedrijfsstromen geïdentificeerd: • De drukkerij met de bijhorende drukkerijactivi- teiten • De uitgeverij (de titels, de redacties, de lezers, inclusief marketingacties) • Verkoop van advertenties (de ‘regie’) • Evenementen en reizen (inclusief marketing- acties) zoals bijvoorbeeld Knack reizen of Trends Impact Awards • Televisie (focus op Kanaal Z) 4.2.5.2. DRIE SEGMENTEN Voor elk van deze stromen worden drie segmenten in overweging genomen: organisatie als ‘specifieke’ aspecten van de organisatie en de waardeketen. De overkoepelende aspecten worden beschre- ven in de ESRS 1 en ESRS 2 en de ‘specifieke’ aspecten worden gegroepeerd: vijf aspecten die betrekking hebben op Klimaat, vier aspec- ten die te maken hebben met Sociaal en één aspect dat valt onder de noemer Governance. CSRD VERSLAG 2024 188 Deze laatste aspecten worden echter ver- der onderverdeeld in subaspecten en sub-subaspecten. De volgende lijst, die overigens gebruikt werd als basis voor de materialiteitsoefening, kan geconsulteerd worden onder Annex I. De impactmaterialiteitoefening bestaat erin een evaluatie te maken van de actuele en potentiële impact van Roularta Media Group t.o.v. het ESG-kader. Om de bedrij- ven te begeleiden heeft de EFRAG bijgevolg die lijst van aspecten, subaspecten en sub-subaspecten opgesteld, maar dan wel los van sectoren of producten. Het is dus aan elk bedrijf om zelf te onderzoeken waar en op welke manier het bedrijf en bij uitbrei- ding de waardeketen (zowel upstream als downstream) een mogelijke impact zouden kunnen hebben. Die impact kan actueel of potentieel zijn, en positief of negatief. Aangezien de EFRAG geen rekening houdt met sectoren noch producten en de lijst bovendien slechts een leidraad is, moeten de bedrijven ook nagaan of er nog andere aspecten zijn die mogelijk een impact kun- nen hebben en staat het bedrijven toe om dus ook eigen ‘aspecten’ te rapporteren. Dit worden entiteitspecifieke aspecten genoemd. Gezien haar specifieke impact op vlak van duurzaamheid besloot Roularta Media Group een aantal entiteitspecifieke aspec- ten toe te voegen. Die worden verder in het rapport meer in detail besproken. 4.2.7. IRO’S BEPALEN (IMPACTEN, RISICO’S EN OPPORTUNITEITEN) Vertrekkende van de lijst van mogelijk relevante aspecten, aangevuld met een aantal entiteitspecifieke aspecten, werden binnen Roularta Media Group werkgroepen gevormd voor elk van de vijf bedrijfsstromen (zie beschrij- ving waardeketen hiervoor). De taak van elke werkgroep, met daarin de interne experten per bedrijfsstroom, bestond erin om voor hun respectieve bedrijfsstroom de relevante aspecten, subaspecten en sub-subaspecten te evalueren (vandaar de naam assess- ment) op vlak van de mogelijke materiële impacten en van de moge- lijke risico’s en opportuniteiten (IRO’s). Deze ‘eerste’ bepaling bood de basis om in een volgende stap over te gaan tot een scoring van elk relevant aspect. 4.2.8. BEOORDELING IMPACTMATERIALITEIT Het tweede deel van de oefening bestond er bijgevolg in om voor alle weerhouden aspecten na te gaan in welke mate ze ook relevant zijn. Voor deze beoordeling werden ver- schillende dimensies gehanteerd: • De schaal: als er een impact is, hoe groot is die impact (bv. de impact per persoon)? • De draagwijdte: wat is de draag- wijdte van de impact (bv. het aantal geïmpacteerde personen)? • (On)omkeerbaarheid: hoe (on)omkeer- baar is de impact? Deze dimensie is enkel van toepassing voor negatieve impacten. • Waarschijnlijkheid: hoe waarschijnlijk is het dat een impact gaat voorvallen? Deze dimensie is enkel van toepassing voor potentiële impacten. Voor elk van de dimensies werd een definitie geformuleerd met daaraan gekoppeld een score van 1 tot 5 (met bij de waarschijnlijk- heid bv. score 5 voor een kans binnen het jaar, score 4 voor een kans binnen de twee jaar, score 3 voor een kans binnen de drie à vijf jaar, score 2 voor een kans binnen vijf à tien jaar en score 1 voor geen kans in de eerste tien jaar). Het gemiddelde van de score werd berekend volgens onderstaande tabel en wanneer het gemiddelde gelijk aan of hoger dan 3,5 op 5 was, werd dat aspect als materieel beschouwd. Nog- maals, de oefening werd gedaan voor de volledige waardeketen. Ernst van de impact Waarschijnlijkheid van de impact (in het geval van een potentiële impact) Impactmaterialiteit Schaal van de impact Draagwijdte van de impact Onomkeerbaarheid (in het geval van een negatieve impact) Hoe ernstig is de negatieve impact op het slachtoffer, de economie of het milieu? Hoe gunstig is de positieve impact? Hoe wijdverspreid zouden de effecten zijn op de bevolking en economieën van de getroffen ecosystemen? Is het mogelijk om de schade te herstellen of te compenseren? Wat is de kans dat de impact plaats- vindt? Wanneer zal de impact optreden? Drempel voor materialiteit: 3,5 x x x = 191 IM WE CREATE MEDIA WITH PACT CSRD VERSLAG 2024 CSRD VERSLAG 2024 190 4.2.9. FINANCIËLE MATERIALITEIT- BEOORDELING Na de impactmaterialiteit werd conform de CSRD-voorschriften ook een financiële materi- aliteit-beoordeling uitgevoerd. Bij deze oefening werden opnieuw de verschillende aspecten geë- valueerd, maar dan vanuit het oogpunt van de financiële impact op de organisatie. In deze oefe- ning ging het in de praktijk vooral over de risico’s voor het bedrijf te wijten aan externe factoren. Voor deze beoordeling werden twee specifieke dimensies gehanteerd: • De kans • De omvang van de financiële impact, beoor- deeld op basis van interne en externe informatie Hierbij werd ook rekening gehouden met de ter- mijn, zonder het in de scoring als een afzonderlijk item te berekenen. Omdat de risico’s in kwestie over alle bedrijfsstro- men heen gelden, nam één interne werkgroep deze oefening voor haar rekening. Om te vermijden dat er als groep geredeneerd zou worden, maakten de leden van de werkgroep de oefening individueel en werden de resultaten daarna samengevoegd en bediscussieerd. De dimensie ‘kans’ werd gedefinieerd als procentu- ele mogelijkheid (minder dan 10% = score 1, 10% tot 35% = score 2, 35% tot 65% = score 3, 65% tot 90% = score 4 en meer dan 90% = score 5). De dimensie ‘omvang’ heeft te maken met de ‘grootte’ van de financiële impact, die leidde tot een cijfer van 1 tot 5. Omdat er als premisse werd aange- nomen dat het cijfer 5 enkel behaald kon worden als één van de twee dimensies ook effectief een score 5 had gekregen, werd de grens- waarde voor de financiële impact ook vastgelegd op 5. Dat (5 op 20) lijkt misschien laag op zich, maar Roularta Media Group heeft ervoor gekozen om hierin geen ruimte te laten voor speculatie of discussie. 4.2.10. CONSOLIDATIE VAN DE TWEE BEOORDELINGEN EN VALIDATIE Na het afwerken van beide beoor- delingen werden impactmaterialiteit en financiële materialiteit geconsoli- deerd om tot één overzicht te komen van aspecten die voor Roularta Media Group relevant zijn om op te volgen en over te rapporteren. Geen evidente uitkomst, omdat je te maken hebt met ten eerste aspec- ten die enkel gelden voor de eigen organisatie, ten tweede aspecten die enkel gelden voor de waardeketen (en dus niet voor de eigen organi- satie), en ten derde aspecten die gelden voor zowel de eigen organi- satie als de waardeketen. Eenmaal de geconsolideerde uit- komst was vastgelegd, werd deze besproken met een aantal externe stakeholders (financiële partner, papierleverancier, inktleverancier, nationale advertentieklant, buitenlandse advertentieklant, drukkerijklant, distributeur). Zo was het mogelijk om na te gaan of er geen fundamentele aspecten ontbraken en of het eindresultaat in lijn lag met hoe deze externe stakeholders Roularta Media Group percipi - eerden. Na deze externe validatie volgde een interne validatie via het management, het auditcomité en de Raad van Bestuur. Op basis van deze validaties kunnen we hier- naast de finale uitkomst van de DMA publiceren. De vetgedrukte aspecten hebben betrekking op de eigen operaties, terwijl de schuingedrukte aspecten de bredere waardeketen aangaan. Gezien de complexiteit van de oefening en de verschillende gehanteerde criteria is het niet evident om de resultaten voor te stellen door middel van een materialiteitsmatrix, die boven- dien geen toegevoegde waarde zou bieden. Rapportage-eis ESRS SBM-3 vraagt overigens enkel dat Roularta Media Group de materiële impacten, risico’s en kansen beschrijft. Roularta Media Group beseft echter dat de DMA-oefening hiermee niet afgerond is voor de komende jaren. Hoewel dit model de huidige situatie juist weergeeft, vallen evoluties niet uit te sluiten in een snel veranderende wereld bin- nen en buiten de mediagroep. Daarom zullen de resultaten periodiek worden hertoetst aan de realiteit van het moment, in principe om de vijf jaar maar waar nodig sneller. E1 Klimaatmitigatie E1 Energie E2 Luchtverontreiniging E5 Afval Watergebruik en mariene hulpbronnen Watervervuiling Materiaalinstromen Verontreiniging van bodem Gevaarlijke chemicaliën Biodiversiteit en ecosystemen S1 Diversiteit S1 Aantrekken en behouden van werknemers S4 Toegang tot kwaliteitsvolle informatie S4 Onafhankelijke journalistiek & verantwoorde content S4 Privacy Verantwoorde marketingpraktijken Gezondheid & veiligheid ES1 Brainprint & Community Building ES2 Digitale innovatie en IT-betrouwbaarheid KLIMAAT SOCIAAL ENTITEITSPECIFIEK * Alleen materieel in de waardeketen UIT DE DOOR ROULARTA MEDIA GROUP UITGEVOERDE DUBBELE MATERIALITEITSOEFENING, KWAMEN VOORLOPIG VOLGENDE MATERIËLE TOPICS OP HET GEBIED VAN DUURZAAMHEID NAAR BOVEN: 193 IM WE CREATE MEDIA WITH PACT CSRD VERSLAG 2024 CSRD VERSLAG 2024 192 195 IM WE CREATE MEDIA WITH PACT CSRD VERSLAG 2024 4.2.11. PRIORITEITBEPALING VOOR DE RAPPORTERING Na het proces van de DMA en het bepalen van de relevante datapunten voor de activiteiten van Roularta Media Group werd ervoor geko- zen om het verzamelen van de data met als doel de huidige rapportering in drie fasen of prioriteiten te laten verlopen. In een eerste prioriteit ligt de focus op de ver- plichte standaarden die ook door de CSRD als de belangrijkste worden omschreven, namelijk de ESRS 2 (de overkoepelende materie voor elk bedrijf) aangevuld met de E1 (klimaat en ener- gie) en de S1 (eigen personeel). De E1 en de S1 waren overigens de twee standaarden die in de eerste draft van de EFRAG nog als ‘verplicht voor iedereen’ werden aangeduid. Een verplich- ting die achteraf is weggevallen (maar waarbij het niet rapporteren van E1 wordt bemoeilijkt doordat de redenen voor niet-rapportering uitermate gegrond moeten zijn). Waar relevant wordt de info aangevuld met entiteitspecifieke informatie, net omdat Roularta Media Group van oordeel is dat dit uitermate belangrijke aspecten zijn van en voor haar business, zoals ook blijkt uit de resultaten van de DMA. De tweede prioriteit omvat de overige geïm- pacteerde aspecten of aspecten met impact: E2, E5 en S4, opnieuw aangevuld met entiteit- specifieke informatie waar relevant. Tot slot wordt nog even ingegaan op de aspecten die eigen zijn aan de rest van de waardeketen, op een eerder kwalitatieve dan kwantitatieve manier. Het vastleggen van deze prioriteiten heeft als doel de juiste aandacht te besteden aan de juiste zaken, en niet zomaar op dezelfde manier en even gedetailleerd op alles in te gaan. 4.3. ESRS: ALGEMENE TOELICHTINGEN 4.3.1. GRONDSLAG VOOR HET OPSTELLEN VAN INFORMATIE 4.3.1.1. BP 1: ALGEMENE GRONDSLAG VOOR HET OPSTELLEN VAN DE DUURZAAMHEIDSVERKLARING Dit duurzaamheidsverslag is opgesteld op dezelfde basis als de financiële geconsoli- deerde rapportering. De bedrijven die deel uitmaken van de groep en die meegenomen worden onder de geconsolideerde financi- ele rapportering, zijn dezelfde bedrijven in de scope van de duurzaamheidsverklaring (zie ook 4.2.2). De DMA-oefening vertrok bij de vijf primaire bedrijfsstromen van Roularta Media Group (uitgeverij, drukkerij, internet & media, televisie en evenementen en reizen). Bij aanvang wer- den bijgevolg vijf waardeketens opgesteld, die nadien samenkwamen in één geconsolideerde waardeketen. Binnen de geconsolideerde waardeketen wer- den drie blokken geïdentificeerd: • De upstream-waardeketen omvat zowel directe als indirecte leveranciers • De eigen operaties omvatten de ‘geconsolideerde kring’ • De downstream-waardeketen omvat leveranciers (bv. transport & distributie) maar ook directe en waar relevant indirecte klanten (zowel B2B als B2C) Bij de duurzaamheidsrapportering werd geen gebruik gemaakt van de optie om specifieke informatie-elementen die intellectuele eigendom, knowhow of het resultaat van innovatie zijn, weg te laten. Wel werden niet alle interne richtlijnen en procedures gepubliceerd, omwille van diverse redenen, waaronder pri- vacy. In andere gevallen werd een korte samenvatting van de relevante aspec- ten weergegeven. 4.3.1.2. BP 2: SPECIFIEKE OMSTANDIGHEDEN 4.3.1.2.1. TIJDSHORIZONTEN De rapportageperiode voor het duur- zaamheidsverslag is dezelfde als voor de financiële rapportering. Waar relevant werd een ‘basisjaar’ of ‘refe- rentiejaar’ vermeld (bv. voor targets m.b.t. de uitstoot van broeikasgassen is 2021 het basisjaar). De tijdspannes voor korte, middellange of lange termijn worden al dan niet ver- meld in functie van relevantie. 4.3.1.2.2. SCHATTINGEN Dit duurzaamheidsverslag bevat enkele interpre- taties en onzekerheden die inherent zijn aan het rapportageproces: • Schattingen: De belangrijkste onzekerhe- den situeren zich in zowel het upstream- als het downstreamgedeelte van de waardeke- ten met betrekking tot aspect E1, specifiek bij de berekening van broeikasgasemissies. Ondanks deze onzekerheden is de duurzaam- heidsverklaring opgesteld en gepresenteerd in overeenstemming met de vereisten van de ESRS en de toepasselijke wetgeving • Aanvullende richtlijnen: Een uitgebreider begrip van de vereisten wordt verwacht naar- mate aanvullende implementatierichtlijnen of Q&A-documenten beschikbaar komen • Toekomstige verfijningen: Schattingen zullen mogelijk in toekomstige rapportageperiodes worden aangescherpt naarmate relevantere gegevens beschikbaar komen • Interne controle: De interne controlemecha- nismen rondom duurzaamheidsrapportage worden momenteel verder versterkt om de kwaliteit en betrouwbaarheid van de gege- vens te verbeteren • Vergelijkende gegevens: Naar verwachting zal de beschikbaarheid van vergelijkende gegevens na het eerste rapportagejaar de bruikbaarheid en waarde van de informatie vergroten • Materialiteitsbeoordeling: Het materialiteits- beoordelingsproces zal naar verwachting verder worden verfijnd in de komende jaren. Voor de financiële materialiteitsbeoordeling is een drempelwaarde gehanteerd op basis van een percentage van de omzet om de omvang van de financiële impact te bepalen • Uitbreiding van informatie: Naar- mate het aantal rapporterende organisaties toeneemt en de rap- portagepraktijken verder worden ontwikkeld, kan uitgebreidere en gedetailleerdere informatie over de waardeketen worden opgeno- men 4.3.1.2.3. WIJZIGINGEN IN DE OPSTELLING OF DE PRESENTATIE VAN DUURZAAMHEIDSINFORMATIE Gezien dit duurzaamheidsverslag het eerste verslag is conform de CSRD-richtlijnen, is er geen wijziging in de opstelling of presentatie van de duurzaamheidsinformatie. Ech- ter, in de voorbije jaren publiceerde Roularta Media Group in het kader van de toen geldende NFRD wel degelijk informatie met betrekking tot duurzaamheid. Deze informatie omvatte eveneens een aantal tar- gets, die niet gebaseerd waren op de ESG-onderwerpen maar op het SDG-model. 4.3.1.2.4. GEBRUIK VAN INFASERINGSBEPALINGEN Een onderwerp dat op heden ter dis- cussie staat (o.a. in Nederland), is de positie van de freelancers (of ZZP’ers – zelfstandigen zonder personeel). Ook in België maken mediabedrij - ven frequent gebruik van freelancemedewerkers. In bepaalde gevallen zijn dit medewerkers die in hoofdberoep journalist zijn maar voor verschil - lende bedrijven stukken schrijven. In andere gevallen gaat het over mensen die in wezen een ander beroep hebben maar heel sporadisch een stukje schrijven voor een krant of een magazine. In nog andere gevallen zijn het mensen die in bij - beroep lokaal nieuws verzamelen. En soms zijn het mensen die tijdelijk iemand vervangen of op dagbasis in de drukkerij prestaties leveren. Vol - gens de EFRAG zouden al deze categorieën van medewerkers tot het ‘eigen personeel’ moeten behoren, los van het feit of ze zelfstandig zijn, via een interimkantoor of gespecialiseerd bedrijf aan - gesteld zijn of als jobstudent werken. Ook de mate waarin ze prestaties leveren (fulltime gedurende drie maanden, twee dagen per week, één artikel per maand, …), is vreemd genoeg niet van tel. We noteren echter dat ‘freelancer’ geen wettelijk statuut is. De freelancer zal ofwel zelf ‘zelfstandig’ zijn en zelf factureren, ofwel zullen de prestaties door iemand anders worden gefactureerd. Boven- dien wordt meestal een beroep gedaan op een freelancer omwille van een bepaalde expertise. Daarnaast beschikt Roularta Media Group voor freelancers niet over dezelfde gegevens als voor haar eigen werknemers. Ze kan geen informatie rapporteren die ze niet heeft. Om die reden wordt in dit duurzaamheidsverslag voor het boekjaar 2024 enkel rekening gehouden met de categorie werknemers zoals bepaald in sectie S1-6 (eigen werknemers met een arbeids- overeenkomst) en maakt Roularta Media Group CSRD VERSLAG 2024 194 197 IM WE CREATE MEDIA WITH PACT CSRD VERSLAG 2024 gebruik van de infaseringsmoge- lijkheid voor de werknemers zoals bepaald in sectie 1-7. Dit is belangrijk omdat S1 ‘eigen personeel’, subthema ‘diversiteit’ als materie uit de dubbele materialiteitsoefening is gekomen. Andere infaseringsclausules die Roularta Media Group inroept in dit verslag zijn: • E1-9 (klimaat): De onderneming kan de door ESRS E1-9 voorgeschreven informatie weg- laten voor het eerste jaar dat zij haar duurzaamheidsverklaring opstelt. De onderneming kan aan ESRS E1-9 vol- doen door, voor de eerste drie jaar dat zij haar duurzaamheidsverklaring opstelt, alleen kwalitatieve informatie te rapporteren indien het praktisch niet haalbaar is om kwantitatieve rapportage op te stellen. • E2-6 (verontreiniging): De onderneming kan de door ESRS E2-6 voorgeschreven informatie weglaten voor het eerste jaar dat zij haar duurzaamheidsverklaring opstelt. Afgezien van de door alinea 40(b) voorgeschreven informatie over de operationele uitgaven en kapitaal- uitgaven die in de rapportageperiode hebben plaatsgevonden in samen- hang met majeure incidenten en deposities, kan de onderneming aan ESRS E2-6 voldoen door, voor de eer- ste drie jaar dat zij haar duurzaamheidsverklaring opstelt, alleen kwalitatieve informatie te rappor- teren. • E5-6 (afval): De onderneming kan de door ESRS E5-6 voor- geschreven informatie weglaten voor het eerste jaar dat zij haar duurzaamheidsverklaring opstelt. De onderneming kan aan ESRS E5-6 voldoen door, voor de eerste drie jaar dat zij haar duur- zaamheidsverklaring opstelt, alleen kwalitatieve informatie te rapporteren. 4.3.2. GOVERNANCE 4.3.2.1. GOV-1: DE ROL VAN DE BESTUURS-, LEIDINGGEVENDE EN TOEZICHTHOUDENDE ORGANEN We verwijzen naar de verklaring inzake deugdelijk bestuur in het jaarverslag. 4.3.2.2. GOV-2: INFORMATIE VERSCHAFT AAN EN OMGANG MET DUURZAAMHEIDSTHEMA’S DOOR BESTUURS-, LEIDINGGEVENDE EN TOEZICHTHOUDENDE ORGANEN VAN DE ONDERNEMING De Raad van Bestuur en het auditcomité hebben, onder andere, als taak om toezicht te houden op de inspanningen en de vorderingen van Roularta Media Group op vlak van duurzaamheid. In 2024 kwam daar ook nog expliciet de opvolging van het CSRD-traject bij. Om dit traject te kunnen opvol- gen, werd voor elke bijeenkomst van de Raad van Bestuur en het auditcomité een stand van zaken opgemaakt die werd besproken met de aanwezige leden. De Raad van Bestuur volgt ook de risi- co’s, impacten en opportuniteiten (IRO’s) op. De betrokkenheid van de Raad van Bestuur en van het management omtrent de IRO’s komt door- heen het duurzaamheidsrapport verder aan bod. Op de vergaderingen van het Management Team (MT) is duurzaamheid een telkens terugkerend onderwerp dat afhankelijk van de focus een of ander thema belicht binnen het ESG-kader. Dat kan gaan over het wagenpark, PV-installaties, digitale innovatieprojecten, HR-aangelegenhe- den, folie versus papier, nutsvoorzieningen, … Daarnaast werden ook bijzondere overlegmomen- ten ingepland voor respectievelijk het auditcomité en de Raad van Bestuur. Voor het auditcomité was dit op 24 juni 2024 en lag de focus vooral op de DMA en het vervolg na de DMA. Voor de Raad van Bestuur was dit op 25 oktober 2024 en lag de focus vooral op de duurzaamheid in het alge- meen, naast een paar specifieke onderwerpen zoals de SBTi, impacten en risico’s, … Voor een overzicht van de materiele impacten, risico’s en kansen waarop de bestuurs-, leiding- gevende en toezichthoudende organen ageren, verwijzen we naar het hoofdstuk over DMA-ana- lyse. 4.3.2.3. GOV-3: INTEGRATIE VAN DUURZAAMHEIDSPRESTATIES IN BELONINGSREGELINGEN Voor 2025 wordt in de afspraken met het top management met betrekking tot het variabel deel van de verloning een materiële bijdrage tot het bereiken van de duurzaamheidstargets opgeno- men. Dat impliceert dat er een gemeenschappelijke verantwoordelijkheid is van het management om de duurzaamheidstargets en KPI’s die werden opgelijst in hoofdstuk 2 te behalen maar dat deze individueel kan verschil- len volgens de mate van impact van de betrokken manager op de beoogde targets en kpi’s. Dit betekent ook dat de opvolging van de stand van zaken ten opzichte van deze tar- gets ook worden opgenomen op het niveau van de management team meetings. De beoordeling van het behalen van het resultaat door het management zal gebeu- ren door het Excom. 4.3.2.4. GOV-4: DUE DILIGENCEVERKLARING Omwille van praktische redenen wordt het due diligence-proces opgedeeld in vijf stappen: 4.3.2.4.1. RISICO-IDENTIFICATIE ESG-risico’s die een mogelijke bedreiging vormen voor zowel het bedrijf als zijn sta- keholders. Roularta Media Group staat voor deze risico’s continu in contact met haar stakeholders. Denk bijvoorbeeld aan privacy en GDPR, met in dat kader de inte- gratie van een opt-in-systeem (waarbij telkens de goedkeuring van de klant ver- eist is). 4.3.2.4.2. INTEGRATIE VAN DUE DILIGENCE IN POLICIES Duurzaamheid is over de hele lijn een belangrijk begrip bij Roularta Media Group, zowel binnen de strategie als qua beheer, management en uitvoering. De waarde ‘One Team, One Family, One Planet’ kreeg niet zomaar een centrale rol binnen de organisa - tie. Verder spreken de inspanningen die het bedrijf de voorbije jaren op diverse aspecten van duurzaamheid leverde voor zich. Denk maar aan de installatie van zonnepanelen, nieuwe ovens, paper wrap installaties, de grote groene omgeving rond de site in Roese - lare, duurzame initiatieven voor het personeel en zeker ook de verbintenis om duurzaamheid te verkondigen en te promoten bij het brede publiek (zie ook ‘Brainprint’ – entiteitspeci - fieke informatie bij hoofdstuk S3). 4.3.2.4.3. IMPACTEVALUATIE Bij de uitvoering van operationele activitei- ten houdt Roularta Media Group in de mate van het mogelijke rekening met de impact op de mens en de omgeving. Daarbij liggen potentiële negatieve én potentiële positieve effecten in de weegschaal. 4.3.2.4.3. VERMIJDEN EN BEPERKEN VAN NEGATIEVE IMPACT Op basis van de risicoanalyses en de impac- tevaluatie ontwikkelt Roularta Media Group procedures en actieplannen om potentiële negatieve effecten te vermijden of te beper- ken. Sommige procedures zijn het resultaat van wettelijke normen en verplichtingen, andere ontstaan uit eigen initiatief. 4.3.2.4.3. OPVOLGING EN EVALUATIE Het spreekt voor zich dat opvolging en eva- luatie op regelmatige tijdstippen cruciaal CSRD VERSLAG 2024 196 is om de gemaakte progressie te meten en te beoordelen. In dat licht is dit duurzaam- heidsverslag op zich een waardevolle bron van metrics voor alle aspecten die relevant zijn binnen de beleidsvoering van Roularta Media Group. Verder in dit verslag kan elke stakehol- der zelf nagaan op welke manier de opvolging gebeurt en in welke richting het bedrijf evolu- eert. 4.3.2.5. GOV-5: RISICOBEHEERSING EN INTERNE CONTROLES Procesomschrijving tot stand komen rappor- tering: • Het CSRD-team is gestart met de identifi- catie van de data owners binnen Roularta Media Group, waarbij de data gaps voor de belangrijkste topics (E1 en S1) prioriteit kregen • Het CSRD-team heeft diverse gesprekken gevoerd met de data owners om inzicht te krijgen in de datacaptatiesystemen en -verzamelingsmethoden (automatisch of manueel) die aangeboord moeten worden voor het duurzaamheidsverslag. Verder vond een eerste navraag naar de volledig- heid van de data plaats • De interne controlemechanismen van de belangrijkste datacaptatiesystemen (bv. CO 2 -module) werden nagekeken en afge- stemd op de CSRD-rapportagevereisten • Er werd een SharePoint opgezet, met per topic toegang voor de data owners voor het opladen van informatie • Via interne controles werden de data nagekeken op vlak van volledigheid, nauw- keurigheid en betrouwbaarheid • Het CSRD-team ging na met welke frequentie de informatie aangeleverd kan worden. Momenteel is dat voor de meeste informatie eenmaal per jaar Het CSRD-team identificeerde de vol- gende belangrijke risico’s: • De data owners zijn wijdverspreid over de volledige onderneming • Voor bepaalde informatie zijn er zowel Belgische als Nederlandse data owners • Er zijn diverse datacaptatiesystemen in gebruik • Aangezien dit het eerste jaar van de CSRD-verplichting is, zijn de data owners nog niet bekend met de dead- lines voor het opleveren van informatie Het CSRD-team tekende de volgende strategie uit: • Data met een reëel risico op fouten voornamelijk manuele data, zullen in de toekomst meermaals per jaar wor- den opgevraagd • Er zal een IT-oplossing die data centra- liseert, met input door de data owners en interne controles via de CSRD-ver- antwoordelijke, worden opgezet. In 2024 vonden reeds gesprekken plaats met verschillende leveranciers, maar de knoop qua partnerkeuze werd nog niet doorgehakt Vanaf 2025 wordt een lijst bijgehouden met verbeterpunten voor het duurzaam- heidsverslag. Deze lijst zal worden gedeeld met het management, waarna de Raad van Bestuur op de hoogte wordt gebracht van eventuele noodzakelijke acties. 4.3.3. STRATEGIE 4.3.3.1. SBM-1: STRATEGIE, BUSINESSMODEL EN WAARDEKETEN Roularta Media Group zet al meer dan twee decennia in op duurzaam en eco-efficiënt ondernemen, ambities die ingebed zijn in de missie, visie en waarden van het bedrijf en de slagzin ‘One Team, One Family, One Planet’. De vooropgestelde duurzaamheidsdoelen hebben raakvlakken met alle producten en diensten die Roularta Media Group aanbiedt en de markten die ze bedient. Significante groepen producten en/of diensten: • Publiciteit (SMA-sector) • Abonnementen en losse verkoop (TMC-sector) • Drukwerk voor derden (TMC-sector) • Line extensions (SST-sector) Significante groepen markten: • Lokale mediamarkt • Magazinemarkt • Drukwerk voor derden, verkoop papier • Krantenmarkt • Audiovisuele markt De werknemers van Roularta Media Group zijn verspreid over drie geografische gebieden, met de grootste aantallen in Nederland en België (zie ook hoofdstuk S1). Land Aantal personeelsleden België 1014 Nederland 254 Duitsland 8 1276 De doelstellingen die verband houden met het klimaat zijn voornamelijk van toepas- sing op de drukkerij van Roularta Media Group. Deze objectieven impacteren de lokale mediamarkt, de magazinemarkt, de krantenmarkt en de markt van het drukwerk voor derden. De duurzaamheidsdoelstel- lingen uit het sociale luik raken dan weer vooral de werknemers en de magazines. Er werd ook een doelstelling neergepend die zich specifiek richt op de leveranciers van Roularta Media Group, met als concrete actie daarbij de vraag om het aankoop- charter te ondertekenen. Meer informatie over de waardeketen is te vinden in het hoofdstuk 4.2.5 over de DMA-analyse. 4.3.3.2. SBM-2: BELANGEN EN OPVATTINGEN VAN STAKEHOLDERS Hoe interageert Roularta Media Group met haar stakeholders? De tabel op volgende pagina geeft een overzicht van de verschillende categorieën stakeholders, de manier waarop Roularta Media Group met hen in dialoog gaat en de beoogde doelstellingen. Het gaat om vijf categorieën: • de klanten • de werknemers • de leveranciers • de aandeelhouders en de financiële en wetgevende instanties • de buren en de omgeving Het spreekt voor zich dat de manier van interageren verschilt van categorie tot cate- gorie, net als de ESG-aspecten die aan bod komen. Waar de ESRS 1 twee categorieën sta- keholders onderscheidt (geïmpacteerde stakeholders en zij die het duurzaamheids - verslag consulteren), is van die typologie geen sprake in dit hoofdstuk. De veron- derstelling leeft immers dat de meeste stakeholders die impact kunnen ervaren ook het duurzaamheidsverslag kunnen con - sulteren. Afhankelijk van het belang van de impact van (toepassing op) de stakeholder, worden er ook leidinggevende organen betrokken in de communicatie. * SMA-sector of Marketing sector, TMC-sector of ‘Media- and Communication’ sector, SST-sector of ‘Sales and Trade’ sector. 199 IM WE CREATE MEDIA WITH PACT CSRD VERSLAG 2024 CSRD VERSLAG 2024 198 Klanten • Contact via verkopers • Feedback klantendienst(en) • Evenementen voor klanten • Tevredenheidsenquêtes • Ad hoc feedback en reacties • Bedrijfsbezoeken • Uitwisseling informatie i.v.m. DMA-uitkomst Deze contacten dienen vooral om te peilen naar de verwach- tingen van en de prioritaire aspecten voor de klanten. De materiële topics van het duurzaamheidsverslag werden gevalideerd door de key B2B-klanten. Werknemers • Reflectiegesprekken • Evenementen en netwerking • Duurzaamheidsinitiatieven • Duurzaamheid-awards • Enquêtes • Informele one-to-one-gesprekken Deze contacten dienen om te leren waar het bedrijf kan verbe- teren, welke opleidingen ontbreken, welke initiatieven mogelijk zijn, hoe groot de betrokkenheid is en hoe tevreden de mede- werkers zijn. We verwijzen naar het hoofdstuk S1-2 voor meer informatie. Leveranciers • Nauwe contacten met hun vertegenwoordigers • Bedrijfsbezoeken aan belangrijke leveranciers • Uitwisseling informatie i.v.m. DMA-uitkomst Deze contacten dienen enerzijds om de samenwerking met de leveranciers te optimaliseren en anderzijds om hen duidelijk te maken wat de verwachtingen van Roularta zijn (bv. i.v.m. het duurzaam aankoopcharter). De materiële topics van het duurzaamheidsverslag werden gevalideerd door de sleutelleveranciers. Financiële instellingen en aandeelhouders • Meetings met financiële instellingen • Meetings met beursanalisten • Jaarvergadering voor aandeelhouders • Periodieke rapportering rond resultaten • Uitwisseling informatie i.v.m. DMA-uitkomst Deze contacten dienen om de betrokkenen te informeren maar tegelijk ook een aantal duurzaamheidsaspecten (bv. rond investeringen in duurzaamheidsinitiatieven) te duiden. De materiële topics van het duurzaamheidsverslag werden gevalideerd door een financiële instelling. Buren en omgeving • Bedrijfsbezoeken • Overleg met buren Deze contacten dienen enerzijds om te communiceren naar de omgeving toe, zodat de buren op een duidelijke en directe manier geïnformeerd zijn over de acties en de plannen, en anderzijds om te luisteren naar de bezorgdheden van de buren, zodat die kunnen worden meegenomen in de besluitvorming. 4.3.3.3. SBM-3: MATERIËLE RISICO’S, IMPACTEN EN OPPORTUNITEITEN (IRO’S) In overeenstemming met rapportage-eis SBM 3 rapporteert Roularta Media Group haar materiële impacten, risico’s en kansen op basis van de materialiteitsanalyse. De entiteitspecifieke onderwerpen worden als volgt gerapporteerd: • Brainprint & Community Building: Zie S3 - getroffen gemeenschappen • Digitale innovatie en IT-betrouwbaarheid: Zie S4 - consumenten en eindgebruikers Governance werd niet materieel beschouwd in de waardeketen omwille van: • het beperkt aantal landen waar Roularta Media Group opereert; • directe leveranciers die voornamelijk Europees zijn gelokaliseerd; en • het financieel risico op omkoping en fraude dat werd ingeschat, maar de materialiteitsdrempel niet overschreed. Het onderwerp factchecking werd als enti- teitspecifiek weerhouden en na interne beraadslaging en overweging van input van belanghebbenden opgenomen onder S4. De lijst omvat de ESG-referentie, de IRO, de tijdshorizont, de situering van de impact, het risico of de kans in de waardeketen en de omschrijving. De omschrijving legt uit hoe de impact, de kans of het risico een invloed heeft op mens en maatschappij. De tijdshorizont vertelt OVERZICHT VAN DE VERSCHILLENDE CATEGORIEËN STAKEHOLDERS dan weer op welke tijdshorizont de impact, het risico of de kans betrek- king heeft. Is dat op korte termijn (minder dan één jaar), middellange termijn (twee à vijf jaar) en/of lange termijn (vijf jaar of meer)? Zoals uit de volgende tabel blijkt, hebben alle aspecten qua tijdshori- zon als redelijke verwachting zowel de korte, de middellange als de lange termijn. Op basis van de gekende huidige situatie en informatie zullen de impacten dus nog zeker vijf jaar of langer actief zijn. 201 IM WE CREATE MEDIA WITH PACT CSRD VERSLAG 2024 CSRD VERSLAG 2024 200 203 IM WE CREATE MEDIA WITH PACT CSRD VERSLAG 2024 Aspect IRO (Impact, Risico, Opportuniteit) Tijdshorizont Toelichting tijdshorizont Waardeketen Omschrijving E1 klimaatmitigatie materieel negatief impact korte , midden en lange termijn De impact is op vandaag concreet aanwezig en dit is ook niet iets wat op korte termijn zal verdwijnen. Bovendien zijn we voor dit aspect in belangrijke mate afhan- kelijk van ontwikkelingen bij onze partners zowel upstream als downstream. volledige waardeketen Het bedrijf heeft een aanzienlijk uitstoot aan broeikasgassen over de volledige waardeketen en is afhankelijk van een aantal inten- sieve uitstoot sectoren vooral langs de upstream maar ook langs de downstream kant. Hoewel deze sectoren zelf ook belangrijk inspanningen leveren om hun uitstoot te verminderen hebben ze nog steeds een materiële impact op de klimaatverandering. Het bedrijf zelf doet eveneens belangrijke inspanningen om haar eigen uitstoot te verminderen maar ook dat is een proces dat loopt en waarbij de eigen uitstoot nog steeds significant is voor de klimaatverandering. E1 klimaatmitigatie opportuniteit korte , midden en lange termijn Mogelijkheid tot financiele voordelen kunnen zich zowel op de korte, midden of lange termijn voordoen. Momenteel wordt er in de wetgeving veel aandacht besteed aan duurzaamheid, wat op de lange termijn waarschijnlijk nog steeds zo zal zijn. volledige waardeketen Financiële voordelen voor de overheid: mogelijke subsidies voor koolstofarme gebouwen en apparatuur. E1 klimaatmitigatie risico korte , midden en lange termijn Momenteel is Roularta Media Group reeds bezig met investeringen in koolstofarme technologiën en wagenparken. De eventuele prijsstijgingen kunnen zich zowel op de korte termijn of de lange termijn voordoen. volledige waardeketen "• Hogere prijs van emissie-intensieve aangekochte producten en diensten (bv. vervoer, papier) door hogere en/of meer koolstofbe- lastingen en minder impact van directe koolstofbelastingen voor Roularta Media Group. • Investeringen in koolstofarme technologieën en wagenparken." E1 energie materieel negatief impact korte , midden en lange termijn Ook hier opteren we voor zowel de korte, de middellange en de lange tijdshorizont. Op middellange termijn mikken we wel degelijk op een belangrijke vermindering van de negatieve impact voor electriciteit maar er is terzelfdertijd geen vooruitzicht op een volwaardig alternatief voor het gebruik van gas in de productie-omgeving. eigen operatie / upstream Het bedrijf heeft vooral in haar productieketen nood aan materialen die veel energie vergen. Voor het maken van papier is veel water nodig maar ook veel energie om pulp en papier te drogen. Ook de productieporcessen voor inkt en solventen is eveneens energie-intensief. Het bedrijf zelf verbruikt ook heel wat energie binnen het drukkerij proces. De aandrijving van de persen en afwer- kingsmachines, het gasverbruik van de droogovens en de koelinstallatie zijn enkele voorbeelden van processen die op vandaag een belangrijk bron van energieverbruik uitmaken. E1 energie opportuniteit korte , midden en lange termijn Mogelijkheid tot financiele voordelen kunnen zich zowel op de korte, midden of lange termijn voordoen. eigen operatie / upstream Lagere bedrijfskosten dankzij verbeterde energie-efficiëntie. E1 energie risico korte , midden en lange termijn Momenteel is Roularta Media Group reeds bezig met investeringen in energie-effi- ciëntere apparatuur. De eventuele risico's kunnen zich zowel op de korte termijn of de lange termijn voordoen. eigen operatie / upstream • Hogere energiekosten voor RMG. • Kosten in verband met investeringen in energie-efficiëntere apparatuur. • Operationele risico's zoals onderbrekingen in de toeleveringsketen. • Financiële risico's in verband met aangekochte goederen en diensten (bv. prijsstijging van papier, hogere transportkosten, ...). E2 luchtverontreiniging materieel negatief impact korte , midden en lange termijn Aangezien dit aspect hoofdzakelijk gekoppeld is aan de productie zal dit uiteraard de Belgische en Europese normen volgen. eigen operatie / upstream Een ander gevolg van de materialen die nodig zijn, is de mogelijke luichtvervuiling door het vrijkomen van gevaarlijke stoffen bij de productie van bijvoorbeeld aluminium platen, inkten en solventen. Bij het productieproces binnen het bedrijf zelf komen er eveneens gevaarlijke stoffen vrij. E2 watervervuiling materieel negatief impact korte , midden en lange termijn We beschikken over onvoldoende informatie m.b.t. de upstream activiteiten om hier gefundeerde uitspraken te kunnen doen over de te verwachten tijdshorizont en hanteren daarom het voorzichtigheidsprincipe. upstream Hierbij gaat het vooral om de papierindustrie. De papier- en pulpindustrie gebruikt nu eenmaal heel veel water met toegevoegde chemicaliën bij de productie van pulp en papier. Denk bijvoorbeeld aan het proces om papier te 'bleken' met bleekmiddel. Bij het lozen van het water kunnen dus schadelijke stoffen mee in het milieu komen. E2 verontreiniging van bodem materieel negatief impact korte , midden en lange termijn We beschikken over onvoldoende informatie m.b.t. de upstream activiteiten om hier gefundeerde uitspraken te kunnen doen over de te verwachten tijdshorizont en hanteren daarom het voorzichtigheidsprincipe. upstream Bij de productie van inkten en solventen maar ook petroleumproducten kunnen giftige stoffen in de grond terechtkomen. Opnieuw wordt hier vooral gekeken naar het upstream proces. E2 gevaarlijke chemicaliën materieel negatief impact korte , midden en lange termijn We beschikken over onvoldoende informatie m.b.t. de upstream activiteiten om hier gefundeerde uitspraken te kunnen doen over de te verwachten tijdshorizont en hanteren daarom het voorzichtigheidsprincipe. upstream Hierbij verwijzen we opnieuw naar het gebruik van gevaarlijke stoffen, voornamelijk gebruikt voor de papierproductie maar eveneens voor de inkten. Ook bij de productie van machines en toestellen worden vaak - zij het in mindere mate - giftige of gevaarlijke (bij) producten gebruikt. E2 water-, en/of bodemverontreiniging & gevaarlijke chemicaliën risico korte , midden en lange termijn Mogelijkheid tot financiele risico's kunnen zich zowel op de korte, midden of lange termijn voordoen. Momenteel wordt er in de wetgeving veel aandacht besteed aan duurzaamheid, wat op de lange termijn waarschijnlijk nog steeds zo zal zijn. upstream Extra kosten als gevolg van strengere wettelijke vereisten voor leveranciers die gedeeltelijk ten laste van RMG kunnen komen. MATERIËLE ASPECTEN EN METRICS CSRD VERSLAG 2024 202 205 IM WE CREATE MEDIA WITH PACT CSRD VERSLAG 2024 Aspect IRO (Impact, Risico, Opportuniteit) Tijdshorizont Toelichting tijdshorizont Waardeketen Omschrijving E3 watergebruik en marine bronnen materieel negatief impact korte , midden en lange termijn We beschikken over onvoldoende informatie m.b.t. de upstream activiteiten om hier gefundeerde uitspraken te kunnen doen over de te verwachten tijdshorizont en hanteren daarom het voorzichtigheidsprincipe. upstream Het betreft hier vooral het gebruik van grote hoeveelheden water. Dit kan zowel zijn voor de aanmaak van bv staal voor de machine- bouw maar opnieuw vooral bij de papierfabrikanten die grote hoeveelheden water nodig hebben in de 3 productiestadia (het maken van de pulp, het processen van de pulp, het maken van het papier - of karton). E3 watergebruik en marine bronnen risico midden en lange termijn We beschikken over onvoldoende informatie m.b.t. de upstream activiteiten om hier gefundeerde uitspraken te kunnen doen over de te verwachten tijdshorizont en hanteren daarom het voorzichtigheidsprincipe. upstream • Waterstress en -schaarste in de toeleveringsketen kunnen de prijs van gekochte goederen verhogen. • Waterstress en -schaarste in de toeleveringsketen kunnen verstoringen veroorzaken in de papierbevoorrading, met gevolgen voor het productieproces en de inkomsten. E4 biodiversiteit en ecosystemen materieel negatief impact korte , midden en lange termijn We beschikken over onvoldoende informatie m.b.t. de upstream activiteiten om hier gefundeerde uitspraken te kunnen doen over de te verwachten tijdshorizont en hanteren daarom het voorzichtigheidsprincipe. upstream Aangezien de drukkerij een groot volume aan papier nodig heeft wordt hierbij ook gekeken wat de mogelijke ecologische impact hiervan is. Bij de DMA oefening werd dit aspect als materieel beschouwd omdat we het bruto risico bekijken los van de maatregelen die de papierleveranciers nemen om dit risico te beperken en die verder in dit rapport aan bod komen. E5 materiaalinstromen materieel negatief impact korte , midden en lange termijn We beschikken over onvoldoende informatie m.b.t. de upstream activiteiten om hier gefundeerde uitspraken te kunnen doen over de te verwachten tijdshorizont en hanteren daarom het voorzichtigheidsprincipe. upstream Upstream materieel negatief op basis van alle grondstoffen die nodig zijn voor de bedrijfsvoering en de industriële bedrijfsproces- sen. We denken aan hout, aluminium, ijzererts, petroleumderivaten, … maar er is downstream een potentieel positieve impact voor wat betreft het hout omwille van het feit dat een belangrijk deel van het papier gerecycleerd kan worden wat een positieve impact kan hebben op het volume aan 'nieuw' papier. E5 materiaalinstromen opportuniteit korte , midden en lange termijn We beschikken over onvoldoende informatie m.b.t. de downstream activiteiten om hier gefundeerde uitspraken te kunnen doen over de te verwachten tijdshorizont en hanteren daarom het voorzichtigheidsprincipe. downstream "Toepassing van circulaire economiepraktijken. Downstream een opportuniteit voor wat betreft het hout omwille van het feit dat een belangrijk deel van het papier gerecycleerd kan worden wat een positieve impact kan hebben op het volume aan 'nieuw' papier. " E5 materiaalinstromen risico korte , midden en lange termijn We beschikken over onvoldoende informatie m.b.t. de upstream activiteiten om hier gefundeerde uitspraken te kunnen doen over de te verwachten tijdshorizont en hanteren daarom het voorzichtigheidsprincipe. upstream Grondstoffenschaarste bij leveranciers kan leiden tot verstoringen in het productieproces en financiële verliezen. E5 afval materieel negatief impact korte, midden en lange termijn Dit aspect is in belangrijke mate gekoppeld aan de productie en het is vandaag niet mogelijk om uitspraken te doen over de lange termijn en daarom hanteren we ook hier het voorzichtigheidsprincipe. eigen operatie Het bedrijf heeft een aanzienlijk volume aan 'afval' waardoor dit aspect zeker als materieel dient te worden beschouwd. Opnieuw er wordt uitgegaan van de bruto impact los van alle maatregelen die hierbij genomen worden en die verder in het rapport aan bod komen. E5 afval risico korte, midden en lange termijn Dit aspect is in belangrijke mate gekoppeld aan de productie en het is vandaag niet mogelijk om uitspraken te doen over de lange termijn en daarom hanteren we ook hier het voorzichtigheidsprincipe. eigen operatie "• Onjuiste verwijdering van afvalproducten en verpakkingsmaterialen die leidt tot juridische sancties. • Schade aan de merkreputatie van RMG als gevolg van controverses bij eigen bedrijven." S1 diversiteit materieel positief impact korte, midden en lange termijn Het is uiteraard de bedoeling dat dit aspect een positieve impact heeft en ook in de toekomst zal blijven hebben. eigen operatie Gelijke rechten voor iedereen ongeacht gender, afkomst, religie, geaardheid, enz… draagt bij tot een verrijking van de eigen werkne- mers. De juiste persoon voor de juiste job is cruciaal voor een onderneming waar respect voor iedereen centraal staat. S1 aantrekken en behouden van werkne- mers potentieel positieve impact korte, midden en lange termijn We hopen eigenlijk dat dit over korte tot middellange termijn gaat maar niemand weet op dit ogenblik hoelang de 'war for talent' zal blijven duren. Bovendien zijn er, gezien de snel toenemende vergrijzing van de bevolking, op vandaag ook geen indicatoren die dit tegenspreken. eigen operatie De juiste medewerkers op de juiste plaats en de correcte appreciatie voor die medewerkers moet ervoor zorgen dat de medewerkers zich goed voelt binnen het bedrijf. S1 aantrekken en behouden van werkne- mers risico korte, midden en lange termijn We hopen eigenlijk dat dit over korte tot middellange termijn gaat maar niemand weet op dit ogenblik hoelang de 'war for talent' zal blijven duren. Bovendien zijn er, gezien de snel toenemende vergrijzing van de bevolking, op vandaag ook geen indicatoren die dit tegenspreken. eigen operatie Het niet kunnen invullen van vacatures heeft een financiële impact door omzetverlies, omdat het aannemen, opleiden en compense- ren van nieuwe medewerkers geld kost. MATERIËLE ASPECTEN EN METRICS CSRD VERSLAG 2024 204 207 IM WE CREATE MEDIA WITH PACT CSRD VERSLAG 2024 Aspect IRO (Impact, Risico, Opportuniteit) Tijdshorizont Toelichting tijdshorizont Waardeketen Omschrijving S2 gezondheid en veiligheid materieel negatief impact korte , midden en lange termijn We beschikken over onvoldoende informatie m.b.t. de upstream activiteiten om hier gefundeerde uitspraken te kunnen doen over de te verwachten tijdshorizont en han- teren daarom het voorzichtigheidsprincipe. upstream en leveranciers Over de waardeketen beschouwd, zijn er heel wat risico's m.b.t. gezondheid en veiligheid. Dit is het gevolg van enerzijds de productieom- geving en de grondstoffen die daarvoor nodig zijn en anderzijds van het transport en de logistiek. Soms kan een nieuw proces of initiatief tegelijk voordelen en nadelen bieden. Zo zal het recycleren van oud papier (stockeren, ophalen, verwerken, ...) op zich een potentieel posi- tieve impact hebben op het gebruik van grondstoffen maar een extra risico opleveren voor de mensen die die taken uitvoeren. S4 toegang tot kwali- teitsvolle informatie materieel positief impact korte , midden en lange termijn We beschikken over onvoldoende informatie m.b.t. de upstream activiteiten om hier gefundeerde uitspraken te kunnen doen over de te verwachten tijdshorizont en han- teren daarom het voorzichtigheidsprincipe. downstream Het bedrijf streeft ernaar om kwalitatieve informatie naar buiten te brengen zodat elke stakeholder op basis van deze informatie de juiste beslissingen kan nemen S4 privacy materieel negatief impact korte , midden en lange termijn De GDPR wetgeving enerzijds en de beveiliging van onze data anderzijds is niet iets wat van korte of lange termijn is. Dat is een bezorgheid van nu maar ook van straks en later. eigen operatie en downstream Het bedrijf beschikt over een groot volume aan informatie van personeelsleden en klanten. Deze informatie wordt met de grootste zorgvuldigheid behandeld. Een incident op dit gebied zou ingrijpende gevolgen kunnen hebben voor de privacy van de betrokkene(n). S4 privacy risico korte , midden en lange termijn Een datalek kan zich zowel op de korte, midden of lange termijn voordoen. eigen operatie Een datalek kan financiële gevolgen hebben in de vorm van schadevergoedingen die de hackers vragen, boetes, schadevergoedin- gen, kosten om de gegevensbeveiliging te verbeteren, enz. S4 onafhankelijke journalistiek en verant- woorde content materiaal positief impact korte , midden en lange termijn Aangezien dit een positief aspect betreft gaan we er graag van uit dat dit positief effect nog heel lang zal blijven duren. eigen operatie Het bedrijf wil een positieve impact hebben op alle stakeholders en de maatschappij. Het verspreiden van verantwoorde content d.m.v. onafhankelijke journalistiek is hierbij primoridaal. Items die hierbij aan bod komen zijn: onafhankelijkheid, vrij, pluralistisch, ethisch, transparant, relevant, correct, respectvol, ... S4 onafhankelijke journalistiek en verant- woorde content opportuniteit korte , midden en lange termijn Aangezien dit een positief aspect betreft gaan we er graag van uit dat dit positief effect nog heel lang zal blijven duren. eigen operatie Inhoud is een van de belangrijkste onderwerpen in de tijdschriften- en krantensector waarmee lezers en adverteerders worden geworven en behouden, het kan worden beschouwd als de belangrijkste motor van de omzet. S4 verantwoorde mar- ketingpraktijken materieel negatief impact korte , midden en lange termijn We beschikken over onvoldoende informatie m.b.t. de downstream activiteiten om hier gefundeerde uitspraken te kunnen doen over de te verwachten tijdshorizont en hanteren daarom het voorzichtigheidsprincipe. downstream De verantwoorde marketing als negatieve impact ligt downstream bij de klanten-adverteerders omwille van het feit dat zij wel degelijk misleidende informatie kunnen verspreiden. Het bedrijf kan wel een aantal zaken controleren en superviseren maar vaak ligt de inhoudelijke impact buiten het bereik van die controle. S4 verantwoorde mar- ketingpraktijken opportuniteit korte , midden en lange termijn We beschikken over onvoldoende informatie m.b.t. de downstream activiteiten om hier gefundeerde uitspraken te kunnen doen over de te verwachten tijdshorizont en hanteren daarom het voorzichtigheidsprincipe. downstream Klantenwerving en - behoud. S4 verantwoorde mar- ketingpraktijken risico korte , midden en lange termijn We beschikken over onvoldoende informatie m.b.t. de downstream activiteiten om hier gefundeerde uitspraken te kunnen doen over de te verwachten tijdshorizont en hanteren daarom het voorzichtigheidsprincipe. downstream De financiële impact kan worden veroorzaakt door het verlies van klanten of een negatieve impact op een bepaald merk door het verlies van het vertrouwen van de klant. ES1 brainprint en com- munity building materiaal positief impact korte , midden en lange termijn Een basisbetrachting van Roularta Media Group is duurzaamheid te promoten bij al haar lezers, lezeressen, kijkers, surfers, luisteraars, enz... en dit zowel op korte als op lange termijn. eigen operatie Naast de brainprint is er ook het bouwen aan gemeenschappen en netwerken. Roularta Media Group creëert hiermee een omgeving van sociale inclusie. ES1 brainprint en com- munity building opportuniteit korte , midden en lange termijn Aangezien dit een positief aspect betreft gaan we er graag van uit dat dit positief effect nog heel lang zal blijven duren. eigen operatie Het opbouwen van netwerken en gemeenschappen kan een belangrijke financiële impact hebben omdat het kan leiden tot extra omzet (nieuwe klanten door mond-tot-mondreclame, klanten die overstappen naar andere RMG-merken, betere voorwaarden van leveranciers, enz.) ES2 digitale innovatie en IT betrouwbaarheid risico korte , midden en lange termijn Digitale innovatie is een begrip dat op vandaag heel actueel is en dat op middellange termijn zeker ook een belangrijke impact zal hebben. We weten op vandaag niet wat dit op lange termijn zal geven en daarom ook hier het voorzichtigheidsprincipe. eigen operatie Digitale media vormt een belangrijke afzetmarkt voor RMG. Gebrek aan digitale innovatie kan leiden tot inkomstenverlies omdat het een belangrijk middel is om nieuwe lezers/kijkers aan te trekken. ES2 digitale innovatie en IT betrouwbaarheid risico korte , midden en lange termijn Digitale innovatie is een begrip dat op vandaag heel actueel is en dat op middellange termijn zeker ook een belangrijke impact zal hebben. We weten op vandaag niet wat dit op lange termijn zal geven en daarom ook hier het voorzichtigheidsprincipe. eigen operatie Grotere verstoringen van IT-systemen kunnen leiden tot inkomstenverlies in verband met reclame-inkomsten en verlies van vertrou- wen bij klanten. * Leveranciers zullen zich voornamelijk in het upstream-segment bevinden maar er zijn ook leveranciers in het downstream-segment. MATERIËLE ASPECTEN EN METRICS CSRD VERSLAG 2024 206 209 IM WE CREATE MEDIA WITH PACT CSRD VERSLAG 2024 4.3.3.4. MDR-P: POLICIES MET BETREKKING TOT DE MATERIËLE TOPICS Aspect Subaspect Policies Waardeketen E1 Klimaatverandering Klimaatmitigatie Klimaatplan eigen operatie / waardeketen E1 Klimaatverandering Energie Energieverklaring iso 50001 eigen operatie E2 Verontreiniging Luchtverontreiniging Emissiebeleid / duurzaam aankoopcharter eigen operatie / waardeketen E2 Verontreiniging Watervervuiling Duurzaam aankoopcharter waardeketen E2 Verontreiniging Verontreiniging van bodem Duurzaam aankoopcharter waardeketen E2 Verontreiniging Gevaarlijke chemicaliën Duurzaam aankoopcharter waardeketen E3 Water en marine hulpbronnen Watergebruik en marine bronnen Duurzaam aankoopcharter waardeketen E4 Biodiversiteit en ecosystemen Biodiversiteit en ecosystemen Duurzaam aankoopcharter waardeketen E5 Materiaalgebruik en circulaire economie Afval 3R: Reduce, Reuse & Recycle/ duurzaam aankoopcharter eigen operatie / waardeketen S1 Eigen personeel Diversiteit Vertrouwenpersonen eigen operatie S1 Eigen personeel Diversiteit Klokkenluidersprocedure eigen operatie S1 Eigen personeel Diversiteit Beleid Happie principes eigen operatie S1 Eigen personeel Aantrekken en behouden van werknemers Beleid Happie principes eigen operatie S2 Werknemers in de waardeketen Gezondheid en veiligheid Duurzaam aankoopcharter waardeketen Aspect Subaspect Policies Waardeketen S3 Getroffen gemeenschappen ES1 brainprint en community building Roularta Cares Charter eigen operatie S4 Eindgebruikers & Consumenten Toegang tot kwaliteitvolle informatie Ethische code van journalistiek eigen operatie S4 Eindgebruikers & Consumenten Privacy Privacy policy eigen operatie / downstream S4 Eindgebruikers & Consumenten Privacy Informatieveiligheidsbeleid eigen operatie S4 Eindgebruikers & Consumenten Verantwoorde content en onafhankelijke journalistiek Ethische code van journalistiek eigen operatie S4 Eindgebruikers & Consumenten Verantwoorde content en onafhankelijke journalistiek Factcheck policy eigen operatie S4 Eindgebruikers & Consumenten ES2 digitale innovatie en IT betrouwbaarheid Secure Development Lifecycle policy eigen operatie S4 Eindgebruikers & Consumenten Verantwoorde marketingpraktijken Richtlijnen JEP downstream CSRD VERSLAG 2024 208 211 IM WE CREATE MEDIA WITH PACT CSRD VERSLAG 2024 4.3.3.5. MDR-T: OVERZICHT TARGETS EN KPI’S (ZIE HOOFDSTUK 2) 4.3.3.6. LINK TUSSEN MATERIËLE ASPECTEN EN METRICS Aspect Subaspect Metrics Waardeketen E1 Klimaatverandering Klimaatmitigatie Broeikasgas uitstoot in absolute waarde ton CO 2 -emissies + intensiteitswaarde eigen operatie / waardeketen E1 Klimaatverandering Energie Totale elektriciteitsverbruik in MWh eigen operatie E1 Klimaatverandering Energie Totaal gasverbruik in MWh eigen operatie E1 Klimaatverandering Energie Energie intensiteitsratio (gas+elek/omzet) eigen operatie E1 Klimaatverandering Klimaatmitigatie CO 2 -emissie nieuwe wagens eigen operatie E1 Klimaatverandering Klimaatmitigatie Verhouding aantal voertuigen met elektrische aandrijving vs voertuigen met verbrandingsmotor eigen operatie E1 Klimaatverandering Klimaatmitigatie Onderverdeling emissies wagenpark emissies verbruikte diesel, emissies verbruikte benzine, emissies EV eigen operatie E1 Klimaatverandering Klimaatmitigatie EUR investeringen die broeikasgassen naar beneden doet dalen eigen operatie E1 Klimaatverandering Energie Investering aantal zonnepanelen eigen operatie E2 Verontreiniging Luchtverontreiniging De totale emissie tov inktverbruik eigen operatie E2 Verontreiniging Luchtverontreiniging % leveranciers die het duurzaam aankoopcharter ondertekende waardeketen E2 Verontreiniging Watervervuiling % leveranciers die het duurzaam aankoopcharter ondertekende waardeketen E2 Verontreiniging Gevaarlijke chemicaliën/ Verontreiniging van bodem % leveranciers die het duurzaam aankoopcharter ondertekende waardeketen E3 Water en marine hulpbronnen Watergebruik en marine bronnen % leveranciers die het duurzaam aankoopcharter ondertekende waardeketen E4 Biodiversiteit en ecosystemen Biodiversiteit en ecosystemen % leveranciers die het duurzaam aankoopcharter ondertekende waardeketen E5 Materiaalgebruik en circulaire economie Afval Certificaten PEFC of FSC voor papier eigen titels eigen operatie Aspect Subaspect Metrics Waardeketen E5 Materiaalgebruik en circulaire economie Afval Certificaten Blue Angel voor inkt eigen operatie E5 Materiaalgebruik en circulaire economie Afval % van papier aangekocht bij leveranciers die SBTi certified zijn eigen operatie E5 Materiaalgebruik en circulaire economie Afval % van inkt aangekocht bij leveranciers die SBTi certified zijn eigen operatie E5 Materiaalgebruik en circulaire economie Afval Ton afval rechtstreeks & niet-rechtstreeks gerelateerd aan productieprocess alsook % op totaliteit eigen operatie E5 Materiaalgebruik en circulaire economie Afval Ton gevaarlijk & niet gevaarlijk afval alsook % op totaliteit eigen operatie E5 Materiaalgebruik en circulaire economie Afval Ton & % recycle eigen operatie E5 Materiaalgebruik en circulaire economie Afval % gerecycleerd papier eigen operatie E5 Materiaalgebruik en circulaire economie Afval % leveranciers die het duurzaam aankoopcharter ondertekende waardeketen S1 Eigen personeel Diversiteit Gender leden RvB eigen operatie S1 Eigen personeel Diversiteit Aantal fun@work sessies eigen operatie S1 Eigen personeel Aantrekken en behouden van werknemers Tevredenheidsscore over onboarding in BE eigen operatie S1 Eigen personeel Aantrekken en behouden van werknemers Aantal uren opleiding eigen operatie S1 Eigen personeel Diversiteit / Aantrekken en behouden van werknemers Aantal personeelsleden in dienst na aanwerving van 1,2 en 3 jaar eigen operatie S1 Eigen personeel Diversiteit / Aantrekken en behouden van werknemers Tevredenheidscore medewerkerstevredenheidsenquete eigen operatie S1 Eigen personeel Diversiteit Aantal personeelsleden per gender eigen operatie S1 Eigen personeel Diversiteit Aantal personeelsleden per land eigen operatie CSRD VERSLAG 2024 210 213 IM WE CREATE MEDIA WITH PACT CSRD VERSLAG 2024 Aspect Subaspect Metrics Waardeketen S1 Eigen personeel Diversiteit Aantal personeelsleden naar contractduur eigen operatie S1 Eigen personeel Diversiteit Personeelsverloop eigen operatie S1 Eigen personeel Diversiteit Genderverdeling op niveau van hoger management eigen operatie S1 Eigen personeel Diversiteit Aantal personeelsleden per leeftijdsgroep eigen operatie S1 Eigen personeel Diversiteit Aantal psychosociale interventies eigen operatie S2 Werknemers in de waardeketen Gezondheid en veiligheid % leveranciers die het duurzaam aankoopcharter ondertekende waardeketen S4 Consumenten & Eindgebruikers Privacy Aantal niet-opgeloste klachten ouder dan 2 maand eigen operatie / downstream S4 Consumenten & Eindgebruikers Toegang tot kwaliteitsvolle informatie / Onafhankelijke journalistiek & verantwoorde content Aantal gepubliceerde factchecks eigen operatie S4 Consumenten & Eindgebruikers Toegang tot kwaliteitsvolle informatie / Onafhankelijke journalistiek & verantwoorde content Aantal niet-opgeloste klachten ouder dan 2 maand eigen operatie S4 Consumenten & Eindgebruikers Verantwoorde marketingpraktijken Aantal niet-opgeloste klachten ouder dan 2 maand downstream S3 Getroffen gemeenschappen ES1 brainprint en community building "Aantal duurzame artikels Aantal activaties tot duurzaamheid" eigen operatie 4.3.4. IMPACT, RISICO EN KANSENMANAGEMENT 4.3.4.1. IRO-1: BESCHRIJVING VAN DE PROCESSEN OM MATERIËLE IMPACTEN, RISICO’S EN KANSEN IN KAART TE BRENGEN EN TE ANALYSEREN In 2023 werd beslist om een dubbele materia- liteitsanalyse uit te voeren met het oog op het identificeren en het catalogeren van de materiële impacten, de risico’s en de kansen. Een gedetailleerde beschrijving van dit proces is te vinden in hoofdstuk 4.2. Voor deze dubbele materialiteitsanalyse werden diverse invalshoeken gehanteerd: • In de eerste plaats werd gebruikt gemaakt van de lijst van alle ESG-aspecten die staan opge- lijst in Appendix A van ESRS 1 • Daarnaast werd ook rekening gehouden met de risico’s die de voorbije jaren uit de risicoanaly- ses van Roularta Media Group kwamen • Een belangrijk perspectief volgt uit het SDG-traject (met meer specifiek de vier focus-SDG’s, zie ook hoofdstuk 1) dat de voor- bije jaren werd opgezet en evolueerde tot een belangrijke graadmeter van de duurzaamheids- inspanningen van Roularta Media Group Op basis van deze invalshoeken, en na intensieve besprekingen met interne experten en externe stakeholders, werden aspecten geïdentificeerd die als materieel kunnen worden beschouwd. De materialiteit zelf werd overigens bepaald via een scoremodel, om individuele willekeur te vermijden. Voor zowel de impactmaterialiteit als de financiële materialiteit werden drempels bepaald om te garanderen dat de juiste aandacht naar de juiste aspecten zou gaan. Significante wijzigingen werden op een continue basis opgevolgd en geëvalu- eerd om te bepalen of deze een materiële impact hadden op de analyse van, of op reeds geanalyseerde, impacts, risi- co’s en kansen. Dit proces garandeerde dat nieuwe risico’s, opportuniteiten en/ of impacten tijdig worden geïdentificeerd en geïntegreerd in het bestaande kader, zodat de analyse steeds up-to-date en relevant blijft. We verwijzen naar GOV-4 Due diligence- verklaring voor meer informatie rond het due diligence proces. 4.4. EU TAXONOMIE In het Klimaatakkoord van Parijs afgeslo- ten in 2015 beloofden 200 landen geza- menlijk te streven naar de beëindiging van de opwarming van de aarde. De Europese Unie (EU) zet zich als doel om uiterlijk in 2050 klimaatneutraal te zijn. Om deze doelstelling te realiseren, intro- duceerde de EU in maart 2018 het actie- plan voor financiering van duurzame groei als onderdeel van de Europese ‘Green Deal’ voor vergroening van de Europese eco nomie. Een cruciale stap bij het ver- wezenlijken van deze doelen is de invoe- ring van een uniform classificatiesysteem voor duurzame economische activiteiten, hierna ‘EU - taxonomie’ genoemd. De EU -taxonomie 2020/852 beoordeelt de duur- zaamheid van economische activiteiten op basis van objectieve criteria. Deze criteria werden in een raadplegingsproces door technische deskundigen vastgesteld. Daarbij is overeenstemming bereikt over zes milieudoelstellingen: • mitigatie van klimaatverandering; • aanpassing aan de klimaatverandering; • duurzaam gebruik en bescherming van water en mariene hulpbronnen; • overgang naar een circulaire economie; • voorkoming en bestrijding van verontreiniging; • bescherming en herstel van biodiversiteit en eco systemen. Om als duurzaam te worden beschouwd, moet een economische activiteit een significante bijdrage leveren aan deze klimaat /milieudoelstellingen en mag zij geen ernstige afbreuk doen (GEAD) aan andere doelstellingen. Bovendien moet aan een aantal minimumgaranties worden voldaan. Artikel 8, lid 2, van Verordening 2020/852 verplicht ondernemingen informatie te rapporteren over het aandeel van hun omzet, kapitaaluitgaven en ope- rationele uitgaven (‘kritische prestatie indicatoren’ – KPI’s) van hun activiteiten die verband houden met activa of processen die verband houden met ecolo gisch duurzame economische activiteiten. Net zoals in voorgaande jaren, heeft Roularta in 2024 in lijn met de EU- taxonomieregelgeving (meer bepaald de Gedelegeerde Verordening Kli- maat 2021/2139, de Verordening van 27 juni 2023 [2023/2485] tot wijziging van de Gedelegeerde CSRD VERSLAG 2024 212 215 IM WE CREATE MEDIA WITH PACT CSRD VERSLAG 2024 Verordening Klimaat en Gedelegeerde Verordening Milieu 2023/2486) haar activiteiten onder de loep genomen en op basis van een screening van de NACE -codes geoordeeld dat slechts een beperkt deel van haar activiteiten en meer bepaald de ex- ploitatie van haar businesszender Kanaal Z/Canal Z geïdentificeerd kan worden als een activiteit die in aanmerking komt voor de omzet KPI binnen de taxonomie en meer bepaald als een economische activiteit die substantieel kan bijdragen aan de adaptatie aan klimaatverandering (= de tweede milieudoelstelling). Kanaal Z/Canal Z levert als unieke businesszender in Vlaanderen, Wallonië en Brussel aan zijn kijkers een aanbod van gespecialiseerd en gevarieerd nieuws over business, economie en geld. Deze ac- tiviteit met NACE -code 60 wordt onder Bijlage II, punt 8.3 opgenomen in de Gedelegeerde Verorde- ning 2021/2139 van de commissie van 4 juni 2021. Voor het jaar 2024 worden in lijn met de verslag- geving over voorgaande boekjaren volgende pres- tatie-indicatoren inzake omzet, kapitaaluitgaven (capex) en operationele uitgaven (opex) gerap- porteerd. De voor taxonomie in aanmerking ko- mende omzet is gelieerd aan de exploitatie van de businesszender Kanaal Z/Canal Z. De gedelegeerde taxonomieverordening van juli 2021 (Annex I 1.1.2) vermeldt drie categorieën van capex- en opex-uitgaven voor de rapportering van voor de taxonomie in aanmerking komende/afge- stemde uitgaven: (a) uitgaven met betrekking tot activiteiten die rechtstreeks bijdragen aan het genereren van omzet; (b) het maakt deel uit van een plan om de op de taxonomie afgestemde economische activiteiten uit te breiden of om voor de taxonomie in aanmerking komende eco- nomische activiteiten af te stemmen op de taxonomie (‘capex-plan’); (c) het houdt verband met de output van op de taxonomie afgestemde econo- mische activiteiten en met individuele maatregelen waarmee de doelactivitei- ten koolstofarm kunnen worden of die tot reducties van broeikas gasemissies kunnen leiden. In 2023 werden er geen specifieke noemens- waardige capex /opex -uitgaven geïdentifi- ceerd voor onze in aanmerking komende activiteit ( Programmerings- en omroep- activiteiten – categorie a), noch heeft de Groep op vandaag formele capex-plannen (categorie b). Binnen Roularta werden er in 2023 enkel voor taxonomie in aanmerking komende capex- en opex-uitgaven geïdentificeerd volgens categorie c, dewelke als volgt opge- lijst kunnen worden: • aankoop van elektrische wagens (economische activiteit opgenomen onder Annex I van de Klimaat Gedelegeerde Veror- dening onder 6.5 vervoer met motorfietsen, personenauto’s en lichte bedrijfsvoertuigen); • uitgaven verricht in het kader van energie- effi ciëntie (economische activiteit opgeno- men onder Annex I van de Klimaat Gede- legeerde Verordening onder 7.3 Installatie, onderhoud en reparatie van energie-ef- ficiënte uitrusting); • installatie van elektrische oplaadsta- tions voor elektrische wagens (eco- nomische activiteit opge nomen onder Annex I van de Klimaat Gedelegeerde Verordening onder 7.4 Installatie, onder- houd en reparatie van oplaadstations voor elektrische voertuigen in gebouwen (en parkeerplaatsen verbonden aan ge- bouwen)); • aankoop en installatie van zonnepane- len (eco nomische activiteit opgenomen onder Annex I van de Klimaat Gedele- geerde Verordening onder 7.6 Installatie, onderhoud en reparatie van technolo- gieën op het gebied van hernieuwbare energie). Deze investeringen (in capex en opex) dragen alle bij aan de EU- taxonomiedoelstelling inzake klimaatbe- scherming. De activiteiten van Kanaal Z/Canal Z be- antwoorden op vandaag nog niet (volle- dig) aan de technische screeningscriteria opgelegd in de Gedelegeerde Verorde- ning. Hierdoor komen per eind 2024 de activiteiten van Kanaal Z/ Canal Z wel- iswaar voor taxonomie in aanmerking, maar zijn zij op vandaag nog niet op taxonomie afgestemd. In het kader van de CSRD richtlijn, wordt er door de Groep een stappenplan uitgewerkt om in de toekomst te gaan beantwoorden aan de technische screeningscriteria. Net zoals in 2023 hebben wij voor 2024 geen specifieke noemenswaardige capex / opex uitgaven geïdentificeerd voor onze in aanmerking komende activiteit (Program- merings- en omroepactiviteiten – categorie a), noch heeft de Groep op vandaag formele capex plannen (categorie b). We hebben voor 2024 enkel voor taxonomie in aanmerking komende capex- en opex-uitga - ven geïdentificeerd volgens categorie c, de- welke als volgt opgelijst kunnen worden: • aankoop van elektrische wagens (economi - sche activiteit opgenomen onder Annex I van de Klimaat Gedelegeerde Verordening onder 6.5 vervoer met motorfietsen, personenauto’s en lichte bedrijfsvoertuigen); • uitgaven verricht in het kader van energie-ef - ficiëntie (economische activiteit opgenomen onder Annex I van de Klimaat Gedelegeerde Verordening onder 7.3 Installatie, onderhoud en reparatie van energie-efficiënte uitrusting); • installatie van elektrische oplaadstations voor elektrische wagens (economische ac - tiviteit opgenomen onder Annex I van de Klimaat Gedelegeerde Verordening onder 7.4 Installatie, onderhoud en reparatie van oplaadstations voor elektrische voertuigen in gebouwen (en parkeerplaatsen verbonden aan gebouwen)). • vergoeding betaald voor de huur van zon- nepanelen, die geïnstalleerd werden op de daken van de gebouwen gelegen te Roese- lare en Brussel (economische activiteit op- genomen onder Annex I van de Klimaat Ge- delegeerde Verordening onder 7.6 Installatie, onderhoud en reparatie van technologieën op het gebied van hernieuwbare energie). De daling van de KPI van de voor taxo- nomie in aanmerking komende capex in 2024 is gevolg van de investering in 2023 in de aankoop van nieuwe state -of- the- art eco- efficiënte droogovens voor de drie Manroland -magazinepersen die in 2024 niet herhaald werd. We hebben geen formele bevestiging i.v.m. de mogelijke taxonomieafstemming van deze output van onze leve ranciers, noch van de individuele maatregelen. We kunnen dus niet besluiten dat capex - en opex -uitgaven op taxonomie afgestemd zijn. Deze uitgaven worden dan ook in de annexes vermelde tabellen (opgesteld volgens Bijlage II van de Gedelegeerde Verordening 2021/2178 – templates voor KPI’s niet- financiële ondernemingen) opgenomen als uitgaven als zijnde ‘in aan- merking komend, maar niet duurzaam’. Roularta zal in de loop van 2025 de nodige acties ondernemen om ook voor de capex- en opex -uitgaven waar mogelijk te zorgen voor de nodige taxonomieafstemming. Roularta zal de verdere ontwikkelingen inzake de Europese wetgeving inzake taxonomie verder strikt blijven monitoren en evalueren. KPI OMZET * TOTALE OMZET IN K EURO 2024 2023 320.307 323.526 2024: 0% I 2023: 0% Op taxonomie afgestemde omzet 2024: 1,5% I 2023: 1,5% Voor taxonomie in aanmerking komende omzet 2024: 98,5% I 2023: 98,5% Niet voor taxonomie in aanmerking komende omzet KPI CAPEX * TOTALE CAPEX IN K EURO 2024 2023 19.166 22.811 2024: 0% I 2023: 0% Op taxonomie afgestemde capex 2024: 25,6% I 2023: 27,9% Voor taxonomie in aanmerking komende capex 2024: 74,4% I 2023: 72,1% Niet voor taxonomie in aanmerking komende capex KPI OPEX * TOTALE OPEX IN K EURO 2024 2023 6.872 9.256 2024: 0% I 2023: 0% Op taxonomie afgestemde opex 2024: 0,9% I 2023: 0,8% Voor taxonomie in aanmerking komende opex 2024: 99,1% I 2023: 99,2% Niet voor taxonomie in aanmerking komende opex Raadpleeg de bijlage achteraan voor de bijbehorende tabellen en definities van de KPI's. CSRD VERSLAG 2024 214 Een CSRD-rapport is klassiek opgebouwd volgens de bouwstenen E = Environmental, S = Social en G = Governance. Een structuur die ook Roularta Media Group volgt, al geven we meteen mee dat vooral E en S zullen opvallen. Niet omdat er geen aandacht is voor Governance, wel omdat dit niet materieel werd beschouwd in de dubbele materialiteitsoefening. ESG 219 IM WE CREATE MEDIA WITH PACT CSRD VERSLAG 2024 5. E = ENVIRONMENTAL 5.1 TOELICHTING EN RAPPORTERING M.B.T. MILIEU E1 – KLIMAAT- VERANDERING In dit hoofdstuk komen voornamelijk de diverse klimaatgerelateerde aspecten aan bod. Aangezien deze aspecten in de ogen van het publiek het nauwst aansluiten bij de term ‘duurzaamheid’, verbaast het niet dat ze in wat volgt veel aandacht krijgen. 5.1.1. GOV-3: INTEGRATIE VAN DUURZAAMHEIDSPRESTATIES IN BELONINGSREGELINGEN In 2024 werden geen klimaatoverwegingen meegenomen in de verloning van de leiding- gevenden of bestuurders, noch in de vaste vergoeding, noch in de variabele vergoeding. Voor 2025 wordt in de afspraken met het top management met betrekking tot het varia- bel deel van de verloning een bijdrage tot het bereiken van de duurzaamheidstargets opge- nomen. (zie ook hoofdstuk 4.3.2.3) 5.1.2. E1-1: TRANSITIEPLAN VOOR KLIMAATMITIGATIE Roularta Media Group is een engagement aangegaan in het kader van het Akkoord van Parijs en het streven om de opwarming van de aarde in te perken. Reeds in 2021 sprak ze haar ambities uit wat betreft CO 2 -uitstoot: klimaatneutraal voor scope 1- en scope 2-emissies tegen 2040 en voor scope 3-emissies tegen 2050. Om die ambities om te zetten in SMART-doelstellingen startte Roularta Media Group met het meten van haar CO 2 -voetafdruk. Daarvoor werd in eer- ste instantie een samenwerking met ClimateCalc opgezet, omdat al snel duidelijk was dat de impact van de druk- kerij-activiteiten in de breedste zin van het woord (upstream en downstream) een belangrijk deel zou uitmaken van die oefening. Bovendien was (en is) ClimateCalc dé referentie op vlak van CO 2 -berekeningen binnen de drukkerij- sector. In tweede instantie was er nood aan een tool om de geconsolideerde uitstoot te bepalen. Tapio bleek het best te beant- woorden aan de noden. Op basis van de berekeningen van Cli- mateCalc en Tapio en rekening houdend met de uitgevoerde en geplande acties om de CO 2 -uitstoot te verminderen, werd een transitieplan opgesteld dat Roularta Media Group effectief in staat moet stellen om haar klimaatambities te realiseren. Dit plan werd besproken met en binnen het Sustainability Committee (Susco) en werd tevens goedgekeurd. Meer details omtrent de concrete doelstellingen zijn te vinden in hoofd - stuk 5.1.7. Ook werd beslist om in 2025 te onderzoeken of het opportuun is om in dit verhaal het SBTi-traject op te starten. Onderstaande decarbonisatiehef- bomen werden geïdentificeerd: 5.1.2.1. SCOPES 1 EN 2 5.1.2.1.1. DRUKKERIJ-ACTIVITEITEN Een belangrijke scope 1-activiteit binnen de drukkerij-omgeving is het ‘heatset’-drukken. Daarbij wor- den de drukwerken gedroogd in met gas gevoede ovens. In 2023 en 2024 werden de ovens van de vier maga- zinedrukpersen vervangen door nieuwe, zuinigere Contiweb-ovens, wat een belangrijk effect heeft op het volume aan gasverbruik, zonder dit evenwel volledig te elimineren. De verwachting was dat de impact van deze investering ten volle zou beginnen renderen in 2024 met een aanzienlijke vermindering van het gasverbruik. (zie ook verder bij de bespreking van de scope 1 resulta- ten onder hoofdstuk 5.1.9.1.1) Op dit ogenblik is er nog geen zicht op een bruikbaar alternatief voor het gasverbruik, al biedt de piste van waterstofgas mogelijk wel perspectieven. Qua broeikasgasuit- stoot is dit een interessante piste (gezien het restproduct water is), maar de vraagstukken rond de aanlevering en de prijszetting zullen in de toekomst uitmaken of dit effectief een haalbaar alternatief is. 5.1.2.1.2. BUREELRUIMTE Het verminderen van bureelruimte heeft een rechtstreekse impact op het gasverbruik. De verwarming wordt zoveel mogelijk ingevuld met de warmte die vrijkomt tijdens het droogproces van de magazinepersen, maar moet in bepaalde omstandigheden worden aangevuld met extra gasverwarming. 5.1.2.1.3. RENOVATIE In 2024 ging Roularta Media Group verder met de renovatie van de gebouwen, inclusief isolatie en ledverlichting. Ook die ingrepen hadden een rechtstreeks effect op het gas- en elektriciteits- verbruik. 5.1.2.1.4. GROENE ELEKTRICITEIT Tot op heden maakt Roularta Media Group geen gebruik van groene elektriciteit. Energie-effi- ciëntie is daarom het eerste focuspunt in het energieplan, met het type energie op plaats twee. De PV-installatie waarover Roularta Media Group vandaag beschikt (228 KWp in BMC en 220 KWp in Roeselare) is goed voor slechts een fractie van het totale energieverbruik. Echter werd in 2024 een vergunning bekomen voor een uitbreiding met 2.000 KWp in Roeselare. Deze investering staat voorlopig on hold in afwachting van een nieuw VEKA (Vlaams Energie- en klimaatagen- schap) advies. 5.1.2.1.5. ELEKTRIFICATIE VAN HET WAGENPARK De elektrificatie van het wagenpark resulteert in een toename aan scope 3-emissies, maar daar- tegenover wordt een aanzienlijk positieve impact op de scope 1-emissies verwacht.(zie ook ver- der bij de bespreking van de scope 1 resultaten onder hoofdstuk 5.1.9.1.1) 5.1.2.1.6. ENERGIE-EFFICIËNTIE In 2019 haalde Roularta Media Group het ISO 50001-certificaat voor haar inspanningen inzake energie-efficiëntie. Dit certificaat werd tot op heden elk jaar opnieuw verlengd omdat het bedrijf keer op keer voldeed aan de steeds hogere eisen. 5.1.2.2. SCOPE 3 5.1.2.2.1. PAPIERLEVERANCIERS De belangrijkste bron van upstream scope 3-uitstoot is terug te vinden bij de trouwe en milieubewuste papierleveranciers. In 2024 is papier nog steeds goed voor bijna 40% van de totale CO 2 -uitstoot van Roularta Media Group. Het goede nieuws is dat het overgrote deel van het verbruikte papier afkomstig is van leve- ranciers die onderworpen zijn aan de CSRD en bovendien SBTi-gecertificeerd zijn. De garanties dat deze partijen een gefundeerd plan hebben om klimaatneutraal te worden tegen 2050, zijn kortom aanwezig. Hun inspanningen zijn boven- dien voelbaar (o.a. via een verbeterende EF). CSRD VERSLAG 2024 218 221 IM WE CREATE MEDIA WITH PACT CSRD VERSLAG 2024 5.1.2.2.2. MACHINEPARK Een tweede hefboom is het machinepark. Het moderniseren van het machinepark (nieuwe druk- persen en ovens) heeft een positieve impact op scopes 1 en 2 maar ook een tijdelijke negatieve impact op scope 3. Het bouwen van deze machi- nes ging immers gepaard met een uitstoot van broeikasgassen, voornamelijk CO 2 . 5.1.2.2.3. TRANSPORT Een derde niet onbelangrijke hefboom is het trans- port van enerzijds de aangevoerde grondstoffen naar de Roularta Media Group-sites en anderzijds de afgewerkte producten naar de klanten. 5.1.2.2.4. WOON-WERKVERKEER Het woon-werkverkeer van de eigen medewerkers is een vierde punt in scope 3. 5.1.3. SBM-3: MATERIËLE IMPACTEN, RISICO’S EN KANSEN EN DE WISSELWERKING DAARVAN MET STRATEGIE EN BUSINESSMODEL De impact van Roularta Media Group op het kli- maat werd als materieel en negatief beoordeeld, voor de korte, de middellange en de lange termijn en over alle scopes heen. Dat is te wijten aan het gebruik van energie. Verder in dit rapport wordt daar uitvoerig en gede- tailleerd op ingegaan. Het volstaat op dit punt om te melden dat de analyse de volgende belangrijke categorieën opleverde: • Scope 1: stationaire verbranding (of de ver- branding van gas) voor de droogovens van de drukkerij (bijna 75%) en voor de verwarming van de gebouwen • Scope 2: het verbruik van elektrici- teit, waarvan meer dan 60% voor de drukkerij en de rest voor de burelen, de voertuigen, … • Scope 3: het gros van de totale uit- stoot van broeikasgassen, en dan vooral upstream, en meer bepaald bij de papierleveranciers (de pro- ductie en het transport van het papier zijn goed voor meer dan 50% van het totaal en voor bijna 60% van de totale scope 3 uit- stoot). Het GHG Protocol verdeelt de scope 3-emissies in upstream en downstream en classificeert ze volgens vijftien categorieën. Niet elke categorie is rele- vant voor Roularta Media Group, maar het is zinvol om hier toch de belangrijk- ste mee te geven: o 3.1 - aankoop van goederen en diensten (upstream): aankoop van papier, inkt, bureelbenodigdheden, marketinggoederen en diensten, ... o 3.2 - kapitaalgoederen (upstream): aankoop van de machines, … o 3.3 - brandstoffen (niet in scope 1 en scope 2) o 3.4 - transport en distributie (upstream): transport van papier voor drukkerij, … o 3.5 - (productie)afval o 3.6 - personenvervoer: zakenrei- zen, professionele verplaatsingen, … o 3.7 - woon-werkverkeer: de uit- stoot van broeikasgassen ten gevolge van verplaatsingen van medewerkers van en naar het werk o 3.8 - geleasede activa (upstream) o 3.9 - transport en distributie (downstream) o 3.10 - verwerken of bewerken van verkochte producten o 3.11 - gebruik van verkochte producten o 3.12 - end of life van verkochte producten o 3.13 - geleasede activa (downstream) o 3.14 - franchisehouders o 3.15 - investeringen 5.1.3.1. RISICO’S Op basis van een eerste evaluatie werden een aantal klimaatgerelateerde risico’s geïdentifi- ceerd die mogelijk een materiële impact zouden kunnen hebben op Roularta Media Group. De belangrijkste risico’s waren/zijn: • Extreme weercondities (bv. langdurig aan- houdende hitte en droogte of overvloedige regen) die kunnen leiden tot disrupties in de aanlevering, de productie en/of het transport van goederen (voornamelijk grondstoffen) maar tevens negatieve gevolgen inhouden voor mens en materiaal (inclusief gebouwen) • Het niet halen van de klimaattransitiedoel- stellingen, met als resultaat een negatieve impact op het imago van het bedrijf en eventueel financiële gevolgen in de vorm van extra taksen, bijkomende investeringen, hogere intresten op kapitaal door negatieve rating van banken, ... In de DMA-oefening werd bij het luik ‘financi- ele impact’ in belangrijke mate naar dit aspect gekeken omdat elk negatief effect ook een rechtstreeks financieel gevolg heeft of kan hebben. Dat uit zich in meerdere vormen, van potentieel omzetverlies tot extra, onvoorziene en buitensporige kosten of investeringen. Zoals gemeld in hoofdstuk 4.1.2 heeft Roularta Media Group tot op heden nog geen concrete veerkracht- en scenario analyse uitgevoerd of laten uitvoeren maar dit is wel voorzien in 2025. Dit neemt overigens niet weg dat klimaatontwikkelingen en de potentiële bij- horende risico’s voortdurend en nauwlettend worden opgevolgd. 5.1.4. ESRS 2 IRO-1: BESCHRIJVING VAN DE PROCESSEN OM MATERIËLE KLIMAATIMPACTEN, -RISICO’S EN -KANSEN IN KAART TE BRENGEN EN TE ANALYSEREN Aansluitend op de initiële DMA (zie hoofdstuk 4.2) werd volgend proces gevolgd voor de detectie van de materiële IRO’s: 1. Analyse van de broeikasgas-voetafdruk van Roularta Media Group in haar geheel en van de drukkerij-activiteiten in detail 2. Screening van de scope 3-emissiecatego- rieën volgens het GHG-protocol 3. Inventaris van de scope 1-, scope 2- en scope 3-emissies die als materieel worden beschouwd 4. Verzamelen van informatie, zowel upstream als downstream en via veel- vuldige contacten met leveranciers en klanten, om zo in kaart te brengen welke mogelijke klimaatrisico’s en impacten zij zien en welke antwoorden mogelijk zijn 5. Een continu proces van opvolging van veranderende wetgeving en regelgeving, zowel via interne kanalen als via gespecialiseerde externe bedrij- ven die Roularta Media Group hierbij ondersteunen (bv. Antea) Een overzicht van de meest rele- vante IRO’s die geleid hebben tot de identificatie van de materiële aspec- ten kan geconsulteerd worden onder hoofdstuk 4.3.3.3. 5.1.5. E1-2: BELEID TEN AANZIEN VAN KLIMAATMITIGATIE Roularta Media Group erkent haar verantwoordelijkheid in de strijd tegen de klimaatverandering en focust daarbij op enerzijds haar ‘footprint’ maar anderzijds ook op haar ‘brainprint’ (hoofdstuk 6.2). Dat impliceert dat de inspannin - gen die Roularta Media Group wil leveren ten aanzien van de klimaat - mitigatie zich niet enkel richten naar concrete operationele acties maar dat tegelijk er ook wordt gestreefd naar het stimuleren van een gro - tere bewustwording zowel bij de interne medewerkers als bij het brede publiek en meer specifiek bij de klanten. Deze erkenning van de verantwoor - delijkheid blijkt reeds uit de missie van Roularta Media Group waarbij het aspect ‘duurzame meerwaarde’ een centrale rol speelt in de bedrijfs - voering: Als multimediabedrijf creëert en verspreidt Roularta Media Group kwaliteitsvolle, onaf- hankelijke en relevante content voor het brede publiek en voor specifieke doelgroe- pen. Daaraan koppelt zij geavanceerde marketing en reclameplatformen voor haar partners. Roularta Media Group wil een duurzame meerwaarde scheppen voor al haar stakeholders en voor de hele samen- leving. Dit wordt nog versterkt binnen de organi- satie door de ‘waarden’ van Roularta Media Group waarbij de derde waarde expliciet verwijst naar duurzaamheid: Streef naar duurzame waarde, vernieuwing en groei. Voegen we daar nog aan toe dat Roularta Media Group expliciet gekozen heeft voor SDG 13 (Neem dringend actie om klimaat- verandering en haar impact te bestrijden) als één van de 4 duurzaamheidspeerpunten. Dit klimaatbeleid uit zich, onder andere, in de ambitie om CO 2 -neutraal te zijn voor scope 1 en 2 tegen 2040 en voor scope 3 tegen 2050 waar een aantal concrete doel- stellingen en targets tegenover staan. Dit beleid uit zich daarnaast ook in diverse initiatieven met betrekking tot duurzaam- heid waaronder het energiebeheer en CO 2 -beperking, duurzame productie, moni- toring van afval en emissies, bewustwording en opvolging, welzijn en diversiteit, enz… CSRD VERSLAG 2024 220 Met dit beleid wil Roularta Media Group belang- rijke stappen zetten naar een betere toekomst. Daarbij wordt voortdurend gezocht naar innovatie, oplossingen en verbeteringen intern maar tegelijk ook samen met partners naar creatieve antwoor- den op de duurzame uitdagingen die nog voor ons liggen. Om dit beleid in goede banen te leiden werd in 2021 reeds het Sustainability Committee (Susco) opgericht onder leiding van de CEO. Initieel werd dit comité opgericht om de praktische uitwerking van de ambities en de doelstellingen te vertalen naar targets en kpi’s en om deze ook te imple- menteren en op te volgen. Het was snel duidelijk dat het Susco een structureel onderdeel werd van het beleid. Het Susco komt op vandaag nog steeds om de twee maanden samen en bestaat uit elf medewerkers uit verschillende afdelingen en geledingen. Gezien de diversiteit van de topics, inclusief de entiteitspecifieke items zoals de brainprint, is het logisch dat in het Susco onder andere de directeur HR, de directeur van de druk- kerij en de uitgever van alle Belgische magazine merken zetelen naast de COO en de CFO en naast medewerkers uit de regie, marketing en corporate communication. Binnen het klimaatbeleid is sinds jaar en dag bij- zondere aandacht voor het efficiënt gebruik en verbruik van energie en is er bijgevolg ook een specifieke energiebeleidsnota conform de ISO 50001-specificaties. De eindverantwoordelijkheid voor deze nota ligt bij de CEO en de voorzitter van de Raad van Bestuur die de nota ondertekenen voor publicatie. Ook voor de ISO 50001 is er een afzonderlijk comité met vijf leden onder voorzit- terschap van de directeur van de drukkerij die periodiek samenkomen om te overleggen omtrent doelstellin- gen, targets, opvolging, rapportering en communicatie. Hoewel deze ISO 50001 energiebeleidsnota zich in de eerste plaats richt op energie-effi- ciëntie en niet op klimaatmitigatie, moet gezegd worden dat het aspect energie-efficiëntie meestal ook leidt tot klimaatgunstige initiatieven. Dat is bijvoorbeeld het geval bij de geplaatste Contiweb-droogovens. Deze droogovens zorgen namelijk niet alleen voor een sterke verbe- tering van de efficiëntie door een sterke vermindering van het gasver- bruik, maar hebben met dat verlaagd volume gas tegelijk een positieve impact op de scope 1-emissies. De communicatie met de stakehol- ders intern gebeurt via verschillende platformen zoals het personeels - magazine “Happie” waar periodiek gerapporteerd wordt over diverse aspecten van de duurzaamheids - inspanningen én via de Roularta Media Group “catch up” sessies onder de vorm van webinars die geregeld plaatsvinden over diverse onder - werpen waar de medewerkers ook vragen kunnen stellen. Om iedereen de gelegenheid te geven ook achteraf nog een catch up sessie te volgen of te herbekijken zijn deze ook allemaal beschikbaar via het internet. De communicatie met de stakeholders extern gebeurt voornamelijk via persmededelingen en artikels maar ook via persoonlijke contacten en bedrijfsbezoeken. Roularta Media Group zet reeds verschillende jaren in op CO 2 -vermindering. Tot 2024 ontbrak evenwel een uitgeschreven transitieplan. Dat werd in 2024 volledig uitgewerkt. Daarnaast vraagt Roularta Media Group aan haar leveranciers om het duurzaam aankoopcharter te ondertekenen en wordt bij de aankoopprocedure rekening gehouden met de inspanningen die de leveranciers leveren om de ecologische voetafdruk te verlagen. Dit sluit tevens aan bij de keuze om in te zetten op SDG 12, waarbij Roularta Media Group dus ook haar verwachtingen jegens leveranciers concretiseert. Ook is er sinds 2021 het engagement om in te zet- ten op een vermindering van de CO 2 -uitstoot tegen 2040 voor scope 1 en scope 2 en tegen 2050 voor scope 3. De reden voor deze opdeling tussen 2040 en 2050 schuilt in het feit dat de scope 3-uitstoot zich volledig buiten de operationele activiteiten van het bedrijf bevindt (enkel upstream en downstream). Tot slot is er de ambitie van Roularta Media Group om te onderzoeken in welke mate het opportuun is om het SBTi-traject in 2025 op te starten. 5.1.6. E1-3: MAATREGELEN EN MIDDELEN WAT BETREFT BELEID TEN AANZIEN VAN KLIMAATVERANDERING Om de finale ambities te realiseren, heeft Roularta Media Group een aantal maatregelen voorzien. 1. Transitieplan In 2024 werd er een klimaat- of transitieplan opge- steld, het resultaat van overleg met en binnen het Sustainable Committee (Susco). Dit transitieplan, dat vorig jaar werd goedgekeurd, vormt de lei- draad voor de klimaatinspanningen die nodig zijn om de langetermijndoelstellingen te behalen. Om de finale ambities te realiseren, heeft Roularta Media Group een aantal maatregelen voorzien. Om praktische redenen wordt er gewerkt met termijndoelstellingen van telkens vijf jaar en zijn de inspanningen nu vooral gericht op 2030. Met de vele ontwikkelingen in deze snel veranderende wereld in het achterhoofd, zal Roularta Media Group dit plan jaarlijks herevalueren en waar nodig bijsturen. 2. Scope 1-uitstoot De voorbije jaren werden reeds inspanningen geleverd om de uitstoot door gasverbranding van de droogovens met meer dan 40% te reduceren. De investering in de nieuwe droogovens alleen is goed voor een verbetering van meer dan 25%. Hoewel het voor ‘heatset’-drukkerijen om een sec- torgebonden uitdaging gaat, blijft het echter de ambitie om deze uitstoot volledig te neutraliseren. Een klimaatvriendelijk alternatief vinden en toe- passen lijkt daarbij het aangewezen pad. Daarom worden de technologische evoluties, waaronder de verdere ontwikkeling en het gebruik van water- stofgas, nauwlettend gevolgd. 3. Scope 2-uitstoot Hierbij gaat het om de uitstoot als gevolg van de aangekochte elektriciteit. Op dat vlak kan een grote stap worden gezet via een belangrijke uitbreiding van het zon- nepanelenpark, van 448 KWp naar 2.448 KWp binnen een periode van twee jaar. Die extra 2.000 KWp zou moeten leiden tot een verhoging van het aandeel van de PV-installatie in het elektriciteitsverbruik landen tot ongeveer 11% à 12%. Een belangrijke voorwaarde hierbij is dat er ook effectief een aanpas- sing komt aan de wetgeving omtrent de verplichting tot het plaatsen van zonnepanelen waarbij het niet langer verplicht zou zijn om de zonnepane- len op het dak te plaatsen. Hoewel de Vlaamse regering deze (en andere) versoepelingen reeds heeft aange- kondigd, moeten de wijzigingen nog officieel worden opgenomen. In de komende maanden wordt verwacht dat de Vlaamse minister van Wonen, Energie en Klimaat, Toerisme en Jeugd, deze intenties zal vertalen in een ontwerpbesluit om dit door te kunnen voeren in het Energiebesluit. Pas daarna zal de Vlaamse Rege- ring dit definitief kunnen goedkeuren en kan er gekeken worden naar de praktische uitvoering van de instal- latie. Daarnaast wordt ook verder geke- ken naar het vergroenen van de aangeleverde elektriciteit, via de ontwikkelingen bij de energieleve- ranciers maar ook door nog over de mogelijkheid te beschikken om ten gepaste tijde volledig over te schakelen op groene stroom. 4. Scope 3-uitstoot In scope 3 speelt vooral de uitstoot van de leveran- ciers, met in de eerste plaats die van de drukkerij. Daarnaast zijn nog een aantal specifieke scope 3-categorieën van tel, zoals woon-werkverkeer en downstream-transport. Voor de leveranciers van papier en inkt wer- den geen extra maatregelen voorzien naast het ondertekenen van het duurzaam aankoopcharter. Niet alle grote papier- en inktleveranciers heb- ben dat ondertekend, maar deze bedrijven zijn natuurlijk allemaal CSRD-plichtig én SBTi-ge- certificeerd. Dat is en blijft de beste garantie om de scope 3-doelstellingen na te streven. 223 IM WE CREATE MEDIA WITH PACT CSRD VERSLAG 2024 CSRD VERSLAG 2024 222 225 IM WE CREATE MEDIA WITH PACT CSRD VERSLAG 2024 5. Het transitieplan in de organisatie Het potentieel succes van het transitieplan is in grote mate afhankelijk van de haalbaarheid van de doelstellingen. Het is daarom belangrijk dat binnen de organisatie over alle activiteiten heen de klimaatdoelstellingen een belangrijke plaats in nemen. Niet alleen wordt het aspect duur- zaamheid expliciet meegenomen in de missie van Roularta Media Group of verwijst één van de vijf waarden van het bedrijf naar duurzaamheid maar het onderwerp ‘klimaat’ wordt op alle mogelijke manieren kenbaar en zichtbaar gemaakt van in de ‘happie’ (het bedrijfsrestaurant) tot in de drukkerij. Weliswaar onder de noemer ‘SDG 13: klimaatactie’. Met webinars, artikels in het per- soneelsmagazine, met posters en affiches, met intensieve communicatie zet Roularta Media Group alles op alles om al haar medewerkers te sensibiliseren en te enthousiasmeren voor minder CO 2 -uitstoot. 6. Veerkracht en scenario analyse Zoals reeds gemeld voorziet Roularta Media Group in 2025 een veerkracht- en scenario ana- lyse oefening met het oog op het in kaart brengen van potentiële bijkomende risico’s en hoe deze uitdagingen aan te pakken. Een niet onbelang- rijke ‘waarde’ die Roularta Media Group hanteert is: “Beschouw elke uitdaging als een opportuni- teit”. Dit impliceert dat het bedrijf er van uitgaat dat elke uitdaging ook opportuniteiten biedt en daarom ook deze oefening ten gronde wil doen. In de eerste plaats zal moeten opgelijst worden waar binnen de organisatie de risico gevoelige ‘gebieden’ zich bevinden. - Infrastructuur (drukkerij / IT ) - Producten en diensten (print / digitaal / audiovisueel) - Klanten en consumenten (ver- wachtingspatronen) - Regelgeving - … Elk van deze ‘gebieden’ moet ver- volgens afgetoetst worden tegen fysieke risico’s zoals bijvoorbeeld: - Sterk veranderende weersom- standigheden met potentieel nefaste gevolgen (hittegolven, stormen, overstromingen die kunnen leiden tot…) - Grondstoffen en energie voor- zieningen (beschikbaarheid, transport) - … Maar ook tegen andere risico’s zoals bijvoorbeeld veranderingen in de markt, gedrag van de klanten, evo- luties bij leveranciers, … En dan moeten voor elke ‘combinatie’ scenario’s van gradaties opgesteld worden zodat er een matrix ontstaat die Roularta Media Group in staat moet stellen na te gaan welke maat- regelen in welke situatie kunnen genomen worden teneinde de veer- kracht te verhogen. Dit zal opnieuw in samenspraak moeten gebeuren met interne en externe stakeholders. Het eindresultaat is idealiter een stappenplan met mogelijks bijkomende KPI’s en targets en nieuwe ideeën maar wellicht ook met een aan- tal openstaande ‘risico’s’ waar geen pasklaar (en haalbaar) antwoord voor is. Tot op heden is Roularta Media Group er altijd in geslaagd om voldoende veerkrachtig te zijn en werden reeds heel veel scenario’s overwonnen. Denk maar aan Covid-19 en alle bijhorende uitda- gingen maar deze klimaat veerkracht en scenario analyse zal zeker een belangrijke toegevoegde waarde bieden voor het succesvol behalen van de klimaatdoelstellingen. 7. SBTi Zoals reeds aangegeven zal Roularta Media Group in 2025 onderzoeken of het SBTi-certificerings- traject een interessante piste kan zijn. Roularta Media Group staat erop in deze een goed gedocu- menteerde en vastberaden keuze te maken. Naast deze specifieke acties heeft Roularta Media Group nog een aantal andere maatrege- len getroffen met het oog op klimaatmitigatie. Deze focussen in de eerste plaats op de opera- tionele continuïteit van de business. Dat gebeurt vanuit een IT-standpunt, omdat veel operationele processen afhankelijk zijn van de beschikbaar- heid van IT-systemen. In dat licht moeten een reeks preventieve en correctieve maatregelen de impact van extreme klimaatschommelingen (bv. hittegolven of overvloedige regenval) op de systemen voorkomen en beperken. Het gaat dan om maatregelen als koeling, ontdubbeling, cloud- oplossingen en pompen onder de verhoogde vloeren. Verder kan ook de mogelijkheid om een groot aantal medewerkers te laten thuiswerken, in eerste instantie ingegeven door de ambitie om voldoende aandacht te besteden aan ieders werkomstandigheden, bijdragen aan het waar- borgen van de continuïteit in de context van een klimaatramp. Tot slot zijn er de decarbonisatiehefbomen (zie ook hoofdstuk 5.1.2), die heel specifiek gericht zijn op het aspect van decarbonisatie, die de nood aan klimaatadaptatie uiteraard kan inper- ken. 5.1.6.1. CONCRETE MAATREGELEN De belangrijkste concrete maatregelen die in dit verband werden getroffen in 2024, zijn de vol - gende: • Ingebruikname van de nieuwe droogovens om het gasverbruik te verminderen (scope 1). De totale CAPEX-investeringswaarde bedroeg 4.651 k euro, waarvan het grootste gedeelte in 2023 werd geïnvesteerd (Toe- lichting 15 in de jaarrekening - Machines). In 2024 is er nog 376 k euro geïnvesteerd voor de nieuwe droogovens en 84 k euro voor de warmtewisselaars • Maatregelen in de gebouwen om gas- en elektriciteitsverbruik te verminderen (scope 1 en scope 2): efficiëntere verlichting en iso- lering (CAPEX-investeringswaarde van 378 k euro) en het afsluiten van niet-noodzakelijke ruimtes mogelijk dankzij een doorgedreven flexwerk • Verdere elektrificatie van het wagenpark (reeds meer dan 50% van alle bedrijfsvoer- tuigen is volledige EV) voor een bedrag van 2.692 k euro • Optimale energie-efficiëntie die de ISO 50001-certificering bestendigt • Inzetten op papier en inkt van leveranciers die SBTi-ge- certificeerd zijn om de scope 3-uitstoot te verminderen • De leveranciers aanmanen om het duurzaam aankoopcharter te ondertekenen • Bijzondere aandacht voor alles wat transport aanbelangt, inclusief verplaatsingen van freelancers • Minder plastic verpakking en meer paper wrap, een materiaal afkomstig uit een hernieuwbare bron en met een veel lagere milieubelasting qua afval. De totale CAPEX-inves- teringswaarde van paper wrap installatie bedraagt 1100 k euro over 2024 (Toelichting 15 in de jaarrekening - Machines) De bedragen van de voor 2025 geplande investeringen zijn goed - gekeurd door de Raad van Bestuur. Roularta Media Group kan bijgevolg garanderen dat er geen budgettaire problemen in het verschiet liggen. De belangrijkste CAPEX bedragen situeren zich (op basis van de info beschikbaar in december 2024) op het vlak van verdere elektrificatie van het wagenpark en bijkomende zonne - panelen (gebudgetteerd op 1.207 k euro) OPEX bedragen zijn niet van toepassing. Er zijn evenmin significante CAPEX noch signi - ficante OPEX voor de onder de EU taxonomie in achtneembare activiteiten (met name Kanaal Z) 5.1.6.2. CARBON CREDITS OF EMISSIERECHTEN? En wat met carbon credits of emissierechten? Roularta Media Group kiest er vandaag bewust voor om geen carbon credits te kopen op de spotmarkt. In 2024 opteerde het bedrijf voor een groen verduurzaamheidsproject in Senegal, met een bijdrage aan Ligna Verde. Dat is een interna- tionale NGO, opgericht in 2008 en gecertifieerd door de Verenigde Naties onder de noemer van UNCCD of het Verdrag van de Verenigde Naties ter bestrijding van woestijnvorming. Ligna Verde heeft als doel zoveel mogelijk woestijnvorming tegen te gaan in Afrikaanse landen door bomen aan te planten. Zo verbetert de organisatie de toekomst van de lokale volkeren. Tegelijk zorgen de bomen voor een gezondere biodiversiteit, een betere landbouw en extra opname van CO 2 . Aangezien de nieuwe bomen de eerste jaren geen CO 2 zullen stockeren, neemt Roularta Media Group ze nog niet mee in de berekening van de ‘compensatie’. Dit betekent geenszins dat Roularta Media Group zich geen rekenschap geeft van het feit dat het bereiken van een 0-emissie in de praktijk niet mogelijk is omwille van de locked-in broei- kasgasemissies. Elke investering in nieuwe en duurzamere machines, gebouwen en materialen CSRD VERSLAG 2024 224 227 IM WE CREATE MEDIA WITH PACT CSRD VERSLAG 2024 zorgt er immers voor dat de nieuwe aankoop moet leiden naar een verbetering van de CO 2 -uitstoot maar tegelijk is het voorwerp van de aankoop zelf tot stand gekomen met een CO 2 -uitstoot. Wanneer Roularta Media Group investeert in nieuwere en duurzamere droogovens bvb dan zullen die droog- ovens zelf ook geleid hebben tot CO 2 -emissies die we niet kunnen negeren. Om die reden is de duur van de operationele levensduur van belangrijke activa een significant element in de overweging voor de evaluatie van de locked-in broeikasgas- sen. Op basis van de meest significante emissies onderscheiden we op vandaag vooral de druk- persen en afwerkingsmachines van de drukkerij (gezien hun lange levensduur) en het wagenpark omwille van de omvang van het aantal wagens. Deze 3 vormen de belangrijkste activa voor de ‘schatting’ van de scope 1 en scope 2 locked-in broeikasgassen. Dit blijft evenwel een schatting en geen bere- kening. Deze schatting gebeurt op basis van de vastgestelde evoluties van de voorbije 4 jaar (2021 – 2024) en de vooruitzichten voor de komende 5 jaar (2025-2029). Er zijn op heden geen belang- rijke wijzigingen gepland in de scope 1 en scope 2 activa behalve een verdere vergroening van het wagenpark. Daarnaast wordt ook een inschatting gemaakt voor de scope 3-emissies voor direct gebruik van de verkochte producten. Ook hier wordt uitge- gaan van de voorbije evolutie en de prognose voor de toekomst. En ook hier zijn er op heden geen belangrijke wijzigingen gepland. De locked-in emissies voor scope 1 en scope 2 worden, zoals reeds gesteld in grote mate bepaald door enerzijds het gasverbruik - waar tot op heden geen volwaardig alter- natief voor bestaat - en anderzijds het elektriciteitsverbruik – waar wel nog opportuniteiten zijn naar meer groene stroom. De verwachting is dan ook dat vooral in de periode 2030 – 2040 zal worden gekeken naar bijkomende of alternatieve maatregelen om de ambitie van 2040 te kunnen reali- seren. Volledigheidshalve vermelden we hier ook dat Roularta Media Group vooralsnog geen gebruik maakt van de methode van de internal carbon pricing. Deze methode bestaat erin dat het bedrijf de kost van de eigen CO 2 -uitstoot in kaart zou brengen. Consultatie van gespecialiseerde literatuur leert dat er nogal wat verschillen en bijhorende ondui- delijkheid is omtrent de bepaling van de internal carbon price. Het zou enerzijds handig zijn indien er algemene geldende internal carbon pricings zouden worden vastgelegd per sector/activiteit maar anderzijds dient het gegeven ook een concrete toegevoegde waarde te hebben. Roularta Media Group kiest er tot op heden voor om vanuit de eigen context na te gaan op welke plaat- sen en op welke manier de grootste toegevoegde waarde schuilt op het vlak van duurzame ontwik- keling. Op die manier wil Roularta Media Group vermijden dat een investering of actie louter en alleen zou gebaseerd zijn op een internal carbon pricing en onvoldoende rekening zou houden met andere aspecten van duurzame ontwikkeling. 5.1.7. E1-4: DOELEN INZAKE KLIMAATMITIGATIE Om de klimaatmitigatie effectief om te zetten in resultaten heeft Roularta Media Group naast het klimaattransitieplan ook een aantal doelen en subdoelen geformuleerd. 5.1.7.1. DOELEN De hoofddoelen werden reeds in 2021 uitgete- kend onder de vorm van ‘ambities’ voor de lange termijn en werden intussen verfijnd met tussen- doelen voor 2030. De langetermijnambities luiden als volgt: - Roularta Media Group wil CO 2 -neutraal zijn tegen 2040 voor scope 1 en scope 2 - Roularta Media Group wil CO 2 -neutraal zijn tegen 2050 voor scope 3 Zoals eerder aangehaald, focust Roularta Media Group op de korte termijn op 2030, en dat met de volgende verfijnde tussendoelen: - Roularta Media Group wil de scope 1- en scope 2-uitstoot tegen 2030 verminderen met 40% t.o.v. basisjaar 2021 - Roularta Media Group wil de scope 3-uitstoot tegen 2030 verminderen met minstens 50% t.o.v. basisjaar 2021 2021 is het basisjaar omdat dit tegelijk het eerste jaar was waarin Roularta Media Group de CO 2 -uit- stoot in kaart bracht volgens het Green House Gas protocol en met behulp van gespecialiseerde soft- ware (ClimateCalc en Tapio). De lange termijn ambities werden initieel afgesproken tijdens een 2-daagse duurzaamheidsworkshop op 10 en 11 september 2021 door het voltallige management team van Roularta Media Group. Heel snel daarna werd het Susco opgericht en werd voor elk van de SDG’s een werkgroep opgericht, bijgevolg dus ook een werkgroep die de targets moest vastleggen voor SDG 13 die verwijst naar klimaat en dus ook naar CO 2 -vermindering. Heel snel (tegen eind september 2021) werden een beperkt aantal mogelijke werkgebieden naar voor geschoven: • Opvolging energiegebruik • Opvolging mobiliteit • Opvolging footprint • Betere organisatie van trans- port • Targets vertrekkend vanaf de nulmeting voor de komende jaren Toen werden ook reeds de eerste aanzetten voor ‘targets’ geformu- leerd zoals bijvoorbeeld minstens 50% van het wagenpark elektrisch tegen 2030. Op basis daarvan werd in de daaropvolgende maanden en jaren door het Susco verder gewerkt, initieel enkel vertrekkende van de 4 SDG’s en de basistargets maar met de komst van de CSRD dus ook vertrekkende van de dubbele materiali- teit analyse en de aspecten die dienen verbeterd, opgevolgd en gerapporteerd te worden. Het is nog steeds het huidig Susco dat de targets vastlegt en opvolgt maar op basis van bevraging en feedback van alle betrokken interne stakehol- ders. Zo is ‘wagenparkbeheer’ geen lid van het Susco maar wel een betrokken stakeholder als het gaat over vergroening van het wagenpark. Het proces om de targets te bepalen is dan ook om te evalueren waar Roularta Media Group zich bevindt op een bepaald ogenblik (de ‘actu- ele’ toestand) en dan na te gaan op basis van beschikbare informatie, kennis en expertise wat de mogelijkheden zijn naar de toekomst toe. Voor de scope 3 is het belangrijk dat er een con- tact is met die leveranciers die verantwoordelijk zijn voor een materieel aandeel in de scope 3 uitstoot. Periodiek contact zorgt ervoor dat er voeling is met hun richting. Dit wordt vergemak- kelijkt door het feit dat de belangrijkste scope 3 ‘bronnen’ ook belangrijke leveranciers zijn. Op basis van al deze info wordt dan binnen het Susco beslist of targets aanvaardbaar zijn of niet, hoe ze moeten worden geformuleerd, enz… Het is dan ook niet ondenkbaar dat targets tus- sentijds een wijziging in de formulering krijgen. Bijvoorbeeld: initieel werd er gesproken over ‘elek- trificatie’ van het wagenpark maar vanaf 2025 spreken we over CO 2 arm maken van het wagen- park omdat we steeds meer signalen opvangen dat er, naast elektrificatie, wellicht binnen afzienbare tijd misschien andere oplossingen zullen beschikbaar zijn zoals ‘waterstofgas motoren’. Wat niet weg neemt dat we in de rest van dit verslag nog steeds de term ‘elektrifica- tie’ gebruiken wanneer het ook specifiek over elektrificatie gaat. 5.1.7.2. SUBDOELEN Een aantal onderliggende doelen moeten hel- pen om de hoofddoelen te bereiken. Zo is er bijvoorbeeld het streven om tegen 2030 het eigen wagenpark 95% CO 2 -arm te maken. Er wordt bewust gemikt op 95% en niet op 100% om de doelstelling ambitieus maar tegelijk ook realistisch te houden. De inspanningen gericht op scope 1 situeren zich vandaag vooral in het wagenpark. Daar- naast blijft Roularta Media Group uitkijken naar een alternatief voor het gasverbruik (zie eer- der). De inspanningen gericht op scope 2 bestaan enerzijds uit maatregelen die bijdragen aan het continue streven naar energie-efficiëntie (bv. ledverlichting, automatische schake- laars, thuiswerk, flexburelen) en anderzijds uit maatregelen tot vergroening van de gebruikte elektriciteit (bv. bijkomende zonnepanelen) en de mogelijkheid om over te schakelen op 100% groene energie. In de komende jaren zul- len zeker nieuwe opportuniteiten naar boven komen die zullen helpen om de vermindering van scope 1- en scope 2-uitstoot te realiseren. CSRD VERSLAG 2024 226 229 IM WE CREATE MEDIA WITH PACT CSRD VERSLAG 2024 Voor scope 3 ligt de focus vooral op de categorieën met de grootste impact, zoals de aankoop van goederen en dien- sten (3.1.), de aankoop van machines (3.2.) en upstream transport en distri- butie (3.4.). Andere prioriteiten zijn de verplaatsingen van freelancers (3.7.), downstream transport en distributie (3.9.) en de end-of-life van de produc- ten (3.12.). Bij het bepalen van de target voor scope 3 werd ook voor 2025 geen onderscheid gemaakt tussen de upstream en de downstream categorieën. Dat heeft 2 redenen: ten eerste blijkt dat het overgrote deel van de scope 3 uitstoot voornamelijk toe te wijzen is aan de upstream kant (zie ook tabel onder 5.1.9. E1-6: Bruto scope 1-, 2-, 3-emissies en totale broeikasgasemissies) en ten tweede omdat er op heden (nog) onvol- doende concrete en uniforme data en informatie beschikbaar is met betrek- king tot de impact van de digitalisering op de scope 3 downstream categorie 11 (gebruik van de verkochte goederen). Zoals hieronder ook aangehaald kan en wil Roularta Media Group zich dan ook niet vastpinnen op een verdeling binnen de scope 3 target voor de 2030 target. (zie ook hieronder 5.1.7.3. Digitalisering) Het Susco evalueert ook jaarlijks het klimaattransitieplan en mocht blijken dat vooropgestelde tussendoelen ver- sneld worden behaald dan zal het Susco nieuwe tussendoelen vooropstellen. 5.1.7.3. DIGITALISERING Roularta Media Group beseft dat het fenomeen digitalisering in de toekomst een niet onbelangrijke emissieverschuiving kan teweegbrengen binnen de waardeketen. Daarom is het belangrijk om ieder jaar opnieuw te kijken naar de snel verande- rende omgeving en de marktevolutie. Waar in een printgeoriënteerde markt voornamelijk een scope 3-emissie plaatsvindt aan upstream-zijde (bij papier- en inktleveranciers), zal een eerder digitaal georiënteerde markt een verschuiving zien naar de downstream-kant (bij de gebruiker/lezer/surfer). Niettemin biedt elk scenario bijho- rende risico’s en opportuniteiten. Vandaar dat Roularta Media Group het voorzichtigheidsprincipe toepast en zich niet wil vastpinnen op lange termijn acties. Ze opteert voor een pragmatische en tegelijk flexibele aanpak die moet toelaten in te spe- len op evoluties die de mediasector (verder) beïnvloeden. Daar wordt dan ook transparant over gecommu- niceerd. De details van de inspanningen in scope 3 komen verderop in het document aan bod. Nu al belangrijk zijn de volgende punten: • De vooropgestelde daling van scope 1 is voornamelijk het gevolg van efficiënt gasverbruik en het ver- der onderzoeken van de markt om na te gaan in welke mate het gas- verbruik nog verder kan dalen. Ook de verdere ‘verduurzaming’ van het wagenpark wordt hier meegenomen. De verwachting is bovendien dat het gasverbruik nog verder zal dalen, zijn het in mindere mate omwille van het effect van de droogovens die nu 100% in gebruik zijn dan wel als gevolg van efficiënter gebruik van de machines en ook van de verdere vergroening van het wagenpark. (zie ook hoofdstuk 5.1.9.1.1 met grafieken en cijfers met betrekking tot huidige situatie vergroening wagenpark) • De vooropgestelde daling van scope 2 tegen 2030 houdt (nog) geen reke- ning met een eventuele volledige overstap naar groene elektriciteit • De daling van scope 3 heeft op dit ogenblik een aanzienlijke voor- sprong op het streefdoel, maar gezien de afhankelijkheid van een beperkt aantal, weliswaar belang- rijke, leveranciers speelt ook hier het voorzichtigheidsprincipe waarbij de evolutie nauwlettend jaar-na-jaar wordt opgevolgd • Deze cijfers zijn louter een weerspiegeling van de meting van de CO 2 -emissie op basis van de ingevoerde data en houden in geen enkel geval rekening met de evolutie van die data zelf. Zo gaat een gehalveerde emis- siebron (bv. de helft minder papier) meteen gepaard met een gedaalde emissie, maar vertelt die zonder referentiekader niets over de geleverde inspanningen. Dat kader komt in de tabellen die volgen tot uiting in de vorm van een ‘intensiteitswaarde’ 5.1.8. E1-5: ENERGIEVERBRUIK EN ENERGIEMIX In het kader van de ISO 50001-certificering onderscheidt Roularta Media Group twee belangrijke energiestromen binnen het ener- giemanagementsysteem, met name gas en elektriciteit. 5.1.8.1. ENERGIEVERBRUIK Het spreekt voor zich dat het overgrote deel van het energieverbruik zich situeert op de site in Roeselare, en meer specifiek in de drukkerij. De energieverbruiken worden geregistreerd door middel van wekelijkse deelmetingen, wat al gebeurt sinds 2006. Deze energieverbrui- ken worden binnen ISO 50001 toegewezen aan vijftien verschillende processen, om zo een maximale opvolging te garanderen. Voor elk van deze processen wordt bovendien een Energie Prestatie Indicator (EPI) geformu- leerd die het referentieverbruik, het efficiënt verbruik, bepaalt. De werkelijke verbruiken wor- den getoetst aan deze referentie-EPI om na te gaan of en waarom het verbruik hoger of lager ligt dan verwacht. Net als bij elk productieproces zijn er uiteraard heel wat factoren die een impact hebben op het verbruik, dat niet altijd lineair verloopt en in die zin vergelijkbaar is met het elektriciteits- verbruik thuis. Zo is het algemeen geweten dat een halvering van het aantal bewoners niet per se leidt tot een halvering van het elektriciteits- of gasverbruik. Een aantal invloedfactoren op het verbruik van elektriciteit en gas in de drukkerij zijn bijvoorbeeld: - de baanbreedte van het papier - de papiersoort - de inktdikte (voor het drogen) - het aantal opstarten (of de oplage van een drukwerk) - de buitentemperatuur - onderhoudsperiodes - bezetting van de persen - … Afgezien van de site Roeselare valt Roularta Media Group niet onder ISO 50001. De CSRD-scope blijft evenwel van tel. Voor de kantoren in België maar buiten Roeselare en de kantoren in Nederland wordt het verbruik van gas en elektriciteit gecontroleerd aan de hand van de facturen. Voor Duits - land wordt een extrapolering gedaan op basis van het verbruik in de Neder - landse kantoren en het aantal FTE’s. 5.1.7.4. BEKNOPT OVERZICHT DOELSTELLINGEN SCOPE 1, 2 EN 3 TEGEN 2030 In tabelvorm: Kort overzicht doelstellingen 2030 tov basisjaar 2021 en realiteit 2024 2021 2024 target 2030 scope 1+2 (t CO 2 eq) 8273,84 5521,604 4700 scope 3( t CO 2 eq) 80956,19 40205,259 35000 Totaal 89230,03 45726,863 39700 In grafiekvorm: 0 2000 4000 6000 8000 10000 0 20000 40000 60000 80000 100000 2021 2024 target 2030 2021 2024 target 2030 scope 1+2 (t CO 2 eq) scope 3 (t CO 2 eq) 0 2000 4000 6000 8000 10000 0 20000 40000 60000 80000 100000 2021 2024 target 2030 2021 2024 ta rget 2030 scope 1+2 (t CO 2 eq) scope 3 (t CO 2 eq) * Scope 2-emissies berekend op basis van de locatiegebaseerde methode. CSRD VERSLAG 2024 228 5.1.8.2. ENERGIEMIX De energiemix van Roularta Media Group is eigenlijk vrij eenvoudig: vooral aardgas en grijze elektriciteit en een klein volume aan eigen opgewekte energie via de installaties van zonnepanelen. De netwerk elektriciteit in België wordt volledig geleverd door Luminus. Het gaat om grijze stroom die bestaat uit elektriciteit van gascentrales (49.17%) en elektriciteit van kerncentrales (50.83%). Hoe ziet dan de energiemix er iets meer in detail uit? OVERZICHT VAN HET ENERGIEVERBRUIK Energieverbruik & energiemix 2023 2024 1 Brandstofverbruik uit kolen en kolenproducten (MWh) 0,00 0,00 2 Brandstofverbruik uit ruwe olie en petroleumproducten (MWh) 5.259,76 3.691,00 3 Brandstofverbruik uit aardgas (MWh) 13.586,78 9.916,42 4 Brandstofverbruik uit andere fossiele bronnen (MWh) 0,00 0,00 5 Verbruik van ingekochte of verworven elektriciteit, warmte stoom en koeling uit fossiele bronnen (MWh) 7.545,74 6.762,15 6 Totaal verbruik energie uit fossiele bronnen (MWh) (berekend als de som van lijnen 1 t/m 5) 26.392,28 20.369,57 Aandeel energie uit fossiele bronnen in totaal energieverbruik (%) 76,0% 73,1% 7 Verbruik uit nucleaire bronnen (MWh) 7.800,49 6.990,44 Aandeel energie uit nucleaire bronnen in totaal energieverbruik (%) 22,5% 25,1% 8 Brandstofverbruik uit hernieuwbare bronnen met inbegrip van biomassa (biogas, waterstof uit hernieuw - bare bronnen, enz..) (MWh) 0,00 0,00 9 Verbruik van ingekochte of verworven elektriciteit, warmte, stoom en koeling uit hernieuwbare bronnen (MWh) 0,00 25,00 10 Verbruik van zelfopgewekte hernieuwbare energie uit andere bronnen dan brandstof (non-fuel) (MWh) 541,21 476,57 11 Totaal verbruik hernieuwbare energie (MWh) (berekend als de som van lijnen 8 t/m 10) 541,21 501,57 Aandeel hernieuwbare bronnen in totale energieverbruik (%) 1,6% 1,8% Totaal energieverbruik (MWh) (berekend als de som van lijnen 6, 7 en 11) 34.733,98 27.861,58 We voegen hier volledigheidshalve aan toe dat Roularta Media Group geen hernieuwbare energie opwekt die wordt verkocht. Omdat de drukkerij-activiteit voor de CSRD als een sector met grote klimaat impact wordt beschouwd geven we hier nog volgende informatie mee: 2023 2024 Totaal energieverbruik van de drukkerij-activiteiten (MWh ) 21.148,05 16.729,49 Energie intensiteit grote klimaat impact activiteiten volgens omzet (MWh drukkerij/omzet drukkerij) 291,09 264,33 voor details met betrekking tot de omzet van de drukkerij-activiteiten verwijzen we naar toelichting 3 – gesegmenteerde informatie. We zien dus dat de energie intensiteit waarbij het volume aan verbruikte energie wordt afgezet tegen de omzet voor de drukkerij-activiteit gedaald (of ver- beterd) is met 9,19%. 5.1.9. E1-6: BRUTO SCOPE 1-, 2-, 3-EMISSIES EN TOTALE BROEIKASGASEMISSIES Voor de berekening van de broeikasgasemissies maakt Roularta Media Group gebruik van twee tools, ClimateCalc en Tapio: ClimateCalc, een specifieke tool voor de drukkerij- wereld. ClimateCalc is een berekeningstool gespecialiseerd in het verschaffen van informatie over de volle- dige footprint van print- en verpakkingsproducten. ClimateCalc volgt daarvoor diverse internationale standaarden en richtlij- nen, zoals onder meer het ‘Greenhouse Gas Protocol’. Als nichetool is ClimateCalc in staat om de meest accurate emissiefacto- ren (EF’s) te gebruiken en zo de meeste accurate informatie te verschaffen. Zo berekent ClimateCalc de precieze EF voor het papier op basis van leveran- cier, type, hoeveelheid, fabriek, enz.. of neemt ze integraal de EF van de leverancier zelf over zoals bijvoorbeeld voor de inkten van Sun Chemical. Roularta Printing is een gecertificeerd gebruiker van ClimateCalc. Dat houdt in dat Roularta Media Group gemach- tigd is om ClimateCalc te gebruiken om klanten te informeren over de eigen footprint op basis van de verschafte informatie. ClimateCalc auditeert bovendien jaarlijks het gebruik van de tool en de data die Roularta Media Group aanwendt. Tapio, een algemene Belgische tool . Tapio neemt veel data van ClimateCalc over, maar verwerkt daarnaast alle andere informatie met betrekking tot Roularta Media Group. Op die manier komt de tool tot een totaaloverzicht van de footprint van de organisatie. Alle CO 2 -cijfers in dit duurzaamheids- rapport zijn afkomstig uit deze tool. 231 IM WE CREATE MEDIA WITH PACT CSRD VERSLAG 2024 CSRD VERSLAG 2024 230 233 IM WE CREATE MEDIA WITH PACT CSRD VERSLAG 2024 Ook Tapio volgt het ‘Greenhouse Gas Protocol’ als raamwerk voor het in kaart brengen, berekenen en beheren van de broeikasgas emissies. Tapio gebruikt verschillende databases voor wat betreft de EF’s (emissiefactoren) waaronder ADEME, CO 2 emissiefactoren, AWAC en UK Defra maar maakt daar- naast ook gebruik van ‘specifieke’ EF’s zoals de emissiefactor van de MIVB of de SNCF maar ook de specifieke emis- siefactoren van ClimateCalc voor papier en inkt. Op die manier kunnen we stellen dat de CO 2 -uitstoot niet enkel berekend wordt op basis van eerder ‘algemene’ emissiefactoren maar dat waar mogelijk ook rekening wordt gehouden met heel gerichte en accurate emissiefactoren. Dit met als doel om de CO 2 -uitstoot zo cor- rect mogelijk te kunnen berekenen. Aangezien de drukkerij-activiteit een belangrijke impact heeft op de totaliteit en we bovendien gebruiken maken van een specifieke tool en specifieke emis- siefactoren kunnen we besluiten dat de berekeningen van de emissies voor 50,50% gebaseerd zijn op primaire data. Voor scope 1 en 2 zijn de berekeningen voor België (drukkerij-activiteiten en burelen) en Nederland (burelen) in hoofd- zaak gebaseerd op de reële data. De aannames beperken zich voor deze sites tot het gasverbruik van het kantoor in Sint-Denijs-Westrem en het partiële ener- gieverbruik van het kantoor in Brugge. Voor de veel kleinere Duitse burelen werd geen specifieke data opgevraagd en werd zowel voor scope 1 als voor scope 2 steeds gewerkt met aanname op basis van FTE ten opzichte van de burelen Nederland. Voor scope 3 zijn berekeningen voor België (drukkerij-activiteiten en bure- len) en Nederland (burelen) eveneens in hoofdzaak gebaseerd op de reële data. De aannames beperken zich voor deze sites tot categorie 3.6 ‘zake- lijke reizen’ voor Nederland waarbij een extrapolatie wordt gemaakt van de data van de Belgische burelen op basis van de FTE ratio. Ook bij catego- rie 3.7 ‘woon-werkverkeer’ wordt een aanname gemaakt voor de burelen ‘België’ waarbij wordt uitgegaan van 2 dagen thuiswerk voor de medewerkers die full time werken en 1 dag thuiswerk voor de medewerkers die 4/5 werken. Daarnaast werd ook voor scope 3 voor de Duitse burelen niet gewerkt met specifieke data maar met een aan- name op basis van FTE ten opzichte van de burelen Nederland. Voor die categorieën waar geen andere data van de leveranciers voorhanden was of geen andere data toepasbaar was, werd de ‘uitgave’ methode toe- gepast. 22% van de totale scope 3 CO 2 -uitstoot werd op die manier bere- kend. OVERZICHT VAN DE BRUTO BROEIKASGASEMISSIES Overzicht van de totale broeikasgasemissies uitgesplitst volgens scope 2021 2023 2024 % vorig jaar aandeel in totaal 2024 target 2030 Scope 1 broeikasgasemissies Bruto scope 1-emissies (ton CO 2 -eq) 5244,3 4155,7 2947,7 -29% 6,45% 2400 Percentage scope1-emissies van gereglementeerd emissiehandelssystemen (%) 0,0 0,0 0,0 Scope 2 broeikasgasemissies Bruto locatiegebaseerde scope 2-emissies (ton CO 2 -eq) 3029,6 2940,8 2573,9 -12% 5,63% 2300 Bruto marktgebaseerde scope 2-emissies (ton CO 2 -eq) 2128,5 Scope 1 + Scope 2 emissies (locatiegebaseerd) (ton CO 2 -eq) 8273,8 7096,5 5521,6 -22% 12,08% 4700 Scope 3 broeikasgasemissies Totaal bruto indirecte (scope3) emissies (ton CO 2 -eq) 80956,2 51296,0 40205,3 -22% 87,92% 35000 1 Aankoop goederen en diensten 62024,0 35591,3 26434,0 -26% 57,81% 2 Kapitaalgoederen 4591,2 4796,6 2222,8 -54% 4,86% 3 Brandstoffen en energie gerelateerde activiteiten (niet inbegrepen in scope 1 of scope 2) 1538,8 1298,8 941,1 -28% 2,06% 4 Transport en distributie upstream 7774,0 5399,0 6143,0 14% 13,43% 5 Verwerking productieafval 405,1 379,3 735,8 94% 1,61% 6 Zakelijke reizen 5,7 36,1 44,2 22% 0,10% 7 Woon-werkverkeer 790,9 730,5 757,6 4% 1,66% 8 Upstream geleasede activa 388,2 430,2 462,4 7% 1,01% 9 Transport en distributie downstream 1352,5 991,2 889,3 -10% 1,94% 10 Bewerken van verkochte producten 11 Gebruik van verkochte producten 457,7 470,2 543,3 16% 1,19% 12 Einde leven van verkochte producten 1628,2 1172,6 1031,7 -12% 2,26% 13 Downstream geleasede activa 14 Franchisehouders 15 Investeringen Totale broeikasgasemissies (locatiegebaseerd)(ton CO 2 -eq ) 89230,0 58392,5 45726,9 -22% 100,00% 39700 Totale broeikasgasemissies (marktgebaseerd)(ton CO 2 -eq ) 45281,4 CSRD VERSLAG 2024 232 235 IM WE CREATE MEDIA WITH PACT CSRD VERSLAG 2024 Merk op dat de scope van deze berekening dezelfde is als de scope van de targets. Verder volgt een bespreking van de evolutie van de opgenomen scopes en categorieën. De scope 2-verbruiken voor België zijn zowel locatie-gebaseerd als markt-ge- baseerd op basis van het gegeven dat er met één gekende leverancier wordt gewerkt. De EF voor het netwerk stroomverbruik volgens de markt-gebaseerde methode is bijgevolg gebaseerd op de informatie van die leverancier. Voor Nederland en Duitsland is de scope-2 berekening enkel locatie-gebaseerd. Tabel met locatie-gebaseerde intensiteitsratio’s: Broeikasgasintensiteit volgens omzet (locatiegebaseerd) 2023 2024 % verbetering Scope 1 12,84 9,20 28,36% Scope 2 9,09 8,04 11,60% Scope 3 158,55 125,52 20,83% totaal 180,49 142,76 20,90% voor details met betrekking tot de omzet verwijzen we naar toelichting 4 – omzet. De intensiteitswaarde is een belangrijke parameter voor de evaluatie van de gele- verde inspanningen. De intensiteitswaarde geeft een beeld van de mate waarin de intensiteit van de emissies evolueert. De regel is dat de intensiteitswaarde elk jaar moet dalen, omdat er niet enkel gekeken wordt naar de totale uitstoot maar naar de totale uitstoot afgezet tegen de omzet van de activiteit. Een daling in absolute waarde geeft dus op zich niet altijd een correct beeld van de geleverde inspanningen, integendeel… Dat enkel gekeken wordt naar de omzet, kan een onderwerp van discussie zijn. Omzet kan tenslotte sterk beïnvloed worden door externe factoren, los van de CO 2 -uitstoot. Desalniettemin is het vandaag de enige sleutel die de CSRD naar voor schuift. 5.1.9.1. ANALYSE VAN DE VERSCHILLENDE SCOPES 5.1.9.1.1. SCOPE 1-UITSTOOT Nieuwe droogovens In 2023 en 2024 investeerde Rou- larta Media Group 4.651 k euro in nieuwe droogovens van Contiweb. Deze droogovens hebben een ingebouwde naverbrander die mee zorgt voor een gasverbruik dat 25% lager ligt dan bij de vervangen, conventionele droogovens. Aangezien deze nieuwe droogovens pas in de loop van 2023 (en begin 2024) ope- rationeel werden, valt het rendement ervan (minder gas- en ook wat minder elektriciteitsverbruik) maar sinds 2024 integraal waar te nemen. En dat heeft meteen een positieve impact op het Scope 1 uitstoot, niet alleen voor de drukkerij maar voor de ganse groep. De scope 1-uitstoot daalde van 5.244,25 ton CO 2 eq. in basisjaar 2021 naar 2.947,70 ton CO 2 eq. in 2024, een daling met bijna 45% die mede te danken is aan het resultaat van 2 belangrijke acties: de investering in nieuwe droogovens voor het drukpro - ces en de vergroening (elektrificatie) van het wagenpark. Bij de investering van de droogovens werd berekend dat deze binnen de drukkerij- activiteiten zouden leiden tot een vermindering van het gasver- bruik met 25% en bijgevolg ook een daling van de CO 2 -uitstoot met 14%. Waar in 2023 slechts een gedeeltelijke impact van de investeringen werd gezien, kwam dit in 2024 overduidelijk naar voor: het gasverbruik binnen de drukkerij daalde tov van 2023 met niet minder dan 19% (rekening houdend met het activiteitsvolume) Voor wat betreft de vergroening van het wagenpark verwijzen we naar de 2 onderstaande grafieken. De eerste grafiek geeft een overzicht van de evolutie van de CO 2 -uitstoot van de nieuwe wagens in België 2024. De vaststelling dat er in 2024 nog altijd een, weliswaar heel lage, emissie gerapporteerd wordt is het gevolg van het feit dat er in 2024 nog één laattijdige levering was van één voer- tuig met benzine. Alle andere nieuwe wagens in België in 2024 waren 100% elektrische voertuigen. Evolutie CO 2 -uitstoot 'nieuwe wagens' in dat jaar. in gram CO 2 per kilometer 81 59 24 1,13 0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 2021 2022 2023 2024 De tweede grafiek geeft een verdeling van het volledig wagenpark (meer dan 450 wagens en niet enkel België) volgens type wagen op het einde van 2024. verdeling wagenpark 'Group' eind 2024 volgens brandstof 23,91% 17,83% 3,04% 55,22% elektrisch hybrid diesel benzine De versnelde inzet op de vergroening van het wagenpark waar- bij in eerste instantie werd gemikt op een vermindering van de emissies van het wagenpark met 50% tegen 2030 is meer dan ‘op schema’ aangezien de scope 1-emissies van de ‘mobiele ver- branding’ reeds met om en bij de 40% gedaald zijn tov 2021. De emissies van het wagenpark daalden in 2023 tov 2021 met 4,6% maar in 2024 bedroeg de daling tov 2021 reeds 25,65%. De verwachting is dat deze tendens zich in de komende jaren verder zal zetten omwille van enerzijds het feit dat de meeste elektrische wagens in de loop van 2024 werden ingezet en dus nog niet over een volledig jaar hebben gerendeerd en anderzijds het feit dat ook in 2025 de investeringen in het wagenpark ver- der worden gezet (zie hoofdstuk 5.1.6.1) CSRD VERSLAG 2024 234 5.1.9.1.2. SCOPE 2-UITSTOOT De scope 2-uitstoot daalde eveneens in 2024 tov 2021 van 3.029,59 ton CO 2 eq. naar 2.573,91 ton CO 2 eq. Deze daling is bijlange niet zo spectacu- lair als deze van de scope 1 maar in vergelijking met het totaalvolume aan CO 2 -emissies blijft de scope 2-uit- stoot al bij al beperkt. Bovendien gaat slechts één item schuil achter deze uitstoot, namelijk het verbruik van elektriciteit. Aangezien er vóór 2020 al heel wat ingrijpende elektrici- teitsbesparende maatregelen werden getroffen en de ISO 50001-norm volledig focust op een efficiënt ener- gieverbruik, verbaast het niet dat het bij een geringe uitstootdaling blijft. Ook wanneer we 2024 vergelijken met 2023 is er nog een daling waar te nemen maar binnen de scope 2 stel- len we vast dat er dalingen zijn in het verbruik van het algemeen gebruik van elektriciteit zowel in de produc- tie-omgeving als in de kantoren. Dit is vooral het gevolg van de inspanningen die geleverd werden in het kader van de ISO 50001 certificering. Het cen- traal uitgangspunt van het ISO 50001 certificaat is immers om de energie- performantie elk jaar naar een hoger niveau te tillen. Maar we zien tegelijk een niet onbelangrijke stijging van het elektri- citeitsverbruik bij het wagenpark. Niet onlogisch wanneer we weten uit de scope 1 bespreking dat er grote investeringen gedaan werden in de elektrificatie van het wagenpark. Aangezien het de bedoeling is om ook in de toekomst de scope 2-emissies verder te doen dalen, ook met een toename aan elektrische voertuigen, worden ook extra inspanningen voorzien zoals het bijplaatsen van 2.000 KWp aan zonnepanelen (zie ook hoofdstuk 5.1.6.1). Die plannen werden goed- gekeurd en zullen normaliter in de komende jaren worden gerealiseerd. Intussen werken de leveranciers op hun beurt aan vergroe- ning, en houdt Roularta Media Group een vrijwillige overstap naar groene elektriciteit achter de hand. Merk op dat de scope 2-uitstoot voor de vestiging in Duitsland niet berekend werd op reële verbruiken maar op de FTE-ratio van de kantoormedewerkers in België. 5.1.9.1.3. SCOPE 3-UITSTOOT De scope 3-uitstoot is veruit de meest belangrijke vorm van uitstoot. En bovendien is de uitstootdaling hier ook nog iets beter dan voor de scope 1: van 80.956 ton CO 2 eq. in 2021 naar 40.205 ton CO 2 eq. in 2024, een verbetering van meer dan 50%. Het grootste aandeel van deze emissies valt te situeren bij de upstream-leveranciers. De scope 3-uitstoot wordt in grote mate bepaald door de waardeketen en meer spe- cifiek de leveranciers. Hieronder bespreken we meer in detail de 15 cate- gorieën van de scope 3 emissies. We kunnen deze grosso modo opdelen in volgende groepen: - De categorieën met betrekking tot de eigen activiteiten of waar het bedrijf toch een rol in kan spelen zijn 3.6 en 3.7. - De categorieën met betrekking tot de upstream activiteiten (die ook het zwaarst doorwegen in het geheel van de scope 3 emissies) zijn: 3.1, 3.2, 3.3, 3.4, 3.5 en 3.8 - De categorieën met betrekking tot de downstream activiteiten zijn de overige cate- gorieën: 3.9, 3.10, 3.11, 3.12, 3.13, 3.14 en 3.15. 5.1.9.1.4. 3.1-UITSTOOT: AANKOOP GOEDEREN EN DIENSTEN De belangrijkste categorie met het grootste aandeel is de 3.1-uitstoot. Deze categorie is ver- antwoordelijk voor meer dan 65% van de totale scope 3-uitstoot. Deze categorie is ook in grote mate gebaseerd op de informatie van Climate- Calc, een tool die alle data over papier, inkt en aluminium drukplaten omvat. Ook wordt voor dit onderdeel gebruikgemaakt van de speci- fieke emissiefactoren (EF’s) die voortvloeien uit de bijzondere inspanningen van de leveranciers. Voorbeelden daarvan zijn de EF’s voor papier (afhankelijk van de leverancier en de fabriek) en inkt. We noteren voor 2024 een belangrijke daling van deze categorie. Dat is het gevolg van enerzijds het activiteitsvolume van de drukkerij maar ook, en vooral, van de inspanningen die de papierleveran- ciers jaar-na-jaar leveren om hun CO 2 -uitstoot te verminderen in combinatie met de keuze van de fabriek die het papier levert. Binnen de scope 3 is ‘papier’ immers verantwoordelijk voor bijna 45% van de emissies. Bovendien noteren we dat alle papierleveranciers van 2024 CSRD-plichtig zijn, en dat de vijf grootste leveran- ciers ook SBTi-gecertificeerd zijn. En bijna 68% van de scope 3.1-emissie is exclusief toe te wijzen aan het papier. 5.1.9.1.5. 3.2-UITSTOOT: KAPITAALGOEDEREN De uitstoot in categorie 3.2 is het gevolg van investeringen waarvan de meeste met het oog op het verlagen van de CO 2 -uitstoot. Denk bijvoorbeeld aan de nieuwe elektrische bedrijfswagens, maar ook en vooral aan de investering van 4.651 k euro in de nieuwe droogovens. Waar de 3.2-emissies van 2023 licht hoger lagen dan die van 2021 zien we in 2024 een toch wel spectaculaire daling. Deze daling is quasi integraal toe te schrijven aan de daling van de emissiefactor voor de machines en, welis- waar in veel mindere mate, de daling van de emissiefactor voor IT materiaal. Tapio gebruikt een afschrijvingsmethode op levensduur voor de investeringen en de uitstoot. De uitstoot wordt in de tijd verspreid, wat Roularta Media Group meteen toe- laat om de verschillende jaren met elkaar te vergelijken. Deze methode wordt reeds gebruikt sinds 2021 en laat toe om een consistente evaluatie van de evoluties te maken over de jaren heen. Om echter volledig in lijn te liggen met het Greenhouse Gas Protocol zal de aanpak wijzigen vanaf 2025. We noteren dat, behalve voor het wagenpark, waarvoor de exacte informatie werd gebruikt, de uitstoot van de kapi- taalgoederen in Duitsland gebaseerd is op de ratio van de kantoormedewerkers in België. 5.1.9.1.6. 3.3-UITSTOOT: BRANDSTOFFEN EN ENERGIE GERELATEERDE ACTIVITEITEN Scope 3.3-emissies komen voort uit het verbruik van brand- stoffen die niet in scope 1 en scope 2 werd opgenomen, ofwel de uitstoot die gepaard gaat met het fabriceren en het trans- porteren van brandstoffen (upstream). Voor de berekening van deze emissies gebruikt Tapio voornamelijk de ADEME-emis- siefactoren. Waar de daling tussen 2021 en 2023 nog relatief beperkt was, toont 2024 een belangrijkere daling die samen- hangt met de daling in scope 1. De daling van scope 3.3-emissies heeft immers in de eerste plaats te maken met het dalend verbruik van diesel en ben- zine, en in de tweede plaats met de (dankzij renovatie- en isolatie-inspanningen) meer efficiënte verwarmingsinstalla- ties en ten slotte ook met het meer efficiënt gebruik van de gebouwen op zich. 5.1.9.1.7. 3.4-UITSTOOT: TRANSPORT EN DISTRIBUTIE UPSTREAM Het upstream transport wordt eveneens volledig door Clima- teCalc berekend en dat op basis van het volume aangeleverde grondstoffen. Ook hier is papier de belangrijkste factor. De cij- fers evolueerden tot vorig jaar in de goede richting maar voor 2024 zien we plots een niet onbelangrijke stijging. De uitstoot stijgt van 5.399 ton CO 2 eq. in 2023 naar 6.143 ton CO 2 eq. in 2024. De twee belangrijkste redenen voor deze stijging (met bijna 14%) zijn: - Een correctie door Ecoinvest in de EF voor het transport op basis van nieuwe en geüpdate informatie waarbij Ecoin- vest verwijst naar het feit dat er werd rekening gehouden met bijkomende aspecten zoals methaan affakkelen en diffuse emissies van de brandstof. - Een verhoging van het aantal kilometers omdat het papier van andere fabrieken afkomstig is (ook al betreft het dezelfde ‘leverancier’). 237 IM WE CREATE MEDIA WITH PACT CSRD VERSLAG 2024 CSRD VERSLAG 2024 236 Vooral die laatste reden ‘verhoging van het aantal kilometers’ is een niet onbelangrijk gegeven want het feit dat het papier afkom- stig is van andere fabrieken heeft er mee toe geleid dat de emissies voor het papier zelf (zie hiervoor voor de bespreking van scope 3.1) in belangrijke mate gedaald is. 5.1.9.1.8. 3.5-UITSTOOT: VERWERKING PRODUCTIEAFVAL Scope 3.5 is een categorie die vooral betrek- king heeft op de drukkerij activiteiten. In tegenstelling tot het volume aan afval (zie hoofdstuk 5.3.5) waarbij het accent vooral ligt bij het volume aan papierafval, zien wij bij de CO 2 -uitstoot toch een niet-on- belangrijke impact van de verwerking van de andere afvalstoffen binnen de drukke- rij-activiteit maar evenzeer van de burelen. We stellen vast dat het volume ‘papier’ een aandeel van meer dan 99% vertegenwoor- digt van het ‘vast afval’ maar bij de totale emissies (van zowel vast afval als afvalwa- ter) heeft het papier slechts een aandeel van 37,3 %. Dit is niet verwonderlijk wanneer in overweging wordt genomen dat het recycle- ren en opnieuw in productie brengen van het papier veel minder emissies tot gevolg heeft dan bijvoorbeeld het recycleren en verwer- ken van plastic afval, gemengd huishoudelijk afval, hout en metaal of gevaarlijke produc- ten zoals solventen. We kunnen besluiten dat het volume afval in grote mate wordt bepaald door papier en water maar dat de emissies van afval in belangrijke mate ook toe te schrijven zijn aan bijvoorbeeld verpak- kingsmateriaal. 5.1.9.1.8. 3.6-UITSTOOT: ZAKELIJKE REIZEN Hoewel het hier om amper 0.11% gaat van het totaal van de scope3-emissies stellen we in 2024 toch een stijging vast in vergelijking met 2023 van 22,25%. De reden hiervoor is dat er enerzijds in de voorbije jaren extra inspanningen wer- den geleverd om de zakelijke reizen te identificeren en te registreren en ander- zijds omwille van een paar specifieke reizen in het kader van klantenrelaties, product placement en redactionele inhoud. Voorts is de aanwezigheid op een beurs of congres soms toch wel aangewezen omwille van inhoudelijke of commerciële redenen. 5.1.9.1.10. 3.7-UITSTOOT: WOON- WERKVERKEER Scope 3.7 is op zich een interessante categorie. In theorie behoort deze cate- gorie eveneens tot het upstream-kanaal, maar de specifieke aard ervan vraagt om een afzonderlijke behandeling. Om deze uitstoot naar waarde te schatten, is het belangrijk om enerzijds rekening te houden met het aantal werknemers en anderzijds met de geleverde inspan- ningen. We stellen immers vast dat er een kleine verhoging is van de uitstoot van 2024 ten opzichte van 2023 (met 3,71%) maar deze is integraal toe te wijzen aan het feit dat de informatie met betrekking tot woon-werkverkeer in 2024 meer gede- tailleerd werd verwerkt dan in 2023. 5.1.9.1.12 3.8-UITSTOOT: UPSTREAM GELEASEDE ACTIVA Bij de upstream geleasede activa zien we jaar-na-jaar een gestage toename. Op zich is dat niet verwonderlijk en een belangrijk deel van de locked-in emissies zullen zich ook daar situeren. Het zijn hier vooral de ‘geleasede elektrische auto’s’ die verantwoordelijk zijn voor de jaarlijkse groei. In 2024 werd die groei deels opge- vangen door de sterke verbetering van de EF voor de machines (zie ook hiervoor bij de categorie kapitaalgoederen). We ver- wachten dan ook dat dit ook nog volgend jaar zal stijgen als gevolg van de nog uit te voeren investeringen. 5.1.9.1.11 3.9-UITSTOOT: TRANSPORT EN DISTRIBUTIE DOWNSTREAM Downstreamtransport bestaat uit ener- zijds vervoeren van de (print)producten en anderzijds het transport van pakjes naar de klanten. De daling is hier ener- zijds het gevolg van het activiteitsvolume voor wat betreft het papier maar ook de inspanningen van de transporteurs spelen hierbij een rol. Zo is Bpost die de magazines levert aan de abonnees en die ook een groot aantal pakjes uitlevert SBTi-gecertificeerd en hebben ze zich de laatste jaren ingezet op vlak van elektrifi- catie van voertuigen. 5.1.9.1.13 3.10-UITSTOOT: BEWERKEN VAN VERKOCHTE PRODUCTEN Deze categorie is niet relevant voor Roularta Media Group. 5.1.9.1.14 3.11-UITSTOOT: GEBRUIK VAN VERKOCHTE PRODUCTEN Zoals reeds besproken in hoofdstuk 5.1.7.3 ‘Digi- talisering’ kunnen we niet ontkennen dat een verdere digitalisering resulteert in een hoger volume aan pageviews. We denken hierbij vooral aan het stijgend succes van de ‘Mijn Magazines’ formule. Deze ‘elektronische’ consultatie leidt eveneens tot een stijging in de CO 2 -uitstoot. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de CO 2 -uit- stoot van 2024 gestegen is met 15,53% tov 2023. Ook hier heeft een verbetering van de emissie factor de stijging enigszins getemperd. 5.1.9.1.15. 3.12-UITSTOOT: EINDE ‘LEVEN’ PRODUCTEN OF DIENSTEN Hier gaat het over de CO 2 -uitstoot van de eind- fase van een product, met opnieuw vooral papier. Zoals bij de meeste scope 3-categorieën ver- trekt de berekening bij de volgende assumptie of formule: aangekocht volume papier - verlies papier bij productie = papierafzet in de markt (eigen magazines + extern drukwerk). Door dan aan te nemen dat 90% van het papier gerecy- cleerd wordt, verschijnt de slotsom. 5.1.9.1.16. 3.13-UITSTOOT: DOWNSTREAM GELEASEDE ACTIVA Deze categorie is niet relevant voor Roularta Media Group. 5.1.9.1.17. 3.14-UITSTOOT: FRANCHISEHOUDERS Deze categorie is niet relevant voor Roularta Media Group. 5.1.9.1.15. 3.15-UITSTOOT: INVESTERINGEN Deze categorie wordt niet meege- nomen in de rapportering wegens niet materieel. Theoretisch zouden de emissies van Mediafin als volgt moeten gerapporteerd worden: - De scope 1 & 2 emissies van Mediafin procentueel bij de scope 1 & 2 emissies van Roularta Media Group maar aangezien de omzet van Mediafin slechts voor onge- veer 1% van de totale Roularta Media Group meetelt, wordt dit als niet materieel beschouwd. - In dat geval zou het aandeel emissies (scope 1 & 2) moeten gerapporteerd worden onder scope 3 categorie 15. Er mag echter redelijkerwijs ver- wacht worden dat de verhouding scope1 & 2 emissies versus scope 3 emissies voor Mediafin in dezelfde lijn zullen liggen van de verhou- ding van de scope 1 & 2 emissies van Roularta Media Group namelijk 12% tov 88%. Dat impliceert dat 50% van de scope 1 & 2 emissies van Mediafin evenmin materieel zal zijn binnen de scope 3 van Roularta Media Group. En bijgevolg worden binnen de scope 3 categorie 15 geen emissies van Mediafin gerap- porteerd. 239 IM WE CREATE MEDIA WITH PACT CSRD VERSLAG 2024 CSRD VERSLAG 2024 238 5.2 TOELICHTING EN RAPPORTERING M.B.T. E2 LUCHTVERONTREINIGING Dit hoofdstuk behandelt het onderwerp luchtver- ontreiniging, en dan specifiek luchtemissies en hoe Roularta Media Group daarmee omgaat. 5.2.1. E2 IRO-1 Tijdens de DMA-oefening werden de risico’s van Roularta Media Group geëvalueerd in functie van duurzaamheid. Op basis van de scoring werd het gebruik van solventen in het drukproces (meer concreet: in de drukinkten) als een materieel risico ingeschat. Bij het drogen van de inkt komen solventen vrij die, indien ze niet correct worden verwerkt, een risico kunnen vormen voor de omge- ving. Precies daarom is het topic luchtvervuiling voor Roularta Media Group materieel, ook al heeft het enkel en alleen betrekking op het gebruik van solventen in de drukkerij. Wel is het enkel van toe- passing in het luik van het productieproces en niet voor andere processen, afdelingen of diensten. Als gevolg hiervan is de directeur van de drukkerij ook ineens verantwoordelijk voor het beleid inzake luchtverontreiniging. 5.2.1.1. DRUKPROCES Roularta Media Group beschikt over een off- set-rotatiedrukkerij met heatset-rotatiepersen die onder andere magazines, brochures, commercieel drukwerk en kranten drukken. Tijdens het drukken gaat het papier door vier drukunits (met even- veel kleuren, namelijk zwart, blauw of cyaan, rood of magenta en geel) en aluminium drukplaten. De materialen in dat proces zijn heatset-inkt en water. Onmiddellijk na het bedrukken van het papier wordt de inkt gedroogd in droogovens die werken op aardgas. Bij dat droogproces op hoge tempe- ratuur komen vluchtige organische stoffen (VOS) vrij, vooral minerale oliën uit de inkten maar ook andere stoffen afkomstig uit de additieven en de wasmiddelen die eigen zijn aan dit drukprocédé. Om de schadelijke uitstoot van deze vrijkomende dampen aan te pakken, worden deze dampen ‘naverbrand’. Tot enkele jaren terug gebeurde dat in een centrale naverbrandingsinstallatie, die zo louter gezuiverde afvalgassen kon emitteren via één schoorsteen. In november 2020 werd echter een nieuwe pers met een geïntegreerde naver- brander, die de vrijgekomen dampen in de machine zelf naverbrandt, in gebruik genomen. De voorde- len zijn legio: door de solventhoudende dampen als brandstof te gebruiken, is er minder gas nodig, en de solventen hoeven niet langer afgevoerd te worden naar een centrale naverbrander die bovendien met reeds afgekoelde dampen aan de slag moest. Wel telt elke oven nu een schoorsteen. Naast de geleide uitstoot (de uitstoot die bv. via een schoorsteen naar buiten wordt geleid) is er ook sprake van diffuse uitstoot, uitstoot door verdam- ping in de ruimte. (toelichting m.b.t. de berekening van de diffuse emissies staat onder 5.2.2.2) Roularta Media Group berekende dat 40% van de diffuse uitstoot mee verbrand wordt door middel van de luchtaanzuiging van de droogovens. Het resultaat is een significante daling van het gasverbruik én een vermindering van de CO 2 -uitstoot van dat gasverbruik. Een cruciale voorwaarde daarbij is dat de luchte- missie van de nieuwe pers de vorige luchtemissie niet mocht overvleu- gelen, maar dat bleek allerminst het geval. Daarom werd beslist om de droogovens van de drie andere persen eveneens te vervangen door exemplaren met een geïntegreerde naverbrander. Dit gebeurde in de loop van 2023, met ingebruiknames op de volgende momenten: • Pers 1 op 1 augustus 2023 • Pers 2 op 19 december 2023 • Pers 3 op 9 december 2023 Gezien de data van ingebruikname is het niet abnormaal dat de positieve impact op het gasverbruik pas volle- dig duidelijk werd in 2024. 5.2.2. E2-1: BELEID TEN AANZIEN VAN VERONTREINIGING Het uitwerken van het emissiebeleid binnen de productie- en kantoorom- geving van Roularta Media Group is zo pragmatisch mogelijk aan- gepakt om wettelijke conformiteit te garanderen en tevens een duur- zame impact te realiseren. In eerste instantie vond een grondige inventa- risatie en analyse van de mogelijke emissiebronnen plaats, in overleg met interne en externe betrokkenen. Bovendien is er op regelmatige basis een over- leg met het overkoepelend wijkcomité van de vier betrokken wijken. In principe gebeurt dit jaarlijks of volgens noodzaak. Tijdens een wijkoverleg is ook de stad Roeselare vertegenwoordigd. Daarnaast is er ook tussentijds overleg wanneer nodig met de contactpersonen. Emissies kunnen tijdens het overleg ook aan bod komen maar vormden tot op heden nooit een pro- bleem. 5.2.2.1. WETGEVING Industriële bedrijven moeten voldoen aan regi- onale en nationale milieuwetgeving én aan internationale afspraken zoals de EU-richtlijnen voor luchtkwaliteit. De implementatie van een goed beleid vergt dan ook preventieve maatrege- len om emissies aan de bron te minimaliseren. Voegen we hieraan toe dat die normering zelf ook steeds strenger wordt. 5.2.2.2. MONITORING EN RAPPORTAGE Daarnaast moet het beleid worden ondersteund door een monitoring- en rapportagesysteem. Regelmatige metingen van emissies maken opvol- ging mogelijk, zodat kan worden bijgestuurd waar nodig. Door deze cijfers te communiceren, kiest Roularta Media Group voor een transparant en geloofwaardig beleid. Op gebied van luchtemis- sies zijn er enerzijds de geregelde metingen en analyses op de geleide emissiepunten en ander- zijds een onderbouwde berekening van de diffuse emissie. Beide zaken staan uitvoerig omschreven in de solventenboekhouding. 241 IM WE CREATE MEDIA WITH PACT CSRD VERSLAG 2024 CSRD VERSLAG 2024 240 243 IM WE CREATE MEDIA WITH PACT CSRD VERSLAG 2024 Deze berekening van de diffuse emissie is gebaseerd op de resulta- ten van een studie, uitgevoerd door het VITO i.s.m. Sitmae Consultancy, in opdracht van Aminal, Afdeling Algemeen Milieubeleid: ‘Solventricht- lijn en de Grafische sector’. In deze studie wordt o.a. een opzet van een solventboekhouding voor de sector van de heatsetrotatie voorgesteld. Deze is onder meer gebaseerd op ‘sectorkengetallen’ om verdamping e.d. in te schatten. Deze kengetallen worden geacht representatief te zijn voor de sector. Volgens de wettelijke bepalingen vanuit Vlarem zijn de geleide emis- siemetingen voor de naverbranders jaarlijks tenzij het resultaat hoger ligt dan 50% van de norm want dan moet het halfjaarlijks. De relevante diffuse emissies zijn de niet afgevangen emissies van vochtwateradditieven en van de rei- nigingsmiddelen. De hoeveelheden worden berekend aan de hand van de gebruikte hoeveelheden vochtwa- teradditieven en reinigingsmiddelen. Daarvan wordt berekend hoeveel solvent aanwezig is en hoeveel van deze aanwezige solvent wordt afge- voerd als afval. Van de hoeveelheid die overblijft wordt berekend hoeveel er werd afgevoerd naar de naver- branding (op basis van ventilatie luchtgroepen enerzijds en afzuig aan de machine anderzijds). Wat overblijft – en dus niet eindigt als afval of terechtkomt in de naverbrander – is de diffuse uitstoot. Merk op dat de metingen in de eerste plaats die- nen als leidraad voor mogelijke aanpassingen en verbeteringen. Stel dat er zich een technisch probleem voordoet dat zou kunnen leiden tot verhoogde emissies dan treden andere maatregelen in actie. Stel dat een naverbranderinstallatie zou uitvallen, dan valt de betrokken pers ook uit. Op vandaag is dat voor de magazinepersen één op één (elke pers heeft een onafhankelijke oven) maar tot vóór de oven- switch vielen de 3 persen uit bij een probleem met de grote naverbrander. Het beleid en de aanpak voor dergelijke incidenten is altijd en nog steeds klaar en duidelijk dat er geen on-naverbrande uit- stoot mag zijn. De goede verstandhouding met de buren en de zorg voor het milieu zijn daarvoor veel te belangrijk. Deze technische ingreep waarbij de persen auto- matisch uitvallen draagt er uiteraard toe bij dat er geen incidenten meer zijn waarbij mogelijks on-naverbrande lucht naar buiten zou kunnen ontsnappen. 5.2.2.3. BEWUSTWORDING Maar ook bewustwording speelt een belangrijke rol. Training van personeel en gerichte informatie- campagnes vergroten het inzicht in de voordelen van emissiereductie en de praktische stappen die nodig zijn om die te realiseren, wat ook het interne draagvlak voor het beleid versterkt. 5.2.2.4. DUURZAAMHEIDSDOELEN Tot slot is het essentieel om het emissiebeleid te integreren in de bredere duurzaamheidsdoe - len. Eén van de Sustainable Development Goals (SDG’s) die Roularta Media Group sinds een aantal jaren nastreeft en monitort, is SDG 13 (klimaatactie). Het bedrijf kiest hierbij resoluut voor een duurzamer energie- en grondstof - fenbeleid en streeft zo naar een significant kleinere ecologische voetafdruk, in het bijzonder CO 2 -neutraliteit in 2040 voor scope 1 en scope 2. 5.2.2.5. INTEGRALE AANPAK Een doordacht emissiebeleid binnen een indus- triële omgeving vereist een integrale aanpak, waarbij technische oplossingen, regelgeving en sociale betrokkenheid hand in hand gaan. Door continu te evalueren en bij te sturen, blijft het beleid effectief en toekomstbestendig. Inzake wettelijke conformiteit verwijzen we naar een aantal aangiftes en rapporteringen: • IMJV (integraal milieujaarverslag, jaarlijks in te sturen naar de bevoegde Vlaamse overheid): voor de site Roeselare zijn er rubrieken rond emissiewaarden (voor lucht en water), afvalstoffengegevens, de water- balans en het energieverbruik • Opstellen van een solventenboekhouding (jaarlijks, t.b.v. Vlaamse overheid) In het jaarverslag van de milieucoördinator worden alle zaken samengebracht en samen- gevat. Dit verplicht document wordt jaarlijks doorgenomen in het Comité voor Preventie en Bescherming op het Werk (CPBW) tijdens de overlegmeeting van april. 5.2.3. E2-2: MAATREGELEN EN MIDDELEN WAT BETREFT VERONTREINIGING Zoals reeds aangehaald vergt de implementatie van een goed beleid preventieve maatregelen om emissies aan de bron te mini- maliseren. Een niet onbelangrijke maatregel is een efficiënter gebruik van grondstoffen. In het kader van luchtemissies spreken we dan vooral over een efficiënt gebruik van de heatset-inkt. Zo kan je je bijvoor- beeld afvragen of het drukken van ‘zwart’ het gevolg is van een menge- ling van de vier kleuren of enkel van het gebruik van ‘zwarte’ inkt. Naast een efficiënt gebruik van de grondstoffen zijn er ook de nood- zakelijke beheersmaatregelen zoals filters en rookgasreiniging. Door te investeren in nieuwe technologieën, kan de emissie vaak ook structureel verminderen en zo zorgen voor een positief effect op het milieu én kos- tenbesparingen opleveren op lange termijn. Een voorbeeld hiervan is de stelselmatige vernieuwing van de naverbranders door betere installa- ties. 5.2.4. E2-3: DOELEN WAT BETREFT VERONTREINIGING Qua concrete doelstellingen op vlak van emissies vertrekt Roularta Media Group bij het gegeven dat de materiële risico’s zich situeren binnen het druk- kerijgebeuren en bij de vele wettelijke normen. De onderneming heeft haar doelstellingen rond emissies dan ook geformuleerd in functie van de emissies zelf en niet gericht op de stoffen die kunnen leiden tot die emissies. Deze doelen zijn jaarlijks terugkerende doelen en zijn bijge - volg niet gericht op het bereiken van een target tegen een bepaalde tijd. Roularta Media Group vertrekt van het gegeven dat elk jaar opnieuw dient gestreefd te worden naar het best moge - lijke resultaat op het vlak van emissies. Er is bijgevolg ook geen bijzonder actieplan geba - seerd op het bereiken van een termijndoel in de toekomst. Het actieplan is gericht op de actu - ele dagdagelijkse opvolging van de emissies. Daarbij wordt voortdurend gekeken welke potentieel betere technische oplossingen voorhanden zijn of welke duurzamere alter - natieven kunnen worden gerealiseerd. Een mooi voorbeeld hiervan is het elimineren van isopropylalcohol (IPA). In het vochtwater bevinden zich meestal stoffen die de opper - vlaktespanning beïnvloeden, zoals IPA en andere additieven. Deze vochtadditieven zor - gen ervoor dat de flinterdunne waterfilm in het vochtwerk en op de drukplaat intact blijft, ondanks de hoge omwentelingssnelheid en druk. In het jaar 2021 (nadat er in de context van de COVID-19-pandemie heel veel vraag was naar IPA) slaagde Roularta Media Group erin het gebruik van IPA als vochtwateradditief volledig uit te schakelen. Omdat er ondertus - sen ook een nog betere en fijnere afstelling op de machines mogelijk is, was het niet nodig om ter vervanging een ander product te gebruiken. CSRD VERSLAG 2024 242 245 IM WE CREATE MEDIA WITH PACT CSRD VERSLAG 2024 Roularta Media Group kijkt in dit verband naar zowel de Europese als de Belgische en vooral Vlaamse wetgeving en baseert haar doelstel- lingen op het inktverbruik. Het inktverbruik is tenslotte de basis voor alle andere vluchtige organische stoffen (VOS), zoals vochtwateraddi- tieven en reinigingsmiddelen. In deze is het niet onbelangrijk om op te merken dat niet alle sol- venten ‘verdampen’ en sommige solventen, die gewoon worden afgevoerd en nabehandeld (zie ook hoofdstuk E5), dus niet worden meegenomen in deze doelstelling. Het is vooral Vlarem II (en sinds 9 december 2024 Vlarem III) dat aan de basis ligt van een aantal meetverplichtingen. Het zijn deze metingen die worden getoetst aan de wettelijke emissiegrens- waarden. 5.2.4.1. EMISSIEGRENSWAARDEN De emissiegrenswaarde die Roularta Media Group tot op heden als doelstelling vooropstelt, is de verhouding tussen de totale emissiegrens- waarde en het inktverbruik uitgedrukt in een percentage. Niet enkel de geleide of de diffuse emissie wordt in rekening genomen maar de totale emissie en dat ten opzichte van het inkt- verbruik. Ongeacht of het inktverbruik zelf stijgt of daalt, moet altijd aan de emissiegrenswaarde worden voldaan. Deze verhouding mocht tot 8 december 2024 niet hoger liggen dan 10%. Sinds 9 december 2024 is 4% het plafond, een spectaculaire normver- strenging met in één klap meer dan 60%. Toch heeft Roularta Media Group als doel minstens 50% beter te doen dan de norm, ofwel 5% vóór 9 december en amper 2% sindsdien. Om het resultaat te berekenen worden de geleide emissies en de diffuse emissies opgeteld en dat resultaat wordt dan gedeeld door het totale inktverbruik. We stellen vast dat het resultaat voor 2024 gelijk is aan 1,05%. Dat is nog steeds ruim onder de onder- tussen geldende Vlarem III norm van 4% en we behalen ook de doelstelling om het minstens 50% beter te doen dan de norm. Merk op dat het resultaat van 2023 eveneens 1.05% bedroeg. We kunnen daaruit afleiden dat dit een zeer accurate indicator/ doelstelling is want ze kijkt niet naar de absolute cijfers maar naar de verhouding tussen 2 relevante parameters. Met name enerzijds de emissies en anderzijds het inkt- verbruik. 5.2.5. E2-4: VERONTREINIGING VAN LUCHT, WATER EN BODEM De metingen gebeuren door de interne dienst en worden bezorgd aan een extern bedrijf dat instaat voor het opstellen van de rappor- teringen. De metingen bestaan voornamelijk uit het bijhouden van de gebruikte volumes van producten. Deze wor- den jaar na jaar bijgehouden. De belangrijkste productgroepen die worden bij- gehouden zijn: • Inkten • Reinigingsmiddelen • Vochtwateradditieven Het aandeel van de reinigingsmiddelen bedraagt zo’n 10% van dat van de inkten, de vochtwaterad- ditieven landen verhoudingsgewijs op 2,5%. Zoals reeds aangehaald, verdampt niet alles. Waar dat bij inkten en vochtwateradditieven wel het geval is, verdampt slechts een derde van reini- gingsmiddelen. De overige twee derde bestaat uit vervuild solvent dat wordt opgehaald of vermengd zit met andere afvalstoffen, zoals poetsdoeken, die eveneens worden opgehaald voor verdere ver- werking. Enkel vluchtige substanties (geleid of diffuus) val- len onder de noemer ‘luchtemissie’. Opgevangen solvent niet. Hetzelfde geldt voor andere produc- ten die een solventrest bevatten (bv. poetsdoeken). Omdat er voor deze stoffen en producten evenmin sprake is van een afzonderlijke berekening, komen ze niet aan bod in de solventboekhouding. Water- en bodemverontreiniging zijn niet relevant voor Roularta Media Group en dus geen punt van discussie in dit rapport. 5.3. TOELICHTING EN RAPPORTERING M.B.T. E5 MATERIAALGEBRUIK, EEN CIRCULAIRE ECONOMIE EN AFVALSTROMEN In dit hoofdstuk worden het materiaalgebruik, de circulaire economie en in het bijzonder de afval- stromen besproken. 5.3.1. E2 IRO-1 Tijdens de DMA-oefening werden de risico’s van Roularta Media Group geëvalueerd in functie van duurzaamheid. Op basis van de scoring werd het gegeven afval in het drukproces en meer specifiek papierafval als een materieel gegeven beschouwd. Op zich is dat niet verwonderlijk, aangezien bij het drukproces van magazines, hoe efficiënt dat ook verloopt, steeds een volume aan papier verlo- ren gaat en rechtstreeks in de papierafvalstroom terechtkomt. 5.3.1.1. BRONNEN VAN PAPIERAFVAL De volgende bronnen van papierafval zijn van tel: • Het verlies van papier bij het voorbereiden van de papierbobijn aan de drukpers De papierrollen worden bij de fabrikant ingepakt in een verstevigde beschermende verpakking. De medewerker die de papierrollen voorbereidt (de ‘bobineur’), heeft een speciaal mes waarmee de verpakking verwijdert kan worden zonder te veel van het echte drukpapier te beschadigen. Deson- danks gaat er altijd een klein aandeel papier verloren. • Drukinschiet of opstartverlies bij het opstarten van de drukop- dracht Bij elke nieuwe drukopdracht moet de drukpers opnieuw op kleur komen, waardoor de eerste exemplaren nooit van voldoende hoge kwaliteit zijn. Het komt er in deze fase op aan om zo snel mogelijk de optimale kwali- teit te bereiken. Snelheid is werkelijk cruciaal omdat de drukpers zelf ook steeds sneller gaat draaien. • Snijafval bij de afwerking Bij het afwerken van een magazine worden de katernen verzameld in één magazine, dat dan nog langs drie zijden netjes ‘gesneden’ wordt. Snijafval is het gevolg en eveneens een belangrijke oorzaak van papier- verlies. Het verlies door drukinschiet en snij- afval wordt bepaald door een aantal parameters, waaronder: - De keuze van het papierformaat en de technische mogelijkheden van de drukpers - De grootte van de oplage (het aantal exemplaren) - De kwaliteit van het papier (kwaliteitsvol papier = minder papierbreuk = minder heropstart = minder papierverlies) - Het gebruik van technologie, zoals het inline kleurmeetsysteem dat de kleur op de pers automatisch meet en er meteen gedrukt kan worden - Onvoldoende bobijnrest Uitzonderlijk gaat er ook papier verloren op het einde van het drukproces, wanneer wordt vastge- steld dat de rest die nog op de bobijn overblijft niet opnieuw ingezet kan worden. Meestal wordt de bobijn opnieuw gestockeerd in het papiermagazijn en later hergebruikt. Bij heel specifieke papiersoorten die op vraag van een klant werden ingezet, blijft de bobijn toch nog een tijd in stock, vooraleer deze te verkopen (in het slechtste geval als papierafval). 5.3.1.2. DRIE GROEPEN AFVAL Papier is echter niet de enige vorm van afval. Dit hoofdstuk behandelt het totale volume aan afval, dat uiteenvalt in drie groepen: • Het afval dat rechtstreeks het gevolg is van het drukproces (bv. papier, inktafval, ontwikkel - vloeistof, oplosmiddelen, verpakkingen, ... ) • Het afval dat niet rechtstreeks het gevolg is van het drukproces en waarvan de hoeveelheid dus niet automatisch samenhangt met het volume drukwerk of drukorders (bv. ijzerafval van de oude droogovens, hout, batterijen, kabels, …) • Het afval van de burelen, inclusief het ‘een - malig afval’ ten gevolge van bijvoorbeeld een verhuis van een kantoor of een afdeling of een vernietiging van documenten na hun wettelijke bewaartermijn. (bv. papier, gemengd stedelijk afval of voedingsafval en verpakkingsmateri - aal.) CSRD VERSLAG 2024 244 247 IM WE CREATE MEDIA WITH PACT CSRD VERSLAG 2024 Roularta Media Group stelt alles in het werk om het volume aan afval zoveel mogelijk te beperken. Zo zijn overal in de drukkerij bordjes zichtbaar met daarop het opschrift: papier is een kostbare grondstof. Bij afvalbeheer is het tenslotte cruci- aal dat medewerkers dagelijks herinnerd worden aan de doelstellingen van het bedrijf. 5.3.2. E5-1: BELEID TEN AANZIEN VAN MATERIAALGEBRUIK EN CIRCULAIRE ECONOMIE Roularta Media Group hanteert het 3R-uit- gangspunt: Reduce (verminderen), Reuse (hergebruiken) en Recycle (recycleren). Een beleid dat al vele jaren duidelijk tot uiting komt binnen verschillende geledingen van het bedrijf. Niet alleen in de drukkerij is dat beleid belang- rijk maar ook in de kantooromgeving wordt dit beleid uitgerold. Zo is het aantal kantoorprinters gedaald, zijn de plastic bekers vervangen door stenen koffiekoppen, kennen de verwarming en koeling een optimale afstelling, kwamen er led- lampen in de plaats van gloeilampen, enz. Omdat het afvalbeleid in dit opzicht ook veel breder is dan enkel de drukkerij ligt de eind- verantwoordelijkheid hiervoor bij het Susco waardoor er voldoende aandacht is voor alle interne stakeholders. 5.3.3. E5-2: BELEID EN MIDDELEN INZAKE MATERIAALGEBRUIK EN CIRCULAIRE ECONOMIE Op vlak van materiaalgebruik en de circulaire economie is het credo wellicht: geen beleid zonder middelen. Niet voor niets kopte de persmededeling van 17 september 2024: “Roularta Printing investeert dit najaar in een extra energie-efficiënte installatie om magazines in duur- zame papieren wikkels te verpakken. Met deze investering anticipeert de drukkerij van Roularta Media Group op de uitfasering van plastic verpak- king en verstevigt ze haar positie als innovatieve, duurzame drukpartner voor binnen- en buitenlandse medi- atitels.” Daarmee werd verwezen naar een gespecialiseerd systeem voor het verpakken van magazines in papieren wikkels met een aanschaf- fingswaarde van 1,5 miljoen euro (Toelichting 15 in de jaarrekening– Machines). Een bijzonder traject heeft te maken met de aluminium drukplaten. Rou - larta Media Group koopt deze drukplaten niet aan maar betaalt de leverancier voor het gebruik ervan. Op die manier voert het bedrijf ze niet af als afval en is het de leverancier die bij een levering ook de oude pla - ten terug meeneemt voor recyclage. De fabricage van de platen valt wel onder E1 in scope 3, omdat Roularta Media Group dezelfde platen niet her - gebruikt maar er nieuwe ontvangt. Ook de warmterecuperatie bij de droogovens van de magazineper- sen is een voorbeeld van circulariteit waarbij zowel reduce (minder gas) als reuse (hergebruik warmte) aan bod komen. Om de warmte niet zomaar verloren te laten gaan, wordt ze ingezet voor het verwarmen van de burelen in Roeselare. De warmtewisselaars die nodig zijn om dat mogelijk te maken, werden geïnstalleerd bij het plaatsen van de nieuwe droogovens met geïntegreerde naverbranders. Het product met de grootste impact in het kader van “recycle”, blijft echter het papier zelf. Al het papier dat Roularta Media Group gebruikt voor de eigen titels is FSC- en/of PEFC-gecertificeerd en bovendien 100% recy- cleerbaar. En dan is er ook het bannen van plastic en het verduurzamen van de verpakking door het gebruik van paper wrap, wat een bespa- ring oplevert van 30 kilometer plastic folie per 100.000 exemplaren. Hierbij beseft Rou- larta Media Group wel dat de medaille ook een keerzijde heeft en dat het produceren van het papier voor dit type verpakking in bepaalde omstandigheden meer CO 2 -uitstoot veroor- zaakt. Tegelijk is Roularta Media Group ervan overtuigd dat het precies in het kader van E5 absoluut noodzakelijk is om zoveel moge- lijk plastic te vermijden. Het is dus zaak om een evenwicht te vinden tussen enerzijds de CO 2 -uitstoot voor de productie van de verpak- king en anderzijds de milieu-impact op vlak van afval en downstream-vervuiling. Waar Roularta Media Group al in 2022 en 2023 de eerste stappen ondernam wat de vervan- ging van plastic betreft, zette deze trend zich in 2024 door met titels als Libelle en Trends. Intussen zijn ook een aantal belangrijke nati- onale en internationale klanten, zoals The Economist, overgestapt op de papieren vari- ant. Een laatste maar daarom niet minder belangrijk item is natuurlijk geheel van geno- men maatregelen van de voorbije jaren in het kader van het optimaliseren van de afvalver- zameling, -stockage en -ophaling. In dat licht stelde Roularta Media Group een overzicht op van alle afvalstromen, recipiënten, afhaal- plaatsen en vereist intern transport, om zo een afval- en actieplan voor de organisatie van een efficiënt afvalpark te bekomen. Dit alles heeft de voorbije jaren geleid tot: • Afvaleilanden in de productieomgeving, met onder meer vaste plaatsen voor hou- ders en signalisatieborden met duidelijke kleurencodes • PMD- en papierverzamelpunten, ook in de kantooromgeving • Andere recipiënttypes voor specifieke afvalstromen • Een perscontainer met kipinrichting en geschikte rolcontainers • Extra containers in het afvalpark • Een overdekte opstelling voor KGA en andere kleiner afval (bv. lampen, lege bidons, …) • Een ruime, veilige wisselplaats voor containers en een geluidsberm die de lawaaihinder inperkt • Automatisatie afvoer van de inschiet van drukpersen via een ondergrondse trans- portband 5.3.4. E5-3: DOELEN WAT BETREFT MATERIAALGEBRUIK EN CIRCULAIRE ECONOMIE De doelstellingen inzake materiaalgebruik en de circulaire economie focussen enerzijds op de wetgeving en anderzijds op de aard en het gebruik van de grondstoffen. Wat betreft het voldoen aan de geldende wetge- ving gaat het om de wettelijke voorschriften rond het gebruik, maar ook om de regels met betrek- king tot de rapportering over dat gebruik en het bijhorende afvalbeheer. De voornaamste wetgeving omtrent afval zit ver- vat in het Besluit van de Vlaamse Regering van 17 februari 2012 tot vaststelling van het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen (Vlarema). In vb. artikel 4.3.2. staan de 29 afvalstromen vermeld die bedrijfsmatig selectief moeten inge- zameld worden. Maar daarnaast zijn er ook een aantal verplichte aangiftes zoals: • IMJV (integraal milieujaarverslag), jaarlijks tegen 15 maart in te dienen bij de bevoegde Vlaamse overheid • Aangifte van de afvalwaterparameters (debiet en vuillast) in functie van de jaarlijkse heffing, in te dienen bij VMM • Aangifte van verpakkingsafval van de secun- daire en tertiaire verpakkingen bij IVcie (via Val-I-Pac): - Preventieplan Verpakking t.b.v. IVcie, via sectorfederatie Febelgra. 3-jaren- plan met jaarlijkse evaluatie door Febelgra/ Fedustria. • Bijhouden van afvalstoffenregister met de gegevens van alle afvalophalers en -verwerkers • Bijhouden van register van periodiek onderhoud of vereiste EDTC-controles op basis van milieuvoorschriften (bv. tweejaarlijkse controle op de kathodi- sche bescherming van ondergrondse afvaltanks) Al deze verplichtingen vormen een eerste drijfveer om gericht een aantal zaken bij te houden of uit te voeren wat afval- stoffen betreft. Wat betreft de doelstellingen rond de aard en het gebruik van de grondstoffen werden een aantal specifieke targets bepaald (zie ook hoofdstuk 2): • Al het papier voor eigen activiteiten moet PEFC- of FSC-gecertificeerd zijn • Al de inkt moet Blue Angel-gecertifi- ceerd zijn • Minstens 80% van het papier moet worden aangekocht bij leveranciers die SBTi-gecertificeerd zijn • Minstens 50% van de inkt moet wor- den aangekocht bij leveranciers die SBTi-gecertificeerd zijn De resultaten van bovenstaande doelstel- lingen zijn te vinden onder hoofdstuk 3 “Resultaten targets en KPI’s 2024”. Op het vlak van recycleerbaarheid werden tot op heden geen concrete targets bepaald maar uit de cijfers die in het hoofdstuk hierna worden besproken blijkt dat meer CSRD VERSLAG 2024 246 249 IM WE CREATE MEDIA WITH PACT CSRD VERSLAG 2024 dan 95% van de materiaaluitstromen gerecycleerd wordt. Bovendien noteren we dat het ‘gevaarlijk’ afval beperkt is tot minder dan 1% van het totaal. Wanneer we vergelijken met de voorgaande jaren dan is dat eigenlijk een constante. Tot slot ligt de focus qua afvalbeheer minder op niet-gevaarlijke materialen, omdat die gepaard gaan met niet-gevaarlijk afval maar vooral op gevaarlijk afval en de mogelijke impact daarvan op het milieu. Het is ook niet verwonderlijk dat binnen de scope 3.5. ’uitstoot als gevolg van de verwerking productieafval’ het grootste aandeel in emissies niet afkomstig is van papier maar wel van de andere soorten afval.(zie hoofdstuk 5.1.9.1.8) 5.3.5. E5-5: MATERIAALUITSTROMEN Hiernaast de tabel met het overzicht afval uit eigen operaties uitgedrukt in ton. Voor de berekening van de hoeveelheid werd gebruik gemaakt van de concrete data van de ophalingen door de diverse leveranciers met uit- zondering van het kantoor Sint-Denijs-Westrem (Kortrijksesteenweg 104) waarbij gebruik werd gemaakt van een proportionele berekening ver- trekkend van het volume afval van de kantoren van BMC (Raketstraat 40, Haren) en met uitzondering van het afval voor de Duitse burelen waar geen specifiek data werd gebruikt maar werd gewerkt met een aanname op basis van FTE ten opzichte van Roularta Media Nederland (om geen vertekend beeld te krijgen ten gevolge van de drukkerij-acti- viteiten) 6. S = SOCIAL 6.1. TOELICHTING EN RAP- PORTERING M.B.T. SOCIALE AANGELEGENHEDEN: S1 - EIGEN PERSONEEL In dit hoofdstuk komen de sociale aspecten van het ESG-model aan bod. Dat luik kent vier onderdelen: • S1: het eigen personeel • S2: het personeel in de waardeketen (voorna- melijk de leveranciers) • S3: de maatschappij in het algemeen (vooral groepen, culturen en gemeenschappen) • S4: consumenten en eindgebruikers, een groep die bij Roularta Media Group uiteenvalt in B2B-klanten (opdrachtgevers, adverteerders, …) en B2C-klanten (lezers, surfers, kijkers, luis- teraars, …) De DMA situeerde de aandachtspunten voor Rou- larta Media Groep vooral onder de onderdelen S1 en S4, met een bijkomend entiteitspecifiek item voor S3. 6.1.1. SBM-3: MATERIËLE IMPACTEN, RISICO’S EN KANSEN EN DE WISSELWERKING MET STRATEGIE EN BUSINESSMODEL Uit de dubbele materialiteitsanalyse bleek dat de thema’s ‘diversiteit’ en ‘het aantrekken en behouden van werknemers’ materieel zijn voor het volledige personeelsbestand van Roularta Media Group, en dus niet louter voor bepaalde (minderheids)groepen of specifieke activiteiten binnen de organisatie. Het vaste personeelsbestand van Roularta Media Group telt per 31 december 2024 1268 mensen over België en Nederland. Daarnaast doet Roularta Media Group een beroep op freelancejournalisten, -grafici en -fotografen voor het aanleveren van kwalitatieve content in België en Nederland. 6.1.1.1. IMPACT TRANSITIEPLANNEN De verwachting op heden is dat de transi- tieplannen gericht op het verminderen van negatieve milieueffecten, het vergroenen van activiteiten en het realiseren van klimaatneu- traliteit (E1) geen materiële gevolgen zullen hebben voor het eigen personeel. 6.1.1.2. INCLUSIEF PERSONEELSBELEID Roularta Media Group hanteert een inclu- sief personeelsbeleid met als doel talentvolle medewerkers 1 aan te trekken en aan boord te houden. De onderneming is ervan overtuigd dat een representatief personeelsbestand haar het beste wapent tegen de uitdagin- gen van een zeer competitieve mediawereld. Tegelijk krijgt het principe van diversiteit op zich veel aandacht, waarbij het tevens streeft naar een efficiënte samenwerking in een context van persoonlijke verschillen. Die basisfilosofie speelt niet alleen een rol bij de instroom van nieuwe medewerkers, maar ook bij de verdere doorstroom, groei en ontwikke- ling van de huidige personeelsleden. Roularta Media Group weet dat een divers en inclusief personeelsbeleid leidt tot meer motivatie, betere performantie en duurzame vooruit- gang. Wanneer we de materiaaluitstroom van Roularta Media Group een beetje meer in detail bekijken volgens de drie groepen afval die we beschreven in hoofdstuk 5.3.1.2 hierboven en de cij- fers van de tabel ‘vertalen’ naar die drie groepen dan kunnen we de volumes als volgt opdelen: ➜Uitstroom rechtstreeks gelieerd aan drukkerij-productie volume: meer dan 94% ➜ Uitstroom drukkerij-activiteit maar onafhankelijk van productie: iets meer dan 2% ➜ Uitstroom burelen: minder dan 5% Wanneer we kijken naar het soort afval, dan vallen eigenlijk maar twee cijfers op: ➜ In de eerste plaats papier dat goed is voor meer dan 95% van het niet-gevaarlijk en recycleerbaar afval. Voor de oorzaak van dit grote volume aan papierafval: zie hoofd- stuk 5.3.1.1 hierboven. ➜ En in de tweede plaats het ‘gevaarlijk afval’ dat slechts 0,73% vertegen- woordigt van het totaal afvalvolume. We kunnen bijgevolg besluiten dat Rou- larta Media Group, omwille van de aard van haar drukkerij-activiteiten een niet onbelangrijke hoeveelheid ‘afval’ gene- reert maar bij nader inzien bestaat dit hoofdzakelijk uit papier (zie ook hiervoor hoofdstuk 5.3.1.1 ‘bronnen van papieraf- val’) en bovendien wordt meer dan 95% van dat afval gerecycleerd. OVERZICHT UIT EIGEN OPERATIES HOEVEELHEDEN IN TON Gevaarlijk afval toegeleid naar verwijdering 59,56 voor verbranding 13,97 voor stort 0,00 voor andere behandeling 45,58 Gevaarlijk afval dat werd omgeleid van verwijdering 7,04 voor voorbereiding hergebruik 0,22 voor recycling 6,82 voor andere nuttige toepassing(en) 0,00 Niet-gevaarlijk afval toegeleid naar verwijdering 364,58 voor verbranding 100,17 voor stort 1,58 voor andere behandeling 262,83 Niet-gevaarlijk afval dat werd omgeleid van verwijdering 8630,94 voor voorbereiding hergebruik 3,48 voor recycling 8627,46 voor andere nuttige toepassing(en) 0,00 Totale hoeveelheid niet-gerecycleerd afval 427,84 Percentage niet-gerecycleerd afval 4,72 Totale hoeveelheid gerecycleerd afval 8634,28 Totale hoeveelheid gevaarlijk afval 66,60 Totale hoeveelheid radioactief afval 0,00 Totale hoeveelheid niet-gevaarlijk afval 8995,52 Algemeen totaal 9062,12 1 Onder medewerkers worden verstaan: personen met een arbeidscontract, stagiairs, uitzendkrachten en freelancers. CSRD VERSLAG 2024 248 In het kader van de huidige ‘war for talent’ is het essentieel dat Roularta Media Group zich onderscheidt als een aantrekkelijke werkgever. Het aantrekken en behouden van talentvolle werknemers is cruciaal voor het mediabedrijf en dat om verschillende redenen. Allereerst zorgt een sterk en getalenteerd team voor de creatie van hoogwaardige journalis- tieke producten en mediaproducten, wat de concurrentiepositie versterkt en groei en inno- vatie mogelijk maakt. Talentvolle medewerkers brengen nieuwe ideeën en perspectieven aan die essentieel zijn om de strategische wend- baarheid en capaciteit om in te spelen op veranderende marktomstandigheden en tech- nologische ontwikkelingen te garanderen. Daarnaast draagt een hoge retentiegraad bij tot een stabiele en productieve werkomge- ving. Het terugdringen van personeelsverloop helpt om de kosten van werving en training van nieuwe medewerkers te minimaliseren. Dit stelt Roularta Media Group in staat om meer te investeren in de ontwikkeling en het welzijn van de huidige medewerkers, wat hun betrok- kenheid en tevredenheid verder vergroot. Een betrokken en tevreden team leidt tot een hogere productiviteit, betere samenwerking en uiteindelijk betere resultaten voor het bedrijf. Het aantrekken en behouden van talentvolle werknemers is dus niet alleen een operationele noodzaak, maar ook een strategische prio- riteit die bijdraagt aan de groei, innovatie en duurzaamheid van het mediabedrijf. Het biedt Roularta Media Group de kans om haar doelen te bereiken en haar missie te vervullen, terwijl ze een positieve impact heeft op haar medewerkers en de bredere gemeenschap. 6.1.2. S1-1: BELEID TEN AANZIEN VAN EIGEN PERSONEEL Roularta Media Group hecht veel belang aan het waarborgen van de rechten en het welzijn van haar medewerkers. Ze erkent de fundamentele mensenrechten zoals vastgelegd in de UN Guiding Principles on Business and Human Rights (UNGP’s), in de Verklaring van de Internationale Arbeidsor- ganisatie (IAO) inzake fundamentele principes en rechten op het werk, en in de OESO-richtlijnen voor Multinationale Ondernemingen. 6.1.2.1. BASISAFSPRAKEN Deze principes vormen de basis van het beleid en de bedrijfsvoering van Roularta Media Group. De basisafspraken zijn opgenomen in het arbeids- reglement, alsook voor België in een globaal preventieplan en voor Nederland in een risi- co-inventarisatie. Een belangrijk onderdeel zijn de beleidslijnen met betrekking tot de klokken- luidersprocedure, conform de Europese richtlijn 2019/1937 en aangevuld met het beleid rond ver- trouwenspersonen. De verantwoordelijkheid voor de uitvoering van dit beleid ligt bij het executive management committee bestaande uit de CEO, de COO, de voorzitter, de directeur Human resources en de CFO. Dit beleid geldt voor alle medewerkers 2 . 6.1.2.2. KLOKKENLUIDERSPROCEDURE EN VERTROUWENSPERSONEN Bij Roularta Media Group wordt de klokken- luidersprocedure en het systeem met vertrou- wenspersonen, die vaste medewerkers van de organisatie zijn, gezien als cruciale instrumenten voor het waarborgen van een veilige en respectvolle werkomgeving waarin medewerkers zich gesteund voelen om problemen of misstanden te mel - den. Zo onderstreept Roularta Media Group haar toewijding aan het res- pecteren en het beschermen van de mensenrechten van al haar mede- werkers en haar streven naar een inclusieve en rechtvaardige werk- cultuur. Deze aanpak draagt dan ook direct bij aan de essentiële pijlers van het mensenrechtenbeleid: 6.1.2.2.1. EERBIEDIGING VAN MENSENRECHTEN EN ARBEIDSRECHTEN De klokkenluidersprocedure biedt medewerkers een vertrouwelijk en toegankelijk kanaal om zorgen te uiten over mogelijke schendingen van mensen- of arbeidsrechten. Vertrouwenspersonen spelen hierbij een sleutelrol door te luisteren, te ondersteunen en passende vervolg- stappen te coördineren, wat zorgt voor een directe bescherming en handhaving van de rechten van alle medewerkers. 6.1.2.2.2. BETROKKENHEID VAN MEDEWERKERS Door vertrouwenspersonen uit het eigen personeelsbestand aan te stellen, versterkt Roularta Media Group de verbinding met haar mede- werkers. Deze vertrouwenspersonen fungeren als laagdrempelige con- tactpunten die een brug slaan tussen het personeel en het management. Dit bevordert de dialoog en geeft medewerkers een actieve stem in het verbeteren van arbeidsomstandig- heden en mensenrechtenpraktijken. 6.1.2.2.3. HERSTELMAATREGELEN VOOR MENSENRECHTENIMPACT De combinatie van een goed func- tionerende klokkenluidersprocedure en de inzet van vertrouwensperso- nen maakt het mogelijk om snel te reageren op mogelijke schendin- gen van mensenrechten binnen de organisatie. Door gerichte acties te ondernemen en herstelprocessen te faciliteren, waarborgt Roularta Media Group dat eventuele nega- tieve impact op medewerkers tijdig wordt aangepakt en waar nodig her- steld. 6.1.2.3. DISCRIMINATIEBELEID Naast het klokkenluidersbeleid beschikt Roularta Media Group over een specifiek beleid om discrimi- natie (met inbegrip van intimidatie) uit te bannen en gelijke kansen te stimuleren. Het HR-departement is verantwoordelijk voor de onderteke- ning van het ‘duurzaamheid Happie engagement’ door elke werknemer. Hierbij verklaart de werknemer om mee te bouwen aan een betere wereld voor morgen, onder het motto ‘One Team, One Family, One Planet’. De werknemer erkent zich te gedragen volgens de HAPPIE-principes, waar- bij elke letter staat voor een uniek aspect van de bedrijfscultuur. De letter A bestrijdt discriminatie in de breedste zin van het woord: ras en etnische afkomst, huidskleur, gender, seksuele geaardheid, genderidentiteit, beperking, leeftijd, religie, poli- tieke overtuiging, nationale afkomst of sociale afkomst, of andere vormen van discriminatie die onder Uniewet- en -regelgeving en nationale wet- geving vallen. 6.1.2.4. AANTREKKELIJKE WERKGEVER Roularta Media Group profileert zich als een aan- trekkelijke werkgever via een breed scala aan initiatieven: Roularta Media Group Ambassadeurs, een zorgvuldig uitgewerkt onboarding-proces, Fun@Work-activiteiten, Roularta Media Group Academies en de HAPPIE-principes gericht op zinvolle bijdragen, respect, vertrouwen, initiatief en innovatie. Door deze elementen centraal te stellen in zijn personeelsbeleid, slaagt het bedrijf erin niet alleen toptalent aan te trekken, maar ook een werkomgeving te creëren waarin medewer- kers zich thuis voelen en optimaal kunnen groeien binnen de organisatie. Dit engagement zag zich vertaald in een mooie erkenning: in 2024 werd Roularta Media Group door Randstad Research uitgeroepen tot meest aantrekkelijke werkgever van West-Vlaanderen en behaalde het de 8ste plaats in Vlaanderen. Belangrijk om weten is dat er vandaag geen sluitende uniformiteit is tussen de procedures en beleidslijnen in België en in Nederland. De voornaamste oorzaak schuilt in de aanwezige 2 Onder medewerkers worden verstaan: personen met een arbeidscontract, stagiairs, uitzendkrachten en freelancers. 251 IM WE CREATE MEDIA WITH PACT CSRD VERSLAG 2024 CSRD VERSLAG 2024 250 253 IM WE CREATE MEDIA WITH PACT CSRD VERSLAG 2024 cultuurverschillen (en uiteraard in de wettelijke verschillen en in het feit dat een aantal beleidslij- nen ook de goedkeuring van de ondernemingsraad vergen, geen evidentie in het licht van die cul- tuurverschillen). Het is dus perfect mogelijk dat de afspraken omtrent thuiswerk in België funda- menteel verschillen van de afspraken rond hybride werken in Nederland. Hoe dan ook bestaan zowel in België als in de Nederland de nodige procedures om te waarborgen dat het welzijn van het eigen personeel centraal staat. 6.1.2.5. INTRANET De procedures en beleidslijnen worden via de intranetpagina en in verschillende talen beschik- baar gesteld aan de medewerkers. Ook worden ze op de hoogte gebracht van deze beleidslijnen door middel van diverse trainings- en communi- catie-initiatieven. 6.1.3. S1-2: PROCESSEN OM MET EIGEN PERSONEEL EN WERKNEMERSVERTEGENWOORDIGERS TE OVERLEGGEN OVER IMPACTEN De open en transparante bedrijfscultuur van Roularta Media Group bevordert een sterke betrok- kenheid van haar medewerkers. Daarbij is plaats voor zowel informele als formele communicatie, met in het informele luik frequente één-op-één- gesprekken tussen managers en medewerkers, teamvergaderingen en andere overlegmomenten. Op formeel vlak verzamelt het HR-departement op gestructureerde wijze feedback, via de jaar- lijkse medewerkerstevredenheidsenquête, een specifieke enquête over het onboarding-proces en een suggestiebox waarin medewerkers vrijuit uiteenlopende onderwerpen kunnen aankaarten. Deze mix van open communicatie en regelmatige feedback stelt Roularta Media Group in staat om voortdu- rend in te spelen op de behoeften en ideeën van haar medewerkers en de werkomgeving te optimaliseren. De verantwoordelijkheid voor deze over- legvormen berust bij de directeur Human resources. Elke derde donderdag van de maand voorziet Roularta Media Group een Catch-Up. In deze webinar krijgt de medewerker een stand van zaken over lopende projecten en kan de mede- werker hier ook vragen over stellen. De processen omtrent loopbaan- ontwikkeling bevorderen check-ins tussen managers en medewerkers. Er worden jaarlijks reflectiegesprekken georganiseerd, met daarin aandacht voor de groei, prestaties en toekomst van de medewerkers. Tot slot overlegt Roularta Media Group maandelijks met de ondernemingsraden. 6.1.4. S1-3: PROCESSEN VOOR HERSTEL VAN NEGATIEVE IMPACTEN EN KANALEN VOOR EIGEN PERSONEEL OM ZORGEN KENBAAR TE MAKEN Roularta Media Group zet zich in voor waardig werk, zoals beschre- ven in SDG 8, en creëert een veilige werkomgeving waarin medewerkers zich gehoord en gesteund voelen. Medewerkers kunnen eventuele zorgen anoniem melden via de klokkenluidersprocedure, waarbij interne vertrouwenspersonen (die zijn gebonden door confidentialiteit) een belangrijke rol spelen om de drempel tot melden te verlagen. De interne vertrouwenspersonen bekleden geen manage- mentfunctie, wat bijdraagt aan de toegankelijkheid voor medewerkers. 6.1.4.1. WAT IS KLOKKENLUIDEN? De definitie van klokkenluiden luidt als volgt: “Het bekendmaken door huidige of voormalige mede- werkers van illegale, immorele of niet-legitieme praktijken in een werkgerelateerde context die onder de controle vallen van hun werkgever of opdrachtgever.” 6.1.4.2. ONDERSTEUNING VOOR KLOKKENLUIDERS Roularta Media Group erkent de waarde van klok- kenluiders. Hun meldingen stellen het bedrijf in staat om wangedrag actief op te sporen, te onder- zoeken en maatregelen te nemen om dergelijke praktijken in de toekomst te voorkomen. Zon- der deze meldingen zou dergelijk gedrag mogelijk onopgemerkt blijven. 6.1.4.3. MELDKANALEN Het bedrijf moedigt medewerkers aan om wan- gedrag in eerste instantie te melden via de gebruikelijke hiërarchische kanalen, zoals hun directe leidinggevende of opdrachtgever. Als dit geen optie is, kunnen medewerkers terecht bij interne vertrouwenspersonen of de preventieadvi- seur psychosociaal welzijn (PAPS). Ook meldingen via externe kanalen zijn mogelijk. 6.1.4.4. BESCHERMING VAN VERTROUWELIJKHEID De identiteit van de klokkenluider en van de in de melding via een intern kanaal vernoemde betrok- ken (derde) partijen zal te allen tijde worden beschermd en vertrouwelijk worden gehouden. 6.1.4.5. RAPPORTERING EN OPVOLGING De interne meldkanalen rapporteren minimaal eenmaal per jaar geanonimiseerd aan de pre- ventiedienst. Deze rapportages omvatten een overzicht van de ontvangen meldingen, het onderzoek ervan en de genomen acties, zonder de identiteit van de betrokkenen prijs te geven. Alle meldingen, zowel formeel als informeel, worden opgenomen in het jaarverslag van de preven- tiedienst, inclusief de daaropvolgende acties. De meldingen in Nederland, afkomstig van een externe vertrouwenspersoon, worden jaarlijks geanonimiseerd opgenomen in de rapportage aan de organisatie. Dit beleid is geïntegreerd in het arbeidsreglement. Door ondertekening van het reglement verklaren de werknemers van Roularta Media Group op de hoogte te zijn van deze richtlijnen. 6.1.5. S1-4: ACTEREN OP MATERIËLE IMPACTEN OP EIGEN PERSONEEL, EN BENADERINGEN OM WAT EIGEN PERSONEEL BETREFT MATERIËLE RISICO’S TE BEHEERSEN EN MATERIËLE KANSEN TE BENUTTEN, EN DE EFFECTIVITEIT VAN DIE MAATREGELEN 6.1.5.1. DIVERSITEIT Roularta Media Group zet zich actief in voor een inclusieve en diverse werkomge- ving, waar alle medewerkers gelijke kansen krijgen om te groeien en te excelleren. Een inspirerend voorbeeld hiervan is Sidney Taverne, die met trots het motto ‘Girl Power bij Rou- larta Printing’ belichaamt. Op amper 19-jarige leeftijd maakt ze al deel uit van het vaste team aan de Lithoman 72. Studeren deed Sidney aan het VTI in Brugge, waarna ze afzwaaide in de richting Print Media. Haar verhaal illustreert het potentieel en de ambi- tie die Roularta Media Group graag ondersteunt: een jonge talentvolle vrouw die schittert aan de Roese- laarse drukpers. Om diversiteit en inclusie verder te bevorderen, organiseert Roularta Media Group regelmatig fun@ work-evenementen. Een voorbeeld is ‘Een avondje met #Straffemadam- men’, een evenement op Internationale Vrouwendag gericht op vrouwen binnen de organisatie. Met dit soort acties blijft Roularta Media Group niet alleen streven naar een diverse werkvloer, maar ook naar een cultuur waarin iedereen zich gewaardeerd en betrokken voelt. De inspanningen worden meetbaar gemaakt via concrete doelstellingen, zoals het organiseren van een mini- mum aantal fun@work-sessies (zie ook hoofdstuk S1-5). Met het oog op 2025 engageert Roularta Media Group zich om de reeds geboekte vooruitgang verder te versterken. Het bedrijf blijft zich actief richten op het bevorderen van een diverse en inclusieve werkomgeving, waarin iedereen gelijke kansen krijgt om bij te dragen en te groeien. 6.1.5.2. AANTREKKEN EN BEHOUDEN VAN WERKNEMERS De organisatie volgt een uitdagend innovatie- traject (zie ook onderwerp Digitale innovatie) en wil haar positie als marktleider in het magazine- landschap blijven verzekeren. Daarom wordt sterk ingezet op digitalisering, innovatie en nieuwe ver- dienmodellen. Het aantrekken van nieuw talent en het stimuleren van medewerkers om zich ver- der te ontwikkelen in een aangename, familiale omgeving met aandacht voor welzijn, continue opleiding en respect voor elkaars eigenheid, zijn daarbij prioritair. Om nieuw talent te vinden, lanceerde Roularta Media group in 2024 de employer branding-cam- pagne ‘Ready to create media with impact? Press to switch!’, met de focus op jonge, digitale profielen die houden van een uitdaging. Hun – voornamelijk digitale – skills zijn broodnodig om samen met de IT-, data- en marketingteams te bouwen aan het medialandschap van morgen. Een doordachte en goed uitgewerkte aanwer- vingsprocedure is cruciaal voor het aantrekken van talent. Klemtonen daarin zijn rekening houden met de volledige candidate journey, de betrok- kenheid van de desbetreffende business unit en een professionele aanpak. Het onboarding-pro- ces wordt jaarlijks geëvalueerd en waar nodig CSRD VERSLAG 2024 252 255 IM WE CREATE MEDIA WITH PACT CSRD VERSLAG 2024 bijgestuurd op basis van een tevreden- heidsenquête. De tevredenheidsscore hiervan wordt gemonitord als een spe- cifieke doelstelling (S1-5). In 2024 werd een nieuw opleidings- initiatief geïntroduceerd, waarbij elke bediende recht heeft op drie dagen training. Dat biedt meer kansen voor persoonlijke en professionele groei en geeft medewerkers de kans hun vaardigheden verder te ontwikkelen. Het aantal uren training geldt daar- bij als een nauwkeurig op te volgen doelstelling. Aansluitend is ook het Erasmus-traject een uniek initiatief dat bijdraagt tot individuele groei en ontwikkeling. Hierbij krijgen de mede- werkers de kans om een dagje mee te draaien op een andere afdeling. Roularta Media Group investeert op continue basis in nieuwe faciliteiten voor haar medewerkers. Zo werd in oktober 2024 de nieuwe bar Jos in BMC offici- eel geopend. Dit is een multifunctioneel restaurant waar zowel eigen medewer- kers als bezoekers van ’s morgens tot ’s avonds welkom zijn. Ingericht met een sanitair blok, een magazinedisplay, hoge tafels, ronde tafels en terrastafels, een projectiescherm, microgolfovens, een koffiebar en waterdispenser, is het de plek bij uitstek om te connecteren. In samenwerking met Food&I kunnen de medewerkers er bovendien rekenen op een eigen chef, die elke dag een dag- schotel op tafel tovert. Om de impact van al deze acties te meten, wordt het aantal aanwervingen en de uitstroom jaarlijks geregistreerd en geana- lyseerd. Met het oog op de toekomst blijft de orga- nisatie investeren in het ontwikkelen van de talenten en vaardigheden van haar mede- werkers, zodat zij zich kunnen ontplooien en optimaal bijdragen aan het succes van de organisatie. 6.1.6. S1-5: DOELEN WAT BETREFT HET BEHEERSEN VAN MATERIËLE NEGATIEVE IMPACTEN, HET BEVORDEREN VAN POSITIEVE IMPACTEN EN HET BEHEERSEN VAN MATERIËLE RISICO’S EN KANSEN Jaarlijks stelt het Sustainability Committee (Susco) concrete doelen vast om Rou- larta Media Group verder te laten groeien als duurzaam bedrijf. Dit comité bestaat uit elf gemotiveerde medewerkers, waar- onder managers, leden van het Executive Management Committee, freelancers en personen met een arbeidscontract. Hier- door wordt een diverse groep binnen het bedrijf vertegenwoordigd. Niet het volledige personeelsbestand is direct betrokken bij het formuleren van de targets. Het comité komt om de twee maanden samen. Tijdens deze bijeenkomsten worden duurzaam- heidstargets geformuleerd, geëvalueerd en bijgesteld, afhankelijk van de prestaties van het bedrijf. Waar nodig worden verbeterin- gen voorgesteld om de duurzame ambities van de organisatie te versterken. Voor 2024 zijn de volgende duurzaamheids- targets vastgesteld: 6.1.6.1. DIVERSITEIT Over de hele organisatie vinden jaarlijks min- stens vijftien verschillende fun@work-sessies plaats. De fun@work-initiatieven ondersteunen een werkomgeving waarin samenwerking, diver- siteit en inclusie centraal staan. De sessies zijn gericht op het versterken van de team- geest en het welzijn van medewerkers, wat bijdraagt aan een positieve werkervaring en een sfeer van onderlinge ondersteuning en motivatie. Deze doelstelling wordt jaarlijks geëvalueerd en zal over de jaren heen dezelfde blijven. Zie hoofdstuk 3 “Resultaten targets en KPI’s 2024” voor de resultaten. 6.1.6.2. AANTREKKEN EN BEHOUDEN VAN WERKNEMERS • Nieuwe medewerkers in België geven het onboarding-proces een tevredenheids- score van 90% 3 Een positief onboarding-proces zorgt ervoor dat nieuwe medewerkers zich welkom en onderdeel van het team voelen, ongeacht hun achtergrond. Dat sluit enerzijds aan bij het streven van Roularta Media Group om een inclusieve werkplek te creëren, waar diversiteit wordt gevierd en discriminatie en pestgedrag actief worden bestreden, en anderzijds bij het streven naar werknemersretentie. Deze doelstelling wordt jaarlijks geëvalueerd en zal over de jaren heen dezelfde blijven. Zie hoofdstuk 3 “Resultaten targets en KPI’s 2024” voor de resultaten. Vanaf 2025 zal deze target worden uitgebreid naar Nederland. • Per vaste werknemer in België bedraagt de opleidingsduur over een periode van drie jaar gemiddeld 18 uur. Door in de professionele ontwikkeling van mede- werkers te investeren, toont Roularta Media Group haar ambitie om ieders vaardigheden en kennis voortdurend te verbeteren. Zo gaat de werktevredenheid erop vooruit en worden medewerkers gemotiveerd om langer aan boord te blijven. Groeikansen gaan dan ook hand in hand met positieve werkervaringen en creëren een gevoel van waardering en steun. Tegelijk is dit beleid een krachtig argument bij het aantrekken van nieuw talent, van mensen die op zoek zijn naar een werkgever die hun groei en loopbaanontwikkeling serieus neemt. Zie hoofdstuk 3 “Resultaten targets en KPI’s 2024” voor de resultaten. 2022 geldt daarin als basisjaar. Vanaf 2025 zal de target worden uit- gebreid naar Nederland. 6.1.6.3. OVERKOEPELENDE TARGETS • Eén jaar na aanwerving is 90% van de vaste werknemers nog in dienst, twee jaar na aanwerving 80% en drie jaar na aanwerving 75%. Deze doelstelling sluit naadloos aan bij het stre- ven naar het behouden van werknemers. 3 Onder medewerkers worden verstaan: personen met een arbeidscontract, stagiairs, uitzendkrachten en freelancers. Deze doelstelling wordt jaarlijks geë- valueerd en zal over de jaren heen dezelfde blijven. Zie hoofdstuk 3 “Resultaten targets en KPI’s 2024” voor de resultaten. • De minimumscore van de jaarlijkse medewerkerstevredenheidsen- quête bedraagt 75%. Deze minimumdoelstelling is gebaseerd op de gemiddelde werknemerste- vredenheidsscore in België (volgens onderzoek van SECUREX). Door deze maatstaf te hanteren, kan de organi- satie objectief vaststellen of ze op het juiste niveau presteert. De medewerkerstevredenheids- enquête wordt verstuurd naar alle medewerkers binnen Rou- larta Media Group. De vragenlijst, met ook specifieke vragen over de HAPPIE-principes, biedt waardevolle inzichten over hoe medewerkers hun werkomgeving ervaren en helpt bij het meten van de impact van het beleid en de initiatieven op vlak van diversiteit en inclusie. De koppeling van de enquête met de HAPPIE-principes zorgt ervoor dat de resultaten direct aansluiten bij de kernwaarden van de organisatie en het beleid. Zo is het een waardevol instru- ment om de effectiviteit van genomen acties te evalueren en waar nodig ver- beteringen door te voeren. CSRD VERSLAG 2024 254 257 IM WE CREATE MEDIA WITH PACT CSRD VERSLAG 2024 Deze doelstelling wordt jaarlijks geëvalueerd en zal over de jaren heen dezelfde blijven. Zie hoofdstuk 3 “Resultaten targets en KPI’s 2024” voor de resultaten. 73% heeft de enquête inge- vuld. 6.1.7. S1-6: KENMERKEN VAN DE WERKNEMERS VAN DE ONDERNEMING 6.1.7.1. METHODOLOGIE EN ASSUMPTIES Tenzij anders vermeld, worden alle gegevens in dit verslag gerapporteerd in functie van het aantal personeelsleden (= headcount) per 31 december 2024. De data hebben uitsluitend betrekking op werknemers met een arbeids- overeenkomst bij Roularta Media Group (zie ook hoofdstuk 4.3.1.2.4 van de algemene toelichtin- gen). Activiteiten die in 2024 zijn afgestoten, worden niet meegenomen in de rapportage. De verdeling van werknemers per land of regio is gebaseerd op de juridische entiteiten die hen tewerkstellen. Het gender van een werknemer komt voort uit de zelf en via de identiteitskaart verstrekte informatie. De noemer van de bere- kening van het personeelsverloop is het totale personeelsbestand op 31 december 2024. Bij de rapportage van werknemerskenmerken zijn geen schattingen toegepast. Vergelijkende cijfers worden niet gerappor- teerd, aangezien 2024 het eerste jaar is waarin Roularta Media Group rapporteert onder de CSRD-richtlijnen. 6.1.7.2. WERKNEMERSKENMERKEN Aantal personeelsleden volgens gender Gender Aantal personeelsleden Man 648 Vrouw 620 Overig * 0 Niet gerapporteerd 0 Werknemers (totaal) 1268 Gender zoals opgegeven door de werknemers zelf Aantal personeelsleden per land Land Aantal personeelsleden België 1014 Nederland 254 Aantal personeelsleden volgens contractduur Vrouw Man Overig * Niet gerapporteerd Totaal Contract van onbepaalde duur (aantal personeelsleden) 589 629 0 0 1218 Contract van bepaalde duur (aantal personeelsleden) 31 19 0 0 50 Gender zoals opgegeven door de werknemers zelf Personeelsverloop 2024 Personeelsleden die het bedrijf hebben verlaten (exclusief afgestoten activiteiten) % totaal personeelsverloop 147 12% In de geconsolideerde jaarrekening is het aantal FTE’s te vinden. Omdat de afgestoten activiteiten daar wel deel uitmaken van de berekening en een FTE hoe dan ook niet hetzelfde is als een personeelslid (= headcount), is dat aan- tal niet één op één vergelijkbaar met de hierboven vermelde cijfers. 6.1.8. S1-9: DIVERSITEITSMAATSTAVEN 6.1.8.1. METHODOLOGIE EN ASSUMPTIES Tenzij anders vermeld, worden alle gegevens in dit verslag gerapporteerd in functie van het aantal personeelsle- den (= headcount) per 31 december 2024. De data hebben uitsluitend betrekking op werknemers met een arbeids- overeenkomst bij Roularta Media Group (zie ook hoofdstuk 4.3.1.2.4 van de algemene toelichtingen). Activiteiten die in 2024 zijn afgestoten, worden niet meegenomen in de rap- portage. Het gender van een werknemer komt voort uit de zelf en via de identiteitskaart verstrekte informatie. Het ‘hoger management’ omvat alle leden van het manage- mentteam, dat één niveau lager opereert dan het Executive Management Committee (zie hoofdstuk S1-1 voor de leden van het Executive Management Committee). In deze cijfers zijn zowel medewerkers met een arbeidsovereenkomst als zelfstandigen opgenomen. Vergelijkende cijfers worden niet gerapporteerd, aangezien 2024 het eerste jaar is waarin Roularta Media Group rappor- teert onder de CSRD-richtlijnen. Genderverdeling op niveau van hoger management Gender Aantal medewerkers hoger manage- ment in aantal Aantal medewerkers hoger manage- ment in % Man 10 77% Vrouw 3 23% Overig * 0 0% Niet gerapporteerd 0 0% Medewerkers (totaal) 13 100% Gender zoals opgegeven door de werknemers zelf Aantal personeelsleden per leeftijdsgroep Leeftijd Aantal personeelsleden < 30 jaar 96 30-50 jaar 578 > 50 jaar 594 Werknemers (totaal) 1268 6.1.9. S1-17: INCIDENTEN, KLACHTEN EN ERNSTIGE IMPACTEN OP HET GEBIED VAN MENSENRECHTEN 6.1.9.1. METHODOLOGIE EN ASSUMPTIES De data worden gerapporteerd over de periode van 1 januari tot en met 31 december. Afgestoten activiteiten maken geen deel uit van de rapportage. Om de anonimiteit te garanderen, worden geen gegevens bijgehouden over de soorten interventies. Daardoor is het niet mogelijk om een opdeling te maken tussen interventies CSRD VERSLAG 2024 256 gelinkt aan discriminatie en andere interven- ties. Er wordt een onderscheid gemaakt tus- sen formele en informele interventies. Een formele interventie houdt in dat er een externe vertrouwenspersoon, preventiead- viseur psychosociaal welzijn (PAPS) of een andere externe expert wordt ingeschakeld om de melding aan te pakken. Bij een infor- mele interventie wordt de melding intern opgelost, zonder de tussenkomst van een externe specialist. In dit geval beoordeelt de interne vertrouwenspersoon dat het niet noodzakkelijk is om externe hulp in te scha- kelen. Voor Nederland is er geen informatie beschikbaar over informele interventies, enkel over formele interventies. 2024 Informele interventies 7 Formele interventies 1 Totale interventies 8 Er waren in 2024 geen schadevergoedin- gen noch geldboetes naar aanleiding van een melding. Tegelijk kan geconcludeerd worden dat er geen incidenten waren die te maken hadden met mensenrechten of het niet naleven van de UN Guiding Principles on Business and Human Rights (UNGP’s), de Verklaring van de Internationale Arbeidsor- ganisatie inzake fundamentele principes en rechten op het werk of de OESO-richtlijnen voor Multinationale Ondernemingen. 6.2. TOELICHTING EN RAPPORTERING M.B.T SOCIALE AANGELEGENHEDEN: S3- GETROFFEN GEMEENSCHAPPEN Uit de dubbele materialiteitsanalyse (DMA) bleek dat de binnen de ESRS voorziene thema’s rond het sociale luik ‘getroffen gemeenschappen’ niet relevant zijn voor Roularta Media Group. Op basis van de IRO’s kwam voor het luik S3 echter wel een relevant entiteitspecifiek aspect boven water, dat volgens de CSRD-regelgeving als bijkomende informatie moet worden gerapporteerd. 6.2.1. AANVULLENDE ENTITEITSPECIFIEKE INFORMATIE: BRAINPRINT EN COMMUNITY BUILDING Naast de materiële topics binnen de scope van de ESRS-standaarden werden naar aanleiding van de materialiteitsanalyse en de risicoanalyse nog twee specifieke onderwerpen als materieel gescoord: brainprint & community building en digitale inno- vatie & IT-betrouwbaarheid. Uitermate belangrijke topics, die dan ook nauw samenhangen met de kern van het bedrijf. ‘Brainprint & community building’ past inhoudelijk het best onder ‘S3 getroffen gemeenschappen’. De naam van dat luik is, gezien de negatieve con- notatie van het woord ‘getroffen’, een ongelukkige vertaling van ‘affected communities’. Omdat de DMA hierbij wees op een entiteitspe- cifiek aspect met een positieve impact op klanten en de maatschappij, is de noemer ‘betrokken gemeenschappen’ meer op zijn plaats. De gemeenschap actiever betrekken bij diverse elemen- ten van duurzaamheid om op die manier ook aan community building te doen, is tenslotte de essentie van de beoogde brainprint. 6.2.2. IRO Bijzonder is dat ‘Brainprint & commu- nity building’ zowel scoort op impact als op risico en opportuniteit. 6.2.2.1. IMPACT Het gaat hierbij om de mate waarin Roularta Media Group op vlak van duur - zaamheid een maatschappelijke impact realiseert. Een brainprint is voor alle duidelijkheid niet hetzelfde als het verschaffen van toegang tot kwaliteitsinformatie aan de eindgebruiker. Het betreft eerder een afgeleide van footprint en gaat dus over het leveren van een bijdrage aan verduurzaming door anderen erover te informeren. Eerder dan te focussen op de eigen operationele activiteiten en hoe die de duurzaamheidsambities kracht bijzetten, ligt de nadruk op het actief promoten van duurzaamheid. In dat kader nemen mediabedrijven een unieke positie in, een rol waarmee Roularta Media Group echt het verschil wil maken. 6.2.2.2. RISICO Een voornaam onderdeel van een DMA-oefe- ning is de evaluatie van de (financiële) impact van de buitenwereld op Roularta Media Group. Daarbij kwam snel aan het licht dat de finan- ciële impact van de lezers een grote invloed heeft op zowel de uitgaven als de inhoudelijke output van het bedrijf. Inhoudelijk is het belangrijk dat Roularta Media Group haar onafhankelijkheid niet opgeeft in communicatie over bepaalde duur- zaamheidsinitiatieven. Het is niet de bedoeling dat het bedrijf als een klankbord van ideolo- gisch geïnspireerde partijen en groeperingen fungeert. De evenwichtsoefening moet telkens gemaakt worden om uit te komen bij commu- nicatie die een bevordering van het algemeen belang beoogt. 6.2.2.3. OPPORTUNITEIT In lijn met haar kernwaarden staat Roularta Media Group erop elke uitdaging als een opportuniteit aan te grijpen. Aangezien duur- zaamheid een van dé uitdagingen bij uitstek is, geldt de brainprint als een unieke opportuniteit om het verschil te maken. Klanten proberen te betrekken in het streven naar een betere wereld, is dus zowel een risico als een kans. 6.2.3 BELEID Gezien haar unieke positie als mediabedrijf besloot Roularta Media Group de brainprint in 2021 expliciet naar voren te schuiven als een van de belangrijkste speerpunten van haar duurzaamheidsbeleid. “Roularta Media Group bouwt mee aan slimmere en bewustere gene- raties via betrouwbare, relevante informatie en doelgerichte activiteiten die duurzaam gedrag stimuleren.” Naast dat motto is er het Roularta Media Group Charter, dat de brainprint en het engagement van het bedrijf en al zijn mede- werkers hierin concretiseert naast topics als duurzame productie en klimaatneutraliteit. De verantwoordelijkheid voor de implemen- tatie en opvolging van dit beleid berust bij het Sustainability Committee (Susco). Roularta Media Group was een van de eer- ste mediabedrijven die dit begrip lanceerde als krijtlijn van het duurzaamheidsver- haal. Het is bemoedigend om te zien dat andere media intussen ook op deze kar zijn gesprongen, zoals blijkt uit een artikel van We Media (‘Media voor een betere wereld: de stappen in 2023’). 6.2.4 ACTIES Bij duurzaamheid denken we spontaan aan het milieu en ook uitgevers besteden hier heel wat aandacht aan. In navolging van het ‘Brainprint’-initiatief van Roularta Media Group duiken ook in andere landen initiatie- ven op waarbij uitgevers hun lezers willen aanmoedigen duurzamer te handelen. Het Zwitserse Blick gaat hier allicht het verst in. Zij lanceerden Improve, een online platform met enkel nieuws over duurzaamheid. Nati- onal Geographic promoot net als heel wat andere titels een duurzame levensstijl, meer bepaald bij hun jongste lezers, die van Nati- onal Geographic Little Kids. 259 IM WE CREATE MEDIA WITH PACT CSRD VERSLAG 2024 CSRD VERSLAG 2024 258 261 IM WE CREATE MEDIA WITH PACT CSRD VERSLAG 2024 Verder werd Roularta Media Group hier op 6 juni 2024 voor gelauwerd met een AMMA-award in de categorie Media Sustainability. De jury prees daarbij haar voortrekkersrol op vlak van duurzame innova- tie en de inzet om partners en mediaconsumenten te sensibiliseren en te activeren rond duurzaamheid via initiatieven als Maai Mei Niet, Brooddoosnodig en de Trends Impact Awards. Die sensibilisering stopt overigens niet bij de lezers. Ook adverteerders worden betrokken via seminaries en nieuwe formules die hen toegevoegde waarde bieden. Denk maar aan de papierwikkels, die nieuwe advertentiemogelijkheden met zich meebrengen. In samenwerking met AP Hogeschool organiseert Roularta Media Group voorts jaarlijks de Mas- terclasses Sustainable Communication, gericht op allerlei organisaties en professionals en met het oog op de gezamenlijke ambitie om aan duur- zaamheidssensibilisering en -activatie te doen via een brainprint. Roularta Media Group kan hiervoor rekenen op een bereik van 3,8 miljoen mediaconsu- menten (bron: CIM 2023). De beoogde brainprint gaat hand in hand met com- munity building. Hoewel het daarbij eerder om het deelnemen dan om de uitkomst draait, is het resul- taat vaak een veel grotere impact. Dat komt omdat onder het motto ‘vele kleintjes maken een groot’ een gevoel van samenhorigheid ontstaat rond een geza- menlijk doel. 6.2.4. DOELSTELLINGEN EN TARGETS De doelstelling is meebouwen aan een betere wereld van morgen. Daarbij leeft het engagement om vol- gens het DNA van elke titel een wezenlijke bijdrage te leveren via de publicaties en de lezer zo te inspireren om mee een stapje richting een meer duurzame toekomst te zetten. De targets zijn: • Elk jaar over alle titels heen minstens 2.000 artikels publiceren die een aspect van duurzaamheid belichten. Zie hoofdstuk 3 “Resultaten targets en KPI’s 2024” voor de resultaten • Elk jaar minsten 200.000 lezers aan- zetten om deel te nemen aan een actie binnen een ESG-topic (bv. Maai Mei Niet). Zie hoofdstuk 3 “Resultaten targets en KPI’s 2024” voor de resul- taten. 6.3. TOELICHTING EN RAPPORTER- ING M.B.T. SOCIALE AANGELEGENHEDEN: S4- KLANTEN EN EIN- DGEBRUIKERS 6.3.1. SBM-3: MATERIËLE IMPACTEN, RISICO’S EN KANSEN EN DE WISSELWERKING MET STRATEGIE EN BUSINESSMODEL Consumenten en eindgebruikers zijn de personen die gebruikmaken van de pro- ducten of de diensten van Roularta Media Group. Deze ruime doelgroep valt uiteen in B2B-klanten (zoals opdrachtgevers en adverteerders) en B2C-klanten (zoals lezers, surfers, kijkers en luisteraars). 6.3.1.1. KWALITATIEVE EN VERANTWOORDE CONTENT Roularta Media Group streeft ernaar kwalitatieve informatie te delen die alle stakeholders in staat stelt om op basis van betrouwbare gegevens weloverwogen beslissingen te nemen. Het doel is een positieve impact hebben op zowel de sta- keholders als de samenleving. Het verspreiden van verantwoorde con- tent door middel van onafhankelijke journalistiek is essentieel. Onafhanke - lijke, vrije en pluralistische media spelen een cruciale rol in het verstrekken van betrouwbaar nieuws. Ze bevorderen een robuust openbaar debat en creëren mee goed geïnformeerde burgers. Met objec - tieve berichtgeving draagt Roularta Media Group bij aan de educatie en de betrokkenheid van het publiek bij maat - schappelijke en politieke vraagstukken. Roularta Media Group reflecteert voort- durend over de gevolgen van haar contentcreatie en -distributie om de rech- ten en de belangen van mediagebruikers, klanten en derden te beschermen. Ze vermijdt het verspreiden van schadelijke content die kwetsbare groepen, zoals min- derjarigen of minderheden, zou kunnen schaden. 6.3.1.2. PRIVACY Als mediabedrijf beschikt Roularta Media Group over een grote hoeveelheid informa- tie van medewerkers, B2B-klanten en lezers. Deze data worden met de grootst mogelijke zorgvuldigheid behandeld. De privacy van de betrokkenen is een belangrijk goed. Vertrouwen is een essentiële pijler in de relatie tussen Roularta Media Group en haar consumenten of eindgebruikers. Een ondermijning van dit vertrouwen, bijvoor- beeld door een datalek of schending van journalistieke principes, kan dan ook leiden tot aanzienlijke reputatieschade. Zelfs de perceptie van een integriteitsschending kan er al voor zorgen dat mensen afhaken, met directe gevolgen voor de omzet en de markt- positie van het bedrijf. In een sector waar geloofwaardigheid en betrouwbaarheid cruciaal zijn, is het waarborgen van deze waarden niet alleen een verantwoordelijk- heid, maar ook een strategische noodzaak. 6.3.2. S4-1: BELEID TEN AANZIEN VAN CONSUMENTEN EN EINDGEBRUIKERS 6.3.2.1. PRIVACY Roularta Media Group bevordert een cultuur waarin de privacyrechten van individuen centraal staan. In lijn met de General Data Protection Regulation (GDPR) respecteert ze deze rechten door zorgvuldig om te gaan met de persoonsgegevens die haar wor- den toevertrouwd. Hiervoor heeft Roularta Media Group beleidslijnen en procedures ontwikkeld, waaronder een uitgebreid privacybeleid waarin ook het surf- en cookiebeleid is opgenomen. Het beleid dekt de verwerking van persoonsgegevens van allerlei groe- pen betrokkenen, zoals klanten, bezoekers van websites, gebruikers van digitale toepassingen, deelne- mers aan evenementen en acties, en leveranciers. De belangrijkste doelstellingen zijn de bescherming van persoonsgegevens en het waar- borgen van de rechten op inzage, correctie en verwijdering. In 2024 kwam er een herzien privacy- beleid voor het personeel. Dat schept duidelijkheid rond het zorgvuldig omgaan met persoonsgegevens bin- nen de eigen organisatie. De Data Protection Officer (DPO) is verant- woordelijk voor de naleving en de implementatie van deze beleidslijnen. Daarnaast werd ook het informa- tieveiligheidsbeleid herbekeken. Dat beschrijft de organisatorische en technische maatregelen die Roularta Media Group treft om persoonsgege- vens optimaal te beschermen. Naast het naleven van privacyregels richt het beleid zich op het beveiligen van waardevolle gegevens tegen onbe- doelde openbaarmaking, diefstal of verlies. Die klemtonen dragen tege- lijk bij aan de continuïteit van de bedrijfsprocessen en stelt Roularta Media Group in staat om te allen tijde een betrouwbare en veilige dienstverle- ning te voorzien. Het IT-departement is verantwoordelijk voor de naleving en de implementatie van het informa- tieveiligheidsbeleid. In 2025 komt er een volledig nieuw informatieveiligheidsbeleid, afgestemd op de normen van ISO 27001. Roularta Media Group staat erop de privacy en de fun- damentele rechten van consumenten en eindgebruikers in elke stap van de dienstverlening te waarborgen. Het beleid is ontworpen om risico’s te identificeren en te beperken en waar nodig herstellende maatregelen te voorzien. In de loop van 2024 waren er geen gevallen van een niet-naleving van de UN Guiding Principles on Busi- ness and Human Rights (UNGP’s), de Verklaring van de Internationale Arbeidsorganisatie inzake fundamentele principes en rechten op het werk of de OESO-richtlijnen voor Multinationale Ondernemingen die consumenten en/of eindgebruikers betreffen. In 2024 kreeg Roularta Media Group slechts één vraag vanuit de Eerstelijns- dienst van de Gegevensbeschermingsautoriteit (GBA), waarop prompt en uitvoerig geantwoord werd. Het ging om een informatieve vraag gelinkt aan een klacht tegen een ander bedrijf. 6.3.2.2. KWALITATIEVE INHOUD EN JOURNALISTIEKE INTEGRITEIT Het leveren van kwalitatief hoogwaardige en accurate inhoud staat centraal in de missie van Roularta Media Group. Met een sterke focus op contentverantwoorde- lijkheid en onafhankelijke journalistiek bouwt Roularta Media Group verder aan haar reputatie van betrouwbare informatiebron. Cruciaal daarin zijn de ethische richtlijnen van de Raad voor de Journalistiek. Die zijn opgenomen in de Code CSRD VERSLAG 2024 260 263 IM WE CREATE MEDIA WITH PACT CSRD VERSLAG 2024 van de Raad voor de Journalistiek en waar- borgen contentverantwoordelijkheid en onafhankelijke journalistiek. • Contentverantwoordelijkheid verwijst naar de verplichting om ervoor te zorgen dat de publicaties (print, online, uitzen- dingen) nauwkeurig, eerlijk en ethisch zijn en geen schade veroorzaken. • Onafhankelijke journalistiek is journalis- tiek die vrij is van (ongepaste) invloed of controle door externe partijen, inclusief overheden, bedrijven, politieke partijen of andere machtige entiteiten. Deze richtlijnen worden door de hele orga- nisatie gedragen, wat haar journalistieke integriteit versterkt. De hoofdredacteurs binnen de organisatie zien daar ook nauw- gezet op toe. Dit blijkt ook uit het feit dat er in 2024 geen gegronde klachten binnen- kwamen via de Raad voor de Journalistiek of de Conseil Déontologique. 6.3.2.2.1. DE WERKING VAN DE RAAD VOOR DE JOURNALISTIEK EN DE CONSEIL DÉONTOLOGIQUE De Raad voor de Journalistiek behandelt klachten tegen de Vlaamse/Nederlandse media. Met de Conseil Déontologique bestaat er ook een Waalse tegenhanger. Een klacht moet verband houden met een inbreuk door een journalist of media tegen de code van het orgaan. Na ontvangst brengt de secretaris-generaal van het orgaan het medium in kwestie en de betrokken journa- list(en) op de hoogte van de klacht. Daarna start een schriftelijke procedure waarbij de verweer- der en de klager hun standpunten uiteenzetten. Na de schriftelijke procedure volgt een hoorzit- ting voor een door het orgaan samengestelde commissie. Die beslist op basis van de uiteenge- zette schriftelijke argumentatie en de hoorzitting of er effectief sprake is van een inbreuk. De commissie bereidt een ontwerpbeslissing voor, die daarna aan de volledige Raad voor de Jour- nalistiek wordt voorgelegd. De beslissing of het al dan niet om een gegronde klacht ging, wordt uitvoerig gemotiveerd en daarna op de website van de Raad voor de Journalistiek gepubliceerd. Het medium in kwestie krijgt de vraag om een samenwerking van de beslissing te publiceren. Vaak zijn klachten niet gegrond. De motivering kan onder meer betrekking hebben op onder- staande zaken. • Vrijheid van meningsuiting: een geuitte mening in een journalistiek format dat geen feitenverslag is • Relevantie voor het publiek: privacygevoelige berichtgeving met evenwel een groot maat- schappelijk belang • Feiten die al publiek waren • Correct en transparant bronnengebruik 6.3.2.2.2. EEN ANTWOORD OP MIS- EN DESINFORMATIE In een tijdsgewricht waarin mis- en desinforma- tie wijdverspreid zijn, biedt Roularta Media Group een concreet antwoord via de factcheck-ru- briek van Knack. Deze wekelijkse rubriek werkt volgens de Code of Principles van het Internati- onal Fact-Checking Network (IFCN). Sinds februari 2024 is Knack ook een erkend lid van het European Fact-Checking Stan- dards Network (EFCSN). Dat opereert onafhankelijk van IFCN, maar onderhoudt wel nauwe contacten met dat netwerk en vertegenwoordigt factcheckers daarnaast in gesprekken met Europese overheden en technologiebedrijven over beleid tegen desinformatie. De Europese normen van EFCSN zijn zelfs nóg scherper dan die van IFCN. Zo blijft Knack, en bij uitbreiding Roularta Media Group, een pionier in het leveren van betrouwbare informatie en het bestrijden van desinformatie, zowel in Bel- gië als daarbuiten. De hoofredacteur van Knack is verantwoordelijk voor de naleving en de implementatie van deze beleidslij- nen. 6.3.3. S4-2: PROCESSEN OM MET CONSUMENTEN EN EINDGEBRUIKERS TE OVERLEGGEN OVER IMPACTEN 6.3.3.1. PRIVACY Roularta Media Group hanteert een trans- parante aanpak om eindgebruikers te informeren over haar privacybeleid. Dit gebeurt via diverse kanalen, waaronder de verwerkingsovereenkomsten en priva- cyverklaringen op de websites. In het privacybeleid komt helder aan bod welke persoonlijke gegevens worden ver- zameld, gebruikt en eventueel gedeeld. Daarnaast voorziet Roularta Media Group duidelijke informatie over de rechten van eindgebruikers en de keuzes die ze hebben met betrekking tot het delen van hun gege- vens. De privacyverklaringen van Roularta Media Group zijn niet alleen bedoeld om dui- delijkheid te verschaffen, maar ook om eindgebruikers de kans te geven vragen te stellen en hun privacyrechten uit te oefe- nen. Een link naar het privacybeleid is te vinden op elke webpagina en in de apps. Via de My Account-omgeving van Mijn Magazines kunnen eindgebruikers hun privacyvoorkeuren beheren. Voor speci- fieke verzoeken, zoals inzage, correctie, verwijdering of bezwaar, is een aanvraag per e-mail nodig. Roularta Media Group heeft een Data Protection Officer (DPO) aangesteld die verantwoordelijk is voor de behandeling van dergelijke aanvragen. Elke aanvraag wordt binnen de dertig dagen beantwoord. 6.3.3.2. TOEGANG TOT KWALITEITSVOLLE INFORMATIE Naast transparantie rond privacy garan- deert Roularta Media Group een ruime toegang tot informatie en kennis. Via haar website en sociale mediakanalen blijft de organisatie ook actief en toegankelijk voor een breed publiek. Het beheer en de coördi- natie van deze communicatiekanalen vallen hoofdzakelijk onder de verantwoordelijkheid van de afdeling corporate communication. De Roularta Media Group Academy-webinars zijn niet enkel gericht op het eigen personeel, maar ook beschikbaar voor externe stake- holders. Daarmee breidt de organisatie haar kennisdeling verder uit. Ook worden regelma- tig persberichten gepubliceerd. Om feedback te verzamelen, zijn diverse kanalen ingericht, zoals een FAQ-sectie, chat- bots, e-mail en telefonische ondersteuning. Voor het eigen personeel zijn er bovendien aanvullende mechanismen om feedback te geven en te ontvangen. Die worden uitvoerig toegelicht in hoofdstuk S1 van dit verslag. Roularta Media Group zet haar transparante aanpak ook door in haar factchecking-pro- cessen. Hoewel factcheckers streven naar nauwkeurigheid, kunnen ook zij fouten maken. Knack hanteert in dat licht het prin- cipe dat fouten ruiterlijk worden erkend en zo snel mogelijk en transparant worden gecor- rigeerd. Klachten, complimenten, opmerkingen en vragen kunnen per e-mail worden meege- deeld. De auteur van de factcheck leest en behandelt elk bericht in overleg met de deel- en hoofdredactie. Indien nodig wordt contact opgenomen met de inzender. CSRD VERSLAG 2024 262 6.3.4. S4-3: PROCESSEN VOOR HERSTEL VAN NEGATIEVE IMPACTEN EN KANALEN VOOR CONSUMENTEN EN EINDGEBRUIKERS OM ZORGEN KENBAAR TE MAKEN 6.3.4.1. PRIVACY Roularta Media Group treft passende tech- nische en organisatorische maatregelen om privacygerelateerde risico’s effectief te behe- ren en te minimaliseren. Die hebben onder andere betrekking op het beveiligen van persoonsgegevens en het vermijden van data- lekken. Door jaarlijkse risicoanalyses uit te voeren voor de gehele organisatie en maandelijkse rond bekende kwetsbaarheden, worden risico’s geïdentificeerd, geëvalueerd en geprioriteerd. De effectiviteit van de getroffen maatregelen wordt continu gemonitord. Organisatierisico’s zijn te vinden in een dyna- misch, regelmatig bijgewerkt document. Bekende kwetsbaarheden worden automatisch geregistreerd en bijgewerkt in het cloudbeveili- gingsdashboard. 6.3.4.1.1. INCIDENTBEHEER EN HERSTEL Wanneer vermoedens ontstaan van inhou- delijke incidenten die de vertrouwelijkheid of de integriteit van persoonsgegevens kunnen schaden, stelt de IT-afdeling een dossier op om de daadwerkelijke feiten te onderzoeken. Tijdens dit onderzoek kunnen meteen tijdelijke voorzorgsmaatregelen worden genomen om verdere onregelmatigheden te voorkomen. Afhankelijk van de aard en de oorzaak van een incident wordt de verantwoordelijke voor per- soneelsbeleid, klanten en leveranciers of lezers geïnformeerd. Die kan indien nodig een vervolg- procedure opstarten met verdere stappen en/ of tuchtmaatregelen, waarbij de eindgebruikers worden geïnformeerd conform de wettelijke, regle- mentaire en contractuele vereisten. Om bedrijfsprocessen en gegevens optimaal te beschermen, heeft Roularta Media Group een herstel- en continuïteitsplan ontwikkeld voor alle centraal beheerde, kritieke toepassingen en data. Dit plan waarborgt de bedrijfscontinuïteit bij inci- denten en zorgt ervoor dat de impact minimaal is. Met deze integrale aanpak streeft de groep naar een veilige en betrouwbare omgeving voor zowel gegevensbeheer als bedrijfsvoering. De onderneming beoordeelt of consumenten en eindgebruikers voldoende bekend zijn met en ver- trouwen hebben in de beschikbare structuren en processen om hun zorgen of behoeften kenbaar te maken en oplossingen te verkrijgen. Aangezien er via deze kanalen daadwerkelijk aanvragen en meldingen binnenlopen (en doorlopend beant- woord worden), lijkt dat absoluut het geval. Verder wijzen cookiebanners en dergelijke de eindgebrui- ker regelmatig op privacygerelateerde kwesties en is aanvullende informatie vlot toegankelijk via de bedrijfswebsite. Hoewel de onderneming geen formeel beleid heeft voor de bescherming tegen represailles bij het gebruik van de meldingskanalen, wordt bij pri- vacygerelateerde meldingen strikt toegezien op anonimiteit en vertrouwelijkheid. Bovendien ligt het behandelen van deze meldingen in handen van ervaren medewerkers die zijn aangeduid om zorgvuldig en discreet om te springen met dit soort kwesties. Er is kortom sprake van een veilige omgeving waarin mensen hun zorgen kunnen delen zonder angst voor nadelige consequenties. 6.3.4.2. TOEGANG TOT KWALITEITSVOLLE INFORMATIE Binnen Roularta Media Group bestaan er diverse procedures om meldingen van eindgebruikers op te volgen. Een concreet voorbeeld is te vinden in de rubriek Factcheck, waar specifieke richtlijnen zijn opgesteld voor het verwerken van correcties. Wanneer aangevoerde argumenten of nieuwe informatie de aanpassing van een eerder gepubliceerde fact- check vereisen, wordt de tekst online bijgewerkt. Bij grote fouten gebeurt dat op een zichtbare wijze, met een toelichting onderaan het artikel die uitlegt wat er mis is gegaan en waarom de correctie noodzakelijk is. Als de factcheck ook in een papie- ren magazine verschenen is, wordt een rechtzetting gepubliceerd in de daarvoor bestemde rubriek in het eerstvolgende nummer. Bovendien kent de website van Knack een over- zicht van substantieel gecorrigeerde factchecks. In de periode van mei 2022 tot november 2023 werden drie factchecks substantieel aangepast. Sinds november 2023 staat de teller op nul. 6.3.5. S4-4: ACTEREN OP MATERIËLE IMPACTEN OP CONSUMENTEN EN/OF EINDGEBRUIKERS EN BENADERINGEN OM MET BETREKKING TOT CONSUMENTEN EN EINDGEBRUIKERS MATERIËLE RISICO’S TE BEHEERSEN EN MATERIËLE KANSEN TE BENUTTEN, EN DE EFFECTIVITEIT VAN DIE MAATREGELEN 6.3.5.1. PRIVACY In 2024 richtte Roularta Media Group een Privacy Board op, een belangrijke stap om de naleving van privacyregels te kunnen waarborgen, risico’s effectiever te beheersen en herstelprocessen te faciliteren. De Privacy Board speelt een centrale rol in het evalueren en het opvolgen van het pri- vacybeleid binnen de organisatie, fungeert als een beslissingsorgaan en initieert verdere initiatieven en acties ter ondersteuning van de privacydoel- stellingen. De Board rapporteert hierover aan het auditcomité. De Privacy Board komt minstens drie keer per jaar samen, en vaker indien nodig, bijvoorbeeld bij gemelde privacy-incidenten of -risico’s. Hij is samengesteld uit vertegenwoordigers met speci- fieke rollen en verantwoordelijkheden: • Chief Operational Officer (COO): coördinatie en rapportage aan de CEO • Data Protection Officer (DPO): monitoring, escalatie en expertise • CISO-team: beveiliging en expertise • Business Representatives: evalu- atie en implementatie van beleid • Legal: juridische toetsing en advies Daarnaast geeft de externe Data Protection Officer aangesteld voor Roularta Media Group België en Nederland tweewekelijks zijn beden- kingen door. Dat alle beleidslijnen met betrekking tot GDPR en privacy in 2024 geharmoniseerd en gecen- traliseerd werden, heeft zowel de consistentie als de toegankelijkheid van deze informatie aanzienlijk ver- beterd. In 2024 werd eveneens een nieuwe ‘Mail-, internet- en social media policy’ ontwikkeld. Deze richtlijnen bevorderen een veilige en efficiënte omgang met digitale communicatie- platformen. Voor 2025 leeft de ambitie om een externe consultant in te schakelen om een informatiebeveiligingsbeleid uit te tekenen volgens de normen van ISO 27001. Om het bewustzijn van haar mede- werkers rond privacy te bevorderen, wil Roularta Media Group ook blijven investeren in trainings- en bewust- makingsprogramma’s. Om op dat vlak gestructureerd en meetbaar te wer- ken, wordt voor 2025 gezocht naar een e-learningtool. Deze initiatieven 265 IM WE CREATE MEDIA WITH PACT CSRD VERSLAG 2024 CSRD VERSLAG 2024 264 267 IM WE CREATE MEDIA WITH PACT CSRD VERSLAG 2024 onderstrepen de toewijding van de organisatie om een sterk privacybeheer en een veilige gegevens- omgeving te garanderen. 6.3.5.2. TOEGANG TOT KWALITEITSVOLLE INFORMATIE Factchecking speelt een belangrijke rol in het corrigeren van onjuist weergegeven feiten en het faciliteren van herstel in situaties waar sprake is van niet-kwaliteitsvolle informatie. Door informa- tie te verifiëren, kunnen misverstanden en valse beweringen worden rechtgezet, wat essenti- eel is voor het herstellen van vertrouwen en het waarborgen van de waarheid. Als onjuiste infor- matie een substantiële invloed heeft gehad, staat factchecking er bovendien voor in de negatieve gevolgen van verkeerde informatie tot een mini- mum te beperken. De wijze waarop het factcheckonderzoek is uitge- voerd, wordt helder weergegeven in de factcheck, zodat lezers het gehele proces kunnen volgen en begrijpen hoe en waarom de conclusie is getrok- ken. Deze transparantie waarborgt de effectiviteit van de factcheck, aangezien lezers de moge- lijkheid hebben om hun eigen bevindingen te verifiëren of verder onderzoek te doen. Op deze manier kan de lezer zelf beoordelen of de conclu- sie correct is, en wordt de betrouwbaarheid van de informatie versterkt door de optie voor feedback en herbeoordeling. Het aantal gepubliceerde factchecks wordt maandelijks gemonitord door het toegewijde Factcheck-team van Knack. In 2022 werden 285 factchecks gepubliceerd, in 2023 waren het er 272 en in 2024 landde de teller op 280 stuks. 6.3.6. S4-5: DOELEN WAT BETREFT HET BEHEERSEN VAN MATERIËLE NEGATIEVE IMPACTEN, HET BEVORDEREN VAN POSITIEVE IMPACTEN EN HET BEHEERSEN VAN MATERIËLE RISICO’S EN KANSEN 6.3.6.1. PRIVACY In november 2024 realiseerde Roularta Media Group met succes de oprichting van een Privacy Board, een belangrijke mijlpaal met het oog op de strategische doelstellingen rond privacybeheer. Gezien het prille karakter van dit initiatief liggen er nog geen specifieke targets vast. Wel biedt de Privacy Board een solide basis om toekomstgerichte doelen te formule- ren. In 2025 wordt het objectief gelanceerd om alle gegronde privacygerelateerde klachten binnen de twee maanden te laten behandelen door de Privacy Board. Die zal zich ook richten op het monitoren, identificeren en definiëren van opportu- niteiten om de privacyprocessen en het privacybeleid te verbeteren. Deze aanpak versterkt de organisatie en ondersteunt een continue optimalisatie. 6.3.6.2. TOEGANG TOT KWALITEITSVOLLE INFORMATIE 6.3.6.2.1 FACTCHECKS Het publiceren van factchecks draagt bij aan de missie van Roularta Media Group om kwaliteitsvolle, onafhankelijke en rele- vante content te publiceren en is daarom een goede indicator van het streven naar journalistieke integriteit en betrouwbaar- heid. Sinds 2024 ligt het minimumaantal gepubliceerde factchecks vast in een target (zie ook hoofdstuk 3 “Resultaten targets en KPI’s 2024” voor de resultaten). De target van 250 factchecks is vastge- steld op basis van historische data en representatieve prestaties uit voorgaande jaren. Bij het vaststellen van de target zijn de eindgebruikers of consumenten niet betrokken. Deze doelstelling wordt jaar- lijks geëvalueerd en zal over de jaren heen dezelfde blijven. Factchecks spelen een cruciale rol in het bestrijden van desinformatie en het versterken van het vertrouwen van het publiek in de content van Roularta Media Group. Ze onderstrepen het engagement van de organisatie om waarheidsgetrouwe informatie te leveren en complexe onder- werpen op een transparante manier te belichten. Door een concrete doelstelling te koppelen aan het aantal gepubliceerde factchecks, wordt niet alleen de zichtbaarheid van dit werk vergroot, maar ook consistent bijgedragen aan het waarborgen van de inhoudelijke kwaliteit van publicaties. Bovendien vormt de target een stimulans om onjuiste of misleidende informatie proactief te signaleren, wat de positie van Roularta Media Group als betrouwbare bron voor nieuws en informatie alleen maar verder versterkt. 6.3.6.2.2 ONAFHANKELIJKE JOURNALISTIEK In 2024 werd het objectief gelanceerd dat alle gegronde klachten van de Raad van Journa- listiek/Conseil Déontologique zullen worden voorzien van de nodige publiciteit zoals voor- zien door de respectievelijke codes. Bij het vaststellen van de target zijn de eindgebruikers of consumenten niet betrokken. 6.3.7. AANVULLENDE ENTITEITSPECIFIEKE INFORMATIE: DIGITALE INNOVATIE EN IT-BETROUWBAARHEID Naast de materiële topics binnen de scope van de ESRS-standaarden werden naar aanleiding van de materialiteitsanalyse en de risicoana- lyse nog twee specifieke onderwerpen als materieel gescoord: brainprint & community building en digitale innovatie & IT-betrouw- baarheid. Uitermate belangrijke topics, die dan ook nauw samenhangen met de kern van het bedrijf. In lijn met de CSRD-richtlijnen worden deze topics toegevoegd aan de bestaande lijst ESG-onderwerpen. ‘Digitale innovatie en IT-be- trouwbaarheid’ past inhoudelijk het best onder ‘S4 consumenten en eindgebruikers’. 6.3.7.1. SBM-3: MATERIËLE IMPACTEN, RISICO’S EN KANSEN EN DE WISSELWERKING MET STRATEGIE EN BUSINESSMODEL Roularta Media Group is ervan overtuigd dat digitale innovatie cruciaal is in een steeds sneller veranderende, moderne en digi- tale samenleving. Tegelijk erkent het bedrijf het blijvende belang van de tra- ditionele printmedia, die nog steeds een waardevolle en substantiële rol spe- len binnen de activiteiten van Roularta Media Group. Waar de focus in het ver- leden voornamelijk op print lag, heeft Roularta Media Group een duidelijke strategie ontwikkeld die beide pijlers – digitaal en print – integreert in een complementair beleid. 6.3.7.1.1. DIGITALE INNOVATIE ALS MOTOR VAN VOORUITGANG Om succesvol te blijven in het digitale tijdperk, is het aan Roularta Media Group om zich flexibel, innovatief en proactief aan te passen aan technolo- gische ontwikkelingen en veranderende publieksvoorkeuren. Digitale innovatie is een essentiële motor om relevant te blij- ven en nieuwe kansen te benutten. Digitalisering blijft aanzienlijke verande- ringen teweegbrengen in de voorkeuren van klanten en hun interesse in pro- ducten. Daarom blijft Roularta Media Group investeren in het ontwikkelen van nieuwe toepassingen, diensten en platformen die aansluiten bij deze evoluerende behoeften. Uitblijvende innovatie brengt dan ook het risico met zich mee dat concurrenten terrein winnen, wat kan resulteren in een afne- mende klantenbasis en een negatieve impact op de financiële resultaten. Of het nu gaat om de ontwikkeling van digi- tale platformen, het gebruik van geavanceerde data-analysetools of het creëren van nieuwe vormen van content via nieuwe technologieën, Roularta Media Group plaatst digitale innovatie centraal in haar strategie. Intern mikt het bedrijf ermee op een hogere productiviteit, meer efficiën- tie en een versterkte en robuuste bedrijfsvoering. 6.3.7.1.2. DE UITDAGINGEN VAN EEN DIGITALE WERELD De verschuiving naar een meer digitale focus brengt ook nieuwe risico’s met zich mee. IT-onder- brekingen kunnen verregaande gevolgen hebben, van operationele verstoringen en financiële verlie- zen tot aanzienlijke reputatieschade. Het spreekt vanzelf dat het beheren en het beveiligen van de systemen die al de digitale processen en informa- tiestromen ondersteunen, een topprioriteit is. 6.3.7.2 BELEID DIGITALE INNOVATIE EN IT-BETROUWBAARHEID 6.3.7.2.1. DIGITALE INNOVATIE Digitale innovatie is een breed begrip en mani- festeert zich op verschillende niveaus van de organisatie. Zo wordt er gewerkt aan een multi- mediale strategie waarin de Mijn Magazines-app een centrale rol speelt. Deze aanpak is niet alleen gericht op de buitenwereld, maar vormt tegelijk de basis van het interne beleid. Hij wordt breed omarmd binnen de organisatie en verder versterkt via gerichte communicatie. Het integreren van een multimediale strategie in alle lagen van de orga- nisatie zorgt voor een consistente en efficiënte manier van werken, bijvoorbeeld door de installatie van multimediale redacties. CSRD VERSLAG 2024 266 269 IM WE CREATE MEDIA WITH PACT CSRD VERSLAG 2024 Digitale innovatie komt tevens tot uiting in de nieuwe digitale oplossingen waar de mede- werkers van Roularta Media Group gebruik van maken. Aan de hand van technologie gaat zowel de productiviteit als de veiligheid van de medewerkers erop vooruit. 6.3.7.2.2. IT-BETROUWBAARHEID Het ontwikkelen van de websites en de appli- caties van Roularta Media Group gebeurt intern maar ook door externe partijen. Daarbij is het streven een verschuiving naar externe partners, die meer flexibel met schaalvergro- ting om kunnen en bovendien steeds op de hoogte zijn van de laatste nieuwe technolo- gieën. Het uitbouwen van deze websites en apps verloopt in functie van de relevante interna- tionale veiligheidsstandaarden, die ook intern neergeschreven staan. 6.3.7.3. PROCESSEN VOOR HERSTEL VAN NEGATIEVE IMPACTEN 6.3.7.3.1. DIGITALE INNOVATIE Via interne communicatiekanalen zoals webi- nars, mailings en het Happie Magazine deelt Roularta Media Group haar visie op digita- lisering met alle medewerkers. Het bedrijf onderstreept zo het belang van gezamenlijke inspanningen om de multimediale strategie succesvol te realiseren. Bovendien worden teams actief gestimuleerd om bij te dragen aan de verdere digitalisering van producten en diensten, waarbij innovatie en samenwer- king centraal staan. 6.3.7.3.2. IT-BETROUWBAARHEID Al de websites en applicaties staan gere- gistreerd op een platform dat ethische hackers toelaat om kwetsbaarheden op te sporen. Op die manier merkt Roularta Media Group nieuwe kwetsbaarheden zeer snel op en blijft de beveiliging van haar websites continu op hoog niveau. Firewalls zorgen er dan weer voor dat aanvallen automatisch gedetecteerd en geblokkeerd worden. Aanvullend is spe- cifieke DDOS-beveiliging (Distributed Denial Of Service) actief. 6.3.7.4. AGEREN OP DE MATERIËLE IMPACTEN VAN DIGITALE INNOVATIE EN IT-BETROUWBAARHEID Roularta Media Group streeft ernaar haar lezers een uitstekende digitale ervaring te bieden. In 2024 lag de focus op de verdere ontwikkeling van de digi- tale Mijn Magazines-app, waarmee gebruikers eenvoudig toegang krijgen tot een uitgebreid portfolio van dertig magazines. De app bevat exclusieve content, zoals video’s en podcasts, en stelt gebruikers in staat een persoon- lijke leesfeed te creëren. In april 2024 werd op basis van samenwerking over de landsgrenzen heen een nieuwe versie gelanceerd, met een volledig vernieuwde lay-out en tal van verbeteringen qua gebruikservaring (UX). Denk bijvoorbeeld aan geoptimaliseerde flipbooks, dyna- mische brandfeeds en de mogelijkheid om artikels direct op te slaan. De klant- ervaring gaat erop vooruit, en tegelijk kent de digitale omzet een duurzame groei. Ook intern werden grote stappen gezet met het oog op een multimediale werkwijze, waaronder de oprichting van multimediale redacties op basis van de nieuwe software WoodWing. De voordelen van deze ambitieuze en gezamenlijk gerealiseerde transformatie zijn legio: cen- tralisatie van content, integratie van print en digitaal, meer flexibiliteit in workflows, … Enkele voorbeelden van de vele inspanningen doorheen de organisatie: • Sassy Soeki deed in oktober 2024 haar intrede bij Flair, waar ze als beginnende content creator een internship kreeg op de online redactie van het blad Wat zo speciaal is aan Sassy? Ze is een vir- tuele influencer. Sassy is computergegeneerd en tot leven gebracht met 3D-modellering, animatie en AI. Je kan haar volgen via haar persoonlijke kanalen op TikTok en Instagram (@ sassy_soeki). • Continue monitoring van websites en applicaties via scoring van het beveiligings- niveau Afhankelijk van de scoring worden de beveili- gingsniveaus bijgesteld. • Employer branding-campagne om nieuwe digitale profielen aan te werven (zie ook hoofdstuk S1) Andere innovaties die reeds hoog op de agenda stonden en waarin verder geïnves- teerd zal worden, zijn de volgende: het geautomatiseerd uitgeven naar verschillende digitale kanalen en het doeltreffend inzetten van AI ter ondersteuning van het publish- ing-proces en van een efficiënt edi- toriaal proces voor nieuwsbrieven, campagnes en mailings. 6.3.7.5. DOELEN WAT BETREFT HET BEHEERSEN VAN MATERIËLE NEGATIEVE IMPACTEN, HET BEVOR- DEREN VAN POSITIEVE IMPACTEN EN HET BEHEERSEN VAN MATERI- ELE RISICO’S EN KANSEN Voor 2025 blijft de multimediale aanpak een van de focuspunten. De volgende fase van het WoodWing- of publishing 2.0-project richt zich op de uitrol van de advertentieopmaak, gevolgd door de krantenredacties in Roeselare. Dat gaat gepaard met nieuwe functionaliteiten, zoals het beheer van meerdere edities bij kranten en de integratie van verschillende advertentieboekings- systemen. Nog een doelstelling in 2025 is de harmonisatie en de uniformisering tussen België en Nederland. Er zal worden ingezet op het stimuleren van kennisdeling en samenwerking over de redacties heen. Digitale opleidingsprogramma’s moeten eventuele kennisnoden op vlak van data wegnemen. 7. WAARDEKETEN Uit de DMA-oefening (zie ook hoofdstuk DMA) bleek dat heel wat topics niet enkel materieel zijn voor de eigen organisatie, maar ook voor externe bedrijven die tot de waardeketen van Roularta Media Group behoren. Het gaat daarbij veeleer om de upstreamkant van het verhaal (dat wat voorafgaat aan de eigen operaties) en minder om downstream-activiteiten (dat wat na de eigen operaties komt). De CSRD-regels leggen vast dat Roularta Media Group ook over de waardeketen moet rapporteren. Volgende aspecten blijken relevant: • klimaatmitigatie (upstream: vooral papier en machines; downstream: transport) • energie (vooral voor papier aan upstream- kant) • marine- en watergebruik (voor aanmaak pulp bij papierfabrieken) • watervervuiling (na watergebruik voor papier- productie in papierfabrieken) • grondstoffen (hout voor papier) • luchtvervuiling (voornamelijk in de transport- sector) • afval (uit toeleveringssectoren en downstream aan het einde van de levenscyclus van con- sumptiegoederen) • gevaarlijke chemicaliën (productie papier en inkt) • biodiversiteit en ecosystemen (papier als belangrijkste inkoopproduct) • gezondheid en veiligheid van werknemers (in productieomgeving papier- en inktfabrikan- ten) CSRD VERSLAG 2024 268 271 IM WE CREATE MEDIA WITH PACT CSRD VERSLAG 2024 • privacy (downstream : vooral distributeurs en agentschappen) • verantwoorde marketingpraktijken (van klanten/adverteerders aan downstream- kant, waar Roularta Media Group geen inhoudelijke controle over heeft) Voor deze resultaten uit de DMA stelt de CSRD: Bij het in kaart brengen en beoordelen van de impacten, risico’s en kansen binnen de waarde- keten van de onderneming om de materialiteit ervan te bepalen, kijkt de onderneming vooral naar sectoren waar deze impacten, risico’s en kansen zich, gelet op de aard van de activitei- ten, zakelijke relaties, geografische dimensies of andere betrokken factoren, naar verwachting zullen voordoen. De vaakst voorkomende sectoren uit de opsom- ming zijn: 1. de papierfabrikanten 2. de inktfabrikanten 3. de machinebouwers 4. de transporteurs 5. de adverteerders (downstream) De waardeketen werd reeds integraal meegeno- men in de E1-rapportering. Ze maakt tenslotte per definitie deel uit van de oefening omdat Rou- larta Media Group ook moet berichten over de scope 3-uitstoot, die zich grotendeels upstream situeert. Toch kan het geen kwaad om nogmaals te benadrukken dat de belangrijkste leveran- ciers en transportpartners SBTi-gecertificeerd zijn en Roularta Media Group de toekomst dus met een gerust gemoed tegemoet gaat. Wat de overige impacten betreft, zullen ook de grotere partijen de komende jaren aan de CSRD richtlijnen moeten voldoen. Aangezien CSRD voor elke betrokkene een nieuw gege - ven is en de ene organisatie er al wat verder in staat dan de andere, is er de periode van drie jaar om gefundeerde informatie te delen omtrent de waardeketen. Hoe dan ook is Roularta Media Group niet verplicht om informatie te publiceren over elke individuele speler per betrokken sector. Niettemin worden in wat volgt een aantal voor - beelden meegegeven die inzicht bieden in de potentiële impacten, risico’s en opportuniteiten. 7.4.1. WATERGEBRUIK EN WATERVERVUILING Papierleveranciers zijn zich zeer bewust van hun afhankelijkheid van water en werken heel wat innovatieve acties uit om hun kostbare hulp- grondstof te beschermen. Eén van de grotere papierleveranciers van Roularta Media Group streeft de doelstelling na om zijn volume aan afvalwater tegen 2030 met 30% te verminderen (t.o.v. 2008). Een andere papierfabrikant heeft dan weer een vooruitstre- vende waterzuiveringsinstallatie op zijn site in Lanaken, die veel beter scoort dan wat de hui- dige wetgeving vereist. Voorts gaat ook de belangrijkste inktleveran- cier geen uitdaging uit de weg wat watergebruik betreft. Deze speler focust met name op een inperking van het waterverbruik. 7.4.2. HOUT In Europa komen er op dit moment meer bomen bij dan er gekapt worden. Een goede zaak, want bomen en bossen zijn om tal van rede- nen cruciaal. Ze nemen CO 2 op en zijn belangrijk voor de biodiversiteit, de ecosystemen én de gezondheid van alle burgers. De ambitie van de Euro- pese Unie: tegen 2030 drie miljard extra bomen planten. Toch vertelt dat niet het volledige ver- haal. In 2023 werd in Bolivia, Brazilië en Congo een enorme hoeveelheid regen- woud gekapt, goed voor de oppervlakte van Zwitserland. En ook bij ons staat de berichtgeving over de meer dan één mil- joen aangeplante bomen gewoon naast die over het voetbalveld aan bos dat elke dag verdwijnt. Het probleem: ter- wijl de aangeplante bossen bestaan uit jonge, kleine boompjes, worden de oude bossen, met grote bomen die tot hon- derd keer meer CO 2 opnemen, gekapt. Rest de vraag: hoe zit dat nu met de papierleveranciers van Roularta Media Group? Eerst en vooral is het belangrijk om te weten dat tropisch hardhout niet geschikt is voor de papierindustrie. De meest gebruikte houtsoort voor papier is de fijnspar (vurenhout), een soort die weinig andere doeleinden kent en bijvoorbeeld niet verwerkt wordt in meu- bels. Het gaat om een lichte houtsoort, die vooral in de Scandinavische landen voorkomt. Ze kan eenvoudig heraange- plant worden en groeit zeer snel. Een tweede, nog belangrijkere factor is recy- clage. In Europa wordt ongeveer 70% van het papier gerecycleerd, in Nederland zelfs 87%. 7.4.3. LUCHTVERVUILING De luchtvervuiling in de waardeketen staat vooral op het conto van de transportsector. De grootste transportpartner van Roularta Media Group, beperkt de luchtvervuiling actief tot een absoluut minimum. Dat doet het enerzijds door het aantal pakjesautomaten uit te brei- den en anderzijds door sterk in te zetten op Ecozones. Die hebben drie kenmerken: • Alle pakjes emissievrij leveren Binnen Ecozones verlopen alle verplaatsingen met emissievrije voertuigen, zoals elektrische wagens en (cargo)fietsen. • Een dicht netwerk van Afhaalpunten en Pakjesautomaten Ecozones hebben een grote concentratie aan Afhaalpunten en Pakjesautomaten. In de stadscentra van grote steden kan elke con- sument binnen een straal van 400 m terecht in een Afhaalpunt of bij een Pakjesautomaat. In kleinere steden en gemeenten bedraagt de maximale afstand 1,2 km van de woonplaats. • Meer slagkracht voor lokale handelaars Door bestellingen klaar te zetten in Pakjes- automaten in de buurt, kunnen klanten hun aankopen ook buiten de openingsuren afha- len. 7.4.4. AFVAL Uit de DMA-analyse blijkt het afval in de waardeketen op te delen in twee groepen: • Afval van toeleveranciers (vooral uit de productiesector) De grootste leverancier in de productiesector, de papierleverancier, heeft het doel om tegen 2030 geen afval meer te verwerken dat wordt gestort of verbrand zonder energieterugwin- ning. De resultaten van 2023 wijzen op 87% teruggewonnen of gerecycleerd afval. Het duurzaamheidsrapport van de grootste inktleverancier beschrijft een nieuw target: een daling van de afvalintensiteit met 10% tegen 2030 (t.o.v. 2019). Momenteel ligt de afvalinten- siteit nog op een licht hoger peil. • Afval van de eindconsument (de lezer) Hier zijn uiteraard geen externe publicaties rond beschikbaar. Roularta Media Group probeert echter via andere kanalen een positieve impact te genereren op de afvalverwerking. Zo werd gedurende 2024 geïnvesteerd in een nieuwe machine om papierwikkels (en dus niet langer plastic) aan te brengen als verpakking (zie ook E5). Ook zijn er natuurlijk de doelstellingen rond de brainprint en de wil om de consument alert te maken voor het begrip duurzaamheid, inclu- sief aspecten als duurzame afvalverwerking. 7.4.5. GEVAARLIJKE CHEMICALIËN De verordening inzake de registratie en de beoordeling van en de autorisatie en de beper- kingen ten aanzien van chemische stoffen (REACH) is de belangrijkste EU-wet gericht op het beschermen van de menselijke gezondheid en het milieu tegen de risico’s die chemische stoffen met zich mee kunnen brengen. REACH bepaalt dat chemische stoffen die bij een bedrijf voorkomen in een volume van meer dan één ton per jaar, moe- ten worden geregistreerd bij ECHA. In dit proces moeten bedrijven de risico’s identificeren die verbonden zijn aan de stoffen die ze verwerken en aangeven hoe ze deze beheren. Deze verplichting geldt voor zowel stoffen als mengsels. De grotere papierleveranciers van Roularta Media Group hebben een REACH-verklaring gepubliceerd, waarin staat dat het beantwoordt aan alle REACH- en UK REACH-voorschrif- ten. Ook haar inktleverancier voldoet aan de vereisten van REACH en publi- ceert regelmatig nieuwsbriefupdates rond de toepasselijke wetgeving en regels. Deze spelers minimaliseren het gebruik van gevaarlijke chemica- liën, vervangen componenten door alternatieven met een hoger bio-her- nieuwbaar koolstofgehalte en zorgen ervoor dat nationale en wereldwijde chemische inventarissen worden nageleefd. 7.4.6. BIODIVERSITEIT EN ECOSYSTEMEN Het materiële risico in verband met biodiversiteit en ecosystemen schuilt in eerste instantie in ontbossing. Een risico dat Roularta Media Group beperkt door voor eigen publicaties uitsluitend FSC- of PEFC-gecertifi- ceerd papier in te kopen. CSRD VERSLAG 2024 270 273 IM WE CREATE MEDIA WITH PACT CSRD VERSLAG 2024 De belangrijkste papierleverancier van Rou- larta Media Group sprak in 2018 de duidelijke doelstelling uit om een netto-positieve impact op de biodiversiteit (NPI) te bereiken. In dat opzicht vinden op continue basis acties plaats, zoals de bescherming van alle waardevolle habitats in de eigen bossen en het registre- ren van nieuwe diersoorten in de bosgebieden. Het bedrijf meet en controleert vooruitgang aan de hand van een aantal geselecteerde biodiversiteitsindicatoren. Die brengen ver- anderingen in de bosstructuur aan het licht en wijzen uit dat de acties een positief effect hebben. 7.4.7. GEZONDHEID EN VEILIGHEID BIJ DE WERKNEMERS IN DE WAARDEKETEN Gezondheid en veiligheid zijn materieel voor de productiesectoren waarmee Roularta Media Group samenwerkt, met die van papier en inkt als voornaamste. Een van de belangrijkste papierleveranciers van Roularta Media Group geeft aan dat er duidelijke beleidslijnen zijn opgesteld om de veiligheid en gezondheid van de werknemers te vrijwaren. Het bedrijf moedigt iedereen aan om afwijkingen, positieve veiligheidsob- servaties en bijna-ongevallen te rapporteren. Daarnaast voert het ook systematische gevar- enidentificaties en risicobeoordelingen uit, om zo inzicht te krijgen in de mogelijke risico’s. De resultaten daarvan worden in een online veiligheidstool gedeeld, met als doel toekom- stige incidenten te helpen voorkomen. Nieuwe werknemers en aannemers krijgen een alge- mene veiligheidsinstructie en gedetailleerde veiligheidstraining in functie van de specifieke risico’s op hun werkplek. Verder geldt er de duidelijke doelstelling van nul fatale of ernstige ongevallen. Het aantal registreerbare verwondin- gen wordt jaarlijks gepubliceerd. Het geringe aantal incidenten bewijst dat de veiligheid en de gezondheid van de werknemers centraal staan. De veiligheid en gezondheid van medewerkers staat eveneens hoog op de agenda van de inktleverancier van Roularta Media Group. Zo heeft deze partij in 2024 een nieuwe veiligheids- doelstelling ontwikkeld: het aantal te registreren incidenten met vijf procent verlagen ten opzichte van het gemid- delde van de voorgaande drie jaar. De introductie van een intern milieu, -gezondheids- en veiligheidsmanage- mentsysteem maakt het opstellen van een beleid en procedures om de wet na te leven mogelijk. Het bedrijf deelt ook incidenten en geleerde lessen en biedt best practices rond belangrijke taken of activiteiten. De incident rate is de afgelopen jaren gezakt onder één, wat betekent dat de inspanningen rende- ren. De transportleverancier tot slot ver- meldt op de corporate website dat de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op de eerste plaats staat. De daling van de incident rate met 44% zet die ambitie kracht bij. 7.4.8. PRIVACY IN DE WAARDEKETEN Privacy is van groot belang voor de downstream sectoren waarmee Roularta Media Group samenwerkt, vooral voor de distributeurs en agentschappen. De belangrijkste distribu- teurs en agentschappen van de organisatie beschikken allemaal over een privacybeleid dat openbaar wordt gedeeld op hun corporate web- sites. 7.4.9. VERANTWOORDE MARKETINGPRAKTIJKEN Marketingpraktijken worden beoordeeld aan de hand van de richtlijnen van de recla- me-ethiek, gebaseerd op de relevante wetgeving en ondersteund door de Jury voor Ethische Praktijken inzake reclame (JEP) of de Reclame Code Commissie. De JEP is een onafhankelijk zelfregulerend orgaan van de Belgische reclamesector dat streeft naar eer- lijke, waarheidsgetrouwe en maatschappelijk verantwoorde reclame. Dit orgaan ontvangt klachten over reclame-uitingen en beoordeelt deze via een onafhankelijk samengestelde jury en op basis van wetgeving en zelfregulerende codes. De Reclame Code Commissie (RCC) is het Nederlandse equivalent hiervan. Binnen Roularta Media Group worden adverten- ties van adverteerders onder de loep genomen door de backoffice om mogelijk onverant- woorde marketingpraktijken te identificeren. Bij twijfel of een advertentie voldoet aan de richtlijnen van de reclame-ethiek, wordt advies ingewonnen bij de Legal-verantwoordelijke van de groep. In 2024 ontving Roularta Media Group geen klachten van de JEP/RCC. 7.4.10. BELEIDSLIJNEN, PROCESSEN EN ACTIES DIE DE ORGANISATIE HEEFT OPGEZET T.O.V. HAAR WAARDEKETEN (UPSTREAM) Roularta Media Group verzoekt leveranciers om haar duurzaam aan- koopcharter te ondertekenen. Dit charter is gebaseerd op de principes van de Verenigde Naties, de 17 Sus- tainable Development Goals (SDG’s). Het charter benadrukt de verwach- tingen van Roularta Media Group ten opzichte van haar leveranciers: • Kwaliteit en service met betrek- king tot de geleverde goederen en diensten • Naleving van alle toepasselijke wetten en normen, zowel bij pro- ductie als bij installatiewerken • Interne afspraken en procedures ter voorkoming van fraude en kin- derarbeid • Respect voor de eigen werkne- mers (en indien van toepassing ook voor die van leveranciers) qua verloning, gezondheid, werkre- gime, diversiteit en leeftijd • Respect voor de planeet door in te zetten op een duurzame produc- tie en door maatregelen te treffen om de klimaatopwarming tegen te gaan • Veiligheid en opleiding voor de werknemers, met bijzondere aan- dacht voor alle aspecten van duurzaamheid • De opmaak en jaarlijkse opvolging van een doelstellinggedreven duurzaamheidsplan In de loop van 2024 werkte de aankoopdienst verder aan het laten ondertekenen van het aan- koopcharter door zoveel mogelijk leveranciers. De ondertekende charters worden per leveran- cier bewaard, en daarnaast wordt het aantal ondertekende charters bijgehouden en afgezet ten opzichte van de omzet van Roularta Media Group. Dit dient als hulpmiddel om de effectivi- teit van het initiatief te monitoren. In 2024 heeft 51,28% van de leveranciers het aankoopchar- ter reeds ondertekend. Verder werden er geen meldingen van niet-naleving van de afspraken gerapporteerd aan Roularta Media Group. Naast het controleren van de online publicaties op de corporate websites en het laten onderte- kenen van het duurzaam aankoopcharter, heeft het CSRD-team het afgelopen jaar gesprekken gevoerd met vertegenwoordigers van de belang- rijkste leveranciers. Deze gesprekken leverden waardevolle inzichten op over de materiële risi- co’s die relevant zijn voor deze ondernemingen. Ook bleek dat de leveranciers van Roularta Media Group actief trachten deze risico’s te beheersen door middel van beleidslijnen, risico- management, procesmonitoring en het stellen van doelen. 7.4.11. TARGETS DIE ROULARTA MEDIA GROUP OPZET T.O.V. HAAR WAARDEKETEN (UPSTREAM) De afgelopen jaren heeft Roularta Media Group tal van initiatieven ondernomen om duurzame consumptie- en productiepatronen te waar- borgen. In lijn met deze ambitie zijn diverse doelstellingen vastgelegd, waaronder het gebruik van gecertificeerd papier, duurzame inkt en een minimumpercentage aan ondertekende duurzaam- heidscharters. Een overzicht van de huidige doelstellingen en de behaalde resultaten is te vinden in hoofdstuk 3 “Resultaten targets en KPI’s 2024”. CSRD VERSLAG 2024 272 275 IM WE CREATE MEDIA WITH PACT CSRD VERSLAG 2024 ANNEX I TOPICS / SUBTOPICS / SUBSUB- TOPICS BESLUIT Tot zover dit eerste duurzaamheidsverslag in het kader van de CSRD-regelgeving en de ESRS-standaarden en op basis van de EFRAG-datapunten. Hoewel het omwille van de vele vereisten een vrij uitgebreid verslag is geworden, is het niet volledig. Tegelijk zullen in de komende jaren een aantal infaseringsclausules niet meer aan de orde zijn. Zo is er de spe- cifieke positie van de freelancer in het ondernemingslandschap en dan vooral in de media. Het is maar de vraag wanneer een freelancer effectief structureel deel uitmaakt van een groep mensen die op een georganiseerde manier de bedrijfsdoelstellingen nastreven. Heeft dat te maken met de aard, duurtijd of regelmaat van de uitgeoefende taak of met de aanwezigheid op de werkvloer? Een uitdaging van de komende periode. Net als die andere infaseringsclausule, rond de link tussen de duurzaamheidsaspecten en de financiële aspecten die eraan verbonden zijn. Voorts is het belangrijk om met het oog op de toekomst enkele opvol- gingspunten te formuleren. Dan gaat het met name om het opvolgen van de vooropgestelde targets, zoals die van het klimaattransitieplan, maar ook om verschuivingen binnen de bedrijfsactiviteiten. Zo moet de toe- komst uitwijzen hoe de digitale impact op de CO 2 -uitstoot zal evolueren. De allicht grootste uitdaging – niet op vlak van duurzaamheid maar qua rapportering – is tot slot de waardeketen. De infaseringsperiode van drie jaar neemt immers niet weg dat het inwinnen van informatie bij alle betrokken partijen (upstream en downstream) een nieuw gegeven uitmaakt. In dat licht valt vandaag op dat die opdracht het grootste strui- kelblok vormt binnen het SBTi-traject, en de voornaamste reden van het afhaken van bedrijven wat scope 3 betreft. Gelukkig situeren de meeste grote leveranciers zich in het aan de CSRD-richtlijnen onderworpen Europa en zijn de grootste scope 3-bedrijven reeds SBTi-gecertificeerd. Intussen bouwt Roularta Media Group gestaag verder aan een duur- zame toekomst voor haar klanten en haar medewerkers, onder het motto ‘One Team, One Family, One Planet’. THEMATISCHE ERS Duurzaamheidsthema’s behandeld in thematische ESRS Thematisch Sub-thematisch Sub-sub-thematisch ESRS E1 Klimaat- verandering • Klimaatadaptatie • Klimaatmitigatie • Energie ESRS E2 Verontreiniging • Luchtverontreiniging • Waterverontreiniging • Bodemverontreiniging • Verontreiniging levende organismen en voedselbronnen • Zorgwekkende stoffen • Zeer zorgwekkende stoffen • Microplastics ESRS E3 Water en mariene hulpbronnen • Water • Mariene hulpbronnen • Waterverbruik • Wateronttrekking • Waterlozing • Waterlozing in oceanen • Ontginning en gebruik mariene hulpbronnen ESRS E4 Biodiversiteit en ecosystemen • Directe drukfactoren biodiversiteitsverlies • Klimaatverandering • Verandering in gebruik land, zoet water en zee • Directe exploitatie • Invasieve exoten • Verontreiniging • Overig • Impact op toestand soorten Voorbeelden: • Populatiegrootte soort • Mondiaal risico uitsterven soort • Impact op omvang en toestand ecosystemen • Voorbeelden: • Landdegradatie • Verwoestijning • Bodemafdekking • Impacts op en afhankelijkheden van ecosysteemdiensten ESRS E5 Circulaire economie • Materiaalinstromen, incl. materiaalgebruik • Materiaaluitstromen m.b.t. producten en diensten • Afval(stoffen) CSRD VERSLAG 2024 274 277 IM WE CREATE MEDIA WITH PACT CSRD VERSLAG 2024 THEMATISCHE ERS Duurzaamheidsthema’s behandeld in thematische ESRS Thematisch Sub-thematisch Sub-sub-thematisch ESRS S1 Eigen personeel • Arbeidsvoorwaarden • Baanzekerheid • Werktijden • Leefbaar loon • Sociale dialoog • Vrijheid van vereniging, het bestaan van ondernemingsraden, en de informatie-, consultatie- en participatierechten van werknemers • Collectieve onderhandelingen, incl. caodekkingsgraad werknemers • Werk-privébalans • Veiligheid en gezondheid • Gelijke behandeling en gelijke kansen voor iedereen • Gendergelijkheid en gelijke beloning bij gelijkwaardig werk • Opleiding en ontwikkeling vaardigheden • Werkgelegenheid voor en inclusie van mensen met een beperking • Maatregelen tegen geweld en intimidatie op de werkvloer • Diversiteit • Andere arbeidsrechten • Kinderarbeid • Gedwongen arbeid • Adequate huisvesting • Privacy ESRS S2 Werknemers in de waardeketen • Arbeidsvoorwaarden • Baanzekerheid • Werktijden • Leefbaar loon • Sociale dialoog • Vrijheid van vereniging, incl. bestaan ondernemingsraden • Collectieve onderhandelingen • Werk-privébalans • Veiligheid en gezondheid • Gelijke behandeling en gelijke kansen voor iedereen • Gendergelijkheid en gelijke beloning bij gelijkwaardig werk • Opleiding en ontwikkeling vaardigheden • Werkgelegenheid voor en inclusie van mensen met een beperking • Maatregelen tegen geweld en intimidatie op de werkvloer • Diversiteit • Andere arbeidsrechten • Kinderarbeid • Gedwongen arbeid • Adequate huisvesting • Privacy THEMATISCHE ERS Duurzaamheidsthema’s behandeld in thematische ESRS Thematisch Sub-thematisch Sub-sub-thematisch ESRS S3 Getroffen gemeenschappen • Economische, sociale en culturele rechten van gemeenschappen • Adequate huisvesting • Voldoende te eten • Schoon water en sanitair • Impact op gronden • Impact op veiligheid • Burger- en politieke rechten van gemeenschappen • Vrijheid van meningsuiting • Vrijheid van vergadering • Impacts op verdedigers mensenrechten • Rechten inheemse volken • Vrijwillige, voorafgaande en geïnformeerde instemming • Zelfbeschikking • Culturele rechten ESRS S4 Consumenten en eindgebruikers • Impact op informatie voor consumenten en/of eindgebruikers • Vrijwillige, voorafgaande en geïnformeerde instemming • Zelfbeschikking • Culturele rechten • Persoonlijke veiligheid consumenten en/of eindgebruikers • Veiligheid en gezondheid • Veiligheid van een persoon • Bescherming kinderen • Sociale inclusie consumenten en/of eindgebruikers • Non-discriminatie • Toegang tot producten en diensten • Maatschappelijk verantwoorde marketingpraktijken ESRS G1 Zakelijk gedrag • Bedrijfscultuur • Bescherming klokkenluiders • Dierenwelzijn • Verhouding met de politiek en lobbyactiviteiten • Beheer relaties met leveranciers, incl. betalingspraktijken • Corruptie en omkoping • Preventie en opsporing, incl. opleiding • Incidenten CSRD VERSLAG 2024 276 279 IM WE CREATE MEDIA WITH PACT CSRD VERSLAG 2024 ANNEX II REFERENTIE TABEL SECTIE ESRS Standaard Rapportage-eisen Pagina Algemene toelichtingen Algemene toelichtingen (ESRS 2) BP-1 Algemene grondslag voor het opstellen van de duurzaamheidsverklaring p. 194 BP-2 Specifieke omstandigheden p. 194 GOV-1 De rol van de bestuurs-, leidinggevende en toezichthoudende organen p. 196 GOV-2 Informatie verschaft aan en omgang met duurzaam- heidsthema’s door bestuurs-, leidinggevende wen toezichthoudende organen van de onderneming p. 196 GOV-3 Integratie van duurzaamheidsprestaties in beloningsregelingen p. 197 GOV-4 Due diligenceverklaring p. 197 GOV-5 Risicobeheersing en interne controles p. 198 SBM-1 Strategie, businessmodel en waardeketen p. 198 SBM-2 Belangen en opvattingen van stakeholders p. 199 SBM-3 Materiële risico’s, impacten en opportuniteiten (IRO’s) p. 201 IRO-1 Beschrijving van de processen om materiële impacten, risico’s en kansen in kaart te brengen en te analyseren p. 213 IRO-2 Rapportage-eisen in ESRS opgenomen in de duurzaamheidsverklaring van de onderneming P. 278 MDR-P Policies met betrekking tot de materiële topics p. 208 MDR-T Overzicht targets en KPI’s p. 210 Klimaatgerelateer- de toelichtingen Klimaatverandering (ESRS E1) GOV-3 Integratie van duurzaamheidsprestaties in beloningsregelingen p. 218 E1-1 Transitieplan voor klimaatmitigatie p. 218 SBM-3 Materiële impacten, risico’s en kansen en de wissel- werking daarvan met strategie en businessmodel p. 220 IRO-1 Beschrijving van de processen om materiële klimaatimpacten, -risico’s en -kansen in kaart te brengen en te analyseren p. 221 E1-2 Beleid ten aanzien van klimaatmitigatie p. 221 E1-3 Maatregelen en middelen wat betreft beleid ten aanzien van klimaatverandering p. 222 E1-4 Doelen inzake klimaatmitigatie p. 226 E1-5 Energieverbruik en energiemix p. 229 E1-6 Bruto scope 1-, 2-, 3-emissies en totale broeikasgasemissies p. 231 SECTIE ESRS Standaard Rapportage-eisen Pagina Klimaatgerelateerde toelichtingen Verontreiniging (ESRS E2) IRO-1 Beschrijving van de processen om materiële impacten, risico’s en kansen in kaart te brengen en te analyseren p. 240 E2-1 Beleid ten aanzien van verontreiniging p. 241 E2-2 Maatregelen en middelen wat betreft verontreiniging p. 243 E2-3 Doelen wat betreft verontreiniging p. 243 E2-4 Verontreiniging van lucht, water en bodem p. 244 Water en mariene hulpbronnen (ESRS E3) Niet materieel voor Roularta Media Group in eigen operatie. Toelichting in het hoofdstuk van de waardeketen p. 270 Biodiversiteit en ecosystemen (ESRS E4) Niet materieel voor Roularta Media Group in eigen operatie. Toelichting in het hoofdstuk van de waardeketen p. 271 Materiaalgebruik en circulaire economie (ESRS E5) IRO-1 Beschrijving van de processen om materiële impacten, risico’s en kansen in kaart te brengen en te analyseren p. 245 E5-1 Beleid ten aanzien van materiaalgebruik en circulaire economie p. 246 E5-2 Beleid en middelen inzake materiaalgebruik en circulaire economie p. 246 E5-3 Doelen wat betreft materiaalgebruik en circulaire economie p. 247 E5-5 Materiaaluitstromen p. 248 Sociaalgerelateerde toelichtingen Eigen personeel (ESRS S1) SBM-3 Materiële impacten, risico’s en kansen en de wisselwerking met strategie en businessmodel p. 249 S1-1 Beleid ten aanzien van eigen personeel p. 250 S1-2 Processen om met eigen personeel en werknemersvertegenwoordigers te overleggen over impacten p. 252 S1-3 Processen voor herstel van negatieve impacten en kanalen voor eigen personeel om zorgen kenbaar te maken p. 252 S1-4 Acteren op materiële impacten op eigen personeel, en benaderingen om wat eigen personeel betreft materiële risico’s te beheersen en materiële kansen te benutten, en de effectiviteit van die maatregelen p. 253 S1-5 Doelen wat betreft het beheersen van materiële negatieve impacten, het bevorderen van positieve impacten en het beheersen van materiële risico’s en kansen p. 254 S1-6 Kenmerken van de werknemers van de onderneming p. 256 S1-9 Diversiteitsmaatstaven p. 257 S1-17 Incidenten, klachten en ernstige impacten op het gebied van mensenrechten p. 257 Werknemers in de waardeketen (ESRS S2) Niet materieel voor Roularta Media Group in eigen operatie. Toelichting in het hoofdstuk van de waardeketen p. 272 CSRD VERSLAG 2024 278 281 IM WE CREATE MEDIA WITH PACT CSRD VERSLAG 2024 SECTIE ESRS Standaard Rapportage-eisen Pagina Sociaalgerelateerde toelichtingen Getroffen Gemeenschappen (ESRS S3) Niet materieel. Aanvullende entiteitspecifieke informatie is te vinden onder deze standaard: Brainprint en community building p. 258 Consumenten en Eindgebruikers (ESRS S4) SBM-3 Materiële impacten, risico’s en kansen en de wisselwerking met strategie en businessmodel p. 260 S4-1 Beleid ten aanzien van consumenten en eindgebruikers p. 261 S4-2 Processen om met consumenten en eindgebruikers te overleggen over impacten p. 263 S4-3 Processen voor herstel van negatieve impacten en kanalen voor consumenten en eindgebruikers om zorgen kenbaar te maken p. 264 S4-4 Acteren op materiële impacten op consumenten en/of eindgebruikers en benaderingen om met betrekking tot consumenten en eindgebruikers materiële risico’s te beheersen en materiële kansen te benutten, en de effectiviteit van die maatregelen p. 265 S4-5 Doelen wat betreft het beheersen van materiële negatieve impacten, het bevorderen van positieve impacten en het beheersen van materiële risico’s en kansen p. 266 Aanvullende entiteitspecifieke informatie: digitale innovatie en IT-betrouwbaarheid p. 267 Bestuurgerelateerde toelichtingen Zakelijk gedrag (ESRS G1) Niet materieel. LIJST VAN DATAPUNTEN IN DWARSDOOR SNIJDENDE EN THEMATISCHE STANDAARDEN DIE VOORTKOMEN UIT ANDERE EU- WETGEVING ANNEX III RAPPORTAGE-EIS Datapunt SFDR referentie Pijler 3 referentie Referentie benchmark verorde- ning Referentie EU- Klimaat- wet Pagina ESRS 2 GOV-1 Genderdiversi- teit raad van bestuur alinea 21(d) x x p. 112 ESRS 2 GOV-1 Percentage onafhankelijke bestuurders alinea 21(e) x p. 104 ESRS 2 GOV-4 Due-diligence- verklaring alinea 30 x p. 197 ESRS 2 SBM-1 Betrokkenheid bij activiteiten m.b.t. activitei- ten fossiele brandstoffen alinea 30 x x Niet van toepassing ESRS 2 SBM-1 Betrokkenheid bij activiteiten m.b.t. chemi- sche productie alinea 40 (d) ii x x x Niet van toepassing ESRS 2 SBM-1 Betrokkenheid bij activiteiten m.b.t. contro- versiële wapens alinea 40 (d) iii x x Niet van toepassing ESRS 2 SBM-1 Betrokkenheid bij activiteiten m.b.t. teelt en productie tabak alinea 40 (d) iv x Niet van toepassing ESRS E1-1 Transitieplan om tegen 2050 klimaatneutraliteit te bereiken alinea 14 x p. 218 ESRS E1-1 Ondernemingen uitge- sloten van op Overeenkomst van Parijs afgestemde benchmarks alinea 16 (g) x x p.218 ESRS E1-4 Doelen BKG- emissiereductie alinea 34 x x x p. 226 In de onderstaande tabel zijn alle datapunten opgenomen die voortvloeien uit andere EU-wetgeving zoals vermeld in bijlage B van ESRS 2, waarbij is aangegeven waar de datapunten in het verslag te vinden zijn en welke datapunten als ‘niet materieel’ zijn beoordeeld. CSRD VERSLAG 2024 280 283 IM WE CREATE MEDIA WITH PACT CSRD VERSLAG 2024 RAPPORTAGE-EIS Datapunt SFDR referentie Pijler 3 referentie Referentie benchmark verordening Referentie EU- Klimaat- wet Pagina ESRS E1-5 Totale energieverbruik uit hernieuwbare bronnen, uitgesplitst naar bronnen (alleen sectoren met grote klimaatimpact) alinea 38 x p. 229 ESRS E1-5 Energieverbruik en energiemix alinea 37 x p. 229 ESRS E1-5 Energie-intensiteit activiteiten in sectoren met grote klimaatimpact alinea 40-43 x p. 229 ESRS E1-6 Bruto scope 1-, 2-, 3- emissies en totale BKG-emissies alinea 44 x x x p. 231 ESRS E1-6 Intensiteit bruto-BKG- emissies alinea 53-55 x x x p. 231 ESRS E1-7 BKG-verwijderingen en carbon credits alinea 56 x Niet van toepassing voor RMG ESRS E1-9 Blootstelling benchmarkportefeuille aan fysieke klimaatrisico’s alinea 66 x Ingefaseerd – Niet in verslag ESRS E1-9 Uitsplitsing geldbedragen in acuut en chronisch fysiek risico alinea 66 (a) x Ingefaseerd – Niet in verslag ESRS E1-9 Locatie significante activa die materieel fysiek risico lopen alinea 66 (c) x Ingefaseerd – Niet in verslag ESRS E1-9 Uitsplitsing boekwaarde vastgoedactiva naar energie- efficiëntieklasse alinea 67 (c) x Ingefaseerd – Niet in verslag ESRS E1-9 Mate blootstelling portefeuille aan klimaatkansen alinea 69 x Ingefaseerd – Niet in verslag ESRS E2-4 Hoeveelheid emissies naar lucht, water en bodem van elke verontreinigende stof in bijlage II bij E- PRTR- verordening (Europees register uitstoot en overbrenging verontreinigende stoffen) alinea 28 x p. 244 ESRS E3-1 Water en mariene hulpbronnen alinea 9 x Niet materieel ESRS E3-1 Specifiek beleid alinea 13 x Niet materieel ESRS E3-1 Duurzame oceanen en zeeën alinea 14 x Niet materieel RAPPORTAGE-EIS Datapunt SFDR referentie Pijler 3 referentie Referentie benchmark verordening Referentie EU- Klimaat- wet Pagina ESRS E3-4 Totale hoeveelheid gerecycled en hergebruikt water alinea 29 x Niet materieel ESRS E3-4 Totale hoeveelheid gerecycled en hergebruikt water alinea 16 (a)i x Niet materieel ESRS 2 – IRO-1 – E4 alinea 6 (b) x Niet materieel ESRS 2 – IRO-1 – E4 alinea 16 (c) x Niet materieel ESRS 2 – IRO-1 – E4 alinea 24 (b) x Niet materieel ESRS E4-2 Praktijken of beleid duurzaam beheer bodem / duurzame landbouw alinea 4 (c) x Niet materieel ESRS E4-2 Praktijken of beleid duurzaam beheer oceanen / zee alinea 24 (d) x Niet materieel ESRS E4-2 Beleid tegen ontbossing alinea 37 (d) x Niet materieel ESRS E5-5 Niet-gerecycled afval alinea 39 x p. 248 ESRS E5-5 Gevaarlijk afval en radioactief afval alinea 14 (f) x Niet materieel/ niet van toepassing ESRS 2 – SBM3 – S1 Risico incidenten gedwongen arbeid alinea 14 (g) x p. 248 ESRS 2 – SBM3 – S1 Risico incidenten kinderarbeid alinea 20 x Niet materieel ESRS S1-1 Toezeggingen op gebied van mensenrechtenbeleid alinea 20 x p. 250 ESRS S1-1 Due-diligencebeleid rond kwesties aan de orde in fundamentele verdragen 1 t/m 8 van Internationale Arbeidsorganisatie alinea 21 x p. 250 ESRS S1-1 Procedures en maatregelen ter voorkoming van mensenhandel alinea 22 x p. 250 CSRD VERSLAG 2024 282 RAPPORTAGE-EIS Datapunt SFDR referentie Pijler 3 referentie Referentie benchmark verordening Referentie EU- Klimaat- wet Pagina ESRS S1-1 Beleid of beheersystem ter voorkoming van arbeidsongevallen alinea 23 x p. 250 ESRS S1-3 Klachtenregelingen alinea 32 (c) x p. 252 ESRS S1-14 Aantal sterfgevallen en aantal en aandeel arbeidsongevallen alinea 88 (b) en (c) x x Niet materieel ESRS S1-14 Aantal verzuimdagen als gevolg van letsel, ongevallen, dodelijke ongevallen of ziekte alinea 88 (e) x Niet materieel ESRS S1-16 Niet-gecorrigeerde loonkloof man-vrouw alinea 97 (a) x x Niet materieel ESRS S1-16 Ratio buitensporige beloning CEO alinea 97 (b) x Niet materieel ESRS S1-17 Gevallen van discriminatie alinea 103 (a) x p. 257 ESRS S1-17 Niet-nakoming UNGP’s on Busi- ness and Human Rights en OESO-richtlijnen alinea 104 (a) x x p. 257 ESR S2 – SBM3 – S2 Aanzienlijk risico kinder- arbeid of gedwongen arbeid in waardeketen alinea 11 (b) x Niet materieel ESRS S2-1 Toezeggingen op gebied van Mensenrechtenbeleid alinea 17 x Niet materieel ESRS S2-1 Beleid ten aanzien van werknemers in waardeketen alinea 18 x Niet materieel ESRS S2-1 Niet-nakoming UNGP’s on Business and Human Rights en OESO-richtlijnen alinea 19 x x Niet materieel ESRS S2-1 Due-diligencebeleid rond kwesties aan de orde in fundamentele verdragen 1 t/m 8 van Internationale Arbeidsorganisatie alinea 19 x Niet materieel ESRS S2-4 Mensenrechten- problemen en - incidenten m.b.t. upstream- en downstream- waardeketen alinea 36 x Niet materieel RAPPORTAGE-EIS Datapunt SFDR referentie Pijler 3 referentie Referentie benchmark verordening Referentie EU- Klimaat- wet Pagina ESRS S3-1 Toezeggingen op gebied van mensenrechten- beleid alinea 16 x Niet materieel ESRS S3-1 Niet-nakoming UNGP’s on Business and Human Rights, ILO-beginselen en/of OESO-richtlijnen alinea 17 x x Niet materieel ESRS S3-4 Mensenrechtenproblemen en -incidenten alinea 36 x Niet materieel ESRS S4-1 Beleid ten aanzien van consumenten en eindgebruikers alinea 16 x p. 261 ESRS S4-1 Niet-nakoming UNGP’s on Business and Human Rights en OESO-richtlijnen alinea 17 x x p. 261 ESRS S4-4 Mensenrechten- problemen en -incidenten alinea 35 x Niet van toepassing ESRS G1-1 VN-Verdrag tegen corruptie alinea 10 (b) x Niet materieel ESRS G1-1 Bescherming klokkenluiders alinea 10 (d) x Niet materieel ESRS G1-4 Geldboeten voor overtredingen wetgeving tegen corruptie en omkoping alinea 24 (a) x x Niet materieel ESRS G1-4 Normen bestrijding corruptie en omkoping alinea 24 (b) x Niet materieel 285 IM WE CREATE MEDIA WITH PACT CSRD VERSLAG 2024 CSRD VERSLAG 2024 284 Financial year N 2024 Substantial Contribution Criteria DNSH criteria (‘Does Not Significantly Harm’)(h) Economic Activities (1) Code (a)(2) CapEx (3) Proportion of CapEx, year N (4) Climate Change Mitigation (5) Climate Change Adaptation (6) Water (7) Pollution (8) Circular Economy (9) Biodiversity (10) Climate Change mitigation (11) Climate Change Adaptation (12) Water (13) Pollution (14) Circular Economy (15) Biodiversity (16) Minimum Safe - guards (17) Proportion of Taxonomy aligned (A.1) or eligible (A.2.) CapEx, year N-1 (18) Category enabling activity (19) Category transitional activity (20) Tex t Currency % Y; N; N/EL (b) (c) Y; N; N/EL (b) (c) Y; N; N/EL (b) (c) Y; N; N/EL (b) (c) Y; N; N/EL (b) (c) Y; N; N/EL (b) (c) Y/N Y/ N Y/N Y/N Y/ N Y/N Y/N % E T A. Taxonomy-eligible activities A.1 Environmentally sustainable activities (Taxonomy-aligned) ACTIVITY 1 0,0 0% % ACTIVITY 1 (d) % % ACTIVITY 2 % % CapEx of environmentally sustainable activities (Taxonomy-aligned) (A.1) % % % % % % % % Of which Enabling % % % % % % % % E Of which Transitional % % % T A.2 Taxonomy-Eligible but not environmentally sustainable activities (not Taxonomy-aligned activities) (g) EL; N/EL (f) EL; N/EL (f) EL; N/EL (f) EL; N/EL (f) EL; N/EL (f) EL; N/EL (f) CapEx of Taxonomy-eligible but not environmentally sustainable activities (not taxonomy-aligned activities) (A.2) % % % % % % % % Manufacture of low-carbon technologies for transportation 6.5 2,7 14% Installation, maintenance, and repair of energy-efficient equipment 7. 3 2,1 11% Installation, maintenance, and repair of electric vehicle charging staions in buildings (and parkings lots attached to buildings) 7. 4 0,1 1% A. CapEx of Taxonomy eligible activities (A1+A2) 4,9 26% % % % % % % B. Taxonomy-non-eligible activities CapEx of Taxonomy non-eligible activities 14,3 74% TOTAL 19,2 100% ANNEX IV CAPEX 287 IM WE CREATE MEDIA WITH PACT CSRD VERSLAG 2024 CSRD VERSLAG 2024 286 (a) The Code constitutes the abbreviation of the relevant objective to which the economic activity is eligible to make a substantial contribution, as well as the Section number of the activity in the relevant Annex covering the objective, i.e.: - Climate Change Mitigation: CCM - Climate Change Adaptation: CCA - Water and Marine Resources: WTR - Circular Economy: CE - Pollution Prevention and Control: PPC - Biodiversity and ecosystems: BIO For example, the Activity “Afforestation” would have the Code: CCM 1.1 Where activities are eligible to make a substantial contribution to more than one objective, the codes for all objectives should be indicated. For example, if the operator reports that the activity “Construction of new buildings” makes a substantial contribution to climate change mitigation and cir- cular economy, the code would be: CCM 7.1. / CE 3.1. The same codes should be used in Sections A.1. and A.2 of this template. (b) Y - Yes, Taxonomy-eligible and Taxonomy-aligned activity with the relevant environmental objective N - No, Taxonomy-eligible but not Taxonomy-aligned activity with the relevant environmental objective N/EL - not eligible, Taxonomy non-eligible activity for the relevant environmental objective (c) Where an economic activity contributes substantially to multiple environmental objectives, non-financial undertakings shall indicate, in bold, the most relevant environmental objective for the purpose of computing the KPIs of financial undertakings while avoiding double counting. In their respective KPIs, where the use of proceeds from the financing is not known, financial undertakings shall compute the financing of economic activities contributing to mul- tiple environmental objectives under the most relevant environmental objective that is reported in bold in this template by non-financial undertakings. An environmental objective may only be reported in bold once in one row to avoid double counting of economic activities in the KPIs of financial undertakings. This shall not apply to the computation of Taxonomy-alignment of economic activities for financial products defined in point (12) of Article 2 of regulation (EU) 2019/2088. Non-financial undertakings shall also report the extent of eligibility and alignment per environmental objective, that includes alignment with each of environmental objectives for activities contributing substantially to several objectives, by using the template below (d) The same activity may align with only one or more environmental objectives for which it is eligible. (e) The same activity may be eligible and not aligned with the relevant environmental objectives. (f) EL - Taxonomy eligible activity for the relevant objective N/EL - Taxonomy non-eligible activity for the relevant objective (g) Activities shall be reported in Section A.2 of this template only if they are not aligning to any environmental objective for which they are eligible. Activities that align to at least one environmental objective shall be reported in Section A.1 of this template. (h) For an activity to be reported in Section A.1 all DNSH criteria and minimum safeguards shall be met. For activities listed under A2, columns (5) to (17) may be filled in on a voluntary basis by non-financial undertakings. Non-financial undertakings may indicate the substantial contribution and DNSH criteria that they meet or do not meet in Section A.2 by using: (a) for substantial contribution - Y/N and N/EL codes instead of EL and N/EL and (b) for DNSH - Y/N codes. 289 IM WE CREATE MEDIA WITH PACT CSRD VERSLAG 2024 CSRD VERSLAG 2024 288 Financial year N 2024 Substantial Contribution Criteria DNSH criteria (‘Does Not Significantly Harm’)(h) Economic Activities (1) Code (a)(2) OpEx (3) Proportion of OpEx, year N (4) Climate Change Mitigation (5) Climate Change Adaptation (6) Water (7) Pollution (8) Circular Economy (9) Biodiversity (10) Climate Change mitigation (11) Climate Change Adaptation (12) Water (13) Pollution (14) Circular Economy (15) Biodiversity (16) Minimum Safe - guards (17) Proportion of Taxonomy aligned (A.1) or eligible (A.2.) OpEx, year N-1 (18) Category enabling activity (19) Category transitional activity (20) Tex t Currency % Y; N; N/EL (b) (c) Y; N; N/EL (b) (c) Y; N; N/EL (b) (c) Y; N; N/EL (b) (c) Y; N; N/EL (b) (c) Y; N; N/EL (b) (c) Y/N Y/ N Y/N Y/N Y/ N Y/N Y/N % E T A. Taxonomy-eligible activities A.1 Environmentally sustainable activities (Taxonomy-aligned) ACTIVITY 1 0,0 0% % ACTIVITY 1 (d) % % ACTIVITY 2 % % OpEx of environmentally sustainable activities (Taxonomy-alig - ned) (A.1) % % % % % % % % Of which Enabling % % % % % % % % E Of which Transitional % % % T A.2 Taxonomy-Eligible but not environmentally sustainable acti - vities (not Taxonomy-aligned activities) (g) EL; N/EL (f) EL; N/EL (f) EL; N/EL (f) EL; N/EL (f) EL; N/EL (f) EL; N/EL (f) OpEx of Taxonomy-eligible but not environmentally sustainable activities (not taxonomy-aligned activities) (A.2) % % % % % % % % Installation, maintenance, and repair of renewable energy technologies 7. 6 0,1 0,9% A. OpEx of Taxonomy eligible activities (A1+A2) 0,1 0,9% % % % % % % B. Taxonomy-non-eligible activities OpEx of Taxonomy non-eligible activities 6,8 99,1% TOTAL 6,9 100% ANNEX V OPEX 291 IM WE CREATE MEDIA WITH PACT CSRD VERSLAG 2024 CSRD VERSLAG 2024 290 (a) The Code constitutes the abbreviation of the relevant objective to which the economic activity is eligible to make a substantial contribution, as well as the Section number of the activity in the relevant Annex covering the objective, i.e.: - Climate Change Mitigation: CCM - Climate Change Adaptation: CCA - Water and Marine Resources: WTR - Circular Economy: CE - Pollution Prevention and Control: PPC - Biodiversity and ecosystems: BIO For example, the Activity “Afforestation” would have the Code: CCM 1.1 Where activities are eligible to make a substantial contribution to more than one objective, the codes for all objectives should be indicated. For example, if the operator reports that the activity “Construction of new buildings” makes a substantial contribution to climate change mitigation and cir- cular economy, the code would be: CCM 7.1. / CE 3.1. The same codes should be used in Sections A.1. and A.2 of this template. (b) Y - Yes, Taxonomy-eligible and Taxonomy-aligned activity with the relevant environmental objective N - No, Taxonomy-eligible but not Taxonomy-aligned activity with the relevant environmental objective N/EL - not eligible, Taxonomy non-eligible activity for the relevant environmental objective (c) Where an economic activity contributes substantially to multiple environmental objectives, non-financial undertakings shall indicate, in bold, the most relevant environmental objective for the purpose of computing the KPIs of financial undertakings while avoiding double counting. In their respective KPIs, where the use of proceeds from the financing is not known, financial undertakings shall compute the financing of economic activities contributing to mul- tiple environmental objectives under the most relevant environmental objective that is reported in bold in this template by non-financial undertakings. An environmental objective may only be reported in bold once in one row to avoid double counting of economic activities in the KPIs of financial undertakings. This shall not apply to the computation of Taxonomy-alignment of economic activities for financial products defined in point (12) of Article 2 of regulation (EU) 2019/2088. Non-financial undertakings shall also report the extent of eligibility and alignment per environmental objective, that includes alignment with each of environmental objectives for activities contributing substantially to several objectives, by using the template below (d) The same activity may align with only one or more environmental objectives for which it is eligible. (e) The same activity may be eligible and not aligned with the relevant environmental objectives. (f) EL - Taxonomy eligible activity for the relevant objective N/EL - Taxonomy non-eligible activity for the relevant objective (g) Activities shall be reported in Section A.2 of this template only if they are not aligning to any environmental objective for which they are eligible. Activities that align to at least one environmental objective shall be reported in Section A.1 of this template. (h) For an activity to be reported in Section A.1 all DNSH criteria and minimum safeguards shall be met. For activities listed under A2, columns (5) to (17) may be filled in on a voluntary basis by non-financial undertakings. Non-financial undertakings may indicate the substantial contribution and DNSH criteria that they meet or do not meet in Section A.2 by using: (a) for substantial contribution - Y/N and N/EL codes instead of EL and N/EL and (b) for DNSH - Y/N codes. 293 IM WE CREATE MEDIA WITH PACT CSRD VERSLAG 2024 CSRD VERSLAG 2024 292 ANNEX VI TURNOVER Financial year N 2024 Substantial Contribution Criteria DNSH criteria (‘Does Not Significantly Harm’)(h) Economic Activities (1) Code (a)(2) Turnover (3) Proportion of Turnover, year N (4) Climate Change Mitigation (5) Climate Change Adaptation (6) Water (7) Pollution (8) Circular Economy (9) Biodiversity (10) Climate Change mitigation (11) Climate Change Adaptation (12) Water (13) Pollution (14) Circular Economy (15) Biodiversity (16) Minimum Safe - guards (17) Proportion of Taxonomy aligned (A.1) or eligible (A.2.) turnover, year N-1 (18) Category enabling activity (19) Category transitional activity (20) Tex t Currency % Y; N; N/EL (b) (c) Y; N; N/EL (b) (c) Y; N; N/EL (b) (c) Y; N; N/EL (b) (c) Y; N; N/EL (b) (c) Y; N; N/EL (b) (c) Y/N Y/ N Y/N Y/N Y/ N Y/N Y/N % E T A. Taxonomy-eligible activities A.1 Environmentally sustainable activities (Taxonomy-aligned) ACTIVITY 1 0,0 0% % ACTIVITY 1 (d) % % ACTIVITY 2 % % Turnover of environmentally sustainable activities (Taxono - my-aligned) (A.1) % % % % % % % % Of which Enabling % % % % % % % % E Of which Transitional % % % T A.2 Taxonomy-Eligible but not environmentally sustainable acti - vities (not Taxonomy-aligned activities) (g) EL; N/EL (f) EL; N/EL (f) EL; N/EL (f) EL; N/EL (f) EL; N/EL (f) EL; N/EL (f) Turnover of Taxonomy-eligible but not environmentally sustaina - ble activities (not taxonomy-aligned activities) (A.2) % % % % % % % Programming & broadcasting activities 8.3 4,7 1% % % % % % % % A. Turnover of Taxonomy eligible activities (A1+A2) 4,7 1% % % % % % % B. Taxonomy-non-eligible activities Turnover of Taxonomy non-eligible activities 315,6 99% TOTAL 320,3 100% 295 IM WE CREATE MEDIA WITH PACT CSRD VERSLAG 2024 CSRD VERSLAG 2024 294 (a) The Code constitutes the abbreviation of the relevant objective to which the economic activity is eligible to make a substantial contribution, as well as the Section number of the activity in the relevant Annex covering the objective, i.e.: - Climate Change Mitigation: CCM - Climate Change Adaptation: CCA - Water and Marine Resources: WTR - Circular Economy: CE - Pollution Prevention and Control: PPC - Biodiversity and ecosystems: BIO For example, the Activity “Afforestation” would have the Code: CCM 1.1 Where activities are eligible to make a substantial contribution to more than one objective, the codes for all objectives should be indicated. For example, if the operator reports that the activity “Construction of new buildings” makes a substantial contribution to climate change mitigation and cir- cular economy, the code would be: CCM 7.1. / CE 3.1. The same codes should be used in Sections A.1. and A.2 of this template. (b) Y - Yes, Taxonomy-eligible and Taxonomy-aligned activity with the relevant environmental objective N - No, Taxonomy-eligible but not Taxonomy-aligned activity with the relevant environmental objective N/EL - not eligible, Taxonomy non-eligible activity for the relevant environmental objective (c) Where an economic activity contributes substantially to multiple environmental objectives, non-financial undertakings shall indicate, in bold, the most relevant environmental objective for the purpose of computing the KPIs of financial undertakings while avoiding double counting. In their respective KPIs, where the use of proceeds from the financing is not known, financial undertakings shall compute the financing of economic activities contributing to mul- tiple environmental objectives under the most relevant environmental objective that is reported in bold in this template by non-financial undertakings. An environmental objective may only be reported in bold once in one row to avoid double counting of economic activities in the KPIs of financial undertakings. This shall not apply to the computation of Taxonomy-alignment of economic activities for financial products defined in point (12) of Article 2 of regulation (EU) 2019/2088. Non-financial undertakings shall also report the extent of eligibility and alignment per environmental objective, that includes alignment with each of environmental objectives for activities contributing substantially to several objectives, by using the template below (d) The same activity may align with only one or more environmental objectives for which it is eligible. (e) The same activity may be eligible and not aligned with the relevant environmental objectives. (f) EL - Taxonomy eligible activity for the relevant objective N/EL - Taxonomy non-eligible activity for the relevant objective (g) Activities shall be reported in Section A.2 of this template only if they are not aligning to any environmental objective for which they are eligible. Activities that align to at least one environmental objective shall be reported in Section A.1 of this template. (h) For an activity to be reported in Section A.1 all DNSH criteria and minimum safeguards shall be met. For activities listed under A2, columns (5) to (17) may be filled in on a voluntary basis by non-financial undertakings. Non-financial undertakings may indicate the substantial contribution and DNSH criteria that they meet or do not meet in Section A.2 by using: (a) for substantial contribution - Y/N and N/EL codes instead of EL and N/EL and (b) for DNSH - Y/N codes. 297 IM WE CREATE MEDIA WITH PACT CSRD VERSLAG 2024 CSRD VERSLAG 2024 296 Row Nuclear energy related activities 1. The undertaking carries out, funds or has exposures to research, deve- lopment, demonstration and deployment of innovative electricity genera- tion facilities that produce energy from nuclear processes with minimal waste from the fuel cycle. NO 2. The undertaking carries out, funds or has exposures to construction and safe operation of new nuclear installations to produce electricity or process heat, including for the purposes of district heating or industrial processes such as hydrogen production, as well as their safety upgrades, using best available technologies. NO 3. The undertaking carries out, funds or has exposures to safe operation of existing nuclear installations that produce electricity or process heat, including for the purposes of district heating or industrial processes such as hydrogen production from nuclear energy, as well as their safety upgrades. NO Fossil gas related activities 4. The undertaking carries out, funds or has exposures to construction or operation of electricity generation facilities that produce electricity using fossil gaseous fuels. NO 5. The undertaking carries out, funds or has exposures to construction, re- furbishment, and operation of combined heat/cool and power generation facilities using fossil gaseous fuels. NO 6. The undertaking carries out, funds or has exposures to construction, refurbishment and operation of heat generation facilities that produce heat/cool using fossil gaseous fuels. NO Voor de berekening van de KPI’s inzake omzet, capex en opex werden voor zowel de rapportering over 2023 als 2024 volgende definities gehanteerd. De taxonomie data is gebaseerd op IFRS. KPI ‘omzet’: het aandeel van de economische activiteiten die voor taxonomie in aanmerking komen in onze totale omzet is berekend als het deel van de omzet gege- nereerd door economische activiteiten die voor de taxonomie in aanmerking komen (teller) gedeeld door de geconsolideerde omzet (noemer). De noemer sluit aan met de omzet die in onze geconsolideerde jaarrekening werd gerapporteerd (Toelichting geconsolideerd jaarverslag 4). Kapitaaluitgaven (capex) KPI: het aandeel van de kapitaaluitgaven dat betrekking heeft op activa of processen die verband houden met voor taxonomie in aanmerking komende economische activiteiten is berekend als het deel van de kapitaaluit- gaven dat betrekking heeft op activa of processen die verband houden met voor de taxonomie in aanmerking komende economische activiteiten (teller) gedeeld door de toevoegingen aan materiële en immateriële activa, met inbegrip van de toevoegingen die voortvloeien uit bedrijfscombinaties, zoals gerapporteerd in de geconsolideerde jaarrekening (Toelichtingen geconsolideerd jaarverslag 14 en 15). Operationele uitgaven (opex) KPI: het aandeel van de operationele uitgaven dat betrekking heeft op activa of processen die verband houden met de voor taxonomie in aanmerking komende activiteiten is berekend als het deel van de operationele uit- gaven dat betrekking heeft op activa of processen die verband houden met de voor taxonomie in aanmerking komende activiteiten gedeeld door de geconsolideerde operationele uitgaven als volgt gedefinieerd: de som van niet-gekapitaliseerde kos- ten voor onderzoek & ontwikkeling, leaseovereenkomsten (voor zover ze niet in de kapitaaluitgaven werden opgenomen), en voor onderhoud en reparatie en andere directe kosten die verband houden met het dagelijkse onderhoud van materiële vaste activa. DEFINITIES KPI’S ANNEX VII NUCLEAR AND FOSSIL GAS RELATED ACTIVITIES 299 IM WE CREATE MEDIA WITH PACT CSRD VERSLAG 2024 CSRD VERSLAG 2024 298 301 IM WE CREATE MEDIA WITH PACT CSRD VERSLAG 2024 VERSLAG VAN DE COMMISSARIS DUURZAAMHEIDS- INFORMATIE Besloten vennootschap Société à responsabilité limitée. RPR Brussel – RPM Bruxelles – T.V.A. - B.T.W. BE 0446.334.711 – IBAN N° BE71 2100 9059 0069 handelend in naam van een vennootschap/agissant au nom d’une société A member firm of Ernst & Young Global Limited EY Bedrijfsrevisoren EY Réviseurs d’Entreprises Pauline van Pottelsberghelaan 12 B - 9051 Gent Tel: +32 (0) 9 242 51 11 ey.com Verslag van de commissaris met een beperkte mate van zekerheid over de geconsolideerde duurzaamheidsinformatie van Roularta Media Group Aan de Algemene Vergadering van Aandeelhouders, In het kader van de wettelijke assuranceopdracht met een beperkte mate van zekerheid met betrekking tot de duurzaamheidsinformatie van Roularta Media Group (de “Vennootschap” of “de Groep”), leggen wij u ons verslag over deze opdracht voor. Wij werden benoemd door de algemene vergadering van 21 mei 2024, overeenkomstig het voorstel van het bestuursorgaan van Roularta Media Group voor het uitvoeren van een assuranceopdracht met een beperkte mate van zekerheid over de geconsolideerde duurzaamheidsinformatie van de Vennootschap, opgenomen in het Sustainability Statement van het jaarverslag 2024 (hierna de “duurzaamheidsinformatie”). Ons mandaat loopt af op de datum van de algemene vergadering die beraadslaagt over de jaarrekening afgesloten op 31 December 2026. Wij hebben onze assuranceopdracht over de duurzaamheidsinformatie van Roularta Media Group uitgevoerd gedurende één boekjaa r. Conclusie met een beperkte mate van zekerheid Wij hebben een assuranceopdracht met een beperkte mate van zekerheid met betrekking tot de duurzaamheidsinformatie van de Vennootschap uitgevoerd. Op basis van de uitgevoerde werkzaamheden en de verkregen assuranceinformatie is niets onder onze aandacht gekomen dat ons ertoe aanzet van mening te zijn dat de duurzaamheidsinformatie van de Vennootschap, in alle van materieel belang zijnde opzichten: • niet is opgesteld in overeenstemming met de vereisten bedoeld in artikel 3:6/3 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen, met inbegrip van de overeenstemming met de toepasbare Europese standaarden voor duurzaamheidsinformatie (de European Sustainability Reporting Standards (“ESRS’s”)); • niet in overeenstemming is met het door de Vennootschap uitgevoerde proces (“het Proces”) om de op grond van de ESRS’s openbaar gemaakte duurzaamheidsinformatie vast te stellen, zoals uiteengezet in de sectie “CSRD en Double Materiality Assessment (DMA)” • de vereisten niet naleeft van artikel 8 van Verordening (EU) 2020/852 (de “Taxonomieverordening”) betreffende de openbaarmaking van de informatie opgenomen in de sectie “EU Taxonomie” binnen de milieu-informatie van het Sustainabiity Statement; Basis voor de conclusie Wij hebben onze assuranceopdracht met een beperkte mate van zekerheid uitgevoerd overeenkomstig ISAE 3000 (Herzien), Assuranceopdrachten anders dan opdrachten tot controle of beoordeling van historische financiële informatie (“ISAE 3000 (Herzien)”), zoals in België van toepassing. Onze verantwoordelijkheden op grond van deze standaard zijn uitvoeriger beschreven in de sectie van ons verslag “Verantwoordelijkheden van de commissaris betreffende de assuranceopdracht met een beperkte mate van zekerheid met betrekking tot de duurzaamheidsinformatie”. Besloten vennootschap Société à responsabilité limitée. RPR Brussel – RPM Bruxelles – T.V.A. - B.T.W. BE 0446.334.711 – IBAN N° BE71 2100 9059 0069 handelend in naam van een vennootschap/agissant au nom d’une société A member firm of Ernst & Young Global Limited EY Bedrijfsrevisoren EY Réviseurs d’Entreprises Pauline van Pottelsberghelaan 12 B - 9051 Gent Tel: +32 (0) 9 242 51 11 ey.com Verslag van de commissaris met een beperkte mate van zekerheid over de geconsolideerde duurzaamheidsinformatie van Roularta Media Group Aan de Algemene Vergadering van Aandeelhouders, In het kader van de wettelijke assuranceopdracht met een beperkte mate van zekerheid met betrekking tot de duurzaamheidsinformatie van Roularta Media Group (de “Vennootschap” of “de Groep”), leggen wij u ons verslag over deze opdracht voor. Wij werden benoemd door de algemene vergadering van 21 mei 2024, overeenkomstig het voorstel van het bestuursorgaan van Roularta Media Group voor het uitvoeren van een assuranceopdracht met een beperkte mate van zekerheid over de geconsolideerde duurzaamheidsinformatie van de Vennootschap, opgenomen in het Sustainability Statement van het jaarverslag 2024 (hierna de “duurzaamheidsinformatie”). Ons mandaat loopt af op de datum van de algemene vergadering die beraadslaagt over de jaarrekening afgesloten op 31 December 2026. Wij hebben onze assuranceopdracht over de duurzaamheidsinformatie van Roularta Media Group uitgevoerd gedurende één boekjaa r. Conclusie met een beperkte mate van zekerheid Wij hebben een assuranceopdracht met een beperkte mate van zekerheid met betrekking tot de duurzaamheidsinformatie van de Vennootschap uitgevoerd. Op basis van de uitgevoerde werkzaamheden en de verkregen assuranceinformatie is niets onder onze aandacht gekomen dat ons ertoe aanzet van mening te zijn dat de duurzaamheidsinformatie van de Vennootschap, in alle van materieel belang zijnde opzichten: • niet is opgesteld in overeenstemming met de vereisten bedoeld in artikel 3:6/3 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen, met inbegrip van de overeenstemming met de toepasbare Europese standaarden voor duurzaamheidsinformatie (de European Sustainability Reporting Standards (“ESRS’s”)); • niet in overeenstemming is met het door de Vennootschap uitgevoerde proces (“het Proces”) om de op grond van de ESRS’s openbaar gemaakte duurzaamheidsinformatie vast te stellen, zoals uiteengezet in de sectie “CSRD en Double Materiality Assessment (DMA)” • de vereisten niet naleeft van artikel 8 van Verordening (EU) 2020/852 (de “Taxonomieverordening”) betreffende de openbaarmaking van de informatie opgenomen in de sectie “EU Taxonomie” binnen de milieu-informatie van het Sustainabiity Statement; Basis voor de conclusie Wij hebben onze assuranceopdracht met een beperkte mate van zekerheid uitgevoerd overeenkomstig ISAE 3000 (Herzien), Assuranceopdrachten anders dan opdrachten tot controle of beoordeling van historische financiële informatie (“ISAE 3000 (Herzien)”), zoals in België van toepassing. Onze verantwoordelijkheden op grond van deze standaard zijn uitvoeriger beschreven in de sectie van ons verslag “Verantwoordelijkheden van de commissaris betreffende de assuranceopdracht met een beperkte mate van zekerheid met betrekking tot de duurzaamheidsinformatie”. Verslag van de Commissaris met een beperkte mate van zekerheid over de geconsolideerde duurzaamheidsinformatie van Roularta Media Group voor het boekjaar afgesloten op 31 december 2024 (vervolg) 2 Wij hebben alle deontologische vereisten die relevant zijn voor de assuranceopdracht van de duurzaamheidsinformatie in België nageleefd, met inbegrip van deze met betrekking tot de onafhankelijkheid. Wij passen de internationale standaard voor kwaliteitsmanagement 1 (“ISQM 1”) toe, die vereist dat het kantoor een kwaliteitsmanagementsysteem opzet, implementeert en in werking stelt, inclusief beleidslijnen of procedures met betrekking tot de naleving van ethische vereisten, professionele normen en toepasselijke wettelijke en regelgevende vereisten. We hebben van het bestuursorgaan en van de aangestelden van de Vennootschap de voor onze assuranceopdracht met een beperkte mate van zekerheid vereiste ophelderingen en inlichtingen verkregen. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen assuranceinformatie voldoende en geschikt is als basis voor onze conclusie. Overige aangelegenheid De reikwijdte van onze werkzaamheden is beperkt tot de assuranceopdracht met een beperkte mate van zekerheid over de duurzaamheidsinformatie van de Vennootschap met betrekking tot de huidige rapporteringsperiode. Onze assuranceopdracht met een beperkte mate van zekerheid strekt zich niet uit tot informatie met betrekking tot de vergelijkende cijfers. Verantwoordelijkheden van het bestuursorgaan betreffende het opstellen van de duurzaamheidsinformatie Het bestuursorgaan van de Vennootschap is verantwoordelijk voor het opzetten en implementeren van een Proces en voor het toelichten van dit Proces in de sectie “CSRD en Double Materiality Assessment (DMA)” van de duurzaamheidsinformatie. Deze verantwoordelijkheid omvat: • het begrijpen van de context waarin de activiteiten en zakelijke betrekkingen van de Vennootschap plaatsvinden en het ontwikkelen van inzicht in haar betrokken belanghebbenden; • het identificeren van de feitelijke en potentiële effecten (zowel negatieve als positieve) in verband met duurzaamheidskwesties, alsook van risico’s en opportuniteiten die de financiële positie, de financiële prestaties, de kasstromen, de toegang tot financiering of de kapitaalkosten van de Vennootschap op korte, middellange of lange termijn beïnvloeden of waarvan redelijkerwijs zou kunnen worden verwacht dat zij hierop een invloed zullen hebben; • het beoordelen van de materialiteit van de vastgestelde effecten, risico’s en opportuniteiten in verband met duurzaamheidskwesties door passende drempelwaarden te selecteren en toe te passen; en • het maken van veronderstellingen en schattingen die onder de gegeven omstandigheden redelijk zijn. Het bestuursorgaan van de Vennootschap is ook verantwoordelijk voor het opstellen van de duurzaamheidsinformatie, die de door het Proces vastgestelde informatie bevat, • in overeenstemming met de vereisten bedoeld in artikel 3:6/3 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen, met inbegrip van de toepasbare ESRS’s; en • met naleving van de vereisten in artikel 8 van Verordening (EU) 2020/852 (de “Taxonomieverordening”) betreffende de openbaarmaking van informatie opgenomen in de sectie “EU Taxonomie” binnen de milieu-informatie van het Sustainabiity Statement. VERSLAG VAN DE COMMISSARIS MET EEN BEPERKTE MATE VAN ZEKERHEID OVER DE GECONSOLIDEERDE DUURZAAMHEIDSINFORMATIE VAN ROULARTA MEDIA GROUP CSRD VERSLAG 2024 300 303 IM WE CREATE MEDIA WITH PACT CSRD VERSLAG 2024 Verslag van de Commissaris met een beperkte mate van zekerheid over de geconsolideerde duurzaamheidsinformatie van Roularta Media Group voor het boekjaar afgesloten op 31 december 2024 (vervolg) 5 • het interviewen van management en betrokken medewerkers die verantwoordelijk zijn voor het consolideren en het uitvoeren van interne beheersingsmaatregelen met betrekking tot de duurzaamheidsinformatie; en • wanneer dit passend wordt geacht, het bekomen van onderbouwende documentatie voor de betreffende verslaggevingsprocessen • Geëvalueerd of de informatie zoals vastgesteld door het Proces is opgenomen in de duurzaamheidsinformatie; • Geëvalueerd of de structuur en het opstellen van de duurzaamheidsinformatie overeenstemt met de ESRS’s; • Om inlichtingen verzocht bij relevant personeel en cijferanalyses uitgevoerd op geselecteerde informatie in de duurzaamheidsinformatie; • Gegevensgerichte assurancewerkzaamheden uitgevoerd op basis van een steekproef op geselecteerde informatie in de duurzaamheidsinformatie; • Assuranceinformatie verkregen over de methoden voor het ontwikkelen van schattingen en toekomstgerichte informatie; geëvalueerd zoals beschreven in de sectie “verantwoordelijkheden van de commissaris betreffende de assuranceopdracht met een beperkte mate van zekerheid met betrekking tot de duurzaamheidsinformatie”; • Inzicht verworven in het proces voor het vaststellen van economische activiteiten die voor de taxonomie in aanmerking komen en op de taxonomie afgestemd zijn en de overeenkomstige toelichtingen in de duurzaamheidsinformatie; • Andere werkzaamheden uitgevoerd met betrekking tot de EU-taxonomie toelichtingen; • De input voor de omzet, de kapitaaluitgaven, en de operationele uitgaven afgestemd met de onderliggende financiële informatie van de Vennootschap. Vermeldingen betreffende de onafhankelijkheid Ons bedrijfsrevisorenkantoor en ons netwerk hebben geen opdrachten die onverenigbaar zijn met de assuranceopdracht met een beperkte mate van zekerheid verricht, en ons bedrijfsrevisorenkantoor is in de loop van ons mandaat onafhankelijk gebleven tegenover de Vennootschap. Gent, 4 april 2025 EY Bedrijfsrevisoren BV Commissaris vertegenwoordigd door Lieve Cornelis Partner * Handelend in naam van een BV 25LC0061 Digitally signed by Lieve Cornelis (Signature) DN: cn=Lieve Cornelis (Signature), c=BE Date: 2025.04.04 11:52:44 +02'00' Lieve Cornelis (Signature) Verslag van de Commissaris met een beperkte mate van zekerheid over de geconsolideerde duurzaamheidsinformatie van Roularta Media Group voor het boekjaar afgesloten op 31 december 2024 (vervolg) 4 • Het opzetten en uitvoeren van werkzaamheden om te evalueren of het Proces in overeenstemming is met de beschrijving van het Proces door de Vennootschap, zoals toegelicht in de sectie “CSRD en Double Materiality Assessment (DMA)”. Onze overige verantwoordelijkheden ten aanzien van de duurzaamheidsinformatie omvatten: • Het verwerven van inzicht in de beheersingsomgeving van de Vennootschap, en in de relevante processen en informatiesystemen voor het opstellen van de duurzaamheidsinformatie, maar zonder de opzet van de specifieke controleactiviteiten te beoordelen, onderbouwende informatie over hun implementatie te verkrijgen of de effectieve werking van de opgezette interne beheersingsmaatregelen te toetsen; • Het identificeren van de gebieden waar van materieel belang zijnde afwijkingen waarschijnlijk zullen optreden in de duurzaamheidsinformatie, of deze nu het gevolg zijn van fraude of van fouten; en • Het opzetten en uitvoeren van werkzaamheden die inspelen op gebieden waar afwijkingen van materieel belang in de duurzaamheidsinformatie zich waarschijnlijk zullen voordoen. Het risico van het niet detecteren van een van materieel belang zijnde afwijking is groter indien die afwijking het gevolg is van fraude dan indien zij het gevolg is van fouten, omdat bij fraude sprake kan zijn van samenspanning, valsheid in geschrifte, het opzettelijk nalaten transacties vast te leggen, het opzettelijk verkeerd voorstellen van zaken of het doorbreken van de interne beheersing. Samenvatting van de uitgevoerde werkzaamheden Een assuranceopdracht met een beperkte mate van zekerheid omvat het uitvoeren van werkzaamheden om assuranceinformatie te verkrijgen over de duurzaamheidsinformatie. De werkzaamheden die bij een opdracht met een beperkte mate van zekerheid zijn uitgevoerd, zijn verschillend in aard en timing en geringer van omvang dan voor opdrachten tot het verkrijgen van een redelijke mate van zekerheid. Daardoor ligt het niveau van zekerheid dat is verkregen bij een opdracht met een beperkte mate van zekerheid aanzienlijk lager dan wanneer een opdracht met een redelijke mate van zekerheid is uitgevoerd. De aard, timing en omvang van geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van professionele oordeelsvorming, waaronder de vaststelling van gebieden waar afwijkingen van materieel belang in de duurzaamheidsinformatie, als gevolg van fraude of van fouten, zich waarschijnlijk zullen voordoen. Bij het uitvoeren van onze assuranceopdracht met een beperkte mate van zekerheid, met betrekking tot het Proces, hebben wij: • Inzicht verworven in het Proces door: • het verzoeken om inlichtingen teneinde inzicht te verwerven in de bronnen van informatie gebruikt door het management (bijv. betrokkenheid van belanghebbenden, bedrijfsplannen en strategiedocumenten), alsook het beoordelen van de interne documentatie van de Vennootschap van haar Proces; en • Geëvalueerd of de assuranceinformatie verkregen uit onze werkzaamheden over het door de Vennootschap geïmplementeerde Proces in overeenstemming was met de beschrijving van het Proces zoals uiteengezet in de sectie “CSRD en Double Materiality Assessment (DMA)”. Bij het uitvoeren van onze assuranceopdracht met een beperkte mate van zekerheid, met betrekking tot de duurzaamheidsinformatie, hebben wij: • Inzicht verworven in de verslaggevingsprocessen van de Vennootschap die relevant zijn voor het opstellen van haar duurzaamheidsinformatie door: Verslag van de Commissaris met een beperkte mate van zekerheid over de geconsolideerde duurzaamheidsinformatie van Roularta Media Group voor het boekjaar afgesloten op 31 december 2024 (vervolg) 3 Deze verantwoordelijkheid omvat: • het opzetten, implementeren en in stand houden van dergelijke interne beheersingsmaatregelen die het bestuursorgaan noodzakelijk acht voor het opstellen van duurzaamheidsinformatie die geen afwijkingen van materieel belang, als gevolg van fraude of van fouten, bevat; en • het kiezen en toepassen van geschikte methoden voor duurzaamheidsverslaggeving, en het maken van veronderstellingen en schattingen die onder de gegeven omstandigheden redelijk zijn. Het bestuursorgaan is verantwoordelijk voor het toezicht op het duurzaamheidsverslaggevingsproces van de Vennootschap. Inherente beperkingen bij het opstellen van de duurzaamheidsinformatie Bij het rapporteren van toekomstgerichte informatie in overeenstemming met de ESRS’s, wordt van het bestuursorgaan van de Vennootschap vereist dat het de toekomstgerichte informatie opstelt op basis van toegelichte veronderstellingen over gebeurtenissen die zich in de toekomst kunnen voordoen en mogelijke toekomstige maatregelen van de Vennootschap. De werkelijke uitkomsten zullen naar alle waarschijnlijkheid afwijken van de veronderstellingen, aangezien de veronderstelde gebeurtenissen zich veelal niet zullen voordoen zoals verwacht en de afwijking daarvan van materieel belang kan zijn. Verantwoordelijkheden van de commissaris betreffende de assuranceopdracht met een beperkte mate van zekerheid met betrekking tot de duurzaamheidsinformatie Het is onze verantwoordelijkheid om de assuranceopdracht te plannen en uit te voeren met het oog op het verkrijgen van een beperkte mate van zekerheid over de vraag of de duurzaamheidsinformatie geen afwijkingen van materieel belang, als gevolg van fraude of van fouten, bevat, en het uitbrengen van een assuranceverslag met een beperkte mate van zekerheid waarin onze conclusie is opgenomen. Afwijkingen kunnen zich voordoen als gevolg van fraude of fouten en worden als van materieel belang beschouwd indien redelijkerwijs kan worden verwacht dat zij, individueel of gezamenlijk, de beslissingen genomen door gebruikers op basis van de duurzaamheidsinformatie, beïnvloeden. Als deel van een assuranceopdracht met een beperkte mate van zekerheid overeenkomstig ISAE 3000 (Herzien), zoals in België van toepassing, passen wij professionele oordeelsvorming toe en handhaven wij een professioneel-kritische instelling gedurende de opdracht. De uitgevoerde werkzaamheden in een opdracht met het oog op het verkrijgen van een beperkte mate van zekerheid, waarvoor wij verwijzen naar de sectie “Samenvatting van de uitgevoerde werkzaamheden” zijn minder uitgebreid dan in het geval van een opdracht met het oog op het verkrijgen van een redelijke mate van zekerheid. We brengen dan ook geen oordeel met een redelijke mate van zekerheid tot uitdrukking als deel van deze opdracht. Aangezien de toekomstgerichte informatie in de duurzaamheidsinformatie en de veronderstellingen waarop deze is gebaseerd, betrekking hebben op de toekomst, kunnen deze worden beïnvloed door gebeurtenissen die zich mogelijks voordoen en/of door mogelijke acties van de Vennootschap. De werkelijke uitkomsten zullen naar alle waarschijnlijkheid afwijken van de veronderstellingen, aangezien de veronderstelde gebeurtenissen zich veelal niet zullen voordoen zoals verwacht en de afwijking daarvan van materieel belang kan zijn. Onze conclusie biedt daarom geen garantie dat de gerapporteerde werkelijke uitkomsten zullen overeenkomen met diegenen opgenomen in de toekomstgerichte informatie in de duurzaamheidsinformatie. Onze verantwoordelijkheden ten aanzien van de duurzaamheidsinformatie, met betrekking tot het Proces, omvatten: • Het verwerven van inzicht in het Proces, maar niet met het oog op het verstrekken van een conclusie over de effectiviteit van het Proces, met inbegrip van de uitkomst van het Proces; en; CSRD VERSLAG 2024 302 VESTIGINGEN BELGIË EN NEDERLAND ACTIEVE LANDEN HOOFDZETEL ROULARTA MEDIA GROUP Meiboomlaan 33, 8800 Roeselare BRUSSELS MEDIA CENTRE Redactie en Reclameregie, Raketstraat 50, 1130 Brussel MEDIAFIN (UITGEVER DE TIJD/L’ECHO) Tour & Taxis, Havenlaan 86C bus 309, 1000 Brussel ROULARTA MEDIA NEDERLAND BV Vestiging Amsterdam: Spaklerweg 53, 1114 AE Amsterdam Vestiging Hoog-Keppel: Jonker Emilweg 9, 6997 CB Hoog-Keppel FINANCIËLE KALENDER Jaarvergadering 2024 I dinsdag 20 mei 2025 Halfjaarresultaten 2025 I vrijdag 22 augustus 2025 Jaarresultaten 2025 I vrijdag 13 maart 2026 Jaarvergadering 2025 I dinsdag 19 mei 2026 INVESTOR RELATIONS Rik De Nolf Telefoon I +32 51 26 61 11 E-mail I [email protected] Website I www.roularta.be NV Roularta Media Group, Meiboomlaan 33, 8800 Roeselare, BTW BE 0434.278.896, RPR Gent, afdeling Kortrijk vestigingen kalender JAARVERSLAG 2024 305 JAARVERSLAG 2024 304 roularta.be | roularta.nl
Building tools?
Free accounts include 100 API calls/year for testing.
Have a question? We'll get back to you promptly.