Annual Report • Apr 25, 2025
Annual Report
Open in ViewerOpens in native device viewer

| 1. | WOORD VAN DE VOORZITTER 4 |
|
|---|---|---|
| 2. | VERSLAG VAN DE RAAD VAN BESTUUR5 | |
| 3. | FINANCIEEL VERSLAG – IFRS30 |
|
| 3.1. | GECONSOLIDEERDE JAARREKENING |
30 |
| 3.1.1. | GECONSOLIDEERDE RESULTATENREKENING30 | |
| 3.1.2. | GECONSOLIDEERD TOTAALRESULTAAT 32 | |
| 3.1.3. | GECONSOLIDEERDE BALANS 33 | |
| 3.1.4. | GECONSOLIDEERD KASSTROOMOVERZICHT 35 | |
| 3.1.5. | GECONSOLIDEERDE STAAT VAN WIJZIGINGEN IN HET EIGEN VERMOGEN 37 | |
| 3.2. | TOELICHTINGEN BIJ DE GECONSOLIDEERDE JAARREKENING VAN | |
| CRESCENT NV | 39 | |
| TOELICHTING 1. | BEDRIJFSINFORMATIE39 | |
| TOELICHTING 2. | PRESENTATIEBASIS 39 | |
| TOELICHTING 3. | MATERIËLE BOEKHOUDPRINCIPES 40 | |
| TOELICHTING 4. | OPERATIONELE SEGMENTEN EN TOELICHTING OVER DE ENTITEIT ALS GEHEEL 55 | |
| TOELICHTING 5. | BIJKOMENDE INFORMATIE BETREFFENDE BEDRIJFSKOSTEN VOLGENS AARD 62 | |
| TOELICHTING 6. | PERSONEELSKOSTEN EN OVERIGE SOCIALE VOORDELEN63 | |
| TOELICHTING 7. | FINANCIËLE RESULTATEN 64 | |
| TOELICHTING 8. | BELASTINGEN EN UITGESTELDE BELASTINGEN 65 | |
| TOELICHTING 9. | GOODWILL 67 | |
| TOELICHTING 10. | IMMATERIËLE VASTE ACTIVA 72 | |
| TOELICHTING 11. | MATERIËLE VASTE ACTIVA74 | |
| TOELICHTING 12. | LEASING EN RECHT-OP-GEBRUIK ACTIVA76 | |
| TOELICHTING 13. | OVERHEIDSSTEUN 78 | |
| TOELICHTING 14. | ACTIVA AANGEHOUDEN VOOR VERKOOP EN BEËINDIGDE BEDRIJFSACTIVITEITEN 79 | |
| TOELICHTING 15. | HANDELS- EN OVERIGE VORDERINGEN 82 | |
| TOELICHTING 16. | VOORRADEN 83 | |
| TOELICHTING 17. | GELDMIDDELEN EN KASEQUIVALENTEN 83 | |
| TOELICHTING 18. | FINANCIËLE SCHULDEN 84 | |
| TOELICHTING 19. | VOORZIENINGEN 87 | |
| TOELICHTING 20. | HANDELS- EN OVERIGE SCHULDEN 91 | |
| TOELICHTING 21. | EIGEN VERMOGEN93 | |
| TOELICHTING 22. | VERLIES PER AANDEEL96 | |
| TOELICHTING 23. | KAPITAALBEHEER97 | |
| TOELICHTING 24. | BEHEER VAN FINANCIËLE RISICO'S 98 | |
| TOELICHTING 25. | REËLE WAARDE 100 | |
| TOELICHTING 27. | GEBEURTENISSEN NA BALANSDATUM 102 | |
|---|---|---|
| TOELICHTING 28. | BELANGEN IN DOCHTERONDERNEMINGEN103 | |
| TOELICHTING 29. | INFORMATIE OVER DE OPDRACHTEN VAN DE REVISOREN EN HUN VERGOEDINGEN105 | |
| TOELICHTING 30. | ONZEKERHEDEN105 | |
| TOELICHTING 31. | TRANSACTIES MET VERBONDEN PARTIJEN 107 | |
| VERKLARING VAN DE COMMISSARIS111 | ||
| 4. | ENKELVOUDIGE JAARREKENING CRESCENT NV EN | |
| TOELICHTING (VERKORTE VERSIE)117 | ||
| 5. | INVESTOR RELATIONS EN FINANCIËLE KALENDER122 | |
| 6. | VERKLARING VERANTWOORDELIJKE PERSONEN | 124 |
| 7. | BEDRIJFSWIJZER, STAND PER EINDE 2024125 | |
| 8. | VERKLARENDE WOORDENLIJST126 | |
| 9. | SOCIALE VERANTWOORDELIJKHEID 128 |
Geachte aandeelhouders,
Na jaren van strategische transformatie en gestage afbouw van financiële lasten en historische verplichtingen kan de Crescent groep eindelijk uitpakken met bemoedigende groeicijfers van + 21% voor 2024 .
Deze groei werd voornamelijk gerealiseerd in drie operationele divisies met name Sait (kritische communicatie ) en IPL ( RGB -Led verlichting) en Option ( IOT gateways en sensoren) dankzij een verhoogde focus op de kerncompetenties in elk van deze bedrijven. De resultaten bij Remoticom bleven echter wel onder de verwachtingen omwille van belangrijke supply chain issues en veel te schaarse werkkapitaalmiddelen niettegenstaande een goed gevuld order boek. De winstgevende exploitatie van Remoticom wordt een belangrijke prioriteit voor 2025.
Hierdoor bleef ook het gerealiseerde EBITDA resultaat van Crescent nog vrij beperkt (+96 k€) en hebben we voor bijna 2 mio€ aan impairment moeten boeken op Remoticom waardoor we in negatief eigen vermogen zijn beland.
Dankzij de verkoop van 2 invision ( IT services) is de externe schuldgraad van de groep sterk gedaald, maar is desalniettemin gebleken dat het zeer lastig blijft om werkkapitaalbehoeftes van Nederlandse bedrijven via Belgische instellingen gefinancierd te krijgen. Ook blijven de centrale groepskosten nog te zwaar doorwegen op het globale resultaat en de rentabiliteit van Crescent waardoor verdere consolidaties en administratieve vereenvoudiging nog steeds aan de orde zijn.
Wij blijven er vast van overtuigd dat de Crescent groep nu op het juiste strategische spoor zit waar vooral in het IoT landschap nog enorme opportuniteiten in het verschiet liggen . Voor 2025 zal de prioriteit gaan liggen op de verdere sanering van Remoticom en de verbeterde exploitatie van het engineering departement van Option in Haasrode. Tevens willen we aan het 'oude' Option een nieuwe integratie divisie toevoegen bouwend op de ervaring en kennis van vele ex-Telindussers binnen onze rangen. We gaan vooral de front end commerciele slagkracht van de onderneming verder uitbouwen om op de recente successen breder in te spelen.
Als belangrijkste referentie aandeelhouder blijft VZH dit verhaal steunen maar achten we de tijd ook rijp om nieuwe strategische partners te benaderen en aan boord te hijsen. We willen daarom ook de raad van bestuur verder internationaliseren om met een Europese in plaats van enkel een Benelux bril de toekomst tegemoet te zien. We blijven vasthouden aan onze doelstellingen van minsten double digit groei en double digit operationele resultaten en zullen van onze divisie directeurs niet minder eisen.
In 2024 werd aldus de basis gelegd van een leidinggevende IoT systeem integrator. De weg is nog lang maar de eerste beslissende stappen zijn gezet tot spijt van wie het ons benijdt.
Eric Van Zele Voor Van Zele Holding NV
Voorzitter Crescent NV
Wij hebben het genoegen U hierbij verslag uit te brengen over de activiteiten van de vennootschap gedurende het afgelopen boekjaar en de jaarrekening afgesloten per 31 december 2024 ter goedkeuring voor te leggen.
Voor een gedetailleerd overzicht betreffende de geconsolideerde resultatenrekening en de balans, verwijzen we naar het financieel verslag dat volgt.
In de geconsolideerde resultatenrekening van 2024 kunnen de meest opvallende elementen van het geconsolideerd resultaat als volgt worden samengevat in k€ (duizend EUR):
| In duizend EUR | 2024 | 2023 |
|---|---|---|
| Omzet | 12 550 | 11 409 |
| EBITDA | 96 | ( 2 191) |
| Bedrijfsresultaat | ( 3 293) | ( 7 095) |
| Winst uit beëindigde bedrijfsactiviteiten | 1 143 | 812 |
| Netto-resultaat | ( 3 015) | ( 7 011) |
De omzet steeg met 10% in vergelijking met 2023, de EBITDA werd licht positief. Vorig jaar was er evenwel nog een bijdrage in de geconsolideerde omzet van Aardingen Maro BV van k€ 1 028 en in de geconsolideerde EBITDA van k€ 160. Op vergelijkbare basis komt de omzetstijging daardoor uit op 21%
Om de evolutie van bovenstaande omzet- en EBITDA-cijfers te vergelijken, volstaat het de lighting en solutions segmenten in de beide jaren naast mekaar te leggen.
De omzet van het lighting segment bedroeg k€ 2 983 (2023: k€ 3 054) en daalde zo licht met -2,3 %. De gerealiseerde EBITDA kwam uit op k€ 478 (2023: k€ 531).
Evenwel stegen de ontvangen orders naar k€ 3 603 in 2024 in vergelijking met k€ 2 817 het jaar daarvoor (+28%) waardoor de backlog eind 2024 uitkwam op k€ 1 216 (2023: k€ 597). Vermits deze backlog in 2025 kan worden uitgeleverd, wordt rekening gehouden met een omzetstijging voor het lighting segment in 2025 vergelijkbaar met de ordergroei van 2024.
De omzet van het solutions segment bedroeg k€ 9 567 (2023: k€ 8 140), een stijging van 18% (+35% rekening houdend met desinvestering van Aardingen Maro BV). De gerealiseerde EBITDA kwam uit op k€ 633 (2023: k€(1 529). Vooral de turnaround van SAIT BV heeft in de resultaatsverbetering bijgedragen, en ook twee eenmalige overige opbrengsten bij Crescent NV voor in totaal k€312. (zie ook toelichting 4)
De belangrijkste omzetstijgingen kwamen uit de activiteiten van Crescent NV (Option) en SAIT BV. De omzet van de basis Cloudgate en sensoren verkopen nam toe met 28% naar k€ 2 707, deze van SAIT steeg met 1.2mio€ tot 3mio€. De Remoticom omzet bleef stabiel op 2.6mio €. Er was verder nog een daling in de engineering services van k€561 naar k€381, maar een sterke stijging door hogere omzet uit het Smartville contract (+k€558).
Een impairment verlies van k€ 1 959 werd erkend op de goodwill van Remoticom, gezien de omzet en resultaten onder de verwachtingen bleven in 2024 en ondanks dat een verbetering wordt voorzien, komt het nieuwe businessplan conservatiever uit dan hetgeen waarop de initiële overname was gebaseerd.
Het netto financieel resultaat bedroeg k€( 818) in 2023 (2022: k€( 693)) wat wordt verklaard door de gemiddeld hogere financiering.
In de balans van eind 2024 zijn volgende de belangrijkste posten:
| In duizend EUR | 2024 | 2023 |
|---|---|---|
| Totaal eigen vermogen | ( 1 145) | 1 847 |
| Vlottende activa | 4 912 | 3 911 |
| Vaste activa | 9 422 | 11 797 |
| waarvan Goodwill | 4 443 | 6 402 |
| Netto financiële schuld (1) | 2 372 | 3 012 |
| Netto werkkapitaal (2) | ( 2 646) | ( 4 598) |
(1) De netto financiële schuld bevat de financiële schuld verminderd met geldmiddelen en kasequivalenten, exclusief de overige schulden ten aanzien van verbonden partijen.
(2) Het netto werkkapitaal werd berekend als de som van de voorraden, de handels- en overige vorderingen en de handels- en overige schulden opgenomen in de kortlopende verplichtingen. De activa en schulden gerelateerd aan deze activa, aangehouden voor verkoop, netto k€ 5 518 werden hierin in 2023 niet opgenomen.
Binnen de goodwill blijft de netto boekwaarde van de kasstroomgenererende eenheid Remoticom met k€ 1 514 het grootste component, ondanks de hierboven vermelde impairment.
In 2024 heeft de Raad van Bestuur beslist om de verrichtingen, hieronder beschreven, te onderwerpen aan de procedure voorzien in artikel 7:96 en Artikel 7:97 WVV.
Voor de eerste verrichtingen die aan het comité van onafhankelijke bestuurders werden voorgelegd ter voorbereiding van de raad van bestuur van 27 mei 2024 en in deze raad van bestuur werden goedgekeurd, verwijzen wij voor meer details. naar het verslag van de raad van bestuur van het jaarverslag 2023
De verrichtingen betroffen:
Het comité van onafhankelijke bestuurders bracht eveneens een advies uit naar de raad van bestuur van 20 januari 2025 over hiernavolgende punten:
In 2024 was VZH wederom bereid om financiële bijstand te verlenen aan de Vennootschap voor de financiering van haar werkkapitaal en afbetaling van historische schulden.
Het Comité neemt kennis van en verwijst naar de overeenkomst "Addendum 2 bij de overeenkomst tot terbeschikkingstelling van middelen door VAN ZELE HOLDING NV aan CRESCENT NV dd. 27 april 2023" dd. 31.12.2024 aangegaan onder de opschortende voorwaarde van goedkeuring ervan door de raad van bestuur van de vennootschap in toepassing van voorliggende procedure.
Per 31.12.2024 bedraagt de schuld van de Vennootschap ten aanzien van VZH in hoofdsom 3.000.000 EUR.
Het Comité begrijpt dat het op dit moment nog steeds moeilijk is voor de Vennootschap om externe middelen aan te trekken. Anderzijds is VZH bereid deze middelen te verstrekken tegen marktconforme voorwaarden.
Het Comité stelt vast dat de terugbetaling een uitdaging blijft voor de Vennootschap en merkt op dat naast de uitbreiding van de kredietlijn, andere maatregelen dienen uitgewerkt te worden om de financiële situatie van de Vennootschap te verbeteren.
De terugbetaling van 3.000.000 EUR wordt voorzien met een bedrag van 250.000 EUR vóór einde 2025, en vanaf 2026 in jaarlijkse aflossingen van minstens 500.000 EUR. De concrete aflossingstermijnen en bedragen voor 2026 zullen door Partijen bij de opmaak van het plan voor 2026 worden vastgelegd.
Hoewel de schuldpositie van de Vennootschap ingevolge de verstrekte leningen is toegenomen, waren deze gelden op het moment van de verkrijging ervan van essentieel belang voor de continuïteit van de Groep.
Zoals eerder reeds werd voorzien heeft VZH ook thans het recht om – tot zekerheid van de terugbetaling van de ter beschikking gestelde middelen – een pand te nemen op de aandelen van REMOTICOM HOLDING BV.
Het Comité vindt de zekerheidstelling en vergoeding van Euribor 1 maand op datum van opname +5%, doch met een minimum van 5% jaarlijkse intrest fair gelet op de bestaande marktcondities, recent verhoogd door inflatie en onzekere geopolitieke toestanden, en ook de huidige precaire situatie van de vennootschap en de Crescent Groep.
In de loop van 2024 werd financiering verstrekt aan dochtervennootschap REMOTICOM BV door enerzijds VZH en anderzijds door een aan de heer EIJSERMANS verbonden vennootschap ter opvang van de behoefte aan haar werkkapitaal.
In oktober 2024 werd 100.000 EUR geleend van EIJSERMANS Beheer & Beleggingen B.V. (verbonden met de heer René EIJSERMANS) voor een periode van één jaar en in november 2024 kwam daar 50.000 EUR bij voor de periode tot 15.03.2025. Beide leningen werden onderschreven tegen een jaarlijkse intrestvoet van 9% en tegen een garantie vanwege de moedermaatschappij, zijnde CRESCENT NV.
In december 2024 werd vervolgens in totaal 140.000 EUR geleend van VZH voor een periode tot 15 maart 2025 voor 40.000 EUR, en voor een periode van één jaar voor 100.000 EUR, tegen een jaarlijkse intrestvoet van 9%.
Omwille van de betrokkenheid van de heer EIJSERMANS, neemt hij niet deel aan de beraadslaging en beslissing omtrent dit punt en beslissen zodoende enkel de heer Frederic CONVENT, vaste vertegenwoordiger van SERVAL BV en de heer BOEDT over dit punt.
De heren CONVENT en BOEDT vinden de vergoeding van 9% fair gelet op de bestaande marktcondities, recent verhoogd door inflatie en onzekere geopolitieke toestanden, en ook de huidige precaire situatie van de vennootschap en de Crescent groep. Dit geldt eveneens voor wat betreft de verstrekte garantie van de moedervennootschap op de leningen die REMOTICOM BV heeft ontvangen van EIJSERMANS Beheer & Beleggingen B.V.
Het Comité neemt kennis van het CRESCENT Warrantenplan 2025 en de daaraan gerelateerde verslaggeving.
De raad van bestuur wenst ter retentie en incentivering het personeel van de Vennootschap cfr. art. 1:27 WVV de algemene vergadering om de goedkeuring te vragen van het daartoe opgesteld CRESCENT Warrantenplan 2025.
Met uitzonderling van de heer Frederic CONVENT, vaste vertegenwoordiger van SERVAL BV, kwalificeren alle bestuurders van de Vennootschap als begunstigde van de warranten onder voornoemd warrantenplan.
Omwille van de betrokkenheid van de heren EIJSERMANS en BOEDT, nemen zij niet deel aan de beraadslaging en beslissing omtrent dit punt en beslist zodoende enkel de heer Frederic CONVENT, vaste vertegenwoordiger van SERVAL BV over dit punt.
De heer CONVENT vindt dat de toekenning van warranten een gepast middel is tot beloning, incentivering en retentie van de bestuursleden van de Vennootschap. Dergelijk mechanisme werd in het verleden reeds toegepast door de Vennootschap. Daarbij moedigt de Corporate Governance Code 2020 het toekennen van aandelen aan bestuursleden aan. Dit kan er namelijk toe bijdragen om de betrokkenen (meer) vanuit het perspectief van lange termijn aandeelhouders te laten handelen met als oogmerk het doen tot stand brengen van een duurzame waardecreatie. Duurzame waardecreatie behelst een expliciete nadruk op de lange termijn, op verantwoord gedrag van alle leidinggevenden binnen Groep en een permanente aandacht voor de legitieme belangen van de stakeholders.
VZH zal in het kader van het – aan de algemene vergadering voor te leggen – voorstel tot omgekeerde aandelensplitsing ("reverse stock split") fungeren als opkoper van oude aandelen die overeenkomstig de ratio 1/1.000 niet kunnen worden geconsolideerd in een geheel aantal nieuwe aandelen.
Het optreden van de referentie aandeelhouder als opkoper van de fracties zal het vertrouwen van de markt in de Vennootschap ten goede komen, en de goede afloop van de reverse stock split ondersteunen.
VZH heeft zich bereid verklaard deze rol als opkoper op zich te nemen. De opkoop zal gebeuren aan marktwaarde, met een minimum van 0,01€. VZH loopt hierbij een risico dat niet al de verworven fracties in één nieuw aandeel omzetbaar zullen zijn.
Het besluit van het comité luidde als volgt:
De financieringen vanwege VZH in 2024 waren noodzakelijk voor het functioneren van de Groep.
De korte termijn financieringen voor REMOTICOM BV waren ingegeven door een dringende werkkapitaal behoefte teneinde essentiële bestellingen te kunnen uitvoeren.
Het opnemen van bestuurders onder het CRESCENT Warrantenplan 2025 komt voor als een gepast middel tot beloning, incentivering en retentie van de bestuursleden van de Vennootschap.
Het gegeven dat VZH zou optreden van opkoper van de aandelenfracties (cfr. supra) is in het belang van de Vennootschap.
Gelet op de bovenstaande overwegingen is het Comité van oordeel dat de voorgestelde verrichtingen geen kennelijke benadeling van de Vennootschap met zich meebrengen. Het Comité geeft dan ook een positief advies aangaande al de bovengenoemde transacties in samenstelling zoals vervat hierboven.
Het Besluit van de commissaris KPMG luidde als volgt:
Op grond van onze beoordeling is niets onder onze aandacht gekomen dat ons ertoe aanzet van mening te zijn dat de financiële en boekhoudkundige gegevens vermeld in het advies van het comité van onafhankelijke bestuurders dd. 20 januari 2025 en in de notulen van het bestuursorgaan dd. 20 januari 2025, hetwelk de voorgenomen verrichtingen motiveert, niet in alle van materieel belang zijnde opzichten, getrouw en consistent zijn ten opzichte van de informatie waarover wij beschikken in het kader van onze opdracht.
De omzet voor het volledige jaar bedroeg € 4,5 miljoen, tegenover € 3,7 miljoen het vorige boekjaar.
De IoT verkopen (incl. cloudgates en sensoren) stegen met 23% tot € 2.5 miljoen, engineering services daalden licht naar € 0.4 miljoen maar Smartville verkopen stegen naar € 0.6 miljoen. Vermeldenswaard is een project gerealiseerd in het Brusselse justitiepaleis, wat een mooie referentie is voor energiebesparende oplossingen binnen de smart building oplossingen.
De bruto-marge bleef met € 2,5 miljoen op hetzelfde niveau van 2023 ondanks de gestegen omzet. Dit is te verklaren doordat de mix van de omzet enigszins is veranderd en verkopen met lagere brutomarge (bijv. Smartville) een relatief hoger aandeel in de totale omzet uitmaken.
De bedrijfskosten daalden met € 0,2 miljoen, voornamelijk door lagere afschrijvingslasten en personeelskosten.
De Raad van Bestuur heeft de statutaire boekwaardes van alle participaties in dochterondernemingen, en van de vorderingen op deze laatste geëvalueerd op basis van de business plannen en toekomstig verwachte kasstromen, en besloot dientengevolge tot een waardevermindering van € 2,0 miljoen op de participatiewaarde van Remoticom Holding BV, en tot een waardevermindering van € 3,6 miljoen op de participatiewaarde van Crescent Ventures NV.
Het netto verlies van € 2,8 miljoen van 2023 vermeerderde zo tot € 7,0 miljoen in 2024.
Gezien ten gevolge van dit verlies, het nettoactief gedaald is tot minder dan een vierde van het geplaatst kapitaal, heeft het bestuursorgaan, in het kader van de alarmbelprocedure (toepassing van art 7:228 WVV) een bijzonder verslag opgemaakt waarin het uiteenzet welke maatregelen voorgesteld worden om de continuïteit van de vennootschap te vrijwaren. De algemene vergadering van 30 mei 2025 zal gevraagd worden om te besluiten over de te nemen en de genomen maatregelen, zoals opgenomen in het bijzonder verslag, om de continuïteit van de vennootschap te vrijwaren.
De vennootschap heeft geen bijkantoren.
De Raad van Bestuur stelt voor om het niet-geconsolideerde nettoverlies uit de enkelvoudige jaarrekening van de Vennootschap van € 7,0 miljoen over 2024 over te dragen naar het volgende boekjaar.
In 2024 heeft Crescent Solutions, via haar dochterbedrijven Option (Crescent NV) en Remoticom BV, fors geïnvesteerd in technologische vernieuwing binnen de domeinen Smart Building, Smart Lighting en Smart City. Beide bedrijven benutten hun diepgaande expertise in draadloze communicatie, RF-design, sensortechnologie en data-integratie om innovatieve IoT-oplossingen te ontwikkelen voor de uitdagingen van vandaag én morgen. Daarbij is de strategische keuze om zich uitsluitend te richten op het leveren van innovatieve hardware oplossingen leidend geweest. Crescent gelooft dat op deze manier het beste kan worden ingespeeld op de behoeften van de klanten, zonder overlap of concurrentie met hun software- en platformactiviteiten.
De innovaties in 2024 zijn niet toevallig ontstaan, maar zijn doelgericht ontwikkeld als antwoord op duidelijke marktbehoeften. De druk op energie-efficiëntie, de groeiende behoefte aan data-gedreven gebouwbeheer, strengere regelgeving rond duurzaamheid én de vraag naar veilige en schaalbare oplossingen voor stedelijke infrastructuur zijn fundamentele aanjagers geweest in onze R&D-aanpak.
Smart Building en Mobiliteit in één ecosysteem
Option heeft in 2024 haar technologieportfolio voor Smart Building en stedelijke mobiliteit verder uitgebouwd, met bijzondere aandacht voor energiebeheer en nauwkeurige detectie- en positioneringstechnologieën.
De toenemende druk op stedelijke ruimte en de noodzaak tot efficiënte mobiliteit hebben geleid tot de ontwikkeling van een nieuwe generatie parkeersensoren. Deze detecteren foutparkeren op EV-laadplaatsen, registreren bezetting van kortparkeerzones en ondersteunen verkeersgeleiding. Dankzij de robuuste RF-opbouw zijn deze sensoren duurzaam, onderhoudsarm en eenvoudig te integreren met stedelijke beheersystemen.
Remoticom BV versterkte in 2024 haar positie als technologische koploper in het domein van Smart Lighting en Smart City, en breidde haar werkveld uit naar slimme binnenverlichting en gebouwsensoriek.

Het CloudGate-platform vormt de verbindende schakel binnen het hele portfolio. Dankzij de modulaire opbouw, brede protocolondersteuning, grafische LuvitRed-configuratie en krachtige device management via CloudGate Universe, blijft het systeem dé standaard voor veilige, flexibele en schaalbare IoT-infrastructuren. In 2024 werd CloudGate verder geoptimaliseerd voor ondersteuning van sensornetwerken met LoRa, Bluetooth Mesh en cellular connectiviteit in combinatie.
Deze ontwikkelingen sluiten aan op de marktvraag naar één overkoepelend en configureerbaar platform dat eenvoudig inzetbaar is in uiteenlopende projecten, van gebouwen tot mobiliteit en openbare ruimte.
Dankzij de technologische stappen in 2024 zijn Option en Remoticom klaar voor de volgende groeifase. Beide bedrijven zetten in op schaalbaarheid, standaardisatie en maximale interoperabiliteit, met als doel hun leidende rol binnen Smart Building, Smart Lighting en Smart City internationaal verder uit te bouwen.
Onze strategie blijft ongewijzigd helder: wij leveren uitsluitend innovatieve hardware-oplossingen die naadloos kunnen worden geïntegreerd in software- en platformomgevingen van onze partners en klanten. Hiermee garanderen wij onafhankelijkheid, eenvoud in integratie en maximale technologische focus – gericht op functionele betrouwbaarheid, schaalbaarheid en duurzaamheid.
In de afgelopen jaren werden twee ontwikkelingsprojecten in Crescent NV opgestart en afgerond waarvoor overheidsondersteuning werd bekomen:
In 2019 is een project opgestart in samenwerking met Tres BV dat bijdraagt aan het innoveren en ontwikkelingen in het domein van 'Smart Cities' (https://tres.city/). De Groep heeft als partner in het project meegewerkt aan het ontwikkelen van een prototype van een intelligente lichtkolom. Voor het project werd een subsidiedossier ingediend en goedgekeurd bij het Vlaams Agentschap voor Innoveren en Ondernemen, VLAIO. De Groep heeft een subsidie ontvangen ten belope van 45% van de werkelijke kosten, wat overeenkomt met k€ 367. De laatste schijf van k€ 71 hiervan werd begin 2023 ontvangen. Deze intelligente lichtkolom werd intussen op de markt gebracht, en eerste verkopen werden in de loop van 2022 en 2023 gerealiseerd.
Daarnaast was de Groep in 2021 eveneens een project gestart in samenwerking met Verhaert New Product & Services (VNPS) en DroneMatrix, samen met onderzoekspartners IMEC en IDLab. Met dit project wil de Groep de toekomst van zijn vlaggenschipgateway CloudGate veiligstellen door een 5Gvariant te ontwikkelen, te prototypen en te testen om op termijn te leiden naar een nieuwe generatie CloudGate. Voor het project werd een subsidiedossier ingediend en goedgekeurd bij het Vlaams Agentschap voor Innoveren en Ondernemen. Het project werd in 2024 afgerond, en het eindverslag ervan werd goedgekeurd, aangezien de kosten van dit project in vorige jaren volledig werden ten laste genomen, werd in 2024 de volledig ontvangen subsidie in opbrengsten genomen.
De financiering door Van Zele Holding NV beliep € 3,14 miljoen EUR eind 2024; in de eerste vier maanden van 2025 is de financiering nog met k€ 250 verhoogd, zodat op datum van dit verslag de uitstaande financiering € 3,39 miljoen bedraagt.
Het principe akkoord dat met Interleuven bereikt werd in december 2024, werd einde maart 2025 formeel ondertekend. Het voorziet in een afbouw van de achterstallige huurschulden van Crescent NV, over een periode van 7 jaar vanaf april 2025. Meer bijzonderhden worden gegeven in toelichting 20 van het IFRS jaarverslag.
Een buitengewone algemene vergadering is voorzien in mei 2025, waarin volgende beslissingen aan de aandeelhouders zullen worden voorgesteld ter goedkeuring:
Wij verwijzen voor de volledige agenda en onderliggende stukken voor de buitengewone algemene vergadering naar de website van de Vennootschap https://www.crescentventures.com/nl/investeerdersrelaties/
Er werden geen warranten uitgeoefend na balansdatum.
DE BELGISCHE CORPORATE GOVERNANCE CODE
De belangrijkste aspecten van het beleid van de Vennootschap inzake corporate governance worden uiteengezet in het Corporate Governance Charter van Crescent NV (het 'Charter', dat beschikbaar is op https://www.crescent-ventures.com
Crescent hanteert het "pas toe of leg uit" systeem met betrekking tot volgende onderwerpen:
De statuten bepalen dat de Raad van Bestuur ten minste drie en hoogstens negen leden telt, die voor een termijn van hoogstens zes jaar door de Algemene Vergadering van aandeelhouders benoemd worden. De Raad van Bestuur dient ten minste drie onafhankelijke bestuurders te bevatten.
De Raad van Bestuur bestaat met ingang van 20 juni 2019, en voor een periode van zes jaar, uit:
De algemene vergadering heeft op 31 mei 2022 de Heer Luc Boedt aangesteld als niet-uitvoerend en onafhankelijke bestuurder voor een periode van zes jaar.
Ingevolge het vrijwillig ontslag van ADMODUM BV, vast vertegenwoordigd door dhr. Paul MATTHIJS, werd – overeenkomstig artikel 16 van de statuten – SERVAL BV, vast vertegenwoordigd door dhr. Frederic CONVENT op 5 september 2023 door de raad van bestuur gecoöpteerd als bestuurder. SERVAL BV heeft eind 2024 zijn vrijwillig ontslag aangekondigd, Geistesblizz GmbH, met zetel te Simrockstr. 21, 53113 Bonn, Duitsland, HRB 24132, vast vertegenwoordigd door Mevr. Eva WIMMERS is per 1 februari 2025 door de raad van bestuur gecoöpteerd als bestuurder.
Ingevolge het vrijwillig ontslag van M&A Services BV op 3 februari 2023, vast vertegenwoordigd door Mevrouw Nadia Yaiche – Verwilghen, werd – overeenkomstig artikel 16 van de statuten – dhr. René EIJSERMANS op 8 februari 2024 door de raad van bestuur gecoöpteerd als bestuurder. Deze laatste heeft omwille van gezondheidsredenen op 19 maart 2025 zijn vrijwillig ontslag aangeboden. De raad van bestuur kijkt op het ogenblik van redactie van dit jaarverslag nog uit naar een vervanger.
Elke Bestuurder is ten allen tijde (ad nutum) afzetbaar door de AV, zonder opzegvergoeding.
Onder voorzitterschap van Eric Van Zele/Van Zele Holding NV vergaderde de Raad van Bestuur in 2024 4 keer waarvan 2 keer fysisch, en 2 keer virtueel.
| Naam | x/y * |
|---|---|
| van Zele Holding | 4/4 |
| Mr. Raju Dandu | 4/4 |
| MICHIELS INVEST & MANAGEMENT BVBA | 4/4 |
| Serval BV | 3/4 |
| Luc Boedt | 3/4 |
| René Eijsermans | 2/4 |
| * x/y: aanwezigheid/aantal RVB in 2024 |
De Raad van Bestuur oefende zijn bevoegdheden tijdens het boekjaar 2024 uit in overeenstemming met de beginselen die beschreven staan in het charter voor deugdelijk bestuur.
Naast zijn gewone activiteiten werkte de Raad van Bestuur intensief aan een verdere versterking van de strategie en diverse financieringsopties, ontwikkeld via een interactief proces tussen de Raad en het management van Crescent.
Het auditcomité samengesteld uit MICHIELS INVEST & MANAGEMENT BV, met vaste vertegenwoordiger de Heer Johan MICHIELS (niet-uitvoerende bestuurder) en door SERVAL BV, vast vertegenwoordigd door de Heer Frederic Convent, als niet-uitvoerende en onafhankelijk bestuurder, voorzitter van het Audit comité kwam fysisch samen op 22 april 2024 en 17 december 2024, virtueel op 24 mei 2024.
Bij deze comités was telkens ook de Heer Raf Cox van KPMG Bedrijfsrevisoren BV aanwezig. Aan de auditcomités van 22 april en 24 mei presenteerde hij de bevindingen van de 2023 audit, aan het auditcomité van 17 december legde hij het audit plan voor 2024 voor.
De bestuurders, leden van het Audit Comité, beschikken vanuit hun vroegere en huidige functies over toereikende en nodige competenties inzake boekhouding, audit en financiën om deze rol daadwerkelijk uit te oefenen.
Het Auditcomité geeft advies aan de Raad van Bestuur op het vlak van financieel, wettelijk en reglementair toezicht. Het Auditcomité heeft specifieke taken hierbij inbegrepen het toezicht op de financiële verslaggeving van de Vennootschap. Het comité draagt er zorg voor dat er voldoende interne controlemechanismen aanwezig zijn en onderzoekt in samenspraak met de commissaris van de Vennootschap alle vraagstukken inzake boekhouding en waardering. Het Audit Comité rapporteert op regelmatige basis aan de Raad van Bestuur en wijst in het bijzonder op de aangelegenheden die nadere actie of verbetering vereisen en maakt aanbevelingen over mogelijke optimalisaties.
Het Auditcomité volgt ook de efficiëntie op van de interne controle en het risicobeheer, de interne en externe audit, het budgetproces en de periodieke publicaties. Het Auditcomité kan privé sessies organiseren met de externe auditor en CFO, zonder de aanwezigheid van de andere leden van het management of de uitvoerende bestuurder. Het Auditcomité kan beroep doen op externe experten, als dit nodig is om zijn rol uit te oefenen.
Het Remuneratie- en Benoemingscomité heeft als rol om ervoor te zorgen dat de personeelsleden op correcte wijze worden vergoed, en dat de beste internationale gebruiken worden nageleefd bij het bepalen van de vergoeding en incentives van bestuurders en het management, alsook de benoeming van laatstgenoemden. Het Remuneratie- en Benoemingscomité adviseert de voorzitter eveneens over de vergoeding van het EXCOM. Gelet op de omvang van de Groep oefent het Remuneratiecomité ook de functie uit van Benoemingscomité.
Door de bestuurderswissels in de loop van de voorbije jaren, werden de remuneratie- en benoemingsbeslissingen besproken binnen de Raad van Bestuur zelf, en kwam het Remuneratiecomité niet apart samen om te adviseren over remuneratie- en benoemingsbeslissingen.
De vergoeding van de (niet-uitvoerende) bestuurders wordt bepaald door de Algemene Vergadering op basis van een voorstel van de Raad van Bestuur na advies van het Remuneratiecomité. De vergoeding van de CEO wordt bepaald door de Raad van Bestuur na advies van het Remuneratiecomité. De vergoeding van het uitvoerend management wordt bepaald door de CEO na overleg met het Remuneratiecomité. Geen individu kan zijn/haar vergoeding zelf bepalen. Deze procedure wordt toegepast, zowel bij het bepalen van het remuneratiebeleid, als bij het bepalen van de individuele remuneratie van bestuurders en Uitvoerend Management, en zal, naar het oordeel van de Raad van Bestuur, niet worden gewijzigd in de komende twee boekjaren.
In het bepalen van de hoogte van de vergoeding voor het Uitvoerend Management Team biedt de Vennootschap een competitieve totale vergoeding aan gebaseerd op een combinatie van een basissalaris, een variabel salaris, extralegale voordelen en warranten. De methodiek voor het bepalen van de targets voor en het evalueren van de prestaties en het variabel salaris van de Executive Managers wordt beoordeeld door het Remuneratiecomité.
Aan de Algemene Vergadering van 30 mei 2025, zullen de volgende vergoedingen worden voorgesteld voor de Bestuurders die ongewijzigd zijn ten aanzien van het remuneratiebeleid zoals goedgekeurd door de Algemene Vergadering dd. 28 juni 2024:
Vergoedingen voor bijkomende opdrachten (zoals deelname aan afzonderlijke comités, audits, etc.), worden bepaald op k€ 1 per bestuurder per bijeenkomst.
Voor vergoeding van bijkomende kosten wordt gevraagd om de Raad van Bestuur en het Remuneratiecomité over deze te laten beslissen.
Aanvullend bij voornoemde vergoeding zijn bestuurders ook gerechtigd op terugbetaling van gedane "out-of-pocket" uitgaven overeenkomstig het vastgestelde beleid van de Vennootschap hieromtrent (inzonderheid inzake reisonkosten) en voor zover zulke uitgaven redelijk zijn en vereist voor de uitoefening van hun taken als bestuurder van de Vennootschap.
Voor het boekjaar 2024 werden bovenvermelde regels al toegepast en was het totale bedrag van bestuurdersvergoedingen die in de bedrijfskosten werden opgenomen k€ 53 (2023: k€ 66).
Op 31 december 2024 zijn van het warrantenplan van 2020 door leden van de Raad van Bestuur 1 miljoen warranten verworven maar niet uitgeoefend.
De kost voor de warranten toegekend aan de leden van de Raad van Bestuur in 2024 bedroeg k€ 0 (2023: k€ 4).
Het Corporate Governance Charter bepaalt de samenstelling van het Uitvoerend Management Team. Op 31 december 2024 was het Uitvoerend Management Team samengesteld uit de volgende leden, onder voorzitterschap van Van Zele Holding NV, vast vertegenwoordigd door Dhr Van Zele:
Joost Van der velden, directeur Crescent Solutions
Edwin Bex, CFO
De totale basisvergoeding van het Excom per 31 december 2024 bedroeg k€ 429 (2023 k€ 539). Daarbij kwamen nog variabele vergoedingen van k€ 18 (2023: k€ 61), pensioenbijdrages van k€ 4 (2023: k€ 15) en bijkomende remuneratiecomponenten van k€ 27 (2023: k€ 28).
Op 31 december 2024 zijn van het warrantenplan van 2020 door bestaande leden van het Excom 1.5 miljoen warranten verworven maar niet uitgeoefend.
De kost voor de warranten toegekend aan de leden van het uitvoerend management in 2024 bedroeg k€ 0 (2023: k€ 12).
Geen enkel lid van het Uitvoerend Management Team komt in aanmerking voor specifieke vertrekvergoedingen, boven op de bestaande wettelijke regelingen. Er bestaan geen bijzondere rechten van herstel, in aanvulling op de bestaande wettelijke bepalingen, die speciale bevoegdheden toekennen aan de Vennootschap om op basis van onjuiste financiële gegevens toegekende of betaalde variabele vergoedingen terug te vorderen.
Het aandelenkapitaal per eind 2024 bedroeg 14 090 155,53 EUR vertegenwoordigd door 1 994 069 717 aandelen. De aandelen hebben geen nominale waarde. Alle aandelen van de Vennootschap hebben dezelfde rechten.
De aandeelhoudersstructuur was op datum van 31 december 2024 als volgt in vergelijking met 2023:
| Identiteit van de persoon, entiteit of groep van personen of entiteiten |
Aantal gewone aandelen in bezit |
Percentage aangehouden financiële instrumenten |
Aantal gewone aandelen in bezit |
Percentage aangehouden financiële instrumenten |
|---|---|---|---|---|
| 2024 | 2024 | 2023 | 2023 | |
| Van Zele Holding/Eric Van Zele | 579 419 358 | 29,06% | 582 633 644 | 29,22% |
| Erfopvolger Jan Callewaert | - | 0,00% | 131 996 147 | 6,62% |
| Marc Coucke/ Alychlo | - | 0,00% | 97 730 004 | 4,90% |
| Danlaw | 103 838 830 | 5,21% | 103 838 830 | 5,21% |
| Global Innovator | 66 607 203 | 3,34% | 66 607 203 | 3,34% |
| Eijsermans Beheer en Beleggingen/René Eijsermans |
66 833 333 | 3,35% | - | 0,00% |
| Free Float | 1 177 370 993 | 59,04% | 1 011 263 889 | 50,71% |
| Totaal uistaande aandelen | 1 994 069 717 | 100% | 1 994 069 717 | 100% |
Op datum van dit verslag zijn er in totaal nog 3 250 000 uitstaande, niet uitgeoefende warranten aan een uitoefenprijs van € 0,02; die mid 2025 zullen vervallen.
Behoudens wat hierna gesteld wordt, zijn de door de Vennootschap uitgegeven kapitaalsaandelen niet onderworpen aan enige wettelijke of statutaire overdrachtsbeperkingen.
HOUDERS VAN BIJZONDERE RECHTEN
Geen
Er bestaan geen zulke aandelenplannen voor werknemers binnen de Vennootschap.
De aandelen van de Vennootschap zijn niet onderworpen aan wettelijke of statutaire stemkrachtbeperkingen. Ieder aandeel geeft recht op één stem.
Het stemrecht verbonden aan de aandelen van de Vennootschap zal echter in de gevallen voorzien in het Wetboek van vennootschappen en verenigingen worden geschorst.
Verder kan in principe niemand op een Algemene Vergadering van de Vennootschap aan de stemming deelnemen voor meer stemmen dan degene verbonden aan effecten waarvan hij/zij meer dan twintig (20) dagen vóór de datum van de Algemene Vergadering kennis heeft gegeven in overeenstemming met de wetgeving betreffende belangrijke deelnemingen (Artikel 7:83 Wetboek Vennootschappen en Verenigingen (WVV) juncto artikel 25/1 van de Wet van 2 mei 2007 op de openbaarmaking van belangrijke deelnemingen in emittenten waarvan aandelen zijn toegelaten tot de verhandeling op een gereglementeerde markt en houdende diverse bepalingen (Transparantiewet)).
Het stemrecht verbonden aan aandelen die met vruchtgebruik bezwaard zijn, wordt uitgeoefend door de blote eigenaar (Art.8 en 36 Statuten). Voor wat betreft in pand gegeven aandelen, komt het stemrecht toe aan de eigenaar-pandgever.
Houders van warranten en converteerbare obligaties hebben slechts een raadgevende stem op de Algemene Vergadering van aandeelhouders (Art.31 §6 Statuten).
Er bestaan, naar het beste weten van de Raad van Bestuur van de Vennootschap, geen aandeelhoudersovereenkomsten die aanleiding kunnen geven tot beperkingen van overdracht van effecten en/of de uitoefening van het stemrecht.
De bestuurders van de Vennootschap worden benoemd door de Algemene Vergadering van aandeelhouders, die hiertoe besluit bij gewone meerderheid van stemmen. Er geldt geen aanwezigheidsquorum voor de benoeming van bestuurders.
Wanneer een rechtspersoon wordt benoemd tot bestuurder, dient deze onder haar aandeelhouders, bestuurders of werknemers een vaste vertegenwoordiger aan te stellen die gelast wordt met de uitvoering van de opdracht in naam en voor rekening van de rechtspersoon-bestuurder.
Minsten drie (3) leden van de Raad van Bestuur moeten aangeduid worden als "onafhankelijke bestuurder", welke moeten voldoen aan de criteria zoals bepaald in Artikel 7:87 WVV.
Bestuurders kunnen ten allen tijde, bij gewone meerderheid van stemmen, worden ontslagen door de Algemene Vergadering van aandeelhouders. Voor het ontslag van bestuurders geldt geen aanwezigheidsquorum.
De statuten van de Vennootschap voorzien de mogelijkheid tot coöptatie van bestuurders door de Raad van Bestuur indien een plaats van bestuurder openvalt. In dit geval hebben de overblijvende bestuurders het recht om voorlopig in de vacature te voorzien. De eerstvolgende Algemene Vergadering van aandeelhouders beslist over de definitieve benoeming. De nieuw benoemde bestuurder vervolmaakt het mandaat van de bestuurder die hij/zij vervangt.
Enkel de (buitengewone) Algemene Vergadering van de Vennootschap heeft het recht om wijzigingen aan te brengen in de Statuten van de Vennootschap.
De Algemene Vergadering van aandeelhouders kan enkel beraadslagen over statutenwijzigingen – met inbegrip van het besluit tot fusie, splitsing en ontbinding – indien de helft van het kapitaal vertegenwoordigd is. Indien aan deze aanwezigheidsvereiste niet is voldaan, dient een nieuwe buitengewone Algemene Vergadering te worden bijeengeroepen die kan beraadslagen ongeacht het vertegenwoordigde kapitaal.
Statutenwijzigingen zijn in principe alleen aangenomen indien zij worden goedgekeurd door vijfenzeventig (75%) van de uitgebrachte stemmen.
Voor de volgende statutenwijzigingen geldt evenwel een bijzondere meerderheidsvereiste van tachtig procent (80%) van de uitgebrachte stemmen:
De Bijzondere Algemene Vergadering van 31 maart 2021 heeft besloten tot wijziging van artikel 9 van de statuten, als volgt:
"De raad van bestuur is bevoegd om het kapitaal in één of meer malen te verhogen met een bedrag dat niet hoger mag zijn dan het bedrag van het geplaatst kapitaal overeenkomstig artikel 7:198 ev. van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen.
De kapitaalverhogingen waartoe krachtens deze machtiging wordt besloten kunnen geschieden overeenkomstig de door de raad van bestuur te bepalen modaliteiten zoals onder meer door middel van inbrengen in geld of in natura binnen de door het Wetboek van vennootschappen en verenigingen toegestane grenzen als door omzetting van reserves en uitgiftepremies, met of zonder uitgifte van nieuwe aandelen, met of zonder stemrecht, of door uitgifte van al dan niet achtergestelde converteerbare obligaties, of door uitgifte van inschrijvingsrechten of van obligaties waaraan inschrijvingsrechten of andere roerende waarden zijn verbonden, of van andere effecten, zoals aandelen in het kader van aandelenoptieplannen en plannen in verband met inschrijvingsrechten, etc. ten behoeve van het personeel van de Vennootschap en haar dochtervennootschappen.
De raad van bestuur kan deze bevoegdheid uitoefenen gedurende vijf (5) jaar na de bekendmaking in de bijlagen bij het Belgisch Staatsblad van de statutenwijziging waartoe werd besloten door de buitengewone algemene vergadering die deze machtiging heeft verleend. Deze bevoegdheid kan worden hernieuwd overeenkomstig de wettelijke bepalingen.
De raad van bestuur wordt tevens bijzonder gemachtigd om, ingeval van openbaar overnamebod op effecten uitgegeven door de vennootschap gedurende een periode van drie (3) jaar die loopt vanaf de buitengewone algemene vergadering die tot deze machtiging heeft besloten, tot kapitaalverhogingen over te gaan in de voorwaarden voorzien door het Wetboek van vennootschappen.
De raad van bestuur kan, in het belang van de vennootschap, binnen de perken en overeenkomstig de voorwaarden voorgeschreven door het Wetboek van vennootschappen en verenigingen, het voorkeurrecht van de aandeelhouders

beperken of opheffen, wanneer een kapitaalverhoging geschiedt binnen de grenzen van het overeenkomstig dit artikel toegestaan kapitaal.
Deze beperking of opheffing kan eveneens gebeuren ten gunste van één of meer bepaalde personen. Voor het geval dat naar aanleiding van een kapitaalverhoging beslist door de raad van bestuur of naar aanleiding van de conversie van obligaties22 of de uitoefening van warrants of van rechten op andere waarden, een uitgiftepremie wordt betaald, zal deze van rechtswege op een onbeschikbare rekening geboekt worden, genaamd "Uitgiftepremie", die in dezelfde mate als het kapitaal de waarborg voor derden zal uitmaken en waarover, behoudens de mogelijkheid tot omzetting van deze reserve in kapitaal, slechts kan beschikt worden overeenkomstig de voorwaarden voor vermindering van het kapitaal, gesteld door het Wetboek van vennootschappen en verenigingen. De raad van bestuur is bevoegd, met mogelijkheid tot indeplaatsstelling, na elke kapitaalverhoging tot stand gekomen binnen de grenzen van het toegestane kapitaal de statuten in overeenstemming te brengen met de nieuwe kapitaal- en aandelentoestand en de historiek van het kapitaal aan te vullen."
Na de eerder beschreven inbreng in natura van 31 maart 2022 bedraagt het beschikbaar saldo aan toegestaan kapitaal nog 8 791 388,65 EUR.
Als agendapunt voor de buitengewone vergadering die is gepland voor mei 2025 zoals eerder aangegeven, is de hernieuwing van de machtiging aan de raad van bestuur voorzien inzake het toegestane kapitaal,, in die zin dat de raad van bestuur gemachtigd is om het geplaatst kapitaal van de Vennootschap in één of meerdere malen te verhogen met een bedrag dat niet hoger mag zijn dan 14.090.155,53 EUR.
Het kapitaal van de Vennootschap kan verhoogd worden ingevolge een besluit van de Raad van Bestuur, binnen de grenzen van het "toegestaan kapitaal". Een machtiging hiertoe dient verleend te worden door een buitengewone Algemene Vergadering van aandeelhouders; de duurtijd en het bedrag van deze machtiging zijn beperkt, terwijl de machtiging tevens onderworpen is aan specifieke rechtvaardigingsgronden en doeleinden.
Geen van de overeenkomsten die werden aangegaan met bestuurders van de Vennootschap of haar dochterondernemingen voorziet in een vergoeding (bovenop de normale opzegtermijn) indien zij ontslag nemen, ontslagen worden zonder grondige reden of indien hun tewerkstelling wordt beëindigd ten gevolge van een overnamebod.
De vennootschap heeft geen belangrijke overeenkomsten die bij een wijziging van controle over de vennootschap zouden wijzigen of vervallen en die een belangrijke impact op haar omzet of resultaat zouden hebben, met uitzondering van de financieringsovereenkomst met Van Zele Holding NV, die deze laatste het recht geeft om vervroegde onmiddellijke terugbetaling van de lening te vragen in geval van een wijziging van controle.
In overeenstemming met Artikel 3:6 en 3.32 van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen moet het jaarverslag van de Raad van Bestuur de belangrijkste risico's en onzekerheden waarmee de Vennootschap en de Groep geconfronteerd worden omschrijven.
De meeste van deze risico's en onzekerheden worden bepaald door de specifieke evolutie van de markten waarin de Vennootschap en de Groep actief zijn.
Uiteraard kan het macro-economisch klimaat ook een impact hebben op de activiteiten van de groep. De Groep ondervindt vooralsnog geen direct negatieve gevolgen van het conflict tussen Rusland en Oekraïne; evenwel zal de dreiging van de wereldwijde handelsoorlog door douanerechtenverhogingen goed worden geëvalueerd. In 2024 bedroeg de totale export van de Groep (binnen Crescent NV) naar de Verenigde Staten ongeveer 1 miljoen €. Het risico bestaat dat het behalen van deze omzet in de volgende jaren onder druk zal komen.
Voor de twee overblijvende segmenten zal de gebeurlijke verslechtering van de macro-economische toestand een mogelijke negatieve rol spelen. De grote uitdaging voor de toekomst is de ontluiking van het potentieel van het Solutions segment.
In het algemeen wordt deze markt gekenmerkt door snelle, opeenvolgende introducties van nieuwe technologieën. Als een gevolg daarvan is de markt erg dynamisch en moet de Groep reageren op belangrijke en elkaar opvolgende veranderingen. Specifiek worden onderstaande risico's en onzekerheden vermeld:
Crescent NV is afhankelijk van derden die draadloze datacommunicatiediensten aanbieden. Als deze diensten niet worden ingezet zoals verwacht, zouden consumenten niet in staat zijn de innovatieve producten van Crescent NV te gebruiken en zouden de bedrijfsopbrengsten kunnen dalen. De verkoopbaarheid van de producten van de Vennootschap kan schade lijden indien draadloze Telecom operatoren niet voldoende en aanvaardbare draadloze diensten kunnen aanbieden of indien de prijs van zulke diensten te hoog wordt om deze toe te passen voor de massamarkt. Daar komt bij dat toekomstige groei afhankelijk is van de installatie van de volgende generatie draadloze datanetwerken die zullen geleverd worden door derde partijen, daaronder begrepen netwerken voor welke de Vennootschap thans producten ontwikkelt. Indien deze volgende generatie netwerken niet geïnstalleerd of algemeen aanvaard wordt of indien de installatie vertraagd wordt, dan zal er geen markt zijn voor de producten die de vennootschap ontwikkelt voor deze netwerken. Indien de Vennootschap de ontwikkeling van haar business niet behoorlijk beheert dan kan de Vennootschap belangrijke druk ervaren op haar operaties en management en ontwrichting van haar activiteiten.
Crescent NV en Remoticom BV besteden de productie van hun producten uit aan derden en zijn bijgevolg afhankelijk van de ontwikkeling en productiecapaciteit van deze derden en de algemene kwaliteit van hun werk. Als een leverancier of producent zijn verplichtingen tegenover Crescent NV of Remoticom BV niet kan nakomen op het gebied van leveringen of productievooruitzichten, kan dit de toekomstige resultaten aantasten. De afnameverplichtingen op korte termijn tegenover derdenproducenten waar ze beroep op doen, berusten op de raming van de klant- en marktvraag. Als de werkelijke resultaten afwijken van deze ramingen, door gebrekkige uitvoering door de Vennootschap of ten gevolge van marktomstandigheden, lopen Crescent NV en Remoticom BV mogelijk een commercieel risico. Leveranciers kunnen mogelijk stoppen met de levering aan aanvaardbare commerciële voorwaarden van producten aan de Vennootschap.
De producten van Crescent en Remoticom worden steeds complexer en kunnen fouten of defecten bevatten, die hun aanvaarding in de markt kunnen tegenhouden of verminderen en leiden tot onverwachte kosten of andere negatieve zakelijke gevolgen. De grotere complexiteit van de producten verhoogt het risico op niet-ontdekte fouten en defecten.

Als Crescent NV en Remoticom BV niet in staat zouden zijn nieuwe innovatieve producten te ontwerpen en te ontwikkelen die voldoende commercieel aanvaard worden, zijn zij mogelijk niet in staat hun onderzoeks- en ontwikkelingsuitgaven te recupereren en zijn zij mogelijk niet in staat hun marktaandeel te behouden en kunnen de bedrijfsopbrengsten dalen. De overgang van pure hardware producten verkoop naar de verkoop van complexe draadloze oplossingen, kan een verdere impact hebben, gezien de typische verkoopcyclus voor een hardware product korter is dan deze voor een end-to-end oplossing. De mogelijkheid om nieuwe producten te ontwerpen en te ontwikkelen is afhankelijk van een aantal factoren, waaronder, maar niet beperkt tot de volgende;
Indien Crescent NV of Remoticom BV of haar leveranciers op één van deze gebieden mislukken, of indien deze producten er niet in slagen door de markt te worden aanvaard, kan dit betekenen dat zij niet in staat zijn onderzoeks- en ontwikkelingsuitgaven te recupereren. Dit kan leiden tot een daling van hun marktaandeel en hun bedrijfsopbrengsten. Indien Crescent NV en Remoticom BV er niet in slagen om succesvol nieuwe en kwalitatief goede producten te ontwikkelen en te verkopen, kunnen zij belangrijke klanten of productorders verliezen en hun zakelijke activiteiten zouden kunnen beschadigd worden.
Het is mogelijk dat Crescent NV niet in staat is om producten te ontwikkelen die overeenstemmen met de voorschriften van regulatoren of beantwoorden aan de eisen die voor een bepaald toestel nodig zijn inzake certificatie voor toelating tot een markt of netwerk. De producten van de Vennootschap moeten voldoen aan de voorwaarden van de overheidsregulatoren. In vele landen is het bijvoorbeeld zo dat vele aspecten van communicatietoestellen geregeld worden, waaronder straling van elektromagnetische energie, biologische veiligheid en regels voor toestellen die op het telefonienetwerk worden aangesloten. De Vennootschap kan niet vooruitlopen op het effect op toekomstige producten van wijzigingen die door binnenlandse of buitenlandse overheden genomen worden. Indien de Vennootschap er niet in slaagt om conform te zijn met bestaande of toekomstige wetgeving of om op tijd goedkeuring te verkrijgen voor haar producten dan kan dit een belangrijk negatief effect hebben op haar financiële toestand, operationele resultaten en kasstromen.
Crescent NV en Remoticom BV kunnen de vraag van de klanten verkeerd inschatten en daardoor te veel of te weinig van bepaalde producten laten produceren of zij zijn afhankelijk van een beperkt aantal leveranciers voor sommige componenten welke worden gebruikt in hun producten. De beschikbaarheid en verkoop van deze afgewerkte producten kan schade lijden indien één van deze leveranciers niet kan voldoen aan de vraag- en leveringstermijnen en alternatieve en bruikbare componenten niet voor handen zijn aan redelijke voorwaarden.
De activiteiten van de Vennootschap zijn afhankelijk van haar blijvende mogelijkheid om toegang te krijgen tot de noodzakelijke technologie van derde partijen. Het kan zijn dat de Vennootschap hierop niet langer beroep kan doen ofwel dat de ervoor gevraagde prijs te hoog is. De Vennootschap heeft verschillende licentieovereenkomsten afgesloten met derde partijen voor de ontwikkeling van haar producten. Sommige van deze licentieovereenkomsten hebben geen specifieke termijn en kunnen door de Vennootschap of de andere partij opgezegd worden zonder redenen of indien zich bepaalde feiten voordoen. Er is geen zekerheid dat de Vennootschap in staat zal blijven om deze licentieovereenkomsten aan te houden of dat de technologie zoals beschreven in de licentieovereenkomsten niet zou betwist worden of dat bijkomende licenties tegen een redelijke vergoeding ter beschikking zullen gesteld worden van de Vennootschap.
Indien de Vennootschap haar bestaande licentieovereenkomsten niet kan behouden of indien ze geen nieuwe licenties kan verkrijgen voor haar bestaande of toekomstige producten dan kan de Vennootschap verplicht worden om vervangingstechnologie van een lagere kwaliteit te gebruiken, indien die al bestaat, ofwel aan een hogere kostprijs welke de competitieve situatie, inkomsten en vooruitzichten ernstig schaden.
De Vennootschap zou inbreuken kunnen maken op de intellectuele eigendomsrechten van anderen. Derde partijen kunnen beweren dat de producten van de Vennootschap inbreuk plegen op hun intellectuele rechten. Deze claims kunnen aanzienlijke kosten, middelen en managementaandacht vergen en ze kunnen de reputatie van de Vennootschap schaden en negatieve effecten hebben op huidige en toekomstige relaties met klanten of leveranciers. De markten waarin de Vennootschap opereert heeft verschillende deelnemers die intellectuele eigendomsrechten bezitten of hierop aanspraak maken. In het verleden hebben we, en in de toekomst kunnen we, verschillende claims en aanspraken ontvangen van derde partijen die beweren dat onze producten hun intellectuele eigendomsrechten zouden schenden. De Vennootschap kan rechtstreeks aangesproken worden of via vorderingen tot vrijwaring voor de producten die de Vennootschap aan bepaalde klanten leverde. Ongeacht of deze inbreuken al dan niet gegrond zijn, zou de Vennootschap aan het volgende onderworpen kunnen zijn:
Indien de verwachte explosie van de Internet of Things en slimme verlichtingsmarkten zich doorzet, zal het aantal aan internet geconnecteerde toestellen een gigantische groei kennen waardoor ook het risico op hacking en security-incidenten exponentieel zal toenemen. De oplossingen die worden aangeboden zullen voortdurend moeten rekening houden met deze cyberbedreigingen en evolueren telkens er nieuwe risico's opduiken. Daardoor valt niet uit te sluiten dat de kosten navenant zullen stijgen om de uitgebrachte producten en oplossingen voldoende cyberrisicoproof te maken.
Binnen de activiteiten van Crescent Solutions bestaan de inherente risico's eigen aan de project business van SAIT BV door haar eindverantwoordelijkheid als integrator van verkochte oplossingen, zonder evenwel altijd de volledige controle te hebben op alle elementen van het totaalproject waarvan een verkochte oplossing deel uitmaakt. Dit verhoogt het risico dat de projecten niet binnen de voorziene tijds- en kostenbestekken kunnen worden opgeleverd.
Ten slotte staat en valt de productomzet van Crescent NV en Remoticom BV met de beschikking over voldoende werkkapitaal die de vennootschappen in staat stelt tijdig alles bij hun producenten in te kopen en/of vooruit te betalen. Uitstel in aankopen vertraagt de leveringen aan klanten en de ontvangst van opvolgbestellingen waardoor de omzet later of niet komt.
Voor de verdere uitbouw van het zakencijfer zal deze activiteit grotere afzet buiten haar Nederlandse thuismarkt moeten vinden. Dit vereist voldoende middelen om de nodige investeringen te kunnen doen in de gekozen doelmarkten, en een goede inschatting van de barrières die moeten overwonnen worden om succesvol te zijn. Een risico zou kunnen zijn dat de nodige middelen om tot succes te kunnen komen in de gekozen doelmarkten groter zijn dan de opbrengsten die uiteindelijk uit deze

markten kunnen worden gehaald. Voor de aluminium gietonderdelen van haar luminaires is Crescent Lighting afhankelijk van Chinese leveranciers, door de toegenomen macro-economische politieke spanningen zouden deze leveranciers zelf in hun handel kunnen beperkt worden, of zouden importen duurder kunnen worden, wat impact kan hebben op de afzet van Crescent Lighting zelf. Indien deze leveranciers zouden moeten vervangen worden, kan dit extra kosten voor Crescent Lighting met zich brengen. De aan de gang zijnde beweging van klassieke lichtbronnen naar LED-alternatieven zou kunnen vertragen of versnellen en Crescent Lighting daardoor voor operationele uitdagingen stellen om op deze wijzigingen adequaat in te spelen. Daarbij valt ook niet uit te sluiten dat de marges die op LED-armaturen worden gerealiseerd onder druk zullen komen te staan. De aannames die Crescent Lighting tot nog toe heeft gedaan met betrekking tot de garantiekosten voor defecte toestellen zouden kunnen herzien worden in geval van bijkomende claims en vastgestelde tekortkomingen in geleverde luminaires. Dit zou een direct kostenverhogend effect met zich kunnen brengen, maar ook een indirect effect op de reputatie en het imago van Crescent Lighting.
Ook het succes in behoud en aantrekken van gekwalificeerd personeel zal in de toekomst voor de verdere groei van Crescent Lighting van belang zijn.
De Raad van Bestuur is verantwoordelijk voor de beoordeling van risico's die inherent zijn aan de Groep alsook de doeltreffendheid van deze interne controles. Overeenkomstig de Belgische Corporate Governance Code 2020, keurt de Raad ven Bestuur het kader van interne controle en risicobeheer goed, dat wordt voorgesteld door het uitvoerend management, en beoordeelt de implementatie van dit kader.
De organisatie van de Interne controle van de Groep is gebaseerd op de vijf pijlers van het COSO1 - 2013 raamwerk:
De Raad van Bestuur heeft een Auditcomité en een Remuneratiecomité opgericht. Het Auditcomité geeft advies en controleert de financiële verslaggeving van de Groep. Het zorgt voor de aanwezigheid van voldoende interne controlemechanismen en, in samenwerking met de commissaris van de Groep, onderzoekt het vragen met betrekking tot de boekhouding en de waarderingsregels. De rol van het Remuneratiecomité is te zorgen voor een rechtvaardig beleid in verband met de vergoeding voor werknemers en Uitvoerend Management, alsook om de beste internationale gebruiken te waarborgen welke in acht worden genomen bij het bepalen van verloningen en prestatievergoedingen. Het Management bepaalt de stijl van leidinggeven en de waarden hieromtrent evenals de vaardigheden en taakomschrijvingen die nodig zijn voor alle functies en taken binnen de organisatie.
De Groep heeft het Corporate Governance Charter toegepast en de Raad van Bestuur heeft een "Dealingcode" ingevoerd, welke het gebruik van voorkennis verbiedt betreffende het handelen in financiële instrumenten van Crescent.
De Groep beschikt over een duidelijk organogram, waarin de verschillende entiteiten die tot de Groep behoren zijn opgenomen. Voor alle functies zijn de verantwoordelijkheidsgebieden gedefinieerd.
We verwijzen naar het deel "overzicht van risico's en onzekerheden" en "financiële instrumenten en risicofactoren" in dit rapport welke de risico's beschrijven die verband houden met de evolutie van de markt en de business of zakelijke omgeving in welke de Groep opereert.
De Raad van Bestuur en het management bepalen de strategie, het budget en het middellange- tot lange termijn businessplan voor de komende periodes. Tijdens dit proces worden risico's en onzekerheden besproken en worden deze in aanmerking genomen om de strategie van de Groep en het budget verder te finaliseren.
1 COSO (Committee of Sponsoring Organizations) is een private, niet-gouvernementele internationale organisatie die erkend is op het vlak van deugdelijk bestuur, interne controle, risicomanagement en financiële rapportering.

De volgende belangrijkste risicocategorieën werden onderscheiden:
Om een onderbreking in de productie te vermijden heeft de Groep een gedeelte van de productie uitbesteed aan verschillende derden-fabrikanten (hierna ook 'productiepartners' genoemd). Niettemin stelt dit de Groep bloot aan een aantal risico's en onzekerheden die buiten haar controle liggen. Indien één van deze derden-fabrikanten vertragingen, onderbrekingen, capaciteitsproblemen of kwaliteitsproblemen in zijn productie zou kennen, dan kan de levering van producten aan klanten vertraagd of geweigerd worden en kunnen de klanten opteren om hun aankooporder te schrappen of een boete voor late levering te eisen. De kosten, kwaliteit en beschikbaarheid van productiepartners zijn essentieel voor de succesvolle productie en verkoop van de producten van de Groep. Risico's met betrekking tot overmacht bij elk punt tijdens de productie of in de toeleveringsketen kunnen leiden tot schade aan onroerende goederen en materiële schade, cyberrisico's en onderbrekingen van de bedrijfsvoering.
We verwijzen naar toelichting 24 van de geconsolideerde jaarrekening voor een gedetailleerde beschrijving van het beheer van de financiële risico's, zowel op vlak van krediet-, liquiditeits- als marktrisico's.
Het terugroepen van producten is een geïdentificeerd risico waarmee de Groep zou kunnen worden geconfronteerd. De producten van de Vennootschap zijn technologisch complex, bestaan uit meerdere componenten die aangekocht worden bij verschillende partijen, omvatten een belangrijk hardwarecomponent en een complex softwarecomponent, en moeten voldoen aan strenge industriële voorwaarden, regelgeving en eisen van de klant. De producten die door de Groep worden geproduceerd, kunnen onopgemerkte fouten of gebreken bevatten, vooral wanneer deze voor het eerst worden geïntroduceerd of wanneer nieuwe modellen of versies worden vrijgegeven. De grotere complexiteit van de producten verhoogt het risico op dergelijke fouten. Dit kan leiden tot een afwijzing of het terugroepen van dit specifieke product. De Vennootschap heeft in één van haar afgesloten verzekeringspolissen dit risico tot op zekere hoogte ingedekt.
Kwaliteitsproblemen en de afhankelijkheid van één leverancier voor een specifiek product werden geïdentificeerd als een risico. De beschikbaarheid en de verkoop van afgewerkte producten kunnen schade lijden indien één van deze leveranciers niet kan voldoen aan de vraag- en leveringstermijnen van de Groep en alternatieve en bruikbare componenten niet voorhanden zijn tegen redelijke voorwaarden.
Een risico dat recent op de voorgrond is gekomen, betreft de afhankelijkheid van en eventuele schaarste op de componentenmarkt, wat kan leiden tot hogere aankoopprijzen en langere levertermijnen. Dit zou een impact kunnen hebben op de marges voorzien in de plannen van de Vennootschap in het geval dat prijsverhogingen niet kunnen worden doorgerekend aan haar eindklanten, en zou ook voor vertragingen in omzet kunnen zorgen als levertermijnen niet normaliseren.
Aangezien de Groep actief is in een snel veranderende en competitieve technologische sector, dienen de strategische pijlers te worden geïdentificeerd en indien nodig te worden herbekeken.
Indien de Groep er niet in slaagt succesvol nieuwe producten of diensten te ontwikkelen en te introduceren in zijn productenportefeuille, kan de Groep belangrijke klanten of productbestellingen verliezen en kunnen daardoor de activiteiten van de Groep worden beïnvloed. Wanneer de Groep nieuwe producten of nieuwe versies van zijn bestaande producten of diensten introduceert, kunnen de huidige klanten de technologische vernieuwingen van deze producten niet nodig hebben of niet willen, en kunnen ze die mogelijk niet kopen of kopen in kleinere hoeveelheden dan de Vennootschap had verwacht. Net als de snel veranderende technologieën zou dit kunnen leiden tot een kortere levenscyclus van de producten.
De Groep heeft verschillende ondersteunende softwarepakketten die worden gebruikt voor het beheer van haar activiteiten. Een storing zou kunnen leiden tot een grote impact met betrekking tot de financiële gegevens, stamgegevens, het toezicht op de productie, inkoop- en verkoopstromen.
Op 31 december 2024 heeft de Groep een negatief eigen vermogen van k€ 1 145. De beperkte kaspositie per eind van het boekjaar van k€ 368 bleef ongeveer op hetzelfde niveau als de k€ 346 op datum van 31 december 2023. De bruto financiële schuld bedroeg eind 2024 k€ 2 741 (2023: k€ 3 358) en de schuld aan verbonden partijen eind 2024 k€ 3 790 (2023: k€ 5 338).
De enkelvoudige jaarrekening toont nog een positief eigen vermogen van k€ 2 305; de kaspositie eind van het jaar bedraagt k€ 13. De bruto financiële schuld bedraagt k€ 4 500 (2023: k€ 6 838), en bestaat voor k€ 3 000 uit schulden aan verbonden partijen, en voor k€ 1 500 uit de kortlopende voorschotten opgenomen op de Belfius kredietlijn.
In het kader van de beoordeling van de continuïteit heeft de Groep en de Vennootschap een kasstroomplanning opgemaakt welke ten minste de periode dekt tot en met 30 juni 2026. Deze kasstroomplanning is opgemaakt aan de hand van het door de Raad van Bestuur goedgekeurde business plan.
De verkoop van de ICT service activiteiten op 27 juni 2024 heeft de liquiditeitspositie van de Groep en de Vennootschap tijdelijk verbeterd gedurende 2024. Evenwel is de realisatie van enkele business plannen nog achterwege gebleven voornamelijk vanwege de Remoticom sub-groep (verder Remoticom) alsook Crescent NV (Option NV), waardoor de Groep en de Vennootschap zich naar jaareinde toe opnieuw in een onder druk staande werkkapitaalpositie bevonden. Dit heeft onderstreept dat voor de borging van de continuïteit de realisatie van de businessplannen, en met name deze van Remoticom en van Crescent NV ven essentieel belang zullen zijn.
De Raad van Bestuur is van oordeel dat de kans om omzet en EBITDA te realiseren in 2025 meer kans op slagen zou moeten hebben dan het vorige jaar door de verdere investeringen die in de loop van 2024 vanuit de aanwezige technologische kennis zijn gedaan in de verdere ontwikkeling van producten, en in de verdere uitbouw van de productportefeuille.
Het mag evenwel niet ontkend worden dat met name voor Remoticom en Option de plannen ambitieus en onzeker blijven en een turnaround wordt voorzien die niet is gerealiseerd in het afgelopen jaar. De rentabiliteit van de activiteiten van SAIT en Innolumis kunnen opwegen tegen de groepskosten, maar zijn nog niet van die aard om eventuele tekorten van de activiteiten van Remoticom en Crescent NV op permanente wijze op te vangen. Gezien het zwaartepunt van de realisaties in de tweede helft van het jaar 2025 ligt, en de EBITDA in het eerste kwartaal van 2025 onder het budget is uitgekomen, is de nood aan bijkomende financiering toegenomen. In dat verband is de Groep en de Vennootschap gesprekken gestart met financiële instellingen om bijkomende financiering mogelijk te maken.
Op dit ogenblik heeft de Groep nog geen formele financieringsvoorstellen ontvangen, maar is ze ervan uitgegaan in de opmaak van haar financieel plan dat zij deze ten belope van €0.95 miljoen zal voorgesteld krijgen mits het voorleggen van de nodige garanties. Hiervoor zou het kunnen dat de afhankelijkheid van ondersteuning van de referentie aandeelhouder een doorslaggevende rol zal spelen, zoals het de laatste jaren steeds het geval is geweest. Deze steun zal ook nodig blijven als de financieringsvoorstellen ontoereikend zouden zijn of de realisatie van de businessplannen vertraagt of achterwege blijft zodat de voorziene kasstromen, vereist om de Groep en de Vennootschap op
langere termijn naar een structureel gezonde toestand te brengen, niet zouden gerealiseerd worden. Eventueel uitstel van in het business plan voorziene terugbetalingen van leningen aan verbonden partijen kunnen voor een bijkomende verbetering van de kasstroom zorgen ten bedrage van €0.41 miljoen.
Onmiddellijk na de verkoop van 2Invision heeft Van Zele Holding NV een terugbetaling van €2.4 miljoen van de Vennootschap ontvangen, wat haar op haar beurt in staat heeft gesteld de leningen die zij bij financiële instellingen was aangegaan om de rekening-courant naar Crescent vóór de verkoop te verhogen naar €4.4 miljoen, terug te betalen. Echter, heeft zij, ter ondersteuning van de Groep, deze rekening-courant opnieuw tot €3 miljoen eind 2024 moeten verhogen, en bijkomend een rechtstreekse lening van €0.14 miljoen aan Remoticom BV toegestaan.
De bijkomende financiering is in 2024 essentieel gebleken om de Groep en de Vennootschap in een positie van continuïteit te behouden, en zal dat ongetwijfeld in 2025 ook zijn.
De belangrijkste gebeurtenissen en omstandigheden welke wijzen op het bestaan van een onzekerheid van materieel belang die significante twijfel kan doen ontstaan over de mogelijkheid van de Groep en de Vennootschap om haar continuïteit te handhaven zijn de volgende
Het realiseren van het business plan voor de periode van de kasstroomplanning. De grootste onzekerheid bevindt zich, zoals hierboven aangegeven, bij Remoticom en Crescent NV (Option) gezien de historiek van niet behaalde doelstellingen en het feit dat het business plan voor deze beide componenten ambitieus blijft en tot een turnaround dient te leiden. Tekorten in de realisatie van de business plannen geven aanleiding tot een werkkapitaalpositie welke onder druk blijft staan gezien de krappe liquiditeitspositie.
Het behouden van de korte termijn financiering bij Belfius bank van EUR 1.5 miljoen. Deze financiering, die onder korte termijn financiële schulden is opgenomen, is aangegaan voor onbepaalde duur. Onderliggende gaat het over een korte termijn financiering welke telkens opnieuw verlengd kan worden en aangenomen kan worden dat, gezien de garanties en zekerheden gekoppeld aan deze financiering alsook op basis van het verleden, deze financiering verlengd zal worden (hetgeen ook opgenomen is in de kasstroom projecties). Indien noodzakelijk, zou het kunnen nodig zijn dat bedoelde financiering bij een andere financiële instelling wordt geherfinancierd.
Het uitbreiden van, wanneer effectieve tekorten in liquiditeiten plaatsvinden door o.a. het niet realiseren van het business plan, en het behouden van de huidige financiering (welke EUR 3.14 miljoen bedraagt op jaareinde en verder toegenomen is tot EUR 3.39 miljoen in April 2025) van de referentieaandeelhouder Van Zele Holding NV alsook het vertraagd terugbetalen van deze schulden. De opgemaakte kasstroomplanning houdt rekening met de goedkeuring van Van Zele Holding NV om korte termijn schulden ten belope van EUR 0.41 miljoen, welke contractueel vóór 31 december 2025 terugbetaald dienen te worden, op een later tijdstip terug te betalen en zeker niet vóór 30 juni 2026.
Het bekomen van nieuwe financieringen bij kredietinstellingen ten belope van tenminste EUR 0.95 miljoen. Gesprekken in die zin zijn opgestart zowel in België als in Nederland, maar hebben nog niet geleid tot formele financieringsvoorstellen.
Het verkopen van een participatie of het doorvoeren van een kapitaalverhoging in het geval voorgaande gebeurtenissen en omstandigheden onvoldoende blijken te zijn of niet succesvol afgerond kunnen worden, welke moet leiden tot een kasinstroom van ten minste EUR 1 miljoen over de periode van de kasstroomplanning.
Concluderend kunnen we stellen dat de Groep en de Vennootschap, voor wat betreft financiering, in grote mate afhankelijk blijven van haar referentie aandeelhouder Van Zele Holding NV alsook van het kunnen behouden van de huidige externe financiering met Belfius Bank en het bekomen van nieuwe financieringen bij andere kredietinstellingen.

De Raad van Bestuur is van mening dat, op korte termijn de continuïteit van de Groep verzekerd blijft door de verwachte blijvende steun van Van Zele Holding NV, en op middellange termijn, moest de uitvoering van de businessplannen vertraging oplopen, de Groep in de mogelijkheid is bijkomende middelen aan te trekken door de verkoop van één van haar participaties.
Indien de realisatie van het budget voor volgend boekjaar alsook de businessplannen voor de jaren nadien achterblijft, zorgt dit voor de nood aan bijkomende financiering, die op dit moment nog niet geformaliseerd is. Deze situatie wijst op het bestaan van een materiële onzekerheid inzake de mogelijkheid van zowel de Groep als de Vennootschap om haar continuïteit te handhaven. De Raad van Bestuur is van mening dat de Groep en de Vennootschap in staat zal zijn om bovenstaande gebeurtenissen en omstandigheden succesvol te beheren. Het heeft dan ook vertrouwen in de opgemaakte plannen en de daaraan gelinkte kasstroomprojecties waardoor dat zij van oordeel is dat zowel de geconsolideerde jaarrekening van de Groep als de enkelvoudige jaarrekening van Crescent NV in continuïteit opgemaakt kunnen worden.
De controle activiteiten omvatten de maatregelen die zijn genomen door de Groep om ervoor te zorgen dat de voornaamste risico's welke werden geïdentificeerd, worden beheerst of beperkt.
De Groep beheert haar risico met betrekking tot overmacht, zijnde schade aan onroerend goed, materiële schade, onderbreking van de bedrijfsvoering, cyber risico's, door het aangaan van verzekeringsovereenkomsten ter dekking van dergelijke risico's.
Vóór de commercialisering van haar producten, voert de Groep de nodige tests uit om het niveau van technische goedkeuring te bereiken. Om de best mogelijke kwaliteitsstandaarden tijdens de productie te garanderen, heeft de Vennootschap in-house eigen test- en kalibratie systemen ontwikkeld. Deze systemen worden gebruikt bij de productie van de meeste producten van de Vennootschap. De inhouse ontwikkelde systemen laten de Vennootschap toe om de kwalitatieve parameters die worden gebruikt tijdens het productieproces, welke plaatsvindt in de fabriek van de onderaannemers van de Vennootschap, te controleren. De testresultaten worden automatisch opgeladen in een database van de Vennootschap, welke haar toelaat om de productiegeschiedenis van deze producten te controleren en na te kijken. Bovendien heeft de Groep een specifiek verzekeringscontract afgesloten, welke alle externe kosten als gevolg van een mogelijke terugroep (recall) risico dekt.
De Groep heeft haar strategische pijlers geïdentificeerd. Om de veranderende marktomstandigheden het hoofd te bieden hebben de Raad van Bestuur en het Management een aantal strategische vergaderingen gehouden met als doel de verdere strategie van de Groep te bepalen. De levenscyclus van de producten wordt nauwlettend opgevolgd.
Om de continuïteit van de ERP-systemen te garanderen, worden op een regelmatige basis back-ups gemaakt.
Een belangrijk element om de activiteiten te controleren is de jaarlijkse budget oefening waarbij strategie, risico's, businessplannen en beoogde resultaten worden getest. De prestaties ten opzichte van de doelen worden maandelijks opgevolgd door het Finance team en worden besproken tijdens vergaderingen van het Management.
Om betrouwbare financiële informatie te garanderen werd een gestandaardiseerd informatieuitwisseling proces gedefinieerd, welke consistent is voor alle entiteiten die tot de Groep behoren. Deze proces flow omvat de specifieke taken die moeten worden uitgevoerd door alle entiteiten met betrekking tot elke maandelijkse afsluiting, alsmede de vooropgestelde deadlines.
De financiële informatie wordt op geregelde basis voorgesteld aan het Auditcomité en de Raad van Bestuur. De informatie, welke op regelmatige tijdstippen wordt gedeeld met het personeel, is niet beperkt tot een financiële update, maar bevat ook zakelijke updates en in het geval dit nodig blijkt, strategische updates.

Het toezicht gebeurt door de Raad van Bestuur door middel van de activiteiten en verantwoordelijkheden van het Auditcomité. Het Auditcomité beoordeelt en bespreekt de tussentijdse financiële afsluitingen op basis van een presentatie van het financieel Management van de Groep. Notulen van de vergadering worden voorbereid met inbegrip van een opvolging van actiepunten. Gezien de structuur en de huidige omvang van de Groep, is er geen interne auditfunctie.
De enkelvoudige jaarrekening van Crescent NV (Belgische boekhoudnormen) heeft over 2024 een nettoverlies geleden van 7,0 miljoen EUR.
De Raad van Bestuur stelt voor om dit niet-geconsolideerde nettoverlies over te dragen naar het volgend boekjaar.
De Raad van Bestuur verklaart, naar het beste van haar kennis, het volgende:
Leuven, 23 april 2025
De Raad van Bestuur
| Voor het boekjaar afgesloten op 31 december | Toelichting | 2024 | 2023 |
|---|---|---|---|
| In duizend EUR, behalve gegevens per aandeel | |||
| Voortgezette bedrijfsactiviteiten | |||
| Opbrengsten | 4 | 12 550 | 11 409 |
| Kostprijs verkochte goederen | 5 | ( 7 457) | ( 8 028) |
| Brutowinst | 5 093 | 3 381 | |
| Overige opbrengsten | 4 | 388 | 99 |
| Onderzoeks- en ontwikkelingskosten | 5 | ( 1 432) | ( 1 607) |
| Kosten van verkoop, marketing en royalty's | 5 | ( 1 397) | ( 1 189) |
| Algemene en administratieve kosten | 5 | ( 3 986) | ( 4 996) |
| Bijzondere waardeverminderingen op goodwill en immateriële activa |
10 | ( 1 959) | ( 2 545) |
| Totale bedrijfskosten | ( 8 774) | ( 10 337) | |
| Verlies uit de verkoop van dochterondernemingen | 9 | - | ( 238) |
| Bedrijfsverlies | ( 3 293) | ( 7 095) | |
| Financiële kosten | 7 | ( 908) | ( 836) |
| Financiële opbrengsten | 7 | 90 | 143 |
| Financieel resultaat | ( 818) | ( 693) | |
| Verlies vóór belastingen | ( 4 111) | ( 7 788) | |
| Belastingen | 8 | ( 47) | ( 35) |
| Nettoverlies van de periode uit voortgezette activiteiten | ( 4 158) | ( 7 823) | |
| Beëindigde bedrijfsactiviteiten * | |||
| Winst uit beëindigde bedrijfsactiviteiten | 14 | 1 143 | 812 |
| Nettoverlies van de periode | ( 3 015) | ( 7 011) | |
| Nettoverlies van de periode toewijsbaar aan de | |||
| Aandeelhouders van de moeder | ( 3 015) | ( 7 013) |
| Voor het boekjaar afgesloten op 31 december | Toelichting | 2024 | 2023 |
|---|---|---|---|
| In duizend EUR, behalve gegevens per aandeel | |||
| Minderheidsbelangen | - | 2 | |
| Verlies per aandeel | |||
| Gewogen gemiddeld aantal gewone aandelen | 1 994 069 717 1 994 069 717 | ||
| Verwaterd gewogen gemiddeld aantal gewone aandelen |
1 994 069 717 1 994 069 717 | ||
| Resultaat per aandeel voor verwatering uit voortgezette bedrijfsactiviteiten |
22 | (0,00) | (0,00) |
| Resultaat per aandeel na verwatering uit voortgezette bedrijfsactiviteiten |
22 | (0,00) | (0,00) |
| Resultaat per aandeel voor verwatering | 22 | (0,00) | (0,00) |
| Resultaat per aandeel na verwatering | 22 | (0,00) | (0,00) |
De bijgevoegde toelichtingen 1 t.e.m. 31 vanaf pagina 39 t.e.m pagina 129 maken integraal deel uit van deze geconsolideerde resultatenrekening.
* We verwijzen naar Toelichting 14 omtrent de beëindigde bedrijfsactiviteiten van 2Invision en als gevolg van deze classificatie werden de resultaten van 2Invision gecentraliseerd op een enkele lijn "Beëindigde bedrijfsactiviteiten" in zowel huidig als vorig boekjaar.
| Voor het boekjaar afgesloten op 31 december | Toelichting | 2024 | 2023 |
|---|---|---|---|
| In duizend EUR | |||
| Nettoverlies | ( 3 015) | ( 7 011) | |
| Andere gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten | |||
| Componenten die later mogelijks kunnen opgenomen worden in de resultatenrekening |
|||
| Wisselkoersverschillen op buitenlandse activiteiten | ( 5) | - | |
| Componenten die later niet zullen opgenomen worden in de resultatenrekening |
|||
| Herwaardering van toegezegde-pensioenregelingen | 19 | 28 | ( 97) |
| Niet-gerealiseerde resultaten voor de periode (netto van belastingen) |
23 | ( 97) | |
| Totale gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten voor de periode |
( 2 992) | ( 7 108) | |
| Totale gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten | |||
| voor de periode toewijsbaar aan: | |||
| Aandeelhouders van de moeder | ( 2 992) | ( 7 110) | |
| Minderheidsbelangen | - | 2 |
De bijgevoegde toelichtingen 1 t.e.m. 31 vanaf pagina 39 t.e.m pagina 129 maken integraal deel uit van dit geconsolideerd totaalresultaat.
| Toelichting | 31 december 2024 |
31 december 2023 |
|
|---|---|---|---|
| In duizend EUR | |||
| Activa | |||
| Goodwill | 9 | 4 443 | 6 402 |
| Immateriële vaste activa | 10 | 3 551 | 4 014 |
| Materiële vaste activa | 11 | 1 185 | 1 143 |
| Overige vorderingen | 15 | 111 | 99 |
| Uitgestelde belastingvorderingen | 8 | 132 | 139 |
| Vaste activa | 9 422 | 11 797 | |
| Voorraden | 16 | 1 326 | 1 534 |
| Handels- en overige vorderingen | 15 | 3 202 | 2 016 |
| Geldmiddelen en kasequivalenten | 17 | 369 | 346 |
| Belastingvorderingen | 15 | 15 | |
| Vlottende activa (excl. activa aangehouden voor verkoop) |
4 912 | 3 911 | |
| Activa aangehouden voor verkoop | 14 | - | 6 914 |
| Vlottende activa | 4 912 | 10 825 | |
| Totaal activa | 14 334 | 22 622 |
| Toelichting | 31 december 2024 |
31 december 2023 |
|
|---|---|---|---|
| In duizend EUR | |||
| Verplichtingen en eigen vermogen | |||
| Geplaatst kapitaal | 21 | 14 090 | 14 090 |
| Uitgiftepremies | 21 | 5 142 | 5 142 |
| Overige reserves | 21 | ( 2 307) | ( 2 302) |
| Overgedragen resultaat | ( 18 070) | ( 15 109) | |
| Totaal eigen vermogen toerekenbaar aan de eigenaars van de Vennootschap |
( 1 145) | 1 821 | |
| Minderheidsbelangen | - | 26 | |
| Totaal eigen vermogen | ( 1 145) | 1 847 | |
| Financiële schulden | 18 | 713 | 797 |
| Schulden met verbonden partijen | 31 | 2 750 | 4 343 |
| Handels- en overige schulden | 20 | 1 319 | 1 788 |
| Voorzieningen | 19 | 544 | 534 |
| Uitgestelde belastingschulden | 8 | 38 | - |
| Langlopende verplichtingen | 5 364 | 7 462 | |
| Financiële schulden | 18 | 2 028 | 2 561 |
| Schulden met verbonden partijen | 31 | 1 040 | 995 |
| Handels- en overige schulden | 20 | 6 839 | 8 148 |
| Voorzieningen | 19 | 5 | 5 |
| Te betalen belastingen | 8 | 203 | 208 |
| Kortlopende verplichtingen (excl. schulden gerelateerd aan activa aangehouden voor verkoop) |
10 115 | 11 917 | |
| Schulden gerelateerd aan activa aangehouden voor verkoop |
14 | - | 1 396 |
| Kortlopende verplichtingen | 10 115 | 13 313 | |
| Totaal verplichtingen en eigen vermogen | 14 334 | 22 622 |
De bijgevoegde toelichtingen 1 t.e.m. 31 vanaf pagina 39 t.e.m pagina 13129 maken integraal deel uit van deze geconsolideerde resultatenrekening.
| Voor het boekjaar afgesloten op 31 december | Toelichting | 2024 | 2023 |
|---|---|---|---|
| In duizend EUR | |||
| Bedrijfsactiviteiten | |||
| Nettoverlies van de periode uit de voorgezette activiteiten | ( 4 158) | ( 7 823) | |
| Winst uit beëindigde bedrijfsactiviteiten | 1 143 | 812 | |
| Nettoresultaat (a) | ( 3 015) | ( 7 011) | |
| Afschrijvingen op immateriële vaste activa | 5 / 10 | 850 | 896 |
| Afschrijvingen op materiële vaste activa en recht-op gebruik activa |
5 / 11 | 713 | 911 |
| Bijzondere waardeverminderingen op immateriële vaste activa |
9 / 10 | 1 959 | 2 545 |
| Verlies / (winst) uit de verkoop van materiële vaste activa en recht-op-gebruik activa |
( 10) | 6 | |
| Verlies / (winst) uit financiële activa | - | 25 | |
| (Terugname van) waardeverminderingen op vlottende en niet vlottende activa |
15 / 16 | ( 28) | 678 |
| Verlies / (Winst) op verkoop van dochtervennootschappen | 14 / 9 | ( 710) | 238 |
| Toename / (afname) in voorzieningen | 64 | 26 | |
| Niet-gerealiseerde wisselkoers verliezen / (winsten) | ( 12) | ( 1) | |
| Financiële (opbrengsten) kosten | 7 | 843 | 734 |
| Kost van op aandelen gebaseerde betalingen | 5 | - | 8 |
| Belastingkost / (opbrengst) | 8 | 65 | 79 |
| Overige | ( 60) | ||
| Totaal (b) | 3 674 | 6 145 | |
| Kasstroom uit bedrijfsactiviteiten voor mutaties in | |||
| bedrijfskapitaal (c)=(a)+(b) | 659 | ( 866) | |
| Afname / (toename) in voorraden | 188 | ( 286) | |
| Afname / (toename) van handels- en overige vorderingen | ( 1 505) | 1 696 | |
| Toename / (afname) van handels- en overige schulden | ( 1 187) | ( 571) | |
| Toename / (afname) van uitgestelde opbrengsten | ( 442) | 130 | |
| Aanwending van voorzieningen | 19 | ( 54) | ( 36) |
| Totaal van de mutaties in bedrijfskapitaal (d) | ( 3 000) | 933 | |
| Betaalde interesten (e) | ( 720) | ( 684) | |
| Betaalde belastingen (f) | ( 23) | ( 21) | |
| Kasstroom uit bedrijfsactiviteiten (g)=(c)+(d)+(e)+(f) | ( 3 084) | ( 638) |
| Investeringsactiviteiten | |||
|---|---|---|---|
| Verwerving van materiële vaste activa | 11 | ( 44) | ( 128) |
| Opbrengsten uit de verkoop van materiële vaste activa | 5 | 24 | |
| Verwerving van immateriële vaste activa | 10 | ( 398) | ( 572) |
| Inkomsten uit de verkoop van dochtervennootschappen | 14 | 6 284 | - |
| Kasstroom uit investeringsactiviteiten (h) | 5 847 | ( 676) | |
| Financieringsactiviteiten | |||
| Ontvangsten uit leningen | 18 | 1 190 | 2 354 |
| Aflossingen van leningen | 18 | ( 3 508) | ( 527) |
| Aflossingen van leasingschulden | 12 / 18 | ( 507) | ( 693) |
| Overige bankkosten | ( 53) | ( 38) | |
| Aankoop van minderheidsbelang | 14 / 9 | ( 65) | ( 28) |
| Kasstroom verstrekt / (gebruikt) uit financieringsactiviteiten (i) | ( 2 943) | 1 068 | |
| Netto toename/(afname) van liquide middelen = (g)+(h)+(i) | ( 180) | ( 246) | |
| Geldmiddelen en kasequivalenten bij het begin van het boekjaar |
17 | 549 | 795 |
| Geldmiddelen en kasequivalenten op het einde van het boekjaar |
17 | 369 | 549 |
De bijgevoegde toelichtingen 1 t.e.m. 31 vanaf pagina 39 t.e.m pagina 129 maken integraal deel uit van dit geconsolideerd kasstroomoverzicht.
| Overige reserves | Overgedragen resultaat | ||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| In duizend EUR | Toe lichting |
Geplaatst kapitaal |
Uitgifte-premies | Op aandelen gebaseerde betalingen |
Valutakoers verschillen |
Kosten van uitgifte nieuwe aandelen |
Omgekeerde overname reserve |
Overgedragen resultaat |
Totaal | Minderheids belang |
Totaal eigen vermogen |
| Op 1 januari 2023 | 14 090 | 5 142 | 105 | 202 | ( 2 617) | ( 16 092) | 8 272 | 9 102 | 7 | 9 109 | |
| Nettoverlies | - | - | - | - | - | - | ( 7 013) | ( 7 013) | 2 | ( 7 011) | |
| Niet-gerealiseerde resultaten voor de periode, netto van belastingen |
- | - | - | - | 0 | - | ( 97) | ( 97) | - | ( 97) | |
| Totaal gerealiseerde en niet gerealiseerde resultaten voor de periode |
- | - | - | - | - | - | ( 7 110) | ( 7 110) | 2 | ( 7 108) | |
| Wijzigingen in op aandelen gebaseerde betalingen |
22 | - | - | 8 | - | - | - | - | 8 | - | 8 |
| Kapitaalverhoging | 22 | - | - | - | - | - | - | ( 125) | ( 125) | - | ( 125) |
| Transacties binnen het eigen vermogen: verwerving minderheidsbelang 2invision Managed Services België |
- | - | - | - | - | - | ( 54) | ( 54) | 17 | ( 37) | |
| Op 31 december 2023 | 14 090 | 5 142 | 113 | 202 | ( 2 617) | ( 16 092) | 983 | 1 821 | 26 | 1 847 | |
| Nettoverlies | - | - | - | - | - | - | ( 3 015) | ( 3 015) | - | ( 3 015) | |
| Niet-gerealiseerde resultaten voor de periode, netto van belastingen |
- | - | - | ( 5) | - | - | 28 | 23 | - | 23 | |
| Totaal gerealiseerde en niet gerealiseerde resultaten voor de periode |
- | - | - | ( 5) | - | - | ( 2 987) | ( 2 992) | - | ( 2 992) | |
| Transacties binnen het eigen vermogen: verwerving minderheidsbelang 2invision Managed Services België NV |
10 | - | - | - | - | - | - | 26 | 26 | ( 26) | - |
| Op 31 december 2024 | 14 090 | 5 142 | 113 | 197 | ( 2 617) | ( 16 092) | ( 1 978) | ( 1 145) | - | ( 1 145) |
De bijgevoegde toelichtingen 1 t.e.m. 31 vanaf pagina 39 t.e.m pagina 129 maken integraal deel uit van deze geconsolideerde staat van wijzigingen in het eigen vermogen.
Crescent NV (de "Vennootschap"), opgericht op 3 juli 1986, is de moedervennootschap van een aantal dochternemingen actief in IoT-technologie, smart LED verlichting en integratie diensten.
Crescent NV is een Naamloze Vennootschap (NV) naar Belgisch recht met als maatschappelijke zetel: Geldenaaksebaan 329, 3001 Leuven.
De geconsolideerde jaarrekening van Crescent NV voor het boekjaar dat werd afgesloten op 31 december 2024 omvat Crescent NV en de bijhorende dochterondernemingen (waarnaar samen wordt verwezen met 'Crescent' of 'de Groep').
De geconsolideerde jaarrekening werd door de Raad van Bestuur vrijgegeven voor publicatie op 23 april 2025.
De geconsolideerde jaarrekening werd opgesteld in overeenstemming met de International Financial Reporting Standards (IFRS), zoals gepubliceerd door de International Accounting Standards Board (IASB) en goedgekeurd door de Europese Unie. De geconsolideerde financiële rekeningen worden weergegeven in euro's en alle waarden zijn afgerond tot het dichtstbij zijnde duizendtal (€ 000), tenzij anders vermeld.
Lijst van standaarden en interpretaties toepasbaar voor het boekjaar beginnend op 1 januari 2024:
De toepassing van de vermelde aangepaste standaarden en interpretaties die van toepassing zijn voor boekjaren beginnend vanaf 1 januari 2024 hebben geen significante impact op de geconsolideerde financiële cijfers van de Groep gehad.
De Groep heeft ervoor gekozen om de volgende nieuwe Standaarden, Interpretaties en Wijzigingen, uitgevaardigd door het IASB en het IFRIC, die nog niet verplicht en/of onderschreven waren door de EU voor 31 december 2024, maar dewelke een mogelijks betekenisvolle impact kunnen hebben, niet vroegtijdig toe te passen:
De Groep verwacht dat deze wijzigingen geen materiële impact zullen hebben op de geconsolideerde jaarrekening van de Groep, behalve IFRS 18, de nieuwe standaard voor presentatie en toelichting in de jaarrekening, met de nadruk op aanpassingen van de winst- en verliesrekening.
IFRS 18 zal IAS 1 vervangen; veel van de bestaande principes in IAS 1 worden behouden, met beperkte wijzigingen. IFRS 18 zal geen invloed hebben op de opname of waardering van posten in de jaarrekening, maar kan wel posten toevoegen of de presentatie binnen de winst-en-verliesrekening wijzigen. Aanvullende vereisten voor prestatiemaatstaven voor het management en samenvoeging of opsplitsing kunnen invloed hebben op de toelichtingen zoals gepresenteerd in de jaarrekening.
IFRS 18 is van toepassing op verslagperioden die beginnen op of na 1 januari 2027 en is ook van toepassing op vergelijkende informatie. De Groep voorziet op dit moment geen vervroegde toepassing.
De wijzigingen in de presentatie en toelichting zoals vereist door IFRS 18 vereisen mogelijk systeem- en proceswijzigingen en de Groep zal de impact hiervan de komende jaren beoordelen.
De Groep heeft ervoor gekozen om geen van deze standaarden of interpretaties voorafgaand aan hun inwerkingtreding toe te passen.
De geconsolideerde jaarrekening omvat de jaarrekeningen van alle dochterondernemingen die door de Groep worden gecontroleerd. Een overzicht van alle geconsolideerde entiteiten wordt weergegeven in toelichting 28
Een onderneming wordt volledig geconsolideerd vanaf de datum van acquisitie, welke de datum is wanneer de Groep de controle verwerft, en wordt zolang geconsolideerd tot de Groep de controle verliest. Controle bestaat wanneer de Groep onderhevig is aan, of rechten heeft op, de variabele rendementen vanuit haar betrokkenheid bij de onderneming en wanneer de Groep de mogelijkheid heeft om deze rendementen te beïnvloeden vanuit haar zeggenschap over de onderneming. De Groep heeft controle over een onderneming als en alleen als de Groep:
Een verandering in het deelnemingspercentage van een dochteronderneming, zonder de zeggenschap te verliezen, wordt verwerkt als een eigen vermogen transactie. Als de Groep de controle verliest over een dochteronderneming, dan worden de activa en verplichtingen en het eventuele minderheidsbelang uitgeboekt en de reële waarde van de ontvangen betaling en de resterende investering geboekt waarbij het verschil in de geconsolideerde resultatenrekening in de lijn verlies uit de verkoop van dochterondernemingen wordt erkend.
Alle transacties tussen de ondernemingen van de Groep, alle balansen en alle niet-gerealiseerde winsten op transacties tussen groepsondernemingen, worden bij consolidatie geëlimineerd. Nietgerealiseerde verliezen worden ook geëlimineerd op dezelfde manier als niet-gerealiseerde winsten tenzij een bijzondere waardevermindering van toepassing is op het actief dat onderwerp is van de transactie. De boekhoudprincipes van dochterondernemingen worden in lijn gebracht met die van de Groep om de consistentie te verzekeren in de rapportering.
Beoordelingen, ramingen en veronderstellingen gemaakt door het management en de toepassingen onder IFRS, welke een belangrijke impact hebben op de bedragen opgenomen in de financiële rekeningen met een belangrijk risico op wijzigingen in het volgende jaar, worden hierna omschreven. De ramingen en veronderstellingen zijn gebaseerd op de informatie welke beschikbaar was op het ogenblik dat de geconsolideerde jaarrekening wordt voorbereid. Deze informatie kan in de toekomst wijzigen als gevolg van veranderingen in de markt of omstandigheden welke buiten de controle van de Groep vallen. Deze wijzigingen op de boekhoudkundige assumpties worden opgenomen in de periode waarin de herziening heeft plaatsgevonden.
Toelichting 30 Onzekerheden geeft bijkomende informatie over de onzekerheden met betrekking tot de continuïteit van de Groep en de Vennootschap alsook over de continuïteitsveronderstelling waarmee de cijfers werden opgemaakt.
Het beleid voor omzetverantwoording vereist dat het management aanzienlijke beoordelingen maakt. Het management analyseert verschillende factoren, waaronder een beoordeling van specifieke transacties, historische ervaring, kredietwaardigheid van klanten en de huidige markt- en economische omstandigheden. Veranderingen in beoordelingen op basis van deze factoren kunnen van invloed zijn op de timing en het bedrag van de opbrengsten en kosten die worden erkend, en dus op de bedrijfsresultaten en financiële toestand van de Groep.
De significante schattingen en beoordelingen hebben voornamelijk betrekking op:
De Groep maakt beoordelingen bij het bepalen of een prestatieverplichting onderscheiden moet worden van overige prestatieverplichtingen in een contract, met name:
De Groep bepaalt het stadium van voltooiing van een installatieproject dat over tijd wordt vervuld, door de tot nu toe gemaakte uur- en materiaalkosten te vergelijken met de geschatte totale uur- en materiaalkosten die nodig zijn om het project te voltooien. De uur- en materiaalkost wordt beschouwd als de meest betrouwbare, beschikbare maatstaf voor de voortgang van het project. Aanpassingen aan te maken schattingen worden gemaakt in de perioden waarin feiten die tot een wijziging leiden bekend worden. Wanneer de schatting aangeeft dat er verlies zal worden geleden, wordt dit verlies in de vastgestelde periode in de resultatenrekening opgenomen. Significante ramingen en veronderstellingen zijn inherent bij het bepalen van het voltooide percentage van elk project. Verschillende aannames zouden materieel verschillende resultaten kunnen opleveren.
Vanaf 31 december 2023 werden beide 2Invision-dienstenbedrijven (2invision Managed Services NL en 2invision Managed Services BE, verder 2Invision) beschouwd als disposal groep gelet op de intentie van de Groep om over te gaan tot verkoop van de 2Invision vennootschappen, zoals werd besproken in het bestuursorgaan in december 2023. De beoordeling van 'beëindigde bedrijfsactiviteit' werd gedaan, rekening houdend met het feit dat 2Invision het merendeel omvatte van het Services-segment alsook een kas genererende eenheid is van de Groep en derhalve wordt beschouwd als belangrijke bedrijfsafdeling, waardoor bij toepassing van IFRS 5, 2Invision in de reikwijdte valt van "beëindigde bedrijfsactiviteiten".
De verkoop onderhandelingen en due diligence proces, en dus de eigendomsoverdracht, werden op 27 juni 2024 afgerond. 2Invision werd verkocht voor €6,5 miljoen. Na het behalen door 2Invision van haar 2024 budget, kon Crescent NV nog een earnout ontvangen van €0,75 miljoen. Gezien dit objectief niet behaald werd, werd deze niet als vordering erkend in de jaarrekening en dus ook niet in de resultatenrekening opgenomen.
De Groep evalueert op elke afsluitdatum of er aanwijzingen zijn dat een bijzonder waardeverminderingsverlies op immateriële en materiële vaste activa dient opgenomen te worden. Jaarlijks wordt eveneens voor elke kasstroom genererende eenheid, waaraan goodwill is toegewezen, een analyse voor bijzondere waardeverminderingsverliezen uitgevoerd. Bij de berekeningen van de gebruikswaarde, dient het management de toekomstige kasstromen van de vaste activa of de kasstroom genererende eenheid in te schatten en dient zij deze te verdisconteren om de actuele waarde van deze kasstromen te bekomen.
In 2024 werd een bijzonder waardeverminderingsverlies geboekt op de Remoticom goodwill van €2,0 miljoen. In 2023 was er een bijzonder waardeverminderingsverlies geboekt van in totaal €2,5 miljoen, €2,1 miljoen op de Cloudgates goodwill en €0,4 miljoen voor software.
De realiseerbare waarde is onderhevig aan de verdisconteringsvoet en de assumpties zoals onder andere groeivoet omzet, brutomarge en operationele kosten. Deze assumpties worden verder toegelicht in toelichting 9
De Groep raamt de kosten voor de voorziening voor garantieverplichtingen door gebruik te maken van statistische gegevens op de verkopen. De garantieperiode is in overeenstemming met de geldende wetgeving en varieert van 12 tot 60 maanden, afhankelijk van de onderliggende activiteit en van waar de klant zich bevindt.
Op 31 december 2024 was er een voorziening voor garantieverplichtingen ten belope van k€ 241 (2023: k€ 232) op lange termijn. We verwijzen naar toelichting 19 voor meer informatie.
De jaarresultaten van de individuele entiteiten die tot de Groep behoren, worden uitgedrukt in de munteenheid van de voornaamste economische ruimte waarbinnen deze entiteiten opereren (functionele munteenheid). De geconsolideerde jaarrekening wordt weergegeven in euro, de functionele en rapporteringmunteenheid van de Groep. Alle ondernemingen binnen de Groep hebben de euro als functionele munt, behalve:
Deze dochtervennootschappen hebben geen operationele activiteiten meer.
Bij het opstellen van de jaarrekeningen van de individuele entiteiten worden transacties andere dan in euro, geboekt tegen wisselkoersen die gelden op datum van de transacties. Op iedere balansdatum worden monetaire activa en passiva uitgedrukt in vreemde valuta omgezet tegen de koers op de balansdatum. Niet-monetaire activa en passiva aan reële waarde, uitgedrukt in vreemde valuta worden omgerekend tegen de wisselkoers die geldt op de datum waarop de reële waarde werd bepaald. Winsten en verliezen afkomstig uit de vereffening van wisseltransacties en uit de omrekening van monetaire activa en passiva uitgedrukt in vreemde valuta worden erkend in de resultatenrekening van die periode.
De Groep erkent omzet van de volgende belangrijke inkomstenstromen binnen de 3 segmenten:
Omzet wordt gemeten op basis van de vergoeding waarop de Groep verwacht recht te hebben in een klantencontract, exclusief bedragen ontvangen voor rekening van derden.
De Groep verkoopt gateways of cloudgates binnen een B2B omgeving aan OEM, distributeurs en eindgebruikers met de daarop geïnstalleerde software die het de gebruiker mogelijk maakt de gateway aan te passen aan de eigen noden. De cloudgate wordt samen met de specifiek daarvoor ontwikkelde software die exclusieve toepassing vindt op Cloudgate, beschouwd als één enkele prestatieverplichting.
De standaard garantie van 12 of 24 maanden in overeenstemming met de geldende wetgeving is van toepassing. Deze garantie kan niet afzonderlijk worden aangekocht en dient als een garantie van het 'assurance type' beschouwd te worden. Bijgevolg verwerkt de Groep de garantie in overeenstemming met IAS 37 Provisies, voorwaardelijke verplichtingen en voorwaardelijke activa. Onder de standaard verkoopsvoorwaarden worden de producten niet verkocht met een recht op teruggave. Bijgevolg worden geen teruggaveverplichtingen opgenomen. De omzet van de producten wordt erkend wanneer controle over de goederen getransfereerd is aan de klant, namelijk wanneer de goederen geleverd zijn bij de klant.
De Groep verkoopt sensoren binnen een B2B omgeving. De levering van sensoren wordt beschouwd als één enkele prestatieverplichting en voldoet aan de definitie van een serie van afzonderlijke goederen. De belofte om de serie van sensoren te transfereren is substantieel dezelfde voor alle sensoren en vertoont hetzelfde patroon waarbij elke sensor in de serie die Crescent transfereert een prestatieverplichting zou zijn die op een moment in de tijd erkend wordt.
De prijs van de sensoren is variabel, afhankelijk van de afgenomen hoeveelheid. De prijs per sensor daalt gedurende de looptijd van het contract naarmate er meer sensoren worden afgenomen. De variabiliteit in de prijs heeft betrekking op de inspanningen van Crescent om aan de prestatieverplichting te voldoen. Bovendien zijn de prijswijzigingen substantieel en houden verband met een wijziging in de kosten om de verplichting te vervullen. De variabele vergoeding wordt aldus volledig toegewezen aan de serie van levering van sensoren. De omzet van de sensoren wordt erkend op een moment in de tijd.
Een standaard garantie van 1 jaar is van toepassing. Deze garantie kan niet afzonderlijk worden aangekocht en dient als een garantie van het 'assurance type' beschouwd te worden. Bijgevolg verwerkt de Groep de garantie in overeenstemming met IAS 37 Provisies, voorwaardelijke verplichtingen en voorwaardelijke activa. Onder de standaard verkoopsvoorwaarden worden de producten niet verkocht met een recht op teruggave. Bijgevolg worden geen teruggaveverplichtingen opgenomen.
Onderzoeks- en ontwikkelingsactiviteiten waarin de Groep betrokken is als partner, bestaan uit middelenverbintenissen waarbij er enkel een verplichting is om mensen en middelen te leveren die
meewerken in onderzoeks- en ontwikkelingsactiviteiten van een klant. De omzet die voortvloeit uit deze activiteiten wordt erkend als een prestatieverplichting die voldaan wordt over de periode waarover de diensten geleverd worden. De vooruitgang van de geleverde diensten wordt gemeten op basis van de gepresteerde uren en als dusdanig wordt de omzet ook erkend.
De activiteiten van de installatieoplossingen bestaan uit het leveren van een geïntegreerde totaaloplossing, netwerken of installaties, op de sites van de klant. Deze oplossingen bestaan uit één enkele prestatieverplichting waarbij een combinatie van mensen en middelen wordt ingezet om de totaaloplossing te realiseren. Onder de voorwaarden van het contract heeft de Groep een afdwingbaar recht op betaling van de vergoeding voor het werk uitgevoerd tot dan, inclusief een redelijke winstmarge. De omzet van deze activiteiten wordt erkend over tijd en gebeurt aan de hand van de opgelopen kosten ten opzichte van het uitvoeringsbudget over de looptijd waarover het project wordt uitgevoerd. De Groep erkent een contract actief wanneer de uitgevoerde werkzaamheden de ontvangen vergoeding overschrijden en een contract passief wanneer de ontvangen vergoeding de uitgevoerde werkzaamheden overschrijdt.
De Groep genereert opbrengsten uit de verkoop van LED-straatverlichting. De transacties bestaan uitsluitend uit de levering van armaturen waarin de technologie ingebouwd is. Een standaard garantie van 60 maanden is van toepassing. Deze garantie kan niet afzonderlijk worden aangekocht en dient als een garantie van het 'assurance type' beschouwd te worden. Bijgevolg verwerkt de Groep de garantie in overeenstemming met IAS 37 Provisies, voorwaardelijke verplichtingen en voorwaardelijke activa. Onder de standaard verkoopsvoorwaarden worden de producten niet verkocht met een recht op teruggave. Bijgevolg worden geen teruggaveverplichtingen opgenomen. De omzet van de producten wordt erkend wanneer controle over de goederen getransfereerd is aan de klant, namelijk wanneer de goederen geleverd zijn bij de klant.
De voorraden grondstoffen en goederen in bewerking, worden geboekt tegen de kostprijs (FIFOmethode) of, indien die lager is, tegen de realisatiewaarde.
De voorraden van afgewerkte producten worden geboekt tegen de laagste van de kostprijs of de netto realiseerbare waarde. De kostprijs omvat directe materialen en, indien van toepassing, directe arbeidskosten en de overheadkosten die zijn gemaakt om de voorraden naar hun huidige locatie en in hun huidige toestand te brengen. De kostprijs wordt berekend volgens de FIFO methode.
De Groep erkent voorraad in consignatie op haar balans tenzij er een aanzienlijke overdracht van de risico's en voordelen verbonden aan de eigendom heeft plaatsgevonden naar de geconsigneerde.
De Groep waardeert doorlopend de voorraden van verouderde artikelen of langzaam roterende artikelen, en legt waar nodig voorzieningen aan.
De materiële vaste activa van de Groep worden gewaardeerd tegen de historische kost min de gecumuleerde afschrijvingen en eventuele bijzondere waardeverminderingen. Materiële vaste activa verworven in een bedrijfscombinatie worden initieel gewaardeerd tegen hun reële waarde, die vanaf dan geldt als hun kostprijs.
De winst of verlies, voortvloeiend uit de buitengebruikstelling van het vast actief (berekend op basis van het verschil tussen de netto verkoop en de boekwaarde van het vast actief) worden opgenomen in het resultaat van het jaar van buitengebruikstelling.
De activa worden lineair afgeschreven over de geschatte economische levensduur, met name:
| Machines en computeruitrusting | 2 tot 5 jaar |
|---|---|
| Meubilair en rollend materieel | 5 tot 10 jaar |
| Inrichtingen | 3 tot 9 jaar |
De geschatte levensduur, de restwaarden en de afschrijvingsmethode worden steeds herzien op balansdatum zodat eventuele gewijzigde inschattingen verwerkt worden op prospectieve basis.
De Groep beoordeelt bij aanvang van het contract of een contract een leaseovereenkomst is of bevat. Dat betekent dat het contract het recht geeft om het gebruik van een geïdentificeerd actief gedurende een bepaalde periode te controleren, in ruil voor een vergoeding.
De Groep past een enkele opname- en waarderingsbenadering toe voor alle leaseovereenkomsten, behalve voor kortlopende leaseovereenkomsten en leasing van activa met een lage waarde.
De Groep erkent recht-op-gebruik activa op de ingangsdatum van de lease. Recht-op-gebruik activa worden gewaardeerd tegen kostprijs, verminderd met gecumuleerde afschrijvingen en eventuele bijzondere waardeverminderingsverliezen en gecorrigeerd voor eventuele herwaardering van leaseverplichtingen. De kost van recht-op-gebruik activa omvat het bedrag van de opgenomen leaseverplichtingen. Activa voor gebruiksrechten worden lineair afgeschreven over de leaseperiode.
Op de ingangsdatum van de leaseovereenkomst neemt de Groep leaseverplichtingen op die worden gewaardeerd tegen de huidige waarde van de verwachte leasebetalingen over de leaseperiode. Bij de berekening van de huidige waarde van leasebetalingen gebruikt de Groep haar incrementele rentevoet omdat de impliciete rentevoet niet direct kan worden bepaald. Na de ingangsdatum wordt het bedrag van de leaseverplichtingen verhoogd om de aangroei van rente weer te geven en verlaagd voor de leasebetalingen.
De lease verplichtingen van de Groep worden opgenomen bij de financiële schulden.
Overnames van bedrijven worden verwerkt volgens de overnamemethode. De overgedragen overnamevergoeding in een bedrijfscombinatie wordt gewaardeerd tegen reële waarde, die berekend wordt als de som van de reële waardes op de overnamedatum van de activa afgestaan door de overgenomen entiteit, de verplichtingen opgenomen door de overgenomen entiteit tegenover de vorige eigenaars van de overgenomen activiteit en de participaties afgestaan door de overgenomen entiteit in ruil voor de zeggenschap in de overgenomen partij. Uitgaven in verband met de overname worden opgenomen in het resultaat zodra ze zich voordoen. De identificeerbare overgenomen activa en opgelopen verplichtingen worden opgenomen tegen hun reële waarde op de overnamedatum.
Wanneer de overnamevergoeding die de Groep verschuldigd is bij een bedrijfscombinatie voorwaardelijke vorderingen of verplichtingen omvat, wordt de voorwaardelijke vergoeding gewaardeerd tegen haar reële waarde op de overnamedatum en opgenomen in de overnamevergoeding voor de bedrijfscombinatie. Indien een verplichting om een voorwaardelijke vergoeding te betalen voldoet aan de definitie van een financieel instrument dat wordt geclassificeerd als eigen vermogen, vindt geen latere herwaardering plaats en wordt de afwikkeling verantwoord binnen het eigen vermogen. Als dit niet het geval is, wordt de voorwaardelijke vergoeding geherwaardeerd tegen reële waarde en worden wijzigingen in de reële waarde na eerste opname opgenomen in de winst-en-verliesrekening.
Voor het toetsen op bijzondere waardevermindering wordt goodwill toegewezen aan de kasstroomgenererende eenheden van de Groep waarvan verwacht wordt dat zij voordelen zullen halen uit de synergiën van de bedrijfscombinatie. Kasstroomgenererende eenheden waaraan goodwill is toegewezen, worden jaarlijks getoetst op bijzondere waardeverminderingen. Dit gebeurt ook tussentijds wanneer er aanwijzingen zijn dat de boekwaarde van de eenheid hoger zou kunnen zijn dan de realiseerbare waarde. Indien de realiseerbare waarde van een kasstroomgenererende eenheid lager is dan haar boekwaarde, wordt de bijzondere waardevermindering (in de resultatenrekening opgenomen onder 'Bijzondere waardeverminderingen op goodwill en immateriële vaste activa') eerst in mindering gebracht van de boekwaarde van de goodwill die aan de kasstroomgenererende eenheid werd toegewezen. Daarna wordt de bijzondere waardevermindering toegewezen aan de andere vaste activa die tot de eenheid behoren, evenredig met hun boekwaarde. Wanneer een bijzondere waardevermindering voor goodwill eenmaal is opgenomen, wordt deze in een latere periode niet teruggenomen.
Afzonderlijk verworven Immateriële vaste activa worden gewaardeerd bij de initiële opname op kostbasis verminderd met gecumuleerde afschrijvingen en gecumuleerde waardeverminderingen. Immateriële activa verworven in een bedrijfscombinatie worden initieel gewaardeerd tegen reële waarde.
Immateriële activa worden afgeschreven op basis van hun economische gebruiksduur en de nood van een uitzonderlijke waardevermindering wordt geanalyseerd wanneer zich een indicatie tot bijzondere waardevermindering voordoet. De afschrijvingsmethode en periode van het immaterieel actief met een gedefinieerde levensduur wordt minstens herzien op elk financieel jaareinde. Waar de afschrijvingen en/of bijzondere waardeverminderingen op immateriële vaste activa worden geboekt in de resultatenrekening wordt weergegeven in toelichting 5
Winsten of verliezen die hun oorzaak vinden in de buitengebruikstelling van een immaterieel actief worden berekend op basis van het verschil tussen de netto verkoopwaarde en de boekwaarde van het actief en worden opgenomen in het resultaat wanneer het actief wordt buiten gebruik gesteld.
Uitgaven voor onderzoek worden als uitgave opgenomen wanneer ze worden opgelopen.
Kosten van ontwikkelingsprojecten (voor het ontwerpen en testen van nieuwe of verbeterde producten) worden opgenomen als immateriële vaste activa, indien voldaan is aan de criteria van IAS 38.
Het initieel opgenomen bedrag voor intern ontwikkelde immateriële vaste activa bestaat uit het totaal van de opgelopen kosten vanaf het moment waarop het immaterieel vast actief aan de criteria voldeed.
Na hun initiële opname op de balans worden deze intern ontwikkelde immateriële activa gewaardeerd aan kost min gecumuleerde afschrijvingen en gecumuleerde bijzondere waardeverminderingsverliezen, op dezelfde manier als de overige immateriële vaste activa. De afschrijvingen van de geactiveerde ontwikkelingskosten worden geboekt in de resultatenrekening onder de rubriek 'Onderzoeks- en Ontwikkelingskosten' over een afschrijvingstermijn variërend van 3 tot 5 jaar.
De overige immateriële vaste activa van de Groep omvatten concessies, patenten en licenties, software, backlog van klantenorders, technologieën en klantenbestanden.
Deze worden gewaardeerd aan kostprijs verminderd met gecumuleerde afschrijvingen en gecumuleerde bijzondere waardeverminderingsverliezen. De afschrijvingen gebeuren lineair over de verwachte economische levensduur, als volgt:
• Concessies, patenten en licenties: 1,5 tot 5 jaar afhankelijk van de specifieke licentie of software
De verwachte economische levensduur en de afschrijvingsperiode worden bij iedere rapporteringperiode geëvalueerd, waarbij het effect van eventuele aanpassingen op een prospectieve basis wordt opgenomen.
De Groep evalueert in elke rapporteringsperiode de vaste activa en bepaalt in geval van bijzondere gebeurtenissen of wijzigingen of er enige indicatie bestaat tot het nemen van een bijzondere waardevermindering. Indien die indicaties er zijn, wordt de realisatiewaarde van het actief geschat om de bijzondere waardevermindering vast te leggen. Indien een individueel actief geen kasstromen genereert los van andere activa, dan zal de Groep een inschatting maken van de realisatiewaarde van de eenheid die de kasstromen genereert en waartoe het actief behoort.
Voor de immateriële vaste activa zal onmiddellijk een bijzondere waardevermindering worden geboekt zodra niet meer aan de vereiste criteria is voldaan.
De realisatiewaarde is gelijk aan de hoogste van de marktwaarde verminderd met de verkoopkosten en de gebruikswaarde. De beoordeling van de gebruikswaarde gebeurt op basis van de huidige waarde van de toekomstige kasstromen, gebruik makend van de discontovoet voor belastingen die de huidige marktcondities van de tijdswaarde van geld en de specifieke risico's verbonden aan het onderliggend actief, voor zover de toekomstige kasstromen hier niet voor werden aangepast, weerspiegelt.
Indien de realisatiewaarde van het actief (of de kasstroom genererende eenheid) lager is dan de huidige boekwaarde, zal de boekwaarde verlaagd worden tot de realisatiewaarde. Deze waardeverminderingen worden opgenomen in de resultatenrekening op de lijn 'Bijzondere waardeverminderingen op materiële vaste activa'.
Voorzieningen worden aangelegd in overeenstemming met IAS 37.
Het bedrag dat als voorziening erkend wordt is de beste raming van de vereisten om de huidige verplichting op de balansdatum te vereffenen, rekening houdend met de risico's en de onzekerheden die eigen zijn aan de verplichting. Indien sommige of alle economische voordelen die worden vereist om een voorziening te vergoeden, van een derde kunnen worden teruggevorderd, wordt de vordering aanzien als een activa indien het nagenoeg zeker is dat de terugbetaling zal worden ontvangen en indien het bedrag van terugbetaling betrouwbaar kan worden gemeten.
De Groep verleent garantie op haar producten vanaf de datum van verzending en/of verkoopdatum aan de eindklant. De garantietermijn is in overeenstemming met de geldende wetgeving en varieert doorgaans van 12 tot 60 maanden afhankelijk van de onderliggende activiteiten en de plaats waar de klant zich bevindt. In uitzonderlijke gevallen kan het voorkomen dat 10 jaar garantie wordt gegeven bij de verkoop van verlichtingsarmaturen. Het beleid van de Groep bestaat erin de geraamde kosten van garantieverlening te boeken op het ogenblik dat de verkoop wordt opgetekend.
De Groep maakt gebruik van op aandelen gebaseerde betalingen waarbij aandelenopties (hierna vernoemd als "warranten") worden toegekend aan werknemers, zelfstandigen en bestuurders. De kost van deze op aandelen gebaseerde transacties met werknemers, worden berekend op basis van de reële waarde op de datum van verwerving. De op aandelen gebaseerde betalingen worden als kost in de resultatenrekening opgenomen over de periode van verwerving, met een overeenkomstige toename van het eigen vermogen conform de vereiste van IFRS 2.7. De standaard vermeldt echter niet waar in het eigen vermogen de op aandelen gebaseerde betalingen gepresenteerd dienen te worden. De Groep heeft ervoor gekozen deze op een afzonderlijke reserve 'op aandelen gebaseerde betalingen' in het eigen vermogen te presenteren. Deze reserve wordt binnen het eigen vermogen terug overgeboekt naar overgedragen resultaat wanneer de warranten worden uitgeoefend of vervallen.
Het bedrag dat ten laste van de resultatenrekening dient te worden genomen over de verwervingsperiode wordt bepaald volgens de reële waarde van de warranten, welke wordt berekend op basis van het Black Scholes-model. Daarbij wordt rekening gehouden met de voorwaarden die van toepassing waren bij het toekennen van de warranten. Op elke balansdatum herziet de Groep haar ramingen van het aantal warranten die vermoedelijk uitoefenbaar zullen worden tenzij de verbeuring van warranten plaatsvindt wegens het niet bereiken van de drempelwaarden. Eventuele correcties zullen worden uitgevoerd in de resultatenrekening en in het eigen vermogen over de resterende looptijd van de warranten. De direct toe te schrijven transactiekosten worden in mindering gebracht van het aandelenkapitaal (nominale waarde) en uitgiftepremie op het ogenblik waarop de warranten worden uitgeoefend. Voor verdere details verwijzen we naar 0.
De Groep heeft een aantal pensioenplannen voor haar personeelsleden op basis van toegezegde bijdrageverplichtingen (defined contribution). De activa worden beheerd in afzonderlijke fondsen of groepsverzekeringen. De bijdragen worden ten laste genomen van de resultatenrekening in het jaar waarop ze betrekking hebben.
In België legt de Belgische pensioenwetgeving een minimumrendement op. Deze wetgeving bracht de verplichte kwalificatie als toegezegd pensioenregeling met zich, waardoor er op jaareinde telkens een actuariële waardering wordt uitgevoerd.
De financiële activa en de financiële verplichtingen worden opgenomen in de balans van de Groep zodra de Groep de contractuele bepalingen van het instrument onderschrijft.
Handelsvorderingen en overige vorderingen zijn in de balans opgenomen aan nominale waarde (in het algemeen het gefactureerde bedrag), verminderd met een waardevermindering voor dubieuze debiteuren. Dergelijke waardevermindering wordt opgenomen in de resultatenrekening als het waarschijnlijk is dat de Groep de vordering niet zal kunnen innen.
Voor klanten waarbij de openstaande vorderingen resulteren uit commerciële discussies, worden kortingen geboekt ten opzichte van de bedrijfsopbrengsten. In die gevallen waarbij het kredietrisico resulteert uit de mogelijkheid dat individuele klanten niet langer in staat zouden blijken om aan hun financiële verplichtingen te voldoen, worden de waardeverminderingen geboekt als waardevermindering voor dubieuze debiteuren.
De overige vorderingen worden vermeld op basis van hun nominale waarde (over het algemeen het gefactureerde bedrag) verminderd met een voorziening voor dubieuze debiteuren mocht dit noodzakelijk blijken.
Geldmiddelen en kasequivalenten omvatten contante en direct opvraagbare deposito's, beleggingen op korte termijn (< 3 maanden), kortlopende zeer liquide beleggingen die onmiddellijk kunnen worden omgezet in geldmiddelen waarvan het bedrag gekend is en die geen materieel risico van waardeverandering in zich dragen.
Met betrekking tot het geconsolideerde kasstroomoverzicht bevatten de geldmiddelen en kasequivalenten cash en korte termijndeposito's, zoals hierboven omschreven.
De Groep past de vereenvoudigde benadering toe voor het bepalen van de waardeverminderingen voor verwachte kredietverliezen (ECLs) op handelsvorderingen en overige vorderingen. De ECLs zijn gebaseerd op het verschil tussen de contractuele kasstromen en alle kasstromen welke de Groep verwacht te ontvangen, verdisconteert aan een benadering van de originele effectieve interestvoet. Een waardevermindering wordt geboekt op elke rapporteringsperiode op basis van de ECL.
De Groep gaat op elke rapporteringsperiode na of de opgebouwde provisie in verhouding tot de ouderdom van de vorderingen volstaat, waarbij vorderingen ouder dan 90 dagen worden afgewaardeerd voor 25%, ouder dan 180 dagen voor 50% en meer dan een jaar openstaand volledig worden afgewaardeerd. De afwaardering volgens de ouderdomsbalans wordt verder aangevuld met specifieke informatie zoals het bestaan van afbetalingsplannen, faillissementen of andere gegevens die de afwaardering in detail bijsturen. Een vordering wordt als volledig verloren beschouwd indien een laatste aanmaning via de juridische expert niet tot een succes heeft geleid. Invorderingen worden verdergezet, ook mits een afwaardering op de vordering is opgenomen, tot op het ogenblik waarop een juridisch expert wordt ingezet.
Bij het opbouwen van de provisie wordt rekening gehouden met macro-economische en toekomstige aspecten door het inbouwen van de 25% afwaardering op alle vorderingen die langer dan 90 dagen openstaan en door het feit dat de analyse op de rapporteringsperiode wordt geverifieerd met een vergelijkende analyse op 3 maanden na rapporteringsdatum.
De provisies en waardeverminderingen op financiële activa worden als financiële kosten geboekt als deze activa betrekking hebben op financieringsactiviteiten. Wanneer deze activa betrekking hebben op operationele of investeringsactiviteiten, worden de provisies en waardeverminderingen als operationele kosten geboekt.
Handelsschulden en overige schulden worden opgenomen aan hun nominale waarde voor zover er geen belangrijke financieringscomponent verbonden is aan de schulden.
Leningen worden gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieve rentemethode.
Een vast actief, of een groep activa die wordt afgestoten, wordt geclassificeerd als aangehouden voor verkoop wanneer de boekwaarde hoofdzakelijk gerealiseerd zal worden via een verkooptransactie eerder dan door het te blijven gebruiken. Deze voorwaarde is enkel vervuld als de verkoop heel waarschijnlijk geacht wordt en als het actief (of de groep activa die wordt afgestoten) klaar is voor onmiddellijke verkoop in zijn huidige staat. Een beëindigde bedrijfsactiviteit is een component van een entiteit die ofwel afgestoten is ofwel geclassificeerd als aangehouden voor verkoop, een afzonderlijke belangrijke bedrijfsactiviteit of geografisch bedrijfsgebied vertegenwoordigt en zowel operationeel als voor de financiële verslaggeving onderscheiden kan worden van de rest van de entiteit.
Er kan pas sprake zijn van een zeer waarschijnlijke verkoop als de entiteit zich verbonden heeft tot een plan voor de verkoop van het actief (of de groep activa die wordt afgestoten) en als een operationeel plan opgestart is om een koper te vinden en het plan tot een goed einde te brengen. Bovendien moet de verkoop van het actief (of van de groep activa die wordt afgestoten) actief gepromoot worden tegen een redelijke prijs in verhouding tot zijn huidige reële waarde en dient de verkoopovereenkomst naar verwachting afgesloten te worden binnen het jaar na de classificatiedatum. Activa die geclassificeerd zijn als aangehouden voor verkoop worden gewaardeerd tegen reële waarde na aftrek van verkoopkosten als deze lager is dan de boekwaarde. Een eventueel overschot van de boekwaarde tegenover de reële waarde na aftrek van verkoopkosten wordt afgeboekt als een bijzondere waardevermindering. Zodra activa geclassificeerd worden als aangehouden voor verkoop worden ze niet langer afgeschreven. Vergelijkende balansinformatie voor voorgaande perioden wordt niet herwerkt om de nieuwe classificatie in de balans te weerspiegelen.
Naast de classificatie als groep die wordt afgestoten voor verkoop, wordt een onderdeel van de Groep dat een belangrijke bedrijfsactiviteit vertegenwoordigt en deel uitmaakt van één gecoördineerd plan om de afzonderlijke hoofdactiviteiten af te stoten, aangemerkt als beëindigde bedrijfsactiviteiten. Voor beëindigde bedrijfsactiviteiten wordt de impact op de geconsolideerde resultatenrekening op 1 lijn gepresenteerd in de geconsolideerde resultatenrekening, dit zowel voor het rapporteringsjaar alsook de vergelijkende cijfers, en bestaande uit het totaal van:
De classificatie als beëindigde bedrijfsactiviteiten gebeurt bij verkoop of wanneer voldaan is aan de voorwaarden om te worden beschouwd als aangehouden voor verkoop.
De winst per gewoon aandeel wordt berekend op basis van het gewogen gemiddeld aantal gewone aandelen uitstaand tijdens de periode.
De winst per verwaterd aandeel wordt berekend op basis van het gewogen gemiddeld aantal verwaterde aandelen uitstaand tijdens de periode.
Een segment is een autonoom deel van de Groep dat specifieke producten of diensten levert (operationeel segment), of producten of diensten levert binnen een bepaalde economische omgeving (geografisch segment), dat aan risico's onderhevig is en opbrengsten genereert die van andere segmenten te onderscheiden zijn.
Segmentresultaten omvatten de opbrengsten en kosten die direct toe te schrijven zijn aan het segment en het relevante gedeelte van de opbrengsten en kosten die op een redelijke wijze aan het segment kunnen worden toegewezen.
De operationele segmenten worden geïdentificeerd op basis van interne rapportering omtrent de onderdelen van de Groep en welke op regelmatige basis worden beoordeeld door de "chief operating decision maker" met het doel om de nodige middelen toe te wijzen aan de segmenten en om hun prestaties te beoordelen.
IFRS 8 vereist dat de operationele segmenten worden geïdentificeerd op basis van de interne rapportering betreffende de componenten van de Groep welke op regelmatige basis worden besproken door het management van de Groep met als doel de nodige middelen toe te wijzen aan deze segmenten en om hun werking in te schatten.
De CEO van de Groep is de "Chief Operating Decision Maker". De CEO evalueert de prestaties van een segment op basis van omzet en recurrent bedrijfsresultaat. De rapporteringsinformatie bevat geen activa en verplichtingen per segment en deze informatie is bijgevolg niet beschikbaar per segment. Alle vaste activa bevinden zich in België en/of Nederland.
In lijn met de interne opvolging van haar activiteiten heeft de vennootschap beslist haar activiteiten op te splitsen in volgende segmenten:
Het primaire rapporteringsegment werd bepaald als zijnde het bedrijfssegment, elk segment is een autonome component van de Groep welke specifieke producten of diensten levert:
Transacties tussen operationele segmenten zijn op een at arm's length basis, op eenzelfde manier als transacties met derde partijen.
Hierna volgt een analyse van de opbrengsten en de bedrijfsresultaten van de Groep per gerapporteerd segment:
| In duizend EUR | Solutions | Lighting | Intersegment en niet toegewezen bedrijfs kosten |
Totaal opbrengsten/ bedrijfsverlies excl. beëindigde bedrijfs activiteiten 2024 |
|
|---|---|---|---|---|---|
| 2024 | 2024 | 2024 | |||
| Opbrengsten van externe klanten |
9 567 | 2 983 | - | 12 550 | |
| Intersegment opbrengsten |
311 | - | (311) | - | |
| Resultaat van het operationeel segment |
|||||
| (A) | (2 541) | 263 | - | (2 278) | |
| Niet-toegewezen bedrijfskaskosten (B): |
(1 015) | (1 015) | |||
| Afschrijvingen op materiële vaste activa |
|||||
| (C) Afschrijvingen op immateriële vaste |
(445) | (130) | - | (575) | |
| activa (D) | (771) | (78) | - | (849) | |
| Bijzondere waardeverminderinge n op immateriële vaste activa en |
|||||
| goodwill (E) | (1 959) | - | - | (1 959) | |
| Waardeverminderinge | |||||
| n op voorraden en vorderingen (F) |
5 | (1) | - | 4 | |
| Toename / (afname) in voorzieningen (G) |
(4) | (6) | - | (10) | |
| EBITDA (H) = (A) + (B) - (C) - (D) - (E) - (F) - (G) |
633 | 478 | (1 015) | 96 | |
| Financiële (kosten) / | |||||
| opbrengsten (J) Winst / (Verlies) van |
(762) | (56) | (818) | (818) | |
| beëindigde | |||||
| bedrijfsactiviteiten (K) Belastingen (L) |
(47) | 1 143 (47) |
1 143 (47) |
||
| Nettowinst /(verlies) van de periode (M) = (A) + (B) + (J) + (K) + (L) |
(2 541) | 263 | (737) | (3 015) | |
| In duizend EUR | Totaal opbrengsten/ Bedrijfsverlies Na beëindigde bedrijfs activiteiten |
Services overgedragen naar Beëindigde bedrijfs activiteiten (+) |
Totaal opbrengsten/ Bedrijfsverlies |
|---|---|---|---|
| 2024 | 2024 | 2024 | |
| Afschrijvingen op materiële vaste activa (C) | (575) | (134) | (709) |
| Afschrijvingen op immateriële vaste activa (D) | (849) | (1) | (850) |
| Bijzondere waardeverminderingen op immateriële | |||
| vaste activa en goodwill (E) | (1 959) | - | (1 959) |
| Waardeverminderingen op voorraden en | |||
| vorderingen (F) | 4 | 23 | 27 |
| Toename / (afname) in voorzieningen (G) | (10) | - | (10) |
| In duizend EUR | Solutions | Lighting | Services gross |
Services overgedra gen naar Beëindigde bedrijfs activiteiten (-) |
Intersegme nt en niet toegeweze n bedrijfs kosten |
Totaal opbrengste n/ Bedrijfsverli es Na beëindigde bedrijfs activiteiten |
|---|---|---|---|---|---|---|
| 2023 | 2023 | 2023 | 2023 | 2023 | 2023 | |
| Opbrengsten van externe klanten |
8 140 | 3 054 | 5 909 | (5 694) | - | 11 409 |
| Intersegment opbrengsten | 313 | - | 216 | - | (529) | - |
| Resultaat van het operationeel segment (A) |
(5 299) | 288 | (53) | (885) | - | (5 949) |
| Niet-toegewezen bedrijfskaskosten (B): |
(900) | (900) | ||||
| Afschrijvingen op materiële vaste activa (C) |
(477) | (109) | (325) | 312 | - | (599) |
| Afschrijvingen op immateriële vaste activa (D) |
(268) | (92) | (536) | 68 | - | (828) |
| Bijzondere waardeverminderingen op immateriële vaste activa en goodwill |
(2 393) | - | (152) | - | - | (2 545) |
| Waardeverminderingen op voorraden en vorderingen (E) |
(632) | (16) | (30) | 30 | - | (648) |
| Toename / (afname) in voorzieningen (F) |
- | (26) | - | (12) | - | (38) |
| EBITDA (G) = (A) + (B) - (C) - (D) - (E) - (F) |
(1 529) | 531 | 990 | (1 283) | (900) | (2 191) |
| Niet-toegewezen niet kaskosten (H): |
(246) | (246) | ||||
| Kost van op aandelen gebaseerde betalingen |
(8) | - | - | - | (8) | (8) |
| Resultaat uit de verkoop van dochtervennootschappen |
- | - | - | - | (238) | (238) |
| Financiële (kosten) / opbrengsten (I) |
(378) | - | - | 30 | (693) | (693) |
| Winst / (Verlies) van beëindigde bedrijfsactiviteiten |
- | - | - | - | - | 812 |
| Belastingen (J) | - | - | - | 44 | (35) | (35) |
| Nettowinst /(verlies) van de periode (K) = (A) + (B) + (H) + (I) + (J) |
(5 299) | 288 | (53) | (811) | (7 011) |
Het nettoresultaat voor de segmenten kan gereconcilieerd worden zoals weergegeven in bovenstaande tabel met de geconsolideerde resultatenrekening.
De desinvestering van 2Invision zorgt voor een daling van de omzet in de Service divisie. We verwijzen naar toelichting 14
| In duizend EUR | Totaal opbrengsten/ Bedrijfsverlies Na beëindigde bedrijfs activiteiten |
Services overgedragen naar Beëindigde bedrijfs activiteiten (+) |
Totaal opbrengsten/ Bedrijfsverlies |
|---|---|---|---|
| 2023 | 2023 | 2023 | |
| Afschrijvingen op materiële vaste activa (C) | (599) | (312) | (911) |
| Afschrijvingen op immateriële vaste activa (D) | (828) | (68) | (896) |
| Bijzondere waardeverminderingen op immateriële vaste activa en goodwill |
(2 545) | - | (2 545) |
| Waardeverminderingen op voorraden en vorderingen (E) |
(648) | (30) | (678) |
| Toename / (afname) in voorzieningen (F) | (38) | 12 | (26) |
| Niet-toegewezen niet-kaskosten (H): | (246) | (246) | |
| Kost van op aandelen gebaseerde betalingen | (8) | (8) | |
| Resultaat uit de verkoop van dochtervennootschappen |
(238) | (238) |
De omzet van het lighting segment bedroeg k€ 2 983 (2023: k€ 3 054) en daalde zo licht met -2,3 %. De gerealiseerde EBITDA kwam uit op k€ 478 (2023: k€ 531).
Evenwel stegen de ontvangen orders naar k€3 603 in 2024 in vergelijking met k€ 2 817 het jaar daarvoor (+28%) waardoor de backlog eind 2024 uitkwam op k€ 1 216 (2023: k€ 597). Vermits deze backlog in 2025 kan worden uitgeleverd, wordt rekening gehouden met een omzetstijging voor het lighting segment in 2025 vergelijkbaar met de ordergroei van 2024.
De omzet van het solutions segment bedroeg k€ 9 567 (2023: k€ 8 140), een stijging van 18%. De gerealiseerde EBITDA kwam uit op k€ 633 (2023: k€(1 529). Vooral de turnaround van SAIT BV heeft in de resultaatsverbetering bijgedragen, en ook twee eenmalige overige opbrengsten bij Crescent NV voor in totaal k€312.
De belangrijkste omzetstijgingen kwamen uit de activiteiten van Crescent NV (Option) en SAIT BV. De omzet van de basis Cloudgate en sensoren verkopen nam toe met 28% naar k€ 2 707, deze van SAIT steeg met 1.2mio€ tot 3mio€. De Remoticom omzet bleef stabiel op 2.6mio €. Er was verder nog een daling in de engineering services van k€561 naar k€381, maar een sterke stijging door hogere omzet uit het Smartville contract (+k€558).
De erkenning van de omzet onder IFRS 15 voor de belangrijkste producten en diensten binnen de segmenten kan als volgt gespecifieerd worden:
| In duizend EUR | 2024 | 2023 | |||
|---|---|---|---|---|---|
| Segmenten - Producten / Omzeterkenning | Over tijd | Op een moment in de tijd |
Over tijd | Op een moment in de tijd |
|
| Solutions | |||||
| Gateways | - | 2 265 | - | 2 122 | |
| Engineering | 425 | - | 614 | - | |
| Installaties en integratie | 3 168 | - | 1 773 | - | |
| Zonnepaneelinstallaties, laadpalen en verkoop van producten |
- | 611 | - | 1 124 | |
| Sensoren | - | 3 098 | - | 2 508 | |
| Services | - | - | 214 | - | |
| Lighting | - | 2 983 | - | 3 054 | |
| Totalen | 3 593 | 8 957 | 2 601 | 8 808 |
De omzet van Option wordt opgenomen in de lijn 'Gateways', maar gedeeltelijk ook in 'Engineering' en 'Sensoren'.
De omzet van Remoticom is hoofdzakelijk opgenomen in de lijn 'Sensoren'.
De contract activa in voorraad bedragen voor 2024 k€ 67 (2023: k€ 47) met betrekking tot installatieoplossingen van Sait BV;
De contract passiva in voorzieningen bedragen voor 2024 k€ 85 (2023: k€ 218) met betrekking tot installatieoplossingen van Sait BV;
Een deel van de contract passiva gerelateerd aan de over te dragen opbrengsten per 31 december 2023, werden vervolgens erkend in de omzet van 2024.
De relatie tussen het moment van voldoening van de prestatieverplichtingen en het moment van facturering die resulteren in contract activa en verplichtingen is als volgt:
De groep maakt gebruik van de praktische uitzondering betreffende de toelichting om de geaggregeerde transactieprijs te alloceren aan de nog niet voldane prestatieverplichtingen en de toelichting over wanneer de vennootschap verwacht deze bedragen te erkennen in omzet aangezien voor alle contracten steeds is voldaan aan de conditie dat het een looptijd van één jaar of minder heeft.
In 2024 wordt k€ 1 552 (2023: k€ 1 876) van de opbrengsten gerealiseerd in België, k€ 5 347 (2023: k€ 7 669) in Nederland, k€ 4 057 (2023: k€ 603) in andere EU landen en k€ 1 594 (2023: k€ 1 261) buiten de euro-zone (waarvan l€ 1 008 in de Verenigde Staten).
De Groep heeft geen individuele klanten voor dewelke de Groep een omzet realiseert van meer dan 10% van de geconsolideerde omzet. Daarnaast is er geen belangrijke concentratie van omzet bij een beperkt aantal klanten.
De vaste activa bevinden zich voor k€ 6 469 (2023: k€ 8 656) in Nederland en voor k€ 2 952 (2023: k€ 3 141) in België.
Per 31 december 2024 bedragen de overige opbrengsten k€ 388 (2023: k€ 99). In dit bedrag zitten twee eenmalige opbrengsten binnen Crescent NV, waarvoor de kosten reeds in de vorige jaren ten laste werden genomen, met name de toegekende subsidie van k€ 162 voor een project gerelateerd aan Cloudgate (zie toelichting 13 voor meer informatie), en een compensatie ter waarde van k€ 150 voor de eerder geleden verhuiskosten van de Leuvense hoofdzetel. (zie toelichting 20 voor meer informatie)
| Bedrijfskosten | ||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| In duizend EUR | Kostprijs verkochte goederen |
Onderzoeks en ontwikkelings kosten |
Kosten van verkoop, marketing en royalty's |
Algemene en administratieve kosten |
Totaal | |||||
| 2024 | 2023 | 2024 | 2023 | 2024 | 2023 | 2024 | 2023 | 2024 | 2023 | |
| Afschrijvingen op materiële vaste activa en recht-op-gebruik activa |
49 | 43 | 64 | 70 | 79 | 69 | 383 | 417 | 575 | 599 |
| Afschrijvingen op immateriële vaste activa |
142 | 153 | 157 | 168 | - | - | 550 | 507 | 849 | 828 |
| Waardeverminderingen op voorraden en vorderingen |
(63) | 240 | - | - | (30) | 153 | 89 | 255 | (4) | 648 |
| Personeelskosten | 983 | 1 420 | 1 004 | 958 | 498 | 597 | 914 | 1 111 | 3 399 | 4 086 |
| Kosten van op aandelen gebaseerde betalingen |
- | - | - | - | - | - | - | 8 | - | 8 |
| Externe advieskosten | 303 | 432 | 103 | 184 | 175 | 59 | 1 032 | 1 113 | 1 613 | 1 788 |
| Marketing & public relations |
- | 3 | - | - | 106 | 118 | 18 | 12 | 124 | 133 |
| Huurkosten | 9 | 5 | 11 | 5 | 13 | 7 | 85 | 116 | 118 | 133 |
| Brandstof, onderhoud & verzekeringen |
44 | 112 | 24 | 31 | 11 | 10 | 127 | 136 | 206 | 289 |
| Management | - | - | - | - | - | - | 122 | 145 | 122 | 145 |
| Aankopen goederen en diensten |
6 021 | 5 645 | 16 | 30 | 515 | 56 | - | - | 6 552 | 5 731 |
| Andere | (31) | (25) | 53 | 161 | 30 | 120 | 666 | 1 176 | 718 | 1 432 |
| Totaal | 7 457 | 8 028 | 1 432 | 1 607 | 1 397 | 1 189 | 3 986 | 4 996 | 14 272 | 15 820 |
Reconciliatie met het geconsolideerd kasstroomoverzicht:
| In duizend EUR | Totaal | Discontinued Operations |
Totaal incl Discontinued Operations |
||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| 2024 | 2023 | 2024 | 2023 | 2023 | |||
| Afschrijvingen op materiële vaste activa en recht-op gebruik activa |
575 | 599 | 138 | 312 | 713 | 911 | |
| Afschrijvingen op immateriële vaste activa |
849 | 828 | 1 | 68 | 850 | 896 | |
| Waardeverminderingen op voorraden en vorderingen |
(4) | 648 | (24) | 30 | (28) | 678 | |
| Personeelskosten | 3 399 | 4 086 | 666 | 1 422 | 4 065 | 5 508 | |
| Kosten van op aandelen gebaseerde betalingen |
- | 8 | - | - | - | 8 | |
| Externe advieskosten | 1 613 | 1 788 | 111 | 324 | 1 724 | 2 112 | |
| Marketing & public relations | 124 | 133 | 1 | - | 125 | 133 | |
| Huurkosten | 118 | 133 | 36 | 69 | 154 | 202 | |
| Brandstof, onderhoud & verzekeringen |
206 | 289 | 33 | 57 | 239 | 346 | |
| Management | 122 | 145 | 54 | 109 | 176 | 254 | |
| Aankopen goederen en diensten |
6 552 | 5 731 | 1 004 | 2 038 | 7 556 | 7 769 | |
| Andere | 718 | 1 432 | (4 823) | 448 | (4 105) | 1 880 | |
| Totaal | 14 272 | 15 820 | (2 803) | 4 877 | 11 469 | 20 697 |
| In duizend EUR | 2024 | 2023 | ||
|---|---|---|---|---|
| Lonen en wedden | 2 482 | 2 957 | ||
| Sociale-zekerheidsbijdragen | 594 | 829 | ||
| Overige personeelskosten | 112 | 91 | ||
| Bijdrage in pensioenfondsen | 211 | 217 | ||
| 3 399 | 4 094 | |||
| a) | Totaal aantal ingeschreven personeelsleden per einde boekjaar | 46 | 57 | |
| b) | Gemiddeld personeelsbestand in voltijdse equivalenten | 46 | 56 | |
| Bedienden | 45 | 55 | ||
| Management | 1 | 1 |
De bijdragen in pensioenfondsen betreffen stortingen in toegezegde-bijdragenregelingen (defined contribution plans). We verwijzen hiervoor ook naar toelichting 19.
| In duizend EUR | 2024 | 2023 |
|---|---|---|
| Interestopbrengsten | ( 5) | ( 1) |
| Netto wisselkoers winsten | 96 | 143 |
| Overige | ( 1) | - |
| Financiële opbrengsten | 90 | 143 |
| Interestkosten | ( 701) | ( 654) |
| Netto wisselkoers verliezen | ( 90) | ( 104) |
| Overige, in hoofdzaak bankkosten en betalingsverschillen | ( 117) | ( 78) |
| Financiële kosten | ( 908) | ( 836) |
| Financieel netto resultaat | ( 818) | ( 693) |
Het netto financieel resultaat voor 2024 bedraagt k€ ( 818) (2023: k€ ( 693)). De evolutie in de financiële resultaten werden hoofdzakelijk beïnvloed door de financiële kosten gerelateerd aan interestkosten.
| In duizend EUR | 2024 | 2023 |
|---|---|---|
| Belastinginkomsten / (uitgaven) omvatten: | ||
| Verschuldigde/Terug te vorderen belastingen op het resultaat | ( 2) | ( 19) |
| Uitgestelde belastinginkomsten / (uitgaven) | ( 45) | ( 16) |
| Totale belastinginkomsten / (uitgaven) | ( 47) | ( 35) |
| Verlies voor belastingen | ( 4 111) | ( 7 789) |
| Belastinginkomst / (uitgave) | 1 028 | 1 947 |
| Verschillende belastingtarieven van dochterondernemingen onder verschillende belastingregimes |
48 | ( 129) |
| Niet aftrekbare uitgaven | ( 10) | ( 30) |
| Bijzondere waardeverminderingen op goodwill | ( 125) | ( 533) |
| Andere permanente verschillen tussen IFRS en statutaire cijfers | 247 | 323 |
| Permanente verschillen tussen statutaire en fiscale cijfers | ( 18) | ( 18) |
| Wijziging in belastingpercentage | - | - |
| Fiscale verliezen van het huidige boekjaar welke niet werden erkend | ( 978) | ( 1 410) |
| Gebruik van fiscale verliezen welke niet werden erkend in vorige jaren | 151 | 26 |
| Fiscale verliezen van voorbije boekjaren welke niet meer worden erkend | 114 | 2 |
| (Niet erkenning) / vrijval niet erkenning van uitgestelde belastingvorderingen op tijdelijke verschillen |
( 22) | ( 10) |
| Erkenning van uitgestelde belastingvorderingen op vroeger niet-erkende fiscale verliezen |
( 50) | ( 128) |
| Tax effect op blijvende transacties na de beëindigde activiteiten | ( 1 688) | ( 48) |
| Andere | 72 | ( 2) |
| Belastinginkomsten / (uitgaven) opgenomen in de resultatenrekening | ( 1 231) | ( 10) |
De belastingvoet die werd gebruikt in bovenstaande reconciliatie voor 2024 is de vennootschapsbelastingvoet van 25% (2023: 25%) die van toepassing is op ondernemingen onderhevig aan het Belgische belastingregime. De belastingvoet voor de entiteiten buiten België is 19% (Nederland, voor resultaten tot K€ 200 – daarboven 25,8%).
| Activa/(Verplichtingen) | Opbrengsten/ (Kosten) |
||
|---|---|---|---|
| In duizend EUR | 2024 | 2023 | 2024 |
| Handels- en overige vorderingen | 52 | 92 | ( 40) |
| Handels- en overige schulden | - | - | - |
| Leningen en lease schulden | 234 | 202 | 32 |
| Voorzieningen | 18 | 18 | - |
| Fiscale verliezen, notionele interest aftrek en andere | 574 | 664 | ( 90) |
| Voorziene kosten en uitgestelde opbrengsten | 40 | 90 | ( 50) |
| Netting totaal uitgestelde belastingvoordelen en - verplichtingen |
( 786) | ( 927) | |
| Totaal uitgestelde belastingvorderingen | 132 | 139 | ( 148) |
| Handels- en overige vorderingen | - | - | - |
| Materiële vaste activa | ( 223) | ( 194) | ( 29) |
| Immaterieel vaste activa | ( 424) | ( 490) | 66 |
| Handels- en overige schulden | ( 20) | ( 8) | ( 12) |
| Voorzieningen | ( 22) | ( 86) | 64 |
| Voorziening waardevermindering belastingvorderingen | ( 135) | ( 149) | 14 |
| Netting totaal uitgestelde belastingvoordelen en - verplichtingen |
786 | 927 | - |
| Totaal uitgestelde belastingverplichtingen | ( 38) | - | 103 |
| Totaal uitgestelde belastingbaten (verliezen) | ( 45) | ||
| Totaal uitgestelde belastingbaten (verliezen) | ( 45) |
De Groep heeft fiscaal overdraagbare verliezen voor een totaal bedrag van € 164 miljoen per 31 december 2024 (2023: € 163 miljoen), ongebruikte fiscaal overdraagbare DBI van k€ 27 199 (2023: k€ 27 199) en ongebruikte fiscaal overdraagbare investeringsaftrek van k€ 8 745 (2023: k€ 8 745). Van de fiscale verliezen werd een bedrag van € 3 miljoen (2023: € 3 miljoen) gebruikt als basis om uitgestelde belastingvorderingen te erkennen. Deze fiscaal overdraagbare verliezen en andere aftrekken situeren zich overwegend in België en Nederland, en zijn onbeperkt overdraagbaar. Evenwel is de aftrekbaarheid van de fiscale verliezen beperkt tot 40% (België) of 50% (Nederland) van de belastbare winst boven 1 miljoen €.
De uitgestelde belastingvorderingen hebben betrekking op vennootschappen waar uitgestelde belastingverplichtingen zullen vrijvallen en op die manier de erkenning van uitgestelde belastingvorderingen op fiscale verliezen verantwoord is in dezelfde periode.
De Groep heeft een uitgestelde belastingvordering geboekt op een beperkt deel van deze fiscaal overdraagbare verliezen en andere aftrekken per 31 december 2024, voor een bedrag van k€ 574 (2023: k€ 664) aangezien er significante onzekerheid bestaat over de mogelijkheid om een groot deel deze fiscaal overdraagbare verliezen en andere aftrekken te kunnen gebruiken binnen een redelijke termijn. Er werden uitgestelde belastingen voor fiscale verliezen in rekening gebracht bij de Remoticom Groep (k€ 388) (verrekend met belastingschulden), bij Innolumnis (k€ 137) en Crescent NV (k€ 48).
| In duizend EUR | Goodwill |
|---|---|
| Aanschaffingswaarde | |
| Saldo op 1 januari 2024 | 35 623 |
| Liquidatie van dochtervennootschappen | ( 661) |
| Saldo op 31 december 2024 | 34 962 |
| Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen | |
| Saldo op 1 januari 2024 | ( 29 221) |
| Bijzondere waardeverminderingen | ( 1 959) |
| Liquidatie van dochtervennootschappen | 661 |
| Saldo op 31 december 2024 | ( 30 519) |
| Netto boekwaarde | |
| Op 1 januari 2024 | 6 402 |
| Op 31 december 2024 | 4 443 |
| In duizend EUR | Goodwill |
| Aanschaffingswaarde | |
| Saldo op 1 januari 2023 | 43 441 |
| Overige bewegingen | ( 5 674) |
| Verkoop van dochtervennootschappen | ( 2 144) |
| Saldo op 31 december 2023 | 35 623 |
| Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen | |
| Saldo op 1 januari 2023 | ( 29 703) |
| Bijzondere waardeverminderingen | ( 2 132) |
| Overige bewegingen | 1 051 |
| Verkoop van dochtervenootschappen | 1 563 |
| Saldo op 31 december 2023 | ( 29 221) |
| Netto boekwaarde | |
| Op 1 januari 2023 | 13 738 |
| Op 31 december 2023 | 6 402 |
De netto boekwaarde van goodwill op 31 december 2023 kan aan de volgende kasstroomgenererende eenheden worden toegewezen:
| Kasstroom generere nde eenheid |
Onderdeel van segment |
31 december 2022 |
Activa aangehouden voor verkoop |
(Bijzondere waardever mindering) |
Deconsolidatie | 31 december 2023 |
|---|---|---|---|---|---|---|
| Lighting | Lighting | 1 095 | - | - | - | 1 095 |
| IT diensten 2 Invision |
Services | 4 624 | ( 4 624) | - | - | - |
| Bliksemafl eiders |
Solutions | 581 | - | - | ( 581) | - |
| Installatie oplossing en |
Solutions | 396 | - | - | - | 396 |
| Cloudgat es |
Solutions | 3 569 | - | ( 2 131) | - | 1 438 |
| Remotico m |
Solutions | 3 473 | - | - | - | 3 473 |
| Totaal | 13 738 | ( 4 624) | ( 2 131) | ( 581) | 6 402 | |
De netto boekwaarde van goodwill op 31 december 2024 kan aan de volgende kasstroomgenererende eenheden worden toegewezen:
| Kasstroom generere nde eenheid |
Onderdeel van segment |
31 december 2023 |
Activa aangehouden voor verkoop |
(Bijzondere waardever mindering) |
Deconsolidatie | 31 december 2024 |
|---|---|---|---|---|---|---|
| Lighting | Lighting | 1 095 | - | - | - | 1 095 |
| Installatie oplossing en |
Solutions | 396 | - | - | - | 396 |
| Cloudgat es |
Solutions | 1 438 | - | - | - | 1 438 |
| Remotico | ||||||
| m | Solutions | 3 473 | - | ( 1 959) | - | 1 514 |
| Totaal | 6 402 | - | ( 1 959) | - | 4 443 |
De legale entiteiten 2Invision Managed Services België, 2Invision Managed Services BV en 2Invision Professional Services BV vormden samen een enkele kasstroom genererende eenheid (IT-diensten 2Invision) aangezien contracten van de belangrijkste klanten gezamenlijk door de vennootschappen werden uitgevoerd. Deze entiteiten werden per 31 december 2023 reeds geherklasseerd naar 'Activa aangehouden voor verkoop' (Zie toelichting 14). De entiteiten 2Invision Managed Services België en 2Invision Managed Services BV werden in juni 2024 verkocht en de entiteit 2Invision Professional Services BV werd geliquideerd. De divisie 'Services' bestaat bijgevolg niet meer.
De legale entiteiten Innolumis Public Lighting BV en Crescent Smart Lighting BV vormen samen een enkele kasstroomgenererende eenheid (Lighting), aangezien de verkopen van de 4 channel driver vanaf 2021 nog enkel inkomsten genereren via de verkoop van de lichtarmaturen. De entiteit Crescent Smart Lighting BV werd eind 2023 geliquideerd, de liquidatie zonder materiële impact werd in de financiële staten van 2024 verwerkt.
De Groep heeft per 31 december 2024 een analyse uitgevoerd voor bijzondere waardeverminderingsverliezen op goodwill waarvan de belangrijkste assumpties en bevindingen hieronder worden weergegeven per kasstroom genererende eenheid. Deze analyses zijn telkens uitgevoerd op basis van een verdisconteerd kasstroommodel welke de kasstromen bevat voor de komende 5 jaar en een residuele waarde vanaf het zesde jaar. De inschattingen in de verschillende oefeningen voor bijzondere waardeverminderingen zijn gebaseerd op ervaringen uit het verleden, bestaande overeenkomsten en vooruitzichten van bestaande klanten en partners, aangevuld waar relevant met marktevoluties.
Niettegenstaande de Raad van Bestuur van mening is dat de per 31 december 2024 opgenomen bedragen afdoende onderbouwd zijn door de onderliggende budgetten en businessplannen blijft de realisatie hiervan onderhevig aan een aantal veronderstellingen waarbij sprake is van de onzekerheden zoals vermeld in toelichting 30. Met deze onzekerheden werd rekening gehouden in de analyse voor bijzondere waardeverminderingen door in de WACC berekening een bedrijfsspecifieke risicofactor toe te voegen alsook door middel van het toetsen van sensitiviteiten.
De Groep heeft een oefening voor bijzondere waardeverminderingen uitgevoerd op de goodwill van de kasstroom genererende eenheid Lighting die de legale entiteit Innolumis Public Lighting BV bevat. De oefening is gebaseerd op een verdisconteerd kasstroommodel welke de kasstromen bevat voor de komende 5 jaar en een residuele waarde vanaf het zesde jaar.
De belangrijkste assumpties zijn de verdisconteringsvoet voor belastingen (pre-tax WACC) van 16,72% (2023: 16,60%) en een perpetuele groeivoet van 2% (2023: 2%). De overige assumpties zijn de jaarlijks verwachte groei van de omzet met een gemiddelde van 9.9% (2023: 8,8%), uitgaand van de stijging in ontvangen verkooporders eind 2024, en de toegenomen brutomarge van gemiddeld 39.8% (2023: 41,3%) van de omzet en de overige operationele kosten van gemiddeld 24,3% (2023: 29,0%) van de omzet.
De realiseerbare waarde werd geschat op k€ 3 519 (2023: k€ 2 960) welke ongeveer k€ 1 962 (2023: k€ 2 044) hoger is dan de boekwaarde van de kasstroom genererende eenheid.
Op basis van bovenstaande informatie heeft het management geoordeeld dat er geen bijkomende waardevermindering diende geboekt te worden.
In juni 2024 werden entiteiten 2invision Managed Services België en 2invision Managed Services BV verkocht en de entiteit 2invision Professional Services BV werd geliquideerd. De divisie 'Services' bestaat bijgevolg niet meer.
Per 31 oktober 2023 werd Aardingen Maro NV verkocht aan Van Zele Holding NV voor k€ 278, nadat de Groep eerst de 10% van de aandelen, nog in handen van de minderheidsaandeelhouder, had verworven voor een bedrag van k€ 38, waarvan k€ 10 door earn-out die mogelijk de volgende twee jaar zal uitbetaald worden.
Terzelfdertijd werd het resterend nog te betalen bedrag van k€ 84 van de lange termijn lening die indertijd voor de overname van Aardingen Maro met KBC Bank was afgesloten overgedragen naar Aardingen Maro NV.
Hierdoor werd de schuldpositie van de groep tegenover Van Zele Holding NV in totaal voor k€ 334 afgebouwd.
De verkoop van Aardingen Maro NV leidde tot een geconsolideerd verlies van k€ 238.
De Groep heeft een oefening voor bijzondere waardeverminderingen uitgevoerd op de goodwill van de kasstroom genererende eenheid installatieoplossingen die de legale entiteit Sait BV omvat. Deze maakt deel uit van het operationeel segment "Solutions". De oefening is gebaseerd op een verdisconteerd kasstroommodel welke de kasstromen bevat voor de komende 5 jaar en een residuele waarde vanaf het zesde jaar.
De belangrijkste assumpties zijn de verdisconteringsvoet voor belastingen (pre-tax WACC) van 17,05% (2023: 17,00%) en een perpetuele groeivoet van 2% (2023: 2%). De overige assumpties zijn de jaarlijks verwachte groei van de omzet met een gemiddelde van 6.3% (2023: 4,9%), de brutomarge van gemiddeld 31.3% (2023: 30,6%) van de omzet en het niveau van de overige operationele kosten van gemiddeld 17,7% (2023: 20,1%) van de omzet.
De realiseerbare waarde werd geschat op k€ 3 017 (2023: k€ 2 201) welke ongeveer k€ 2 569 hoger (2023: k€ 2 122 hoger) was dan de boekwaarde van de kasstroom genererende eenheid.
Op basis van bovenstaande informatie heeft het management geoordeeld dat er geen bijkomende waardevermindering diende geboekt te worden.
De Groep heeft een oefening voor bijzondere waardeverminderingen uitgevoerd op de goodwill van de kasstroom genererende eenheid Cloudgates die een gedeelte van de legale entiteit Crescent NV omvat. Deze maakt deel uit van het operationeel segment "Solutions". De oefening voor bijzondere waardeverminderingen op deze goodwill werd voor het huidige jaar gebaseerd op een verdisconteerd kasstroommodel welke de kasstromen bevat voor de komende 5 jaar en een residuele waarde vanaf het zesde jaar.
De belangrijkste assumpties zijn de verdisconteringsvoet voor belastingen (pre-tax WACC) van 19,52% (2023: 18,25%) en een perpetuele groeivoet van 2% (2023: 2%). De overige assumpties zijn de jaarlijks verwachte groei van de omzet met een gewogen gemiddelde van 9.6% (2023: 15,5%), de brutomarge van gewogen gemiddeld 48.7% (2023: 40,7%) van de omzet en het niveau van de overige operationele kosten van gewogen gemiddeld 35.2% (2023: 35,3%) van de omzet.
De realiseerbare waarde werd geschat op k€ 1 085 (2023: k€ 1 345) welke ongeveer k€4 lager (2023: k€ 2 132 lager) was dan de boekwaarde van de kasstroom genererende eenheid.
Na zorgvuldige overweging is besloten om de impairment van k€ 4 op de CGU niet te boeken, gezien het relatief kleine bedrag in verhouding tot de totale waarde van de eenheid.
Een stijging van de verdisconteringsvoet met +1%, met stabiele perpetuele groeivoet, zou leiden tot een bijkomende impairment van k€ 136. Een daling in gebudgetteerde omzet en cost of sales van 5%, met stabiele overige operationele kosten, zou leiden tot een bijkomende impairment van k€ 864. Een daling in gebudgetteerde omzet en cost of sales van 10%, met stabiele overige operationele kosten, zou leiden tot een bijkomende impairment van k€ 1.728.
De Groep heeft een oefening voor bijzondere waardeverminderingen uitgevoerd op de goodwill van de kasstroom genererende eenheid Remoticom die de legale entiteiten Remoticom Holding BV, Remoticom Projects BV, Remoticom BV, Remoticom Services BV en United Solutions Ltd omvat. Deze maakt deel uit van het operationeel segment "Solutions". De oefening voor bijzondere waardeverminderingen op deze goodwill werd voor het huidige jaar gebaseerd op een verdisconteerd kasstroommodel welke de kasstromen bevat voor de komende 5 jaar en een residuele waarde vanaf het zesde jaar.
De belangrijkste assumpties zijn de verdisconteringsvoet voor belastingen (pre-tax WACC) van 19,69% (2023: 17,52%) en een perpetuele groeivoet van 2% (2023: 2%). De overige assumpties zijn de jaarlijks verwachte groei van de omzet met een gemiddelde van 12.9% (2023: 13,3%), de brutomarge van gemiddeld 38,5% (2023: 38,6%) van de omzet en het niveau van de overige operationele kosten van gemiddeld 23,0% (2023: 23,1%) van de omzet.
De realiseerbare waarde werd geschat op k€ 4 540 (2023: k€ 9 060) welke ongeveer k€ 1 959 lager (2023: k€ 3 575 hoger) was dan de boekwaarde van de kasstroom genererende eenheid.
Op basis van bovenstaande impairment analyse werd een impairment verlies van k€ 1 959 erkend op de goodwill van Remoticom. Omzet en resultaten bleven onder de verwachtingen in 2024 en ondanks dat een verbetering wordt voorzien, komt het niewe businessplan conservatiever uit dan hetgene waarop de initiële overname was gebaseerd.
Een stijging van de verdisconteringsvoet met +1%, met stabiele perpetuele groeivoet, zou leiden tot een bijkomende impairment van k€ 278. Een daling in gebudgetteerde omzet en cost of sales van 5%, met stabiele overige operationele kosten, zou leiden tot een bijkomende impairment van k€ 817. Een daling in gebudgetteerde omzet en cost of sales van 10%, met stabiele overige operationele kosten, zou leiden tot een bijkomende impairment van k€ 1.633.
| Geactiveerde ontwikkelings |
Overige immateriële |
||||
|---|---|---|---|---|---|
| In duizend EUR | -kosten | Software | Technologie | vaste activa | Totaal |
| Aanschaffingswaarde | |||||
| Saldo op 1 januari 2024 | 1 295 | 2 398 | 5 067 | 2 358 | 11 118 |
| Verwervingen | 398 | - | - | - | 398 |
| Deconsolidatie | - | ( 185) | ( 60) | - | ( 245) |
| Saldo op 31 december 2024 | 1 693 | 2 213 | 5 007 | 2 358 | 11 271 |
| Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen |
|||||
| Saldo op 1 januari 2024 | ( 328) | (2 362) | (3 203) | (1 211) | (7 104) |
| Afschrijvingen | ( 422) | ( 33) | ( 235) | ( 160) | ( 850) |
| Bijzondere waardeverminderingen | - | - | ( 12) | ( 365) | ( 377) |
| Deconsolidatie | - | 186 | 60 | 365 | 611 |
| Saldo op 31 december 2024 | ( 750) | (2 209) | (3 390) | (1 371) | (7 720) |
| Netto boekwaarde | |||||
| Op 1 januari 2024 | 967 | 36 | 1 864 | 1 147 | 4 014 |
| Op 31 december 2024 | 943 | 4 | 1 617 | 987 | 3 551 |
| Geactiveerde ontwikkelings |
Overige immateriële |
||||
|---|---|---|---|---|---|
| In duizend EUR | -kosten | Software | Technologie | vaste activa | Totaal |
| Aanschaffingswaarde | |||||
| Saldo op 1 januari 2023 | 825 | 2 434 | 5 067 | 3 051 | 11 377 |
| Verwervingen | 470 | 2 | - | 100 | 572 |
| Bedrijfscombinaties | - | - | - | - | - |
| Deconsolidatie | - | ( 7) | - | - | ( 7) |
| Transfer | - | ( 31) | - | ( 793) | ( 824) |
| Saldo op 31 december 2023 | 1 295 | 2 398 | 5 067 | 2 358 | 11 118 |
| Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen Saldo op 1 januari 2023 |
( 134) | (1 854) | (2 956) | (1 313) | (6 257) |
| Afschrijvingen | ( 194) | ( 214) | ( 247) | ( 241) | ( 896) |
| Bijzondere waardeverminderingen | - | ( 328) | - | ( 85) | ( 413) |
| Deconsolidatie | - | 6 | - | - | 6 |
| Transfer | - | 28 | - | 428 | 456 |
| Saldo op 31 december 2023 | ( 328) | (2 362) | (3 203) | (1 211) | (7 104) |
| Netto boekwaarde | |||||
| Op 1 januari 2023 | 691 | 580 | 2 111 | 1 738 | 5 120 |
| Op 31 december 2023 | 967 | 36 | 1 864 | 1 147 | 4 014 |
De overige immateriële vaste activa bestaan voor k€ 987 netto boekwaarde uit klantenrelaties, met name voor Crescent NV en Remoticom.
De verwervingen bedragen k€ 398 (2023: k€ 572) en betreffen hoofdzakelijk intern geactiveerde ontwikkelingskosten voor k€ 398 (voornamelijk met betrekking tot slimme verlichtingssensoren, parkeersensoren en een nieuwe cloudgate (Probe). De deconsolidaties hebben betrekking tot 2invision.
Door de impairment analyse op de kasstroom genererende eenheid Integrations werd de netto boekwaarde van de software en van de overige immateriële vaste activa per 31 december 2023 met resp. k€ 328 en k€ 85 in waarde verminderd, zoals vermeld in toelichting 9.
De veranderingen in de boekwaarde van de materiële vaste activa kan als volgt gepresenteerd worden:
| Terreinen | Machines en |
Meubilair en |
Recht-op | |||
|---|---|---|---|---|---|---|
| In duizend EUR | en gebouwen |
computer uitrusting |
rollend materieel |
gebruik activa |
Inrichtingen | Totaal |
| Aanschaffingswaarde | ||||||
| Saldo op 1 januari 2024 | - | 1 190 | 25 | 2 037 | 109 | 3 361 |
| Verwervingen | - | 42 | 2 | 358 | - | 402 |
| Buitengebruikstellingen | - | - | - | ( 514) | - | ( 514) |
| Lease modificaties | - | - | - | 102 | - | 102 |
| Verkoop dochtervennootschappen |
- | ( 2) | ( 8) | 403 | ( 2) | 391 |
| Saldo op 31 december 2024 | - | 1 230 | 19 | 2 386 | 107 | 3 742 |
| Afschrijvingen | ||||||
| Saldo op 1 januari 2024 | - | ( 1 091) | ( 17) | ( 1 066) | ( 44) | ( 2 218) |
| Afschrijvingen | ( 15) | ( 107) | ( 13) | ( 563) | ( 15) | ( 713) |
| Verwervingen | - | - | - | ( 12) | - | ( 12) |
| Buitengebruikstellingen | - | 1 | - | 514 | - | 515 |
| Lease modificaties | - | - | - | 49 | - | 49 |
| Verkoop dochtervennootschappen |
15 | 22 | 14 | ( 231) | 2 | ( 178) |
| Saldo op 31 december 2024 | - | ( 1 175) | ( 16) | ( 1 309) | ( 57) | ( 2 557) |
| Netto boekwaarde | ||||||
| Op 1 januari 2024 | - | 99 | 8 | 971 | 65 | 1 143 |
| Op 31 december 2024 | - | 55 | 3 | 1 077 | 50 | 1 185 |
| In duizend EUR | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| Aanschaffingswaarde | ||||||
| Saldo op 1 januari 2023 | 257 | 1 813 | 657 | 3 675 | 129 | 6 531 |
| Verwervingen | 17 | 81 | 30 | 326 | - | 454 |
| Buitengebruikstellingen | - | ( 16) | ( 35) | ( 250) | - | ( 301) |
| Lease modificaties | - | - | - | 213 | - | 213 |
| Overdracht naar andere activacategorieën |
- | - | ( 58) | 58 | - | - |
| Activa aangehouden voor verkoop |
( 274) | ( 650) | ( 527) | ( 1 555) | - | ( 3 006) |
| Saldo op 31 december 2023 | - | 1 190 | 25 | 2 037 | 109 | 3 361 |
| Afschrijvingen | ||||||
| Saldo op 1 januari 2023 | ( 200) | ( 1 490) | ( 551) | ( 2 121) | ( 49) | ( 4 411) |
| Afschrijvingen | ( 34) | ( 130) | ( 25) | ( 707) | ( 15) | ( 911) |
| Buitengebruikstellingen | - | 16 | 35 | 212 | - | 263 |
| Lease modificaties | - | - | - | 171 | - | 171 |
| Overdracht naar andere activacategorieën |
- | - | 6 | ( 6) | - | - |
| Activa aangehouden voor verkoop |
234 | 482 | 493 | 1 189 | - | 2 398 |
| Saldo op 31 december 2023 | - | ( 1 091) | ( 17) | ( 1 066) | ( 44) | ( 2 218) |
| Netto boekwaarde | ||||||
| Op 1 januari 2023 | 57 | 323 | 106 | 1 554 | 80 | 2 120 |
| Op 31 december 2023 | - | 99 | 8 | 971 | 65 | 1 143 |
De investeringen in materiële vaste activa in 2024 bedragen k€ 402 (2023: k€ 454). Hiervan betreft k€ 358 (2023: k€326) verwervingen van recht-op-gebruik activa die geen aanleiding geven tot een kasuitgave op de lijn verwerving van materiële vaste activa in het geconsolideerd kasstroomoverzicht, aangezien voor deze verwervingen een leaseschuld werd opgenomen.
De overige verwervingen in materiële vaste activa bedragen k€ 44 (2023: k€ 128) en geven aanleiding tot een kasuitgave in de investeringsactiviteiten.
De Groep is leasingnemer van enkele kantoorgebouwen. De contracten met betrekking tot gehuurde gebouwen hebben een looptijd die varieert van 4 tot 10 jaar.
Daarnaast huurt de Groep bedrijfswagens met een gemiddelde looptijd van 4 jaar, dewelke het erkent onder IFRS 16 als recht-op-gebruik activa.
Er zijn geen toekomstige kasuitstromen met betrekking tot nog niet aangevangen huurovereenkomsten waartoe de leasingnemer zich heeft verbonden. De toekomstige kasuitstromen waaraan de leasingnemer mogelijks zal worden blootgesteld met betrekking tot verlengingsopties voor zowel terreinen en gebouwen alsook rollend materieel en niet zijn weergegeven in de leaseverplichtingen bedragen k€ 261. De opties met betrekking tot verlenging betreffen opties waarbij de leasingnemer het recht heeft om de huurperiode met een bepaalde periode te verlengen aan het dan geldende huurbedrag. Er zijn geen toekomstige kasuitstromen met betrekking tot beëindigingsopties.
De recht-op-gebruik activa worden gepresenteerd als materieel vast actief. We verwijzen naar toelichting 11.
| Terreinen | ||||
|---|---|---|---|---|
| In duizend EUR | en gebouwen |
Rollend materieel |
Overige uitrusting |
Totaal |
| Netto boekwaarde op 1 januari 2023 | 818 | 520 | 216 | 1 554 |
| Afschrijvingen | ( 275) | ( 335) | ( 97) | ( 707) |
| Verwervingen van recht-op-gebruik activa | 50 | 166 | 110 | 326 |
| Uitboekingen van recht-op-gebruik activa | - | ( 10) | ( 28) | ( 38) |
| Lease Modificaties | 341 | 44 | 52 | 437 |
| Verkoop dochtervennootschappen | ( 125) | ( 109) | ( 234) | |
| Activa aangehouden voor verkoop | ( 96) | ( 212) | ( 59) | ( 367) |
| Netto boekwaarde op 31 december 2023 | 713 | 173 | 85 | 971 |
| Afschrijvingen | ( 257) | ( 269) | ( 37) | ( 563) |
| Verwervingen van recht-op-gebruik activa | 0 | 346 | 0 | 346 |
| Uitboekingen van recht-op-gebruik activa | 7 | ( 7) | - | - |
| Lease Modificaties | 136 | 15 | - | 151 |
| Verkoop dochtervennootschappen | 52 | 102 | 18 | 172 |
| Netto boekwaarde op 31 december 2024 | 651 | 360 | 66 | 1 077 |
De beweging van de leaseschulden is als volgt:
| In duizend EUR | 2024 | 2023 |
|---|---|---|
| Totale lease verplichting op 1 januari | 1 558 | |
| Aflossingen van leasingschulden | ( 507) | ( 693) |
| Lease modificaties | 134 | 372 |
| Deconsolidatie | 166 | ( 220) |
| Activa aangehouden voor verkoop | - | ( 372) |
| Nieuwe lease verplichtingen | 346 | 326 |
| Totale lease verplichting op 31 december | 1 110 | 971 |
In onderstaande tabel zijn de bedragen toegelicht die erkend werden in de geconsolideerde resultatenrekening:
| In duizend EUR | 2023 | |
|---|---|---|
| 2024 - Lease overeenkomsten onder IFRS 16 | ||
| Interest op lease verplichtingen | 63 | 60 |
| Kosten van korte-termijn leases en activa met lage waarde | 118 | 133 |
De interest op leaseverplichtingen is opgenomen in de financiële kosten in de geconsolideerde resultatenrekening. De kosten van korte-termijn leases en activa met lage waarde is opgenomen voor k€ 9 (2023: k€ 5) in de kostprijs van de verkochte goederen in de geconsolideerde resultatenrekening, voor k€ 13 (2023: k€ 7) in de kosten van verkoop, marketing en royalties en voor k€ 85 (2023: k€ 116) in de algemene en administratieve kosten.
Er zijn geen huurgelden van niet-verbreekbare onderverhuurde huurcontracten.
| In duizend EUR | 2024 | 2023 |
|---|---|---|
| Op 1 januari | 362 | 392 |
| Ontvangen tijdens het jaar | 33 | 43 |
| Erkend door de geconsolideerde resultatenrekening | ( 236) | ( 73) |
| Op 31 december | 159 | 362 |
| Korte termijn | 73 | - |
| Lange termijn | 86 | 362 |
De Groep is in 2019 een project gestart in samenwerking met Tres BV dat bijdraagt aan het innoveren en ontwikkelingen in het domein van 'Smart Cities' (https://tres.city/). De Groep heeft als partner in het project meegewerkt aan het ontwikkelen van een prototype van een intelligente lichtkolom. Voor het project werd een subsidiedossier ingediend en goedgekeurd bij het Vlaams Agentschap voor Innoveren en Ondernemen, VLAIO. De Groep heeft een subsidie ontvangen ten belope van 45% van de werkelijke kosten, wat overeenkomt met k€ 367. De laatste schijf van k€ 71 hiervan werd begin 2023 ontvangen. Deze intelligente lichtkolom werd intussen op de markt gebracht, en eerste verkopen werden in de loop van 2022 en 2023 gerealiseerd.
De netto geactiveerde ontwikkelingskosten voor het TRES project hebben op 31 december 2024 een netto boekwaarde van k€ 304 (2023: k€ 444). Het bedrag opgenomen als uitgestelde opbrengsten bedraagt k€ 159 (2023: k€ 233) en is opgenomen in de lijn 'Handels- en overige schulden' bij de langlopende verplichtingen op de geconsolideerde balans. Zowel de afschrijvingen van de geactiveerde ontwikkelingskosten, als de inresultaatname van de ontvangen subsidie worden vanaf maart 2022 in de resultatenrekening opgenomen op basis van de verwachte economische levensduur van 60 maanden. De inresulaatname op 31 december 2024 bedraagt k€ 74 en is opgenomen in de lijn 'Overige opbrengsten' in de geconsolideerde resultatenrekening; de jaarlijkse afschrijvingslasten bedragen k€ 140.
Daarnaast was de Groep in 2021 eveneens een project gestart in samenwerking met Verhaert New Product & Services (VNPS) en DroneMatrix, samen met onderzoekspartners IMEC en IDLab. Met dit project wil de Groep de toekomst van zijn vlaggenschipgateway CloudGate veiligstellen door een 5Gvariant te ontwikkelen, prototypen en testen en dit moet leiden naar een nieuwe generatie CloudGate. Voor het project werd een subsidiedossier ingediend en goedgekeurd bij het Vlaams Agentschap voor Innoveren en Ondernemen, VLAIO. De Groep heeft een subsidie ontvangen ten belope van 45% van de geschatte kosten, wat overeenkomt met k€ 162. De laatste schijf van k€ 33 werd op 8 maart 2024 ontvangen. Het volledige bedrag van k€ 162 werd in 2024 in resultaat genomen, vermits het project in 2024 werd afgerond en er in de vorige jaren geen ontwikkelingskosten voor dit project werden geactiveerd.
We verwijzen naar de waarderingsregels inzake overheidssubsidies waarin de keuze werd gemaakt de subsidies betreffende ontwikkelde actief te presenteren als uitgestelde opbrengsten, dewelke systematisch in de resultatenrekening worden genomen gespreid over de gebruiksduur van het actief. De uitgestelde opbrengsten zijn opgenomen in de rubriek van de handels- en overige schulden van de geconsolideerde balans.
Vanaf 31 december 2023 worden beide 2Invision-dienstenbedrijven (2invision Managed Services NL en 2invision Managed Services BE, verder 2Invision) beschouwd als disposal groep gelet op de intentie van de Groep, zoals werd besproken in het bestuursorgaan in december 2023, om over te gaan tot verkoop van de 2Invision vennootschappen. De beoordeling van 'beëindigde bedrijfsactiviteit' werd gedaan, rekening houdend met het feit dat 2Invision het merendeel omvatte van het Services-segment alsook een kas genererende eenheid is van de Groep en derhalve wordt beschouwd als belangrijke bedrijfsafdeling, waardoor bij toepassing van IFRS 5, 2Invision in de reikwijdte valt van "beëindigde bedrijfsactiviteiten".
Voor de eigendomsoverdracht van de 2Invision groep werd de minderheidsparticipatie van de vennootschap 2Invision Managed Services België NV aangekocht voor een bedrag van k€ 65.
De verkoop onderhandelingen en due diligence proces, en dus de eigendomsoverdracht, werden afgerond op 27 juni 2024. 2Invision werd uiteindelijk verkocht voor €6,5 miljoen. Na het behalen door 2Invision van haar 2024 budget, kon Crescent NV nog een earn-out ontvangen van €0,75 miljoen. Er wordt ingeschat dat dit objectief niet zou behaald worden, bijgevolg werd in per 31 december 2024 geen vordering erkend in de jaarrekening.
De resultatenrekening voor de beëindigde bedrijfsactiviteiten is als volgt:
| Voor de periode afgesloten op | 27 juni 2024* |
31 december 2023 |
|---|---|---|
| In duizend EUR | ||
| Bedrijfsactiviteiten gerelateerd aan de verkoop van bedrijfseenheden | ||
| Opbrengsten | 2 778 | 5 694 |
| Kostprijs verkochte goederen | ( 1 652) | ( 3 472) |
| Brutowinst | 1 126 | 2 222 |
| Overige opbrengsten | 58 | 68 |
| Kosten van verkoop, marketing en royalty's | ( 27) | ( 54) |
| Algemene en administratieve kosten | ( 687) | ( 1 350) |
| Totale bedrijfskosten | ( 714) | ( 1 404) |
| Bedrijfswinst | 470 | 886 |
| Financiële kosten | ( 14) | ( 30) |
| Financieel resultaat | ( 14) | ( 30) |
| Winst vóór belastingen | 456 | 856 |
| Belastingen | ( 18) | ( 44) |
| Netto-winst van de periode uit beëindigde activiteiten | 441 | 812 |
| Gerealiseerde meerwaarde op verkoop van beëindigde bedrijfsactiviteiten | 706 | - |
| Netto-winst van de periode | 1 143 | 812 |
Tijdens het boekjaar werd 2Invision verkocht voor een verkoopprijs van € 6,5 miljoen. De transactie heeft geleid tot een gerealiseerde meerwaarde op verkoop van € 0,7 miljoen, welke is verantwoord onder de post "Winst uit beëindigde bedrijfsactiviteiten" in de geconsolideerde resultatenrekening. De meerwaarde komt tot stand door het verschil tussen de verkoopprijs (€ 6,5 miljoen) enerzijds en de uitboeking van de goodwill (€ 4,6 miljoen) en netto-actief van 2Invision bij overdracht (beide per 31 december 2023 opgenomen bij 'Activa aangehouden voor verkoop') anderzijds.
Het kasstroomoverzicht voor de beëindigde activiteiten is als volgt:
| Voor de periode afgesloten op | 27 juni 2024* |
31 december 2023 |
|---|---|---|
| In duizend EUR | ||
| Kasstroom uit bedrijfsactiviteiten | 72 | 483 |
| Kasstroom uit investeringsactiviteiten | ( 4) | ( 198) |
| Kasstroom verstrekt / (gebruikt) uit financieringsactiviteiten | ( 83) | ( 185) |
| Netto toename/(afname) van liquide middelen | ( 15) | 100 |
*Tot aan de verkoop van 2Invision op 27 juni 2024
| In duizend EUR | 31 december 2023 |
|---|---|
| Netto-activa gerelateerd aan de verkoop van bedrijfseenheden | |
| Goodwill | 4 623 |
| Immateriële vaste activa | 368 |
| Materiële vaste activa | 608 |
| Overige financiële vaste activa | 9 |
| Overige vorderingen | 21 |
| Uitgestelde belastingen | 50 |
| Vaste activa | 5 679 |
| Handels- en overige vorderingen | 1 032 |
| Geldmiddelen en kasequivalenten | 203 |
| Vlottend actief | 1 235 |
| Activa aangehouden voor verkoop | 6 914 |
| Financiële schulden | 233 |
| Uitgestelde belastingschulden | 52 |
| Langlopende verplichtingen | 285 |
| Financiële schulden | 270 |
| Handels-en overige schulden | 824 |
| Voorzieningen | - |
| Te betalen belastingen | 17 |
| Kortlopende verplichtingen | 1 111 |
| Totale schulden gerelateerd aan activa aangehouden voor verkoop | 1 396 |
| Totaal netto-activa gerelateerd aan de verkoop van bedrijfseenheden | 5 518 |
De activa en passiva van de beëindigde activiteiten was op 31 december 2023 als volgt samengesteld:
| In duizend EUR | 31 december 2024 |
31 december 2023 |
|---|---|---|
| Handelsvorderingen | 3 361 | 2 253 |
| Waardeverminderingen voor dubieuze vorderingen | ( 518) | ( 618) |
| Subtotaal | 2 843 | 1 635 |
| Terugvorderbare BTW | 17 | 46 |
| Overige vorderingen | 342 | 335 |
| Subtotaal | 359 | 381 |
| Totaal | 3 202 | 2 016 |
Handelsvorderingen zijn niet-rentedragend en hebben betalingstermijnen tussen 30 en 90 dagen.
Vervaldagenbalans van handelsvorderingen:
| In duizend EUR | Bruto Bedrag | Waarde verminderingen |
||
|---|---|---|---|---|
| 2024 | 2023 | 2024 | 2023 | |
| < 60 dagen | 2 532 | 1 371 | - | - |
| 60 - 90 dagen | 183 | 28 | - | - |
| 90 - 120 dagen | 92 | 148 | - | - |
| > 120 dagen | 554 | 706 | ( 518) | ( 618) |
| Totaal | 3 361 | 2 253 | ( 518) | ( 618) |
Bewegingen in de voorziening voor dubieuze debiteuren:
| In duizend EUR | 31 december 2024 |
31 december 2023 |
|---|---|---|
| Balans bij het begin van het boekjaar | ( 618) | ( 579) |
| Toevoeging aan de voorziening | ( 46) | ( 194) |
| Afgeschreven | 125 | 2 |
| Vrijgegeven | 7 | 1 |
| Toevoeging door bedrijfscombinaties / verwijdering door disposals | 14 | 152 |
| Totaal | ( 518) | ( 618) |
| In duizend EUR | 31 december 2024 |
31 december 2023 |
|---|---|---|
| Kaswaarborgen | 111 | 99 |
| Totaal | 111 | 99 |
Overige vorderingen op lange termijn zijn vooral huurwaarborgen.
| In duizend EUR | 31 december 2024 |
% | 31 december 2023 |
% |
|---|---|---|---|---|
| Grondstoffen | 1 490 | 56,5 % |
49,6 % |
|
| Goederen in bewerking | 527 | 20,0 648 % |
22,3 % |
|
| Voorraden afgewerkte producten | 392 | 14,9 513 % |
17,6 % |
|
| Werken in uitvoering | 67 | 2,5 % |
65 | |
| Voorafbetalingen | 161 | 6,1 242 % |
8,3 % |
|
| Waardevermindering op voorraden | ( 1 311) | (49,7 %) |
( 1 377) | (47,3 %) |
| Totaal | 1 326 | 1 534 |
De netto-voorraadwaarde daalde van k€ 1 534 naar k€ 1 326 aan het einde van 2024, enerzijds voornamelijk door een daling in de voorraden goederen in bewerking en afgewerkte producten, anderzijds door de daling in de vooruitbetalingen waar eind 2023 een eenmalig bedrag bij Crescent NV was vooruitbetaald van k€ 130.
Er zijn geen voorraden als borg gegeven aan schuldeisers.
De werken in uitvoering betreffen voor een deelde contract activa in voorraad k€ 67 (2023: k€ 65) voor de installatieoplossingen van Sait BV. Zie ook toelichting 4 onder de rubriek IFRS 15.
| In duizend EUR | 31 december 2024 |
31 december 2023 |
|---|---|---|
| Banksaldi direct opvraagbaar | 369 | 549 |
| Totale geldmiddelen en kasequivalenten | 369 | 549 |
| Banksaldi direct opvraagbaar toe te rekenen aan beëindigde bedrijfsactiviteiten |
- | ( 203) |
| Totale geldmiddelen en kasequivalenten excl. beëindigde bedrijfsactiviteiten |
369 | 346 |
Eind 2024 en 2023 heeft de Groep geen kortetermijndeposito's.
Er zijn geen beperkingen op de geldmiddelen gedurende 2024 en 2023.
| In duizend EUR | 31 december 2024 |
31 december 2023 |
|---|---|---|
| Bankleningen | 1 631 | 1 887 |
| Leasing schulden | 1 110 | 971 |
| Overige financiële schulden (*) | - | 500 |
| Totaal financiële schulden | 2 741 | 3 358 |
| waarvan: | ||
| Langlopend | 713 | 797 |
| Kortlopend | 2 028 | 2 561 |
(*) Per eind 2023 betroffen k€ 500 overige financiële schulden een lening van k€ 500 van Business Language and Communication Centre NV (verder 'BLCC') aan Crescent Ventures. Per eind 2024 werd de lening geklasseerd als schulden met verbonden partijen.
Het lange-termijn krediet oorspronkelijk over 5 jaar van Belfius Bank tbv. € 1,5 miljoen aan Crescent Ventures NV, maandelijks terugbetaalbaar vanaf april 2019 met kapitaalaflossingen van k€ 28 en aan een rentevoet van 2,78% werd per 1 september 2023 beëindigd en vervangen door een nieuw investeringskrediet van k€ 359, terugbetaalbaar in 24 maandelijkse gelijke kapitaaltranches. De rentevoet ervan beloopt 4,61%. Als waarborg werden de aandelen van de dochtervennootschappen van Crescent Ventures in pand gegeven. Per 31 december 2024 stond nog k€ 132 open bij de kortlopende schulden.
Korte-termijn krediet van Belfius Bank tbv. € 1,5 miljoen; deze voorschotten worden doorgaans voor korte termijn opgenomen, de interestvoet is variabel en evolueerde in 2024 van 3,94% naar 6,16%. Tot vorig jaar werd het krediet 60% gewaarborgd door Gigarant. Deze waarborg werd in 2024 opgeheven. Als waarborg werden de aandelen van Crescent Ventures in pand gegeven, evenals het handelsfonds van Crescent NV voor een inschrijving van € 1,5 miljoen. De Groep maakt hierbij gebruik van straight loans, doorgaans voor telkens één of drie maanden. De straight loans zijn kortetermijnleningen ter financiering van voorspelbare liquiditeitsbehoeften waarbij voorschotten van minimaal € 125 000 opgenomen kunnen worden met een minimum looptijd van 1 maand en een maximale looptijd van 6 maanden dewelke telkens hernieuwd kunnen worden.
Verder hebben enkele dochtervennootschappen nog leasingschulden voor een totaal bedrag van k€ 1,1 miljoen, waarvan k€ 713 langlopend en k€ 397 kortlopend.
Bij het aangaan van de kredieten met Belfius Bank heeft de Vennootschap zich verbonden ten aanzien van de bank, een tewerkstelling engagement te respecteren, schulden ten opzichte van dochtervennootschappen achter te stellen, het krediet niet aan te wenden ter financiering van enkele geïdentificeerde transacties, en op geregelde basis haar financiële cijfers te rapporteren. De Vennootschap overlegt op regelmatige basis met de bank om te overlopen dat geen issues bestaan rond de beschikbaarheid van de kredieten.
Reconciliatie met het kasstroomoverzicht voor 2024:
| Kasstroom gerelateerd |
|||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Verkoop van | aan activa | ||||||
| Openings | dochtervenno | Herclassificati | IFRS 16 niet | aangehouden | |||
| in duizend EUR | saldo | Kasstromen | otschappen | es* | kasbewegingen | voor verkoop | Eindsaldo |
| Langlopende financiële schulden | |||||||
| Bankschulden | 132 | - | - | ( 132) | - | - | - |
| Leasing schulden (*) | 665 | - | - | ( 439) | 487 | - | 713 |
| Schulden met verbonden partijen | 4 343 | ( 1 343) |
- | ( 250) | - | - | 2 750 |
| Kortlopende financiële schulden | |||||||
| Bankschulden | 1 755 | ( 277) | - | 132 | - | 21 | 1 631 |
| Leasing schulden (*) | 306 | ( 507) | - | 439 | 159 | - | 397 |
| Schulden met verbonden partijen | 995 | ( 705) | - | 750 | - | - | 1 040 |
| Overige kortlopende schulden (**) | 500 | 7 | - | ( 500) | - | - | 7 |
| Totaal verplichtingen uit financieringsactiviteiten | 8 696 | ( 2 825) | - | - | 646 | 21 | 6 538 |
(*) Voor meer informatie met betrekking tot de leasing schulden verwijzen we naar toelichting 12.
(**) Het bedrag van k€ 500 dat per eind 2023 opgenomen werd als 'overige financiële schulden' betreft echter een lening van k€ 500 van BLCC aan Crescent Ventures. Per eind 2024 wordt de schuld opgenomen als schuld aan verbonden partijen, zie ook toelichting 31 voor verdere context.
De kasstroom verstrekking / (gebruik) uit financieringsactiviteiten in de geconsolideerde kasstroomtabel bedraagt (k€ 2 726) en bestaat uit bovenstaande kasstromen.
Reconciliatie met het kasstroomoverzicht voor 2023:
| Verkoop van | Transfer naar 'Passiva |
||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Openings | dochtervenno | Herclassificati | IFRS 16 niet | aangehouden | |||
| in duizend EUR | saldo | Kasstromen | otschappen | es | kasbewegingen | voor verkoop' | Eindsaldo |
| Langlopende financiële schulden | |||||||
| Bankschulden | 286 | 95 | ( 56) | ( 149) | - | ( 44) | 132 |
| Leasing schulden | 940 | - | ( 153) | ( 541) | 609 | ( 190) | 665 |
| Schulden met verbonden partijen (*) | 3 000 | 1 612 | - | ( 269) | - | - | 4 343 |
| Kortlopende financiële schulden | |||||||
| Bankschulden | 2 174 | ( 460) | ( 41) | 149 | - | ( 67) | 1 755 |
| Leasing schulden | 618 | ( 693) | ( 67) | 541 | 89 | ( 182) | 306 |
| Schulden met verbonden partijen | - | 600 | - | 395 | - | - | 995 |
| Overige kortlopende schulden (**) | 520 | -20 | - | - | - | - | 500 |
| Totaal verplichtingen uit financieringsactiviteiten | 7 538 | 1 134 | ( 317) | 126 | 698 | ( 483) | 8 696 |
(*) Voor de financiering van de activiteiten van LRM heeft VZH leningen uitstaan voor een totaal bedrag van k€ 126 (plus intresten) (de "LRM Vordering"). Deze LRM Vordering stond oorspronkelijk geboekt als eigen vermogen (in de geconsolideerde rekeningen van Crescent) aangezien de leningen als converteerbare leningen in kapitaal zouden worden ingebracht.
Deze boeking zou niet overeenkomen met de intenties van de partijen die de leningen als terug betaalbaar beschouwen zolang de leningen niet zijn ingebracht in het kapitaal van LRM. Partijen wensen dan ook hun intenties te verduidelijken in een "addendum" aan de LRM Overeenkomst en bijgevolg vindt een herclassificatie plaats van dit bedrag vanuit eigen vermogen naar financiële schulden.
(**) Per eind 2022 waren k€ 500 overige financiële schulden opgenomen als bankleningen in het jaarverslag van 2022. Dit betreft echter voornamelijk een lening van k€ 500 van BLCC aan Crescent Ventures en werd hier geklasseerd als overige financiële schuld.
De kasstroom verstrekt / (gebruikt) uit financieringsactiviteiten in de geconsolideerde kasstroomtabel bedraagt k€ 1 134 en bestaat uit bovenstaande kasstromen.
De bijkomende middelen die in de schulden met verbonden partijen werden ontvangen, betreft bijkomende financiering van Van Zele Holding NV voor k€ 395 naast nog kortlopende kredieten van k€ 600 van drie bestuurders, waaronder Dhr. Van Zele.
| In duizend EUR | 1 januari 2024 |
Toevoeging | (Aanwending) (Terugname) | 31 december 2024 |
|
|---|---|---|---|---|---|
| Juridische en overige claims | 5 | - | - | - | 5 |
| Korte termijn voorzieningen | 5 | - | - | - | 5 |
| Verplichting pensioenplannen | 181 | - | - | ( 2) | 179 |
| Voorziening voor garantieverplichtingen |
232 | 38 | ( 29) | - | 241 |
| Juridische en overige claims | 121 | - | ( 25) | - | 96 |
| Jubileumvoorziening | - | 28 | - | - | 28 |
| Lange termijn voorzieningen | 534 | 66 | ( 54) | ( 2) | 544 |
| Totaal | 539 | 66 | ( 54) | ( 2) | 549 |
| In duizend EUR | 1 januari 2023 |
Toevoeging | (Aanwending) (Terugname) | 31 december 2023 |
|
|---|---|---|---|---|---|
| Provisie voor beëindiging huurovereenkomst |
12 | - | ( 12) | - | - |
| Juridische en overige claims | 5 | - | - | - | 5 |
| Korte termijn voorzieningen | 17 | - | ( 12) | - | 5 |
| Verplichting pensioenplannen | 61 | 120 | - | - | 181 |
| Voorziening voor garantieverplichtingen |
206 | 39 | - | ( 13) | 232 |
| Juridische en overige claims | 145 | - | ( 24) | - | 121 |
| Lange termijn voorzieningen | 412 | 159 | ( 24) | ( 13) | 534 |
| Totaal | 429 | 159 | ( 36) | ( 13) | 539 |
De voorziening voor garantieverplichtingen betreft een verplichting naar aanleiding van verkopen van Innolumis Public Lighting BV. De garantietermijn is 5 jaar. Voor elke verkoop wordt een dotatie van 2.5% van de kostprijs toegevoegd aan de garantievoorziening; op jaarlijkse basis wordt geëvalueerd of de gemaakte garantiekosten in lijn liggen van de verwachtingen, en beslist of het percentage van de dotatie in functie daarvan moet worden herzien.
De lange termijn voorziening voor juridische en overige claims is het gevolg van een projectovereenkomst bij SAIT BV voor de vervanging van een mobilofoonsysteem voor openbaar transport. De initiële tijdsplanning van oplevering bepaald in het contract werd nadien niet nageleefd. De hoogte van deze claim werd begin 2019 bevestigd op k€ 250 voor de Groep en wordt sindsdien over de lopende tien jaren verrekend worden met de inkomsten van het servicecontract met de betrokken klant. In 2024 werd k€ 25 (2023: k€ 24) aangewend van deze provisie wat overeenkomt met de korting op het servicecontract van de klant voor 2024.
De jubileumvoorziening is een voorziening voor de uitbetaling van een jubileumpremie aan personeelsleden van Crescent NV die een lustrum vieren. Voor het eerst werd hiervoor een provisie aangelegd.
De aanwending van de provisie voor beëindiging van een huurovereenkomst (in 2023) betreft de uitbetaling van de slotsom voor de vervroegde stopzetting van een huurcontract van 2Invision Managed Services BV.
Onder de "verplichting pensioenplannen" zijn de door de Groep in België aangehouden pensioenplannen opgenomen. De Groep heeft in België pensioenplannen welke juridisch gezien plannen met vaste bijdragen zijn waarop de Belgische wetgeving van toepassing is ("Wet Vandenbroucke"). Hierdoor worden alle Belgische plannen met vaste bijdragen onder IFRS gekwalificeerd als een toegezegde-pensioenregeling. De Groep heeft enkel bij Crescent NV pensioenplannen die kwalificeren als toegezegde pensioenregeling.
De Belgische wetgeving stelt dat voor toegezegde-bijdrageregelingen, de werkgever een minimum rendement dient te garanderen dat gebaseerd is op een gemiddelde rendement op 10-jarige overheidsobligaties met een minimum van 1,75% en een maximum van 3,75% (momenteel gelijk aan 2.50%). Door deze minimum rendementsvereisten voor de toegezegde-bijdrageregelingen in België is de werkgever blootgesteld aan een financieel risico, aangezien er een wettelijke verplichting is tot het betalen van toekomstige bijdragen indien het fonds onvoldoende activa bevat om alle werknemersvoordelen te betalen gerelateerd aan de geleverde prestaties door de werknemers in de huidige en vorige periodes. Als gevolg dienen deze plannen geclassificeerd en boekhoudkundig verwerkt te worden als een toegezegde-pensioenregeling zoals onder IAS 19.
De Groep past voor de berekening van deze verplichting de 'Unit Credit-methode' toe.
De bedragen voor de in België aangehouden pensioenplannen worden als volgt bepaald per 31 december:
| In duizend EUR | 2024 | 2023 |
|---|---|---|
| Verplichting uit hoofde van toegezegde-pensioenregelingen | 2 443 | 2 484 |
| Reële waarde van fondsbeleggingen | ( 2 264) | ( 2 303) |
| Netto verplichting (-actief) uit hoofde van toegezegde-pensioen-regelingen | 179 | 181 |
| Reële waarde | Verplichting toegezegde pensioenregeling, |
||
|---|---|---|---|
| In duizend EUR | Verplichting | activa | netto |
| Op 1 januari 2023 | 2 140 | 2 079 | 61 |
| Bijdragen | 24 | 58 | ( 34) |
| Prestaties | 57 | - | 57 |
| Actuariële verliezen / (winsten) | 247 | 150 | 97 |
| Belastingen betaald op bijdragen | ( 5) | ( 5) | - |
| Administratiekosten | ( 4) | ( 4) | - |
| Interesten | 89 | 89 | - |
| Verzekeringspremies | ( 2) | ( 2) | - |
| Rendement op activa exclusief interesten | ( 62) | ( 62) | - |
| - | - | - | |
| Op 1 januari 2024 | 2 484 | 2 303 | 181 |
| Bijdragen | 21 | 51 | ( 30) |
| Prestaties | 51 | - | 51 |
| Actuariële verliezen / (winsten) | 4 | 32 | ( 28) |
| Belastingen betaald op bijdragen | ( 4) | ( 4) | - |
| Administratiekosten | ( 3) | ( 3) | - |
| Interesten | 85 | 80 | 5 |
| Verzekeringspremies | ( 1) | ( 1) | - |
| Uitkeringen | ( 194) | ( 194) | - |
| - | - | - | |
| Op 31 december 2024 | 2 443 | 2 264 | 179 |
De activa betreffen verzekeringspolissen en vormen geen onderdeel van de eigen financiële instrumenten van de Groep.
De belangrijkste actuariële veronderstellingen zijn:
| 2024 | 2023 | |
|---|---|---|
| Gewogen gemiddelde verdisconteringsvoet | 3,40 % |
3,50 % |
De verwachte inflatie bedraagt 2% (2023: 1,48% voor 2024 en 2% vanaf 2025). De verwachte algemene loonsverhoging bedraagt 5% voor werknemers met een leeftijd onder de 30 jaar en 0% bij een leeftijd boven de 30 jaar (idem 2023).
De levensverwachting is bepaald aan de hand van de Belgische sterfte tabel MR/FR aangepast -5 jaar.
De Groep is door zijn toegezegde-pensioenregelingen, blootgesteld aan een aantal risico's, waarvan de belangrijkste zijn:
Een stijging in de verdisconteringsvoet met 0,5% zou leiden tot een afname van de bruto verplichting uit hoofde van toegezegde-pensioenregelingen met k€ 132, een daling in de verdisconteringsvoet met 0,5% zou leiden tot een toename met k€ 142.
Voor deze pensioenplannen werden volgende bedragen opgenomen in de gerealiseerde en nietgerealiseerde resultaten:
| In duizend EUR | 2024 | 2023 |
|---|---|---|
| Opgenomen in de resultatenrekening | ||
| Aan het dienstjaar toegekende pensioenkosten | 51 | 57 |
| Intrestkost / (opbrengst) | 5 | - |
| 56 | 57 | |
| Opgenomen als niet-gerealiseerde resultaat | ||
| Herwaardering van toegezegde pensioenregelingen | ( 28) | 97 |
| ( 28) | 97 | |
| Totaal gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten | 28 | 154 |
De verwachte werkgeversbijdragen voor het jaar 2025 bedragen k€ 32.
| TOELICHTING 20. Handels- |
en overige schulden |
|---|---|
| ----------------------------- | --------------------- |
| In duizend EUR | 31 december 2024 |
31 december 2023 |
|---|---|---|
| Sociale en fiscale schulden | 461 | 660 |
| Handelsschulden | 745 | 560 |
| LDA failure fee | 27 | 188 |
| Uitgestelde opbrengsten subsidies | 86 | 362 |
| Overige schulden | - | 18 |
| Langlopende handels- en overige schulden | 1 319 | 1 788 |
| Handelsschulden | 3 778 | 4 636 |
| Schulden met betrekking tot salarissen en belastingen | 1 533 | 1 906 |
| Overige schulden | 820 | 999 |
| Voorwaardelijke vergoeding te betalen in geldmiddelen | - | 82 |
| LDA failure fee | 175 | - |
| Overlopende rekeningen | 533 | 525 |
| Kortlopende handels- en overige schulden | 6 839 | 8 148 |
| Totaal | 8 158 | 9 936 |
In de periode van de coronacrisis werden in Nederland vennootschappen in de gelegenheid gebracht om de betalingen van zowel fiscale (BTW) als sociale (loonheffingen) schulden uit te stellen. In de zomer van 2022, werd een opgave gemaakt van deze opgebouwde, uitgestelde verplichtingen en een betalingsplan voorgelegd waarbij de vennootschappen die van het bijzonder uitstel hadden gebruik gemaakt, de schulden over een termijn van zestig maanden vanaf 1 oktober 2022 in vaste maandelijkse schijven zouden terugbetalen inclusief invorderingsrente. De Nederlandse dochtervennootschappen van Crescent hebben indertijd van deze regeling gebruik gemaakt, waardoor de afbetaling van deze schuld wordt verdeeld over de jaren 2025 tot 2027 zoals weergegeven in onderstaande tabel.
Met een drietal leveranciers werden overeenkomsten bereikt voor de afbetaling van oude schulden. De terugbetaling ervan wordt voorzien zoals weergeven in de tabel hieronder. De belangrijkste schuld betreft nog een verplichting aan Interleuven, in verband met een uitstaande schuld voor het huurcontract dat nog liep voor de omgekeerde overname. Een principeakkoord voor een nieuwe dadingovereenkomst werd bereikt eind 2024, waarbij een korting op de totale nominale schuld van k€ 150 werd overeengekomen, en een maandelijkse afbetaling vanaf april 2025 van het resterend verschuldigd bedrag van k€ 719, over een periode van 84 maanden. De interestvoet die in rekening zal worden gebracht op dit bedrag is 5,5%.
Voor meer uitleg over de uitgestelde opbrengsten subsidies verwijzen we naar toelichting 13 – Overheidssteun.
Bij Crescent NV zijn per 31 december 2024 €1,4 miljoen (2023: €2,7 miljoen) recente handelsschulden betaalbaar waarvan 46% (2023: 70%) meer dan 60 dagen vervallen zijn.
| In duizend EUR | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | LATER | TOTAAL |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Afbetalingsplan uitgestelde fiscale en sociale schulden |
408 | 348 | 113 | - | - | - | 869 |
| Afbetalingsplan oude uitstaande schulden bij leveranciers |
276 | 181 | 95 | 101 | 106 | 262 | 1 021 |
De termijnen en voorwaarden van bovenvermelde schulden zijn:
In de overige schulden is de belangrijkste post k€ 743 (2023: k€ 776), die is opgenomen voor ontvangen voorschotten van klanten van Remoticom bij het plaatsen van bestellingen.
De overlopende rekeningen bevatten hoofdzakelijk contract passiva voor k€ 85 (2023: k€ 218) zoals besproken in toelichting 4. Verder zijn er voor k€ 74 (2023: k€ 376) aan overgedragen opbrengsten mbt ontvangen subsidies opgenomen, zoals besproken in toelichting 13
Op jaareinde 2024 had de Groep volgende aandeelhouders:
| Identiteit van de persoon, entiteit of groep van personen of entiteiten |
Aantal gewone aandelen in bezit |
Percentage aangehouden financiële instrumenten |
Aantal gewone aandelen in bezit |
Percentage aangehouden financiële instrumenten |
|---|---|---|---|---|
| 2024 | 2024 | 2023 | 2023 | |
| Eric Van Zele/Van Zele Holding NV | 579 419 358 | 29,06 % |
582 633 644 | 29,22 % |
| Erfopvolger Jan Callewaert | - | 0,00 % |
131 996 147 | 6,62 % |
| Marc Coucke/Alychlo | - | 0,00 % |
97 730 004 | 4,90 % |
| Danlaw | 103 838 830 | 5,21 % |
103 838 830 | 5,21 % |
| Global Innovator | 66 607 203 | 3,34 % |
66 607 203 | 3,34 % |
| Eijsermans Beheer en Beleggingen / René Eijsermans |
66 833 333 | 3,35 % |
- | 0,00 % |
| Overige | 1177 370 993 | 59,04 % |
1011 263 889 | 50,71 % |
| Totaal uitstaande aandelen | 1 994 069 717 | 100,00 % |
1 994 069 717 | 100,00 % |
Het geplaatste aandelenkapitaal per eind 2024 bestond uit 1 994 069 717 gewone aandelen voor een totaalbedrag van € 14 090 156. De aandelen hebben geen nominale waarde. Alle aandelen van de Vennootschap hebben dezelfde rechten. We verwijzen tevens naar het mutatieoverzicht van het geconsolideerde eigen vermogen die de bewegingen in het eigen vermogen over het boekjaar weergeeft.
Er waren geen wijzigingen in het kapitaal tijdens de boekjaren 2023 en 2024:
| Aantal | ||||
|---|---|---|---|---|
| Datum | aandelen | Kapitaal | Uitgiftepremie | |
| Balans op 1 januari 2023 | 1 994 069 717 | 14 090 | 5 142 | |
| Kapitaalverhoging | 0 | 0 | - | |
| Balans op 31 december 2023 | 1 994 069 717 | 14 090 | 5 142 |
| Aantal | ||||
|---|---|---|---|---|
| Datum | aandelen | Kapitaal | Uitgiftepremie | |
| Balans op 1 januari 2024 | 1 994 069 717 | 14 090 | 5 142 | |
| Kapitaalverhoging | 0 | 0 | 0 | |
| Balans op 31 december 2024 | 1 994 069 717 | 14 090 | 5 142 |
Begin januari 2021 had Crescent een financieringsovereenkomst gesloten met LDA Capital Limited ("LDA"). LDA is een in Los Angeles gevestigde wereldwijde investeringsgroep met expertise in grensoverschrijdende transacties in de bedrijfstechnologiesector, waaronder Cybersecurity, AI, IOT en SaaS.
LDA had toegezegd een bedrag van maximaal EUR 9,9 miljoen (de "Capital Commitment") in contanten binnen een periode van maximaal drie jaar toe te zeggen in ruil voor nieuwe gewone aandelen in Crescent. Crescent had toegezegd om binnen 18 maanden een minimumbedrag van EUR 5 miljoen aan aandelen uit te geven aan LDA Capital. Op 30 maart 2022 werd een wijziging aan de contractvoorwaarden overeengekomen, waardoor de periode van 18 maanden werd verlengd tot 30 december 2023. Indien het minimumbedrag niet binnen de contractuele periode werd opgevraagd, was de Groep contractueel gehouden tot het betalen van een boete van k€ 324. Op 31 december 2023 was het duidelijk dat Crescent het overeengekomen minimumbedrag niet zou halen, en werd een voorziening van k€ 328 opgenomen voor de boete. De provisie werd inclusief k€ 4 kosten geboekt. Op 8 maart 2024 werd een akkoord ondertekend waarbij een afbetalingsplan over 2 jaar overeengekomen werd. Tijdens 2024 werd hiervan k€ 137 terugbetaald. Interestlasten die hiervoor werden geboekt in 2024 bedragen k€ 11 (interestvoet van 6%).
De 46 400 000 warranten die door LDA Capital oorspronkelijk waren verworven door deze financieringsovereenkomst, en die een uitoefenprijs hebben van 0.031 EUR zijn vervallen op 20 juli 2024.
Op 21 april 2020 heeft de Raad van Bestuur van Crescent NV een warrantenplan goedgekeurd met als doel het ondersteunen en bereiken van enkele bedrijfs- en human resourcedoelstellingen. Er werden 37 000 000 opties toegekend en aanvaard in 2020.
De belangrijkste voorwaarden van het warrantenplan "2020" zijn de volgende:
De toekenningsdatum, rekening houdend met de aanvaarding van de warranten door de begunstigden, gebeurde op verschillende tijdstippen gedurende 2020. De kost van deze op aandelen gebaseerde transactie wordt berekend op basis van de reële waarde op datum van verwerving. De reële waarde per warrant is gebaseerd op een Black-Scholes Merton waarderingsmodel met de volgende assumpties volgens datum van toekenning:
| Toekenning | 10/07/2020 | 02/08/2020 |
|---|---|---|
| Beurskoers | 0,0376 | 0,0368 |
| Uitoefenprijs | 0,02 | 0,02 |
| Volatiliteit | 88,1 % |
87,0 % |
| Risico vrije interest voet | 0,21 % |
0,21 % |
| Contractuele duurtijd | 10 | 10 |
| Dividend rendement | - | - |
| Reële waarde | 0,033 | 0,032 |
De volatiliteit is berekend op basis van de standaarddeviatie van het verwachte koersrendement van het aandeel en gebaseerd op de dagelijkse aandelenkoers van Crescent NV sinds 22 mei 2018.
Voor twee optiehouders heeft de Raad van Bestuur gedurende 2020 de definitieve verwerving versneld voor hun volledige aantal (15 000 000) aanvaarde opties. Voor drie andere optiehouders heeft de Raad van Bestuur in april 2021 de definitieve verwerving versneld voor hun volledige aantal (17 500 000) aanvaarde opties. Dit heeft geleid tot een versnelde in erkenning van de kost van op aandelen gebaseerde betalingen met een impact van k€ 383 per 31 mei 2021.
Op 28 januari 2021 werden 9 000 000 warranten uitgeoefend waardoor het kapitaal verhoogd werd met 180 000 EUR. Op 17 mei 2021 werden 23 500 000 warranten uitgeoefend waardoor het kapitaal verhoogd werd met 158 384,54 EUR en de uitgiftepremie met 311 615,46 EUR. De reserve gerelateerd aan deze warranten werd bij uitoefening overgeboekt van de reserve van op aandelen gebaseerde betalingen naar de overige reserves voor een bedrag van k€ 1 005.
De status van het aantal warranten is als volgt:
| Aantal warranten | |
|---|---|
| Balans bij het begin van het boekjaar 2023 | 3 450 000 |
| Vervallen gedurende het boekjaar | ( 200 000) |
| Balans op het einde van het boekjaar 2023 | 3 250 000 |
| Balans bij het begin van het boekjaar 2024 | 3 250 000 |
| Balans op het einde van het boekjaar 2024 | 3 250 000 |
Op 31 december 2024 zijn van het warrantenplan van 2020 nog 3 250 000 warranten verworven en niet uitgeoefend; 1 450 000 warranten zijn inmiddels vervallen.
De uitstaande warranten vervallen mid 2025.
De totale kost van de op aandelen gebaseerde betalingen per 31 december 2024 bedraagt k€ 0 (2023: k€ 22).
Op 20 januari 2025 werd door de Raad van Bestuur een nieuw warrantenplan goedgekeurd waarbij maximaal 100 000 000 warranten zullen aangeboden worden (100 000 warranten na de aandelenhergroepering). Voor meer informatie verwijzen we naar toelichting 27: Gebeurtenissen na balansdatum.
De gewone winst/(verlies) per aandeel wordt berekend door de netto winst/(verlies) toerekenbaar aan de aandeelhouders van de moeder te delen door het gewogen gemiddeld aantal gewone aandelen gedurende het jaar. De Groep heeft geen potentiële gewone aandelen welke een verwaterend effect kunnen hebben. De warranten en put opties zijn niet verwaterend, aangezien het verlies per aandeel zou dalen met meer gewone aandelen. Daardoor is de gewone en verwaterde winst/(verlies) per aandeel dezelfde.
Volgende tabel geeft het effect weer van de gewone en verwaterde winst per aandeel voor de gewone aandeelhouders:
| Winst per gewoon aandeel | 2024 | 2023 |
|---|---|---|
| Nettoverlies uit voortgezette bedrijfsactiviteiten (in duizend EUR) | (3 015) | ( 7 013) |
| Nettowinst uit beëindigde bedrijfsactiviteiten (in duizend EUR) | 1 143 | 812 |
| Gewogen gemiddeld aantal uitstaande gewone aandelen: | ||
| Gewone aandelen voor verwatering (in duizenden) | 1 994 070 | 1 994 070 |
| Gewone aandelen na verwatering (in duizenden) | 1 994 070 | 1 994 070 |
| Per Aandeel uit voortgezette bedrijfsactiviteiten (in EUR) | ||
| Winst / (verlies) per aandeel voor verwatering | 0,00 | 0,00 |
| Winst / (verlies) per aandeel na verwatering | 0,00 | 0,00 |
| Per Aandeel uit beëindigde bedrijfsactiviteiten (in EUR) | ||
| Winst / (verlies) per aandeel voor verwatering | 0,00 | 0,00 |
| Winst / (verlies) per aandeel na verwatering | 0,00 | 0,00 |
Volgende tabel geeft de totaal uitgegeven gewone aandelen en gewogen gemiddeld effect van de gewone aandelen weer:
| Gewogen gemiddeld aantal uitstaande gewone aandelen: | 2024 | 2023 |
|---|---|---|
| Uitgegeven gewone aandelen per 1 januari | 1 994 069 717 | 1 994 069 717 |
| Totaal uitgegeven gewone aandelen | 1 994 069 717 | 1 994 069 717 |
| Uitgegeven gewone aandelen per 1 januari | 1 994 069 717 | 1 994 069 717 |
| Gewogen gemiddeld aantal uitstaande aandelen | 1 994 069 717 | 1 994 069 717 |
De Groep bepaalt het bedrag van het kapitaal in verhouding tot het risico. De Groep beheert de kapitaalstructuur en corrigeert deze bij wijzigende economische omstandigheden en financieringsbehoeften.
De objectieven van de Groep in verband met het beheren van het kapitaal zijn:
De kapitaalstructuur van de Groep bestaat uit het gedeelte van schulden op meer dan één jaar, liquide middelen, geplaatst kapitaal, uitgiftepremies, reserves en overgedragen resultaat.
| In duizend EUR | 31 december 2024 |
31 december 2023 |
|---|---|---|
| Netto liquide middelen/ (financiële verplichtingen) | (2 372) | (3 012) |
| Eigen vermogen | (1 145) | 1 847 |
| % Netto liquide middelen / (financiële verplichtingen) / Eigen vermogen | 207,2% | (163,1%) |
| Eigen vermogen | (1 145) | 1 847 |
| Totaal verplichtingen en eigen vermogen | 14 334 | 22 622 |
| % Eigen vermogen / Totaal verplichtingen en eigen vermogen | (8,0%) | 8,2% |
Voor initiatieven genomen om de liquiditeitspositie van de Groep te verbeteren verwijzen we naar de paragraaf in verband met continuïteit onder "boekhoudkundige beoordelingen, ramingen en veronderstellingen".
| In duizend EUR | Toelichting | 31 december 2024 |
31 december 2023 |
|---|---|---|---|
| Leningen en vorderingen | |||
| Overige vorderingen op lange termijn | 15 | 111 | 99 |
| Geldmiddelen en kasequivalenten | 17 | 369 | 346 |
| Handels- en overige vorderingen | 15 | 3 185 | 1 970 |
| Financiële verplichtingen gewaardeerd aan geamortiseerde kostprijs |
|||
| Handels- en overige schulden op korte termijn | 20 | 4 598 | 5 635 |
| Financiële schulden | 18 | 2 741 | 3 358 |
| Schulden met verbonden partijen | 31 | 3 790 | 5 338 |
| Handels- en overige schulden op lange termijn | 20 | 745 | 578 |
| Financiële verplichtingen gewaardeerd aan reële waarde | |||
| Voorwaardelijke vergoeding te betalen in geldmiddelen | 20 | - | 82 |
Kredietrisico verwijst naar het risico dat een tegenpartij zijn contractuele verplichtingen niet zou nakomen en wat zou kunnen resulteren in een financieel verlies voor de Groep. Om het risico van financiële verliezen te beperken heeft de Groep een richtlijn uitgewerkt om enkel zakenrelaties aan te gaan met kredietwaardige tegenpartijen en om voldoende zekerheden te bekomen, indien aangewezen, om een eventueel financieel verlies te beperken.
De Groep verleent krediet aan haar klanten in het kader van de gewone bedrijfsactiviteit. Doorgaans eist de Groep geen onderpand of andere zakelijke zekerheden om de verschuldigde bedragen te dekken. Het management evalueert constant het klantenbestand op haar kredietwaardigheid. Het kredietrisico wordt continu opgevolgd.
Vooraleer een nieuwe klant wordt aanvaard hanteert de Groep externe scoringssystemen om de kredietwaardigheid van de klant in te schatten. Alle vorderingen zijn inbaar, behalve deze waarvoor een voorziening voor dubieuze debiteuren is aangelegd.
De handelsvorderingen bestaan uit een beperkt klantenbestand, voornamelijk binnen België en Nederland.
De netto boekwaarde van de financiële activa opgenomen in de jaarrekening geeft het maximale kredietrisico weer.
In de balans van handelsvorderingen van de Groep zijn er enerzijds oude (>365d) verkoopfacturen voor 456k€ (2023: 454k€) die volledig in waarde zijn verminderd. Anderzijds zijn er meer recente verkoopfacturen van debiteuren inbegrepen met een boekwaarde van k€ 84 (2023: k€ 258), die meer dan 90 dagen vervallen zijn waarvoor de groep nog geen betalingsengagement heeft gekregen en waartegen een waardevermindering van k€ 62 (2023: k€ 164) is opgenomen. De Groep oordeelt dat deze provisie voldoende is om het inningsrisico te dekken.
Bij het vaststellen van de inbaarheid van de handelsvorderingen houdt de Groep rekening met de kredietwaardigheid van de vorderingen vanaf de datum dat het krediet initieel werd toegekend tot aan de rapporteringsdatum. De concentratie van het kredietrisico is beperkt vanwege een brede spreiding van het klantenbestand. De winst- en verliesgevolgen voor dubieuze debiteuren worden gerapporteerd onder de verkoop- en marketingkosten.
De Groep beheert liquiditeitsrisico's door continue opvolging van voorspellingen en actuele kasstromen en door de maturiteitsprofielen van de financiële activa en passiva met elkaar te vergelijken.
De Groep heeft kredietovereenkomsten zoals toegelicht in toelichting 18. Er zijn geen onbenutte kredietfaciliteiten op eind 2024 en eind 2023.
De volgende tabel geeft een overzicht van de resterende contractuele maturiteit (niet-verdisconteerde kasstromen) van de financiële verplichtingen.
| 2024 | |||||
|---|---|---|---|---|---|
| In duizend EUR | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 |
| Lease schulden | 438 | 277 | 193 | 117 | 194 |
| Financiële schulden andere dan lease schulden |
1 632 | - | - | - | - |
| Schulden aan verbonden ondernemingen | 1 040 | 2 750 | - | - | - |
| Handelsschulden | 3 778 | 181 | 95 | 101 | 368 |
| Totaal | 6 888 | 3 208 | 288 | 218 | 562 |
| 2023 | |||||
|---|---|---|---|---|---|
| In duizend EUR | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 |
| Lease schulden | 371 | 302 | 143 | 88 | 257 |
| Financiële schulden andere dan lease schulden |
3 249 | 132 | - | - | - |
| Handelsschulden | 4 636 | 253 | 251 | 56 | - |
| Totaal | 8 256 | 687 | 394 | 144 | 257 |
Voor de schulden aan verbonden ondernemingen verwijzen we naar de modaliteiten opgenomen in toelichting 27.
Voor de handelschulden op korte en lange termijn verwijzen we naar de modaliteiten opgenomen in toelichting 20.
De blootstelling aan renterisico's hebben voornamelijk betrekking op bestaande kredietfaciliteiten. Als het rentetarief 1 procentpunt hoger/ lager zou geweest zijn, zou het financiële resultaat in 2024 k€ 38 lager/ hoger geweest zijn en in 2023 k€ 40 lager / hoger.
De aankopen in USD die bij Remoticom hoofdzakelijk in USD gebeuren wegen gedeeltelijk op tegen verkopen bij Option in USD, en vormen zo een natuurlijke hedge. Evenwel zal de Groep het evenwicht tussen beide muntstromen in de toekomst van nabij opvolgen om mogelijks over te gaan tot het sluiten van deviezen-termijncontracten
De boekwaardes van de financiële activa en de financiële schulden benaderen de reële waarde. De toegepaste methodes en assumpties worden hieronder toegelicht.
| Financiële activa | Boekwaarde | Reële waarde | |||
|---|---|---|---|---|---|
| In duizend EUR | 31 december 2024 |
31 december 2023 |
31 december 2024 |
31 december 2023 |
|
| Leningen en vorderingen gewaardeerd aan geamortiseerde kostprijs |
|||||
| Handels- en overige vorderingen | 3 185 | 1 970 | 3 185 | 1 970 | |
| Overige vorderingen | 111 | 99 | 111 | 99 | |
| Geldmiddelen en kasequivalenten | 369 | 346 | 369 | 346 | |
| Totaal financiële activa | 3 665 | 2 415 | 3 665 | 2 415 |
De reële waarde van de financiële activa wordt als volgt bepaald:
| Financiële verplichtingen | Boekwaarde | Reële waarde | ||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| In duizend EUR | 31 december 2024 |
31 december 2023 |
31 december 2024 |
31 december 2023 |
||
| Financiële verplichtingen gewaardeerd aan geamortiseerde kostprijs |
||||||
| Handelsschulden | 5 343 | 6 195 | 5 343 | 6 195 | ||
| Financiële schulden | 2 741 | 3 358 | 3 733 | 3 890 | ||
| Schulden aan verbonden partijen | 3 790 | 5 338 | 3 790 | 5 338 | ||
| Financiële verplichtingen gewaardeerd tegen reële waarde |
||||||
| Nog te betalen voorwaardelijke overnamevergoeding in geldmiddelen |
- | 82 | - | 82 | ||
| Totaal financiële verplichtingen | 11 874 | 14 973 | 12 866 | 15 505 | ||
| Waarvan langlopend | 4 208 | 5 700 | 4 113 | 5 605 | ||
| Waarvan kortlopend | 7 666 | 9 273 | 8 753 | 9 900 |
De reële waarde van de financiële schulden wordt bepaald op basis van de volgende methodes en assumpties:
• De boekwaarde van de handels- en overige schulden benaderen hun reële waarde door het korte termijn karakter van deze instrumenten voor de kortlopende verplichtingen. De boekwaarde van de langlopende handelsschuld is niet materieel verschillend van haar reële waarde.
<-- PDF CHUNK SEPARATOR -->
De volgende hiërarchie wordt gebruikt voor het bepalen en toelichten van de reële waarde van de financiële instrumenten:
EBITDA wordt gebruikt in toelichting 4 als een van de segment prestatiemaatstaven. EBITDA wordt berekend als het resultaat van het operationeel segment of de bedrijfscombinatie plus de niettoegewezen bedrijfskaskosten, min afschrijvingen op materiële vaste activa, min afschrijvingen op immateriële vaste activa, min bijzondere waardeverminderingen op immateriële vaste activa en goodwill, min waardeverminderingen op voorraden en vorderingen en min toename / (afname) in voorzieningen.
De totale afschrijvingen op materiële vaste activa, de totale afschrijvingen op immateriële vaste activa en de waardeverminderingen op voorraden en vorderingen worden toegelicht in toelichting 5.
De bijzondere waardeverminderingen op immateriële vaste activa en goodwill en de totale toename/(afname) in voorzieningen worden gepresenteerd als afzonderlijke lijnen in het kasstroomoverzicht.
De financiering door Van Zele Holding NV beliep €3,14 miljoen eind 2024; in de eerste vier maanden van 2025 is de financiering nog met k€ 250 verhoogd, zodat op datum van dit verslag de financiering op €3.39 miljoen staat.
Het principe akkoord dat met Interleuven bereikt werd in december 2024, werd einde maart 2025 formeel ondertekend. Het voorziet in een afbouw van de achterstallige huurschulden van Crescent NV, over een periode van 7 jaar vanaf april 2025. Meer bijzonderhden worden gegeven in toelichting 20 van het IFRS jaarverslag.
Een buitengewone algemene vergadering is voorzien in mei 2025, waarin volgende beslissingen aan de aandeelhouders zullen worden voorgesteld ter goedkeuring:
Wij verwijzen voor de volledige agenda en onderliggende stukken voor de buitengewone algemene vergadering naar de website van de Vennootschap https://www.crescentventures.com/nl/investeerdersrelaties/
Er werden geen warranten uitgeoefend na balansdatum.
| Naam van de dochteronderneming |
Maatschappelijke zetel | % of aandeel in het kapitaal 2024 |
% of aandeel in het kapitaal 2023 |
|---|---|---|---|
| BELGIE | |||
| Crescent NV | Geldenaaksebaan 329 3001 Leuven, België |
100% | 100% |
| NEDERLAND | |||
| 2invision Managed Services BV (**) | Mauritsstraat 11 6331 AV Nuth |
0% | 100% |
| NEDERLAND | |||
| 2invision Professional Services BV (*) |
Mauritsstraat 11 | 0% | 100% |
| 6331 AV Nuth | |||
| BELGIE | |||
| 2invision Managed Services België NV (**) |
Geldenaaksebaan 329 | 0% | 96% |
| 3001 Leuven, België | |||
| NEDERLAND | |||
| Innolumis Public Lighting BV | Ariane 4 3824 MB Amersfoort |
100% | 100% |
| NEDERLAND | |||
| Sait BV | Ariane 2 3824 MB Amersfoort |
100% | 100% |
| ZUID-AFRIKA | |||
| Innolumis South Africa PTY (Ltd) (***) |
5 President Street, Jansen Park Boksburg |
100% | 100% |
| Gauteng 1459 | |||
| BELGIË | |||
| Crescent Ventures NV | Geldenaaksebaan 329 3001 Leuven, België |
100% | 100% |
| IERLAND | |||
| Option Wireless Ltd., Cork (***) | Kilbarry Industrial Park Dublin Hill, Cork |
100% | 100% |
| DUITSLAND | |||
| Option Germany GmbH (***) | Beim Glaspalast 1 D-86153 Augsburg - Germany |
100% | 100% |
| VERENIGDE STATEN | |||
| Option Wireless USA INC (***) | W Army Trail Road 780 Unit 192 Carol Stream, IL 60188 Illinois, USA |
100% | 100% |
| JAPAN | |||
| Option Wireless Japan KK (***) | 5-1, Shinbashi 5-chome Minato-ku Tokyo 105-0004, Japan |
100% | 100% |
| CHINA | |||
| Option Wireless Hong Kong | 35/F Central Plaza | 100% | 100% |
| LIMITED (***) | 18 Harbour Road | ||
| Wanchai Hong Kong, China | |||
| BELGIË | |||
| Live Reach Media BV (*) | Geldenaaksebaan 329 3001 Heverlee |
100% | 100% |
| NEDERLAND | |||
| Crescent Smart Lighting BV (*) | Ariane 2 | 0% | 100% |
| NEDERLAND | |
|---|---|
| Remoticom Holding BV | Kraaivenstraat 25-41 | 100% | 100% |
|---|---|---|---|
| 5048AB Tilburg | |||
| NEDERLAND | |||
| Remoticom Projects BV | Kraaivenstraat 25-41 | 100% | 100% |
| 5048AB Tilburg | |||
| NEDERLAND | |||
| Remoticom BV | Kraaivenstraat 25-41 | 100% | 100% |
| 5048AB Tilburg | |||
| NEDERLAND | |||
| Remoticom Services BV (*) | Kraaivenstraat 25-41 | 0% | 100% |
| 5048AB Tilburg | |||
| HONG KONG | |||
| United Solutions LTD (***) | Room 2004, 20/F, Centre Point | 100% | 100% |
| 181-185 Gloucester Road | |||
| Wanchai, HongKong | |||
| NOORD-MACEDONIÊ | |||
| Krescent-Smartsiti Dooel Skopje (***) |
Metropolj Teodosij Gologanov | 100% | 100% |
| no 57-1/6 | |||
| Skopje |
(*) 2invision Professional Services BV en Crescent Smart Lighting BV werden eind 2023 geliquideerd. De liquidatie werd in de financiële staten van 2024 verwerkt. Lifereach Media Europe BV en Remoticom Services BV werden in 2024 geliquideerd.
(**) 2invision Managed Services BV en 2invision Managed Services België NV werden in juni 2024 verkocht en maken dus geen deel meer uit van de Groep. Hun activiteiten in 2023 en 2024 werden beschouwd als beëindigde activiteiten – zie ook toelichting 14 (Activa aangehouden voor verkoop en beëindigde bedrijfsactiviteiten).
(***) Slapende vennooschap
Op 8 oktober 2021 heeft Crescent samen met enkele sterke partners E+ Drive BV (https://www.eplusdrive.com) opgericht en zo de snelgroeiende markt van laadpalen betreden.
De kern van het E+ Drive aanbod en businessmodel is het Laadpaal as a Serviceconcept – met de levering van totaal ontzorgde laadpaal oplossingen aan openbare besturen en privébedrijven.
Crescent had een aandeel van 25% in de vennootschap, en stortte in 2021 als startkapitaal € 5 000, in 2022 werd het ingestort kapitaal verhoogd naar € 100 000 en verhoogde Crescent haar initiële investering met € 20 000. Deze deelneming stond op de geconsolideerde balans tegen aanschaffingswaarde en wordt niet mee geconsolideerd.
In 2023 heeft Crescent aan haar mede-aandeelhouders bij E+drive kenbaar gemaakt dat zij uit het kapitaal wenste te stappen, en af te zien van toekomstige kapitaalstortingen. De participatiewaarde van k 25, die overeenstemde met het reeds ingestorte kapitaal is in 2023 volledig in waarde verminderd. Voor het niet volgen van het engagement tot bijkomend verlenen van kapitaal is Crescent € 63 620 verschuldigd. Dit bedrag werd opgenomen in de resultatenrekening in 2023 en is vervolgens in 2024 volledig afgerekend.
| In duizend EUR | 2024 | 2023 |
|---|---|---|
| Wereldwijde auditdiensten | 286 | 312 |
| Overige audit gerelateerde diensten | 9 | 3 |
| Totaal | 295 | 315 |
De risico's en onzekerheden die hieronder worden beschreven zullen van toepassing zijn op de Groep en haar activiteiten.
Op 31 december 2024 heeft de Groep een negatief eigen vermogen van k€ 1 145. De beperkte kaspositie per eind van het boekjaar van k€ 368 bleef ongeveer op hetzelfde niveau als de k€ 346 op datum van 31 december 2023. De bruto financiële schuld bedroeg eind 2024 k€ 2 741 (2023: k€ 3 358) en de schuld aan verbonden partijen eind 2024 k€ 3 790 (2023: k€ 5 338).
De enkelvoudige jaarrekening toont nog een positief eigen vermogen van k€ 2 305; de kaspositie eind van het jaar bedraagt k€ 13. De bruto financiële schuld bedraagt k€ 4 500 (2023: k€ 6 838), en bestaat voor k€ 3 000 uit schulden aan verbonden partijen, en voor k€ 1 500 uit de kortlopende voorschotten opgenomen op de Belfius kredietlijn.
In het kader van de beoordeling van de continuïteit heeft de Groep en de Vennootschap een kasstroomplanning opgemaakt welke ten minste de periode dekt tot en met 30 juni 2026. Deze kasstroomplanning is opgemaakt aan de hand van het door de Raad van Bestuur goedgekeurde business plan.
De verkoop van de ICT service activiteiten op 27 juni 2024 heeft de liquiditeitspositie van de Groep en de Vennootschap tijdelijk verbeterd gedurende 2024. Evenwel is de realisatie van enkele business plannen nog achterwege gebleven voornamelijk vanwege de Remoticom sub-groep (verder Remoticom) alsook Crescent NV, waardoor de Groep en de Vennootschap zich naar jaareinde toe opnieuw in een onder druk staande werkkapitaalpositie bevonden. Dit heeft onderstreept dat voor de borging van de continuïteit de realisatie van de businessplannen, en met name deze van Remoticom en van Crescent NV ven essentieel belang zullen zijn.
De Raad van Bestuur is van oordeel dat de kans om omzet en EBITDA te realiseren in 2025 meer kans op slagen zou moeten hebben dan het vorige jaar door de verdere investeringen die in de loop van 2024 vanuit de aanwezige technologische kennis zijn gedaan in de verdere ontwikkeling van producten, en in de verdere uitbouw van de productportefeuille.
Het mag evenwel niet ontkend worden dat met name voor Remoticom en Option de plannen ambitieus en onzeker blijven en een turnaround wordt voorzien die niet is gerealiseerd in het afgelopen jaar. De rentabiliteit van de activiteiten van SAIT en Innolumis kunnen opwegen tegen de groepskosten, maar zijn nog niet van die aard om eventuele tekorten van de activiteiten van Remoticom en Crescent NV op permanente wijze op te vangen. Gezien het zwaartepunt van de realisaties in de tweede helft van het jaar 2025 ligt, en de EBITDA in het eerste kwartaal van 2025 onder het budget is uitgekomen, is de nood aan bijkomende financiering toegenomen. In dat verband is de Groep en de Vennootschap gesprekken gestart met financiële instellingen om bijkomende financiering mogelijk te maken.
Op dit ogenblik heeft de Groep nog geen formele financieringsvoorstellen ontvangen, maar is ze ervan uitgegaan in de opmaak van haar financieel plan dat zij deze ten belope van €0.95 miljoen zal voorgesteld krijgen mits het voorleggen van de nodige garanties. Hiervoor zou het kunnen dat de afhankelijkheid van ondersteuning van de referentie aandeelhouder een doorslaggevende rol zal spelen, zoals het de laatste jaren steeds het geval is geweest. Deze steun zal ook nodig blijven als de financieringsvoorstellen ontoereikend zouden zijn of de realisatie van de businessplannen vertraagt of achterwege blijft zodat de voorziene kasstromen, vereist om de Groep en de Vennootschap op langere termijn naar een structureel gezonde toestand te brengen, niet zouden gerealiseerd worden. Eventueel uitstel van in het business plan voorziene terugbetalingen van leningen aan verbonden partijen kunnen voor een bijkomende verbetering van de kasstroom zorgen ten bedrage van €0.41 miljoen.
Onmiddellijk na de verkoop van 2Invision heeft Van Zele Holding NV een terugbetaling van €2.4 miljoen van de Vennootschap ontvangen, wat haar op haar beurt in staat heeft gesteld de leningen die zij bij financiële instellingen was aangegaan om de rekening-courant naar Crescent vóór de verkoop te verhogen naar €4.4 miljoen, terug te betalen. Echter, heeft zij, ter ondersteuning van de Groep, deze rekening-courant opnieuw tot €3 miljoen eind 2024 moeten verhogen, en bijkomend een rechtstreekse lening van €0.14 miljoen aan Remoticom BV toegestaan.
De bijkomende financiering is in 2024 essentieel gebleken om de Groep en de Vennootschap in een positie van continuïteit te behouden, en zal dat ongetwijfeld in 2025 ook zijn.
De belangrijkste gebeurtenissen en omstandigheden welke wijzen op het bestaan van een onzekerheid van materieel belang die significante twijfel kan doen ontstaan over de mogelijkheid van de Groep en de Vennootschap om haar continuïteit te handhaven zijn de volgende
Het realiseren van het business plan voor de periode van de kasstroomplanning. De grootste onzekerheid bevindt zich, zoals hierboven aangegeven, bij Remoticom en Crescent NV (Option) gezien de historiek van niet behaalde doelstellingen en het feit dat het business plan voor deze beide componenten ambitieus blijft en tot een turnaround dient te leiden. Tekorten in de realisatie van de business plannen geven aanleiding tot een werkkapitaalpositie welke onder druk blijft staan gezien de krappe liquiditeitspositie.
Het behouden van de korte termijn financiering bij Belfius bank van EUR 1.5 miljoen. Deze financiering, die onder korte termijn financiële schulden is opgenomen, is aangegaan voor onbepaalde duur. Onderliggende gaat het over een korte termijn financiering welke telkens opnieuw verlengd kan worden en aangenomen kan worden dat, gezien de garanties en zekerheden gekoppeld aan deze financiering alsook op basis van het verleden, deze financiering verlengd zal worden (hetgeen ook opgenomen is in de kasstroom projecties). Indien noodzakelijk, zou het kunnen nodig zijn dat bedoelde financiering bij een andere financiële instelling wordt geherfinancierd.
Het uitbreiden van, wanneer effectieve tekorten in liquiditeiten plaatsvinden door o.a. het niet realiseren van het business plan, en het behouden van de huidige financiering (welke EUR 3.14 miljoen bedraagt op jaareinde en verder toegenomen is tot EUR 3.39 miljoen in April 2025) van de referentieaandeelhouder Van Zele Holding NV alsook het vertraagd terugbetalen van deze schulden. De opgemaakte kasstroomplanning houdt rekening met de goedkeuring van Van Zele Holding NV om korte termijn schulden ten belope van EUR 0.41 miljoen, welke contractueel vóór 31 december 2025 terugbetaald dienen te worden, op een later tijdstip terug te betalen en zeker niet vóór 30 juni 2026.
Het bekomen van nieuwe financieringen bij kredietinstellingen ten belope van tenminste EUR 0.95 miljoen. Gesprekken in die zin zijn opgestart zowel in België als in Nederland, maar hebben nog niet geleid tot formele financieringsvoorstellen.
Het verkopen van een participatie of het doorvoeren van een kapitaalverhoging in het geval voorgaande gebeurtenissen en omstandigheden onvoldoende blijken te zijn of niet succesvol afgerond kunnen worden, welke moet leiden tot een kasinstroom van ten minste EUR 1 miljoen over de periode van de kasstroomplanning.
Concluderend kunnen we stellen dat de Groep en de Vennootschap, voor wat betreft financiering, in grote mate afhankelijk blijven van haar referentie aandeelhouder Van Zele Holding NV alsook van het kunnen behouden van de huidige externe financiering met Belfius Bank en het bekomen van nieuwe financieringen bij andere kredietinstellingen.
De Raad van Bestuur is van mening dat, op korte termijn de continuïteit van de Groep verzekerd blijft door de verwachte blijvende steun van Van Zele Holding NV, en op middellange termijn, moest de uitvoering van de businessplannen vertraging oplopen, de Groep in de mogelijkheid is bijkomende middelen aan te trekken door de verkoop van één van haar participaties.
Indien de realisatie van het budget voor volgend boekjaar alsook de businessplannen voor de jaren nadien achterblijft, zorgt dit voor de nood aan bijkomende financiering, die op dit moment nog niet geformaliseerd is. Deze situatie wijst op het bestaan van een materiële onzekerheid inzake de mogelijkheid van zowel de Groep als de Vennootschap om haar continuïteit te handhaven. De Raad van Bestuur is van mening dat de Groep en de Vennootschap in staat zal zijn om bovenstaande gebeurtenissen en omstandigheden succesvol te beheren. Het heeft dan ook vertrouwen in de opgemaakte plannen en de daaraan gelinkte kasstroomprojecties waardoor dat zij van oordeel is dat zowel de geconsolideerde jaarrekening van de Groep als de enkelvoudige jaarrekening van Crescent NV in continuïteit opgemaakt kunnen worden.
Het macro-economisch klimaat kan uiteraard ook een impact hebben op de activiteiten van de groep. De Groep ondervindt vooralsnog geen direct negatieve gevolgen van het conflict tussen Rusland en Oekraïne; evenwel zal de dreiging van de wereldwijde handelsoorlog door douanerechtenverhogingen goed worden geëvalueerd. In 2024 bedroeg de totale export van de Groep naar de Verenigde Staten ongeveer 1 miljoen €. Het risico bestaat dat het behalen van deze omzet in de volgende jaren onder druk zal komen.
De grootste onzekerheid rust in de evolutie van Remoticom en Crescent NV, bij de afronding van aan de gang zijnde ontwikkelingen van nieuwe, kwalitatieve producten, de optimisatie van de assemblage en supply chain en bij de succesvolle en tijdige introductie van nieuwe producten in de respectievelijke markten.
En in het bijzonder blijft ook het behouden en aantrekken van competent en goed opgeleid personeel een uitdaging voor de uitvoering van de business plannen, met name in de thuismarkten (Nederland en België) waar momenteel nog steeds structurele arbeidstekorten in het arbeidsaanbod bestaan.
In het kader van de normale activiteiten, werden transacties met verbonden partijen door de Groep steeds aangegaan op een marktconforme basis.
In 2024 heeft Crescent NV voor k€ 95 (2023: k€ 192) engineering services aan Danlaw Inc verkocht, deze services worden aan marktconforme voorwaarden aangerekend voor de effectieve uren die Crescent NV gespendeerd heeft voor de uitvoering van deze services.
Crescent is de partner die voor SnowWorld het nieuwe ticketing-, kassa- en toegangssysteem heeft ontwikkeld. Alychlo is aandeelhouder in zowel Crescent als in SnowWorld. De in 2023 afgesloten licentieovereenkomst hiervoor leverde in 2024 k€ 175 (2023: k€ 137,5) op, bijkomende software diensten nog k€ 39 (2023: k€ 33). De overeenkomst voor de levering van managed services diensten voor de ITinfrastructuur is in 2024 ook verdergezet.
Gezien de licentieovereenkomst en software activiteiten geen deel uitmaakten van de verkoop van 2Invision, zullen deze inkomsten binnen de Crescent groep blijven, in tegenstelling tot de managed services omzetten.
In 2024 heeft Alychlo haar belangen in Crescent NV verkocht tot beneden de 3%, zodat Alychlo in de toekomst niet meer als verbonden partij beschouwd zal worden.
Begin 2024 bedroeg het door Van Zele Holding NV aan Crescent NV verstrekte krediet 4,74 miljoen EUR.
Dit saldo werd tijdens het eerste semester verhoogd met 0.1 miljoen €. Na de verkoop van 2Invision MS BV, werd dit saldo naar 2 miljoen € teruggebracht.
In de loop van het tweede semester heeft Van Zele Holding NV haar verstrekt krediet opnieuw verhoogd waardoor het totaal aan verstrekte voorschotten in totaal op 3,14 miljoen EUR komt per eind 2024, waarvan k€ 390 op korte termijn.
De interesten vergoed aan een interestvoet van Euribor 1 maand +5% p.a. bedragen k€ 317 in de resultatenrekening van 2024. (2023: k€ 349).
Van Zele Holding NV heeft zich garant gesteld voor het betalingsplan dat Crescent NV is aangegaan met LDA Capital door levering van aandelen van Crescent aan LDA als borg (voor meer informatie met betrekking tot de transactie met LDA Capital verwijzen we naar toelichting 21). In 2024 werden bij Crescent voor vergoeding van deze borgstelling k€9 financiële lasten geboekt. Van Zele Holding NV heeft zich ook garant gesteld voor de terugbetaling van de k€ 500 aan BLCC die deze laatste geleend heeft aan Crescent Ventures. Voor vergoeding van deze borgstelling werden in 2024 k€12 financiële lasten geboekt. Deze lasten worden berekend aan 5% op de gemiddelde waarde van de verstrekte borgstellingen.
Het korte-termijn krediet van BLCC ten gunste van Crescent Ventures van € 0,5 miljoen, waarvan € 0,3 miljoen jaarlijks verlengbaar of opzegbaar en € 0,2 miljoen trimestrieel verlengbaar of opzegbaar; wordt ook beschouwd als een schuld aan verbonden partijen. Van Zele Holding is voor 35% eigenaar van BLCC en kan als dusdanig de beslissingen bij BLCC sturen. VZH heeft zich ook borg gesteld voor de terugbetaling van de lening aan BLCC. De rentevoet bedraagt EURIBOR 12 maanden +3% voor de € 0,3 miljoen, en EURIBOR 3 maanden +2% voor de € 0,2 miljoen. De intrestkosten die voor dit krediet in 2024 werden geboekt beliepen k€ 31 (2023: k€ 28)
Ter versterking van de liquiditeitspositie van de groep en ter aanvulling van het werkkapitaal, werden eind december 2023 door de Heren Van Zele, Boedt en Eijsermans telkens 200k EUR aan de groep ter beschikking gesteld tot een week na de afronding van de desinvestering van de services divisie.
De interestlasten, gerekend aan 9% p.a. werden betaald op het einde van elke maand, tijdens de looptijd van de kredieten. De leningen werden in juni en juli 2024 terugbetaald en er werden voor k€ 31 intresten geboekt.
Aan de vennootschap Remoticom Holding BV werden 3 korte termijnleningen toegekend voor in totaal k€ 290 door bestuurders. Naast de k€ 140 die door Van Zele Holding werd ter beschikking gesteld en die in het totale krediet van k€ 3,14 miljoen is opgenomen (zie vorig punt), heeft ook Eysermans Beheer leningen toegestaan van respectievelijk k€ 50 en van k€ 100. De intrestvoet bedraagt 9% en in 2024 werden voor de leningen in totaal k€ 3 aan intrestlasten in resultaat genomen. De leningen van Eysermans Beheer worden gewaarborgd door de moedermaatschappij CRESCENT NV.
De betaalde huur voor het door Van Zele Holding ter beschikking gestelde kantoor met drie werkplaatsen incl. parking, en een aparte vergaderruimte bedroeg k€ 30 in 2024 (2023: k€ 30).
| Vergoedingen Raad van Bestuur en Excom (in KEUR) | 2024 | 2023 |
|---|---|---|
| Voorzitter | 24 | 24 |
| Bestuurders | 29 | 42 |
| Excom | 429 | 539 |
| Totaal vergoedingen | 482 | 605 |
| Bestuurders | - | 4 |
| Excom | - | 12 |
| Totaal warranten | - | 16 |
| Totaal vergoedingen en warranten | 482 | 621 |
De Algemene Vergadering van 28 juni 2024, keurde de volgende vergoedingen goed voor de Bestuurders:
Vergoedingen voor bijkomende opdrachten (zoals deelname aan afzonderlijke comités, audits, etc.), worden bepaald op k€ 1 per bestuurder per bijeenkomst.
Voor vergoeding van bijkomende kosten wordt gevraagd om de Raad van Bestuur en Remuneratiecomité over deze te laten beslissen.
Aanvullend bij voornoemde vergoeding zijn bestuurders ook gerechtigd op terugbetaling van gedane "out-of-pocket" uitgaven overeenkomstig het vastgestelde beleid van de Vennootschap hieromtrent (inzonderheid inzake reisonkosten) en voor zover zulke uitgaven redelijk zijn en vereist voor de uitoefening van hun taken als bestuurder van de Vennootschap.
Het totale bedrag van bestuurdersvergoedingen die in de bedrijfskosten werden opgenomen exclusief de hierboven vermeldde vergoeding van de voorzitter, bedraagt 29 (2023: k€ 42).
In 2024 waren er geen kosten meer voor de warranten toegekend aan de leden van de Raad van Bestuur naar aanleiding van het warrantenplan 2020 (2023: k€ 4).
Op 31 december 2024 zijn van het warrantenplan van 2020 door bestaande leden van de Raad van Bestuur 1 miljoen warranten verworven maar niet uitgeoefend.
Voor de Heer Van Zele is een bedrag van k€ 60 (2023: k€ 60) voorzien voor zijn functie als CEO; deze kost werd opgenomen in de onderstaande bezoldigingen van de leden van het uitvoerend management.
De totale basisvergoeding van het Excom per 31 december 2024 bedroeg 429 (2023: k€ 539). Daarbij kwamen nog variabele vergoedingen van k€ 18 (2023: k€ 61), pensioenbijdrages van k€ 4 (2023: k€ 15) en bijkomende remuneratiecomponenten van k€ 27 (2023: k€ 28).
Op 31 december 2024 zijn van het warrantenplan van 2020 door bestaande leden van het Excom 1.5 miljoen warranten verworven maar niet uitgeoefend.
De kost voor de warranten toegekend aan de leden van het Excom in 2024 bedroeg k€ 0 (2023: k€ 12).
Geen enkel lid van het Uitvoerend Management Team komt in aanmerking voor specifieke vertrekvergoedingen, boven op de bestaande wettelijke regelingen. Er bestaan geen bijzondere rechten van herstel, in aanvulling op de bestaande wettelijke bepalingen, die speciale bevoegdheden toekennen aan de Vennootschap om op basis van onjuiste financiële gegevens toegekende of betaalde variabele vergoedingen terug te vorderen.
VERKLARING VAN DE COMMISSARIS
De volgende documenten zijn uittreksels uit de enkelvoudige jaarrekening van Crescent NV, opgesteld volgens de Belgische boekhoudnormen in overeenstemming met artikel 3:17 van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen.
Alleen de geconsolideerde jaarrekening geeft een waarheidsgetrouw beeld van de financiële positie en prestaties van de Crescent-groep.
| 2024 | 2023 | |
|---|---|---|
| In duizend EUR | ||
| Activa | ||
| Vaste activa | 9 195 | 14 923 |
| Immateriële vaste activa | 640 | 821 |
| Materiële vaste activa | 55 | 64 |
| Financiële vaste activa | 8 500 | 14 038 |
| Vlottende activa | 5 142 | 8 363 |
| Voorraden en bestellingen in uitvoering | 349 | 550 |
| Vorderingen op ten hoogste één jaar | 4 733 | 7 695 |
| Liquide middelen | 13 | 38 |
| Overlopende rekeningen | 47 | 80 |
| Totaal activa | 14 337 | 23 286 |
| Passiva | ||
| Kapitaal en reserves | 2 305 | 9 496 |
| Kapitaal | 14 090 | 14 090 |
| Uitgiftepremies | 5 141 | 5 141 |
| Wettelijke reserve | 612 | 612 |
| Overgedragen winst/(verlies) | ( 17 697) | ( 10 709) |
| Kapitaalsubsidies | 159 | 362 |
| Voorzieningen | 207 | 181 |
| Schulden | 11 825 | 13 609 |
| Financiële schulden op meer dan één jaar | 3 522 | 5 111 |
| Schulden op ten hoogste één jaar | 8 184 | 8 257 |
| Overlopende rekeningen | 119 | 241 |
| Totaal verplichtingen en eigen vermogen | 14 337 | 23 286 |
| 2024 | 2023 | |
|---|---|---|
| In duizend EUR | ||
| I. Bedrijfsopbrengsten | 5 210 | 4 383 |
| Omzet | 4 502 | 3 749 |
| Waardevermeerdering (-vermindering) van de voorraden gereed product, goederen in bewerking en bestellingen in uitvoering |
( 91) | ( 120) |
| Geactiveerde ontwikkelingsprojecten | 129 | 235 |
| Andere bedrijfsinkomsten (voornamelijk transacties tussen dochterondernemingen) |
670 | 519 |
| II. Bedrijfskosten | 6 212 | 6 389 |
| Handelsgoederen, grond- en hulpstoffen | 1 999 | 1 193 |
| Diensten en diverse goederen | 2 231 | 2 224 |
| Bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen | 1 714 | 1 908 |
| Afschrijvingen en andere waardeverminderingen op oprichtingskosten, immateriële en materiële vaste activa |
325 | 560 |
| Waardevermeerderingen en - verminderingen op voorraden, bestellingen in uitvoering en handelsvorderingen |
( 94) | 319 |
| Voorzieningen voor risico's en kosten | 26 | 119 |
| Andere bedrijfskosten | 11 | 66 |
| Niet-recurrent bedrijfskosten | - | - |
| III. Bedrijfswinst/(bedrijfsverlies) | ( 1 002) | ( 2 006) |
| IV. Financiële opbrensten | 171 | 421 |
| V. Financiële kosten | ( 6 155) | ( 1 182) |
| IX. Winst/(verlies) van het boekjaar vóór belastinge | ( 6 986) | ( 2 767) |
| X. Belastingen op het resultaat | ( 3) | ( 3) |
| XIII. Te bestemmen winst/(te verwerken verlies) van het boekjaar | ( 6 989) | ( 2 770) |
| Resultaatverwerking - verkort schema (conform Belgische boekhoudnormen) | ||
| 2024 | 2023 | |
| In duizend EUR | ||
| Overgedragen winst/(overgedragen verlies) van het vorige boekjaar | ( 10 708) | ( 7 938) |
| Te bestemmen winst/(te verwerken verlies) van het boekjaar | ( 6 989) | ( 2 770) |
| Te bestemmen winstsaldo / (te verwerken verliessaldo) | ( 17 697) | ( 10 708) |
Oprichtingskosten worden geboekt ten laste van de opbrengsten, met uitzondering van de geactiveerde kosten.
Octrooien (patenten), licenties en software worden lineair afgeschreven tegen een afschrijvingspercentage van 20 %.
Laboratorium-, test-, meet- en computerapparatuur worden lineair afgeschreven tegen een afschrijvingspercentage van 20 %. Test- en meetapparatuur (onder leasing) wordt lineair afgeschreven tegen een afschrijvingspercentage van 20 %.
Vanaf 1 januari 2005 worden de uitgaven voor onderzoek als uitgave opgenomen wanneer ze worden opgelopen.
Kosten van ontwikkelingsprojecten (voor het ontwerpen en testen van nieuwe of verbeterde producten) worden alleen opgenomen als immateriële activa als voldaan is aan alle onderstaande voorwaarden:
Andere ontwikkelingsuitgaven worden als uitgave opgenomen wanneer ze worden opgelopen. Ontwikkelingskosten die in het verleden werden opgenomen als uitgave, worden in een volgende periode niet opgenomen als activa. Ontwikkelingskosten met een vaste gebruiksduur die werden geactiveerd, worden afgeschreven vanaf het begin van de commerciële productie van het product op een rechtlijnige basis over de periode van zijn verwachte winst, die niet meer dan drie jaar bedraagt.
Rollend materieel wordt lineair afgeschreven tegen een afschrijvingspercentage van 20 %.
Kantoormeubilair en kantoormaterieel worden lineair afgeschreven tegen een afschrijvingspercentage tussen 20 % en 33,3 %.
Tijdens het boekjaar worden geen herwaarderingen op de geldbeleggingen toegepast.
In de loop van het boekjaar werden deelnemingen geherwaardeerd.
De Raad van Bestuur heeft de statutaire boekwaardes van alle participaties in dochterondernemingen, en van de vorderingen op deze laatste geëvalueerd op basis van de business plannen en toekomstig verwachte kasstromen en besloot dientengevolge tot een waardevermindering van €2.0 miljoen op de participatiewaarde van Remoticom Holding BV, en tot een waardevermindering van €3.6 miljoen op de participatiewaarde van Crescent Ventures NV, naar aanleding van de verkoop van deze laatste van 2Invision Managed Services BV.
Voorraden
De voorraden (handelsgoederen, grond- en hulpstoffen, goederen in bewerking, afgewerkte producten en producten voor herverkoop) worden gewaardeerd tegen gewogen gemiddelde prijzen bepaald op basis van de FIFO-methode of, indien die lager is, op basis van de marktwaarde (realisatiewaarde).
De producten worden gewaardeerd tegen kostprijs, voor zover rechtstreeks toerekenbaar.
Bestellingen in uitvoering worden gewaardeerd tegen vervaardigingsprijs.
Schulden op meer dan één jaar, niet-rentedragende en tegen een ongewoon lage rente zijn niet opgenomen in de passiva.
Schulden, passiva en verplichtingen in vreemde valuta worden omgerekend tegen de wisselkoers per 31 december 2024. Transacties worden omgerekend tegen dagkoers.
In de jaarrekening zijn de volgende koersverschillen gepubliceerd:
Gezien ten gevolge van dit verlies het nettoactief gedaald is tot minder dan een vierde van het geplaatst kapitaal, heeft het bestuursorgaan, in het kader van de alarmbelprocedure (toepassing van art 7:228 WVV) een bijzonder verslag opgemaakt waarin het uiteenzet welke maatregelen voorgesteld worden om de continuïteit van de vennootschap te vrijwaren. De algemene vergadering van 30 mei 2025 zal gevraagd worden om te besluiten over de te nemen en de genomen maatregelen, zoals opgenomen in het bijzonder verslag, om de continuïteit van de vennootschap te vrijwaren.
Sinds 5 augustus 2003 noteren de aandelen op de eerste markt van Euronext Brussel. De aandelen van Crescent NV (voorheen: Option NV) worden verhandeld op de continumarkt onder de ticker OPTI.
| Aantal noterende aandelen per 31/12/2024 | 1 994 069 717 |
|---|---|
| Aandelenkoers per jaareinde | 0,0102 |
| Marktkapitalisatie (miljoen EUR) | 20,34 |
| Hoogste sluitkoers (EUR) - op 5 juli 2024 | 0,0146 |
| Laagste sluitkoers (EUR) - op 15 februari 2024 | 0,0072 |
| Free float | 59,04% |
In 2024 werden op Euronext in totaal 665 397 706 aandelen verhandeld (2023: 313 683 774 aandelen) op 257 beursdagen wat een gemiddelde van 2 589 096 aandelen per dag (2023: 1 230 132 aandelen) betekent voor de gemiddelde dagelijkse omzet van € 30 369 (2023: € 18 734) en een gemiddelde VWAP (Volume weighted average price) van € 0,01073 (2023: € 0,01605).
Crescent zal in 2025 haar financiële informatie en bedrijfsupdates bekendmaken op de volgende data:
Voor nadere bijzonderheden over de informatie in deze jaarrekening of voor inlichtingen over Crescent NV en over documenten ingediend om te voldoen aan de transparantieverplichtingen van de vennootschap betreffende de kennisgeving van deelneming van aandelen, gelieve contact op te nemen met:
Crescent Edwin Bex Geldenaaksebaan 329 B-3001 Leuven, België Tel.: +32 (0)16 31 74 11 E-mail: [email protected]
De ondergetekenden, Van Zele Holding NV, vast vertegenwoordigd door Eric Van Zele, Voorzitter Raad van Bestuur en Edwin Bex, CFO van Crescent NV, verklaren dat, voor zover hen bekend:
Leuven, 23 april 2025
Van Zele Holding NV Edwin Bex vast vertegenwoordigd door Eric Van Zele Voorzitter Raad van Bestuur CFO Crescent NV Crescent NV
| NAAM | CRESCENT NV |
|---|---|
| RECHTSVORM | Naamloze Vennootschap naar Belgisch recht |
| ADRES | Geldenaaksebaan 329, B-3001 LEUVEN |
| TELEFOON | +32(0)16 31 74 11 |
| [email protected] | |
| WEBSITE | www.crescent-ventures.com |
| ONDERNEMINGSNR. | 0429 375 448 |
| BTW | BE 429 375 448 |
| OPRICHTINGSDATUM | 3 juli 1980 |
| DUUR | Onbepaalde duur |
| COMMISSARIS | KPMG Bedrijfsrevisoren |
| AFSLUITDATUM BOEKJAAR | 31 december |
| MAATSCHAPPELIJK KAPITAAL | € 14.090.155,531 |
| AANTAL AANDELEN | 1.994.069.717 |
| JAARLIJKSE VERGADERING | Laatste werkdag van mei om 10u |
| BEURSNOTERING | Euronext – continumarktStock – Ordinary Stock - |
| Continuous – compartment B – ticker OPTI | |
| NAAM | CRESCENT NV |
| RECHTSVORM | Naamloze Vennootschap naar Belgisch recht |
Het totale eigen vermogen gedeeld door het aantal gewogen gemiddeld aantal gewone aandelen.
Winst voor aftrek van rente en belastingen.
Bedrijfsresultaat.
Recurrente Winst voor aftrek van rente en belastingen.
Bedrijfsresultaat verhoogd door aftrek van niet-weerkerende herstructureringskosten en eenmalige kostelementen.
Dit bedrag geeft een goede indicatie van het bedrijfsresultaat zonder impact van kosten uit het verleden en niet weerkerende eenmalige kosten en geeft zo een beter beeld van het inherent befrijfsresultaat en de evolutie ervan.
EBIT plus afschrijvingen en (bijzondere) waardeverminderingen.
Dit bedrag geeft de kasgeneratie of het kasverlies van de operaties aan zonder de bewegingen in werkkapitaal, investeringen en financieringen.
REBIT plus afschrijvingen en (bijzondere) waardeverminderingen.
Dit bedrag geeft de kasgeneratie of het kasverlies van de inherente operaties aan zonder de bewegingen in werkkapitaal, investeringen en financieringen, en zonder de impact van kosten uit het verleden of niet weerkerende eenmalige kosten.
Aantal aandelen uitstaand bij het begin van de periode, aangepast voor het aantal aandelen geannuleerde, wederingekochte of uitgegeven aandelen gedurende de periode vermenigvuldigd met een tijdscorrigerende factor.
Nettowinst plus niet kaskosten (o.a. afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen) gedeeld door het aantal gewogen gemiddeld aantal gewone aandelen.
Aankopen van materiële en immateriële vaste activa, verminderd met de opbrengst van verkopen.
Kort- en langlopende financiële schulden verminderd met de beschikbare liquide middelen. Dit bedrag geeft een beeld van de financiële schuld die netto aflosbaar blijft.
Vlottende activa min vlottende passiva.
Het verschil tussen Voorraden en handels- en overige vorderingen enerzijds en handels-en overige schulden anderzijds. Dit bedrag geeft een indicatie van het zeer korte termijn kasoverschot of -nood.
Nettowinst gedeeld door het gewogen gemiddeld aantal gewone aandelen.
Op het ogenblik wordt binnen de Europese Unie werk verder gemaakt van richtlijnen voor de toekomstige ESG rapportering, en worden voor ondernemingen rapportagenormen uitgewerkt waarover in de komende jaren vroeger of later verslag zal worden uitgebracht.
Crescent houdt zich al een tijd aan onderstaande regels inzake bedrijfsethiek, maar heeft ook een aantal concrete stappen gezet die bijdragen aan milieu en maatschappelijk welzijn.
Met name in haar divisie Lighting worden door haar aanbod van LED luminaires en licht controllers voor slimme verlichting, oplossingen aangeboden die aan de klanten toelaten een belangrijke energiebesparing te kunnen realiseren.
In de divisie Solutions zijn een aantal IoT use cases bestaande met sensoren en gateways die bijdragen tot het verbeteren van onze leefwereld zoals sensoren die o.a. toelaten luchtkwaliteit, geluidsterkte, … te meten zodat maatregelen kunnen worden genomen ter verbetering van de gemeten waardes indien nodig, of die alarmen geven bij verspilling van natuurlijke hulpbronnen (bijv. waterlekdetectie)
Voor de groep heeft Crescent beslist alle bedrijfswagens in de toekomst te electrificeren, zodat haar carbonprint in de toekomst zal dalen.
Inzake maatschappelijk welzijn, wordt assemblage van de LED luminaires van Innolumis sinds jaar en dag uitbesteed aan twee sociale werkplaatsen in Nederland, waardoor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt toch kunnen worden ingezet voor de productie.
Crescent heeft oog voor haar verantwoordelijkheid om zich ethisch te gedragen bij het nastreven van haar bedrijfsdoelstellingen. Daarom legt de Groep de volgende ethische verklaring af.
Crescent NV, met inbegrip van al haar dochterondernemingen, aanverwante bedrijven en/of geconsolideerde holdings, neemt volgende praktijken in acht:
We zullen niet investeren in een van de volgende gebieden:
We zullen de onderstaande activiteiten niet beoefenen:
We zullen onze werknemers niet discrimineren:
We zullen de nodige controles en procedures invoeren om te verzekeren dat al onze leveranciers en onderaannemers:
In onze distributie- en leveringsakkoorden zullen we clausules opnemen die omkooppraktijken verbieden. Binnen ons personeelsbeleid werken we maatregelen uit die we kunnen en zullen nemen om corruptie en fraude te voorkomen
Crescent is krachtens de Belgische wetgeving verplicht zijn jaarverslag in het Nederlands op te stellen. Crescent heeft ook een verkorte Engelse vertaling van dit jaarverslag gemaakt. Bij tegenstrijdigheid tussen de Engelse en Nederlandse versie van dit jaarverslag, is de Nederlandse brontekst bindend.
Dit jaarverslag is alleen in elektronische vorm beschikbaar. Deze elektronische versie kan worden gedownload via het internet op de website van Crescent (www.crescent-ventures.com). Andere informatie op de website van Crescent of op enige andere website, maakt geen deel uit van dit jaarverslag.
Dit jaarverslag bevat toekomstgerichte uitspraken, daaronder zonder beperking inbegrepen uitspraken met de woorden "is van oordeel", "verwacht", "is van plan", "is voornemens", "streeft ernaar", "naar verwachting", "naar schatting", "zal", "wil", en soortgelijke uitdrukkingen. Deze toekomstgerichte uitspraken reflecteren bekende en onbekende risico's, onzekerheden en andere factoren die tot gevolg kunnen hebben dat de werkelijke resultaten, financiële toestand, prestaties of verwezenlijkingen van Crescent, of bedrijfsresultaten wezenlijk verschillen van de toekomstige resultaten, prestaties of verwezenlijkingen uitgesproken of geïmpliceerd in deze toekomstgerichte uitspraken. Gezien deze onzekerheden wordt de lezer afgeraden overmatig te vertrouwen op deze toekomstgerichte uitspraken. Deze toekomstgerichte uitspraken zijn uitsluitend gemaakt op datum van dit jaarverslag. Crescent wijst uitdrukkelijk elke verplichting af om deze toekomstgerichte uitspraken in dit jaarverslag bij te werken rekening houdend met een wijziging van de desbetreffende verwachtingen of een verandering van gebeurtenissen, voorwaarden of omstandigheden waarop deze uitspraak berust, tenzij een dergelijke uitspraak is voorgeschreven in de geldende wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen.
Building tools?
Free accounts include 100 API calls/year for testing.
Have a question? We'll get back to you promptly.