Interim Report • Aug 14, 2025
Interim Report
Open in ViewerOpens in native device viewer

Gereglementeerde informatie in de zin van het koninklijk besluit van 14 november 2007
Persbericht Schoten, 14 augustus 2025

1.2.Markten
1.3.Financiële staten

| Groepsproducties | ||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| 2025 (in ton) | Eigen | Derden | Q2/25 | YoY% | Eigen | Derden | YTD Q2/25 |
YoY% |
| Palmolie | 93 562 | 20 475 | 114 037 | 20,0% | 170 110 | 37 950 | 208 060 | 19,1% |
| Bananen | 11 482 | 0 | 11 482 | 2,1% | 25 977 | 0 | 25 977 | 3,4% |
| 2024 (in ton) | Eigen | Derden | Q2/24 | Eigen | Derden | YTD Q2/24 |
||
| Palmolie | 78 258 | 16 758 | 95 016 | 143 716 | 31 031 | 174 747 | ||
| Bananen | 11 241 | 0 | 11 241 | 25 122 | 0 | 25 122 |
In Indonesië zette de productie van verse vruchtentrossen ("Fresh Fruit Bunches" – FFB) haar stijgende lijn voort in het tweede kwartaal van 2025, met een toename van 12,8% ten opzichte van dezelfde periode in 2024. Dit volgde op een sterk eerste kwartaal, waarin een stijging van 16,4% werd opgetekend in vergelijking met vorig jaar. Hierdoor steeg de totale FFB-productie in Indonesië in de eerste helft van 2025 met 14,4% ten opzichte van dezelfde periode in 2024, waarbij alle productiesites in Sumatra aan de groei bijdroegen.
In de regio Bengkulu (Agro Muko) ondersteunde gunstige regenval in het eerste kwartaal en een deel van het tweede kwartaal de vruchtontwikkeling, wat leidde tot sterke oogstresultaten. De eigen productievolumes in deze regio stegen met 14,7% in het tweede kwartaal en met 15,3% in de eerste jaarhelft, ten opzichte van vorig jaar. Musi Rawas profiteerde bovendien van de uitbreiding van het eigen volgroeide plantageareaal, dat eind juni 2025 uitkwam op 13 551 hectare. Inclusief de volgroeide arealen van Dendymarker Indah Lestari, dragen nu in totaal 20 854 hectare bij aan de productie in Zuid-Sumatra. Dit resulteerde in een stijging van de eigen FFB-productie met 28,2% in het tweede kwartaal en met 29,9% in de eerste zes maanden, vergeleken met dezelfde periode in 2024. In Noord-Sumatra noteerden de plantages op minerale bodems een stijging van 7,9% in de FFB-productie in het tweede kwartaal en een stijging van 4,4% over de eerste jaarhelft ten opzichte van vorig jaar. Op de plantages met organische bodems leidde de lagere regenval in 2024 echter tot een terugval van de opbrengsten. Ondanks een stijging van 10,5% in het eerste kwartaal, was er een daling van 7,0% in het tweede kwartaal en een lichte afname van 0,2% in de eerste jaarhelft van 2025 ten opzichte van de eerste jaarhelft in 2024.
In Indonesië steeg de productie van ruwe palmolie ("Crude Palm Oil" – CPO) in de eerste helft van 2025 tot 134 862 ton, een toename van 22,1% ten opzichte van dezelfde periode in 2024. Alleen al in het tweede kwartaal bedroeg de CPO-productie 75 035 ton, een stijging van 22,5% ten opzichte van Q2 vorig jaar. Deze groei werd ondersteund door zowel het toenemende aantal volgroeide hectaren als door verbeteringen in de olie-extractie-efficiëntie. Het gemiddelde olie-extractiepercentage ("Oil Extraction Rate" – OER) in Indonesië verbeterde tot 23,1% op jaarbasis, vergeleken met 22,3% in de eerste helft van 2024, dankzij betere verwerkingsprestaties en grotere vruchtentrossen. Vooral in Zuid-Sumatra steeg de OER sinds het begin van het jaar met 3,4%.
De totale FFB-productie in Papoea-Nieuw-Guinea kende een solide vooruitgang in de eerste helft van 2025 en lag 7,8% hoger dan in dezelfde periode van 2024. In het tweede kwartaal steeg de eigen FFB-productie
met 10,4%, terwijl de lokale boeren opnieuw beter presteerden met een stijging van 16,2% ten opzichte van vorig jaar. De totale FFB-productie voor het tweede kwartaal lag 12,8% hoger dan in dezelfde periode in 2024. Dit werd mede ondersteund door het herstel van de Navo-plantage na de vulkaanuitbarsting in 2023 en een sterke jaarstart in Bakada, waar de productie met 6,0% toenam ten opzichte van vorig jaar.
Hoewel de regenval in 2025 onder het 5-jaarsgemiddelde bleef, was het spreidingspatroon goed gebalanceerd en tijdig. Dit zorgde voor een goede rijping van de vruchtentrossen en ondersteunde tegelijk de bereikbaarheid en de afvoer van de oogst in de hele plantage. Deze omstandigheden hielpen om een deel van het productietekort van het vroege seizoen te compenseren, waarbij de eigen productie in het eerste kwartaal licht daalde (-1,5%).
De CPO-productie in Papoea-Nieuw-Guinea steeg met 13,9% ten opzichte van vorig jaar, waarbij in het tweede kwartaal een sterkere toename van 15,4% werd opgetekend. Deze groei werd voornamelijk gedreven door een hoger FFB-productie in Q2 en een opmerkelijke verbetering van de OER, die gemiddeld 24,7% bedroeg, een stijging van 5,6% ten opzichte van vorig jaar. Alle drie de palmolie-extractiefabrieken droegen bij aan deze prestatieverbetering, geholpen door gerichte upgrades en operationele verbeteringen. In het bijzonder werd de upgrade van de Navo-palmolie-extractiefabriek afgerond, wat zorgde voor efficiëntere verwerking en bijdroeg aan de groepsbrede verbetering van de olie-extractieefficiëntie.
De bananenproductie in Côte d'Ivoire bedroeg in de eerste helft van 2025 in totaal 25 977 ton, een stijging van 3,4% ten opzichte van 25 122 ton in dezelfde periode van 2024. Deze groei werd vooral gedragen door sterke volumes in het eerste kwartaal, terwijl het tweede kwartaal negatief werd beïnvloed door ongunstige weersomstandigheden. In Azaguié steeg de productie met 15,2% ten opzichte van vorig jaar, dankzij verbeterde opbrengsten in de bestaande beplante arealen. In Akoudié bedroegen de volumes 4 825 ton, een stijging van 67,7% vergeleken met vorig jaar, gedreven door het volgroeien van nieuw ontwikkelde arealen. De productie van Lumen daalde met 9,7% tot 8 639 ton, maar bleef in lijn met de verwachtingen, aangezien de oudere percelen, die meer dan vier jaar geleden zijn aangeplant, nog steeds goede opbrengsten leveren. In Agboville daalden de volumes met 12,1% tot 3 538 ton door klimatologische druk en normale veldrotatie. In Motobé daalde de productie met 13,2% tot 3 040 ton, als gevolg van de gecombineerde impact van eerdere overstromingen en onderliggende agronomische beperkingen. In het kader van het herstelplan zijn verschillende percelen uit de rotatie genomen en braak gelegd om bodem gerelateerde problemen aan te pakken. Herbeplantingsactiviteiten zullen worden hervat zodra de omstandigheden zijn gestabiliseerd en lopende infrastructuurverbeteringen, zoals de upgrade van het irrigatiesysteem, zijn afgerond.
| Gemiddelde marktprijzen | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| In USD/ton | YTD Q2/25 | YTD Q2/24 | YTD Q4/24 | |||
| Palmolie (CPO) | MDEX* | 960 | 838 | 906 | ||
| Palmolie (CPKO) | CIF Rotterdam** | 1 835 | 1 127 | 1 381 | ||
| Bananen | CFR Europe*** | 900 | 834 | 807 | ||
| * Bursa Malaysia Derivative Exchange price data Oil World Price Data * CIRAD Price Data (in EUR) |
De eerste jaarhelft van 2025 bood een complex landschap voor de wereldwijde palmoliemarkt, gekenmerkt door uiteenlopende dynamieken tussen het eerste en tweede kwartaal. Ondanks schommelingen bleven de prijzen relatief stabiel, gesteund door aanhoudende structurele beperkingen aan de aanbodzijde en selectieve veerkracht in de vraag.
In het eerste kwartaal werd de marktsituatie bepaald door een scherp contrast tussen beperkt aanbod en een zwakkere internationale vraag. Hoewel de palmolieprijzen hoog bleven, rond USD 1 000 per ton, bleven de invoervolumes naar belangrijke bestemmingen beperkt. India, de grootste koper van palmolie wereldwijd, reageerde op de hoge CPO-premies en de concurrentiëlere prijzen van andere oliën door een aanzienlijk deel van de aankopen om te schakelen naar sojaboonolie. Dit substitutie-effect drukte de algemene vraag in Azië.
Tegelijkertijd werd de productie in Zuidoost-Azië gehinderd door ongunstige weersomstandigheden. Overstromingen in Maleisië tijdens het eerste kwartaal leidden tot een lager dan verwachte productie. Indonesië, dat minder werd getroffen door weersverstoringen, kende eveneens beperkte productiegroei, aangezien een deel van het binnenlandse aanbod werd toegewezen aan het lopende B40 biodieselprogramma, waardoor de exportbeschikbaarheid verder werd beperkt.
Ondanks lagere exporten en een algemene terughoudendheid in fysieke aankopen, bleven de wereldwijde voorraden relatief stabiel, tot verrassing van marktdeelnemers die een sterkere opbouw hadden verwacht. Hierdoor kende de markt in het begin van het kwartaal een reeks "short-covering rallies", die de prijzen ondersteunden. Tegelijkertijd werden in bestemmingsmarkten voorraden aangesproken, wat de vertraging weerspiegelde tussen eerdere aankopen en daadwerkelijke bevoorrading. Palm herwon licht aan prijsconcurrentievermogen en tegen eind april was CPO ongeveer USD 50 per ton goedkoper dan sojaboonolie, wat India ertoe aanzette om de invoer te hervatten. In juni vulden sommige raffinaderijen hun voorraden weer aan, doordat de marges gunstiger werden.
In het tweede kwartaal begon de eerdere schaarste enigszins af te nemen. Seizoensgebonden verbeteringen in de palmolieproductie, met name in Indonesië, droegen bij aan een meer evenwichtig vooruitzicht. Tegelijkertijd koelde het marktsentiment enigszins af, doordat kopers terughoudend bleven in het licht van voortdurende wereldwijde onzekerheden, in afwachting van bevestiging van tarieven en Amerikaanse biobrandstofverplichtingen. De exportstromen verbeterden bescheiden, maar de fysieke vraag bleef gematigd, met name in Europa.
In juni stelde de Amerikaanse Environmental Protection Agency (EPA) de nieuwe jaarlijkse verplichtingen vast voor de inzet van hernieuwbare brandstoffen in 2026 en 2027, met daarin ook quota voor biomassadiesel. De voorgestelde quota hebben tot doel het gebruik van hernieuwbare brandstoffen te verhogen, de afhankelijkheid van buitenlandse olie te verminderen en de binnenlandse productie van biobrandstoffen te ondersteunen. Dit voorstel lag aanzienlijk hoger dan verwacht en zou de beschikbaarheid van sojaboonolie op de markt sterk verminderen. In combinatie met de aangekondigde B50-verplichting in Indonesië waren het de biodieselvolumes die de markt in beroering brachten en vormden zij het startpunt van een rally.
Tegen het einde van het tweede kwartaal waren de gemiddelde CPO-prijzen enigszins gedaald ten opzichte van de pieken in het eerste kwartaal, maar bleven ze nog steeds boven de lange termijn gemiddelden, wat leidde tot een gemiddelde van USD 960 per ton op de Maleisische MDEX in de eerste jaarhelft.
De markt voor palmpitolie bleef in het eerste kwartaal bijzonder krap. De prijzen lagen tussen USD 1 900 en USD 1 950 per ton in Rotterdam, gesteund door een beperkt aanbod van laurine-oliën. Terwijl ruwe palmpitolie ("Crude Palm Kernel Oil" – CPKO) eind 2024 nog een premie had ten opzichte van kokosolie, keerde dit om doordat een dalende kokosolieproductie – door droog weer begin 2024 – leidde tot een scherpe prijsstijging van kokosolie, die in het eerste kwartaal een premie van USD 400 tot 800 per ton had ten opzichte van palmpitolie. De CPKO-prijzen, hoewel licht gedaald ten opzichte van de piek in het eerste kwartaal, bleven stevig met een gemiddelde van USD 1 900 per ton, wat wijst op aanhoudende krapte in laurine-oliën en industriële vraag.
De bananenprijzen in Europa bleven gedurende de eerste jaarhelft van 2025 stabiel, gesteund door aanhoudend beperkte beschikbaarheid uit belangrijke producerende landen. De prijsstijging die in het eerste kwartaal inzette, hield aan in het tweede kwartaal, gedreven door de beperkte beschikbaarheid van 'dollarbananen' en aanhoudende logistieke verstoringen, waaronder havencongestie en een tekort aan materieel. In juni gaven de CIRAD-referentieprijzen een markt weer die ruim boven de historische seizoensnormen bleef. Ondanks enige druk op de consumptie in bepaalde Europese regio's door de zomermaanden en het begin van de schoolvakanties, bleef de algemene vraag veerkrachtig en bleven de invoerprijzen hoger dan het gemiddelde van de afgelopen twee jaar.
Het nettoresultaat, aandeel van de Groep, steeg tot KUSD 57 718, een aanzienlijke stijging ten opzichte van KUSD 25 029 in dezelfde periode vorig jaar. Het nettoresultaat is het gevolg van de hogere producties, zowel in Indonesië als in Papoea-Nieuw-Guinea, in combinatie met historisch gunstige palmolieprijzen.
De vrije kasstroom over de eerste zes maanden was positief en bedroeg KUSD 38 490. Deze middelen zullen worden aangewend voor het uitgebreide investeringsprogramma in de tweede jaarhelft van 2025 en voor de uitbetaling van het dividend, dat op 2 juli 2025 werd uitgekeerd.
De financiële positie van de Groep blijft gezond met een totaal eigen vermogen van KUSD 973 679 en een verbeterde netto financiële positie van KUSD 19 933 tegenover KUSD -18 087 eind december 2024.
In hoofdstuk 2 – 'verkorte halfjaarlijkse financiële overzichten' is aanvullende informatie over de financiële staten terug te vinden.
SIPEF gaat de tweede jaarhelft van 2025 in met een sterk eerste semester achter de rug, waarbij de productievolumes in de meeste regio's de oorspronkelijke verwachtingen overtroffen. Deze prestatie vormt een solide basis voor de rest van het jaar. Naar verwachting zal de productie in de tweede jaarhelft stabieler verlopen, maar de veranderende weersomstandigheden, met name een opkomende droogte in delen van Sumatra, worden zorgvuldig gemonitord.
In Noord-Sumatra blijven de veldomstandigheden gunstig, maar het sinds eind juni ingetreden drogere weer kan in de loop van het derde kwartaal geleidelijk invloed hebben op de trosontwikkeling en de oogstactiviteiten. Hoewel op dit moment geen noemenswaardige verstoringen worden verwacht, zou deze situatie de verdere rendementsstijging kunnen afremmen.
Ook Bengkulu leverde een belangrijke bijdrage aan de groepsprestaties tot op heden. Er zijn echter vroege signalen dat de productie in deze regio in de komende maanden zou kunnen afnemen. Hoewel momenteel geen grote verstoringen worden waargenomen, volgen de teams op de plantages de neerslagverdeling en trosontwikkeling nauwlettend op, aangezien aanhoudende droge periodes het trosgewicht zouden kunnen beïnvloeden.
In Zuid-Sumatra leveren jong-mature hectaren steeds meer bij aan de groepsvolumes en hebben zij bijgedragen aan een stabiele productie tot halverwege het jaar. In delen van deze regio zijn de omstandigheden droger geworden en hoewel de operaties stabiel blijven, volgen de plantageteams nauwlettend hoe de productie in deze fase zal reageren.
In Papoea-Nieuw-Guinea volgt de productie de traditionele seizoenscurve, met een lichte vertraging verwacht in de tweede jaarhelft, met name in de Navo-plantages. De operationele prestaties blijven weliswaar sterk, maar de maturiteitsstructuur van de plantages kan de extra volumegroei richting jaareinde enigszins beperken.
Op basis van de resultaten tot nu toe en de veldobservaties in de diverse regio's, handhaaft SIPEF de verwachting dat de jaarproductie van circa 430 000 ton ruwe palmolie (CPO) kan worden gerealiseerd. De Groep blijft zich concentreren op gedisciplineerd oogsten en nauwgezette veldmonitoring om de mogelijke impact van langdurige droge periodes te beperken.
De exportproductie van bananen in de tweede jaarhelft van 2025 wordt geraamd op ongeveer 7% hoger dan in dezelfde periode vorig jaar, ondersteund door de huidige productiecycli, aanplantingen en trosaantallen. Deze verwachte verbetering wordt vooral gedreven door betere prestaties in Akoudié en, in mindere mate, in Azaguié, terwijl Lumen naar verwachting stabiel blijft. Tegelijkertijd zullen Agboville en Motobé naar verwachting onder de oorspronkelijke productieprognoses blijven. In Motobé werd dit proactief aangepakt door een vermindering van het beplante areaal, terwijl Agboville blijft kampen met klimatologische variabiliteit. Niettemin wordt een geleidelijk herstel verwacht in de bestaande arealen. De recent ontwikkelde plantages vorderen volgens plan en hun verwachte bijdrage in de tweede jaarhelft zal de jaardoelstellingen van de Groep voor bananen verder ondersteunen.
De huidige marktomgeving wordt beïnvloed door verschillende belangrijke factoren. Het Amerikaanse biodieselvoorstel zal naar verwachting gunstig uitpakken voor binnenlandse plantaardige oliën, maar er blijft onzekerheid bestaan over de vraag of Canadese koolzaadolie als binnenlands zal worden geclassificeerd, vooral in het licht van de invoerheffingen. Opheldering hierover kan de handelsstromen en prijzen beïnvloeden. Wereldwijd zal de vraag naar biodiesel tegen 2026 aanzienlijk toenemen, met mandaten zoals het Amerikaanse biodieselvoorstel, de B50-verplichting in Indonesië en toenemende volumes in Brazilië. Deze sterke vraag heeft aanzienlijke belangstelling gewekt bij beleggingsfondsen, die nu recordhoeveelheden longposities in plantaardige oliën aanhouden.
Ondertussen kende de VS zeer gunstige teeltomstandigheden, wat leidt tot verwachtingen van recordoogsten voor sojabonen, maïs en tarwe. De prijzen voor sojameel, maïs en tarwe blijven onder neerwaartse druk staan, onder andere door aanzienlijke shortposities van fondsen.
De voedingssector is onderbelicht gebleven, waarbij veel handelaars aanvankelijk een prijsdaling verwachtten. Recente prijsstijgingen verrasten echter de markten, waardoor kopers op hogere niveaus instapten. Palmolie blijft relatief goedkoper dan andere oliën, met weinig verwachting van aanzienlijke prijsdalingen, wat het aantrekkelijk maakt voor kopers die op zoek zijn naar waarde.
De markt wordt momenteel gekenmerkt door beleidsmatige onzekerheden, sterke fundamenten en opmerkelijke fondsactiviteiten, wat resulteert in een uitdagend maar potentieel gunstig vooruitzicht voor plantaardige oliën, waarin de palmolieprijzen stabiel blijven.
Tijdens de zomermaanden bleef de bananenmarkt sterke dynamiek vertonen, gesteund door beperkte invoervolumes en een stabiele consumentenvraag. De verkoopprijzen bleven veerkrachtig, zelfs tijdens de traditioneel rustigere schoolvakantieperiode. Met de nakende schoolstart en een verwachte seizoensmatige vraagtoename, wijzen de marktomstandigheden op een positief vooruitzicht. Dit zou gunstige prijsdynamieken in de tweede jaarhelft moeten ondersteunen, vooral als het aanbod krap blijft en de consumententrends gunstig blijven.
Ondanks een wereldwijd onzeker macro-economisch klimaat zijn de palmolieprijzen gedurende het eerste semester van 2025 historisch hoog gebleven. In deze marktomgeving wist SIPEF voor ongeveer 73% van de gebudgetteerde palmolievolumes verkopen te realiseren, tegen een gemiddelde prijs af-fabriek van USD 963 per ton, inclusief premies voor gecertificeerde duurzaamheid en traceerbare herkomst. Ter vergelijking: in dezelfde periode vorig jaar werd 64% van de volumes gecontracteerd tegen een gemiddelde prijs van USD 857 per ton.
SIPEF heeft reeds voor 95% van de verwachte productie in Papoea-Nieuw-Guinea voor 2025 verkocht, tegen een gemiddelde prijs af-fabriek van USD 1 107 per ton. In Indonesië werd 61% van de voorziene volumes gecontracteerd aan een gemiddelde prijs af-fabriek van USD 859 per ton. De lokale prijzen voor palmolie in Indonesië staan onder invloed van de maandelijks door de overheid vastgestelde exportbelasting en -heffing, die momenteel USD 165 per ton bedragen. Door de onvoorspelbaarheid van het referentieprijssysteem waarop deze heffingen zijn gebaseerd, worden palmolieverkopen in Indonesië doorgaans op maandbasis afgesloten.
De belangrijkste kostendrivers voor de eenheidskost van palmolie, namelijk meststoffen, brandstof en transport, zijn gedurende het eerste semester stabiel gebleven. De blijvende verzwakking van de lokale munten tegenover de USD heeft in belangrijke mate de door inflatie gedreven loonstijgingen binnen de Groep gecompenseerd, waardoor de algemene kostenstructuur onder controle bleef. Door de stijgende productievolumes en meer mature hectares zijn de totale kosten wel toegenomen. De hogere productie, met name in Zuid-Sumatra en Papoea-Nieuw-Guinea, leidde tot een vermindering van de eenheidsproductiekost met 5,2% op jaarbasis. Deze dalende kostentrend zal naar verwachting standhouden, gelet op de vooruitzichten van aanhoudend betere producties in vergelijking met vorig jaar.
Dankzij de voortdurende strategie van de Groep om vaste jaarcontracten te sluiten met lange termijnklanten in Europa, heeft Plantations J. Eglin opnieuw stabiele rendementen geleverd, ongeacht de schommelingen op de internationale bananenmarkten.
Met de aanhoudend hoge palmolieprijzen en stijgende productie in de plantages van de Groep, verwacht SIPEF voor 2025 een aanzienlijk hoger jaarresultaat dan vorig jaar. Daarmee is SIPEF op weg naar een nieuw recordjaar.
Naast de reeds vermelde mogelijke prijseffecten op de palmoliemarkten, zal het uiteindelijke recurrente resultaat ook afhangen van diverse andere factoren, zoals de effectieve realisatie van de verwachte productiegroei in Indonesië en Papoea-Nieuw-Guinea, de mate van stabiliteit van het Indonesische uitvoerbeleidskader en de evolutie van de productiekosten in de tweede helft van het jaar.
In 2025 blijven de investeringsprioriteiten van de Groep gericht op de verdere ontwikkeling van de activiteiten in Zuid-Sumatra, waar 1 454 hectare nieuwe oliepalmen werd aangelegd. Deze ontwikkeling omvat de nodige infrastructuur om de aangeplante arealen tot volledige maturiteit te brengen. Tegelijkertijd worden infrastructuurverbeteringen uitgevoerd in Dendymarker, waar het grootschalige herbeplantingsprogramma, goed voor meer dan 10 000 hectare, werd afgerond. In Musi Rawas bedroeg het aangeplante areaal eind juni 2025 in totaal 20 185 hectare, volledig in overeenstemming met de RSPO New Planting Procedures. Daarvan worden 17 914 hectare rechtstreeks door de Groep beheerd en zijn 2 271 hectare toegewezen aan lokale boeren. Samen met Dendymarker strekt de Zuid-Sumatra-activiteit zich nu uit over 30 418 hectare, waarvan 24 557 hectare (80,7%) jong-mature oliepalmarealen zijn. Als gevolg van deze uitbreiding neemt Zuid-Sumatra momenteel 29,0% voor zijn rekening van SIPEF's palmolieproductie in Indonesië.
Daarnaast verloopt de herbeplanting volgens plan in Noord-Sumatra en Bengkulu, waar nog eens 2 437 hectare wordt omgevormd van oude rubberplantages naar palmolieplantages. De reguliere herbeplantingen in alle plantages gaan door, met de UMW-groep die haar eerste herbeplantingscyclus voortzet, en bijkomende herbeplantingen in Papoea-Nieuw-Guinea, Noord-Sumatra en Agro Muko buiten de rubberomvorming. Deze inspanningen maken deel uit van de bredere strategie van de Groep om de productieve capaciteit te behouden en toekomstige opbrengsten veilig te stellen in haar ouder wordende plantages.
De kapitaalinvesteringen omvatten ook de verdere uitvoering van het lopende moderniseringsprogramma voor de palmolie-extractiefabrieken. Belangrijke werken dit jaar zijn onder meer de installatie van methaanopvangsystemen in de Dendymarker Indah Lestari-fabriek, de Agro Muara Rupit-fabriek en de voorbereidende werken voor de Navo-fabriek, evenals moderniseringswerken bij de faciliteiten van Hargy Oil Palms Ltd in Papoea-Nieuw-Guinea. Daarnaast zijn nieuwe wasinstallaties gepland voor de palmolieextractiefabrieken in Noord-Sumatra en Bengkulu, ter ondersteuning van de voortdurende focus van SIPEF op productkwaliteitsnormen.
De totale waarde van deze investeringsinitiatieven zal in 2025 naar verwachting meer dan USD 100 miljoen bedragen. De Groep voorziet dat deze volledig zullen worden gefinancierd uit de operationele kasstroom. Ondanks de omvang van het investeringsprogramma biedt de verwachte vrije kasstroom voldoende ruimte om het dividendbeleid aan te houden. SIPEF verwacht dan ook dat de netto financiële positie tegen het einde van het jaar opnieuw positief zal zijn, wat zowel de sterkte van de balans als de blijvende financiële discipline van de Groep benadrukt.
Hargy Oil Palms Ltd (HOPL) verwelkomde onlangs RSPO-CEO Joseph D'Cruz voor een werkbezoek aan Papoea-Nieuw-Guinea, waarmee het blijvende engagement van het land voor duurzame palmolieproductie werd benadrukt. Tijdens zijn bezoek voerde de heer D'Cruz beleidsbesprekingen op hoog niveau met nationale stakeholders, waaronder de minister voor Palmolie, de secretaris van het ministerie van Landbouw en Veeteelt, een parlementslid en de algemeen secretaris van OPIC. Hij bezocht tevens de activiteiten van HOPL, bosherstelgebieden en omliggende gemeenschappen van lokale boeren om de praktische toepassing van de RSPO-normen te observeren. Het bezoek benadrukte de sterke samenwerking tussen overheid, industrie en lokale boeren en bevestigde opnieuw de groeiende rol van Papoea-Nieuw-Guinea in het wereldwijd bevorderen van verantwoorde palmoliepraktijken.
In juli 2025 bereikte SIPEF een belangrijke mijlpaal in haar inspanningen voor de integratie van lokale boeren door de RSPO-certificering te ondersteunen van twee onafhankelijke coöperaties in Indonesië, goed voor 314 lokale boeren en 1 270 hectare. Deze producenten komen nu in aanmerking om te worden geïntegreerd in de gecertificeerde toeleveringsketen van SIPEF in Noord-Sumatra. Deze verwezenlijking weerspiegelt het voortdurende engagement van SIPEF om een inclusieve, traceerbare en duurzame palmolieketen in de regio op te bouwen.
In mei 2025 ontving Plantations J. Eglin de CEO van Fairtrade International en de uitvoerend directeur van Fairtrade Africa voor een strategisch bezoek, waarbij de samenwerking werd versterkt via directe betrokkenheid op het terrein. In juni volgde een door Fairtrade gegeven training over "Human Rights and Environmental Due Diligence" (HREDD) voor de HR- en duurzaamheidsteams van de plantage. Deze initiatieven weerspiegelen de proactieve aanpak van SIPEF om internationale due-diligencenormen te integreren en haar rol als verantwoord bananenproducent in Côte d'Ivoire te versterken.
| In KUSD (verkort) | 30/06/2025 | 31/12/2024 |
|---|---|---|
| Vaste activa | 954 033 | 945 975 |
| Immateriële vaste activa | 94 | 119 |
| Goodwill | 104 782 | 104 782 |
| Biologische activa - dragende planten | 323 012 | 320 851 |
| Andere materiële vaste activa | 464 287 | 457 720 |
| Investeringen in geassocieerde deelnemingen en joint ventures | 0 | 331 |
| Financiële activa | 124 | 112 |
| Andere financiële activa | 124 | 112 |
| Vorderingen > 1 jaar | 46 041 | 45 581 |
| Overige vorderingen | 46 041 | 45 581 |
| Uitgestelde belastingvorderingen | 15 692 | 16 478 |
| Vlottende activa | 224 510 | 176 397 |
| Voorraden | 59 027 | 46 135 |
| Biologische activa | 16 226 | 13 547 |
| Handelsvorderingen en overige vorderingen | 82 322 | 80 212 |
| Handelsvorderingen | 50 061 | 47 353 |
| Overige vorderingen | 32 261 | 32 859 |
| Terug te vorderen belastingen | 8 713 | 7 547 |
| Investeringen | 4 450 | 1 |
| Andere investeringen en beleggingen | 4 450 | 1 |
| Derivaten | 1 206 | 0 |
| Geldmiddelen en kasequivalenten | 43 486 | 19 880 |
| Andere vlottende activa | 1 953 | 1 950 |
| Activa aangehouden voor verkoop | 7 126 | 7 126 |
| Totaal activa | 1 178 543 | 1 122 372 |
| Totaal eigen vermogen | 973 679 | 935 782 |
| Eigen vermogen deel groep | 933 264 | 898 427 |
| Geplaatst kapitaal | 44 734 | 44 734 |
| Uitgiftepremies | 107 970 | 107 970 |
| Ingekochte eigen aandelen (-) | -10 631 | -10 633 |
| Reserves | 801 664 | 767 753 |
| Omrekeningsverschillen | -10 473 | -11 396 |
| Minderheidsbelangen | 40 415 | 37 355 |
| Langlopende verplichtingen | 81 693 | 78 368 |
| Voorzieningen > 1 jaar | 1 042 | 427 |
| Voorzieningen | 1 042 | 427 |
| Uitgestelde belastingverplichtingen | 53 967 | 52 690 |
| Leasing verplichtingen > 1 jaar | 1 352 | 1 448 |
| Pensioenverplichtingen | 25 332 | 23 803 |
| Kortlopende verplichtingen | 123 170 | 108 222 |
| Handelsschulden en overige te betalen posten < 1 jaar | 85 558 | 59 424 |
| Handelsschulden | 19 661 | 28 512 |
| Ontvangen voorschotten | 7 395 | 3 934 |
| Overige schulden | 38 713 | 20 373 |
| Winstbelastingen | 19 790 | 6 605 |
| Financiële verplichtingen < 1 jaar | 26 651 | 36 519 |
| Financiële verplichtingen | 26 071 | 35 894 |
| Leasing verplichtingen < 1 jaar | 580 | 626 |
| Derivaten | 0 | 1 053 |
| Andere kortlopende verplichtingen | 10 961 | 11 226 |
| Totaal eigen vermogen en verplichtingen | 1 178 543 | 1 122 372 |
De stijging van de 'biologische activa – dragende planten' met KUSD 2 160 en de toename van 'andere materiële vaste activa' met KUSD 6 567 tijdens de eerste zes maanden van 2025, is hoofdzakelijk het gevolg van investeringen (KUSD 35 011) die hoger lagen dan de afschrijvingen (KUSD 26 143).
'Investeringen in geassocieerde deelnemingen en joint ventures' bedraagt USD 0 per juni 2025, aangezien de boekwaarden van de (sub)geconsolideerde activa negatief zijn geworden. De Groep heeft daarom een voorziening (KUSD 652) geboekt voor de niet-gerekende verliezen, conform IAS 28, wat de constructieve en contractuele verplichtingen van de Groep ten aanzien van Verdant Bioscience Pte Ltd weerspiegelt.
De 'vorderingen op meer dan één jaar' hebben betrekking op de lening (KUSD 12 668) voor de financiering van de behoefte aan werkkapitaal van de joint venture Verdant Bioscience Pte Ltd, evenals op leningen aan de lokale boeren ('plasma') in Zuid-Sumatra (KUSD 33 374) voor de financiering van hun nieuwe aanplantingen.
De post 'activa aangehouden voor verkoop' van KUSD 7 126 vertegenwoordigt de geschatte nettoverkoopwaarde van het deel van PT Melania dat nog door de Groep wordt aangehouden tot alle voorwaarden voor een definitieve verkoop zijn vervuld. Zie Toelichting 2.2.12 Bedrijfscombinaties, acquisities en desinvesteringen in dit verslag.
De 'netto vlottende activa' kunnen als volgt worden uitgesplitst:
| In KUSD | 30/06/2025 | 31/12/2024 |
|---|---|---|
| Voorraden | 59 027 | 46 135 |
| Biologische activa | 16 226 | 13 547 |
| Handelsvorderingen | 50 061 | 47 353 |
| Overige vorderingen | 32 261 | 32 859 |
| Terug te vorderen belastingen | 8 713 | 7 547 |
| Derivaten | 1 206 | 0 |
| Andere vlottende activa | 1 953 | 1 950 |
| Handelsschulden | -19 661 | -28 512 |
| Ontvangen voorschotten | -7 395 | -3 934 |
| Overige schulden | -38 713 | -20 373 |
| Winstbelastingen | -19 790 | -6 605 |
| Derivaten | 0 | -1 053 |
| Andere kortlopende verplichtingen | -10 961 | -11 226 |
| NETTO VLOTTENDE ACTIVA, LIQUIDITEITEN NIET INBEGREPEN | 72 929 | 77 688 |
De 'netto vlottende activa' daalden in totaal met KUSD 4 759, zonder impact op de algemene structuur van de balans. De belangrijkste posten en bewegingen worden hieronder toegelicht:
De methodologie die werd gehanteerd voor de waardering van de voorraden en de biologische activa is ongewijzigd ten opzichte van 31 december 2024. Voor meer details over de toegepaste methodologie wordt verwezen naar het jaarverslag per 31 december 2024, zoals beschreven in Toelichting 12. Voorraden en Toelichting 13. Biologische activa.
De netto financiële positie verbeterde met USD 38,0 miljoen dankzij de positieve vrije kasstroom. Voor bijkomende informatie over de netto financiële positie wordt verwezen naar Toelichting 2.2.10 Netto financiële activa/(verplichtingen).
De netto uitgestelde belastingverplichting steeg met KUSD 1 277, voornamelijk door de tijdelijke verschillen in Indonesië.
| In KUSD (verkort) | 30/06/2025 | 30/06/2024 |
|---|---|---|
| Omzet* | 250 425 | 203 055 |
| Kostprijs van verkopen* | -139 847 | -137 636 |
| Aanpassingen van de reële waarde van de biologische activa | 2 678 | 2 966 |
| Brutowinst* | 113 255 | 68 385 |
| Algemene en beheerskosten | -26 928 | -23 742 |
| Overige bedrijfsopbrengsten / (kosten)* | -1 687 | - 643 |
| Bedrijfsresultaat | 84 641 | 44 001 |
| Financieringsopbrengsten | 610 | 641 |
| Financieringskosten | -1 017 | -1 075 |
| Wisselkoersresultaten | 4 587 | -3 757 |
| Financieel resultaat | 4 180 | -4 190 |
| Resultaat voor belastingen | 88 821 | 39 810 |
| Belastinglasten | -27 063 | -12 503 |
| Resultaat na belastingen | 61 757 | 27 307 |
| Aandeel in de winst of het verlies van de geassocieerde deelnemingen en joint ventures |
- 983 | - 639 |
| Resultaat van de periode | 60 774 | 26 668 |
| Toe te rekenen aan: | ||
| - Minderheidsbelangen | 3 056 | 1 640 |
| - Aandeelhouders van de moedermaatschappij | 57 718 | 25 029 |
| Winst per aandeel (in USD) | ||
| Van voortgezette activiteiten | ||
| Gewone winst per aandeel | 5,54 | 2,41 |
| Verwaterde winst per aandeel | 5,53 | 2,40 |
* Vergelijkende cijfers werden aangepast om de herclassificatie van het theeresultaat weer te geven, met een impact van KUSD 1 489 op de omzet en KUSD -1 402 op de kostprijs van de verkopen. De resterende netto-impact van KUSD 85 werd geherclassificeerd naar andere bedrijfsopbrengsten/-kosten, naar aanleiding van de beslissing om thee niet langer als een kernsegment binnen de Groep te beschouwen.
De totale 'omzet' van de Groep bedroeg KUSD 250 425 per 30 juni 2025 en steeg met KUSD 47 369 of 23,3% ten opzichte van het eerste semester van 2024.
De omzet van het palmsegment steeg in het bijzonder (KUSD 39 238), voornamelijk door de sterke stijging van de CPO-productie in het eerste semester van 2025, zowel in Indonesië (+22,1%) als in Papoea-Nieuw-Guinea (+13,9%), in combinatie met een hogere wereldmarktprijs voor palmolie, palmpitolie en palmpitten.
De omzet van het bananensegment, uitgedrukt in euro, de functionele valuta, steeg met 5,1%. Deze toename is het resultaat van een stijging van de productievolumes met 3,4%, verder ondersteund door een verhoging van de gemiddelde verkoopprijs per eenheid met 7,9%.
De totale 'kostprijs van verkopen' steeg met KUSD 2 211 in de eerste jaarhelft van 2025 ten opzichte van dezelfde periode in 2024. De voornaamste redenen voor deze stijging waren:
De 'aanpassing in de reële waarde' betrof de effecten van de waardering van de hangende vruchten aan hun reële waarde (IAS41R).
De 'brutowinst' steeg van KUSD 68 385 eind juni 2024 naar KUSD 113 255 op 30 juni 2025, een toename met 65,6%.
De 'brutowinst' van het palmsegment (goed voor 96,0% van de totale brutomarge) nam toe met KUSD 39 238 tot KUSD 108 689, voornamelijk dankzij hogere CPO-volumes en een stijging van de netto verkoopprijs.
De brutowinst van de bananenactiviteiten steeg van KUSD 3 058 naar KUSD 4 050, als gevolg van een stijging van de productievolumes (+3,4%) door het verder matuur worden van de uitbreidingsgebieden.
De gemiddelde eenheidskostprijs af-fabriek voor oliepalmplantages daalde in de eerste zes maanden van 2025 met 5,2% ten opzichte van het eerste semester van 2024. Dit houdt verband met de hogere palmproductievolumes, wat leidde tot een lagere gemiddelde kostprijs per eenheid af-fabriek in vergelijking met dezelfde periode vorig jaar, in het bijzonder op de verder matuur wordende plantages in Zuid-Sumatra. De gemiddelde eenheidskostprijs af-fabriek voor bananen steeg in dezelfde periode met 0,9% ten opzichte van het eerste semester van 2024.
De 'algemene- en beheerskosten' stegen in de eerste helft van 2025 ten opzichte van de eerste zes maanden van 2024. Deze stijging is voornamelijk toe te schrijven aan de algemene kosteninflatie, de verzwakking van de USD ten opzichte van de EUR en een hogere voorziening voor variabele vergoedingen voor personeel en management.
De 'overige bedrijfsopbrengsten/(kosten)' omvatten inkomsten uit tankhuur, de verhuur van opslagplaatsen aan lokale boeren in Papoea-Nieuw-Guinea, het theeresultaat (KUSD 115) en de afboeking van de resterende netto boekwaarde van de heraangeplante gebieden in Indonesië (KUSD -1 232). Vorig jaar omvatten de 'overige bedrijfsopbrengsten/(kosten)' eveneens een kost van KUSD 1 580 in verband met de aanpassing van de reële waarde bij de verkoop van PT Melania.
Het 'bedrijfsresultaat' bedroeg per 30 juni 2025 KUSD 84 641, tegenover KUSD 44 001 per 30 juni vorig jaar.
De 'financieringsopbrengsten' bestonden voornamelijk uit intresten op vorderingen op lokale boeren in Zuid-Sumatra en op depositobeleggingen van tijdelijke kasoverschotten tijdens het eerste semester van 2025.
De 'financieringskosten' hadden voornamelijk betrekking op korte termijn financiering.
De positieve 'wisselkoersresultaten' (KUSD 4 587) hielden voornamelijk verband met de indekking van het verwachte dividend in euro, de herwaardering van de uitstaande netto-vorderingen in EUR tegenover de USD en de devaluatie van de uitstaande posities in IDR/PGK tegenover de USD.
Het 'resultaat voor belastingen' voor de eerste helft van 2025 bedroeg KUSD 88 821, tegenover KUSD 39 810 eind juni 2024.
De 'belastingslasten' omvatte de gebruikelijke niet-aftrekbare kosten/opbrengsten van ongeveer USD 0,4 miljoen, evenals de terugname van een eerder afgewaardeerd uitgesteld belastingactief op fiscaal overgedragen verliezen van ongeveer USD 1,0 miljoen in onze Indonesische dochterondernemingen, naar aanleiding van beter dan verwachte resultaten. Daarnaast werd er tijdens de eerste jaarhelft een roerende voorheffing van 15% ingehouden op het dividend van Hargy Oil Palms Ltd aan de Belgische moedervennootschap, ten belope van USD 6,0 miljoen. Het totale belastingtarief daalde naar 30,5% tegenover 31,4% in dezelfde periode vorig jaar.
Het 'aandeel in de winst of het verlies van geassocieerde deelnemingen en joint ventures' (KUSD -983) omvatte de beperkte negatieve bijdrage van de onderzoeksactiviteiten die zijn gecentraliseerd bij PT Timbang Deli en Verdant Bioscience Pte Ltd.
De halfjaarwinst per 30 juni 2025 bedroeg KUSD 60 774, een aanzienlijke stijging met 127,9% in vergelijking met de winst van KUSD 26 668 eind juni vorig jaar.
De nettoresultaat, deel van de Groep, bedroeg KUSD 57 718 tegenover KUSD 25 029 op 30 juni 2024.
| In KUSD (verkort) | 30/06/2025 | 30/06/2024 |
|---|---|---|
| Resultaat van de periode | 60 774 | 26 668 |
| Andere elementen van het totaal resultaat | ||
| Elementen die naar de winst- en verliesrekening geherclassificeerd | ||
| zullen worden in toekomstige periodes | ||
| - Valutakoersverschillen als gevolg van de omrekening van | ||
| buitenlandse activiteiten | 924 | - 211 |
| - Cash flow hedges - reële waarde voor de groep | 0 | - 352 |
| - Effect van de winstbelasting | 0 | 88 |
| Andere elementen van het totaal resultaat: | 924 | - 475 |
| Andere elementen van het totaal resultaat van het boekjaar toe te rekenen | ||
| aan: | ||
| - Minderheidsbelangen | 0 | 0 |
| - Aandeelhouders van de moedermaatschappij | 924 | - 475 |
| Totaal resultaat van het boekjaar | 61 698 | 26 194 |
| Totaal resultaat van het boekjaar toe te rekenen aan: | ||
| - Minderheidsbelangen | 3 056 | 1 640 |
| - Aandeelhouders van de moedermaatschappij | 58 642 | 24 554 |
| In KUSD (verkort) | 30/06/2025 | 30/06/2024 | |
|---|---|---|---|
| Bedrijfsactiviteiten | |||
| Winst voor belastingen | 88 821 | 39 810 | |
| Resultaat beëindigde activiteiten voor belastingen | |||
| Gecorrigeerd voor: | |||
| Afschrijvingen | 26 143 | 29 677 | |
| Variatie voorzieningen | 1 493 | 869 | |
| Stock options | 109 | 101 | |
| Niet-gerealiseerd wisselkoersresultaat | - 129 | 2 264 | |
| Variatie reële waarde biologisch actief | -6 862 | -2 974 | |
| Overige niet kas resultaten | - 77 | - 134 | |
| Hedgereserve, en financiële derivaten | -2 259 | 1 103 | |
| Financiële kosten en opbrengsten | 407 | 433 | |
| (Winst)/verlies realisatie materiële vaste activa | 1 281 | 561 | |
| Variatie reële waarde activa aangehouden voor verkoop | 0 | 1 580 | |
| Kasstroom uit bedrijfsactiviteiten voor variatie bedrijfskapitaal | 108 928 | 73 290 | |
| Variatie bedrijfskapitaal | -21 252 | -4 692 | |
| Kasstroom uit bedrijfsactiviteiten na variatie bedrijfskapitaal | a | 87 676 | 68 599 |
| Betaalde belastingen | b | -12 867 | -10 124 |
| Kasstroom uit bedrijfsactiviteiten | c= a+b | 74 810 | 58 474 |
| Investeringsactiviteiten | |||
| Verwerving immateriële activa in kostprijs van verkopen | 0 | 0 | |
| Verwerving biologische activa | -12 655 | -9 590 | |
| Verwerving materiële vaste activa | -22 356 | -26 550 | |
| Financiering plasma voorschotten | 24 | -1 808 | |
| Verkopen materiële vaste activa | 162 | 291 | |
| Verkopen financiële activa | -1 494 | -3 662 | |
| Kasstroom uit investeringsactiviteiten | d | -36 319 | -41 320 |
| Vrije kasstroom | e= c+d | 38 491 | 17 155 |
| Financieringsactiviteiten | |||
| Verwerving van eigen aandelen | - 910 | 0 | |
| Verkoop van eigen aandelen | 912 | 233 | |
| Terugbetaling leningen op lange termijn | - 96 | -9 062 | |
| Opname leningen op lange termijn | 0 | 0 | |
| Terugbetaling kortlopende financiële verplichtingen | -9 869 | -3 261 | |
| Opname kortlopende financiële verplichtingen | 0 | 0 | |
| Dividenden door dochters betaald aan minderheidsbelangen | 0 | 0 | |
| Ontvangen - betaalde interesten | - 473 | - 500 | |
| Kasstroom uit financieringsactiviteiten | f | -10 435 | -12 589 |
| Netto beweging van investeringen, geldmiddelen en kasequivalenten | g= e+f | 28 056 | 4 565 |
| Investeringen en geldmiddelen en kasequivalenten (bij het begin van het jaar) |
19 880 | 11 550 | |
| Investeringen en geldmiddelen en kasequivalenten (per einde boekjaar) | 47 936 | 16 115 |
In lijn met de stijging van het bedrijfsresultaat steeg de 'kasstroom uit bedrijfsactiviteiten' vóór wijziging in het netto werkkapitaal van KUSD 73 290 op 30 juni 2024 naar KUSD 108 928 op 30 juni dit jaar.
De wijziging in het 'bedrijfskapitaal' van KUSD -21 252 was voornamelijk het gevolg van een tijdelijke stijging van de CPO-voorraad met ongeveer 22 000 ton ten opzichte van december 2024.
Overeenkomstig de lokale wetgeving, deed de Groep voorafbetalingen van belastingen in Indonesië en Papoea-Nieuw-Guinea. In Papoea-Nieuw-Guinea zijn deze voorafbetalingen gebaseerd op de geraamde resultaten van het lopende jaar, terwijl in Indonesië de berekening gebeurt op basis van de winst van het vorige jaar, die lager lag dan in 2025. Hierdoor lagen de tijdens het jaar gedane voorafbetalingen lager dan de werkelijke belastingkost. Daarnaast werd een roerende voorheffing van USD 6,0 miljoen betaald op het dividend dat door HOPL werd uitgekeerd, en werden terugbetalingen ontvangen van ongeveer USD 5,0 miljoen voor te veel betaalde Indonesische belastingen met betrekking tot de boekjaren 2022 en 2023. De totale belastingkost voor de Groep bedroeg KUSD 24 888, wat aanzienlijk hoger is dan de effectief betaalde belastingen gedurende het jaar (KUSD 12 867).
De 'investeringen in immateriële en materiële vaste activa' (KUSD -35 011) hadden betrekking op de gebruikelijke vervangingsinvesteringen in de bestaande activiteiten en investeringen in de nieuwe ontwikkelingen in Zuid-Sumatra (KUSD 10 372). In totaal werd KUSD 13 626 geïnvesteerd in aanplantingen, waaronder heraanplantingen in zowel Indonesië als Papoea-Nieuw-Guinea, evenals conversies van rubber naar palm in Indonesië. De kapitaalsuitgaven voor palmolie-extractiefabrieken bedroegen KUSD 4 620 en omvatten onder meer boilerupgrades, civiele werken voor biogasinstallaties en de voltooiing van de Navoramp in Papoea-Nieuw-Guinea. De vervanging van voertuigen vertegenwoordigde KUSD 5 757, voornamelijk ter ondersteuning van de veldactiviteiten op de plantages.
De 'vrije kasstroom' voor de eerste helft van 2025 bedroeg KUSD 38 491, tegenover KUSD 17 155 in dezelfde periode vorig jaar.
De 'kasstroom uit financieringsactiviteiten (KUSD -10 435) omvatte voornamelijk de terugbetaling van korte termijn financiering (KUSD 9 869) en betaalde intresten (KUSD 473).
| In KUSD (verkort) | Geplaatst kapitaal SIPEF |
Uitgiftepremies SIPEF |
Eigen aandelen |
Herwaardering winst/(verlies) op toegezegd pensioenregelingen |
Reserves | Omrekenings verschillen |
Eigen vermogen deel groep |
Minderheids belangen |
Totaal eigen vermogen |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| 1 januari 2025 | 44 734 | 107 970 | -10 633 | -4 718 | 772 471 | -11 396 | 898 427 | 37 355 | 935 782 |
| Resultaat van de periode | 0 | 0 | 0 | 0 | 57 718 | 0 | 57 718 | 3 056 | 60 774 |
| Andere elementen van het totaal resultaat |
0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 924 | 924 | 0 | 924 |
| Totaal resultaat | 0 | 0 | 0 | 0 | 57 718 | 924 | 58 642 | 3 056 | 61 698 |
| Voorziening dividend vorig boekjaar | 0 | 0 | 0 | 0 | -23 867 | 0 | -23 867 | 0 | -23 867 |
| Andere | 0 | 0 | 3 | 0 | 59 | 0 | 62 | 4 | 66 |
| 30 juni 2025 | 44 734 | 107 970 | -10 631 | -4 718 | 806 382 | -10 472 | 933 264 | 40 415 | 973 679 |
| 1 januari 2024 | 44 734 | 107 970 | -11 681 | -5 510 | 729 243 | -10 978 | 853 777 | 35 042 | 888 819 |
| Resultaat van de periode | 0 | 0 | 0 | 0 | 25 029 | 0 | 25 029 | 1 640 | 26 668 |
| Andere elementen van het totaal resultaat |
0 | 0 | 0 | 0 | - 264 |
- 211 |
- 475 |
0 | - 475 |
| Totaal resultaat | 0 | 0 | 0 | 0 | 24 765 | - 211 |
24 554 | 1 640 | 26 194 |
| Voorziening dividend vorig boekjaar | 0 | 0 | 0 | 0 | -22 434 | 0 | -22 434 | 0 | -22 434 |
| Andere | 0 | 0 | 233 | 0 | 154 | 0 | 387 | 0 | 387 |
| 30 juni 2024 | 44 734 | 107 970 | -11 448 | -5 510 | 731 728 | -11 189 | 856 285 | 36 682 | 892 967 |
SIPEF, een naamloze vennootschap, opgericht in België en geregistreerd te Schoten 2900, Calesbergdreef 5, is een Belgische, op Euronext Brussels genoteerde, agro-industriële onderneming. SIPEF is voornamelijk actief in agro-industriële activiteiten in de productie van duurzame oliepalmproducten, waaronder verse vruchtentrossen ("Fresh Fruit Bunches" - FFB), ruwe palm olie ("Crude Palm Oil" - CPO), palmpitten ("Palm Kernels" - PK), ruwe palmpitolie ("Crude Palm Kernel Oil" – CPKO) en duurzame bananen. De verkorte geconsolideerde financiële staten van de Groep, voor de eerste zes maanden eindigend op 30 juni 2025, werden vastgelegd door de raad van bestuur op 12 augustus 2025.
Dit verkort tussentijds verslag is opgesteld conform "International Accounting Standard" IAS 34, "Tussentijdse Financiële Verslaggeving" zoals aanvaard binnen de Europese Unie. Dit rapport dient samen met de financiële jaarresultaten van de SIPEF-groep per 31 december 2024 gelezen te worden. Immers, de in dit verslag opgenomen verkorte tussentijdse financiële staten geven niet alle informatie en gegevens die vereist worden in de financiële jaarresultaten.
De bedragen in dit document worden weergegeven in duizenden USD, tenzij anders aangegeven.
Een samenvatting van de waarderingsregels kan worden teruggevonden in het geauditeerd jaarverslag van 31 december 2024 (https://www.sipef.com/hq/investors/annual-reports). De boekhoudnormen en -methoden van de SIPEF-groep, die worden gebruikt vanaf 1 januari 2025, zijn consistent met deze die werden gebruikt in de geconsolideerde financiële staten per 31 december 2024, met uitzondering dat de Groep de nieuwe standaard die verplicht werden vanaf 1 januari 2025 heeft toegepast. De nieuwe standaard heeft echter een minimale impact.
IFRS vereist dat de Groep bij de opstelling van de geconsolideerde jaarrekening beoordelingen en schattingen gebruikt en hypothesen vooropstelt die de bedragen van activa en verplichtingen alsook de winst- en verliesrekening op balansdatum kunnen beïnvloeden. Werkelijke resultaten kunnen verschillen van deze schattingen. We verwijzen naar Toelichting 4 in het jaarverslag van 2024.
Hieronder geven we een overzicht van de meest belangrijke beoordelingen en schattingen die van toepassing zijn op het halfjaarverslag:
De voornaamste domeinen waarin schattingen worden aangewend in de eerste 6 maanden van 2025, zijn:
De voornaamste domeinen waarin significante beoordelingen werden gebruikt gedurende de eerste zes maanden van 2025, zijn:
De belangrijkste schattingen die worden gebruikt bij de berekening van uitgestelde belastingvorderingen zijn gebaseerd op een schatting van de grondstofprijzen over een langere periode. De grondstofprijzen die bij dergelijke schattingen worden gebruikt, zijn van nature volatiel en zullen daarom in werkelijkheid verschillen van de geschatte bedragen.
De Groep heeft een schatting gemaakt van de kosten die zullen ontstaan om te voldoen aan de vereisten opgenomen in de overeenkomst betreffende de verkoop van PT Melania . Elk verschil tussen de geschatte kosten en de werkelijk gemaakte kosten zal resulteren in een verhoging of verlaging van de meerwaarde bij de afronding van de SPA, niet later dan juni 2026. We verwijzen naar 2.2.12. Bedrijfscombinaties, acquisities en desinvesteringen.
Er hebben zich dit jaar geen wijzigingen voorgedaan in de consolidatiekring van de SIPEF-groep.
Zoals blijkt uit onderstaande tabel is het effectief belastingtarief in belangrijke mate afhankelijk van andere zaken dan de lokale resultaten en de toepasselijke lokale belastingtarieven. De aansluiting kan als volgt voorgesteld worden:
| In KUSD | 30/06/2025 | 30/06/2024 |
|---|---|---|
| Resultaat voor belastingen | 88 821 | 39 810 |
| Theoretische belastinglast | -22 472 | -10 314 |
| Waardevermindering op uitgestelde belastingen voor fiscale verliezen (-) / Terugneming van eerder afgewaardeerde (niet-invorderbare) fiscale verliezen (+) |
1 006 | -1 470 |
| Andere niet aftrekbare uitgaven | 403 | - 372 |
| Roerende voorheffing op dividenden | -6 000 | 0 |
| Niet-aftrekbaar verlies PT Melania | 0 | - 348 |
| Belastinglast | -27 063 | -12 503 |
| Effectief belastingtarief | -30,47% | -31,41% |
In toepassing van de principes van IAS 12, werd een totale waardevermindering van KUSD 1 006 op uitgestelde belastingvorderingen voor overgedragen fiscale verliezen teruggenomen per 30 juni 2025. Op basis van de laatste schattingen van de Groep, verwacht de Groep deze fiscale verliezen te recupereren voor ze verstrijken.
De roerende voorheffing op dividenden heeft betrekking op een voorheffing van 15% op een dividend dat in 2025 werd uitgekeerd door Hargy Oil Palms Ltd vanuit Papoea-Nieuw-Guinea aan de Belgische moedervennootschap.
De totale belastinglast van KUSD 27 063 (2024: KUSD 12 503) kan worden opgesplitst in een gedeelte te betalen belastingen van KUSD 24 888 (2024: KUSD 7 821) en een uitgestelde belastingcomponent van KUSD 2 176 (2024: KUSD 4 682).
De activiteiten van SIPEF kunnen worden onderverdeeld in segmenten naar gelang de soort van de producten. SIPEF heeft de volgende segmenten:
Seizoen gebondenheid is eigen aan de operationele segmenten van de Groep. Echter, bestaan er desbetreffend tegengestelde trends over de verschillende operationele segmenten en productielocaties heen. Het bananensegment kent een productiepiek, met bijhorende voorraadopbouw, in de periode januari tot april, gealigneerd met de vraag. Anderzijds, kent het palmoliesegment een 45%/55% verhouding, waarbij 45% van de producties worden gerealiseerd gedurende de eerst helft van het jaar en 55% gedurende de tweede helft van het jaar.
Omwille van seizoen gebondenheid, kunnen productievolumes een invloed hebben op de resultaten van de Groep tijdens het hoogseizoen en leiden tot hogere voorraden die aangehouden worden. Bovenstaande seizoengebondenheid heeft een impact op het werkkapitaal en de netto financiële positie van de Groep. Beide worden actief beheerd en nauwlettend opgevolgd.
Het overzicht van de segmenten hieronder is weergegeven op basis van de interne managementrapportering van de SIPEF-groep. Het executief comité is de "chief operating decision maker". De belangrijkste verschillen met de IFRS-consolidatie zijn:
| In KUSD (verkort) | 30/06/2025 | 30/06/2024 |
|---|---|---|
| Bruto-marge per product | ||
| Palm | 108 689 | 69 451 |
| Rubber | 0 | -5 015 |
| Bananen | 4 050 | 3 059 |
| Corporate | 517 | 891 |
| Totaal bruto-marge per product* | 113 255 | 68 385 |
| Algemene-en beheerskosten | -26 928 | -23 742 |
| Overige bedrijfsopbrengsten/(kosten)* | -1 687 | 937 |
| Financieringsopbrengsten/(kosten) | - 407 | - 433 |
| Wisselkoersresultaten | 4 587 | -3 757 |
| Resultaat voor belastingen | 88 821 | 41 391 |
| Belastinglasten | -27 063 | -12 503 |
| Effectief belastingtarief | -30,47% | -30,21% |
| Resultaat na belastingen | 61 757 | 28 887 |
| Aandeel resultaat geassocieerde deelnemingen | - 983 | - 639 |
| Resultaat van de periode (recurrent) | 60 774 | 28 249 |
| - Minderheidsbelangen | 3 056 | 1 719 |
| - Aandeelhouders van de moedermaatschappij | 57 718 | 26 530 |
| Resultaat van de periode (recurrent) | 60 774 | 28 249 |
| Aanpassing reële waarde op de verkoop van PT Melania | 0 | -1 580 |
| Resultaat van de periode (niet-recurrent) | 60 774 | 26 668 |
* De cijfers van het voorgaande jaar zijn aangepast om de herclassificatie van het resultaat van het theesegment, in totaal KUSD 85, naar overige bedrijfsopbrengsten/(kosten) weer te geven, aangezien thee niet langer wordt beschouwd als een segment binnen de Groep.
Hierna wordt de segmentinformatie per productsegment en per geografische locatie weergeven volgens de IFRS winst- en verliesrekeningen.
Het resultaat van een segment omvat de opbrengsten en kosten die rechtstreeks door een segment worden gegenereerd, inclusief het relevante deel van de opbrengsten en kosten dat redelijkerwijs aan het segment kan worden toegerekend.
| Omzet | Kostprijs van de verkopen |
Aanpassingen van de reële waarde |
Brutowinst | % van totaal |
|
|---|---|---|---|---|---|
| 2025 - KUSD | |||||
| Palm | 227 420 | -120 717 | 1 986 | 108 689 | 96,0 |
| Rubber | 0 | 0 | 0 | 0 | 0,0 |
| Bananen | 22 488 | -19 130 | 692 | 4 050 | 3,6 |
| Corporate | 517 | 0 | 0 | 517 | 0,5 |
| Totaal | 250 425 | -139 847 | 2 678 | 113 255 | 100,0 |
| Palm | 180 658 | -114 181 | 2 974 | 69 451 | 101,6 |
|---|---|---|---|---|---|
| Rubber | 120 | -5 135 | 0 | -5 015 | -7,3 |
| Bananen | 21 387 | -18 320 | - 8 | 3 059 | 4,5 |
| Corporate | 891 | 0 | 0 | 891 | 1,3 |
| Totaal | 203 055 | -137 636 | 2 966 | 68 385 | 100,0 |
Het segment 'corporate' omvat de ontvangen management fees van niet-groepsondernemingen, aangerekende commissies op zeevrachten en andere aangerekende commissies die buiten het verkoopcontract vallen.
| Omzet | Kostprijs van de verkopen |
Andere inkomsten |
Aanpassingen van de reële waarde |
Brutowinst | % van totaal |
|
|---|---|---|---|---|---|---|
| 2025 – KUSD | ||||||
| Indonesië | 126 418 | -65 213 | 395 | 1 736 | 63 336 | 55,9 |
| Papoea-Nieuw-Guinea | 101 397 | -55 899 | 0 | 250 | 45 747 | 40,4 |
| Côte d'Ivoire | 22 488 | -19 130 | 0 | 692 | 4 050 | 3,6 |
| Europa | 122 | 0 | 0 | 0 | 122 | 0,1 |
| Totaal | 250 424 | -140 242 | 395 | 2 678 | 113 255 | 100,0 |
| 2024 - KUSD | ||||||
| Indonesië | 97 770 | -67 199 | 270 | 2 911 | 33 752 | 49,4 |
| Papoea-Nieuw-Guinea | 83 007 | -52 117 | 0 | 63 | 30 953 | 45,3 |
| Côte d'Ivoire | 21 387 | -18 320 | 0 | -8 | 3 059 | 4,5 |
| Europa | 621 | 0 | 0 | 0 | 621 | 0,9 |
| Totaal | 202 785 | -137 636 | 270 | 2 966 | 68 385 | 100,0 |
Bijkomende informatie over de brutowinst kan teruggevonden worden in 2.1.2. Geconsolideerde winst- en verliesrekening.
| 30/06/2025 | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| In KUSD | Indonesië | PNG | Côte d'Ivoire | Europa | Andere | Totaal |
| Immateriële vaste activa | 0 | 0 | 0 | 94 | 0 | 94 |
| Goodwill | 104 782 | 0 | 0 | 0 | 0 | 104 782 |
| Biologische activa | 246 183 | 76 299 | 530 | 0 | 0 | 323 012 |
| Andere materiële vaste activa | 321 992 | 128 060 | 13 381 | 542 | 312 | 464 287 |
| Investeringen in geassocieerde deelnemingen en joint ventures |
0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Andere financiële activa | 46 | 0 | 63 | 15 | 0 | 124 |
| Vorderingen > 1 jaar | 33 374 | 0 | 0 | 12 668 | 0 | 46 041 |
| Uitgestelde belastingvorderingen | 13 206 | 0 | 969 | 1 518 | 0 | 15 692 |
| Totaal vaste activa | 719 582 | 204 359 | 14 942 | 14 837 | 312 | 954 033 |
| % van totaal | 75,4% | 21,.4% | 1,6% | 1,6% | 0,0% | 100,0% |
| 31/12/2024 | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| In KUSD | Indonesië | PNG | Côte d'Ivoire | Europa | Andere | Totaal |
| Immateriële vaste activa | 0 | 0 | 0 | 119 | 0 | 119 |
| Goodwill | 104 782 | 0 | 0 | 0 | 0 | 104 782 |
| Biologische activa | 244 606 | 75 769 | 476 | 0 | 0 | 320 851 |
| Andere materiële vaste activa | 318 810 | 125 609 | 12 274 | 557 | 471 | 457 720 |
| Investeringen in geassocieerde deelnemingen en joint ventures |
-2 173 | 0 | 0 | 0 | 2 504 | 331 |
| Andere financiële activa | 46 | 0 | 51 | 15 | 0 | 112 |
| Vorderingen > 1 jaar | 33 893 | 0 | 0 | 11 688 | 0 | 45 581 |
| Uitgestelde belastingvorderingen | 14 068 | 0 | 891 | 1 518 | 0 | 16 478 |
| Totaal vaste activa | 714 034 | 201 377 | 13 692 | 13 897 | 2 975 | 945 975 |
| % van totaal | 75,5% | 21,3% | 1,5% | 1,5% | 0,3% | 100,0% |
De activa van Indonesië en Papoea-Nieuw-Guinea hebben voor 100% betrekking op het palmsegment. De activa van Côte d'Ivoire hebben voor 100% betrekking op het bananensegment. De activa van Europa hebben niet specifiek betrekking op één productsegment.
Het tijdstip van de erkenning van opbrengsten vindt telkens plaats op één bepaald moment in de tijd. Bijkomende informatie over de omzet en de financiële resultaten kan teruggevonden worden in 2.1.2 Geconsolideerde winst- en verliesrekening en in 2.2.6. Segmentinformatie.
Het aandeel in de winst of het verlies van 'geassocieerde deelnemingen en joint ventures' omvat de researchactiviteiten die gecentraliseerd zijn in PT Timbang Deli en Verdant Bioscience PTE Ltd.
Op 11 juni 2025, keurden de aandeelhouders van SIPEF de uitkering goed van een bruto dividend van EUR 2,00 (coupon 17) over het boekjaar 2024, betaalbaar vanaf 2 juli 2025. Het totaal uitgekeerd dividend bedraagt EUR 20 838 656. Omgerekend tegen de USD-koers van de dag van de algemene vergadering bedraagt dit USD 23 867 843.
Het geplaatst kapitaal is niet veranderd ten opzichte van 31 december 2024.
| In KUSD | 30/06/2025 | 31/12/2024 |
|---|---|---|
| Korte termijn verplichtingen – kredietinstellingen | -26 071 | -35 894 |
| Korte termijn leaseverplichtingen | - 580 | - 626 |
| Lange termijn lease verplichtingen | -1 352 | -1 448 |
| Investeringen en geldbeleggingen | 4 450 | 1 |
| Geldmiddelen en kasequivalenten | 43 486 | 19 880 |
| Netto financiële activa/(verplichtingen) | 19 933 | -18 087 |
De 'korte termijn verplichtingen' hebben een looptijd van minder dan twaalf maanden en bestaan uit:
De leasingschulden op korte en lange termijn zijn een gevolg van de IFRS 16 – leasingnorm.
De 'Investeringen en deposito's' weerspiegelen vrij beschikbare liquide middelen die op 30 juni 2025 op een bank - en depositorekening stonden.
Begin juli 2025, werden de hoge kasreserves gebruikt om het dividend van 2024 te betalen (zie ook 2.2.15 Gebeurtenissen na balansdatum).
De huidige maximum beschikbare kredietlijnen bedragen KUSD 125 485 (2024: KUSD 122 655). In vergelijking met de huidige totale schuld (exclusief leasing) van KUSD 26 071, laat dit een vrij beschikbare kredietruimte van KUSD 99 414.
De financiële instrumenten worden ondergebracht in niveaus volgens principes die consistent zijn met deze die werden toegepast bij het opmaken van Toelichting 26 van het jaarverslag over 2024. Tijdens de eerste zes maanden van 2025 waren er geen overdrachten tussen verschillende niveaus.
Alle per 30 juni 2025 uitstaande derivaten die gewaardeerd worden aan reële waarde hebben betrekking op valutatermijncontracten en intrestindekkingen. De reële waarde van de valutatermijncontracten wordt berekend als de verdisconteerde waarde van het verschil tussen de contractwaarde en de huidige termijnkoers en wordt ondergebracht onder niveau 2 (betreft reële waarde op basis van observeerbare variabelen). Per 30 juni 2025, bedroeg de reële waarde KUSD 1 206 tegenover KUSD -1 053 per 31 december 2024.
| In KUSD | 30/06/2025 | 31/12/2024 |
|---|---|---|
| Termijnwisselverrichtingen | 1 206 | -1 053 |
| Reële waarde (+ = actief; - = verplichting) | 1 206 | -1 053 |
De reële waarde van de termijnwisselverrichting berekend op basis van de slotkoers per 30 juni 2025 werd eveneens ondergebracht in niveau 2. Het notioneel bedrag van de termijnwisselcontracten bedraagt KUSD 22 283.
De toekomstige wisselkoerscontracten werden niet gedocumenteerd als in een afdekkingsrelatie. Bijgevolg worden alle veranderingen van de reële waarde opgenomen in het financieel resultaat.
De boekwaarde van de overige financiële activa en verplichtingen benadert de reële waarde.
In 2021, heeft SIPEF (via haar dochteronderneming PT Tolan Tiga) een voorwaardelijke verkoop- en aankoopovereenkomst ondertekend (CSPA) over de verkoop van 100% van het aandelenkapitaal van haar Indonesische dochteronderneming, PT Melania. Voor deze transactie controleerde SIPEF 95% van PT Melania via haar Indonesische 95%-dochter PT Tolan Tiga, de overige 5% zijn in handen van een Indonesisch pensioenfonds.
Ter herinnering: PT Melania bezat in 2021 de helft van de Indonesische rubberactiviteiten van de Groep in Sumatra en de volledige theeactiviteiten in Java. In eerste instantie werd 40% van de aandelen verkocht voor een betaling van USD 19 miljoen. Na deze eerste fase nam de koper het beheer van de rubberactiviteiten overnemen. De tweede tranche van 60% van de aandelen (waarvan 55% in het bezit van SIPEF) zullen worden overgedragen na de hernieuwing van de permanente landrechten (HGU) voor het geheel van de rubber- en theeactiviteiten. De bruto verkoopprijs voor 100% van de aandelen bedraagt USD 36 miljoen.
De landrechten van de theeactiviteiten in Java werden succesvol hernieuwd. De landrechten van de rubberactiviteiten in Sumatra werden tot op heden nog niet vernieuwd, waardoor de definitieve overdracht van de resterende aandelen in het kader van de CSPA is vertraagd..
Op 22 januari 2025 stuurde de koper een opzeggingsbrief met betrekking tot de CSPA. De SIPEF-groep betwistte de rechtsgeldigheid van deze opzeggingsbrief. Voortgezette dialoog leidde tot een constructieve oplossing, rekening houdend met de uitzonderlijke omstandigheden in verband met het HGUvernieuwingsproces.
Op 3 juli 2025 ondertekenden de partijen een wijziging van de oorspronkelijke CSPA, waarin zij hun wederzijdse verbintenis tot de transactie opnieuw bevestigden en een aantal aangepaste voorwaarden uiteenzetten om rekening te houden met de lopende vergunningsprocedures. De belangrijkste elementen van de herziene overeenkomst zijn:
SIPEF blijft zich inzetten om de verkoop van PT Melania af te ronden en blijft het proces van de vernieuwing van de landrechten nauwlettend volgen en beheren. In dit stadium, wordt geen materiële aanpassing van de reële waarde van het actief noodzakelijk geacht.
Er zijn geen materiële wijzigingen in de transacties met verbonden partijen vergeleken met het jaarverslag van december 2024. We verwijzen naar Toelichting 29 van het jaarverslag van 2024.
Er hebben zich tijdens de eerste 6 maanden van 2025 geen belangrijke gebeurtenissen voorgedaan buiten de normale gang van zaken die een significante impact zouden kunnen hebben op de financiële staten van de SIPEF-groep.
Er zijn geen gebeurtenissen na balansdatum die een significante impact hebben op het resultaat en/of het eigen vermogen van de Groep. SIPEF heeft een dividend betaald van EUR 20 838 656 op 2 juli 2025.
Conform artikel 13 van het Koninklijk Besluit van 14 november 2007 bevestigt de SIPEF-groep dat de fundamentele risico's waarmee de onderneming geconfronteerd wordt, ongewijzigd blijven ten opzichte van deze beschreven in het jaarverslag van 2024 en dat er geen andere risico's en onzekerheden voor de resterende maanden van het boekjaar verwacht worden.
Op regelmatige basis evalueren de raad van bestuur en het management van de onderneming de bedrijfsrisico's waarmee de SIPEF-groep geconfronteerd wordt.
Baron Bertrand, voorzitter van de raad van bestuur, en Petra Meekers, gedelegeerd bestuurder, verklaren dat, voor zover door hen bekend:
Vertaling: dit persbericht is verkrijgbaar in het Nederlands en het Engels. De Nederlandse versie is de originele en de Engelse versie is een vrije vertaling. We hebben alles wat redelijkerwijs mogelijk is gedaan om verschillen tussen de taalversies te vermijden, maar als er toch verschillen zijn, dan heeft de Nederlandse versie voorrang.
Schoten, 14 augustus 2025
Voor meer informatie, gelieve contact op te nemen met:
Tel.: +32 3 641 97 00
[email protected] www.sipef.com (rubriek 'investors')
SIPEF is een Belgische agro-industriële groep, genoteerd op Euronext Brussels en is gespecialiseerd in de - als duurzaam gecertificeerde - productie van tropische landbouwgrondstoffen, voornamelijk ruwe palmolie en palmproducten. Deze arbeidsintensieve activiteiten zijn geconcentreerd in Indonesië, Papoea-Nieuw-Guinea en Côte d'Ivoire en worden gekenmerkt door een brede stakeholderbetrokkenheid, die de lange termijn investeringen op duurzame wijze ondersteunt.


Have a question? We'll get back to you promptly.