AI Terminal

MODULE: AI_ANALYST
Interactive Q&A, Risk Assessment, Summarization
MODULE: DATA_EXTRACT
Excel Export, XBRL Parsing, Table Digitization
MODULE: PEER_COMP
Sector Benchmarking, Sentiment Analysis
SYSTEM ACCESS LOCKED
Authenticate / Register Log In

Recticel

Annual Report Apr 30, 2025

3993_rns_2025-04-30_6cf58107-2952-4f30-aae9-1f0826e2f07a.pdf

Annual Report

Open in Viewer

Opens in native device viewer

Toonaangevend in toekomstgerichte isolatie

Jaarverslag 2024

Het FSC® certificaat garandeert dat het hout en papier dat gebruikt is voor dit Jaarverslag 2024 op een sociaal en ecologisch verantwoorde manier is geoogst. De FSC Chain of Custody certificering biedt een manier om het materiaal te traceren vanaf de gecertificeerde oorspronkelijke bron, tijdens het productieproces tot de eindgebruiker.

Het European Single Electronic Format (ESEF) is de officiële versie van de Financiële Verklaring (Hoofdstuk 7 van dit verslag), zoals bepaald in Art. 4 van de Transparantierichtlijn 2004/109/EG. Download de machineleesbare iXBRL-versie van ons jaarverslag 2024 op https://www.recticel.com/investors/annual-halfyear-reports.html

Credits beelden:

Matej Hakár (pagina 25) DAPh.nl (pagina 32) Miran Kambič (pagina 34, 134 en 246) Craig Aucland / Fotohouse (pagina 102) HGEsch (pagina 121)

Lay-out en productie: Vintage Productions, België

Recticel Group: de thuisbasis van toekomstgerichte isolatie

Recticel is een toonaangevende groep van isolatiebedrijven met hoofdkantoor in België en vestigingen in zeven landen in Europa en de VS. Het is onze ambitie om de strijd tegen klimaatverandering te versnellen met slimme isolatieoplossingen die duurzame waarde creëren voor onze klanten, stakeholders en de maatschappij in zijn geheel. We bieden een uitgebreid en innovatief portfolio van thermische en thermo-akoestische oplossingen via verschillende divisies, die allemaal expertisecentra zijn in hun eigen specialiteit.

Inhoudsopgave

DEEL 1 | BEOORDELING DOOR HET MANAGEMENT

1 HOOGTEPUNTEN EN PRESTATIE-INDICATOREN 9
1.1 Hoogtepunten van 2024 en begin 2025 10
1.2 Financiële indicatoren 2024 12
1.3 Duurzaamheidsindicatoren voor 2024 14
2 TOONAANGEVEND IN TOEKOMSTGERICHTE ISOLATIE 17
2.1 Onze identiteit en ons doel 18
2.2 De wereld waarin we werken 21
2.2.1 Megatrends en drijvende krachten achter de markt 21
2.2.2 Nieuwe EU-bouwvoorschriften die duurzaamheid
en circulariteit bevorderen 22
2.2.3 Het belang van isolatie 23
2.3 Ons bedrijfsmodel en strategie 25
2.3.1 Ons bedrijfsmodel 25
2.3.2 Gespecialiseerde divisies voor een uitgebreid portfolio 27
2.3.3 Onze strategie 40
2.3.4 Veerkracht van ons bedrijfsmodel en strategie 43
2.3.5 ESG-ratings en transparantie 44
2.3.6 Belangen en standpunten van stakeholders 46
3 CORPORATE GOVERNANCE 47
3.1 GOV-1 De rol van de bestuurs-, leidinggevende en
toezichthoudende organen 48
3.1.1 Rol van de Raad van Bestuur van Recticel 48
3.1.2 Samenstelling van de Raad van Bestuur 48
3.1.3 Statutaire benoemingen 51
3.1.4 Werking van de Raad van Bestuur 51
3.1.5 Samenstelling van het Executive Management 52
3.1.6 Comités ingesteld door de Raad van Bestuur 54
3.2 GOV-2 Informatie verschaft aan en omgang met
duurzaamheidsthema's door bestuurs-, leidinggevende en
toezichthoudende organen van de onderneming 56
3.3 GOV-3 Integratie van duurzaamheids-prestaties
in beloningsregelingen 57
3.4 GOV-4 Verklaring van due-diligence in de waardeketen 58
3.4.1 Onze inkoopvisie 58
3.4.2 Onze due diligence-procedure voor mensenrechten
in de toeleveringsketen 59
3.4.3 Productbeheer 60
3.4.4 In kaart brengen van due diligence proces in de
Duurzaamheidsverklaring 62
3.5 GOV-5 Risicobeheersing en interne controles voor
duurzaamheidsrapportage 64
3.5.1 Risicobeheersing en governance 64
3.5.2 Interne controles op duurzame rapportage 66
3.6 Toepasselijke referentiecode en regels 67
3.6.1 Toepasselijke referentiecode 67
3.6.2 Transacties en andere contractuele banden tussen de
vennootschap en leden van de Raad van Bestuur of leden van het
Managementcomité 67
3.6.3 Handel met voorkennis en marktmanipulatie 67
3.6.4 Relaties met de referentieaandeelhouders 68
3.7 Externe audit 70
3.8 Aandeelhoudersagenda 70

DEEL 2 | DUURZAAMHEIDSVERKLARING

4 ALGEMENE INZICHTEN, DMA EN IRO 71
4.1 Algemene informatie 72
4.2 De kracht van dubbele materialiteit 74
4.2.1 Dubbele materialiteitsanalyse 74
4.2.2 Ons DMA proces 76
4.2.3 Impact en financiële materialiteit definiëren 78
4.2.4 Uitkomst materiële ESG-onderwerpen 79
4.3 Navigeren in het landschap van impacts, risico's en kansen (IRO) 80
4.3.1 IRO procesbeschrijving 80
4.3.2 Materiële IRO's en hun interactie met strategie en bedrijfsmodel 82

Recticel Group - Jaarverslag 2024 5

5 ESG-INFORMATIE 92

5.1 Milieu EU Taxonomie 93
5.1.1 EU Taxonomie-kader voor het definiëren van in aanmerking
komende en afgestemde activiteiten 93
5.1.2 Wijzigingen ten opzichte van de EU Taxonomie verklaring voor 2023 95
5.1.3 EU Taxonomie analyse 2024 95
5.1.4 EU Taxonomie rapporteringstabellen in 2024 98
5.2 Milieu E1 Klimaatverandering 102
5.2.1 Materiële E1 IRO's en hun interactie met strategie en bedrijfsmodel 103
5.2.2 E1-1 Transitieplan voor klimaatmitigatie 103
5.2.3 E1-2 Beleid ten aanzien van klimaatmitigatie 104
5.2.4 E1-3 Maatregelen en middelen wat betreft beleid ten aanzien
van klimaatverandering 105
5.2.5 E1-4 Doelen inzake klimaatmitigatie 107
5.2.6 E1-5 Energieverbruik en energiemix 109
5.2.7 E1-6 Bruto scopes 1, 2, 3 emissies en totale broeikasgasemissies 112
5.2.8 Vermeden emissies 119
5.2.9 E1-7 Broeikasgasverwijderingen en projecten voor
broeikasgasmitigatie gefinancierd uit carbon credits 120
5.2.10 E1-8 Interne koolstofbeprijzing 121
5.2.11 E1-9 Beoogde financiële effecten van materiële fysieke
en transitierisico's en potentiële klimaatkansen 121
5.3 Milieu E5 Materiaalgebruik en circulaire economie 122
5.3.1 Materiële E5 IRO's en hun interactie met strategie en bedrijfsmodel 123
5.3.2 E5-1 Beleid met betrekking tot materiaalgebruik en
circulaire economie 123
5.3.3 E5-2 Beleid en middelen wat betreft materiaalgebruik
en circulaire economie 125
5.3.4 E5-3 Doelen wat betreft materiaalgebruik en circulaire economie 127
5.3.5 E5-4 Materiaalinstromen 128
5.3.6 E5-5 Materiaaluitstromen 130
5.3.7 E5-6 Verwachte financiële effecten van het gebruik
van materiële hulpbronnen en aan de circulaire economie
gerelateerde risico's en kansen 134
5.4 Sociaal S1 Eigen personeel 135
5.4.1 Materiële S1 IRO's en hun interactie met strategie en bedrijfsmodel 136
5.4.2 S1-1 Beleid ten aanzien van eigen personeel 136

5.4.3 S1-2 Processen om met eigen werknemers en

werknemersvertegenwoordigers te overleggen over impacts 138
5.4.4 S1-3 Herstelprocessen voor negatieve impact en kanalen
voor eigen werknemers om zorgen kenbaar te maken 139
5.4.5 S1-4 Acteren op materiële impacts op eigen personeel 140
5.4.6 S1-5 Doelen wat betreft het beheersen van materiële
negatieve impacts, het bevorderen van positieve impacts
en het beheersen van materiële risico's en kansen 142
5.4.7 S1-6 Kenmerken van de werknemers van de onderneming 143
5.4.8 S1-7 Kenmerken van werknemers niet in loondienst
onder het eigen personeel van de onderneming 144
5.4.9 S1-8 CAO-dekkingsgraad en sociale dialoog 144
5.4.10 S1-10 Leefbare lonen 145
5.4.11 S1-11 Sociale bescherming 145
5.4.12 S1-13 Maatstaven voor opleiding en ontwikkeling
van vaardigheden 145
5.4.13 S1-14 Veiligheids- en gezondheidsmaatstaven 145
5.4.14 S1-15 Werk-privé balans 147
5.4.15 S1-17 Incidenten, klachten en ernstige impacts
op het gebied van mensenrechten 147
5.5 Governance G1 Zakelijk gedrag 148
5.5.1 Materiële G1 IRO's en hun interactie met strategie
en bedrijfsmodel 149
5.5.2 G1-1 Beleid ten aanzien van zakelijk gedrag en bedrijfscultuur 149
5.5.3 Rol en deskundigheid van bestuurlijke, beheers- en
toezichthoudende organen 153
5.5.4 G1-2 Beheer van relaties met leveranciers en gevolgen
voor onze toeleveringsketen 153
5.5.5 G1-3 Preventie en opsporing van corruptie en omkoping 154
5.5.6 G1-4 Bevestigde incidenten van corruptie of omkoping 156
5.5.7 G1-5 Politieke invloed en lobbyactiviteiten 156
5.5.8 G1-6 Betalingspraktijken 157

DEEL 3 | BEZOLDIGINGSRAPPORT

6 BEZOLDIGINGSVERSLAG 158

6.1 Inleiding 159
6.1.1 Bedrijfsresultaten 2024 159
6.1.2 Resultaten 2024 op het vlak van bezoldiging 159
6.1.3 Betrokkenheid van aandeelhouders 160
6.2 Ons bezoldigingsbeleid in het kort 160
6.1.4 Vooruitblik 160
6.2.1 Bestuurders 161
6.2.2 Managementcomité 161
6.3 Bezoldiging van Niet-uitvoerende Bestuurders 162
6.4 Bezoldiging van de Leden van het Managementcomité 163
6.4.1 Totale bezoldiging 163
6.4.2 Vaste bezoldiging 164
6.4.3 Variabele bezoldiging 164
6.4.4 Buitengewone posten 167
6.4.5 Pensioenkosten 167
6.4.6 Aanvullende informatie 167
6.5 Aandelengerelateerde bezoldiging 169
6.6 Beëindigingsvergoedingen 171
6.7 Afwijkingen 171
6.8 Jaarlijkse verandering in bezoldiging en loonratio 172
6.8.1 Jaarlijkse verandering in bezoldiging van Bestuurders
ten opzichte van het bredere personeelsbestand en bedrijfsprestaties 172
6.8.2 Loonratio 172

DEEL 4 | FINANCIËLE VERKLARING

7 FINANCIEEL RAPPORT 173
--- -------------------- -----
7.1 Geconsolideerde financiële staten 174
7.1.1 Geconsolideerde winst-en-verliesrekening 174
7.1.2 Resultaat per aandeel 175
7.1.3 Geconsolideerd totaalresultaat 175
7.1.4 Geconsolideerde balans 176
7.1.5 Geconsolideerd kasstroomoverzicht 177
7.1.6 Mutatieoverzicht van het eigen vermogen 180
7.2 Toelichtingen bij de geconsolideerde financiële staten
voor het jaar eindigend op 31 december 2024 182
7.2.1 Samenvatting van de waarderingsregels 182
7.2.2 Wijzigingen in de consolidatiekring 199
7.2.3 Bedrijfs- en geografische segmenten 199
7.2.4 Winst-en-verliesrekening 201
7.2.5 Balans 210
7.2.6 Diversen 240
7.3 Recticel NV/SA - Algemene informatie 247
7.4 Recticel NV/SA - Verkorte enkelvoudige financiële staten 248
7.5 Verklaring van de verantwoordelijken 250
8 BIJLAGE 251
8.1 Verslag van de commissaris 252
8.2 ESRS lijst met rapportage-eisen 260
8.3 Verwijzingen naar andere EU wetgevingen 262
8.3.1 Referentietabel met TCFD-aanbevelingen 262
8.3.2 Referentietabel met de Verenigde Naties' duurzame
ontwikkelingdoelstellingen (SDG's) 263
8.4 Woordenlijst 264

Wim Dejonghe Voorzitter

Jan Vergote Chief Executive Officer

Brief van de Voorzitter en de Chief Executive Officer

Beste Lezer,

Welkom bij dit jaarverslag 2024, waarin we onze prestaties, activiteiten en voortdurende inspanningen delen om te opereren als een gewaardeerde partner voor u en voor de samenleving als geheel.

Het opstellen van het jaarverslag is van groot belang voor de Recticel Group. Via dit document communiceren we essentiële gegevens aan onze stakeholders. Het speelt ook een cruciale rol in de interne besluitvorming en strategische planning. Elk jaar, wanneer we onze prestaties evalueren en toekomstige risico's en kansen beoordelen, verwerven we waardevolle inzichten die we gebruiken om de waardecreatie voor u te verbeteren.

Het jaarverslag 2024 is opgesteld in volledige overeenstemming met alle toepasselijke wettelijke en rapportagestandaarden, waaronder ESRS en IFRS. Het is echter altijd onze intentie om verder te gaan dan alleen het voldoen aan de wettelijke vereisten en om zinvolle informatie te geven over onze voortgang op weg naar onze strategische doelen en duurzaamheid op de lange termijn.

Als voorzitter en CEO van Recticel verzekeren wij u dat, naar ons beste weten, onze duurzaamheids- en financiële verklaringen voor 2024 en het bezoldigingsverslag een nauwkeurig beeld geven van de activa, de positie en de prestaties van Recticel.

Jaaroverzicht

Het algemene beeld van 2024 is positief voor de Recticel Group. In een periode die gekenmerkt werd door moeilijke eindmarkten, toegenomen prijsconcurrentie en grondstoffendeflatie, bleven we een stabiele koers varen. We hebben de markttrends overtroffen door ons te blijven richten op operationele uitmuntendheid, productinnovatie en autonome en externe groei in onze belangrijkste productielanden. Als gevolg daarvan groeide onze isolatieomzet met 15,3% (van EUR 529,4 miljoen naar een recordhoogte van EUR 610,2 miljoen) en versnelde deze naar 18,3% in de tweede helft van het jaar. De autonome groei volgde een vergelijkbaar patroon en deed daarbij beter dan onze eindmarkten.

In de divisie Insulated Panels hebben we onze groeistrategie voortgezet met de merken Trimo en Rex Panels & Profiles. We investeren in een grote greenfield productiefaciliteit voor geïsoleerde panelen in Noord Amerika, die in het derde kwartaal van 2026 zal worden opgestart. De divisie maakt ook gebruik van samenwerkingsverbanden met Noord-Amerikaanse industrie-experts om een snelle marktintroductie mogelijk te maken.

De divisie Insulation Boards is sterk geëvolueerd en toont haar leiderschap in de sector met de bouw van een recyclingfabriek van de volgende generatie in Wevelgem, België. Deze investering van EUR 13 miljoen zal zich specialiseren in een gesloten chemische recyclingkringloop van PU-afval tot materialen voor de productie van nieuwe isolatieplaten. Het zal een essentiële bijdrage leveren aan de circulariteit in onze sector en een aanzienlijke impact hebben op scope 3 emissies.

De Amerikaanse divisie Acoustic Solutions heeft een unieke positie behouden in het gebied van akoestiekinnovatie. De R&D-specialisten en ingenieurs van Soundcoat richten zich op snelgroeiende toepassingen, zoals de lucht- en ruimtevaart, de luchtvaart en elektrische laadstations.

We zijn 2025 begonnen met een goed gevulde orderportefeuille en onze resultaten voor het eerste kwartaal weerspiegelen een sterke start. Onze groeiverwachtingen gedurende het jaar worden getemperd door de specifieke kenmerken van de huidige bouwmarkt, die op twee snelheden werkt. De residentiële markt (waar Recticel Insulation actief is) presteert zeer sterk, terwijl de industriële markt (waar Trimo en Rex actief zijn) aanzienlijk vertraagt. Hoewel deze vertraging een impact op korte termijn zal hebben op onze Insulated Panels divisie, zorgen we ervoor dat de divisie volledig voorbereid is om de kansen te grijpen die zullen voortvloeien uit het herstel van de markt.

Er is een aanzienlijke inhaalvraag naar energieefficiënte oplossingen in de bouw- en renovatiesector, ondersteund door nieuwe en in ontwikkeling zijnde EU-bouwvoorschriften om duurzaamheid en circulariteit af te dwingen. We bevinden ons in een sterke positie om de voordelen van deze vraag te benutten door productinnovatie en operationele excellentie. Door een gerichte prijsstrategie toe te passen en solide relaties te onderhouden in onze hele toeleveringsketen, blijven we een betrouwbare partner voor onze klanten.

Klimaatverandering bestrijden

Milieu- en maatschappelijke uitdagingen met betrekking tot klimaatverandering zijn het afgelopen jaar in een stroomversnelling geraakt. Recticel is meer dan ooit vastberaden om een deel van de oplossing te zijn. In 2024 hebben we veel aandacht besteed aan het identificeren van onze belangrijkste duurzaamheidsfactoren en aan de dialoog met onze stakeholders om een volledig inzicht te krijgen in de materiële impact. We bleven fors investeren in R&D en onderzochten nieuwe mogelijkheden voor slimme en milieuvriendelijke oplossingen. Onze inspanningen hebben geresulteerd in verschillende nieuwe producten en systemen die zijn ontwikkeld voor hogere isolatieprestaties in combinatie met een kleinere koolstofvoetafdruk.

We werken niet alleen aan een volledige overgang naar hernieuwbare energiebronnen, maar werken ook samen met onze leveranciers om de uitstoot in de hele toeleveringsketen aan te pakken. Dankzij deze voortdurende inspanningen hebben we de scope 1+2

koolstofintensiteit per m³ tijdens de verslagperiode met 25,4% verminderd en onze scope 3 koolstofintensiteit per m³ verminderd met 8,0%.

We zijn er trots op te kunnen melden dat ons engagement voor duurzaamheid en onze ESGprestaties voor 2024 tot uiting komen in hogere scores van belangrijke ESG-ratingbedrijven. Dit is onder andere het geval voor CDP, dat algemeen wordt beschouwd als de gouden standaard voor milieurapportering en dat Recticel onlangs op zijn A lijst voor klimaatverandering plaatste.

Toekomstgericht blijven

In 2025 blijft Recticel zich inzetten om de slimste te zijn in plaats van de grootste. Door vakkundig te innoveren en ervoor te zorgen dat elk aspect van ons bedrijf zo efficiënt mogelijk werkt, zullen we gestaag vooruitgang boeken in de richting van onze langetermijndoelen en tegelijkertijd de flexibiliteit behouden die nodig is om ons aan te passen aan een veranderende wereld. Hoewel de politieke, markt- en economische onzekerheden aanhouden, hebben we vertrouwen in ons sterk organisch groeipotentieel op de middellange en lange termijn. We zijn van plan om door te gaan met de uitvoering van ons strategisch groeiplan met een combinatie van fusies en overnames en organische groei, ondersteund door een gezonde balans.

We willen graag onze dank uitspreken aan alle collega's, zakenpartners, aandeelhouders en iedereen die het afgelopen jaar een rol heeft gespeeld in ons traject. We blijven, zoals altijd, toegewijd aan het leveren van toegevoegde waarde.

Wim Dejonghe Chairman

Jan Vergote Chief Executive Officer

Hoogtepunten en 1 prestatie-indicatoren

DEEL 1 | BEOORDELING DOOR HET MANAGEMENT

1.1 Hoogtepunten van 2024 en begin 2025

2024

Overname van Rex Panels & Profiles afgerond

Rex Panels & Profiles is gespecialiseerd in de productie van PIR en minerale wol geïsoleerde panelen voor de bouwsector en vormt een aanvulling op het Trimo aanbod in ons assortiment Insulated Panels.

2024

Een samenwerking met Pininfarina leidt tot een verbluffende speciale editie van Trimo's QBISS geïsoleerde panelen.

2024

SBTi-doelen goedgekeurd

Het Science Based Targets Initiative (SBTi) keurt onze doelen goed voor de reductie van broeikasgasemissies voor 2030 (korte termijn) en 2050 (lange termijn).

Recticel Insulation en Sika Frankrijk winnen een Perifem Innovation Award (categorie energie) voor het Powerdeck+ Light Roof isolatiesysteem.

2024

Introductie van vernieuwde IP PIR isolatieplaten IP PIR is een thermische isolatieplaat die wordt gebruikt bij de constructie van betonnen sandwichpanelen voor muren. De aluminium bekleding is overbodig, waardoor de koolstofvoetafdruk van de meerlaagse bekleding tot 40% kleiner wordt en het risico op corrosie afneemt.

SEP

2024

Partnerschap met Lignaverda

Recticel gaat een driejarig partnerschap aan met Lignaverda (www.lignaverda.org), een non-profitorganisatie die woestijnvorming in de semi-aride regio's van Afrika bestrijdt en de kritieke uitdagingen van klimaatverandering en landschapsdegradatie aanpakt.

AUG NOV 2024

97% PEFC-gecertificeerd papier in meerlaagse bekleding van isolatieplaten

Het aandeel papier uit PEFC-gecertificeerde bossen dat wordt gebruikt in de papierlagen van onze polyurethaan isolatieplaten is 97%. Dit cijfer vermindert onze koolstofvoetafdruk nog verder, bevordert duurzame bosbouwpraktijken en brengt ons dichter bij ons doel van 100% PEFC-certificatie tegen het einde van 2025.

2025

Lancering van de koolstofarme Qbiss One Next en Trimoterm Next oplossingen

De nieuwe Qbiss One Next en Trimoterm Next geïsoleerde panelen zorgen voor een vermindering van de CO2-voetafdruk tot 69% ten opzichte van bestaande alternatieven.

2025

Recticel komt op de A lijst van CDP voor klimaatverandering

De topwaardering van CDP erkent Recticel's leiderschap in milieutransparantie en -actie.

JAN FEB MAA

2025

Recticel kondigt plannen aan voor een recyclingfabriek in België

De geavanceerde fabriek in Wevelgem (België) zal zich specialiseren in chemische recycling van PU-productieafval tot materialen voor de productie van nieuwe isolatieplaten. Het zal het leiderschap van de divisie Insulation Boards op het gebied van circulariteit versterken en een aanzienlijke impact hebben op scope 3 emissies.

40,0%

1.2 Financiële indicatoren 2024

situatie 31 december 2024

Brutodividend per aandeel (5 jaar)

* Onder voorbehoud van goedkeuring van de winstverdeling door de Algemene Vergadering van 27 mei 2025, zal een dividend van EUR 0,31 bruto per gewoon aandeel worden uitbetaald, of EUR 0,217 netto (-30% roerende voorheffing). Dit dividend is betaalbaar vanaf 4 juni 2025. KBC Bank treedt op als betaalagent. Betalingen voor de aandelen op naam zullen plaatsvinden via overschrijving op de bankrekeningen van de aandeelhouders.

Evolutie van de aandelenkoers van Recticel ten opzichte van BEL 20, BEL Mid en BEL Small (periode 01.01.2024-15.04.2025)

in miljoen EUR
2023 20241 %
Omzet 529,4 610,2 15,3%
Brutowinst 90,1 104,5 16,0%
in % van de omzet 17,0% 17,1%
Aangepaste EBITDA 39,2 49,6 26,7%
in % van de omzet 7,4% 8,1%
EBITDA 36,1 42,6 17,8%
in % van de omzet 6,8% 7,0%
Aangepaste operationele winst (verlies) 15.9 18,9 19,0%
in % van de omzet 3,0% 3,1%
Operationele winst (verlies) 12,6 11,5 -8,7%
in % van de omzet 2,4% 1,9%
Financieel resultaat (4,1) 3,4 n.b.
Inkomsten uit overige geassocieerde deelnemingen ³ (1,8) 0,0 n.b.
Bijzondere waardevermindering op overige geassocieerde
deelnemingen
(7,7) 0,0 n.b.
Winstbelastingen (8,0) 1,5 n.b.
Resultaat van de periode van voortgezette bedrijfsactiviteiten (9,0) 16,3 n.b.
Resultaat van beëindigde bedrijfsactiviteiten ² 12,2 1,6 -86,7%
Resultaat van de periode (aandeel van de Group) 3,3 18,1 447,8%
Resultaat van de periode (aandeel van de Group)
- basis (per aandeel, in EUR)
0,06 0,32 446,1%

Geconsolideerde resultaten van de Recticel Group - kerncijfers Geconsolideerde resultaten van de Recticel Group - financiële positie

in miljoen EUR
31 DEC 2023 31 DEC 2024 %
Totaal eigen vermogen 438,0 445,1 -1,6%
Netto financiële schuld (incl. IFRS 16 - Huurovereenkomsten) (161,9) (74,4) n.b.
Schuldgraadratio (Netto financiële schuld / Totaal eigen
vermogen)
N/A N/A
Hefboomratio (Netto financiële schuld / EBITDA) N/A N/A

Zie ook het persbericht van 4 maart 2025 voor meer informatie, beschikbaar op www.recticel.com.

1 Rex Panels & Profiles (Insulated Panels) is sinds 10 januari 2024 volledig geconsolideerd

2 Zoals aangekondigd in het persbericht van 14 juni 2023, werden de Engineered Foams activiteiten volledig verkocht en geboekt onder Beëindigde Bedrijfsactiviteiten (IFRS 5).

3 Opbrengsten uit overige geassocieerde ondernemingen = opbrengsten uit ondernemingen die niet worden beschouwd als onderdeel van de kernactiviteiten van de Group zijn niet opgenomen in de operationele winst (verlies), i.e. TEMDA2 (Ascorium, voorheen Automotive Interiors).

Ondanks uitdagende marktomstandigheden won Recticel aanzienlijk marktaandeel in 2024. Toch steeg onze totale uitstoot van broeikasgassen met slechts 5,5%. Met name onze scope 1+2 koolstofintensiteit per m³ daalde met 25,4% ten opzichte van 2023, terwijl onze totale koolstofintensiteit per m³ in dezelfde periode met 8,1% daalde, wat het succes onderstreept van onze gezamenlijke inspanningen met leveranciers om de uitstoot upstream te verminderen (zie hoofdstuk 5.2.7.5).

INTENSITEITS-KPI'S

DOELEN VOOR CIRCULAIRE ECONOMIE EN MATERIAALGEBRUIK

Afvalvermindering en recuperatie

Afval van eigen activiteiten naar recuperatie

Broeikasgasreductie

Cat. 3.12, Verwerking van verkochte producten aan einde levensduur

PEFC-gecertificeerd papier in meerlaagse bekleding van isolatieplaten

Gerecycleerd gehalte van minerale wol in geïsoleerde panelen

* Basisjaar: Recticel Group, inclusief Rex ** Niet-gewogen gemiddelde van door de leverancier gerapporteerde pre- and

post-consument waarden

excl. Cat. 3.15, Investeringen

Vermeden emissies

Gedurende de 50 jaar dat onze isolatieproducten, verkocht in 2024, in gebouwen zullen worden gebruikt, zal meer dan

SBTi Algemene net-zero doelstelling

• Recticel verbindt zich ertoe om tegen 2050 een net-zero de uitstoot van broeikasgassen in de hele waardeketen tot nul te herleiden, ten opzichte van basisjaar 2021.

Doelen op korte termijn

  • Recticel verbindt zich ertoe om de absolute uitstoot van broeikasgassen in scope 1+2 tegen 2030 met 90% te verminderen ten opzichte van het basisjaar 2021.
  • Recticel verbindt zich er ook toe om de absolute scope 3 uitstoot met 25% te verminderen binnen hetzelfde tijdsbestek.

Het engagement van Recticel op het vlak van duurzaamheid en haar prestaties in 2024 vertalen zich in hogere ESG-scores van grote ratingbedrijven.

DEEL 1 | BEOORDELING DOOR HET MANAGEMENT

Toonaangevend in toekomstgerichte 2isolatie

ESRS 2, SBM-1 | ESRS 2, SBM-2 | ESRS 2, SBM-3

Recticel Group - Jaarverslag 2024 17

2.1 Onze identiteit en ons doel

Recticel is een toonaangevende groep van isolatiebedrijven met hoofdzetel in België en twaalf vestigingen in zeven landen. Wij leveren innovatieve isolatieproducten, waaronder hoogwaardige isolatieplaten en geïsoleerde panelen, en geavanceerde akoestische en thermo-akoestische oplossingen, allemaal ontworpen om te voldoen aan de eisen van een snel evoluerende wereld.

1 Zie Hoofdstuk 5.4.7, S1-6 Kenmerken van het eigen personeelsbestand, voor uitsplitsing per geografisch gebied.

Ons doel

Het algemene doel van de Recticel Group is het aanbieden van toekomstgerichte isolatie.

Dit verenigt alle merken die deel uitmaken van onze Group, die elk gespecialiseerd zijn in hun eigen marktsegment. Het ondersteunt onze gezamenlijke missie om slimmere, duurzamere isolatieoplossingen te ontwikkelen die blijvende waarde creëren voor onze klanten, stakeholders en de maatschappij in het algemeen.

Toekomstgerichte isolatie

  • We strijden tegen klimaatverandering met toonaangevende isolatieproducten die de koolstofvoetafdruk van gebouwen verlagen.
  • We helpen architecten en klanten om inspirerende ruimtes te ontwikkelen.
  • We dragen bij aan het welzijn met akoestische en thermo-akoestische oplossingen.

Onze activiteiten zijn onderverdeeld in drie divisies, elk aangedreven door merken met hun eigen expertise. Samen voorzien ze in een breed spectrum van behoeften in de sector. Wij stimuleren innovatie in de bouw met lichtgewicht en hoogwaardige isolatiematerialen, modulaire ontwerpen en architectonische bouwschillen die nieuwe normen stellen voor efficiëntie en duurzaamheid.

Oplossingen van polyurethaan en minerale wol om aan hoge esthetische normen te voldoen, architecturale innovatie te inspireren en prefabricage

Energie-efficiënte polyurethaan isolatieplaten en geavanceerde vacuümgeïsoleerde panelen die essentieel zijn voor zowel gebouwen als de koudeketenindustrie, van voeding tot farmaceutica.

Thermische isolatie

Thermoakoestische isolatie

Vacuümisolatie Modulaire

Insulation Boards Insulated Panels Acoustic Solutions

Geluidsbeheersingsoplossingen op maat voor superieur geluidsbeheer, ontworpen om te voldoen aan de unieke vereisten van fabrikanten.

De strijd tegen klimaatverandering is fundamenteel voor onze identiteit, ons doel en onze manier van werken. Recticel heeft zich vrijwillig geëngageerd om de absolute scope 1+2 broeikasgassen-uitstoot met 90% te verminderen tegen 2030, met 2021 als basisjaar, en om de absolute scope 3 uitstoot met 25% te verminderen in dezelfde periode. Het uiteindelijke doel is om net-zero te bereiken tegen 2050; ons formele engagement voor deze doelstelling werd in februari 2024 gevalideerd door SBTi.

Sinds 2021 heeft Recticel haar scope 1+2 emissies verminderd met 35,8% en haar scope 3 emissies met 2,1% (excl. Cat. 3.15, Investeringen).

We schatten dat de isolatieproducten voor gebouwen die we in 2024 verkochten, 21,5 miljoen tCO2e aan emissies zullen voorkomen tijdens hun levensduur, of 26,5 keer de totale koolstofvoetafdruk van Recticel van 809.620 tCO2e over de scopes 1, 2, 3 (excl. Cat. 3.15, Investeringen).

We richten ons intensief op verantwoorde inkoop van grondstoffen, duurzame en energie-efficiënte processen en verbeterde circulaire efficiëntie. Door hieraan prioriteit te geven en zowel onze directe activiteiten als de uitgebreide waardeketen aan te pakken, willen we een leider zijn in de wereldwijde verschuiving naar een circulaire, koolstofarme economie.

Om topprestaties te garanderen van zowel onze mensen als onze producten, cultiveert Recticel een diverse, stimulerende en ondersteunende werkomgeving. We stellen onze teams van getalenteerde mensen in staat om zich aan te passen en zich te ontwikkelen, en erkennen zo hun vitale rol in ons succes. Samen ondernemen we concrete actie om tastbare resultaten te behalen en vooruitgang te boeken voor gemeenschappen en de planeet.

2.2 De wereld waarin we werken

2.2.1 Megatrends en drijvende krachten achter de markt

De Europese bouwmarkt had in 2024 te kampen met een aanzienlijke achterblijvende prestatie door een mix van economische, geopolitieke en structurele factoren.

Macro-economische druk en inflatie

Geopolitieke verstoringen, aanhoudende inflatie en hoge rentetarieven zetten de beschikbare inkomens onder druk en verzwakten het consumentenvertrouwen. Als gevolg daarvan daalde de vraag naar nieuwe woningen en commerciële gebouwen aanzienlijk. Ontwikkelaars in heel Europa bleven voorzichtig en stelden nieuwe projecten uit te midden van de economische onzekerheid en de verminderde koopkracht van kopers.

Woningmarkt worstelt

Grote Europese economieën hadden het moeilijk door de zwakke verkoop. Stijgende hypotheekrentes en bouwkosten, en afnemende betaalbaarheid beperkten de marktactiviteit nog verder, waardoor veel potentiële kopers niet konden instappen.

Vertragende vraag naar utiliteitsbouw

Door de economische en geopolitieke onzekerheid hebben bedrijven hun investeringen in nieuwe faciliteiten teruggeschroefd, wat heeft geleid tot een daling van de bouwvergunningen voor utiliteitsbouw.

Beperkingen renovatie en aanpassing

Hoge rentetarieven, stijgende renovatiekosten en krimpende koopkracht van huishoudens hebben grootschalige renovatie- en woningverbeteringsprojecten beperkt. De energie-efficiënte renovatiesector heeft echter veerkracht getoond, gesteund door stimuleringsmaatregelen van de overheid en duurzaamheidsinvesteringen gericht op het koolstofvrij maken van het gebouwenbestand. Sectoren zoals batterijcentrales en datacenters springen eruit als belangrijke groeigebieden, met aanzienlijke investeringen die hun expansie stimuleren.

Vooruitzichten en toekomstige groei

Hoewel de bredere bouwmarkt zich naar verwachting zal herstellen in 2025, zullen de groeipercentages per segment en regio verschillen. De woningbouw zal waarschijnlijk het herstel aanvoeren, dankzij de vraag naar woningen voor de lange termijn, terwijl de commerciële bouw een geleidelijker herstel zal kennen. De orderportefeuilles van aannemers in de EU herstellen zich langzaam.2 Het herstel in Frankrijk en België verloopt trager dan in andere landen, maar tegen 2027 wordt een terugkeer naar groei verwacht. 3

2 Bron: https://think.ing.com/articles/returning-but-low-growth-expected-in-the-european-construction-sector/ 3 Bron: Interview met de CEO van Embuild (Belgische Bouwfederatie), ING Benelux Morning Notes, 14 februari 2025.

Orderportefeuille in de bouwsector in de EU *

* Voor seizoensinvloeden gecorrigeerd, laatste datapunt december 2024 Bron: Eurostat, ING Research, 2025

Bouwprognose

Volume output bouwsector, % YoY

2023 2024* 2025* 2026*
Oostenrijk -0,1% -1,5% 1,0% 1,5%
België 0,4% -1,0% 0,5% 1,0%
Frankrijk -0,5% -3,5% -1,0% 1,0%
Duitsland -1,1% -3,0% 0,0% 2,0%
Nederland 1,5% -3,0% 0,0% 2,5%
Polen 5,2% -6,0% 1,0% 2,5%
Spanje 4,5% 1,5% 2,5% 2,0%
Europese Unie 1,3% -2,0% 0,5% 2,0%

* Schattingen en prognoses

Bron: Eurostat, ING Research, 2025

2.2.2 Nieuwe EU-bouwvoorschriften die duurzaamheid en circulariteit bevorderen

De EU heeft onlangs verschillende nieuwe en herziene bouwverordeningen aangenomen om de energie-efficiëntie te verbeteren, de koolstofuitstoot te verminderen en de transparantie in de bouwsector te bevorderen. Deze maatregelen dwingen stakeholders ook om gebouwen te ontwerpen met een betere levenscyclusefficiëntie en meer ondersteuning voor circulaire materialen.

De herziene richtlijn voor energie-efficiëntie (EED) is op 10 oktober 2023 in werking getreden met een nieuwe focus op openbare gebouwen. De richtlijn schrijft voor dat jaarlijks 3% van het totale vloeroppervlak van openbare gebouwen wordt gerenoveerd om te voldoen aan bijna-energieneutrale of emissieloze normen. Van de publieke sector wordt verwacht dat zij het goede voorbeeld geeft op het gebied van energie-efficiëntie, met een nieuwe doelstelling om het energieverbruik jaarlijks met 1,9% te verminderen.

De herziene Richtlijn Energieprestatie Gebouwen

(EPBD) is op 28 mei 2024 van kracht geworden en stelt strengere eisen om de energie-efficiëntie te verbeteren. Volgens de richtlijn moeten alle nieuwe openbare gebouwen op 1 januari 2028 emissievrij zijn en alle andere nieuwe gebouwen op 1 januari 2030. Emissievrije gebouwen moeten zeer hoge energieprestaties leveren en geen koolstofemissies uit fossiele brandstoffen ter plaatse hebben. De herziene EPBD verfijnt het energieprestatiecertificaat (EPC) om betrouwbaarheid en vergelijkbaarheid tussen de lidstaten te garanderen. Het bevat ook instrumenten zoals de Smart Readiness Indicator (SRI)-regeling (momenteel in de testfase) om te beoordelen in hoeverre een gebouw klaar is om slimme technologieën te gebruiken om de energieefficiëntie te optimaliseren, zich aan te passen aan de behoeften van bewoners en te communiceren met energienetwerken.

De verordening inzake ecologisch ontwerp voor duurzame producten (ESPR) is op 18 juli 2024 in werking getreden. Deze verordening vervangt de vorige richtlijn inzake ecologisch ontwerp en introduceert een breder

kader om de duurzaamheid van producten, waaronder bouwmaterialen, te verbeteren door circulaire ontwerpprincipes te vereisen. De ESPR stelt eisen aan duurzaamheid, herbruikbaarheid, energie-efficiëntie en recycleerbaarheid gedurende de levenscyclus van een product.

De herziene Bouwproductenverordening (CPR) is op 7 januari 2025 in werking getreden en harmoniseert de regels voor het in de handel brengen van bouwproducten in de hele EU. De bijgewerkte wetgeving stelt nieuwe normen op het gebied van duurzaamheid, veiligheid, prestaties en digitalisering. Fabrikanten zijn verplicht om gedetailleerde milieurapportage te verstrekken, inclusief impactindicatoren zoals het aardopwarmingsvermogen (GWP).

2.2.3 Het belang van isolatie

Gebouwen leveren een aanzienlijke bijdrage aan de milieu-uitdagingen: ze zijn goed voor ongeveer 50% van de winning en het verbruik van grondstoffen en genereren meer dan 30% van het jaarlijkse afval in de EU. Ze zijn verantwoordelijk voor 40% van het energieverbruik in de EU en 36% van de energiegerelateerde uitstoot van broeikasgassen. Bovendien presteert ongeveer 64% van het gebouwenbestand in de EU slecht op het gebied van energieprestaties.

Bron: https://energy.ec.europa.eu/topics/energy-efficiency/energy-efficient-buildings/energy-performance-buildings-directive_en

ENERGIEVERBRUIK IN HUISHOUDEN EU (% AANDEEL, 2022)

Thermische isolatie is een essentieel hulpmiddel om de energie-efficiëntie van gebouwen te verbeteren en de duurzaamheid in de bouwsector te verhogen. Het energieprestatiecertificaat (EPC) geeft een gestandaardiseerde meting van het energieverbruik dat nodig is voor verwarming, koeling, ventilatie en verlichting per vierkante meter vloeroppervlak van een gebouw. Het achteraf aanbrengen van een thermische installatie kan de EPC-waarden aanzienlijk verlagen.

Bron: https://ec.europa.eu/eurostat/statistics-explained/index.php?title=Energy\_consumption\_in\_households

VOORBEELD

De oorspronkelijke EPC-waarde van een gezinswoning van 460 m³ in 1956 was 730 kWh/m². Na renovatie werd dit teruggebracht tot 70 kWh/m². De Recticel isolatieplaten speelden een cruciale rol in deze verbetering en waren goed voor 78% van de EPC-reductie en een energiebesparing van 517 kWh/m².

2.3 Ons bedrijfsmodel en strategie

2.3.1 Ons bedrijfsmodel

Recticel Group is gespecialiseerd in toekomstgerichte isolatieoplossingen die op maat gemaakt zijn om te voldoen aan uiteenlopende behoeften in een groot aantal marktsegmenten. Wij hebben de expertise om voor elk project de juiste oplossing te ontwerpen, gebaseerd op een volledig begrip van de unieke vereisten, gaande van woonhuizen en commerciële gebouwen tot industriële faciliteiten en gespecialiseerde toepassingen. We zetten ons in om aan de specifieke behoeften van onze klanten te voldoen, waarbij we ons richten op energie-efficiëntie, duurzaamheid en superieure prestaties om waardegedreven oplossingen te bieden die zich onderscheiden in de concurrerende markten van vandaag.

BUSINESSMODEL VAN DE RECTICEL GROUP

ONS DOEL

  • We strijden tegen klimaatverandering met toonaangevende isolatieproducten die de koolstofvoetafdruk van gebouwen verlagen.
  • We helpen architecten en klanten om inspirerende ruimtes te ontwikkelen. • Wij dragen bij aan het welzijn met akoestische en thermo-akoestische
  • oplossingen.

WAAR WE WAARDE CREËREN

2.3.2 Gespecialiseerde divisies voor een uitgebreid portfolio

Recticel als groep omvat verschillende merken. Elk merk wordt aangemoedigd om te innoveren en te groeien op basis van zijn eigen technische expertise en grondige kennis van de behoeften en trends in zijn specifieke markten en toepassingen. Onze activiteiten zijn verdeeld over drie divisies: Insulation Boards, Insulated Panels en Acoustic Solutions.

2.3.2.1 Insulation Boards

  1. Ons aanbod 2. Doelmarkt 3. Waardevoorstel 4. Waardeketen

1. ONS AANBOD

Onze divisie Insulation Boards biedt geavanceerde, hoogwaardige isolatieoplossingen om te voldoen aan de groeiende vraag naar energie-efficiëntie en duurzaamheid in gebouwen. Het uitgebreide portfolio van de divisie omvat geoptimaliseerde oplossingen voor muren, daken en vloeren, ontworpen voor diverse residentiële, commerciële en industriële toepassingen. Elke oplossing is ontworpen om uitzonderlijke thermische prestaties te leveren en helpt het energieverbruik, de operationele kosten en de impact op het milieu te verminderen.

In het hart van onze innovaties integreren we lichtgewicht, duurzame materialen met toonaangevende isolatiewaarden, waardoor zowel installatiegemak als langdurige efficiëntie gegarandeerd zijn. Al onze producten zijn ontwikkeld om te voldoen aan de strengste bouwvoorschriften en energienormen of deze zelfs te overtreffen, zodat ze het comfort van gebouwen verbeteren en tegelijkertijd hun ecologische voetafdruk aanzienlijk verkleinen.

HOOGTEPUNTEN VAN DE PORTEFEUILLE

Thermische isolatieplaten

Onze hoogwaardige thermische isolatieplaten zijn gebaseerd op een kern van polyisocyanuraat (PIR) schuim gelamineerd tussen twee duurzame bekledingsmaterialen. Er zijn verschillende bekledingen beschikbaar, zoals meerlaagse folies, aluminium, bitumineus, mineraal gecoat glasvlies en gipsplaat. De platen zijn ontworpen voor verschillende toepassingen in de gebouwschil, waaronder platte, hellende en schuine daken, spouwmuren, vloeren, binnenbekleding en systemen voor buitengevelisolatie.

2. DOELMARKT

Thermische isolatieplaten

De markt voor Recticel's polyurethaan isolatieplaten groeit in lijn met de Europese isolatiemarkt voor gebouwen. De belangrijkste drijfveren zijn onder andere de toegenomen overheidsinitiatieven om meer en beter te isoleren en een toename in de renovatie van residentiële en commerciële gebouwen.

Vacuümgeïsoleerde panelen

De markt voor vacuümgeïsoleerde panelen omvat de bouwsector, vooral in de renovatie- en retrofitsector. Door hun uitzonderlijk hoge efficiëntie en ruimtebesparende eigenschappen worden onze VIP's ook gebruikt in de koelketenverpakkings- en farmaceutische industrie.

2. Vacuümgeïsoleerde panelen (VIP)

Via onze joint venture Turvac bieden we vacuümgeïsoleerde panelen die voldoen aan hoge technische eisen op plaatsen waar traditionele isolatie door ruimtegebrek onpraktisch is. VIP-technologie is ideaal voor het aanpassen van oudere gebouwen en voorziet in gespecialiseerde behoeften, zoals temperatuurgecontroleerde verpakking voor farmaceutische producten en voedingsmiddelen.

Minerale wol

Introductie Hoogtepunten Toekomstgericht Corporate governance DMA en IRO ESG informatie Bezoldigingsverslag Financiële verklaring Bijlage

3. WAARDEVOORSTEL

Onze isolatieplaten leveren een bijzondere bijdrage aan economische en ecologische duurzaamheid. Als isolatiemateriaal presteert polyurethaan (PIR) beter dan conventionele materialen zoals minerale wol (glaswol/steenwol), XPS/EPS en cellulair glas. Met onze isolatieplaten kan de regelgeving worden nageleefd voor dunnere muren en daken.

0,038 d [W/mK] Geëxpandeerd polystyreen (EPS) 0.036 d [W/mK]

Laag gewicht

Schonere binnenlucht

Beloopbaarheid zonder vervorming

  • De lambdawaarde ( -waarde) geeft de warmtegeleiding van een product in W/mK aan. Hoe lager het warmtegeleidingsvermogen, hoe hoger het isolerend vermogen en hoe groter de besparing op de kosten voor verwarming/koeling van het gebouw.
  • d, de aangegeven lambdawaarde, vertegenwoordigt de thermische geleidbaarheid van een materiaal zoals getest in een laboratorium met constante omstandigheden van temperatuur en vochtigheid, en omvat de veroudering van het materiaal.
  • Deze illustratie is gebaseerd op een bouwschilelement van U=0,15 W/m²K of een thermische weerstandswaarde van R=6,65 m²K/W (R=1/U).

Onze vacuümgeïsoleerde panelen voegen een aanzienlijke waarde toe door isolatie mogelijk te maken in situaties waar dat anders uiterst moeilijk of zelfs onmogelijk zou zijn. Dit is te danken aan hun vermogen om de meest efficiënte prestaties te leveren met de dunste laag. Vacuümgeïsoleerde panelen kunnen worden gebruikt om te voldoen aan strenge isolatieeisen in beperkte ruimtes. Hun toepassingen omvatten:

  • aanpassing van bestaande gebouwen waar de beschikbare ruimte voor isolatie beperkt is
  • temperatuurgecontroleerde verpakking voor het transport van ULT-vaccins (ultra-low temperature) en andere temperatuurgevoelige geneesmiddelen
  • internationale handel in bederfelijke producten en voedselvoorraden.

VOORDELEN VAN VACUÜMGEÏSOLEERDE PANELEN:

Milieuvriendelijk

Verminderde dikte

Lange levensduur

4. WAARDEKETEN INSULATION BOARDS

2.3.2.2 Insulated Panels

  1. Ons aanbod 2. Doelmarkt 3. Waardevoorstel 4. Trimo & Rex waardeketen 5. Trimo MSS waardeketen

1. ONS AANBOD

Thermisch geïsoleerde panelen

Onze divisie Insulated Panels is gespecialiseerd in producten van topkwaliteit die op maat gemaakt zijn om te voldoen aan een breed spectrum van moderne constructievereisten. Ze zijn ontworpen om uitstekende thermische prestaties, duurzaamheid en veelzijdigheid te bieden, waardoor ze geschikt zijn voor verschillende toepassingen in commerciële, industriële en residentiële gebouwen.

Onze geïsoleerde panelen zijn ontworpen met het oog op superieure energieefficiëntie, ze minimaliseren warmteverlies en verbeteren de algehele energieprestaties van gebouwen, wat resulteert in lagere operationele kosten en een kleinere ecologische voetafdruk. Ze zijn verkrijgbaar in verschillende materialen, diktes en afwerkingen en kunnen worden aangepast aan elke architecturale visie of elk esthetisch doel, terwijl ze voldoen aan de industriële normen en voorschriften.

Trimoterm FTV (wanden, gevels) Trimoterm FTV HL (wanden, gevels)

HOOGTEPUNTEN VAN DE PORTEFEUILLE

Trimoterm

Milieuvriendelijke geïsoleerde panelen met een kern van minerale wol, ideaal voor gevels, muren en daken, met een superieure brandwerendheid, geluidsreductie en thermische isolatie.

Geprefabriceerde modulaire metalen wandsystemen combineren duurzaamheid, vlakheid, ontwerpveelzijdigheid en een breed scala aan kleuropties met een verbeterd rendement op de investering.

Trimoterm SNV (dak)

Trimoterm Sound

ARTME:

Een hightech gevelbehandeling die grenzeloze vormen, patronen en visuele effecten mogelijk maakt met behoud van de integriteit van de oorspronkelijke materialen.

QBISS Notch

Een samenwerking met Pininfarina met aanpasbare wandsystemen die verticale paneelmodules en een unieke grafische ontwerpbenadering integreren, waardoor de architectonische esthetiek wordt verbeterd.

Rex SDW

Een collectie geïsoleerde panelen met een kern van polyurethaan (PIR) of minerale wol. Ze zijn ontworpen voor daken (scheidings)wandtoepassingen en bieden een lichtgewicht oplossing met uitstekende isolatie- en brandwerende eigenschappen.

Modulaire ruimteoplossingen

Trimo MSS biedt modulaire units bestaande uit vloer-, wand- en plafondstructuurelementen, op maat gemaakt voor verschillende toepassingen zoals commerciële, horeca-, onderwijsen industriële faciliteiten. Deze modulaire oplossingen zijn voorzien van wanden die zijn opgebouwd uit Trimoterm geïsoleerde panelen. Met meer dan 30 jaar expertise heeft Trimo MSS wereldwijd 100.000 units geleverd, die veelzijdige en duurzame oplossingen bieden met een uitstekende prijs-prestatieverhouding. De units zijn verkrijgbaar in verschillende afmetingen en hebben een gecertificeerde brandwerendheid en bewezen energie-efficiëntie. Ze kunnen plat verpakt of volledig geassembleerd worden verzonden, wat de installatie vereenvoudigt. De Trimo MSS-units zijn ontworpen voor langdurig gebruik in meerdere projecten en zijn bijna volledig recycleerbaar en milieuvriendelijk.

2. DOELMARKT

De markt voor geïsoleerde panelen is verdeeld tussen producten met polyurethaan en producten met minerale wol, die respectievelijk 84% en 16% van het marktaandeel voor hun rekening nemen.

Ons merken- en productenportfolio richt zich op de belangrijkste megatrends die de groei in dit segment stimuleren:

  • Duurzaamheid
  • Brandveiligheid
  • Energie-efficiëntie
  • Prefabricage

Bovendien heeft de Recticel Group laten zien dat ze bestand is tegen veranderingen in marktgedrag en dat ze zich snel kan aanpassen aan veranderende eisen.

3. WAARDEVOORSTEL

Geïsoleerde panelen bieden unieke voordelen in de bouw. Hun structurele en fysische eigenschappen laten een grote ontwerpvrijheid toe, terwijl hun geavanceerde technische kwaliteiten een hoogwaardige totaaloplossing bieden. Ze zijn bijzonder geschikt voor prefabricage, waardoor op een snelle, kostenefficiënte en schaalbare manier aan de regelgeving kan worden voldaan.

Belangrijkste kenmerken van het portfolio Recticel geïsoleerde panelen

  • Zelfdragend (tot 10 m enkelvoudige overspanning)
  • Geheel op één plaats vervaardigd
  • Isolatie met kern van minerale wol of polyurethaan
  • Water- en luchtdichtheid
  • Extreme thermische waarden
  • Vochtbestendig
  • 99% recycleerbaar (minerale wol)

VOORDELEN VAN MINERALE WOL EN POLYURETHAAN GEÏSOLEERDE PANELEN

Geheel op één plaats vervaardigd
Een duurzame keuze
Veiligheid en prestaties
Ontwerpflexibiliteit
Lichtgewicht fabriekssysteem
Lage levenscycluskosten
Eersteklas service

4. TRIMO & REX WAARDEKETEN

5. TRIMO MSS WAARDEKETEN

2.3.2.3 Acoustic Solutions

    1. Ons aanbod 2. Doelmarkt 3. Waardevoorstel
    1. Waardeketen

1.ONS AANBOD

Soundcoat levert akoestische isolatieoplossingen op maat voor apparatuur die in verschillende sectoren wordt gebruikt. Het bedrijf bouwt al meer dan zestig jaar aan solide relaties met fabrikanten en ontwikkelt baanbrekende geluidsoplossingen, gedreven door een geest van innovatie die het in staat stelt uitdagingen in de markt direct aan te pakken.

De zeer gespecialiseerde technische diensten van Soundcoat zijn vooruitstrevend op het gebied van akoestische innovatie. De divisie wordt geleid door een ervaren team van akoestische ingenieurs en maakt gebruik van toonaangevende beste praktijken, geavanceerde computersimulatie en voorspellende analyses en eigen Soundcoat-technieken.

HOOGTEPUNTEN VAN DE PORTEFEUILLE

Diensten

• Soundcoat 360 SolutionTM

een gepatenteerde akoestische technische oplossing die gebruik maakt van een groot aantal producten, diensten en expertise om oplossingen sneller op de markt te brengen en de ontwerpkosten voor industriële ruimtes en OEM-toepassingen te minimaliseren.

• Geavanceerde laboratoriumdiensten & testen

Het R&D-laboratorium van Soundcoat is een volledig uitgerust product- en materiaaltestlaboratorium met geavanceerde simulatie- en analysetools, eigen karakteriseringsprocessen en mogelijkheden voor materiaal- en prototypeontwikkeling. Het biedt ook mechanische en fysische evaluatie om akoestische en fysische eigenschappen te meten of te verifiëren aan de hand van een reeks industriestandaarden en zeer gespecialiseerde tests.

Producten

• Absorptie

Materialen ontworpen om weerkaatsend luchtgeluid te verminderen door akoestische energie om te zetten in thermische energie.

• Barrière

Oplossingen ontworpen om een hoog geluidstransmissieverlies te bieden voor verschillende laagfrequente toepassingen.

• Demping

Producten gemaakt om trillingen van impactbronnen, paneelresonantie en afgestraald geluid van structuren te verminderen.

• Afdichtingen

Voornamelijk gebruikt tussen metalen of structurele componenten, producten om verontreiniging, luchtstroom, geluid, trillingen, RF-EMI, ESD en thermisch verlies te reguleren.

• Thermisch

Oplossingen met poreuze en vezelgemengde materialen die geschikt zijn voor omgevingen met hoge temperaturen en ruimtevaarttoepassingen.

2. DOELMARKT

Geluidsbeheersing is een belangrijke onderscheidende factor in de productie van apparatuur. Het beïnvloedt de productkwaliteit en speelt een cruciale rol in de reputatie van een merk. Soundcoat verhoogt de waarde van zijn oplossingen voor geluidsbeheersing door elk project te behandelen als een samenwerkingsverband. Onze ingenieurs werken nauw samen met fabrikanten en bieden gespecialiseerde expertise en praktische kennis tijdens de ontwerp-, productie-, test-, implementatie- en operationele fasen.

Soundcoat bedient de volgende markten:

Lucht- en ruimtevaart Zware voertuigen en transportvoertuigen Industriële apparatuur Elektronische apparatuur & energie-

Bouw en commerciële constructie Medische apparatuur

Het pakket akoestische oplossingen van Soundcoat omvat een geavanceerd laboratorium voor akoestiek- en materiaaltesten dat is uitgerust met geavanceerde analyse- en computermodelleringshulpmiddelen. De twee productiefaciliteiten werken volgens een streng intern kwaliteitscontrolesysteem, waardoor constant hoge normen worden gegarandeerd. Het bedrijf maakt gebruik van zijn robuuste interne capaciteiten om een gevarieerd aanbod aan akoestische oplossingen te bieden, waaronder gelamineerde composieten met folies, akoestische stoffen of reliëfafwerkingen; op maat gemaakte materialen met of zonder zelfklevende achterkant; en producten die verkrijgbaar zijn in vellen, rollen of kits.

infrastructuur

VOORDELEN VAN SOUNDCOAT AKOESTISCHE OPLOSSINGEN 3. WAARDEVOORSTEL

Betere productprestaties Naleving van voorschriften

Verhoogd comfort

4. WAARDEKETEN

2.3.3 Onze strategie

2.3.3.1 Hoe we waarde creëren

De strategie van de Recticel Group is gericht op duurzame groei in de isolatiemarkt door een robuuste aanwezigheid op de markt te combineren met verminderde impact op het milieu. In het besef dat verantwoordelijkheid voor het milieu niet alleen operationeel belangrijk is maar ook waarde creëert, gebruiken we koolstofarme grondstoffen en verleggen wij consequent onze grenzen om de energie-efficiëntie te verbeteren.

Ons model voor waardecreatie is afgestemd op de Europese Green Deal, het initiatief van de Europese Commissie om van Europa tegen 2050 het eerste klimaatneutrale

continent te maken. De Green Deal van de EU omvat maatregelen om de energieefficiëntie van gebouwen te verbeteren via de Renovatiegolfstrategie van de EU, die tot doel heeft het jaarlijkse renovatietempo tegen 2030 te verdubbelen en minstens 25 miljoen gebouwen te renoveren.

Om het hoofd te bieden aan de complexiteit van wereldwijde uitdagingen, waaronder verschuivingen in regelgeving, hebben we duurzaamheid ingebed in elk facet van onze activiteiten en relaties. Onze inspanningen zijn geconcentreerd op drie hoofdgebieden, met acties om meetbare vooruitgang te boeken op elk van deze gebieden.

Op duurzaamheid gerichte oplossingen vormen nu een substantieel en groeiend deel van onze portfolio. Door ons strategisch te richten op markten en klanten die onze prioriteiten delen, kunnen we veranderende milieu- en sociale normen integreren in elke fase van onze waardeketen en uitdagingen zoals klimaatverandering en grondstoffenschaarste aanpakken.

Meer informatie is te vinden in Hoofdstuk 5.2, Milieu | E1 Klimaatverandering, en Hoofdstuk 5.3, Milieu | E5 Materiaalgebruik en circulaire economie

2.3.3.2 SDG's integreren in onze strategie

De activiteiten van Recticel zijn afgestemd op de Duurzame Ontwikkelingsdoelen (Sustainable Development Goals, SDG) van de Verenigde Naties. We hebben zeven SDG's geselecteerd als strategische prioriteiten die relevant zijn voor onze kernwaarden en bedrijfsdoelstellingen. Deze wereldwijd erkende doelen bieden een kader voor het aanpakken van kritieke uitdagingen op het gebied van milieubescherming, sociale gelijkheid en economische ontwikkeling.

SDG 7: Energie-efficiënte oplossingen voor duurzame bouwpraktijken bevorderen SDG 8: Duurzame en economische groei stimuleren door waardig werk SDG 9: Innovatie bevorderen om veerkrachtige infrastructuur te verbeteren SDG 11: Producten ontwikkelen die de energie-efficiëntie van steden verbeteren SDG 12: Circulaire economie bevorderen door productinnovatie SDG 13: Inzetten op ambitieuze doelstellingen voor de reductie van broeikasgassen en praktijken die zijn afgestemd op het klimaat SDG 17: Samenwerken met stakeholders om positieve milieu- en sociale effecten te versterken

Door deze SDG's in onze strategie te verankeren, stimuleren we innovatie, versterken we onze medewerkers en pakken we dringende wereldwijde uitdagingen aan, zoals klimaatverandering, grondstoffenschaarste en toegang tot energie-efficiënte huisvesting. Het is onze missie om het transformatieve potentieel van toekomstgerichte isolatiesystemen te maximaliseren om aan maatschappelijke behoeften te voldoen, de energie-efficiëntie van gebouwen te verbeteren en duurzaamheid in de bouwsector te bevorderen.

2.3.3.3 Impacts, risico's en kansen benutten

Centraal in de standaarden van de European Sustainability Reporting Standards (ESRS) staat de identificatie van belangrijke impacts, risico's en kansen (IRO) die kunnen worden aangewend om onze strategie te sturen en bedrijfsgroei te bevorderen.

In 2024 voerde Recticel haar eerste volledige dubbele materialiteitsanalyse (DMA) uit, een systematische evaluatie die de principes van financiële materialiteit (hoe milieuen sociale risico's de organisatie beïnvloeden) en impactmaterialiteit (de invloed van de organisatie op het milieu en de maatschappij) integreert.

Het evaluatieproces omvatte gesprekken met stakeholders en het analyseren van gegevens uit interne en externe bronnen. Effecten werden beoordeeld op basis van hun omvang, reikwijdte en onomkeerbaarheid, terwijl risico's werden geëvalueerd in termen van waarschijnlijkheid en potentiële financiële impacts.

Onze evaluatie omvatte alle ESG-dimensies op de volgende gebieden:

  • • Milieu: Klimaatverandering (E1), Verontreiniging (E2), Water en mariene hulpbronnen (E3), Biodiversiteit en ecosystemen (E4), Materiaalgebruik en circulaire economie (E5)
  • • Sociaal: Eigen personeel (S1), Werknemers in de waardeketen (S2), Getroffen gemeenschappen (S3), Consumenten en eindgebruikers (S4)
  • • Bestuur: Zakelijk gedrag (G1)

Deze beoordeling leidde tot de identificatie van onze belangrijke kwesties, kansen en risico's:

Milieu Sociaal Bestuur
Klimaatverandering (E1)
Klimaatverandering werd geïdentificeerd als een belangrijke kwestie
vanwege de positieve impact van onze producten in termen van
energiebesparing en vermeden emissies tijdens de levenscyclus van
gebouwen.
Eigen personeel (S1)
De tevredenheid, betrokkenheid, gezondheid en veiligheid, eerlijke beloning
en ontwikkeling van ons eigen personeel staan centraal in ons succes en de
duurzaamheid op lange termijn.
Zakelijk gedrag (G1)
Het naleven van ethisch zakelijk gedrag maakt deel uit van onze
kernwaarden. Deze dimensie omvat naleving van regelgeving, anti
corruptiemaatregelen, transparantie in bestuur en robuust toezicht op de
toeleveringsketen.
• Kansen: Overgang naar hernieuwbare energie; toepassing van
energie-efficiënte technologieën; innovatie in koolstofarme
oplossingen.
• Mogelijkheden: Een cultuur van innovatie opbouwen; de loyaliteit van
werknemers bevorderen; toptalent aantrekken via een sterke employer
branding.
• Kansen: De reputatie van bedrijven versterken; veerkrachtige
toeleveringsketens opbouwen; het vertrouwen van investeerders
• Risico's: Koolstofprijsbeleid; toegenomen toezicht door regelgevende
instanties; impact voor de reputatie.
• Risico's: Potentiële uitdagingen met betrekking tot het behouden van
talent, vaardigheidstekorten en de veranderende dynamiek op de
werkplek.
vergroten.
• Risico's: Blootstelling aan juridische sancties; reputatieschade;
operationele verstoringen door onethische praktijken.
Materiaalgebruik en circulaire economie (E5)
Materiaalgebruik en circulaire economie kwamen als significant naar
voren door onze focus op grondstoffenbeheer en de regelgevende druk
op herbruikbare, circulaire productontwerpen.
• Kansen: Kostenbesparingen door efficiënt materiaalgebruik en
innovatie in circulair ontwerp.
• Risico's: Compliance uitdagingen met veranderende regelgeving;
aanpassen aan de veranderende voorkeuren van klanten voor
duurzame producten.

De andere beoordelingsdimensies werden op dit moment niet materieel geacht. Hoewel ze belangrijk blijven, zijn hun directe impact en risicorelevantie voor onze activiteiten en onze hele waardeketen op dit moment beperkt, gebaseerd op operationele factoren en feedback van stakeholders. Materialiteit is een dynamisch proces en we zetten ons in om deze bevindingen opnieuw te bekijken en bij te werken naarmate de milieu- en bedrijfscontext evolueert. De geïdentificeerde materiële

onderwerpen zullen worden aangepakt door middel van gerichte strategieën en transparante rapportage.

Gedetailleerde informatie over de dubbele materialiteitsbenadering is te vinden in Hoofdstuk 4.2. Zie Hoofdstuk 4.3 voor een volledige beschrijving van ons IROidentificatieproces, onze bevindingen en de interactie met onze strategie en ons bedrijfsmodel.

2.3.3.4 Twee strategische ESG plannen

Recticel heeft twee ESG-plannen om onze strategie te sturen en onze prestaties te optimaliseren voor duurzame groei.

Onze Race naar Net Zero is een speciaal klimaatactieplan om de opwarming van de aarde tegen te gaan. Dit plan bevat specifieke doelen en meetbare KPI's om onze koolstofvoetafdruk te minimaliseren, net-zero emissies te bereiken en de positieve impact van onze activiteiten te vergroten. Onze aanpak legt de nadruk op verantwoorde inkoop van grondstoffen, duurzame, energiezuinige processen en milieubewust ontwerp en weerspiegelt onze ambitie om de wereldwijde verschuiving naar een circulaire, koolstofarme economie te leiden.

Onze Race naar Maximale Positieve Prestaties is gedreven door onze overtuiging dat het bouwen aan een betere samenleving collectieve actie vereist en het delen van kennis, expertise en technologie. Deze overtuiging dwingt ons om de hoogste normen te handhaven op het gebied van mensenrechten, arbeidspraktijken, milieubeheer en corruptiebestrijding. Als werkgever bevorderen we een inspirerende, lonende en veilige werkplek. We verbeteren voortdurend de duurzaamheid en energie-efficiëntie van onze oplossingen om de levensstandaard voor de huidige en toekomstige generaties te verhogen.

2.3.4 Veerkracht van ons bedrijfsmodel en strategie

We hebben onze strategie en ons bedrijfsmodel herzien om de uitdagingen op het gebied van duurzaamheid aan te gaan en kansen te grijpen die waardecreatie op de lange termijn stimuleren.

De evaluatie omvatte de volledige Recticel Group, met uitzondering van Rex Panels & Profiles, dat werd overgenomen na de ESG-materialiteitsanalyse. Rex is actief binnen de divisie Insulated Panels, naast Trimo, dat zich bezighoudt met vergelijkbare activiteiten. De beoordeling had betrekking op de volledige waardeketen.

De beoordeling had betrekking op de korte termijn (1-5 jaar), middellange termijn (5-10 jaar) en lange termijn (tot 25 jaar) en richtte zich op het vermogen van ons bedrijfsmodel om zich aan te passen aan economische, ecologische en sociale verschuivingen en tegelijkertijd te profiteren van nieuwe kansen.

Kernaspecten waren onder andere:

  • Identificeren van belangrijke duurzaamheidsfactoren zoals klimaatverandering, efficiënt materiaalgebruik en sociaaleconomische ontwikkelingen.
  • Stakeholders betrekken om een volledig begrip van de materiële impact te garanderen.
  • Analyseren van kritieke meetgegevens, waaronder koolstofintensiteit, financiële stressindicatoren en marktaandeelprognoses.

De bevindingen van het onderzoek onderstrepen onze veerkracht:

  • Klimaatrisico's beperken door te investeren in technologieën die efficiënt gebruik maken van grondstoffen en samen te werken met leveranciers om de impact van aangekochte goederen te minimaliseren.
  • Proactieve aanpassing aan veranderingen in regelgeving door initiatieven op het gebied van naleving en betrokkenheid van stakeholders.
  • Het duurzame productaanbod uitbreiden om tegemoet te komen aan veranderende consumentenvoorkeuren en maatschappelijke trends.

Onze analyse is gebaseerd op het scenario van 1,5°C opwarming van de aarde, een voorwaarde voor het valideren van onze SBTi net-zero verbintenis.

Als onderdeel van onze voortdurende verbetering zal Recticel in 2025 een grondige beoordeling van de klimaatrisico's uitvoeren, inclusief een analyse van de klimaatscenario's, om de nodige oplossingen voor klimaatmitigatie in de hele Group te identificeren en te implementeren.

Door het 1,5°C-scenario te hanteren, stellen we een robuust en realistisch kader vast voor het beoordelen van de financiële veerkracht en het aanpassingsvermogen van onze bedrijfsstrategie.

Raadpleeg voor meer informatie Hoofdstuk 5.2.2, E1-1 Transitieplan voor klimaatmitigatie, en Hoofdstuk 4.3.2, Materiële IRO's en hun interactie met strategie en bedrijfsmodel.

2.3.5 ESG-ratings en transparantie

Voortbouwend op onze jarenlange toewijding aan uitmuntendheid in zowel financiële als niet-financiële maatstaven, is het verbeteren van onze ESG-prestaties een centraal element van onze bedrijfsstrategie.

Het handhaven van duidelijke, meetbare doelen en het transparant rapporteren van onze voortgang zijn cruciaal voor het verdienen en behouden van het vertrouwen van aandeelhouders, die steeds meer het belang inzien van duurzaam en verantwoord ondernemen. Actieve betrokkenheid bij ESG-beoordelingsbedrijven stelt ons in staat om onze impact te beoordelen, onze verantwoordingsplicht te vergroten en voortdurend mogelijkheden voor zinvolle verbetering te identificeren.

1. CDP OPENBAARMAKING EN BEOORDELING VAN MILIEUGEGEVENS

Als onderdeel van ons streven naar transparantie en klimaatverantwoordelijkheid rapporteert Recticel klimaatgegevens aan CDP, erkend als de gouden standaard voor milieurapportering en thuisbasis van de grootste, meest uitgebreide dataset over klimaatactie door bedrijven.

2024 CDP Beoordeling klimaatverandering

Na drie jaar consistente en transparante rapportering behaalde Recticel de hoogst mogelijke score voor Klimaatverandering, een 'A' score. Deze mijlpaal markeert een vooruitgang van twee niveaus binnen één jaar en is bijzonder opmerkelijk in de context van de recente uitbreiding van de vragenlijst van CDP om deze volledig af te stemmen op de strenge normen van het CSRD-kader.

In 2024 heeft het CDP meer dan 22,700 bedrijven wereldwijd gescoord op hun transparantie en actie bij hun inspanningen om klimaatpositieve beslissingen in hun bedrijfsmodellen te integreren. In 2024 behaalde maar 2% van de bedrijven een A erkenning van CDP.

2024 | CDP Supplier Engagement Rate (SER)

De Supplier Engagement Rate (SER) van het CDP evalueert hoe effectief bedrijven samenwerken met hun leveranciers om uitdagingen op het gebied van klimaatverandering aan te pakken. Aangezien inkooporganisaties een aanzienlijke invloed hebben, kan het betrekken van leveranciers bij klimaatinitiatieven leiden tot zinvolle milieuveranderingen in de hele toeleveringsketen. Door SER-scores te bevorderen, stimuleert het CDP een diepere betrokkenheid van leveranciers om wereldwijde inspanningen om emissies te verminderen te versterken.

In 2023 behaalde Recticel een A-. Op het moment van publicatie van dit jaarverslag over 2024 was de SER-score voor 2024 nog niet gepubliceerd.

2. AANBIEDERS VAN ESG-ONDERZOEK EN RATINGS

Onze ESG-prestaties worden beoordeeld door meerdere toonaangevende ratingaanbieders. Morningstar Sustainalytics en S&P Global evalueren onze blootstelling aan ESGimpacts, risico's en kansen en bieden inzicht in hoe effectief we deze kritieke gebieden beheren, in vergelijking met branchegenoten binnen dezelfde classificatie. EcoVadis beoordeelt de integratie van duurzaamheid in onze bedrijfsactiviteiten en managementsystemen, met de nadruk op belangrijke gebieden zoals milieupraktijken, arbeids- en mensenrechten, ethiek en duurzame inkoop.

Het is belangrijk om te erkennen dat elke ratingprovider een eigen methodologie toepast, met specifieke evaluatiecriteria en scoresystemen die op hun aanpak zijn afgestemd. Als gevolg daarvan zijn directe vergelijkingen tussen ratings van verschillende aanbieders niet haalbaar. Om een volledig inzicht te krijgen in deze methodologieën, moedigen we stakeholders aan om de gedetailleerde informatie op de websites van de respectieve aanbieders te bekijken.

2.3.6 Belangen en standpunten van stakeholders

Duidelijke en effectieve communicatie met stakeholders is essentieel om vertrouwen op te bouwen, relaties te versterken, risico's te beheren en op één lijn te komen met onze strategische doelstellingen. Betrokken en goed geïnformeerde stakeholders zullen eerder een actieve bijdrage leveren, waardoor de loyaliteit van klanten, het vertrouwen van investeerders en de motivatie van werknemers toenemen. Elke verandering in strategie of activiteiten die een wezenlijke invloed kan hebben op de relatie met onze stakeholders zal naar behoren worden gecommuniceerd.

Onze belangrijkste stakeholders zijn aandeelhouders, investeerders, klanten, werknemers en leveranciers. We erkennen ook de bredere impact van onze producten en activiteiten op werknemers in de hele waardeketen, zoals beschreven in Hoofdstuk 3.4, GOV-4 Verklaring van due-diligence in de waardeketen.

De belangrijkste doelstellingen van het betrekken van stakeholders zijn het begrijpen van hun prioriteiten, het aanpakken van zorgen, het bevorderen van samenwerking en het afstemmen op onze duurzaamheidsdoelen. Inzichten uit deze interacties worden systematisch besproken met de Raad van Bestuur en het Managementcomité, zoals beschreven in Hoofdstuk 3.2, GOV-2.

In de loop van 2024 zijn we via verschillende communicatiekanalen consequent in gesprek gegaan met onze belangrijkste stakeholders om onze bedrijfsdoelen te ondersteunen.

Materiële stakeholders Onderwerpen Hoe we ons inzetten Doel en resultaat
Aandeelhouders,
investeerders en analisten

Tijdige openbaarmaking van informatie zoals
bedrijfsresultaten, managementbeleid, plannen en
gebeurtenissen

Op vertrouwen gebaseerde relaties opbouwen

Rendement voor aandeelhouders

Bedrijfswebsite, persberichten

Jaar- en halfjaarverslagen

Jaarlijkse Algemene Vergadering (JAV)

Informatie bekendmaken aan beoordelingsorganisaties

Analistenbijeenkomsten

Roadshows, contacten (individueel, groep)

Contacten met referentieaandeelhouders

Enquete om dubbele materialiteit te beoordelen

Vertrouwen in nauwkeurigheid
en geloofwaardigheid van
bekendgemaakte informatie

Betere ESG-ratings

Hogere reputatie

Naleving van regelgeving
Klanten
Veilige en kwalitatieve producten leveren

Op vertrouwen gebaseerde relaties opbouwen

Verbetering van de klanttevredenheid door middel van
producten, service en ondersteuning

Eerlijke en billijke transacties

Kwaliteitsborgingscertificaten

Milieugebonden productverklaringen

Interacties, trainingen, lezingen

Rekentools

Enquete om dubbele materialiteit te beoordelen

Anticiperen op de verwachtingen van
de klant met slimme en duurzame
isolatieproducten

Meer vertrouwen en loyaliteit
Werknemers
Een veilige en lonende werkplek bieden

Systemen en onderwijs verbeteren om hun mogelijkheden
te maximaliseren

Open communicatie met werknemers en hun
vertegenwoordigers

Intranetcommunicatie

CEO 'Team Talk'

Town hall meetings en teamvergaderingen

EPMD (Employee Performance Management Discussion)

Opleidingsprogramma's

Sociale dialoog (lokale en Europese ondernemingsraad)

Enquete om dubbele materialiteit te beoordelen

Hogere betrokkenheid van
werknemers

Verbeterde veiligheidsprestaties

Verhoogde operationele efficiëntie
Leveranciers
De koolstofvoetafdruk optimaliseren

Efficiënt materiaalgebruik en circulaire economie

Upstream transport en distributie optimaliseren

Zorgvuldig onderzoek naar mensenrechten in de
toeleveringsketen

Partnerschap voor innovatie

Dagelijks contact

Bezoeken, vergaderingen, audits, beurzen

Gezamenlijke ontwikkelingsprojecten

Enquete om dubbele materialiteit te beoordelen

Verbeterde operationele efficiëntie

Vertrouwensvolle partnerschappen

Meer duurzame producten

Materiaalgebonden emissies verlagen

Door middel van onze due diligence en materialiteitsanalyse analyseren we actief de belangen en perspectieven van stakeholders in relatie tot onze strategie en ons bedrijfsmodel. Door deze prioriteiten in onze strategische planning te integreren, zorgen we voor afstemming op zowel de verwachtingen van stakeholders als de doelen van de organisatie en bevorderen we voortdurende waardecreatie.

Recticel Group - Jaarverslag 2024 47

Corporate 3 governance

DEEL 1 | BEOORDELING DOOR HET MANAGEMENT

ESRS IRO-1 ESRS 2, GOV-1 - GOV-5

3.1 GOV-1 | De rol van de bestuurs-, leidinggevende en toezichthoudende organen 3.1.1 Rol van de Raad van Bestuur van Recticel

De Raad van Bestuur van Recticel is belast met het toezicht op het algemene management van het bedrijf, waarbij de nadruk ligt op duurzame groei, financiële stabiliteit en succes op lange termijn. De Raad speelt een sleutelrol in de integratie van duurzaamheid in de bedrijfsstrategie en de besluitvormingsprocessen. De Raad geeft strategische richting, zorgt voor gezond financieel beheer, handhaaft sterke corporate governance en beoordeelt en beperkt bedrijfsrisico's.

De Raad van Bestuur legt sterk de nadruk op de belangen van alle belangrijke stakeholders, zoals klanten, aandeelhouders, werknemers en de maatschappij, en erkent hun cruciale rol in de duurzaamheid van Recticel op lange termijn. De Raad van Bestuur bepaalt ethische normen en beste bedrijfspraktijken (ESRS G1, Zakelijk gedrag), ziet toe op de naleving van wettelijke en regelgevende verplichtingen en houdt toezicht op de belangrijkste doelstellingen en vooruitgang, waaronder het transitieplan van de Vennootschap om de net-zero emissie doelstelling te bereiken tegen 2050 (ESRS E1, Klimaatverandering).

De Raad van Bestuur, ondersteund door het Audit- en Duurzaamheidscomité, beoordeelt de ESG-strategie om hoge duurzaamheidsnormen te handhaven en zorgt voor de invoering van robuuste praktijken en rapportagekaders die aansluiten bij de veranderende verwachtingen.

Meer informatie over de rollen en verantwoordelijkheden van de Raad van Bestuur en het Audit- en Duurzaamheidscomité, met name bij het overzien van belangrijke impacts, risico's en kansen (IRO's), is te vinden in Hoofdstuk 3.2, GOV-2.

3.1.2 Samenstelling van de Raad van Bestuur

De Raad van Bestuur bestaat uit zeven leden: één Uitvoerend Bestuurder, vijf Onafhankelijke Bestuurders en één Niet-Uitvoerend Bestuurder die de referentieaandeelhouder vertegenwoordigt. Sinds 28 mei 2024 is Wim Dejonghe Voorzitter van de Raad van Bestuur. De Raad van Bestuur bevat geen werknemersvertegenwoordigers en 71% van de leden zijn Onafhankelijke Bestuurders.

In overeenstemming met artikel 7:86 van het Belgisch Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen, dat voorschrijft dat ten minste een derde van de leden van de Raad van Bestuur van een ander geslacht moet zijn dan de andere leden, neemt de Raad van Bestuur proactief initiatieven om de vertegenwoordiging van vrouwen te verbeteren. Op 31 december 2024 zijn twee van de zeven leden van de Raad van Bestuur vrouwen, wat neerkomt op 29% van de Raad van Bestuur.

Het selectieproces voor leden van de Raad van Bestuur wordt beschreven in het Corporate Governance Charter van Recticel (Corporate Governance | Recticel)1 ,

dat het belang benadrukt van diversiteit op alle vlakken, waaronder geslacht, achtergrond, professionele ervaring, competenties en opleiding.

De leden van het Audit- en Duurzaamheidscomité hebben gezamenlijk een goed begrip van zakelijk gedrag en duurzaamheid, ondersteund door eerdere professionele ervaring in het overzien van duurzaamheidsdoelstellingen. Ze worden voortdurend op de hoogte gehouden van relevante wet- en regelgeving en IRO's door de Group Sustainability Director. (Voor meer informatie, zie Hoofdstuk 3.2.)

Daarnaast heeft de Raad van Bestuur toegang tot externe deskundigen om uitgebreide inzichten en geïnformeerde besluitvorming over duurzaamheidskwesties te garanderen.

Samenstelling van de Raad van Bestuur op 31/12/2024

Wim Dejonghe Belg Onafhankelijk Bestuurder*

Geboren: 1961

Recticel-mandaten: Voorzitter Raad van Bestuur, Voorzitter Bezoldigingsen Benoemingscomité, Lid Audit- en Duurzaamheidscomité Begin mandaat: 2024 Einde mandaat: 2027 Opleiding: Diploma Rechten, Universiteit Leuven Voornaamste functies buiten Recticel: Partner A&O Shearman

* Bestuurder vanaf 28/05/2024 en Voorzitter vanaf 04/06/2024, in zijn hoedanigheid van vaste vertegenwoordiger van D.A.S.T. BV

Uitvoerend Bestuurder*

Geboren: 1962 Recticel-mandaten: Lid Raad van Bestuur Begin mandaat: 2024 Einde mandaat: 2027 Opleiding: Germaanse Filologie, Universiteit Gent; Vlerick Business School Gent; Algemeen management INSEAD Voornaamste functies buiten Recticel: Bestuurder PIA Internationaal & PIA België, Bestuurder Baobab

* Bestuurder vanaf 28/05/2024 en Gedelegeerd Bestuurder vanaf 04/06/2024, in zijn hoedanigheid van vaste vertegenwoordiger van CORAL & WALLACE BV

Filip Balcaen Belg Niet-uitvoerend Bestuurder*

* In zijn hoedanigheid van vaste vertegenwoordiger van BALTISSE NV

Geboren: 1960 Recticel-mandaten: Lid Raad van Bestuur en Bezoldigings- en Benoemingscomité Begin mandaat: 2022 Einde mandaat: 2025 Opleiding: TEW (Economie), Antwerpen Belangrijkste functies buiten Recticel: Uitvoerend Voorzitter Baltisse, Bestuurder House of Talents, Voorzitter Polflam, Voorzitter Baobab, Bestuurder Pentahold

Frank Coenen Belg Onafhankelijk Bestuurder*

Geboren: 1959 Recticel-mandaten: Lid Raad van Bestuur en Bezoldigings- en Benoemingscomité Begin mandaat: 2024 Einde mandaat: 2027 Opleiding: Master of Science, Chemical Engineering, Universiteit Gent; Postgraduaat Management, Universiteit Leuven Voornaamste functies buiten Recticel:

Partner Syntagma Capital

* Vanaf 28/05/2024, in zijn hoedanigheid van vaste vertegenwoordiger van IRIDI BV

Ingrid Merckx Belg Onafhankelijk Bestuurder*

Geboren: 1966 Recticel mandaten: Lid Raad van Bestuur en Audit- en Duurzaamheidscomité Begin mandaat: 2012 Einde mandaat: 2025 Opleiding: Master in de Burgerlijke Bouwkunde, Universiteit Leuven Voornaamste functies buiten Recticel: Onafhankelijk adviseur voor Imrada en Rodina

* In haar hoedanigheid van vaste vertegenwoordiger van IMRADA BV

Luc Missorten Belg Onafhankelijk Bestuurder*

Geboren: 1955 Recticel-mandaten: Lid Raad van Bestuur en Bezoldigings- en Benoemingscomité, Voorzitter Audit- en Duurzaamheidscomité Begin mandaat: 2015 Einde mandaat: 2027 Opleiding: Diploma in de Rechten, Universiteit Leuven Belangrijkste functies buiten Recticel: Lid Raad van Bestuur en Voorzitter Auditcomité GIMV, Gedelegeerd Bestuurder van Lubis

Elisa Vlerick Belg Onafhankelijk Bestuurder*

Geboren: 1986 Recticel mandaten: Lid Raad van Bestuur en Audit- en Duurzaamheidscomité Begin mandaat: 2019 Einde mandaat: 2025 Onderwijs: BA (Hons) Geschiedenis in UK ; MA Rechten, Universiteit Leuven; Master in BA in Zwitserland, MA Ondernemingsrecht, Universiteit Leuven Belangrijkste functies buiten Recticel: Partner 9.5 Ventures VC fonds, Bestuurder Vlerick Group

* In zijn hoedanigheid van vaste vertegenwoordiger van LUBIS BV

* In haar hoedanigheid van vaste vertegenwoordiger van MOROXCO BV

3.1.3 Statutaire benoemingen

Zoals voorgesteld door de Raad van Bestuur en gebaseerd op de aanbevelingen van het Bezoldigingsen Benoemingscomité, werd het volgende beslist tijdens de Gewone Algemene Vergadering van 28 mei 2024.

  • Benoeming van het mandaat van D.A.S.T. BV, vast vertegenwoordigd door de heer Wim Dejonghe, als Niet-Uitvoerend en Onafhankelijk Bestuurder voor een termijn van drie jaar eindigend na de Gewone Algemene Vergadering van 2027.
  • Benoeming van het mandaat van Coral & Wallace BV, vast vertegenwoordigd door de heer Jan Vergote, als Bestuurder voor een termijn van drie jaar eindigend na de Gewone Algemene Vergadering van 2027.
  • Benoeming van het mandaat van IRIDI BV, vast vertegenwoordigd door de heer Frank Coenen, als Niet-Uitvoerend en Onafhankelijk Bestuurder voor een termijn van drie jaar eindigend na de Gewone Algemene Vergadering van 2027.
  • Verlenging van het mandaat van Lubis BV, vast vertegenwoordigd door de heer Luc Missorten, als Niet-Uitvoerend en Onafhankelijk Bestuurder voor een termijn van drie jaar eindigend na de Gewone Algemene Vergadering van 2027.
  • Aanvaarding van het ontslag van Thijs Johnny BV, vast vertegenwoordigd door de heer Johnny Thijs, met ingang van 28 mei 2024.
  • Aanvaarding van het ontslag van Olivier Chapelle BV, vast vertegenwoordigd door de heer Olivier Chapelle, met ingang van 31 augustus 2023.
  • Aanvaarding van het ontslag van Carpe Valorem BV, vast vertegenwoordigd door de heer Kurt Pierloot, met ingang van 28 mei 2024.

Op de Gewone Algemene Vergadering van 27 mei 2025 zullen, op advies van de Raad van Bestuur, een aantal nieuwe mandaten ter stemming worden voorgelegd. Raadpleeg voor meer informatie onze bedrijfswebsite (www.recticel.com).

3.1.4 Werking van de Raad van Bestuur

De Raad van Bestuur kwam in 2024 in totaal acht keer bijeen. Eén vergadering was voornamelijk gewijd aan de begroting voor 2024, terwijl twee vergaderingen gewijd waren aan de voorbereiding van de jaarrekeningen per 31 december 2023 en de halfjaarlijkse rekeningen per 30 juni 2024.

Elke vergadering omvatte een beoordeling van de prestaties van de afzonderlijke divisies, besprekingen van belangrijke acquisitie- en/of desinvesteringsdossiers en een beoordeling van duurzaamheidszaken (een terugkerend onderwerp sinds augustus 2024).

Andere onderwerpen, zoals human resources, externe communicatie, juridische kwesties, rechtszaken en delegatie van bevoegdheden, kwamen aan bod indien nodig of nuttig. Dirk Verbruggen, vertegenwoordiger van Roffoelkin BV, trad op als secretaris van de Raad van Bestuur. De schriftelijke besluitvormingsprocedure werd niet toegepast in 2024.

De onderstaande tabel geeft een overzicht van de individuele aanwezigheidspercentages voor de vergaderingen van de Raad van Bestuur in 2024.

Naam AANWEZIGHEIDSPERCENTAGE IN 2024
Wim Dejonghe 1 5/5
Jan Vergote 2 5/5
Filip Balcaen 3 8/8
Frank Coenen 4 5/5
Ingrid Merckx 5 7/8
Luc Missorten 6 7/8
Elisa Vlerick 7 8/8
Kurt Pierloot 8 3/3
Johnny Thijs 9 3/3

De Raad van Bestuur voert periodiek een zelfevaluatie uit van zijn prestaties, inclusief een evaluatie van zijn interactie met de leden van het Managementcomité. Het proces begint met een vragenlijst die wordt uitgedeeld aan en ingevuld door elke bestuurder. De resultaten worden vervolgens bekeken en besproken in een volgende vergadering van de Raad van Bestuur voor verdere analyse. De meest recente formele beoordeling vond plaats in 2021 en de resultaten en aanbevelingen werden in februari 2022 aan de Raad van Bestuur gepresenteerd en dienovereenkomstig geïmplementeerd. Individuele beoordelingen van de Bestuurders worden uitgevoerd door het Bezoldigingsen Benoemingscomité.

1 Bestuurder vanaf 28/05/2024 en Voorzitter vanaf 04/06/2024, in zijn hoedanigheid van vaste vertegenwoordiger van D.A.S.T. BV.

2 Bestuurder vanaf 28/05/2024 en Gedelegeerd Bestuurder vanaf 04/06/2024, in zijn hoedanigheid van vaste vertegenwoordiger van CORAL & WALLACE BV 3 In zijn hoedanigheid van vaste vertegenwoordiger van BALTISSE NV 4 Bestuurder vanaf 28/05/2024, in zijn hoedanigheid van vaste

vertegenwoordiger van IRIDI BV

5 In haar hoedanigheid van vaste vertegenwoordiger van IMRADA BV

6 In zijn hoedanigheid van vaste vertegenwoordiger van LUBIS BV 7

In haar hoedanigheid van vaste vertegenwoordiger van MOROXCO BV 8 Tot 28/5/2024, in zijn hoedanigheid van vaste vertegenwoordiger van CARPE VALOREM BV

9 Tot 28/5/2024, in zijn hoedanigheid van vaste vertegenwoordiger van JOHNNY THIJS BV

3.1.5 Samenstelling van het Executive Management

De Raad van Bestuur heeft het dagelijks beleid van de Vennootschap toevertrouwd aan haar Chief Executive Officer (CEO), Jan Vergote, als vertegenwoordiger van Coral & Wallace BV. De CEO wordt ondersteund door het Managementcomité, dat bestaat uit de volgende leden:

Naam FUNCTIE
Jan Vergote 1 Chief Executive Officer
Betty Bogaert Chief Information and Digitalisation Officer
Stefaan Debusschere 2 Chief Executive Officer Insulation Boards
Rob Nijskens Chief Human Resources Officer
Bart Van den Eede 3 Chief Financial Officer
Stijn Vermeulen 4 Chief Operations Officer
Božo Černila 5
Dirk Verbruggen 6

1 In zijn hoedanigheid van vaste vertegenwoordiger van CORAL & WALLACE BV

2 Vanaf 1/3/2025, in zijn hoedanigheid van vaste vertegenwoordiger van AVENTUS BV

3 Vanaf 8/7/2024, in zijn hoedanigheid van vaste vertegenwoordiger van PENDRON BV

4 Vanaf 25/11/2024, in zijn hoedanigheid van vaste vertegenwoordiger van DEVE CONSULTING BV

5 Tot 29/11/2024 General Manager Insulated Panels

6 Tot 8/7/2024 Chief Financial & Legal Officer, in zijn hoedanigheid van vaste vertegenwoordiger van ROFFOELKIN BV

De CEO heeft de algehele verantwoordelijkheid voor de strategie, financiële en duurzaamheidsdoelen, rapportage, het stellen van doelen en issuemanagement van Recticel. In nauwe samenwerking met het Managementcomité overziet en coördineert de CEO de ESG-roadmap van het bedrijf en zorgt hij voor een efficiënte implementatie en rapportering om te voldoen aan de doelstellingen met betrekking tot de belangrijkste materiële onderwerpen.

Het Executive Management heeft toegang tot specifieke expertise en vaardigheden op het gebied van duurzaamheid via gestructureerde interne middelen en externe samenwerkingen. Dit omvat gespecialiseerde teams binnen de organisatie die zich richten op milieu-, sociale en governancethema's (ESG), maar ook samenwerking met externe consultants, industrienetwerken en duurzaamheidsexperts. Deze middelen zorgen voor weloverwogen besluitvorming en afstemming op beste praktijken in duurzaamheid.

Samenstelling van het Managementcomité op 31/12/2024

Jan Vergote Chief Financial Officer

Betty Bogaert Chief Information & Digitalisation Officer

Rob Nijskens Chief Human Resources Officer

Bart Van den Eede Chief Financial Officer

Stijn Vermeulen Chief Operations Officer

Recticel Group - Jaarverslag 2024 53

3.1.6 Comités ingesteld door de Raad van Bestuur

3.1.6.1 Audit- en Duurzaamheidscomité

Het Audit- en Duurzaamheidscomité houdt toezicht op het financiële en niet-financiële verslaggevingsproces, controleert de doeltreffendheid van de interne controleen risicobeheersingssystemen van het bedrijf, houdt toezicht op de interne audit, houdt wettelijk toezicht op de jaarrekening en geconsolideerde jaarrekening en de Duurzaamheidsverklaring en waarborgt de onafhankelijkheid van de Commissaris.

Op dit moment zijn er geen specifieke controles of procedures voor het beheer van impacts, risico's en kansen (IRO's). Het Audit- en Duurzaamheidscomité beoordeelt echter regelmatig IRO's als onderdeel van haar bredere toezichthoudende verantwoordelijkheden. Het Comité controleert de effectiviteit van de interne controleen risicobeheersingssystemen van het bedrijf, inclusief duurzaamheidsaspecten, en adviseert het bestuur over ESG-gerelateerde onderwerpen. Daarnaast vinden discussies over IRO's plaats tussen de CEO, het Managementcomité en de Group Sustainability Director, om ervoor te zorgen dat deze kritieke kwesties worden aangepakt en opgenomen in de lopende strategieën en activiteiten van het bedrijf.

De verantwoordelijkheden van het Comité staan beschreven in het Corporate Governance Charter (Corporate Governance | Recticel),2 dat een gedetailleerde beschrijving geeft van de taken van het Comité.

Het Audit- en Duurzaamheidscomité heeft in 2024 vier keer vergaderd. Twee van deze vergaderingen waren primair gericht op het beoordelen van de controle van de jaarrekening per 31 december 2023 en de tussentijdse jaarrekening per 30 juni 2024. Daarnaast kwamen tijdens alle vergaderingen belangrijke onderwerpen aan bod, zoals het interne auditprogramma, risicomanagement, compliance, belastingen, IFRSgerelateerde boekhoudkundige kwesties en duurzaamheidskwesties. Minstens twee van deze vergaderingen bevatten directe besprekingen met de Commissaris en de Group Internal Auditor.

In 2024 onderzocht het Audit- en Duurzaamheidscomité de dubbele materialiteitsanalyse en de IRO's, evenals de voortgang van de afstemming op de CSRD. Deze besprekingen vonden plaats in aanwezigheid van de Commissaris en de Group Sustainability Director.

In de toekomst zal de duurzaamheidsagenda onderwerpen behandelen zoals, maar niet beperkt tot, aankomende wetgeving, impacts, risico's en kansen (IRO's), vooruitgang op het gebied van CSRD-rapportagevereisten, vooruitgang op het gebied

2 Beschikbaar op https://www.recticel.com/index.php/investors/corporate-governance.html van materiële doelstellingen en duurzaamheidsinitiatieven gericht op het verminderen van scope 1, 2 en 3-emissies.

Het Audit- en Duurzaamheidscomité bestaat uit vier leden, allen Niet-Uitvoerende en Onafhankelijke Bestuurders. Dirk Verbruggen, vertegenwoordiger van Roffoelkin BV, trad op als secretaris van het Audit- en Duurzaamheidscomité.

De samenstelling van het Comité voldoet aan de bepalingen van het Belgisch Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen en de Corporate Governance Code 2020. In overeenstemming met artikel 7:100 van het Wetboek van Vennootschappen bevestigt Recticel dat de Voorzitter van het Audit- en Duurzaamheidscomité, Luc Missorten, over de nodige deskundigheid beschikt op het gebied van boekhouding en audit.

De onderstaande tabel geeft een overzicht van de individuele aanwezigheidspercentages voor de vergaderingen van het Audit- en Duurzaamheidscomité in 2024.

Naam FUNCTIE AANWEZIGHEIDSPERCENTAGE IN 2024
Luc Missorten 1 Voorzitter 4/4
Wim Dejonghe 2 Lid 2/2
Ingrid Merckx 3 Lid 4/4
Elisa VLERICK 4 Lid 4/4
Johnny Thijs 5 Lid 2/2

In zijn hoedanigheid van vaste vertegenwoordiger van LUBIS BV

1

2 Vanaf 28/5/2024, in zijn hoedanigheid van vaste vertegenwoordiger van D.A.S.T. BV

3 In haar hoedanigheid van vaste vertegenwoordiger van IMRADA BV

4 In haar hoedanigheid van vaste vertegenwoordiger van MOROXCO BV

5 Tot 28/5/2024, in zijn hoedanigheid van vaste vertegenwoordiger van JOHNNY THIJS BV

3.1.6.2 Bezoldigings- en Benoemingscomité

Het Bezoldigings- en Benoemingscomité adviseert de Raad van Bestuur over het bezoldigingsbeleid en bepaalt de individuele bezoldiging van de Bestuurders en de leden van het Managementcomité. Het stelt het Bezoldigingsrapport op en presenteert het aan de Gewone Algemene Vergadering. Het Comité doet ook aanbevelingen over de evaluatie en herbenoeming van Bestuurders en houdt toezicht op de selectie en indiensttreding van nieuwe Bestuurders. Haar taken en verantwoordelijkheden worden gedetailleerd beschreven in het Corporate Governance Charter van Recticel (Corporate Governance | Recticel). 3

Het Bezoldigings- en Benoemingscomité kwam vier keer samen in 2024. Deze vergaderingen behandelden de vaste en variabele vergoeding van het executive management en de verkiezing en herverkiezing van Bestuurders. De CEO was aanwezig bij de bespreking van de vergoeding van de andere leden van het executive management.

Het Bezoldigings- en Benoemingscomité bestaat uit vier leden, die allen niet-uitvoerende bestuurders zijn, waarvan drie onafhankelijke bestuurders. Dirk Verbruggen, vertegenwoordiger van Roffoelkin BV, trad op als secretaris van het Bezoldigings- en Benoemingscomité.

De samenstelling van het Comité voldoet aan de bepalingen van het Belgisch Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen, evenals aan de Corporate Governance Code 2020. In overeenstemming met artikel 7:100 van de Belgisch Wetboek Vennootschappen en Verenigingen bevestigt Recticel dat het Bezoldigings- en Benoemingscomité over de vereiste deskundigheid beschikt inzake bezoldigingsbeleid.

De onderstaande tabel geeft een overzicht van de individuele aanwezigheidspercentages voor de vergaderingen van het Bezoldigings- en Benoemingscomité in 2024.

Naam FUNCTIE AANWEZIGHEIDSPERCENTAGE IN 2024
Wim Dejonghe 1 Voorzitter 3/3
Filip Balcaen 2 Lid 4/4
Frank Coenen 3 Lid 3/3
Luc Missorten 4 Lid 4/4
Johnny Thijs 5 Voorzitter 2/2
Kurt Pierloot 6 Lid 1/1

1 Vanaf 28/5/2024 in zijn hoedanigheid van vaste vertegenwoordiger van D.A.S.T. BV 2 In zijn hoedanigheid van vaste vertegenwoordiger van BALTISSE NV

3 Vanaf 28/5/2024 in zijn hoedanigheid van vaste vertegenwoordiger van IRIDI BV

4 In zijn hoedanigheid van vaste vertegenwoordiger van LUBIS BV

Het Bezoldigings- en Benoemingscomité voert tijdens een van zijn vergaderingen een informele zelfevaluatie uit van zijn werking en reserveert de nodige tijd om deze te bespreken en te analyseren. In 2021 werd een formele beoordeling uitgevoerd door een externe partner en de resultaten en aanbevelingen werden begin 2022 besproken en geïmplementeerd.

3.2 GOV-2 | Informatie verschaft aan en omgang met duurzaamheidsthema's door bestuurs-, leidinggevende en toezichthoudende organen van de onderneming

De Raad van Bestuur, ondersteund door het Audit- en Duurzaamheidscomité, zorgt ervoor dat duurzaamheid integraal deel uitmaakt van de bedrijfsstrategie. Sinds augustus 2024 is duurzaamheid een vast agendapunt op elke vergadering van de Raad van Bestuur. Deze besprekingen omvatten de voortgang ten opzichte van de doelen van het Science Based Targets initiative (SBTi) en andere doelen die zijn gesteld voor de materiële onderwerpen, de goedkeuring van de Duurzaamheidsverklaring in het jaarverslag en een uitgebreide beoordeling van de totale blootstelling van de Vennootschap aan materiële ESG-impacts, risicos en kansen (IRO's) en -beleid.

Bij het overzien van de strategie van het bedrijf, belangrijke transacties en risicobeheersingsprocessen, beoordeelt de Raad van Bestuur zorgvuldig de bredere implicaties van materiële IRO's. Dit omvat ook het evalueren van mogelijke afwegingen om zakelijke prioriteiten op de korte termijn in balans te brengen met duurzaamheidsdoelen op de lange termijn. Door deze factoren in overweging te nemen, zorgt de Raad van Bestuur ervoor dat de besluitvorming in lijn is met het streven van het bedrijf naar verantwoorde groei, veerkracht en waardecreatie voor alle stakeholders.

De Voorzitter van het Audit- en Duurzaamheidscomité is verantwoordelijk voor het toezicht op de duurzaamheidsdoelen en de daarmee samenhangende impacts, risico's en kansen, en informeert de Raad van Bestuur regelmatig over de voortgang, waaronder de mogelijke effecten van nieuwe wetgeving zoals de Corporate Sustainability Due Diligence Directive (CSDDD). Hij werkt nauw samen met de Chief Executive Officer (CEO).

De Chief Executive Officer is verantwoordelijk voor de duurzaamheidsambities, strategie, rapportering en issue management van het bedrijf. De doelstellingen voor de materiële onderwerpen worden samen met het Managementcomité vastgesteld. De CEO beoordeelt de ESG-strategie met het Audit- en Duurzaamheidscomité

en de Raad van Bestuur en zorgt voor de implementatie van geschikte duurzaamheidsstandaarden en rapportagekaders. Daarnaast houdt hij toezicht op de voortgang ten opzichte van de door SBTi-goedgekeurde korte- en langetermijndoelen en de doelen voor alle materiële onderwerpen, en overlegt hij maandelijks met de Group Sustainability Director om de coördinatie van de duurzaamheidsroadmap en -rapportage van het bedrijf te beoordelen.

De rol van de Group Sustainability Director is het bevorderen van de duurzaamheidsagenda van Recticel. Zijn belangrijkste verantwoordelijkheden omvatten:

  • Zorgen voor naleving van milieuregelgeving en -normen en tegelijkertijd inspanningen stimuleren om de ecologische voetafdruk van het bedrijf te verkleinen en duurzaam materiaalgebruik te optimaliseren door middel van gerichte duurzaamheidsprogramma's.
  • Duurzaamheidsinformatie beheren in lijn met huidige raamwerken zoals CSRD/ESRS en effectief communiceren over de voortgang en doelen via verschillende kanalen.
  • Volgen van aankomende wetgeving, richtlijnen en verordeningen die relevant zijn voor de bedrijfsactiviteiten van Recticel, zoals de Construction Products Regulations.
  • De voorbereiding en indiening van de Duurzaamheidsverklaring beheren, toezicht houden op de openbaarmaking van milieugegevens aan CDP en zorgen voor nauwkeurige en op de normen afgestemde ESG-rapportage aan EcoVadis, Morningstar Sustainalytics en S&P Global (zie ook Hoofdstuk 2.3.5).
  • Voorstellen van duurzaamheidsdoelen en KPI's op groepsniveau aan het Managementcomité, zodat prestaties en voortdurende verbeteringen duidelijk kunnen worden gemeten.
  • Het geven van regelmatige updates en informatiesessies aan het Audit- en Duurzaamheidscomité en de Raad van Bestuur over belangrijke impacts, risico's en kansen, zodat zij het inzicht hebben dat nodig is om effectief toezicht te houden op de duurzaamheidsdoelstellingen.

3.3 GOV-3 | Integratie van duurzaamheidsprestaties in beloningsregelingen

Onze betrokkenheid bij het Science Based Targets initiatief (SBTi) benadrukt onze inzet voor milieubeheer en bedrijfsverantwoordelijkheid. Een van onze doelstellingen voor de nabije toekomst is het ambitieuze doel om de absolute scope 1+2 broeikasgasemissies tegen 2030 met 90% te verminderen, uitgaande van een basisjaar 2021. Door het instellen van een ESG-gerelateerde monetaire stimulans voor het beheer van milieukwesties kunnen we dit doel geleidelijk bereiken.

Voor het prestatiejaar 2024 worden de collectieve doelstellingen voor de CEO en de functiehoofden van de Group (Chief Financial Officer, Chief Human Resources Officer, Chief Information & Digitalisation Officer) bepaald op het niveau van de Group. Voor divisiemanagers worden de doelstellingen op divisieniveau bepaald.

In 2024 was 10% van de variabele beloning gekoppeld aan

duurzaamheidsdoelstellingen. Meer specifiek was de ESG-gerelateerde incentive gekoppeld aan het bereiken van een vermindering van 10% van de uitstoot van broeikasgassen ten opzichte van 2023, gemeten aan de hand van de koolstofintensiteit van het productieproces (scope 1+2). Om de impact van prijsschommelingen te minimaliseren, was deze doelstelling gebaseerd op verkoopvolume in plaats van omzet. De uitbetalingsschaal varieerde van 0% voor reducties van minder dan 5% tot een maximum van 125% voor het behalen van een reductie van 15%. Zoals beschreven in Hoofdstuk 5.2.7 is de koolstofintensiteit (scope 1+2) op basis van verkoopvolume in 2024 met 25,4% gedaald ten opzichte van 2023.

Meer informatie is te vinden in Hoofdstuk 6, Bezoldigingsrapport.

3.4 GOV-4 | Verklaring van due-diligence in de waardeketen 3.4.1 Onze inkoopvisie

Bij Recticel zetten we ons in om onze ethische, sociale en milieuverantwoordelijkheden na te komen op alle niveaus van onze activiteiten en partnerschappen. Verantwoordelijk inkopen speelt een sleutelrol in onze duurzaamheidsstrategie en leidt ons ertoe om samen te werken met leveranciers die milieuzorg en sterke sociale normen hoog in het vaandel dragen.

Onze leveranciers spelen een centrale rol bij het realiseren van onze duurzaamheidsambities. We zetten ons in voor duurzame partnerschappen, vanuit de overtuiging dat de overgang naar een koolstofarme samenleving en een circulaire economie alleen kan worden gerealiseerd door samen te werken. Door te streven naar een veerkrachtige en duurzame waardeketen, willen we onze strategische doelstellingen halen en tegelijkertijd positieve maatschappelijke en milieueffecten genereren.

Onze samenwerking met leveranciers richt zich op:

  • Koolstofuitstoot verminderen
  • Milieuvriendelijke materialen inkopen
  • Eerlijke arbeidspraktijken handhaven

Bij het selecteren van nieuwe leveranciers of het evalueren van bestaande partnerschappen geven we prioriteit aan discussies over hun capaciteiten op het gebied van efficiënt materiaalgebruik, het gebruik van hernieuwbare materialen en hun strategieën voor leveranciersbetrokkenheid om onze ambities in het kader van het Science Based Targets initiatief (SBTi) te helpen realiseren. Deze gesprekken zijn bedoeld om innovaties van leveranciers af te stemmen op onze doelen om de CO2-voetafdruk te verminderen, waardoor een duurzame en verantwoordelijke waardeketen wordt versterkt.

We hebben aanzienlijke vooruitgang geboekt bij het verzamelen van milieugegevens van onze leveranciers, waaronder het nauwgezet volgen van hun scopes 1, 2 en 3 emissies. Elk jaar vragen we de belangrijkste Tier 1-leveranciers om productspecifieke emissiegegevens te leveren in plaats van te vertrouwen op gemiddelden uit de sector. Aangezien 63% van de koolstofvoetafdruk van Recticel gekoppeld is aan aangekochte

goederen en diensten, is samenwerking met onze leveranciers van vitaal belang om onze impact op het klimaat te verminderen en onze SBTi-doelstellingen te behalen. Recticel heeft een Gedragscode voor de Group opgesteld met bijhorende beleidslijnen en procedures voor zakelijk gedrag op basis van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens van de Verenigde Naties en de fundamentele conventies van de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO). Er zijn geen gevallen onder de aandacht van het Compliancecomité gebracht dat Recticel in het verslagjaar de wet zou hebben overtreden op het gebied van mensenrechten, corruptie, eerlijke concurrentie of belastingen. Recticel was tijdens deze periode niet betrokken bij het Nationaal Contactpunt van de OESO of het Business and Human Rights Resource Centre.

Als er een negatieve impact wordt vastgesteld bij een leverancier, zal Recticel een non-conformiteitsrapport opstellen en in overleg treden met de leverancier om een gedetailleerd actieplan en tijdlijn op te stellen.

scope 3.1 gekochte goederen en diensten % primaire broeikasgasemissies gegevens (zie Hoofdstuk 5.2.7) scope 3.1, % primary GHG emissions data

3.4.2 Onze due diligence-procedure voor mensenrechten in de toeleveringsketen

De Recticel Supplier Sustainability Requirements (RSSR) dienen als basis voor onze zakelijke relaties met leveranciers en zijn dus een integraal onderdeel van onze contracten voor de leveringen en diensten die we inkopen.

De RSSR zet de vereisten uiteen om ervoor te zorgen dat de arbeidsomstandigheden in de toeleveringsketen veilig zijn, dat werknemers met respect en waardigheid worden behandeld en dat de bedrijfsactiviteiten milieuverantwoord en ethisch worden uitgevoerd.

We verwachten van onze zakelijke partners dat ze de principes in de RSSR naleven, deze verspreiden onder hun eigen verkopers, onderaannemers en zakenpartners, en redelijke maatregelen treffen om naleving ervan door deze stakeholders te garanderen. Als het niet haalbaar is om de RSSR te ondertekenen, vragen we om bewijs dat hun praktijken voldoen aan de normen van onze Gedragscode en de RSSR.

De RSSR maakt integraal deel uit van de Algemene Voorwaarden van Recticel en zijn beschikbaar op onze bedrijfswebsite. Wanneer de contractuele relatie met onze leveranciers niet geregeld wordt door de Algemene Voorwaarden van Recticel, vragen we de leveranciers om ons ofwel een ondertekende versie van de RSSR te bezorgen, ofwel een bewijs dat ze principes respecteren die gelijkwaardig zijn aan de principes in onze Gedragscode en RSSR. Na de invoering van de nieuwe Gedragscode zal de RSSR in 2025 worden bijgewerkt.

Van leveranciers wordt dan verwacht dat ze zich hieraan houden:

  • De Universele Verklaring van de Rechten van de Mens en de twee aanvullende verdragen (het Internationaal Verdrag inzake economische, sociale en culturele rechten en het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten).
  • De tien principes van het Global Compact van de Verenigde Naties.
  • De Fundamentele Conventies van de International Labor Organisation (ILO), inclusief de ILO Verklaring over Fundamentele Principes en Rechten op het Werk.

Onze mensenrechtenprocedure is ontworpen om mogelijke problemen binnen de toeleveringsketen te identificeren, te beoordelen en aan te pakken. Dit proces omvat:

  • Van leveranciers eisen dat ze de Recticel Supplier Sustainability Requirements (RSSR) ondertekenen en hun gedragscode of gelijkwaardig beleid indienen.
  • Zelfbeoordelingsvragenlijsten verspreiden onder leveranciers.
  • Evalueren of er corrigerende maatregelen nodig zijn om negatieve impacts voor mensen binnen de toeleveringsketen te beperken.

Dit proces wordt jaarlijks geëvalueerd en in 2024 zijn er geen mensenrechtenkwesties geïdentificeerd.

In de toekomst vergroten we onze due diligenceinspanningen in de hele waardeketen, zowel upstream als downstream. Het verbeteren van onze duurzaamheidspraktijken zal er ook voor zorgen dat we vanaf 2029 voldoen aan de Corporate Sustainability Due Diligence Directive (CSDDD).

De CSDDD geeft prioriteit aan de bescherming van mensenrechten en het milieu door uitgebreide due diligence-rapportage te vereisen om ervoor te zorgen dat deze in overeenstemming is met wereldwijde normen.

De CSDDD richt zich op verschillende belangrijke gebieden:

  • Identificeren, evalueren en aanpakken van mensenrechten- en milieukwesties in de hele waardeketen.
  • Integreren van due diligence-processen in beleid, kaders voor risicobeheersing en activiteiten, met bijzondere aandacht voor de ernst en waarschijnlijkheid van potentiële risico's.
  • Een wetenschappelijk onderbouwd klimaatveranderingsplan opstellen dat is afgestemd op het doel van de Overeenkomst van Parijs om de opwarming van de aarde te beperken tot 1,5°C.

3.4.3 Productbeheer

Productbeheer werd geïdentificeerd als een belangrijk onderwerp en is gekoppeld aan Hoofdstuk 5.5, Governance | G1 Zakelijk gedrag. Gerelateerde IRO-informatie is te vinden in Hoofdstuk 4.3.

Productbeheer staat centraal in onze aanpak bij het inkopen, verwerken en beheren van grondstoffen zoals chemische en niet-chemische grondstoffen, staal en minerale wol. Door prioriteit te geven aan duurzaamheid, veiligheid en naleving van regelgeving zorgen we ervoor dat de materialen die we gebruiken bijdragen aan een veiligere werkplek, een gezonder milieu en een meer circulaire economie. Onze inzet voor verantwoorde inkoop, afvalvermindering en recycling benadrukt onze toewijding aan het minimaliseren van onze impact op het milieu en het bevorderen van duurzaamheid op de lange termijn.

We zijn toegewijd aan het uitvoeren van onze activiteiten op een manier die prioriteit geeft aan de gezondheid en veiligheid van onze werknemers, aannemers, upstream transporteurs, downstream transporteurs van bouwmaterialen en het algemene publiek. Deze toewijding, die is gebaseerd op onze kernwaarden van respect en integriteit, wordt weerspiegeld door onze niet aflatende aandacht voor veiligheid.

Voor de Tier 1-materialen die we inkopen – chemische en niet-chemische grondstoffen, staal en minerale wol – hanteren we een allesomvattende aanpak voor inkoop, verwerking en afvoer. Dit zorgt ervoor dat duurzaamheid en veiligheid integraal deel uitmaken van onze activiteiten, wat wordt bereikt door nauwe samenwerking tussen inkoop-, logistieke en operationele teams.

We werken ook samen met industriegroepen, voeren grondig literatuuronderzoek uit en maken gebruik van marktinformatie om diepere inzichten te krijgen in producten, organisaties en de dynamiek van de toeleveringsketen buiten de Tier 1-leveranciers om, waardoor we een duidelijker beeld krijgen van de toeleveringsketens.

3.4.3.1 Belangrijke impacts, risico's en kansen

De activiteiten van Recticel stellen haar inherent bloot aan verschillende milieurisico's door het gebruik van potentieel gevaarlijke materialen, zoals chemische grondstoffen, in haar ontwikkelings- en productieprocessen. Hoewel verontreiniging niet volledig kan worden uitgesloten, beperkt het bedrijf deze risico's door middel van een streng industrieel beleid om milieuschade te voorkomen. Gedetailleerde crisisbeheersingsplannen met reactiemechanismen en strategieën om de impacts te beperken, zijn binnen de hele organisatie verspreid.

De behandeling van gevaarlijke materialen kan gezondheidsrisico's inhouden voor werknemers en bezoekers, vooral wanneer de veiligheidsprotocollen van Recticel niet worden nageleefd. Bovendien kan veranderende milieuregelgeving aanzienlijke zakelijke uitdagingen met zich meebrengen, die mogelijk leiden tot hogere nalevingskosten of operationele aanpassingen. Als dergelijke voorschriften niet worden nageleefd, kan dit leiden tot wettelijke aansprakelijkheid of schade aan de activiteiten van het bedrijf.

Chemische producten

• Certificering van leveranciers

Al onze leveranciers van chemische grondstoffen hebben de Recticel Supplier Sustainability Requirements (RSSR) ondertekend of gelijkwaardige documentatie verstrekt waarin wordt bevestigd dat ze voldoen aan de EHS-normen (Environmental, Health and Safety). Ze houden zich aan zowel lokale als internationale regelgeving, waaronder REACH (Registration, Evaluation, Authorisation and Restriction of Chemicals). Daarnaast zijn onze leveranciers er verantwoordelijk voor dat hun upstream transporteurs voldoen aan alle wettelijke vereisten voor het veilig transporteren en behandelen van hun goederen.

• Veilige hantering en opslag

Safety Data sheets (SDS), de juiste etikettering en opleiding van werknemers worden ingezet om veilig transport, opslag en verwerking van chemische stoffen te garanderen. Dit is vooral belangrijk om morsen, lekken of blootstelling aan gevaarlijke materialen te voorkomen. In onze productieprocessen leggen we strikte veiligheidsregels en -procedures op.

Alle chemische producten die in de productie worden gebruikt, worden onderworpen aan strenge goedkeuringsprocessen onder toezicht van lokale HS&E managers. Daarnaast worden chemische producten veilig opgeslagen en regelmatig geïnspecteerd, waarbij Safety Data Sheets (SDS) altijd beschikbaar zijn als referentie. Om de veiligheid verder te verbeteren, voeren we oorzakenanalyses uit van kritieke activiteiten en voeren we waar nodig corrigerende en preventieve maatregelen uit. Onze fabrieken voldoen aan strenge veiligheidsvoorschriften en de meeste vestigingen zijn ISO 14001-gecertificeerd. We leggen de nadruk op het opleiden van werknemers en aannemers die met chemische producten werken, zodat ze weten hoe ze veilig met chemische producten moeten omgaan, persoonlijke beschermingsmiddelen moeten gebruiken en noodprocedures moeten volgen.

• Beheer aan het einde van de levensduur (End-of-life) Terwijl we voortdurend werken aan de vermindering van gevaarlijk afval, schakelen we alleen gecertificeerde afvalverwerkingsdiensten in, die ervoor zorgen dat het afval wordt verwijderd in overeenstemming met de milieuwetgeving om verontreiniging van natuurlijke ecosystemen te

Niet-chemische producten

• Duurzame inkoop

voorkomen.

We evalueren het potentieel van recycleerbare en hernieuwbare materialen (bijv. silica, verpakkingsmateriaal, papier, aluminium, karton, enz.) om de druk op natuurlijke grondstoffen te verminderen en een circulaire economie te bevorderen.

• Afvalvermindering

Niet-chemisch afval kan een aanzienlijke impact hebben op stortplaatsen. Om dit aan te pakken, implementeren we waar mogelijk strategieën om materialen te verminderen, te hergebruiken en te recycleren, terwijl we leveranciers ook aanmoedigen om milieuvriendelijke verpakkingen te gebruiken.

Staal

• Duurzame inkoop

We werken met leveranciers die energiezuinige staalproductieprocessen gebruiken, die gerecycleerd staal gebruiken en een lagere impact op het milieu hebben dan traditionele productiemethoden.

• Recycling en circulaire economie

Staal is zeer goed herbruikbaar, waardoor het een belangrijk materiaal is voor onze inspanningen op het gebied van de circulaire economie. We zorgen ervoor dat staalschroot uit onze activiteiten wordt gerecycled en dat gerecycleerd staal waar mogelijk wordt verwerkt in nieuwe producten.

• Duurzaamheid

De lange levensduur van staal maakt het een milieuvriendelijke keuze; producten gemaakt van hoogwaardig staal hoeven doorgaans minder vaak vervangen te worden, waardoor de totale vraag naar grondstoffen en energie afneemt.

• Beheer aan het einde van de levensduur (End-of-life) Zodra een staalproduct het einde van zijn levenscyclus heeft bereikt, kan het zonder kwaliteitsverlies worden gerecycleerd. We werken samen met gecertificeerde recycleerders om ervoor te zorgen dat ons staalafval op verantwoorde wijze wordt verwerkt en opnieuw in de productiecyclus wordt opgenomen.

Minerale wol

• Duurzame inkoop

We betrekken minerale wol van leveranciers die milieuvriendelijke processen gebruiken en gerecycleerde materialen gebruiken om een circulair productiemodel te ondersteunen.

• Gezondheid en veiligheid

Wij kopen minerale wol producten die voldoen aan veiligheidscertificeringen zoals de EUCEB (European Certification Board for mineral wool products).

• Afvalvermindering en recycling

We streven ernaar afval van minerale wol te minimaliseren door het materiaalgebruik in de bouw en fabricage te optimaliseren. Daarnaast ondersteunen we inspanningen om minerale wol te recycleren.

Introductie Hoogtepunten Toekomstgericht Corporate governance DMA en IRO ESG informatie Bezoldigingsverslag Financiële verklaring Bijlage

3.4.4 In kaart brengen van due diligence proces in de Duurzaamheidsverklaring

De belangrijkste aspecten en stappen van due diligence komen overeen met verschillende sectoroverstijgende en specifieke informatievereisten onder het ESRS. De mapping hieronder illustreert hoe en waar deze aspecten en stappen van het due diligence-proces zijn opgenomen in deze Duurzaamheidsverklaring.

Due diligence-element OPENBAARMAKINGSPLICHT HOOFDSTUK Beschrijving PAGINA Mens Milieu
a) Due diligence verankeren in bestuur, strategie
en bedrijfsmodel
ESRS 2 GOV-2
ESRS 2 GOV-3
ESRS 2 SBM-3
3.2 GOV-2 Informatie verschaft aan en omgang met duurzaamheidsthema's door bestuurs-,
leidinggevende en toezichthoudende organen van de onderneming
X X
3.3 GOV-3 Integratie van duurzaamheidsprestaties in beloningsregelingen 57 X X
2 Toonaangevend in toekomstgerichte isolatie 17 X X
4.3 Navigeren door het landschap van impacts, risico's en kansen 80 X X
5 ESG-informatie 92 X X
b) Betrokken partijen betrekken bij alle belangrijke
stappen van het due diligence-onderzoek
ESRS 2 GOV-2
ESRS 2 SBM-2
ESRS 2 IRO-1
3.2 GOV-2 Informatie verschaft aan en omgang met duurzaamheidsthema's door bestuurs-,
leidinggevende en toezichthoudende organen van de onderneming
56 X X
2 Toonaangevend in toekomstgerichte isolatie 17 X X
2.3 Ons bedrijfsmodel en onze strategie 25 X
4.2 De kracht van dubbele materialiteit 74 X X
4.3 Navigeren door het landschap van impacts, risico's en kansen 80 X X
5 ESG-informatie 92 X X
ESRS 2 MDR-P
Thematische ESRS
3 Behoorlijk bestuur 47 X
5.2.3 E1-2 Beleid ten aanzien van klimaatmitigatie 104 X
5.3.2 E5-1 Beleid ten aanzien van materiaalgebruik en circulaire economie 122 X
5.4.2 S1-1 Beleid ten aanzien van eigen personeel 135 X
5.5.2 G1-1 Beleid ten aanzien van zakelijk gedrag en bedrijfscultuur 148 X X
5.5.4 G1-2 Beheer van relaties met leveranciers 152 X X
5.5.5 G1-3 Preventie en opsporing van corruptie of omkoping 153 X
5.5.7 G1-5 Politieke invloed en lobbyactiviteiten 155 X X
c) Nadelige impacts identificeren en beoordelen ESRS 2 IRO-1 4.2 De kracht van dubbele materialiteit 74 X X
4.3 Navigeren door het landschap van impacts, risico's en kansen 80 X X
5 ESG-informatie 92 X X
ESRS 2 SBM-3 3 Behoorlijk bestuur 47 X
2 Toonaangevend in toekomstgerichte isolatie 17 X X
4.3 Navigeren door het landschap van impacts, risico's en kansen 80 X X
5 ESG-informatie 92 X X
Due diligence-element OPENBAARMAKINGSPLICHT HOOFDSTUK Beschrijving PAGINA Mens Milieu
c) Nadelige impacts identificeren en beoordelen Thematische ESRS 5.2.2 E1-1 Transitieplan voor klimaatmitigatie X
5.2.5 E1-4 Doelen inzake klimaatmitigatie 107 X X
5.2.7 E1-6 Bruto scope 1, 2, 3 emissies en totale broeikasgasemissies 112 X
d) Actie ondernemen om deze negatieve impacts
aan te pakken
ESRS 2 MDR-A
Thematische ESRS
5.2.4 E1-3 Maatregelen en middelen wat betreft beleid ten aanzien van klimaatverandering 105 X
5.3.3 E5-2 Beleid en middelen inzake materiaalgebruik en circulaire economie 124 X
5.2.2 E1-1 Transitieplan voor klimaatmitigatie 103 X
5.4.5 S1-4 Acteren op materiële impacts op eigen personeel 139 X
ESRS 2 MDR-M
ESRS 2 MDR-T
Thematische ESRS
5.2.5 E1-4 Doelen inzake klimaatmitigatie 107 X X
5.3.4 E5-3 Doelen wat betreft materiaalgebruik en circulaire economie 126 X
5.4.6 S1-5 Doelen wat betreft het beheersen van materiële negatieve impacts, het bevorderen van
positieve impacts en het beheersen van materiële risico's en kansen
X
5.2.6 E1-5 Energieverbruik en energiemix 109 X
5.2.7 E1-6 Bruto scope 1, 2, 3 emissies en totale broeikasgasemissies 112 X
5.2.8 Vermeden emissies 118 X
5.3.5 E5-4 Materiaalinstromen 127 X
e) De effectiviteit van deze inspanningen
bijhouden en communiceren
5.3.6 E5-5 Materiaaluitstromen 129 X
5.4.7 S1-6 Kenmerken van de werknemers van de onderneming 142 X
5.4.12 S1-13 Maatstaven voor opleiding en ontwikkeling van vaardigheden 144 X
5.4.13 S1-14 Veiligheids- en gezondheidsmaatstaven 145 X
5.4.14 S1-15 Werk-prive balans 146 X
5.4.15 S1-17 Incidenten, klachten en ernstige impacts op het gebied van mensenrechten 146 X
5.5.2 G1-1 Beleid ten aanzien van zakelijk gedrag en bedrijfscultuur 148 X
5.5.6 G1-4 Bevestigde incidenten van corruptie of omkoping 155 X
5.5.8 G1-6 Betalingspraktijken 156 X

3.5 GOV-5 | Risicobeheersing en interne controles voor duurzaamheidsrapportage

3.5.1 Risicobeheersing en governance

De competitieve omgeving waarin Recticel actief is, vereist dat we risico's aanvaarden, zoals investeringsrisico's, terwijl bedrijfsresultaten worden geleverd door kansen te grijpen. Risico's die een invloed hebben op het vermogen van Recticel om haar bedrijfsdoelstellingen te bereiken, worden typisch geïdentificeerd op verschillende momenten in de bedrijfscyclus. Voor bepaalde risico's, zoals risico's met betrekking tot gezondheid en veiligheid en zakelijk gedrag, hanteert Recticel een nultolerantie.

Om risico's en onzekerheden effectief aan te pakken, maken we gebruik van een gestructureerd risicomanagementraamwerk dat proactieve identificatie en management van zowel risico's als kansen mogelijk maakt.

De risicobeoordeling van Recticel omvat een groepsbrede top-down en bottom-up risicobeoordeling om de waarschijnlijkheid van optreden en de potentiële impact van risico's op Recticel te bepalen op inherent en restniveau, wat leidt tot een risicoregister. Recticel beoordeelt risico's, waaronder klimaatgerelateerde risico's, aan de hand van vijf dimensies - financieel, reputatie, juridisch/reglementair, vermogen om te voldoen aan de verwachtingen van stakeholders en vermogen om strategische doelen te bereiken - en evalueert ze met betrekking tot hun potentiële impact en waarschijnlijkheid. Klimaatgerelateerde risico's worden opgesplitst in transitierisico's en fysieke risico's.

Financiële risicobeheersing

Voor een samenvatting van de financiële risico's, zie Hoofdstuk 7.2.5.18 van het Financieel rapport.

Duurzaamheidsrisicobeheersing

Transitierisico's

Dit zijn risico's die verband houden met de voortdurende verschuiving naar een duurzamere economie met net-zero uitstoot en de verwezenlijking van de Duurzame Ontwikkelingsdoelen (SDG). Deze verschuiving is nauw verbonden met strengere regelgeving, technische vooruitgang en veranderingen in consumentenvoorkeuren en verwachtingen van stakeholders. Al deze factoren kunnen bestaande bedrijfsmodellen, waardeketens, activiteiten, algehele naleving en onze winstgevendheid op de proef stellen of verstoren.

Fysieke risico's

Dit zijn risico's die voortvloeien uit de directe fysieke impacts van klimaatverandering, zoals extreme weersomstandigheden. Ze kunnen acuut zijn (kortdurende, extreme gebeurtenissen zoals orkanen, overstromingen, bosbranden en hittegolven) of chronisch (langetermijnimpacts zoals een stijgende zeespiegel, veranderende neerslagpatronen en stijgende temperaturen op aarde).

In 2025 zal Recticel een meer diepgaande analyse van de scenario's van klimaatrisico's uitvoeren waarin fysieke risico's worden geëvalueerd, zoals extreme weersomstandigheden die de productie en toeleveringsketens kunnen verstoren.

Raadpleeg Hoofdstuk 4.3 voor meer inzicht in onze IRO-identificatie en -beoordeling.

De Raad van Bestuur van Recticel, ondersteund door het Audit- en Duurzaamheidscomité, is eindverantwoordelijk voor het toezicht op adequaat risicobeheersing. Dit omvat het identificeren en beoordelen van risico's, het implementeren van effectieve controlemaatregelen en het behouden van zichtbaarheid over de totale risicoblootstelling van Recticel terwijl deze wordt afgewogen tegen de risicobereidheid van het bedrijf. De afdeling Internal Audit biedt onafhankelijke en objectieve zekerheid om de activiteiten te verbeteren door middel van de voortdurende evaluatie van risicobeheersing, controle- en bestuursprocessen.

Onze strategie voor risicobeheersing is erop gericht de blootstelling aan potentiële risico's te minimaliseren en tegelijkertijd strategische afwegingen te maken bij het nastreven van de lange- en kortetermijndoelen van het bedrijf.

3.5.2 Interne controles op duurzame rapportage

Een cruciale uitdaging voor de Raad van Bestuur en het Executive Management is het bepalen van de mate van onzekerheid die ze bereid zijn te aanvaarden terwijl ze streven naar waardecreatie. Optimale waarde wordt bereikt wanneer groei en rendement effectief in evenwicht zijn met de bijbehorende risico's.

Het raamwerk voor interne controle en risicobeheersing van Recticel is gebaseerd op het COSO-model (Committee of Sponsoring Organizations of the Treadway Commission) en voldoet aan de Belgische Corporate Governance Code 2020. Dit kader is afgestemd op de specifieke omvang en operationele behoeften van Recticel.

Momenteel is er geen specifiek intern controlemechanisme dat alleen gericht is op het beheren van ESG-impacts, risico's en kansen. Deze factoren worden echter actief gemonitord en beheerd via bredere operationele en strategische kaders, zodat ze effectief worden geïntegreerd in onze algehele besluitvormingsprocessen.

De Gedragscode van de Group, die van toepassing is op alle bestuurders, managers en werknemers van Recticel, vormt de basis van dit kader. Deze gedragscode, die beschikbaar is op onze bedrijfswebsite, behandelt kritieke domeinen zoals ethiek, veiligheid, gezondheid, milieuverantwoordelijkheid, kwaliteit, belangenconflicten en naleving van de antitrustwetgeving.

De financiële verslaglegging en controles worden geregeld door de accountinghandleiding, accountingmethodologie en kostenberekeningsmethodologie van het bedrijf, waarin de beslissingsbevoegdheid en verantwoordelijkheden duidelijk zijn vastgelegd. We automatiseren onze rapportage van ESG-gegevens in een platform dat direct verbonden is met onze financiële rapportage en dat wordt beheerd door het financiële team van het bedrijf. Waar nodig worden waarborgen geïmplementeerd om gegevensbeveiliging en vertrouwelijkheid van financiële en niet-financiële informatie te beschermen.

In het geval van inbreuken op het interne beleid of externe regelgeving heeft Recticel een klokkenluidersregeling opgesteld en geactualiseerd. Dit beleid biedt een duidelijk mechanisme voor het melden van gedrag dat mogelijk in strijd is met de Gedragscode, het bedrijfsbeleid of wettelijke vereisten. Dit beleid is ook beschikbaar op de bedrijfswebsite.

3.6 Toepasselijke referentiecode en regels

3.6.1 Toepasselijke referentiecode

Recticel stelt haar Corporate Governance Charter ter beschikking op haar bedrijfswebsite,4 in overeenstemming met de Belgische Corporate Governance Code 2020, die kan worden gedownload van de Corporate Governance Commissie.3 Het Charter beschrijft de bestuursstructuur en het bestuursbeleid van het bedrijf, met inbegrip van de rollen en verantwoordelijkheden van de Raad van Bestuur.

Recticel bevestigt haar keuze voor een monistische (one-tier) bestuursstructuur zoals gedefinieerd door het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen. Onder deze structuur is de Raad van Bestuur bevoegd om alle handelingen te stellen die nodig of nuttig worden geacht om de doelstellingen van de Vennootschap te verwezenlijken, met uitzondering van de handelingen die wettelijk zijn voorbehouden aan de Algemene Vergadering. Deze bevoegdheid is niet verder beperkt in de statuten van het bedrijf.

3.6.3 Handel met voorkennis en marktmanipulatie

Het bedrijfsbeleid met betrekking tot de preventie van handel met voorkennis en marktmanipulatie wordt verder toegelicht in hoofdstuk VII.2 van het Recticel Corporate Governance Charter en in de Dealing Code. Deze maatregelen omvatten de invoering van beperkingen op de uitvoering van transacties ('gesloten periodes') die van toepassing zijn sinds 2006.

Bart Van den Eede, Chief Financial Officer en vertegenwoordiger van Pendron BV, werd benoemd tot voorzitter van het Compliancecomité en is verantwoordelijk voor het toezicht op de naleving van deze regels.

3.6.2 Transacties en andere contractuele banden tussen de vennootschap en leden van de Raad van Bestuur of leden van het Managementcomité

In hoofdstuk VII.1. van het Recticel Corporate Governance Charter wordt het beleid van Recticel NV betreffende dergelijke transacties die niet onder de belangenconflictenregeling vallen, toegelicht. Hier wordt de toepassing van dat beleid besproken.

Tijdens het jaar 2024 heeft zich één belangenconflict tussen een bestuurder en de vennootschap voorgedaan als bedoeld in artikel 7:96 WVV. De procedure van artikel 7:97 WVV niet werd toegepast in 2024.

Er wordt hier verwezen naar het statutair jaarverslag, dat in dit verband een uittreksel van de notulen van desbetreffende vergadering van de raad van bestuur bevat.

4 https://www.recticel.com/index.php/investors/corporate-governance.html 5 https://corporategovernancecommittee.be/en/

3.6.4 Relaties met de referentieaandeelhouders

Hieronder volgt een overzicht van de aandeelhouders die, overeenkomstig de wettelijke vereisten, een kennisgeving hebben ingediend bij de Vennootschap en de FSMA.

Naam DATUM VAN KENNISGEVING AANTAL AANDELEN PERCENTAGE AANDELEN OP HET
MOMENT VAN KENNISGEVING ¹
PERCENTAGE AANDELEN OP
BALANSDATUM
PERCENTAGE STEMRECHTEN
VERBONDEN AAN AANDELEN OP
BALANSDATUM ²
Eigen aandelen 13/05/2015 326.800 0,61% 0,58% 0,00%
Spring Holdco BV 12/05/2022 15.262.301 27,20% 26,96% 27,12%
Spring Holdco BV 600.748 3 1,06% 1,07%
Spring Holdco BV 540.083 4 0,95% 0,96%
Totaal Spring Holdco BV 16.403.132 28,98% 29,15%
Janus Henderson Group Plc 22/05/2023 1.698.929 3,02% 3,00% 3,02%
Janus Henderson Group Plc 23/01/2024 1.126.271 2,00% 1,99% 2,00%
Totaal Janus Henderson Group Plc 2.825.200 4,99% 5,02%
Degroof Petercam Asset
Management
02/05/2024 1.699.862 3,02% 3,00% 3,02%
Publiek Niet van toepassing 35.350.926 62,45% 62,81%
Totaal (exclusief eigen aandelen) 56.279.120 100,00%
Totaal (inclusief eigen aandelen) 56.605.920 100,00%

1 Het percentage aandelen wordt berekend op basis van het aantal bestaande aandelen op het moment van de kennisgeving.

2 Het percentage stemrechten is berekend op basis van de 56.105.920 bestaande aandelen per 12/05/2022 op basis van de informatie die de Vennootschap heeft

ontvangen van haar aandeelhouders per 12/05/2022, wat kan afwijken van de werkelijke situatie. De berekening is aangepast om rekening te houden met de

opschorting van het stemrecht van de 326.800 eigen aandelen die de Vennootschap houdt, zoals voorzien door de wet.

3 Aantal aandelen aangekocht door Spring Holdco BV op 19/10/2022, 12/12/2022 en 16/12/2022.

4 Aantal aandelen aangekocht door Spring Holdco BV in september en november 2024.

De Vennootschap heeft geen relatieovereenkomst gesloten met haar hoofdaandeelhouder, Baltisse NV, in overeenstemming met principe 8.7 van de Corporate Governance Code 2020, aangezien de belangen van de hoofdaandeelhouder op adequate wijze worden vertegenwoordigd door zijn deelname aan de Raad van Bestuur.

Details over de kapitaalstructuur van de Vennootschap, inclusief het aantal aandelen en warrants/inschrijvingsrechten, zijn beschikbaar op de bedrijfswebsite (Aandeleninformatie | Recticel).6

Wijzigingen aan de statuten van Recticel vereisen naleving van de bijzondere meerderheden die door de wet en artikel 37 van de statuten zijn voorgeschreven.

De Raad van Bestuur legt zijn voorstellen voor de benoeming of herverkiezing van Bestuurders voor aan de Algemene Vergadering van Aandeelhouders. Het Bezoldigings- en Benoemingscomité beveelt één of meerdere kandidaten aan de Raad aan, rekening houdend met de behoeften van de onderneming en volgens de benoemingsprocedure en de selectiecriteria die de Raad van Bestuur daartoe heeft opgesteld. De samenstelling van de Raad van Bestuur op wordt bepaald op basis van de nodige diversiteit en complementaire vaardigheden, ervaring en kennis.

De Algemene Vergadering van Aandeelhouders benoemt de bestuurders van hun keuze met een gewone meerderheid van de uitgebrachte stemmen. Bestuurders kunnen ook "ad nutum" worden ontslagen door de Algemene Vergadering met een meerderheid van de uitgebrachte stemmen, voordat hun mandaat normaal afloopt.

Als een plaats van bestuurder vrijkomt door aftreden, onbekwaamheid of overlijden, kan de Raad van Bestuur voorlopig in de vacature voorzien, op aanbeveling van het Bezoldigings- en Benoemingscomité.

Er zijn geen wettelijke of statutaire beperkingen op de overdracht van effecten. Er zijn geen effecten met bijzondere controlerechten. Er zijn geen wettelijke of statutaire beperkingen op de uitoefening van het stemrecht, voor zover de aandeelhouder wettelijk vertegenwoordigd is op de Gewone Algemene Vergadering en zijn stemrecht niet om enige reden is opgeschort.

Er zijn geen overeenkomsten tussen de Vennootschap en zijn bestuurders of werknemers die voorzien in vergoedingen na een openbaar overnamebod, ontslag of vertrek van de bestuurders zonder geldige reden, of beëindiging van het dienstverband van de werknemers.

De volgende overeenkomsten, waarbij de Vennootschap partij is, bevatten de clausules die van kracht worden, wijzigingen ondergaan of eindigen in geval van een controlewijziging over Recticel NV: De aandelenoptieplannen van Recticel van april 2014, juni 2015, april 2016, juni 2017, april 2018, juni 2019, maart 2021, mei 2022, juni 2023 en juni 2024 (warrantplannen april 2014, juni 2015, april 2016, juni 2017, april 2018, juni 2019, maart 2021, mei 2022, juni 2023 en juni 2024) uitgegeven door de Raad van Bestuur bevatten een clausule 6.2./5.2 die de begunstigden het recht geeft om hun warrants uit te oefenen, indien van toepassing onder de voorwaarden bepaald door de Raad van Bestuur, onmiddellijk in geval van een controlewijziging (dit betekent in geval van een overdracht, via in een of meer transacties, van meer dan vijftig procent (50%) van de stemrechten) of in geval van de lancering van een openbaar bod tot overname van aandelen.

Deze clausules werden specifiek goedgekeurd door de Algemene Vergadering van Aandeelhouders van Recticel of zullen ter goedkeuring worden voorgelegd aan de Algemene Vergadering op 27 mei 2025.

In overeenstemming met artikel 7:151 van het Belgisch Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen is voor de inwerkingtreding van een dergelijke clausule de goedkeuring van de Algemene Vergadering van Aandeelhouders vereist.

De Raad van Bestuur is niet op de hoogte van aandeelhoudersovereenkomsten die aanleiding geven tot beperkingen op de overdracht van effecten en/of de uitoefening van stemrecht.

Bij besluit van de Buitengewone Algemene Vergadering van aandeelhouders van 25 mei 2021 werd een toegestaan kapitaal gecreëerd gelijk aan 5% van het geplaatste kapitaal met een geldigheidsduur van vijf jaar, waardoor de Raad van Bestuur maximaal 2.791.971 nieuwe aandelen Recticel kan uitgeven, uitsluitend te gebruiken in het kader van de inschrijvingsrechtenplannen voor de leidende kaderleden en het personeel van Recticel. De Raad van Bestuur heeft tweemaal gebruik gemaakt van deze machtiging in het kader van het Recticel aandelenoptieplan: 475.000 inschrijvingsrechten werden uitgegeven in 2021; 320.000 inschrijvingsrechten werden uitgegeven in 2022; 350.000 inschrijvingsrechten werden uitgegeven in 2023; en 492.500 inschrijvingsrechten werden uitgegeven in 2024. De verlenging van deze machtiging zal ter stemming worden voorgelegd aan de aandeelhouders op de Buitengewone Algemene Vergadering van 27 mei 2025.

De Raad van Bestuur is gemachtigd om eigen aandelen van de Vennootschap te verwerven zolang de fractiewaarde van de aandelen in portefeuille van de Vennootschap niet meer bedraagt dan 20% van haar uitgegeven kapitaal, tegen een eenheidsprijs die niet lager mag zijn dan 20% onder het gemiddelde van de twintig laatste slotkoersen op Euronext Brussel voorafgaand aan de datum van verwerving, en niet hoger dan hetzelfde gemiddelde plus 20%. Deze aan- en verkoopvergunning is geldig tot 9 juli 2025. De verlenging van deze machtiging zal ter stemming worden voorgelegd aan de aandeelhouders op de Buitengewone Algemene Vergadering van 27 mei 2025.

3.7 Externe audit

De externe controle van de enkelvoudige en geconsolideerde jaarrekening van Recticel NV werd door de Algemene Vergadering van 2021, hernieuwd door de Algemene Vergadering van 28 mei 2024, toevertrouwd aan de vennootschap onder vorm van een coöperatieve vennootschap met beperkt aansprakelijkheid PwC Bedrijfsrevisoren BV, met maatschappelijke zetel te Culliganlaan 5, B-1831 Diegem, België, vertegenwoordigd door Wouter Coppens BV, zelf vertegenwoordigd door Wouter Coppens, Bedrijfsrevisor, teneinde controle uit te oefenen over de boekjaren afgesloten op 31 december 2024, 2025 en 2026.

De Commissaris voert zijn controles uit in overeenstemming met de International Standards on Auditing (ISA) en levert een verslag af dat bevestigt of de enkelvoudige jaarrekening en de geconsolideerde jaarrekening van de onderneming een getrouw beeld geven van het vermogen, de financiële toestand en de resultaten van de Vennootschap. Het Audit- en Duurzaamheidscomité onderzoekt en bespreekt deze verslagen in aanwezigheid van de Commissaris en ze worden nadien ook besproken in de Raad van Bestuur.

Naast de beoordeling van de jaarrekening beoordeelt de Commissaris of de structuur, gegevens en presentatie van de Duurzaamheidsverklaring in overeenstemming zijn met de ESRS-normen, het raamwerk van de CSRD en de vereisten van de EU Taxonomie-rapportering.

De vergoeding van PWC (in haar hoedanigheid van Commissaris) voor de controle van de enkelvoudige en de geconsolideerde jaarrekening van Recticel NV bedoeld in artikel 3:65 van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen bedroeg EUR 634,5 K voor 2024 inclusief CSRD-rapportering.

Het globale bedrag van de vergoeding voor bijkomende diensten van de Commissaris en aan de Commissaris gerelateerde partijen bedraagt EUR 183,3 K op het niveau van de Vennootschap.

De jaarlijkse vergoeding van de Commissaris bedraagt EUR 394,6 K inclusief CSRD-rapportering en exclusief IBR-bijdrage, reis- en verblijfskosten in het buitenland en btw. De verslagen van de Commissaris zijn te vinden in Hoofdstuk 8.1.

3.8 Aandeelhoudersagenda

Activiteitenverslag eerste kwartaal 2025 29.04.2025 (07:00 AM CET)
Jaarlijkse Algemene Vergadering 27.05.2025 (10:00 AM CET)
Resultaten eerste halfjaar 2025 29.08.2025 (07:00 AM CET)
Activiteitenverslag derde kwartaal 2025 30.10.2025 (07:00 AM CET)

ESRS 2, IRO-1 ESRS 2, IRO-2

Algemene inzichten, 4 DMA en IRO

DEEL 2 | DUURZAAMHEIDSVERKLARING

4.1 Algemene informatie

Algemene grondslag

Voor het verslagjaar eindigend op 31 december 2024 rapporteert Recticel voor het eerst haar duurzaamheidsinformatie in overeenstemming met artikel 3:32/2 van de Code voor Vennootschappen en Verenigingen, inclusief naleving van de toepasselijke European Sustainability Reporting Standards ("ESRS"). Dit omvat:

  • Naleving van het proces dat door de Vennootschap is uitgevoerd om de informatie te identificeren die wordt gerapporteerd in de Duurzaamheidsverklaring (het "Proces") in overeenstemming met de beschrijving in noot ESRS 2 IRO-1; en
  • Overeenstemming van de toelichtingen in Hoofdstuk 8.2 van de Duurzaamheidsverklaring met artikel 8 van EU Verordening 2020/852 (de "Taxonomie Verordening").

De inhoud van de Duurzaamheidsverklaring is onderworpen aan een assurance rapport met beperkte zekerheid in overeenstemming met ISAE 3000 (herzien). Het Verslag van de Onafhankelijke Commissaris over een Beperkte Assuranceopdracht is te vinden in Hoofdstuk 8.1.

De Duurzaamheidsverklaring en Financieel rapport, evenals het Bezoldigingsrapport, zijn goedgekeurd voor publicatie door de Raad van Bestuur op 29 april 2025.

Geconsolideerde basis en

toepassingsgebied

De Duurzaamheidsverklaring is opgesteld op geconsolideerde basis en beslaat hetzelfde rapportagebereik als de jaarrekening. Alle verklaringen over strategieën, beleid, acties, maatstaven en doelen hebben betrekking op de geconsolideerde groep en, waar niet afzonderlijk weergegeven, ook op de Vennootschap.

Het verslag bestrijkt de volledige waardeketen van de geconsolideerde Group in alle regio's waar de Group actief is. Waar dit relevant is, geven we informatie

over upstream- en downstreamactiviteiten in overeenstemming met ESRS 1.

Merk ook op dat bepaalde informatie onder ESRS 2 (bijv. informatievereiste SBM-1, Strategie, bedrijfsmodel en waardeketen) te vinden is in Hoofdstuk 2.3.

Consolidatie van alle kwantitatieve ESG-gegevens is in overeenstemming met dezelfde principes die worden toegepast in de geconsolideerde jaarrekening, en heeft betrekking op de moedermaatschappij Recticel NV/SA en haar dochterondernemingen waarover zij operationele zeggenschap heeft.

Alle dochterondernemingen van de Recticel Group zijn opgenomen in de consolidatie en zijn vrijgesteld van individuele of geconsolideerde duurzaamheidsrapportage.

Als gevolg van de overname van Rex Panels & Profiles op 8 januari 2024 met 3 activiteiten in België, hebben we onze SBTi-gegevens voor het basisjaar (2021) en het voorgaande jaar 2023 herwerkt in Hoofdstuk 5.2.6 (E1-5 Energieverbruik en energiemix) en in Hoofdstuk 5.2.7 (E1-6 Bruto scope 1, 2, 3 emissies en totale broeikasgasemissies).

Voor informatie met betrekking tot ESRS 2 DR15 (Vermeld dat de entiteit in haar Duurzaamheidsverklaring informatie opneemt die voortvloeit uit andere wetgeving die de entiteit verplicht duurzaamheidsinformatie bekend te maken of uit algemeen aanvaarde standaarden en kaders voor Duurzaamheidsverklaring), verwijzen we naar Hoofdstuk 8.3.

Het gebruik van infaseringsbepalingen

In deze Duurzaamheidsverklaring maakt Recticel gebruik van de mogelijkheid om het volgende weg te laten in overeenstemming met Bijlage C van ESRS 1:

  • E1-9 Beoogde financiële effecten van materiële fysieke en transitierisico's en potentiële klimaatkansen
  • E5-6 Beoogde financiële effecten van risico's en

kansen wat betreft materiaalgebruik en circulaire economie

  • S1-7 Kenmerken van werknemers niet in loondienst onder het eigen personeel van de onderneming
  • S1-13 Maatstaven voor opleiding en ontwikkeling van vaardigheden
  • S1-14 Veiligheids- en gezondheidsmaatstaven (niet werknemers)
  • S1-15 Werk-privé balans

Verwijzingen naar andere delen van het jaarverslag

Waar informatie gepubliceerd is in andere delen van het jaarverslag, heeft Recticel gebruik gemaakt van het 'incorporation by reference' concept, en waar relevant zijn kruisverwijzingen ingevoegd. (Zie de Hoofdstuk 8.2 voor een geconsolideerd overzicht van verwijzingen)

Schattingen, onzekerheden en uitsluitingen

De Duurzaamheidsverklaring heeft betrekking op de eigen activiteiten van Recticel en haar upstream- en downstreamwaardeketen. Als er schattingen zijn gebruikt of als er resultaatonzekerheden zijn met betrekking tot de meetgegevens die in de verklaring worden vermeld, wordt dit samen met de respectieve meetgegevens vermeld in elk thematisch hoofdstuk. De gegevens en aannames die zijn gebruikt bij het opstellen van de Duurzaamheidsverklaring zijn voor zover mogelijk consistent met de overeenkomstige financiële gegevens en aannames die zijn gebruikt in de jaarrekening van de onderneming. Voor scope 3 broeikasgasemissies hebben we weliswaar zeer goede vooruitgang geboekt bij het verkrijgen van meer nauwkeurige leverancierspecifieke gegevens en emissiefactoren in 2024 en blijven we onze inspanningen vergroten, maar het blijft een uitdaging om een volledige dekking te bereiken voor alle scope 3 categorieën. In dergelijke gevallen baseren we ons op bredere activiteitsgegevens of sectorgemiddelde emissiefactoren en proxy's, en extrapoleren we waar

nodig om hiaten in de gegevens op te vullen. De gebruikte aannames en bronnen worden gedetailleerd beschreven in Hoofdstuk 5.2.7.2.

Schattingen, onzekerheden en uitsluitingen worden uiteengezet in de Hoofdstukken 5.2.7.1 en 5.2.7.2.

Vergelijkende informatie presenteren

Waar al eerder is gerapporteerd, is vergelijkende informatie opgenomen. De vergelijkende informatie in de Duurzaamheidsverklaring en de daaraan gerelateerde toelichtingen worden op vrijwillige basis gepresenteerd en zijn niet onderworpen aan redelijke of beperkte assurance procedures, tenzij anders vermeld in de relevante secties van de Duurzaamheidsverklaring. Voor nieuw geïntroduceerde maatstaven maakt Recticel gebruik van de transitiebepalingen voor het eerste jaar in overeenstemming met ESRS 1.

Materiële fouten in voorgaande periode

Recticel identificeerde materiële fouten in de duurzaamheidsinformatie die werd gerapporteerd in het jaarverslag voor het jaar eindigend op 31 december 2023 en er werden correcties aangebracht in het aandeel van de omzet, CapEx en OpEx uit producten of diensten die verband houden met economische activiteiten die zijn afgestemd op de taxonomie (Hoofdstuk 5.1.1, EU Taxonomie).

Toekomstgerichte informatie

Dit rapport bevat toekomstgerichte uitspraken in overeenstemming met de European Sustainability Reporting Standards (ESRS). Deze verklaringen vertegenwoordigen de huidige opvattingen, verwachtingen en aannames van het management over toekomstige ontwikkelingen, bedrijfsstrategieën, duurzaamheidsinitiatieven en potentiële zakelijke impacts.

Dergelijke toekomstgerichte informatie kan betrekking hebben op klimaatdoelstellingen, emissiereductiedoelstellingen, integratie van hernieuwbare energie, inspanningen op het gebied van de circulaire economie en andere ESG-toezeggingen. Deze prognoses zijn echter onderhevig aan onzekerheid, aangezien de werkelijke resultaten kunnen variëren

door veranderende regelgeving, marktdynamiek, technologische vooruitgang en andere externe invloeden waarover het bedrijf geen controle heeft.

Hoewel onze veronderstellingen gebaseerd zijn op de best beschikbare gegevens, kunnen we niet garanderen dat de verwachte gebeurtenissen of resultaten zich zullen voordoen zoals verwacht. Recticel neemt geen verplichting op zich om deze toekomstgerichte verklaringen bij te werken of te herzien, tenzij dit vereist wordt door de toepasselijke wet- of regelgeving.

Validatie van data

Tenzij anders vermeld, zijn de meetgegevens in de Duurzaamheidsverklaring van het jaarverslag 2024 niet gevalideerd door een externe instantie anders dan de beperkte assurance verschaffer (zie Hoofdstuk 8.1 voor hun auditrapport).

Uitgesloten items

In overeenstemming met ESRS 2, Appendix B, worden de volgende niet-materiële gegevenspunten in transversale thematische normen, afkomstig van andere EU-wetgeving, uitgesloten van rapportering:

ESRS E2-4 Hoeveelheid van elke in bijlage II van de E-PRTR-verordening (Europees register inzake de uitstoot en overbrenging van
verontreinigende stoffen) genoemde verontreinigende stof die in de lucht, het water en de bodem wordt uitgestoten (paragraaf 28)
ESRS E3-1 Water en mariene grondstoffen (paragraaf 9)
ESRS E3-1 Specifiek beleid (paragraaf 13)
ESRS E3-1 Duurzame oceanen en zeeën (paragraaf 14)
ESRS E3-4 Totaal gerecycleerd en hergebruikt water (paragraaf 28(c))
ESRS E3-4 Totaal waterverbruik (m³) per netto-opbrengst uit eigen bedrijfsactiviteiten (paragraaf 29)
ESRS IRO 1 – E4 paragraaf 16(a)i, 16(b), 16(c)
ESRS E4-2 Duurzame land-/landbouwpraktijken of duurzaam landbouwbeleid (paragraaf 24(b))
ESRS E4-2 Duurzame praktijken of beleidsmaatregelen voor oceanen/zeeën (paragraaf 24(c))
ESRS E4-2 Beleid om ontbossing tegen te gaan (paragraaf 24(d))
ESRS S2-1 Beleidsverplichtingen op het gebied van mensenrechten (paragraaf 17)
ESRS S2-1 Beleid met betrekking tot werknemers in de waardeketen (paragraaf 18)
ESRS S2-1 Niet-naleving van de UNGP's inzake de beginselen van bedrijfsleven en mensenrechten en de OECS-richtlijnen (paragraaf 19)
ESRS S2-1 Due diligence-beleid inzake kwesties die aan de orde komen in de fundamentele verdragen 1 tot en met 8 van de Internationale
Arbeidsorganisatie (paragraaf 19)
ESRS S2-4 Mensenrechtenkwesties en incidenten in verband met de waardeketen upstream en downstream (paragraaf 36)
ESRS S3-1 Niet-naleving van UNGP's over bedrijfsleven en mensenrechten, ILO-principes en/of OESO-richtlijnen (paragraaf 17)
ESRS S3-4 Mensenrechtenkwesties en incidenten (paragraaf 36)
ESRS S4-1 Beleid met betrekking tot consumenten en eindgebruikers (paragraaf 16)
ESRS S4-1 Niet-naleving van UNGP's over bedrijfsleven en mensenrechten, ILO-principes en/of OESO-richtlijnen (paragraaf 17)
ESRS S4-4 Mensenrechtenkwesties en incidenten (paragraaf 35)

4.2 De kracht van dubbele materialiteit

4.2.1 Dubbele materialiteitsanalyse

De kern van de normen van de European Sustainability Reporting Standards (ESRS) is de identificatie van materiële onderwerpen. Dit proces zorgt ervoor dat onze inspanningen worden geconcentreerd op het aanpakken van de belangrijkste economische, ecologische en sociale impacts van onze activiteiten. Recticel voerde in 2024 voor het eerst een volledige Double Materiality Assessment (DMA) uit, om ervoor te zorgen dat haar duurzaamheidsinspanningen zowel transparant zijn als strategisch afgestemd op haar langetermijndoelstellingen.

De dubbele materialiteitsanalyse omvat twee dimensies:

  • • Impact materialiteit (het inside-out perspectief), dat evalueert hoe de activiteiten van Recticel en die binnen haar waardeketen het milieu en/of de mensen beïnvloeden.
  • • Financiële materialiteit (het outside-in perspectief), dat onderzoekt hoe duurzaamheidskwesties de financiële gezondheid, reputatie en prestaties van het bedrijf beïnvloeden, evenals de downstream- en upstreamactiviteiten van Recticel, rekening houdend met al onze activiteiten en geografische gebieden.

Als het resultaat van een van deze twee dimensies significant is, valt het binnen het gele gebied van onderstaande figuur. In dergelijke gevallen verplicht de CSRD de organisatie om te rapporteren over de duurzaamheidskwestie en haar beleid, acties, doelen en KPI's op te nemen in de Duurzaamheidsverklaring.

De DMA bepaalt uiteindelijk welke duurzaamheidsthema's worden gerapporteerd in de Duurzaamheidsverklaring en hoe deze worden gepresenteerd.

Je moet bekendmaken dat er nog geen beleid, acties of doelen zijn gesteld en een tijdsbestek aangeven voor de implementatie van deze maatregelen.

• Materieel onderwerp: Klimaatmitigatie

  • Beleid: Race to Net Zero emissies
  • Acties: SBTi + gedetailleerde roadmap
  • Doelen: vastgesteld op scope 1, 2, 3
  • Metriek: Uitstoot van broeikasgassen

Ons DMA-proces omvatte de hele Recticel Group, de hele waardeketen en alle geografische gebieden. Bij de beoordeling van de upstreamwaardeketen hebben we ons gericht op directe Tier 1-leveranciers en belangrijke grondstoffenleveranciers. Bij de beoordeling van de downstreamwaardeketen hebben we gekeken naar de relevante stakeholders voor elke divisie.

Recticel erkent dat haar activiteiten en zakenrelaties beïnvloed worden door verschillende factoren, waaronder specifieke activiteiten, geografische regio's en sectordynamiek, die het risico op negatieve effecten kunnen verhogen. Recticel houdt in het bijzonder toezicht op activiteiten in gebieden met een verhoogd risico, zoals regio's met politieke instabiliteit, toeleveringsketens van grondstoffen met hoge milieuof sociale risico's en partnerschappen met entiteiten die mogelijk niet op één lijn liggen met de duurzaamheidswaarden van Recticel.

Recticel streeft ernaar om potentiële negatieve impacts te beperken door middel van strategieën voor risicobeheersing en door ervoor te zorgen dat de bedrijfspraktijken in overeenstemming zijn met ons engagement om verantwoord te ondernemen.

4.2.2 Ons DMA proces

Het proces voor het identificeren van de IRO's die van belang zijn voor de Recticel Group, haar activiteiten, waardeketen en zakenrelaties is gestructureerd in vijf belangrijke stappen. Deze aanpak omvat interne beoordelingen, feedback van stakeholders en voortdurende controle om voortdurende verbetering te ondersteunen.

Tussen juli en oktober 2023 hebben we ESG- en Enterprise Risk Management (ERM)-workshops gehouden om duurzaamheidsthema's te identificeren en te prioriteren. De materialiteit van elk onderwerp werd beoordeeld op basis van relevantie, geassocieerde risico's en kansen, impact en urgentie voor actie.

KLIMAATVERANDERING (ESRS E1) VERONTREINIGING (ESRS E2) MATERIAALGEBRUIK EN CIRCULAIRE
ECONOMIE (ESRS E5)
EIGEN PERSONEEL (ESRS S1) WERKNEMERS IN DE WAARDEKETEN
(ESRS S2)
ZAKELIJK GEDRAG (ESRS G1) ENTITEITSPECIFIEKE ZAKEN
Klimaatmitigatie Gebruik van chemische
stoffen en zorgwekkende
Productontwerp en
circulariteit
Arbeidsomstandigheden
en arbeidsrechten
Arbeidsomstandigheden,
gezondheid en veiligheid in
Bestuur en transparantie
(bedrijfscultuur)
Productprestaties
Energie-efficiëntie en stoffen Hernieuwbare bronnen
Duurzame verpakking
Gebruik van gerecycleerde
materialen en EOL-waarde
Efficiënt materiaalgebruik
en afvalvermindering
de toeleveringsketen
Gezondheid en veiligheid
op het werk
Ethiek en integriteit (zakelijk
gedrag)
Productbeheer
hernieuwbare energie Product- en
procesinnovatie
Werknemers met een
handicap
Beheer van relaties met
leveranciers
Corruptie en omkoping
Arbeidstevredenheid en
Diversiteit, gelijkheid en welzijn
inclusie
Training en ontwikkeling

In 2024 hebben we interne en externe stakeholders geraadpleegd om de impact en financiële materialiteit van belangrijke duurzaamheidsonderwerpen te evalueren. Om ervoor te zorgen dat alle betrokken stakeholders in aanmerking werden genomen, voerden we een uitgebreide analyse uit van groepen stakeholders in de waardeketens van onze divisies, waarbij we gebruik maakten van verschillende methoden van betrokkenheid, zoals hieronder beschreven.

STAKEHOLDER DUBBELE MATERIALITEITSANALYSE
Aandeelhouders,
investeerders, analisten
• Analistenbijeenkomsten
• Roadshows (financieel, ESG)
• Contacten met
referentieaandeelhouders
Klanten • Bureauonderzoek
• Enquete / Interview
Werknemers • ERM + ESG-workshops
• Europese ondernemingsraad
(EOR)
• Scoren van impact en financiële
materialiteit
Leveranciers • Enquete / Interview

Intern hebben we DMA-workshops georganiseerd samen met materiedeskundigen met diepgaande kennis van en inzicht in elke ESRS-standaard. Deze experts bestonden uit een diverse groep medewerkers die betrokken waren bij duurzaamheidsimpacts en -risico's op zowel bedrijfs- als divisieniveau.

Voor de selectie van klanten en leveranciers zorgden we ervoor dat elke dochteronderneming vertegenwoordigd was op basis van de waardeketens die zijn beschreven in Hoofdstuk 2.3 en namen we contact op met hun duurzaamheidsexperts.

Als onderdeel van dit initiatief hebben 28 vertegenwoordigers van geselecteerde klanten en leveranciers deelgenomen aan een online enquete. Zij beoordeelden:

  • De relevantie van de geïdentificeerde duurzaamheidsonderwerpen voor hun organisatie of waardeketen.
  • De impact van de Recticel Group op deze onderwerpen via haar activiteiten, waardeketen of zakelijke relaties.

Om geïnformeerde besluitvorming over materiële risico's en kansen te ondersteunen, werden gedetailleerde definities van impacts, risico's en kansen (IRO's) verstrekt voor elke duurzaamheidskwestie. De lijst met IRO's werd samengesteld door informatie te verzamelen uit de volgende bronnen:

  • Duurzaamheid / ESG-rapporten van bedrijven in de industrie
  • Duurzaamheidsinformatie gepubliceerd op de websites van soortgelijke bedrijven
  • Sectorspecifieke onderwerpen (o.a. SASB, EcoVadis)
  • Andere bronnen (o.a. WEF Global Risk Report, webgebaseerd onderzoek)
  • De risicobeoordeling van Recticel, uitgevoerd naast de bovengenoemde ESG-beoordeling

Om de geloofwaardigheid van de materialiteitsanalyse te vergroten, werd aanvullend deskresearch uitgevoerd. Dit onderzoek vormde de basis voor het scoren van verschillende dimensies, het vaststellen van drempelwaarden voor de materialiteit van de impact en het garanderen van een robuust en objectief evaluatieproces.

4.2.3 Impact en financiële materialiteit definiëren

Na de externe raadpleging kregen 25 interne materiedeskundigen uit diverse functies en divisies binnen de Recticel Group de opdracht om de milieu en maatschappelijke impact van de Group te evalueren. Deze experts werden geselecteerd vanwege hun grondige kennis van duurzaamheidsinitiatieven, hun expertise in het beoordelen van milieu- en sociale dimensies en hun strategisch inzicht in de bedrijfsactiviteiten, processen en algehele afstemming op langetermijndoelen van de Group.

De deelnemers werd gevraagd om de duurzaamheidsimpact te beoordelen aan de hand van de volgende criteria:

  • • Positief & Negatief: Ervaren zij de impact van onze activiteiten, waardeketen of zakelijke relaties op mensen of het milieu als positief of negatief?
  • • Schaal: Hoe groot is de schade van een negatief effect? Omgekeerd, hoe aanzienlijk kunnen de voordelen van een positief effect zijn?
  • • Reikwijdte: Wat is de geografische reikwijdte van de impacts en hoeveel mensen worden mogelijk getroffen?
  • • Waarschijnlijkheid: Doet de impact zich al voor (feitelijk) of is het een potentiële toekomstige gebeurtenis? Hoe waarschijnlijk is het dat het gebeurt?
  • • Onherstelbaarheid (alleen voor negatieve impacts): Kan het negatieve effect worden beperkt? Is het mogelijk om mens of milieu in hun oorspronkelijke staat te herstellen?

Bij het toekennen van hun scores gaven ze prioriteit aan de ernstigste impacts, waarbij ze zich vooral richtten op de negatieve impacts. De materialiteit van de impact werd berekend door het gemiddelde te nemen van de waarden voor schaal, reikwijdte en onherstelbaarheid, en vervolgens het resultaat te vermenigvuldigen met de waarschijnlijkheidsscore.

4.2.3.1 Impact materialiteit 4.2.3.2 Financiële materialiteit

De leden van de financiële teams van Recticel (Group en dochterondernemingen) en het Managementcomité evalueerden de risico's en kansen voor de Recticel Group. Op basis van hun grondige kennis van de financiële prestaties van het bedrijf beoordeelden ze zowel de ernst als de waarschijnlijkheid van elk risico en elke opportuniteit.

Het doel was om de belangrijkste factoren te identificeren die van invloed zijn op de Group. De deelnemers scoorden duurzaamheidsrisico's en -kansen op basis van de volgende criteria:

  • • Risico & kans: Wordt het onderwerp vooral gezien als een risico of als een kans?
  • • Tijdshorizon: Wanneer zal de impact naar verwachting optreden?
  • • Ernst: Hoe groot is de potentiële financiële impact, of hoe beïnvloedt het onze activiteiten, reputatie of marktpositie? Bij deze beoordeling is gekeken naar de inherente risico's/kansen zonder rekening te houden met verzachtende maatregelen.
  • • Waarschijnlijkheid: Hoe waarschijnlijk is het risico of de kans, rekening houdend met bestaande risicobeperkende maatregelen?

De financiële materialiteit werd berekend door de ernst te vermenigvuldigen met de waarschijnlijkheid.

Voor de beoordeling van de ernst van de situatie hebben we gekeken naar belangrijke maatstaven zoals EBITDA, directe operationele kosten, marktaandeel en omzet, met specifieke drempels voor elk van deze maatstaven. De waarschijnlijkheid werd beoordeeld op een schaal van laag, gemiddeld en hoog.

4.2.4 Uitkomst materiële ESG-onderwerpen

Feedback van zowel externe betrokkenheid van stakeholders als interne evaluaties van impact en financiële materialiteit werd geconsolideerd en geanalyseerd om de belangrijkste subonderwerpen op het gebied van duurzaamheid te identificeren.

Impact hoog of zeer hoog, Impact hoog of zeer hoog,
financieel risico/kans matig of lager financieel risico/kans hoog of zeer hoog
Energie-efficiëntie en hernieuwbare energie (E1) Klimaatmitigatie (E1),
Hernieuwbare grondstoffen (E5) inclusief productprestaties
Efficiënt materiaalgebruik (E5) Gebruik van gerecycleerde materialen
Arbeidstevredenheid en welzijn (S1) en EOL-waarde (E5), inclusief proces- en
Opleiding en ontwikkeling (S1) productinnovatie
Gezondheid en veiligheid op het werk (S1) Beheer van relaties met leveranciers (G1),
Ethiek en integriteit (zakelijk gedrag)(G1) inclusief productbeheer
Impact matig of lager, Impact matig of lager,
financieel risico/kans matig of lager financieel risico/kans hoog of zeer hoog
Gebruik van chemische stoffen en zorgwekkende
stoffen (E2)
Duurzame verpakking (E5)
Diversiteit, gelijkheid en inclusie (S1)
Personen met een handicap (S1)
Arbeidsomstandigheden en arbeidsrechten (S1)
Compensatiecijfers (S1)
Arbeidsomstandigheden, gezondheid en veiligheid
in de toeleveringsketen
Productontwerp en circulariteit (E5)
Bestuur en transparantie (G1)
Corruptie en omkoping (G1)

LAAG FINANCIËLE IMPACTS OP BEDRIJFSVOERING EN (FINANCIËLE) PRESTATIES HOOG

Van de twintig duurzaamheidssubthema's die aanvankelijk relevant werden geacht (zie Hoofdstuk 4.2.2), werden er dertien als materieel aangemerkt (gele zone). Daaronder vielen drie subthema's op als bijzonder belangrijk, met zowel een hoge impactmaterialiteit als een hoge financiële materialiteit, wat hun cruciale belang voor de strategie en doelstellingen van Recticel onderstreept.

  • • ESRS E1-1: Klimaatmitigatie brengt zowel tijdelijke als fysieke risico's met zich mee voor onze activiteiten. Veranderende regelgeving, veranderende marktomstandigheden en extreme weersomstandigheden kunnen de bedrijfscontinuïteit verstoren. Door gebruik te maken van koolstofarme technologieën, hernieuwbare energieoplossingen en energiezuinige praktijken kunnen we deze risico's beperken en onze ecologische voetafdruk verkleinen.
  • • ESRS E5-5: Grondstoffenschaarste en milieu-impact vormen aanzienlijke uitdagingen. Door de nadruk te leggen op recycling, hergebruik en duurzaam grondstoffenbeheer kunnen we niet alleen de risico's beperken, maar ook kansen creëren om innovatieve bedrijfsmodellen te ontwikkelen.
  • • ESRS G1-2: Leveranciers spelen een centrale rol bij het behalen van onze strategische bedrijfsdoelen door producten aan te bieden met een kleinere ecologische voetafdruk en een beter productbeheer.

De volgende deelonderwerpen en rapportage-eisen zijn beoordeeld als niet materieel:

  • • ESRS E2: Verontreiniging
  • • ESRS E5: Duurzame verpakking
  • • ESRS S1: Diversiteitsparameters; Personen met een handicap; Compensatiecijfers Arbeidsomstandigheden en arbeidsrechten
  • • ESRS S2: Werknemers in de waardeketen

Om ervoor te zorgen dat alle belangrijke duurzaamheidsaspecten uitgebreid worden gerapporteerd, zijn de IRO's die zijn gekoppeld aan de entiteitspecifieke materiële zaken toegewezen aan de onderwerpen van het ESRS, gezien hun verwantschap met de thematische standaarden.

  • • Productprestaties, onder ESRS E1-1 (Transitieplan voor klimaatmitigatie)
  • • Product- en procesinnovatie, onder ESRS E5-2 (Beleid en middelen wat betreft materiaalgebruik en circulaire economie)
  • • Arbeidstevredenheid en welzijn, onder ESRS S1-4 (Acteren op materiële impacts op eigen personeel)
  • • Productbeheer, onder ESRS GOV-4 (Due-diligenceverklaring) met verwijzing naar ESRS G1-2 (Beheer van relaties met leveranciers en de impacts voor de toeleveringsketen).

4.3 Navigeren in het landschap van impacts, risico's en kansen (IRO)

4.3.1 IRO procesbeschrijving

Door producten aan te bieden die voldoen aan maatschappelijke en ecologische behoeften, zal Recticel voordeel halen uit betere toegang tot financiering, verbeterde klanttevredenheid, loyaliteit en betere werknemersrelaties. Recticel hanteert een uitgebreide en systematische aanpak voor het identificeren, evalueren, prioriteren en opvolgen van risico's en kansen met potentiële financiële implicaties. Dit proces omvat de volgende belangrijke stappen:

  • • Identificeren van impacts en afhankelijkheden: We controleren voortdurend zowel externe als interne omgevingen op nieuwe risico's en kansen, waaronder markttrends, veranderingen in de regelgeving, verwachtingen van stakeholders en milieu- en sociale verschuivingen. Daarnaast evalueren we operationele kwetsbaarheden, verbeterpunten en afhankelijkheden van specifieke bronnen en leveranciers, evenals de kwaliteit van nieuwe en gerecycleerde materialen.
  • • Beoordeling: We evalueren geïdentificeerde risico's en kansen door hun potentiële impact en waarschijnlijkheid te beoordelen, rekening houdend met financiële implicaties, onmiddellijke en langetermijneffecten, operationele verstoringen, reputatierisico's en marktpositionering. Kansen worden specifiek beoordeeld op hun potentieel om groei, winstgevendheid en concurrentievermogen te stimuleren. In dit proces erkennen we ook de kritische afhankelijkheid van belangrijke grondstoffen, zoals de kwaliteit en beschikbaarheid van zowel nieuwe als gerecycleerde materialen en de betrouwbaarheid van onze toeleveringsketen. Deze afhankelijkheden zijn essentieel voor het behalen van onze operationele en duurzaamheidsdoelstellingen.
  • • Prioritering: We prioriteren risico's en kansen op basis van hun potentiële financiële impact, urgentie en afstemming op strategische doelstellingen. Risico's met een grote financiële impact of die de levensvatbaarheid op korte of lange termijn beïnvloeden, samen met kansen die aanzienlijke financiële en duurzaamheidsvoordelen bieden, krijgen topprioriteit. ESG-risico's, kansen en financiële impacts worden geïntegreerd in het Enterprise Risk Management (ERM) programma, dat wordt beoordeeld door het Managementcomité en het Audit- en Duurzaamheidscomité om de prioriteiten te bepalen.
  • • Controle: We beoordelen regelmatig de financiële en operationele impact van risico's en kansen, evenals de marktomstandigheden. Voortdurende rapportage en risicobeoordelingen zorgen voor tijdige reacties op veranderingen.

E1 - Klimaatverandering

Recticel zet zich in voor het bewaken en verminderen van scopes 1, 2, 3 emissies in alle activiteiten om onze verplichtingen in het kader van het Science Based Targets initiatief (SBTi) te behalen. We maken gebruik van levenscyclusanalyses (LCA) en boekhoudprogramma's voor broeikasgassen om de uitstoot te volgen, zodat we op één lijn zitten met de internationale klimaatnormen. In 2025 zullen we een meer diepgaande analyse uitvoeren van klimaatrisicoscenario's, waarbij we fysieke risico's evalueren, zoals extreme weersomstandigheden die de productie en toeleveringsketens kunnen verstoren.

Tegelijkertijd zien we mogelijkheden in het investeren in energie-efficiënte productieprocessen, het uitbreiden van het gebruik van hernieuwbare energie en het ontwikkelen van zeer efficiënte isolatieproducten met een lage materiaalgebonden emissie.

Recticel is geclassificeerd onder de EU NACE economische activiteit codes C 20.59 en C 22.21, die behoren tot de lijst van sectoren met een grote impact op het klimaat zoals gedefinieerd in de Gedelegeerde Verordening (EU) 2022/1288 van de Europese Commissie. Sectoren met een grote impact op het klimaat zijn sectoren die aanzienlijk bijdragen aan de uitstoot van broeikasgassen en milieueffecten, waardoor ze een belangrijke rol spelen in de overgang naar een koolstofarme economie.

Hoewel Recticel geclassificeerd is als een sector met een grote impact op het klimaat, zijn haar bedrijfsactiviteiten niet energie-intensief. Anderzijds heeft het gespecialiseerde assortiment isolatiematerialen voor gebouwen een positieve impact op klimaatmitigatie.

E2 - Verontreiniging

Hoewel E2 Verontreiniging niet is geclassificeerd als een belangrijk onderwerp voor onze organisatie, blijven we ons richten op het verminderen van luchtverontreiniging en geluidshinder in onze productieactiviteiten en materiaaltransport. Veranderingen in de regelgeving gericht op het verlagen van transportemissies kunnen strengere nalevingseisen introduceren om de milieuen gezondheidseffecten te minimaliseren en aan de maatschappelijke verwachtingen te voldoen. Er zijn

mogelijkheden om verontreiniging te verminderen door te investeren in schonere voertuigtechnologieën en het stimuleren van milieuvriendelijk rijden.

E3 - Water en mariene grondstoffen

Aangezien onze operationele processen heel weinig water vereisen, is deze beperkt tot persoonlijk gebruik zoals drinken, eten, sanitaire voorzieningen en douchen. Hierdoor is onze directe impact op waterbronnen minimaal. Indirecte factoren, waaronder activiteiten in de toeleveringsketen en operationele logistiek, kunnen echter lokale effecten hebben op de waterkwaliteit en mariene ecosystemen.

E4 - Biodiversiteit en ecosystemen

Hoewel bij een deel van ons productieproces chemische stoffen worden gebruikt om polyurethaan isolatie te maken, is de uiteindelijke isolatie zelf inert en heeft deze geen invloed op de biodiversiteit of ecosystemen. De verwerking, opslag en het transport van grondstoffen vereisen echter een verantwoord beheer om mogelijke milieuverontreiniging te voorkomen. Hoewel onze directe impact minimaal is, zorgen we ervoor dat alle chemische stoffen worden beheerd in overeenstemming met de regelgeving op het gebied van milieu, gezondheid en veiligheid (EHS) en de beste industriële praktijken. Onze toewijding aan verantwoorde activiteiten wordt verder versterkt door het naleven van ISO 14001 (milieubeheer) en ISO 45001 (gezondheid en veiligheid op het werk) certificeringen.

E5 - Materiaalgebruik en circulaire economie

Efficiënt materiaalgebruik en circulariteit staan centraal in de duurzaamheidsstrategie van Recticel. We identificeren actief risico's met betrekking tot grondstoffenschaarste, prijsvolatiliteit en toenemende druk van de regelgeving om afval te minimaliseren. Milieurisico's, zoals afvalproductie, niet-recycleerbare materialen en verwijdering van producten aan het einde van hun levensduur, worden zorgvuldig beheerd. Er liggen echter belangrijke kansen in het verbeteren

van recyclingprocessen voor productieafval, het implementeren van strategieën voor afvalvermindering, het bevorderen van waardeketenpartnerschappen om innovatieve oplossingen voor afval aan het einde van de levenscyclus te onderzoeken en de overgang naar productie die volledig wordt aangedreven door hernieuwbare energie.

De aankoop-, duurzaamheids- en

productontwikkelingsteams van Recticel werken samen om de principes van de circulaire economie te integreren in het productontwerp en de productie. Door middel van materiaalstroomanalyses beoordelen we de efficiëntie van grondstoffen en werken we samen met leveranciers, recycleerders en stakeholders uit de industrie om innovatie op het gebied van biogebaseerde en gerecycleerde polyolen te stimuleren en de hoeveelheid gerecycleerd materiaal in basismaterialen te vergroten, waardoor ons streven naar duurzame materialen wordt versterkt.

S1 - Eigen personeel

Bij Recticel zijn onze werknemers van fundamenteel belang voor ons succes op lange termijn. We geven prioriteit aan gezondheid en veiligheid, het welzijn van werknemers, de ontwikkeling van talent en betrokkenheid. We evalueren proactief de risico's in verband met beroepsrisico's en de evoluerende arbeidsreglementering en zien tegelijk kansen om de betrokkenheid van werknemers en de ontwikkeling van vaardigheden te stimuleren.

Om de hoge arbeidsnormen te handhaven, toetst Recticel zijn beleid aan de beste praktijken in de sector en de wettelijke kaders, zodat ethische arbeidspraktijken en een ondersteunende werkcultuur die professionele groei en welzijn stimuleert, gewaarborgd zijn.

G1 - Zakelijk gedrag

Recticel is actief in verschillende regio's, met productiefaciliteiten en bedrijfsactiviteiten in Europa en andere wereldmarkten. De geografische voetafdruk van de activiteiten beïnvloedt de impact op het milieu, vooral wat betreft energieverbruik, transportemissies en naleving van de regelgeving in verschillende rechtsgebieden.

Governance en ethisch zakendoen vormen de basis van de bedrijfsstrategie van Recticel. Belangrijke risico's in dit domein zijn corruptie, omkoping, overtredingen van de concurrentiewetgeving en niet-naleving van bestaande en zich ontwikkelende regelgevende kaders. Als deze risico's niet worden aangepakt, kan dit leiden tot juridische impacts, reputatieschade en financiële sancties.

Om deze risico's te beperken, houden de juridische, compliance- en governance-teams van Recticel toezicht op het beleid inzake ethiek en integriteit. We hebben klokkenluidersmechanismen, anticorruptie trainingsprogramma's en interne nalevingscontroles geïmplementeerd om ervoor te zorgen dat de gedragscode van Recticel strikt wordt nageleefd. Door de hoogste ethische normen te handhaven, versterken we ons engagement voor verantwoorde bedrijfspraktijken en duurzame groei.

4.3.2 Materiële IRO's en hun interactie met strategie en bedrijfsmodel

Recticel voerde een uitgebreide beoordeling uit van de effecten van haar belangrijkste materiële thema's, waarbij de effecten op mens en milieu werden geëvalueerd. Deze analyse resulteerde in een duidelijk gedefinieerde lijst van positieve en negatieve impacts in de hele waardeketen, van inkoop en productie tot productverwijdering.

De onderstaande tabel geeft deze impacts weer en illustreert de onderlinge verbanden tussen de belangrijkste materiële thema's van Recticel en de risico's en kansen die werden geïdentificeerd via de ERM-oefening. Daarnaast benadrukt het de afstemming

met de Duurzame Ontwikkelingsdoelen van de VN (VN SDG's) (zie Hoofdstuk 2.3.6) en laat het zien hoe de IRO's in wisselwerking staan met onze strategie en ons bedrijfsmodel.

Bijlage 8.2 biedt een overzicht van de ESRS openbaarmakingsvereisten die Recticel behandelt in Deel 1 (Beoordeling door het Management) en Deel 2 (Duurzaamheidsverklaring) van dit jaarverslag.

ESRS
STANDARD
MATERIEEL
ONDERWERP
IMPACT CLASSIFICATIE TIJDSHORIZON VOORKOMEN IN
WAARDEKETEN
VN SDG RISICO KANS INTERACTIE MET STRATEGIE EN
BEDRIJFSMODEL
E1 Klimaatmitigatie Overgangs- en fysieke
gevolgen
Beperking
langetermijneffecten van
klimaatverandering
Negatieve
effect
Risico
Kans
Kort/
Middellang
DO
DS
SDG 13
SDG 11
R1 Niet-naleving van wetgeving
R2 Wijzigingen in regelgeving van
bestaande producten en diensten
R3 Overgang naar meer
gerecycleerd materiaal
R4 Veranderend gedrag van klanten
R5 Natuurrampen
R6 Koolstofbeprijzingsmechanisme
O1 Ontwikkeling van nieuwe producten
en diensten door R&D en innovatie
O2 Vermogen om bedrijfsactiviteiten
te diversifiëren
O3 Gebruik van
stimuleringsmaatregelen in de
publieke sector
De slimme isolatie van Recticel
speelt een strategische rol
in het verbeteren van de
energie-efficiëntie en het
verminderen van de uitstoot
tijdens de hele levenscyclus van
een gebouw. Dit ondersteunt
ons bedrijfsmodel door aan
te sluiten bij vrijwillige SBTi
verbintenissen op korte termijn
(2030) en lange termijn (2050),
door te zorgen voor naleving
van de regelgeving en door
onze marktpositie in duurzame
bouwoplossingen te versterken.
Energie
efficiëntie en
hernieuwbare
energie
Overgang naar
hernieuwbare energie
Bouwen aan een
duurzame en
rechtvaardige toekomst
Positieve
impact
Kort/
Middellang
DO
US
SDG 7
E5 Gebruik van
gerecycleerde
materialen en
EOL-waarde,
inclusief
proces- en
productinnovatie
Behoud van hulpbronnen
Vermindering van afval
Circulaire economie
ondersteunen
Lagere koolstofuitstoot
Positieve
invloed
Risico
Kansen
Middellang DO
EOL
SDG 9
SDG 12
R1 Niet-naleving van wetgeving
R2 Wijzigingen in regelgeving van
bestaande producten en diensten
R3 Overgang naar meer
gerecycleerd materiaal
R4 Veranderend gedrag van klanten
O1 Ontwikkeling van nieuwe producten
en diensten door R&D en innovatie
O2 Vermogen om bedrijfsactiviteiten
te diversifiëren
O3 Gebruik van
stimuleringsmaatregelen in de
publieke sector
De integratie van
materiaalgebruik en circulaire
economie in de strategie
en het bedrijfsmodel van
Recticel stimuleert waarde
op lange termijn door de
materiaalefficiëntie te
optimaliseren, afval te
verminderen en duurzame
innovatie te bevorderen.
Deze aanpak zorgt er niet
alleen voor dat we voldoen
aan de veranderende
bouwvoorschriften van de
EU, maar versterkt ook ons
concurrentievoordeel door
herbruikbare, circulaire
productontwerpen te promoten.
Hernieuwbare
bronnen
Bescherming van het
milieu
Behoud van hulpbronnen
Positieve
impact
Middellang DO
EOL
SDG 12
Efficiënt
materiaalgebruik
Optimaal gebruik van
materialen en energie
Vermindering van afval
Verbetering van efficiëntie
Positieve
impact
Kort/
Middellang
DO
EOL
SDG 12
Productontwerp
en circulariteit
Minder milieuschade
Economische kansen
Implementatie duurzame
praktijken
Risico
Kans
Middellang DO
US
EOL
SDG 9
SDG 12
R1 Niet-naleving van wetgeving
R2 Wijzigingen in regelgeving van
bestaande producten en diensten
R3 Overgang naar meer
gerecycleerd materiaal
R4 Veranderend gedrag van klanten
O1 Ontwikkeling van nieuwe producten
en diensten door R&D en innovatie
O2 Vermogen om bedrijfsactiviteiten
te diversifiëren
O3 Gebruik van
stimuleringsmaatregelen in de
publieke sector
ESRS
STANDARD
MATERIEEL
ONDERWERP
IMPACT CLASSIFICATIE TIJDSHORIZON VOORKOMEN IN
WAARDEKETEN
VN SDG RISICO KANS INTERACTIE MET STRATEGIE EN
BEDRIJFSMODEL
S1 Arbeidsvreugde
en welzijn
Positieve invloed op
motivatie, productiviteit
en retentie
Organisatorische impact
op succes
Positieve
impact
Kort/
Middellang
DO SDG 8 De tevredenheid, betrokkenheid,
gezondheid en veiligheid, eerlijke
compensatie en ontwikkeling
van ons personeel zijn
fundamenteel voor de strategie
van Recticel. Door gemotiveerde
en bekwame werknemers aan
te moedigen, verhogen we de
productiviteit, de innovatie en
het bedrijfssucces op lange
termijn, waardoor we duurzame
groei garanderen.
Training en
ontwikkeling
Groei door voortdurend
leren
Prestatieverbetering met
nieuwe vaardigheden
Succes in het bereiken
van doelen
Positieve
impact
Kort/
Middellang
DO SDG 8
Gezondheid en
veiligheid op het
werk
Minder ongevallen en
verwondingen op de
werkplek
Verhoogde productiviteit
Verbeterd moreel van de
werknemers
Positieve bedrijfsreputatie
Positieve
impact
Kort/
Middellang
DO SDG 8
G1 Relaties met
leveranciers,
inclusief product
stewardship
Minimale schade voor
mens en milieu
Duurzame groei
Positieve
impact
Risico
Kans
Kort/
Middellang
US
DO
DS
EOL
SDG 13
SDG 17
R1 Niet-naleving van wetgeving
R2 Wijzigingen in regelgeving van
bestaande producten en diensten
R3 Overgang naar meer
gerecycleerd materiaal
R6 Koolstofprijsmechanismen
R7 Wangedrag
R9 Concentratie van leveranciers
O1 Ontwikkeling van nieuwe producten
en diensten door R&D en innovatie
Recticel werkt strategisch
samen met leveranciers die
onze waarden delen, duurzame
innovatie voorstaan en de
beste praktijken omarmen. Deze
samenwerkingen versterken ons
bedrijfsmodel door de veerkracht
Ethiek en
integriteit
(zakelijk gedrag)
Ondermijnd vertrouwen
Beschadigde reputatie
Verstoorde bedrijfsvoering
Verlaagd moreel van de
werknemers
Negatieve
impact
Kort/
Middellang/
Lang
DO SDG 8 van de toeleveringsketen
te vergroten, verantwoord
inkopen te garanderen en
concurrentievoordeel te behalen
door middel van zinvolle sociale
en milieuvoordelen.
Bestuur en
transparantie
(bedrijfscultuur)
Onethische
besluitvorming
Niet-naleving van
regelgeving
Financieel wanbeheer
Risico Kort/
Middellang/
Lang
DO SDG 8 R7 Wangedrag
R8 Ondoeltreffende CIA
Het naleven van ethisch zakelijk
gedrag is verankerd in de
strategie en kernwaarden van
Recticel. Door naleving van de
regelgeving te garanderen,
anticorruptiemaatregelen af
te dwingen en transparant
bestuur te bevorderen,
Corruptie en
omkoping
Verstoorde
eerlijkheid, gelijkheid,
rechtvaardigheid
Belemmerde vooruitgang
naar rechtvaardige
ontwikkeling
Risico Kort/
Middellang/
Lang
DO SDG 8 R7 Wangedrag versterken we het vertrouwen
van stakeholders, beperken we
de risico's en waarborgen we de
duurzaamheid van ons bedrijf op
de lange termijn.

SDG 7: Betaalbare en duurzame energie

SDG 8: Eerlijk werk en economische groei

SDG 9: Industrie, innovatie en infrastructuur

SDG 11: Duurzame steden en gemeenschappen

SDG 12: Verantwoorde consumptie en productie

SDG 13: Klimaatactie

SDG 17: Partnerschap om doelstellingen te bereiken

DO: Directe operaties

DS: Downstream (Stroomafwaarts) US: Upstream (Stroomopwaarts) EOL: Einde levensduur (End-of-life)

4.3.2.1 Focus op materiële risico's

De volgende tabellen geven een overzicht van de ESG risico's, inclusief een beschrijving en primaire risicorespons, tijdshorizon, waarschijnlijkheid en omvang, en waar het risico zich voordoet binnen de waardeketen. De verwachte financiële effecten van materiële klimaatgerelateerde fysieke en transitierisico's (E1-9) en risico's met betrekking tot materiaalgebruik en circulaire economie (E5-6) zijn in dit verslag niet opgenomen. In overeenstemming met ESRS 1 Bijlage C, en zoals toegestaan tijdens het eerste jaar van CSRD-rapportage, zullen we deze rapporteren in ons jaarverslag over 2025, in lijn met ESRS 2 SBM-3 §48(e).

Daarnaast geven we de risicocategorie aan die relevant is voor de activiteiten en activiteiten van Recticel (strategie & compliance, activiteiten, ondersteuning, extern) en het materiële onderwerp. Voor klimaatgerelateerde risico's geven we verder aan of ze een fysiek risico of een transitierisico zijn.

Klimaatgerelateerd Risico's die voortkomen uit de directe fysieke impacts van klimaatverandering,
fysiek risico meestal onderverdeeld in acute en chronische risico's.
Acute risico's: plotselinge en ernstige gebeurtenissen, vaak veroorzaakt door
extreem weer.
Chronische risico's: geleidelijke veranderingen in klimaatpatronen op langere
termijn
Klimaatgerelateerd Risico's in verband met veranderingen in beleid, markt, reputatie, technologie of
transitierisico aansprakelijkheid.

In tegenstelling tot wezenlijke risico's, zoals prijsconcurrentie, macro-economische schommelingen of geopolitieke factoren, hebben de ESG-impacts, risico's en kansen (IRO's) de neiging zich over langere tijdshorizonten te ontwikkelen, vaak langer dan de traditionele financiële cycli. Daarom worden onze ESG-overwegingen over verschillende tijdshorizonten beoordeeld:

SUBSTANTIEEL RISICO ESG IRO's
Tijdshorizon Korte termijn: ≤ 6 maanden
Middellange termijn: 6-12 maanden
Lange termijn: 12-24 maanden
Korte termijn: 0-5 jaar
Middellange termijn: 5-10 jaar
Lange termijn: 10-25 jaar

Deze dubbele tijdsbestekken zijn geïntegreerd in ons Enterprise Risk Management (ERM) programma dat materiële en ESG-risico's omvat.

Aangezien Recticel Group milieugegevens rapporteert aan CDP (zie Hoofdstuk 2.3.5), gebruiken we de classificatie van CDP om de waarschijnlijkheid te evalueren dat elk risico zich voordoet binnen de verwachte tijdshorizon. De waarschijnlijkheidscategorieën van CDP omvatten: vrijwel zeker, zeer waarschijnlijk, waarschijnlijk, meer waarschijnlijk dan niet, ongeveer even waarschijnlijk als niet, onwaarschijnlijk, zeer onwaarschijnlijk, uitzonderlijk onwaarschijnlijk en onbekend.

• Monitoring en auditing

R2 | Wijzigingen in de regulering van bestaande producten en diensten

R1 | Niet-naleving van wetgeving

RISICOBESCHRIJVING RISICOBESCHRIJVING
STRATEGIE & NALEVING
Klimaatgerelateerd
transitierisico
Materieel topic
• Klimaatmitigatie (E1), inclusief
productprestaties
• Gebruik van gerecycleerde
materialen & EOL-waarde
(E5), inclusief product- en
procesinnovatie
• Productontwerp & circulariteit
(E5)
• Relaties met leveranciers
beheren (G1), inclusief
productbeheer
Tijdshorizon: kort (ESG)
Waarschijnlijkheid: zeer
onwaarschijnlijk
Omvang: gemiddeld
Voorkomen in de waardeketen
Directe operaties
Situatie
• Recticel moet voldoen aan de CSRD (2024) en CSDDD (2029), die een
wetenschappelijk onderbouwd klimaatactieplan vereisen.
• De SBTi-verbintenis voor 2030 en 2050 brengt kosten met zich mee die de prijzen,
winstgevendheid en prestaties kunnen beïnvloeden, maar die ook kansen creëren.
• Het bewaken en rapporteren van de voortgang op het gebied van
broeikasgasreductie is van cruciaal belang om de doelstellingen te halen.
Taak
• Zakelijke partners en materialen beoordelen op afstemming met ons strategisch
plan.
• Evalueer de beschikbaarheid van technologie om de koolstofvoetafdruk te
verkleinen.
• Risico's aanpakken die verbonden zijn aan ambitieuze doelen.
Actie
• Samenwerken met leveranciers om de ingebouwde koolstofvoetafdruk van
grondstoffen te verminderen.
• Innovatieve, koolstofarme producten ontwikkelen.
• Meer gerecycleerd materiaal in het aangekochte minerale wol en staal.
Resultaat
• Minder uitstoot van grondstoffen.
• Nieuwe producten met een lagere koolstofuitstoot en een hoger gehalte aan
gerecycleerd materiaal.
• Sterkere samenwerking met leveranciers voor een duurzame toelevengsketen.
• Verbeterde operationele veerkracht en afstemming op duurzaamheidsdoelen op de
STRATEGIE & NALEVING
Klimaatgerelateerd transitierisico
Risico in verband met de circulaire
economie
Materieel topic
• Klimaatmitigatie (E1), inclusief
productprestaties
• Productontwerp en circulariteit (E5)
• Gebruik van gerecycleerde
materialen & EOL-waarde
(E5), inclusief product- en
procesinnovatie
• Relaties met leveranciers beheren
(G1), inclusief productbeheer
Tijdshorizon: middellang (ESG)
Waarschijnlijkheid: zeer waarschijnlijk
Omvang: gemiddeld
Voorkomen in de waardeketen
Beheer einde levensduur
Situatie
• Mogelijk negatief impact als Recticel er niet in slaagt om de normen en
reglementeringen te controleren en na te leven, in het bijzonder met
betrekking tot de circulariteit aan het einde van de levenscyclus van
producten.
Taak
• Opvolgen van veranderingen in regelgeving die van invloed zijn op
strategische doelstellingen
Actie
• Procedures bijwerken om te voldoen aan nieuwe voorschriften.
• Investeren in duurzame productinnovatie en gezamenlijke R&D op het
gebied van circulariteit.
• Langdurige partnerschappen bouwen met leveranciers, universiteiten
en instituten.
• Samenwerkingsverbanden ontwikkelen voor het inzamelen en
verwerken van afgedankte materialen.
Resultaat
• Boetes voor niet-naleving voorkomen.
• Versteviging van marktpositie en minimale operationele verstoringen.
• Versterkte reputatie door inspanningen op het gebied van
duurzaamheid.
• Introductie van innovatieve producten met een hoger aandeel
hernieuwbare energie.
lange termijn
PRIMAIRE RISICORESPONS PRIMAIRE RISICORESPONS
Kosten primair antwoord
EUR 287 K
Initiële setupkosten voor CSRD
Strategische planning
• De roadmap voor de implementatie van SBTi-doelen bijwerken om een balans te
vinden tussen ambitie en haalbaarheid.
Prioritering van investeringen
• Prioriteit geven aan investeringen op basis van hun potentiële impact op
kostenbesparingen, productprestaties en afstemming op SBTi verbintenis
Voortdurende verbetering
• Monitoren en evalueren van de voortgang naar de SBTi-doelen
• Identificeer gebieden voor verbetering of aanpassing.
• Een cultuur van duurzame innovatie bevorderen.
Kostenberekening
• Systemen en hulpmiddelen
Primaire respons kosten
doorlopend
De juridische afdeling van Recticel
zal zich bezighouden met mogelijke
wetgevende actie.
Toezicht op regelgeving
• Opvolgen van wetgevende ontwikkelingen, beleidswijzigingen en trends
in regelgeving die relevant zijn voor Recticel.
Betrokkenheid van stakeholders
• Deelnemen aan industriefora om expertise te delen en adequate
regelgevende kaders vorm te geven.
• Samenwerken met leveranciers om de koolstofvoetafdruk van de
producten te verlagen en Investeren in duurzame productinnovatie,
waaronder gezamenlijke R&D.
Risicobeoordeling
• Regelmatige risicobeoordelingen en scenarioanalyses uitvoeren om
de impact van regelgeving op de activiteiten, financiën en strategie te
evalueren.
Kostenberekening
• Gegevensverzameling en -beheer
• Rapportage en openbaarmaking
• Wetgevingsacties aanpakken via het interne juridische team, indien
nodig met ondersteuning van externe advocatenkantoren.

gerecycleerd materiaal

R4 | Gedrag van klanten veranderen

R3 | Overgang naar meer gerecycleerd materiaal

RISICOBESCHRIJVING RISICOBESCHRIJVING
STRATEGIE & NALEVING
Risico in verband met de circulaire
economie
Materieel topic
• Klimaatmitigatie (E1), inclusief
productprestaties
• Productontwerp & circulariteit (E5)
• Gebruik van gerecycleerde
materialen & EOL-waarde (E5),
inclusief product- en
• Relaties met leveranciers beheren
(G1), inclusief productbeheer
Situatie
• Productcirculariteit richt zich op het maximaliseren van de levenscyclus
door middel van recycling en hergebruik.
• Belangrijke risico's zijn onder andere de afhankelijkheid van
gerecycleerd materiaal van consistente kwaliteit, de integratie van
circulaire praktijken in de productie, hoge aanloopkosten, economische
haalbaarheid en concurrerende snelheid van invoering.
Taak
• Processen aanpassen voor recycling- en herfabricagetechnologieën.
• Zorgen voor een consistente productkwaliteit en concurrerend
vermogen op de markt.
• De economische levensvatbaarheid van circulaire initiatieven
waarborgen.
Actie
EXTERN RISICO
Klimaatgerelateerd transitierisico
Risico in verband met de circulaire
economie
Materieel topic
• Klimaatmitigatie (E1), inclusief
productprestaties
• Gebruik van gerecycleerde
materialen & EOL-waarde
(E5), inclusief product- en
procesinnovatie
• Relaties met leveranciers beheren
(G1), inclusief productbeheer
Situatie
• Verschuivingen in consumentenvoorkeuren, inclusief hernieuwbare
inhoud en recycleerbaarheid, kunnen de vraag naar producten
beïnvloeden. Minerale wol geïsoleerde panelen zijn voor 99%
recycleerbaar, terwijl polyurethaan isolatieplaten en panelen op dit
gebied steeds beter worden.
Taak
• Kansen benutten om de klimaatprestaties te verbeteren, de impact op
het milieu te verminderen en duurzame groei te stimuleren.
Actie
• R&D richten op geavanceerde isolatiematerialen met superieure
prestaties en een lagere impact op het milieu (bijv. IMPACT©
isolatieplaten met 25% biocirculaire materialen, waardoor de CO2e
uitstoot met 43% daalt).
• Samenwerken met universiteiten om innovatieve materialen en
technologieën te onderzoeken.
Tijdshorizon: middellang (ESG)
Waarschijnlijkheid: waarschijnlijk
Omvang: gemiddeld
Voorkomen in de waardeketen
Directe operaties
Downstream
• Volgen van trends in de sector en technologische ontwikkelingen.
• Partnerschappen opbouwen met betrouwbare leveranciers.
• Investeren in R&D, moderne technologieën en procesoptimalisatie.
• Strikte protocollen voor kwaliteitsborging implementeren.
• Kosten-batenanalyses en opvolgen van de marktdynamiek.
Resultaat
• Minder materiaalvariabiliteit en productieonderbrekingen.
• Naadloze integratie van circulaire praktijken.
• Versterkte marktpositie en concurrentievermogen.
• Verbeterde economische duurzaamheid van circulaire technieken.
Tijdshorizon: middellang (ESG)
Waarschijnlijkheid: onwaarschijnlijk
Omvang: gemiddeld
Voorkomen in de waardeketen
Downstream
• Gebruik maken van digitale tools en automatisering om de efficiëntie te
verhogen en verspilling te verminderen.
• Gebruik maken van gegevensanalyse om de activiteiten in de
toeleveringsketen te optimaliseren en de koolstofvoetafdruk te
minimaliseren.
• Levenscyclusbeoordelingen (LCA) uitvoeren voor nieuwe producten om
duurzaamheid te garanderen.
• Certificeringen bekomen zoals LEED of BREEAM om de milieuprestaties
te valideren
Resultaat
• Slimme duurzame isolatiematerialen lanceren.
• Verbeterde energie-efficiëntie en duurzaamheid.
• Versterkte positie als leider in bouwmaterialen.
PRIMAIRE RISICORESPONS PRIMAIRE RISICORESPONS
Kosten primair antwoord
2 M EUR
R&D-inspanningen gericht op
het verhogen van het gebruik van
gerecyclede materialen en EOL
Betrokkenheid van leveranciers
• Sterke partnerschappen opbouwen met leveranciers om een
stabiele aanvoer van gerecycleerde materialen van hoge kwaliteit te
garanderen en risico's op variabiliteit te verminderen.
Werkzaamheden
• Technologieën voor recycling en hergebruik ontwikkelen en integreren.
• Processen verfijnen om nieuwe technologieën efficiënt te integreren.
• Robuuste kwaliteitscontroles implementeren en bewaak de
productprestaties bewaken om de kwaliteit te handhaven.
Kostenbeheer
• Financiering of subsidies voor circulaire initiatieven.
• Voortdurend de economische impact evalueren en processen
optimaliseren om de kosten te verlagen en de winstgevendheid
Kostenberekening
• R&D Inspanningen richten op het verhogen van het gebruik van
Kosten primair antwoord
2 M EUR
Gerelateerd aan relevante lopende
R&D-inspanningen
Marktonderzoek
• Diepgaande studies uitvoeren uit om de vraag naar nieuwe producten
te evalueren, rekening houdend met de voorkeuren van klanten,
markttrends, concurrentie en regelgeving.
Toeleveringsketen
• Zorgen voor flexibele productie- en toeleveringsketenactiviteiten om
snel te kunnen inspelen op veranderingen in de markt.
• De productieniveaus aanpassen aan de vraagvoorspellingen en
voorraadbehoeften.
• Samenwerking stimuleren tussen verschillende functies.
Kostenberekening
• De aanpak van dit risico wordt voornamelijk gedekt door lopende R&D
inspanningen, die 1% van de jaarlijkse verkoop vertegenwoordigen.

RISICOBESCHRIJVING

Introductie Hoogtepunten Toekomstgericht Corporate governance DMA en IRO ESG informatie Bezoldigingsverslag Financiële verklaring Bijlage

RISICOBESCHRIJVING

R5 | Natuurrampen 1

EXTERN RISICO
Klimaatgerelateerde fysieke risico's
Materieel topic
• Klimaatmitigatie (E1), inclusief
productprestaties
Tijdshorizon: kort (ESG)
Waarschijnlijkheid: meer
waarschijnlijk dan niet
Omvang: gemiddeld-laag
Situatie
• Natuurrampen (aardbevingen, overstromingen, branden, hagelbuien)
kunnen schade aan de infrastructuur, operationele verstoringen en
risico's voor het personeel veroorzaken.
Taak
• Bepaal locatiespecifieke klimaatrisico's, beoordeel kwetsbaarheden en
ontwikkel strategieën voor paraatheid, respons en herstel.
Actie (na beoordeling door verzekeringsmaatschappij)
• Gebouwen, activiteiten en toeleveringsketens beoordelen op
rampbestendigheid.
• De veiligheid van werknemers en IT-systemen waarborgen.
• Locatiespecifieke noodplannen en bedrijfscontinuïteitsplannen
ontwikkelen.
STRATEGIE & NALEVING
Klimaatgerelateerd transitierisico
Materieel topic
• Klimaatmitigatie (E1), inclusief
productprestaties
• Relaties met leveranciers beheren
(G1), inclusief productbeheer
Tijdshorizon: kort (ESG)
Waarschijnlijkheid: zeer waarschijnlijk
Omvang: laag
Situatie
Taak
Voorkomen in de waardeketen
Directe operaties
• Operationele herstelstrategieën implementeren.
Resultaat
• Verbeterde veerkracht bij rampen, operationele continuïteit en
bescherming van personeel en bedrijfsmiddelen met robuuste
respons- en herstelprotocollen.
Uit recente evaluaties blijkt dat er geen dringende kwetsbaarheden zijn,
maar er kunnen wel kosten ontstaan aan fotovoltaïsche installaties of
daken door blootstelling aan hagel.
Voorkomen in de waardeketen
Directe operaties
Actie
beperken.
Resultaat
PRIMAIRE RISICORESPONS
Primaire responskosten, bovenop de
actieve verzekeringskosten
EUR 120 K
Bedrijfscontinuïteitsplannen
(BCP) bijwerken voor elke locatie;
vereiste investeringen in bestaande
infrastructuur bepalen.
Infrastructuur bouwen
• Beoordelen van de bestendigheid van gebouwen en voorzieningen
tegen natuurrampen (aardbevingen, overstromingen, branden,
stormen).
• Operationele afhankelijkheden en impacts op de veiligheid van
werknemers aanpakken.
Gegevensinfrastructuur
• Evalueer risico's voor IT-systemen en implementeer beveiligingen om
gegevens te beschermen tegen verlies of corruptie.
Noodplannen
• Rampenbestrijdingsplannen op maat ontwikkelen,
bedrijfscontinuïteitsplannen (BCP) bijwerken en crisisparaatheid
garanderen.
Kostenberekening
• Geschatte mitigatiekosten: EUR 10 K per locatie (bijv.
overstromingsmaatregelen) en EUR 20 K voor locaties die gevoelig zijn
voor aardbevingen.
Primaire responskosten
EUR 5 K
Kosten modelleren op productprijzen
en COGS
Modelleren
Strategie
pakken.

R6 | Koolstofbeprijzing

STRATEGIE & NALEVING Situatie
Klimaatgerelateerd transitierisico • Het EU-emissiehandelssysteem (ETS) wordt uitgebreid met CO2e
emissies van gebouwen (ETS2). Tegen 2035 zullen de gratis
emissierechten geleidelijk worden afgeschaft, wat van impact zal zijn op
de prijsstelling voor leveranciers in de EU.
• Klimaatmitigatie (E1), inclusief
productprestaties
• Vanaf 2026 zal het Carbon Border Adjustment Mechanism (CBAM) van
toepassing zijn op niet-EU-metalen, dat tegen 2030 alle sectoren zal
omvatten en tegen 2035 volledig zal zijn geïmplementeerd.
• Relaties met leveranciers beheren
(G1), inclusief productbeheer
Taak
• De impact van ETS2 op de energiekosten beoordelen.
Tijdshorizon: kort (ESG) • Het effect van koolstofprijzen op de kosten van leveranciers en mogelijke
doorberekening aan Recticel evalueren.
Waarschijnlijkheid: zeer waarschijnlijk • De impact van CBAM op materiaalkosten buiten de EU analyseren en
strategieën voor risicobeperking uitwerken.
Actie
Voorkomen in de waardeketen
Directe operaties
• Modelmatige toename van energiekosten (EUR 57-350/tCO2e) en
mogelijkheden voor emissiereductie identificeren.
• Inkoopstrategieën aanpassen om kostenstijgingen te beheersen en te
beperken.
• Verkennen van het doorberekenen van hogere kosten aan klanten.
• De impact van CBAM op de staalkosten controleren.
Resultaat
• Budget beheren en besparen op energiekosten door
efficiëntieverbeteringen.
• Minimale impact op leverancierskosten door herziene inkoopstrategieën.
PRIMAIRE RISICORESPONS
Primaire responskosten Modelleren
• Schatting van de stijging van aanschaf- en bedrijfskosten
(EUR 57-350/tCO2e).
* Kosten modelleren op productprijzen • Samenwerken met leveranciers om hun reactie op koolstofprijzen te
beoordelen.
Strategie
• Inkoopstrategieën aanpassen om kostenstijgingen en risico's aan te
pakken.
• Opvolgen van effect van CBAM op metaalprijzen.
Kostenberekening
• De nalevingskosten zijn minimaal door de lage directe impact van de
koolstofprijs op Recticel.
• Het modelleren van de inkoopkosten is eenvoudig en maakt gebruik van
bestaande ESG-modellen en prognoses van koolstofprijzen.

1 A detailed climate scenario analysis on physical risk assessment will be conducted in 2025.

R7 | Wangedrag R8 | Ineffectieve CIA

RISICOBESCHRIJVING RISICOBESCHRIJVING
ONDERSTEUN RISICO
Materieel topic
• Bestuur en transparantie
(bedrijfscultuur) (G1)
• Relaties met leveranciers beheren
(G1), inclusief productbeheer
• Corruptie en omkoping (G1)
Primair financieel effect
Afname in aandeelhouderswaarde
Tijdshorizon: kort/middellang/lang
Waarschijnlijkheid: ongeveer even
waarschijnlijk als niet
Omvang: gemiddeld-hoog
Voorkomen in de waardeketen
Directe operaties
Situatie
• Het risico op wangedrag en fraude kan een bedreiging vormen voor de
activiteiten, integriteit en reputatie van Recticel als gevolg van onethisch
gedrag en tekortkomingen in het bestuur.
• Corruptie kan het vertrouwen schaden, wat kan leiden tot omzetverlies,
contractannuleringen en uitdagingen in partnerschappen.
Taak en actie
• Een cultuur van ethiek, integriteit en verantwoordelijkheid bevorderen.
• Proactief fraude opsporen en onderzoeken.
• Interne managementcontrole
Resultaat
• Ethisch zakendoen versterkt de waarden van Recticel, schept vertrouwen
bij de stakeholders en versterkt de concurrentiepositie.
ONDERSTEUN RISICO
Materieel topic
• Bestuur en transparantie
(bedrijfscultuur) (G1)
Primair financieel effect
Verstoring in de waardeketen
upstream
Tijdshorizon: kort/middellang/lang
Waarschijnlijkheid: ongeveer even
waarschijnlijk als niet
Omvang: gemiddeld-hoog
Voorkomen in de waardeketen
Directe operaties
Situatie
• Het risico van inadequaat beheer van bedreigingen voor
vertrouwelijkheid, integriteit en beschikbaarheid (CIA) vormt een
aanzienlijke uitdaging voor het cyberbeveiligingsbeleid van de Recticel
Group.
• Dit risico kan worden verhoogd door verschillende factoren,
waaronder een toename van cybercriminaliteit, onvoldoende
cyberbeveiligingstraining, slecht onderhoud van IT-systemen,
datalekken, beperkte middelen, menselijke fouten, gebrek aan
bewustzijn en complexe gegevensopslagsystemen.
• Deze uitdagingen bedreigen het vertrouwen van stakeholders en
brengen de operationele effectiviteit van het bedrijf in gevaar.
Taak
• Een alomvattende cyberbeveiligingsstrategie ontwikkelen en
implementeren die de CIA van gegevens en infrastructuur versterkt.
• Bewustwording vergroten, training geven, technische verdediging
versterken en zorgen voor robuuste mechanismen om op incidenten te
reageren.
Actie
• Voer een risicobeoordeling uit.
• Uitgebreide cyberbeveiligingstraining implementeren.
• IT-infrastructuur versterken.
• Protocollen voor het reageren op incidenten opstellen.
Resultaat
• De implementatie van een allesomvattende cyberbeveiligingsstrategie
resulteert in een aanzienlijke vermindering van het aantal datalekken
en een verbeterd vertrouwen van stakeholders in het vermogen van
Recticel Group om gevoelige informatie te beschermen.
• Verbeterde trainingsprogramma's, een groter bewustzijn onder
werknemers en een groter reactievermogen, wat leidt tot een cultuur
van veiligheid.
PRIMAIRE RISICORESPONS PRIMAIRE RISICORESPONS
Primaire responskosten
doorlopend
• Cultiveer een cultuur van ethiek en verantwoordelijkheid op alle niveaus,
met duidelijke verwachtingen en leiderschap door het goede voorbeeld
te geven.
• Protocollen opstellen voor proactieve fraudedetectie, -rapportage en
-onderzoek, waarbij vertrouwelijkheid, eerlijkheid en een eerlijk proces
worden gewaarborgd.
• Zorg voor personeelstraining en stimuleer een cultuur waarin
medewerkers hun zorgen kunnen uiten en ethisch advies kunnen
inwinnen zonder bang te hoeven zijn voor vergelding.
Primaire responskosten
doorlopend
Cyberbeveiligingstraining
• Training om het bewustzijn van cyberrisico's, beste praktijken en
reacties op incidenten te vergroten zodat een cultuur ontstaat waarin
werknemers snel bedreigingen kunnen herkennen en melden.
Robuuste IT-infrastructuur
• Implementeer krachtige onderhoudsprotocollen, waaronder
regelmatige updates, patching, antivirusbewaking en
kwetsbaarheidsbeoordelingen om risico's te minimaliseren en de
veerkracht van het systeem te garanderen.
Strategische investeringen
• Toewijzen van voldoende middelen, budget, personeel en technologie
om de detectie van bedreigingen, de reactie op incidenten en de
herstelmogelijkheden te versterken.
RISICOBESCHRIJVING
OPERATIONEEL RISICO
Materieel topic
• Relaties met leveranciers beheren
(G1), inclusief productbeheer
Primair financieel effect
Verstoring in de waardeketen
upstream
Tijdshorizon: kort/middellang
Waarschijnlijkheid: waarschijnlijk
Omvang: gemiddeld
Voorkomen in waardeketen
Directe operaties
Situatie
• De afhankelijkheid van een beperkt aantal leveranciers voor kritieke
grondstoffen houdt risico's in voor de activiteiten en productie van
Recticel.
Taak
• De kwetsbaarheid van de toeleveringsketen verminderen door
leveranciers te diversifiëren en de blootstelling aan onderbrekingen en
prijsvolatiliteit te verminderen.
Actie
• Potentiële partners in verschillende regio's identificeren.
• Het kwalificatieproces stroomlijnen voor leveranciers
Resultaat
• Lager risico op onderbrekingen in de aanvoer en instabiele prijzen.
• Handhaaf concurrerende prijzen en operationele veerkracht
Primaire responskosten
doorlopend
PRIMAIR RISICO REACTIE
Beheer van leveranciersrelaties
• Stimuleer samenwerking en monitor actief bestaande leveranciers
Diversificatie van leveranciers
• Alternatieve leveranciers kwalificeren om afhankelijkheid te
verminderen en strategische partnerschappen op te bouwen.
Voorraadbeheer
• Voldoende voorraad aanhouden van kritieke materialen om
onderbrekingen in de bevoorrading te beperken.

R9 | Sourcing concentratie 4.3.2.1. Spotlight op materiële kansen

Materiële kansen zijn potentiële voordelen of positieve factoren die de groei, winstgevendheid en concurrentiepositie van Recticel aanzienlijk kunnen verbeteren. Deze kansen komen vaak voort uit markttrends, innovatie, verschuivingen in de regelgeving en milieu- of sociale initiatieven en bieden mogelijkheden voor waardecreatie en succes op lange termijn.

De volgende tabellen geven een overzicht van de ESG opportuniteiten, inclusief een beschrijving en primaire respons, tijdshorizon, waarschijnlijkheid en omvang, en waar de opportuniteit zich voordoet binnen de waardeketen. De verwachte financiële gevolgen van materiële klimaatkansen (E1-9) en deze met betrekking tot materiaalgebruik en circulaire economie (E5-6) zijn in dit verslag niet opgenomen. In overeenstemming met ESRS 1 Bijlage C, en zoals toegestaan tijdens het eerste jaar van CSRD-rapportage, zullen we deze rapporteren in ons jaarverslag over 2025, in lijn met ESRS 2 SBM-3 §48(e).

Aangezien Recticel Group milieugegevens rapporteert aan CDP (zie Hoofdstuk 2.3.5), gebruiken we de classificatie van CDP om de waarschijnlijkheid te evalueren dat elke opportuniteit zich voordoet binnen de verwachte tijdshorizon. De waarschijnlijkheidscategorieën van CDP omvatten: vrijwel zeker, zeer waarschijnlijk, waarschijnlijk, meer waarschijnlijk dan niet, ongeveer even waarschijnlijk als niet, onwaarschijnlijk, zeer onwaarschijnlijk, uitzonderlijk onwaarschijnlijk en onbekend.

O2 | Vermogen om bedrijfsactiviteiten te diversifiëren

O1 | Ontwikkeling van nieuwe producten en diensten door R&D en innovatie

BESCHRIJVING VAN DE OPPORTUNITEIT BESCHRIJVING VAN DE OPPORTUNITEIT
Klimaatgerelateerd
Circulaire economie
Situatie
• Recticel richt zich op de ontwikkeling van slimme duurzame
isolatiematerialen en besteedt ongeveer 1% van zijn jaarlijkse omzet aan
onderzoek en ontwikkeling (R&D).
KLIMAATGERELATEERD Situatie
• Recticel breidt zijn geïsoleerde panelen uit op zowel de binnenlandse
als de internationale markt, met als doel het productbereik te vergroten.
Materieel Onderwerp
• Klimaatmitigatie (E1), inclusief
productprestaties
• Gebruik van gerecycleerde
materialen & EOL-waarde,
(E5) inclusief product- en
procesinnovatie
• Relaties met leveranciers
beheren (G1), inclusief
productbeheer
Primair financieel effect
Hogere inkomsten als gevolg
van een grotere vraag naar
producten en diensten
Tijdshorizon: korte/middellange/
lange termijn
Waarschijnlijkheid: waarschijnlijk
Omvang: hoog
Voorkomen in waardeketen
Downstream
Taak
• Kansen identificeren en benutten die de klimaatprestaties verbeteren, de
impact op het milieu minimaliseren en groei bevorderen.
Actie
• R&D-team richten op het creëren van geavanceerde isolatiematerialen met
uitzonderlijke thermische prestaties en een kleinere impact op het milieu.
• Samenwerken met universiteiten en onderzoeksinstellingen om nieuwe
materialen en technologieën te onderzoeken.
• Gebruik maken van gegevensanalyse om de activiteiten in de
toeleveringsketen te optimaliseren en de koolstofvoetafdruk te
minimaliseren.
• Levenscyclusbeoordelingen (LCA) uitvoeren voor nieuwe producten om
ervoor te zorgen dat ze voldoen aan de duurzaamheidsnormen.
• Certificaten aanbieden (bijv. LEED, BREEAM) die de milieuprestaties van
producten valideren.
Resultaat
• Introductie van nieuwe isolatiematerialen met verbeterde isolatieprestaties,
waardoor het energieverbruik in gebouwen aanzienlijk wordt verminderd en
wordt bijgedragen aan een lagere uitstoot van broeikasgassen.
• Een extra verbetering van de energie-efficiëntie in productiefaciliteiten.
• Versterkte marktpositie.
• Leiderschap en geloofwaardigheid.
Materieel Onderwerp
• Klimaatmitigatie (E1), inclusief
productprestaties
• Gebruik van gerecycleerde
materialen en EOL-waarde
(E5), inclusief product- en
procesinnovatie
Primair financieel effect
Hogere inkomsten als gevolg van
een grotere vraag naar producten en
diensten
Tijdshorizon: middellange termijn
Waarschijnlijkheid: zeer waarschijnlijk
Omvang: gemiddeld-hoog
Voorkomen in waardeketen
Downstream
• Onze hoogwaardige geïsoleerde panelen voldoen aan esthetische
normen, verbeteren de architectonische mogelijkheden en verbeteren
de kostenefficiëntie van prefabricage.
• In 2024 zullen de bouwisolatieproducten van Recticel bijdragen tot het
vermijden van 21,5 miljoen ton CO2e-uitstoot, 26,5 keer meer dan de
uitstoot van hun productie (zie ook Hoofdstuk 5.2.8).
Taak
• Markttrends analyseren.
• Het adoptiepotentieel in verschillende regio's evalueren.
• Bouwprojecten inzetten die gericht zijn op energie-efficiëntie en
duurzaamheid.
Actie
• Beoordeel het concurrentielandschap.
• Houd toezicht op duurzame bouwprojecten.
• Panelen positioneren voor certificering van groene gebouwen (bijv.
LEED, BREEAM).
• Innoveren om voorop te blijven lopen in isolatietechnologie.
• Samenwerken met toonaangevende bouw- en technologiebedrijven.
• Contracten binnenhalen voor grote internationale bouwprojecten.
Resultaat
• Succesvolle internationale uitbreiding en omzetgroei.
• Verbeterde reputatie als leider op het gebied van slimme isolatie.
REACTIE OP PRIMAIRE KANSEN REACTIE OP PRIMAIRE KANSEN
Primaire responskosten
EUR 5 M *
Powerdeck+ Light Roof
• Renovatie van platte daken met stalen dek met isolatieplaten
en fotovoltaïsche panelen, met dunnere platen met gelijke
DECK-VQ®
Primaire responskosten
10 MILJOEN EUR - 150 MILJOEN EUR *
• Onze strategie voor geïsoleerde panelen is gericht op een premium
marktpositie om te differentiëren, waarde te creëren en internationaal
uit te breiden.
• Focus op de USP's van onze geïsoleerde panelen: superieure
* R&D budget 1%, inclusief LCA,
certificering
• Vacuümgeïsoleerde panelen bieden een uitzonderlijke efficiëntie
voor veeleisende toepassingen met een lage koolstofvoetafdruk en
ruimtebesparende voordelen.
IMPACT® product lijn
• Eurowall Impact® en Eurothane Silver Impact® bevatten 25% biocirculaire
inhoud, wat de koolstofvoetafdruk met 43% vermindert terwijl dezelfde
isolatieprestaties behouden blijven.
Alu-vrije plaat
• Een gasdiffusiedichte, alu-vrije polyurethaan (PIR) plaat voor prefab
gebouwen, die het corrosierisico en de koolstofuitstoot met 40% vermindert.
BASE – geïsoleerd paneel
• Een geïsoleerd gevelsysteem met extreme draagkracht, waardoor snelle
installatie mogelijk is en tot 60% minder materiaalgebonden koolstof.
Qbiss One Next and Trimoterm Next
• Geavanceerde geïsoleerde panelen gemaakt van duurzame, koolstofarme
materialen, die tot 68% en 69% minder CO2e uitstoten dan bestaande
alternatieven.
* Acquisitie van een omvangrijk bedrijf esthetiek, architecturale flexibiliteit, kostenefficiënte, grondstofzuinige
prefabricage.
• Evalueer greenfield investeringen in lijn met het strategisch plan op
potentiële voordelen.
• Ontwikkel een groeiplan voor modulaire bouwsystemen die duurzame
bouw, kostenefficiëntie en snelle inzetbaarheid ondersteunen.

O4 | Verhoogde verkoop van bestaande producten en diensten

vergelijking met standaardplaten.

O3 | Gebruik van stimuleringsmaatregelen in de publieke sector

BESCHRIJVING VAN DE OPPORTUNITEIT Klimaatgerelateerd Materieel Onderwerp • Klimaatmitigatie (E1), inclusief productprestaties • Gebruik van gerecycleerde materialen en EOL-waarde (E5), inclusief product- en procesinnovatie Primair financieel effect Hogere inkomsten als gevolg van een grotere vraag naar producten en diensten Tijdshorizon: kort Waarschijnlijkheid: zeer waarschijnlijk Omvang: gemiddeld-hoog Voorkomen in waardeketen Downstream Situatie • De waardecreatie van Recticel sluit aan bij de Europese Green Deal, die energie-efficiëntie in gebouwen promoot, ondersteund door de EPBD die energieverbeteringen in bouw en renovatie verplicht stelt (zie ook Hoofdstuk 2.2.2). Taak • Verbeter de energie-efficiëntie in bouwprojecten. • Ervoor zorgen dat de nieuwe normen voor broeikasgasemissies worden nageleefd. • Mogelijkheden onderzoeken voor energie-efficiënte renovaties en bouw. Actie • Geavanceerde isolatiematerialen en oplossingen voor hernieuwbare energie • Ervoor zorgen dat de broeikasgasemissienormen worden nageleefd. • Samenwerken met technologiebedrijven om innovatieve oplossingen te integreren. • Gebruik maken van de EU-doelstelling om tegen 2030 35 miljoen gebouwen te renoveren. Resultaat • Recticel positioneert zich als leider in energie-efficiënte oplossingen voor slimme gebouwen en trekt nieuwe klanten en projecten aan. REACTIE OP PRIMAIRE KANSEN Primaire responskosten EUR 2 M * * Productie en organisatorische efficiëntie, capaciteitsverhoging • Circulariteit verbeteren. • Onze producten ontwerpen voor eenvoudige EOL-ontmanteling. • Materialen op biologische basis integreren in onze producten. • Markttrends analyseren om kansen te identificeren, vooral in opkomende regio's. • Strategische partnerschappen sluiten en gebruik maken van robuuste distributiekanalen om toegang te krijgen tot nieuwe markten. BESCHRIJVING VAN DE OPPORTUNITEIT Klimaatgerelateerd Materieel Onderwerp • Klimaatmitigatie (E1), inclusief productprestaties • Gebruik van gerecycleerde materialen & EOL-waarde (E5), inclusief product- en procesinnovatie Primair financieel effect Hogere inkomsten als gevolg van een grotere vraag naar producten en diensten Tijdshorizon: kort Waarschijnlijkheid: zeer waarschijnlijk Omvang: gemiddeld-hoog Voorkomen in waardeketen Downstream Situatie • De Recticel Group biedt een breed scala aan thermische en thermoakoestische isolatieoplossingen, georganiseerd in gespecialiseerde divisies die erkend zijn als leiders in hun respectieve vakgebieden.. Taak • Mogelijkheden identificeren en benutten om onze klimaatprestaties te verbeteren, de uitstoot van broeikasgassen te verminderen en de ambitieuze SBTi-doelen te halen. Actie • Proactief inspelen op de toenemende vraag naar koolstofarme producten in de hele waardeketen door de voorkeur te geven aan producten met een lagere materiaalgebonden emissie. Resultaat • Vertrouwen van investeerders door onze portefeuille af te stemmen op de taxonomiedoelstelling van de EU om de klimaatverandering te beperken. • Onze bouwisolatieproducten die in 2024 verkocht worden, zullen naar verwachting meer dan 21,5 miljoen ton CO2e-uitstoot voorkomen tijdens hun levensduur, wat 26,5 keer meer is dan de totale koolstofvoetafdruk van de hele Recticel Group in 2024. • Vooruitgang van SBTi-gevalideerde doelen voor de nabije (2030) en lange termijn (2050). • Sterke positie als slim isolatiebedrijf. • Voldoen aan de groeiende vraag naar koolstofarme producten REACTIE OP PRIMAIRE KANSEN Primaire responskosten doorlopend* * Afgestemd op ons actieplan voor klimaatverandering Voordelen van het productportfolio • Onze isolatieplaten maken het mogelijk om met dunnere muren en daken aan de regelgeving te voldoen en presteren beter dan materialen zoals minerale wol, XPS/EPS en cellulair glas. • Vacuümgeïsoleerde panelen bieden een superieure efficiëntie met de dunste lagen, ideaal voor het aanpassen van gebouwen met beperkte ruimte. • Metalen geïsoleerde panelen (minerale wol, polyurethaan) bieden isolatie en bescherming tegen weersinvloeden Product praktijkvoorbeelden • Trimoterm panelen worden op maat gemaakt om afval te minimaliseren, bevatten tot 52% gerecycleerd materiaal en zijn ontworpen voor eenvoudig hergebruik, omdat ze tot 99% recycleerbaar zijn. • Het gamma 2023 IMPACT® omvat warmte-isolatieplaten met 25% biocirculaire inhoud, waardoor de CO2e-uitstoot met 43% daalt in

5ESG-informatie DEEL 2 | DUURZAAMHEIDSVERKLARING

ESRS 2, SBM-3 ESRS 2, BP-2 ESRS 2, IRO-1 | ESRS 2, IRO-2

ESRS 2, MDR-P | ESRS 2, MDR-A | ESRS 2, MDR-M | ESRS 2, MDR-T

ESRS E1-1 - 12 | ESRS E5-1 - 6 ESRS S1-1 - 8, S1-10, S1-11, S1-14, S1-15, S1-17 ESRS G1-1 - 6

5.1 Milieu | EU Taxonomie

5.1.1 EU Taxonomie-kader voor het definiëren van in aanmerking komende en afgestemde activiteiten

In 2024 bleef de EU Taxonomie een belangrijk instrument in de duurzaamheidsagenda van de EU, dat de financiële markten de weg wijst naar investeringen die klimaatdoelstellingen, ecologische veerkracht en sociale verantwoordelijkheid ondersteunen. Het taxonomiekader stelt strenge normen op voor het definiëren van ecologisch duurzame activiteiten en biedt bedrijven, investeerders en beleidsmakers maatstaven om kapitaal te richten op duurzame projecten en initiatieven.

Onze klimaatverklaring in overeenstemming met de richtlijnen van de European Securities and Markets Authority (ESMA) is te vinden in Hoofdstuk 7.2.1.5, Klimaatverandering.

Screening en beoordeling van economische activiteiten

We hebben ook aangekochte zaken en individuele maatregelen geïdentificeerd die overeenkomen met in aanmerking komende economische activiteiten. Deze resulteren in de voor taxonomie in aanmerking komende CapEx en OpEx om de screening van CapEx en OpEx in Categorie C weer te geven.

Omzet, CapEx en OpEx KPI's bepalen

Omzet KPI

Om de KPI Omzet te bepalen, is de noemer de externe omzet die wordt gerapporteerd in overeenstemming met de geconsolideerde IFRS-jaarrekening, zoals te vinden in Hoofdstuk 7.1.1. De teller is de omzet volgens IFRS 15 die kan worden toegerekend aan economische activiteiten die zijn afgestemd op de taxonomie. De in aanmerking komende activiteiten die aan de technische screeningcriteria voldoen, worden nader beschreven in Hoofdstuk 5.1.2.3.

CapEx KPI

Om de CapEx KPI te bepalen, worden alle toevoegingen aan immateriële activa en materiële vaste activa (met uitzondering van goodwill) weergegeven in de noemer en kunnen deze worden aangesloten op de toevoegingen van materiële en immateriële activa, nieuwe leases en bedrijfscombinaties zoals gerapporteerd in het Financieel rapport [Hoofdstuk 7.2.5.1 & 7.2.5.3 (acquisities en bedrijfscombinaties), en Hoofdstuk 7.2.5.4 (nieuwe leases)]. In de teller worden investeringen opgenomen als ze betrekking hebben op activa of processen die essentieel zijn voor het uitvoeren van een economische activiteit die in de taxonomie in aanmerking komt. Daarnaast zijn er nog meer duurzame investeringen geïdentificeerd die leiden tot een vermindering van de eigen broeikasgasemissies van het bedrijf. We hebben ook aangekochte zaken en individuele maatregelen geïdentificeerd die overeenkomen met in aanmerking komende economische activiteiten en dus resulteren in CapEx die voor taxonomie in aanmerking komen.

OpEx KPI

Om de OpEx KPI te bepalen, bevat de noemer de directe niet-gekapitaliseerde kosten die betrekking hebben op onderzoek en ontwikkeling, renovatiemaatregelen aan gebouwen, leasing op korte termijn, onderhoud en reparatie, en alle andere directe uitgaven die betrekking hebben op het dagelijkse onderhoud van materiële vaste activa door de onderneming of door derden aan wie activiteiten zijn uitbesteed, en die nodig zijn om het blijvend en doeltreffend functioneren van deze activa te garanderen. De teller bevat de bedrijfskosten die direct of indirect kunnen worden toegerekend aan activiteiten die zijn afgestemd op de taxonomie en aan aankopen van afgestemd economische activiteiten en individuele maatregelen die ervoor zorgen dat de doelactiviteiten koolstofarm worden of tot een vermindering van broeikasgassen leiden.

5.1.2 Wijzigingen ten opzichte van de EU Taxonomie verklaring voor 2023

Afbakening: De gegevens voor 2024 omvatten de dochteronderneming Rex, die op 8 januari 2024 werd overgenomen met drie operationele gebouwen in België. Rex maakt deel uit van de divisie Insulated Panels.

Aanpassing: De gegevens voor 2023 en 2022 zijn herwerkt na een herziening door de Belgische FSMA (Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten) en voldoen nu volledig aan de EU Taxonomie KPI's.

In haar beoordeling heeft de FSMA haar bezorgdheid geuit over de gebruikte methodologie voor de berekening en reconciliatie van CapEx en OpEx, zowel op het niveau van de teller als op het niveau van de noemer. Daarnaast werd er niet verwezen naar de geconsolideerde jaarrekening en werd de screening van gedane investeringen of gemaakte operationele kosten voor CapEx en OpEx van Categorie C niet correct gerapporteerd. Deze fouten waren onopzettelijk en kwamen voort uit een verkeerde interpretatie van de toepasselijke methodologie.

AR 2022 AR 2022 (HERWERKT) AR 2023 AR 2023 (HERWERKT)
A. TAXONOMIE IN AANMERKING KOMENDE ACTIVITEITEN
A.1. Milieuduurzame activiteiten (afgestemd op de taxonomie)
Omzet (verkoop) 0 0,0% 0 0,0% 0 0,0% 0 0,0%
CapEx 0 0,0% 0 0,0% 0 0,0% 0 0,0%
OpEx 0 0,0% 0 0,0% 0 0,0% 0 0,0%
A.2 Activiteiten die wel in aanmerking komen voor de taxonomie maar niet duurzaam zijn voor het milieu (niet op
de taxonomie afgestemde activiteiten)
Omzet (verkoop) 509.085 90,7% 550.507 98,0% 470.892 88,9% 493.460 93,2%
CapEx 10.187 92,5% 98.134 80,6% 11.513 52,4% 12.439 54,1%
OpEx 143.124 82,8% 8.189 82,0% 42.424 8,2% 10.409 82,2%
B. TAXONOMIE NIET-IN AANMERKING KOMENDE ACTIVITEITEN
Omzet (verkoop) 52.431 9,3% 11.009 2,0% 58.534 11,1% 35.966 6,8%
CapEx 829 7,5% 23.634 19,4% 10.457 47,6% 10.556 45,9%
OpEx 29.833 17,2% 1.803 18,0% 474.420 91,8% 2.249 17,8%
TOTAAL (A.1 + A.2 + B)
Omzet (verkoop) 561.516 561.516 529.426 529.426
CapEx 11.016 100,0% 121.768 100,0% 21.970 100,0% 22.995 100,0%
OpEx 172.957 9.992 516.844 12.658

5.1.3 EU Taxonomie analyse 2024

5.1.3.1 Analyse van het in aanmerking komen en de technische screeningscriteria

In juni 2023 heeft de Europese Commissie een gedelegeerde handeling inzake de taxonomie voor het milieu aangenomen, waarin een nieuwe reeks EU-Taxonomiecriteria wordt geïntroduceerd om economische activiteiten te beoordelen die een significante bijdrage leveren aan een of meer van de volgende milieudoelstellingen:

  • Klimaatadaptatie
  • Klimaatmitigatie
  • Duurzaam gebruik en bescherming van water en mariene grondstoffen
  • Overgang naar een circulaire economie
  • Verontreinigingspreventie en -bestrijding
  • Bescherming en herstel van biodiversiteit en ecosystemen

De Recticel Group voerde een uitgebreide screening uit van al haar economische activiteiten, inclusief die van haar dochteronderneming Rex die op 8 januari 2024 werd overgenomen. Uit de beoordeling bleek dat de meeste activiteiten van Recticel aanzienlijk bijdragen aan de beperking van de klimaatverandering, maar niet substantieel bijdragen aan een van de andere vijf doelstellingen.

5.1.3.2 In aanmerking komende activiteiten binnen de doelstelling klimaatmitigatie in 2024

De volgende economische activiteiten van de Recticel Group komen in aanmerking als substantiële bijdrage aan de beperking van de klimaatverandering:

  • • Thermische isolatieplaten (Recticel Insulation): Deze hoogwaardige polyisocyanuraat (PIR) schuimplaten zijn gelamineerd tussen twee bekledingsmaterialen en bieden een uitstekende isolatie voor de volledige gebouwschil. Ze zijn geschikt voor verschillende toepassingen, waaronder platte, hellende en schuine daken, spouwmuren, vloeren, binnenbekleding en systemen voor buitengevelisolatie.
  • • Met metaal beklede geïsoleerde panelen van minerale wol en polyurethaan (Trimo, Rex): Deze energiezuinige, uit één component bestaande panelen zijn in de fabriek ontworpen en worden meestal rechtstreeks op het structurele geraamte van het gebouw bevestigd, waardoor ze zowel isoleren als weerbestendig zijn zonder dat er een spouw in de gevelbekleding nodig is.
  • • Vacuümgeïsoleerde panelen voor gebouwen (Turvac): Met hun ultralage thermische geleidbaarheid en hoge thermische weerstand bieden deze panelen superieure isolatie in vergelijking met traditionele materialen.
  • • Thermo-akoestische isolatieplaten (Recticel Insulation): Deze platen, die ontworpen zijn voor scheidingswanden, verminderen de geluidsoverdracht tussen ruimtes en bieden tegelijk een sterke thermische isolatie. Gemaakt van gerecycleerd PU-schuim van afgedankte matrassen, dragen ze bij tot afvalvermindering en milieuduurzaamheid.
  • • Vacuümgeïsoleerde panelen voor verpakking (Turvac): Deze panelen bieden zeer efficiënte, ruimtebesparende isolatieoplossingen voor verpakkingstoepassingen.

De economische activiteiten van Soundcoat in onze divisie Acoustic Solutions en de niet-bouwproducten van Turvac komen niet in aanmerking voor een van de zes EU Taxonomie criteria.

5.1.3.3 In aanmerking komende activiteiten die voldoen aan de technische screeningscriteria in 2024

De onderstaande tabel geeft een overzicht van de activiteiten die in aanmerking komen voor EU Taxonomie en voldoen aan de technische screeningscriteria voor het beperken van de klimaatverandering. De vacuümgeïsoleerde verpakkingspanelen voldoen aan geen van de technische criteria.

Milieu Doelstelling ECONOMISCHE ACTIVITEIT 2024 EU TAXONOMIE CATEGORIE VAN
ECONOMISCHE ACTIVITEIT
TECHNISCHE SELECTIECRITERIA
Klimaatmitigatie Isolatieplaten Categorie 3.5
Vervaardiging van energie
efficiënte apparatuur voor
gebouwen
Isolatieproducten met een
lambdawaarde lager dan of
gelijk aan 0,06 W/mK.
Geïsoleerde panelen Categorie 3.5
Vervaardiging van energie
efficiënte apparatuur voor
gebouwen
Buitenwandsystemen met
een U-waarde lager dan of
gelijk aan 0,5 W/m²K.
Dakbedekkingssystemen met
een U-waarde lager dan of
gelijk aan 0,3 W/m²K.
Vacuümgeïsoleerde panelen
voor gebouwen
Categorie 3.5
Vervaardiging van energie
efficiënte apparatuur voor
gebouwen
Isolatieproducten met een
lambdawaarde lager dan of
gelijk aan 0,06 W/mK.
Thermo-akoestische platen Categorie 3.5
Vervaardiging van energie
efficiënte apparatuur voor
gebouwen
Isolatieproducten met een
lambdawaarde lager dan of
gelijk aan 0,06 W/mK.

Tabel 1. Omzet 2024 met betrekking tot activiteiten die in aanmerking komen voor EU Taxonomie en voldoen aan de technische criteria

Economische activiteit % OMZET DAT IN AANMERKING KOMT VOOR AFSTEMMING MET
EU TAXONOMIE
Vervaardiging van energie-efficiënte apparatuur voor
gebouwen
86,1%

Tabel 2. CapEx en OpEx 2024 met betrekking tot activiteiten die in aanmerking komen voor EU Taxonomie en voldoen aan de technische criteria

KPI % CAPEX/OPEX DAT IN AANMERKING KOMT VOOR AFSTEMMING
MET EU TAXONOMIE
Gerelateerd aan kapitaaluitgaven (CapEx) 82,7%
Gerelateerd aan operationele uitgaven (OpEx) 79,0%

5.1.3.4 Voldoen aan de 'geen ernstige afbreuk doen aan' criteria in 2024 (GEAD)

Op het moment van publicatie van het AR2024 was een beoordeling voor alle Recticel-locaties nog niet volledig afgerond, waarbij de volgende aspecten aan bod moeten komen:

• Aanpassing aan klimaatverandering

  • Identificeer relevante fysieke klimaatrisico's
  • Beoordeel de materialiteit van elk geïdentificeerd risico
  • Identificeer en implementeer oplossingen om de geïdentificeerde materiële risico's te beperken

Water

  • Identificeer watermassa's die beïnvloed kunnen worden door de activiteit (bijv. wateronttrekking, lozing van afvalwater, enz.)
  • Identificeer watermassa's die mogelijk beïnvloed worden door de activiteit
  • Beoordeel risico's met betrekking tot het behoud van de waterkwaliteit en het vermijden van water stress
  • Ontwikkel een beheersplan voor watergebruik en -bescherming voor de geïdentificeerde risico's

• Biodiversiteit

  • Afscherming van locaties in of nabij biodiversiteitsgevoelige gebieden
  • Ontwikkel een beheersplan voor de geïdentificeerde biodiversiteit risico's

Opgemerkt moet worden dat Recticel heel weinig water gebruikt in zijn productieprocessen. De screening van de dochteronderneming Rex, die op 8 januari 2024 werd overgenomen, zal in 2025 plaatsvinden.

5.1.3.5 Naleving van de minimumwaarborgen in 2024

Minimumwaarborgen in de context van de EU Taxonomie verwijzen naar een reeks sociale en bestuurlijke criteria

waaraan economische activiteiten moeten voldoen die als ecologisch duurzaam worden beschouwd. De opname van deze waarborgen in de EU Taxonomie wordt gezien als een belangrijke stap om ervoor te zorgen dat de overgang naar een duurzame economie rechtvaardig is en de rechten van werknemers, gemeenschappen en het milieu respecteert.

Afstemming met de volgende richtlijnen en principes is vereist:

OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen

VN-richtlijnen voor bedrijfsleven en mensenrechten

Fundamentele verdragen van de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO)

Internationaal Statuut van de Rechten van de Mens

We hebben de naleving van de EU Taxonomieverordening inzake minimumwaarborgen geëvalueerd, waarbij we ons hebben gericht op mensenrechten, arbeidsrechten en consumentenrechten in de hele waardeketen, evenals op kwesties met betrekking tot omkoping en corruptie, belasting en eerlijke concurrentie. Om aan deze waarborgen te voldoen, moeten bedrijven robuuste due diligence-processen implementeren en de afwezigheid van specifieke negatieve effecten of incidenten aantonen.

Bij Recticel hebben we de nodige risicobeheersingsen due diligence-processen opgestart voor onze waardeketen. Zie Hoofdstuk 3.4, GOV-4 Duediligenceverklaring voor de toeleveringsketen.

Recticel heeft in de vijf jaar voorafgaand aan dit jaarverslag geen overtredingen vastgesteld op het vlak van mensenrechten, arbeidsrechten, consumentenrechten, anticorruptie-, belasting- of concurrentiewetgeving. Bovendien heeft Recticel geen contacten gehad met een nationaal contactpunt van de OESO of het Business and Human Rights Resource Centre.

5.1.3.6 Uitkomst afstemming EU Taxonomie

86,1% van de activiteiten van Recticel voldoen aan de technische criteria om bij te dragen tot de beperking van de klimaatverandering. Aangezien er in 2024 geen volledige afstemming was met betrekking tot de GEADcriteria, was 0% van onze activiteit in 2024 conform met de EU Taxonomie.

De omzet die in aanmerking komt voor taxonomie steeg met 6,4% van 493.460 KEUR (herwerkt voor 2023) naar 525.172 KEUR, inclusief de overname van Rex.

De voor taxonomie in aanmerking komende investeringsuitgaven stegen met 471,7% van 12.439 KEUR (herwerkt voor 2023) tot 71.114 KEUR, grotendeels als gevolg van de materiële en immateriële bedrijfscombinaties van Rex.

De voor taxonomie in aanmerking komende OpEx daalde met 3,2% van 10,409 KEUR (herwerkt voor 2023) naar 10.091 KEUR.

De belangrijkste parameters van de verandering in de CapEx KPI voor 2024 komen voort uit de overname van Rex Panels & Profiles, met name de immateriële en materiële activa (hoofdstukken 7.2.5.1 en 7.2.5.3) en activa met gebruiksrechten (hoofdstuk 7.2.5.4), die zijn ingedeeld in economische activiteiten die wel en niet in aanmerking komen voor de EU Taxonomie. Daarnaast wordt de kapitaaluitgave voor apparatuur en voertuigen onder 'Nieuwe leases' (hoofdstuk 7.2.5.1) gerapporteerd als in aanmerking komend voor taxonomie. Andere in aanmerking komende investeringen (Categorie C) omvatten investeringen in energie-efficiënte gebouwupgrades (nieuwe verlichting), installatie van oplaadpunten voor elektrische voertuigen op parkeerterreinen die grenzen aan het gebouw, installatie van fotovoltaïsche panelen en dakisolatie voor bestaande gebouwen.

Voor de OpEx KPI bestaat de noemer uit dagelijkse kosten die direct worden gemaakt voor onderzoek en ontwikkeling, renovatie van gebouwen, kortlopende lease en de reparatie en het onderhoud van materiële vaste activa. Er werden geen andere directe uitgaven opgenomen die verband houden met het lopende onderhoud van de activa van Recticel. De teller van de OpEx wordt bepaald met behulp van omzet die in aanmerking komt voor taxonomie als verdeelsleutel. De wijzigingen houden verband met de overname van Rex Panels & Profiles.

5.1.4 EU Taxonomie rapporteringstabellen in 2024

Aandeel omzet uit producten of diensten die verband houden met op taxonomie afgestemde economische activiteiten - rapportage over jaar 2024

Boekjaar 2024 2024 Criteria inzake substantiële bijdrage GEAD-criteria
('geen ernstige afbreuk doen aan') (h)
ACTIVITEITEN (1)
ECONOMISCHE
(A) (2)
CODE
OMZET (3) AANDEEL OMZET (4) KLIMAATMITIGATIE (5) KLIMAATADAPTATIE (6) WATER (7) VERONTREINIGING (8) CIRCULAIRE ECONOMIE
(9)
BIODIVERSITEIT (10) KLIMAATMITIGATIE (11) KLIMAATADAPTATIE (12) WATER (13) VERONTREINIGING (14) CIRCULAIRE ECONOMIE
(15)
BIODIVERSITEIT (16) MINIMUMGARANTIES (17) TAXONOMIE AFGESTEMDE
AANMERKING KOMENDE
(A.1.) OF ERVOOR IN
AANDEEL VAN OP
JAAR 2023 (18)
OMZET,
(A.2.)
FACILITERENDE ACTIVITEIT
CATEGORIE
(19)
CATEGORIE TRANSITIE
ONDERSTEUNENDE
ACTIVITEIT (20)
EUR
X 1.000
% J; N;
NIAK (B)
(C)
J; N;
NIAK (B)
(C)
J; N;
NIAK (B)
(C)
J; N;
NIAK (B)
(C)
J; N;
NIAK (B)
(C)
J; N;
NIAK (B)
(C)
J/N J/N J/N J/N J/N Y/N Y/N % F T
A. VOOR DE TAXONOMIE IN AANMERKING KOMENDE ACTIVITEITEN
A.1. Ecologisch duurzame activiteiten (op taxonomie afgestemd)
Omzet uit ecologisch duurzame activiteiten (op taxonomie afgestemd)
(A.1)
0 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% - - - - - - N 0,0%
Waarvan faciliterend 0 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% - - - - - - N 0,0% F
Waarvan transitieondersteunend
0
0,0%
0,0% - - - - - - N 0,0% T
A.2 Voor de taxonomie in aanmerking komende, maar ecologisch niet duurzame activiteiten (niet op taxonomie afgestemde activiteiten) (e) (g)
iak;
niak
(f)
iak;
niak
(f)
iak;
niak
(f)
iak;
niak
(f)
iak;
niak
(f)
iak;
niak
(f)
%
Vervaardiging van energie-efficiënte uitrusting voor
gebouwen
CCM 3.5 525.172 86,1% iak niak niak niak niak niak 93,2%
Omzet uit voor de taxonomie in aanmerking komende, maar ecologisch
niet duurzamen activiteiten (niet op taxonomie afgestemde activiteiten)
525.172 86,1% 86,1% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 93,2%
B. NIET VOOR DE TAXONOMIE IN AANMERKING KOMENDE ACTIVITEITEN
Omzet niet voor de taxonomie in aanmerking komende activiteiten 85.024 13,9%
TOTAAL (A.1 + A.2 + B) 610.196 100,0%

Kolom (17): N –een voor de taxonomie in aanmerking komende maar niet daarop afgestemde entitieit voor de desbetreffende mileudoelstelling

Kolom (5): iak – voor de taxonomie in aanmerking komende activiteit voor de desbetreffende doelstelling

Kolom (6-10): niak – niet voor de taxonomie in aanmerking komende activiteit voor de desbetreffende doelstelling

Aandeel CapEx uit producten of diensten die verband houden met op taxonomie afgestemde economische activiteiten - rapportage over jaar 2024

Boekjaar 2024 2024 Criteria inzake substantiële bijdrage GEAD-criteria
('geen ernstige afbreuk doen aan') (h)
ACTIVITEITEN (1)
ECONOMISCHE
(A) (2)
CODE
CAPEX (3) AANDEEL CAPEX (4) KLIMAATMITIGATIE (5) KLIMAATADAPTATIE
(6)
WATER (7) VERONTREINIGING (8) CIRCULAIRE ECONOMIE
(9)
BIODIVERSITEIT (10) KLIMAATMITIGATIE (11) KLIMAATADAPTATIE
(12)
WATER (13) VERONTREINIGING (14) CIRCULAIRE ECONOMIE
(15)
BIODIVERSITEIT (16) MINIMUMGARANTIES
(17)
(A.1.) OF ERVOOR
IN AANMERKING
OP TAXONOMIE
KOMENDE (A.2.)
AANDEEL VAN
JAAR 2023 (18)
AFGESTEMDE
OMZET,
FACILITERENDE
ACTIVITEIT (19)
CATEGORIE
CATEGORIE TRANSITIE
ONDERSTEUNENDE
ACTIVITEIT (20)
EUR
X 1,000
% J; N;
NIAK (B)
(C)
J; N;
NIAK (B)
(C)
J; N;
NIAK (B)
(C)
J; N;
NIAK (B)
(C)
J; N;
NIAK (B)
(C)
J; N;
NIAK (B)
(C)
J/N J/N J/N J/N J/N J/N J/N % F T
A. VOOR DE TAXONOMIE IN AANMERKING KOMENDE ACTIVITEITEN
A.1. Ecologisch duurzame activiteiten (op taxonomie afgestemd)
CapEx ecologisch duurzame activiteiten (op taxonomie afgestemd) (A.1) 0 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% - - - - - - N 0,0%
Waarvan faciliterend 0 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% - - - - - - N 0,0% F
Waarvan transitieondersteunend 0 0,0% 0,0% - - - - - - N 0,0% T
A.2 Voor de taxonomie in aanmerking komende, maar ecologisch niet duurzame activiteiten (niet op taxonomie afgestemde activiteiten) (e) (g)
iak;
niak
(f)
iak;
niak
(f)
iak;
niak
(f)
iak;
niak
(f)
iak;
niak
(f)
iak;
niak
(f)
Vervaardiging van energie-efficiënte uitrusting voor gebouwen CCM 3.5 71.114 82,6% iak niak niak niak niak niak 53,0%
Elektriciteit opwekken met fotovoltaïsche zonne
energietechnologie
CCM 4.1 0 0,0% iak niak niak niak niak niak 0,1%
Installatie, onderhoud en reparatie van oplaadstations voor
elektrische voertuigen in gebouwen en parkeerplaatsen bij
gebouwen
CCM 7.4 52 0,1% iak niak niak niak niak niak 0,2%
Installatie, onderhoud en reparatie van energie-efficiënte
apparatuur
CCM 7.6 16 0,0% iak niak niak niak niak niak 0,8%
Renovatie van bestaande gebouwen CCM 7.2 18 0,0% iak niak niak niak niak niak 0,0%
CapEx voor de taxonomie in aanmerking komende, maar ecologisch niet
71.201
82,7%
duurzamen activiteiten (niet op taxonomie afgestemde activiteiten) (A.2)
82,7% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 54,1%
B. NIET VOOR DE TAXONOMIE IN AANMERKING KOMENDE ACTIVITEITEN
CapEx van niet voor de taxonomie in aanmerking komende activiteiten 14.844 17,3%
TOTAAL (A.1 + A.2 + B) 86.046 100,0%

Kolom (17): N –een voor de taxonomie in aanmerking komende maar niet daaro afgestemde entitieit voor de desbetreffende mileudoelstelling

Kolom (5): iak – voor de taxonomie in aanmerking komende activiteit voor de desbetreffende doelstelling

Kolom (6-10): niak – niet voor de taxonomie in aanmerking komende activiteit voor de desbetreffende doelstelling

Aandeel OpEx uit producten of diensten die verband houden met op taxonomie afgestemde economische activiteiten - rapportage over jaar 2024

Boekjaar 2024 2024 Criteria inzake substantiële bijdrage GEAD-criteria
('geen ernstige afbreuk doen aan') (h)
ECONOMISCHE ACTIVITEITEN (1) (A) (2)
CODE
OPEX (3) AANDEEL OPEX (4) KLIMAATMITIGATIE (5) KLIMAATADAPTATIE (6) WATER (7) VERONTREINIGING (8) CIRCULAIRE ECONOMIE (9) BIODIVERSITEIT (10) KLIMAATMITIGATIE (11) KLIMAATADAPTATIE (12) WATER (13) VERONTREINIGING (14) CIRCULAIRE ECONOMIE (15) BIODIVERSITEIT (16) MINIMUMGARANTIES (17) AFGESTEMDE (A.1.) OF ERVOOR IN
AANDEEL VAN OP TAXONOMIE
AANMERKING KOMENDE (A.2.)
JAAR 2023 (18)
OPEX,
CATEGORIE FACILITERENDE
ACTIVITEIT (19)
ONDERSTEUNENDE ACTIVITEIT (20)
CATEGORIE TRANSITIE
EUR
X 1,000
% J; N;
NIAK (B)
(C)
J; N;
NIAK
(B) (C)
J; N;
NIAK
(B)
(C)
J; N;
NIAK (B)
(C)
J; N;
NIAK
(B)
(C)
J; N;
NIAK (B)
(C)
J/N J/N J/N J/N J/N J/N J/N % F T
A. VOOR DE TAXONOMIE IN AANMERKING KOMENDE ACTIVITEITEN
A.1. Ecologisch duurzame activiteiten (op taxonomie afgestemd)
OpEx ecologisch duurzame activiteiten (op taxonomie afgestemd) (A.1) 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% - - - - - - N 0,0%
Waarvan faciliterend
0
0,0%
0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% - - - - - - N 0,0% F
Waarvan transitieondersteunend 0 0,0% 0,0% - - - - - - N 0,0% T
A.2 Voor de taxonomie in aanmerking komende, maar ecologisch niet duurzame activiteiten (niet op taxonomie afgestemde activiteiten) (e) (g)
iak;
niak
(f)
iak;
niak
(f)
iak;
niak
(f)
iak;
niak
(f)
iak;
niak
(f)
iak;
niak
(f)
%
Vervaardiging van energie-efficiënte uitrusting voor
gebouwen
CCM
3.5
10.091 79,0% iak niak niak niak niak niak 82,2%
OpEx voor de taxonomie in aanmerking komende, maar ecologisch niet
duurzamen activiteiten (niet op taxonomie afgestemde activiteiten)
(A.2)
10.091 79,0% 79,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 82,2%
B. NIET VOOR DE TAXONOMIE IN AANMERKING KOMENDE ACTIVITEITEN
OpEx van niet voor de taxonomie in aanmerking komende activiteiten 2.678 21,0%
TOTAAL (A.1 + A.2 + B)
12.768
100,0%

Kolom (17): N –een voor de taxonomie in aanmerking komende maar niet daaro afgestemde entitieit voor de desbetreffende mileudoelstelling

Kolom (5): iak – voor de taxonomie in aanmerking komende activiteit voor de desbetreffende doelstelling

Kolom (6-10): niak – niet voor de taxonomie in aanmerking komende activiteit voor de desbetreffende doelstelling

(a) De code is de afkorting van de desbetreffende doelstelling waarvoor de economische activiteit in aanmerking komt er een substantiële bijdrage aan te leveren, alsmede het afdelingsnummer van de activiteit in de desbetreffende bijlage met betrekking tot de doelstelling, namelijk:

  • Klimaatmitigatie: KM - Klimaatadaptatie: KA
  • Water en mariene hulpbronnen: WTR
  • Circulaire economie: CE
  • Preventie en bestrijding van verontreiniging: PBV
  • Biodiversiteit en ecosystemen BIO

(b) J — Ja, is een voor de taxonomie in aanmerking komende en daarop afgestemde activiteit voor de desbetreffende milieudoelstelling

  • N Neen, is een voor de taxonomie in aanmerking komende maar niet daarop afgestemde activiteit voor de desbetreffende milieudoelstelling
  • niak niet in aanmerking komend; deze activiteit komt niet voor de taxonomie in aanmerking voor de desbetreffende milieudoelstelling

(c) Wanneer een economische activiteit substantieel aan meerdere milieudoelstellingen bijdraagt, vermelden niet-financiële ondernemingen vetgedrukt de meest relevante milieudoelstelling voor de berekening van de KPI's van financiële ondernemingen, waarbij dubbeltelling wordt vermeden. Wanneer het gebruik van de opbrengsten van de financiering niet bekend is, berekenen financiële ondernemingen in hun respectieve KPI's de financiering van economische activiteiten die bijdragen tot meerdere milieudoelstellingen onder de meest relevante milieudoelstelling die in deze template vetgedrukt wordt gerapporteerd door niet-financiële ondernemingen. Een milieudoelstelling mag slechts één keer vetgedrukt in één rij worden gerapporteerd om dubbeltelling van economische activiteiten in de KPI's van financiële ondernemingen te voorkomen. Dit geldt niet voor de berekening van de afstemming op de taxonomie van economische activiteiten voor financiële producten zoals gedefinieerd in artikel 2, punt 12), van Verordening (EU) 2019/2088. Niet-financiële ondernemingen rapporteren ook de mate van inaanmerkingkoming en afstemming per milieudoelstelling, inclusief afstemming op elk van de milieudoelstellingen voor activiteiten die substantieel bijdragen aan verschillende doelstellingen.

(d) Dezelfde activiteit kan op een of meer milieudoelstellingen afgestemd zijn waarvoor zij in aanmerking komt.

(e) Dezelfde activiteit kan in aanmerking komen en niet afgestemd zijn op de desbetreffende milieudoelstellingen.

(f) iak — voor de taxonomie in aanmerking komende activiteit voor de desbetreffende doelstelling Niak — niet voor de taxonomie in aanmerking komende activiteit voor de desbetreffende doelstelling

(g) Activiteiten worden alleen gerapporteerd in afdeling A.2 van deze template als zij niet zijn afgestemd op een milieudoelstelling waarvoor zij in aanmerking komen. Activiteiten die op ten minste één milieudoelstelling zijn afgestemd, worden gerapporteerd in deel A.1 van deze template.

(h) Voor een in afdeling A.1 te rapporteren activiteit moet aan alle GEAD-criteria en minimumgaranties worden voldaan.

AAN KERNENERGIE GERELATEERDE ACTIVITEITEN
1 De onderneming voert onderzoek, ontwikkeling, demonstratie en inzet van innovatieve elektriciteitsopwekkingsfaciliteiten uit, financiert deze of heeft blootstelling aan deze
faciliteiten, die energie opwekken uit nucleaire processen met minimaal afval van de splijtstofcyclus.
GEEN
2 De onderneming voert nieuwe nucleaire installaties uit voor de productie van elektriciteit of proceswarmte, inclusief stadsverwarming of industriële processen zoals
waterstofproductie, financiert deze of heeft blootstelling aan de bouw en veilige exploitatie ervan, evenals de verbetering van de veiligheid ervan, met gebruik van de best
beschikbare technologieën.
GEEN
3 De onderneming beheert, financiert of is blootgesteld aan de veilige exploitatie van bestaande nucleaire installaties die elektriciteit of proceswarmte produceren, inclusief
voor stadsverwarming of industriële processen zoals de productie van waterstof uit kernenergie, evenals de veiligheidsupgrades daarvan.
GEEN
AAN FOSSIEL GAS GERELATEERDE ACTIVITEITEN
4 De onderneming is actief in, financiert of is blootgesteld aan de bouw of exploitatie van elektriciteitscentrales die elektriciteit opwekken met behulp van fossiele gasvormige
brandstoffen.
GEEN
5 De onderneming voert installaties voor warmtekrachtkoppeling en elektriciteitsopwekking met fossiele gasvormige brandstoffen uit, financiert deze of heeft blootstelling aan
de bouw, renovatie en exploitatie ervan.
GEEN
6 De onderneming voert warmteopwekkingsinstallaties uit die warmte/koeling produceren met behulp van fossiele gasvormige brandstoffen, financiert deze of heeft
blootstelling aan de bouw, renovatie en exploitatie ervan.
GEEN

5.2 Milieu | E1 Klimaatverandering

Het onderstaande overzicht volgt de structuur van ESRS E1. Alle subonderwerpen werden als materieel beschouwd in de dubbele materialiteitsanalyse (DMA).

Daarnaast geeft Hoofdstuk 5.1 details over de EU Taxonomie-rapportering, terwijl Hoofdstuk 5.2.8 informatie bevat over de vermeden emissies van onze bouwproducten die in 2024 verkocht worden. Recticel integreert duurzaamheidsgerelateerde prestatiedoelstellingen in incentiveprogramma's, zoals gedetailleerd beschreven in Hoofdstuk 3.3, GOV-3.

Opmerking: Als gevolg van de overname van Rex Panels & Profiles op 8 januari 2024 met drie operationele gebouwen in België, hebben we onze SBTi-gegevens voor het basisjaar (2021) en het voorgaande jaar 2023 herwerkt in Hoofdstuk 5.2.6 (E1-5 Energieverbruik en energiemix) en in Hoofdstuk 5.2.7 (E1-6 Bruto scopes 1, 2, 3 emissies en totale broeikasgasemissies).

5.2.1 Materiële E1 IRO's en hun interactie met strategie en bedrijfsmodel

Hoofdstuk 4.3, Navigeren door het landschap van risico's en kansen, biedt een uitgebreid overzicht van de materiële IRO's die verband houden met ESRS E1, inclusief de beschrijving van het IRO-proces en hun interactie met de strategie en het bedrijfsmodel. Informatie over de resultaten van de veerkrachtanalyse is te vinden in Hoofdstuk 2.3.4, Veerkracht van ons bedrijfsmodel en onze strategie.

5.2.2 E1-1 Transitieplan voor klimaatmitigatie

Sinds 2010 heeft Recticel een belangrijke transformatie ondergaan, van herstructurering en optimalisering van de productie tot herpositionering als toonaangevend isolatiebedrijf. Vandaag de dag leveren we energieefficiënte oplossingen die klimaatverandering helpen tegen te gaan. Door strategische desinvesteringen en overnames hebben we onze isolatieactiviteiten versterkt en zijn we klaar voor verdere groei.

Aangezien we in zeven landen actief zijn, wordt de elektrificatiestrategie van Recticel beïnvloed door de mate waarin de regionale elektriciteitsnetten aangepast zijn en de toegang tot koolstofarme elektriciteit. Hoewel sommige regio's duidelijke roadmaps voor elektrificatie hebben, loopt de ontwikkeling van de infrastructuur vaak achter, waardoor de aansluiting op het elektriciteitsnet vertraging oploopt.

In het VK heeft Ofgem naar aanleiding van vertragingen bij de aansluiting van hernieuwbare energieprojecten op het net een investering van GBP 4 miljard goedgekeurd om de ontwikkeling van infrastructuur te versnellen. In België vordert de elektrificatie snel in sectoren zoals mobiliteit en industrie, maar het tempo blijft ongelijk, wat leidt tot onevenwichtigheden tussen vraag en aanbod. Frankrijk staat voor soortgelijke uitdagingen: de snelle uitbreiding van zonne-energie veroorzaakt knelpunten bij de aansluiting op het net. De netbeheerder RTE schat dat er tot 2040 EUR 100 miljard geïnvesteerd moet worden om het Franse elektriciteitsnet te moderniseren en uit te breiden.

Deze regionale verschillen benadrukken de complexiteit van het opschalen van elektrificatie en de overgang naar duurzame energieoplossingen in al onze activiteiten. Als een slimme isolatiegroep willen we voldoen aan de behoeften van onze klanten en duurzame ontwikkeling stimuleren in een sector die wordt aangedreven door de energietransitie. Onze oplossingen zijn geworteld in duurzame innovatie en pakken belangrijke maatschappelijke uitdagingen aan, zoals klimaatverandering, uitputting van grondstoffen en de dringende behoefte aan schone, hernieuwbare energie.

Portfolio en EU Taxonomie geschiktheid

Onze huidige portefeuille richt zich op een van de meest kritieke megatrends, het verminderen van CO2e emissies om het milieu te beschermen. Dit wordt weerspiegeld in onze EU Taxonomie verklaring (Hoofdstuk 5.1), die een gestandaardiseerd kader biedt voor het classificeren van ecologisch duurzame activiteiten. 86,1% van onze isolatieplaten, geïsoleerde panelen en vacuümgeïsoleerde panelen voldoen aan de technische screeningcriteria voor het beperken van klimaatmitigatie (Cat. 3.5, Vervaardiging van energie-efficiënte apparatuur voor gebouwen).

Het initiatief op basis van wetenschappelijke doelstellingen (SBTi)

Onze toewijding aan milieubeheer wordt geïllustreerd door onze betrokkenheid bij het Science Based Targets initiatief (SBTi), dat onze doelen in februari 2024 heeft goedgekeurd. Met net-zero uitstoot in 2050 als ons uiteindelijke doel, hebben we voor 2030 twee kortetermijndoelen gesteld die zijn afgestemd op het beperken van de opwarming van de aarde tot 1,5°C, zoals bepaald in het Akkoord van Parijs. Details over onze doelen, koolstofarme hefbomen, actieplannen en bijbehorende uitgaven zijn te vinden in Hoofdstuk 5.2.4, E1-3, en Hoofdstuk 5.2.5, E1-4.

Actie op korte termijn: Vermindering van scope 1 en 2 emissies

Een belangrijk element van onze strategie voor de nabije toekomst is het bereiken van een reductie van 90% in de absolute scope 1+2 broeikasgasemissies tegen 2030, gebaseerd op een baseline van 2021. Om ervoor te zorgen dat we verantwoording afleggen en meetbare vooruitgang boeken, hebben we ESGgerelateerde geldelijke stimulansen geïntegreerd in de beloningspraktijken van bedienden (Hay Grade 14 en hoger) en leidinggevenden. Zie Hoofdstuk 3.4, GOV-4 voor meer informatie over het afstemmen van beloning op duurzaamheidsdoelstellingen.

Locked-in emissies aanpakken

We hebben potentiële locked-in broeikasgasemissies geïdentificeerd in de koolstofintensieve grondstoffen die worden gebruikt voor de productie van isolatieplaten en geïsoleerde panelen. Door samen te werken met onze toeleveringsketen stimuleren we innovatie om deze uitstoot te verminderen, versterken we onze veerkracht en dragen we bij aan een koolstofarme economie. Er zijn geen locked-in emissies geïdentificeerd in onze infrastructuur of activiteiten.

Afstemming op EU-benchmarks voor Parijs

Recticel is afgestemd op de Paris-Aligned Benchmarks (PAB's) van de EU, die beleggingsportefeuilles begeleiden om te voldoen aan de klimaatdoelstellingen van het Akkoord van Parijs. Deze afstemming onderstreept ons streven om de hoogste normen voor klimaatverantwoordelijkheid te bereiken en tegelijkertijd duurzame groei en waardecreatie op lange termijn te stimuleren.

Bestuur en toezicht

De Raad van Bestuur, in samenwerking met het Audit- en Duurzaamheidscomité, heeft de ESG-strategie beoordeeld en goedgekeurd, inclusief het transitieplan voor de beperking van klimaatverandering, om ervoor te zorgen dat deze in lijn is met de hoge duurzaamheidsnormen. Voor meer informatie over governance, zie Hoofdstuk 3.2, GOV-2.

Investeringen

In 2024 investeerde Recticel in de modernisering van zijn fabrieken en de optimalisering van de productielijnen om de efficiëntie te verhogen en tegelijk het energieverbruik en de gerelateerde uitstoot van broeikasgassen te verminderen. Daarnaast investeren we in R&D voor een recyclingfabriek van de volgende generatie in Wevelgem, België. Deze faciliteit van EUR 13 miljoen zal gespecialiseerd zijn in de chemische recycling van PU-afval tot grondstoffen voor de productie van nieuwe platen, wat een belangrijke bijdrage levert aan de circulariteit in onze sector en de scope 3 emissies aanzienlijk vermindert.

5.2.3 E1-2 Beleid ten aanzien van klimaatmitigatie

Onze duurzaamheidsstrategie heeft ons portfolio en onze innovatieprioriteiten vormgegeven als antwoord op belangrijke maatschappelijke uitdagingen. Met ons Race to Net Zero pakken we de klimaatmitigatie aan binnen onze activiteiten, toeleveringsketen en bedrijfsactiviteiten. De strategie is gebaseerd op wetenschappelijk bewijs, beste praktijken in de sector en ons streven naar voortdurende verbetering.

Doelstellingen

• Klimaatverandering bestrijden door decarbonisatie en efficiënt materiaalgebruik • Onze SBTi-doelstellingen nakomen

Doelactiviteiten

  • Vermindering van direct energieverbruik & elektrificatie
  • Conversieproces energie uitfaseren van fossiele brandstoffen
  • Eigen energie verhogen
  • Bedrijfswagens zonder uitstoot
  • Daling van koolstofintensiteit van producten van belangrijke leveranciers
  • Geen afval naar stortplaats
  • Herstel van waarde op einde levensduur (EOL)
  • Vermindering van distributie-inefficiëntie

Recticel heeft een uitgebreid beleidskader opgesteld als leidraad voor haar inspanningen om de klimaatverandering te beperken, wat ons engagement onderstreept om ambitieuze doelstellingen te behalen op het vlak van de vermindering van broeikasgassen en de overgang naar een duurzame toekomst.

5.2.3.1 Toepassingsgebied en uitsluitingen

Het beleid om klimaatverandering tegen te gaan is van toepassing op alle bedrijfsonderdelen, activiteiten en toeleveringsketens wereldwijd. Het omvat de reductie van scopes 1, 2, 3 broeikasgasemissies, het gebruik van hernieuwbare energie en de implementatie van duurzame productontwerpprincipes, met de nadruk op efficiënt materiaalgebruik en recycleerbaarheid. Uitsluitingen zijn beperkt tot activiteiten waarover Recticel geen operationele controle heeft.

5.2.3.2 Verantwoordingsplicht

De algemene verantwoordelijkheid voor onze duurzaamheidsambities, strategie, rapportering en issues management ligt bij de Chief Executive Officer (CEO). Als zodanig is hij eindverantwoordelijk voor de implementatie van het beleid, het afstemmen op de strategische prioriteiten van Recticel en het toezicht houden op de voortgang ten opzichte van onze klimaatgerelateerde doelstellingen. Zie Hoofdstuk 3.2 (GOV-2) over de rol en verantwoordelijkheid van het Audit- en Duurzaamheidscomité.

5.2.3.3 Afstemming op standaarden van derden

Het beleid respecteert internationaal erkende normen en kaders, waaronder:

  • Het Science Based Targets-initiatief (SBTi) voor het afstemmen van broeikasgasreductiedoelstellingen op de Overeenkomst van Parijs
  • EU Taxonomie voor duurzame activiteiten
  • Aanbevelingen van de 'Task Force on Climate-related Financial Disclosures' (zie Hoofdstuk 8.3)
  • ISO 14001 voor milieubeheersystemen
  • Bijdrage aan de VN-doelen voor duurzame ontwikkeling (SDG) (zie Hoofdstuk 8.3)

5.2.3.4 Belangen van stakeholders

Bij de ontwikkeling en verfijning van het beleid ter beperking van de klimaatverandering wordt rekening gehouden met de belangen en inbreng van de volgende stakeholders:

  • Investeerders: Nadruk op financiële veerkracht en afstemming op duurzaamheidsbenchmarks
  • Klanten: Vraag naar koolstofarme, energie-efficiënte producten
  • Medewerkers: Betrokkenheid bij duurzaamheidsdoelen, inclusief stimulansen
  • Regelgevers: Naleving van klimaatgerelateerde wetgeving en rapportagenormen
  • Leveranciers: Betrokkenheid bij het verlagen van de materiaalgebonden emissie van aangekochte materialen en bij de ontwikkeling van materialen met inhoud van biologische herkomst

5.2.3.5 Communicatie met stakeholders

Het beleid van de Recticel Group voor de beperking van de klimaatverandering werd grondig uitgewerkt in 2024 en zal in 2025 worden afgerond en gepubliceerd op de bedrijfswebsite. In de tussentijd worden werknemers, leveranciers en andere relevante stakeholders actief betrokken via gerichte communicatiestrategieën en samenwerkingsinitiatieven, zodat een effectieve implementatie en gedeelde verantwoordelijkheid gegarandeerd zijn.

5.2.3.6 Klimaat impacts, risico's en kansen

Details over de impacts, risico's en kansen van klimaatverandering (IRO) worden gegeven in de overzichtstabel in Hoofdstuk 4.3.

5.2.4 E1-3 Maatregelen en middelen wat betreft beleid ten aanzien van klimaatverandering

In 2024 bereikten we een vermindering van 24,2% in de scope 1+2 koolstofintensiteit per m³ en een vermindering van 2,1% in scope 3 koolstofintensiteit per m³ (excl. Cat. 3.15, Investeringen) ten opzichte van 2021. Deze resultaten versterken ons vertrouwen in het behalen van onze SBTi-verplichting op korte termijn om de scope 1+2 emissies met 90% en scope 3 emissies met 25% te verminderen tegen 2030.

Ons SBTi-emissiereductieplan is afgestemd op een decarbonisatiesnelheid die consistent is met het beperken van de wereldwijde temperatuurstijging tot 1,5°C ten opzichte van pre-industriële temperaturen. Details over de voortgang ten opzichte van de doelstellingen zijn te vinden in Hoofdstuk 5.2.7, E1-6 Bruto scope 1, 2, 3 emissies en totale broeikasgasemissies.

De R&D-ontwikkelingen van Recticel en alle andere CapEx en OpEx uitgaven met betrekking tot categorie CCM 3.5 (productie van energie-efficiënte apparatuur voor gebouwen) worden beoordeeld in de context van de goedgekeurde SBTi-doelen (Hoofdstuk 5.2.5, E1-4), gerapporteerd in de EU Taxonomietabellen onder Hoofdstuk 5.1.3.

Terwijl we investeren om onze SBTi-doelen op korte termijn en net-zero te bereiken, evalueren we zorgvuldig de nuttige levensduur van vervangen activa en passen we onze schattingen dienovereenkomstig aan. Deze overwegingen worden weerspiegeld in onze jaarrekening en in dit stadium hebben onze initiatieven op het gebied van klimaatverandering geen materiële impact gehad op onze beoordelingen in de financiële verslaggeving.

Hieronder volgt een samenvatting van de acties die in 2024 zijn ondernomen als onderdeel van onze roadmap voor het terugdringen van broeikasgasemissies. Deze initiatieven, die zijn afgestemd op onze SBTi-doelen voor de korte en lange termijn (zie Hoofdstuk 5.2.5), zullen de komende jaren worden voortgezet.

Initiatieven voor energie-efficiëntie

Recticel werkt met een relatief lage energie-intensiteit, zoals blijkt uit onze bescheiden scope 1 en scope 2 broeikasgasemissies. We hebben het energieverbruik verder teruggedrongen door apparatuur te vervangen en de operationele efficiëntie te verbeteren. We hebben ons wagenpark meer geëlektrificeerd en bijna alle vorkheftrucks zijn nu elektrisch. Als gevolg hiervan zijn onze scope 1 emissies in 2024 met 28% gedaald sinds 2021.

Samenwerking in de toeleveringsketen

We werken samen met onze leveranciers om emissies in onze hele toeleveringsketen aan te pakken, duurzaamheid te bevorderen en positieve milieuresultaten te behalen. We hebben een duurzaamheidsscorekaart opgenomen in ons inkoopbeleid en werken uitgebreid samen met leveranciers om onze doelen te bereiken. Dit heeft geleid tot een vermindering in scope 3.1 emissies ten opzichte van het basisjaar 2021, terwijl de output is toegenomen.

Overgang naar hernieuwbare energie

Als onderdeel van onze overgang naar hernieuwbare energie onderzoeken we extra installaties van zonnepanelen op onze productielocaties en het gebruik van Power Purchase Agreements (PPA's). We hebben ook onze inkoop van groene stroom uit externe bronnen verhoogd. Daarnaast loopt er een project om onze activiteiten te elektrificeren.

Innovatie

Recticel besteedt ongeveer 1% van haar jaaromzet aan innovatieve oplossingen en technologieën die de beperking van de klimaatverandering en circulariteit ondersteunen. Dit omvat partnerschappen met onderzoeks- en ontwikkelingsinstituten om biogebaseerde grondstoffen en recyclingoplossingen voor afgedankte bouwmaterialen te onderzoeken.

Introductie nieuw product

Door zich te richten op het creëren van geavanceerde isolatiematerialen met uitzonderlijke thermische prestaties en een kleinere impact op het milieu, introduceerde Recticel verschillende nieuwe systemen en innovatieve producten in de periode 2023-2024.

• Powerdeck+ Light Roof

Het lichte daksysteem maakt het mogelijk om platte daken met staalplaat te renoveren met polyurethaan isolatieplaten en fotovoltaïsche panelen te installeren zonder de bestaande dakconstructie te versterken. In een gezamenlijk aanbod met SIKA Frankrijk overtreft dit nieuwe systeem het alternatief van minerale wol, waardoor dunnere panelen voor een gelijke -isolatiewaarde mogelijk zijn. Het is geschikt voor lichter constructiestaal en heeft een veel lagere CO2 voetafdruk dan alternatieven.

• Deck-VQ

Deck-VQ vacuümgeïsoleerde panelen bieden de ultieme efficiëntie voor veeleisende toepassingen. Vacuümgeïsoleerde panelen bieden een uitzonderlijk hoge isolatie-efficiëntie en ruimtebesparende eigenschappen en hebben een zeer lage koolstofvoetafdruk.

• Impact productlijn

Met de Eurowall Impact en Eurothane Silver Impact isolatieplaten bieden we een productlijn aan met 25% biocirculaire inhoud, waardoor hun ecologische voetafdruk met 43% vermindert terwijl ze dezelfde isolatieprestaties behouden.

• Alu-vrije plaat

Onze nieuwe gasdiffusiedichte alu-vrije polyurethaan (PIR) plaat voor prefab gebouwen vermindert het risico op corrosie en verhoogt de duurzaamheid van bouwprojecten aanzienlijk, met tot 40% minder koolstofuitstoot van de bekleding.

• BASE geïsoleerd paneel

BASE, een lichtgewicht achterwand-isolerend gevelsysteem, is een canvas voor architecten met een onpeberkte keuze aan architectuur en eindbekledingen. Het is een gevelsysteem met een extreem draagvermogen tot 60 kg/m2, waardoor het snel en met minder personeel kan worden geïnstalleerd en de materiaalgebonden koolstof van de gebouwschil tot 60% kan worden verminderd.

• Qbiss One Next & Trimoterm Next

Nu de vraag naar groenere bouwoplossingen toeneemt, wijzen Qbiss One Next en Trimoterm Next de weg naar een koolstofvrije toekomst. Deze geavanceerde geïsoleerde panelen zijn gemaakt van duurzame, koolstofarme materialen en kunnen tot 68% en 69% minder CO2e uitstoten dan bestaande alternatieven.

5.2.5 E1-4 Doelen inzake klimaatmitigatie

De SBTi, een samenwerking tussen CDP, UN Global Compact, WRI en WWF, biedt een wetenschappelijk onderbouwd kader voor bedrijven om hun uitstoot van broeikasgassen te verminderen in overeenstemming met de meest recente scenario's voor klimaatverandering en de bijbehorende koolstofbudgetten.

In oktober 2022 diende Recticel twee kortetermijndoelen en een langetermijndoelstelling voor net-zero in ter validatie bij het Science Based Targets initiative (SBTi). Deze werden goedgekeurd op 14 februari 2024.

5.2.5.1 Relatie met beleidsdoelstellingen

Onze doelstellingen zijn rechtstreeks afgestemd op het beleid van Recticel om de klimaatverandering te beperken, dat gericht is op het verminderen van onze koolstofvoetafdruk, het verbeteren van de energieefficiëntie en het bijdragen aan een koolstofarme economie. Deze doelstellingen zijn verankerd in onze strategische routekaart en weerspiegelen onze toewijding aan milieubeheer en duurzame groei.

Recticel koos operationele controle als consolidatiebenadering en alle divisies werden opgenomen in de inventarisatie. Alle wetenschappelijk onderbouwde doelen zijn getoetst aan de absolute inkrimpingsaanpak.

Alle doelen zijn gebaseerd op overtuigend wetenschappelijk bewijs, zoals gedefinieerd door de SBTi. Ze zijn ontworpen om te voldoen aan of verder te gaan dan de decarbonisatieopties die worden beschreven in de meest recente rapporten van de Intergouvernementele Werkgroep inzake klimaatverandering (IPCC), en zorgen voor afstemming op een scenario van 1,5°C opwarming van de aarde ten opzichte van pre-industriële temperaturen.

5.2.5.2 Reikwijdte van het doel

  • Doelen op korte termijn (2030)
  • Recticel verbindt zich ertoe om tegen 2030 de absolute scope 1+2 broeikasgasuitstoot met 90% te verminderen ten opzichte van het basisjaar 2021.
  • Recticel verbindt zich er ook toe om de absolute scope 3 broeikasgasuitstoot met 25% te verminderen binnen hetzelfde tijdsbestek.
  • Langetermijndoelstelling (2050)
  • Recticel verbindt zich ertoe om van 2030 tot 2050 ten minste 90% absolute scope 1+2 broeikasgasemissiereducties te handhaven ten opzichte van een basisjaar 2021.

Raadpleeg hoofdstuk 5.2.9, E1-7, voor meer informatie over hoe Recticel de resterende 10% restemissies aanpakt.

  • Basislijnwaarde
  • Om ervoor te zorgen dat de uitgangswaarde waaraan we de vooruitgang naar onze doelstellingen afmeten representatief is, moet rekening worden gehouden met de omvang van de activiteiten en externe invloedsfactoren, zoals temperatuurafwijkingen die van invloed kunnen zijn op het energieverbruik en de daarmee samenhangende uitstoot van broeikasgassen. Aangezien Recticel zich vrijwillig heeft geëngageerd om net zero te bereiken in het kader van het Science Based Targets-initiatief (SBTi), is ons referentiejaar gedefinieerd in overeenstemming met de SBTi-vereisten om in lijn te liggen met het doel om net-zero te bereiken tegen 2050. Dit zorgt voor consistentie met wereldwijde beste praktijken en handhaaft de integriteit van ons emissiereductietraject.
  • Onze doelen zijn gebaseerd op een baseline van 2021 die is vastgesteld door SBTi. Dit weerspiegelt de timing van onze toezegging en onze doelstelling voor net-zero, die is afgestemd op een scenario van 1,5°C opwarming van de aarde.

  • De basisgegevens zijn herwerkt om rekening te houden met de overname van Rex in 2024.
  • Absolute emissiewaarden voor 2021:
    • scope 1: 6.002 tCO2e (herwerkt)
    • scope 2: 5.435 tCO2e (marktconform, herwerkt)
    • scope 3: 819.381 tCO2e (herwerkt, excl. Cat. 3.15, Investeringen)

5.2.5.3 Methodologieën en belangrijke aannames

  • De doelen zijn ontwikkeld in overeenstemming met de criteria van het Science Based Targets initiative (SBTi), gevalideerd aan de hand van hun Target Validation Protocol (versie 5.1) en goedgekeurd op 14 februari 2024.
  • De reductieopties voor scope 1 en 2 zijn afgestemd op sectorspecifieke curves voor de verwerkende industrie.
  • Scope 3 reductie is gebaseerd op levenscyclusanalyses (LCA) van onze producten en samenwerking met leveranciers om te innoveren en de toeleveringsketen koolstofarm te maken.
  • Belangrijke aannames zijn de beschikbaarheid van hernieuwbare energie, vooruitgang in materiaaltechnologie en ondersteunende regelgevende kaders.

5.2.5.4 Betrokkenheid van stakeholders bij het stellen van doelen

De SBTi-doelstelling werd gedefinieerd door de Chief Executive Officer in 2022 en gevalideerd door de Raad van Bestuur.

5.2.5.5 Stappenplan voor emissiereductie

Als onderdeel van het SBTi-goedkeuringsproces hebben we een gedetailleerd stappenplan ontwikkeld om de emissiereducties voor de scopes 1, 2, 3 te modelleren. Dit stappenplan is opgebouwd op locatieniveau en bevat tussentijdse projecties van de geschatte emissies tot aan ons streefjaar 2030 en houdt rekening met de verwachte groei van de Recticel Group. Het stappenplan is met name uitsluitend afgestemd op het klimaatscenario van 1,5°C en er zijn geen alternatieve scenario's in overweging genomen tijdens de voorbereiding.

De belangrijkste pijlers van het stappenplan zijn:

  • Focussen op efficiëntiemaatregelen door voortdurende verbetering
  • Het productieproces elektrificeren
  • Overgang van fossiele brandstoffen naar hernieuwbare energie
  • Focus op de inkoop van duurzamere materialen
  • Producten herontwerpen zodat de impact op het einde van de levensduur (end-oflife) wordt verminderd en de recycleerbaarheid wordt vergroot
  • Leveranciers stimuleren naar koolstofefficiëntere materialen en diensten

scope 1+2 reductieplan (kortetermijndoel) scope 3 reductieplan (kortetermijndoel)

5.2.6 E1-5 Energieverbruik en energiemix

5.2.6.1 Totaal energieverbruik

We beschouwen niet-hernieuwbare elektriciteit als alle elektriciteit waarvoor geen elektriciteitscertificaten (bijv. garantie van oorsprong) voor hernieuwbare elektriciteit zijn gekocht.

Hernieuwbare elektriciteit is ingekochte elektriciteit in combinatie met elektriciteitsgaranties van oorsprong, of zelf geproduceerde hernieuwbare elektriciteit (bijvoorbeeld met fotovoltaïsche panelen). Hernieuwbare elektriciteit telt niet mee voor emissies in scope 1 en scope 2 in de marktgebaseerde methode. Indien relevant houden we rekening met scope 3 emissies gerelateerd aan de productie, het transport en de netverliezen van dergelijke hernieuwbare elektriciteit.

Energieverbruik (MWh) 2021 (HERWERKT)
SBTI BASISJAAR
2023 (HERWERKT) 2024 ∆ %
2024-2023
∆ %
2024-2021
Totaal energieverbruik
scope 1 (energie) + scope 2
74.465 59.599 47.398 -20,5% -36,3%
Aangekochte elektriciteit van hernieuwbare
oorsprong (groene certificaten)
0 0 6.500 6.500% 6.500%
Aangekochte electriciteit van hernieuwbare
& niet-hernieuwbare oorsprong
73.464 56.974 44.693 -21,6% -39,2%
Verbruik hernieuwbare energie on-site
(fotovoltaïsch)
1.001 2.625 2.705 3,1% 170,3%
Produktie hernieuwbare energie on-site
(fotovoltaïsch) *
1.071 4.239 4.423 +4,3% +313,0%

* De 2023/2024 data zijn geëxtrapoleerd op basis van de totaal verbruikte energie van zelf genereerde niet brandbare hernieuwbare energie (MWh); De 2021 data waren niet beschikbaar.

5.2.6.2 Gekochte energie volgens type instrument

Gekochte energie (type instrument) 2021
HERWERKT
SBTI BASISJAAR
2023
HERWERKT
2024 ∆ %
2024-2023
∆ %
2024-2021
Zonder garantie van oorsprong 100,0% 100,0% 85,5% -14,5% -14,5%
Met gebundelde garantie van
oorsprong (PPA)
0,0% 0,0% 0,0%
Met losgekoppelde garantie van
oorsprong
0,0% 0,0% 14,5%

Omwille van de vergelijkbaarheid zijn de gegevens voor 2023 en de basisjaarinformatie van SBTi voor 2021 aangepast om rekening te houden met de overnameactiviteiten in 2024. De overname waarop de aanpassing betrekking heeft, vertegenwoordigt 12,3% van de totale CO2-voetafdruk en 7,1% van het totale energieverbruik in 2023. Voor meer details, zie hoofdstuk 4.1.

energy consumption

Fotovoltaïsch energieverbruik

photovoltaic energy consumption

Energieverbruik

5.2.6.3 Energiemix en -verbruik

Energiemix (MWh) 2021
2023
HERWERKT
HERWERKT
SBTI BASISJAAR
2024 ∆ %
2024-2023
∆ %
2024-2021
(1) Brandstofverbruik uit steenkool en steenkoolproducten 0 0,0% 0 0,0% 0 0,0% 0,0% 0,0%
(2) Brandstofverbruik uit ruwe olie en aardolieproducten 913 1,2% 993 1,7% 871 1,8% -12,3% -4,6%
(3a) Brandstofverbruik uit aardgas 16.620 22,3% 11.265 18,9% 10.351 21,8% -8,1% -37,7%
(3b) Brandstofverbruik van LPG 7.239 9,7% 5.153 8,6% 4.955 10,5% -3,8% -31,6%
(4) Brandstofverbruik van andere fossiele brandstoffen 3.277 4,4% 4.894 8,2% 2.851 6,0% -41,7% -13,0%
(5a) Verbruik van gekochte warmte (locatiegebaseerd) 1.123 1,5% 1.105 1,9% 1.060 2,2% -4,1% -5,6%
(5b) Verbruik van niet-hernieuwbare elektriciteit (marktgebaseerd) 31.340 42,1% 23.626 39,6% 18.080 38,1% -23,5% -42,3%
Waarvan verbruik uit nucleaire bronnen 12.953 9.938 6.901 -30,6% -46,7%
(6) Totaal verbruik van fossiele brandstoffen/grijze energie 73.465 56.947 38.168
Aandeel van grijze energiebronnen in het totale energieverbruik 98,7% 95,6% 80,5%
Aandeel van verbruik uit nucleaire bronnen in totaal energieverbruik 17,4% 16,7% 14,6%
(7) Brandstofverbruik uit hernieuwbare bronnen, inclusief biomassa 0 0,0% 0 0,0% 0 0,0% 0,0% 0,0%
(8) Verbruik van gekochte of aangekochte elektriciteit uit hernieuwbare bronnen
(marktgebaseerd)
0 0,0% 0 0,0% 6.525 13,8% 0,0% 0,0%
(9) Verbruik van gekochte warmte uit hernieuwbare bronnen (marktgebaseerd) 0 0,0% 0 0,0% 0 0,0% 0,0% 0,0%
(10) Verbruik van zelfopgewekte niet als brandstof gebruikte hernieuwbare energie 1.001 1,3% 2.625 4,4% 2.705 5,7% 3,0% 170,3%
(11) Totaal van hernieuwbare energie 2.625 9.230
Aandeel van hernieuwbare bronnen in het totale energieverbruik 1,3% 4,4% 19,5%
Totaal energieverbruik (som van regel 6 en 11) 74.465 82,6% 59.599 83,3% 47.398 100% -20,5% -36,3%
Energiemix (tCO2e) 2021
HERWERKT
SBTI BASISJAAR
2023
HERWERKT
2024 ∆ %
2024-2021
(1) Brandstofverbruik uit steenkool en steenkoolproducten 0,0 0,0% 0,0 0,0% 0,0 0,0% 0,0% 0,0%
(2) Brandstofverbruik uit ruwe olie en aardolieproducten 224,4 38,9% 244,1 44,0% 213,8 40,6% -12,4% -4,7%
(3a) Brandstofverbruik uit aardgas 31,7 5,5% 13,1 2,4% 13,5 2,6% 3,1% -57,4%
(3b) Brandstofverbruik van LPG 0,0 0,0% 0,0 0,0% 0,0 0,0% 0,0% 0,0%
(4) Brandstofverbruik van andere fossiele brandstoffen 0,0 0,0% 0,0 0,0% 0,0 0,0% 0,0% 0,0%
(5a) Verbruik van gekochte warmte (marktgebaseerd) 0,0 0,0% 0,0 0,0% 0,0 0,0% 0,0% 0,0%
(5b) Verbruik van niet-hernieuwbare elektriciteit (marktgebaseerd) 320,1 55,6% 297,8 53,7% 299,0 56,8% 0,4% -6,6%
(6) Totaal verbruik van fossiele brandstoffen/grijze energie 576,2 100,0% 555,0 100,0% 526,3 100,0% -5,2% -8,7%

5.2.6.4 Energie-intensiteit

De energie-intensiteit wordt berekend als de hoeveelheid energie die wordt verbruikt per eenheid output of activiteit. Vermindering van het energieverbruik bij een gelijkblijvend productieniveau verlaagt deze intensiteit.

Recticel is actief in een sector met een grote impact op het klimaat (zie hoofdstuk 4.3.1) en rapporteert daarom energie-intensiteitsindicatoren op basis van de omzet. Daarnaast vermelden we de energie-intensiteit in verhouding tot het gerealiseerde verkoopvolume. Het gebruik van verkoopvolume als basis elimineert prijsgedreven volatiliteit in de indicator, die niet gerelateerd is aan klimaatimpact. SBTi beschouwt deze benadering als de meest robuuste methode om klimaatoverwegingen in aanmerking te nemen. energy intensity per m3

Energie-intensiteit 1, per verkoopvolume
[KWh/ m³]
2021
HERWERKT
2023
HERWERKT
2024 ∆ %
2024-2023
∆ %
2024-2021
Totaal energieverbruik van activiteiten in sectoren met
een grote impact op het klimaat per verkoopvolume
van activiteiten in sectoren met een grote impact op het
klimaat1
22,48 19,38 13,42 -30,8% -40,3%
Recticel Group
(incl. Rex)
Energie-intensiteit 2, per netto-omzet
[KWh/EUR]
2023 2024 ∆ %
2024-2023
Totaal energieverbruik van activiteiten in sectoren met
een grote impact op het klimaat per netto-inkomsten van
activiteiten in sectoren met een grote impact op het klimaat1
0,087 0,078 -10,9%
Recticel Group
(excl. Rex)
Recticel Group
(incl. Rex)
in duizend EUR
2023 2024
Netto-inkomsten uit activiteiten in sectoren met een grote impact op het klimaat gebruikt om
energie-intensiteit te berekenen1
529.426 610.196
Netto-omzet (overige) 0 0
Totale netto-omzet (hoofdstuk 7.1.1) 529.426 610.196

Energie-intensiteit per m³

1 EU Verordening 2019/2089, ook bekend als de EU Low Carbon Benchmarks Verordening (EU BMR), definieert sectoren met een grote impact op het klimaat als sectoren die cruciaal zijn voor de koolstofarme transitie. In de EU BMR zijn 9 (van in totaal 21) NACE-secties gedefinieerd, waaronder industrie en bouw.

5.2.7 E1-6 Bruto scopes 1, 2, 3 emissies en totale broeikasgasemissies

De koolstofvoetafdruk van een activiteit of organisatie vertegenwoordigt de totale uitstoot van broeikasgassen die gedurende een bepaalde periode zijn geproduceerd, gemeten in metrische tonnen kooldioxide-equivalent (tCO2e). Deze voetafdruk wordt berekend door de activiteitsgegevens te vermenigvuldigen met de overeenkomstige emissiefactoren. Recticel houdt zich aan het wereldwijd erkende Greenhouse Gas Protocol (GHG) Protocol, dat uitgebreide normen biedt voor het meten en beheren van emissies. Directe emissies (scope 1) zijn afkomstig van bronnen die eigendom zijn van of gecontroleerd worden door de rapporterende entiteit. Daarentegen zijn indirecte emissies (scope 2, scope 3) verbonden met de activiteiten van de entiteit, maar vinden ze plaats bij bronnen die eigendom zijn van of beheerd worden door derden.

5.2.7.1 Onze koolstofvoetafdruk meten

Methodologie

Al onze emissies zijn berekend volgens de methodologie van het GHG-protocol voor het volledige bereik van onze isolatieactiviteiten voor de jaren 2021, 2022, 2023 en 2024. Na de overname van Rex zijn de gegevens voor 2021 en 2023 herwerkt.

Bronnen van emissiefactoren: internationaal erkende emissiefactorendatabases (ecoinvent, Bilan Carbone, ADEME, IEA, BEIS, Higg, DEFRA), EPD's van leveranciers, sectoren productspecifieke LCA-rapporten en nationale elektriciteitsemissiefactoren uit IEA-rapporten.

Rapportage

Technisch

• Alle broeikasgassen, zoals koolstofdioxide (CO2), methaan (CH4), distikstofoxide (N2O) en koelmiddelen (HFK's, PFK's en CFK's) worden omgezet in CO2-equivalenten met behulp van de coëfficiënten voor het aardopwarmingsvermogen (GWP) voor 100 jaar van de Intergouvernementele Werkgroep inzake klimaatverandering (IPCC).

Grenzen

  • Operationele controle (scopes 1,2,3 alle categorieën): Alle productiesites van de Recticel Group gedurende 2024, alle kantoren, magazijnen en het hoofdkantoor van Recticel in Brussel (België). Dit omvat de dochterondernemingen Recticel Insulation, Trimo (overgenomen in april 2022), Turvac (joint venture voor 74%), Rex (overgenomen in januari 2024) en Soundcoat, die allemaal op 100% worden beschouwd sinds het verslagjaar 2021, dat ook het basisjaar is voor onze SBTi-verplichtingen.
  • Niet-operationele controle (toepassingsgebied scope 3, Cat 3.15): TEMDA2 GmbH (Ascorium) 2

Referentiejaar

• Voor doelstellingen en prestatie-evaluatie gebruikt Recticel 2021 als basisjaar (zie ook hoofdstuk 3.3).

Emissieberekeningen

• De CO2e-uitstoot voor 2024 werd berekend met behulp van een intern ontwikkeld digitaal ESG-platform, volgens de richtlijnen van CO2logic, een South Pole Company (www.co2logic.com), dat ook controles uitvoerde op de nauwkeurigheid van de resultaten. De emissiegegevens voor Rex (2021 tot 2024) werden apart berekend door CO2logic en vervolgens geïntegreerd in het digitale ESG-platform.

Omwille van de vergelijkbaarheid zijn de gegevens voor 2023 en de basisjaarinformatie van SBTi voor 2021 aangepast om rekening te houden met de overnameactiviteiten in 2024. De overname waarop de aanpassing betrekking heeft, vertegenwoordigt 12,3% van de totale CO2-voetafdruk en 7,1% van het totale energieverbruik in 2023. Voor meer details, zie hoofdstuk 4.1.

2 Recticel Automotive Interiors werd in april 2020 overgenomen door ADMETOS GmbH en overgedragen aan TEMDA2 GmbH, een joint venture waarin ADMETOS 51% en Recticel 49% aandeel heeft. Een wederzijdse call-/putoptie stelt ADMETOS in staat om haar 49%-belang te verwerven of Recticel te verkopen vanaf maart 2024. De Cat. 3.15 gegevens voor 2024 verstrekt door TEMDA2 zijn een schatting op basis van 2023 gegevens, gerealiseerde verkopen en aangekochte hoeveelheden.

5.2.7.2 Gegevensverwerking en aannames

Toepassings
gebied
BRON VAN EMISSIES 2024 GEGEVENSVERWERKING EN AANNAMES REDEN VOOR DATABASEKEUZE
Brandstoffen voor infrastructuur Geen verdere gegevensbehandeling nodig. Bilan Carbone database biedt algemeen aanvaarde emissiefactoren voor
scope 1 emissies.
1 & 2 Infrastructuur elektriciteit Geen verdere gegevensbehandeling nodig. IEA levert de meest geschikte emissiefactoren op landniveau. Voor de VS biedt
eGrid meer geografisch gedetailleerde emissiefactoren.
Bedrijfsvoertuigen Beperkte gegevensverwerking vereist. Bilan Carbone database biedt algemeen aanvaarde emissiefactoren voor
scope 1 emissies.
Koelmiddelen Indien beschikbaar, werden gegevens over directe verliezen gebruikt die beschikbaar waren uit
onderhoudsrapporten. Als deze niet beschikbaar waren, werd uitgegaan van een verlies van
10%, zoals voorgeschreven door de Bilan Carbone® methodologie.
Bilan Carbone database biedt algemeen aanvaarde emissiefactoren voor
scope 1 emissies.
Gekochte goederen en diensten
Cat. 1
In het algemeen werden de gegevens als volgt behandeld:
1) Wanneer massagegevens beschikbaar waren, werden op de massa gebaseerde
emissiefactoren gebruikt.
2) Voor de overige gegevens werden op uitgaven gebaseerde gegevens gebruikt om de
emissies te verantwoorden.
Leverancierspecifieke emissiefactoren hebben prioriteit gekregen omdat
deze de meest specifieke emissiefactorkwaliteit bieden. Daarna kwamen
de emissiefactoren van EcoInvent, omdat dit een gedetailleerde database
is met gedetailleerde informatie voor zeer specifieke soorten materialen en
activiteiten.
Kapitaalgoederen
Cat. 2
Geen gegevensverwerking vereist. Bilan Carbone database biedt direct beschikbare, kostenloze emissiefactoren
op basis van uitgaven.
Brandstof- en energiegerelateerde
Cat. 3
activiteiten (niet opgenomen in Scope
1 en 2)
Zie behandeling en aannames scope 1+2: aan elk gegevenspunt is een scope 1, scope 2 en een
scope 3-emissiefactor toegewezen.
Zie scope 1+2
3 Upstream- en downstreamtransport
van goederen
Cat. 4
Cat. 9
Over het algemeen twee manieren van gegevensverwerking voor zowel inkomend als uitgaand
transport:
1) Dedicated transport (= volledige vrachtwagenlading): Totale afstanden van (veronderstelde)
volle vrachtwagens werden berekend door CO2logic met behulp van een geautomatiseerde
tool. Hiaten in de gegevens werden geëxtrapoleerd (gemiddelde afstand aangenomen).
2) Gedeeld vervoer (voor vrachtwagens en andere vervoerswijzen): Afstanden werden
berekend met dezelfde tool en hiaten werden op dezelfde manier geëxtrapoleerd. Hierdoor
konden gegevens in ton.km worden berekend. Wanneer gegevens beschikbaar waren in m³,
werden deze omgerekend op basis van gemiddelde kg/m³-gegevens per locatie.
Specifieke aannames voor Soundcoat zijn te vinden in de gegevensbestanden.
Voor het transport downstream waren er geen afstanden bekend en werd de richtlijn voor
milieuvoetafdrukcategorieën voor producten gebruikt om afstanden te schatten.
EcoInvent emissiefactoren werden gebruikt wanneer gedetailleerde informatie
over het type vervoerswijze beschikbaar was, zo niet dan werden meer
algemene Bilan Carbone factoren gebruikt.
Afval van activiteiten Cat. 5 Afvalgegevens waren direct beschikbaar in massa-eenheden en werden in kaart gebracht
volgens verschillende emissiefactorcategorieën.
BEIS kreeg de voorkeur boven Bilan Carbone omdat de berekeningsmethode
van de emissiefactor van Bilan Carbone niet is afgestemd op het GHG
protocol.
Zakenreizen (vliegtuig, grond,
accommodatie)
Cat. 6 CO2e-rapporten van reisbureaus werden rechtstreeks gebruikt wanneer ze beschikbaar
waren; afstanden werden berekend met behulp van een vluchtrekentool wanneer vertrek
en aankomstlocatie beschikbaar waren. Als er geen afstandsgegevens beschikbaar waren,
werden op uitgaven gebaseerde emissiefactoren gebruikt.
Bilan Carbone database biedt algemeen aanvaarde emissiefactoren voor
transportemissies.
Toepassings
gebied
BRON VAN EMISSIES 2024 GEGEVENSVERWERKING EN AANNAMES REDEN VOOR DATABASEKEUZE
Woon-werkverkeer werknemer
Cat. 7
De totale afstanden per vervoerswijze werden berekend. Voor sommige locaties moesten
aannames worden gedaan over de gemiddelde afstand en de gemiddelde vervoerswijze.
Bilan Carbone database biedt algemeen aanvaarde emissiefactoren voor
transportemissies.
Upstream & downstream geleasede
activa
Cat. 8
Cat. 13
Kantoorgegevens konden direct worden gebruikt om de voetafdruk te bepalen. Voor
magazijnen werd een gemiddeld energieverbruik/m² toegepast.
Zie scope 1+2: de upstream geleasede activa gebruiken de scope 1 & 2
emissiefactoren voor energie.
Verwerking van verkochte producten Cat. 10 niet van toepassing
3 Gebruik van verkochte producten Cat. 11 niet van toepassing
Verwerking van verkochte producten
aan het einde van hun levensduur
Cat. 12 Voor elke activiteit werden specifieke EPD's of gemiddelde EPD's voor de industrie toegepast.
Indien nodig werden gegevens in m³ omgezet naar kg. Voor Soundcoat werden aannames
gedaan over afvalverwerking per gerapporteerd producttype.
EPD's zijn bedrijfsspecifiek. Wanneer deze niet beschikbaar zijn, is BEIS gebruikt
om dezelfde reden als voor categorie 3.5.
Franchises Cat. 14 niet van toepassing
Investeringen Cat. 15 Er werden omzetgegevens gebruikt waarop het aandelenpercentage van Recticel Group werd
toegepast.
Op uitgaven gebaseerde emissiefactoren werden gebruikt vanwege lage
materialiteit.

• 66% van de GHG scope 3.1, Gekochte goederen en diensten zijn berekend aan de hand van primaire emissie gegevens die zijn verkregen van leveranciers. Dit is een stijging van 10,7% vergeleken met 2023.

• Voor de dochteronderneming Rex werden de volgende categorieën geschat op basis van de beschikbare gegevens van de dochteronderneming Recticel Insulation: 3.2, 3.4, 3.5, 3.6, 3.7.

5.2.7.3 Uitstoot van broeikasgassen - toepassingsgebieden 1, 2, 3

Recticel Group broeikasgasemissies

scope 1 broeikasgasemissies

scope 1 GHG emissions

3.1 gekochte goederen en diensten % primaire broeikasgasemissies gegevens scope 3.1, % primary GHG emissions data

3.1 purchased goods & services

3.1 aangekochte goederen en diensten

508,256 tCO2 e

-2.3%

520,155 tCO2 e

2021 2023 2024

473,880 tCO2 e

3.12 end-of-life treatment of sold products 3.12 verwerking van verkochte producten aan het einde van hun levensduur

RETROSPECTIEF MIJLPALEN EN STREEFJAREN
BASISJAAR VERGELIJKEND N %N/N-1 %N/BASISJAAR
Broeikasgas-indicatoren (tCO2e) 2021
HERWERKT
SBTI BASISJAAR
2023
HERWERKT
2024 ∆ %
2024-2023
DOEL 2030 DOEL 2050 ∆ %
2024-2021
scope 1+2 (marktgebaseerd) 11.437 8.567 7.342 -14,3% 1.144 1.144 -35,8%
scope 1+2 (locatiegebaseerd) 11.501 8.964 8.649 -5,8% -26,6%
scope 3 (exclusief investeringen) 819.381 758.928 802.273 5,7% -2,1%
scope 3 (inclusief investeringen) 879.949 816.805 851.730 4,3% 659.962 87.995 -3,2%
scope 1+2+3 (marktgebaseerd, exclusief investeringen) 830.818 767.495 809.615 5,5% -2,6%
scope 1+2+3 (locatiegebaseerd, exclusief investeringen) 830.882 767.892 810.715 5,6% -2,4%
scope 1+2+3 (marktgebaseerd, inclusief investeringen) 891.386 825.372 859.072 4,1% 661.105 89.139 -3,6%
scope 1+2+3 (locatiegebaseerd, inclusief investeringen) 891.450 825.769 860.172 4,2% -3,5%
scope 1 broeikasgasemissies 6.002 4.694 4.332 -7,7% -27,8%
Bedrijfsvoertuigen 968 1,181 920 -22,1% -5,0%
Energie (aardgas, LPG, andere fossiele brandstoffen) (zie 5.1.5.4) 4.899 3.505 3.275 -6,6% -33,1%
Koelmiddelverliezen 135 8 137 1.612.5% 1,3%
Percentage van scope 1 broeikasgas-emissies van gereguleerde emissiehandelsystemen (%) 0% 0% 0%
scope 2 broeikasgasemissies (marktgebaseerd) 5.435 3.873 3.010 -22,3% -44,6%
Bruto locatiegebaseerde scope 2 broeikasgasemissies 5.499 4.270 4.110 -3,7% -25,3%
Bruto marktgebaseerde scope 2 broeikasgas-emissies 5.435 3.873 3.010 -22,3% -44,6%
Variantie (= impact van hernieuwbare energie) 64 397 1.101 177,3%
Biogene scope 2 broeikasgasemissies 3 0 0 0

3 Biogene emissies van CO2 koolstof uit de verbranding of biologische afbraak van biomassa als biobrandstof (hout, papier, grasresten en andere biobrandstoffen) - afzonderlijk te rapporteren van scope 2.

RETROSPECTIEF MIJLPALEN EN STREEFJAREN
BASISJAAR VERGELIJKEND N %N/N-1 %N/BASE YEAR
Broeikasgas-indicatoren (tCO2e) 2021
HERWERKT
SBTI BASISJAAR
2023
HERWERKT
2024 ∆ %
2024-2023
DOEL 2030 DOEL 2050 ∆ %
2024-2021
scope 3 broeikasgasemissies (excl. cat. 3.15 Investeringen) 819.381 758.928 802.273 5,7% -2,1%
3.1 Gekochte goederen en diensten upstream 520.155 473.880 508.256 7,3% -2,3%
3.2 Kapitaalgoederen upstream 1.410 2.334 2.963 26,9% 110,1%
3.3 Brandstof- en energiegerelateerde activiteiten (niet opgenomen in
scope 1 en 2)
upstream 2.565 1.914 2.044 6,8% -20,3%
3.4 Upstream transport en distributie upstream 44.211 44.320 29.381 -33,7% -33,5%
3.5 Bedrijfsafval upstream 1.364 1.022 993 -2,8% -27,2%
3.6 Zakenreizen (lucht, land, accommodatie) upstream 55 216 241 11,6% 338,2%
3.7 Woon-werkverkeer werknemers upstream 1.310 1.351 1.064 -21,2% -18,8%
3,8 Upstream geleasede activa upstream 65 474 482 1,7% 641,5%
3.9 Downstream transport en distributie downstream 6.230 7.289 7.945 9,0% 27,5%
3.10 Verwerking van verkochte producten downstream niet van toepassing
3.11 Gebruik van verkochte producten downstream niet van toepassing
3.12 Verwerking verkochte producten aan einde van hun levensduur downstream 242.016 226.128 248.904 10,1% 2,8%
3.13 Downstream geleasede activa downstream 0 0 0 0% NA
3.14 Franchises downstream niet van toepassing
scope 3 broeikasgasemissies (incl. cat. 3.15 Investeringen) 879.949 816.805 851.730 4.3% -3,2%
3.15 Investeringen downstream 60.568 57.982 49.272 -18,7%

scope 1+2 GHG emissions

scope 1+2 broeikasgasemissies scope 1+2+3 GHG emissions* scope 1+2+3 broeikasgasemissies*

* Excl. cat. 3.15, investeringen

5.2.7.4 Gereguleerde emissiehandelssystemen (ETS)

Het UK Emissions Trading Scheme (UK ETS) en het EU Emissions Trading System (EU ETS1) zijn voornamelijk gericht op industrieën met een hoge CO2-uitstoot, zoals de energiesector. Deze systemen werken volgens een "Cap and Trade"-model, dat een limiet stelt aan de totale uitstoot van broeikasgassen binnen scope 1. Als deze limiet wordt overschreden, worden bedrijven gedwongen om de uitstoot van broeikasgassen te beperken. Als de uitstoot dit plafond overschrijdt, moeten bedrijven extra rechten kopen.

Geen van de activiteiten van de Recticel Group valt onder het toepassingsgebied van het UK ETS of EU ETS1, aangezien ze de drempelwaarden niet overschrijden.

Het EU-emissiehandelssysteem (EU ETS2), dat gericht is op gebouwen en wegvervoer, wordt in 2027 operationeel.

5.2.7.5 Intensiteit broeikasgasemissies

De emissie-intensiteit of koolstofintensiteit is de uitstoot van vervuilende stoffen in verhouding tot de intensiteit van het productieproces (scope 1+2) of de volledige waardeketen (scope 1+2+3).

We rapporteren de koolstofintensiteitsindicatoren, zowel marktgebaseerd als locatiegebaseerd, in verhouding tot de netto-inkomsten (koolstofintensiteit 2), zoals vereist onder E1-6. Daarnaast vermelden we deze indicatoren vrijwillig in verhouding tot het verkoopvolume (koolstofintensiteit 1), waardoor prijsgeïnduceerde volatiliteit die geen verband houdt met klimaatimpact wordt verwijderd. SBTi beschouwt deze aanpak als de meest robuuste voor het aanpakken van klimaatbijdragen. De 25% scope 1+2 reductie in CO2e per m³ verkocht isolatieproduct in 2024 ten opzichte van 2023 is het resultaat van de implementatie van een efficiëntieprogramma gericht op meer kostenen energie-efficiënte productieprocessen, naast de aankoop van groene energie via fotovoltaïsche panelen en de aankoop van elektriciteit met groene certificaten.

Koolstofintensiteit 1, per
verkoopvolume
2021
HERWERKT
2023
HERWERKT
2024 ∆ %
2024-2023
∆ %
2024-2021
marktgebaseerd
Koolstofintensiteit 1 -
scope 1+2 [kg CO2e/m³]
3,5 2,8 2,1 -25,4% -39,8%
Koolstofintensiteit 1 -
scope 1+2+3* [kg CO2e/m³]
250,8 249,5 229,2 -8,1% -8,6%
locatiegebaseerd
Koolstofintensiteit 1 -
scope 1+2 [kg CO2e/m³]
3,5 2,9 2,4 -18,0% -31,2%
Koolstofintensiteit 1 -
scope 1+2+3* [kg CO2e/m³]
250,9 249,7 229,5 -8,1% -8,5%
* exclusief Cat 3.15, Investeringen Recticel Group (incl. Rex)
Koolstofintensiteit 2, per netto-omzet 2023 2024 ∆ %
2024-2023
marktgebaseerd
Koolstofintensiteit 2 -
scope 1+2 [kg CO2e/EUR]
15,1 12,0 -20,5%
Koolstofintensiteit 2 -
scope 1+2+3* [kg CO2e/EUR)
1.272,3 1.326,8 4,3%
locatiegebaseerd
Koolstofintensiteit 2 -
scope 1+2 [kg CO2e/EUR]
15,8 13,8 -12,3%
Koolstofintensiteit 2 -
scope 1+2+3* [kg CO2e/EUR]
1.272,9 1.328,6 4,4%
* exclusief Cat 3.15, Investeringen Recticel Group
(excl. Rex)
Recticel Group
(incl. Rex)
in duizend EUR
2023 2024
Netto-omzet uit activiteiten in sectoren met een grote
impact op het klimaat gebruikt om energie-intensiteit
te berekenen*
529.426 610.196
Netto-omzet (overige) 0 0
Totale netto-omzet (hoofdstuk 7.1.1) 529.426 610.196
Recticel Group
(excl. Rex)
Recticel Group
(incl. Rex)

* EU Verordening 2019/2089, ook bekend als de EU Low Carbon Benchmarks Verordening (EU BMR), definieert sectoren met een grote impact op het klimaat als sectoren die cruciaal zijn voor de koolstofarme transitie. De EU BMR definieerde 9 (van de in totaal 21) NACE-secties, waaronder productie en bouw.

carbon intensity CO2e per m3 scope 1+2 Koolstofintensiteit CO2e per m³ scope 1+2 (marktgebaseerd)

2021 (restated, SBTi base year) (restated) 2021 (herwerkt, basisjaar SBTi) 2023 (herwerkt)

basisjaar SBTi)

carbon intensity CO2e per m3 scope 1+2+3 (market based) Koolstofintensiteit CO2e per m³ scope 1+2+3 (marktgebaseerd)

5.2.8 Vermeden emissies

Vermeden emissies verwijzen naar reducties in broeikasgasemissies die optreden buiten de levenscyclus of waardeketen van een product, maar die een direct gevolg zijn van het gebruik ervan. Momenteel is er geen internationale standaard of consistente terminologie om vermeden emissies te definiëren of te beschrijven.

In 2019 publiceerde het World Resources Institute (WRI) een gedetailleerd werkdocument en een neutraal kader om te helpen bij het schatten en rapporteren van de vergelijkende emissie-impact van producten. Deze leidraad is beschikbaar op de website van het GHG Protocol (www.ghgprotocol.org).

Volgens de aanbevelingen van het WRI berekende Recticel de vermeden emissies aan de hand van de attributieve Life Cycle Assessment (LCA)-benadering. Deze beproefde methode beoordeelt de milieu-impact van een product of dienst over de hele levenscyclus, van de winning van grondstoffen tot de verwijdering aan het einde van de levensduur.

Om de vermeden emissies te berekenen voor alle producten die in 2024 worden verkocht, hebben we het onderstaande kader toegepast en onze consultant CO2logic ingeschakeld om de methodologie te valideren en de berekeningen uit te voeren.

Voor een eerlijke vergelijking met andere bedrijven die rapporteren over vermeden emissies, is het belangrijk om te benadrukken dat het volledige bereik van onze isolatieactiviteiten is meegenomen, samen met alle bijbehorende uitstoot van broeikasgassen (scopes 1, 2, 3), zoals aanbevolen door het WRI. Deze benadering houdt rekening met meer dan alleen de uitstoot van onze eigen activiteiten.

We moedigen de bouwmaterialenindustrie aan om deze methodologie over te nemen en de attributieve LCA-benadering te gebruiken om consistentie en transparantie te garanderen.

De tabel hieronder geeft een overzicht van de parameters voor 2024 die zijn gemaakt voor de berekening van de vermeden emissies.

Levensduur isolatieplaten Jaren 50
Levensduur geïsoleerde panelen Jaren 50
Warmtegeleiding van producten W/mK 0,022 to 0,035
U-waarde referentiemuur W/m²K 1,6
Isolatiedikte platen m 0,11
Isolatiedikte panelen m 0,13 - 0,25
Warmteopwekkingsefficiëntie % 88
Emissiefactor brandstoffen kgCO2e/kWh 0,232 to 0,278
Verschil in warmtevraag kWh/yr 54,8

Aannames

Bij onze berekening is alleen aardgas als energiebron meegenomen. We zijn er daarnaast van uitgegaan dat isolatie zou worden aangebracht in gevallen waar deze eerder ontbrak.

vermeden emissies

Over een periode van 50 jaar waarin de in 2024 verkochte isolatieproducten voor gebouwen worden gebruikt, zal meer dan

21,5 miljoen ton

CO2e-uitstoot worden vermeden

∆ %
2024-2023
Geschatte vermeden emissies door alle bouwisolatieproducten van Recticel Group over een
gebruiksduur van 50 jaar (isolatieplaten, geïsoleerde panelen) (tCO2e)
21.534.602
CO2e voetafdruk van Recticel Group (scope 1+2+3 *) (tCO2e) 809.739
Veelvoud (multiple) 26,5

*Exclusief Cat 3.15, Investeringen

5.2.9 E1-7 Broeikasgasverwijderingen en projecten voor broeikasgasmitigatie gefinancierd uit carbon credits

Transparante communicatie over carbon credits naast emissiereducties is essentieel voor het valideren van claims over broeikasgasneutraliteit en het afstemmen op wereldwijde klimaatdoelstellingen.

5.2.9.1 Restemissies en SBTi

Het Science Based Targets Initiative (SBTi)-kader schrijft voor dat beweringen over koolstofneutraliteit (net zero) moeten worden ondersteund door duidelijke, meetbare doelen voor emissiereducties in de scopes 1, 2 en 3. Deze benadering geeft prioriteit aan een systematische reductie van ten minste 90% van de emissies als primaire strategie, waarbij compensaties slechts een aanvullende rol spelen.

Als onderdeel van de net-zeroverbintenis van Recticel met de SBTi, moet het bedrijf zijn uitstoot van broeikasgassen (BKG) in alle scopes 1, 2, 3 met minimaal 90% verminderen tegen 2050. Eventuele resterende emissies, die tot 10% vertegenwoordigen, moeten worden beheerd via hoogwaardige koolstofcompensatiemechanismen. Deze mechanismen omvatten initiatieven zoals koolstofafvang en -opslag (CCS), bedoeld om emissies te compenseren die momenteel onvermijdelijk zijn.

5.2.9.2 Projecten gefinancierd met koolstofkredieten

Projecten die worden gefinancierd door middel van koolstofkredieten hebben als doel broeikasgassen uit de atmosfeer te verwijderen of het vrijkomen ervan te voorkomen. Deze initiatieven genereren carbon credits, vaak emissiereductie-eenheden (ERU's) of gecertificeerde emissiereducties (CER's) genoemd, die staan voor kwantificeerbare reducties of verwijderingen van broeikasgasemissies.

Koolstofkredieten zijn niet bedoeld ter vervanging van directe emissiereductie-inspanningen en kunnen niet worden afgetrokken van de gerapporteerde broeikasgasemissies. In plaats daarvan zijn ze bedoeld om emissies aan te pakken die onvermijdelijk blijven door technische of economische beperkingen.

Voorbeelden van koolstofkredietopties:

  • Bosherstel: Het planten van bomen (bebossing) of het herstellen van bossen op aangetast of ontbost land (herbebossing).
  • Ontwikkeling van hernieuwbare energie: Uitbreiding van wind-, zon-, hydro-elektrische en biomassa-energie ter vervanging van fossiele brandstoffen.
  • Methaanopvang: Het opvangen van methaan van stortplaatsen, afvalwaterzuiveringsinstallaties en vee om het om te zetten in hernieuwbare energie of te vernietigen door gecontroleerde verbranding.
  • Koolstofafvang en -opslag (CCS): Het afvangen van CO2-emissies van industriële installaties of elektriciteitscentrales voor langdurige ondergrondse opslag of gebruik bij verbeterde oliewinning.

5.2.9.3 Recticel-steun voor herbebossing

In 2024 ging Recticel Group een driejarig partnerschap aan met Lignaverda (www.lignaverda.org), een internationale niet-gouvernementele organisatie (NGO) die in 2008 werd opgericht en gecertificeerd is door de Conventie van de Verenigde Naties ter bestrijding van woestijnvorming (UNCCD). De missie van Lignaverda is het bestrijden van woestijnvorming in de semi-aride gebieden van Afrika, waarbij de kritieke uitdagingen van klimaatverandering en landschapsdegradatie worden aangepakt.

Met meer dan tien jaar expertise richt Lignaverda zich op participatief landschapsherstel door herbebossing. Door nauw samen te werken met lokale gemeenschappen zorgt de organisatie voor de duurzaamheid op lange termijn van nieuw aangelegde bossen. De initiatieven van Lignaverda leggen de nadruk op het versterken van de positie van kwetsbare bevolkingsgroepen, met name in gebieden met beperkte toegang tot hulpbronnen en inkomsten, wat ecologische en sociaaleconomische voordelen oplevert. Door middel van duurzaam landbeheer verbetert Lignaverda de ecologische veerkracht terwijl er lokale banen worden gecreëerd en duurzame inkomensmogelijkheden worden gestimuleerd.

In het kader van dit partnerschap ondersteunt Recticel herbebossingsprojecten in Namibië en Senegal. Dit engagement heeft niet alleen tot doel om de koolstofuitstoot te verminderen, maar ook om ecosystemen te herstellen, de bodem gezonder te maken en het water beter vast te houden, wat bijdraagt tot een grotere ecologische stabiliteit in regio's die bijzonder kwetsbaar zijn voor klimaatverandering.

5.2.9.4 Kredieten voor koolstofverwijdering

Aangezien de activiteiten van het partnerschap in het derde kwartaal van 2024 zijn gestart, zal de impact van de gerealiseerde broeikasgasverwijderingen pas in 2025 merkbaar worden. Recticel zal in het jaarverslag van 2025 verslag uitbrengen over de broeikasgasverwijderingen die buiten de waardeketen zijn gerealiseerd.

5.2.10 E1-8 Interne koolstofbeprijzing

Interne koolstoftarieven dienen als een mechanisme om milieuoverwegingen te integreren in zakelijke beslissingen, emissiereducties te bevorderen en duurzaamheidsdoelen binnen organisaties te stimuleren. In 2024 heeft Recticel geen geschikte koolstofprijs bepaald op basis van factoren zoals de sociale kosten van koolstof, wettelijke vereisten en de eigen duurzaamheidsdoelstellingen.

5.2.11 E1-9 Beoogde financiële effecten van materiële fysieke en transitierisico's en potentiële klimaatkansen

De verwachte financiële effecten van materiële fysieke risico's en transitierisico's zijn niet opgenomen in de Duurzaamheidsverklaring voor 2024, aangezien de geleidelijke invoering is toegestaan tot 2025.

5.3 Milieu | E5 Materiaalgebruik en circulaire economie

Het onderstaande overzicht volgt de structuur van ESRS E5. Alle subonderwerpen werden als materieel beschouwd in de dubbele materialiteitsbeoordeling (DMA).

Hoofdstuk 5.3.6, E5-5 Materiaal uitstromen, legt uit hoe we productieafval omzetten in circulaire economische activiteiten. Het benadrukt ook het belang van product- en procesinnovatie als een materieel aspect voor Recticel.

5.3.1 Materiële E5 IRO's en hun interactie met strategie en bedrijfsmodel

Hoofdstuk 4.3, Navigeren door het landschap van gevolgen, risico's en mogelijkheden, biedt een uitgebreid onderzoek van de materiële IRO's die verband houden met ESRS E5, inclusief de beschrijving van het IRO-proces en hun interactie met de strategie en het bedrijfsmodel. Informatie over de resultaten van de veerkrachtanalyse is te vinden in Hoofdstuk 2.3.4, Veerkracht van ons bedrijfsmodel en onze strategie.

5.3.2 E5-1 Beleid met betrekking tot materiaalgebruik en circulaire economie

Recticel integreert duurzaamheid en innovatie als kernpijlers van haar bedrijfs- en ESG-strategieën.

Ons beleid ten aanzien van materiaalgebruik en de circulaire economie speelt een belangrijke rol bij het aanpakken van wereldwijde uitdagingen zoals grondstoffenschaarste en afvalbeheer. In het bijzonder geven we prioriteit aan de ontwikkeling van hoogwaardige isolatieoplossingen die de energie-efficiëntie verbeteren en een aanzienlijke impact hebben op de vermindering van de uitstoot van broeikasgassen (BKG), ter ondersteuning van ons streven om de SBTi-doelen voor netzero te bereiken.

Recticel verbetert de hulpbronnenefficiëntie door gerecycleerde en recycleerbare materialen in haar productieprocessen te integreren en het gebruik van primaire grondstoffen in haar producten te minimaliseren. Bovendien ontwerpen we producten zo dat ze aan het einde van hun levenscyclus gemakkelijk kunnen worden gedemonteerd, met inbegrip van initiatieven om productieafval te hergebruiken in herbruikbare materialen. Tevens nemen we actief deel aan programma's voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid (UPV) om productieafval in te zamelen en te recycleren, waardoor een gesloten kringloopbenadering van materiaalbeheer wordt bevorderd.

5.3.2.1 Toepassingsgebied en uitsluitingen

Het beleid inzake materiaalgebruik en de circulaire economie is van toepassing op alle divisies, activiteiten en wereldwijde toeleveringsketens van Recticel. Het omvat initiatieven die gericht zijn op het verbeteren van de materiaalefficiëntie, het verminderen van afval, het verbeteren van de recycleerbaarheid en het stimuleren van gesloten kringloopsystemen gedurende onze productlevenscyclus. Dit beleid bevordert ook partnerschappen met stakeholders om te innoveren op het gebied van terugwinning en hergebruik van materialen. Uitsluitingen zijn alleen van toepassing op operaties of activiteiten waarover Recticel geen directe controle of invloed heeft.

5.3.2.2 Verantwoordingsplicht

De Group Chief Operating Officer (COO) is verantwoordelijk voor de uitvoering van dit beleid en voor de afstemming op de strategische prioriteiten van Recticel. De COO werkt nauw samen met cross-functionele teams om toezicht te houden op de voortgang van initiatieven op het gebied van materiaalefficiëntie, afvalvermindering en circulaire economie. Adequate statusbeoordelingen en rapportagemechanismen zorgen voor voortdurende controle en verbetering.

5.3.2.3 Afstemming op standaarden van derden

Het beleid van Recticel inzake materiaalgebruik en de circulaire economie is afgestemd op wereldwijd erkende normen en kaders om consistentie en geloofwaardigheid te garanderen, waaronder:

  • Principes van de circulaire economie van de Ellen MacArthur Foundation
  • ISO 14001 voor effectief hulpbronnenbeheer
  • EU Taxonomie voor duurzame activiteiten

5.3.2.4 Belangen van stakeholders

Het beleid weerspiegelt de inzichten en verwachtingen van de belangrijkste stakeholders:

  • Investeerders: Toenemende nadruk op veerkracht door efficiënt materiaalgebruik en door duurzaamheid gedreven groei.
  • Klanten: Groeiende vraag naar duurzame, recycleerbare en milieuvriendelijke producten.
  • Werknemers: Betrokkenheid bij en deelname aan hulpbronnenefficiënte praktijken.
  • Regelgevers: Naleving van richtlijnen voor circulaire economie en regelgeving voor afvalvermindering.
  • Leveranciers: Samenwerking om innovatieve materialen te ontwikkelen en praktijken voor het terugwinnen van grondstoffen te integreren.

5.3.2.5 Communicatie met stakeholders en toegankelijkheid

Het beleid van de Recticel Group inzake het gebruik van hulpbronnen en de circulaire economie werd grondig ontwikkeld in 2024 en zal in 2025 worden afgerond en gepubliceerd op de bedrijfswebsite. Ondertussen worden werknemers, leveranciers en andere relevante stakeholders actief betrokken via gerichte communicatiestrategieën en samenwerkingsinitiatieven, zodat een effectieve implementatie en gedeelde verantwoordelijkheid gewaarborgd zijn.

5.3.2.6 Integratie met innovatiestrategie

De doelstellingen voor het materiaalgebruik en de circulaire economie zijn verankerd in de innovatiestrategie van Recticel en stimuleren de ontwikkeling van duurzame producten en technologieën. De belangrijkste aandachtsgebieden zijn onder andere:

  • Vervanging van materialen om de recycleerbaarheid te verbeteren en de impact op het milieu te verminderen.
  • Productontwerpinnovaties om terugwinning en hergebruik aan het einde van de levensduur mogelijk te maken.
  • Uitbreiding van partnerschappen om circulaire oplossingen in verschillende sectoren op grotere schaal toe te passen.

5.3.2.7 Gevolgen, risico's en kansen

De overzichtstabel in hoofdstuk 4.3 geeft een overzicht van de milieu- en economische effecten, risico's en mogelijkheden (IRO's) die verband houden met het materiaalgebruik en circulaire economie. Dit dient als een uitgebreide referentie voor stakeholders om onze voortgang en inzet op dit gebied te beoordelen.

5.3.3 E5-2 Beleid en middelen wat betreft materiaalgebruik en circulaire economie

Recticel versnelt haar overgang naar een duurzaam, circulair economisch model met initiatieven om de impact op het milieu te verminderen, de materiaalefficiëntie te maximaliseren en de samenwerking in de waardeketen te bevorderen. Recticel Insulation integreert bijvoorbeeld biocirculaire grondstoffen en kondigde onlangs een investering van 13 miljoen euro aan in een recyclingfabriek voor polyurethaan met gesloten kringloop. In de divisie Insulated Panels gebruikt Trimo minerale wol en staal met een hoog percentage recycled productie en einde levensduur afval.

5.3.3.1 Belangrijkste acties

Om efficiënter met hulpbronnen om te gaan en de principes van de circulaire economie hoog te houden, heeft Recticel de afgelopen jaren belangrijke initiatieven geïmplementeerd in al haar dochterondernemingen en regio's. Deze inspanningen zullen de komende vijf jaar worden voortgezet als onderdeel van het transitieplan om tegen 2030 de SBTi-doelstelling op korte termijn te halen. Deze initiatieven bestrijken de hele waardeketen, zowel upstream als downstream, evenals de eigen activiteiten van het bedrijf, en zijn afgestemd op alle niveaus van de afvalhiërarchie. De doelen die in hoofdstuk 5.4.4 worden beschreven, zijn ontworpen om specifiek, meetbaar, haalbaar, relevant en tijdgebonden (SMART) te zijn.

Afvalhiërarchie

  • Ontwikkeling en uitbreiding van infrastructuur om productieafval en afval van bouwinstallaties te verminderen, terug te winnen en te hergebruiken.
  • Een programma implementeren om het verbruik van primaire grondstoffen te verminderen.

Ecologisch ontwerp en levenscyclusbeheer

  • Recycleerbaarheid, duurzaamheid en efficiënt materiaalgebruik integreren in het productontwerp.
  • Onderzoeken van strategieën voor het recycleren van onderdelen aan het einde van de levenscyclus van een product, meestal 50-60 jaar.

Programma's voor afvalvermindering

  • Doel stellen om 0% stortafval te bereiken tegen 2035, door te focusen op afvalvermindering, verbeterde recycling en omzetting van productieafval in alternatieve toepassingen.
  • Doel stellen van 90% operationeel afval te recupereren tegen 2030.
  • Samenwerken met leveranciers om verpakkingsafval te verminderen.
  • Kiezen voor verpakkingsmaterialen met een hoger gehalte aan gerecycleerd materiaal met behoud van technische prestaties.
  • Het aanmoedigen van initiatieven van werknemers om afval in de dagelijkse werkzaamheden te verminderen.

Samenwerking en innovatie

  • Samenwerken met leveranciers en klanten om innovatieve materialen en oplossingen te ontwikkelen die circulariteit in de hele toeleveringsketen ondersteunen.
  • Het bevorderen van technologieën die de recycleerbaarheid en het terugwinnen van grondstoffen verbeteren (zie inzet over gezamenlijk onderzoeksproject).
  • Investeren in proefprogramma's om nieuwe benaderingen voor het terugwinnen van materialen uit afgedankte producten te testen en te implementeren.
  • Samenwerken met industriegroepen om te pleiten voor initiatieven op het gebied van de circulaire economie en het delen van beste praktijken.

Hernieuwbare en gerecycleerde materialen

  • De afhankelijkheid van eindige hulpbronnen verminderen door nieuwe materialen te vervangen door hernieuwbare of gerecycleerde alternatieven.
  • Opnemen van biogebaseerde materialen in onze primaire materialen.
  • Prioriteit geven aan materialen met een hoog gehalte aan gerecycleerd materiaal en aangetoonde duurzaamheidsprestaties.
  • Introductie van de volgende generatie chemische recycling van PU-afval en investering in een recyclingfabriek met gesloten kringloop.

Selectief splitsen van harde PIR-schuimen

In een gezamenlijk onderzoeksprogramma geleid door Recticel en de KU Leuven (B), en ondersteund door VLAIO, is het de bedoeling om innovatieve chemische recyclingmethodes te ontwikkelen voor polyisocyanuraat (PIR) schuim. Het project richt zich op het creëren van een selectief depolymerisatieproces voor hard polyurethaanafval, waardoor de productie van herbruikbare materialen zoals polyolen en anilines voor de productie van isolatieplaten mogelijk wordt. In tegenstelling tot traditionele recyclingmethoden zoals glycolyse, waarbij alleen polyol wordt teruggewonnen en nog steeds gebruik wordt gemaakt van nieuwe, fossiele MDI, streeft deze benadering naar volledige circulariteit door selectief isocyanuraat- en urethaanbindingen te verbreken, waardoor de productie van duurzaam polyurethaanschuim wordt gestimuleerd.

* gesubsidieerd door VLAIO, project HBC 2024.0232

Recticel Group - Jaarverslag 2024 126

5.3.4 E5-3 Doelen wat betreft materiaalgebruik en circulaire economie

Door praktijken van de circulaire economie in ons bedrijfsmodel te verankeren, willen we innovatie stimuleren, de impact op het milieu verminderen en waarde op lange termijn creëren voor alle stakeholders. We hebben vrijwillige, meetbare en tijdgebonden doelen opgesteld om materiaalverbruik en afval te verminderen, het hergebruik van grondstoffen te verbeteren en producten te ontwerpen die geschikt zijn voor recycling. Het Managementcomité heeft deze doelen vastgelegd om te zorgen voor strategische afstemming en verantwoording. Ze ondersteunen ook de vermindering van scope 3 broeikasgasemissies, waarvan de voortgang wordt beschreven in hoofdstuk 5.2.7.

5.3.4.1 Doelen voor hulpbronnengebruik

TOEPASSING DOEL BASISJAAR VOORUITGANG ACTIES
PEFC-gecertificeerd papier in
meerlaagse bekledingen van
isolatieplaten
Productiefase 100% PEFC-gecertificeerd papier in
onze meerlaagse bekleding voor
isolatieplaten tegen eind 2025
2022 (0%) 5 van de 5 productielocaties voor
PIR-karton gecertificeerd; 97%
conversie naar PEFC gecertificeerd
papier op 31.12.2024.
Overgang, testen, goedkeuren
Gerecycleerd materiaal in minerale
wol
Productiefase 25% van het ongewogen
gemiddelde van door de
leverancier gerapporteerde pre- en
postconsumenteninhoud
2024 (19,2%) 19,2% in 2024 De betrokkenheid van leveranciers
vergroten, vooral van leveranciers
die een beperkte hoeveelheid
gerecycleerd materiaal in hun
producten integreren.

5.3.4.2 Doelen circulaire economie

TOEPASSING DOEL BASISJAAR VOORUITGANG ACTIES
Afvalvermindering en recuperatie
Vermindering van operationeel afval
dat wordt gestort
Productiefase (alle afvalstromen) Tegen 2035 geen gestort
bedrijfsafval
2024 (5,3%) 5,3% operationeel afval naar
stortplaats in 2024
Afvalscheiding aan de bron
uitbreiden, recyclingpercentages
verbeteren, gesloten
kringloopsystemen invoeren
Afvalvermindering en recuperatie
Omleiden van operationeel afval naar
recuperatie
Productiefase (alle afvalstromen) 90% afval hergebruiken tegen 2030 2024 (86,9%) 86,9% in 2024
Broeikasgasreductie
Broeikasgasreductie van Cat. 3.12,
Verwerking aan het einde van de
levensduur van
verkochte producten
Productie en end-of-life fase 15% reductie van scope 3.12 tegen
2030, vergeleken met het herwerkte
basisjaar 2021 (242.016 ton CO2e)
2021 +2.8% (248.904 tCO2e) Meer gerecycleerde materialen
inkopen, samenwerken met
leveranciers, eco-ontwerpprincipes
integreren in onze producten, EOL
recyclingopties ontwikkelen

5.3.5 E5-4 Materiaalinstromen

5.3.5.1 Beschrijving van materiaalinstromen

De belangrijkste hulpbronnen die in de productieprocessen worden gebruikt, zijn als volgt:

MDI en polyol

Deze primaire grondstoffen worden gebruikt bij de productie van harde polyurethaanschuimen. MDI (methyleendifenyldiisocyanaat) dient als de isocyanaatcomponent, terwijl polyolen fungeren als de reactieve tegenhanger en in combinatie met additieven de schuimstructuur vormen. De instroom wordt nauwlettend in de gaten gehouden om de efficiëntie te optimaliseren en afval tot een minimum te beperken.

Minerale wol

Minerale wol wordt gebruikt als isolatiemateriaal voor de productie van geïsoleerde panelen.

Staal

Staal, geleverd op rollen, wordt gebruikt bij de productie van geïsoleerde panelen. Er zijn maatregelen genomen om staal met gerecycleerd materiaal te gebruiken, zodat er minder gebruik wordt gemaakt van nieuwe materialen.

Verpakking

Verpakkingsmaterialen, zoals PE-folie, worden gebruikt voor het veilig vervoeren en opslaan van producten. Recticel geeft voorrang aan het gebruik van recycleerbare en herbruikbare verpakkingsmaterialen en minimaliseert waar mogelijk onnodige verpakking.

Er zijn geen zeldzame aardelementen (REE) betrokken bij onze productieprocessen. Aangezien onze productieprocessen heel weinig water vereisen, is ons waterverbruik voornamelijk voor persoonlijk gebruik, zoals eten, drinken, douchen en sanitaire voorzieningen. Bovendien verbruikt Recticel niet veel energie, zoals blijkt uit de lage scope 1 en scope 2 CO2e.

5.3.5.2 Materialiteitsgegevens

Totaal gewicht aan producten en technisch en biologisch materiaal gebruikt in 2024

Jaar 2024 GEWICHT (T)
Totaal gewicht aan producten en technisch en biologisch materiaal
gebruikt
268.744,6

Duurzame biologische materialen die worden gebruikt bij de productie van isolatieplaten

Jaar 2024 CERTIFICERINGS
SYSTEEM
PERCENTAGE
MDI (massabalans) - zie Hoofdstuk 5.3.6 ISCC 0%*
Papier voor meerlaagse bekleding voor isolatieplaten - zie Hoofdstuk 5.3.6 PEFC 97%
% Biologische materialen van duurzame oorsprong (en biobrandstoffen
gebruikt voor niet-energetische doeleinden)
- 1,9%

* Recticel promoot actief haar nieuwe gamma Impact® isolatieplaten, die 25% minder CO2 -uitstoot opleveren. De reductie van broeikasgassen die wordt bereikt met de massabalansmethode is echter nog niet door de EU erkend als geldig voor opname in milieuproductverklaringen (EPD's) van producten. Als gevolg daarvan kunnen downstream stakeholders (architecten, aannemers, ingenieurs) nog geen rekening houden met deze vermindering in hun duurzaamheidsbeoordelingen. We verwachten een grotere marktacceptatie zodra de officiële goedkeuring is verleend.

ISCC Plus, ontwikkeld door de International Sustainability & Carbon Certification, is een certificeringssysteem gericht op het bevorderen van duurzaamheid en het verminderen van CO2-uitstoot in de toeleveringsketens van verschillende sectoren, zoals landbouw, voedsel, biomassa en bio-energie. Het omvat criteria met betrekking tot sociale, ecologische en economische aspecten, evenals de vermindering van de uitstoot van broeikasgassen. Bedrijven die ISCC Plus gecertificeerd zijn, waaronder Recticel, hebben aangetoond dat ze voldoen aan strenge duurzaamheidsnormen en verantwoord omgaan met hernieuwbare grondstoffen en CO2-uitstoot.

PEFC, het Programme for the Endorsement of Forest Certification, is een toonaangevende wereldwijde alliantie van nationale boscertificeringsystemen, die duurzaam bosbeheer promoot dat milieuvriendelijk, sociaal voordelig en economisch levensvatbaar is, door middel van onafhankelijke certificering door derden.

Secundaire componenten en materialen

Jaar 2024 GEWICHT (T) PERCENTAGE
Secundaire hergebruikte of gerecycleerde onderdelen, secundaire 14.060,3 5,2%
tussenproducten en secundaire materialen die worden gebruikt om onze
producten te maken (inclusief verpakking)*

* Gebaseerd op het ongewogen gemiddelde van de door leveranciers opgegeven pre- en post-consumenteninhoud van minerale wol in onze geïsoleerde panelen en in onze eco-verpakkingen.

5.3.5.3 Contextuele informatie over gegevensmethodologieën en criteria voor circulair ontwerp

Alle gegevens zijn afkomstig van directe weegsystemen voor productieafval, schroot en verpakkingsafval. De verzamelde gegevens worden ingedeeld in vooraf gedefinieerde categorieën zoals polyurethaanafval, afval van minerale wol, staalafval, chemische producten, kunststofverpakkingen en andere.

Voor het bepalen en classificeren van producten die volgens circulaire principes zijn ontworpen, past Recticel de volgende criteria toe:

  • • Recycleerbaarheid van materiaal: Producten worden beoordeeld op basis van de recycleerbaarheid van hun primaire onderdelen, zoals polyurethaanschuim en staal.
  • • Efficiënt materiaalgebruik: Het gebruik van hernieuwbare of secundaire (gerecycleerde) grondstoffen bij de productie van producten is een belangrijke overweging.
  • • Levensduur van producten: Ontwerpen die de levensduur van producten of materialen verlengen door duurzaamheid en hergebruikspotentieel krijgen prioriteit.
  • • Terugwinning aan het einde van de levensduur: Producten die zo zijn ontworpen dat ze aan het einde van hun levenscyclus gemakkelijk kunnen worden gedemonteerd en hergebruikt, worden geclassificeerd als circulair.

5.3.6 E5-5 Materiaaluitstromen

5.3.6.1 Producten en materialen

Duurzaamheid

Isolatieplaten

De thermische isolatieplaten van Recticel zijn ontworpen voor een brede waaier van residentiële en niet-residentiële toepassingen. Ze bieden een zeer doeltreffende isolatie voor de volledige gebouwschil, inclusief platte, hellende en schuine daken, spouwmuren, vloeren, binnenbekleding en buitengevelisolatiesystemen. Deze platen worden gewaardeerd om hun uitstekende thermische prestaties, lichte gewicht en duurzaamheid.

Onder normale bouwomstandigheden kunnen ze tot 60 jaar meegaan zonder significante degradatie, hoewel hun levensduur afhangt van omgevingsfactoren en installatiemethoden.

Belangrijke factoren die duurzaamheid beïnvloeden:

  • Vochtbestendigheid: De polyurethaanstructuur met gesloten cellen minimaliseert waterabsorptie en vochtgerelateerde aantasting.
  • UV-stabiliteit: Langdurige blootstelling aan direct zonlicht kan degradatie van het oppervlak veroorzaken; beschermende coatings of bekledingen worden aanbevolen voor blootgestelde toepassingen.
  • Mechanische weerstand: Een hoge verhouding sterkte/gewicht zorgt voor robuustheid onder structurele belastingen.
  • Chemische bestendigheid: Over het algemeen bestand tegen de meeste chemische producten, maar kan afbreken bij blootstelling aan sterke oplosmiddelen.

Als ze op de juiste manier worden geïnstalleerd en onderhouden, hebben deze platen een gemiddelde levensduur van 50 jaar.

Geïsoleerde panelen

Metalen geïsoleerde panelen zijn een uitstekend voorbeeld van geprefabriceerde bouwmaterialen die de energie-efficiëntie verbeteren. Ze worden veel gebruikt voor gevel-, muur- en dakbekleding en voor scheidingswanden in industriële en commerciële gebouwen. Deze panelen bestaan uit een isolerende kern (polyurethaan of minerale wol) ingeklemd tussen metalen plaatbekledingen en bieden een hoog draagvermogen, gestandaardiseerde technische prestaties en een snelle installatie. Ze zijn licht, kostenefficiënt en aanpasbaar en helpen te voldoen aan strenge bouwvoorschriften en uitdagingen op het gebied van bouwkosten.

Als ze goed geïnstalleerd en onderhouden worden, hebben deze panelen een gemiddelde levensduur van 50 jaar.

Belangrijke factoren die duurzaamheid beïnvloeden:

  • Vocht- en luchtdichtheid: Zeer goed bestand tegen het binnendringen van vocht, waardoor schimmelvorming en isolatiedegradatie worden voorkomen.
  • Beschermende bekleding: Metalen bekleding beschermt de isolatiekern tegen blootstelling aan UV-straling, mechanische schade en omgevingsfactoren.
  • Brandwerendheid: Biedt een hoge tot uitstekende weerstand tegen extreme temperaturen en zorgt voor structurele integriteit in brandomstandigheden.

De repareerbaarheid van panelen en platen is niet relevant.

Recycleerbaarheid van onze eindproducten Portfolio-voorbeelden

Hoofdstuk 2.3.2 geeft een overzicht van de waardeketen van onze bedrijfsactiviteiten, inclusief recyclingopties, die in hoofdstuk 5.3.3 nader worden toegelicht. De kernactiviteiten van Recticel zijn gericht op isolatieplaten en geïsoleerde panelen, die voornamelijk bestaan uit bijna 100% recycleerbare componenten, zoals weergegeven in de onderstaande tabel. Ook onze verpakkingen bestaan voor bijna 100% uit recyclebare componenten, zoals aangegeven in dezelfde tabel. Hoewel deze producten zeer goed recycleerbaar zijn, blijven de recyclingpercentages aan het einde van de levenscyclus bescheiden als gevolg van uiteenlopende nationale regelgeving en infrastructuur.

Recticel investeert 13 miljoen euro in een chemische recyclingfaciliteit voor polyurethaanafval om deze kloof te dichten, een belangrijke stap in de richting van schaalbare circulaire oplossingen. Er zijn meer initiatieven in de sector op komst, waarvan er verschillende in de komende 5 tot 10 jaar zullen worden gelanceerd. De toenemende integratie van postconsumer staal en minerale wol in onze basisproducten onderstreept het groeiende belang en de praktische waarde van recycleerbaarheid. De recycling van verpakkingsmateriaal is al goed ingeburgerd in onze industrie en is een gangbare praktijk in onze activiteiten.

EINDPRODUCT ONDERDELEN % RECYCLING REFERENTIE
panelen Minerale wol 99% Mineral wool
manufacturers
Isolatieplaten Staal 99% World Steel
Association
Geïsoleerde Hard polyurethaan
schuim
99% PU Europe, ISOPA
Meervoudige
toplagen van
isolatieplaten
0% -
Rekfolie (LLDPE) 99% PlasticsEurope,
RecyClass
Verpakking Afdekfolie (LDPE,
HDPE)
99% PlasticsEurope,
RecyClass
EPS (Expanded
polystyrene)
99% EPS Industry
Alliance,
PlasticsEurope

MDI vervangen door biocirculaire materialen

Het Impact-gamma van Recticel Insulation introduceert isolatieplaten met 25% gecertificeerde biocirculaire inhoud, in lijn met de strenge eisen van de International Sustainability & Carbon Certification (ISCC). Deze platen bevatten grondstoffen afkomstig van bioafval, zoals gebruikte plantaardige oliën (zonder impact op de biodiversiteit), waardoor hun koolstofvoetafdruk met 43%* daalt in vergelijking met standaardplaten, terwijl ze uitzonderlijke thermische en technische prestaties blijven leveren.

Eurowall Impact (voor spouwmuurisolatie) en Eurothane Silver Impact (voor platte daken) leveren robuuste thermische efficiëntie, energiebesparingen en minder uitstoot van broeikasgassen. Deze platen zijn ontworpen voor eenvoudige verwerking en optimaal comfort en voldoen aan dezelfde hoge normen als bestaande oplossingen, met PEFCgecertificeerde meerlaagse houtvezelbekleding voor duurzaamheid.

Overschakelen naar PEFC-gecertificeerd papier voor meerlaagse bekleding

We hebben aanzienlijke vooruitgang geboekt op het gebied van duurzaamheid door de papierlagen in de gasdichte meerlaagse bekleding van onze polyurethaan isolatieplaten te betrekken uit PEFC-gecertificeerde bossen, waardoor we onze koolstofvoetafdruk verkleinen en duurzame bosbouwpraktijken bevorderen.

PEFC (Programme for the Endorsement of Forest Certification) is een wereldwijd erkende standaard voor duurzaam bosbeheer. Door te zorgen voor 100% PEFC-gecertificeerd papier in onze meerlaagse vellen, dragen we bij aan verantwoord materiaalgebruik en milieubeheer.

RE-engineered IP PIR isolatieplaten

IP PIR is een thermische isolatieplaat voor gebruik in betonnen sandwichpanelen voor wanden.

In 2024 introduceerde Recticel een nieuwe RE-engineered IP PIR-isolatieplaat zonder aluminium bekleding, waardoor de koolstofvoetafdruk van de bekleding tot 40% kleiner wordt en het risico op corrosie afneemt. Deze innovatie garandeert prestaties op lange termijn met:

  • Gasdiffusiedicht gedrag, waardoor de algehele prestaties verbeteren.
  • Consistente lambdawaarden op lange termijn, voor een betrouwbare isolatie-efficiëntie.
  • Een lagere koolstofvoetafdruk in het eindproduct.

Powerdeck+ Light Roof

Powerdeck+ Light Roof is speciaal ontworpen voor de renovatie van platte daken met stalen dakplaten met PIR-isolatie en de integratie van fotovoltaïsche panelen. Het is ontwikkeld voor de Franse markt door Recticel Insulation in samenwerking met SIKA, gespecialiseerd in speciale chemische producten.

Deze dunnere platen met dezelfde -waarde maximaliseren de energieproductie op platte daken en voldoen aan de Franse regelgeving. Het systeem is ontworpen om zowel de koolstofvoetafdruk als de bouwkosten te minimaliseren en levert optimale prestaties en duurzaamheid.

Isolatiepanelen van minerale wol met gerecycleerd materiaal na consumptie

We integreren al tot 52% gerecycleerd materiaal in de productie van onze minerale wol.

We evalueren isolatiepanelen die gemaakt zijn van post-consumer gerecycleerd minerale wol. Dit proces omvat het verzamelen van ontmantelde EOL-panelen en het scheiden van de stalen en minerale wolcomponenten. De gerecycleerde minerale wol wordt vervolgens behandeld en verwerkt in de productie van nieuwe geïsoleerde panelen, waarbij we streven naar een post-consumer gerecycleerde inhoud van 20%.

Eco-ontwerp

Om demontage te vereenvoudigen en efficiënte recycling mogelijk te maken, hebben we een vloeibare coating geïntegreerd tussen de lagen van onze isolatieplaten. Dankzij dit ontwerp kunnen de materialen aan het einde van de levenscyclus van het product gemakkelijk worden gescheiden en blijven ze onbeschadigd en onverontreinigd.

BASE geïsoleerd paneel

Het BASE geïsoleerd paneel met minerale wol is een lichtgewicht achterwand-isolerend gevelsysteem met een hoog draagvermogen. Het biedt een duurzaam alternatief voor betonnnen of bakstenen muren. De materiaalgebonden koolstof levert een CO2e besparing op tot 60% in vergelijking met conventionele gevelbekledingssystemen. Bovendien kan de uiteindelijke gevelbekleding worden aangebracht tijdens de exploitatiefase van het gebouw.

Qbiss One Next

De nieuwe geïsoleerde panelen Qbiss One Next en Trimoterm Next zetten de norm in duurzaam bouwen en realiseren een CO2-uitstootreductie tot 69% in vergelijking met conventionele alternatieven. Deze panelen van de volgende generatie zijn vervaardigd uit duurzame, koolstofarme materialen en maken de weg vrij voor een koolstofneutrale toekomst.

Eco-verpakking

We stappen over van nieuwe verpakkingsmaterialen op materialen met gerecycleerde inhoud en lagere CO2e-uitstoot, zoals:

  • 30% gerecycleerd stretchfolie
  • 30% gerecycleerd afdekfolie
  • 50% gerecycleerd EPS

5.3.6.2 Afvalbeheer

Het afval van Recticel is onderverdeeld in de volgende afvalstromen:

  • Polyurethaan: Omvat snijafval, afvalmateriaal en defecte isolatieplaten.
  • Minerale wol: Voornamelijk gegenereerd tijdens de productie van met minerale wol beklede isolatiepanelen.
  • Staal: Omvat metaalafval van productieprocessen.
  • Chemische producten: Omvat procesresiduen, vervallen chemische producten en andere gevaarlijke stoffen.
  • Verpakking: Afkomstig van materiaalverpakking, verzendmateriaal en algemeen verpakkingsafval.
  • Overige: Omvat diverse afvalsoorten die niet in de bovenstaande categorieën passen, zoals ongevaarlijk algemeen afval.

Huidige initiatieven:

  • Recycling van polyurethaan productieafval voor de terugwinning van polyol dat geschikt is voor de productie van isolatieplaten.
  • Het verzamelen van productiestof van de zaaglijnen en het hergebruiken ervan voor wegenbouwtoepassingen.
  • Implementeren van verbeterde bemonsteringsprocedures in het kwaliteitscontrolelab om polyurethaanafval tot een minimum te beperken.
  • Het retourneren van staal- en minerale wolproductieafval naar hun respectievelijke fabrikanten.
  • Samenwerkingsverbanden met lokale afvalverwerkingsbedrijven voor inzameling en recycling, als onderdeel van verplichte en vrijwillige EPR-systemen (Extended Producer Responsibility).
  • Terugname en terugwinning van transport- en verkoopverpakkingen in verschillende landen via contractuele overeenkomsten.

Recticel genereert geen radioactief afval in haar activiteiten. Bovendien maakt radioactief afval geen deel uit van de totale hoeveelheid gevaarlijk afval die Recticel rapporteert of beheert. Het bedrijf houdt zich aan strikte milieu- en veiligheidsnormen en zorgt ervoor dat haar afvalbeheer volledig in overeenstemming is met alle relevante voorschriften.

Polyurethaan stofverzameling van zaaglijnen en briketteren

Afval definities

Afvalgegevens zijn voornamelijk afgeleid van wegingen aan de poort en facturen. Waar directe metingen niet beschikbaar zijn, zijn schattingen gebaseerd op volume en de best beschikbare kennis.

  • • Totaal afval: De totale hoeveelheid afval die wordt geproduceerd, inclusief alle verwijderings- en terugwinningsmethoden.
  • • Hergebruikt afval: Afval dat hergebruikt wordt zonder significante bewerking om de levenscyclus te verlengen.
  • • Gerecycleerd afval: Afval dat wordt verwerkt tot nieuwe materialen of producten, waardoor er minder grondstoffen worden verbruikt.
  • • Afval voor recuperatie: Afval dat via hergebruik, recycling of andere vormen van herbestemming uit de afvalstroom wordt gehouden.
  • • Verbrand afval: Afval dat wordt verwijderd door verbranding, met of zonder terugwinning van energie.

2024 Operationeel afval

Afval geproduceerd in 2024 (in ton)

1. AFVAL DAT NIET WORDT VERWIJDERD

A. Gevaarlijk afval 3.428,1
Voorbereiding voor hergebruik -
Recycling 3.387,8
Andere herstelwerkzaamheden 40,3
B. Ongevaarlijk afval 6.917,8
Voorbereiding voor hergebruik 69,6
Recycling 6.845,9
Andere herstelwerkzaamheden 2,3
Totaal afval voor recuperatie (A+B) 10.345,9
2. AFVAL AFVOEREN
A. Gevaarlijk afval 215,2
Verbranding 164,8
Stortplaats 0,1
Andere verwijderingsactiviteiten 50,3
B. Ongevaarlijk afval 1.345,1
Verbranding 632,6
Stortplaats 628,7
Andere herstelwerkzaamheden 83,9
Totaal te verwijderen afval (A+B) 1.560,3
Totaal gerecycleerd afval 1.632,2
Totaal percentage gerecycleerd afval 13,7%
Totaal percentage afval voor recuperatie 86,9%
Totaal percentage te verwijderen afval 13,1%
Totaal percentage gestort afval 5,3%
Totaal geproduceerd afval (1+2) 11.906,2

1,560.3 t

5.3.7 E5-6 Verwachte financiële effecten van het gebruik van materiële hulpbronnen en aan de circulaire economie gerelateerde risico's en kansen

De verwachte financiële effecten van het gebruik van materiële hulpbronnen en aan de circulaire economie gerelateerde risico's en kansen zijn niet opgenomen in de Duurzaamheidsverklaring voor 2024, omdat een gefaseerde implementatie is toegestaan.

5.4 Sociaal | S1 Eigen personeel

Het onderstaande overzicht volgt de structuur van ESRS S1. Na de dubbele materialiteitsbeoordeling (zie hoofdstuk 4.2) werden de volgende deelonderwerpen als niet-materieel beschouwd en worden ze daarom niet gerapporteerd:

  • ESRS S1-9, Diversiteitsmaatstaven,
  • ESRS S1-12, Mensen met een beperking, en
  • ESRS S1-16, Beloningsmaatstaven (loonkloof en totale beloning).

5.4.1 Materiële S1 IRO's en hun interactie met strategie en bedrijfsmodel

Een uitgebreid inzicht van de materiële IRO's die verband houden met ESRS S1, inclusief de beschrijving van het IRO-proces en hun interactie met de strategie en het bedrijfsmodel, wordt gegeven in Hoofdstuk 4.3, Navigeren door het landschap van risico's en kansen. Informatie over de resultaten van de veerkrachtanalyse is te vinden in Hoofdstuk 2.3.4, Veerkracht van ons bedrijfsmodel en onze strategie.

5.4.2 S1-1 Beleid ten aanzien van eigen personeel

Dit hoofdstuk beschrijft het beleid van Recticel om haar materiële impact op haar personeel te beheren, evenals de bijbehorende materiële risico's en kansen.

Zodra een beleid is goedgekeurd, wordt het op lokaal niveau geïmplementeerd om consistentie, transparantie en effectieve uitvoering in alle activiteiten te garanderen. Elk beleid definieert duidelijk de reikwijdte en toepasbaarheid en biedt duidelijke richtlijnen voor de implementatie. Het Directiecomité is verantwoordelijk voor het valideren van alle beleidslijnen van Recticel en zorgt ervoor dat ze in lijn zijn met de strategische doelstellingen van Recticel en de wettelijke vereisten.

OVERKOEPELEND BELEID

  • Gedragscode
  • Klokkenluidersregeling
  • Gegevensbescherming
  • Privacyverklaring voor werknemers

SPECIFIEKE BELEIDSMAATREGELEN Materiële invloed 1 Gezondheid en veiligheid op het werk Materiële invloed 2 Arbeidsvreugde en welzijn Materiële invloed 3 Training en ontwikkeling van vaardigheden • Groep HS&E-beleid • Beleid voor prestatiebeoordeling • HR-beleid • Beleid voor prestatiebeoordeling • Trainingsbeleid

Overkoepelend beleid

Gedragscode van de Groep. Onze Gedragscode is in 2024 uitgebreid bijgewerkt.

Recticel handhaaft de hoogste normen op het gebied van mensenrechten, arbeidsrechten, veiligheid, gezondheid, milieubescherming en corruptiebestrijding, in overeenstemming met internationale kaders en wettelijke vereisten.

We hebben een due diligence-beleid geïmplementeerd om naleving van de conventies 1 tot en met 8 van de Internationale Arbeidsorganisatie (ILO) en de VN-richtlijnen voor bedrijven en mensenrechten te waarborgen. Ons beleid ondersteunt eerlijke arbeidspraktijken, voorkomt discriminatie en stimuleert ethische werkomstandigheden voor al onze medewerkers en leveranciers. We hanteren ook strenge maatregelen om mensenhandel, dwangarbeid of verplichte arbeid en kinderarbeid te voorkomen. Deze maatregelen omvatten op risico gebaseerde beoordelingen, klachtenmechanismen, leveranciersbeoordelingen en beoordelingen.

We streven naar een inclusieve werkplek die diversiteit waardeert. Recticel zorgt voor eerlijke en transparante wervings- en tewerkstellingspraktijken en biedt gelijke kansen, ongeacht leeftijd, handicap, geslachtsverandering, burgerlijke staat, zwangerschap en moederschap, ras, godsdienst of overtuiging, geslacht, seksuele geaardheid of werkuren.

Hoofdstuk 5.5.2 geeft een gedetailleerde beschrijving van de principes die onze ethische en compliant bedrijfspraktijken vormgeven, waaronder onze kernwaarden, Gedragscode, Klokkenluidersregeling en Bestuursdoelen en -cijfers.

Naleving van het beleid van de Gedragscode van de Groep wordt ondersteund door middel van bewustwordingstrainingen, interne audits en het klokkenluidersysteem. Het Compliancecomité speelt een belangrijke rol bij het toezicht op de naleving van het beleid.

Klokkenluidersregeling. Ons klokkenluiderbeleid is in 2024 uitgebreid bijgewerkt en bevat de nieuwste Europese vereisten.

Het klokkenluiderbeleid van Recticel moedigt een cultuur van transparantie en verantwoordingsplicht aan door het melden van feitelijk of vermoedelijk wangedrag in de bedrijfsvoering of werkgerelateerd gedrag van Recticel of een van haar aandeelhouders, managers, werknemers, zelfstandige dienstverleners of aannemers te vergemakkelijken. Het klokkenluiderbeleid helpt de integriteit en ethische normen op de werkplek te handhaven.

Meer informatie over het klokkenluiderbeleid is te vinden in hoofdstuk 5.5.2.

Beleid Gezondheid, Veiligheid & Milieu (HS&E). Recticel voert haar activiteiten uit op een manier die prioriteit geeft aan de gezondheid en veiligheid van haar klanten, werknemers, aannemers en het algemene publiek. We handhaven een veiligheidscultuur door ervoor te zorgen dat managers en werknemers regelmatig worden geïnformeerd en opgeleid over gezondheidsen veiligheidsvoorschriften. We wijzen ook voldoende middelen toe aan de identificatie, controle en beperking van gezondheids- en veiligheidsrisico's in verband met onze activiteiten, waarbij we ons strikt houden aan alle toepasselijke wet- en regelgeving in de landen waar we actief zijn.

Het HS&E-beleid van de Recticel Group, ondertekend door de Chief Operations Officer (COO), definieert strategische doelstellingen om alle HS&E-risico's en milieueffecten die inherent zijn aan de activiteiten en producten van het bedrijf te minimaliseren. Het HS&E-beleid gaat verder dan de basisverplichting om te voldoen aan toepasselijke gezondheids-, veiligheids- en milieuvoorschriften. Het omvat een ongevallenpreventiebeleid, dat ervoor zorgt dat proactieve maatregelen worden genomen om incidenten op de werkplek te voorkomen. Recticel controleert haar prestaties op het vlak van gezondheid en veiligheid aan de hand van belangrijke prestatieindicatoren, waaronder Frequency 1 (Ongevallen met werkverlet) en Frequency 2 (Ongevallen met werkverlet + Gevallen met werkbeperking + Gevallen met medische behandeling). Een overzicht van onze prestaties in 2024 met betrekking tot deze maatstaven is te vinden in hoofdstuk 5.4.13.

Bij de activiteiten van Recticel kunnen gevaarlijke chemische stoffen gebruikt worden voor de productie van isolatieoplossingen. Hard polyurethaanschuim wordt bijvoorbeeld geproduceerd door een exotherme reactie tussen een polyol en een isocyanaat. In het productieproces worden ook lijmen gebruikt. Er gelden strikte beleidsregels en procedures om de gezondheid en veiligheid van werknemers te allen tijde te beschermen. Voordat een nieuw chemisch

product in productie wordt genomen, moet het worden goedgekeurd door de plaatselijke HS&Emanager. Bovendien worden alle chemische stoffen veilig opgeslagen en regelmatig geïnspecteerd. Veiligheidsinformatiebladen (SDS) zijn op elk moment beschikbaar in de productieruimten en kunnen worden geraadpleegd.

Om een voortdurende verbetering te garanderen, voert Recticel oorzakenanalyses uit en implementeert het corrigerende en preventieve acties voor kritieke activiteiten. Onze schuimvestigingen houden zich aan strenge regelgevende kaders, waaronder SEVESO en COMAH richtlijnen, en onze fabrieken werken binnen milieubeheersystemen. In 2024 beschikten zeven van de 12 operationele sites over een ISO 14001-certificaat.

Naast veiligheid op de werkplek, zetten we ons ook in voor de fundamentele mensenrechten van onze werknemers. Recticel verbiedt uitdrukkelijk mensenhandel, gedwongen of verplichte arbeid en kinderarbeid, in overeenstemming met de internationale arbeidsnormen. Deze verplichtingen zijn verankerd in ons beleid en onze operationele procedures om ethische bedrijfspraktijken te garanderen.

Recticel zorgt ervoor dat haar HS&E-beleid toegankelijk is voor alle relevante stakeholders, inclusief degenen die mogelijk worden beïnvloed door haar activiteiten en degenen die verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van het beleid. Het beleid wordt intern en extern gecommuniceerd om de naleving en gedeelde verantwoordelijkheid voor gezondheid, veiligheid en milieunormen te versterken. Het is ook beschikbaar op de bedrijfswebsite van Recticel.

Het bedrijf bevordert actief het veiligheidsbewustzijn door middel van initiatieven zoals het wereldwijde 'Simply Safe'-programma, waarin Gouden Veiligheidsprincipes en -regels zijn vastgelegd. De 'Stop. Think. Act!' slogan die het programma ondersteunt, benadrukt hoe belangrijk het is om stil te staan bij risico's voordat je taken uitvoert en stimuleert gewoonten die zorgen voor een veiligere werkomgeving.

Elke drie jaar wordt een externe wettelijke HS&E-audit uitgevoerd.

Gegevensbeschermingsbeleid en Privacybeleid voor werknemers. Het Gegevensbeschermingsbeleid stelt een minimumnorm vast voor de verwerking van persoonsgegevens in welke vorm dan ook door een Recticel-bedrijf. Het is een aanvulling op alle toepasselijke nationale en internationale wet- en regelgeving. Het is gebaseerd op de EU-wetgeving.

In de Privacykennisgeving aan medewerkers wordt uitgelegd waarom en hoe Recticel informatie over haar personeel verzamelt, hoe Recticel dergelijke informatie beschermt en hoe lang Recticel deze bewaart. Recticel bewaart de gegevens van haar personeel zo veilig en beveiligd als redelijkerwijs mogelijk is en beschermt ze tegen verlies en ongeoorloofde bekendmaking of toegang. Recticel behandelt persoonsgegevens van haar personeel in strikte overeenstemming met de toepasselijke wetgeving inzake gegevensbescherming, in het bijzonder de Algemene Verordening Gegevensbescherming 2016/679 van 27 april 2016 (GDPR).

Specifieke beleidsmaatregelen

HR-beleid. Het HR-beleid van de Groep legt uit hoe de afdeling Human Resources bijdraagt aan de uitvoering van de bedrijfsstrategie door middel van 10 kernfuncties, waaronder Ontwikkeling van Werknemers, Leren en Welzijn van Werknemers. Het geeft ook uitleg over de HR-organisatiestructuur, de verschillende rollen en hun verantwoordelijkheden, op lokaal en Groepsniveau. Dit HR-beleid en de gerelateerde procedures zijn van toepassing op Recticel NV/SA en haar rechtstreekse en/ of onrechtstreekse filialen, met uitzondering van joint ventures.

Beleid voor prestatiebeoordeling. Dit beleid wordt voornamelijk geïmplementeerd via de Employee Performance Management Discussion (EPMD), die tot doel heeft de principes, processen en verantwoordelijkheden te definiëren om effectieve jaarlijkse prestatiemanagementgesprekken te voeren met alle bedienden binnen de Recticel Group. Deze procedure beschrijft ook hoe de prestaties van alle bedienden worden beoordeeld, opgevolgd en gedocumenteerd.

De EPMD-procedure benadrukt het sterke engagement van Recticel om een regelmatige feedbackdialoog met zijn werknemers te voeren op een eerlijke en consistente manier die vertrouwen creëert bij de werknemers en een cultuur van open en transparante discussie in het bedrijf versterkt.

De EPMD-procedure is van toepassing op Recticel NV/SA en haar rechtstreekse en/of onrechtstreekse filialen, met uitzondering van joint ventures, en is relevant voor alle bedienden. Ze is niet van toepassing op arbeiders.

Procedure voor opleiding van werknemers (ETP).

Het doel van de ETP is Recticel's benadering van de opleiding van werknemers uit te leggen. Het beschrijft hoe de behoefte aan training voor werknemers wordt geïdentificeerd, uitgevoerd, opgevolgd en geëvalueerd. Het beschrijft de rollen en verantwoordelijkheden van elke partij (werknemer, manager, 'grootouder' en HR) en het proces om opleidings- en ontwikkelingsactiviteiten te identificeren, aan te vragen, bij te wonen en te beoordelen.

Deze procedure voor opleiding van werknemers en de gerelateerde procedures zijn van toepassing op alle bedienden van Recticel NV/SA en haar rechtstreekse en/ of onrechtstreekse filialen, met uitzondering van joint ventures.

5.4.3 S1-2 Processen om met eigen werknemers en werknemersvertegenwoordigers te overleggen over impacts

Dit hoofdstuk beschrijft de algemene processen waarmee Recticel in gesprek gaat met haar personeel en haar vertegenwoordigers over de werkelijke en mogelijke gevolgen voor haar werknemers. Er wordt uitgelegd hoe er in het besluitvormingsproces van de Groep rekening wordt gehouden met de standpunten van onze eigen werknemers om de werkelijke of mogelijke gevolgen voor de werknemers te beheren.

Recticel promoot actief een positief werkgeversimago en zorgt voor transparantie in tewerkstellingspraktijken. Onze aanpak omvat:

  • Het stimuleren van een open dialoog met werknemers en hun vertegenwoordigers over de strategie en prestaties van het bedrijf, bedrijfsontwikkelingen en personeelsgerelateerde zorgen.
  • Proactieve maatregelen implementeren om de impact van onze activiteiten op het milieu en de gezondheid te verminderen.

Lokale managementteams spelen een centrale rol in het cultiveren van positieve werknemersrelaties. Ze zorgen voor regelmatige updates over de bedrijfsdoelstellingen en zorgen ervoor dat werknemers hun rol in het nastreven van strategische doelen begrijpen. Werknemers worden aangemoedigd om hun verwachtingen en feedback te delen, wat bijdraagt aan een coöperatieve werkomgeving.

Als onderdeel van onze engagementstrategie voert Recticel jaarlijks een Employee Performance Management Discussion (EPMD) voor bedienden. Dit proces biedt werknemers de kans om na te denken over hun werkervaringen, inclusief taakbeheer, werklast en werkrelaties. Werknemers die hun bezorgdheid uiten, kunnen oplossingen voorstellen aan hun directe managers en, indien nodig, problemen doorverwijzen naar hun lokale HR-vertegenwoordigers voor verdere bespreking en oplossing.

Recticel werkt het hele jaar door actief samen met de sociale partners, zowel op lokaal landenniveau als op Europees niveau, om een doeltreffende communicatie en raadpleging te garanderen.

  • Lokaal niveau: In landen waar een ondernemingsraad wettelijk verplicht is, worden regelmatig bijeenkomsten gehouden om belangrijke personeelskwesties te bespreken en te overleggen. Het lokale HRmanagement houdt toezicht op het proces van de ondernemingsraad en zorgt ervoor dat de wettelijke en organisatorische normen worden nageleefd. In landen zonder ondernemingsraad worden dezelfde processen geïmplementeerd via het lokale management en HRteam.
  • Europees niveau: Recticel heeft een Europese Ondernemingsraad (EWC) opgericht die minstens één keer per jaar samenkomt, met bijkomende beperkte comitévergaderingen indien nodig. De vergadering van de EWC in september 2024 was gericht op strategische onderwerpen, waaronder de inspanningen van Recticel om de klimaatverandering te beperken en de dubbele materialiteitsbeoordeling. De Chief Human Resources Officer is verantwoordelijk voor het toezicht op het EWCproces en zorgt ervoor dat de stem van de werknemers wordt gehoord op de hoogste niveaus van de bedrijfsbesluitvorming.

De Recticel Gedragscode is van toepassing in alle landen waar we actief zijn (zie hoofdstuk 5.4.2). De gedragscode werd opgesteld in overleg met de lokale ondernemingsraden in Finland, Frankrijk, België en Slovenië en werd besproken op de Europese Ondernemingsraad. Het beschrijft ons engagement om duurzame ontwikkelingspraktijken te handhaven en te promoten in alle activiteiten van Recticel en haar dochterondernemingen, leveranciers en aannemers, inclusief het respecteren van de mensenrechten van haar eigen werknemers. We werken rechtstreeks samen met onze werknemers om potentiële en werkelijke gevolgen te begrijpen en aan te pakken.

5.4.4 S1-3 Herstelprocessen voor negatieve impact en kanalen voor eigen werknemers om zorgen kenbaar te maken

In dit gedeelte worden de formele middelen en kanalen uitgelegd waarmee de werknemers van Recticel hun zorgen en behoeften rechtstreeks aan Recticel kenbaar kunnen maken.

Bij Recticel erkennen we onze verantwoordelijkheid om eventuele negatieve gevolgen van onze bedrijfsactiviteiten voor werknemers, gemeenschappen en andere stakeholders te identificeren, te voorkomen en te verhelpen. We zorgen ervoor dat alle werknemers toegang hebben tot transparante en effectieve interne en externe kanalen om in alle vrijheid en veiligheid hun bezorgdheid te uiten en oplossingen te zoeken, zonder angst voor repercussies. We promoten deze kanalen via interne communicatie om ervoor te zorgen dat werknemers weten dat ze beschikbaar zijn.

Recticel moedigt werknemers actief aan om feedback te delen, hun bezorgdheden te uiten en zich in te zetten voor de organisatie via zowel formele als informele bijeenkomsten met managers, de HR-gemeenschap en andere stakeholders. Het frequente gebruik van de vertrouwenspersoon (waar beschikbaar) en de HRvertegenwoordigers benadrukt de doeltreffendheid en geloofwaardigheid van deze kanalen als betrouwbare mechanismen om zorgen aan de orde te stellen.

Een zorg of klacht naar voren brengen

Recticel zorgt ervoor dat alle medewerkers, ongeacht hun functie of locatie, hun bezorgdheid vrijuit kunnen uiten via verschillende veilige en toegankelijke kanalen. Deze kanalen zijn onder andere: ons klokkenluiderbeleid (zoals beschreven in Hoofdstuk 5.5.2); een opendeurbeleid met HR-vertegenwoordigers en ondernemingsraden, zodat werknemers hun zorgen kunnen bespreken zonder bang te hoeven zijn voor vergelding; en het actief vragen om feedback via functioneringsgesprekken, zodat zorgen proactief kunnen worden geïdentificeerd en aangepakt.

Medewerkers die een zorgpunt of een klacht naar voren willen brengen, worden aangemoedigd om dit eerst met hun directe manager of HR-vertegenwoordiger te bespreken. Als er geen oplossing gevonden kan worden die voor alle partijen bevredigend is, kan de kwestie doorverwezen worden naar de manager van de manager ('grootouderprincipe') en/of de HRorganisatie van het land of de groep. In landen waar een ondernemingsraad bestaat, kan de werknemer er ook voor kiezen om zijn/haar werknemersvertegenwoordiger te raadplegen. Daarnaast kan de werknemer zijn/haar bezorgdheid kenbaar maken door gebruik te maken van de procedure beschreven in het klokkenluiderbeleid.

Afhankelijk van de lokale wetgeving is er in sommige landen een vertrouwenspersoon die ondersteuning en advies kan bieden aan werknemers met psychosociale problemen op het werk (bijv. stress, pesten, trauma's, alcohol- of drugsgerelateerde problemen). Dit is het geval in België en Finland. De vertrouwenspersoon kan ook bemiddelen als de werknemer daarom vraagt. In andere landen is de HR-organisatie het aanspreekpunt voor werknemers. Indien gewenst kunnen werknemers worden doorverwezen naar hulpverleningsorganisaties.

Saneringsproces voor negatieve gevolgen

We hebben een gestructureerd organisatorisch kader opgezet om negatieve gevolgen met betrekking tot arbeidsrechten, arbeidsomstandigheden of ethische kwesties aan te pakken. Ons verbeteringsproces omvat:

  • Vroege identificatie
  • Interne beoordelingen om potentiële of werkelijke negatieve gevolgen voor werknemers te identificeren
  • Zorgen voor naleving van arbeidsrechten, milieu-, gezondheids- en veiligheidsvoorschriften

Informatie over incidenten en klachten is te vinden in hoofdstuk 5.4.15, S1-17.

Corrigerende en preventieve maatregelen

Als er een negatieve impact wordt vastgesteld, zal een speciale taskforce dit onderzoeken en corrigerende maatregelen voorstellen. Actieplannen worden geïmplementeerd met duidelijke tijdschema's, verantwoordelijkheden en follow-upbeoordelingen.

Betrokkenheid van werknemers en verhaalmechanismen

Elke werknemer die negatieve gevolgen ondervindt, heeft toegang tot een eerlijke en tijdige oplossing via interne klachtenprocedures.

Omscholing, herplaatsing of aanpassingen op de werkplek worden geboden waar nodig om de rechten en het welzijn van de getroffen persoon te herstellen.

Toewijding aan voortdurende verbetering

We evalueren en verbeteren voortdurend onze herstelprocessen en rapportagemechanismen om ze in overeenstemming te brengen met internationale arbeidsnormen en beste praktijken. Alle rapporten en zorgen worden beoordeeld door het senior management en de resultaten worden transparant gecommuniceerd met relevante stakeholders.

5.4.5 S1-4 Acteren op materiële impacts op eigen personeel

Dit hoofdstuk beschrijft de acties waarbij Recticel

  • HSE-kwesties (materiële impact 1) en ontevredenheid over het werk (materiële impact 2) voorkomt, vermindert en verhelpt, en
  • de vaardigheden van haar personeel verbetert (materiële impact 3).

Tijdens het verslagjaar implementeerde Recticel verschillende initiatieven in al haar operationele activiteiten en regio's om positieve resultaten te behalen voor al haar werknemers. Deze omvatten opleidingsen ontwikkelingsprogramma's voor werknemers en verbeterde gezondheids- en veiligheidsmaatregelen.

Bij het gebruik van gegevens binnen Recticel wordt de privacy van werknemers gerespecteerd en worden de GDPR en andere toepasselijke voorschriften inzake gegevensbescherming nageleefd. Er zijn systemen om ervoor te zorgen dat personeelsgegevens uitsluitend worden gebruikt voor legitieme zakelijke of HR-doeleinden, en niet op manieren die zouden kunnen leiden tot discriminatie, toezichtproblemen of vertrouwensschendingen.

Toekomstige personeelsgerelateerde acties en programma's met consistent toezicht zijn gepland om bij te dragen aan de langetermijndoelen en -doelen van Recticel op het gebied van duurzaamheid. In het jaarverslag van 2025 zullen we verslag uitbrengen over de initiatieven die zijn ontplooid.

De Gedragscode van de Groep beschrijft de voorwaarden waaronder zakelijke relaties kunnen worden beëindigd, met name in gevallen van systematische niet-naleving van mensenrechtennormen en wanneer de gevolgen niet kunnen worden beperkt door middel van gezamenlijke actieplannen.

Algemeen bestuur en toezicht

De Audit- en duurzaamheidscomité is het hoogste bestuursorgaan dat verantwoordelijk is voor het overzien van materiële onderwerpen die zijn geïdentificeerd via de dubbele materialiteitsbeoordeling met betrekking tot ESRS S1 - Eigen personeel, waaronder:

  • Gezondheid en veiligheid op het werk
  • Arbeidsvreugde en welzijn
  • Training en ontwikkeling van vaardigheden

Om deze prioriteiten effectief te kunnen beheren, zijn er gestructureerde veiligheid & gezondheid- en HRorganisaties opgezet, die ervoor zorgen dat alle landen waar we actief zijn speciale vertegenwoordigers hebben om toezicht te houden op het personeelsbeleid en dit uit te voeren.

Actie ondernemen om HSE-kwesties te voorkomen, te beperken en te verhelpen

Recticel zet zich in om negatieve gevolgen voor het personeel te voorkomen, te beperken en te verhelpen via proactief bestuur, risicobeheer, naleving en voortdurende verbeteringsinitiatieven. De volgende maatregelen werden geïmplementeerd om materiële risico's aan te pakken, positieve effecten te garanderen en de doeltreffendheid van deze inspanningen te evalueren.

Gezondheid, veiligheid en welzijn

Recticel heeft een reeks maatregelen genomen om de gezondheid, de veiligheid en het welzijn van de werknemers te beschermen en te bevorderen. Deze omvatten:

• Uitgebreide gezondheids- en veiligheidsprogramma's, ondersteund door regelmatige trainingssessies en oefeningen om voorbereid te zijn op noodsituaties, om ongevallen en ziekten op de werkplek te voorkomen.

  • Hulpmiddelen op het gebied van geestelijke gezondheid, waaronder vertrouwelijke adviesdiensten, om problemen op het werk aan te pakken.
  • Werknemers betrekken bij de overgang naar een groenere, klimaatneutrale economie door middel van advies, communicatie en betrokkenheid.

Risicobeoordeling en -beperking

We voeren risicobeoordelingen uit om proactief gevaren op de werkplek en potentiële kwetsbaarheden te identificeren. Dit proces omvat:

  • Systematische gevarenidentificatie: met behulp van locatiespecifieke evaluaties, feedback van werknemers en beste praktijken uit de sector.
  • Effectbeoordeling: het analyseren van risico's met betrekking tot fysieke veiligheid, mentaal welzijn en werkstabiliteit in de context van bedrijfsveranderingen.
  • Actieplanning: ontwikkelen en uitvoeren van risicobeperkende strategieën, zoals verbeterde veiligheidsmaatregelen, bijscholingsprogramma's en ergonomische werkplekverbeteringen.

Actie ondernemen om ontevredenheid over het werk te voorkomen, verminderen en verhelpen

Recticel zorgt ervoor dat de arbeidswetgeving en internationale ethische normen volledig worden nageleefd om juridische en reputatierisico's te beperken.

Er wordt een gedragscode gehanteerd, met verplichte ethische training voor alle bedienden om integriteit en respect op de werkplek te bevorderen. Er wordt een antidiscriminatiebeleid geïmplementeerd om een rechtvaardige werkomgeving te creëren

Eerlijke en billijke lonen worden gehandhaafd door naleving van de toepasselijke lokale wetgeving en collectieve arbeidsovereenkomsten. Beloningsstructuren worden vastgesteld op basis van genderneutrale functiewaarderingsnormen. Salarissen worden ook

regelmatig intern en extern vergeleken om financiële zekerheid en werktevredenheid te garanderen. Gestructureerde erkennings- en beloningssystemen helpen ons toptalent te behouden en zorgen voor motivatie en langdurige betrokkenheid. We bieden ook flexibele werkregelingen, waaronder telewerken, die een positieve bijdrage leveren aan de balans tussen werk en privé en aan de tevredenheid over ons werk.

Klachtenmechanismen, waaronder

klokkenluiderskanalen en anonieme meldingssystemen, stellen werknemers in staat hun zorgen vertrouwelijk te uiten en zorgen voor een tijdige oplossing. Zie hoofdstuk 5.4.4 voor meer informatie over meldings- en herstelprocessen.

Bovendien worden bedienden tijdens de jaarlijkse prestatiebeoordelingscyclus (EPMD) uitgenodigd om te rapporteren over hoe ze het doen in hun dagelijkse werk (inhoud, werklast, relaties, enz.). Medewerkers vullen dit onderdeel op vrijwillige basis in. Hun antwoorden worden gedeeld met hun manager, hun 'grootouder' en HR. Als een werknemer niet tevreden is met zijn/haar situatie op het werk, kan hij/zij ook vragen om een gesprek met zijn/ haar lokale HR-vertegenwoordiger.

Recticel bevordert verantwoordelijk zakelijk gedrag door haar verkooppraktijken af te stemmen op ethische normen, het vermijden van onrealistische doelstellingen en incentivestructuren om eerlijkheid, evenwichtige werkdruk en integriteit in alle activiteiten te garanderen.

Actie ondernemen om de vaardigheden van ons personeelsbestand te verbeteren

Recticel heeft leren en ontwikkelen geïntegreerd in haar bedrijfsstrategie. Door te zorgen voor een bekwaam, betrokken en toekomstgericht personeelsbestand, versterken we ons vermogen om te innoveren en zakelijk succes op lange termijn te behouden.

We streven naar een cultuur van continu leren die de arbeidstevredenheid verhoogt, de motivatie stimuleert en het behoud van werknemers versterkt. Ons doel is

om elke werknemer de middelen en mogelijkheden te bieden om zich professioneel te ontwikkelen en een zinvolle bijdrage te leveren aan onze organisatie.

Tijdens de jaarlijkse Employee Performance Management Discussion (EPMD) worden bedienden uitgenodigd om hun ervaringen met hun dagelijks werk te evalueren op het vlak van inhoud, werklast, relaties, enz. Dit is een individueel gesprek tussen de manager en zijn/haar werknemers. Het is verplicht voor alle bedienden van de Groep en vindt plaats aan het begin van het rapporteringsjaar. De EPMD wordt ondersteund door een gestructureerd formulier dat gehost wordt op het HR-informatiesysteem van de Groep (HR4U, mogelijk gemaakt door SAP SuccessFactors). De EPMD evalueert niet alleen de prestaties van de werknemer, maar richt zich ook op de manier waarop de werknemer de kernwaarden en gedragingen van de Groep uitdraagt, de vaardigheden van de werknemer op het gebied van people management, zijn/haar loopbaanambities en zijn/haar vroegere en toekomstige ontwikkelingsbehoeften. Tijdens dit jaarlijkse gesprek met hun manager worden werknemers aangemoedigd om actief hun eigen ontwikkelingstraject vorm te geven door leermogelijkheden te selecteren die aansluiten bij hun functie en ambities. Als een werknemer ontevreden is over zijn/haar situatie op het werk, kan hij/zij mogelijke oplossingen voorstellen aan zijn/haar directe manager en kan hij/zij ook vragen om een gesprek met zijn/haar lokale HR-vertegenwoordiger.

Een niet-verplichte halfjaarlijkse evaluatie wordt aangeboden om de vooruitgang te bespreken ten opzichte van de persoonlijke doelstellingen die voor het jaar werden bepaald.

Tijdens het EPMD worden ook geschikte leervormen geïdentificeerd. Er zijn verschillende opties beschikbaar:

  • Externe en interne trainingen
  • Coaching, begeleiding en leren op de werkplek
  • Seminars, conferenties en netwerkmogelijkheden
  • E-learningmodules en platforms voor het digitaal delen van kennis
  • Intercollegiaal leren en uitwisseling van beste praktijken
  • TECUN Technische Universiteit Recticel

TECUN is het speciale e-learningplatform van Recticel dat werd gelanceerd om de technische expertise van werknemers te vergroten. Het faciliteert leren op aanvraag, zodat werknemers in hun eigen tempo toegang hebben tot materialen, terwijl het ook helpt om succes te meten en voortdurende verbetering te bevorderen. Door product- en applicatiekennis uit te breiden over teams heen, ondersteunt TECUN de ontwikkeling van cross-functionele vaardigheden in lijn met de evoluerende behoeften van de sector.

5.4.6 S1-5 Doelen wat betreft het beheersen van materiële negatieve impacts, het bevorderen van positieve impacts en het beheersen van materiële risico's en kansen

Dit hoofdstuk beschrijft de tijdgebonden en resultaatgerichte doelstellingen van Recticel voor elke materiële impact op het personeelsbestand.

Recticel Group heeft strikte doelstellingen vastgelegd met betrekking tot verschillende ESRS S1-onderwerpen voor 2024 en de daaropvolgende jaren. Alle doelstellingen met betrekking tot S1 Eigen personeelsbestand, worden bepaald door het Directiecomité, waarbij rekening wordt gehouden met de impact op ons personeelsbestand en de afstemming op onze kernwaarden. De betrokkenheid van ons eigen personeel en personeelsvertegenwoordigers bij het stellen van doelen, wordt bevorderd door jaarlijks informatie te delen en te bespreken met de Europese Ondernemingsraad. Dezelfde procedure is van toepassing op de betrokkenheid bij het volgen van prestaties ten opzichte van doelen en het identificeren van lessen of verbeteringen als gevolg van de prestaties van het bedrijf.

Ons proces voor het beheren van materiële impacts, risico's en mogelijkheden wordt beschreven in hoofdstuk 4.3.

Gezondheids- en veiligheidsdoelen

Recticel hecht veel belang aan de gezondheid en veiligheid van zijn werknemers. Managers en medewerkers krijgen regelmatig training en instructies over gezondheid en veiligheid. Het bedrijf besteedt ook voldoende middelen aan de identificatie, het beheer en de beperking van risico's in overeenstemming met de geldende wetten en normen.

Alle directe medewerkers van Recticel vallen onder ons gezondheids- en veiligheidsbeheersysteem. We rapporteren over een reeks gezondheids- en veiligheids-PKI's en de resulterende cijfers voor onze prestaties in 2024 worden gegeven in hoofdstuk 5.4.13. Hoewel ons doel minder dan twee incidenten met frequentie 14 is, is onze overkoepelende ambitie om alle ongevallen te vermijden.

Doelen voor werktevredenheid en welzijn

Bedienden kunnen rapporteren over hun werktevredenheid tijdens de jaarlijkse prestatiebeoordelingscyclus (EPMD). Dit helpt bij het identificeren van verbeterpunten en het nemen van de nodige maatregelen om het welzijn van werknemers te verhogen.

In 2024 bedroeg de gemeten tevredenheid onder bedienden tijdens het EPMD 77%. De Groep heeft de ambitie om dit op te trekken tot 85% in 2028.

1. ZEER
ONTEVREDEN
2.
ONTEVREDEN
3.
TEVREDEN
4. ZEER
TEVREDEN
5. GEEN
ANTWOORD TOTAAL
3+4/
TOTAAL
REIKWIJDTE VAN
DE RAPPORTAGE
EPMD 2024
(basisjaar)
2 21 254 178 103 558 77% Recticel Group
(excl. Turvac
en Rex)
EPMD 2028
(doel)
85% Recticel Group

De tevredenheid wordt gemeten op basis van de antwoorden die de bedienden geven in het EPMD-formulier tijdens het jaarlijkse functioneringsgesprek. Dit proces vindt plaats in het eerste kwartaal van elk rapporteringsjaar.

Doelstellingen voor training en ontwikkeling van vaardigheden

Recticel zal ervoor blijven zorgen dat haar volledige bediendenpopulatie onder het EPMD-proces valt. Dit impliceert dat in 2025 ook de bedienden van de recent overgenomen Rex business zullen worden opgenomen, samen met de bedienden van Turvac, een joint venture van Recticel.

Om dit te vergemakkelijken zal Recticel de directe managers specifiek opleiden en herscholen in het voeren van effectieve functioneringsgesprekken, met de nadruk op het identificeren van vaardigheidstekorten. De KPI zal het percentage opgeleide managers zijn, met als doel 100% te bereiken tegen eind 2027.

Bovendien zullen de leden van de HR-gemeenschap van Recticel worden bijgeschoold om analyses van opleidingsbehoeften met succes uit te voeren.

EPMD BEDIENDEN VOEREN EFFECTIEVE
FUNCTIONERINGSGESPREKKEN
SUCCESVOL UITVOEREN VAN
ANALYSES VAN TRAININGSBEHOEFTEN
BEREIK BEDIENDEN
IN HR4U
RAPPORTERINGS
BEREIK
AANDEEL
MANAGERS DAT
(BIJ)GESCHOOLD
IS
RAPPORTERINGS
BEREIK
AANDEEL
HERSCHOOLDE
LEDEN VAN DE HR
GEMEENSCHAP
RAPPORTERINGS
BEREIK
2024
(basisjaar)
84% Recticel Group 72% Recticel Group 0% Recticel Group
2027
(doel)
100% Recticel Group 100% Recticel Group 100% Recticel Group

5.4.7 S1-6 Kenmerken van de werknemers van de onderneming

Recticel Group is een Belgisch isolatiebedrijf met een sterke aanwezigheid in Europa en de VS, en met productievestigingen in België, Frankrijk, Finland, Servië, Slovenië, het Verenigd Koninkrijk en de VS. Op 31 december 2024 had Recticel 1.275 mensen in dienst.

Op 31 december 2024 bestond de Recticel Group uit de dochterondernemingen Recticel Insulation, Trimo, Rex, Soundcoat en Turvac (74% joint venture) evenals HQ en Shared Services.

De gerapporteerde gegevens hebben betrekking op het einde van de verslagperiode (31 december 2024).

Tabel 1. Aantal werknemers (aantal per geslacht)

Mannelijk 932 73,1%
Vrouw 343 26,9%
Totaal werknemers 1.275 100%

Tabel 2. Aantal werknemers per land

De tabel hieronder toont het totale aantal werknemers per land. Landen met minstens 50 werknemers, die minstens 10% van het totale personeelsbestand vertegenwoordigen, zijn grijs gemarkeerd.

Land AANTAL MEDEWERKERS
Slovenië 417
België 326
Verenigd Koninkrijk 148
Frankrijk 113
Verenigde Staten 93
Servië 67
Finland 45
Polen 34
Nederland 13
Tsjechië 5
Duitsland 5
Zweden 4
Slowakije 2
Hongarije 2
Noord-Macedonië 1
Totaal 1.275

Tabel 3. Aantal werknemers per type arbeidsovereenkomst, uitgesplitst naar geslacht, op 31.12.2024

VROUW MANNELIJK TOTAAL
2023 2024 2023 2024 2023 2024
Aantal werknemers 378 343 893 932 1.271 1.275
Aantal vaste werknemers 362 333 884 906 1.246 1.239
Aantal tijdelijke werknemers 16 10 9 26 25 36
Aantal werknemers met niet
gegarandeerde uren
0 0 0 0 0 0

Toepassingsgebied 2023: Recticel Group (excl. Rex) Toepassingsgebied 2024: Recticel Group (incl. Rex)

Tabel 4. Personeelsverloop in 2024

Totaal aantal vaste werknemers (headcount) die het bedrijf
hebben verlaten
184
12 maanden gemiddeld aantal vaste medewerkers 1.248
Totaal personeelsverloop 14,7%
Vrijwillig verloop 7,7%

Het totale aantal werknemers per 31 december 2024 was 1.275, wat afwijkt van de informatie die wordt gerapporteerd in de Financiële Verklaring onder hoofdstuk 7.2.6.7, Personeel. Daar rapporteren we het gemiddelde aantal werknemers (1.261, voltijdequivalenten) op geconsolideerde basis, exclusief joint ventures.

Grondslagen voor financiële verslaggeving - Personeelsgegevens

• Het aantal werknemers omvat het totale aantal werknemers, ongeacht of ze voltijds of deeltijds werken en ongeacht of ze een vast of tijdelijk contract hebben. Het gerapporteerde personeelsbestand is per 31/12/2024.

  • • Het gemiddelde personeelsbestand is het gemiddelde over 12 maanden van het permanente personeelsbestand van de Recticel Group.
  • • Voltijds equivalenten (VTE) vertegenwoordigen de verhouding tussen de contractuele uren van een werknemer en de standaard voltijds uren voor dezelfde functie en hetzelfde land. VTE-cijfers worden vermeld in de jaarrekening (hoofdstuk 7.2.6.7). Het gemiddelde aantal VTE wordt per juridische entiteit berekend als een maandelijks gemiddelde over het jaar, gebaseerd op gegevens aan het einde van de maand. Zowel het aantal werknemers als de VTE-cijfers omvatten vaste en tijdelijke werknemers op de lokale loonlijsten, evenals inactieve werknemers met ziekteverlof of ouderschapsverlof.
  • • Gendergegevens worden gerapporteerd op basis van werkelijke personeelsaantallen, zonder schattingen. Alle personeelsgegevens worden centraal beheerd in overeenstemming met de GDPR-richtlijnen en omvatten het volledige personeelsbestand. Vaste werknemers worden gedefinieerd als werknemers met een contract voor onbepaalde tijd, terwijl tijdelijke werknemers contracten voor bepaalde tijd hebben, die verlengd kunnen worden.
  • • Het personeelsverloop geeft het aantal werknemers weer die Recticel tijdens het rapporteringsjaar hebben verlaten. Het totale personeelsverloop wordt berekend als het totale aantal vertrekkende medewerkers gedeeld door het gemiddelde (vaste) personeelsbestand voor het jaar. Ontslagnames worden geregistreerd vanaf de maand waarin de werknemer ontslag nam. Alle andere vertrekken worden geregistreerd vanaf de maand waarin de werknemer Recticel officieel verlaat.
  • • Het totale personeelsverloop komt overeen met het totale aantal vertrekkende medewerkers gedeeld door het gemiddelde (vaste) personeelsbestand voor het jaar. Het omvat ontslagnemingen, opzeggingen, pensionering en overlijden in dienst.

5.4.8 S1-7 Kenmerken van werknemers niet in loondienst onder het eigen personeel van de onderneming

De kenmerken van niet-werknemers in het eigen personeelsbestand van de Recticel Group zijn niet opgenomen in de Duurzaamheidsverklaring voor 2024, aangezien een gefaseerde implementatie is toegestaan tot 2025.

5.4.9 S1-8 CAO-dekkingsgraad en sociale dialoog

Recticel erkent het recht van elke werknemer om al dan niet lid te worden van een vakbond. Recticel moedigt communicatie met haar werknemers en hun vertegenwoordigers aan en leeft de wetten en collectieve arbeidsovereenkomsten na van elk land waar ze actief is. Wanneer de toepasselijke wetgeving, de collectieve arbeidsovereenkomsten en de Recticel Gedragscode uiteenlopende normen specificeren, wordt de strengste regelgeving toegepast. Recticel ondersteunt de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens van de Verenigde Naties en de conventies en aanbevelingen van de Internationale Arbeidsorganisatie. Recticel houdt geen statistieken bij over de vrijheid van vereniging.

Voor meer informatie over de sociale dialoog van Recticel, zie hoofdstuk 5.4.3.

Collectieve onderhandelingen

  • 65% van onze totale werknemers valt onder een collectieve arbeidsovereenkomst.
  • In de EER heeft Recticel verschillende collectieve arbeidsovereenkomsten.

Sociale dialoog

  • Wereldwijd is 64% van onze werknemers vertegenwoordigd door een werknemersvertegenwoordiging.
  • Er bestaat een overeenkomst met onze werknemers voor vertegenwoordiging door een Europese Ondernemingsraad.

Tabel 1. Landen met een collectieve arbeidsovereenkomst

COLLECTIEVE ONDERHANDELINGEN (AANTAL WERKNEMERS) SOCIALE DIALOOG
Dekkings
percentage
WERKNEMERS - EER
(VOOR LANDEN MET > 50 WERKNEMERS DIE
>10% VAN HET TOTAAL AANTAL WERKNEMERS
VERTEGENWOORDIGEN)
WERKNEMERS - NIET-EER
(SCHATTINGEN VOOR REGIO'S MET > 50
WERKNEMERS DIE >10% TOTALE WERKNEMERS
VERTEGENWOORDIGEN)
VERTEGENWOORDIGING OP DE WERKPLEK
(ALLEEN EER)
(VOOR LANDEN MET > 50 WERKNEMERS DIE
>10% VAN HET TOTAAL AANTAL WERKNEMERS
VERTEGENWOORDIGEN)
0-19% - - -
20-39% -
-
-
40-59% - -
-
60-79% België -
-
80-100%
Slovenië
-
België, Slovenië

De tabel bevat alleen landen met een collectieve arbeidsovereenkomst.

Recticel bewaakt de dekking van collectieve onderhandelingen en bevordert de sociale dialoog via interne rapportage en voortdurende samenwerking met werknemersvertegenwoordigers. Dit omvat het bijhouden van het percentage werknemers dat onder een collectieve overeenkomst valt, de frequentie en resultaten van vergaderingen in het kader van de sociale dialoog en het oplossen van arbeidsgerelateerde problemen. Voor elke maatstaf met betrekking tot collectieve onderhandelingen en sociale dialoog zijn geen aannames gehanteerd.

Recticel zorgt ervoor dat alle werknemers een eerlijk en leefbaar loon ontvangen in overeenstemming met de industrienormen, de lokale arbeidsmarktvoorwaarden en de toepasselijke collectieve arbeidsovereenkomsten. De beloningspraktijken worden regelmatig herzien om de interne gelijkheid en externe concurrentiekracht te behouden.

Hoewel Recticel geen loongerelateerde cijfers bekendmaakt, wordt de loonadequaatheid voortdurend geëvalueerd via gestructureerde benchmarking, naleving van collectieve arbeidsovereenkomsten en naleving van lokale regelgevende vereisten. Deze processen helpen het bedrijf om de prestaties en de doeltreffendheid te controleren bij het beheren van de materiële risico's en gevolgen in verband met de beloning van werknemers, terwijl een billijke en concurrerende beloning in alle activiteiten wordt bevorderd.

De beloningspraktijken van Recticel zijn bedoeld om personen aan te trekken, te behouden en te motiveren die de succesvolle uitvoering van de bedrijfsstrategie van het bedrijf stimuleren. Deze praktijken zijn erop gericht hoge prestaties te bevorderen en er tegelijkertijd voor te zorgen dat ondermaatse prestaties niet worden beloond. De vergoeding wordt wereldwijd beheerd in overeenstemming met de vastgelegde normen van Recticel, die geformaliseerd zijn in procedures zoals de salarisherzieningsen bonusprocedures.

Recticel hanteert een holistische benadering van verloning, waarbij de verschillende componenten - inclusief basisloon, incentives, voordelen en extralegale voordelen - op elkaar worden afgestemd om gewenst gedrag te versterken en te belonen. Regelmatige benchmarking met lokale en internationale markten zorgt ervoor dat de beloningsniveaus competitief en relevant blijven.

Het bedrijf voldoet aan alle toepasselijke wetten, inclusief minimumloonvereisten, en collectieve arbeidsovereenkomsten in elk land waar het actief is. In gevallen waar de toepasselijke wetten, collectieve overeenkomsten en de Recticel Gedragscode verschillende normen bevatten, wordt de strengste regelgeving toegepast.

Recticel onderschrijft de principes van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens van de Verenigde Naties en houdt zich aan de conventies en aanbevelingen van de Internationale Arbeidsorganisatie.

5.4.10 S1-10 Leefbare lonen 5.4.11 S1-11 Sociale bescherming

Alle werknemers van de Recticel Group zijn gedekt door sociale bescherming tegen inkomensverlies als gevolg van ingrijpende gebeurtenissen in het leven, via overheidsprogramma's of voordelen aangeboden door de Groep. Zware levensgebeurtenissen omvatten ziekte, werkloosheid, arbeidsletsel en verworven invaliditeit, ouderschapsverlof en pensionering.

Recticel erkent dat extralegale voordelen een belangrijke rol spelen in het behoud van een gezond personeelsbestand, het voorzien van een vangnet voor werknemers en het verschaffen van een inkomen bij pensionering.

Recticel leeft de wetten en de collectieve arbeidsovereenkomsten na in alle landen waar het actief is. Wanneer de toepasselijke wetgeving, de collectieve arbeidsovereenkomsten en de Recticel Gedragscode uiteenlopende normen voorschrijven, wordt de strengste regelgeving toegepast.

5.4.12 S1-13 Maatstaven voor opleiding en ontwikkeling van vaardigheden

De kenmerken van maatstaven voor opleiding en ontwikkeling van vaardigheden in de Recticel Group zijn niet opgenomen in de Duurzaamheidsverklaring voor 2024, aangezien een gefaseerde implementatie is toegestaan tot 2025.

5.4.13 S1-14 Veiligheids- en gezondheidsmaatstaven

Recticel is vastbesloten om de gezondheid en veiligheid van haar klanten, werknemers, aannemers en het grote publiek te beschermen. Het bedrijf zorgt ervoor dat managers en werknemers regelmatig worden voorgelicht over gezondheids- en veiligheidsvoorschriften en zet voldoende middelen in voor de identificatie, het beheer en de beperking van risico's in overeenstemming met de geldende wetten en normen.

De S1-14 Veiligheids- en gezondheidsrapportage voor niet-werknemers, is niet opgenomen in de Duurzaamheidsverklaring voor 2024, aangezien gefaseerde implementatie is toegestaan tot 2025. We hebben onze rapportage voor eigen werknemers in lijn gebracht met de CSRD-vereisten om de vergelijkbaarheid in de komende jaren te garanderen.

Tabel 1. Percentage eigen werknemers dat onder het gezondheids- en veiligheidsbeheersysteem van Recticel valt op basis van wettelijke vereisten en/of erkende normen of richtlijnen

2024
91,1%
Toepassingsgebied: Recticel Group (eigen werknemers)

Tabel 2. Aantal sterfgevallen als gevolg van werkgerelateerde verwondingen en werkgerelateerde slechte gezondheid

Tabel 3. Aantal en percentage geregistreerde werkgerelateerde ongevallen

2024
Aantal 18
Prijs 7
Toepassingsgebied: Recticel Group (eigen werknemers)

Tabel 4. Aantal geregistreerde gevallen van werkgerelateerde slechte gezondheid

Tabel 5. Aantal verloren dagen door werkgerelateerd letsel en sterfgevallen door werkgerelateerde ongevallen, werkgerelateerde slechte gezondheid en sterfgevallen door slechte gezondheid

2024
493
Toepassingsgebied: Recticel Group (eigen werknemers)

Tabel 6. KPI's voor de veiligheid van Recticel

Toen we in 2015 onze duurzaamheidsstrategie introduceerden, werd veiligheid geselecteerd als een materieel onderwerp, met de ambitie om de impact van onze activiteiten en producten te verminderen. De Recticel Safety KPI's hieronder verduidelijken onze doelstellingen en resultaten.

Recticel blijft in al haar vestigingen de boodschap versterken dat veiligheid nooit in het gedrang mag komen. Aangezien de Frequentie 1 KPI enkel ongevallen met werkverlet weergeeft, hebben we een bijkomende KPI geïntroduceerd die ook rekening houdt met incidenten die leiden tot aangepast werk of die medische behandeling vereisen.

KPI-gegevens over veiligheid worden maandelijks verzameld door de lokale HS&E-organisatie en gedeeld met de lokale managementteams en de managementteams van de Groep. De gegevens van het jaarverslag worden geconsolideerd op 31 december 2024.

KPI 2024 DOEL 2030 DEFINITIE
Frequentie 1
(ongevallen met
werkverlet)
4.50 ≤ 2 Definitie: Aantal
ongevallen met
werkverlet x 1.000.000 /
aantal gepresteerde uren
Frequentie 2
(ongevallen
met werkverlet
+ gevallen met
werkbeperking
+ gevallen
met medische
behandeling)
7 ≤ 5 Definitie: Aantal
[ongevallen met
werkverlet + gevallen
met werkbeperking +
gevallen met medische
behandeling] x 1 miljoen /
aantal uitgevoerde uren

Toepassingsgebied: Recticel Group (eigen werknemers)

Berekening werkuren

De werkuren van eigen werknemers (werknemers op contractbasis) worden berekend op basis van loongegevens en geven het totale aantal daadwerkelijk gewerkte uren weer zoals gedefinieerd in het werknemerscontract. Er wordt geen rekening gehouden met overuren.

Wat is een ongeval met werkverlet?

Het is een werkongeval dat leidt tot minstens één verloren werkdag. De werkdag waarop het ongeval plaatsvond, wordt geteld als verloren werkdag. Dodelijke ongevallen en blijvende invaliditeit worden ook geteld als ongevallen met werkverlet.

Wat is een Registreerbaar Ongeval?

Registreerbare ongevallen

= Ongevallen met werkverlet + gevallen met werkbeperking + gevallen met medische behandeling

Gevallen met werkbeperking

Dit is een werkgerelateerd ongeval waarbij de werknemer zijn/haar normale werk de dag/ploeg na het ongeval niet kan uitvoeren als gevolg van het letsel of de ziekte, maar tijdelijk lichter werk verricht, zonder dat dit resulteert in verloren werkdagen.

Gevallen met medische behandeling

Dit is een werkgerelateerd ongeval waarvoor medische behandeling nodig is, maar dat niet resulteert in verloren werkdagen of werkbeperkingen.

5.4.14 S1-15 Werk-privé balans

De kenmerken van werk-privé balans in de Recticel Group zijn niet opgenomen in de Duurzaamheidsverklaring voor 2024, aangezien een gefaseerde implementatie is toegestaan tot 2025.

5.4.15 S1-17 Incidenten, klachten en ernstige impacts op het gebied van mensenrechten

Recticel houdt haar managers en medewerkers aan de hoogste normen van integriteit en ethiek, waarbij de nadruk ligt op respect voor individuen en het milieu en volledige naleving van alle toepasselijke nationale en internationale wetten en regels.

Discriminatie op basis van persoonlijke kenmerken zoals leeftijd, ras, huidskleur, godsdienst, moedertaal, geslacht, seksuele geaardheid, geestelijke of lichamelijke handicap, politieke overtuiging, afkomst of nationaliteit is ten strengste verboden.

Intimidatie in welke vorm dan ook wordt niet getolereerd. Van managers en medewerkers wordt verwacht dat zij zich te allen tijde correct gedragen. Recticel aanvaardt geen acties, gedragingen of verbale of schriftelijke communicatie, intern of extern, die als vernederend, intimiderend, vijandig of anderszins ongepast kunnen worden ervaren tegenover collega's, aannemers, klanten, leveranciers, zakenpartners of hun vertegenwoordigers. Dergelijk gedrag zal leiden tot gerechtvaardigde disciplinaire maatregelen.

Geen enkele manager of werknemer is gemachtigd om acties te vragen of af te dwingen die in strijd zijn met de toepasselijke wet- en regelgeving. Dit principe is absoluut en staat geen uitzonderingen toe, ongeacht concurrentiedruk, industrienormen of andere omstandigheden.

Elk jaar rapporteert de juridische afdeling over zaken die zijn voorgelegd aan de Compliancecomité en over ernstige mensenrechtenschendingen, waaronder rechtszaken, boetes, straffen en compensaties; of bevestigt dat dergelijke zaken zich niet hebben voorgedaan tijdens de rapportageperiode. Er worden geen veronderstellingen overwogen in de rapportageperiode.

Tabel 1. Totaal aantal werkgerelateerde incidenten en/of klachten binnen ons eigen personeelsbestand

2023 2024
Totaal aantal gevallen van discriminatie, inclusief intimidatie 1 2
Aantal klachten ingediend via kanalen voor eigen personeel, inclusief
klachtenmechanismen, om zorgen te uiten (met uitzondering van
discriminatie, intimidatie)
2 1
Totaalbedrag aan materiële boetes, straffen en schadevergoedingen
als gevolg van de hierboven beschreven incidenten en klachten
0 EUR 7.500
Aansluiting met het meest relevante bedrag in de het financieel
verslag
0 0
Recticel Group,
excl. Turvac
(74% joint venture)
en Rex
Recticel Group

Tabel 2. Geïdentificeerde gevallen van ernstige mensenrechtenschendingen en incidenten (bijv. dwangarbeid, mensenhandel of kinderarbeid)

2023 2024
Totaal aantal ernstige mensenrechtenkwesties en -incidenten met
betrekking tot het personeelsbestand
0 0
Aantal ernstige mensenrechtenkwesties en -incidenten die
verband houden met het niet naleven door het personeel van de
VN-richtlijnen voor bedrijven en mensenrechten, de ILO-verklaring
over fundamentele principes en rechten op het werk of de OESO
richtlijnen voor multinationale ondernemingen.
0 0
Totaalbedrag aan boetes, sancties en schadevergoedingen voor de
hierboven beschreven incidenten
0 0
Aansluiting met het meest relevante bedrag in de het financieel
verslag
0 0
Recticel Group,
excl. Turvac
(74% joint venture)
en Rex
Recticel Group

De gegevens in het jaarverslag werden geconsolideerd op 31 december 2024.

5.5 Governance | G1 Zakelijk gedrag

Het onderstaande overzicht volgt de structuur van ESRS G1. Alle subonderwerpen werden als materieel beschouwd in de dubbele materialiteitsbeoordeling (DMA).

De rollen en expertise van de bestuurs-, leidinggevende en toezichthoudende organen met betrekking tot zakelijk gedrag worden beschreven in hoofdstuk 3.1, GOV-1.

Om te illustreren hoe Recticel milieu-, sociale en bestuursnormen integreert in haar waardeketen, wordt het materiële onderwerp van productbeheer (zie hoofdstuk 5.5.4, G1-2) behandeld in hoofdstuk 3.4, GOV-4 Due-diligenceverklaring.

Het stellen van doelen is in ontwikkeling en updates over de voortgang zullen worden gecommuniceerd in het jaarverslag over 2025.

5.5.1 Materiële G1 IRO's en hun interactie met strategie en bedrijfsmodel

Hoofdstuk 4.3 geeft een uitgebreid onderzoek van de materiële effecten, risico's en kansen die verband houden met ESRS G1.

5.5.2 G1-1 Beleid ten aanzien van zakelijk gedrag en bedrijfscultuur

5.5.2.1 Kernwaarden

Bij Recticel geven onze waarden richting aan de manier waarop we samenwerken, zaken doen en met elkaar in contact komen, om zo de groei van zowel het bedrijf als zijn mensen te bevorderen. Door deze waarden na te leven, bevorderen we vooruitgang, stimuleren we een positieve bedrijfscultuur en stimuleren we duurzame groei.

Onze vijf kernwaarden zijn gebaseerd op specifiek gedrag. Het zijn geen loze kreten of abstracte ideeën, maar dynamische principes die moeten worden gedeeld, besproken, omarmd en actief gedemonstreerd door elk personeelslid.

De kernwaarden zijn ontworpen om actie te inspireren en teams kracht te geven. Ze worden consequent gecommuniceerd in het hele bedrijf en geïntegreerd in de leiderschapscommunicatie. Ze vormen een leidraad voor de prestaties van werknemers en spelen een cruciale rol bij de jaarlijkse prestatiebeoordelingen.

Gedetailleerde informatie over de vijf kernwaarden is te vinden op onze website (Doel & waarden | Recticel).5

5 https://www.recticel.com/who-we-are/discover-recticel/purpose-values.html

5.5.2.2 Gedragscode

Recticel is gebouwd op respect, integriteit, eerlijkheid en rechtvaardigheid, en waardeert onze medewerkers en zakenpartners. Ons collectieve succes is afhankelijk van de acties van onze mensen - managers, werknemers (inclusief gedetacheerde werknemers, vrijwilligers en stagiairs) en aannemers - die het vertrouwen en de reputatie van onze organisatie vormgeven. Dit heeft invloed op hoe klanten onze producten zien, hoe werknemers de werkplek ervaren en hoe aandeelhouders hun investeringen zien.

De Gedragscode van de Groep stelt de kernprincipes vast die onze ethische en conforme bedrijfspraktijken vormgeven. Ze weerspiegelt onze verbintenissen ten aanzien van werknemers, bedrijfsactiva, zakenpartners, milieuverantwoordelijkheid en naleving van de regelgeving. Onze reputatie is een van onze meest waardevolle bezittingen en de Recticel Gedragscode stelt duidelijke normen die alle managers, werknemers en aannemers geacht worden na te leven en zorgt voor consistentie in alle bedrijfsactiviteiten.

Onze waarden en ethische normen

Onze kernwaarden vormen de leidraad voor ons handelen in alle aspecten van ons bedrijf. Respect voor anderen betekent het erkennen en eren van hun inherente waardigheid, individualiteit en waarde, als de hoeksteen van professionele relaties en ethisch gedrag. Integriteit vereist het consequent handhaven van morele principes en kernwaarden bij elke actie die we ondernemen. Ons streven naar eerlijkheid zorgt ervoor dat al onze bedrijfsactiviteiten ethisch worden uitgevoerd, in volledige overeenstemming met de nationale wet- en regelgeving.

Werkgelegenheidsbeleid en nondiscriminatie

Het werkgelegenheidsbeleid van Recticel is gebaseerd op eerlijkheid en objectiviteit. Tewerkstellingsbeslissingen zijn uitsluitend gebaseerd op relevante factoren, waaronder kwalificaties, verdienste, prestaties en

toewijding. Discriminatie in welke vorm dan ook is ten strengste verboden, ongeacht of deze gebaseerd is op leeftijd, ras, huidskleur, religie, taal, geslacht, seksuele geaardheid, handicap, politieke overtuiging, afkomst of nationaliteit.

De Gedragscode waarborgt ook de rechten van het personeel van Recticel en zorgt ervoor dat de toepasselijke wetgeving in elk land waar we actief zijn, wordt nageleefd. In gevallen waar er verschillen ontstaan tussen de lokale wetgeving, collectieve overeenkomsten en de Recticel Gedragscode, zal de toepasselijke wetgeving altijd voorrang krijgen.

Gezondheid en veiligheid

Recticel zet zich in voor de gezondheid en veiligheid van zijn klanten, werknemers, aannemers en het publiek. We zorgen voor voortdurende training en updates over gezondheids- en veiligheidsvoorschriften voor zowel managers als werknemers. Er worden voldoende middelen toegewezen om gezondheidsen veiligheidsrisico's te identificeren, te beperken en te beheren, zodat alle relevante wet- en regelgeving volledig wordt nageleefd.

Mensenrechten

Recticel houdt zich aan de principes van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens van de Verenigde Naties en de conventies en aanbevelingen van de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO). Deze naleving van de mensenrechtennormen is geïntegreerd op alle niveaus van het bedrijf.

Corruptie en omkoping voorkomen

Recticel zet zich in om alle vormen van corruptie en omkoping te voorkomen. We zorgen voor transparantie en ethisch gedrag in alle bedrijfsactiviteiten. De functies die mogelijk risico lopen zijn inkoop, verkoop, marketing en financiën, waar controles en preventieve maatregelen worden toegepast.

De Gedragscode benadrukt het belang van naleving van de anti-omkopings- en corruptieregels en zorgt ervoor dat werknemers het belang ervan inzien. Als onderdeel van ons bredere nalevingsraamwerk wordt verplichte training over de preventie van omkoping en corruptie aangeboden, zowel in de vorm van e-learning als persoonlijke training.

Voor richtlijnen over het identificeren en rapporteren van onwettig gedrag of overtredingen van interne regels kunnen zowel interne als externe stakeholders richtlijnen vinden in het klokkenluiderbeleid van de Groep.

Corrigerende maatregelen

Wanneer een overtreding van de regels die deel uitmaken van onze Gedragscode wordt ontdekt, starten we een grondig onderzoeksproces. Dit omvat het beoordelen van de gemelde kwestie, het verzamelen van relevante feiten en bewijzen en, indien nodig, het voeren van gesprekken met betrokken partijen. Op basis van de bevindingen coördineert het Recticel Compliancecomité passende corrigerende maatregelen om de inbreuk te voorkomen, aan te pakken en de gevolgen ervan te beperken. Welke maatregelen precies worden genomen, hangt af van de ernst van de overtreding.

In het geval van zakenpartners kunnen corrigerende maatregelen bestaan uit audits, herevaluatie of zelfs beëindiging van de contractuele relatie. In het geval van werknemers kunnen passende disciplinaire maatregelen worden opgelegd. In ernstigste gevallen kunnen we juridische stappen ondernemen en/of schadevergoeding eisen.

Verantwoording en bestuur

De CEO is eindverantwoordelijk voor de implementatie van en het toezicht op de Gedragscode van de Groep. Het leiderschap van de CEO garandeert de consistente toepassing van de Code in de hele organisatie en de verantwoordelijkheid voor ethische praktijken. Bovendien moet het management er op alle niveaus voor zorgen dat degenen die aan hen rapporteren de

Gedragscode van de Groep begrijpen en naleven en dat ze hiervoor voldoende en regelmatig worden opgeleid.

Standaarden en initiatieven van derden

Recticel houdt zich aan verschillende normen en initiatieven van derden die ons intern beleid aanvullen. Hiertoe behoren het Global Compact van de VN, de VN-richtlijnen voor bedrijven en mensenrechten, de internationale mensenrechtenwet, de conventies en aanbevelingen van de Internationale Arbeidsorganisatie en de Conventie van de Verenigde Naties tegen corruptie.

Toezicht op naleving

De Compliance Commissie speelt een cruciale rol bij het toezicht houden op nalevingskwesties, waaronder het onderzoeken van beschuldigingen van wangedrag, corruptie en omkoping. Het Compliancecomité zorgt ervoor dat alle onderzoeken eerlijk, integer en transparant worden uitgevoerd. De Chief Financial Officer fungeert als voorzitter van het Comité en is verantwoordelijk voor de rapportage van incidenten, lopende onderzoeken en de uitkomsten daarvan aan de Raad van Bestuur.

Communicatie en toegankelijkheid

De gedragscode van de Recticel Group wordt in de lokale talen meegedeeld aan managers, werknemers en aannemers op alle niveaus. De code is gemakkelijk toegankelijk via interne communicatiekanalen om ervoor te zorgen dat iedereen zich bewust is van zijn verantwoordelijkheden.

Bedienden moeten e-learningmodules over de Gedragscode volgen, zoals beschreven in Hoofdstuk 5.4.2.4. Bovendien wordt de Gedragscode in de lokale talen verstrekt en door HR-managers verspreid onder zowel arbeiders als bedienden. Gedrukte versies van het beleid worden op prikborden opgehangen en er worden nog andere communicatiemiddelen gebruikt. De Code is ook openbaar beschikbaar voor alle stakeholders op Bedrijfsethiek en integriteit | Recticel.6

6 https://www.recticel.com/who-we-are/discover-recticel/businessethics-integrity.html

5.5.2.3 Klokkenluidersregeling

In het geval van een vermeende schending van interne of externe wet- en regelgeving heeft Recticel een klokkenluidersregeling geïmplementeerd. Dit beleid is volledig afgestemd op de meest recente wettelijke vereisten van de EU en zorgt ervoor dat alle stakeholders, of het nu gaat om managers, werknemers, aannemers, zakenpartners of externe partijen, een duidelijke en veilige manier hebben om gedrag te melden dat een schending kan inhouden van de Recticel Gedragscode, bedrijfsbeleid en -procedures, contractuele verplichtingen of toepasselijke wet- en regelgeving.

Het beleid voorziet in een duidelijk proces voor het aanpakken van vermeend wangedrag waarbij managers, werknemers, aannemers of andere personen betrokken zijn die opzettelijk of door nalatigheid de regels niet respecteren. In overeenstemming met een algemene zorgplicht zijn Recticel-managers, -werknemers en -aannemers moreel verplicht om elk redelijk vermoeden te melden dat iemand betrokken zou zijn bij vermeend wangedrag.

Rapportagekanalen

Zorgen over wangedrag kunnen worden geuit via interne communicatiekanalen, zowel op groepsniveau als op lokaal niveau. Er zijn meerdere interne communicatiekanalen beschikbaar, waaronder brief, e-mail, telefoon en persoonlijke gesprekken. Een speciale vertrouwelijke mailbox is 24 uur per dag, 7 dagen per week beschikbaar, met strikte toegangsen vertrouwelijkheidsprotocollen. Er zijn ook externe communicatiekanalen beschikbaar, zoals vermeld in het klokkenluiderbeleid.

Bescherming voor klokkenluiders en personen wier gedrag wordt gerapporteerd

Recticel heeft verschillende maatregelen genomen om de rechten van klokkenluiders te beschermen, evenals die van de personen van wie het gedrag wordt gemeld. Deze maatregelen omvatten de verplichting om: meldingen over wangedrag op een objectieve en onpartijdige manier te behandelen; meldingen grondig en eerlijk te onderzoeken binnen een redelijke termijn; de striktste vertrouwelijkheid te respecteren; de identiteit van de klokkenluider of andere personen die in de melding worden genoemd niet bekend te maken; en te zorgen voor een GDPR-conforme behandeling van persoonlijke gegevens.

Daarnaast worden er maatregelen genomen om vergelding te voorkomen. Klokkenluiders, en iedereen die met hen te maken heeft (zoals familieleden of collega's), mogen niet geconfronteerd worden met negatieve of schadelijke gevolgen als gevolg van het doen van onthullingen onder de klokkenluidersprocedures zoals uiteengezet in het klokkenluidersbeleid, op voorwaarde dat de onthullingen te goeder trouw worden gedaan. Elke poging om iemand te verhinderen of te ontmoedigen om zorgen kenbaar te maken in overeenstemming met het klokkenluidersbeleid is een ernstige overtreding en wordt niet getolereerd. Als dergelijke acties plaatsvinden, zullen passende maatregelen worden genomen om de klokkenluider te beschermen en de verantwoordelijken voor de vergelding te onderzoeken.

Ten slotte moeten ook de rechten van individuen die het onderwerp zijn van een melding worden gerespecteerd en gewaarborgd. Recticel streeft in dit verband naar een eerlijk evenwicht tussen de rechten en belangen van alle betrokken partijen, met inbegrip van haar eigen recht om een grondig onderzoek uit te voeren.

Handhaving van ethische normen

Recticel verbindt zich ertoe de hoogste ethische normen te handhaven en de volledige naleving van de wet te garanderen voor alle aspecten van haar bedrijfsactiviteiten. Recticel Group verwacht van haar aandeelhouders, managers, werknemers en aannemers dat zij hun respectieve verantwoordelijkheden onder hun mandaten, arbeids- of dienstverleningsovereenkomsten nakomen en loyaal, coöperatief en te goeder trouw handelen. Dit omvat een morele verplichting om elke bezorgdheid over feitelijk of vermoedelijk werkgerelateerd wangedrag waarbij Recticel of haar stakeholders betrokken zijn, te melden.

Kernverantwoordelijkheid

Als voorzitter van het Compliancecomité is de Chief Financial Officer (CFO) de hoogste verantwoordelijke voor het toezicht op de implementatie van het klokkenluiderbeleid in de hele organisatie.

Streven naar tijdig en onafhankelijk onderzoek

Recticel verbindt zich ertoe om alle meldingen van wangedrag zonder onnodige vertraging, objectief en onpartijdig te onderzoeken en ervoor te zorgen dat elke melding wordt behandeld met de ernst die ze verdient en grondig wordt onderzocht in overeenstemming met de vastgestelde procedures.

Communicatie en toegankelijkheid

Het klokkenluiderbeleid wordt in lokale talen gecommuniceerd naar alle werknemers en managers. Het is gemakkelijk toegankelijk via interne communicatiekanalen voor arbeiders en bedienden, om ervoor te zorgen dat iedereen zich bewust is van zijn verantwoordelijkheden. Gedrukte versies van het beleid hangen op prikborden. De Code is ook publiek beschikbaar voor alle stakeholders op Bedrijfsethiek en integriteit | Recticel.7

5.5.2.4 Doelen en maatstaven

Recticel bevordert compliance in de hele organisatie door middel van voortdurende opleidingsinitiatieven voor haar bedienden. We bieden verplichte e-learningmodules en persoonlijke trainingen over onderwerpen zoals de Gedragscode van de Groep, de EU-concurrentiewetgeving, de EU-wetgeving inzake gegevensbescherming en het contractenrecht.

Voor het governanceprogramma wordt de status 'voltooid' alleen bereikt als de medewerker een toetsresultaat van minimaal 80% behaalt. Voor het

7 https://www.recticel.com/who-we-are/discover-recticel/ businessethics-integrity.html

cyberbeveiligingsprogramma is een minimale score van 70% op de eindtoets vereist. De lichte daling in de resultaten van het Governance-programma in 2024 is te wijten aan de uitrol voor Trimo. De voltooiingsgegevens per gebruiker voor de programma's Governance en Cybersecurity worden maandelijks gedeeld door de externe leverancier om te controleren op volledigheid. De gegevens van het jaarverslag worden geconsolideerd op 31 december 2024.

% deelname van werknemers aan e-learning over bestuur en cyberbeveiliging, inclusief e-learning over juridische zaken, cyberbeveiliging en veiligheid

2022 2023 2024
E-learning modules DOEL RESULTAAT RESULTAAT RESULTAAT
Governance
Gegevensbescherming
Gedragscode
Basisprincipes van
contractenrecht
95% voltooiing 96%
96%
96%
95%
94%
94%
89%
89%
89%
Cyberbeveiliging
DIGIWIZZ
95% voltooiing 93% 95% 92%

Toepassingsgebied 2022: Bedienden Recticel Insulation

Toepassingsgebied 2023: Bedienden Recticel Group, excl. Trimo en Turvac (74% joint venture)

Toepassingsgebied 2024: Bedienden Recticel Group, excl. Rex en Turvac (74% joint venture)

Gedurende het hele jaar heeft Recticel verschillende initiatieven geïmplementeerd om het bewustzijn, de kennis en de paraatheid van werknemers op het gebied van cyberbeveiliging te vergroten. Deze inspanningen zijn bedoeld om een sterke beveiligingscultuur te bevorderen en de naleving van verplichte trainingseisen te garanderen.

De belangrijkste activiteiten waren:

  • Training: Werknemers namen deel aan een verplicht cyberbeveiligingsprogramma over belangrijke onderwerpen zoals het herkennen van bedreigingen, gegevensbescherming en veilige online praktijken. De voltooiing werd gevalideerd door middel van een eindbeoordeling, waarvoor een minimumscore van 70% vereist was.
  • Phishing-simulatiecampagnes: Regelmatig werden onaangekondigde phishingsimulaties uitgevoerd om te beoordelen in hoeverre onze medewerkers in staat waren phishingpogingen te herkennen en erop te reageren. Degenen die faalden, kregen gerichte begeleiding om hun bewustzijn te vergroten.
  • Bewustmakingscampagnes: Er werden periodieke mededelingen verspreid, waaronder nieuwsbrieven, infografieken en videoboodschappen, om de belangrijkste cyberbeveiligingsprincipes te versterken en waakzaamheid te bevorderen.
  • Incidentbestrijdingsoefeningen: Geselecteerde medewerkers namen deel aan gesimuleerde cyberbeveiligingsincidenten om responsprotocollen te oefenen en beter voorbereid te zijn op mogelijke beveiligingsinbreuken.

5.5.3 Rol en deskundigheid van bestuurlijke, beheers- en toezichthoudende organen

Bestuurs-, management- en toezichthoudende organen spelen verschillende maar complementaire rollen om ervoor te zorgen dat een bedrijf zich houdt aan hoge normen van zakelijk gedrag. Elk van deze organen draagt zijn unieke expertise en toezicht bij om ethische praktijken, operationele effectiviteit en succes op lange termijn te bevorderen.

De Raad van Bestuur keurt de Gedragscode officieel goed, terwijl het Auditen Duurzaamheidcomité toeziet op de naleving ervan binnen de Groep. Het Managementcomité is verantwoordelijk voor de dagelijkse activiteiten van het bedrijf en ziet toe op de naleving van de richtlijnen en aanbevelingen van de Raad van Bestuur.

Meer informatie over de bestuurs-, beheers- en toezichtsorganen is te vinden in hoofdstuk 3.1.

5.5.4 G1-2 Beheer van relaties met leveranciers en gevolgen voor onze toeleveringsketen

5.5.4.1 Recticel's benadering van de relaties met haar leveranciers

Recticel hanteert een coöperatieve en verantwoordelijke aanpak in het beheer van haar relaties met leveranciers en erkent hun essentiële rol in het algehele succes en de duurzaamheid van het bedrijf. We beoordelen en evalueren zowel operationele als ESG-risico's binnen onze toeleveringsketen die van invloed kunnen zijn op onze activiteiten, de mensenrechten van onze stakeholders of onze reputatie. Deze strategie is gebaseerd op de principes van transparantie, ethisch gedrag en wederzijdse waardecreatie en zorgt ervoor dat onze toeleveringsketen niet alleen aansluit bij onze operationele doelstellingen, maar ook bredere duurzaamheidsuitdagingen aanpakt.

We verwijzen naar hoofdstuk 3.4, GOV-4 Duediligenceverklaring in de waardeketen, voor een overzicht van de processen, maatregelen en acties die Recticel heeft geïmplementeerd om werkelijke of potentiële risico's binnen haar waardeketen te identificeren, te voorkomen, te beperken en aan te pakken. Deze inspanningen omvatten het aanpakken van risico's in verband met mensenrechtenschendingen, milieuschade, corruptie en andere ethische of wettelijke kwesties die voortvloeien uit de activiteiten, leveranciers en zakenpartners van Recticel.

5.5.4.2 Sociale en milieuvriendelijke aanbestedingspraktijken

We beoordelen en passen onze leveranciersrelaties en inkoopstrategieën voortdurend aan om opkomende risico's, veranderingen in de regelgeving en veranderende duurzaamheidsverwachtingen voor te blijven. Door het koesteren van sterke, samenwerkende partnerschappen willen we een veerkrachtige, ethische en duurzame toeleveringsketen creëren die niet alleen de bedrijfsgroei op lange termijn ondersteunt, maar ook een positieve bijdrage levert aan de maatschappij en het milieu.

We erkennen de cruciale rol die leveranciers spelen bij het behalen van onze duurzaamheidsdoelstellingen en geven prioriteit aan het opbouwen van partnerschappen die voor beide partijen voordelig zijn en die de verschuiving naar een koolstofarme economie en circulaire praktijken stimuleren. Onze benadering van relatiebeheer met leveranciers richt zich op het stimuleren van duurzame innovatie, gedeelde waarden en het overnemen van beste praktijken uit de sector. Deze strategie zorgt voor een robuuste waardeketen die aansluit bij onze strategische doelstellingen en meetbare sociale en milieueffecten oplevert.

Leveranciers en aannemers moeten aan dezelfde sociale, milieu- en bestuursnormen voldoen als Recticel om duurzame praktijken te garanderen. Bij het evalueren van partners geven we prioriteit aan efficiënt materiaalgebruik, hernieuwbare materialen en betrokkenheid van leveranciers om ons doel om in 2050 net-zero te produceren dichterbij te brengen. Deze besprekingen sluiten aan bij onze verplichtingen in het kader van het Science Based Targets Initiative (SBTi) en stimuleren innovaties om onze koolstofvoetafdruk te verkleinen.

Om de transparantie en verantwoordingsplicht te verbeteren, hebben we de Recticel Supplier Sustainability Requirements (RSSR) geïntroduceerd en geïntegreerd in onze algemene voorwaarden (zie hoofdstuk 3.4.2). Deze integratie benadrukt onze inzet voor duurzaamheid en bevordert een cultuur van gedeelde verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid binnen ons leveranciersnetwerk.

Voor meer informatie over due diligence op het gebied van mensenrechten in de toeleveringsketen, RSSR en productrentmeesterschap, zie hoofdstuk 3.4 (GOV-4).

5.5.4.3 Beschrijving van beleid/praktijken om betalingsachterstand te voorkomen

Het betalingsbeleid van Recticel is gericht op transparantie en consistentie, met als doel een betrouwbaar proces te creëren voor alle partijen in het ecosysteem van onze toeleveringsketen. Onze factuurbehandelingsprocedures zijn ontworpen om leveranciers binnen de overeengekomen betalingstermijnen te betalen. Ons betalingsbeleid is bedoeld om langetermijnrelaties met leveranciers op te bouwen en tegelijkertijd operationele efficiëntie en financiële stabiliteit te ondersteunen.

Verantwoording op senior niveau

De Chief Financial Officer (CFO) en het boekhoudteam van de Groep houden toezicht op de uitvoering van het betalingsbeleid van Recticel en zorgen voor de effectieve uitvoering van betalingsprocedures en gerelateerde betalingssystemen. De CFO zorgt ervoor dat dit beleid in lijn is met de bredere bedrijfsdoelstellingen van Recticel, terwijl er ook rekening wordt gehouden met de behoeften van leveranciers en andere zakelijke partners. De CFO en het boekhoudteam van de Groep zijn ook verantwoordelijk voor het controleren en verbeteren van de betalingsprocessen om de efficiëntie en tijdigheid te behouden.

Standaarden en initiatieven van derden

Recticel respecteert en stemt haar betalingspraktijken af op de EU-richtlijn inzake betalingsachterstand.

Rekening houden met belangrijke stakeholders

De betalingspraktijken van Recticel zijn ontworpen met een alomvattende visie op alle stakeholders, rekening houdend met de behoeften en zorgen van interne teams, externe leveranciers - inclusief kleine en middelgrote ondernemingen (KMO's) - en het bredere bedrijfsecosysteem. Betalingsvoorwaarden worden vooraf aan elke nieuwe leverancier meegedeeld en overeengekomen.

5.5.5 G1-3 Preventie en opsporing van corruptie en omkoping

Recticel blijft zich inzetten voor ethische praktijken en hanteert een strikt nultolerantiebeleid tegen alle vormen van corruptie en omkoping. Door managers, werknemers en aannemers te voorzien van de nodige hulpmiddelen en kennis om onethisch gedrag te herkennen, te voorkomen en te melden, cultiveert Recticel een cultuur van waakzaamheid en verantwoordelijkheid. Met transparantie en verantwoordingsplicht als kernprincipe handhaaft Recticel de hoogste integriteitsnormen en zorgt het ervoor dat vertrouwen en ethische uitmuntendheid in de hele organisatie verankerd zijn.

5.5.5.1 Beschrijving van bestaande procedures om beschuldigingen of incidenten van corruptie/omkoping te voorkomen, op te sporen en aan te pakken

Recticel's aanpak van omkoping en corruptie is gebaseerd op duidelijke, uitvoerbare principes die zijn opgenomen in onze Gedragscode voor de Groep. Ons beleid wordt ondersteund door nalevingscontroles, strikte verboden en proactieve maatregelen om de hoogste integriteitsnormen in alle bedrijfsactiviteiten te handhaven. Deze gestructureerde, gelaagde aanpak versterkt het engagement van Recticel voor ethische praktijken en robuust bestuur, en zorgt ervoor dat integriteit in elk aspect van onze activiteiten wordt gehandhaafd.

Kernprincipes

  • Omkoping wordt bij Recticel duidelijk gedefinieerd als het aanbieden, geven, beloven of ontvangen van een financieel of ander voordeel om een persoon te beïnvloeden of over te halen in een rol die onpartijdigheid vereist.
  • Recticel verbiedt managers, werknemers en agenten ten strengste om onder alle omstandigheden steekpenningen aan te bieden, te vragen of te aanvaarden. Dit verbod reikt verder dan de organisatie en vereist dat alle zakelijke partners - met inbegrip van joint ventures, aannemers, klanten en leveranciers - zich aan dezelfde norm houden.
  • Recticel hanteert een nultolerantiebeleid voor steekpenningen aan overheidsambtenaren of werknemers van privéorganisaties. Dit geldt ook voor indirecte betalingen via tussenpersonen zoals agenten, consultants of facilitators waarvan vermoed wordt dat ze geld overmaken naar ambtenaren.

Rapporteren en reageren op incidenten

Zoals uiteengezet in het klokkenluiderbeleid, biedt Recticel medewerkers de nodige kanalen om vermeend wangedrag te melden, met inbegrip van vermoedelijke omkoping of corruptie. Na ontvangst van een melding start het bedrijf een grondig onderzoek, waarbij elk incident op transparante en consistente wijze wordt behandeld. Er worden passende disciplinaire maatregelen genomen op basis van vastgestelde protocollen en in overeenstemming met de wettelijke vereisten.

Communicatie en toegankelijkheid

Recticel geeft prioriteit aan duidelijke en uitgebreide communicatie van haar Gedragscode en Klokkenluidersregeling aan medewerkers, managers en relevante stakeholders. Deze documenten zijn gemakkelijk toegankelijk via interne communicatieplatforms, zodat iedereen een goed inzicht heeft in zijn rol en verantwoordelijkheden bij het naleven van de anti-omkopings- en corruptienormen. De documenten zijn ook publiekelijk beschikbaar op de website van de onderneming.

5.5.5.2 Onderzoekscommissie/orgaan los van de managementketen die bij de zaak betrokken is

Recticel is toegewijd aan het handhaven van hoge ethische normen en het verzekeren van de volledige naleving van wettelijke verplichtingen bij het behandelen van beschuldigingen of incidenten die onderzocht moeten worden. Deze zaken worden met toewijding, integriteit en transparantie behandeld door een speciaal Compliancecomité, dat als volgt is samengesteld: de Chief Executive Officer, de Chief Human Resources Officer, de Chief Legal Officer en de Chief Audit Executive. Hoewel Recticel geen aparte onderzoekscommissie buiten de managementstructuur heeft, houdt het zich strikt aan de wettelijke vereisten en interne protocollen om dergelijke situaties effectief te beheren. Als er een potentieel belangenconflict ontstaat waarbij een lid van het Compliancecomité of een aangewezen vertrouwenspersoon betrokken is, wordt die persoon uitgesloten van het caseteam voor dat specifieke dossier.

Naleving van wettelijke vereisten

Recticel houdt zich strikt aan alle wettelijke verplichtingen bij het uitvoeren van onderzoeken en stemt haar procedures af op corporate governance, ethische normen en transparantiewetten. In het geval van een incident volgt het bedrijf de gevestigde juridische processen en interne richtlijnen om zaken op te lossen in volledige overeenstemming met de relevante regelgeving.

Toezicht op naleving

Het Compliancecomité speelt een belangrijke rol bij het toezicht op nalevingskwesties, waaronder onderzoeken naar wangedrag, corruptie en omkoping. De Chief Financial Officer is als voorzitter van het Comité verantwoordelijk voor het rapporteren van incidenten, lopende onderzoeken en uitkomsten aan de Raad van Bestuur.

5.5.5.3 Aard, reikwijdte en diepgang van anticorruptie-/ anticorruptietrainingsprogramma's

De volgende categorieën werknemers worden geacht een hoger risicoprofiel te hebben voor blootstelling aan corruptie en omkoping vanwege de aard van hun functies en verantwoordelijkheden:

Financiën: Medewerkers in de financiële sector zijn vaak belast met het beheren van grote geldbedragen, het opstellen van budgetten en het overzien van financiële transacties. Hierdoor hebben ze toegang tot gevoelige financiële gegevens, wat ze vatbaar kan maken voor frauduleuze activiteiten, verduistering van fondsen of het faciliteren van corrupte financiële praktijken.

Verkoop & Marketing: Mensen in verkoop- en marketingfuncties staan vaak in direct contact met klanten, leveranciers en tussenpersonen van derden en onderhandelen vaak over contracten, incentives en commissies. Deze interactie kan mogelijkheden creëren voor ongepast financieel gewin, zoals smeergeld of omkoping, in ruil voor gunstige zakelijke beslissingen, kortingen of een voorkeursbehandeling.

Inkoop: Werknemers die betrokken zijn bij inkoop zijn verantwoordelijk voor het sourcen en aankopen van goederen en diensten. Gezien hun rol bij het selecteren van leveranciers en het onderhandelen over contracten, kunnen ze het risico lopen op corruptie, vooral als ze worden beïnvloed door externe partijen die contracten proberen binnen te halen met onethische middelen, zoals het aanbieden van steekpenningen of smeergeld.

Een verplichte Governance e-learning module over ethisch gedrag wordt aangeboden aan alle bedienden. Aangezien Recticel in 2025 zal overstappen op een nieuw opleidingsplatform, zal een meer geavanceerde en specifieke e-training over anticorruptie en anti-omkoping geleidelijk verplicht worden voor alle werknemers in de bovengenoemde categorieën, voor alle directeuren en managers in het hele bedrijf en voor de Raad van Bestuur. Deze verandering weerspiegelt ons streven om ervoor te zorgen dat al het belangrijke personeel is uitgerust met de kennis om onze anticorruptie- en antiomkopingsnormen hoog te houden. Daarom rapporteren we in 2024 nog niet over het percentage risicofuncties waarvoor trainingsprogramma's bestaan, maar zullen we dat wel doen in ons jaarverslag van 2025.

5.5.6 G1-4 Bevestigde incidenten van corruptie of omkoping

5.5.6.1 Aantal veroordelingen en boetes voor overtreding van anticorruptie- en antiomkopingswetten

Tijdens de verslagperiode werden twee gevallen waarbij leden van de waardeketen van Recticel betrokken waren en waarbij het bedrijf of zijn werknemers rechtstreeks betrokken waren, gemeld aan het Compliancecomité. Na een grondig onderzoek werd één disciplinaire maatregel nodig geacht en werden er geen boetes uitgedeeld aan Recticel voor schendingen van de anticorruptie- of antiomkopingswetgeving.

5.5.6.2 Alle acties die zijn ondernomen om schendingen van procedures en normen voor anticorruptie en omkoping aan te pakken

Tijdens de verslagperiode heeft het bedrijf geen tekortkomingen geconstateerd in de acties die zijn ondernomen om inbreuken op procedures en normen voor corruptie- en omkopingsbestrijding aan te pakken.

5.5.7 G1-5 Politieke invloed en lobbyactiviteiten

Recticels aanpak van politieke beïnvloeding en lobbyen weerspiegelt haar engagement voor ethisch gedrag, transparantie en verantwoord burgerschap. Het bedrijf concentreert zich op zijn kerndoelstellingen en handhaaft integriteit en sterk bestuur om waarde op lange termijn te creëren voor stakeholders, terwijl het tegelijkertijd hoge normen van bedrijfsethiek en sociale verantwoordelijkheid handhaaft.

Recticel streeft er niet naar om politieke processen te beïnvloeden of om agressief te lobbyen. In plaats daarvan blijft Recticel zich richten op het leveren van innovatieve isolatieproducten, geleid door sterke waarden op het gebied van integriteit en bestuur. Als lid van sectorspecifieke handelsorganisaties kan Recticel indirect beleidsbeïnvloedende activiteiten ondersteunen, altijd transparant en binnen het kader van de organisatie. Dergelijke activiteiten kunnen gericht zijn op energie-efficiëntie in gebouwen, energienormen, industriële decarbonisatie, initiatieven rond de circulaire economie of duurzame materialen.

Recticel respecteert de politieke onpartijdigheid en leeft de toepasselijke wet- en regelgeving volledig na, zodat haar acties in overeenstemming zijn met ethische principes. Hoewel het bedrijf in contact kan treden met beleidsmakers via sectorverenigingen en regelgevende instanties over zaken die rechtstreeks verband houden met haar activiteiten, worden deze interacties op transparante wijze en volgens vastgestelde protocollen uitgevoerd.

Recticel hecht veel waarde aan transparantie en deelt belangrijke informatie op haar bedrijfswebsite. Ze moedigt een open dialoog en samenwerking met stakeholders aan om de publieke discussies positief te beïnvloeden en tegelijkertijd de belangen van werknemers, aandeelhouders en de bredere gemeenschap te beschermen.

In 2024 heeft Recticel geen financiële bijdragen of bijdragen in natura geleverd aan de politiek. De Chief Financial Officer, die optreedt als voorzitter van het Compliancecomité, ziet erop toe dat dergelijke bijdragen niet worden gedaan.

Tijdens de huidige verslagperiode hadden geen leden van de bestuurs-, leidinggevende of toezichthoudende organen in de twee jaar voorafgaand aan hun benoeming een functie bekleed in het openbaar bestuur, met inbegrip van toezichthoudende organen.

Recticel is niet ingeschreven in het transparantieregister van de EU of een gelijkwaardig transparantieregister in een EU-lidstaat.

5.5.8 G1-6 Betalingspraktijken

5.5.8.1 Gemiddelde tijd om een factuur te betalen in aantal dagen

De volgende informatie over betalingspraktijken in 2024 heeft betrekking op alle juridische entiteiten van de Recticel Group, met uitzondering van Soundcoat, Rex en Turvac. Deze laatste zullen worden opgenomen in het jaarverslag van 2025.

Hoewel het toepassingsgebied beperkt is tot de dochterondernemingen Recticel Insulation en Trimo, is het redelijk om te verwachten dat deze KPI consistent is voor de hele Recticel Groep, gezien de vergelijkbare systemen en beleidslijnen die door de hele organisatie zijn geïmplementeerd. Op 31 december 2024 waren er geen lopende juridische procedures in verband met te late betalingen.

Gemiddelde tijd om een factuur te betalen (aantal dagen) 53,4
Percentage betalingen binnen de afgesproken betalingstermijn 49,4%

We erkennen de vitale rol van kleine en middelgrote ondernemingen (KMO's) in onze toeleveringsketen en blijven erop toezien dat hun facturen snel worden verwerkt, om zo hun financiële stabiliteit en groei te ondersteunen. Recticel blijft zich inzetten om de efficiëntie van factuurverwerking te optimaliseren en de hoogste normen van financiële transparantie en operationele uitmuntendheid te handhaven.

5.5.8.2 Beschrijving van standaard betalingstermijnen in aantal dagen per hoofdcategorie leveranciers & percentage betalingen dat is aangepast

Recticel hanteert voor alle leveranciers de betalingsvoorwaarden zoals beschreven in artikel 6 van haar Algemene Voorwaarden. De belangrijkste voorwaarden zijn:

  • Facturen moeten inkoopordernummers, leveringshoeveelheden en relevante verzendingsdocumenten bevatten.
  • Facturen moeten elektronisch worden verzonden naar het door Recticel opgegeven adres. Betalingen worden gedaan via bankoverschrijving binnen zestig (60) dagen na factuurdatum, op voorwaarde dat de goederen of diensten volledig zijn geleverd.
  • Recticel behoudt zich het recht voor om aan de verkoper verschuldigde bedragen te verrekenen met door de verkoper verschuldigde bedragen, zonder voorafgaande kennisgeving.

6Bezoldigingsverslag

DEEL 3 | BEZOLDIGINGSRAPPORT

6.1 Inleiding

Recticel is een Belgische isolatiegroep met een sterke aanwezigheid in Europa en de van bezoldiging Verenigde Staten. Het portfolio van Recticel omvat Insulation Boards, Insulated Panels en Acoustic Solutions. Recticel verwacht te kunnen profiteren van de belangrijke inhaalvraag naar energie-efficiënte oplossingen in de bouwsector.

In 2024 bleef de bouwmarkt zwak als gevolg van hogere rentevoeten, hoge bouwmateriaalprijzen en strengere regelgeving, waardoor nieuwbouw duurder werd en projecten werden uitgesteld.

Ondanks deze ongunstige omgeving heeft Recticel een sterke omzet- en winstgroei kunnen realiseren in 2024 en presteert daarmee duidelijk beter dan de moeilijke eindmarkten. De omzet steeg met 15% tot EUR 610 miljoen, een nieuw record dankzij de overname van Rex in België en door organische groei. Recticel boekte een totale volumegroei van meer dan 10%, wat de druk op de prijzen compenseerde. Er waren veel nieuwe productlanceringen en certificeringen. De marktaandelen stegen in Insulation Boards en Insulated Panels met een omzetgroei in belangrijke gebieden zoals de Benelux, het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, Duitsland en de VS.

Recticel loste de belofte van 'ongeveer EUR 50 miljoen' Aangepaste EBITDA in en realiseerde een stijging met 26,7% in vergelijking met vorig jaar. Deze forse winstgroei is te danken aan kostenbesparingen en aanzienlijke operationele verbeteringen in de fabrieken.

De koolstof-intensiteit per m³ in scope 1+2 daalde met 24,2%. De koolstof-intensiteit per m³ in scope 3 daalde met 7,9%, als gevolg van de succesvolle samenwerking met leveranciers om de uitstoot van aangekochte goederen te verminderen. Deze mijlpalen versterken ons streven om onze net-zero doelstellingen te behalen die door SBTi werden goedgekeurd.

6.1.1 Bedrijfsresultaten 2024 6.1.2 Resultaten 2024 op het vlak

De totale bezoldigingsniveaus voor 2024 weerspiegelen de positieve bedrijfsresultaten in termen van winst, kasstroom en CO2-emissiereducties, die de variabele beloning op korte termijn bepalen. De waarde van de lange-termijnbeloning hangt af van de aandelenkoers, die de uitdagende vooruitzichten in de bouwsector weerspiegelt.

Jaarlijkse bonusvergoedingen

  • De jaarlijkse bonustoekenning is voor een groot deel afhankelijk van het behalen van vooraf bepaalde niveaus van Vrije Kasstroom en Aangepaste EBITDA, evenals vooraf bepaalde CO2-emissiereducties, naast het behalen van persoonlijke doelstellingen gericht op fusies en overnames, bedrijfsgroei en operationele excellentie.
  • Het niveau van de Vrije Kasstroom voor de groep lag boven de doelstelling en leidde tot een maximale uitbetaling (125%).
  • Het niveau van de Aangepaste EBITDA voor de Groep leverde een uitbetaling op van 53,7%, een opmerkelijke prestatie gezien de moeilijke marktomstandigheden, met een belangrijke bijdrage van de divisie Insulation Boards.
  • De Koolstofintensiteitsdoelstelling werd overtroffen op groepsniveau met een maximale uitbetaling (125%).

Voor meer details zie Hoofdstuk 6.4.3.1, korte-termijnincentive (jaarlijkse bonus).

Aandelenopties

• De toekenning van de aandelenopties in 2020 werd definitief verworven op 1 januari 2024. Een nieuwe toekenning vond plaats in juni 2024 tegen een uitoefenprijs van EUR 12,92.

Lidmaatschap van het Managementcomité

  • De CEO van Trimo, Božo Černila, is geen lid van het Managementcomité sinds 1 december 2024. Er wordt gezocht naar een vervanger.
  • Bart Van den Eede werd benoemd tot Chief Financial Officer op 8 juli 2024, ter vervanging van Dirk Verbruggen, en is lid van het Managementcomité sinds die datum. Dirk Verbruggen is geen lid meer van het Managementcomité sinds die datum.
  • Op 29 oktober 2024 werd Stijn Vermeulen, Chief Operations Officer van de divisie Insulation Boards, benoemd tot Group Chief Operations Officer en hij is lid van het Managementcomité sinds die datum.

6.1.3 Betrokkenheid van aandeelhouders

De Algemene Vergadering van Aandeelhouders van 28 mei 2024 heeft het Bezoldigingsverslag voor 2023 goedgekeurd met 79% van de stemmen van de aandeelhouders. In het bezoldigingsbeleid werd een aanpassing aan de uitbetaling van de korte-termijnincentive geïntroduceerd; het beleid werd goedgekeurd met 66% van de stemmen.

Bij het bepalen van haar bezoldigingsbeleid en de toekomstige herzieningen ervan, streeft Recticel ernaar rekening te houden met de stemmen en standpunten van de aandeelhouders. Recticel verbindt zich tot een open en transparante dialoog met haar aandeelhouders over vergoedingen en andere bestuursaangelegenheden.

In 2024 werden vragen van onze aandeelhouders en hun vertegenwoordigers beantwoord tijdens de Algemene Vergadering van Aandeelhouders en ook per post. Het percentage vrouwen in de Raad van Bestuur was een van de zorgen van een van onze investeerders. Recticel heeft besloten om in de loop van 2025 één extra vrouwelijke bestuurder aan te stellen.

6.1.4 Vooruitblik

Ter ondersteuning van Recticel's voortdurende inzet om diversiteit en inclusie binnen de leiding van het bedrijf te bevorderen, heeft de Raad van Bestuur besloten om op zoek te gaan naar een extra vrouwelijke bestuurder. Dit zal ervoor zorgen dat Recticel blijft voldoen aan de Europese regelgeving. Het zal de Raad van Bestuur ook verrijken met diverse perspectieven die innovatie en evenwichtige besluitvorming zullen stimuleren. Deze benoeming zal het bestuur en de algemene prestaties van het bedrijf ten goede komen.

Er zijn geen wijzigingen voorzien in het bezoldigingsbeleid in 2025.

Zoals in voorgaande jaren zal de Raad van Bestuur de toelating vragen aan de Algemene Vergadering om af te wijken van de voorschriften van artikel 7:91 van het Belgisch Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen waarbij variabele vergoedingen moeten worden gespreid over een periode van drie jaar indien bepaalde drempels worden overschreden. Deze afwijking zal worden aangevraagd voor de CEO en de andere leden van het Managementcomité, in lijn met de mogelijkheid die de wetgeving biedt.

Het lange-termijnincentive plan van de CEO en de andere leden van het Managementcomité wordt uitgevoerd onder de vorm van aandelenopties. Zoals in voorgaande jaren zal de Raad van Bestuur de toelating vragen aan de Algemene Vergadering om warrants uit te geven.

6.2 Ons bezoldigingsbeleid in het kort

Het bezoldigingsbeleid werd herzien en gevalideerd door de Bezoldigings- en Benoemingscomité op 28 februari 2024 en goedgekeurd door de Raad van Bestuur op dezelfde dag. Het beleid werd goedgekeurd tijdens de Algemene Vergadering van Aandeelhouders op 28 mei 2024 en trad in werking op 1 januari 2024. Het kan worden geraadpleegd op de website van het bedrijf. De inhoud van het beleid werd opgesteld volgens de vereisten van de Shareholder Rights Directive, het Belgisch Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen en de Corporate Governance Code 2020.

6.2.1 Bestuurders

Volgens de beleidsvoorwaarden ontvangen de Bestuurders een vaste vergoeding/ voorschot en een aanwezigheidsvergoeding, terwijl de comitéleden een aanwezigheidsvergoeding ontvangen.

in EUR
RAAD VAN BESTUUR COMITÉ
Bestuurders VOORZITTER LID VOORZITTER LID
Vaste vergoeding 30.000 15.000 n.v.t. n.v.t.
Aanwezigheidsvergoeding 5.000 2.500 5.000 2.500

In overeenstemming met het beleid, ontvangen Niet-uitvoerende Bestuurders geen variabele en/of aandelengerelateerde beloning zoals bedoeld in principe 7.6. van de Corporate Governance Code 2020. Recticel is van mening dat de doelstellingen van de Corporate Governance Code, namelijk het bevorderen van de verwezenlijking van strategische doelstellingen in overeenstemming met de risicobereidheid en gedragsnormen van de onderneming en het bevorderen van duurzame waardecreatie, beter gediend zijn door de Niet-uitvoerende Bestuurders volledig in contanten te vergoeden om belangenconflicten te vermijden en hun volledige financiële onafhankelijkheid te garanderen.

Niet-uitvoerende Bestuurders ontvangen geen enkel ander voordeel. Kosten voor internationale reizen worden rechtstreeks door Recticel betaald.

Uitvoerende Bestuurders worden beloond in overeenstemming met het bezoldigingsbeleid voor de leden van het Managementcomité en eventuele aan de Uitvoerende Bestuurders betaalde bestuurdersvergoeding worden in mindering gebracht op de beloning die zij ontvangen als lid van het Managementcomité.

Het niveau en de structuur van de beloning van de Bestuurders wordt regelmatig getoetst aan de praktijk in de BEL Mid-markt.

6.2.2 Managementcomité

Het niveau en de structuur van de vergoeding van de leden van het Managementcomité worden jaarlijks herzien door het Bezoldigings- en Benoemingscomité, dat vervolgens een voorstel ter goedkeuring voorlegt aan de Raad van Bestuur. Bij het bepalen van de vergoedingsniveaus voor de leden van het Managementcomité hanteert Recticel een Belgisch referentiekader dat bestaat uit ondernemingen van vergelijkbare grootte (vergeleken op basis van de inkomsten) en exclusief de financiële sector. Het doel is om een bezoldigingsniveau vast te leggen dat, als algemene regel, op of rond het mediaanniveau van de markt ligt en dit voor zover de prestaties van het bedrijf het zich kunnen veroorloven. Het totale vergoedingspakket van de leden van het Managementcomité bestaat uit de volgende elementen.

Vaste vergoeding

Bij het bepalen van de salarisniveaus wordt rekening gehouden met de individuele rol, ervaring, prestaties en marktgebruiken.

Bestuurdersvergoedingen betaald aan de Uitvoerende Bestuurders worden in mindering gebracht op de vergoeding ontvangen als lid van het Managementcomité.

Andere voordelen

De leden van het Managementcomité ontvangen voordelen in overeenstemming met het bezoldigingsbeleid van Recticel, dat bepaalt dat voordelen worden verstrekt in overeenstemming met competitieve praktijken in de markt waar het betreffende lid van het Managementcomité is gevestigd. De voordelen omvatten voornamelijk hospitalisatie, dekking tegen arbeidsongeschiktheid en een bedrijfswagen. Leden die werken via een managementvennootschap ontvangen geen voordelen, hoewel bepaalde kosten afzonderlijk in rekening kunnen worden gebracht.

Korte-termijnincentive (jaarlijkse bonus)

De bonus wordt uitgedrukt als een percentage van de basisbeloning. De uitbetaling is afhankelijk van het behalen van vooraf bepaalde collectieve en persoonlijke doelstellingen:

  • Voor drempelprestaties: de bonus wordt niet uitbetaald.
  • Voor prestatie op targetniveau: de uitbetaling van de bonus zal 100% bedragen van het basissalaris voor de CEO en 37,5% voor de andere leden van het Managementcomité.
  • Voor maximale prestaties: de uitbetaling van de bonus bedraagt 150% van het basissalaris voor de CEO. Voor de andere leden van het Managementcomité is dit 62,50%.
  • Er is geen beleid voor uitgestelde betaling van toepassing.

Lange-termijnincentive

Het lange-termijnbeloningsplan wordt toegekend door middel van aandelenopties. Opties toegekend in 2024 kunnen niet worden uitgeoefend vóór 1 januari 2028 en evenmin later dan 16 juni 2031.

Pensioen

Leden van het Managementcomité die vóór 2003 in België tewerkgesteld waren, zijn opgenomen in het Recticel Defined Benefit Plan; leden die sinds 2003 extern aangeworven werden, zijn opgenomen in het Recticel Defined Contribution Plan.

Opzegtermijn & ontslagvergoeding

Bij beëindiging van de tewerkstelling van een lid van het Managementcomité door de vennootschap, zal Recticel een opzegtermijn van 12 maanden toepassen, tenzij andere toepasselijke wettelijke dwingende bepalingen de toepassing van een hoger aantal maanden vereisen.

Contract

De CEO en twee andere leden van het Managementcomité verlenen diensten via een managementvennootschap. De andere leden zijn werknemers in loondienst.

Terugvorderingsrecht

Er zijn geen terugvorderingsbepalingen voor het jaarlijkse bonusplan, in afwijking van principe 7.12 van de Corporate Governance Code 2020. Recticel is van mening dat, op basis van algemene rechtsbeginselen, de vennootschap betalingen kan terugvorderen (1) indien ze onverschuldigd waren of (2) in geval van fraude. Het bedrijf wenst niet opnieuw te onderhandelen over bestaande overeenkomsten met leden van het Managementcomité om te voorzien in bijkomende terugvorderingsmogelijkheden.

Richtlijnen aandelenbezit

De leden van het Managementcomité worden aangemoedigd om hun aandelenbezit in het bedrijf op te bouwen tot een bedrag gelijk aan 50% van hun jaarlijkse bruto basissalaris over een periode van 5 jaar, bij voorkeur door een deel van de aandelen die ze kopen onder het bestaande aandelenoptieplan te behouden.

6.3 Bezoldiging van Niet-uitvoerende Bestuurders

De volgende tabel geeft de totale bezoldiging voor elke Niet-uitvoerende Bestuurder in 2024.

in EUR
Name VASTE VERGOEDING AANWEZIGHEIDSVERGOEDING
D.A.S.T. BV, vertegenwoordigd door Wim Dejonghe ¹ 17.720,0 45.000,0
BALTISSE NV, vertegenwoordigd door Filip Balcaen 15.000,0 30.000,0
IMRADA BV, vertegenwoordigd door Ingrid Merckx 15.000,0 27.500,0
IRIDI BV, vertegenwoordigd door Frank Coenen ¹ 8.860,0 20.000,0
LUBIS BV, vertegenwoordigd door Luc Missorten 15.000,0 47.500,0
MOROXCO BV, vertegenwoordigd door Elisa Vlerick 15.000,0 30.000,0
THIJS JOHNNY BV, vertegenwoordigd door Johnny Thijs ² 12.280,0 25.000,0
CARPE VALOREM BV, vertegenwoordigd door Kurt Pierloot ² 6.140,0 10.000,0

¹ vanaf 28/05/2024 ² tot 28/05/2024

6.4 Bezoldiging van de Leden van het Managementcomité

6.4.1 Totale bezoldiging

Een overzicht van de totale bezoldiging van de CEO en de andere leden van het Managementcomité in 2024 is te vinden in onderstaande tabel.

VASTE BEZOLDIGING
VARIABELE BEZOLDIGING
BEZOLDIGING
BIJZONDERE
TOTALE BEZOLDIGING
PENSIOENKOSTEN
ITEMS
(1+2+3+4)
in EUR
VERHOUDING VAN VASTE EN VARIABELE
VASTE
ANDERE
JAARLIJKSE
LANGE-TERMIJN
VAST
VERGOEDING
VOORDELEN
BONUS
INCENTIVE
VARIABEL
Naam van de begunstigde
1
2
3
4
5
(1+4)/(5-3)
(2)/(5-3)
CORAL & WALLACE BV, vertegenwoordigd door Jan Vergote (CEO)
671.360
0
497.427
0
0
0
1.168.787
57%
(a)
43%
Overige leden van het Managementcomité (b)
1.278.738
84.515
352.080
253.500
0
69.402
2.038.235
70%
30%

(a) Enkel de CEO ontvangt vergoedingen als Uitvoerend Bestuurder. Deze worden afgetrokken van de vaste vergoeding. Deze vergoeding wordt daarom niet in een apart kolom in bovenstaande tabel weergegeven.

(b) De tabel bevat de bezoldiging verdiend en betaald aan de andere leden van het Managementcomité, namelijk.

• Dirk Verbruggen, Chief Finance & Legal Officer, tot 5 juli 2024,

• Božo Černila, CEO Trimo, tot 30 november 2024,

• Bart Van den Eede, Chief Legal and Finance Officer vanaf 8 juli 2024,

• Stijn Vermeulen, Chief Operations Officer vanaf 29 oktober 2024,

• Rob Nijskens, Chief HR Officer, voor het volledige jaar, en

• Betty Bogaert, Chief Information & Digitalisation Officer, voor het volledig jaar.

Verhouding tussen vaste en variabele bezoldiging

vast 70%

6.4.2 Vaste bezoldiging

vaste
+
vergoeding
andere voordelen
-------------------------- ------------------

= vaste bezoldiging

De tabel hieronder toont de vaste vergoeding die daadwerkelijk in 2024 werd betaald aan de CEO en de andere leden van het Managementcomité en hoe dit zich verhoudt tot 2023.

in EUR
2023 2024 2024 VS 2023
CORAL & WALLACE BV, vertegenwoordigd door Jan Vergote
(CEO) (a)
650.000 671.360 3%
Overige leden van het Managementcomité 1.516.970 1.278.738 -16%

(a) De vaste vergoeding voor CORAL & WALLACE BV omvat de ontvangen vergoedingen als lid van de Raad van Bestuur (EUR 21.360 in 2024).

6.4.2.2 Andere voordelen

De bedragen die worden vermeld in de kolom "Andere voordelen" in de totale bezoldigingstabel in Hoofdstuk 6.4.1 hebben betrekking op de volgende voordelen: verzekeringen (overlijden, invaliditeit, medisch), bedrijfswagenkosten, mobiele telefoonkosten, en sluiten pensioen uit (dat afzonderlijk wordt gerapporteerd onder "pensioenkosten").

6.4.3 Variabele bezoldiging

jaarlijkse bonus + lange-termijn incentive

= variabele bezoldiging

6.4.2.1 Vaste vergoeding 6.4.3.1 Korte-termijnincentive (jaarlijkse bonus)

Prestatie in 2024 ten opzichte van de doelstellingen

De jaarlijkse bonus is afhankelijk van het behalen van vooraf vastgestelde collectieve en persoonlijke doelstellingen.

Andere leden van het Managementcomité

Voor de CEO worden de collectieve doelstellingen voor het prestatiejaar 2024 bepaald op groepsniveau en bestaan uit de Aangepaste EBITDA van de Groep (65% gewicht) en de Koolstofintensiteit van de Groep (10% gewicht). Het uitbetalingsschema voorziet in minimum, target en maximum prestatieniveaus met overeenkomstige uitbetalingsniveaus, bepaald langs een rechte lijn tussen elk controlepunt. Als algemene regel geldt dat het behalen van het budget 100% van de bonusuitbetaling oplevert. Er was geen uitbetaling verschuldigd indien het niveau van de Aangepaste EBITDA dat in 2024 werd bereikt minder was dan of gelijk aan 90% van het gebudgetteerde niveau. De maximale uitbetaling (150%) werd bereikt indien het bereikte niveau van de Aangepaste EBITDA 115% van het budget bedroeg. Voor de ESG-doelstelling leverde een jaar-op-jaar daling van 10% van de koolstofintensiteit een uitbetaling van 100% op. Er was geen uitbetaling verschuldigd als de daling 5% of minder was. De maximale uitbetaling (150%) werd bereikt bij een daling van 15% of meer. Persoonlijke doelstellingen bestaan uit een selectie van drie tot vijf SMART-doelstellingen (25% gewicht). De persoonlijke doelstellingen richtten zich voornamelijk op fusies en overnames, bedrijfsgroei en operationele excellentie. De uitbetaling varieert van 0% tot 150%, afhankelijk van de mate waarin ze worden behaald.

Voor de andere leden van het Managementcomité

waren de collectieve doelstellingen Vrije Kasstroom (5% gewicht), Adjusted EBITDA (35% gewicht) en Koolstofintensiteit (10% gewicht). Voor de functiehoofden van de Groep (Chief Financial Officer, Chief Human Resources Officer, Chief Information & Digitalisation Officer) worden de collectieve doelstellingen bepaald op het niveau van de Groep; voor de CEO's van de divisies worden ze bepaald op het niveau van hun respectieve divisie (Insulation Boards of Insulated Panels). Het uitbetalingstraject voorziet in minimum, target en maximum prestatieniveaus met overeenkomstige uitbetalingsniveaus; bepaald langs een rechte lijn tussen elk controlepunt. Als algemene regel geldt dat het behalen van het budget 75% van de bonusuitbetaling oplevert. Er was geen uitbetaling

verschuldigd indien het niveau van de Aangepaste EBITDA dat in 2024 werd bereikt minder was dan of gelijk aan 90% van het gebudgetteerde niveau (80% voor Vrije Kasstroom). De maximale uitbetaling (125%) werd bereikt indien de Aangepaste EBITDA 115% van het budget bedroeg (140% voor Vrije Kasstroom). Voor de ESG-doelstelling leverde een jaar-op-jaar daling van 10% van de koolstofintensiteit per m³ een uitbetaling van 75% op. Er was geen uitbetaling verschuldigd als de daling 5% of minder was. De maximale uitbetaling van 125% kon worden bereikt bij een daling van 15% of meer. Persoonlijke doelstellingen bestaan uit een selectie van drie tot vijf SMART-doelstellingen (50% gewicht). De persoonlijke doelstellingen richtten zich voornamelijk op fusies en overnames, bedrijfsgroei en operationele uitmuntendheid. De uitbetaling varieert van 0% tot 125%, afhankelijk van de mate waarin ze worden behaald.

2024 payout progression

CEO

GEWICHT PRESTATIENIVEAU
MINIMUM
TARGET
MAXIMUM
65,00% Aangepaste EBITDA (% budget) 90,00% 100,00% 115,00%
10,00% Koolstofintensiteit (vs. vorig jaar) -5,00% -10,00% -15,00%
25,00% Persoonlijke doelstellingen 0,00%
100,00%
150,00%
GEWICHT OVEREENKOMSTIGE UITBETALING
(% VASTE VERGOEDING)
MINIMUM
TARGET
MAXIMUM
65,00% Aangepaste EBITDA 0,00% 65,00% 97,50%
10,00% Koolstofintensiteit (vs. vorig jaar) 0,00% 10,00% 15,00%
25,00% Persoonlijke doelstellingen 0,00% 25,00% 37,50%
100,00% Totaal 0,00% 100,00% 150,00%

Other members of the Management Committee

GEWICHT PRESTATIENIVEAU MINIMUM TARGET MAXIMUM
5,00% Vrije Kasstroom (% budget) 80,00% 100,00% 140,00%
35,00% Aangepaste EBITDA (% budget) 90,00% 100,00% 115,00%
10,00% Koolstofintensiteit (vs. vorig jaar) -5,00% -10,00% -15,00%
50,00% Persoonlijke doelstellingen
0,00%
75,00% 125,00%
GEWICHT OVEREENKOMSTIGE UITBETALING
MINIMUM
(% VASTE VERGOEDING)
TARGET MAXIMUM
5,00% Vrije Kasstroom 0,00% 1,88% 3,13%
35,00% Aangepaste EBITDA 0,00% 13,13% 21,88%
10,00% Koolstofintensiteit (vs. vorig jaar) 0,00% 3,75% 6,25%
50,00% Persoonlijke doelstellingen 0,00% 18,75% 31,25%
100,00% Totaal 0,00% 37,50% 62,50%

Artikel 7:91 van het Belgisch Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen schrijft voor dat variabele vergoedingen over een periode van drie jaar moeten worden gespreid indien bepaalde drempels worden overschreden. De drempel van 25% werd overschreden in het geval van de CEO evenals voor alle andere leden van het Managementcomité. Daarom stelde de Raad van Bestuur aan de Algemene Vergadering van Aandeelhouders van 2024 voor om een afwijking van de genoemde regel goed te keuren, in lijn met de mogelijkheid die de wetgeving biedt. Dit voorstel werd goedgekeurd tijdens de Algemene Vergadering van Aandeelhouders van 2024.

Uitbetaling van de korte-termijn incentive voor het prestatiejaar 2024

Het behalen van de prestatiedoelstellingen werd gemeten gedurende een periode van 1 januari 2024 tot 31 december 2024. In overeenstemming met ons bezoldigingsbeleid werden de prestaties van de CEO geëvalueerd door het Bezoldigings- en Benoemingscomité op basis van geauditeerde bedrijfsresultaten alvorens een voorstel te doen aan de Raad van Bestuur. De evaluatie van de andere leden van het Managementcomité werd gedaan door de CEO op basis van geauditeerde bedrijfsresultaten, die deze vervolgens besprak met het Bezoldigings- en Benoemingscomité alvorens een voorstel te doen aan de Raad van Bestuur.

Begunstigde DOELSTELLINGEN VAN DE JAARLIJKSE BONUS GEWICHT DAADWERKELIJKE
UITBETALING
(% VAN VASTE
VERGOEDING)
DAADWERKELIJKE
WAARDE (IN EUR)
Collectieve Aangepaste EBITDA
(Groep)
65,00% 37,34% 250.703
CORAL & WALLACE BV,
vertegenwoordigd door
Jan Vergote (CEO)
doelstellingen Koolstofintensiteit
(Groep)
10,00% 15,00% 100.704
Persoonlijke
doelstellingen
25,00% 21,75% 146.021
Totaal 100,00% 74,09% 497.427
Overige leden van het
Managementcomité
Collectieve
doelstellingen
Vrije Kasstroom
(Groep of Divisie
afhankelijk van positie)
5,00% 2,34% 24.966
Aangepaste EBITDA
(Groep of Divisie
afhankelijk van positie)
35,00% 6,97% 74.290
Koolstofintensiteit
(Groep of Divisie
afhankelijk van positie)
10,00% 6,11% 65.124
Persoonlijke
doelstellingen
50,00% 17,62% 187.700
Totaal 100,00% 33,04% 352.080

6.4.3.2 Lange-termijn incentive

Toekenning gedaan in 2024

De theoretische waarde van de opties bij toekenning is berekend door de Black-Scholes-formule toe te passen, rekening houdend met bepaalde aannames met betrekking tot dividenduitkering (dividendrendement: 2,40%, rentevoet: 2,935% en volatiliteit: 38,3%). Voor de toekenning in juni 2024 bedroeg de waarde EUR 3,9760/ warrant.

Naam van de begunstigde AANTAL OPTIES
TOEGEKEND
UITOEFENPRIJS
VAN DE OPTIE
(IN EUR)
TOTALE THEORETISCHE
WAARDE BIJ DE
TOEKENNING (IN EUR)
Jan Vergote (Chief Executive Officer) 125.000 12,92 497.000
Betty Bogaert (Chief Information & Digitalisation Officer) 30.000 12,92 119.280
Božo Černila (CEO Insulated Panels) 30.000 12,92 119.280
Rob Nijskens (Chief Human Resources Officer) 30.000 12,92 119.280
Dirk Verbruggen (Chief Finance & Legal Officer) 30.000 12,92 119.280
Stijn Vermeulen (Chief Operations Officer) 15.000 12,92 59.640

2024 verwerving

De volgende aandelenopties, met betrekking tot de toekenning in april 2020, werden definitief verworven op 1 januari 2024.

Naam van de begunstigde AANTAL OPTIES
DEFINITIEF
VERWORVEN
UITOEFENPRIJS
VAN DE OPTIE
(IN EUR)
AANDELENPRIJS
BIJ VERWERVING
(IN EUR)
WAARDE BIJ
VERWERVING
(IN EUR)
Betty Bogaert
(Chief Information & Digitalisation Officer)
30.000 6,70 10,60 117.000
Rob Nijskens
(Chief Human Resources Officer)
5.000 6,70 10,60 19.500
Dirk Verbruggen
(Chief Finance & Legal Officer)
30.000 6,70 10,60 117.000

6.4.4 Buitengewone posten

Er zijn geen buitengewone posten te melden.

6.4.5 Pensioenkosten

in EUR
Naam van de begunstigde PENSIOENKOSTEN
CORAL & WALLACE BV, vertegenwoordigd door Jan Vergote (CEO) Inbegrepen in de vergoeding
Overige leden van het Managementcomité 69.402

Voor loontrekkenden van het Managementcomité rapporteert Recticel

  • de werkelijke bijdragen aan het pensioenplan voor begunstigden van de toegezegdbijdrageregeling
  • de service kost voor begunstigden van de toegezegd-pensioenregeling, aangezien dit plan een collectief plan is.

6.4.6 Aanvullende informatie

Recticel heeft in het verslagjaar geen terugvorderingsbepalingen toegepast.

Het niveau van het aandeelhouderschap van de Niet-uitvoerende Bestuurders op 31 december 2024 wordt weergegeven in de onderstaande tabel.

Niveau van aandelenbezit van de Niet-uitvoerende Bestuurders, CEO niet inbegrepen

Bestuurder AANTAL AANDELEN
Wim Dejonghe 20.000
Filip Balcaen 0
Spring Holdco BV (Group Baltisse) 16.403.132
Frank Coenen 0
Elisa Vlerick 0
Luc Missorten 0
Elisa Vlerick 6.000

De volgende tabel toont het aandeelhouderschap van de CEO en de andere leden van het Managementcomité op 31 december 2024. Hieruit blijkt dat het huidige niveau van aandeelhouderschap hoger is dan de richtlijn voor de CEO. Drie van de vier andere leden van het Managementcomité voldoen nog niet aan de richtlijn.

Niveau van aandelenbezit van de leden van het Managementcomité

Aandeelhouderschap AANTAL AANDELEN
OP 31 DECEMBER
2024
WAARDE VAN
AANDELEN OP 31
DECEMBER 2024
(IN EUR)
TOTALE WAARDE
VAN HET
AANDELENBEZIT
(IN EUR)
NIVEAU VAN
AANDELENBEZIT
(% VASTE
VERGOEDING)
DOELSTELLING VAN
AANDELENBEZIT
(% VASTE
VERGOEDING)
CEO 120.000 10,48 1.257.600 187% 50%
Overige leden van het
Managementcomité
77.165 10,48 808.689 75% gemiddeld 50%

Of de CEO en elk ander lid van het Managementcomité voldoen aan de richtlijn inzake aandelenbezit wordt bepaald door de waarde van het aantal aandelen in hun bezit op 31 december 2024 te vergelijken met 50% van hun jaarlijkse basissalaris op 31 december 2024. De waarde van de aangehouden aandelen wordt verkregen door het aantal aangehouden aandelen op 31 december 2024 te vermenigvuldigen met de slotkoers van het aandeel op die datum (EUR 10,48).

6.5 Aandelengerelateerde bezoldiging

De onderstaande tabel geeft een gedetailleerd overzicht van het begin- en eindsaldo en van de activiteiten gedurende het jaar met betrekking tot de op aandelen gebaseerde beloning voor elk lid van het Managementcomité. In overeenstemming met de informatie in voorgaande tabellen zijn de aandelen gewaardeerd tegen reële waarde bij toekenning en tegen marktwaarde bij definitieve verwerving ("vesting").

INFORMATIE BETREFFENDE HET GERAPPORTEERDE BOEKJAAR
Naam van de begunstigde VOORNAAMSTE VOORWAARDEN VAN DE AANDELENOPTIEPLANNEN OPENINGS
BALANS
GEDURENDE HET JAAR EINDBALANS
SPECIFICATIE
VAN HET PLAN
DATUM WAAROP UITOEFEN
PERIODE
UITOEFENPRIJS
VAN DE OPTIE
(IN EUR)
UITSTAANDE
AANDELEN
OPTIES AAN HET
BEGIN VAN HET
JAAR
TOEGEKENDE AANDELENOPTIES DEFINITIEF VERWORVEN
AANDELENOPTIES
UITGEOEFENDE TOEGEKENDE
MAAR NIET
DEFINITIEF
VERWORDEN
TOEKENNINGS
DATUM
DEFINITIEF
VERWORVEN
AANTAL WAARDE AANTAL WAARDE AANDELEN
OPTIES
DEFINITIEF
VERWORVEN
AANDELEN
OPTIES
MAAR NIET
UITGEOEFENDE
AANDELEN
OPTIES
Jan Vergote 2024
toekenning
17-06-2024 01-01-2028 01/01/2028 –
16/06/2031
12,92 0 125.000 497.000 125.000 0
(Chief Executive Officer) Totaal 125.000 -
2016
toekenning
29-04-2016 01-01-2020 01/01/2020 –
28/04/2025
5,73 15.000 0 0
2017
toekenning
30-06-2017 01-01-2021 01/01/2021 –
29/06/2024
7,00 25.000 0 0
2018
toekenning
25-04-2018 01-01-2022 01/01/2022 –
24/04/2025
10,21 25.000 0 0
2019
toekenning
28-06-2019 01-01-2023 01/01/2023 –
27/06/2026
7,90 0 30.000
Betty Bogaert
(Chief Information &
2020
toekenning
03-03-2020 01-01-2024 01/01/2024 –
02/03/2027
6,70 215.000 30.000 117.000 0 30.000
Digitalisation Officer) 2021
toekenning
12-05-2021 01-01-2025 01/01/2025 –
11/05/2028
12,44 30.000 0
2022
toekenning
13-05-2022 01-01-2026 01/01/2026 –
12/05/2029
17,74 30.000 0
2023
toekenning
30-06-2023 01-01-2027 01/01/2027 –
29/06/2030
10,80 30.000 0
2024
toekenning
30-06-2023 01-01-2028 01/01/2028 –
16/06/2031
12,92 30.000 119.280 30.000 0
Totaal 120.000 60.000
Božo Černila
(CEO Insulated Panels)
2022
toekenning
13-05-2022 01-01-2026 01/01/2026 –
12/05/2029
17,74 30.000 0
2023
toekenning
30-06-2023 01-01-2027 01/01/2027 –
29/06/2030
10,80 60.000 30.000 0
2024
toekenning
17-06-2024 01-01-2028 01/01/2028 –
16/06/2031
12,92 30.000 119.280 30.000 0
Totaal 90.000 0
INFORMATIE BETREFFENDE HET GERAPPORTEERDE BOEKJAAR
Naam van de begunstigde VOORNAAMSTE VOORWAARDEN VAN DE AANDELENOPTIEPLANNEN OPENINGS
BALANS
GEDURENDE HET JAAR EINDBALANS
DATUM WAAROP UITOEFENPRIJS UITSTAANDE
AANDELEN
TOEGEKENDE AANDELENOPTIES DEFINITIEF VERWORVEN
AANDELENOPTIES
UITGEOEFENDE
TOEGEKENDE
MAAR NIET
DEFINITIEF
VERWORDEN
SPECIFICATIE
VAN HET PLAN
TOEKENNINGS
DATUM
DEFINITIEF
VERWORVEN
UITOEFEN
PERIODE
VAN DE OPTIE
(IN EUR)
OPTIES AAN HET
BEGIN VAN HET
JAAR
AANTAL WAARDE AANTAL WAARDE AANDELEN
OPTIES
DEFINITIEF
VERWORVEN
AANDELEN
OPTIES
MAAR NIET
UITGEOEFENDE
AANDELEN
OPTIES
2019
toekenning
28-06-2019 01-01-2023 01/01/2023 –
27/06/2026
7,90 0 5.000
2020
toekenning
03-03-2020 01-01-2024 01/01/2024 –
02/03/2027
6,70 5.000 19.500 0 5.000
Rob Nijskens 2021
toekenning
12-05-2021 01-01-2025 01/01/2025 –
11/05/2028
12,44 30.000 0
(Chief Human Resources
Officer)
2022
toekenning
13-05-2022 01-01-2026 01/01/2026 –
12/05/2029
17,74 100.000 30.000 0
2023
toekenning
30-06-2023 01-01-2027 01/01/2027 –
29/06/2030
10,80 30.000 0
2024
toekenning
17-06-2024 01-01-2028 01/01/2028 –
16/06/2031
12,92 30.000 119.280 30.000 0
Totaal 120.000 10.000
Stijn Vermeulen
(Chief Operations Officer)
2024
toekenning
17-06-2024 01-01-2028 01/01/2028 –
16/06/2031
12,92 0 15.000 59.640 15.000 0
Totaal 15.000 0
2016
toekenning
29-04-2016 01-01-2020 01/01/2020 –
28/04/2025
5,73 15.000 0 0
2017
toekenning
30-06-2017 01-01-2021 01/01/2021 –
29/06/2024
7,00 25.000 0 0
2018
toekenning
25-04-2018 01-01-2022 01/01/2022 –
24/04/2025
10,21 25.000 0 0
2019
toekenning
28-06-2019 01-01-2023 01/01/2023 –
27/06/2026
7,90 0 30.000
Dirk Verbruggen
(Chief Financial & Legal
2020
toekenning
03-03-2020 01-01-2024 01/01/2024 –
02/03/2027
6,70 215.000 30.000 117.000 0 30.000
Officer) 2021
toekenning
12-05-2021 01-01-2025 01/01/2025 –
11/05/2028
12,44 30.000 0
2022
toekenning
13-05-2022 01-01-2026 01/01/2026 –
12/05/2029
17,74 30.000 0
2023
toekenning
30-06-2023 01-01-2027 01/01/2027 –
29/06/2030
10,80 30.000 0
2024
toekenning
17-06-2024 01-01-2028 01/01/2028 –
16/06/2031
12,92 30.000 119.280 30.000 0
Totaal 120.000 60.000

6.6 Beëindigingsvergoedingen

In het jaar 2024 werden geen beëindigingsvergoedingen betaald.

6.7 Afwijkingen

Er zijn geen afwijkingen te rapporteren voor het jaar 2024.

6.8 Jaarlijkse verandering in bezoldiging en loonratio

6.8.1 Jaarlijkse verandering in bezoldiging van Bestuurders ten opzichte van het bredere personeelsbestand en bedrijfsprestaties

De volgende tabel toont de variatie van de vergoeding van de CEO en de andere leden van het Managementcomité tussen 31 december 2020 en 31 december 2024 ten opzichte van de evolutie van de belangrijkste financiële parameters.

Jaarlijkse verandering in bezoldiging

2020 2021 2022 2023 2024 2021 VS. 2020 2022 VS. 2021 2023 VS. 2022 2024 VS. 2023
Totale bezoldiging van de CEO (in EUR) a 1.216.383 1.507.415 1.633.933 1.317.559 124% 108% 81% -
Totale bezoldiging van de CEO (in EUR) b - - - 437.445 1.168.787 - - - 267%
Gemiddelde totale bezoldiging van de andere leden van het
Managementcomité (in EUR)
473.056 589.632 642.020 592.505 513.776 125% 109% 92% 87%
Gemiddelde totale bezoldiging van de overige medewerkers
(in EUR) c
57.653 59.876 54.667 54.407 76.181 104% 91% 100% 140%
Netto Kasstroom vóór dividenden (in miljoen EUR) 197,1 54,9 - - - 28% - - -
Vrije Kasstroom (in miljoen EUR) - - 50,7 12,3 6,7 - - 24% 55%
Aangepaste EBITDA (in miljoen EUR) 58,8 118,6 62,2 39,2 49,6 202% 52% 63% 127%
Nettowinst (aandeel van de Groep) (in miljoen EUR) 63,1 53,5 63,2 3,3 18,1 85% 118% 5% 548%
Duurzaamheids-KPI's zie Hoofdstuk 5

(a,b) Voor het prestatiejaar 2023 bestaat de totale bezoldiging van de CEO uit de bezoldiging die in 2023 verdiend werd door Olivier Chapelle tot 31 augustus 2023 en door de nieuwe benoemde CEO, Jan Vergote vanaf 1 september 2023. (c) De gemiddelde totale bezoldiging van de andere werknemers komt overeen met de gemiddelde bezoldiging van werknemers die actief zijn in België en is bepaald op basis van de sociale balans voor 2024 van Recticel NV/SA.

6.8.2 Loonratio

De loonratio vergelijkt de hoogste bezoldiging van het Managementcomité (dat is de bezoldiging van de CEO, uitgedrukt op jaarbasis) met de laagste bezoldiging bij Recticel NV/SA (enkel werknemers actief in België). Op 31 december 2024 bedroeg de hoogste verloning 20 keer de laagste verloning; dit is een loonratio van 20:1.

DEEL 4 | FINANCIELE VERKLARING

Financieel 7rapport

Recticel Group - Jaarverslag 2024 173

7.1 Geconsolideerde financiële staten

De geconsolideerde financiële staten zijn door de Raad van Bestuur goedgekeurd voor publicatie op 29 april 2025. Ze zijn opgesteld in overeenstemming met de IFRSwaarderingsregels voor financiële verslaggeving, waarvan de details hieronder worden weergegeven.

7.1.1 Geconsolideerde winst-en-verliesrekening

in duizend EUR
TOELICHTINGEN * 2023 2024 1
Omzet 7.2.3 529.426 610.196
Kostprijs van de omzet (439.336) (505.647)
Brutowinst 7.2.4.1 90.090 104.549
General and administrative expenses 7.2.4.2 (35.634) (43.306)
Verkoop- en marketingkosten 7.2.4.2 (30.355) (30.367)
Kosten voor onderzoek en ontwikkeling 7.2.4.2 (4.572) (4.894)
Bijzondere waardevermindering op goodwill, immateriële en materiële vaste activa 7.2.1.4 (293) (394)
Overige bedrijfsopbrengsten 7.2.4.3 4.727 6.366
Overige bedrijfsuitgaven 7.2.4.3 (11.380) (20.465)
Inkomsten uit geassocieerde deelnemingen 7.2.5.7 0 (0) 3
Operationele winst (verlies) 7.2.4.4 12.582 11.489
Rente-opbrengsten 3.959 3.980
Rentelasten (7.872) (1.580)
Overige financiële opbrengsten 2.922 3.338
Overige financiële lasten (3.074) (2.359)
Financieel resultaat 7.2.4.5 (4.065) 3.380
Inkomsten uit overige geassocieerde deelnemingen (1.772) 0 3
Bijzondere waardevermindering op overige geassocieerde deelnemingen (7.748) 0
Wijziging in de reële waarde van optiestructuren 0 0
Resultaat van de periode vóór belastingen (1.002) 14.868
Winstbelastingen 7.2.4.7 (7.986) 1.476
Resultaat van de periode na belastingen - voortgezette bedrijfsactiviteiten (8.989) 16.345
Resultaat van beëindigde bedrijfsactiviteiten 7.2.4.7 12.154 1.613 2
Resultaat van de periode na belastingen - voortgezette en beëindigde
bedrijfsactiviteiten
3.165 17.957
waarvan toerekenbaar aan de eigenaren van de moedermaatschappij 3.310 18.132
waarvan toerekenbaar aan minderheidsbelangen (145) (174)

1 Rex Panels & Profiles (Insulated Panels) is sinds 10 januari 2024 volledig geconsolideerd. 2 Zoals aangekondigd in het persbericht van 14 juni 2023, werden de Recticel Engineered Foams activiteiten volledig verkocht en geboekt onder Beëindigde Bedrijfsactiviteiten (IFRS 5). 3 Opbrengsten uit overige geassocieerde ondernemingen = opbrengsten uit ondernemingen die niet worden beschouwd als onderdeel van de kernactiviteiten van de Groep zijn niet opgenomen in de Operationele winst (verlies), i.e. TEMDA2 (Ascorium, voorheen Automotive Interiors).

* De bijgevoegde toelichtingen maken integraal deel uit van deze winst-en-verliesrekening.

7.1.2 Resultaat per aandeel

TOELICHTINGEN * 2023 2024
Aantal uitstaande aandelen (inclusief ingekochte eigen aandelen) 56.230.920 56.605.920
Gewogen gemiddeld aantal uitstaande aandelen
(vóór verwateringseffect)
55.897.911 56.067.538
Gewogen gemiddeld aantal uitstaande aandelen
(na verwateringseffect)
56.511.223 56.475.310
in EUR
Winst (verlies) per aandeel
Winst (verlies) per aandeel - voortgezette bedrijfsactiviteiten (0,16) 0,29
Winst (verlies) per aandeel - beëindigde bedrijfsactiviteiten 0,22 0,03
Winst (verlies) per aandeel van voortgezette en beëindigde
bedrijfsactiviteiten
0,06 0,32
Winst (verlies) per aandeel uit voortgezette bedrijfsactiviteiten
Winst (verlies) per aandeel uit voortgezette bedrijfsactiviteiten - Basis 7.2.4.9 (0,16) 0,29
Winst (verlies) per aandeel uit voortgezette bedrijfsactiviteiten -
Verwaterd
7.2.4.10 (0,16) 0,29
Winst (verlies) per aandeel uit beëindigde bedrijfsactiviteiten
Winst (verlies) per aandeel uit beëindigde bedrijfsactiviteiten - Basis 7.2.4.9 0,22 0,03
Winst (verlies) per aandeel uit beëindigde bedrijfsactiviteiten -
Verwaterd
7.2.4.10 0,22 0,03
Nettoboekwaarde 7,79 7,86

Het gewone resultaat per aandeel wordt berekend op basis van het gewogen gemiddelde aantal uitstaande aandelen gedurende de periode.

Het verwaterde resultaat per aandeel wordt berekend op basis van het gewogen gemiddelde aantal uitstaande aandelen gedurende de periode, aangepast voor verwaterende inschrijvingsrechten.

7.1.3 Geconsolideerd totaalresultaat

in duizend EUR
TOELICHTINGEN * 2023 2024
Resultaat over de periode na belastingen 3.165 17.957
Overige elementen van het totaal resultaat
Actuariële winsten (verliezen) op personeelsbeloningen opgenomen in het
eigen vermogen
(1.030) 839
Uitgestelde belastingen op actuariële winsten (verliezen) op
personeelsbeloningen
174 (492)
Valuta omrekeningsverschillen die later niet zullen worden verwerkt in de
winst-en-verliesrekening
(97) (7)
Aandeel in totaal resultaat in joint ventures & geassocieerde deelnemingen
die later niet zullen worden verwerkt in de winst-en-verliesrekening
7.2.5.6 0 0
Componenten die later niet zullen worden verwerkt in de winst-en
verliesrekening
(954) 339
Afdekkingsreserves 0 0
Valuta omrekeningsverschillen die later zullen worden verwerkt in de winst
en-verliesrekening
(1.793) 2.034
Verschil in omrekeningsreserve in vreemde valuta dat verwerkt wordt in de
winst- en verliesrekening
7.423 0
Uitgestelde belastingen op ingehouden winsten 86 0
Aandeel in totaal resultaat in joint ventures & geassocieerde deelnemingen
die later zullen worden verwerkt in de winst-en-verliesrekening
7.2.5.6 0 0
Componenten die later mogelijk kunnen worden verwerkt in de winst-en
verliesrekening
5.716 2.034
Overige elementen van het totaal resultaat voor de periode, netto van
belastingen
4.762 2.374
Totaal resultaat voor de periode 7.927 20.331
Totaal resultaat voor de periode 7.927 20.331
Totaal resultaat van de periode toerekenbaar aan de eigenaars van de
moedermaatschappij
8.072 20.505
Totaal resultaat van de periode toerekenbaar aan minderheidsbelangen (145) (174)
Totaal resultaat van de periode toerekenbaar aan de eigenaars van de
moedermaatschappij
8.072 20.505
Totaal resultaat van de periode toerekenbaar aan de eigenaars van de
moedermaatschappij - Voortgezette bedrijfsactiviteiten
(9.930) 18.892
Totaal resultaat van de periode toerekenbaar aan de eigenaars van de
moedermaatschappij - Beëindigde bedrijfsactiviteiten
18.002 1.613

* De bijgevoegde toelichtingen maken integraal deel uit van dit overzicht van het totaalresultaat.

7.1.4 Geconsolideerde balans

in duizend EUR
TOELICHTINGEN * 31 DEC 2023 31 DEC 2024
Immateriële vaste activa 7.2.5.1 70.094 76.549
Goodwill 7.2.5.2 62.409 76.467
Materiële vaste activa 7.2.5.3 120.687 160.763
Activa met gebruiksrechten 7.2.5.4 27.771 39.903
Langlopende vorderingen 7.2.5.7 17.534 13.795
Uitgestelde belastingvorderingen 7.2.4.6 21.551 27.396
Vaste activa 320.046 394.872
Voorraden 7.2.5.8 43.692 55.075
Handelsvorderingen 7.2.5.10 78.135 101.925
Uitgestelde vordering voor investering in aandelen 12.922 864
Overige vorderingen en overige financiële activa 7.2.5.10 10.027 12.119
Terug te vorderen belastingen 3.739 4.098
Geldmiddelen en kasequivalenten 7.2.5.11 191.393 132.717
Activa geclassificeerd als aangehouden voor verkoop 7.2.4.7 0 0
Vlottende activa 339.907 306.799
TOTALE ACTIVA 659.954 701.670
Kapitaal 7.2.5.13 140.577 141.515
Uitgiftepremies 133.729 135.696
Uitgegeven kapitaal 274.307 277.211
Eigen aandelen (1.450) (1.450)
Overige reserves (2.106) (1.338)
Retained earnings 160.974 162.491
Indekkings- en omrekeningsverschillen 4.556 6.689
Elementen van het totaal resultaat van beëindigde bedrijfsactiviteiten
Eigen vermogen (aandeel van de Groep) 436.281 443.602
Eigen vermogen toerekenbaar aan minderheidsbelangen 1.706 1.531
Totaal eigen vermogen 437.987 445.133
in duizend EUR
TOELICHTINGEN * 31 DEC 2023 31 DEC 2024
Pensioenen en soortgelijke verplichtingen 7.2.5.14 12.412 10.996
Voorzieningen 7.2.5.15 31.148 28.479
Uitgestelde belastingverplichtingen 7.2.4.6 23.088 25.377
Financiële verplichtingen 7.2.5.16 23.082 46.218
Overige verplichtingen 982 972
Langlopende verplichtingen 90.711 112.044
Voorzieningen 7.2.5.15 0 1.252
Financiële verplichtingen 7.2.5.16 6.415 12.116
Handelsverplichtingen 7.2.5.17 70.068 87.844
Kortlopende contractverplichtingen 7.2.5.9 8.037 9.577
Verschuldigde inkomstenbelasting 1.781 1.522
Uitgestelde verplichtingen voor investering in aandelen 0 0
Overige verplichtingen 7.2.5.17 44.955 32.181
Verplichtingen direct verbonden met activa geclassificeerd als
aangehouden voor verkoop
7.2.4.7 0 0
Kortlopende verplichtingen 131.256 144.493
TOTAAL EIGEN VERMOGEN + TOTAAL VERPLICHTINGEN 659.954 701.670

* De bijgevoegde toelichtingen maken integraal deel uit van deze balans. Zie ook toelichting 7.2.4.7, Beëindigde bedrijfsactiviteiten.

7.1.5 Geconsolideerd kasstroomoverzicht

in duizend EUR
TOELICHTINGEN * 2023 2024
Operationele winst (verlies) 7.2.4.4 12.582 11.489
Afschrijvingen van immateriële vaste activa 7.2.5.1 7.596 9.727
Afschrijvingen van materiële vaste activa 7.2.5.3 15.652 20.952
(Terugname) Bijzondere waardeverminderingsverliezen op materiële activa 7.2.5.3 293 394
(Terugnemingen)/Afboekingen op activa 1.451 (34)
Wijziging in de voorzieningen (3.121) (3.632)
Winst/(verlies) op vervreemding van immateriële en materiële vaste activa (18) (260)
Overige non-cash elementen 1.146 1.343
BRUTOBEDRIJFSKASSTROOM VÓÓR WIJZIGINGEN IN HET WERKKAPITAAL 35.581 39.980
Wijzigingen in voorraden 12.060 (311)
Wijzigingen in de handels- en overige vorderingen (7.194) (14.813)
Wijzigingen in de handels- en overige verplichtingen 3.884 1.599
Wijzigingen in het werkkapitaal 8.750 (13.525)
Betaalde winstbelastingen (8.326) (4.354)
Kasstromen van operationele activiteiten (beëindigde bedrijfsactiviteiten) 10.887 0
NETTOKASSTROOM UIT OPERATIONELE ACTIVITEITEN
(a)
46.892 22.102
Ontvangen rente 413 285
Ontvangen dividenden 20
Afstoting van Bedding 12.000 13.292
Afstoting van Engineered Foams 428.202 (9.399)
Afstoting van Orsafoam 2.383 2.383
Overname Trimo, netto van verworven geldmiddelen 312 0
Overname Rex, netto van verworven geldmiddelen 0 (33.777)
Toename van leningen en vorderingen (1.244) (94)
Afname van verplichtingen en vorderingen 257 154
Investeringen in immateriële vaste activa 7.2.5.1 (2.742) (3.362)
Investeringen in materiële vaste activa** 7.2.5.3 (18.511) (25.143)
Vervreemding van immateriële vaste activa 7.2.5.1 568 0
Vervreemding van materiële vaste activa 7.2.5.3 1.184 559
Kasstroom uit afstoting (toename) investeringsactiviteiten (beëindigde
bedrijfsactiviteiten)
(4.141) 0
in duizend EUR
NOTES* 2023 2024
Betaalde rente op financiële schulden (c) (6.402) (1.304)
Betaalde rente op leaseschuld (c) (107) (300)
Ontvangen rente 3.987 3.556
Uitgekeerde dividenden (17.425) (17.344)
Toename/(Afname) van kapitaal 189 2.904
Toename financiële verplichtingen 7.996 8.681
Terugbetaling financiële verplichtingen (315.042) (17.658)
Terugbetaling leaseverplichtingen** (d) (5.822) (5.009)
Kasstroom uit financieringsactiviteiten (beëindigde bedrijfsactiviteiten) (6.645) 0
NETTOKASSTROOM UIT FINANCIERINGSACTIVITEITEN (e) (339.272) (26.475)
Effect van wisselkoerswijzigingen (f) 51 780
Effect van wisselkoerswijzigingen (uit beëindigde bedrijfsactiviteiten) (f) (172) 0
VERANDERINGEN IN GELDMIDDELEN EN KASEQUIVALENTEN (a)+(b)+(e)+(f) 126.179 (58.675)
NETTO VRIJE KASSTROOM (a)+(b)+(c)+(d) 453.241 (39.594)
Netto kaspositie bij aanvang van de verslagperiode
(voortgezette bedrijfsactiviteiten)
39.782 191.393
Netto kaspositie bij aanvang van de verslagperiode
(beëindigde bedrijfsactiviteiten)
25.431 0
Netto kaspositie bij aanvang van de verslagperiode (g) 65.213 191.393
Netto kaspositie bij einde van de verslagperiode (voortgezette
bedrijfsactiviteiten)
191.393 132.717
Netto kaspositie bij einde van de verslagperiode (beëindigde
bedrijfsactiviteiten)
Nettokaspositie bij einde van de verslagperiode (h) 191.393 132.717
VERANDERINGEN IN GELDMIDDELEN EN KASEQUIVALENTEN (h) - (g) 126.179 (58.675)

* De bijgevoegde toelichtingen maken integraal deel uit van dit kasstroomoverzicht.

** In vergelijking met het persbericht van 4 maart 2025, zijn de lease betalingen overgeboekt van Investeringen in materiële vaste activa naar

Terugbetaling leaseverplichtingen.

in duizend EUR

Wijzigingen in financiële verplichtingen

Voor de verslagperiode eindigend op 31 december 2024

31 DEC 2023 KASSTROMEN WIJZIGINGEN IN NIET-CASH ELEMENTEN
IN 2024 NIEUWE
LEASES
HERBEOORDELING
IFRS 16
OPGEBOUWDE
RENTE
REËLE WAARDE VAN
AFDEKKINGS
INSTRUMENTEN
ACTUALISATIE AFSCHRIJVING OVERDRACHT WISSELKOERS VERSCHILLEN OVERDRACHT
NAAR
AANGEHOUDEN
VOOR VERKOOP
WIJZIGINGEN IN
CONSOLI
DATIEKRING
31 DEC
2024
Lange termijn schuldverplichtingen 10.001 2.733 0 0 0 0 0 77 (6.942) 0 0 18.473 24.342
Korte termijn schuldverplichtingen 811 (11.650) 0 0 (0) 0 0 0 7.137 (0) 0 7.363 3.661
Leaseverplichtingen 18.326 (9.347) 9.711 2.692 467 0 40 0 (54) 416 0 7.777 30.029
Verlopen renteverplichtingen 358 (1.413) 0 0 1.589 0 0 0 (68) (162) 0 0 303
Totaal verplichtingen uit
financieringsactiviteiten
29.497 (19.676) 9.711 2.692 2.055 0 40 77 73 254 0 33.613 58.335

Zie ook toelichting 7.2.4.8, Bedrijfscombinaties, toelichting 7.2.5.16, Financiële verplichtingen en toelichting 7.2.5.4, Activa met gebruiksrechten.

Voor de verslagperiode eindigend op 31 december 2023

Totaal verplichtingen uit
financieringsactiviteiten
290.587 (276.213) 1.047 4.823 8.319 7 4 1.108 6 (191) 0 0 29.497
Verlopen renteverplichtingen 1.035 (6.736) 0 0 6.359 7 0 0 (69) (238) 0 0 358
Leaseverplichtingen 18.976 (6.789) 1.047 4.823 385 0 4 0 21 (140) (0) 0 18.326
Korte termijn schuldverplichtingen 88.945 (89.896) 0 0 1.575 0 0 0 (0) 187 0 0 811
Lange termijn schuldverplichtingen 181.631 (172.792) 0 0 0 0 0 1.108 54 0 (0) 0 10.001
IN 2024 NIEUWE
LEASES
HERBEOORDELING
IFRS 16
OPGEBOUWDE
RENTE
REËLE
WAARDE VAN
AFDEKKINGS
INSTRUMENTEN
ACTUALISATIE AFSCHRIJVING OVERDRACHT WISSELKOERS
VERSCHILLEN
OVERDRACHT
NAAR
AANGEHOUDEN
VOOR VERKOOP
WIJZIGINGEN IN
CONSOLI
DATIEKRING
31 DEC 2023
31 DEC 2022 KASSTROMEN in duizend EUR
WIJZIGINGEN IN NIET-CASH ELEMENTEN

Toelichting 7.2.5.16, Financiële verplichtingen en toelichting 7.2.5.4, Activa met gebruiksrechten.

7.1.6 Mutatieoverzicht van het eigen vermogen

Voor de verslagperiode eindigend op 31 december 2024

in duizend EUR
2024 KAPITAAL UITGIFTE
PREMIES
EIGEN
AANDELEN
OVERIGE
RESERVES
OVERGEDRAGEN
WINSTEN
OMREKENINGSVERSCHILLEN
EN AFDEKKINGSRESERVES
VOORTGEZETTE
BEDRIJFSACTIVITEITEN
BEËINDIGDE
BEDRIJFSACTIVITEITEN
TOTAAL EIGEN
VERMOGEN
MINDERHEIDSBELANGEN TOTAAL EIGEN VERMOGEN
Eigen vermogen aan het begin van de
verslagperiode
140.577 133.729 (1.450) (2.106) 160.974 4.556 436.281 0 436.281 1.706 437.987
Dividenden 0 0 0 0 (17.411) 0 (17.411) 0 (17.411) 0 (17.411)
Kapitaalbewegingen ¹ 938 1.967 0 428 895 0 4.227 0 4.227 0 4.227
Bewegingen toerekenbaar aan de eigenaars
van de moedermaatschappij
938 1.967 0 428 (16.516) 0 (13.184) 0 (13.184) 0 (13.184)
Winst (verlies) van de periode 0 16.519 0 16.519 1.613 18.132 (174) 17.957
Overige elementen van het totaal resultaat 0 0 0 339 0 2.034 2.374 0 2.374 0 2.374
Totaal resultaat 0 0 0 339 16.519 2.034 18.892 1.613 20.505 (174) 20.331
Wijzigingen in de consolidatiekring 0 0 0 0 1.514 99 1.613 (1.613) (0) 0 (0)
Eigen vermogen aan het einde van de
verslagperiode
141.515 135.696 (1.450) (1.338) 162.491 6.689 443.602 0 443.602 1.531 445.133

1 Toelichting 7.2.5.13, Aandelenkapitaal

De post "Wijzigingen in consolidatiekring" van beëindigde bedrijfsactiviteiten heeft betrekking op de verkoop van de Recticel Engineered Foams activiteiten.

Voor de verslagperiode eindigend op 31 december 2023

in duizend EUR
2023 KAPITAAL UITGIFTE
PREMIES
EIGEN
AANDELEN
OVERIGE
RESERVES
OVERGEDRAGEN
WINSTEN
OMREKENINGSVERSCHILLEN
EN AFDEKKINGSRESERVES
VOORTGEZETTE
BEDRIJFSACTIVITEITEN
BEËINDIGDE
BEDRIJFSACTIVITEITEN
TOTAAL EIGEN
VERMOGEN
MINDERHEIDSBELANGEN TOTAAL EIGEN VERMOGEN
Eigen vermogen aan het begin van de
verslagperiode
140.521 133.596 (1.450) 1.563 124.233 4.559 403.022 41.283 444.305 1.850 446.155
Herwerking IFRS 16 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Dividenden 0 0 0 0 (17.431) 0 (17.431) 0 (17.431) 0 (17.431)
Aandelenopties (IFRS 2) 0 0 0 1.146 0 0 1.146 0 1.146 0 1.146
Kapitaalbewegingen ¹ 56 133 0 0 0 0 189 0 189 0 189
Bewegingen toerekenbaar aan de eigenaars
van de moedermaatschappij
56 133 0 1.146 (17.431) 0 (16.096) 0 (16.096) 0 (16.096)
Winst (verlies) van de periode 0 0 0 0 (8.844) 0 (8.844) 12.154 3.310 (145) 3.165
Overige elementen van het totaal resultaat 0 0 0 (1.507) 425 (3) (1.085) 5.847 4.762 0 4.762
Totaal resultaat 0 0 0 (1.507) (8.419) (3) (9.929) 18.002 8.072 (145) 7.927
Wijzigingen in de consolidatiekring 0 0 0 (3.307) 62.592 0 59.285 (59.285) (0) 0 (0)
Eigen vermogen aan het einde van de
verslagperiode
140.577 133.729 (1.450) (2.106) 160.974 4.556 436.281 (0) 436.281 1.706 437.987

1 Toelichting 7.2.5.13, Aandelenkapitaal

Overige reserves, overgedragen winsten, omrekeningsverschillen en afdekkingsreserves zijn herwerkt als gevolg van de overboeking van Soundcoat van beëindigde bedrijfsactiviteiten naar voortgezette bedrijfsactiviteiten. De post "Wijzigingen in consolidatiekring" van beëindigde bedrijfsactiviteiten heeft betrekking op de verkoop van de Recticel Engineered Foams activiteiten.

7.2 Toelichtingen bij de geconsolideerde financiële staten voor het jaar eindigend op 31 december 2024

7.2.1 Samenvatting van de waarderingsregels

7.2.1.1 Verklaring van overeenstemming – grondslagen voor de opstelling van de financiële staten

Recticel NV/SA (de 'Vennootschap') is een naamloze vennootschap naar Belgisch recht en is genoteerd aan Euronext Brussels. De geconsolideerde financiële staten van de Vennootschap omvatten de financiële staten van de Vennootschap, haar dochterondernemingen, belangen in entiteiten waarover gezamenlijk de zeggenschap wordt uitgeoefend (joint ventures) en in geassocieerde deelnemingen, beide opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode (samen 'de Groep').

De geconsolideerde financiële staten zijn opgesteld in overeenstemming met de International Financial Reporting Standards (IFRS) zoals goedgekeurd door de Europese Unie.

De in de geconsolideerde financiële staten voor het jaar eindigend op 31 december 2024 toegepaste waarderingsregels zijn consistent met die welke werden gebruikt voor de opstelling van de geconsolideerde financiële staten voor het jaar eindigend op 31 december 2023. Er vond een kleine wijziging plaats in de grondstofvoorraadwaardering voor "make-to-order" activiteiten.

7.2.1.2 Wijzigingen in de waarderingsregels en toelichtingen

De volgende nieuwe standaarden en wijzigingen aan standaarden zijn voor het eerst verplicht voor het boekjaar dat start op 1 januari 2024 en zijn goedgekeurd door de Europese Unie:

  • • Wijzigingen in IAS 1 'Voorstelling van de Financiële Staten: Klassificatie van Verplichtingen als kortlopend en langlopend' (van kracht per 01/01/2024), hebben alleen invloed op de presentatie van de verplichtingen in de balans – niet op het bedrag of het tijdstip van opname van activa, baten of lasten, of op de informatie die entiteiten over deze posten verstrekken. Zij:

    • Verduidelijken dat de classificatie van verplichtingen als kortlopend of langlopend gebaseerd moet zijn op rechten die bestaan aan het einde van de verslagperiode en passen de formulering in alle betreffende alinea's aan om te verwijzen naar het "recht" om de afwikkeling met ten minste twaalf maanden uit te stellen en expliciteren dat alleen rechten die bestaan "aan het einde van de verslagperiode" van invloed mogen zijn op de classificatie van een verplichting;
    • Verduidelijken dat de classificatie niet wordt beïnvloed door verwachtingen over de vraag of een entiteit haar recht zal uitoefenen om de afwikkeling van een verplichting uit te stellen; en verduidelijken dat afwikkeling verwijst naar de overdracht aan de tegenpartij van geldmiddelen, eigenvermogensinstrumenten, andere activa of diensten.
    • Verduidelijken hoe voorwaarden waaraan een entiteit binnen 12 maanden na de verslagperiode moet voldoen, zoals convenanten, de classificatie van de overeenkomstige verplichting beïnvloeden.
  • • Wijzigingen in IAS 7 'Kasstroomoverzicht' en IFRS 7 'Financiële Instrumenten: Toelichting': Financieringsovereenkomsten met leveranciers. De wijziging beschrijft de kenmerken waarvoor verslaggevers aanvullende informatie moeten verstrekken over het effect van financieringsovereenkomsten met leveranciers op verplichtingen, kasstromen en blootstelling aan liquiditeitsrisico.

  • • Wijzigingen in IFRS 16 'Leaseovereenkomsten': Leaseverplichting bij Sale and Leaseback (van kracht per 1 januari 2024). De wijzigingen leggen uit hoe een entiteit een sale and leaseback na de transactiedatum moet verwerken, met name wanneer sommige of alle leasebetalingen variabele leasebetalingen zijn die niet afhankelijk zijn van een index of rentevoet. Ze verklaren dat de verkoper-lessee bij de waardering van de leaseverplichting achteraf "leasebetalingen" en "herziene leasebetalingen" bepaalt op een wijze die er niet toe leidt dat de verkoper-lessee een bedrag van de winst of het verlies opneemt dat betrekking heeft op het gebruiksrecht dat hij behoudt. Winsten en verliezen die verband houden met de volledige of gedeeltelijke beëindiging van een leaseovereenkomst blijven opgenomen wanneer ze zich voordoen, aangezien deze betrekking hebben op het beëindigde gebruiksrecht en niet op het behouden gebruiksrecht.

Er zijn geen nieuwe standaarden en wijzigingen die zijn gepubliceerd en die voor het eerst verplicht zijn voor het boekjaar dat op 1 januari 2024 begint, maar die nog niet zijn goedgekeurd door de Europese Unie.

De volgende wijzigingen werden gepubliceerd maar zijn niet voor het eerst verplicht voor het boekjaar startend op 1 januari 2024 en zijn goedgekeurd door de Europese Unie:

  • • Wijzigingen in IAS 21 'De Gevolgen van Wisselkoerswijzigingen: Gebrek aan Inwisselbaarheid' (van kracht per 1 januari 2025). IAS 21 beschreef voorheen niet hoe wisselkoersen moeten worden bepaald als er sprake is van langdurige oninwisselbaarheid en de door het bedrijf toe te passen contante koers niet waarneembaar is. De wijzigingen met beperkte reikwijdte voegen specifieke vereisten toe met betrekking tot:
    • Bepalen wanneer een valuta inwisselbaar is in een andere valuta en wanneer niet;
    • Bepalen van de wisselkoers die moet worden toegepast als een valuta niet inwisselbaar is;
    • Aanvullende informatieverschaffing wanneer een valuta niet inwisselbaar is.

7.2.1.3 Algemene principes

Valuta waarin de financiële staten zijn uitgedrukt

De financiële staten zijn opgesteld in euro (EUR), afgerond op het dichtste duizendtal (tenzij anders vermeld). De euro is de valuta van de primaire economische omgeving waarin de Groep actief is. De financiële staten van de buitenlandse deelnemingen worden omgerekend in overeenstemming met de principes, beschreven in de paragraaf 'Vreemde valuta'.

Vreemde valuta

Transacties in vreemde valuta – Transacties in andere valuta's dan EUR worden opgenomen tegen de wisselkoers op de transactiedatum. Op elke balansdatum worden monetaire activa en verplichtingen die uitgedrukt worden in vreemde valuta, omgerekend tegen slotkoers. Niet-monetaire activa en verplichtingen die tegen reële waarde worden opgenomen en luiden in vreemde valuta, worden omgerekend tegen de wisselkoers op de datum waarop de reële waarde is bepaald. Winsten en verliezen die uit dergelijke omrekeningen voortvloeien, worden opgenomen in het financieel resultaat van de winst-en-verliesrekening.

Omrekening van functionele valuta naar de presentatievaluta – Voor het presenteren van de geconsolideerde financiële staten worden de activa en verplichtingen van de buitenlandse activiteiten van de Groep omgerekend tegen slotkoers. Baten en lasten worden omgerekend tegen de gemiddelde wisselkoersen van de periode, tenzij de wisselkoersen sterk schommelen. De wisselkoersverschillen die hieruit voortvloeien worden opgenomen in de nietgerealiseerde resultaten en toegevoegd in het eigen vermogen (toegewezen aan minderheidsbelangen indien van toepassing). Bij vervreemding van een buitenlandse activiteit (d.w.z. een vervreemding van het volledige belang van de Groep in een buitenlandse activiteit, of een vervreemding met verlies van

zeggenschap over een dochteronderneming die een buitenlandse activiteit omvat, een vervreemding met verlies van gezamenlijke zeggenschap over een entiteit waarover gezamenlijk de zeggenschap wordt uitgeoefend die een buitenlandse activiteit omvat, of een vervreemding met verlies van invloed van betekenis op een geassocieerde deelneming die een buitenlandse activiteit omvat), wordt het cumulatieve bedrag van de wisselkoersverschillen, dat was opgenomen in het eigen vermogen, in de winst-en-verliesrekening opgenomen.

Daarnaast wordt bij een gedeeltelijke vervreemding van een dochteronderneming die er niet toe leidt dat de Groep de zeggenschap over de dochteronderneming verliest, het proportionele deel van de gecumuleerde wisselkoersverschillen toegewezen aan de minderheidsbelangen en niet in de winsten-verliesrekening opgenomen. Voor alle andere gedeeltelijke vervreemdingen (d.w.z. gedeeltelijke vervreemdingen van geassocieerde deelnemingen of entiteiten waarover gezamenlijk zeggenschap wordt uitgeoefend (joint ventures) die niet leiden tot een verlies van invloed van betekenis of gezamenlijke zeggenschap door de Groep) wordt het proportionele deel van de gecumuleerde koersverschillen geherclassificeerd in de winst-en-verliesrekening.

Goodwill en aanpassingen aan de reële waarde die voortvloeien uit de verwerving van een buitenlandse entiteit worden behandeld als activa en verplichtingen van de buitenlandse entiteit en worden omgerekend tegen de slotkoers.

Consolidatieprincipes

De geconsolideerde financiële staten omvatten de dochterondernemingen en de belangen in entiteiten waarover gezamenlijk de zeggenschap wordt uitgeoefend (joint ventures) en de geassocieerde deelnemingen die geconsolideerd worden volgens de vermogensmutatiemethode.

De geconsolideerde financiële staten zijn opgesteld op basis van uniforme grondslagen voor financiële verslaggeving voor vergelijkbare transacties en andere gebeurtenissen in soortgelijke omstandigheden.

Alle transacties, saldi, baten en lasten binnen de Groep worden in de consolidatie geëlimineerd.

• Dochterondernemingen

Dochterondernemingen zijn entiteiten waarover direct of indirect zeggenschap wordt uitgeoefend. Zeggenschap is het vermogen om het financiële en operationele beleid van een entiteit te bepalen om voordelen te verkrijgen uit haar activiteiten. De consolidatie van dochterondernemingen begint vanaf de datum waarop Recticel de zeggenschap over de entiteit verwerft tot de datum waarop die zeggenschap eindigt.

Wijzigingen in het belang van de Groep in een dochteronderneming die niet leiden tot een verlies van zeggenschap worden als eigenvermogenstransacties geboekt. De boekwaarden van de belangen van de Groep en de minderheidsbelangen worden aangepast aan de veranderingen in hun relatieve belangen in de dochteronderneming. Elk verschil tussen het bedrag waarmee het minderheidsbelang wordt aangepast en de reële waarde van de betaalde of ontvangen vergoeding wordt rechtstreeks in het eigen vermogen verwerkt.

Wanneer de Groep echter de zeggenschap over een dochteronderneming verliest, wordt de winst of het verlies bij vervreemding berekend als het verschil tussen (i) het totaal van de reële waarde van de ontvangen vergoeding en de reële waarde van enig behouden belang en (ii) de vorige boekwaarde van de activa (inclusief goodwill) en verplichtingen van de dochteronderneming en alle minderheidsbelangen. Bedragen die voorheen in niet-gerealiseerde resultaten met betrekking tot de dochteronderneming werden opgenomen, worden verwerkt (d.w.z. geherclassificeerd naar winst of verlies of direct overgeboekt naar overgedragen resultaten) op dezelfde wijze als vereist zou zijn indien de betreffende activa of verplichtingen zouden zijn vervreemd. De reële waarde van een in de voormalige dochteronderneming aangehouden investering op

de datum waarop de zeggenschap verloren gaat, wordt beschouwd als de reële waarde bij eerste opname voor latere verwerking overeenkomstig IFRS 9 Financiële instrumenten of, indien van toepassing, de kostprijs bij eerste opname van een investering in een geassocieerde deelneming of entiteit waarover gezamenlijk zeggenschap wordt uitgeoefend.

• Joint ventures en geassocieerde deelnemingen

De resultaten en activa en verplichtingen van joint ventures en geassocieerde deelnemingen worden in deze geconsolideerde financiële staten verwerkt volgens de vermogensmutatiemethode, behalve wanneer de investering wordt geclassificeerd als aangehouden voor verkoop, in welk geval zij wordt verwerkt in overeenstemming met IFRS 5 Vaste activa aangehouden voor verkoop en beëindigde bedrijfsactiviteiten. Onder de vermogensmutatiemethode wordt een investering in een joint venture en een geassocieerde deelneming bij eerste opname in de geconsolideerde balans opgenomen tegen kostprijs en daarna aangepast om het aandeel van de Groep in de winst of het verlies en niet-gerealiseerde resultaten van de onderneming en de geassocieerde deelneming op te nemen. Wanneer het aandeel van de Groep in de verliezen van een onderneming en een geassocieerde deelneming groter is dan het belang van de Groep in die joint venture en geassocieerde deelneming (met inbegrip van alle langetermijnbelangen die in wezen deel uitmaken van de netto-investering van de Groep in de joint venture en geassocieerde deelneming), beëindigt de Groep de opname van zijn aandeel in verdere verliezen. Aanvullende verliezen worden slechts opgenomen voor zover de Groep juridische of feitelijke verplichtingen heeft opgelopen of betalingen heeft gedaan namens de joint venture en geassocieerde deelneming.

Elk positief verschil tussen de aankoopprijs en het aandeel van de Groep in de netto reële waarde van de identificeerbare activa, verplichtingen en voorwaardelijke verplichtingen van een joint venture en geassocieerde deelneming, gewaardeerd op de datum van aankoop, wordt verwerkt als goodwill opgenomen in de boekwaarde van de investering. Elk positief verschil tussen het aandeel van de Groep in

de netto reële waarde van de identificeerbare activa, verplichtingen en voorwaardelijke verplichtingen en de aankoopprijs, na herwaardering, wordt direct in de winst-en-verliesrekening opgenomen.

De vereisten van IAS 36 worden toegepast om te bepalen of het noodzakelijk is om bijzondere waardeverminderingsverliezen op te nemen met betrekking tot de investering van de Groep in een joint venture en geassocieerde deelneming. Indien nodig wordt de totale boekwaarde van de investering (inclusief goodwill) getoetst op bijzondere waardevermindering overeenkomstig IAS 36 Bijzondere waardevermindering van activa als een individueel actief door de realiseerbare waarde ervan (de reële waarde, of de reële waarde minus de verkoopkosten indien die hoger is) te vergelijken met de boekwaarde. Alle opgenomen bijzondere waardeverminderingsverliezen maken deel uit van de boekwaarde van de investering. Alle terugnemingen van bijzondere waardeverminderingsverliezen worden gewaardeerd overeenkomstig IAS 36 voor zover de realiseerbare waarde van de investering vervolgens stijgt.

Bij afstoting van een joint venture en geassocieerde deelneming waardoor de Groep invloed van betekenis in die joint venture en geassocieerde deelneming verliest, worden alle overblijvende investeringen gewaardeerd tegen hun reële waarde op die datum en wordt de reële waarde beschouwd als de reële waarde bij de eerste opname als financieel actief in overeenstemming met IFRS 9. Het verschil tussen de eerdere boekwaarde van de joint venture en geassocieerde deelneming die toewijsbaar is aan het overblijvende belang en de reële waarde ervan wordt opgenomen in de bepaling van de winst of het verlies bij de vervreemding van de joint venture en geassocieerde deelneming. Daarnaast boekt de Groep alle eerder in de niet-gerealiseerde resultaten opgenomen bedragen met betrekking tot die joint venture en geassocieerde deelneming op dezelfde basis als zou zijn vereist wanneer die joint venture en geassocieerde deelneming de betreffende activa en verplichtingen rechtstreeks zou hebben vervreemd.

Daartoe zal de Groep, wanneer winst of verlies die voorheen werden opgenomen in de niet-gerealiseerde resultaten door die joint venture en geassocieerde deelneming zouden worden geherclassificeerd als winst of verlies bij de vervreemding van de betreffende activa of verplichtingen, de winst of het verlies herclassificeren vanuit het eigen vermogen naar de winst-en-verliesrekening (aanpassing wegens herclassificatie) wanneer de Groep invloed van betekenis in die joint venture en geassocieerde deelneming verliest.

De deelnemingen waarop de vermogensmutatiemethode wordt toegepast, bestaan momenteel alleen uit geassocieerde deelnemingen. In de winst-en-verliesrekening worden de resultaten van geassocieerde deelnemingen opgesplitst tussen "Geassocieerde deelnemingen" en "Overige geassocieerde deelnemingen". Als dusdanig worden "Geassocieerde deelnemingen" beschouwd als deel uitmakend van de kernactiviteiten van de Groep en zijn zij opgenomen in de Operationele winst (verlies), d.w.z. momenteel Orsa Foam; terwijl "Overige geassocieerde deelnemingen" niet beschouwd worden als deel uitmakend van de kernactiviteiten van de Groep en niet zijn opgenomen in de Operationele winst (verlies), d.w.z. TEMDA2 (Automotive Interiors).

• Beëindigde bedrijfsactiviteiten

Een beëindigde bedrijfsactiviteit is een onderdeel van de Groep dat ofwel is afgestoten, ofwel is geclassificeerd als aangehouden voor verkoop en een bedrijfsactiviteit vertegenwoordigt waarvoor een plan bestaat om deze af te stoten. Recticel classificeert een vast actief (of een groep activa die wordt afgestoten) als aangehouden voor verkoop indien de boekwaarde ervan voornamelijk zal worden gerealiseerd via een verkooptransactie en niet door verder gebruik indien aan alle voorwaarden van IFRS 5 is voldaan. Een groep activa die wordt afgestoten wordt gedefinieerd als een groep van af te stoten activa en verplichtingen die rechtstreeks verband houden met deze activa die zullen worden overgedragen. Onmiddellijk vóór de classificatie als aangehouden voor verkoop waardeert de onderneming de boekwaarde van het actief (of van alle activa en verplichtingen in de groep activa die wordt afgestoten) overeenkomstig

de toepasselijke IFRS. Bij de initiële classificatie als aangehouden voor verkoop, worden vaste activa en groepen activa die worden afgestoten, opgenomen tegen de boekwaarde, of tegen de reële waarde minus verkoopkosten indien dat bedrag lager is. Bijzondere waardeverminderingsverliezen bij de initiële classificatie als aangehouden voor verkoop worden opgenomen in de winst-en-verliesrekening. Hetzelfde geldt voor winsten en verliezen bij latere herwaardering. Vaste activa die zijn geclassificeerd als aangehouden voor verkoop worden niet langer afgeschreven.

• Bedrijfscombinaties

Overnames van bedrijfsactiviteiten worden geboekt volgens de acquisitiemethode. De prijs voor elke overname wordt bepaald als de som van de reële waarden (op datum van de betaling) van de overhandigde activa, de overgenomen of vermoede verplichtingen, en de eigenvermogensinstrumenten uitgegeven door de Groep in ruil voor de zeggenschap over de overgenomen partij. Aan de overname gerelateerde kosten worden opgenomen in de winsten-verliesrekening zodra zij worden gemaakt.

Wanneer Recticel een entiteit of bedrijfsactiviteit verwerft, worden de identificeerbare activa en verplichtingen van de overgenomen partij opgenomen tegen hun reële waarde op de overnamedatum, met uitzondering van:

  • Uitgestelde belastingvorderingen of verplichtingen en verplichtingen of activa in verband met personeelsbeloningen, die worden opgenomen en gewaardeerd in overeenstemming met respectievelijk IAS 12 Winstbelastingen en IAS 19 Personeelsbeloningen.
  • Verplichtingen of eigenvermogensinstrumenten die verband houden met op aandelen gebaseerde betalingstransacties van de overgenomen partij of de vervanging van op aandelen gebaseerde betalingstransacties van een overgenomen partij door op aandelen gebaseerde betalingstransacties van de Groep, die worden gewaardeerd in overeenstemming met IFRS 2 Op aandelen gebaseerde betalingen op de overnamedatum.

• Activa (of groepen activa die worden afgestoten) die overeenkomstig IFRS 5 Vaste activa aangehouden voor verkoop en beëindigde bedrijfsactiviteiten worden geclassificeerd als aangehouden voor verkoop, die worden gewaardeerd in overeenstemming met die standaard.

Goodwill wordt gewaardeerd als het verschil tussen de som van de overgedragen vergoeding, het bedrag van alle minderheidsbelangen in de overgenomen partij en de reële waarde van het voorheen door de overnemende partij aangehouden aandelenbelang in de overgenomen partij (indien aanwezig), en het nettobedrag van de verworven identificeerbare activa en de overgenomen verplichtingen op de overnamedatum. Indien dat verschil negatief is, wordt het saldo na een herwaardering onmiddellijk in de winst-en-verliesrekening opgenomen als een winst uit een voordelige koop.

Minderheidsbelangen die huidige eigendomsbelangen zijn en die de houders een proportioneel recht in de nettoactiva van de entiteit geven in geval van liquidatie, mogen initieel gewaardeerd worden tegen hun reële waarde of tegen het proportionele deel van de opgenomen bedragen van de identificeerbare nettoactiva van de overgenomen partij. De waarderingskeuze wordt voor elke transactie apart gemaakt.

Indien Recticel zijn belang vergroot in een entiteit of een bedrijfsactiviteit waarover het nog geen zeggenschap uitoefende (in principe wanneer het zijn belang vergroot van 50% of minder naar 51% of meer) (een in fasen gerealiseerde bedrijfscombinatie), wordt het voorheen aangehouden belang van de Groep in het eigen vermogen van de overgenomen partij geherwaardeerd tegen de reële waarde op de overnamedatum (d.w.z. de datum waarop de Groep zeggenschap verwerft) en de eventueel daaruit voortvloeiende winst of verlies opgenomen in de winsten-verliesrekening.

Indien de initiële boekhoudkundige verwerking van een bedrijfscombinatie onvolledig is aan het einde van de rapporteringsperiode waarin deze heeft

plaatsgevonden, rapporteert de Groep voor de nog onvolledige elementen voorlopige bedragen. Tijdens de waarderingsperiode (maximaal één jaar na de overnamedatum) worden die voorlopige bedragen aangepast of worden aanvullende activa of verplichtingen opgenomen om nieuwe informatie te weerspiegelen die wordt verkregen over feiten en omstandigheden die op de overnamedatum bestonden en die, indien bekend, van invloed zouden zijn geweest op de per die datum opgenomen bedragen.

Afzonderlijk verworven immateriële vaste activa

Immateriële vaste activa met een bepaalde gebruiksduur die afzonderlijk worden verworven, worden opgenomen tegen kostprijs verminderd met de gecumuleerde afschrijvingen en gecumuleerde bijzondere waardeverminderingsverliezen. Afschrijvingen worden lineair verwerkt over de geschatte gebruiksduur. De geschatte gebruiksduur en de afschrijvingsmethode worden aan het einde van elke verslagperiode beoordeeld, waarbij eventuele schattingswijzigingen prospectief worden verwerkt.

Immateriële vaste activa met een onbepaalde gebruiksduur die afzonderlijk worden verworven, worden opgenomen tegen kostprijs verminderd met de gecumuleerde bijzondere waardeverminderingsverliezen.

Intern gegenereerde immateriële activa uitgaven voor onderzoek en ontwikkeling

Uitgaven voor onderzoeksactiviteiten worden opgenomen als last in de periode waarin zij worden gedaan.

Een intern gegenereerd immaterieel actief dat voortvloeit uit ontwikkeling (of uit de ontwikkelingsfase van een intern project) wordt alleen opgenomen indien alle volgende elementen aanwezig zijn:

  • de technische mogelijkheid om het immateriële actief te voltooien zodat het beschikbaar wordt voor gebruik of verkoop;
  • de intentie om het immateriële actief te voltooien en te gebruiken of te verkopen;
  • het vermogen om het immateriële actief te gebruiken of te verkopen;
  • de wijze waarop het immateriële actief wellicht toekomstige economische voordelen zal opleveren;
  • de beschikbaarheid van gepaste technische, financiële en andere middelen om de ontwikkeling van het immateriële actief te voltooien en het te gebruiken of te verkopen; en
  • het vermogen om op betrouwbare wijze de uitgaven te bepalen die aan het immateriële actief toewijsbaar zijn tijdens zijn ontwikkeling.

Het initieel opgenomen bedrag voor intern gegenereerde immateriële activa is de som van de uitgaven vanaf de datum waarop het immateriële actief voor het eerst voldoet aan de hierboven genoemde opnamecriteria. Indien geen intern gegenereerd immaterieel actief kan worden opgenomen, worden ontwikkelingskosten opgenomen in de winst-enverliesrekening in de periode waarin zij worden gemaakt.

Immateriële activa verworven in het kader van een bedrijfscombinatie

Immateriële activa die zijn verworven in het kader van een bedrijfscombinatie en afzonderlijk van goodwill worden opgenomen, worden initieel opgenomen tegen hun reële waarde op de overnamedatum (die als hun kostprijs wordt beschouwd).

Na de eerste opname worden immateriële activa die zijn verworven in het kader van een bedrijfscombinatie opgenomen tegen hun kostprijs, verminderd met de gecumuleerde afschrijvingen en de gecumuleerde bijzondere waardeverminderingsverliezen, op dezelfde basis als immateriële activa die afzonderlijk worden verworven.

Afboeking van immateriële vaste activa

Een immaterieel actief wordt afgeboekt bij vervreemding of wanneer er geen toekomstige economische voordelen van gebruik of vervreemding worden verwacht. Winsten of verliezen die voortvloeien uit de afboeking van een immaterieel actief, gewaardeerd als het verschil tussen de netto-opbrengst van de vervreemding en de boekwaarde van het actief, worden opgenomen in de winst-en-verliesrekening wanneer het actief wordt afgeboekt.

Goodwill

Goodwill wordt gewaardeerd als het verschil tussen de som van de overgedragen vergoeding, het bedrag van alle minderheidsbelangen in de overgenomen partij en de reële waarde van het voorheen door de overnemende partij aangehouden aandelenbelang in de overgenomen partij (indien aanwezig), en het nettobedrag van de verworven identificeerbare activa en de overgenomen verplichtingen op de overnamedatum.

Goodwill die voortvloeit uit de overname van een bedrijfsactiviteit wordt gewaardeerd tegen zijn kostprijs, verminderd met eventuele gecumuleerde bijzondere waardeverminderingsverliezen, en wordt afzonderlijk in de geconsolideerde balans gepresenteerd.

Goodwill wordt ten minste jaarlijks beoordeeld op bijzondere waardevermindering. Elk bijzonder waardeverminderingsverlies wordt onmiddellijk opgenomen in de winst-en-verliesrekening en wordt nadien niet meer teruggenomen.

Bij vervreemding van een dochteronderneming, geassocieerde deelneming of entiteit waarover gezamenlijk zeggenschap wordt uitgeoefend, wordt de bijbehorende goodwill opgenomen in de bepaling van de winst of het verlies bij vervreemding.

Materiële vaste activa

Een materieel vast actief wordt opgenomen indien het waarschijnlijk is dat de toekomstige economische voordelen met betrekking tot het actief naar de Groep zullen vloeien en indien de kostprijs van het actief betrouwbaar kan worden bepaald. Na de eerste opname worden alle materiële vaste activa gewaardeerd tegen hun kostprijs, verminderd met de gecumuleerde afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingsverliezen, met uitzondering van gronden, die niet worden afgeschreven. De kostprijs omvat alle directe kosten en alle uitgaven om het actief op de locatie en in de staat te krijgen die noodzakelijk is om te functioneren op de beoogde wijze.

Materiële vaste activa in opbouw voor productie-, bevoorradings- of administratiedoeleinden worden opgenomen tegen hun kostprijs, verminderd met eventuele bijzondere waardeverminderingsverliezen. De kostprijs omvat professionele honoraria en, voor gekwalificeerde activa, de gekapitaliseerde financieringskosten in overeenstemming met de boekhoudregels van de Groep. Deze materiële vaste activa worden onder de gepaste categorieën van gebouwen en machines geklasseerd wanneer zij voltooid en klaar voor gebruik zijn. De afschrijvingen van deze activa starten, op dezelfde basis als de overige vaste activa, wanneer zij klaar zijn voor het beoogde gebruik.

Latere uitgaven verbonden aan een materieel vast actief worden als last opgenomen wanneer zij gedaan worden.

De verschillende categorieën van materiële vaste activa worden aan de hand van de lineaire methode afgeschreven over hun geschatte gebruiksduur. De afschrijving vangt aan op het moment dat de activa klaar zijn voor hun beoogde gebruik. De geschatte gebruiksduur, restwaarden en afschrijvingsmethode worden aan het einde van elke verslagperiode beoordeeld, waarbij alle schattingswijzigingen prospectief worden verwerkt.

Projectgerelateerde activa worden afgeschreven over de productieperiode van het project. In geval van herallocatie van volledig afgeschreven activa kunnen kosten gemaakt worden om die opnieuw in bruikbare toestand te brengen. Die kosten worden afgeschreven over de looptijd van het nieuwe project, zonder bijkomende herwaardering of terugname van eventuele bijzondere waardeverminderingen.

De geschatte gebruiksduur van de belangrijkste materiële vaste activa ligt binnen de volgende bandbreedtes:

Grondverbeteringswerken 25 jaar
Kantoren 25 tot 40 jaar
Industriële gebouwen 25 jaar
Fabrieken 10 tot 15 jaar
Machines
Zware installaties 11 tot 15 jaar
Halfzware installaties 8 tot 10 jaar
Lichte installaties 5 tot 7 jaar
Preoperationele kosten 4 jaar
Uitrusting 5 tot 10 jaar
Meubilair 5 tot 10 jaar
Hardware 3 tot 10 jaar
Rollend materieel
Wagens 4 jaar
Vrachtwagens 7 jaar

De winst of het verlies als gevolg van de buitengebruikstelling of vervreemding van een actief wordt vastgesteld als het verschil tussen de nettoopbrengst bij vervreemding en de boekwaarde van het actief en opgenomen in de winst-en-verliesrekening.

Leaseovereenkomsten

De Groep heeft verschillende leaseovereenkomsten voor materiële vaste activa en rollend materieel en de huurcontracten worden meestal afgesloten voor een vaste termijn. De leaseovereenkomsten worden voor elk actief afzonderlijk gesloten en omvatten een brede waaier van voorwaarden.

Leaseovereenkomsten worden opgenomen als een actief met gebruiksrecht en de bijbehorende verplichting op de datum van aanvang van de leaseovereenkomst, d.w.z. wanneer het gehuurde actief beschikbaar is voor gebruik door de Groep. Elke leasebetaling wordt verdeeld over de verplichting en de financieringskosten. De financieringskosten worden over de leaseperiode ten laste van de winst-en-verliesrekening gebracht om te komen tot een constante periodieke rente op het resterende saldo van de verplichting voor elke periode. Het actief met gebruiksrecht wordt lineair afgeschreven over de gebruiksduur van het actief of over de leaseperiode indien deze korter is, voor zover in de leaseovereenkomst geen aankoopoptie is opgenomen. Indien er een aankoopoptie bestaat is en de Groep oordeelt dat het redelijk zeker is dat die zal worden uitgeoefend, wordt het actief met gebruiksrecht afgeschreven over zijn gebruiksduur.

Activa en verplichtingen die voortvloeien uit een leaseovereenkomst worden bij eerste opname gewaardeerd tegen contante waarde. Leaseverplichtingen omvatten de netto contante waarde van de volgende leasebetalingen:

  • vaste betalingen (met inbegrip van in wezen vaste betalingen), verminderd met eventuele te ontvangen lease-incentives;
  • variabele leasebetalingen die gebaseerd zijn op een index of rentevoet; en
  • eventuele aankoopopties indien het redelijk zeker is dat de lessee die optie zal uitoefenen.

De leasebetalingen zijn verdisconteerd met behulp van de marginale rentevoet van de Groep (toelichting 7.2.5.4, Activa met gebruiksrechten).

Activa met gebruiksrecht worden gewaardeerd tegen hun kostprijs, die het volgende omvat:

  • het bedrag van de initiële waardering van de leaseverplichting;
  • eventuele leasebetalingen die op of vóór de aanvangsdatum zijn gedaan;
  • alle initiële directe kosten (behalve voor de leaseovereenkomsten die al bestaan op de overgangsdatum);
  • ontmantelingskosten.

In de balans worden activa met gebruiksrecht afzonderlijk gepresenteerd en worden leaseverplichtingen opgenomen als onderdeel van de financiële verplichtingen. Alle leasebetalingen die binnen 12 maanden verschuldigd zijn, worden opgenomen als kortlopende verplichtingen. Alle leasebetalingen die 12 maanden of meer na de verslagdatum verschuldigd zijn, worden opgenomen als langlopende verplichtingen.

Leasebetalingen in verband met kortetermijnleases en leaseovereenkomsten van activa met een lage waarde worden lineair als last in de winst-enverliesrekening opgenomen. Kortetermijnleases zijn leaseovereenkomsten met een leaseperiode van 12 maanden of minder. Activa met een lage waarde bestaan voornamelijk uit IT-apparatuur (laptops, tablets, mobiele telefoons, PC's) en kleine kantooruitrusting en meubilair.

Sommige leaseovereenkomsten omvatten variabele leasebetalingen. Betalingen die variëren naargelang van het gebruik van het onderliggende actief zijn variabele leasebetalingen (bv. huur van onroerend goed op basis van het aantal gebruikte vierkante meters). Deze variabele leasebetalingen worden als last opgenomen wanneer zij worden gedaan.

Er zijn geen materiële leaseovereenkomsten waarbij de Groep verhuurder is, behalve voor één gebouw dat aan de Eurofoam-groep wordt verhuurd.

Bijzondere waardevermindering van materiële en immateriële activa

Met uitzondering van goodwill en immateriële activa met een onbepaalde gebruiksduur, die ten minste jaarlijks op bijzondere waardevermindering worden getoetst, worden andere materiële en immateriële vaste activa beoordeeld op bijzondere waardevermindering wanneer er aanwijzingen zijn dat hun boekwaarde niet via gebruik of verkoop realiseerbaar zal zijn. Indien een actief geen kasstromen genereert die onafhankelijk zijn van andere activa, schat de Groep de realiseerbare waarde van de kasstroomgenererende eenheid waartoe het actief behoort.

De realiseerbare waarde is de reële waarde verminderd met de verkoopkosten of de bedrijfswaarde, of de boekwaarde indien die hoger is. Voor de berekening van de reële waarde of de bedrijfswaarde worden de geschatte toekomstige kasstromen verdisconteerd naar hun contante waarde aan de hand van een discontovoet vóór belastingen die rekening houdt met de huidige marktbeoordelingen van de tijdwaarde van geld en de specifieke risico's van het actief waarvoor de geschatte toekomstige kasstromen werden aangepast.

Indien de realiseerbare waarde van een actief (of kasstroomgenererende eenheid) lager geschat wordt dan zijn boekwaarde, wordt de boekwaarde van het actief (of de kasstroomgenererende eenheid) verlaagd tot zijn realiseerbare waarde. Een bijzonder waardeverminderingsverlies wordt onmiddellijk opgenomen als last.

Indien een bijzonder waardeverminderingsverlies later wordt teruggenomen, wordt de boekwaarde van het actief (of de kasstroomgenererende eenheid) verhoogd tot de herziene schatting van zijn realiseerbare waarde, maar enkel zo dat de verhoogde boekwaarde niet hoger is dan de boekwaarde die zou zijn bepaald als in de voorgaande jaren geen bijzonder waardeverminderingsverlies voor het actief (of de kasstroomgenererende eenheid) was opgenomen. Bijzondere waardeverminderingsverliezen op goodwill worden echter nooit teruggenomen.

Vaste activa aangehouden voor verkoop

Vaste activa en groepen activa die worden afgestoten, worden ondergebracht in de rubriek aangehouden voor verkoop indien hun boekwaarde voornamelijk kan worden gerealiseerd door een verkooptransactie en niet door hun voortgezet gebruik. Deze voorwaarde wordt slechts als voldaan geacht wanneer de verkoop een hoge waarschijnlijkheid heeft en het actief (of de groep activa die worden afgestoten) zich in een toestand van onmiddellijke verkoopbaarheid bevindt. Het management moet zich tot de verkoop verbonden hebben en de verkoop moet naar verwachting binnen het na deze classificatie in aanmerking komen voor opname als voltooide verkoop.

Vaste activa (en groepen activa die worden afgestoten) die zijn geclassificeerd als aangehouden voor verkoop, worden gewaardeerd tegen hun eerdere boekwaarde of tegen hun reële waarde verminderd met de verkoopkosten indien deze lager is.

Vastgoedbeleggingen

Vastgoedbeleggingen, vaste activa die worden aangehouden om huuropbrengsten en/of een waardestijging te realiseren, worden op de balansdatum gewaardeerd tegen hun reële waarde. Winsten of verliezen die voortvloeien uit wijzigingen in de reële waarde van vastgoedbeleggingen, worden opgenomen in de winst-en-verliesrekening over de periode waarin ze ontstaan.

Financiële activa

Financiële activa worden opgenomen of afgeboekt op de transactiedatum, zijnde de datum waarop de Groep zich ertoe verbindt om het actief te kopen of verkopen. Financiële activa worden initieel gewaardeerd tegen hun reële waarde, uitgezonderd handelsvorderingen. Handelsvorderingen worden gewaardeerd tegen hun transactiewaarde. Transactiekosten die direct zijn toe te rekenen aan de verwerving of uitgifte van financiële activa worden toegevoegd aan de reële waarde van de financiële activa bij de eerste opname, behalve voor financiële activa tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening, waarbij de transactiekosten onmiddellijk in het resultaat worden opgenomen.

Na de eerste opname worden financiële activa gewaardeerd tegen hun geamortiseerde kostprijs of reële waarde, op basis van de classificatie van de financiële activa.

• Classificatie van financiële activa

De classificatie van financiële activa is afhankelijk van het bedrijfsmodel van de entiteit voor het beheer van de financiële activa en de contractuele voorwaarden van de kasstromen. Het management bepaalt de classificatie van financiële activa bij de eerste opname.

Schuldinstrumenten (zoals leningen, handelsen overige vorderingen, geldmiddelen en kasequivalenten) worden vervolgens gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieve-rentemethode, verminderd met eventuele bijzondere waardeverminderingen indien ze worden aangehouden voor het innen van contractuele kasstromen waarbij die kasstromen uitsluitend betalingen van hoofdsom en rente vertegenwoordigen. De effectieve-rentemethode is een methode voor het berekenen van de geamortiseerde kostprijs van een schuldinstrument en voor het toerekenen van rentebaten over de desbetreffende periode. De effectieve rentevoet is de rentevoet die exact de geschatte toekomstige kasontvangsten (inclusief alle betaalde en ontvangen vergoedingen en margepunten) verdisconteert over de verwachte levensduur van het schuldinstrument, of, waar van toepassing, een kortere periode, tot de netto boekwaarde bij eerste opname.

Financiële beleggingen (aandelenbeleggingen) worden normaliter in de geconsolideerde balans gewaardeerd tegen reële waarde met waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening. De Vennootschap kan echter bij de eerste opname een onherroepelijke keuze maken om de belegging tegen reële waarde te waarderen via de nietgerealiseerde resultaten ('FVTOCI'), waarbij de dividendbaten worden opgenomen in de winsten-verliesrekening. Aandelenbeleggingen in nietbeursgenoteerde ondernemingen worden opgenomen als financiële activa gewaardeerd volgens FVTOCI.

• Bijzondere waardevermindering van financiële activa

IFRS 9 vereist een toekomstgerichte benadering van verwachte kredietverliezen voor de beoordeling van bijzondere waardeverminderingen van financiële activa. Daarom neemt de Groep een voorziening voor verwachte kredietverliezen op voor alle schuldinstrumenten die niet tegen reële waarde worden verwerkt via de winst-en-verliesrekening en contractactiva.

IFRS 9 biedt een vereenvoudigde methode voor de waardering van de voorziening voor kredietverliezen tegen een bedrag dat gelijk is aan de tijdens de looptijd te verwachten kredietverliezen voor handelsvorderingen zonder een significante financieringscomponent (kortlopende handelsvorderingen). Deze kredietverliezen zijn de verwachte kredietverliezen die voortvloeien uit alle

mogelijke wanbetalingsgebeurtenissen over de verwachte levensduur van die handelsvorderingen, met behulp van een voorzieningenmatrix die historische informatie over wanbetalingen aangepast voor toekomstgerichte informatie in acht neemt.

Voor langetermijnleningen aan verbonden partijen wordt het algemene beoordelingsmodel voor bijzondere waardeverminderingen toegepast. IFRS 9 vereist dat de Groep de voorziening voor kredietverliezen voor een financieel instrument waardeert tegen een bedrag dat gelijk is aan de tijdens de looptijd te verwachten kredietverliezen indien het kredietrisico op dat financiële instrument aanzienlijk is toegenomen sinds de eerste opname, of indien het financiële instrument is verworven of gecreëerd met verminderde kredietwaardigheid. Anderzijds moet de Groep, als het kredietrisico op een financieel instrument sinds de eerste opname (met uitzondering van een financieel actief dat is verworven of gecreëerd met verminderde kredietwaardigheid) niet aanzienlijk is toegenomen, de voorziening voor kredietverliezen voor dat financiële instrument waarderen tegen een bedrag gelijk aan de binnen 12 maanden te verwachten kredietverliezen.

Het management heeft geconcludeerd dat het onnodige kosten en moeite zou vergen om het kredietrisico van elke lening op haar respectievelijke datum van eerste opname te bepalen. Dienovereenkomstig neemt de Groep de tijdens de looptijd te verwachten kredietverliezen voor deze leningen op tot deze niet langer in de balans zijn opgenomen.

IFRS 9 past dezelfde waarderingsaanpak toe op leningsverplichtingen en financiële garantiecontracten (anders dan gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-enverliesrekening).

• Afboeking van financiële activa

De Groep boekt een financieel actief slechts af wanneer de contractuele rechten op de kasstromen uit het actief vervallen, of wanneer de Groep het financieel actief en nagenoeg alle aan het eigendom van het

actief verbonden risico's en voordelen overdraagt aan een andere entiteit. Als de Groep nagenoeg alle aan het eigendom verbonden risico's en voordelen noch overdraagt, noch behoudt en het overgedragen actief blijft beheren, dan neemt de Groep het behouden belang in het actief op, evenals de daaraan verbonden verplichting voor de bedragen die hij eventueel moet betalen. Als de Groep nagenoeg alle aan het eigendom van een overgedragen financieel actief verbonden risico's en voordelen behoudt, dan blijft de Groep het financieel actief opnemen en neemt hij ook een krediet met onderpand op voor de inkomsten die hierbij ontvangen worden.

Bij het volledig afboeken van een financieel actief in zijn geheel, wordt het verschil tussen de boekwaarde van het actief en de som van de ontvangen en te ontvangen vergoeding en de cumulatieve winst of verlies die voorheen opgenomen werden in de nietgerealiseerde resultaten en gecumuleerd in het eigen vermogen, opgenomen in de winst-en-verliesrekening.

Bij het gedeeltelijk afboeken van een financieel actief anders dan in zijn geheel (bv. wanneer de Groep de mogelijkheid behoudt om een deel van een overdragen actief terug te kopen), verdeelt de Groep de eerdere boekwaarde van het financieel actief tussen het deel dat hij blijft opnemen vanwege blijvende betrokkenheid, en het deel dat hij niet langer opneemt op basis van de relatieve reële waarde van die delen op het moment van de overdracht.

Het verschil tussen de boekwaarde die toegekend wordt aan het deel dat niet langer wordt opgenomen en de som van de vergoeding wordt opgenomen in de winst-en-verliesrekening.

Voorraden

Voorraden worden gewaardeerd tegen hun kostprijs, of tegen hun netto realiseerbare waarde als die lager is. De kostprijs omvat de directe grondstoffenkosten, indien van toepassing, de directe arbeidskosten en de overheadkosten die zijn gemaakt om de voorraden op hun huidige locatie en in hun huidige staat te brengen. De kostprijs wordt berekend volgens de methode van de gewogen gemiddelde kostprijs.

De netto realiseerbare waarde is de geschatte verkoopprijs verminderd met alle geschatte kosten van voltooiing en kosten die nodig zijn om de verkoop te realiseren.

Financiële verplichtingen en eigenvermogensinstrumenten

Een instrument wordt geclassificeerd als een financiële verplichting of als een eigenvermogensinstrument naargelang de inhoud van de contractuele regelingen die zijn aangegaan. Een eigenvermogensinstrument is elk contract dat na aftrek van alle verplichtingen een restbelang in de activa van de Groep vertoont.

Eigenvermogensinstrumenten uitgegeven door de Vennootschap worden geboekt tegen de ontvangen opbrengsten, na aftrek van de directe uitgiftekosten.

Financiële verplichtingen

Financiële verplichtingen (inclusief rentedragende leningen en handelsschulden) worden initieel gewaardeerd tegen reële waarde, in geval van een financiële verplichting die niet is gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening verminderd met de transactiekosten die rechtstreeks zijn toe te rekenen aan de uitgifte van de financiële verplichting. Vervolgens worden ze gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs, behalve voor afgeleide instrumenten.

• Rentedragende leningen en schulden

Rentedragende leningen worden opgenomen tegen de ontvangen opbrengsten, na aftrek van de gemaakte transactiekosten. Leningen worden vervolgens gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs met behulp van de effectieve-rentemethode. Elk verschil tussen de opbrengsten (na aftrek van de transactiekosten) en de aflossingswaarde (inclusief premies betaalbaar bij afwikkeling of terugkoop) wordt in de winst-en-verliesrekening opgenomen over de looptijd van de lening.

Handelsschulden die niet rentedragend zijn, worden gewaardeerd tegen kostprijs, zijnde de reële waarde van de te betalen vergoeding.

• Afgeleide financiële instrumenten

Afgeleide instrumenten met een negatieve reële waarde worden geclassificeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winsten-verliesrekening ('FVTPL'), tenzij ze zijn aangewezen en effectief zijn als afdekking.

Verplichtingen uit hoofde van personeelsbeloningen

• Vergoedingen na uitdiensttreding

In overeenstemming met de wetten en praktijken van elk land hebben de verbonden ondernemingen van de Groep toegezegd-pensioenregelingen en toegezegdebijdrageregelingen. Het beleid van de Groep is om waar mogelijk en passend voor nieuw aangeworven werknemers toegezegde-bijdrageregelingen toe te passen.

Bijdragen aan toegezegde-bijdrageregelingen worden als last opgenomen in de periode waarin de desbetreffende werknemer in dienst is.

Voor toegezegde-pensioenregelingen is het bedrag dat in de balans wordt opgenomen de contante waarde van de verplichting uit hoofde van de toegezegd-pensioenregeling, verminderd met de reële waarde van de fondsbeleggingen.

Indien het in de balans op te nemen bedrag een actief is, wordt het opgenomen actief beperkt tot het actiefplafond, dat wordt gedefinieerd als de contante waarde van alle economische voordelen die beschikbaar zijn in de vorm van terugbetalingen uit de regeling of verlagingen van toekomstige bijdragen aan de regeling.

Voor gefinancierde regelingen waarvoor een minimaal vereiste dekkingsgraad geldt, wordt, indien de bijdragen die moeten worden betaald ter dekking van een bestaand tekort op basis van de minimaal vereiste dekkingsgraad met betrekking tot reeds ontvangen diensten niet beschikbaar zijn als een terugbetaling

of verlaging van toekomstige bijdragen nadat deze in de regeling zijn gestort, indien nodig een aanvullende verplichting opgenomen, in overeenstemming met IFRIC 14.

In de winst-en-verliesrekening worden de huidige en vroegere servicekosten (inclusief inperkingen), afwikkelingskosten en administratiekosten geboekt onder 'overige bedrijfsopbrengsten en -kosten', terwijl de netto rentekosten worden geboekt onder 'overige financiële opbrengsten en kosten'.

De contante waarde van de verplichting uit hoofde van de toegezegd-pensioenregeling en de daarmee verband houdende huidige en vroegere servicekosten worden berekend door gekwalificeerde actuarissen op basis van de 'projected unit credit'-methode. De disconteringsvoet is gebaseerd op de geldende rendementen van hoogwaardige bedrijfsobligaties in een valuta en met een looptijd die consistent is met de valuta en de looptijd van de pensioenverplichtingen. Voor valuta's waarvoor geen diepe markt bestaat in dergelijke obligaties, wordt rekening gehouden met staatsobligaties. In de toegezegdpensioenverplichtingen zijn geen voorzieningen voor overlijden tijdens de diensttijd opgenomen, aangezien deze volledig verzekerd zijn en de Groep niet de intentie heeft deze verzekeringspolis niet voort te zetten.

Aangezien er geen marktprijs beschikbaar is voor groepsverzekeringscontracten, wordt de reële waarde van dergelijke contracten geschat door de verwachte toekomstige kasstromen (d.w.z. de door de verzekeraar gegarandeerde bedragen) te verdisconteren aan de hand van een disconteringsvoet die zowel het aan de fondsbeleggingen verbonden risico als de vervaldatum of de verwachte vervreemdingsdatum van die beleggingen weerspiegelt. Het risico dat verbonden is aan deze activa is gebaseerd op de marktsituatie op de verslagdatum.

Herwaarderingen omvatten:

• actuariële winsten en verliezen die voortvloeien uit verschillen tussen eerdere actuariële veronderstellingen en feitelijke ervaring, en uit wijzigingen in actuariële veronderstellingen;

  • het rendement op fondsbeleggingen; en
  • wijzigingen in het effect van het actiefplafond of de aanvullende verplichting opgenomen onder IFRIC 14, exclusief bedragen die in de nettorente zijn opgenomen.

Dergelijke herwaarderingen worden opgenomen in de niet-gerealiseerde resultaten. Pensioenkosten van verstreken diensttijd, die voortvloeien uit wijzigingen in de regeling, worden onmiddellijk als last opgenomen.

Toegezegde-bijdrageregelingen in België en Zwitserland zijn 'hybride' pensioenregelingen die kwalificeren als toegezegd-pensioenregelingen voor IFRS-doeleinden, omdat ze wettelijk onderworpen zijn aan minimale rendementsgaranties en een minimale lijfrenteconversie moeten garanderen. Er bestaat daarom een risico dat de Vennootschap bijkomende bijdragen moet betalen in verband met het dienstverband in het verleden. Dergelijke aanvullende bijdragen zijn afhankelijk van de werkelijke beleggingsopbrengsten en de toekomstige ontwikkeling van de minimumgaranties.

• Ontslagvergoedingen

Een verplichting en last voor ontslagvergoedingen wordt opgenomen op (a) de datum waarop het aanbod van deze vergoedingen niet langer kan worden ingetrokken, of (b) de datum waarop kosten worden opgenomen voor een reorganisatie die binnen het toepassingsgebied van IAS 37 valt en die de betaling van ontslagvergoedingen met zich meebrengt, als die datum aan de eerste voorafgaat.

Op aandelen gebaseerde betalingen

In eigenvermogensinstrumenten afgewikkelde, op aandelen gebaseerde betalingen aan werknemers en anderen die soortgelijke diensten verlenen, worden gewaardeerd tegen de reële waarde van het eigenvermogensinstrument op het moment van hun toekenning. De reële waarde wordt bepaald aan de hand van het Black-Scholes-model. Meer informatie over hoe de reële waarde van in eigenvermogensinstrumenten afgewikkelde, op

aandelen gebaseerde transacties is bepaald, is te vinden in toelichting 7.2.6.2, Op aandelen gebaseerde betalingen.

De reële waarde zoals bepaald op de datum van toekenning van de in eigenvermogensinstrumenten afgewikkelde, op aandelen gebaseerde betalingen wordt als last opgenomen en lineair gespreid over de wachtperiode op basis van de raming van de Groep van het aantal aandelen dat uiteindelijk definitief verworven zal worden.

Het bovenstaande beleid wordt toegepast op alle in eigenvermogensinstrumenten afgewikkelde, op aandelen gebaseerde betalingen die werden toegekend na 7 november 2002 en definitief verworven zijn geworden na 1 januari 2005. In de financiële staten is geen bedrag opgenomen voor de andere in eigenvermogensinstrumenten afgewikkelde, op aandelen gebaseerde betalingen.

Voorzieningen

• Algemeen

Voorzieningen worden opgenomen wanneer (i) de Groep een huidige (in rechte afdwingbare of feitelijke) verplichting heeft als gevolg van een gebeurtenis in het verleden, (ii) het waarschijnlijk is dat de Groep verplicht zal zijn om die verplichting af te wikkelen, en (iii) een betrouwbare schatting kan worden gemaakt van het bedrag van die verplichting.

Het als voorziening opgenomen bedrag is de beste schatting van de vergoeding die vereist is om de huidige verplichting aan het einde van de verslagperiode af te wikkelen, rekening houdend met de risico's en onzekerheden rond de verplichting. Wanneer het effect van de tijdswaarde van geld materieel is, is het bedrag de contante waarde van de uitgaven die vereist zijn om de verplichting af te wikkelen. De effecten van veranderingen in disconteringsvoeten worden over het algemeen opgenomen in het financiële resultaat.

Wanneer sommige of alle economische voordelen vereist om een voorziening af te wikkelen naar

verwachting zullen worden teruggevorderd van een derde partij, wordt een vordering opgenomen als een actief als het vrijwel zeker is dat terugbetaling zal worden ontvangen als de Groep de verplichting afwikkelt.

• Verlieslatende contracten

Een verlieslatend contract is een contract waarbij de onvermijdelijke kosten om aan de verplichtingen uit hoofde van het contract te voldoen, groter zijn dan de economische voordelen die naar verwachting uit het contract zullen worden ontvangen. Huidige verplichtingen die voortvloeien uit verlieslatende contracten worden opgenomen en gewaardeerd als voorzieningen.

• Reorganisaties

Een reorganisatievoorziening wordt opgenomen wanneer de Groep een gedetailleerd formeel plan voor de reorganisatie heeft ontwikkeld en, door de uitvoering van het plan aan te vatten of de belangrijkste kenmerken ervan aan de betrokkenen mee te delen, bij de betrokkenen een geldige verwachting heeft gewekt dat hij de reorganisatie zal uitvoeren. De waardering van een reorganisatievoorziening omvat alleen de directe uitgaven die voortvloeien uit de reorganisatie, wat de bedragen zijn die zowel noodzakelijk voortvloeien uit de reorganisatie als niet samenhangen met de lopende activiteiten van de entiteit.

• Milieuverplichtingen

Recticel analyseert twee keer per jaar alle milieurisico's en de bijbehorende voorzieningen. De Groep waardeert deze voorzieningen naar beste vermogen op basis van zijn kennis van de toepasselijke regelgeving, de aard en omvang van de vervuiling, saneringstechnieken en andere beschikbare informatie.

Opname van opbrengsten

IFRS 15 bepaalt de principes die een entiteit toepast bij het rapporteren van informatie over de aard, hoeveelheid, timing en onzekerheid van opbrengsten en kasstromen uit een contract met een klant. Een entiteit die IFRS 15 toepast, neemt opbrengsten op om de overdracht van beloofde goederen of diensten aan de klant uit te drukken in een bedrag dat de vergoeding weerspiegelt waarop de entiteit verwacht in ruil voor die goederen of diensten recht te zullen hebben.

Klanten verkrijgen zeggenschap over producten wanneer de goederen worden afgeleverd bij en zijn aangenomen in hun gebouwen. Op dat moment worden de facturen gegenereerd en de opbrengsten opgenomen.

IFRS 15 past voor de opname van opbrengsten een 'vijfstappenmodel' toe:

  • Identificeer de overeenkomst(en) met een klant;
  • Identificeer de prestatieverplichtingen in de overeenkomst;
  • Bepaal de transactieprijs;
  • Verdeel de transactieprijs over alle prestatieverplichtingen;
  • Neem opbrengsten op wanneer aan een prestatieverplichting is voldaan door een beloofd goed of dienst aan een klant over te dragen (wanneer de klant zeggenschap over dat goed of die dienst verkrijgt).

• Transactieprijs

De transactieprijs is het bedrag van de vergoeding waarop een entiteit verwacht recht te hebben in ruil voor het overdragen van beloofde goederen of diensten aan een klant. Als de in een contract beloofde vergoeding een variabel bedrag omvat, moet een entiteit het bedrag inschatten van de vergoeding waarop zij verwacht recht te hebben in ruil voor de overdracht van de beloofde goederen of diensten aan een klant.

  • De meest voorkomende soorten variabele vergoedingen die kunnen worden geïdentificeerd, zijn:
    • Volumwekortingen • Eindejaarskortingen
  • Aanpassingen om toekomstige veranderingen in de grondstofprijzen op te vangen.

Het is niet ongebruikelijk om met de klant jaarlijkse leveringsovereenkomsten te sluiten, waarin de

verkoopprijzen van de goederen voor het betreffende jaar worden vastgesteld. Deze overeenkomsten voorzien niet in volumeverbintenissen vanwege de klant. Het bedrag van de geboekte omzet wordt aangepast voor verwachte kortingen. Bij de verkoop van de goederen aan de klant wordt een contractuele verplichting opgenomen, die wordt vrijgegeven bij de uitgifte van de creditnota.

Als aan de klant een creditnota wordt afgegeven ter compensatie van kwaliteitsclaims, wordt deze opgenomen als een vermindering van de opbrengsten.

De meest voorkomende soorten vergoedingen die aan de klant worden betaald hebben betrekking op:

  • Deelname aan flyers
  • Deelname aan reclamecampagnes
  • Promotieacties in de winkel

De vergoedingen die worden betaald om deel te nemen aan de flyers van de klant, worden in mindering van de opbrengsten opgenomen, omdat de diensten die door de klant aan de Groep worden geleverd over het algemeen niet als afzonderlijk kunnen worden beschouwd.

Rentebaten en -lasten

Rentebaten en -lasten worden op een tijdsevenredige basis opgenomen, in functie van de uitstaande som en tegen de effectieve rentevoet die van toepassing is, met name de rentevoet die de verwachte toekomstige in- en uitgaande kasstromen exact verdisconteert naar de netto boekwaarde van het financiële actief of de financiële verplichting over de verwachte gebruiksduur van dat actief of die verplichting.

Dividendopbrengsten

Dividendopbrengsten uit beleggingen worden opgenomen op het moment dat de aandeelhouder het recht heeft verkregen om de betaling te ontvangen.

Overheidssubsidies

Overheidssubsidies worden niet opgenomen tot er een redelijke zekerheid is dat de Groep zal voldoen aan de hieraan verbonden voorwaarden en dat de subsidies zullen worden ontvangen.

Overheidssubsidies met betrekking tot de opleiding van personeel worden als opbrengst opgenomen over de periodes die nodig zijn om ze te verbinden aan de betrokken lasten en worden in mindering gebracht van de overeenkomstige uitgaven.

Overheidssubsidies met betrekking tot materiële vaste activa worden verwerkt door de ontvangen subsidies in mindering te brengen van de boekwaarde van de betrokken activa. Dergelijke subsidies worden als opbrengst opgenomen over de gebruiksduur van de af te schrijven activa.

Winstbelastingen

Belastinglasten omvatten over de verslagperiode verschuldigde belastinglasten en uitgestelde belastinglasten.

De over de verslagperiode verschuldigde belastinglasten zijn gebaseerd op de belastbare winst over de periode. De belastbare winst verschilt van het resultaat over de periode vóór belastingen zoals gerapporteerd in de winst-en-verliesrekening, omdat ze bepaalde elementen van baten of lasten uitsluit die belastbaar of aftrekbaar zijn in andere jaren en elementen uitsluit die nooit belastbaar of aftrekbaar zullen worden. De actuele belastingverplichting van de Groep wordt berekend op basis van de belastingtarieven waarvan het wetgevingsproces (materieel) is afgesloten op de balansdatum.

Uitgestelde belastingen zijn de naar verwachting betaalbare of terugvorderbare belastingen op verschillen tussen de boekwaarde van activa of verplichtingen in de financiële staten en hun fiscale basis gebruikt voor de berekening van de belastbare winst. Ze worden verwerkt aan de hand van de 'balance sheet liability'-methode. Uitgestelde belastingverplichtingen worden meestal opgenomen voor alle belastbare tijdelijke verschillen en uitgestelde belastingvorderingen worden opgenomen in zoverre het waarschijnlijk is dat er belastbare winst beschikbaar zal zijn waarmee het aftrekbare tijdelijke verschil kan worden verrekend. Dergelijke activa en verplichtingen

worden niet opgenomen indien de tijdelijke verschillen voortvloeien uit goodwill of uit de eerste opname (behalve in het kader van een bedrijfscombinatie) van andere activa en verplichtingen in een transactie die geen invloed heeft op de belastbare winst of op de winst vóór belastingen.

Uitgestelde belastingverplichtingen worden opgenomen voor belastbare tijdelijke verschillen die verband houden met investeringen in dochterondernemingen en geassocieerde deelnemingen en met belangen in joint ventures, tenzij de Groep het tijdstip kan bepalen waarop het tijdelijke verschil wordt afgewikkeld of indien het waarschijnlijk is dat het tijdelijke verschil in de nabije toekomst niet zal worden afgewikkeld. Er worden geen uitgestelde belastingverplichtingen opgenomen op de niet-uitgekeerde, in reserves opgenomen resultaten van dochterondernemingen, geassocieerde vennootschappen en joint ventures, aangezien de impact niet materieel is.

De boekwaarde van uitgestelde belastingvorderingen wordt beoordeeld op minstens elke balansdatum en verlaagd in zoverre het niet langer waarschijnlijk is dat voldoende belastbare winst beschikbaar zal zijn om het mogelijk te maken het voordeel van die uitgestelde belastingvordering geheel of gedeeltelijk aan te wenden.

Uitgestelde belastingen worden gewaardeerd op basis van de belastingtarieven die naar verwachting van toepassing zullen zijn in de periode waarin de vordering wordt gerealiseerd of de verplichting wordt afgewikkeld. Uitgestelde belastingen worden als baten of lasten opgenomen in de winst-en-verliesrekening, tenzij de belasting voortvloeit uit een transactie of gebeurtenis die direct in het eigen vermogen of indirect via overige totaalresultaat is opgenomen. In dat geval wordt ook de uitgestelde belasting verwerkt in het eigen vermogen.

7.2.1.4 Belangrijkste bronnen van beoordelingsonzekerheden en belangrijke inschattingen

Bij de opstelling van de jaarrekening zijn geen belangrijke inschattingen gevormd en er waren geen belangrijke bronnen van beoordelingsonzekerheden. Alle andere hierna vermelde punten hebben betrekking op normale oordelen en schattingen.

De opstelling van de jaarrekening in overeenstemming met de IFRS vereist de nodige beoordelingen, schattingen en hypothesen door het management. Het management baseert zijn schattingen en hypothesen op ervaringen uit het verleden en andere redelijke beoordelingselementen. Deze worden periodiek herzien en de effecten van zulke herzieningen worden opgenomen in de jaarrekening van de desbetreffende periode. Ook toekomstige gebeurtenissen die een financiële impact kunnen hebben op de Groep worden hierin opgenomen.

De geschatte resultaten van zulke mogelijke toekomstige gebeurtenissen kunnen dan ook afwijken van de reële toekomstige impact op de resultaten. Beoordelingen en schattingen werden onder andere gemaakt bij:

  • de bijzondere waardeverminderingen op goodwill, immateriële en materiële vaste activa en activa met gebruiksrechten;
  • de bepaling van voorzieningen voor verwachte kredietverliezen;
  • de bepaling van afschrijvingen op voorraden;
  • de bepaling van voorzieningen voor reorganisaties;
  • de bepaling van voorzieningen voor verlieslatende contracten;
  • de bepaling van voorzieningen voor voorwaardelijke verplichtingen, geschillen en overige risico's;
  • de bepaling van voorzieningen voor schadevergoedingen in verband met desinvesteringen;
  • de waardering van toegezegd-pensioenverplichtingen na uitdiensttreding, andere langlopende personeelsbeloningen en ontslagvergoedingen;
  • de realiseerbaarheid van uitgestelde belastingvorderingen en
  • de beoordeling van de leasetermijn als oordeelsvorming onder IFRS 16.

Het is niet uitgesloten dat toekomstige herzieningen van deze inschattingen en beoordelingen tijdens de volgende boekjaren een aanpassing in de waarde van de activa en passiva kunnen veroorzaken.

Bijzondere waardeverminderingen op goodwill, immateriële en materiële vaste activa en activa met gebruiksrechten

Voor afschrijfbare activa met een lange gebruiksduur moet de beoordeling van bijzondere waardeverminderingen in de eerste plaats gemaakt worden op het niveau van het individuele actief. Alleen als het niet mogelijk is om een realiseerbare waarde op individueel niveau te schatten, wordt de evaluatie uitgevoerd op het niveau van de kasstroomgenererende eenheid (hierna 'KGE') waartoe het actief behoort. Voor afschrijfbare activa met een lange gebruiksduur moet een bijzondere waardeverminderingstest uitgevoerd worden indien er indicatoren van bijzondere waardevermindering zijn. Indien zulke indicatoren bestaan, moet een analyse van bijzondere waardevermindering uitgevoerd worden op KGE-niveau.

Voor goodwill (en overige niet-afschrijfbare vaste activa) wordt minstens jaarlijks een bijzondere waardeverminderingstest uitgevoerd. De boekwaarde kan op een redelijke en consistente basis toegewezen worden. De toewijzing van goodwill aan een KGE of een groep KGE's houdt ook rekening met de synergieën van de bedrijfscombinatie zoals verwacht door de beslissingsnemer. Goodwill kan voor bijzondere waardeverminderingstests toegewezen worden aan een groep van KGE's, indien de leidinggevende beslissingsverantwoordelijke oordeelt dat dit de meest gepaste toewijzing is. Er bestaat een verband tussen het niveau waarop goodwill wordt getest

voor bijzondere waardevermindering en het niveau van de interne rapportering dat weergeeft hoe de entiteit haar activiteiten beheert, en waarmee de goodwill is geassocieerd (aldus kan het niveau van de segmentrapportering zoals bepaald door IFRS 8 niet worden overstegen).

Het KGE-niveau wordt vastgesteld op basis van markt en productiecapaciteiten. Deze benadering leidt tot de vaststelling van vier KGE's in Insulation:

  • KGE "Verenigd Koninkrijk";
  • KGE "Continentaal Europa";
  • KGE "Scandinavië";
  • KGE "Insulated Panels".

Voor de volgende KGE werd een analyse op bijzondere waardevermindering uitgevoerd:

• KGE "Insulated Panels",

aangezien het grootste deel van de Recticel-goodwill wordt toegewezen aan Trimo en Rex Panels & Profiles SA.

Voor de overige KGE's is het bedrag van de goodwill niet materieel in vergelijking met het totale goodwillbedrag en is dus geen bijkomende toetsing op bijzondere waardevermindering vereist.

Het grootste deel van de netto boekwaarde van de totale goodwill werd getoetst op bijzondere waardevermindering en is als volgt samengesteld:

in duizend EUR
INSULATED PANELS OVERIGE TOTAAL
Goodwill 74.097 2.370 76.467
Overige immateriële vaste activa 63.005 13.544 76.549
Materiële vaste activa 31.337 120.493 151.830
Activa in aanbouw 1.061 7.872 8.933
Activa met gebruiksrechten 619 39.284 39.903
Totale nettoboekwaarde 170.118 183.563 353.681
waarvan bijzondere waardeverminderingen die tijdens de
periode zijn opgenomen
(13) (381) (394)

Voor 2024:

Bijzondere waardeverminderingslasten houden geen verband met de algemene analyse op bijzondere waardeverminderingen.

Voor het onderzoek op bijzondere waardevermindering van de balansposten in bovenstaande tabel werden bepaalde veronderstellingen gemaakt. De bijzondere waardeverminderingstests zijn toegepast op de kasstroomgenererende eenheden ('KGE's') op basis van de hierboven uiteengezette principes. Het recupereerbare bedrag van de totale KGE wordt bepaald op basis van de bedrijfswaarde.

Bij de bepaling van de verwachte toekomstige kasstromen houdt de Groep rekening met voorzichtige, doch realistische veronderstellingen met betrekking tot zijn markten, zijn omzet, de grondstoffenprijzen, de impact van eerdere reorganisaties en de brutomarges, die alle (i) gebaseerd zijn op vroegere ervaringen van het management en/of (ii) in lijn liggen met betrouwbare externe informatiebronnen. Het is evenwel niet uitgesloten dat een toekomstige herbeoordeling van de veronderstellingen en/of de marktanalyse als gevolg van wijzigingen in de economische omgeving leidt tot de opname van bijkomende bijzondere waardeverminderingen.

Voor de verdiscontering van de toekomstige kasstromen wordt voor alle KGE's van de Groep een uniforme, globale disconteringsvoet vóór belastingen van 9,35% gehanteerd (11,1% in 2023). Deze disconteringsvoet vóór belastingen is gebaseerd op een (lange-termijn) gewogen gemiddelde kapitaalkost op basis van de huidige marktverwachtingen inzake de tijdswaarde van geld en de risico's waarvoor toekomstige kasstromen moeten worden aangepast; waarbij de risico's impliciet in de kasstromen vervat zijn.

De disconteringsvoet vóór belastingen voor toetsing op bijzondere waardevermindering is gebaseerd op de volgende veronderstellingen (op EUR-basis):

Streefratio's van de Groep:
Schuldgraad: netto financiële schuld /
2023 2024
totaal eigen vermogen 50% 50%
% netto financiële schuld 33% 33%
% totaal eigen vermogen 67% 67%
Kosten van schulden vóór belastingen 2,06% 1,25%
Kosten van het eigen vermogen vóór belastingen
= (Rf
+ (Em * Beta) + Sp)/(1-T)
11,06% 9,99%
Risicovrije rentevoet = Rf 3,39% 3,46%
Bèta 1,32 1,26
Marktrisicopremie eigen vermogen = Em 6,0% 5,0%
Premie klein bedrijf (smallcap) = Sp 1,65% 1,65%
Tarief vennootschapsbelasting = T 21,9% 23,9%
Veronderstelde inflatie 2,0% 1,9%
Gewogen gemiddelde kapitaalkost
vóór belastingen 11,1% 9,4%

De verdisconteringsfactoren worden ten minste jaarlijks herzien.

Belangrijke veronderstellingen

De dynamiek van het bedrijfsmodel, de budgetten en de geprojecteerde kasstromen worden gebaseerd op stabiele kostenstructuren die de inflatie op arbeid en andere kosten weergeven, stabiele vaste kosten en kapitaaluitgaven. Brutomarges en bedrijfsresultaten zijn gevoelig voor de volatiliteit van de grondstoffenprijzen, die onvoorspelbaar zijn. Daarom veronderstellen budgetten dat stijgingen of dalingen van grondstoffenprijzen gecompenseerd worden door aanpassingen van de verkoopprijzen.

Voor de KGE "Insulated Panels" zijn de voorspellingen van de bedrijfswaarden gebaseerd op budgetten en financiële plannen over een periode van in totaal drie jaar. Na deze periode van drie jaar werd een permanente waarde zonder groeivoet in aanmerking genomen.

Op die basis bedraagt de bedrijfswaarde van de KGE "Insulated Panels" 1,46 maal de netto boekwaarde.

Sensitiviteitsanalyse

Een eerste sensitiviteitsanalyse (A) werd uitgevoerd om de impact van een wijziging in de gewogen gemiddelde kapitaalkost (+1%) op de uitkomst van de bijzondere waardeverminderingstests te meten (zie overzichtstabel onderaan).

Een tweede sensitiviteitsanalyse (B) werd uitgevoerd om de impact van een wijziging van de brutomarge op bedrijfsopbrengsten (-1%) – toegepast op het businessplan 2025-2027 en de permanente waarde – op de uitkomst van de bijzondere waardeverminderingstests te meten (zie overzichtstabel hierna).

Een derde sensitiviteitsanalyse (C) werd uitgevoerd om de impact van een veranderend verkoopvolume (-5% vanaf 2026) op de uitkomst van de bijzondere waardeverminderingstests te meten (zie overzichtstabel hierna).

Een vierde sensitiviteitsanalyse werd uitgevoerd om de gecombineerde impact van de bovenstaande sensitiviteitsanalyses te meten.

Voor de sensitiviteitsanalyses wordt verondersteld dat alle andere parameters van de onderliggende veronderstellingen, zoals marktevolutie, verkoop, grondstoffenprijzen, impact van eerdere reorganisaties en brutomarges, operationele kosten, werkkapitaalbehoeften, kapitaaluitgaven, etc ... onveranderd blijven.

in thousand EUR
Sensitiviteit VERDISCONTEERDE KASSTROOM / NETTO ACTIVABASIS (INCLUSIEF ACTIVA MET GEBRUIKSRECHTEN)
BASE CASE 1% TOENAME VAN WACC (A) 1% DALING VAN DE
BRUTOMARGE OP DE OMZET
(B)
5% DALING VAN DE NETTO
OMZET (C)
COMBINATIE VAN
(A), (B) EN (C)
Insulated Panels 1,46
keer de boekwaarde
1,31
keer de boekwaarde
1,30
keer de boekwaarde
1,23
keer de boekwaarde
0,96
keer de boekwaarde

Voor investeringen in geassocieerde deelnemingen wordt minstens jaarlijks een bijzondere waardeverminderingstest uitgevoerd.

Voorzieningen voor verwachte kredietverliezen

Een voorziening voor verwachte kredietverliezen op handelsvorderingen waarvoor het risico bestaat dat de uitstaande vorderingen geheel of gedeeltelijk niet worden betaald wordt opgenomen vanwege de slechte financiële situatie van de debiteur of om economische, juridische of politieke redenen. Het besluit om een vordering als dubieus te classificeren, wordt door het management genomen op basis van alle informatie waarover het op elk moment beschikt. In overeenstemming met de waarderingsregels van de Groep zijn details over de bedragen van de voorziening voor verwachte kredietverliezen te vinden in oelichting 7.2.5.10, Handelsvorderingen, overige vorderingen en overige financiële activa.

De kredietbeheerprocessen van de Groep bewijzen nog steeds hun doeltreffendheid, waardoor er geen aanzienlijke kredietverliezen zijn. Er zijn geen marktontwikkelingen die leiden tot een stijging van de wanbetalingspercentages die worden gebruikt om de verwachte kredietverliezen te berekenen.

Het bedrag van de verwachte kredietverliezen op externe garanties wordt op elke verslagdatum beoordeeld om rekening te houden met de wijzigingen in het kredietrisico sinds de garantie werd verstrekt. Bij het bepalen of het kredietrisico van een garantie aanzienlijk is toegenomen sinds de uitgifte ervan en bij het inschatten van de verwachte kredietverliezen, houdt Recticel rekening met redelijke en staafbare informatie die relevant en beschikbaar is zonder onnodige kosten of inspanningen. Dit omvat zowel kwantitatieve als kwalitatieve informatie en analyse, gebaseerd op de historische ervaring van de Groep en een geïnformeerde kredietbeoordeling, met inbegrip van toekomstgerichte informatie.

De aan geassocieerde deelnemingen verstrekte leningen omvatten een nieuwe achtergestelde vendor loan van EUR 10 miljoen (vervallend in 2027) die op 30 juni 2021 is verstrekt aan TEMDA2 GmbH, de Automotivejoint venture die de Automotive Interiors-activiteiten heeft overgenomen, toelichting 7.2.4.7, Beëindigde bedrijfsactiviteiten. Op basis van de beoordeling van het management is geen aanpassing van de waarde van deze lening nodig.

Put/call opties op Automotive Interiors

Op 1 juli 2021 kondigde Recticel de afronding aan van de verkoop van haar activiteit Automotive Interiors aan TEMDA2 GmbH, een nieuwe joint venture met Admetos. Recticel heeft een participatie van 49% in deze nieuwe joint venture. De overeenkomst bevat wederzijdse call/ put-opties - voor Admetos om te verwerven, of voor Recticel om haar resterende 49% aandeel te verkopen -, die uitoefenbaar zijn vanaf maart 2024.

Een waardering van de put/call structuur op het resterende 49% belang in de Automotive joint venture TEMDA2/Ascorium, met behulp van een Black-Scholes formule en rekening houdend met bepaalde aannames ten aanzien van dividendrendement, rentepercentage en volatiliteit, is gemaakt per 31 december 2023, waarbij de reële waarde van de optie op nul uitkwam.

In de loop van 2024 hebben Admetos en Recticel opnieuw onderhandeld over hun respectieve overeenkomsten, waarbij Recticel ermee instemde haar bedrijfsgaranties te verlengen en waarbij de wederzijdse call-/putopties werden afgeschaft en de partijen zouden samenwerken aan een gezamenlijke desinvestering op het gepaste moment. Er werden ook wijzigingen aangebracht in de corporate governance-structuur, waardoor Recticel meer bestuursrechten kreeg.

Voorzieningen voor reorganisaties en verlieslatende contracten

Een reorganisatievoorziening wordt opgenomen wanneer de Groep een gedetailleerd formeel plan voor de reorganisatie heeft ontwikkeld en, door de uitvoering van het plan aan te vatten of de belangrijkste kenmerken ervan aan de betrokkenen mee te delen, bij de betrokkenen een geldige verwachting heeft gewekt dat hij de reorganisatie zal uitvoeren.

Een verlieslatend contract is een contract waarbij de onvermijdelijke kosten om aan de verplichtingen uit hoofde van het contract te voldoen, groter zijn dan de economische voordelen die naar verwachting uit het contract zullen worden ontvangen.

In overeenstemming met de waarderingsregels van de Groep zijn details over de bedragen van voorzieningen voor reorganisaties en verlieslatende contracten te vinden in toelichting 7.2.4.3, Overige bedrijfsopbrengsten en -lasten en toelichting 7.2.5.15, Voorzieningen.

Voorzieningen voor schadevergoedingen in verband met desinvesteringen

Op het moment van een desinvestering bevat de verkoopovereenkomst bepaalde vrijwaringsclausules. Deze vrijwaringsclausules worden ten minste elk halfjaar herzien door de interne juristen van Recticel, indien nodig met de hulp van externe adviseurs. Deze herziening omvat een beoordeling van de noodzaak om voorzieningen op te nemen en/of bestaande voorzieningen te herwaarderen, samen met de financiële afdeling en de verzekeringsafdeling.

Voorzieningen voor voorwaardelijke verplichtingen, geschillen en overige risico's

Alle belangrijke geschillen (fiscale en andere, inclusief dreigende geschillen) worden minstens elk halfjaar beoordeeld door de interne juristen van Recticel, waar nodig met de ondersteuning van externe adviseurs. Deze beoordeling omvat een beoordeling van de noodzaak om voorzieningen op te nemen en/of bestaande voorzieningen te herwaarderen in samenwerking met de afdeling Financiën en de afdeling Verzekeringen. Verdere details worden gegeven in toelichting 7.2.6.9, Voorwaardelijke activa en verplichtingen.

Waardering van toegezegdpensioenverplichting na uitdiensttreding, andere langlopende personeelsbeloningen en ontslagvergoedingen

De actuariële veronderstellingen die worden gebruikt bij het bepalen van de verplichtingen met betrekking tot toegezegd-pensioenregelingen op 31 december, evenals de jaarlijkse kosten, zijn te vinden in toelichting 7.2.5.14, Pensioenen en gelijkaardige verplichtingen. Alle belangrijke personeelsbeloningsplannen worden jaarlijks beoordeeld door onafhankelijke actuarissen. Disconteringsvoeten en inflatiepercentages worden centraal door het management bepaald. Overige hypothesen (zoals toekomstige salarisverhogingen en demografische veronderstellingen) worden op lokaal niveau bepaald. Alle plannen worden gecontroleerd door de centrale Human Resources-afdeling van de Groep met behulp van een centrale actuaris om de aanvaardbaarheid van de resultaten te controleren en consistentie in rapportage te verzekeren.

Over de verslagperiode verschuldigde en uitgestelde belastingen

Alle belastingaangiften worden te goeder trouw opgesteld op basis van de beschikbare informatie, vaak met de hulp van externe belastingadviseurs. Er zijn een aantal belastingcontroles aan de gang in de Groep, met name in België en Polen. Hoewel de uiteindelijke uitkomst van deze belastingcontroles

niet zeker is, heeft de Groep de gegrondheid van zijn aangiftes in overweging genomen bij de algemene evaluatie van potentiële belastingverplichtingen en is hij van mening dat er voldoende verplichtingen zijn opgenomen in de geconsolideerde jaarrekening. Aanzienlijke fiscale correcties kunnen echter nooit worden uitgesloten. In een dergelijk geval zal Recticel zijn positie verdedigen, altijd in volledige samenwerking met de belastingautoriteiten.

Uitgestelde belastingvorderingen worden opgenomen voor aftrekbare tijdelijke verschillen en ongebruikte fiscale verliezen en andere belastingattributen, voor zover verwacht wordt dat er toekomstige belastbare winsten beschikbaar zullen zijn waartegen deze kunnen worden aangewend. Daartoe toetst het management de opname van uitgestelde belastingvorderingen op basis van de bedrijfsplannen van de betrokken entiteiten.

De totale netto uitgestelde belastingverplichtingen daalden van EUR -1,5 miljoen op 31 december 2023 naar totale netto uitgestelde belastingvorderingen van EUR 2,0 miljoen op 31 december 2024, voornamelijk door een stijging van de uitgestelde belastingvorderingen in België, als gevolg van de toegenomen resultaten, gecompenseerd door de uitgestelde belastingverplichtingen op immateriële activa, door de toekenning van de aankoopprijs van de overname van Rex Panels & Profiles SA.

Op 31 december 2024 zijn uitgestelde

belastingvorderingen van EUR 27,4 miljoen opgenomen, voornamelijk in België (EUR 20,3 miljoen), in Duitsland (EUR 2,5 miljoen), in Finland (EUR 2,2 miljoen) en in Slovenië (EUR 0,8 miljoen).

Vastgoedbeleggingen

Vastgoedbeleggingen, vaste activa die worden aangehouden om huuropbrengsten en/of een waardestijging te realiseren, worden op de balansdatum gewaardeerd tegen hun reële waarde. De meerwaarde die voortvloeit uit de variatie in de reële waarde van vastgoedbeleggingen, wordt opgenomen in de winsten-verliesrekening over de periode.

Bij het samenstellen van de financiële staten heeft Recticel de gevolgen van klimaatverandering onderzocht. Dit onderzoek omvat de toelichtingen in Hoofdstuk 4.3, Navigeren in het landschap van risico's en kansen, evenals de voortgang van de Groep in het behalen van de Science Based Targets (SBTi) initiatief doelstellingen op korte termijn. Deze doelstellingen zijn gericht op het verminderen van scope 1- en scope 2-emissies met 90% en scope 3-emissies met 25% tegen 2030, om uiteindelijk te streven naar netto nul emissies in alle scopes tegen 2050, in lijn met de doelstelling van de Overeenkomst van Parijs om de opwarming van de aarde te beperken tot 1,5°C.

Recticel's engagementen tegenover het SBTi, die in februari 2024 werden gevalideerd, zijn een integraal onderdeel van de duurzaamheidsstrategie van de Groep die lang geleden gestart werden. Deze strategie onderging een strategische transformatie, met als hoogtepunt in juni 2023 de desinvestering van Recticel Engineered Foams, waardoor Recticel zich volledig kon richten op isolatie en een groeidoelstelling van 5% kon stellen voor de isolatieactiviteiten tot 2030.

Naast haar strategische richting onderneemt Recticel concrete acties in lijn met de verschuiving naar een koolstofarme en circulaire economie. Deze acties worden uitgewerkt in het klimaatactieplan, "Our race to net zero", dat gedetailleerd wordt beschreven in Hoofdstuk 2.3.3. De inspanningen concentreren zich op de verantwoorde selectie van grondstoffen, de implementatie van duurzame en energie-efficiënte processen en de toepassing van eco-designprincipes.

Enkele belangrijke elementen in ons klimaatactieplan zijn:

  1. Initiatieven voor energie-efficiëntie: maatregelen implementeren om het energieverbruik te verminderen, de operationele efficiëntie te verbeteren en onze ecologische voetafdruk te minimaliseren. We

hebben bijvoorbeeld meetsystemen geïnstalleerd in productielocaties om het energieverbruik bij te houden en te verminderen.

  1. Overgang naar hernieuwbare energie: overschakelen op hernieuwbare energiebronnen zoals zonne-energie om onze activiteiten te elektrificeren en minder afhankelijk te worden van fossiele brandstoffen. We evalueren opties om onze activiteiten te elektrificeren en onderzoeken extra installaties van zonnepanelen op onze productielocaties.

  2. Samenwerking in de toeleveringsketen: samenwerken met leveranciers om emissies in de hele toeleveringsketen aan te pakken, duurzaamheid te bevorderen en positieve milieuresultaten te behalen. We hebben een duurzaamheidsscorekaart opgenomen in ons inkoopbeleid en werken uitgebreid samen met leveranciers om de uitstoot te verminderen.

  3. Innovatie: Recticel verschuift haar R&D-budget naar innovatieve oplossingen en technologieën die klimaatverandering tegengaan en circulariteit ondersteunen. Dit omvat partnerschappen met onderzoeks- en ontwikkelingsinstituten om biogebaseerde grondstoffen en recyclingoplossingen voor bouwafval en end-of-life-afval te onderzoeken.

Er moet worden opgemerkt dat Recticel niet veel energie verbruikt, zoals blijkt uit de relatief lage scope 1- en scope 2- broeikasgas cijfers. Aangezien heel weinig water gebruikt wordt in de productieprocessen, wordt waterschaarste niet beschouwd als een impact.

Terwijl Recticel investeert om haar SBTi-doelen op korte termijn en net-zero te bereiken, beoordeelt ze zorgvuldig de nuttige levensduur van vervangen activa en past ze schattingen dienovereenkomstig aan. Recticel's engagement om energie te betrekken uit hernieuwbare bronnen omvat langetermijn-overeenkomsten voor zonne- en windenergie, evenals de aankoop van hernieuwbare energiecertificaten wanneer dit

7.2.1.5 Klimaatverandering relevant is om de SBTi-verplichting na te komen. Deze overwegingen werden in de jaarrekening verwerkt.

Samengevat hebben de overwegingen met betrekking tot klimaatverandering geen materiële invloed gehad op de oordelen en schattingen in de financiële verslaglegging. Verder concludeert Recticel dat de risico's van klimaatverandering geen invloed hebben op de beoordeling van de continuïteit van de onderneming.

Oorlog in Oekraïne 7.2.1.6 Geopolitieke conflicten

Recticel heeft momenteel geen lokale activiteiten in Rusland, Oekraïne of het Midden-Oosten (Gaza/Israël). Recticel exporteert ook niet naar Rusland, Oekraïne of Gaza/Israël. Bijgevolg is er geen rechtstreeks effect waargenomen of te verwachten.

Het valt echter niet uit te sluiten dat conflicten in de toekomst indirect de activiteiten en bedrijven van de Groep treffen. Dergelijke indirecte gevolgen kunnen voortvloeien uit bevoorradingsproblemen, een inflatoir macro-economisch klimaat, kredietrisico's bij klanten en stijgende financieringskosten. Momenteel is er geen impact en de verwachting is dat deze mogelijke toekomstige gevolgen voor de activiteiten en de financiële positie van de Groep beperkt zullen blijven.

Handelstarieven VS

Recticel's activiteiten in de Verenigde Staten en Europa betrekken hun grondstoffen voornamelijk uit de regio. Daarom lijkt de directe impact van de Amerikaanse handelstarieven op de activiteiten beperkt. De investering in de nieuwe fabriek in de VS wordt beïnvloed omdat de apparatuur voornamelijk wordt betrokken van leveranciers in de EU.

Op middellange termijn zouden de Amerikaanse handelstarieven kunnen leiden tot een inflatoire grondstoffentrend, die Recticel zou beheren op dezelfde manier als waarop het momenteel zijn materiaalaankoop beheert.

7.2.2 Wijzigingen in de consolidatiekring

De volgende wijzigingen in de consolidatiekring vonden plaats in de loop van het boekjaar 2024:

Op 10 januari 2024, de verwerving van Rex Panels & Profiles SA (100%).

De volgende wijzigingen in de consolidatiekring vonden plaats in de loop van het boekjaar 2023:

Op 12 juni 2023, de verkoop van de Recticel Engineered Foams activiteiten aan het Amerikaanse Carpenter Co. (toelichting 7.2.4.7, Beëindigde bedrijfsactiviteiten). De verwijderde Recticel Engineered Foams bedrijven zijn:

  • FoamPartner Americas Inc
  • FoamPartner Holding AG
  • FoamPartner Polyurethane Materials (Changzhou) Co., Ltd.
  • FoamPartner Singapore Pte. Ltd
  • FoamPartner Trading (Shanghai) Ltd
  • Recticel AB
  • Recticel AS
  • Recticel Engineered Foams Belgium n.v.
  • Recticel Engineered Foams GmbH
  • Recticel Engineered Foams Netherlands B.V.
  • Recticel Engineered Foams Switzerland AG
  • Recticel Engineered Foams Corby
  • Recticel Foams (Shanghai) Co Ltd
  • Recticel Foams (Wuxi) Co Ltd
  • Recticel Iberica s.l.
  • Recticel India Private Limited
  • Recticel Limited
  • Recticel Maroc s.à.r.l.a.u.
  • Recticel ou
  • Recticel oy
  • Recticel s.a.s.
  • Recticel Teknik Sünger Izolasyon Sanayi ve Ticaret a.s.

Op 11 oktober 2023, de verkoop van de 33% participatie van het Italiaanse Orsa Foam srl aan de joint venture partner Orsa srl.

• Orsa Foam srl

7.2.3 Bedrijfs- en geografische segmenten

7.2.3.1 Geografische spreiding en uitsplitsing van de omzet

De activiteiten van de Groep vinden voornamelijk plaats in de Europese Unie.

Bedrijfsopbrengsten (per bestemming)

De volgende tabellen geven een analyse van de omzet en vaste activa van de Groep per geografische markt.

in duizend EUR
2023 2024
België 75.159 94.414
Frankrijk 83.840 96.932
Nederland 48.675 65.994
Duitsland 19.137 22.609
Slovenië 15.943 16.786
Overige EU landen 105.315 100.423
Europese Unie 348.069 397.158
Verenigd Koninkrijk 132.025 162.959
Verenigde Staten van Amerika 21.020 24.774
Overige 28.313 25.305
TOTAAL 529.426 610.196

Afhankelijkheid van grote klanten

In 2024 vertegenwoordigde geen van de klanten meer dan 10% van de totale omzet.

De 10 grootste klanten van de Groep vertegenwoordigen 20,31% (2023: 23,64%) van de totale geconsolideerde bedrijfsopbrengsten.

Immateriële activa - Materiële vaste activa - Activa met gebruiksrecht - Vastgoedbeleggingen

in duizend EUR
OVERNAMES, INCLUSIEF EIGEN PRODUCTIE
31 DEC 2023 31 DEC 2024 2023 2024
België 40.265 96.122 6.403 16.583
Frankrijk 19.362 21.216 3.848 4.293
Duitsland 2.523 2.473 161 21
Slovenië 100.773 100.571 9.879 9.559
Overige EU landen 19.945 18.429 563 458
Europese Unie 182.868 238.812 20.854 30.914
China 0 0 0 0
Zwitserland 0 0 0 0
Verenigd Koninkrijk 22.984 25.672 1.048 1.404
Verenigde Staten van Amerika 6.981 7.014 911 1.487
Overige 5.719 5.717 182 281
TOTAAL 218.551 277.214 22.995 34.085

7.2.4 Winst-en-verliesrekening

7.2.4.1 Brutowinst

De brutowinst steeg met 16,0% van EUR 90,1 miljoen naar EUR 104,5 miljoen.

7.2.4.2 Algemene en administratieve kosten - Verkoop- en marketingkosten - Kosten voor onderzoek en ontwikkeling

De algemene en administratieve kosten stegen met EUR 7,7 miljoen tot EUR 43,3 miljoen. Deze stijging is voornamelijk te verklaren door de bedrijfscombinatie Rex Panels & Profiles SA (EUR 4,8 miljoen) en inflatoire invloed.

Verkoop- en marketingkosten bleven stabiel op EUR 30,4 miljoen. Kosten voor onderzoek en ontwikkeling stegen van EUR 4,6 miljoen naar EUR 4,9 miljoen.

7.2.4.3 Overige bedrijfsopbrengsten en -lasten

in duizend EUR
2023 2024
Overige bedrijfsopbrengsten 4.727 6.366
Overige bedrijfsuitgaven (11.380) (20.465)
TOTAAL (6.653) (14.099)
Reorganisatielasten (inclusief sluitingskosten site, verlieslatende contracten en
opruimingskosten)
(3.118) (7.876)
Winst (verlies) op de vervreemding van immateriële, materiële vaste activa en activa
met gebruiksrechten
61 260
Winst (verlies) op beleggingsverrichtingen 10 0
IAS 19 Pensioenen en andere soortgelijke verplichtingen (66) (337)
IAS 19 Pensioenen en andere soortgelijke verplichtingen 1.099 1.071
Honoraria voor advies en onderleveranciers (815) (430)
Overige uitgaven (5.147) (10.417)
Overige opbrengsten 1.323 3.631
TOTAL (6.653) (14.099)

Overige bedrijfsopbrengsten

In 2024 bestaan de overige bedrijfsopbrengsten voornamelijk uit de facturering van overgangsdiensten (IT) aan Carpenter Co. en Aquinos, verzekeringspremies bij Recticel's eigen verzekeringscaptive, subsidies en schadeloosstellingen.

Reorganisatielasten

In 2024 hebben reorganisatielasten (EUR -7,9 miljoen) betrekking op herstructureringsmaatregelen in België, Frankrijk, Duitsland, het VK en Slovenië.

Honoraria consultancy en onderaannemers

In 2024 heeft deze post betrekking op juridische en advieskosten.

Overige uitgaven

In 2024 hebben de overige kosten voornamelijk betrekking op de afschrijving van immateriële en materiële activa van de bedrijfscombinatie Rex Panels & Profiles SA en Trimo.

7.2.4.4 Bedrijfswinst (Bedrijfsverlies)

De componenten (naar aard) van de Operationele winst (verlies) zijn als volgt:

in duizend EUR
2023 2024
Omzet 529.426 610.196
Aankopen en voorraadwijzigingen (329.505) (386.546)
Overige goederen en diensten (97.930) (95.193)
Personeelslasten (82.463) (91.675)
Afschrijvingen en afboekingen op vaste activa (23.270) (30.679)
Bijzondere waardeverminderingen op vaste activa (293) (394)
Terugnemingen/(waardeverminderingen) op investeringen in verbonden
ondernemingen
0 0
Terugnemingen/(waardeverminderingen) op voorraden (1.566) (184)
Terugnemingen/(waardeverminderingen) op vorderingen 15 218
Voorzieningen 1.304 (54)
Winst/(verlies) op vervreemding van immateriële en materiële vaste activa 61 260
Winst/(Verlies) op handelsvorderingen (434) (178)
Bedrijfsbelastingen (2.654) (2.582)
Overige bedrijfsuitgaven (665) (2.725)
Eigen productie 1.232 793
Subsidies 905 114
Commissies en royalty-inkomsten 691 (57)
Inkomsten uit operationele lease 1.140 1.290
Service fees 4.018 1.018
Overige bedrijfsopbrengsten 12.571 7.869
Operationele winst (verlies) 12.582 11.489

Bedrijfsopbrengsten: De omzet steeg met 15,3% van EUR 529,4 miljoen naar EUR 610,2 miljoen.

De omzetstijging is te danken aan hogere volumes als gevolg van grotere markaandelen.

Aankopen en voorraadwijzigingen stegen als gevolg van de hogere omzet.

Andere goederen en diensten omvatten voornamelijk transportkosten (EUR 44,3 miljoen tegenover EUR 35,3 miljoen in 2023), operationele leasekosten (EUR 1,2 miljoen tegenover EUR 1,9 miljoen in 2023), benodigdheden (EUR 7,0 miljoen tegenover EUR 8,7 miljoen in 2023), honoraria (EUR 12,2 miljoen tegenover EUR 12,4 miljoen in 2023), herstellings- en onderhoudskosten (EUR 6,4 miljoen tegenover EUR 5,2 miljoen in 2023), reclame/beurzen/tentoonstellingskosten (EUR 2,5 miljoen tegenover EUR 2,5 miljoen in 2023), reiskosten (EUR 3,4 miljoen tegenover EUR 2,1 miljoen in 2023), administratieve kosten (EUR 4,0 miljoen tegenover EUR 4,2 miljoen in 2023), verzekeringskosten (EUR 6,7 miljoen tegenover EUR 8,2 miljoen in 2023), schadeclaims (EUR -3,0 miljoen tegenover EUR 3,1 miljoen in 2023).

Personeelslasten stegen (EUR 91,7 miljoen tegenover EUR 82,5 miljoen in 2023), voornamelijk door de toevoeging van de bedrijfscombinatie Rex Panels & Profiles SA voor 12 maanden en hogere productievolumes.

Afschrijvingen en afboekingen op vaste activa namen toe (EUR 30,7 miljoen tegenover EUR 23,3 miljoen in 2023) door de overname van Rex Panels & Profiles SA.

Overige bedrijfsuitgaven stegen (EUR 2,7 miljoen tegenover EUR 0,7 miljoen in 2023).

Overige bedrijfsopbrengsten daalden (EUR 7,9 miljoen tegenover EUR 12,6 miljoen in 2023) en bestonden voornamelijk uit herfacturering van kosten aan derden, verzekeringspremies bij Recticel's eigen verzekeringscapitve, subsidies en schadeloosstellingen.

7.2.4.5 Financieel resultaat

in duizend EUR
2023 2024
Rentelasten op leaseverplichtingen (560) (867)
Rentelasten op lange termijn bankleningen (3.545) (295)
Rentelasten op kortlopende bankleningen & rekening-courant (3.722) (789)
Netto rentelasten op renteswaps en vreemde valutaswaps 22 22
Totale financieringskosten (7.805) (1.930)
Rente-opbrengsten uit bankdeposito's 156 429
Rente-opbrengsten uit financiële vorderingen 3.781 3.525
Rente-opbrengsten uit financiële vorderingen en liquide middelen 3.937 3.955
Rentelasten op overige schulden (63) (124)
Rente-opbrengsten op overige vorderingen 10 386
Totaal overig renten (53) 262
Rente-opbrengsten en -lasten (3.921) 2.287
Wisselkoersverschillen 18 1.282
Netto rentelasten IAS 19 (410) (339)
Overige financieel resultaat 247 149
Totaal overige financiële resultaten (144) 1.092
Financieel resultaat (4.065) 3.380

De rentelasten op bankleningen op lange en korte termijn daalden van EUR -7,8 miljoen naar EUR -1,9 miljoen als gevolg van de opbrengsten uit de verkoop van Recticel Engineered Foams aan Carpenter Co. De rente-inkomsten op liquide middelen bleven stabiel op EUR +3,9 miljoen, waarbij het effect van de nettokaspositie over het hele jaar werd gecompenseerd door lagere rentevoeten.

De wisselkoersopbrengsten komen voort uit de gerealiseerde wisselkoerswinsten op handelsvorderingen EUR +0,7 miljoen voornamelijk in het VK en ongerealiseerde wisselkoerswinsten op financiële vorderingen EUR +0,7 miljoen.

7.2.4.6 Winstbelastingen

1. Belastingen op het resultaat

in duizend EUR
2023 2024
Opgenomen in de winst- en verliesrekening
Courante belastingen op het resultaat:
Huidig jaar (4.010) (4.139)
Aanpassingen ten opzichte van het voorgaande jaar (447) (1.794)
Totaal courante belastingen ¹ (4.457) (5.933)
Uitgestelde belastinglast:
Ontstaan en omkering van tijdelijke verschillen en fiscale verliezen 7.426 163
Niet-opgenomen uitgestelde belastingvorderingen op de verliezen van het
lopende jaar
(7.311) (740)
Opname van uitgestelde belastingvorderingen die voorheen niet werden
opgenomen
955 4.962
Terugname van opgenomen uitgestelde belastingvorderingen (2.387) (94)
Effect van wijzigingen in belastingvoeten op uitgestelde belastingen (1.652) 426
Aanpassingen voor voorgaande perioden (561) 2.708
Overige uitgestelde belastinglasten 0 (16)
Totale uitgestelde belastingen ² (3.530) 7.409
Totale belastinglasten op voortgezette bedrijfsactiviteiten (7.986) 1.476

1 De courante belastinglasten stegen in 2024 ten opzichte van 2023, door de hogere winsten in 2024. 2 De uitgestelde belastinglasten daalden van EUR -3,5 miljoen lasten in 2023 tot EUR 7,4 miljoen baten in 2024, voornamelijk door een eenmalig positief effect van de uitgestelde belastingvorderingen als gevolg van betere toekomstige operationele verwachtingen in België.

Introductie
Hoogtepunten
Toekomstgericht
Corporate governance DMA en IRO ESG informatie Bezoldigingsverslag Financiële verklaring
in duizend EUR in duizend EUR
2023 2024 2023 2024
Aansluiting effectief belastingtarief Uitgestelde belastinglasten of (creditering) rechtstreeks opgenomen in eigen
Winst (verlies) voor belastingen - voortgezette bedrijfsactiviteiten (1.002) 14.868 vermogen
Minus winst of verlies van geassocieerde deelnemingen 0 Gevolgen van IAS 19R in het totaal resultaat 174 (492)
Minus winst of verlies van overige geassocieerde deelnemingen 1.772 0 Totaal 174 (492)
Minus bijzondere waardevermindering op overige geassocieerde deelnemingen 7.748 0
Resultaat voor belastingen en inkomsten uit (overige) deelnemingen 8.517 14.868
Binnenlands belastingtarief van de Groep 25,00% 25,00%
Inkomstenbelasting tegen het binnenlandse tarief van de Groep (2.129) (3.717)
verschillende rechtsgebieden actief zijn Effect van verschillende belastingvoeten van dochterondernemingen die in 188 (70)
Fiscaal effect van niet-aftrekbare kosten (1.326) (1.336)
Fiscaal effect van niet-belastbaar inkomen 433 917
Fiscaal effect van belastingsaanmoedigingen 119 292
jaar ² Niet-opgenomen uitgestelde belastingvorderingen op de verliezen van het lopende (7.311) (740)
Opname van uitgestelde belastingvorderingen die voorheen niet werden opgenomen ¹ 955 4.962
Niet-opgenomen uitgestelde belastingvorderingen die eerder werden opgenomen ² (2.387) (94)
Effect van wijzigingen in belastingvoeten op uitgestelde belastingen 3 (1.652) 426
voorgaande jaren Fiscaal effect van actuele en uitgestelde belastingaanpassingen met betrekking tot (1.008) 914

1 Er zijn extra uitgestelde belastingvorderingen opgenomen in België (EUR 4,9 miljoen) als gevolg van hogere winstverwachtingen.

2 In 2023 hebben lagere winstverwachtingen in België geleid tot het niet opnemen van uitgestelde belastingvorderingen op fiscale verliezen van het huidige jaar en tot het niet langer opnemen van aanvullende uitgestelde belastingvorderingen. In 2024 hebben de niet-opgenomen uitgestelde belastingvorderingen op verliezen van het lopende jaar voornamelijk betrekking op belastingverliezen in Finland.

Overige 4 6.132 (76) Belastinglasten van het jaar - voortgezette activiteiten (7.986) 1.476

3 In december 2024 werden in Luxemburg nieuwe wijzigingen in de belastingwetgeving van kracht, waaronder een verlaging van het vennootschapsbelastingtarief met 1% vanaf belastingjaar 2025. Deze wijziging resulteerde in een winst van EUR 0,4 miljoen met betrekking tot de herwaardering van uitgestelde belastingvorderingen en -verplichtingen in de entiteiten van de Groep in Luxemburg die werd opgenomen in het jaar eindigend op 31 december 2024.

4 Overige in 2023 bestaat voornamelijk uit afsplitsingsactiviteiten die aftrekbaar zijn onder voortgezette activiteiten, terwijl de compenserende kosten worden opgenomen onder beëindigde activiteiten en de onderliggende intercompany resultaten tussen voortgezette en beëindigde activiteiten worden geëlimineerd in de geconsolideerde resultaten van de voortgezette en beëindigde activiteiten.

2. Uitgestelde belastingvorderingen en -verplichtingen

in duizend EUR
31 DEC 2023 31 DEC 2024
UITGESTELDE
BELASTING
VORDERINGEN
UITGESTELDE
BELASTING
VERPLICHTINGEN
NETTO OPGENOMEN IN
DE WINST- EN
VERLIESREKENING
OPGENOMEN IN HET
OVERIGE TOTAAL
RESULTAAT
VERWORVEN
IN BEDRIJFS
COMBINATIES
OVERDRACHT
NAAR BEËINDIGDE
BEDRIJFS
ACTIVITEITEN
OMREKENINGS
VERSCHILLEN
OVERIGE NETTO OMREKENINGS
VERSCHILLEN
UITGESTELDE
BELASTING
VERPLICHTINGEN
Opgenomen uitgestelde
belastingvorderingen en
-verplichtingen
Immateriële vaste activa ³ 2.130 (13.156) (11.025) 1.599 (1) (3.066) 0 (2) (30) (12.525) 2.046 (14.572)
Materiële vaste activa ³ 1.667 (7.064) (5.397) (2.281) 0 (2.914) 0 (132) 30 (10.695) 10 (10.705)
Beleggingen 27 0 27 119 0 0 0 0 0 146 146 0
Vorderingen 1.321 (297) 1.023 6 0 83 0 0 (15) 1.098 1.115 (17)
Voorraden 158 (15) 143 (362) 0 375 0 7 0 163 163 0
Geldmiddelen en
kasequivalenten
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Belastingvrije reserves 0 (123) (123) (55) 0 0 0 0 0 (178) 0 (178)
Vervroegde uittreding en
toegezegde uitkeringen
2.120 (90) 2.030 273 (497) 0 0 18 0 1.825 1.915 (90)
Voorzieningen voor overige
risico's en lasten ¹
1.548 (9.203) (7.654) 3.142 0 424 0 12 4 (4.073) 5.487 (9.560)
Rentedragende financiële
verplichtingen en verstrekte
leningen
2.541 (58) 2.483 295 0 0 0 94 47 2.918 2.924 (6)
Overige verplichtingen 1.677 (440) 1.236 (1.151) (0) 0 0 6 (35) 57 361 (303)
Voorwaartse overdrachten
van fiscale verliezen/
Heffingskortingen
15.369 0 15.369 (393) 0 1.735 0 2 0 16.713 16.713 0
Andere belastingkenmerken 2 352 0 352 6.217 0 0 0 1 0 6.570 6.570 (0)
Totaal 28.910 (30.447) (1.537) 7.409 (498) (3.363) 0 6 (0) 2.018 37.450 (35.432)
Saldering (7.359) 7.359 0 0 (10.055) 10.055
Totaal (zoals aangegeven in
de balans)
21.551 (23.088) (1.537) 7.409 (498) (3.363) 0 6 (0) 2.018 27.396 (25.377)

De totale netto uitgestelde belastingverplichtingen daalden van EUR 1,5 miljoen op 31 december 2023 naar totale netto uitgestelde belastingvordering van EUR 2 miljoen op 31 december 2024. De belangrijkste wijzigingen in 2024 hebben betrekking op de volgende elementen:

1 Een toename van de uitgestelde belastingvorderingen met betrekking tot voorzieningen voor andere risico's en kosten als gevolg van de uitgestelde belastingaftrek van voorzieningen geboekt in België (EUR 4,2 miljoen).

2 Een toename van de uitgestelde belastingvorderingen met betrekking tot andere belastingattributen als gevolg van de overgedragen aftrek van ontvangen dividenden naar toekomstige jaren in België (EUR 6,3 miljoen).

3 Een toename van de uitgestelde belastingverplichtingen op immateriële activa en materiële vaste activa, voornamelijk als gevolg van uitgestelde belastingverplichtingen berekend op de step-up basis voortvloeiend uit de toewijzing van de aankoopprijs van de overname van Rex Panels & Profiles (impact van EUR 6,0 miljoen opgenomen in de kolom Verworven in bedrijfscombinaties).

Fiscaal overdraagbare verliezen – gerangschikt volgens vervaldatum:

Totaal 286.245 267.576
Zonder tijdslimiet 275.444 253.761
Vijf jaar en meer 8.621 12.034
Vier jaar 2.180 1.781
Drie jaar 0 0
Twee jaar 0 0
Eén jaar 0 0
2023 1 2024 1+2

1 De daling van het bedrag aan overgedragen fiscale verliezen op 31 december 2024 in vergelijking met 31 december 2023 is voornamelijk te wijten aan de activiteiten in België waar de daling van de fiscale verliezen in Recticel NV/SA (EUR 31,8 miljoen) gedeeltelijk wordt gecompenseerd door de fiscale verliezen in de nieuw verworven entiteit Rex Panels & Profiles SA (EUR 14,8 miljoen).

2 Op 31 december 2024 zijn EUR 16,7 miljoen uitgestelde belastingvorderingen opgenomen met betrekking tot fiscale verliezen, die EUR 67,8 miljoen aan overgedragen fiscale verliezen vertegenwoordigen op een totaal bedrag aan overgedragen fiscale verliezen van EUR 267,6 miljoen. Uitgestelde belastingvorderingen met betrekking tot niet erkende verliezen hebben voornamelijk betrekking op Duitsland (Recticel Verwaltung - EUR 159,3 miljoen) en België (Recticel NV/SA - EUR 37,6 miljoen)

Uitgestelde belastingvorderingen opgenomen en niet-opgenomen door de Groep met betrekking tot de volgende elementen op 31 december 2024:

Totaal voor saldering 103.431 37.450 65.981
Andere belastingkenmerken 6.368 6.368 0
Fiscaal overgedragen verliezen 77.286 16.713 60.573
Tijdelijke verschillen 19.777 14.369 5.408
TOTALE POTENTIËLE
UITGESTELDE
BELASTINGVORDERINGEN ¹
OPGENOMEN UITGESTELDE
BELASTINGVORDERINGEN 1+3
NIET-OPGENOMEN
UITGESTELDE
BELASTINGVORDERINGEN 2
in duizend EUR

1 De toename van de totale potentiële uitgestelde belastingvorderingen en erkende uitgestelde belastingvorderingen in 2024 in vergelijking met 2023 is voornamelijk toe te schrijven aan de Belgische activiteiten waar de uitgestelde belastingaftrek van voorzieningen voor risico's en lasten resulteerde in een toename van de tijdelijke verschillen (uitgestelde belastingimpact van EUR 4,2 miljoen, volledig erkend) en de overdracht van de ontvangen dividendenaftrek de andere belastingattributen verhoogde (uitgestelde belastingimpact van EUR 6,3 miljoen, volledig erkend). Deze verhogingen werden gedeeltelijk gecompenseerd door de vermindering van de overgedragen fiscale verliezen in België. 2 De niet-erkende uitgestelde belastingvorderingen daalden in 2024 in vergelijking met 2023 voornamelijk als gevolg van de hogere winstverwachtingen in België (uitgestelde belastingimpact van EUR 4,9 miljoen).

3 Op 31 december 2024 zijn uitgestelde belastingvorderingen van EUR 37,5 miljoen opgenomen, voornamelijk in België (EUR 25,3 miljoen), in Duitsland (EUR 2,9 miljoen), in Finland (EUR 2,2 miljoen) en in Slovenië (EUR 1,8 miljoen). Deze uitgestelde belastingvorderingen zijn opgenomen omdat verwacht wordt dat er in de toekomst belastbare winst beschikbaar zal zijn waarmee de gerelateerde verrekenbare tijdelijke verschillen, ongebruikte fiscale verliezen en belastingattributen kunnen worden verrekend.

Uitgestelde belastingvorderingen opgenomen en niet-opgenomen door de Groep met betrekking tot de volgende elementen op 31 december 2023: in duizend EUR

Fiscaal overgedragen verliezen
Andere belastingkenmerken
Totaal voor saldering
81.923
209
99.141
15.369
209
28.910
66.554
0
70.231
Tijdelijke verschillen 17.009 13.332 3.677
TOTALE POTENTIËLE
UITGESTELDE
BELASTINGVORDERINGEN
OPGENOMEN UITGESTELDE
BELASTINGVORDERINGEN
NIET-OPGENOMEN
UITGESTELDE
BELASTINGVORDERINGEN

Uitgestelde belastingverplichtingen worden opgenomen voor belastbare tijdelijke verschillen die verband houden met investeringen in dochterondernemingen en geassocieerde deelnemingen en met belangen in joint ventures, tenzij de Groep het tijdstip kan bepalen waarop het tijdelijke verschil wordt afgewikkeld of indien het waarschijnlijk is dat het tijdelijke verschil in de nabije toekomst niet zal worden afgewikkeld. Er zijn geen uitgestelde belastingverplichtingen opgenomen op nietuitgekeerde in reserves opgenomen resultaten van dochterondernemingen.

3. Pijler 2

In bepaalde rechtsgebieden waar de Groep actief is, waaronder België waar het hoofdkantoor van de Groep is gevestigd, is wetgeving onder Pijler 2 van kracht of grotendeels van kracht. De wetgeving werd van kracht voor het boekjaar van de Groep dat begint op 1 januari 2024.

De Groep valt binnen het toepassingsgebied van de wetgeving die van kracht of grotendeel van kracht is en heeft een effectbeoordeling uitgevoerd van de potentiële toekomstige blootstelling van de Groep aan winstbelastingen van Pijler 2. De beoordeling van de potentiële blootstelling aan winstbelastingen onder Pijler 2 is gebaseerd op de meest recente belastingaangiften, rapportage per land en financiële staten voor de samenstellende entiteiten in de Groep. Op basis van deze effectbeoordeling wordt verwacht dat de Groep in bijna alle rechtsgebieden in aanmerking zal komen voor de CbCR-veilige haven-overgangsregeling. De Groep verwacht in geen van de rechtsgebieden waar zij actief is een materiële blootstelling aan winstbelastingen onder Pijler 2 te hebben. De Groep blijft de wetgevende en administratieve vooruitgang in de verschillende landen waar zij momenteel aanwezig is nauwlettend volgen.

IAS 12 bevat een tijdelijke uitzondering op de vereiste om informatie op te nemen en te verstrekken over uitgestelde belastingvorderingen en -verplichtingen die verband houden met belastingwetgeving waarvan het wetgevingsproces (materieel) is afgesloten om de wetgeving van Pijler 2 te implementeren. De Groep past deze tijdelijke uitzondering toe.

7.2.4.7 Beëindigde bedrijfsactiviteiten

Voor de periode eindigend op 31 december 2024

Resultaat uit beëindigde bedrijfsactiviteiten: van EUR 12,2 miljoen in 2023 tot EUR 1,6 miljoen in 2024.

Het resultaat uit beëindigde bedrijfsactiviteiten in 2024 vertegenwoordigt voornamelijk de nettomeerwaarde als gevolg van de definitieve overeenkomst en afwikkeling van de Completion Accounts op 5 juli 2024 van de verkoop van de Recticel Engineered Foams activiteiten aan Carpenter Co., ter waarde van EUR +2.0 miljoen en zijn samengesteld uit de volgende posten:

  • winst op de verkoop van Recticel Engineered Foams: EUR +2,3 miljoen;
  • direct toerekenbare transactiekosten: EUR -0,3 miljoen;
  • direct toerekenbare kosten aan beëindigde bedrijfsactiviteiten: EUR -0.4 miljoen.

Het resultaat uit beëindigde bedrijfsactiviteiten in 2023 bestaat hoofdzakelijk uit:

(i) het resultaat tot 12 juni 2023 van de Recticel Engineered Foams activiteiten die verkocht werden aan Carpenter Co. (EUR -0,5 miljoen),

(ii) de nettomeerwaarde op de verkoop van de Recticel Engineered Foams activiteiten aan Carpenter Co. voor een bedrag van EUR +10,7 miljoen en samengesteld uit de volgende elementen:

  • winst op de verkoop van Recticel Engineered Foams: EUR +32,2 miljoen (inclusief EUR 22,3 miljoen voorzieningen voor transactiegerelateerde belastingen en schadeloosstellingen)
  • direct toerekenbare transactiekosten: EUR -6,8 miljoen
  • vrijgave Cumulatieve Omrekeningsverschillen in de resultatenrekening: EUR -7,5 miljoen
  • positief resultaat Orsa Foam eerste in helft 2023 (EUR +0,5 miljoen) + bijzondere waardevermindering (EUR -6,9 miljoen) + verbonden kosten (EUR -0,8 miljoen), en

(iii) het resultaat van de afwikkeling van de Aquinosafsluitingsrekening (inclusief de vrijgave van de voorziening en de interest op de Aquinos vordering (EUR +2,0 miljoen)).

TEMDA2 GmbH (voorheen Automotive Interiors)

Op 31 december 2024 bedroeg de investering van Recticel in TEMDA2 (Investeringen in overige geassocieerde deelnemingen) nul.

De verkoperslening (vordering) inclusief geaccumuleerde rente bedroeg EUR 11,5 miljoen, vervaldatum 2027 (toelichting 7.2.1.3, Algemene principes).

Voor de periode eindigend op 31 december 2024

Op 10 januari 2024 verwierf Recticel 100% van de aandelen van Rex Panels & Profiles SA, in België gevestigd, voor een ondernemingswaarde van EUR 70 miljoen.

De overname van Rex Panels & Profiles SA versterkt de kerndoelstelling van Recticel om een leider te worden in hoogwaardige duurzame bouw via slimme isolatieoplossingen.

De overnameprijs werd contant betaald.

Rex Panels & Profiles SA werd in 2012 opgericht door Michel Verhelst. Het bedrijf richtte zich aanvankelijk op geprofileerde staalplaten, maar breidde uit naar de markt van geïsoleerde panelen met vier productielijnen voor panelen (drie met PIR-isolatie (2015, 2021, 2023) en één met minerale wol-isolatie (2019).

Rex Panels & Profiles SA wordt geconsolideerd in de jaarrekening van Recticel vanaf 10 januari 2024. De details van de aankoopprijs, de verworven netto activa en de goodwill zijn als volgt:

Totale aankoopprijs 33.862
Aanpassing werkkapitaal 2.625
Netto kaspositie 949
Netto financiële schuld inclusief toekomstige schuld
tengevolge van investeringen
(39.712)
Aankoopprijs 70.000
Aankoopprijs REX PANELS
& PROFILES SA
in duizend EUR

De bedrijfswaarde van EUR 70,0 miljoen kan op 31 december 2024, als volgt worden aangesloten op de kasstroom uit investeringsactiviteiten: 7.2.4.8 Bedrijfscombinaties

in duizend EUR
Betaalde prijs REX PANELS
& PROFILES SA
Totale aankoopprijs 70.000
Netto kaspositie 949
Schuldvergelijkbare elementen en aanpassingen
werkkapitaal
(37.087)
Vorderingen op vorige aandeelhouders 864
Betaalde prijs 34.726

De aankoopprijs door Recticel betaald aan de aandeelhouders van Rex Panels & Profiles SA voor de overname van Rex Panels & Profiles SA bedraagt EUR 34,7 miljoen. De liquide middelen van Rex Panels & Profiles SA die door Recticel werden verworven, bedragen EUR 0,9 miljoen op 31 december 2023. Bijgevolg bedraagt de totale vergoeding, na aftrek van de verworven liquide middelen, 33,8 miljoen EUR (zie toelichting 7.1.5, Kasstroomoverzicht). De eindafrekening resulteerde in een vordering op de vorige aandeelhouders van Rex Panels & Profielen SA voor een bedrag van 0,9 miljoen EUR.

De activa en passiva opgenomen als gevolg van de overname zijn als volgt:

in duizend EUR
Activa en verplichtingen REX PANELS
& PROFILES SA
Klantenlijst 7.850
Overige immateriële vaste activa 4.904
Materiële vaste activa 39.125
Voorraden 10.760
Vorderingen 9.325
Geldmiddelen en kasequivalenten 949
Voorzieningen (1.695)
Financiële verplichtingen (33.613)
Handels- en overige verplichtingen (14.358)
Verschuldigde inkomstenbelasting (79)
Netto uitgestele belastingen (3.363)
Netto verworven activa 19.804
Goodwill 14.058
Totale aankoopprijs 33.862

Rex Panels & Profiles SA is gespecialiseerd in de productie van PIR en minerale wol geïsoleerde panelen voor de bouwindustrie en is perfect gelegen in België om de West-Europese markten te bedienen.

De goodwill is toe te schrijven aan de isolatieoplossingen van Rex Panels & Profiles SA in de isolatiemarkten en de synergieën en kruisverkoopmogelijkheden die naar verwachting zullen ontstaan na de integratie.

De goodwill is toegerekend aan de kasstroomgenererende eenheid Insulated Panels. Geen van de goodwill zal naar verwachting fiscaal aftrekbaar zijn. Zie toelichting 7.2.5.2, Goodwill, voor de wijzigingen in goodwill als gevolg van de overname.

De reële waarde van de overgenomen activa is definitief vastgesteld op 31 december 2023. De aanpassing van de reële waarde heeft betrekking op klantenlijsten en klantencontracten (EUR 7,8 miljoen), handelsmerken en technologiegerelateerde immateriële activa (EUR 4,4 miljoen) en materiële vaste activa (EUR 11,6 miljoen). Uitgestelde belastingverplichtingen van EUR -6,0 miljoen zijn opgenomen met betrekking tot aanpassingen van de reële waarde.

Effecten

Rex Panels & Profiles SA heeft pand- en hypotheekrechten als zekerheid verstrekt aan de banken voor een bedrag van EUR 14 miljoen.

Overnamegerelateerde kosten

Overnamegerelateerde kosten van EUR 0,2 miljoen met betrekking tot adviseursvergoedingen zijn opgenomen in overige bedrijfskosten in de winst- en verliesrekening op 31 december 2024.

Bijdrage aan opbrengsten en winst

De overgenomen activiteiten droegen EUR 57,0 miljoen aan opbrengsten en EUR -5,5 miljoen aan nettoresultaat bij aan de Groep voor de periode van 10 januari 2024 tot en met 31 december 2024.

Als gevolg van de overname van Rex Panels & Profiles SA steeg het gemiddeld aantal werknemers met 75 voltijdse equivalenten.

7.2.4.9 Dividenden

Bedragen opgenomen als uitkeringen aan aandeelhouders in de verslagperiode.

Dividend voor de periode eindigend op 31 december 2023 van EUR 0,31 per aandeel.

Voorgesteld stabiel dividend voor de periode eindigend op 31 december 2024 van EUR 0,31 per aandeel, wat leidt tot een totale uitbetaling van EUR 17.547.835 (2023: EUR 17.431.585), inclusief het aan de eigen aandelen toe te rekenen deel (326.800 in totaal op 31 december 2024).

Het voorgestelde dividend is onderhevig aan goedkeuring door de aandeelhouders tijdens de Jaarlijkse Algemene Vergadering en is niet opgenomen als een verplichting in deze financiële staten.

7.2.4.10 Gewone winst per aandeel

De berekening van de gewone en verwaterde winst per aandeel is gebaseerd op de volgende gegevens:

in duizend EUR
2023 2024
Nettowinst (verlies) over de periode 3.165 17.957
Nettowinst (verlies) uit voortgezette bedrijfsactiviteiten (8.989) 16.345
Nettowinst (verlies) uit beëindigde bedrijfsactiviteiten 12.154 1.613
Gewogen gemiddelde aantal uitstaande aandelen
Gewone aandelen op 01 januari (exclusief eigen aandelen*) 55.881.620 55.904.120
Uitgeoefende inschrijvingsrechten 22.500 375.000
Gewone aandelen op 31 december (exclusief eigen aandelen*) 55.904.120 56.279.120
Gewogen gemiddelde aantal uitstaande aandelen 55.897.911 56.067.538
* Aantal eigen aandelen aangehouden op 31 december 326.800 326.800
in EUR
2023 2024
Gewone winst (verlies) per aandeel 0,06 0,32
Gewone winst (verlies) per aandeel uit voortgezette bedrijfsactiviteiten (0,16) 0,29
Gewone winst (verlies) per aandeel uit beëindigde bedrijfsactiviteiten 0,22 0,03

7.2.4.11 Verwaterde winst per aandeel

Berekening van de verwaterde winst per aandeel:

in duizend EUR
2023 2024
Verwaterende elementen
Nettowinst (verlies) uit voortgezette bedrijfsactiviteiten (8.989) 16.345
Nettowinst (verlies) uit beëindigde bedrijfsactiviteiten 12.154 1.613
Winst (verlies) toerekenbaar aan gewone aandeelhouders van de
moederentiteit, inclusief veronderstelde conversies
3.165 17.957
Gewogen gemiddelde uitstaande gewone aandelen 55.897.911 56.067.538
Aandelenoptieplannen - inschrijvingsrechten ¹ 613.312 407.772
Gewogen gemiddelde aantal aandelen voor verwaterde winst per
aandeel
56.511.223 56.475.310
in EUR
2023 2024
Verwaterde winst (verlies) per aandeel 0,06 0,32
Verwaterde winst (verlies) per aandeel uit voortgezette bedrijfsactiviteiten (0,16) 0,29
Verwaterde winst (verlies) per aandeel uit beëindigde bedrijfsactiviteiten 0,22 0,03

1 Op 31 december 2024 zijn alle uitstaande inschrijvingsrechtenplannen vanaf april 2016 'in-the-money', met uitzondering van de inschrijvingsrechtenplannen van mei 2021, mei 2022 en juni 2024. De uitstaande inschrijvingsrechten die 'out-ofthe-money' zijn, worden weergegeven als anti-verwaterend.

7.2.5 Balans

7.2.5.1 Immateriële activa

Voor de verslagperiode eindigend op 31 december 2024:

in duizend EUR
ONTWIKKELINGS
KOSTEN
HANDELSMERKEN,
PATENTEN &
LICENTIES
CLIËNTEEL EN
HANDELS
FONDSEN
OVERIGE
IMMATERIËLE
VASTE ACTIVA
ACTIVA IN
AANBOUW EN
VOORUITBETALINGEN
TOTAAL
Per einde van de vorige verslagperiode
Bruto aanschaffingswaarde 0 62.712 38.668 13.122 2.510 117.011
Geaccumuleerde afboekingen 0 (21.090) (8.875) (9.798) (53) (39.816)
Geaccumuleerde bijzondere
waardevermindering
0 (6.304) 0 0 (797) (7.101)
Nettoboekwaarde aan het einde van de
voorgaande periode
0 35.317 29.792 3.324 1.660 70.094
Bewegingen gedurende de periode
Bedrijfscombinaties 0 4.904 7.850 0 0 12.754
Overnames 0 363 2 1 2.997 3.362
Afschrijving 0 (5.151) (3.821) (755) 0 (9.727)
Bijzondere waardeverminderingen 0 0 0 0 0 0
Overdrachten en buitengebruikstellingen 0 0 0 0 0 0
Overdrachten van de ene rubriek naar de andere 0 2.336 0 636 (2.920) 52
Overdracht naar beëindigde bedrijfsactiviteiten 0 0 0 0 0 0
Wisselkoersverschillen 0 9 3 0 0 13
Per einde van de verslagperiode 0 37.779 33.827 3.206 1.737 76.549
Bruto aanschaffingswaarde 0 69.097 47.545 13.683 2.586 132.912
Geaccumuleerde afboekingen 0 (25.018) (13.718) (10.477) (53) (49.266)
Geaccumuleerde bijzondere
waardevermindering
0 (6.300) 0 0 (797) (7.097)
Nettoboekwaarde aan het einde van de periode 0 37.779 33.827 3.206 1.737 76.549
Nuttige levensduur (in jaren) 3-5 3-10 5-10 Maximaal 5 n.b.

Verwezen wordt ook naar toelichting 7.2.1.4, Belangrijke bronnen van beoordelingsonzekerheden en belangrijke inschattingen.

In 2024 heeft de post 'Bedrijfscombinaties' betrekking op de overname van Rex Panels & Profiles SA. De totale verwerving van immateriële activa bedroeg EUR 3,4 miljoen, tegenover EUR 2,7 miljoen in 2023.

Voor de verslagperiode eindigend op 31 december 2023:

in duizend EUR
ONTWIKKELINGS
KOSTEN
HANDELSMERKEN,
PATENTEN &
LICENTIES
CLIËNTEEL EN
HANDELS
FONDSEN
OVERIGE
IMMATERIËLE
VASTE ACTIVA
ACTIVA IN
AANBOUW EN
VOORUITBETALINGEN
TOTAAL
Per einde van de vorige verslagperiode
Bruto aanschaffingswaarde 153 64.712 39.066 12.318 5.033 121.282
Geaccumuleerde afboekingen (153) (21.326) (6.391) (9.074) (53) (36.997)
Geaccumuleerde bijzondere
waardevermindering
0 (6.316) 0 0 (612) (6.928)
Nettoboekwaarde aan het einde van de
voorgaande periode
0 37.070 32.675 3.244 4.368 77.357
Bewegingen gedurende de periode
Bedrijfscombinaties 0 0 0 0 0 0
Overnames 0 46 0 860 1.835 2.742
Afschrijving 0 (3.702) (3.115) (780) 0 (7.596)
Bijzondere waardeverminderingen 0 0 0 0 (185) (185)
Overdrachten en buitengebruikstellingen 0 (42) (14) 0 (568) (624)
Overdrachten van de ene rubriek naar de andere 0 1.942 (6) 0 (1.937) 0
Overdracht naar beëindigde bedrijfsactiviteiten 0 (0) 227 0 (1.855) (1.628)
Wisselkoersverschillen 0 3 24 0 2 28
Per einde van de verslagperiode 0 35.317 29.792 3.324 1.660 70.094
Bruto aanschaffingswaarde 0 62.712 38.668 13.122 2.510 117.011
Geaccumuleerde afboekingen 0 (21.090) (8.875) (9.798) (53) (39.816)
Geaccumuleerde bijzondere
waardevermindering
0 (6.304) 0 0 (797) (7.101)
Nettoboekwaarde aan het einde van de periode 0 35.317 29.792 3.324 1.660 70.094
Nuttige levensduur (in jaren) 3-5 3-10 5-10 Maximaal 5 n.b.

Verwezen wordt ook naar toelichting 7.2.1.4, Belangrijkste bronnen van beoordelingsonzekerheden en belangrijke inschattingen.

7.2.5.2 Goodwill

Voor de verslagperiode eindigend op 31 december 2024: Voor de verslagperiode eindigend op 31 december 2023:

in duizend EUR
GOODWILL
Per einde van de vorige verslagperiode
Bruto aanschaffingswaarde 76.883
Geaccumuleerde bijzondere waardevermindering (14.474)
Nettoboekwaarde aan het einde van de voorgaande periode 62.409
Bewegingen gedurende de periode
Bedrijfscombinaties 14.058
Bijzondere waardeverminderingen 0
Overdrachten en buitengebruikstellingen 0
Overdrachten van de ene rubriek naar de andere 0
Overdracht naar beëindigde bedrijfsactiviteiten 0
Wisselkoersverschillen 0
Per einde van de verslagperiode 76.467
Bruto aanschaffingswaarde 91.680
Geaccumuleerde bijzondere waardevermindering (15.214)
Nettoboekwaarde aan het einde van de periode 76.467
in duizend EUR
GOODWILL
Per einde van de vorige verslagperiode
Bruto aanschaffingswaarde 79.366
Geaccumuleerde bijzondere waardevermindering (16.148)
Nettoboekwaarde aan het einde van de voorgaande periode 63.218
Bewegingen gedurende de periode
Bedrijfscombinaties 0
Bijzondere waardeverminderingen 0
Overdrachten en buitengebruikstellingen 0
Overdrachten van de ene rubriek naar de andere 6
Overdracht naar beëindigde bedrijfsactiviteiten (809)
Wisselkoersverschillen (6)
Per einde van de verslagperiode 62.409
Bruto aanschaffingswaarde 76.883
Geaccumuleerde bijzondere waardevermindering (14.474)
Nettoboekwaarde aan het einde van de periode 62.409

7.2.5.3 Materiële vaste activa

Voor de verslagperiode eindigend op 31 december 2024:

in duizend EUR
TERREINEN EN GEBOUWEN INSTALLATIES, MACHINES &
UITRUSTING
MEUBILAIR EN ROLLEND
MATERIEEL
HUUROVEREENKOMSTEN EN
SOORTGELIJKE RECHTEN
OVERIGE MATERIËLE VASTE
ACTIVA
ACTIVA IN AANBOUW TOTAAL
Per einde van de vorige verslagperiode
Bruto aanschaffingswaarde 101.445 143.842 13.648 0 116 13.069 272.758
Geaccumuleerde afschrijvingen (32.875) (106.803) (11.152) 0 (92) 0 (151.560)
Geaccumuleerde bijzondere waardeverminderingen (328) (183) 0 0 0 0 (511)
Nettoboekwaarde aan het einde van de voorgaande
periode
68.242 36.856 2.496 0 24 13.069 120.687
Bewegingen gedurende het jaar
Bedrijfscombinaties 23.522 8.745 313 0 0 0 32.580
Overnames 2.561 3.469 544 0 0 14.438 21.012
Afschrijvingen (4.566) (8.377) (1.188) 0 (2) 0 (14.134)
Bijzondere waardeverminderingen 0 (0) 0 0 0 (517) (517)
Overdrachten en buitengebruikstellingen (10) (376) (13) 0 0 8 (391)
Overdrachten van de ene rubriek naar de andere 10.167 7.792 482 0 0 (18.078) 364
Overdracht naar beëindigde bedrijfsactiviteiten 0 0 0 0 0 0 0
Wijzigingen in de consolidatiekring 0 0 0 0 0 0 0
Wisselkoersverschillen 924 204 21 0 0 12 1.161
Per einde van de verslagperiode 100.840 48.313 2.656 0 22 8.933 160.763
Bruto aanschaffingswaarde 143.905 167.839 11.630 0 111 9.517 333.639
Geaccumuleerde afschrijvingen (42.751) (119.345) (8.974) 0 (89) (67) (171.863)
Geaccumuleerde bijzondere waardeverminderingen (314) (181) 0 0 0 (517) (1.012)
Nettoboekwaarde aan het einde van de periode 100.840 48.313 2.656 0 22 8.933 160.763

Op 31 december 2024 hebben de Activa in aanbouw voornamelijk betrekking op Recticel Insulation France en Trimo.

Op 31 december 2024 was de Groep contractuele verplichtingen aangegaan voor de verwerving van materiële vaste activa, voornamelijk in Frankrijk, voor een bedrag van EUR 7,3 miljoen (2023: EUR 2,1 miljoen).

Voor de verslagperiode eindigend op 31 december 2023:

in duizend EUR
TERREINEN EN GEBOUWEN INSTALLATIES, MACHINES &
UITRUSTING
MEUBILAIR EN ROLLEND
MATERIEEL
HUUROVEREENKOMSTEN
EN SOORTGELIJKE
RECHTEN
OVERIGE MATERIËLE VASTE
ACTIVA
ACTIVA IN AANBOUW TOTAAL
Per einde van de vorige verslagperiode
Bruto aanschaffingswaarde 96.907 156.732 13.115 0 160 6.511 273.425
Geaccumuleerde afschrijvingen (29.731) (121.142) (10.521) 0 (97) 0 (161.491)
Geaccumuleerde bijzondere waardeverminderingen (263) (181) 0 0 0 0 (443)
Nettoboekwaarde aan het einde van de voorgaande
periode
66.914 35.409 2.595 0 63 6.511 111.491
Bewegingen gedurende het jaar
Bedrijfscombinaties 0 0 0 0 0 0 0
Overnames 1.454 1.179 217 0 0 16.368 19.217
Afschrijvingen (3.177) (7.122) (902) 0 (32) 0 (11.233)
Bijzondere waardeverminderingen (99) (9) 0 0 0 (12) (120)
Overdrachten en buitengebruikstellingen (185) (21) (3) (0) (7) 0 (216)
Overdrachten van de ene rubriek naar de andere 1.519 7.387 628 0 0 (9.813) (280)
Overdracht naar beëindigde bedrijfsactiviteiten 1.421 0 (40) 0 0 (0) 1.380
Wisselkoersverschillen 396 33 2 0 0 17 448
Per einde van de verslagperiode 68.242 36.856 2.496 0 24 13.069 120.687
Bruto aanschaffingswaarde 101.445 144.587 13.648 0 116 13.069 272.866
Geaccumuleerde afschrijvingen (32.875) (107.549) (11.152) 0 (92) 0 (151.668)
Geaccumuleerde bijzondere waardeverminderingen (328) (183) 0 0 0 0 (511)
Nettoboekwaarde aan het einde van de periode 68.242 36.856 2.496 0 24 13.069 120.687

Verwezen wordt ook naar toelichting 7.2.1.4, Belangrijke bronnen van beoordelingsonzekerheden en belangrijke inschattingen en toelichting 7.2.4.7, Beëindigde bedrijfsactiviteiten.

Op 31 december 2023 hebben de Activa in aanbouw voornamelijk betrekking op Turvac en Recticel Insulation France.

Op 31 december 2023 was de Groep contractuele verplichtingen aangegaan voor de verwerving van materiële vaste activa, voornamelijk in Slovenië, voor een bedrag van EUR 2,1 miljoen (2022: EUR 5,5 miljoen).

7.2.5.4 Activa met gebruiksrechten

Voor de verslagperiode eindigend op 31 december 2024:

in duizend EUR
TERREINEN EN GEBOUWEN INSTALLATIES, MACHINES &
UITRUSTING
MEUBILAIR EN ROLLEND
MATERIEEL
TOTAAL
Per einde van de vorige verslagperiode
Bruto aanschaffingswaarde 50.599 995 2.977 54.571
Geaccumuleerde afschrijvingen (23.582) (650) (1.686) (25.917)
Geaccumuleerde bijzondere waardeverminderingen (883) 0 0 (883)
Nettoboekwaarde aan het einde van de voorgaande
periode
26.135 345 1.291 27.771
Bewegingen gedurende het jaar
Bedrijfscombinaties 0 6.545 0 6.545
Nieuwe leases 169 6.455 3.082 9.705
Aanpassing in verband met de herbeoordeling van de
aannames over de kosten van ontmanteling en herstelling
2.924 0 (167) 2.756
Afschrijvingen (3.538) (1.945) (1.336) (6.818)
Bijzondere waardeverminderingen 123 0 0 123
Beëindigde contracten 46 0 (48) (2)
Overdrachten van de ene rubriek naar de andere (0) (611) 33 (577)
Overdracht naar beëindigde bedrijfsactiviteiten 0 0 0 0
Wijzigingen in de consolidatiekring 0 0 0 0
Wisselkoersverschillen 369 13 19 400
Per einde van de verslagperiode 26.227 10.802 2.874 39.903
Bruto aanschaffingswaarde 53.950 19.033 4.766 77.749
Geaccumuleerde afschrijvingen (27.160) (8.231) (1.891) (37.283)
Geaccumuleerde bijzondere waardeverminderingen (564) 0 0 (564)
Nettoboekwaarde aan het einde van de periode 26.227 10.802 2.874 39.903
Contractuele looptijd (in jaren) 6 - 12 3 - 12 4

De nieuwe leases bestaan uit een extra productielijn bij Rex Panels & Profiles SA, nieuwe vorkheftrucks in Slovenië en de uitbreiding/vernieuwing van bedrijfswagens in de hele Groep.

De gewogen gemiddelde onderliggende marginale rentevoet van de overeenkomsten voor activa met gebruiksrecht op 31 december 2024 was 3,32% (3,16% op 31 december 2023).

Voor de verslagperiode eindigend op 31 december 2023:

in duizend EUR
TERREINEN EN GEBOUWEN INSTALLATIES, MACHINES &
UITRUSTING
MEUBILAIR EN ROLLEND
MATERIEEL
TOTAAL
Per einde van de vorige verslagperiode
Bruto aanschaffingswaarde 46.656 1.803 5.355 53.814
Geaccumuleerde afschrijvingen (20.591) (1.279) (3.092) (24.963)
Geaccumuleerde bijzondere waardeverminderingen (1.109) 0 0 (1.109)
Nettoboekwaarde aan het einde van de voorgaande
periode
24.956 523 2.263 27.742
Bewegingen gedurende het jaar
Bedrijfscombinaties 0 0 0 0
Nieuwe leases 466 29 541 1.036
Aanpassing in verband met de herbeoordeling van de
aannames over de kosten van ontmanteling en herstelling
4.719 143 (39) 4.823
Afschrijvingen (3.248) (312) (846) (4.406)
Bijzondere waardeverminderingen 0 0 0 0
Beëindigde contracten (506) 10 (634) (1.131)
Overdrachten van de ene rubriek naar de andere 46 (46) 0 0
Overdracht naar beëindigde bedrijfsactiviteiten 0 0 0 0
Overdracht naar beëindigde bedrijfsactiviteiten 56 (92) (1) (37)
Wisselkoersverschillen (354) 91 7 (257)
Per einde van de verslagperiode 26.135 345 1.291 27.771
Bruto aanschaffingswaarde 50.599 995 2.977 54.571
Geaccumuleerde afschrijvingen (23.582) (650) (1.686) (25.917)
Geaccumuleerde bijzondere waardeverminderingen (883) 0 0 (883)
Nettoboekwaarde aan het einde van de periode 26.135 345 1.291 27.771
Contractuele looptijd (in jaren) 6 - 12 3 - 12 4

Er wordt ook verwezen naar toelichting 7.2.4.7, Beëindigde bedrijfsactiviteiten.

De gewogen gemiddelde onderliggende marginale rentevoet van de overeenkomsten voor activa met gebruiksrecht op 31 december 2023 was 3,16% (1,48% op 31 december 2022).

De onderstaande tabel geeft een overzicht van de opgenomen leasekosten tijdens de verslagperiode.

Totaal huurcontracten 1.906 598
Overige vergoedingen 0
Diensten in het kader van
huurovereenkomsten
1.903 469
Kortlopende huurcontracten 128
Operationele leases met lage waarde 3 1
2023 2024
in duizend EUR

7.2.5.5 Dochterondernemingen, joint ventures, geassocieerde deelnemingen en overige deelnemingen

Tenzij anders aangegeven, zijn de percentages van het aandelenbezit die hieronder worden weergegeven identiek aan de percentages van de stemrechten.

1. INTEGRAAL GECONSOLIDEERD DOCHTERONDERNEMINGEN

% deelneming in
31 DEC 2023 31 DEC 2024
Bulgarije
Trimo Bulgaria OOD Kan Asparu str. 7, Triaditza District - Sofia City 70,00 (b) 0,00
België
Balim NV/SA Bourgetlaan 42 - 1130 Haren 100,00 100,00
Finapal NV/SA Bourgetlaan 42 - 1130 Haren 100,00 100,00
Recticel International Services NV/SA Bourgetlaan 42 - 1130 Haren 100,00 100,00
Rex Panels & Profiles NV/SA Rue du Mont des Carliers(BL) - 7522 Blandain 100,00 (a)
Finland
Recticel Insulation oy Gneissitie 2 - 04600 Mäntsälä 100,00 100,00
Frankrijk
Recticel Insulation SAS 1, rue Ferdinand de Lesseps - 18000 Bourges 100,00 100,00
Frina Mousse France SARL 1 Rue Jasmin - 68270 Wittenheim 100,00 100,00
Duitsland
Recticel Deutschland Beteiligungs GmbH Adolfstrasse 1 - 65185 Wiesbaden 100,00 100,00
Recticel Grundstücksverwaltung GmbH Adolfstrasse 1 - 65185 Wiesbaden 100,00 100,00
Recticel Verwaltung GmbH & Co. KG Adolfstrasse 1 - 65185 Wiesbaden 100,00 100,00
Trimo DE GmbH The Squaire Business Center, Am Flughafen 12, 5th Floor, 60549
Frankfurt Am Main
100,00 100,00
Luxemburg
Recticel RE SA 23 Avenue Monterey - 2163 Luxembourg 100,00 100,00
Recticel Luxembourg SA 23 Avenue Monterey - 2163 Luxembourg 100,00 100,00
Macedonië
Trimo Makedonija DOOEL Londonska 19/15 – DTC Olimpiko, 1000 Skopje 100,00 100,00
Nederland
Recticel BV Wanraaij 4 - 6673 DN Andelst 100,00 100,00
Recticel International BV Wanraaij 4 - 6673 DN Andelst 100,00 100,00
Trimo Benelux BV Dorpstraat 63 - 5761 BM Bakel 100,00 100,00
% deelneming in
31 DEC 2023 31 DEC 2024
Polen
Recticel Insulation Materials sp. z o.o. ul. Lakowa 29 - 90-554 Lodz 100,00 100,00
Recticel International Services sp.z o.o. ul. Lakowa 29 - 90-554 Lodz 100,00 0,00 (c)
Trimo Polska sp. z o.o. ul. Obrzezna 5 - 02-691 Warsaw 100,00 100,00
Servië
Trimo Inženjering d.o.o. Novo naselje 9 - 22310 Simanovci 100,00 100.00
Slowakije
Trimo Slovakia spol s.r.o. Lovinského 4653 - 81104 Bratislava 25,00 25,00
Slovenië
Trimo d.o.o. Prijateljeva cesta 12 - 8210 Trebnje 100,00 100,00
Trimo MSS d.d. Prijateljeva cesta 12 - 8210 Trebnje 100,00 100,00
Tinde d.o.o. Prijateljeva cesta 12 - 8210 Trebnje 100,00 100,00
Turvac d.o.o. Primorska 6b, 3325 Šoštanj 74,00 74,00
ZEL-EN, razvojni center energetike d.o.o. Vrbina 18 - 8270 Krško 13,59 13,59
Zweden
Recticel Insulation Sweden AB Torsgatan 2 - 11175 Stockholm 100,00 100,00
Verenigd Koninkrijk
Gradient Insulations (UK) Limited Blue Bell Close Clover Nook Industrial Park - Alfreton DE554RD 100,00 0,00 (d)
Recticel Insulation UK Limited Enterprise way Whittle Road, Meir Park - Stoke-on-Trent ST37UN 100,00 100,00
Trimo UK Limited Highview House 1st Floor, Tottenham Cresent, Epson - Surrey KT185QJ 100,00 100,00
Verenigde Staten van Amerika
The Soundcoat Company, Inc. Burt Drive 1 PO Box 25990 - NY 11729 Deer Park, County of Suffolk 100,00 100,00
Verenigde Arabische Emiraten
Trimo DCS FZE Fujairah Free Zone 2 - Fujairah 100,00 100,00

(a) Entiteit die deel uitmaakt van de overname van Rex Panels & Profiles NV/SA (b) Geliquideerd op 31 december 2023 (c) Overgeheveld naar Carpenter Co. op 1 januari 2024 (d) Geliquideerd op 31 december 2024

Belangrijke beperkingen om activa te realiseren of verplichtingen na te komen

Recticel NV/SA of sommige van haar dochterondernemingen hebben garanties verstrekt voor (i) een totaalbedrag van EUR 1,2 miljoen ten gunste van OVAM met betrekking tot de saneringsen rehabilitatieprojecten op sommige van haar sites en/of sites van haar dochterondernemingen, (ii) een totaalbedrag van EUR 0,8 miljoen ten gunste van het Waalse Département du Sol et des Déchets – DSD, (iii) een totaalbedrag van EUR 35,1 miljoen ten gunste van Carpenter Co. en (iv) een totaalbedrag van EUR 3,0 miljoen ten gunste van de verzekeraar HDI Global.

Recticel NV/SA verstrekt ook garanties en comfortbrieven (voor een totaal bedrag van EUR 33,5 miljoen) aan en/ of voor rekening van verschillende rechtstreekse of onrechtstreekse dochterondernemingen, waarvan de belangrijkste (> EUR 1 miljoen) zijn:

  • namens Recticel Verwaltung GmbH: EUR 5,0 miljoen;
  • namens Recticel Insulation s.a.s. in het kader van een huurovereenkomst van onroerend goed: EUR 13,0 miljoen; en
  • namens Recticel Insulation OY: EUR 15,5 miljoen in het kader van een vastgoedinvesteringslening.

Onder de voorwaarden van de gesyndiceerde kredietfaciliteit bedraagt het maximale toegestane dividend voor uitkering, exclusief het deel dat kan worden toegewezen aan de aandelen in eigen bezit, het hoogste van de: (i) 50% van de geconsolideerde nettowinst van de Groep tijdens het voorgaande boekjaar en (ii) EUR 14,0 miljoen.

Het brutodividend over 2024 - uit te keren in 2025 dat aan de Jaarlijkse Algemene Vergadering wordt voorgesteld, bedraagt EUR 0,31 per aandeel, wat leidt tot een totale dividenduitkering van EUR 17,5 miljoen (exclusief aandelen in eigen bezit). Dit bedrag is hoger dan de hierboven vermelde maximale uitbetalingslimiet en daarom werd een ontheffing gevraagd en toegekend.

2. GEASSOCIEERDE DEELNEMINGEN VERWERKT VOLGENS DE VERMOGENSMUTATIEMETHODE

% deelneming in
31 DEC 2023 31 DEC 2024
Duitsland
TEMDA2 GmbH Gut Hochschloss 1 - 82396 Pähl 49,00 49,00

Behalve de goedkeuring van de controlerende aandeelhouder(s) om dividenden uit te keren, zijn er geen specifieke beperkingen op de mogelijkheid van geassocieerde deelnemingen om fondsen over te dragen aan Recticel in de vorm van dividenden in contanten, of om leningen of voorschotten van Recticel terug te betalen.

3. NIET-GECONSOLIDEERDE ENTITEITEN

Sommige dochterondernemingen die voor meer dan 50% worden gecontroleerd, worden niet geconsolideerd omdat ze (nog) niet materieel zijn. Zodra ze echter een voldoende omvang hebben bereikt, zullen ze in de consolidatiekring worden opgenomen. Recticel heeft geen niet-geconsolideerde entiteiten.

7.2.5.6 Investeringen in joint ventures, geassocieerde deelnemingen en overige deelnemingen

Een lijst van de belangrijke investeringen in joint ventures en geassocieerde deelnemingen is opgenomen in toelichting 7.2.5.5, Dochterondernemingen, joint ventures, geassocieerde deelnemingen en overige deelnemingen.

Er is een onderscheid gemaakt tussen geassocieerde deelnemingen (opbrengsten opgenomen in de Operationele winst/(verlies)) en overige geassocieerde deelnemingen - (opbrengsten uitgesloten van de operationele winst/(verlies)).

Andere geassocieerde deelnemingen worden niet beschouwd als onderdeel van de kernactiviteiten van de Groep en zijn niet opgenomen in de operationele winst/(verlies), zoals TEMDA2 (Ascorium, voorheen Automotive Interiors).

in duizend EUR
JOINT VENTURES GEASSOCIEERDE
VENNOOTSCHAPPEN
OVERIGE
GEASSOCIEERDEN
31 DEC 2023 JOINT VENTURES GEASSOCIEERDE
VENNOOTSCHAPPEN
OVERIGE
GEASSOCIEERDEN
31 DEC 2024
Per einde van de vorige verslagperiode 0 0 9.520 9,520 0 0 (0) 0
Bewegingen gedurende het jaar
Kapitaalverhoging 0 0 0 0 0 0 0 0
Herwaarderingswinsten/-verliezen op toegezegd-pensioenregelingen 0 0 0 0 0 0 0 0
Inkomstenbelasting met betrekking tot componenten van niet
gerealiseerde resultaten
0 0 0 0 0 0 0 0
Overige elementen van het totaal resultaat voor de periode, netto
van belastingen
0 0 0 0 0 0 0 0
Aandeel van de Groep in het resultaat van de periode 0 0 (1.772) (1,772) 0 0 0 0
Omrekeningsverschillen 0 0 0 0 0 0 0 0
Totaal resultaat van de verslagperiode 0 0 (1.772) (1,772) 0 0 0 0
Uitgekeerde dividenden 0 0 0 0 0 0 0 0
Wijzigingen in consolidatiekring 0 0 0 0 0 0 0 0
Reclassificatie naar activa bestemd voor verkoop 0 0 0 0 0 0 0 0
Bijzondere waardevermindering 0 0 (7.748) (7,748) 0 0 0 0
Overige 0 0 0 0 0 0 0 0
Per einde van de verslagperiode 0 0 (0) 0 0 0 (0) 0

In 2024 Gezien de relevante overwegingen dat er geen contractuele of feitelijke verplichtingen zijn die onbeperkte verliezen dekken, wordt de opname van het aandeel van de Groep in de resultaten van de joint venture beperkt tot het oorspronkelijk opgenomen bedrag van de investering. Alle latere aandelen van de Groep in de winsten worden niet opgenomen door de Groep totdat het historisch niet-opgenomen aandeel van de Groep in de resultaten van de joint venture is gedekt.

In 2023 werd op basis van de cijfers voor vooruitzichten 2023 en budget 2024 een volledige waardevermindering op de deelneming in TEMDA2 geboekt, namelijk EUR 7,7 miljoen. Op 31 december 2023 bedroeg de investering van Recticel in TEMDA2 (Investeringen in andere geassocieerde deelnemingen) nul. Aangezien de investering van Recticel in TEMDA2 tot nul is gedaald als gevolg van een bijzondere waardevermindering, worden bijkomende verliezen alleen opgenomen als een verplichting in de mate dat Recticel wettelijke of feitelijke verplichtingen heeft of betalingen heeft gedaan in naam van TEMDA2. Aangezien Recticel dergelijke verplichting niet heeft, resulteerden verdere verliezen van TEMDA2 niet in een bijkomend verlies in de geconsolideerde rekeningen van Recticel (enkel indien geen wettelijke of feitelijke verplichtingen).

Pro forma kerncijfers voor geassocieerde deelnemingen en overige deelnemingen (op 100% basis):

in duizend EUR
GEASSOCIEERDE VENNOOTSCHAPPEN OTHER ASSOCIATES
ORSA FOAM TEMDA2
31 DEC 2023 31 DEC 2024 31 DEC 2023 31 DEC 2024

Geaggregeerde cijfers (som van individuele grootboeken vóór eliminaties)

Winst (verlies) van de periode 0 0 (20.794) (5.834)
Bedrijfsopbrengsten 0 0 143.216 104.451
Netto eigen vermogen 0 0 15.812 28.042
Totaal passiva 0 0 (122.071) (104.600)
Kortlopende verplichtingen 0 0 (76.101) (92.752)
Langlopende verplichtingen 0 0 (45.970) (11.848)
Totaal activa 0 0 137.883 112.642
Vlottende activa 0 0 71.126 59.864
Vaste activa 0 0 66.757 52.778

In 2023 heeft Recticel haar participatie van 33% in Orsa Foam srl verkocht aan de joint venture partner Orsa srl.

in duizend EUR
ORSA FOAM TEMDA2
31 DEC 2023 31 DEC 2024 31 DEC 2023 31 DEC 2024
Netto eigen vermogen (aandeel van de Groep) 0 0 7.748 0
Omkering van de herwaardering op onroerend
goed
0 0 0 0
Correcties op openingsbalans 0 0 0 0
Bijzondere waardevermindering 0 0 (7.748) 0
Boekwaarde van belangen in geassocieerde
deelnemingen
0 0 0 0

Op 1 juli 2020 kondigde Recticel NV/SA kende de afronding aan van de verkoop van haar Automotive Interiors activiteiten aan TEMDA2 GmbH (nu Ascorium Holding GmbH), een joint venture opgericht tussen de Duitse private equity speler Admetos (51%) en Recticel NV/SA (49%).

De aandeelhoudersovereenkomst van de joint venture bevatte wederzijdse call-/ putopties - voor Admetos om het resterende belang van 49% te verwerven of voor Recticel om het te verkopen - die uitoefenbaar waren vanaf maart 2024.

Op het moment van de desinvestering op 30 juni 2020 kende Recticel NV/SA een achtergestelde verkoperslening van EUR 10 miljoen (vervaldagvervaldatum 2027) toe aan TEMDA2 GmbH. Op 31 december 2024 bedroeg de verkoperslening (vordering) van TEMDA2 GmbH, inclusief gecumuleerde rente, EUR 11,5 miljoen.

Verder heeft Recticel ook bedrijfsgaranties op eerste verzoek verstrekt aan KBC Bank en BNP Paribas Bank die aan Temda2 GmbH een acquisitielening van EUR 25 miljoen en aan Ascorium Group een doorlopende kredietfaciliteit van EUR 20 miljoen met een looptijd van vijf jaar hadden verstrekt. Er werd nog een bedrijfsgarantie verstrekt aan KBC Bank in 2022 voor een bedrag van EUR 2,75 miljoen voor de financiering van een sprinklersysteem voor een van Ascorium's productiesites in Tsjechië.

Gezien de economische gevolgen van de Oekraïne-crisis in 2022 en 2023, wat leidde tot hogere financieringskosten en verminderde vooruitzichten voor de automobielsector, vroeg Ascorium om een verlenging van de financieringen van KBC Bank en BNP Paribas Bank en de bijhorende bedrijfsgaranties van Recticel.

In de loop van 2024 hebben Admetos en Recticel opnieuw onderhandeld over hun respectieve overeenkomsten, waarbij Recticel ermee instemde om haar bedrijfsgaranties te verlengen en waarbij de wederzijdse call/put-opties werden afgeschaft en de partijen zouden samenwerken aan een gezamenlijke desinvestering op het gepaste moment. Er werden ook wijzigingen aangebracht in de corporate governance-structuur, waardoor Recticel meer bestuursrechten kreeg.

Ondanks de algehele negatieve evolutie in de automobielsector in het afgelopen jaar, blijft de Ascorium-activiteit een positieve recurrente EBITDA genereren, maar een negatieve EAT als gevolg van de toegenomen financiering en financieringskosten. Tegelijkertijd is Ascorium erin geslaagd om nieuwe projecten binnen te halen waardoor de activiteit vanaf 2027 opnieuw kan groeien, maar die tegelijkertijd aanzienlijke investeringen in kapitaal en werkkapitaal vereisen, waarvoor bijkomende financiering nodig kan zijn.

Gezien de aanhoudende onzekerheid in de automobielmarkt, kan Recticel niet uitsluiten dat de bovenvermelde verkoperslening niet (volledig) zal worden gerecupereerd, noch kan het uitsluiten dat de bovenvermelde bedrijfsgaranties ten aanzien van KBC Bank en BNP Paribas Bank op een bepaald moment geheel of gedeeltelijk zullen worden aangesproken. Het maximale risico voor Recticel NV/SA in deze context bedraagt EUR 59,8 miljoen.

De Groep heeft geen significante voorwaardelijke verplichtingen opgelopen voor haar belangen in geassocieerde deelnemingen of andere geassocieerde deelnemingen.

7.2.5.7 Overige financiële activa

in duizend EUR
31 DEC 2023 31 DEC 2024
Financiële investeringen 500 500
Leningen aan verbonden ondernemingen 11.523 11.522
Overige leningen 2.517 449
Langlopende financiële vorderingen 14.041 11.971
Contante voorschotten en deposito's 200 323
Overige vorderingen 329 0
Langlopende overige vorderingen 530 323
Afgeleide instrumenten - Optiewaardering 0 0
Totaal 15.070 12.794

De post 'Leningen aan verbonden ondernemingen' heeft voornamelijk betrekking op een lening aan TEMDA2 (EUR 11,5 miljoen). De post 'Overige leningen' heeft betrekking op leningen verleend aan Recticel Insulation SAS, Frankrijk (EUR 0,2 miljoen) aan een aantal personeelsleden.

De boekwaarde van deze langlopende vorderingen benadert de reële waarde omdat de variabele rentevoet in lijn ligt met de marktvoorwaarden.

De maximale blootstelling aan kredietrisico's is gelijk aan de boekwaarde van deze activa zoals opgenomen op de balans.

Er zijn geen onbetaalde, doch verschuldigde vorderingen, noch bijzondere waardeverminderingen op uitstaande vorderingen. Er zijn geen specifieke garanties aangeboden voor uitstaande vorderingen.

De post 'Contante voorschotten en deposito's' heeft voornamelijk betrekking op verstrekte waarborgen voor huur en aankopen van diensten (water, elektriciteit, telecommunicatie, afvalverwerking, enz.).

7.2.5.8 Voorraden

in duizend EUR
31 DEC 2023 31 DEC 2024
Grondstoffen & benodigdheden - Bruto 31.528 41.802
Grondstoffen & benodigdheden - Afgeschreven bedragen (1.277) (2.381)
Grondstoffen & benodigdheden 30.251 39.422
Werk in uitvoering - Bruto 904 1.523
Werk in uitvoering - Afgeschreven bedragen (7) (2)
Werk in uitvoering 897 1.521
Afgewerkte producten - Bruto aanschaffingswaarde 12.226 13.085
Afgewerkte producten - Waardeverminderingen (273) (64)
Afgewerkte producten 11.953 13.021
Verhandelde goederen - Bruto 727 1.144
Verhandelde goederen - Afgeschreven bedragen (236) (221)
Verhandelde goederen 491 923
Aanbetalingen - Bruto aanschaffingswaarde 99 189
Aanbetalingen - Afgeboekte bedragen 0 0
Aanbetalingen 99 189
Bestellingen in uitvoering - Aanschaffingswaarde 0 0
Bestellingen in uitvoering - Aanschaffingswaarde - Moulds 0 0
Bestellingen in uitvoering 0 0
Totale voorraden 43.692 55.075
Bedragen afgeschreven op voorraden tijdens de periode (1.886) (961)
Terugname van afgeschreven bedragen op voorraden tijdens de
verslagperiode
320 777

De totale voorraden in 2024 stegen door de hogere bedrijfsactiviteiten.

7.2.5.9 Contractactiva en contractverplichtingen

Het volgende schema geeft het overzicht van contractactiva en -verplichtingen na toepassing van IFRS 15 in 2024 en omvat zowel de impact van de openingsbalans als de mutaties van de periode.

Voor de verslagperiode eindigend op 31 december 2024:

in duizend EUR
OPENINGSBALANS BEDRIJFSCOMBINATIES VERGOEDING TE
BETALEN AAN
KLANTEN
OVERDRACHT
NAAR WINST- EN
VERLIESREKENING
RECLASSIFICATIE WISSELKOERS
VERSCHILLEN
OVERDRACHT
NAAR BEËINDIGDE
BEDRIJFS
ACTIVITEITEN
WIJZIGINGEN IN
CONSOLIDATIEKRING
EINDSALDO AAN
HET EINDE VAN DE
PERIODE
Langlopende contractactiva - Vergoeding te betalen aan de
klant
0 0 0 0 0 0 0 0 0
Langlopende contractactiva - Onderhanden projecten Moulds 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Langlopende contractactiva - Onderhanden projecten
Tooling & Packaging
0 0 0 0 0 0 0 0 0
Langlopende contractactiva 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Kortlopende contractactiva - Vergoeding te betalen aan de
klant
0 0 0 0 0 0 0 0 0
Kortlopende contractactiva - Onderhanden projecten Moulds 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Kortlopende contractactiva - Onderhanden projecten Tools
& Packaging
0 0 0 0 0 0 0 0 0
Kortlopende contractactiva 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Totaal contractactiva 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Langlopende contractverplichtingen - Omzet uit moulds
opgenomen voor SOP (start of production)
0 0 0 0 0 0 0 0 0
Langlopende contractverplichtingen - Omzet uit moulds
opgenomen na SOP (start of production)
0 0 0 0 0 0 0 0 0
Langlopende contractverplichtingen - Omzet uit Tooling &
Packaging opgenomen voor SOP (start of production)
0 0 0 0 0 0 0 0 0
Langlopende contractverplichtingen - Omzet uit Tooling &
Packaging opgenomen na SOP (start of production)
0 0 0 0 0 0 0 0 0
Langlopende contractverplichtingen 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Contractverplichtingen - Verwachte kortingen en
volumekortingen
8.037 0 0 2.024 (803) 320 0 0 9.577
Contractverplichtingen - Lange termijn overeenkomsten 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Contractverplichtingen - Opname van omzet Moulds 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Contractverplichtingen - Opname van omzet Tooling &
Packaging
0 0 0 0 0 0 0 0 0
Kortlopende contractverplichtingen 8.037 0 0 2.024 (803) 320 0 0 9.577
Totaal contractverplichtingen 8.037 0 0 2.024 (803) 320 0 0 9.577

In 2024 stegen de contractverplichtingen voor verwachte kortingen en volumekortingen door toegenomen bedrijfsopbrengsten.

Voor de verslagperiode eindigend op 31 december 2023:

in duizend EUR
OPENINGSBALANS BEDRIJFS
COMBINATIES
VERGOEDING TE
BETALEN AAN
KLANTEN
OVERDRACHT
NAAR WINST- EN
VERLIESREKENING
RECLASSIFICATIE WISSELKOERS
VERSCHILLEN
OVERDRACHT
NAAR BEËINDIGDE
BEDRIJFSACTIVITEITEN
WIJZIGINGEN IN
CONSOLIDATIEKRING
EINDSALDO AAN
HET EINDE VAN DE
PERIODE
Langlopende contractactiva - Vergoeding te betalen aan de
klant
0 0 0 0 0 0 0 0 0
Langlopende contractactiva - Onderhanden projecten Moulds 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Langlopende contractactiva - Onderhanden projecten Tooling
& Packaging
0 0 0 0 0 0 0 0 0
Langlopende contractactiva 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Kortlopende contractactiva - Vergoeding te betalen aan de
klant
0 0 0 0 0 0 0 0 0
Kortlopende contractactiva - Onderhanden projecten Moulds 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Kortlopende contractactiva - Onderhanden projecten Tools &
Packaging
0 0 0 0 0 0 0 0 0
Kortlopende contractactiva 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Totaal contractactiva 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Langlopende contractverplichtingen - Omzet uit moulds
opgenomen voor SOP (start of production)
0 0 0 0 0 0 0 0 0
Langlopende contractverplichtingen - Omzet uit moulds
opgenomen na SOP (start of production)
0 0 0 0 0 0 0 0 0
Langlopende contractverplichtingen - Omzet uit Tooling &
Packaging opgenomen voor SOP (start of production)
0 0 0 0 0 0 0 0 0
Langlopende contractverplichtingen - Omzet uit Tooling &
Packaging opgenomen na SOP (start of production)
0 0 0 0 0 0 0 0 0
Langlopende contractverplichtingen 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Contractverplichtingen - Verwachte kortingen en
volumekortingen
7.587 0 0 1.138 (805) 116 0 0 8.037
Contractverplichtingen - Lange termijn overeenkomsten 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Contractverplichtingen - Opname van omzet Moulds 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Contractverplichtingen - Opname van omzet Tooling &
Packaging
0 0 0 0 0 0 0 0 0
Kortlopende contractverplichtingen 7.587 0 0 1.138 (805) 116 0 0 8.037
Totaal contractverplichtingen 7.587 0 0 1.138 (805) 116 0 0 8.037

7.2.5.10 Handelsvorderingen, overige vorderingen en overige financiële activa

Overige vorderingen en overige financiële activa 1+2 10.027 12.119
Overige financiële activa ² 2.694 2.626
Leningen tegen geamortiseerde kostprijs 2.670 2.626
Afgeleide instrumenten (termijnwisselcontracten) 24 0
Overige vorderingen ¹ 7.333 9.494
Totaal handelsvorderingen 78.134 101.925
Voorzieningen voor verwachte kredietverliezen (3.330) (4.394)
Handelsvorderingen 81.464 106.319
31 DEC 2023 31 DEC 2024
in duizend EUR

Handelsvorderingen op balansdatum 2024 omvatten te ontvangen bedragen uit de verkoop van goederen en diensten voor EUR 101,9 miljoen (2023: EUR 78,1 miljoen). De stijging houdt gedeeltelijk verband met de bedrijfscombinatie Rex Panels & Profiles SA.

In 2024 hebben overige vorderingen voor een bedrag van EUR 9,5 miljoen betrekking op (i) te ontvangen BTW (EUR 1,8 miljoen), (ii) aan derden betaalde voorschotten voor exploitatiekosten gespreid over verschillende boekjaren (EUR 3,5 miljoen), (iii) vooruitbetalingen, belastingkredieten en subsidies en contractuele verplichtingen met medecontractanten (EUR 4,2 miljoen).

In 2023 hebben overige vorderingen voor een bedrag van EUR 7,3 miljoen betrekking op (i) te ontvangen BTW (EUR 1,5 miljoen), (ii) aan derden betaalde voorschotten voor exploitatiekosten gespreid over verschillende boekjaren (EUR 3,8 miljoen), (iii) vooruitbetalingen, belastingkredieten en subsidies en contractuele verplichtingen met medecontractanten (EUR 2,0 miljoen).

In 2024 bestaan de overige financiële activa (EUR 2,7 miljoen) voornamelijk uit de vordering van EUR 2,4 miljoen (i.e. huidige deel van de lening betaalbaar in2025) op Orsa Foam met betrekking tot het betalingsplan gekoppeld aan de verkoop van de deelneming.

In 2023 bestaan de overige financiële activa (EUR 2,7 miljoen) voornamelijk uit de vordering van EUR 2,4 miljoen (i.e. huidige deel van de lening betaalbaar in 2024) op Orsa Foam met betrekking tot het betalingsplan gekoppeld aan de verkoop van de deelneming.

Factoring

Hoewel de factoringkredietlijnen nog steeds beschikbaar zijn, zijn er door de inkomende kasstroom uit de verkoop van Recticel Engineered Foams aan Carpenter Co. geen bedragen opgenomen op 31 december 2024.

in duizend EUR
31 DEC 2023 31 DEC 2024
Factoring zonder verhaal
Bruto bedrag (0) 0
Blijvende betrokkenheid 0 0
Nettobedrag (0) 0
Retentiebedrag opgenomen in schuld 0 (0)
Totaal bedrag factoring zonder verhaal (0) (0)

Het gemiddelde aan uitstaande bedragen van vorderingen varieert tussen 10% en 15% van de totale omzet. Via een gecentraliseerde kredietbeheerorganisatie wordt een strikte kredietopvolging georganiseerd.

De aanhoudende betrokkenheid vertegenwoordigt het deel van de vorderingen dat niet werd overgedragen aan de factoringmaatschappij zoals gespecificeerd in de voorwaarden onder de factoringovereenkomst. Het retentiebedrag vertegenwoordigt het bedrag dat van het bruto (factuur)bedrag wordt afgetrokken, rekening houdend met de beperking van het bedrag dat per klant in de factoringovereenkomst kan worden opgenomen. Recticel neemt dit retentiebedrag niet op in de schuld. Deze openstaande vorderingen ("retentiebedrag") worden permanent op de balans gepresenteerd.

Mutaties in voorzieningen voor verwachte kredietverliezen:

in duizend EUR
31 DEC 2023 31 DEC 2024
Per einde van de vorige verslagperiode (3.412) (3.330)
Bedrijfscombinaties 0 (1.199)
Toevoegingen (283) (833)
Omkeringen 298 1.050
Niet-terugvorderbare bedragen 7 0
Reclassificatie 1 (208)
Wisselkoersverschillen 59 125
Wijzigingen in consolidatiekring 0 0
Overdracht naar activa bestemd voor verkoop 0 0
Totaal aan het einde van de periode (3.330) (4.394)

De niet-terugvorderbare bedragen verwijzen naar handelsvorderingen die zijn afgeschreven omdat de Groep van mening is dat deze niet meer invorderbaar zijn.

7.2.5.11 Geldmiddelen en kasequivalenten

Geldmiddelen en kasequivalenten omvatten geldmiddelen aangehouden door de Groep en bankdeposito's op korte termijn met een oorspronkelijke looptijd van ten hoogste drie maanden. De boekwaarde van deze activa komt ongeveer overeen met hun reële waarde. Er zijn geen specifieke beperkingen van toepassing op geldmiddelen en kasequivalenten.

7.2.5.12 Activa en verplichtingen aangehouden voor verkoop en beëindigde bedrijfsactiviteiten

Beëindigde bedrijfsactiviteiten

In 2023 werden de Recticel Engineered Foams activiteiten verkocht aan Carpenter Co., toelichting 7.2.4.7, Beëindigde bedrijfsactiviteiten.

7.2.5.13 Aandelenkapitaal

2023 2024
Aantal aandelen
Aantal uitgegeven en volledig volstorte aandelen op 01 januari 56.208.420 56.230.920
Aantal uitgegeven en volledig volstorte aandelen op 31 december 56.230.920 56.605.920
waarvan aantal eigen aandelen op 31 december 326.800 326.800
in duizend EUR

31 DEC 2023 31 DEC 2024 Uitgegeven en volledig volstorte aandelen 140.577 141.515

De wijziging in het aandelenkapitaal wordt verklaard door de uitoefening van inschrijvingsrechten in 2024.

Recticel beheert zijn aandelenkapitaal, zonder correcties of aanpassingen. Er gelden geen externe kapitaalbeperkingen op het aandelenkapitaal, met uitzondering van de gesyndiceerde doorlopende kredietfaciliteit, waaraan enkele financiële convenanten verbonden zijn. Eén convenant beperkt de jaarlijkse dividenduitkering tot het hoogste bedrag van (i) 50% van de geconsolideerde nettowinst van de Groep over het voorgaande boekjaar en (ii) EUR 14,0 miljoen. Voor het dividend 2024 is een ontheffing aangevraagd en toegekend.

7.2.5.14 Pensioenen en gelijkaardige verplichtingen

in duizend EUR
31 DEC 2023 31 DEC 2024
Voordelen na uitdiensttreding: toegezegd-pensioenregelingen 11.947 10.487
Overige voordelen op lange termijn en vergoedingen bij uitdienstreding 465 510
Netto verplichtingen op 31 december 12.412 10.996

• Vergoedingen na uitdiensttreding: toegezegd-pensioenregelingen

97,0% van de verplichting uit hoofde van toegezegd-pensioenregelingen is geconcentreerd in drie landen: België (52,7%), het Verenigd Koninkrijk (38,1%) en Duitsland (6,1%). Binnen deze drie landen heeft Recticel gefinancierde toegezegdpensioenregelingen. Dit omvat hybride toegezegd-bijdrageregelingen, die behandeld worden als toegezegd-pensioenregelingen omwille van de garantieverplichtingen van de werkgever. Deze regelingen voorzien doorgaans in pensioenuitkeringen die gerelateerd zijn aan het salaris en de diensttijd.

De volgende informatie beschrijft de pensioenregelingen in België en het Verenigd Koninkrijk, die 90,9% uitmaken van de totale toegezegd-pensioenregelingen.

Totaal 66.748 (60.287) 6.461 4.026 10.487
Andere landen 2.018 0 2.018 0 2.018
Duitsland 4.063 (342) 3.721 0 3.721
Verenigd Koninkrijk 25.461 (28.487) (3.026) 4.026 1.000
België 35.206 (31.458) 3.748 0 3.748
TOEGEZEGD
PENSIOENREGELINGEN
ACTIVA FINANCIERINGSSTATUS
TEKORT/(OVERSCHOT)
AANPASSING WEGENS
ACTIVAPLAFOND/
AANVULLENDE
VERPLICHTING ONDER
IFRIC 14
NETTO
VERPLICHTING/
(ACTIEF)
in duizend EUR

België

Recticel heeft in België toegezegd-pensioenregelingen en hybride pensioenregelingen. Deze plannen worden gefinancierd via groepsverzekeringen en de bijdragen zijn enkel ten laste van de werkgever. De toegezegd-pensioenregelingen zijn sinds 2003 gesloten voor nieuwe werknemers; de meeste hybride regelingen zijn nog steeds open voor nieuwe werknemers. De regelingen functioneren binnen en voldoen aan een regelgevend kader en voldoen aan de lokale minimale financieringsvereisten. Deelnemers aan de regelingen hebben recht op salarisgerelateerde uitkeringen bij pensionering op 65-jarige leeftijd en bij overlijden in dienst. De gebruikelijke, en veronderstelde, vorm van uitbetaling is in alle gevallen een eenmalige uitkering, maar de regelingen voorzien in de optie om deze om te zetten in een lijfrente.

Verenigd Koninkrijk

Recticel financiert in het Verenigd Koninkrijk één toegezegd-pensioenregeling die gesloten is voor nieuwe deelnemers en voor verdere verhoging van voordelen voor bestaande deelnemers. Het plan wordt bestuurd via een trust die juridisch gescheiden is van Recticel en wordt geleid door een raad van Trustees die bestaat uit zowel door de werkgever als door de leden benoemde trustees. De Trustees zijn wettelijk verplicht om te handelen in het belang van de begunstigden van de regeling en zijn verantwoordelijk voor het beleggingsbeleid van de activa en het dagelijks beheer van de uitkeringen. De regeling functioneert binnen en voldoet aan een regelgevend kader en is onderworpen aan minimale financieringsvereisten. Onder de regeling hebben deelnemers bij pensionering op 60- of 65-jarige leeftijd recht op een jaarlijks pensioen, gebaseerd op hun laatste pensioengerechtigde salaris en het aantal pensioenjaren.

De wetgeving in het Verenigd Koninkrijk vereist dat de verplichtingen van toegezegdpensioenregelingen voor financieringsdoeleinden worden berekend op een voorzichtige basis. De laatste financieringswaardering van de regeling werd uitgevoerd op 31 december 2022 en liet een tekort zien van GBP 2,5 miljoen. In juli 2024 werd een nieuw herstelplan overeengekomen om dit tekort weg te werken. Recticel stemde ermee in om een bedrag van GBP 1,0 miljoen te betalen op 31 december 2027.

Recticel heeft een overeenkomst afgesloten met de Trustees van de regeling om de kosten van de overdracht van het plan aan een verzekeringsmaatschappij te financieren. Op 31 december 2024 bedroegen de geschatte kosten boven de verplichting uit hoofde van personeelsbeloningen opgenomen onder IAS 37 GBP 0,8 miljoen, en dit bedrag is opgenomen onder voorzieningen voor overige risico's.

• Risico's verbonden aan toegezegd-pensioenregelingen

De belangrijkste risico's in verband met de toegezegdpensioenregelingen van Recticel zijn:

Wijzigingen in obligatierendementen

Pensioenverplichtingen worden berekend op basis van een disconteringsvoet die gewoonlijk wordt bepaald op basis van het rendement van bedrijfs- of overheidsobligaties. Een daling van de obligatierente zal daarom de waarde van de pensioenverplichtingen verhogen, hoewel dit gedeeltelijk zal worden gecompenseerd door een stijging van de waarde van de activa die in obligaties worden aangehouden.

Volatiliteit van de activa

Als de activaportefeuilles over het geheel genomen minder goed presteren dan de obligatierendementen, zal de nettoverplichting toenemen. Sommige regelingen houden een deel van de aandelen aan die, hoewel ze naar verwachting op de lange termijn beter zullen presteren dan bedrijfsobligaties, het risico van volatiliteit op de korte termijn met zich meebrengen. De aandelenallocatie wordt gemonitord om ervoor te zorgen dat deze passend blijft.

Inflatierisico

Toenames in uitkeringen, en in de onderliggende salarissen waarop sommige uitkeringen zijn gebaseerd, zijn gekoppeld aan inflatie, zodat een hogere inflatie zal leiden tot hogere pensioenverplichtingen. De meeste fondsbeleggingen worden niet of nauwelijks beïnvloed door inflatie, zodat een hogere inflatie zal leiden tot een hogere nettoverplichting. Voor sommige regelingen wordt dit risico beperkt door een bovengrens te stellen aan de stijging van de uitkeringen, wat bescherming biedt tegen extreme inflatie.

Levensverwachting

Sommige regelingen verstrekken uitkeringen voor de levensduur van de deelnemer, zodat een stijging van de levensverwachting zal resulteren in een stijging van de brutoverplichting uit hoofde van toegezegdpensioenregelingen.

Valutarisico

Valutarisico's vloeien voornamelijk voort uit fluctuaties in de eurowaarde van nettoverplichtingen van regelingen die in andere valuta's uitgedrukt worden.

in duizend EUR
31 DEC 2023 31 DEC 2024
De evolutie van de nettoverplichting
gedurende het jaar is als volgt:
Netto verplichting op 01 januari 12.783 11.947
Wijzigingen in de consolidatiekring 0 0
Lasten opgenomen in de winst- en
verliesrekening
1.851 1.614
Werkgeversbijdragen (4.192) (2.289)
Bedrag opgenomen in overige totaal
resultaat
1.457 (839)
Wisselkoersverschillen 48 53
Netto verplichtingen beëindigde
bedrijfsactiviteiten
0 0
Netto verplichting op 31 december 11.947 10.487
in duizend EUR
31 DEC 2023 31 DEC 2024

Pensioenkosten opgenomen in winst en verlies en in niet-gerealiseerde resultaten:

Totaal bedrag opgenomen in winst en verlies
en niet-gerealiseerde resultaten
4.555 775
Totaal bedrag opgenomen in niet
gerealiseerde resultaten
1.029 (839)
Wijzigingen in het activaplafond impact/
aanvullende verplichtingen, exclusief
bedragen die zijn opgenomen in de
nettorentelasten
(812) (1.486)
Actuariële (winsten)/verliezen door ervaring 707 354
Actuariële (winsten)/verliezen als gevolg
van veranderingen in demografische
veronderstellingen
(930) (276)
Actuariële (winsten)/verliezen als gevolg van
wijzigingen in financiële veronderstellingen
3.572 (2.483)
Rendement op fondsactiva (bovenop)/onder
datgene opgenomen in nettorenten
(1.508) 3.052
Herwaarderingen in niet-gerealiseerde
resultaten
Pensioenuitgaven opgenomen in winst en
verlies
3.526 1.614
Rente op activaplafond/ aanvullende
verplichting opgenomen onder IFRIC 14
229 260
Rente-opbrengsten (2.941) (2.326)
Rentelasten 3.323 2.391
Netto rentelasten:
Administratieve uitgaven 103 91
Kosten of winst bij verrekening (157) 0
Kosten van dienstverlening in het verleden
(inclusief inperkingen)
(9) (100)
Werknemersbijdragen (347) 0
Huidige servicekosten 3.325 1.298
Servicekosten:

In 2024 hebben de bedragen voor servicekosten en inperkingen voornamelijk betrekking op herstructurering in België.

in duizend EUR

Samenstelling van de portefeuille van de regelingen op 31 december 2024

31 DEC 2023 31 DEC 2024
Bedragen met betrekking tot de toegezegd-pensioenregelingen opgenomen in de balans, zijn:
Verplichtingen uit hoofde van toegezegd-pensioenregelingen voor gefinancierde
plannen
65.649 64.730
Reële waarde van de planactiva (fondsbeleggingen) (60.334) (60.287)
Financieringsstatus voor gefinancierde plannen tekort/(overschot) 5.315 4.443
Verplichtingen uit hoofde van toegezegd-pensioenregelingen voor niet-gefinancierde
plannen
1.611 2.018
Totale gefinancierde status op 31 december tekort/(overschot) 6.926 6.461
Effect van activaplafond/ aanvullende verplichting opgenomen onder IFRIC 14 5.021 4.026
Netto verplichtingen op 31 december 11.947 10.487
De belangrijkste actuariële hypothesen op 31 december (gewogen gemiddelden) zijn:
Discontovoet 3,68% 2,95%
Toekomstige pensioenverhogingen 2,36% 2,36%
Verwacht percentage salarisverhogingen 3,11% 3,05%

De sterfteaannames zijn gebaseerd op recente sterftetabellen. De sterftetabellen van het Verenigd Koninkrijk en Duitsland gaan ervan uit dat de levensverwachting de komende jaren zal stijgen.

Wijziging in de planactiva (fondsbeleggingen)
Reële waarde van de planactiva op 01 januari 54.952 60.334
Wijzigingen in de consolidatiekring 0 0
Rente-opbrengsten 2.406 2.326
Werkgeversbijdragen 4.192 2.289
Werknemersbijdragen 0 0
Betaalde uitkeringen (direct & indirect, inclusief belastingen op betaalde
premiebijdragen)
(2.910) (2.910)
Rendement op fondsactiva (bovenop)/onder datgene opgenomen in nettorenten, excl.
renteopbrengsten
1.648 (3.052)
Winst/(verlies) in verband met schikkingen (442) 0
Administratieve uitgaven (96) (91)
Wisselkoersverschillen 584 1.392
Planactiva beëindigde bedrijfsactiviteiten 0 (0)
Reële waarde van de planactiva op 31 december 60.334 60.287

De activa van de gefinancierde plannen worden belegd in gemengde portefeuilles van aandelen en obligaties, of verzekeringscontracten. De planactiva omvatten geen directe investeringen in Recticel-aandelen, Recticel-obligaties of eigendommen die door Recticel-bedrijven worden gebruikt.

Activaklassen van unit-linked verzekeringscontracten

Unit-linked verzekeringscontracten zijn beleggingen in obligaties, aandelen en kasinstrumenten die worden beheerd door een verzekeringsmaatschappij, waarin Recticel een specifiek aantal fondseenheden bezit waarvan de netto-inventariswaarde regelmatig wordt gepubliceerd.

Non unit-linked verzekeringscontracten zijn zuivere verzekeringspolissen met slechts een beperkt financieel beleggingsrisico.

Biilaae
-- -- -- -- -- -- ---------

in duizend EUR

31 DEC 2023 31 DEC 2024
Wijziging in de toegezegd-pensioenregeling
Toegezegd-pensioenregelingverplichting op 01 januari 64.112 67.260
Wijzigingen in de consolidatiekring 0 0
Huidige servicekosten 1.518 1.298
Rentelasten 2.618 2.391
Betaalde uitkeringen (direct & indirect, inclusief belastingen op betaalde
premiebijdragen)
(2.910) (2.910)
Actuariële (winsten)/verliezen op verplichtingen die voortvloeien uit wijzigingen in
financiële veronderstellingen
2.582 (2.483)
Actuariële (winsten)/verliezen op verplichtingen die voortvloeien uit
veranderingen in demografische veronderstellingen
(483) (276)
Actuariële (winsten)/verliezen op verplichtingen die voortvloeien uit ervaring (133) 354
Kosten van dienstverlening in het verleden (inclusief inperkingen) 4 (100)
(Winst)/verlies in verband met schikkingen (604) 0
Wisselkoersverschillen 556 1,215
Toegezegd-pensioenregelingenverplichting op 31 december 67.260 66.749
Actieve leden 18.786 16.636
Leden met uitgestelde uitkeringsrechten 29.902 29.662
Gepensioneerden/Pensioengerechtigden 18.572 20.450
Totale toegezegd-pensioenregeling op 31 december 67.260 66.748
Veranderingen in het effect van het activaplafond/ aanvullende verplichting
onder IFRIC 14
Activaplafond/aanvullende verplichting impact op 01 januari 3.623 5.021
Rente op activaplafond/aanvullende verplichting 183 260
Wijzigingen in het activaplafond/aanvullende verplichting, exclusief bedragen
die zijn opgenomen in de nettorentekosten
1.139 (1.486)
Wisselkoersverschillen 76 230
Activaplafond/aanvullende verplichting impact op 31 december 5.021 4.025
Gewogen gemiddelde looptijd van de toegezegd-pensioenregeling op 31
december
11 jaar 9,23 jaar
31 DEC 2023 31 DEC 2024
Sensitiviteit van de toegezegd-pensioenregeling voor de belangrijkste hypothesen
op 31 december
% stijging van de toegezegd-pensioenregeling na een daling van de disconteringsvoet
met 0,25%
2,69% 2,40%
% daling van de toegezegd-pensioenregeling na een stijging van de disconteringsvoet
met 0,25%
-2,53% -2,31%
% daling van de toegezegd-pensioenregeling na een daling van de inflatievoet met
0,25%
-0,97% -0,51%
% stijging van de toegezegd-pensioenregeling na een stijging van de inflatie met 0,25% 1,00% 0,51%

Voor regelingen die een volledige waardering hebben ondergaan, is de hierboven vermelde gevoeligheidsinformatie exact en gebaseerd op deze volledige waardering. Voor regelingen waarbij de resultaten zijn overgeheveld van de laatste volledige actuariële waardering, is de hierboven vermelde gevoeligheidsinformatie een schatting waarbij rekening gehouden wordt met de looptijd van de verplichtingen en het globale profiel van de deelnemers aan de regeling.

in duizend EUR
2025
Estimated contributions for the coming year
Expected employer contributions for defined benefit plans 1.722

• Vergoedingen na uitdiensttreding: toegezegd-bijdrageregelingen

Het bedrag opgenomen als last voor toegezegd-bijdrageregelingen met betrekking tot voortgezette bedrijfsactiviteiten was EUR 1.722.000 (2023: EUR 869.000).

7.2.5.15 Voorzieningen

Voor de verslagperiode eindigend op 31 december 2024:

in duizend EUR
GESCHILLEN DEFECTE PRODUCTEN MILIEURISICO'S REORGANISATIE VOORZIENINGEN VOOR VERLIESLATENDE
CONTRACTEN EN OPRUIMLASTEN
OVERIGE RISICO'S TOTAAL
Per einde van de vorige verslagperiode 0 552 2.696 0 686 27.214 31.148
Bewegingen gedurende het jaar
Bedrijfscombinaties 0 1.695 0 0 0 0 1.695
Toevoegingen 18 741 0 1.252 0 97 2.108
Actualisatie 0 0 0 0 0 0 0
Bestedingen (18) (1.414) (18) 0 0 (2.250) (3.700)
Terugnemingen 0 4 0 0 (146) (1.455) (1.598)
Overdracht van de ene rubriek naar de andere 0 97 0 0 0 (97) 0
Overdracht naar beëindigde bedrijfsactiviteiten 0 0 0 0 0 0 0
Change in ascope 0 0 0 0 0 0 0
Wisselkoersverschillen 0 0 0 0 29 49 79
Per einde van de verslagperiode 0 1.674 2.678 1.252 569 23.559 29.732
Voorzieningen op meer dan één jaar 0 1.674 2.678 (0) 569 23.559 28.479
Voorzieningen op minder dan één jaar 0 0 0 1.252 0 0 1.252
Totaal 0 1.674 2.678 1.252 569 23.559 29.732

Voorzieningen voor defecte producten worden over het algemeen berekend op basis van 1% van de jaaromzet, wat overeenkomt met de beste schatting van het management van het risico onder garanties van 12 maanden. Als er geen historische gegevens beschikbaar zijn, wordt het niveau van de voorzieningen vergeleken met het jaarlijkse effectieve percentage van de verplichtingen en indien nodig wordt het bedrag van de voorziening aangepast. De stijging heeft voornamelijk te maken met de overname van Rex Panels & Profiles SA.

Voorzieningen voor milieurisico's dekken voornamelijk risico's op vervuiling in België (Wetteren/Balen).

Voorzieningen voor verlieslatende contracten hebben voornamelijk betrekking op de gebouwen in het Verenigd Koninkrijk (EUR 0,6 miljoen).

Voorzieningen voor overige risico's hebben voornamelijk betrekking op juridische kosten en honoraria voor de historische herstelmaatregelen en rechtszaken (toelichting 7.2.6.9, Voorwaardelijke activa en verplichtingen) en managementbeoordelingen met betrekking tot schikkingen na afronding van de transacties. De stijging is voornamelijk te wijten aan een voorziening voor schadevergoedingen in verband met de verkoop van de Recticel Engineered Foams activiteiten (EUR 10,0 miljoen met betrekking tot milieurisico's, EUR 4,0 miljoen met betrekking tot geschillen/non-compliance, juridische procedures en juridische kosten en EUR 1,8 miljoen met betrekking tot een huurwaarborgvergoeding) (toelichting 7.2.4.7, Beëindigde bedrijfsactiviteiten) en een voorziening voor pensioenafkoop in het VK. De bestedingen hebben betrekking op de uitbetaling van de herstructureringsvoorziening van TEMDA2. De terugnemingen hebben voornamelijk betrekking op een verdere vrijgave van de IT- en verzekeringsvoorziening van TEMDA2.

Voor de belangrijkste risico's (d.w.z. milieu-, reorganisatie- en andere risico's) wordt verwacht dat de uitstroom van kasmiddelen binnen drie jaar zal plaatsvinden.

7.2.5.16 Financiële verplichtingen

Financiële verplichtingen opgenomen tegen geamortiseerde kostprijs omvatten voornamelijk rentedragende leningen:

in duizend EUR
LANGLOPENDE VERPLICHTINGEN KORTLOPENDE VERPLICHTINGEN
31 DEC 2023 31 DEC 2024 31 DEC 2023 31 DEC 2024
Gewaarborgd
Leaseverplichtingen 13.062 21.876 5.097 8.152
Bankleningen 10.020 19.852 974 2.358
Totaal gewaarborgd 23.082 41.728 6.071 10.511
Niet-gewaarborgd
Achtergestelde leningen 0 4.490 0 1.227
Overige leningen (0) (0) 0 0
Kredietinstellingen - kortlopend 0 0 0 (0)
Commercial paper 0 0 0 0
Debetstanden op de bankrekeningen 0 0 12 72
Overige financiële verplichtingen 0 0 332 307
Totaal niet-gewaarborgd (0) 4.490 345 1.606
Totaal opgenomen verplichtingen tegen
geamortiseerde kostprijs
23.082 46.218 6.415 12.116

Bruto financiële schuld: rentedragende leningen, inclusief voortdurende betrokkenheid bij factoringprogramma's zonder verhaal buiten balans

in duizend EUR
31 DEC 2023 31 DEC 2024
Opgenomen bedragen onder verschillende beschikbare rentedragende
leningsfaciliteiten
Openstaande bedragen onder gesyndiceerde kredietlijn 0 0
Openstaande bedragen onder leaseverplichtingen 13.062 21.876
Openstaande bedragen in het kader van achtergestelde leningen 0 4.490
Openstaande bedragen in het kader van andere langlopende leningen 10.020 19.852
Openstaande bedragen van langlopende bruto rentedragende leningen (a) 23.082 46.218
Openstaande bedragen onder rekening-courant bij banken 12 72
Openstaande bedragen onder kortlopende bankleningen 974 2.358
Openstaande bedragen onder leaseverplichtingen 5.097 8.152
Openstaande bedragen in het kader van factoringprogramma's - retentiebedrag 0 0
Openstaande bedragen in het kader van commercial paper programma's ¹ 0 0
Openstaande bedragen in het kader van achtergestelde leningen 0 1.227
Openstaande bedragen in het kader van andere kortlopende leningen 0 0
Openstaande bedragen uit hoofde van andere financiële verplichtingen 332 307
Openstaande bedragen in het kader van kortlopende bruto rentedragende leningen
(b)
6.415 12.116
Totaal uitstaande bedragen in het kader van bruto rentedragende leningen
(c)=(a)+(b)
29.497 58.334
Openstaande bedragen in het kader van factoringprogramma's zonder verhaal (d) 18 0
Totaal uitstaande bedragen in het kader van bruto rentedragende leningen en
factoringprogramma's (e)=(c)+(d)
29.515 58.334
Gewogen gemiddelde levensduur van langlopende rentedragende leningen (in jaren) 1,32 5,26
Gewogen gemiddelde rentevoet van de bruto financiële schuld tegen vaste rentevoet 2,14% 2,60%
Vork van rentevoeten op bruto financiële schulden tegen vaste rentevoet 1,46% - 2,62% 0,62% - 3,86%
Gewogen gemiddelde rente van de bruto financiële schuld tegen variabele rentevoet 5,61% 4,00%
Vork van rentevoeten op bruto financiële schuld tegen vlottende rentevoet 4,85% - 5,61% 4,00% - 4,00%
Gewogen gemiddelde rentevoet van de totale bruto financiële schuld 3,42% 2,60%
Percentage van de bruto financiële schuld tegen vaste rente 93,0% 100,0%
Percentage van de bruto financiële schuld tegen vlottende rente 7,0% 0,0%

¹ Het bedrag dat in het kader van het commercial paper-programma wordt opgenomen, moet op elk moment worden gedekt door het niet-opgenomen bedrag onder de clubdealfaciliteit. Daarom is het gerapporteerde ongebruikte bedrag onder de EUR 100 miljoen clubdeal doorlopende kredietfaciliteit na aftrek van de uitgegeven bedragen in het kader van het commercial paperprogramma.

Het merendeel van de financiële verplichtingen van de Groep wordt centraal aangegaan en beheerd via Recticel International Services NV/SA, die optreedt als interne bank van de Groep.

(i) Leaseverplichtingen

Leaseverplichtingen omvatten (i) als gevolg van de toepassing van IFRS 16, de leases voor materiële vaste activa, meubilair en rollend materieel, en (ii) de leases die voorheen werden geclassificeerd als 'financiële leases'.

Deze financiële leases bestaan voornamelijk uit de volgende leaseovereenkomsten:

  • de bijkomende lease voor de financiering van de uitbreiding van de isolatiefabriek in Wevelgem (België) in 2017, met een uitstaand bedrag van EUR 5,0 miljoen op 31 december 2024, tegen een vaste rentevoet;
  • de leasefinanciering van de uitrusting van Rex Panels & Profiles SA, met een uitstaand bedrag van EUR 9,6 miljoen op 31 december 2024, tegen een vaste rente.

(ii) Bankleningen - "gesyndiceerde kredietfaciliteit"

Met de opbrengst van de verkoop van Recticel Engineered Foams aan Carpenter Co. werd de gesyndiceerde kredietfaciliteit afgelost.

De faciliteit heeft een looptijd van 3 jaar met twee verlengingsopties van 1 jaar en is afgesloten en gegarandeerd door KBC Bank. De deelnemende banken zijn Belfius Bank, BNP Paribas Fortis, Commerzbank en LCL. Deze gesyndiceerde doorlopende kredietfaciliteit van EUR 100 miljoen is verlengd voor een periode van 2 jaar tot eind 2025. De nieuwe gesyndiceerde faciliteit is onderworpen aan bankconvenanten. Op 31 december 2024 was de convenantberekening niet van toepassing vanwege de nettokaspositie.

(iii) Achtergestelde leningen

Achtergestelde leningen van Rex Panels & Profiles SA met een uitstaand bedrag van EUR 5,7 miljoen op 31 december 2024, tegen een vaste rentevoet.

(iv) Andere bankleningen

In 2018 sloot Recticel een gewaarborgde bilaterale banklening met vaste rentevoet van EUR 15,5 miljoen af voor de financiering van de nieuwe greenfield isolatiefabriek in Finland. De looptijd van deze banklening met aflossingsschema is 15 jaar, met vervaldatum in maart 2033. Het uitstaande bedrag op 31 december 2024 is EUR 10,0 miljoen.

(v) Andere kortlopende leningen

Met de opbrengst van de verkoop van Recticel Engineered Foams aan Carpenter Co. werden alle andere lopende leningen afgelost.

(vi) Programma voor handelspapier (commercial paper)

Met de opbrengst van de verkoop van Recticel Engineered Foams aan Carpenter Co. werd al het handelspapier afgelost.

Overige financiële verplichtingen

Voor renteswaps wordt verwezen naar toelichting 7.2.5.18, Financiële instrumenten en financiële risico's.

in duizend EUR
31 DEC 2023 31 DEC 2024
Overige financiële verplichtingen 52 31
Verlopen renten 280 275
Totaal 332 307

Handelsschulden omvatten voornamelijk uitstaande bedragen voor handelsaankopen. Handelsschulden stegen tot EUR 87,9 miljoen (2023: EUR 70,1 miljoen), voornamelijk door de overname van Rex Panels & Profiles SA.

De overige kortlopende verplichtingen zijn als volgt samengesteld:

Totaal 44.955 32.181
Uitgestelde opbrengsten - winst op sale and leaseback 319 268
Uitgestelde opbrengsten - verzekeringspremie 348 348
Uitgestelde opbrengsten - exploitatie 685 437
Verlopen verplichtingen - operationeel 10.042 9.308
Operating ssubsidies 0 0
Overige schulden 14.082 4.369
Resultaatoverdracht (fiscale eenheid) (0) (0)
Uit te keren dividend 874 961
Lonen en sociale zekerheid 9.166 10.284
Overige verschuldigde belastingen 3.744 141
BTW verschuldigd - lokaal en buitenlands 5.696 6.066
Overige langlopende verplichtingen die binnen het jaar
vervallen
0
31 DEC 2023 31 DEC 2024
in duizend EUR

De daling in 2024 is te wijten aan een uitstaande (netto) schuld op Carpenter Co. van EUR 9,4 miljoen.

7.2.5.17 Handels- en overige verplichtingen 7.2.5.18 Financiële instrumenten en financiële risico's

De volgende tabel toont de financiële instrumenten per categorie van IFRS 9 en het niveau van reële waarde voor de financiële activa en verplichtingen gewaardeerd tegen reële waarde:

in duizend EUR
CATEGORIE ONDER
IFRS 9
31 DEC 2023 31 DEC 2024 NIVEAU VAN DE
REËLE WAARDE
Financiële activa
Transactionele hedges - operationeel FVTPL 20 0 2
Afgeleide instrumenten die niet zijn ontworpen in een
afdekkingsrelatie
FVTPL 2 0 2
Kortlopende handelsvorderingen AC 78.135 101.925 2
Overige kortlopende vorderingen AC 544 352 2
Overige vorderingen AC 7.333 9.494 2
Overige vorderingen AC 7.877 9,845 2
Leningen aan verbonden ondernemingen AC 11.523 11.522 2
Overige leningen AC 2,517 449 2
Langlopende leningen AC 14.041 11.971 2
Financiële vorderingen AC 2.672 2.626 2
Leningen aan verbonden ondernemingen AC 16.712 14.596 2
Leningen aan verbonden ondernemingen AC 191.393 132.717 2
Overige beleggingen FVTOCI 500 500 2
Financiële verplichtingen
Renteswaps aangeduid als cashflow hedge relatie CFH 26 0 2
Transactionele hedges - operationeel FVTPL 6 28 2
Afgeleide instrumenten die niet zijn aangewezen in een
hedgerelatie
FVTPL 21 0 2
Langlopende financiële verplichtingen tegen geamortiseerde
kostprijs
AC 23.081 46.218 2
Kortlopende financiële verplichtingen tegen geamortiseerde
kostprijs
AC 6.351 12.088 2
Handelsverplichtingen AC 70.080 87.845 2
Overige langlopende verplichtingen AC 982 972 2
Overige verplichtingen AC 44.955 32.181 2
Overige verplichtingen AC 45.937 33.154 2

AC = financiële activa of verplichtingen tegen geamortiseerde kostprijs

CFH = cashflow hedge

FVTPL = financiële activa of verplichtingen tegen reële waarde in de winst-en-verliesrekening

FVTOCI = financiële activa tegen reële waarde via niet-gerealiseerde resultaten

De Groep gebruikt de volgende hiërarchie voor het vaststellen en toelichten van de reële waarde van financiële instrumenten, ingedeeld volgens waarderingstechniek:

  • Niveau 1 genoteerde (niet-gecorrigeerde) prijzen in actieve markten voor identieke activa of verplichtingen
  • Niveau 2 andere technieken waarbij alle factoren die een significant effect hebben op de geboekte reële waarde direct of indirect waarneembaar zijn.

Niveau 3 technieken waarbij de factoren die een significant effect op de geboekte reële waarde hebben, niet gebaseerd zijn op waarneembare marktgegevens.

Tijdens de verslagperiode eindigend op 31 december 2024 waren er geen overdrachten tussen waarderingen tegen reële waarde van Niveau 1 en Niveau 2, en geen overdrachten naar of van waarderingen tegen reële waarde van Niveau 3.

Beheer van financiële risico's

• Kredietrisico

De belangrijkste vlottende financiële activa van de Groep zijn de geldmiddelen en kasequivalenten, handels- en overige vorderingen, en beleggingen, die de maximale blootstelling van de Groep aan het kredietrisico met betrekking tot financiële activa vertegenwoordigen.

Het kredietrisico van de Groep is voornamelijk toe te schrijven aan zijn handelsvorderingen. De bedragen worden in de balans gepresenteerd netto van de voorzieningen voor verwachte kredietverliezen, die worden geschat door het management van de Groep op basis van eerdere ervaringen en een inschatting van het huidige economische klimaat.

Het risicoprofiel van de portefeuille handelsvorderingen is gebaseerd op de waargenomen verkoopvoorwaarden in de markt. Het wordt ook beperkt door de overeengekomen

limieten van de algemene verkoopvoorwaarden en de specifiek overeengekomen aangepaste voorwaarden. Die hangen ook af van de graad van industriële en commerciële integratie van de klant en van de mate van concurrentie op de markt.

De portefeuille handelsvorderingen bestaat uit een grote hoeveelheid klanten, verdeeld over verschillende markten, waarvan het kredietrisico doorlopend wordt geëvalueerd. Op basis daarvan worden de commerciële en financiële voorwaarden toegekend. Daarnaast zijn de kredietrisico's op handelsvorderingen gedeeltelijk gedekt door externe kredietverzekeringspolissen die de Groep centraal beheert en harmoniseert en gedeeltelijk door Recticel's eigen verzekeringscaptive. In geval van overdracht van deze vorderingen aan de factoringmaatschappij wordt die de begunstigde van deze kredietverzekeringspolissen. Het beheer van het kredietrisico wordt ook versterkt door een organisatie die in hoge mate gecentraliseerd is en ondersteund door de software SAP FSCM en het gebruik van beste praktijken inzake de inning van vorderingen.

De toegekende krediettermijnen bij verkopen variëren naargelang de kredietbeoordeling van de klant, de divisie en het land van verkoop.

Er is een beperkte beoordeling van het kredietrisico op aandeelhoudersleningen toegekend aan de overige deelnemingen. Aandeelhoudersleningen aan overige deelnemingen worden verstrekt in overeenstemming met de regels voorzien in de jointventureovereenkomsten, die onderworpen zijn aan de evolutie van de operationele bedrijfsprestaties.

• Beheer van rentevoetrisico's

Na de verkoop van de Recticel Engineered Foams activiteiten aan Carpenter Co. heeft Recticel al haar leningen terugbetaald en bijgevolg het corresponderende IRS contract beëindigd.

Alle financiële leases (EUR 14,6 miljoen) en een banklening van EUR 22,2 miljoen hebben een vaste rentevoet. De ongebruikte gesyndiceerde doorlopende kredietfaciliteit heeft een variabele rentevoet.

• Sensitiviteit rentevoeten

De blootstelling van de Groep aan het renterisico vloeit voort uit het feit dat hij zich zowel tegen vaste als tegen variabele rente financiert. De Groep beheert het risico centraal door middel van een passende structuur van leningen tegen vaste en variabele rente. De afdekking van het renterisico wordt regelmatig geëvalueerd en afgestemd op de visie van de Groep op de evolutie van de rente op de financiële markten, teneinde de rentelasten te optimaliseren doorheen de verschillende economische cycli. Hedge accounting wordt in overeenstemming met IFRS 9 niet toegepast.

• Beheer van wisselkoersrisico's

Het beleid van de Groep is om wisselkoersrisico's als gevolg van financiële en operationele activiteiten af te dekken via Recticel International Services SA/ NV, dat optreedt als interne bank van de Groep. Dit afdekkingsbeleid wordt voornamelijk uitgevoerd via valutatermijncontracten. Voor het beheer van wisselkoersrisico's wordt geen hedge accounting onder IFRS 9 toegepast.

Algemeen sluit de Groep valutatermijncontracten af om wisselkoersrisico's op inkomende en uitgaande betalingen in vreemde valuta's af te dekken. De Groep kan ook valutatermijncontracten en optiecontracten sluiten om wisselkoersrisico's in verband met geplande verkopen en aankopen van het jaar af te dekken, voor een percentage dat varieert naargelang de voorspelbaarheid van de betalingsstromen.

Op balansdatum waren er valutatermijncontracten uitstaand voor een nominaal bedrag van EUR 2,5 miljoen.

• Analyse van de gevoeligheid voor wisselkoersrisico's De Groep is voornamelijk blootgesteld aan vier valuta's buiten de eurozone: GBP, USD, SEK en PLN.

De volgende tabel geeft een overzicht van de gevoeligheid van de Groep voor een positieve of negatieve variatie, in vergelijking met de jaarlijkse variatie in de valutaparen gedurende het voorgaande boekjaar.

De gevoeligheidsanalyse heeft alleen betrekking op de financiële bedragen in vreemde valuta's die zijn opgenomen in de balans en die op 31 december uitstaan, en bepaalt de variaties tegen de omrekeningskoersen op basis van de volgende veronderstellingen: USD en GBP 10%; PLN en SEK 5%.

De volgende tabel toont de gevoeligheid van de Groep in de winst of het verlies bij een stijging (of daling) van 10% van de Amerikaanse Dollar en het pond sterling ten opzichte van de Euro, en een stijging (of daling) van 5% van de Poolse Zloty en de Zweedse Kroon tegenover de Euro. De in deze gevoeligheidsanalyse gehanteerde percentages weerspiegelen de inschatting van de volatiliteit van deze wisselkoersen door het management. De gevoeligheidsanalyse omvat enkel de in vreemde valuta's uitstaande monetaire activa en verplichtingen en past hun omrekening aan het einde van de verslagperiode aan bij een verandering in de wisselkoersen van 10% en 5%. De gevoeligheidsanalyse omvat externe leningen en leningen aan buitenlandse activiteiten binnen de Groep waarbij de lening is uitgedrukt in een andere valuta dan de functionele valuta van de kredietnemer of -gever. Zij omvat ook de wisselkoersderivaten (die niet zijn aangeduid als afdekkingsinstrumenten).

Een positief getal geeft een toename van de winst of het verlies aan wanneer de Euro respectievelijk 10% zwakker wordt ten opzichte van de Amerikaanse Dollar of het Britse Pond, of 5% ten opzichte van de Poolse Zloty of Zweedse Kroon. Voor een versterking van de Euro met respectievelijk 10% ten opzichte van de Amerikaanse Dollar of het Britse Pond, of 5% ten opzichte van de Poolse Zloty of Zweedse Kroon, zou er een vergelijkbaar tegenovergesteld effect zijn op de winst of het verlies (d.w.z. het effect zou negatief zijn).

Een positief cijfer wijst op een stijging van de winst of het verlies als de Euro verzwakt met 10% tegenover de Amerikaanse Dollar of het Britse Pond, of 5% tegenover de Poolse Zloty of de Zweedse Kroon. Bij een stijging van de Euro met 10% tegenover de Amerikaanse Dollar of het Britse Pond, of 5% tegenover de Poolse Zloty, of de Zweedse Kroon, zou er een vergelijkbaar tegengestelde impact op de winst of het verlies zijn (d.w.z. een negatieve impact).

in duizend EUR
VERSTERKING VAN USD TEN
OPZICHTE VAN EUR
VERSTERKING VAN GBP TEN
OPZICHTE VAN EUR
VERSTERKING VAN SEK TEN
OPZICHTE VAN EUR
VERSTERKING VAN PLN TEN
OPZICHTE VAN EUR
2023 2024 2023 2024 2023 2024 2023 2024
Historisch gemiddelde variatie 10% 10% 10% 10% 5% 5% 5% 5%
Winst (verlies) opgenomen in de
winst- en verliesrekening
121 167 (118) 1.892 186 163 48 (10)
Financiële activa ¹ 1.225 1.872 128 19.437 3.715 3.268 973 (199)
Financiële verplichtingen ¹ (19) (198) (1.289) (516) (1) (6) (5) 0
Afgeleide instrumenten 0 0 (21) 0 2 0 0 0
Totale nettoblootstelling 1.206 1.674 (1.182) 18.921 3.716 3.262 968 (199)

¹ Omvat handels- en overige vorderingen en handels- en overige schulden.

Financiële activa en verplichtingen vertegenwoordigen het wisselkoersrisico van de verschillende dochterondernemingen van de Groep met betrekking tot hun lokale valuta.

• Liquiditeitsrisico

De financieringsbronnen zijn goed gediversifieerd en het grootste gedeelte van de schulden is onherroepelijk en op lange termijn afgesloten of onderbouwd met langlopende verbintenissen. Zij omvatten sinds 1 februari 2021 een nieuwe gesyndiceerde doorlopende kredietfaciliteit van EUR 100 miljoen met een looptijd van drie jaar, die verlengd is met een periode van twee jaar tot eind 2025. Deze doorlopende kredietfaciliteit van EUR 100 miljoen garandeert de nodige liquiditeit om toekomstige activiteiten te garanderen en aan financiële verplichtingen op korte en middellange termijn te voldoen.

In juni 2023 werd een aflossing van EUR 219 miljoen gedaan aan de banken, waarmee de gehele faciliteit werd terugbetaald.

Naast de langlopende leningen beschikt de Groep over een gediversifieerd aantal kortlopende financieringsbronnen, inclusief een commercial paperprogramma en factoringprogramma's zonder verhaal die niet zijn gebruikt na de verkoop van de Recticel Engineered Foams activiteiten aan Carpenter Co.

De Groep gaat geen financiële instrumenten aan die deposito's in contanten of andere garanties (margestortingen) vereisen.

De nieuwe gesyndiceerde faciliteit die per 1 februari 2021 de vroegere 'club deal'-faciliteit vervangt, is onderworpen aan bankconvenanten op basis van een aangepaste schuldgraad en een aangepaste rentedekking, op geconsolideerde basis. Deze bankconvenanten zullen verder worden gewaardeerd op basis van de algemeen aanvaarde boekhoudprincipes die golden op het moment van afsluiting van de 'club deal'-overeenkomst ('frozen GAAP'). De toepassing van IFRS 16 heeft geen invloed op de waardering van deze convenanten. Alle voorwaarden onder de financiële overeenkomsten met de banken werden nageleefd. Op 31 december 2024 was de convenantberekening niet van toepassing vanwege de nettokaspositie.

Onder de voorwaarden van de nieuwe gesyndiceerde faciliteit bedraagt het maximaal toegestane dividend voor uitkering, exclusief het deel toewijsbaar aan de aandelen in eigen bezit, het hoogste bedrag van (i) 50% van de geconsolideerde nettowinst van de Groep tijdens het voorgaande boekjaar en (ii) EUR 14,0 miljoen.

Het brutodividend over 2024 - uit te keren in 2025 - dat aan de Jaarlijkse Algemene Vergadering wordt voorgesteld, bedraagt EUR 0,31 per aandeel, wat leidt tot een totale dividenduitkering van EUR 17,5 miljoen (exclusief aandelen in eigen bezit). Dit bedrag ligt hoger dan de bovenvermelde maximale uitbetalingslimiet en bijgevolg werd een vrijstelling gevraagd en toegekend.

De volgende tabel geeft een overzicht van de voor de Groep beschikbare, maar niet opgenomen kredietfaciliteiten:

Totaal niet-opgenomen bedragen in het kader van financieringsfaciliteiten 157.000 129.400
Totaal beschikbaar onder kortlopende leningen 57.000 24.400
Niet opgenomen onder off-balance factoring programma's 35.000 8.400
Niet opgenomen onder kortlopende kredietlijnen op de balans 22.000 16.000
Niet opgenomen bedragen onder kortlopende financieringslijnen
Totaal beschikbaar onder langlopende leningen 100.000 105.000
Niet-opgenomen beschikbare verplichtingen in het kader van de club deal
kredietfaciliteit ¹
100.000 105.000
Niet opgenomen bedragen onder langlopende financieringslijnen
31 DEC 2023 31 DEC 2024
in duizend EUR

1 Het opgenomen bedrag onder het commercial paper programma moet op elk moment worden gedekt door het niet-opgenomen bedrag onder de gesyndiceerde kredietfaciliteit. Op 31 december 2024 zijn er geen bedragen opgenomen onder het commercial paper programma en onder de gesyndiceerde kredietfaciliteit.

• Analyse van de looptijd van de financiële verplichtingen

Voor de verslagperiode eindigend op 31 december 2024:

in duizend EUR
MET
VERVAL
DATUM
BINNEN 1
JAAR
MET
VERVAL
DATUM
TUSSEN 1 EN
5 JAAR
MET VERVAL
DATUM NA 5
JAAR
TOTAAL TOEKOMSTIGE
FINANCIËLE
LASTEN
BOEKWAARDE
(a) (b) (c) (a)+(b)+(c)
Leaseverplichtingen 8.590 20.279 3.102 31.971 1.942 30.029
Bankleningen 2.891 10.763 11.567 25.221 3.010 22.210
Overige leningen 1.359 3.792 1.022 6.174 457 5.717
Rentedragende financiële
verplichtingen - lange termijn
12.840 34.835 15.691 63.366 5.410 57.956
Rentedragende financiële
verplichtingen - korte termijn
12
Overige financiële verplichtingen
- niet-afgeleide producten
280
Overige financiële verplichtingen
- afgeleide producten
52
Totaal 58.300
Langlopende financiële
verplichtingen
46.218
Kortlopende financiële
verplichtingen
12.116
Totaal 275 58.334

Voor de verslagperiode eindigend op 31 december 2023:

in duizend EUR
Maturing within 1 year MET VERVAL
DATUM
BINNEN 1
JAAR
MET VERVAL
DATUM TUSSEN
1 EN 5 JAAR
MET VERVAL
DATUM NA 5
JAAR
TOTAAL TOEKOMSTIGE
FINANCIËLE
LASTEN
BOEKWAARDE
(a) (b) (c) (a)+(b)+(c)
Leaseverplichtingen 5.230 10.485 3.707 19.422 (1.263) 18.159
Bankleningen 1.266 5.064 6.330 12.660 (1.667) 10.994
Overige leningen 0 0 0 0 0 0
Rentedragende financiële
verplichtingen - lange termijn
6.496 15.549 10.037 32.082 (2.930) 29.152
Rentedragende financiële
verplichtingen - korte termijn
12
Overige financiële
verplichtingen - niet
afgeleide producten
280
Overige financiële
verplichtingen - afgeleide
producten
52
Totaal 29.497
Langlopende financiële
verplichtingen
23.082
Kortlopende financiële
verplichtingen
6.415
Totaal 29.497

Er wordt ook verwezen naar toelichtingen 7.2.1.5, Klimaatverandering en 7.2.1.6, Geopolitieke conflicten.

7.2.5.19 Bedrijfscombinaties en desinvesteringen

Op 10 januari 2024 heeft Recticel 100% van de aandelen van het in België gebaseerde Rex Panels & Profiles SA verworven voor een bedrijfswaarde van EUR 70 miljoen.

In 2023 hadden de desinvesteringen betrekking op de Recticel Engineered Foams activiteiten die werden verkocht aan Carpenter Co., toelichting 7.2.4.7, Beëindigde bedrijfsactiviteiten.

7.2.5.20 Kapitaalbeheer

Het onderstaande overzicht vermeldt de kapitaalcomponenten die het management als essentieel beschouwt om de beoogde kapitaalratio (d.w.z. totale netto financiële schuld / totaal eigen vermogen) van minder dan 50% te realiseren.

in duizend EUR
31 DEC 2023 31 DEC 2024
Afdekkingsverplichtingen 52 28
Langlopende financiële verplichtingen 23.082 46.218
Kortlopende deel van de lange termijn financiële verplichtingen 6.071 11.738
Kortlopende financiële verplichtingen (23) 74
Verlopen renten 315 277
Bruto financiële schuld 29.497 58.334
Geldmiddelen en kasequivalenten (191.393) (132.717)
Uitgestelde rente (54) (110)
Afdekkingsactiva (27) 0
Netto financiële schuld (161.977) (74.493)
Opgenomen bedragen in het kader van 'buiten balans' factoringprogramma's zonder verhaal (0) (0)
Totale netto financiële schuld (161.977) (74.493)
Totaal eigen vermogen 437.987 445.133
Ratios
Netto financiële schuld / Totaal eigen vermogen N/A N/A
Totale netto financiële schuld / Totaal eigen vermogen N/A N/A

7.2.6 Diversen

7.2.6.1 Niet in de balans opgenomen elementen 7.2.6.2 Op aandelen gebaseerde betalingen

Recticel NV/SA of sommige van zijn dochterondernemingen hebben verschillende harde en zachte garanties voor commerciële en/of financiële verplichtingen jegens derden verstrekt.

In vergelijking met de situatie op 31 december 2023 bleven de meeste uitstaande harde en/of zachte garanties van kracht, afgezien van enkele kleine aanpassingen in sommige toegezegde bedragen.

in duizend EUR
31 DEC 2023 31 DEC 2024
Door Recticel NV verstrekte of onherroepelijk toegezegde garanties als zekerheid
voor schulden en verbintenissen van ondernemingen
85.431 128.488

Deze garanties omvatten in hoofdzaak garanties van de moedermaatschappij en zachte garanties voor verbintenissen aangegaan door dochterondernemingen met banken (EUR 20,5 miljoen), lessors (EUR 13,0 miljoen), overheidsinstellingen (EUR 2 miljoen), andere derden (EUR 3,2 miljoen), een bedrijfsgarantie die verband houdt met TEMDA2 en verschillende Automotive Interior bedrijven (EUR 54.8 miljoen) en bankgaranties in verband met de verkoop van Recticel Engineered Foams aan Carpenter Co. (EUR 35,1 miljoen).

Het bedrag van de verwachte kredietverliezen op externe garanties wordt op elke verslagdatum beoordeeld om rekening te houden met de wijzigingen in het kredietrisico sinds de garantie werd verstrekt. Bij het bepalen of het kredietrisico van een garantie aanzienlijk is toegenomen sinds de uitgifte ervan en bij het inschatten van de verwachte kredietverliezen, houdt Recticel rekening met redelijke en staafbare informatie die relevant en beschikbaar is zonder onnodige kosten of inspanningen. Dit omvat zowel kwantitatieve als kwalitatieve informatie en analyse, gebaseerd op de historische ervaring van de Groep en een geïnformeerde kredietbeoordeling, met inbegrip van toekomstgerichte informatie.

Na de beslissing van de Raad van Bestuur van 28 februari 2024 werd een nieuwe editie van het aandelenoptieplan gelanceerd ten voordele van leidinggevende personeelsleden van de Groep. In totaal werden 492.500 opties toegekend met een uitoefenprijs van EUR 12,92. De uitoefenperiode loopt - na een wachtperiode van drie jaar - van 1 januari 2028 tot 16 juni 2031. De reële waarde van deze optieserie bedraagt EUR 1,96 miljoen.

350.000 van de 492.500 opties werden toegekend aan de huidige leden van het Managementcomité.

De Recticel Groep heeft een warrantenplan geïmplementeerd voor haar leidinggevende personeelsleden.

De onderstaande tabel geeft een overzicht van alle uitstaande inschrijvingsrechten op 31 december 2024:

Totaal 3.830.000 2.552.500
Juni 2024 492.500 402.500 12,92 01/01/2028 - 16/06/2031 3,976
Juni 2023 350.000 350.000 10,80 01/01/2027 - 29/06/2030 3,231
Mei 2022 320.000 290.000 17,74 01/01/2026 - 12/05/2029 5,741
Mei 2021 475.000 440.000 12,44 01/01/2025 - 11/05/2028 2,290
Maart 2020 505.000 425.000 6,70 01/01/2024 - 02/03/2027 1,466
Juni 2019 500.000 407.500 7,90 01/01/2023 - 27/06/2026 1,181
April 2018 460.000 192.500 10,21 01/01/2022 - 24/04/2025 1,572
Juni 2017 410.000 0 7,00 01/01/2021 - 29/06/2024 0,928
April 2016 317.500 45.000 5,73 01/01/2020 - 28/04/2025 0,786
Uitgifte AANTAL
UITGEGEVEN
INSCHRIJVINGS
RECHTEN
AANTAL
UITSTAANDE
INSCHRIJVINGS
RECHTEN
UITOEFENPRIJS
IN EUR
UITOEFENPERIODE REËLE WAARDE VAN DE
INSCHRIJVINGSRECHTEN
OP HET MOMENT VAN
UITGIFTE IN EUR
in duizend EUR

Alle inschrijvingsrechten hebben een wachtperiode van drie jaar. De begunstigden kunnen het recht om hun inschrijvingsrechten uit te oefenen verliezen in geval van vrijwillig vertrek of ontslag om dringende redenen.

De last van de op aandelen gebaseerde betalingen opgenomen voor het boekjaar bedraagt EUR 1,3 miljoen (2023: EUR 1,1 miljoen).

Het plan van juni 2024 werd goedgekeurd en op passende wijze geformaliseerd.

Hierna volgt een meer algemeen overzicht dat de evolutie in 2024 toont:

in eenheden
2023 2024
Totaal aantal uitstaande inschrijvingsrechten op 31 december 2.525.000 2.552.500
Gewogen gemiddelde uitoefenprijs (in EUR) 10,14 10,93
Gewogen gemiddelde resterende contractuele looptijd (in jaren) 3,54 3,48
Bewegingen in het aantal inschrijvingsrechten
Inschrijvingsrechten uitstaand aan het begin van de periode 2.212.500 2.525.000
Nieuwe inschrijvingsrechten toegekend tijdens de periode 350.000 492.500
Opgegeven rechten gedurende de periode (15.000) (90.000)
Uitgeoefende rechten gedurende de periode (22.500) (375.000)
Inschrijvingsrechten uitstaand aan het einde van de periode 2.525.000 2.552.500
Status van uitstaande inschrijvingsrechten
Slotkoers van het aandeel aan het einde van de periode (in EUR) 10,60 10.48
Totaal aantal inschrijvingsrechten dat aan het einde van de periode kan worden uitgeoefend 967.500 1.070.000
Totaal aantal inschrijvingsrechten die aan het einde van de periode 'in-the-money' zijn¹ 2.235.000 1.420.000
Totaal aantal inschrijvingsrechten dat uitoefenbaar is en 'in-the-money' aan het einde van de periode¹ 967.500 1.070.000

¹ In vergelijking met de gemiddelde dagelijkse slotkoers over de periode

Onderstaande tabel geeft een overzicht van alle uitgeoefende inschrijvingsrechten tijdens de verslagperiode:

in eenheden
2023 2024
Totaal aantal uitgeoefende inschrijvingsrechten 22.500 375.000
Gewogen gemiddelde uitoefenprijs 8,41 7,74
Periode waarin deze inschrijvingsrechten werden uitgeoefend 30/3 - 27/04 29/3 - 20/12
Gemiddelde slotkoers van de periode waarin deze inschrijvingsrechten werden uitgeoefend 16,37 12,33
Gemiddelde dagelijkse slotkoers voor het hele jaar 12,61 11,92

Tot op vandaag heeft de Groep geen 'share appreciation rights' uitgegeven aan zijn managers of werknemers, noch een aandelenaankoopplan opgestart.

De theoretische waarde van de inschrijvingsrechten op het moment van uitgifte wordt berekend met toepassing van de Black-Scholes-formule en met inachtneming van bepaalde hypotheses met betrekking tot de dividendbetaling (laatste dividend in vergelijking met de aandelenkoers – dividendrendement: 2,40%), de rente (5-jaars Euribor: 1,07%) en de volatiliteit (marktgegevens over het aandeel Recticel: 38,3%). Voor de uitgifte van juni 2024 bedroeg de reële waarde EUR 3,976 per inschrijvingsrecht.

Overzicht van de uitstaande inschrijvingsrechten aangehouden door de leden van het huidige Managementcomité: (op 31 december 2024):

in duizend EUR
Uitgifte ¹ AANTAL INSCHRIJVINGSRECHTEN
AANGEHOUDEN DOOR LEDEN VAN
HET HUIDIGE MANAGEMENT COMITÉ
April 2016 0
Juni 2017 0
April 2018 0
Juni 2019 65.000
Maart 2020 65.000
Mei 2021 90.000
Mei 2022 120.000
Juni 2023 120.000
Juni 2024 260.000
Totaal 720.000

¹ De voorwaarden van de verschillende uitgiften worden weergegeven in de hierboven vermelde overzichtstabel.

Leden van het Managementcomité ontvingen de volgende inschrijvingsrechten voor de uitgifte 2024:

in EUR
Naam TOTAAL AANTAL
INSCHRIJVINGSRECHTEN
TOTALE THEORETISCHE WAARDE
VAN DE INSCHRIJVINGSRECHTEN
BIJ UITGIFTE¹
Jan Vergote 125.000 497.000
Božo Černila 90.000 357.840
Betty Bogaert 180.000 715.680
Rob Nijskens 130.000 516.880
Stijn Vermeulen 15.000 59.640
Dirk Verbruggen 180.000 715.680
Totaal 720.000 2.862.720

1 De theoretische waarde is berekend met behulp van de Black-Scholesformule, waarbij rekening is gehouden met bepaalde aannames met betrekking tot dividendrendement, rente en volatiliteit.

7.2.6.3 Gebeurtenissen na balansdatum

Herstructurering

Op 27 januari 2025, heeft Recticel de sluiting aangekondigd van de vestiging voor productie van thermo-akoestische panelen in Angers, Frankrijk, tegen het einde van de eerste jaarhelft van 2025.

7.2.6.4 Transacties met verbonden partijen

Transacties tussen Recticel NV/SA en zijn dochterondernemingen, die verbonden partijen zijn, zijn in de consolidatie geëlimineerd en worden in deze toelichting niet vermeld. Transacties met andere verbonden partijen worden hieronder toegelicht en betreffen voornamelijk commerciële transacties uitgevoerd tegen de heersende marktvoorwaarden. In onderstaande tabellen zijn alleen transacties opgenomen die als materieel worden beschouwd, d.w.z. met een totale waarde van meer dan EUR 1 miljoen.

Transacties met joint ventures en geassocieerde deelnemingen: 2024

in duizend EUR
LANGLOPENDE
VORDERINGEN
HANDELS
VORDERINGEN
OVERIGE
KORTLOPENDE
VORDERINGEN
FINANCIËLE
VERPLICHTINGEN
HANDELS
VERPLICHTINGEN
OVERIGE
VERPLICHTINGEN
BEDRIJFS
OPBRENGSTEN
KOSTPRIJS
VAN DE
OMZET
Totaal Orsa Foam
vennootschappen
0 0 0 0 0 0 0 0
Totaal Proseat
vennootschappen
0 0 0 0 0 0 0 0
Totaal TEMDA2
vennootschappen
11.524 356 0 0 0 0 0 0
TOTAAL 11.524 356 0 0 0 0 0 0

Transacties met joint ventures en geassocieerde deelnemingen: 2023

TOTAAL 11.524 356 0 0 0 0 0 0
Totaal TEMDA2
vennootschappen
11.524 385 0 0 0 0 0 0
Totaal Proseat
vennootschappen
0 0 0 0 0 0 0 0
Totaal Orsa Foam
vennootschappen
0 0 0 0 0 0 0 0
LANGLOPENDE
VORDERINGEN
HANDELS
VORDERINGEN
OVERIGE
KORTLOPENDE
VORDERINGEN
FINANCIËLE
VERPLICHTINGEN
HANDELS
VERPLICHTINGEN
OVERIGE
VERPLICHTINGEN
BEDRIJFS
OPBRENGSTEN
KOSTPRIJS
VAN DE
OMZET
in duizend EUR

7.2.6.6 Wisselkoersen

7.2.6.5 Vergoedingen van leden van de Raad van Bestuur en het Managementcomité

De bezoldiging van de leden van de Raad van Bestuur en het Managementcomité is opgenomen in deze toelichting. Voor meer informatie wordt verwezen naar het Remuneratieverslag in het Hoofdstuk 6 van dit jaarverslag.

Totale bruto vergoedingen voor de leden van de Raad van Bestuur:

in EUR
2023 2024
Bestuurdersvergoedingen 115.027 113.860
Aanwezigheidsvergoedingen Raad van Bestuur 152.500 147.500
Aanwezigheidsvergoedingen Audit- en Duurzaamheidscomité 47.500 50.000
Aanwezigheidsvergoedingen Bezoldigings- en Benoemingscomité 70.000 50.000
Aanwezigheidsvergoedingen Strategiecomité 0 0
TOTAAL 385.027 361.360

SLOTKOERS GEMIDDELDE OMREKENINGSKOERS 2023 2024 2023 2024 Zwitserse Frank CHF 1,0799 1,0625 1,0290 1,0497 Euro EUR 1,0000 1,0000 1,0000 1,0000 Pond Sterling GBP 1,1507 1,2060 1,1497 1,1812 Noorse kroon NOK 0,0890 0,0848 0,0875 0,0860 Poolse Zloty PLN 0,2304 0,2339 0,2202 0,2322 Servische Dinar RSD 0,0085 0,0085 0,0085 0,0085 Zweedse Kroon SEK 0,0901 0,0873 0,0871 0,0875 Amerikaanse Dollar USD 0,9050 0,9626 0,9248 0,9239

7.2.6.7 Personeel

in eenheden
2023 2024
Managementcomité 5 5
Medewerkers 721 665
Arbeiders 560 591
Gemiddeld aantal personen tewerkgesteld (voltijdse equivalenten) op een
geconsolideerde basis (i.e. zonder joint ventures)
1.286 1.261
Bezoldiging en sociale lasten (in duizend EUR) 82.463 91.675
Gemiddeld aantal personen tewerkgesteld in België 422 309

De daling van het gemiddeld aantal werknemers als gevolg van de aanpassing van het personeelsbestand aan de verminderde marktomstandigheden wordt gedeeltelijk gecompenseerd door de bedrijfscombinatie Rex Panels & Profiles SA. De kosten voor bezoldigingen en sociale lasten omvatten herstructureringskosten voor EUR 7,9 miljoen.

In 2024 is de vergoeding voor de leden van de Raad van Bestuur op hetzelfde niveau gebleven. De daling in de totale kosten komt door het lagere aantal vergaderingen dan in 2023, die verband hielden met de verkoop van de Recticel Engineered Foams activiteiten.

Totale bruto vergoedingen voor de leden van het Managementcomité

TOTAAL 4.616.805 3.207.022
Buitengewone posten 0 0
Andere voordelen 117.605 84.515
Pensioenen 101.675 69.402
Variabele beloning 2.263.888 1.103.007
Vaste beloning 2.133.637 1.950.098
2023 2024
in EUR

7.2.6.8 Audit- en niet-auditdiensten verleend door de commissaris

De totale honoraria in verband met diensten geleverd door de commissaris PwC Bedrijfsrevisoren bv en door met de commissaris verbonden vennootschappen aan Recticel NV/SA en zijn dochterondernemingen, zijn als volgt:

Totaal honoraria 1.235 818
Adviesdiensten 0 0
Fiscale diensten 31 54
Andere auditdiensten en wettelijke opdrachten 554 129
Auditkosten 651 635
31 DEC 2023 31 DEC 2024
in duizend EUR

De auditvergoedingen voor Recticel NV/SA en zijn dochterondernemingen worden vastgesteld door de Jaarlijkse Algemene Vergadering na nazicht en goedkeuring door het Auditcomité en de Raad van Bestuur van de vennootschap. Alle honoraria voor nietauditdiensten werden vooraf goedgekeurd door het Auditcomité van de vennootschap.

7.2.6.9 Voorwaardelijke activa en verplichtingen

a) Wetteren (België)

In de productie-eenheid van Wetteren (België) werd in de loop van 2021 een historische asbestvervuiling aangetroffen. In 2022 zijn de bodemonderzoeken en voorlopige saneringsplannen afgerond. De totale voorziening bedraagt EUR 1,0 miljoen aan het einde van 2024. Deze site is met de juridische entiteit Recticel Engineered Foams Belgium BV overgedragen aan de Carpenter Co. op 12 juni 2023. Een overig klein deel van het terrein, dat verhuurd werd aan Ascorium Belgium NV, werd intussen ook overgedragen aan Carpenter Co. De saneringsverantwoordelijkheid blijft gedeeltelijk bij Recticel en is gedeeltelijk overgegaan naar Carpenter. De sanering zou in 2026 starten.

b) Geschillen

De Groep heeft het voorwerp uitgemaakt van een antitrustonderzoek op Europees niveau. Op 29 januari 2014 kondigde Recticel aan dat een schikking werd bereikt met de Europese Commissie in het onderzoek naar polyurethaanschuim. De zaak werd afgesloten na betaling van de laatste tranche van de effectieve boete in april 2016.

Er werden verschillende vorderingen ingediend door een of meer klanten, die aanvoeren schade te hebben geleden als gevolg van het gedrag waarop de beslissing van de Europese Commissie inzake kartelvorming betrekking had. Er loopt nog slechts één gerechtelijke procedure in Duitsland die verband houdt met de vroeger Eurofoam joint venture. Deze procedure verloopt zeer traag door wijzigingen bij de rechtbank en is opgeschort tot mei 2025. Er kunnen geen bijkomende nieuwe vorderingen worden gestart aangezien verjaring is ingetreden. Recticel heeft de gegrondheid van deze zaak grondig bekeken samen met zijn juridische adviseurs en heeft een voorziening aangelegd om eventuele juridische kosten in dit verband te dekken.

Met betrekking tot het lopende geschil kan in dit stadium geen weloverwogen oordeel worden gevormd over de uitkomst van de procedure claim of over het bedrag van een mogelijk verlies voor de vennootschap.

Een van de vroegere entiteiten van de Recticel Groep in Duitsland werd in 2014 gedagvaard door een misnoegde distributeur wegens vermeende mededingingsbeperkende gedragingen, waaronder verticale prijsbinding in de jaren 2005, 2006 en 2007- 2009. De zaken met betrekking tot 2005 en 2006 werden afgewezen, zowel in eerste aanleg als in hoger beroep. De zaak met betrekking tot 2007-2009 werd initieel afgewezen, maar bij beslissing van 12 september 2023 van het Berlijnse Hooggerechtshof toch opnieuw geopend en terug verwezen naar het Berlijnse Hof van Beroep. De zaak is nog niet opnieuw voor behandeling opgestart. De betrokken entiteit is in 2022 overgedragen aan de Aquinos Groep, maar de eventuele aansprakelijkheid die uit deze zaak zou kunnen volgen, alsook de kosten voor deze procedure, blijven bij Recticel. Er is voor deze zaak een provisie aangelegd, na overleg met de juridische adviseurs. Er kan echter op dit moment geen verder oordeel worden gegeven over de uitkomst van deze procedure voor Recticel.

Op 23 December 2024 heeft de Poolse eigenaar van de productiesite gehuurd door Aquinos Bedding Poland Sp. z o.o. (voorheen Recticel Bedding Poland Sp.z o.o.) een aanmaning tot betaling verstuurd aan Recticel NV/SA voor een bedrag van EUR 0,9 miljoen op basis van een garantie gegeven door Recticel NV in 2020 (voor haar toenmalige Recticel Bedding dochtervennootschap), vermits Aquinos Bedding Poland de huur en service kosten niet meer betaalde sinds vele maanden. Op basis van de verkoopsovereenkomst gesloten in 2022 met Aquinos Group voor de verkoop van de Recticel Bedding entiteiten, zou Aquinos Groep deze garantie overgenomen moeten hebben, wat tot op heden nog niet gebeurd is. Mocht Recticel verplicht worden tot betaling onder deze garantie, kan zij deze sommen, verhoogd met eventuele intresten en kosten terugvorderen van Aquinos Groep op basis van de voormelde verkoopsovereenkomst van 2022.

Een van de entiteiten van de Groep heeft in het Verenigd Koninkrijk het voorwerp uitgemaakt van een Health and Safety Executive (HSE)-onderzoek na een dodelijk ongeval met een werknemer in 2015. Na de onderzoekfase heeft de HSE een aantal beschuldigingen aan het adres van Recticel Ltd geuit wegens overtreding van de HSE-voorschriften. Recticel heeft op deze aantijgingen geantwoord. In oktober 2021 heeft de HSE bevestigd dat zij een handhavingsbeslissing had genomen. Eind 2022 heeft de HSE aangegeven bij gebrek aan bewijzen geen maatregelen tegen het bedrijf meer te zullen nemen. De voorziening die voor deze zaak was aangelegd, is derhalve teruggenomen. De procedure op zich is nog steeds niet afgelopen voor administratieve redenen.

Een van de vroegere entiteiten van de Groep in Frankrijk is betrokken bij een arbeidsrechtelijke zaak na de sluiting van een productievestiging, waarbij de voormalige werknemers een vordering hebben ingesteld om aanvullende vergoedingen te krijgen op grond van het feit dat de economische redenen voor de sluiting ongeldig zouden zijn. De gerechtelijke procedures hebben tot dusver het standpunt van de werknemers bevestigd. Eén procedure loopt nog. Er is een voorziening aangelegd voor een mogelijke negatieve uitkomst. De betrokken entiteit is op 12 juni 2023 overgedragen aan Carpenter, maar het risico op deze zaak blijft bij Recticel en blijft voorzien.

Op 3 mei 2024 heeft Carpenter een claim verzonden aan Recticel voor een bedrag van EUR 1,9 miljoen in het kader van een mogelijk belasting die het gevolg zou zijn van de erkenning van een badwill op de verkoop van Recticel Engineered Foams Belgium NV, naar aanleiding van de herziening van de verkoopsprijs in 2023. Recticel NV betwist deze claim en beschikt over gegronde juridische en economische argumenten ter weerlegging.

Na het brandincident in Most (Tsjechië) is de betrokken entiteit van de Groep tijdelijk niet in staat geweest om de contractueel overeengekomen hoeveelheden producten te leveren, wat heeft geleid tot productieonderbrekingen

bij de directe klanten en de autofabrikanten. De betrokken entiteit van de Groep heeft daarvoor overmacht ingeroepen, maar een aantal klanten heeft dit in twijfel getrokken of zelfs betwist en te kennen gegeven dat bijkomende vorderingen konden worden ingesteld om schadevergoeding te verkrijgen. Hoewel de Groep hiervoor verzekerd is in overeenstemming met de gangbare normen in de sector, kan niet worden uitgesloten dat dergelijke vorderingen kunnen leiden tot financiële verliezen voor de betrokken vennootschappen. Eén klant heeft in de loop van het eerste halfjaar van 2019 een gerechtelijke procedure opgestart in Frankrijk. De procedure in eerste aanleg loopt nog steeds en zal naar verwachting midden 2025 afgerond worden.

Recticel heeft een voorlopige koopovereenkomst getekend met de aandeelhouders van Gór-Stal voor de overname van de isolatieplaatactiviteiten van Gór-Stal in Bochnia, Polen, voor een ondernemingswaarde van EUR 30 miljoen. De verkoop vereiste een voorafgaande afsplitsing van deze activiteiten in een nieuwe juridische entiteit. Beide partijen hebben goed samengewerkt om het boekenonderzoek af te ronden en deze afsplitsing tegen juli 2021 te realiseren, maar toen vroegen de verkopers een prijsaanpassing op grond van gewijzigde marktomstandigheden. Recticel heeft om meer informatie verzocht alvorens een dergelijk verzoek in overweging te nemen, dat in strijd was met de overeenkomst. De verkopers verstrekten dergelijke informatie niet en deelden in oktober 2021 Recticel mee dat zij de transactie niet langer wensten voort te zetten. Recticel heeft de verkopers aan het einde van het jaar meegedeeld dat zij hun verplichtingen uit hoofde van de overeenkomst niet zijn nagekomen en dat Recticel gerechtelijke procedures zou starten om de voorlopige overeenkomst te doen naleven of schadevergoeding te verkrijgen. Deze gerechtelijke procedures werden gestart in 2022 en lopen tot op heden, waarbij geen conclusie wordt verwacht op korte termijn.

In de loop van het jaar 2024 werden een aantal claims ontvangen door onze isolatie entiteit in Frankrijk en door Recticel NV betreffende kwaliteitsproblemen. Deze problemen kunnen samengevat worden als volgt: (i) een wijzigingen in de formulering met betrekking tot isolatieplaten die in 2018-2019 werden geproduceerd, (ii) uitzettende dakopstanden in geval van een bepaalde plaatsing op platte daken, (iii) krimp van isolatieplaten, en (iii) delaminatie van de zogenaamde 'facer' van de PIR binnenkant van de isolatieplaten. Hoewel de Groep in dit opzicht verzekerd is voor productaansprakelijkheid in overeenstemming met industriële normen, kan niet worden uitgesloten dat dergelijke claims kunnen leiden tot financiële verliezen voor de Groep. Voor deze claims werden voorzieningen aangelegd in 2023, die in 2024 grotendeels konden worden teruggenomen.

Op 31 december 2024 bedroegen de totale voorzieningen voor overige geschillen, milieurisico's en overige risico's op het niveau van Recticel Group EUR 29,7 miljoen in de geconsolideerde financiële staten. Overeenkomstig de informatie-vrijstelling onder IAS 37 §92 zal de Groep geen verdere informatie bekendmaken over de aannames voor de voorzieningen, met inbegrip van details over het huidige en het verwachte aantal rechtszaken en vorderingen.

De Groep is van mening dat de openbaarmaking van dergelijke informatie de Groep kan schaden in het kader van de lopende vertrouwelijke onderhandelingen en zou kunnen resulteren in financiële verliezen voor Recticel en zijn aandeelhouders.

7.2.6.10 Aansluiting met alternatieve prestatiemaatstaven

De Groep gebruikt en publiceert een aantal Alternatieve Prestatie Maatstaven ('APM') om bijkomende waardevol inzichten te verstrekken aan financiële analisten en beleggers. APM's houden verband met de normen die het management gebruikt om de financiële prestaties te monitoren en te meten.

In de onderstaande overzichtstabellen wordt de aansluiting van deze APM's in de winst-en-verliesrekening en de balans van de voortgezette activiteiten samengevat.

in duizend EUR
2023 2024
Winst- en Verliesrekening
Omzet 529.426 610.196
Brutowinst 90.090 104.549
EBITDA 36.123 42.562
Operationele winst (verlies) 12.582 11.489
Operationele winst (verlies) 12.582 11.489
Afschrijvingen van immateriële vaste activa 7.596 9.727
Afschrijvingen van materiële vaste activa 15.652 20.952
Afschrijvingen uitgestelde kosten op lange termijn 0 0
Bijzondere waardeverminderingen op goodwill, immateriële en materiële vaste activa 293 394
EBITDA 36.123 42.562
EBITDA 36.123 42.562
Reorganisatielasten 3.118 7.915
Overige (88) (870)
Aangepaste EBITDA 39.153 49.606
Operationele winst (verlies) 12.582 11.489
Reorganisatielasten 3.118 7.915
Overige (88) (870)
Bijzondere waardeverminderingen 293 394
Aangepaste operationele winst (verlies) 15.905 18.928
Totale netto financiële schuld 31 DEC 2023 in duizend EUR
31 DEC 2024
Langlopende financiële verplichtingen 23.082 46.218
Kortlopende financiële verplichtingen 6.415 12.116
Geldmiddelen en kasequivalenten (191.393) (132.717)
Overige financiële activa 0 0
Netto financiële schuld op de balans (161.896) (74.383)
Factoring programma's 0 0
Totale netto financiële schuld (161.896) (74.383)
Schuldgraadratio (Netto financiële schuld / Totaal eigen vermogen)
Totaal eigen vermogen 437.987 445.133
Netto financiële schuld op de balans / Totaal eigen vermogen N/A N/A
Totale netto financiële schuld / Totaal eigen vermogen N/A N/A
Hefboomratio (Netto financiële schuld / EBITDA)
Netto financiële schuld op de balans / EBITDA N/A N/A
Totale netto financiële schuld / EBITDA N/A N/A
Netto werkkapitaal
Voorraden en bestellingen in uitvoering 43.692 55.075
Handelsvorderingen 78.135 101.925
Overige vorderingen 22.949 12.983
Terug te vorderen belastingen 3.739 4.098
Handelsverplichtingen (70.068) (87.844)
Kortlopende contractverplichtingen (8.037) (9.577)
Verschuldigde inkomstenbelasting (1.781) (1.522)
Overige verplichtingen (44.955) (32.181)
Netto werkkapitaal 23.674 42.957

Current ratio (= Vlottende activa / Kortlopende verplichtingen)

Current ratio (factor) 2,6 2,1
Kortlopende verplichtingen 131.256 144.493
Vlottende activa 339.907 306.799

7.3 Recticel NV/SA - Algemene informatie

Recticel NV/SA

Adres

Bourgetlaan 24 avenue du Bourget 1130 Brussel België

Opgericht: op 19 juni 1896 voor dertig jaar, later verlengd voor onbepaalde duur.

Doel: (artikel 3 van de gecoördineerde statuten) De vennootschap heeft tot doel de ontwikkeling, de productie, de verwerking, de handel, de aankoop, de verkoop en het transport, voor eigen rekening of voor rekening van derden, van alle kunststoffen, polymeren, polyurethanen en andere synthetische componenten, van natuurlijke stoffen, metaalproducten, chemische of andere producten die gebruikt worden door de particulieren of door de industrie, de handel en het transport, met name voor meubilering, slaapcomfort, isolatie, bouwnijverheid, automobielsector, chemie, petrochemie, alsook de producten die horen bij of noodzakelijk zijn voor hun productie of hieruit kunnen voortkomen of hieruit afgeleid kunnen worden.

Zij kan haar doel volledig of gedeeltelijk bereiken, hetzij rechtstreeks, hetzij onrechtstreeks, via dochtermaatschappijen, samenwerkingsverbanden, participaties in andere vennootschappen, partnerships of verenigingen.

Teneinde dit doel te bereiken kan zij alle handelingen uitvoeren op industrieel, immobiliën-, financieel of commercieel gebied die, hetzij rechtstreeks, hetzij onrechtstreeks, geheel of gedeeltelijk, met haar maatschappelijk doel verband houden, of die van aard zouden zijn haar werking of haar handel, of die van de vennootschappen, partnerships of verenigingen waarin zij een participatie of een belang heeft, te bevorderen, te ontwikkelen of te vergemakkelijken; zij kan met name alle roerende en onroerende goederen en alle intellectuele eigendommen ontwikkelen, overdragen, verwerven, huren, verhuren en uitbaten.

Rechtsvorm: naamloze vennootschap

Ingeschreven in het Brusselse rechtspersonenregister

Ondernemingsnummer: 0405 666 668

Geplaatst kapitaal: EUR 141.514.800 (op 31 december 2024)

Type en aantal aandelen: op 31 december 2024 bestond er slechts één type aandelen, met name gewone aandelen; totaal aantal uitstaande aandelen: 56,605,920

Nog te storten gedeelte van het geplaatste kapitaal: 0 aandelen/EUR 0.

Aard van de niet-volgestorte aandelen: geen.

Percentage volledig volgestort: 100%. De aandelen zijn volledig volgestort.

De financiële staten werden opgesteld in overeenstemming met de voorschriften van het Koninklijk Besluit van 30 januari 2001.

Deze financiële staten omvatten de balans, de winsten-verliesrekening en de wettelijk voorgeschreven toelichtingen. Ze worden hierna voorgesteld in verkorte vorm.

Overeenkomstig het Belgisch recht zullen het beheersverslag en de financiële staten van Recticel NV/SA en het verslag van de Commissaris worden neergelegd bij de Nationale Bank van België.

Ze zijn op aanvraag verkrijgbaar bij: Recticel NV/SA Bourgetlaan 42 1130 Brussel België Tel.: +32 (0)2 775 18 11 E-mail: [email protected]

De toelichtingen bij de financiële staten hebben betrekking op de financiële toestand van de vennootschap zoals die blijkt uit de balans. De resultaten worden eveneens toegelicht in het jaarverslag dat eraan voorafgaat.

De Commissaris heeft over de statutaire financiële staten van Recticel NV/SA een verklaring zonder voorbehoud gegeven.

De statutaire financiële staten van Recticel NV/SA en het statutaire verslag van de Raad van Bestuur zijn kosteloos verkrijgbaar op de website van de vennootschap, https://www.recticel.com/investors/annual-half-yearreports.html

7.4 Recticel NV/SA - Verkorte enkelvoudige financiële staten

De statutaire balans en de statutaire winst-enverliesrekening van Recticel NV/SA voor de periode eindigend op 31 december 2024 worden hieronder in verkorte vorm weergegeven. De boekhoudkundige grondslagen gebruikt voor de Statutaire Financiële Staten van Recticel NV/SA verschillen van de boekhoudkundige grondslagen gebruikt voor de Geconsolideerde Financiële Staten. De Statutaire Financiële Staten volgen de Belgische wettelijke voorschriften, terwijl de Geconsolideerde Financiële Staten de International Financial Reporting Standards volgen.

in duizend EUR
Recticel NV/SA 31 DEC 2023 31 DEC 2024
ACTIVA
VASTE ACTIVA 732.765 660.800
I. Oprichtingskosten
II. Immateriële vaste activa 9.954 11.106
III. Materiële vaste activa 33.008 32.231
IV. Financiële activa 689.803 617.464
VLOTTENDE ACTIVA 129.086 105.091
V. Vorderingen op meer dan 1 jaar 5.585 1.792
VI. Voorraden en bestellingen in uitvoering 9.693 10.477
VII. Vorderingen op ten hoogste 1 jaar 48.511 50.551
VIII. Investeringen in contanten 64.398 40.398
IX. Geldmiddelen en kasequivalenten 174 61
X. Uitgestelde lasten en overlopende opbrengsten 724 1.813
TOTALE ACTIVA 861.851 765.891
PASSIVA
I. Kapitaal 140.577 141.515
II. Uitgiftepremierekening 133.729 135.696
III. Herwaarderingsreserve 2.551 2.551
IV. Reserves 17.645 17.645
V. Overgedragen winsten (verliezen) 464.937 375.583
VI. Investeringssubsidies 0 0
VII. A. Voorzieningen voor risico's en lasten 17.339 19.947
B. Uitgestelde belastingen 0 0
VIII. Schulden op meer dan 1 jaar 4.998 4.376
IX. Schulden op ten hoogste 1 jaar 78.557 67.152
X. Toegerekende lasten en uitgestelde opbrengsten 1.516 1.426
TOTAAL EIGEN VERMOGEN + TOTAAL VERPLICHTINGEN 861.851 765.891
in duizend EUR
Recticel NV/SA 31 DEC 2023 31 DEC 2024
WINST- EN VERLIESREKENING
I. Bedrijfsopbrengsten 158.127 145.054
II. Bedrijfskosten (199.695) (146.649)
III. Operationele winst (verlies) (41.567) (1.596)
IV. Financiële inkomsten 499.103 55.545
V. Financiële kosten (98.194) (125.026)
VI. Winst (verlies) over het jaar voor belastingen 359.342 (71.077)
VII. Winstbelastingen (540) (729)
VIII. Winst (verlies) over het jaar na belastingen 358,801 (71,806)
IX. Overboeking naar onbelaste reserves 0 0
X. Te bestemmen winst (verlies) van het boekjaar 358.801 (71.806)

Het beheersverslag van de Raad van Bestuur aan de Jaarlijkse Algemene Vergadering van Aandeelhouders en de Statutaire Financiële Staten van Recticel NV/SA, evenals het verslag van de Commissaris, zullen binnen de wettelijke termijnen bij de Nationale Bank van België worden neergelegd. De statutaire financiële staten van Recticel NV/SA en het statutaire verslag van de Raad van Bestuur zijn beschikbaar op de website van de vennootschap, www.recticel.com.

Bestemming van het resultaat

De Algemene Vergadering van Aandeelhouders beslist over de bestemming van de voor uitkering van een dividend beschikbare winst, op voorstel van de Raad van Bestuur. De Raad van Bestuur heeft de intentie om een stabiel of geleidelijk toenemend jaarlijks dividend voor te stellen, weliswaar rekening houdend met de volgende elementen:

• een gepaste vergoeding voor de aandeelhouders;

• behoud van voldoende zelffinancieringscapaciteit om investeringen in kansen om waarde te creëren mogelijk te maken.

De Raad van Bestuur heeft besloten om het volgende voorstel van resultaatverdeling aan de Algemene Vergadering van Aandeelhouders voor te leggen:

in EUR
Recticel NV/SA 31 DEC 2024
Winst (verlies) over het boekjaar (71.806.327)
Overgedragen winst (verlies) van het vorige boekjaar 464.937.476 +
Winst (verlies) toe te voegen aan de wettelijke reserves -
Winst (verlies) toe te voegen aan overige reserves -
Te bestemmen resultaat 393.131.149 =
Brutodividend ¹ 17.547.835 -
Over te dragen winst (verlies) 375.583.314 =

¹ Brutodividend per aandeel van EUR 0,31, resulterend in een nettodividend na belastingen van EUR 0,217 per gewoon aandeel.

7.5 Verklaring van de verantwoordelijken

Wij verklaren hierbij dat, voor zover ons bekend, de Geconsolideerde Financiële Staten op 31 december 2024, opgesteld overeenkomstig de International Financial Reporting Standards (IFRS) zoals aangenomen door de Europese Unie, en de in België van toepassing zijnde wettelijke voorschriften, een getrouw beeld geven van de activa, de verplichtingen, de financiële toestand en de resultaten van de Groep en de in de consolidatie opgenomen ondernemingen als geheel, en dat het beheersverslag een getrouw overzicht geeft van de ontwikkeling en de resultaten van het bedrijf en van de positie van de Groep en de in de consolidatie opgenomen ondernemingen als geheel, alsmede een beschrijving van de voornaamste risico's en onzekerheden waarmee zij geconfronteerd worden.

Wim Dejonghe, vertegenwoordiger van D.A.S.T. BV, Voorzitter van de Raad van Bestuur

Jan Vergote, vertegenwoordiger van Coral & Wallace BV, Chief Executive Officer

Bart Van den Eede, vertegenwoordiger van Pendron BV, Chief Financial Officer

8.1 Verslag van de Commissaris

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

8.2 ESRS lijst met rapportage-eisen

ESRS 2, IRO-2 (DR 56)

LIJST MET
RAPPORTAGE
EISEN
RAPPORTAGE-EIS HOOFDSTUK BLADZIJDE
ESRS 2 Algemene toelichtingen
BP-1 Algemene grondslag voor het opstellen van
duurzaamheidsverklaringen
4.1 72
BP-2 Rapportage over specifieke omstandigheden 5.1.2 95
GOV-1 De rol van de bestuurs-, leidinggevende en toezichthoudende
organen
3.1 48
GOV-2 Informatie verschaft aan en omgang met duurzaamheidsthema's
door bestuurs-, leidinggevende en toezichthoudende organen van de
onderneming
3.2 56
GOV-3 Integratie van duurzaamheidsprestaties in beloningsregelingen 3.3 57
GOV-4 Due-diligenceverklaring 3.4 58
GOV-5 Risicobeheersing en interne controles voor duurzaamheidsrapportage 3.5 64
SBM-1 Marktpositie, strategie, businessmodel(len) en waardeketen 2.3 25
SBM-2 Belangen en opvattingen van stakeholders 4.2.2 76
SBM-3 Materiële impacts, risico's en kansen en de wisselwerking daarvan
met strategie en businessmodel(len)
4.3.2 82
IRO-1 Beschrijving van de processen om materiële impacts, risico's en
kansen in kaart te brengen en te analyseren
4.2 74
IRO-2 Rapportage-eisen in ESRS opgenomen in de
duurzaamheidsverklaringen van de onderneming
4.1 72
E1 Klimaatverandering 5.2 102
ESRS 2 GOV-3 Integratie van duurzaamheidsprestaties in beloningsregelingen 3.3 57
E1-1 Transitieplan voor klimaatmitigatie 5.2.2 106
ESRS 2 SBM-3 Materiële impacts, risico's en kansen en de wisselwerking daarvan
met strategie en businessmodel(len)
4.3.2 82
ESRS 2 IRO-1 Beschrijving van de processen om materiële impacts, risico's en
kansen in kaart te brengen en te analyseren
4.2 74
E1-2 Beleid ten aanzien van klimaatmitigatie 5.2.3 107

klimaatverandering 5.2.4 108

E1-4 Doelen inzake klimaatmitigatie 5.2.5 110 E1-5 Energieverbruik en energiemix 5.2.6 112

E1-3 Maatregelen en middelen wat betreft beleid ten aanzien van

LIJST MET
RAPPORTAGE
EISEN
RAPPORTAGE-EIS HOOFDSTUK BLADZIJDE
E1-6 Bruto scopes 1, 2, 3 emissies en totale broeikasgasemissies 5.2.7 112
E1-7 BKG-verwijderingen en carbon credits 5.2.9 119
E1-8 Interne koolstofbeprijzing 5.2.9 120
E1-9 Beoogde financiële effecten van materiële fysieke en transitierisico's
en potentiële klimaatkansen
5.2.11 120
E5 Materiaalgebruik en circulaire economie 5.3 121
ESRS 2 SBM-3 Materiële impacts, risico's en kansen en de wisselwerking daarvan
met strategie en businessmodel(len)
4.3.2 82
ESRS 2 IRO-1 Beschrijving van de processen om materiële verontreinigingsimpacts,
-risico's en -kansen in kaart te brengen en te analyseren:
4.2 74
E5-1 Beleid ten aanzien van materiaalgebruik en circulaire economie 5.3.2 122
E5-2 Beleid en middelen inzake materiaalgebruik en circulaire economie 5.3.3 124
E5-3 Doelen wat betreft materiaalgebruik en circulaire economie 5.3.4 126
E5-4 Materiaalinstromen 5.3.5 127
E5-5 Materiaaluitstromen 5.3.6 129
E5-6 Beoogde financiële effecten van impacts, risico's en kansen wat
betreft materiaalgebruik en circulaire economie
5.3.7 133
S1 Eigen personeel 5.4 134
ESRS 2 SBM-2 Belangen en opvattingen van stakeholders 4.2.2 76
2.3.6 46
ESRS 3 SBM-3 Materiële impacts, risico's en kansen en de wisselwerking daarvan
met strategie en businessmodel(len)
4.3.2 82
ESRS 2 IRO-1 Materiële S1 IRO's en hun interactie met strategie en bedrijfsmodel 5.4.1 135
S1-1 Beleid ten aanzien van eigen personeel 5.4.2 135
S1-2 Processen om met eigen werknemers en
werknemersvertegenwoordigers te overleggen over impacts
5.4.3 137
Bijlage
LIJST MET
RAPPORTAGE
EISEN
RAPPORTAGE-EIS HOOFDSTUK BLADZIJDE
S1-3 Herstelprocessen voor negatieve impacts en kanalen voor eigen
werknemers om zorgen kenbaar te maken
5.4.4 138
S1-4 Acteren op materiële impacts op eigen personeel 5.4.5 139
S1-5 Doelen wat betreft het beheersen van materiële negatieve impacts,
het bevorderen van positieve impacts en het beheersen van
materiële risico's en kansen
5.4.6 141
S1-6 Kenmerken van de werknemers van de onderneming 5.4.7 142
S1-7 Kenmerken van medewerkers niet in loondienst onder het eigen
personeel van de onderneming
5.4.8 143
S1-8 CAO-dekkingsgraad en sociale dialoog 5.4.9 143
S1-10 Leefbare lonen 5.4.10 144
S1-11 Sociale bescherming 5.4.11 144
S1-13 Maatstaven voor opleiding en ontwikkeling van vaardigheden 5.4.12 144
S1-14 Veiligheids- en gezondheidsmaatstaven 5.4.13 145
S1-15 Werk-privé balans 5.4.14 146
S1-17 Incidenten, klachten en ernstige impacts op het gebied van
mensenrechten
5.4.15 146
G1 Zakelijk gedrag 5.5 147
ESRS 2 SBM-3 Materiële impacts, risico's en kansen en de wisselwerking daarvan
met strategie en businessmodel(len)
4.3.2 82
ESRS 2 GOV-1 De rol van de bestuurs-, leidinggevende en toezichthoudende
organen
5.5.3 148
ESRS 2 IRO-1 Materiële G1 IRO's en hun interactie met strategie en bedrijfsmodel 5.5.1 148
G1-1 Beleid ten aanzien van zakelijk gedrag en bedrijfscultuur 5.5.2 148
G1-2 Beheer van relaties met leveranciers 5.5.4 152
G1-3 Preventie en opsporing van corruptie of omkoping 5.5.5 153
G1-4 Bevestigde incidenten van corruptie of omkoping 5.5.6 155
G1-5 Politieke invloed en lobbyactiviteiten 5.5.7 155
G1-6 Betalingspraktijken 5.5.7 156

8.3 Verwijzingen naar andere EU wetgevingen

8.3.1 Referentietabel met TCFD-aanbevelingen

REFERENTIETABEL MET TCFD-AANBEVELINGEN HOOFDSTUK PAGINA
Governance
Beschrijving van het uitoefenen van toezicht door de Raad van Bestuur op klimaatgerelateerde risico's en kansen 3.1 48
3.1.6.1 54
Beschrijving van de rol van het management bij de beoordeling en beheersing van klimaatgerelateerde risico's en kansen 4.2.2 76
4.3.1 80
Strategie
Beschrijving van de klimaatveranderingsrisico's en -kansen die de organisatie in kaart heeft gebracht voor de korte, middellange en lange termijn 4.3.2.1 84
Beschrijving van de impact van klimaatgerelateerde risico's en kansen op de organisatie's bedrijfsactiviteiten, strategie en financiële planning 4.3.2 82
Beschrijving van de veerkracht van de organisatie's strategie, rekening houdend met verschillende klimaatgerelateerde scenario's, inclusief een 2°C- of
lager scenario scenario
5.2.2 103
Risicobeheersing
Beschrijving van de organisatie's processen om klimaatgerelateerde risico's in kaart te brengen en te beoordelen 4.3.2.1 84
Beschrijving van de organisatie's processen om klimaatgerelateerde risico's te beheersen 4.3.2.2 89
Beschrijving hoe processen om klimaatgerelateerde risico's in kaart te brengen, te beoordelen en te beheersen, geïntegreerd zijn binnen de organisatie's
algehele risicobeheersing
3.2 56
Maatstaven en doelen
Beschrijving van de maatstaven die de organisatie hanteert om klimaatgerelateerde risico's en kansen in kaart te brengen in lijn met haar strategie en
beheerprocessen
4.3.2.1 84
5.2.5 - 5.2.9 107 - 120
5.3.4 - 5.3.7 126 - 133
Toelichting van scope 1-, 2-broeikasgasemissies en, indien van toepassing, scope 3, en de bijbehorende risico's 5.2.7 112
Beschrijving van de doelen die de organisatie heeft geformuleerd om klimaatgerelateerde risico's en kansen te beheersen, en van de resultaten ten
opzichte van die doelen
5.2.5 107
5.3.4 126

REFERENTIETABEL MET DE VERENIGDE NATIES' DUURZAME ONTWIKKELINGDOELSTELLINGEN (SDG'S) HOOFDSTUK PAGINA

8.3.2 Referentietabel met de Verenigde Naties' duurzame ontwikkelingdoelstellingen (SDG's)

SDG 7 Betaalbare en duurzame energie
Energie-efficiënte oplossingen voor duurzame bouwpraktijken bevorderen 2 17
Het aandeel van hernieuwbare energie in de mondiale energiemix vergroten 5.2 102
5.3 121
SDG 8 Eerlijk werk en economische groei
Duurzame en economische groei stimuleren door waardig werk 5.4 134
Een veilige werkomgeving bevorderen 5.5 147
SDG 9 Industrie, innovatie en infrastructuur
Innovatie bevorderen om veerkrachtige infrastructuur te verbeteren 1.1 11
Industrieën moderniseren om ze duurzaam te maken, met een efficiënter gebruik van hulpbronnen 5.3.3 124
SDG 11 Duurzame steden en gemeenschappen
Producten ontwikkelen die de energie-efficiëntie van steden verbeteren 2 17
5.2 102
5.3 121
1.1 10
SDG 12 Verantwoorde consumptie en productie
Circulaire economie bevorderen door productinnovatie 5.3 121
Afvalproductie verminderen door preventie, vermindering, recycling en hergebruik
SDG 13 Klimaatactie
Inzetten op ambitieuze doelstellingen voor de reductie van broeikasgassen en praktijken die zijn afgestemd op het klimaat 5.2 102
SDG 17 Partnerschap om doelstellingen te bereiken
Samenwerken met stakeholders om positieve milieu- en sociale effecten te versterken 1.1 11
5.3.3.1 125
5.4 134

8.4 Woordenlijst

IFRS-MAATSTAVEN

Geconsolideerd(e) (gegevens): Financiële gegevens volgens de toepassing van IFRS 11, waarbij de joint ventures en verbonden ondernemingen worden verwerkt volgens de equity-methode.

ALTERNATIEVE PRESTATIEMAATSTAVEN

Daarnaast maakt de Groep gebruik van alternatieve prestatiemaatstaven (APM's) om haar onderliggende prestaties tot uitdrukking te brengen en om de lezer te helpen de resultaten beter te begrijpen. APM's zijn geen door de IFRS gedefinieerde prestatie-indicatoren. De Groep presenteert APM's niet als een alternatief voor financiële maatstaven die zijn vastgesteld in overeenstemming met de IFRS en legt niet meer nadruk op APM's dan op de vastgestelde financiële maatstaven volgens de IFRS.

Aangepaste EBITDA: EBITDA vóór aanpassingen (aan de bedrijfswinst)

Aangepaste bedrijfswinst (Aangepast bedrijfsverlies): Bedrijfswinst (-verlies) + aanpassingen van de bedrijfswinst (-verlies)

Aanpassingen van de bedrijfswinst (-verlies): omvatten bedrijfsopbrengsten, kosten en voorzieningen die betrekking hebben op herstructureringsprogramma's (ontslagvergoedingen, sluitings- en saneringskosten, verhuiskosten,...), reorganisatiekosten en verlieslatende contracten, bijzondere waardeverminderingen van materiële vaste activa, immateriële activa en goodwill, herwaarderingsmeerwaarden of minderwaarden op vastgoedbeleggingen, winsten of verliezen op desinvesteringen van niet-operationele vastgoedbeleggingen en op de liquidatie van investeringen in verbonden ondernemingen, opbrengsten of kosten als

gevolg van belangrijke (inter)nationale juridische geschillen en kosten voor advies in verband met overnames of projecten voor de samenvoeging van bedrijven, kosten van adviesvergoedingen met betrekking tot overnames, desinvesteringen of bedrijfscombinatieprojecten, inclusief vergoedingen in verband met de financiering en terugnemingen van voorraden als gevolg van aankoopprijsallocaties krachtens IFRS 3 Bedrijfscombinaties.

Bedrijfswinst (-verlies): Winst vóór baten uit andere geassocieerde deelnemingen, reële-waardeaanpassingen van optiestructuren, winst uit beëindigde activiteiten, rente en belastingen. De bedrijfswinst (-verlies) omvat opbrengsten uit verbonden ondernemingen in voortgezette activiteiten.

BEIS: UK Department voor Business, Energy and Industrial Strategy

BC ADEME: 'Bilan Carbone' van het Franse 'Agence de la Transition Energétique''

CDP: non-profit organisatie die wereldwijd de milieuverslaggeving evalueert van bedrijven, steden, regio's en financiële instanties

Current ratio: Current assets / Current liabilities

DEFRA: Department for Environment, Food & Rural Affairs in de UK, verstrekt koolstofconversiefactoren

DNSH: Het Do No Significant Harm principe; in de context van de EU Taxonomie, een economische activiteit die bijdraagt aan een of meer van de zes milieudoelstellingen zonder een van deze doelstellingen significant te schaden.

EBITDA: Bedrijfswinst (Bedrijfsverlies) + afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen op activa; alle van voortgezette activiteiten

EPD: Environmental Product Declaration

ESG: Environmental, Social and Governance

ESRS: European Sustainability Reporting Standards, die het volledige scala aan milieu-, sociale en bestuurskwesties omvat, waaronder klimaatverandering, biodiversiteit en mensenrechten

EWC: European Works Council

GHG: Greenhouse Gas

Hefboomratio: Netto financiële schuld / EBITDA (laatste 12 maanden)

Higg: Higg Materials Sustainability Index, ontworpen om de milieu-impact van verschillende materialen te vergelijken, zodat ontwerp- en ontwikkelingsteams duurzamere keuzes kunnen maken tijdens de materiaalselectie

IEA: International Energy Agency

ILO: International Labour Organisation

Inkomsten van geassocieerde deelnemingen: Inkomsten die geacht worden tot de kernactiviteiten van Recticel te behoren, zijn opgenomen in het bedrijfsresultaat.

Inkomsten uit overige geassocieerde deelnemingen: Inkomsten van geassocieerde deelnemingen die niet als onderdeel van de kernactiviteiten van Recticel worden beschouwd, zijn niet opgenomen in het bedrijfsresultaat.

ISO 14001: IInternationaal erkende standaard voor 'environmental management systems' (EMS)

Lambda value: Maat voor hoe efficiënt een materiaal warmte geleidt

LCA: Life Cycle Assessment, het beoordelen van de milieueffecten van een product of dienst gedurende de gehele levenscyclus, van de winning van grondstoffen tot de verwijdering aan het einde van de levensduur

Marge: EBITDA-marge, Aangepaste EBITDA-marge, Operationele winst (verlies) marge en Aangepaste operationele winst (verlies) marge worden uitgedrukt als een % op omzet.

Nettowerkkapitaal: Voorraden en bestellingen in uitvoering + Handelsvorderingen + Overige vorderingen + Belastingvorderingen - Handelsschulden - Te betalen winstbelastingen - Overige te betalen bedragen.

Netto financiële schuld: Rentedragende financiële verplichtingen en leaseverplichtingen op meer dan één jaar + rentedragende financiële verplichtingen en leaseverplichtingen op ten hoogste één jaar + aangegroeide rente - geldmiddelen en kasequivalenten + netto tegen marktwaarde gewaardeerde waardepositie van afdekkingsderivaten. De rentedragende leningen omvatten niet de bedragen die zijn opgenomen in het kader van factoring-/forfeitingprogramma's zonder verhaal.

Netto vrije kasstroom: Netto vrije kasstroom is de som van (i) de nettokasstroom uit bedrijfsactiviteiten na belastingen, (ii) de nettokasstroom uit investeringsactiviteiten, (iii) de betaalde rente op financiële verplichtingen en (iv) de terugbetaling van leasingverplichtingen; zoals weergegeven in het geconsolideerde kasstroomoverzicht.

OECD: Organisation for Economic Co-operation and Development

PIR: Polyisocyanurate

PU: Polyurethane

RSSR: Recticel Supplier Sustainability Requirements

SBTi: Science Based Targets initiative

Schuldgraadratio: Netto financiële schuld / Totaal eigen vermogen.

Scope 1: Directe broeikasgasemissies die ontstaan uit bronnen die worden beheerd door of eigendom zijn van een organisatie (bijv. emissies in verband met de verbranding van brandstof in boilers, ovens, voertuigen)

Scope 2: Indirecte broeikasgasemissies die worden veroorzaakt door de aangekochte energieverbruiksactiviteiten van een bedrijf zoals elektriciteit, stoom, verwarming of koeling voor eigen gebruik

Scope 3: Indirecte broeikasgasemissies die niet zijn opgenomen in scope 2 en die plaatsvinden in de waardeketen van het bedrijf (upstream- en downstreamactiviteiten). Het GHG-protocol verdeelt scope 3 emissies in 15 categorieën

SEVESO: EU-richtlijn betreffende de beheersing van de gevaren van zware ongevallen waarbij gevaarlijke stoffen zijn betrokken, van toepassing op meer dan 12.000 industriële installaties in de EU

tCO2 e: Metrische ton kooldioxide-equivalent emissies

Totale netto financiële schuld: Netto financiële schuld + de bedragen die zijn opgenomen in het kader van niet in de balans opgenomen factoringprogramma's zonder verhaal.

U-waarde: Geeft de warmtedoorgangscoëfficiënt door een materiaal of bouwelement aan en kwantificeert hoe goed een materiaal werkt als thermische isolator of geleider.

W/m²K: Watt per vierkante meter Kelvin

WRI: World Resources Institute

Colofon

Recticel NV/SA Bourgetlaan 42 Avenue du Bourget B-1130 Brussels, Belgium www.recticel.com

Dit verslag is beschikbaar in het Nederlands en het Engels In geval van tekstuele tegenstrijdigheden tussen de Engelse en de Nederlandse versie, prevaleert de eerste.

Talk to a Data Expert

Have a question? We'll get back to you promptly.