Annual Report • Apr 18, 2025
Annual Report
Open in ViewerOpens in native device viewer
JAARVERSLAG 2024 SPACE FOR GROWTH

Dit jaar was een belangrijke stap voorwaarts, niet alleen in termen van groei, maar ook qua financieel vertrouwen. We behaalden onze eerste solide lange termijn investment grade rating, een duidelijke erkenning van onze financieel gedisciplineerde benadering die gericht is op duurzame groei. Deze rating is het resultaat van jarenlange zorgvuldige planning en strategische keuzes.
Daarnaast zette Montea een belangrijke stap in de uitbreiding van haar aanwezigheid in Frankrijk en Duitsland. Dankzij een succesvolle kapitaalverhoging versnelden we onze uitbreidingsplannen in Frankrijk met de overname van de Reverso-portefeuille. In Duitsland breidden we onze activiteiten verder uit met een aankoop in de haven van Hamburg, een belangrijke strategische zet voor de toekomst. In Tiel, Nederland begonnen we met de grootste ontwikkeling in onze geschiedenis voor onze klant Intergamma.
Onze voortdurende focus op strategische locaties heeft ook dit jaar zijn vruchten afgeworpen. Zelfs in een uitdagend economisch klimaat blijven we een hoge bezettingsgraad behouden, wat getuigt van de waarde die we bieden aan onze klanten en de strategische locaties van onze sites.
Onze successen werden ook erkend door de buitenwereld. In België werden we genomineerd voor de prestigieuze Onderneming van het Jaar-prijs van EY, een grote eer. In Nederland ontvingen we de Logistics Award voor het duurzame distributiecentrum dat we voor Lekkerland bouwden in Waddinxveen.
Met deze solide basis kijken we vol vertrouwen naar de toekomst. 2025 is al sterk van start gegaan met een mijlpaal waar we bijzonder trots op zijn: Montea is toegevoegd aan de BEL20-index. Deze erkenning bevestigt de jarenlange toewijding van onze collega's, het vertrouwen van onze klanten en de voortdurende steun van onze aandeelhouders in ons groeiverhaal. En wat brengt de rest van 2025? We zetten ambitieuze stappen: we streven naar een winstgroei van 8 procent per aandeel en een investeringsdoelstelling van 300 miljoen euro. Track27 draait op volle toeren en blijft zich concentreren op de ontwikkeling en uitbreiding van onze grondbank, evenals op onze energieprojecten. We geloven sterk in de kracht van samenwerkingen met ervaren ontwikkelaars en bieden sale en leasebacktransacties aan om logistieke bedrijven te helpen hun toekomstige groei te financieren.
Samen zetten we koers naar de toekomst, met de overtuiging dat er altijd Space for Growth is.
We kijken uit naar wat 2025 ons zal brengen.
Met trots,


Woord van de CEO "Samen zetten we koers naar de toekomst, met de overtuiging dat er altijd Space for Growth is."
Jo De Wolf — CEO
Vanaf de jaren zestig bleef Petroleum-Zuid Antwerpen grotendeels verlaten en vervuild achter. Het gebied was sterk verontreinigd geraakt met olie en zware metalen.
Dit is een reconstructie van hoe deze site er in 1975 moet hebben uitgezien.
De site werd grondig gesaneerd en herontwikkeld tot Blue Gate Antwerp, een duurzame bedrijvenzone gericht op circulaire economie en cleantech.

1
9
12
14
3
5

Dit is een toekomstbeeld van hoe deze site er in 2055 zal uitzien.
Petroleum-Zuid was ooit een van de belangrijkste opslagplaatsen voor petroleumproducten in Europa. Vanaf de tweede helft van de negentiende eeuw groeide dit gebied ten zuiden van Antwerpen uit tot een zwaarbeveiligde industriezone met tientallen opslagtanks, raffinaderijen en haveninstallaties. Het terrein speelde een cruciale rol in de energievoorziening en de handel van de stad, maar bracht ook aanzienlijke risico's met zich mee, zoals zware branden en ernstige milieuvervuiling. In de Tweede Wereldoorlog werd Petroleum-Zuid grotendeels verwoest door bombardementen. De petroleumindustrie verhuisde niet veel later naar een nieuw terrein. Vanaf de jaren zestig trokken de ondernemingen er weg en bleef Petroleum-Zuid grotendeels verlaten en vervuild achter. Het gebied was sterk verontreinigd geraakt met olie en zware metalen.
In 1975 was Petroleum-Zuid nog steeds actief, maar haar hoogtepunt lag al achter haar. Door de uitbreiding van de Antwerpse haven richting het noorden en de strengere milieuregels verloor de site steeds meer haar functie. De opslagplaatsen en installaties raakten verouderd en grote delen van het terrein kwamen stil te liggen. In de jaren daarna bleef Petroleum-Zuid grotendeels verlaten en zwaar vervuild.
Dit is een reproductie van hoe de situatie er in 1975 zal hebben uitgezien.
In 2011 ontstonden er plannen om het Petroleum-Zuidterrein nieuw leven in te blazen. In 2016 werd Montea de exclusieve partner voor de ontwikkeling van het logistieke terrein. De site werd grondig gesaneerd en herontwikkeld tot Blue Gate Antwerp, een duurzame bedrijvenzone gericht op circulaire economie en cleantech.
De eerste stenen waren voor het DHL Delivery Centre, opgeleverd in 2021. Vervolgens bouwden we er het eerste Belgische bezorgcentrum van Amazon Logistics, opgeleverd in 2022, dat in 2023 genomineerd werd voor de Belgian Construction Awards in de categorie 'Climate Future Project'.
Voor Herfurth en Dries Van Noten Group leverden we in 2024 een derde duurzaam logistiek distributiecentrum op dat de Realty Sustainable Building Award heeft gewonnen in de categorie 'Industrial & Logistics'. Ook internationaal is het project in de prijzen gevallen: in München nam Montea voor dit distributiecentrum de Expo Real Impact Award in ontvangst.
Alle Montea-ontwikkelingen op Blue Gate hebben een BREEAM 'Excellent'-certificaat. Ze zijn méér dan energieneutraal en wekken meer (hernieuwbare) energie op dan ze verbruiken. Dankzij zonnepanelen op het dak, luchtdichte loskades, warmtepompen en lichtkoepels wordt het verbruik geminimaliseerd. Het gebruik van Cross Laminated Timber (CLT) versnelde het bouwproces en zorgt voor energie-efficiënte isolatie.
Ooit was het een zwaar vervuilde brownfield, nu een energiepositief gebouw dat werkgelegenheid creëert, vlak bij het centrum van Antwerpen.


| 01 | Wij zijn Montea | p. 14 |
|---|---|---|
| 02 | 2024 in 10 Highlights | p. 26 |
| 03 | Onze bouwstenen voor een duurzame logistiek | p. 40 |
| 04 | Blik op de toekomst | p. 124 |
| 05 | Beheersverslag | p. 130 |
| 06 | Montea op de beurs | p. 160 |
| 07 | Corporate Governance verklaring | p. 166 |
| 08 | Risicofactoren | p. 212 |
| 09 | Jaarrekening | p. 222 |
| 10 | Datapakket | p. 302 |
| 11 | Aanvullende informatie | p. 386 |


belangrijkste logistieke corridors in België, Nederland, Frankrijk en Duitsland. Onze jarenlange nadruk op grey- en brownfields is visionair gebleken. We lossen historische problemen op, saneren verwaarloosde sites en doen aan jobcreatie. Verder ondersteunen we onze klanten bij de energietransitie en we creëren aangename werkplekken voor hun ruim 65.000 medewerkers.


Aantal sites op 31/12/2024
118
Oppervlakte 2.132.243 m2
Bezettingsgraad
99,9%
Reële waarde van de vastgoedportefeuille
€ 2.793 mio
Management 2023: 13 12 personen Werknemers 2023: 45 49 personen Raad van Bestuur 2023: 7 7 personen
Totaal gronden
2.720.452 m2
Waarvan projecten in de pijplijn
830k m 2
Waarvan toekomstig ontwikkelpotentieel
1.890k m 2
Marktwaarde
€ 541 mio
Grey/brownfields
80%
Percentage van de verworven gronden dat opbrengsten genereert
55% (aan 5,8% rendement op investering)
GRESB Score Bestaande gebouwen GRESB Gemiddelde 76 GRESB Score Ontwikkelingen GRESB Gemiddelde 86


Gemiddeld aantal uren opleiding/vte
55 uren

23 vrouw


Al sinds onze start zijn we actief in de niche van logistiek vastgoed. Als specialist kunnen we het potentieel van nieuwe ontwikkelingen dan ook heel juist inschatten en locaties kiezen die interessant zijn en dat ook zullen blijven.
Bij het herontwikkelen van industriële sites kijken we ver vooruit. We willen dat onze gebouwen over enkele decennia nog steeds voldoen aan de wijzigende regelgeving en klantennoden. Deze zogeheten 'transgenerationele aanpak' is vrij uniek voor een beursgenoteerd bedrijf. We planten vandaag namelijk zaadjes die pas jaren later geoogst zullen worden.
Onze landbank bestaat uit 2,7 miljoen m² bestemde grond, waarvan meer dan 80% grey- en brownfields. Bij nieuwe investeringen hanteren we vaak het principe van de 'yielding' landbank: we kopen strategisch gelegen sites die nog een huuropbrengst genereren. Na verloop van tijd bouwen we een toekomstbestendig distributiecentrum op de site, voor de bestaande huurder of een nieuwe klant.
In de huidige onzekere marktomstandigheden staan logistieke spelers soms voor financiële uitdagingen. In overleg met onze klanten stappen we soms in een sale en leaseback. Het vrijgekomen kapitaal kunnen zij dan investeren in de groei of uitbreiding van hun bedrijf.
"Een investering is altijd op lange termijn. Zo bevat onze portefeuille nog altijd gebouwen op gronden die mijn vader indertijd heeft aangekocht. Er is zelfs een site bij die we al twee keer hebben afgebroken en heropgebouwd."

Dirk De Pauw Voozitter Raad van Bestuur Montea

Ben Vos CFO Vos Logistics
Beluister de podcastreeks 'Voorbij de vergadertafel', waarin CEO Jo De Wolf met een aantal belangrijke stakeholders van Montea in gesprek gaat.

Scan de QR code of luister via montea.com/nl/montea-podcasts



Aantal sites op 31/12/2024
3
Oppervlakte (m2 )
99.500
Reële waarde van de vastgoedportefeuille

Totale bezettingsgraad
100%
Aandeel van de portefeuille
3%
Aantal sites op 31/12/2024
35 Oppervlakte (m2
) 292.500
Reële waarde van de vastgoedportefeuille
€ 406 mio
Totale bezettingsgraad

Aandeel van de portefeuille
14%
Aantal sites op 31/12/2024
Oppervlakte (m2 )
951.500
Reële waarde van de vastgoedportefeuille
Totale bezettingsgraad
€ 1.191 mio 43%
100%
Aandeel van de portefeuille

Aantal sites op 31/12/2024
37

Reële waarde van de vastgoedportefeuille
Totale bezettingsgraad 100%
€ 1.107 mio 40%
Aandeel van de portefeuille
Met sterke lokale teams zijn we actief langs de belangrijkste logistieke corridors van België, Nederland, Frankrijk en Duitsland. Dat zijn niet alleen belangrijke economische centra in West-Europa, het zijn ook stuk voor stuk landen waar de grond schaars is.
In onze vier landen hebben we lokale teams voor business development, asset management, property management en accounting. Finance, taks, IT, duurzaamheid, juridische ondersteuning, HR, marketing, communicatie en PR verlopen dan weer via de corporate services in België. Willen we een nieuwe markt aanboren, dan biedt deze structuur ons de mogelijkheid om snel te schakelen en op te schalen.




Onze klanten bieden we de best mogelijke ervaring qua locatie, accommodatie en beheer. We willen begrijpen hoe zij de toekomst zien, welke behoeftes en uitdagingen ze hebben en hoe wij onze producten en diensten daar helemaal op kunnen afstemmen. We hechten dan ook het grootste belang aan nauwe samenwerking en feedback.
Ook voor onze nieuwe ontwikkelingen zijn klanten belangrijke raadgevers. Zij triggeren ons om nog meer out-of-the-box te denken. Zo bouwden wij in Brussel een e-commercecenter voor Delhaize met een parkeerterrein en zonnepanelen op het dak. Voor Lekkerland in Waddinxveen leverden we dan weer een ruim distributiecentrum op met veel natuurlijke lichtinval. Ook bereidden wij op tientallen locaties energieopslag voor.
Al sinds 2014 focust Montea op greyfields (niet-vervuilde terreinen met een industrieel verleden) en brownfields (historisch vervuilde grond die gesaneerd moet worden). De afgelopen 3 jaar investeerden we meer dan € 15 miljoen in de sanering van historisch vervuilde terreinen. Op die manier nemen we onze maatschappelijke verantwoordelijkheid op: zo weinig mogelijk ongebruikte terreinen – zogeheten greenfields – aanspreken is de boodschap.
Ook onze nieuwe ontwikkelingen stralen ambitie uit: het zijn emissievrije gebouwen. Ze gebruiken geen fossiele brandstoffen meer, we brengen de koolstofvoetafdruk van het gebouw volledig in kaart en er wordt op de sites meer energie geproduceerd dan geconsumeerd.
Montea investeert verder in energieopslag en zet in op luchtdichte loskades, warmtepompen, laadpleinen voor elektrische trucks, efficiënte koel-, verwarmings- en verlichtingsinstallaties, hergebruik van restwarmte, dakbedekking met lange levensduur, isolatie …
Ook conceptueel verleggen we onze grenzen, onder meer via partnerships met onderwijs- en onderzoeksinstellingen. In 2024 werd Montea ook lid van het Vlerick Sustainability center en werkte actief mee aan een case-study rond sustainable finance.
Met 34,8% is de EPRA LTV van Montea erg laag en onze Net debt/EBITDA (adjusted) bedroeg 6,9x op het einde van 2024. We werken met langlopende krediet- en indekkingscontracten – beide met een gemiddelde resterende looptijd van ongeveer 6 jaar – en onze hedge ratio bedroeg 98% eind 2024.
Tot slot hebben we een sterke liquiditeitspositie: ongeveer € 204 miljoen aan onmiddellijk beschikbare financieringsmiddelen eind 2024. Ondanks de gestegen rente bedraagt de gemiddelde geannualiseerde kost van de schuld 2,3%, waarbij onze activa niet bezwaard zijn met zekerheden.
Montea wil deze sterke fundamentals de komende jaren handhaven. Door ons te richten op specifieke klanten en sectoren (bv. healthcare, recycling) en strategische locaties met hoge toegevoegde waarde (bv. luchthavens, multimodale sites) slagen we erin om onze portefeuille gericht verder uit te bouwen. Deze strategie werpt vruchten af met een consistente bezettingsgraad van meer dan 99% sinds 2018 en een gemiddelde looptijd van de huurcontracten van 5,9 jaar tot de eerste vervaldag op het einde van 2024.
In 2021 brachten we onze belangrijke ESG-uitdagingen in kaart in een (enkele) materialiteitsmatrix. Met het oog op CSRD-conformiteit (Corporate Sustainability Reporting Directive) analyseerden we in 2024 onze volledige waardeketen. Zowel interne als externe stakeholders consulteerden we over de impact van materiële topics en de financiële risico's/opportuniteiten ervan.
Lees meer over onze dubbele materialiteitsmatrix op pagina 62-63.

Nederlandse Waddinxveen

5,9 jaar
99,9%
Gemiddelde looptijd huurcontracten projecten in uitvoering
14 jaar
"We saneren gronden die vervuild zijn met cyaniden, teer, benzineresidu en PFAS. De opgeschoonde grond hergebruiken we zo veel mogelijk ter plaatse. Dergelijke sites zijn ideaal om nieuwe activiteiten en werkgelegenheid te creëren, want ze zijn vaak strategisch gelegen en multimodaal ontsloten. Bijkomend voordeel: ze zijn al aangesloten op het net."

Dirk Van Buggenhout Chief Sustainability Officer
Montea was niet immuun voor de stijgende rente en inflatie van de voorbije jaren – de impact op onze beurskoers is significant. Maar we slaagden er wel in om ondanks de uitdagende macroeconomische omstandigheden de juiste opportuniteiten te vinden en op koers te blijven.
Al sinds 2019 hebben we een schuldgraad (LTV) onder de 40%. Strikt genomen was er dus geen nood aan vers kapitaal. Om onze groeiambities aan te houden, gingen we toch naar de kapitaalmarkt.
Met succes: op basis van ons solide trackrecord slaagden we er jaar na jaar in om nieuwe internationale investeerders aan te trekken. We haalden in totaal meer dan € 600 miljoen op en investeerden € 1,3 miljard. Bovendien konden we elk jaar onze winst per aandeel, alsook de nettowaarde per aandeel laten stijgen.
De sterke resultaten leverden ons in 2024 een belangrijke mijlpaal op: een BBB+ investment grade rating van Fitch Ratings. De toekenning van deze rating door een onafhankelijk orgaan bevestigt de financiële sterkte en kredietwaardigheid van Montea, met als doel betere toegang te krijgen tot alle kapitaalmarkten, een breder investeerderspubliek aan te trekken en te profiteren van gunstige financieringsvoorwaarden.
Focus, entrepreneurship, expertise en teamspirit zijn de waarden van Montea. Met korte beslissingslijnen maken we dynamisch teamwerk mogelijk. Veel van onze groei wordt dan ook gerealiseerd via unieke langetermijnsamenwerkingen met grondeigenaars, ontwikkelaars, klanten en publieke instellingen.
Als echte ondernemers creëren onze medewerkers toegevoegde waarde voor al onze stakeholders. Maar ondernemers willen ook de vruchten plukken van hun succes. Daarom krijgen Monteaneers de kans om in te stappen in aandelenoptie- en aandelenaankoopplannen. Met een acceptatiegraad van meer dan 85% zijn deze programma's de voorbije jaren zeer succesvol gebleken. Het resultaat: een nog sterkere betrokkenheid bij het bedrijf.
"We rekruteren mensen die op lange termijn iets willen opbouwen met het bedrijf. Gedurende de loopbaan van een medewerker creëert Montea een inspirerende ontwikkeling, met een focus op individuele groei."

Steven Claes Chief Human Resources Officer
Investment grade rating
34,8%
De door Montea gehanteerde APM's (Alternative Performance Measure), waaronder ook de EPRA prestatie-indicatoren, worden in deze publicatie aangeduid met een asterisk (*), in overeenstemming met de richtlijnen die door de ESMA (European Securities and Markets Authority) werden uitgevaardigd. Hierdoor wordt de lezer geïnformeerd wordt dat de definitie een APM betreft. De prestatie-indicatoren die bij IFRS-regels of bij wet bepaald zijn, alsook de indicatoren die niet gebaseerd zijn op de rubrieken van de balans of de resultatenrekening, worden niet beschouwd als APM's. De gedetailleerde berekening van de EPRA prestatie-indicatoren en van andere APM's die door Montea gebruikt worden, wordt in sectie 10 (10.1 en 10.2) van dit jaarverslag weergegeven.
De waarden van de Monteaneers vinden we ook terug in de raad van bestuur van Montea. Om tot evenwichtige beslissingen te komen, gaan we bij de samenstelling op zoek naar diversiteit qua geslacht, ervaring, competenties en kennis. De achtergrond van de huidige leden is heel uiteenlopend, van de banksector over farma tot vastgoed. Bovendien hebben ze een uitgebreide ESG-expertise, een van de kernselectiecriteria voor nieuwe leden.


2024 was voor Montea een jaar van bevestiging, verwezenlijkingen en mooie kansen. De ongeëvenaarde groei van onze portefeuille onderstreepte nog maar eens de kracht van onze strategische koers. In dit hoofdstuk blikken we terug op enkele hoogtepunten van die positieve evolutie: projecten en prestaties waar we trots op zijn en die ons nog meer vertrouwen geven voor de toekomst.

Onze portefeuille in Frankrijk breidde significant uit dankzij de acquisitie van de Reverso-portefeuille: 17 strategisch gelegen sites, goed voor een grondoppervlakte van 650.000 m² in totaal. Deze zijn volledig verhuurd, voornamelijk aan de Groupe Jacky Perrenot; de start van een nieuw duurzaam partnership met één van de marktleiders in de Franse transportsector. De overname werd mogelijk gemaakt door een succesvolle kapitaalsverhoging van € 154 miljoen.
Lees meer over de Reverso-portefeuille op p. 48.


We maakten onze financiële ambities voor 2024 meer dan waar. Het EPRA-resultaat bedroeg € 99,3 miljoen, waarvan € 95,6 miljoen recurrent – een stijging van 17% YoY. Dat komt overeen met een EPRA-resultaat van € 4,73 per aandeel, waarvan € 4,55 recurrent – een stijging van 2% YoY, rekening houdend met 14% extra aandelen. Ons dividend steeg met 7% YoY (uit recurrente activiteiten) naar € 3,74 per aandeel. Daarnaast realiseerden we onze grootste portefeuillegroei in één jaar: de waarde steeg met € 513 miljoen naar € 2,8 miljard via nieuwe klanten zoals Lekkerland, Intergamma en Herfurth.
Lees meer op p. 134-135.



In september 2024 lanceerden we Track27, ons meest ambitieuze groeiplan ooit. Dit plan verenigt onze financiële én onze duurzaamheidsdoelstellingen. We hebben onze start alvast niet gemist: in het eerste jaar hebben we al meer dan 40% van het beoogde cumulatieve investeringsvolume gerealiseerd of in uitvoering gebracht.
Benieuwd hoe Track27 vorm geeft aan onze toekomst? Lees meer op p. 44.

€ 3,74

2024
2023
We investeerden meer dan € 50 miljoen in onze aanwezigheid op Duitse bodem. Daar kochten we een logistiek park in de haven van Hamburg, met een totale verhuurbare oppervlakte van 63.500 m². De logistieke site is volledig verhuurd aan in totaal vijf bedrijven. Naast onze bestaande panden in Mannheim (8,3 ha) en Leverkusen (2,8 ha) breiden we onze internationale voetafdruk dus verder uit. Het gaat stuk voor stuk om moderne gebouwen met een groot herontwikkelingspotentieel. Het netto aanvangsrendement bedraagt 6,5%.
We versterkten onze aanwezigheid in de haven van Gent door de aankoop van een site van Tailormade Logistics (TML) via een inbreng in natura. De site is 20.000 m² groot en omvat een magazijn van 12.000 m² en een kantoorgebouw van 2.000 m². De verkoper, Tailormade Logistics NV (TML), ondertekende een sale en leasebackovereenkomst, waarbij ze zich engageren voor minstens 10 jaar. De acquisitie betekent voor ons een investering van € 12 miljoen, met een verwacht rendement van ca. 6,7%.
In Zellik, in de Brusselse Rand, voegden we een nieuw perceel toe aan onze gecontroleerde landbank – een investering van € 20 miljoen. Het terrein van 36.000 m² omvat 14.000 m² verhuurbare oppervlakte en ca. 15.000 m² (her)ontwikkelingspotentieel. De grond werd intussen verhuurd voor 6 jaar; de vergunning wordt verwacht op korte termijn.
Via een sale en leasebackoperatie verwierven we de site van recyclingbedrijf Rubber Resources op het bedrijventerrein Beatrixhaven in Maastricht. Het gaat om een perceel van ca. 42.000 m² met een opslagruimte van 16.000 m², dat we langjarig aan Rubber Resources verhuren. De locatie is uitstekend voor distributie naar Nederland, België en Duitsland, dankzij de gemakkelijke toegang tot spoor-, auto- en waterwegen. Deze acquisitie omvatte een investering van € 8 miljoen, met een aanvangsrendement van ruim 7%.
Op de Luithagen-site, een bedrijvenpark van 11 units in de haven van Antwerpen, investeerden we – via een inbrengtransactie – in 20.000 m² aan magazijnruimte en kantoren op een terrein van 42.000 m². De acquisitie van de site, die we blijven verhuren aan de huidige huurders, betekende een investering van € 10,9 miljoen, aan een netto aanvangsrendement van ca. 8,0%.
We investeerden € 29,7 miljoen in twee toplocaties in Nederland. In Diemen, nabij Amsterdam, kochten we een bedrijfslocatie van bijna 28.000 m² met een ruim herontwikkelingspotentieel. Momenteel wordt het pand verhuurd aan Cooper Consumer Health. In het Noord-Brabantse Oss ontwikkelen we dan weer een duurzaam distributiecentrum van 16.000 m² voor Vos Logistics, dat een BREEAM 'Excellent'-certificaat zal krijgen. We verwachten van de investering een gemiddeld aanvangsrendement van 6,9%.



Op vlak van projectontwikkelingen werd 2024 gemarkeerd door de oplevering van vier verhuurde projecten (ca. 100.000 m² in totaal). Het gaat over het state-of-the-art koel- en vriesdistributiecentrum voor Lekkerland in Waddinxveen (NL), het e-commerce home delivery center voor Delhaize in Vorst (BE) en de last mile-ontwikkeling op Blue Gate in Antwerpen voor Herfurth en Dries Van Noten Group (BE). Daarnaast zijn er momenteel vier ontwikkelingen in uitvoering (ca. 125.000 m² in totaal), waaronder een distributiecentrum in Tiel voor Intergamma (91.000m²) – de grootste ontwikkeling van Montea tot nu toe. Verder voegden we ca. 530.000 m² aan toekomstig ontwikkelpotentieel toe aan onze ruime landbank.
Naast de ontwikkeling van duurzame vastgoedprojecten optimaliseren we voortdurend onze bestaande sites op het gebied van duurzaamheid. Ook in 2024 implementeerden we een brede waaier aan ambitieuze energiebesparende maatregelen.
Warmtepompen spelen een sleutelrol in onze energiebesparende maatregelen, omdat ze gebouwen efficiënt verwarmen en koelen zonder fossiele brandstoffen. Eind 2024 werkte al 45% van onze portefeuille met zulke energiezuinige warmtepompen.
Daarnaast zetten we een grote stap in de transitie van grijze naar hernieuwbare elektriciteit. In 2024 werd 81% van het elektriciteitsverbruik in onze portefeuille geleverd door hernieuwbare bronnen, zowel via ingekochte duurzame elektriciteit als lokaal opgewekte energie (bijv. zonnepanelen). Dat is een stijging van 12% ten opzichte van 2023.
Ook startten we met de uitrol van ons energieopslagprogramma (zie p. 56), samen met de implementatie van een EMS (Energie Management Systeem). Daarmee kunnen we onze energieassets – zoals zonnepanelen, EV-laders en batterijen – flexibel aansturen op de meest gunstige momenten. Zo optimaliseren we niet alleen het energieverbruik, maar ook de energiefactuur.
In 2024 hebben we voor het eerst CLT (Cross Laminated Timber) toegepast in onze constructies, zowel bij onze nieuwe ontwikkeling op Blue Gate Antwerpen als bij de uitbreiding op Tragel in Aalst. Door CLT te combineren met laag-koolstofsteeldeck hebben we alleen al op Blue Gate een CO2 -reductie van 1.000 tCO2 e gerealiseerd.
van het elektriciteitsverbruik in onze portefeuille komt uit hernieuwbare bronnen



In 2024 ontvingen we onze eerste kredietrating van Fitch: een solide langetermijn-investment grade-rating van BBB+ met stabiele vooruitzichten. Deze rating erkent onze hoogwaardige logistieke portefeuille in West-Europa en standvastige inkomsten dankzij langlopende huurcontracten, huurverhogingen gekoppeld aan indexatie, en een consistent hoge bezettingsgraad. Daardoor kende Fitch ook een A-rating toe aan onze senior unsecured debt.
Deze toekenning van een onafhankelijk orgaan bevestigt de sterke financiële positie en kredietwaardigheid van Montea, waarbij de financiering van nieuwe investeringen evenwichtig is verdeeld tussen eigen en vreemd vermogen, zonder bezwaring van de activa. Op die manier hebben we een betere toegang tot kapitaalmarkten, een breder investeerderspubliek en meer gunstige financieringsvoorwaarden.
In de loop van 2024 werden we voor het boekjaar 2023 in Nederland erkend als fiscale beleggingsinstelling (FBI). Daardoor werd de eerder aangelegde provisie voor dat jaar teruggedraaid in de cijfers van 2024, wat zorgde voor een positief effect op het EPRA-resultaat: € 3,7 miljoen, ofwel een additionele toevoeging van € 0,18 per aandeel aan het EPRA-resultaat.
In 2024 behouden we een hoge bezettingsgraad van 99,9%. Daarmee bevestigen we opnieuw dat onze portefeuille aantrekkelijk blijft voor huurders. Dankzij onze hoogwaardige gebouwen op strategische toplocaties behalen we sinds 2018 consistent een bezettingsgraad van meer dan 99%, met zelfs een piek van 100% in 2023 – uniek in de vastgoedsector.
Lees meer op p. 104.
In 2024 wonnen we de allereerste Realty Sustainable Building Award in de categorie 'Industrial & Logistics' voor het distributiecentrum van Herfurth en Dries Van Noten Group op Blue Gate in de haven van Antwerpen. Dit was ooit een zwaar vervuilde brownfield, dat we transformeerden tot een energiepositief gebouw met kantoren in CLT (Cross Laminated Timber), luchtdichte loskades, warmtepompen en zonnepanelen – duurzame innovatie die werd beloond.
De jury van de Realty Awards koos voor Blue Gate Antwerpen en Montea omdat het project volledig in lijn ligt met het nieuwe duurzaamheidsinitiatief New European Bauhaus. Dat streeft naar oplossingen die niet alleen duurzaam zijn, maar die ook een mooiere leefomgeving en inclusievere maatschappij bewerkstelligen.
Het distributiecentrum van Herfurth en Dries Van Noten Group viel op de Expo Real Impact Awards in München nóg eens in de prijzen. Die prestigieuze onderscheiding bekroont baanbrekende duurzame projecten van overal ter wereld, en geeft hen een platform om hun innovatiekracht te tonen aan topmanagers, vastgoedprofessionals en investeerders – een hele eer.
Lees meer over dit innovatieve gebouw op p. 103.
"Deze finaleplaats zien we als erkenning voor de pioniersrol die we spelen in de transformatie van vervuilde industriële terreinen tot energiepositieve logistieke sites, klaar voor de toekomst."
Jo De Wolf


"Dit was enkel mogelijk dankzij een fantastisch team van Monteaneers, die zich resoluut inzetten voor waardecreatie op de lange termijn en voor duurzame groei."

Dirk De Pauw Voozitter Raad van Bestuur
Ook in Nederland kaapten we een prijs weg: de Logistics Award van het vastgoedvakblad PropertyNL voor het nieuwe distributiecentrum van Lekkerland in Waddinxveen. De jury prees het gebouw om zijn duurzaamheid, innovatieve elementen, medewerkersvriendelijkheid en de nauwe samenwerking tussen alle betrokken partners.
Lees meer op p. 110.
Daarnaast was Montea als bedrijf finalist voor Onderneming van het Jaar™, een prestigieuze erkenning van EY België. Hoewel we niet wonnen, benadrukte de finaleplek wel ons sterke groeiverhaal als toonaangevende Europese speler in de logistieke vastgoedsector.
Overhandiging van de Realty Sustainable Building Award

| Kerncijfers — duurzaamheid |
Embodied carbon Broeikasgassen gebouwen nieuwe ontwikkelingen Whole Life carbon Totale broeikasgassen over de volledige levensduur |
Operational carbon | Gebouwgebonden broeikasgasemissies bestaande portefeuille | ||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Montea | Doel | 2019 | 2024 | Status | Acties | Doel | 2023 | 2024 | |||
| operaties | Operational carbon |
tCO e/m2 2 |
CO -neutraal 2 sinds 2021 |
0,235 | 0,116 | -51% | Gebruik van groene stroom |
100% | 100% | 100% | |
| Doelstellingen en acties broeikasgasemissies |
Net-zero tegen 2030 |
CO -voetafdruk 2 (tCO e/vte) 2 |
3,5 | 3,1 | |||||||
| Wagenpark elektrisch |
100% tegen 2027 |
51% | 62% | ||||||||
| Montea | Doel | 2021 | 2024 | Status | Acties | Doel | 2023 | 2024 | |||
| ontwikkelingen | Embodied carbon |
tCO e/m2 2 |
-55% tegen 2030 |
0,320 | 0,330 | 5% | SBTi-doelstellingen vastleggen onder het |
Decarbonisatie pad voor |
Opmaak Montea |
LCA-analyse voor alle |
|
| Doelstellingen en acties broeikasgasemissies |
Geschatte operational carbon |
tCO2 e/m2 |
-55% tegen 2030 |
0,016 | 0,005 | -71% | vastgoedframework | embodied carbon |
richtlijn voor LCA |
ontwikkelingen vanaf 2019 |
|
| Net-zero tegen 2050 |
Verminderen van energie-intensiteit |
25 kWh per m2 /jaar CCREM-doelstelling 2050 - 1,5 °C |
25 kWh per m2 /jaar |
25 kWh per m2 |
/jaar | ||||||
| Montea | Doel | 2019 | 2024 | Status | Acties | Doel | 2023 | 2024 | |||
| bestaande | Operational carbon |
tCO e/m2 2 |
-55% tegen 2030 |
0,019 | 0,007 | -64% | Gebruik van groene stroom |
100% tegen 2030 |
68% | 81% | |
| portefeuille Doelstellingen en acties broeikasgasemissies |
Net-zero tegen 2050 |
Gebruik van hernieuwbare energiesystemen |
100% tegen 2030 |
95% | 96% | ||||||
| Verder lezen? | Gebruik van energie besparende technologie, m.n. LED-verlichting |
100% tegen 2030 |
83% | 78% | |||||||
| Meer niet-financiële uitdieping vind je terug in hoofdstuk 3. |
Uitfasering fossiele brandstoffen |
100% tegen 2035 |
32% | 45% |


maatschappij. We creëren waarde op de lange termijn door de beschikbare ruimte optimaal te benutten en sterke partnerships aan te gaan. Zo bouwen we aan een toekomstbestendige logistiek.

We herontwikkelen bestaande industriële sites, handhaven een gecontroleerde schuldratio, optimaliseren onze EPRA-winst en beheren onze portefeuille actief. Onze focus ligt op het maximaliseren van de intrinsieke waarde van het aandeel – de zogeheten NTA-groei.
Het logistieke klimaat is in volle ontwikkeling. De verdere ontwikkeling van de e-commerce sector, zal de vraag naar strategisch gelegen distributiecentra en last-mile hubs de komende jaren verder doen stijgen.
Montea blijft het voortouw nemen in deze ontwikkelingen. Daarom gaven we in september 2024 de aftrap van een nieuw vierjarig groeiplan. Track27 is het meest ambitieuze groeiplan tot op heden en zet daarnaast sterk in op duurzaamheid.
Vanaf 2014 realiseerden we ons dat we nood hadden aan een eigen landbank om ons groeiverhaal verder te zetten. In samenwerking met havens en luchthavens verwierven we de eerste strategische gronden en startten we met de ontwikkeling van een zeer kwalitatieve portefeuille.
Doordat we ons sinds het prille begin enkel op logistiek vastgoed hebben geconcentreerd, zijn we als echte specialisten in staat om het potentieel van nieuwe ontwikkelingen juist in te schatten en te anticiperen op locaties die op lange termijn interessant zullen blijven. Zo werd de uitbouw van onze landbank de basis van onze exponentiële groei.
Vandaag staan we op de beurs als een baken van financiële kracht, met een robuuste balans, meer dan 100 sites op strategische locaties, sterke internationale huurders, een in de sector ongeëvenaarde bezettingsgraad van 99,9% en een strategische landbank die ook onze toekomstige groei waarborgt voor langdurig succes.
"Ik ben heel trots dat we de lat opnieuw hoog leggen en daarnaast ook vier jaar vooruit durven kijken, zeker in de huidige marktomstandigheden. Ons groeiplan bevat stevige financiële targets en we zetten heel bewust een duurzaamheidsbenchmark voor onze sector."

Track27 bevat € 1,2 miljard aan investeringen en zal de waarde van onze portefeuille met meer dan 50% doen stijgen, naar € 3,5 miljard eind 2027. Ons streefdoel is om over de vierjarige periode gemiddeld meer dan 6% EPRA EPS-groei per jaar te realiseren, met een EPRA EPS van € 5,60 als eindresultaat. Dat komt neer op een verwachte EPS-stijging van 25% over dezelfde periode.
Op deze manier zetten we onze sterke traditie voort van winst- en dividendgroei met een gemiddelde stijging van 9% over de afgelopen 10 jaar.
In totaal investeerden we in 2024 maar liefst € 441 miljoen. Samen met het resterende verwachte investeringsvolume van € 57 miljoen voor projecten in uitvoering vertegenwoordigt dat meer dan 40% van het vooropgestelde cumulatief investeringsvolume van € 1,2 miljard onder Track27.
Tegen 2030 willen we onze operationele koolstofuitstoot (operational carbon emissions) met 55% verminderen. Op het einde van 2027 zal dat in het kader van Track27 al 45% zijn. Al onze nieuwe ontwikkelingen zijn emissievrije gebouwen.

Daarnaast gaan we tegen eind 2027 maar liefst € 75 miljoen investeren in projecten rond hernieuwbare energie. Denk bijvoorbeeld aan lokale energieopwekking via zonnepanelen, windenergie en energieopslag. Zo helpen we onze klanten met hun voornaamste zorg: de energietransitie.
Onze strategie om investeerder én ontwikkelaar te zijn, droeg ook sterk bij aan de Total Accounting Return1 . Gemiddeld bedroeg deze +19% in de afgelopen 10 jaar.

(1) TAR staat voor Total Accounting Return, wat berekend wordt door de jaarlijkse EPRA NTA groei op te tellen bij het bruto dividendrendement. *DPS 2023: € 3.38 + € 0.36 gerelateerd aan one-offs, DPS 2024: € 3.60 + € 0.14 gerelateerd aan one-off van FBI 2023 **DPS 2025: € 3.90 + € 0.07 gerelateerd aan one-offs


2024 was goed voor de grootste portefeuillegroei in onze geschiedenis. We investeerden maar liefst € 441 miljoen in nieuwe acquisities, de ontwikkeling van onze bestaande landbank en duurzaamheid. De totale waarde van de portefeuille steeg met € 513 miljoen – waarvan € 72 miljoen via positieve herwaardering – tot € 2,8 miljard.
"2024 was een jaar van verwezenlijking en bevestiging voor Montea. We hebben een ongeëvenaarde groei van onze portefeuille gezien, wat onze strategische koers en operationele kracht benadrukt. Met een robuuste en gezonde balans zijn we klaar om in 2025 voort te bouwen op dit succes en blijvende waarde te leveren voor al onze stakeholders."

Els Vervaecke CFO
In het eerste kwartaal van 2024 kochten we een groot logistiek park in de haven van Hamburg aan met een totale verhuurbare oppervlakte van 63.500 m². De gehele oppervlakte van de site bedraagt 89.000 m² en het park ligt in het gerenommeerde logistieke gebied Hamburg-Altenwerder. De site is volledig verhuurd aan in totaal vijf bedrijven. Door de strategische ligging en het herontwikkelingspotentieel verwachten we bovendien een toekomstige huurgroei. Het aanvangsrendement bedraagt ongeveer 6,5%.
"Met de investering in de haven van Hamburg hebben we onze aanwezigheid in Duitsland aanzienlijk versterkt en onze focus op havenen luchthavenlocaties doorgezet. 55% van onze huidige portefeuille is multimodaal. Ons doel is om verder te groeien in Duitsland – zowel via acquisities als nieuwe ontwikkelingen."

Patrick Abel Country Director Montea Duitsland

In het tweede kwartaal van 2024 kochten we voor € 12 miljoen een site van Tailormade Logistics (TML) in de Gentse haven, ons derde pand in deze haven. Op het terrein van 20.000 m² staan een magazijn van 12.000 m² en een kantoorgebouw van 2.000 m². De verkoper engageerde zich in de sale en leasebackoperatie voor minstens tien jaar. Het aanvangsrendement bedraagt 6,7%.
"De haven van Gent is een cruciaal knooppunt voor handel en logistiek, en we zijn dan ook erg tevreden dat we er onze aanwezigheid en impact kunnen vergroten. De strategische ligging onderstreept onze vastberadenheid om te blijven investeren in multimodale knooppunten en hoogwaardige logistieke oplossingen voor een steeds veranderende Europese markt."

Xavier Van Reeth Country Director Montea België
De rand van Brussel is een regio met een grote schaarste aan industrieterreinen en beschikbare gebouwen. In Zellik verwierven we in het tweede kwartaal van 2024 een ontwikkelterrein van ca. 36.000 m², voor een investeringswaarde van ca. € 9,3 miljoen. Het project werd op plan voorverhuurd aan een logistieke dienstverlener. Zodra we de nodige vergunningen hebben, starten we met de bouwwerken.


In de loop van het derde kwartaal kochten we van Rubber Resources via een sale en leasebackovereenkomst een autobandenrecyclingfabriek op het bedrijventerrein Beatrixhaven in Maastricht.
Op het terrein van 42.000 m² staat een magazijn van 16.000 m² en een kantoorgebouw van 2.000 m². De site is uitstekend gelegen en multimodaal ontsloten via de autosnelweg en binnenwateren. De totale investering van € 8 miljoen heeft een aanvangsrendement van ruim 7%.
In het vierde kwartaal verwierven we de Reverso-portefeuille: 17 Franse sites met een totale grondoppervlakte van ongeveer 650.000 m² en een bebouwingsgraad van amper 12%. De lage bebouwingsgraad 12% biedt veel potentieel tot uitbreiding en herontwikkeling. Dat past volledig binnen de strategie van Montea om een ruime landbank als toekomstig ontwikkelpotentieel aan te houden.
De helft van de Reverso-portefeuille ligt op La Dorsale – de logistieke as Lille-Parijs-Lyon-Marseille – en ruim een derde op de Arc Atlantique – de tweede logistieke corridor van Frankrijk (Caen-Rennes-Nantes-Bordeaux). Alle sites zijn verhuurd voor een gemiddelde vaste looptijd van 9 jaar, met transportbedrijf Jacky Perrenot als belangrijkste huurder. Het netto aanvangsrendement op de portefeuille is 5,6%. Deze acquisitie is een belangrijke stap in de verwezenlijking van Track27, ons nieuwe groeiplan.
"Bij Montea geloven we sterk in waardecreatie op de lange termijn. Met deze overname kopen we een belangrijke landbank die verhuurd is aan een toonaangevende speler op de Franse markt. We kijken ernaar uit om samen te werken met Jacky Perrenot en zo waarde te creëren op deze strategische locaties."

Luc Merigneux MRICS, Country Director Montea Frankrijk
"In de regio Groot-Amsterdam komen er geen grote bedrijventerreinen meer bij en op deze schaal komt er vrijwel niets te koop. Omdat steden steeds meer vanuit de randen bevoorraad worden, is dit op de lange termijn een geweldige locatie voor bijvoorbeeld stadsdistributie."

Cedric Montanus Country Director Montea Nederland
In het vierde kwartaal verwierven we via een inbrengtransactie onze eerste site in de Antwerpse haven. Het multimodaal ontsloten terrein van 42.000 m² telt 11 kantoorunits en ruim 20.000 m² magazijnruimte.
De site is stabiel verhuurd aan verschillende bedrijven die ondersteunende diensten leveren in de haven. Het langetermijnplan is om de site te renoveren met oog voor duurzaamheid. Montea investeerde € 11 miljoen aan een netto aanvangsrendement van ongeveer 8,0%.
In Diemen, vlakbij Amsterdam, kochten we in het vierde kwartaal een topbedrijfslocatie van 28.000 m². Het terrein ligt tussen vier van de belangrijkste autosnelwegen van het land en heeft een grote stroomaansluiting – een absolute troef in tijden van netcongestie.
Het pand is verhuurd aan Cooper Consumer Health, maar op termijn kan de hele site herontwikkeld worden tot hub voor stadsdistributie (last-mile delivery).

Dankzij onze ruime landbank kunnen we hoogwaardige vastgoedprojecten ontwikkelen die aansluiten bij de marktvraag en bijdragen aan onze groei. In 2024 werd 101.000 m² aan nieuwe ontwikkelingen opgeleverd voor een totaalbedrag van € 111 miljoen.
Momenteel zijn er in België en Nederland 4 projecten in uitvoering, samen goed voor een voorverhuurde oppervlakte van 124.000 m². Het totale investeringsbudget van deze projecten bedraagt ca. € 116 miljoen en de projecten zijn 100% voorverhuurd met een gemiddelde looptijd van 14 jaar.
Onze landbank zorgt voor een duidelijke waardecreatie, met in de afgelopen drie jaar een ontwikkelingswinst van € 100 miljoen over de verschillende projecten.
| Land Grey/brown/ green field |
Projectnaam | (Geschatte) oplevering |
Landbank | GLA | Geïnvesteerd 31/12/2024 |
Te investeren |
Totale capex van het project |
|
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Brown | Vorst (Delhaize) | 55.000 m2 | 21.000 m2 | € 38 mio | € 0 | € 38 mio | ||
| Green | Waddinxveen (Lekkerland) | 60.000 m² | 50.000 m² | € 45 mio | € 0 | € 45 mio | ||
| Brown | Antwerpen Blue Gate 2 | 26.000 m² | 16.000 m² | € 20 mio | € 0 | € 20 mio | ||
| Green | Tongeren III - unit 3 | 23.000 m² | 14.000 m² | € 8 mio | € 0 | € 8 mio | ||
| Opgeleverd in 2024 | 164.000 m2 | 101.000 m2 | € 111 mio | € 0 | € 111 mio | |||
| Grey | Aalst (Movianto) | Q1 2025 | 14.000 m2 | 9.000 m2 | € 4 mio | € 4 mio | € 8 mio | |
| Green | Amsterdam | Q1 2025 | 11.000 m² | 7.000 m² | € 9 mio | € 4 mio | € 13 mio | |
| Grey | Tiel North (Intergamma) | Q3 2025 | 183.000 m² | 91.000 m² | € 63 mio | € 20 mio | € 83 mio | |
| Grey | Oss - uitbreiding | Q4 2025 | 20.000 m² | 17.000 m² | € 4 mio | € 9 mio | € 13 mio | |
| In uitvoering | 100% voorverhuurd |
228.000 m2 | 124.000 m2 | € 80 mio | € 36 mio | € 116 mio | ||
| Green | Tongeren III - rest | 66.000 m² | 40.000 m² | € 9 mio | € 27 mio | € 37 mio | ||
| Green | Tongeren IIB | 95.000 m² | 59.000 m² | € 12 mio | € 32 mio | € 44 mio | ||
| Green | Lummen | 55.000 m² | 32.000 m² | € 9 mio | € 20 mio | € 29 mio | ||
| Brown | Grimbergen | 1 jaar na voorverhuur |
57.000 m² | 30.000 m² | € 6 mio | € 21 mio | € 28 mio | |
| Green | Halle | 55.000 m² | 31.000 m² | € 12 mio | € 22 mio | € 34 mio | ||
| Grey | Born | 89.000 m² | 67.000 m² | € 24 mio | € 42 mio | € 66 mio | ||
| Grey | Tiel-Zuid | 45.000 m² | 25.000 m² | € 7 mio | € 15 mio | € 22 mio | ||
| Vergund. Nog niet voorverhuurd | 462.000 m² | 284.000 m² | € 80 mio | € 180 mio € 260 mio | ||||
| Grey | Zellik | 1 jaar na vergunning |
36.000 m² | 14.000 m² | € 10 mio | € 10 mio | € 20 mio | |
| 100% Voorverhuurd. Vergunning op KT verwacht voorverhuurd |
36.000 m2 | 14.000 m² | € 10 mio | € 10 mio | € 20 mio | |||
| Niet voorverhuurd. Vergunning op KT verwacht | 130.000 m² | 69.000 m² | € 18 mio | € 44 mio | € 61 mio | |||
| Projectontwikkelingen in de pijplijn | 856.000 m2 | 491.000 m² | € 188 mio | € 269 mio € 457 mio | ||||
| Gemiddeld netto aanvangsrendement op deze projectontwikkelingen | 7,0% | |||||||
| Gemiddelde duurtijd van de huurcontracten voor projecten in uitvoering | 14 jaar | |||||||
| Resterend toekomstig ontwikkelpotentieel | 1.890.000 m2 |


"Duurzaamheid is voor Montea altijd het uitgangspunt. Het gasvrije distributiecentrum hebben wij in Waddinxveen gebouwd voor onze klant Lekkerland met hoogwaardige isolatiepanelen. Het vangt regenwater op en hergebruikt dat voor kassen in de buurt. Zo besparen we op stroom en drinkwater, wat ook de omliggende bedrijven ten goede komt."

Cedric Montanus Country Director Montea Nederland


"Er is veel vraag naar moderne logistieke distributiecentra in Brabant die voldoen aan de hoogste duurzaamheidseisen, maar het aanbod is beperkt. We zijn blij dat we met deze oplossing onze relaties goed kunnen bedienen en duurzaam waarde kunnen toevoegen aan onze portefeuille, zoals in Oss voor onze klant Vos Logistics. Wel moeten we creatief omspringen met de aanwezige aansluitingen op de site, eventueel in combinatie met zonnepanelen en energieopslag. Op termijn zullen immers ook elektrische vrachtwagens opgeladen moeten worden."

Hylcke Okkinga Country Director Montea Nederland
Bedrijven worden geconfronteerd met een economische groeivertraging en macro-economische onzekerheid. Die temperden in 2024 de vraag naar nieuwe logistieke ruimtes en vertraagden de besluitvorming bij klanten.
Het aanbod aan strategisch gelegen, duurzame magazijnen en ontwikkelterreinen is en blijft klein. Dus zodra de vraag herneemt, zal die schaarste ons volop kansen bieden. We hebben het volste vertrouwen in het ontwikkelpotentieel van onze strategische landbank.
We verwachten dan ook binnenkort te kunnen starten met de ontwikkeling van een grondoppervlakte van 628.000 m² op toplocaties in België en Nederland. Tongeren (België), Halle (België), Tiel (Nederland) en Born (Nederland) vertegenwoordigen de grootste oppervlaktes.
Niet voorverhuurd - vergunning op korte termijn

voorverhuurd - vergunning op 1% korte termijn verwacht (1 project)
resterend toekomstig 70% ontwikkelpotentieel

Logistiek vastgoed is met zijn platte daken ideaal voor de installatie van zonnepanelen. In het kader van ons groeiplan Track27 gaan we voor een verdubbeling van onze PV-capaciteit: van 68 MWp eind 2023 naar 135 MWp eind 2027. Daarvoor trekken we een budget van € 27 miljoen uit. Eind 2024 bedroeg het totale PV-vermogen in België, Nederland en Frankrijk al 84 MWp. Van de daken waar het technisch haalbaar is zonder ingrijpende aanpassingswerken, is al 96% voorzien van PV-installaties.
"We hebben aanzienlijke stappen gezet op het vlak van energietransitie. Denk bijvoorbeeld aan zonneen windenergieprojecten en batterijopslag, maar ook aan EV-laadcapaciteit en electrificatie van installaties. Zo helpen we onze klanten om hun energievraagstuk op te lossen en leggen we stevige fundamenten voor de toekomst."

Dirk Van Buggenhout Chief Sustainability Officer Daarnaast startten we met de uitrol van energieopslag op onze bestaande sites. Zo garanderen we onze klanten voldoende stroom en dragen we bij aan de stabilisering van het net. De komende jaren plannen we een investering van € 50 miljoen, goed voor 100 MWh energieopslag.
Concreet werd gestart met de uitrol over 13 Belgische sites – ongeveer de helft van de Belgische portefeuille – samen goed voor een totale opslagcapaciteit van 35 MWh. In Nederland onderzoeken we dan weer 7 locaties of een opslagcapaciteit van ongeveer 21 MWh. Op middellange termijn zullen we bijkomende sites identificeren om energieopslag verder uit te rollen. Naar eind 2027 zal deze opslagcapaciteit aangroeien tot de geplande 100 MWh.
Verder voerden we heel wat energiebesparende maatregelen uit, waaronder energiezuinige ledverlichting, EV-laadpalen, bijkomende dakisolatie en warmtepompen. Eind 2024 had 45% van onze bestaande sites een warmtepomp, 78% beschikte over ledverlichting en waren er 772 laadpunten.

Slimme logistiek voor een meer leefbare stad
In 2016 bouwde Montea een state-of-the-art distributiecentrum voor Movianto, specialist in logistieke oplossingen voor healthcare. Movianto verzorgt de volledige koudeketenlogistiek, gaande van temperatuurgecontroleerde stockage over herverpakking tot transport. Bij de ontwikkeling voorzagen we reeds de mogelijkheid om de capaciteit op een later moment uit te breiden.
In 2024 begon Montea de werkzaamheden voor een uitbreiding van 8.000 m² warehouse en een kleine kantoorunit van 288 m². Naast gekoelde opslag van medicijnen zal Movianto in de uitbreiding ook ADR-stockage voorzien. Het is een gespecialiseerd farmalogistiek centrum. Conform het Montea Blue Label (zie ook p. 93) wordt het pand uitgerust met de juiste materialen om een lage koolstofvoetafdruk te garanderen.
In de uitbreiding komen zonnepanelen op het dak en er is geen gasaansluiting meer. Via een systeem van dockhuisjes garanderen we volledige luchtdichtheid van het gebouw wanneer er niet geladen wordt. In 2025 komt er ook een parkeerdeck voor personenwagens aan het bestaande gebouw. Zo vangen we de toenemende vraag naar parkeerplaatsen op zonder extra te verharden.



56 57
Iedere dag opnieuw willen we ons onderscheiden en een leidende rol spelen op het gebied van duurzaamheid. Onze gebouwen moeten namelijk minstens 30 jaar meegaan en moeten tijdens die levenscyclus blijven voldoen aan veranderende regelgevingen en klantbehoeften, in lijn met onze transgenerationele visie. Daarom integreren we onze duurzaamheidsaanpak in elk aspect van onze bedrijfsvoering.
We voeren onze duurzaamheidsstrategie (onderbouwd door een dubbele materialiteitsanalyse) uit voor onze eigen operaties, onze bestaande portefeuille en nieuwe ontwikkelingen. Ook investeren we in innovatieve energie-opslagsystemen, energie- en waterhubs op onze sites, en veelbelovende onderzoeksprojecten. In dit hoofdstuk lees je er alles over.

We spelen een voortrekkersrol in de verduurzaming van de logistieke sector. Met een landbank van meer dan 2 miljoen m², waarvan ruim 80% grey- en brownfields, focussen we op herontwikkeling van bestaande industriële sites. De afgelopen jaren investeerden we ongeveer 15 miljoen euro in de sanering van vervuilde industrieterreinen en transformeerden we deze naar energiepositieve en toekomstbestendige logistieke hubs.
In al onze ontwikkelingen richten we ons op verminderde broeikasgasemissies, betere energie-efficiëntie en slim gebruik van de bestaande ruimte. Niet om snelle winst te boeken, maar om waarde te creëren op de lange termijn – met een positief effect op deze generatie en de generaties na ons. En die waarde zit in duurzame en innovatieve logistieke panden op strategische locaties, met multimodale bereikbaarheid en een multifunctioneel karakter.
Duurzaamheid zit dus in ons DNA. Maar wat betekent 'duurzaam' precies in vastgoed? Bij Montea
Om onze impact te vergroten, hebben we onze interne duurzaamheidsstructuren verder versterkt. Het ESG Steerco, onder leiding van onze Chief Sustainability Officer, werkt nauw samen met de Raad van Bestuur. Het integreert duurzaamheid in onze bedrijfsstrategie en bepaalt mee onze duurzaamheidsdoelstellingen voor de toekomst.
De beslissingen van dit orgaan worden verder in de organisatie doorgezet naar de gespecialiseerde ESG-teams in elk land. Zo zorgen we ervoor dat we niet alleen voldoen aan de huidige normen, maar ook blijven innoveren voor de toekomst. Ook bouwen we op die manier aan een logistieke sector die niet alleen economisch rendabel, maar ook maatschappelijk verantwoord is.
Sinds 2020 verplicht de EU Energy Performance of Buildings Directive (EPBD) dat alle nieuwe gebouwen in Europa bijna energieneutraal moeten zijn. Deze nearly-zero energy buildings (nZEB) hebben een zeer lage energiebehoefte, grotendeels gedekt door hernieuwbare energie.
In 2024 werden die regels aangescherpt: vanaf 2030 moeten alle nieuwe gebouwen volledig emissievrij zijn – ofwel zero-emission buildings (ZEB). Dat houdt in dat fossiele brandstoffen, zoals aardolie en aardgas, niet meer gebruikt mogen worden.
Bovendien moeten grote niet-residentiële gebouwen (zoals distributiecentra) verplicht zonne-energie, gebouwautomatisering en laadstations voor elektrische voertuigen integreren. Op langere termijn is de ambitie nog groter: tegen 2050 moeten vrijwel alle bestaande gebouwen emissievrij zijn.
Montea heeft al een voorsprong genomen op deze EPBD. Onze nieuwe ontwikkelingen zijn nu al fossielvrij. Daarnaast geeft de CRREM-analyse (Carbon Risk Real Estate Monitor) van onze bestaande portefeuille ons inzicht welke assets we op tijd moeten aanpassen (zie verder). Ook berekenen we nu al de CO 2 -uitstoot van onze gebouwen over hun volledige levenscyclus, van materiaalwinning tot sloop en hergebruik, zodat we ook de embodied carbon van onze projecten kunnen kwantificeren. De komende jaren zal de druk toenemen om deze uitstoot verder te verlagen, waardoor we idealiter nog vóór 2050 net-zero zijn.
van onze landbank bestaat >80% uit grey- en brownfields die wij saneren
In 2021 voerden we een grondig onderzoek uit bij verschillende stakeholders om onze belangrijkste ESG-uitdagingen in kaart te brengen in een materialiteitsmatrix. In het kader van de Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD) maakten we deze oefening opnieuw in 2024, maar deze keer met een dubbele materialiteitsanalyse.
Het doel? De materialiteit van ESG-onderwerpen voor Montea beoordelen vanuit twee perspectieven:
We richtten binnen Montea een interne stuurgroep op om deze analyse uit te voeren, met ondersteuning van een extern adviesbureau. Daarbij namen we, indien mogelijk, relevante elementen mee uit onze materialiteitsanalyse van 2021. Na de validatie van de resultaten door het managementteam en de Raad van Bestuur werd de beoordeling door EY-bedrijfsrevisoren geauditeerd via een limited assuranceopdracht (zie Sectie 10.4 Deskundigenverslagen). Deze materialiteitsanalyse zullen we elke 3 jaar actualiseren.
We voerden onze dubbele materialiteitsbeoordeling uit van januari 2024 t.e.m. juni 2024 volgens deze stappen:

van logistiek vastgoed, maar ook het aanbieden van installaties voor energieopwekking en -opslag. Ook brachten we onze volledige waardeketen in beeld, zowel upstream als downstream. We bepaalden ook de belangrijkste stakeholdergroepen en in hoeverre we ze konden betrekken bij de materialiteitsanalyse. We bouwden voort op onze eerdere stakeholdersraadpleging uit 2021, en voegden nieuwe relevante groepen toe.
Daarna bestudeerden we internationale en sectorspecifieke ESG-raamwerken (zoals Gresb, EPRA sBPR,..) om de invloed van duurzaamheidsthema's op onze activiteiten beter te begrijpen. Zo konden we ook de financiële impact van milieu- en sociale kwesties beter en meer gestructureerd beoordelen.
We gebruikten ook indirecte bronnen zoals sectorgemiddelden – bijvoorbeeld milieu-KPI's (recyclingpercentages, energieverbruik) en sociale KPI's (lonen, veiligheidsgegevens). Op termijn willen we de nauwkeurigheid van deze gegevens verbeteren door:
Deze analyse resulteerde in een lijst van 130 potentieel materiële IRO's.

Stap 3: materiële items bepalen op basis van scoring Om de uiteindelijke materiële duurzaamheidstopics vast te stellen, vroegen we input van externe en interne stakeholders. Externe stakeholders beoordeelden de longlist en konden extra onderwerpen aandragen. Interne stakeholders, waaronder het management, namen deel aan twee verdiepende sessies waarin elke IRO afzonderlijk werd beoordeeld:
Om objectiviteit te waarborgen, gebeurde de eerste scoring anoniem. Vervolgens werden de resultaten besproken in de stuurgroep om zo, onder begeleiding van een externe consultant, tot een consensus te komen.
Stap 4: de definitieve lijst met materiële topics valideren De resultaten van de besprekingen in de stuurgroep werden uiteindelijk gedeeld met het Montea-management. Zij konden deze voorgestelde materiële IRO's eventueel aanpassen of aanvullen. Na hun validatie keurde de Raad van Bestuur de definitieve lijst goed in juni 2024.
Het eindresultaat? Onze materialiteitsmatrix brengt onze belangrijkste duurzaamheidsthema's in beeld – zowel voor Montea als voor onze stakeholders daarbuiten. Deze onderwerpen beïnvloeden onze groei, kosten, risico's en kansen, en zijn dan ook de thema's waarop stakeholders actie van ons verwachten.
(1) Hierbij gebruikten we dezelfde financiële drempels als in onze analyse van de financiële risicofactoren. Zo worden financiële en duurzaamheidsinformatie consistent geëvalueerd.


Bijdragen aan klimaatbestendigheid en een bloeiende biodiversiteit
DUURZAAMHEIDSPIJLERS
Circulaire en multifunctionele gebouwen ontwikkelen
Ondersteuning van duurzame logistiek
Uitblinken in duurzaamheid
• Een Circulair Paspoort voor elk project: een inventaris van alle materialen om toekomstig hergebruik te vergemakkelijken. • Renovatie: krijgt voorrang op sloop en nieuwbouw, tenzij een bestaande structuur niet toekomstbestendig kan worden gemaakt.
| 3.2 Onze 5 duurzaamheidspijlers PIJLERS |
WAT? | HOE? |
|---|---|---|
| KLIMAATVERANDERING & ENERGIE: RICHTING NET ZERO |
• -55% operationele koolstofemissies tegen 2030. • Net-zero whole-life emissions (levensduur-uitstoot) tegen 2050 (incl. embodied carbon). • Eigen operaties: net-zero tegen 2030. |
• Energie-efficiëntie: nieuwe gebouwen ontwerpen volgens het Net-Zero Operational Carbon-principe, toegespitst op slim energiebeheer en -monitoring. • Hernieuwbare energie: tegen 2030 gebruiken we uitsluitend hernieuwbare energie. Elke nieuwe ontwikkeling moet binnen 5 jaar min. 50% van zijn energieverbruik opwekken via zonne-energie. • Fossielvrije gebouwen: nieuwe projecten worden volledig fossielvrij gebouwd, terwijl ons bestaande portfolio uiterlijk in 2035 volledig is losgekoppeld van het gasnet. |
| BIJDRAGEN AAN KLIMAAT BESTENDIGHEID EN EEN BLOEIENDE BIODIVERSITEIT |
• Een biodiversiteitsindex ontwikkelen tegen 2026. • Grey- en brownfields herbestemmen. • De ontwikkeling van greenfields tot het minimum beperken. |
• Klimaatrisicoanalyses: voor alle projecten vanaf 2025. • Groendaken en natuurlijke waterretentiesystemen: om de biodiversiteit te behouden en overstromingsrisico's te verminderen. |
| CIRCULAIRE EN MULTIFUNCTIONELE GEBOUWEN ONTWIKKELEN |
• Circulaire gebouwen ontwikkelen tegen 2050. • Gebruik van recycleerbare of herbruikbare houtproducten die voldoen aan certificeringsnormen als FSC of PEFC. • De 4 belangrijkste circulariteitsprincipes toepassen (flexibel en aanpasbaar; gebruik van circulaire en gezonde materialen; bijhouden van een materialendatabank; urban mining). |
• Een Circulair Paspoort voor elk project: een inventaris van alle materialen om toekomstig hergebruik te vergemakkelijken. • Renovatie: krijgt voorrang op sloop en nieuwbouw, tenzij een bestaande structuur niet toekomstbestendig kan worden gemaakt. • Urban mining: om 70% van het niet-gevaarlijke bouw- en sloopafval niet-thermisch te recupereren. |
| ONDERSTEUNING VAN DUURZAME LOGISTIEK |
• Locaties selecteren met multimodale bereikbaarheid, bijv. nabij water- en spoorwegen en goed ontwikkelde fietspaden. • Klanten ondersteunen in hun duurzaamheidstraject door locaties te bieden voor efficiëntere transportmodi. • Investeren in cityhubs voor een duurzamere en efficiëntere last-mile delivery. |
• Duurzaam transport stimuleren: faciliteren van duurzame opties als elektrische voertuigen (EV) en fietsen. • Het openbaar vervoer: projecten, waar mogelijk, goed toegankelijk maken met bus, tram of trein. |
| UITBLINKEN IN | • Het Montea Blue Label, onze standaard voor | |
| DUURZAAMHEID | duurzaamheid en innovatie (zie p. 93). | • Het Montea Blue Label toepassen op iedere renovatie en nieuwbouw vanaf 2025. |
• Groendaken en natuurlijke waterretentiesystemen: om de biodiversiteit te behouden en overstromingsrisico's te verminderen.
| 1/ Montea-operaties | 2/ Bestaande portefeuille | 3/ Montea-ontwikkelingen |
|---|---|---|
| 2030: Net-zero1 | 2030: CO2 -uitstoot verminderen met 55% 2050: Net-zero |
2030: CO2 -uitstoot verminderen met 55% 2050: Net-zero |
Onze duurzaamheidsdoelen zijn afgestemd op de Europese Green Deal en omvatten 3 luiken: onze eigen operaties, onze bestaande portefeuille en onze nieuwbouwprojecten. Elke pijler vereist een specifieke aanpak en impactanalyse. Voor nieuwbouw hanteren we 2021 als referentiejaar, terwijl voor onze bestaande portefeuille en operaties 2019 als basisjaar geldt.
In de volgende onderdelen brengen we graag onze vooruitgang voor elke pijler in kaart.

In september 2024 lanceerden we Track27, het meest ambitieuze groeiplan in onze geschiedenis. Daarin namen we niet enkel financiële doelstellingen op, maar ook een aantal ambitieuze doelen op het gebied van duurzaamheid.
135 MWp
Vermogen zonnepanelen verdubbelen naar
Batterijopslagcapaciteit verhogen naar

Investeringsvolume aan hernieuwbare energie
€ 75 mio
Operationele CO2 -uitstoot van de bestaande portefeuille verminderen met

CO2
Onze totale CO2 -voetafdruk wordt onderverdeeld in scope 1-, 2- en 3-emissies (zie figuur op p. 70). Scope 1 en 2 zijn relatief eenvoudig te meten, maar vormen slechts een klein deel van onze totale CO2 -uitstoot. Het gros van onze CO2 -uitstoot zit vervat in scope 3.
Enkele jaren geleden hebben we al doelstellingen voor scope 1 en 2 laten valideren bij SBTi (Science Based Targets initiative). In 2024 werd het nieuwe SBTi-framework voor de vastgoedsector bepaald. In 2025 zullen we zelf onze doelstellingen vastleggen bij SBTi, waarin we o.a. meer concrete doelen voor scope 3-emissies zullen definiëren.
De voorbije jaren splitsten we onze CO2 uitstoot op in directe en indirecte emissies. Nu hanteren we de 3 officiële scopes:
(1) Net-zero is niet hetzelfde als CO2 -neutraliteit. Net-zero betekent dat alle uitgestoten CO2 volledig wordt gecompenseerd door CO2 -verwijdering, zodat er geen extra CO2 achterblijft in de atmosfeer. Dat kan bijvoorbeeld via bosbeheer of CO2 -opslag. CO2 -neutraliteit houdt in dat er geen netto CO2 -uitstoot is. Dit gebeurt vaak door compenserende maatregelen die niet per se CO2 verwijderen uit de atmosfeer.

| Montea-operaties | Nieuwe ontwikkelingen Embodied carbon |
Bestaande portefeuille Operational carbon |
||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| SCOPE 1 | Directe uitstoot van bedrijfswagens (brandstof), verwarming (gas) en koelmiddellekken voor Montea-kantoren |
Door Montea gecontroleerde directe uitstoot door verwarming (gas) en koelmiddellekken in Montea-gebouwen |
||||
| SCOPE 2 | Emissies verbonden aan productie van aangekochte grijze elektriciteit voor Montea-kantoren |
Door Montea gecontroleerde emissies verbonden aan aangekochte grijze elektriciteit in Montea-gebouwen |
||||
| CH4 SF4 |
N2 0 MFCs CO PFCs 2 |
Aangekochte goederen en diensten |
Emissies door aankoop van papier, dataopslag en onderaannemers |
Emissies door bouwmaterialen, energiegebruik op bouwwerven en afbraakwerken |
||
| Investeringsgoederen | Emissies van aankoop van IT-materiaal |
|||||
| Brandstof- en energie gerelateerde activiteiten |
Upstream emissies van scope 1 & 2 energie (brandstofproductie, nettoverliezen, bouwen van elektriciteitscentrale) |
Door Montea gecontroleerde upstream emissies van scope 1 & 2 energie (brandstofproductie, nettoverliezen, bouwen van elektriciteitscentrale) |
||||
| Woon-werk verkeer |
Energie- en Transport & warmte distributie |
SCOPE 3 | Transport & distributie | Emissies door transport | ||
| personeel | opwekking in bedrijfsfaciliteiten Verwerking |
Afval | Emissies van afval gegenereerd in Montea-kantoren |
Emissies door afval | ||
| Aankoop Gehuurde elektriciteit, faciliteiten stoom, warmte en koeling |
verkochte producten Bedrijfs voertuigen |
Zakenreizen | Emissies door zakenreizen | |||
| Zakenreizen | Gebruik verkochte producten Émissions |
Woon-werkverkeer personeel |
Emissies van woon-werk verkeer van personeel Montea |
|||
| Kapitaal Brandstof- en Aankoop goederen Transport & Bedrijfsafval goederen energiegerelateerd en diensten distributie Upstream activiteiten |
fugitives Producten aan Franchises Gehuurde einde levensduur faciliteiten Downstream activiteiten |
Investeringen | Downstream geleasde activa |
Huurder-gecontroleerde emissies door verwarming en elektriciteit (direct en indirect) |
||
Sinds eind 2021 zijn onze eigen operaties CO2 -neutraal. Om te evolueren naar net-zero tegen 2030, moeten we er alles aan doen om onze huidige CO2 -uitstoot te verlagen. Daarbij focussen we vooral op mobiliteit (elektrisch rijden) en het energieverbruik in onze kantoren.
In 2024 waren onze eigen operaties verantwoordelijk voor een totale CO2 -uitstoot van 179 tCO2 e. Dat is een lichte stijging van 4% ten opzichte van vorig jaar (172 tCO2 e).
| Emissies in tCO2 e |
Montea-operaties | tCO2 e/m2 |
tCO2 e/vte |
|
|---|---|---|---|---|
| 2019 | 234 | 0,23 | 8,4 | |
| 2020 | 194 | 0,19 | 7,0 | |
| 2021 | 169 | 0,16 | 5,3 | |
| 2022 | 156 | 0,14 | 4,1 | |
| 2023 | 172 | 0,123 | 3,5 | |
| 2024 | 179 | 0,116 | 3,1 |
De verklaring voor deze lichte toename moeten we niet ver zoeken. Enerzijds hebben we dit jaar ook de emissies van bedrijfswagens van medewerkers met een zelfstandigenstatuut meegenomen. Als we op dezelfde manier de cijfers voor vorig jaar zouden herberekenen, dan zou de totale CO2 uitstoot in 2023 204 tCO2 e zijn geweest, waardoor we een daling zouden kennen van 12% op dit vlak in 2024.
Daarnaast is ons team gegroeid naar 57 vte's (voltijdsequivalenten), vergeleken met 48 in 2023. Als we onze CO2 uitstoot per vte bekijken, zien we een daling van 3,5 naar 3,1 tCO2 e. De emissies per m² kantooroppervlakte verminderden ook: van 0,123 naar 0,116 tCO2 e/m².

Onze totale CO2 -uitstoot van 179 tCO2 e valt uiteen in verschillende categorieën. De drie belangrijkste voor de Montea-operaties zijn mobiliteit, energieverbruik en IT-materiaal. 0,4% van onze uitstoot is te wijten aan de inkoop van goederen en diensten.

Binnen onze eigen operaties blijft mobiliteit de grootste bron van broeikasgasemissies (79%), vooral door bedrijfswagens, zakenreizen en woon-werkverkeer. We hebben echter grote stappen gezet: inmiddels is 62% van onze bedrijfswagens elektrisch1 , wat heeft geleid tot een daling van 32% in de totale tCO2 e ten opzichte van vorig jaar. Deze daling is opmerkelijk, zeker gezien de toename van ons personeelsbestand met 50%. Ons doel: een volledig elektrisch wagenpark tegen 2027, ondersteund door extra laadinfrastructuur bij onze kantoren.
Jammer genoeg wordt deze vooruitgang deels tenietgedaan door het gestegen aantal zakenreizen. Hoewel we nog steeds voornamelijk de trein gebruiken, hebben we in 2024 vaker gevlogen – en dat weegt zwaar door in onze CO2 -statistieken. Dat heeft te maken met de internationalisering van ons aandeelhouderschap, waardoor wij vaker naar de Verenigde Staten moeten vliegen.
Daarnaast combineren we kantoorwerk met telewerk. Mede door die combinatie is de impact van ons woon-werkverkeer op onze uitstoot het afgelopen jaar met 29% gedaald.
(1) Dit percentage omvat ook de vloot van onze management companies. Zonder deze wagens zou het aandeel elektrische voertuigen 74% bedragen. In het jaarverslag van 2023 was de berekening anders en lag het percentage elektrische voertuigen op 61%, exclusief management companies. Inclusief deze vloot zou dat cijfer in 2023 51% zijn geweest.
Om het energieverbruik van onze kantoren te berekenen, kijken we naar de mix van hernieuwbare en grijze elektriciteit, gas en het warmtenetwerk. We wekken al onze elektriciteit op met 100% hernieuwbare stroom en maken uitsluitend gebruik van ledverlichting met daglicht- en bewegingssensoren. Voor verwarming wordt in de meeste landen gas gebruikt, terwijl ons kantoor in Parijs is aangesloten op stadsverwarming.
Dit energieverbruik wordt omgezet naar CO2 -uitstoot aan de hand van emissiefactoren (zie verder). Door de juiste factor per verbruikstype toe te passen, berekenen we de totale CO2 -uitstoot en koppelen we deze aan onze operaties, uitgedrukt in ton CO2 -equivalent (tCO2 e).
Onze uitstoot uit energie is gedaald van 33 naar 27 tCO2 e. We stellen een daling in het energieverbruik vast (zowel gas als elektriciteit). Dit kan voornamelijk verklaard worden door het lagere gasverbruik in de Belgische kantoren, doordat de verwarmingselementen begin 2024 zijn vervangen door nieuwe en de configuratie geoptimaliseerd is.
Daarnaast zijn we voor bepaalde data afhankelijk van de input van externe partijen, zoals de kantoorbeheerder in Parijs voor het verbruik van het warmtenetwerk. We hebben de analyse dan ook met de nodige voorzichtigheid uitgevoerd, op basis van gegevens waar we zelf geen directe controle over hebben.
In 2024 was er, ondanks de stijging van het aantal medewerkers, een daling in de aanschaf van IT-materieel. Dit is grotendeels te verklaren door de grote aankoop van IT-materiaal in 2023, dat ook een upgrade van bestaande IT-middelen omvatte. Dat materiaal wordt overigens in cycli hernieuwd volgens onze IT renewal policy.

Om de carbon footprint van onze eigen operaties te compenseren, doen we aan carbon offsetting. Dat is nodig om CO2 -neutraal te zijn. Daarbij proberen we altijd een project te steunen in één van 'onze' landen, gelinkt aan onze activiteiten, door carbon credits te kopen van het bedrijf in kwestie. We kiezen daarbij niet enkel voor een project waarbij CO2 vermeden wordt (avoidance), maar voor een project waarbij CO2 verwijderd wordt (removal). Een mooi voorbeeld: de hennepbetonblokken van het Belgische bedrijf IsoHemp.
IsoHemp produceert duurzame hennepbetonblokken voor isolatie en dragende muren, als alternatief voor traditionele en vervuilende bouwmaterialen zoals cement. De blokken bestaan volledig uit lokale kalk en hennep. Ze slaan CO2 op en besparen gemiddeld 3 m³ water per m² product. Ook verbruiken ze 17 keer minder energie tijdens hun productieproces, omdat er geen verhitting nodig is – een besparing van 660 kWh per m³ product. Ten slotte verlagen ze de verwarmingsbehoefte van gebouwen met 20 kWh/m² per jaar.
Ons doel is om tegen 2030 de CO 2 -uitstoot van onze bestaande portefeuille met 55% te verminderen (operational carbon). Tegen 2050 willen we de totale uitstoot terugbrengen naar net-zero.
Voor onze bestaande portefeuille zetten we maximaal in op duurzame renovatie. Daarbij hanteren we een bewuste strategie: verouderde panden worden niet verkocht om de duurzaamheidscijfers te verbeteren, maar ondergaan een make-over om opnieuw klaar te zijn voor een nieuwe toekomst. Dat is namelijk pas écht duurzaam.
"Als we een pand willen toevoegen aan onze portefeuille, dan kiezen we in de eerste plaats voor de juiste locatie. Duurzaamheid en toekomstbestendigheid kunnen we verbeteren, maar een strategische ligging is niet aanpasbaar."

Dirk Van Buggenhout Chief Sustainability Officer

Naast de ontwikkeling van duurzame vastgoedprojecten zetten we ons actief in om bestaande sites te optimaliseren waar het kan. Dat levert namelijk niet alleen economische en ecologische voordelen op, maar ook een betere werkomgeving voor onze klanten.
Met warmtepompen kunnen we gebouwen verwarmen en koelen zonder fossiele brandstoffen te gebruiken. Op het einde van 2024 opereerde al 45% van onze portefeuille op energiezuinige warmtepompen. Eerder hadden we als doelstelling vooropgesteld om tegen 2030 minstens 50% van de sites in ons portfolio volledig los te koppelen van het gasnet en over te schakelen op warmtepompen.
Deze doelstelling is ambitieuzer dan ze op het eerste gezicht lijkt, gezien de huidige stand van zaken. Dit komt doordat ons portfolio niet alleen uitbreidt door nieuwe ontwikkelingen, maar ook door de overname van bestaande sites die nog een lange weg te gaan hebben op het gebied van duurzaamheid. Door deze verdere groei blijft ons oorspronkelijke doel nog steeds een uitdaging.
De implementatie van vloerverwarming in warehouses hebben we intussen al succesvol toegepast op drie locaties in Nederland, waaronder in Waddinxveen (lees meer op p. 110). Verdere toepassing hiervan wordt voorzien waar mogelijk.
We willen die efficiëntie verder verhogen door gebruik te maken van geïsoleerde ondergrondse tanks. Deze besparen niet alleen energie, maar optimaliseren ook de ruimte ondergronds. Daarnaast onderzoeken we hoe we elektrische sprinklerpompen en regenwater kunnen inzetten voor de sprinklersystemen, zodat we de ecologische voetafdruk nog verder verkleinen.
We gaan enthousiast verder met ons relighting-programma. Tegen 2030 willen we onze volledige portefeuille overschakelen op energiezuinige ledverlichting. Eind 2024 was alvast 78% van onze sites daarmee uitgerust. Ook dit blijft een uitdaging gezien de verdere groei van onze portfolio door de aankoop van bestaande sites.

In onze bestaande portefeuille komt 26% van het totale energieverbruik uit aardgas, 73% uit elektriciteit en 1% van district heating. Inmiddels wordt 81% van het elektriciteitsverbruik door klanten in onze portefeuille geleverd door hernieuwbare bronnen, zowel via ingekochte hernieuwbare stroom als lokaal opgewekte energie (bijv. met zonnepanelen).


We installeren standaard laadpalen in al onze nieuwbouwprojecten. Maar ook in de bestaande portefeuille investeren we in EV-charging om onze klanten te ondersteunen bij hun energietransitie. Ook onderzoeken we de mogelijkheden voor laadinfrastructuur voor elektrische vrachtwagens. Op het einde van 2024 beschikte onze portefeuille over 772 EV-laadpunten.
Op onze weg naar net-zero monitoren we voortdurend het effect van onze energiebesparende maatregelen. Dat doen we aan de hand van onze energie-intensiteit, ofwel het energieverbruik per m². Deze daalde in 2024 met 5% ten opzichte van het jaar ervoor – een mooie bevestiging van onze inspanningen.
van onze bedrijfs-62% wagens is elektrisch


| Total Scope 1/2/3 | ||||
|---|---|---|---|---|
| EMISSIEFACTOREN (KG CO E/KWH) 2 |
2024 | 2023 | ||
| Verbruik grijze stroom België | 0,184 | 0,170 | 7,9% | |
| Verbruik grijze stroom Frankrijk | 0,091 | 0,076 | 19,7% | |
| Verbruik grijze stroom Nederland | 0,354 | 0,381 | -6,9% | |
| Verbruik grijze stroom Duitsland | 0,466 | 0,435 | 7,0% | |
| Verbruik groene stroom EU | NVT | 0,025 | NVT | |
| Verbruik groene stroom België | 0,038 | 0,025 | 52,4% | |
| Verbruik groene stroom Frankrijk | 0,026 | 0,025 | 4,4% | |
| Verbruik groene stroom Nederland | 0,043 | 0,025 | 72,7% | |
| Verbruik groene stroom Duitsland | 0,036 | 0,025 | 46,3% | |
| Productie en verbruik groene stroom zonnepanelen on site EU | NVT | NVT | NVT | |
| Brandstof aardgas EU | 0,243 | 0,244 | -0,4% |
Om ons decarbonisatiepad scherp in beeld te brengen en onze prioriteiten helder op te lijsten, maken we gebruik van de CRREM-tool. Dit wetenschappelijk onderbouwde instrument is specifiek ontwikkeld voor de vastgoedsector en afgestemd op de klimaatdoelen van het Parijsakkoord en de Europese Green Deal. Het biedt een transparante maatstaf om onze vooruitgang qua CO 2 -reductie te meten, zodat we zeker weten dat we op koers liggen om onze klimaatdoelstellingen te behalen.
Het decarbonisatiepad verschilt per land, omdat elk land een unieke energiemix, beleidsmaatregelen en infrastructuur heeft. Omdat we in meerdere landen actief zijn, analyseren we onze gegevens dus per land. Dat brengt uiteenlopende uitdagingen en kansen met zich mee op het gebied van decarbonisatie.
In 2024 hebben we voor al onze assets een CRREM-analyse uitgevoerd. Deze diepgaande analyse geeft ons een compleet beeld van welke locaties we als eerste moeten aanpakken om zowel de energie-intensiteit als de CO 2 -intensiteit te verlagen. De daling van onze energie-intensiteit is namelijk minder groot dan in andere jaren. Ook daar zit de groei van onze portefeuille met bestaande gebouwen voor iets tussen. Deze panden zijn vaak al ouder en voldoen, vanuit energetisch standpunt, nog niet altijd aan de huidige normen. Door ze mee te nemen in onze CRREM-analyse, kunnen we een concreet investeringsprogramma voor ze opmaken.
De grafiek hiernaast geeft bijvoorbeeld de resultaten weer van de CRREM-analyse van onze portefeuille (gebaseerd op data uit 2023) m.b.t. onze uitstoot van broeikasgassen. Daaruit blijkt dat 17% van onze sites nu al klaar is voor 2050,
terwijl we 12% op korte termijn moeten aanpakken. In ons groeiprogramma Track27 voorzien we dat alle assets die vóór eind 2030 stranded assets 1 zouden worden, al tegen eind 2027 worden klaargemaakt voor de doelstellingen van 2050.
De meest efficiënte stap in het decarbonisatieporoces is het afkoppelen van het gas.
(1) Stranded assets zijn activa die hun economische waarde verliezen, omdat ze niet meer aan de toekomstige regelgeving of marktverwachtingen voldoen. Dit kan gebeuren door de overgang naar een koolstofarme economie, waarbij activa die afhankelijk zijn van fossiele brandstoffen en broeikasgasemissies in waarde dalen.


Tegen 2030 willen we de CO2 -uitstoot van onze nieuwe ontwikkelingen met 55% verminderen ten opzichte van 2021. Deze reductie heeft betrekking op de operational en embodied carbon, de totale broeikasgasuitstoot gedurende de levenscyclus van een gebouw. Ons ultieme doel: alle nieuwbouwprojecten net-zero tegen 2050.
Onze nieuwe ontwikkelingen zijn zero-emission buildings. Dat betekent dat onze gebouwen een erg hoge energieperformantie hebben, we geen fossiele brandstoffen gebruiken, meer lokale hernieuwbare energie produceren dan we verbruiken en de volledige CO2 -voetafdruk van elk gebouw in kaart brengen.
We streven naar een optimaal ruimtegebruik door hoogbouw, een maximale bebouwingsgraad en geclusterde groene zones, wat meer waarde toevoegt dan versnipperd groen. Daarbij vinden we de totale CO2 -impact altijd belangrijker dan toevoegingen met weinig ecologische meerwaarde.
Bij nieuwe investeringen, zoals de aankoop van een terrein of een bestaand gebouw, kijken we eerst naar de locatie en vervolgens naar de mogelijkheden om het pand toekomstbestendiger te maken. Daarbij maken we gebruik van onze interne Sustainability Scorecard.
| Luchtdichte laadkades | Deze worden doorgaans alleen in koel- en vriesmagazijnen gebruikt (vanwege het grote energieverlies), maar wij installeren ze tegenwoordig standaard in onze nieuwe gebouwen. De luchtdichtheid wordt getest met blowerdoortests. |
|---|---|
| Optimaal daglichtgebruik | Lichtkoepels met daglichtsensoren en bewegingsdetectie zorgen voor meer natuurlijk daglicht, een lagere energieconsumptie en een aangename werkomgeving voor magazijnmedewerkers. |
| Efficiënte installaties | We investeren in geavanceerde koel-, verwarmings- en verlichtingssystemen. |
| Duurzame materialen | In de bouwfase kiezen we zoveel mogelijk voor materialen met een lage CO2 -voetafdruk of een lange levensduur, zoals een dakplaat op basis van gerecycleerd staal (XCarb steeldeck), hoogperformante sandwichpanelen (Quadcore), een dakdichting met verbeterde levensduur (EPDM) en cementhoudende producten op basis van= lagekoolstofcement (CEMIII/A). Waar mogelijk gebruiken we gelamelleerde houten balken en houtconstructies in Cross Laminated Timber (CLT) voor kantoren. |
| Fossielvrij verwarmen en koelen d.m.v. warmtepompen |
We vermijden fossiele brandstoffen door enkel nog in te zetten op warmtepompen. Door in onze warehouses vloerverwarming te voorzien, kunnen we deze manier van verwarmen optimaal en efficiënt inzetten. |
| Laadinfrastructuur gekoppeld aan hernieuwbare energie |
We koppelen etruck- en EV-laadstations aan zonnepanelen, solar luifels en batterijparken. |
| Doordacht ruimtegebruik | We bouwen parkings boven laadkades om de beschikbare ruimte zo doeltreffend mogelijk te gebruiken. |
Een nieuw onderdeel van onze aanpak is de Sustainability Scorecard. Dit instrument biedt een grondige evaluatie van duurzaamheidsaspecten bij acquisities en nieuwe ontwikkelingen die ter goedkeuring worden voorgelegd aan het Investeringscomité en de Raad van Bestuur.
Het doel is om development managers te begeleiden bij het scoren en benchmarken van projecten op basis van strenge duurzaamheidsnormen. De Scorecard helpt niet alleen om de veerkracht van een ontwikkeling te beoordelen, maar vormt ook de basis voor verdere discussies.
De Scorecard beoordeelt criteria zoals locatie en zonering, biodiversiteit, netwerkaansluiting, mobiliteit, toegankelijkheid, vegetatie, klimaatrisico's, energie(verbruik), hernieuwbare energie en het welzijn van werknemers.

voor een nieuwe ontwikkeling:

Dankzij het gebruik van (voornamelijk) platte daken is logistiek vastgoed ideaal voor zonnepanelen. Met die hernieuwbare energie helpen we onze klanten om hun energiekosten te verlagen. Door volop in te zetten op zonne-energie, blijven we een sleutelrol spelen in hun energietransitie.
Eind 2024 hadden onze PV-installaties in België, Nederland en Frankrijk een totaal vermogen van 84 MWp, waarvan 16 MWp in 2024 werd geïnstalleerd. Inmiddels is ongeveer 96% van de daken (die technisch geschikt zijn) voorzien van zonnepanelen.
Met deze hoeveelheid zonnepanelen genereren we een aanzienlijke hoeveelheid hernieuwbare energie. Daarvan wordt momenteel gemiddeld 35% gebruikt door de huurders. De volgende factoren spelen mee:

Omdat er op bepaalde momenten een overproductie is van energie (vooral hernieuwbare energie geproduceerd door zon of wind) , ontstaan er negatieve energieprijzen en ook onbalans. Die vangen we op door tijdelijk minder energie te produceren tijdens piekmomenten (curtailment) en door deel te nemen aan de onbalansmarkt, waar we de energiebehoeften kunnen afstemmen. Ook gebruiken we energie-opslagsystemen en batterijparken om het teveel aan geproduceerde energie op te slaan voor later gebruik en zo de impact van de negatieve prijzen te verzachten.
Lees meer over onze investeringen in batterijparken vanaf p. 96.
We helpen onze klanten voortdurend om hun energiekosten en CO2 -uitstoot te verlagen. Daarom hebben we ambitieuze doelstellingen voor de energieefficiëntie van onze nieuwbouwprojecten.

Voor onze nieuwbouwontwikkelingen hadden we een mooi doel voor ogen: een maximale energieintensiteit van 25 kWh/m² per jaar tegen 2030. De eerste gerealiseerde projecten presteerden in realiteit beter dan de berekende waarde met een effectieve energie-intensiteit van slechts 18 à 19 kWh/m² per jaar. Hierdoor behaalden we onze 2030-doelstelling al in 2023. Ook nu blijven we onze ontwerpen continu optimaliseren om warmteverlies te minimaliseren.

De CO2 -uitstoot van een gebouw kan worden verdeeld in twee hoofdcategorieën: operational CO2 en embodied CO2 . Beide vormen spelen een belangrijke rol in de impact van vastgoed op het milieu en zijn daarom belangrijke aandachtspunten voor Montea bij de ontwikkeling van nieuwe, duurzame gebouwen.
De operational carbon-uitstoot verwijst naar de emissies die vrijkomen tijdens het gebruik van het gebouw. Dat kunnen directe emissies zijn, zoals de verbranding van fossiele brandstoffen voor verwarming. Ook indirecte uitstoot is mogelijk, zoals bij het gebruik van elektriciteit of van verwarming die elders met fossiele brandstoffen wordt geproduceerd.
Voor een zero-emission building, waarbij de operationele CO2 -uitstoot naar nul wordt gebracht, zijn verschillende maatregelen nodig. Het energieverbruik van het gebouw moet verlaagd worden, en de resterende energiebehoeften moeten volledig worden gedekt met hernieuwbare energiebronnen ter plaatse. De grootste uitdaging daarbij: de meeste gebouwen beschikken nog niet over de nodige infrastructuur om 24/7 hun eigen energie op te wekken.
Dit zijn de alternatieve opties:
| Whole life carbon | ||||
|---|---|---|---|---|
| Embodied carbon | ||||
| Embodied carbon tijdens gebruiksfase |
||||
| A1—3 Ontwikkelings fase |
A4—5 Bouwfase |
B1—7 Gebruiksfase |
C1—4 Einde levensfase |
D Voordelen en lasten buiten de levenscyclus van het gebouw |
| A1 Aanvoer van grondstoffen A2 Transport A3 Productie |
A4 Transport A5 Bouw- en installatieproces |
B1 Gebruik B2 Onderhoud B3 Herstelling B4 Renovatie B5 Vervanging |
C1 Afbraak en sloop C2 Transport C3 Afvalverwerking C4 Verwijdering |
Hergebruik Terugwinning Recyclage |
| Upfront carbon | B6 Energieverbruik Operational |
Koolstof aan einde | Koolstof buiten de levenscyclus |
|
| carbon | levensduur | van het gebouw | ||
| B7 Replacement Out of scope |
Voor een ZEB met opties 1 en 2 vragen we de klant om een Green Lease met Montea af te sluiten. Dit partnerschap zorgt ervoor dat de huurder actief bijdraagt aan de verduurzaming van het gebouw door energie-efficiënte maatregelen te nemen tijdens het gebruik. Als de klant niet akkoord gaat, dan leveren we het gebouw Net-Zero Ready op. In dat geval is de huurder zelf verantwoordelijk voor de aankoop van hernieuwbare energie of de compensatie van emissies.
Bij optie 3 moedigen we klanten aan om operational carbonemissies zoveel mogelijk te vermijden in plaats van te compenseren. We zien de aankoop van carbon credits (carbon offsetting) als een laatste redmiddel en adviseren in plaats daarvan langlopende PPA's (Power Purchase Agreements) af te sluiten voor 100% hernieuwbare of gecertificeerde duurzame energie.
Embodied carbon verwijst naar de totale uitstoot van broeikasgassen die vrijkomt tijdens de levenscyclus van een gebouw: van materiaalwinning en -transport tot constructie, onderhoud, sloop en eventuele recyclage.
In vergelijking met operational carbon is het een pak moeilijker om embodied carbon onder controle te houden. De meeste emissies komen namelijk vrij bij de productie van materialen als staal en cement. Voor dergelijke chemische processen bestaan er momenteel nog onvoldoende circulaire en schaalbare alternatieven.
Er is nog geen wetgeving die de bouwsector dwingt om embodied carbon te reduceren, maar dat betekent niet dat wij het niet belangrijk vinden. Daarom proberen we nu al de, door het bouwproces gegenereerde CO2 -uitstoot van onze ontwikkelingen, te verminderen op basis van een wetenschappelijk onderbouwd reductietraject. Aangezien er in logistiek vastgoed weinig referentiekaders zijn, nemen wij de benchmark value over van het Duitse DGNB-label (een duurzaamheidslabel vergelijkbaar met BREEAM). Deze stelt als richtwaarde voor een warehouse een maximum voor van 24 kg CO2 /m³. Deze maximale waarde is ook opgenomen in het Montea Blue Label (zie verder).
In 2025 willen we ook bij SBTi (Science Base Target initiative) onze doelstellingen voor de reductie van scope 1, 2 én 3-emissies laten valideren onder het real estate framework dat sinds de zomer van 2024 in voege is gegaan. Daardoor zullen ook meer concrete doelstellingen worden opgenomen met betrekking tot de reductie van embodied carbon-emissies.
Enkele concrete initiatieven:
• Circulair bouwen: we zetten in op circulaire bouwprincipes, waarbij we materialen hergebruiken, recycleren en duurzame keuzes maken voor de lange termijn. Zo verminderen we niet alleen de impact van onze gebouwen op het milieu, maar behoudt het gebouw ook zijn waarde voor de toekomst.
• Samenwerking met leveranciers: wij bouwen aan een netwerk van betrouwbare leveranciers die de nodige oplossingen bieden voor de verduurzaming van de bouwsector. Bij de selectie van partners staat dan ook hun gebruik van duurzame materialen en technieken centraal.
In meerlaagse gevels en daken heeft elke materiaallaag een specifieke functie: isolatie, bescherming, esthetiek … Deze lagen proberen we niet te lijmen, maar mechanisch te bevestigen. Zo kunnen we ze gemakkelijk scheiden en opnieuw gebruiken.
| Meerlaagse gevels en daken | |
|---|---|
| Betere bouwknopen en betere materialen |
|
| hoge CO2 | |
| Cradle to Cradle |
We kiezen zoveel mogelijk voor materialen met een lange levensduur, een lage onderhoudsbehoefte en een hoge restwaarde. Plaatsen waar bouwdelen als muren en daken samenkomen (zogenaamde bouwknopen) ontwerpen we zodanig dat ze het circulaire potentieel van die materialen versterken.
Zo weinig mogelijk PUR en PIR We vermijden PUR- en PIR-schuimen (isolatiematerialen), want deze hebben een -uitstoot, een lage recycleerbaarheid en een hoge brandbaarheid.
Qua afwerkingsmaterialen verkiezen we C2C-materiaal (Cradle to Cradle). Deze materialen zijn ontworpen volgens circulaire principes, waarbij afval wordt beschouwd als grondstof voor nieuwe producten. Ze zijn veilig, gezond, herbruikbaar en biologisch afbreekbaar.


e) De grafiek en tabel hiernaast tonen aan dat er grote verschillen kunnen zitten tussen jaren en projecten.
Anderzijds heeft Blue Gate (fase 2) een CO2 -intensiteit van 158 tCO2 e/m² – aanzienlijk lager dan andere ontwikkelingen. Dat komt omdat de kantoorunits volledig opgetrokken zijn in Cross Laminated Timber (CLT) (zie p. 102), wat een grote positieve impact heeft.
Het is duidelijk dat het design van het gebouw (compactheid, grootte, stapeling van functies,..) en de keuze van de materialen (hout, staal, beton... ) doorslaggevend zijn.
Om projecten beter te kunnen vergelijken, hebben we in 2023 LCA-richtlijnen opgesteld (zie p. 91). In de eerste fase focussen we enkel op het gebouw zelf en nemen we de buitenaanleg nog niet mee. Bij vergelijking van cijfers blijft het steeds cruciaal om de projectspecifieke elementen mee te nemen. We blijven ons dus volop inzetten om de embodied carbon van onze ontwikkelingen te verlagen door middel van innovatieve bouwconcepten en duurzame materialen.
Voor het project in Vorst bedraagt de voetafdruk 483,83 tCO2 e/m². Een stuk hoger dan het gemiddelde. Daar bouwden we namelijk een parkeerdak boven de laadkades, waardoor we de structuur moesten verzwaren. Hoewel dat de koolstofvoetafdruk verhoogt, zorgt het er ook voor dat de beschikbare ruimte optimaal benut wordt en er meer plek is voor groenaanleg. Een bijkomende verzwaring van de structuur van het gebouw was ook noodzakelijk aangezien een groot deel van het gebouw ingericht werd voor koel-en diepvriesruimtes, daardoor hangen er verlaagde plafonds aan de structuur en worden op het dak technische installaties voorzien. verzameling technische specificaties, maar een uitgebreide gids Dit document, dat we voortdurend evalueren en aanpassen indien nodig, fungeert als leidraad voor onze architecten, projectmanagers en ingenieurs. Het bevat prestatiestandaarden voor renovaties en nieuwbouw, en innovatieve ontwerpopties om de duurzaamheid van een gebouw verder te verbeteren.
| Project | Bouwjaar | Oppervlakte (m2 ) |
Totale embodied e) |
Intensiteit (kgCO2 e/m²) |
|||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Doc Morris - Heerlen | 2019 | 20.935 | 8.239.387,95 | 393,57 | |||
| Isero - Waddinxveen | 2019 | 18.480 | 5.854.279,20 | 316,79 | |||
| DHL - Antwerpen | 2020 | 8.350 | 2.018.696,00 | 241,76 | |||
| Renault - Meyzieu | 2020 | 10.000 | 2.073.600,00 | 207,36 | |||
| Advitam - Athies | 2020 | 31.300 | 6.033.388,00 | 192,76 | |||
| Amazon - Amsterdam | 2020 | 9.400 | 2.783.058,00 | 296,07 | |||
| HBM - Waddinxveen | 2021 | 40.000 | 12.694.000,00 | 317,35 | |||
| Raben - Etten Leur | 2022 | 24.454 | 5.993.675,40 | 245,10 | |||
| Re-match - Tiel | 2022 | 9.000 | 2.892.420,00 | 321,38 | |||
| Delhaize - Brussel | 2024 | 26.339 | 12.743.598,37 | 483,83 | |||
| Lekkerland - Waddinxveen | 2024 | 49.206 | 15.440.350,74 | 313,79 | |||
| Herfurth + Dries Van Noten - Antwerpen | 2024 | 16.380 | 2.588.040,00 | 158,00 | |||
| carbon (kgCO2 |
In 2024 kreeg ons Montea Blue Label een complete make-over. Onze duurzaamheidsvisie werd erin geïntegreerd, en we legden de lat aanzienlijk hoger. Het document is niet langer alleen een die onze visie stap voor stap vertaalt voor alle betrokkenen van een project – van de aankoop van een terrein tot het onderhoud en de renovatie van een pand. Voor projecten waarin wij of onze klanten extra willen uitblinken, bevat het tips om excellentie na te streven.
Door grondschaarste, strengere stikstofregels en netcongestie is de beschikbaarheid van logistiek vastgoed de afgelopen jaren sterk afgenomen. Tegelijkertijd groeit de vraag naar duurzame vastgoedoplossingen. Strategisch gelegen verhuurde gronden zonder stikstof- of netcongestieproblemen bieden hierbij waardevolle kansen voor nieuwe ontwikkelingen. Zo'n opportuniteit vonden we in Tiel, in de Nederlandse provincie Gelderland.
Daar kochten we in september 2018 een verhuurd terrein van ongeveer 48 hectare – de voormalige site van glasfabriek Maasglas (1963-2015). Het domein is uitstekend bereikbaar via de snelweg (A15) en waterwegen (Amsterdam-Rijnkanaal en de Waal). In de eerste fase (2021-2022) bouwden we er een cleantech-recyclingfaciliteit van ca. 9.500 m² voor Re-Match, waarna nog 45 ha bestemde grond beschikbaar was voor ontwikkeling tot een duurzaam logistiek park.
Ondertussen is op deze site, in een tweede fase, de bouw gestart voor een volgende huurder, Intergamma (Tiel-Noord). Dit centrum zal de activiteiten van meerdere distributiecentra samenvoegen tot één, wat de efficiëntie verhoogt en bijdraagt aan Intergamma's ambitie om zijn ecologische voetafdruk te verkleinen.
| HET LOGISTIEK PARK IN TIEL: STERKE ESG-FOCUS | |
|---|---|
| Milieu en duurzaamheid | • 33.500 zonnepanelen genereren jaarlijks 13.700 MWh (dat komt overeen met 3.600 huishoudens) • Warmtepompen worden gecombineerd met vloerverwarming • Mogelijkheid tot batterijopslag wordt onderzocht |
| Biodiversiteit | • Beschermde zone van 11.000 m² voor lokale flora en fauna, inclusief insectenhotels, kerkuilenbiotoop en vleermuiskasten • Aanplanting van 6.700 m² aan nieuwe bomen |
| CO2-reductie en circulariteit | • Volledige levenscyclusanalyse (LCA) voor embodied carbon |
| Sociale impact | • Meer welzijn en productiviteit door groene zones, optimaal binnenklimaat, ventilatie en natuurlijk licht • Ondersteuning van lokale werkgelegenheid en bedrijvigheid |
| E-mobiliteit | • Laadfaciliteiten voor auto's |

Al jarenlang zetten we ons in voor de ontwikkeling van duurzame en multifunctionele logistieke centra. Daarbij willen we een voortrekkersrol spelen in de energietransitie van de logistieke sector: een oplossing bieden voor netcongestie en de zekerheid geven van betaalbare, hernieuwbare energie.
Een belangrijke volgende stap in deze missie is energieopslag. Door zonnepanelen op daken te combineren met batterijen, kunnen we niet alleen meer hernieuwbare energie opwekken, maar deze ook optimaal benutten.
Dat maakt onze sites energie-efficiënter, onafhankelijker van het elektriciteitsnet en klaar voor de toekomst. Zo kunnen onze klanten rekenen op betrouwbare stroomvoorziening en volledige ondersteuning in hun energietransitie.
Tot vorig jaar gebruikten onze klanten slechts gemiddeld 35% van de zonne-energie die op hun daken werd opgewekt. De belangrijkste reden? Zonne-energie wordt niet altijd opgewekt op het moment dat de klant veel stroom nodig heeft.
Tegelijkertijd horen we van onze klanten dat energieschaarste en netcongestie een grote uitdaging vormen voor de toekomst. Naar verwachting zal de energievraag de komende jaren verdubbelen. Door de toenemende elektrificatie, vooral in de logistieke sector, zullen de huidige netaansluitingen ontoereikend worden. Ook zijn de distributienetten in Europa nog onvoldoende uitgerust om deze groeiende behoefte op te vangen.
Daarom startten we in 2024 met de uitrol van Battery Energy Storage Systems (BESS), een innovatief batterij-energieopslagconcept dat lokaal opgewekte zonne-energie opslaat en inzet op cruciale momenten – een investering in de toekomst. Wat dit project uniek maakt, is de flexibele aansturing van de batterijen; dit niveau van flexibiliteit werd nog niet eerder toegepast in België.
De huidige geïnstalleerde batterijsystemen worden ofwel ingezet voor netondersteuning, of energietrading of lokale optimalisatie (bijv. door peak shaving). En wat bij 'onze' batterijsystemen? Op basis van marktanalyses en weersvoorspellingen kiezen we in blokken van vier uur in real time waarvoor de batterij in kwestie het best wordt ingezet. Deze aanpak vereist een geavanceerd Energie Management Systeem (EMS), dat de batterijen dynamisch kan laten schakelen tussen verschillende rollen:


We zetten deze systemen flexibel in behind the meter om het lokale vermogen virtueel te verhogen. Zo kunnen onze sites, ondanks netcongestie, toch voldoende stroom leveren. Dit extra vermogen wordt noodzakelijk om in de toekomst de elektrificatie van het wagenpark van onze klanten sneller en slimmer te faciliteren – een concurrentieel voordeel.
We kiezen bewust voor behind the meter-batterijen. Behind the meter verwijst naar energieopslagsystemen die we binnen het elektriciteitsnetwerk van van Montea plaatsen, en niet op het openbare elektriciteitsnet (front of the meter). Daarmee creëren we extra flexibiliteit, capaciteit en zekerheid voor de toekomstige energiebehoeften van onze sites, zonder volledig afhankelijk te zijn van het openbare net.
"Het slim aansturen van de Montea energie-opslagsystemen is uniek en bewijst eens te meer ons ondernemerschap."

Thomas Snoeck Project Manager, België
Als onderdeel van ons Track27-groeiplan investeert Montea de komende jaren € 50 miljoen in energieopslag – goed voor 100 MWh aan opslagcapaciteit.
Dankzij deze energiemanagementstrategie verwachten we een jaarlijks rendement van minimaal 12%. Op de middellange termijn zullen nog meer sites uitgerust worden met batterijopslag.

"Onze logistieke centra zijn al top op duurzaamheidsvlak. Door de installatie van batterijparken kunnen we meer energie leveren aan onze klanten en helpen we het net stabiliseren. Deze investering past dan ook perfect in de strategie van Montea om toekomstgericht en klimaatvriendelijk ondernemen te ondersteunen."

Dirk Van Buggenhout Chief Sustainability Officer
Al in 2015 startten we met de ontwikkeling van cityhubs voor een efficiëntere en milieuvriendelijkere last-mile delivery in de e-commercesector. Vanuit Blue Gate in Antwerpen (zie p. 102-103), op slechts enkele kilometers van het centrum, kunnen alle goederen met cargobikes worden bezorgd. Een ander voorbeeld van zo'n centraal gelegen cityhub is het e-commerce home delivery center voor Delhaize in Brussel. (zie p. 106-107).
Maar het potentieel van onze cityhubs – en onze distributiecentra in het algemeen – is nog veel groter. Dankzij hun mogelijkheden voor lokale energieproductie en -opslag (onder meer via zonnepanelen en batterijen) kunnen deze sites functioneren als energiehubs voor nabijgelegen bedrijven. En dat geldt ook voor watervoorzieningen. Omdat we op onze sites grote volumes regenwater opvangen, kunnen ze ook dienen als (drink)waterhubs.
Een mooi voorbeeld is het nieuwe duurzame distributiecentrum dat we samen met bouwpartner Remmers realiseerden voor Lekkerland in het Zuid-Hollandse Waddinxveen (zie ook p. 110-111). In dit gasvrije pand van 50.000 m² met hoogwaardige isolatiepanelen wekken de zonnepanelen genoeg energie op om de vriescel (7.200 m²) en gekoelde expeditie (5.800 m²) van stroom te voorzien.
Bovendien is het gebouw niet alleen energiezuinig. Het vangt ook regenwater op, dat vervolgens wordt hergebruikt in nabijgelegen kassen. Dankzij die innovatieve aanpak kan het distributiecentrum lokaal opgewekte energie en gefilterd regenwater beschikbaar stellen voor bedrijven in de buurt – een echte energie- en waterhub .
We kijken ernaar uit om verder samen te werken met onze klanten en nog meer stappen te zetten op het gebied van energiebesparing en de transitie naar duurzame mobiliteit.
Batterijparken in Nederland
onze doelstelling: batterijopslagcapaciteit verhogen naar
investering
Batterijparken in België locaties reeds geïdentificeerd investering 147 35 MWh € 17,5 mio
€ 50 mio
locaties
reeds geïdentificeerd investering 21 MWh € 12,5 mio
Montea vindt ook zijn weg naar de schoolbanken. Vlerick Management School gebruikt bijvoorbeeld onze aanpak voor duurzame investeringen als case study. Daarnaast zijn we ook lid van het Vlerick Sustainability Center. Een deel van onze jaarlijkse ledenbijdrage gaat naar sociale impact, waaronder studiefinanciering. In 2024 steunden we het Opportunity & Equality-beurzenfonds, waarmee vier studenten van de Master in International Management & Strategy (MIMS) een beurs kregen om aan Vlerick te studeren.

Montea is Core Founding Partner van de recent opgerichte Belgian Green Building Council (BGBC). Wereldwijd zetten 70 GBC's zich in voor duurzame vastgoedontwikkeling, waarvan 28 in Europa – goed voor een globaal totaal van meer dan 49.000 leden. Concreet wil de BGBC duurzaamheid stimuleren via educatie (kennisdeling tussen stakeholders), certificering (Belgische duurzaamheidsnormen vastleggen), netwerking (een platform voor samenwerking opzetten) en lobbywerk (pleiten voor een meer duurzaam beleid).
In samenwerking met Renewind installeerden we de eerste stedelijke windturbine van België op het dak van onze vestiging in Luik. Deze innovatieve turbine wekt zelfs bij lage windsnelheden energie op en zorgt zo voor een stabiele stroomvoorziening, waardoor de hernieuwbare energieproductie niet enkel afhankelijk is van de zon.
Door wind- en zonne-energie te combineren, ontstaat er een gebalanceerd energiesysteem dat de hele dag door en in verschillende weersomstandigheden een maximale output levert. De turbine maakt gebruik van de aerodynamica van het gebouw en vangt zo tot 80% meer energie op. Het compacte, stille en vergunningsvriendelijke ontwerp is bovendien ideaal voor stedelijke omgevingen.


De nieuwe decarbonisatie-indicator van Afilog, de branchevereniging voor logistiek en vastgoed, meet nauwkeurig de CO2 -voetafdruk van logistieke gebouwen doorheen hun hele levenscyclus. Bij Montea zijn we de trotse sponsor van deze tool, maar voor ons betekent deze bijdrage zoveel meer dan financiering alleen. Het is een strategische stap naar meer transparantie en een data-driven aanpak van duurzaamheid.

In 2016 werden we de exclusieve partner voor de ontwikkeling van het logistieke terrein Blue Gate in Antwerpen – het voormalige hart van de Antwerpse petroleumindustrie. Ons doel: next-generation gebouwen die duurzaamheid combineren met een stadsdistributie van lage impact.
De eerste stenen waren voor het DHL Delivery Centre (4.260 m², opgeleverd in 2021). Vervolgens bouwden we er het eerste Belgische bezorgcentrum van Amazon Logistics (8.500 m², opgeleverd in 2022), dat in 2023 genomineerd werd voor de Belgian Construction Awards in de categorie 'Climate Future Project'.
Het voorbije jaar leverden we op Blue Gate een derde duurzaam logistiek distributiecentrum op van ca. 16.000 m² voor Herfurth en Dries Van Noten Group.
Herfurth zal in hun nieuwe distributiecentrum beschikken over 9.000 m² magazijnruimte en 2.000 m² kantoren. Zo kan het bedrijf beter voldoen aan de logistieke behoeften van hun klanten en tegelijkertijd hun CO2 -voetafdruk verder verminderen. Herfurth huurt het gebouw voor een periode van 12 jaar.
Dries Van Noten Group zal zijn intrek nemen in 4.000 m² magazijnruimte en 800 m² kantoren. Deze verhuizing naar een uiterst energiezuinig gebouw, dicht bij de stad en met ruimte voor uitbreiding, draagt perfect bij aan de duurzame ambities van de onderneming. We hebben met Dries Van Noten Group een huurovereenkomst afgesloten voor 6 jaar.
Cross Laminated Timber of kruislaaghout heeft verschillende ecologische voordelen. Het hout dat we gebruiken komt van Europese bomen die CO2 uit de lucht opslaan, ook nadat ze verwerkt zijn – duurzaam én goed voor de lokale economie. Bovendien is hout een circulair bouwelement dat meerdere keren hergebruikt kan worden. Ook helpt het om de CO2 -uitstoot in de bouwsector aanzienlijk te verlagen, zeker in vergelijking met betonproductie. Daarnaast speelt herbebossing een rol: voor elke gekapte boom worden er nieuwe aangeplant – en dan begint de cyclus weer opnieuw.


Al onze ontwikkelingen op Blue Gate hebben een BREEAM 'Excellent'-certificaat binnengehaald. Het distributiecentrum van Herfurth en Dries Van Noten Group is geen uitzondering. Bovendien is het pand meer dan energieneutraal – het wekt meer (hernieuwbare) energie op dan het verbruikt. Dankzij zonnepanelen op het dak, luchtdichte loskades, warmtepompen en lichtkoepels wordt het verbruik geminimaliseerd. Het gebruik van Cross Laminated Timber (CLT) versnelde het bouwproces en zorgt voor energie-efficiënte isolatie.
Ooit was het een zwaar vervuilde brownfield, nu een energiepositief gebouw. Die duurzame innovatie ging niet onopgemerkt voorbij. In september 2024 won het distributiecentrum van Herfurth en Dries Van Noten Group de allereerste Realty Sustainable Building Award in de categorie 'Industrial & Logistics'. En ook internationaal viel het project in de prijzen: in München mocht Montea voor dit distributiecentrum de Expo Real Impact Award in ontvangst nemen.

"Dankzij een heleboel slimme oplossingen wordt het energieverbruik aanzienlijk verlaagd, en dat ziet de klant meteen op zijn energiefactuur. Dit gebouw op Blue Gate voldoet zelfs nu al aan de energie-efficiëntienormen die Europa voor 2050 heeft vastgesteld."

Caroline Franz Head of Development Montea België
"Dankzij deze realisatie hoeven we de band met dé modestad van België niet door te knippen. Tegelijk krijgen we ruimte voor uitbreiding en verhuizen we naar een uiterst energiezuinig gebouw. Kortom: een win-win."

Tom Van Berendoncks Production Director Dries Van Noten Group
Als investeerder die ook zelf ontwikkelt, is het bezit van grond een van onze belangrijkste strategische pijlers. De ruime landbank laat ons toe om hoogwaardige vastgoedprojecten te ontwikkelen die aansluiten bij de marktvraag en bijdragen aan onze groei. De zorgen van onze klanten over schaarse grond lossen we op door creatief om te gaan met de beschikbare ruimte op strategisch interessante locaties.
Vervuilde industrieterreinen transformeren we naar energiepositieve logistieke terreinen, klaar voor de toekomst. We besteedden de afgelopen jaren dan ook ruim € 15 miljoen aan sanering van grond. Aan de Oostvaartdijk in Grimbergen (België), bijvoorbeeld, rondden we in 2024 samen met onze partners DEME en WDP de sanering af van een brownfield van 112.000 m2 . De gronden zijn strategisch gelegen langs het kanaal van Willebroek en dicht bij de A12, waardoor ze geschikt zijn voor transport over het water en de weg. De grond was echter zwaar vervuild, want op het terrein stond ooit de cokesfabriek van Cokeries du Brabant.
Vanuit onze transgenerationele visie bouwen we logistiek vastgoed dat decennialang kan meegaan. Daarom maken we onze panden geschikt voor verschillende doelen en gebruikerstypes. Dat doen we door flexibel en robuust te ontwerpen, duurzame materialen in te zetten en circulair te bouwen. Ook gasloze verwarming en voldoende laadcapaciteit voor elektrische voertuigen maken onze panden toekomstbestendig.
In het Nederlandse Tiel, bijvoorbeeld, voegen we voor onze klant Intergamma meerdere magazijnen samen tot één duurzaam distributiecentrum van ca. 91.000 m². Zo verbeteren we de efficiëntie enerzijds en anderzijds verkleint de ecologische voetafdruk aanzienlijk.
Maar ook de levenscyclus van onze bestaande gebouwen willen we zoveel mogelijk verlengen. Sterker nog, we geven er de voorkeur aan om bestaande gebouwen aan te passen en te optimaliseren, in plaats van meteen tot sloop en nieuwbouw over te gaan. Op termijn levert dat economisch en ecologisch voordeel op, net zoals een betere werkomgeving voor onze klanten en hun medewerkers.
Telkens opnieuw bekijken we de mogelijkheden om de beschikbare ruimte zo optimaal mogelijk in te delen. Dat doen we door de vrije hoogte van een standaard logistiek gebouw te verhogen, of door het dak meerdere functies te geven. Denk bijvoorbeeld aan parkeerplaatsen of zonnepanelen op het dak. Zo ontwikkelden we op een dakparking op het distributiecentrum van Delhaize in Brussel, een parkeergebouw bij de ontwikkeling van Amazon op Blue Gate en een meerlaags gebouw voor DPD in Vilvoorde.
In Waddinxveen wordt het dak van het distributiecentrum op het Logistiek Park A12 ingezet als energiecentrale. Op het dakoppervlak van in totaal 80.000 m² liggen zonnepanelen die samen 9.000 MWh opwekken, de stroombehoefte van zo'n 3.200 huishoudens. In Luik bouwden we naast de bestaande PV-installatie recent zelfs een horizontale windturbine (zie ook p. 100). Zo kan er ook 's nachts of tijdens de donkere maanden hernieuwbare energie gegenereerd worden.
Dat onze portefeuille beantwoordt aan de noden van onze klanten, blijkt uit de uitzonderlijk hoge bezettingsgraad. Eind 2024 bedroeg deze 99,9%, tegenover 100% op het einde van 2023. De zeer beperkte leegstand bevindt zich in het Franse Le Mesnil-Amelot, een site die verhuurd was aan Espace Phone.
Van het equivalent van 9% van de huurgelden dat in 2024 op vervaldag kwam, kon 96% worden verlengd of verhuurd. Die 9% komt overeen met ca. 176.000 m² verhuurbare oppervlakte. Daarvan werd ca. 142.000 m² met de bestaande klanten verlengd of vernieuwd. De resterende 34.000 m² verhuurbare oppervlakte werd herverhuurd aan nieuwe klanten, waaronder de Belgische site in Milmort aan Mondial Relay en de Franse site in Saint-Priest aan Verploegen. Dit komt overeen met ca. 2% van de contractuele jaarlijkse huurinkomsten en resulteerde in ongeveer € 0,2 miljoen additionele huur (+12% huurstijging).
In 2025 komt opnieuw ongeveer 10% van de huurgelden op vervaldag, waarvan we eind januari 2025 al 58% konden verlengen of vernieuwen.

"130.000 ton zwaar verontreinigde grond hebben we afgegraven in Grimbergen. Meer dan de helft ervan kon na reiniging worden hergebruikt op de site zelf. Wij kiezen bewust voor brownfieldontwikkelingen. Ten eerste is sanering de beste keuze vanuit ecologisch oogpunt, omdat we bestaande grond hergebruiken. Ten tweede zijn deze locaties vaak strategisch gelegen en ze beschikken over sterke netaansluitingen. Dat maakt ze bijzonder geschikt om er moderne logistieke centra op te ontwikkelen. Zo bouwen we niet alleen duurzaam, maar spelen we ook efficiënt in op de energiebehoeften van onze klanten."

Peter Demuynck Chief Strategy & Innovation
We verwierven de Lipton-site in 2008. We saneerden en herontwikkelden het terrein gefaseerd, onder meer voor Sligro (het vroegere Metro), Options en Stylelabs. In 2022 startten we met de laatste fase: de bouw van een Delhaize Home Delivery Center met een oppervlakte van ca. 21.000 m².
In 2024 sloten we de herontwikkeling af met de oplevering van het Delhaize Home Delivery Center. Hiermee komt een einde aan dit herontwikkelingstraject. Met resultaat: we losten historische stadskanker op en creëerden volop lokale tewerkstelling op deze multimodaal ontsloten site. Het terrein ligt namelijk naast het station van Vorst en de Brusselse ring, en het grenst aan een fietssnelweg.
Bij de start van het project werden een circulariteitsanalyse en een materialenpaspoort opgemaakt. We saneerden de brownfield en ontmantelden het oude gebouw minutieus. Zo konden we verschillende elementen opnieuw gebruiken, zoals de gevel- en betonplaten. Andere elementen (bv. tapijttegels, binnendeuren) kregen een tweede leven bij een van onze partners.
Op de gesaneerde grond ontwikkelden we vervolgens een gebouw dat een schoolvoorbeeld is van onze duurzame, circulaire en transgenerationele aanpak. Op basis van een LCA kozen we voor het edgy ontwerp en de materialen met de laagste impact op het milieu. Naast het nieuwbouwproject werd ook een bestaande kantoorunit behouden en deels gerenoveerd. Indien mogelijk kiezen we steeds voor deze laatste optie.
Het distributiecentrum wordt verwarmd en verlicht met groene stroom en beschikt over luchtdichte loskades. De koelinstallatie gebruikt een natuurlijk koelmiddel (CO2 ) en de restwarmte wordt gebruikt om het kantoor te verwarmen. Slimme lichtkoepels garanderen continu een natuurlijke lichtinval, wat het welzijn van de medewerkers ten goede komt.
Zoals steeds kozen we bewust voor EPDM-dakbedekking. Dit materiaal is duurder, maar heeft een betere milieuscore en een levensduur van ongeveer 40 jaar. Dat is het dubbele van het klassieke PVC of TPO. Deze keuze onderstreept onze langetermijnvisie.
Groendaken kunnen een positief effect hebben op de waterhuishouding van een gebouw. Ook brengen ze verkoeling en ze dragen bij aan de biodiversiteit. Toch zijn er ook nadelen, zeker bij plaatsing op logistieke gebouwen. De zwaardere draagstructuur vergroot immers de totale koolstofvoetafdruk van het project. Daarom gaat onze voorkeur uit naar groendaken op een kantoorunit of enkel op de draagstructuur en in de randzone van het magazijn.

Het dak is multifunctioneel ingericht met een parking,

Efficiënte supply chains met minimale belasting van het maatschappelijke weefsel, moeten topprioriteit zijn in de logistieke sector. Dus denken we bij Montea verder dan het gebouw alleen. Met onze distributiecentra op strategische, multimodaal ontsloten locaties beantwoorden we aan de huidige en toekomstige logistieke behoeften. En daar spelen data een steeds prominentere rol in.
Onze vastgoedportefeuille moet waarde blijven leveren, ook na de eerste huurtermijn van 9, 12 of 15 jaar. Daarom ontwerpen we robuuste en flexibele magazijnen die geschikt zijn voor verschillende gebruikerstypes en doeleinden.
Bovendien lopen we voorop op de gebruikelijke bouwmethodes en installaties van het moment. Zo hebben we eerder constructies in CLT gebouwd, voeren we momenteel een studie uit naar het gebruik van biogebaseerde"biobased" materialen in nieuwbouwconstructies en we bekijken of en hoe we regenwater kunnen omzetten naar drinkwater.
"Dankzij de geavanceerde infrastructuur en optimale toegankelijkheid voldoen we beter aan de logistieke behoeften van onze klanten. Tegelijk symboliseert het gloednieuwe depot ons engagement voor innovatie en duurzame groei."

Olivier D'hoop Managing Director van Herfurth Anderzijds creëren we een aangename werkomgeving voor de medewerkers in onze distributiecentra. Via slimme lichtkoepels – gekoppeld aan daglichtsensoren en bewegingsdetectie – trekken we natuurlijk daglicht binnen. In nieuwe gebouwen installeren we ook luchtdichte loskades om het warmteverlies tot een minimum te beperken en de werkomstandigheden te verbeteren.
Vloerverwarming en goede ventilatie zorgen voor een aangenaam binnenklimaat, net zoals de afwerkingsmaterialen. Ook fietsenstallingen met laadmogelijkheden, douches en een groene buitenomgeving dragen bij aan die optimale werkomgeving.
In 2024 maakten we samen met OQUila werk van een robuuste en flexibele IT-architectuur. Daarmee kunnen we inspelen op nieuwe digitalisatiebehoeften, onze bedrijfsprocessen optimaliseren, snel reageren op marktveranderingen en innovatieve oplossingen integreren. De IT-architectuur vormt de ruggengraat van onze digitale strategie. We zijn er immers van overtuigd dat inzichten uit data onontbeerlijk zijn om bij te blijven in onze snel evoluerende logistieke sector.
"Ons nieuwe distributiecentrum in Waddinxveen is een centrale locatie van maar liefst 50.000 m2 die onze drie oude locaties vervangt.
Vanuit dit pand werken we efficiënter en kunnen we ons uitgebreide assortiment on-the-go producten duurzamer bij onze klanten leveren."

John van den Berg Director Operations Lekkerland Nederland

Een multimodaal ontsloten site biedt veel mogelijkheden om de supply chain te optimaliseren en de impact op het maatschappelijke weefsel errond zo beperkt mogelijk te houden. Een strategische ligging is daarom een heel belangrijk criterium wanneer we de aankoop van een site overwegen. We focussen op locaties die goed bereikbaar zijn via water-, spoor- en autowegen, of die in de buurt van een luchthaven liggen. Gronden in de stadsrand bieden dan weer mogelijkheden voor last-mile delivery met kleine elektrische voertuigen of cargofietsen.
Zo verwierven we in 2024 een site in de haven van Hamburg, verstevigden we onze aanwezigheid in de Gentse haven en kochten we een eerste locatie in de haven van Antwerpen. In Frankrijk bevindt de helft van onze nieuwe aangekochte sites uit de Reverso-portefeuille zich op 'La Dorsale': de logistieke hoofdas Lille-Parijs-Lyon-Marseille. Ruim een derde is dan weer te vinden op de 'Arc Atlantique', de westelijke logistieke corridor van Frankrijk (Caen-Rennes-Nantes-Bordeaux). Alle nieuwe acquisities zijn strategisch gelegen, multimodaal bereikbaar en ze bieden veel herontwikkelingspotentieel.
Met verdeelhubs in de stadsrand gebeurt last-mile delivery veel efficiënter, schoner en met minder overlast. Op Blue Gate herontwikkelden we een sterk vervuilde brownfield in de Antwerpse rand en vlak bij de haven tot een aantal toekomstbestendige distributiecentra die energie-efficiëntie hoog in het vaandel dragen.
Naast grote internationale spelers als Amazon en DHL voelen ook lokale spelers zich aangetrokken tot het concept. Het laatste distributiecentrum met twee units werd eind 2024 in gebruik genomen door het Antwerpse logistieke bedrijf Herfurth en modehuis Dries Van Noten.
Bij onze ontwikkelingen staat de klant altijd centraal – en dus ook de ruim 65.000 medewerkers van onze klanten. Enerzijds scheppen we met onze ontwikkelingen op oude industriële terreinen vaak nieuwe werkgelegenheid op verlaten locaties.
In augustus 2020 kocht Montea een terrein van 120.000 m² in Waddinxveen. In 2022 realiseerden we op de site een eerste distributiecentrum van ca. 50.000 m² dat verhuurd wordt aan HBM Machines.
In het derde kwartaal leverden we een duurzaam koel- en vriesdistributiecentrum op van ca. 50.000 m² voor Lekkerland. Deze groothandel en logistieke dienstverlener is onderdeel van de Duitse groep REWE en sloot met Montea een geïndexeerde huurovereenkomst af voor 15 jaar. De klant werd nauw betrokken in het hele ontwikkelproces.

"Het distributiecentrum dat we hebben gebouwd voor Lekkerland in Waddinxveen is innovatief, duurzaam en medewerkersvriendelijk. We zijn er enorm trots op dat we dit gebouw samen met onze klant en bouwpartner Remmers hebben kunnen realiseren."

Friso Rienks Director Development Montea Nederland

Het pand beschikt over een van de efficiëntste koelinstallaties van Nederland. De restwarmte van het koelsysteem wordt gebruikt om de kantoren te verwarmen en ervoor te zorgen dat de vloeren van de vriescellen niet bevriezen. De verwarming van de hal gebeurt met vloerverwarming gekoppeld aan warmtepompen. Dit is een uiterst efficiënte en onderhoudsvriendelijke manier van verwarmen. Het vernuftige koelsysteem is gebouwd volgens het box-in-box-principe, zodat het pand voor eventuele latere gebruikers relatief gemakkelijk aan te passen is.
Het gebouw heeft een voorziening om hemelwater van het dak af te voeren en in de omgeving te hergebruiken. Op het dak liggen zonnepanelen. Samen met een aangrenzend deel van de ontwikkeling, gerealiseerd in 2022, ontstaat er zo een dakoppervlak van 80.000 m². De zonnepanelen wekken zo'n 9.000 MWh op, de stroombehoefte van 3.000 huishoudens. Het distributiecentrum beschikt over 32 EV-laadpunten, ook voor elektrische trucks. In 2025 zal Montea op de locatie ook een batterij energie opslagsysteem bouwen met een capaciteit van 9 MWh.
Het gebouw werd voorzien van QuadCore™-panelen met een hoge Rc-waarde en energiezuinige ledverlichting. Verder bevat het pand grote raampartijen om veel natuurlijk licht binnen te trekken. Samen met de lichte interieurtinten creëert dat een prettige werkomgeving voor de medewerkers in het magazijn.
In januari 2025 sleepten we de Logistics Award van vastgoedvakblad PropertyNL in de wacht. De vakjury prees de duurzaamheid, de vele innovatieve elementen en de medewerkersvriendelijkheid van het logistieke centrum, net zoals de nauwe samenwerking met onze klant Lekkerland en bouwgroep Remmers. In de jury zetelden onder meer ingenieur en onderzoeker Merten Nefs (Erasmus Universiteit Rotterdam) en de gerenommeerde consultant René Buck.
Klanten, ervaren ontwikkelaars, grondeigenaars en uitbaters van havens en luchthavens: met elk van deze partijen sluiten we sterke samenwerkingen die de hoeksteen vormen van onze groei. Oplossingsgericht denken, vooruitkijken en een voortdurende focus op meerwaarde voor alle partners zijn hierbij cruciaal.
Al 14 jaar leiden voorzitter Dirk De Pauw en CEO Jo De Wolf samen het bedrijf. Zij legden de basis voor het transgenerationele denken en bewaken het DNA van Montea, samen met elke 'Monteaneer'. Eind 2024 telde Montea 61 medewerkers, verdeeld over de 4 landen waar we actief zijn. Het management geeft de teams veel verantwoordelijkheid en een groot vertrouwen, vanuit de visie van waardecreatie op lange termijn.
De Monteaneers werken binnen een schaalbare, toekomstgerichte organisatiestructuur. Enerzijds hebben we lokale landenteams voor business development, asset management, property management en accounting. Anderzijds verlopen alle groeps- & landen ondersteunende diensten zoals finance, tax, IT, duurzaamheid, juridische ondersteuning, HR, marketing, communicatie en PR hoofdzakelijk via België.
"Ik heb eigenlijk niet het gevoel dat ik hier werk. Ik ben bezig met mijn passie in een sector die me nauw aan het hart ligt. Als team maken we echt het verschil voor onze klanten, aandeelhouders, het management en onze bestuurders. We werken hard, maar we doen dat met de glimlach. En we maken veel plezier, het is gewoon wijs samen."

Jan Van Doorslaer Finance & Risk Manager

Montea kan alleen groeien als onze medewerkers dat ook doen. Om ons team te ontwikkelen, starten we vanuit de FEET-waarden. Die zagen het licht tijdens een co-creatieproces met medewerkers uit verschillende divisies en landen – de FEET-ambassadeurs. Tijdens een workshop in het voorjaar van 2024 introduceerden we FEET bij alle medewerkers. Vervolgens pasten we de waarden toe in processen als werving en selectie, prestatiemanagement en loopbaanontwikkeling.


FOCUS (proactief en flexibel): al onze acties, energie en talenten drijven onze klantgerichte strategie vooruit, terwijl we flexibel en proactief blijven inspelen op veranderende omstandigheden.

ENTREPRENEURSHIP (eigenaarschap, pragmatisch zijn): binnen Montea voelen we eigenaarschap, geven we elkaar vertrouwen en durven we praktische en resultaatgerichte beslissingen nemen.

EXPERTISE (doelgericht, nieuwsgierig): we delen en cultiveren expertise, dankzij onze nieuwsgierigheid en toewijding aan doelgerichte groei.

TEAMSPIRIT (betrouwbaar, empathisch): samen bevorderen we samenwerking, open communicatie en een positief gevoel van verbondenheid. We werken als één team, behandelen elkaar met respect en empathie, en streven ernaar om de beste versie van onszelf te worden.
Via objectieve selectieprocedures zoeken we naar een diverse mix van ervaringen en persoonlijkheden – mensen die de juiste skills in huis hebben én passen in onze ondernemende bedrijfscultuur. Bij zowel rekrutering als talentmanagement besteden we veel aandacht aan die diversiteit. Niet alleen qua gender en achtergrond, maar ook op het vlak van kennis en vaardigheden. Zo gaan we uitdagingen aan vanuit diverse invalshoeken en creëren we een dynamische werkomgeving waarin iedereen dezelfde kansen krijgt.
We doen er alles aan om medewerkers aan boord te houden en hen samen te laten ontwikkelen met het bedrijf, in lijn met hun ambities. De individuele ontwikkelplannen, die we in 2023 lanceerden, rolden we in 2024 verder uit in de organisatie. Intussen heeft meer dan 90% van de Monteaneers er een. We willen een specialist leader worden, en dat vereist maatwerk.
Geregeld zijn er een-op-een-overlegmomenten tussen medewerker en leidinggevende. Medewerkers worden aangemoedigd zowel hun hard skills als hun soft skills te ontwikkelen. Ze kunnen interne opleidingen en inspiratiesessies volgen, zich extern bijscholen (bv. Good Habitz, Cevora, andere opleidingsinstellingen), on-the-job-training krijgen of in een individueel coachingtraject stappen.
Hoog op de agenda voor de komende jaren staat digitalebekwaamheid. Digitalisering is een belangrijke pijler van ons nieuwe groeiplan Track27 en dat zal zich ook doorvertalen naar de individuele ontwikkelplannen van de Monteaneers.
Elke Monteaneer mag rekenen op een correct, marktconform en aantrekkelijk loon, gebaseerd op gelijke criteria voor iedere werknemer binnen een bepaalde categorie. We voorzien naast het salaris ook mogelijkheden voor persoonlijke ontwikkeling en extralegale voordelen.
Geregeld checken we of onze lonen en benefits nog marktconform zijn, en we passen aan waar nodig. Monteaneers krijgen ook de kans om in te stappen in aandelenoptie- en aandelenaankoopplannen. Met een acceptatiegraad van meer dan 85% zijn deze programma's de voorbije jaren zeer succesvol gebleken. Het resultaat: een nog sterkere betrokkenheid bij het bedrijf.
Onze organisatie groeit en is internationaal, dus verbinding tussen alle collega's is een belangrijk aandachtspunt. Om alle neuzen in dezelfde richting te houden, is een belangrijke rol weggelegd voor interne communicatie en kennisdeling.
In onze drie centers of expertise – 'business development', 'project development' en 'property' – ontmoetten medewerkers uit de verschillende landen elkaar in 2024 verschillende keren om kennis en ervaringen uit te wisselen en best practices te delen.
Verder organiseren leidinggevenden op regelmatige basis persoonlijke check-ins met hun teamleden en zijn er geregeld teambuildingactiviteiten waarin welzijn en gezondheid centraal staan. Zo namen Monteaneers uit verschillende departementen in 2024 opnieuw deel aan de IMMORUN, een sportief event dat medewerkers uit de vastgoedsector samenbrengt.
In 2022 voerden we samen met een externe partij voor het eerst een Human Capital Scan uit: een onderzoek naar de werknemerstevredenheid bij Montea. De enquête beoordeelt aspecten als betrokkenheid, energie en leiderschap, maar heeft ook aandacht voor stressfactoren en kans op burn-out.
Uit de Human Capital Scan bleek toen dat onze medewerkers een sterke betrokkenheid ervaren. De survey leverde erg hoge scores op – topklasse volgens de externe benchmark – voor werktevredenheid, sterke emotionele loyaliteit en een zeer lage verloopintentie.

"We moedigen teamwerk, creativiteit en initiatief aan, waardoor een sterk gevoel van autonomie ontstaat. En dat loont, want we hebben een fantastisch team. De tevredenheid binnen de teams is groot, de betrokkenheid top en de sfeer goed."

Steven Claes Chief Human Resources Officer
23 vrouw
38 man
Na de sterke groei van ons team en de organisatorische veranderingen in 2022 en 2023 herhaalden we de Human Capital Scan in het tweede kwartaal van 2024. Maar liefst 98% van de Monteaneers nam eraan deel en opnieuw behaalden we topresultaten voor jobtevredenheid en emotionele loyaliteit. Bovendien blijft de intentie om Montea te verlaten bijzonder laag.
De scores zijn even positief als deze van de meting in 2022, ondanks de verdubbeling van het personeelsbestand. Dat toont aan dat ons HR-beleid schaalbaar is en zich op de juiste zaken richt. Intussen lopen er in diverse teams vervolginitiatieven, waaronder wellbeing-workshops om nog beter grenzen te bewaken. Zo willen we de resultaten nog verder verbeteren en de tevredenheidsniveaus in de hele organisatie hoog blijven houden.

Acceptatiegraad bij de medewerkers voor aangeboden aandelen en opties
85%

Sinds 2021 nemen we, samen met een aantal toonaangevende Belgische bedrijven, deel aan het Strategy in Action Program (SIAP) van de Vlerick Business School. Dit programma ondersteunt de deelnemende bedrijven bij de planning en implementatie van hun strategische doelstellingen.
Uit een enquête bij de medewerkers van alle deelnemende bedrijven blijkt dat Montea een uitzonderlijk hoge strategische maturiteit heeft. Onze wendbaarheid op het vlak van allocatie van resources zorgt ervoor dat we snel kunnen inspelen op wijzigende omstandigheden in de vastgoedmarkt. Daarnaast onderscheiden we ons door de doeltreffendheid waarmee we onze strategische doelen via interne communicatie vertalen naar alle organisatieniveaus.
Aan dat engagement werken we al vanaf de onboarding: tijdens hun eerste werkweek krijgen nieuwkomers van onze CHRO Steven Claes een introductie in onze missie, visie en strategie. Zo is iedereen vanaf de start mee met de koers die we varen en ontstaat er snel een vertrouwensband. Het resultaat: hoge betrokkenheid.
"In 2024 creëerden we voor het eerst een interne communicatierol. Montea groeit en interne communicatie wordt steeds belangrijker voor het succes van ons bedrijf. De interne evenementen worden zeer gewaardeerd en onze communities of expertise helpen teamleden uit verschillende landen van elkaar te leren en kennis te delen. In 2024 vond onze maandelijkse interne nieuwsbrief 'Montea Matters' een trouw publiek en ook de Inspirational Team Meetings worden goed bezocht. Tijdens een rondgang bleek dat de medewerkers in onze vier landen heel tevreden zijn over de positieve werksfeer en de behulpzaamheid onder collega's."

Liora Kern Chief Marketing & Communication Officer
"Door onze medewerkers actief te betrekken bij de strategische besluitvorming en de organisatiedoelen, slagen we erin om hen intrinsiek te motiveren."


Steven Claes Chief Human Resources Officer
"We zijn verheugd dat onze werknemers zo positief zijn over werken bij Montea. Dit bewijst de sterke cultuur die we hebben opgebouwd en onze inzet voor het creëren van een geweldige werkplek."
In de lente van 2024 vergrootten we onze aanwezigheid in de Gentse haven via een sale en leasebacktransactie met het Belgische transportbedrijf Tailormade Logistics (TML). TML engageert zich om de site voor minstens 10 jaar terug te huren. Op het terrein van 20.000 m2 staat een magazijn en het TML-hoofdkantoor.
Veel van onze groei realiseren we via unieke partnerships met projectontwikkelaars, grondeigenaars en andere partners. Onze grondige marktkennis en onze toegang tot kapitaal zijn in een uitdagende markt als vandaag uitzonderlijk aantrekkelijk voor potentiële partners.
Door ons vroeg in het ontwikkelproces te omringen met de juiste partners kunnen we voor onze klanten de ideale oplossing aanreiken in termen van locatie, gebouw en services. We volgen het bouwproces op, wisselen kennis en ervaring uit, financieren het project en leveren een accommodatie van topniveau op.
We zitten geregeld met onze klanten rond de tafel om te luisteren naar hun uitdagingen en mee te denken over oplossingen waarmee ze de groei van hun business kunnen ondersteunen. Bovendien zijn ze onze belangrijkste raadgever en inspiratiebron voor innovaties. Zo versterkte hun bezorgdheid omtrent elektrificatie en netcongestie ons idee om maximaal in te zetten op eigen stroomvoorziening en -opslag.
In de huidige volatiele marktomstandigheden denken we ook op financieel vlak mee met onze klanten. Financiering vinden voor bedrijfsprojecten is erg uitdagend voor hen nu de rentes hoger zijn. Met sale en leasebacktransacties bieden we klanten een alternatief voor de klassieke bankfinanciering. Wij nemen hun eigendom over en zij huren het terug tegen een concurrentiële marktprijs.
Onze klanten waarderen de diepe vertrouwensband die we met hen opbouwen. Doordat we onze klanten zo goed kennen, kunnen we accommodatie en services bieden die helemaal op hun maat gesneden zijn. Getuigen daarvan: de lange gemiddelde looptijd van 6,8 jaar onze huurcontracten en 5,9 jaar tot eerste vervaldag.
Gemiddelde looptijd huurcontracten tot eerste vervaldag
5,9 jaar
"Dit distributiecentrum moest niet alleen van hoge kwaliteit zijn, maar ook duurzaam. Het project laat perfect zien wat we met een goede samenwerking kunnen bereiken."

Pieter Remmers DGA Remmers Bouwgroep

In het najaar van 2024 leverden we in Waddinxveen (Logistiek Park A12) een gloednieuw koel- en vriesdistributiecentrum op voor onze klant Lekkerland. Dit op en top duurzame project kwam tot stand door de intensieve samenwerking tussen Montea, Lekkerland en Remmers Bouwgroep:
"Met dit DC bieden wij onze medewerkers een prettige en lichte werkomgeving. Er is met staal gewerkt. Dat is lichter dan beton, en het heeft ook een lichte coating gekregen, wat werknemersvriendelijker is en bovendien een veel lagere uitstoot heeft."

Hendrik Metz Manager Logistic Support bij Lekkerland, Nederland
"Al vanaf het ontwerp hebben we nagedacht over een fijne werkomgeving voor iedereen bij Lekkerland. Met strategisch geplaatste ramen komt er volop natuurlijk licht binnen, er is een ruime kantine en een comfortabele kantoortuin."

Hylcke Okkinga Country Director Montea Nederland
Bij Montea gaan we niet voor pure groei, maar voor meerwaarde op lange termijn en een beheersbare schuldgraad. De EPRA-winst per aandeel stijgt al jaren consistent, met een gemiddelde groeivoet van 9% sinds 2010. Ook biedt Montea sinds 2014 een dividend dat stijgt of ten minsten stabiel blijft.
Dankzij onze eigen ontwikkelactiviteiten op de uitgebreide landbank kunnen we waardegroei blijven bieden aan onze aandeelhouder. Zo slaagde Montea erin om sinds de start van de rentecrisis in 2022 een totaal gemiddeld rendement van meer dan 8% per jaar te blijven realiseren. Door ons voorzichtig financieel beleid hebben we – uitzonderlijk voor onze sector – al sinds 2019 een schuldgraad (LTV) onder de 40%.
In 2024 ontvingen we onze eerste kredietrating van Fitch: een solide langetermijn-investment grade-rating van BBB+ met stabiele vooruitzichten. Deze rating erkent onze hoogwaardige logistieke portefeuille in West-Europa en standvastige inkomsten dankzij langlopende huurcontracten, huurverhogingen gekoppeld aan indexatie, en een consistent hoge bezettingsgraad. Daardoor kende Fitch ook een A-rating toe aan onze senior unsecured debt.
Via conferenties, roadshows en individuele gesprekken houden we analisten en onze bestaande en nieuwe investeerders op de hoogte en geven we hun prognoses op de langere termijn. Uiteraard ging de lancering van ons groeiplan Track27 gepaard met heel wat belangstelling van investeerders.
Burgers zijn bezorgd over de inname van schaarse ruimte voor logistieke centra. In Nederland, bijvoorbeeld, woedt al geruime tijd een 'verdozingsdiscussie'. Omdat we bij Montea deze bezorgdheid delen, spitsen we ons al ruim een decennium toe op sanering en herontwikkeling van verlaten terreinen met een industrieel verleden. Die aanpak wordt gewaardeerd binnen de lokale gemeenschappen waarin we actief zijn.
Ook met onze ontwikkelingen onderstrepen we onze ambitie om mee te bouwen aan een duurzame logistieke sector. Onze nieuw ontwikkelde panden wekken meer energie op dan ze verbruiken en met tal van ingrepen creëren we aangename werkplekken. En we planten onze sites in op strategisch interessante locaties. Denk maar aan cityhubs voor last-mile delivery of terreinen die multimodaal ontsloten kunnen worden of het al zijn.


Voormalige Minister-President van Nederland Jan-Peter Balkenende
spreekt op Transport & Logistiek "Met de uitgebreide landbank onderscheidt Montea zich van de concurrentie. Zeker in West-Europa, waar de gronden schaars zijn, is dat een unieke troef. Montea kan dus blijven groeien op basis van de bestaande landbank. Bovendien is Montea toekomstbestendig, want duurzaamheid maakt integraal deel uit van de business."

Inna Maslova Investor Relations Manager Montea
Montea levert een bijdrage aan de verdere professionalisering van de vastgoedsector door in te zetten op de pijlers kennisdeling, inspiratie, netwerkbuilding en partnerships:
Om onze diepgaande expertise verder te versterken en tegelijk de ontwikkeling van de logistieke vastgoedsector te ondersteunen, organiseerden we in 2024 verschillende seminaries:

Met deze gloednieuwe podcast brengen we vanaf januari 2025 maandelijks een persoonlijk en professioneel verhaal van een inspirerend leider. Onder leiding van Francesca Vanthielen, bekend van Kanaal Z, verkennen we zijn of haar weg naar succes, inclusief de overwonnen obstakels en de beslissende momenten in zijn of haar loopbaan. Maggie De Block bijt de spits af, gevolgd door Lieve Creten en Ciska Servais.
"In 2024 heeft Montea fors ingezet op communicatie en PR, met een grote stijging van de media-aandacht in onze vier landen als resultaat. Nationale en gespecialiseerde pers besteedden aandacht aan onze activiteiten en interviewden onze directieleden over belangrijke thema's rond logistiek vastgoed. In Nederland stonden wij onder meer in het Algemeen Dagblad, in Frankrijk in La Tribune en in België verschenen we een aantal keer op Kanaal Z."

Liora Kern Chief Marketing & Communication Officer
De Monteaneers nemen hun verantwoordelijkheid op door goede doelen en sociale projecten te steunen. Een greep uit de acties van 2024:

| • Op een aantal van onze Belgische sites gebeurt |
|---|
| het groenonderhoud door maatwerkbedrijf |
| De Loods uit Erembodegem. |
• We zijn lid van het Vlerick Sustainability Center. Een deel van ons jaarlijkse lidgeld gaat naar sociale impact, waaronder studiefinanciering. In 2024 steunden we het Opportunity & Equalitybeurzenfonds, waarmee vier studenten van de Master in International Management & Strategy (MIMS) een beurs kregen om aan Vlerick te studeren.
• Na de maximale implementatie van doordachte reductiemaatregelen compenseerden we in 2024 onze resterende CO2 -uitstoot van Montea operaties via de financiële ondersteuning aan een herbebossingsproject in Frankrijk. Bomen worden er in grote aantallen opnieuw aangeplant, en kunnen tijdens hun groei CO2 opnemen en opslaan via fotosynthese. Op die manier verwijderen ze CO2 uit de atmosfeer.
"We geven sterke persoonlijkheden een stem en tonen de mensen achter de functies. Ze delen hun uitdagingen, mijlpalen en successen en hopen hiermee persoonlijke en professionele groei te stimuleren, waardevolle connecties te maken en ruimte te creëren voor verschillende perspectieven."

Christine De Glas Head of Marketing & External Communications


2024 was een jaar van grote prestaties voor Montea. We zagen de sterkste jaarlijkse portefeuillegroei in onze geschiedenis, ondanks een onzekere macro-economische context. In 2025 verwachten we een sterke vraag naar duurzaam logistiek vastgoed op strategische hotspots, ondersteund door e-commercegroei en consumentenvraag. We zijn vastbesloten om die groeikansen te grijpen als onderdeel van ons ambitieuze Track27-groeiplan.

2,5%
Een gemiddelde kost van de schuld van maximaal
8x
Net debt/EBITDA (adjusted) van ca.

Een minimale bezettingsgraad van

Een operationele marge van
Track27 is gebaseerd op onze solide financiële basis

Bij iedere stap die we zetten, nemen we het effect op toekomstige generaties in rekening. Dit zorgt voor duurzame en winstgevende groei op de lange termijn. Precies daarom zetten we zo sterk in op de lange levenscyclus van onze logistieke panden. Onze voorkeur blijft uitgaan naar strategische toplocaties, multimodaal ontsloten sites en robuuste, flexibele gebouwen.
Met een IT-architectuur die op punt staat, zijn we in staat om in te spelen op marktveranderingen en innovatieve (AI-)oplossingen te integreren. Een datagedreven strategie is onontbeerlijk om bij te blijven in onze snel evoluerende logistieke sector.
Ons team is dé drijvende kracht van Montea. We streven een retentiegraad na van minstens 90%. Uit het onafhankelijk uitgevoerde medewerkerstevredenheidsonderzoek The Human Capital Scan blijkt alvast een grote fierheid bij alle Monteaneers.
Met optie- of aandelenkoopprogramma's verankeren we die betrokkenheid. Die programma's zijn de voorbije jaren zeer succesvol gebleken, met een acceptatiegraad van meer dan 85% voor de aangeboden aandelen en opties. Onze ambitie is om de participatiegraad de komende jaren te handhaven of zelfs te overtreffen.
"We willen in de kopgroep blijven, dus moeten we technologie omarmen. De verdere digitalisering van onze strategie zal een van de focuspunten zijn de komende jaren."

Els Vervaecke CFO
"Van onze FEET-waarden springt entrepreneurship er toch uit. We hebben een structuur gebouwd die ondernemerschap aanwakkert, zowel in de landen als de corporate services. Onze medewerkers worden gestimuleerd om zich te ontplooien."

Jo De Wolf CEO
De basis van onze investeringsstrategie blijft overeind: duurzame waardecreatie voor al onze stakeholders. Zo toont onze overname van de Reverso-portefeuille – mogelijk gemaakt door een kapitaalsverhoging van 154 miljoen euro – hoe we ook in een complexe markt focussen op transgenerationeel (her)ontwikkelingspotentieel.
Elke dag opnieuw werken onze specialistische leiders hard om de groeiambities van Montea waar te maken. Met gedreven teams in vier landen en een stevige backbone van corporate services in onze thuismarkt België vertrouwen we op elkaar om onze klanten te ondersteunen in hun internationaal groeiverhaal. De lat ligt hoog, maar met onze sterke financiële uitgangspositie en onze gedrevenheid zullen we onze ambities ook de komende jaren waarmaken.
Onze kernboodschap blijft dan ook onveranderd: onze trein vertraagt niet. We hebben een sterk trackrecord en een solide pipeline in onze landbank voor de toekomst. Die waardecreatie op lange termijn is en blijft de kern van onze (markt)strategie voor 2025 en verder.
Met de doelen van Track27 in het achterhoofd richten we ons op de uitbreiding van onze investeerdersbasis. Het is belangrijker dan ooit om onze kapitaalbronnen te diversifiëren – zeker in een markt die sinds 2022 ingrijpend is veranderd.
Dankzij een robuuste balans en strategische expertise blijven we waarde creëren voor onze stakeholders in de verschillende fasen van de marktcyclus. Ook in 2025 zullen we hierop verder bouwen.
Montea wordt vaak geroemd om haar unieke karakter. Wat maakt ons nu anders? We onderscheiden ons van de rest dankzij het ondernemerschap in ons team, de omvang en kwaliteit van onze landbank én onze focus op die landen in West-Europa met de grootste grondschaarste. De grote landbank biedt ons een competitief voordeel: we kunnen blijven groeien zonder meteen nieuwe gronden te moeten aankopen.
Op deze kapitaalmarkt blijven we ons actief positioneren door nauw samen te werken met analisten en banken. In dat perspectief vormen onze roadshows en conferenties belangrijke contactmomenten met zowel bestaande als potentiële investeerders. In 2025 blijven we ons investor outreach vergroten: we zullen ons zowel op nieuwe geografische gebieden richten als de relaties met onze bestaande aandeelhouders verdiepen.
"Transparantie staat centraal in onze communicatie. Als investeerder en ontwikkelaar in vier landen met expertise in alle stadia van logistiek vastgoedbeheer, zien we de evolutie en de veranderende complexiteit van de logistieke markt. Onze stakeholders moeten zich hiervan bewust zijn."

Inna Maslova Investor Relations Manager
"Ons meerjarige groeiplan Track27 zorgt bij investeerders voor extra vertrouwen op langere termijn. Verder durven denken: we hebben er de mensen én de middelen voor."

131
| BE | FR | NL | DE | 31/12/2024 12 maanden |
31/12/2023 12 maanden |
|||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| VASTGOEDPORTEFEUILLE | ||||||||
| Vastgoedportefeuille — gebouwen1 | ||||||||
| Aantal sites | 43 | 35 | 37 | 3 | 118 | 95 | ||
| Bezettingsgraad2 | % | 100,0 | 99,1 | 100,0 | 100,0 | 99,9 | 100,0 | |
| Totale oppervlakte — vastgoedportefeuille3 | m2 | 951.695 | 292.508 | 788.546 | 99.495 | 2.132.243 | 1.959.242 | |
| Investeringswaarde4 | K€ 1.052.966 | 414.669 | 992.607 | 95.400 | 2.555.642 | 2.222.678 | ||
| Reële waarde van de vastgoedportefeuille5 | K€ 1.191.169 | 406.143 1.106.298 | 89.184 | 2.792.794 | 2.280.271 | |||
| Onroerend vermogen | K€ 1.027.760 | 389.458 | 898.776 | 89.184 | 2.405.178 | 2.085.188 | ||
| Ontwikkelingen | K€ | 119.859 | 13.571 | 183.235 | 0 | 316.666 | 113.707 | |
| Zonnepanelen | K€ | 43.550 | 3.114 | 24.287 | 0 | 70.950 | 81.376 | |
| Totaal oppervlakte — grondreserve | m2 | 2.720.452 | 2.225.972 | |||||
| Verworven, gewaardeerd in vastgoedportefeuille | m2 | 2.161.315 | 1.538.408 | |||||
| waarvan inkomsten genererend | % | 55 | 76 | |||||
| Onder controle, niet gewaardeerd in vastgoedportefeuille |
m2 | 559.137 | 687.564 | |||||
| GECONSOLIDEERDE RESULTATEN | ||||||||
| Netto huurresultaat | K€ | 115.110 | 106.625 | |||||
| Vastgoedresultaat | K€ | 122.956 | 116.139 | |||||
| Operationeel resultaat voor het resultaat op de vastgoedportefeuille |
K€ | 108.866 | 102.769 | |||||
| Operationele marge*6 | % | 88,5 | 88,5 | |||||
| Financieel resultaat (excl. variaties in de reële waarde van de financiële instrumenten)*7 |
K€ | -12.721 | -17.995 | |||||
| EPRA-RESULTAAT*8 | K€ | 99.260 | 90.010 | |||||
| Gewogen gemiddeld aantal aandelen | 21.005.929 | 18.387.740 | ||||||
| EPRA-resultaat per aandeel9 | € | 4,73 | 4,90 | |||||
| Resultaat verkoop vastgoedbeleggingen | K€ | 0 | 0 | |||||
| Variaties in de reële waarde van vastgoedbeleggingen |
K€ | 85.400 | 11.870 | |||||
| Latente belastingen op portefeuilleresultaat | K€ | -10.401 | 30.974 | |||||
| Resultaat op de portefeuille*10 | K€ | 74.998 | 42.843 | |||||
| Variaties in de reële waarde van financiële instrumenten11 |
K€ | -2.733 | -14.043 | |||||
| NETTO RESULTAAT (IFRS) | 171.525 | 118.810 | ||||||
| Netto resultaat per aandeel | € | 8,17 | 6,46 |
| BE | FR | NL | DE | 31/12/2024 12 maanden |
31/12/2023 12 maanden |
||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| GECONSOLIDEERDE BALANS | |||||||
| Balanstotaal | K€ | 2.885.045 | 2.433.934 | ||||
| Schulden en passiva opgenomen in de schuldratio | K€ | 1.017.163 | 871.543 | ||||
| EPRA LTV*12 | % | 34,8 | 33,5 | ||||
| Schuldratio13 | % | 35,7 | 36,2 | ||||
| Net debt / EBITDA (adjusted)*14 | x | 6,9 | 6,8 | ||||
| Hedge ratio* | % | 97,8 | 97,3 | ||||
| Gemiddelde kost van de schuld* | % | 2,3 | 2,3 | ||||
| Gemiddelde looptijd kredietcontracten | Y | 5,7 | 6,6 | ||||
| Gemiddelde looptijd indekkingscontracten | Y | 6,1 | 7,0 | ||||
| IFRS NAV per aandeel15 | € | 78,42 | 75,74 | ||||
| EPRA NRV* per aandeel16 | € | 85,36 | 81,50 | ||||
| EPRA NTA* per aandeel17 | € | 77,63 | 74,38 | ||||
| EPRA NDV* per aandeel18 | € | 76,02 | 72,22 | ||||
| Beurskoers19 | € | 63,30 | 86,20 | ||||
| Premie/discount | % | -19,3 | 13,8 |
(1) Inclusief vastgoed bestemd voor verkoop.
(2) De bezettingsgraad wordt berekend op basis van m². Bij de berekening van deze bezettingsgraad werd noch in de teller, noch in de noemer, rekening gehouden met de niet verhuurde m² bedoeld voor herontwikkeling en met de landbank.
(3) Oppervlakte van verhuurde terreinen (renderend gedeelte grondreserve) wordt opgenomen voor 20% van de totale oppervlakte; de gemiddelde huurwaarde van een terrein bedraagt immers circa 20% van de huurwaarde van een logistiek pand.
(4) Waarde van de portefeuille zonder aftrek van de transactiekosten.
(5) Boekhoudkundige waarde volgens de IAS/IFRS regels exclusief vastgoed bestemd voor eigen gebruik. (6) Operationele marge* bekomt men door het operationeel resultaat vóór het resultaat op de vastgoedportefeuille* te delen door het vastgoedresultaat. (7) Financieel resultaat (exclusief variaties in de reële waarde van de financiële instrumenten)*: dit is het financiële resultaat conform het KB van 13 juli 2014 met betrekking tot de gereglementeerde vastgoedvennootschappen exclusief de variatie in de reële waarde van de financiële instrumenten en geeft de werkelijke financieringskost van de vennootschap weer. (8) EPRA-resultaat*: dit betreft het nettoresultaat (na verwerking van het operationeel resultaat voor het resultaat op de portefeuille*, verminderd met de financiële resultaten en de resultaat op verkoop van vastgoedbeleggingen en vermeerderd met de variaties in de reële waarde van financiële activa en passiva. (9) EPRA-resultaat per aandeel betreft het EPRA-resultaat op basis van het gewogen gemiddeld aantal aandelen. (10) Resultaat op de portefeuille*: dit betreft de negatieve en/of positieve variaties in de reële waarde van de vastgoedportefeuille + de eventuele min- of meerwaarde naar aanleiding van de realisatie van vastgoed.
(12) EPRA LTV* of EPRA Loan to value* is een maatstaf om het percentage van de schuld ten opzichte van de geschatte waarde van de eigendommen te bepalen en wordt berekend door de netto schuld te delen door de totale vastgoedwaarde (incl. zonnepanelen).
(13) Schuldratio volgens het KB van 13 juli 2014 met betrekking tot gereglementeerde vastgoedvennootschappen. vermenigvuldigd met de schuldgraad, alsook via een correctie in de noemer voor de geannualiseerde impact van externe groei. berekend door het eigen vermogen conform IFRS te delen door het aantal dividendgerechtigde aandelen op balansdatum. financieringsstructuur, inclusief overdrachtsbelastingen. De EPRA NRV per aandeel betreft de EPRA NRV* op basis van het aantal aandelen in omloop op balansdatum. bedrijfsmodel met vastgoedbeleggingen op lange termijn. De EPRA NTA per aandeel betreft de EPRA NTA* op basis van het aantal aandelen in omloop op balansdatum. schulden en financiële instrumenten. De EPRA NDV per aandeel betreft de EPRA NDV* op basis van het aantal aandelen in omloop op balansdatum. (19) Beurskoers op het einde van de periode.
* Alternative Performance Measure (APM) in overeenstemming met de richtlijnen die door de ESMA (European Securities and Markets Authority) werden uitgevaardigd. De door Montea gehanteerde APM's, waaronder ook de EPRA prestatie-indicatoren, worden in deze publicatie aangeduid met een asterisk (*), waardoor de lezer geïnformeerd wordt dat de definitie een APM betreft. De
prestatie-indicatoren die bij IFRS-regels of bij wet bepaald zijn, alsook de indicatoren die niet gebaseerd zijn op de rubrieken van de balans of de resultatenrekening, worden niet beschouwd als APM's. De gedetailleerde berekening van de EPRA prestatieindicatoren en van andere APM's die door Montea gebruikt worden, wordt in sectie 10.1 en 10.2 van dit jaarverslag weergegeven.

EPRA-resultaat* van € 99,3 miljoen, een stijging van meer dan 10% t.o.v. 2023. Het EPRA-resultaat* uit recurrente activiteiten bedraagt € 95,6 miljoen en neemt met meer dan 17% toe t.o.v. vorig jaar1 . Exclusief de eenmalige effecten in 2023 en 2024 en rekening houdend met 14% extra aandelen, stijgt het EPRA-resultaat per aandeel met 2% naar € 4,55 per aandeel. Inclusief de FBI-erkenning voor boekjaar 20232 bedraagt het EPRA-resultaat* € 4,73 per aandeel.
2024 kenmerkt de grootste portefeuillegroei in de geschiedenis van Montea met een stijging van € 513 miljoen. Zo neemt de totale waarde van de portefeuille toe naar € 2,8 miljard dankzij € 441 miljoen investeringen doorheen 2024 en € 72 miljoen positieve herwaardering t.o.v. eind 2023. De portefeuille in Frankrijk breidde significant uit dankzij de overname van de Reverso-portefeuille, bestaande uit 17 volledig verhuurde sites. De sites zijn gelegen langs de belangrijkste logistieke corridors van Frankrijk (La Dorsale en L'Arc Atlantique) en vormen een waardevolle toevoeging aan de uitgebreide landbank. Naast deze Franse investering van ca. € 150 miljoen, kon ook de Duitse portefeuille uitgebreid worden door een investering van ca. € 50 miljoen in de haven van Hamburg.
gemarkeerd door de oplevering van vier verhuurde projecten (in totaal ca. 100.000 m²), waaronder het state of the art koel- en vriesdistributiecentrum voor Lekkerland in Waddinxveen (NL), het e-commerce home delivery center voor Delhaize in Vorst (BE) alsook de last mile-ontwikkeling op Blue Gate in Antwerpen voor Herfurth en Dries Van Noten Group (BE). Daarnaast zijn er momenteel vier ontwikkelingen in uitvoering (in totaal ca. 125.000 m²), onder andere een distributiecentrum in Tiel voor Intergamma van 91.000m², de grootste ontwikkeling van Montea tot nu toe. Verder werd ca. 530.000 m² als toekomstig ontwikkelpotentieel toegevoegd aan de ruime landbank.

Begin oktober realiseerde Montea een succesvolle kapitaalverhoging van € 154 miljoen door middel van een openbaar bod tot inschrijving op nieuwe aandelen, waarvan de opbrengst aangewend werd voor de uitrol van Track27, en in het bijzonder de aankoop van de Reverso-portefeuille die onderdeel uitmaakt van dit groeiplan. De EPRA LTV* daalde hierdoor naar 34,8% eind 2024. Montea heeft een investeringscapaciteit van meer dan € 600 miljoen beschikbaar voor groei onder Track27 binnen de limiet van Net debt/EBITDA (adjusted)* van ca. 8x.
100%



2023
(1) In het resultaat van 2023 zat de erkenning van het FBI-statuut in Nederland vervat voor boekjaar 2021 en 2022, alsook het vrijvallen van de ingebouwde provisie naar aanleiding van de in 2022 aangekondigde, doch niet doorgevoerde knip in groene stroom certificaten in Vlaanderen, wat resulteerde in een uitzonderlijk resultaat van € 8,2 miljoen op 31 december 2023. In het resultaat van 2024 zit de erkenning van het FBI-statuut van 2023 vervat, wat resulteert in een uitzonderlijk resultaat van € 3,7 miljoen op 31 december 2024. Inclusief deze eenmalige effecten stijgt het EPRA-resultaat* met 10%.
(2) Het positieve effect van het FBI-statuut treedt in principe ten vroegste in het daaropvolgende jaar op, aangezien de belastingaangifte pas na afloop van het kalenderjaar wordt ingediend.
| pagina | ||
|---|---|---|
| JAARLIJKS FINANCIEEL VERSLAG 2022 | ||
| Kerncijfers | 104-105 | |
| Geconsolideerde balans per 31 december 2022 | 226-227 | |
| Overzicht van de variaties in het geconsolideerde eigen vermogen en reserves per 31 december 2022 | 232-233 | |
| Geconsolideerd overzicht van de gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten vóór winstverdeling per 31 december 2022 | 228-229 | |
| Geconsolideerd resultaat vóór winstverdeling per 31 december 2022 | 230 | |
| Geconsolideerd kasstroomoverzicht per 31 december 2022 | 231 | |
| JAARLIJKS FINANCIEEL VERSLAG 2023 | ||
| Kerncijfers | 100-101 | |
| Geconsolideerde balans per 31 december 2023 | 191 | |
| Overzicht van de variaties in het geconsolideerde eigen vermogen en reserves per 31 december 2023 | 195 | |
| Geconsolideerd overzicht van de gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten vóór winstverdeling per 31 december 2023 | 192 | |
| Geconsolideerd resultaat vóór winstverdeling per 31 december 2023 | 193 | |
| Geconsolideerd kasstroomoverzicht per 31 december 2023 | 194 | |
| JAARLIJKS FINANCIEEL VERSLAG 2024 | ||
| Kerncijfers | 132 | |
| Geconsolideerde balans per 31 december 2024 | 225 | |
| Overzicht van de variaties in het geconsolideerde eigen vermogen en reserves per 31 december 2024 | 229 | |
| Geconsolideerd overzicht van de gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten vóór winstverdeling per 31 december 2024 | 226 | |
| Geconsolideerd resultaat vóór winstverdeling per 31 december 2024 | 227 | |
| Geconsolideerd kasstroomoverzicht per 31 december 2024 | 228 | |
| VERKORTE GECONSOLIDEERDE RESULTATENREKENING (in EUR x 1.000) ANALYTISCH |
31/12/2024 12 maanden |
31/12/2023 12 maanden |
|---|---|---|
| GECONSOLIDEERDE RESULTATEN | ||
| Netto huurresultaat | 115.110 | 106.625 |
| Vastgoedresultaat | 122.956 | 116.139 |
| Vastgoedkosten en algemene kosten van de vennootschap | -14.090 | -13.370 |
| Operationeel vastgoedresultaat voor het resultaat op de portefeuille | 108.866 | 102.769 |
| % t.o.v. netto huurresultaat | 94,6 | 96,4 |
| Financieel resultaat excl. variaties in de reële waarde van de indekkingsinstrumenten* | -12.721 | -17.995 |
| EPRA-resultaat voor belastingen | 96.145 | 84.774 |
| Belastingen1 | 3.114 | 5.236 |
| EPRA-RESULTAAT* | 99.260 | 90.010 |
| per aandeel | 4,73 | 4,90 |
| Resultaat verkoop vastgoedbeleggingen | 0 | 0 |
| Resultaat verkoop andere niet-financiële activa | 0 | 0 |
| Variaties in de reële waarde van vastgoedbeleggingen | 85.400 | 11.870 |
| Latente belastingen op portefeuilleresultaat | -10.401 | 30.974 |
| Ander portefeuilleresultaat | 0 | 0 |
| Resultaat op de vastgoedportefeuille* | 74.998 | 42.843 |
| Variaties in de reële waarde van financiële activa en passiva | -2.733 | -14.043 |
| NETTO RESULTAAT | 171.525 | 118.810 |
| per aandeel | 8,17 | 6,46 |
Voor een beschrijving van de financiële toestand en bedrijfsresultaten van Montea over de boekjaren 2022 en 2023, wordt verwezen naar de hierna vermelde onderdelen. Deze resultaten zijn inclusief de wijzigingen in de financiële toestand en de bedrijfsresultaten en, in geval zij betekenisvol zijn en voor zover zulks noodzakelijk is voor een goed begrip, de oorzaken van deze wijzigingen.
Verkorte geconsolideerde resultatenrekening (analytisch) van 31 december 2024
(1) In de loop van 2023 werd Montea erkend als FBI voor de periode 2015 t.e.m. 2022, wat resulteerde in een uitzonderlijk positieve impact van € 6,9 miljoen omwille van het tegendraaien van de provisies daartoe. In de loop van 2024 werd Montea erkend als FBI voor de periode 2023, wat resulteerde in een uitzonderlijk positieve impact van
€ 3,7 miljoen omwille van het tegendraaien van de provisie daartoe.
Het netto huurresultaat bedraagt € 115,1 miljoen over 2024 en is gestegen met 8% (of € 8,5 miljoen) ten opzichte van dezelfde periode in 2023 (€ 106,6 miljoen). Deze stijging komt tot stand via de sterke organische groei van de huurgelden gecombineerd met huuropbrengsten voortvloeiend uit de aankoop van nieuwe panden en verhuurde terreinen alsook uit opgeleverde projecten. Bij een ongewijzigde portefeuille (en dus bij uitsluiting van nieuwe aankopen, verkopen en projectontwikkelingen tussen beide vergelijkende periodes 2024 en 2023) is het niveau van de huurinkomsten gestegen met 3,4%, voornamelijk gedreven door indexatie van huurcontracten (3,1%) en de herverhuur van leegstaande units en heronderhandelingen met bestaande huurders (0,3%).
De logistieke vastgoedsector is één van de weinige sectoren die door automatische indexatie van de huurcontracten, de inflatie grotendeels kan doorrekenen aan de klanten.
Het vastgoedresultaat bedraagt € 123,0 miljoen over 2024, een stijging met € 6,9 miljoen (of 6%) ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar (€ 116,1 miljoen). Naast het netto huurresultaat, dat negatief geïmpacteerd wordt door een daling van de inkomsten van verhuur van PV-installaties voor een totaal bedrag van € 1,3 miljoen, omvat het vastgoedresultaat andere inkomsten uit zonnepanelen die in 2024 daalden met € 1,6 miljoen t.o.v. 2023. De daling is het gevolg van het eenmalige effect in 2023 van € 1,3 miljoen door het vrijvallen van de ingebouwde provisies naar aanleiding van de in 2022 aangekondigde, doch niet doorgevoerde knip in de groene stroom certificaten in Vlaanderen. Voorts spelen ook lagere elektriciteitsprijzen een rol, gedeeltelijk gecompenseerd door een hogere capaciteit.
De vastgoedkosten en algemene kosten van de vennootschap, die deel uitmaken van het operationeel resultaat vóór het resultaat op de vastgoedportefeuille, zijn in 2024 gestegen met € 0,7 miljoen ten opzichte van 2023. Dit voornamelijk naar aanleiding van de groei van de portefeuille, indexatie van de verloningen en de uitbreiding van het team om de vooropgestelde ambities te realiseren. Daardoor zet de stijging van het vastgoedresultaat zich verder in een stijging van het operationeel vastgoedresultaat vóór het resultaat op de portefeuille met 6% t.o.v. vorig jaar (van € 102,8 miljoen in 2023 naar € 108,9 miljoen in 2024).
De exploitatie- of operationele marge*1 bedraagt 88,5% voor 2024, ongewijzigd ten opzichte van 2023. De EPRA kost ratio* bedraagt 11,4% op het einde van 2024, vergelijkbaar met de 11,8% aan het einde 2023. Om toekomstige groei te verzekeren, investeerde Montea immers sterk in business development in Frankrijk en
Duitsland en corporate services. In een markt waarin Montea sterk focust op in-house developments, zullen deze investeringen in de teams in de komende jaren hun vruchten afwerpen op vlak van huurinkomsten. Zo ambieert Montea een geleidelijke stijging van de operationele marge* op middellange termijn naar 90%.
Het negatieve financieel resultaat excl. variaties in de reële waarde van de financiële instrumenten* bedraagt € -12,7 miljoen, tegenover € -18,0 miljoen vorig jaar, een daling met 29% of € 5,3 miljoen. Dit resultaat houdt rekening met € 10,5 miljoen aan geactiveerde interestlasten op projectontwikkelingen, berekend op basis van een ingeschatte werkelijke (i.e. marginale) kost van financiering. In 2023 werden € 4,3 miljoen aan geactiveerde interestlasten op projectontwikkelingen opgenomen, een lager niveau t.o.v. 2024 omdat pas in 2024 een deel van de ruime landbank aan het werk gezet werd. Indien geen rekening gehouden wordt met geactiveerde interestlasten, stijgt het financieel resultaat van € -22,3 miljoen in 2023 naar € -23,2 miljoen in 2024 door een stijging van de gemiddelde financiële schuldenlast.
De totale financiële schuld (inclusief obligatieleningen en leasingschulden, inclusief de recurrente kost van gronden in concessie) is op 31 december 2024 ingedekt voor 97,8%.
De gemiddelde financieringskost2 , berekend op basis van de gemiddelde financiële schuldenlast waarbij onze activa niet bezwaard zijn met zekerheden, bedraagt 2,3% voor boekjaar 2024, ongewijzigd ten opzichte van 2023.
In de loop van 2023 werd Montea erkend als FBI voor de periode 2015 t.e.m. 2022, waardoor de in 2021 en 2022 aangelegde provisies in die periode konden worden tegengedraaid met een uitzonderlijk positieve impact van € 6,9 miljoen tot gevolg. In het derde kwartaal van 2024 kreeg Montea ook de erkenning als FBI voor het boekjaar 2023 waardoor de provisie van € 3,7 miljoen, die werd opgezet met oog op mogelijke weigering, kon worden tegengedraaid. Anderzijds werd met betrekking tot boekjaar 2024 omwille van dezelfde reden in de resultatenrekening een belastingvoorziening opgebouwd uitgaand van het principe van de voorzichtigheid. Voor 2024 bedraagt deze € 2,3 miljoen, met name de belastingdruk conform de regulier belaste sfeer.
Ondersteund door het Europese recht en de toekenning van het statuut voor de jaren 2015 t.e.m. 2023, blijft de inzet van Montea erop gericht om in Nederland ook voor 2024 het FBI-statuut toe te kunnen passen. De belastingaangiften voor 2024 worden dan ook als FBI ingediend aangezien Montea van mening blijft dat ze nog steeds voldoet aan alle voorwaarden om het FBI-statuut te kunnen claimen.
Het EPRA-resultaat* over 2024 bedraagt € 99,3 miljoen, een stijging van € 9,3 miljoen of 10% tegenover 2023 (€ 90,0 miljoen). Boekjaar 2023 en 2024 werden echter beide gekenmerkt door de terugname van provisies naar aanleiding van de erkenning van het FBI-statuut, alsook het vrijvallen van provisies met betrekking tot groene stroom certificaten in 2023. Zonder rekening te houden met deze uitzondelijke effecten, groeit het EPRAresultaat* met 17% ten opzichte van 2023. Deze stijging van het EPRA-resultaat* is voornamelijk te danken aan de sterke groei van de vastgoedportefeuille waarbij de operationele en financiële kosten nauwlettend in de gaten gehouden worden en als dusdanig beheerd.
Het EPRA-resultaat per aandeel over 2024 bedraagt € 4,73 per aandeel, ten opzichte van het EPRA-resultaat per aandeel over 2023 van € 4,90 per aandeel. Zonder rekening te houden met uitzonderlijke effecten in beide periodes stijgt het EPRA-resultaat per aandeel met 2%, rekening houdend met een stijging van het gewogen gemiddeld aantal aandelen van 14%, ingevolge de versterking van het kapitaal in de loop van 2024.
Het resultaat op de vastgoedportefeuille* van 2024 bedraagt € 75,0 miljoen (€ 3,57 per aandeel4 ), een stijging met € 32,2 miljoen ten opzichte van 2023 (€ 42,8 miljoen).
In 2024 wordt de variatie in de reële waarde van vastgoedbeleggingen (€ 85,4 miljoen) gedreven door latente meerwaarden op projectontwikkelingen en een positieve waardering van de bestaande portefeuille, voornamelijk gedreven door een stijging in de markthuurwaarden met ca. 4%, gedeeltelijk gecompenseerd door een yield shift expansie van 5 bps. De portefeuille is gewaardeerd aan een EPRA Net Initial Yield* van 5,1%, stabiel ten opzichte van eind 2023.
Daarnaast heeft de provisie latente belastingen op het Nederlandse portefeuilleresultaat, aangelegd vanuit een principe van voorzichtigheid (niet bekomen FBI-statuut, zie sectie
| 'Belastingen'), een negatieve impact op het resultaat op de vastgoedportefeuille* van € 10,4 miljoen op 31 december 2024. In de loop van 2024 werd de in 2023 voorziene latente belasting op het vastgoedresultaat tegengedraaid ten belope van € 5,2 miljoen waarna de provisie voor latente belastingen met betrekking tot 2024 werd opgezet voor € 15,6 miljoen. |
|---|
| Het resultaat op vastgoedportefeuille is geen kas-item en heeft geenszins impact op het EPRA-resultaat. |
| Variaties in de reële waarde van financiële instrumenten |
| De negatieve variatie in de reële waarde van financiële instrumenten bedraagt € -2,7 miljoen of € -0,13 per aandeel op het einde van 2024, tegenover een negatieve variatie van € -14,0 |
| miljoen op het einde van 2023. De variatie in de reële waarde van de financiële instrumenten heeft een negatief effect op het netto resultaat als gevolg van dalende lange termijn rentevoeten. |
| De variaties in de reële waarde van financiële instrumenten zijn geen kas-item en hebben geenszins een impact op het EPRA resultaat*. |
| Nettoresultaat (IFRS) Het nettoresultaat bestaat uit het EPRA-resultaat, het resultaat op de vastgoedportefeuille en de variaties in de reële waarde van financiële instrumenten en de impact van provisies voor latente belasting op het Nederlandse portefeuilleresultaat verwerkt vanuit een principe van voorzichtigheid (niet bekomen van FBI-statuut, zie sectie 'Belastingen'). |
| Het verschil tussen het EPRA-resultaat* en het nettoresultaat van 2024 is voornamelijk toe te schrijven aan de significante waardestijging van de vastgoedportefeuille in 2024 ten opzichte |
| van 2023. Het nettoresultaat (IFRS) per aandeel5 bedraagt € 8,17 per aandeel t.o.v. € 6,46 per aandeel in 2023. |
(1) Exploitatie- of operationele marge* bekomt men door het operationeel resultaat voor het resultaat op de vastgoedportefeuille te delen door het vastgoedresultaat. (2) Deze financiële kost is een gemiddelde over de 5 laatste kwartalen en op basis van het totale financiële resultaat t.o.v. het gemiddelde van het beginsaldo en eindsaldo van de financiële schuldenlast zonder daarbij rekening te houden met de waardering van de indekkingsinstrumenten en interestkosten gerelateerd aan leasingverplichtingen geboekt conform IFRS 16. (3) Resultaat op de vastgoedportefeuille: dit betreft de negatieve en/of positieve variaties in de reële waarde van de vastgoedportefeuille + de eventuele min- of meerwaarde naar aanleiding van de realisatie van vastgoed, rekening houdend met eventuele latente belastingen. (4) Berekend als het resultaat op de vastgoedportefeuille op basis van het gewogen gemiddeld aantal aandelen per 31/12/2024. (5) Berekend op basis van het gewogen gemiddeld aantal aandelen.

Aantal sites op 31/12/2024
35
Oppervlakte (m2 ) 292.500
Reële waarde van de vastgoedportefeuille
Aantal sites op 31/12/2024
Oppervlakte (m2 )
Reële waarde van de vastgoedportefeuille
Aantal sites op 31/12/2024
37
Oppervlakte (m2 )
788.500
Reële waarde van de vastgoedportefeuille
Aantal sites op 31/12/2024
€ 406 mio 14%
43
Oppervlakte (m2 )
951.500
Reële waarde van de vastgoedportefeuille
€ 2.793 mio 99,9%
Aantal sites op 31/12/2024
3
Oppervlakte (m2 )

€ 1.107 mio 40% Reële waarde van de vastgoedportefeuille

Totale bezettingsgraad
99,1%
Aandeel van de portefeuille

Totale bezettingsgraad
Totale bezettingsgraad
100%
Aandeel van de portefeuille Totale bezettingsgraad
100%
Aandeel van de portefeuille
Totale bezettingsgraad

Aandeel van de portefeuille
3%
| VERKORTE GECONSOLIDEERDE BALANS (in EUR x 1.000) | 31/12/2024 | 31/12/2023 | |
|---|---|---|---|
| I. | VASTE ACTIVA | 2.825.733 | 2.312.331 |
| II. VLOTTENDE ACTIVA | 59.313 | 121.603 | |
| TOTAAL ACTIVA | 2.885.045 | 2.433.934 | |
| TOTAAL EIGEN VERMOGEN | 1.804.300 | 1.520.777 | |
| I. | Eigen vermogen toewijsbaar aan de aandeelhouders van de moedervennootschap | 1.804.300 | 1.518.263 |
| II. Minderheidsbelangen | 0 | 2.514 | |
| VERPLICHTINGEN | 1.080.745 | 913.157 | |
| I. | Langlopende verplichtingen | 1.005.764 | 820.997 |
| II. Kortlopende verplichtingen | 74.981 | 92.160 | |
| TOTAAL EIGEN VERMOGEN EN VERPLICHTINGEN | 2.885.045 | 2.433.934 |
| (IN M EUR) | REËLE WAARDE 01/01/2024 |
CAPEX 2024 | HERWAARDERING & ONTW. MARGE 2024 |
REËLE WAARDE 31/12/2024 |
|---|---|---|---|---|
| België | 1.063 | 109 | 19 | 1.191 |
| Frankrijk | 256 | 155 | -5 | 406 |
| Nederland | 930 | 114 | 62 | 1.107 |
| Duitsland | 31 | 61 | -3 | 89 |
| 2.280 | 441 | 72 | 2.793 |
• Het totale vastgoedpatrimonium van Montea bedraagt € 2.792,8
miljoen, bestaande uit de waardering van de vastgoedportefeuillegebouwen (€ 2.405,2 miljoen), de reële waarde van de lopende ontwikkelingen (€ 316,6 miljoen) en de reële waarde van de zonnepanelen (€ 71,0 miljoen). Ten opzichte van jaareinde 2023 is er een stijging van de reële waarde van de vastgoedportefeuille van 23% voornamelijk dankzij een investeringsvolume van € 440,8 miljoen, aangevuld met € 88,1 miljoen aan latente meerwaarden op projectontwikkelingen en opwaardering van de bestaande portefeuille, hoofdzakelijk gedreven door een stijging van de geschatte markthuurwaarden met ca. 4% deels geneutraliseerd door een opwaartse yield shift met 5 bps. De positieve effecten door ontwikkelmarges en opwaardering worden gedeeltelijk gecompenseerd door een afwaardering van € 15,8 miljoen op de zonnepanelen als gevolg van dalende injectieprijzen, waarbij de herwaardering van zonnepanelen grotendeels via eigen vermogen verwerkt wordt, conform IAS 16.
Op 31/12/2024 bestaat het totaal van de activa (€ 2.885,0 miljoen) voornamelijk uit beleggingsvastgoed (83% van het totaal), zonnepanelen (2% van het totaal), en ontwikkelingen (11% van het totaal). Het overige bedrag van de activa (4% van het totaal) bestaat uit de overige materiële en financiële vaste activa waaronder activa bestemd voor eigen gebruik en vlottende activa met daarin de geldbeleggingen, de handels- en fiscale vorderingen.
| Totaal 31/12/2024 |
België | Frankrijk | Nederland | Duitsland | Totaal 31/12/2023 |
|||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| VASTGOEDPORTEFEUILLE — GEBOUWEN1 | ||||||||
| Aantal sites | 118 | 43 | 35 | 37 | 3 | 95 | ||
| Totale oppervlakte - vastgoedportefeuille | m2 | 2.132.243 | 951.695 | 292.508 | 788.546 | 99.495 | 1.959.242 | |
| Contractuele jaarlijkse huurinkomsten | K€ | 128.564 | 53.977 | 21.252 | 47.755 | 5.580 | 109.650 | |
| Bruto rendement | % | 5,35 | 5,25 | 5,46 | 5,31 | 6,26 | 5,26 | |
| Current yield - 100% verhuurd | % | 5,38 | 5,25 | 5,65 | 5,31 | 6,26 | 5,26 | |
| Niet verhuurde delen | m2 | 2.496 | 0 | 2.496 | 0 | 0 | 0 | |
| Huurwaarde van niet verhuurde delen2 | K€ | 258 | 0 | 258 | 0 | 0 | 0 | |
| Bezettingsgraad | % | 99,9 | 100,0 | 99,1 | 100,0 | 100,0 | 100,0 | |
| Investeringswaarde | K€ | 2.555.642 | 1.052.966 | 414.669 | 992.607 | 95.400 | 2.222.678 | |
| REËLE WAARDE | K€ | 2.405.178 | 1.027.760 | 389.458 | 898.776 | 89.184 | 2.085.188 | |
| VASTGOEDPORTEFEUILLE — ZONNEPANELEN3 | ||||||||
| REËLE WAARDE | K€ | 70.950 | 43.550 | 3.114 | 24.287 | 0 | 81.376 | |
| VASTGOEDPORTEFEUILLE — ONTWIKKELINGEN | ||||||||
| REËLE WAARDE | K€ | 316.666 | 119.859 | 13.571 | 183.235 | 0 | 113.707 | |
| VASTGOEDPORTEFEUILLE — TOTAAL | ||||||||
| REËLE WAARDE | K€ | 2.792.794 | 1.191.169 | 406.143 | 1.106.298 | 89.184 | 2.280.271 |
| Totaal 31/12/2024 |
Totaal % | Totaal 31/12/2023 |
Totaal % | |||
|---|---|---|---|---|---|---|
| Grondreserve | ||||||
| Totaal oppervlakte | m2 | 2.720.452 | 100% | 2.225.972 | 100% | |
| Verworven, gewaardeerd in vastgoedportefeuille | m2 | 2.161.315 | 79% | 1.538.408 | 69% | |
| waarvan inkomsten genererend | % | 55 | 76 | |||
| Onder controle, niet gewaardeerd in vastgoedportefeuille | m2 | 559.137 | 21% | 687.564 | 31% | |
| Reële waarde | K€ | 540.650 | 100% | 302.039 | 100% | |
| Verworven, gewaardeerd in vastgoedportefeuille | K€ | 540.650 | 100% | 302.039 | 100% | |
| Onder controle, niet gewaardeerd in vastgoedportefeuille | K€ | 0 | 0% | 0 | 0% |
• In de loop van 2024 werd 101.000 m² aan nieuwe projectontwikkelingen opgeleverd. Daarnaast is momenteel 124.000 m² verhuurbare oppervlakte aan nieuwe ontwikkelingen in uitvoering. Alle lopende projecten in uitvoering zijn 100% voorverhuurd. Verder werd ca. 532.000 m² als toekomstig ontwikkelpotentieel toegevoegd aan de landbank waardoor Montea op 31/12/2024 beschikt over een totale resterende grondreserve van ca. 2.720.000 m². Op korte termijn wordt daarvan ca. 830.000 m² in ontwikkeling gebracht. De resterende landbank bedraagt ca. 1.890.000 m², waarmee Montea een significant ontwikkelingspotentieel behoudt, dat ook in de toekomst voor de nodige flexibiliteit zorgt om investeringen te plannen en uit te voeren.
Totaal grondreserve

Projecten in de pijplijn 830.000 m²
Resterend toekomstig ontwikkelpotentieel 1.890.000 m²
Ongeveer 2,2 miljoen m² (of 79% van de totale landbank) van deze grondreserve werd aangekocht en wordt gewaardeerd in de vastgoedportefeuille voor een totale waarde van € 540,7 miljoen, wat overeenkomt met een marktwaarde van € 250/m². Bovendien levert 55% van deze grondreserve een onmiddellijk rendement op van gemiddeld 5,8%. Daarnaast heeft Montea ongeveer 0,6 miljoen m² (of 21% van de totale landbank) onder controle door middel van gecontracteerde partnership overeenkomsten.

(1) Inclusief de gebouwen aangehouden voor verkoop.
(2) Exclusief de geschatte huurwaarde van projecten in aanbouw en/of renovatie.
(3) De reële waarde van de investering in zonnepanelen wordt opgenomen in rubriek "D" van de vaste activa in de balans.
Het totaal van de passiva bestaat uit het eigen vermogen ten bedrage van € 1.804,3 miljoen en een totale schuld van € 1.080,7 miljoen.
Het totale kapitaal van Montea bedraagt € 471.412.726,19 op 31 december 2024 en wordt vertegenwoordigd door 23.131.212 aandelen die genoteerd zijn op zowel Euronext Brussels als Euronext Paris. Alle geplaatste aandelen zijn volledig volstort en zijn zonder nominale waarde. De aandelen zijn nominatief en gedematerialiseerd en elk aandeel geeft recht op één stem. Montea bezit op 31 december 2024 123.827 eigen aandelen.
Het is de Enige Bestuurder toegestaan om het kapitaal in één of meerdere malen te verhogen op de data en overeenkomstig de modaliteiten die hij zal bepalen, conform de toepasselijke wetgeving, met restricties qua aard van de kapitaalverhogingen en nooit hoger dan het wettelijk maximumbedrag, zijnde vierhonderdentien miljoen vierenzeventigduizend achthonderdenzeven euro zevenenzeventig eurocent (€ 410.074.807,77), zie sectie 11.1.2.
De financieringskost is een grote kostenrubriek in het resultaat van Montea. Daarom beheert Montea de kost van haar financieringen op een proactieve manier. Vooreerst wil de Vennootschap garanderen dat haar verschillende financieringen over een zo lang mogelijke periode beschikbaar zijn. Daarenboven streeft de Vennootschap naar financieringen met een variabele rentevoet die voor het grootste deel ingedekt zijn door indekkingsinstrumenten.
Dit beleid is gebaseerd op het feit dat dit een bescherming biedt tegen verstorende schommelingen in de economische cycli.
In tijden van hoogconjunctuur zal de financieringskost mogelijks stijgen. Dit wordt in principe gecompenseerd door de hogere opera tionele inkomsten (zoals de hogere bezetting en een hogere inflatie). Deze compensatie is eerder beperkt en daarom werd overgegaan tot een indekkingsbeleid en dit voor het grootste deel van de schuld.

2023 2024 97,3% 97,8% Hedge ratio*

Gemiddelde kost van de schuld*


| GECONSOLIDEERD KASSTROOMOVERZICHT (in EUR x 1.000) |
31/12/2024 12 maanden |
31/12/2023 12 maanden |
|
|---|---|---|---|
| KAS EN KASEQUIVALENTEN IN HET BEGIN VAN HET BOEKJAAR | 87.604 | 67.766 | |
| NETTO KASSTROOM UIT OPERATIONELE ACTIVITEITEN (A)+(B)+(C)=(A1) | 115.670 | 111.974 | |
| Netto resultaat | 171.525 | 118.810 | |
| Netto interestkosten | 13.878 | 18.754 | |
| Financiële inkomsten | -1.267 | -866 | |
| Belastingen | 7.287 | -36.209 | |
| Meerwaarde (-) / minderwaarde (+) op verkoop van vastgoedbeleggingen | 0 | 0 | |
| Kasstroom uit operationele activiteiten voor aanpassing van niet-kaskosten en werkkapitaal (A) | 191.422 | 100.489 | |
| Variaties in de reële waarde van de indekkingsinstrumenten | 2.733 | 14.043 | |
| Variaties in de reële waarde van vastgoedbeleggingen | -85.400 | -11.870 | |
| Op aandelen gebaseerde betalingskosten afgewikkeld in eigen vermogen | -2.942 | 515 | |
| Afschrijvingen en waardevermidderingen (toevoeging (+) / terugname (-)) op vast activa | 367 | 336 | |
| Bijzondere waardeverminderingen op vorderingen, voorraden en overige activa | -10 | 335 | |
| Aanpassingen voor niet-kaskosten (B) | -85.252 | 3.359 | |
| Daling (+) / stijging (-) van handels- en overige vorderingen | -6.676 | 9.937 | |
| Stijging (+) / daling (-) van voorraden | 0 | 0 | |
| Stijging (+) / daling (-) van handels- en overige schulden | 16.175 | -1.811 | |
| Stijging (+) / daling (-) in de behoefte aan werkkapitaal (C) | 9.499 | 8.126 | |
| NETTO KASSTROOM UIT INVESTERINGSACTIVITEITEN (B1) | -419.647 | -86.337 | |
| Investeringen | -419.647 | -86.337 | |
| Betalingen verwervingen van vastgoedinvesteringen | -416.529 | -79.642 | |
| Betalingen verwervingen van gebouwen bestemd voor verkoop | 0 | 0 | |
| Betalingen verwervingen van aandelen in vastgoedvennootschappen | -1.871 | -6.215 | |
| Aankoop overige materiële en immateriële vaste activa | -1.247 | -481 | |
| Desinvesteringen | 0 | 0 | |
| Ontvangsten uit verkoop van vastgoedbeleggingen | 0 | 0 | |
| Ontvangsten uit verkoop van gebouwen bestemd voor verkoop | 0 | 0 | |
| Ontvangsten uit verkoop van aandelen in vastgoedvennootschappen | 0 | 0 | |
| NETTO FINANCIËLE KASSTROOM (C1) | 229.512 | -5.800 | |
| Netto effect van opname en terugbetaling van leningen | 120.300 | -79.333 | |
| Kapitaalverhoging | 205.778 | 145.217 | |
| Betaalde dividenden | -75.533 | -59.230 | |
| Betaalde interesten | -21.032 | -12.454 | |
| KAS EN KASEQUIVALENTEN OP HET EINDE VAN HET BOEKJAAR (A1+B1+C1) | 13.139 | 87.604 |
| MUTATIE IN EIGEN VERMOGEN (in EUR x 1.000) |
KAPITAAL | UITGIFTE PREMIES |
RESERVES RESULTAAT MINDERHEIDS BELANG |
EIGEN VERMOGEN |
||
|---|---|---|---|---|---|---|
| OP 31/12/2022 | 353.244 | 319.277 | 420.656 | 204.458 | 3.584 | 1.301.220 |
| Elementen onmiddellijk erkend als EV | 41.670 | 104.310 | 15.352 | 0 | -1.355 | 159.977 |
| Kapitaalsverhoging | 40.907 | 104.310 | 0 | 0 | 0 | 145.217 |
| Impact op de reële waarde van de geschatte mutatierechten en -kosten bij hypothetische vervreemding van vastgoedbeleggingen |
0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Positieve variatie van de waarde van de zonnepanelen (IAS 16) |
0 | 0 | 15.428 | 0 | 0 | 15.428 |
| Eigen aandelen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Aandeelkapitaal opties personeel | 763 | 0 | -248 | 0 | 0 | 515 |
| Minderheidsbelang | 0 | 0 | 172 | 0 | -1.355 | -1.183 |
| Rechtzettingen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Dividenden | 0 | 0 | -59.230 | 0 | 0 | -59.230 |
| Overgedragen resultaat | 0 | 0 | 204.458 | -204.458 | 0 | 0 |
| Resultaat van het boekjaar | 0 | 0 | -285 | 118.810 | 285 | 118.810 |
| OP 31/12/2023 | 394.914 | 423.586 | 580.952 | 118.810 | 2.515 | 1.520.777 |
| Elementen onmiddellijk erkend als EV | 55.666 | 147.208 | -13.031 | 0 | -2.514 | 187.328 |
| Kapitaalsverhoging | 58.570 | 147.208 | 0 | 0 | 0 | 205.778 |
| Impact op de reële waarde van de geschatte mutatierechten en -kosten bij hypothetische vervreemding van vastgoedbeleggingen |
0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Negatieve variatie van de waarde van de zonnepanelen (IAS 16) |
0 | 0 | -12.995 | 0 | 0 | -12.995 |
| Eigen aandelen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Aandeelkapitaal opties personeel | -2.904 | 0 | -37 | 0 | 0 | -2.941 |
| Minderheidsbelang | 0 | 0 | 0 | 0 | -2.514 | -2.514 |
| Rechtzettingen | 0 | 0 | 203 | 0 | 0 | 203 |
| Dividenden | 0 | 0 | -75.533 | 0 | 0 | -75.533 |
| Overgedragen resultaat | 0 | 0 | 118.810 | -118.810 | 0 | 0 |
| Resultaat van het boekjaar | 0 | 0 | 0 | 171.525 | 0 | 171.525 |
| OP 31/12/2024 | 450.580 | 570.794 | 611.400 | 171.525 | 0 | 1.804.300 |
Het kasstroomoverzicht per 31 december 2024 vindt u hieronder toegelicht:
De cijfers voor kapitalisatie en schuldenlast werden overgenomen uit de financiële rekeningen die werden opgesteld in overeenstemming met IFRS, zoals goedgekeurd door de EU, voor de periode die eindigt op 31 december 2024.
Deze informatie kan best samen met de financiële rekeningen en de bijbehorende nota's gelezen worden.
Op 31 december 2024 bedraagt het geconsolideerd eigen vermogen € 1.804.299.945,92.
| FINANCIËLE SCHULDEN (in EUR x 1.000) | 31/12/2024 | 31/12/2023 | 31/12/2022 | |
|---|---|---|---|---|
| Langlopende financiële schulden | 981.913 | 815.327 | 872.967 | |
| Kredietinstellingen | 257.633 | 103.999 | 159.333 | |
| Obligatieleningen | 663.030 | 662.739 | 662.450 | |
| Borgstellingen, bankgaranties d.m.v. gestorte gelden | 3.297 | 1.489 | 1.938 | |
| Financiële leasing | 328 | 465 | 595 | |
| Andere1 | 57.625 | 46.634 | 48.652 | |
| Kortlopende financiële schulden | 3.504 | 36.162 | 59.919 | |
| Kredietinstellingen | 0 | 33.333 | 57.333 | |
| Obligatieleningen | 0 | 0 | 0 | |
| Financiële leasing | 124 | 117 | 110 | |
| Andere1 | 3.380 | 2.712 | 2.475 | |
| Totaal | 985.417 | 851.490 | 932.886 |
De Vennootschap let erop om tijdig de nodige financieringen aan te gaan. Hierbij staat het evenwicht tussen de kost van de financiering, de duurtijd en de diversificatie van de financieringsbronnen altijd voorop.
De financiële schulden van Montea per 31 december 2024 bedragen € 985,4 miljoen (€ 981,9 miljoen langlopend en € 3,5 miljoen kortlopend) en zijn opgebouwd als volgt:
(1) Onder de rubriek "Andere" zijn hoofdzakelijk de leasingverplichtingen, met betrekking tot de concessiegronden, opgenomen, conform IFRS16.

De Vennootschap heeft een totaalbedrag aan opgenomen kredietlijnen van € 257,6 miljoen. Montea beschikt op 31 december 2024 over een totaalbedrag aan bevestigde bilaterale kredietlijnen van € 449,2 miljoen bij 6 financiële instellingen. Er rest nog een niet-opgenomen capaciteit van € 191,6 miljoen, wat betekent dat 57,4% aan kredietlijnen is opgenomen. Op 31 december 2024 bedraagt de gewogen gemiddelde duurtijd van deze kredietlijnen nog 3,8 jaar.
Verder beschikt Montea ook over een totaalbedrag van € 665,0 miljoen aan obligatieleningen, die volledig werden opgenomen. Deze obligatieleningen bestaan voornamelijk uit € 235,0 miljoen aan Green unsecured notes die Montea afsloot in 2021 (US Private Plaatsing) en € 380,0 miljoen aan Green unsecured notes afgesloten in 2022 (US Private Plaatsing). Op 31 december 2024 bedraagt de gewogen gemiddelde duurtijd van de lopende obligatieleningen nog 6,9 jaar.
Voorts is er een totaalbedrag van leasingschulden van € 61,5 miljoen, verdeeld over lange en korte termijn, hoofdzakelijk gevormd door de opname van een leasingverplichting m.b.t. de concessiegronden (IFRS 16) en anderzijds voor de financiering van de zonnepanelen op de site te Aalst.
De gewogen gemiddelde looptijd van de financiële schulden (kredietlijnen, obligatieleningen en leasingverplichtingen) bedraagt 5,7 jaar op 31 december 2024, wat een daling betekent in vergelijking met 31 december 2023 (6,6 jaar), voornamelijk door het verstrijken van de tijd.
De gemiddelde financieringskost* van de schulden bedraagt 2,3% over 2024, stabiel ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar. De Interest Coverage Ratio* is gelijk aan 4,5x per eind december 2024 en is eveneens stabiel tegenover eind 2023. Montea voldoet hiermee ruimschoots aan de convenanten qua interest coverage ratio* die zij met haar financiële instellingen heeft afgesloten.
Onderstaande tabel geeft per 31 december 2024 weer in welk jaar de kredietlijnen en de obligatieleningen vervallen. De Vennootschap zorgt er steeds voor dat niet alle schulden in hetzelfde jaar komen te vervallen.
Niettegenstaande wat voorafgaat, heeft de Vennootschap geen hypotheek, pand op handelszaak of volmacht verleend om ofwel een hypothecair mandaat of een mandaat tot pand op de handelszaak te vestigen; de activa van de Vennootschap zijn onbezwaard.

Met een EPRA LTV* van 34,8% eind december 2024 (t.o.v. 33,5% eind december 2023) en een Net Debt/EBITDA (adjusted)* van 6,9x, getuigt de geconsolideerde balans van Montea van een sterke solvabiliteit. Investeringen worden telkens getoetst aan de financieringsstrategie van Montea. Deze strategie bestaat erin om nieuwe vastgoedinvesteringen te financieren met minstens 50% via eigen vermogen en met maximum 50% via vreemd vermogen, wat resulteert in een schuldratio van maximaal 50% en een net debt/EBITDA (adjusted)* rond 8x.
De schuldratio van de Vennootschap mag volgens het GVV-KB niet meer bedragen dan 65%. De Vennootschap heeft met de financiële instellingen convenanten afgesloten waarbij de geconsolideerde schuldratio niet boven de 60% mag stijgen en in de voorwaarden van de obligaties werd een maximale geconsolideerde schuldratio bedongen van 65%. De schuldratio berekend overeenkomstig het KB van 13 juli 2014 met betrekking tot gereglementeerde vastgoedvennootschappen bedraagt 35,7% eind december 2024.
Zoals reeds eerder aangehaald voert Montea een financieringsbeleid waarbij zij een groot deel van haar financiële schuld indekt. De hedge ratio*, die het percentage weergeeft van de financiële schulden met een vaste rentevoet of met een vlottende rentevoet vervolgens ingedekt door een indekkingsinstrument, bedraagt 98% per eind 2024.
Op 31 december 2024 heeft de Vennootschap een totaal van € 557,5 miljoen aan indekkingscontracten afgesloten van het type Interest Rate Swap (IRS).
De gewogen gemiddelde looptijd van de rentevoet indekkingsinstrumenten bedraagt 6,1 jaar eind december 2024. Voor een beschrijving van de indekkingsinstrumenten van Montea wordt verwezen naar sectie 9.2.5 (Toelichting 17: Variaties in de reële waarde van financiële activa en passiva) van dit verslag.
De contractuele bepalingen van de kredietfaciliteiten stipuleren dat Montea gekwalificeerd blijft als gereglementeerde vastgoedvennootschap (GVV) in België, met inbegrip van een maximale schuldratio van 60% en een minimale Interest Coverage Ratio*. De contractuele bepalingen van de obligatieleningen voorzien eveneens een maximale schuldratio en een minimale Interest Coverage Ratio*.
Montea bevestigt dat aan al deze voorwaarden werd voldaan gedurende het hele boekjaar 2024. Per 31 december 2024 bedroeg de Interest Coverage Ratio* 4,5x, stabiel tegenover de 4,5x eind vorig jaar.

Montea investeerde in 2024 maar liefst € 441 miljoen, wat samen met het resterende verwachte investeringsvolume van € 57 miljoen voor projecten in uitvoering, meer dan 40% van het vooropgestelde cumulatief investeringsvolume van € 1,2 miljard vertegenwoordigt, het bedrag dat Montea over een periode van vier jaar wil realiseren. Voorafgaandelijk werd hiertoe een gepaste financieringsstrategie uitgetekend om te kunnen voldoen aan deze investeringsverplichtingen en om de solide kapitaalstructuur van de onderneming te bestendigen.
In de loop van 2024 versterkte de onderneming haar financiële middelen als volgt:
Ter ondersteuning van haar verdere groei, heeft Montea haar aandeelhouders in het tweede kwartaal een keuzedividend aangeboden1 . In totaal werd 60% van de coupons nr. 26 (die het dividend van het boekjaar 2023 vertegenwoordigen) ingeleverd tegen nieuwe aandelen. In het kader van het toegestane kapitaal, werden er 415.384 nieuwe aandelen uitgegeven voor een totaal uitgiftebedrag van € 31.536.784,05 (€ 8.465.484,38 in kapitaal en € 23.071.299,67 in uitgiftepremie). Het kapitaal steeg na deze transactie naar € 421.564.593,94 vertegenwoordigd door 20.685.271 volledig volgestorte gewone aandelen.
Ter financiering van de uitrol van Track27, en in het bijzonder de aankoop van de Reverso-portefeuille die deel uitmaakt van dit groeiplan, lanceerde Montea in september 20242 een openbaar aanbod tot inschrijving op 2.298.363 nieuwe aandelen in het kader van een kapitaalverhoging in geld binnen het toegestane kapitaal met onherleidbaar toewijzingsrecht voor een maximaal bedrag van € 153.990.321,00. De uitgifteprijs werd vastgesteld op € 67,00 per nieuw aandeel en 9 onherleidbare toewijzingsrechten gaven recht om in te schrijven op 1 nieuw aandeel.
De eerste fase van het openbaar aanbod werd succesvol afgerond door een opname van 91,5% van de nieuwe aandelen, waarna investeerders via een private plaatsing in de vorm van een 'accelerated bookbuilding' inschreven door de uitoefening van scrips tot 100% van het aanbod. De transactie vertegenwoordigt een netto-opbrengst (na aftrek van geraamde kosten en uitgaven) van ca. € 151,7 miljoen die toegevoegd wordt aan het eigen vermogen. Het kapitaal steeg na deze transactie tot € 468.405.095 vertegenwoordigd door 22.983.634 aandelen.
Montea heeft in 2024 haar liquiditeitspositie versterkt door € 155 miljoen aan nieuwe kredietlijnen te tekenen. Deze nieuwe kredietlijnen werden afgesloten met ABN Amro, ING en KBC.
Montea heeft in augustus haar eerste kredietrating ontvangen. Fitch kent Montea een solide lange termijn investment grade rating toe van BBB+ met een stabiele outlook. Deze rating weerspiegelt de hoogwaardige logistieke portefeuille van Montea, gelegen in West-Europa en gekenmerkt door een diverse, kwalitatieve huurdersbasis. Vooral de focus op strategische liggingen nabij belangrijke logistieke knooppunten met een multimodaal karakter en sterke groene referenties worden gewaardeerd als een plus. De rating wordt verder ondersteund door langlopende huurcontracten met contractuele huurverhogingen gekoppeld aan indexatie en een aanhoudend hoge bezettingsgraad, wat zorgt voor stabiele en voorspelbare inkomstenstromen. Mede hierdoor heeft Fitch een A– rating toegekend aan Montea's senior unsecured debt. Daarnaast zet Fitch ook Montea's sterke financiële positie in de verf, waarbij de financiering van nieuwe investeringen evenwichtig is verdeeld tussen eigen en vreemd vermogen, zonder dat de activa bezwaard zijn.
De toekenning van een rating door een onafhankelijk orgaan bevestigt de financiële sterkte en kredietwaardigheid van Montea, met als doel betere toegang te krijgen tot alle kapitaalmarkten, een breder investeerderspubliek aan te trekken en te profiteren van gunstige financieringsvoorwaarden.
De toekomstige investeringsverbintenissen zullen worden gefinancierd met nog beschikbare gecontracteerde kredietlijnen. Rekening houdend met een EPRA LTV* van 34,8% eind december 2024, heeft Montea voldoende buffer om extra schulden op te halen in de vorm van kredietlijnen, obligatieleningen en/of via een commercial paper programma. Eind december 2024 heeft Montea een investeringscapaciteit van meer dan € 600 miljoen beschikbaar voor groei onder Track27 binnen de limiet van Net debt/EBITDA (adjusted)* van ca. 8x.
Sinds maart 2025 maakt Montea deel uit van de BEL20, de Belgische beursindex die de twintig bedrijven met de grootste beurswaarde én de meest verhandelde aandelen in het land vertegenwoordigt. Deze erkenning benadrukt de positie van Montea als sleutelspeler in de logistieke vastgoedsector en bevestigt ook het geloof in een duurzame langetermijnvisie die Montea steeds vooropstelt.
(1) Zie persmededeling van 12/06/2024 of www.montea.com voor meer informatie. (2) Zie persmededeling van 25/09/2024 of www.montea.com voor meer informatie.
| Montea opent eerste energiehub in Willebroek4 Montea opende in maart officieel haar eerste energiehub in Willebroek, een baanbrekend project dat een belangrijke stap betekent in de duurzaamheidsstrategie. Minister-president Matthias Diependaele was aanwezig om het project in te huldigen en het belang van dit grootschalige project te onderstrepen. |
|---|
| Onze motivatie is onze klanten te ondersteunen in de energie uitdaging: vaak is er een tekort aan beschikbare capaciteit of valt de piekbehoefte niet samen met de zonne-energieproductie. Hierdoor ontstaat er een overschot bij lage vraag en een tekort bij hoge vraag. Het innovatieve batterijpark beheert de reserves slim. |
| Maar we gaan verder dan deze locatie: de implementatie van de eerste fase waarbij we 32 MWh-energieopslag installeren over 13 sites in Vlaanderen is volop aan de gang. Dit zal tegen eind 2027 uitmonden in een energie-opslagcapaciteit van meer dan 100 MWh verspreid over de verschillende landen waarin Montea actief is. |
(3) Zie persmededeling van 12/03/2025 of www.montea.com voor meer informatie. (4) Zie persmededeling van 17/03/2025 of www.montea.com voor meer informatie.
"De opname in de BEL20 index is een prachtige erkenning van onze missie en de toewijding die we als bedrijf tonen. Dit is niet alleen een mijlpaal voor Montea, maar ook voor al onze medewerkers, klanten en partners die ons op deze weg hebben ondersteund. We kijken ernaar uit om onze groei verder te zetten en blijvend waarde te creëren."

Jo De Wolf CEO
De groei zal bestaan uit een mix van projectontwikkelingen op de uitgebreide landbank, aankopen van zowel bestaande gebouwen als landposities en verbeteringswerken aan de bestaande portefeuille. Daarnaast zal Montea investeren in zonnepanelen, batterijopslag en andere duurzaamheidsoplossingen in de markten waarin Montea momenteel operationeel is. Ook strategische partnerships met ontwikkelaars staan op de radar.
De groei van Montea zal worden gerealiseerd door een gedisciplineerde kapitaalallocatie met een duidelijke focus op operationele uitmuntendheid. Track27 is gebaseerd op onze solide financiële basis, die gekenmerkt wordt door:
Montea streeft ernaar om een leidende rol op te nemen op het gebied van duurzaamheid. Meer dan 80% van onze uitgebreide landbank van meer dan 2 miljoen m² bestaat vandaag uit grey- en brownfields. Wij transformeren vervuilde industrieterreinen naar energiepositieve logistieke terreinen, klaar voor de toekomst. Wij hebben de afgelopen jaren € 15 miljoen besteed aan het saneren van land.
Natuurlijk zorgen wij ervoor dat onze nieuwe ontwikkelingen klaar zijn voor de toekomst. We streven naar een reductie van de CO2 uitstoot van de bestaande portefeuille met 45% tegen eind 2027 (vergeleken met 2019) dankzij onder meer:
Bij iedere stap die we zetten, kijken wij naar het effect op toekomstige generaties. Montea ambieert geen snelle winst, maar waardecreatie op de lange termijn. En precies daarom zetten wij fors in op duurzaamheid en het ontwikkelen van innovatieve logistieke panden, waarbij wij prioriteit blijven geven aan: Kortom, onze financiële positie, de sterke marktvraag en bovenal onze gedrevenheid, zullen Track27 werkelijkheid maken. Met deze ambities schrijven we het volgende hoofdstuk van een toekomst (1) Op basis van het gewogen gemiddeld aantal aandelen van 21.005.929 per 31 december 2024. gewijd aan innovatie, duurzaamheid en gezamenlijk succes.
retentiegraad van minimaal 90%. Uit The Human Capital Scan, die onafhankelijk is uitgevoerd, blijkt een grote fierheid bij alle Monteaneers. De betrokkenheid van de Monteaneers wordt verankerd dankzij optie- of aandelenkoopprogramma's. Deze programma's zijn in de afgelopen jaren zeer succesvol gebleken, met een acceptatiegraad van meer dan 85% voor de aangeboden aandelen en opties. Montea heeft de ambitie om dit niveau van participatie in de toekomst te handhaven of zelfs te overtreffen.
De lat ligt hoog. Onze specialistische leiders zijn al hard aan het werk om onze ambities waar te maken. Met teams actief in vier landen, vertrouwen we op elkaar om onze klanten te ondersteunen in hun internationale groeiverhalen.

Investeringsvolume


van onze landbank bestaat uit grey- en brownfields die wij saneren
In de vooruitzichten omschrijven we de verwachte resultaten met betrekking tot het geconsolideerd EPRA-resultaat* en de geconsolideerde balans voor het boekjaar 2025 op basis van de cijfers zoals weergegeven in het jaarlijks financieel verslag per 31 december 2024, de gekende informatie na balansdatum, en berekende voorspellingen op basis van de evolutie van de vastgoed-, economische-, en financiële markten.
Deze voorspellingen en ramingen mogen niet als een zekerheid worden geïnterpreteerd, mits de activiteiten van Montea en de markt waarin zij actief is onderworpen zijn aan onzekerheden en risico's waardoor deze vooruitziende informatie geen verbintenis vormt voor de vennootschap. De kans bestaat dat de verwachtingen niet bereikt worden.
Montea past de gebruikelijke boekhoudkundige methoden toe zoals gehanteerd in het kader van de voorbereiding van de geconsolideerde rekeningen per 31 december 2024 conform IFRS zoals door de Europese Unie toegepast en geïmplementeerd door het GVV KB.
In de opmaak van de vooruitzichten 2025 werd voor de bepaling van de vastgoedbeleggingen rekening gehouden met een realisatie van een investeringsvolume van ca. € 300 miljoen over 2025.
Het netto huurresultaat wordt geraamd op basis van de huidige contracten, rekening houdend met de hypothese gehanteerd gelinkt aan de indexatie (zie verder) van de huurcontracten die wordt toegepast voor ieder contract afzonderlijk rekening houdend met de verjaardag van het huurcontract. Voor de huurcontracten die een opzegmogelijkheid hebben in 2025 worden op individuele basis inschattingen van wederverhuring (verlenging of vernieuwing) opgemaakt.
De in 2024 gerealiseerde investeringen hebben slechts een beperkte impact op het netto huurresultaat van 2024, maar dragen voor een volledig jaar bij tot het netto huurresultaat van 2025.
In het netto huurresultaat werd verder rekening gehouden met de aangekondigde investeringen:
Deze sectie omvat de huurlasten gedragen door de eigenaar alsook de doorrekening van deze huurlasten aan de huurders. Voor de bestaande projecten en de geïdentificeerde investeringen worden deze kosten en opbrengsten opgenomen conform het huurcontract. Aangezien geen huurgelden worden voorzien voor de investeringen onder de bijkomende ambitie, werden voor deze investeringen geen andere met huur verbonden bedrijfskosten en opbrengsten opgenomen.
Verder omvat deze sectie inkomsten van zonnepanelen, dewelke gebaseerd zijn op landspecifieke energie forward curves, gezien de prijsvolatiliteit van energie. De inkomsten van zonnepanelen houden ook rekening met de ingeschatte overwinstbelasting. De in 2025 opgenomen investeringen in zonnepanelen (zie sectie 3.2. (hernieuwbare energie in nieuwe ontwikkelingen)) genereren in België en Frankrijk opbrengsten gemiddeld twee maand na de verwachte opleveringsdatum.
Ook de beheersvergoeding van het onroerend goed dat Montea aanrekent aan haar klanten valt onder deze sectie. Hier wordt rekening gehouden met de in 2025 nieuw afgesloten contracten gelinkt aan geïdentificeerde investeringen.
Deze kosten omvatten voornamelijk makelaarscommissies, interne beheervergoedingen alsook kosten en taksen verbonden aan niet-verhuurde gebouwen. Deze werden voor 2025 geraamd op basis van de huidige portefeuille (in functie van de verlenging of wederverhuringshypotheses, zie "Netto Huurresultaat").
Algemene kosten worden opgenomen in de vooruitzichten op basis van effectieve inschattingen per kostencategorie. Marketing en personeelskosten worden voorzien op basis van een best benaderende inschatting. Montea voorziet ook in 2025 verdere investeringen in het personeelsbestand, niet in het minst in de verschillende landenteams om de slagkracht voldoende groot te maken.
Voor de inschatting van de interestlasten wordt uitgegaan van de evolutie van de gemiddelde financiële schuldenlast:
De globale gemiddelde financieringskost* voor 2025 wordt berekend in lijn met de gemiddelde kost van schuld* over 2024 rekening houdend met een indekkingsgraad conform het indekkingsbeleid (zie sectie 8.1.1 Evolutie van de interestvoeten). lopende en geplande ontwikkelingen en de in 2025 opgenomen ambitie. Op deze manier wordt de berekende intercalaire interest geneutraliseerd in de financiële kostenrekening en opgenomen in de investeringskost van het project op de actiefzijde van de balans totdat deze opgeleverd worden en dus huurinkomsten beginnen te genereren.
Deze post omvat de jaarlijks verschuldigde vennootschapsbelasting. De belastbare basis van Montea is quasi nihil gezien de fiscale transparantie die Montea geniet. De belastbare basis van de gereglementeerde vastgoedvennootschap is immers beperkt tot de zogenaamde 'verworpen uitgaven', andere dan waardeverminderingen en minderwaarden op aandelen, en de ontvangen 'abnormale of goedgunstige voordelen' (GVV (België), SIIC (Frankrijk), FBI (Nederland)). Op een inschatting van de belastbare basis van de fiscale eenheid Montea SA (bijkantoor in Frankrijk) wordt de desbetreffende dividendbelasting geraamd. Op een inschatting van de belastbare basis van Montea Nederland en haar dochters wordt vennootschapsbelasting (tarief = 25,8%) voorzien. Voor Duitsland wordt een tarief voor vennootschapsbelasting gehanteerd van 15,825%. Verder, voor de andere vennootschappen, rechtstreekse dochtervennootschappen van Montea die niet kwalificeren als SIIC (Frankrijk) of FBI (Nederland), wordt een raming gemaakt op basis van de geschatte lokale resultaten.
De totale financiële kost wordt vervolgens verlaagd met een geraamd bedrag aan gekapitaliseerde interesten berekend op alle Verder kunnen de vooruitzichten beïnvloed worden door markt-, operationele, financiële, reglementaire en (geo)politieke risico's.
Bij de evolutie van de huuropbrengsten wordt rekening gehouden met een indexatieniveau in 2025 gebaseerd op de economische consensusverwachtingen van het Internationaal Monetair Fonds voor 2025. Montea beperkt de potentiële impact van inflatie door enerzijds in haar huurcontracten een clausule op te nemen waarbij de actuele huurprijs wordt geïndexeerd en anderzijds door het afsluiten van indekkingscontracten voor het merendeel van de financieringen met variabele rentevoeten.
Bij de bepaling van de interestvoeten wordt uitgegaan van de toekomstige rentevoetcurve (Euribor forward curve op 3 maand), rekening houdend met de (geplande) indekkingsinstrumenten.
De variaties in de reële waarde van de indekkingsinstrumenten zijn geen cash-item en hebben bijgevolg geen impact op het EPRA-resultaat*. Er werden dus geen assumpties genomen met betrekking tot deze post. Dezelfde redenering geldt voor de variaties in de reële waarde van de vastgoedportefeuille.
| POST-MONEY (in EUR x 1.000) | 31/12/2025 12 maanden |
31/12/2024 12 maanden |
|---|---|---|
| Netto huurresultaat | 141.337 | 115.110 |
| Vastgoedresultaat | 151.434 | 122.956 |
| Totaal vastgoedkosten | -4.483 | -3.618 |
| Operationeel vastgoedresultaat | 146.951 | 119.338 |
| Vastgoedkosten & algemene kosten van de vennootschap | -12.875 | -10.472 |
| Operationeel resultaat voor het resultaat op de portefeuille | 134.076 | 108.866 |
| Operationele marge*1 | 89% | 89% |
| Financieel resultaat excl. variaties in de reële waarde van de indekkingsinstrumenten* | -16.150 | -12.721 |
| Belastingen | -2.419 | 3.114 |
| EPRA-resultaat*2 | 115.507 | 99.260 |
| Resultaat verkoop vastgoedbeleggingen | - | - |
| Resultaat verkoop andere niet-financiële activa | - | - |
| Variaties in de reële waarde van vastgoedbeleggingen | - | 85.400 |
| Latente belastingen op portefeuilleresultaat | - | -10.401 |
| Resultaat op de vastgoedportefeuille* | - | 74.998 |
| Variaties in de reële waarde van financiële activa en passiva | - | -2.733 |
| Netto resultaat | 115.507 | 171.525 |
| Gewogen gemiddelde aantal aandelen van de periode | 23.596.059 | 21.005.929 |
| EPRA-resultaat per aandeel3 | 4,90 | 4,73 |
| (in EUR) | 31/12/2025 | 31/12/2024 |
|---|---|---|
| Vastgoedbeleggingen | 3.072.959.572 | 2.792.794.423 |
| Indekkingsinstrumenten | 31.871.883 | 31.871.883 |
| Andere activa | 151.158.317 | 60.378.920 |
| Totaal activa | 3.255.989.772 | 2.885.045.227 |
| EIGEN VERMOGEN | 1.932.310.153 | 1.804.299.946 |
| VERPLICHTINGEN | 1.323.679.618 | 1.080.745.281 |
| Langlopende verplichtingen | 1.248.698.141 | 1.005.763.803 |
| Voorzieningen | - | - |
| Andere langlopende financiële verplichtingen | 8.274.570 | 8.274.570 |
| Uitgestelde belastingen - verplichtingen | 15.576.327 | 15.576.327 |
| Andere langlopende verplichtingen | 1.224.847.244 | 981.912.906 |
| Kortlopende verplichtingen | 74.981.478 | 74.981.478 |
| Voorzieningen | - | - |
| Andere kortlopende financiële verplichtingen | - | - |
| Overlopende rekeningen | 39.731.083 | 39.731.083 |
| Andere kortlopende verplichtingen | 35.250.395 | 35.250.395 |
| Totaal passiva | 3.255.989.772 | 2.885.045.227 |
| EPRA LTV* | 38,5% | 34,8% |
| Schuldgraad | 39,1% | 35,7% |
(1) Exploitatie- of operationele marge* bekomt men door het operationeel resultaat voor het resultaat op de vastgoedportefeuille te delen door het vastgoedresultaat.
(2) Het EPRA-resultaat* is gelijk aan het Netto Resultaat exclusief de impact van het resultaat op de portefeuille (code XVI, code XVII en code XVIII van de resultatenrekening) en de impact van de variatie op de rente indekkingsinstrumenten.
(3) Als Montea in de loop van 2025 het FBI-regime voor boekjaar 2024 zou verkrijgen, heeft Montea de intentie om 80% van het hieruit resulterende positieve eenmalig effect bijkomend uit te keren als uitzonderlijk dividend.
Op basis van bovenstaande hypothesen en de huidige vooruitzichten voor 2025, verwacht Montea een groei van het EPRA-resultaat* met 16% naar € 115,5 miljoen. Het EPRAresultaat per aandeel stijgt hierdoor van € 4,73 naar € 4,90 per aandeel, zonder rekening te houden met het uitzonderlijk resultaat van 2025.
Volgende hypothesen werden genomen bij de opmaak van de geprojecteerde geconsolideerde balans:
Montea beoogt de realisatie van een investeringsvolume van circa € 300 miljoen over 2025.
Voor de evolutie van het eigen/vreemd vermogen werd rekening gehouden met het geprojecteerde EPRA-resultaat*, een uitkeringsgraad van 80%, de aanbieding van een keuzedividend en de schuldratio eind 2025. De geprojecteerde investeringen zouden volledig via vreemd vermogen kunnen gefinancierd worden wat leidt tot een geprojecteerde EPRA LTV* van 38,5% eind 2025.
Het uitkeringsbeleid wordt door de Raad van Bestuur van Montea bepaald en na het einde van het boekjaar voorgesteld aan de jaarlijkse algemene vergadering van de aandeelhouders. Op basis van het vooropgestelde EPRA-resultaat* van 2025 verwacht Montea een verdere stijging van het dividend per aandeel, in lijn met de stijging van het EPRA-resultaat per aandeel, wat zal leiden tot een bruto dividend per aandeel van € 3,90 per aandeel1 rekening houdend met een uitkeringsgraad van 80%.
Montea verklaart dat de winstprognose werd opgesteld en voorbereid op een basis die zowel (i) vergelijkbaar is met die van de historische financiële informatie, en (ii) in overeenstemming is met haar boekhoudbeleid.
Voor het verslag van de commissaris verwijzen we naar sectie 10.4 Deskundigenverslagen.
(1) Als Montea in de loop van 2025 het FBI-regime voor boekjaar 2024 zou verkrijgen, heeft Montea de intentie om 80% van het hieruit resulterende positieve eenmalig effect bijkomend uit te keren als uitzonderlijk dividend.


| Aandeelhouders | Aantal aangegeven stemrechten op datum van kennisgeving2 |
%3 | Datum van kennisgeving |
|---|---|---|---|
| Familie De Pauw | 2.053.020 | 13,11% | 22/03/2019 |
| Federale Verzekeringen (Rue de l'Etuve 12, 1000 Brussel) | 788.215 | 4,92% | 29/03/2021 |
| Patronale Life (Bischoffsheimlaan 33, 1000 Brussel) | 964.785 | 8,03% | 06/09/2018 |
| Ethias NV (Rue des Croisiers 24, 4000 Luik) | 607.130 | 5,23% | 28/09/2017 |
| BlackRock Group | 1.147.971 | 4,99% | 16/10/2024 |
| Andere aandeelhouders onder de statutaire drempel | 17.570.091 | - | |
| Totaal | 23.131.212 | - |
Het aandeel Montea richt zich tot Belgische en buitenlandse particuliere of institutionele beleggers die zich aangetrokken voelen tot een onrechtstreekse investering in logistiek vastgoed en het bekomen van een mooi dividendrendement met een matig risicoprofiel.
Het aandeel Montea is sinds oktober 2006 genoteerd op Euronext Brussels (MONT) en sinds december 2006 op Euronext Paris (MONTP). Zij maakt deel uit van het compartiment C (Mid Caps).
Op grond van de slotkoers op 31/12/2024 (€ 63,30) noteerde het aandeel Montea 18% onder de waarde van de EPRA NTA.
De raad van bestuur van de Enige Bestuurder zal op de algemene vergadering van Montea van 20 mei 2025 voorstellen om een bruto dividend uit te keren van € 3,74 bruto per aandeel wat overeenstemt met € 2,618 netto per aandeel1 .
| BEURSPERFORMANTIE | 31/12/2024 | 31/12/2023 |
|---|---|---|
| Beurskoers (€) | ||
| Bij afsluiting | 63,30 | 86,20 |
| Hoogste | 86,00 | 88,20 |
| Laagste | 61,00 | 61,90 |
| Gemiddelde | 76,30 | 73,84 |
| NAV per aandeel (€) | ||
| IFRS NAV | 78,42 | 75,74 |
| EPRA NTA | 77,63 | 74,38 |
| Premie/discount t.o.v. IFRS NAV (%) | -19,3 | 13,8 |
| Dividendrendement(%) | 5,9 | 4,3 |
| Voorgestelde uitkering (€) | ||
| Bruto dividend per aandeel | 3,74 | 3,74 |
| Netto dividend per aandeel | 2,62 | 2,62 |
| Volume (aantal effecten) | ||
| Gemiddeld dagvolume | 19.815 | 18.366 |
| Periodevolume | 5.072.705 | 4.683.358 |
| Aantal aandelen in omloop per einde periode | 23.131.212 | 20.121.491 |
| Beurskapitalisatie (K €) | ||
| Beurskapitalisatie bij afsluiting | 1.464.206 | 1.734.473 |
| Ratio's (%) | ||
| "Velocity" | 22% | 23% |
Het geconsolideerde kapitaal van Montea op 31 december 2024 bedraagt € 471.412.726,19 inclusief de kosten van de kapitaalverhoging en de variaties in waarde van de eigen aandelen.
Het kapitaal wordt vertegenwoordigd door 23.131.212 volledig volstorte gewone aandelen zonder nominale waarde. Er zijn geen bevoorrechte aandelen. Elk van deze aandelen verleent één stemrecht op de algemene vergadering (met uitzondering van de eigen aandelen van de Vennootschap waarvan het stemrecht is
geschorst) en vertegenwoordigen de noemer voor doeleinden van kennisgevingen in het kader van de Transparantiereglementering. Het kapitaal kan verhoogd of verminderd worden conform de wettelijke bepalingen en de statuten. De Enige Bestuurder heeft de bevoegdheid om het kapitaal te verhogen binnen de verleende machtiging i.v.m. het toegestane kapitaal (voor meer details hierover, zie sectie 11.1.2 van dit geïntegreerd verslag en artikel 6.3 van de statuten van Montea).
Het aandeelhouderschap van Montea per 31 december 2024 is als volgt:
De informatie opgenomen in bovenstaande tabel is enkel gebaseerd op transparantiemeldingen die de Vennootschap conform de Transparantiereglementering heeft ontvangen en gaat ervan uit dat er niets is gewijzigd sinds de meest recente ontvangen transparantiemelding. De ontvangen transparantiemeldingen zijn beschikbaar op website van Montea.
Tot op de datum van publicatie van dit jaarlijks verslag heeft de Vennootschap geen enkele transparantiemelding ontvangen met betrekking tot een toestand na 31 december 2024.
De belangrijkste aandeelhouders hebben geen afwijkende stemrechten. Er zijn geen bekende regelingen waarvan de inwerkingstelling op een latere datum kan resulteren in een wijziging van de zeggenschap over de emittent.
De familie De Pauw handelt in onderling overleg en bestaat uit: • Dirk De Pauw, Marie De Pauw, Bernadette De Pauw, Dominika
(1) De roerende voorheffing op dividenden van gereglementeerde vastgoedvennootschappen bedraagt 30%, behoudens enkele uitzonderingen (art. 269 van het Wetboek van Inkomstenbelasting 1992).
(2) Het aantal aandelen in handen van bovenstaande aandeelhouders en het publiek werden bepaald in de veronderstelling dat het totaal aantal aandelen aangehouden door de aandeelhouders die verplicht zijn om een transparantiekennisgeving te doen overeenkomstig de wettelijke en statutaire bepalingen, niet is gewijzigd sinds hun meest recente
transparantiekennisgeving.
(3) Dit percentage is het percentage van het aantal stemrechten op moment van de transparantiekennisgeving.
Eenieder die rechtstreeks of onrechtstreeks stemgerechtigde effecten van de Vennootschap verwerft of overdraagt, moet de FSMA en de Vennootschap in kennis stellen van het aantal effecten dat hij/zij bezit wanneer de stemrechten verbonden aan zijn/haar stemgerechtigde effecten de statutair bepaalde drempel van 3% van het totaal aantal stemrechten verbonden aan de effecten van de Vennootschap, actief of passief onder- of overschrijdt.
Overeenkomstig artikel 6 van de Wet van 2 mei 2007 geldt éénzelfde kennisgevingsverplichting in geval de wettelijke drempels van 5%, 10%, 15%, enz. telkens per schijf van 5%-punten, actief of passief worden over- of onderschreden.
| 08/05/2025 | Tussentijdse verklaring – resultaten Q1 2025 (na beurstijd) |
|---|---|
| 09/05/2025 | Eerstekwartaalresultaten 2025 conference call (11u00) |
| 20/05/2025 | Algemene vergadering van aandeelhouders over het boekjaar 2024 (10u00) |
| 21/08/2025 | Halfjaarlijkse financieel verslag – resultaten Q2 2025 (na beurstijd) |
| 22/08/2025 | Halfjaarresultaten 2025 conference call (11u00) |
| 04/11/2025 | Tussentijdse verklaring - resultaten Q3 2025 (na beurstijd) |
| 05/11/2025 | Derdekwartaalresultaten 2025 conference call (11u00) |


| 7.1 | Verklaring inzake corporate governance | 168 |
|---|---|---|
| 7.2 | Beschrijving van de interne controle en risicobeheersystemen | 169 |
| 7.3 | Bestuurs-, leidinggevende en toezichthoudende organen en bedrijfsleiding 171 | |
| 7.4 | Belangenconflicten | 190 |
| 7.5 | Familiale verbanden tussen de aandeelhouders, bestuurders | |
| en effectieve leiders | 193 | |
| 7.6 | Informatie krachtens artikel 34 van het KB van 14 november 2007 | 193 |
| 7.7 | Verklaring van de raad van bestuur van de Enige Bestuurder | 196 |
| 7.8 | Remuneratieverslag | 196 |
De Vennootschap en de Enige Bestuurder leefden in 2024 de aanbevelingen van de Code 2020 en de wettelijke bepalingen inzake corporate governance na door die mutatis mutandis toe te passen op de organisatie van het bestuur binnen de Enige Bestuurder. Als bestuursorgaan van de Enige Bestuurder van de Vennootschap is het immers de raad van bestuur van de Enige Bestuurder die collegiaal beslist over de waarden en de strategie van Montea, over haar bereidheid om risico's te nemen en over de voornaamste beleidslijnen.
De structuur van Montea en haar Enige Bestuurder is aldus transparant met betrekking tot corporate governance. In het Corporate Governance Charter zoals laatst gewijzigd op 28 oktober 2021 en in deze verklaring inzake deugdelijk bestuur wordt dan ook met de term "raad van bestuur" de raad van bestuur van de Enige Bestuurder bedoeld.
De Vennootschap leeft de bepalingen van de Code 2020 na, met uitzondering van de hiernavolgende bepalingen:
• De remuneratie van de niet-uitvoerende bestuurders wordt niet deels uitbetaald in de vorm van aandelen van de Vennootschap, wat een afwijking vormt van aanbeveling 7.6 van de Code 2020. Het oogmerk van die aanbeveling is het belang van de niet-uitvoerende bestuurders te aligneren op het lange termijn aandeelhoudersbelang. Montea streeft als GVV naar een robuuste winst en dividend per aandeel, in lijn met het perspectief van een
langetermijnaandeelhouder. Die strategie is duidelijk weerspiegeld in de beoogde groei van het bedrijf, haar portefeuille en haar ESG-strategie, zoals goedgekeurd door de raad van bestuur. Er is dan ook geen onmiddellijke noodzaak om de niet-uitvoerende bestuurders, noch de onafhankelijke bestuurders, deels te betalen in aandelen. Dit standpunt wordt op regelmatige basis geëvalueerd.
De raad van bestuur is verantwoordelijk voor de evaluatie van de risico's die eigen zijn aan de Vennootschap en voor de opvolging van de doeltreffendheid van de interne controle.
Het uitvoerend management van de Vennootschap is op haar beurt verantwoordelijk voor het opzetten van een systeem van risicobeheer en de doeltreffendheid van de interne controle.
Montea organiseert het beheer van de interne controle en de risico's van de Vennootschap aan de hand van:
Daarbij gaat ook een bijzondere aandacht uit naar de betrouwbaarheid van het proces van rapportering en financiële informatieverstrekking.
De belangrijkste kenmerken van de controleomgeving bestaan uit:
Deze verklaring inzake deugdelijk bestuur beschrijft de belangrijkste regels die Montea heeft aangenomen in toepassing van de wetgeving en aanbevelingen inzake corporate governance en de manier waarop ze die heeft toegepast gedurende het boekjaar 2024. De toepasselijke wetgeving omvat niet alleen het WVV, maar ook de GVV Wet en het GVV KB.
Montea hanteert sinds 1 januari 2020 de Belgische Corporate Governance Code 2020 als referentiecode. Indien zij daarvan is afgeweken, licht zij dat toe in onderstaande verklaring inzake deugdelijk bestuur in overeenstemming met artikel
3:6, §2 WVV. Daarbij wordt rekening gehouden met de omvang van het bedrijf en de aard van haar activiteiten.
Deze verklaring inzake deugdelijk bestuur maakt deel uit van het jaarverslag overeenkomstig artikel 3:6, §2 WVV.
Montea is opgericht als een naamloze vennootschap en heeft slechts één statutair benoemde bestuurder, Montea Management NV, welke op haar beurt is opgericht als een naamloze vennootschap met een monistisch bestuur.
De persoon belast met het risicobeheer van de Vennootschap stelt een lijst op van alle risico's die jaarlijks in het auditcomité geëvalueerd wordt. De voor de Vennootschap voldoende specifieke en materiële risico's worden besproken in het hoofdstuk "Risicofactoren" van dit verslag.
De specifieke controlewerkzaamheden van de Vennootschap kunnen worden onderverdeeld in de volgende categorieën:
De algemene communicatie binnen de Vennootschap is aangepast aan haar omvang en is voornamelijk gebaseerd op algemene personeelscommunicatie, interne werkvergaderingen en algemeen e-mailverkeer.
De communicatie over de financiële informatie wordt georganiseerd op kwartaal-, halfjaarlijkse en jaarlijkse basis. Jaarlijks wordt daarvoor een retroplanning opgesteld. Het interne boekhoudteam (lokale werknemers in België, Frankrijk en Nederland, bijstand van externe accountant in Duitsland) verschaft de boekhoudkundige cijfers. Die cijfers worden geconsolideerd en geverifieerd door het controlling team dat verslag uitbrengt bij de CFO.
De kwaliteit van de interne controle wordt in de loop van het boekjaar beoordeeld door:
De eindverantwoordelijkheid voor de interne audit ligt bij de effectieve leider Jo De Wolf.
In overeenstemming met het WVV en haar statuten wordt Montea bestuurd door Montea Management NV. Montea Management NV werd benoemd als statutaire enige bestuurder van Montea voor een periode t.e.m. 30 september 2026.
De Enige Bestuurder wordt op haar beurt extern vertegenwoordigd door haar vaste vertegenwoordiger, de heer Jo De Wolf.
De Enige Bestuurder wordt bestuurd door een raad van bestuur die zo is samengesteld dat Montea conform de GVV Wet en het GVV KB kan worden bestuurd en telt minstens drie onafhankelijke bestuurders in de zin van artikel 7:87 WVV juncto aanbeveling 3.5 van de Code 2020.
De corporate governance structuur van Montea kan schematisch als volgt worden weergegeven:
De personen die deel uitmaken van de bedrijfsleiding, alsook de Enige Bestuurder, hebben hun kantooradres op de zetel van Montea (uitsluitend voor aangelegenheden die betrekking hebben op Montea).
De structuur van Montea en haar Enige Bestuurder is transparant. Dat betekent dat alle regels van de GVV Wet en van het GVV KB van toepassing zijn op de Enige Bestuurder en haar bestuurders. Montea heeft de principes op het vlak van corporate governance uitgebreid tot de bestuurders van de Enige Bestuurder. Het benoemingsproces wordt geleid door de voorzitter van de raad van bestuur.
7.3.2.1 Benoeming – hoedanigheidsvereisten – samenstelling
De bestuurders worden benoemd door de algemene vergadering van de Enige Bestuurder bij gewone meerderheid uit een lijst van kandidaten, voorgedragen door de raad van bestuur, op advies van het remuneratie- en benoemingscomité. Met uitzondering van één aandeel aangehouden door Jo De Wolf, is de algemene vergadering van de Enige Bestuurder samengesteld uit de vijf kinderen van wijlen de heer Pierre De Pauw, die elk 20% van de aandelen aanhouden.
De leden van de raad van bestuur van de Enige Bestuurder zijn, conform artikel 14, §1 van de GVV Wet, uitsluitend natuurlijke personen. De bestuurders worden in principe benoemd voor een (hernieuwbare) periode van maximum vier jaar, dit om voldoende rotatie te garanderen.
De voordracht tot benoeming, herbenoeming of ontslag van de bestuurders wordt voorafgaandelijk ter goedkeuring voorgelegd en/of meegedeeld aan de FSMA in toepassing van artikel 14, §4, lid 4 van de GVV Wet.
Kandidaat-bestuurders of kandidaten tot herbenoeming als bestuurder worden door de raad van bestuur aan de aandeelhouders van de Enige Bestuurder voorgedragen op aanbeveling van het remuneratie- en benoemingscomité.
Vóór elke nieuwe (her)benoeming gebeurt een evaluatie van de bekwaamheden, kennis en ervaring die op dat moment reeds aanwezig zijn binnen de raad van bestuur. Dat zorgt voor de vereiste diversiteit en complementariteit inzake de diverse achtergronden en competenties van de bestuurders.
| Naam | Hoedanigheid/Functie | Aanvang eerste mandaat Einde mandaat | |
|---|---|---|---|
| Dirk De Pauw | Voorzitter van de raad van bestuur | 01/10/2006 | 20/05/2025 |
| Jo De Wolf | Uitvoerend bestuurder, Chief Executive Officer (CEO) | 30/09/2010 | 19/05/2026 |
| Peter Snoeck | Niet-uitvoerend bestuurder | 01/10/2006 | 20/05/2025 |
| Philippe Mathieu | Onafhankelijk, niet-uitvoerend bestuurder | 15/05/2018 | 20/05/2025 |
| Barbara De Saedeleer | Onafhankelijk, niet-uitvoerend bestuurder | 18/05/2021 | 16/05/2028 |
| Koen Van Gerven | Onafhankelijk, niet-uitvoerend bestuurder | 18/05/2021 | 16/05/2028 |
| Lieve Creten | Onafhankelijk, niet-uitvoerend bestuurder | 17/05/2022 | 20/05/2025 |
De leden van de raad van bestuur worden geëvalueerd op grond van volgende criteria:
Bij de selectie en evaluatie van de bestuurders wordt bijzondere nadruk gelegd op kennis en ervaring van ESG-gerelateerde aangelegenheden. Dit wordt ook duidelijk weerspiegeld binnen de huidige samenstelling van de raad van bestuur:
alle niet-uitvoerende onafhankelijke bestuurders beschikken over een ruime ervaring en aanzienlijke kennis van ESGgerelateerde aangelegenheden dankzij hun jarenlange ervaring (op C-level) bij Belgische en internationale (beursgenoteerde) bedrijven met een stevig track record inzake ESG (voor meer details zie sectie "curricula" hieronder).
Niet-uitvoerende bestuurders mogen niet meer dan vijf (5) bestuursmandaten in beursgenoteerde vennootschappen tegelijk bekleden. Eventuele wijzigingen in hun andere engagementen buiten Montea, worden ten gepaste tijde aan de voorzitter van de raad van bestuur gemeld.
Conform artikel 13 van de GVV Wet moeten minstens drie bestuurders onafhankelijk zijn in de zin van artikel 7:87 WVV juncto aanbeveling 3.5 van de Code 2020. Op heden voldoen vier bestuurders aan die onafhankelijkheidscriteria: Philippe Mathieu, Koen Van Gerven, Barbara De Saedeleer en Lieve Creten.
De raad van bestuur bestaat uit zeven leden en is per 31 december 2024 samengesteld als volgt:
Op de algemene vergadering van de Enige Bestuurder van 20 mei 2025 zullen volgende (her)benoemingen worden voorgelegd ter goedkeuring:
Hierna vindt u het beknopte curriculum van ieder van de bestuurders en de effectieve leiders met vermelding van de andere mandaten die zij als lid van de administratieve, beheer- of controleorganen in andere vennootschappen in de loop van de voorbije vijf jaar hebben vervuld (met uitzondering van de dochtervennootschappen van de Vennootschap).

Dirk De Pauw, geboren in 1956, is één van de stichtende aandeelhouders van Montea. Hij behaalde zijn diploma boekhouding en bedrijfsbeheer aan het IHNUS te Gent en volgde daarna aanvullende opleidingen aan de Vlerick Business School.
a) De mandaten die in de afgelopen vijf jaar zijn vervallen: tot 29 februari 2020 was Dirk De Pauw effectieve leider van Montea overeenkomstig artikel 14 van de GVV Wet. Tot december 2021 was Dirk De Pauw, als vaste vertegenwoordiger van DDP Management BV, bestuurder bij Project Planning Degroote CV. Hij was tevens bestuurder bij Tack Buro BV totdat deze entiteit begin 2022 werd gefuseerd met CLIPS NV. b) De lopende mandaten: Dirk De Pauw is voorzitter van de raad van bestuur van de Enige Bestuurder en, als vaste vertegenwoordiger van DDP Management BV, voorzitter van de investeringscomités van Montea.
Hij is tevens gedelegeerd bestuurder van CLIPS NV (sinds 1982), K&D Invest NV (sinds 2006) en Fadep NV (sinds 2018). Daarnaast is hij voorzitter van de raad van bestuur van Vastgoedgroep Degroote (sinds 2022).
Jo De Wolf, geboren in 1974, behaalde een Master in Applied Economics aan de KU Leuven, behaalde een MBA aan de Vlerick Business School en volgde het Master in Real Estate-programma aan de KU Leuven.
a) De mandaten die in de afgelopen vijf jaar zijn vervallen: Jo De Wolf was van juni 2021 tot juni 2024 bestuurder van The Shift VZW. b) De lopende mandaten: Jo De Wolf is uitvoerend bestuurder en gedelegeerd bestuurder van de Enige Bestuurder. Hij is tevens aangesteld als effectieve leider van Montea overeenkomstig artikel 14 van de GVV Wet. Daarnaast is hij sinds mei 2011 bestuurder van BVS-UPSI vzw (Beroepsvereniging van de Vastgoedsector). Sinds december 2016 is hij bestuurder van Good Life Investment Fund CV.
Hij is sinds januari 2020 voorzitter van de raad van bestuur (alsook onafhankelijke bestuurder) van Premier Development Fund 2 BV. Daarnaast is hij, sinds 15 mei 2023, onafhankelijk niet-uitvoerend bestuurder van Nextensa NV. Tot slot is hij sinds 8 mei 2024 onafhankelijk niet-uitvoerend bestuurder van Kinepolis Group NV. Hij oefent deze mandaten uit via Lupus Asset Management BV.
Jimmy Gysels, geboren in 1971, behaalde zijn diploma van industrieel ingenieur in Brussel. Hij behaalde daarna een postgraduaat in vastgoedkunde.
a) De mandaten die in de afgelopen vijf jaar zijn vervallen: Bestuurder in Pubstone NV en Pubstone Properties BV (beiden beëindigd in september 2019). b) De lopende mandaten: Jimmy Gysels is sinds 1 maart 2020 aangesteld als effectieve leider van Montea overeenkomstig artikel 14 van de GVV Wet.
Peter Snoeck, geboren in 1957, behaalde zijn diploma van industrieel ingenieur elektromechanica in Gent. Hij studeerde daarna bedrijfsbeheer aan de KUL en volgde een opleiding tot vastgoedmakelaar.
a) De mandaten die in de afgelopen vijf jaar zijn vervallen: n.v.t. b) De lopende mandaten: Van 2006 tot 2018 was Peter Snoeck uitvoerend bestuurder van de Enige Bestuurder. Sinds 2018 is hij benoemd als niet-uitvoerend bestuurder. Peter Snoeck is eveneens bestuurder van DBS-projects NV, DPCo NV, Immo Lux NV en Aerosolutions Onroerend Goed NV.
Philippe Mathieu, geboren in 1967, behaalde een diploma toegepaste economische wetenschappen (KU Leuven) en behaalde in 1990 eveneens een MBA-diploma.
a) De mandaten die in de afgelopen vijf jaar zijn vervallen: Als vaste vertegenwoordiger van Sobelder NV, CEO van ECS Corporate NV. Als vaste vertegenwoordiger van ECS Corporate NV, gedelegeerd bestuurder van ECS European Containers NV, DD Trans NV, 2XL NV, 2XL France SAS, 2XL UK en voorzitter van de raad van bestuur van 2XL NV en ECS Technics BV. Hij was ondervoorzitter van de raad van bestuur van De Warande vzw en bestuurder van VOKA West-Vlaanderen. b) De lopende mandaten: Philippe is onafhankelijk nietuitvoerend bestuurder bij de Enige Bestuurder en tevens voorzitter van het auditcomité. Hij is daarnaast, als vaste vertegenwoordiger van Sobelder NV, voorzitter van Invale NV. Bovendien is hij voorzitter van L-Care Fonds SON, gedelegeerd bestuurder van Sobelder NV en bestuurder van J. Zinner NV.
Barbara De Saedeleer, geboren in 1970, behaalde een masterdiploma in bedrijfs- en financiële wetenschappen, met een specialisatie in kwantitatieve bedrijfseconomie aan de VLEKHO Business School te Brussel. Ze bezit tevens een diploma inzake marketing.
b) De lopende mandaten: Onafhankelijk niet-uitvoerend bestuurder bij de Enige Bestuurder sinds 18 mei 2021. Daarnaast is Barbara onafhankelijk niet-uitvoerend bestuurder bij Beaulieu International Group NV, waar ze tevens voorzitter is van het auditcomité en lid van het remuneratiecomité, onafhankelijk niet-uitvoerend bestuurder bij UTB NV, en onafhankelijk niet-uitvoerend bestuurder bij Kolmont Holding BV.
Koen Van Gerven, geboren in 1959, studeerde af als handels- en bedrijfseconomisch ingenieur in de beleidsinformatica aan de KULeuven. Nadien behaalde hij een MBA aan Cornell University in de VS.
Bestuursmandaten bij bpost NV (tevens CEO, tot 2020), Voka vzw (tot 2020), VBO-FEB vzw (tot 2020) en Certipost NV (tot 2020). b) De lopende mandaten: Koen is onafhankelijk niet-uitvoerend bestuurder bij de Enige Bestuurder sinds 18 mei 2021. Daarnaast is Koen onafhankelijk niet-uitvoerend bestuurder bij: ING
Belgium NV (tevens voorzitter van het auditcomité en lid van het risicocomité), SDworx NV (tevens lid van het auditcomité), WorxInvest NV (tevens voorzitter van het auditcomité en lid van het remuneratiecomité), Universitair Ziekenhuis Gasthuisberg (tevens voorzitter van het bestuurscomité en voorzitter van het remuneratiecomité), Z.org Ku Leuven vzw (tevens voorzitter van de raad van bestuur en voorzitter van het remuneratiecomité), Algemeen Ziekenhuis Diest vzw (tevens voorzitter van de raad van bestuur en voorzitter van het remuneratiecomité), Plexus Ziekenhuis Netwerk vzw en KULeuven.
Lieve Creten, geboren in 1965, behaalde een masterdiploma als handelsingenieur aan de Katholieke Universiteit Leuven (België), alsook een postgraduaat in fiscale wetenschappen. Sinds 1995 is ze tevens een gecertificeerd accountant.
a) De mandaten die in de afgelopen vijf jaar zijn vervallen: Lid van het directiecomité van Deloitte België, onafhankelijk bestuurder en voorzitter van het auditcomité van Telenet NV, onafhankelijk bestuurder en lid van het auditcomité van Elia Beheer SA en Elia Belgium SA. b) De lopende mandaten: Onafhankelijk niet-uitvoerend bestuurder bij de Enige Bestuurder sinds 17 mei 2022. Daarnaast is Lieve onafhankelijk bestuurder, lid van het remuneratiecomité en voorzitter van het auditcomité van Barco NV, onafhankelijk bestuurder bij CFE NV en tevens voorzitter van het auditcomité en lid van het remuneratiecomité, voorzitter van de raad van bestuur van Unibreda NV, voorzitter van de raad van bestuur van Quest for Growth, lid van de raad van bestuur van Imelda Ziekenhuis Bonheiden, onafhankelijk bestuurder bij Triginta, onafhankelijk bestuurder bij Vias en lid van de raad van bestuur van Artsen zonder Grenzen Supply (België).
Montea Management NV handelt bij de uitvoering van haar opdracht als Enige Bestuurder in het exclusieve belang van Montea. De raad van bestuur heeft in dat kader, in het bijzonder, volgende opdrachten:
• definiëren van de strategie van Montea op middellange en lange termijn, het risicoprofiel en in het bijzonder de definitie van de sectoren en het geografische werkterrein in lijn met de wettelijke vereisten;
Dirk De Pauw, voorzitter en Jo De Wolf, CEO
en over een helder delegatiebeleid;
In 2024 is de raad van bestuur 11 keer samengekomen, waarvan zes fysieke vergaderingen en vijf telefonische vergaderingen. De bestuurders waren aanwezig zoals aangegeven in onderstaande tabel:
| Naam | Functie | Aanwezigheid 2024 1 |
|---|---|---|
| Dirk De Pauw | Voorzitter en uitvoerend bestuurder | 11 |
| Jo De Wolf | Gedelegeerd bestuurder | 11 |
| Peter Snoeck | Niet-uitvoerend bestuurder | 11 |
| Philippe Mathieu | Onafhankelijk, niet-uitvoerend bestuurder | 11 |
| Barbara De Saedeleer | Onafhankelijk, niet-uitvoerend bestuurder | 11 |
| Koen Van Gerven | Onafhankelijk, niet-uitvoerend bestuurder | 10 |
| Lieve Creten | Onafhankelijk, niet-uitvoerend bestuurder | 10 |
(1) In lijn met het remuneratiebeleid wordt geen zitpenning betaald voor telefonische vergaderingen. Er kan van dit principe uitzonderlijk worden afgeweken indien er een belangrijke voorbereidingstijd gevraagd wordt is voor een bepaalde telefonische vergadering, in 2024 was dit het geval voor één telefonische vergadering.


Jo De Wolf Uitvoerend bestuurder, Chief Executive Officer (CEO)
Dirk De Pauw Voorzitter van de raad van bestuur

Koen Van Gerven Onafhankelijk, niet-uitvoerend bestuurder

Barbara De Saedeleer Onafhankelijk, niet-uitvoerend bestuurder


Peter Snoeck Niet-uitvoerend, nietonafhankelijk bestuurder

Lieve Creten Onafhankelijk, niet-uitvoerend bestuurder

Philippe Mathieu Onafhankelijk, niet-uitvoerend bestuurder
178 179
Op de vergaderingen van de raad van bestuur werden onder meer volgende aangelegenheden behandeld:
Teneinde de werking van de raad van bestuur te optimaliseren, heeft de raad van bestuur volgende adviserende comités opgericht die de raad van bestuur moeten bijstaan en adviseren in hun specifieke domeinen;
In 2024 werd binnen Montea het ESG Steerco opgericht als informeel adviesorgaan ter ondersteuning van de voorbereiding, monitoring en uitwerking van de duurzaamheidsstrategie en -initiatieven binnen de groep.
Na elke vergadering ontvangt de raad van bestuur van elk comité een verslag over de bevindingen en aanbevelingen. Tussentijds wordt ad hoc informatie verstrekt aan de bestuurders en elke bestuurder kan te allen tijde alle informatie opvragen op eerste verzoek via de voorzitter van de raad van bestuur. Individuele bestuurders en leden van de comités kunnen te allen tijde via de voorzitter van de raad van bestuur, de raad van bestuur verzoeken om op kosten van de Vennootschap beroep te doen op externe deskundigen (juridische adviseurs, fiscale adviseurs enz.).
Conform artikel 4 van het Corporate Governance Charter van
Montea, wordt de raad van bestuur en zijn comités ondersteund door een Secretary General. Deze functie wordt uitgeoefend door Jörg Heirman.
De voorzitter van de raad van bestuur wordt door de raad van bestuur gekozen onder zijn leden. De voorzitter wordt aangesteld op basis van zijn kennis, vakkundigheid, ervaring en bemiddelingsvermogen.
De functie van voorzitter kan niet worden gecumuleerd met die van CEO.
De voorzitter heeft de bijzondere taak om:
De professionele ontwikkeling van de bestuurders wordt gegarandeerd door enerzijds de persoonlijke ontwikkeling van iedere bestuurder in zijn of haar eigen vakgebied, en anderzijds door het organiseren van verschillende in-house trainingen en seminaries.
In 2024 organiseerde Montea informele opleidingssessies voor de bestuurders, gegeven door interne en externe deskundigen, omtrent onder andere de evolutie van de logistieke vastgoedmarkt, de belangrijkste macro-economische evoluties, cybersecurity en digitale strategie, de mondiale evoluties inzake lange en korte termijn interesten en toekomstige EU Green Deal regelgeving.
De evaluatie van de bestuurders gebeurt op verschillende niveaus:
De bijdrage van elke bestuurder wordt jaarlijks individueel geëvalueerd door het remuneratie- en benoemingscomité, zodat indien nodig de samenstelling van de raad van bestuur kan worden aangepast. In geval van een herbenoeming vindt er een evaluatie plaats van de bijdrage van de betrokken bestuurder.
De raad van bestuur zorgt ervoor dat kan worden voorzien in de opvolging van de bestuurders. Hij zorgt ervoor dat alle benoemingen en herbenoemingen, zowel van uitvoerende als niet- uitvoerende bestuurders, toelaten om het evenwicht van bekwaamheden en ervaring binnen de raad van bestuur in stand te houden.
Bij het formuleren van zijn advies aan de raad van bestuur met betrekking tot te benoemen bestuurders, houdt het
remuneratie- en benoemingscomité rekening met de beoogde diversiteit binnen de raad van bestuur. Zulke diversiteit heeft niet louter betrekking op gender maar ook op andere criteria zoals bekwaamheden, ervaring en kennis. Een diversificatie van de raad van bestuur draagt bij tot een evenwichtige besluitvorming waarbij beslissingen worden genomen en mogelijke problemen worden afgehandeld door die vanuit verschillende oogpunten te analyseren.
De raad van bestuur van Montea telt momenteel twee vrouwelijke leden. Bovendien hebben de huidige leden van de raad van bestuur een diverse achtergrond zoals de vastgoedsector, logistieke sector, de farmaceutische sector, de postsector, de bancaire sector en de telecomsector.
Ook in de samenstelling van het uitvoerend management houdt de raad van bestuur in het bijzonder rekening met deze principes van diversiteit.
De raad van bestuur heeft drie gespecialiseerde comités opgericht die de raad moeten bijstaan en adviseren in hun specifieke domeinen: het auditcomité, het remuneratie- en benoemingscomité en de investeringscomités. Daarnaast werd in 2024 een ESG Steerco opgericht.
| Samenstelling auditcomité |
|---|
| Het auditcomité werd opgericht conform artikel 7:99 WVV en staat |
| de raad van bestuur bij in de vervulling van diens toezichtstaak |
| op de interne en externe controle in de ruime zin van het woord. |
| Het auditcomité bestond in 2024 uit de volgende |
| niet-uitvoerende onafhankelijke bestuurders: |
| • Philippe Mathieu, voorzitter van het auditcomité; |
| • Barbara De Saedeleer; |
| • Koen Van Gerven; |
• Lieve Creten.
| Naam | Functie | Aanwezigheid 2024 |
|---|---|---|
| Phillippe Mathieu | Onafhankelijk, niet-uitvoerend bestuurder en voorzitter | 5 |
| Barbara De Saedeleer | Onafhankelijk, niet-uitvoerend bestuurder | 5 |
| Koen Van Gerven | Onafhankelijk, niet-uitvoerend bestuurder | 5 |
| Lieve Creten | Onafhankelijk, niet-uitvoerend bestuurder | 5 |
Overeenkomstig artikel 7:99 WVV moet ten minste één lid van het auditcomité beschikken over de nodige deskundigheid op het gebied van boekhouding en audit. In dat verband kan worden verwezen naar de ruime ervaring en deskundigheid van het voltallige comité:
beroepservaring inzake M&A en (corporate) finance. Wanneer het auditcomité beraadslaagt met betrekking tot de jaarlijkse financiële audit kan desgewenst een externe financiële adviseur en/of de commissaris worden uitgenodigd. De leden van het auditcomité beschikken over een collectieve deskundigheid op het gebied van de activiteiten van Montea.
Het auditcomité is belast met de wettelijke taken beschreven in artikel 7:99 WVV. De taken van het auditcomité omvatten onder meer:
Daarnaast zal de aanbeveling tot (her)benoeming van de commissaris die door de raad van bestuur aan de algemene vergadering wordt gedaan, slechts kunnen gebeuren op voorstel van het auditcomité.
Het auditcomité brengt na iedere bijeenkomst verslag uit bij de raad van bestuur over de uitoefening van zijn taken.
In 2024 is het auditcomité vijf keer samengekomen, telkens via een fysieke vergadering:
Daarbij werden onder meer volgende aangelegenheden behandeld:
Tijdens drie vergaderingen van het auditcomité was de commissaris aanwezig. Op alle vergaderingen werden voorgaande punten tevens besproken met de CEO en de CFO.
De belangrijkste criteria voor het evalueren van het auditcomité en haar leden zijn ervaring op het vlak:
De evaluatie van de leden en de werking van het auditcomité gebeurt enerzijds op permanente basis door de collega's onderling en anderzijds door de voltallige raad van bestuur. Wanneer iemand vraagtekens heeft bij de bijdrage van een collega/lid, kan hij/zij dat bespreken met de voorzitter van de raad van bestuur. De voorzitter van de raad van bestuur kan dan, naar eigen goeddunken, de nodige stappen ondernemen.
Samenstelling remuneratie- en benoemingscomité De raad van bestuur heeft een remuneratiecomité opgericht conform artikel 7:100 WVV. Het remuneratiecomité treedt tevens op als benoemingscomité.
Het remuneratie- en benoemingscomité bestond in 2024 uit de volgende niet-uitvoerende onafhankelijke bestuurders:
| Deze samenstelling zorgt ervoor dat het comité beschikt over de nodige deskundigheid op het gebied van remuneratie-beleid omwille van hun ruime beroepservaring: |
|---|
| • Barbara De Saedeleer heeft onder meer relevante ervaring als regiodirecteur Corporate Banking Oost-Vlaanderen bij Paribas Bank – Artesia – Dexia, CFO en lid van het directiecomité bij Omega Pharma NV, Chief Investments and Operations Officer bij Ghelamco NV en onafhankelijk niet-uitvoerend bestuurder bij Beaulieu International Group NV, waar ze tevens lid is van het remuneratie- en benoemingscomité. |
| • Philippe Mathieu heeft onder meer relevante ervaring als voormalig voorzitter van de raad van bestuur en het remuneratie- en benoemingscomité en CEO van ECS Corporate NV en (voormalig) lid van verscheidene uitvoerende comités. |
| • Lieve Creten heeft onder meer relevante ervaring als lid van het remuneratiecomité en voorzitter van het auditcomité van Barco NV en als erkend bedrijfsrevisor, partner en lid van het directiecomité van Deloitte België. |
| Taken remuneratie- en benoemingscomité |
| Het remuneratie- en benoemingscomité neemt volgende activiteiten voor zijn rekening: |
| • voorstellen doen aan de raad van bestuur over het remuneratiebeleid van bestuurders en de leden van het uitvoerend management, alsook, waar toepasselijk, over de daaruit voortvloeiende voorstellen die door de raad van bestuur dienen te worden voorgelegd aan de aandeelhouders; • voorstellen doen aan de raad van bestuur over de individuele remuneratie van de bestuurders en de leden van het uitvoerend management, met inbegrip van variabele remuneratie en lange termijn bonussen al dan niet gebonden aan aandelen, in de vorm van aandelenopties of andere financiële instrumenten, en van vertrekvergoedingen, en waar toepasselijk, de daaruit voortvloeiende voorstellen die door de raad van bestuur dienen te worden voorgelegd aan de aandeelhouders; • de voorbereiding van het remuneratieverslag dat door de raad van bestuur wordt gevoegd in de verklaring inzake deugdelijk bestuur in het jaarverslag; • de toelichting van het remuneratieverslag op de jaarlijkse algemene vergadering van aandeelhouders; |
| • de jaarlijkse evaluatie van de prestaties van het uitvoerend management op basis van de overeengekomen prestatiemaatstaven en -doelstellingen; |
Het investeringscomité Frankrijk is samengesteld uit de volgende personen en is in 2024 samengekomen als volgt:
| Naam | Functie binnen Montea | Aanwezigheid 2024 |
|---|---|---|
| DDP Management BV, vertegenwoordigd door Dirk De Pauw |
Voorzitter raad van bestuur en investeringscomités | 5 |
| Jo De Wolf | Chief Executive Officer | 5 |
| Elijarah BV, vertegenwoordigd door Els Vervaecke |
Chief Financial Officer | 4 |
| PDM GCV, vertegenwoordigd door Peter Demuynck |
Strategie & innovatie | 5 |
| AVX BV, vertegenwoordigd door Xavier Van Reeth |
Landendirecteur België | 5 |
| Patrick Abel | Landendirecteur Duitsland | 3 |
| PSN Management BV, vertegenwoordigd door Peter Snoeck |
Niet-uitvoerend niet onafhankelijk bestuurder2 | 5 |
| LVW Int. BV, vertegenwoordigd door Dirk Lannoo |
Strategisch adviseur | 5 |
| Naam | Functie | Aanwezigheid 20241 |
|---|---|---|
| Philippe Mathieu | Onafhankelijk, niet-uitvoerend bestuurder | 3 |
| Barbara De Saedeleer | Onafhankelijk, niet-uitvoerend bestuurder | 3 |
| Lieve Creten | Onafhankelijk, niet-uitvoerend bestuurder | 3 |
• het opzetten van gepaste programma's inzake talentontwikkeling en het bevorderen van diversiteit in leiderschap.
Het remuneratie- en benoemingscomité is in 2024 drie keer bijeengekomen. De leden waren aanwezig zoals aangegeven in onderstaande tabel:
| DDP Management BV, |
|---|
| Elijarah BV, |
| SAS Casamagna, |
| LVW Int. BV, |
| Naam | Functie binnen Montea | Aanwezigheid 2024 |
|---|---|---|
| DDP Management BV, vertegenwoordigd door Dirk De Pauw |
Voorzitter raad van bestuur en investeringscomités | 4 |
| Jo De Wolf | Chief Executive Officer | 4 |
| Elijarah BV, vertegenwoordigd door Els Vervaecke |
Chief Financial Officer | 1 |
| Luc Merigneux | Landendirecteur Frankrijk | 4 |
| Gilles Saubier | Extern adviseur investeringscomité | 3 |
| SAS Casamagna, vertegenwoordigd door Laurent Horbette |
Extern adviseur investeringscomité | 3 |
| LVW Int. BV, vertegenwoordigd door Dirk Lannoo |
Strategisch adviseur | 4 |
Het investeringscomité Intern is samengesteld uit de volgende personen en is in 2024 samengekomen als volgt:
Daarbij werden onder meer volgende aangelegenheden besproken:
De CEO en CHRO wonen de vergaderingen van het remuneratieen benoemingscomité bij, met dien verstande dat ze de vergadering verlaten indien hun prestatie en/of vergoeding wordt besproken.
De werking van het remuneratie- en benoemingscomité wordt geëvalueerd aan de hand van de ervaring van haar leden op het vlak van personeelsmanagement, remuneratiebeleid, remuneratiesystemen en ervaring in andere remuneratie- en benoemingscomités.
De evaluatie van de leden en de werking van het remuneratie- en benoemingscomité gebeurt, enerzijds, op permanente basis door de collega's onderling en, anderzijds, door de voltallige raad van bestuur. Wanneer iemand vraagtekens heeft bij de bijdrage van een collega/lid, kan hij/zij dat bespreken met de voorzitter van de
raad van bestuur. De voorzitter kan dan, naar eigen goeddunken, de nodige stappen ondernemen.
Er zijn drie investeringscomités opgericht binnen Montea. Binnen het investeringscomité Nederland en het investeringscomité Frankrijk worden de investeringsdossiers voor respectievelijk Nederland en Frankrijk behandeld. Binnen het investeringscomité Intern worden de investeringsdossiers behandeld voor België en Duitsland.
De investeringscomités zijn belast met de voorbereiding van de investerings- en desinvesteringsdossiers voor de raad van bestuur. De investeringscomités volgen daarnaast de onderhandelingen met de verschillende tegenpartijen van Montea op. Deze onderhandelingen hebben voornamelijk betrekking op de verwerving en de vervreemding van vastgoed, het sluiten van belangrijke verhuurovereenkomsten en/of de overnames van vastgoedvennootschappen.
De creatie en het advies van de investeringscomités ontneemt geenszins enige beslissingsbevoegdheid aan de raad van bestuur die verantwoordelijk blijft en als enige kan beslissen over (des)investeringen.
Het investeringscomité Nederland is samengesteld uit de volgende personen en is in 2024 samengekomen als volgt:
In 2024 werd binnen Montea het ESG Steerco opgericht als informeel adviesorgaan ter ondersteuning van de voorbereiding, monitoring en uitwerking van de duurzaamheidsstrategie en -initiatieven binnen de groep. Het ESG Steerco staat onder leiding van Dirk Van Buggenhout, Chief Sustainability Officer, en is samengesteld uit leden van het uitvoerend management, interne kaderleden en externe duurzaamheidsexperten.
Het ESG Steerco kwam vier keer samen in 2024 en heeft o.m. over volgende punten beraadslaagd: roadmap voor verslaggeving in lijn met CSRD/Taxonomie, dubbele materialiteitsmatrix, installatie van Battery Energy Storage Systems op bepaalde sites en invoeren van sustainability scorecard in de besluitvorming m.b.t. (des)investeringsdossiers.
| 7.3.6.1 Samenstelling uitvoerend management, dagelijks bestuur en effectieve leiders |
|---|
| De raad van bestuur heeft de operationele leiding van Montea aan het uitvoerend management toevertrouwd. Het uitvoerend management bestaat op datum van dit verslag uit: |
| Naam | Functie binnen Montea | Aanwezigheid 2024 |
|---|---|---|
| DDP Management BV, vertegenwoordigd door Dirk De Pauw |
Voorzitter raad van bestuur en investeringscomités | 2 |
| Jo De Wolf | Chief Executive Officer | 2 |
| Elijarah BV, vertegenwoordigd door Els Vervaecke |
Chief Financial Officer | 2 |
| PDM GCV, vertegenwoordigd door Peter Demuynck |
Strategie en innovatie | 2 |
| BrightSite B.V., vertegenwoordigd door Hylcke Okkinga en Cedric Montanus |
Landendirecteurs Nederland | 2 |
| ADK Invest B.V., vertegenwoordigd door Ard De Keijzer |
Extern adviseur investeringscomité | 2 |
| Rien MTMA, vertegenwoordigd door Rien van den Heuvel |
Extern adviseur investeringscomité | 2 |
| VastG Advies, vertegenwoordigd door Rob Laurensse |
Extern adviseur investeringscomité | 1 |
| PSN Management BV, vertegenwoordigd door Peter Snoeck |
Niet-uitvoerend niet onafhankelijk bestuurder | 2 |
| LVW Int. BV, vertegenwoordigd door Dirk Lannoo |
Strategisch adviseur | 2 |

Het uitvoerend management wordt bij de uitvoering van zijn taken bijgestaan door de verschillende landendirecteuren en verantwoordelijken voor de verschillende corporate services:
Jo De Wolf en Jimmy Gysels werden aangesteld als effectieve leiders in de zin van artikel 14 van de GVV wet.
Het uitvoerend management is onder meer belast met:
• het afleggen van verantwoording en rekenschap aan de raad van bestuur over de uitoefening van zijn taken.
Het uitvoerend management is in het bijzonder belast met het beheer van het vastgoed, advies over en opvolging van het financieringsbeleid, het algemeen beheer van het personeel en het personeelsbeleid, het voorbereiden van alle wettelijk vereiste financiële en andere informatie en verslaggeving en het verstrekken van alle vereiste informatie aan het publiek of bevoegde instanties.
Het uitvoerend management werkt nauw samen in permanent overleg. Het beschikt over voldoende bewegingsruimte om de door de raad van bestuur goedgekeurde strategie te implementeren met inachtneming van de risicobereidheid van de Vennootschap. Belangrijke beslissingen worden bij consensus genomen. Wanneer het uitvoerend management niet tot een akkoord komt, wordt de beslissing overgelaten aan de raad van bestuur.
Het uitvoerend management komt wekelijks bijeen. Daarbij worden waar nodig ook de country directors en andere kaderleden nauw betrokken. Op die vergaderingen worden onder meer de operationele zaken besproken met betrekking tot de dagelijkse werking, de stand van zaken van de lopende projecten en verhuringen en de evaluatie van nieuwe projecten die bestudeerd worden.
Het uitvoerend management brengt geregeld verslag uit aan de raad van bestuur over de vervulling van zijn opdracht.
Het uitvoerend management voorziet de raad van bestuur van alle relevante bedrijfs- en financiële informatie. Hierbij worden onder andere verstrekt: kerncijfers, een analytische voorstelling van de resultaten versus het budget, een overzicht van de evolutie van de vastgoedportefeuille en de geconsolideerde jaarrekening (inclusief toelichting). Voorstellen van beslissingen die de raad van bestuur moet nemen, worden tijdens de raad van bestuur toegelicht door de CEO.
(1) uitgeoefend via een door hem/haar gecontroleerde vennootschap.
Het toezicht op het uitvoerend management komt toe aan de voltallige raad van bestuur van de Enige Bestuurder. Het uitvoerend management wordt geëvalueerd op basis van prestaties en doelstellingen.
Compliance is een onafhankelijke functie binnen Montea, gericht op het onderzoek naar en het bevorderen van de naleving door Montea van de regels die verband houden met haar activiteiten.
Regels betreffende compliance en integriteit zijn vervat in de functie van de compliance officer. De onafhankelijke compliance functie berust bij Jimmy Gysels, tevens Chief Property Manager van Montea.
De compliance officer is belast met het onderzoek naar en de bevordering van de naleving door de Vennootschap van de regels die verband houden met de integriteit van haar activiteiten. De regels betreffen zowel de regels die voortvloeien uit het beleid van de onderneming, het statuut van de onderneming, alsmede andere wettelijke en reglementaire bepalingen. Het betreft aldus een onderdeel van de bedrijfscultuur, waarbij de nadruk wordt gelegd op eerlijkheid en integriteit, het naleven van hoge ethische normen bij het zakendoen, en het naleven van de toepasselijke regelgeving. Zo is de compliance officer onder meer belast met het toezicht op de naleving van de regels inzake marktmisbruik, zoals die regels onder meer opgelegd worden door de Wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten en de Verordening (EU) nr. 596/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 betreffende marktmisbruik. Verder is hij eveneens belast met het toezicht op de naleving van de regels inzake belangenconflicten en de onverenigbaarheden inzake mandaten zoals voorgeschreven door de statuten en het Corporate Governance Charter en de toepasselijke wet- en regelgeving. De compliance officer wordt hierin bijgestaan door de Secretary General.
De compliance officer rapporteert aan de effectieve leider en CEO, Jo De Wolf.
Risico is een altijd aanwezig element in de bedrijfswereld. Montea identificeert in al haar processen de bestaande risico's en bouwt de nodige interne controles in om zodoende de blootstelling aan deze risico's te beperken.
Het bewustzijn van risico's in haar interne en externe omgeving wordt door de Vennootschap op verschillende niveaus uitgedragen naar haar medewerkers d.m.v. het goede voorbeeld door het management.
Het is de taak van de raad van bestuur om te waken over identificatie en de controle van de risico's. De raad van bestuur besteedt aandacht aan de verschillende risicofactoren waaraan de Vennootschap onderhevig is. De permanente evoluties op de vastgoedmarkten en de financiële markten vereisen een voortdurende opvolging van de risico's ter bewaking van de resultaten en de financiële situatie van de Vennootschap.
Het auditcomité dat de raad van bestuur bijstaat in de uitvoering van zijn toezicht, formuleert de nodige aanbevelingen naar de raad van bestuur betreffende risicobeheer en beheer van de financiële risico's. Het auditcomité houdt samen met het management en de commissaris toezicht op de belangrijkste risico's en de maatregelen om die risico's te beheersen.
Bij Montea is Jan Van Doorslaer (Finance & Risk Manager) belast met de risicobeheerfunctie. Hij is onder meer verantwoordelijk voor het opstellen, uitwerken, bewaken, actualiseren en implementeren van het risicobeheerbeleid en de risicobeheerfuncties. Hij rapporteert aan de effectieve leider en CEO, Jo De Wolf.
Interne audit is een onafhankelijke beoordelingsfunctie gericht op het onderzoek en de beoordeling van de goede werking, de doeltreffendheid en de efficiëntie van de interne controle. Interne audit staat de leden van de organisatie bij in de effectieve uitoefening van hun verantwoordelijkheden en voorziet hen in dit verband van analyses, evaluaties, aanbevelingen, advies en informatie omtrent de onderzochte activiteiten.
De reikwijdte van de interne audit omvat, in het algemeen, het onderzoek en de evaluatie van de aangepastheid en de doeltreffendheid van de interne controle evenals de degelijkheid waarmee toegewezen verantwoordelijkheden worden nagekomen.
De persoon belast met de interne audit besteedt aandacht aan de naleving van de beleidslijnen, de risicobeheersing (zowel van de
| Naam | Functie |
|---|---|
| Jo De Wolf | Chief Executive Officer |
| Elijarah BV, vertegenwoordigd door Els Vervaecke | Chief Financial Officer |
| Jimmy Gysels | Chief Property Management |
meetbare als van de niet-meetbare risico's), de betrouwbaarheid (met inbegrip van de integriteit, de correctheid en de volledigheid) en tijdigheid van de financiële en beheersinformatie alsmede van de externe rapportering, de continuïteit en betrouwbaarheid van de IT-systemen en de werking van de verschillende diensten binnen het bedrijf.
De persoon belast met de interne audit onderzoekt en beoordeelt de globale activiteit van Montea in al haar geledingen. Hij/zij maakt daarbij gebruik van verschillende types van audit, zoals:
De onafhankelijke interne auditfunctie werd vanaf 1 januari 2024 voor een periode van drie jaar extern gedelegeerd aan BDO, vertegenwoordigd door Steven Cauwenberghs. De eindverantwoordelijkheid voor de interne audit ligt bij de effectieve leider Jo De Wolf die over de vereiste professionele betrouwbaarheid en passende deskundigheid beschikt voor de uitoefening van die functie.
Euroclear Belgium NV is belast met de financiële dienst van de vennootschap.
De uitvoering van deze financiële dienst hield een totale kost in van € 28.934,65 (excl. btw) voor 2024. Deze fee behelst zowel een vaste fee per jaar als een variabele fee per uitgekeerd dividend voor de gedematerialiseerde aandelen.
Montea heeft geen werkzaamheden op het gebied van onderzoek en ontwikkeling.
In toepassing van artikel 7:96 WVV dient iedere bestuurder die, rechtstreeks of onrechtstreeks, een vermogensrechtelijk belang heeft dat strijdig is met een beslissing of handeling die valt onder de bevoegdheid van de raad van bestuur, dit te melden aan de andere leden van de raad van bestuur en mag hij/zij niet deelnemen aan de beraadslagingen en besluitvorming over die beslissing of handeling.
In toepassing van artikel 7:97 WVV moet iedere beslissing of handeling die verband houdt met een verbonden partij in de zin IAS 24, inclusief dochtervennootschappen waarin de controlerende aandeelhouder een deelneming van minstens 25% aanhoudt en inclusief beslissingen of verrichtingen van dochtervennootschappen, voorgelegd worden aan een comité van drie onafhankelijke bestuurders die een schriftelijk advies formuleren aan de raad van bestuur. Er zal ook een verslag door de commissaris worden opgesteld over de getrouwheid van de gegevens in het adviescomité. Ten slotte dient een persmededeling te worden gepubliceerd uiterlijk op het moment dat de beslissing wordt genomen, inclusief het advies van het onafhankelijk comité en de beoordeling van de commissaris. Uitzonderingen op die procedure zijn gebruikelijke beslissingen en verrichtingen aan marktconforme voorwaarden (en zekerheden), transactiewaarde ‹ 1% van het geconsolideerd netto-actief, beslissingen m.b.t. remuneratie, verkrijging of vervreemding van eigen aandelen, uitkering van interim-dividenden en kapitaalverhogingen in het kader van het toegestane kapitaal zonder beperking of opheffing van het voorkeurrecht.
In de loop van het boekjaar 2024 heeft de raad van bestuur de procedure voorzien in artikel 7:96 juncto 7:102, §1, tweede lid WVV in de hierna vermelde gevallen moeten toepassen. De procedure voorzien in artikel 7:97 WVV moest niet worden toegepast.
"[…] Jo De Wolf verklaart een belangenconflict te hebben m.b.t agendapunt 7., b), 3) (Remuneratie & variabele vergoeding uitvoerend management 2023/24) aangezien er in dit kader onder meer een beraadslaging en beslissing zal zijn omtrent (i) de evaluatie van de KPI's en toekenning van de korte termijn variabele vergoeding aan de CEO m.b.t. FY 2023, en (ii) de vaststelling van het bedrag en de KPI's van de korte termijn variabele vergoeding van de CEO m.b.t. FY 2024.
neemt de raad van bestuur kennis van volgend voorstel van het remuneratie- en benoemingscomité: […] Besluit: De raad van bestuur besluit unaniem om de voorgestelde KPI's voor de korte termijn targetbonus van het uitvoerend management voor boekjaar 2024.
De raad van bestuur is van oordeel dat deze korte termijn targetbonussen voor het uitvoerend management marktconform zijn en dat het in het belang is van de Vennootschap om deze korte termijn targetbonussen voorop te stellen zodat er een duidelijk doel is voor het uitvoerend management om de Vennootschap verder te doen groeien in 2024. […]"
Overeenkomstig artikel 7:96 Wetboek van vennootschappen en verenigingen, kan Jo De Wolf niet deelnemen aan de beraadslaging en besluitvorming van het betrokken agendapunt en dienen deze notulen de volgende vermeldingen te bevatten: aard van de verrichtingen, verantwoording van de genomen besluiten en de vermogensrechtelijke gevolgen van de verrichtingen voor de Vennootschap. Deze vermeldingen zijn opgenomen hierboven en onder het betrokken agendapunt. De commissaris van Montea zal in kennis worden gesteld van dit belangenconflict. […] De bestuurders nemen kennis van het overzicht wat betreft het uitvoerend management van het behalen van de KPI's voor de korte termijn targetbonus voor 2023 en de voorgestelde loon- en targetbonus aanpassingen voor 2024. Wat betreft de korte termijn variabele vergoeding voor het uitvoerend management voor het performance jaar 2023 wordt een overzicht gegeven van de achievements m.b.t. de vastgelegde KPI's en de korte termijn variabele vergoeding die in dit verband wordt voorgesteld voor de leden van het uitvoerend management (CEO / CFO / CPO). De voorgestelde korte termijn variable vergoeding voor 2023 voor de CEO is als volgt: € 291.250. Besluit: De raad van bestuur besluit unaniem om de voorgestelde korte termijn targetbonussen voor het uitvoerend management voor het boekjaar 2023 goed te keuren. Wat betreft de korte termijn targetdoelstellingen voor 2024 agendapunt 6. a) (Aandelenoptieplan (BE)) aangezien als onderdeel van dit agendapunt zal worden beraadslaagd en besloten over een aanbod van aandelenopties aan hem. Het aanbod van aandelenopties aan Jo De Wolf is in lijn met de aandelenoptieplannen die werden goedgekeurd tijdens de voorbije jaren. Dit aanbod is marktconform en in lijn met algemene aanbevelingen van deugdelijk bestuur om een deel van de incentives van het uitvoerend management te verlenen via aandelen, aandelenopties of gelijkaardige effecten. Overeenkomstig artikel 7:96 Wetboek van vennootschappen en verenigingen, kan Jo De Wolf niet deelnemen aan de beraadslaging en besluitvorming van het betrokken agendapunt en dienen deze notulen de volgende vermeldingen te bevatten: aard van de verrichtingen, verantwoording van de genomen besluiten en de vermogensrechtelijke gevolgen van de verrichtingen voor de Vennootschap. Deze vermeldingen zijn opgenomen hierboven en onder het betrokken agendapunt. De commissaris van Montea zal in kennis worden gesteld van deze belangenconflicten. Geen enkele bestuurder heeft een ander belangenconflict heeft m.b.t. de punten vermeld op de agenda. […] Er wordt een toelichting gegeven over het nieuwe aandelenoptieplan dat wordt voorgesteld om te worden goedgekeurd. Onder het nieuwe optieplan zouden opnieuw aandelenopties worden aangeboden aan de Belgische werknemers op basis van gelijkaardige voorwaarden als vorig jaar: […] De raad van bestuur gaat unaniem akkoord om […] 2.500 opties toe kennen aan Jo De Wolf. […]"
"[….] De voorzitter vraagt aan de bestuurders om enig mogelijk belangenconflict m.b.t. de agendapunten van deze vergadering kenbaar te maken.
Jo De Wolf verklaart een rechtstreeks belang van vermogensrechtelijke aard te hebben dat strijdig is met
In toepassing van artikel 37 van de GVV Wet moet de FSMA geïnformeerd worden wanneer bij een verrichting enig voordeel zou verkregen worden door in dit artikel opgesomde personen. De Vennootschap moet daarbij het belang van de geplande verrichting aantonen, alsook het feit dat de geplande verrichting zich situeert binnen de normale koers van haar ondernemingsstrategie. Die verrichtingen moeten ook tegen marktvoorwaarden gebeuren en dienen onmiddellijk openbaar gemaakt te worden. In toepassing van artikel 49, §2 van de GVV Wet zal de reële waarde, zoals vastgesteld door de vastgoeddeskundige, bij een transactie met de in artikel 37 opgesomde personen de maximumprijs zijn wanneer de Vennootschap vastgoed verwerft dan wel de minimumprijs zijn wanneer de Vennootschap vastgoed vervreemdt. Tevens moeten deze transacties toegelicht worden in het jaarverslag.
In de loop van het boekjaar heeft de Vennootschap artikel 37 van de GVV Wet tweemaal toegepast in het kader van de kapitaalverhoging ingevolge het keuzedividend (juni 2024) en in het kader van de kapitaalverhoging in geld binnen het toegestaan kapitaal met onherleidbaar toewijzingsrecht (oktober 2024) en dit betreffende volgende personen:
Er zijn geen belangrijke regelingen en/of overeenkomsten met belangrijke aandeelhouders, cliënten, leveranciers of andere personen op grond waarvan personen werden geselecteerd als lid van de bestuurs-, leidinggevende of toezichthoudende organen, dan wel als lid van de bedrijfsleiding.
Op 31 december 2024 zijn er, anders dan diegene vermeld in dit jaarlijks verslag, geen potentiële belangenconflicten tussen Montea, enerzijds, en de leden van de bestuurs-, leidinggevende of toezichthoudende organen en de leden van het uitvoerend management, anderzijds.
Er zijn geen nadere bijzonderheden over eventuele beperkingen waarmee de leden van de bestuurs-, leidinggevende of toezichthoudende organen en de leden van het uitvoerend management hebben ingestemd ten aanzien van de overdracht
binnen een bepaalde periode van de in hun bezit zijnde effecten van Montea.
Er zijn geen bekende regelingen waarvan de inwerkingstelling hiervan op een latere datum kan resulteren in een wijziging van de zeggenschap over Montea.
De familie De Pauw bestaat uit:
De familie De Pauw handelt in onderling overleg.
De heer Dirk De Pauw is voorzitter van de raad van bestuur van de Enige Bestuurder. Peter Snoeck, de echtgenoot van Dominika De Pauw, is niet-uitvoerend bestuurder.
Overeenkomstig artikel 34 van het KB van 14 november 2007 geeft Montea een opsomming van, en desgevallend toelichting, bij de volgende elementen, voor zover die elementen van aard zijn een gevolg te hebben in geval van een openbaar overnamebod.
Het kapitaal van de vennootschap bedraagt vierhonderdeenenzeventig miljoen vierhonderdentwaalfduizend zevenhonderdzesentwintig euro negentien eurocent (€ 471.412.726,19 EUR) en is vertegenwoordigd door drieëntwintig miljoen honderd eenendertigduizend tweehonderdentwaalf (23.131.212) aandelen zonder vermelding van nominale waarde, die elk één/ drieëntwintig miljoen honderd eenendertigduizend

tweehonderdentwaalfste (1/23.131.212ste) deel van het kapitaal vertegenwoordigen. Er zijn geen bevoorrechte aandelen. Elk van die aandelen verleent één stemrecht (met uitzondering van de eigen aandelen van de Vennootschap waarvan het stemrecht is geschorst) op de algemene vergadering en vertegenwoordigen dus de noemer voor doeleinden van kennisgevingen in het kader van de Transparantiereglementering. Het stemrecht wordt noch wettelijk noch statutair beperkt.
De overdracht van de aandelen van Montea is aan geen enkele wettelijke of statutaire beperking onderworpen.
Montea heeft geen houders van effecten waaraan bijzondere zeggenschapsrechten verbonden zijn, anders dan bepaalde vetorechten ten gunste van haar Enige Bestuurder (zie artikel 24 van de statuten).
7.6.4 Aandeelhoudersovereenkomsten die bekend zijn bij Montea en welke aanleiding kunnen geven tot beperking van de overdracht van effecten en/of de uitoefening van het stemrecht
Voor zover Montea er kennis van heeft, bestaan er geen aandeelhoudersovereenkomsten die aanleiding zouden kunnen geven tot beperkingen van overdracht van effecten en/of van de uitoefening van het stemrecht.
7.6.5 Mechanisme voor de controle van enig aandelenplan voor werknemers wanneer de zeggenschapsrechten niet rechtstreeks door de werknemers worden uitgeoefend
Montea heeft geen dergelijk aandelenplan voor werknemers.
Montea wordt geleid door Montea Management NV, welke statutair werd benoemd als enige bestuurder voor een periode tot en met 30 september 2026. Het belangrijkste gevolg van het feit dat Montea een enige bestuurder heeft, is dat op grond van de statuten de Enige Bestuurder een uitgebreide bevoegdheid heeft en een vetorecht voor bepaalde belangrijke beslissingen en statutenwijzigingen.
Montea Management NV wordt voor de uitoefening van de opdracht van statutaire enige bestuurder vast vertegenwoordigd, overeenkomstig artikel 2:51 WVV, door de heer Jo De Wolf.
De Enige Bestuurder kan op ieder ogenblik zijn ontslag indienen in de mate dat dat mogelijk is in het kader van de verbintenissen die hij tegenover Montea heeft genomen en in de mate dat dat ontslag Montea niet in moeilijkheden brengt.
Het mandaat van Enige Bestuurder kan uitsluitend worden ingetrokken door een gerechtelijke beslissing na een vordering die door de algemene vergadering van Montea op basis van gegronde redenen werd ingesteld. Wanneer de algemene vergadering zich over deze kwestie moet uitspreken, mag de Enige Bestuurder niet aan de stemming deelnemen. De Enige Bestuurder blijft zijn functie uitoefenen tot aan zijn ontslag ten gevolge van een gerechtelijke beslissing die kracht van gewijsde heeft.
De Enige Bestuurder moet zo zijn georganiseerd dat, binnen zijn raad van bestuur, ten minste twee natuurlijke personen op collegiale wijze instaan voor het toezicht op de persoon (personen) die belast is (zijn) met het dagelijks bestuur om zo te verzekeren dat de aldus gestelde handelingen in het belang zijn van Montea.
De leden van het bestuursorgaan van de Enige Bestuurder moeten natuurlijke personen zijn en de vereiste professionele betrouwbaarheid en vereiste ervaring bezitten, zoals vereist door de GVV Wet. In geval van verlies, uit hoofde van alle leden van het bestuursorgaan of het orgaan van dagelijks bestuur van de Enige Bestuurder, van de vereiste professionele betrouwbaarheid of de vereiste ervaring, zoals vereist door de GVV Wet, moet(en) de Enige Bestuurder of de commissaris een algemene vergadering van Montea bijeenroepen, met op de agenda de eventuele vaststelling van het verlies van die vereisten en de te nemen maatregelen. Indien slechts één of meer leden van de organen belast met het bestuur of het dagelijks bestuur van de Enige Bestuurder niet meer aan de hierboven vermelde vereisten voldoen, dan moet de Enige Bestuurder die binnen de maand vervangen. Wanneer die termijn is verstreken, dient een algemene vergadering van Montea te worden bijeengeroepen, zoals hierboven beschreven, zonder afbreuk te doen aan de maatregelen die de FSMA kan nemen in het kader van de uitoefening van haar bevoegdheden.
De opdracht van de Enige Bestuurder bestaat er met name in om alle handelingen te stellen die nuttig of nodig zijn voor de verwezenlijking van het voorwerp van Montea, met uitzondering evenwel van die handelingen die bij wet of overeenkomstig de statuten zijn voorbehouden aan de algemene vergadering van Montea.
Wat betreft de wijzigingen van de statuten van Montea wordt gewezen op de regels opgelegd door de GVV Wet en het GVV KB volgens dewelke, onder andere, elk ontwerp tot wijziging van de statuten op voorhand ter goedkeuring aan de FSMA dient te worden voorgelegd. Bovendien dienen artikel 24 van de statuten van Montea en de regels van het WVV te worden nageleefd.
De Enige Bestuurder is door de buitengewone algemene vergadering van 25 januari 2024 gemachtigd om het kapitaal in één of meerdere malen te verhogen. Voor meer details over deze machtiging wordt verwezen naar sectie 11.1.2 van dit jaarlijks verslag en artikel 6.3 van de statuten van Montea.
De Enige Bestuurder is gemachtigd voor een periode van vijf jaar te rekenen vanaf de publicatie in de Bijlagen tot het Belgisch Staatsblad van de beslissing van de buitengewone algemene vergadering van 9 november 2020, om voor rekening van de Vennootschap, de eigen aandelen van de Vennootschap te verwerven of in pand nemen (zelfs buiten de beurs) met een maximum van 10% van het totale aantal uitgegeven aandelen. Dit aan een eenheidsprijs die niet lager mag zijn dan 75%, en niet hoger dan 125%, van het gemiddelde van de slotkoers van
het aandeel Montea op de gereglementeerde markt Euronext Brussels gedurende de laatste 20 beursdagen vóór de datum van de transactie.
Het bestuursorgaan is expliciet gemachtigd om eigen aandelen van de Vennootschap te vervreemden aan één of meerdere bepaalde personen andere dan de leden van het personeel van de Vennootschap of haar dochtervennootschappen, mits naleving van het WVV. Het bestuursorgaan is tevens expliciet gemachtigd om eigen aandelen van de Vennootschap te vervreemden aan het personeel van de Vennootschap of haar dochtervennootschappen, zelfs indien de eigen aandelen meer dan twaalf maanden te rekenen van hun verkrijging zouden worden vervreemd.
De hierboven bedoelde machtigingen doen geen afbreuk aan de mogelijkheden, overeenkomstig de toepasselijke wettelijke bepalingen, voor het bestuursorgaan om aandelen van de Vennootschap te verkrijgen, in pand te nemen of te vervreemden indien daartoe geen statutaire machtiging of machtiging van de algemene vergadering vereist is, of niet meer vereist is.
Tijdens de periode van 14 november 2024 t.e.m. 29 november 2024 heeft Montea via een inkoopprogramma 50.000 eigen aandelen ingekocht voor een totale aankoopprijs van € 3.251.676,84. Op 31 december 2024 had de Vennootschap 123.827 eigen aandelen in eigendom (0,54% van het totaal aantal uitstaande aandelen).
Op datum van dit jaarlijks verslag heeft Montea 120.831 eigen aandelen in eigendom (0,52% van het totaal aantal uitstaande aandelen).
Er zijn geen belangrijke overeenkomsten waarbij Montea partij is en die van kracht worden, worden gewijzigd of die aflopen indien de controle over Montea zou wijzigen ten gevolge van een openbaar overnamebod, met uitzondering van de volgende overeenkomsten:
De kredieten die de Vennootschap afgesloten heeft en die bepalingen bevatten die afhankelijk zijn van een controlewijziging over de Vennootschap, werden overeenkomstig artikel 7:151 WVV door de algemene vergadering goedgekeurd en bekendgemaakt.
De raad van bestuur van de Enige Bestuurder van Montea verklaart dat:
aandelen van Montea bezitten per 31 december 2024, met uitzondering van Dirk De Pauw, Jo De Wolf, Peter Snoeck, PSN Management BV (vast vertegenwoordigd door Peter Snoeck), Els Vervaecke, Elijarah BV (vast vertegenwoordigd door Els Vervaecke), Jimmy Gysels en Koen Van Gerven.
• Er tot nu toe geen enkele optie op de aandelen van Montea werd toegekend, met uitzondering van opties toegekend aan sommige leden van het uitvoerend management en bepaalde personeelsleden.1
Dit remuneratieverslag heeft betrekking op alle remuneratie van de bestuurders en leden van het uitvoerend management dat werd toegekend tijdens of verschuldigd was in het boekjaar 2024. Het omvat de bedragen komende van Montea, haar perimetervennootschappen en de Enige Bestuurder.
Dit remuneratieverslag is opgesteld volgens de bepalingen van artikel 3:6 WVV en vormt een specifiek onderdeel van de Corporate Governance Verklaring van Montea.
Conform artikel 7:89/1 WVV en aanbeveling 7.3 van de Code 2020 heeft Montea op 18 mei 2021 een remuneratiebeleid aangenomen. Een aangepaste versie van het remuneratiebeleid werd goedgekeurd door de algemene vergadering van 17 mei 2022. Onderstaand remuneratieverslag werd opgesteld in lijn met het remuneratiebeleid van Montea. Teneinde een volledig beeld te hebben op de remuneratie van de bestuurders en leden van het uitvoerend management dat werd toegekend tijdens of verschuldigd was in het boekjaar 2024 dient dit remuneratieverslag samen gelezen te worden met het remuneratiebeleid van Montea. Het remuneratiebeleid kan worden geconsulteerd op de website van de Vennootschap (zie hier).
Montea zet zich in voor een transparante en continue dialoog met haar aandeelhouders en diens proxy advisors over de remuneratie alsook over andere governance aangelegenheden. Hun feedback over de inhoud van de remuneratieverslagen van vorige jaren werd in dit remuneratieverslag mee opgenomen. Op 21 mei 2024 keurde de algemene vergadering het remuneratieverslag over het prestatiejaar 2023 goed met een ruime meerderheid van 89,67% van de aanwezige en vertegenwoordigde stemmen goed. Bovendien waren er geen specifieke commentaren bezorgd aan Montea waarmee rekening moet worden gehouden bij de bezoldiging voor het prestatiejaar 2024.
De statuten van Montea voorzien dat de opdracht van Montea Management NV als Enige Bestuurder wordt vergoed. Deze vergoeding bestaat conform artikel 13 van de statuten van Montea
uit twee delen: een vast deel en een variabel deel. Het vaste deel van de vergoeding van de Enige Bestuurder wordt ieder jaar vastgelegd door de algemene vergadering van Montea. Deze forfaitaire vergoeding kan niet lager zijn dan € 15.000 per jaar en is in lijn met artikel 35, §1, 1e lid van de GVV wet. Het variabele gedeelte is gelijk aan 0,25% van het bedrag gelijk aan de som van het geconsolideerd nettoresultaat van de Vennootschap, met uitsluiting van alle schommelingen van de reële waarde van de activa en de afdekkingsinstrumenten. Deze vergoeding is in lijn met artikel 35, §1, 2de lid van de GVV Wet. De Enige Bestuurder heeft recht op terugbetaling van de daadwerkelijk gemaakte kosten die rechtstreeks verband houden met zijn opdracht en waar voldoende bewijs van wordt geleverd. In de loop van het boekjaar dat werd afgesloten op 31 december 2024, bedroeg de vergoeding van de Enige Bestuurder € 1.109.574,34 (excl. btw). Dit bedrag dekt in essentie de totale remuneratiekost van de raad van bestuur van de Enige Bestuurder, de vergoeding voor de gedelegeerd bestuurder en 7.8.2.1 Totale remuneratie in het boekjaar 2024 De leden van de raad van bestuur, en leden van het uitvoerend management werden in 2024 vergoed in lijn met het remuneratiebeleid. De leden van de raad van bestuur worden enkel vergoed via een vaste vergoeding en zitpenningen en krijgen geen variabele vergoeding. De leden van het uitvoerend management ontvangen zowel een vaste vergoeding als een (korte en lange termijn) variabele vergoeding. Wat betreft de zitpenningen voor de leden van de raad van bestuur die in overeenstemming met het remuneratiebeleid gerechtigd zijn om zulke vergoeding te ontvangen, werd in 2024 een zitpenning van € 2.200 per deelname toegekend voor vergaderingen van de raad van bestuur, het auditcomité en het remuneratie- en benoemingscomité en een zitpenning van € 2.200 per deelname voor vergaderingen van de investeringscomités. In lijn met het remuneratiebeleid worden er geen zitpenningen uitbetaald voor vergaderingen die telefonisch of schriftelijk plaatsvinden. Er kan van dit principe uitzonderlijk worden afgeweken indien er een belangrijke voorbereidingstijd gevraagd wordt voor een bepaalde
de werkingskosten van Montea Management NV. De definitieve toekenning van deze vergoeding aan de Enige Bestuurder wordt voorgelegd ter goedkeuring aan de jaarvergadering van 20 mei 2025. telefonische vergadering, in 2024 was dit het geval voor één telefonische vergadering van de raad van bestuur.
(1) Voor meer informatie, zie sectie 7.8.2.4.
Voor de bestuurders en het uitvoerend management leidde de in het remuneratiebeleid omschreven vergoeding tot volgende totale vergoeding voor het boekjaar 2024:
| TOTALE REMUNERATIE BESTUURDERS, LEDEN VAN DE INVESTERINGSCOMITES EN UITVOEREND MANAGEMENT | ||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| 1. Vaste remuneratie | 2. Variabele remuneratie | 3. | 4. | 5. | 6. | |||||
| Naam, positie | Basis vergoeding |
Zitpenningen1 | Bijkomende voordelen |
Eén jaar Meer jaren variabel variabel |
Uitzonderlijke Items |
Groeps verzekering |
Totale remuneratie |
Verhouding vaste en variabele remuneratie |
||
| Dirk De Pauw | € 255.000 | - | - | - | - | - | - | € 255.000 | Vast: 100% | Variabel: 0% |
| voorzitter van de raad van bestuur | € 69.000 | - | - | - | - | - | - | € 69.000 | Vast: 100% | Variabel: 0% |
| voorzitter van de investeringscomités2 | € 186.000 | - | - | - | - | - | - | € 186.000 | Vast: 100% | Variabel: 0% |
| Jo De Wolf | € 742.736 | - | € 5.120 | € 295.900 | - | - | € 41.212 | € 1.084.968 | Vast3 : 73% |
Variabel: 27% |
| gedelegeerd bestuurder | - | - | - | - | - | - | - | - | Vast: - | Variabel: - |
| lid van de investeringscomités | - | - | - | - | - | - | - | - | Vast: - | Variabel: - |
| CEO | € 742.736 | - | € 5.120 | € 295.900 | - | - | € 41.212 | € 1.084.968 | Vast: 73% | Variabel: 27% |
| Peter Snoeck | - | € 15.400 | - | - | - | - | - | € 15.400 | Vast: 100% | Variabel: 0% |
| niet-onafhankelijk, niet-uitvoerend bestuurder | - | - | - | - | - | - | - | - | Vast: - | Variabel: - % |
| lid van het investeringscomité Intern en Nederland4 | - | € 15.400 | - | - | - | - | - | € 15.400 | Vast: 100% | Variabel: 0% |
| Lieve Creten | € 20.000 | € 35.200 | - | - | - | - | - | € 55.200 | Vast: 100% | Variabel: 0% |
| onafhankelijk, niet-uitvoerend bestuurder | € 20.000 | € 17.600 | - | - | - | - | - | € 37.600 | Vast: 100% | Variabel: 0% |
| lid remuneratie- en benoemingscomité | - | € 6.600 | - | - | - | - | - | € 6.600 | Vast: 100% | Variabel: 0% |
| lid auditcomité | - | € 11.000 | - | - | - | - | - | € 11.000 | Vast: 100% | Variabel: 0% |
| Philippe Mathieu | € 35.000 | € 35.200 | - | - | - | - | - | € 70.200 | Vast: 100% | Variabel: 0% |
| onafhankelijk, niet-uitvoerend bestuurder | € 20.000 | € 17.600 | - | - | - | - | - | € 37.600 | Vast: 100% | Variabel: 0% |
| lid remuneratie- en benoemingscomité | - | € 6.600 | - | - | - | - | - | € 6.600 | Vast: 100% | Variabel: 0% |
| voorzitter en lid auditcomité | € 15.000 | € 11.000 | - | - | - | - | - | € 26.000 | Vast: 100% | Variabel: 0% |
| Barbara De Saedeleer | € 25.000 | € 35.200 | - | - | - | - | - | € 60.200 | Vast: 100% | Variabel: 0% |
| onafhankelijk, niet-uitvoerend bestuurder | € 20.000 | € 17.600 | - | - | - | - | - | € 37.600 | Vast: 100% | Variabel: 0% |
| voorzitster en lid remuneratie- en benoemingscomité | € 5.000 | € 6.600 | - | - | - | - | - | € 11.600 | Vast: 100% | Variabel: 0% |
| lid auditcomité | - | € 11.000 | - | - | - | - | - | € 11.000 | Vast: 100% | Variabel: 0% |
| Koen Van Gerven | € 20.000 | € 28.600 | - | - | - | - | - | € 48.600 | Vast: 100% | Variabel: 0% |
| onafhankelijk, niet-uitvoerend bestuurder | € 20.000 | € 17.600 | - | - | - | - | - | € 37.600 | Vast: 100% | Variabel: 0% |
| lid remuneratie- en benoemingscomité | - | - | - | - | - | - | Vast: - | Variabel: - | ||
| lid auditcomité | - | € 11.000 | - | - | - | - | - | € 11.000 | Vast: 100% | Variabel: 0% |
| Overige leden van het uitvoerend management | € 526.906 | - | € 19.642 | € 256.278 | - | - | € 12.826 | € 815.651 | Vast5 : 69% |
Variabel: 31% |
(1) In lijn met het remuneratiebeleid worden geen zitpenningen uitbetaald voor vergaderingen die telefonisch of schriftelijk plaatsvinden, tenzij dit uitzonderlijk gerechtvaardigd is in het kader van de omvang van de voorbereidingstijd voor een welbepaalde vergadering.
(2) Via DDP Management BV. Dit is de geconsolideerde vergoeding voor het voorzitterschap van alle investeringscomités binnen Montea.
(3) De verhouding tussen de vaste vergoeding en variabele vergoeding van Jo De Wolf is in lijn met de spreidingsregel voorzien in artikel
7:91 WVV omdat in 2022 een LTIP (cash) werd aangeboden aan de CEO (€ 700.000 @ target). Deze LTIP heeft betrekking op het behalen van
KPI's gemeten over een 5-jaar periode van 2022 t.e.m. 2026 en wordt, indien behaald, integraal uitbetaald begin 2027.
(4) Via PSN Management BV
(5) De verhouding tussen de vaste vergoeding en variabele vergoeding is in lijn met de spreidingsregel voorzien in artikel 7:91 WVV omdat in 2022 een LTIP (cash) werd aangeboden aan de CFO (€ 425.000 @ target) welke lid is van het uitvoerend management. Deze LTIP heeft betrekking op het behalen van KPI's gemeten over een 5-jaar periode van 2022 t.e.m. 2026 en wordt, indien behaald, integraal uitbetaald begin 2027.

De korte termijn variabele vergoeding van de CEO en de andere leden van het uitvoerend management is afhankelijk van vooraf vastgelegde prestatiecriteria gelinkt aan de strategische prioriteiten van Montea over de referentieperiode van één jaar. De concrete invulling en weging van iedere KPI werden in het begin van het boekjaar 2024 door de raad van bestuur, op advies van het remuneratie-en benoemingscomité, vastgelegd.
De evaluatie van het behalen van de KPI's en de eruit voortvloeiende korte termijn variabele vergoeding wordt finaal besloten door de raad van bestuur, op advies van het remuneratieen benoemingscomité.
De behaalde prestaties op elk van deze prestatiecriteria en de daaraan gekoppelde variabele vergoedingen zijn als volgt:
| Prestatiecriteria | Relatief gewicht Doelstelling 2024 | Realisatie | Prestatierating | Gemeten prestatie t.o.v. doelstelling |
Corresponderende vergoeding |
||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Jo De Wolf, CEO | |||||||
| Behalen van vooropgestelde groei van de vastgoedportefeuille in logistiek vastgoed |
25% | Totale CAPEX van 260 mio EUR waarvan minstens 200 mio EUR eigen ontwikkelingen en/of land bank |
Totale CAPEX van 438 mio EUR | Uitmuntend | 216% | € 127.829 | |
| Operationele marge | 10% | Target 87,8% | 88,50% | Uitmuntend | 118% | € 27.815 | |
| FINANCIEEL | Behalen van het vooropgestelde stijging van het vooropgestelde EPRA-resultaat per aandeel (EPS) |
25% | Groei van het EPRA-resultaat tot 4,55 EUR/aandeel € 4,55 (zonder rekening te houden met impact FBI regime 22-24) |
Op doel | 100% | € 59.180 | |
| Verhuuractiviteit | 10% | Bezettingsraad gemiddeld > 98% gedurende 2024 | 99,9% Uitmuntend |
125% | € 29.472 | ||
| 70% | |||||||
| Human Resources | 5% | Mentoring business development van landendirecteurs, inclusief oprichting ESG Steerco |
Uitgevoerd | Op doel | 100% | € 11.836 | |
| 5% | Doelgerichte sales competency training key personeelsleden |
Uitgevoerd | Deels behaald | 50% | € 5.918 | ||
| 5% Communicatie & marketing 5% |
Mapping Montea's client journey met als doel verhoging client satisfaction |
Deels uitgevoerd | Deels behaald | 50% | € 5.918 | ||
| NIET-FINANCIEEL | Verhogen visibiliteit Montea in elk van de landen waar zij actief is (top of mind in real estate) |
Uitgevoerd | Op doel | 100% | € 11.836 | ||
| 5% | Meten en in kaart brengen van duurzaamheidstargets | Uitgevoerd | Op doel | 100% | € 11.836 | ||
| Duurzaamheid | 5% | Introductie sustainability scorecard voor besluitvorming investeringsdossiers |
Uitgevoerd | Op doel | 100% | € 11.836 | |
| 30% | |||||||
| Totaal: | € 303.475 | ||||||
| Totaal toegekende vergoeding CEO1 : |
€ 295.900 | ||||||
| Prestatiecriteria | Relatief gewicht Doelstelling 2024 | Realisatie | Prestatierating | Gemeten prestatie t.o.v. doelstelling |
Corresponderende vergoeding |
|||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Overige leden van het uitvoerend management | ||||||||
| FINANCIEEL | Behalen van vooropgestelde groei van de vastgoedportefeuille in logistiek vastgoed |
25% | Totale CAPEX van 260 mio EUR waarvan minstens 200 mio EUR eigen ontwikkelingen en/of land bank |
Totale CAPEX van 438 mio EUR | Uitmuntend | 216% | € 118.236 | |
| Operationele marge | 10% | Target 87,8% | 88,50% | Uitmuntend | 118% | € 25.320 | ||
| Behalen van het vooropgestelde stijging van het vooropgestelde EPRA-resultaat per aandeel (EPS) |
25% | Groei van het EPRA-resultaat tot 4,55 EUR/aandeel (zonder rekening te houden met impact FBI regime 22-24) |
€ 4,55 | Op doel | 100% | € 46.831 | ||
| Verhuuractiviteit | 10% | Bezettingsraad gemiddeld > 98% gedurende 2024 | 99,9% | Uitmuntend | 125% | € 26.911 | ||
| 70% | ||||||||
| Human Resources | 5% | Mentoring business development van landendirecteurs, inclusief oprichting ESG Steerco |
Uitgevoerd | Op doel | 100% | € 7.796 | ||
| NIET-FINANCIEEL | 5% | Doelgerichte sales competency training key personeelsleden |
Uitgevoerd | Deels behaald | 50% | € 3.898 | ||
| Communicatie & marketing | 5% | Mapping Montea's client journey met als doel verhoging client satisfaction |
Deels uitgevoerd | Deels behaald | 50% | € 3.898 | ||
| 5% | Verhogen visibiliteit Montea in elk van de landen waar zij actief is (top of mind in real estate) |
Uitgevoerd | Op doel | 100% | € 7.796 | |||
| 5% | Meten en in kaart brengen van duurzaamheidstargets | Uitgevoerd | Op doel | 100% | € 7.796 | |||
| Duurzaamheid | 5% | Introductie sustainability scorecard voor besluitvorming investeringsdossiers |
Uitgevoerd | Op doel | 100% | € 7.796 | ||
| 30% | ||||||||
| Totaal toegekende |
vergoeding overige leden van het uitvoerend management: € 256.278
Wat betreft de korte termijn variabele vergoeding van de overige leden van het uitvoerend management heeft de Enige Bestuurder besloten om af te wijken van het remuneratiebeleid waar dit beleid bepaalt dat een overachievement op de korte termijn variabele vergoeding niet meer mag bedragen van 25% van de targetbonus. Zulke afwijking kan worden besloten door het bestuursorgaan op gemotiveerd advies van het remuneratie- en benoemingscomité indien dit nodig is om de langetermijnbelangen en duurzaamheid van de vennootschap te garanderen. Gelet op de uitzonderlijke prestaties tijdens 2024 heeft de Enige Bestuurder besloten
van deze bepaling af te wijken. Meer in het bijzonder wordt verwezen naar de uitmuntende prestaties op de KPI's i.v.m. operationele marge, EPS groei en bezettingsgraad. Daarnaast wordt verwezen naar het succesvol voltooien van verschillende kapitaalverhogingen in 2024 en het verkrijgen van een credit rating van Fitch. Gelet op deze uitzonderlijke prestaties wordt geoordeeld dat zulke afwijking gerechtvaardigd is. De bijdrage van de betrokken leden van het uitvoerend management is namelijk een cruciaal element om de duurzame lange termijn groei van het bedrijf naar de toekomst toe te bestendigen.
In 2022 werd een long term incentive plan aangeboden aan de CEO (€ 700.000 on target) en CFO (€ 425.000 on target). Dit plan heeft betrekking op het behalen van KPI's gemeten over een 5-jaar periode van 2022 t.e.m. 2026 en wordt, indien behaald, integraal uitbetaald begin 2027.
De KPI's (inclusief hun concrete invulling en weging) van dit plan werden, op advies van het remuneratie- en benoemingscomité, vastgesteld door de Enige Bestuurder en zijn gelinkt aan vooraf vastgelegde prestatiecriteria in lijn met de strategische
prioriteiten van Montea. Het behalen van de KPI's zal finaal worden geëvalueerd door de raad van bestuur en het remuneratieen benoemingscomité begin 2027. Een overachievement kan worden erkend zonder dat dit, conform het remuneratiebeleid, meer mag bedragen dan 50% van de totale on target lange termijn variabele vergoeding.
Anders dan hieronder vermeld bestaan er binnen Montea op 31 december 2024 geen long term incentive plans ten gunste van de bestuurders of leden van het uitvoerend management.
| Prestatiedoelstelling | Gemeten prestatie (per 31/12/2024) |
Relatief | gewicht Threshold | CAP |
|---|---|---|---|---|
| Portefeuille - groei van € 1,698 miljard naar € 2,848 miljard | In uitvoering | 25% | 50% | 150% |
| Waardecreatie – groei EPRA NTA van € 65,00/aandeel naar € 85,00/aandeel | In uitvoering | 25% | 50% | 150% |
| EPS – groei van € 3,75/aandeel naar € 5,25/aandeel | In uitvoering | 50% | 50% | 150% |
| Naam | Vertegenwoordigd door | Aantal aandelen |
|---|---|---|
| Jo De Wolf | - | 134.314 |
| Elijarah BV | Els Vervaecke | 836 |
| Els Vervaecke | - | 8.223 |
| Jimmy Gysels | - | 305 |
| PSN Management | Peter Snoeck | 1.167 |
| Peter Snoeck | - | 59.622 |
| Dirk De Pauw | - | 89.498 |
| Philippe Mathieu | - | - |
| Barbara De Saedeleer | - | - |
| Koen Van Gerven | - | 1.385 |
| Lieve Creten | - | - |
Montea heeft opnieuw een aandelenaankoopplan opgezet ten gunste van bepaalde werknemers en leden van het management van de Vennootschap. De begunstigden onder het aandelen aankoopplan hebben de mogelijkheid (doch niet de verplichting) om een bepaald aantal aandelen aan te kopen tegen een marktconforme prijs, die een korting bevat rekening houdende met o.a. een lock-up van 3,5 jaar.
| Onder dit aankoopplan werden er op 15 april 2025 1.000 aandelen aangekocht door Els Vervaecke1 . Deze aandelen werden |
|---|
| aangekocht aan een eenheidsprijs berekend als 83,33% van |
| de gemiddelde slotkoers van het aandeel Montea op Euronext Brussel gedurende de twintig beursdagen voorafgaand aan de |
| datum van het aanbod. |
| Een overzicht van het aandelenbezit van de leden van de bestuurs-, leidinggevende en toezichthoudende organen van Montea per 31 |
december 2024 is als volgt:
| Belangrijkste bepalingen van het aandelenoptieplan | Openingsbalans In de loop van het jaar |
Eindbalans | ||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Naam, positie | 1. Identificatie van het Plan |
2. Datum van aanbod |
3. Datum van verwerving |
4. Einde van de retentieperiode |
5. Uitoefen periode1 |
6. Uitoefenprijs |
7. Opties bij het begin van het jaar |
8. a) Aantal aangeboden opties b) Waarde onderliggende aandelen @ datum van aanbod |
9. a) Aantal verworven opties b) Waarde onderliggende aandelen @ datum van verwerving c) Waarde @ uitoefenprijs d) Meerwaarde @ datum van verwerving |
10. Opties toegekend en niet verworven |
11. Opties verworven en niet uitgeoefend |
|
| SOP 2020 | 18/12/2020 | 31/12/2023 | NVT | 01/03/2024 - 18/12/2030 | € 90,70 | 2.500 | a) 2.500 b) € 213.275 c) € 226.750 d) € 0 |
0 2.500 |
||||
| Jo De Wolf, CEO |
SOP 2021 | 22/12/2021 | 31/12/2024 | NVT | 01/03/2025 - 22/12/2031 | € 127,60 | 2.500 | a) 2.500 b) € 158.250 c) € 319.000 d) € 0 |
0 2.500 |
|||
| SOP 2023 | 15/12/2023 | 31/12/2026 | NVT | 01/03/2025 - 15/12/2033 | € 78,70 | 2.500 | 2.500 | 0 | ||||
| SOP 2024 | 12/12/2024 | 31/12/2027 | NVT | 01/03/2028 - 15/12/2034 | € 64,30 | 2.500 | a) 2.500 b) € 160.750 |
2.500 | 0 | |||
| Totaal | 5.000 | 5.000 | ||||||||||
| SOP 2020 | 18/12/2020 | 31/12/2023 | NVT | 01/03/2024 - 18/12/2030 | € 90,70 | 0 | a) 2.500 b) € 213.275 c) € 226.750 d) € 0 |
0 2.500 |
||||
| Jimmy Gysels, | SOP 2021 | 22/12/2021 | 31/12/2024 | NVT | 01/03/2025 - 22/12/2031 | € 127,60 | 2.500 | a) 2.500 b) € 158.250 c) € 319.000 d) € 0 |
0 2.500 |
|||
| Chief Property Manager |
SOP 2022 | 16/12/2022 | 31/12/2025 | NVT | 01/03/2026 - 16/12/2032 | € 65,60 | 5.000 | 2.500 | 0 | |||
| SOP 2023 | 15/12/2023 | 31/12/2026 | NVT | 01/03/2025 - 15/12/2033 | € 78,70 | 2.500 | 2.500 | 0 | ||||
| SOP 2024 | 12/12/2024 | 31/12/2027 | NVT | 01/03/2028 - 15/12/2034 | € 64,30 | 2.500 | a) 2.500 b) € 160.750 |
2.500 | 0 | |||
| Totaal | 7.500 | 5.000 | ||||||||||
| (1) De uitoefenperiodes zijn beperkt tot de periode van 1 maart t.e.m. 15 maart, 1 juni t.e.m. 15 juni, 1 september t.e.m. 15 september en 1 december t.e.m. 15 december van elk jaar en de laatste 2 maanden vóór hun vervaldatum t.e.m. deze vervaldatum. |
Montea heeft, net zoals in voorgaande jaren, in 2024 een aandelenoptieplan opgezet ten gunste van bepaalde leden van het (uitvoerend en niet-uitvoerend) management en bepaalde werknemers, discretionair aangewezen door de raad van bestuur op aanbeveling van het remuneratie- en benoemingscomité.
De begunstigden onder het aandelenoptieplan hebben de mogelijkheid om opties te verwerven met een looptijd van tien jaar en die kunnen uitgeoefend worden aan een prijs die gelijk is aan het laagste van (a) de slotkoers van het aandeel Montea op Euronext Brussel op de beursdag voorafgaand aan de datum van het aanbod; en (b) de gemiddelde slotkoers van het aandeel Montea op Euronext Brussel gedurende de periode van 20 beursdagen voorafgaand aan de datum van het aanbod. De opties worden definitief verworven ("vesting") na een periode van drie jaar.
Een overzicht van de aandelenopties aangeboden aan de leden van het uitvoerend management is als volgt:
Onderstaande tabel geeft een overzicht van de jaarlijkse verandering van de totale remuneratie, de ontwikkelingen en prestaties van Montea, de gemiddelde remuneratie van de werknemers en de verhouding tussen de hoogste remuneratie van de managementleden en de laagste remuneratie van de werknemers op basis van voltijds equivalent.
De Vennootschap interpreteert art. 3:6, §3, vijfde lid WVV zo dat de vereiste om de vijfjarige evolutie van de remuneratie ten opzichte van de prestaties van de Vennootschap en de gemiddelde remuneratie van de werknemers weer te geven slechts van toepassing is vanaf 2020. Bijgevolg worden de cijfers van voor 2020 niet opgenomen in onderstaande vergelijking.
| 2024 vs 2023 | 2023 vs 2022 | 2022 vs 2021 | |
|---|---|---|---|
| Jaarlijkse verandering in remuneratie van de leden van de raad van bestuur1 | |||
| Vaste remuneratie | -€ 6.800,00 | € 71.400,00 | € 39.300,00 |
| Variabele remuneratie | € 0,00 | € 0,00 | € 0,00 |
| Jaarlijkse verandering in remuneratie van de CEO | |||
| Vaste remuneratie | € 11.508,00 | € 77.560,00 | € 33.859,18 |
| Variabele remuneratie | € 4.650,00 | € 28.750,00 | € 42.500,00 |
| Jaarlijkse verandering in remuneratie andere leden van het uitvoerend management | |||
| Vaste remuneratie | € 3.410,00 | € 5.300,00 | € 42.877,00 |
| Variabele remuneratie | € 76.884,50 | € 19.140,00 | € 17.755,62 |
| Jaarlijkse verandering in de ontwikkeling van de prestaties | |||
| Groei van de portefeuille | + 22% | + 5% | + 28% |
| EPS | -3% | + 20% | + 9% |
| DPS | 0% | + 13% | + 9% |
| Bezettingsgraad | - 0,1% | + 0,6% | - 0,3% |
| Vastgoedresultaat | + 6% | + 16% | + 18% |
| EPRA-resultaat | + 10% | + 33% | + 12% |
| Jaarlijkse verandering in de gemiddelde remuneratie van werknemers2 | |||
| Belgische werknemers | + 4% | + 12% | + 2% |
| Nederlandse werknemers | + 3% | - 4% | + 6% |
| Franse werknemers3 | - 12% | + 1% | + 32% |
| Duitse werknemers3 | - 13% | 100% | - |
| Op geconsolideerde basis | + 2% | + 12% | + 10% |
| Ratio hoogste vergoeding management en laagste vergoeding werknemers4 | 17 | 16 | 16 |
Er werden geen vertrekvergoedingen toegekend of uitbetaald in het boekjaar 2024 aangezien geen enkel contract met leden van het uitvoerend management werd beëindigd.
In 2024 werd geen toepassing gemaakt van mogelijke terugvorderingsrechten.
In 2024 was de toepassing van het bezoldigingsbeleid voor de bestuurders en het uitvoerend management in overeenstemming met het remuneratiebeleid, met uitzondering van de afwijking zoals beschreven onder sectie 7.8.2.2.

(1) Voor deze berekening werd de vergoeding van de CEO, die tevens lid is van de raad van bestuur, niet meegerekend.
De vergoeding van de voorzitter van de raad van bestuur werd wel meegerekend.
(2) De weergegeven gemiddelde remuneratie is deze van alle werknemers zoals gedefinieerd naar Belgisch recht met uitzondering van personen die ook deel uitmaken van het uitvoerend management. De gemiddelde remuneratie van een werknemer is berekend op basis van de cijfergegevens weergeven in dit jaarverslag.
(3) De daling in Frankrijk en Duitsland is te wijten aan het feit dat beide teams verder zijn uitgebreid waardoor de bezoldiging van de country director minder doorweegt in het gemiddelde. (4) De ratio werd berekend op basis van totale kost aan de vennootschap. De variabele remuneratie wordt meegenomen in het jaar dat ook het prestatiejaar omvat (dit is alleen gelijk aan de korte termijn variabele cash vergoeding zoals hierboven beschreven).

| 8.1 | Risicofactoren gerelateerd aan de financiële situatie van Montea | 215 |
|---|---|---|
| 8.2 | Wettelijke en regelgevende risico's | 216 |
| 8.3 | Risico's verbonden aan vennootschapsrechtelijke structuur van Montea | 218 |
| 8.4 | Risico's verbonden aan de vastgoedportefeuille van Montea | 219 |
| 8.5 | Marktrisico's | 220 |
De korte- en/of langetermijnrentes op de (internationale) financiële markten kunnen sterk schommelen.
Met uitsluiting van de financiële overeenkomsten omtrent de andere financiële schulden1 en € 640 miljoen aan obligatieleningen, sluit Montea al haar financiële schulden af tegen een variabele rentevoet (bilaterale kredietlijnen aan EURIBOR 3maanden + marge). Een stijging in de rente zal financiering via vreemd vermogen in principe duurder maken voor de Vennootschap. Per 31 december 2024 bedraagt de totale financiële schuld die onderworpen is aan variabele interestvoeten € 282,6 miljoen.
| Om het risico van stijgende rentevoeten in te dekken, voert Montea een beleid dat erop gericht is 80% tot 100% van de rentevoeten van haar bestaande inclusief verwachte financiële schulden in te dekken. Op 31 december 2024 zijn de opgenomen bedragen onder de kredietlijnen en de obligatieleningen voor 97,8% ingedekt door indekkingsinstrumenten (swaps) of obligatieleningen met vaste rentevoet. Het indekkingspercentage is samengesteld uit 69,5% financiële schulden aan vaste interestvoeten en 28,3% aan variabele interestvoeten die zijn ingedekt. Een stijging van de korte termijn interestvoeten met 100 basispunten, berekend op datum van 31 december 2024, zou een stijging van de totale financiële kost met € 0,2 miljoen veroorzaken. |
|---|
| Voor een verdere uiteenzetting inzake de reële waarde van de financiële verplichtingen wordt verwezen naar sectie 9.2.5 (Toelichting 39: Reële waarde hiërarchie - Financiële verplichtingen). Meer informatie met betrekking tot de netto interest kosten kan worden teruggevonden in sectie 9.2.5 (Toelichting 15: Netto interest kosten) en voor toelichting met betrekking tot de interestlasten wordt verwezen naar sectie 5.4.4 (ondertitel: Interestlasten). Voor een verdere uiteenzetting inzake ons algemeen financieringsbeleid en onze financieringsstructuur wordt verwezen naar sectie 5.2.1 en 5.2.3. |
Hierna worden enkel de risicofactoren beschreven die door de Vennootschap als specifiek en materieel werden beschouwd. De niet-specifieke risico's, met name de risico's die niet alleen een onderneming als Montea betreffen, werden niet in dit overzicht opgenomen. Bovendien beoordeelt Montea het belang van het risico op basis van de waarschijnlijkheid dat het
zich zal voordoen en de verwachte omvang van het negatieve effect ervan overeenkomstig de Prospectusverordening. Conform punt 33 van de ESMA- richtsnoeren en artikel 16 van de Prospectusverordening worden per categorie de meest materiële risico's eerst vermeld.

(1) Montea heeft een financiële leasingschuld aangaande een lopende financiële overeenkomst van € 451.721 (< 0,1% van de totale financiële schuld).

Als gereglementeerde vastgoedvennootschap (GVV) geniet Montea een gunstig fiscaal stelsel. De resultaten (huurinkomsten en meerwaarden van verkopen verminderd met de bedrijfskosten en financiële lasten) zijn vrijgesteld van de vennootschapsbelasting op het niveau van de GVV (maar niet op het niveau van de dochtervennootschappen, met uitzondering van dochtervennootschappen die als gespecialiseerd vastgoedbeleggingsfonds (GVBF) kwalificeren). De dividenduitkeringen door een GVV zijn onderworpen aan een roerende voorheffing van, in principe, 30%. Aan dit gunstig fiscaal stelsel zijn er echter ook verplichtingen en beperkingen verbonden waaraan Montea zich dient te houden. Zo mag een GVV maximaal 20% van haar geconsolideerde activa beleggen in "ander vastgoed" zoals gedefinieerd in artikel 2, 5° vi tot xi van de GVV Wet. Per 31 december 2024 wordt deze grens niet overschreden door Montea.
Bij verlies van de erkenning van het statuut van GVV, wat een ernstig en aanhoudend verzuim door Montea van de naleving van de bepalingen van de GVV Wet of het GVV KB veronderstelt, zou Montea het voordeel van dit gunstig fiscaal stelsel verliezen.
Bovendien wordt het verlies van de erkenning als GVV in kredietovereenkomsten over het algemeen beschouwd als een aanleiding voor de vervroegde terugbetaling van bankkredieten (Montea heeft € 257,6 miljoen opgetrokken bankkredieten op 31 december 2024) waardoor de liquiditeit van Montea zou kunnen dalen. Ten slotte is Montea blootgesteld aan het risico van toekomstige wijzigingen van het wettelijk stelsel van GVV.
Voor het realiseren van haar vastgoedinvesteringen in Nederland diende Montea reeds vanaf 2013 een verzoek in voor toepassing van het fiscaal regime van de 'Fiscale Beleggingsinstelling' (hierna "FBI") (zoals bedoeld in artikel 28 van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969) m.b.t. Montea Nederland B.V. en haar dochtervennootschappen. In de loop van 2024 heeft de Nederlandse fiscus voor het boekjaar 2023 erkend dat de betrokken Nederlandse Montea entiteiten voldoen aan de FBI vereisten en dat derhalve geen vennootschapsbelasting was verschuldigd over deze periode.
In de resultaten voor 2024 houdt Montea voorzichtigheidshalve nog rekening met de mogelijkheid dat het FBI-statuut voor 2024 geweigerd zou kunnen worden. In die zin werd een extra belastingvoorziening van € 1,9 miljoen in het EPRA-resultaat van 2024 opgenomen, zijnde het verschil tussen het fiscaal statuut van FBI en de regulier belaste sfeer. Deze extra voorziening heeft, bij een latere toekenning van het FBI-statuut, een positief effect op het toekomstig EPRA-resultaat.
Doordat Montea het FBI-statuut toegekend gekregen heeft voor de periode 2015 t.e.m. 2023 is Montea gesterkt in haar overtuiging dat ze ook voor 2024 voldoet aan alle voorwaarden om het FBI-statuut te kunnen claimen. Naast een toekomstige positieve impact op het EPRA-resultaat, zou ook de toekenning van het FBI-statuut ook een positieve impact hebben op het portefeuilleresultaat van € 15,6 miljoen via terugname van de voorziene latente belasting op het vastgoed, zoals berekend per 31/12/2024. Een weigering van toelating tot het statuut zou geen impact hebben op het ingeschatte EPRA-resultaat.
De aangekondigde vastgoedmaatregel werd via het Belastingplan 2024 omgezet in wetgeving, waardoor FBI's vanaf 2025 niet langer rechtstreeks in Nederlands vastgoed kunnen beleggen. Dit impliceert dat Montea Nederland B.V. en haar dochtervennootschappen vanaf 2025 niet langer aanspraak kunnen maken op het FBI-statuut. De Nederlandse Belastingdienst trof flankerende maatregelen om het herstructureren van vastgoed-FBI's te faciliteren, zoals bijvoorbeeld vrijstelling van overdrachtsbelasting. Voor een verdere uiteenzetting inzake FBI wordt verwezen naar sectie 11.5.4.
Voor haar investeringen in vastgoed in Frankrijk heeft Montea gekozen voor het fiscaal stelsel van de "Sociétés d'Investissements Immobiliers Cotées" (hierna SIIC), conform artikel 208-C van de Code Général des Impôts français. Het belangrijkste voordeel van dat stelsel bestaat in een vrijstelling van Franse vennootschapsbelasting, op voorwaarde dat wordt voldaan aan een uitkeringsverplichting voor bepaalde vastgoedinkomsten (huurgelden, gerealiseerde meerwaarden op vastgoed, vastgoedinkomsten uit dochtervennootschappen), grotendeels naar het voorbeeld van het regime van de GVV in de Belgische vennootschapsbelasting.
Om haar activiteiten en investeringen te financieren is Montea in hoge mate afhankelijk van haar vermogen om financiële middelen op te halen. Dat vermogen kan worden verstoord door verschillende (externe) factoren, bv. verstoringen van de internationale financiële schuld- en aandelenkapitaalmarkten, een vermindering van de kredietverleningscapaciteiten van banken, een verslechtering van de kredietwaardigheid van Montea, een negatieve perceptie van beleggers ten aanzien van vastgoedvennootschappen, enz. Elk van deze gebeurtenissen zou ertoe kunnen leiden dat Montea problemen ervaart om onder haar bestaande of nieuwe kredietfaciliteiten, of op de kapitaalmarkten, toegang te krijgen tot financiering. Dit kan potentieel leiden tot, onder andere, de onmogelijkheid om acquisities of projecten te financieren en een gebrek aan voldoende financiële middelen om interesten, operationele kosten en uitstaand kapitaal van leningen en/of obligaties op vervaldag (terug) te betalen.
Het liquiditeitsrisico wordt onder meer ingeperkt door de diversificatie van de financieringsbronnen: de totale financiële schuld bestaat voor 27,9% uit opgenomen kredietlijnen, 72,0% aan obligatieleningen en 0,1% aan andere financiële schulden (leasing). Bovendien voorziet Montea steeds een voldoende ruime liquiditeitsbuffer om aan haar korte termijn verplichtingen te voldoen. Op jaareinde bedraagt deze buffer € 204 miljoen.
Voor meer details over het financieringsbeleid van Montea wordt verwezen naar sectie 5.2.1.
Voor welbepaalde sites beschikt Montea over een opstalrecht of een concessierecht op openbaar domein. In het bijzonder wordt hierbij verwezen naar (i) de opstalovereenkomsten die Montea of haar dochtervennootschappen heeft afgesloten met Brussels Airport Company (BAC) voor sites gelegen in de luchthavenzone en (ii) de concessieovereenkomsten die Montea of haar dochtervennootschappen heeft afgesloten met North Sea Port of met De Vlaamse Waterweg1 .
Deze opstal- en concessierechten zijn beperkt in de tijd en kunnen tevens, omwille van redenen van algemeen belang, door de opstalgever/concessiegever worden beëindigd vooraleer hun voorziene eindduur is verstreken.
Het hiermee gepaard gaande risico voor Montea is tweeledig. Enerzijds riskeert Montea haar opstal- of concessierecht op de site, en daarom dus ook haar investering (i.e. haar gebouw(en) op de site), voortijdig te verliezen. Anderzijds riskeert Montea te worden blootgesteld aan schadeclaims vanwege de gebruiker(s) van dat (die) gebouw(en) omdat samen met het opstal- of concessierecht op de site, ook de gebruiksovereenkomst noodzakelijkerwijs voortijdig eindigt.
Globaal is € 473,6 miljoen (of 17,0% van de totale waarde) van de vastgoedportefeuille van Montea onderworpen aan dit risico op 31 december 2024. De geconsolideerde huurinkomsten gelieerd aan deze sites bedroegen € 26,7 miljoen (of 20,8% van het totaal aantal huurinkomsten) in 2024. Als de opstal- en concessierechten voor dit deel van de vastgoedportefeuille integraal vroegtijdig zouden worden beëindigd, zouden deze huurinkomsten naar de toekomst vervallen.
Dit tweeledig risico is evenwel quasi steeds ingeperkt (i) door bepalingen in de gebruiksovereenkomst krachtens dewelke, in geval van een dergelijke beëindiging, de gebruiker geen schadevergoeding kan claimen van Montea, en/of (ii) doordat in geval van een dergelijke beëindiging, de opstalgever / concessiegever krachtens de opstalovereenkomst / concessieovereenkomst is gehouden om de integrale schade van Montea (met in begrip van schadeclaims van de gebruiker) te vergoeden.
Tot op heden heeft dit risico zich niet voorgedaan.
Welbepaalde sites van Montea die gelegen zijn op openbaar domein of binnen luchthavenzones zijn onderworpen aan specifieke (veiligheids-)reglementeringen (bv. nachtvluchtregimes). Indien deze reglementeringen zouden wijzigen/verstrengen, kan dit een impact hebben op de verhuurbaarheid van de betrokken onroerende goederen of in sommige gevallen bepaalde contractuele beëindigingsmogelijkheden activeren voor de gebruikers. Globaal is € 50,2 miljoen (of 1,8% van de waarde) van de vastgoedportefeuille van Montea onderworpen aan dit risico op 31 december 2024. Gezamenlijk genereren deze assets € 3,7 miljoen aan huurinkomsten.
Tot op heden heeft dit risico onder deze gebruiksovereenkomsten zich niet voorgedaan.
(1) Of met één van haar rechtsvoorgangers: Waterwegen en Zeekanaal of De Scheepvaart. Meer informatie over de buiten balans verplichtingen hieraan gerelateerd kan worden teruggevonden in sectie 9.2.5 (Toelichting 43: Buiten balans verplichting).
(2) Meer informatie m.b.t. het SIIC-statuut kan worden teruggevonden in sectie 11.5.3
Aan het stelsel zijn een aantal bijzondere voorwaarden verbonden. Zo moet de vennootschap genoteerd zijn op een Franse of buitenlandse gereglementeerde markt en moet het voorwerp van de vennootschap in hoofdzaak bestaan in de verwerving of de bouw van onroerende goederen met het oog op verhuring of in het aangaan van een rechtstreekse of onrechtstreekse participatie in ondernemingen met een soortgelijk voorwerp.
Indien Montea haar statuut van SIIC zou verliezen, bv. doordat zij één of meerdere voorwaarden onder de Franse wet niet langer naleeft, is zij verplicht een aantal nabetalingen te doen in de Franse vennootschapsbelasting aan een tarief van 25%. Montea schat de jaarlijkse financiële impact in dergelijk geval op maximaal € 0,02 per aandeel op basis van het gerealiseerde resultaat van 2024, zonder hierbij rekening te houden met groeiassumpties van de portefeuille.
Niettegenstaande het feit dat een SIIC vrijgesteld is van Franse vennootschapsbelasting, houdt Frankrijk een bronheffing in op de niet-uitgekeerde winsten van een Frans bijkantoor (de zgn. branch remittance tax). Montea doet beroep op het dubbelbelastingverdrag tussen België en Frankrijk zodat deze Franse bronheffing resulteert in een tax leakage van 5% op de winst na belasting van het Frans bijkantoor. In 2021 hebben België en Frankrijk een nieuw dubbelbelastingverdrag afgesloten dat nog niet in werking is getreden. Montea verwacht dat de beperking van de Franse bronheffing niet langer van toepassing zal zijn zodra het nieuw dubbelbelastingverdrag in werking treedt (ten vroegste vanaf 2025). Ervan uitgaand dat het Frans bijkantoor als SIIC kwalificeert, is de jaarlijkse financiële impact een bijkomende bronheffing van 20%, zijnde het verschil tussen de zgn. branch remittance tax van 25% en de huidig toegepaste verlaagde bronheffing van 5%.
In haar hoedanigheid van controlerende aandeelhouder van de Enige Bestuurder1 , heeft de Familie De Pauw een belangrijke invloed, vermits zij bepaalt – rekening houdende met de wettelijke regels inzake corporate governance en het Corporate Governance Charter van Montea – wie bestuurder wordt van de Enige Bestuurder. De algemene vergadering van Montea kan bovendien slechts beraadslagen en besluiten wanneer de Enige Bestuurder aanwezig is. Tevens dient de Enige Bestuurder zijn instemming te geven bij de belangrijkste beslissingen van de algemene vergadering van Montea (met inbegrip van de wijziging van de statuten). Ten gevolge van dit statutaire vetorecht, en gezien de Enige Bestuurder vrijwel onafzetbaar is, kan de beslissingsmacht van de algemene vergadering van Montea worden geblokkeerd, waardoor voor Montea noodzakelijke of nuttige beslissingen niet kunnen worden genomen door de algemene vergadering. Hierdoor bestaat het risico dat de aan de aandelen verbonden stemrechten geheel of gedeeltelijk worden uitgehold.
Op het ogenblik dat Montea haar statuten zou wijzigen en zij een andere vorm dan een naamloze vennootschap met enige bestuurder zou aannemen of zij een andere enige bestuurder dan Montea Management NV zou benoemen, kan de voorziene clausule met betrekking tot een controlewijziging in de obligaties2 worden geactiveerd. Dit zou tot gevolg hebben dat elke obligatiehouder, door middel van een schriftelijke kennisgeving aan de zetel van Montea met een kopie aan de respectievelijke "agent", kan eisen dat zijn of haar obligaties onmiddellijk opeisbaar en terug betaalbaar worden verklaard tegen de nominale waarde samen met verworven interest (indien die er is) tot de datum van betaling, zonder verdere formaliteiten, tenzij dergelijke wanprestatie wordt rechtgezet of een verzaking van de obligatiehouders wordt bekomen.
Ook in de bilaterale kredieten kan dit de clausule met betrekking tot een controlewijziging activeren waardoor de betrokken financiële instellingen het recht zouden hebben om alle uitstaande bedragen op te eisen. Montea beschikte op 31 december 2024 over € 665 miljoen aan opgenomen obligatieleningen en € 257,6 miljoen aan kredietlijnen.
De vastgoedportefeuille van Montea wordt niet alleen uitgebreid door de verwerving van bestaande gebouwen, maar ook door ontwikkelingsprojecten. Dergelijke projecten houden soms andere risico's in dan de klassieke verwerving van bestaande gebouwen. Het gaat onder meer over de volgende potentiële risico's: het vinden van de juiste partners om de ontwikkeling uit te voeren, vertraging van de ontwikkeling of gebrekkige uitvoering (met verminderde huurinkomsten, uitstel of verlies van verwachte huurinkomsten tot gevolg), een stijging van de bouwkosten, organisatorische problemen in de toelevering van de nodige grondstoffen of materialen en het risico dat de nodige vergunningen niet toegekend dan wel aangevochten worden. Montea is hierbij in belangrijke mate onderhevig aan macroeconomische evoluties, zoals bv. een mogelijke stijging van de kostprijs van grondstoffen en bouwmaterialen en verstoringen in de toeleveringsketen ingevolge gewapende conflicten of anderszins. Het operationele team van Montea volgt deze risico's proactief op en wekelijks worden de lopende projecten besproken om timing en budget te monitoren. Bovendien doet Montea haar best om contracten te onderhandelen die deze risico's tot een minimum beperken, bv. stijgingen in de bouwkost worden waar mogelijk niet doorgerekend naar Montea, het bekomen van een bouwvergunning is een opschortende voorwaarde voor het project en de projecten waarin Montea investeert zijn zo veel mogelijk voorverhuurd.
Daarnaast sluit Montea soms voor build-to-suit projecten een overeenkomst af met een ontwikkelaar waarin Montea zich verbindt om tegen een vooraf afgesproken prijs het respectievelijke gebouw (of de vennootschap waartoe het gebouw behoort) te zullen aankopen, mits het vervullen van enkele opschortende voorwaarden. Deze opschortende voorwaarden hebben betrekking op o.a. het afleveren van de garantie, de eerste huurbetaling, het bekomen van de nodige vergunningen en de voorlopige oplevering van het gebouw. Als het gebouw later dan voorzien wordt opgeleverd of indien er één of meerdere opschortende voorwaarden niet zijn vervuld, kan Montea beslissen om het gebouw (of de vennootschap waartoe het gebouw behoort) niet (of pas later) over te nemen, wat een impact kan hebben op de vooropgestelde resultaten van Montea en haar toekomstige vastgoedportefeuille3 .
Montea wordt blootgesteld aan de risico's die verband houden met het vertrek van haar huurders en de heronderhandeling van hun huurovereenkomsten. Een hogere leegstand brengt bijkomende kosten met zich mee, met inbegrip van, maar niet beperkt tot, ten laste neming van normaal door te rekenen kosten (onroerende voorheffing, beheerskosten, etc.) en commerciële kosten met betrekking tot wederverhuring en/of neerwaartse herziening van de huurprijzen. Bovendien zal een verhoogde leegstand leiden tot een daling van de inkomsten en cashflows.
Montea hanteert een investeringsstrategie die onder meer gericht is op duurzaam en veelzijdig logistiek vastgoed, bestaande uit strategische toplocaties, multimodale sites, multifunctionele gebouwen en maximale benutting van ruimte. Montea beschikt over een professioneel team dat zich toelegt op het zoeken naar nieuwe huurders en het actief beheren van de relatie met haar klanten. Bovendien wordt leegstand vermeden en een stabiele cashflow van huurinkomsten verzekerd doordat een groot deel van de vastgoedportefeuille wordt verhuurd op basis van lange termijn huurovereenkomsten wat het mogelijk maakt om het risico op huurleegstand te spreiden.
Op 31 december 2024 lag de resterende looptijd van de huurovereenkomsten tot vervaldag op 5,9 jaar (exclusief zonnepanelen). De bezettingsgraad kwam op 31 december 2024 op 99,9%, zijnde een nagenoeg volledige verhuring van de vastgoedportefeuille.
De duurzaamheidsstrategie bepaalt hoe Montea zal bijdragen aan de klimaatdoelstellingen om zo de effecten van klimaatverandering zo goed mogelijk te beperken. De klimaatverandering brengt ook veranderende risico's met zich mee. Montea bouwt haar portefeuille op met deze veranderende noden in het achterhoofd.
Het belangrijkste, directe risico van de klimaatverandering ziet Montea in extreme weersomstandigheden. Schade door extreme weersomstandigheden en natuurrampen wordt evenwel gedekt door diverse verzekeringen waardoor de directe financiële impact (op korte en middellange termijn) hiervan bijgevolg niet als materieel wordt beschouwd. Een significante stijging van het aantal schadegevallen (bij Montea of in het algemeen) zou op langere termijn invloed kunnen hebben op de verzekerbaarheid van de portefeuille en de verzekeringspremies. Op vandaag heeft Montea geen materiële impact op haar portefeuille met betrekking tot dit risico ondervonden.
(1) Voor meer informatie m.b.t. de structuur van de Enige Bestuurder wordt verwezen naar sectie 7.1. (2) Meer informatie m.b.t. de financiële verplichtingen naar aanleiding van de obligaties kan worden teruggevonden in
sectie 9.2.5 (Toelichting 39: Reële waarde hiërarchie, ondertitel 4: Financiële verplichtingen). (3) Meer informatie over de vooropgestelde resultaten en de toekomstige vastgoedportefeuille van Montea kan worden teruggevonden in sectie 5.1.
Gelet op de omvang van de projecten waarin Montea investeert, bestaat het risico dat Montea te veel afhankelijk is van het voortbestaan van een activageheel of van een contractuele relatie met één bepaalde klant. De concentratie van het huurdersbestand kan de diversificatiegraad van de groep beïnvloeden en voor een terugval van inkomsten en cashflows zorgen wanneer een huurder vertrekt of financiële problemen heeft.
Om deze risico's te beperken en aan risicospreiding te doen, dient Montea overeenkomstig de GVV Wet een diversificatie van haar vastgoed te respecteren, dit op geografisch vlak, per type vastgoed en per categorie van huurder. Meer in het bijzonder mag Montea geen enkele verrichting uitvoeren die tot gevolg zou hebben dat meer dan 20% van haar geconsolideerde activa wordt belegd in vastgoed dat één enkel activageheel vormt, of dat dit percentage, indien het voor één of meerdere activagehelen al meer dan 20% zou bedragen, verder toeneemt.
Montea heeft steeds gestreefd naar een sterk gediversifieerd huurdersbestand, gespreid over meerdere sites. Per 31 december 2024 wordt voormelde diversificatiedrempel van 20% niet bereikt. De door de grootste huurder Jacky Perrenot gehuurde gebouwen vertegenwoordigen 6,5% van de totale jaarlijkse gecontracteerde huurinkomsten. De waarde van het grootste vastgoedgeheel in de portefeuille vertegenwoordigt 5,5% van de totale reële waarde van de portefeuille (site in Waddinxveen, verhuurd aan HBM Machines, Lekkerland, Isero & Dille & Kamille).
De opbrengst van de zonnepanelen staat voor 4,9% van de inkomsten.
De reële waarde van de vastgoedinvesteringen van Montea is onderhevig aan wijzigingen en hangt af van verschillende factoren, waarvan enkele extern zijn en waarover Montea dus geen controle heeft (zoals een dalende vraag of bezettingsgraad in de markten waarin Montea actief is, wijzigingen in de verwachte beleggingsrendementen of stijgingen van de transactiekosten met betrekking tot de verwerving of overdracht van vastgoed).
Daarnaast kan de waardering van vastgoed beïnvloed worden door een aantal kwalitatieve factoren, met inbegrip van, maar niet beperkt tot, de technische toestand ervan, bijkomende verplichtingen inzake duurzaamheid van gebouwen, de commerciële positionering, vereisten inzake kapitaaluitgaven voor inrichting, vestiging en indeling.
Elk kwartaal wordt de reële waarde van vastgoedbeleggingen door onafhankelijke vastgoeddeskundigen vastgesteld.
Een aanzienlijke daling van de reële waarde van haar vastgoed zou potentieel aanzienlijke verliezen met zich kunnen meebrengen wat potentieel een nadelige impact zou kunnen hebben op de resultaten en de financiële toestand van Montea, namelijk een negatieve beïnvloeding van het nettoresultaat en de NAV, een daling in de reële waarde van de vastgoedinvesteringen wat leidt tot een stijging van schuldgraad, en het gedeeltelijk of totaal onvermogen tot dividenduitkering indien gecumuleerde negatieve variaties van de reële waarde de uitkeerbare reserves zouden overschrijden.
Montea beschikt over een investeringsstrategie die gericht is op kwaliteitsvolle activa die stabiele inkomsten bieden en draagt zorg voor een adequate monitoring van haar activa, gecombineerd met een omzichtig schuldbeleid. Montea monitort haar schuldgraad en de evolutie van de reële waarde van haar vastgoedbeleggingen op regelmatige basis. We verwijzen naar sectie 9.2.5 (Toelichting 20: Vastgoedbeleggingen) voor een sensitiviteitsanalyse met betrekking tot de reële waarde van de vastgoedbeleggingen.


De hierna vermelde onderdelen van de jaarlijkse financiële verslagen van Montea voor de boekjaren 2022, 2023 en 2024 worden door verwijzing opgenomen en kunnen op de zetel of via de website (www.montea.com) van Montea worden geraadpleegd.
De geconsolideerde jaarrekeningen met betrekking tot de boekjaren 2022, 2023 en 2024 werden gecontroleerd door de commissaris van Montea. De verslagen van de commissaris kunnen worden teruggevonden onder de titel "Verslag van de commissaris aan de algemene vergadering van de vennootschap Montea NV" in de jaarlijkse financiële verslagen voor de boekjaren 2022, 2023 en 2024 van Montea, en deze omvatten een oordeel zonder voorbehoud.
Het kader voor de financiële verslaggeving werd niet gewijzigd.
(1) Er is geen wijziging van betekenis in de financiële of handelspositie van de groep welke zich heeft voorgedaan na het einde van de laatste verslagperiode waarvoor ofwel gecontroleerde financiële informatie, ofwel tussentijdse financiële informatie is gepubliceerd uitgezonderd deze opgenomen onder sectie Alternatieve Prestatie-indicatoren (APM's).
| pagina | ||
|---|---|---|
| JAARLIJKS FINANCIEEL VERSLAG 2022 | ||
| Jaarrekening, m.i.v. geconsolideerde jaarrekening, verslag van de commissaris en verkorte statutaire jaarrekening | 224-320; 390-394 | |
| Beheersverslag | 104-145 | |
| Vastgoedverslag | 372-383 | |
| JAARLIJKS FINANCIEEL VERSLAG 2023 | ||
| Jaarrekening, m.i.v. geconsolideerde jaarrekening, verslag van de commissaris en verkorte statutaire jaarrekening | 190-267; 336-340 | |
| Beheersverslag | 100-125 | |
| Vastgoedverslag | 320-329 | |
| JAARLIJKS FINANCIEEL VERSLAG 2024 | ||
| Jaarrekening, m.i.v. geconsolideerde jaarrekening, verslag van de commissaris en verkorte statutaire jaarrekening | 224-299, 366-371 | |
| Beheersverslag | 132-159 | |
| Vastgoedverslag | 352-359 | |
De door Montea gehanteerde APM's (Alternative Performance Measure), waaronder ook de EPRA prestatie-indicatoren, worden in deze publicatie aangeduid met een asterisk (*), in overeenstemming met de richtlijnen die door de ESMA (European Securities and Markets Authority) werden uitgevaardigd. Hierdoor wordt de lezer geïnformeerd wordt dat de definitie een APM betreft. De prestatie-indicatoren die bij IFRS-regels of bij wet bepaald zijn, alsook de indicatoren die niet gebaseerd zijn op de rubrieken van de balans of de resultatenrekening, worden niet beschouwd als APM's. De gedetailleerde berekening van de EPRA prestatie-indicatoren en van andere APM's die door Montea gebruikt worden, wordt in hoofdstuk 10 (sectie 10.1 en 10.2) van dit jaarverslag weergegeven.
| GECONSOLIDEERDE BALANS (in EUR x 1.000) | 31/12/2024 | 31/12/2023 | |
|---|---|---|---|
| I. | VASTE ACTIVA | 2.825.733 | 2.312.331 |
| A. Goodwill | 0 | 0 | |
| B. Immateriële vaste activa | 666 | 548 | |
| C. Vastgoedbeleggingen | 2.720.052 | 2.201.758 | |
| D. Andere materiële vaste activa | 72.861 | 82.962 | |
| E. Financiële vaste activa | 31.872 | 26.825 | |
| F. Vorderingen financiële leasing | 0 | 0 | |
| G. Handelsvorderingen en andere vaste activa | 282 | 239 | |
| H. Uitgestelde belastingen - activa | 0 | 0 | |
| I. Deelnemingen in geassocieerde vennootschappen en joint ventures vermogensmutatie | 0 | 0 | |
| II. | VLOTTENDE ACTIVA | 59.313 | 121.603 |
| A. Activa bestemd voor verkoop | 5.541 | 0 | |
| B. Financiële vlottende activa | 0 | 0 | |
| C. Vorderingen financiële leasing | 0 | 0 | |
| D. Handelsvorderingen | 34.158 | 28.331 | |
| E. Belastingvorderingen en andere vlottende activa | 50 | 780 | |
| F. Kas en kasequivalenten | 13.139 | 87.604 | |
| G. Overlopende rekeningen | 6.424 | 4.888 | |
| TOTAAL ACTIVA | 2.885.045 | 2.433.934 | |
| TOTAAL EIGEN VERMOGEN | 1.804.300 | 1.520.777 | |
| I. | Eigen vermogen toewijsbaar aan de aandeelhouders van de moedervennootschap | 1.804.300 | 1.518.263 |
| A. Kapitaal | 450.580 | 394.914 | |
| B. Uitgiftepremies | 570.794 | 423.586 | |
| C. Reserves | 611.401 | 580.953 | |
| D. Nettoresultaat van het boekjaar | 171.525 | 118.810 | |
| II. | Minderheidsbelangen | 0 | 2.514 |
| VERPLICHTINGEN | 1.080.745 | 913.157 | |
| I. | Langlopende verplichtingen | 1.005.764 | 820.997 |
| A. Voorzieningen | 0 | 0 | |
| B. Langlopende financiële schulden | 981.913 | 815.327 | |
| a. Kredietinstellingen | 260.930 | 105.488 | |
| b. Financiële leasing | 328 | 465 | |
| c. Andere | 720.655 | 709.374 | |
| C. Andere langlopende financiële verplichtingen | 8.275 | 495 | |
| D. Handelsschulden en andere langlopende schulden | 0 | 0 | |
| E. Andere langlopende verplichtingen | 0 | 0 | |
| F. Uitgestelde belastingen - verplichtingen | 15.576 | 5.175 | |
| II. | Kortlopende verplichtingen | 74.981 | 92.160 |
| A. Voorzieningen | 0 | 0 | |
| B. Kortlopende financiële schulden | 3.504 | 36.162 | |
| a. Kredietinstellingen | 0 | 33.333 | |
| b. Financiële leasing | 124 | 117 | |
| c. Andere | 3.380 | 2.712 | |
| C. Andere kortlopende financiële verplichtingen | 0 | 0 | |
| D. Handelsschulden en andere kortlopende schulden | 30.182 | 19.416 | |
| a. Exit taks | 0 | 2.738 | |
| b. Andere | 30.182 | 16.678 | |
| E. Andere kortlopende verplichtingen | 1.564 | 637 | |
| F. Overlopende rekeningen | 39.731 | 35.944 | |
| TOTAAL EIGEN VERMOGEN EN VERPLICHTINGEN | 2.885.045 | 2.433.934 |
(1) Het Geconsolideerd overzicht van de gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten vóór winstverdeling per 31 december houdt rekening met 21.005.929 aandelen, het gewogen gemiddelde aantal aandelen voor 2024. Het totaal aantal aandelen in omloop op het einde van het boekjaar 2024 bedraagt 23.131.212. Montea rapporteert in het geconsolideerd overzicht van de gerealiseerde en niet gerealiseerde resultaten vóór winstverdeling per 31 december 2024, het EPRA-resultaat per aandeel en het netto resultaat per aandeel, gebaseerd op het gewogen gemiddeld aantal aandelen.

| GECONSOLIDEERDE RESULTATENREKENING (in EUR x 1.000) | 31/12/2024 12 maanden |
31/12/2023 12 maanden |
||
|---|---|---|---|---|
| I. | Huurinkomsten | 115.101 | 106.985 | |
| II. | Terugnemingen overgedragen en verdisconteerde huren | 0 | 0 | |
| III. | Met verhuur verbonden kosten | 9 | -360 | |
| NETTO HUURRESULTAAT | 115.110 | 106.625 | ||
| IV. | Recuperatie van vastgoedkosten | 0 | 0 | |
| V. | Recuperatie van huurlasten en belastingen normaal gedragen door de huurder op verhuurde gebouwen | 13.132 | 12.468 | |
| VI. | Kosten van de huurders en gedragen door de eigenaar op huurschade en wedersamenstelling op het einde | 0 | 0 | |
| van de huur | ||||
| VII. Huurlasten en belastingen normaal gedragen door huurders op verhuurde gebouwen | -14.298 | -14.023 | ||
| VIII. Andere met verhuur verbonden inkomsten en uitgaven | 9.012 | 11.068 | ||
| VASTGOEDRESULTAAT | 122.956 | 116.139 | ||
| IX. X. |
Technische kosten Commerciële kosten |
-32 -72 |
-67 -190 |
|
| XI. | Kosten en taksen van niet verhuurde goederen | -227 | -137 | |
| XII. Beheerskosten vastgoed | -3.159 | -2.658 | ||
| XIII. Andere vastgoedkosten | -128 | -83 | ||
| VASTGOEDKOSTEN | -3.618 | -3.135 | ||
| OPERATIONEEL VASTGOEDRESULTAAT | 119.338 | 113.004 | ||
| XIV. Algemene kosten van de vennootschap | -11.257 | -10.077 | ||
| XV. Andere operationele opbrengsten en kosten | 785 | -157 | ||
| OPERATIONEEL RESULTAAT VOOR HET RESULTAAT OP DE PORTEFEUILLE | 108.866 | 102.769 | ||
| XVI. Resultaat verkoop vastgoedbeleggingen | 0 | 0 | ||
| XVII. Resultaat verkoop andere niet-financiële activa | 0 | 0 | ||
| XVIII. Variaties in de reële waarde van vastgoedbeleggingen | 85.400 | 11.870 | ||
| XIX. Ander portefeuilleresultaat | 0 | 0 | ||
| OPERATIONEEL RESULTAAT | 194.266 | 114.639 | ||
| XX. Financiële inkomsten | 1.267 | 866 | ||
| XXI. Netto interestkosten | -13.878 | -18.754 | ||
| XXII. Andere financiële kosten | -110 | -107 | ||
| XXIII. Variaties in de reële waarde van financiële activa en passiva | -2.733 | -14.043 | ||
| FINANCIEEL RESULTAAT | -15.453 | -32.038 | ||
| XXIV. Aandeel in het resultaat van geassocieerde vennootschappen en joint venture | 0 | 0 | ||
| RESULTAAT VOOR BELASTINGEN | 178.812 | 82.601 | ||
| XXV. Vennootschapsbelasting | -7.287 | 36.209 | ||
| XXVI. Exit taks | 0 | 0 | ||
| BELASTINGEN | -7.287 | 36.209 | ||
| NETTO RESULTAAT | 171.525 | 118.810 | ||
| Toerekenbaar aan: | ||||
| Aandeelhouders van de moedermaatschappij | 171.525 | 118.535 | ||
| Minderheidsbelangen | 0 | 275 | ||
| Aantal aandelen in omloop per einde periode | 23.131.212 | 20.121.491 | ||
| Gewogen gemiddeld aantal aandelen | 21.005.929 | 18.387.740 | ||
| NETTO RESULTAAT (gewoon/verwaterd) per aandeel / gewogen gemiddeld aantal aandelen (EUR) | 8,17 | 6,46 |
| VERKORT GECONSOLIDEERD GLOBAAL RESULTAAT (in EUR x 1.000) | 31/12/2023 12 maanden |
|
|---|---|---|
| Netto resultaat | 171.525 | 118.810 |
| Andere elementen van het globaal resultaat | -12.995 | 15.428 |
| Items die in het resultaat zullen worden genomen: | 0 | 0 |
| Impact op de reële waarde van geschatte mutatierechten en kosten bij hypothetische vervreemding van vastgoedbeleggingen |
0 | 0 |
| Variaties in het effectieve deel van de reële waarde van toegelaten indekkingsinstrumenten in een kasstroomafdekking |
0 | 0 |
| Items die niet in het resultaat zullen worden genomen: | 15.428 | |
| Impact van de variatie in de reële waarde van de zonnepanelen | -12.995 | 15.428 |
| GLOBAAL RESULTAAT | 134.238 | |
| Toerekenbaar aan: | ||
| Aandeelhouders van de moedermaatschappij | 158.531 | 133.963 |
| Minderheidsbelangen | 0 | 275 |
| VERKORT GECONSOLIDEERD GLOBAAL RESULTAAT (in EUR x 1.000) |
|---|
| Impact op de reële waarde van geschatte mutatierechten en kosten bij hypothetische vervreemding |
| Variaties in het effectieve deel van de reële waarde van toegelaten indekkingsinstrumenten in een |
| Toerekenbaar aan: |
Voor meer informatie omtrent ondervermelde tabel, verwijzen we
| GECONSOLIDEERD KASSTROOMOVERZICHT (in EUR x 1.000) | 31/12/2024 12 maanden |
31/12/2023 12 maanden |
naar sectie 9.2.5 Toelichting 29, 30, 31 en 32. |
|---|---|---|---|
| KAS EN KASEQUIVALENTEN IN HET BEGIN VAN HET BOEKJAAR | 87.604 | 67.766 | MUTATIE IN EIGEN VERMOGEN |
| NETTO KASSTROOM UIT OPERATIONELE ACTIVITEITEN (A)+(B)+(C) = (A1) | 115.670 | 111.974 | |
| Netto resultaat | 171.525 | 118.810 | |
| Netto interestkosten | 13.878 | 18.754 | |
| Financiële inkomsten | -1.267 | -866 | |
| Belastingen | 7.287 | -36.209 | |
| Meerwaarde (-)/minderwaarde (+) op verkoop van vastgoedbeleggingen | 0 | 0 | Impact op de reële waarde van de geschatte |
| Kasstroom uit operationele activiteiten voor aanpassing van niet-kaskosten en werkkapitaal (A) | 191.422 | 100.489 | mutatierechten en -kosten bij hypothetische vervreemding van vastgoedbeleggingen |
| Variaties in de reële waarde van de indekkingsinstrumenten | 2.733 | 14.043 | |
| Variaties in de reële waarde van vastgoedbeleggingen | -85.400 | -11.870 | Positieve variatie van de waarde van de |
| Op aandelen gebaseerde betalingskosten afgewikkeld in eigen vermogen | -2.942 | 515 | |
| Afschrijvingen en waardeverminderingen (toevoeging (+)/terugname (-)) op vaste activa | 367 | 336 | |
| Bijzondere waardeverminderingen op vorderingen, voorraden en overige activa | -10 | 335 | |
| Aanpassingen voor niet-kaskosten (B) | -85.252 | 3.359 | |
| Daling (+)/stijging (-) van handels- en overige vorderingen | -6.676 | 9.937 | |
| Daling (+)/stijging (-) van voorraden | 0 | 0 | |
| Stijging (+)/daling (-) van handels- en overige schulden | 16.175 | -1.811 | |
| Stijging (+)/daling (-) in de behoefte aan werkkapitaal (C) | 9.499 | 8.126 | |
| Ontvangen interesten | 0 | 0 | |
| Ontvangen dividenden | 0 | 0 | |
| Betaalde vennootschapsbelasting | 0 | 0 | |
| NETTO KASSTROOM UIT INVESTERINGSACTIVITEITEN (B1) | -419.647 | -86.337 | |
| Investeringen | -419.647 | -86.337 | |
| Betalingen verwervingen van vastgoedinvesteringen | -416.529 | -79.642 | Impact op de reële waarde van de geschatte |
| Betalingen verwervingen van gebouwen bestemd voor verkoop | 0 | 0 | mutatierechten en -kosten bij hypothetische vervreemding van vastgoedbeleggingen |
| Betalingen verwervingen van aandelen in vastgoedvennootschappen | -1.871 | -6.215 | |
| Aankoop overige materiële en immateriële vaste activa | -1.247 | -481 | Positieve variatie van de waarde van de |
| Desinvesteringen | 0 | 0 | |
| Ontvangsten uit verkoop vastgoedbeleggingen | 0 | 0 | |
| Ontvangsten uit verkoop van gebouwen bestemd voor verkoop | 0 | 0 | |
| Ontvangsten uit verkoop van aandelen in vastgoedvennootschappen | 0 | 0 | |
| NETTO FINANCIËLE KASSTROOM (C1) | 229.512 | -5.800 | |
| Netto effect van opname en terugbetaling van leningen | 120.300 | -79.333 | |
| Kapitaalverhoging | 205.778 | 145.217 | |
| Betaalde dividenden | -75.533 | -59.230 | |
| Betaalde interesten | -21.032 | -12.454 | |
| KAS EN KASEQUIVALENTEN OP HET EINDE VAN HET BOEKJAAR (A1+B1+C1) | 13.139 | 87.604 |
| MUTATIE IN EIGEN VERMOGEN (in EUR x 1.000) |
KAPITAAL | UITGIFTE PREMIES |
RESERVES RESULTAAT MINDERHEIDS BELANG |
EIGEN VERMOGEN |
||
|---|---|---|---|---|---|---|
| OP 31/12/2022 | 353.244 | 319.277 | 420.656 | 204.458 | 3.584 | 1.301.220 |
| Elementen onmiddellijk erkend als EV | 41.670 | 104.310 | 15.352 | 0 | -1.355 | 159.977 |
| Kapitaalsverhoging | 40.907 | 104.310 | 0 | 0 | 0 | 145.217 |
| Impact op de reële waarde van de geschatte mutatierechten en -kosten bij hypothetische vervreemding van vastgoedbeleggingen |
0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Positieve variatie van de waarde van de zonnepanelen (IAS 16) |
0 | 0 | 15.428 | 0 | 0 | 15.428 |
| Eigen aandelen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Aandeelkapitaal opties personeel | 763 | 0 | -248 | 0 | 0 | 515 |
| Minderheidsbelang | 0 | 0 | 172 | 0 | -1.355 | -1.183 |
| Rechtzettingen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Dividenden | 0 | 0 | -59.230 | 0 | 0 | -59.230 |
| Overgedragen resultaat | 0 | 0 | 204.458 | -204.458 | 0 | 0 |
| Resultaat van het boekjaar | 0 | 0 | -285 | 118.810 | 285 | 118.810 |
| OP 31/12/2023 | 394.914 | 423.586 | 580.952 | 118.810 | 2.515 | 1.520.777 |
| Elementen onmiddellijk erkend als EV | 55.666 | 147.208 | -13.031 | 0 | -2.514 | 187.328 |
| Kapitaalsverhoging | 58.570 | 147.208 | 0 | 0 | 0 | 205.778 |
| Impact op de reële waarde van de geschatte mutatierechten en -kosten bij hypothetische vervreemding van vastgoedbeleggingen |
0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Positieve variatie van de waarde van de zonnepanelen (IAS 16) |
0 | 0 | -12.995 | 0 | 0 | -12.995 |
| Eigen aandelen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Aandeelkapitaal opties personeel | -2.904 | 0 | -37 | 0 | 0 | -2.941 |
| Minderheidsbelang | 0 | 0 | 0 | 0 | -2.514 | -2.514 |
| Rechtzettingen | 0 | 0 | 203 | 0 | 0 | 203 |
| Dividenden | 0 | 0 | -75.533 | 0 | 0 | -75.533 |
| Overgedragen resultaat | 0 | 0 | 118.810 | -118.810 | 0 | 0 |
| Resultaat van het boekjaar | 0 | 0 | 0 | 171.525 | 0 | 171.525 |
| OP 31/12/2024 | 450.580 | 570.794 | 611.400 | 171.525 | 0 | 1.804.300 |
De financiële rekeningen van de onderneming zijn opgesteld in overeenstemming met de vereisten van de International Financial Reporting Standards (IFRS) zoals deze door de EU werden goedgekeurd, zoals deze door de 'International Accounting Standards Board (IASB)' werden uitgegeven en zoals deze worden geïnterpreteerd door de 'International Financial Interpretations Committee of the IASB'. De vastgoedbeleggingen (inclusief de projecten) en de financiële instrumenten worden aan werkelijke waarde geboekt. De andere rubrieken van de geconsolideerde financiële rekeningen zijn opgesteld op basis van de historische kostprijs. Wanneer het aangeduid is dat cijfers in duizenden euro zijn, kunnen er zich kleine afrondingsverschillen voordoen.
De geconsolideerde jaarrekening is opgesteld op basis van het toerekeningsbeginsel en op basis van de continuïteit van de bedrijfsactiviteiten in een voorzienbare tijdshorizon.
Dochterondernemingen zijn entiteiten waarover de onderneming controle uitoefent.
Een onderneming heeft controle over een andere onderneming wanneer ze blootgesteld wordt, of rechten heeft op, variabele vergoedingen van haar betrokkenheid in deze onderneming en de mogelijkheid heeft om deze vergoedingen te beïnvloeden als gevolg van haar macht.
IFRS 10 vereist dat er alleen sprake kan zijn van controle indien de drie volgende voorwaarden cumulatief vervuld zijn in hoofde van de moedervennootschap:
De jaarrekeningen van de dochterondernemingen zijn opgenomen in de geconsolideerde jaarrekening vanaf de datum waarop de onderneming controle uitoefent tot de datum waarop de controle ophoudt. Waar nodig worden de waarderingsregels van de dochterondernemingen aangepast om de consistentie met de door de groep aangenomen principes te waarborgen.
Met uitzondering van de dochterondernemingen die tijdens het boekjaar gefusioneerd werden, hebben jaarrekeningen van de dochterondernemingen betrekking op dezelfde boekhoudperiode als die van de consoliderende onderneming. De minderheidsbelangen zijn de belangen in de dochterondernemingen die noch rechtstreeks, noch onrechtstreeks door de groep worden aangehouden.
Intra-groep saldi en transacties, en alle niet gerealiseerde winsten binnen de groep, worden geëlimineerd in verhouding tot het groepsbelang in de onderneming. Niet-gerealiseerde verliezen worden op dezelfde manier geëlimineerd als de niet-gerealiseerde winsten, maar enkel in die mate dat er geen indicatie is van waardeverlies ("impairment").
gedeelte wordt aangehouden voor eigen gebruik. In toepassing van IAS 40 worden vastgoedbeleggingen aan reële waarde of "fair value" gewaardeerd. Twee externe, onafhankelijke deskundigen, Jones Lang LaSalle BV, Marnixlaan 23, 1000 Brussel vertegenwoordigd door Greet Hex en Stadim BV, Mechelsesteenweg 180, 2018 Antwerpen, vertegenwoordigd door Diederik Sondervan, maken per kwartaal een waardering van de vastgoedportefeuille op.
De reële waarde (zoals gedefinieerd in IFRS 13) is de prijs welke zou ontvangen worden bij de verkoop van een actief of betaald zou worden om een verplichting over te dragen in een normale transactie tussen marktpartijen op de evaluatiedatum. De reële waarde moet daarbij de lopende huurcontracten, de huidige kasstromen en redelijke veronderstellingen met betrekking tot de verwachte huurinkomsten en kosten weergeven.
Elke winst of verlies, na de acquisitie van een gebouw, als gevolg van een wijziging in de reële waarde wordt geboekt in de resultatenrekening. De waardering wordt uitgevoerd in overeenstemming met de kapitalisatiemethode, uitgegeven door het International Valuation Standards Committee.
De verkoop van een vastgoedbelegging is gewoonlijk onderhevig aan de betaling aan de publieke overheden van de registratierechten of een belasting op de toegevoegde waarde. Over de omvang van deze registratierechten publiceerde de Belgische Vereniging van Asset Managers (BEAMA) op 8 februari 2006 een mededeling dienaangaande. Na analyse van een groot aantal Belgische transacties werd gekomen tot het besluit dat de impact van de verwervingskosten op belangrijk Belgisch investeringsvastgoed dat een waarde van € 2.500.000 overstijgt, beperkt is tot 2,5%. Dit omdat in België een waaier aan methodes van eigendomsoverdracht wordt gebruikt. Dit percentage zal, indien nodig, jaarlijks herzien en aangepast worden per schijf van 0,5%. Eigendommen die onder de drempel van € 2.500.000 liggen en de buitenlandse eigendommen, blijven onderhevig aan de gebruikelijke registratieheffing en hun reële waarde stemt dus overeen met de waarde exclusief kosten van registratie, notaris en BTW. De registratierechten voor de panden gewaardeerd in Frankrijk is over het algemeen 1,8% wanneer het gebouw jonger is dan 5 jaar en tussen 6,9% en 7,5% in alle andere gevallen, afhankelijk van het departement. Voor Nederland bedragen de theoretische lokale registratierechten die worden afgetrokken van de investeringswaarde gemiddeld 10,4% en in Duitsland zijn deze afhankelijk van de exacte locatie en de marktwaarde van het gebouw.
De investeringswaarde in België stemt overeen met de reële waarde verhoogd met 2,5% verwervingskosten (voor investeringsvastgoed dat een waarde van € 2.500.000 overstijgt). De reële waarde is dus te berekenen door de waarde vrij op naam te delen door 1,025.
Sinds 2018 geldt de volgende waarderingsregel met betrekking tot mutatiekosten (wat gelijk is aan het verschil tussen de reële waarde van het vastgoed en de investeringswaarde van het vastgoed): de mutatierechten en -kosten worden bij aankoop via de resultatenrekening verwerkt (portefeuilleresultaat). Pas na resultaatsverwerking komen deze terecht in de reserves in de rekening "Reserve voor het Saldo van de variaties in de reële
waarde van het vastgoed".
De gerealiseerde winsten/verliezen op de verkoop worden in de resultatenrekening opgenomen onder de rubriek "Resultaat verkoop van vastgoedbeleggingen". Het gerealiseerd resultaat wordt bepaald als het verschil tussen de verkoopprijs en de fair
value van de laatste waardering.
9.2.2.3 Concessies
Concessies die betaald worden, worden behandeld als operationele lease volgens IFRS 16.
Onroerende goederen welke worden gebouwd of ontwikkeld met het oog op een toekomstig gebruik als vastgoedbelegging, worden opgenomen onder de rubriek "vastgoedbeleggingen" en aan reële waarde gewaardeerd ("Fair Value").
Alle rechtstreekse aan de ontwikkeling gerelateerde kosten worden geactiveerd, alsook de direct toewijsbare interestlasten worden gekapitaliseerd, in overeenstemming met de bepalingen van IAS 23 - Financieringskosten.
Alle materiële vaste activa welke niet voldoen aan de definitie van vastgoedbelegging, noch aan de definitie van projectontwikkeling, worden opgenomen onder deze rubriek. De andere materiële vaste activa worden initieel opgenomen tegen kostprijs en daarna gewaardeerd in overeenstemming met het kostprijsmodel. Bijkomende kosten worden slechts geactiveerd indien de toekomstige economische voordelen met betrekking tot het materieel vast actief toenemen voor de Vennootschap. Andere materiële vaste activa worden afgeschreven op basis van de lineaire afschrijvingsmethode. De volgende percentages zijn van toepassing op jaarbasis:
(1) De ondernemingen die in de consolidatie worden opgenomen, telkens aan 100% tenzij anders vermeld: Montea NV (BE0417186211), Montea Services BV (BE0742845794), Montea GTE 1 NV (BE0757964037), F.C.B. NV GVBF (BE0440810659), Challenge Office Park NV (BE0473589929), Montea Green Energy Belgium BV (51%) (BE1016870695), Immo Fractal NV GVBF (BE826871847), Montea SA (497673145 RCS Paris), SCI Montea France (493288948 RCS Paris), SCI 3R (400790366 RCS Paris), SCI Sagittaire (433787967 RCS Paris), SCI Saxo (485123129 RCS Paris), SCI Sévigné (438357659 RCS Paris), SCI Socrate (481979292 RCS Paris), SCI APJ (435365945 RCS Paris), SCI MM1 (393856463 RCS Paris), Montea Green Energy France SAS (889967162 RCS Paris), SFG B.V. (KvK 60209526), Montea Nederland B.V. (KvK 58852794), Montea Almere N.V. (KvK 58854134), Montea Rotterdam N.V. (KvK 59755636), Montea Oss N.V. (KvK 61787671), Montea Beuningen N.V. (KvK 61787264), Montea 's Heerenberg N.V. (KvK 62392670), Europand Eindhoven B.V. (KvK 20121920), Montea Tiel B.V. (KvK 73544884), Montea Logistics I B.V. (KvK 78460271), Montea Logistics II B.V. (KvK 85056804), Montea Logistics III B.V. (KvK 85082414), Montea Amsterdam Holding B.V. (KvK 88194345), Montea Holtum I B.V. (KvK 88201848), Montea Holtum II B.V. (KvK 88201570), Montea Panoven I B.V. (KvK 88294978), Montea Panoven II B.V. (KvK 88294668), Montea Panoven III B.V. (KvK 88294854), Montea Panoven IV B.V. (KvK 88295192), Montea Panoven V B.V. (KvK 88204391), Montea Panoven VI B.V. (KvK 88203514), Montea Waddinxveen B.V. (KvK 90838165), Montea Amsterdam Amstel B.V. (KvK 91406927), Montea GTE 2 GmbH (HRB 742615), Montea Services Germany GmbH (HRB 745815), GTE 3 S.à.r.l. (RCS B 205227). Met uitzondering van Montea Management NV, enige bestuurder van Montea NV, worden alle hiervoor vermelde ondernemingen opgenomen in de consolidatie.
Zonnepanelen worden gewaardeerd op basis van het herwaarderingsmodel in overeenstemming met IAS 16 - Materiële vaste activa. Na de initiële opname, dient het actief waarvan de reële waarde betrouwbaar kan worden bepaald, te worden geboekt tegen de geherwaardeerde waarde, zijnde de reële waarde op het moment van de herwaardering, verminderd met eventuele latere geaccumuleerde afschrijvingen en latere geaccumuleerde bijzondere waardeverminderingsverliezen. De reële waarde wordt bepaald op basis van de verdisconteringsmethode van toekomstige opbrengsten.
De gebruiksduur van de zonnepanelen wordt geschat op 20 jaar.
De waardering van de zonnepanelen wordt op trimestriële basis bepaald.
De meerwaarde bij opstart van een nieuwe site qua zonnepanelen wordt in een afzonderlijke component van het eigen vermogen opgenomen, als gevolg van de toepassing van de verdisconteringsmethode van toekomstige opbrengsten, die leidt tot een hogere marktwaarde dan de oorspronkelijke kostprijs van de zonnepanelen. Minderwaarden worden ook in deze component opgenomen, tenzij ze gerealiseerd zijn of tenzij de reële waarde onder de oorspronkelijke kost daalt. In deze laatste gevallen worden zij in het resultaat opgenomen.
Montea beoordeelt per verslagdatum of er aanwijzingen zijn dat een actief aan een bijzondere waardevermindering onderhevig kan zijn. Als een dergelijke indicatie aanwezig is, wordt een inschatting gemaakt van de realiseerbare waarde van het actief.
De financiële vaste activa worden opgenomen aan reële waarde. Voor de vorderingen en borgtochten heeft de boeking plaats tegen de nominale waarde. Tot een waardevermindering wordt overgegaan in geval van duurzame minderwaarde of ontwaarding.
Kas en kasequivalenten omvatten bankrekeningen, geldmiddelen en korte termijnbeleggingen.
Het kapitaal omvat de netto geldmiddelen verkregen bij oprichting, fusie of kapitaalverhoging, waarbij de rechtstreekse externe kosten in mindering worden gebracht (zoals registratierechten, juridische, notaris en publicatiekosten, …).
Wanneer de onderneming overgaat tot de inkoop van eigen aandelen, wordt het betaalde bedrag, inclusief de direct toewijsbare kosten in mindering gebracht van het eigen vermogen (onbeschikbare reserves). Dividenden maken deel uit van het overgedragen resultaat tot wanneer de algemene vergadering der aandeelhouders de dividenden toekent.
Sinds 2018 geldt de volgende waarderingsregel met betrekking tot mutatiekosten (wat gelijk is aan het verschil tussen de reële waarde van het vastgoed en de investeringswaarde van het vastgoed): de mutatierechten en -kosten worden bij aankoop via de resultatenrekening verwerkt (portefeuilleresultaat). Pas na resultaatsverwerking komen deze terecht in de reserves in de rekening "Reserve voor het Saldo van de variaties in de reële waarde van het vastgoed".
Een voorziening wordt gevormd als de onderneming een wettelijke of contractuele verplichting heeft naar aanleiding van een gebeurtenis uit het verleden, waarbij het waarschijnlijk is dat er een uitgaande kasstroom vereist zal zijn om aan de verplichting te voldoen en indien deze op een betrouwbare manier kan geschat worden. Voorzieningen worden gewaardeerd aan de verdisconteerde waarde van de verwachte toekomstige kasstromen aan de marktrente.
Handels- en andere schulden worden gewaardeerd aan hun nominale waarde op balansdatum. Rentedragende schulden worden initieel opgenomen aan kostprijs, verminderd met de direct toewijsbare kosten. Nadien wordt het verschil tussen de boekwaarde en het terugbetaalbaar bedrag opgenomen in de resultatenrekening over de periode van de lening op basis van de effectieve interestmethode.
Opbrengsten omvatten bruto huurinkomsten en opbrengsten resulterend uit de diensten, de ontwikkeling en het beheer van de gebouwen. Opbrengsten worden gewaardeerd aan de reële waarde van de vergoeding welke is ontvangen of waarop men recht heeft. Opbrengsten worden slechts opgenomen vanaf het ogenblik dat het voldoende zeker is dat de economische voordelen zullen toekomen aan de onderneming. Kosten van gratuïteiten en voordelen verleend aan de huurders worden erkend in mindering van de huurinkomsten over de looptijd van het huurcontract, zijnde de periode tussen de inwerkingtreding en de eerste verbrekingsoptie (op een "straight line" basis). De vergoedingen voor vroegtijdig verbroken huurcontracten worden onmiddellijk in resultaat genomen.
De opbrengsten met betrekking tot de zonnepanelen (groenestroomcertificaten en opgewekte elektriciteit) worden erkend op moment van ontvangst van deze inkomsten, in overeenstemming met IFRS 15. De principes van IAS 20 worden eveneens toegepast. Groenestroomcertificaten worden doorgaans uitgeoefend voor einde van het boekjaar. Deze groenestroomcertificaten worden door de overheid betaald en niet door de energieleveranciers.
De kosten worden gewaardeerd aan de reële waarde van de vergoeding die is betaald of die verschuldigd is.
Inzake uitgevoerde werken in de gebouwen wordt een onderscheid gemaakt tussen:
Commissies met betrekking tot het verhuren van gebouwen worden ten laste genomen van het resultaat in de periode waarin ze werden gedragen. Commissies met betrekking tot de aankoop van gebouwen, registratierechten en andere bijkomende kosten worden beschouwd als zijnde een deel van de aankoopprijs van het gebouw en worden als gevolg mee geactiveerd. Commissies betaald bij het verkopen van gebouwen worden in mindering gebracht van de verkregen verkoopprijs om de gerealiseerde winst of verlies te bepalen.
Algemene kosten zijn kosten die verband houden met het beheer en de algemene werking van de GVV. Dit betreft onder meer algemene administratieve kosten, personeelskosten voor algemeen beheer en afschrijvingen van activa welke gebruikt worden voor het algemeen beheer.
Het financieel resultaat bestaat enerzijds uit de interestkosten op leningen, bijkomende financieringskosten en opbrengsten van beleggingen en anderzijds uit positieve en negatieve variaties in de reële waarde van indekkingsinstrumenten. Renteinkomsten en kosten worden pro rata tempora opgenomen in de resultatenrekening.
De belasting op het resultaat van het boekjaar omvat de courante belastinglast. De belasting op het resultaat wordt geboekt in de resultatenrekening met uitzondering van de elementen die rechtstreeks in het eigen vermogen worden geboekt. Uitgestelde belastingvorderingen en -verplichtingen worden geboekt op basis van de schuldmethode ("liability methode") voor alle tijdelijke verschillen tussen de belastbare basis en de boekwaarde voor financiële rapporteringsdoeleinden en dit zowel voor activa als passiva. Uitgestelde belastingvorderingen worden slechts erkend als het waarschijnlijk is dat zij in de toekomst zullen kunnen afgezet worden tegen belastbare winsten.
De exit taks is de belasting op de meerwaarde en op de belastingvrije reserves als gevolg van een fusie, splitsing, inbreng in natura of overdracht van een gereglementeerde vastgoedvennootschap met een onderneming die geen gereglementeerde vastgoedvennootschap is1 .
Wanneer deze laatste voor het eerst in de consolidatiekring van de groep wordt opgenomen, wordt een voorziening voor exit taks opgenomen samen met een meerwaarde op het ogenblik van de verwerving. De exit taks is in principe ten laste van de inbrenger van een pand of vennootschap, maar Montea moet deze boeken omwille van het feit dat de taks pas na een zekere tijd wordt ingekohierd. Deze taks wordt in mindering gebracht van de waarde van het in te brengen goed of de in te brengen vennootschap.
Elke daaropvolgende aanpassing van deze exit taks-verplichting wordt in het resultaat genomen. Het bedrag van de exit taks kan nog variëren na de inbreng of fusie waaruit deze variatie kan voortvloeien.
(1) De exit taks is de belasting op het verschil tussen de reële waarde en de boekwaarde en op de belastingvrije reserves en bedraagt 15% voor fusies die plaatsvinden vanaf 2020. Voor
fusies die plaats hebben gevonden in 2019 bedroeg de exit taks 12,5% + 2% crisisbijdrage.
Montea gaat bij financiële instellingen kredieten aan met een variabele interestvoet. Om het risico van een stijging van deze variabele interestvoeten in te dekken maakt de Vennootschap gebruik van financiële indekkingsinstrumenten van het type IRS/ CAP. Zodoende worden de aan de kredieten gekoppelde variabele interestvoeten voor een groot gedeelte geswapt tegen een vaste interestvoet. In overeenstemming met haar financieel beleid en de van toepassing zijnde reglementering houdt Montea geen afgeleide instrumenten aan of geeft er geen uit voor speculatieve doeleinden.
De indekkingsinstrumenten voldoen evenwel niet aan de voorwaarden van het type "indekking" zoals bedoeld in IFRS 9 waardoor alle bewegingen in de werkelijke waarde van het instrument volledig in de resultatenrekening worden opgenomen. Voor de bepaling van de reële waarde wordt de 'mark-to-market' waarde op balansdatum gehanteerd.
Gegeven verduidelijking over de boekhoudkundige verwerking van de afwikkeling van swaps, en om een betere aansluiting te verkrijgen met de EPRA guidance, wordt de unwinding van de swaps verwerkt via de P&L rubriek: wijzigingen in de reële waarde van financiële activa en passiva.
Deze rechten en verplichtingen worden gewaardeerd tegen nominale waarde op basis van het bedrag dat in het contract wordt vermeld. Indien er geen nominale waarde beschikbaar is of waardering niet mogelijk is, worden de rechten en verplichtingen pro memorie vermeld.
De voorbereiding van de geconsolideerde financiële verklaringen overeenkomstig IFRS vereist een goed beheer om oordelen, ramingen en veronderstellingen te kunnen maken die toepassing hebben op het beleid en de regelgeving en het rapporteren van de vorderingen en schulden, de inkomsten en de uitgaven. De ramingen en bijhorende veronderstellingen zijn gebaseerd op historische gebeurtenissen en diverse factoren die in die omstandigheden als redelijk worden geacht. De daadwerkelijke resultaten kunnen van deze ramingen afwijken. De ramingen en onderliggende veronderstellingen worden herzien op continue basis. Revisie en accounting raming worden erkend in de periode waarin de raming wordt herzien, zowel in de gevallen waar de raming het gecontroleerde boekjaar als wanneer
de raming de toekomst beïnvloedt. Met uitzondering van de schattingen met betrekking tot de bepaling van de reële waarde van de vastgoedbeleggingen, zonnepanelen en derivaten zijn er per 31 december 2024 geen belangrijke veronderstellingen betreffende de toekomst en andere belangrijke bronnen van schattingsonzekerheden op balansdatum die een aanmerkelijk risico in zich dragen van een materiële aanpassing in de boekwaarde van de activa en de verplichtingen van het volgend boekjaar. We verwijzen hiervoor naar toelichting 20.
Nieuwe of gewijzigde standaarden en interpretaties die van kracht zijn voor het boekjaar dat een aanvang neemt op 1 januari 2024
Montea heeft, tenzij anders is aangegeven, hiervan geen gebruik gemaakt. Deze door het IASB aangepaste standaarden en door het IFRIC uitgegeven interpretaties hebben geen significante impact op de presentatie, de toelichting of de resultaten van de vennootschap.
Hieronder worden de aard en het effect van de volgende nieuwe en gewijzigde standaarden en interpretaties toegelicht:
Wijzigingen aan IAS 1 Presentatie van de Jaarrekening: Classificatie van schulden op korte of lange termijn (de 2020 en 2022 wijzigingen)
De wijzigingen verduidelijken de criteria om te bepalen of een schuld op korte of lange termijn dient geclassificeerd te worden. De wijzigingen verduidelijken:
• Recht om vereffening uit te stellen – de wijzigingen verduidelijken dat indien het recht van een entiteit om vereffening van een schuld uit te stellen afhangt van het voldoen aan toekomstige convenanten, de entiteit het recht heeft om vereffening van de schuld uit te stellen zelfs al is er niet voldaan aan de convenanten op het einde van de rapporteringsperiode.

De wijzigingen werden retrospectief toegepast overeenkomstig met IAS 8 Grondslagen voor financiële verslaggeving, schattingswijzigingen en fouten. Aangezien de huidige praktijk van Montea in overeenstemming is met de wijzigingen, hadden deze geen impact op de geconsolideerde jaarrekening van Montea.
De wijzigingen verplichten een entiteit om informatie te verschaffen over de impact van financieringsregelingen voor leveranciers op de verplichtingen en de kasstromen, inclusief:
De wijzigingen verplichten een entiteit om informatie over de financieringsregelingen voor leveranciers te aggregeren. Niettemin dient de entiteit informatie uit te splitsen over ongebruikelijke of unieke voorwaarden en condities indien de individuele regelingen verschillend zijn van aard. Daarnaast verplichten de wijzigingen toelichtende informatie over de betalingstermijnen uit te splitsen wanneer deze betalingstermijnen ver uit mekaar liggen.
Deze standaard is niet van toepassing op Montea.
De wijzigingen specifiëren hoe een verkoper-leasingnemer een leaseverplichting moet waarderen die ontstaat in een Sale and Leaseback transactie zodat deze geen bedrag erkent van de winst of verlies gerelateerd aan het behouden recht op gebruik. De wijziging omschrijft geen specifieke waarderingsvereisten voor lease verplichtingen ontstaan in een Leaseback. De initiële waardering van een leaseverplichting ontstaan uit een Leaseback kan resulteren in de bepaling door een verkoper-leasingnemer van leasebetalingen die verschillend zijn van de algemene definitie van leasebetalingen in Appendix A van IFRS 16. De verkoperleasingnemer zal een grondslag voor financiële verslaggeving moeten bepalen dat resulteert in informatie die relevant en betrouwbaar is in lijn met IAS 8 Grondslagen voor financiële verslaggeving, schattingswijzigingen en fouten.
Aangezien de huidige praktijk van Montea in overeenstemming is met de wijzigingen hadden deze wijzigingen geen impact op de geconsolideerde jaarrekening.
Een aantal nieuwe standaarden, wijzigingen op standaarden en interpretaties zijn in 2024 nog niet van toepassing, maar mag wel eerder worden toegepast. Montea heeft, tenzij anders is aangegeven, hiervan geen gebruik gemaakt. Deze door het IASB gewijzigde standaarden en door het IFRIC uitgegeven interpretaties zullen naar verwachting geen materiële impact hebben op de presentatie, de toelichting of de resultaten van de vennootschap:
De wijzigingen specifiëren hoe een entiteit moet beoordelen of een munt inwisselbaar is en hoe het een precieze wisselkoers moet bepalen wanneer inwisselbaarheid beperkt is. De wijzigingen verplichten ook de toelichting van informatie die gebruikers van de jaarrekening in staat moeten stellen om de impact van een munt dat niet inwisselbaar is in te kunnen schatten.
De wijzigingen zijn van toepassing op boekjaren die aanvangen op of na 1 januari 2025 en kunnen mits toelichting vroegtijdig toegepast worden. Echter, mag een entiteit vergelijkende informatie niet aanpassen.
De wijzigingen zijn van toepassing op boekjaren die aanvangen op of na 1 januari 2025 en kunnen mits toelichting vroegtijdig toegepast worden. Deze standaard is niet van toepassing op Montea.
De door IASB gepubliceerde wijzigingen aan IFRS 9 Classificatie en waardering vereisten en IFRS 7 toelichtingen omvatten:
• De wijzigingen verduidelijken dat een financiële verplichting niet langer wordt opgenomen op de 'afwikkelingsdatum' en introduceren een keuze in de grondslag voor financiële verslaggeving om financiële verplichtingen die worden afgewikkeld met behulp van een elektronisch betalingssysteem voor de afwikkelingsdatum niet langer op te nemen.
| • De classificatie van financiële activa met ESG-gekoppelde kenmerken is verduidelijkt via aanvullende richtlijnen voor de beoordeling van voorwaardelijke kenmerken. • Verduidelijkingen zijn aangebracht met betrekking tot non-recourse leningen en contractueel gekoppelde instrumenten. • Aanvullende toelichtingen zijn geïntroduceerd voor financiële instrumenten met voorwaardelijke kenmerken en eigenvermogensinstrumenten geclassificeerd tegen reële waarde via OCI. |
|---|
| De wijzigingen zijn van toepassing voor boekjaren die beginnen op of na 1 januari 2026. Vroegtijdige toepassing is toegestaan, met een optie om de wijzigingen voor voorwaardelijke kenmerken alleen vroegtijdig toe te passen. Aangezien de huidige praktijk van Montea in overeenstemming is met de wijzigingen, wordt geen impact verwacht op de geconsolideerde jaarrekening. |
| Wijzigingen aan IFRS 9 en IFRS 7 – Contracten met betrekking tot natuurafhankelijke elektriciteit, van toepassing per 1 januari 20261 |
| De door IASB gepubliceerde wijzigingen aan IFRS 9 en IFRS 7 – Contracten met betrekking tot natuur afhankelijke elektriciteit omvatten: |
| • Verduidelijking van de toepassing van de 'eigen-gebruik' vereisten • Het toestaan van hedge accounting wanneer deze contracten zijn gebruikt als afdekkingsinstrumenten • Toevoeging van nieuwe toelichtingsvereisten om de investeerders toe te laten de gevolgen van deze contracten op de financiële prestaties en kasstromen te begrijpen |
| De wijzigingen zullen van toepassing zijn voor boekjaren die beginnen op of na 1 januari 2026. Vroegtijdige toepassing is toegestaan, maar beperkt tot de boekjaren die beginnen na de publicatie van de wijzigingen en zal toegelicht moeten worden. De verduidelijking met betrekking tot de 'eigen-gebruik' vereisten |
| moeten retrospectief worden toegepast, maar de richtlijnen die hedge accounting toestaan moeten prospectief worden toegepast op de nieuwe afdekkingsrelaties aangewezen op of na de datum van initiële toepassing. |
| Aangezien de huidige praktijk van Montea in overeenstemming is met de wijzigingen, wordt geen impact verwacht op de geconsolideerde jaarrekening. |
(1) Nog niet goedgekeurd door de EU per 23 december 2024
(2) De ingangsdatum van de EU-goedkeuring is nog open – het is onzeker of de EU IFRS 19 zal goedkeuren.
IFRS 18 vervangt IAS 1 en komt tegemoet aan de vraag van investeerders naar betere informatie over de financiële prestaties van bedrijven.
De nieuwe vereisten omvatten:
Sommige vereisten die eerder in IAS 1 waren opgenomen, zijn verplaatst naar IAS 8 en beperkte wijzigingen zijn aangebracht in IAS 7 en IAS 34.
IFRS 18 is van toepassing voor verslagperioden die beginnen op of na 1 januari 2027, met vroegtijdige toepassing toegestaan. Retrospectieve toepassing is vereist in zowel de jaarlijkse als de tussentijdse financiële staten.
Montea analyseert momenteel de impact van deze wijzigingen op huidige praktijken.
IFRS 19 Dochterondernemingen zonder Publieke verantwoordingsplicht: Toelichtingen, van toepassing per 1 januari 20272
Dochterondernemingen van een moedermaatschappij zonder publieke verantwoordingsplicht die geconsolideerde financiële staten voor openbaar gebruik opstellen, komen in aanmerking om IFRS 19 toe te passen.
IFRS 19 stelt in aanmerking komende entiteiten in staat om verminderde toelichtingen te verstrekken in vergelijking met de vereisten in andere IFRS standaarden. Entiteiten die kiezen om IFRS 19 toe te passen zijn nog steeds verplicht om de opname-, waardering- en presentatievereisten van andere IFRS standaarden toe te passen.
IFRS 19 is van toepassing voor perioden die beginnen op of na 1 januari 2027, met vroegtijdige toepassing toegestaan. Montea zal geen gebruik maken van IFRS 19.
De huurinkomsten stijgen in 2024 met 7,6% (€ 8,1 miljoen) t.o.v. 2023 naar € 115,1 miljoen. Deze toename van de huurinkomsten met € 8,1 miljoen wordt voornamelijk gedreven door:
• Verhuuractiviteit of heronderhandeling van contracten (€ 0,3 miljoen) in de sites te Alfortville (FR), Mesnil-Amelot (FR), Camphin-En-Carembault (FR), Puurs (BE) en Grimbergen (BE). • Volume- en prijseffecten met betrekking tot de zonnepanelen (€ -1,3 miljoen)
Hieronder een detail van de huurinkomsten per land:
(1) Nog niet goedgekeurd door de EU per 23 december 2024
(2) De ingangsdatum van de EU-goedkeuring is nog open – het is onzeker of de EU IFRS 19 zal goedkeuren.
| HUURINKOMSTEN (in EUR x 1.000) | 31/12/2024 12 maanden |
31/12/2023 12 maanden |
31/12/2022 12 maanden |
|
|---|---|---|---|---|
| Huur | 115.395 | 107.082 | 89.150 | |
| Gegarandeerde huurinkomsten | 0 | 0 | 0 | |
| Huurkortingen | -294 | -97 | 1.579 | |
| Huurvoordelen (incentives) | 0 | 0 | 0 | |
| Vergoeding voor vroegtijdig verbreken van huurcontracten | 0 | 0 | 0 | |
| Vergoeding financiële leasing | 0 | 0 | 0 | |
| TOTAAL | 115.101 | 106.985 | 90.729 |
| HUURINKOMSTEN (in EUR x 1.000) | 31/12/2024 12 maanden |
31/12/2023 12 maanden |
31/12/2022 12 maanden |
|---|---|---|---|
| België | 50.847 | 45.401 | 39.301 |
| Frankrijk | 14.151 | 12.698 | 11.116 |
| Nederland | 44.853 | 46.888 | 38.453 |
| Duitsland | 5.250 | 1.998 | 1.860 |
| TOTAAL | 115.101 | 106.985 | 90.729 |
| HUURINKOMSTEN (in EUR x 1.000) | 31/12/2024 12 maanden |
31/12/2023 12 maanden |
31/12/2022 12 maanden |
|---|---|---|---|
| België | 41.565 | 39.909 | 37.307 |
| Frankrijk | 12.028 | 12.109 | 10.872 |
| Nederland | 28.808 | 32.775 | 29.559 |
| Duitsland | 2.078 | 1.998 | 1.860 |
| TOTAAL | 84.480 | 86.791 | 79.597 |
Wanneer we rekening houden met alle panden die de laatste drie jaren gedurende een volledig jaar deel uitmaakten van de vastgoedportefeuille (i.e. zonder rekening te houden met de aanschaffing van nieuwe sites of desinvesteringen - totaal van 78 sites), zijn de huurinkomsten als volgt:
De stijging met 4,1% van de huurinkomsten voor België ten opzichte van 2023 is voornamelijk het gevolg van de jaarlijkse indexatie en de heronderhandeling van de huurcontracten van de sites te Puurs en Grimbergen.
De huurinkomsten voor Frankrijk zijn gedaald met 0,7% in 2024 t.o.v. 2023 waarbij de jaarlijkse indexatie volledig gecompenseerd wordt door de tijdelijke leegstand van de sites te Saint-Priest en Le Mesnil Amelot in 2024.
In Nederland dalen de huurinkomsten met 12,1% in 2024 t.o.v. 2023 ten gevolge van de herontwikkeling van de sites te Tiel en Born in 2024.
In Duitsland is de stijging met 4,0% voornamelijk het gevolg van de jaarlijkse indexatie.
Montea verhuurt haar vastgoedbeleggingen op grond van huurovereenkomsten. Deze inkomsten zijn bruto huurinkomsten die gegenereerd worden door deze afgesloten huurovereenkomsten en verschijnen onder deze rubriek.
Onderstaande tabel geeft een overzicht weer van de huurinkomsten over het volledige jaar:
Montea past IFRS 16 toe, wat impliceert dat leasingverplichtingen (zoals huur- en concessieovereenkomsten) dienen uitgedrukt te worden op de balans van de leasingnemer en dit via het opnemen van een gebruiksrecht als vastgoedbelegging en een bijhorende leasingverplichting als langlopende schuld. Voor Montea zijn er, als vastgoedeigenaar en dus leasinggever, geen wijzigingen voor wat betreft de waardering van de vastgoedportefeuille. Montea zal haar vastgoedportefeuille blijven waarderen aan de reële waarde conform IAS 40. Voor deze concessieovereenkomsten zal Montea als leasingnemer het gebruiksrecht als vastgoedbelegging en de bijhorende leasingverplichting als langlopende schuld opnemen in de balans en bijgevolg worden de terugkerende
| concessievergoedingen verwerkt via het financieel resultaat in plaats van via het netto huurresultaat. |
|---|
| Daarnaast past Montea eveneens IFRS 9 toe. Wanneer Montea, |
| ter inning van de huur- en/of andere gelden, beroep doet op |
| extern juridisch advies, wordt er een waardevermindering |
| geboekt indien de inning een onzeker karakter heeft. Wanneer |
| de gelden ontvangen worden, wordt een terugneming van de |
| waardevermindering geboekt. De methode van bepaling van de |
| waardevermindering werd niet aangepast. |
Toelichting 3: Huurlasten en belastingen normaal gedragen door de huurder op verhuurde gebouwen en recuperatie van deze huurlasten en belastingen
De daling van de netto kost naar € 1.165 K is het gevolg van een vermindering van de onroerende voorheffing van de site te Vorst tijdens de constructiefase en een verlaging van de premies van de brandverzekering.
| MET HUUR VERBONDEN KOSTEN (in EUR x 1.000 ) |
31/12/2024 12 maanden |
31/12/2023 12 maanden |
31/12/2022 12 maanden |
|---|---|---|---|
| Concessie- en opstalvergoedingen | -1 | -24 | 0 |
| Waardeverminderingen op handelsvorderingen | -416 | -699 | -213 |
| Terugneming van waardeverminderingen op handelsvorderingen | 426 | 364 | 373 |
| TOTAAL | 9 | -360 | 160 |
| Doorrekening van huurlasten gedragen door de huurder | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| HUURLASTEN EN BELASTINGEN GEDRAGEN DOOR DE HUURDER OP VERHUURDE GEBOUWEN (in EUR x 1.000 ) |
31/12/2024 12 maanden |
31/12/2023 12 maanden |
31/12/2022 12 maanden |
|
|---|---|---|---|---|
| Recuperatie van huurlasten en belastingen op verhuurde gebouwen die normaal door de huurder gedragen worden |
13.132 | 12.468 | 10.177 | |
| Doorrekening van huurlasten gedragen door de huurder | 7.234 | 6.554 | 5.025 | |
| Doorrekening van voorheffingen en belastingen op verhuurde gebouwen | 5.898 | 5.914 | 5.152 | |
| Huurlasten en belastingen op verhuurde gebouwen die normaal door de huurder gedragen worden |
-14.298 | -14.023 | -11.257 | |
| Huurlasten gedragen door de huurder | -7.730 | -7.145 | -5.180 | |
| Voorheffingen en belastingen op verhuurde gebouwen | -6.568 | -6.878 | -6.078 | |
| TOTAAL | -1.165 | -1.554 | -1.080 | |

De Property management fee (beheerskosten voor onroerend goed) betreft de contractueel afgesproken management fee, welke in het merendeel van de contracten een percentage bedraagt op de jaarlijks te betalen huur.
De inkomsten van de zonnepanelen bestaan enerzijds uit de opgewekte elektriciteit die wordt doorgerekend aan de huurders en de netbeheerder en anderzijds uit de inkomsten van de groenestroomcertificaten. De daling in inkomsten uit zonnepanelen is het gevolg van het eenmalige effect in 2023 van € 1,3 miljoen door het vrijvallen van de ingebouwde provisies naar aanleiding van de in 2022 aangekondigde, doch niet doorgevoerde knip in de groene stroom certificaten in Vlaanderen. Voorst spelen ook de sterk gedaalde prijzen voor elektriciteit een rol. De daling
wordt gedeeltelijk gecompenseerd door meer inkomsten naar aanleiding van een hogere capaciteit aan zonnepanelen.
De opbrengsten worden erkend op moment van ontvangst van deze inkomsten, in overeenstemming met IFRS 15. Groenestroomcertificaten worden doorgaans uitgeoefend voor einde van het boekjaar. Deze groenestroomcertificaten worden door de overheid betaald en niet door de energieleveranciers.
De post "Andere" omvat hoofdzakelijk doorfacturatie van meerwerken aan klanten. Verder omvat deze rubriek ook andere inkomsten, zoals de tussenkomsten van de verzekeraar n.a.v. schadegevallen, gedekt door onze verzekeringspolis.
De technische kosten in 2024 zijn voornamelijk te linken aan kleine herstellingswerken en onderhoudswerken aan de vastgoedportefeuille.
| ANDERE MET VERHUUR VERBONDEN INKOMSTEN EN KOSTEN (in EUR x 1.000) | 31/12/2024 12 maanden |
31/12/2023 12 maanden |
31/12/2022 12 maanden |
|
|---|---|---|---|---|
| Beheerskosten voor onroerend goed | 642 | 527 | 430 | |
| Inkomsten zonnepanelen | 4.535 | 6.053 | 6.859 | |
| Andere | 3.835 | 4.488 | 2.815 | |
| TOTAAL | 9.012 | 11.068 | 10.105 |
| TECHNISCHE KOSTEN (in EUR x 1.000) | 31/12/2024 12 maanden |
31/12/2023 12 maanden |
31/12/2022 12 maanden |
|---|---|---|---|
| Recurrente technische kosten | 0 | -12 | -1 |
| Herstellingen | 0 | -12 | -1 |
| Vergoeding voor algemene waarborgen | 0 | 0 | 0 |
| Verzekeringspremies | 0 | 0 | 0 |
| Niet-recurrente technische kosten | -32 | -56 | -28 |
| Grote herstellingen | 0 | 0 | 0 |
| Schadegevallen | -32 | -56 | -28 |
| TOTAAL | -32 | -67 | -30 |
De commerciële kosten omvatten onder andere makelaarscommissies betaalbaar na ondertekening van nieuwe huurcontracten, dewelke beperkt waren in 2024 omwille van de beperkte leegstand in de portefeuille. Daarnaast zijn kosten inbegrepen voor erelonen van advocaten en juridische kosten.
De kosten van niet-verhuurde gebouwen stijgen met € 90 K voornamelijk als gevolg van de gedeeltelijke leegstand van de site in Mesnil-Amelot (FR) in 2024.
| COMMERCIËLE KOSTEN (in EUR x 1.000) | 31/12/2024 12 maanden |
31/12/2023 12 maanden |
31/12/2022 12 maanden |
|---|---|---|---|
| Makelaarscommissies | -1 | -94 | -37 |
| Publiciteit | -4 | 0 | 0 |
| Erelonen van advocaten en juridische kosten | -66 | -96 | -90 |
| TOTAAL | -72 | -190 | -127 |
| BEHEERKOSTEN VASTGOED (in EUR x 1.000) | 31/12/2024 12 maanden |
31/12/2023 12 maanden |
31/12/2022 12 maanden |
||
|---|---|---|---|---|---|
| Interne kost voor vastgoedbeheer | -3.159 | -2.658 | -1.459 | ||
| Externe kosten voor vastgoedbeheer | 0 | 0 | 0 | ||
| TOTAAL | -3.159 | -2.658 | -1.459 | ||
| Enerzijds bestaan de beheerskosten vastgoed uit de kosten met betrekking tot het interne team dat verantwoordelijk is voor het beheer en de commercialisering van het vastgoed, waarbij de kosten. focus dit jaar op de uitbreiding van het Franse en Duitse team lag |
om de vooropgestelde ambities te realiseren. Anderzijds omvatten deze kosten ook de onmiddellijk aan het beheer toe te wijzen |
| KOSTEN EN BELASTINGEN VAN NIET VERHUURDE GEBOUWEN (in EUR x 1.000) | 31/12/2024 12 maanden |
31/12/2023 12 maanden |
31/12/2022 12 maanden |
|---|---|---|---|
| Lasten | -93 | -32 | -237 |
| Onroerende voorheffing | -134 | -105 | -112 |
| Verzekeringspremies | 0 | 0 | 0 |
| TOTAAL | -227 | -137 | -349 |

Toelichting 9: Andere vastgoedkosten
Onder "Andere vastgoedkosten" worden in 2024 hoofdzakelijk de kosten m.b.t. het onderhoud van de zonnepanelen opgenomen, waar de hogere capaciteit meespeelt.
De algemene kosten omvatten hoofdzakelijk de kosten verbonden aan het dagelijks management en de kosten gemaakt in het kader van de verplichtingen voor beursgenoteerde vennootschappen.
In totaal werd € 18.334 K aan algemene kosten gemaakt.
Hiervan werd:
Zodoende blijft 61,5 % van deze kosten (€ 11.257 K) behouden als algemene kosten van de vennootschap.
Het honorarium van de commissaris, EY Bedrijfsrevisoren, vertegenwoordigd door de heer Christophe Boschmans (handelend in naam van een BV), met betrekking tot de vergoedingen in het kader van de wettelijke opdracht voor het onderzoek en de revisie van de maatschappelijke en geconsolideerde rekeningen, bedraagt € 75.660,00 (excl. BTW). Naast het vermelde ereloon werden volgende andere controlewerkzaamheden door de commissaris uitgevoerd:
| ANDERE VASTGOEDKOSTEN (in EUR x 1.000) | 31/12/2024 12 maanden |
31/12/2023 12 maanden |
31/12/2022 12 maanden |
|
|---|---|---|---|---|
| Andere vastgoedkosten | -128 | -83 | -38 | |
| TOTAAL | -128 | -83 | -38 |
| ALGEMENE KOSTEN VAN DE VENNOOTSCHAP (in EUR x 1.000) | 31/12/2024 12 maanden |
31/12/2023 12 maanden |
31/12/2022 12 maanden |
|
|---|---|---|---|---|
| Kantoorkosten | -1.127 | -799 | -260 | |
| Representatiekosten | -332 | -268 | -106 | |
| Erelonen | -1.126 | -999 | -658 | |
| Vastgoedschatter | -340 | -256 | -297 | |
| Commissaris | -230 | -166 | -141 | |
| Juridische adviseurs | -528 | -548 | -205 | |
| Andere | -29 | -30 | -15 | |
| Noteringskosten | -1.027 | -948 | -616 | |
| Marketing en communicatie | -1.526 | -1.379 | -818 | |
| Personeelskosten en vergoedingen zaakvoerder | -5.752 | -5.349 | -3.853 | |
| Afschrijvingen | -367 | -336 | -432 | |
| TOTAAL | -11.257 | -10.077 | -6.742 |
Deze controlewerkzaamheden werden in de beraadslaging van het auditcomité goedgekeurd. Naast de vergoedingen voor de commissaris-revisor, de vastgoeddeskundigen en de Enige Bestuurder waren er geen andere aanzienlijke vergoedingen verschuldigd in 2024.
Het gemiddeld personeelsbestand en uitsplitsing van de personeelskosten kan als volgt worden weergegeven:
Montea heeft voor haar personeelsleden in vast dienstverband een groepsverzekeringscontract van het type toegezegde bijdrage (defined contribution plan) bij een externe verzekeringsmaatschappij afgesloten. De bijdragen van het verzekeringsplan worden betaald door Montea. De verzekeringsmaatschappij heeft bevestigd dat op 31 december 2024 het tekort om het wettelijk minimumrendement te garanderen niet materieel is.
Wat de vergoedingen van het uitvoerend management betreft, wordt verwezen naar het remuneratieverslag.
| Gemiddeld personeelsbestand (in VTE1 |
|---|
| Geografische locaties personeelsbestand (in VTE1 |
31/12/2024 12 maanden 31/12/2023 12 maanden 31/12/2022 12 maanden ) 46 38 28 a) Arbeiders 0 0 0 b) Bedienden 46 38 28 Administratief bedienden 26 22 19 Technisch bedienden 21 16 9 ) 46 38 28 West-Europa 45 37 28 België 29 26 22 Frankrijk 7 5 2 Nederland 9 6 3 Centraal- en Oost-Europa 2 1 0 Duitsland 2 1 0 Personeelskosten (in EUR x 1.000) 5.630 4.643 3.131 a) Bezoldigingen en rechtstreekse sociale voordelen 4.374 3.644 2.452 b) Patronale bijdragen voor sociale verzekeringen 994 795 537 c) Patronale premies voor buitenwettelijke verzekeringen 166 128 83 d) Andere personeelskosten 95 76 60
De andere operationele opbrengsten omvatten hoofdzakelijk:
De andere operationele kosten hebben voornamelijk betrekking op:
In de loop van 2024 hebben er geen desinvesteringen plaatsgevonden. De beperkte gerealiseerde meerwaarde van € 19 K in 2022 was het gevolg van een onteigening in Vilvoorde (BE).
Wanneer we het saldo van alle positieve en negatieve variaties in globaliteit bekijken, bedraagt het resultaat ervan op de vastgoedportefeuille € 85.400 K op 31 december 2024.
Positieve variaties in reële waarde van de vastgoedbeleggingen zijn grotendeels te danken aan de daling van de investeringsrendementen voor projecten met lange termijn huurcontracten alsook stijgende markthuurwaarden. Negatieve variaties in reële waarde van de vastgoedbeleggingen zijn doorgaans het resultaat van geboekte afwaarderingen ten gevolge van huurcontracten die het einde naderden of worden stopgezet, het in resultaat boeken van de initiële transactiekosten bij de aankoop of de ontwikkeling van nieuwe panden (zie sectie 9.2.2.2 Vastgoedbeleggingen) en het uitboeken via het resultaat van de nog resterende huurvrije periodes.
Specifiek voor 2024 wordt de variatie in de reële waarde van vastgoedbeleggingen (€ 85,4 miljoen) gedreven door latente meerwaarden op projectontwikkelingen en een positieve waardering van de bestaande portefeuille, voornamelijk gedreven door een stijging in de markthuurwaarden met ca. 4%, gedeeltelijk gecompenseerd door een yield shift expansie van 5 bps.
Wanneer Montea investeert in een pand (aanpassingswerken), dan worden deze investeringen geboekt op het actief van de balans. Wanneer de vastgoeddeskundige deze meerwerken niet of niet ten volle waardeert volgens de kostprijs van deze werken, boekt Montea een negatieve variatie in de waardering van het vastgoed.
Zie ook Toelichting 20 over de waarderingsmethodologie en de sensitiviteit van de waarderingen.
| RESULTAAT VERKOOP VASTGOEDBELEGGINGEN (in EUR x 1.000) | 31/12/2024 12 maanden |
31/12/2023 12 maanden |
31/12/2022 12 maanden |
|
|---|---|---|---|---|
| Netto verkoop van onroerende goed (verkoopprijs - transactiekosten) | 0 | 0 | 53 | |
| Reële waarde van verkocht onroerend goed | 0 | 0 | -34 | |
| TOTAAL | 0 | 0 | 19 |
| VARIATIES IN DE REËLE WAARDE VAN VASTGOEDBELEGGINGEN (in EUR x 1.000) | 31/12/2024 12 maanden |
31/12/2023 12 maanden |
31/12/2022 12 maanden |
|---|---|---|---|
| Positieve variaties in de reële waarde van vastgoedbeleggingen | 217.661 | 136.571 | 221.540 |
| Negatieve variaties in de reële waarde van vastgoedbeleggingen | -132.261 | -124.702 | -128.676 |
| TOTAAL | 85.400 | 11.870 | 92.864 |
De financiële inkomsten bedragen € 1.267 K en bestaan voornamelijk uit ontvangen interesten voor korte termijn geldbeleggingen, naast de "andere" financiële inkomsten voor ontvangen verwijlintresten, naar aanleiding van laattijdige betalingen van klanten.
De netto interestkosten zijn gedaald met € 4.876 K of 26,0%.
De nominale interestlasten op leningen dalen met € 3.026 K t.o.v. 2023, vooral als gevolg van stijgende gekapitaliseerde interesten verkregen van uitgaven aan projectontwikkelingen.
De kosten van de indekkingsinstrumenten dalen met € 403 K t.o.v. 2023 voornamelijk als gevolg van de daling in financiële schulden
waarvoor contracten voor rentevoetindekking van het type IRS (Interest Rate Swap) afgesloten worden.
De gemiddelde financieringskost van de schulden* bedraagt 2,3% over 2024 (stabiel t.o.v. 2,3% dezelfde periode vorig jaar). De impact van de indekkingsinstrumenten op de gemiddelde financieringskost* bedraagt -0,5%. Dit wil zeggen dat de gemiddelde financiële kost zonder de indekkingsinstrumenten 2,8% zou bedragen.
| FINANCIËLE INKOMSTEN (in EUR x 1.000) | 31/12/2024 12 maanden |
31/12/2023 12 maanden |
31/12/2022 12 maanden |
|---|---|---|---|
| Geïnde interesten en dividenden | 1.125 | 818 | 119 |
| Vergoeding financiële leasing | 0 | 0 | 0 |
| Netto gerealiseerde meerwaarden op verkoop financiële activa | 0 | 0 | 0 |
| Netto gerealiseerde meerwaarden op verkoop vorderingen financiële leasing en soortgelijke vorderingen |
0 | 0 | 0 |
| Andere | 143 | 47 | 53 |
| TOTAAL | 1.267 | 866 | 171 |
| NETTO INTERESTKOSTEN (in EUR x 1.000) | 31/12/2024 12 maanden |
31/12/2023 12 maanden |
31/12/2022 12 maanden |
|---|---|---|---|
| Nominale interestlasten op leningen | -18.601 | -21.627 | -16.058 |
| Wedersamenstelling van het nominaal bedrag van financiële schulden | 0 | 0 | 0 |
| Kosten van toegelaten indekkingsinstrumenten | -45 | -448 | -1.970 |
| Inkomsten uit toegelaten afdekkingsinstrumenten | 4.781 | 3.330 | 99 |
| Andere interestkosten | -13 | -9 | -2 |
| TOTAAL | -13.878 | -18.754 | -17.931 |
| ANDERE BEDRIJFSOPBRENGSTEN EN -KOSTEN (in EUR x 1.000) | 31/12/2024 12 maanden |
31/12/2023 12 maanden |
31/12/2022 12 maanden |
|---|---|---|---|
| Andere bedrijfsopbrengsten | 315 | 231 | 209 |
| Andere bedrijfskosten | 470 | -388 | -357 |
| TOTAAL | 785 | -157 | -148 |
Toelichting 16: Andere financiële kosten
De bankkosten omvatten voornamelijk dossierkosten in het kader van kredietlijnen.
Toelichting 17: Variaties in de reële waarde van financiële activa en passiva
De negatieve variatie in de reële waarde van de financiële activa en passiva bedraagt € -2.733 K bestaande uit:
| ANDERE FINANCIËLE KOSTEN (in EUR x 1.000) | 31/12/2024 12 maanden |
31/12/2023 12 maanden |
31/12/2022 12 maanden |
|
|---|---|---|---|---|
| Bankkosten en andere commissies | -110 | -105 | -189 | |
| Netto gerealiseerde minderwaarden op verkoop financiële activa | 0 | 0 | 0 | |
| Netto gerealiseerde minderwaarden op verkoop vorderingen financiële leasing en soortgelijke vorderingen |
0 | 0 | 0 | |
| Andere | 0 | -2 | 0 | |
| TOTAAL | -110 | -107 | -189 |
| VARIATIES IN DE REËLE WAARDE VAN FINANCIËLE ACTIVA EN PASSIVA (in EUR x 1.000) | 31/12/2024 12 maanden |
31/12/2023 12 maanden |
31/12/2022 12 maanden |
|
|---|---|---|---|---|
| Toegelaten indekkingsinstrumenten | -2.733 | -14.043 | 58.408 | |
| Toegelaten indekkingsinstrumenten die in aanmerking komen voor hedge accounting volgens IFRS |
0 | 0 | 0 | |
| Toegelaten indekkingsinstrumenten die niet in aanmerking komen voor hedge accounting volgens IFRS |
-2.733 | -14.043 | 58.408 | |
| Andere | 0 | 0 | 0 | |
| TOTAAL | -2.733 | -14.043 | 58.408 |

| REËLE WAARDE VAN DE INDEKKINGS INSTRUMENTEN (in EUR x 1.000) |
Startdatum | Vervaldatum | Nominaal bedrag | Opgenomen bedrag 31/12/2024 |
Rentevoet Ingedekte rentevoet Reële waarde 2024 () Reële waarde 2023 () Reële waarde 2022 (*) Reële waarde variatie | 2024 vs. 2023 | ||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| IRS | 29/12/2023 | 31/12/2027 | 50.000 | 50.000 | 0,48% | EURIBOR 3M | 2.369 | 3.566 | 4.744 | -1.197 |
| FORWARD START IRS'' | 30/06/2025 | 30/06/2028 | 50.000 | 0 | 0,33% | EURIBOR 3M | 2.499 | 0 | 0 | 2.499 |
| FORWARD START IRS'' | 30/09/2025 | 31/03/2031 | 50.000 | 0 | 0,73% | EURIBOR 3M | 3.726 | 0 | 0 | 3.726 |
| IRS | 30/06/2024 | 30/06/2030 | 10.000 | 10.000 | -0,01% | EURIBOR 3M | 1.144 | 0 | 0 | 1.144 |
| IRS'' | 31/12/2024 | 30/06/2025 | 0 | 0 | 0,00% | EURIBOR 3M | 0 | 0 | 0 | 0 |
| FORWARD START IRS | 30/06/2025 | 30/09/2027 | 25.000 | 0 | 2,08% | EURIBOR 3M | -41 | 0 | 0 | -41 |
| IRS'' | 30/06/2024 | 31/03/2026 | 25.000 | 25.000 | -0,18% | EURIBOR 3M | 724 | 0 | 0 | 724 |
| IRS | 31/12/2024 | 29/03/2029 | 10.000 | 10.000 | 1,03% | EURIBOR 3M | 454 | 415 | 727 | 39 |
| IRS | 29/12/2023 | 31/12/2027 | 2.500 | 2.500 | 0,19% | EURIBOR 3M | 140 | 206 | 264 | -67 |
| IRS | 30/06/2023 | 12/06/2023 | 0 | 0 | 0,00% | EURIBOR 3M | 0 | 0 | 793 | 0 |
| IRS | 30/06/2023 | 12/06/2023 | 0 | 0 | 0,00% | EURIBOR 3M | 0 | 0 | 595 | 0 |
| IRS | 30/06/2023 | 12/06/2023 | 0 | 0 | 0,00% | EURIBOR 3M | 0 | 0 | 1.526 | 0 |
| IRS' | 29/09/2023 | 29/09/2023 | 0 | 0 | 0,00% | EURIBOR 3M | 0 | 0 | 1.546 | 0 |
| IRS | 30/06/2023 | 12/06/2023 | 0 | 0 | 0,00% | EURIBOR 3M | 0 | 0 | 2.283 | 0 |
| IRS | 31/12/2024 | 31/12/2028 | 10.000 | 10.000 | 0,82% | EURIBOR 3M | 503 | 464 | 756 | 39 |
| IRS | 31/12/2024 | 31/12/2028 | 25.000 | 25.000 | 0,62% | EURIBOR 3M | 1.453 | 1.349 | 2.071 | 104 |
| IRS | 31/12/2024 | 31/12/2028 | 25.000 | 25.000 | 0,89% | EURIBOR 3M | 1.196 | 1.100 | 1.833 | 96 |
| IRS | 31/12/2024 | 31/12/2028 | 25.000 | 25.000 | 0,47% | EURIBOR 3M | 1.597 | 1.489 | 2.204 | 108 |
| IRS | 31/12/2024 | 30/06/2027 | 25.000 | 25.000 | 0,41% | EURIBOR 3M | 1.027 | 946 | 1.438 | 81 |
| IRS | 31/12/2024 | 31/03/2027 | 10.000 | 10.000 | 0,26% | EURIBOR 3M | 404 | 373 | 551 | 31 |
| IRS | 31/12/2024 | 31/03/2028 | 10.000 | 10.000 | 0,54% | EURIBOR 3M | 495 | 457 | 703 | 38 |
| IRS | 30/09/2024 | 30/09/2030 | 10.000 | 10.000 | 1,75% | EURIBOR 3M | 235 | 231 | 0 | 4 |
| IRS | 30/09/2024 | 30/06/2031 | 10.000 | 10.000 | 1,58% | EURIBOR 3M | 379 | 380 | 0 | -1 |
| IRS | 30/09/2024 | 31/12/2031 | 0 | 0 | 0,00% | EURIBOR 3M | 0 | 469 | 0 | -469 |
| IRS | 30/06/2024 | 30/06/2030 | 15.000 | 15.000 | 0,03% | EURIBOR 3M | 1.679 | 1.816 | 0 | -137 |
| IRS | 30/06/2024 | 30/06/2030 | 0 | 0 | 0,00% | EURIBOR 3M | 0 | 1.232 | 0 | -1.232 |
| IRS' | 30/09/2024 | 30/06/2026 | 0 | 0 | 0,00% | EURIBOR 3M | 0 | 1.090 | 0 | -1.090 |
| FORWARD START IRS | 31/12/2027 | 31/12/2030 | 50.000 | 0 | 2,68% | EURIBOR 3M | -560 | -495 | 0 | -65 |
| FORWARD START IRS | 31/12/2028 | 31/12/2031 | 120.000 | 0 | 1,01% | EURIBOR 3M | 4.329 | 4.484 | 0 | -155 |
| CAP | 31/12/2019 | 31/12/2023 | 0 | 0 | 0,00% | EURIBOR 3M | 0 | 0 | 1.439 | 0 |
| CAP | 31/12/2020 | 31/03/2023 | 0 | 0 | 0,00% | EURIBOR 3M | 0 | 0 | 1.600 | 0 |
| CAP | 31/12/2022 | 30/09/2023 | 0 | 0 | 0,00% | EURIBOR 3M | 0 | 0 | 2.236 | 0 |
| CAP | 31/12/2023 | 30/09/2023 | 0 | 0 | 0,00% | EURIBOR 3M | 0 | 0 | 1.659 | 0 |
| CAP | 31/12/2022 | 30/09/2023 | 0 | 0 | 0,00% | EURIBOR 3M | 0 | 0 | 1.916 | 0 |
| IRS | 31/12/2023 | 31/12/2024 | 0 | 0 | 0,00% | EURIBOR 3M | 0 | 1.657 | 1.659 | -1.657 |
| IRS' | 31/12/2024 | 31/12/2024 | 0 | 0 | 0,00% | EURIBOR 3M | 0 | 3.098 | 4.911 | -3.098 |
| IRS' | 31/12/2024 | 31/12/2024 | 0 | 0 | 0,00% | EURIBOR 3M | 0 | 2.258 | 3.441 | -2.258 |
| TOTAAL | 557.500 | 262.500 | 23.751 | 26.584 | 40.894 | -2.833 |
(*) waarde excl. CVA/DVA
(') vervroegd beëindigd en vervangen in 2024
('') nieuw afgesloten IRS-en ter vervanging van de vervroegd beëindigde in 2022-2024
De positie van Montea in het kader van de indekkingsinstrumenten bedraagt + € 23,8 miljoen.
Hier wordt schematisch weergegeven wanneer de lopende IRScontracten voor een totaal van € 262,5 miljoen komen te vervallen:
In 2024 boekte Montea, als gevolg van de aanpassingen volgens IFRS 13, een positieve variatie in de waardering van de indekkingsinstrumenten van € 100 K (dit betreft de zogenaamde "Credit Value Adjustment"). Zodoende bedraagt de netto positie van Montea in het kader van de indekkingsinstrumenten € 23.751 K.
Een negatieve aanpassing van het nominaal bedrag naar de reële waarde van de indekkingsinstrumenten kan worden teruggevonden bij de andere langlopende financiële schulden op het passief van de balans en een positieve aanpassing van het nominaal bedrag naar de reële waarde bij de andere financiële vaste activa – indekkingsinstrumenten op het actief van de balans.
Montea heeft op het einde van 2024 indekkingsinstrumenten voor een nominaal bedrag van € 557.500 K gecontracteerd.
De niet-verdisconteerde netto kasstromen van de bestaande IRS-contracten worden in de tabel hieronder weergegeven:
De totale geboekte vennootschapsbelasting bestaat uit een voorziening voor:
In de loop van 2023 werd Montea erkend als FBI voor de periode 2015 t.e.m. 2022, waardoor de in 2021 en 2022 aangelegde provisies in die periode konden worden tegengedraaid met een uitzonderlijk positieve impact van € 6,9 miljoen tot gevolg. In het derde kwartaal van 2024 kreeg Montea ook de erkenning als FBI voor het boekjaar 2023 waardoor de provisie van € 3,7 miljoen,
die werd opgezet met oog op mogelijke weigering, kon worden tegengedraaid. Anderzijds werd met betrekking tot boekjaar 2024 omwille van dezelfde reden in de resultatenrekening een belastingvoorziening opgebouwd uitgaand van het principe van de voorzichtigheid. Voor 2024 bedraagt deze € 2,3 miljoen, met name de belastingdruk conform de regulier belaste sfeer.
Daarnaast heeft de provisie latente belastingen op het Nederlandse portefeuilleresultaat, aangelegd vanuit een principe van voorzichtigheid (mogelijks niet bekomen FBI-statuut), een negatieve impact op het resultaat op de vastgoedportefeuille van € 10,4 miljoen op 31 december 2024. In de loop van 2024 werd de in 2023 voorziene latente belasting op het vastgoedresultaat tegengedraaid ten belope van € 5,2 miljoen waarna de provisie voor latente belastingen met betrekking tot 2024 werd opgezet voor € 15,6 miljoen. In tegenstelling tot 2023, waar er door de erkenning als FBI voor de periode 2015 t.e.m. 2022 in dat jaar een terugname van € 32,0 miljoen aan opgebouwde latente belastingprovisies op het vastgoed geboekt werd.
| NIET VERDISCONTEERDE | <1 jaar 1 jaar < x | 2 jaar < x | 3 jaar < x | 4 jaar < x | 5 jaar < x | 6 jaar < x | 7 jaar < x | 8 jaar < x | 9 jaar < x | > 10 | |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| KASSTROMEN (in EUR x 1.000) | < 2 jaar | < 3 jaar | < 4 jaar | < 5 jaar | < 6 jaar | < 7 jaar | < 8 jaar | < 9 jaar | < 10 jaar | jaar | |
| Indekkingskost | 1.835 | 2.487 | 2.297 | 2.819 | 3.272 | 3.201 | 1.376 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| VENNOOTSCHAPSBELASTINGEN (in EUR x 1.000) | 31/12/2024 12 maanden |
31/12/2023 12 maanden |
31/12/2022 12 maanden |
|
|---|---|---|---|---|
| Roerende voorheffing | 0 | 0 | 0 | |
| Werkelijke inkomstenbelasting | 3.114 | 5.236 | -5.334 | |
| Uitgestelde belastingen | -10.401 | 30.974 | -14.570 | |
| TOTAAL | -7.287 | 36.209 | -19.904 |
Deze rubriek vermeldt de bedragen van de immateriële vaste activa voor eigen gebruik. Deze immateriële vaste activa omvatten voornamelijk de licentie- en ontwikkelingskosten voor property management, facility en accounting software.

| IMMATERIËLE VASTE ACTIVA | (in EUR x 1.000) |
|---|---|
| OP 31/12/2022 | 567 |
| Aankopen | 180 |
| Afschrijvingen | -199 |
| OP 31/12/2023 | 548 |
| Aankopen | 353 |
| Afschrijvingen | -235 |
| OP 31/12/2024 | 666 |
Een stijging in de vastgoedbeleggingen en projectontwikkelingen in 2024 ter waarde van € 512,5 miljoen wordt als volgt verklaard:
| VASTGOEDBELEGGINGEN & PROJECTONTWIKKELING (in EUR x 1.000) |
Vastgoedbeleggingen | Projectontwikkeling | Totaal |
|---|---|---|---|
| Op 31/12/2022 | 2.068.687 | 102.338 | 2.171.025 |
| Op 31/12/2023 | 2.166.564 | 113.707 | 2.280.270 |
| Investeringen | 273.701 | 273.701 | |
| Nieuwe verwervingen | 240.136 | 240.136 | |
| - Hamburg (DE) | 48.968 | 48.968 | |
| - Gent (BE) | 12.343 | 12.343 | |
| - Maastricht (NL) | 8.058 | 8.058 | |
| - Reverso (FR) | 150.639 | 150.639 | |
| - Diemen (NL) | 19.882 | 19.882 | |
| Overige verwervingen | 246 | 246 | |
| Investeringen in de bestaande portefeuille | 9.757 | 9.757 | |
| IFRS 16 recognition van concessiegronden | 14.291 | 14.291 | |
| Verwervingen via aandelentransacties | 11.698 | 11.698 | |
| Oplevering van built-to-suit projecten | 104.745 | 104.745 | |
| Toevoeging aan built-to-suit projecten | -106.926 | -106.926 | |
| Opgeleverde projectontwikkelingen | -104.745 | -104.745 | |
| Geïnitieerde projectontwikkelingen | 106.926 | 106.926 | |
| Projectontwikkelingen | 164.838 | 164.838 | |
| - Tiel (NL) | 43.607 | 43.607 | |
| - Vorst (BE) | 25.791 | 25.791 | |
| - Waddinxveen (NL) | 26.327 | 26.327 | |
| - Antwerpen (BE) | 14.496 | 14.496 | |
| - Zellik (BE) | 9.715 | 9.715 | |
| - Tongeren III (BE) | 7.999 | 7.999 | |
| - Amsterdam (NL) | 8.965 | 8.965 | |
| - Born (NL) | 5.926 | 5.926 | |
| - Erembodegem (BE) | 3.809 | 3.809 | |
| - Grimbergen (BE) | 2.276 | 2.276 | |
| - Senlis (FR) | 2.356 | 2.356 | |
| Overige projectontwikkelingen | 4.229 | 4.229 | |
| - Zonnepanelen (BE) | 2.270 | 2.270 | |
| - Zonnepanelen (NL) | 42 | 42 | |
| - Zonnepanelen (FR) | - | - | |
| - Batterij-energieopslagsysteem (BE) | 7.028 | 7.028 | |
| Stijging/(daling) van de reële waarde | 35.864 | 35.940 | 71.804 |
| OP 31/12/2024 | 2.476.128 | 316.666 | 2.792.794 |
De vastgoedportefeuille wordt gewaardeerd aan de reële waarde. De reële waardebepaling gebeurt aan de hand van niet-observeerbare input en bijgevolg behoren deze vastgoedbeleggingen tot niveau 3 van de fair valuehiërarchie zoals bepaald volgens IFRS. Zie Toelichting 39 voor meer informatie. De variatie in de waardering van de vastgoedbeleggingen wordt voornamelijk gedreven door latente meerwaarden op projectontwikkelingen en een positieve waardering van de bestaande portefeuille, voornamelijk gedreven door een stijging in de markthuurwaarden, hetgeen deels gecompenseerd wordt door een yield shift expansie.
De schatting van een site bestaat uit het bepalen van haar waarde op een bepaalde datum, het bepalen van de prijs waartegen de
| Verdisconteringsvoet |
|---|
| Vereist rendement |
| Resterende looptijd huurcontract |
| Bezettingsgraad |
| nflatie |
| site potentieel verhandeld zal kunnen worden tussen kopers en verkopers die voldoende geïnformeerd zijn zonder informatie |
|---|
| asymmetrieën en die een dergelijke transactie wensen te |
| realiseren. Deze waarde is de investeringswaarde of de te betalen |
| prijs vermeerderd met de eventuele overdrachtsbelastingen |
| (registratierechten of BTW). De reële waarde, in de zin van |
| het referentieschema IAS/IFRS, kan worden verkregen door |
| de theoretische lokale registratierechten af te trekken van de |
| investeringswaarde. |
| Sensitiviteit van waarderingen |
De sensitiviteit van de reële waarde in functie van wijzigingen in de significant niet-observeerbare input, gebruikt in de bepaling van de reële waarde van panden geclassificeerd in niveau 3 volgens de IFRS fair value-hiërarchie is als volgt:
| NIET-OBSERVEERBARE INPUTS | Berekend in | Impact op de reële waarde | |
|---|---|---|---|
| Stijging | Daling | ||
| Geschatte huurwaarde | €/m² | + | - |
| Verdisconteringsvoet | % | - | + |
| Vereist rendement | - | + | |
| Resterende looptijd huurcontract | jaren | + | - |
| Bezettingsgraad | + | - | |
| Inflatie | + | - | |
Daarnaast is het zo dat een lange (korte) resterende looptijd van het huurcontract vaak aanleiding geeft tot een daling (stijging) in de verdisconteringsvoet.
De sensitiviteit van de reële waarde van de portefeuille kan als volgt worden ingeschat:
De evolutie van de andere materiële vaste activa omvat voornamelijk de afwaardering van € 15,8 miljoen op de zonnepanelen als gevolg van dalende injectieprijzen, waarbij de herwaardering van zonnepanelen grotendeels via eigen vermogen verwerkt wordt (zie ook Toelichting 30). Daarnaast is er ook een uitbreiding van de zonnepanelenparken via nieuwe installaties op diverse sites in België en Nederland.
Zonnepanelen worden gewaardeerd op basis van het herwaarderingsmodel in overeenstemming met IAS 16 – Materiële vaste activa. Na de initiële opname dient het actief waarvan
de reële waarde betrouwbaar kan worden bepaald, te worden geboekt tegen de geherwaardeerde waarde, zijnde de reële waarde op het moment van de herwaardering, verminderd met eventuele latere geaccumuleerde afschrijvingen en latere geaccumuleerde bijzondere waardeverminderingsverliezen. Indien deze zonnepanelen aan kostprijs worden gewaardeerd, zou dit € 57.089 K bedragen. De zonnepanelen worden sinds 2018 gewaardeerd door een onafhankelijk vastgoeddeskundige.
De reële waarde wordt bepaald op basis van de verdisconteringsmethode van toekomstige opbrengsten.
| ANDERE MATERIELE VASTE ACTIVA (in EUR x 1.000) | Totaal | Voor eigen gebruik | Andere |
|---|---|---|---|
| OP 31/12/2022 | 53.009 | 2.736 | 50.273 |
| Aanschaffingswaarde 01/01/2023 | 54.684 | 3.252 | 51.431 |
| Aankopen | 773 | 165 | 608 |
| Zonnepanelen | 32.179 | 0 | 32.179 |
| - Aanschaffingen zonnepanelen | 11.379 | 0 | 11.379 |
| - Meer/minderwaarde bestaande zonnepanelen | 20.800 | 0 | 20.800 |
| Aanschaffingswaarde 31/12/2023 | 87.636 | 3.417 | 84.218 |
| Afschrijvingen 01/01/2023 | -1.675 | -517 | -1.158 |
| Afschrijvingen | -137 | -38 | -98 |
| Afschrijvingen 31/12/2023 | -1.812 | -555 | -1.257 |
| OP 31/12/2023 | 85.824 | 2.862 | 82.962 |
| Aanschaffingswaarde 01/01/2024 | 87.636 | 3.417 | 84.218 |
| Aankopen | 1.205 | 924 | 281 |
| Zonnepanelen | -10.426 | 0 | -10.426 |
| - Aanschaffingen zonnepanelen | 5.360 | 0 | 5.360 |
| - Meer/minderwaarde bestaande zonnepanelen | -15.786 | 0 | -15.786 |
| Aanschaffingswaarde 31/12/2024 | 78.415 | 4.342 | 74.073 |
| Afschrijvingen 01/01/2024 | -1.812 | -555 | -1.257 |
| Afschrijvingen | 6 | -38 | 44 |
| Afschrijvingen 31/12/2024 | -1.806 | -593 | -1.213 |
| OP 31/12/2024 | 76.609 | 3.749 | 72.861 |
De financiële vaste activa betreffen uitsluitend de positieve waardering van de indekkingsinstrumenten. Negatieve waardering van de indekkingsinstrumenten kunnen worden teruggevonden in Toelichting 35.
Dit bedrag betreft een borgtocht betaald in contanten.
| OP 31/12/2022 | 40.367 |
|---|---|
| Activa aangehouden voor verkoop tot einde looptijd | 0 |
| Deelnemingen in verbonden ondernemingen of ondernemingen met een deelnemingsverhouding | 0 |
| Vorderingen op meer dan één jaar | 0 |
| Activa aan reële waarde via resultaat | -13.542 |
| Indekkingsinstrumenten | -13.542 |
| OP 31/12/2023 | 26.825 |
| Activa aangehouden voor verkoop tot einde looptijd | 0 |
| Deelnemingen in verbonden ondernemingen of ondernemingen met een deelnemingsverhouding | 0 |
| Vorderingen op meer dan één jaar | 0 |
| Activa aan reële waarde via resultaat | 5.047 |
| Indekkingsinstrumenten | 5.047 |
| OP 31/12/2024 | 31.872 |
| HANDELSVORDERINGEN EN ANDERE VASTE ACTIVA | (in EUR x 1.000) |
|---|---|
| OP 31/12/2022 | 230 |
| Borgtochten betaald in contanten | 9 |
| OP 31/12/2023 | 239 |
| Borgtochten betaald in contanten | 43 |
| OP 31/12/2024 | 282 |
| OP 31/12/2022 | 230 |
|---|---|
| Borgtochten betaald in contanten | 9 |
| OP 31/12/2023 | 239 |
| Borgtochten betaald in contanten | 43 |
| OP 31/12/2024 | 282 |
In 2024 werd het gebouw gelegen te Saintes geïdentificeerd als bestemd voor verkoop.
Op 31 december 2024 bedroegen de bruto handelsvorderingen € 35,9 miljoen waarvan:
• € 29.363 K handelsvorderingen;
• € 872 K aan dubieuze debiteuren;
• € 5.619 K overige vorderingen.
Daarnaast staat een waardevermindering open van € 1.695 K voor
dubieuze debiteuren.
Onderstaande tabel omvat een ouderdomsanalyse van de
handelsvorderingen op 31 december 2024.
| ACTIVA BESTEMD VOOR VERKOOP | (in EUR x 1.000) |
|---|---|
| OP 31/12/2022 | 0 |
| Vastgoedbeleggingen bestemd voor verkoop | 0 |
| Vastgoedcertificaten | 0 |
| Andere activa | 0 |
| OP 31/12/2023 | 0 |
| Vastgoedbeleggingen bestemd voor verkoop | 5.541 |
| Vastgoedcertificaten | 0 |
| Andere activa | 0 |
| OP 31/12/2024 | 5.541 |
| HANDELSVORDERINGEN (in EUR x 1.000) | 31/12/2024 | 31/12/2023 | 31/12/2022 |
|---|---|---|---|
| Bruto handelsvorderingen | 35.854 | 30.036 | 25.977 |
| Waardeverminderingen voor dubieuze debiteuren | -1.695 | -1.705 | -1.370 |
| TOTAAL | 34.158 | 28.331 | 24.607 |
| OUDERDOMSBALANS HANDELSVORDERINGEN | (in EUR x 1.000) | |
|---|---|---|
| Handelsvorderingen, niet vervallen | 26.762 | |
| Handelsvorderingen, 1 - 30 dagen vervallen | 226 | |
| Handelsvorderingen, 31 - 60 dagen vervallen | 445 | |
| Handelsvorderingen, 61 - 90 dagen vervallen | -20 | |
| Handelsvorderingen, > 90 dagen vervallen | 1.949 | |
| TOTAAL | 29.363 |
Op het totaalbedrag van € 29.363 K werden geen algemene waardeverminderingen opgenomen, daar een individuele analyse per dossier wordt opgemaakt waaruit blijkt dat geen invorderingsrisico bestaat voor wat betreft de vorderingen die al meer dan 90 dagen vervallen zijn. Ondanks deze vereiste is Montea overtuigd, op basis van historische gegevens, dat op moment van overschrijding van de 90 dagen, geen risico van inbaarheid bestaat.
Om de impact van achterstallige vorderingen op het resultaat te minimaliseren, beheert Montea haar klantenbestand op een efficiënte manier. Op regelmatige basis onderwerpt Montea haar klanten aan een kredietanalyse. Zo ook zal Montea potentiële klanten onderwerpen aan een voorafgaande kredietanalyse, alvorens over te gaan tot het afsluiten van nieuwe contracten. De tabel hieronder geeft een overzicht van de geboekte dubieuze debiteuren weer:
| OP 31/12/2022 | 639 |
|---|---|
| Aangelegd bedrag lopend boekjaar | 230 |
| Terugname bedrag lopend boekjaar | 0 |
| OP 31/12/2023 | 870 |
| Aangelegd bedrag lopend boekjaar | 2 |
| Terugname bedrag lopend boekjaar | 0 |
| OP 31/12/2024 | 872 |
| GEBOEKTE WAARDEVERMINDERINGEN OP HANDELSVORDERINGEN | (in EUR x 1.000) |
|---|---|
| OP 31/12/2022 | 1.370 |
| Aangelegde voorziening lopend boekjaar | 335 |
| Terugname geboekte waardeverminderingen | 0 |
| OP 31/12/2023 | 1.705 |
| Aangelegde voorziening lopend boekjaar | -10 |
| Terugname geboekte waardeverminderingen | 0 |
| OP 31/12/2024 | 1.695 |
De tabel hieronder geeft een overzicht weer van de overige vorderingen:
| Klanten met een creditsaldo | 151 |
|---|---|
| Leveranciers met een debetsaldo | 223 |
| Op te maken facturen | 5.215 |
| Te ontvangen creditnota's | 31 |
| TOTAAL | 5.619 |
Montea heeft de nodige inspanningen geleverd opdat de openstaande handelsvorderingen na jaareinde reeds grotendeels geïnd werden.
Montea heeft geen waarborgen verkregen om haar kredietrisico in te perken noch heeft ze kredietindekkingsinstrumenten verkregen.
Een kasstroomoverzicht is terug te vinden in sectie 5.2.2.
| KAS EN KASEQUIVALENTEN (in EUR x 1.000) | 31/12/2024 | 31/12/2023 | 31/12/2022 | |
|---|---|---|---|---|
| Contant geld bij kredietinstellingen | 13.139 | 18.604 | 67.766 | |
| Termijnbeleggingen | 0 | 69.000 | 0 | |
| Te innen cheques | 0 | 0 | 0 | |
| TOTAAL | 13.139 | 87.604 | 67.766 |
| BELASTINGVORDERINGEN EN ANDERE VLOTTENDE ACTIVA (in EUR x 1.000) | 31/12/2024 | 31/12/2023 | 31/12/2022 | |
|---|---|---|---|---|
| BELASTINGEN | -75 | 591 | 13.036 | |
| BTW | -297 | 575 | 0 | |
| Belastingen | 221 | 16 | 13.036 | |
| ANDERE VLOTTENDE ACTIVA | 125 | 189 | 422 | |
| TOTAAL | 50 | 780 | 13.458 |
| OVERLOPENDE REKENINGEN — ACTIEF (in EUR x 1.000) | 31/12/2024 | 31/12/2023 | 31/12/2022 | |
|---|---|---|---|---|
| Verkregen, niet vervallen huuropbrengsten | 1.877 | 935 | 1.081 | |
| Over te dragen huurkortingen en huurvoordelen | 0 | 0 | 0 | |
| Vooruitbetaalde vastgoedkosten: | ||||
| - Kosten voor toekomstige projecten / Voorschotten bouwkosten | 3.788 | 3.327 | 3.596 | |
| - Andere | 0 | 0 | 0 | |
| Vooruitbetaalde interesten en andere financiële kosten | 39 | 33 | 57 | |
| Andere | 720 | 594 | 1.147 | |
| TOTAAL | 6.424 | 4.888 | 5.881 |
| KAPITAAL EN UITGIFTEPREMIES (in EUR x 1.000) |
Kapitaal | Kosten kapitaalverhoging |
Aandeelkapitaal | opties personeel Uitgiftepremies Aantal aandelen | |
|---|---|---|---|---|---|
| OP 31/12/2022 | 367.353 | -7.306 | -6.803 | 319.277 | 18.025.220 |
| Mutaties gedurende het boekjaar | 42.722 | -1.815 | 763 | 104.310 | 2.096.271 |
| OP 31/12/2023 | 410.075 | -9.121 | -6.040 | 423.586 | 20.121.491 |
| Mutaties gedurende het boekjaar | 61.338 | -2.768 | -2.904 | 147.208 | 3.009.721 |
| OP 31/12/2024 | 471.413 | -11.889 | -8.944 | 570.794 | 23.131.212 |
| (in EUR x 1.000) | 31/12/2024 | 31/12/2023 | 31/12/2022 |
|---|---|---|---|
| Reserves | 611.401 | 580.953 | 420.657 |
| Wettelijke reserve | 835 | 835 | 835 |
| Reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van vastgoedbeleggingen | 455.993 | 457.118 | 348.826 |
| Reserve voor de impact op de reële waarde van geschatte mutatierechten en -kosten bij hypothetische vervreemding van vastgoedbeleggingen |
0 | 0 | 0 |
| Reserve voor het saldo van de variaties in reële waarde van toegelaten indekkingsinstrumenten die in aanmerking komen voor hedge accounting zoals gedefinieerd in IFRS |
0 | 0 | 0 |
| Reserve voor het saldo van de variaties in reële waarde van toegelaten indekkingsinstrumenten die niet in aanmerking komen voor hedge accounting zoals gedefinieerd in IFRS |
29.183 | 43.226 | -15.182 |
| Reserve voor het saldo van de wisselkoersverschillen op monetaire activa en passiva | 0 | 0 | 0 |
| Reserve voor de omrekeningsverschillen die voortvloeien uit de omrekening van een buitenlandse activiteit |
0 | 0 | 0 |
| Reserve voor eigen aandelen | 0 | 0 | 0 |
| Reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van financiële activa aangehouden voor verkoop |
0 | 0 | 0 |
| Reserve voor actuariële winsten en verliezen van toegezegde pensioenregelingen | 0 | 0 | 0 |
| Reserve voor latente belastingen op vastgoedbeleggingen gelegen in het buitenland | 0 | 0 | 0 |
| Reserve voor de ontvangen dividenden bestemd voor de terugbetaling van financiële schulden | 0 | 0 | 0 |
| Andere reserves | 125.389 | 79.773 | 86.177 |
Het verschil in de post "reserve voor het saldo van de variatie in de reële waarde van vastgoed" t.o.v. vorig jaar bedraagt € 1.125 K, als gevolg van de negatieve variatie van de waarde van de zonnepanelen gecompenseerd door een positieve waarde-evolutie van vastgoedbeleggingen in 2024.
De reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van vastgoed en de reserve voor het saldo van de indekkingsinstrumenten zijn de belangrijkste onderdelen welke een grote impact hebben op de reserves.
In uitvoering van de bestaande aandelen aankoopplannen en aandelenoptieplannen binnen Montea ten gunste van haar management en werknemers, werden tijdens 2024 in totaal 3.047 eigen aandelen verkocht. Een nieuw inkoopprogramma van 50.000 eigen aandelen vond plaats in de periode tussen 14 november en 29 november 2024, wat het aantal eigen aandelen per 31 december 2024 op 123.827 brengt.

| MUTATIETABEL EIGEN AANDELEN | (in EUR x 1.000) | Aantal aandelen |
|---|---|---|
| OP 31/12/2022 | 6.803 | 82.854 |
| Mutaties gedurende het boekjaar 2023 | -470 | -5.980 |
| OP 31/12/2023 | 6.040 | 76.874 |
| Mutaties gedurende het boekjaar 2024 | 3.391 | 46.953 |
| OP 31/12/2024 | 8.944 | 123.827 |
| RESERVE VOOR HET SALDO VAN DE VARIATIES IN DE REËLE WAARDE VAN VASTGOED | (in EUR x 1.000) |
|---|---|
| Variatie reële waarde vastgoedbeleggingen 2007 (12 maanden) | 5.629 |
| Variatie reële waarde vastgoedbeleggingen 2008 (12 maanden) | -10.046 |
| Variatie reële waarde vastgoedbeleggingen 2009 (12 maanden) | -16.034 |
| Variatie reële waarde vastgoedbeleggingen 2010 (12 maanden) | -1.906 |
| Variatie reële waarde vastgoedbeleggingen 2011 (12 maanden) | -4.420 |
| Variatie reële waarde vastgoedbeleggingen 2012 (12 maanden) | -6.692 |
| Variatie reële waarde vastgoedbeleggingen 2013 (12 maanden) | -3.658 |
| Variatie reële waarde vastgoedbeleggingen 2014 (12 maanden) | 1.457 |
| Variatie reële waarde vastgoedbeleggingen 2015 (12 maanden) | 2.470 |
| Variatie reële waarde vastgoedbeleggingen 2016 (12 maanden) | -23.534 |
| Variatie reële waarde vastgoedbeleggingen 2017 (12 maanden) | 3.204 |
| Variatie reële waarde vastgoedbeleggingen 2018 (12 maanden) | 33.814 |
| Variatie reële waarde vastgoedbeleggingen 2019 (12 maanden) | 70.773 |
| Variatie reële waarde vastgoedbeleggingen 2020 (12 maanden) | 103.901 |
| Variatie reële waarde vastgoedbeleggingen 2021 (12 maanden) | 175.392 |
| Variatie reële waarde vastgoedbeleggingen 2022 (12 maanden) | 92.864 |
| Variatie reële waarde vastgoedbeleggingen 2023 (12 maanden) | 11.870 |
| Herwaarderingsmeerwaarde zonnepanelen 2011 (12 maanden) | 1.566 |
| Herwaarderingsmeerwaarde zonnepanelen 2012 (12 maanden) | -128 |
| Herwaarderingsmeerwaarde zonnepanelen 2013 (12 maanden) | -192 |
| Herwaarderingsmeerwaarde zonnepanelen 2014 (12 maanden) | -63 |
| Herwaarderingsmeerwaarde zonnepanelen 2015 (12 maanden) | 213 |
| Herwaarderingsmeerwaarde zonnepanelen 2016 (12 maanden) | -720 |
| Herwaarderingsmeerwaarde zonnepanelen 2017 (12 maanden) | 484 |
| Herwaarderingsmeerwaarde zonnepanelen 2018 (12 maanden) | -242 |
| Herwaarderingsmeerwaarde zonnepanelen 2019 (12 maanden) | 2.402 |
| Herwaarderingsmeerwaarde zonnepanelen 2020 (12 maanden) | 227 |
| Herwaarderingsmeerwaarde zonnepanelen 2021 (12 maanden) | 14.928 |
| Herwaarderingsmeerwaarde zonnepanelen 2022 (12 maanden) | 15.428 |
| Herwaarderingsmeerwaarde zonnepanelen 2023 (12 maanden) | -12.995 |
| OP 31/12/2024 | 455.993 |
Toelichting 30.1: Reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van vastgoed
Toelichting 30.2: Reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van toegelaten indekkingsinstrumenten die niet onderworpen zijn aan een indekkingsboekhouding zoals gedefinieerd in IFRS
De variatie in de reële waarde van de indekkingsinstrumenten, in 2024 voor een bedrag van € -14,0 miljoen, wordt volledig opgenomen in de resultatenrekening.
Voor meer informatie omtrent het resultaat, verwijzen we naar sectie 9.1.6 "Overzicht van de variaties in het geconsolideerde eigen vermogen en reserves per 31/12/2024".
Onderstaande tabel geeft een overzicht weer van het nettoresultaat per aandeel en het EPRA-resultaat per aandeel op basis van het gewogen gemiddeld aantal aandelen en op basis van het aantal dividendgerechtigde aandelen op jaareinde van Montea. Het EPRA-resultaat* is gelijk aan het nettoresultaat exclusief het resultaat op de portefeuille1 * (XVI tot en met XIX van het geconsolideerd overzicht van de gerealiseerde en nietgerealiseerde resultaten voor winstverdeling) en exclusief de variatie in de reële waarde van de financiële activa en passiva (zie XXIII van het geconsolideerd overzicht van de gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten voor winstverdeling).
Hierbij dient gezegd te worden dat het verschil tussen het aantal aandelen die deelgerechtigd zijn in het resultaat van Montea en het aantal aandelen op het einde van de periode gelijk is aan het aantal eigen aandelen. Daarenboven heeft Montea geen inschrijvingsrechten en/of converteerbare obligaties
| RESERVE VOOR HET SALDO VAN DE VARIATIES IN DE REËLE WAARDE VAN TOEGELATEN INDEKKINGSINSTRUMENTEN DIE NIET ONDERWORPEN ZIJN AAN EEN INDEKKINGSBOEKHOUDING ZOALS GEDEFINIEERD IN IFRS |
(in EUR x 1.000) |
|---|---|
| Variatie reële waarde indekkingsinstrumenten 2007 (15 maanden) | 0 |
| Variatie reële waarde indekkingsinstrumenten 2008 (12 maanden) | 861 |
| Variatie reële waarde indekkingsinstrumenten 2009 (12 maanden) | -6.792 |
| Variatie reële waarde indekkingsinstrumenten 2010 (12 maanden) | -2.089 |
| Variatie reële waarde indekkingsinstrumenten 2011 (12 maanden) | 1.643 |
| Variatie reële waarde indekkingsinstrumenten 2012 (12 maanden) | -4.917 |
| Variatie reële waarde indekkingsinstrumenten 2013 (12 maanden) | -8.033 |
| Variatie reële waarde indekkingsinstrumenten 2014 (12 maanden) | 5.497 |
| Variatie reële waarde indekkingsinstrumenten 2015 (12 maanden) | -10.358 |
| Variatie reële waarde indekkingsinstrumenten 2016 (12 maanden) | -616 |
| Unwinding SWAP 2017 | 9.865 |
| Variatie reële waarde indekkingsinstrumenten 2018 (12 maanden) | 5.791 |
| Unwinding SWAP 2018 | 4.943 |
| Variatie reële waarde indekkingsinstrumenten 2019 (12 maanden) | -3.128 |
| Variatie reële waarde indekkingsinstrumenten 2020 (12 maanden) | -12.739 |
| Variatie reële waarde indekkingsinstrumenten 2021 (12 maanden) | -8.077 |
| Variatie reële waarde indekkingsinstrumenten 2022 (12 maanden) | 12.967 |
| Variatie reële waarde indekkingsinstrumenten 2023 (12 maanden) | 58.408 |
| Variatie reële waarde indekkingsinstrumenten 2024 (12 maanden) | -14.043 |
| OP 31/12/2024 | 29.182 |
De minderheidsbelangen komen tot stand door opzet van of wijzigingen aan een samenwerking met vastgoedvennootschappen. Gedurende 2024 werd het aandeel van Corhoe NV afgekocht en werd deze vennootschap gefuseerd, waardoor nu geen minderheidsbelang meer van toepassing is.
| DETAIL RESULTATEN PER AANDEEL (in EUR x 1.000) | 31/12/2024 12 maanden |
31/12/2023 12 maanden |
31/12/2022 12 maanden |
|---|---|---|---|
| Netto resultaat | 171.525 | 118.810 | 204.458 |
| Toerekenbaar aan: | |||
| Aandeelhouders van de moedermaatschappij | 171.525 | 118.535 | 204.505 |
| Minderheidsbelangen | 0 | 275 | -46 |
| EPRA-resultaat* | 99.260 | 90.010 | 67.738 |
| Aantal gewogen gemiddelde aantal aandelen voor de periode | 21.005.929 | 18.387.740 | 16.538.273 |
| Aantal aandelen in omloop op het einde van de periode | 23.131.212 | 20.121.491 | 18.025.220 |
| Netto resultaat (gewoon / verwaterd) per aandeel / gewogen gemiddeld aantal aandelen (EUR) |
8,17 | 6,46 | 12,36 |
| EPRA-resultaat (gewoon / verwaterd) per aandeel / gewogen gemiddeld aantal aandelen (EUR) |
4,73 | 4,90 | 4,10 |
| DETAIL RECONCILIATIE VAN NETTO RESULTAAT NAAR EPRA-RESULTAAT* (in EUR x 1.000) |
31/12/2024 12 maanden |
31/12/2023 12 maanden |
31/12/2022 12 maanden |
|---|---|---|---|
| Netto resultaat | 171.525 | 118.810 | 204.458 |
| - Resultaat verkoop vastgoedbeleggingen | 0 | 0 | -19 |
| - Variaties in de reële waarde van vastgoedbeleggingen | -85.400 | -11.870 | -92.864 |
| - Variaties in de reële waarde van financiële vaste activa en passiva | 2.733 | 14.043 | -58.408 |
| + Uitgestelde belastingen | 10.401 | -30.974 | 14.570 |
| EPRA-resultaat* | 99.260 | 90.010 | 67.738 |
| MINDERHEIDSBELANG | (in EUR x 1.000) |
|---|---|
| OP 31/12/2022 | 3.584 |
| Minderheidsbelang 2023 | -1.070 |
| OP 31/12/2023 | 2.514 |
| Minderheidsbelang 2024 | -2.514 |
| OP 31/12/2024 | 0 |
| OP 31/12/2022 | 3.584 |
|---|---|
| Minderheidsbelang 2023 | -1.070 |
| OP 31/12/2023 | 2.514 |
| Minderheidsbelang 2024 | -2.514 |
| OP 31/12/2024 | 0 |
(1) Zie sectie 10.1.

Toelichting 33: Langlopende voorzieningen
De financiële schulden betreffen nominale bedragen waarbij de interesten niet vervat zijn.
De Vennootschap heeft een totaalbedrag aan opgenomen kredietlijnen van € 257,6 miljoen. Montea beschikt op 31/12/2024 over een totaalbedrag aan bevestigde bilaterale kredietlijnen van € 449,2 miljoen bij zes financiële instellingen. Er rest nog een niet-opgenomen capaciteit van € 191,6 miljoen, wat betekent dat 57,4% aan kredietlijnen is opgenomen.
In 2025 vervalt geen schuld van de kredietlijnen ten opzichte van de totale opgenomen schuld van de kredietlijnen (€ 257,6 miljoen) of van de gecontracteerde kredietlijnen (€ 449,2 miljoen).
Verder beschikt Montea ook over een totaalbedrag van € 665,0 miljoen aan obligatieleningen, waarvan € 235,0 miljoen aan Green unsecured notes die Montea afsloot in 2021 (US Private Plaatsing) en € 380,0 miljoen aan Green unsecured notes afgesloten in 2022 (US Private Plaatsing).
Voorts is er een totaalbedrag van leasingschulden van € 61,5 miljoen, verdeeld over lange en korte termijn, waarvan € 61,0 miljoen hoofdzakelijk gevormd is door de opname van de leasingverplichtingen op de concessiegronden (naar aanleiding van IFRS 16) en anderzijds voor de financiering van de zonnepanelen op de site te Aalst.
| VOORZIENINGEN (in EUR x 1.000) | 31/12/2024 | 31/12/2023 | 31/12/2022 |
|---|---|---|---|
| Pensioenen | 0 | 0 | 0 |
| Andere | 0 | 0 | 0 |
| TOTAAL | 0 | 0 | 0 |
(1) De rubriek "Andere" omvat hoofdzakelijk de leasingverplichtingen, met betrekking tot de concessiegronden, opgenomen conform IFRS 16
| FINANCIËLE SCHULDEN (in EUR x 1.000) | 31/12/2024 | 31/12/2023 | 31/12/2022 | |
|---|---|---|---|---|
| LANGLOPENDE FINANCIËLE SCHULDEN | 981.913 | 815.327 | 872.967 | |
| Kredietinstellingen | 257.633 | 103.999 | 159.333 | |
| Obligatieleningen | 663.030 | 662.739 | 662.450 | |
| Borgstellingen, bankgaranties d.m.v. gestorte gelden | 3.297 | 1.489 | 1.938 | |
| Financiële leasing | 328 | 465 | 595 | |
| Andere(1) | 57.625 | 46.634 | 48.652 | |
| KORTLOPENDE FINANCIËLE SCHULDEN | 3.504 | 36.162 | 59.919 | |
| Kredietinstellingen | 0 | 33.333 | 57.333 | |
| Obligatieleningen | 0 | 0 | 0 | |
| Financiële leasing | 124 | 117 | 110 | |
| Andere(1) | 3.380 | 2.712 | 2.475 | |
| TOTAAL | 985.417 | 851.490 | 932.886 |
De totale financiële schuld (inclusief obligatieleningen en leasingschuld) is op 31 december 2024 ingedekt voor 98% door middel van contracten voor rentevoetindekking van het type Interest Rate Swaps. Alle obligatieleningen zijn aan vaste interestvoet. De kredietlijnen hebben een variabele intrestvoet. In onderstaande tabellen wordt de maturiteitsanalyse van de kredietlijnen, obligatieleningen en indekkingsinstrumenten weergegeven. In de laatste kolom worden de verwachte intrestlasten weergegeven op basis van de toestand per 31/12/2024 rekening houdend met een stabiele EURIBOR.
| KREDIETINSTELLINGEN (in EUR x 1.000) | Gecontracteerde kredieten |
Opgenomen kredieten |
Intrestlasten kredieten |
|---|---|---|---|
| Kredietlijnen, binnen het jaar te vervallen | - | - | 2.958 |
| Kredietlijnen, te vervallen binnen 1 - 2 jaar | 71.000 | 71.000 | 2.958 |
| Kredietlijnen, te vervallen binnen 2 - 3 jaar | 52.000 | 35.000 | 2.702 |
| Kredietlijnen, te vervallen binnen > 3 jaar | 326.200 | 151.633 | 3.900 |
| TOTAAL | 449.200 | 257.633 | 12.518 |
| OBLIGATIELENINGEN (in EUR x 1.000) | Gecontracteerde obligatieleningen |
Opgenomen obligatieleningen |
Intrestlasten obligatieleningen |
|---|---|---|---|
| Obligatieleningen, binnen het jaar te vervallen | 25.000 | 25.000 | 17.309 |
| Obligatieleningen, vervallen binnen 1 - 2 jaar | - | 70.000 | 16.881 |
| Obligatieleningen, vervallen binnen 2 - 3 jaar | 25.000 | 25.000 | 16.290 |
| Obligatieleningen, vervallen binnen > 3 jaar | 615.000 | 545.000 | 31.398 |
| TOTAAL | 665.000 | 665.000 | 81.878 |
| INDEKKINGSINSTRUMENTEN (in EUR x 1.000) | Notioneel Bedrag | Interestinkomsten indekkingsinstrumenten |
|---|---|---|
| Indekkingsinstrumenten, binnen het jaar te vervallen | - | 1.835 |
| Indekkingsinstrumenten, vervallen binnen 1 - 2 jaar | 25.000 | 2.487 |
| Indekkingsinstrumenten, vervallen binnen 2 - 3 jaar | 112.500 | 2.297 |
| Indekkingsinstrumenten, vervallen binnen > 3 jaar | 420.000 | 10.669 |
| TOTAAL | 557.500 | 17.289 |
Onderstaande tabel geeft een overzicht van de lopende obligatieleningen:
De andere langlopende financiële verplichtingen omvatten uitsluitend de negatieve waardering van de financiële indekkingsinstrumenten op 31/12/2024. In Toelichting 22, onder de financiële vaste activa, bevinden zich de positieve variaties in de waarde van de financiële indekkingsinstrumenten. De financiële indekkingsinstrumenten met een negatieve waarde op 31/12/2024 bedragen € 8.275 K. Voor de vergelijking van de reële waarden met de boekwaarden verwijzen we naar Toelichting 17.
| OBLIGATIELENINGEN | |||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| NOMINAAL BEDRAG (in EUR x 1.000) |
Begindatum | Vervaldag | Rente | Rentevoet | Terugbetaling kapitaal |
Terugbetaling rente |
|
| 25.000 | 30/06/2015 | 30/06/2027 | Variabel | EURIBOR 3M + 205 bps |
2027 | Trimestrieel | |
| 25.000 | 30/06/2015 | 30/06/2025 | Vast | 3,42% | 2025 | Jaarlijks | |
| 50.000 | 27/04/2021 | 27/04/2031 | Vast | 1,28% | 2031 | Halfjaarlijks | |
| 30.000 | 23/06/2021 | 23/06/2031 | Vast | 1,28% | 2031 | Halfjaarlijks | |
| 70.000 | 23/06/2021 | 23/06/2036 | Vast | 1,44% | 2036 | Halfjaarlijks | |
| 85.000 | 04/01/2022 | 04/01/2034 | Vast | 1,42% | 2034 | Halfjaarlijks | |
| 175.000 | 17/08/2022 | 17/08/2030 | Vast | 3,18% | 2030 | Halfjaarlijks | |
| 20.000 | 02/11/2022 | 02/11/2030 | Vast | 3,20% | 2030 | Halfjaarlijks | |
| 25.000 | 07/12/2022 | 07/12/2030 | Vast | 3,26% | 2030 | Halfjaarlijks | |
| 160.000 | 15/06/2022 | 15/06/2032 | Vast | 3,40% | 2032 | Halfjaarlijks | |
| 665.000 |
| ANDERE LANGLOPENDE FINANCIËLE VERPLICHTINGEN (in EUR x 1.000) | 31/12/2024 | 31/12/2023 | 31/12/2022 |
|---|---|---|---|
| Toegelaten indekkingsinstrumenten | 8.275 | 495 | -7 |
| TOTAAL | 8.275 | 495 | -7 |
| ANDERE LANGLOPENDE VERPLICHTINGEN (in EUR x 1.000) | 31/12/2024 | 31/12/2023 | 31/12/2022 |
|---|---|---|---|
| Waarborgen | 0 | 0 | 0 |
| TOTAAL | 0 | 0 | 0 |
De sectie 'Exit taks' bestaat doorgaans uit een provisie aangelegd naar aanleiding van de aankopen van nieuwe vastgoedvennootschappen. In 2023 stond deze provisie nog open voor de aankoop van de vastgoedvennootschap Corhoe NV.
De post "Leveranciers" heeft nog een openstaand saldo van € 20,5 miljoen. Dit resterend bedrag is voornamelijk nog schuldig aan derde partijen naar aanleiding van lopende ontwikkelingen in België, Nederland, Frankrijk en Duitsland.
| De sectie "Belastingen, bezoldigingen en sociale lasten" bestaat voornamelijk uit de belastingprovisie opgezet voor het ontvangen van het voorlopige aanslagbiljet van 2024 in Nederland waar het FBI-statuut in aanvraag is, maar nog niet werd bekomen. Zie Toelichting 26 en sectie 11.5.4. |
|---|
| De sectie "Andere kortlopende verplichtingen" bestaat hoofdzakelijk uit schulden gerelateerd aan verwervingen via aandelentransacties, op het einde van 2024 bijvoorbeeld gerelateerd aan de acquisitie van de site te Hamburg. |
De overlopende rekeningen van het passief bestaan voornamelijk uit de vooraf gefactureerde huurinkomsten en de toerekening van nog niet afgerekende interesten op de obligatieleningen en kredietlijnen.
| Exit Taks | 0 | 2.738 | 6.067 |
|---|---|---|---|
| Andere | 30.182 | 16.678 | 22.340 |
| Leveranciers | 20.517 | 8.600 | 11.758 |
| Huurders | 2.968 | 2.483 | 2.203 |
| Belastingen, bezoldigingen en sociale lasten | 6.697 | 5.594 | 8.378 |
| TOTAAL | 30.182 | 19.416 | 28.407 |
| Dividenden | |
|---|---|
| Andere | |
| ITOTAA |
| ANDERE KORTLOPENDE VERPLICHTINGEN (in EUR x 1.000) | 31/12/2024 | 31/12/2023 | 31/12/2022 |
|---|---|---|---|
| Dividenden | 36 | 36 | 28 |
| Andere | 1.528 | 601 | 2.316 |
| TOTAAL | 1.564 | 637 | 2.343 |
| OVERLOPENDE REKENINGEN - PASSIEF (in EUR x 1.000) | 31/12/2024 | 31/12/2023 | 31/12/2022 |
|---|---|---|---|
| Over te dragen vastgoedopbrengsten | 31.501 | 25.673 | 24.879 |
| Toe te rekenen, niet vervallen interesten en andere kosten | 8.230 | 10.271 | 1.834 |
| Andere | 0 | 0 | 0 |
| TOTAAL | 39.731 | 35.944 | 26.714 |
| OVERLOPENDE REKENINGEN - PASSIEF (in EUR x 1.000) | 31/12/2024 | 31/12/2023 | 31/12/2022 |
|---|---|---|---|
| Over te dragen vastgoedopbrengsten | 31.501 | 25.673 | 24.879 |
| Toe te rekenen, niet vervallen interesten en andere kosten | 8.230 | 10.271 | 1.834 |
| Andere | 0 | 0 | 0 |
| TOTAAL | 39.731 | 35.944 | 26.714 |
Level 1: waarderingen van de reële waarde zijn bepaald volgens de (niet-aangepaste) marktprijsnoteringen in actieve markten voor identieke activa en verplichtingen;
Level 2: waarderingen van de reële waarde worden bepaald op basis van andere gegevens dan genoteerde prijzen bedoeld in niveau 1, die observeerbaar zijn voor het actief of de verplichting, zowel rechtstreeks (d.w.z. als prijzen) als onrechtstreeks (d.w.z. afgeleid uit prijzen);
Level 3: waarderingen van de reële waarde worden bepaald op basis van waarderingstechnieken die gegevens voor het actief of de verplichting omvatten die niet gebaseerd zijn op observeerbare marktgegevens (niet-observeerbare gegevens).
Tijdens het boekjaar 2024 hebben geen overdrachten plaatsgevonden tussen de verschillende niveaus van de reële waarde hiërarchie.
| REËLE WAARDE HIËRARCHIE (in EUR x 1.000) | 31/12/2024 Boekwaarde |
31/12/2024 Level 1 |
31/12/2024 Level 2 |
31/12/2024 Level 3 |
|||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| I. | VASTE ACTIVA | 2.825.733 | 0 | 32.820 | 2.792.913 | ||
| A. Goodwill | 0 | 0 | 0 | 0 | |||
| B. Immateriële vaste activa | 666 | 0 | 666 | 0 | |||
| C. Vastgoedbeleggingen | 2.720.052 | 0 | 0 | 2.720.052 | |||
| D. Andere materiële vaste activa | 72.861 | 0 | 0 | 72.861 | |||
| E. Financiële vaste activa | 31.872 | 0 | 31.872 | 0 | |||
| F. | Vorderingen financiële leasing | 0 | 0 | 0 | 0 | ||
| G. Handelsvorderingen en andere vaste activa | 282 | 0 | 282 | 0 | |||
| H. Uitgestelde belastingen - activa | 0 | 0 | 0 | 0 | |||
| I. | Deelnemingen in geassocieerde vennootschappen en joint ventures vermogensmutatie |
0 | 0 | 0 | 0 | ||
| II. | VLOTTENDE ACTIVA | 59.313 | 13.139 | 40.632 | 5.541 | ||
| A. Activa bestemd voor verkoop | 5.541 | 0 | 0 | 5.541 | |||
| B. Financiële vlottende activa | 0 | 0 | 0 | 0 | |||
| C. Vorderingen financiële leasing | 0 | 0 | 0 | 0 | |||
| D. Handelsvorderingen | 34.158 | 0 | 34.158 | 0 | |||
| E. Belastingvorderingen en andere vlottende activa | 50 | 0 | 50 | 0 | |||
| F. | Kas en kasequivalenten | 13.139 | 13.139 | 0 | 0 | ||
| G. Overlopende rekeningen | 6.424 | 0 | 6.424 | 0 | |||
| TOTAAL ACTIVA | 2.885.045 | 13.139 | 73.452 | 2.798.453 | |||
| VERPLICHTINGEN | 1.080.745 | 0 | 1.034.789 | 0 | |||
| I. | LANGLOPENDE VERPLICHTINGEN | 1.005.764 | 0 | 959.807 | 0 | ||
| A. Voorzieningen | 0 | 0 | 0 | 0 | |||
| B. Langlopende financiële schulden | 981.913 | 0 | 935.956 | 0 | |||
| 1. Bancaire schulden | 260.930 | 0 | 260.930 | 0 | |||
| 2. Obligatieleningen | 720.655 | 0 | 674.698 | 0 | |||
| 3. Diverse langlopende financiële schulden (borgtochten, waarborgen,) |
328 | 0 | 328 | 0 | |||
| C. Andere langlopende financiële verplichtingen | 8.275 | 0 | 8.275 | 0 | |||
| D. Handelsschulden en andere langlopende schulden | 0 | 0 | 0 | 0 | |||
| E. Andere langlopende verplichtingen | 0 | 0 | 0 | 0 | |||
| F. | Uitgestelde belastingen - verplichtingen | 15.576 | 0 | 15.576 | 0 | ||
| II. | KORTLOPENDE VERPLICHTINGEN | 74.981 | 0 | 74.981 | 0 | ||
| A. Voorzieningen | 0 | 0 | 0 | 0 | |||
| B. Kortlopende financiële schulden | 3.504 | 0 | 3.504 | 0 | |||
| 1. Bancaire schulden | 0 | 0 | 0 | 0 | |||
| 2. Leasing schulden | 124 | 0 | 124 | 0 | |||
| 3. Andere | 3.380 | 0 | 3.380 | 0 | |||
| C. Andere kortlopende financiële verplichtingen | 0 | 0 | 0 | 0 | |||
| D. Handelsschulden en andere kortlopende schulden | 30.182 | 0 | 30.182 | 0 | |||
| E. Andere kortlopende verplichtingen | 1.564 | 0 | 1.564 | 0 | |||
| F. | Overlopende rekeningen | 39.731 | 0 | 39.731 | 0 | ||
| TOTAAL VERPLICHTINGEN | 1.080.745 | 0 | 1.034.789 | 0 |


| REËLE WAARDE HIËRARCHIE (in EUR x 1.000) | 31/12/2023 Boekwaarde |
31/12/2023 Level 1 |
31/12/2023 Level 2 |
31/12/2023 Level 3 |
|
|---|---|---|---|---|---|
| I. | VASTE ACTIVA | 2.312.331 | 0 | 27.612 | 2.284.719 |
| A. Goodwill | 0 | 0 | 0 | 0 | |
| B. Immateriële vaste activa | 548 | 0 | 548 | 0 | |
| C. Vastgoedbeleggingen | 2.201.758 | 0 | 0 | 2.201.758 | |
| D. Andere materiële vaste activa | 82.962 | 0 | 0 | 82.962 | |
| E. Financiële vaste activa | 26.825 | 0 | 26.825 | 0 | |
| F. | Vorderingen financiële leasing | 0 | 0 | 0 | 0 |
| G. Handelsvorderingen en andere vaste activa | 239 | 0 | 239 | 0 | |
| H. Uitgestelde belastingen - activa | 0 | 0 | 0 | 0 | |
| I. | Deelnemingen in geassocieerde vennootschappen en joint ventures vermogensmutatie |
0 | 0 | 0 | 0 |
| II. | VLOTTENDE ACTIVA | 121.603 | 87.604 | 33.999 | 0 |
| A. Activa bestemd voor verkoop | 0 | 0 | 0 | 0 | |
| B. Financiële vlottende activa | 0 | 0 | 0 | 0 | |
| C. Vorderingen financiële leasing | 0 | 0 | 0 | 0 | |
| D. Handelsvorderingen | 28.331 | 0 | 28.331 | 0 | |
| E. Belastingvorderingen en andere vlottende activa | 780 | 0 | 780 | 0 | |
| F. | Kas en kasequivalenten | 87.604 | 87.604 | 0 | 0 |
| G. Overlopende rekeningen | 4.888 | 0 | 4.888 | 0 | |
| TOTAAL ACTIVA | 2.433.934 | 87.604 | 61.611 | 2.284.719 | |
| VERPLICHTINGEN | 913.157 | 0 | 848.082 | 0 | |
| I. | LANGLOPENDE VERPLICHTINGEN | 820.997 | 0 | 755.922 | 0 |
| A. Voorzieningen | 0 | 0 | 0 | 0 | |
| B. Langlopende financiële schulden | 815.327 | 0 | 750.252 | 0 | |
| 1. Bancaire schulden | 105.488 | 0 | 105.488 | 0 | |
| 2. Obligatieleningen | 709.374 | 0 | 644.298 | 0 | |
| 3. Diverse langlopende financiële schulden (borgtochten, waarborgen,) |
465 | 0 | 465 | 0 | |
| C. Andere langlopende financiële verplichtingen | 495 | 0 | 495 | 0 | |
| D. Handelsschulden en andere langlopende schulden | 0 | 0 | 0 | 0 | |
| E. Andere langlopende verplichtingen | 0 | 0 | 0 | 0 | |
| F. | Uitgestelde belastingen - verplichtingen | 5.175 | 0 | 5.175 | 0 |
| II. | KORTLOPENDE VERPLICHTINGEN | 92.160 | 0 | 92.160 | 0 |
| A. Voorzieningen | 0 | 0 | 0 | 0 | |
| B. Kortlopende financiële schulden | 36.162 | 0 | 36.162 | 0 | |
| 1. Bancaire schulden | 33.333 | 0 | 33.333 | 0 | |
| 2. Leasing schulden | 117 | 0 | 117 | 0 | |
| 3. Andere | 2.712 | 0 | 2.712 | 0 | |
| C. Andere kortlopende financiële verplichtingen | 0 | 0 | 0 | 0 | |
| D. Handelsschulden en andere kortlopende schulden | 19.416 | 0 | 19.416 | 0 | |
| E. Andere kortlopende verplichtingen | 637 | 0 | 637 | 0 | |
| F. | Overlopende rekeningen | 35.944 | 0 | 35.944 | 0 |
| TOTAAL VERPLICHTINGEN | 913.157 | 0 | 848.082 | 0 |
IFRS 13 behandelt de praktische toepassing van de reële waardebepaling wanneer dit door een andere standaard wordt verplicht of toegestaan. Deze werd ook toegepast voor wat betreft de waardebepaling van de vastgoedbelegging, zonnepanelen alsook de financiële instrumenten.
De praktische toepassing van de reële waardebepaling bij de waardering van de vastgoedbeleggingen werd uitgevoerd door de externe vastgoeddeskundigen, grotendeels gebaseerd op de kapitalisatiemethode.
De praktische toepassing van de reële waardebepaling bij de waardering van de vastgoedbeleggingen, op basis van de kapitalisatiemethode, werd gedaan op basis van de externe vastgoeddeskundigen die markthuurwaardes en marktrendementen op alle individuele sites heeft bepaald.
Op deze markthuurwaarde en marktrendementen worden bepaalde correcties toegevoegd in functie van de specifieke
| situatie (bv. verschil tussen actuele huur en markthuurwaarde, de actuele waarde van de toekomstige investeringen alsook de inschatting van de toekomstige leegstand). |
|---|
| Zoals hiervoor aangehaald wordt de reële waarde van de vastgoedbeleggingen hoofdzakelijk bepaald aan de hand van de markthuurwaarde (€/m²) en de equivalent yield (nettorendement op basis van een gelijkwaardig product op deze locatie). De |
| onderstaande tabel geeft per geografische regio een overzicht van deze twee parameters met telkens: |
| • een minimum en maximum huurwaarde, dewelke telkens enkel de magazijncomponent van ERV omvat; en • een gewogen gemiddelde, dewelke de ERV en de oppervlakte van de gehele portefeuille in beschouwing |
neemt.
Daarenboven wordt de reële waarde van de vastgoedbeleggingen bepaald door het verschil van de actuele huur t.o.v. de markthuurwaarde.
| WAARDERING REËLE WAARDE VASTGOEDBELEGGINGEN | BE | FR | NL | DE |
|---|---|---|---|---|
| Huurkapitalisatiemethode | ||||
| Markthuurwaarde (Min - Max.) (euro /m²) | 28-130 | 35-140 | 38-98 | NVT |
| Markthuurwaarde - Gewogen Gemiddelde (euro /m²) | 61,24 | 77,83 | 68,88 | NVT |
| Equivalent Yield (Min - Max.) (%) | 3,92%-7,55% 4,75%-6,15% 4,30%-7,11% | NVT | ||
| Equivalent Yield - Gewogen Gemiddelde (%) | 5,24% | 5,27% | 5,50% | NVT |
| Gemiddelde inflatie (%) | 4,41% | 1,75% | 3,95% | 2,84% |
| Actuele huur t.o.v. Markthuurwaarde (%) | 92,62% | 93,34% | 87,93% | NVT |
| Uit bovenstaande tabel blijkt dat het minimum en maximum van de markthuurwaardes ver uiteen liggen. Dit heeft hoofdzakelijk te maken met: |
De cashflow methode wordt niet meer toegepast daar zij geen toegevoegde waarde creëert aan de bestaande kapitalisatiemethode. Deze cashflow methode zal enkel in zeer |
specifieke gevallen aangebracht worden als ondersteuning van de kapitalisatiemethode.
In de onderstaande tabel vindt men de belangrijkste parameters met betrekking tot 2023:
| NVT |
|---|
| NVT |
| NVT |
| NVT |
| 3,77% |
| NVT |
De praktische toepassing van de reële waardebepaling bij de waardering van de zonnepanelen wordt bepaald op basis van een berekening van de netto actuele waarde over de resterende looptijd van de groenestroomcertificaten.
Zonnepanelen worden gewaardeerd op basis van het herwaarderingsmodel in overeenstemming met IAS 16 - Materiële vaste activa. Na de initiële opname dient het actief waarvan de reële waarde betrouwbaar kan worden bepaald, te worden geboekt tegen de geherwaardeerde waarde, zijnde de reële waarde op het moment van de herwaardering, verminderd met eventuele latere geaccumuleerde afschrijvingen en latere geaccumuleerde bijzondere waardeverminderingsverliezen. De reële waarde wordt bepaald op basis van de verdisconteringsmethode van toekomstige opbrengsten.
Bij de bepaling van de verdisconteringsmethode wordt rekening gehouden met de volgende zaken:
certificaat en sinds augustus 2022 zijn de certificaten voor installaties die in werking zijn getreden na 2013 naar 0 herleid door de aanhoudend hoge energiekosten);
De waardering van de zonnepanelen wordt op trimestriële basis bepaald door de vastgoedschatter.
De meerwaarde bij opstart van een nieuwe site qua zonnepanelen wordt in een afzonderlijke component van het eigen vermogen opgenomen, als gevolg van de toepassing van de verdisconteringsmethode van toekomstige opbrengsten, die leidt tot een hogere marktwaarde dan de oorspronkelijke kostprijs van de zonnepanelen. Minderwaarden worden ook in deze component opgenomen, tenzij ze gerealiseerd zijn of tenzij de reële waarde onder de oorspronkelijke kost daalt. In deze laatste gevallen worden zij in het resultaat opgenomen.
Bij de bepaling van de reële waarde van de afgeleide instrumenten werd enerzijds rekening gehouden met de reële waarde die door de financiële instellingen aan Montea ter beschikking werden gesteld, gebaseerd op de swap-rate van gelijkaardige producten op 31/12/2024, t.o.v. de gecontracteerde hedging instrumenten. De reële waarde van de afgeleide instrumenten per 31/12/2024 bedraagt € +23.751 K. Dit zou normaal gecatalogeerd moeten worden onder level 2. Daarnaast dient de onderneming ook het "non-performance risk" te waarderen. Montea heeft een positieve reële waarde op haar hedging instrumenten.
Op basis van inschattingen (credit default swaps per 31/12/2024, de gemiddelde leeftijd van de uitstaande swaps), heeft Montea een "non-performance risk" berekend ten belope van € 154,1 K wat een toename is van € 100,2 K ten opzichte van 31/12/2023. Dit non-performance risk heeft een negatief effect op de reële waarde van de afgeleide instrumenten. Door het feit van het tot uitdrukking brengen van dit "non-performance risk", wordt de volledige reële waarde van € 23.597 K opgenomen in level 2. De fluctuatie van het non-performance risk is grotendeels te wijten aan de evolutie van de marktwaarde van de afgeleide instrumenten tijdens het afgelopen boekjaar.
De financiële verplichtingen bestaan uit obligatieleningen, de opgenomen kredietlijnen en andere schulden. De praktische toepassing van de reële waardebepaling bij de waardering
| van de obligaties werd gedaan op basis van de indicatieve |
|---|
| prijsbepaling op de actieve markt. Daar deze per 31/12/2024 |
| niet verhandeld is, worden de obligaties geclassificeerd in level |
| 2 (marktwaardering in de actieve markt voor een gelijkaardig |
| product). De reële waarde van de obligatieleningen met vaste |
| rentevoet zijn verschillend van de huidige boekwaarde, gegeven |
| de evolutie in de EURIBOR-rentevoet die maakt dat de reële |
| waarde van deze obligaties € 46,0 miljoen lager ligt dan de |
| boekwaarde. 100% van alle kredietlijnen werden afgesloten |
| aan variabele rentevoet (bilaterale kredietlijnen aan EURIBOR 3 |
| maand, gefloored + marge). Zodoende is de reële waarde van de |
| uitstaande kredietlijnen en de reële waarde van de obligatielening |
| met variabele rentevoet nagenoeg gelijk aan de boekwaarde van |
| deze kredietlijnen en obligatielening. De classificatie als level 2 is |
| te verantwoorden daar de marktwaardering in een actieve markt |
| voor gelijkaardige producten beschikbaar is. |
| 5. Vlottende activa en kortlopende (niet-financiële) verplichtingen |
| De waarderingstechniek die bij de waardering tegen reële waarde |
| is gebruikt voor vlottende activa en kortlopende verplichtingen |
| is aan nominale waarde, gezien het feit dat deze vorderingen |
| en schulden op korte termijn zijn en bijgevolg het kredietrisico |
beperkt is.
Met betrekking tot de verplichting inzake gesegmenteerde informatie past Montea IFRS 8 toe.
Geografisch bevindt de huidige portefeuille zich in België, Nederland, Frankrijk en Duitsland. De Vennootschap stuurt en coördineert haar zaken op geografisch gebied en zodoende rapporteert zij ook volgens deze geografische segmentatie. De volgende tabellen geven de balans en de resultatenrekening weer volgens de geografische segmentatie.
De kolom "eliminaties" betreft de consolidatieboekingen die dienen te gebeuren in het kader van de consolidatie en hebben geenszins impact op het geconsolideerde resultaat. Naast de geografische segmentatie maakt de Vennootschap ook gebruik van de sectorale segmentatie qua klantenbestand om zodoende het risicoprofiel te spreiden.
Toelichting 40.1: Gesegmenteerde balans voor het jaar 2024
| (in EUR x 1.000) | 31/12/2024 | 31/12/2024 | 31/12/2024 | 31/12/2024 | 31/12/2024 | 31/12/2024 | ||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| BE | FR | NL | DE | Elim. | Conso | |||
| I. | VASTE ACTIVA | 2.254.289 | 406.762 | 1.106.646 | 89.357 -1.031.321 | 2.825.733 | ||
| A. Goodwill | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | ||
| B. Immateriële vaste activa | 666 | 0 | 0 | 0 | 0 | 666 | ||
| C. Vastgoedbeleggingen | 1.145.827 | 403.029 | 1.082.012 | 89.184 | 0 | 2.720.052 | ||
| D. Andere materiële vaste activa | 44.410 | 3.644 | 24.635 | 172 | 0 | 72.861 | ||
| E. Financiële vaste activa | 1.063.193 | 0 | 0 | 0 -1.031.321 | 31.872 | |||
| F. Vorderingen financiële leasing | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | ||
| G. Handelsvorderingen en andere vaste activa | 193 | 89 | 0 | 1 | 0 | 282 | ||
| H. Uitgestelde belastingen - activa | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | ||
| I. Deelnemingen in geassocieerde vennootschappen en joint ventures vermogensmutatie |
0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | ||
| II. | VLOTTENDE ACTIVA | 18.175 | 12.457 | 11.748 | 4.606 | 12.327 | 59.313 | |
| A. Activa bestemd voor verkoop | 5.541 | 0 | 0 | 0 | 0 | 5.541 | ||
| B. Financiële vlottende activa | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | ||
| C. Vorderingen financiële leasing | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | ||
| D. Handelsvorderingen | 12.447 | 8.964 | 10.844 | 2.840 | -937 | 34.158 | ||
| E. Belastingvorderingen en andere vlottende activa | -13.316 | -12 | 15 | 100 | 13.263 | 50 | ||
| F. Kas en kasequivalenten | 11.513 | 0 | 102 | 1.524 | 0 | 13.139 | ||
| G. Overlopende rekeningen TOTAAL ACTIVA |
1.990 2.272.463 |
3.505 419.219 |
787 1.118.395 |
142 | 0 93.962 -1.018.994 |
6.424 2.885.045 |
||
| TOTAAL EIGEN VERMOGEN | 1.299.721 | 151.344 | 566.253 | 6.833 | -219.851 | 1.804.300 | ||
| Eigen vermogen toewijsbaar aan de | ||||||||
| I. | aandeelhouders van de moedervennootschap | 1.299.721 | 151.344 | 566.253 | 6.833 | -219.851 | 1.804.300 | |
| A. Kapitaal | 450.580 | 0 | 194.604 | 2.122 | -196.726 | 450.580 | ||
| B. Uitgiftepremies | 570.794 | 0 | 0 | 0 | 0 | 570.794 | ||
| C. Reserves | 181.252 | 149.515 | 296.538 | -7.144 | -8.761 | 611.401 | ||
| D. Nettoresultaat van het boekjaar | 97.094 | 1.828 | 75.111 | 11.855 | -14.363 | 171.525 | ||
| II. | Minderheidsbelangen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
| VERPLICHTINGEN | 972.743 | 267.875 | 552.141 | 87.129 | -799.144 | 1.080.745 | ||
| I. | Langlopende verplichtingen | 934.325 | 267.786 | 533.536 | 78.070 | -807.954 | 1.005.764 | |
| A. Voorzieningen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | ||
| B. Langlopende financiële schulden | 926.051 | 267.786 | 517.960 | 78.070 | -807.954 | 981.913 | ||
| C. Andere langlopende financiële verplichtingen | 8.275 | 0 | 0 | 0 | 0 | 8.275 | ||
| D. Handelsschulden en andere langlopende schulden | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | ||
| E. Andere langlopende verplichtingen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | ||
| F. Uitgestelde belastingen - verplichtingen | 0 | 0 | 15.576 | 0 | 0 | 15.576 | ||
| II. | Kortlopende verplichtingen | 38.417 | 89 | 18.605 | 9.059 | 8.810 | 74.981 | |
| A. Voorzieningen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | ||
| B. Kortlopende financiële schulden | 2.723 | 129 | 282 | 371 | 0 | 3.504 | ||
| C. Andere kortlopende financiële verplichtingen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | ||
| D. Handelsschulden en andere kortlopende schulden | 12.896 | 3.919 | 10.520 | 3.883 | -1.036 | 30.182 | ||
| E. Andere kortlopende verplichtingen | 1.564 | -9.917 | -3.460 | 3.749 | 9.628 | 1.564 | ||
| F. Overlopende rekeningen | 21.234 | 5.958 | 11.263 | 1.057 | 219 | 39.731 | ||
| 2.272.463 | 419.219 | 1.118.395 | 93.962 -1.018.994 | 2.885.045 | ||||
| TOTAAL EIGEN VERMOGEN EN VERPLICHTINGEN |
De reële waarde van de vastgoedbeleggingen in België bedraagt € 1.145,8 miljoen voor 2024, € 126,8 miljoen hoger dan de reële waarde van de vastgoedbeleggingen in België in 2023. Deze stijging is voornamelijk het gevolg van:
De reële waarde van de vastgoedbeleggingen in Frankrijk bedraagt € 403,0 miljoen voor 2024, € 150,2 miljoen hoger dan de reële waarde van de vastgoedbeleggingen Frankrijk in 2023 voornamelijk ten gevolge van:
| De reële waarde van de vastgoedbeleggingen in Nederland bedraagt € 1.082,0 miljoen voor 2024, € 183,1 miljoen hoger dan de reële waarde van de vastgoedbeleggingen in Nederland in 2023. Deze stijging is voornamelijk te wijten aan: |
|---|
| • verwervingen door aankoop van gebouwen te Maastricht en Diemen; • het vervolg van de ontwikkelingen te Waddinxveen, Amsterdam, Born en Tiel; • opleveringen van zonnepanelen op diverse sites; • de stijging van de reële waarde van de bestaande portefeuille. |
| De reële waarde van de vastgoedbeleggingen in Duitsland bedraagt € 89,2 miljoen voor 2024, € 58,2 miljoen hoger dan de reële waarde van de vastgoedbeleggingen in Duitsland in 2023. Deze stijging is vooral te wijten aan de aankoop van een logistiek park in de haven van Hamburg. |

Toelichting 40.2: Gesegmenteerde balans voor het jaar 2023
| I. | (in EUR x 1.000) | 31/12/2023 | 31/12/2023 | 31/12/2023 | 31/12/2023 | 31/12/2023 | 31/12/2023 | |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| BE | FR | NL | DE | Elim. | Conso | |||
| VASTE ACTIVA | 1.925.428 | 256.655 | 930.610 | 30.979 | -831.340 | 2.312.331 | ||
| A. Goodwill B. Immateriële vaste activa |
0 548 |
0 0 |
0 0 |
0 0 |
0 0 |
0 548 |
||
| C. Vastgoedbeleggingen | 1.019.009 | 252.836 | 898.941 | 30.972 | 0 | 2.201.758 | ||
| D. Andere materiële vaste activa | 47.514 | 3.773 | 31.668 | 7 | 0 | 82.962 | ||
| E. Financiële vaste activa | 858.165 | 0 | 0 | 0 | -831.340 | 26.825 | ||
| F. Vorderingen financiële leasing | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | ||
| G. Handelsvorderingen en andere vaste activa | 193 | 46 | 0 | 0 | 0 | 239 | ||
| H. Uitgestelde belastingen - activa | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | ||
| I. Deelnemingen in geassocieerde vennootschappen en joint ventures vermogensmutatie |
0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | ||
| II. | VLOTTENDE ACTIVA | 54.424 | 6.898 | 74.045 | 923 | -14.688 | 121.603 | |
| A. Activa bestemd voor verkoop | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | ||
| B. Financiële vlottende activa | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | ||
| C. Vorderingen financiële leasing | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | ||
| D. Handelsvorderingen | 12.553 | 3.381 | 11.749 | 660 | -13 | 28.331 | ||
| E. Belastingvorderingen en andere vlottende activa | -46.127 | 372 | 61.086 | 123 | -14.675 | 780 | ||
| F. Kas en kasequivalenten | 87.504 | 0 | 87 | 13 | 0 | 87.604 | ||
| G. Overlopende rekeningen | 494 | 3.145 | 1.123 | 127 | 0 | 4.888 | ||
| TOTAAL ACTIVA | 1.979.852 | 263.553 | 1.004.655 | 31.902 | -846.028 | 2.433.934 | ||
| TOTAAL EIGEN VERMOGEN | 1.083.455 | 149.587 | 554.704 | 3.234 | -270.203 | 1.520.777 | ||
| I. | Eigen vermogen toewijsbaar aan de aandeelhouders van de moedervennootschap |
1.080.941 | 149.587 | 554.704 | 3.234 | -270.203 | 1.518.263 | |
| A. Kapitaal | 394.914 | 0 | 250.399 | 99 | -250.498 | 394.914 | ||
| B. Uitgiftepremies | 423.586 | 0 | 0 | 0 | 0 | 423.586 | ||
| C. Reserves | 209.453 | 142.530 | 241.085 | |||||
| 7.589 | -19.705 | 580.953 | ||||||
| D. Nettoresultaat van het boekjaar | 52.987 | 7.057 | 63.220 | -4.454 | 0 | 118.810 | ||
| II. | Minderheidsbelangen | 2.514 | 0 | 0 | 0 | 0 | 2.514 | |
| VERPLICHTINGEN | 896.397 | 113.966 | 449.951 | 28.668 | -575.825 | 913.157 | ||
| I. | Langlopende verplichtingen | 809.895 | 112.670 | 429.124 | 26.930 | -557.620 | 820.997 | |
| A. Voorzieningen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | ||
| B. Langlopende financiële schulden | 809.400 | 112.670 | 423.948 | 26.930 | -557.620 | 815.327 | ||
| C. Andere langlopende financiële verplichtingen | 495 | 0 | 0 | 0 | 0 | 495 | ||
| D. Handelsschulden en andere langlopende schulden | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | ||
| E. Andere langlopende verplichtingen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | ||
| F. Uitgestelde belastingen - verplichtingen | 0 | 0 | 5.175 | 0 | 0 | 5.175 | ||
| II. | Kortlopende verplichtingen | 86.502 | 1.297 | 20.827 | 1.738 | -18.205 | 92.160 | |
| A. Voorzieningen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | ||
| B. Kortlopende financiële schulden | 35.793 | 107 | 263 | 0 | 0 | 36.162 | ||
| C. Andere kortlopende financiële verplichtingen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | ||
| D. Handelsschulden en andere kortlopende schulden | 11.717 | 2.023 | 6.092 | 243 | -659 | 19.416 | ||
| E. Andere kortlopende verplichtingen | 17.602 | -4.830 | 4.489 | 1.134 | -17.757 | 637 | ||
| F. Overlopende rekeningen | 21.391 | 3.997 | 9.984 | 361 | 212 | 35.944 |
| Toelichting 40.3: Gesegmenteerde resultatenrekening voor het jaar 2024 | |
|---|---|
| (in EUR x 1.000) | 31/12/2024 BE |
|
|---|---|---|
| Recuperatie van huurlasten en belastingen normaal | ||
| V. | ||
| VI. | Kosten van de huurders en gedragen door de eigenaar op | |
| VII. Huurlasten en belastingen normaal gedragen door | ||
| OPERATIONEEL RESULTAAT VOOR HET RESULTAAT | ||
| XXIV. Aandeel in het resultaat van geassocieerde | ||
| NETTO RESULTAAT PER AANDEEL berekend op basis | ||
| 31/12/2024 | 31/12/2024 | 31/12/2024 | 31/12/2024 | 31/12/2024 | 31/12/2024 | ||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| (in EUR x 1.000) | BE | FR | NL | DE | Niet toegew. | 12 maanden | |
| I. | Huurinkomsten | 50.847 | 14.151 | 44.853 | 5.250 | 0 | 115.101 |
| II. | Terugnemingen overgedragen en verdisconteerde huren | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| III. | Met verhuur verbonden kosten | 34 | -25 | 0 | 0 | 0 | 9 |
| NETTO HUURRESULTAAT | 50.881 | 14.126 | 44.853 | 5.250 | 0 | 115.110 | |
| IV. | Recuperatie van vastgoedkosten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| V. | Recuperatie van huurlasten en belastingen normaal | 7.297 | 3.449 | 1.707 | 679 | 0 | 13.132 |
| gedragen door de huurder op verhuurde gebouwen | |||||||
| VI. | Kosten van de huurders en gedragen door de eigenaar op huurschade en wedersamenstelling op het einde van de huur |
0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| VII. Huurlasten en belastingen normaal gedragen door huurders op verhuurde gebouwen |
-7.571 | -3.421 | -2.569 | -737 | 0 | -14.298 | |
| VIII. Andere met verhuur verbonden inkomsten en uitgaven | 7.027 | 374 | 1.535 | 77 | 0 | 9.012 | |
| VASTGOEDRESULTAAT | 57.634 | 14.527 | 45.527 | 5.269 | 0 | 122.956 | |
| IX. | Technische kosten | 0 | -31 | -1 | 0 | 0 | -32 |
| X. | Commerciële kosten | -2 | -65 | -4 | 0 | 0 | -72 |
| XI. | Kosten en taksen van niet verhuurde goederen | -44 | -183 | 0 | 0 | 0 | -227 |
| XII. Beheerskosten vastgoed | -1.149 | -911 | -510 | -590 | 0 | -3.159 | |
| XIII. Andere vastgoedkosten | -123 | -5 | 0 | 0 | 0 | -128 | |
| VASTGOEDKOSTEN | -1.317 | -1.196 | -515 | -590 | 0 | -3.618 | |
| OPERATIONEEL VASTGOEDRESULTAAT | 56.317 | 13.330 | 45.012 | 4.679 | 0 | 119.338 | |
| XIV. Algemene kosten van de vennootschap | 0 | 0 | 0 | 0 | -11.257 | -11.257 | |
| XV. Andere operationele opbrengsten en kosten | 802 | -42 | 0 | 25 | 0 | 785 | |
| OPERATIONEEL RESULTAAT VOOR HET RESULTAAT OP DE PORTEFEUILLE |
57.119 | 13.289 | 45.012 | 4.704 | -11.257 | 108.866 | |
| XVI. Resultaat verkoop vastgoedbeleggingen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
| XVII. Resultaat verkoop andere niet-financiële activa | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
| XVIII. Variaties in de reële waarde van vastgoedbeleggingen | 24.289 | -5.566 | 69.767 | -3.090 | 0 | 85.400 | |
| XIX. Ander portefeuilleresultaat | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
| OPERATIONEEL RESULTAAT | 81.408 | 7.722 | 114.779 | 1.613 | -11.257 | 194.266 | |
| XX. Financiële inkomsten | 0 | 0 | 0 | 0 | 1.267 | 1.267 | |
| XXI. Netto interestkosten | 0 | 0 | 0 | 0 | -13.878 | -13.878 | |
| XXII. Andere financiële kosten | 0 | 0 | 0 | 0 | -110 | -110 | |
| XXIII. Variaties in de reële waarde van financiële activa en passiva | 0 | 0 | 0 | 0 | -2.733 | -2.733 | |
| FINANCIEEL RESULTAAT | 0 | 0 | 0 | 0 | -15.453 | -15.453 | |
| XXIV. Aandeel in het resultaat van geassocieerde vennootschappen en joint venture |
0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
| RESULTAAT VOOR BELASTINGEN | 81.408 | 7.722 | 114.779 | 1.613 | -26.710 | 178.812 | |
| XXV. Vennootschapsbelasting | 1.399 | 61 | -8.687 | -60 | 0 | -7.287 | |
| XXVI. Exit taks | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
| BELASTINGEN | 1.399 | 61 | -8.687 | -60 | 0 | -7.287 | |
| NETTO RESULTAAT | 82.807 | 7.783 | 106.092 | 1.553 | -26.710 | 171.525 | |
| EPRA-RESULTAAT* | 75.538 | 7.395 | 15.745 | 582 | 0 | 99.260 | |
| Gewogen gemiddeld aantal aandelen | 21.005.929 21.005.929 21.005.929 21.005.929 21.005.929 21.005.929 | ||||||
| NETTO RESULTAAT PER AANDEEL berekend op basis van gewogen gemiddeld aantal aandelen |
3,94 | 0,37 | 5,05 | 0,07 | -1,27 | 8,17 | |
| EPRA-RESULTAAT PER AANDEEL | 3,60 | 0,35 | 0,75 | 0,03 | 0,00 | 4,73 | |
| 31/12/2023 | 31/12/2023 | 31/12/2023 | 31/12/2023 | 31/12/2023 | 31/12/2023 | |||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| (in EUR x 1.000) | BE | FR | NL | DE | Niet toegew. | 12 maanden | ||
| I. | Huurinkomsten | 45.401 | 12.698 | 46.888 | 1.998 | 0 | 106.985 | |
| II. | Terugnemingen overgedragen en verdisconteerde huren | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
| III. | Met verhuur verbonden kosten | -290 | -45 | -24 | 0 | 0 | -360 | |
| NETTO HUURRESULTAAT | 45.111 | 12.653 | 46.864 | 1.998 | 0 | 106.625 | ||
| IV. | Recuperatie van vastgoedkosten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
| V. | Recuperatie van huurlasten en belastingen normaal gedragen door de huurder op verhuurde gebouwen |
7.299 | 3.293 | 1.607 | 270 | 0 | 12.468 | |
| VI. | Kosten van de huurders en gedragen door de eigenaar op huurschade en wedersamenstelling op het einde van de huur |
0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
| VII. Huurlasten en belastingen normaal gedragen door huurders op verhuurde gebouwen |
-7.876 | -3.597 | -2.282 | -268 | 0 | -14.023 | ||
| VIII. Andere met verhuur verbonden inkomsten en uitgaven | 10.044 | 415 | 609 | 0 | 0 | 11.068 | ||
| VASTGOEDRESULTAAT | 54.578 | 12.763 | 46.798 | 2.000 | 0 | 116.139 | ||
| IX. | Technische kosten | 0 | -56 | -12 | 0 | 0 | -67 | |
| X. | Commerciële kosten | -1 | -95 | -94 | 0 | 0 | -190 | |
| XI. | Kosten en taksen van niet verhuurde goederen | 10 | -143 | -5 | 0 | 0 | -137 | |
| XII. Beheerskosten vastgoed | -1.049 | -838 | -392 | -380 | 0 | -2.658 | ||
| XIII. Andere vastgoedkosten | -65 | -17 | 0 | 0 | 0 | -83 | ||
| VASTGOEDKOSTEN | -1.104 | -1.148 | -502 | -380 | 0 | -3.135 | ||
| OPERATIONEEL VASTGOEDRESULTAAT | 53.474 | 11.615 | 46.295 | 1.620 | 0 | 113.004 | ||
| XIV. Algemene kosten van de vennootschap | 0 | 0 | 0 | 0 | -10.077 | -10.077 | ||
| XV. Andere operationele opbrengsten en kosten | -153 | -29 | 14 | 10 | 0 | -157 | ||
| OPERATIONEEL RESULTAAT VOOR HET RESULTAAT OP DE PORTEFEUILLE |
53.321 | 11.586 | 46.310 | 1.629 | -10.077 | 102.769 | ||
| XVI. Resultaat verkoop vastgoedbeleggingen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | ||
| XVII. Resultaat verkoop andere niet-financiële activa | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | ||
| XVIII. Variaties in de reële waarde van vastgoedbeleggingen | 4.616 | 1.068 | 10.883 | -4.697 | 0 | 11.870 | ||
| XIX. Ander portefeuilleresultaat | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | ||
| OPERATIONEEL RESULTAAT | 57.937 | 12.654 | 57.192 | -3.067 | -10.077 | 114.639 | ||
| XX. Financiële inkomsten | 866 | 0 | 0 | 0 | 0 | 866 | ||
| XXI. Netto interestkosten | -19.538 | 472 | 312 | 0 | 0 | -18.754 | ||
| XXII. Andere financiële kosten | -80 | -12 | -13 | -2 | 0 | -107 | ||
| XXIII. Variaties in de reële waarde van financiële activa en passiva | -14.043 | 0 | 0 | 0 | 0 | -14.043 | ||
| FINANCIEEL RESULTAAT | -32.795 | 460 | 299 | -2 | 0 | -32.038 | ||
| XXIV. Aandeel in het resultaat van geassocieerde vennootschappen en joint venture |
0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | ||
| RESULTAAT VOOR BELASTINGEN | 25.142 | 13.114 | 57.491 | -3.069 | -10.077 | 82.601 | ||
| XXV. Vennootschapsbelasting | -1.275 | -146 | 37.309 | 321 | 0 | 36.209 | ||
| XXVI. Exit taks | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | ||
| BELASTINGEN | -1.275 | -146 | 37.309 | 321 | 0 | 36.209 | ||
| NETTO RESULTAAT | 23.867 | 12.968 | 94.800 | -2.748 | -10.077 | 118.810 | ||
| EPRA-RESULTAAT* | 62.233 | 5.989 | 21.545 | 243 | 0 | 90.010 | ||
| Gewogen gemiddeld aantal aandelen | 18.387.740 18.387.740 18.387.740 18.387.740 18.387.740 18.387.740 | |||||||
| NETTO RESULTAAT PER AANDEEL berekend op basis van gewogen gemiddeld aantal aandelen |
1,30 | 0,71 | 5,16 | -0,15 | -0,55 | 6,46 | ||
| EPRA-RESULTAAT PER AANDEEL | 3,38 | 0,33 | 1,17 | 0,01 | 0,00 | 4,90 |
Blootstelling aan wisselkoers-, rente-, liquiditeits- en kredietrisico's kunnen in de normale bedrijfsuitoefening van Montea ontstaan. De onderneming analyseert en herziet elk risico en definieert hierbij de strategieën om de economische impact op de prestaties van de Vennootschap te beheersen. De resultaten van deze analyses en voorgestelde strategieën worden op regelmatige basis herzien en goedgekeurd door de Raad van Bestuur.
De gevoeligheidsanalyse voor het renterisico dient zowel op het nettoresultaat als op het eigen vermogen te gebeuren. Gezien er geen indekking wordt toegepast zal de impact niet verschillen.
De langlopende en kortlopende financiële schulden van de Vennootschap bestaan voor ca. 30% uit schulden met vlottende rentevoeten. De Vennootschap maakt gebruik van financiële indekkingsinstrumenten van het type IRS en CAP om het renterisico in te dekken, waarvan een gedetailleerd overzicht vervat zit in Toelichting 17.
Op 31/12/2024 werd het renterisico voor 98% ingedekt door het afsluiten van contracten aan een vaste rentevoet of door het afsluiten van indekkingsinstrumenten zodoende dat een stijging/ daling van de rentevoeten een beperkte impact heeft op het resultaat van de Vennootschap.
De verdeling van financiële schulden naar hun aard van indekking kan als volgt weergegeven worden.
Een stijging van de korte-termijn interestvoeten met 100 basispunten, berekend op datum van 31 december 2024, zou een stijging van de totale financiële kost met € 0,2 miljoen veroorzaken. Dit negatieve effect wordt verklaard door een indekkingsgraad van 98%.
Het kredietrisico is het risico op financieel verlies van de Vennootschap als een klant of een tegenpartij faalt in het voldoen van haar contractuele verplichtingen. Het management beschikt over een kredietbeleid en de blootstelling aan het kredietrisico wordt op continue basis beheerd. Elke nieuwe huurder wordt afzonderlijk onderzocht op kredietwaardigheid vooraleer de Vennootschap een huurovereenkomst aanbiedt, rekening houdend met een huurwaarborg van minstens drie maanden.
De vastgoedportefeuille van de Vennootschap bestaat uitsluitend uit gebouwen in België, Frankrijk, Nederland en Duitsland en alle huurcontracten zijn in EURO. De onderneming is bijgevolg niet blootgesteld aan enig wisselkoersrisico.
In Toelichting 34 vindt u een overzicht van de financiële schulden met hun respectieve looptijden. De onderneming beheerst haar liquiditeitsrisico door over voldoende beschikbare kredietfaciliteiten te beschikken en door de ontvangsten en betalingen zoveel mogelijk op elkaar af te stemmen.

| 31/12/2024 | |
|---|---|
| 31/12/2023 | |
De transacties met verbonden ondernemingen beperken zich tot de management fee tussen de Enige Bestuurder Montea Management NV en Montea NV. Verder bevestigt Montea dat er geen transacties zijn aan niet-marktconforme voorwaarden met verbonden partijen.
Op het einde van het boekjaar 2024 werden volgende posten opgenomen in de jaarrekening:
In sectie 11.1.1 is de groepsstructuur van Montea op datum van 31 december 2024 terug te vinden.
Voor het boekjaar 2024 zijn er enkele buitenbalansverplichtingen:

Voor een bespreking van de gebeurtenissen na 31 december 2024 verwijzen we naar sectie 5.3.
Overeenkomstig het bepaalde in artikel 3:17 WVV wordt de jaarrekening van Montea NV voorgesteld volgens het verkortetermijn schema. De enkelvoudige jaarrekening werd nog niet neergelegd bij de Nationale Bank van België. De commissaris heeft een verklaring zonder voorbehoud afgeleverd met betrekking tot de enkelvoudige jaarrekening (zie sectie 10.4).
| BALANS (in EUR x 1.000) | IFRS 31/12/2024 12 maanden |
IFRS 31/12/2023 12 maanden |
IFRS 31/12/2022 12 maanden |
|
|---|---|---|---|---|
| ACTIVA | ||||
| VASTE ACTIVA | 2.795.619 | 2.360.333 | 1.698.308 | |
| A. Goodwill | 0 | 0 | 0 | |
| B. Immateriële vaste activa | 666 | 548 | 567 | |
| C. Vastgoedbeleggingen | 1.250.643 | 1.066.868 | 987.359 | |
| D. Andere materiële vaste activa | 44.034 | 46.777 | 33.020 | |
| E. Financiële vaste activa | 1.500.039 | 1.245.925 | 677.150 | |
| F. Vorderingen financiële leasing | 0 | 0 | 0 | |
| G. Handelsvorderingen en andere vaste activa | 236 | 214 | 213 | |
| H. Uitgestelde belastingen - activa | 0 | 0 | 0 | |
| VLOTTENDE ACTIVA | 78.136 | 121.351 | 555.281 | |
| A. Activa bestemd voor verkoop | 5.541 | 0 | 0 | |
| B. Financiële vlottende activa | 0 | 0 | 0 | |
| C. Vorderingen financiële leasing | 0 | 0 | 0 | |
| D. Handelsvorderingen | 16.932 | 14.290 | 16.575 | |
| E. Belastingvorderingen en andere vlottende activa | 42.930 | 20.040 | 468.529 | |
| F. Kas en kasequivalenten | 10.385 | 86.242 | 67.318 | |
| G. Overlopende rekeningen | 2.348 | 780 | 2.859 | |
| TOTAAL ACTIVA | 2.873.755 | 2.481.684 | 2.253.589 |
| BALANS (in EUR x 1.000) | IFRS 31/12/2024 12 maanden |
IFRS 31/12/2023 12 maanden |
IFRS 31/12/2022 12 maanden |
|---|---|---|---|
| PASSIVA | |||
| EIGEN VERMOGEN | 1.804.300 | 1.518.263 | 1.298.831 |
| Eigen vermogen toewijsbaar aan de aandeelhouders van de moedervennootschap |
1.804.300 | 1.518.263 | 1.298.831 |
| A. Kapitaal | 450.580 | 394.914 | 353.244 |
| B. Uitgiftepremies | 570.794 | 423.586 | 319.277 |
| C. Reserves | 611.401 | 580.953 | 420.874 |
| D. Nettoresultaat van het boekjaar | 171.525 | 118.810 | 205.436 |
| Minderheidsbelangen | 0 | 0 | 0 |
| VERPLICHTINGEN | 1.069.455 | 963.421 | 954.758 |
| Langlopende verplichtingen | 971.692 | 809.283 | 866.147 |
| A. Voorzieningen | 0 | 0 | 0 |
| B. Langlopende financiële schulden | 963.417 | 808.788 | 866.153 |
| C. Andere langlopende financiële verplichtingen | 8.275 | 495 | -7 |
| D. Handelsschulden en andere langlopende schulden | 0 | 0 | 0 |
| E. Andere langlopende verplichtingen | 0 | 0 | 0 |
| F. Uitgestelde belastingen - verplichtingen | 0 | 0 | 0 |
| Kortlopende verplichtingen | 97.763 | 154.138 | 88.611 |
| A. Voorzieningen | 0 | 0 | 0 |
| B. Kortlopende financiële schulden | 2.642 | 35.638 | 59.447 |
| C. Andere kortlopende financiële verplichtingen | 0 | 0 | 0 |
| D. Handelsschulden en andere kortlopende schulden | 15.342 | 9.647 | 12.577 |
| E. Andere kortlopende verplichtingen | 57.138 | 86.568 | 2.175 |
| F. Overlopende rekeningen | 22.642 | 22.285 | 14.412 |
| TOTAAL EIGEN VERMOGEN EN VERPLICHTINGEN | 2.873.755 | 2.481.684 | 2.253.589 |
Enkelvoudige resultatenrekening per 31 december 2024 Enkelvoudig globaal resultaat voor winstverdeling per 31 december 2024
| RESULTATENREKENING (in EUR x 1.000) | IFRS 31/12/2024 12 maanden |
IFRS 31/12/2023 12 maanden |
IFRS 31/12/2022 12 maanden |
||
|---|---|---|---|---|---|
| I. | Huurinkomsten (+) | 55.253 | 50.245 | 42.647 | |
| II. | Terugnemingen overgedragen en verdisconteerde huren (+) | 0 | 0 | 0 | |
| III. | Met verhuur verbonden kosten (+/-) | 34 | -290 | 218 | |
| NETTO HUURRESULTAAT | 55.287 | 49.955 | 42.865 | ||
| IV. | Recuperatie van vastgoedkosten (+) | 0 | 0 | 0 | |
| V. | Recuperatie van huurlasten en belastingen normaal gedragen door de huurder op verhuurde gebouwen (+) |
8.822 | 8.766 | 6.525 | |
| VI. | Kosten van de huurders en gedragen door de eigenaar op huurschade en wedersamenstelling op het einde van de huur (-) |
0 | 0 | 0 | |
| VII. Huurlasten en belastingen normaal gedragen door huurders op verhuurde gebouwen (-) |
-9.075 | -9.447 | -6.940 | ||
| VIII. Andere met verhuur verbonden inkomsten en uitgaven (+/-) | 18.567 | 22.100 | 12.994 | ||
| VASTGOEDRESULTAAT | 73.601 | 71.374 | 55.444 | ||
| IX. | Technische kosten (-) | -9 | -49 | 0 | |
| X. | Commerciële kosten (-) | -29 | -52 | -70 | |
| XI. | Kosten en taksen van niet verhuurde goederen (-) | -71 | -93 | -330 | |
| XII. Beheerskosten vastgoed (-) | -2.060 | -1.886 | -1.459 | ||
| XIII. Andere vastgoedkosten (-) | -124 | -71 | -38 | ||
| VASTGOEDKOSTEN | -2.293 | -2.150 | -1.897 | ||
| OPERATIONEEL VASTGOEDRESULTAAT | 71.308 | 69.223 | 53.547 | ||
| XIV. Algemene kosten van de vennootschap (-) | -12.057 | -10.681 | -6.645 | ||
| XV. Andere operationele opbrengsten en kosten (+/-) | 2.024 | 1.354 | 2.368 | ||
| OPERATIONEEL RESULTAAT VOOR HET RESULTAAT OP DE PORTEFEUILLE | 61.275 | 59.896 | 49.270 | ||
| XVI. Resultaat verkoop vastgoedbeleggingen (+/-) | 0 | 0 | 19 | ||
| XVII. Resultaat verkoop andere niet-financiële activa (+/-) | 0 | 0 | 0 | ||
| XVIII. Variaties in de reële waarde van vastgoedbeleggingen (+/-) | 23.729 | -17.909 | 71.016 | ||
| XIX. Ander portefeuilleresultaat (+/-) | 0 | 0 | 0 | ||
| OPERATIONEEL RESULTAAT | 85.005 | 41.988 | 120.304 | ||
| XX. Financiële inkomsten (+) | 37.096 | 29.915 | 11.460 | ||
| XXI. Netto interestkosten (-) | -19.715 | -20.481 | -17.965 | ||
| XXII. Andere financiële kosten (-) | -88 | -82 | -182 | ||
| XXIII. Variaties in de reële waarde van financiële activa en passiva (+/-) | 67.768 | 68.816 | 91.938 | ||
| FINANCIEEL RESULTAAT | 85.061 | 78.168 | 85.252 | ||
| RESULTAAT VOOR BELASTINGEN | 170.065 | 120.156 | 205.557 | ||
| XXV. Vennootschapsbelasting (-) | 1.460 | -1.346 | -121 | ||
| XXVI. Exit taks (-) | 0 | 0 | 0 | ||
| BELASTINGEN | 1.460 | -1.346 | -121 | ||
| NETTO RESULTAAT | 171.525 | 118.810 | 205.436 | ||
| Aantal gewogen gemiddelde aantal aandelen voor de periode (in '000) | 21.006 | 18.388 | 16.538 | ||
| NETTO RESULTAAT PER AANDEEL (gewoon/verwaterd) (in EUR) | 8,17 | 6,46 | 12,42 |
| VERKORT STATUTAIR GLOBAAL RESULTAAT (in EUR x 1.000) | 31/12/2024 12 maanden |
31/12/2023 12 maanden |
31/12/2022 12 maanden |
|
|---|---|---|---|---|
| Netto resultaat | 171.525 | 118.810 | 205.436 | |
| Andere elementen van het globaal resultaat | -12.995 | 15.428 | 14.928 | |
| Items die in het resultaat zullen worden opgenomen | 0 | 0 | 0 | |
| Impact op de reële waarde van geschatte mutatierechten en -kosten bij hypothetische vervreemding van vastgoedbeleggingen |
0 | 0 | 0 | |
| Variaties in het effectieve deel van de reële waarde van toegelaten indekkingsinstrumenten in een kasstroomindekking |
0 | 0 | 0 | |
| Items die niet in het resultaat zullen worden opgenomen | -12.995 | 15.428 | 14.928 | |
| Impact van de variatie in de reële waarde van de zonnepanelen | -12.995 | 15.428 | 14.928 | |
| GLOBAAL RESULTAAT | 158.531 | 134.238 | 220.364 | |
| Toerekenbaar aan | ||||
| Aandeelhouders van de moedermaatschappij | 158.531 | 134.238 | 220.364 | |
| Minderheidsbelangen | 0 | 0 | 0 | |

Volgens artikel 13 van het GVV KB moet Montea, ten belope van het bedrag van het positief nettoresultaat van het boekjaar en na aanzuivering van de overgedragen verliezen en na de toevoegingen/onttrekkingen aan/van de reserves zoals bedoeld in "Punt B. Toevoeging/onttrekking reserves" zoals omschreven in
| TE VERWERKEN RESULTAAT (in EUR x 1.000) | IFRS 31/12/2024 12 maanden |
IFRS 31/12/2023 12 maanden |
IFRS 31/12/2022 12 maanden |
||
|---|---|---|---|---|---|
| A. | NETTO RESULTAAT | 171.525 | 118.810 | 205.436 | |
| B. | TOEVOEGING/ONTTREKKING RESERVES (-/+) | -85.466 | -43.843 | -146.226 | |
| 1. | Toevoeging aan/onttrekking van de reserve voor het positieve of negatieve saldo van de variaties in de reële waarde van vastgoed (-/+) |
-85.400 | -11.870 | -92.864 | |
| 1a. Boekjaar | -85.400 | -11.870 | -92.864 | ||
| 1b. Vorige boekjaren | 0 | 0 | 0 | ||
| 1c. Realisatie vastgoed | 0 | 0 | 0 | ||
| 2. | Toevoeging aan/onttrekking van de reserve van geschatte mutatierechten en -kosten bij hypothetische vervreemding van vastgoedbeleggingen (-/+) |
0 | 0 | 0 | |
| 3. | Toevoeging aan de reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van toegelaten indekkingsinstrumenten die onderworpen zijn aan een indekkingsboekhouding zoals gedefinieerd in IFRS (-) |
0 | 0 | 0 | |
| 3a. Boekjaar | 0 | 0 | 0 | ||
| 3b. Vorige boekjaren | 0 | 0 | 0 | ||
| 4. | Onttrekking aan de reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van toegelaten indekkingsinstrumenten die onderworpen zijn aan een indekkingsboekhouding zoals gedefinieerd in IFRS (+) |
0 | 0 | 0 | |
| 4a. Boekjaar | 0 | 0 | 0 | ||
| 4b. Vorige boekjaren | 0 | 0 | 0 | ||
| 5. | Toevoeging aan de reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van toegelaten indekkingsinstrumenten die niet onderworpen zijn aan een indekkingsboekhouding zoals gedefinieerd in IFRS (-) |
2.733 | 14.043 | -58.408 | |
| 5a. Boekjaar | 2.733 | 14.043 | -58.408 | ||
| 5b. Vorige boekjaren | 0 | 0 | 0 | ||
| 6. | Onttrekking aan de reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van toegelaten indekkingsinstrumenten die niet onderworpen zijn aan een indekkingsboekhouding zoals gedefinieerd in IFRS (+) |
0 | 0 | 0 | |
| 6a. Boekjaar | 0 | 0 | 0 | ||
| 6b. Vorige boekjaren | 0 | 0 | 0 | ||
| 7. | Toevoeging aan/ontrekking van de reserve voor het saldo van de wisselkoersverschillen op monetaire activa en passiva (-/+) |
0 | 0 | 0 | |
| 8. | Toevoeging aan/onttrekking van de reserve fiscale latenties met betrekking tot vastgoed gelegen in het buitenland (-/+) |
0 | 0 | 0 | |
| 9. | Toevoeging aan/onttrekking van de reserve voor de ontvangen dividenden bestemd voor de terugbetaling van financiële schulden (-/+) |
0 | 0 | 0 | |
| 10. Toevoeging aan/onttrekking van andere reserves (-/+) | -2.800 | -46.017 | 5.046 | ||
| 11. Toevoeging aan/onttrekking van overgedragen resultaten van vorige boekjaren (-/+) |
0 | 0 | 0 | ||
| C. | VERGOEDING VOOR HET KAPITAAL OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 13 | 79.693 | 72.545 | 55.190 | |
| D. | VERGOEDING VOOR HET KAPITAAL (ANDERE DAN C) | 6.366 | 2.422 | 4.020 |
€ 86.059 K wat overeenkomt met een bruto dividend van € 3,74
per aandeel.
Afdeling 4 van Deel 1 van Hoofdstuk 1 van de Bijlage C van het GVV KB, tenminste het positieve verschil tussen de volgende bedragen uitkeren als vergoeding van het kapitaal: 80% van het bedrag bepaald volgens het in Hoofdstuk III van Bijlage C opgenomen schema; en de netto vermindering, tijdens het boekjaar, van de schuldenlast van de openbare GVV.
| ARTIKEL 13 UITKERINGSPLICHT (in EUR x 1.000) | IFRS 31/12/2024 12 maanden |
|---|---|
| POSITIEVE VERSCHIL (1)-(2) | 79.693 |
| 80 % van het bedrag bepaald volgens het in Hoofdstuk III van Bijlage C opgenomen schema (1) | 79.693 |
| Gecorrigeerd resultaat (A) + netto meerwaarden (B) | 99.616 |
| Gecorrigeerd resultaat + netto meerwaarden bij realisatie van vastgoed die niet van de verplichte uitkering zijn vrijgesteld (A) |
99.616 |
| Netto resultaat | 171.525 |
| + Afschrijvingen | 367 |
| + Waardeverminderingen | 416 |
| - Terugnemingen van waardeverminderingen | -426 |
| - Terugneming overgedragen en verdisconteerde huren | 0 |
| +/- Andere niet-monetaire bestanddelen | -48.536 |
| +/- Resultaat verkoop vastgoed | 0 |
| +/- Variaties in de reële waarde van vastgoed | -23.729 |
| +/- Uitgestelde belastingen | 0 |
| - Minderheidsbelang | 0 |
| Netto meerwaarden bij realisatie van vastgoed die niet van de verplichte uitkering zijn vrijgesteld (B) |
0 |
| +/- gedurende het boekjaar gerealiseerde meer-en minderwaarden | 0 |
| - gedurende het boekjaar gerealiseerde meerwaarden op vastgoed vrijgesteld van de verplichte uitkering onder voorbehoud van hun herbelegging binnen een termijn van 4 jaar |
0 |
| + gerealiseerde meerwaarden op vastgoed voorheen vrijgesteld van de verplichte uitkering en die niet werden herbelegd binnen een periode van 4 jaar |
0 |
| Nettovermindering van de schuldenlast (2) | 0 |
| Variatie in de schuldenlast in functie van de berekening van de schuldgraad | 97.898 |
| Totaal van de verplichtingen | 106.034 |
| Langlopende verplichtingen - toegelaten indekkingsinstrumenten | 7.780 |
| Langlopende verplichtingen - voorzieningen | 0 |
| Langlopende verplichtingen - uitgestelde belastingen | 0 |
| Kortlopende verplichtingen - toegelaten indekkingsinstrumenten | 0 |
| Kortlopende verplichtingen - voorzieningen | 0 |
| Kortlopende verplichtingen - overlopende rekeningen | 357 |
| ARTIKEL 7:212 VAN HET WETBOEK VAN VENNOOTSCHAPPEN EN VERENIGINGEN (in EUR x 1.000) |
IFRS 31/12/2024 12 maanden |
IFRS 31/12/2023 12 maanden |
IFRS 31/12/2022 12 maanden |
|
|---|---|---|---|---|
| Gestort kapitaal of, als deze hoger ligt, opgevraagd kapitaal (+) | 450.580 | 394.914 | 353.244 | |
| Volgens de statuten niet-uitkeerbare uitgiftepremies (+) | 570.794 | 423.586 | 319.277 | |
| Reserves voor het positieve saldo van de variaties in de reële waarde van vastgoed (+) | 548.859 | 463.459 | 451.589 | |
| Reserve voor de impact op de reële waarde van geschatte mutatierechten en kosten bij hypothetische vervreemding van vastgoedbeleggingen |
0 | 0 | 0 | |
| Reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van toegelaten indekkingsinstrumenten die onderworpen zijn aan een indekkingsboekhouding zoals gedefinieerd in IFRS (+/-) |
0 | 0 | 0 | |
| Reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van toegelaten indekkingsinstrumenten die niet onderworpen zijn aan een indekkingsboekhouding zoals gedefinieerd in IFRS (+/-) |
26.627 | 29.360 | 43.404 | |
| Reserve voor het saldo van de wisselkoersverschillen op monetaire activa en passiva (+) | 0 | 0 | 0 | |
| Reserve voor de omrekeningsverschillen die voortvloeien uit de omrekening van een buitenlandse activiteit (+/-) |
0 | 0 | 0 | |
| Reserve voor eigen aandelen | 0 | 0 | 0 | |
| Reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van financiële activa beschikbaar voor verkoop (+/-) |
0 | 0 | 0 | |
| Reserve voor actuariële winsten en verliezen van toegezegde pensioenregelingen (+) | 0 | 0 | 0 | |
| Reserve voor fiscale latenties met betrekking tot vastgoed gelegen in het buitenland (+) | 0 | 0 | 0 | |
| Reserve voor de ontvangen dividenden bestemd voor de terugbetaling van financiële schulden (+) |
0 | 0 | 0 | |
| Andere reserves (+) | 0 | 0 | 0 | |
| Onbeschikbare reserve omwille van gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten (+) | 20.919 | 33.913 | 18.485 | |
| Wettelijke reserve (+) | 835 | 835 | 835 | |
| Niet-uitkeerbaar eigen vermogen volgens Artikel 7:212 van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen |
1.618.614 | 1.346.069 | 1.186.834 | |
| Netto Activa vóór dividenduitkering | 1.804.300 | 1.518.263 | 1.298.831 | |
| Vooropgestelde dividenduitkering | 86.059 | 74.967 | 59.210 | |
| Netto Activa na dividenduitkering | 1.718.241 | 1.443.296 | 1.239.621 | |
| Resterende marge na dividenduitkering | 99.627 | 97.227 | 52.787 |
Als vennootschap moet Montea zich ook houden aan artikel 7:212 WVV waarbij het netto actief door middel van dividenduitkering, niet mag dalen onder het bedrag van het kapitaal en de onbeschikbare reserves.
Volgens onderstaande tabel heeft Montea nog een buffer van € 99.627 K, na uitkering van het vooropgesteld dividend van € 3,74 per aandeel. Deze resterende marge, na dividenduitkering, van € 99.627 K komt tot stand doordat het netto actief van de GVV relatief meer gestegen is dan het bedrag van het niet uitkeerbaar eigen vermogen (beide berekend conform artikel 7:212 WVV).
| Overzicht van de variaties in het statutair eigen vermogen en | |
|---|---|
| reserves per 31 december 2024 |
| MUTATIE IN EIGEN VERMOGEN (in EUR x 1.000) | Kapitaal | Uitgifte |
|---|---|---|
| Impact op de reële waarde van geschatte mutatierechten en -kosten bij hypothetische vervreemding van vastgoedbeleggingen |
||
| Impact op de reële waarde van geschatte mutatierechten en -kosten bij hypothetische vervreemding van vastgoedbeleggingen |
||
| MUTATIE IN EIGEN VERMOGEN (in EUR x 1.000) | Kapitaal | Uitgifte premies |
Reserves | Resultaat | Eigen vermogen |
|---|---|---|---|---|---|
| OP 31/12/2022 | 353.244 | 319.276 | 420.874 | 205.436 | 1.298.831 |
| Elementen onmiddellijk erkend als EV | 41.670 | 104.310 | 15.180 | 0 | 161.160 |
| Kapitaalsverhoging | 40.907 | 104.310 | 0 | 0 | 145.217 |
| Impact op de reële waarde van geschatte mutatierechten en -kosten bij hypothetische vervreemding van vastgoedbeleggingen |
0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Positieve variatie van de waarde van de zonnepanelen (IAS 16) | 0 | 0 | 15.428 | 0 | 15.428 |
| Eigen aandelen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Aandeelkapitaal opties personeel | 763 | 0 | -248 | 0 | 515 |
| Rechtzettingen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Subtotaal | 394.914 | 423.586 | 436.054 | 205.436 | 1.459.990 |
| Dividenden | 0 | 0 | -59.230 | 0 | -59.230 |
| Overgedragen resultaat | 0 | 0 | 205.436 | -205.436 | 0 |
| Resultaat van het boekjaar | 0 | 0 | -1.308 | 118.810 | 117.501 |
| OP 31/12/2023 | 394.914 | 423.586 | 580.952 | 118.810 | 1.518.262 |
| Elementen onmiddellijk erkend als EV | 55.666 | 147.208 | -13.031 | 0 | 189.842 |
| Kapitaalsverhoging | 58.570 | 147.208 | 0 | 0 | 205.778 |
| Impact op de reële waarde van geschatte mutatierechten en -kosten bij hypothetische vervreemding van vastgoedbeleggingen |
0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Negatieve variatie van de waarde van de zonnepanelen (IAS 16) | 0 | 0 | -12.995 | 0 | -12.995 |
| Eigen aandelen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Aandeelkapitaal opties personeel | -2.904 | 0 | -37 | 0 | -2.941 |
| Rechtzettingen | 0 | 0 | 203 | 0 | 203 |
| Subtotaal | 450.580 | 570.794 | 567.921 | 118.810 | 1.708.105 |
| Dividenden | 0 | 0 | -75.533 | 0 | -75.533 |
| Overgedragen resultaat | 0 | 0 | 118.810 | -118.810 | 0 |
| Resultaat van het boekjaar | 0 | 0 | 0 | 171.525 | 171.525 |
| OP 31/12/2024 | 450.580 | 570.794 | 611.401 | 171.525 | 1.804.300 |
| MUTATIE EIGEN VERMOGEN (in EUR x 1.000) | 31/12/2024 | Toewijzing resultaat |
Eigen vermogen voor dividenduitkering maar na resultaatsverwerking |
|---|---|---|---|
| A. Gestort Kapitaal of, als deze hoger ligt, opgevraagd kapitaal (+) | 450.580 | 0 | 450.580 |
| B. Volgens de statuten niet-uitkeerbare uitgiftepremies (+) | 570.794 | 0 | 570.794 |
| C. Reserves | 611.401 | 86.466 | 696.867 |
| Wettelijke reserve (+) | 835 | 835 | |
| Reserves voor het positieve saldo van de variaties in de reële waarde van vastgoed (+) (*) |
463.459 | 85.400 | 548.859 |
| Reserve voor de impact op de reële waarde van geschatte mutatierechten en kosten bij hypothetische vervreemding van vastgoedbeleggingen |
0 | 0 | 0 |
| Reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van toegelaten indekkingsinstrumenten die onderworpen zijn aan een indekkingsboekhouding zoals gedefinieerd in IFRS (+/-) |
0 | 0 | 0 |
| Reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van toegelaten indekkingsinstrumenten die niet onderworpen zijn aan een indekkingsboekhouding zoals gedefinieerd in IFRS (+/-) |
29.360 | -2.733 | 26.627 |
| Reserve voor het saldo van de wisselkoersverschillen op monetaire activa en passiva (+) |
0 | 0 | 0 |
| Reserve voor de omrekeningsverschillen die voortvloeien uit de omrekening van een buitenlandse activiteit (+/-) |
0 | 0 | 0 |
| Reserve voor eigen aandelen | 0 | 0 | 0 |
| Reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van financiële activa beschikbaar voor verkoop (+/-) |
0 | 0 | 0 |
| Reserve voor actuariële winsten en verliezen van toegezegde pensioenregelingen (+) |
0 | 0 | 0 |
| Reserve voor fiscale latenties met betrekking tot vastgoed gelegen in het buitenland (+) |
0 | 0 | 0 |
| Reserve voor de ontvangen dividenden bestemd voor de terugbetaling van financiële schulden (+) |
0 | 0 | 0 |
| Andere reserves (+) | 390.677 | 2.800 | 393.477 |
| Onbeschikbare reserve omwille van gerealiseerde en niet gerealiseerde resultaten (+) |
20.919 | 0 | 20.919 |
| Overgedragen resultaten van vorige boekjaren (+/-) | -293.850 | 0 | -293.850 |
| Voorgestelde vergoeding aan het kapitaal | 86.059 | 86.059 | |
| TOTAAL | 171.525 | 1.804.300 |
| TIJDENS HET BOEKJAAR | Codes | Totaal | 1. Mannen | 2. Vrouwen |
|---|---|---|---|---|
| Gemiddeld aantal werknemers | ||||
| Voltijds | 1001 | 21,9 | 12,3 | 9,6 |
| Deeltijds | 1002 | 3,0 | 1,0 | 2,0 |
| Totaal in voltijdse equivalenten (VTE) | 1003 | 24,4 | 13,1 | 11,3 |
| Aantal daadwerkelijk gepresteerde uren | ||||
| Voltijds | 1011 | 36.512,0 | 20.841,5 | 15.670,6 |
| Deeltijds | 1012 | 4.327,5 | 1.372,0 | 2.955,5 |
| Totaal | 1013 | 40.839,5 | 22.213,5 | 18.626,0 |
| Personeelskosten | ||||
| Voltijds | 1021 | 3.947.579 | ||
| Deeltijds | 1022 | 467.878 | ||
| Totaal | 1023 | 4.415.457 | 2.401.664 | 2.013.793 |
| Betaling van de voordelen bovenop het loon | 1033 | 42.498 | 22.993 | 19.504 |
| TIJDENS HET VORIGE BOEKJAAR | Codes | Totaal | 1. Mannen | 2. Vrouwen |
|---|---|---|---|---|
| Gemiddeld aantal werknemers in VTE | 1003 | 22,5 | 10,6 | 11,9 |
| Aantal daadwerkelijk gepresteerde uren | 1013 | 36.469,5 | 17.350,5 | 19.119,0 |
| Personeelskosten | 1023 | 3.681.158 | 1.751.324 | 1.929.833 |
| Bedrag van de voordelen bovenop het loon | 1033 | 38.427 | 18.039 | 20.387 |
Werknemers waarvoor de onderneming een Dimona-verklaring heeft ingediend of die zijn ingeschreven in het algemeen personeelsregister
| OP DE AFSLUITINGSDATUM VAN HET BOEKJAAR | Codes | 1. Voltijds | 2. Deeltijds | 3. Totaal in voltijdse equivalenten |
|---|---|---|---|---|
| Aantal werknemers | 105 | 24 | 3 | 26,5 |
| Volgens de aard van de arbeidsovereenkomst | ||||
| Overeenkomst voor een onbepaalde tijd | 110 | 24 | 3 | 26,5 |
| Overeenkomst voor een bepaalde tijd | 111 | |||
| Overeenkomst voor een duidelijk omschreven werk | 112 | |||
| Vervangingsovereenkomst | 113 | |||
| Volgens het geslacht en studieniveau | ||||
| Mannen: | 120 | 12 | 1 | 12,8 |
| lager onderwijs | 1200 | |||
| secundair onderwijs | 1201 | 3 | 3,0 | |
| hoger niet-universitair onderwijs | 1202 | 3 | 3,0 | |
| universitair onderwijs | 1203 | 6 | 1 | 6,8 |
| Vrouwen: | 121 | 12 | 2 | 13,7 |
| lager onderwijs | 1210 | |||
| secundair onderwijs | 1211 | 3 | 1 | 3,9 |
| hoger niet-universitair onderwijs | 1212 | 4 | 1 | 4,8 |
| universitair onderwijs | 1213 | 5 | 5,0 | |
| Volgens de beroepscategorie | ||||
| Directiepersoneel | 130 | |||
| Bedienden | 134 | 24 | 3 | 26,5 |
| Arbeiders | 132 | |||
| Andere | 133 |
| INGETREDEN | Codes | 1. Voltijds | 2. Deeltijds | 3. Totaal in voltijdse equivalenten |
|---|---|---|---|---|
| Aantal werknemers met een in de Dimona-verklaring aangegeven of een in het algemeen personeelsregister opgetekende datum waarop hun overeenkomst tijdens het boekjaar een einde nam |
205 | 5 | 5,0 | |
| Volgens de aard van de arbeidsovereenkomst | ||||
| Overeenkomst voor een onbepaalde tijd | 210 | 5 | 5,0 | |
| Overeenkomst voor een bepaalde tijd | 211 | |||
| Overeenkomst voor een duidelijk omschreven werk | 212 | |||
| Vervangingsovereenkomst | 213 | |||
| Volgens de aard van de arbeidsovereenkomst | |
|---|---|
| -------------------------------------------- | -- |
| UITGETREDEN | Codes | 1. Voltijds | 2. Deeltijds | 3. Totaal in voltijdse equivalenten |
|---|---|---|---|---|
| Aantal werknemers met een in de Dimona-verklaring aangegeven of een in het algemeen personeelsregister opgetekende datum waarop hun overeenkomst tijdens het boekjaar een einde nam |
305 | 3 | 3,0 | |
| Volgens de aard van de arbeidsovereenkomst | ||||
| Overeenkomst voor een onbepaalde tijd | 310 | 3 | 3,0 | |
| Overeenkomst voor een bepaalde tijd | 311 | |||
| Overeenkomst voor een duidelijk omschreven werk | 312 | |||
| Vervangingsovereenkomst | 313 | |||
| Volgens de reden van beëindiging van de overeenkomst | ||||
| Pensioen | 340 | |||
| Werkloosheid met bedrijfstoeslag | 341 | |||
| Afdanking | 342 | 2 | 2,0 | |
| Andere reden | 343 | 1 | 1,0 | |
| waarvan: het aantal werknemers dat als zelfstandige ten minste op halftijdse basis diensten blijft verlenen aan de onderneming |
350 |
| TIJDENS HET BOEKJAAR | Codes | 1. Uitzend krachten |
2. Ter beschikking van de onderneming gestelde personen |
|---|---|---|---|
| Gemiddeld aantal tewerkgestelde personen | 150 | ||
| Aantal daadwerkelijk gepresteerde uren | 151 | ||
| Kosten voor de onderneming | 152 |
| of die zijn ingeschreven in het algemeen personeelsregister (vervolg) | |||
|---|---|---|---|
Voor de tussentijdse financiële informatie van de Vennootschap wordt verwezen naar de tussentijdse verslagen van 31 maart 2024, 30 juni 2024 en 30 september 2024 die door verwijzing worden opgenomen in dit jaarlijks financieel verslag.
Voor de accountantscontrole van de historische jaarlijkse financiële informatie van de Vennootschap wordt verwezen naar de jaarlijkse financiële verslagen (met name Verslag van de commissaris aan de algemene vergadering van Montea) van Montea voor de boekjaren 2022 en 2023 die door verwijzing worden opgenomen in dit jaarlijks financieel verslag.
Volgens artikel 13 van het GVV KB moet Montea, ten belope van het bedrag van het positief nettoresultaat van het boekjaar en na aanzuivering van de overgedragen verliezen en na de toevoegingen/onttrekkingen aan/van de reserves zoals bedoeld in "Punt B. Toevoeging/onttrekking reserves" zoals omschreven in Afdeling 4 van Deel 1 van Hoofdstuk 1 van de Bijlage C van het GVV KB, tenminste het positieve verschil tussen de volgende bedragen uitkeren als vergoeding van het kapitaal:
Op basis van de resultaten per 31 december 2024 stelt de raad van bestuur van Montea Management NV aan de algemene vergadering van aandeelhouders van 21 mei 2024 voor, een bruto dividend uit te keren van € 3,74 per aandeel. Dit komt overeen met een netto dividend van € 2,62 per aandeel. Dit is stabiel ten opzichte van het bruto dividend per aandeel van 2023.
Voor de prognose van het dividend van het boekjaar 2025 wordt verwezen naar sectie 5.4.8 "Prognose van het dividend" van dit jaarlijks verslag.
De raad van bestuur van Montea Management NV verklaart dat er met betrekking tot de periode van 12 maanden voorafgaand aan de datum van dit jaarlijks financieel verslag geen tussenkomst van overheidswege, geen enkel rechtsgeding of scheidsrechterlijke procedure bestaat, die een relevante materiële invloed zouden kunnen hebben op de financiële toestand of op de rendabiliteit van Montea en dat er, bij haar weten, geen situaties of feiten zijn die aanleiding zouden kunnen geven tot dergelijke overheidstussenkomsten, rechtsgedingen of scheidsrechterlijke procedures.
De financiële of handelspositie van Montea is niet significant gewijzigd op 31 december 2024.
| KERNRATIO'S (in EUR x 1.000) | 31/12/2024 | 31/12/2023 |
|---|---|---|
| EPRA-resultaat per aandeel1 | 4,73 | 4,90 |
| Resultaat op de portefeuille per aandeel1 | 3,57 | 2,33 |
| Variaties in de reële waarde van de financiële instrumenten per aandeel1 | -0,13 | -0,76 |
| Netto resultaat (IFRS) per aandeel1 | 8,17 | 6,46 |
| EPRA-resultaat per aandeel2 | 4,29 | 4,47 |
| Voorgestelde uitkering | ||
| Bruto dividend per aandeel | 3,74 | 3,74 |
| Netto dividend per aandeel | 2,62 | 2,62 |
| Gewogen gemiddeld aantal aandelen | 21.005.929 | 18.387.740 |
| Aantal aandelen in omloop per periode einde | 23.131.212 | 20.121.491 |
| pagina | |
|---|---|
| JAARLIJKS FINANCIEEL VERSLAG 2022 | |
| Verslag van de commissaris aan de algemene vergadering van de vennootschap Montea NV over het boekjaar afgesloten op 31 december 2022. |
390 |
| JAARLIJKS FINANCIEEL VERSLAG 2023 | |
| Verslag van de commissaris aan de algemene vergadering van de vennootschap Montea NV over het boekjaar afgesloten op 31 december 2023. |
336 |
| JAARLIJKS FINANCIEEL VERSLAG 2024 | |
| Verslag van de commissaris aan de algemene vergadering van de vennootschap Montea NV over het boekjaar afgesloten op 31 december 2024. |
372 |
Er is geen bruto wijziging van betekenis geweest in boekjaar 2024. Er dient dus geen pro forma financiële informatie te worden opgenomen.
(1) Obv gewogen gemiddeld aantal aandelen.
(2) Obv aantal aandelen in omloop op balansdatum.

| 10.1 | EPRA1 | 304 |
|---|---|---|
| 10.2 | Alternative Performance Measures - detail van de berekening | 348 |
| 10.3 | Vastgoedverslag | 352 |
| 10.4 | Deskundigenverslagen | 360 |
| 10.5 | GRI Content index | 380 |
| 10.6 | Aanpak & scope | 382 |
| 10.7 | Kerncijfers en doelstellingen - duurzaamheid | 384 |
| - | ||
|---|---|---|
EPRA ("European Public Real Estate Association") is de stem van de beursgenoteerde Europese vastgoedsector die meer dan 290 leden telt en meer dan € 840 miljard aan vastgoedactiva vertegenwoordigd. De EPRA-indexen zijn een wereldwijde benchmark en de meest gebruikte investeringsindex voor beursgenoteerd vastgoed. De indexen zijn samengesteld uit meer dan 100 vennootschappen. De criteria om opgenomen te worden in de indexen staan gepubliceerd op de website van EPRA (www.epra.com). Montea is sinds september 2018 opgenomen in de Europese en in de Belgische EPRA-index.
Aanbevelingen voor wat betreft de rapportering en de definiëring van de belangrijkste financiële en
duurzaamheidsprestatiemaatstaven voor beursgenoteerde vastgoedvennootschappen worden eveneens weergegeven op de website van EPRA ((sustainability) Best Practices Recommendations Guidelines). Montea stelt het merendeel van de door EPRA aanbevolen prestatiemaatstaven ter beschikking van de investeerders met als doel de rapportering te standaardiseren met het oog op een betere kwaliteit en vergelijkbaarheid van informatie.
Samenvattende tabel van de EPRA Performance measures:
| 31/12/2024 | 31/12/2023 | ||
|---|---|---|---|
| EPRA-resultaat* | €/aandeel | 4,73 | 4,90 |
| EPRA Net Tangible Assets* | €/aandeel | 77,63 | 74,38 |
| EPRA Net Reinstatement Value* | €/aandeel | 85,36 | 81,50 |
| EPRA Net Disposal Value* | €/aandeel | 76,02 | 72,22 |
| EPRA Loan to value* | % | 34,8 | 33,5 |
| EPRA Net Initial Yield* | % | 5,06 | 5,06 |
| EPRA "Topped-up" Net Initial Yield* | % | 5,06 | 5,06 |
| EPRA Huurleegstand* | % | 0,2 | 0,0 |
| EPRA kost ratio (incl. leegstandskosten)* | % | 11,4 | 11,8 |
| EPRA kost ratio (excl. leegstandskosten)* | % | 11,2 | 11,7 |
| (in EUR x 1.000) | 31/12/2024 | 31/12/2023 |
|---|---|---|
| Netto resultaat (IFRS) | 171.525 | 118.810 |
| Aanpassingen voor de berekening van het EPRA-resultaat* | ||
| Uit te sluiten: | ||
| I) Variaties in de reële waarde van vastgoedbeleggingen en vastgoed bestemd voor verkoop | -85.400 | -11.571 |
| II) Resultaat op verkoop van vastgoedbeleggingen | - | - |
| VI) Variaties in de reële waarde van financiële activa en passiva | 2.733 | 14.043 |
| VIII) Uitgestelde belastingen met betrekking tot EPRA-wijzigingen | 10.401 | -30.974 |
| X) Minderheidsbelangen met betrekking tot de aanpassingen hierboven | - | -298 |
| EPRA-resultaat* | 99.260 | 90.010 |
| Gewogen gemiddelde aantal aandelen | 21.005.929 | 18.387.740 |
| EPRA-resultaat per aandeel (€/aandeel) | 4,73 | 4,90 |
Het EPRA-resultaat* betreft het nettoresultaat (na verwerking van het operationeel resultaat voor het resultaat op de portefeuille*, verminderd met de financiële resultaten en de vennootschapsbelasting, exclusief de uitgestelde belastingen), verminderd met de variaties in de reële waarde van vastgoedbeleggingen en vastgoed bestemd voor verkoop, verminderd met het resultaat op verkoop van vastgoedbeleggingen en vermeerderd met de variaties in de reële waarde van financiële activa en passiva. Het EPRAresultaat per aandeel is het EPRA-resultaat* gedeeld door het gewogen gemiddeld aantal aandelen van het boekjaar.
Het EPRA-resultaat* meet de operationele rentabiliteit van de vennootschap na het financiële resultaat en na belastingen over het operationeel resultaat. Het is een belangrijke maatstaf van de onderliggende operationele resultaten van een bedrijf uit het verhuren van onroerend goed. Het geeft aan in welke mate de huidige dividendbetalingen worden ondersteund door de winst. Het EPRA-resultaat per aandeel meet het nettoresultaat uit de kernactiviteiten per aandeel.
(1) De auditor heeft een beoordeling (ISRE 2410) uitgevoerd van de maatstaven opgenomen in deze sectie. De publicatie van de gegevens is niet verplicht volgens de GVV-regelgeving en zijn niet onderworpen aan een nazicht door publieke instanties.
De door Montea gehanteerde APM's (Alternative Performance Measure), waaronder ook de EPRA prestatie-indicatoren, worden in deze publicatie aangeduid met een asterisk (*), in overeenstemming met de richtlijnen die door de ESMA (European Securities and Markets Authority) werden uitgevaardigd. Hierdoor wordt de lezer geïnformeerd wordt dat de definitie een APM betreft. De prestatie-indicatoren die bij IFRS-regels of bij wet bepaald zijn, alsook de indicatoren die niet gebaseerd zijn op de rubrieken van de balans of de resultatenrekening, worden niet beschouwd als APM's. De gedetailleerde berekening van de EPRA prestatie-indicatoren en van andere APM's die door Montea gebruikt worden, worden in dit hoofdstuk van het jaarverslag weergegeven (sectie 10.1 en 10.2).
De EPRA NAV indicatoren worden bekomen door de IFRS NAV op een dergelijke manier te corrigeren zodat stakeholders de meest relevante informatie krijgen over de reële waarde van de activa en passiva. De EPRA NAV indicatoren per aandeel worden berekend op basis van het aantal aandelen in omloop op balansdatum. De drie verschillende EPRA NAV indicatoren worden berekend op basis van de volgende scenario's:
Gaat ervan uit dat entiteiten nooit activa verkopen en streeft ernaar de waarde weer te geven die nodig is om de entiteit opnieuw op te bouwen. Het doel van deze indicator is om weer te geven wat nodig zou zijn om de vennootschap opnieuw samen te stellen via de investeringsmarkten op basis van de huidige kapitaal- en financieringsstructuur, inclusief Real Estate Transfer Taxes.
Gaat ervan uit dat entiteiten activa kopen en verkopen, waardoor bepaalde niveaus van uitgestelde belastingen gerealiseerd worden. Het betreft de NAV die werd aangepast zodat ze ook vastgoed en overige investeringen op lange termijn tegen reële waarde omvat en waarbij bepaalde posten uitgesloten worden waarvan verwacht wordt dat ze geen vaste vorm zullen krijgen in een bedrijfsmodel met vastgoedbeleggingen op lange termijn.
Voorziet in een scenario van verkoop van de activa van de vennootschap wat leidt tot de realisatie van uitgestelde belastingen, financiële instrumenten en bepaalde andere aanpassingen voor de volledige omvang van hun verplichting. Dit scenario gaat ervan uit dat de vennootschap de activa verkoopt, hetgeen leidt tot de realisatie van uitgestelde belastingen en de liquidatie van schulden en financiële instrumenten. Deze NAV moet niet aanzien worden als een liquidatie-NAV vermits in vele gevallen de reële waarde niet gelijk is aan de liquidatie-waarde.
| 31/12/2024 | 31/12/2023 | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| (in EUR x 1.000) | EPRA NRV EPRA NTA EPRA NDV EPRA NRV EPRA NTA EPRA NDV | ||||||
| IFRS Eigen vermogen toewijsbaar aan de aandeelhouders van de moedermaatschappij |
1.804.300 | 1.804.300 | 1.804.300 | 1.518.263 | 1.518.263 | 1.518.263 | |
| IFRS NAV per aandeel (€/aandeel) | 78,42 | 78,42 | 78,42 | 75,74 | 75,74 | 75,74 | |
| Verwaterde netto actiefwaarde tegen reële waarde | 1.804.300 | 1.804.300 | 1.804.300 | 1.518.263 | 1.518.263 | 1.518.263 | |
| Uit te sluiten: | |||||||
| V) Uitgestelde belastingen met betrekking tot herwaarderingsmeerwaarden van vastgoed |
15.576 | 15.576 | - | 5.175 | 5.175 | - | |
| VI) Reële waarde van financiële instrumenten | -23.597 | -23.597 | - | -26.330 | -26.330 | - | |
| VIII.b) Immateriële vaste activa volgens de IFRS balans |
- | -666 | - | -548 | - | ||
| Toe te voegen: | |||||||
| IX) Reële waarde van financieringen met vaste rentevoet |
- | - | -45.957 | - | - | -65.075 | |
| XI) Vastgoed transfer tax | 178.314 | - | - | 142.708 | - | - | |
| NAV | 1.974.593 | 1.795.613 | 1.758.343 | 1.639.817 | 1.496.560 | 1.453.188 | |
| Aantal aandelen in omloop per einde periode | 23.131.212 | 23.131.212 | 23.131.212 | 20.121.491 | 20.121.491 | 20.121.491 | |
| NAV per aandeel (€/aandeel) | 85,36 | 77,63 | 76,02 | 81,50 | 74,38 | 72,22 |
De EPRA NIY* is de op jaarbasis berekende huurinkomsten op basis van de constante huur die op de balansdatum wordt geïnd, min de niet-recupereerbare werkingskosten voor vastgoed, gedeeld door de marktwaarde van het vastgoed, plus de (geraamde) aankoopkosten. De EPRA 'topped-up' NIY* integreert een aanpassing van het EPRA NIY* voor de afloop van huurvrije periodes (of andere niet-vervallen huurstimuli zoals een huurperiode met korting of getrapte huurprijzen).
Een vergelijkbare maatstaf voor portefeuillewaarderingen binnen Europa introduceren.
| EPRA NIY* (in EUR x 1.000) | 31/12/2024 | 31/12/2023 | |
|---|---|---|---|
| Vastgoedbeleggingen - volle eigendom | 2.694.056 | 2.200.841 | |
| Vastgoedbeleggingen - aandeel van JV & Fondsen | - | - | |
| Activa bestemd voor verkoop | - | - | |
| Verminderd met projectontwikkelingen | -316.666 | -113.707 | |
| Afgewerkte vastgoedportefeuille | 2.377.390 | 2.087.133 | |
| Toelage voor geraamde aankoopkosten | 151.347 | 134.908 | |
| Investeringswaarde afgewerkte vastgoedportefeuille | A | 2.528.736 | 2.222.043 |
| Geannualiseerde contant geïnde huurinkomsten | 134.595 | 118.416 | |
| Vastgoedkosten (incl. concessies) | -6.602 | -6.088 | |
| Geannualiseerde nettohuurgelden | B | 127.993 | 112.328 |
| Huurvrije periodes of lease incentives | - | 102 | |
| 'Topped-up' geannualiseerde nettohuurgelden | C | 127.993 | 112.430 |
| EPRA NIY* | B/A | 5,06% | 5,06% |
| EPRA 'topped-up' NIY* | C/A | 5,06% | 5,06% |
De EPRA-huurleegstand* stemt overeen met het compliment van de rubriek 'Bezettingsgraad' met dat verschil dat de door Montea gehanteerde bezettingsgraad berekend wordt op basis van vierkante meters terwijl de EPRA-huurleegstand* berekend wordt op basis van de geschatte huurwaarde.
De EPRA-huurleegstand* meet het leegstandspercentage in functie van de geschatte huurwaarde zonder daarbij rekening te houden met de niet-verhuurbare m², bedoeld voor herontwikkeling en met de landbank.
| 31/12/2024 | 31/12/2023 | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| (in EUR x 1.000) | (A) Geraamde huurwaarde (ERV) voor de leegstand |
(B) Geraamde huurwaarde portfolio (ERV) |
(A/B) EPRA Leegstands graad (%) |
(A) Geraamde huurwaarde (ERV) voor de leegstand |
(B) Geraamde huurwaarde portfolio (ERV) |
(A/B) EPRA Leegstands graad (%) |
|
| België | - | 58.281 | 0,0 | - | 52.669 | 0,0 | |
| Frankrijk | 258 | 22.767 | 1,1 | - | 13.884 | 0,0 | |
| Nederland | - | 54.312 | 0,0 | - | 44.987 | 0,0 | |
| Duitsland | - | 4.558 | 0,0 | - | - | 0,0 | |
| Totaal | 258 | 139.919 | 0,2 | - | 111.540 | 0,0 |
Op 31 december 2024 bedraagt de bezettingsgraad 99,9% tegenover 100% op jaareinde 2023. De zeer beperkte leegstand bevindt zich in Le Mesnil-Amelot (FR), voordien verhuurd aan Espace Phone. De consistent hoge bezettingsgraad, sinds 2018 meer dan 99%, is een maatstaf voor de kwaliteit en goede locaties van de gebouwen in de portefeuille van Montea.
In alle markten waarin Montea opereert, is er sprake van schaarste, vooral wat betreft hoogwaardige activa op toplocaties, waar onze volledige portefeuille aan voldoet. De verwachting is dat de bezettingsgraad op alle geografische locaties hoog zal blijven, en eventuele leegstand zal van voorbijgaande aard zijn.

| 31/12/2024 | 31/12/2023 | ||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| PROPORTIONELE CONSOLIDATIE | PROPORTIONELE CONSOLIDATIE | ||||||||||
| EPRA LTV* (in EUR x 1.000) | Groep (gerapporteerd) |
Aandeel in joint ventures |
Aandeel in materiële geassocieerde vennootschappen |
Minderheids | belangen Gecombineerd | Groep (gerapporteerd) |
Aandeel in joint ventures |
Aandeel in materiële geassocieerde vennootschappen |
Minderheids | belangen Gecombineerd | |
| Inclusief | |||||||||||
| Leningen van financiële instellingen | 259.764 | 259.764 | 138.008 | 138.008 | |||||||
| Commercial paper | 0 | 0 | 0 | 0 | |||||||
| Hybride schuldinstrumenten (zoals convertibles, preferente aandelen, opties, perpetuals) |
0 | 0 | 0 | 0 | |||||||
| Obligaties | 663.030 | 663.030 | 662.739 | 662.739 | |||||||
| Derivaten voor vreemde valuta | 0 | 0 | 0 | 0 | |||||||
| Netto (handels)schulden | 30.845 | 30.845 | 21.998 | -341 | 21.657 | ||||||
| Vastgoed voor eigen gebruik (schuld) | 1.167 | 1.167 | 813 | 813 | |||||||
| Rekeningen courant (eigen vermogenskenmerken) |
0 | 0 | 0 | 0 | |||||||
| Exclusief | |||||||||||
| Kas- en kasequivalenten | -13.139 | -13.139 | -87.604 | 2 | -87.602 | ||||||
| Netto schulden A |
941.666 | 0 | 0 | 0 | 941.666 | 735.955 | 0 | 0 | -340 | 735.616 | |
| Inclusief | |||||||||||
| Vastgoed voor eigen gebruik | 3.008 | 3.008 | 2.122 | 2.122 | |||||||
| Vastgoedbeleggingen tegen reële waarde |
2.376.800 | 2.376.800 | 2.087.875 | -4.795 | 2.083.080 | ||||||
| Vastgoedbeleggingen bestemd voor verkoop |
5.541 | 5.541 | 0 | 0 | |||||||
| Vastgoedbeleggingen in uitvoering | 316.666 | 316.666 | 113.707 | -1.348 | 112.359 | ||||||
| Immateriële activa | 666 | 666 | 548 | 548 | |||||||
| Netto (handels)vorderingen | 0 | 0 | 0 | 0 | |||||||
| Financiële activa | 0 | 0 | 0 | 0 | |||||||
| Totale portefeuillewaarde B |
2.702.681 | 0 | 0 | 0 | 2.702.681 | 2.204.252 | 0 | 0 | -6.143 | 2.198.109 | |
| LTV* A/B |
34,8% | - | - | - | 34,8% | 33,4% | - | - | - | 33,5% |
De EPRA LTV* ratio wordt berekend door de netto schuld te delen door de totale vastgoedwaarde.
De EPRA LTV* is een belangrijke maatstaf om het percentage van de schuld ten opzichte van de geschatte waarde van de eigendommen te bepalen.
De EPRA-kostratio* wordt berekend door de administratieve en operationele kosten (inclusief of exclusief directe leegstandskosten), te delen door de brutohuurinkomsten.
De EPRA-kostratio's* zijn bedoeld om een consistente basis te bieden van waaruit bedrijven waar nodig meer informatie over de kosten kunnen verstrekken. Het is een belangrijke maatstaf om een zinvolle meting van de veranderingen in de bedrijfskosten van een bedrijf mogelijk te maken.
| EPRA KOST RATIO* (in EUR x 1.000) | 31/12/2024 | 31/12/2023 | ||
|---|---|---|---|---|
| I. Operationele & Administratieve kosten (IFRS) | 14.550 | 14.276 | ||
| III. Beheersvergoeding exclusief werkelijk/ingeschat winstelement | -642 | -527 | ||
| EPRA-kosten (inclusief directe leegstandskosten) | A | 13.908 | 13.749 | |
| IX. Directe leegstandskosten | -227 | -137 | ||
| EPRA-kosten (exclusief directe leegstandskosten) | B | 13.681 | 13.612 | |
| X. Brutohuurinkomsten min te betalen huur op gehuurde grond - IFRS | 122.104 | 116.328 | ||
| Brutohuurinkomsten | C | 122.104 | 116.328 | |
| EPRA-kostratio (inclusief directe leegstandskosten)* | A/C | 11,4% | 11,8% | |
| EPRA-kostratio (exclusief directe leegstandskosten)* | B/C | 11,2% | 11,7% |
| Huurder Business Sector (in EUR x 1.000) | BE | FR | NL | DE | 31/12/2024 |
|---|---|---|---|---|---|
| Logistiek | 26.093 | 12.622 | 17.866 | 1.922 | 58.503 |
| Bouw/Industrie | 6.470 | 2.080 | 8.800 | 1.419 | 18.769 |
| Voeding & dranken | 4.062 | 2.112 | 10.864 | 1.588 | 18.625 |
| Automobielsector | 4.945 | 1.092 | 1.307 | 645 | 7.989 |
| Farma & medische sector | 3.561 | 417 | 5.030 | 0 | 9.008 |
| Retail | 4.744 | 2.122 | 3.875 | 0 | 10.741 |
| Andere | 4.103 | 807 | 13 | 6 | 4.930 |
| Leegstand | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Totaal huidige huur | 53.977 | 21.252 | 47.755 | 5.580 | 128.564 |
| BE | FR | NL | DE | 31/12/2024 | |||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Verhuurbare oppervlakte | m2 | 951.695 | 292.508 | 788.546 | 99.495 | 2.132.243 | |
| Gem. huurgelden/m² | €/m2 | 56,7 | 72,7 | 60,6 | 56,1 | 60,3 | |
| Geannualiseerde contractuele huurgelden | K€ | 53.977 | 21.252 | 47.755 | 5.580 | 128.564 | |
| Geraamde huurwaarde (ERV) | K€ | 58.281 | 22.767 | 54.312 | 4.558 | 139.919 | |
| Nettohuurgelden | K€ | 50.955 | 14.005 | 44.086 | 5.182 | 114.229 | |
| Marktwaarde vastgoedbeleggingen | K€ | 1.027.760 | 389.458 | 898.776 | 89.184 | 2.405.178 | |
| Marktwaarde zonnepanelen | K€ | 43.550 | 3.114 | 24.287 | 0 | 70.950 | |
| EPRA-huurleegstand* (gebaseerd op ERV) | % | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | |
| Gem. duur contracten (tot 1ste opzeg) | Y | 5,1 | 5,4 | 7,4 | 3,8 | 5,9 | |
| Gem. duur contracten (tot einde) | Y | 6,4 | 6,9 | 7,8 | 3,8 | 6,9 |
Overzicht van de belangrijkste operationele indicatoren van de vastgoedportefeuille, per land:
Overzicht van de huurgelden, opgesplitst per land en per activiteit van de huurder:
| Huurder Business Sector (in EUR x 1.000) |
|---|
| Logistiek |
| Bouw/Industrie |
| Voeding & dranken |
| Automobielsector |
| Farma & medische sector |
| Retail |
| Andere |
| Leegstand |
| Totaal huidige huur |
| Huurder Business Sector (%) |
| Logistiek |
| Bouw/Industrie |
| Voeding & dranken |
| Automobielsector |
| Farma & medische sector |
| Retail |
| Andere |
| Leegstand |
| Huurder Business Sector (%) | BE | FR | NL | DE | 31/12/2024 |
|---|---|---|---|---|---|
| Logistiek | 48 | 59 | 37 | 34 | 46 |
| Bouw/Industrie | 12 | 10 | 18 | 25 | 15 |
| Voeding & dranken | 8 | 10 | 23 | 28 | 14 |
| Automobielsector | 9 | 5 | 3 | 12 | 6 |
| Farma & medische sector | 7 | 2 | 11 | 0 | 7 |
| Retail | 9 | 10 | 8 | 0 | 8 |
| Andere | 8 | 4 | 0 | 0 | 4 |
| Leegstand | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Totaal huidige huur | 100 | 100 | 100 | 100 | 100 |
Overzicht van de grootste huurders binnen de portefeuille, inclusief het aandeel in het totaal van de huurgelden:
| Huurder | Huidige huur op jaarbasis |
|
|---|---|---|
| 1. Jacky Perrenot | [>4,5 mio€] | |
| 2. Amazon | [>4,5 mio€] | |
| 3. A-WARE Group | [4 - 4,5 mio€] | |
| 4. DHL aviation | [3,5 - 4 mio€] | |
| 5. Lekkerland | [3 - 3,5 mio€] | |
| 6. Doc Morris | [3 - 3,5 mio€] | |
| 7. PostNL Real Estate | [3 - 3,5 mio€] | |
| 8. GVT | [3 - 3,5 mio€] | |
| 9. HBM Machines | [2,5 - 3 mio€] | |
| 10. DHL Global Forwarding | [2 - 2,5 mio€] | |
| 11. Decathlon | [2 - 2,5 mio€] | |
| 12. BELRON - Carglass | [2 - 2,5 mio€] | |
| 13. Bakkersland | [2 - 2,5 mio€] | |
| Huurders > 2 mio€ | 46.311 | 36% |
| Huurders < 2 mio€ | 82.253 | 64% |
| Totaal | 128.564 | 100% |
De EPRA-kostratio* weerspiegelt de operationele kosten na aftrek van administratieve en operationele kosten geactiveerd conform IFRS voor een bedrag van € 3,8 miljoen. De geactiveerde kosten hebben voornamelijk betrekking op interne personeelskosten van werknemers die direct betrokken zijn bij de ontwikkeling van de vastgoedportefeuille. Overzicht van de grootste (in marktwaarde)
investeringspanden binnen de investeringsportefeuille:
| Locatie | Huurders | Range marktwaarde |
Verhuurbare oppervlakte (m²) |
Type gebouw | Sector | Eigendom | Vorm van eigendom | Jaar van aankoop | Jaar van oplevering / herontwikkeling |
||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| 1. | BE | Vorst Humaniteitslaan |
- Options België NV - Sligro-MFS Belgium NV - Delhaize Belgium |
> 50 mio € | 38.131 | Multi tenant | Logistiek | 100% | Full ownership | 2008 | 2015 - 2016 2024 |
| 2. | NL | Waddinxveen Louis Dobbelmannweg |
Lekkerland | > 50 mio € | 67.997 | Single tenant | Logistiek | 100% | Full ownership | 2024 | 2024 |
| 3. | NL | Waddinxveen Logistiek Park A12 |
HBM Machines B.V. | > 50 mio € | 48.703 | Single tenant | Logistiek | 100% | Full ownership | 2022 | 2022 |
| 4. | NL | Aalsmeer Japanlaan & Thailandlaan |
Borgesius Aalsmeer B.V. Dobbe Transport | > 50 mio € | 42.734 | Multi tenant | Logistiek | 100% | Full ownership | 2017 | 2016 - 2017 |
| 5. | NL | Heerlen Business park Aventis |
Doc Morris | > 50 mio € | 42.451 | Single tenant | Logistiek | 100% | Full ownership | 2015 | 2019 |
| 6. | BE | Willebroek De Hulst |
Decathlon | > 50 mio € | 67.480 | Single tenant | Logistiek | 100% | Full ownership | 2017 | 2017 |
| 7. | DE | Hamburg Volhöfner Weiden |
- Fruitwork Dienstleistungs Center - Bolloré Logistics Warehousing Germany - IGS Paraffin Logistics - Panex World Depot - Darguner Brauerei |
30 < x < 50 mio € | 63.530 | Multi tenant | Logistiek | 100% | Full ownership | 2024 | NVT |
| 8. | BE | Antwerpen Blue Gate |
Amazon Transport Belgium NV | 30 < x < 50 mio € | 19.247 | Single tenant | Logistiek | 100% | Full ownership | 2022 | 2022 |
| 9. | BE | Zaventem Brucargo |
DHL Aviation | 30 < x < 50 mio € | 64.969 | Single tenant | Logistiek | 100% | Long Term superficies | 2017 | 2016 |
| 10. | BE | Tongeren III Mammoetstraat |
- C-Living - Baywa |
30 < x < 50 mio € | 54.042 | Multi tenant | Logistiek | 100% | Full ownership | 2022 | 2023 |
Overzicht van de belangrijkste operationele indicatoren van de Projectontwikkelingen, per land en per individueel project:
| Land Site & Locatie | Ontwikkelingskosten tot 31/12/2024 (K€) |
Herwaardering (K€) |
Reële waarde 31/12/2024 (K€) |
Geschatte kosten tot oplevering (K€) |
Waarde bij oplevering (K€) |
Verwachte datum van oplevering |
Status | Type gebouw | Eigendom (%) | Voor-verhuurd (%) |
Totaal (m²) | Onbebouwde grond (m²) |
ERV bij oplevering (K€) |
|
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| BE | Lummen | 8.708 | 3.375 | 12.084 | 20.037 | 32.121 | Onbekend | Commercialisering | Logistiek | 100% | 32.000 | 55.000 | 1.750 - 2.250 | |
| BE | Halle | 11.654 | 1.108 | 12.762 | 21.797 | 34.559 | Onbekend | Commercialisering | Logistiek | 100% | 31.000 | 55.000 | 1.750 - 2.250 | |
| BE | Zellik | 11.465 | 0 | 11.465 | 9.791 | 21.256 | Onbekend | Vergunning in aanvraag | Logistiek | 100% | 100% | 14.000 | 36.000 | 1.250 - 1.750 |
| BE | Tongeren - IIB | 11.985 | 594 | 12.579 | 32.483 | 45.062 | Onbekend | Commercialisering | Logistiek | 100% | 59.000 | 95.000 | 2.750 - 3.250 | |
| BE | Tongeren III | 9.487 | -922 | 8.565 | 27.312 | 35.878 | Onbekend | Commercialisering | Logistiek | 100% | 40.000 | 66.000 | 2.750 - 3.250 | |
| BE | Tongeren III - Unit 3 | 9.190 | 3.107 | 12.296 | 0 | 12.296 | 2024 | Opgeleverd | Logistiek | 100% | 100% | 14.000 | 23.000 | 250 - 750 |
| BE | Grimbergen | 10.584 | -419 | 10.165 | 21.152 | 31.318 | Onbekend | Commercialisering | Logistiek | 50% | 30.000 | 57.000 | 1.750 - 2.250 | |
| BE | Blue Gate (Montea) | 21.383 | 1.143 | 22.526 | 0 | 22.526 | 2024 | Opgeleverd | Logistiek | 100% | 100% | 16.000 | 26.000 | 1.250 - 1.750 |
| BE | Aalst | 6.297 | 2.502 | 8.799 | 3.585 | 12.384 | 2025 | In ontwikkeling | Logistiek | 100% | 100% | 9.000 | 14.000 | 250 - 750 |
| BE | Solar Panels | 1.591 | 1.591 | 1.645 | 3.236 | 2025 | In ontwikkeling | NVT | 100% | NVT | NVT | NVT | ||
| BE | BESS | 7.028 | 7.028 | 10.219 | 17.247 | 2025 | In ontwikkeling | NVT | 100% | NVT | NVT | NVT | ||
| BE | 109.371 | 10.488 | 119.859 | 148.022 | 267.882 | 245.000 | 427.000 | 12.500 - 14.750 | ||||||
| NL | Tiel | 84.596 | 5.039 | 89.636 | 19.564 | 109.199 | 2025 | In ontwikkeling | Logistiek | 100% | 100% | 91.000 | 183.000 | 5.750 - 6.250 |
| NL | Tiel - Midden | 31.531 | 3.783 | 35.314 | 43.771 | 79.085 | Onbekend | Vergunning in aanvraag | Logistiek | 100% | 69.000 | 118.000 | 4.750 - 5.250 | |
| NL | Tiel - Zuid | 15.724 | 2.068 | 17.791 | 15.178 | 32.969 | Onbekend | Commercialisering | Logistiek | 100% | 25.000 | 45.000 | 1.750 - 2.250 | |
| NL | Born | 21.271 | 4.786 | 26.056 | 42.104 | 68.161 | Onbekend | Commercialisering | Logistiek | 100% | 67.000 | 89.000 | 4.250 - 4.750 | |
| NL | Amsterdam - Blond | 8.965 | 194 | 9.159 | 4.048 | 13.207 | 2025 | In ontwikkeling | Logistiek | 100% | 100% | 7.000 | 11.000 | 250 - 750 |
| NL | Tiel - Infrastructuur | 850 | 4.362 | 5.212 | 0 | 5.212 | Onbekend | NVT | NVT | 100% | NVT | NVT | NVT | NVT |
| NL | Solar Panels | 67 | 67 | 0 | 67 | Onbekend | NVT | NVT | 100% | NVT | NVT | NVT | NVT | |
| NL | 163.003 | 20.232 | 183.235 | 124.664 | 307.900 | 259.000 | 446.000 | 3.000 - 3.500 | ||||||
| FR | Senlis | 6.745 | -315 | 6.430 | Onbekend | 6.430 | Onbekend | Vergunning in aanvraag | Logistiek | 100% | Onbekend | 170.000 | Onbekend | |
| FR | St Priest - Renault Truck | 7.778 | -636 | 7.142 | Onbekend | 7.142 | Onbekend | Vergunning in aanvraag | Logistiek | 100% | Onbekend | 70.000 | Onbekend | |
| FR | Solar Panels | 0 | 0 | NVT | NVT | 100% | NVT | NVT | NVT | |||||
| FR | 14.523 | -951 | 13.571 | 0 | 6.430 | 0 | 240.000 | Onbekend | ||||||
| TOTAAL | 286.897 | 29.769 | 316.666 | 272.687 | 582.211 | 504.000 | 1.113.000 | 15.500 - 18.250 |
| LIKE FOR LIKE | |||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| (in EUR x 1.000) | Huur 31/12/2023 |
(Verhuur van) leegstand |
Nieuwe leegstand |
Heronder handeling |
Indexatie | Andere | Nieuwe sites | Indexatie | Verkochte sites | Andere | HUUR 31/12/2024 |
| België | 43.733 | 278 | -204 | 397 | 1.132 | 10 | 45.347 | ||||
| Frankrijk | 12.012 | 68 | -436 | 13 | 533 | 37 | 12.228 | ||||
| Nederland | 38.874 | 131 | 0 | 0 | 1.265 | 0 | 40.270 | ||||
| Duitsland | 1.998 | 0 | 0 | 0 | 66 | 0 | 2.064 | ||||
| LIKE FOR LIKE | 96.617 | 477 | -639 | 410 | 2.996 | 48 | 0 | 0 | 0 | 0 | 99.909 |
| België | 1.668 | 4.072 | 0 | -271 | 31 | 5.500 | |||||
| Frankrijk | 686 | 1.697 | 0 | -461 | 0 | 1.923 | |||||
| Nederland | 5.199 | -2.112 | 0 | 0 | 0 | 3.087 | |||||
| Duitsland | 0 | 3.186 | 0 | 0 | 0 | 3.186 | |||||
| NON COMPARABLE | 7.553 | 6.844 | 0 | -732 | 31 | 13.696 | |||||
| TOTAAL | 104.170 | 477 | -639 | 410 | 2.996 | 48 | 6.844 | 0 | -732 | 31 | 113.605 |
| Like for Like variatie van het jaar | 3.292 | ||||||||||
| België | 45,3% | 0,3% | -0,2% | 0,4% | 1,2% | 0,0% | 46,9% | ||||
| Frankrijk | 12,4% | 0,1% | -0,5% | 0,0% | 0,6% | 0,0% | 12,7% | ||||
| Nederland | 40,2% | 0,1% | 0,0% | 0,0% | 1,3% | 0,0% | 41,7% | ||||
| Duitsland | 2,1% | 0,0% | 0,0% | 0,0% | 0,1% | 0,0% | 2,1% | ||||
| LIKE FOR LIKE | 100% | 0,5% | -0,7% | 0,4% | 3,1% | 0,0% | 103,4% | ||||
| Like for Like variatie van het jaar | 3,4% |
Een gebouw dat gedurende de laatste 2 volledige jaren (i.e. van 01/01/2023 t.e.m. 31/12/2024) in de investeringsportefeuille heeft gezeten, wordt aanzien als een gebouw dat volledig vergelijkbaar is tussen deze 2 jaren. De verzameling van gebouwen die aan deze voorwaarde voldoen wordt opgenomen in de 'Like-for-Like' analyse. Alle andere gebouwen zijn niet vergelijkbaar ('non comparable').
De gebruikte scope is dezelfde als deze bij de Roll Forward van de Investeringsassets (zie volgende).
| LIKE FOR LIKE | |||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| (in EUR x 1.000) | Investment assets 31/12/2023 |
CAPEX | Herwaardering | Aankopen | Verkopen | Transfer van / naar Project ontwikkeling |
CAPEX | Herwaardering | Investment assets 31/12/2024 |
| België | 820.393 | 4.836 | 4.395 | 829.623 | |||||
| Frankrijk | 241.305 | 1.731 | -1.800 | 241.236 | |||||
| Nederland | 760.767 | 1.244 | 34.863 | 796.873 | |||||
| Duitsland | 30.972 | 44 | 35 | 31.050 | |||||
| LIKE FOR LIKE | 1.853.436 | 7.854 | 37.492 | 1.898.782 | |||||
| België | 50.643 | 24.063 | 0 | 40.470 | 137 | 3.731 | 119.045 | ||
| Frankrijk | 0 | 150.639 | 0 | 0 | 0 | -2.389 | 148.250 | ||
| Nederland | 101.677 | 27.940 | 0 | -44.250 | 0 | 9.612 | 94.980 | ||
| Duitsland | 0 | 48.968 | 0 | 0 | 604 | 21 | 49.593 | ||
| NON COMPARABLE | 152.320 | 251.610 | 0 | -3.780 | 741 | 10.975 | 411.868 | ||
| TOTAAL | 2.005.757 | 7.854 | 37.492 | 251.610 | 0 | -3.780 | 741 | 10.975 | 2.310.650 |
| Like for Like variatie van het jaar | 45.346 | ||||||||
| België | 40,9% | 0,2% | 0,2% | 41,4% | |||||
| Frankrijk | 12,0% | 0,1% | -0,1% | 12,0% | |||||
| Nederland | 37,9% | 0,1% | 1,7% | 39,7% | |||||
| Duitsland | 1,5% | 0,0% | 0,0% | 1,5% | |||||
| LIKE FOR LIKE | 92,4% | 0,4% | 1,9% | 94,7% | |||||
| België | 2,5% | 1,2% | 0,0% | 2,0% | 0,0% | 0,2% | 5,9% | ||
| Frankrijk | 0,0% | 7,5% | 0,0% | 0,0% | 0,0% | -0,1% | 7,4% | ||
| Nederland | 5,1% | 1,4% | 0,0% | -2,2% | 0,0% | 0,5% | 4,7% | ||
| Duitsland | 0,0% | 2,4% | 0,0% | 0,0% | 0,0% | 0,0% | 2,5% | ||
| NON COMPARABLE | 7,6% | 12,5% | 0,0% | -0,2% | 0,0% | 0,5% | 20,5% | ||
| TOTAAL | 100,0% | 0,4% | 1,9% | 12,5% | 0,0% | -0,2% | 0,0% | 0,5% | 115,2% |
| Like for Like variatie van het jaar | 2,3% |
Een gebouw dat gedurende de laatste 2 volledige jaren (i.e. van 01/01/2023 t.e.m. 31/12/2024) in de investeringsportefeuille heeft gezeten, wordt aanzien als een gebouw dat volledig vergelijkbaar is tussen deze 2 jaren. De verzameling van gebouwen die aan deze voorwaarde voldoen wordt opgenomen in de 'Like-for-Like'
analyse. Alle andere gebouwen zijn niet vergelijkbaar ('non comparable'). We vestigen bovendien ook de aandacht op het feit dat enkel de 'standing investments' in deze tabel zijn opgenomen, terwijl de CAPEX-tabel (cf. Infra) naast de 'standing investments' ook de concessies, zonnepanelen en ontwikkelingen omvat.
| ANALYSE RESTERENDE DUURTIJD TOT 1STE OPZEG | BE | FR | NL | DE | TOTAAL | |
|---|---|---|---|---|---|---|
| Gemiddelde duur tot 1ste opzeg (jaren) | 5,1 | 5,4 | 7,4 | 3,8 | 5,9 | |
| Current Rent die verloopt binnen het jaar | 3.301 | 2.605 | 242 | 0 | 6.148 | |
| Current Rent die verloopt in het 2de jaar | 10.503 | 4.730 | 1.462 | 612 | 17.307 | |
| Current Rent die verloopt tussen het 3de & 5de jaar | 20.491 | 3.658 | 12.959 | 4.968 | 42.076 | |
| Current Rent die verloopt na het 5de jaar | 19.683 | 10.258 | 33.092 | 0 | 63.033 | |
| TOTAAL | 53.977 | 21.252 | 47.755 | 5.580 | 128.564 | |
| Current Rent die verloopt binnen het jaar (%) | 2,6 | 2,0 | 0,2 | 0,0 | 4,8 | |
| Current Rent die verloopt in het 2de jaar (%) | 8,2 | 3,7 | 1,1 | 0,5 | 13,5 | |
| Current Rent die verloopt tussen het 3de & 5de jaar (%) | 15,9 | 2,8 | 10,1 | 3,9 | 32,7 | |
| Current Rent die verloopt na het 5de jaar (%) | 15,3 | 8,0 | 25,7 | 0,0 | 49,0 | |
| TOTAAL | 42,0 | 16,5 | 37,1 | 4,3 | 100,0 |
| ANALYSE RESTERENDE DUURTIJD TOT EINDE CONTRACT | BE | FR | NL | DE | TOTAAL | ||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Gemiddelde duur tot einde contract (jaren) | 6,4 | 6,9 | 7,8 | 3,8 | 6,9 | ||
| Current Rent tot einde contract | Current Rent die verloopt binnen het jaar | 3.206 | 1.474 | 242 | 0 | 4.922 | |
| Current Rent die verloopt in het 2de jaar | 5.141 | 1.717 | 1.462 | 612 | 8.933 | ||
| Current Rent die verloopt tussen het 3de & 5de jaar | 11.555 | 4.299 | 11.768 | 4.968 | 32.589 | ||
| Current Rent die verloopt na het 5de jaar | 34.075 | 13.762 | 34.283 | 0 | 82.120 | ||
| TOTAAL | 53.977 | 21.252 | 47.755 | 5.580 | 128.564 | ||
| Current Rent die verloopt binnen het jaar (%) | 2,5 | 1,1 | 0,2 | 0,0 | 3,8 | ||
| Current Rent die verloopt in het 2de jaar (%) | 4,0 | 1,3 | 1,1 | 0,5 | 6,9 | ||
| Current Rent die verloopt tussen het 3de & 5de jaar (%) | 9,0 | 3,3 | 9,2 | 3,9 | 25,3 | ||
| Current Rent die verloopt na het 5de jaar (%) | 26,5 | 10,7 | 26,7 | 0,0 | 63,9 | ||
| TOTAAL | 42,0 | 16,5 | 37,1 | 4,3 | 100,0 |
| 31/12/2024 | |||
|---|---|---|---|
| Vastgoedbeleggingen Waarderingsgegevens (in EUR x 1.000) |
Reële waarde | Stijging/(daling) van de reële waarde |
EPRA NIY* (%) |
| SEGMENT | |||
| België | 948.684 | 77.647 | 5,2% |
| Frankrijk | 389.458 | 148.153 | 5,2% |
| Nederland | 891.848 | 29.403 | 4,8% |
| Duitsland | 80.660 | 49.688 | 5,6% |
| Totaal Vastgoedbeleggingen beschikbaar voor verhuring | 2.310.650 | 304.892 | 5,06% |
| AANSLUITING MET DE GECONSOLIDEERDE IFRS-BALANS | |||
| Projectontwikkelingen | 316.666 | ||
| Gebruiksrecht concessie | 94.528 | ||
| Vastgoedeigendommen | 3.749 | ||
| Totaal vastgoedbeleggingen in de geconsolideerde IFRS-balans | 2.725.593 |
Meer achtergrond in verband met de waardebepaling
van vastgoedbeleggingen is opgenomen in
Toelichting 39 Reële waarde hiërarchie.
Montea investeerde in 2024 € 440,7 miljoen in de vastgoedportefeuille. De tabel hierboven omvat de investeringen in i) verwerving van nieuwe terreinen en gebouwen, ii) verdere ontwikkelingen van terreinen en gebouwen, iii) desinvesteringen, iv) de bestaande vastgoedinvesteringen en v) geactiveerde interesten. De investeringen in de bestaande vastgoedportefeuille worden verder uitgesplitst in iv.a) uitgaven met als doel de verhuurbare oppervlakte te vergroten, iv.b) het verbeteren van de bestaande verhuurbare oppervlakte zonder deze te willen uitbreiden en iv.c) uitgaven die dienen als incentive voor de huurders.
We vestigen bovendien ook de aandacht op het feit dat deze tabel naast de 'standing investments' ook de concessies, zonnepanelen en ontwikkelingen omvat. In toelichting 20 Vastgoedbeleggingen kan een overzicht waargenomen worden waaruit deze investeringen bestaan. De projectontwikkelingen en investeringen (excl. oplevering van projectontwikkelingen) sommeren daar tot € 440,7 miljoen.
| 31/12/2024 | 31/12/2023 | |||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Groep (excl. joint ventures) | Groep (excl. joint ventures) | |||||||||||
| (in EUR x 1.000) | BE | FR | NL | DE | Joint ventures (proportionate share) |
Totaal groep | BE | FR | NL | DE | Joint ventures (proportionate share) |
Totaal groep |
| I. Investeringen | 26.698 | 150.639 | 27.940 | 60.929 | - | 266.206 | 7.606 | - | 28 | - | - | 7.634 |
| II. Ontwikkeling | 72.299 | 2.256 | 79.772 | - | - | 154.327 | 42.278 | 507 | 9.088 | - | - | 51.872 |
| III. Desinvesteringen | - | - | - | - | - | - | - | - | - | - | - | - |
| IV. Vastgoedbeleggingen | 6.923 | 1.740 | 518 | 576 | - | 9.757 | 1.448 | 3.681 | 10.523 | 158 | - | 15.809 |
| IV.a) Incrementele verhuurbare ruimte | - | - | - | - | - | - | - | - | - | - | - | - |
| IV.b) Geen incrementele verhuurbare ruimte | 6.923 | 1.740 | 518 | 576 | - | 9.757 | 1.448 | 3.681 | 10.523 | 158 | - | 15.809 |
| IV.c) Huurder incentives | - | - | - | - | - | - | - | - | - | - | - | - |
| IV.d) Overige materiële niettoegerekende soorten uitgaven |
- | - | - | - | - | - | - | - | - | - | - | - |
| V. Intercalaire interesten | 4.649 | 736 | 5.095 | - | - | 10.480 | 3.268 | 486 | 571 | - | - | 4.325 |
| TOTAAL CAPEX | 110.569 | 155.371 | 113.326 | 61.505 | - | 440.770 | 54.599 | 4.674 | 20.210 | 158 | - | 79.641 |

| ENVIRONMENTAL | ||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Impact | Absolute performance (Abs) | MONTEA PORTFOLIO | Like-for-Like property type (LfL) | |||||||
| area | Indicator | EPRA code | Unit of measure | 2023 | 2024 | 2023 | 2024 | Evolution | Notes | |
| kWh | Total landlord-obtained electricity | 9.179.641 | 10.464.956 | 4.922.871 | 4.104.392 | -17% | ||||
| kWh | of which GREY electricity from external suppliers | 817.472 | 3.222.437 | 634.622 | 0 | -100% | *2 | |||
| kWh | of which GREEN electricity (renewable sources) from external suppliers | 4.618.190 | 4.575.502 | 2.715.358 | 2.770.484 | 2% | *2 | |||
| kWh | of which GREEN electricity produced locally (renewable; solar) | 3.743.979 | 2.667.017 | 1.572.892 | 1.333.908 | -15% | *4 | |||
| kWh | Total tenant-obtained electricity | 67.668.174 | 74.535.208 | 48.009.460 | 48.940.629 | 2% | ||||
| kWh | of which GREY electricity from external suppliers | 23.019.144 | 13.478.452 | 14.150.512 | 9.461.745 | -33% | *2 | |||
| kWh | of which GREEN electricity (renewable sources) from external suppliers | 28.021.262 | 40.514.873 | 22.795.629 | 26.823.740 | 18% | *2 | |||
| kWh | of which GREEN electricity produced locally (renewable; solar) | 16.627.768 | 20.541.883 | 11.063.319 | 12.655.144 | 14% | *5 | |||
| Electricity | Elec-Abs, | kWh | Total electricity consumption | 76.847.815 | 85.000.164 | 52.932.331 | 53.045.022 | 0,20% | ||
| Elec-LfL | kWh | of which GREY electricity from external suppliers | 23.836.615 | 16.700.889 | 14.785.134 | 9.461.745 | -36% | *2 | ||
| kWh | of which GREEN electricity (renewable sources) from external suppliers | 32.639.452 | 45.090.375 | 25.510.987 | 29.594.224 | 16% | *2 | |||
| kWh | of which GREEN electricity produced locally (renewable; solar) | 20.371.747 | 23.208.900 | 12.636.210 | 13.989.053 | 11% | 4, 5 | |||
| % | Green electricity from renewable sources/Total electricity | 69% | 80% | 72% | 82% | |||||
| % | Landlord Controlled | 12% | 12% | 9% | 8% | |||||
| % | Tenant Controlled | 88% | 88% | 91% | 92% | |||||
| % | Electricity disclosure coverage | 100% | 100% | 54% | 54% | |||||
| % | Proportion of electricity estimated | 10% | 14% | 0% | 0% | |||||
| DH&C-Abs, DH&C-LfL |
kWh | Total landlord-obtained district heating and cooling | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |||
| ENERGY | kWh | of which from renewable resources | 0 | 0 | 0 | 0 | ||||
| kWh | Total tenant-obtained district heating and cooling | 924.149 | 890.714 | 924.149 | 890.714 | -4% | ||||
| District | kWh | of which from renewable resources | 300.287 | 226.142 | 300.287 | 226.142 | *6 | |||
| heating and | kWh | Total district heating and cooling | 924.149 | 890.714 | 924.149 | 890.714 | -4% | |||
| cooling | kWh | of which from renewable resources | 300.287 | 226.142 | 300.287 | 226.142 | ||||
| % | Proportion of dh&c from renewable resources | 32% | 25% | 32% | 25% | *6 | ||||
| % | District heating and cooling disclosure coverage | 100% | 100% | 80% | 80% | |||||
| % | Proportion of district heating and cooling estimated | 0% | 0% | 0% | 0% | |||||
| kWh | Total direct landlord-obtained fuels | 7.281.707 | 8.325.959 | 2.948.131 | 2.703.402 | -8% | *1 | |||
| kWh | of which from renewable resources | 0 | 0 | 0 | 0 | |||||
| kWh | Total tenant-obtained fuels | 17.890.962 | 22.553.716 | 13.009.290 | 15.472.858 | 19% | *1 | |||
| kWh | of which from renewable resources | 0 | 0 | 0 | 0 | |||||
| Fuels | Fuels-Abs, Fuels-LfL |
kWh | Total fuels | 25.172.669 | 30.879.675 | 15.957.421 | 18.176.261 | 14% | *1 | |
| kWh | of which from renewable resources | 0 | 0 | 0 | 0 | |||||
| % | Proportion fuel from renewable resources | 0% | 0% | 0% | 0% | |||||
| % | Fuels disclosure coverage | 100% | 100% | 53% | 53% | |||||
| % | Proportion of fuels estimated | 9% | 17% | 0% | 0% | |||||
| kWh / (m². year) Building energy intensity* | 66,8 | 62,63 | 68,9 | 71,2 | 3% | *1 | ||||
| Energy Intensity |
Energy-Int | % | Building energy intensity disclosure coverage | 100% | 100% | 49% | 49% | |||
| % | Proportion of Building energy intensity estimated | 15% | 15% | 0% | 0% | |||||
| ENVIRONMENTAL | MONTEA PORTFOLIO | |||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Impact | Absolute performance (Abs) | Like-for-Like property type (LfL) | ||||||||
| area | Indicator | EPRA code | Unit of measure | 2023 | 2024 | 2023 | 2024 | Evolution | Notes | |
| Direct | GHG-Dir-Abs tonnes CO2 | e | GHG-Dir-ABS Location based (Scope 1) | 1.546 | 2.064 | 604 | 554 | -8% | *7 | |
| GREENHOUSE GAS EMISSIONS |
GHG-Indir | tonnes CO2 e |
GHG-Indir-ABS Location based (Scope2) | 98 | 303 | 86 | 0 | -100% | *2 | |
| Indirect | Abs | tonnes CO2 e |
GHG-Indir-ABS Location based (Scope 3) | 11.029 | 10.417 | 7.956 | 7.386 | -7% | *3 | |
| GHG | kg CO2 e / (m². year) |
GHG intensity* | 8,2 | 6,9 | 8,6 | 7,9 | -8% | 2,3,*7 | ||
| emissions intensity |
GHG-Int | % | Energy and associated GHG disclosure coverage | 100% | 100% | 49% | 49% | |||
| % | Proportion of energy and associated GHG estimated | 9% | 23% | 0% | 0% | |||||
| WATER USE | m³ | Total Water consumption | 363.909 | 361.829 | 224.814 | 144.356 | -36% | *1 | ||
| Water-Abs, Water-LfL |
m³ | of which municipal water | 265.452 | 357.900 | 153.706 | 141.983 | *1 | |||
| m³ | of which rain water reuse | 98.457 | 3.928 | 71.108 | 2.373 | *1 | ||||
| Water-Int | m³/m² | Building water intensity | 0,24 | 0,19 | 0,28 | 0,18 | -36% | *1 | ||
| Water | % | Municipal Water disclosure coverage | 100% | 100% | 43% | 43% | ||||
| % | Rain Water disclosure coverage | 100% | 100% | 43% | 43% | |||||
| % | Proportion of municipal water estimated | 32% | 17% | 0% | 0% | |||||
| % | Proportion of rain water estimated | 17% | 20% | 0% | 0% | |||||
| Waste-Abs, Waste-LfL |
Tonnes | Hazardous waste | 112 | 62 | 52 | 26 | -50% | |||
| Tonnes | Non-Hazardous waste | 79.183 | 10.362 | 3.443 | 4.256 | 24% | ||||
| Tonnes | Total waste created | 79.295 | 10.423 | 3.495 | 4.282 | 23% | *1 | |||
| Tonnes | to Reuse facility | 0 | 0 | 0 | 0 | |||||
| Tonnes | to Recycling facility | 35.662 | 5.060 | 1.289 | 1.445 | |||||
| Tonnes | to Incineration (with or without energy recovery) | 3.909 | 2.787 | 1.590 | 1.764 | |||||
| Tonnes | to Landfill (with of without energy recovery) | 763 | 293 | 306 | 288 | |||||
| Tonnes | to Biodiesel production | 0 | 0 | 0 | 0 | |||||
| Tonnes | to other/unkown | 38.849 | 1.595 | 3.443 | 701 | |||||
| WASTE | Waste | % | Waste disclosure coverage | 56% | 37% | 23% | 23% | |||
| % | Proportion of waste estimated | 0% | 0% | 0% | 0% | |||||
| to Reuse facility | 0% | 0% | 0% | 0% | ||||||
| to Recycling facility | 45% | 49% | 37% | 34% | ||||||
| proportion by | to Incineration (with or without energy recovery) | 5% | 27% | 46% | 41% | |||||
| Disposal routes |
disposal route | to Landfill (with of without energy recovery) | 1% | 3% | 9% | 7% | ||||
| (%) | to Biodiesel production | 0% | 0% | 0% | 0% | |||||
| to other/unkown | 49% | 21% | 7% | 18% | ||||||
| Waste disposal route disclosure coverage | 56% | 37% | 23% | 23% | ||||||
| ENVIRONMENTAL | MONTEA PORTFOLIO | ||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Impact | Absolute performance (Abs) | Like-for-Like property type (LfL) | |||||||||
| area | Indicator | EPRA code | Unit of measure | 2023 | 2024 | 2023 | 2024 | Evolution | Notes | ||
| Mandatory Certifications (EPC, …) | 71 | 76 | 66 | 67 | 2% | *1 | |||||
| EU EPC - A+++ | 8 | 8 | 8 | 8 | |||||||
| EU EPC - A++ | 2 | 2 | 2 | 2 | |||||||
| Number of assets |
EU EPC - A+ | 1 | 1 | 1 | 1 | ||||||
| EU EPC - A | 15 | 16 | 15 | 15 | |||||||
| EU EPC B and lower | 45 | 49 | 40 | 41 | |||||||
| CERTIFICATION | Voluntary Certifications (BREEAM,LEED,HQE, ) | 6 | 4 | 4 | 4 | 0% | |||||
| Level of | Cert-Tot | BREEAM Excellent | 2 | 2 | 1 | 2 | |||||
| certification | BREEAM Very Good | 1 | |||||||||
| BREEAM Good | 1 | 1 | |||||||||
| BREEAM NL ** | 2 | 2 | 2 | 2 | |||||||
| Total Certificated | 77 | 80 | 70 | 71 | 1% | *1 | |||||
| Proportion Mandatory | 84% | 95% | 94% | 94% | |||||||
| % | Proportion Voluntary | 7% | 5% | 6% | 6% | ||||||
| Coverage | 100% | 100% | 100% | 100% |
NR = Niet relevant
De hoofdzetel van Montea is opgenomen in de totale portefeuille aangezien Montea hiervan eigenaar is. De dekkingsgraad wordt berekend op basis van aantal vierkante meter (m2 ).
*1 Verschillen als gevolg van verbeteringen in de kwaliteit van de gegevensverzameling
*2 Wijziging energiecontracten van grijze naar groene stroom
*3 Door PV-panelen opgewekte energie voor lokaal gebruik werd uitgesloten van de berekening van de broeikasgasemissies
*4 Lager niveau in zonneschijn
*5 Verhoging door groter aantal PV-installaties
*6 Daling van het aandeel hernieuwbare hulpbronnen
*7 Daling van de emissiefactor voor stookgas
*8 Verbetering van de energie-efficiëntie van het kantoorgebouw in Nederland
*9 Verbetering van de energie-efficiëntie van het kantoorgebouw in Frankrijk
*10 Verbetering van de energie-efficiëntie van het kantoorgebouw in België
*11 Toename van het aantal medewerkers
*12 Toename van het aantal m² voor het kantoorgebouw in België
Aangezien controle over de energie-aankoop essentieel is bij het verminderen van de uitstoot van broeikasgassen, passen we de operationele controlebenadering toe bij het definiëren van onze organisatorische grenzen voor rapportering van de EPRA sBPR's.
De gegevens worden verzameld door een combinatie van energiemonitoringsystemen, extractie van contractgegevens en huurdersenquêtes. Montea erkent dat de nauwkeurigheid en betrouwbaarheid van de gegevens die zij gebruikt om de milieuprestaties van haar portefeuille op te volgen, rechtstreeks verband houdt met de kwaliteit van de ontvangen informatie, eventuele meetonnauwkeurigheden en andere factoren die de gegevenskwaliteit mogelijk kunnen verminderen. Niettemin streeft Montea naar een continue verbetering van deze datakwaliteit door automatisering, het gebruik van meerdere bronnen ter verificatie en het optimaliseren van de monitoringsystemen. De informatie in dit sectiehoofdstuk is onderworpen aan een beperkt nazicht in overeenstemming met ISAE 3000 door EY Bedrijfsrevisoren.
332 333
| ENVIRONMENTAL | COMPANY OFFICES | |||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Impact | Absolute performance (Abs) | Like-for-Like property type (LfL) | ||||||||
| area | Indicator | EPRA code | Unit of measure | 2023 | 2024 | 2023 | 2024 | Evolution | Notes | |
| kWh | Total landlord-obtained electricity | 28.231 | 24.179 | 28.231 | 24.179 | -14% | ||||
| kWh | of which GREY electricity from external suppliers | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | ||||
| kWh | of which GREEN electricity (renewable sources) from external suppliers | 28.231 | 24.179 | 28.231 | 24.179 | -14% | *8 | |||
| kWh | of which GREEN electricity produced locally (renewable; solar) | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | ||||
| kWh | Total tenant-obtained electricity | 61.544 | 60.959 | 61.544 | 60.959 | -1% | ||||
| kWh | of which GREY electricity from external suppliers | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | ||||
| kWh | of which GREEN electricity (renewable sources) from external suppliers | 45.683 | 44.072 | 45.683 | 44.072 | -4% | ||||
| kWh | of which GREEN electricity produced locally (renewable; solar) | 15.861 | 16.886 | 15.861 | 16.886 | 6% | ||||
| Electricity | Elec-Abs, Elec-LfL |
kWh | Total electricity consumption | 89.775 | 85.137 | 89.775 | 85.137 | -5% | *8 | |
| kWh | of which GREY electricity from external suppliers | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | ||||
| kWh | of which GREEN electricity (renewable sources) from external suppliers | 73.914 | 68.251 | 73.914 | 68.251 | -8% | ||||
| kWh | of which GREEN electricity produced locally (renewable; solar) | 15.861 | 16.886 | 15.861 | 16.886 | 6% | ||||
| % | Green electricity from renewable sources/Total electricity | 100% | 100% | 100% | 100% | 0% | ||||
| % | Landlord Controlled | 31% | 28% | 31% | 28% | -10% | ||||
| % | Tenant Controlled | 69% | 72% | 69% | 72% | 4% | ||||
| % | Electricity disclosure coverage | 98% | 98% | 98% | 98% | 98% | ||||
| % | Proportion of electricity estimated | 0% | 0% | 0% | 0% | 0% | ||||
| DH&C-Abs, DH&C-LfL |
kWh | Total landlord-obtained district heating and cooling | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |||
| ENERGY | kWh | of which from renewable resources | 0% | 0% | 0% | 0% | ||||
| kWh | Total tenant-obtained district heating and cooling | 3.849 | 3.117 | 3.849 | 3.117 | -19% | *9 | |||
| District | kWh | of which from renewable resources | 0 | 0 | 0 | 0 | ||||
| heating and | kWh | Total district heating and cooling | 3.849 | 3.117 | 3.849 | 3.117 | -19% | *9 | ||
| cooling | kWh | of which from renewable resources | 0 | 0 | 0 | 0 | ||||
| % | Proportion of dh&c from renewable resources | 0% | 0% | 0% | 0% | |||||
| % | District heating and cooling disclosure coverage | 98% | 98% | 98% | 98% | |||||
| % | Proportion of district heating and cooling estimated | 0% | 0% | 0% | 0% | |||||
| kWh | Total direct landlord-obtained fuels | 22.131 | 21.207 | 22.131 | 21.207 | -4% | ||||
| kWh | of which from renewable resources | 0 | 0 | 0 | 0 | |||||
| kWh | Total tenant-obtained fuels | 91.847 | 57.182 | 91.847 | 57.182 | -38% | *10 | |||
| kWh | of which from renewable resources | 0 | 0 | 0 | 0 | |||||
| Fuels | Fuels-Abs, Fuels-LfL |
kWh | Total fuels | 113.978 | 78.389 | 113.978 | 78.389 | -31% | *10 | |
| kWh | of which from renewable resources | 0 | 0 | 0 | 0 | |||||
| % | Proportion fuel from renewable resources | 0% | 0% | 0% | 0% | |||||
| % | Fuels disclosure coverage | 98% | 98% | 98% | 98% | |||||
| % | Proportion of fuels estimated | 0% | 0% | 0% | 0% | |||||
| kWh / (m². year) Building energy intensity* | 153 | 110 | 153 | 110 | -28% | *12 | ||||
| Energy Intensity |
Energy-Int | % | Building energy intensity disclosure coverage | 98% | 98% | 98% | 98% | |||
| % | Proportion of Building energy intensity estimated | 0% | 0% | 0% | 0% | |||||
| ENVIRONMENTAL | COMPANY OFFICES | |||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Impact | Absolute performance (Abs) | Like-for-Like property type (LfL) | ||||||||
| area | Indicator | EPRA code | Unit of measure | 2023 | 2024 | 2023 | 2024 | Evolution | Notes | |
| Direct | GHG-Dir-Abs tonnes CO2 | e | GHG-Dir-ABS Location based (Scope 1) | 18.822,20 | 11.720,10 | 18.822,20 | 11.720,10 | -38% | *10 | |
| GHG-Indir | tonnes CO2 e |
GHG-Indir-ABS Location based (Scope2) | 0 | 0 | 0 | 0 | 0% | |||
| EMISSIONS | Indirect | Abs | tonnes CO2 e |
GHG-Indir-ABS Location based (Scope 3) | 11.345,40 | 10.308,70 | 11.345,40 | 10.308,70 | -9% | *3 |
| GREENHOUSE GAS | GHG | kg CO2 e / (m². year) |
GHG intensity* | 22,2 | 14,6 | 22,2 | 14,6 | -34% | *3,10 | |
| emissions intensity |
GHG-Int | % | Energy and associated GHG disclosure coverage | 98% | 98% | 98% | 98% | |||
| % | Proportion of energy and associated GHG estimated | 0% | 0% | 0% | 0% | |||||
| m³ | Total Water consumption | 716 | 728 | 716 | 728 | 2% | *11 | |||
| Water-Abs, | m³ | of which municipal water | 716 | 728 | 716 | 728 | 2% | *11 | ||
| Water-LfL | m³ | of which rain water reuse | 0 | 0 | 0 | 0 | 0% | *11 | ||
| WATER USE | Water-Int | m³/m² | Building water intensity | 0,57 | 0,6 | 0,57 | 0,6 | 4% | *11 | |
| Water | % | Municipal Water disclosure coverage | 90% | 79% | 90% | 79% | ||||
| % | Rain Water disclosure coverage | 100% | 100% | 100% | 100% | |||||
| % | Proportion of municipal water estimated | 0% | 0% | 0% | 0% | |||||
| % | Proportion of rain water estimated | 0% | 0% | 0% | 0% | |||||
| Tonnes | Hazardous waste | 0 | 0 | 0 | 0 | |||||
| Tonnes | Non-Hazardous waste | 3,12 | 3,21 | 3,12 | 3,21 | 3% | *11 | |||
| Tonnes | Total waste created | 3,12 | 3,21 | 3,12 | 3,21 | 3% | *11 | |||
| Tonnes | to Reuse facility | 0 | 0 | 0 | 0 | |||||
| Tonnes | to Recycling facility | 1,23 | 1,16 | 1,23 | 1,16 | |||||
| Waste-Abs, | Tonnes | to Incineration (with or without energy recovery) | 0 | 0 | 0 | 0 | ||||
| Waste-LfL | Tonnes | to Landfill (with of without energy recovery) | 1,88 | 2,05 | 1,88 | 2,05 | ||||
| Tonnes | to Biodiesel production | 0 | 0 | 0 | 0 | |||||
| Tonnes | to other/unkown | 0 | 0 | 0 | 0 | |||||
| WASTE | Waste | % | Waste disclosure coverage | 90% | 100% | 90% | 100% | |||
| % | Proportion of waste estimated | 0% | 0% | 0 | 0 | |||||
| to Reuse facility | 0% | 0% | 0% | 0% | ||||||
| to Recycling facility | 40% | 36% | 40% | 36% | ||||||
| proportion by | to Incineration (with or without energy recovery) | 0% | 0% | 0% | 0% | |||||
| Disposal | disposal route | to Landfill (with of without energy recovery) | 60% | 64% | 60% | 64% | ||||
| routes | (%) | to Biodiesel production | 0% | 0% | 0% | 0% | ||||
| to other/unkown | 0% | 0% | 0% | 0% | ||||||
| Waste disposal route disclosure coverage | 90% | 100% | 90% | 100% | ||||||
| ENVIRONMENTAL | ||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Impact | COMPANY OFFICES Absolute performance (Abs) |
Like-for-Like property type (LfL) | ||||||||
| area | Indicator | EPRA code | Unit of measure | 2023 | 2024 | 2023 | 2024 | Evolution | Notes | |
| CERTIFICATION | Mandatory Certifications (EPC, …) | NR | NR | NR | NR | |||||
| EU EPC - A+++ | NR | NR | NR | NR | ||||||
| Level of certification |
EU EPC - A++ | NR | NR | NR | NR | |||||
| EU EPC - A+ | NR | NR | NR | NR | ||||||
| Number of assets |
EU EPC - A | NR | NR | NR | NR | |||||
| EU EPC B and lower | NR | NR | NR | NR | ||||||
| Voluntary Certifications (BREEAM,LEED,HQE, ) | NR | NR | NR | NR | ||||||
| Cert-Tot | BREEAM Excellent | NR | NR | NR | NR | |||||
| BREEAM Very Good | NR | NR | NR | NR | ||||||
| BREEAM Good | NR | NR | NR | NR | ||||||
| BREEAM NL ** | NR | NR | NR | NR | ||||||
| Total Certificated | NR | NR | NR | NR | ||||||
| Proportion Mandatory | NR | NR | NR | NR | ||||||
| % | Proportion Voluntary | NR | NR | NR | NR | |||||
| Coverage | NR | NR | NR | NR | ||||||
NR = Niet relevant
De hoofdzetel van Montea is opgenomen in de totale portefeuille aangezien Montea hiervan eigenaar is. De dekkingsgraad wordt berekend op basis van aantal vierkante meter (m2 ).
*1 Verschillen als gevolg van verbeteringen in de kwaliteit van de gegevensverzameling
*2 Wijziging energiecontracten van grijze naar groene stroom
*3 Door PV-panelen opgewekte energie voor lokaal gebruik werd uitgesloten van de berekening van de broeikasgasemissies
*4 Lager niveau in zonneschijn
*5 Verhoging door groter aantal PV-installaties
*6 Daling van het aandeel hernieuwbare hulpbronnen
*7 Daling van de emissiefactor voor stookgas
*8 Verbetering van de energie-efficiëntie van het kantoorgebouw in Nederland
*9 Verbetering van de energie-efficiëntie van het kantoorgebouw in Frankrijk
*10 Verbetering van de energie-efficiëntie van het kantoorgebouw in België
*11 Toename van het aantal medewerkers
*12 Toename van het aantal m² voor het kantoorgebouw in België
Aangezien controle over de energie-aankoop essentieel is bij het verminderen van de uitstoot van broeikasgassen, passen we de operationele controlebenadering toe bij het definiëren van onze organisatorische grenzen voor rapportering van de EPRA sBPR's.
De gegevens worden verzameld door een combinatie van energiemonitoringsystemen, extractie van contractgegevens en huurdersenquêtes. Montea erkent dat de nauwkeurigheid en betrouwbaarheid van de gegevens die zij gebruikt om de milieuprestaties van haar portefeuille op te volgen, rechtstreeks verband houdt met de kwaliteit van de ontvangen informatie, eventuele meetonnauwkeurigheden en andere factoren die de gegevenskwaliteit mogelijk kunnen verminderen. Niettemin streeft Montea naar een continue verbetering van deze datakwaliteit door automatisering, het gebruik van meerdere bronnen ter verificatie en het optimaliseren van de monitoringsystemen. De informatie in dit sectiehoofdstuk is onderworpen aan een beperkt nazicht in overeenstemming met ISAE 3000 door EY Bedrijfsrevisoren.
| 2024 Impact area Indicator EPRA code Unit of measure Notes Women Men Total Women 1 Employees 21 43% 28 57% 49 16 36% 29 1, 2 Management 2 17% 10 83% 12 3 23% 10 # of professionals at the end of the reporting period (Headcount EOP2 ) 1 Board of Directors 2 29% 5 71% 7 2 29% 5 Total 25 37% 42 63% 67 21 33% 43 1, 3 Gender diversity Diversity-Emp 1 Employees 16,1 36% 29,2 64% 45,3 15,2 41% 22,0 DIVERSITY 1, 2 Management 2,5 21% 9,6 79% 12,1 1,8 16% 9,5 Average of Full Time Equivalents (FTE) during the reporting period (Avg FTE1 ) 1 Board of Directors 2,0 29% 5,0 71% 7,0 2,0 29% 5,0 1, 3 Total 20,6 32% 42,8 68% 63,4 18,9 35% 35,4 1 Employees 90% 1, 2 Management 92% Ratio average salary of women expressed as a percentage of men Gender pay ratio Diversity-Pay within the same category (Avg FTE1 ) 1 Board of Directors 130% 1, 3, 4 Total 79% 1 Employees 16,1 100% 29,1 100% 45,2 100% 13,1 87% 20,9 Total number of Montea professionals (in FTE) who followed training + 1, 2 Management 2,5 100% 9,6 100% 12,1 100% 1,3 76% 9,5 Rate as a percentage of total Avg FTE's (Avg FTE1 ) 1 Total (excl. BoD) 18,6 100% 38,8 100% 57,4 100% 14,5 85% 30,5 Training and Emp-Training development 1 Employees 56,7 52,9 54,3 52,4 57,4 Average hours of training and development (external & internal training, EMPLOYEE TRAINING AND 1, 2 Management 58,1 55,0 55,6 63,2 55,1 webinars, seminars, online, ) (Avg FTE1 ) *1 Total (excl. BoD) 56,9 53,4 54,5 53,4 56,7 DEVELOPMENT Performance % of employees who receive performance and career development reviews Emp-Dev Total (excl. BoD) 100% 100% 100% 100% appraisals (Headcount EOP2 ) |
2023 Men Total 64% 45 77% 13 71% 7 67% 64 59% 37,1 84% 11,3 71% 7,0 65% 54,4 72% 104% 123% 64% 95% 34,1 92% 100% 10,9 96% |
|---|---|
| 97% 44,9 93% |
|
| 55,4 | |
| 56,1 | |
| 55,6 | |
| 100% 100% |
|
| Total number of professionals (Headcount3 ) Total (incl. BoD) 7 5 12 5 New hires |
16 21 |
| As a % (Headcount EOP2 ) Total (incl. BoD) 10% 7% 18% 8% |
25% 33% |
| Emp-Turnover Total number of professionals (Headcount3 ) Total (incl. BoD) 3 6 9 2 |
2 4 |
| Turnover As a % (Headcount EOP2 ) Total (incl. BoD) 4% 9% 13% 3% |
3% 6% |
| SOCIAL | ||||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| 2024 | 2023 | |||||||||||
| Impact area Indicator | Injury rate | EPRA code H&S-Emp |
Unit of measure Frequency of work related injuries (per 100 000 hours worked) (Avg FTE1 ) |
Notes | Total (excl. BoD) | Women 0 |
Men 0 |
Total 0 |
Women 0 |
Men 0 |
Total 0 |
|
| Lost day rate | The impact of occupational accidents and diseases as reflected in time of work (per 100 000 hours worked) (Avg FTE1 ) |
*5 | Total (excl. BoD) | 823 | 2.431 | |||||||
| Work-related fatality |
Deaths occuring in the reporting period arising from a disease or injury while performing work (Headcount3 ) |
Total (excl. BoD) | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | ||||
| HEALTH AND SAFETY | Number of incidents |
H&S-Comp | Total number Incidents of non-compliance with H&S impacts for landlord controlled assets |
*6 | NR | 375 | ||||||
| % of assets | H&S-Asset | % of landlord controlled assets for which H&S impacts are assessed or reviewed for compliance |
NR | 95% | 88% | |||||||
| ENGAGEMENT COMMUNITY |
Community engagement |
Compty-Eng | Narrative | *7 | NR | Montea plays an active role in promoting sustainability in logistics real estate in Europe: • Team BE: Supports the creation of the • Team FR: Contributes to decarbonisation • Team DE: Works within leading logistics Manager. • Team NL: Engages through the Paris Proof |
Belgian Green Building Council and works on sustainable investment frameworks through the ESG Taxonomy Committee through Afilog and shares international insights to develop benchmarks. networks and contributes to European sustainability standards as DGNB ESG Committee of the Dutch Green Building Council to achieve ambitious energy targets for logistics buildings. |
We specify our social engagement on a corporate level on page 94. From an asset point of view, we are involved in the park management of several business parks, for example Park De Hulst and Blue Gate, where regular meetings are held with stakeholders concerning issues such as sustainability and safety. This also involves close contact with municipal services and public transport companies. For other initiatives in the Netherlands and France, please refer to page 92. |
||||
| NR = Niet relevant 1 Werknemers met een vast dienstverband of als zelfstandige dienstverlener 2 Management bestaat uit zowel Executive als Country management 3 Jo De Wolf (CEO) neemt zowel een operationele als een bestuurdersrol op. 4 De ratio is gunstig over de hele lijn, met een lichte daling in het managementniveau (excl. CEO) & een stijging op het medewerkersniveau 5 Montea had één werknemer die langdurig afwezig was in de loop van 2024, in 2023 waren dat twee werknemers. 6 Meer gebouwen onder beheerscontrole waardoor het aantal incidenten is toegenomen. Er worden regelmatig veiligheidsaudits uitgevoerd waarbij de meeste resterende actiepunten voornamelijk onder de verantwoordelijkheid van de huurder vallen. *7 Rekening houdend met het feit dat wij actief zijn in de logistieke vastgoedsector, waarvan de locaties zich in afgebakende zones bevinden. Bovendien wordt het welzijn van lokale gemeenschappen door de relevante autoriteiten in overweging genomen bij het verlenen van onze vergunningen, zowel bouw- als milieuvergunningen. Toch blijven we bezorgd over deze belanghebbenden. (1) Avg FTE: Gemiddeld aantal voltijdse equivalenten (2) Headcount EOP: Aantal werknemers op het einde van de periode (op balansdatum) (3) Headcount: Aantal werknemers die gedurende het jaar voor Montea hebben gewerkt |
Aangezien controle over de aankoop van energie essentieel is voor de vermindering van de uitstoot van broeikasgassen, passen wij de benadering van operationele controle toe bij het bepalen van onze organisatorische grenzen voor de rapportage tegen de EPRA sBPR's (zie sectie 10.6.2).
Data van de bevoorradingsgegevens werden verzameld door een combinatie van energie-monitoringssystemen, extractie van contractgegevens en bevragingen bij huurders. Montea erkent dat de nauwkeurigheid en betrouwbaarheid van de gegevens die ze gebruikt in het kader van het toezicht op de milieuprestatie van haar portefeuille, rechtstreeks gekoppeld is aan de kwaliteit van de ontvangen informatie, mogelijke meetonnauwkeurigheden en andere factoren die de datakwaliteit mogelijk kunnen verminderen. Desondanks streeft Montea naar een voortdurende verbetering van deze datakwaliteit door automatisering, het gebruik van meerdere bronnen als verificatie en de optimalisatie van de monitoringssystemen.
Informatie opgenomen in dit hoofdstuk werd onderworpen aan een beperkt nazicht in overeenstemming met ISAE 3000 door EY Bedrijfsrevisoren.
| GOVERNANCE | ||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| CORPORATE PERFORMANCE | ||||||||
| Impact area Indicator | EPRA code | Unit of measure | 2024 | 2023 | ||||
| Composition of highest governance body | Annual report: see 7.3.2.1 Composition | Annual report: see 6.3.2.1 Composition | ||||||
| # Total number of board members |
7 | 7 | ||||||
| Governance structure and composition Nomination and selection process |
% % of independent directors in the highest governance body |
57% | 57% | |||||
| GOVERNANCE | Gov-Board | % % of woman in the highest governance body |
29% | 29% | ||||
| Tenure on the governance body | Board members are appointed for a (renewable) period of maximum four years, to guarantee sufficient rotation |
Board members are appointed for a (renewable) period of maximum four years, to guarantee sufficient rotation |
||||||
| Number of independent/non-executive board members with competencies relating to environmental & social topics |
Annual report: see 7.3.2.1 Composition | Annual report: see 6.3.2.1 Composition | ||||||
| Gov-Selec | Process for nominating and selecting the highest governance body | Annual report: see 7.3.2.1 Nomination | Annual report: see 6.3.2.1 Nomination | |||||
| Conflicts of interest Gov-Col | Procedure for managing conflicts of interest | Annual report: see 7.4 Conflicts of interests | Annual report: see 6.4 Conflicts of interests | |||||

Dit betreft de gerealiseerde en niet-gerealiseerde negatieve en/of positieve variaties in de reële waarde van de vastgoedportefeuille, naast de latente belastingen en de eventuele min- of meerwaarde naar aanleiding van de realisatie van vastgoed.
Deze APM geeft de negatieve en/of positieve variaties in de reële waarde van de vastgoedportefeuille, alsook de latente belastingen en de eventuele min- of meerwaarde naar aanleiding van de realisatie van vastgoed.
Dit is het financiële resultaat conform het KB van 13 juli 2014 met betrekking tot de gereglementeerde vastgoedvennootschappen exclusief de variatie in de reële waarde van de financiële instrumenten.
Deze APM geeft de werkelijke financieringskost van de vennootschap weer.
| FINANCIEEL RESULTAAT EXCL. VARIATIES IN REËLE WAARDE VAN FINANCIËLE INSTRUMENTEN* (in EUR x 1.000) |
31/12/2024 | 31/12/2023 |
|---|---|---|
| Financiële resultaat | -15.453 | -32.038 |
| Uit te sluiten: | ||
| Variaties in de reële waarde van financiële activa & passiva | 2.733 | 14.043 |
| FINANCIEEL RESULTAAT EXCL. VARIATIES IN REËLE WAARDE VAN FINANCIËLE INSTRUMENTEN* | -12.721 | -17.995 |
| RESULTAAT OP DE PORTEFEUILLE* (in EUR x 1.000) | 31/12/2024 | 31/12/2023 | |
|---|---|---|---|
| Resultaat op verkoop van vastgoedbeleggingen | - | - | |
| Variaties in de reële waarde van vastgoedbeleggingen | 85.400 | 11.870 | |
| Latente belastingen op portefeuilleresultaat | -10.401 | 30.974 | |
| RESULTAAT OP DE PORTEFEUILLE* | 74.998 | 42.843 |
Dit is het operationeel resultaat vóór het resultaat op de vastgoedportefeuille gedeeld door het vastgoedresultaat.
Deze APM meet de operationele rentabiliteit van de vennootschap als een percentage van het vastgoedresultaat.
| OPERATIONELE MARGE* (in EUR x 1.000) | 31/12/2024 | 31/12/2023 |
|---|---|---|
| Vastgoedresultaat | 122.956 | 116.139 |
| Operationeel resultaat (voor het resultaat op de portefeuille) | 108.866 | 102.769 |
| OPERATIONELE MARGE* | 88,5% | 88,5% |
Gemiddelde financiële kost* over het lopende jaar berekend op basis van het totale financiële resultaat t.o.v. het gemiddelde van het beginsaldo en eindsaldo van de financiële schuldenlast zonder daarbij rekening te houden met de waardering van de indekkingsinstrumenten en interestkosten gerelateerd aan leasingverplichtingen geboekt conform IFRS 16. De vennootschap financiert zich gedeeltelijk via schuldfinanciering. Deze APM meet de kostprijs van deze financieringsbron en de mogelijke impact op de resultaten.
| GEMIDDELDE KOST VAN DE SCHULD* (in EUR x 1.000) | 31/12/2024 | 31/12/2023 | |
|---|---|---|---|
| Financiële resultaat | -15.453 | -32.038 | |
| Uit te sluiten: | |||
| Overige financiële kosten en opbrengsten | -1.157 | -759 | |
| Variaties in de reële waarde van financiële activa en passiva | 2.733 | 14.043 | |
| Interestkosten gerelateerd aan leasingverplichtingen (IFRS 16) | 2.561 | 2.286 | |
| Intercalaire intresten | -10.480 | -4.325 | |
| TOTALE FINANCIËLE LASTEN | A | -21.796 | -20.793 |
| GEMIDDELDE UITSTAANDE FINANCIËLE SCHULDEN | B | 942.644 | 919.652 |
| GEMIDDELDE KOST VAN DE SCHULD* | A/B | 2,3% | 2,3% |
De net debt/EBITDA* wordt berekend door de netto financiële schulden, i.e. de langlopende en kortlopende financiële schulden minus kas en kasequivalenten (teller) te delen door de EBITDA van de afgelopen twaalf maanden (TTM1 ) (noemer). Als EBITDA wordt beschouwd het operationeel resultaat vóór het resultaat op de portefeuille vermeerderd met de afschrijvingen.
Om de Adjusted net debt/EBITDA* te berekenen, worden in de teller de netto financiële schulden gecorrigeerd voor de lopende projecten in uitvoering vermenigvuldigd met de schuldgraad, omdat deze projecten nog geen operationeel resultaat opleveren, maar wel reeds inbegrepen zijn in de financiële schulden. Daarnaast is er ook een correctie in de noemer voor de geannualiseerde impact van externe groei.
Deze APM geeft een indicatie van hoe lang een bedrijf op het huidige niveau zou moeten opereren om al zijn schulden af te betalen.
| (ADJUSTED) NET DEBT / EBITDA* (in EUR x 1.000) | 31/12/2024 | 31/12/2023 | |
|---|---|---|---|
| Langlopende en kortlopende financiële schulden (IFRS) | 985.417 | 851.490 | |
| - Kas en kasequivalenten (IFRS) | -13.139 | -87.604 | |
| Net debt (IFRS) | 972.278 | 763.886 | |
| - Projecten in uitvoering x schuldgraad | -114.243 | -42.375 | |
| Net debt (adjusted) | 858.035 | 721.511 | |
| Operationeel resultaat (voor het resultaat op de portefeuille) (IFRS) (TTM1 ) |
108.866 | 102.769 | |
| + Afschrijvingen | 367 | 336 | |
| Aanpassing naar genormaliseerde EBITDA | 14.576 | 2.513 | |
| EBITDA (adjusted) | 123.809 | 105.618 | |
| Net debt / EBITDA (adjusted)* | 6,9 | 6,8 |
| NET DEBT / EBITDA* (in EUR x 1.000) | 31/12/2024 | 31/12/2023 | |
|---|---|---|---|
| Langlopende en kortlopende financiële schulden (IFRS) | 985.417 | 851.490 | |
| - Kas en kasequivalenten (IFRS) | -13.139 | -87.604 | |
| Net debt (IFRS) | A | 972.278 | 763.886 |
| Operationeel resultaat (voor het resultaat op de portefeuille) (IFRS) (TTM1 ) |
B | 108.866 | 102.769 |
| + Afschrijvingen | 367 | 336 | |
| EBITDA (IFRS) | C | 109.233 | 103.105 |
| Net debt / EBITDA* | A/C | 8,9 | 7,4 |
De interest coverage ratio* wordt berekend door de som van het operationeel resultaat voor het resultaat op de portefeuille, samen met de financiële inkomsten, te delen door de nettointerestkosten.
Deze APM geeft aan hoeveel maal de vennootschap haar interestlasten verdient.
| INTEREST COVERAGE RATIO* (in EUR x 1.000) | 31/12/2024 | 31/12/2023 | |
|---|---|---|---|
| Operationeel resultaat voor resultaat op portefeuille | 108.866 | 102.769 | |
| Financiële inkomsten (+) | 1.267 | 866 | |
| TOTAAL | A | 110.133 | 103.635 |
| Netto financiële kosten (-) | 24.358 | 23.079 | |
| TOTAAL | B | 24.358 | 23.079 |
| INTEREST COVERAGE RATIO* | A/B | 4,5 | 4,5 |
| HEDGE RATIO* (in EUR x 1.000) | 31/12/2024 | 31/12/2023 | |
|---|---|---|---|
| Financiële schulden aan vaste rentevoet | 640.452 | 673.916 | |
| Notioneel bedrag van de indekkingsinstrumenten | 262.500 | 107.500 | |
| TOTAAL FINANCIËLE SCHULDEN AAN VASTE RENTE EN INDEKKINGSINSTRUMENTEN | A | 902.952 | 781.416 |
| Langlopende en kortlopende financiële schulden (IFRS) | 923.085 | 802.916 | |
| TOTAAL FINANCIËLE SCHULDEN OP BALANSDATUM | B | 923.085 | 802.916 |
| HEDGE RATIO* | A/B | 97,8% | 97,3% |
| Operationeel resultaat voor resultaat op portefeuille | |
|---|---|
| Financiële inkomsten (+) |
De hedge ratio* wordt berekend door de som van de financiële schulden aan vaste rentevoet en het notioneel bedrag van indekkingsinstrumenten te delen door het totaal aan uitstaande financiële schulden aan vaste en vlottende rente.
Deze APM geeft aan welk percentage van de uitstaande schulden is ingedekt tegen schommelingen in de rente via vaste rentevoet of door indekkingsinstrumenten.
Via onze onafhankelijke waarderingsdeskundige JLL delen we commentaar over de markten op vlak van logistiek vastgoed. Het onderzoeksmateriaal betreft de landen en deelmarkten waar het te waarderen vastgoed gelokaliseerd is, namelijk de Belgische industriële markt, de Nederlandse industriële markt, de Franse industriële markt en de Duitse industriële markt.
In 2024 lag de vraag naar industriële ruimten lager dan in voorgaande jaren. Gebruikers behielden hun bestaande oppervlakten, maar opteerden voor een pauze in hun expansie omwille van een moeilijk economisch klimaat. Daardoor lag het jaarvolume op de logistieke gebruikersmarkt lager dan in voorgaande jaren. Het moet gezegd dat in de twee voorgaande jaren uitzonderlijke volumes van meer dan één miljoen m² opgetekend werden, waardoor enige terugval te verwachten viel.
Het in gebruik genomen volume in m² lag dan ook beduidend lager dan in 2023. Onze belangrijkste vaststelling is dat volumes daalden op alle locaties, behalve op de Waalse as Bergen-Charleroi-Luik (E42) die in 2024 een recordvolume registreerde: hier lag het volume drie keer hoger dan in 2023, vooral dankzij één grote transactie nabij de cargoluchthaven van Luik.
In 2024 werd in België 708.000 m² logistieke ruimte verhuurd en verkocht aan eindgebruikers, een daling van 35% ten opzichte van 2023 en ook nog 20% onder het tienjarig gemiddelde (periode 2014-2023).
Het aantal gerealiseerde transacties bleef wel nagenoeg op het peil van 2023: in 2024 werden 58 transacties ondertekend, tegenover 62 in 2023, een daling van amper 2%. De gemiddelde transactie in 2024 bedroeg ongeveer 12.200 m², in vergelijking met 18.000 m² in 2023, het gevolg van kleinere transacties in vrijwel alle zones. Op de assen Antwerpen-Brussel en de E313 dook de gemiddelde transactie onder de grens van 7.500 m².
De Waalse as daarentegen liet in 2024 een hoger opnamevolume optekenen, ook al bleef het aantal transacties met vijf in 2024 nog onder het vijfjarig gemiddelde van negen transacties op die as.
transacties, die voor de beste gebouwen op de beste liggingen, zijn terug van (bijna) weg geweest en evolueren in de richting van hun vijfjarig gemiddelde. In België werden geen portfoliodeals geregistreerd.
Vlaanderen trok een uitgesproken groot deel van het beleggingsvolume aan, 90% van het totale beleggingsvolume, gevolgd door Wallonië en Brussel met elk 5%.
Ondanks de daling van de vraag, bleven de huurprijzen onder opwaartse druk staan omwille van aanbodschaarste en hogere bouwkosten, maar de stijging bleef beperkter dan in 2023. De prime rent voor België bedraagt 69 € /m2 /jaar. De huurprijzen stegen op de meeste logistieke assen in 2023, als gevolg van aanbodschaarste, hogere bouwkosten en de aanhoudende vraag. 10.3.1.2 Investeringsmarkt In de vastgoedbeleggingsmarkt was in 2024 een tegenovergestelde beweging merkbaar: terwijl de gebruikersmarkt een daling liet optekenen, vertoonde de beleggingsmarkt duidelijke tekenen van herstel na een moeilijk jaar in 2023. De renteverlagingen van de ECB hebben de interesse van investeerders in commercieel vastgoed doen herleven. De Belgische investeringsmarkt voor industrieel vastgoed maakte een voorzichtige come-back in 2024. Het jaarvolume steeg ten opzichte van 2023 maar bleef wel nog onder het vijfjaarsgemiddelde. Het totale investeringsvolume van 2024 bedroeg € 474 miljoen, tegen € 435 miljoen in 2023. De meest opvallende vaststelling in 2024 is de stijging van grote transacties: er vonden opnieuw 2 transacties plaats in de schijf tussen € 50 en € 100 miljoen, terwijl die in 2023 uitbleven. In de categorie tussen € 10 en € 25 miljoen vonden 15 transacties plaats, tegen 4 in 2023. De gemiddelde transactieomvang is met 21% gestegen ten opzichte van 2023 en bereikt € 16 miljoen. Toch is er nog ruimte voor verbetering: het aantal transacties ligt in 2024 met een jaartotaal van 29 nog onder de 33 die in 2023 plaatsvonden. Ook in 2024 mikten investeerders op "Value Added" transacties, d.i. met herontwikkelingspotentieel. "Core" een eerste belegging in België, in de haven van Gent. De sectorale verdeling van de investeringen neigt duidelijk naar logistiek, dat 65% van het kapitaal aantrekt, tegenover 35% voor semi-industrieel. Deze verhouding was in 2023 net omgekeerd en keert hiermee terug naar de vijfjarige trend. JLL registreerde 14 logistieke transacties voor een totaal van 466.820 m², wat neerkomt op een geïnvesteerde waarde van € 309 miljoen, terwijl er 15 transacties werden gesloten voor semi-industriële gebouwen voor een totaal van 235.017 m² en een geïnvesteerde waarde van € 165 miljoen. "Last-mile delivery" of stadslogistiek blijft investeerders aantrekken, wat in 2024 heeft geresulteerd in twee nieuwe "Urban" logistieke transacties in de regio Antwerpen. De prime rendementen evolueren naar een nieuw evenwicht De renteverlagingen door de Europese Centrale Bank hebben de investeringskosten verlaagd en bijgevolg is de aantrekkingskracht van vastgoed opnieuw verhoogd. Logistiek en industrieel vastgoed wordt als crisisbestendig beschouwd en trekt investeerders aan. Als gevolg hiervan zijn de rendementen opnieuw beginnen dalen. Eind 2024 bedroeg de prime yield op logistiek vastgoed opnieuw 5,0%, in lijn met een jaar eerder en een daling met 10 basispunten ten opzichte van de piek begin 2024. Voor semi-industrieel vastgoed bleef de prime yield in 2024 stabiel op 6,2%. Het verwachte herstel van de investeringsmarkt heeft zich in de tweede helft van 2024 gerealiseerd en JLL verwacht een verdere positieve evolutie voor 2025.
Belgische beleggers zijn traditioneel het meest actief in deze investeringsmarkt, maar in 2024 was hun overwicht overduidelijk: Belgische beleggers realiseerden 81% van het beleggingsvolume. Buitenlandse investeerders namen deel aan de marktbiedingen, maar waren slechts succesvol in enkele gevallen.
Aan verkoperszijde werden grote transacties gerealiseerd door MG Real Estate en door corporates Sappi Benelux en Balta Group. Vooral Belgische partijen verkochten. Aan de koperskant waren Montea, WDP en Smart Unit actief. Het Duitse fonds Palmira deed
ESG-referenties worden steeds belangrijker, aangezien zowel gebruikers als investeerders zich richten op gebouwen die voldoen aan ESG-normen en superieure energie-efficiëntie bieden. Brownfieldontwikkelingen en renovaties winnen aan belang vanwege de schaarste aan greenfield-grond.
Vooruitkijkend naar 2025 zal het aanhoudende onevenwicht tussen vraag en aanbod waarschijnlijk een verdere opwaartse druk uitoefenen op de huurprijzen op de kernlocaties, zij het minder sterk dan in vorige jaren.
Voor de investeringsmarkt wordt in 2025 verder herstel verwacht. De huidige opleving van activiteit op de Belgische industriële investeringsmarkt getuigt van een geleidelijke terugkeer van het vertrouwen van investeerders, ondanks een complexe economische context. Als gevolg daarvan denkt JLL dat de rendementen nog verder zouden kunnen dalen en dat het aandeel van Coreproducten in het investeringsvolume opnieuw zal toenemen.
| Prime huurprijzen (€/m2 /jaar) |
||
|---|---|---|
| Brussel | 69 | +3% j/j |
| Antwerpen | 68 | +8% j/j |
| Gent | 55 | = j/j |
| Luik | 55 | = j/j |
| E313 | 55 | +6% j/j |
708.000 m2 5,00% 2024
2024
2023
| Prime huurprijzen (€/m2 /jaar) |
||
|---|---|---|
| Amsterdam | 110 | +10% j/j |
| Amsterdam (Schiphol) | 110 | +10% j/j |
| Rotterdam | 105 | = j/j |
| Tilburg | 90 | = j/j |
| Utrecht | 90 | +6% j/j |
| Waalwijk | 90 | +9% j/j |
| Eindhoven | 85 | +6% j/j |
| Venlo | 85 | +6% j/j |
| Moerdijk | 85 | +6% j/j |
| Venray | 85 | +13% j/j |

2024
2023
De Nederlandse logistieke gebruikersmarkt sloot het jaar solide af, waardoor de globale jaarprestatie vergelijkbaar is met die van 2023. Er werd met name in het laatste kwartaal van 2024 ca. 471.000 m² verhuurd (+8,6% op jaarbasis). De totale logistieke opname in Nederland bedroeg 2,1 miljoen m² tegen het einde van 2024, in vergelijking met 2 miljoen m² in 2023.
Deze stabilisatie van de vraag volgt op de daling die in 2023 werd waargenomen ten opzichte van de piek in 2021 en 2022. Het verhuurmomentum bleef in de loop van 2024 fluctueren, wat suggereert dat bedrijven voorzichtig bleven te midden van aanhoudende economische onzekerheid.
Onze laatste gegevens suggereren een verschuiving naar een meer evenwichtige markt naarmate 2024 vordert. De logistieke vraag bleef stabiel, terwijl het aanbod geleidelijk bleef stijgen. Dit verlichtte het onevenwicht tussen vraag en aanbod die de afgelopen jaren ontstond. De totale logistieke leegstand bedraagt eind 2024 3,3%, tegen 3,0% in het kwartaal daarvoor.
De leegstand op traditionele logistieke hotspots ligt echter nog steeds onder het nationale gemiddelde, wat suggereert dat deze locaties aantrekkelijk bleven voor gebruikers, ondanks de vertragende marktdynamiek. Tijdelijk afnemende vraag en hogere leegstand (ook voor klasse A-ruimte) hebben de druk op de groei van de tophuurprijzen verminderd. Bovendien zijn de prikkels in de meeste markten gestegen.
De prime rents, de tophuren voor nieuwe gebouwen op de beste liggingen, stegen opnieuw in 2024, maar minder snel dan in 2023. De tophuren voor logistieke panden in Amsterdam bereikten in 2024 € 110 per vierkante meter per jaar (+10% ten opzichte van 2023), en bleven stabiel op jaarbasis op € 105 per vierkante meter per jaar in de distributiehub Rotterdam.
De gemiddelde gerealiseerde huurprijs voor logistieke ruimten in Nederland bereikte € 78 per m² per jaar in het laatste kwartaal van 2024, met stabiele vooruitzichten.
De beleggingsmarkt kwam eind 2024 in een stroomversnelling met volumes van € 690 miljoen in het vierde kwartaal. Dit bracht het totale investeringsvolume voor de logistieke sector op € 2,08 miljard, een stijging van 81% ten opzichte van vorig jaar, wat wijst op een herstel van het beleggersvertrouwen.
De marktactiviteit was bijzonder hoog voor "core plus"-product, waar de investeringsvolumes meer dan € 900 miljoen bedroegen (+490% op jaarbasis). Bovendien keerde het kernkapitaal terug op de markt toen de omstandigheden op de investeringsmarkten verbeterden. De Prime Net Initial Yields (NIY) zijn sinds september 2024 stabiel gebleven en staan op 4,70%. Voor semi-industriële gebouwen bedraagt de prime yield (netto aanvangsrendement of NIY) 5,95%.
De Nederlandse logistieke markt is gepositioneerd voor een bescheiden maar stabiele groei, met iets positievere vooruitzichten voor 2025. Dit wordt ondersteund door verbeterende groeiprognoses voor Nederland (in termen van bbp en consumptie) en hernieuwde belangstelling van beleggers door verbeterende omstandigheden op de kapitaalmarkten.
De aanhoudende (wereldwijde) economische onzekerheid en de steeds veranderende behoeften van gebruikers zullen de marktdynamiek het komende jaar echter blijven bepalen. Gebruikers zullen blijven zoeken naar nieuwe mogelijkheden om uit te breiden, maar dit zal uiteindelijk afhankelijk zijn van de toestand van de algehele economie.

| Prime huurprijzen (€/m2 /jaar) |
||
|---|---|---|
| Parijs | 78 | +4% j/j |
| Lyon | 69 | = j/j |
| Marseille | 65 | = j/j |
| Rijsel | 56 | +4% j/j |
2024

In 2024 bedroeg het transactievolume op de Franse gebruikersmarkt 3 miljoen m², een daling van 23% op jaarbasis, ondanks een actief 4e kwartaal waarin het transactievolume 730.000 m² bedroeg. De markt heeft te lijden gehad onder langere besluitvormingstijden en herpositionering van de vraag in een context van gerationaliseerde financiële kosten.
Deze afwachtende houding van gebruikers heeft er dan ook toe geleid dat projecten zijn uitgesteld of geannuleerd, waardoor het aantal transacties dit jaar is afgenomen: in totaal werden 166 transacties geregistreerd in 2024 vergeleken met 248 in 2023, een daling van 33%.
In termen van oppervlakte stegen alleen XXL-gebouwen (+26% op jaarbasis) met meer dan 1,1 miljoen verhandelde m², met name dankzij 2 transacties van meer dan 100.000 m². Er werden 17 transacties getekend in dit marktsegment, een stabiel resultaat in vergelijking met het jaar voordien. Opgemerkt moet worden dat deze projecten vóór 2024 zijn gestart, in een andere economische dynamiek. Het transactievolume daalde eveneens in het segment van de kleine platformen onder 10.000 m² met een terugval van 31% ten opzichte van 2023, terwijl het segment van 10.000 – 40.000 m² een daling van 40% op één jaar incasseerde met een jaarvolume van 1.310.000 m². Het aantal verkopen is ook gedaald in de 2 segmenten met respectievelijk 77 en 72 transacties.
Het marktaandeel van de zones buiten de grote regionale markten van La Dorsale (Rijsel-Parijs-Lyon-Marseille), dat sinds 2021 onafgebroken stijgt, bereikte dit jaar 62%. De kernmarkten van La Dorsale blijven lijden onder een tekort aan beschikbare gebouwen, ook al is het onevenwicht tussen vraag en aanbod minder acuut door de vertraging van de activiteit. De AURA-regio, die te maken heeft met een ernstig tekort aan aanbod, heeft bijvoorbeeld te maken met een sterke uitgesproken vraag, die gedeeltelijk wordt geabsorbeerd door markten die zich buiten de noord-zuidas La Dorsale bevinden. De regio Centre-Val de Loire wordt zo de belangrijkste regio in Frankrijk met meer dan 600.000 m² aan transacties en 20% van het totale volume, vóór Hauts-de-France (567.000 m²) en Ile-de-France (442.000 m²). Deze gebieden profiteren van een sterke lokale politieke impuls om het logistieke netwerk op hun grondgebied te ontwikkelen en slagen er dankzij ontwikkelde ecosystemen zelfs in om bedrijven aan te trekken die al in andere regio's zijn gevestigd.
De 4e Parijse ring, die de departementen omvat die grenzen aan het Ile-de-France, vertegenwoordigt 27% van het totale volume (814.000 m²) vergeleken met 18% in 2023 en blijft zich doen gelden als een volwaardige markt.
Het onmiddellijke aanbod, dat gestegen is op jaarbasis, wordt geschat op bijna 4 miljoen m² en is ongelijk verdeeld, waarbij sommige markten naar overaanbod neigen, terwijl andere (PACA, Nouvelle Aquitaine, enz.) weinig beschikbaarheden hebben.
De tophuurprijzen voor logistieke panden stijgen in de meeste markten licht op jaarbasis. De prime rent in de regio Parijs blijft de hoogste van het land met € 78 per m² per jaar, wat een stijging van 4% op jaarbasis vertegenwoordigt. Ook in Rijsel stegen de logistieke huurprijzen met 4% ten opzichte van 2023, tot € 56 per m² per jaar. In de twee andere deelmarkten van La Dorsale, Lyon en Marseille, bleven de huurprijzen stabiel doorheen 2024. De tophuur in Lyon bedraagt momenteel € 69 per m² per jaar, en € 65 per m² per jaar in Marseille.
De logistieke en industriële markt zet zijn groeimomentum voort met een investeringsvolume van € 5,2 miljard in 2024, een volume dat een aanzienlijk herstel laat zien (+67%) ten opzichte van 2023. Dit resultaat, dicht bij het gemiddelde van de afgelopen 5 jaar (€ 5,6 miljard), werd grotendeels behaald in de 2e helft van het jaar. In het tweede semester werd namelijk € 3,5 miljard geïnvesteerd in de sector, goed voor 67% van het jaarlijkse volume.
Met een investeringsvolume van bijna € 13 miljard behalen de segmenten logistiek en semi-industrie in 2024 een marktaandeel van 41% in Frankrijk, een historisch hoog niveau.
Het aantal transacties is echter gedaald, met 230 deals dit jaar tegen 273 in 2023 of nog 285 gemiddeld in de laatste vijf jaar. De grootste transactie van het jaar blijft de overname door ARES van de "Montclair"-portefeuille, bestaande uit 9 magazijnen voor een totale waarde van € 323 miljoen.
Doorheen het jaar 2024 werden in totaal 12 transacties van meer dan € 100 miljoen ondertekend, wat neerkomt op 43% van de
geïnvesteerde volumes in de sector van industrieel en logistiek vastgoed. Andere belangrijke acquisities zijn de aankoop van 2 logistieke sites door WDP van ALTAREA en twee investeringen door BLACKSTONE : een portefeuille van bedrijfspanden van AMUNDI voor € 273 miljoen en een meerderheidsbelang in een Europese logistieke portefeuille verkocht door BURSTONE, waarvan het Franse deel wordt gewaardeerd op € 250 miljoen.
Buitenlandse investeerders waren dit jaar zeer actief in de logistieke en industriële markt, met een marktaandeel van 62% tegenover 35% in 2023. 79% van de investeringstransacties met internationale partijen worden gerealiseerd via fondsenbeheerders.
De sterke belangstelling van beleggers voor industriële activa kwam tot uiting in de toprendementen, die aan het einde van het jaar aanscherpten tot respectievelijk 4,80% voor logistieke panden en 5,80% voor semi-industriële bedrijfspanden.
Frankrijk is nu gepositioneerd als een van de meest dynamische markten in Europa in deze sector, die aanhoudende investeringsvolumes aantrekt. De opmerkelijke terugkeer van institutionele beleggers, die 18 maanden afwezig waren, markeerde een positieve wending, wat leidde tot een lichte compressie van de prime yield in het 4e kwartaal.
Dit rendement zal naar verwachting consolideren, terwijl core+ en value-add investeerders actief blijven, met bijzondere aandacht voor bestaande gebouwen die herontwikkelingspotentieel bieden en aanzienlijke ESG-investeringen vereisen.
| Prime huurprijzen (€/m2 /jaar) |
||
|---|---|---|
| München | 128 | = j/j |
| Berlijn | 126 | +31% j/j |
| Düsseldorf | 108 | +3% j/j |
| Hamburg | 102 | +3% j/j |
| Frankfurt | 95 | +5% j/j |

In 2024 werden ongeveer 5,47 miljoen m² verhuurd en verkocht in de Duitse logistieke en industriële markt. Daarmee ligt het jaarvolume 12% lager dan in 2023 en bereikt het zijn laagste peil van de afgelopen tien jaar.
Toch werden er bijna evenveel transacties afgerond als in 2023: het aantal deals daalde met slechts 2% op jaarbasis tot 680 contracten. Ten opzichte van het vijfjaarsgemiddelde (790 contracten) is er een daling van 14%. Net als in 2023 werd een kwart van de totale opname (1,35 miljoen m²) toegeschreven aan eigenaar-gebruikers.
In de Big 5-markten (Berlijn, Düsseldorf, Frankfurt, Hamburg en München) werd in 2024 een transactievolume bereikt van 1,39 miljoen m², een daling met 10% op jaarbasis. Ten opzichte van het vijfjarig gemiddelde betekent dit een daling van 30%.
Buiten de Big 5 werden ongeveer 4,08 miljoen vierkante meter verhuurd, of verkocht aan eigenaars-gebruikers. Ook hier betekent dit een daling op jaarbasis, 13% onder het volume van 2023 toen nog 4,70 miljoen vierkante meter verhandeld werd. De markt presteert ook 25% onder haar vijfjarig gemiddelde.
Deze daling van het opnamevolume in 2024 is voornamelijk toe te schrijven aan minder verhuringen in het segment van 10.000 m²
en groter. In 2024 waren er in dit segment 26 transacties met een totaal van 464.400 m². Dit betekent 11 transacties minder en 28% minder verhuurde oppervlakte vergeleken met het voorgaande jaar. In vergelijking met het gemiddelde van de afgelopen vijf jaar zijn er 17 transacties minder en 50% minder verhuurde ruimte.
Met een totaal opnamevolume van 425.000 m² bleef Frankfurt ook in 2024 de regio met het hoogste opnamevolume, net iets onder de waarde van het voorgaande jaar (-3%). Berlijn volgt op ruime afstand op de tweede plaats met 283.300 m² (-30%). De regio Düsseldorf ligt met 257.000 m² iets boven haar niveau van 2023 (+3%). Hamburg daarentegen bereikte met 237.700 m² een resultaat dat 15% lager lag dan in het voorgaande jaar, toen ook al een minder dan gemiddeld resultaat. De regio München presteert goed (183.600 m²) wat een marktgroei van 8% betekent, dankzij één grote deal: het logistieke bedrijf Group 7 is in het eerste kwartaal begonnen met de bouw van zijn 60.000 m² grote logistieke centrum in Oberding. Een van de grootste deals in het vierde kwartaal is de verhuur van ongeveer 35.000 m² door een online retailer in het kader van een projectontwikkeling in Düsseldorf.
Het Ruhrgebied heeft met ongeveer 432.000 m² het hoogste opnameresultaat van de regio's buiten de Big 5, maar laat een daling van 23% optekenen ten opzichte van het voorgaande jaar. De regio's Keulen en Leipzig/Halle volgen op aanzienlijke afstand met respectievelijk 264.800 m² en 258.500 m². Ook buiten de Big 5 waren er minder grote transacties dan in het vorige jaar.
In 2024 kwam in de Big 5 de grootste vraag van bedrijven in de productiesector (425.900 m²) en de distributie-/logistieke sector (402.900 m²), hoewel deze laatste ongeveer 32% minder ruimte opnam dan in 2023. Retailbedrijven stegen in dezelfde periode met drie procent en huurden 337.700 m².
Buiten de Big 5 werd de meeste ruimte opgenomen door bedrijven uit de distributie/logistieke sector. Zij zijn verantwoordelijk voor 38% van de opname, dat is 10% meer dan in 2023. Gebruikers uit de productiesector genereerden een derde van de opname, maar dit is ongeveer 27% minder dan het voorgaande jaar. Hoewel retailbedrijven de grootste deals boekten, zijn ze slechts goed voor 21% van de totale opname.
Na aanzienlijke stijgingen in voorgaande jaren, zijn de tophuurprijzen voor ruimtes van 5.000 m² en meer in de meeste regio's in 2024 slechts matig gestegen in vergelijking met het voorgaande jaar. Een uitzondering is Berlijn met een stijging van 31%. De hoogste huurprijzen worden echter nog steeds geregistreerd in de regio München met € 128,4 per m² per jaar (€ 10,70/m²/maand), gevolgd door de regio Berlijn met € 126 per m² per jaar (€ 10,50/m²/maand) en Düsseldorf op de derde plaats met € 108 per m² per jaar (€ 9,00/m²/maand).
In 2024 behaalde de Duitse beleggingsmarkt voor logistiek en industrieel vastgoed een transactievolume van € 7,9 miljard. Dit overtrof niet alleen het resultaat van het voorgaande jaar met 8%, maar overtrof ook het tienjarig gemiddelde met 11%.
Met een stijging van 30% zijn de portefeuilletransacties onevenredig snel gegroeid ten opzichte van het voorgaande jaar. Zij waren goed voor een totaal van € 3,4 miljard.
Investeerders waren vooral actief in de tweede jaarhelft. Het vierde kwartaal droeg zelfs 40% bij aan het totale jaarresultaat met een investeringsvolume van ongeveer € 3,1 miljard in industriële panden. De markt profiteerde van 10 grote transacties van elk meer dan € 100 miljoen, die samen € 87 miljard opleverden, waaronder de grootste transactie van het jaar: de private-equity firma Brookfield verwierf de eigendommen van het Tritax Eurobox-platform.
De prime yield voor logistiek vastgoed in de Big 5 (Berlijn, Düsseldorf, Frankfurt, Hamburg en München) is met 10 basispunten gedaald in het derde kwartaal van 2024, tot 4,30%. Voor 2025 wordt een verdere compressie van de rendementen verwacht.
De economische situatie, handelsconflicten en geopolitieke crises en spanningen blijven uitdagend. Veel bedrijven zijn terughoudend als het gaat om het ondertekenen van nieuwe huurovereenkomsten. Beslissingen worden uitgesteld en bestaande contracten worden verlengd. Zolang de economie niet herstelt en bedrijven geen zeker perspectief in zicht hebben, zal de dynamiek op de logistieke verhuurmarkt niet significant toenemen.
De aanhoudend lage vraag zal in veel regio's leiden tot stagnerende huurprijzen, en in sommige gevallen kunnen met name perifere locaties in de loop van 2025 zelfs dalende tophuren zien.
In veel regio's is er nog steeds een tekort aan zowel beschikbare grond voor logistiek gebruik als moderne ruimtes die op korte termijn kunnen worden gehuurd. Er is weinig speculatieve bouw. Veel projecten die oorspronkelijk speculatief waren gepland, worden nu alleen gerealiseerd als er vooraf een huurovereenkomst is gesloten.
Logistiek zal in 2025 duidelijk in de acquisitiefocus van investeerders blijven. Als onderdeel van het algemene herstel van de markten en de terugkeer van kapitaal, zal deze ontwikkeling leiden tot een aanhoudende solide stijging van het transactievolume. Er wordt daarom in eerste instantie verwacht dat er in 2025 een jaarvolume van € 9 miljard zal zijn. Het rentebeleid en de daaruit voortvloeiende renteontwikkeling, evenals de beschikbare hoeveelheid kapitaal en de toenemende investeringsdruk, zullen dit jaar ook een beslissende invloed hebben op de prijsstelling van logistiek vastgoed. Een verdere compressie van de rendementen tot wel 4,15% tegen het einde van het jaar is zeer waarschijnlijk.
Aan de bestuurders
Montea NV Industriezone III Zuid Industrielaan 27 bus 6 9320 Erembodegem
Antwerpen, 31 december 2024
In overeenstemming met het artikel 47 van de wet van 12 mei 2014 voor gereglementeerde vastgoedvennootschappen heeft u aan Jones Lang LaSalle (JLL) en Stadim gevraagd een waardering uit te voeren voor de panden gelegen in België, Nederland, Frankrijk en Duitsland welke deel uitmaken van de GVV.
Zoals gebruikelijk werd deze opdracht uitgevoerd op basis van de informatie gecommuniceerd door Montea NV wat betreft de huursituatie, de kosten en belastingen gedragen door de verhuurder, de te realiseren werken, alsook alle andere factoren welke een impact kunnen hebben op de waarde van de panden. We beschouwen deze informatie als juist en compleet. Ook de duurzaamheidsprestatie van vastgoed speelt een steeds prominentere rol in waardebepaling en exploitatie, welke wordt gereflecteerd in de waardebepaling. Zoals expliciet vermeld in onze waarderingsrapporten werd de structurele en technische kwaliteit van de panden, alsook de eventuele aanwezigheid van schadelijke stoffen niet in rekening genomen. Deze elementen zijn gekend door Montea NV, die zijn erfgoed op een professionele manier beheert en die de nodige technische en juridische zorgvuldigheid in acht neemt bij de aankoop van elk pand.
Alle panden zijn gekend door de experten. De experten werken met verschillende programma's, zoals Argus Enterprise of Microsoft Office Excel.
Investeringswaarde wordt gedefinieerd als het geschatte bedrag waarvoor een actief of passief op de waarderingsdatum zou moeten worden verhandeld tussen een bereidwillige koper en een bereidwillige verkoper in een zakelijke, objectieve transactie, na behoorlijke marketing en waarbij de partijen handelen met kennis van zaken, met voorzichtigheid en zonder dwang.
Investeringswaarde is een geschikte basis voor het vaststellen van reële waarde volgens internationale standaarden voor financiële verslaggeving (IFRS). In de IFRS definieert de IASB reële waarde als: "De prijs die zou worden ontvangen om een actief te verkopen of betaald om een verplichting over te dragen in een ordelijke transactie tussen marktdeelnemers op de waarderingsdatum."
De experten hebben verschillende methodes gebruikt.
JLL heeft de « Term and Reversion » en de « Hardcore » methode gebruikt. Daarenboven hebben ze een controle uitgevoerd in termen van prijs per m².
Bij de « Term and Reversion » methode, zal voor de kapitalisatie van de inkomsten rekening gehouden worden met de actuele inkomsten tot het einde van het lopende contract waarna de geschatte huurwaarde in perpetuïteit behouden wordt. Bij de « Hardcore » methode wordt de geschatte huurwaarde gekapitaliseerd in perpetuïteit alvorens rekening te houden met oppervlaktes die onder- of over verhuurd worden, huurleegstand, etc.
De door Stadim gehanteerde methode is gebaseerd op Discounted Cash Flow (DCF), eventueel in combinatie met de kapitalisatiemethode. De Stadim-aanpak kenmerkt zich enerzijds door referentieprijzen en anderzijds door het in rekening brengen van toekomstige inkomsten.
Het rendement, gebruikt in deze methodes vertegenwoordigt het verwachte rendement voor de investeerders voor dit soort pand. Het reflecteert het intrinsieke risico van het goed en van de sector (toekomstige huurleegstand, kredietrisico, onderhoudsverplichtingen, etc.). Om dit rendement te bepalen hebben de experten zich gebaseerd op lopende en recente vergelijkbare transacties in hun investeringsafdeling.
Indien er factoren optreden die ongewoon zijn of eigen aan het goed zal een correctie toegepast worden (belangrijke renovaties, niet-recupereerbare kosten…).
De verkoop van een gebouw is in theorie onderworpen aan overdrachtskosten. Dit bedrag hangt onder meer af van de verkoopmethode, het type van koper en de geografische ligging van het goed. Dit bedrag is slechts gekend eens de verkoop afgerond is. Op basis van een representatieve steekproef van vastgoedtransacties tussen 2002 en 2005 (en onlangs herzien voor de periode 2013 - 2016), kunnen wij als onafhankelijke vastgoedexperts in België, een gewogen gemiddelde van de kosten (gemiddelde van de overdrachtskosten) van 2,5% vaststellen (voor de gebouwen met een waarde kosten koper boven de 2.500.000 EUR). Belgische panden worden beschouwd als een portefeuille. De overdrachtskosten van de panden gewaardeerd in Frankrijk is over het algemeen 1.8% wanneer het gebouw jonger is dan 5 jaar en tussen 6,9% en 7,5%, afhankelijk van het departement, in alle andere gevallen. De overdrachtskosten voor de panden gewaardeerd in Nederland bedraagt 10,4%. De overdrachtskosten in Duitsland zijn afhankelijk van exacte locatie en de marktwaarde van het gebouw.
Docusign Envelope ID: 96A7FD32-DAB3-4CA8-B603-73DD71BF613E


Montea NV – 31 12 24 Page 3
Rekening houdend met de opmerkingen in vorige paragrafen bevestigen wij dat de vastgoedportefeuille van Montea NV op 31 december 2024 een investeringswaarde heeft van:
Dit bedrag is de som van de geschatte waardes toegekend door Jones Lang LaSalle en Stadim in de vier landen waar Montea NV aanwezig is.
Na aftrek van overdrachtskosten van respectievelijk 2,5% (gemiddeld tarief voor overdrachtskosten, vastgelegd door de experten van de gereglementeerde vastgoedvennootschappen) voor de panden gelegen in België, 1,8%/6,9%/7,5% voor de panden in Frankrijk en 10,4% voor de panden in Nederland, brengt ons dit tot een de reële waarde van het onroerend goed van Montea NV op 31 december 2024 op:
(Twee miljard zevenhonderd tweeënnegentig miljoen zevenhonderdvierennegentig duizend vierhonderd drieëntwintig EUR)
Dit bedrag is de som van de geschatte waardes toegekend door Jones Lang LaSalle en Stadim in de vier landen waar Montea NV aanwezig is.
We staan ter uwer beschikking voor verdere vragen over het rapport.
Met hoogachting,
Greet Hex MRICS Nicolas Janssens
Director Partner JLL Belgium Stadim
Docusign Envelope ID: 96A7FD32-DAB3-4CA8-B603-73DD71BF613E
Montea NV – 31 12 24 Page 4
Jones Lang LaSalle schat, voor het deel van het onroerend goed van Montea NV dat zij op 31 december 2024 waardeert, de investeringswaarde op 1.140.468.163 Euro en de reële waarde (transactiekosten in mindering gebracht) op 1.095.697.380 Euro.

Greet Hex MRICS Director JLL Belgium
Stadim schat, voor het deel van het onroerend goed van Montea NV dat zij op 31 december 2024 waardeert, de investeringswaarde op 1.830.457.130 Euro en de reële waarde (transactiekosten in mindering gebracht) op 1.697.097.044 Euro.
Partner Stadim
Docusign Envelope ID: 96A7FD32-DAB3-4CA8-B603-73DD71BF613E
Besloten Vennootschap Société à responsabilité limitée RPR Brussel - RPM Bruxelles – BTW–TVA BE 0446.334.711 – IBAN N° BE71 2100 9059 0069 * handelend in naam van een vennootschap/agissant au nom d'une société A member firm of Ernst & Young Global Limited

EY Bedrijfsrevisoren EY Réviseurs d'Entreprises Kouterveldstraat 7B 001 Tel: +32 (0)2 774 91 11 ey.com
B-1831 Diegem

Verslag van de commissaris over de winstprognoses of -ramingen van Montea nv
In onze hoedanigheid als commissaris van Montea nv (de "Vennootschap"), hebben we, op vraag van de raad van bestuur, het huidig verslag opgemaakt over de raming van het EPRA-resultaat per aandeel (zoals gedefinieerd in het rapport "EPRA Best Practices Recommendations (BPR) Guidelines" van september 2024 van de European Public Real Estate Association) voor de periode van 12 maanden eindigend op 31 december 2025 (de "Prognose") van Montea nv vervat in het hoofdstuk 5.4 "Winstprognoses of -ramingen" van het jaarlijks financieel verslag per 31 december 2024 zoals vastgesteld op 26 maart 2025 door de raad van bestuur van de Vennootschap.
De assumpties vervat in het hoofdstuk 5.4 "Winstprognoses of -ramingen" leiden tot de volgende geconsolideerde financiële raming voor het boekjaar 2025:
EPRA-resultaat per aandeel: € 4,90.
Verantwoordelijkheid van de raad van bestuur
De geconsolideerde financiële ramingen en de belangrijke hypothesen die aan de grondslag liggen van de financiële ramingen, zijn opgesteld onder de verantwoordelijkheid van de raad van bestuur van de Vennootschap.
Het is onze verantwoordelijkheid een oordeel tot uitdrukking te brengen over of de geconsolideerde financiële ramingen naar behoren opgesteld werden op basis van de bovenvermelde assumpties. We zijn niet vereist, noch geven we een opinie over de mate waarin het resultaat behaald kan worden of over de onderliggende hypothesen van de ramingen.
Wij hebben onze werkzaamheden uitgevoerd volgens de in België geldende auditnormen zoals uitgevaardigd door het Instituut van de Bedrijfsrevisoren inclusief gerelateerde richtlijnen van haar onderzoeksinstituut en op basis van de norm "International Standard on Assurance Engagements 3400" met betrekking tot de controle van prospectieve financiële informatie. Onze werkzaamheden omvatten een beoordeling van de door de raad van bestuur uitgevoerde procedures in het kader van de opmaak van de financiële ramingen en van de conformiteit van de ramingen met de boekhoudprincipes zoals normaal door Montea nv toegepast.
We hebben onze werkzaamheden dusdanig gepland en uitgevoerd met als doel om alle informatie en verduidelijkingen te verkrijgen die noodzakelijk zijn om ons in staat te stellen redelijke zekerheid te verkrijgen dat de ramingen opgemaakt werden op basis van de vermelde hypothesen.
Verslag van de commissaris van 17 april 2025 over de winstprognoses of -ramingen van Montea nv
Oordeel
We hebben een beoordeling gedaan van het EPRA-resultaat per aandeel van Montea nv voor de periode van 12 maanden eindigend op
31 december 2025 in overeenstemming met de International Standard on Assurance Engagements van toepassing op de controle van prospectieve financiële informatie. De raad van bestuur is verantwoordelijk voor de geconsolideerde financiële ramingen inclusief de assumpties hierboven aangegeven. Naar ons oordeel zijn de geconsolideerde financiële ramingen naar behoren opgesteld op basis van de bovenvermelde assumpties en in overeenstemming met de waarderingsregels van Montea nv zoals toegepast voor de geconsolideerde jaarrekening van 2024.
Aangezien de financiële ramingen en hypothesen waarop ze zich baseren gerelateerd zijn aan de toekomst en bijgevolg kunnen beïnvloed worden door onvoorziene omstandigheden, kunnen we ons niet uitspreken over in welke mate de werkelijke resultaten zullen overeenstemmen met degene die opgenomen zijn in de financiële ramingen. Deze verschillen kunnen belangrijk zijn.
Brussel, 17 april 2025
EY Bedrijfsrevisoren bv Commissaris vertegenwoordigd door
Christophe Boschmans* Partner * Handelend in naam van een bv
25CBO0193
Digitally signed by Christophe Boschmans (Signature) DN: cn=Christophe Boschmans (Signature), c=BE Date: 2025.04.17 12:43:01 +02'00' Christophe Boschmans (Signature)
Besloten vennootschap Société à responsabilité limitée RPR Brussel - RPM Bruxelles - BTW -TVA BE0446.334.711 -IBAN N° BE71 2100 9059 0069 *handelend in naam van een vennootschap:/agissant au nom d'une société
A member firm of Ernst & Young Global Limited

EY Bedrijfsrevisoren
EY Réviseurs d'Entreprises Kouterveldstraat 7B 001 Tel: +32 (0)2 774 91 11 ey.com
B-1831 Diegem
In het kader van de wettelijke controle van de jaarrekening van Montea nv (de "Vennootschap"), brengen wij u verslag uit in het kader van ons mandaat van commissaris. Dit verslag omvat ons oordeel over de balans op 31 december 202 4, de resultatenrekening, het globaal resultaat vóór winstverdeling, de mutatietabel eigen vermogen en detail reserves, en het kasstroomoverzicht van het boekjaar afgesloten op 31 december 202 4 en over de toelichting, met informatie van materieel belang over de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving (alle stukken gezamenlijk de "Jaarrekening") en omvat tevens ons verslag betreffende overige door wet - en regelgeving gestelde eisen . Deze verslagen zijn één en ondeelbaar.
Wij werden als commissaris benoemd door de algemene vergadering op 17 mei 2022, overeenkomstig het voorstel van het bestuursorgaan uitgebracht op aanbeveling van het auditcomité. Ons mandaat loopt af op de datum van de algemene vergadering die zal beraadslagen over de Jaarrekening afgesloten op 31 december 2024. We hebben de wettelijke controle van de Jaarrekening van de Vennootschap uitgevoerd gedurende 15 opeenvolgende boekjaren.
Wij hebben de wettelijke controle uitgevoerd van de Jaarrekening van Montea nv, die de balans op 31 december 202 4 omvat, alsook de resultatenrekening, het globaal resultaat vóór winstverdeling, de mutatietabel eigen vermogen en detail reserves, en het kasstroomoverzicht van het boekjaar afgesloten op die datum en de toelichting, met informatie van materieel belang over de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving, met een balanstotaal van € 2.873.755 duizend en waarvan de resultatenrekening afsluit met een netto resultaat van € 171 .52 5 duizend.
Naar ons oordeel geeft de Jaarrekening een getrouw beeld van het vermogen en van de financiële toestand van de Vennootschap per 31 december 2024, alsook van haar resultaten over het boekjaar dat op die datum is afgesloten, in overeenstemming met de IFRS Accounting Standards zoals goedgekeurd door de Europese Unie en met de in België van toepassing zijnde wettelijke en reglementaire voorschriften.
We hebben onze controle uitgevoerd in overeenstemming met de International Standards on Auditing ("ISA's") die van toepassing zijn in België. Wij hebben bovendien de door International Auditing and Assurance Standards Board ("IAASB") goedgekeurde ISA's toegepast die van toepassing zijn op huidige afsluitingsdatum en nog niet goedgekeurd zijn op nationaal niveau. Onze verantwoordelijkheden uit hoofde van die standaarden zijn nader beschreven in het gedeelte "Onze verantwoordelijkheden voor de controle van de Jaarrekening" van ons verslag .
Wij hebben alle deontologische vereisten die relevant zijn voor de controle van de Jaarrekening in België nageleefd, met inbegrip van deze met betrekking tot de onafhankelijkheid.
Wij hebben van het bestuursorgaan en van de aangestelden van de Vennootschap de voor onze controle vereiste ophelderingen en inlichtingen verkregen.

Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle -informatie voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel .
De kernpunten van onze controle betreffen die aangelegenheden die volgens ons professioneel oordeel het meest significant waren bij onze controle van de Jaarrekening van de huidige verslagperiode.
Deze aangelegenheden werden behandeld in de context van onze controle van de Jaarrekening als een geheel en bij het vormen van ons oordeel hieromtrent en derhalve formuleren wij geen afzonderlijk oordeel over deze aangelegenheden.
• Beschrijving van het punt en het auditrisico
De vastgoedbeleggingen vertegenwoordigen 4 4% van de activa van de Vennootschap. Op 31 december 2024 zijn deze terug te vinden onder de rubriek 'vastgoedbeleggingen' van het actief van de balans voor een totaalbedrag van € 1.250.643 duizend.
Overeenkomstig de waarderingsregels en de IAS 40 norm "Vastgoedbeleggingen" worden deze vastgoedbeleggingen gewaardeerd tegen de reële waarde, en worden de reële waarde -wijzigingen opgenomen in de resultatenrekening.
De reële waarde van deze vastgoedbeleggingen wordt geclassificeerd onder niveau 3 van de reële waarde hiërarchie zoals gedefinieerd onder de IFRS 13 norm "De waardering tegen reële waarde". Bepaalde hypotheses die gebruikt worden voor de waardering zijn gebaseerd op data die slechts beperkt waarneembaar zijn (verdisconteringsvoet, toekomstige bezettingsgraad, ...) en vereisen daarom een inschatting van het management.
Het auditrisico ligt in de waardering van deze vastgoedbeleggingen en is daarom een kernpunt van onze controle.
• Samenvatting van de uitgevoerde procedures
De Vennootschap maakt gebruik van externe deskundigen om de reële waarde van zijn gebouwen te schatten. We hebben (met de hulp van onze eigen interne waarderingsdeskundigen) de waarderingsverslagen van deze externe deskundigen geëvalueerd.
Tenslotte hebben we de geschiktheid van de informatie over de reële waarde van de vastgoedbeleggingen in de toelichtingen 7.2, 7.33 en 7.41 van de Jaarrekening beoordeeld.
Het bestuursorgaan is verantwoordelijk voor het opstellen van de Jaarrekening die een getrouw beeld geeft in overeenstemming met IFRS Accounting Standards en met de in België van toepassing zijnde wettelijke en reglementaire voorschriften, alsook voor een systeem van interne beheersing die het bestuursorgaan noodzakelijk acht voor het opstellen van de Jaarrekening die geen afwijking van materieel belang bevat die het gevolg is van fraude of van fouten .
Verslag van de commissaris van 17 april 2025 over de Jaarrekening van Montea nv over het boekjaar afgesloten op 3 1 december 2024 (vervolg)
In het kader van de opstelling van de Jaarrekening is het bestuursorgaan verantwoordelijk voor het inschatten van de mogelijkheid van de Vennootschap om haar continuïteit te handhaven, het toelichten, indien van toepassing, van aangelegenheden die met continuïteit verband houden en het gebruiken van de continuïteitsveronderstelling tenzij het bestuursorgaan het voornemen heeft om de Vennootschap te vereffenen of om de bedrijfsactiviteiten stop te zetten of geen realistisch alternatief heeft dan dit te doen.
Onze doelstellingen zijn het verkrijgen van een redelijke mate van zekerheid over de vraag of de Jaarrekening als geheel geen afwijking van materieel belang bevat die het gevolg is van fraude of van fouten en het uitbrengen van een commissarisverslag waarin ons oordeel is opgenomen. Een redelijke mate van zekerheid is een hoog niveau van zekerheid, maar is geen garantie dat een controle die overeenkomstig de ISA 's is uitgevoerd altijd een afwijking van materieel belang ontdekt wanneer die bestaat. Afwijkingen kunnen zich voordoen als gevolg van fraude of fouten en worden als van materieel belang beschouwd indien redelijkerwijs kan worden verwacht dat zij, individueel of gezamenlijk, de economische beslissingen genomen door gebruikers op basis van de Jaarrekening, beïnvloeden.
Bij de uitvoering van onze controle leven wij het wettelijk, reglementair en normatief kader dat van toepassing is op de controle van de Jaarrekening in België na. De wettelijke controle biedt geen zekerheid omtrent de toekomstige levensvatbaarheid van de Vennootschap, noch omtrent de efficiëntie of de doeltreffendheid waarmee het bestuursorgaan de bedrijfsvoering van de Vennootschap ter hand heeft genomen of zal nemen. Onze verantwoordelijkheden inzake de door het bestuursorgaan gehanteerde continuïteitsveronderstelling staan hieronder beschreven.
Als deel van een controle uitgevoerd overeenkomstig de ISA 's, passen wij professionele oordeelsvorming toe en handhaven wij een professioneel -kritische instelling gedurende de controle. We voeren tevens de volgende werkzaamheden uit:
• het identificeren en inschatten van de risico's dat de Jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat die het gevolg is van fraude of fouten, het bepalen en uitvoeren van controlewerkzaamheden die op deze risico's inspelen en het verkrijgen van controle -informatie die voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel. Het risico van het niet detecteren van een van materieel belang zijnde afwijking is groter indien die afwijking het gevolg is van fraude dan indien zij het gevolg is van fouten, omdat bij fraude sprake kan zijn van samenspanning, valsheid in geschrifte, het opzettelijk nalaten om transacties vast te leggen, het opzettelijk verkeerd voorstellen van zaken of het doorbreken van het systeem van interne beheersing;
• het verkrijgen van inzicht in het systeem van interne beheersing dat relevant is voor de controle, met als doel controlewerkzaamheden op te zetten die in de gegeven omstandigheden geschikt zijn maar die niet zijn gericht op het geven van een oordeel over de effectiviteit van het systeem van interne beheersing van de Vennootschap;
• het evalueren van de geschiktheid van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en het evalueren van de redelijkheid van de door het bestuursorgaan gemaakte schattingen en van de daarop betrekking hebbende toelichtingen;

Verslag van de commissaris van 17 april 2025 over de Jaarrekening van Montea nv over het boekjaar afgesloten op 3 1 december 2024 (vervolg)
• het concluderen van de aanvaardbaarheid van de door het bestuursorgaan gehanteerde continuïteitsveronderstelling, en op basis van de verkregen controle -informatie, concluderen of er een onzekerheid van materieel belang bestaat met betrekking tot gebeurtenissen of omstandigheden die significante twijfel kunnen doen ontstaan over de mogelijkheid van de Vennootschap om de continuïteit te handhaven. Als we besluiten dat er sprake is van een onzekerheid van materieel belang, zijn wij ertoe gehouden om de aandacht in ons commissarisverslag te vestigen op de daarop betrekking hebbende toelichtingen in de Jaarrekening of, indien deze toelichtingen inadequaat zijn, om ons oordeel aan te passen. Onze conclusies zijn gebaseerd op de controle -informatie die verkregen is tot op de datum van ons
Wij communiceren met het bestuursorgaan, onder andere over de geplande reikwijdte en timing van de controle en over de significante controlebevindingen, waaronder eventuele significante tekortkomingen in de interne beheersing die we identificeren gedurende onze controle.
Het bestuursorgaan is verantwoordelijk voor het opstellen en de inhoud van het jaarverslag , voor het naleven van de wettelijke en bestuursrechtelijke voorschriften die van toepassing zijn op het voeren van de boekhouding, alsook voor het naleven van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen en van de statuten van de Vennootschap.
In het kader van ons mandaat en overeenkomstig de Belgische bijkomende norm (Herzien) bij de in België van toepassing zijnde ISA 's, is het onze verantwoordelijkheid om, in alle van materieel belang zijnde opzichten, het jaarverslag over de Jaarrekening, alsook de naleving van bepaalde verplichtingen uit het Wetboek van vennootschappen en verenigingen en de statuten te verifiëren, alsook verslag over deze aangelegenheden uit te brengen.
Naar ons oordeel, na het uitvoeren van specifieke werkzaamheden op het jaarverslag over de Jaarrekening, stemt dit jaarverslag over de Jaarrekening overeen met de Jaarrekening voor hetzelfde boekjaar, enerzijds, en is dit jaarverslag over de Jaarrekening opgesteld overeenkomstig artikels 3:5 en 3:6 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen, anderzijds.
In de context van onze controle van de Jaarrekening, zijn wij tevens verantwoordelijk voor het overwegen, op basis van de kennis verkregen in de controle, of het jaarverslag over de Jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat, hetzij informatie die onjuist vermeld is of anderszins misleidend is. In het licht van de werkzaamheden die wij hebben uitgevoerd, hebben wij geen afwijking van materieel belang te melden.

De sociale balans, neer te leggen overeenkomstig artikel 3:12, § 1, 8° van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen, bevat, zowel qua vorm als qua inhoud, de door de wet vereiste inlichtingen, en bevat geen van materieel belang zijnde inconsistenties op basis van de informatie waarover wij beschikken in ons controledossier.
Ons bedrijfsrevisorenkantoor en ons netwerk hebben geen opdrachten verricht die onverenigbaar zijn met de wettelijke controle van de Jaarrekening en zijn in de loop van ons mandaat onafhankelijk gebleven tegenover de Vennootschap.
De honoraria voor de bijkomende opdrachten die verenigbaar zijn met de wettelijke controle van de Jaarrekening bedoeld in artikel 3:65 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen werden correct vermeld en uitgesplitst in de toelichting bij de Jaarrekening .
Brussel, 1 7 april 2025
EY Bedrijfsrevisoren bv Commissaris Vertegenwoordigd door
Christophe Boschmans* Partner * Handelend in naam van een bv
25CBO0195
Digitally signed by Christophe Boschmans (Signature) DN: cn=Christophe Boschmans (Signature), c=BE Date: 2025.04.17 12:44:28 +02'00' Christophe Boschmans (Signature)


Besloten vennootschap Société à responsabilité limitée
RPR Brussel - RPM Bruxelles - BTW -TVA BE0446.334.711 -IBAN N° BE71 2100 9059 0069 *handelend in naam van een vennootschap:/agissant au nom d'une société
A member firm of Ernst & Young Global Limited
EY Bedrijfsrevisoren EY Réviseurs d'Entreprises Kouterveldstraat 7B 001 B-1831 Diegem Tel: +32 (0)2 774 91 11 ey.com
Verslag van de commissaris aan de algemene vergadering van Montea nv over het boekjaar afgesloten op 31 december 2024
In het kader van de wettelijke controle van de geconsolideerde jaarrekening van Montea nv (de "Vennootschap") en haar dochterondernemingen (samen "de Groep"), brengen wij u verslag uit in het kader van ons mandaat van commissaris. Dit verslag omvat ons oordeel over de geconsolideerde balans op 31 december 202 4, het geconsolideerd overzicht van de gerealiseerde en niet -gerealiseerde resultaten vóór winstverdeling, het geconsolideerd resultaat vóór winstverdeling, het geconsolideerd kasstroomoverzicht en het overzicht van de variaties in het geconsolideerde eigen vermogen en reserves van het boekjaar afgesloten op 31 december 202 4 en over de toelichting, met informatie van materieel belang over de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving (alle stukken gezamenlijk de "Geconsolideerde Jaarrekening") en omvat tevens ons verslag betreffende overige door wet - en regelgeving gestelde eisen.. Deze verslagen zijn één en ondeelbaar.
Wij werden als commissaris benoemd door de algemene vergadering op 17 mei 2022, overeenkomstig het voorstel van het bestuursorgaan uitgebracht op aanbeveling van het auditcomité. Ons mandaat loopt af op de datum van de algemene vergadering die zal beraadslagen over de Geconsolideerde Jaarrekening afgesloten op 31 december 202 4. We hebben de wettelijke controle van de Geconsolideerde Jaarrekening van de Groep uitgevoerd gedurende 1 5 opeenvolgende boekjaren.
Wij hebben de wettelijke controle uitgevoerd van de Geconsolideerde Jaarrekening van Montea nv, die de geconsolideerde balans op 31 december 2024 omvat, alsook het geconsolideerd overzicht van de gerealiseerde en niet -gerealiseerde resultaten vóór winstverdeling, het geconsolideerd resultaat vóór winstverdeling, het geconsolideerd kasstroomoverzicht en het overzicht van de variaties in het geconsolideerde eigen vermogen en reserves over het boekjaar afgesloten op die datum en de toelichting met informatie van materieel belang over de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving, met een geconsolideerd balanstotaal van € 2.885.045 duizend en waarvan de geconsolideerde resultatenrekening afsluit met een netto resultaat van € 171 .525 duizend.
Naar ons oordeel geeft de Geconsolideerde Jaarrekening een getrouw beeld van het geconsolideerde eigen vermogen en van de geconsolideerde financiële positie van de Groep op 31 december 2024, alsook van de geconsolideerde resultaten en de geconsolideerde kasstromen voor het boekjaar dat op die datum is afgesloten, in overeenstemming met de IFRS Accounting Standards zoals goedgekeurd door de Europese Unie en met de in België van toepassing zijnde wettelijke en reglementaire voorschriften .
We hebben onze controle uitgevoerd in overeenstemming met de International Standards on Auditing ("ISA's") die van toepassing zijn in België. Wij hebben bovendien de door International Auditing and Assurance Standards Board ("IAASB") goedgekeurde ISA's toegepast die van toepassing zijn op huidige afsluitingsdatum en nog niet goedgekeurd zijn op nationaal niveau. Onze verantwoordelijkheden uit hoofde van die standaarden zijn nader beschreven in het gedeelte "Onze verantwoordelijkheden voor de controle van de Geconsolideerde Jaarrekening" van ons verslag .

Wij hebben alle deontologische vereisten die relevant zijn voor de controle van de Geconsolideerde Jaarrekening in België nageleefd, met inbegrip van deze met betrekking tot de onafhankelijkheid.
Wij hebben van het bestuursorgaan en van de aangestelden van de Vennootschap de voor onze controle vereiste ophelderingen en inlichtingen verkregen.
Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle -informatie voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel .
De kernpunten van onze controle betreffen die aangelegenheden die volgens ons professioneel oordeel het meest significant waren bij onze controle van de Geconsolideerde Jaarrekening van de huidige verslagperiode.
Deze aangelegenheden werden behandeld in de context van onze controle van de Geconsolideerde Jaarrekening als een geheel en bij het vormen van ons oordeel hieromtrent en derhalve formuleren wij geen afzonderlijk oordeel over deze aangelegenheden.
• Beschrijving van het punt en het auditrisico
De vastgoedbeleggingen vertegenwoordigen 9 4% van de activa van de Groep. Op 31 december 2024 zijn deze terug te vinden onder de rubriek 'vastgoedbeleggingen' van het actief van de balans voor een totaalbedrag van € 2.720.052 duizend.
Overeenkomstig de waarderingsregels en de IAS 40 norm "Vastgoedbeleggingen" worden deze vastgoedbeleggingen gewaardeerd tegen de reële waarde, en worden de reële waarde wijzigingen opgenomen in de resultatenrekening.
De reële waarde van deze vastgoedbeleggingen wordt geclassificeerd onder niveau 3 van de reële waarde hiërarchie zoals gedefinieerd onder de IFRS 13 norm "De waardering tegen reële waarde". Bepaalde hypotheses die gebruikt worden voor de waardering zijn gebaseerd op data die slechts beperkt waarneembaar zijn (verdisconteringsvoet, toekomstige bezettingsgraad, ...) en vereisen daarom een inschatting van het management.
Het auditrisico ligt in de waardering van deze vastgoedbeleggingen en is daarom een kernpunt van onze controle.
• Samenvatting van de uitgevoerde procedures
De Groep maakt gebruik van externe deskundigen om de reële waarde van zijn gebouwen te schatten. We hebben (met de hulp van onze eigen interne waarderingsdeskundigen) de waarderingsverslagen van deze externe deskundigen geëvalueerd.
Tenslotte hebben we de geschiktheid van de informatie over de reële waarde van de vastgoedbeleggingen in toelichting 2 0 van de Geconsolideerde Jaarrekening beoordeeld.
Verantwoordelijkheden van het bestuursorgaan voor het opstellen van de Geconsolideerde Jaarrekening
Het bestuursorgaan is verantwoordelijk voor het opstellen van de Geconsolideerde Jaarrekening die een getrouw beeld geeft in overeenstemming met de IFRS Accounting Standards en met de in België van toepassing zijnde wettelijke en reglementaire voorschriften, alsook voor een systeem van interne beheersing die het bestuursorgaan noodzakelijk acht voor het opstellen van de Geconsolideerde Jaarrekening die geen afwijking van materieel belang bevat die het gevolg is van fraude of van fouten .
In het kader van de opstelling van de Geconsolideerde Jaarrekening is het bestuursorgaan verantwoordelijk voor het inschatten van de mogelijkheid van de Vennootschap om haar continuïteit te handhaven, het toelichten, indien van toepassing, van aangelegenheden die met continuïteit verband houden en het gebruiken van de continuïteitsveronderstelling tenzij het bestuursorgaan het voornemen heeft om de Vennootschap te vereffenen of om de bedrijfsactiviteiten stop te zetten of geen realistisch alternatief heeft dan dit te doen.
Onze doelstellingen zijn het verkrijgen van een redelijke mate van zekerheid over de vraag of de Geconsolideerde Jaarrekening als geheel geen afwijking van materieel belang bevat die het gevolg is van fraude of van fouten en het uitbrengen van een commissarisverslag waarin ons oordeel is opgenomen. Een redelijke mate van zekerheid is een hoog niveau van zekerheid, maar is geen garantie dat een controle die overeenkomstig de ISA 's is uitgevoerd altijd een afwijking van materieel belang ontdekt wanneer die bestaat. Afwijkingen kunnen zich voordoen als gevolg van fraude of fouten en worden als van materieel belang beschouwd indien redelijkerwijs kan worden verwacht dat zij, individueel of gezamenlijk, de economische beslissingen genomen door gebruikers op basis van de Geconsolideerde Jaarrekening, beïnvloeden.
Bij de uitvoering van onze controle leven wij het wettelijk, reglementair en normatief kader dat van toepassing is op de controle van de Geconsolideerde Jaarrekening in België na. De wettelijke controle biedt geen zekerheid omtrent de toekomstige levensvatbaarheid van de Vennootschap en van de Groep, noch omtrent de efficiëntie of de doeltreffendheid waarmee het bestuursorgaan de bedrijfsvoering van de Vennootschap en van de Groep ter hand heeft genomen of zal nemen. Onze verantwoordelijkheden inzake de door het bestuursorgaan gehanteerde continuïteitsveronderstelling staan hieronder beschreven.
Als deel van een controle uitgevoerd overeenkomstig de ISA 's, passen wij professionele oordeelsvorming toe en handhaven wij een professioneel -kritische instelling gedurende de controle. We voeren tevens de volgende werkzaamheden uit:
• het identificeren en inschatten van de risico's dat de Geconsolideerde Jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat die het gevolg is van fraude of fouten, het bepalen en uitvoeren van controlewerkzaamheden die op deze risico's inspelen en het verkrijgen van controle -informatie die voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel. Het risico van het niet detecteren van een van materieel belang zijnde afwijking is groter indien die afwijking het gevolg is van fraude dan indien zij het gevolg is van fouten, omdat bij fraude sprake kan zijn van samenspanning, valsheid in geschrifte, het opzettelijk nalaten om transacties vast te leggen, het opzettelijk verkeerd voorstellen van zaken of het doorbreken van het systeem van interne beheersing;
• het verkrijgen van inzicht in het systeem van interne beheersing dat relevant is voor de controle, met als doel controlewerkzaamheden op te zetten die in de gegeven omstandigheden geschikt zijn maar die niet zijn gericht op het geven van een oordeel over de effectiviteit van het systeem van interne beheersing van de Vennootschap en van de Groep;

4
Wij communiceren met het auditcomité binnen het bestuursorgaan, onder andere over de geplande reikwijdte en timing van de controle en over de significante controlebevindingen, waaronder eventuele significante tekortkomingen in de interne beheersing die we identificeren gedurende onze controle.
Omdat we de eindverantwoordelijkheid voor ons oordeel dragen, zijn we ook verantwoordelijk voor het organiseren, het toezicht en het uitvoeren van de controle van de dochterondernemingen van de Groep. In die zin hebben wij de aard en omvang van de controleprocedures voor deze entiteiten van de Groep bepaald.
We verstrekken aan het auditcomité binnen het bestuursorgaan een verklaring dat we de relevante deontologische vereisten inzake onafhankelijkheid naleven en we melden hierin alle relaties en andere aangelegenheden die redelijkerwijs onze onafhankelijkheid zouden kunnen beïnvloeden, alsook, voor zover van toepassing, de bijbehorende maatregelen die we getroffen hebben om onze onafhankelijkheid te waarborgen.
Aan de hand van de aangelegenheden die met het auditcomité binnen het bestuursorgaan besproken worden, bepalen we de aangelegenheden die het meest significant waren bij de controle van de Geconsolideerde Jaarrekening over de huidige periode en die daarom de kernpunten van onze controle uitmaken. We beschrijven deze aangelegenheden in ons verslag, tenzij het openbaar maken van deze aangelegenheden is verboden door wet - of regelgeving.
| Verantwoordelijkheden van het bestuursorgaan |
|
|---|---|
| Het bestuursorgaan is verantwoordelijk voor het opstellen en de inhoud van het jaarverslag over de Geconsolideerde Jaarrekening en de andere informatie opgenomen in het jaarrapport. |
In het kader van ons mandaat en overeenkomstig de Belgische bijkomende norm (Herzien) bij de in België van toepassing zijnde ISA 's, is het onze verantwoordelijkheid om, in alle van materieel belang zijnde opzichten, het jaarverslag over de Geconsolideerde Jaarrekening, de andere informatie opgenomen in het jaarrapport te verifiëren, alsook verslag over deze aangelegenheden uit te brengen.

duurzaamheid (ISAE 3000)
Besloten Vennootschap Société à responsabilité limitée
RPR Brussel - RPM Bruxelles – BTW –TVA BE 0446.334.711 – IBAN N° BE71 2100 9059 0069 * handelend in naam van een vennootschap/agissant au nom d'une société
A member firm of Ernst & Young Global Limited
EY Bedrijfsrevisoren
Kouterveldstraat 7B 001
EY Réviseurs d'Entreprises Tel: +32 (0)2 774 91 11 ey.com
B-1831 Diegem
We werden door Montea nv aangesteld om een assurance opdracht met beperkte mate van zekerheid uit te voeren in overeenstemming met de International Standard on Assurance Engagements Other Than Audits or Reviews of Historical Financial Information ("ISAE 3000 herzien"), hierna "de Opdracht" genoemd, om te rapporteren over geselecteerde duurzaamheidsindicatoren zoals opgenomen in hoofdstuk 10.5 "GRI content index" zoals opgesomd in bijlage 1 ("Voorwerp 1"), de duurzaamheidsmetrieken zoals opgenomen in hoofdstuk 10.1.2 "Sustainability Reporting: EPRA sBPR tabellen" ("Voorwerp 2") en Montea's dubbele materialiteitsanalyse opgenomen in hoofdstuk 3.1 ("Voorwerp 3"), zoals gepresenteerd in het Jaarverslag van Montea nv (het "Verslag") voor de periode van 1 januari 202 4 tot 31 december 202 4 . Samen worden de voorwerpen 1, 2 en 3 in dit rapport aangeduid als "Voorwerpen".
Met uitzondering van wat werd beschreven in voorgaande paragraaf, die de scope van onze opdracht samenvat, hebben we geen assurance werkzaamheden uitgevoerd met betrekking tot de overige duurzaamheidsindicatoren of andere duurzaamheidsgerelateerde informatie die in het Verslag is opgenomen, en bijgevolg drukken we geen conclusie uit over deze informatie
Voor het opstellen van de geselecteerde duurzaamheidsindicatoren zoals opgesomd in Bijlage 1 en opgenomen in het Verslag ("Voorwerp 1") , heeft Montea nv de "Guidelines for the Preparation of the Sustainability Report of the Global Reporting Initiative (GRI) Standards" toegepast, in alle materiële opzichten.
Voor het opstellen van de EPRA sBPR tabellen ("Voorwerp 2") heeft Montea nv de EPRA Sustainability Best Practice Recommendations ("sBPR") toegepast, in alle materiële opzichten.
Ten slotte, voor het opstellen van het de dubbele materialiteitsanalyse heeft Montea de principes van de European Sustainability Reporting Standards ESRS 1, General Requirment 3 "Double materiality as the basis for sustainability disclosures" toegepast, in alle materiële opzichten (hierna "de DMA criteria").
Tesamen worden de "Guidelines fort he Preparation of the Sustainability Report of the Global Reporting Initiative (GRI) Standards" , de EPRA Sustainability Best Practice Recommendations ("sBPR") en de DMA criteria in dit verslag "de Criteria" genoemd.
Het management van Montea is verantwoordelijk voor het selecteren van de Criteria alsook voor het opstellen van de Voorwerpen in overeenstemming met de Criteria, in alle materiële opzichten. Deze verantwoordelijkheid omvat het opzetten en onderhouden van interne controles, het bijhouden van adequate gegevens en het maken van schattingen die relevant zijn voor de voorbereiding van de Onderwerpen, zodanig dat het geen afwijkingen van materieel belang bevat, ongeacht of deze het gevolg zijn van fraude of fouten.
Het is onze verantwoordelijkheid om een conclusie met beperkte mate van zekerheid te formuleren over de Voorwerpen, op basis van het bewijsmateriaal dat we hebben verkregen. Wij hebben onze assurance opdracht uitgevoerd in overeenstemming met de International Standard for Assurance Engagements Other Than Audits or Reviews of Historical Financial Information ("ISAE 3000 herzien"), uitgegeven door de International Auditing and Assurance Standards Board.
Besloten vennootschap Société à responsabilité limitée
RPR Brussel - RPM Bruxelles - BTW -TVA BE0446.334.711 -IBAN N° BE71 2100 9059 0069 *handelend in naam van een vennootschap:/agissant au nom d'une société
A member firm of Ernst & Young Global Limited
EY Bedrijfsrevisoren EY Réviseurs d'Entreprises Kouterveldstraat 7B 001 B-1831 Diegem Tel: +32 (0)2 774 91 11 ey.com
In het kader van de wettelijke controle van de geconsolideerde jaarrekening van Montea nv (de "Vennootschap") en haar dochterondernemingen (samen "de Groep"), brengen wij u verslag uit in het kader van ons mandaat van commissaris. Dit verslag omvat ons oordeel over de geconsolideerde balans op 31 december 202 4, het geconsolideerd overzicht van de gerealiseerde en niet -gerealiseerde resultaten vóór winstverdeling, het geconsolideerd resultaat vóór winstverdeling, het geconsolideerd kasstroomoverzicht en het overzicht van de variaties in het geconsolideerde eigen vermogen en reserves van het boekjaar afgesloten op 31 december 202 4 en over de toelichting, met informatie van materieel belang over de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving (alle stukken gezamenlijk de "Geconsolideerde Jaarrekening") en omvat tevens ons verslag betreffende overige door wet - en regelgeving gestelde eisen.. Deze verslagen zijn één en ondeelbaar.
Wij werden als commissaris benoemd door de algemene vergadering op 17 mei 2022, overeenkomstig het voorstel van het bestuursorgaan uitgebracht op aanbeveling van het auditcomité. Ons mandaat loopt af op de datum van de algemene vergadering die zal beraadslagen over de Geconsolideerde Jaarrekening afgesloten op 31 december 202 4. We hebben de wettelijke controle van de Geconsolideerde Jaarrekening van de Groep uitgevoerd gedurende 1 5 opeenvolgende boekjaren.
Wij hebben de wettelijke controle uitgevoerd van de Geconsolideerde Jaarrekening van Montea nv, die de geconsolideerde balans op 31 december 2024 omvat, alsook het geconsolideerd overzicht van de gerealiseerde en niet -gerealiseerde resultaten vóór winstverdeling, het geconsolideerd resultaat vóór winstverdeling, het geconsolideerd kasstroomoverzicht en het overzicht van de variaties in het geconsolideerde eigen vermogen en reserves over het boekjaar afgesloten op die datum en de toelichting met informatie van materieel belang over de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving, met een geconsolideerd balanstotaal van € 2.885.045 duizend en waarvan de geconsolideerde resultatenrekening afsluit met een netto resultaat van € 171 .525 duizend.
Naar ons oordeel geeft de Geconsolideerde Jaarrekening een getrouw beeld van het geconsolideerde eigen vermogen en van de geconsolideerde financiële positie van de Groep op 31 december 2024, alsook van de geconsolideerde resultaten en de geconsolideerde kasstromen voor het boekjaar dat op die datum is afgesloten, in overeenstemming met de IFRS Accounting Standards zoals goedgekeurd door de Europese Unie en met de in België van toepassing zijnde wettelijke en reglementaire voorschriften .
We hebben onze controle uitgevoerd in overeenstemming met de International Standards on Auditing ("ISA's") die van toepassing zijn in België. Wij hebben bovendien de door International Auditing and Assurance Standards Board ("IAASB") goedgekeurde ISA's toegepast die van toepassing zijn op huidige afsluitingsdatum en nog niet goedgekeurd zijn op nationaal niveau. Onze verantwoordelijkheden uit hoofde van die standaarden zijn nader beschreven in het gedeelte "Onze verantwoordelijkheden voor de controle van de Geconsolideerde Jaarrekening" van ons verslag .


Beoordelingsverslag van de onafhankelijke auditor Montea nv
Een assurance opdracht met beperkte mate van zekerheid die wordt aangegaan in overeenstemming met ISAE 3000 (herzien), omvat het beoordelen van de geschiktheid van het gebruik van de Criteria door de Vennootschap als basis voor de voorbereiding van het Voorwerp, het beoordelen van de risico's op een afwijking van materieel belang, hetzij als gevolg van fraude of van fouten, het formuleren van antwoorden op de beoordeelde risico's in de gegeven omstandigheden, en het evalueren van de algehele presentatie van het Voorwerp .
Een assurance opdracht met beperkte mate van zekerheid is beperkter in scope dan een assurance opdracht met een redelijke mate van zekerheid met betrekking tot de risicobeoordelingsprocedures, met inbegrip van inzicht in de interne controle, en de procedures die worden uitgevoerd als reactie op de beoordeelde risico's.
Een opdracht met een beperkte mate van zekerheid bestaat uit het stellen van vragen, voornamelijk bij personen die verantwoordelijk zijn voor het opstellen van het Voorwerp en de bijbehorende informatie, en het toepassen van analytische en andere passende procedures. Voor een hogere mate van zekerheid, met name een opdracht met een redelijke mate van zekerheid, zouden meer uitgebreide procedures nodig zijn geweest.
Onze conclusie met beperkte mate van zekerheid heeft enkel betrekking tot de Voorwerpen .
We hebben onze onafhankelijkheid behouden en bevestigen dat we hebben voldaan aan de vereisten van de Code of Ethics for Professional Accountants van de International Ethics Standards Board for Accountants, en dat we over de vereiste competenties en ervaring beschikken om deze assurance opdracht uit te voeren.
Ons kantoor past de norm "International Standard on Quality Management 1" toe, die ons verplicht om een systeem van kwaliteitsmanagement op te zetten, te implementeren, en uit te voeren, inclusief met betrekking tot beleidslijnen of procedures tot naleving van ethische vereisten, professionele normen, en toepasselijke wettelijke en regelgevende vereisten.
De werkzaamheden die bij een opdracht met een beperkte mate van zekerheid worden uitgevoerd, zijn verschillend in aard en timing en geringer van omvang dan bij opdrachten voor het verkrijgen van een redelijke mate van zekerheid. Bijgevolg is het niveau van zekerheid dat wordt verkregen bij een opdracht met een beperkte mate van zekerheid aanzienlijk lager dan wanneer een opdracht met een redelijke mate van zekerheid zou zijn uitgevoerd.
Een opdracht met een beperkte mate van zekerheid bestaat uit het inwinnen van inlichtingen, voornamelijk bij personen die verantwoordelijk zijn voor het opstellen van het Voorwerp en de bijbehorende informatie, en het toepassen van analytische en andere passende procedures.

• Het uitvoeren van beperkte detailtests en het herleiden van de inputinformatie tot ondersteunende
Uitgevoerde additionele procedures met betrekking tot Voorwerp 3 omvatten o.a.:
• Beoordeling van de stakeholder engagement en het in kaart brengen van de waardeketen die door ; • Evaluatie van de materialiteitsbeoordeling die door de Vennootschap wordt uitgevoerd aan de hand
.
Voor deze drie Voorwerpen zijn wij van mening dat het verkregen bewijs voldoende en geschikt is om een basis te vormen voor onze conclusie met beperkte mate van zekerheid.
Op basis van onze beoordeling is ons niets onder onze aandacht gekomen dat ons laat vermoeden dat de Voorwerpen, opgenomen in het jaarverslag van Montea nv voor de periode van 1 januari 202 4 tot 31 december 202 4, niet zijn opgesteld, in alle van materieel belang zijnde opzichten, in overeenstemming met de Criteria.
EY Bedrijfsrevisoren BV Vertegenwoordigd door
Christophe Boschmans * Partner
* Handelend in naam van een BV
:
Hoofdstuk 9.5 "GRI content index":
| • | 2-7 |
|---|---|
| • | 2-9 |
| Christophe | Digitally signed by Christophe Boschmans (Signature) |
|---|---|
| Boschmans | DN: cn=Christophe Boschmans (Signature), c=BE |
| (Signature) | Date: 2025.04.17 10:43:05 +02'00' |

| GRI CONTENT INDEX | |||
|---|---|---|---|
| GRI 2 — ALGEMENE STANDAARDEN 2021 | PAGINA | ||
| 2-1 | Detail van de organisatie | 388 ev. | |
| 2-2 | Entiteiten opgenomen in het duurzaamheidsverslag | 382 | |
| 2-3 | Rapporteringsperiode, -frequentie en contactpersoon | 382 | |
| 2-4 | Herformuleringen van informatie | 81 | |
| 2-5 | Externe verificatie | 360-379 | |
| 2-6 | Activiteiten, waardeketen en andere zakenrelaties | 16-25 | |
| 2-7 | Werknemers | 24, 112-117 | |
| 2-9 | Bestuursstructuur en samenstelling | 171 ev. | |
| 2-10 | Benoemings- en selectieproces van het hoogste bestuursorgaan | 171-172 | |
| 2-11 | Voorzitter van het hoogste bestuursorgaan | 172 | |
| 2-12 | Rol van het hoogste bestuursorgaan in de supervisie van impactmanagement | 171-181 | |
| 2-13 | Het delegeren van de verantwoordelijkheid over impactmanagement | 187-189 | |
| 2-14 | Rol van het hoogste bestuursorgaan in rapportering over duurzaamheid | 175-181, 202-205 | |
| 2-15 | Belangenconflicten | 190-193 | |
| 2-16 | Communicatie van 'kritieke zorgen' | 180 | |
| 2-17 | Gezamenlijke kennis van het bestuursorgaan | 172-175 | |
| 2-18 | Evaluatie van het hoogste bestuursorgaan | 181 | |
| 2-19 | Remuneratiebeleid | 196-211 | |
| 2-20 | Proces voor het bepalen van remuneratie | 196-211 | |
| 2-21 | Jaarlijkse totale compensatieratio | 210 | |
| 2-22 | Statement over de duurzaamheidsstrategie | 2 | |
| 2-23 | Policy commitments | 180 | |
| 2-25 | Processen om negatieve impacten aan te pakken | 42-123 | |
| 2-26 | Mechanismen voor advies en bekommernissen | 168 | |
| 2-27 | Naleving van wetten en regelgeving | 168, 189, 230 | |
| 2-28 | Lidmaatschap van verenigingen | 112-121 | |
| 2-30 | Aanpak van het engagement van de stakeholders | 112-121 | |
| GRI 3 — MATERIALITEITEN 2021 | |||
| 3-1 | Proces om de materialiteiten te bepalen | 62-63 | |
| 3-2 | Lijst van materialiteiten | 62-63 | |
| 3-3 | Management van materialiteiten | 42-123 | |
| GRI 200 — INDIRECTE ECONOMISCHE IMPACT | |||
| 203-1 | Investeringen in infrastructuur en ondersteunende diensten | 42-123 |
| GRI 300 — MILIEU-ONDERWERPEN | PAGINA | |
|---|---|---|
| GRI 302 — ENERGIE 2016 | ||
| 302-1 | Energieverbruik in de organisatie | 58-59, 334-339 |
| 302-2 | Energieverbruik buiten de organisatie | 58-59,76-83, 328-333 |
| 302-3 | Energie-intensiteit | 58-83, 328-333 |
| 302-4 | Vermindering van het energieverbruik | 58-83, 328-333 |
| 302-5 | Vermindering van vereiste energie van producten en diensten | 58-83, 328-333 |
| GRI 305 — EMISSIES 2016 | ||
| 305-1 | Directe (Scope 1) broeikasgasemissies | 58-83, 328-333 |
| 305-2 | Energie indirecte (Scope 2) broeikasgasemissies | 58-83, 328-333 |
| 305-3 | Andere indirecte (Scope 3) broeikasgasemissies | 58-83, 328-333 |
| 305-4 | Broeikasgasintensiteit | 58-83, 328-333 |
| 305-5 | Vermindering van broeikasgassen | 58-83, 328-333 |
| GRI 401 — TEWERKSTELLING 2016 | ||
| 401-1 | Aanwervingen en personeelsverloop | 112-115, 340-343 |
| GRI 403 — GEZONDHEID EN VEILIGHEID OP HET WERK 2018 | ||
| 403-1 | Managementsysteem voor gezondheid en veiligheid op het werk | 114-115 |
| 403-3 | Services wat betreft gezondheid en veiligheid op het werk | 114-115 |
| 403-6 | De gezondheid van medewerkers verbeteren | 114-115 |
| 403-9 | Werkgerelateerde blessures | 342-343 |
| 403-10 Werkgerelateerde slechte gezondheid | 342-343 | |
| GRI 404 — TRAINING EN OPLEIDING 2016 | ||
| 404-1 | Gemiddeld aantal opleidingsuren per jaar, per werknemer | 115, 340-341 |
| 404-2 | Programma's om de skills van medewerkers naar een hoger niveau te tillen | 115, 340-341 |
| 404-3 | Percentage medewerkers dat periodieke evaluatiegesprekken en loopbaanontwikkeling krijgt | 115, 340-341 |
| GRI 405 — DIVERSITEIT EN GELIJKE KANSEN 2016 | ||
| 405-1 | Diversiteit binnen het bestuursorgaan en bij de medewerkers | 25, 62-63, 184,188 |
| 405-2 | Ratio van het basissalaris en remuneratie van vrouwen ten opzichte van mannen | 210, 340-341 |
| GRI 413 — LOKALE GEMEENSCHAPPEN 2016 | ||
| 413-1 | Lokaal community engagement, impact assessments en ontwikkelingsprogramma's | 120, 342-343 |
| CRE — BOUW EN VASTGOED | ||
| CRE1 | Energie-intensiteit gebouwen | 58-83, 328-333 |
| CRE3 | Broeikasgasintensiteit gebouwen | 58-83, 328-333 |
| GRI 302 — ENERGIE 2016 | ||
|---|---|---|
| 302-1 | Energieverbruik in de organisatie | 58-59, 334-339 |
| 302-2 | Energieverbruik buiten de organisatie | 58-59,76-83, 328-333 |
| 302-3 | Energie-intensiteit | 58-83, 328-333 |
| 302-4 | Vermindering van het energieverbruik | 58-83, 328-333 |
| 302-5 | Vermindering van vereiste energie van producten en diensten | 58-83, 328-333 |
| GRI 305 — EMISSIES 2016 | ||
| 305-1 | Directe (Scope 1) broeikasgasemissies | 58-83, 328-333 |
| 305-2 | Energie indirecte (Scope 2) broeikasgasemissies | 58-83, 328-333 |
| 305-3 | Andere indirecte (Scope 3) broeikasgasemissies | 58-83, 328-333 |
| 305-4 | Broeikasgasintensiteit | 58-83, 328-333 |
| 305-5 | Vermindering van broeikasgassen | 58-83, 328-333 |
| GRI 401 — TEWERKSTELLING 2016 | ||
| 401-1 | Aanwervingen en personeelsverloop | 112-115, 340-343 |
| GRI 403 — GEZONDHEID EN VEILIGHEID OP HET WERK 2018 | ||
| 403-1 | Managementsysteem voor gezondheid en veiligheid op het werk | 114-115 |
| 403-3 | Services wat betreft gezondheid en veiligheid op het werk | 114-115 |
| 403-6 | De gezondheid van medewerkers verbeteren | 114-115 |
| 403-9 | Werkgerelateerde blessures | 342-343 |
| 403-10 Werkgerelateerde slechte gezondheid | 342-343 | |
| GRI 404 — TRAINING EN OPLEIDING 2016 | ||
| 404-1 | Gemiddeld aantal opleidingsuren per jaar, per werknemer | 115, 340-341 |
| 404-2 | Programma's om de skills van medewerkers naar een hoger niveau te tillen | 115, 340-341 |
| 404-3 | Percentage medewerkers dat periodieke evaluatiegesprekken en loopbaanontwikkeling krijgt | 115, 340-341 |
| GRI 405 — DIVERSITEIT EN GELIJKE KANSEN 2016 | ||
| 405-1 | Diversiteit binnen het bestuursorgaan en bij de medewerkers | 25, 62-63, 184,188 |
| 405-2 | Ratio van het basissalaris en remuneratie van vrouwen ten opzichte van mannen | 210, 340-341 |
| GRI 413 — LOKALE GEMEENSCHAPPEN 2016 | ||
| 413-1 | Lokaal community engagement, impact assessments en ontwikkelingsprogramma's | 120, 342-343 |
| CRE — BOUW EN VASTGOED | ||
| CRE1 | Energie-intensiteit gebouwen | 58-83, 328-333 |
| CRE3 | Broeikasgasintensiteit gebouwen | 58-83, 328-333 |
Montea rapporteert over haar inspanningen inzake ESG in overeenstemming met de EPRA Sustainability Best Practice Recommendations (sBPR).
De rapporteringsperiode van dit verslag is het boekjaar 2024 (1 januari 2024-31 december 2024). Montea publiceert jaarlijks een update van haar duurzaamheidsinspanningen.
In 2024 behoorde 98% van de Montea kantoren in België, Nederland, Frankrijk en Duitsland tot de meetscope.
Wij passen de benadering van operationele controle toe bij het bepalen van onze organisatorische grenzen voor de rapportage tegen de EPRA sBPR's (zie sectie 9.1.2).
Voor de bestaande portefeuille is de dekking weergegeven in onderstaande tabel.
Data van de bevoorradingsgegevens wordt verzameld door een combinatie van energiemonitoringssystemen, extractie van contractgegevens en bevragingen bij huurders. Montea erkent dat de nauwkeurigheid en betrouwbaarheid van de gegevens die ze gebruikt in het kader van het toezicht op de milieuprestatie van haar portefeuille, rechtstreeks gekoppeld is aan de kwaliteit van de ontvangen informatie, mogelijke meetonnauwkeurigheden en andere factoren die de datakwaliteit mogelijk kunnen verminderen. Desondanks streeft Montea naar een voortdurende verbetering van deze datakwaliteit door automatisering, het gebruik van meerdere bronnen als verificatie en de optimalisatie van de monitoringssystemen.
Er werd data geschat. Voor verbruiken en bepaling van de totale emissies van Montea werd data geëxtrapoleerd. Het percentage van de geëxtrapoleerde data werd aangegeven in de EPRA sBPR tabellen.
De CO 2 -emissies werden berekend volgens het Greenhouse Gas (GHG) Protocol. Dat protocol laat bedrijven toe om op een consequente manier hun klimaatimpact te berekenen.

| Coverage | |||
|---|---|---|---|
| 2024 | 2023 | ||
| Elec-Abs | 100% | 100% | |
| DH&C-Abs | 100% | 100% | |
| Fuels-Abs | 100% | 100% | |
| Energy-Int | 100% | 100% | |
| GHG-Int | 100% | 100% | |
| Municipal Water | 100% | 100% | |
| Rain Water | 100% | 100% | |
| Cert-Tot | 100% | 100% | |
| Waste-Abs | 35% | 57% | |
| Waste - proportion by disposal route | 35% | 57% | |
| H&S-Asset | 100% | 100% |
| 2019 | 2023 | 2024 | Difference with reference year |
|
|---|---|---|---|---|
| e | 234 | 171,83 | 178,65 | -24% |
| tCO2 e |
82,2 | 74,11 | ||
| tCO2 e |
5,8 | 14,52 | ||
| tCO2 e |
83,8 | 90,02 |
| 2021 | 2023 | 2024 | Difference with reference year |
|
|---|---|---|---|---|
| Scope 1: /// | 82,2 | 74,11 | ||
| Scope 2: /// | 5,8 | 14,52 | ||
| Scope 3: upstream emissions capital goods |
tCO2 e |
83,8 | 90,02 | |
| tCO2 e/m2 |

| e 21.701,00 11.868,47 12.785,04 -41% tCO2 e/m² 0,019 0,008 0,007 -64% tCO2 e 4.208,91 1.545,65 2.064,37 tCO2 e/m² 0,004 0,001 0,001 tCO2 e 2.510,09 98,38 303,47 tCO2 e/m² 0,002 0,000 0,000 tCO2 e 726,64 320,33 681,74 tCO2 e/m² 0,001 0,000 0,000 tCO2 e 14.255,36 9.904,11 9.735,46 tCO2 e/m² 0,012 0,007 0,005 |
2019 | 2023 | 2024 | Difference with reference year |
|
|---|---|---|---|---|---|
| e/m²] | |||||
| 11.2 | Met de wettelijke controle belaste accountants | 394 |
|---|---|---|
| 11.3 | Vastgoeddeskundigen | 394 |
| 11.4 | Activiteiten op gebied van onderzoek en ontwikkeling | 395 |
| 11.5 | Regelgeving | 395 |
| 11.6 | Transacties met verbonden partijen | 397 |
| 11.7 | Ter inzage beschikbare documenten | 398 |
| 11.8 | Verklaringen | 399 |
| 11.9 | Statuten | 401 |
| 11.10 | Concordantietabel van het universeel registratiedocument | 414 |

Montea heeft dochtervennootschappen in België, Nederland, Frankrijk en Duitsland. De structuur van de groep Montea is opgebouwd uit verscheidene vennootschappen in de verschillende landen waar Montea actief is.
Montea heeft één bijkantoor: Montea SA, met zetel te 75008 Parijs, 18-20 Place de la Madeleine, Frankrijk. Sinds 24 april 2007 heeft dit bijkantoor het SIIC-statuut (Société d'investissement
immobilier cotée) verworven. Voor meer informatie over het SIIC-statuut wordt verwezen naar sectie 11.5.
Op 31 december 2024 omvatte de groep volgende ondernemingen1 :
| Montea SA SIIC (Branch office) 100% |
Montea Nederland B.V. 100% |
||||
|---|---|---|---|---|---|
| SCI Montea France 100% | SFG B.V. 100% | Montea GTE 1 NV 100% | Montea Almere N.V. 100% | ||
| SCI 3R 100% | F.C.B. NV GVBF 100% | Montea GTE 2 GmbH 100% | Montea Rotterdam N.V. 100% |
||
| SCI Sagittaire 100% | Immo Fractal NV GVBF 100% |
Montea GTE 3 S.à.r.l. 100% | Montea Oss N.V. 100% | ||
| SCI Saxo 100% | Challenge Office Park NV 100% |
Montea Green Energy Belgium BV 51% |
Montea Beuningen N.V. 100% |
||
| SCI Sevigné 100% | Montea Amsterdam Holding B.V. 100% |
Montea Services BV 100% | Montea 's Heerenberg N.V. 100% |
||
| SCI Socrate 100% | Montea Holtum I B.V. 100% |
Montea Services Germany GmbH 100% |
Montea Tiel B.V. 100% | ||
| SCI APJ 100% | Montea Holtum II B.V. 100% |
Europand Eindhoven B.V. 100% |
|||
| SCI Montea Mesnil 1 100% |
Montea Panoven I B.V. 100% |
Montea Logistics I B.V. 100% |
|||
| Montea Green Energy France 100% |
Montea Panoven II B.V. 100% |
Montea Logistics II B.V. 100% |
|||
| Montea Panoven III B.V. 100% |
Montea Logistics III B.V. 100% |
||||
| Montea Panoven IV B.V. 100% |
|||||
| Montea Waddinxveen B.V. 100% |
Montea Panoven V B.V. 100% |
||||
| Montea Amsterdam Amstel B.V. 100% |
Montea Panoven VI B.V. 100% |
(1) Deze lijst bevat Immo Fractal NV GVBF die werd opgefuseerd naar Montea per 31/12/2024 (middernacht).
| Naam | Montea |
|---|---|
| Rechtsvorm | Naamloze vennootschap opgericht als openbare gereglementeerde vennootschap naar Belgisch recht. Vergund als GVV sinds 30 september 2014 (voorheen actief als zgn. vastgoedbevak, sinds 1 oktober 2006) |
| Zetel | Industrielaan 27, bus 6, 9320 Erembodegem (Aalst), België |
| Ondernemingsnummer | 0417.186.211 |
| BTW-nr. | BE0417.186.211 |
| Bevoegd rechtspersonenregister | Rechtspersonenregister Gent, afdeling Dendermonde |
| LEI | 5493006K5LQDD0GK1T60 |
| Oprichtingsdatum | 26 februari 1977 |
| Startdatum notering gereglementeerde markt | Euronext Brussel sinds oktober 2006 en Euronext Parijs sinds december 2006 (ISIN-code: BE0003853703) |
| Datum laatste statutenwijziging | 28 oktober 2024 (statuten te consulteren op website) |
| Telefoonnr. | +32 (0) 53 82 62 62 |
| E-mailadres | [email protected] |
| Website | www.montea.be |
| De informatie op de website vormt geen deel van dit jaarlijks verslag tenzij die informatie uitdrukkelijk via verwijzing in dit jaarlijks verslag is opgenomen. |
De gegevens van de Montea groepsvennootschappen op 31 december 2024 zijn als volgt:
| Naam | Adres | Land BTW-nummer | Aandeelhouderschap (%) | |
|---|---|---|---|---|
| Montea NV | Industrielaan 27, bus 6, 9320 Erembodegem (Aalst) BE | BE0417186211 | n.v.t.1 | |
| Montea Management NV | Industrielaan 27, bus 6, 9320 Erembodegem (Aalst) BE | BE0882872026 | n.v.t.2 | |
| Montea Services BV | Industrielaan 27, bus 6, 9320 Erembodegem (Aalst) BE | BE0742845794 | 100% | |
| Montea GTE 1 NV | Industrielaan 27, bus 6, 9320 Erembodegem (Aalst) BE | BE0757964037 | 100% | |
| Challenge Office Park NV | Industrielaan 27, bus 6, 9320 Erembodegem (Aalst) BE | BE0473589929 | 100% | |
| F.C.B. NV GVBF | Industrielaan 27, bus 6, 9320 Erembodegem (Aalst) BE | BE0440810659 | 100% | |
| Immo Fractal NV GVBF | Industrielaan 27, bus 6, 9320 Erembodegem (Aalst) BE | BE0826871847 | 100% | |
| Montea Green Energy Belgium BV Industrielaan 27, bus 6, 9320 Erembodegem (Aalst) BE | BE1016870695 | 51% | ||
| Montea GTE3 S.à.r.l. | Boulevard F.W. Raiffeisen 17, 2411 Luxembourg | LU | B205227 | 100% |
| SFG B.V. | EnTrada, Ellen Pankhurstraat 1c, 5032 MD Tilburg | NL | NL853810151B01 | 100% |
| Montea Nederland B.V. | EnTrada, Ellen Pankhurstraat 1c, 5032 MD Tilburg | NL | NL853208785B01 | 100% |
| Weesperzijde 33, 1091 ED Amsterdam | ||||
| Montea Almere N.V. | EnTrada, Ellen Pankhurstraat 1c, 5032 MD Tilburg | NL | NL853209625B01 | 100% |
| Montea Rotterdam N.V. | EnTrada, Ellen Pankhurstraat 1c, 5032 MD Tilburg | NL | NL853631712B01 | 100% |
| Montea Oss N.V. | EnTrada, Ellen Pankhurstraat 1c, 5032 MD Tilburg | NL | NL854488522B01 | 100% |
| Montea Beuningen N.V. | EnTrada, Ellen Pankhurstraat 1c, 5032 MD Tilburg | NL | NL854488339B01 | 100% |
| Montea 's Heerenberg N.V. | EnTrada, Ellen Pankhurstraat 1c, 5032 MD Tilburg | NL | NL854800232B01 | 100% |
| Montea Tiel B.V. | EnTrada, Ellen Pankhurstraat 1c, 5032 MD Tilburg | NL | NL859569238B01 | 100% |
| Europand Eindhoven B.V. | EnTrada, Ellen Pankhurstraat 1c, 5032 MD Tilburg | NL | NL814882651B01 | 100% |
| Montea Logistics I B.V. | EnTrada, Ellen Pankhurstraat 1c, 5032 MD Tilburg | NL | NL861408470B01 | 100% |
| Montea Logistics II B.V. | EnTrada, Ellen Pankhurstraat 1c, 5032 MD Tilburg | NL | NL863491546B01 | 100% |
| Montea Logistics III B.V. | EnTrada, Ellen Pankhurstraat 1c, 5032 MD Tilburg | NL | NL863501874B01 | 100% |
| Montea Amsterdam Holding B.V. EnTrada, Ellen Pankhurstraat 1c, 5032 MD Tilburg | NL | NL 8645 3315 9B01 100% | ||
| Montea Holtum I B.V. | EnTrada, Ellen Pankhurstraat 1c, 5032 MD Tilburg | NL | NL 8645 3603 3B01 100% | |
| Montea Holtum II B.V. | EnTrada, Ellen Pankhurstraat 1c, 5032 MD Tilburg | NL | NL 8645 3589 2B01 100% | |
| Montea Panoven I B.V. | EnTrada, Ellen Pankhurstraat 1c, 5032 MD Tilburg | NL | NL 8645 6826 5B01 100% | |
| Montea Panoven II B.V. | EnTrada, Ellen Pankhurstraat 1c, 5032 MD Tilburg | NL | NL 8645 6818 6B01 100% | |
| Montea Panoven III B.V. | EnTrada, Ellen Pankhurstraat 1c, 5032 MD Tilburg | NL | NL 8645 6822 8B01 100% | |
| Montea Panoven IV B.V. | EnTrada, Ellen Pankhurstraat 1c, 5032 MD Tilburg | NL | NL 8645 6838 1B01 100% | |
| Montea Panoven V B.V. | EnTrada, Ellen Pankhurstraat 1c, 5032 MD Tilburg | NL | NL 8645 3709 8B01 100% | |
| Montea Panoven VI B.V. | EnTrada, Ellen Pankhurstraat 1c, 5032 MD Tilburg | NL | NL 8645 3660 4B01 100% |
(1) Voor overzicht aandeelhoudersstructuur van Montea, zie sectie 6.2.2. (2) Enige Bestuurder van Montea, houdt 1 aandeel in Montea.

(d) éénenveertig miljoen zevenduizend vierhonderdtachtig euro achtenzeventig eurocent (€ 41.007.480,78) voor een (i) een kapitaalverhoging via een inbreng in natura anders dan bedoeld onder lid (b) hierboven, of (ii) enige andere vorm van kapitaalverhoging niet vervat onder lid (a) t.e.m. (c) hierboven; met dien verstande dat het bestuursorgaan in elk geval het kapitaal nooit zal kunnen verhogen met meer dan het maximumbedrag van vierhonderd en tien miljoen vierenzeventigduizend achthonderd en zeven euro zevenenzeventig eurocent (€ 410.074.807,77).
Deze machtiging werd verleend voor een periode van vijf jaar vanaf de bekendmaking van het proces-verbaal van de buitengewone algemene vergadering, zijnde tot 13 februari 2029. Tot op heden werd vier maal gebruik gemaakt van deze machtiging als volgt:
| cent (€ 413.099.109,56) op vierhonderdeenentwintig miljoen vijfhonderdvierenzestigduizend vijfhonderddrieënnegentig euro vierennegentig cent (€ 421.564.593,94) te brengen, door de uitgifte van vierhonderdvijftienduizend driehonderdvierentachtig (415.384) nieuwe aandelen, zonder aanduiding van nominale waarde, waarvan honderdenachtduizend vijfhonderdeenenzestig (108.561) aandelen op naam en driehonderdenzesduizend achthonderddrieëntwintig (306.823) gedematerialiseerde aandelen), welke kaptaalverhoging gepaard ging met een uitgiftepremie van drieëntwintig miljoen eenenzeventigduizend tweehonderdnegenennegentig euro |
|---|
| zevenenzestig cent (€ 23.071.299,67). |
| • Bij besluit van de enige bestuurder van 24 september 2024, |
| gevolgd door een vaststellingsakte van 8 oktober 2024, werd het kapitaal van de vennootschap voorts verhoogd, |
| in het kader van het toegestaan kapitaal, overeenkomstig |
| sub (a) van onderhavig artikel, met zesenveertig miljoen |
| achthonderd veertigduizend vijfhonderd en één euro |
| achtendertig cent (€ 46.840.501,38), om het van vierhonderd |
| eenentwintig miljoen vijfhonderd vierenzestigduizend |
| vijfhonderd drieënnegentig euro vierennegentig cent |
| (€ 421.564.593,94) op vierhonderd achtenzestig miljoen |
| vierhonderd vijfduizend vijfennegentig euro tweeëndertig |
| cent (€ 468.405.095,32) te brengen, door de uitgifte van twee |
| miljoen tweehonderd achtennegentigduizend driehonderd |
| drieënzestig (2.298.363) nieuwe aandelen, zonder |
| aanduiding van nominale waarde, waarvan driehonderd |
| negenendertigduizend zevenhonderd vierenzestig |
| (339.764) aandelen op naam en één miljoen negenhonderd |
| achtenvijftigduizend vijfhonderd negenennegentig |
| (1.958.599) gedematerialiseerde aandelen), welke kaptaalverhoging gepaard ging met een uitgiftepremie van |
| honderd zeven miljoen honderd negenenveertigduizend |
| achthonderd negentien euro tweeënzestig cent |
| (€ 107.149.819,62). |
| • Bij besluit van de enige bestuurder van 28 oktober 2024, |
| werd het kapitaal van de vennootschap verhoogd, in het |
| kader van het toegestaan kapitaal, door een inbreng in |
| natura overeenkomstig sub (d) van onderhavig artikel, |
| met drie miljoen zevenduizend zeshonderddertig euro |
| zevenentachtig eurocent (€ 3.007.630,87), om het te |
| brengen van vierhonderd achtenzestig miljoen vierhonderd |
| vijfduizend vijfennegentig euro tweeëndertig eurocent |
| (€ 468.405.095,32) op vierhonderdeenenzeventig miljoen |
| vierhonderdentwaalfduizend zevenhonderdzesentwintig euro negentien eurocent (€ 471.412.726,19), door de uitgifte van |
Het geconsolideerde kapitaal van Montea op 31 december 2024 bedraagt € 471.412.726,19 inclusief de kosten van de kapitaalverhoging en de variaties in waarde van de eigen aandelen.
Het kapitaal wordt vertegenwoordigd door 23.131.212 volledig volstorte gewone aandelen zonder nominale waarde. Er zijn geen bevoorrechte aandelen. Elk van deze aandelen verleent één stemrecht op de algemene vergadering (met uitzondering van de eigen aandelen van de Vennootschap waarvan het stemrecht is geschorst). Deze aandelen vertegenwoordigen de noemer voor doeleinden van kennisgevingen in het kader van de Transparantiereglementering.
Het kapitaal kan verhoogd of verminderd worden conform de wettelijke bepalingen en de statuten. De Enige Bestuurder heeft tevens de bevoegdheid om het kapitaal te verhogen binnen de verleende machtiging i.v.m. het toegestane kapitaal.
De Enige Bestuurder is door de buitengewone algemene vergadering van 25 januari 2024 gemachtigd om het kapitaal in één of meerdere malen te verhogen op de data en overeenkomstig de modaliteiten die hij zal bepalen conform de toepasselijke wetgeving, met een maximumbedrag van:
| Naam | Adres | Land BTW-nummer | Aandeelhouderschap (%) | |
|---|---|---|---|---|
| Montea Waddinxveen B.V. | EnTrada, Ellen Pankhurstraat 1c, 5032 MD Tilburg NL | NL 8654 7058 3B01 100% | ||
| Montea Amsterdam Amstel B.V. | EnTrada, Ellen Pankhurstraat 1c, 5032 MD Tilburg NL | NL 8656 4621 1B01 100% | ||
| Montea GTE 2 GmbH | Beiertheimer Allee 72, 76137 Karlsruhe | DE | DE328815225 | 100% |
| Montea Services Germany GmbH | Beiertheimer Allee 72, 76137 Karlsruhe | DE | DE358010932 | 100% |
| Montea SA SIIC (Bijkantoor) | 75008 Parijs, 18-20 Place de la Madeleine | FR | FR06497673145 | 100% |
| SCI Montea France1 | 75008 Parijs, 18-20 Place de la Madeleine | FR | FR33493288948 | 100%2 |
| SCI 3R | 75008 Parijs, 18-20 Place de la Madeleine | FR | FR44400790366 | 100% |
| SCI Sagittaire | 75008 Parijs, 18-20 Place de la Madeleine | FR | FR79433787967 | 100% |
| SCI Saxo | 75008 Parijs, 18-20 Place de la Madeleine | FR | FR23485123129 | 100% |
| SCI Sévigné | 75008 Parijs, 18-20 Place de la Madeleine | FR | FR48438357659 | 100% |
| SCI Socrate | 75008 Parijs, 18-20 Place de la Madeleine | FR | FR16481979292 | 100% |
| SCI APJ | 75008 Parijs, 18-20 Place de la Madeleine | FR | FR25435365945 | 100% |
| SCI MM1 | 75008 Parijs, 18-20 Place de la Madeleine | FR | FR82393856463 | 100% |
| SAS Montea Green Energy France | 75008 Parijs, 18-20 Place de la Madeleine | FR | FR69889967162 | 100% |
(2) De negen Franse groepsvennootsschappen worden voor 100% aangehouden door Montea SA (bijkantoor) die op haar beurt wordt gecontroleerd door Montea.
(3) Een 'perimetervennootschap' is een term die wordt gebruikt in de GVV Wet en het GVV KB en verwijst naar een vennootschap waarin een GVV rechtstreeks of onrechtstreeks meer dan
bedrag van het kapitaal op het ogenblik van de beslissing tot kapitaalverhoging;
(1) Société Civile Immobilière of burgerlijke vastgoedvennootschap.
honderdzevenenveertigduizend vijfhonderdachtenzeventig (147.578) nieuwe aandelen, zonder aanduiding van nominale waarde, waarvan veertienduizend zevenhonderdachtenvijftig (14.758) aandelen op naam en honderdtweeëndertigduizend achthonderdtwintig (132.820) gedematerialiseerde aandelen, welke kaptaalverhoging gepaard ging met een uitgiftepremie van zeven miljoen achthonderdtweeëenveertigduizend driehonderdnegenenzestig euro dertien eurocent (€ 7.842.369,13).
De commissaris wordt aangesteld door de algemene vergadering van aandeelhouders en wordt gekozen uit de lijst van door de FSMA erkende commissarissen.
De commissaris van Montea is EY Bedrijfsrevisoren BV, met zetel te 1831 Diegem, Kouterveldstraat 7B 001, vertegenwoordigd door de heer Christophe Boschmans (handelend in naam van een BV). Het commissarismandaat van EY Bedrijfsrevisoren loopt tot de jaarlijkse algemene vergadering van 2025 en heeft betrekking op de audit van de boekjaren 2022 t.e.m. 2024. Het wordt aan de jaarlijkse algemene vergadering van 20 mei 2025 voorgesteld om het commissarismandaat van EY Bedrijfsrevisoren BV te verlengen voor een bijkomende periode van drie jaar (audit van de boekjaren 2025 t.e.m. 2027).
Het mandaat van de commissaris bestaat uit de controle van de geconsolideerde en van de enkelvoudige jaarrekening van Montea, alsook van de overige Belgische dochtervennootschappen van de Montea groep. Daarenboven voert de commissaris de opdrachten uit zoals voorgeschreven door het WVV, de GVV Wet en het GVV KB. Bovendien zal aan de jaarlijkse algemene vergadering van 20 mei 2025 worden gevraagd, in de mate dat Montea hiertoe wettelijk vereist zou zijn, om EY Bedrijfsrevisoren BV te benoemen om de nodige auditwerkzaamheden uit te voeren i.v.m. de duurzaamheidsinformatie over de boekjaren 2025 t.e.m. 2027, in lijn met de vereisten gesteld door de CSRD en toepasselijke Belgische wetgeving.
Montea bevestigt dat de commissaris heeft ingestemd met de opname van zijn verslag in dit jaarlijks verslag en met de vorm of context waarin dit verslag is opgenomen. De berekeningsbasis voor het ereloon van de commissaris is een vaste jaarlijkse vergoeding. Voor het boekjaar dat werd
afgesloten op 31 december 2024 bedraagt het vaste ereloon van de commissaris EY Bedrijfsrevisoren BV, voor het onderzoek en de controle van de enkelvoudige en geconsolideerde rekeningen van de groep Montea € 75.660,00 (excl. btw). Naast het vermelde ereloon werden volgende andere controlewerkzaamheden door de commissaris uitgevoerd:
Artikel 24 van de GVV Wet bepaalt dat de GVV haar vastgoed moet laten waarderen door één of meerdere onafhankelijke vastgoeddeskundigen. De deskundige treedt op in volle onafhankelijkheid, bezit de voor vastgoedwaardering vereiste professionele betrouwbaarheid en passende ervaring en beschikt over een geschikte organisatie voor zijn opdrachten. De deskundige wordt aangeduid voor een hernieuwbare termijn van drie jaar. Hij mag slechts gedurende maximaal drie jaar met de waardering van een bepaald vastgoed worden belast.
Montea heeft twee vastgoeddeskundigen:
Overeenkomstig artikel 47 van de GVV Wet waarderen de vastgoeddeskundigen op het einde van elk boekjaar de vastgoedportefeuille van de GVV en haar perimetervennootschappen. Bovendien actualiseert de vastgoeddeskundige op het eind van elk van de eerste drie kwartelen de totale waardering die op het einde van het voorgaande jaar werd opgesteld, in functie van de marktevolutie en de kenmerken van het betrokken vastgoed. Ten slotte wordt elk vastgoed dat de GVV (of haar perimetervennootschappen) verwerft of verkoopt door de vastgoeddeskundige gewaardeerd overeenkomstig de bepalingen van artikel 47 van de GVV Wet, vooraleer de verrichting plaatsvindt.
Overeenkomstig artikel 24, lid 4 van de GVV Wet, mag de vergoeding van de vastgoeddeskundige rechtstreeks noch onrechtstreeks verband houden met de waarde van het door hem gewaardeerde vastgoed. Het ereloon van de vastgoeddeskundige wordt berekend op basis van een vaste kost per site in België, Nederland, Frankrijk en Duitsland. De vastgoeddeskundige kan daarnaast erelonen ontvangen in het kader van specifieke opdrachten.
Voor het boekjaar dat werd afgesloten op 31 december 2024 bedroeg het totaal aan erelonen dat werd betaald in het kader van deze opdrachten € 305.655 (excl. btw).
Montea bevestigt dat de vastgoeddeskundigen hebben ingestemd met de opname van hun verslag in dit jaarlijks verslag en met de vorm of context waarin dit verslag is opgenomen.
Montea heeft in 2024 geen onderzoeks- en ontwikkelingsactiviteiten uitgeoefend zoals bedoeld in artikelen 3:6 en 3:32 WVV.
Montea is een openbare gereglementeerde vastgoedvennootschap naar Belgisch recht, genoteerd op Euronext Brussels en Euronext Paris.
Als openbare gereglementeerde vastgoedvennootschap naar Belgisch recht is Montea onderworpen aan het WVV, de GVV Wet en het GVV KB. Als beursgenoteerde onderneming is zij tevens onderworpen aan alle relevante wetgeving in dat verband (inclusief, maar niet beperkt tot, de Transparantiereglementering). Gelet op haar rechtsvorm staat Montea onder het toezicht van de FSMA. Bepaalde vennootschappen van de Montea groep hebben een specifiek juridische rechtsvorm aangenomen zodat ook met de hierop toepasselijke bijzondere wet- en regelgeving dient rekening te worden gehouden:
De details van elk van die juridische rechtsvormen worden hieronder toegelicht.
Het statuut van de gereglementeerde vastgoedvennootschap, die door de GVV Wet werd ingevoerd, maakt de oprichting in België mogelijk van vennootschappen voor de belegging in vastgoed zoals die in tal van andere landen bestaan: Real Estate Investments Trusts (REITs) in de Verenigde Staten, G-REITs in Duitsland, Sociétés d'Investissements Immobiliers Cotées (SIIC) in Frankrijk en UK-REITs in het Verenigd Koninkrijk.
(1) Voor meer informatie over het FBI statuut m.b.t. de betrokken Montea vennootschappen, zie sectie 8.2.3.
De gespecialiseerde vastgoedbeleggingsfondsen vallen onder het GVBF KB. Tot 31/12/2024 waren er twee vennootschappen van de Montea groep die het GVBF-statuut hadden aangenomen, zijnde F.C.B. NV en Immo Fractal NV. Immo Fractal NV fusioneerde op 31/12/2024 met Montea NV door een met fusie door overneming gelijkgestelde verrichting.
Montea heeft eveneens een bijkantoor in Frankrijk met het statuut van SIIC (Société d'Investissements Immobiliers Cotée).
De fiscale kenmerken van de GVV en de SIIC zijn vrij gelijklopend. In het bijzonder zijn zij beiden vrijgesteld van vennootschapsbelasting op de jaarlijkse inkomsten en op de gerealiseerde meerwaarden, met dien verstande dat winsten uit andere activiteiten dan de verhuur of verkoop van vastgoed wel onderworpen zijn aan de vennootschapsbelasting.
• vrijstelling van vennootschapsbelasting op het winstaandeel dat afkomstig is uit (i) de verhuur van gebouwen, (ii) de gerealiseerde meerwaarden op de verkoop van gebouwen, (iii) de gerealiseerde meerwaarden op de verkoop van effecten in dochtervennootschappen die voor het SIIC-
statuut hebben geopteerd of in personenvennootschappen met een zelfde doel, (iv) opbrengsten die worden uitgekeerd door hun dochtervennootschappen die geopteerd hebben voor het SIIC-statuut, en (v) het aandeel in de winst in personenvennootschappen die een vastgoedactiviteit uitoefenen;
Voor het realiseren van haar vastgoedinvesteringen in Nederland hebben Montea Nederland B.V. en haar dochtervennootschappen het statuut van FBI voor de boekjaren 2015 t.e.m. 2023 definitief verkregen. Ondersteund door het Europese recht en de toekenning van het statuut voor de jaren 2015 t.e.m. 2023, blijft de inzet van Montea erop gericht om in Nederland ook voor 2024 het FBI-statuut toe te kunnen passen. De belastingaangiften zullen dan ook als FBI worden ingediend t.e.m. 2024.
Gelet op gewijzigde Nederlandse wetgeving kunnen FBI's vanaf 2025 niet langer rechtstreeks in Nederlands vastgoed beleggen. Dit impliceert dat Montea Nederland B.V. en haar dochtervennootschappen vanaf 2025 niet langer aanspraak kunnen maken op het FBI-statuut. De Nederlandse Belastingdienst trof flankerende maatregelen om het herstructureren van vastgoed-FBI's te faciliteren, zoals bijvoorbeeld vrijstelling van overdrachtsbelasting.
Voor een overzicht van de transacties tussen Montea en met haar verbonden partijen, wordt verwezen naar sectie 7.4 (met betrekking tot belangenconflicten) en sectie 9.2.5 (Toelichting 42).
De statuten en akte van oprichting van Montea kunnen worden geraadpleegd op de website, de statutendatabank en op de griffie van de ondernemingsrechtbank van Gent, afdeling Dendermonde.
De statutaire en geconsolideerde rekeningen van Montea worden neergelegd bij de Nationale Bank van België, in overeenstemming met de wettelijke bepalingen ter zake. De beslissingen op het vlak van benoeming en ontslag van leden van de raad van bestuur worden gepubliceerd in de bijlagen bij het Belgisch Staatsblad.
De oproepingen van de algemene vergaderingen worden gepubliceerd in de bijlagen bij het Belgisch Staatsblad en in een financieel dagblad.
Minstens gedurende de geldigheidsduur van dit jaarlijks verslag kunnen de volgende documenten geraadpleegd worden op de
Die informatie blijft toegankelijk op de website van Montea gedurende een periode van minstens vijf jaar te rekenen vanaf de datum van de algemene vergadering waarop zij betrekking heeft.

De Enige Bestuurder van Montea is verantwoordelijk voor de in dit jaarlijks verslag verstrekte informatie.
Als bevoegde autoriteit overeenkomstig de Prospectusverordening keurde de FSMA het registratiedocument van Montea voor twee opeenvolgende boekjaren goed. De laatste goedkeuring dateert van 26 juli 2018. De FSMA keurt het registratiedocument enkel goed wanneer voldaan is aan de in diezelfde Verordening neergelegde normen inzake volledigheid, begrijpelijkheid en consistentie. Deze goedkeuring mag niet worden beschouwd als een goedkeuring van de uitgevende instelling waarop dit registratiedocument betrekking heeft. Montea opteert sinds 2019 om zonder voorafgaande goedkeuring haar universeel registratiedocument te deponeren overeenkomstig artikel 9 van de Prospectusverordening. Dit universeel registratiedocument werd, zonder voorafgaande goedkeuring, op 17 april 2025 gedeponeerd bij de FSMA. Overeenkomstig de Prospectusverordening doet dit universeel registratiedocument ook dienst als jaarlijks financieel verslag. Dit universeel registratiedocument mag gebruikt worden in het kader van een openbare aanbieding van beleggingsinstrumenten en de toelating van beleggingsinstrumenten tot de verhandeling op een gereglementeerde markt in de mate dat de vereisten van de Prospectusverordening worden nageleefd.
De informatie die beschikbaar wordt gesteld via de website vormt geen deel van dit universeel registratiedocument tenzij die informatie uitdrukkelijk per verwijzing werd opgenomen.
De Enige Bestuurder verklaart in naam en voor rekening van Montea dat, na het treffen van alle redelijke maatregelen om zulks te garanderen, en voor zover haar bekend, de gegevens in dit jaarverslag in overeenstemming zijn met de werkelijkheid en dat geen gegevens zijn weggelaten waarvan de vermelding de strekking van dit jaarverslag zou wijzigen en dat, voor zover haar bekend:
| toepasselijke standaarden voor jaarrekeningen, een getrouw |
|---|
• het jaarverslag een getrouw overzicht geeft van de ontwikkeling en de resultaten van het bedrijf en van de positie van Montea en de in consolidatie opgenomen ondernemingen, alsmede een beschrijving van de voornaamste risico's en onzekerheden waarmee zij geconfronteerd worden.
11.8.3.1 Verklaring met betrekking
Montea dat de inlichtingen verstrekt door de vastgoeddeskundigen en de erkende commissaris getrouw werden overgenomen.
Voor zover de Enige Bestuurder op de hoogte is en in staat is om dit te verzekeren in het licht van gegevens die door derde partijen werden gepubliceerd, werd geen enkel feit weggelaten waardoor de weergegeven informatie onjuist of misleidend zou worden.
Dit jaarlijks verslag omvat verklaringen die betrekking hebben op de toekomst. Dergelijke verklaringen zijn gebaseerd op schattingen en vooruitzichten van de Vennootschap en bevatten van nature onbekende risico's, onzekere elementen en andere factoren die tot gevolg zouden kunnen hebben dat de resultaten, de financiële toestand, de performantie en de huidige verwezenlijkingen zullen verschillen van deze die uitgedrukt of impliciet zijn meegedeeld in deze op de toekomstgerichte verklaringen. Gelet op die onzekere factoren houden de op de toekomstgerichte verklaringen geen enkele garantie in.
De jaarlijkse financiële verslagen van de voorbije vijf jaar, die de statutaire en geconsolideerde jaarrekeningen en de verslagen van de commissaris omvatten evenals de halfjaarlijkse financiële verslagen kunnen geraadpleegd worden op de website.
In dit jaarlijks verslag wordt ook informatie opgenomen met betrekking tot voorgaande jaren (2022 en 2023). Onderstaande tabel geeft een overzicht weer van waar deze informatie in de betrokken jaarlijkse financiële verslagen gevonden kan worden: 11.9 Statuten De meest recente versie van de statuten van Montea dateert van 28 oktober 2024 naar aanleiding van de statutenwijziging i.v.m. de kapitaalverhoging binnen het toegestane kapitaal volgend op de inbreng in natura van de site gelegen te Luithagen, Antwerpen. Elke wijziging van de statuten van Montea dient te gebeuren conform de regels uiteengezet in het WVV, de GVV Wet en het GVV KB. TITEL I – AARD VAN DE VENNOOTSCHAP Artikel 1 – Vorm en benaming 1.1. De Vennootschap heeft de vorm van een naamloze vennootschap met de benaming: "Montea". 1.2. De Vennootschap is een openbare gereglementeerde vastgoedvennootschap (afgekort, "openbare GVV") in de zin van de wet van 12 mei 2014 betreffende de gereglementeerde vastgoedvennootschappen, zoals van tijd tot tijd gewijzigd (hierna de "GVV wet" genoemd) waarvan de aandelen zijn toegelaten tot de verhandeling op een gereglementeerde markt en die haar financiële middelen in België of in het buitenland aantrekt via een openbaar aanbod van aandelen. De benaming van de Vennootschap wordt voorafgegaan of gevolgd door de woorden "openbare gereglementeerde vastgoedvennootschap naar Belgisch recht" of "Openbare GVV naar Belgisch recht" en alle documenten die van de Vennootschap uitgaan bevatten dezelfde vermelding. De Vennootschap is onderworpen aan de GVV wet en aan het koninklijk besluit van 13 juli 2014 betreffende de gereglementeerde vastgoedvennootschappen, zoals van tijd tot tijd gewijzigd (hierna het "GVV koninklijk besluit" genoemd) (deze wet en dit koninklijk besluit worden hierna samen "de GVV wetgeving" genoemd). Artikel 2 – Zetel, e-mailadres en website De zetel is gevestigd in het Vlaams Gewest. Het bestuursorgaan is bevoegd de zetel van de Vennootschap binnen België te verplaatsen voor zover die verplaatsing overeenkomstig de toepasselijke taalwetgeving niet verplicht tot een wijziging van de taal van de statuten. Dergelijke beslissing vereist geen statutenwijziging, tenzij de zetel van de Vennootschap wordt verplaatst naar een ander Gewest. In dat laatste geval is het bestuursorgaan bevoegd om tot de statutenwijziging te beslissen. Indien ten gevolge van de verplaatsing van de zetel de taal van vergadering deze beslissing nemen met inachtneming van de vereisten voor een statutenwijziging. De Vennootschap kan bij eenvoudig besluit van het bestuursorgaan zowel in België als in het buitenland, administratieve zetels, filialen of agentschappen oprichten. Het e-mailadres van de Vennootschap is: [email protected]. De website van de Vennootschap is: www.montea.com Het bestuursorgaan kan het e-mailadres en de website van de Vennootschap wijzigen in overeenstemming met het Wetboek van vennootschappen en verenigingen. Artikel 3 – Voorwerp 3.1. De Vennootschap heeft als uitsluitend voorwerp: (a) om, rechtstreeks of via een vennootschap waarin zij een deelneming bezit overeenkomstig de bepalingen van de GVV wet en de ter uitvoering ervan genomen besluiten en reglementen, onroerende goederen ter beschikking te stellen van gebruikers; en (b) om, binnen de grenzen van de GVV wetgeving, vastgoed te bezitten in de zin van de GVV wetgeving. Als de GVV wetgeving in de toekomst zou wijzigen en andere soorten activa zou aanduiden als vastgoed in de zin van de GVV wetgeving, zal de Vennootschap ook in die bijkomende soorten activa mogen investeren. (c) het op lange termijn rechtstreeks, of via een vennootschap waarin zij een deelneming bezit overeenkomstig de bepalingen van de GVV wetgeving, desgevallend in samenwerking met derden, met een publieke opdrachtgever afsluiten van of toetreden tot één of meerdere: (i) DBF-overeenkomsten, de zogenaamde "Design, Build, Finance" overeenkomsten; (ii) DB(F)M-overeenkomsten, de zogenaamde "Design, Build, (Finance) and Maintain" overeenkomsten; (iii) DBF(M)O-overeenkomsten, de zogenaamde "Design, Build, Finance, (Maintain) and Operate" overeenkomsten; en/of (iv) overeenkomsten voor concessie van openbare werken met betrekking tot gebouwen en/of andere infrastructuur van onroerende aard en daarop betrekking hebbende diensten, en op basis waarvan:
de statuten moet worden gewijzigd, kan enkel de algemene
| Pagina | |||
|---|---|---|---|
| JAARLIJKS FINANCIEEL VERSLAG 2022 | |||
| Kerncijfers | Sectie 5.1.1 pag. 104 | ||
| Vastgoedportefeuille | Sectie 5.1.3.2 pag. 115 | ||
| Kernratio's | Sectie 9.3.5 pag. 322 | ||
| Verkorte geconsolideerde resultatenrekening | Sectie 5.1.3.2 pag. 111 | ||
| Verkorte geconsolideerde balans | Sectie 5.1.3.3 pag. 114 | ||
| Beursperformantie | Sectie 6.1 pag. 149 | ||
| Geconsolideerde en enkelvoudige jaarrekening | Sectie 9 pag. 223 | ||
| Verslag van de commissaris Sectie 10.4 pag. 391 |
|||
| JAARLIJKS FINANCIEEL VERSLAG 2023 | |||
| Kerncijfers | Sectie 4.1.1 pag. 100 | ||
| Vastgoedportefeuille | Sectie 4.1.3 pag. 108-111 | ||
| Kernratio's | Sectie 8.3.5 pag. 269 | ||
| Verkorte geconsolideerde resultatenrekening | Sectie 4.1.3 pag. 105 | ||
| Verkorte geconsolideerde balans | Sectie 4.1.3 pag. 108 | ||
| Beursperformantie | Sectie 5.1 pag. 128 | ||
| Geconsolideerde en enkelvoudige jaarrekening | Sectie 8 pag. 188 ev. | ||
| Verslag van de commissaris | Sectie 9.4 pag. 336 | ||
| JAARLIJKS FINANCIEEL VERSLAG 2024 | |||
| Kerncijfers | Sectie 5.1.1 pag. 132 | ||
| Vastgoedportefeuille | Sectie 5.1.3 pag. 140-143 | ||
| Kernratio's | Sectie 9.3.5 pag. 301 | ||
| Verkorte geconsolideerde resultatenrekening | Sectie 5.1.3 pag. 137 | ||
| Verkorte geconsolideerde balans | Sectie 5.1.3 pag. 140 | ||
| Beursperformantie | Sectie 6.1 pag. 162 | ||
| Geconsolideerde en enkelvoudige jaarrekening | Sectie 9 pag. 224 | ||
| Verslag van de commissaris Sectie 10.4 pag. 364 ev. |
(i) zij instaat voor de terbeschikkingstelling, het onderhoud en/ of de exploitatie ten behoeve van een publieke entiteit en/of de burger als eindgebruiker, ten einde invulling te geven aan een maatschappelijke behoefte en/of de voorziening van een openbare dienst toe te laten; en (ii) het daarmee gepaard gaande financierings-, beschikbaarheids-, vraag- en/of exploitatierisico, bovenop het eventuele bouwrisico, geheel of gedeeltelijk door haar kan worden gedragen, zonder daarbij noodzakelijkerwijze over zakelijke rechten te beschikken; of
(d) het op lange termijn rechtstreeks, of via een vennootschap waarin zij een deelneming bezit overeenkomstig de bepalingen van de GVV-wetgeving, desgevallend in samenwerking met derden, ontwikkelen, laten ontwikkelen, oprichten, laten oprichten, beheren, laten beheren, uitbaten, laten uitbaten of ter beschikking stellen van:
(i) voorzieningen en opslagplaatsen voor vervoer, verdeling of opslag van elektriciteit, gas, fossiele of niet-fossiele brandstof en energie in het algemeen en de daarmee verband houdende goederen;
(ii) nutsvoorzieningen voor vervoer, verdeling, opslag of zuivering van water en de daarmee verband houdende goederen;
(iii) installaties voor opwekking, opslag en het transport van al dan niet hernieuwbare energie en de daarmee verband houdende goederen; of
(iv) afval- en verbrandingsinstallaties en de daarmee verband houdende goederen;
(e) het initieel aanhouden van minder dan 25 % in het kapitaal of, indien de betreffende vennootschap geen kapitaal heeft, minder dan 25% van het eigen vermogen van een vennootschap waarin de activiteiten bedoeld in art. 3.1, (c) hierboven worden uitgeoefend, voor zover de genoemde deelneming binnen twee jaar, of elke langere termijn die de publieke entiteit waarmee wordt gecontracteerd in dit verband vereist, na afloop van de bouwfase van het PPS-project (in de zin van de GVV-wetgeving), als gevolg van een overdracht van aandelen wordt omgezet in een deelneming overeenkomstig de bepalingen van de GVV-wetgeving.
Als de GVV-wetgeving in de toekomst zou wijzigen en de uitoefening van nieuwe activiteiten door de Vennootschap zou toestaan, zal de Vennootschap ook die bijkomende activiteiten mogen uitoefenen. In het kader van de terbeschikkingstelling van onroerende goederen, kan de Vennootschap met name alle activiteiten uitoefenen die verband houden met de oprichting, de verbouwing, de renovatie, de ontwikkeling, de verwerving, de vervreemding, het beheer en de exploitatie van onroerende goederen.
3.2. De Vennootschap kan bijkomend of tijdelijk beleggen in effecten die geen vastgoed zijn in de zin van de GVV-wetgeving. Deze beleggingen zullen uitgevoerd worden in overeenstemming met het risicobeheerbeleid aangenomen door de Vennootschap en zullen gediversifieerd zijn, zodat zij een passende risico-diversificatie verzekeren. De Vennootschap mag eveneens niet-toegewezen liquide middelen aanhouden in alle munten in de vorm van zicht- of termijndeposito's of in de vorm van enig ander gemakkelijk verhandelbaar monetair instrument. De Vennootschap mag bovendien verrichtingen betreffende afdekkingsinstrumenten aangaan, voor zover deze er uitsluitend toe strekken het rente- en wisselkoersrisico te dekken in het kader van de financiering en het beheer van de activiteiten van de Vennootschap bedoeld in de GVV wet en met uitsluiting van elke verrichting van speculatieve aard.
3.3. De Vennootschap mag één of meer onroerende goederen in leasing nemen of geven. De activiteit van het met aankoopoptie in leasing geven van onroerende goederen mag alleen als bijkomstige activiteit worden uitgeoefend, tenzij deze onroerende goederen bestemd zijn voor een doel van algemeen belang met inbegrip van sociale huisvesting en onderwijs (in dit geval mag de activiteit als hoofdactiviteit worden uitgeoefend).
3.4. De Vennootschap kan zich door middel van een fusie of op een andere wijze, interesseren in alle zaken, ondernemingen of vennootschappen met een soortgelijk of aanvullend voorwerp en die van dien aard zijn dat ze de ontwikkeling van haar bedrijf zullen promoten en, in het algemeen, kan ze alle verrichtingen uitoefenen die rechtstreeks of onrechtstreeks betrekking hebben op haar voorwerp evenals alle voor de verwezenlijking van haar voorwerp relevante of nodige daden."
De Vennootschap kan geenszins:
zouden doen aan de stemkracht die hen overeenkomstig de toepasselijke wet toekomt in functie van een deelneming van 25% plus één aandeel.
5.1.De Vennootschap wordt opgericht voor onbepaalde duur.
5.2.De Vennootschap zal geen einde nemen door de ontbinding, de uitsluiting, de terugtrekking, het faillissement, de gerechtelijke reorganisatie of elke andere reden van de stopzetting van de functies van de enige bestuurder.
6.1. Inschrijving en storting van het kapitaal Het kapitaal van de vennootschap bedraagt vierhonderdeenenzeventig miljoen vierhonderdentwaalfduizend zevenhonderdzesentwintig euro negentien eurocent (€ 471.412.726,19) en is vertegenwoordigd door drieëntwintig miljoen honderd eenendertigduizend tweehonderdentwaalf (23.131.212) aandelen zonder vermelding van nominale waarde, die elk één/ drieëntwintig miljoen honderd eenendertigduizend tweehonderdentwaalfste (1/23.131.212ste) deel van het kapitaal vertegenwoordigen.
Elke kapitaalverhoging zal gebeuren overeenkomstig het Wetboek van vennootschappen en verenigingen en de GVV-wetgeving.
Het is de Vennootschap verboden rechtstreeks of onrechtstreeks in te schrijven op haar eigen kapitaalverhoging.
Ter gelegenheid van welke kapitaalverhoging ook bepaalt het bestuursorgaan de prijs, de eventuele uitgiftepremie en de voorwaarden van uitgifte van de nieuwe aandelen tenzij de algemene vergadering die zelf zou bepalen.
Indien een uitgiftepremie wordt gevraagd, moet die worden geboekt op één of meerdere afzonderlijke eigen vermogensrekeningen van het passief van de balans. Het bestuursorgaan kan vrij beslissen om de eventuele uitgiftepremies, eventueel na aftrek van een bedrag maximaal gelijk aan de kosten van de kapitaalverhoging in de zin van de toepasselijke IFRS-regels, op een onbeschikbare rekening te plaatsen die op dezelfde voet als het kapitaal de waarborg van derden zal uitmaken en die in geen geval zal kunnen verminderd of afgeschaft worden dan met een beslissing van de algemene vergadering beslissend zoals inzake statutenwijziging, behoudens de omzetting in kapitaal.
| De inbrengen in natura kunnen ook betrekking hebben op het dividendrecht in het kader van de uitkering van een keuzedividend, met of zonder extra inbreng in Geld. ln geval van kapitaalverhoging door inbreng in geld bij beslissing van de algemene vergadering of in het kader van het toegestane kapitaal, kan het voorkeurrecht van de aandeelhouders alleen beperkt of opgeheven worden voor zover er, in de mate dat de GVV-wetgeving dit vereist, aan de bestaande aandeelhouders een onherleidbaar toewijzingsrecht wordt verleend bij de toekenning van nieuwe effecten in overeenstemming met de voorwaarden zoals voorzien in de |
|---|
| GVV-wetgeving. |
| De kapitaalverhogingen door inbreng in natura zijn onderworpen aan de voorschriften van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen en moeten uitgevoerd worden in overeenstemming met de voorwaarden zoals voorzien in de GVV-wetgeving. |
| 6.3. Toegestane kapitaal |
| Het bestuursorgaan is gemachtigd om het kapitaal in één of |
| meerdere keren te verhogen op de data en overeenkomstig de modaliteiten die hij zal bepalen, conform de toepasselijke |
| wetgeving, met een maximumbedrag van: |
| (a)tweehonderdenvijf miljoen zevenendertigduizend vierhonderdendrie euro negenentachtig eurocent (€ 205.037.403,89) voor publieke kapitaalverhogingen bij wijze van inbreng in geld waarbij wordt voorzien in de |
| mogelijkheid tot de uitoefening door de aandeelhouders van de Vennootschap van het wettelijk voorkeurrecht of van het onherleidbaar toewijzingsrecht; |
| (b)tweehonderdenvijf miljoen zevenendertigduizend vierhonderdendrie euro en negenentachtig eurocent (€ 205.037.403,89), voor kapitaalverhogingen in het |
| kader van de uitkering van een keuzedividend; (c) éénenveertig miljoen zevenduizend vierhonderdtachtig euro achtenzeventig eurocent (€ 41.007.480,78), voor een kapitaalverhoging door een inbreng in geld waarbij niet wordt voorzien in de mogelijkheid tot uitoefening door de aandeelhouders van de Vennootschap van het voorkeurrecht of van het onherleidbaar toewijzingsrecht, met dien verstande |
| dat de raad van bestuur het kapitaal overeenkomstig dit lid |
| (c) enkel zal kunnen verhogen voor zover en in de mate dat |
| het gecumuleerde bedrag van de kapitaalverhogingen die |
| overeenkomstig dit lid (c) zijn uitgevoerd over een periode |
| van twaalf maanden, niet meer dan 10% bedraagt van het |
| bedrag van het kapitaal op het ogenblik van de beslissing tot kapitaalverhoging; |
| (d) éénenveertig miljoen zevenduizend vierhonderdtachtig euro achtenzeventig eurocent (€ 41.007.480,78) voor een (i) een kapitaalverhoging via een inbreng in natura anders |
dan bedoeld onder lid (b) hierboven, of (ii) enige andere vorm van kapitaalverhoging niet vervat onder lid (a) t.e.m. (c) hierboven; met dien verstande dat het bestuursorgaan in elk geval het kapitaal nooit zal kunnen verhogen met meer dan het maximumbedrag van vierhonderd en tien miljoen vierenzeventigduizend achthonderd en zeven euro zevenenzeventig eurocent (€ 410.074.807,77).
Deze machtiging wordt verleend voor een periode van vijf (5) jaar te rekenen vanaf de bekendmaking van het proces-verbaal van de buitengewone algemene vergadering van 25 januari 2024.
Bij besluit van de enige bestuurder van 14 mei 2024, werd het kapitaal van de vennootschap verhoogd, in het kader van het toegestaan kapitaal, door een inbreng in natura overeenkomstig sub (d) van onderhavig artikel, met drie miljoen vierentwintigduizend driehonderd en één euro negenenzeventig eurocent (€ 3.024.301,79), om het te brengen van vierhonderd tien miljoen vierenzeventigduizend achthonderd zeven euro zevenenzeventig eurocent (€ 410.074.807,77) op vierhonderd dertien miljoen negenennegentigduizend honderd en negen euro zesenvijftig eurocent (€ 413.099.109,56), door de uitgifte van honderd achtenveertigduizend driehonderd zesennegentig (148.396) nieuwe aandelen, zonder aanduiding van nominale waarde, waarvan veertienduizend achthonderdveertig (14.840) aandelen op naam en honderddrieëndertig duizend vijfhonderd zesenvijftig (133.556) gedematerialiseerde 12 aandelen, welke kaptaalverhoging gepaard ging met een uitgiftepremie van negen miljoen honderdvierenveertigduizend tweehonderdzesentwintig euro vijfenzeventig eurocent (€ 9.144.226,75). Bij besluit van de enige bestuurder van 21 mei 2024, gevolgd door een vaststellingsakte van 12 juni 2024, werd het kapitaal van de vennootschap verhoogd, in het kader van het toegestaan kapitaal, in de context van een keuzedividend overeenkomstig sub (b) van onderhavig artikel, met acht miljoen vierhonderdvijfenzestigduizend vierhonderdvierentachtig euro achtendertig eurocent (€ 8.465.484,38), om het van vierhonderddertien miljoen negenennegentigduizend honderdennegen euro zesenvijftig eurocent (€ 413.099.109,56) op vierhonderdeenentwintig miljoen vijfhonderdvierenzestigduizend vijfhonderddrieënnegentig euro vierennegentig eurocent (€ 421.564.593,94) te brengen, door de uitgifte van vierhonderdvijftienduizend driehonderdvierentachtig (415.384) nieuwe aandelen, zonder aanduiding van nominale waarde, waarvan honderdenachtduizend vijfhonderdeenenzestig (108.561) aandelen op naam en driehonderdenzesduizend achthonderddrieëntwintig (306.823) gedematerialiseerde aandelen), welke kaptaalverhoging gepaard ging met een uitgiftepremie van drieëntwintig miljoen eenenzeventigduizend tweehonderdnegenennegentig euro zevenenzestig eurocent (€ 23.071.299,67). Bij besluit van de enige bestuurder van 24
september 2024, gevolgd door een vaststellingsakte van 8 oktober 2024, werd het kapitaal van de vennootschap voorts verhoogd, in het kader van het toegestaan kapitaal, overeenkomstig sub (a) van onderhavig artikel, met zesenveertig miljoen achthonderd veertigduizend vijfhonderd en één euro achtendertig eurocent (€ 46.840.501,38), om het van vierhonderd eenentwintig miljoen vijfhonderd vierenzestigduizend vijfhonderd drieënnegentig euro vierennegentig cent (€ 421.564.593,94) op vierhonderd achtenzestig miljoen vierhonderd vijfduizend vijfennegentig euro tweeëndertig eurocent (€ 468.405.095,32) te brengen, door de uitgifte van twee miljoen tweehonderd achtennegentigduizend driehonderd drieënzestig (2.298.363) nieuwe aandelen, zonder aanduiding van nominale waarde, waarvan driehonderd negenendertigduizend zevenhonderd vierenzestig (339.764) aandelen op naam en één miljoen negenhonderd achtenvijftigduizend vijfhonderd negenennegentig (1.958.599) gedematerialiseerde aandelen), welke kaptaalverhoging gepaard ging met een uitgiftepremie van honderd zeven miljoen honderd negenenveertigduizend achthonderd negentien euro tweeënzestig eurocent (€ 107.149.819,62).Bij besluit van de enige bestuurder van 28 oktober 2024, werd het kapitaal van de vennootschap verhoogd, in het kader van het toegestaan kapitaal, door een inbreng in natura overeenkomstig sub (d) van onderhavig artikel, met drie miljoen zevenduizend zeshonderddertig euro zevenentachtig eurocent (€ 3.007.630,87), om het te brengen van vierhonderd achtenzestig miljoen vierhonderd vijfduizend vijfennegentig euro tweeëndertig eurocent (€ 468.405.095,32) op vierhonderdeenenzeventig miljoen vierhonderdentwaalfduizend zevenhonderdzesentwintig euro negentien eurocent (€ 471.412.726,19), door de uitgifte van honderdzevenenveertigduizend vijfhonderdachtenzeventig (147.578) nieuwe aandelen, zonder aanduiding van nominale waarde, waarvan veertienduizend zevenhonderdachtenvijftig (14.758) aandelen op naam en honderdtweeëndertigduizend achthonderdtwintig (132.820) gedematerialiseerde aandelen, welke kaptaalverhoging gepaard ging met een uitgiftepremie van 13 zeven miljoen achthonderdtweeëenveertigduizend driehonderdnegenenzestig euro dertien eurocent (€ 7.842.369,13).
Bij een kapitaalverhoging die gepaard gaat met een storting of een boeking van een uitgiftepremie, wordt enkel het bij het kapitaal ingeschreven bedrag afgetrokken van het bruikbaar blijvend bedrag van het toegestane kapitaal. Wanneer de kapitaalverhogingen waartoe ingevolge deze machtigingen werd beslist, een uitgiftepremie bevatten, moet het bedrag ervan worden geboekt op één of meerdere afzonderlijke eigen vermogensrekeningen op het passief van de balans.
De kapitaalverhogingen waartoe het bestuursorgaan aldus heeft beslist, kunnen plaatsvinden door inschrijving tegen contanten of door inbrengen in natura met naleving van de
wettelijke bepalingen, of door incorporatie van reserves of van uitgiftepremies met of zonder creatie van nieuwe effecten. De kapitaalverhogingen kunnen aanleiding geven tot de uitgifte van aandelen met of zonder stemrecht. Deze kapitaalverhogingen kunnen ook gebeuren door de uitgifte van converteerbare obligaties of van inschrijvingsrechten - al dan niet aan een andere roerende waarde gehecht - die aanleiding kunnen geven tot het creëren van aandelen met of zonder stemrecht. Kapitaalverhogingen door inbreng in natura worden verricht in overeenstemming met de voorwaarden voorgeschreven door de GVV-wetgeving en in overeenstemming met de voorwaarden opgenomen in de statuten. Dergelijke inbrengen kunnen ook betrekking hebben op het dividendrecht in het kader van de uitkering van een keuzedividend. Het bestuursorgaan is gemachtigd om het voorkeurrecht van de aandeelhouders op te heffen of te beperken, ook ten gunste van welbepaalde personen die geen personeelsleden van de Vennootschap of van haar dochtervennootschappen zijn, voor zover er, in de mate dat de GVV-wetgeving dit vereist, aan de bestaande aandeelhouders een onherleidbaar toewijzingsrecht wordt verleend bij de toekenning van nieuwe effecten. In voorkomend geval, beantwoordt dit onherleidbaar toewijzingsrecht aan de voorwaarden die de GVV-wetgeving en de statuten vastleggen. Onverminderd de toepassing van de toepasselijke regelgeving, zijn voormelde beperkingen in het kader van de opheffing of beperking van het voorkeurrecht niet van toepassing bij een inbreng in geld met beperking of opheffing van het voorkeurrecht, (i) in het kader van het toegestane kapitaal waarbij het gecumuleerde bedrag van de kapitaalverhogingen die overeenkomstig artikel 26, §1, derde lid GVV Wet zijn uitgevoerd over een periode van twaalf (12) maanden, niet meer bedraagt dan tien procent (10%) van het bedrag van het kapitaal op het ogenblik van de beslissing tot kapitaalverhoging of (ii) in aanvulling op een inbreng in natura in het kader van de uitkering van een keuzedividend voor zover dit effectief voor alle aandeelhouders betaalbaar wordt gesteld 6.4. Verkrijging, inpandneming en vervreemding van eigen aandelen De Vennootschap mag onder de voorwaarden bepaald door de wet haar eigen aandelen verwerven, in pand nemen of vervreemden. Het bestuursorgaan is in het bijzonder gemachtigd voor een periode van vijf (5) jaar te rekenen vanaf de publicatie in de Bijlagen tot het Belgisch Staatsblad van de beslissing van de buitengewone algemene vergadering van 9 november 2020, om voor rekening van de Vennootschap, de eigen aandelen van de Vennootschap te verwerven of in pand nemen (zelfs buiten de beurs) met een maximum van tienprocent (10%) van het totale aantal uitgegeven aandelen; aan een eenheidsprijs die niet lager mag zijn dan vijfenzeventig procent (75%) van het gemiddelde van de slotkoers van het aandeel Montea op de gereglementeerde markt Euronext Brussels gedurende de laatste twintig (20) beursdagen vóór de datum van de transactie (verwerving en in pand nemen) en die niet hoger mag zijn dan honderdvijfentwintig (125%) van het gemiddelde van de slotkoers van het aandeel Montea op de gereglementeerde markt Euronext Brussels gedurende de laatste twintig (20) beursdagen vóór de datum van de transactie (verwerving en in pand nemen). Het bestuursorgaan is tevens expliciet gemachtigd om eigen aandelen van de Vennootschap te vervreemden aan onder meer één of meerdere bepaalde personen andere dan de leden van het personeel van de Vennootschap of haar dochtervennootschappen, mits naleving van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen. De hierboven bedoelde machtigingen doen geen afbreuk aan de mogelijkheden, overeenkomstig de toepasselijke wettelijke bepalingen, voor de raad van bestuur om aandelen van de Vennootschap te verkrijgen, in pand te nemen of te vervreemden indien daartoe geen statutaire machtiging of machtiging van de algemene vergadering vereist is, of niet meer vereist is. De hierboven bedoelde machtigingen strekken zich uit tot de verkrijgingen en vervreemdingen van aandelen van de Vennootschap door een of meer rechtstreekse dochtervennootschappen van de Vennootschap, in de zin van de wettelijke bepalingen betreffende de verkrijging van aandelen van hun moedervennootschap door dochtervennootschappen. Het bestuursorgaan is tevens expliciet gemachtigd om eigen aandelen van de Vennootschap te vervreemden aan het personeel van de Vennootschap of haar dochtervennootschappen, zelfs indien de eigen aandelen meer dan twaalf maanden te rekenen van hun verkrijging zouden worden vervreemd. 6.5. Kapitaalvermindering De Vennootschap mag overgaan tot kapitaalverminderingen met naleving van de wettelijke bepalingen ter zake. 6.6. Fusies, splitsingen en gelijkgestelde verrichtingen De fusies, splitsingen en gelijkgestelde verrichtingen zoals bedoeld in het Wetboek van vennootschappen en verenigingen, moeten worden uitgevoerd in overeenstemming met de voorwaarden zoals voorzien in de GVV-wetgeving en het Wetboek van vennootschappen en verenigingen. Artikel 7 – Aard van de aandelen De aandelen zijn zonder vermelding van nominale waarde.
De aandelen zijn op naam of gedematerialiseerd, en dit naar keuze van hun eigenaar of houder (hierna de "Titularis") en volgens de beperkingen opgelegd door de wet. De Titularis kan op elk moment en zonder kosten de omzetting vragen van zijn aandelen op naam in gedematerialiseerde aandelen. Elk gedematerialiseerd aandeel wordt vertegenwoordigd door een boeking op een rekening op naam van zijn Titularis bij een erkende rekeninghouder of bij een vereffeninginstelling. Er wordt op de zetel van de Vennootschap een register van de aandelen op naam bijgehouden dat, in voorkomend geval, onder elektronische vorm kan bestaan. De Titularissen van aandelen op naam kunnen kennisnemen van het volledige register van de aandelen op naam.
De Vennootschap mag alle effecten uitgeven die niet door of krachtens de wet zijn verboden, met uitzondering van winstbewijzen en soortgelijke effecten en onder voorbehoud van de specifieke bepalingen van de GVV-wetgeving en de statuten. Deze effecten kunnen de vormen aannemen waarin het Wetboek van vennootschappen en verenigingen voorziet.
De aandelen van de Vennootschap moeten worden toegelaten tot de verhandeling op een Belgische gereglementeerde markt, overeenkomstig de GVV-wetgeving.
De drempels waarvan de overschrijding aanleiding geeft tot een kennisgevingsverplichting ingevolge de wetgeving inzake de openbaarmaking van belangrijke deelnemingen in emittenten waarvan aandelen zijn toegelaten tot de verhandeling op een gereglementeerde markt, worden bepaald op 3%, 5% en elk veelvoud van 5% van het totaal aantal der bestaande stemrechten.
Behoudens de in de wet voorziene uitzonderingen, kan niemand deelnemen aan de stemming in de algemene vergadering van de Vennootschap met meer stemrechten dan diegene verbonden aan de effecten waarvan hij, in overeenstemming met de wet, minstens twintig (20) dagen voor de datum van de algemene vergadering kennis heeft gegeven ze in bezit te hebben. De stemrechten verbonden aan deze niet gemelde aandelen zijn geschorst.
10.1. De Vennootschap wordt bestuurd door een enige bestuurder, aangeduid in de huidige statuten. De enige bestuurder van de Vennootschap is een naamloze vennootschap, die voldoet aan de wettelijke vereisten. De enige bestuurder is het bestuursorgaan als bedoeld elders in deze statuten.
10.2. Is benoemd als enige bestuurder tot en met 30 september 2026: met name de naamloze vennootschap Montea Management, met zetel te 9320 Erembodegem, Industrielaan 27, opgenomen in het rechtspersonenregister bij de Kruispuntbank van Ondernemingen onder het nummer 0882.872.026 (RPR Gent, afdeling Dendermonde).
10.3. De raad van bestuur van de enige bestuurder telt minstens drie onafhankelijke bestuurders overeenkomstig de toepasselijke wetgeving.
De leden van de bestuursorganen van de enige bestuurder moeten natuurlijke personen zijn; zij moeten voldoen aan de eisen van betrouwbaarheid en deskundigheid zoals voorzien in de GVVwetgeving en mogen niet binnen de werkingssfeer van de in de GVV-wetgeving vastgelegde verbodsbepalingen vallen.
10.4. De benoeming van de enige bestuurder wordt voorafgaandelijk ter goedkeuring voorgelegd aan de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten (FSMA).
10.5. De enige bestuurder is niet hoofdelijk en onbeperkt aansprakelijk voor de verbintenissen van de Vennootschap.
11.1. De statutair benoemde enige bestuurder is vast benoemd en zijn aanstelling is niet herroepbaar zonder zijn instemming, behalve in de gevallen die bij wet niet kunnen worden uitgesloten.
11.2. De functies van de enige bestuurder nemen een einde in de volgende gevallen:
één of meerdere leden van de organen van bestuur van de enige bestuurder niet meer aan de bovenvermelde vereisten voldoen, dient de enige bestuurder hen binnen de maand te vervangen; na deze termijn, zal de vergadering van de Vennootschap zoals hierboven beschreven bijeengeroepen worden; dit alles in het één of ander geval, onder voorbehoud van de maatregelen die de FSMA zou treffen krachtens de bevoegdheden voorzien door de GVV wetgeving;
• het verbod in de zin van artikel 15 van de GVV wet die alle leden van de organen van bestuur van de enige bestuurder zou treffen; in dit geval moet de enige bestuurder of de commissaris de algemene vergadering oproepen met als agenda de vaststelling van het verlies van die vereisten en de te nemen beslissingen; deze vergadering moet binnen de maand plaatsvinden; indien slechts één of meerdere leden van de organen van bestuur van de enige bestuurder niet meer aan de bovenvermelde vereisten voldoen, dient de enige bestuurder hem of hen binnen de maand te vervangen; na deze termijn, zal de vergadering van de Vennootschap zoals hierboven beschreven bijeengeroepen worden; dit alles in het één of ander geval, onder voorbehoud van de maatregelen die de FSMA zou treffen krachtens de bevoegdheden voorzien door de GVV wetgeving.
11.3. In geval van beëindiging van de functies van de enige bestuurder, wordt de Vennootschap niet ontbonden. Tenzij reeds een opvolger werd benoemd in deze statuten, wordt deze enige bestuurder door de algemene vergadering vervangen, beraadslagend zoals voor een statutenwijziging, op oproeping door de commissaris of bij gebreke hieraan door een op verzoek van iedere belanghebbende door de voorzitter van de ondernemingsrechtbank aangestelde voorlopig bewindvoerder.
Binnen vijftien (15) dagen na zijn aanstelling roept de voorlopig bewindvoerder de algemene vergadering bijeen op de wijze door de statuten bepaald. Hij is dan niet verder aansprakelijk voor de uitvoering van zijn opdracht.
De voorlopig bewindvoerder verricht de dringende daden van louter beheer tot aan de eerste algemene vergadering.
De beslissingen van de enige bestuurder worden vastgelegd in door hem ondertekende notulen.
| worden ondertekend door de enige bestuurder. |
|---|
| Artikel 13 – Bezoldiging van de enige bestuurder |
| 13.1. De enige bestuurder zal een vergoeding ontvangen, |
| vastgesteld conform de modaliteiten die hierna worden gedefinieerd |
| overeenkomstig de GVV wetgeving. Hij zal bovendien recht hebben |
| op de terugbetaling van de kosten verbonden aan zijn opdracht. |
| 13.2. Het vast gedeelte van de bezoldiging van de statutaire |
| enige bestuurder wordt jaarlijks vastgesteld door de algemene |
| vergadering van de Vennootschap. Deze bezoldiging zal op |
| jaarbasis niet minder dan vijftienduizend euro (€ 15.000,00) |
| bedragen. Het variabel statutair gedeelte is gelijk aan nul |
| komma vijfentwintig procent (0,25%) van het geconsolideerde |
| nettoresultaat van de Vennootschap, met uitsluiting van alle |
| schommelingen van de reële waarde van de activa en de |
| afdekkingsinstrumenten. |
| 13.3. De berekening van de vergoeding is onderworpen aan de |
| controle van de commissaris. |
| Artikel 14 - Bevoegdheden van de enige bestuurder |
| 14.1. De enige bestuurder bezit de meest uitgebreide |
| bevoegdheden om alle handelingen te verrichten die noodzakelijk |
| of nuttig zijn voor de verwezenlijking van het voorwerp met |
| uitzondering van de handelingen die door de wet of door de |
| statuten voor de algemene vergadering zijn gereserveerd. |
| 14.2. De enige bestuurder stelt de halfjaarverslagen op evenals |
| het jaarverslag. |
| 14.3. De enige bestuurder stelt een of meerdere onafhankelijke |
| waarderingsdeskundige(n) aan in overeenstemming met de GVV |
| wetgeving en stelt desgevallend elke wijziging voor aan de lijst van |
| deskundigen die is opgenomen in het dossier dat bij de aanvraag |
| om erkenning als GVV is gevoegd. |
| 14.4. De enige bestuurder kan aan elke lasthebber, zijn |
| bevoegdheden met betrekking tot bijzondere en specifieke |
| doeleinden geheel of gedeeltelijk overdragen. |
| De enige bestuurder kan in overeenstemming met de GVV |
| wetgeving, de vergoeding vaststellen van elke lasthebber aan wie |
| bijzondere bevoegdheden werden toegekend. De enige bestuurder |
Deze notulen worden opgenomen in een bijzonder register. De delegaties, evenals adviezen en stemmen die schriftelijk worden uitgebracht of andere documenten worden er aangehecht. De afschriften of uittreksels in rechte of elders voor te leggen Artikel 15 – Adviserende en gespecialiseerde comités De raad van bestuur van de enige bestuurder richt in zijn midden een auditcomité alsook een benoemings- en remuneratiecomité op, en omschrijft hun samenstelling, hun opdrachten en bevoegdheden.
kan het mandaat van deze lasthebber(s) te allen tijde herroepen.
De raad van bestuur van de enige bestuurder kan onder zijn verantwoordelijkheid één of meerdere consultatieve comités oprichten, waarvan hij de samenstelling en de opdracht vaststelt.
Onverminderd de overgangsbepalingen, wordt de effectieve leiding van de Vennootschap toevertrouwd aan minstens twee natuurlijke personen.
De met de effectieve leiding belaste personen moeten voldoen aan de eisen van betrouwbaarheid en deskundigheid zoals voorzien in de GVV-wetgeving en mogen niet binnen de werkingssfeer van de in de GVV-wetgeving vastgelegde verbodsbepalingen vallen.
De benoeming van de effectieve leiders wordt voorafgaandelijk ter goedkeuring voorgelegd aan de FSMA.
Behoudens bijzondere bevoegdheidsdelegatie door de enige bestuurder, wordt de Vennootschap geldig vertegenwoordigd in alle handelingen, met inbegrip van diegene waaraan een openbaar of ministerieel ambtenaar zijn medewerking verleent, evenals in rechte, hetzij als eiser hetzij als verweerder, door de enige bestuurder, op zijn beurt vertegenwoordigd door zijn vaste vertegenwoordiger. De Vennootschap is tevens geldig vertegenwoordigd door bijzondere volmachthebbers van de Vennootschap binnen de grenzen van het mandaat dat hen tot dien einde is toevertrouwd door de enige bestuurder.
De Vennootschap wijst één of meer commissarissen aan die de functies uitoefenen waarmee ze worden belast krachtens het Wetboek van vennootschappen en verenigingen en de GVV-wetgeving.
De commissaris moet erkend zijn door de FSMA.
De jaarlijkse algemene vergadering komt samen op de derde (3de) dinsdag van de maand mei om tien (10) uur.
Indien deze dag een wettelijke feestdag is, wordt de vergadering op de eerstvolgende werkdag gehouden op hetzelfde uur (een zaterdag of een zondag zijn geen werkdagen).
De gewone of buitengewone algemene vergaderingen worden gehouden op de plaats aangeduid in de oproeping.
De drempel vanaf wanneer één of meerdere aandeelhouders een oproeping van een algemene vergadering mogen eisen om er
één of meerdere voorstellen voor te leggen, en dit conform het Wetboek van vennootschappen en verenigingen, is vastgelegd op maximum tien procent (10%) van het kapitaal.
Eén of meer aandeelhouders die samen ten minste drie procent (3%) van het kapitaal van de Vennootschap bezitten, kunnen in overeenstemming met de bepalingen van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen vragen dat te bespreken onderwerpen worden opgenomen op de agenda van gelijk welke algemene vergadering en kunnen voorstellen van beslissing indienen met betrekking tot te bespreken onderwerpen die op de agenda zijn of zullen worden ingeschreven.
Het recht om aan een algemene vergadering deel te nemen en er het stemrecht uit te oefenen, is afhankelijk gemaakt van de boekhoudkundige registratie van de aandelen op naam van de aandeelhouder op de veertiende dag voorafgaand aan de algemene vergadering om vierentwintig uur (Belgische tijd) (hierna de 'registratiedatum' genoemd), hetzij door hun inschrijving in het register van de aandelen op naam van de Vennootschap, hetzij door hun inschrijving op de rekeningen van een erkende rekeninghouder of van een vereffeningsinstelling, ongeacht het aantal aandelen in het bezit van de aandeelhouder op de dag van de algemene vergadering.
De eigenaars van gedematerialiseerde aandelen die aan de vergadering wensen deel te nemen, moeten een attest overleggen dat door hun erkende rekeninghouder of vereffeningsinstelling werd afgegeven en waaruit blijkt hoeveel gedematerialiseerde aandelen er op de registratiedatum in hun rekeningen zijningeschreven op naam van de aandeelhouder, en waarvoor de aandeelhouder heeft aangegeven te willen deelnemen aan de algemene vergadering. Zij delen het attest mee aan de Vennootschap of aan de persoon die de Vennootschap daartoe heeft aangewezen, alsook hun wens om deel te nemen aan de algemene vergadering, in voorkomend geval door het sturen van een volmacht, ten laatste op de zesde dag voorafgaand aan de datum van de algemene vergadering via het e-mailadres van de Vennootschap of via het e- mailadres specifiek vermeld in de oproeping.
De eigenaars van aandelen op naam die aan de vergadering wensen deel te nemen, moeten de Vennootschap, of de persoon die zij daartoe heeft aangewezen, uiterlijk de zesde (6de) dag voorafgaand aan de datum van de vergadering op de hoogte brengen van hun voornemen, via het e-mailadres van de Vennootschap of via het e-mailadres specifiek vermeld in de oproeping, of, in voorkomend geval, door het sturen van een volmacht.
Elke eigenaar van effecten die recht geven op deelname aan de vergadering, kan zich laten vertegenwoordigen door een lasthebber, die al of niet een aandeelhouder kan zijn.
De aandeelhouder kan voor een bepaalde algemene vergadering slechts één persoon als lasthebber aanwijzen, behoudens de in het Wetboek van vennootschappen en verenigingen voorziene afwijkingen.
De volmacht moet door de aandeelhouder worden ondertekend en moet ten laatste de zesde dag voorafgaand aan de algemene vergadering worden meegedeeld aan de Vennootschap via het e-mailadres van de Vennootschap of via het e-mailadres specifiek vermeld in de oproeping.
Het bestuursorgaan kan een volmachtformulier opmaken.
Indien meerdere personen zakelijke rechten bezitten op eenzelfde aandeel, kan de Vennootschap de uitoefening van het stemrecht verbonden aan dit aandeel schorsen tot één persoon als titularis is aangeduid voor de uitoefening van het stemrecht.
Alle algemene vergaderingen worden voorgezeten door de voorzitter van de raad van bestuur van de enige bestuurder of bij zijn ontstentenis door degene aangesteld door de aanwezige bestuurders.
De Voorzitter wijst de secretaris en de stemopnemer aan, die geen aandeelhouder moeten zijn. Die twee functies kunnen uitgeoefend worden door één persoon. De voorzitter, de secretaris en de stemopnemer vormen samen het bureau.
De aandelen geven elk recht op één (1) stem, onder voorbehoud van de gevallen van opschorting van het stemrecht voorzien in het Wetboek van vennootschappen en verenigingen of enige andere toepasselijke wet.
De algemene vergadering kan geldig beraadslagen en stemmen, ongeacht het deel van het kapitaal dat aanwezig of vertegenwoordigd is, behalve in de gevallen waarin het Wetboek van vennootschappen en verenigingen een aanwezigheidsquorum oplegt op voorwaarde dat de enige bestuurder aanwezig of vertegenwoordigd is. Indien de enige bestuurder niet aanwezig of vertegenwoordigd is, dan moet de algemene vergadering opnieuw worden bijeengeroepen en beraadslaagt en stemt de tweede vergadering op geldige wijze ongeacht of de enige bestuurder aanwezig of vertegenwoordigd is op deze tweede vergadering.
| De algemene vergadering kan slechts geldig beraadslagen over wijzigingen aan de statuten indien ten minste de helft van het kapitaal aanwezig of vertegenwoordigd is. |
|---|
| Indien deze voorwaarde niet vervuld is, dan moet de algemene vergadering opnieuw worden bijeengeroepen en beslist de tweede vergadering op geldige wijze ongeacht het deel van het kapitaal dat de aanwezige of vertegenwoordigde aandeelhouders vertegenwoordigen. |
| De besluiten van de algemene vergadering met betrekking tot een statutenwijziging, uitkeringen aan de aandeelhouders of het ontslag van de enige bestuurder, worden slechts geldig genomen mits instemming van de enige bestuurder. |
| De algemene vergadering kan niet beraadslagen over de punten die niet op de agenda voorkomen. |
| Behoudens andersluidende wettelijke bepaling wordt elke beslissing door de algemene vergadering genomen bij gewone meerderheid van de stemmen, ongeacht het aantal vertegenwoordigde aandelen. Blanco of ongeldige stemmen kunnen niet worden toegevoegd aan het aantal uitgebrachte stemmen. |
| Bij staking van stemmen is het voorstel verworpen. |
| Iedere wijziging van de statuten is slechts toegelaten indien ze wordt goedgekeurd door ten minste drie vierde (3/4de) van de stemmen of, indien het gaat om de wijziging van het voorwerp of de doelen van de Vennootschap, door vier vijfde (4/5de) van de uitgebrachte stemmen, waarbij onthoudingen noch in de teller noch in de noemer worden meegerekend. Stemmen gebeurt door handopsteking of naamafroeping, tenzij de algemene vergadering een andere beslissing neemt bij gewone meerderheid van de uitgebrachte stemmen. |
| Ieder ontwerp van statutenwijziging moet voorafgaandelijk worden |
| voorgelegd aan de FSMA. Een aanwezigheidslijst met de namen van de aandeelhouders en het aantal aandelen wordt ondertekend door elk van hen of door een vertegenwoordiger, alvorens de zitting begint. |
| Artikel 25 – Stemming op afstand De aandeelhouders zullen gemachtigd zijn om per brief te stemmen op afstand, door middel van een formulier opgemaakt en ter beschikking gesteld door de Vennootschap, indien het bestuursorgaan hiertoe de toelating heeft gegeven in de oproepingsbrief. Dit formulier moet verplicht de datum en de plaats van de vergadering vermelden, de naam of benaming |
van de aandeelhouder en zijn woonplaats of zetel, het aantal stemmen waarmee de aandeelhouder wil stemmen op de algemene vergadering, de vorm van de aandelen die hij bezit, de agendapunten van de vergadering (inclusief de voorstellen van beslissing), een ruimte die toelaat te stemmen voor of tegen elke beslissing dan wel om zich te onthouden, evenals de termijn waarbinnen het stemformulier bij de Vennootschap moet toekomen. Het formulier moet uitdrukkelijk vermelden dat het moet worden getekend en moet toekomen aan de Vennootschap uiterlijk de zesde dag voorafgaand aan de datum van de vergadering op de wijze zoals meegedeeld in de oproepingsbrief.
Overeenkomstig artikel 7:137 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen, kan de het bestuursorgaan voorzien dat elke aandeelhouder en elke andere effectenhouder bedoeld in artikel 7:137 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen eveneens op afstand kan deelnemen aan de algemene vergadering via een door de vennootschap ter beschikking gesteld elektronisch communicatiemiddel. Aandeelhouders die op deze manier deelnemen aan de algemene vergadering, worden voor de vervulling van de voorwaarden inzake meerderheid en aanwezigheid geacht aanwezig te zijn op de plaats waar de vergadering gehouden wordt. Het elektronisch communicatiemiddel waarvan hiervoor sprake moet de vennootschap toelaten de hoedanigheid en de identiteit van de aandeelhouder te controleren volgens de door het bestuursorgaan bepaalde modaliteiten. Deze kan alle bijkomende voorwaarden stellen om de veiligheid van het elektronische communicatiemiddel te waarborgen. Het elektronische communicatiemiddel moet de in het eerste lid bedoelde effectenhouders ten minste in staat stellen om rechtstreeks, gelijktijdig en ononderbroken kennis te nemen van de besprekingen tijdens de vergadering en, wat de aandeelhouders betreft, om het stemrecht uit te oefenen met betrekking tot alle punten waarover de vergadering zich dient uit te spreken. Het bestuursorgaan kan voorzien dat het elektronische communicatiemiddel bovendien in staat stelt om deel te nemen aan de beraadslagingen en om vragen te stellen. Indien het bestuursorgaan gebruik maakt van de mogelijkheid om op afstand deel te nemen aan de algemene vergadering door middel van een elektronisch communicatiemiddel, vermeldt de oproeping tot de algemene vergadering de toepasselijke procedures en modaliteiten.
De notulen van de algemene vergadering worden ondertekend door de leden van het bureau en door de aandeelhouders die erom verzoeken. De afschriften of uittreksels van de notulen die moeten dienen in rechte of anderzijds worden ondertekend door de enige bestuurder.
Het boekjaar vangt aan op 1 januari en eindigt op 31 december van elk jaar. Op het einde van elk boekjaar worden de boeken en boekhoudkundige verrichtingen afgesloten en maakt het bestuursorgaan een inventaris alsook de jaarrekening op.
Het bestuursorgaan stelt een verslag op (het jaarverslag), waarin de raad van bestuur verantwoording aflegt voor zijn bestuur. De commissaris stelt met het oog op de algemene jaarvergadering een schriftelijk en omstandig verslag op (het controleverslag).
De Vennootschap moet aan haar aandeelhouders en binnen de door het Wetboek van vennootschappen en de GVV-wetgeving bepaalde grenzen, een dividend uitkeren waarvan het minimumbedrag is voorgeschreven door de GVV-wetgeving.
Het bestuursorgaan kan onder zijn verantwoordelijkheid besluiten tot de uitkering van interimdividenden, in de gevallen en binnen de termijnen toegestaan door de wet.
De jaar- en halfjaarverslagen van de Vennootschap, die de statutaire en geconsolideerde jaarlijkse en halfjaarlijkse rekeningen van de Vennootschap bevatten evenals het verslag van de commissaris, worden ter beschikking van de aandeelhouders gesteld in overeenstemming met de bepalingen die van toepassing zijn op de emittenten van financiële instrumenten die toegelaten zijn tot verhandeling op een gereglementeerde markt en met de GVV-wetgeving.
De jaar- en halfjaarverslagen van de Vennootschap worden op de website van de Vennootschap gepubliceerd.
De aandeelhouders kunnen een gratis exemplaar van de jaar- en halfjaarverslagen krijgen op de zetel van de Vennootschap.
In geval het kapitaal met de helft of drie vierde verminderd is, moet het bestuursorgaan aan de algemene vergadering de vraag tot ontbinding voorleggen ingevolge en volgens de voorwaarden bepaald in het Wetboek van vennootschappen en verenigingen.
Artikel 32 – Benoeming en bevoegdheden van de vereffenaars In geval van ontbinding van de Vennootschap, om welke reden ook en op welk ogenblik ook, geschiedt de vereffening door de enige bestuurder die een vergoeding zal ontvangen overeenkomstig deze van artikel 13 van de statuten.
In het geval de enige bestuurder deze opdracht niet aanvaardt, zal er tot de vereffening worden overgegaan door één of meerdere vereffenaars, welke natuurlijke rechtspersonen kunnen zijn en die benoemd zullen worden door de algemene vergadering van aandeelhouders.
Indien uit de staat van activa en passiva opgemaakt overeenkomstig het Wetboek van vennootschappen en verenigingen, blijkt dat niet alle schuldeisers volledig kunnen worden terugbetaald, moet de benoeming van de vereffenaars in de statuten of door de algemene vergadering aan de voorzitter van de rechtbank ter bevestiging worden voorgelegd. Deze bevestiging is evenwel niet vereist indien uit die staat van activa en passiva blijkt dat de Vennootschap enkel schulden heeft ten aanzien van haar aandeelhouders en alle aandeelhouders die schuldeiser zijn van de Vennootschap schriftelijk bevestigen akkoord te gaan met de benoeming.
Worden geen vereffenaars benoemd of aangewezen, dan wordt de enige bestuurder, ten aanzien van derden als vereffenaar van rechtswege beschouwd, evenwel zonder de bevoegdheden die de wet en de statuten met betrekking tot de verrichtingen van de vereffening toekennen aan de vereffenaar benoemd in de statuten, door de algemene vergadering of door de rechtbank.
ln voorkomend geval bepaalt de algemene vergadering de vergoeding van de vereffenaars.
De vereffening van de Vennootschap wordt afgesloten overeenkomstig de bepalingen van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen.
De verdeling aan de aandeelhouders zal pas plaatsvinden na de vergadering tot sluiting van de vereffening.
Tenzij in geval van een fusie, wordt het netto- actief van de Vennootschap, na aanzuivering van alle schulden of een consignatie van de hiervoor noodzakelijke sommen, eerst aangewend om het volgestorte kapitaal terug te betalen en het eventuele saldo wordt gelijkmatig verdeeld tussen alle aandeelhouders van de Vennootschap, in verhouding met het aantal aandelen dat ze bezitten.
Voor de uitvoering van de statuten wordt de enige bestuurder en elke aandeelhouder die gedomicilieerd is in het buitenland, elke commissaris, directeur, vereffenaar, geacht woonplaats te kiezen in België. Indien dit niet gebeurt, wordt hij geacht woonplaats te hebben gekozen op de zetel van de Vennootschap waar alle mededelingen, aanmaningen, dagvaardingen en betekeningen aan hem geldig kunnen worden gedaan.
De houders van aandelen op naam moeten elke verandering van woonplaats aan de Vennootschap melden. Indien dit niet gebeurt, gebeuren alle mededelingen, oproepingen of officiële kennisgevingen geldig op de laatst gekende woonplaats.
Voor alle geschillen tussen de Vennootschap, haar aandeelhouders, obligatiehouders, enige bestuurder, commissarissen en vereffenaars met betrekking tot de zaken van de Vennootschap en tot uitvoering van deze statuten, wordt de uitsluitende bevoegdheid verleend aan de ondernemingsrechtbanken van de zetel van de Vennootschap tenzij de Vennootschap er uitdrukkelijk aan verzaakt.
De bepalingen van deze statuten die strijdig zouden zijn met de dwingende bepalingen van de GVV-wetgeving of enige andere toepasselijke wetgeving, worden voor niet geschreven gehouden. De nietigheid van één artikel of van een deel van een artikel van deze statuten zal geen uitwerking hebben op de geldigheid van de andere (delen van) statutaire clausules.

Deze concordantietabel bevat de rubrieken voorzien in de Bijlagen I en II van de Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/980 van de Commissie van 14.03.2019 en verwijst naar de bladzijden van dit universeel registratiedocument waarin de informatie over elk van deze rubrieken wordt vermeld.
| AFDELING 1 | VERANTWOORDELIJKE PERSONEN, INFORMATIE VAN DERDEN, DESKUNDIGENVERSLAGEN EN GOEDKEURING DOOR DE BEVOEGDE AUTORITEIT |
BLZ. |
|---|---|---|
| Rubriek 1.1 | Identificeer alle personen die verantwoordelijk zijn voor de in het registratiedocument verstrekte informatie of bepaalde gedeelten daarvan. In dat geval worden deze gedeelten vermeld. Ingeval het natuurlijke personen betreft, met inbegrip van leden van de bestuurs-, leidinggevende of toezichthoudende organen van de uitgevende instelling, worden naam en functie van deze personen vermeld. Ingeval het rechtspersonen betreft, worden naam en statutaire zetel vermeld. |
Sectie 11.8 pag. 393 |
| Rubriek 1.2 | Verklaring van de voor het registratiedocument verantwoordelijke personen dat, voor zover hun bekend, de informatie in het registratiedocument in overeenstemming is met de werkelijkheid en dat in het registratiedocument geen gegevens zijn weggelaten waarvan de vermelding de strekking van het registratiedocument zou wijzigen. |
Sectie 11.8 pag. 393 |
| In voorkomend geval, een verklaring van de voor bepaalde delen van het registratiedocument verantwoordelijke personen dat, voor zover hun bekend, de informatie in de delen van het registratiedocument waarvoor zij verantwoordelijk zijn, in overeenstemming is met de werkelijkheid en dat in die delen van het registratiedocument geen gegevens zijn weggelaten waarvan de vermelding de strekking van die delen zou wijzigen. |
||
| Rubriek 1.3 | Ingeval in het registratiedocument een verklaring of verslag is opgenomen afkomstig van een persoon handelend in de hoedanigheid van een deskundige, worden voor die persoon de volgende gegevens verstrekt: a) naam; b) kantooradres; c) kwalificaties; d) zijn eventuele wezenlijke belangen in de uitgevende instelling. |
Secties 11.2 en 11.3 pag. 388 |
| Indien de verklaring of het verslag op verzoek van de uitgevende instelling is opgesteld, moet worden vermeld dat die verklaring of dat verslag in het registratiedocument is opgenomen met de toestemming van de persoon die de inhoud van het desbetreffende gedeelte van het registratiedocument voor de opneming in het prospectus heeft goedgekeurd. |
| Rubriek 1.4 | Wanneer van een derde afkomstige informatie is opgenomen, wordt | Sectie 11.8.3.1 pag. 393 |
|---|---|---|
| bevestigd dat deze informatie correct is weergegeven en dat, voor zover | ||
| de uitgevende instelling weet en heeft kunnen opmaken uit door de | ||
| betrokken derde gepubliceerde informatie, geen feiten zijn weggelaten | ||
| waardoor de weergegeven informatie onjuist of misleidend zou worden. | ||
| Tevens moet(en) de informatiebron(nen) worden vermeld. | ||
| Rubriek 1.5 | Een verklaring dat: a) het universele registratiedocument is gedeponeerd bij | Sectie 11.8.2 pag. 393 |
| [naam van de bevoegde autoriteit], als bevoegde autoriteit overeenkomstig | ||
| Verordening (EU) 2017/1129 zonder voorafgaande goedkeuring overeenkomstig artikel 9 van Verordening (EU) 2017/1129; b) het universele registratiedocument |
||
| mag worden gebruikt met het oog op een aanbieding van effecten aan het | ||
| publiek of de toelating van effecten tot de handel op een gereglementeerde | ||
| markt, mits het, in voorkomend geval, samen met eventuele wijzigingen en een | ||
| overeenkomstig Verordening (EU) 2017/1129 goedgekeurde verrichtingsnota | ||
| en samenvatting door [naam van de bevoegde autoriteit] is goedgekeurd. | ||
| AFDELING 2 | MET DE WETTELIJKE CONTROLE BELASTE ACCOUNTANTS | BLZ. |
| Rubriek 2.1 | Naam en adres van de accountants van de uitgevende instelling gedurende | Sectie 11.2 p. 388 |
| het tijdvak dat door de historische financiële informatie wordt bestreken | ||
| (met vermelding van hun lidmaatschap van een beroepsorganisatie). | ||
| Rubriek 2.2 | Indien accountants tijdens het door de historische financiële | Niet van toepassing |
| informatie bestreken tijdvak ontslag hebben genomen, dan wel | ||
| ontslagen of niet opnieuw benoemd zijn, moeten ter zake nadere bijzonderheden worden verstrekt indien zulks van betekenis is. |
||
| AFDELING 3 Rubriek 3.1 |
RISICOFACTOREN Een beschrijving van de belangrijke risico's die specifiek zijn voor de uitgevende |
BLZ. Sectie 8 pag. 214 ev. |
| instelling, in een beperkt aantal categorieën, in een afzonderlijke rubriek met | ||
| als titel "Risicofactoren". In elke categorie worden eerst de belangrijkste risico's | ||
| uiteengezet volgens de beoordeling van de uitgevende instelling, de aanbieder | ||
| of de aanvrager van een toelating tot de handel op een gereglementeerde | ||
| markt, waarbij rekening wordt gehouden met het negatieve effect op de | ||
| uitgevende instelling en de waarschijnlijkheid dat ze zich zullen voordoen. | ||
| De risico's worden bevestigd door de inhoud van het registratiedocument. | ||
| AFDELING 4 | GEGEVENS OVER DE UITGEVENDE INSTELLING | BLZ. |
| Rubriek 4.1 | Officiële en handelsnaam van de uitgevende instelling. | Sectie 11 pag. 382 |
| Rubriek 4.2 | De plaats van registratie van de uitgevende instelling, haar registratienummer en identificatiecode voor juridische entiteiten (legal entity identifier — LEI). |
Sectie 11 pag. 382 |
| Rubriek 4.3 | Datum van oprichting en duur van de uitgevende instelling indien zij niet voor onbepaalde tijd is opgericht. |
Sectie 11 pag. 388 |
| Rubriek 4.4 | De vestigingsplaats en rechtsvorm van de uitgevende instelling, de wetgeving | Sectie 11 pag. 388 |
| waaronder de uitgevende instelling werkt, het land van oprichting van de | ||
| uitgevende instelling, en adres en telefoonnummer van haar statutaire zetel | ||
| (of plaats van hoofdvestiging indien deze afwijkt van die van de statutaire | ||
| zetel) en in voorkomend geval website van de uitgevende instelling, met een | ||
| disclaimer dat de informatie op de website geen deel vormt van het prospectus tenzij die informatie via verwijzingen in het prospectus is opgenomen. |
| AFDELING 5 | OVERZICHT VAN DE BEDRIJFSACTIVITEITEN | BLZ. |
|---|---|---|
| Rubriek 5.1 | Belangrijkste activiteiten | Sectie 3 pag. 42 ev. |
| Rubriek 5.1.1 | Beschrijving van (en voornaamste factoren die verband houden met) de aard van de werkzaamheden en belangrijkste activiteiten van de uitgevende instelling, met vermelding van de belangrijkste categorieën verkochte producten en/of verrichte diensten voor elk boekjaar van het tijdvak dat door de historische financiële informatie wordt bestreken; |
Sectie 3 pag. 42 ev. |
| Rubriek 5.1.2 | Vermelding van de van belang zijnde nieuwe producten en/of diensten die op de markt zijn gebracht en, voor zover de ontwikkeling van nieuwe producten of diensten openbaar is gemaakt, de stand van hun ontwikkeling. |
Sectie 3 pag. 42 ev. |
| Rubriek 5.2 | Belangrijkste markten: Beschrijving van de belangrijkste markten waarop de uitgevende instelling concurreert, met inbegrip van een uitsplitsing van de totale opbrengsten naar operationele segmenten en naar geografische markten voor elk boekjaar van het tijdvak dat door de historische financiële informatie wordt bestreken. |
Sectie 5.1 pag. 132 ev. |
| Rubriek 5.3 | De belangrijke gebeurtenissen in de ontwikkeling van de bedrijfsactiviteiten van de uitgevende instelling. |
Sectie 5 pag. 132 ev. |
| Rubriek 5.4 | Strategie en doelstellingen: Een omschrijving van de bedrijfsstrategie en -doelstellingen van de uitgevende instelling, zowel financieel als niet-financieel (in voorkomend geval). In deze omschrijving wordt rekening gehouden met toekomstige uitdagingen en vooruitzichten van de uitgevende instelling. |
Sectie 3 pag. 42 ev. |
| Rubriek 5.5 | Indien dit van betekenis is voor de bedrijfsactiviteiten of de rentabiliteit van de uitgevende instelling, wordt beknopte informatie verstrekt over de afhankelijkheid van de uitgevende instelling van octrooien en licenties, industriële, commerciële en financiële overeenkomsten of nieuwe fabricageprocédés. |
Niet van toepassing |
| Rubriek 5.6 | Vermelding van de aan verklaringen van de uitgevende instelling ten aanzien van haar concurrentiepositie ten grondslag liggende elementen. |
Niet van toepassing |
| Rubriek 5.7 | Investeringen | Sectie 3.1 pag. 44 ev. en sectie 5 pag. 132 ev. |
| Rubriek 5.7.1 | Beschrijving (met vermelding van het bedrag) van de essentiële investeringen van de uitgevende instelling die zijn gerealiseerd in elk boekjaar van het door de historische financiële informatie bestreken tijdvak tot aan de datum van het registratiedocument. |
Sectie 3.1 pag. 44 ev. en sectie 5 pag. 132 ev. |
| Rubriek 5.7.2 | Beschrijving van alle essentiële investeringen van de uitgevende instelling die in uitvoering zijn of waarvoor reeds vaste verbintenissen zijn aangegaan, met inbegrip van de geografische verdeling van deze investeringsbedragen (binnen- en buitenland) en van de wijze van financiering (al dan niet zelffinanciering). |
Sectie 5 pag. 132 ev. |
| Rubriek 5.7.3 | Informatie over de joint ventures en ondernemingen waarvan de uitgevende instelling een deel van het kapitaal bezit, die een belangrijke invloed kunnen hebben op de beoordeling van het vermogen, de financiële positie of de resultaten van de uitgevende instelling. |
Sectie 11.1 pag. 382-386 |
| Rubriek 5.7.4 | Beschrijving van eventuele milieuaspecten die van invloed kunnen zijn op het gebruik van de materiële vaste activa door de uitgevende instelling. |
Sectie 3.2 pag. 58 ev. |
| AFDELING 6 | ORGANISATIESTRUCTUUR | BLZ. |
| Rubriek 6.1 | Indien de uitgevende instelling deel uitmaakt van een groep, beknopte beschrijving van deze groep en van de plaats die zij daarin inneemt. Dit kan in de vorm van, of vergezeld gaan van, een diagram van de organisatiestructuur indien dit nuttig is om de structuur te verduidelijken. |
Sectie 11.1 pag. 382-386 |
| Rubriek 6.2 | Lijst van belangrijke dochterondernemingen van de uitgevende instelling, met vermelding van de naam, het land van oprichting of vestiging, het percentage van de eigendomsbelangen en, indien dit verschillend is, het |
Sectie 11.1 pag. 382-386 |
|---|---|---|
| percentage van de stemrechten waarover de uitgevende instelling beschikt. | ||
| AFDELING 7 | BEDRIJFSRESULTATEN EN FINANCIËLE TOESTAND | BLZ. |
| Rubriek 7.1 | Financiële toestand | Sectie 5 pag. 132 ev. |
| Rubriek 7.1.1 | Voor zover dit niet elders in het registratiedocument aan de orde komt en voor zover zulks noodzakelijk is voor een goed begrip van de bedrijfsactiviteiten van de uitgevende instelling als geheel, wordt voor elk jaar en elke tussentijdse verslagperiode waarvoor historische financiële informatie dient te worden verstrekt, een eerlijke beoordeling van de ontwikkelingen en de prestaties van de bedrijfsactiviteiten van de uitgevende instelling en van haar positie gegeven, met vermelding van de oorzaken van essentiële wijzigingen. Het overzicht bevat een evenwichtige en volledige analyse van de ontwikkeling en de resultaten van de bedrijfsactiviteit en van de positie van de uitgevende instelling, in overeenstemming met de omvang en de complexiteit van het bedrijf. In de mate waarin zulks noodzakelijk is voor een goed begrip van de ontwikkeling, de resultaten of de positie van de uitgevende instelling, omvat de analyse ook essentiële financiële en, in voorkomend geval, niet-financiële kernprestatie-indicatoren die betrekking hebben op het specifieke bedrijf van de vennootschap. De analyse bevat in voorkomend geval ook verwijzingen naar en aanvullende toelichtingen bij de in de jaarlijkse financiële overzichten gerapporteerde bedragen. |
Sectie 5 pag. 132 ev. |
| Rubriek 7.1.2 | Voor zover dit niet elders in het registratiedocument aan de orde komt en noodzakelijk is voor een goed begrip van de bedrijfsactiviteiten van de uitgevende instelling als geheel, wordt in de financiële toestand tevens melding gemaakt van: |
|
| a) de verwachte toekomstige ontwikkeling van de uitgevende instelling; | Sectie 5.4 pag. 152 ev. | |
| b) de werkzaamheden op het gebied van onderzoek en ontwikkeling. Aan de voorschriften van rubriek 7.1 kan worden voldaan door het in de artikelen 19 en 29 van Richtlijn 2013/34/EU van het Europees Parlement en de Raad (1) bedoelde bestuursverslag op te nemen. |
Sectie 7.3.7.5 pag. 190 | |
| Rubriek 7.2 | Bedrijfsresultaten | Sectie 5 pag. 132 ev. |
| Rubriek 7.2.1 | Informatie over belangrijke factoren, met inbegrip van ongebruikelijke of zelden voorkomende gebeurtenissen of nieuwe ontwikkelingen, welke een wezenlijk effect sorteren op de bedrijfsopbrengsten van de uitgevende instelling, met vermelding van de mate waarin de opbrengsten werden beïnvloed. |
Sectie 5 pag. 132 ev. |
| Rubriek 7.2.2 | Wanneer uit de historische financiële informatie blijkt dat zich wezenlijke veranderingen in de netto- omzet of -opbrengsten hebben voorgedaan, worden de redenen voor deze veranderingen omschreven. |
Sectie 5 pag. 132 ev. |
| AFDELING 8 | KAPITAALMIDDELEN | BLZ. |
| Rubriek 8.1 | Gegevens over de kapitaalmiddelen (zowel op korte termijn als op lange termijn) van de uitgevende instelling. |
Sectie 5.2 pag. 144 |
| Rubriek 8.2 | Een toelichting op de herkomst en de bedragen van de kasstromen van de uitgevende instelling en een omschrijving van deze kasstromen. |
Sectie 5.2 pag. 144 |
| Rubriek 8.3 | Gegevens over de financieringsbehoefte en -structuur van de uitgevende instelling. | Sectie 5.2.3 pag. 147 ev. |
| Rubriek 8.4 | Gegevens over eventuele beperkingen op het gebruik van kapitaalmiddelen welke direct of indirect wezenlijke gevolgen hebben of kunnen hebben voor de activiteiten van de uitgevende instelling. |
Niet van toepassing |
| Rubriek 8.5 | Gegevens over de financieringsmiddelen die naar verwachting nodig zullen zijn om aan de in rubriek 5.7.2. bedoelde verplichtingen te voldoen. |
Secties 5.2.3 en 5.2.4 pag. 147 ev. |
|---|---|---|
| AFDELING 9 | REGELGEVING | BLZ. |
| Rubriek 9.1 | Een beschrijving van de regelgeving onder welke de uitgevende instelling werkt en die wezenlijke gevolgen kan hebben voor haar activiteiten, alsmede informatie over administratieve, economische, budgettaire, monetaire of politieke beleidslijnen of factoren die direct of indirect wezenlijke gevolgen hebben of kunnen hebben voor de activiteiten van de uitgevende instelling. |
Sectie 11.5 pag. 389 - 391 |
| AFDELING 10 | TENDENSEN | BLZ. |
| Rubriek 10.1 | Een beschrijving van: a) de belangrijkste recente tendensen in de ontwikkeling van productie, verkoop en voorraden, alsmede in de ontwikkeling van kosten en verkoopprijzen tussen het einde van het laatste boekjaar en de datum van het registratiedocument; b) elke wijziging van betekenis in de financiële prestaties van de groep welke zich heeft voorgedaan na het einde van de laatste verslagperiode waarvoor op datum van het registratiedocument financiële informatie is gepubliceerd, of een passende negatieve verklaring. |
Sectie 4 pag. 126 ev. |
| Rubriek 10.2 | Informatie over bekende tendensen, onzekerheden, eisen, verplichtingen of gebeurtenissen waarvan redelijkerwijze mag worden aangenomen dat zij ten minste in het lopende boekjaar wezenlijke gevolgen zullen hebben voor de vooruitzichten van de uitgevende instelling. |
Sectie 4 pag. 126 ev. |
| AFDELING 11 | WINSTPROGNOSES OF -RAMINGEN | BLZ. |
| Rubriek 11.1 | Wanneer een uitgevende instelling een winstprognose of een winstraming heeft bekendgemaakt (die nog steeds uitstaande en geldig is), wordt die prognose of raming in het registratiedocument opgenomen. Indien een winstprognose of een winstraming is bekendgemaakt en nog steeds uitstaande is, maar niet langer geldig, wordt daarover een verklaring opgenomen en een toelichting waarom deze prognose of raming niet meer geldig is. Voor dergelijk ongeldige prognoses of ramingen gelden de voorschriften van de rubrieken 11.2 en 11.3 niet. |
Sectie 5.4 pag. 152 ev. |
| Rubriek 11.2 | Wanneer een uitgevende instelling een nieuwe winstprognose of een nieuwe winstraming wenst op te nemen, of een eerder gepubliceerde winstprognose of een eerder gepubliceerde winstraming krachtens rubriek 11.1, is de winstprognose of winstraming duidelijk en ondubbelzinnig en bevat deze een verklaring met de voornaamste hypothesen waarop de uitgevende instelling haar prognose of raming heeft gebaseerd. Bij de prognose of raming moeten de volgende principes in acht worden genomen: |
Niet van toepassing |
| a) er moet een duidelijk onderscheid worden gemaakt tussen, enerzijds, hypothesen betreffende factoren die de leden van de bestuurs-, leidinggevende of toezichthoudende organen kunnen beïnvloeden en, anderzijds, hypothesen betreffende factoren waarop de leden van de bestuurs-, leidinggevende of toezichthoudende organen totaal geen invloed kunnen uitoefenen; |
Niet van toepassing | |
| b) de hypothesen moeten voorts redelijk en door beleggers gemakkelijk te begrijpen zijn, moeten specifiek en precies zijn en mogen geen invloed hebben op de algemene nauwkeurigheid van de ramingen die aan de prognose ten grondslag liggen; |
Niet van toepassing | |
| c) bij een prognose moet de belegger door de hypothesen worden gewezen op de onzekere factoren waardoor de resultaten van de prognoses aanzienlijk kunnen veranderen. |
Niet van toepassing |
| Rubriek 11.3 | Het prospectus omvat een verklaring dat de winstprognose of de winstraming is opgesteld en voorbereid op een basis die zowel: a) vergelijkbaar is met die van de historische financiële informatie; b) in overeenstemming is met het boekhoudbeleid van de uitgevende instelling. |
|---|---|
| AFDELING 12 | BESTUURS-, LEIDINGGEVENDE EN TOEZICHTHOUDENDE |
| Rubriek 12.1 | Naam, kantooradres en functie binnen de uitgevende instelling van de volgende personen, met vermelding van de belangrijkste door hen buiten de uitgevende instelling uitgeoefende activiteiten wanneer deze van belang zijn voor de uitgevende instelling: |
| b) beherende vennoten als het een commanditaire vennootschap op aandelen betreft; |
|
| c) oprichters indien de uitgevende instelling minder dan vijf jaar tevoren is opgericht; |
|
| d) elk lid van de bedrijfsleiding dat relevant is om aan te tonen dat de uitgevende instelling beschikt over de nodige deskundigheid en ervaring voor het beheer van haar bedrijfsactiviteit. |
|
| Nadere bijzonderheden over de aard van eventuele familiebanden tussen de onder a) tot en met d) bedoelde personen. |
|
| Voor elk lid van de bestuurs-, leidinggevende of toezichthoudende organen van de uitgevende instelling en voor elke in de eerste alinea, onder b) en d), bedoelde persoon worden benevens nadere bijzonderheden over de relevante managementexpertise en -ervaring van deze personen ook de volgende inlichtingen verstrekt: |
|
| a) naam van alle vennootschappen en commanditaire vennootschappen waarbij die personen in de voorgaande vijf jaar lid van de bestuurs-, leidinggevende of toezichthoudende organen of vennoot zijn geweest, waarbij wordt vermeld of de persoon al dan niet nog steeds lid van de bestuurs-, leidinggevende of toezichthoudende organen of vennoot is. Er behoeft geen melding te worden gemaakt van alle dochterondernemingen van een uitgevende instelling waarbij de persoon eveneens lid is van de bestuurs-, leidinggevende of toezichthoudende organen; |
|
| b) nadere bijzonderheden over alle veroordelingen in verband met fraudemisdrijven in ten minste de voorgaande vijf jaar; |
|
| c) nadere bijzonderheden over eventuele faillissementen, surséances of liquidaties of over vennootschappen die onder bestuur stonden met betrekking tot de in de eerste alinea, onder a) en d), bedoelde personen die in ten minste de voorgaande vijf jaar daarbij handelden in het kader |
| Sectie 5.4.9 pag. 158 | |
|---|---|
| winstraming is opgesteld en voorbereid op een basis die zowel: a) | |
| vergelijkbaar is met die van de historische financiële informatie; b) in | |
| overeenstemming is met het boekhoudbeleid van de uitgevende instelling. | |
| ORGANEN EN BEDRIJFSLEIDING | BLZ. |
| van de volgende personen, met vermelding van de belangrijkste | |
| door hen buiten de uitgevende instelling uitgeoefende activiteiten | |
| wanneer deze van belang zijn voor de uitgevende instelling: | |
| a) leden van de bestuurs-, leidinggevende of toezichthoudende organen; | Sectie 7.3 pag. 171-190 |
| b) beherende vennoten als het een commanditaire | Niet van toepassing |
| vennootschap op aandelen betreft; | |
| c) oprichters indien de uitgevende instelling minder dan vijf jaar tevoren is opgericht; |
Niet van toepassing |
| d) elk lid van de bedrijfsleiding dat relevant is om aan te tonen dat | Sectie 7.3 pag. 174-175 |
| de uitgevende instelling beschikt over de nodige deskundigheid | en 182-183 |
| en ervaring voor het beheer van haar bedrijfsactiviteit. | |
| Nadere bijzonderheden over de aard van eventuele familiebanden tussen de onder a) tot en met d) bedoelde personen. |
Sectie 7.5 pag. 193 |
| Voor elk lid van de bestuurs-, leidinggevende of toezichthoudende | |
| organen van de uitgevende instelling en voor elke in de eerste | |
| alinea, onder b) en d), bedoelde persoon worden benevens nadere | |
| bijzonderheden over de relevante managementexpertise en -ervaring | |
| van deze personen ook de volgende inlichtingen verstrekt: | |
| a) naam van alle vennootschappen en commanditaire vennootschappen | Sectie 7.3 pag. 174-175 |
| waarbij die personen in de voorgaande vijf jaar lid van de bestuurs-, | |
| leidinggevende of toezichthoudende organen of vennoot zijn geweest, | |
| waarbij wordt vermeld of de persoon al dan niet nog steeds lid van de | |
| bestuurs-, leidinggevende of toezichthoudende organen of vennoot is. Er | |
| behoeft geen melding te worden gemaakt van alle dochterondernemingen | |
| van een uitgevende instelling waarbij de persoon eveneens lid is van de bestuurs-, leidinggevende of toezichthoudende organen; |
|
| b) nadere bijzonderheden over alle veroordelingen in verband | Sectie 7.7 pag. 196 |
| met fraudemisdrijven in ten minste de voorgaande vijf jaar; | |
| c) nadere bijzonderheden over eventuele faillissementen, surséances | Sectie 7.7 pag. 196 |
| of liquidaties of over vennootschappen die onder bestuur stonden met | |
| betrekking tot de in de eerste alinea, onder a) en d), bedoelde personen | |
| die in ten minste de voorgaande vijf jaar daarbij handelden in het kader | |
| van een van de in de eerste alinea, onder a) en d), bedoelde functies; | |
| Rubriek 14.1 | Indien van toepassing, de datum waarop het lopende mandaat verstrijkt en de periode gedurende welke de betrokken persoon het mandaat heeft uitgeoefend. |
Sectie 7.3 pag. 172 | |
|---|---|---|---|
| Met betrekking tot het laatst afgesloten boekjaar van de uitgevende instelling en, tenzij anders is aangegeven, met betrekking tot de in rubriek 12.1, eerste alinea, onder a), bedoelde personen wordt het volgende vermeld: |
|||
| AFDELING 14 | van pensioenen of soortgelijke uitkeringen. WERKING VAN HET BESTUURSORGAAN |
BLZ. | |
| Rubriek 13.2 | Door de uitgevende instelling of haar dochterondernemingen opzijgezette of toegerekende bedragen voor de betaling |
Sectie 7.8 pag. 196-211 | |
| Deze informatie moet op individuele basis worden verstrekt, tenzij individuele bekendmaking niet verplicht is in het land van herkomst van de uitgevende instelling en de informatie niet anderszins door haar openbaar wordt gemaakt. |
|||
| Rubriek 13.1 | Bedrag van de bezoldigingen (met inbegrip van voorwaardelijke of uitgestelde betalingen) en de voordelen in natura die door de uitgevende instelling en haar dochterondernemingen aan deze personen zijn toegekend voor de diensten die elke persoon in al zijn hoedanigheden ten behoeve van de uitgevende instelling en haar dochterondernemingen heeft verricht. |
Sectie 7.8 pag. 196-211 | |
| AFDELING 13 | BEZOLDIGINGEN EN VOORDELEN Voor de in rubriek 12.1, eerste alinea, onder a) en d), bedoelde personen wordt met betrekking tot het laatste volledige boekjaar het volgende vermeld: |
BLZ. | |
| Nadere bijzonderheden over eventuele beperkingen waarmee de in rubriek 12.1 bedoelde personen hebben ingestemd ten aanzien van de vervreemding binnen een bepaalde periode van de in hun bezit zijnde effecten van de uitgevende instelling. |
|||
| Elke regeling of overeenkomst met belangrijke aandeelhouders, cliënten, leveranciers of andere personen op grond waarvan een in rubriek 12.1 bedoelde persoon is geselecteerd als lid van de bestuurs-, leidinggevende of toezichthoudende organen, dan wel als lid van de bedrijfsleiding. |
|||
| Rubriek 12.2 | Belangenconflicten van de bestuurs-, leidinggevende en toezichthoudende organen en de bedrijfsleiding. Potentiële belangenconflicten tussen de plichten jegens de uitgevende instelling van de in rubriek 12.1 bedoelde personen en hun eigen belangen en/of andere plichten moeten duidelijk worden vermeld. Ingeval er van dergelijke conflicten geen sprake is, moet daarvan melding worden gemaakt. |
Sectie 7.4 - pag. 190-191 | |
| Indien geen informatie in die zin hoeft te worden bekendgemaakt, wordt daarvan melding gemaakt. |
|||
| d) nadere bijzonderheden over door wettelijke of toezichthoudende autoriteiten (met inbegrip van erkende beroepsorganisaties) officieel en openbaar geuite beschuldigingen en/of opgelegde sancties waarbij dergelijke personen betrokken zijn geweest, en vermelding van het feit of zij in ten minste de voorgaande vijf jaar ooit door een rechterlijke instantie onbekwaam zijn verklaard om te handelen als lid van de bestuurs-, leidinggevende of toezichthoudende organen van een uitgevende instelling of in het kader van het beheer of de uitoefening van de activiteiten van een uitgevende instelling. |
Sectie 7.7 pag. 196 |
| Rubriek 14.2 | Informatie over de tussen de leden van de bestuurs-, leidinggevende | Sectie 7.7 pag. 196 |
|---|---|---|
| en toezichthoudende organen en de uitgevende instelling of haar | ||
| dochterondernemingen gesloten arbeidsovereenkomsten die voorzien | ||
| in uitkeringen bij beëindiging van het dienstverband, of een passende | ||
| verklaring dat er van dergelijke uitkeringen geen sprake is. | ||
| Rubriek 14.3 | Informatie over de auditcommissie en remuneratiecommissie van de | Auditcomité: |
| uitgevende instelling, met vermelding van de namen van de commissieleden | Sectie 7.3.3.1 pag. 181-183 | |
| en een samenvatting van het mandaat van de commissie. | ||
| Remuneratie- en | ||
| benoemingscomité: | ||
| Sectie 7.3.3.2 pag. 183-184 | ||
| Rubriek 14.4 | Een verklaring waarin wordt aangegeven of de uitgevende instelling zich al dan | Sectie 7.1.1 pag. 168 |
| niet houdt aan de corporate governance code(s) die op de uitgevende instelling | ||
| van toepassing is. Ingeval de uitgevende instelling deze code niet toepast, | ||
| moet daarvan melding worden gemaakt en worden uitgelegd waarom. | ||
| Rubriek 14.5 | Potentiële wezenlijke gevolgen voor de corporate governance, met | Niet van toepassing |
| inbegrip van toekomstige wijzigingen van de samenstelling van de | ||
| bestuursraad en -commissies (voor zover de raad van bestuur en/ | ||
| of de vergadering van aandeelhouders daarover al heeft beslist). | ||
| AFDELING 15 | WERKNEMERS | BLZ. |
| Rubriek 15.1 | Personeelsbestand aan het einde van de verslagperiode of gemiddeld | Sectie 10 pag. 340-341 |
| personeelsbestand voor elk boekjaar van het door de historische financiële | ||
| informatie bestreken tijdvak tot de datum van het registratiedocument (en | ||
| wijzigingen daarin indien deze van betekenis zijn) en, indien zulks mogelijk en van | ||
| belang is, een onderverdeling van het personeel naar voornaamste categorieën | ||
| bedrijfsactiviteiten en geografische locaties. Indien de uitgevende instelling | ||
| een groot aantal tijdelijke werknemers in dienst heeft, wordt het gemiddelde | ||
| aantal tijdelijke werknemers tijdens het meest recente boekjaar vermeld. | ||
| Rubriek 15.2 | Aandelenbezit en aandelenopties | Sectie 7.8 pag. 202-207 |
| Voor elke in rubriek 12.1., eerste alinea, onder a) en d), bedoelde persoon | ||
| worden zo recent mogelijke gegevens verstrekt over hun aandelenbezit en | ||
| de hun eventueel verleende opties op aandelen van de uitgevende instelling. | ||
| Rubriek 15.3 | Vermelding van eventuele regelingen uit hoofde waarvan werknemers | Sectie 7.8 pag. 202-207 |
| kunnen deelnemen in het kapitaal van de uitgevende instelling. | ||
| AFDELING 16 | BELANGRIJKSTE AANDEELHOUDERS | BLZ. |
| Rubriek 16.1 | Voor zover de uitgevende instelling daarvan op de hoogte is, de naam van alle | Sectie 6.2 pag. 163 |
| personen die geen lid zijn van de bestuurs-, leidinggevende of toezichthoudende | ||
| organen en die rechtstreeks of middellijk een belang in het kapitaal of de | ||
| stemrechten van de uitgevende instelling bezitten dat krachtens het nationale | ||
| recht van de uitgevende instelling moet worden aangemeld, met vermelding | ||
| van het bedrag van het belang van elk van deze personen op de datum van | ||
| het registratiedocument, of, indien er geen dergelijke personen zijn, een | ||
| passende verklaring dat er van dergelijke personen geen sprake is. | ||
| Rubriek 16.2 | Vermelding van afwijkende stemrechten van de voornaamste | Sectie 6.2 pag. 163 |
| aandeelhouders van de uitgevende instelling, of een passende verklaring |
| Rubriek 16.3 | Voor zover zulks de uitgevende instelling bekend is, wordt vermeld of zij rechtstreeks of middellijk eigendom is of onder de zeggenschap staat van anderen, en zo ja van wie; tevens wordt een beschrijving gegeven van de aard van de zeggenschap en van de getroffen maatregelen om misbruik daarvan te voorkomen. |
Sectie 6.2 pag. 163 |
|---|---|---|
| Rubriek 16.4 | Beschrijving van alle aan de uitgevende instelling bekende regelingen waarvan de inwerkingstelling op een latere datum kan resulteren in een wijziging van de zeggenschap over de uitgevende instelling. |
Sectie 7.6 pag. 193-195 |
| AFDELING 17 | TRANSACTIES MET VERBONDEN PARTIJEN | BLZ. |
| Rubriek 17.1 | Indien toepasselijk moeten overeenkomstig de desbetreffende standaard die krachtens Verordening (EG) nr. 1606/2002 is goedgekeurd, nadere bijzonderheden worden verstrekt betreffende transacties met verbonden partijen (voor deze doeleinden transacties zoals bedoeld in de standaarden die zijn goedgekeurd overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1606/2002 van het Europees Parlement en de Raad) welke de uitgevende instelling heeft gesloten gedurende het door de historische financiële informatie bestreken tijdvak tot de datum van het registratiedocument. |
Sectie 11.6 pag. 391 |
| Indien deze standaarden niet op de uitgevende instelling van toepassing zijn, moeten de volgende inlichtingen worden verstrekt: |
||
| a) aard en omvang van de transacties die, afzonderlijk of in hun geheel, van wezenlijk belang zijn voor de uitgevende instelling. Wanneer transacties tussen verbonden partijen niet op marktconforme wijze gesloten zijn, wordt uitgelegd waarom. Voor uitstaande leningen, met inbegrip van garanties van gelijk welke vorm, wordt het uitstaande bedrag vermeld; |
||
| b) bedrag of percentage dat transacties met verbonden partijen in de omzet van de uitgevende instelling vertegenwoordigen. |
||
| AFDELING 18 | FINANCIËLE GEGEVENS BETREFFENDE HET VERMOGEN, DE FINANCIËLE POSITIE EN DE RESULTATEN VAN DE UITGEVENDE INSTELLING |
BLZ. |
| Rubriek 18.1 Rubriek 18.1.1 |
Historische financiële informatie Gecontroleerde historische financiële informatie over de laatste drie boekjaren (of het tijdvak dat de uitgevende instelling activiteiten ontplooit indien zij minder dan drie jaar actief is) en het accountantsverslag voor elk jaar. |
Sectie 9.1 pag. 224 Sectie 9.1 pag. 224 |
| Rubriek 18.1.2 | Wijziging van boekhoudkundige referentiedatum Indien de uitgevende instelling de referentiedatum voor de verslaglegging heeft gewijzigd in de periode waarvoor historische financiële informatie vereist is, omvat de gecontroleerde historische informatie ten minste 36 maanden dan wel de volledige periode waarin de uitgevende instelling actief is geweest, naargelang welke periode korter is. |
Niet van toepassing |
De financiële informatie opgenomen in sectie 9 (en in algemeen, het gehele URD) werd opgesteld conform deze vereiste.
| Rubriek 18.1.3 | Standaarden voor jaarrekeningen De financiële informatie moet worden opgesteld conform de overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1606/2002 goedgekeurde internationale standaarden voor jaarrekeningen. |
|---|---|
| Indien Verordening (EG) nr. 1606/2002 niet van toepassing is, moet de financiële informatie worden opgesteld conform: |
|
| a) de nationale standaarden voor jaarrekeningen van een lidstaat voor uitgevende instellingen uit de EER, zoals Richtlijn 2013/34/EU vereist; |
|
| b) de aan Verordening (EG) nr. 1606/2002 gelijkwaardige nationale standaarden voor jaarrekeningen van een derde land voor uitgevende instellingen uit derde landen. Indien de nationale standaarden voor jaarrekeningen van een dergelijk derde land niet gelijkwaardig zijn aan Verordening (EG) nr. 1606/2002 moet de jaarrekening overeenkomstig die verordening worden aangepast. |
|
| Rubriek 18.1.4 | Wijziging van het kader voor financiële verslaggeving De meest recente gecontroleerde historische financiële informatie, met inbegrip van vergelijkende informatie voor de voorgaande jaren, moet worden opgesteld en gepresenteerd in een vorm die aansluit bij het kader voor standaarden voor jaarrekeningen dat voor de volgende gepubliceerde jaarrekening van de uitgevende instelling zal worden gebruikt, met inachtneming van de standaarden voor jaarrekeningen, de grondslagen voor financiële verslaggeving en de op jaarrekeningen toepasselijke wetgeving. |
| Bij wijzigingen in het kader voor financiële verslaggeving dat op een uitgevende instelling van toepassing is, hoeven met het oog op het prospectus de gecontroleerde jaarrekeningen niet te worden aangepast. Indien de uitgevende instelling echter voornemens is voor de volgende gepubliceerde jaarrekening een nieuw kader voor financiële verslaggeving te hanteren, wordt ten minste een exemplaar van de jaarrekening (volgens de in Verordening (EG) nr. 1606/2002 opgenomen definitie van IAS 1 Presentatie van de jaarrekening), met inbegrip van vergelijkende financiële overzichten, gepresenteerd in een vorm die aansluit bij die welke voor de volgende gepubliceerde jaarrekening van de uitgevende instelling zal worden gebruikt, met inachtneming van de standaarden voor jaarrekeningen, de grondslagen voor financiële verslaggeving en de op jaarrekeningen toepasselijke wetgeving. |
|
| Rubriek 18.1.5 | Wanneer de gecontroleerde financiële informatie is opgesteld overeenkomstig nationale standaarden voor jaarrekeningen, moet deze ten minste het volgende omvatten: |
| a) de balans; | |
| b) de winst- en verliesrekening; | |
| c) een overzicht van ofwel alle vermogensmutaties, ofwel uitsluitend die vermogensmutaties die niet voortvloeien uit kapitaaltransacties met eigenaars en uitkeringen aan eigenaars; |
|
| d) een kasstroomoverzicht; en | |
| e) de grondslagen voor financiële verslaggeving en toelichtingen. | |
| Rubriek 18.1.6 | Geconsolideerde jaarrekening Indien de uitgevende instelling zowel een enkelvoudige als een geconsolideerde jaarrekening opstelt, moet ten minste de geconsolideerde jaarrekening in het registratiedocument worden opgenomen. |
De financiële informatie opgenomen in sectie 9 (en in algemeen, het gehele URD) werd opgesteld conform deze vereiste. Montea is niet voornemens om een nieuw kader voor financiële verslaggeving te hanteren
Sectie 9 pag. 224-301
Sectie 9.1 pag. 224
| Rubriek 18.1.7 | Datum van de financiële informatie De balansdatum van het laatste jaar waarover gecontroleerde financiële informatie wordt verstrekt, mag niet langer geleden zijn dan: |
Balansdatum van het jaar waarover financïele informatie wordt verstrekt is 31 december 2024, publicatie van dit verslag is 17 april 2025 |
|---|---|---|
| a) ofwel 18 maanden te rekenen vanaf de datum van het registratiedocument indien de uitgevende instelling gecontroleerde tussentijdse financiële overzichten in het registratiedocument opneemt; |
||
| b) ofwel 16 maanden te rekenen vanaf de datum van het registratiedocument indien de uitgevende instelling ongecontroleerde tussentijdse financiële overzichten in het registratiedocument opneemt. |
||
| Rubriek 18.2 | Tussentijdse en andere financiële informatie | |
| Rubriek 18.2.1 | Indien de uitgevende instelling na de datum van haar laatst gecontroleerde jaarrekeningen driemaandelijkse of halfjaarlijkse financiële informatie heeft gepubliceerd, moet deze in het registratiedocument worden opgenomen. Indien de driemaandelijkse of halfjaarlijkse financiële informatie aan een volledige of beperkte accountantscontrole is onderworpen, moet ook het verslag over deze volledige of beperkte controle worden opgenomen. Indien de driemaandelijkse of halfjaarlijkse financiële informatie niet gecontroleerd is, of niet aan een beperkte controle is onderworpen, moet dit worden vermeld. Indien het registratiedocument dateert van meer dan negen maanden na de datum van de laatste gecontroleerde jaarrekeningen, moet het tussentijdse financiële informatie bevatten die niet gecontroleerd behoeft te zijn (te vermelden) en die betrekking heeft op ten minste de eerste zes maanden van het boekjaar. Tussentijdse financiële informatie opgesteld overeenkomstig de voorschriften van Verordening (EG) nr. 1606/2002. |
Sectie 9.3.2 pag. 300 |
| Voor uitgevende instellingen waarop Verordening (EG) nr. 1606/2002 niet van toepassing is, moet de tussentijdse financiële informatie vergelijkende overzichten voor dezelfde periode van het voorafgaande boekjaar omvatten, met dien verstande dat aan het vereiste van verstrekking van vergelijkende balansgegevens is voldaan wanneer de eindbalans van dat jaar wordt verstrekt conform het toepasselijk kader voor jaarrekeningen. |
||
| Rubriek 18.3 | Accountantscontrole van historische jaarlijkse financiële informatie | Sectie 9.3.3 pag. 300 |
| Rubriek 18.3.1 | De historische jaarlijkse informatie moet onafhankelijk gecontroleerd zijn. Het auditverslag wordt opgesteld in overeenstemming met Richtlijn 2014/56/ EU van het Europees Parlement en de Raad ( 3 ) en Verordening (EU) nr. 537/2014 van het Europees Parlement en de Raad. Wanneer Richtlijn 2014/56/EU en Verordening (EU) nr. 537/2014 niet van toepassing zijn: |
Sectie 10.4 pag. 364 |
| a) de historische jaarlijkse financiële informatie moet onderworpen zijn aan een accountantscontrole of moet in een verslag voor de doeleinden van het registratiedocument worden aangemerkt als gevende een getrouw beeld, overeenkomstig de in een lidstaat toepasselijke standaarden voor accountantscontrole of gelijkwaardige standaarden; |
||
| b) Indien afgifte van auditverslagen betreffende de historische financiële informatie door de met de wettelijke controle belaste accountants is geweigerd of indien de verslagen voorbehouden, wijzigingen van het auditoordeel, oordeelsonthoudingen of toelichtende paragrafen bevatten, moeten die voorbehouden, wijzigingen van het auditoordeel, oordeelsonthoudingen of toelichtende paragrafen integraal worden opgenomen met opgave van redenen. |
| Rubriek 18.3.2 | Vermelding van andere informatie in het registratiedocument die door de accountants is gecontroleerd. |
Sectie 10.4 pag. 364-379 |
|---|---|---|
| Rubriek 18.3.3 | Voor alle in het registratiedocument opgenomen financiële informatie die niet uit gecontroleerde jaarrekeningen van de uitgevende instelling overgenomen is, moet worden aangegeven uit welke bron de informatie afkomstig is en dat deze informatie niet gecontroleerd is. |
Dit is het geval doorheen het URD |
| Rubriek 18.4 | Pro forma financiële informatie | |
| Rubriek 18.4.1 | In geval van een brutowijziging van betekenis wordt een beschrijving gegeven van de wijze waarop de transactie het vermogen en de winst van de uitgevende instelling had kunnen beïnvloeden indien deze transactie gesloten was aan het begin van de verslagperiode of op de verslagdatum. Aan dit vereiste wordt normaliter voldaan door pro forma financiële informatie op te nemen. Deze pro forma financiële informatie moet worden gepresenteerd overeenkomstig bijlage 20, en moet de daarin beschreven gegevens omvatten. De pro forma financiële informatie moet vergezeld gaan van een door onafhankelijke accountants opgesteld verslag. |
Sectie 9.3.4 pag. 300 |
| Rubriek 18.5 | Dividendbeleid | |
| Rubriek 18.5.1 | Beschrijving van het beleid van de uitgevende instelling ten aanzien van dividenduitkeringen en daarop geldende beperkingen. Indien de uitgevende instelling geen dergelijk beleid heeft, moet een passende negatieve verklaring worden opgenomen. |
Sectie 9.3.5 pag. 301 |
| Rubriek 18.5.2 | Bedrag van het dividend per aandeel voor elk boekjaar van het door de historische financiële informatie bestreken tijdvak, in voorkomend geval herleid wanneer het aantal aandelen van de uitgevende instelling is gewijzigd, om het vergelijkbaar te maken. |
Sectie 9.3.5 pag. 301 |
| Rubriek 18.6 | Rechtszaken en arbitrages | |
| Rubriek 18.6.1 | Gegevens over eventuele overheidsingrepen, rechtszaken of arbitrages (met inbegrip van dergelijke procedures die, naar weten van de uitgevende instelling, hangende zijn of kunnen worden ingeleid) over een periode van ten minste de voorafgaande twaalf maanden, welke een invloed van betekenis kunnen hebben of in een recent verleden hebben gehad op de financiële positie of de rentabiliteit van de uitgevende instelling en/of de groep, of een passende negatieve verklaring. |
Sectie 9.3.6 pag. 301 |
| Rubriek 18.7 | Wijziging van betekenis in de financiële positie van de uitgevende instelling | |
| Rubriek 18.7.1 | Beschrijving van elke wijziging van betekenis in de financiële positie van de groep welke zich heeft voorgedaan na het einde van de laatste verslagperiode waarvoor ofwel gecontroleerde jaarrekeningen zijn gepubliceerd, ofwel tussentijdse financiële informatie is gepubliceerd, of een passende negatieve verklaring. |
Sectie 9.3.7 pag. 301 |
| AFDELING 19 | AANVULLENDE INFORMATIE | BLZ. |
| Rubriek 19.1 | Aandelenkapitaal De informatie in de rubrieken 19.1.1 tot en met 19.1.7 in de historische financiële informatie op de datum van de meest recente balans: |
Sectie 6.2 pag. 163 |
| Rubriek 19.1.1 | Bedrag van het geplaatste kapitaal en voor elke categorie van aandelenkapitaal: | Sectie 6.2 pag. 163 |
|---|---|---|
| a) het totaal van het maatschappelijk kapitaal van de uitgevende instelling; | ||
| b) het aantal uitgegeven, volgestorte aandelen en het | ||
| aantal uitgegeven, niet-volgestorte aandelen; | ||
| c) nominale waarde per aandeel of vermelding dat de | ||
| aandelen geen nominale waarde hebben; en | ||
| d) een aansluiting tussen het aantal aandelen in omloop aan het begin en aan | ||
| het einde van het jaar. Indien in het door de historische financiële informatie | ||
| bestreken tijdvak meer dan 10 % van het kapitaal is gefinancierd met activa | ||
| die geen geldmiddelen zijn, moet daarvan melding worden gemaakt. | ||
| Rubriek 19.1.2 | Wanneer er aandelen bestaan die geen deel uitmaken van het kapitaal, vermelding van het aantal en de belangrijkste kenmerken ervan. |
Niet van toepassing |
| Rubriek 19.1.3 | Aantal, boekwaarde en nominale waarde van de aandelen van | Sectie 6.2 pag. 163 |
| de uitgevende instelling welke door of namens de uitgevende | ||
| instelling zelf of door dochterondernemingen van de uitgevende | ||
| instelling in portefeuille worden gehouden. | ||
| Rubriek 19.1.4 | Bedrag van de converteerbare en andere omwisselbare effecten of effecten met warrant, met vermelding van de voorwaarden waaronder en de wijze waarop zij |
Niet van toepassing |
| worden geconverteerd, omgewisseld of de inschrijvingen ervoor geschieden. | ||
| Rubriek 19.1.5 | Informatie over en voorwaarden verbonden aan verwervingsrechten | Niet van toepassing |
| en/of -verplichtingen met betrekking tot niet-geplaatst | ||
| kapitaal of een verplichting tot kapitaalsverhoging. | ||
| Rubriek 19.1.6 | Informatie over kapitaal van een lid van de groep waarop een optierecht is | Niet van toepassing |
| verleend of ten aanzien waarvan een voorwaardelijke of onvoorwaardelijke | ||
| overeenkomst is bereikt dat daarop een optierecht zal worden verleend, | ||
| en nadere bijzonderheden over deze optierechten met vermelding | ||
| van de personen aan wie deze optierechten zijn verleend. | ||
| Rubriek 19.1.7 | Historische ontwikkeling van het aandelenkapitaal, met vermelding | Sectie 6.2 pag. 163 |
| van gegevens over eventuele wijzigingen, gedurende het tijdvak dat door de historische financiële informatie wordt bestreken. |
||
| Rubriek 19.2 | Akte van oprichting en statuten | |
| Rubriek 19.2.1 | Vermelding van het register en nummer van inschrijving in dit register, | Sectie 11 pag. 382 ev. |
| indien toepasselijk, en beknopte beschrijving van het doel van de | ||
| uitgevende instelling en van de plaats waar dit in de geactualiseerde | ||
| akte van oprichting en statuten wordt omschreven. | ||
| Rubriek 19.2.2 | Wanneer er meer dan een categorie van aandelen bestaat, een | Niet van toepassing |
| beschrijving van de rechten, voorkeurrechten en beperkingen die | ||
| aan elke categorie bestaande aandelen verbonden zijn. | ||
| Rubriek 19.2.3 | Beknopte beschrijving van elke in de statuten van de uitgevende instelling vervatte | Sectie 7.6 pag. 193-195 |
| bepaling die tot gevolg zou kunnen hebben dat een wijziging in de zeggenschap | ||
| over de uitgevende instelling wordt vertraagd, uitgesteld of verhinderd. |
| AFDELING 20 | BELANGRIJKE OVEREENKOMSTEN | BLZ. |
|---|---|---|
| Rubriek 20.1 | Samenvatting van elke in de loop van de twee jaar onmiddellijk vóór de publicatie van het registratiedocument gesloten belangrijke overeenkomst die niet in het kader van de normale bedrijfsuitoefening is aangegaan en waarbij de uitgevende instelling of een lid van de groep partij is. Samenvatting van enigerlei andere op de datum van het registratiedocument bestaande (en niet in het kader van de normale bedrijfsuitoefening aangegane) overeenkomst die door een lid van de groep is gesloten en die een bepaling bevat uit hoofde waarvan een lid van de groep een verplichting heeft die of een recht heeft dat van wezenlijk belang is voor de groep. |
Niet van toepassing |
| AFDELING 21 | BESCHIKBARE DOCUMENTEN | BLZ. |
| Rubriek 21.1 | Een verklaring dat tijdens de geldigheidsduur van het registratiedocument inzage mogelijk is van de volgende documenten, indien toepasselijk: |
Sectie 11.7 pag. 392 |
| a) de geactualiseerde akte van oprichting en statuten van de uitgevende instelling; |
||
| b) alle verslagen, briefwisseling en andere documenten, alsmede door deskundigen op verzoek van de uitgevende instelling opgestelde taxaties en verklaringen wanneer het registratiedocument gedeelten daarvan bevat of naar gedeelten daarvan verwijst. Een vermelding van de website waar de documenten kunnen worden geraadpleegd. |
||
| Aanschaffingswaarde | Totale kostprijs voor het aanschaffen van vastgoed inclusief transactiekosten. | IFRS | International Financial Reporting Standards. |
|---|---|---|---|
| Bezettingsgraad | Bezettingsgraad gebaseerd op het aantal m². Bij de berekening van de | ||
| bezettingsgraad werd, noch in de noemer, noch in de teller, rekening gehouden met | IRS | Interest Rate Swap. | |
| de niet-verhuurbare m², bedoeld voor herontwikkeling en met de landbank. | |||
| Concentratierisico | Concentratierisico volgens artikel 30, §1 t.e.m. 5 van de GVV Wet. | ||
| Corporate Governance Charter | Het corporate governance charter van Montea zoals goedgekeurd | tot de verhandeling op een gereglementeerde markt. | |
| door de Enige Bestuurder op 28 oktober 2021. | Keuzedividend | Een dividend waarbij de aandeelhouder de keuze heeft om het | |
| Code 2020 | De Belgische Corporate Governance Code 2020 uitgevaardigd door de | dividend uit betaald te krijgen in cash of in aandelen. | |
| Commissie Corporate Governance en online beschikbaar. | |||
| CSRD | Richtlijn (EU) 2022/2464 van 14 december 2022 tot wijziging van Verordening | ||
| (EU) nr. 537/2014, Richtlijn 2004/109/EG, Richtlijn 2006/43/EG en Richtlijn | |||
| 2013/34/EU, met betrekking tot duurzaamheidsrapportering door ondernemingen, zoals omgezet door de relevante Belgische wetgeving. |
|||
| Dividendrendement | Bruto dividend gedeeld door de beurskoers op het einde van de periode. | ||
| Enige Bestuurder of Statutaire Bestuurder | Montea Management NV, met zetel te Industrielaan 27, 9320 | ||
| Erembodegem, ingeschreven in het Rechtspersonenregister (RPR) van | |||
| Gent, afdeling Dendermonde, onder het nummer 0882.872.026. | |||
| EPRA-resultaat | Dit betreft het nettoresultaat (na verwerking van het operationeel resultaat voor | gedeeld door het netto huurresultaat. | |
| het resultaat op de portefeuille, verminderd met de financiële resultaten en de | Premie/discount | Verschil in % tussen de beurskoers en de nettowaarde per aandeel. | |
| vennootschapsbelasting, exclusief de uitgestelde belastingen), verminderd met de | Prospectusverordening | Verordening (EU) 2017/1129 van het Europees Parlement en de | |
| variaties in de reële waarde van vastgoedbeleggingen en vastgoed bestemd voor | Raad van 14 juni 2017 betreffende het prospectus. | ||
| verkoop, verminderd met het resultaat op verkoop van vastgoedbeleggingen en | Reële waarde | Boekhoudkundige waarde volgens IAS/IFRS regels. Waarde van de | |
| vermeerderd met de variaties in de reële waarde van financiële activa en passiva. | |||
| FBI | Fiscale Beleggingsinstelling zoals bedoeld in artikel 28 van de Nederlandse Wet op de Vennootschapsbelasting 1969. |
||
| FSMA | Financial Services and Markets Authority. | naar aanleiding van de realisatie van vastgoed. | |
| Gecontracteerde jaarlijkse huurinkomsten | De gecontracteerde jaarlijkse huurinkomsten zoals afgesloten in | ||
| de huurcontracten met de verschillende huurders. | |||
| Geconsolideerde en enkelvoudige schuldgraad Schuldgraad berekend volgens art. 13, §1 van het GVV KB. | Resultaat op de financiële instrumenten | Negatieve en/of positieve variaties in de reële waarde van de rente/indekkingsinstrumenten volgens IAS39. |
|
| Gemiddelde duurtijd van de huurcontracten | Het gewogen gemiddelde van de duurtijd van de lopende | SIIC | Sociétés d'Investissement Immobilières Cotées volgens artikel |
| huurcontracten tot aan de eerst mogelijke break datum. | 208-C van de Franse Code Général des Impôts (CGI). | ||
| Gemiddelde financiële schuldenlast | Het gemiddelde van alle financiële schulden over een welbepaalde periode, | ||
| exclusief de negatieve waarde van de indekkingsinstrumenten. | |||
| Geschatte huurwaarde | Geschatte huurwaarde per m², zoals vastgesteld door de vastgoeddeskundige, | ||
| rekening houdend met de locatie, de kenmerken van het gebouw, de | |||
| bedrijfsactiviteit, enz. en dit vermenigvuldigd met het aantal m². | |||
| GVBF | Een gespecialiseerd vastgoedbeleggingsfonds, conform het GVBF KB. | ||
| GVBF KB | Koninklijk besluit van 9 november 2016 met betrekking tot gespecialiseerde | ||
| vastgoedbeleggingsfondsen, zoals van tijd tot tijd gewijzigd. | |||
| GVV | Een openbare gereglementeerde vastgoedvennootschap opgericht | ||
| naar Belgisch recht, conform de GVV Wet en het GVV KB. | WVV | Het Belgische Wetboek van vennootschappen en verenigingen | |
| GVV KB | Het Koninklijk Besluit van 13 juli 2014 met betrekking tot gereglementeerde | van 23 maart 2019, zoals van tijd tot tijd gewijzigd. | |
| vastgoedvennootschappen, zoals gewijzigd van tijd tot tijd. | |||
| GVV Wet | De Wet van 12 mei 2014 betreffende de gereglementeerde | ||
| vastgoedvennootschappen, zoals gewijzigd van tijd tot tijd. |
| nal Financial Reporting Standards. | ||
|---|---|---|
Investeringswaarde Waarde van de vastgoedportefeuille, zonder aftrek van de transactiekosten.
KB van 14 november 2007 Koninklijk besluit van 14 november 2007 betreffende de verplichtingen van emittenten van financiële instrumenten die zijn toegelaten tot de verhandeling op een gereglementeerde markt.
Keuzedividend Een dividend waarbij de aandeelhouder de keuze heeft om het dividend uit betaald te krijgen in cash of in aandelen.
Montea of Vennootschap Montea NV, een openbare gereglementeerde vastgoedvennootschap
opgericht naar Belgisch recht, met zetel te Industrielaan 27, bus 6, 9320
Aalst (Erembodegem), ingeschreven in het Rechtspersonenregister (RPR) van Gent, afdeling Dendermonde onder het nummer 0417.186.211.
Netto aanvangsrendement De gecontracteerde jaarlijkse huurinkomsten, met inbegrip van concessie- en opstalrechten, gedeeld door de aanschaffingswaarde van de vastgoedportefeuille.
Netto vastgoedrendement De gecontracteerde huurinkomsten, met inbegrip van concessie- en
opstalrechten, gedeeld door de reële waarde van de vastgoedportefeuille.
Operationele marge Operationeel resultaat vóór het resultaat op de vastgoedportefeuille, gedeeld door het netto huurresultaat.
Premie/discount Verschil in % tussen de beurskoers en de nettowaarde per aandeel.
Prospectusverordening Verordening (EU) 2017/1129 van het Europees Parlement en de
Raad van 14 juni 2017 betreffende het prospectus.
Reële waarde Boekhoudkundige waarde volgens IAS/IFRS regels. Waarde van de vastgoedportefeuille, inclusief aftrek van de transactiekosten met
betrekking tot de vastgoedportefeuille in Frankrijk en Nederland.
Resultaat op de vastgoedportefeuille Dit betreft de negatieve en/of positieve variaties in de reële waarde van
de vastgoedportefeuille + de eventuele min- of meerwaarde
Resultaat op de financiële instrumenten Negatieve en/of positieve variaties in de reële waarde van de rente/indekkingsinstrumenten volgens IAS39.
SIIC Sociétés d'Investissement Immobilières Cotées volgens artikel 208-C van de Franse Code Général des Impôts (CGI).
Transparantiereglementering De toepasselijke reglementering inzake de transparantie van belangrijke deelnemingen binnen genoteerde vennootschappen zoals, in het bijzonder,
vervat in de Wet van 2 mei 2007 en het koninklijk besluit 14 februari
2008 op de openbaarmaking van belangrijke deelnemingen.
Velocity Volume over een welbepaalde periode gedeeld door het aantal aandelen.
Verzekerde waarde De volledige nieuwbouwwaarde van de gebouwen inclusief de niet terugvorderbare BTW.
Wet van 2 mei 2007 Wet van 2 mei 2007 op de openbaarmaking van de belangrijke deelnemingen in emittenten waarvan de aandelen zijn toegelaten tot de verhandeling
op een gereglementeerde markt en houdende diverse bepalingen.
WVV Het Belgische Wetboek van vennootschappen en verenigingen van 23 maart 2019, zoals van tijd tot tijd gewijzigd.

Building tools?
Free accounts include 100 API calls/year for testing.
Have a question? We'll get back to you promptly.