AI Terminal

MODULE: AI_ANALYST
Interactive Q&A, Risk Assessment, Summarization
MODULE: DATA_EXTRACT
Excel Export, XBRL Parsing, Table Digitization
MODULE: PEER_COMP
Sector Benchmarking, Sentiment Analysis
SYSTEM ACCESS LOCKED
Authenticate / Register Log In

Hydratec Industries N.V.

Annual Report (ESEF) Mar 12, 2025

Preview not available for this file type.

Download Source File

Hydratec Jaarverslag 2024 724500V8D4IPLZ5TWT462024-12-31 724500V8D4IPLZ5TWT462023-12-31 724500V8D4IPLZ5TWT462024-01-012024-12-31 724500V8D4IPLZ5TWT462023-01-012023-12-31 724500V8D4IPLZ5TWT462022-12-31ifrs-full:IssuedCapitalMember 724500V8D4IPLZ5TWT462022-12-31ifrs-full:SharePremiumMember 724500V8D4IPLZ5TWT462022-12-31ifrs-full:ReserveOfExchangeDifferencesOnTranslationMember 724500V8D4IPLZ5TWT462022-12-31ifrs-full:ReserveOfCashFlowHedgesMember 724500V8D4IPLZ5TWT462022-12-31hydra:OtherStatutoryReservesMember 724500V8D4IPLZ5TWT462022-12-31ifrs-full:RetainedEarningsExcludingProfitLossForReportingPeriodMember 724500V8D4IPLZ5TWT462022-12-31ifrs-full:RetainedEarningsProfitLossForReportingPeriodMember 724500V8D4IPLZ5TWT462022-12-31ifrs-full:EquityAttributableToOwnersOfParentMember 724500V8D4IPLZ5TWT462022-12-31ifrs-full:NoncontrollingInterestsMember 724500V8D4IPLZ5TWT462022-12-31 724500V8D4IPLZ5TWT462023-01-012023-12-31ifrs-full:RetainedEarningsExcludingProfitLossForReportingPeriodMember 724500V8D4IPLZ5TWT462023-01-012023-12-31ifrs-full:EquityAttributableToOwnersOfParentMember 724500V8D4IPLZ5TWT462023-01-012023-12-31ifrs-full:IssuedCapitalMember 724500V8D4IPLZ5TWT462023-01-012023-12-31ifrs-full:SharePremiumMember 724500V8D4IPLZ5TWT462023-01-012023-12-31ifrs-full:RetainedEarningsProfitLossForReportingPeriodMember 724500V8D4IPLZ5TWT462023-01-012023-12-31ifrs-full:ReserveOfCashFlowHedgesMember 724500V8D4IPLZ5TWT462023-01-012023-12-31ifrs-full:ReserveOfExchangeDifferencesOnTranslationMember 724500V8D4IPLZ5TWT462023-01-012023-12-31ifrs-full:NoncontrollingInterestsMember 724500V8D4IPLZ5TWT462023-01-012023-12-31hydra:OtherStatutoryReservesMember 724500V8D4IPLZ5TWT462023-12-31ifrs-full:IssuedCapitalMember 724500V8D4IPLZ5TWT462023-12-31ifrs-full:SharePremiumMember 724500V8D4IPLZ5TWT462023-12-31ifrs-full:ReserveOfExchangeDifferencesOnTranslationMember 724500V8D4IPLZ5TWT462023-12-31ifrs-full:ReserveOfCashFlowHedgesMember 724500V8D4IPLZ5TWT462023-12-31hydra:OtherStatutoryReservesMember 724500V8D4IPLZ5TWT462023-12-31ifrs-full:RetainedEarningsExcludingProfitLossForReportingPeriodMember 724500V8D4IPLZ5TWT462023-12-31ifrs-full:RetainedEarningsProfitLossForReportingPeriodMember 724500V8D4IPLZ5TWT462023-12-31ifrs-full:EquityAttributableToOwnersOfParentMember 724500V8D4IPLZ5TWT462023-12-31ifrs-full:NoncontrollingInterestsMember 724500V8D4IPLZ5TWT462024-01-012024-12-31ifrs-full:RetainedEarningsExcludingProfitLossForReportingPeriodMember 724500V8D4IPLZ5TWT462024-01-012024-12-31ifrs-full:EquityAttributableToOwnersOfParentMember 724500V8D4IPLZ5TWT462024-01-012024-12-31ifrs-full:IssuedCapitalMember 724500V8D4IPLZ5TWT462024-01-012024-12-31ifrs-full:SharePremiumMember 724500V8D4IPLZ5TWT462024-01-012024-12-31ifrs-full:RetainedEarningsProfitLossForReportingPeriodMember 724500V8D4IPLZ5TWT462024-01-012024-12-31ifrs-full:ReserveOfCashFlowHedgesMember 724500V8D4IPLZ5TWT462024-01-012024-12-31ifrs-full:ReserveOfExchangeDifferencesOnTranslationMember 724500V8D4IPLZ5TWT462024-01-012024-12-31ifrs-full:NoncontrollingInterestsMember 724500V8D4IPLZ5TWT462024-01-012024-12-31hydra:OtherStatutoryReservesMember 724500V8D4IPLZ5TWT462024-12-31ifrs-full:IssuedCapitalMember 724500V8D4IPLZ5TWT462024-12-31ifrs-full:SharePremiumMember 724500V8D4IPLZ5TWT462024-12-31ifrs-full:ReserveOfExchangeDifferencesOnTranslationMember 724500V8D4IPLZ5TWT462024-12-31ifrs-full:ReserveOfCashFlowHedgesMember 724500V8D4IPLZ5TWT462024-12-31hydra:OtherStatutoryReservesMember 724500V8D4IPLZ5TWT462024-12-31ifrs-full:RetainedEarningsExcludingProfitLossForReportingPeriodMember 724500V8D4IPLZ5TWT462024-12-31ifrs-full:RetainedEarningsProfitLossForReportingPeriodMember 724500V8D4IPLZ5TWT462024-12-31ifrs-full:EquityAttributableToOwnersOfParentMember 724500V8D4IPLZ5TWT462024-12-31ifrs-full:NoncontrollingInterestsMember iso4217:EUR xbrli:shares iso4217:EURxbrli:shares Menu Inhoud Voorwoord Profiel van de onderneming Kerncijfers Highlights Activiteiten Industrial Systems Lan | Handling Technologies Royal Pas Reform | Integrated Hatchery Solutions Rollepaal | Pipe Extrusion Technology Tussenblad Hightech Components Timmerije | Hightech Plastic Components Helvoet | High Precision Components Doelstellingen en strategie Doelstellingen en strategie Risicobeheer Ontwikkelingen 2024 Product- en marktontwikkeling Financiële ontwikkelingen Corporate governance Aandeelhoudersinformatie Personalia Corporate governance Remuneratie In control statement Verslag van de raad van commissarissen Duurzaamheidsrapportage Grondslag voor het opstellen van informatie Klimaatverandering – E1 Materiaalgebruik en circulaire economie – E5 EU-taxonomie Eigen personeel – S1 Verantwoordelijk zakelijk gedrag - G1 Jaarrekening Geconsolideerde winst- & verliesrekening Geconsolideerd overzicht van het totaalresultaat Geconsolideerde balans per 31 december Geconsolideerd mutatieoverzicht eigen vermogen Geconsolideerd kasstroomoverzicht Toelichting bij de geconsolideerde jaarrekening Enkelvoudige jaarrekening 2024 Toelichting bij de enkelvoudige jaarrekening Overige gegevens Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Assurance-rapport van de onafhankelijke accountant met beperkte mate van zekerheid over de duurzaamheidsrapportage Appendix I: Referentietabel - ESRS-Informatievereisten Appendix II: Referentietabel – Andere EU-wetgeving Contactgegevens Jaarverslag 2024 Inhoud Voorwoord Profiel van de onderneming Kerncijfers Highlights Activiteiten Industrial Systems Lan | Handling Technologies Royal Pas Reform | Integrated Hatchery Solutions Rollepaal | Pipe Extrusion Technology Tussenblad Hightech Components Timmerije | Hightech Plastic Components Helvoet | High Precision Components Doelstellingen en strategie Doelstellingen en strategie Risicobeheer Ontwikkelingen 2024 Product- en marktontwikkeling Financiële ontwikkelingen Corporate governance Aandeelhoudersinformatie Personalia Corporate governance Remuneratie In control statement Verslag van de raad van commissarissen Duurzaamheidsrapportage Grondslag voor het opstellen van informatie Klimaatverandering – E1 Materiaalgebruik en circulaire economie – E5 EU-taxonomie Eigen personeel – S1 Verantwoordelijk zakelijk gedrag - G1 Jaarrekening Geconsolideerde winst- & verliesrekening Geconsolideerd overzicht van het totaalresultaat Geconsolideerde balans per 31 december Geconsolideerd mutatieoverzicht eigen vermogen Geconsolideerd kasstroomoverzicht Toelichting bij de geconsolideerde jaarrekening Enkelvoudige jaarrekening 2024 Toelichting bij de enkelvoudige jaarrekening Overige gegevens Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Assurance-rapport van de onafhankelijke accountant met beperkte mate van zekerheid over de duurzaamheidsrapportage Appendix I: Referentietabel - ESRS-Informatievereisten Appendix II: Referentietabel – Andere EU-wetgeving Contactgegevens Voorwoord Geachte aandeelhouders, klanten, medewerkers en partners, Er zijn verschillende maatschappelijke ontwikkelingen die direct en indirect invloed hebben op ons bedrijf. Dichtbij de buitengrenzen van Europa is nog steeds sprake van oorlogen, gewapende conflicten en internationale spanningen. Maar ook verkiezingen wereldwijd, fluctuerende rentestanden en inflatie leidden tot onzekerheid in de markt en daarmee dus blijvende terughoudendheid. De afgelopen jaren hebben we gebouwd aan een stabiel fundament voor onze bedrijven, ieder met hun eigen niche. De kwaliteit van de omzet nam ook vorig jaar weer toe, wat onder andere blijkt uit de gestegen marges en toegevoegde waarden. Maar over de gehele linie genomen nam de omzet in 2024 autonoom met 3% af. Zowel bij Hightech Components als bij Industrial Systems zagen we, om verschillende redenen, terughoudendheid in de verschillende markten die we bedienen. We hadden verwacht dat deze terughoudendheid in de loop van het jaar zou verminderen, maar dat gebeurde maar gedeeltelijk. Ondanks de economische tegenwind, hebben we de resultaten kunnen verbeteren. Dit is gelukt door scherp op marges, kosten en inkoop te letten. Hierdoor hebben we in beide segmenten onze marktposities versterkt. Onze veelzijdige en decentrale organisatie heeft ons in staat gesteld om snel, wendbaar en adequaat in te spelen op steeds wisselende marktomstandigheden. Al met al hebben we in 2024 wederom laten zien dat onze robuuste structuur goed past bij de verschillende industrieën waarin we opereren. Marktontwikkelingen Als we inzoomen op de ontwikkelingen in onze deelmarkten, was 2024 een jaar met verschillende gezichten. Zo ontstond er grote onrust in de Mobility-markt, onder meer door massaontslagen bij onze klanten. Daar vertoont de omzet een dalende trend, die bovendien ook nog niet voorbij lijkt. Dit heeft geleid tot verhevigende concurrentie in dit marktsegment. Alleen de omzet in de Health-markt daalde niet, maar maakte een pas op de plaats. Daar hadden we meer van verwacht. De snelheid van verdere groei wordt hier sterk bepaald door de snelheid waarmee we onze technische ontwikkelingen kunnen aanpassen aan de marktvragen. Ook de Food-markt daalde licht vooral door de terughoudendheid in investeringsbeslissingen vanwege onzekere marktomstandigheden. We hebben per einde jaar een 60% deelname genomen in Eqraft, een middelgroot bedrijf in Emmeloord dat sorteer- en verpakkingslijnen voor uien en aardappelen ontwerpt, bouwt en onderhoudt voor de internationale markt. Daarmee hebben we een kansrijke vierde activiteit aan het Industrial Systems segment toegevoegd. Duurzame innovatie Als we op langere termijn onze sterke concurrentiepositie willen behouden, moeten we voorop blijven lopen. Daarom geloven we sterk in innovatiekracht als versneller van verdere en duurzame groei. De innovaties die verspilling tegengaan zijn voor veel klanten een extra stimulans om voor onze oplossingen te kiezen. Wij zijn ervan overtuigd dat het belang van zowel milieu- als sociale- en bestuurlijke duurzaamheidsaspecten (Environment, Social, Governance – ESG) parallel lopen met de ambities en doelstellingen van onze onderneming. We blijven in de volle breedte op zoek naar mogelijkheden om producten en productieprocessen duurzaam te verbeteren, ook omdat we weten dat we daar de grootste milieu-impact mee maken. We werken daarbij intensief samen met kenniscentra, universiteiten en leveranciers. We willen graag transparant zijn over onze duurzame activiteiten en prestaties. We hebben in 2024 veel energie gestoken in de implementatie van de nieuwe EU-verantwoordingsrichtlijn CSRD. In het jaarverslag over 2024 rapporteren we hierover in ons duurzaamheidverslag. Betrokken en bevlogen medewerkers Betrokken medewerkers vormen het kloppend hart van Hydratec. Wij vertrouwen in hoge mate op hun expertise en inzetbaarheid. Het is daarom van het grootste belang om de juiste medewerkers aan te trekken, maar eenmaal binnen zeker ook te behouden voor onze organisatie. De krapte op de arbeidsmarkt van technici hield ook in 2024 aan, maar leidde voor Hydratec niet tot grote problemen. Dat neemt niet weg dat de werkdruk op sommige momenten hoog opliep. Ook de diversiteit van het personeelsbestand is van belang. We zijn ervan overtuigd dat meer diversiteit de kwaliteit van de besluitvorming verhoogd en innovatie stimuleert. In 2024 hebben we in dat kader onder meer aandacht besteed aan internationale vrouwendag en zijn er extra initiatieven gestart om diversiteit en inclusie nog duidelijker op de kaart te krijgen binnen ons bedrijf. Governance De beursnotering heeft ons veel gebracht maar de laatste jaren beginnen de voordelen steeds minder op te wegen tegen de nadelen en ook kosten. Om de beursnotering te beëindigen is vorig jaar het openbaar keuzebod van Ten Cate Investeringsmaatschappij aanbevolen. Het is jammer dat de aandeelhouders hierover onderling geen overeenstemming hebben kunnen bereiken. In april is de heer ten Cate teruggetreden uit de raad van commissarissen. Ik wil ook hier nogmaals mijn dank uitspreken voor de waardevolle en inspirerende rol die hij heeft gespeeld in de ontwikkeling van Hydratec tot het succesvolle bedrijf dat het vandaag de dag is. Zijn leiderschap, onvermoeibare inzet en scherpzinnige, praktische adviezen, alsmede zijn ondersteunende aanpak, heb ik altijd bijzonder gewaardeerd. In november zijn mevrouw J. ten Cate en de heer D. Raithel toegetreden tot de raad van Commissarissen van Hydratec en is de heer Raitel gekozen als voorzitter. Bovendien is op voorstel van de directie door de raad van Commissarissen besloten de CEO-rol als duo in te gaan vullen. Naast mij is Everien Slijkhuis benoemd als CEO van Hydratec. Onder andere de complementaire vaardigheden en verbeterde continuïteit hebben tot dit besluit geleid. Ook ben ik blij dat ik mijn CEO rol mag gaan delen met Everien, met wie ik al jaren op gelijke voet heel plezierig samenwerk. De diversiteit van onze perspectieven leidt tot gebalanceerde besluitvorming. Wij danken alle collega's voor hun grote inzet, flexibiliteit, passie en toewijding. Wij zijn onze klanten, partners, commissarissen en aandeelhouders erkentelijk voor het vertrouwen en de ondersteuning om Hydratec Industries verder te ontwikkelen. Bart Aangenendt, Co-CEO Hydratec Industries Profiel van de onderneming Technologiebedrijf Hydratec Industries N.V. (in het vervolg omschreven als Hydratec) levert industriële systemen en hightech componenten om duurzaam in de groeiende behoefte aan voedsel, gezondheid en mobiliteit te voorzien. Hydratec Industries staat sinds 1997 genoteerd aan Euronext Amsterdam en heeft wereldwijd 1.342 medewerkers. Alle bedrijven hebben een hoofdvestiging in Nederland, maar ook productievestigingen in het buitenland, waaronder België, Brazilië, India, Polen en de VS. Ongeveer 50% van onze medewerkers woont en werkt in Nederland. Wereldwijd actief Milestones Kerncijfers Highlights Meerjarenoverzicht Bedragen in duizenden euro’s, tenzij anders vermeld 2024 2023 2022 2021 2020 Winst- en verliesrekening Netto-omzet 270.204 282.748 283.261 257.297 217.550 Bedrijfsresultaat 25.254 22.026 21.787 22.027 3.342 Nettoresultaat 18.238 15.797 15.820 15.133 771 Nettoresultaat voor aandeelhouders 18.218 15.693 15.927 15.118 1.301 Kasstroom Kasstroom uit operationele activiteiten 37.532 4.735 43.459 33.664 22.946 Kasstroom uit investeringsactiviteiten -19.968 -11.285 -8.681 -6.661 -4.576 Kasstroom uit financieringsactiviteiten -19.123 -7.408 -14.577 -26.568 -16.031 Nettokasstroom -1.559 -13.958 20.201 435 2.339 Balans Eigen vermogen toe te rekenen aan aandeelhouders Hydratec 104.579 93.817 85.990 76.082 63.079 Eigen vermogen 104.785 94.030 86.089 76.261 63.240 Bedragen in duizenden euro’s, tenzij anders vermeld 2024 2023 2022 2021 2020 Kengetallen Bedrijfsresultaat in % van de omzet (EBIT %) 9,3% 7,8% 7,7% 8,6% 1,5% Rentabiliteit geïnvesteerd vermogen 1 15,9% 14,2% 19,1% 15,1% 0,7% Rentabiliteit eigen vermogen  2 18,4% 17,5% 19,7% 21,7% 2,1% Solvabiliteit 3 48,4% 42,6% 35,8% 35,7% 31,8% Gegevens per gewoon aandeel (in euro’s) Bedrijfsresultaat 4 19,46 16,99 16,84 17,05 2,59 Eigen vermogen toe te rekenen aan aandeelhouders Hydratec 80,58 72,38 66,46 58,89 48,92 Winst per aandeel voortgezette activiteiten 14,05 12,19 12,23 11,71 2,74 Winst per aandeel inclusief beëindigde activiteiten exclusief derden 14,04 12,11 12,31 11,70 1,01 Winst per aandeel inclusief beëindigde activiteiten derden -0,41 Winst per aandeel inclusief beëindigde activiteiten 14,05 12,19 12,23 11,71 0,6 Interimdividend per aandeel 6,00 0,00 0,00 2,10 0,00 Slotdividend (voorstel) per aandeel 6,00 0,00 6,00 4,65 0,00 Koers ultimo 160,0 90,0 73,0 74,5 54,0 Laagste koers 92,5 73,0 68,0 54,0 41,2 Hoogste koers 162,0 94,0 94,0 79,0 70,0 Overige gegevens Gemiddeld aantal medewerkers 989 1.027 1.032 1.151 1.255 Netto-omzet per medewerker 273,2 275,3 274,5 223,5 173,3 Loonkosten per medewerker (exclusief inhuur en NOW regeling) 68,2 66,7 57,8 52,5 51,6 1Nettoresultaat + rentelasten in % van het geïnvesteerd vermogen (totaal activa minus liquide middelen minus kortlopende, niet-rentedragende schulden). 2Nettoresultaat in % van het gemiddeld eigen vermogen toe te rekenen aan aandeelhouders van Hydratec. 3Eigen vermogen als % van het balanstotaal. 4Voortgezette activiteiten. Activiteiten Industrial Systems In het segment Industrial Systems zijn Original Equipment Manufacturers (OEM’s) actief, die onder eigen merknaam complete systemen op de markt brengen. Het gaat om duurzame productiesystemen die inspelen op de groeiende wereldvraag naar voedsel en schoon drinkwater. De oplossingen van onze bedrijven zijn innovatief, geïntegreerd en gaan verspilling tegen in de productieprocessen van klanten. De belangrijkste deelmarkten voor Industrial Systems zijn de wereldwijde pluimvee-, convenience food- en diervoedingsector en waterleidingen markt. Met Industrial Systems bieden we een breed productenpakket en realiseren we een goede spreiding over verschillende landen en klanten. Tegelijkertijd ligt de focus op slimme specialisatie en standaardisatie om kosteneffectief te blijven en risico’s te verkleinen. Als leverancier van systemen gaan wij verder dan het bouwen van machines. Wij verdiepen ons ook in de operaties van klanten en leveren de benodigde services. In hechte samenwerking met klanten, leveranciers en universiteiten ontwikkelen en introduceren we nieuwe producten, die ook bij bestaande klanten meer functies vervullen en grotere meerwaarde realiseren. Lan Handling Technologies Lan Handling Technologies is al meer dan 50 jaar gespecialiseerd in de ontwikkeling en productie van (gesteriliseerde) product-handlingsystemen en end-of-line automatisering voor de wereldwijde voedingsmiddelen- en verpakkingsindustrie. Dit doet Lan zowel voor multinationals als (snelgroeiende) startups en neemt daarbij het hele proces van concept tot ingebruikname voor zijn rekening. Ontwerp, constructie, assemblage en installatie gebeuren in eigen beheer. Slimme toepassing van modularisatie Door slimme toepassing van modularisatie in het productportfolio biedt Lan een uitgebreid palet aan klantspecifieke oplossingen op basis van de laatste technologie. Wereldwijd zijn inmiddels meer dan 500 hoogwaardige systemen geplaatst. Vanuit de vestigingen in Tilburg, Halfweg en Jacksonville (USA) levert Lan automatiseringsoplossingen voor een breed scala aan verpakkingen; van gesteriliseerde voeding in pouch, blik en pot tot maaltijdsalades en agrifood in zakken, netten, dozen en kratten. Intensieve samenwerking Hogere efficiency, toenemende productdiversiteit, aandacht voor traceability, energieverbruik en ‘zero waste’ hebben impact op de duurzame productieomgeving. In intensieve samenwerking met universiteiten, vooraanstaande multinationals en innovatieve startups in de voedingsindustrie spelen wij in op deze trends en werken wij aan thema's als Industry 4.0, Digital Twins en Big Data. Zo levert Lan Handling Technologies een belangrijke bijdrage aan de groeiende behoefte aan veilige voedselproducten. Royal Pas Reform Integrated Hatchery Solutions Royal Pas Reform is wereldwijd de enige single-sourceleverancier van slimme, geïntegreerde en duurzame oplossingen voor broederijen. Het bedrijf is een van de grootste producenten van kuikenbroedmachines ter wereld en is actief in meer dan 100 landen. Sinds de oprichting loopt Royal Pas Reform voorop in het ontwikkelen van slimme, geïntegreerde en duurzame broederijoplossingen. Het bedrijf levert: industriële broedmachines voor de productie van uniforme, robuuste eendagskuikens; broederij-automatiseringssystemen voor het efficiënt verwerken van broedeieren en eendagskuikens; klimaatbeheersingsapparatuur voor een duurzame en hygiënische lucht- en waterbehandeling; broederij managementsoftware voor monitoring, analyse en optimalisatie van het broedproces; service en support voor een efficiënte en betrouwbare werking van geïntegreerde broederijsystemen. Onderzoek naar broedproces De Pas Reform Academy vormt het hart van het bedrijf. In nauwe samenwerking met klanten en universiteiten verricht de Academy onderzoek naar de invloed van het broedproces op de embryonale ontwikkeling van het kuiken. Deze specialistische kennis gebruikt Royal Pas Reform voor de ontwikkeling van nieuwe, innovatieve producten en diensten voor de broederij-industrie en voor het trainen en begeleiden van broedmeesters. Zo heeft Royal Pas Reform in de loop der jaren tientallen innovatieve oplossingen ontwikkeld voor broederijen. Voorbeeld hiervan is SmartVac, een nieuwe technologie voor veilige in-ovo vaccinatie. Internationale service De verkoop- en serviceactiviteiten van Royal Pas Reform verlopen via drie vestigingen: Royal Pas Reform in Nederland, Pas Reform do Brasil in Brazilië en Pas Reform North America in de Verenigde Staten. Daarnaast beschikt Royal Pas Reform over eigen verkoopkantoren in Afrika, Azië, Europa, Midden-Oosten en Zuid-Amerika, en een uitgebreid netwerk van agenten in meer dan 40 landen. Rollepaal Pipe Extrusion Technologies Rollepaal is een toonaangevende fabrikant van extrusie-apparatuur voor PVC, PVC-O, multilayer- en PO-buizen. Deze hightech systemen staan bekend om hun hoogwaardige kwaliteit, met de focus op duurzaamheid, service en support. Het is de missie van Rollepaal om actief bij te dragen aan het succes van klanten door duurzame, kostenbesparende oplossingen te ontwikkelen. Maximale vermindering van materiaal Bij de fabricage van kunststofbuizen vormen de grondstoffen veruit de grootste kostencomponent. Daarom is het belangrijk om met behoud van de vereiste specificaties voor de buis het materiaalgebruik maximaal te verminderen. Rollepaal biedt verschillende oplossingen om de kwaliteit van de buis tijdens de productie te beheersen. Met de machines van Rollepaal kunnen de klanten onnodig gewicht minimaliseren en controle houden over de wanddikte, waardoor de kosten van hun producten worden verlaagd en het milieu wordt gespaard. De PVC-O-buizen van Rollepaal hebben de laagste CO2-voetafdruk van alle drukleidingen. Wereldwijde service en onderhoud De klanten van Rollepaal bevinden zich over de hele wereld. Rollepaal exporteert haar producten naar meer dan 100 landen. Via vestigingen in Nederland (Dedemsvaart), de Verenigde Staten (Baltimore) en India (Ahmedabad) en via agenten wereldwijd, heeft Rollepaal in veel landen advies en service direct beschikbaar. Hightech Components De bedrijven in het segment Hightech Components richten zich op het vervaardigen van complexe delen of samenstellingen van kunststoffen. Kunststof is een relatief jonge grondstof, waarnaar de vraag onverminderd stijgt: door de unieke eigenschappen spelen deze materialen, bijvoorbeeld als metaalvervanger, een cruciale rol in een duurzamere en grondstofefficiënte toekomst. In het Components-segment ontwikkelen en produceren we vooral constructieve kunststofonderdelen voor OEMs. Met name in de Health-markt zijn de kwaliteits- en hygiënevoorschriften zeer streng. Zo vindt assemblage van bijvoorbeeld point-of-care-diagnostics in cleanroom-omstandigheden plaats. Het Hightech Components segment beschikt over hoogstaande productietechnologieën, zoals het spuitgieten van thermoplast- en thermoset-producten. Een belangrijke andere technologie is de volledig geautomatiseerde assemblage van onderdelen tot functionele modules met behulp van robot- en vision-technologie. Omdat Hightech Components opereert in concurrerende markten, hebben kostenreductie en duurzaamheid hoge prioriteit. Dit betekent dat we ons richten op gewichtsverlaging van onderdelen, reductie van materiaalgebruik en hergebruik en recycling van grondstoffen. Ook de beperking van energieverbruik en transportkosten wordt belangrijker. Dit helpt klanten bij het behalen van hun duurzaamheidsdoelen. Timmerije Hightech Plastic Components In ruim 90 jaar is Timmerije in de Benelux uitgegroeid tot specialist in spuitgietproducten uit technische polymeren. Als ontwerper en producent van hoogwaardige producten voor OEM’s van bekende Europese topmerken, maakt het bedrijf serieproducties voor just-in-time-toelevering van food & agro, mobiliteit en diverse andere industrieën. Uiteenlopende toepassingen De hoogwaardige kunststofproducten en samenstellingen van onderdelen vinden hun weg in uiteenlopende toepassingen. Van klimaatsystemen tot vrachtwagens. En van fietsonderdelen tot koffiezetapparaten. Het bedrijf beheerst het complete proces en beschikt over een eigen engineeringsafdeling, gereedschapsmakerij en assemblage-afdeling. Machines, specialisten en kwaliteit Projectmanagement, matrijzenbouw, onderhoud & reparatie en het samenstellen van componenten vindt plaats onder één dak. Nauw op elkaar afgestemde ontwerp-, productie- en logistieke processen staan garant voor een korte time-to-market en bieden continuïteit. Bovendien heeft Timmerije de afgelopen jaren flink geïnvesteerd in de productie van spuitgietproducten. We beschikken over meer dan 50 moderne spuitgietmachines van 25 tot 1.400 ton sluitkracht. Met dit moderne machinepark, ons team van specialisten en ons adequate kwaliteitssysteem staat Timmerije voor toekomstgerichte innovatie, betrouwbare processen en servicegerichtheid. Helvoet High Precision Components Helvoet is al meer dan 80 jaar wereldwijd leverancier van precisiecomponenten uit technische polymeren. Het bedrijf is gespecialiseerd in de ontwikkeling en serieproductie van complexe assemblages voor specialistische markten. Unieke positie in precisiedelen Samen met de klant ontwikkelt Helvoet producten uit kunststof (thermoplast en thermoset), siliconen gietrubber of een combinatie daarvan. Vervolgens assembleert het bedrijf die tot een halffabricaat of complete functionele module. Deze combinatie van kennisintensieve en kostenefficiënte ontwikkeling geeft Helvoet een unieke positie in de wereld van precisiedelen. De toenemende vraag naar intelligente sampling methoden met zogenaamde ‘smart consumables’ maakt dat Helvoet ideaal gepositioneerd is voor uiteenlopende Health Tech toepassingen, zoals medische cartridges, point-of-care instrumenten en diagnose-apparaten. Denk bijvoorbeeld aan nieuwe technologie voor beoordelingen van harttesten. De innovatieve kunststofprocestechnologie van Helvoet schept nieuwe mogelijkheden voor onder andere de analyse van DNA via PCR-technieken. Helvoet’s technologie wordt eveneens toegepast in brandstof-, rem- en aandrijfsystemen, brandstofcellen, doseersystemen voor dranken en sensortechnologie voor autonoom rijden. De seriegroottes variëren van middelgroot tot zeer groot. Continu verbeteren Het continu verbeteren van de product- en proceskwaliteit en ‘zero defects manufacturing’ is standaard instrumentarium van Helvoet. De productielocaties van Helvoet beschikken over alle kwaliteitssystemen en certificaten die nodig zijn voor hun specifieke markten. Om aan dit hoge kwaliteitsniveau te blijven voldoen investeert Helvoet voortdurend in zijn mensen, processen en machines. Doelstellingen en strategie Doelstellingen en strategie Hydratec wil wereldwijd op een duurzame manier bijdragen aan de vraag naar voeding, gezondheid en mobiliteit. Deze vraag blijft groeien, als gevolg van de wereldwijde bevolkingsgroei en stijgende welvaart. Door de diversificatie in zowel Industrial Systems als Hightech Components is Hydratec wendbaar en beter bestand tegen marktschommelingen. Duurzame innovatie is de sleutel Binnen Hydratec zijn zelfstandige, wendbare bedrijven actief waar slimme producten en functies worden ontwikkeld die bijdragen aan het succes van de klant. In nauwe samenwerking met klanten gaan onze medewerkers voortdurend op zoek naar verbeteringen in producten en in productieprocessen. We verbeteren niet alleen de primaire functies, maar ook logistiek, onderhoud en ontwerp. We geven advies en besteden daarbij bijzondere aandacht aan verbetering van duurzaamheid en het voorkomen van verspilling in het bijzonder. Diversiteit in alle lagen van de organisatie vergroot de variëteit in oplossingsrichtingen en daarmee de kwaliteit en snelheid van innovatie. Innovatie is voor Hydratec van groot belang om een toonaangevende positie in de Food, Health en Mobility-markten te verwerven en te behouden. Innovatie stelt ons in staat om waarde toe te voegen aan de processen van onze klanten en onszelf daarmee te onderscheiden. Het merendeel van onze innovaties is gericht op het tegengaan van verspilling in processen en producten, ook omdat we weten dat we daar de grootste milieu impact hebben. Gebruik van digitalisering speelt daarin een toenemend belangrijke rol. In ons streven naar vernieuwing en verbetering zijn onze klanten de grootste bron van inspiratie: als wij hun processen diepgaand doorgronden en begrijpen – soms beter dan de klant zelf – kunnen we mogelijkheden signaleren om deze effectief en wezenlijk te verbeteren. Waar mogelijk zoeken we nadrukkelijk naar samenwerking. Vanzelfsprekend met onze klanten zelf, maar ook met leveranciers en kennisinstituten als universiteiten en hogescholen. Gezamenlijk beschikken we over meer kennis en vernieuwingskracht. Leidende posities We streven naar leidende posities in de verschillende nichemarkten en spelen snel in op veranderingen. Het is onze strategie om met al onze activiteiten consistent en over een langere periode een groei van omzet en resultaat te realiseren op ten minste een marktconform niveau. Zo maken we het mogelijk om hoge toegevoegde waarde te realiseren voor de eindgebruiker. Onze vergaande dienstverlening leidt tot grote klantenbinding. Door slimme toepassing van nieuwe technologieën maken we voor onze klanten het verschil en breiden we het productenpakket uit bij bestaande afnemers. Daarnaast steken we veel energie in verschillende Operational Excellence-programma’s om verspilling bij ons en in de productieprocessen van onze klanten te voorkomen. Het voorkomen van verspilling kan op verschillende manieren. Een ervan is het verminderen van energie die nodig is om producten te fabriceren. Verder reduceren we materiaal- en grondstoffengebruik. De gevolgen voor het milieu en de maatschappelijke acceptatie van onze activiteiten en producten speelt een steeds belangrijkere rol in alles wat wij en onze klanten doen. Ook de CSRD-wetgeving zet ons ertoe aan om hier meer transparant op te sturen. De systemen van Industrial Systems worden projectmatig en wereldwijd afgezet, waardoor de resultaten kunnen fluctueren. De afhankelijkheid van macro-economische factoren is hierdoor groot, maar dit zorgt ook voor spreiding van risico's. De activiteiten binnen Hightech Components hebben een procesmatiger karakter, waardoor de schommelingen over het algemeen minder groot zijn dan bij Industrial Systems. Zelfstandig en wendbaar De directies van de bedrijven zijn binnen afgesproken kaders verantwoordelijk voor hun eigen operationele activiteiten en concentreren zich op hun eigen specifieke markten. Die zelfstandigheid maakt de organisatie wendbaar en innovatief. Ook in 2024 heeft deze organisatievorm zijn waarde bewezen. Alle bedrijfsactiviteiten konden zich snel en naar eigen inzicht aanpassen aan de omstandigheden, zoals de gestegen rente en inflatie, ontwikkelingen in de supply chain en de arbeidsmarkt. Bovendien is onze structuur kostenefficiënt: er is in beperkte mate sprake van centrale stafafdelingen, wat de overheadkosten beperkt. De directie van Hydratec voert regulier overleg met het management van de bedrijven, waarin alle bedrijfsaspecten en de periodieke ontwikkelingen van resultaten worden besproken. Het overleg is gebaseerd op een vast kader van reguliere rapportages, inclusief analyses van de belangrijkste prestatie-indicatoren. Daarnaast is er veelvuldig informeel overleg. Dit alles vindt plaats op basis van ambitieuze maar realistische doelstellingen, afgeleid van scenario’s die voor alle betrokkenen een leidraad vormen. Jaarlijks evalueren we per segment de strategische posities en opties en voeren we een SWOT-analyse uit. Hieruit volgen beslissingen over langetermijninvesteringen en prioriteiten in de product- marktontwikkelingen. Een richtlijn daarbij is de doorontwikkeling van de organisatie naast een adequaat rendement voor onze aandeelhouders. Ondernemerschap en ambitie Om actief in te spelen op relevante marktveranderingen en kansen, is het essentieel dat elk bedrijf beschikt over goed en gemotiveerd management en medewerkers. ‘The war for talent’ is in volle gang en voor onze groeidoelstelling besteden we extra aandacht aan het vinden en binden van goede medewerkers. Dit doen we onder andere door structureel stage- en afstudeerplaatsen aan te bieden. Bovendien bevorderen we continu de ontwikkeling van de medewerkers, onder meer met opleidingen. Financiële doelstellingen Binnen Hydratec streven we naar voldoende winstgevendheid. Hiermee creëren we ruimte voor investeringen in mensen, innovaties en groei en hebben we ruimte om tegenslagen op te vangen. Tenzij er zich bijzondere economische omstandigheden voordoen of aanpassingen nodig zijn in de organisatie, hanteren we voor elk segment een doelstelling voor het bedrijfsresultaat over langere termijn. Voor Industrial Systems is dat ten minste 10% en voor Hightech Components is dat ten minste 8%. Samenhangend met de beoogde groei van Hydratec en een gewenste solvabiliteit van minimaal 30%. Groei Het is onze ambitie om met de huidige activiteiten zowel kwalitatief als kwantitatief door te groeien. Aanjagers hiervan zijn de toename van de wereldbevolking, de welvaart en het innovatieve vermogen van Hydratec. Daarnaast willen we de activiteiten uitbreiden en verbreden door overnames en samenwerkingen. Op basis van de huidige activiteiten volgen we een zogenoemde ‘buy and build’-acquisitiestrategie. Als activiteiten onvoldoende lange termijn potentieel hebben voor Hydratec en als zij zich structureel beter kunnen ontwikkelen binnen andere organisaties, stoten we ze af. In 2024 hebben we per einde jaar een 60% deelname genomen in Proqraft Holding B.V. ( in het vervolg omschreven als Eqraft) een middelgroot bedrijf in Emmeloord dat sorteer- en verpakkingslijnen voor uien en aardappelen ontwerpt, bouwt en onderhoud voor de internationale markt. We verwachten hiermee een volwaardig vierde lid aan het Industrial Systems segment te kunnen toevoegen. Duurzame lange termijn waardecreatie Met onze strategie willen we waarde toevoegen aan de samenleving, zowel in Nederland als internationaal. Om duidelijk te maken hoe we dat doen is ons businessmodel schematisch in beeld gebracht. Dat begint met het doel om met industriële systemen en hightech componenten duurzaam te voorzien in de behoefte aan voeding, gezondheid en mobiliteit voor de groeiende wereldbevolking. Hier wordt samen aan gewerkt: wendbaar, dicht op de markt en met veel kennis van de nichemarkten. Met gedreven medewerkers en technische innovaties voegen we duurzaam waarde toe aan de processen bij klanten door verspilling tegen te gaan. Klanten waarderen onze inzet en daardoor groeit ons marktaandeel en de winstgevendheid. Dit leidt tot gezonde financiële resultaten waardoor we kunnen investeren in opleiding en ontwikkeling van mensen, in innovaties en in acquisities. In ons businessmodel hebben we daarnaast te maken met (externe) factoren zoals risico’s en governance. Food Onze bedrijven leveren industriële oplossingen die helpen om op efficiënte wijze steeds meer mensen en dieren van voedsel en water te voorzien. Health Door het produceren van onderdelen voor medische toepassingen, dragen onze bedrijven bij aan de verbetering van ieders gezondheid. Mobility Onze bedrijven produceren kunststof onderdelen voor bijvoorbeeld auto’s, vrachtauto’s en tweewielers. Deze verminderen het gewicht. Dat verlaagt brandstofverbruik en uitstoot. Risicobeheer Risicomanagement is een essentieel onderdeel van de ondernemingsstrategie van Hydratec. Het doel is het identificeren en mitigeren van risico’s die een grote negatieve impact kunnen hebben op het realiseren van de strategische en financiële doelstellingen en daarmee de waarde van de onderneming. Hydratec heeft een ondernemende cultuur waarin eigen verantwoordelijkheid, zelfstandigheid en eigenaarschap van medewerkers centraal staat. We zoeken steeds naar een balans tussen deze ondernemersgeest en het aangaan van risico's. Een adequaat risicobeheersingssysteem is daarbij van groot belang. De eindverantwoordelijkheid van het risicomanagement berust bij de directie. Wanneer risico’s zichtbaar worden, kunnen maatregelen worden getroffen deze risico’s te beheersen. Directie, management, audit commissie en raad van commissarissen waarborgen een cultuur waarin iedereen de vrijheid voelt om verantwoord om te gaan met risico’s. Strategische en operationele beslissingen zijn gericht op het creëren van duurzame waarde. Dit voorkomt dat beslissingen worden genomen die positief zijn voor de korte termijn maar waarde vernietigen op de langere termijn. Het voordeel van deze oriëntatie is dat risicomanagement goed geïntegreerd en onlosmakelijk verbonden is met de bedrijfsvoering. Tijdens de jaarlijkse strategische evaluatie met de raad van commissarissen wordt beoordeeld of het risicobeoordelingssysteem voldoende functioneert of dat het systeem aanpassingen behoeft. De belangrijkste risico’s zijn geïdentificeerd en geclusterd in vier categorieën: strategie, operatie, financieel en compliance. Per risico(gebied) hebben wij een inschatting gemaakt van de mogelijke impact op de organisatie en de waarschijnlijkheid dat dit risico zich voordoet. Tot de impact behoren financiële en niet-financiële factoren. Het is de taak van de directie om de bedrijfskansen af te wegen tegen de verwachtingen en belangen van aandeelhouders, medewerkers, financiers, toezichthouders en andere stakeholders. Vervolgens hebben wij per cluster aangegeven wat onze risicobereidheid is. Er wordt nadrukkelijk gezocht naar een balans tussen acceptabel risico enerzijds en het gevoerde ondernemerschap in het kader van een langetermijnwaardecreatie anderzijds. Ten slotte hebben we per bruto-risico aangegeven wat onze maatregelen betreffen om op het acceptabele netto-risico uit te komen. Deze maatregelen zijn verder verbeterd om de risico's tot een acceptabel niveau te mitigeren. Risico-inschatting Om tot een schematisch overzicht te komen van onze netto-risico’s, is in onderstaande grafiek per risico(gebied) een inschatting gemaakt van de impact en kans van deze risico’s. De risico's hebben zowel financiële als niet-financiële impact. Voor gebruikte financiële instrumenten wordt verwezen naar hoofdstuk 1.41 van de jaarrekening. Risicobereidheid Hydratec zoekt nadrukkelijk naar een balans tussen een acceptabel risico enerzijds en ondernemerschap en lange termijn waardecreatie anderzijds. De risicobereidheid houdt verband met de kans en impact. Onze bereidheid per risicocategorie is: Categorie Beschrijving categorie Risicobereidheid Strategisch Risico’s die van invloed zijn op de langetermijnpositionering en prestatie van Hydratec Gemiddeld – Hydratec is bereid risico’s te nemen die ons in staat stelt om op een verantwoorde manier de belangen van onze stakeholders en onze langetermijndoelen na te streven. Deze dienen onze groeiambitie te ondersteunen, rekening houdend met onze financiële positie. Operationeel Risico’s met invloed op interne processen, mensen, systemen en/of externe zaken die strategische doelen beïnvloeden Gemiddeld - Hydratec heeft een gemiddelde risicobereidheid met betrekking tot operationele risico’s om strategische doelen na te kunnen streven die niet ten koste gaan van operationele efficiëntie. Financieel Risico’s met invloed op de financiële prestatie van Hydratec Laag – Hydratec heeft een lage bereidheid op het gebied van financiële risico’s. Hydratec streeft naar een financiële positie die langetermijndoelen ondersteunt en onze stakeholders beloont. Compliance Risico van non-compliance met wet- en regelgeving, interne processen en procedures in brede zin. Laag - Hydratec en haar medewerkers streven ernaar ten alle tijden te voldoen aan wet- en regelgeving. Risicomaatregelen Om de door Hydratec te lopen risico’s aan te laten sluiten bij de risicobereidheid zijn per risico de onderstaande maatregelen genomen. De risico’s zijn gegroepeerd in de vier eerdere genoemde categorieën. Strategie Risico Naam Omschrijving Mitigerende maatregelen 1 Markt & geopolitiek Economische en geopolitieke ontwikkelingen hebben invloed op de executie van de strategie, financiële positie en resultaten. • Spreiden van activiteiten over meerdere bedrijven, producten en landen. • Flexibele kostenstructuur. • Sterke financiële balans bewaren. • Interne efficiency- en kostenbesparingsprogramma's. • Productontwikkeling zodat vervangingsinvesteringen van klanten attractiever worden. • Werkkapitaal management. 2 Technologie & innovatie Ontoereikende technologieontwikkeling en innovatie. • Continu aandacht en middelen voor vernieuwing en executie van de R&D-roadmap. • Focus op voedsel, gezondheid en mobiliteit. 3 M&A-agenda Niet-succesvol integreren en/of opereren van geacquireerde ondernemingen. • Gedegen multidisciplinair vooronderzoek. • Acquisitie guidelines. • Procedures en richtlijnen voor de uitvoering van het due diligence proces. • Inschakelen externe deskundige. • Snelle integratie en harmonisatie in de rapportage- en beheersingssystemen en van bedrijfsprocessen. Operationeel Risico Naam Omschrijving Mitigerende maatregel 4 Projectmanagement Risico dat projecten niet conform specificatie, afspraken en geplande marges worden opgeleverd. • Investering in gekwalificeerd personeel. • Training en opleiding van personeel. • Richtlijnen en procedures ten aanzien van projectbeheersing en projectadministratie. 5 IT & Security Risico op schending van beschikbaarheid, vertrouwelijkheid en integriteit van data (inclusief IP). • IT-control framework. • Kennisuitwisseling tussen de verschillende IT-managers. • Strikte procedures bij uitval of storting van systemen. • Continue aandacht voor cybersecurity en awareness bij medewerkers. 6 Personeel Schaarste aan goed gekwalificeerd personeel, het niet kunnen behouden van gekwalificeerd personeel. • Talentmanagementprogramma en personeelsmanagement. • Training en opleiding van personeel. • Goede reputatie inzetten om talent te werven. • Samenwerkingsprogramma’s met opleidingsinstituten. 7 Productaansprakelijkheid Fouten in het productieproces of technologie die kunnen leiden tot kwaliteitsverlies en discontinuïteit. • Strikte kwaliteitsnormen en certificering. • Risico inventarisaties en evaluaties. • (Brand)verzekering. • Standaardisatie van producten en processen. Financieel Risico Naam Omschrijving Mitigerende maatregel 8 Valuta & inflatie Volatiliteit van valuta’s en stijgende inflatie waardoor winstmarges onder druk komen te staan. • Afdekken van valutarisico’s met termijncontracten. • Prijsontwikkelingen worden zoveel mogelijk verrekend in de verkoopprijs. • Marge analyses. 9 Supply chain Beperkingen in de supply chain resulterend in beperkte beschikbaarheid van materialen en volatiliteit van materiaalprijzen. • Prijsontwikkelingen worden zoveel mogelijk verrekend in de verkoopprijs. • Strategische inkoop bij meerdere leveranciers. • Marge analyses. • Interne efficiency- en kostenbesparingsprogramma’s. 10 Verslaggeving Risico dat de verslaggeving materiële fouten bevatten en niet voldoet aan (nieuwe) wet- en regelgeving. • Interne procedures en richtlijnen voor de interne en externe financiële verslaggeving. • Training en opleiding. • Gebruikmaken van externe adviseurs Compliance Risico Naam Omschrijving Mitigerende maatregel 11 Legal Schade (inclusief reputatie) door overtreding van wet- en regelgeving onder andere op het gebied van export en sanctieregelgeving, oneerlijke concurrentie, fraude, corruptie en omkoping. • Interne richtlijnen ten aanzien van compliance. • UBO- en achtergrondcheck. • Getekende overeenkomst met agenten. • Controle op begunstigde van vergoeding aan agenten. • Periodieke frauderisico workshops. • Gedragscode geldend voor al het personeel. • Interne richtlijnen inzake het voldoen aan milieuwetgeving. 12 Fraude Ondanks de interne risicobeheersings- en controlesystemen kunnen materiële onjuistheden, fraude of onrechtmatige handelingen plaatsvinden. • Fraude Framework • Internal control framework • Periodieke frauderisico en ethiek workshops 13 Fiscaliteit Schade (inclusief reputatie) door overtreding van fiscale wet- en regelgeving. • Monitoring op compliance en ontwikkelingen van fiscale wet- en regelgeving. • Gebruikmaken van externe fiscale adviseurs. • Tax Control Framework. Ontwikkelingen 2024 Product- en marktontwikkeling Industrial Systems Belangrijkste marktontwikkelingen Binnen Industrial Systems is de Food-markt de belangrijkste eindmarkt. Deelmarkten zijn de wereldwijde pluimvee-, convenience food- en diervoedingsector en de aanleg van waterleidingsystemen. Met zeven productievestigingen in Nederland, Verenigde Staten, India en Brazilië hebben we in 2024 in 100 landen (2023: 105) voor € 155,9 miljoen (2023: € 162,3 miljoen) aan omzet gegenereerd. 95% van de omzet hebben we buiten Nederland gerealiseerd (2023: 98%). Algemeen In de deelmarkten van Industrial Systems realiseren we een goede spreiding van producten over verschillende landen en klanten. Klanten waren wereldwijd ook in 2024 terughoudend met investeringen. Dichtbij de buitengrenzen van Europa zijn oorlogen, gewapende conflicten en internationale spanningen. Maar ook verkiezingen wereldwijd, fluctuerende rentestanden en inflatie leidden tot onzekerheid in de markt. We zagen dat besluitvormingsprocessen hierdoor meer tijd in beslag namen, hoewel de strategische behoefte om te investeren in automatisering en materiaalbesparende oplossingen niet afnam. Al met al had dit als gevolg dat de omzet in Noord Amerika belangrijk daalde en in Zuid Amerika zelfs fors. Deze omzetdalingen konden niet gecompenseerd worden door een forse omzet stijging in Afrika en een belangrijke stijging van de omzet in Azië. Deze markten worden steeds belangrijker mede door de demografische ontwikkelingen, maar vragen soms wel een specifieke benadering. De stand van het orderboek is einde jaar vergelijkbaar met die aan einde vorig jaar. Pluimveemarkt In de pluimveemarkt van Royal Pas Reform nam de omzet van broedsystemen voor kuikens in 2024 duidelijk af, toch heeft Royal Pas Reform in 2024 een goed resultaat geboekt. Met name in de Verenigde Staten nam de omzet en orderintake belangrijk af, na een uitstekende omzet in 2023. De pluimveemarkt is een zeer projectmatige markt waar de omzet en dus ook de resultaten per jaar sterk kunnen variëren. Er is een stroomlijning van de organisatie in onze Amerikaanse vestiging doorgevoerd. Hierdoor is de efficiëntie toegenomen en zijn de vaste kosten in Amerika verlaagd terwijl de verkoop- en serviceorganisatie in stand gehouden is. Diervoeding en convenience In de diervoeder- en convenience-sector van Lan Handling Technologies nam de omzet duidelijk af. Wel was er een betere spreiding over verschillende klanten. Ook in 2024 werden aansprekende klanten aan het portfolio toegevoegd. Hierdoor nam de afhankelijkheid van enkele grote klanten verder af. Ondanks uitdagende marktomstandigheden nam de orderintake weer toe. Een grotere spreiding over meer klanten bracht ook een stijging van de vaste kosten met zich mee. Vanuit de vestiging in de Verenigde Staten, die in 2023 werd geopend, vinden lokale service- en verkoopactiviteiten plaats, die tot aansprekende projecten hebben geleid. Waterleidingsystemen De omzet van pijpextrusiesystemen van Rollepaal nam in 2024 opnieuw belangrijk toe. De organisatie is goed in staat gebleken op te schalen met de stijgende omzet. Veel aandacht ging bij Rollepaal uit naar slimme toepassing van modularisatie in het productportfolio. Hiermee kan Rollepaal een uitgebreid palet aan klantspecifieke oplossingen bieden op basis van de laatste technologie. Daarnaast heeft het bedrijf stappen gezet om voor de diverse klantregio’s verschillende uitvoeringsvarianten van producten te ontwikkelen. Productie De onrust in de supply chain nam bij Industrial Systems in de loop van het jaar af. Dat heeft voor meer efficiëntie gezorgd bij de productie van onze systemen. Materialen waren beter verkrijgbaar en hadden kortere en meer betrouwbare levertijden. Ook waren de prijzen beter voorspelbaar dan in het jaar ervoor. Hierdoor zijn we in staat gebleken de marges duidelijk te verhogen. Standaardisatie en modularisatie blijven belangrijke projecten om door hergebruik van oplossingen kostenefficiënte oplossingen voor onze klanten te kunnen bieden. Innovatie binnen Industrial Systems is vooral gericht op het tegengaan van verspilling in processen bij onze klanten, ook omdat we weten dat we daar de grootste milieu impact hebben. Dan voegen we echte waarde toe aan die processen en kunnen we onszelf onderscheiden. Hightech Components De belangrijkste markten voor Hightech Components zijn Mobility en Health. De componenten zijn in 2024 naar 32 landen geëxporteerd (2023: 35), met als resultaat een omzet van € 115,0 miljoen. Dat is licht lager dan in 2023 (€ 120,6 miljoen). Omdat de Duitse vestiging in 2023 is overgaan in andere handen is de autonome daling slechts marginaal 2%. Mobility In de Mobility markt ontstond in 2024 onrust door tegenvallende verkopen, bij zowel automobielen als fietsen. Ook lijken de innovatie-inspanningen op het gebied van autonoom rijden en elektrificatie zich niet of later uit te betalen. Dit leidt tot verhevigende concurrentie in dit marktsegment. Sowieso kende de Mobility-markt de afgelopen jaren een bijzondere dynamiek: met achtereenvolgens de coronacrisis en de Oekraïneoorlog, die leidden tot zeer hoge inflatie, chip tekorten en opslinger effecten in de markten. In de loop van 2024 werden de tekorten in de supply chain ingelopen, maar normaliseerde de Mobility-markt toch niet. Zo ontstond er grote onrust in de markt, onder meer door massaontslagen bij onze klanten. Daardoor vertoont de omzet een dalende trend, die bovendien nog niet voorbij lijkt. Ondanks de uitdagende marksituatie daalde het omzetniveau binnen Mobility, slechts gering in vergelijking met 2023. Health De omzet in de Health-markt was in 2024 stabiel en verschoof naar de meer complexe samenstellingen. Met name de reguliere productie voor grote aantallen nieuwe toepassingen kwam in 2024 op gang. Deze ontwikkeling leidt ook tot andere engineeringopdrachten van gerenommeerde klanten in de medische sector. De toenemende vraag naar intelligente sampling-methoden met zogeheten ‘smart consumables’ maakt dat Helvoet ideaal gepositioneerd is voor uiteenlopende HealthTech-toepassingen, zoals medische cartridges, point-of-care-instrumenten en diagnose-apparaten. De snelheid van verdere groei wordt hier sterk bepaald door de snelheid waarmee we onze technische ontwikkelingen kunnen aanpassen aan de marktvragen. Autonoom nam de omzet bij Helvoet fractioneel toe in 2024. In Nederland is afgelopen jaar uitvoering gegeven aan het besluit te stoppen met de productie in Hellevoetsluis en de productie te concentreren op locaties in Nederland, België, Polen en India. Er waren ook veel last time buy-bestellingen binnen deze complexe logistieke operatie. Het duurt nog tot in 2025 voor de laatste activiteiten in Hellevoetsluis worden beëindigd. Zoals begroot hebben de verschillende verhuizingen ook in 2024 eenmalige kosten met zich meegebracht zodat we nog niet volledig van de efficiency en kostenvoordelen van de sluiting hebben kunnen profiteren. Bij Timmerije nam de omzet in 2024 duidelijk af. Na een vrij plotselinge afname van de vraag in 2023 werd een toename in de tweede helft van 2024 verwacht. De verhoogde onzekerheid in de verschillende markten zorgde echter voor een aanhoudende terughoudendheid in de bestedingen van bedrijven en consumenten. Daardoor bleef de geplande omzettoename uit en nam de omzet in 2024 zelfs af. Wel is Timmerije in staat gebleken nieuwe projecten en klanten aan ons te binden. Bovendien is er bij de vestiging een dockingstation voor vrachtvervoer gerealiseerd om de logistieke handelingen efficiënter te maken en ons voor te bereiden op toekomstige groei. Financiële ontwikkelingen x € 1.000 2024 2023 Winst-en-verliesrekening Netto-omzet 270.204 282.748 Bedrijfsresultaat 25.254 22.026 Nettoresultaat 18.238 15.797 Kasstroom Uit operationele activiteiten 37.532 4.735 Uit investeringsactiviteiten -19.968 -11.285 Uit financieringsactiviteiten -19.123 -7.408 Nettokasstroom -1.559 -13.958 Balans Eigen vermogen toe te rekenen aan aandeelhouders 104.579 93.817 Eigen vermogen 104.785 94.030 Balanstotaal 216.418 220.920 Kengetallen Bedrijfsresultaat in % van de omzet 9,3% 7,8% Rentabiliteit geïnvesteerd vermogen1 15,9% 14,2% Rentabiliteit eigen vermogen2 18,4% 17,5% Solvabiliteit3 48,4% 42,6% Aantal uitstaande aandelen 1.298.307 1.297.212 Winst per aandeel (in euro’s) 14,04 12,11 Aantal eigen medewerkers4 972 991 1Netto resultaat + rentelasten in % van het geïnvesteerd vermogen (totaal activa minus liquide middelen minus kortlopende, niet-rentedragende schulden). 2Nettoresultaat in % van het gemiddelde eigen vermogen, toe te rekenen aan aandeelhouders van Hydratec. 3Eigen vermogen als % van het balanstotaal. 4FTE's eigen werknemers ultimo jaar. Resultaat 2024 In 2024 bedroeg de omzet € 270,2 miljoen, een daling van € 12,5 miljoen ten opzichte van 2023 (€ 282,7 miljoen). Zowel Industrial Systems als Hightech Components kenden een omzetafname ten opzichte van het voorgaande jaar. De marge (55,0%) liet in 2024 een verbetering zien ten opzichte van 2023 (52,0.%) door minder verstoringen in de supply-chain keten en doordat de gestegen prijzen van grondstoffen beter konden worden doorberekend. De operationele kosten (totale bedrijfslasten minus verbruik, materiaal en hulpstoffen) kwamen in 2024 uit op € 123,4 miljoen (2023: € 125,0 miljoen). De operationele kosten voor 2024 omvatten eenmalige uitgaven van € 3,5 miljoen, voor projectkosten ter voorbereiding op de sluiting van de locatie Helvoet in Hellevoetsluis (€ 2,1 miljoen), de voorgestelde delisting (€ 1,2 miljoen) en acquisitiekosten (€ 0,2 miljoen). Deze eenmalige kosten bestaan uit kosten van lonen, salarissen en inleenkrachten (€ 1,4 miljoen) en overige bedrijfskosten (€ 2,1 miljoen). De operationele kosten in 2023 waren inclusief € 6,2 miljoen aan eenmalige reorganisatie- en sluitingskosten en € 2,0 miljoen kosten van Helvoet Duitsland, die in 2024 niet meer in de cijfers zijn opgenomen. De genormaliseerde operationele kosten voor 2024 van € 120,0 miljoen zijn per saldo met € 3,1 miljoen gestegen ten opzichte van 2023. De daling van € 2,9 miljoen binnen Hightech Components werd gecompenseerd door een stijging van € 6,0 miljoen in de operationele kosten binnen Industrial Systems, voornamelijk door hogere personeelskosten. Het bedrijfsresultaat bedraagt € 25,3 miljoen over 2024, dit is € 3,2 miljoen hoger dan vorig jaar. Het genormaliseerde resultaat over 2024 bedraagt € 28,7 miljoen in lijn met het genormaliseerde bedrijfsresultaat over 2023. De belastingdruk over 2024 was 24,8% en lager dan in 2023 (25,0%) . Het nettoresultaat is op € 18,2 miljoen geëindigd, een stijging ten opzichte van voorgaand jaar (€ 15,8 miljoen). Kasstroom De operationele kasstroom bedroeg in 2024 € 37,5 miljoen (2023: € 4,7 miljoen), een toename van € 32,8 miljoen ten opzichte van 2023 voornamelijk als gevolg van mutaties in werkkapitaal. De daling van de voorraden is het gevolg van een actieve reductie van de voorraad niveaus. In het afgelopen jaar hebben we in totaal € 20,0 miljoen geïnvesteerd in materiële vaste activa en de overname van een 60% deelname genomen in Eqraft. Een middelgroot bedrijf in Emmeloord, dat sorteer- en verpakkingslijnen voor aardappelen en uien ontwerpt, bouwt en onderhoudt voor de internationale markt. Daarnaast heeft de uitbetaling van interim-dividend, aflossing op langlopende leningen, lease-verplichtingen en een daling in de rekening-courant geleid tot een negatieve kasstroom van € 19,1 miljoen. Per saldo bedroeg de netto kasstroom € 1,6 miljoen negatief ten opzichte van € 14,0 miljoen negatief in 2023. Financiële positie Het balanstotaal is gedaald tot € 216,4 miljoen in 2024 (2023: € 220,9 miljoen). De acquisitie van het 60% belang in Eqraft en de stijging van de contractactiva werd gecompenseerd door een daling van de voorraden en handelsdebiteuren. Aan de andere kant zijn per saldo de overige kortlopende schulden en contractverplichtingen gedaald. Van de per 31 december 2024 beschikbare kredietfaciliteit met een totale omvang van € 41,0 miljoen (31 december 2023: € 42,5 miljoen) heeft Hydratec per balansdatum geen opnamen gedaan (31 december 2023: € 7,6 miljoen). De kredietfaciliteit dient mede ter dekking van de afgegeven bankgaranties. De solvabiliteit per ultimo 2024 bedroeg 48,4% versus 42,6% in 2023 en is daarmee belangrijk verbeterd. De Debt/Ebitda bedraagt per jaareinde 0,42 waarmee ruimschoots wordt voldaan aan het bankconvenant. Financieel resultaat Industrial Systems x € 1.000 2024 2023 Omzet 155.261 162.214 Bruto-marge 82.084 76.072 Afschrijvingen 3.391 3.474 Investeringen 2.633 1.799 Bedrijfsresultaat 24.612 24.575 Bedrijfsresultaat (%) 15,9% 15,1% EBITDA (bedrijfsresultaat + afschrijvingen) 28.003 28.049 Gemiddeld aantal FTE's (eigen medewerkers) 358 349 In 2024 lag de omzet van Industrial Systems 4% lager dan in 2023, mede door het projectmatige karakter van de business. Binnen dit segment steeg de omzet en brutomarge van Rollepaal door een hoge orderinstroom en verbeterde efficiëntie. Daarentegen daalde de omzet van Royal Pas Reform en Lan ten opzichte van 2023. Ook in 2024 bleef de omzet binnen dit segment volatiel. Ondanks de lagere omzet eindigde de brutomarge over 2024 7,9% hoger dan 2023 voornamelijk door minder verstoringen in de supply chain, efficiency verbeteringen en door scherp op inkoop te letten. De kosten waren in 2024 12,6% hoger dan in 2023 door CAO-aanpassingen en een lichte stijging van het aantal fte’s alsmede inflatie. Doordat de brutomarge procentueel is gestegen, is het bedrijfsresultaat in lijn met vorig jaar ondanks lagere omzet en hogere kosten. Het bedrijfsresultaat over 2024 bedroeg € 24,6 miljoen (2023: € 24,6 miljoen), dat is 16% (2023: 15%) van de omzet en ligt hiermee boven onze doelstelling. Financieel resultaat Hightech Components x € 1.000 2024 2023 Omzet 115.586 121.273 Bruto-marge 66.597 70.979 Afschrijvingen 6.833 7.827 Investeringen 4.197 9.823 Bedrijfsresultaat 4.030 -658 Bedrijfsresultaat (%) 3,5% -0,5% EBITDA (bedrijfsresultaat + afschrijvingen) 10.863 7.169 Gemiddeld aantal FTE's (eigen medewerkers) 624 673 De omzet van Hightech Components is in vergelijking met 2023 met € 5,6 miljoen gedaald in 2024. Dit komt vooral doordat Helvoet Duitsland niet langer in de cijfers is opgenomen, terwijl in 2023 nog een omzet van € 3,4 miljoen werd gerealiseerd. Daarnaast droegen de afbouw van voorraadniveaus bij klanten en uitdagende marktomstandigheden bij aan de daling. De procentuele brutomarge steeg ten opzichte van vorig jaar, echter door de lagere omzet eindigde de absolute brutomarge 6% lager dan 2023. De operationele kosten in 2024 bedroegen € 62,6 miljoen, een daling van € 9,1 miljoen ten opzichte van vorig jaar. Deze afname is vooral te danken aan lagere eenmalige kosten en het wegvallen van de kosten van de vestiging van Helvoet in Duitsland. In 2023 omvatten de operationele kosten nog € 6,2 miljoen. Dit betrof eenmalige reorganisatie- en sluitingskosten en € 2,0 miljoen aan kosten van Helvoet Duitsland, die in 2024 niet meer in de cijfers zijn opgenomen. De genormaliseerde operationele kosten 2024, gecorrigeerd voor eenmalige projectkosten van € 2,1 miljoen zijn met € 2,9 miljoen gedaald ten opzichte van de genormaliseerde operationele kosten 2023. Deze daling is voornamelijk het gevolg van lagere personeelskosten en lagere afschrijvingskosten. Het genormaliseerde bedrijfsresultaat van € 6,1 miljoen laat ondanks de uitdagende marktomstandigheden een lichte verbetering zien in vergelijking tot het genormaliseerd bedrijfsresultaat van € 5,9 miljoen in 2023. Het aantal werknemers in dienst is gedaald voornamelijk als gevolg van de afbouw van activiteiten van de vestiging in Hellevoetsluis. Dividendvoorstel De winst per aandeel bedroeg in 2024 € 14,04 (2023: € 12,11). Aan de Algemene Vergadering van Aandeelhouders wordt voorgesteld het dividend over het boekjaar 2024 vast te stellen op € 12,- per aandeel. In 2024 heeft al een interim-dividend plaatsgevonden van € 6,-, waardoor nog een uitbetaling van € 6,- in 2025 volgt. Deze dividenduitkering past in het beleid om ten minste 40% van het resultaat na belastingen exclusief eenmalige baten uit te keren. Het netto resultaat na dividend over 2024 komt ten gunste van de overige reserves. Vooruitzichten en verwachtingen Hydratec is 2025 met een goed gevuld orderboek begonnen. De marktpositie van de bedrijven in hun eigen niche is onveranderd sterk. Wij verwachten dat onze deelneming Eqraft een positieve bijdrage zal leveren aan het netto resultaat. Wij verwachten in 2025 geen wijzigingen in ons personeels-, investerings- en financieringsbeleid. Door macro-economische ontwikkelingen zoals volatiele valutakoersen, handelsbeperkingen, onzekerheden in de supply chain en inflatie is het echter niet mogelijk concrete uitspraken te doen over 2025. Corporate governance Aandeelhoudersinformatie Beursnotering De aandelen van Hydratec zijn genoteerd aan Euronext Amsterdam (ISIN NL 000 939 1242). Het totaal aantal geplaatste gewone aandelen bedroeg per 31 december 2024 1.298.307 aandelen. Meldingen aandelenbelangen De volgende, in het kader van de Wet Financieel Toezicht gemelde belangen groter dan 3%, zijn bekend per 31 december 2024: Aandeelhouder Belang Datum melding Ten Cate Investeringsmaatschappij B.V. 69,9% 21 maart 2017 B.F. Aangenendt 5,5% 28 juni 2016 P. Chr. Van Leeuwen Beheer B.V. 4,5% 27 juni 2022 M. Spriensma 3,2% 2 december 2014 Financiële gegevens per gewoon aandeel Bedragen in euro’s, tenzij anders vermeld 2024 2023 Aantal uitstaande aandelen 1.298.307 1.297.212 Gewogen gemiddeld aantal aandelen 1.297.760 1.296.094 Bedrijfsresultaat 19,46 16,99 Winst 14,04 12,11 Eigen vermogen toe te rekenen aan aandeelhouders Hydratec 80,58 72,38 Beschikbare kasstroom1 13,53 -5,05 Dividend 12,00 0,00 Koers ultimo 160,0 90,0 Laagste koers 92,5 73,0 Hoogste koers 162,0 94,0 1Som van operationele en investeringskasstromen Financiële kalender 2025 Personalia Raad van commissarissen Mr. Drs. D.J. Raithel (1967), voorzitter rvc Jaar van aantreden: 2024 Einde huidige termijn: 2028 Dennis Raithel trad in 2024 toe tot de raad van commissarissen van Hydratec en werd benoemd tot voorzitter. Daarnaast is hij voorzitter van de Audit Commissie (als lid van de Raad van Toezicht) van de Stichting Internet Domeinregistratie Nederland, niet-uitvoerend bestuurder van het SIDN Fonds en bestuurder van enkele stichtingen van de familie Ten Cate. Eerder heeft hij een uitgebreide carrière in het bankwezen opgebouwd, onder meer als directievoorzitter, en bekleedde hij diverse bestuurlijke en toezichthoudende functies bij verschillende bedrijven en instellingen. Mr. M.E.P. Sanders (1953), voorzitter audit commissie Jaar van aantreden: 2017 Einde huidige termijn: 2025 Maja Sanders is als lid van de raad van commissarissen tevens voorzitter van de audit commissie. Naast haar rollen bij Hydratec bekleedt ze toezichthoudende rollen als voorzitter raad van commissarissen bij Hoens Broadcast Facilities B.V. en Meilink B.V. Mr. Drs. P. Veenema (1955), lid rvc en auditcommissie Jaar van aantreden: 2021 Einde huidige termijn: 2025 Piet Veenema is lid van de raad van commissarissen en de auditcommissie van Hydratec. Hij heeft gedurende zijn loopbaan verschillende functies in het bedrijfsleven vervuld en sloot zijn actieve carrière af als lid van de raad van bestuur en CEO van Kendrion N.V. Naast zijn werkzaamheden bij Hydratec is hij tevens lid van de raad van commissarissen van Aalberts N.V. J. ten Cate (1979), lid rvc Jaar van aantreden: 2024 Einde huidige termijn: 2028 Judith ten Cate is in 2024 toegetreden tot de raad van commissarissen van Hydratec. Naast haar rol bij Hydratec is ze directeur bij Ten Cate Investeringsmaatschappij B.V. en De Leuriks B.V. Alle leden van de raad van commissarissen en directie hebben de Nederlandse nationaliteit. Van links naar rechts: mevrouw J. ten Cate, de heer D.J. Raithel, de heer P. Veenema en mevrouw M.E.P. Sanders Directie Ir. B.F. Aangenendt (1964), Co-CEO Jaar van aantreden: 2012 Einde huidige termijn: 2028 Bart Aangenendt is in 2012 statutair benoemd tot directeur van Hydratec en tot algemeen directeur in 2015. Hij is voormalig directeur van Royal Pas Reform, een dochteronderneming van Hydratec. Drs. E.H. Slijkhuis RA (1968), Co-CEO & CFO Jaar van aantreden: 2018 Einde huidige termijn: 2026 Everien Slijkhuis is in 2018 statutair benoemd tot CFO en in 2025 tot Co-CEO van Hydratec. Daarvoor vervulde zij diverse financiële en IT eindverantwoordelijke functies, waarvan een groot deel in internationale productiebedrijven en de maakindustrie. Naast haar rol bij Hydratec bekleedt ze toezichthoudende functies bij Kendrion N.V. en het Deventer Ziekenhuis. De directie van Hydratec Industries N.V. bestaat uit: de heer B.F. Aangenendt en mevrouw E.H. Slijkhuis. Corporate governance Aandeelhoudersvergadering Hydratec Industries N.V. is een structuurvennootschap en heeft enkel gewone aandelen uitgegeven. Er zijn geen bijzondere zeggenschapsrechten verbonden aan aandelen. Ook kent Hydratec Industries geen bijzondere beschermingsmaatregelen tegen ongewenste overnames. Minimaal één keer per jaar wordt een Algemene Vergadering van Aandeelhouders gehouden, waarbij alle besluiten worden genomen op basis van het principe ‘één aandeel, één stem’. Aandeelhouders hebben – alleen of met een gezamenlijk belang van ten minste 3% van het geplaatste aandelenkapitaal – het recht de directie of de raad van commissarissen te verzoeken bepaalde onderwerpen op de agenda te plaatsen. Belangrijke bestuursbesluiten die een verandering van de identiteit of het karakter van de onderneming met zich kunnen meebrengen, moeten worden goedgekeurd door de Algemene Vergadering van Aandeelhouders. De statuten van de vennootschap staan vermeld op de website van Hydratec Industries en daar worden ook de belangrijkste taken en bevoegdheden van de Algemene Aandeelhoudersvergadering, alsmede van de raad van commissarissen en directie vermeld. In de statuten zijn ook de voorschriften betreffende benoeming en ontslag van bestuurders en commissarissen en wijzigingen van de statuten opgenomen. In het artikel Aandeelhoudersinformatie zijn aandeelhouders met een belang groter dan 3% opgenomen waarvoor een meldingsplicht bestaat overeenkomstig de Wet op het financieel toezicht. Inkoop en uitgifte van aandelen Conform de statutaire bepalingen is de directie slechts bevoegd tot inkoop en uitgifte van aandelen indien de Algemene vergadering van Aandeelhouders haar aanwijst als het tot inkoop of uitgifte bevoegde orgaan. Deze aanwijzing heeft plaatsgevonden in de Algemene vergadering van Aandeelhouders van 25 april 2024. De directie is aangewezen als bevoegd orgaan om gewone aandelen in het kapitaal van Hydratec Industries N.V. uit te geven en rechten te verlenen tot het nemen van aandelen in het kapitaal van Hydratec Industries N.V. De bevoegdheid van de directie is beperkt tot de uitgifte van gewone aandelen tot een maximum van 10% van het geplaatste aandelenkapitaal op het moment van de uitgifte. De duur van de gevraagde machtiging geldt voor een periode van 18 maanden, beginnend op 25 april 2024. Een besluit van de Algemene vergadering van Aandeelhouders tot uitgifte van aandelen, tot aanwijzing van een ander, tot uitgifte bevoegd orgaan of de intrekking van een besluit tot aanwijzing, kan slechts worden genomen op gezamenlijk voorstel van de raad van commissarissen en de directie. De Algemene vergadering van Aandeelhouders heeft geen bevoegdheden verleend tot inkoop van eigen aandelen. Verklaring inzake corporate governance De raad van commissarissen en de directie onderschrijven de principes van corporate governance en Hydratec Industries volgt de bepalingen zoals vastgelegd in de Nederlandse Corporate Governance Code. Kernbegrippen als transparantie en het afleggen van verantwoording aan de aandeelhouders over ons beleid zijn belangrijke uitgangspunten. Van tegenstrijdige belangen of transacties was tijdens het boekjaar geen sprake. Verder zijn er de volgende afwijkingen van de code: Gelet op de omvang van de vennootschap ontbreekt een interne auditfunctie (§ 1.3). Mevrouw J. ten Cate (lid raad van commissarissen) voldoet niet aan de onafhankelijkheidscriteria zoals gedefinieerd in de code, omdat zij als aandeelhouder van Ten Cate Investeringsmaatschappij B.V. een aandelenpakket houdt van meer dan 10% (§2.1). Hydratec Industries is van mening dat ervaring en kennis van de onderneming van zijn commissarissen een belangrijke basis zijn voor hun functioneren en bepalend dienen te zijn voor de zittingsduur. Er geldt geen maximale zittingsduur voor commissarissen. Telkens na een zittingsduur kan een commissaris, na een zorgvuldige overweging, dan ook worden herbenoemd voor een nieuwe periode (§ 2.2.2.i). Webcasting van presentaties aan beleggers en analisten wordt niet aangeboden omdat Hydratec Industries een Veilingfonds is (§ 4.2.3). Remuneratie Remuneratiebeleid De raad van commissarissen van Hydratec past een remuneratiebeleid toe voor de directie van de onderneming dat gebaseerd is op de volgende uitgangspunten: Remuneratie van de directie moet het mogelijk maken goede bestuurders aan te trekken en te behouden. Het remuneratiebeleid moet in overeenstemming zijn met het corporate governance-beleid van de onderneming. De remuneratie mag geen incentives bevatten die gericht zijn op eigenbelang en die strijdig zijn met de belangen van de onderneming. De remuneratie moet in het teken staan van de strategische en financiële doelstellingen en prestatiegericht zijn, waarbij een goed evenwicht aanwezig dient te zijn tussen korte- en langetermijnresultaten en doelstellingen. Het remuneratiebeleid voor de directie van Hydratec is vastgesteld door de Algemene Vergadering van Aandeelhouders gehouden op 26 juni 2020. De feitelijke remuneratie van de directie wordt vastgesteld door de raad van commissarissen. De bezoldiging van de directie is deels afhankelijk van het bedrijfsresultaat, middels een prestatiebeloning en een beloning betaalbaar op termijn die als volgt is samengesteld: Prestatiebeloning besluit tot toekenning van de prestatiebeloning geschiedt in maart bij de bespreking van de jaarcijfers; de prestatiebeloning is gemaximeerd tot 50% van de vaste beloning en wordt als volgt bepaald: 50% van de prestatiebeloning is afhankelijk van persoonlijke doelstellingen. De raad van commissarissen maakt afspraken met de directie over de persoonlijke doelstellingen. De doelstellingen zijn gericht op de lange termijnontwikkeling van de onderneming en het directielid, verhogen van kwaliteit van opdrachten en toegevoegde waarde en het creëren van bewustwording binnen de segmenten. Toekenning van deze beloning staat ter discretie van de raad van commissarissen; 50% van de prestatiebeloning is afhankelijk van het geconsolideerde bedrijfsresultaat (EBIT). De volgende ranges zijn hierbij van toepassing: Bij een EBIT <5% vindt er geen bonusuitkering plaats; Bij een EBIT groter dan 7% wordt de maximale prestatiebonus uitbetaald; Bij een EBIT tussen 5% en 7% wordt deze naar rato van bovenstaande bepaald. Na toekenning heeft de directie de keuze om de helft van de prestatiebeloning om te zetten in aandelen Hydratec als onderdeel van het aandelenparticipatieprogramma. Indien de directie hiertoe besluit, wordt de prestatiebeloning met 25% verhoogd als incentive om de directie voor langere termijn aan de onderneming te binden. De aandelen worden bij omzetting uitgegeven tegen de gemiddelde koers van januari en februari en mogen voor een periode van drie jaar niet verkocht worden. Beloning betaalbaar op termijn De beloning op termijn betreft een Stock Appreciation Right (hierna SAR) waarbij de directie wordt beloond over de waardestijging van Hydratec over een periode van minimaal 5 jaar. Hierbij is de instapwaarde bepaald op 5x EBIT 2021. In de jaren 2022, 2023, 2024, 2025 en 2026 zal jaarlijks maximaal 0,5% van de waarde van de onderneming worden toegekend. De waarde van de onderneming wordt hierbij bepaald op basis van 5x de gemiddelde EBIT over de laatste 3 boekjaren. De omvang van de jaarlijkse toekenning is gebaseerd op prestatiecriteria ter beoordeling van de raad van commissarissen van Hydratec. Over 2024 is 0,5% toegekend. De SAR kan slechts eenmaal worden uitgeoefend binnen een periode van een maand nadat de geconsolideerde jaarcijfers van Hydratec door de accountant zijn goedgekeurd, en niet eerder dan na het jaar 2026. Ook als meer dan 50% van de aandelen van Hydratec wordt overgedragen aan een derde wordt de SAR uitgeoefend. De exit-waarde is dan de hoogste van 5x de gemiddelde EBIT over de laatste 3 boekjaren en de waarde op basis van de verkoopprijs. De kans dat dit zich voordoet is kleiner dan 50% en derhalve niet gewaardeerd conform IFRS 2. Wanneer tijdens de looptijd van de SAR significante overnames of verkopen worden gedaan zal redelijke herijking hiervoor plaatsvinden op de SAR. Indien het dienstverband tussen Hydratec en een directielid eindigt voor uitoefening van de regeling, vervalt de SAR. Tenzij het dienstverband is geëindigd door overlijden of op grond van artikel 7:669 lid 3 onder a en b. In dit geval heeft directielid recht op 33,3% van het bedrag. Eventuele ontslagvergoedingen voldoen aan de eisen van de Nederlandse Corporate Governance Code en bedragen daarom niet meer dan eenmaal het jaarsalaris. Er is een pensioenregeling voor de directie, waarbij boven een drempelbedrag een eigen bijdrage wordt verlangd. De raad van commissarissen toetst de daadwerkelijke beloning van de directie op regelmatige basis aan het beloningsbeleid en past deze indien nodig aan. Remuneratieverslag De doelstelling van het totale remuneratiepakket is dat de totale beloning in verhouding staat tot het niveau en de complexiteit van gevraagde verantwoordelijkheden. Daarnaast dient deze voldoende concurrerend te zijn. Het remuneratiepakket dient het resultaat te zijn van de taken en verantwoordelijkheden die de statutaire directie als geheel en individueel heeft ten aanzien van de onderneming. Het interne loongebouw wordt daarbij als referentie gebruikt en de uitkomst daarvan wordt vergeleken met de externe markt. De raad van commissarissen heeft hiervoor de beloning vergeleken met die van Nederlandse beursgenoteerde ondernemingen met een vergelijkbare omvang en complexiteit. Gezien de verschillen tussen ondernemingen is de remuneratie autonoom door de raad van commissarissen bepaald. In 2024 is de jaarlijkse vaste beloning van de directie vastgesteld, gebaseerd op bovengenoemde uitgangspunten. De vaste beloningen worden periodiek geïndexeerd voor inflatie. Er zijn geen leningen verstrekt of ontslagvergoedingen uitgekeerd in 2024. Ook is er gedurende het jaar geen eerder toegekende prestatiebeloning teruggevorderd. Tijdens de Algemene vergadering van Aandeelhouders van 25 april 2024 is met meerderheid van stemmen ingestemd met het remuneratieverslag 2023. Dit remuneratieverslag 2024 zal ter adviserende stemming aan de Algemene vergadering van Aandeelhouders van 2025 worden voorgelegd. Hiermee wordt verantwoording afgelegd over de uitvoering van het remuneratiebeleid in het verslagjaar 2024. De raad van commissarissen zal rekening houden met deze uitgebrachte adviserende stem en zal hierover in het remuneratieverslag van 2025 een mededeling doen. De totale beloning van de directie is op de volgende pagina weergegeven. De raad van commissarissen heeft te kennen gegeven dat de directie in 2024 positieve resultaten heeft behaald. De directie heeft aangegeven dat zij wil deelnemen aan het aandelenparticipatieplan. Bij het bepalen van het variabele inkomen over 2024 heeft de raad van commissarissen het volgende in overweging genomen: Ondanks de moeilijke omstandigheden in het jaar heeft Hydratec een goed resultaat behaald en een goede groei laten zien; De supply chain van de bedrijven is verder verbeterd wat heeft geresulteerd in een hogere toegevoegde waarde; Economische en strategische uitdagingen zijn op juiste wijze gemitigeerd om marges in 2024 en de komende jaren te verstevigen en bewustwording binnen de segmenten te vergroten. De verhouding tussen de gemiddelde beloning voor de directie op voltijdsbasis ten opzichte van de werknemers van Hydratec is 8,5 (2023: 9,2). Beloning bestuursleden De statutaire directie ontvangt arbeidsvoorwaarden die passend zijn bij functie en verantwoordelijkheden. In het algemeen liggen de overige arbeidsvoorwaarden van de statutaire directie in dezelfde bandbreedte als die voor de overige medewerkers, zoals bijvoorbeeld de bedrijfsautoregeling. Bij het bepalen van de beloning is het gehele beloningsbeleid besproken en in overweging genomen. De verhouding van beloning van de directie ten opzichte van de medewerkers is afgenomen door een lagere beloning betaalbaar op termijn en een stijging van de gemiddelde beloning van werknemers. De heer Aangenendt bezat op balansdatum 72.441 aandelen en mevrouw Slijkhuis bezat op balansdatum 1.001 aandelen. Dit aantal is inclusief de aandelen die voor een periode van drie jaar niet verkocht mogen worden. Vaste basis Pensioen Prestatie Beloning betaalbaar Overige Totaal Variabel als % beloning bijdrage beloning op termijn beloning beloning totale beloning x € 1.000 2024 2023 2024 2023 2024 2023 2024 2023 2024 2023 2024 2023 2024 2023 B. Aangenendt 364 350 38 30 204 158 41 135 3 3 650 676 37,69% 43,34% E. Slijkhuis 274 264 32 27 154 118 41 135 4 4 505 548 38,61% 46,17% Totaal 638 614 70 57 358 276 82 270 7 7 1.155 1.224 Betreft de belastinglast voor privegebruik van een leaseauto en een onkostenvergoeding omdat dit gezien kan worden als een (indirecte) beloning. Hieronder is de beloning van directie in de laatste vijf jaar in verhouding tot de omzet, het bedrijfsresultaat, het aantal fte en de gemiddelde beloning van alle werknemers binnen de groep opgenomen. In afwijking op de Nederlandse Corporate Governance Code is voor de vergelijkbaarheid en in lijn met voorgaande jaren de verhouding directie en medewerkers gebaseerd op de gemiddelde beloning van de directie. x € 1.000 2024 2023 2022 2021 2020 Beloning directie B. Aangenendt 650 676 781 524 300 E. Slijkhuis 505 548 650 362 190 Bedrijfsgegevens Omzet 270.204 282.748 283.261 257.297 217.550 Bedrijfsresultaat 25.254 22.026 21.787 22.027 3.342 Fte per jaareinde 1.342 1.315 1.374 1.419 1.575 Gemiddelde beloning Werknemers 68 67 58 52 51 Verhouding gemiddelde beloning directie en medewerkers 8,5 9,2 12,4 8,4 4,8 Bezoldiging raad van commissarissen De remuneratie van de raad van commissarissen wordt vastgesteld door de Algemene Vergadering van Aandeelhouders. De bezoldiging is onafhankelijk van het door de onderneming behaalde resultaat. Er is geen beloning in aandelen of opties op aandelen voor de commissarissen. Op de Algemene Vergadering op 26 mei 2021 is deze remuneratie vastgesteld op € 30 duizend per jaar per lid van de raad. De bezoldiging van de raad van commissarissen in de laatste 5 jaar: x € 1.000 2024 2023 2022 2021 2020 D. Raithel 4 - - - - J. ten Cate 4 - - - - M.E.P. Sanders 30 30 30 25 19 P. Veenema 30 30 30 15 - E. ten Cate 8 30 30 25 19 J.E. Vaandrager - - - 10 19 Totaal 76 90 90 74 57 In control statement In lijn met de best practice bepaling 1.4.3. van de Code, verklaart de directie naar haar beste weten dat: het bestuursverslag voldoende mate van inzicht geeft in de werking van de interne risico management- en controlesystemen, zie hoofdstuk risicobeheer; de hiervoor genoemde systemen een redelijke mate van zekerheid geven dat de financiële verslaggeving geen onjuistheden van materieel belang bevat, zie hoofdstuk risicobeheer; het gerechtvaardigd is dat de financiële verslaggeving is opgesteld op basis van continuïteit, zie paragraaf 1.1.3; en het bestuursverslag materiële risico’s en onzekerheden bevat die relevant zijn voor de continuïteitsveronderstelling voor een periode van 12 maanden na opstelling van het bestuursverslag, zie paragraaf 1.1.3. Ondanks de interne risicobeheersings- en controlesystemen kunnen materiële onjuistheden, fraude of onrechtmatige handelingen plaatsvinden. De systemen bieden dan ook geen absolute zekerheid dat doelstellingen worden behaald, maar zijn ontwikkeld zodat de financiële verslaggeving geen onjuistheden van materieel belang bevat. Daarnaast verklaart de directie in lijn met artikel 5:25c van de Wet financieel toezicht en voor zover bij hen bekend dat: de jaarrekening naar haar mening een getrouw beeld geeft van de activa, de passiva, de financiële positie en de winst of het verlies van de onderneming en de gezamenlijk in de consolidatie opgenomen ondernemingen; het bestuursverslag een getrouw beeld geeft over de toestand op balansdatum, de gang van zaken gedurende het boekjaar van de onderneming en van de met haar verbonden ondernemingen, waarvan de gegevens in de jaarrekening zijn opgenomen. In het bestuursverslag zijn de wezenlijke risico’s beschreven waarmee de onderneming wordt geconfronteerd; en de duurzaamheidsinformatie in ons verslag is opgesteld onder verwijzing naar de eisen van het ESRS en de EU Taxonomy. Amersfoort, 6 maart 2025 Directie B.F. Aangenendt, Co-CEO E.H. Slijkhuis, Co-CEO & CFO Verslag van de RvC Verslag van de raad van commissarissen Het afgelopen jaar Hydratec heeft zich positief ontwikkeld ondanks terughoudendheid en onzekerheid in de verschillende markten als gevolg van verschillende maatschappelijke ontwikkelingen waaronder fluctuerende rente, inflatie en verkiezingen in belangrijke landen. Over de gehele linie daalde de omzet van de groep maar de kwaliteit van de omzet nam toe en de marges stegen waardoor de resultaten zijn verbeterd. Industrial Systems kende een succesvol jaar. Ondanks een lagere omzet bleef het bedrijfsresultaat van € 24,6 miljoen op hetzelfde niveau als vorig jaar. Hightech Components behaalde in 2024 een positief bedrijfsresultaat van € 4,0 miljoen. Dit is een verbetering ten opzichte van het voorgaande jaar. Het genormaliseerde bedrijfsresultaat van Hightech Components bedraagt € 6,1 miljoen, ondanks uitdagende marktomstandigheden een lichte verbetering ten opzichte van het genormaliseerd bedrijfsresultaat van € 5,9 miljoen in 2023. M&A mogelijkheden staan regelmatig op de agenda van de raad van commissarissen. Wij zijn verheugd met de acquisitie van een 60% belang in Eqraft die past binnen de groeistrategie van Hydratec. Door deze investering in een voor Industrial Systems nieuwe nichemarkt verwachten wij onze positie verder te versterken. Jaarverslag Hierbij bieden wij u aan het door de directie opgestelde jaarverslag 2024 van Hydratec Industries N.V., waarin de jaarrekening is opgenomen. Deze jaarrekening is gecontroleerd door EY Accountants en op 20 februari 2025 besproken met de directie in aanwezigheid van de accountant. De goedkeurende controleverklaring is hier opgenomen. Het afgelopen jaar hebben we veel aandacht besteed aan de implementatie van de CSRD. Het eerste duurzaamheidsverslag voorzien van een Assurance-rapport hebben wij opgenomen in dit jaarverslag. Wij zijn verheugd met de gerealiseerde voortgang en we hebben vertrouwen dat de gedefinieerde duurzaamheidsdoelstellingen in de komende jaren volledig zullen worden geïntegreerd in procedures en werkwijze. Wij zijn van mening dat het jaarverslag voldoet aan de eisen van transparantie en een adequate basis vormt voor de verantwoording van het door de raad van commissarissen gehouden toezicht. Wij stellen u voor de jaarrekening vast te stellen en decharge te verlenen aan de directie voor het gevoerde beleid en aan de raad van commissarissen voor het daarop gehouden toezicht. Samenstelling raad van commissarissen De personalia van de leden van de raad van commissarissen zijn vermeld in het hoofdstuk personalia. De profielschets voor de raad van commissarissen is gepubliceerd op de website van de vennootschap. In 2024 hebben wijzigingen plaatsgevonden in de samenstelling van de raad van commissarissen. De heer E. ten Cate is afgetreden, terwijl de heer D.J. Raithel en mevrouw J. ten Cate zijn toegetreden tot de raad van commissarissen van Hydratec. De heer D.J. Raithel is daarbij benoemd tot voorzitter. De raad van commissarissen beschikt over een diverse achtergrond en brede ervaring. Eén commissaris heeft gedurende zijn loopbaan verschillende functies in het bedrijfsleven vervuld en sloot zijn actieve carrière af als lid van de raad van bestuur en CEO van een beursgenoteerd maakindustrieconcern. Een andere commissaris heeft uitgebreide ervaring als ondernemer en als toezichthouder bij meerdere bedrijven. De derde commissaris heeft een lange staat van dienst in het bankenwezen, onder andere als directievoorzitter, en heeft bestuurlijke en toezichthoudende rollen vervuld bij diverse bedrijven en instellingen. De vierde commissaris is directeur van een internationale holding en een investeringsmaatschappij. De Raad is van mening dat deze variëteit van ervaringen en achtergronden een goede diversiteit oplevert. De huidige samenstelling is een goede balans tussen de vereiste vaardigheden, relevante kennis en ervaring waardoor de Raad kritisch kan opereren. De samenstelling van de Raad voldoet aan de wettelijke eisen en strategische doelstelling van Hydratec op het gebied van genderdiversiteit. Mevrouw J. ten Cate voldoet niet aan de onafhankelijkheidsvereisten zoals is beschreven in de Corporate Governance code. De Raad als geheel voldoet wel aan de vereisten voor onafhankelijkheid. Dit stelt ons in staat om de aan ons opgelegde wettelijke taak tot het houden van toezicht op en het met Raad terzijde staan van de directie, goed uit te kunnen oefenen. Toezicht De raad van commissarissen was in het verslagjaar zeer betrokken bij de procedure met betrekking tot het openbare bod op aandelen Hydratec, dat op 18 januari 2024 door Ten Cate Investeringsmaatschappij werd uitgebracht. Na een Bijzondere Algemene Vergadering van Aandeelhouders op 14 augustus en een verhoging van het bod op 1 november werd het bod uiteindelijk op 13 november niet gestand gedaan. De raad van commissarissen wordt maandelijks geïnformeerd over de operationele gang van zaken binnen de onderneming via een financiële rapportage met toelichting door de directie. Daarnaast ontvangen wij elk kwartaal een uitgebreide update over de ontwikkelingen van de afgelopen drie maanden en de voortgang ten opzichte van de jaarbegroting, strategische doelstellingen en lange termijn waardecreatie. Op basis hiervan worden conclusies getrokken en actiepunten geformuleerd, die in de daaropvolgende vergadering worden besproken. Jaarlijks organiseren wij een strategiedag waarop de strategie voor de komende jaren per segment met de directies wordt geëvalueerd en aangescherpt. In 2024 heeft de raad van commissarissen zesmaal volgens een vast schema vergaderd met de directie, waarbij steeds alle commissarissen aanwezig waren. Duurzaamheid vormt een integraal onderdeel van onze toezichtstaken. In lijn met de toenemende eisen op het gebied van duurzaamheidsverslaggeving wordt de raad periodiek geïnformeerd over de voortgang en ambities op dit vlak. Hierbij wordt specifiek aandacht besteed aan de implementatie van het ESG-beleid, de strategie en rapportage. In de loop van het jaar heeft de raad van commissarissen het risicoprofiel, het risicobeheersingssysteem, de strategie en de duurzaamheidsverslaggeving kritisch geëvalueerd. Daarnaast zijn de genomen maatregelen en activiteiten ter mitigatie van deze risico’s beoordeeld. Tot slot is de effectiviteit van de opzet en werking van de interne risicobeheersings- en controlesystemen uitgebreid geëvalueerd. Voorafgaand aan de algemene vergadering van aandeelhouders op 25 april 2024 heeft de Raad, buiten aanwezigheid van de directie, het eigen functioneren, het functioneren van (de leden van) de directie en de beloning van de directie besproken. Bij de evaluatie van het eigen functioneren kwamen diverse onderwerpen aan de orde, onder meer de tijd en aandacht van alle commissarissen, de wijze van uitvoering van de toezichthoudende functie, de rolverdeling, de te behandelen onderwerpen en de samenstelling van de raad van commissarissen in termen van onafhankelijkheid, deskundigheid, expertise, competenties en ervaringen. Naar aanleiding van de evaluatie concludeert de raad van commissarissen dat het separaat vergaderen van de auditcommissie tot het gewenste resultaat heeft geleid. Indien gewenst vergadert de Raad voor aanvang van de vergadering waarbij de directie niet aanwezig is. De evaluatie van de directie heeft plaatsgevonden in een gesprek tussen de raad van commissarissen en de directie. Auditcommissie De auditcommissie bestaat uit mevrouw Sanders en de heer Veenema, beiden deskundig op het gebied van financiële verslaggeving en de controle van de jaarrekening. De commissie houdt toezicht op de jaarcijfers, de wettelijke controle daarvan, de duurzaamheidsverslaggeving, de administratieve organisatie en het verslaggevingsproces. Daarnaast worden onderwerpen als fraude, cybersecurity, claims, en de uitkomsten van interne en externe controle- en risicobeheersingssystemen bewaakt. Ook ziet de commissie toe op de onafhankelijkheid van de accountant en het selectieproces daarvan. Om een goed beeld te krijgen van de marktontwikkelingen en de prestaties van de bedrijven en segmenten, voert de commissie periodiek gesprekken met leidinggevenden en andere medewerkers. Hydratec kent, mede gelet op haar omvang en werkwijze, geen interne auditdienst of functie. De commissie heeft in 2024 viermaal volgens een vast rooster vergaderd, waarbij steeds alle leden aanwezig waren. Hydratec kent een ondernemende cultuur waarin eigen verantwoordelijkheid, zelfstandigheid en eigenaarschap van medewerkers centraal staan. Het is binnen de organisatie een breed gedragen overtuiging dat dit zorgt voor een optimaal risicobeheer. Gezien de structuur van Hydratec worden er kansen gezien om de aanwezige kennis en ervaring binnen de organisatie breder in te zetten om de effectiviteit en werkzaamheid van ingeregelde beheersingsprocessen en de arbeidsmobiliteit binnen de groep te verbeteren. Periodiek worden audits en reviews op de interne beheersing en het risicobeheer uitgevoerd bij de segmenten door de groep controllers in verband met het ontbreken van een interne auditdienst of functie. Hierin worden risico’s zoals die zijn geïdentificeerd in het risicobeheer geadresseerd. Uitkomsten worden gerapporteerd aan de raad van commissarissen en de auditcommissie. De raad van commissarissen, auditcommissie en directie beoordelen jaarlijks of er adequate maatregelen zijn getroffen. In de vergadering van 25 april 2024 is EY Accountants aangesteld voor de controle van de jaarrekening van 2024. Met de externe accountant heeft de raad van commissarissen in 2024 tweemaal overleg gevoerd, waarvan eenmaal (deels) zonder directie. De werkzaamheden van de externe accountant zijn beoordeeld en het auditplan werd geaccordeerd. Samenstelling directie In de directie van Hydratec Industries N.V. heeft gedurende 2024 geen wijziging plaatsgevonden. De heer B.F. Aangenendt was CEO, mevrouw E.H. Slijkhuis was CFO. In 2025 is besloten de CEO-rol als duo te gaan invullen. Naast B.F. Aangenendt is E.H. Slijkhuis benoemd als Co-CEO van Hydratec. De raad van commissarissen bedankt de directie en alle Hydratec teams voor hun inzet, loyaliteit en toewijding die hebben bijgedragen aan het behaalde resultaat. Amersfoort, 6 maart 2025 Raad van commissarissen D.J. Raithel (voorzitter) M.E.P. Sanders J. ten Cate P. Veenema Duurzaamheidsrapportage Grondslag voor het opstellen van informatie Algemene grondslag voor het opstellen van de duurzaamheidsrapportage Onze duurzaamheidsrapportage is gestructureerd in overeenstemming met de EU Taxonomie (artikel 8 van Verordening (EU) 2020/852) en de Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD) en de toepasselijke Europese Sustainability Reporting Standards (ESRS). Het omvat de toelichtingen van de materiële onderwerpen die voortvloeien uit de dubbele materialiteitsbeoordeling ("hierna: DMA"). Voor de specifieke grondslagen van de EU-taxonomie verwijzen wij naar het desbetreffende hoofdstuk in dit rapport. De duurzaamheidsrapportage is opgesteld op geconsolideerde basis. De reikwijdte van de consolidatie van niet-financiële gegevens is gelijk aan de consolidatie van de jaarrekening. De verslagperiode is eveneens gelijk aan de jaarrekening en heeft betrekking op de activiteiten van Hydratec van 1 januari 2024 tot en met 31 december 2024. De rapportagescope over impacts, risico's en kansen die voor Hydratec van materieel belang zijn, bestrijkt de gehele waardeketen, zoals beschreven in de dubbele materialiteitsanalyse. Dit is met name van toepassing voor de onderwerpen klimaat (E1) en circulariteit (E5). Hydratec heeft geen gebruikgemaakt van de optie om specifieke informatie-elementen die intellectueel eigendom, knowhow of de resultaten van innovatie vormen, weg te laten. Hydratec heeft tevens geen gebruik gemaakt van de vrijstelling van openbaarmaking van informatie zoals voorzien in artikelen 19a (3) en 29a (3) van Richtlijn 2013/34/EU. Hydratec heeft de optie toegepast om inhoud in de duurzaamheidsrapportage door middel van verwijzing op te nemen. Hiermee willen we de leesbaarheid van het rapport verbeteren. Dit is van toepassing voor GOV-1, DR 19 – 23 die worden toegelicht in de personalia paragraaf in ons bestuursverslag. Rapportage over specifieke omstandigheden Tijdshorizons De kortetermijn-horizon betreft de termijn 0 tot 1 jaar vanaf het lopende boekjaar, de middellangetermijn-horizon ligt tussen 1 en 5 jaar vanaf het boekjaar en de langetermijn-horizon betreft alles langer dan 5 jaar in de toekomst. Schattingen van de waardeketen Voor de berekeningen van onze upstream scope 3 emissies volgen we de op uitgaven gebaseerde methode in combinatie met een methode die is gebaseerd op (branche)gemiddelde emissies voor activiteitsgegevens. Voor de berekening van onze downstream scope 3 emissies is een methode gebruikt gebaseerd op (branche)gemiddelde emissies voor activiteitsgegevens. Door het gebruik van een op uitgaven gebaseerde methode kunnen de resultaten minder nauwkeurig zijn dan bij een methode gebaseerd op daadwerkelijke emissies. Door de combinatie van beide methoden kunnen we de volledige scope 3 emissies inschatten en daarnaast geeft het gebruik van (branche)gemiddelde emissies een zekere mate van nauwkeurigheid. Om de nauwkeurigheid van onze berekeningen te verbeteren, streven we ernaar de op uitgaven gebaseerde methode te vervangen door nauwkeurige metingen van onze materiaalstromen. Bronnen van schattingsonzekerheden en onzekere uitkomsten Het opstellen van de duurzaamheidsrapportage vereist schattingen en aannames. Deze zijn gebaseerd op ervaring en verschillende andere factoren die onder de gegeven omstandigheden redelijk worden geacht. Er zijn aannames nodig om de op uitgaven gebaseerde analyse van upstream scope 3-emissies te bepalen, wat een zekere mate van meetonzekerheid met zich meebrengt. De aannames hebben betrekking op het omrekenen van uitgaven en materiaalstromen naar CO2, waarbij we de aanname hebben gedaan dat de euro-uitgaven aan materialen een vervanging kunnen zijn voor volume en daarmee de uitgestoten CO₂ nauwkeurig kunnen berekenen. De vergelijkbaarheid van duurzaamheidsinformatie tussen entiteiten onderling en in de tijd kan beïnvloed worden door het ontbreken van historische duurzaamheidsinformatie in overeenstemming met de ESRS en door het ontbreken van geüniformeerde praktijken ter beoordeling en meting van deze informatie. Voor verdere informatie zie de methodologie horend bij E1-6. Wijzigingen in de opstelling of presentatie van duurzaamheidsinformatie Over boekjaar 2024 rapporteert Hydratec op basis van de Europese Sustainability Reporting Standards (ESRS) volgens de EU Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD). De inhoud en structuur van het jaarverslag 2024 is herzien om beter aan te sluiten bij de ESRS-vereisten. Gebeurtenissen na het einde van de verslagperiode Er is ons na de verslagdatum geen informatie ter kennis gekomen die een materiële impact heeft op de duurzaamheidsrapportage en niet is verwerkt. Indien er materiële informatie beschikbaar komt die nieuwe inzichten of bewijzen verschaft over omstandigheden aan het eind van periode, actualiseren we de schattingen en duurzaamheidsrapportage in het licht van de nieuwe informatie. Wanneer die informatie bewijzen of inzichten verschaft voor materiële transacties, andere gebeurtenissen en omstandigheden die zich voordoen na het einde van de verslagperiode wordt er melding gedaan van het bestaan, de aard en mogelijke gevolgen van deze gebeurtenissen Rapportagefouten in voorgaande perioden Dit is niet van toepassing omdat dit het eerste toepassingsjaar is van de CSRD voor Hydratec. Opname door middel van verwijzing Daar waar we informatie opnemen op een andere locatie dan in de duurzaamheidsrapportage wordt hier specifiek naar verwezen. Daar waar mogelijkheden voor infasering mogelijk zijn, wordt hiervan gebruikt gemaakt. Dit betreft de financiële effecten rondom klimaatsverandering (E1-9), circulaire economie (E5-6) en anderen beperktere vereisten. De referentietabel naar materiële informatievereisten en andere EU-wetgeving is opgenomen in hoofdstukken Appendix I - ESRS-Informatievereisten en Appendix II - Andere EU-wetgeving. Het bedrijfsresultaat is te vinden onder Financiële ontwikkelingen – Kengetallen – Bedrijfsresultaat in % van de omzet. Governance De rol van de bestuurs-, leidinggevende en toezichthoudende organen Deze duurzaamheidsrapportage bevat de samenstelling en diversiteit van de directie en raad van commissarissen van Hydratec. 75% van de commissarissen is aangemerkt als onafhankelijke commissaris. De onafhankelijkheid is bepaald aan de hand van de Corporate Governance code. Op basis van de code is 100% van de directie onafhankelijk. Binnen het bestuur is één vrouw (50%), binnen de raad van commissarissen zijn er twee vrouwen (50%) en in leidinggevende posities zijn acht vrouwen werkzaam (31%). Er zijn geen niet-uitvoerende bestuurders aangesteld bij Hydratec en werknemers worden niet gepresenteerd in de bestuursorganen. Voor verdere informatie, zoals functies, expertises en nevenactiviteiten, van de directie en raad van comissarissen verwijzen we naar de Personalia paragraaf in ons bestuursverslag. Informatie verschaft aan en omgang met duurzaamheidsthema’s door bestuurs-, leidinggevende en toezichthoudende organen De eindverantwoordelijkheid voor rapportage omtrent duurzaamheid berust bij de directie. Dit omvat de materiële impacts, risico’s en kansen. Er is een interne richtlijn opgesteld ten aanzien van het rapporteren van duurzaamheidsinformatie om juistheid en volledigheid te waarborgen. De duurzaamheidsinformatie is onderdeel van de planning en control cyclus van Hydratec. De directie heeft ervaring opgedaan op het gebied van duurzaamheid door nauwe betrokkenheid bij de totstandkoming van het beleid, strategie en rapportage. Daarnaast beschikt Hydratec over een opdrachtteam voor onder andere de informatieverzameling en rapportage omtrent duurzaamheid. De raad van commissarissen wordt geïnformeerd over de operationele gang van zaken binnen de onderneming met uitleg van de directie. Tijdens deze bijeenkomst wordt ook aandacht besteed aan kwesties die gerelateerd zijn aan duurzaamheid en de materiële thema’s zoals gedefinieerd in het dubbele materialiteitsproces. De directie en commissarissen zijn deskundig op het gebied van duurzaamheidsinformatie vanuit de betrokkenheid bij het tot stand komen van de duurzaamheidinformatie zoals opgenomen in deze duurzaamheidsrapportage en vanuit hun nevenfuncties. Integratie van duurzaamheidsprestaties in beloningsregelingen De remuneratie van de directie is niet gekoppeld aan de prestaties rondom duurzaamheidsthema’s. Het beloningssysteem is gekoppeld aan persoonlijke doelen en bedrijfsresultaten zoals is toegelicht in de remuneratieparagraaf. Due-diligenceverklaring Een volledig due diligence in lijn met de OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen en de UN Guiding Principles on Business and Human Rights is nog niet ingericht binnen Hydratec. Hydratec heeft een ESG-beleid waarin de richtlijnen worden erkend. Dit beleid is in 2024 geaccordeerd en in 2025 gecommuniceerd binnen de groep en op de website van Hydratec. Hierin zijn de uitkomsten van de DMA en de herijkte ESG-strategie als leidraad gevolgd waarmee de meest materiële impacts op mens, milieu en maatschappij voor zowel eigen operaties als de keten zijn opgenomen. Transparantie over voortgang ten aanzien van strategie en bijbehorende activiteiten om negatieve impacts te mitigeren en positieve impacts te vergroten, zal de komende jaren in het jaarverslag gegeven worden. Risicobeheersing en interne controle voor duurzaamheidsverslaglegging Risicomanagement is een essentieel onderdeel van de ondernemingsstrategie van Hydratec. Het doel is het identificeren en mitigeren van risico’s die een grote negatieve impact kunnen hebben op het realiseren van de strategische en financiële doelstellingen en daarmee de waarde van de onderneming. Dit proces focust zich op zowel niet-duurzaamheid als duurzaamheidsonderwerpen en heeft betrekking op de gehele organisatie. Dit proces is erop gericht dat risico’s worden geïdentificeerd op basis van onder andere impact op de organisatie en kans dat dit zich voordoet. Op basis hiervan zullen er uiteenlopende maatregelen worden opgesteld om risico’s te mitigeren. De onderwerpen die vanuit de dubbele materialiteitsanalyse als materieel zijn bevonden, zijn in de volgende hoofdstukken uitgewerkt. Dubbele materialiteitsanalyse (DMA) De uitvoering van de DMA is gestart in 2023 met behulp van de begeleiding en interpretatie van ESRS 1 en ESRS 2. Deze analyse is uitgevoerd in samenwerking met een onafhankelijk, extern duurzaamheidsbureau. In 2024 is de analyse verder verrijkt met nieuwe inzichten en richtlijnen vanuit de EFRAG. De DMA werd uitgevoerd in drie stappen en heeft betrekking op onze gehele waardeketen. De basis van de DMA bestond uit deskresearch waarbij interne en externe documentatie is beoordeeld. De interne analyse is uitgevoerd door strategische documenten van Hydratec te analyseren en de inhoud te koppelen aan de 10 onderwerpen en verschillende onderliggende sub-onderwerpen en sub-sub-onderwerpen van de CSRD. De externe analyse had betrekking op een selectie van belangrijke concurrenten en klanten. Publiekelijk beschikbare documentatie van deze concurrenten en klanten zijn geanalyseerd om een prioritering in ESG-onderwerpen te krijgen. De interne en externe analyse heeft geresulteerd in de relevante onderwerpen, waar de focus op ligt binnen Hydratec en de sector, geselecteerd uit de volledige lijst van mogelijke onderwerpen binnen de ESRS. Deze lijst van onderwerpen is gebruikt als input voor het bepalen van de materiële onderwerpen. De lijst van onderwerpen zijn in onze waardeketen opgenomen, zie onderstaand figuur. De blauw gemarkeerde onderwerpen zijn materieel bevonden. Als tweede stap is een dialoog uitgevoerd met representanten van de meest belangrijke belanghebbenden; een klant, aandeelhouder en medewerkers. Daarnaast zijn verschillende belanghebbenden indirect meegenomen door de gesprekken met vertegenwoordigende medewerkers. Deze belanghebbenden worden het meest waarschijnlijk beïnvloed door onze activiteiten en hebben de meeste invloed op het nakomen van onze verplichtingen. Om de belangen van deze groepen te borgen, werden vertegenwoordigende medewerkers geselecteerd op basis van het onderwerp, materie, kennis en hun vermogen om op te treden als een vertegenwoordiger met een bredere kijk op (externe) belanghebbenden. Gebruikmakend van het inzicht uit de interne analyse, externe analyse, en de interviews, is een finale shortlist van ESG-onderwerpen opgesteld. Als laatste stap hielden we workshops met interne materiedeskundigen om de mogelijke impacts, risico’s en kansen te bepalen van onze ESG-thema’s en hoe deze invloed kunnen hebben op de prestaties van de bedrijven binnen de groep. De beoordeling van de materialiteit volgde op de logica voorgeschreven door de CSRD. Voor impact materialiteit, was de beoordeling gebaseerd op "ernst", waarbij wordt gekeken naar schaal, reikwijdte en herstelbaarheid; en "waarschijnlijkheid", die voortkomt uit de OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen en de VN-beginselen inzake mensenrechten. Voor het wegen van de financiële effecten zijn twee factoren toegepast: omvang en waarschijnlijkheid. De (potentiële) impacts zijn ook beoordeeld op basis van waarschijnlijkheid. Het proces achter de beoordeling bestond uit meerdere validatiestappen, waarbij materiedeskundigen zijn betrokken die inzicht hebben in verbanden tussen risico’s en kansen, de waarschijnlijkheid, grootte en karakter van mogelijke financiële impacts, kansen en risico’s en mandaat hebben om impacts te prioriteren. Indien een impact zowel positief als negatief beschreven kan worden, is deze als negatieve impact beschreven en beoordeeld. Tenslotte zijn de beoordeelde impacts, risico’s en kansen, op basis van de omschrijving, geplot aan de bijbehorende en/of gerelateerde vereisten van de verschillende ESRS-standaarden. Door te focussen op de materiële onderwerpen kunnen we onze middelen en inspanningen effectief inzetten om de grootste impact te realiseren en te voldoen aan de verwachtingen van onze belanghebbenden. We blijven echter de relevantie van alle onderwerpen regelmatig evalueren en zullen onze rapportage aanpassen wanneer nieuwe informatie of omstandigheden dit vereisen. Dit zal worden gedaan door een jaarlijkse evaluatie van onze DMA en voortgang op onze ESG-strategie. Verdere beschrijvingen zoals omschreven in ESRS 2 SBM-3 48 zijn opgenomen in de paragraaf materiële impacts, risico’s en kansen en de wisselwerking daarvan met strategie en businessmodel en toelichtingen in de hoofdstukken per onderwerp, waarbij gebruik wordt gemaakt van de infasering voor verwachte financiële effecten - DR ESRS 2 SBM-3 48e. Inzicht in de veerkracht van de ESG-strategie, zoals verwacht in ESRS 2 SBM-3 48f, veranderingen, zoals verwacht in ESRS 2 SBM 3-48g en inzicht in financiële effecten, zoals verwacht in ESRS 2 SBM 3-48d, zijn nog niet mogelijk aangezien pas dit jaar voor het eerst wordt gerapporteerd en meer ervaring in de uitvoering is vereist om robuust hierover te rapporteren. Tenslotte is ESRS 2 SBM 3-48h niet van toepassing voor Hydratec. De DMA is onderhevig aan herzieningen in de toekomst als gevolg van milieu- en sociale ontwikkelingen, due diligence (inclusief voortdurende robuuste betrokkenheid van de betrokken belanghebbenden) en verworven inzichten en ervaringen. In deze context is het belangrijk te noemen dat dit duurzaamheidsverslag niet iedere impact, risico en kans of additionele entiteitspecifieke rapportage bevat die een individuele stakeholder(groep) belangrijk kan achten in diens eigen specifieke inschatting. Materiële impacts, risico’s en kansen en de wisselwerking daarvan met strategie en businessmodel Het is van belang om de materiële impacts, risico’s en kansen te identificeren en de onderlinge relatie met onze strategie en het businessmodel te begrijpen. Deze analyse stelt ons in staat om beter in te spelen op de relevante factoren die invloed hebben op de bedrijfsvoering en om strategische keuzes te maken, die bijdragen aan de langetermijnwaarde en duurzaamheid van onze organisatie. Het biedt een solide basis voor weloverwogen besluitvorming en versterkt onze positie in de markt. De onderstaande tabel biedt een duidelijk overzicht van onze materiële onderwerpen, inclusief hun definities, reikwijdte, tijdshorizon en impact, risico's en kansen (hierna: IRO). Elk onderwerp wordt beschreven met de toepassingsgebieden met betrekking tot het CSRD-onderwerp, de reikwijdte, de relevante tijdshorizon vanaf wanneer de IRO relevant wordt, de bijbehorende IRO en de categorie van materialiteit. Verdere toelichtingen worden gegeven in de desbetreffende hoofdstukken en paragrafen. Het achterliggende besluitvormingsproces, interne controleprocedures evenals de mate waarin en hoe het proces voor het identificeren, beoordelen en beheren van impacts en risico's is geïntegreerd in ons algehele risicomanagementproces. Aangezien de focus dit jaar meer heeft gelegen op risico’s, zijn in onderstaand overzicht geen kansen als materieel beschouwd. De reikwijdte is per IRO gedefinieerd en verder toegelicht in de volgende hoofdstukken. Aangezien dit jaar voor het eerst op deze wijze wordt gerapporteerd is er geen vergelijking met voorgaande jaren van toepassing. Strategische pijler CSRD-Onderwerp Reikwijdte Tijdshorizon Materiële IRO’s Fin. Mat. Imp. Mat. Milieu E1 -Klimaatverandering - Broeikasgas-emissies Upstream; Eigen operaties; Downstream Korte termijn Impact (Negatief - Actueel): De CO2-uitstoot die vrijkomt door de eigen operaties en de waardeketen dragen bij aan (de versnelling) van klimaatverandering. De bronnen van CO2-uitstoot zijn voor eigen operaties energie en brandstof gebruik en daarnaast in de keten onder andere transport, winning van grondstoffen, productie van materialen en producten en gebruik van verkochte producten. x x Korte termijn Risico’s: Investeringen in productielocaties, machines, materieel en het wagenpark om fossiele brandstoffen uit te faseren. Daarnaast kunnen er hogere inkoopkosten ontstaan doordat CO2-beprijzing en/of stijgende energiekosten worden doorberekend in prijzen (klimaattransitierisico). E5- Circulaire economie - Grondstof Upstream; Eigen operaties; Downstream Middellange termijn Impact (Negatief - Actueel): De winning/onttrekking van primaire grondstoffen, zoals aardolie, staal en andere metalen, gebruikt in productie van producten en de bouw van installaties door Hydratec en in de gebruiksfase van deze installaties kan leiden tot uitputting van grondstoffen. x x Korte termijn Risico’s: Schaarste aan grondstoffen kan leiden tot hogere inkoopkosten, vooral voor virgin materialen. E5 -Circulaire economie - Afval-management Eigen operaties; Downstream Middellange termijn Impact (Negatief - Actueel): Het onverantwoord verwerken van afvalstromen zorgt voor blijvende vraag naar nieuwe grondstoffen, waardoor de uitputting hiervan wordt versneld. x x Korte termijn Risico’s: Hogere kosten gerelateerd aan afvalverwerking. Sociaal S1 - Eigen personeel - Diversiteit, gelijkheid en inclusiviteit Eigen operaties Middellange termijn Risico’s: Ondermaatse inspanningen op het gebied van DE&I hebben een negatieve invloed op de employer brand waardoor het moeilijker kan zijn werknemers aan te trekken en te binden. Dit zorgt voor hogere personeels- en recruitmentkosten. x Beleid G1 -Zakelijk gedrag - Zakelijke integriteit Eigen operaties Korte termijn Risico’s: Kosten verbonden aan eventuele aangespannen rechtszaken en opgelegde boetes rondom corruptie en omkoping. Indien er sprake is van incidenten, zullen er ook extra trainingen en maatregelen moeten worden uitgerold. Afhankelijk van de media-aandacht kan dit ook leiden tot significante reputatieschade x Strategie In 2024 herijkten we onze ESG-strategie op basis van de uitkomsten van de DMA en strategische sessies met onze ondernemingen. De materiële onderwerpen die als uitkomsten uit de DMA zijn gekomen hebben (financiële) impact op onze organisatie en waardeketen, op zowel korte termijn als in de toekomst. De ESG-strategie zorgt ervoor dat we als organisatie concrete doelstellingen hebben en acties kunnen formuleren. Daarnaast kan besluitvorming hierop worden afgestemd. Ons businessmodel zal geen wijzigingen ondergaan. De focus zal liggen op het mitigeren van onze impact binnen bestaande bedrijfsactiviteiten. De uitkomsten van de DMA resulteerde in drie strategische aandachtsgebieden op het gebied van duurzaamheid: milieu, sociaal en governance – elk met onderliggende prioriteiten. De gebieden spelen samen in op de impact en risico's van onze materiële duurzaamheid en zijn gevisualiseerd in onderstaand figuur. Beleid aangenomen voor het managen van materiële duurzaamheidsthema’s Om onze strategie in de praktijk te brengen en doelen te behalen, hebben we een ESG-beleid opgesteld die gericht is op broeikasgasemissies, circulariteit, diversiteit, gelijkheid en inclusie en zakelijke integriteit. Dit beleid is erop gericht om huidige en potentiële impacts en risico’s te voorkomen, mitigeren en waar nodig te herstellen. Het beleid heeft betrekking op Hydratec en onderliggende bedrijven met alle bedrijfsactiviteiten die daarbij horen. Per onderwerp verschillen de focusgebieden binnen de waardeketen waarbij wij ons richten op de onderdelen waar de impact zit en wij invloed op kunnen uitoefenen. De directie van Hydratec en de directie van de bedrijven zijn verantwoordelijk voor de implementatie en uitvoering van het beleid. Effectiviteit van beleid en maatregelen monitoren aan de hand van doelen Per duurzaamheidsonderwerp zijn doelstellingen opgesteld die zich richten op 2030. Daar waar relevant worden referentiejaren gehanteerd en benoemd. De gestelde doelstellingen richten zich op ondersteuning en monitoring van ons ESG-beleid waarbij we ons richten op de beheersing van materiële impacts, risico's en kansen. Deze doelen helpen bij het volgen van de effectiviteit van onze beleidsmaatregelen en acties, en geven duidelijkheid over de vooruitgang die wordt geboekt. Op jaarlijkse basis zullen de doelstellingen gemonitord worden, echter zijn deze in 2024 opgesteld waardoor er nog weinig tot geen informatie is over de voortgang en zijn er dus ook nog geen wijzigingen aangebracht binnen de doelstellingen. De doelstellingen in deze context zijn vastgesteld om te voldoen aan de wetgeving. Maatregelen en middelen wat betreft materiële duurzaamheidsthema’s In 2025 zijn we gestart om acties te formuleren en te implementeren rondom de materiële duurzaamheidsonderwerpen. Wanneer de actieplannen finaal zijn zullen wij transparant rapporteren over de belangrijkste acties die eraan bij moeten dragen dat onze doelstellingen behaald worden. Voor de actieplannen zullen we de scope, tijdshorizonten en bijbehorende uitgaven rapporteren. Maatstaven voor materiële duurzaamheidsthema’s De maatstaven die we rapporteren zijn afkomstig uit de ESRS. De benamingen van deze maatstaven, bijbehorende definities en methodologie hebben we overgenomen. Wanneer meer uitleg over methodologie en definities nodig wordt geacht hebben we deze gerapporteerd bij de maatstaven. Geen van de maatstaven is gevalideerd door een externe instantie niet zijnde de assurance provider. Bedrijfsmodel en waardeketen Hydratec bestaat uit twee segmenten waarin wij industriële systemen en hightech componenten leveren. Dit doen we binnen drie markten, namelijk; voedsel, gezondheid en mobiliteit. De bedrijfsactiviteiten vinden plaats binnen onze vijf bedrijven; Lan, Royal Pas Reform, Rollepaal, Helvoet en Timmerije. Er wordt gebruik gemaakt van de infasering voor ESRS 2 – SBM-1, artikel 40b. Duurzaamheidsdoelstellingen gerelateerd aan specifieke groepen producten, diensten etc. zijn niet van toepassing voor Hydratec. Het onderstaande waardecreatiemodel geeft in vogelvlucht onze belangrijkste inputs, outputs en bijdragen aan SDG’s weer. Waardecreatiemodel Belangen en opvattingen van belanghebbenden Wij geloven dat waardecreatie op de lange termijn alleen kan worden bereikt door een bedrijfscultuur te handhaven die transparantie en vertrouwen omarmt. Door in gesprek te gaan met belanghebbenden is Hydratec in staat om meerdere perspectieven vast te leggen, een breder inzicht te krijgen in waardecreatie en ervoor te zorgen dat de bedrijfsstrategie en besluitvorming aansluiten bij de behoeften, verwachtingen en zorgen van belanghebbenden om een positieve en blijvende impact te hebben. Daarnaast helpt het Hydratec om de verschillende belangen zorgvuldig af te wegen. De onderwerpen waarover Hydratec in gesprek gaat met haar belanghebbenden zijn onder meer milieu-, sociale en governance-gerelateerde onderwerpen, maar zijn niet beperkt tot deze onderwerpen. Hydratec identificeert haar belangrijkste belanghebbenden als partijen die direct of indirect betrokken zijn bij onze activiteiten, die een direct belang hebben bij of die een impact kunnen hebben op ons zakelijk succes op de lange termijn. De belanghebbenden met de grootste impact en/of invloed zijn: (i) aandeelhouders; (ii) klanten; en (iii) werknemers. Daarnaast is Hydratec bewust van verschillende groepen belanghebbenden die in meer of mindere mate invloed hebben op Hydratec ofwel door Hydratec beïnvloed worden. Voorbeelden hiervan zijn leveranciers, overheden en lokale gemeenschappen. Hydratec is dagelijks in gesprek met haar belanghebbenden om meer te weten te komen over hun belangen en opvattingen. Interactie vindt plaats met elke categorie van belanghebbenden. De frequentie, het niveau en de wijze van engagement worden afgestemd op het doel van de dialoog en de relatie met de stakeholder. Hydratec kan besluiten de dialoog met belanghebbenden wel, niet of onder bepaalde voorwaarden aan te gaan. De resultaten van de betrokkenheid van belanghebbenden worden, voor zover van toepassing: (i) gecommuniceerd aan en besproken door directie en de Raad van Commissarissen; (ii) worden gebruikt om mogelijke effecten, risico's en kansen te identificeren die van invloed kunnen zijn op het vermogen van Hydratec om op de lange termijn waarde te creëren en hier tijdig op te reageren; (iii) gebruikt om de materialiteit van ESG-onderwerpen voor de strategie en rapportage over duurzaam ondernemerschap van Hydratec te bepalen en (iv) gebruikt om due diligence op het gebied van duurzaamheid uit te voeren en te verbeteren. Klimaatverandering – E1 Governance In de huidige verslagperiode zijn er geen klimaatgerelateerde overwegingen geïntegreerd in de beoordeling en beloning van onze directies, management en commissarissen. Strategie Transitieplan voor klimaatmitigatie Binnen ons strategisch raamwerk hebben we doelstellingen vastgesteld rondom de uitstoot van broeikasgasemissies. Deze zijn de reductie van scope 1 en 2 emissies met 50% en een inspanning om scope 3 emissies te reduceren in 2030 ten opzichte van basisjaar 2023. Deze doelstellingen zijn niet volledig in lijn met de Overeenkomst van Parijs die moet leiden tot het beperken van de opwarming van de aarde tot 1,5 °C. Om de vastgestelde doelstellingen te behalen zullen er in 2025 transitieplannen worden geformaliseerd door alle entiteiten. Verder zal er, bij het opstellen van het transitieplan, rekening gehouden worden met de ESRS-vereisten, waaronder financiële impacts en governance. In 2024 zijn wij gestart met het formuleren van de actieplannen. De uitkomst van het proces zal in een volgende duurzaamheidsrapportage worden opgenomen. Impact, risico’s en kansenmanagement Type klimaatgerelateerd risico en proces voor veerkrachtsanalyse Rondom het onderwerp broeikasgassen zijn alleen klimaattranstierisico’s geïdentificeerd en geen materiele kansen. Binnen ons business model houden we rekening met deze klimaattransitierisico’s, echter hebben we op dit moment geen uitgebreide analyse uitgevoerd. We zullen de analyse over hoe veerkrachtig Hydratec en haar bedrijfsmodel is op het gebied van klimaatverandering, uitvoeren in 2025 en 2026. Hierin zullen we alle relevante bedrijfsactiviteiten en upstream- en downstreamwaardeketen meenemen en beschrijven welke stappen wanneer zijn genomen in deze analyse. Binnen deze analyse zullen we gebruik maken van scenarioanalyses waarbij het meest optimistische scenario het niet overstijgen van de 1,5 °C van de aarde zal zijn. Ook zullen we beschrijven wat de resultaten van deze analyse zijn en in hoeverre ons bedrijfsmodel, onderliggende activiteiten en activa zich aan kunnen passen aan klimaatverandering of wordt beïnvloed door klimaatverandering. Anderzijds is er gekeken wat de invloed van Hydratec op de uitstoot van broeikasgassen is, de uitkomsten hiervan zijn onderaan dit hoofdstuk weergegeven. Beleid In het afgelopen jaar hebben we beleid opgesteld om onze materiële impact, risico's en kansen met betrekking tot de beperking van klimaatverandering te mitigeren. Dit beleid richt zich op het identificeren, beoordelen, beheren en het bieden van herstel van klimaatgerelateerde vraagstukken. De onderwerpen die onder dit beleid vallen zijn klimaatmitigatie en energie-efficiëntie. Voor klimaatmitigatie acteert het beleid om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen en onze CO₂-voetafdruk te minimaliseren. Voor energie-efficiëntie is het beleid gericht op het stimuleren van initiatieven binnen onze entiteiten die zich richten op het reduceren van energie en het efficiënt gebruik hiervan binnen eigen activiteiten (Scope 1 en 2), producten en dus onze waardeketen (Scope 3). Acties In 2025 zijn we gestart om acties te formuleren en te implementeren rondom het beperken van klimaatverandering. Het doel van deze acties is onze klimaatgerelateerde doelstellingen te behalen en negatieve impacts te voorkomen, mitigeren en te herstellen. Bij het formuleren van deze acties zullen we de behaalde en te halen reducties in broeikasgasemissie en de significante financiële middelen die met het implementeren van deze acties samenhangen, rapporteren. Deze middelen worden onderverdeeld in operationele uitgaven en kapitaaluitgaven. Acties zullen zich focussen op het reduceren van Scope 1, 2 en 3 emissies. Doelen Hydratec heeft doelstellingen die zich richten op de reductie van broeikasgasemissies. Deze doelstellingen zijn onderdeel van onze duurzaamheidsstrategie en beleid. De doelstellingen die zijn gezet richten zich op Scope 1, 2 en 3 waarbij er een onderverdeling is gemaakt tussen Scope 1 en 2 en daarnaast Scope 3. De doelstellingen zijn gezet voor 2030 en hebben als basisjaar 2023. Op basis van een percentage van het basisjaar zullen de doelstellingen gemeten worden. Dit basisjaar is de eerste meting die is uitgevoerd door Hydratec. Tijdens het proces hebben we de kwaliteit en accuraatheid van de informatie zoveel mogelijk proberen te waarborgen binnen het proces. Bij significante aanpassingen in de berekeningen in de aankomende jaren wordt hierover transparant gerapporteerd. De doelstellingen van Hydratec zijn om in 2030 de broeikasgasemissies van Scope 1 en 2 te reduceren met 50%. Daarnaast zullen we ons inspannen om de broeikasgasemissies van Scope 3 te verminderen. Op dit moment is er nog geen kwantitatieve doelstelling opgesteld voor Scope 3. Mogelijk zal dit wel gedaan worden wanneer de reductiemaatregelen zijn bepaald en er meer inzicht is in potentiële reductie. Maatstaven Energieverbruik en energiemix DR: Paragraaf: Informatie: 2024 E1-5 37a Totale energieverbruik uit fossiele bronnen (MWh): 29.757 E1-5 37b Totale energieverbruik uit nucleaire bronnen: - E1-5 37c Totale energieverbruik uit hernieuwbare bronnen (MWh): 4.521 Brandstofverbruik uit hernieuwbare bronnen (MWh): Verbruik van ingekochte elektriciteit, warmte, stoom en koeling uit hernieuwbare bronnen (MWh): 2.576 Verbruik van zelfopgewekte hernieuwbare energie uit andere bronnen dan brandstof (MWH): 1.945 Methodologie Voor het energieverbruik en de mix per bron hebben we een conservatieve benadering aangenomen bij het splitsen van het elektriciteits- en gasverbruik tussen hernieuwbare en niet-hernieuwbare bronnen. We beschouwden deze energieverbruiken alleen als afkomstig van hernieuwbare bronnen als de oorsprong van de aangekochte energie duidelijk is gedefinieerd in de contractuele afspraken met de leveranciers. Voor locaties waar de oorsprong van de aangekochte energie niet duidelijk is gedefinieerd in de contractuele overeenkomsten of overzichten van leveranciers, wordt het energieverbruik volledig geclassificeerd als afkomstig van fossiele bronnen. Het energieverbruik is gebaseerd op daadwerkelijke gegevens van externe bronnen zoals de energieleverancier. De zelfopgewerkte hernieuwbare energie is gebaseerd op de standen van de installaties. Dubbeltelling van de zelf opgewekte en gebruikte hernieuwbare energie is vermeden. Bruto scope 1-, 2-, 3-emissies en totale broeikasgasemissies Retrospectief Doelstelling DR: Paragraaf: Informatie: 2023 2024 Verschil Verschil (%) 2030 Jaarlijks doel (%)/basisjaar E1-6 48a Bruto scope 1-emissies in ton CO₂-eq: 1.328 1.300 -28 -2% 664 7% E1-6 49a Bruto locatiegebaseerde scope 2-emissies in ton CO₂-eq: 12.011 11.233 -778 -6% Geen doelstelling E1-6 49b Bruto marktgebaseerde scope 2-emissies in ton CO₂-eq: 14.628 11.444 -3.184 -22% 7.314 7% E1-6 51 De bruto scope 3-emissies in ton CO₂-eq: 381.835 257.546 -124.289 -33% <381.835 < 0% De bruto scope 3-emissies voor ingekochte goederen en diensten in ton CO₂-eq: 54.469 36.204 -18.265 -34% Geen doelstelling De bruto scope 3-emissies voor kapitaalgoederen in ton CO₂-eq: 3.791 1.942 -1.848 -49% De bruto scope 3-emissies voor brandstof en energie gerelateerde activiteiten (niet in Scope 1 en 2) in ton CO₂-eq: 3.061 2.415 -646 -21% De bruto scope 3-emissies voor opwaarts transport en distributie in ton CO₂-eq: 1.486 1.538 53 4% De bruto scope 3-emissies voor afval gegenereerd in operaties in ton CO₂-eq: 28 40 12 42% De bruto scope 3-emissies voor zakenreizen in ton CO₂-eq: 1.417 1.555 138 10% De bruto scope 3-emissies voor woon-werkverkeer in ton CO₂-eq: 303 396 92 30% De bruto scope 3-emissies voor neerwaarts transport en distributie in ton CO₂-eq: 4.073 726 -3.346 -82% De bruto scope 3-emissies gebruik van verkochte producten in ton CO₂-eq: 312.998 212.563 -100.435 -32% De bruto scope 3-emissies voor verwerking van verkochte producten in ton CO₂-eq: 141 124 -17 -12% De bruto scope 3-emissies voor neerwaarts verhuurde activa in ton CO₂-eq: 1 1 1 100% De bruto scope 3-emissies voor opwaarts verhuurde activa in ton CO₂-eq: 71 41 -30 -42% E1-6 44, 52a Totale broeikasgasemissies die zijn afgeleid van de onderliggende Scope 2 broeikasgasemissies die worden gemeten met behulp van de locatiegebaseerde methode: 395.174 270.079 -125.095 -32% E1-6 44, 52b Totale broeikasgasemissies die zijn afgeleid van de onderliggende Scope 2 broeikasgasemissies die worden gemeten met behulp van de marktgebaseerde methode: 397.791 270.290 -127.501 -32% E1-6 53 De broeikasgasemissieintensiteit (totale broeikasgasemissies in tonnen CO₂-eq per EUR 1.000 netto-omzet met behulp van locatiegebaseerde methode): 1,4 1,0 -0,4 -28% E1-6 53 De broeikasgasemissieintensiteit (totale broeikasgasemissies in tonnen CO₂-eq per EUR 1.000 netto-omzet met behulp van marktgebaseerd methode): 1,4 1,0 -0,4 -29% E1-6 53 Netto-omzet (in EUR 1.000) zoals opgenomen in de winst- & verliesrekening 282.748 270.204 -12.544 -4% Methodologie Locatie-gebaseerd: Locatie-gebaseerd definieert de gemiddelde energieopwekkingsmix (groen/grijs) voor een bepaalde locatie, inclusief lokale, sub-nationale of nationale grenzen. Voor het berekenen van de locatie-gebaseerde emissies hanteren wij emissiefactoren voor de gemiddelde gridmix (TTW) van de relevante locaties voor Scope 2. De ketenemissies (WTT) worden verantwoord in categorie 3 van Scope 3. Markt-gebaseerd: Markt-gebaseerd definieert de energiemix (groen/grijs) die door het bedrijf wordt ingekocht. Wij onderscheiden twee verschillende soorten stroom binnen onze organisatie, namelijk; groen en grijs. Voor de berekening van de markt-gebaseerde emissies hanteren we de gemiddelde grijze stroom (TTW) en groene stroom (TTW) emissiefactoren voor de relevante locaties. De ketenemissies (WTT) worden verantwoord in categorie 3 van Scope 3. Totale Scope 1, 2 en 3 emissies: De Scope 1, 2 en 3 emissies van Hydratec geven een overzicht van de CO2-equivalenten die worden uitgestoten binnen de bedrijfsactiviteiten en de waardeketen in het rapportagejaar. De CO2-voetafdruk is berekend op basis van de Europese Sustainability Reporting Standards (ESRS), waarbij de ESRS verwijzingen maakt naar het Greenhouse Gas (GHG) Protocol. De methodologieën die gebruikt zijn komen voort vanuit deze standaard. Verder is er tijdens de berekening gebruikt gemaakt van data van zowel interne- als externe bronnen en emissiefactoren vanuit verschillende (academische) bronnen. Scope 1 emissies: De scope 1 emissies omvat alle emissies die voortkomen uit het gebruik van brandstoffen en koudemiddelen binnen de bezittingen van Hydratec. Voor de berekening hiervan is er gebruikt gemaakt van activiteitsgegevens en (branche)gemiddelde emissiefactoren. De emissiefactoren die gebruikt zijn, zijn hoofdzakelijk afkomstig van CO2emissiefactoren.nl (2023) en DEFRA (2021 - 2023). Scope 2 emissies: De scope 2 emissies omvat alle emissies die voortkomen uit het gebruik van elektriciteit, warmte, koude en stroom binnen de bezittingen van Hydratec. Voor de berekening hiervan is er gebruik gemaakt van activiteitsgegevens en (branche)gemiddelde emissiefactoren. De emissiefactoren die gebruikt zijn, zijn hoofdzakelijk afkomstig van CO2emissiefactoren.nl (2023), U.S. EPA (2023), European Environmental Agency (2023) en DEFRA (2021 - 2023). Scope 3 emissies: De scope 3 emissies omvat vele verschillende emissies die voortkomen uit de waardeketen van Hydratec en indirect gerelateerd zijn aan de bedrijfsactiviteiten van Hydratec. Hierin worden de volgende categorieën meegenomen: - Ingekochte goederen en diensten; - Kapitaalgoederen; - Brandstof- en energie gerelateerde activiteiten (niet opgenomen in Scope 1 en 2); - Opwaarts transport en distributie; - Afval gegenereerd in eigen operaties; - Zakenreizen; - Woon-werkverkeer; - Neerwaarts transport en distributie; - Gebruik van verkochte producten; - Verwerking van verkochte producten aan het einde van de levenscyclus; - Neerwaarts geleasde activa. Voor de verschillende categorieën zijn er verschillende methoden aangehouden. De voornaamst gebruikte methodieken zijn de op uitgaven- en activiteitsgegevens gebaseerd. De uitgaven-gebaseerde methode heeft een groot aandeel gehad in de berekening van onder andere ingekochte goederen en diensten, kapitaalgoederen en opwaarts- en neerwaarts transport en distributie. De op activiteitsgegevens gebaseerde methodiek is grotendeels gebruikt voor brandstof- en energie gerelateerde activiteiten, afval gegenereerd in operaties, zakenreizen, woon-werkverkeer, gebruik van verkochte producten, verwerking van verkochte producten en neerwaarts geleasede activa. Binnen beide methoden is er gebruikt gemaakt van concrete data die een afspiegeling zijn van de realiteit. Wanneer nodig zijn er aannames en inschattingen gedaan door experts binnen de bedrijven om tot een inschatting van de CO2-emissies te komen. Daarnaast zijn er standaard conversiefactoren gebruikt om toe te rekenen naar verschillende eenheden, lees kWh naar MWh. De emissiefactoren die gebruikt zijn, zijn hoofdzakelijk afkomstig van CO2-emissiefactoren.nl (2023) en DEFRA (2021 - 2023). Voor de berekening van categorie 11 – Gebruik van verkochte producten en categorie 13 – Neerwaarts geleasde activa worden er verschillende aannames gemaakt. Het energieverbruik van verkochte of verhuurde installaties wordt bepaald in kWh. Daarnaast worden er inschattingen gemaakt van het aantal draaiuren per dag gedurende de verhuurperiode of levensduur van de installatie. De levensduur van de installatie wordt bepaald op basis van gegevens van reeds verkochte producten. Het totale verbruik van de installaties gedurende de verhuurperiode of levensduur worden vermenigvuldigd met de relevante emissiefactor van het land waar deze geplaatst is. De emissiefactoren die gebruikt worden zijn representatief voor de gemiddelde grid-mix (WTW) van de locatie omdat er geen inzicht is in het type stroom die gebruikt wordt door de klant. Broeikasgasverwijderingen, projecten voor broeikasgasmitigatie gefinancierd uit carbon credits en interne koolstofbeprijzing We maken geen gebruik van carbon credits om onze koolstofuitstoot te compenseren en hebben binnen ons bedrijf geen systeem voor interne interne koolstofbeprijzing opgezet. Materiaalgebruik en circulaire economie – E5 Impact-, risico- en kansenmanagement In de context van grondstof –en materiaalgebruik kan de winning van primaire grondstoffen zoals aardolie en staal leiden tot uitputting van grondstoffen en dus grondstoffenschaarste. Grondstoffenschaarste kan ervoor zorgen dat Hydratec te maken krijgt met hogere inkoopkosten. Het onverantwoord verwerken van afvalstromen kan zorgen voor blijvende vraag naar nieuwe grondstoffen, waardoor de uitputting hiervan wordt versneld. Daarnaast kunnen er hogere kosten ontstaan voor het verwerken van afval waardoor Hydratec financieel geraakt wordt. Op basis hiervan is materiaalgebruik en circulaire economie materieel bevonden. De onderwerpen materiaalinstromen, materiaaluitstromen en afval zijn als gevog hiervan in dit hoofdstuk opgenomen. Tijdens de DMA is de gehele waardeketen zowel opwaarts als neerwaarts, op hoog-over niveau meegenomen. De meeste focus rondom dit onderwerp ligt op onze eigen organisatie. Tijdens de beoordeling zijn er geen specifieke methoden gebruikt. Er is tijdens de beoordeling rekening gehouden met verschillende belanghebbenden die op verschillende wijze zijn geraadpleegd (zie Belangen en standpunten van belanghebbenden). Beleid In het afgelopen jaar hebben we een beleid aangenomen om onze materiële impact en risico's met betrekking tot materiaalgebruik en circulaire economie te beheersen. Ons beleid richt zich op circulariteits- en afvalvraagstukken, zoals het identificeren, beoordelen, beheren en herstellen hiervan binnen de waardeketen, geografische locaties en de eigen organisatie. De directie van Hydratec is verantwoordelijk voor de uitvoering van dit beleid en is daardoor van toepassing de gehele groep. We zetten ons in om de materiële impact van de in- en uitstroom van hulpbronnen en de afvalproductie in onze activiteiten te identificeren en aan te pakken. We erkennen de mogelijkheden voor innovatie en kostenbesparingen in relatie met de principes van de circulaire economie. We beheren de gevolgen door strategieën en innovaties voor de circulaire economie te implementeren. Een belangrijk onderdeel van dit beleid is de transitie van het gebruik van virgin materialen naar het gebruik van gerecycleerde materialen. Hierbij ligt de focus op het inkopen van hernieuwbare en gerecycleerde materialen. Daarnaast richten we ons op de afvalhiërarchie, waarbij afvalpreventie de hoogste prioriteit heeft, gevolgd door voorbereiding voor hergebruik, recycling, andere vormen van terugwinning. We geven prioriteit aan het minimaliseren van afval door middel van strategieën zoals hergebruik, reparatie, renovatie, revisie en herbestemming van materialen binnen onze productie- en verkoopprocessen. Verder spannen we ons in om onze producten te verduurzamen. Dit doen we door ons te richten op eco-design, waarbij producten en productielijnen worden ontworpen met het reduceren van (virgin)materiaalgebruik in gedachten. Dit betekent dat we proberen de milieu-impact gedurende de hele levenscyclus van onze producten te minimaliseren. Acties We zetten ons in om acties te formuleren en implementeren rondom materiaalgebruik en de circulaire economie. Het doel van deze acties is om onze beleidsdoelstellingen te behalen. De onderliggende actieplannen zullen begin 2025 opgesteld worden door de entiteiten. Wanneer we deze actieplannen formuleren houden we de vereisten van de ESRS aan. Acties binnen deze actieplannen zullen in ieder geval focussen op; Verhogen van het percentage secundaire grondstoffen; Toepassen van circulaire principes in het ontwerp van installaties en producten; Verminderen en recyclen van afval. Doelen Hydratec heeft doelstellingen voor 2030 die zich richten op materiaalinstromen en -uitstromen en afval die niet zijn afgestemd op wet- en regelgeving. Bij de doelstellingen rondom materiaalinstromen en -uitstromen wordt er onderscheid gemaakt tussen de verschillende segmenten van Hydratec; Industrial Systems en Hightech Components. Voor afval zijn er doelstellingen op groepsniveau. Voor Industrial Systems is het streven om het aandeel van secundaire/gerecyclede ingekochte materialen te verhogen. Daarnaast is er het streven om het aantal circulaire principes binnen het design van de producten te verhogen. Hierbij ligt de nadruk op duurzaamheid, demontage, reparatie, en recyclebaarheid. Voor Hightech Components is het doel om 15% gerecyclede materiaal voor geselecteerde materialen in te kopen. Daarnaast moet 50% van geselecteerde verkochte productgroepen recyclebaar zijn. Voor beide segmenten ligt de focus voor materiaalinstromen bij inspanningen rondom de inkoop van producten en materialen. Daarnaast zal er in het design van de installaties en producten rekening gehouden worden met circulaire principes, waaronder recyclebaarheid. Voor beide segmenten zijn er twee doelstellingen opgesteld rondom afval, namelijk de hoeveelheid afval met 15% reduceren (preventie) en daarnaast een recycling/scheidingspercentage (hergebruik/recycling) van 90%. Op dit moment is er nog geen kwantitatieve doelstelling voor alle onderwerpen bepaald. Mogelijk zal dit wel gedaan worden wanneer er meer inzicht is in de verschillende acties en implicaties hiervan. Maatstaven De maatstaven die gerapporteerd dienen te worden vanuit de ESRS zijn hoofdzakelijk gerelateerd aan de impact van circulariteit en minder aan bijbehorende (financiële) risico’s. Onderstaande maatstaven geven inzicht in de relatie tussen impact en Hydratec. Om inzicht te verkrijgen en te sturen op het (financiële) risico rondom circulariteit wordt als financiële maatstaaf het bedrijfsresultaat in percentage van de omzet gebruikt, ondanks dat deze ook wordt beïnvloed door andere factoren. Wanneer de inkoopkosten oplopen en dit een risico vormt voor de operatie zal dit invloed kunnen hebben op het bedrijfsresultaat. Materiaalinstromen Om te kunnen bepalen over welke materialen er gerapporteerd moet worden, is er gekeken naar de materialiteit van materialen voor Hydratec. Bij de bepaling hiervan zijn alle producten (met inbegrip van verpakkingen), materialen, water en materiële activa bekeken in de eigen organisatie en in de opwaartse- en neerwaartse- waardeketen. Hierbij is er een besluit genomen om te focussen op de grootste materiaalstromen voor Industrial Systems en inkoop van grondstoffen voor Hightech Components. Dit besluit komt voort uit de grote variatie in materiaalstromen. Voor Industrial Systems hebben de grootste materiaalstromen betrekking op (roestvrij)staal, aluminium en elektronische componenten waarin koper is verwerkt. Voor Hightech Components bestaan de materiaalstromen voornamelijk uit granulaat. Voor de berekeningen van de materiaalinstromen is er gebruik gemaakt van directe metingen van gewichten op basis van gegevens van leveranciers en inkoop. Wanneer dit niet beschikbaar was dan is er gebruik gemaakt van extrapolatie of inschattingen. Dit is gedaan op basis van kennis en expertise binnen de verschillende entiteiten en de groep. DR: Paragraaf: Informatie: 2024 E5-4 31a Het algehele totaalgewicht van producten en technische en biologische materialen gebruikt tijdens de rapportageperiode (kg): 10.994.995 E5-4 31b Het percentage van biologische materialen dat duurzaam wordt ingekocht: 0,11% E5-4 31c Het gewicht in absolute waarde van secundaire hergebruikte of gerecyclede onderdelen voor de vervaardiging van de producten en diensten: 1.224.864 Het percentage van secundaire hergebruikte of gerecyclede onderdelen voor de vervaardiging van de producten en diensten: 11,14% Methodologie De bovenstaande maatstaven zijn gebaseerd op informatie uit ons ERP systeem. Het gewicht per product, samen met de percentages van hergebruikt en gerecycled materiaal, is afgeleid van leveranciersgegevens. Wanneer dit niet beschikbaar was dan is er een schatting gemaakt door interne experts. Om dubbele telling te voorkomen, zorgen we ervoor dat de inhoudpercentages gezamenlijk 100% bedragen. Het algehele totaalgewicht van producten en technische en biologische materialen: Het algehele totaalgewicht wordt berekend door de hoeveelheid producten te vermenigvuldigen met de gewichten. Producten: Een product is een gedistribueerd goed dat het resultaat is van een fabricage- of productieproces dat voldoet aan de vraag van de klant. Technische producten: Technische materialen zijn materialen die gewoonlijk worden gebruikt om geproduceerde goederen te maken. Dit kunnen materialen zijn zoals glas, staal en metaal, kunststoffen, enzovoort. Biologisch materiaal: Biologische materialen zijn materialen afkomstig van of geproduceerd door biologische organismen zoals planten, dieren, bacteriën, schimmels en andere levensvormen. Het percentage van biologische materialen dat duurzaam wordt ingekocht: Het percentage van biologische materialen dat duurzaam wordt ingekocht wordt berekend door de hoeveelheid duurzaam ingekocht biologisch materiaal te delen door het totale gewicht aan ingekochte materialen in de rapportageperiode. Sencundaire materialen: Het percentage van secundaire (hergebruikte, gerecyclede, intermediaire) materialen wordt berekend door het totaal gewicht van secundaire materialen te delen door het algeheel totaal gewicht van materialen. Het percentage van biologische materialen dat duurzaam wordt ingekocht: Het percentage van biologische materialen dat duurzaam wordt ingekocht wordt berekend door de hoeveelheid duurzaam ingekocht biologisch materiaal te delen door het totale gewicht aan ingekochte materialen in de rapportageperiode. Materiaaluitstromen Hydratec focust op verschillende circulaire principes om bij te dragen aan de circulaire economie. Zo zetten we in op de reductie van materiaal- en grondstoffengebruik, binnen eigen operaties en bij onze klanten. Daarnaast is gewichtsreductie een steeds belangrijker wordende ontwerpeis vanuit de markt en onze strategie, waardoor materiaal en vaak ook energieverbruik van de toepassing sterk afnemen. We focussen naast reductie ook op het verlengen van de levensduur van onze producten. Op dit moment hebben we geen specifieke inzichten over de levensduur van onze producten ten opzichte van branchegemiddelden en meten we de repareerbaarheid niet. Dat doen we door de kwaliteit van producten te verhogen, zodat ze langer meegaan dan alternatieve systemen en componenten. De reductie van materialen heeft ook invloed op afval waarbij de focus ligt op het reduceren en daarnaast recyclen. Recyclen gebeurt onder andere door specifieke afvalstromen direct in het productieproces terug te leiden. Daardoor hoeven minder (virgin) grondstoffen ingekocht te worden. Hydratec heeft geen radioactieve afvalstromen en neemt dit daarom niet mee als apart type in de rapportage op afval. Onze doelstelling is dat er steeds meer geselecteerde producten en materialen voortkomen uit ons productieproces die zijn ontworpen volgens circulaire principes. Onze belangrijkste producten en materialen zijn ontworpen volgens circulaire principes, waarbij we ons richten op duurzaamheid en hergebruik. Dit resulteert in een productieproces dat de circulaire economie ondersteunt. Daarnaast hebben we inzicht in de verwerkingsmethoden van ons afval en hebben we als doel om onze hoeveelheid afval te reduceren. Voor de berekeningen van de materiaaluitstromen is er gebruik gemaakt van directe metingen voor gewichten zoals bijvoorbeeld informatie van de afvalverwerker en intern beschikbare informatie over gewichten van installaties en gebruikte materialen. Wanneer dit niet beschikbaar was dan is er gebruik gemaakt van extrapolatie of inschattingen. Dit is gedaan op basis van kennis en expertise binnen de verschillende entiteiten en de groep. Methodologie De afvalgegevens zijn gebaseerd op daadwerkelijke gegevens van externe bronnen zoals de afvalverwerker. Bij een deel van de data kon de verwerkingsmethode niet gegeven worden door de afvalverwerker. Algemene verwerkingsmethodes per afvaltype worden als aanname gebruikt als er geen details over de werkelijke verwerkingsmethoden beschikbaar zijn. Afval: Elke stof of elk voorwerp waarvan de houder zich ontdoet, voornemens is zich te ontdoen of zich moet ontdoen volgens de nationale wetgeving, buiten de primaire uitstroom van producten. Afval wordt verwijderd door een (afval)verwerker. Gevaarlijk afval: Afval dat een of meer gevaarlijke eigenschappen vertoont volgens de nationale wetgeving. DR: Paragraaf: Informatie: 2024 E5-5 36c Het percentage recycleerbare inhoud van producten en hun verpakkingen: 15,70% E5-5 37a De totale hoeveelheid geproduceerd afval (kg): 1.315.834 E5-5 37b De totale hoeveelheid gewicht die wordt omgeleid van verwijdering, uitgesplitst tussen gevaarlijk afval en niet-gevaarlijk afval en een uitsplitsing in de volgende soorten nuttige toepassing: 742.344 Gevaarlijk afval: 527 Niet-gevaarlijk afval: 741.817 Voorbereiding voor hergebruik: 241.659 Recycling: 500.684 Andere nuttige toepassingen: - E5-5 37c De gewichtshoeveelheid die wordt toegeleid naar verwijdering, uitgesplitst naar soort verwerking, en de totale hoeveelheid voor alle drie soorten samen, met een uitsplitsing in gevaarlijk afval en niet-gevaarlijk afval. De soorten afvalverwerking waarover moet worden gerapporteerd, zijn: 573.490 Gevaarlijk afval (totaal): 16.436 Niet-gevaarlijk afval: 557.054 Verbranding: 570.401 Storten: 2.719 Ander vormen van afvalverwijdering: 370 E5-5 37d De totale hoeveelheid niet-gerecyclede afval: 573.490 Het percentage niet gerecyclede afval: 43,58% E5-5 39 Totale hoeveelheid gevaarlijk afval: 16.963 Totale hoeveelheid radioactief afval: - EU-taxonomie De EU-taxonomie biedt gestandaardiseerde criteria om een gemeenschappelijk begrip te waarborgen van economische activiteiten die een substantiële bijdrage leveren aan de klimaat- en milieudoelstellingen. Volgens de eisen van de EU-taxonomie moeten bedrijven die momenteel vallen onder Richtlijn 2014/95/EU inzake de openbaarmaking van niet-financiële informatie, die in de Nederlandse wetgeving is geïmplementeerd via het Besluit openbaarmaking niet-financiële informatie ('Besluit bekendmaking niet-financiële informatie'), inzicht geven in het deel van hun economische activiteiten dat in aanmerking komt voor de taxonomie (taxonomy eligible) en die zijn afgestemd op de taxonomie (taxonomy aligned) in termen van Omzet, Investeringen (CAPEX) en Operationele Uitgaven (OPEX) inclusief bepaalde kwalitatieve informatie. De EU-taxonomie bestaat uit zes milieu-categorieën: mitigatie van klimaatverandering, klimaatadaptatie, bescherming van water en maritieme bronnen, transitie naar een circulaire economie, preventie en bestrijding van vervuiling en bescherming van biodiversiteit en ecosystemen. In het jaarverslag is het aandeel economische activiteiten gerapporteerd dat in aanmerking komt en is afgestemd op de EU-taxonomie voor alle milieudoelstellingen. Hydratec beschouwt een economische activiteit als in aanmerking komend als deze overeenkomt met de activiteiten die zijn opgenomen in the Delegated Acts van de EU-taxonomie. Een in aanmerking komende activiteit wordt pas als afgestemd beschouwd wanneer deze activiteit 1) substantieel bijdraagt aan ten minste één van de zes milieudoelstellingen zoals gedefinieerd in technische bijlagen van de EU-taxonomie, 2) geen significante schade toebrengt, of afbreuk doet aan, een of meer van de overige vijf milieudoelstellingen (Do No Significant Harm (DNSH)) en 3) voldoet aan sociale minimumwaarden. Om economische activiteiten in overeenstemming te brengen met de EU-taxonomie, moeten ze volledig voldoen aan deze criteria. Indien deze criteria niet volledig worden nageleefd of onderbouwd, worden de geïdentificeerde in aanmerking komende activiteiten niet in overeenstemming met de EU-taxonomie beschouwd. Sociale minimumwaarborgen De sociale minimumwaarborgen zoals opgenomen in de EU-taxonomie omvatten criteria met betrekking tot mensenrechten en verantwoord ondernemen, met een bijzondere focus op anti-omkoping en anti-corruptie, eerlijke concurrentie en belastingen. Hydratec erkent de OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen en de VN-richtlijnen voor bedrijven en mensenrechten. Deze principes zijn verankerd in verschillende beleidsdocumenten, zoals onze ESG-beleid en de Code. Hoewel Hydratec beleidsmaatregelen heeft opgesteld ter ondersteuning van eerlijke arbeidsnormen en mensenrechten, zijn nog niet alle maatregelen volledig geïmplementeerd om volledig in lijn te zijn met deze sociale minimumwaarborgen. Mensenrechten Het beleid van Hydratec op het gebied van mensenrechten is erop gericht om het risico van directe of indirecte negatieve impact op de gemeenschap zoveel mogelijk te mitigeren. Schending van mensenrechten heeft niet alleen een impact op de persoonlijke levenssfeer van een individu, maar heeft ook gevolgen voor de reputatie van Hydratec voor klanten, leveranciers of (nieuwe) medewerkers. We zijn ons ervan bewust dat bepaalde activiteiten risico’s met zich mee kunnen brengen en we nemen dan ook proactieve maatregelen om negatieve gevolgen te voorkomen of aan te pakken. We hebben processen en mechanismen ingebouwd aan de hand waarvan de naleving van deze normen wordt gecontroleerd, zoals periodieke audits en contact met stakeholders. Omkoping en corruptie Hydratec hanteert een zerotolerancebeleid ten aanzien van omkoping en corruptie. Onze toewijding aan corruptiebestrijding is vastgelegd in het ESG-beleid en de Code, waaraan zowel werknemers als management zich committeren en moeten houden. Belastingen Onze bedrijfswaarden, zoals vastgelegd in Code, vormen ook de basis voor ons belastingbeleid. Dit beleid is afgestemd op onze strategie en de principes van verantwoord ondernemen. Hiermee streven we naar een transparante en verantwoorde belastingaanpak die in lijn is met onze langetermijnwaardecreatie. Eerlijke concurrentie Wij ondersteunen vrije marktmechanismen en de onderliggende wettelijke en statutaire grondslag. Om die reden zijn we op de hoogte van wetgeving die handelsbeperkingen, schadelijke economische activiteiten en oneerlijke, misleidende en onethische handelspraktijken verbiedt. Onze Code biedt richtlijnen en principes voor eerlijke concurrentie. Wij erkennen dat de EU-taxonomie een dynamische regelgeving is die continu wordt ontwikkeld en waarbij activiteiten en criteria regelmatig worden geactualiseerd. Hydratec wil daarom benadrukken dat de percentages voor in aanmerking komende en afgestemde economische activiteiten niet moeten worden beschouwd als een volledige weergave van onze duurzaamheidsinspanningen, maar in de context van het EU-taxonomie-raamwerk. Ondanks vooruitgang in het uitvoeren van een meer gedetailleerde analyse, blijft de beschikbaarheid van gegevens een uitdaging bij het openbaar maken van informatie over in aanmerking komende en afgestemde economische activiteiten. In het verslagjaar hebben wij onze activiteiten opnieuw beoordeeld in het kader van de EU-taxonomie, wat heeft geleid tot een toename van onze eligibility voor duurzame economische activiteiten. Deze herziening is gebaseerd op nieuwe inzichten die voortkomen uit verdere analyses volgens de EU-taxonomie. De kernactiviteiten van onze onderneming zijn ongewijzigd gebleven. De vergelijkende cijfers zijn hierop aangepast. Omzet De EU-taxonomie definitie van de in aanmerking komende omzet-KPI betreft de netto-omzet die wordt gegenereerd uit producten of diensten die verband houden met in aanmerking komende economische activiteiten, gedeeld door de totale netto-omzet. De netto-omzet die wordt gebruikt voor de berekening van de omzet-KPI in 2024 is € 270,2 miljoen. Dit bedrag komt overeen met de groepsomzet zoals opgenomen in in paragraaf 1.23 van de geconsolideerde jaarrekening. Verdere toelichtingen en de gehanteerde grondslagen zijn eveneens te vinden in dezelfde toelichtingsparagraaf. De netto-omzet die in aanmerking komt voor de EU-taxonomie ziet toe op de volgende economische activiteiten: De productie van elektrische en elektronische apparatuur CE1.2 Deze economische activiteit wordt gedefinieerd als de productie van elektrische en elektronische apparatuur voor industrieel, professioneel en consumenten gebruik. De projectgerelateerde omzet van de Industrial Systems bedrijven en de engineeringomzet van Helvoet voldoen aan deze definitie en komen daarmee in aanmerking voor de EU-taxonomie. Verkoop reserveonderdelen CE5.2 De Industrial Systems bedrijven bieden, als projectorganisaties in specialistische machinebouw, ook reserveonderdelen aan als onderdeel van hun service voor de geleverde machines. Deze reserveonderdelen worden verkocht aan bestaande klanten om de levensduur van eerder verkochte machines te verlengen, waardoor deze economische activiteit in aanmerking komt voor de EU-taxonomie. De omzetstromen die in aanmerking komen voor de EU-taxonomie vallen onder de milieudoelstelling 'de transitie naar een circulaire economie'. Deze totale omzetstroom had in 2024 een omvang van € 155,8 miljoen, wat 58% van de totale omzet van Hydratec vertegenwoordigt. Diverse interne beheersingsmaatregelen zijn geimplementeerd om dubbeltelling te voorkomen. Vorig jaar werd alleen de verkoop van reserveonderdelen geïdentificeerd als een bedrijfsactiviteit binnen de EU-taxonomie. Dit jaar, op basis van nieuwe inzichten uit verdere analyses, is daarnaast ook de verkoop van elektrische machines als in aanmerking komend aangemerkt. De vergelijkende cijfers zijn als gevolg van foutherstel hierop aangepast. Vorig jaar werd voor deze economische activiteit 0% gerapporteerd, terwijl dit nu is bijgesteld naar 50%. Bij beide economische activiteiten is nog onvoldoende overlap tussen interne informatie (over gerecyclede / duurzame materialen, het voldoen aan relevante duurzaamheidslabels en het gebruik na het einde van de levensduur) en de bewijslasten die de EU-Taxonomie vereist om te concluderen dat de in aanmerking komende omzetstromen ook daadwerkelijk in overeenstemming zijn met de EU-Taxonomie. Kapitaalinvesteringen De investeringen die worden gebruikt voor de berekening van de CAPEX-KPI kunnen worden herleid uit het verloopoverzicht van de materiele vaste activa (1.30) en gehuurde activa (1.31). Wij hebben een drempel van € 0,1 miljoen gehanteerd om te bepalen welke investeringen binnen de scope van deze beoordeling vallen. Hierdoor is 93% van onze CAPEX-portefeuille geëvalueerd. Wij hebben ervoor gezorgd dat er geen dubbeltelling van investeringen optreedt en dat elke KPI slechts één keer wordt toegewezen. Verdere details over de toevoegingen aan deze vaste activa en de bijbehorende grondslagen zijn te vinden in toelichting 1.30 en 1.31 van de jaarrekening. Renovatie van bestaande gebouwen CCM7.2 Deze economische activiteit wordt gedefinieerd als bouw- en civiele techniek werkzaamheden of de voorbereiding daarvan bij bestaande gebouwen. Daar wij blijven investeren in onze (productie) locaties heeft een groot gedeelte van de in aanmerking komende investeringen betrekking op de renovatie van bestaande gebouwen. Bij Rollepaal betrof dit de gevelrenovatie en bij Timmerije is geïnvesteerd in de aanleg van laaddocks en de aanleg van toilet- en kleedruimtes voor vrouwen en mindervaliden. Vervoer per motorfietsen, personenauto’s en lichte bedrijfsvoertuigen CCM6.5 De definitie van deze economische activiteit betreft de aankoop, financiering, verhuur, leasing en exploitatie van voertuigen die vallen onder de reikwijdte van Verordening (EG) nr. 715/2007 van het Europees Parlement en de Raad. Toevoegingen aan de gehuurde activa betreffen nieuwe leasecontracten voor personenauto’s om te faciliteren in het woon- werkverkeer van medewerkers. Deze economische activiteit voldoet aan betreffende definitie en komt daarmee in aanmerking voor de EU-taxonomie. De investeringen die in aanmerking komen voor de EU-taxonomie vallen onder de milieudoelstelling ‘klimaatmitigatie'. Op basis van onze beoordeling is 24% van de CAPEX als in aanmerking komend aangemerkt, terwijl 0% is afgestemd op de doelstellingen van de EU-taxonomie. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door het ontbreken van de interne informatie die de EU-taxonomie vereist om deze beoordeling te kunnen uitvoeren. Vorig jaar was het percentage voor in aanmerking komende economische activiteiten 0%, ondanks dat er leaseovereenkomsten voor personenauto's waren afgesloten. Op basis van nieuwe inzichten uit verdere analyses erkennen we deze economische activiteit nu ook als in aanmerking komend en zijn de vergelijkende cijfers als gevolg van foutherstel hierop aangepast. Operationele uitgaven De EU-taxonomie hanteert een veel beperktere definitie van OPEX dan de definitie die Hydratec toepast in zijn financiële verslaggeving volgens de International Financial Reporting Standards (IFRS). De noemer voor de OPEX-KPI is gebaseerd op de EU-taxonomie-definitie en omvat directe operationele kosten (niet zijnde kapitaalinvesteringen) die verband houden met onderzoek en ontwikkeling, onderhoud en reparatie, en andere directe kosten voor het dagelijkse beheer van activa. Dit totaal wijkt af van de totale operationele kosten zoals vermeld in de jaarrekening. Hydratec heeft de samenstelling van de OPEX geanalyseerd en geconcludeerd dat de enige mogelijke in aanmerking komende economische OPEX-activiteiten vallen onder de categorie kosten voor productontwikkeling. Voor de OPEX-KPI hebben we vastgesteld dat 6% in aanmerking komt, en 0% is afgestemd. We hebben ervoor gezorgd dat er geen dubbele telling van kosten plaatsvindt en dat elke KPI slechts eenmaal wordt toegewezen. Voorgaand jaar is het bedrag in de teller gelijkgesteld aan nul vanwege het gebruik van de uitzonderingsmogelijkheid. Dit jaar is deze uitzonderingsmogelijkheid niet toegepast vanwege materialiteitsoverwegingen. De productie van elektrische en elektronische apparatuur CE1.2 De kosten voor productontwikkeling zijn direct verbonden aan de verkoop van onze elektrische machines en sluiten daarom aan bij de economische activiteit zoals beschreven onder de omzet. Onze beoordeling is gebaseerd op huidige inzichten en onze interpretaties van hoe de verordening van toepassing is op onze bedrijfsactiviteiten en de impact daarvan op de overeenkomst (eligibility) en afstemming op de EU-taxonomie (alignment). We zullen onze in aanmerking komende economische activiteiten en de mate van afstemming met de EU-taxonomie in 2025 blijven beoordelen. Toekomstige richtlijnen kunnen leiden tot meer accurate definities en veranderende besluitvorming inzake het voldoen aan rapportageverplichtingen die mogelijk van kracht gaan worden en welke invloed kunnen gaan hebben op onze toekomstige EU-taxonomie rapportage. Tabel EU-taxonomie - eligible and/or aligned omzet 2024 Criteria voor substantiele bijdrage DNSH criteria (“Does Not Significantly Harm”) Economische activiteiten Code Absolute omzet Verhouding versus totale omzet Klimaatmitigatie Klimaatadaptatie Water Verontreiniging Circulaire economie Biodiversiteit Klimaatmitigatie Klimaatadaptatie Water Verontreiniging Circulaire economie Biodiversiteit Minimum safeguards Verhouding Taxonomy-aligned (A.1.) of -eligible (A.2.) omzet 2023 Faciliterende activiteiten Overgangs- activiteiten A. Activiteiten die in aanmerking komen voor de EU-taxonomie A.1. Economische activiteiten die in aanmerking komen en zijn afgestemd op de EU-taxonomie (Taxonomy aligned) € % Y;N; N/EL Y;N; N/EL Y;N; N/EL Y;N; N/EL Y;N; N/EL Y;N; N/EL Y;N; N/EL Y;N; N/EL Y;N; N/EL Y;N; N/EL Y;N; N/EL Y;N; N/EL Y;N; N/EL % E T Omzet van economische activiteiten die in aanmerking komen en zijn afgestemd op de EU-taxonomie (Taxonomy aligned) - 0% 0% Waarvan ondersteunend - 0% 0% E Waarvan overgangsactiviteiten - 0% 0% T A.2. Economische activiteiten die in aanmerking komen maar niet zijn afgestemd op de EU-taxonomie (not-Taxonomy aligned) EL; N/EL EL; N/EL EL; N/EL EL; N/EL EL; N/EL EL; N/EL Verkoop van elektrische machines CE 1.2 136,7M 51% N/EL N/EL N/EL N/EL EL N/EL 50% Verkoop reserveonderdelen CE 5.2 19,1M 7% N/EL N/EL N/EL N/EL EL N/EL 7% Omzet van economische activiteiten die in aanmerking komen maar niet zijn afgestemd op de EU-taxonomie (not-Taxonomy aligned) 155,8M 58% 57% A. CAPEX van economische activiteiten die in aanmerking komen voor de EU-taxonomie (A.1 + A.2) 155,8M 58% B. Economische activiteiten die niet in aanmerking komen voor de EU-taxonomie Omzet van economische activiteiten die niet in aanmerking komen voor de EU-taxonomie 114,4M 42% Totaal 270,2M 100% Tabel EU-taxonomie - eligible and/or aligned CAPEX 2024 Criteria voor substantiele bijdrage DNSH criteria (“Does Not Significantly Harm”) Economische activiteiten Code CAPEX Verhouding versus totale CAPEX Klimaatmitigatie Klimaatadaptatie Water Verontreiniging Circulaire economie Biodiversiteit Klimaatmitigatie Klimaatadaptatie Water Verontreiniging Circulaire economie Biodiversiteit Minimum safeguards Verhouding Taxonomy-aligned (A.1.) of -eligible (A.2.) CAPEX 2023 Faciliterende activiteiten Overgangs- activiteiten A. Activiteiten die in aanmerking komen voor de EU-taxonomie A.1. Economische activiteiten die in aanmerking komen en zijn afgestemd op de EU-taxonomie (Taxonomy aligned) € % Y;N; N/EL Y;N; N/EL Y;N; N/EL Y;N; N/EL Y;N; N/EL Y;N; N/EL Y;N; N/EL Y;N; N/EL Y;N; N/EL Y;N; N/EL Y;N; N/EL Y;N; N/EL Y;N; N/EL % E T CAPEX van economische activiteiten die in aanmerking komen en zijn afgestemd op de EU-taxonomie (Taxonomy aligned) - 0% 0% Waarvan ondersteunend - 0% 0% E Waarvan overgangsactiviteiten - 0% 0% T A.2. Economische activiteiten die in aanmerking komen, maar niet zijn afgestemd op de EU-taxonomie (not-Taxonomy aligned) EL; N/EL EL; N/EL EL; N/EL EL; N/EL EL; N/EL EL; N/EL Renovatie van bestaande gebouwen CCM 7.2 0,8M 12% EL N/EL N/EL N/EL N/EL N/EL 0% Vervoer per personenauto's CCM 6.5 0,9M 12% EL N/EL N/EL N/EL N/EL N/EL 7% CAPEX van economische activiteiten die in aanmerking komen, maar niet zijn afgestemd op de EU-taxonomie (not-Taxonomy aligned) 1,7M 24% 7% A. CAPEX van economische activiteiten die in aanmerking komen voor de EU-taxonomie (A.1 + A.2) 1,7M 24% B. Economische activiteiten die niet in aanmerking komen voor de EU-taxonomie CAPEX van economische activiteiten die niet in aanmerking komen voor de EU-taxonomie 5,3M 76% Totaal 7,0M 100% Tabel EU-taxonomie - eligible and/or aligned OPEX 2024 Criteria voor substantiele bijdrage DNSH criteria (“Does Not Significantly Harm”) Economische activiteiten Code OPEX Verhouding versus totale OPEX Klimaatmitigatie Klimaatadaptatie Water Verontreiniging Circulaire economie Biodiversiteit Klimaatmitigatie Klimaatadaptatie Water Verontreiniging Circulaire economie Biodiversiteit Minimum safeguards Verhouding Taxonomy-aligned (A.1.) of -eligible (A.2.) omzet 2023 Faciliterende activiteiten Overgangs- activiteiten A. Activiteiten die in aanmerking komen voor de EU-taxonomie A.1. Economische activiteiten die in aanmerking komen en zijn afgestemd op de EU-taxonomie (Taxonomy aligned) € % Y;N; N/EL Y;N; N/EL Y;N; N/EL Y;N; N/EL Y;N; N/EL Y;N; N/EL Y;N; N/EL Y;N; N/EL Y;N; N/EL Y;N; N/EL Y;N; N/EL Y;N; N/EL Y;N; N/EL % E T OPEX van economische activiteiten die in aanmerking komen en zijn afgestemd op de EU-taxonomie (Taxonomy aligned) - 0% 0% Waarvan ondersteunend - 0% 0% E Waarvan overgangsactiviteiten - 0% 0% T A.2. Economische activiteiten die in aanmerking komen maar niet zijn afgestemd op de EU-taxonomie (not-Taxonomy aligned) EL; N/EL EL; N/EL EL; N/EL EL; N/EL EL; N/EL EL; N/EL Kosten voor productontwikkeling CE 1.2 2,2M 6% N/EL N/EL N/EL N/EL EL N/EL 0% OPEX van economische activiteiten die in aanmerking komen maar niet zijn afgestemd op de EU-taxonomie (not-Taxonomy aligned) 2,1M 6% 0% A. CAPEX van economische activiteiten die in aanmerking komen voor de EU-taxonomie (A.1 + A.2) 2,1M 6% B. Economische activiteiten die niet in aanmerking komen voor de EU-taxonomie OPEX van economische activiteiten die niet in aanmerking komen voor de EU-taxonomie 33,4M 94% Totaal 35,5M 100% Tabel EU-taxonomie - kernenergie en fossiele gas gerelateerde activiteiten Rij Kernenergiegerelateerde activiteiten 1. De onderneming voert onderzoek, ontwikkeling, demonstratie en implementatie uit of heeft blootstelling aan innovatieve elektriciteitsopwekkingstechnieken die energie produceren uit nucleaire processen met minimaal afval uit de brandstofcyclus. Nee 2. De onderneming voert de bouw en veilige werking van nieuwe nucleaire installaties uit of heeft blootstelling aan deze activiteiten voor de productie van elektriciteit of proceswarmte, inclusief voor het gebruik in stadsverwarming of industriële processen zoals waterstofproductie, evenals de veiligheidsupgrades van deze installaties, met gebruik van de best beschikbare technologieën. Nee 3. De onderneming voert de veilige werking van bestaande nucleaire installaties uit of heeft blootstelling aan deze activiteiten voor de productie van elektriciteit of proceswarmte, inclusief voor het gebruik in stadsverwarming of industriële processen zoals waterstofproductie uit kernenergie, evenals de veiligheidsupgrades van deze installaties. Nee Fossiele gasgerelateerde activiteiten 4. De onderneming voert de bouw of werking van elektriciteitsopwekkingsinstallaties uit of heeft blootstelling aan deze activiteiten die elektriciteit opwekken met behulp van fossiele gasvormige brandstoffen. Nee 5. De onderneming voert de bouw, renovatie en werking van gecombineerde warmte/koude en elektriciteitsopwekkinginstallaties uit of heeft blootstelling aan deze activiteiten die fossiele gasvormige brandstoffen gebruiken. Nee 6. De onderneming voert de bouw, renovatie en werking van warmteopwekkingsinstallaties uit of heeft blootstelling aan deze activiteiten die warmte/koude produceren met behulp van fossiele gasvormige brandstoffen. Nee Deze tabel is opgenomen om op transparante wijze verslag te doen van de betrokkenheid van Hydratec bij nucleaire en fossiele gasgerelateerde activiteiten, zoals voorgeschreven door het EU-taxonomie-kader. Gezien de strategische focus en operationele reikwijdte van Hydratec, is het bedrijf niet betrokken bij, financiert het geen, en heeft het geen blootstelling aan de genoemde activiteiten. Eigen personeel – S1 Strategie In de context van eigen medewerkers kan het niet acteren op diversiteit, gelijkheid en inclusiviteit (DE&I) financiële gevolgen krijgen door verhoogde personeels- en wervingskosten en het mislopen van beschikbaar personeel en talent. Dit heeft direct gevolg voor Hydratec omdat ons personeel invloed heeft op onze strategie en businessmodel. Belangen en opvattingen van personeel worden meegenomen in onze strategie door gesprekken met (representanten van) medewerkers. In 2024 hadden we medewerkers in verschillende contractvormen (FTE), onderverdeeld in vaste medewerkers, tijdelijke medewerkers en medewerkers met niet-gegarandeerde uren. Daarnaast hebben we buiten ons eigen personeelsbestand ook medewerkers die niet in loondienst zijn. Dit omvat zelfstandigen (ZZP) en mensen die worden ingehuurd bij derde partijen. Deze verschillende groepen kunnen materieel beïnvloed worden door onze bedrijfsactiviteiten en zijn daarom opgenomen binnen de scope van ons eigen personeelsbestand. Mensenrechten worden gezien als de basis voor verantwoordelijke bedrijfsvoering door Hydratec. Daarom is besloten om hierover te rapporteren ondanks dat dit onderwerp als niet-materieel uit de DMA is gekomen. Door het naleven van onze ESG-beleid en gedragscode (vanaf nu Code) zetten we ons actief in tegen moderne slavernij, mensenhandel en gedwongen arbeid, waaronder kinderarbeid. Dit beleid is niet alleen gericht op de bescherming van onze eigen medewerkers. Wij identificeren de activiteiten die risico lopen op dwangarbeid of kinderarbeid en specificeren de soorten en locaties waar deze risico’s zich kunnen manifesteren. Door hogere standaarden binnen de EU hebben wij bijzondere aandacht voor landen buiten de EU waar dit risico aanwezig kan zijn. Wij hebben geen informatie of signalen van situaties waarin deze negatieve effecten plaatsvinden. Impact-, risico- en kansenmanagement Beleid In het afgelopen jaar hebben we een ESG-beleid ingevoerd om het materiële gevolg met betrekking op diversiteit, gelijkheid, en inclusie van ons personeel te beheersen. Dit beleid richt zich op het identificeren, beoordelen, beheren en herstellen van gevolgen rondom dit risico. Voor Hydratec hebben ondermaatse inspanningen op het gebied van DE&I een negatieve invloed op onze reputatie, waardoor het moeilijker kan zijn werknemers aan te trekken en te binden. Dit zorgt voor hogere personeels- en wervingskosten. Onze Code waar het mensenrechtenbeleid is beschreven , is gebaseerd op internationaal erkende richtlijnen zoals de VN-richtlijnen voor bedrijven en mensenrechten, de ILO-verklaring over fundamentele arbeidsrechten en de OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen. We richten ons op drie kerngebieden: respect voor mensenrechten en arbeidsrechten, actieve betrokkenheid van werknemers en specifieke maatregelen tegen mensenhandel, dwangarbeid en kinderarbeid. Ten eerste respecteren we de mensenrechten van ons personeel, waaronder hun arbeidsrechten, waaronder vrijheid van vereniging en het recht op collectieve onderhandelingen. Ten tweede betrekken we onze werknemers actief bij ons beleid en besluitvormingsprocessen die hen aangaan, via regelmatige communicatie en medezeggenschap, welke wordt versterkt door onze decentrale organisatiestructuur. Ten slotte hebben we maatregelen getroffen om herstel te bieden bij schendingen van mensenrechten. Dit houdt in dat we ondersteuning en compensatie bieden aan getroffen medewerkers en mechanismen implementeren om toekomstige schendingen te voorkomen. We hebben specifieke beleidsmaatregelen opgesteld die zich richten op mensenhandel, dwangarbeid en kinderarbeid. Met vestigingen in Brazilië en India voelen we een extra verantwoordelijkheid om waardig werk en economische groei te waarborgen. Door het naleven van onze Code keren wij ons tegen moderne slavernij, mensenhandel en gedwongen (kinder)arbeid. Daarnaast is ons beleid gericht op het elimineren van discriminatie, het bevorderen van gelijke kansen en het stimuleren van diversiteit en inclusie. Dit beleid bestrijkt verschillende gronden voor discriminatie, waaronder ras en etnische afkomst, huidskleur, geslacht, seksuele geaardheid, geslachtsidentiteit, handicap, leeftijd, religie, politieke overtuiging, nationale afkomst of sociale afkomst. Hydratec streeft naar een diverse en inclusieve samenstelling van het personeelsbestand, die een weerspiegeling is van de samenleving. Ons wervingsbeleid maakt geen onderscheid tussen leeftijd, geslacht en etniciteit. Ook streven wij naar gelijke beloning voor vrouwen en mannen die hetzelfde werk verrichten. We hebben beleidsverplichtingen met betrekking tot inclusie en positieve acties voor kwetsbare groepen binnen ons personeelsbestand. Zo zijn er werkgroepen opgericht die nadenken over en richting geven aan het werven, behouden en optimaal inzetten van (vrouwelijke) collega’s. We verbeteren waar nodig facilitaire voorzieningen om een inclusieve werkomgeving te creëren. Dit beleid wordt geïmplementeerd door middel van specifieke procedures die ervoor zorgen dat discriminatie wordt voorkomen, beperkt en aangepakt zodra het zich voordoet. Processen om met eigen personeel te overleggen en voor herstel van negatieve impacts en kanalen voor eigen personeel om zorgen kenbaar te maken In het proces voor het identificeren van impacts op eigen werknemers zijn verschillende (leidinggevende) medewerkers gesproken van de werkmaatschappijen. Deze medewerkers zijn betrokken als vertegenwoordigers van alle medewerkers. Uitkomsten van de gesprekken zijn meegenomen in het beleid, doelstellingen en worden meegenomen in de actieplannen. We hebben een algemeen beleid en processen voor het bieden van herstel of bijdragen aan herstel als we een materiële negatieve impact op onze werknemers hebben veroorzaakt of daaraan hebben bijgedragen. Specifieke kanalen zijn beschreven in onze klokkenluidersregeling en zijn beschikbaar voor werknemers om hun zorgen, behoeften of klachten rechtstreeks bij ons aan te kaarten en deze te laten behandelen. Wij ondersteunen de beschikbaarheid van deze kanalen via gestructureerde processen en wij volgen en monitoren de kwesties die via deze kanalen worden aangekaart en behandeld om de effectiviteit ervan te waarborgen. We beoordelen niet regelmatig of al onze werknemers op de hoogte zijn van en vertrouwen hebben in deze structuren en processen om hun zorgen of behoeften kenbaar te maken. Onze klokkenluidersregeling, met mogelijkheid voor iedere medewerker om zich te melden bij een externe vertrouwenspersoon, is in 2024 geïmplementeerd. De klokkenluidersregeling is gedeeld binnen de groep en op onze website gepubliceerd. De bedrijven in de groep zijn zelf verantwoordelijk voor uitrol van het beleid. Ons beleid bevat ook maatregelen ter bescherming tegen vergelding voor individuen die deze kanalen gebruiken om hun zorgen te uiten. Acties In 2025 zijn we gestart om acties te formuleren en te implementeren rondom ons eigen personeel. Het doel van deze acties is om onze beleidsdoelstellingen te behalen en negatieve materiële risico’s te voorkomen, mitigeren en te herstellen. Daarnaast zullen deze acties als doel hebben om positieve materiële impacts te behalen. De onderliggende actieplannen worden begin 2025 opgesteld door de werkmaatschappijen. Wanneer we deze actieplannen formuleren houden we de vereisten van de ESRS aan. Acties binnen deze actieplannen zullen zich in ieder geval focussen op het verbeteren van diversiteit, gelijkheid en inclusiviteit. Doelen Hydratec heeft doelstellingen die zich richten op diversiteit, inclusiviteit en gelijkheid. Het streven is om in 2030 minimaal 25% man en 25% vrouw binnen ons personeelsbestand te hebben. Hiermee zorgen we voor een evenwichtige verdeling die past bij onze sector. Bij het bepalen van deze doelen hebben we vertegenwoordigers van de verschillende medewerkersgroepen betrokken. We monitoren de prestaties ten opzichte van de gestelde doelen door relevante data bij te houden en te evalueren of we de gewenste resultaten behalen. Dit is het eerste rapportagejaar, dus is er nog niks over de voortgang te melden. Op basis van deze gegevens identificeren we verbeterpunten en kunnen we ons beleid waar nodig bijstellen. Maatstaven De maatstaven die gerapporteerd dienen te worden vanuit de ESRS zijn hoofdzakelijk gerelateerd aan de impact van diversiteit, gelijkheid en inclusie (DEI) en minder aan bijbehorende (financiële) risico’s. Onderstaande maatstaven geven inzicht in de relatie tussen risico en Hydratec. Om inzicht te verkrijgen in het bepaalde (financiële) risico rondom DEI wordt de financiële maatstaaf het bedrijfsresultaat in percentage van de omzet gebruikt. Wanneer de wervingskosten oplopen en dit een risico vormt voor de operatie zal dit invloed hebben op het bedrijfsresultaat, ondanks dat deze ook wordt beïnvloed door andere factoren. Kenmerken van de werknemers van de onderneming Onderstaande informatie geeft inzicht in kenmerken van werknemers van Hydratec. DR: Paragraaf: Informatie: 2024 S1-6 50a Het totaal aantal werknemers: 1.027 Totaal aantal werknemers (m): 814 Totaal aantal werknemers (v): 213 Totaal aantal werknemers (divers): - Totaal aantal werknemers – Nederland: 569 Totaal aantal werknemers – Verenigde Staten: 24 Totaal aantal werknemers – India: 241 Totaal aantal werknemers – Polen: 106 Totaal aantal werknemers – België: 84 Totaal aantal werknemers – Engeland: 1 Totaal aantal werknemers – Duitsland: 2 S1-6 50b Totaal aantal voltijdse equivalenten (FTE’s): 989 Totaal aantal voltijdse equivalenten (FTE’s) – Vaste werknemers (m): 730 Totaal aantal voltijdse equivalenten (FTE’s) – Vaste werknemers (v): 167 Totaal aantal voltijdse equivalenten (FTE’s) – Vaste werknemers (divers): - Totaal aantal voltijdse equivalenten (FTE’s) – Tijdelijke werknemers (m): 59 Totaal aantal voltijdse equivalenten (FTE’s) – Tijdelijke werknemers (v): 29 Totaal aantal voltijdse equivalenten (FTE’s) – Tijdelijke werknemers (divers): - Totaal aantal voltijdse equivalenten (FTE’s) – Oproepkrachten (m): 4 Totaal aantal voltijdse equivalenten (FTE’s) – Oproepkrachten (v): - Totaal aantal voltijdse equivalenten (FTE’s) – Oproepkrachten (divers): - S1-6 50c Totaal aantal personeelsleden dat de onderneming heeft verlaten: 229 Percentage personeelsverloop: 22% Kenmerken van werknemers niet in loondienst binnen het eigen personeel van de onderneming Onderstaande informatie geeft inzicht in het totaal aantal medewerkers niet in loondienst binnen het eigen personeel. DR: Paragraaf: Informatie: 2024 S1-7 55a Totaal aantal medewerkers niet in loondienst binnen het eigen personeel: 361 Methodologie De bovenstaande maatstaven zijn gebaseerd op daadwerkelijke gegevens uit de systemen van Hydratec en onderliggende ondernemingen. Bepaling van aantallen: Methodologie: voor de bepaling van aantallen mederwerkers en FTE geldt het moment van einde van de rapportageperiode. Het aantal personeelsleden die de onderneming hebben verlaten ziet toe op geheel 2024. Totaal aantal voltijdse equivalenten (FTE’s): Definitie: “Een FTE wordt gedefinieerd als het aantal werkuren per werknemer per week, maand of jaar volgens de geldende nationale wetgeving of praktijk.”. Totaal aantal medewerkers niet in loondienst binnen het eigen personeel (FTE’s): Definitie: “Een FTE wordt gedefinieerd als het aantal werkuren per medewerker per week, maand of jaar volgens de geldende nationale wetgeving of praktijk.” Definitie: “Tot het eigen personeel van een onderneming behoren zowel individuele contractanten die arbeidskrachten aan de onderneming leveren (“zelfstandigen”) als werknemers die ter beschikking worden gesteld door ondernemingen die zich hoofdzakelijk bezighouden met “arbeidsactiviteiten” (NACE-code N78). Voorbeelden van mensen in dienst van een derde die “werkactiviteiten” verricht, zijn mensen die hetzelfde werk doen als werknemers, zoals: i. mensen die invallen voor werknemers die tijdelijk afwezig zijn (wegens ziekte, vakantie, ouderschapsverlof, enz.); ii. mensen die extra werk verrichten naast reguliere werknemers; iii. mensen die tijdelijk vanuit een andere EU-lidstaat worden uitgezonden om voor de onderneming te werken (“gedetacheerde werknemers”). D.w.z. niet-werknemers verrichten werk dat verband houdt met de eigen bedrijfsactiviteiten.” Diversiteitsmaatstaven Onderstaande informatie geeft inzicht in de genderdistributie van het hoger managementniveau en daarnaast een verdeling in leeftijd van alle werknemers op basis van drie leeftijdscategorieën. DR: Paragraaf: Informatie: 2024 S1-9 66a Aantal werknemers op niveau van hoger management (m): 18 Aantal werknemers op niveau van hoger management (v): 8 Aantal werknemers op niveau van hoger management (divers): - Percentage werknemers op niveau van hoger management (m): 69% Percentage werknemers op niveau van hoger management (v): 31% Percentage werknemers op niveau van hoger management (divers): 0% S1-9 66b Aantal werknemers in leeftijdsgroep: jonger dan 30: 198 Aantal werknemers in leeftijdsgroep: 30-50: 463 Aantal werknemers in leeftijdsgroep: ouder dan 50: 366 Methodologie De bovenstaande maatstaven zijn gebaseerd op daadwerkelijke gegevens uit de systemen van Hydratec en onderliggende ondernemingen. Hoger management: De mensen die beschikken over de middelen, autoriteit en beslissingsbevoegdheid van een organisatie en die bepalen welke veranderingen er binnen de organisatie plaatsvinden. In de context van Hydratec zijn dit de directie van Hydratec en directie van de afzonderlijke ondernemingen. Leefbare lonen Onderstaande informatie geeft aan of eigen werknemers binnen Hydratec een leefbaar loon betaald krijgen. DR: Paragraaf: Informatie: 2024 S1-10 69 Percentage van de werknemers die een leefbaar loon betaald krijgen: 100% Methodologie Leefbaar loon: De benchmark voor het passende loon die wordt gebruikt voor de vergelijking met het laagste loon, mag niet lager zijn dan: - Binnen de EER: Het minimumloon vastgesteld in overeenstemming met Richtlijn 2022/2041 van 19 oktober 2022 inzake toereikende minimumlonen in de Europese Unie; en - Buiten de EER: bestaande nationale of subnationale wetgeving op basis van een beoordeling van een passend loon dat nodig is voor een fatsoenlijke levensstandaard, of bij afwezigheid daarvan, elk nationaal of subnationaal minimumloon dat is vastgesteld in wetgeving of collectieve onderhandelingen. Maatstaven voor werk-privébalans Onderstaande informatie geeft inzicht in het recht op en het gebruik van gezinsgerelateerd verlof. DR: Paragraaf: Informatie: 2024 S1-15 93a Percentage werknemers dat recht heeft om gezinsverlof op te nemen: 75% S1-15 93b Percentage werknemers dat recht heeft om gezinsverlof op te nemen en dit heeft gedaan (m): 4% Percentage werknemers dat recht heeft om gezinsverlof op te nemen en dit heeft gedaan (v): 4% Percentage werknemers dat recht heeft om gezinsverlof op te nemen en dit heeft gedaan (divers): 0% Beloningsmaatstaven (loonkloof en totale beloning) Onderstaande informatie geeft inzicht in beloningsverschillen tussen vrouwelijke en mannelijke werknemers en de mate van inkomensongelijkheid. DR: Paragraaf: Informatie: 2024 S1-16 97a Het beloningsverschil tussen mannen en vrouwen, omschreven als het verschil tussen gemiddelde beloning van vrouwelijke werknemers en mannelijke werknemers, uitgedrukt als een percentage van het gemiddelde beloningsniveau van mannelijke werknemers: 17% S1-16 97b De verhouding tussen de jaarlijkse totale beloning voor het best betaalde persoon en de mediane jaarlijkse totale beloning voor alle medewerkers (de best betaalde persoon niet meegerekend): 16 Methodologie Beloningsverschil tussen mannen en vrouwen: Het beloningsverschil tussen het gemiddelde loon van mannen en vrouwen is berekend als het verschil tussen het gemiddelde loon van mannen en vrouwen als percentage van het gemiddelde loon van mannelijke medewerkers. De componenten van de beloning van medewerkers zijn: - Het salaris - Uitbetaling in geld (bijvoorbeeld bonussen) - Indirecte beloning (bijvoorbeeld leaseauto’s en pensioenbijdragen) - Beloning op termijn Uitbetaling in geld, zoals bonussen, zijn bepaald op basis van de uitbetaling in het jaar. Indirecte beloning, waaronder pensioenbijdragen en leaseauto’s, is bepaald volgens de toelichting van de beloning van bestuursleden in het remuneratieverslag. Voor landen waar een beloningscomponent niet beschikbaar is per medewerker, is de totale beloningscomponent naar rato toegerekend aan het salaris per medewerker. De beloning op termijn is bepaald aan de hand van het opgebouwde recht in het jaar. De verhouding tussen de jaarlijkse totale beloning voor het bestbetaalde persoon en de mediane jaarlijkse totale beloning: De verhouding tussen de jaarlijkse totale beloning voor de bestbetaalde persoon en de mediane beloning is berekend door de beloning van de CEO, zoals is toegelicht in het remuneratierapport, af te zetten tegen de mediane beloning in het jaar van alle medewerkers. Incidenten, klachten en ernstige impacts op het gebied van mensenrechten Onderstaande informatie geeft inzicht in, wanneer plaatsgevonden, het aantal incidenten, klachten en ernstige mensenrechtenincidenten die zich binnen onze organisatie hebben voorgedaan. DR: Paragraaf: Informatie: 2024 S1-17 103a Het totaal aantal incidenten van discriminatie, met inbegrip van intimidatie: - S1-17 103b Het aantal klachten dat is ingediend via kanalen voor eigen personeel om zorgen aan de orde te stellen: - S1-17 103c Het totale bedrag aan geldboeten, geldstraffen en schadevergoedingen voor schade veroorzaakt door gemelde klachten: - S1-17 104a Het aantal ernstige incidenten op het gebied van mensenrechten met betrekking tot het eigen personeel: - S1-17 104b Het totale bedrag aan geldboeten, geldstraffen en schadevergoedingen voor schade veroorzaakt door gemelde klachten: - Methodologie Incidenten: Een incident worden gerapporteerd als er een formele klacht/melding wordt gedaan binnen de organisatie zoals bij HR of het management of bij een (externe) derde partij (vertrouwenspersoon). Verantwoordelijk zakelijk gedrag - G1 Governance De directie van de bedrijven, directie en raad van commissarissen (rvc) van Hydratec hebben specifieke verantwoordelijkheden die bijdragen aan een effectieve bedrijfsvoering. De rvc houdt toezicht en biedt strategisch advies aan de directie. De directie overlegt regelmatig met het management van de verschillende entiteiten om bedrijfsaspecten en resultaten te bespreken. De auditcommissie, bestaande uit mevrouw Sanders en de heer Veenema, is deskundig op het gebied van financiële verslaggeving. Verdere toelichting wordt gegeven in het hoofdstuk personalia. De directie van de bedrijven, directie en rvc van Hydratec beschikken over een breed scala aan expertise en ervaring. Deze diversiteit zorgt voor een goede balans tussen vaardigheden, kennis en ervaring binnen de rvc en de directie, waardoor zij effectief kunnen inspelen op bedrijfsuitdagingen en strategische kansen kunnen benutten. Deze structuur waarborgt een efficiënte en succesvolle bedrijfsvoering, met inachtneming van de belangen van alle belanghebbenden. Impact-, risico- en kansenmanagement Beleid Hydratec opereert en handelt wereldwijd waarbij onze medewerkers te maken krijgt met verschillen in wet- en regelgeving, belangen maar ook manieren van handelen en werken. Wij zijn ons bewust van onze verplichting om te handelen in legitimiteit. Corruptie en omkoping zijn geïdentificeerd als een materiële financiële risico voor Hydratec. Dit kan onder andere door opgelegde boetes en reputatieschade zijn wanneer er incidenten omtrent corruptie en omkoping plaatsvinden. Daarom is het van belang om ervoor te zorgen dat dit risico hierop geminimaliseerd wordt, hierbij speelt onze bedrijfscultuur een belangrijke rol. Onze bedrijfscultuur wordt gevormd door duidelijke kernwaarden die we communiceren naar alle medewerkers. Deze waarden zijn vastgelegd in het ESG-beleid en gedragscode (de Code), waaraan zowel werknemers als management zich committeren en moeten houden. De Code behandelt de belangrijkste regels waaraan gehouden dient te worden om corruptie en omkoping te voorkomen. Het leiderschap van Hydratec speelt een cruciale rol in het bevorderen van deze waarden. Zowel de raad van commissarissen als de directie onderschrijven de principes van corporate governance en de bepalingen van de Nederlandse Corporate Governance Code. We bevorderen de betrokkenheid van medewerkers door regelmatig overleg met de ondernemingsraden in elke werkmaatschappij. De directie van de groep neemt hier eenmaal per jaar aan deel. Daarnaast evalueren we continu onze bedrijfscultuur via enquêtes en feedback, waarbij de resultaten met de ondernemingsraad en medewerkers worden gedeeld. Verbeteracties, zoals het verbeteren van de interne communicatie, worden op basis van deze feedback geïmplementeerd. Wat betreft ons beleid tegen onwettig gedrag, hanteren we duidelijke mechanismen voor het intern en extern melden en onderzoeken van zorgen, zoals in onze klokkenluidersregeling en de Code beschreven. Hierin wordt aangegeven over welke zaken er meldingen gedaan kunnen worden en daarnaast hoe en waar deze melding gedaan moet worden. Voor de verschillende soorten meldingen zijn er ook verschillende procedures en kanalen voor het melden. We bieden bescherming aan klokkenluiders op basis van de wettelijk verplichtingen en zorgen ervoor dat zij geen represailles hoeven te vrezen. Daarnaast zorgen we ervoor dat interne en externe stakeholders geïnformeerd worden over onze klokkenluidersregeling door hier open over te communiceren en de regeling openbaar beschikbaar te stellen. Verder is er geen specifieke training maar krijgen alle medewerkers die meldingen kunnen ontvangen hier instructies over. Onze procedure voor het onderzoeken van incidenten is gericht op onafhankelijkheid en objectiviteit. Op basis van de aard van het incident wordt er beoordeeld hoe het incident verder onderzocht wordt. Ook wordt er regelmatig training gegeven over zakelijk gedrag, inclusief ethiek, naleving en risicobeheer aan functies, die we hebben geïdentificeerd, met een hoog risico op corruptie. Verder hebben we beleid opgesteld tegen corruptie en omkoping, in lijn met het VN-Verdrag tegen corruptie en nemen we verdere maatregelen waar nodig om het risico te beperken. Dit ziet voornamelijk toe op het verkoopproces waarbij wij gebruik maken van agenten. Wij voldoen aan de wetgeving omtrent de bescherming van klokkenluiders, conform Richtlijn (EU) 2019/1937, en zorgen we voor de nodige opleiding en informatie voor onze medewerkers over het melden van zorgen en de bescherming van klokkenluiders. Preventie en opsporing van corruptie of omkoping Binnen Hydratec richten we ons op het voorkomen, opsporen, onderzoeken en reageren op beschuldigingen van corruptie en omkoping. Dit doen we om zowel intern als extern vertrouwen op te bouwen door transparantie te verschaffen over de procedures die we hanteren om zakelijke integriteit te waarborgen. Daarnaast zijn er opleidingsprogramma's die we aanbieden om onze medewerkers bewust te maken van de risico’s en gevolgen van corruptie en omkoping en evenals hoe we onze werkwijzen effectief communiceren naar alle relevante partijen. Onze interne beheersmaatregelen, waaronder het agentenbeleid en proces, beperken de daaruit voortkomende risico’s. Onze procedures en onderzoeken zijn gericht op het snel, onafhankelijk en objectief onderzoeken van incidenten die verband houden met zakelijk wangedrag, zoals corruptie en omkoping . Wij hebben procedures opgesteld voor het voorkomen en opsporen van deze incidenten, zodat we in een vroeg stadium mogelijke problemen kunnen identificeren en actie kunnen ondernemen om deze te verhelpen. Als incidenten zich voordoen, wordt het onderzoek uitgevoerd door een in te stellen, eventuele, afhankelijk van het incident, externe, commissie die onafhankelijk is van de managementketen die bij de zaak betrokken is, wat zorgt voor een objectieve en onpartijdige benadering. De bevindingen van het onderzoek worden vervolgens gerapporteerd aan de relevante bestuurs-, management- en toezichthoudende organen, zodat er passende maatregelen kunnen worden genomen. Terugkoppeling vindt plaats volgens het opgestelde beleid en de klokkenluidersregeling. Wij zorgen ervoor dat ons beleid effectief wordt gecommuniceerd naar alle relevante partijen, zowel intern als extern, zodat iedereen de implicaties ervan begrijpt en weet wat van hen wordt verwacht. Dit wordt gedaan door gebruik te maken van heldere en toegankelijke communicatiekanalen, zoals de website, zodat het beleid zowel voor onze medewerkers als voor leveranciers duidelijk en begrijpelijk is. Onze opleidingsprogramma’s en werkwijzen zijn een onderdeel van onze aanpak om een cultuur van ethisch gedrag te bevorderen. De trainingen, onboarding- en introductieprogramma’s richten zich op het versterken van de naleving van onze Code en het bevorderen van risicobeheer in het kader van zakelijk gedrag, met bijzondere nadruk op het voorkomen van corruptie en omkoping. De aard, reikwijdte en diepgang van deze programma’s zijn zorgvuldig afgestemd op de risicofuncties binnen ons bedrijf, zodat de juiste medewerkers toegang krijgen tot relevante training en informatie. Momenteel is er geen inzicht in het exacte percentage van functies met een verhoogd risico’ die vallen onder deze trainingsprogramma's, waarmee we proactief risico’s in onze organisatie adresseren. Momenteel ontvangen de leden van de bestuurs-, management- en toezichthoudende organen geen regelmatige training, maar worden zij jaarlijks meegenomen in het beleid en mogelijke updates zodat zij volledig begrijpen hoe zij het beleid moeten naleven en kunnen handhaven. Daarnaast zijn we in 2025 gestart om te identificeren of er verdere acties, naast bovenstaande acties, geformuleerd moeten worden rondom het tegengaan van corruptie en omkoping. Doelen Hydratec heeft een doelstelling die zich richt op corruptie en omkoping. Hierbij is de doelstelling voor de gehele groep, om jaarlijks geen incidenten van corruptie en omkoping te hebben. Maatstaven Bevestigde incidenten van corruptie of omkoping Onderstaande informatie geeft inzicht over incidenten van corruptie of omkoping die zich gedurende de verslagperiode hebben voorgedaan. Daarnaast zijn er geen specifieke acties, naast de acties die in bovenstaande hoofdstuk benoemd zijn, ondernomen om schending van procedures en normen voor de bestrijding van corruptie en omkoping aan te pakken. DR: Paragraaf: Informatie: 2024 G1-4 24a Aantal veroordelingen voor overtreding van anticorruptie- en antiomkopingswetten: - Bedrag aan boetes voor overtreding van anticorruptie- en antiomkopingswetten: - G1-4 25a Aantal bevestigde incidenten van corruptie of omkoping: - Methodologie Bevestigde incidenten: Een bevestigd incident worden gerapporteerd als er een formele klacht/melding wordt gedaan bij Hydratec of bij een (externe) derde partij waarvan Hydratec op de hoogte wordt gebracht. Politieke invloed en lobbyactiviteiten Onderstaande informatie geeft inzicht in onze activiteiten op het gebied van politieke invloed, waaronder lobbyactiviteiten. Transparantie over deze politieke invloed en lobbyactiviteiten zorgt voor een open bedrijfscultuur die corruptie en omkoping tegen gaat. De bedrijven in de groep zijn zelf verantwoordelijk voor het verstrekken van informatie over en toezicht houden op politieke beïnvloeding, lobbyactiviteiten en nevenwerkzaamheden. Daarnaast zullen wij transparantie geven, wanneer nodig maar op dit moment niet van toepassing, over onder andere lobby activiteiten, registratie in een EU-transparantieregister, vergelijkbare posities binnen overheidsdiensten van bestuurs-, leidinggevende en toezichthoudende organen en de belangrijkste politieke thema’s waarover gelobbyd wordt en hoe deze zich verhouden met onze risico’s. DR: Paragraaf: Informatie: 2024 G1-5 29b i Financiële politieke bijdragen: - G1-5 29b ii Financiële geschatte waarde van in natura geleverde politieke bijdragen: - Jaarrekening Geconsolideerde winst- & verliesrekening x € 1.000 Toelichting 2024 2023 Netto-omzet 1.23 270.204 282.748 Verbruik materiaal en hulpstoffen -121.523 -135.698 Lonen, salarissen en inleenkrachten 1.25.1 -64.341 -67.111 Sociale lasten en pensioenen 1.25.2 -13.538 -12.854 Afschrijving op vaste activa 1.29 / 1.30 / 1.31 -9.944 -10.858 Bijzondere waardeverminderingen 1.29 / 1.30 / 1.31 -357 -547 Overige bedrijfskosten 1.27 -35.247 -33.654 Totaal bedrijfslasten -244.950 -260.722 Bedrijfsresultaat 25.254 22.026 Financiële baten 179 313 Financiële lasten -1.175 -1.267 Resultaat voor belastingen 24.258 21.072 Belastingen 1.28 -6.020 -5.275 Nettoresultaat voortgezette activiteiten 18.238 15.797 Nettoresultaat beëindigde activiteiten 0 0 Nettoresultaat 18.238 15.797 Nettoresultaat toe te rekenen aan: Aandeelhouders 18.218 15.693 Derden 20 104 Gewogen gemiddeld aantal aandelen toerekenbaar aan aandeelhouders 1.297.760 1.296.094 Winst per aandeel toe te rekenen aan aandeelhouders: Winst per gewoon aandeel (in euro’s) 14,04 12,11 Verwaterde winst per gewoon aandeel (in euro’s) 14,03 12,09 Winst per aandeel voortgezette activiteiten: Winst per gewoon aandeel (in euro’s) 14,04 12,11 Verwaterde winst per gewoon aandeel (in euro’s) 14,03 12,09 Geconsolideerd overzicht van het totaalresultaat GECONSOLIDEERD OVERZICHT VAN HET TOTAALRESULTAAT x € 1.000 2024 2023 Nettoresultaat 18.238 15.797 Elementen die mogelijk in de toekomst in de winst- en verliesrekening worden verantwoord Kasstroom hedges – aanpassing in reële waarde (incl. belastingen) -105 -96 Buitenlandse activiteiten – valuta omrekeningsverschillen 228 -147 123 -243 Elementen die niet in de toekomst in de winst- en verliesrekening worden verantwoord Pensioen -10 4 -10 4 Totaal van niet-gerealiseerde resultaten 113 -239 Totaalresultaat na belastingen 18.351 15.558 Totaalresultaat toe te rekenen aan: Aandeelhouders 18.331 15.454 Derden 20 104 Geconsolideerde balans per 31 december Vóór verwerking van het resultaat GECONSOLIDEERDE BALANS PER 31 DECEMBER x € 1.000 Toelichting 2024 2023 ACTIVA Immateriële vaste activa 1.29 24.854 25.686 Materiële vaste activa 1.30 67.117 67.773 Gehuurde activa 1.31 6.466 6.914 Uitgestelde belastingvorderingen 1.32.1 5.269 4.854 Deelnemingen 1.32.2 13.307 0 Financiële vaste activa 591 239 Totaal vaste activa 117.604 105.466 Contractactiva 1.23.6 11.396 7.204 Voorraden 1.33 25.640 38.215 Handelsdebiteuren 1.34 38.934 47.055 Vennootschapsbelasting 1.298 295 Overige belastingen en premies sociale verzekeringen 1.35 1.694 2.277 Overige vorderingen 3.866 4.691 Overlopende activa 6.839 4.580 Kas en kasequivalenten 1.36 9.147 11.137 Totaal vlottende activa 98.814 115.454 Totaal activa 216.418 220.920 x € 1.000 Toelichting 2024 2023 PASSIVA Eigen vermogen toe te rekenen aan aandeelhouders Hydratec 1.38 104.579 93.817 Aandeel derden 206 213 Totaal vermogen 1.38 104.785 94.030 Personeel gerelateerde voorzieningen 1.40 2.178 1.540 Overige voorzieningen 1.40 3.024 4.863 Uitgestelde belastingverplichtingen 1.40.5 1.538 1.282 Leningen en huurverplichtingen 1.41.1 11.511 13.658 Overige financiële instrumenten 1.41.2 593 191 Totaal voorzieningen en langlopende schulden 18.844 21.534 Contractverplichtingen 1.23.6 30.916 19.117 Handelscrediteuren 18.156 18.610 Vennootschapsbelasting 192 1.513 Overige belastingen en premies sociale verzekeringen 1.42 3.394 3.385 Leningen en huurverplichtingen 1.41.1 3.268 3.209 Rekening courant Bank 1.43 0 7.621 Voorzieningen 1.40 3.532 3.060 Overige schulden en overlopende passiva 1.44 33.331 48.841 Totaal kortlopende schulden 92.789 105.356 Totaal passiva 216.418 220.920 Geconsolideerd mutatieoverzicht eigen vermogen GECONSOLIDEERD MUTATIEOVERZICHT EIGEN VERMOGEN Geplaatst kapitaal Agio Translatiereserve Hedge-reserve Overige wettelijke reserve Overige reserves Onverdeeld resultaat Toe te rekenen aan aandeelhouders Hydratec Toe te rekenen aan derden Eigen vermogen x € 1.000 Toelichting 1.38.1 1.38.2 1.38.3 1.38.4 1.38.5 1.38.6 1.38.7 Boekwaarde per 1 januari 2023 584 6.499 -2.132 102 2.200 62.810 15.927 85.990 99 86.089 Aandeelhouder gerelateerde mutaties: - • Dividendbetaling 2022 -7.770 -7.770 -7.770 • Aandelen uitgifte Participatieplan 1.25 1 168 -16 153 153 Overige mutaties: - Resultaatbestemming 2022 15.927 -15.927 - - Kapitaal storting - - Niet-gerealiseerde resultaten - Hedgereserve -96 -96 -96 Reserve omrekeningsverschillen -157 -157 10 -147 Pensioen 4 4 4 Gerealiseerde resultaten - Netto resultaat 2023 -666 666 15.693 15.693 104 15.797 Toename (afname) in het eigen vermogen 1 168 -157 -96 -666 8.811 -234 7.827 114 7.941 Boekwaarde per 31 december 2023 585 6.667 -2.289 6 1.534 71.621 15.693 93.817 213 94.030 Geplaatst kapitaal Agio Translatiereserve Hedge-reserve Overige wettelijke reserve Overige reserves Onverdeeld resultaat Toe te rekenen aan aandeelhouders Hydratec Toe te rekenen aan derden Eigen vermogen x € 1.000 Toelichting 1.38.1 1.38.2 1.38.3 1.38.4 1.38.5 1.38.6 1.38.7 Aandeelhouder gerelateerde mutaties: • Interimdividend 2024 -7.790 -7.790 -7.790 • Aandelen uitgifte Participatieplan 1.25 1 136 57 194 194 Overige mutaties: Resultaatbestemming 2023 15.693 -15.693 - - Kapitaal storting - - Niet-gerealiseerde resultaten Hedgereserve -105 -105 -105 Reserve omrekeningsverschillen 255 255 -27 228 Pensioen -10 -10 -10 Gerealiseerde resultaten Netto resultaat 2024 -36 36 18.218 18.218 20 18.238 Toename (afname) in het eigen vermogen 1 136 255 -105 -36 7.986 2.525 10.762 -7 10.755 Boekwaarde per 31 december 2024 586 6.803 -2.034 -99 1.498 79.607 18.218 104.579 206 104.785 Geconsolideerd kasstroomoverzicht x € 1.000 2024 2023 Resultaat voor belastingen 24.258 21.072 Aanpassing voor: • Afschrijvingen 9.944 10.858 • Bijzondere waardeveranderingen 357 1.482 • Winst uit verkoop 29 44 Financiële baten en lasten 895 910 Mutatie voorzieningen -1.365 3.312 Veranderingen in werkkapitaal: • Voorraden 13.004 -419 • Kortlopende vorderingen 2.949 15.894 • Kortlopende schulden (exclusief VPB schuld en leaseverplichtingen) -3.419 -41.460 Totaal veranderingen in werkkapitaal 12.534 -25.985 Betaalde financiële lasten -630 -554 Betaalde winstbelasting -8.490 -6.404 Kasstroom uit operationele activiteiten 37.532 4.735 Investeringen in immateriële vaste activa -724 -57 Investeringen in materiële vaste activa -6.106 -11.565 Investeringen in financiële vaste activa -150 0 Desinvestering materiële vaste activa 39 70 Aankoop deelnemingen -13.027 0 Vervallen consolidatie door verlies zeggenschap 0 267 Kasstroom uit investeringsactiviteiten -19.968 -11.285 Betaald dividend aan aandeelhouders Hydratec -7.661 -7.624 Aflossing langlopende schulden -1.860 -3.396 Aflossing lease verplichtingen -1.981 -2.504 Opname langlopende leningen 0 0 Aflossing/opname rekening courant bank -7.621 6.116 Kasstroom uit financieringsactiviteiten -19.123 -7.408 Netto kasstroom -1.559 -13.958 Omrekeningsverschillen op geldmiddelen -431 -107 Mutatie kas en kasequivalenten -1.990 -14.065 Kas en kasequivalenten per 1 januari 11.137 25.202 Kas en kasequivalenten per 31 december 9.147 11.137 Toelichting bij de geconsolideerde jaarrekening 1.1 Algemeen 1.1.1 Introductie Hydratec Industries N.V. (in het vervolg omschreven als Hydratec) is statutair gevestigd en kantoorhoudend te Amersfoort en ingeschreven bij het Handelsregister Kamer van Koophandel onder nummer 23073095. De geconsolideerde jaarrekening van de onderneming voor het jaar geëindigd op 31 december 2024 bestaat uit de jaarrekening van de onderneming en al haar dochterondernemingen (samen ‘de Groep’ genoemd). Per 31 december 2024 maken de volgende dochterondernemingen onderdeel uit van de Groep: Naam Vestigingsplaats Timmerije B.V. Neede Lias Industries B.V. Amersfoort Pas Reform B.V. Zeddam Pas Reform Participações LTDA São Paulo, Brazilië Pas Reform do Brasil LTDA São Paulo, Brazilië Windmolen Holding LTDA São Paulo, Brazilië ION (54,5%) São Paulo, Brazilië Pas Reform North America LLC Jacksonville, VS Lias Vastgoed B.V. Zeddam Lan Handling Technologies B.V. Tilburg Lan Vastgoed B.V. Tilburg ABAR Automation B.V. Halfweg LAN Handling Solutions B.V. Tilburg LAN Robotics B.V. Tilburg LAN Services International B.V. Tilburg Lan Handling North America LLC Jacksonville, VS Polmer Sp. z o.o. Wroclaw, Polen Helvoet Rubber & Plastic Technologies B.V. Tilburg Helvoet Rubber & Plastic Technologies N.V. Lommel, België High Technology Plastics (India) Pvt. Ltd. Pune, India Helvoet Polska Sp. z.o.o. Kaniów, Polen Rollepaal Pipe Extrusion Technology B.V. Dedemsvaart Rollepaal Inc. Baltimore, VS Rollepaal Engineering India Pvt. Ltd. Ahmedabad, India Hydratec Holdco B.V. Amersfoort Hydratec Sub B.V. Amersfoort De Groep houdt, tenzij anders vermeld, 100% van de aandelen van de genoemde vennootschappen. Alle dochterondernemingen hebben dezelfde rapportagedatum als Hydratec en hun boekjaar eindigt ook op 31 december. Helvoet Deutschland GmbH en Helvoet Rubber & Plastic Technologies GMBH & CO KG betreffen door de insolventieaanvraag 100% deelnemingen zonder overheersende zeggenschap, derhalve is ultimo boekjaar sprake van eigen vermogensinstrumenten. Lias Industries B.V. heeft in december 2024 een belang van 60% verworven in Proqraft Holding B.V. (handelsnaam: Eqraft) waarbij wel invloed van betekenis bestaat maar geen overheersende zeggenschap. Voor een overzicht van de activiteiten van de Groep wordt verwezen naar het hoofdstuk Profiel waarin het profiel van Hydratec is weergegeven. De jaarcijfers zijn door de directie opgesteld en na goedkeuring van de raad van commissarissen vrijgegeven voor publicatie op 6 maart 2025. De jaarstukken 2024 zijn besproken in de vergadering van de raad van commissarissen van 6 maart 2025 en zullen ter vaststelling worden voorgelegd aan de Algemene Vergadering van 24 april 2025. 1.1.2 Algemene grondslagen voor de opstelling van de jaarrekening De basis voor het opstellen van de jaarrekening is de historische kostprijs, tenzij hierna anders is toegelicht. De jaarrekening wordt gepresenteerd in de valuta euro (€). Bedragen worden gemeld in duizenden euro’s, tenzij anders aangegeven. De euro is de functionele- en presentatievaluta van Hydratec. De jaarrekening is opgemaakt in overeenstemming met de IFRS-EU standaarden. Deze vereisen van het management dat zij beoordelingen, inschattingen en aannames maakt die de toepassing van richtlijnen en de gerapporteerde bedragen voor activa, passiva, inkomsten en uitgaven beïnvloeden. De gemaakte inschattingen en daarmee samenhangende aannames zijn gebaseerd op historische ervaringen en diverse andere factoren die onder de gegeven omstandigheden als redelijk worden beschouwd. De gemaakte inschattingen en aannames hebben gediend als basis voor de beoordeling van de waarde van de verantwoorde activa en passiva waarvoor vanuit andere bronnen de omvang op dit moment nog niet blijkt. Werkelijke uitkomsten kunnen echter afwijken van gemaakte inschattingen. Schattingen en onderliggende aannames worden voortdurend beoordeeld. Wijzigingen in schattingen en aannames worden verwerkt in de periode waarin de schattingen worden herzien als de herziening uitsluitend op de desbetreffende periode betrekking heeft, of in de periode van herziening en toekomstige perioden als de herziening zowel de huidige als toekomstige perioden beïnvloedt. De grondslagen voor waardering en resultaatbepaling zijn consistent toegepast door de ondernemingen van de Groep voor de in deze geconsolideerde jaarrekening gepresenteerde perioden. 1.1.3 Continuïteit Door gedegen liquiditeitsprognoses en omzetverwachtingen zien wij geen risico ten aanzien van de liquiditeit, het voldoen aan de afspraken in de kredietovereenkomst en continuïteit voor de komende 12 maanden. 1.2 Overeenstemmingsverklaring De geconsolideerde jaarrekening van de Groep is opgesteld op basis van het continuïteitsbeginsel, in overeenstemming met IFRS Accounting Standards , zoals aanvaard door de Europese Unie (IFRS-EU), en met Titel 9 Boek 2 BW. Indien nodig zijn vergelijkende cijfers aangepast voor vergelijkingsdoeleinden. 1.2.1 Nieuwe standaarden en interpretaties die per 1 januari 2024 zijn ingegaan Hydratec heeft in het boekjaar, indien van toepassing, nieuwe en gewijzigde voor de onderneming relevante IFRS-standaarden en IFRIC-interpretaties toegepast. De nieuwe standaarden en aanpassingen op bestaande standaarden in 2024 hebben geen materieel effect op het vermogen en resultaat van de Groep en de toelichting in de jaarrekening. 1.2.2 Nieuwe standaarden of interpretaties die nog niet zijn ingegaan Ultimo 2024 zijn diverse nieuwe en aangepaste standaarden en interpretaties gepubliceerd, maar nog niet effectief op het moment van publicatie van deze jaarrekening. Hydratec zal deze nieuwe en aangepaste standaarden en interpretaties toepassen, voor zover van toepassing, zodra deze effectief worden. Alle gepubliceerde nieuwe en aangepaste IFRS-standaarden en IFRIC-interpretaties welke nog niet van toepassing zijn voor verslaggevingsperiodes welke aanvangen op 1 januari 2024 zijn niet vervroegd toegepast. In april 2024 heeft de IASB IFRS 18 gepubliceerd, dat IAS 1 vervangt. IFRS 18 introduceert nieuwe vereisten voor de presentatie binnen de winst- en verliesrekening. Bovendien zijn entiteiten verplicht om alle inkomsten en uitgaven binnen de winst- en verliesrekening in te delen in een van de vijf categorieën: operationeel, investeren, financieren, inkomstenbelastingen en beëindigde activiteiten, waarvan de eerste drie nieuw zijn. Het vereist ook openbaarmaking van nieuw gedefinieerde door het management bepaalde prestatiemaatstaven, subtotale van inkomsten en uitgaven, en bevat nieuwe vereisten voor aggregatie en desaggregatie van financiële informatie op basis van de geïdentificeerde 'rollen' van de financiële overzichten en de toelichtingen. Daarnaast zijn er wijzigingen met een beperkte reikwijdte aangebracht in IAS 7 Kasstroomoverzicht, waaronder het wijzigen van het startpunt voor het bepalen van kasstromen uit operationele activiteiten volgens de indirecte methode, van 'winst of verlies' naar 'operationele winst of verlies' en het verwijderen van de keuzevrijheid rond de classificatie van kasstromen uit dividenden en rente. Bovendien zijn er wijzigingen aan verschillende andere standaarden. IFRS 18 en de wijzigingen aan de andere standaarden zijn van kracht voor verslagperioden die beginnen op of na 1 januari 2027, maar vroegere toepassing is toegestaan en moet worden openbaar gemaakt. IFRS 18 zal retrospectief van toepassing zijn. Hydratec werkt momenteel aan het identificeren van alle impact die de wijzigingen zullen hebben op de primaire financiële overzichten en de toelichtingen bij de financiële overzichten. 1.3 Schattingen en oordeelsvorming door het management Bij het opstellen van de jaarrekening en de waardering van bepaalde posten in de jaarrekening maakt Hydratec gebruik van aannames, veronderstellingen en schattingen. Deze zijn in belangrijke mate gebaseerd op kennis van de diverse bedrijfssegmenten, ervaringen uit het verleden en op een zo betrouwbaar mogelijke schatting door het management van Hydratec van de specifieke omstandigheden die – naar de mening van het management – gegeven de situatie van toepassing zijn. Bij deze inschatting is rekening gehouden met de (macro) economische effecten van verduurzaming. De nadere uiteenzetting van het duurzaamheidsverslag met de daarin beschreven strategie, doelen en maatstaven leidt niet tot een wijziging in de aannames, veronderstellingen en schattingen tenzij anders is toegelicht bij de betreffende jaarrekeningpost. Veelal betreffen de gehanteerde veronderstellingen, aannames en schattingen in de jaarrekening verwachtingen over toekomstige ontwikkelingen vanuit de langetermijnplannen. De werkelijke ontwikkelingen kunnen afwijken van de gehanteerde veronderstellingen en aannames, waardoor de werkelijke uitkomst in belangrijke mate kan afwijken van de huidige waardering van een aantal posten in de jaarrekening. De gehanteerde veronderstellingen, aannames en schattingen kunnen daarom significante invloed hebben op vermogen en resultaat. Gehanteerde veronderstellingen, aannames en schattingen worden periodiek getoetst, mede als onderdeel en zo nodig aangepast. In de jaarrekening van Hydratec zijn met name de volgende posten aan veronderstellingen, aannames en schattingen onderhevig: de identificatie en waardering van immateriële vaste activa bij overnames en impairment-tests; de waardering bij overnames van materiële vaste activa en de levensduurbepaling; de waardering van voorraden in verschillende stadia; de waardering van fiscaal verrekenbare verliezen; de bepaling van voorzieningen; financiële instrumenten; identificatie en bepaling van segmenten; de omzetverantwoording en waardering bij contractactiva/verplichtingen. Schattingen en onzekerheden ten aanzien van bovenstaande posten zijn beschreven bij de toelichting van de individuele jaarrekeningposten. Behalve de al in de toelichting op de jaarrekening uiteengezette elementen zijn er geen andere kritische waarderingsinschattingen die nadere toelichting vereisen. 1.4 Consolidatie 1.4.1 Dochterondernemingen Dochterondernemingen zijn die ondernemingen waarin Hydratec direct dan wel indirect zeggenschap heeft. Deze deelnemingen worden aangemerkt als dochterondernemingen. Zeggenschap houdt in dat Hydratec is blootgesteld aan, of rechten heeft op, veranderlijke opbrengsten uit hoofde van haar betrokkenheid bij de deelneming en over de mogelijkheid beschikt deze opbrengsten via haar macht over de deelneming te beïnvloeden. De jaarrekeningen van deze dochterondernemingen zijn in de geconsolideerde jaarrekening opgenomen vanaf de datum dat zeggenschap wordt verworven tot het moment dat Hydratec zeggenschap verliest. De winsten, verliezen en elke component van de niet-gerealiseerde resultaten worden toegerekend aan de aandeelhouders van Hydratec en aan het minderheidsbelang derden, zelfs als dit ertoe leidt dat het aandeel derden een negatief saldo vertonen. Een verandering van het aandeel derden, zonder verlies van zeggenschap, wordt verwerkt als een aandelentransactie. Als Hydratec niet langer overheersende zeggenschap heeft over een dochteronderneming dan neemt zij niet langer de betreffende activa, verplichtingen minderheidsbelang derden en andere onderdelen van het eigen vermogen op, terwijl de daaruit voortvloeiende winst of verlies wordt verantwoord in de winst- en verliesrekening. 1.4.2 Geëlimineerde transacties in de consolidatie Balansposities tussen ondernemingen in de Groep, transacties tussen deze ondernemingen en niet-gerealiseerde winsten op dergelijke transacties worden geëlimineerd bij het opstellen van de geconsolideerde jaarrekening. 1.4.3 Deelnemingen Hydratec kwalificeert een deelneming als een investering in een entiteit waarin zij significante invloed uitoefent, maar geen overheersende zeggenschap heeft. Investeringen in deelnemingen worden bij initiele opname gewaardeerd tegen kostprijs. Rechtstreeks toerekenbare acquisitiekosten worden geactiveerd als deel van de overnameprijs. Vervolgwaardering vindt plaats volgens de vermogensmutatiemethode. 1.5 Vreemde valuta 1.5.1 Valutatransacties en omrekening Transacties in vreemde valuta worden in euro’s omgerekend tegen de gemiddelde maandkoers van de maand waarin de transactie plaatsvindt. In vreemde valuta luidende monetaire activa en verplichtingen op de balansdatum worden in euro’s omgerekend tegen de op de balansdatum geldende koers. Valutaomrekeningsverschillen worden in de winst- en verliesrekening verantwoord. 1.5.2 De jaarrekening van buitenlandse deelnemingen De activa en verplichtingen van buitenlandse activiteiten worden in euro’s omgerekend tegen de koersen die gelden op de balansdatum. De opbrengsten en kosten van buitenlandse activiteiten worden in euro’s omgerekend tegen koersen die de wisselkoersen benaderen die golden op de datum van de transactie. Valutaomrekenverschillen worden rechtstreeks via het geconsolideerde overzicht van gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten verantwoord en als afzonderlijk vermogensbestanddeel in het eigen vermogen verwerkt. Valutakoersen Valuta € 1 is omgerekend tegen 2024 2023 USD Slotkoers 1,04 1,11 Gemiddelde 1,08 1,08 INR Slotkoers 89,08 91,86 Gemiddelde 90,45 89,25 BRL Slotkoers 6,43 5,36 Gemiddelde 5,83 5,40 PLN Slotkoers 4,27 4,35 Gemiddelde 4,31 4,54 1.6 Financiële instrumenten 1.6.1. Niet-afgeleide financiële instrumenten Niet-afgeleide financiële instrumenten omvatten handels- en overige vorderingen, liquide middelen, leningen, handelsschulden, overige te betalen posten en de categorie overig in de financiële vaste activa. De Groep classificeert deze niet-afgeleide financiële instrumenten onder de categorie leningen en vorderingen. Niet-afgeleide financiële instrumenten worden bij de eerste opname (op transactiedatum) verwerkt tegen reële waarde, waarbij de direct toerekenbare transactiekosten in de eerste opname worden meegenomen. Na de eerste opname worden niet-afgeleide financiële instrumenten gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs met gebruikmaking van de effectieve-rentemethode, verminderd met bijzondere waardeverminderingsverliezen. Deze waardeverminderingsverliezen worden verwerkt in de winst- en verliesrekening. 1.6.2. Afgeleide financiële instrumenten Diverse Hydratec-bedrijven hebben renteswaps (IRS, Interest Rate Swaps) afgesloten ter verlaging van het rentefluctuatierisico op de bedrijfsfinancieringen. Deze financieringen zijn verstrekt met een variabele rente en zijn door de renteswap vastgezet. Daarnaast wordt gebruik gemaakt van afgeleide financiële instrumenten zoals bijvoorbeeld valutatermijncontracten (Forwards) en valutaswaps (FX Swaps) om het valutarisico af te dekken op projecten die worden betaald in buitenlandse valuta. Al deze afgeleide financiële instrumenten zijn gekwalificeerd als ‘cash flow hedge’ en worden initieel opgenomen tegen de reële waarde op contractdatum en op volgende rapporteringsdata opgenomen tegen de dan geldende reële waarde. Voor het effectieve deel worden mutaties rechtstreeks ten gunste of ten laste van het eigen vermogen verwerkt op een aparte eigenvermogenscomponent: de hedgereserve. Een eventueel niet-effectief deel wordt verwerkt in de winst- en verliesrekening. Hydratec wijst alleen het spotelement van termijncontracten aan als hedge instrument. 1.6.3. Looptijd activa / passiva Financiële activa of passiva worden als kortlopend aangemerkt als deze naar verwachting gerealiseerd, verkocht, verbruikt of afgewikkeld worden in de normale bedrijfscyclus, deze voornamelijk aangehouden worden voor handelsdoeleinden, naar verwachting de resterende looptijd minder dan 12 maanden bedraagt of er geen onvoorwaardelijk recht bestaat om de afwikkeling van de aansprakelijkheid met ten minste twaalf maanden uit te stellen na de verslaggevingsperiode. Alle overige activa en passiva worden gepresenteerd als langlopend. Latente belastingvorderingen en -verplichtingen worden geclassificeerd als langlopende vorderingen en verplichtingen. 1.6.4. Bepaling reële waarde De reële waarde is de prijs die zou worden ontvangen bij verkoop van een actief of zou worden betaald bij overdracht van een verplichting in een ordelijke transactie tussen marktpartijen. Zie overige financiële instrumenten voor toelichting over de bepaling van de reële waarde voor de derivaten die gebruikt worden voor hedge accounting. De reële waardering van alle andere financiële instrumenten wordt bepaald met algemeen aanvaarde waarderingsmodellen (level 2 waardering). Alleen wanneer deze significant afwijkt van de boekwaarde zijn de reële waardes toegelicht. 1.7 Immateriële vaste activa 1.7.1. Overnames en goodwill Overgenomen entiteiten worden geconsolideerd vanaf de datum waarop de overheersende zeggenschap over is gegaan. De initiële waardering van de overgenomen activa, passiva en voorwaardelijke verplichtingen is de reële waarde. Deze waardering is gebaseerd op een beoordeling van de feiten en omstandigheden op overnamedatum. Alle kosten die samenhangen met de acquisitie worden direct in de winst- en verliesrekening verantwoord. De aanpassing van de minderheidsbelangen uit hoofde van transacties waarbij geen sprake is van verlies van zeggenschap zijn gebaseerd op een evenredig bedrag van de netto-activa in de dochteronderneming. Goodwill is het verschil tussen de verkrijgingsprijs die wordt betaald op het moment van de aankoop van een onderneming en de reële waarde van de identificeerbare netto-activa van de geacquireerde onderneming. Goodwill op acquisities van groepsmaatschappijen wordt verantwoord onder immateriële vaste activa. Na initiële verantwoording wordt goodwill gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs onder aftrek van eventuele geaccumuleerde bijzondere waardeverminderingen. Ten behoeve van het onderkennen van bijzondere waardeverminderingen wordt de goodwill toegerekend aan de kasstroomgenererende eenheden waarvan wordt verwacht dat ze voordeel hebben van de acquisitie waarbij de goodwill tot stand is gekomen. De waarde van goodwill wordt op elk rapportagemoment getest op bijzondere waardeverminderingen en wanneer omstandigheden wijzigen die erop wijzen dat de waarde niet meer de reële waarde vertegenwoordigt. Hierbij wordt de boekwaarde van de kasstroom genererende eenheid, inclusief toegerekende goodwill, getoetst aan de realiseerbare waarde. De realiseerbare waarde van een kasstroom genererende eenheid wordt vastgesteld als de hoogste van de bedrijfswaarde en de reële waarde minus verkoopkosten. Voor de berekeningen van de bedrijfswaarde wordt gebruikgemaakt van kasstroomprojecties, gebaseerd op de door de bedrijfssegmenten aan de directie en raad van commissarissen gepresenteerde budgetten en Lange Termijn Plannen (LTP’s). De geschatte kasstromen na belasting worden contant gemaakt tegen een disconteringsvoet na belasting, die de tijdswaarde van geld en de aan de activa gerelateerde risico’s reflecteert. De verwachte toekomstige kasstromen met betrekking tot deze activa zijn derhalve niet gecorrigeerd voor deze risico’s. Een bijzondere waardevermindering, het verschil tussen de boekwaarde en realiseerbare waarde, wordt verwerkt in de winst- en verliesrekening als onderdeel van de afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen. Bijzondere waardeverminderingen op goodwill worden niet teruggeboekt. Bij een overname is sprake van winst uit voordelige koop (‘badwill’) als de verkrijgingsprijs lager is dan het nettobedrag van de reële waarde van de identificeerbare activa en passiva. Winst uit voordelige koop wordt direct ten gunste van de winst- en verliesrekening gebracht. 1.7.2. Software Software wordt gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs verminderd met cumulatieve afschrijvingen en cumulatieve bijzondere waardeverminderingen. Er wordt afgeschreven vanaf de datum dat software beschikbaar komt voor gebruik. De afschrijvingstermijn voor software is vijf jaar. 1.7.3. Onderzoek en ontwikkeling Uitgaven in verband met onderzoeksactiviteiten, gemaakt met als doel nieuwe technische kennis te vergaren, worden ten laste van de winst- en verliesrekening gebracht wanneer zij zich voordoen. Interne ontwikkelingsuitgaven, waarvoor toekomstige economische voordelen betrouwbaar kunnen worden ingeschat, die eenduidig kunnen worden vastgesteld, waarbij het actief dat is gecreëerd identificeerbaar is, het actief bruikbaar of beschikbaar is voor verkoop, kosten betrouwbaar kunnen worden geschat gedurende ontwikkeling en niet zijn gemaakt voor het onderhouden van een bestaand product of het aanpassen aan nieuwe marktomstandigheden, worden geactiveerd. Alle overige ontwikkelingskosten worden op het moment dat de uitgaven zich voordoen ten laste van de winst- en verliesrekening gebracht. De verantwoorde waarde van de geactiveerde ontwikkelingskosten bestaat uit externe en direct toerekenbare (in)directe kosten. 1.7.4. Overige immateriële vaste activa Deze bestaan uit geïdentificeerde reële waarden van klanten(contacten), agenten, merknamen, rechten en patenten bij overname van deelnemingen of gekochte rechten. Deze worden bij eerste opname in de balans gewaardeerd tegen reële waarde zoals deze zijn vastgesteld bij overname of aankoop en afgeschreven conform paragraaf 1.7.5. 1.7.5. Afschrijving Afschrijvingskosten worden lineair ten laste van de winst- en verliesrekening gebracht op basis van de economische gebruiksduur van een immaterieel actief. Periodiek wordt op individuele basis beoordeeld of de afschrijvingsperiode nog aansluit met de economische levensduur van het actief. De afschrijvingstermijnen zijn: Categorie Afschrijving in jaren Klanten 11-20 Agenten 20 Merken 20 Rechten 8 Patenten 5-6 Software 5 1.8 Materiële vaste activa 1.8.1. Activa in eigendom Materiële vaste activa worden verantwoord tegen verkrijgingsprijs verminderd met cumulatieve afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen (zie grondslag 1.13). De verantwoorde waarde van in eigen beheer vervaardigde activa bestaat uit kosten van materiaal, kosten van directe manuren en direct toerekenbare kosten. Een actief dat wordt vervaardigd of ontwikkeld voor toekomstig gebruik, wordt geclassificeerd als materiële vaste activa en wordt gewaardeerd tegen kostprijs tot het moment dat constructie of ontwikkeling is afgerond. Kosten van leningen die verband houden met de aanschaf van materiële vaste activa of met activa in uitvoering worden geactiveerd voor zover ze direct toerekenbaar zijn aan de aankoop, productie of constructie van een kwalificerend actief. Wanneer een actief uit meerdere componenten met een uiteenlopende levensduur bestaat, worden de componenten separaat verantwoord. Aanbetalingen op materiële vaste activa worden verantwoord als vaste activa in uitvoering. 1.8.2. Uitgaven na initiële investering Periodieke vervangingsuitgaven die samenhangen met materiële vaste-activacomponenten worden in de waardering van de materiële vaste activacomponent geactiveerd, mits de toekomstige economische voordelen voortvloeiend uit het actief naar de Groep zullen gaan en de kosten van dergelijke periodieke vervangingsuitgaven betrouwbaar kunnen worden bepaald. Alle andere uitgaven worden als last in de winst- en verliesrekening verantwoord wanneer zij worden gemaakt. 1.8.3. Desinvesteringen Materiële vaste activa wordt niet langer opgenomen op de balans na vervreemding (d.w.z. op de datum waarop de ontvanger zeggenschap verkrijgt) of wanneer er geen toekomstige economische voordelen worden verwacht van het gebruik. Elke winst of verlies die voortvloeit uit het niet langer opnemen van het actief (berekend als het verschil tussen de netto verkoopopbrengst en de boekwaarde van het actief) wordt opgenomen in het overzicht van winst of verlies wanneer het actief niet langer op de balans wordt opgenomen. 1.8.4. Afschrijving Afschrijvingskosten worden lineair ten laste van de winst- en verliesrekening gebracht tot de restwaarde op basis van de geschatte economische gebruiksduur van de verschillende componenten waaruit een actief bestaat en in lijn met het verwachte patroon aan toekomstige economische voordelen die toevloeien naar de onderneming. Op grond en activa in uitvoering wordt niet afgeschreven. De economische gebruiksduur van materiële vaste activa varieert en is voor de verschillende onderdelen als volgt: Categorie Afschrijving in jaren Gebouwen 33-40 Machines en installaties 5-10 Computers en kantoormeubelen 5 Inrichting en installaties gebouwen 5-10 1.9 Gehuurde activa De Groep verantwoordt gehuurde activa op de ingangsdatum van de lease (de datum waarop het onderliggende activum beschikbaar is voor gebruik). Activa voor gebruik worden gewaardeerd tegen kostprijs, verminderd met eventuele geaccumuleerde afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingsverliezen en gecorrigeerd voor eventuele herwaardering van leaseverplichtingen. De kostprijs van de gehuurde activa omvat het bedrag van de opgenomen leaseverplichtingen, gemaakte initiële directe kosten en leasebetalingen die vóór de ingangsdatum zijn gedaan, verminderd met eventuele ontvangen incentives. De gehuurde activa worden afgeschreven over de leaseperiode of verwachte levensduur indien deze korter is dan de leaseperiode of als een koopoptie wordt uitgeoefend. Hydratec heeft ervoor gekozen de vrijstelling toe te passen inzake kortlopende huurcontracten en leasing van activa met lage waarde. In plaats van een gebruiksrecht en leaseverplichting op te nemen, worden de betalingen die hiermee verband houden lineair over de leaseperiode als last in de winst- en verliesrekening opgenomen 1.10 Voorraden De aangekochte voorraden worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs (op basis van laatste inkoopprijs) of opbrengstwaarde minus verkoopkosten, indien deze lager is. De opbrengstwaarde is de geschatte verkoopprijs in het kader van de normale bedrijfsvoering minus de geschatte kosten van voltooiing. De intern geproduceerde voorraden halffabricaat en gereed product alsmede de voorraad in bewerking worden gewaardeerd tegen vervaardigingsprijs, bestaande uit de aanschafkosten van gebruikte grond- en hulpstoffen, vermeerderd met de bestede manuren, omgerekend tegen het ultimo boekjaar geldende uurtarief. In het uurtarief zijn indirecte kosten ingecalculeerd. Bij de waardering van de voorraden wordt rekening gehouden met het risico van incourantheid. 1.11 Overige vorderingen 1.11.1 Handels- en overige vorderingen Handels- en overige vorderingen worden bij de eerste verwerking in de jaarrekening opgenomen tegen reële waarde en daarna tegen de geamortiseerde kostprijs gebruikmakend van de effectieve-rentemethode onder aftrek van cumulatieve bijzondere waardeverminderingen. Hydratec past de IFRS 9 simplified approach toe inzake de voorziening op verwachte kredietverliezen op de handelsdebiteuren. Als gevolg hiervan wordt geen rekening gehouden met wijzigingen in kredietrisico. Er wordt een kredietvoorziening opgenomen op basis van een verwacht verlies voor de gehele looptijd van de desbetreffende vordering. De IFRS 9 simplified approach kan niet worden toegepast op de overige vorderingen. Deze voorziening wordt bepaald op basis van historische kredietverliezen gecorrigeerd voor economische ontwikkelingen en toekomstverwachtingen relevant voor de specifieke vorderingen. De dotatie aan de voorziening op verwachte kredietverliezen wordt verantwoord in winst- en verliesrekening onder de overige bedrijfslasten. Vorderingen hebben een looptijd van 12 maanden of korter en bevatten derhalve geen significante financieringscomponent. 1.11.2 Contractactiva Diverse Hydratec-bedrijven voeren projecten uit in opdracht van derden tot het vervaardigen van klant specifieke producten, op basis van aangegane overeenkomsten. Als de prestatieverplichting wordt uitgevoerd door goederen of diensten aan een klant over te dragen voordat de klant een vergoeding betaalt of voordat de betaling verschuldigd is, wordt het contract gepresenteerd als een contractactief, exclusief bedragen die worden gepresenteerd als een vordering. Voor bepaling van de omvang van de prestatieverplichting zie waarderingsgrondslagen voor netto-omzet. Elk jaar wordt beoordeeld of er indicaties bestaan dat contractactiva een bijzondere waardevermindering hebben ondergaan. In lijn met de toepassing op handelsdebiteuren in paragraaf 1.11.1 wordt voor de voorziening op verwachte kredietverliezen ook de IFRS 9 simplified approach toegepast. 1.11.3 Activa en passiva aangehouden voor verkoop en niet voortgezette activiteiten Activa en passiva worden gerubriceerd als 'aangehouden voor verkoop' indien hun boekwaarde hoofdzakelijk zal worden gerealiseerd door middel van een verkooptransactie in plaats van door voortgezet gebruik. Voor verkoop aangehouden activa en passiva worden gewaardeerd tegen boekwaarde of lagere reële waarde verminderd met verkoopkosten. Verkoopkosten zijn de incrementele kosten die direct kunnen worden toegeschreven aan de verkoop van een actief, exclusief eventuele financieringskosten en inkomstenbelasting. De criteria voor classificatie als activa aangehouden voor verkoop geldt wanneer een verkoop zeer waarschijnlijk is, in huidige staat direct beschikbaar is voor verkoop, verkoop naar verwachting binnen een jaar zal zijn afgerond, het onwaarschijnlijk is dat het plan tot verkoop wordt veranderd of wordt ingetrokken en management zich heeft gecommitteerd tot het plan tot verkoop. Op activa aangehouden voor verkoop wordt niet afgeschreven Een groep activa die wordt afgestoten kwalificeert als een 'niet-voortgezette activiteit' als het (een onderdeel van) een entiteit is die ofwel afgestoten of gerubriceerd als voor verkoop aangehouden, en: een afzonderlijk belangrijke bedrijfsactiviteit of geografisch gebied vertegenwoordigt; deel uitmaakt van een gecoördineerd plan om een afzonderlijk belangrijke bedrijfsactiviteit of geografisch gebeid af te stoten; of een dochteronderneming is, welke uitsluitend overgenomen is met het oog op wederverkoop. Niet-voortgezette activiteiten worden apart gepresenteerd. Alle overige toelichtingen in de jaarrekening omvatten bedragen voor voortgezette activiteiten, tenzij anders aangegeven. 1.12 Kas en kasequivalenten Kas en kasequivalenten, bestaande uit banksaldi, kasgelden en direct opvraagbare deposito’s, worden gewaardeerd tegen de nominale waarde. Rekening-courantfaciliteiten bij banken worden gepresenteerd onder overige schulden. Voor het kasstroomoverzicht wordt hetzelfde begrip gehanteerd als voor de balans. 1.13 Bijzondere waardevermindering Elk jaar wordt beoordeeld of er indicaties bestaan dat vaste activa een bijzondere waardevermindering hebben ondergaan. Indien een dergelijke indicatie bestaat, dan wordt de realiseerbare waarde van het actief berekend. Een bijzonder waardeverminderingsverlies ontstaat op het moment dat de boekwaarde van een actief of een kasstroom genererende eenheid de realiseerbare waarde overtreft. Bijzondere waardeverminderingsverliezen worden ten laste van de winst- en verliesrekening gebracht. 1.14 Eigen vermogen 1.14.1. Aandelenkapitaal Het aandelenkapitaal is gekwalificeerd als eigen vermogen. De Groep heeft geen preferente aandelen uitgegeven. Transactiekosten voor uitgifte van aandelen worden ten laste van het eigen vermogen verantwoord. De uitgifte van aandelen “boven pari” verhoogt de agioreserve. 1.14.2 Dividenden Dividenden worden als een verplichting verantwoord in de periode waarin ze door de aandeelhoudersvergadering wordt vastgesteld. 1.14.3 Mutatieoverzicht van het eigen vermogen Voor het overzicht van de mutaties in het eigen vermogen en verdere toelichting van enkele vermogenscomponenten wordt verwezen naar het geconsolideerd mutatieoverzicht eigen vermogen en paragraaf 1.38. 1.14.4 Resultaat per aandeel Het gewone resultaat per aandeel (voortgezette- en/of beëindigde bedrijfsactiviteiten) is gebaseerd op het aan de houders van gewone (certificaten van) aandelen toe te rekenen resultaat na belastingen en het gewogen gemiddeld aantal gewone aandelen dat gedurende 2024 heeft uitgestaan. Het resultaat per aandeel na verwatering wordt berekend door het resultaat na belastingen te delen door het gemiddelde aantal uitstaande aandelen gedurende het boekjaar inclusief alle voorwaardelijk toegekende aandelen in het kader van aandelengerelateerde beloningen. 1.15 Voorzieningen In de balans wordt een voorziening verwerkt wanneer sprake is van een in rechte afdwingbare of feitelijke verplichting voor de Groep als gevolg van een gebeurtenis op of voor balansdatum en het waarschijnlijk is dat voor de afwikkeling van die verplichting een uitstroom van middelen nodig is die op betrouwbare wijze is in te schatten. Indien de tijdswaarde van geld van betekenis is, worden de voorzieningen gewaardeerd tegen de contante waarde van de te verwachten kosten voor het voldoen aan de verplichting. De voorziening wordt contant gemaakt tegen een percentage voor belasting, rekening houdend met de tijdswaarde van geld in de huidige markt en de risico’s specifiek voor de verplichting. De toename van een voorziening ingevolge het verstrijken van tijd wordt verantwoord als financieringslast. 1.15.1 Pensioenregelingen op basis van toegezegde-bijdrageregelingen Verplichtingen ten aanzien van bijdragen aan pensioen en daaraan gerelateerde regelingen op basis van toegezegde-bijdrageregelingen (op basis van het beschikbare-premiestelsel) worden als last in de winst- en verliesrekening verwerkt in de periode waarop deze betrekking hebben. 1.15.2 Bedrijfstakpensioenregelingen De Groep heeft een aantal pensioenregelingen waarbij premies worden betaald aan een pensioenfonds of verzekeringsmaatschappij. De belangrijkste pensioenregelingen, die zijn ondergebracht bij bedrijfstakpensioenfondsen, betreffen collectieve regelingen waarbij meerdere werkgevers zijn aangesloten. Deze regelingen betreffen in wezen toegezegd-pensioenregelingen. Bij al deze bedrijfstakpensioenfondsen is de bijdrage van Hydratec, in termen van inleg, een zeer gering percentage van de gehele bijdrage. Bedrijfstakpensioenfondsen verstrekken aangesloten bedrijven geen informatie waarmee de pensioenverplichting berekend kan worden en dus kan Hydratec actuariële risico’s niet inschatten. Om deze reden worden deze regelingen behandeld als toegezegde-bijdrageregelingen bij Hydratec en worden de verschuldigde pensioenpremies over het boekjaar verwerkt als pensioenlasten in de jaarrekening. De verwachtte pensioenlast voor het volgende boekjaar bedraagt € 5,2 miljoen. Voor verplichtingen naast de aan de pensioenuitvoerders te betalen premie wordt een voorziening opgenomen, indien per balansdatum sprake is van een in rechte afdwingbare of feitelijke verplichting aan de pensioenuitvoerder en/of werknemer, het waarschijnlijk is dat voor de afwikkeling van die verplichting een uitstroom van middelen noodzakelijk is, en er een betrouwbare schatting kan worden gemaakt van de omvang van de verplichting. De voorziening voor additionele verplichtingen aan de pensioenuitvoerder en/of werknemer, wordt gewaardeerd tegen de beste schatting van de bedragen die noodzakelijk zijn om de desbetreffende verplichtingen per balansdatum af te wikkelen. De voorziening wordt gewaardeerd tegen de contante waarde als het effect van de tijdswaarde van geld materieel is (waarbij de disconteringsvoet vóór belastingen de actuele marktrente weergeeft). Een pensioenvordering uit hoofde van aanwezige overschotten bij de pensioenuitvoerders wordt opgenomen als de groep beschikkingsmacht heeft over het overschot, het waarschijnlijk is dat het tot toekomstige economische voordelen voor de groep leidt en het betrouwbaar kan worden vastgesteld. Een pensioenoverschot wordt op dezelfde wijze gewaardeerd als een voorziening. De resulterende baten of lasten worden in de winst- en verliesrekening verwerkt. 1.15.3 Toegezegde pensioenregelingen De netto verplichting uit hoofde van de toegezegde pensioenregelingen wordt voor iedere regeling afzonderlijk berekend door een schatting te maken van de pensioenaanspraken die werknemers hebben opgebouwd in ruil voor hun diensten in de verslagperiode en voorgaande perioden. De pensioenaanspraken worden verdisconteerd om de contante waarde te bepalen. De pensioenaanspraken en de kosten van de toegezegde pensioenen zijn gebaseerd op de ‘projected unit credit method’, waarbij per balansdatum actuariële berekeningen worden opgesteld. Deze methode houdt rekening met toekomstige salarisstijgingen als gevolg van de carrièrekansen van werknemers en algemene loonontwikkelingen inclusief inflatiecorrectie. De disconteringsvoet is het rendement per balansdatum van hoogwaardige ondernemingsobligaties waarvan de looptijd de termijn van de verplichtingen van Hydratec benadert. Actuariële winsten en verliezen worden via het geconsolideerd overzicht totaalresultaat direct verantwoord als niet-gerealiseerde resultaten die nooit zullen worden gereclassificeerd naar de winst- en verliesrekening. De netto-rentelasten over het netto-saldo van de pensioenverplichtingen en de gerelateerde beleggingen worden als rentelasten als onderdeel van de financiële lasten verwerkt. Wanneer de pensioenaanspraken uit hoofde van een regeling worden gewijzigd, dan wordt het gedeelte van de daaruit voortvloeiende wijziging in pensioenaanspraken met betrekking tot de verstreken diensttijd of de winst of het verlies op die wijziging direct verwerkt in het resultaat. De pensioenlasten, inclusief pensioenlasten over verstreken diensttijd en de gevolgen van afwikkelingen en inperkingen, worden als personeelskosten verwerkt. Per balansdatum zijn er geen pensioenvoorzieningen. 1.15.4 Personeel gerelateerde beloningen Deze voorziening betreft voornamelijk de per balansdatum opgebouwde rechten voor jubileumgratificaties. De opgebouwde jubileumgratificaties worden opgenomen op basis van actuariële berekeningen, berekend met behulp van een disconteringsvoet vóór belasting die een afspiegeling is van de marktrente. De voorziening voor jubileumgratificaties heeft een overwegend langlopend karakter van meer dan 5 jaar. 1.15.5 Garantievoorziening Op basis van daadwerkelijke garantiekosten in de afgelopen jaren maakt de onderneming een beste inschatting van de toekomstige garantiekosten voor de producten (veelal machines) die nog in de garantietermijn zitten. Hierbij wordt naast het aantal machines ook rekening gehouden met het soort machine en klant. De garantie voor de meeste installaties is 12 tot 24 maanden. Deze garantie betreft geen separate prestatieverplichtingen onder IFRS 15. 1.15.6 Reorganisatievoorziening Een voorziening in verband met reorganisatie wordt verantwoord indien per balansdatum aan de volgende voorwaarden wordt voldaan: een gedetailleerd plan voor de reorganisatie is geformaliseerd, waarin ten minste worden aangegeven: de betrokken (delen van de) activiteiten; de belangrijkste locaties; de locatie, functie en het verwachte aantal werknemers dat voor het beëindigen van zijn werkzaamheden een vergoeding zal ontvangen; de uitgaven die hiermee zijn gemoeid; wanneer het plan zal worden uitgevoerd; en de gerechtvaardigde verwachting is gewekt bij hen voor wie de reorganisatie gevolgen zal hebben, dat de reorganisatie zal worden uitgevoerd door ermee te beginnen of door de hoofdlijnen ervan bekend te maken aan hen voor wie de reorganisatie gevolgen zal hebben. Indien het effect van de tijdswaarde van geld materieel is, wordt deze voorziening contant gemaakt. 1.15.7 Overige voorzieningen Voorzieningen worden enkel verantwoord indien er een betrouwbare schatting gemaakt kan worden van het bedrag van de verwachte kosten. Indien het effect van de tijdswaarde van geld materieel is, worden de voorzieningen contant gemaakt. Deze voorziening is voornamelijk langlopend van aard. 1.16 Belastingen (Winst)belastingen omvatten actuele en uitgestelde belastingen. Belasting wordt opgenomen in winst of verlies behalve voor zover het betrekking heeft op een bedrijfscombinatie of posten die rechtstreeks in het eigen vermogen zijn opgenomen of in het geconsolideerd overzicht totaalresultaat. De acute belasting omvat de verwachte te betalen of te ontvangen belasting op de belastbare inkomsten of verliezen in het huidige boekjaar en elke aanpassing van de te betalen of te ontvangen belasting met betrekking tot voorgaande jaren. De te betalen of te ontvangen belasting is de beste schatting van het verwachte te betalen of ontvangen belasting. Acute belasting omvat ook eventuele bronbelasting op dividenden. Acute belastingvorderingen en -verplichtingen worden alleen gesaldeerd als Hydratec het recht en de intentie heeft om deze gelijktijdig af te wikkelen. Uitgestelde belastingen worden opgenomen met betrekking tot tijdelijke verschillen tussen de boekwaarden van activa en passiva in de jaarrekening en de fiscale boekwaarden. Belastinglatenties worden niet opgenomen voor: tijdelijke verschillen bij de eerste opname van activa of passiva in een transactie die geen bedrijfscombinatie betreft en die geen invloed op boekhoudkundige noch belastbare winst of verlies heeft; tijdelijke verschillen in verband met investeringen in dochterondernemingen, geassocieerde deelnemingen en gezamenlijke overeenkomsten voor zover de Groep in staat is om de timing van de terugboeking van het tijdelijke verschil te beheersen en het waarschijnlijk is dat ze in de nabije toekomst niet zullen omkeren; en belastbare tijdelijke verschillen die ontstaan bij de eerste opname van goodwill. Uitgestelde belastingverplichtingen worden berekend op basis van belastingtarieven die uiterlijk op de balansdatum (in substance) zijn vastgesteld en van toepassing zullen zijn op het moment dat de gerelateerde uitgestelde belastingverplichtingen wordt voldaan. Uitgestelde belastingvorderingen hebben betrekking op de naar verwachting te realiseren verliescompensatie en tijdelijke verschillen tussen boekwaarde van activa en verplichtingen en de fiscale boekwaarden van deze posten. Uitgestelde belastingvorderingen worden op elke balansdatum gewaardeerd tegen belastingtarieven die uiterlijk op de balansdatum zijn vastgesteld en waarvoor ze naar verwachting worden gerealiseerd en afgewaardeerd voor zover het niet langer waarschijnlijk is dat deze kan worden gerealiseerd. De uitgestelde belastingvorderingen en -verplichtingen worden gesaldeerd indien is voldaan aan de voorwaarden voor saldering. 1.17 Leningen en leaseverplichtingen Op de ingangsdatum van de leaseovereenkomst neemt de Groep leaseverplichtingen op die worden gewaardeerd tegen de contante waarde van de leasebetalingen die over de leaseperiode moeten worden gedaan. Bij de berekening van de contante waarde van leasebetalingen gebruikt de Groep de incrementele rentevoet op de ingangsdatum van de lease als de impliciete rentevoet niet direct kan worden bepaald. Na de ingangsdatum wordt het bedrag van de leaseverplichtingen verhoogd om de aangroei van rente weer te geven en verlaagd voor de betaalde leasebetalingen. Bovendien wordt de boekwaarde van huurverplichtingen en bijbehorende gebruiksrechten geherwaardeerd als er sprake is van significante wijzigingen in het huurcontract, wijziging van de leaseperiode, wijziging leasebetalingen en wijziging in de inschatting van het uitoefenen van een koopoptie. De leningen worden bij de eerste verwerking in de jaarrekening opgenomen tegen reële waarde (inclusief direct toerekenbare transactiekosten) en daarna tegen geamortiseerde kostprijs waarbij de effectieve rentemethode gebruikt wordt. 1.18 Handelsschulden en overige schulden Handelsschulden en overige schulden worden bij de eerste verwerking in de jaarrekening opgenomen tegen reële waarde en daarna tegen de geamortiseerde kostprijs. De opgenomen bedragen hebben een looptijd van korter dan één jaar. 1.18.1 Contractverplichtingen In een deel van de contracten met klanten worden afspraken gemaakt ten aanzien van vooruitbetaling voor in de toekomst te leveren goederen. Daarnaast worden er bedragen vooruit gefactureerd die betrekking hebben op toekomstige leveringen en diensten. Contractverplichtingen worden opgenomen als opbrengsten wanneer er onder het contract gepresteerd wordt. 1.19 Netto-omzet Er zijn twee significante netto-omzetcomponenten te onderscheiden, namelijk omzet uit: leveren van goederen: betreft een significant deel van de omzet bij Hightech Components bedrijven alsmede één van de Industrial Systems bedrijven. projecten: betreft een deel van de omzet van Hightech Components bedrijven alsmede de Industrial Systems bedrijven. Bij een betalingstermijn korter dan 1 jaar houdt Hydratec geen rekening met een financieringselement (‘practical expedient’ IFRS 15.63). Hydratec verwerkt incrementele kosten met betrekking tot het verwerven van een contract direct als kosten in de winst- en verliesrekening als het verwacht dat de afschrijftermijn voor het anders op te nemen actief maximaal een jaar betreft (‘practical expedient’ IFRS 15.94) 1.19.1 Leveren van goederen Onder omzet inzake het leveren van goederen wordt verstaan de (contractuele) vergoeding die de entiteit verwacht te ontvangen voor de overdracht van goederen aan klanten. De prestatieverplichting vervalt op het moment dat er aan de contractuele verplichting wordt voldaan of wanneer de zeggenschap over de goederen of diensten wordt overgedragen aan de klant tegen een bedrag waarop de Groep verwacht recht te hebben. Naast overdracht van de goederen, zijn er geen andere afzonderlijke prestatieverplichtingen die van invloed kunnen zijn op de omzetverantwoording uit hoofde van de goederenoverdracht. Omzet inzake leveren van goederen wordt verantwoord wanneer de beschikkingsmacht is overgedragen. De verantwoorde omzet wordt niet gecorrigeerd voor verwachte retouren, omdat de te verwachten retouren immaterieel zijn. 1.19.2 Projecten Onder de omzet uit projecten wordt verstaan de vergoeding die de entiteit verwacht te ontvangen voor de overdracht van systemen of diensten aan klanten. Voor deze projecten heeft Hydratec geen alternatieve gebruiksmogelijkheid als klant project annuleert, maar wel een afdwingbaar recht op betaling voor reeds verrichte prestaties. In de praktijk worden projecten in uitvoering vrijwel nooit geannuleerd. Indien de resultaten van een project betrouwbaar kunnen worden geschat, worden projectopbrengsten verantwoord op basis van de verhouding tussen werkelijke kosten en de gebudgetteerde kosten. Indien de resultaten van een project niet betrouwbaar kunnen worden geschat, worden opbrengsten slechts verantwoord tot het bedrag van de gemaakte projectkosten voor zover deze met voldoende zekerheid worden gedekt uit de opbrengsten van het project. Als het waarschijnlijk is dat de totale projectkosten hoger uitvallen dan de totale projectopbrengsten, wordt het volledige verwachtte verlies voorzien. De projecten worden gefinancierd met aanbetalingen van klanten welke geen significante financieringscomponent bevat. De werkzaamheden waarvoor deze aanbetalingen zijn ontvangen worden meestal kort daarna uitgevoerd. Gezien de korte looptijd en gezien er tevens geen sprake is van kwalificerende activa met betrekking tot de projecten, worden aanbetalingen dan ook niet opgerent. Naast de twee significante netto-omzetcomponenten is er omzet uit service, installatie en overige diensten. Deze worden verantwoord wanneer de prestatie wordt geleverd. De verplichting van de groep om producten te repareren of te vervangen onder de standaard garantievoorwaarden worden verantwoord als een voorziening. 1.20 Kosten 1.20.1 Materiaalverbruik/overige externe kosten Dit betreft kosten van grond- en hulpstoffen waaronder begrepen de direct met de inkoop daarvan verband houdende kosten. 1.20.2 Overige bedrijfskosten Kosten worden tegen historische kostprijs verantwoord in dezelfde periode als de daaraan gerelateerde opbrengsten/prestaties. 1.20.3 Subsidies Overheidssubsidies worden opgenomen wanneer er een redelijke zekerheid bestaat dat de subsidie zal worden ontvangen en aan alle voorwaarden zal worden voldaan. Overheidssubsidies worden in de winst- en verliesrekening verantwoord in dezelfde periode als de hieraan gerelateerde kosten. 1.20.4 Financiële baten en lasten Rentebaten en -lasten worden verwerkt in het boekjaar waarop zij betrekking hebben en zijn bepaald op basis van de effectieve-rentemethode. 1.21 Belastingen naar de winst Belastingen naar de winst over het resultaat van het boekjaar omvatten de over de verslagperiode verschuldigde, verrekenbare en uitgestelde belasting. Belasting naar de winst wordt in de winst- en verliesrekening verantwoord. De over de verslagperiode verschuldigde en verrekenbare belasting bestaat uit de winstbelasting over het belastbare resultaat, die wordt berekend aan de hand van belastingtarieven die wettelijk zijn vastgesteld, en correcties op belasting over eerdere boekjaren. 1.22 Grondslagen voor het kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de indirecte methode. In het kasstroomoverzicht wordt onderscheid gemaakt tussen kasstromen uit operationele activiteiten, investerings- en financieringsactiviteiten. Kasstromen in vreemde valuta worden omgerekend tegen een gemiddelde maandkoers gedurende het verslagjaar. Koersverschillen op geldmiddelen worden afzonderlijk in het kasstroomoverzicht getoond. Ontvangsten en uitgaven voor winstbelasting alsmede renteontvangsten en -betalingen zijn opgenomen onder kasstroom uit operationele activiteiten. Kasstromen als gevolg van de verwerving dan wel afstoting van financiële belangen (dochterondernemingen en deelnemingen) zijn opgenomen onder kasstroom uit investeringsactiviteiten voor zover betaling in geld heeft plaatsgevonden minus meeverkochte geldmiddelen. Uitgekeerde dividenden worden opgenomen onder kasstroom uit financieringsactiviteiten. Transacties waarbij geen instroom of uitstroom van kasmiddelen plaatsvindt, waaronder leasing en het uitgestelde deel van de koopprijs van deelnemingen (‘earn out’), zijn niet in het kasstroomoverzicht opgenomen. Kasstromen inzake (doorlopende) leningen en aflossing van lease worden gepresenteerd als onderdeel van de kasstroom uit hoofde financieringsactiviteiten. De kasstromen inzake de rente van lease worden gepresenteerd onder de betaalde financiële lasten. 1.23 Segmentenrapportage voortgezette activiteiten Hydratec is georganiseerd langs de volgende twee activiteiten welke als te rapporteren segment zijn geïdentificeerd: Industrial Systems: binnen het segment Industrial Systems worden onder eigen merknaam en op projectmatige basis complete industriële systemen vervaardigd. Hightech Components: binnen het segment Hightech Components worden constructieve kunststof onderdelen ontwikkeld en geproduceerd. De resultaten van de twee segmenten worden beoordeeld op het niveau van het operationeel resultaat. Naast de twee segmenten zijn er ook hoofdkantoor activiteiten en eliminaties van intersegment posities en transacties. De hoofdkantoor activiteiten zijn gerelateerd aan ondersteunende activiteiten en hoofdkantoor gerelateerde projecten. Verkopen tussen segmenten onderling vinden plaats tegen marktprijzen. Er zijn geen asymmetrische doorbelastingen tussen groepsentiteiten onderling. 1.23.1 Specificatie naar bedrijfssegmenten Industrial Systems Hightech Components Totaal segmenten Holdingkosten en eliminaties Totaal x € 1.000 2024 2023 2024 2023 2024 2023 2024 2023 2024 2023 Levering goederen 71.420 78.024 102.091 108.074 173.511 186.098 - - 173.511 186.098 Projecten 83.742 81.660 12.852 12.460 96.594 94.120 - - 96.594 94.120 Overige omzet 99 2.530 - - 99 2.530 - - 99 2.530 Netto-omzet 155.261 162.214 114.943 120.534 270.204 282.748 - - 270.204 282.748 Intersegment-omzet 8 - 643 739 651 739 -651 -739 - - Totaal segment omzet 155.269 162.214 115.586 121.273 270.855 283.487 -651 -739 270.204 282.748 Verbruik materiaal en hulpstoffen -73.185 -86.142 -48.989 -50.294 -122.174 -136.436 651 739 -121.523 -135.697 Brutomarge 82.084 76.072 66.597 70.979 148.681 147.051 - - 148.681 147.051 Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen -3.391 -3.474 -6.833 -7.827 -10.224 -11.301 -76 -103 -10.300 -11.404 Personeels- en overige kosten -54.081 -48.023 -55.734 -63.810 -109.815 -111.833 -3.312 -1.788 -113.127 -113.621 Bedrijfsresultaat 24.612 24.575 4.030 -658 28.642 23.917 -3.388 -1.891 25.254 22.026 Financiële baten en lasten -555 -496 -1.323 -1.228 -1.878 -1.724 882 770 -996 -954 Resultaat voor belastingen 24.057 24.079 2.707 -1.886 26.764 22.193 -2.506 -1.121 24.258 21.072 Belastingen -5.826 -5.506 -839 -57 -6.665 -5.563 645 288 -6.020 -5.275 Nettoresultaat voortgezette activiteiten 18.231 18.573 1.868 -1.943 20.099 16.630 -1.861 -833 18.238 15.797 Segmentactiva 148.470 134.345 90.024 97.357 238.494 231.702 -22.076 -10.782 216.418 220.920 Segmentverplichtingen 92.970 81.346 47.543 55.661 140.513 137.007 -28.880 -10.117 111.633 126.890 Investeringen in (im)materiële vaste activa 2.633 1.799 4.197 9.823 6.830 11.622 - - 6.830 11.622 1.23.2 Specificatie naar geografische oorsprong van de segmenten Nederland Niet Nederland Totaal x € 1.000 2024 2023 2024 2023 2024 2023 Netto-omzet 213.145 211.135 57.059 71.613 270.204 282.748 Segmentactiva 165.230 163.231 51.188 57.689 216.418 220.920 Investeringen in (im)materiële vaste activa 4.038 9.829 2.792 1.793 6.830 11.622 1.23.3 Specificatie geografische omzetverdeling naar afzetgebied x € 1.000 2024 2023 Nederland 53.469 19,8% 49.534 17,5% Rest van Europa 87.140 32,2% 96.946 34,3% Azië 45.320 16,8% 39.022 13,8% Noord-Amerika 66.465 24,6% 76.520 27,1% Zuid-Amerika 7.858 2,9% 14.761 5,2% Afrika 7.719 2,9% 4.242 1,5% Oceanië 2.233 0,8% 1.723 0,6% Totaal 270.204 100% 282.748 100% 1.23.4 Specificatie omzetverdeling naar soort x € 1.000 2024 2023 Levering goederen 173.510 64,2% 186.100 65,8% Projecten 96.595 35,7% 94.119 33,3% Overige omzet 99 3,7% 2.529 89,4% Totaal 270.204 100% 282.748 100% Overige omzet betreft omzet uit service, installatie en overige diensten. Er is in 2024 geen afnemer met een omzetaandeel van meer dan 10% (2023: geen afnemer met een omzetaandeel van meer dan 10%). 1.23.5 Specificatie omzetverdeling naar vervulling prestatieverplichting x € 1.000 2024 2023 Over een periode vervulde prestatieverplichtingen 96.693 35,8% 96.648 34,2% Op een tijdstip vervulde prestatieverplichtingen 173.511 64,2% 186.100 65,8% Totaal 270.204 100% 282.748 100% 1.23.6 Contractsaldi Hieronder het overzicht van vorderingen, contractactiva en contractverplichtingen uit hoofde van contracten met klanten. x € 1.000 Toelichting 2024 2023 Debiteuren 1.34 38.934 47.055 Vooruitontvangen bedragen 1.44 15.193 30.630 Contractactiva 11.396 7.204 Contractverplichtingen 30.916 19.117 Vooruitontvangen bedragen hebben betrekking op projecten die nog niet zijn gestart maar waarvoor wel een vooruitbetaling is ontvangen. De projecten waarvoor eind vorig jaar een vooruitbetaling is ontvangen, zijn in 2024 gestart en / of uitgeleverd. De vooruitontvangen bedragen zijn gedaald doordat er eind 2024 relatief minder projecten zijn waarvoor vooruit facturatie heeft plaatsgevonden ten opzichte van 2023. De toename van de contractverplichtingen wordt veroorzaakt doordat er in tegenstelling tot 2023 meer projecten zijn die in een vroeg stadium van productie zitten waarvoor vooruit gefactureerd is. De stijging van de contractactiva wordt veroorzaakt doordat er in tegenstelling tot 2023 meer lopende projecten zijn met een nog te factureren positie. De overgrote meerderheid van de contractverplichtingen hebben een looptijd korter dan een jaar. De contractverplichtingen welke ultimo 2023 zijn verantwoord, hebben volledig tot omzet geleid in 2024. Contractactiva heeft betrekking op projecten waarop meer kosten zijn gemaakt dan gefactureerd. Naar verwachting zullen de prestatieverplichtingen op lopende contracten binnen een periode van 1 jaar worden verricht (‘practical expedient’ IFRS 15.121). 1.24 Beëindigde activiteiten In zowel 2024 als 2023 is er geen sprake van beëindigde activiteiten. 1.25 Personeel 1.25.1 Lonen, salarissen en inleenkrachten x € 1.000 2024 2023 Lonen en salarissen 53.107 51.638 Inleenkrachten 10.411 11.489 Kosten van regelingen inzake uitkeringen bij vertrek 823 3.984 Totaal 64.341 67.111 De kosten van op aandelen gebaseerde beloningen, verwerkt overeenkomstig IFRS 2 bedraagt € 181 duizend (2023: € 124 duizend) en bestaat uit de verhoging van 25% van de variabele bonus bij omzetting naar aandelen die geheel ten laste van het resultaat in het verslagleggingsjaar komt. De totale variabele beloning inclusief het aandelenparticipatieplan bedraagt € 906 duizend (2023: € 611 duizend). De kosten voor omzetten van variabele beloning in cash naar aandelen wordt verantwoord als lonen en salarissen. Het deel van de beloning inzake het aandelenparticipatieplan dat in eigenvermogensinstrumenten van de rechtspersoon wordt afgewikkeld is toegevoegd aan de overige reserve. De aandelen worden uitgegeven tegen de gemiddelde aandeelprijs van januari en februari en uitgegeven door Hydratec in het volgende boekjaar. De kosten van regelingen inzake uitkeringen bij vertrek zijn gerelateerd aan de reorganisatie van Hellevoetsluis. 1.25.2. Sociale lasten en pensioen x € 1.000 2024 2023 Sociale lasten 8.324 7.841 Pensioenpremies 5.214 5.013 Totaal 13.538 12.854 1.25.3 Bezoldiging raad van commissarissen en directie x € 1.000 2024 2023 Raad van commissarissen D. Raithel 4 - J. ten Cate 4 - M.E.P. Sanders 30 30 P. Veenema 30 30 E. ten Cate 8 30 Totaal 76 90 Key management van Hydratec bestaat uit de directeuren B. F. Aangenendt en E. H. Slijkhuis. x € 1.000 2024 2023 B.F. Aangenendt Basissalaris 364 350 Variabele beloning in geldmiddelen 102 158 Variabele beloning in aandelen 102 - Pensioenkosten 38 30 Beloning betaalbaar op termijn 41 135 Overige beloning 3 3 650 676 E.H. Slijkhuis Basissalaris 274 264 Variabele beloning in geldmiddelen 77 118 Variabele beloning in aandelen 77 - Pensioenkosten 32 27 Beloning betaalbaar op termijn 41 135 Overige beloning 4 4 505 548 Totaal 1.155 1.224 Voor de toelichting over de beloning betaalbaar op termijn, zie toelichting 1.40.4. De heer Aangenendt bezat op balansdatum 72.441 aandelen (2023: 72.441 aandelen), mevrouw Slijkhuis bezat op balansdatum 1.001 aandelen (2023: 1.001 aandelen). 1.26 Gemiddeld aantal eigen werknemers op fulltimebasis 2024 2023 Productie direct 547 552 Productie indirect 143 154 Engineering 128 150 Verkoop 67 66 Management & Finance 104 105 Totaal 989 1.027 Waarvan in buitenland werkzaam 406 434 1.27 Overige bedrijfskosten x € 1.000 2024 2023 Huisvesting 3.273 2.745 Verkoop 6.245 6.183 Productie en onderhoud 8.983 10.585 Onderzoek 2.186 1.801 Koersverschillen -194 44 Algemene kosten 14.754 12.296 Totaal 35.247 33.654 Royal Pas Reform en Rollepaal beschikken over een uitgebreid netwerk van agenten. De wijze van samenwerking met agenten wordt contractueel vastgelegd waarin specifieke bepalingen en vereisten zijn opgenomen vanuit onze Gedragscode, zie ook sectie ‘Gedragscode’ in het bestuursverslag waarin de belangrijkste uitgangspunten van de gedragscode zijn opgenomen. Werken met agenten in verschillende landen brengt het risico met zich mee dat de onderneming betrokken raakt bij overtreding van lokale en internationale wet- en regelgeving wat aanzienlijke (financiële) gevolgen kan hebben. Er zijn meerdere interne beheersingsmaatregelen ingesteld (zie ook sectie ‘Risicobeheer’ in het bestuursverslag) om het non-compliance risico in voldoende mate te mitigeren. In de verkoopkosten zijn € 2,2 miljoen (2023: € 2,0 miljoen) aan kosten agenten opgenomen. In de algemene kosten zijn € 1,2 miljoen (2023: € 0,2 miljoen) aan kosten voor de voorgestelde delisting opgenomen. Kosten accountant x € 1.000 2024 2023 Controle jaarrekening EY 943 836 Assurance rapport CSRD 300 - Totaal kosten 1.243 836 1.28 Belastingen x € 1.000 Toelichting 2024 2023 Acute belasting -6.246 -5.385 Aanpassing over voorgaande jaren 61 70 Uitgestelde belasting 1.32 165 40 Totaal belasting over resultaat -6.020 -5.275 De belastinglast in de winst-en-verliesrekening betreft de winstbelasting berekend over het commercieel resultaat van zowel de in Nederland als de in het buitenland gevestigde dochtervennootschappen. Berekening belastingdruk x € 1.000 2024 % 2023 % Resultaat voor belastingen 24.258 21.072 Belastinglast op basis van Nederlands nominaal tarief -6.259 25,8 -5.437 25,8 Tariefkortingen 68 -0,3 62 -0,3 Toepassing lokale nominale tarieven -51 0,2 -162 0,8 Niet waarderen actieve latenties -478 2,0 -12 0,1 Voordeel uit innovatiebox 710 -2,9 307 -1,5 Inkomsten (on)belast -48 0,2 -99 0,5 (De)activering verrekenbare verliezen en waarderingsverschillen - 0,0 -22 0,1 Wijzigingen lokale belastingtarieven -23 0,1 18 -0,1 Niet aftrekbare kosten en correcties oude jaren 61 -0,3 70 -0,3 Belastinglast volgens winst- en verliesrekening -6.020 24,8 -5.275 25,0 1.29 Immateriële vaste activa x € 1.000 Goodwill Klanten Agenten Merken Rechten Patenten Software In uitvoering Totaal Boekwaarde 1 januari 2023 20.102 1.293 324 395 1.001 867 3.099 27 27.109 In gebruikname 14 14 Investeringen 20 64 -27 57 Afschrijvingen -157 -37 -45 -130 -135 -947 -1.451 Bijzondere waardevermindering - Deconsolidatie -58 -58 Effecten van omrekenen vreemde valuta 15 1 16 Aanschafwaarde 20.102 2.726 747 908 2.161 2.462 8.072 37.178 Cumulatieve afschrijvingen / impairment - -1.590 -461 -558 -1.254 -1.730 -5.899 -11.492 Boekwaarde per 31 december 2023 20.102 1.136 286 350 907 732 2.173 25.686 In gebruikname - Investeringen 622 102 724 Afschrijvingen -157 -37 -45 -107 -147 -842 -1.335 Verkoop -2 -2 Bijzondere waardevermindering -152 -152 Deconsolidatie - Effecten van omrekenen vreemde valuta -66 -66 Aanschafwaarde 20.102 2.726 747 908 1.734 2.462 8.694 102 37.475 Cumulatieve afschrijvingen / impairment - -1.746 -498 -603 -1.152 -1.878 -6.744 - -12.621 Boekwaarde per 31 december 2024 20.102 980 249 305 582 584 1.950 102 24.854 Onder Software is € 1,5 miljoen aan ontwikkelkosten opgenomen. 1.29.1 Impairment test Met betrekking tot de goodwill Lan Handling Technologies, Royal Pas Reform en Rollepaal is per oktober 2024 een impairment test uitgevoerd. Hierbij is de bedrijfswaarde bepaald op basis van toekomstige kasstroomprognoses over vijf jaren, waarbij voor Rollepaal een afwijkende budgetperiode projectietermijn van 10 jaar wordt gehanteerd. Wij hebben voor deze afwijkende budgetperiode gekozen omdat volgens onze prognose de groei de komende 10 jaar hoger is dan de lange termijngroei. Deze kasstroomprognoses zijn ontleend aan de interne langetermijnplannen welke jaarlijks worden opgesteld en goedgekeurd door de directie. Deze zijn mede gebaseerd op beschikbare relevante marktgegevens betreffende de verwachtingen voor de korte en middellange termijn. De marktgegevens betreffen sectorrapportages van onderzoeksbureaus, brancheorganisaties en financiële instellingen. De toekomstige kasstromen zijn verdisconteerd tegen de in onderstaande tabel opgenomen disconteringsvoet die is gebaseerd op het specifieke risicoprofiel (risicovrije rente, specifieke landen opslag en bedrijfsspecifieke risico-opslag). Op basis van de gekozen uitgangspunten leidt de uitgevoerde impairment test niet tot een bijzondere waardevermindering van de goodwill ultimo 2024. Op basis van de forse headroom in het model hebben wij vastgesteld dat elke aannemelijke aanpassing in de belangrijkste veronderstellingen, zowel individueel als gecombineerd, niet leidt tot een bijzondere waardevermindering. Hierdoor is er geen gevoeligheidsanalyse toegelicht. Goodwill Gemiddelde omzet groeiprognose 1-5 jaar (Rollepaal 1-10 jaar) Groeivoetprognose na 5/10 jaar Disconteringsvoet (voor belasting) x € 1.000 2024 2024 2023 2024 2023 2024 2023 Lan Handling Technologies 7.095 10,6% 8,5% 2,0% 2,0% 15,1% 15,0% Pas Reform 10.789 4,7% 3,3% 2,0% 2,0% 15,5% 15,3% Rollepaal 2.219 6,4% 7,5% 2,0% 2,0% 14,8% 14,5% 20.102 1.29.2 Overige immateriële vaste activa De overige immateriële vaste activa (klanten, agenten en merken) hebben betrekking op: De activiteiten van Industrial Systems die zijn geïdentificeerd bij de overname in 2011 en 2019. De rechten hebben betrekking op het gebruikrecht op patenten van derden. De patenten hebben betrekking op eigen patenten van Rollepaal. 1.30 Materiële vaste activa x € 1.000 Bedrijfsgebouwen en -terreinen Machines en installaties Andere bedrijfsmiddelen In uitvoering Totaal Aanschafwaarde 67.494 69.335 23.821 1.113 161.763 Cumulatieve afschrijvingen / impairment -26.126 -54.242 -17.664 -98.032 Boekwaarde per 1 januari 2023 41.368 15.093 6.157 1.113 63.731 Investeringen 435 3.804 3.173 4.153 11.565 In gebruikname 299 2.801 194 -2.067 1.227 Afschrijvingen -1.648 -4.076 -1.627 -7.351 Verkoop 6 -54 2 -40 -86 Activa aangehouden voor verkoop - Effecten van omrekenen vreemde valuta 85 -59 -12 -1 13 Bijzondere waardevermindering -552 5 -547 Deconsolidatie door verlies zeggenschap -350 -350 Aanschafwaarde 67.865 76.608 23.831 3.159 171.463 Cumulatieve afschrijvingen / impairment -27.321 -60.430 -15.939 - -103.690 Boekwaarde per 31 december 2023 40.544 16.178 7.892 3.159 67.773 Investeringen 922 1.315 401 3.468 6.106 In gebruikname 3.221 1.153 482 -4.607 249 Afschrijvingen -1.842 -3.521 -1.595 -6.958 Verkoop -2 -55 -82 -139 Activa aangehouden voor verkoop - Effecten van omrekenen vreemde valuta 188 81 4 18 291 Bijzondere waardevermindering -4 -9 -192 -205 Deconsolidatie door verlies zeggenschap - Aanschafwaarde 71.934 78.687 24.178 2.038 176.837 Cumulatieve afschrijvingen / impairment -28.907 -63.545 -17.268 - -109.720 Boekwaarde per 31 december 2024 43.027 15.142 6.910 2.038 67.117 1.30.1 Bijzonder waardeverminderingsverlies en terugnemen van bijzonder waardeverminderingsverlies In 2024 heeft er een bijzondere waardevermindering plaatsgevonden van € 205 duizend (2023: € 547 duizend). Er zijn geen bijzondere waardeverminderingen op materiële vaste activa, verwerkt in voorgaande jaren, teruggenomen in 2024 (2023: nihil). 1.30.2 Machines en installaties Bij machines en installaties zijn er activa die nog in gebruik zijn, maar op basis van eerdere inschattingen al volledig zijn afgeschreven. 1.30.3 Zekerheden De materiële vaste activa zijn gedeeltelijk als zekerheid verstrekt voor langlopende financiering van Hightech Components en Industrial Systems. In 1.41.1 is een nadere specificatie van de verstrekte zekerheden opgenomen. 1.31 Gehuurde activa x € 1.000 Bedrijfsgebouwen en -terreinen Machines en installaties Andere bedrijfsmiddelen Totaal Boekwaarde per 1 januari 2023 5.909 1.239 1.716 8.864 Toevoegingen 119 882 1.001 Afschrijvingen -1.014 -208 -888 -2.110 Buitengebruikstellingen -813 -813 Valutaverschillen -31 -1 4 -28 Deconsolidatie - Boekwaarde per 31 december 2023 4.983 217 1.714 6.914 Toevoegingen 267 53 859 1.179 Afschrijvingen -898 -84 -768 -1.750 Buitengebruikstellingen - Valutaverschillen 123 123 Deconsolidatie - Boekwaarde per 31 december 2024 4.475 186 1.805 6.466 In 2024 heeft er geen bijzondere waardevermindering plaatsgevonden (2023: nihil) en heeft er geen terugneming van bijzondere waardeverminderingen plaatsgevonden (2023: nihil). Voor de leaseverplichtingen zie toelichting 1.41. 1.32.1 Uitgestelde belastingvordering De uitgestelde belastingvorderingen zijn als volgt onderverdeeld: x € 1.000 Immateriële vaste activa Materiële vaste activa Leases Werkkapitaal Voorzieningen Derivaten Compen-sabele verliezen Totaal voor saldering Saldering uitgestelde belastingen Totaal na saldering Boekwaarde per 1 januari 2023 162 2.490 68 40 50 69 5.142 8.021 -4.312 3.709 Mutatie 31 45 59 13 6 -83 -390 -319 1.430 1.111 Deconsolidatie - - Valutaverschillen -4 -2 40 34 34 Boekwaarde per 31 december 2023 193 2.531 127 53 56 -16 4.792 7.736 -2.882 4.854 Mutatie 30 146 -13 -43 42 -213 -51 472 421 Deconsolidatie - - Valutaverschillen 4 1 1 -2 -10 -6 -6 Boekwaarde per 31 december 2024 223 2.681 115 10 99 -18 4.569 7.679 -2.410 5.269 De uitgestelde belastingvordering voor leases betreft de gesaldeerde positie van belastingvorderingen op gehuurde activa van € 1,3 miljoen en leaseverplichtingen van € 1,4 miljoen. De ultimo 2024 aanwezige uitgestelde belastingvorderingen hebben overwegend een looptijd van langer dan één jaar. De geactiveerde compensabele verliezen zijn vastgesteld op basis van lange termijnplannen waaruit blijkt dat verlieslatende bedrijven winstgevend zullen gaan worden na de afronding van de in gang gezette reorganisaties. De lange termijnplannen houden rekening met het orderboek en groeivooruitzichten in de sectoren waarin deze bedrijven opereren. Een risicoanalyse is uitgevoerd om de kans op realisatie van de verwachte winsten te beoordelen, waarbij marktschommelingen, concurrentie en interne operationele risico's zijn meegenomen. Fiscale verliezen kunnen onbeperkt voorwaarts worden verrekend, tot een maximum van EUR 1.000.000 plus 50% van de belastbare winst, mits de fiscale winst hoger is dan EUR 1.000.000. De verwachte periode voor verliescompensatie is 8-11 jaren. Met deze voorwaarden is in de waardering rekening gehouden. De waardering van geactiveerde compensabele verliezen is echter onderhevig aan mogelijke wijzigingen in winstprognoses en belastingwetgeving. Ultimo 2024 zijn verrekenbare verliezen aanwezig die voor een bedrag van € 4,4 miljoen (2023: € 2,5 miljoen) niet in de balans zijn verantwoord. Deze zijn oneindig verrekenbaar. 1.32.2. Deelnemingen x € 1.000 Deelnemingen Boekwaarde per 31 december 2023 - Aankoop deelneming 13.307 Aandeel in resultaat deelneming - Kapitaalstortingen - Ontvangen dividend - Desinvesteringen - Boekwaarde per 31 december 2024 13.307 Op 20 December 2024 heeft Lias Industries B.V. een belang van 60% verworven in Proqraft Holding B.V. Hydratec dient bij alle besluiten te worden betrokken waarmee zij invloed van betekenis heeft. Ondanks dit meerderheidsbelang heeft Lias Industries B.V. geen overheersende zeggenschap. Het aandeel in de waarde van de deelneming per 31 december 2024 bedraagt € 13,3 miljoen. Het verschil van € 0,3 miljoen tussen de koopprijs van € 13,0 miljoen zoals weergegeven in het kasstroomoverzicht en de waardering van de deelneming van € 13,3 miljoen vertegenwoordigt de reële waarde van de aan de aankoop verbonden opties. Per balansdatum heeft de deelneming de volgende financiële gegevens gerapporteerd welke zijn gebaseerd op de grondslagen van Hydratec: x € 1.000 2024 Totaal vaste activa 3.480 Totaal vlottende activa 37.716 Totaal activa 41.196 Totaal vermogen 785 Totaal voorzieningen en langlopende schulden 976 Totaal kortlopende schulden 39.435 Totaal passiva 41.196 De fair value adjustments zullen in 2025 worden bepaald en opgenomen. De overige 40% van de aandelen wordt gehouden door de verkopers van de aandelen. Lias Industries B.V. heeft de optie om de 10% van de overige aandelen in Proqraft Holding B.V. vanaf december 2027 te kopen. en is verdisconteerd in de verkrijgingsprijs van de deelneming. De minderheidsaandeelhouders hebben de optie om hun aandelen in Prograft Holding B.V. vanaf december 2027 te verkopen, welke is gepresenteerd als overig financieel instrument (1.41.2). De call optie en put optie zijn verdisconteerd in de verkrijgingsprijs van de deelneming. Deze opties zijn gewaardeerd tegen de reële waarde per 31 december 2024 welke zijn bepaald volgens de 'profitability Weighted Expected Return' methode. Deze methodiek kwalificeert zich als een niveau 3 reële methode (waardebepaling op basis van niet-beursgenoteerde gegevens en aannames). Hydratec heeft de optie om de resterende aandelen van een van de minderheidsaandeelhouders te kopen (zie toelichting 1.41.2). Deze optie is gewaardeerd tegen de reële waarde per 31 december 2024 welke is bepaald volgens de 'profitability Weighted Expected Return' methode, waarbij toekomstige prognoses een belangrijke aanname zijn voor de waardering. Deze optie is gepresenteerd onder de Financiële vaste activa. 1.33 Voorraden x € 1.000 2024 2023 Grond- en hulpstoffen 7.900 10.931 Halffabricaat en voorraad in bewerking 4.687 6.586 Gereed product 13.053 20.698 Totaal 25.640 38.215 In deze waardering opgenomen voorziening incourante voorraad bedroeg per ultimo 2024 € 3,7 miljoen (2023: € 2,9 miljoen). De daling van de voorraden is het gevolg van een actieve reductie van de voorraad niveaus. 1.34 Debiteuren De debiteurenpositie, verminderd met de voorziening voor verwacht kredietverlies, is als volgt te analyseren: Dagen 2024 % 2023 % 0-30 23.482 60,3 31.826 67,6 31-60 6.081 15,6 10.326 21,9 61-90 3.232 8,3 1.695 3,6 > 90 6.139 15,8 3.208 6,8 Totaal 38.934 100,0 47.055 100,0 x € 1.000 2024 2023 Bruto debiteurensaldo 39.705 47.858 Waarvan binnen vervaltermijn 26.361 35.100 Waarvan buiten vervaltermijn 13.344 12.758 Voorziening verwacht kredietverlies -771 -803 Netto debiteurensaldo 38.934 47.055 Voor het bepalen van de voorziening verwacht kredietverlies worden periodiek de openstaande saldi geanalyseerd. Er wordt een kredietvoorziening opgenomen op basis van een verwacht verlies voor de gehele looptijd van de desbetreffende vordering. De voorziening verwacht kredietverlies heeft betrekking op het totaal verwachte kredietverlies. In de volgende tabel is het verloopoverzicht van deze voorziening opgenomen. Zie financiële risicofactoren voor meer informatie over kredietrisico. x € 1.000 2024 2023 Beginbalans 1 januari 803 813 Vrijval/gebruik -32 -10 Toevoegingen - - Acquisitie - - Deconsolidatie - - Eindbalans 31 december 771 803 1.35 Overige belastingen en premies sociale verzekeringen (activa) x € 1.000 2024 2023 Omzetbelasting 1.631 2.122 Loonheffing 5 94 Pensioenen en sociale verzekeringen 6 11 Overige belastingen 52 50 Totaal overige belastingen en premies sociale verzekeringen 1.694 2.277 1.36 kas en kasequivalenten De kas en kasequivalenten van de vennootschap bestaan uit kasgelden, banksaldi en kortlopende deposito’s. Deze zijn vrij beschikbaar voor de onderneming. x € 1.000 2024 2023 Banksaldi 8.814 10.615 Kasgeld 8 26 Deposito’s 325 496 Totaal 9.147 11.137 1.37 Activa aangehouden voor verkoop Per balansdatum zijn er geen activa aangehouden voor verkoop. 1.38 Eigen vermogen Voor het overzicht van mutaties in het eigen vermogen wordt verwezen naar het geconsolideerd mutatieoverzicht eigen vermogen. 1.38.1 Gestort en opgevraagd kapitaal Per 31 december 2024 staan 1.298.307 aandelen van € 0,45 nominaal uit. Gedurende het jaar zijn 1.095 (2023: 2.236) aandelen uitgegeven ten behoeve van het participatieplan. Er zijn geen rechten toegekend tot het nemen van aandelen in het kapitaal van de vennootschap. De houders van gewone aandelen hebben recht op uitkering van dividend zoals periodiek door de Algemene Vergadering goed te keuren. Bovendien hebben houders recht op één stem per aandeel op de aandeelhoudersvergadering van het bedrijf. Het maatschappelijk kapitaal van de vennootschap bedraagt € 2.250 duizend, verdeeld in vijf miljoen (5.000.000) aandelen, elk groot € 0,45. Hydratec kent een aandelenparticipatieplan. Indien een medewerker na jaareinde kiest om mee te doen aan het plan, wordt 50% van de variabele beloning omgezet in aandelen. De aandelen worden bij omzetting uitgegeven tegen de gemiddelde koers van januari en februari en mogen voor een periode van drie jaar niet verkocht worden. Voor nadere toelichting omtrent verwerking zie toelichtingen 1.25 en 1.38.6. 1.38.2 Agioreserve De agioreserve is te beschouwen als gestort kapitaal. Door de aandelenuitgifte in 2024 is de agioreserve met € 136 duizend toegenomen (2023: € 168 duizend). 1.38.3 Reserve omrekeningsverschillen De reserve omrekeningsverschillen omvat alle koersverschillen op vreemde valuta die ontstaan door de omrekening van de jaarrekening van buitenlandse activiteiten die een geïntegreerd deel zijn van de activiteiten van de Groep. Deze reserves zijn niet uitkeerbaar. 1.38.4 Hedgereserve In de bedrijven zijn derivaten (renteswaps op de financiering) opgenomen. Deze derivaten classificeren als een kasstroomhedge en daarom is in het geconsolideerd eigen vermogen een hedgereserve gevormd. De mutatie in 2024 bedroeg € 105 duizend negatief (2023: € 96 duizend negatief) en is direct in het eigen vermogen verwerkt. Deze reserve is niet uitkeerbaar. 1.38.5 Overige wettelijke reserves De overige wettelijke reserves hebben betrekking op wettelijke reserve aangehouden voor geactiveerde zelfontwikkelde immateriële vaste activa. 1.38.6 Overige reserves De overige reserves betreft ingehouden winsten van voorgaande jaren welke vrij uitkeerbaar zijn. De mutatie aandelenparticipatieplan betreft verwerking van de verplichtingen onder IFRS 2 aangaande dit aandelenparticipatieplan. Voor verdere toelichting en verwerking verwijzen wij naar toelichting 1.25. 1.38.7 Onverdeeld resultaat Het onverdeeld resultaat betreft het resultaat boekjaar. 1.38.8 Voorstel winstbestemming Het nettoresultaat over 2024 komt ten gunste van de overige reserves. 1.38.9 Aandeel derden Bij de dochterondernemingen die gedurende het verslagjaar op enig moment geen volledig eigendom zijn of waren, bestaat een aandeel derden. 1.39 Resultaat per aandeel 2024 2023 Resultaat toe te rekenen aan aandeelhouders (x € 1.000) 18.218 15.693 Gewogen gemiddeld aantal aandelen (x 1) 1.297.760 1.296.094 Winst per aandeel (x € 1) 14,04 12,11 Verwaterde winst per aandeel (x € 1) 14,03 12,09 De verwaterde winst per aandeel is berekend door 1.133 (2023: 1.375) voorwaardelijk toegekende aandelen toe te kennen aan het aantal aandelen. 1.40 Voorzieningen Voorzieningen langlopend x € 1.000 Personeel gerelateerde voorzieningen Reorganisatievoorziening Garantieverplichtingen Overig Totaal Boekwaarde per 1 januari 2024 1.540 2.299 974 1.590 6.403 Dotaties gedurende het jaar 1.016 -98 640 725 2.283 Onttrekkingen -331 -117 -368 -816 Transfer kortlopende verplichtingen -4 -1.907 -1.911 Vrijval ten gunste van winst- en verliesrekening -65 -177 -431 -116 -789 Valutaverschillen 22 5 5 32 Deconsolidatie Boekwaarde per 31 december 2024 2.178 - 820 2.204 5.202 Voorzieningen kortlopend x € 1.000 Personeel gerelateerde voorzieningen Reorganisatievoorziening Garantieverplichtingen Totaal Boekwaarde per 1 januari 2024 248 2.112 700 3.060 Mutaties 61 180 231 472 Boekwaarde per 31 december 2024 309 2.292 931 3.532 De voorziening voor personeelgerelateerde beloningen betreft voornamelijk de verplichting voor jubileumuitkeringen. 1.40.1 Jubileumvoorziening De jublieumvoorziening is bepaald volgens ‘’Projected Unit Credit Method’’. Deze voorziening is berekend op basis van actuariële grondslagen, waarbij rekening is gehouden met verwachte blijfkansen en salarisontwikkelingen en een rentevoet van gemiddeld 0,84% (2023: 0,65%). De looptijd van de voorziening is grotendeels langer dan één jaar. 1.40.2 Reorganisatie In 2023 is een reorganisatievoorziening getroffen voor de sluiting van Helvoet Hellevoetsluis. Met de vakbonden is overeenstemming bereikt en het plan is gecommuniceerd. De communicatie heeft publiekelijk plaatsgevonden via de publicatie van een persbericht. Ultimo 2024 is de voorziening volledig kortlopend. 1.40.3 Garantieverplichtingen De voorziening voor garantieverplichtingen is gebaseerd op historische garantiekosten van producten die nog in de garantieperiode zitten. Gezien de beperkte looptijd is deze voorziening niet contant gemaakt tegen een rentevoet. 1.40.4 Overig De overige voorzieningen hebben voornamelijk betrekking op het afbouwen van de productie bij Polmer en SAR-regelingen. Voor de bepaling van de voorzieningen zijn inschattingen gemaakt van onder andere toekomstige resultaten en vertrekkans. Derhalve kunnen er verschillen zijn tussen de boekwaarde van de voorzieningen op balansdatum en de daadwerkelijke uitstroom van geldmiddelen. De looptijd van de voorzieningen zijn grotendeels langlopend. SAR-regeling: De groepsdirectie en een aantal directieleden van werkmaatschappijen hebben een SAR regeling waarbij ze een beloning ontvangen op basis van de waardestijging van de onderneming over een periode van vier of vijf jaren. Tenzij er sprake is van verkoop van Hydratec aan derden is deze waarde stijging gebaseerd op een percentage van 1%-5% van 5 keer de gemiddelde EBIT over drie of vier boekjaren. De verwachte eindwaarde is gebaseerd op de verwachte EBIT uit de Lange Termijn Plannen van Hydratec en niet op de verwachte waarde bij verkoop aan derden. De SAR voorziening zonder exit is op grond van IAS 19 bepaald volgens ‘’Projected Unit Credit Method’’. De verplichting is contant gemaakt tegen een rentevoet van 4%. De ingeschatte blijfkans varieert van 60% tot 100% gedurende de periode tot eerste uitoefenrecht. Wanneer meer dan 50% van de aandelen van de groepsmaatschappij of groep wordt overgedragen aan een derde wordt de SAR uitgeoefend. De exit-waarde is dan de hoogste van 5x de gemiddelde EBIT over de laatste drie of vier boekjaren en de waarde op basis van de verkoopprijs. De kans hierop is gering en derhalve niet gewaardeerd conform IFRS 2. Indien het dienstverband tussen Hydratec en een directielid eindigt voor uitoefening van de regeling, vervalt de SAR. Tenzij het dienstverband is geëindigd door overlijden of op grond van artikel 7:669 lid 3 onder a en b. In dit geval heeft directielid recht op 33,3% van het bedrag. De SAR kan slechts eenmaal worden uitgeoefend binnen een periode van een maand nadat de geconsolideerde jaarcijfers van Hydratec door de accountant zijn goedgekeurd, en niet eerder dan de termijn van de regeling. Bij de groepsdirectie wordt jaarlijks maximaal 0,5%, tot een maximum van 2,5% over de 5 jaren, van de waarde toegekend door de Raad van Commissarissen. De jaarlijkse toekenning aan de groepsdirectie staat ter discretie van de Raad van Commissarissen. Hydratec schat in dat in komende 3 jaar gemiddeld 80% van dit percentage wordt toegekend . Over 2024 is 100% toegekend. 1.40.5 Uitgestelde belastingverplichtingen De uitgestelde belastingverplichtingen zijn als volgt onderverdeeld: x € 1.000 Immateriële vaste activa Materiële vaste activa Totaal voor saldering Saldering uitgestelde belastingen Totaal na saldering Boekwaarde per 1 januari 2023 757 3.684 4.441 -4.312 129 Mutatie -35 -242 -277 1.430 1.153 Boekwaarde per 31 december 2023 722 3.442 4.164 -2.882 1.282 Mutatie -77 -139 -216 472 256 Boekwaarde per 31 december 2024 645 3.303 3.948 -2.410 1.538 Deze verplichting heeft een overwegend langlopend karakter. 1.41 Financiële instrumenten 1.41.1 Leningen en huur verplichtingen De leningen hebben betrekking op: een hypothecaire lening met een langlopend deel ad € 4,6 miljoen voor de financiering van onroerend goed in Industrial Systems met een looptijd tot 2039 met een rentevoet van 3,45% (vast); een algemene lening voor Hightech Components met een resterende looptijd van 9 maanden. Deze lening heeft geen langlopend deel meer en is volledig als kortlopend gepresenteerd. Het variabele rentedeel is gedurende de looptijd van de lening vastgezet door middel van een rente swap waardoor het rentepercentage is gefixeerd op 4,90%; een algemene lening voor Hightech Components met een langlopend deel ad € 1,1 miljoen. De resterende looptijd van deze lening is 3 jaar en 6 maanden. Het variabele rentedeel is gedurende de looptijd van de lening vastgezet door middel van een renteswap waardoor het rentepercentage is gefixeerd op 2,38%; en een algemene lening voor Hightech Components met een langlopend deel ad € 0,4 miljoen. De resterende looptijd van deze lening is 2 jaar en 6 maanden. Het variabele rentedeel is gedurende de looptijd van de lening vastgezet door middel van een renteswap waardoor het rentepercentage is gefixeerd op 2,35%. x € 1.000 Leningen Lease verplichtingen Totaal Boekwaarde per 31 december 2022 12.841 8.571 21.412 Opgenomen leningen 1.067 1.067 Aflossing leningen -3.453 -2.481 -5.934 Rente 321 321 Valutaverschillen Boekwaarde per 31 december 2023 9.388 7.478 16.866 Opgenomen leningen 1.134 1.134 Aflossing leningen -1.659 -1.879 -3.538 Rente 317 317 Valutaverschillen Boekwaarde per 31 december 2024 7.729 7.050 14.779 Waarvan kortlopend: Per 31 december 2024 1.591 1.677 3.268 Per 31 december 2023 1.659 1.550 3.209 Waarvan langlopend: Per 31 december 2024 6.138 5.373 11.511 Per 31 december 2023 7.730 5.928 13.658 Voor de gehuurde activa zie toelichting 1.31. De ten laste van 2024 verwerkte interestbedragen op leaseverplichtingen bedroegen € 319 duizend (2023: € 325 duizend). De kasstromen van leaseverplichtingen bedroegen € 2,0 miljoen (2023: € 2,1 miljoen). In relatie tot de kredietfaciliteiten zijn aan de banken zekerheden voor beide segmenten verstrekt die betrekking hebben op: krediethypotheek op de onroerende zaken te Noordijk, Doetinchem, Tilburg, Hellevoetsluis en Lommel; pandrecht op voorraden; pandrecht op bedrijfsinventaris; en pandrecht op vorderingen. De reële waarde van de langlopende leningen is ongeveer € 0,1 miljoen hoger (2023: € 0,1 miljoen) dan de boekwaarde. 1.41.2 Overige financiële instrumenten x € 1.000 Put optie Overig Totaal Boekwaarde per 31 december 2022 - 283 283 Mutatie reële waarde -92 -92 Ruiltransactie Boekwaarde per 31 december 2023 - 191 191 Acquisitie 497 497 Mutatie reële waarde -95 -95 Ruiltransactie Boekwaarde per 31 december 2024 497 96 593 De minderheidsaandeelhouders van Proqraft Holding B.V. hebben een optie om vanaf december 2027 hun aandelen geheel of gedeeltelijk te verkopen aan Lias Industries B.V. Deze optie is gewaardeerd tegen de fair value per 31 december 2024 welke is bepaald volgens de ‘Probability Weighted Expected Return’ methode, waarbij toekomstige prognoses een belangrijke aanname zijn voor de waardering. Deze methodiek kwalificeert zich als een niveau 3 reële methode (waardebepaling op basis van niet-beursgenoteerde gegevens en aannames). Daarnaast zijn er rentederivaten opgenomen onder de overige financiële vaste activa. De financiële derivaten hebben betrekking op: een renteswap voor het vastzetten van het variabel rentedeel van de lening met een omvang per ultimo 2024 € 0,6 miljoen, looptijd tot 1 oktober 2025; een renteswap voor het vastzetten van het variabel rentedeel van de lening met een omvang per ultimo 2024 € 0,6 miljoen, looptijd tot 1 juli 2027; en een renteswap voor het vastzetten van het variabel rentedeel van de lening met een omvang per ultimo 2024 € 1,5 miljoen, looptijd tot 1 juli 2028. De reële waarde is gebaseerd op de toekomstige kasstromen over de looptijd en omvang van de contracten. Deze berekening is gebaseerd op andere dan genoteerde prijzen die direct of indirect waarneembaar zijn en kwalificeert zich derhalve als een Level 2-inschatting zoals gedefinieerd in IFRS 13. De afgeleide derivaten kwalificeren als ‘cash flow hedge’ welke 100% effectief zijn per jaareinde (2023: 100%). Er bestaat een directe economische relatie tussen de het hedge instrument en de afgedekte positie, het kredietrisico van het hedge instrument als de afgedekte positie zijn vergelijkbaar en er is sprake van een 1:1 hedge ratio. Er is een hedgereserve gevormd in het eigen vermogen. Mutaties op de waarde van deze swaps worden in het overzicht totaalresultaat verwerkt. 1.42 Overige belastingen en premies sociale verzekeringen (passiva) x € 1.000 2024 2023 Omzetbelasting 360 330 Loonheffing 1.394 1.471 Pensioenen en sociale verzekeringen 1.640 1.584 Totaal overige belastingen en premies sociale verzekeringen 3.394 3.385 1.43 Rekening courant Bank x € 1.000 2024 2023 Boekwaarde per 1 januari 7.621 1.505 Opname/aflossing -7.621 6.116 Rekening-courant bank - 7.621 Op balansdatum is geen gebruik gemaakt van de maximaal beschikbare rekening courant faciliteit (2023: idem). Voor de toelichting van de groepsfaciliteit zie paragraaf 1.46.3. 1.44 Overige schulden en overlopende passiva x € 1.000 2024 2023 Rente 89 142 Personeel gerelateerde kosten 8.059 7.553 Vooruitontvangen bedragen 15.193 30.630 Te betalen commissies aan agenten 3.025 2.792 Overlopende passiva en overige schulden 6.965 7.724 Totaal overige verplichtingen en overlopende passiva 33.331 48.841 1.45 Financiële risicofactoren De activiteiten stellen de Groep bloot aan financiële risico’s, zoals kapitaal-, liquiditeit-, markt-, krediet-, valuta-, grondstofprijs- en renterisico. Het risicomanagement richt zich op het zo veel mogelijk beperken van de negatieve effecten op de financiële prestatie van de Groep. Het risicomanagement wordt uitgevoerd door de directie op basis van door de raad van commissarissen goedgekeurde richtlijnen. De directie identificeert en evalueert financiële risico’s, en dekt deze af in samenwerking met de dochtermaatschappijen van de Groep. 1.45.1 Kapitaalrisico Zoals beschreven in de strategie van Hydratec zijn de volgende doelstellingen omschreven: Er wordt in de bedrijven gestreefd naar een omzetgroei op ten minste markconform niveau, met een bedrijfsresultaat (EBIT) van 8% tot 10% over de omzet. Daarbij dienen de ondernemingen gezond gefinancierd te zijn met een solvabiliteit van ten minste 25%. Deze focus helpt de bedrijven gericht te zijn op continuïteit, hetgeen voor Hydratec een belangrijk instrument is voor bescherming van haar kapitaal. Daarnaast is een heldere dialoog met het management van de bedrijven ten aanzien van de geleverde prestaties van groot belang om zicht te houden op de realisatie van de langetermijndoelstellingen. Hiervoor wordt een eenduidige rapportage en evaluatiecyclus gehanteerd op basis waarvan de dialoog tussen het management van de bedrijven, de directie en de raad van commissarissen van Hydratec plaatsheeft. De vennootschap kent convenanten in het kader van de kredietovereenkomst. 1.45.2 Liquiditeitsrisico Hydratec beheerst de voortschrijdende prognoses van de liquiditeitspositie bestaande uit de kas en kasequivalenten voor € 9,1 miljoen (2023: € 11,1 miljoen) en de bancaire rekening courant faciliteiten voor € 0,1 miljoen (2023: € 7,6 miljoen) op basis van verwachte kasstromen. In het algemeen gebeurt dit op lokaal niveau door de werkmaatschappijen, binnen de door de Groep vastgestelde kaders en limieten. Verder omvat het liquiditeitsbeheer van de Groep het bewaken van bankconvenanten om aan de vereisten van de banken te voldoen, en het onderhouden van aflossingsschema’s. De contractuele uitgaande kasstromen op de lopende financiële instrumenten zijn als volgt: x € 1.000 Totaal < 1 jaar 1-5 jaar > 5 jaar 2023 Schulden aan kredietinstellingen 7.731 1.593 2.900 3.238 9.390 Lease verplichtingen 7.050 1.677 3.538 1.835 7.477 Overige financiële instrumenten 17.492 100 17.392 - 300 Handelscrediteuren 18.156 18.156 - - 18.610 Overige schulden en overlopende passiva ¹ 21.722 21.722 - - 23.109 Rente op financiële instrumenten 1.335 225 594 516 1.525 1De overige schulden en overlopende passiva zijn exclusief vooruitontvangen bedragen en inclusief schulden overige belastingen en sociale verzekering. De rente op financiële instrumenten is gebaseerd op de rentestanden aan het eind van het huidige boekjaar. De verwachting is dat de daadwerkelijke uitgaande kasstromen naar verwachting niet (veel) eerder zullen plaatsvinden dan in bovenstaande tabel staat weergegeven. 1.45.3 Kredietrisico Het management hanteert interne grondslagen voor het beheersen van het kredietrisico waarop doorlopend toezicht wordt gehouden. Op alle vorderingen met derden wordt, indien relevant, een kredietwaardigheidsbeoordeling toegepast, in overweging nemend de financiële positie, ervaringen uit het verleden, macro-economische ontwikkelingen en andere factoren. Er zijn kredietverzekeringen afgesloten die voorzien in een dekking van uitstaande vorderingen, waarbij het maximale kredietbedrag per individuele relatie wordt bepaald. Alleen banken en financiële instellingen met minimaal een onafhankelijk bepaalde rating van ‘A’ of hoger worden geaccepteerd. De totale debiteurenpositie ultimo 2024 bedraagt respectievelijk € 20,2 miljoen voor Industrial Systems (2023: € 27,8 miljoen) en € 18,7 miljoen voor Hightech Components (2023: € 19,3 miljoen). Voor de ouderdomsanalyse van de debiteuren wordt verwezen naar toelichting 1.34. 1.45.4 Marktrisico Hydratec is onderhevig aan de volgende potentiële marktrisico’s: grondstofprijsrisico: het risico dat fluctuaties in de inkoopprijzen van grondstoffen de winstgevendheid van de bedrijven negatief beïnvloeden; valutarisico: het risico dat de waarde van een financieel instrument verandert als gevolg van fluctuaties van valutakoersen; renterisico: het risico dat rentelasten stijgen als gevolg van veranderingen in marktrentes. Hydratec dekt valuta en renterisico's af door middel van de aan- en verkoop van derivaten. Hydratec tracht de volatiliteit in de winst- en verliesrekening zo veel mogelijk te beperken door het toepassen van hedge accounting. Bovenstaande risico’s zijn hierna verder beschreven. 1.45.5 Grondstofprijsrisico De Groep koopt voor de bedrijven binnen Hightech Components grondstoffen in die direct dan wel indirect als ‘commodity’ kunnen worden aangemerkt. Het risico van prijsschommelingen is beperkt door afspraken met klanten waarin grondstofprijsstijgingen deels kunnen worden doorberekend. 1.45.6 Valutarisico De Groep bezit monetaire posten in andere valuta dan de euro. In de consolidatiekring betreft het voornamelijk Helvoet en Rollepaal in India, Helvoet in Polen, Polmer in Polen, Pas Reform North America in USA als ook Pas Reform do Brasil en ION. Lokale activa en passiva worden voornamelijk gewaardeerd tegen lokale valuta. Fluctuaties in valutawisselkoersen tussen begin- en eindbalansdatum zorgen voor waarderingsverschillen bij het herleiden van dergelijke activa en passiva in euro’s tijdens het consolidatieproces. Dergelijke verschillen worden verantwoord in de niet-gerealiseerde translatieresultaten binnen het vermogen van de Groep. Voor nadere informatie wordt verwezen naar 1.38.3 Uitgaande van de monetaire posten van deze dochterondernemingen ultimo 2024 is de impact van een fluctuatie van de lokale valuta: een fluctuatie van de Indiase roepie versus de euro van 10% heeft een mutatie van € 96 duizend tot gevolg; een fluctuatie van de Braziliaanse real versus de euro van 10% heeft een mutatie van € 68 duizend tot gevolg; een fluctuatie van de Poolse zloty versus de euro van 10% heeft een mutatie van € 85 duizend tot gevolg; een fluctuatie van de Amerikaanse dollar versus de euro van 10% heeft een mutatie van € 128 duizend tot gevolg. 1.45.7 Renterisico De Groep beschikt over kredietfaciliteiten met een rentepercentage dat afhankelijk is van de European Interbank Offered Rate (Euribor). De met rentevaste swaps gecombineerde faciliteiten zijn ultimo 2024 voor 100% afgedekt. De swaps worden op reële waarde gewaardeerd. De waardemutatie in 2024 was € 80 duizend negatief (2023: € 96 duizend positief). De schulden aan kredietinstellingen waarover een renterisico gelopen wordt bedragen ultimo 2024 € 0,1 miljoen (2023: € 7,6 miljoen). De Groep beschikt per balansdatum over liquide middelen ter grootte van € 8,8 miljoen (2023: € 10,6 miljoen). Als de rente met één procentpunt stijgt, heeft dit een invloed op het resultaat vóór belasting tot gevolg van ongeveer € 0,1 miljoen positief. 1.46 Niet in balans opgenomen verplichtingen 1.46.1 Aangegane verplichtingen tot kapitaalsinvesteringen Ultimo 2024 is de Groep voor € 0,3 miljoen verplichtingen aangegaan voor de aanschaf van machines (2023: € 0,9 miljoen). 1.46.2 Bankgaranties De Groep heeft bankgaranties verstrekt met een totale waarde van € 4,6 miljoen (2023: € 2,4 miljoen). Deze bankgaranties zijn voornamelijk verstrekt aan klanten voor het succesvol voltooien van machinebouwprojecten. 1.46.3 Groepsfaciliteit Er is voor Hydratec een Euribor groepfaciliteit afgesproken bij ABN AMRO Bank met een cash pool faciliteit en onderlinge hoofdelijke aansprakelijkheid bestaande uit een rekening courant faciliteit per 31 december 2024 met een maximum van € 41,0 miljoen welke elk jaar op 1 januari verlaagd wordt met € 1,5 miljoen tot € 36,0 miljoen. De opslag voor deze 1-maands gemiddeld Euribor faciliteit bedraagt 1,50% per jaar vermeerderd met de dan geldende markttoeslag (was 0,30% op balansdatum). Daarnaast geldt een bereidstellingsprovisie van 0,50%. De rekeningcourant muteert op dagelijkse basis. Ten aanzien van de kredietovereenkomst zijn de volgende convenanten afgesproken per 31 december 2024: de debt/EBITDA verhouding moet kleiner zijn dan 2,5; EBITDA-floor van € 17,5 miljoen Per balansdatum voldoet Hydratec aan alle afgesproken convenanten. Onder de definitie van de kredietverstrekker bevat debt alle rentedragende schulden. Op balansdatum is geen gebruik gemaakt van de beschikbare rekening courant faciliteit (2023: idem). 1.47 Transacties verbonden partijen In 2024 hebben er geen transacties met verbonden partijen plaatsgevonden anders dan: beloning aan directie en raad van commissarissen, zie toelichting 1.25.3. 1.48 Gebeurtenissen na balansdatum Er hebben zich geen gebeurtenissen na balansdatum voorgedaan die tot materiële wijzigingen leiden. Enkelvoudige jaarrekening 2024 Enkelvoudige balans per 31 december vóór verwerking van het resultaat x € 1.000 Toelichting 2024 2023 ACTIVA Immateriële vaste activa Goodwill 2.2 13.487 13.487 Software 20 36 Materiële vaste activa Gebruiksrechten op gehuurde activa 54 118 Materiële vaste activa 8 13 Financiële vaste activa 2.3 Deelnemingen in groepsmaatschappijen 97.409 94.497 Leningen aan groepsmaatschappijen 11.273 1.500 Vlottende activa Vorderingen op groepsmaatschappijen 16.348 16.543 Overige vorderingen en overlopende activa 1.530 75 Liquide middelen Bank 1.124 - Totaal activa 141.253 126.269 x € 1.000 Toelichting 2024 2023 PASSIVA Eigen vermogen 2.5 Geplaatst kapitaal 586 584 Agioreserve 6.803 6.667 Reserve omrekeningsverschillen -2.034 -2.289 Hedgereserve -95 10 Overige wettelijke reserve 1.498 1.534 Herwaarderingsreserve - - Reserve voor geactiveerde kosten van ontwikkeling 1.054 1.054 Overige reserve 78.549 70.564 Onverdeeld resultaat 18.218 15.693 104.579 93.817 Voorzieningen 2.6 877 797 Kortlopende schulden Schulden aan kredietinstellingen 2.7 - 7.621 Handelscrediteuren 597 200 Schulden aan groepsmaatschappijen 2.4 34.053 21.902 Overige schulden en overlopende passiva 2.8 1.147 1.932 35.797 31.655 Totaal passiva 141.253 126.269 Enkelvoudige winst- en verliesrekening x € 1.000 Toelichting 2024 2023 Bedrijfskosten Lonen, salarissen en inleenkrachten 2.10 -1.762 -1.786 Sociale lasten en pensioenen -209 -164 Overige bedrijfskosten -1.418 59 Bedrijfsresultaat -3.389 -1.891 Financiële baten en lasten 884 770 Resultaat voor belastingen -2.505 -1.121 Belastingen 645 288 Resultaat deelnemingen 20.078 16.526 Nettoresultaat 18.218 15.693 Toelichting bij de enkelvoudige jaarrekening 2.1 Grondslagen voor de waardering van activa en passiva en de resultaatbepaling De enkelvoudige jaarrekening is opgesteld volgens de wettelijke bepalingen van Titel 9 Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek. Hydratec maakt voor de bepaling van de grondslagen voor de waardering van activa en passiva en resultaatbepaling van zijn enkelvoudige jaarrekening gebruik van de optie die wordt geboden in artikel 2.362 lid 8 BW. Dit houdt in dat de grondslagen voor de waardering van activa en passiva en resultaatbepaling van de enkelvoudige jaarrekening van Hydratec gelijk zijn aan die van de geconsolideerde jaarrekening. Hierbij worden deelnemingen, waarop invloed van betekenis wordt uitgeoefend, gewaardeerd volgens de nettovermogenswaardemethode. De geconsolideerde jaarrekening is opgesteld volgens de door de International Accounting Standards Board vastgestelde en door de Europese Unie aanvaarde standaarden. Voor een beschrijving van deze grondslagen wordt verwezen naar de grondslagen bij de geconsolideerde jaarrekening. De enkelvoudige jaarrekening is opgesteld op basis van het continuïteitsbeginsel waarbij wordt verwezen naar paragraaf 1.1.3 van de geconsolideerde jaarrekening. Het aandeel in het resultaat van ondernemingen waarin wordt deelgenomen omvat het aandeel van Hydratec in de resultaten van deze deelnemingen. Resultaten op transacties waarbij overdracht van activa en passiva tussen Hydratec en zijn deelnemingen en tussen deelnemingen onderling heeft plaatsgevonden, zijn niet verwerkt voor zover deze als niet gerealiseerd kunnen worden beschouwd. 2.2 Goodwill De vennootschappelijke opgenomen goodwill van € 13.487 duizend bestaat uit de bedragen gerelateerd aan Royal Pas Reform en Lan Handling Technologies (2023: € 13.487 duizend). 2.3 Verloopoverzicht financiële vaste activa 2.3.1 Financiële vaste activa x € 1.000 Deelnemingen Stand per 1 januari 2023 89.920 Resultaat deelnemingen 16.526 Dividenden groepsmaatschappijen -11.700 Reserve omrekeningsverschillen -157 Mutatie hedge-reserve -92 Overige wettelijke reserve - Kapitaalstortingen - Stand per 31 december 2023 94.497 Resultaat deelnemingen 20.078 Dividenden groepsmaatschappijen -17.300 Reserve omrekeningsverschillen 239 Mutatie hedge-reserve -105 Overige wettelijke reserve Kapitaalstortingen Stand per 31 december 2024 97.409 Hydratec bezit (tenzij anders vermeld) direct en indirect aandelen in de volgende vennootschappen (tussen haakjes het aandelenbelang anders dan 100%) per 31 december 2024. Helvoet Deutschland GmbH en Helvoet Rubber & Plastic Technologies GMBH & CO KG betreffen door de insolventieaanvraag 100% deelnemingen zonder overheersende zeggenschap, derhalve is ultimo boekjaar sprake van eigen vermogensinstrumenten. Lias Industries B.V. heeft in december 2024 een belang van 60% verworven in Proqraft Holding B.V. waarbij geen overheersende zeggenschap wordt uitgeoefend. Naam Vestigingsplaats Timmerije B.V. Neede Lias Industries B.V. Amersfoort Pas Reform B.V. Zeddam Pas Reform Participações LTDA São Paulo, Brazilië Pas Reform do Brasil LTDA São Paulo, Brazilië Windmolen Holding LTDA São Paulo, Brazilië ION (54,5%) São Paulo, Brazilië Pas Reform North America LLC Jacksonville, VS Lias Vastgoed B.V. Zeddam Lan Handling Technologies B.V. Tilburg Lan Vastgoed B.V. Tilburg ABAR Automation B.V. Halfweg LAN Handling Solutions B.V. Tilburg LAN Robotics B.V. Tilburg LAN Services International B.V. Tilburg Lan Handling North America LLC Jacksonville, VS Polmer Sp. z o.o. Wroclaw, Polen Helvoet Rubber & Plastic Technologies B.V. Tilburg Helvoet Rubber & Plastic Technologies N.V. Lommel, België High Technology Plastics (India) Pvt. Ltd. Pune, India Helvoet Deutschland GmbH Gilching, Duitsland Helvoet Rubber & Plastic Technologies GMBH & CO KG Gilching, Duitsland Helvoet Polska Sp. z.o.o. Kaniów, Polen Rollepaal Pipe Extrusion Technology B.V. Dedemsvaart Rollepaal Inc. Baltimore, VS Rollepaal Engineering India Pvt. Ltd. Ahmedabad, India Hydratec Holdco B.V. Amersfoort Hydratec Sub B.V. Amersfoort Proqraft Holding B.V. (60%) Emmeloord Proqraft B.V. (60%) Emmeloord Eqraft Inc. (60%) Richland, VS 2.3.2 Leningen aan groepsmaatschappijen x € 1.000 Leningen aan groepsmaatschappijen Boekwaarde per 1 januari 2024 1.500 Uitgegeven lening 13.027 Aflossing leningen -3.350 Rente 96 Boekwaarde per 31 december 2024 11.273 De leningen betreffen leningen aan groepsmaatschappijen en hebben betrekking op: een lening met een boekwaarde van € 1,5 miljoen (2023: € 1,5 miljoen) en een looptijd tot 31 december 2032. De interest bedraagt 5% per jaar; en een lening met een boekwaarde van € 9,8 miljoen (2023: nihil) en een looptijd tot 18 december 2029. De interest bedraagt 1-maands Euribor met een opslag van 2,3%. 2.4 Groepsmaatschappijen De vorderingen en schulden aan groepsmaatschappijen hebben betrekking op rekeningcourant posities welke samenhangen met de bancaire faciliteit en een direct opeisbare lening waar een marktconforme rente over berekend wordt. 2.5 Eigen vermogen Voor het verloopoverzicht van het vermogen wordt verwezen naar toelichting 1.38. Per 31 december 2024 staan 1.298.307 aandelen van € 0,45 (2023: 1.297.212 aandelen) nominaal uit. Er zijn geen rechten toegekend voor het nemen van aandelen in het kapitaal van de vennootschap. 2.6 Voorzieningen x € 1.000 2024 2023 Boekwaarde per 1 januari 797 785 Transfer kortlopend - - Vrijval - -258 Dotaties gedurende het jaar 80 270 Boekwaarde per 31 december 877 797 De voorzieningen hebben betrekking op SAR-regelingen. Voor nadere toelichting zie hoofdstuk 1.40.4. De looptijd is langlopend. 2.7 Schulden aan kredietinstellingen De schulden aan kredietinstellingen hebben betrekking op de rekening courant met de bank. Zie toelichting 1.43. 2.8 Overige schulden en overlopende passiva De overige schulden bestaan uit te betalen sociale lasten, nog te betalen kosten en overige verplichtingen. 2.9 Niet uit balans blijkende verplichtingen De vennootschap is per 1 juli 2021 onderdeel van een fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting. Afrekening vindt plaats via de vordering- of schuld aan groepsmaatschappijen. Hydratec heeft aan de volgende vennootschappen een aansprakelijkheidsverklaring afgegeven: Timmerije B.V. ABAR Automation B.V. Lias Industries B.V. LAN Handling Solutions B.V. Pas Reform B.V. LAN Robotics B.V. Lias Vastgoed B.V. LAN Services International B.V. Lan Handling Technologies B.V. Lan Vastgoed B.V. Rollepaal Pipe Extrusion Technology B.V. Tevens heeft Hydratec zich hoofdelijk verbonden aan de bancaire bankfaciliteit zoals beschreven in 1.43. Deze verbondenheid geldt ten aanzien van de onderstaande vennootschappen: Timmerije B.V. LAN Handling Solutions B.V. Lias Industries B.V. LAN Robotics B.V. Pas Reform B.V. LAN Services International B.V. Lias Vastgoed B.V. Helvoet Rubber & Plastic Technologies B.V. Lan Handling Technologies B.V. Helvoet Rubber & Plastic Technologies N.V. ABAR Automation B.V. Rollepaal Pipe Extrusion Technologie B.V. Lan Vastgoed B.V. 2.10 Personeelskosten Er waren gedurende 2024 gemiddeld 7 personeelsleden in dienst van de vennootschap (2023: zes). Voor de beloning van de directie wordt verwezen naar toelichting 1.25.3. Amersfoort, 6 maart 2025 Statutaire Directie B.F. Aangenendt E.H. Slijkhuis Raad van commissarissen D.J. Raithel J. ten Cate M.E.P. Sanders P. Veenema Overige gegevens Winstbestemming In artikel 34 van de statuten is ten aanzien van de winstverdeling het volgende bepaald: Van de winst, zoals deze blijkt uit de door de algemene vergadering vastgestelde jaarrekening zullen zodanige bedragen worden gereserveerd als de directie onder goedkeuring van de raad van commissarissen zal bepalen. Het tenslotte overblijvende gedeelte van de winst staat ter vrije beschikking van de algemene vergadering. Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Aan: de aandeelhouders en raad van commissarissen van Hydratec Industries N.V. Verklaring over de in het jaarverslag opgenomen jaarrekening 2024 Ons oordeel Wij hebben de in dit jaarverslag opgenomen jaarrekening 2024 van Hydratec Industries N.V. te Amersfoort gecontroleerd. De jaarrekening omvat de geconsolideerde jaarrekening en de enkelvoudige jaarrekening. Naar ons oordeel: geeft de geconsolideerde jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van het vermogen van Hydratec Industries N.V. per 31 december 2024 en van het resultaat en de kasstromen over 2024 in overeenstemming met IFRS Accounting Standards zoals goedgekeurd binnen de Europese Unie (IFRS Accounting Standards) en met Titel 9 Boek 2 BW; geeft de enkelvoudige jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van het vermogen van Hydratec Industries N.V. per 31 december 2024 en van het resultaat over 2024 in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW. De geconsolideerde jaarrekening bestaat uit: de geconsolideerde balans per 31 december 2024; de volgende overzichten over 2024: de geconsolideerde winst-en-verliesrekening, het geconsolideerd overzicht van het totaalresultaat, het geconsolideerd mutatieoverzicht eigen vermogen en het geconsolideerd kasstroomoverzicht; de toelichting met informatie van materieel belang over de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en overige toelichtingen. De enkelvoudige jaarrekening bestaat uit: de enkelvoudige balans per 31 december 2024; de enkelvoudige winst- en verliesrekening over 2024; de toelichting met een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen. De basis voor ons oordeel Wij hebben onze controle uitgevoerd volgens het Nederlands recht, waaronder ook de Nederlandse controlestandaarden vallen. Onze verantwoordelijkheden op grond hiervan zijn beschreven in de sectie Onze verantwoordelijkheden voor de controle van de jaarrekening. Wij zijn onafhankelijk van Hydratec Industries N.V. (hierna ook wel: Hydratec of de onderneming) zoals vereist in de Europese verordening betreffende specifieke eisen voor de wettelijke controles van financiële overzichten van organisaties van openbaar belang, de Wet toezicht accountantsorganisaties (Wta), de Verordening inzake de onafhankelijkheid van accountants bij assurance-opdrachten (ViO) en andere voor de opdracht relevante onafhankelijkheidsregels in Nederland. Verder hebben wij voldaan aan de Verordening gedrags- en beroepsregels accountants (VGBA). Wij vinden dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel. Informatie ter ondersteuning van ons oordeel Wij hebben onze controlewerkzaamheden bepaald in het kader van de controle van de jaarrekening als geheel en bij het vormen van ons oordeel hierover. Onderstaande informatie ter ondersteuning van ons oordeel en onze bevindingen moeten in dat kader worden bezien en niet als afzonderlijke oordelen of conclusies. Ons inzicht in de onderneming Hydratec levert industriële systemen en hightech componenten om duurzaam in de groeiende behoefte aan voedsel, gezondheid en mobiliteit te voorzien. De groepsstructuur bestaat voornamelijk uit twee bedrijven die hightech componenten ontwikkelen en produceren (Helvoet en Timmerije) en drie bedrijven die industriële systemen produceren (Royal Pas Reform, Rollepaal, en LAN Handling Solutions) en wij hebben onze controle daarop ingericht. Er zijn groepsonderdelen die naast een vestiging in Nederland ook vestigingen hebben in België, Polen, de Verenigde Staten, India en Brazilië. Wij hebben bijzondere aandacht in onze controle besteed aan een aantal onderwerpen op basis van de activiteiten van de groep en onze risicoanalyse. Wij hebben de materialiteit bepaald en de risico’s geïdentificeerd en ingeschat dat de jaarrekening afwijkingen van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten, om in reactie op deze risico’s de controlewerkzaamheden te bepalen ter verkrijging van controle-informatie die voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel. Materialiteit Materialiteit € 2.200.000 (2023: € 2.300.000) Toegepaste benchmark 0,8% van de netto-omzet over 2024 Nadere toelichting Wij beschouwen de netto-omzet als de meest geschikte benchmark, omdat wij verwachten dat de belangrijkste gebruikers van de jaarrekening zich met name richten op de ontwikkeling van de netto-omzet. De strategie van Hydratec is om met alle activiteiten consistent en over een langere periode een groei van omzet en resultaat te realiseren. De wijze waarop wij de materialiteit hebben bepaald, is consistent met voorgaand boekjaar. Wij houden ook rekening met afwijkingen en/of mogelijke afwijkingen die naar onze mening voor de gebruikers van de jaarrekening om kwalitatieve redenen materieel zijn. Wij zijn met de raad van commissarissen overeengekomen dat wij aan de raad tijdens onze controle geconstateerde afwijkingen boven € 110.000 rapporteren, alsmede kleinere afwijkingen die naar onze mening om kwalitatieve redenen relevant zijn. Reikwijdte van de groepscontrole Hydratec staat aan het hoofd van een groep entiteiten (groepsonderdelen). De financiële informatie van deze groep is opgenomen in de jaarrekening. Wij zijn verantwoordelijk voor het plannen en uitvoeren van de groepscontrole om voldoende en geschikte controle-informatie te verkrijgen met betrekking tot de financiële informatie van de entiteiten of bedrijfsonderdelen binnen de groep als basis voor het vormen van een oordeel over de jaarrekening. Tevens zijn wij verantwoordelijk voor de aansturing van, het toezicht op, de beoordeling en de evaluatie van de controlewerkzaamheden die in het kader van de groepscontrole zijn uitgevoerd. Wij dragen de volledige verantwoordelijkheid voor onze controleverklaring. Op basis van ons inzicht in de groep en haar omgeving, het van toepassing zijnde verslaggevingsstelsel en het interne beheersingssysteem van de groep, hebben wij risico’s op een afwijking van materieel belang in de jaarrekening en de belangrijke posten en toelichtingen geïdentificeerd en ingeschat. Op basis van deze risico-inschatting hebben we de aard, timing en omvang van de uitgevoerde controlewerkzaamheden bepaald, inclusief de entiteiten of bedrijfsonderdelen binnen de groep (groepsonderdelen) waar controlewerkzaamheden worden uitgevoerd. Daarbij hebben wij rekening gehouden met de aard van de relevante gebeurtenissen en omstandigheden die aanleiding gaven tot de geïdentificeerde risico's op een afwijking van materieel belang in de jaarrekening, het verband dat deze risico’s hebben met groepsonderdelen alsmede de materialiteit of de financiële omvang van groepsonderdelen ten opzichte van de groep. Wij hebben de controlewerkzaamheden zelf uitgevoerd of de uit te voeren controlewerkzaamheden en geïdentificeerde risico's gecommuniceerd middels instructies aan accountants van groepsonderdelen. Wij hebben accountants van groepsonderdelen verzocht om aangelegenheden te communiceren met betrekking tot de financiële informatie van het groepsonderdeel die relevant zijn voor het identificeren en inschatten van risico's. Wij hebben: zelf controlewerkzaamheden uitgevoerd op groepsniveau met betrekking tot onderwerpen zoals de waardering van goodwill, deelnemingen, gehuurde activa en huurverplichtingen, eigen vermogen, de voorzieningen gerelateerd aan personeelsbeloningen, overige voorzieningen, voorziening garantieverplichtingen, de langlopende schulden, overige omzet, de winstbelastingposities en de continuïteitsveronderstelling. zelf de controlewerkzaamheden uitgevoerd van de volgende groepsonderdelen in Nederland: Royal Pas Reform, LAN Handling Solutions, Helvoet, Rollepaal, Timmerije. twee groepsonderdelen geselecteerd (Helvoet België en Helvoet India) waarbij controlewerkzaamheden in het kader van de groepscontrole zijn uitgevoerd door andere accountants uit ons EY Global netwerk; en zelf specifieke controlewerkzaamheden uitgevoerd op de liquide middelen van Pas Reform North America. Dit resulteerde in een dekking van 98% van het resultaat vóór belastingen, 91% van de netto-omzet en 80% van de totale activa. Voor andere groepsonderdelen hebben wij analytische procedures uitgevoerd ter bevestiging dat onze risicoanalyse en de reikwijdte van de groepscontrole gedurende de controle passend bleven. We hebben de toereikendheid van de rapportages van accountants van de groepsonderdelen beoordeeld en geëvalueerd en waar nodig belangrijke werkdocumenten beoordeeld om risico’s op een afwijking van materieel belang te adresseren. Voor Helvoet België en Helvoet India hielden we planningsvergaderingen, vergaderingen die van belang waren gegeven de omstandigheden en hebben we afsluitende vergaderingen bijgewoond van de directie en de accountant van het groepsonderdeel. Tijdens deze vergaderingen werden onder andere de planning, de uitgevoerde procedures op basis van de risicoanalyse, bevindingen en observaties besproken. Eventueel verdere controlewerkzaamheden die nodig werden geacht door de groepsaccountant of de accountants van groepsonderdelen, zijn bepaald en vervolgens uitgevoerd. Door bovengenoemde werkzaamheden bij (groeps)onderdelen, gecombineerd met aanvullende werkzaamheden op groepsniveau, hebben wij voldoende en geschikte controle-informatie met betrekking tot de financiële informatie van de groep verkregen om een oordeel te geven over de jaarrekening. Opdrachtteam en gebruikmaken van het werk van specialisten Wij hebben zorggedragen dat het opdrachtteam zowel op het niveau van de groep als op het niveau van de groepsonderdelen over de juiste kennis en vaardigheden beschikt die nodig zijn voor de controle van een beursgenoteerd productiebedrijf. Wij hebben in het opdrachtteam specialisten opgenomen op het gebied van IT audit, forensische accountancy, duurzaamheid en belastingspecialisten. Daarnaast hebben wij eigen deskundigen ingeschakeld voor de controle van de waardering van de goodwill. Onze aandacht voor klimaatrisico’s en de energietransitie Klimaatverandering en de energietransitie bepalen in belangrijke mate de maatschappelijke agenda. Zaken als CO2-reductie hebben een impact op de financiële verslaggeving, omdat deze onder meer risico’s meebrengen voor de bedrijfsvoering, de waardering van activa en voorzieningen of de houdbaarheid van het bedrijfsmodel en toegang tot financiële markten van bedrijven met een grotere CO2-voetafdruk. De directie rapporteert in de Duurzaamheidsrapportage in het bestuursverslag over materiële impacts, risico’s en kansen, waaronder klimaatrisico’s en het beleid en geformuleerde acties. Als onderdeel van onze controle van de jaarrekening, hebben wij geëvalueerd in hoeverre bij schattingen en belangrijke veronderstellingen met name met betrekking tot bijzondere waardevermindering van goodwill, alsmede in de opzet van relevante interne beheersmaatregelen Hydratec rekening houdt met klimaatrisico’s en de mogelijke effecten van de energietransitie en met toezeggingen en feitelijke verplichtingen op dit gebied. Verder hebben wij het bestuursverslag gelezen en overwogen of er een inconsistentie van materieel belang is tussen de niet-financiële informatie in het hoofdstuk “Duurzaamheidsrapportage” en de jaarrekening. Op basis van onze controlewerkzaamheden achten wij de klimaatrisico’s niet van materieel belang voor de in de jaarrekening verwerkte schattingen of belangrijke veronderstellingen per 31 december 2024. Onze focus op fraude en het niet-naleven van wet- en regelgeving Onze verantwoordelijkheid Hoewel wij niet verantwoordelijk zijn voor het voorkomen van fraude of het niet-naleven van wet- en regelgeving en van ons niet verwacht kan worden dat wij het niet-naleven van alle wet- en regelgeving ontdekken, is het onze verantwoordelijkheid om een redelijke mate van zekerheid te verkrijgen dat de jaarrekening als geheel geen afwijkingen van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten. Bij fraude is het risico dat een afwijking van materieel belang niet ontdekt wordt groter dan bij fouten. Bij fraude kan sprake zijn van samenspanning, valsheid in geschrifte, het opzettelijk nalaten transacties vast te leggen, het opzettelijk verkeerd voorstellen van zaken of het doorbreken van de interne beheersing. Onze controleaanpak met betrekking tot frauderisico’s Wij hebben de risico’s geïdentificeerd en ingeschat op een afwijking van materieel belang in de jaarrekening die het gevolg is van fraude. Wij hebben tijdens onze controle inzicht verkregen in de onderneming en haar omgeving, de componenten van het interne beheersingssysteem, waaronder het risico-inschattingsproces en de wijze waarop de directie inspeelt op frauderisico’s en het interne beheersingssysteem monitort en de wijze waarop de raad van commissarissen toezicht uitoefent, alsmede de uitkomsten daarvan. Wij verwijzen naar hoofdstuk “Risicobeheer” van het jaarverslag, waarin de (fraude)risicoanalyse van de directie is opgenomen en “het verslag van de Raad van Commissarissen” waarin de raad op deze (fraude)risicoanalyse reflecteert. Wij hebben de opzet en de relevante aspecten van het interne beheersingssysteem en in het bijzonder de frauderisicoanalyse geëvalueerd alsook bijvoorbeeld de gedragscode, klokkenluidersregeling en de incidentenregistratie. Wij hebben de opzet en het bestaan geëvalueerd van interne beheersmaatregelen gericht op het mitigeren van frauderisico’s. Als onderdeel van ons proces voor het identificeren van frauderisico’s, hebben wij frauderisicofactoren overwogen met betrekking tot frauduleuze financiële verslaggeving, oneigenlijke toe-eigening van activa en omkoping en corruptie in nauwe samenwerking met onze forensische specialisten. Wij hebben hierbij overwogen dat de groepsonderdelen Royal Pas Reform en Rollepaal beschikken over een internationaal klantennetwerk en werken met lokale partners en/of agenten in diverse landen, waaronder een aantal hoog-risicolanden, zoals toegelicht in sectie 1.27 “Overige bedrijfskosten” van de toelichting op de geconsolideerde jaarrekening. Wij hebben geëvalueerd of deze factoren een indicatie vormden voor de aanwezigheid van het risico op afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude. In onze controle bouwen wij een element in van onvoorspelbaarheid. Ook hebben wij de uitkomst van andere controlewerkzaamheden beoordeeld en overwogen of er bevindingen zijn die aanwijzing geven voor fraude of het niet-naleven van wet- en regelgeving. Wij houden rekening met het risico dat het management interne beheersmaatregelen kan doorbreken, aangezien dit risico in alle organisaties aanwezig is. Vanwege dit risico hebben wij onder meer schattingen beoordeeld op tendenties die mogelijk een risico vormen op een afwijking van materieel belang als gevolg van fraude, met name gericht op belangrijke gebieden die oordeelsvorming vereisen en significante schattingsposten, zoals toegelicht in toelichting 1.3 “Schattingen en oordeelsvorming door het management” in de jaarrekening. Ook hebben wij data-analyse gebruikt om journaalposten met een verhoogd risico te signaleren en te toetsen en de zakelijke beweegredenen (of het ontbreken daarvan) beoordeeld van bijzondere transacties, waaronder die met verbonden partijen. De volgende frauderisico’s die wij hebben geïdentificeerd vereisten significante aandacht in onze controle. Veronderstelde frauderisico’s bij de opbrengstenverantwoording Frauderisico Wij zijn uitgegaan van de veronderstelling dat er bij de opbrengstenverantwoording frauderisico’s bestaan. Volgens onze inschatting geven met name de opbrengsten uit projecten (over een periode) en de opbrengsten uit de levering van goederen (op een tijdstip) aanleiding tot deze risico’s. Onze controleaanpak Wij verwijzen naar het kernpunt “Risico op onjuiste omzetverantwoording” waarin wij dit frauderisico behandelen en onze controleaanpak ten aanzien van dit frauderisico beschrijven. Wij hebben kennisgenomen van de beschikbare informatie en om inlichtingen gevraagd bij leden van de directie, directies van groepsonderdelen en de raad van commissarissen. Uit de door ons geïdentificeerde frauderisico’s, ontvangen inlichtingen en andere beschikbare informatie volgen geen specifieke aanwijzingen voor fraude of vermoedens van fraude met een mogelijk materieel belang voor het beeld van de jaarrekening. Onze controleaanpak met betrekking tot het risico van niet voldoen aan wet- en regelgeving Wij hebben passende controlewerkzaamheden verricht inzake de naleving van de bepalingen van de relevante wet- en regelgeving die van directe invloed zijn op de verantwoorde bedragen en toelichtingen in de jaarrekening. Daarnaast hebben wij de omstandigheden ingeschat met betrekking tot het risico van niet-naleven van wet- en regelgeving waarvan redelijkerwijs kan worden verwacht dat deze van materiële invloed kunnen zijn op de jaarrekening, op basis van onze ervaring in de sector, door afstemming met de directie, het lezen van notulen en het uitvoeren van gegevensgerichte werkzaamheden gericht op transactiestromen, jaarrekeningposten en toelichtingen. Wij zijn door de directie geïnformeerd dat er geen correspondentie is geweest met toezichthouders en zijn alert gebleven op indicaties voor een (mogelijke) niet-naleving gedurende de controle, waaronder (mogelijke) niet-naleving van sanctiewetgeving. Ten slotte hebben wij schriftelijk de bevestiging ontvangen dat alle bekende gebeurtenissen van niet-naleving van wet- en regelgeving met ons zijn gedeeld. Onze controleaanpak met betrekking tot de continuïteitsveronderstelling Zoals toegelicht in secties “1.1.3 continuïteit” en 1.2 “Overeenstemmingsverklaring” van de toelichting op de geconsolideerde jaarrekening, is de jaarrekening opgemaakt op basis van de continuïteitsveronderstelling. Bij het opmaken van de jaarrekening heeft de directie een specifieke beoordeling gemaakt van de mogelijkheid van de onderneming om haar continuïteit te handhaven en de activiteiten voort te zetten voor de voorzienbare toekomst. Wij hebben de specifieke beoordeling met de directie besproken en professioneel-kritisch geëvalueerd. Wij hebben overwogen of de specifieke beoordeling van de directie op basis van onze kennis en ons begrip, verkregen vanuit de jaarrekeningcontrole of anderszins, alle relevante gebeurtenissen en omstandigheden bevat waardoor gerede twijfel zou kunnen bestaan of de onderneming haar bedrijfsactiviteiten in continuïteit kan voortzetten. Als wij concluderen dat er een onzekerheid van materieel belang bestaat, zijn wij verplicht om aandacht in onze controleverklaring te vestigen op de relevante gerelateerde toelichtingen in de jaarrekening. Als de toelichtingen inadequaat zijn, moeten wij onze verklaring aanpassen. Op basis van onze werkzaamheden hebben wij geen materiële onzekerheden ten aanzien van de continuïteit geïdentificeerd. Onze conclusies zijn gebaseerd op de controle-informatie die verkregen is tot de datum van onze controleverklaring. Toekomstige gebeurtenissen of omstandigheden kunnen er echter toe leiden dat een onderneming haar continuïteit niet langer kan handhaven. De kernpunten van onze controle In de kernpunten van onze controle beschrijven wij zaken die naar ons professionele oordeel het meest belangrijk waren tijdens onze controle van de jaarrekening. De kernpunten van onze controle hebben wij met de raad van commissarissen gecommuniceerd, maar vormen geen volledige weergave van alles wat is besproken. In 2024 hebben wij het risico op een afwijking van materieel belang in de jaarrekening als gevolg van transacties met lokale partners en agenten in hoog-risico-landen heroverwogen. Als gevolg hiervan beschouwen wij het “Risico op fraude en overtreding van wet- en regelgeving (anti-corruptie)” niet langer als een kernpunt van onze controle. Risico op onjuiste omzetverantwoording Risico Wij veronderstellen op basis van onze inschatting dat de opbrengsten uit projecten (over een periode) en de opbrengsten uit de levering van goederen (op een tijdstip) aanleiding geven tot het risico op onjuiste omzetverantwoording. Deze netto-omzet is toegelicht in sectie 1.19 “Netto-omzet” van de geconsolideerde jaarrekening. Het risico bestaat dat de omzetverantwoording wordt gemanipuleerd om te voldoen aan de verwachtingen ten aanzien van de omzetgroei. Bij omzetstromen waarbij omzet over een periode wordt verantwoord bestaat het risico op een bewust onjuiste inschatting van voortgang en verwachte kosten voor lopende contracten. Dit geldt voor de Nederlandse werkmaatschappijen Helvoet, Rollepaal en LAN Handling Solutions. Bij omzetstromen waarbij omzet op een moment op een tijdstip wordt verantwoord bestaat het risico op het verantwoorden van omzet rond balansdatum en handmatige boekingen zonder dat een prestatieverplichting is vervuld. Dit geldt voor de Nederlandse werkmaatschappijen Royal Pas Reform, Timmerije, Helvoet, Helvoet België en Helvoet India. Vanwege de onderkende risico’s hebben wij de controle van de omzetverantwoording als kernpunt van onze controle aangemerkt. Onze controleaanpak Onze werkzaamheden bestonden voor zowel de opbrengsten uit leveringen van goederen (op een tijdstip) als de opbrengsten uit projecten (over een periode) onder andere uit: • het evalueren van de opzet en implementatie van interne beheersmaatregelen binnen het verkoopproces en het toetsen van de interne beheersmaatregelen gericht op het mitigeren van het frauderisico; • het gebruiken van data-analyse werkzaamheden om handmatige journaalposten met een verhoogd risico of ongebruikelijke transacties te identificeren en voor deze transacties vaststellen of de omzet juist is verantwoord. • het evalueren of individueel significante contracten zijn verwerkt in overeenstemming met IFRS 15 “Opbrengsten van contracten met klanten”; • het onderzoeken van creditnota’s na balansdatum en vaststellen of de omzet in de juiste periode zijn verantwoord; • het evalueren van de toelichtingen in de jaarrekening. Wij hebben in aanvulling hierop specifiek voor de opbrengsten uit leveringen (op een tijdstip) de volgende werkzaamheden uitgevoerd: • het toetsen van de afgrenzing van de omzet aan de hand van contractuele afspraken en de leverdocumentatie voor transacties rond balansdatum. Wij hebben in aanvulling hierop specifiek voor de opbrengsten uit projecten (over een periode) nog de volgende werkzaamheden uitgevoerd: • het inspecteren van correspondentie met klant, en het inspecteren van notulen en vragen om inlichtingen bij projectmanagers met betrekking tot de adequaatheid van de significante schattingen rondom voortgang, nog te maken kosten en projectresultaat; • detailwerkzaamheden om de juistheid en volledigheid van de door het management gemaakte inschatting van de nog te maken kosten in de geselecteerde projecten te toetsen; • het beoordelen of er sprake is van verlieslatende contracten middels marge-analyses en het inspecteren van project rapportages; • het vaststellen in hoeverre de schattingen van vorig jaar betrouwbaar waren aan de hand van de werkelijke projectresultaten in 2024 (backtesting). Belangrijke observaties Uit de door ons onderzochte opbrengsttransacties volgen geen bevindingen van materiële omvang met betrekking tot de verantwoorde netto-omzet. Verklaring over de in het jaarverslag opgenomen andere informatie Het jaarverslag omvat andere informatie naast de jaarrekening en onze controleverklaring daarbij. Op grond van onderstaande werkzaamheden zijn wij van mening dat de andere informatie: met de jaarrekening verenigbaar is en geen materiële afwijkingen bevat; alle informatie bevat die op grond van Titel 9 Boek 2 BW is vereist voor het bestuursverslag (met uitzondering van het duurzaamheidsverslag) en de overige gegevens en op grond van artikelen 2:135b en 2:145 lid 2 BW is vereist voor het bezoldigingsverslag. Wij hebben de andere informatie gelezen en hebben op basis van onze kennis en ons begrip, verkregen vanuit de jaarrekeningcontrole of anderszins, overwogen of de andere informatie materiële afwijkingen bevat. Met onze werkzaamheden hebben wij voldaan aan de vereisten in Titel 9 Boek 2 BW artikel 2:135b lid 7 BW en de Nederlandse Standaard 720. Deze werkzaamheden hebben niet dezelfde diepgang als onze controlewerkzaamheden bij de jaarrekening. De directie is verantwoordelijk voor het opstellen van de andere informatie, waaronder het bestuursverslag en de overige gegevens in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW. De directie en de raad van commissarissen zijn verantwoordelijk voor het opstellen en openbaar maken van het bezoldigingsverslag in overeenstemming met artikelen 2:135b en 2:145 lid 2 BW. Verklaring betreffende overige door wet- of regelgeving gestelde vereisten en ESEF Benoeming Wij zijn door de algemene vergadering op 26 mei 2021 benoemd als accountant van Hydratec Industries N.V. vanaf de controle van het boekjaar 2021 en zijn sinds dat boekjaar tot nu toe de externe accountant. Geen verboden diensten Wij hebben geen verboden diensten geleverd als bedoeld in artikel 5, lid 1 van de Europese verordening betreffende specifieke eisen voor de wettelijke controles van financiële overzichten van organisaties van openbaar belang. Europees uniform elektronisch verslaggevingsformaat (ESEF) Hydratec heeft het jaarverslag opgesteld in ESEF. De vereisten hiervoor zijn vastgelegd in de Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/815 met technische reguleringsnormen voor de specificatie van een uniform elektronisch verslagleggingsformaat (hierna: de RTS voor ESEF). Naar ons oordeel voldoet het jaarverslag, opgesteld in het XHTML-formaat met daarin opgenomen de (deels) gemarkeerde geconsolideerde jaarrekening, zoals door Hydratec opgenomen in de rapportageset, in alle van materieel zijnde aspecten aan de RTS voor ESEF. De directie is verantwoordelijk voor het opstellen van het jaarverslag, inclusief de jaarrekening, in overeenstemming met de RTS voor ESEF, waarbij de directie de verschillende onderdelen samenvoegt in één enkele rapportageset. Het is onze verantwoordelijkheid een redelijke mate van zekerheid te krijgen voor ons oordeel dat het jaarverslag in deze rapportageset voldoet aan de RTS voor ESEF. Wij hebben ons onderzoek uitgevoerd volgens Nederlands recht, waaronder de Nederlandse Standaard 3950N “Assurance-opdrachten inzake het voldoen aan de criteria voor het opstellen van een digitaal verantwoordingsdocument”. Ons onderzoek bestond onder andere uit: het verkrijgen van inzicht in het financiële rapportageproces van Hydratec, waaronder het opstellen van de rapportageset; het identificeren en inschatten van de risico’s dat het jaarverslag niet in alle van materieel belang zijnde aspecten voldoet aan de RTS voor ESEF en het in reactie op deze risico’s bepalen en uitvoeren van verdere assurance-werkzaamheden als basis voor ons oordeel, waaronder: het verkrijgen van de rapportageset en het uitvoeren van validaties om vast te stellen of de rapportageset met het daarin opgenomen Inline XBRL-instance document en de XBRL-extensie taxonomiebestanden in overeenstemming met de technische specificaties zoals opgenomen in de RTS voor ESEF zijn opgesteld; het onderzoeken van de informatie met betrekking tot de geconsolideerde jaarrekening in de rapportageset om vast te stellen of alle vereiste markeringen zijn toegepast en of deze in overeenstemming zijn met de RTS voor ESEF. Beschrijving van verantwoordelijkheden voor de jaarrekening Verantwoordelijkheden van de directie en de raad van commissarissen voor de jaarrekening De directie is verantwoordelijk voor het opmaken en getrouw weergeven van de jaarrekening in overeenstemming met IFRS Accounting Standards en met Titel 9 Boek 2 BW. In dit kader is de directie verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing die de directie noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten. Bij het opmaken van de jaarrekening moet de directie afwegen of de onderneming in staat is om haar werkzaamheden in continuïteit voort te zetten. Op grond van genoemd verslaggevingsstelsel moet de directie de jaarrekening opmaken op basis van de continuïteitsveronderstelling, tenzij de directie het voornemen heeft om de vennootschap te liquideren of de bedrijfsactiviteiten te beëindigen of als beëindiging het enige realistische alternatief is. De directie moet gebeurtenissen en omstandigheden waardoor gerede twijfel zou kunnen bestaan of de onderneming haar bedrijfsactiviteiten in continuïteit kan voortzetten, toelichten in de jaarrekening. De raad van commissarissen is verantwoordelijk voor het uitoefenen van toezicht op het proces van financiële verslaggeving van de onderneming. Onze verantwoordelijkheden voor de controle van de jaarrekening Onze verantwoordelijkheid is het zodanig plannen en uitvoeren van een controleopdracht dat wij daarmee voldoende en geschikte controle-informatie verkrijgen voor het door ons af te geven oordeel. Onze controle is uitgevoerd met een hoge mate maar geen absolute mate van zekerheid waardoor het mogelijk is dat wij tijdens onze controle niet alle afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten ontdekken. Afwijkingen kunnen ontstaan als gevolg van fraude of fouten en zijn materieel indien redelijkerwijs kan worden verwacht dat deze, afzonderlijk of gezamenlijk, van invloed kunnen zijn op de economische beslissingen die gebruikers op basis van deze jaarrekening nemen. De materialiteit beïnvloedt de aard, timing en omvang van onze controlewerkzaamheden en de evaluatie van het effect van onderkende afwijkingen op ons oordeel. Wij hebben deze accountantscontrole professioneel kritisch uitgevoerd en hebben, waar relevant, professionele oordeelsvorming toegepast in overeenstemming met de Nederlandse controlestandaarden, ethische voorschriften en de onafhankelijkheidseisen. De sectie Informatie ter ondersteuning van ons oordeel hierboven, bevat een informatieve samenvatting van onze verantwoordelijkheden en de uitgevoerde werkzaamheden als basis voor ons oordeel. Onze controle bestond verder onder andere uit: het in reactie op de ingeschatte risico’s uitvoeren van controlewerkzaamheden en het verkrijgen van controle-informatie die voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel; het verkrijgen van inzicht in de interne beheersing die relevant is voor de controle met als doel controlewerkzaamheden te selecteren die passend zijn in de omstandigheden. Deze werkzaamheden hebben niet als doel om een oordeel uit te spreken over de effectiviteit van de interne beheersing van de onderneming; het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en het evalueren van de redelijkheid van schattingen door de directie en de toelichtingen die daarover in de jaarrekening staan; het evalueren van de presentatie, structuur en inhoud van de jaarrekening en de daarin opgenomen toelichtingen; het evalueren of de jaarrekening een getrouw beeld geeft van de onderliggende transacties en gebeurtenissen. Communicatie Wij communiceren met de raad van commissarissen onder andere over de geplande reikwijdte en timing van de controle en over de significante bevindingen die uit onze controle naar voren zijn gekomen, waaronder eventuele significante tekortkomingen in de interne beheersing. In dit kader geven wij ook een verklaring aan de auditcommissie van de raad van commissarissen op grond van artikel 11 van de Europese verordening betreffende specifieke eisen voor de wettelijke controles van financiële overzichten van organisaties van openbaar belang. De in die aanvullende verklaring verstrekte informatie is consistent met ons oordeel in deze controleverklaring. Wij bevestigen aan de raad van commissarissen dat wij de relevante ethische voorschriften over onafhankelijkheid hebben nageleefd. Wij communiceren ook met de raad over alle relaties en andere zaken die redelijkerwijs onze onafhankelijkheid kunnen beïnvloeden en over de daarmee verband houdende maatregelen om onze onafhankelijkheid te waarborgen. Wij bepalen de kernpunten van onze controle van de jaarrekening op basis van alle zaken die wij met de raad van commissarissen hebben besproken. Wij beschrijven deze kernpunten in onze controleverklaring, tenzij dit is verboden door wet- of regelgeving of in buitengewoon zeldzame omstandigheden wanneer het niet vermelden in het belang van het maatschappelijk verkeer is. Zwolle, 6 maart 2025 EY Accountants B.V. drs. D.L. (Daniël) Groot Zwaaftink RA Assurance-rapport van de onafhankelijke accountant met beperkte mate van zekerheid over de duurzaamheidsrapportage Aan: de aandeelhouders en raad van commissarissen van Hydratec Industries N.V. Onze conclusie Wij hebben een assurance-opdracht met beperkte mate van zekerheid uitgevoerd op de geconsolideerde duurzaamheidsrapportage voor 2024 van Hydratec Industries N.V. te Amersfoort (hierna: Hydratec) in onderdeel ‘Duurzaamsheidsrapportage’ van bijgaand bestuursverslag inclusief de informatie opgenomen in de duurzaamheidsrapportage door middel van verwijzingen (hierna: de duurzaamheidsrapportage). Op basis van de door ons uitgevoerde werkzaamheden en de verkregen assurance-informatie is ons niets gebleken op grond waarvan wij zouden moeten veronderstellen dat de duurzaamheidsrapportage niet, in alle van materieel belang zijnde aspecten: is opgesteld in overeenstemming met de Europese standaarden voor duurzaamheidsrapportage (ESRS, European Sustainability Reporting Standards) zoals vastgesteld door de Europese Commissie en in overeenstemming met het door Hydratec uitgevoerde dubbele materialiteitsanalyse proces om de op grond van de ESRS gerapporteerde informatie vast te stellen; en voldoet aan de verslaggevingsvereisten op grond van artikel 8 van Verordening (EU) 2020/852 (Taxonomieverordening). Onze conclusie is gevormd op basis van de aangelegenheden die in dit assurance-rapport zijn uiteengezet. De basis voor onze conclusie Wij hebben onze assurance-opdracht met een beperkte mate van zekerheid met betrekking tot de duurzaamheidsrapportage verricht volgens het Nederlands recht, waaronder de Nederlandse Standaard 3810N, “Assurance-opdrachten inzake duurzaamheidsverslaggeving”. Onze assurance-opdracht was gericht op het verkrijgen van een beperkte mate van zekerheid dat de duurzaamheidsrapportage vrij is van afwijkingen van materieel belang. De werkzaamheden variëren in aard en timing van, en zijn ook geringer in omvang, dan die bij een assurance-opdracht gericht op het verkrijgen van een redelijke mate van zekerheid. De mate van zekerheid die wordt verkregen bij een assurance-opdracht met een beperkte mate van zekerheid is daarom ook aanzienlijk lager dan de zekerheid die wordt verkregen bij een assurance-opdracht met een redelijke mate van zekerheid. Onze verantwoordelijkheden op grond hiervan zijn beschreven in de sectie ‘Onze verantwoordelijkheden voor de assurance-opdracht met een beperkte mate van zekerheid over de duurzaamheidsrapportage’. Wij zijn onafhankelijk van Hydratec Industries N.V. zoals vereist in de Verordening inzake de onafhankelijkheid van accountants bij assurance-opdrachten (ViO) en andere voor de opdracht relevante onafhankelijkheidsregels in Nederland. Dit houdt onder meer in dat wij geen activiteiten ondernemen die conflicterend kunnen zijn met onze onafhankelijke assurance-opdracht en dat wij niet betrokken zijn bij het opstellen van de duurzaamheidsrapportage, aangezien dit onze onafhankelijkheid kan aantasten. Daarnaast hebben wij voldaan aan de Verordening gedrags- en beroepsregels accountants (VGBA). Wij vinden dat de door ons verkregen assurance-informatie voldoende en geschikt is als basis voor onze conclusie. Benadrukking van aangelegenheden De duurzaamheidsrapportage is opgesteld in de context van nieuwe standaarden voor duurzaamheidsrapportage, hetgeen entiteitspecifieke interpretaties vereist en het omgaan met inherente meet- of evaluatieonzekerheden. In deze context willen wij de volgende aangelegenheden benadrukken: Benadrukking van de meest significante onzekerheden die van invloed zijn op de kwantitatieve maatstaven en geldbedragen Wij vestigen de aandacht op onderdelen ‘Schattingen van de waardeketen’ en ‘Bronnen van schattingsonzekerheden en onzekere uitkomsten’ van de duurzaamheidsrapportage waarin de kwantitatieve maatstaven en geldbedragen zijn geïdentificeerd die aan een hoge mate van meetonzekerheid onderhevig zijn en informatie wordt gerapporteerd over de bronnen van meetonzekerheid, alsmede de aannames, benaderingen en oordelen die Hydratec bij het meten daarvan heeft gehanteerd in overeenstemming met de ESRS. De vergelijkbaarheid van duurzaamheidsinformatie tussen entiteiten onderling en in de tijd kan beïnvloed worden door het ontbreken van historische duurzaamheidsinformatie in overeenstemming met de ESRS en door het ontbreken van geüniformeerde praktijken ter beoordeling en meting van deze informatie. Dit biedt de mogelijkheid verscheidene, acceptabele meettechnieken toe te passen, vooral in de eerste jaren. Benadrukking van het dubbele materialiteitsanalyse proces Wij vestigen de aandacht op onderdeel ‘Dubbele materialiteitsanalyse (DMA)’ van de duurzaamheidsrapportage. Hierin worden voorgenomen verbeteringen beschreven en het verankeren van de betrokkenheid van getroffen stakeholders in het doorlopende due-diligence- en dubbele materialiteitsanalyse proces. Due diligence is een doorlopende praktijk die inspeelt op en aanleiding kan geven tot veranderingen in strategie, businessmodel, activiteiten, zakelijke relaties, bedrijfsactiviteiten, inkoop- en verkoopcontext van Hydratec. Het dubbele materialiteitsanalyse proces vereist van Hydratec belangrijke oordeelsvorming en toepassing van drempelwaarden en kan op termijn worden beïnvloed door de nog vast te stellen sectorspecifieke standaarden. De duurzaamheidsrapportage kan derhalve niet iedere impact, risico en kans of additionele entiteitspecifieke rapportage bevatten die een individuele stakeholder(groep) belangrijk kan achten in diens eigen specifieke inschatting. Onze conclusie is niet aangepast als gevolg van deze aangelegenheden. Ter vergelijking opgenomen informatie niet onderzocht De duurzaamheidsinformatie voor 2023 die is opgenomen in het duurzaamheidsverslag, is geen onderdeel geweest van deze assurance-opdracht met een beperkte mate van zekerheid. Derhalve geven wij geen zekerheid bij de ter vergelijking opgenomen informatie en daaraan gerelateerde rapportages in het duurzaamheidsverslag voor 2023. Onze conclusie is niet aangepast als gevolg van deze aangelegenheid. Beperking in de reikwijdte van onze assurance-opdracht Wanneer Hydratec prospectieve informatie rapporteert in overeenstemming met de ESRS, geeft de directie een beschrijving van de onderliggende aannames en methodes voor het produceren van de informatie, alsmede van andere factoren waaruit blijkt dat deze informatie een weergave is van de daadwerkelijke plannen of beslissingen van Hydratec (acties). Prospectieve informatie heeft betrekking op gebeurtenissen en acties die zich nog niet hebben voorgedaan en zich wellicht ook nooit zullen voordoen. De werkelijke uitkomsten zullen naar verwachting afwijken, aangezien de veronderstelde gebeurtenissen zich veelal niet zullen voordoen zoals verwacht. Wij geven geen zekerheid omtrent de haalbaarheid van prospectieve informatie. Onze conclusie is niet aangepast als gevolg van deze aangelegenheid. Verantwoordelijkheden van de directie en de raad van commissarissen voor de duurzaamheidsrapportage De directie is verantwoordelijk voor het opstellen van de duurzaamheidsrapportage in overeenstemming met de ESRS, inclusief het door Hydratec uitgevoerde dubbele materialiteitsanalyse proces als basis voor de duurzaamheidsrapportage en het rapporteren over materiële impacts, risico’s en kansen in overeenstemming met de ESRS. Als onderdeel van het opstellen van de duurzaamheidsrapportage, is de directie verantwoordelijk voor het voldoen aan de verslaggevingsvereisten op grond van artikel 8 van Verordening (EU) 2020/852 (Taxonomieverordening). De directie is verder verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing die de directie noodzakelijk acht om het opstellen van de duurzaamheidsrapportage mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten. De raad van commissarissen is verantwoordelijk voor het uitoefenen van toezicht op het duurzaamheidsrapportageproces, waaronder het door Hydratec uitgevoerde dubbele materialiteitsanalyse proces. Onze verantwoordelijkheden voor de assurance-opdracht met een beperkte mate van zekerheid over de duurzaamheidsrapportage Onze verantwoordelijkheid is het zodanig plannen en uitvoeren van de assurance-opdracht met een beperkte mate van zekerheid dat wij daarmee voldoende en geschikte assurance-informatie verkrijgen voor de door ons af te geven conclusie. Wij passen de van toepassing zijnde voorschriften voor kwaliteitsmanagement toe op grond van de Nadere voorschriften kwaliteitsmanagement (NVKM). Op grond daarvan beschikken wij over een samenhangend stelsel van kwaliteitsmanagement inclusief vastgelegde richtlijnen en procedures inzake de naleving van ethische voorschriften, professionele standaarden en andere relevante wet- en regelgeving. Onze assurance-opdracht met een beperkte mate van zekerheid bestond onder andere uit: Het inwinnen van inlichtingen en uitvoeren van een omgevingsanalyse en het verkrijgen van inzicht in de relevante duurzaamheidsthema’s en -kwesties, de kenmerken van Hydratec, de activiteiten en de waardeketen, en de essentiële immateriële middelen, om het door Hydratec uitgevoerde dubbele materialiteitsanalyse proces te beoordelen als basis voor de duurzaamheidsrapportage en het rapporteren over alle materiële duurzaamheidsimpacts, -risico’s en -kansen in overeenstemming met de ESRS. Het via het inwinnen van inlichtingen op hoofdlijnen inzicht verwerven in de interne beheersingsomgeving, de processen van Hydratec voor het verzamelen en rapporteren van informatie over de entiteit en de waardeketen, de informatiesystemen en het risico-inschattingsproces van Hydratec relevant voor het opstellen van de duurzaamheidsrapportage, alsmede voor het identificeren van de activiteiten van Hydratec, het bepalen van in aanmerking komende en afgestemde economische activiteiten en het opstellen van de rapportage vereist op grond van artikel 8 van Verordening (EU) 2020/852 (Taxonomieverordening), zonder het verkrijgen van assurance-informatie over de implementatie van of het toetsen van de effectiviteit van de interne beheersingsmaatregelen. Het beoordelen van het door Hydratec uitgevoerde dubbele materialiteitsanalyse proces en het identificeren van gebieden in de duurzaamheidsrapportage, inclusief de rapportage vereist op grond van artikel 8 van Verordening (EU) 2020/852 (Taxonomieverordening), waar het waarschijnlijk is dat misleidende of onevenwichtige informatie of een afwijking van materieel belang als gevolg van fraude of fouten zich zal voordoen (‘geselecteerde informatie’). Het bepalen en uitvoeren van verdere assurance-werkzaamheden om te beoordelen dat de duurzaamheidsrapportage geen afwijkingen van materieel belang bevat in reactie op deze risico-inschatting. Het overwegen of de beschrijving van het dubbele materialiteitsanalyse proces in het duurzaamheidsrapportage door de directie in overeenstemming lijkt te zijn met het door Hydratec uitgevoerde proces. Het uitvoeren van cijferanalyses op kwantitatieve informatie in de duurzaamheidsrapportage, inclusief het overwegen van data en trends. Het beoordelen of de door Hydratec gehanteerde methoden voor het ontwikkelen van schattingen passend zijn en consistent zijn toegepast voor geselecteerde informatie. We hebben data en trends overwogen, echter omvatten onze werkzaamheden niet het toetsen van de gegevens waarop de schattingen zijn gebaseerd of het zelfstandig ontwikkelen van onze eigen schattingen voor het evalueren van de schattingen van de directie. Het op basis van beperkte deelwaarnemingen analyseren van relevante interne en externe documentatie die voor Hydratec beschikbaar is (inclusief publiek beschikbare informatie of informatie afkomstig van spelers in de waardeketen) voor geselecteerde informatie. Het lezen van de andere informatie in het jaarverslag om eventuele van materieel belang zijnde inconsistenties met de duurzaamheidsrapportage te identificeren. Het overwegen of de rapportage vereist op grond van artikel 8 van Verordening (EU) 2020/852 (Taxonomieverordening) voor elke milieudoelstelling, aansluit op de onderliggende vastleggingen van Hydratec en consistent of samenhangend is met de duurzaamheidsrapportage, redelijk lijkt, in het bijzonder of de in aanmerking komende economische activiteiten voldoen aan de cumulatieve voorwaarden om te kwalificeren als afgestemd en of aan de technische screeningcriteria is voldaan, en of de gerapporteerde kritische prestatie-indicatoren zijn bepaald en berekend in overeenstemming met het Taxonomie referentiekader, en voldoet aan de verslaggevingsvereisten op grond van artikel 8 van Verordening (EU) 2020/852 (Taxonomieverordening), inclusief het verslagleggingsformaat en de presentatie van de activiteiten. Het overwegen van de algehele presentatie, structuur en fundamentele kwalitatieve kenmerken van informatie (relevantie en getrouwe weergave: volledig, onpartijdig (neutraal) en nauwkeurig) gerapporteerd in de duurzaamheidsrapportage, inclusief de rapportage vereist op grond van artikel 8 van Verordening (EU) 2020/852 (Taxonomieverordening). Het overwegen op basis van onze werkzaamheden ter verkrijging van een beperkte mate van zekerheid en de evaluatie van de verkregen assurance-informatie of de duurzaamheidsrapportage zonder afwijkingen van materieel belang is opgesteld in overeenstemming met de ESRS. Communicatie Wij communiceren met de raad van commissarissen onder andere over de geplande reikwijdte en timing van de assurance-opdracht en over de significante bevindingen die uit onze assurance-opdracht naar voren zijn gekomen. Zwolle, 6 maart 2025 EY Accountants B.V. W.g. drs. R.E.J Pluymakers RA Appendix I: Referentietabel - ESRS-Informatievereisten In onderstaande tabel zijn alle referenties van de materiële rapportagevereisten te vinden. De verwijzing geeft de locatie in het jaarverslag weer waar de rapportagevereisten te vinden is. Niet materiële rapportagevereisten zijn niet opgenomen in onderstaande lijst. Rapportagevereisten: ESRS-beschrijving / Verwijzing: ESRS 2 BP-1 Algemene grondslag voor het opstellen van duurzaamheidsverklaringen ESRS 2 BP-2 Rapportage over specifieke omstandigheden ESRS 2 GOV-1 De rol van de bestuurs-, leidinggevende en toezichthoudende organen ESRS 2 GOV-2 Informatie verschaft aan en omgang met duurzaamheidsthema’s door bestuurs-, leidinggevende en toezichthoudende organen van de onderneming ESRS 2 GOV-3 Integratie van duurzaamheidsprestaties in beloningsregelingen ESRS 2 GOV-4 Due-diligenceverklaring ESRS 2 GOV-5 Risicobeheersing en interne controle voor duurzaamheidsverslaglegging ESRS 2 SBM-1 Strategie | Bedrijfsmodel en waardeketen ESRS 2 SBM-2 Belangen en opvattingen van belanghebbenden ESRS 2 SBM-3 Materiële impacts, risico’s en kansen en de wisselwerking daarvan met strategie en businessmodel ESRS 2 IRO-1 Dubbele materialiteitsanalyse (DMA) ESRS 2 IRO-2 Dubbele materialiteitsanalyse (DMA) ESRS 2 MDR-P Beleid aangenomen voor het managen van materiële duurzaamheidsthema’s ESRS 2 MDR-A Maatregelen en middelen wat betreft materiële duurzaamheidsthema’s ESRS 2 MDR-M Maatstaven voor materiële duurzaamheidsthema’s ESRS 2 MDR-T Effectiviteit van beleid en maatregelen monitoren aan de hand van doelen ESRS E1 GOV-3 Klimaatverandering - Governance ESRS E1-1 Klimaatverandering - Transitieplan voor klimaatmitigatie ESRS E1 SBM-3 Klimaatverandering – Impact-, risico- en kansenmanagement ESRS E1 IRO-1 Klimaatverandering – Impact-, risico- en kansenmanagement ESRS E1-2 Klimaatverandering – Beleid ESRS E1-3 Klimaatverandering – Acties ESRS E1-4 Klimaatverandering - Doelen ESRS E1-5 Klimaatverandering – Energieverbruik en energiemix ESRS E1-6 Klimaatverandering – Bruto Scope 1-, 2-, 3-emissies en totale broeikasgasemissies ESRS E1-7 Klimaatverandering – Broeikasgasverwijderingen, projecten voor broeikasgasmitigatie gefinancierd uit carbon credits en interne koolstofbeprijzing ESRS E1-8 Klimaatverandering – Broeikasgasverwijderingen, projecten voor broeikasgasmitigatie gefinancierd uit carbon credits en interne koolstofbeprijzing Rapportagevereisten: ESRS-beschrijving / Verwijzing: ESRS E5 IRO-1 Materiaalgebruik en circulaire economie - Impact-, risico- en kansenmanagement ESRS E5-1 Materiaalgebruik en circulaire economie - Beleid ESRS E5-2 Materiaalgebruik en circulaire economie - Acties ESRS E5-3 Materiaalgebruik en circulaire economie - Doelen ESRS E5-4 Materiaalgebruik en circulaire economie - Materiaalinstromen ESRS E5-5 Materiaalgebruik en circulaire economie - Materiaaluitstromen ESRS S1 SBM-3 Eigen personeel - Strategie ESRS S1-1 Eigen personeel - Beleid ESRS S1-2 Eigen personeel – Processen om met eigen personeel te overleggen en voor herstel van negatieve impacts en kanalen voor eigen personeel om zorgen kenbaar te maken ESRS S1-3 Eigen personeel - Impact-, risico- en kansenmanagement ESRS S1-4 Eigen personeel - Acties ESRS S1-5 Eigen personeel - Doelen ESRS S1-6 Eigen personeel - Kenmerken van de werknemers van de onderneming ESRS S1-7 Eigen personeel - Kenmerken van werknemers niet in loondienst binnen het eigen personeel van de onderneming ESRS S1-9 Eigen personeel - Diversiteitsmaatstaven ESRS S1-10 Eigen personeel - Leefbare lonen ESRS S1-15 Eigen personeel - Maatstaven voor werk-privébalans ESRS S1-16 Eigen personeel - Beloningsmaatstaven (loonkloof en totale beloning) ESRS S1-17 Eigen personeel - Incidenten, klachten en ernstige impacts op het gebied van mensenrechten ESRS G1 GOV-1 Verantwoordelijk zakelijk gedrag - Governance ESRS G1 IRO-1 Verantwoordelijk zakelijk gedrag – Impact-, risico- en kansenmanagement ESRS G1-1 Verantwoordelijk zakelijk gedrag - Beleid ESRS G1-3 Verantwoordelijk zakelijk gedrag - Preventie en opsporing van corruptie of omkoping ESRS G1-4 Verantwoordelijk zakelijk gedrag – Bevestigde incidenten van corruptie en omkoping ESRS G1-5 Verantwoordelijk zakelijk gedrag – Politieke invloed en lobbyactiviteiten Appendix II: Referentietabel – Andere EU-wetgeving Rapportage-eis en betrokken datapunt Referentie SFDR Pijler 3- referentie Referentie benchmarkver ordening Referentie EU- Klimaatwet Referentie: ESRS 2 GOV-1 Genderdiversiteit raad van bestuur alinea 21(d) Indicator nr. 13 van tabel 1 van bijlage I Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/1816 van de Commissie27, bijlage II De rol van de bestuurs-, leidinggevende en toezichthoudende organen ESRS 2 GOV-1 Percentage onafhankelijke bestuurders alinea 21(e) Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/1816, bijlage II De rol van de bestuurs-, leidinggevende en toezichthoudende organen ESRS 2 GOV-4 Due-diligence-verklaring alinea 30 Indicator nr. 10 van tabel 3 van bijlage I Due-diligenceverklaring ESRS 2 SBM-1 Betrokkenheid bij activiteiten m.b.t. activiteiten fossiele brandstoffen alinea 40(d) i Indicator nr. 4 van tabel 1 van bijlage I Art. 449 bis van Verordening (EU) nr. 575/2013; Uitvoerings- verordening (EU) 2022/2453 van de Commissie28, Tabel 1 – Kwalitatieve informatie over ecologisch risico en Tabel 2 – Kwalitatieve informatie over social risico Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/1816, bijlage II N.V.T. ESRS 2 SBM-1 Betrokkenheid bij activiteiten m.b.t. chemische productie alinea 40(d) ii Indicator nr. 9 van tabel 2 van bijlage I Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/1816, bijlage II N.V.T. ESRS 2 SBM-1 Betrokkenheid bij activiteiten m.b.t. controversiële wapens alinea 40(d) iii Indicator nr. 14 van tabel 1 van bijlage I Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/181829, art. 12, lid 1; Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/1816, bijlage II N.V.T ESRS 2 SBM-1 Betrokkenheid bij activiteiten m.b.t. teelt en productie tabak alinea 40(d) iv Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/1818, art. 12, lid 1; Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/1816, bijlage II N.V.T ESRS E1-1 Transitieplan om tegen 2050 klimaatneutraliteit te bereiken alinea 14 Verordening (EU) 2021/1119, art. 2, lid 1 Klimaatverandering - Transitieplan voor klimaatmitigatie ESRS E1-1 Ondernemingen uitgesloten van op Overeenkomst van Parijs afgestemde benchmarks alinea 16(g) Art. 449 bis van Verordening (EU) nr. 575/2013; Uitvoerings- verordening (EU) 2022/2453 van de Commissie, Template 1: Banking book – Transitierisico’s i.v.m. klimaat- verandering: Kredietkwaliteit blootstellingen per sector, emissies en resterende looptijd Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/1818, art. 12, lid 1, punten d) t/m g), en art. 12, lid 2 Klimaatverandering - Transitieplan voor klimaatmitigatie ESRS E1-4 Doelen BKG- emissiereductie alinea 34 Indicator nr. 4 van tabel 2 van bijlage I Art. 449 bis van Verordening (EU) nr. 575/2013; Uitvoerings- verordening (EU) 2022/2453 van de Commissie, Template 3: Banking book – Indicatoren van potentiële transitierisico’s i.v.m. klimaat- verandering: Afstemmings- maatstaven Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/1818, art. 6 Klimaatverandering - Doelen ESRS E1-5 Totale energieverbruik uit hernieuwbare bronnen, uitgesplitst naar bronnen (alleen sectoren met grote klimaatimpact) alinea 38 Indicator nr. 5 van tabel 1 en indicator nr. 5 van tabel 2 van bijlage I Klimaatverandering – Energieverbruik en energiemix ESRS E1-5 Energieverbruik en energiemix alinea 37 Indicator nr. 5 van tabel 1 van bijlage I Klimaatverandering – Energieverbruik en energiemix ESRS E1-5 Energie-intensiteit activiteiten in sectoren met grote klimaatimpact alinea’s 40 t/m 43 Indicator nr. 6 van tabel 1 van bijlage I N.V.T. ESRS E1-6 Bruto scope 1-, 2-, 3- emissies en totale BKG-emissies alinea 44 Indicatoren nrs. 1 en 2 van tabel 1 van bijlage I Art. 449 bis van Verordening (EU) nr. 575/2013; Uitvoerings- verordening (EU) 2022/2453 van de Commissie, Template 1: Banking book – Transitierisico’s i.v.m. klimaat- verandering: Kredietkwaliteit blootstellingen per sector, emissies en resterende looptijd Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/1818, art. 5, lid 1, art. 6 en art. 8, lid 1 Klimaatverandering – Bruto Scope 1-, 2-, 3-emissies en totale broeikasgasemissies ESRS E1-6 Intensiteit bruto-BKG- emissies alinea’s 53 t/m 55 Indicator nr. 3 van tabel 1 van bijlage I Art. 449 bis van Verordening (EU) nr. 575/2013; Uitvoerings- verordening (EU) 2022/2453 van de Commissie, Template 3: Banking book – Indicatoren van potentiële transitierisico’s i.v.m. klimaat- verandering: Afstemmings- maatstaven Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/1818, art. 8, lid 1 Klimaatverandering – Bruto Scope 1-, 2-, 3-emissies en totale broeikasgasemissies ESRS E1-7 BKG-verwijderingen en carbon credits alinea 56 Verordening (EU) 2021/1119, art. 2, lid 1 Klimaatverandering – Broeikasgasverwijderingen, projecten voor broeikasgasmitigatie gefinancierd uit carbon credits en interne koolstofbeprijzing ESRS E1-9 Blootstelling benchmarkportefeuille aan fysieke klimaatrisico’s alinea 66 Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/1818, bijlage II; Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/1816, bijlage II N.V.T. ESRS E1-9 Uitsplitsing geldbedragen in acuut en chronisch fysiek risico alinea 66(a) ESRS E1-9 Locatie significante activa die materieel fysiek risico lopen alinea 66(c) Art. 449 bis van Verordening (EU) nr. 575/2013; Uitvoerings- verordening (EU) 2022/2453 van de Commissie, alinea’s 46 en 47; Template 5: Banking book – Klimaat- verandering fysiek risico: Aan fysiek risico onderhevige blootstel- lingen N.V.T. ESRS E1-9 Uitsplitsing boekwaarde vastgoedactiva naar energie- efficiëntieklasse alinea 67(c) Art. 449 bis van Verordening (EU) nr. 575/2013; Uitvoerings- verordening (EU) 2022/2453 van de Commissie, alinea 34; Template 2: Banking book – Transitierisico’s i.v.m. klimaat- verandering: Leningen gedekt door zekerheden in de vorm van onroerend goed – Energie- efficiëntie van de zekerheid N.V.T. ESRS E1-9 Mate blootstelling portefeuille aan klimaatkansen alinea 69 Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/1818, bijlage II N.V.T. ESRS E2-4 Hoeveelheid emissies naar lucht, water en bodem van elke verontreinigende stof in bijlage II bij E- PRTR-verordening (Europees register uitstoot en overbrenging verontreinigende stoffen) alinea 28 Indicator nr. 8 van tabel 1 van bijlage I Indicator nr. 2 van tabel 2 van bijlage I Indicator nr. 1 van tabel 2 van bijlage I Indicator nr. 3 van tabel 2 van bijlage I N.V.T. ESRS E3-1 Water en mariene hulpbronnen alinea 9 Indicator nr. 7 van tabel 2 van bijlage I N.V.T. ESRS E3-1 Specifiek beleid alinea 13 Indicator nr. 8 van tabel 2 van bijlage I N.V.T. ESRS E3-1 Duurzame oceanen en zeeën alinea 14 Indicator nr. 12 van tabel 2 van bijlage I N.V.T. ESRS E3-4 Totale hoeveelheid gerecycled en hergebruikt water alinea 28(c) Indicator nr. 6.2 van tabel 2 van bijlage I N.V.T. ESRS E3-4 Totale waterverbruik in m3 per netto- opbrengst eigen activiteiten alinea 29 Indicator nr. 6.1 van tabel 2 van bijlage I N.V.T. ESRS 2 – IRO-1 – E4 alinea 16(a) i Indicator nr. 7 van tabel 1 van bijlage I N.V.T. ESRS 2 – IRO-1 – E4 alinea 16(b) Indicator nr. 10 van tabel 2 van bijlage I N.V.T. ESRS 2 – IRO-1 – E4 alinea 16(c) Indicator nr. 14 van tabel 2 van bijlage I N.V.T. ESRS E4-2 Praktijken of beleid duurzaam beheer bodem / duurzame landbouw alinea 24(b) Indicator nr. 11 van tabel 2 van bijlage I N.V.T. ESRS E4-2 Praktijken of beleid duurzaam beheer oceanen / zee alinea 24(c) Indicator nr. 12 van tabel 2 van bijlage I N.V.T. ESRS E4-2 Beleid tegen ontbossing alinea 24(d) Indicator nr. 15 van tabel 2 van bijlage I N.V.T. ESRS E5-5 Niet-gerecycled afval alinea 37(d) Indicator nr. 13 van tabel 2 van bijlage I Materiaalgebruik en circulaire economie - Materiaaluitstromen ESRS E5-5 Gevaarlijk afval en radioactief afval alinea 39 Indicator nr. 9 van tabel 1 van bijlage I Materiaalgebruik en circulaire economie - Materiaaluitstromen ESRS 2 – SBM3 – S1 Risico incidenten gedwongen arbeid alinea 14(f) Indicator nr. 13 van tabel 3 van bijlage I Eigen personeel - Beleid ESRS 2 – SBM3 – S1 Risico incidenten kinderarbeid alinea 14(g) Indicator nr. 12 van tabel 3 van bijlage I Eigen personeel - Beleid ESRS S1-1 Toezeggingen op gebied van mensenrechtenbeleid alinea 20 Indicator nr. 9 van tabel 3 en indicator nr. 11 van tabel 1 van bijlage I Eigen personeel - Beleid ESRS S1-1 Due-diligencebeleid rond kwesties aan de orde in fundamentele verdragen 1 t/m 8 van Internationale Arbeidsorganisatie alinea 21 Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/1816, bijlage II Eigen personeel - Beleid ESRS S1-1 Procedures en maatregelen ter voorkoming van mensenhandel alinea 22 Indicator nr. 11 van tabel 3 van bijlage I N.V.T. ESRS S1-1 Beleid of beheersystem ter voorkoming van arbeidsongevallen alinea 23 Indicator nr. 1 van tabel 3 van bijlage I N.V.T. ESRS S1-3 Klachtenregelingen alinea 32(c) Indicator nr. 5 van tabel 3 van bijlage I Eigen personeel - Impact-, risico- en kansenmanagement ESRS S1-14 Aantal sterfgevallen en aantal en aandeel arbeidsongevallen alinea 88(b) en (c) Indicator nr. 2 van tabel 3 van bijlage I Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/1816, bijlage II N.V.T. ESRS S1-14 Aantal verzuimdagen als gevolg van letsel, ongevallen, dodelijke ongevallen of ziekte alinea 88(e) Indicator nr. 3 van tabel 3 van bijlage I N.V.T. ESRS S1-16 Niet-gecorrigeerde loonkloof man-vrouw alinea 97(a) Indicator nr. 12 van tabel 1 van bijlage I Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/1816, bijlage II Eigen personeel - Beloningsmaatstaven (loonkloof en totale beloning) ESRS S1-16 Ratio buitensporige beloning CEO alinea 97(b) Indicator nr. 8 van tabel 3 van bijlage I Eigen personeel - Beloningsmaatstaven (loonkloof en totale beloning) ESRS S1-17 Gevallen van discriminatie alinea 103(a) Indicator nr. 7 van tabel 3 van bijlage I Eigen personeel - Incidenten, klachten en ernstige impacts op het gebied van mensenrechten ESRS S1-17 Niet-nakoming UNGP’s on Business and Human Rights en OESO-richtlijnen alinea 104(a) Indicator nr. 10 van tabel 1 en indicator nr. 14 van tabel 3 van bijlage I Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/1816, bijlage II; Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/1818, art. 12, lid 1 Eigen personeel - Incidenten, klachten en ernstige impacts op het gebied van mensenrechten ESR S2 – SBM3 – S2 Aanzienlijk risico kinderarbeid of gedwongen arbeid in waardeketen alinea 11(b) Indicatoren nrs. 12 en 13 van tabel 3 van bijlage I N.V.T. ESRS S2-1 Toezeggingen op gebied van mensenrechtenbeleid alinea 17 Indicator nr. 9 van tabel 3 en indicator nr. 11 van tabel 1 van bijlage I N.V.T. ESRS S2-1 Beleid ten aanzien van werknemers in waardeketen alinea 18 Indicatoren nrs. 11 en 4 van tabel 3 van bijlage I N.V.T. ESRS S2-1 Niet-nakoming UNGP’s on Business and Human Rights en OESO-richtlijnen alinea 19 Indicator nr. 10 van tabel 1 van bijlage I Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/1816, bijlage II; Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/1818, art. 12, lid 1 N.V.T. ESRS S2-1 Due-diligencebeleid rond kwesties aan de orde in fundamentele verdragen 1 t/m 8 van Internationale Arbeidsorganisatie alinea 19 Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/1816, bijlage II N.V.T. ESRS S2-4 Mensenrechten- problemen en - incidenten m.b.t. upstream- en downstream- waardeketen alinea 36 Indicator nr. 14 van tabel 3 van bijlage I N.V.T. ESRS S3-1 Toezeggingen op gebied van mensenrechten- beleid alinea 16 Indicator nr. 9 van tabel 3 van bijlage I en indicator nr. 11 van tabel 1 van bijlage I N.V.T. ESRS S3-1 Niet-nakoming UNGP’s on Business and Human Rights, ILO-beginselen en/of OESO-richtlijnen alinea 17 Indicator nr. 10 van tabel 1 van bijlage I Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/1816, bijlage II; Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/1818, art. 12, lid 1 N.V.T. ESRS S3-4 Mensenrechtenprobl emen en -incidenten alinea 36 Indicator nr. 14 van tabel 3 van bijlage I N.V.T. ESRS S4-1 Beleid ten aanzien van consumenten en eindgebruikers alinea 16 Indicator nr. 9 van tabel 3 en indicator nr. 11 van tabel 1 van bijlage I N.V.T. ESRS S4-1 Niet-nakoming UNGP’s on Business and Human Rights en OESO-richtlijnen alinea 17 Indicator nr. 10 van tabel 1 van bijlage I Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/1816, bijlage II; Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/1818, art. 12, lid 1 N.V.T. ESRS S4-4 Mensenrechten- problemen en -incidenten alinea 35 Indicator nr. 14 van tabel 3 van bijlage I N.V.T. ESRS G1-1 VN-Verdrag tegen corruptie alinea 10(b) Indicator nr. 15 van tabel 3 van bijlage I Verantwoordelijk zakelijk gedrag - Beleid ESRS G1-1 Bescherming klokkenluiders alinea 10(d) Indicator nr. 6 van tabel 3 van bijlage I Verantwoordelijk zakelijk gedrag - Beleid ESRS G1-4 Geldboeten voor overtredingen wetgeving tegen corruptie en omkoping alinea 24(a) Indicator nr. 17 van tabel 3 van bijlage I Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/1816, bijlage II Verantwoordelijk zakelijk gedrag – Bevestigde incidenten van corruptie en omkoping ESRS G1-4 Normen bestrijding corruptie en omkoping alinea 24(b) Indicator nr. 16 van tabel 3 van bijlage I Verantwoordelijk zakelijk gedrag – Bevestigde incidenten van corruptie en omkoping Contactgegevens Hydratec Industries N.V. Algemene gegevens Naam van de onderneming Hydratec Industries N.V. Wettige vestigingsplaats Nederland Rechtsvorm Naamloze Vennootschap Land van oprichting Nederland Statutaire adres Spoetnik 20, 3824 MG Amersfoort Hoofdvestiging Amersfoort Beschrijving Hydratec Industries levert Industriële Systemen en Hightech Componenten om duurzaam in de groeiende behoefte aan Voedsel, Gezondheid en Mobiliteit te voorzien. CEO Ir. B.F Aangenendt CFO Drs. E.H. Slijkhuis RA Adres Spoetnik 20 3824 MG Amersfoort Telefoon 033 - 469 73 25 E-mail [email protected] Internet www.hydratec.nl Industrial Systems Lan Handling Technologies BV Directeur R. Jacobs Adres Nieuwe Atelierstraat 9 5056 DZ Berkel Enschot Telefoon 013 - 532 25 25 E-mail [email protected] Internet www.lanhandling.com Rollepaal Pipe Extrusion Technology BV Directeur H. Hoven MSc Adres Rollepaal 13 7701 BR Dedemsvaart Telefoon 052 - 362 45 99 E-mail [email protected] Internet www.rollepaal.com Pas Reform BV Adres Bovendorpsstraat 11 7038 CH Zeddam Telefoon 0314 - 65 91 11 E-mail [email protected] Internet www.pasreform.com Hightech Components Timmerije BV Directeur Dr. H. Kolnaar Adres Schoolweg 29 Postbus 3 7160 AA Neede Telefoon 0545 - 28 38 00 E-mail [email protected] Internet www.timmerije.com Helvoet Rubber & Plastic Technologies BV Directeur Drs. E.T.H. Hogenkamp-van Velp RA Adres Centaurusweg 146 5015 TA Tilburg Telefoon 013 - 547 86 00 E-mail [email protected] Internet www.helvoet.com

Talk to a Data Expert

Have a question? We'll get back to you promptly.