Annual Report • Apr 9, 2025
Annual Report
Open in ViewerOpens in native device viewer

1 Verslag over de Vennootschap

2 Verslag over maatschappelijk verantwoord ondernemen

005
Kerncijfers
006
Brief aan de aandeelhouders 009
Profi el
012 Strategie
020 VGP in 2024 030
Algemeen markt- overzicht 055
Verslag van de Raad van Bestuur
090
Raad van Bestuur en Management
In duizenden €
| Vastgoedbeleggingen | 2024 | 2023 | 2022 | 2021 | 2020 |
|---|---|---|---|---|---|
| Eigen portefeuille | |||||
| Totaal verhuurbare oppervlakte (m²) | 1.325.292 | 1.609.300 | 1.363.900 | 765.800 | 205.100 |
| Bezettingsgraad (%) | 95,5% | 98,8% | 98,5% | 99,3% | 100,0% |
| Reële waarde van de vastgoedportefeuille | 1.938.957 | 2.000.277 | 2.514.222 | 2.200.119 | 920.151 |
| Portefeuille van Joint Ventures' (100%) | |||||
| Totaal verhuurbare oppervlakte (m²) | 4.649.734 | 3.756.200 | 2.937.100 | 2.326.100 | 2.236.300 |
| Bezettingsgraad (%) | 98,11% | 99,0% | 99,1% | 99,4% | 98,4% |
| Reële waarde van de vastgoedportefeuille1 | 5.898.188 | 5.193.215 | 3.928.725 | 3.545.582 | 2.922.563 |
| Balans | 2024 | 2023 | 2022 | 2021 | 2020 |
| Eigen vermogen | 2.400.427 | 2.214.417 | 2.202.175 | 2.175.565 | 1.305.736 |
| Schuldgraad | |||||
| Netto schuld/totaal activa | 33,6% | 40,3% | 34,4% | 29,8% | 25,2% |
| Winst- en Verliesrekening | 2024 | 2023 | 2022 | 2021 | 2020 |
| Bruto inkomsten uit huur en hernieuwbare energie | 73.704 | 69.003 | 51.230 | 17.618 | 12.078 |
| Netto operationele kosten verbonden aan vastgoed | -6.018 | -5.534 | -8.223 | -2.219 | -3.784 |
| Netto inkomsten uit huur en hernieuwbare energie | 67.686 | 63.469 | 43.007 | 15.399 | 8.294 |
| Joint venture management fee inkomsten | 32.666 | 26.925 | 21.537 | 21.303 | 14.699 |
| Netto waarderingswinsten/(verliezen) op vastgoedbeleggingen |
187.056 | 87.958 | -97.230 | 610.261 | 366.361 |
| Administratieve kosten | -61.263 | -48.863 | -33.956 | -52.112 | -29.296 |
| Aandeel in het resultaat van Joint Ventures en geassocieerde ondernemingen |
92.744 | -10.715 | -45.927 | 186.703 | 63.338 |
| Overige kosten | -1.750 | — | -3.000 | -5.000 | -4.000 |
| Bedrijfsresultaat | 317.139 | 118.774 | -115.569 | 776.554 | 419.396 |
| Netto financieel resultaat | 2.403 | -6.031 | -27.008 | -12.654 | -8.592 |
| Belastingen | -32.555 | -25.451 | 20.035 | -113.845 | -39.865 |
| Resultaat over de periode | 286.987 | 87.292 | -122.542 | 650.055 | 370.939 |
| Resultaat per Aandeel | 2024 | 2023 | 2022 | 2021 | 2020 |
| Gewone nettoresultaat per aandeel (in €) – Basic | 10,52 | 3,20 | -5,49 | 31,41 | 18,58 |
| Gewone nettoresultaat per aandeel (in €) – Verwaterd | 10,52 | 3,20 | -5,49 | 31,41 | 18,58 |
Als we terugkijken op 2024, zijn we trots op de vooruitgang die we hebben geboekt, maar we zijn vooral heel dankbaar voor de kansen die onze 'reis' vorm hebben gegeven. Hoewel het een jaar vol uitdagingen is geweest, heeft het ook de kracht van onze fundamenten versterkt en ons goed gepositioneerd om de ambitieuze doelen die we voor de toekomst hebben gesteld te bereiken. We blijven ons inzetten om waarde te creëren, niet alleen voor onze aandeelhouders, maar ook voor de gemeenschappen en industrieën die we van dienst zijn. Hieronder volgen enkele van de belangrijkste hoogtepunten van dit cruciale jaar.
Ondanks een voorzichtige aanpak van nieuwbouw, vooral met het oog op potentiële leegstandsrisico's, hebben we gelukkig een recordprestatie in verhuur kunnen zien. We zijn verheugd om € 91,6 miljoen aan nieuwe en hernieuwde huuropbrengsten te rapporteren, een historisch record voor VGP. Hiervan weerspiegelt € 61,8 miljoen een stijging van 18% in onze totale contractueel toegezegde huurinkomsten op jaarbasis. Deze groei is een bewijs van de toewijding en het harde werk van ons team en van ons vermogen om ons aan te passen aan de dynamiek van de markt en tegelijkertijd een stabiele kasstroom voor het bedrijf te garanderen.
In lijn met onze visie om de economische groei van Europa te ondersteunen, hebben we het voorrecht gehad om bij te dragen aan een aantal opwindende projecten in 2024. Deze omvatten onder andere:
Deze projecten weerspiegelen de industrieën van morgen en we zijn dankbaar dat we een rol mogen spelen in het vormgeven van de toekomst van Europa. De vooruitgang die we dit jaar hebben geboekt, maakt deel uit van een veel grotere beweging en we zijn er trots op dat we de herindustrialisatie-inspanningen op het hele continent ondersteunen.
Omdat we ons richten op langlopende groei, werden in 2024 ook nieuwe initiatieven gelanceerd die nauw aansluiten bij onze doelstellingen van duurzaamheid en diversificatie. Deze omvatten:

VGP Park Nijmegen
ook helpen om ons engagement voor hernieuwbare energie verder te zetten.
— Ontwikkelingen voor Datacenters: Ons perceel grond in Frankfurt, voorzien van alle essentiële ingrediënten – land, stroom, koelwater en de mogelijkheid om overtollige warmte te hergebruiken – positioneert ons goed voor een belangrijk datacenterproject. We zijn ook een gespecialiseerd team aan het samenstellen om verdere mogelijkheden binnen onze enorme grondbank te onderzoeken.
Kijkend naar 2025, hebben we er alle vertrouwen in dat onze sterke balans, toplocaties en aantrekkelijke bouwkosten ons een belangrijk voordeel zullen geven. De marktdynamiek verschuift, maar we voelen ons goed voorbereid om de kansen die voor ons liggen te benutten.
Terwijl ESG-onderwerpen steeds meer onderdeel zijn geworden van politieke discussies, blijven we ons richten op het leveren van een product van topklasse op het gebied van eco-efficiëntie en klimaatprestaties. Onze inzet om het gasverbruik in onze hele portefeuille te verminderen heeft geleid tot een aanzienlijke overgang van verwarming op gas naar luchtwarmtepompen, waarbij een kwart van onze panden nu onafhankelijk van gas werkt. Deze verschuiving bevordert niet alleen de duurzaamheid, maar helpt onze huurders ook hun energiekosten te beheersen. Daarnaast bieden onze ultramoderne nieuwe gebouwen zeer efficiënte alternatieven voor nieuwe huurders. Deze inspanningen zijn erkend door GRESB (de 'Global Real Estate Sustainability Benchmark'), die VGP een score van 4 sterren toekende – de op twee na hoogste ontwikkelingsscore onder de 23 beursgenoteerde logistieke en semi-industriele ontwikkelaars in zijn universum en de hoogste score binnen onze referentiegroep.
Hoewel AI en automatisering nog niet op de voorgrond staan in onze sector, bereiden we ons proactief voor op de toekomst. We houden de ontwikkelingen op het gebied van zelfrijdende vrachtwagens en robotica nauwlettend in de gaten, omdat we geloven dat deze technologieën de logistieke en industriële sectoren de komende jaren zullen vormgeven.
Vooruitkijkend verwachten we aanhoudende autonome groei in onze kernmarkten. Terwijl Duitsland, de Tsjechische Republiek en Hongarije al lange tijd belangrijke motoren zijn voor onze ontwikkeling, zien we op nu een sterke impuls in andere grote economieën zoals Italië, Spanje en Frankrijk. Deze markten bieden een aanzienlijk expansiepotentieel en zullen van vitaal belang zijn voor onze verdere groei.
We zijn ook enthousiast over onze recente strategische toetreding tot de Britse markt. Dit is een belangrijke stap in onze expansiestrategie en we geloven dat dit de komende jaren een belangrijke bijdrage zal leveren aan onze groei.
Een belangrijke factor voor deze groei is onze partnerschapsstructuur, die de Groep de flexibiliteit blijft geven om uit te breiden door het efficiënt hergebruiken van geïnvesteerd kapitaal. We hechten veel waarde aan de steun van onze joint venture partners, wier samenwerking ons vermogen om te groeien en nieuwe kansen te benutten versterkt.
Naast onze zakelijke ambities geloven we sterk in het belang van een bijdrage aan de maatschappij. Via onze stichting herinvesteren we een deel van onze winst in projecten die doelen ondersteunen die ons na aan het hart liggen. Dit jaar hebben we onze steun voortgezet aan initiatieven die gericht zijn op:
We zijn er trots op dat we een rol spelen in deze belangrijke initiatieven en we blijven ons inzetten om ons succes te gebruiken als platform voor positieve verandering.
Al onze vooruitgang heeft zich ook vertaald in solide financiële prestaties in '24. We zijn dan ook verheugd dat we een nettowinst van € 287 miljoen kunnen rapporteren, een stijging van 229% ten opzichte van boekjaar '23. Onze nettovermogenswaarde groeide met 8,4% tot € 2,4 miljard, ondersteund door een stijging van de EBITDA met 57% dankzij een sterke groei van de recurrente huurinkomsten (+19%), de ontwikkelingsactiviteiten (+178%) en hernieuwbare energie (+236%).
We hebben 21 projecten (584.000 m²) opgeleverd, die € 36,1 miljoen aan jaarlijkse huur hebben opgebracht, terwijl 34 projecten (780.000 m²) in aanbouw zijn. Samen met de contractueel toegezegde huurinkomsten op te ontwikkelen grond is de voorverhuur ratio 80%. Onze bezettingsgraad blijft hoog op 98%, terwijl bijna alle gebouwen op weg zijn naar de hoogste duurzaamheidscertificeringen.
Met een solide balans, een liquiditeit van € 493 miljoen en een lagere gearing ratio van 33,6% zijn we goed gepositioneerd om onze voortdurende groei te managen en de Raad van Bestuur stelt een gewoon dividend voor van € 90 miljoen (€ 3,30 per aandeel), een stijging van 12% ten opzichte van vorig jaar.
We gaan 2025 in met een gevoel van dankbaarheid en optimisme. De basis die we hebben gelegd – van een solide balans tot sterke relaties met huurders en een wendbaar, gemotiveerd team – stelt ons in staat om succesvol te blijven. Hoewel er uitdagingen blijven, hebben we er alle vertrouwen in dat onze strategische voordelen, in combinatie met onze inzet voor duurzaamheid en de gemeenschap, ons in staat zullen stellen om de komende jaren te bloeien.
We erkennen dat de prestaties van onze aandelenkoers in het afgelopen jaar niet de volledige waarde van het potentieel van onze vennootschap hebben weerspiegeld. We zijn er echter diep van overtuigd dat we, door onze strategie en voortdurende inspanningen, bouwen en zullen blijven bouwen aan de intrinsieke waarde van VGP. We blijven gericht op lange termijn groei en we zetten ons volledig in om duurzame waarde te leveren voor al onze belanghebbenden.
Tot slot wil ik u, onze aandeelhouders, hartelijk bedanken voor uw voortdurende vertrouwen en steun. Het allerbelangrijkste is dat ik mijn oprechte dankbaarheid wil betuigen aan mijn ongeloofl ijke team. Het is hun toewijding, enthousiasme en passie die VGP vooruit stuwen, en ik kan niet trotser zijn op de manier waarop ze elke uitdaging en kans met onwrikbare toewijding aangaan. Samen bouwen we aan iets heel bijzonders.
Nogmaals bedankt voor uw geloof in VGP en we kijken uit naar een opwindend jaar.
Vriendelijke groeten,

VGP Park Rouen

VGP Park Olomouc
VGP (www.vgpparks.eu) is een zuiver op logistiek vastgoed gerichte pan-Europese Groep gespecialiseerd in de aankoop, ontwikkeling en het beheer van logistiek en licht industrieel vastgoed. De Groep richt zich op strategisch gelegen percelen grond in belangrijke Europese markten waaronder Duitsland, de Tsjechische Republiek, Spanje, Nederland, Denemarken, de Slovaakse Republiek, Hongarije, Roemenië, Oostenrijk, Italië, Letland, Portugal, Servië, Frankrijk en Kroatië en recent ook het VK. Deze locaties werden geselecteerd om de ontwikkeling van logistieke bedrijfsparken van een aanzienlijke omvang te ondersteunen, om VGP toe te laten een uitgebreide en goed gediversifieerde grondbank te bouwen op toplocaties.
De Groep combineert zijn expertise in grondverwerving, projectconceptualisatie, ontwerp, bouw en vastgoedbeheer binnen een volledig geïntegreerd bedrijfsmodel. Deze aanpak zorgt ervoor dat VGP logistiek vastgoed van hoge kwaliteit en aanverwante kantoren kan leveren en beheren, hetzij voor zijn eigen portefeuille of in samenwerking met zijn Joint Ventures. Deze activa worden vervolgens verhuurd onder langlopende handelshuurovereenkomsten die prioriteit geven aan duurzame en groene huurpraktijken.
Als onderdeel van zijn streven naar duurzame bouwpraktijken heeft VGP oplossingen voor hernieuwbare energie geïntegreerd in zijn aanbod. Via de business line VGP Renewable Energy ondersteunt de Groep huurders en belanghebbenden door het leveren van op maat gemaakte duurzame energieoplossingen, waaronder zonne-energie-installaties en andere innovatieve projecten. Dit initiatief weerspiegelt VGP's toewijding aan het creëren van energie-efficiënte en duurzame logistieke parken die zowel klanten als het milieu ten goede komen.
Met een intern team van 380 professionals (per 31 december 2024) houdt VGP toezicht op alle aspecten van zijn activiteiten, van grondidentificatie en verwerving tot bouwtoezicht, het aantrekken van huurders en vastgoedbeheer. De focus van de Groep op toplocaties in de buurt van dichtbevolkte of industriele centra, in combinatie met een optimale toegang tot de transportinfrastructuur, ondersteunt zijn groeistrategie.
Op 31 december 2024 werd de portefeuille van VGP (in volledige eigendom, inclusief activa ontwikkeld voor rekening van zijn Joint Ventures) gewaardeerd op € 2.103 miljoen en bestond uit:
De portefeuille van de Joint Ventures, gewaardeerd op € 5.734 miljoen, omvat 194 voltooide gebouwen met een totale verhuurbare oppervlakte van meer dan 4.602.000 m². Samen bezit VGP (eigen portefeuille en portefeuille van Joint Ventures) een contractueel vastgelegde ontwikkelingsgrondbank van 8,7 miljoen m², wat een ontwikkelingspotentieel vertegenwoordigt van meer dan 3,6 miljoen m² toekomstig verhuurbare oppervlakte.
Voor meer informatie verwijzen we naar de hoofdstukken Strategie – Hernieuwbare Energie en Activiteitenverslag – Evolutie van de Grondbank.
Evolutie van de door de Groep contractueel toegezegde huurinkomsten op jaarbasis en het aantal huurovereenkomsten (inclusief Joint Ventures aan 100%) gedurende de voorbije jaren

Op 31 december 2024 € 412,6 miljoen
aan contractueel toegezegde huurinkomsten op jaarbasis
De historische evolutie van de voltooide bruto verhuurbare oppervlakte van de Groep (met inbegrip van afgestoten activa en activa verkocht aan de Joint Ventures aan 100%) was de voorbije jaren als volgt:

nieuwe verhuurbare oppervlakte ontwikkeld
31 december 2024 (in € mln)

31 december 2024 (in € mln)

Oostenrijk € 247.218 mln – 3% Tsjechische Republiek € 909.701 mln – 12% Kroatië € 29.529 mln – 1% Denemarken € 21.381 mln – 1% Frankrijk € 125.992 mln – 2% Duitsland € 4087.047 mln – 52% Hongarije € 320.808 mln – 4% Italië € 200.921 mln – 3%
Letland € 101.636 mln – 1% Nederland € 332.176 mln – 4% Portugal € 95.933 mln – 1% Roemenië € 313.86 mln – 4% Slowakije € 315.714 mln – 4% Servië € 101.013 mln – 1% Spanje € 634.217 mln – 8%
Opgeleverd € 6.484 mln – 83% In aanbouw € 684 mln – 9% Ontwikkelingsland € 669 mln – 8%
Het doel van VGP is een toonaangevende pan-Europese logistieke vastgoedgroep te zijn, gespecialiseerd in de aankoop, ontwikkeling en het beheer van logistiek vastgoed, d.w.z. gebouwen die geschikt zijn voor logistieke doeleinden en licht industriële activiteiten.
De Groep focust op (i) strategisch gelegen percelen grond die geschikt zijn voor de ontwikkeling van logistieke bedrijfsparken van een bepaalde omvang, om een uitgebreide en goed gediversifieerde grondbank op te bouwen op toplocaties; (ii) de optimalisering van de operationele prestaties van de portefeuille en de activiteiten van onze huurders via specifieke teams die diensten aanbieden voor ontwikkelings-, activa- en vastgoedbeheer; (iii) het verder laten groeien van de verschillende strategische partnerschappen die werden aangegaan met Allianz, Deka, Areim of met andere lokale partners (zie hieronder) en (iv) de uitvoering van zijn ESG-strategie, door onder meer het aanbieden van oplossingen en optreden als "enabler" om de huurders en overige stakeholders van de Groep te helpen bij hun transitie naar groene energie via de uitbouw van het activiteitensegment hernieuwbare energie.
Dankzij deze elementen zou de Groep in staat moeten zijn om zijn aandeelhouders een aantrekkelijk rendement te bieden door na verloop een progressieve toename van dividenden en nettovermogenswaarde te verwezenlijken.

VGP Park Fuenlabrada
Greenfield- en brownfieldontwikkelingen zijn de kernactiviteiten van de VGP Groep. Brownfieldontwikkelingen worden geleidelijk aan belangrijker naarmate de greenfieldontwikkelingen op sommige beoogde toplocaties steeds schaarser worden. Ontwikkelingen worden voornamelijk ondernomen voor eigen rekening van de Groep en in mindere mate voor de Joint Ventures.
De Groep streeft een groeistrategie na in termen van ontwikkeling van een strategische grondbank die geschikt is voor de ontwikkeling van sleutel-op-de-deur en verhuurklare logistieke projecten. De percelen zijn voornamelijk bestemd voor logistieke of licht industriële activiteiten. Het management van VGP is ervan overtuigd dat de topligging van de gronden en de hoge kwaliteitsnormen van zijn vastgoedprojecten bijdragen tot de portefeuillewaarde op lange termijn.
De Groep focust op de sector van logistieke en licht industriele projecten die gelegen zijn in continentaal Europa. De Groep is actief in 18 landen in Europa; in 15 daarvan heeft de Groep reeds ontwikkelingsactiviteiten verricht of een ontwikkelingspijplijn voor toekomstige ontwikkelingsactiviteiten.
Kwalitatief hoogstaande projecten worden steeds ontwikkeld op basis van de VGP-bouwnormen, met aanpassingen om tegemoet te komen aan de specifi eke eisen van de toekomstige huurders, maar waarbij altijd een polyvalent gebruik en de toekomstige her-verhuurbaarheid gegarandeerd blijft. In de aanvangsfase van de ontwikkeling worden sommige projecten ontwikkeld op eigen risico van de Groep (dus zonder dat deze al op voorhand zijn voorverhuurd). De Groep heeft onlangs de eerste stappen gezet in de ontwikkeling van datacenters, in eerste instantie gericht op mogelijkheden binnen zijn bestaande grondbank.
De gebouwen voldoen aan de recentste moderne kwaliteitseisen en worden krachtens langlopende huurovereenkomsten verhuurd aan huurders die actief zijn in de logistieke, licht industriële of e-commerce sector, met activiteiten zoals opslag, assemblage, herverpakking en eindverwerking van goederen alvorens die naar industriële klanten of detailhandelaars gaan. De gronden zijn gelegen in de nabijheid van sterk geconcentreerde woon- en/of productiecentra, met een optimale toegang tot transportinfrastructuur.
De Groep verleent diensten op het gebied van vastgoed- en activabeheer en facilitymanagement aan zijn portefeuille en de Joint Ventures (zie hieronder).
Vastgoedbeheerdiensten worden uitsluitend verstrekt betreffende de eigen portefeuille van de Groep en aan de portefeuille van de Joint Ventures, waarbij de respectievelijke Groep-vastgoedbeheervennootschap verantwoordelijk is voor de goede en ongestoorde werking van de gebouwen. Als onderdeel van hun aangeboden diensten leveren de VGP-vastgoedbeheervennootschappen tevens diensten van projectbeheer en verhuur.
De activabeheerdiensten omvatten het verstrekken van advies en aanbevelingen aan de Joint Ventures inzake het activabeheer en de strategie van de Joint Ventures, waardoor de waarde van de activa van de Joint Ventures geoptimaliseerd wordt. Als onderdeel van de geleverde diensten is VGP verantwoordelijk voor de standaard bedrijfsadministratie van financiering, business planning, rapportage, budgettering, beheer van belastingen en juridische zaken, controle, etc.
Diensten voor facilitymanagement worden in de lokale landen uitgevoerd door specifieke teams die zich richten op het beheer van de juiste en ongestoorde exploitatie van de gebouwen en het uitvoeren van de nodige activiteiten, zoals onderhoudsdiensten, diensten voor afvalbeheer, groenbeheer die in dit opzicht noodzakelijk kunnen zijn.
Overige diensten omvatten het leveren van groene energie die wordt opgewekt door vaste zonnepanelen op het dak, slim energiebeheer en laadfaciliteiten en – infrastructuur voor groene elektriciteit. (zie hieronder)
VGP Renewable Energy biedt een breed scala aan duurzame energieoplossingen voor magazijnen, waaronder zonne-energie, windenergie en thermische energie, evenals integrators voor opslag en distributie. We bieden groene energie aan onze huurders, ter plaatse of elders geproduceerd met onze eigen fotovoltaïsche systemen. Deze wordt geleverd via huurovereenkomsten of Power Purchase Agreements. We streven ernaar om onze klanten een op maat gemaakte groene energieoplossing te bieden, die meestal wordt aangeboden met fotovoltaïsche systemen op onze VGP Parken, maar ook met de mogelijkheid om groene energie aan te bieden die elders wordt gewonnen, met groene energieopwekking in de buurt van onze parken.
Sinds januari 2024 opereert de Groep als een gereguleerde nutsvoorziening voor zijn Duitse klanten. Dit stelt de Groep in staat om op termijn alle fotovoltaïsche projecten in Duitsland in te zetten om groene energie effi ciënter te verdelen onder onze huurders in het hele land, ongeacht de hoeveelheid hernieuwbare energie die ter plaatse wordt opgewekt. Inclusief projecten die momenteel in aanbouw zijn, zal de geïnstalleerde capaciteit bijna 200 MWp bereiken. Met een ambitieuze projectpipeline streven we ernaar de energiebehoeften van onze huurders te overtreff en.
Sinds 2024 is de Groep ook begonnen met de uitrol van batterij-energieopslagsystemen (BESS). Met de eerste BESS die naar verwachting in de eerste helft van 2025 wordt geleverd, kan de Groep het eigen energieverbruik verder optimaliseren.
Daarnaast bieden wij groene e-mobiliteitslaadfaciliteiten voor elektrische vrachtwagens en auto's, en onderzoeken wij momenteel kwalitatieve methoden voor energieopslag met batterij-installaties en lastbeheer. Verder ondersteunen wij onze huurders bij het identifi ceren van optimalisatiemogelijkheden voor groen energieverbruik en fl exibele energieconsumptie met energiebeheermethoden voor diverse processen om, onder andere, het potentieel van fotovoltaïsche energie optimaal te benutten.
Belangrijkste principes van de investeringsstrategie van VGP
Strategisch gelegen gronden
schaalvoordelen Kwalitatief hoogstaand gestandaardiseerd en duurzaam logistiek vastgoed
Primaire focus op de lange termijn grondslag
Focus op bedrijvenparken met het oog op het verwezenlijken van
In-house competenties die een volledig geïntegreerd bedrijfsmodel mogelijk maken
Gemeenschappen versterken en eco-effi ciëntie voortdurend verbeteren door klimaatverandering aan te pakken
| Grond | Concept en ontwerp |
Constructie | Huren | Portefeuille | Aanvullende diensten |
|---|---|---|---|---|---|
| Investment Strategy | |||||
| — Toplocaties identifi ceren die rechtstreeks kunnen worden aangesloten op bestaande infrastructuur — Potentiële projecten evalueren, techni sche due diligence — Bestemmingsplan- en bouwvergunning verkrijgen |
— Gebouwen in-house ontwerpen op basis van strikte richtlijnen voor polyvalent gebruik — Strategische alliantie met architectenbureaus, in nauwe samenwerking met lokale overheden — Enige aanpassingen volgens de eisen van de huurders, maar binnen de standaard VGP-bouwnormen |
— Kwalitatief hoogstaande lo gistieke projecten gebouwd door externe aannemers in nauwe samenwerking met toekomstige huurders — Optreden als hoofdaanne mer voor een aanzienlijk deel van de bouwpijplijn — Hoge technische en kwaliteitsnormen |
— Voornamelijk langlopende huurovereenkomsten — Medewerkers die verant woordelijk zijn voor het toezicht op de eisen van de huurders tot aan de overdracht van het pand — Samenwerken met plaatselijke makelaars |
— Ontwikkelaar/investeerder op lange termijn (eigen portefeuille of verkoop aan een van de JV's) — Portefeuillebeheer — Beheer van activa — Beheer van eigendommen — Gecentraliseerd onder houd van eigendommen |
— Klanten helpen om op een kosteneff ectieve manier over te stappen naar duurzame energie — Aanbod omvat: groene energie (ter plaatse of elders geproduceerd), slim ener giebeheer, oplaadfaciliteiten en infrastructuur op groene elektriciteit en waterstof |
| Duurzaamheidsaanpak | |||||
| — Aankoop van grondstuk ken in overeenstemming met EU-taxonomiever eisten (bijv. bouwland) |
— Luchtwarmte-pompen, slimme meters, water management en kli maatrisico-maatregelen standaard geïntegreerd in VGP bouwnorm |
— Doel: 70%+ recyclen tijdens het bouwproces — Werken met interne kool stofprijzen om circulaire bouwmaterialen te promoten — Leveranciers moeten zich houden aan de gedragscode |
— Nieuwe leasecontracten vereisen de inkoop van hernieuwbare energie |
— ESG-gegevens openbaar maken en bespreken — Prestatiebeoordeling en ESG-optimalisatie van de portefeuille (bijv. LED-beleggingen) — Biodiversiteits-initiatieven — Hernieuwbare ener gie aanbod |
— Installatie van foto voltaïsche panelen in dien/waar mogelijk — Batterij-investeringen die verder moeten worden uitgerold om het eigen verbruik te verbeteren — EV-oplaad- infrastructuur |
| KPI's | |||||
| — % van EU Taxonomy CRA analyses voltooid voor afgerondde en nieu we land acquisities |
— % van de portefeuille uitge rust met warmtepompen — % slimme meters — % geïmplementeerde CRA-maatregelen |
— % van afvalrecycling — % leveranciers dat zich aan de gedragscode houdt |
— % nieuwe huurovereenkom sten met groene clausule |
— % openbaarmaking van ESG-gegevens — % parken met biodiver siteitsmaatregelen — % LED |
— MWp geïnstalleerd — EV opladers geïnstalleerd |
| Ontwikkeling | Investering | Hernieuwbare energie |
Ter ondersteuning van zijn groei op middellange termijn heeft VGP meerdere 50/50 joint ventures afgesloten met bekende institutionele beleggers. Dankzij deze joint ventures kan VGP zijn initieel geïnvesteerde kapitaal gedeeltelijk hergebruiken wanneer voltooide projecten worden aangekocht door de respectieve joint ventures en kunnen deze verkoopopbrengsten worden herbelegd in de voortdurende uitbreiding van de ontwikkelingspijplijn, met inbegrip van de verdere uitbreiding van de grondbank. Hierdoor kan VGP zich concentreren op zijn kernontwikkelingsactiviteiten.
De Eerste Joint Venture werd in mei 2016 opgericht met als doel een platform op te bouwen van nieuwe, klasse A logistieke en industriële panden met een belangrijke focus op uitbreiding in de kernmarkten in Duitsland en in markten in Midden- en Oost-Europa (Hongarije, de Tsjechische Republiek en de Slovaakse Republiek) die snel groeien teneinde stabiele, inkomsten gedreven rendementen op te brengen met een kans op opwaardering van kapitaal. De Eerste Joint Venture had een doel om, uiterlijk tegen mei 2021, de omvang van zijn portefeuille (d.w.z. de bruto-actiefwaarde van de verworven inkomsten genererende activa) te doen toenemen tot ongeveer € 1,7 miljard via de inbreng in de Eerste Joint Venture van nieuwe logistieke ontwikkelingen die door VGP werden uitgevoerd. De strategie van de Eerste Joint Venture is nu derhalve voornamelijk een houdstrategie. Per 31 december 2024 bestaat de vastgoedportefeuille van de Eerste Joint Venture uit 104 voltooide gebouwen die een totale verhuurbare oppervlakte van meer dan 1.973.000 m2 vertegenwoordigen. Hoewel de Eerste Joint Venture zijn uitgebreide investeringsdoelstelling heeft bereikt, kunnen er in de toekomst nog enkele bijkomende closings plaatsvinden door bestaande uitbreidingsopties voor de huurders. De Eerste Joint Venture zal zijn bestaande portefeuille met VGP behouden en zal blijven fungeren als vastgoed-, facility- en activabeheerder. Ten slotte heeft VGP mogelijk het recht op een winstuitkering van de Eerste Joint Venture bij (i) een liquiditeitsevenement of (ii) na het verstrijken van de initiële periode van tien jaar, wat plaatsvindt in H1 '26. De omvang van deze winstuitkering door de Eerste Joint Venture zal gebaseerd zijn op het verloop van de IRR ('internal rate of return') van de Joint Venture en is afhankelijk van een aantal parameters die alleen nauwkeurig kunnen worden bepaald op de vervaldatum.

VGP Park Ceske Budejovice
De Tweede Joint Venture werd in juli 2019 opgericht met als doel een platform te bouwen van top logistieke activa in Oostenrijk, Italië, Nederland, Portugal, Roemenië en Spanje, met als doelstelling om stabiele inkomsten-gedreven rendementen te leveren met potentiële kapitaalherwaardering.
Het exclusieve voorkooprecht van de Tweede Joint Venture met betrekking tot het verwerven van nieuwgebouwde activa in de betreffende landen is per 31 juli 2024 verlopen. De strategie van de Tweede Joint Venture is nu derhalve voornamelijk een houdstrategie.
Per 31 december 2024 bestaat de vastgoedportefeuille van de Tweede Joint Venture uit 42 voltooide gebouwen met een totale verhuurbare oppervlakte van meer dan 926.000 m2.
Hoewel de investeringsperiode van de Tweede Joint Venture is verstreken, kunnen er in de toekomst nog enkele aanvullende transacties plaatsvinden met betrekking tot bestaande uitbreidingsmogelijkheden binnen de parken.

VGP Park München
De Derde Joint Venture werd in juni 2020 opgericht met als doel het VGP Park München te ontwikkelen. Zodra het VGP Park München volledig is ontwikkeld, zal het bestaan uit vijf logistieke gebouwen, twee op zichzelf staande parkeergarages en een kantoorgebouw voor een totaal bruto verhuurbare oppervlakte van ca. 323.000 m2. Het park is volledig voorverhuurd. Sinds zijn oprichting zijn er drie closings met de Derde Joint Venture gebeurd.
De financiering van de investering in ontwikkelingen van de Derde Joint Venture vindt plaats door middel van aandeelhoudersleningen en/of kapitaalinbrengen van de aandeelhouders in verhouding tot hun respectievelijke aandelenbezit of via bankfinanciering.
Na de voltooiing van het (de) betreff ende gebouw(en), vond een transactie plaats met Allianz, waardoor de Groep de proportionele aandelenprijs voor het (de) gebouw(en) van Allianz ontving en zijn oorspronkelijk geïnvesteerd kapitaal met betrekking tot het (de) gebouw(en) gedeeltelijk of volledig kon herinvesteren.
Het park heeft momenteel drie huurders, KraussMaffei – met 212.000 m2 bruto verhuurbare oppervlakte – en BMW – met 64.000 m2 verhuurbare oppervlakte – bezetten het bestaande park. Het laatste gebouw binnen het park is momenteel in ontwikkeling en wordt in 2026 voltooid. Dit gebouw zal 44.000 m2 bruto verhuurbare oppervlakte bieden en werd in '24 verhuurd aan de vennootschap ISAR Aerospace SE.
Tot slot heeft VGP Park München in 2024 een aanvullende kredietfaciliteit opgenomen van € 84,5 miljoen die zal worden gebruikt voor de financiering van de ontwikkeling van het laatste uitstaande gebouw dat is verhuurd aan ISAR Aerospace SE.
VGP heeft per 21 juli 2023 een Joint Venture overeenkomst ondertekend met Deka Immobilien, een vooraanstaande vastgoedbeleggingsvennootschap. In de joint venture hebben twee publieke fondsen van Deka Immobilien: Deka Westinvest Inter-Select en Deka Immobilien Europa, een belang van 50% verworven in vijf projectvennootschappen van VGP.
Deze projectvennootschappen bezitten en exploiteren vijf strategisch gelegen parken in Duitsland, namelijk Gießen – Am alten Flughafen, Laatzen, Göttingen 2, Magdeburg en Berlin Oberkrämer. Deze parken beschikken over een portefeuille van 20 gebouwen, die ten tijde van de transactie een totaal aan huurinkomsten genereerden van € 52,9 miljoen op jaarbasis.
De transactie zou worden uitgevoerd in drie closings, waarbij de eerste closing materialiseerde in het derde kwartaal van 2023, de tweede in het tweede kwartaal van 2024, bestaande uit twee gebouwen in Berlijn Oberkrämer en Gießen – Am alten Flughafen voor een totale brutovermogenswaarde van € 281,3 miljoen, en de derde, een gebouw in VGP Park Magdeburg voor een totale brutovermogenswaarde van € 103,5 miljoen in het derde kwartaal van 2024. De transacties zijn allemaal uitgevoerd volgens het oorspronkelijk overeengekomen tijdschema en de overeengekomen prijs, waardoor de Joint Venture nu € 1,16 miljard aan bruto activawaarde omvat. VGP behoudt activabeheerdiensten in een vergelijkbare omvang als zijn bestaande partnerschappen met Allianz. Voor de opzet van joint venture zijn de partijen overeengekomen om de joint venture te herfinancieren met een LTV van ongeveer 30%. Als gevolg hiervan heeft VGP nu € 681 miljoen aan cash gerecycled uit alle overnames tot nu toe.
Per 15 december 2023 is VGP een nieuwe Joint Venture-overeenkomst aangegaan met AREIM Pan-European Logistics Fund (D) AB, of Areim, op een 50/50 basis, met het doel om te investeren in door VGP ontwikkelde activa in Duitsland, Tsjechische Republiek, Frankrijk, Slovakije en Hongarije. De Joint Venture zal schulden opnemen met een loan-to-value van 40%, ten opzichte van de oorspronkelijke doelstelling van 35%. De investeerder, Areim, heeft een investering van € 500 miljoen inleg toegezegd. De investeringsperiode duurt tot 15 december 2028, met mogelijkheden om de Joint Venture met wederzijds goedvinden te verlengen.
In H1 2024 vond een initiële closing plaats, bestaande uit 17 ontwikkelde gebouwen, met een totale oppervlakte van 450.000 m2, in Duitsland (8), Tsjechische Republiek (5) en Slovakije (4) voor een totale bruto activawaarde van € 436,5 miljoen, resulterend in een netto cash recycling van € 270,2 miljoen. Een tweede closing vond plaats in december 2024, bestaande uit 4 ontwikkelde gebouwen, met een totale oppervlakte van 114.000 m2 in Duitsland (1), Tsjechische Republiek (1), Slovakije (1) en Frankrijk (1), voor een totale bruto activawaarde van € 120 miljoen, resulterend in een netto cash recycling van € 79,3 miljoen. In veel opzichten lijkt de Joint Venture op de Allianz Joint Ventures, aangezien de Zesde Joint Venture een voorkooprecht heeft, maar dan beperkt tot gebouwen van een specifieke ontwikkelingspijplijn binnen de doellanden over de investeringsperiode.
Op 31 december 2024 bestaat de vastgoedportefeuille van de Zesde Joint Venture uit 21 voltooide gebouwen met een totale verhuurbare oppervlakte van meer dan 564.000 m2 die 100% verhuurd zijn.
De joint venture richt zich op een uitgebreide ESG-strategie, met criteria gedefinieerd rond EU-taxonomie naleving, EPC, BREEAM-standaarden, en meer. Zoals het geval is bij vergelijkbare Joint Ventures, zal VGP optreden als activa-, vastgoed- en ontwikkelingsbeheerder van de Joint Venture.
VGP Park Graz
De VGP Park Belartza Joint Venture is opgezet als een 50/50 joint venture met VUSA. Het doel van deze joint venture is de Groep een extra bron van gronden te verschaff en voor percelen grond die anders niet voor hem toegankelijk zouden zijn. De VGP Park Belartza Joint Venture heeft als doel ca. 64.000 m2 aan logistieke verhuurbare oppervlakte te ontwikkelen. In april 2024 zijn VGP en VUSA overeengekomen om het belang van VGP in de Joint Venture te verhogen tot 75%. Het VGP Park Belartza, gelegen in de buurt van San Sebastian in het noorden van Spanje, richt zich op de ontwikkeling van een gemengd (logistiek/commercieel) park waarbij VGP de logistieke ontwikkeling en VUSA de commerciële ontwikkeling zal leiden. De overeenkomst van de VGP Park Belartza Joint Venture voorziet verschillende mechanismen die onder bepaalde voorwaarden VGP toelaat om de juridische eigenaar te worden van het logistiek vastgoed en Vusa eigenaar van het commerciële vastgoed. Het project maakt momenteel goede voortgang met het verkrijgen van de benodigde bestemmingsplanvergunningen.
De VGP Park Siegen Joint Venture is opgezet als een 50/50 joint venture met Revikon. Het doel van deze joint venture is het herontwikkelen van een brownfield met ca. 21.000 m2 verhuurbare ruimte gelegen in de nabijheid van de stad Siegen, Duitsland. In 2023 werd een deel van het project verkocht en sindsdien worden er sloopwerken op de brownfield uitgevoerd ter voorbereiding van de toekomstige ontwikkeling. Verdere mijlpalen worden verwacht in de loop van 2025.
De LPM Joint Venture is opgericht in November 2020 met als doel om samen met het Havenbedrijf Moerdijk op een 50/50 basis Logistiek Park Moerdijk (Nederland) te ontwikkelen. Logistiek Park Moerdijk (Nederland) ligt tussen de haven van Rotterdam (Nederland) en de haven van Antwerpen (België). In februari 2024 heeft VGP ingestemd met de verkoop van het project in zijn huidige status en recyclede hiermee een opbrengst van ongeveer € 171,4 miljoen.

Duurzaamheid Geconfronteerd met de urgentie van klimaatverandering is VGP een toegewijde partner voor zowel de transformatie van bedrijven naar de effi ciëntie van Industrie 4.0, als voor het herstel van oude industrieterreinen door hun stedelijke milieutransformatie te versnellen. Duurzaamheid vormt de kern van de bedrijfsstrategie van VGP, zoals blijkt uit de integratie van onze duurzaamheidsaanpak in de Beleggingsstrategie van VGP. In 2021 lanceerde de Groep zijn bijgewerkte ESG-strategie die een ambitieuze doelstelling om de ecologische voetafdruk van VGP te verkleinen en de maatschappelijke betrokkenheid te vergroten combineert met het integreren van duurzaamheid in de hele waardeketen van de Groep. De ambities van de Groep zijn afgestemd op de doelstellingen van het Akkoord van Parijs van 2015 en aangepast aan de uitdagingen en kansen van de sector en de specifi eke aard van de activiteiten. De Groep vertrouwt zowel op de kwaliteit van zijn activa als op de collectieve kracht van zijn werknemers en belanghebbenden om bewustzijn te creëren, te mobiliseren en praktische oplossingen te bieden die de overgang naar een koolstofarme economie zullen vergemakkelijken. De Groep is actief betrokken bij de gemeenschappen waarin hij actief is. De inzet van de Groep om klimaatverandering in de hele waardeketen aan te pakken gaat verder dan de eigen directe activiteiten (Scope 1 & 2) en activiteiten van huurders (Scope 3) die gehalveerd moeten worden, maar omvat ook een inzet om de CO2-voetafdruk in de hele toeleveringsketen aan te pakken door middel van eff ectief ESG-beheer en transparantie in CO2-prijzen. De ESG-Strategie van de Groep pakt ook uitdagingen aan zoals biodiversiteit, milieuvriendelijk transport en de circulaire economie. De ESG-Strategie is gebaseerd op 5 pijlers:
de gevolgen voor de biodiversiteit te beoordelen en maatregelen te nemen om deze te verminderen, in overeenstemming met de BREEAM Excellent/DGNB Gold-normen, en daarnaast door biodiversiteitsactieplannen te implementeren op basis van de eigen biodiversiteitsstrategie van de Groep die rekening houdt met unieke lokale omstandigheden.
— Eco-efficiëntie verbeteren. De eco-efficiëntie van onze portefeuille wordt verbeterd door dagelijkse optimalisatie van de activiteiten, door gebruik te maken van technische verbeteringen van de apparatuur, waaronder het installeren van LED-verlichting bij renovaties, door oplossingen voor hernieuwbare energie aan te bieden aan onze huurders, waaronder op maat gemaakte fotovoltaïsche installaties op daken voor eigen gebruik en externe groene energiecontracten die worden aangeboden via onze eigen activiteiten op het gebied van energiehandel door gebruik te maken van fotovoltaïsche installaties elders in de groep en door de intrinsieke kwaliteit van onze nieuwe ontwikkelingen te verbeteren, waaronder de installatie van warmtepompen in plaats van gasverwarming waar dat haalbaar is.

VGP Park Magdeburg-Sülzetal
Een nettowinst van € 287 miljoen, een stijging van € 200 miljoen of 229% ten opzichte van boekjaar '23. De groei van het eigen vermogen bedroeg 8,4%, tot € 2,4 miljard.
Een EBITDA-groei van 57%, met een solide bijdrage van recurrente huuractiviteiten1 van € 204,3 miljoen (+19%), ontwikkelingsactiviteiten van € 144,8 miljoen (+178%) en hernieuwbare energie van € 5,4 miljoen (+236%).
Een historisch record van € 91,6 miljoen aan nieuwe en hernieuwde huurinkomsten werden ondertekend, wat de contractueel toegezegde huurinkomsten op jaarbasis per jaareinde op € 412,6 miljoen brengt2, een stijging van +17,6%.
34 projecten in aanbouw die samen 780.000 m2 vertegenwoordigen (waarvan 29 projecten van in totaal 589.000 m2 die in de loop van het jaar zijn opgestart) en € 60,4 miljoen aan extra jaarlijkse huurinkomsten eens ze volledig zijn gebouwd en verhuurd zijn. De ontwikkelingspijplijn3 is voor 80% voorverhuurd. 100% van de gestarte projecten zal gecertifi ceerd worden en 97% krijgt minimaal een BREEAM Excellent of gelijkaardig certifi caat.
21 projecten werden opgeleverd gedurende het jaar, die 584.000 m2, of € 36,1 miljoen aan bijkomende jaarlijkse huurinkomsten vertegenwoordigen, en momenteel voor 94% verhuurd zijn. Als gevolg hiervan stegen de netto huurinkomsten, op proportionele basis4, met 20,9%, van € 159,1 miljoen tot € 192,4 miljoen, wetende dat per jaareinde € 214,7 miljoen (tegenover € 194,3 miljoen in FY23 of +10,5%) op een proportionele basis, kasstroom genererend is geworden.
702.000 m2 aan nieuwe ontwikkelingsgrond werd verworven5 en 1.170.000 m2 ontwikkelingsgrond werd aangewend voor de ontwikkelingen die in 2024 werden opgestart. De totaal aangekochte en gecommitteerde grondbank bedraagt 8,7 miljoen m2 aan het einde van 2024 en vertegenwoordigt een ontwikkelingspotentieel van meer dan 3,6 miljoen m2.
De vastgoedportefeuille5, met een gemiddelde leeftijd van 4,2 jaar, is bijna volledig verhuurd met een bezettingsgraad van 98%. De portefeuille is goed op weg om 100% duurzaam gecertificeerd te worden, waarbij verschillende gebouwen al zijn gecertificeerd met een BREEAM Outstanding of DGNB Platinum.
Vier joint venture closings en de verkoop van LPM resulteerden in een record cash recycling van € 809 miljoen. Deze closings leverden een gerealiseerd resultaat van € 92,9 miljoen in 2024.
De fotovoltaïsche capaciteit groeide met 53% op jaarbasis, met een operationele capaciteit van 155,7 MWp (tegenover 101,8 MWp in december 2023), 41,00 MWp aan PV-projecten in ontwikkeling en nog eens 90,9 MWp in de planningsfase. Daarnaast is een eerste batterijproject van 6,8 MWh in aanbouw, terwijl verschillende grotere installaties zich in een vergevorderd planningsstadium bevinden.
Een solide balans met een liquiditeitspositie van € 493 miljoen (t.o.v. € 210 miljoen per december '23), € 500 miljoen aan ongebruikte kredietfaciliteiten en een gearing ratio van 33,6% (t.o.v. 40,3% december '23) en een proportionele LTV6 van 48,3% (tegenover 53,4% december 23). De EPRA NTA steeg met 7%.
De raad van bestuur stelt een regulier dividend van € 90 miljoen voor (+ 12% versus het reguliere dividend van '24), of € 3,30 per aandeel.
1 Zie activiteitssegmenten.
Op 31 december 2024 bedroegen de nieuwe en hernieuwde huurinkomsten € 91,6 miljoen1 , wat de totale contractueel toegezegde huurinkomsten op jaarbasis op € 412,6 miljoen2 brengt (gelijk aan 6,5 miljoen m2 verhuurbare oppervlakte), een stijging van 17,6% sinds december 2023. Op een proportionele basis bedragen de totale contractueel toegezegde huurinkomsten op jaarbasis € 272,2 miljoen, een stijging van € 32,3 miljoen, of 13,4% sinds december 2023.
De stijging werd gedreven door 631.000 m2 aan nieuw ondertekende huurovereenkomsten, wat overeenkomt met € 60,3 miljoen aan huurinkomsten3 op jaarbasis, een stijging van 45% ten opzichte van boekjaar 2023. Gedurende dezelfde periode werd eveneens voor 34.000 m2 aan huurovereenkomsten verlengd en hernieuwd, wat overeenkomt met € 2,8 miljoen aan geannualiseerde huurinkomsten. Indexering was goed voor € 8,0 miljoen in 2024 (waarvan € 5,8 miljoen gerelateerd aan de joint ventures). Beëindigingen vertegenwoordigden een totaal van € 9,3 miljoen of 163.000 m2, waarvan € 6,5 miljoen binnen de Joint Venture portefeuilles4 .

VGP Park Chomutov

1 Waarvan € 54,4 miljoen in de eigen en € 37,2 miljoen in de JV portefeuille
2 Inclusief Joint Ventures aan 100%
3 Waarvan 509.000 m2 (€ 47,9 miljoen) gerelateerd aan de eigen portefeuille
4 "Joint ventures" verwijst naar VGP European Logistics (de Eerste Joint Venture), VGP European Logistics 2 (de Tweede Joint Venture) en VGP Park München (de Derde Joint Venture), alle drie joint ventures met Allianz; alsook de Vijfde Joint Venture met Deka en de Zesde Joint Venture met Areim

VGP Park Hrádek nad Nisou
Geografi sch gezien is West-Europa, met een aandeel van 81% van de nieuw ondertekende huurinkomsten en met name Duitsland (met 47%) of € 49,0 miljoen de belangrijkste drijvende kracht achter de nieuwe huurovereenkomsten. Binnen de segmenten was licht industrieel goed voor 65% (€ 39,3 miljoen) van alle nieuwe huurovereenkomsten. Enige voorbeelden van nieuwe huurovereenkomsten zijn Stellantis (Opel) in VGP Park Russelsheim, Duitsland; Mobis, in VGP Park Pamplona Noáin, Spanje; Isar Aerospace in VGP Park Münich, Duitsland; Verne in VGP Park Zagreb, Kroatië; Mutti in VGP Park Parma Paradigna, Italië; VAT Global in VGP Park Arad, Roemenië; Fuyao Glass in VGP Park Kecskemét 2, Hongarije, JYSK in VGP Park Valencia Cheste, Spanje, De Boer Logistics in VGP Park Leipzig Flughafen 2, Duitsland, en Best4Tires in VGP Park Berlin Bernau, Duitsland.
Er werden in totaal 72 huurovereenkomsten gesloten in 14 landen. De gemiddelde oppervlakte1 van de nieuwe huurovereenkomsten bedroeg ongeveer 10.000 m2. Bovendien bevat 99% van de nieuwe huurovereenkomsten specifi eke, zogenaamde 'groene huurovereenkomst' bepalingen . Deze zijn bedoeld om energie-effi ciëntie te verbeteren, afval te verminderen en de algemene milieu-impact van een pand te verlagen en 74% van de nieuwe huurovereenkomsten bevat een specifi eke clausule ("donkergroen"), voor zover redelijkerwijs mogelijk, dat de huurder elektriciteit uit hernieuwbare bronnen moet gebruiken.

De gewogen gemiddelde looptijd2 van de huurovereenkomsten bedraagt 8,0 jaar voor de gecombineerde eigen en joint venture portefeuille, 9,7 jaar in de eigen portefeuille en 7,2 jaar in de joint venture portefeuille. In 2024 heeft VGP met succes € 20,5 miljoen3 aan geannualiseerde huurinkomsten hernieuwd. De huurprijzen bij herverhuur4 lagen gemiddeld 5,1% hoger in vergelijking met de laatste actieve huurovereenkomst op de betreffende locaties.
Per jaareinde 2024 is € 349,9 miljoen, of 85% van de geannualiseerde huurinkomsten, kasstroom genererend geworden omdat de verhuurde oppervlakte is overgedragen aan de huurders. In de komende twaalf maanden zal nog eens € 39 miljoen effectief worden, zoals samengevat in de onderstaande tabel.
| in € mln | Geannu aliseerde huurinkom sten effec tief vóór 31 dec 2024 |
Geannu aliseerde huurin komsten – binnen 1 jaar te starten |
Geannu aliseerde huurinkom sten te beginnen tussen 1 – 5 jaar |
Geannu aliseerde huurinkom sten te beginnen tussen 5 – 10 jaar |
|---|---|---|---|---|
| Joint Ventures |
275,4 | 7,6 | 2,7 | — |
| Eigen portefeuille |
74,6 | 31,4 | 21,0 | — |
| Totaal | 349,9 | 39,0 | 23,7 | — |
De top tien klanten van VGP, inclusief die van de Joint Ventures, vertegenwoordigt € 130,6 miljoen aan huuropbrengsten op jaarbasis, of 31% van de totale huuropbrengsten op jaarbasis. Ze bestaan uit een mix van onze drie segmenten, maar de grootste worden vertegenwoordigd door de categorie licht industrieel en e-commerce. De gewogen gemiddelde huurtermijn van de top tien klanten bedraagt 10,7 jaar. Siemens bezet een brownfield site en ook een gedeelte van Opel's contractueel toegezegde huurinkomsten op jaarbasis hebben betrekking op hun aanwezigheid op een brownfield locatie. Beide zullen op termijn worden omgevormd tot een nieuw ontwikkeld state-of-the-art industriepark, met een potentieel om een substantieel hogere huur te genereren.
3 € 18,7 miljoen namens de Joint Ventures
1 Inclusief Joint Ventures en genormaliseerd voor huurovereenkomsten kleiner dan 250 m2
2 Tot de eindvervaldag. De gewogen gemiddelde looptijd van de huurovereenkomsten tot de eerste opzegging bedraagt 7,6 jaar voor de gehele portefeuille, 9,0 jaar voor de eigen portefeuille en 6,9 jaar voor de Joint Ventures portefeuille.
4 Heeft betrekking op alle huurovereenkomsten onder het management van VGP, inclusief de Joint Ventures aan 100%
(gebaseerd op huurinkomsten op jaarbasis)

Top 10 Segmentatie (in m2) Top 10 Geografie (in CARA) Top 10 Eigendom (in CARA)


VGP Park Cordoba
Per 31 december zijn er 34 projecten in 13 landen in aanbouw die goed zijn voor 780.000 m2 aan toekomstige verhuurbare oppervlakte die € 60,4 miljoen aan jaarlijkse huren vertegenwoordigen zodra ze volledig gebouwd en verhuurd zijn. De portefeuille onder constructie inclusief de ondertekende huren op ontwikkelingsgronden, is 80% voorverhuurd1 per 31 december 2024.
Een totaal van 617.000 m2 is in aanbouw in de eigen portefeuille en 163.000 m2 wordt ontwikkeld namens de Joint Ventures. Deze bevatten gebouwen voor de Eerste, Tweede en de Zesde Joint Venture, evenals het laatste te ontwikkelen gebouw in VGP Park München, in de Derde Joint Venture.

VGP Park Belgrade – Dobanovci
| Namens JV's | VGP Park | m2 |
|---|---|---|
| Tsjechische Republiek | VGP Park Prostějov | 10.000 |
| Tsjechische Republiek | VGP Park Ústí nad Labem City | 29.000 |
| Duitsland | VGP Park Berlin 4 | 5.000 |
| Duitsland | VGP Park Halle 2 | 12.000 |
| Duitsland | VGP Park München | 44.000 |
| Slovakije | VGP Park Bratislava | 37.000 |
| Spanje | VGP Park Dos Hermanas | 26.000 |
| Totaal namens JV's | 163.000 | |
| Totaal in aanbouw | 780.000 |
Een aanzienlijk deel van de projecten die momenteel in aanbouw zijn, zal in de loop van '25 worden opgeleverd. Dit is nog afhankelijk van verhuuractiviteiten en huurderspecifieke inrichtingsvereisten die van invloed kunnen zijn op de feitelijk verwachte opleverdatum van de activa.
Gedurende 2024 hebben we in verschillende landen gunstige constructieprijzen gezien en bijna 100% van de projecten die in 2024 werden opgestart zijn bestemd om ten minste een 'BREEAM Excellent' of een gelijkaardig label te behalen en 7% heeft als doel het 'BREAAM Outstanding' label te behalen.
Duurzaamheidscertificering van de portefeuille in aanbouw (BREEAM of equivalent) (in m2) per december 2024


VGP plant de uitbreiding van zijn activiteiten in het Verenigd Koninkrijk. Een eerste project, met een ontwikkelingspotentieel van minimaal 75.000 m2 in het Verenigd Koninkrijk, werd verworven in '25.
1 Inclusief voorverhuur op projecten in aanbouw (74% voorverhuurd) alsook verbintenissen op ontwikkelingsgrond (95% voorverhuurd)
2 Wegens wijzigingen in de bruto verhuurbare oppervlakte in '24 met betrekking tot projecten in aanbouw per jaareinde '23 werd 1000 m2 toegevoegd aan de openingsbalans.
Gedurende het jaar werden 21 projecten voltooid die samen 584.000 m2 aan verhuurbare oppervlakte en € 36,1 miljoen aan gecommitteerde huurovereenkomsten op jaarbasis vertegenwoordigen eens volledig verhuurd. Binnen de eigen portefeuille betreft dit 12 gebouwen met een totale oppervlakte van 315.000 m2 en 9 gebouwen met een totale oppervlakte van 269.000 m2 in de Joint Venture portefeuille. Van deze 269.000 m2 werden vijf gebouwen, van in totaal 221.000 m2 middels een closing in '24 overgebracht naar een Joint Venture. De overige gebouwen die namens de Joint Ventures werden ontwikkeld zullen waarschijnlijk in 2025 naar de beoogde Joint Venture worden overgedragen. De totale opgeleverde portefeuille in '24 is 94% verhuurd.
| Projecten opgeleverd tijdens 2024 | |||
|---|---|---|---|
| Eigen portefeuille | VGP Park | m2 | |
| Oostenrijk | VGP Park Laxenburg | 26.000 | |
| Duitsland | VGP Park Wiesloch-Walldorf | 26.000 | |
| Hongarije | VGP Park Budapest Aerozone | 30.000 | |
| Hongarije | VGP Park Gyor Beta | 58.000 | |
| Hongarije | VGP Park Kecskemét | 38.000 | |
| Italië | VGP Park Valsamoggia 2 (Lunga) | 19.000 | |
| Roemenië | VGP Park Timisoara 3 | 33.000 | |
| Servië | VGP Park Belgrade – Dobanovci | 77.000 | |
| Slovakije | VGP Park Zvolen | 8.000 | |
| Totaal eigen portefeuille | 315.000 |
| Namens JV's | VGP Park | m2 |
|---|---|---|
| Tsjechische Republiek VGP Park Olomouc 3 | 9.000 | |
| Tsjechische Republiek VGP Park Olomouc 4 | 4.000 | |
| Frankrijk1 | VGP Park Rouen 1 | 39.000 |
| Duitsland | VGP Park Gießen Am alten Flughafen | 67.000 |
| Duitsland | VGP Park Magdeburg | 74.000 |
| Slovakije | VGP Park Bratislava | 40.000 |
| Slovakije | VGP Park Malacky | 11.000 |
| Spanje | VGP Park Valencia Cheste | 25.000 |
| Totaal namens JV's2 | 269.000 | |
| Totaal opgeleverd | 584.000 |
VGP heeft gedurende 2024 voor 702.000 m2 aan ontwikkelingsgrond verworven en tevens werd 1.348.000 m2 gecontracteerd onder voorbehoud van het verkrijgen van noodzakelijke vergunningen. VGP verkocht als resultaat van de overdracht van de LPM Joint Venture, 720.000 m2 aan grond, waarmee de totale grondbank voor ontwikkeling (gecommitteerd en in eigendom), 8,7 miljoen m2 omvat. Dit vertegenwoordigt meer dan 3,6 miljoen m2 aan toekomstig verhuurbare oppervlakte. Gezien de beschikbare ruimte op het ontwikkelingspotentieel en de bestaande portefeuille, heeft VGP de mogelijkheid om zijn huuropbrengsten te verhogen met minimaal € 253 miljoen, tot meer dan € 666 miljoen3. Dit is inclusief een reeds gegarandeerde voorverhuur op ontwikkelingsgrond ter waarde van € 20,9 miljoen aan huurinkomsten, of 135.000 m2.
De belangrijkste aangekochte en gecommitteerde grondposities in '24 bevinden zich in Denemarken, Kroatië, Hongarije, Italië, Spanje en Duitsland, waarvan de grootste:
waardevolle aanvulling op VGP's portefeuille van bestaande parken rond de buitenring van Berlijn. De start van de constructie wordt in H1 '25 verwacht en er werd tot op heden voor 25.000 m2 aan huurovereenkomsten voor deze locatie ondertekend.
1 Dit actief werd voltooid in '24 en vervolgens verkocht aan de Zesde Joint Venture als onderdeel van de tweede closing in december '24.
2 Deze activa zijn juridisch eigendom van de Joint Venture hebben nog geen deel uitgemaakt van een transactie met de Joint Venture partner. VGP financiert deze ontwikkelingen met ontwikkelingsleningen naar de Joint Venture, dewelke worden geclassificeerd als activa aangehouden voor verkoop.
3 Inclusief Joint Ventures aan 100%


De grondbank is geografisch verdeeld tussen Oost-Europa (46%) en West-Europa (54%) op basis van de oppervlakte. De grootste grondposities bevinden zich in Duitsland (21,8%), Frankrijk (12,5%), Servië (11,0%) en Roemenië (10,1%).
Na de verkoop van VGP's belang in LPM (720.000 m2), bezit VGP momenteel 98% van de grondbank (in eigendom of gecommitteerd) binnen de eigen portefeuille, 2% is in mede-eigendom met de verschillende Joint Venture partners. Het gaat hier om Grekon (34.035 m2) in Duitsland en Belartza (145.215 m2) in Spanje.

De totale portefeuille, met inbegrip van activa van Joint Ventures onder beheer van de VGP Groep , bestaat momenteel uit 276 gebouwen (34 gebouwen in aanbouw en 242 voltooide gebouwen) met een totale oppervlakte van 6,8 miljoen m2, in 15 landen. Deze bevatten 2,1 miljoen m2, of 81 gebouwen in de eigen portefeuille (waarvan 1,4 miljoen m2 of 48 gebouwen zijn voltooid) en 4,6 miljoen m2 en 195 gebouwen in de Joint Ventures.
| Land m2 |
Voltooide gebouwen | Gebouwen in aanbouw | Totaal gebouwen | |||
|---|---|---|---|---|---|---|
| Verhuurbare ruimte |
Aantal gebouwen |
Verhuurbare ruimte |
Aantal gebouwen |
Verhuurbare ruimte |
Aantal gebouwen |
|
| Oostenrijk | 66.000 | 4 | 56.000 | 2 | 122.000 | 6 |
| Kroatië | — | — | 29.000 | 1 | 29.000 | 1 |
| Tsjechische Republiek |
783.000 | 51 | 49.000 | 3 | 832.000 | 54 |
| Denemarken | — | — | 27.000 | 2 | 27.000 | 2 |
| Frankrijk | 39.000 | 1 | 34.000 | 1 | 73.000 | 2 |
| Duitsland | 3.092.000 | 97 | 167.000 | 7 | 3.259.000 | 104 |
| Hongarije | 323.000 | 17 | 38.000 | 2 | 361.000 | 19 |
| Italië | 105.000 | 8 | 88.000 | 3 | 193.000 | 11 |
| Latvia | 134.000 | 4 | — | — | 134.000 | 4 |
| Netherlands | 259.000 | 6 | — | — | 259.000 | 6 |
| Portugal | 50.000 | 3 | 33.000 | 1 | 83.000 | 4 |
| Roemenië | 348.000 | 16 | 114.000 | 4 | 462.000 | 20 |
| Servië | 76.000 | 2 | 5.000 | 1 | 81.000 | 3 |
| Slovakije | 286.000 | 12 | 47.000 | 3 | 333.000 | 15 |
| Spanje | 414.000 | 21 | 93.000 | 4 | 507.000 | 25 |
| Totaal | 5.975.000 | 242 | 780.000 | 34 | 6.755.000 | 276 |
| Eigendom m2 |
Voltooide gebouwen | Gebouwen in aanbouw | Totaal gebouwen | |||
|---|---|---|---|---|---|---|
| Verhuurbare ruimte |
Aantal gebouwen |
Verhuurbare ruimte |
Aantal gebouwen |
Verhuurbare ruimte |
Aantal gebouwen |
|
| Eigen Portefeuille1 |
1.373.000 | 48 | 736.000 | 33 | 2.110.000 | 81 |
| JVs | 4.602.000 | 194 | 44.000 | 1 | 4.646.000 | 195 |
| Totaal | 5.975.000 | 242 | 780.000 | 34 | 6.755.000 | 276 |

VGP Park Belgrade
De gemiddelde leeftijd van de voltooide portefeuille2 bedraagt 4,2 jaar. Meer dan 96% van alle voltooide² activa is jonger dan 10 jaar en 64% is jonger dan 5 jaar. De gemiddelde omvang van de voltooide² portefeuille bedraagt 23.000 m2. Van de voltooide portefeuille is 48% groter dan 30.000 m2.

Gemiddelde leeftijd van de voltooide portefeuille Gemiddelde omvang van de voltooide portefeuille (m2 )

1 Dit is inclusief de gebouwen in aanbouw namens de Joint Ventures voor een totale verhuurbare oppervlakte van 89.000 m2. Deze activa zijn juridisch eigendom van de Joint Venture hebben nog geen deel uitgemaakt van een transactie met de Joint Venture partner. VGP financiert deze ontwikkelingen met ontwikkelingsleningen naar de Joint Venture, dewelke worden geclassificeerd als activa aangehouden voor verkoop.
2 Genormaliseerd voor brownfield-activa die momenteel op korte termijn worden verhuurd en op korte tot middellange termijn zullen worden herontwikkeld.
De bruto-inkomsten uit hernieuwbare energie over 2024 bedroegen € 8,3 miljoen, vergeleken met € 4,4 miljoen in boekjaar 2023. Dit werd gedreven door een stijging van 96% in de effectief verkochte productie in 2024 tot 90 GWh.
De operationele zonne-energiecapaciteit is aanzienlijk toegenomen tot 155,7 MWp, een stijging van 53% op jaarbasis, wat zou moeten resulteren in een verhandelbaar productiepotentieel van circa 130 GWh.
Per december 2024 zijn in totaal 39 projecten, goed voor 41,0 MWp in aanbouw. Inclusief deze projecten in aanbouw zal de totale zonne-energieopwekkingscapaciteit toenemen tot 196,8 MWp, verspreid over 147 dakprojecten in 10 landen. Op 31 december 2024 vertegenwoordigt dit een totale investeringswaarde van € 121 miljoen (inclusief huidige verplichtingen op projecten in aanbouw).
Wat de pijplijn betreft bevinden zich nog eens 97 zonne-energieprojecten in de contractuele/ontwerpfase (waarvan in 4 extra landen), wat neerkomt op een bijkomende opwekkingscapaciteit van 90,9 MWp. De totale zonne-energieportefeuille, inclusief de projecten in de pijplijn, bedraagt momenteel 287,7 MWp.
Van de operationele zonne-energie-installaties van VGP wordt 43% gebruikt voor eigen gebruik. De resterende groene energie wordt aan het net geleverd. Om het eigen verbruik te verhogen en bij te dragen aan een stabieler en efficiënter energienet, is VGP bezig met de opzet van Battery Energy Storage Systems (BESS). De eerste twee BESS-units, met een gecombineerde capaciteit van 6,8 MWh met nog eens 45,1 MWh in de ontwerpfase en 38,8 MWh als onderdeel van een haalbaarheidsstudie. Dit vertegenwoordigt een totale investering van meer dan € 20 miljoen om duurzame en veerkrachtige energieoplossingen te ondersteunen.
Geïnstalleerd fotovoltaisch vermogen (in MWp)



Onze mensen vormen de kern van ons succes, ze leveren de technische competentie en stimuleren innovatie en uitmuntendheid in al onze bedrijfssegmenten. Op 31 december 2024 bestond ons team uit 410 professionals, wat een gestage groei van ons personeelsbestand weerspiegelt om onze groeiende activiteiten in heel Europa te ondersteunen. In boekjaar 2024 hebben we aanzienlijk geïnvesteerd in de ontwikkeling van onze werknemers, met meer dan 2.600 uur aan training gericht op het verbeteren van technische vaardigheden, leiderschap en expertise op het gebied van duurzaamheid. Om ervoor te zorgen dat we een positieve en boeiende werkomgeving blijven stimuleren, hebben we ons jaarlijkse werknemerstevredenheidsonderzoek uitgevoerd, met een deelnamepercentage van 79,2% en een algemene tevredenheidsscore van 8,3 op 10. Deze initiatieven onderstrepen ons streven om een veerkrachtig team op te bouwen dat klaar is voor de toekomst, in lijn met onze lange termijn groeistrategie.
Het totale kassaldo per 31 december 2024 bedroeg € 493 miljoen. De groep heeft niet-gebruikte kredietfaciliteiten van € 500 miljoen, waardoor de liquiditeitspositie meer dan € 1 miljard bedraagt. De kredietfaciliteiten werden verhoogd van € 400 miljoen naar € 500 miljoen en bevatten een specifieke kredietfaciliteit voor garanties van € 50 miljoen.
In '24 was VGP in staat om een netto € 809 miljoen uit closings met respectievelijk de Vijfde en Zesde Joint Venture evenals de verkoop van de Ontwikkelings-Joint Venture LPM cash te recycleren.
In februari '24 heeft VGP € 135 miljoen opgenomen op een totale faciliteit van 150 miljoen. Deze kredietfaciliteit bij de

Europese Investeringsbank heeft een looptijd van tien jaar tegen een vast rentepercentage van 4,15%. De resterende € 15 miljoen zal worden opgenomen na verdere vooruitgang in de business unit VGP Renewable Energy.
VGP heeft in juli 2024 € 75 miljoen van de uitstaande obligaties afgelost. Per 31 december 2024 is de gemiddelde kostenvoet van schulden gedaald tot 2,20% en zal verder dalen tot 2,15% na de obligatieaflossing van € 80 miljoen. De gemiddelde looptijd van de kredietfaciliteiten bedraagt 3,8 jaar. In mei 2024 werd een dividend van € 101 miljoen uitgekeerd.
De proportionele LTV op doorkijkbasis bedraagt 48,3% (tegenover 53,4% eind 2023) en de gearing ratio bedraagt 33,6% (tegenover 40,3% eind 2023).
Tijdens de jaarlijkse evaluatie in september 2024 bevestigde Fitch Ratings de 'BBB-' investment grade rating met een Stabiele Outlook VGP.
De milieu-, sociale en governance (ESG)-beoordelingen van de Groep door extra-financiële ratingbureaus zijn in 2024 geüpdatet. De GRESB Developer-score werd bevestigd op 95 van de 100, wat overeenkomt met een viersterrenrating en de hoogste score binnen onze vergelijkingsgroep. VGP behield zijn A-rating in de MSCI ESG-beoordeling en verkreeg een ESG-risicobeoordeling van 11,7 door Sustainalytics, wat gelijkstaat aan een "verwaarloosbaar" risico op materiële financiële gevolgen door ESG-factoren en behoort wereldwijd tot de 15% van vastgoedbedrijven met het laagste ESG-risico.
VGP behield zijn positie in de Euronext BEL 20 ESG-index. De BEL ESG Index is ontwerpen om de 20 hoogst gerangschikte bedrijven in België te identificeren die de laagste ESG-risico's vertonen.
De raad van bestuur stelt aan de gewone algemene vergadering een gewoon bruto dividenduitkering voor van € 3,30 per aandeel, of € 90 miljoen. Dit in vergelijking met het regulier dividend van € 2,95 per aandeel vorig jaar of een stijging van 12%..
VGP Park Hrádek nad Nisou
Totale opname en huurgroei zijn op een duurzaam niveau en zijn, ondanks een twee jaar durende inzinking van de marktactiviteit, in lijn met de niveaus van vóór de pandemie.
De huurgroei blijft afzwakken maar blijft boven de langlopende trend
Totale opname in 2025 5% lager, maar nog steeds boven het gemiddelde van vóór de pandemie
De bouwactiviteit trok aan in Q4, maar ligt nog steeds onder het piekniveau van 2022/23
Built-to-Suit deals waren verantwoordelijk voor de toename van de bouwactiviteit in Q4.
De verhuuractiviteit in Q4 steeg in alle markten
Langere onderhandelingen en een beperkte voorraad op toplocaties beperken de totale opname.
Gebruikers blijven ESG-gestuurde eenheden van topklasse vragen om de energie- en operationele efficiëntie te verbeteren.
Nieuwe verwerkende industrie en een verschuiving naar hernieuwbare energie wakkeren de vraag naar ruimte aan.
Aziatische online marktplaatsen en groeiende online kanalen beginnen bij te dragen aan de verhuuractiviteit.

Totale opname Europese logistiek
Verhoogde activiteit in Q4 brengt de totale opname in 2024 op slechts 5% onder het niveau van 2023.
De totale opname in BJ 2024 was 13% hoger dan het 2015-19 niveau van vóór de pandemie.

Inclusief eenheden van >5.000 m² (België, Tsjechische Republiek, Duitsland, Hongarije, Italië, Nederland, Polen, Roemenië, Slowakije, Spanje en Zweden; >10.000 m² in Frankrijk en het VK) Bron: JLL Onderzoek, iO Partners

Inclusief eenheden van >5.000 m² (België, Tsjechische Republiek, Duitsland, Hongarije, Italië, Nederland, Polen, Roemenië, Slowakije, Spanje en Zweden; >10.000 m² in Frankrijk en het VK) Bron: JLL Onderzoek, iO Partners
Groeiend aandeel verwerkende industrie in totale vraag terwijl anderen meer volatiliteit vertonen

Verwerkende industrie op één na sterkste sector omdat de productie van hernieuwbare energie de verzwakking van de autosector compenseert.
Inclusief eenheden van >5.000 m² (België, Tsjechische Republiek, Duitsland, Hongarije, Italië, Nederland, Polen, Roemenië, Slowakije, Spanje en Zweden; >10.000 m² in Frankrijk en het VK) Bron: JLL Onderzoek, iO Partners
Rotterdam
Milaan
Praag
Bratislava
Antwerpen
Lyon
Barcelona
Boekarest
Amsterdam
Q4 2024 leegstandsgraad 10-jarig average
Q4 2024 en historisch kwartaalgemiddelde van de leegstandsgraden

Inclusief eenheden van >5.000 m² (België, Tsjechische Republiek, Duitsland, Hongarije, Italië, Nederland, Polen, Roemenië, Slowakije, Spanje en Zweden; >10.000 m² in Frankrijk en het VK) Bron: JLL Onderzoek, iO Partners
Birmingham
Göteborg
Warschau
Poznan
Parijs
Boedapest
Madrid
Stockholm
Londen
De beschikbare voorraad voldoet niet aan de ruimtebehoeften van gebruikers

De leegstandsgraad in 2024 stabiliseerde op 5,1%, in lijn met het 10-jarig gemiddelde.
In de afgelopen 24 maanden lagen de opleveringen 4% achter op de totale opname – een kleiner verschil dan in het verleden als gevolg van een voorkeur van de gebruikersmarkt voor recent opgeleverde, energiezuinige faciliteiten
Polariserende huurprestaties tussen oude en nieuwe ruimte in markten met een hogere leegstand.
Totale opname- en opleveringscijfers voor Europa gebaseerd op eenheden van 5.000 m² en meer in België, Tsjechische Republiek, Frankrijk, Duitsland, Hongarije, Italië, Nederland, Polen, Roemenië, Slowakije, Spanje en Zweden en eenheden van 10.000 m² in het Verenigd Koninkrijk;
De geschatte Europese leegstandsgraad omvat de Tsjechische Republiek, Frankrijk, Duitsland, Hongarije, Italië, Nederland, Polen, Roemenië, Slowakije, Spanje, Zweden en het VK Bron: JLL, iO Partners
Built-to-Suit (BTS) bouw vervangt lagere niveaus van speculatieve ontwikkeling


Speculatief aandeel van totale bouw daalt
De strenger wordende regelgeving voor grond bevoordeelt de bouw van BTS, dat een steeds groter deel van de totale activiteit voor zijn rekening neemt.
Inclusief eenheden van 5.000 m² en meer in België, Tsjechische Republiek, Frankrijk, Duitsland, Hongarije, Italië, Nederland, Polen, Roemenië, Slowakije, Spanje en Zweden; 10.000 m² en meer in VK Bron: JLL, iO Partners
Regelgeving op het gebied van ruimtelijke ordening gericht op speculatieve ontwikkeling vermindert activiteit in Frankrijk en Duitsland

Ondanks meer speculatieve activiteit tijdens Q4 in verschillende markten, zijn de niveaus op jaarbasis gedaald.
Recordstijgingen in speculatieve ontwikkeling in Hongarije, het VK en Italië.
Strengere regelgeving voor greenfi elds in West-Europese markten zet een rem op speculatieve activiteiten.
Inclusief eenheden van 5.000 m² en meer in België, Tsjechische Republiek, Frankrijk, Duitsland, Hongarije, Italië, Nederland, Polen, Roemenië, Slowakije, Spanje en Zweden; 10.000 m² en meer in VK Bron: JLL, iO Partners


Inclusief eenheden van 5.000 m² en meer in België, Tsjechische Republiek, Frankrijk, Duitsland, Hongarije, Italië, Nederland, Polen, Roemenië, Slowakije, Spanje en Zweden; 10.000 m² en meer in VK * inclusief leegstaande eenheden en ruimte die speculatief in aanbouw is Bron: JLL, iO Partners
78
Tophuurprijzen ongewijzigd in steeds meer markten

Hoge speculatieve ontwikkelingsniveaus oefenen neerwaartse druk uit op de huurprijzen in de COE-regio

ILOG groei tophuurprijzen daalde van 16,8% in 2022 naar 3,5% in Q4 2024.
Met 4,0% blijft de huurgroei in West-Europa het sterkst als gevolg van moderne aanbodbeperkingen.
Een zwakkere vraag vermindert de opwaartse druk op tophuurprijzen in markten met hogere speculatieve opleveringen.
VGP Park Hrádek nad Nisou
Toenemende kapitaalstromen als reactie op verbeterende fi nanciële omstandigheden

transactieactiviteit op kwartaalbasis in Q4 verhoogt het jaarniveau met 23% in 2024
De investeringsactiviteit keert terug naar het niveau van vóór de pandemie.
Kernkapitaal keert terug met een stijgend aandeel in het totale aantal plaatsingen.
Toenemende kapitaalstromen als reactie op verbeterende fi nanciële omstandigheden

Sterke transactieactiviteit op kwartaalbasis verhoogt het jaarlijkse niveau met 23% in 2024
De investeringsactiviteit keert terug naar het niveau van vóór de pandemie.
Kernkapitaal keert terug met een stijgend aandeel in het totale aantal plaatsingen
Zuid-Europa bleef achter bij andere regio's in het aantrekken van kapitaal in 2024, maar deals in de pijplijn

VGP Park Usti nad Labem City
| Land/regio | Investering in Miljarden | j/j |
|---|---|---|
| VK | 8,3 | 44% |
| Duitsland | 7,2 | 7% |
| Frankrijk | 5,1 | 65% |
| Scandinavië | 5,1 | 30% |
| Benelux | 3,2 | 61% |
| Zuid-Europa | 2,9 | -17% |
| COE | 2,1 | 60% |
De investeringsactiviteit blijft uitbreiden in COE-regio
De activiteit blijft aantrekken in Frankrijk en de Benelux in Q4.
Hoogste transactievolumes in het VK en Duitsland, terwijl de groei op jaarbasis varieert.
Cijfers zijn exclusief de volumes van pan-Europese portefeuilletransacties die geen verband houden met markten in één land en transacties op Entiteitsniveau (indirecte transacties).
Transactievolumes: enkelvoudige activa vs. portefeuilletransacties
Meer portefeuilledeals dragen bij aan hoger transactievolume

portefeuilledeals
Rendementen

Rendement Q4 2024 per markt vs laatste dieptepunt (Q1/Q2 2024)

5,75%
Logistieke toprendementen in Q4 2024

Risicoarbitrage gunstiger voor beleggers

Verbeterde arbitrage met risicovrije tarieven
Beter voor het aantrekken van kapitaal naar sector

Rendementsverschillen – Q4 2024 toprendementen
VGP neemt de Belgische Corporate Governance Code (hierna de "Belgische Corporate Governance Code" of de "Code 2020") aan als zijn referentiecode inzake corporate governance. De Code 2020 is beschikbaar op de website van de Belgische Commissie Corporate Governance (www.corporategovernancecommittee.be).
Zoals vereist door de Code 2020, heeft de Raad van Bestuur het VGP Corporate Governance Charter opgesteld volgens de aanbevelingen van de Code 2020 gepubliceerd op 9 mei 2019 en rekening houdend met de bepalingen van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen ("WVV") ingevoerd door de wet van 23 maart 2019.
Zoals vereist door de Code 2020 beschrijft het Corporate Governance Charter van de Vennootschap de belangrijkste aspecten van haar corporate governance beleid. Het Corporate Governance Charter werd voor het laatst bijgewerkt op 5 januari 2022 en kan geraadpleegd worden op de website van de Vennootschap (https://vgpparks.eu/nl/investeerders/corporate-governance/)
De Raad van Bestuur is echter van mening dat de Vennootschap gerechtvaardigd is bepaalde principes van de Code 2020 niet na te leven, gezien de bijzondere situatie van de Vennootschap. Deze afwijkingen worden hieronder uitgelegd:
beschikking heeft op grond van de toepasselijke wetgeving om betaling in te houden of variabele bezoldigingen terug te vorderen.
De Vennootschap heeft gekozen voor een monistisch bestuursmodel met een Raad van Bestuur in overeenstemming met artikel 7:85 en volgende van het WVV. De Vennootschap acht dit model het meest geschikt voor de noden en de werking van de Vennootschap en haar activiteiten.
De Raad van Bestuur is bevoegd om alle handelingen te verrichten die nodig of dienstig worden geacht voor de verwezenlijking van het doel van de Vennootschap, behoudens die welke door de wet of de statuten aan de algemene vergadering zijn voorbehouden.
De Raad van Bestuur bestaat uit vijf leden die worden benoemd door de Algemene Vergadering. De Voorzitter en de Chief Executive Officer kunnen nooit dezelfde persoon zijn. De Chief Executive Officer is het enige lid van de Raad met een uitvoerende functie. Alle overige leden zijn niet-uitvoerende Bestuurders.
Drie van hen zijn onafhankelijke Bestuurders: Mevrouw Katherina Reiche (voor het eerst benoemd in 2019), Mevrouw Vera Gäde-Butzlaff (voor het eerst benoemd in 2019) en Mevrouw Ann Gaeremynck (voor het eerst benoemd in 2019). Alle drie de bestuurders werden herbenoemd op de gewone algemene vergadering in 2023 voor een periode van vier jaar, d.i. tot aan de afloop van de gewone algemene vergadering die zal worden gehouden in het jaar 2027 en waarop de beslissing zal worden genomen om de jaarrekening voor het boekjaar afgesloten op 31 december 2026 goed te keuren.
Mevrouw Katherina Reiche heeft besloten haar functie als lid van de raad van bestuur en het remuneratiecomité neer te
VGP Park Brasov
leggen. De raad van bestuur heeft haar ontslag aanvaard en in onderling overleg zal ze actief blijven tot de algemene vergadering op 9 mei. De jaarlijkse aandeelhoudersvergadering zal worden verzocht om CM Advisors Ltd, vertegenwoordigd door Chris Morrish, voor te dragen als vervanger van mevrouw Katherina Reiche.
De biografieën van elk van de huidige bestuurders (zie hoofdstuk Raad van Bestuur en Management) geven informatie over hun zakelijke, financiële en internationale ervaring. Dit geeft de bestuurders de nodige vaardigheden, kennis en ervaring om VGP te besturen.
Voor een gedetailleerde beschrijving van de werking en de verantwoordelijkheden van de Raad van Bestuur verwijzen we naar het Corporate Governance Charter van VGP dat op de website van de vennootschap is gepubliceerd: (https://vgpparks.eu/ nl/investeerders/corporate-governance/).
In 2024 heeft de Raad van Bestuur 5 keer vergaderd. De belangrijkste agendapunten waren de volgende:
| Naam | Jaar van benoeming |
Volgende datum voor herverkiezing |
Aantal bijgewoonde vergaderingen |
|
|---|---|---|---|---|
| Uitvoerend bestuurder en Chief Executive Officer |
||||
| Jan Van Geet s.r.o. vertegenwoordigd door Jan Van Geet |
2021 | 2025 | 5 | |
| Niet-uitvoerend bestuurder |
||||
| VM Invest NV, vertegenwoordigd door Bart Van Malderen |
2021 | 2025 | 5 | |
| Onafhankelijke, niet uitvoerende bestuurders |
||||
| GAEVAN BV vertegenwoordigd door Ann Gaeremynck |
2023 | 2027 | 5 | |
| Katherina Reiche | 2023 | n/a | 4 | |
| Vera Gäde-Butzlaff | 2023 | 2027 | 5 |
Mevr. Katherina Reiche, Mevr. Vera Gäde-Butzlaff en Mevr. Ann Gaeremynck zijn onafhankelijke bestuurders, in overeenstemming met artikel 7:87 van het WVV.
De samenstelling van de Raad van Bestuur beantwoordt aan de vereisten inzake genderdiversiteit voorzien in artikel 7:86 van het WVV.
De jaarlijkse aandeelhoudersvergadering van 9 mei 2025 zal stemmen over de herbenoeming van Jan Van Geet s.r.o., vertegenwoordigd door Jan Van Geet, als uitvoerend bestuurder en Chief Executive Offi cer, evenals VM Invest NV, vertegenwoordigd door Bart Van Malderen, niet-uitvoerend bestuurder en voorzitter. Aangezien Katherina Reiche haar benoeming als lid van de raad van bestuur en de remuneratiecommissie zal neerleggen, zal de jaarlijkse aandeelhoudersvergadering worden verzocht CM Advisors Ltd, vertegenwoordigd door Chris Morrish, voor te dragen als vervanger van mevrouw Katherina Reiche.
Chris Morrish is Senior Advisor bij FREO Group. Voorheen was hij Managing Director en Regionaal Hoofd voor Europa bij GIC Real Estate, de vastgoedbeleggingstak van de Government of Singapore Investment Corporation (GIC), waar hij toezicht hield op Europese vastgoedbeleggingen en lid was van het wereldwijde investeringscomité van GIC RE. Voordat hij bij GIC kwam, was Chris Strategic Planning Director bij Hammerson plc, een grote Britse Real Estate Investment Trust (REIT), en Associate Director bij Greycoat PLC, gespecialiseerd in de ontwikkeling van kantoorpanden in Centraal-Londen. Hij begon zijn carrière bij Hillier Parker (nu CBRE).
Chris behaalde zijn diploma's aan Pembroke College, Cambridge, en een MBA aan City University, met aanvullende studies aan Stanford University. Hij was Fellow van de Royal Institution of Chartered Surveyors (RICS) en heeft zitting gehad in het Management Board van INREV en de Supervisory Board van het Investment Property Forum (IPF).
De Raad van Bestuur heeft eveneens twee adviescomités opgericht: een Auditcomité en een Remuneratiecomité.
De leden van het Auditcomité worden benoemd door de Raad van Bestuur.
Het Auditcomité is samengesteld uit drie leden die allen niet-uitvoerend Bestuurders zijn. Twee leden, Mevr. Ann Gaeremynck en Mevr. Vera Gäde-Butzlaff zijn onafhankelijke bestuurders.
De leden van het comité beschikken over voldoende relevante deskundigheid, met name op het gebied van boekhouding, accountantscontrole en financiële zaken, om hun taken naar behoren te kunnen vervullen.
De duur van het mandaat van een lid van het Auditcomité mag de duur van zijn/haar bestuurdersmandaat niet overschrijden. Het mandaat van de leden van het Comité kan tegelijk met hun mandaat als bestuurder worden verlengd.
Het Auditcomité wordt voorgezeten door één van zijn leden. De voorzitter van de raad van bestuur kan niet het voorzitterschap van het Auditcomité waarnemen.
Voor een gedetailleerde beschrijving van de werking en de verantwoordelijkheden van het Auditcomité verwijzen we naar het Corporate Governance Charter van VGP dat op de website van de vennootschap is gepubliceerd: Corporate –governance – VGP Group (vgpparks.eu).
Het Auditcomité vergadert ten minste vier keer per jaar en telkens wanneer de omstandigheden het vereisen, op verzoek van zijn voorzitter, één van zijn leden, de voorzitter van de Raad van Bestuur, de CEO of de CFO. Het beslist of en wanneer de CEO, de CFO, de commissaris(sen) of andere personen aan zijn vergaderingen deelnemen.
Het Auditcomité vergadert ten minste twee keer per jaar met de commissaris om te overleggen over zaken die onder de bevoegdheid van het Auditcomité vallen en over zaken die voortvloeien uit de audit. De vergaderingen van het Auditcomité worden bijgewoond door de CEO en de CFO.
Gelet op de omvang van de Groep is er op dit ogenblik geen interne auditfunctie gecreëerd.
| Naam | Jaar van benoeming |
Uitvoerend of niet uitvoerend |
Onafhankelijk Volgende | datum voor herverkiezing |
Aantal bijgewoonde vergaderingen |
|---|---|---|---|---|---|
| GAEVAN BV vertegenwoordigd door Ann Gaeremynck (Voorzitter) |
2023 | niet uitvoerend |
onafhankelijk | 2027 | 4 |
| Vera Gäde-Butzlaff | 2023 | niet uitvoerend |
onafhankelijk | 2027 | 4 |
| VM Invest NV, vertegenwoordigd door Bart Van Malderen |
2021 | niet uitvoerend |
— | 2025 | 4 |
Het Auditcomité vergaderde in 2024 vier keer. De Voorzitster van het Auditcomité bracht aan de Raad van Bestuur verslag uit over de resultaten van elke vergadering. De belangrijkste agendapunten waren de volgende:
De leden van het Remuneratiecomité worden benoemd door de Raad van Bestuur.
Het Remuneratiecomité is samengesteld uit drie leden die allen niet-uitvoerende Bestuurders zijn. Twee leden, Mevr. Ann Gaeremynck en Mevr. Katherina Reiche zijn onafhankelijke bestuurders. Mevrouw Katherina Reiche heeft haar functie als lid van de raad van bestuur en de remuneratiecommissie neergelegd, en de raad heeft ermee ingestemd dat haar benoeming zal eindigen tijdens de jaarlijkse aandeelhoudersvergadering op 9 mei 2025.
De leden van het Remuneratiecomité beschikken over de nodige onafhankelijkheid, vaardigheden, kennis, ervaring en bekwaamheid om hun taken doeltreffend uit te voeren.
De duur van de aanstelling van een lid van het Remuneratiecomité mag de duur van zijn/haar bestuurdersmandaat niet overschrijden. Het mandaat van de leden van het Comité kan tegelijk met hun mandaat als bestuurder worden verlengd.
Het Remuneratiecomité wordt voorgezeten door de Voorzitter van de Raad van Bestuur of door een andere niet-uitvoerende bestuurder.
Voor een gedetailleerde beschrijving van de werking en de verantwoordelijkheden van het Remuneratiecomité verwijzen we naar het Corporate Governance Charter van VGP dat op de website van de vennootschap is gepubliceerd: Corporate –governance – VGP Group (vgpparks.eu).
Het Remuneratiecomité vergadert minstens twee keer per jaar en verder telkens wanneer het comité de binnen het kader van zijn verantwoordelijkheden bepaalde onderwerpen dient te bespreken.
De CEO en CFO nemen deel aan de vergaderingen wanneer het bezoldigingsplan voorgesteld door de CEO voor de leden van het managementteam wordt besproken, maar niet wanneer over hun eigen bezoldigingen wordt beslist.
In de uitoefening van zijn taken heeft het Remuneratiecomité toegang tot alle middelen die het nodig acht, met inbegrip van extern advies of, in voorkomend geval, benchmarking.
| Naam | Jaar van benoe ming |
Uitvoerend of niet-uitvoerend |
Onafhankelijk Volgende | datum voor herverkiezing |
Aantal bijgewoonde vergaderingen |
|---|---|---|---|---|---|
| VM Invest NV. represented by Bart Van Malderen (Chairman) |
2021 | niet-uitvoerend | — | 2025 | 3 |
| Katherina Reiche | 2023 | niet-uitvoerend | onafhankelijk | n.a. | 3 |
| GAEVAN BV represented by Ann Gaeremynck |
2023 | niet-uitvoerend | onafhankelijk | 2027 | 3 |
Het Remuneratiecomité vergaderde in 2024 drie keer.
De belangrijkste agendapunten waren de volgende:
Teneinde een flexibel remuneratiebeleid te voeren dat haar in staat stelt het nodige talent aan te trekken, te belonen, te motiveren en te behouden, wijkt de Vennootschap in het kader van haar remuneratiebeleid af van de volgende principes van de Code 2020:
De vennootschap heeft geen Benoemingscomité opgericht. De Vennootschap is niet van plan een benoemingscomité op te richten. Daarmee wijkt de Vennootschap, als kleinere beursgenoteerde vennootschap, af van de principes 4.19 en verder van de Code 2020. Gezien haar relatief kleine omvang en de kleine omvang van de Raad van Bestuur van de Vennootschap, meent de Vennootschap dat de oprichting van een benoemingscomité haar besluitvormingsprocessen in dit stadium al te zeer zou bemoeilijken.
In overeenstemming met het Corporate Governance Charter van VGP, voert de Raad van Bestuur minstens om de drie jaar een evaluatie uit van zijn omvang, samenstelling en prestaties en van de omvang, samenstelling en prestaties van zijn Comités, evenals van de interactie met het uitvoerend management.
De Raad van Bestuur en zijn Comités hebben in februari 2025 een zelfevaluatie uitgevoerd met een bevredigend resultaat.

Dit remuneratieverslag is opgesteld in overeenstemming met de bepalingen van artikel 3:6, §3 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen en het VGP Corporate Governance Charter (Bijlage 5), en houdt rekening met het VGP Remuneratiebeleid, dat beschikbaar is op de website van de Vennootschap gepubliceerd: https://vgpparks.eu/nl/investeerders/corporate-governance/.
Het VGP Renumeratiebeleid werd voorgelegd aan en goedgekeurd door de gewone algemene vergadering van 14 mei 2021 met een grote meerderheid (93,13% van de aanwezige stemmen gaf hun goedkeuring). Dit nieuwe renumeratiebeleid is van kracht geworden op 1 januari 2021. Dit remuneratieverslag moet samen worden gelezen met het VGP Remuneratiebeleid, dat, voor zover nodig, moet worden beschouwd als onderdeel van dit remuneratieverslag. De bezoldiging toegekend aan de bestuurders, de CEO en de andere leden van het Uitvoerend Managementteam met betrekking tot boekjaar 2024 is in overeenstemming met het VGP Remuneratiebeleid.
Het remuneratieverslag voor het prestatiejaar 2023 werd eveneens goedgekeurd met een grote meerderheid van 87,35% van de aanwezige stemmen op de Gewone Algemene Vergadering van 10 mei 2024 en er waren geen specifieke opmerkingen waarmee rekening moet worden gehouden bij de bezoldiging voor het prestatiejaar 2024.
In 2024 boekte VGP een solide bedrijfsgroei in zijn hele vastgoedportefeuille met ondertekende en hernieuwde huurinkomsten van € 91,6 miljoen, waardoor het totaal van de ondertekende toegezegde huurinkomsten op jaarbasis steeg tot € 412,6 miljoen1 eind december 2024 (vergeleken met € 350,8 miljoen eind 2023) (+ € 61,8 miljoen).
In 2024 werden 21 projecten voltooid met een totale verhuurbare oppervlakte van 584.000 m², goed voor huurinkomsten van € 36,1 miljoen op jaarbasis. Deze gebouwen waren voor 94% verhuurd. Aan het eind van het jaar waren 34 projecten in aanbouw die samen 780.000 m² aan toekomstig verhuurbaar oppervlakte vertegenwoordigen, die na oplevering en volledige verhuur € 60,4 miljoen aan toegezegde huurinkomsten op jaarbasis zullen genereren; de portefeuille in aanbouw was aan het eind van het jaar voor 74% voorverhuurd2.
De gewogen gemiddelde duur van de toegezegde huurovereenkomsten op jaarbasis van de gecombineerde eigen en Joint Venture-portefeuille bedroeg 8 jaar aan het einde van het jaar (7,9 jaar per 31 december 2023) en de bezettingsgraad (eigen en Joint Venture-portefeuille) bedroeg 98% aan het einde van het jaar (vergeleken met 99% aan het einde van 2023).
De grondbank is verder uitgebreid met de aankoop van 702.000 m² nieuwe ontwikkelingsgrond en nog eens 1,3 miljoen m² aan contractueel toegezegde percelen grond, in afwachting van vergunningen, waarmee de totale contractueel vastgelegde grondbank uitkomt op 8,7 miljoen m² met meer dan 3,6 miljoen m² ontwikkelingspotentieel.
Met betrekking tot de Joint Ventures waren er 4 closings, twee met de Vijfde en Zesde Joint Venture, evenals de verkoop van de LPM Moerdijk Ontwikkelings-Joint Venture, resulterend in een netto kasopbrengst van in totaal € 809 miljoen.
Op 31 december 2024 maakten de daken van de gebouwenportefeuille van VGP een fotovoltaïsche stroomopwekkingscapaciteit mogelijk van 196,8 MWp geïnstalleerd of in aanbouw (vergeleken met 170,8 MWp eind december 2023).
Alle bouwprojecten van 2024 moeten minimaal 'BREEAM Excellent' of gelijkwaardig zijn, inclusief 7% die BREEAM Outstanding moeten halen.
Tot slot rapporteerde VGP een nettowinst van € 287 miljoen, een stijging van € 200 miljoen of 229% ten opzichte van boekjaar '23 en een groei van de nettovermogenswaarde van 8,4%, tot € 2,4 miljard. Dit is het resultaat van een sterke verbetering van de Ebitda-bijdragen van alle bedrijfssegmenten, zoals de terugkerende verhuuractiviteiten3 van € 204,3 miljoen (+19%), van ontwikkelingsactiviteiten ten bedrage van € 144,8 miljoen (+178%) en in duurzame energie van € 5,4 miljoen (+236%).
De bezoldiging die aan niet-uitvoerende bestuurders wordt betaald bestaat uitsluitend uit een jaarlijks vaste component plus de vergoeding voor elke bijgewoonde vergadering. Deze vergoedingen werden goedgekeurd op de gewone algemene vergadering van 8 mei 2020 en bleven ongewijzigd voor 2024. De niet-uitvoerende bestuurders ontvangen een jaarlijkse vaste bezoldiging van € 75.000. De voorzitter ontvangt geen bijkomende vaste bezoldiging voor zijn voorzitterschap.
1 Met inbegrip van de Joint Ventures voor 100%. Per 31 december 2024 bedroegen de contractueel toegezegde huurovereenkomsten op jaarbasis voor de Joint Ventures € 285,7 miljoen op jaarbasis (2023: € 226,9 miljoen).
2 Berekend op basis van de contractueel vastgelegde huur en de geschatte markthuurprijs voor de leegstaande ruimte.
3 Zie bedrijfssegmenten

De niet-uitvoerende bestuurders ontvangen verder een aanwezigheidsvergoeding van € 2.000 voor elke vergadering van de Raad van bestuur en € 2.000 voor elke vergadering van het Audit- of Remuneratiecomité die ze bijwonen.
Niet-uitvoerende bestuurders ontvangen geen variabele vergoeding die verband houdt met resultaten of andere prestatiecriteria. Zij hebben geen recht op aandelenopties of aandelen (zie de Corporate Governance Verklaring – Principes met betrekking tot de afwijking van Principe 7.6 van de Belgische Corporate Governance Code 2020), noch op enige aanvullende pensioenregeling.
VGP Park Hrádek nad Nisou
| Bezoldiging 2024 (in €) | Vaste bezoldiging | Variabele bezoldiging | Uitzon derlijke |
Pensi oen |
Totale bezoldi |
Verhouding vaste en variabele bezoldiging |
||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Basis vergoe ding |
Vergoeding voor deelname Raad van Bestuur en comités |
Andere voor delen |
Jaarlijkse variabele |
Meer jaarlijkse variabele |
onderde len |
ging | Vast | Variabel | ||
| Niet-uitvoerende bestuurders | ||||||||||
| VM Invest NV vertegenwoordigd door Bart Van Malderen Voorzitter van de raad van bestuur en Remuneratiecomité |
75.000 | 24.000 | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | 99.000 | 100% | 0% |
| GAEVAN BV vertegenwoordigd door Ann Gaeremynck Onafhankelijk bestuurder en voorzitter van het Auditcomité |
75.000 | 24.000 | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | 99.000 | 100% | 0% |
| Katherina Reiche. Onafhankelijk bestuurder |
75.000 | 14.000 | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | 89.000 | 100% | 0% |
| Vera Gäde-Butzlaff. Onafhankelijk bestuurder |
75.000 | 18.000 | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | 93.000 | 100% | 0% |
| Uitvoerende bestuurders | ||||||||||
| Jan Van Geet s.r.o., vertegenwoordigd door Jan Van Geet, Uitvoerend bestuurder1 |
75.000 | 10.000 | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | 85.000 | 100% | 0% |
| Totaal | 375.000 | 90.000 | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | 465.000 | 100% | 0% |
Het Uitvoerend Managementteam bestaat uit Jan Van Geet (Chief Executive Officer), Piet Van Geet (Chief Financial Officer), Tomas Van Geet (Chief Commercial Officer), Matthias Sander (Chief Operating Officer – Oost-Europa), Jonathan Watkins (Chief Operating Officer – West-Europa), Miquel-David Martinez (Chief Technical Officer – Western Europe), Rolf Carls (Chief Technical Officer – Eastern Europe) en Martijn Vlutters (Vice President – Business Development & Investor Relations).
De bezoldiging van het Uitvoerend Managementteam bestaat uit:
De CEO ontvangt geen pensioenbijdrage.
— Andere voordelen in natura (zoals, onder andere, autovergoeding en aanverwante uitgaven).
Voor het boekjaar 2024 werden de prestaties van het Uitvoerend Managementteam beoordeeld op basis van de volgende prestatiecriteria:

VGP Park Brasov
| Prestatiecriteria | Relatieve weging van de prestatiecriteria |
Minimale presta tiedoelstelling en |
Overeenkomstig toeken ningsbetalings-niveau |
Maximale prestatie doelstelling en |
Overeenkomstig toeken ningsbetalings-niveau |
Gemeten prestaties en |
Overeenkomstig toeken nings-betalingsniveau |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Jan Van Geet s.r.o., vertegenwoordigd door Jan Van Geet, CEO | |||||||
| Nettowinst van de Groep | 40% | 75% | 0,10 | 125% | 0,30 | >125% | 0,30 |
| Groei van de toegezegde huurovereenkomsten op jaarbasis |
20% | 75% | 0,10 | 125% | 0,30 | >125% | 0,30 |
| — Closings met Joint Ventures — Bezettingsgraad — Gebouwen die zijn voltooid en opgestart — Voorverhuringen in aanbouw — Aankoop van grond |
20% | 75% | 0,10 | 125% | 0,20 | 100% | 0,15 |
| ESG | 15% | 75% | 0,05 | 125% | 0,15 | >125% | 0,15 |
| Overige niet-financiële en organisatorische doelstellingen |
5% | 75% | 0,05 | 125% | 0,15 | 100% | 0,10 |
| Totaal bonusniveau | 0,40 | 1,10 | 1,00 | ||||
| Totaal variabele bezoldiging 2024 | € 600.000 | ||||||
| Andere leden van het Uitvoerend Managementteam Nettowinst van de Groep |
40% | 75% | 0,10 | 125% | 0,25 | >125% | 0,25 |
| Groei van de toegezegde huurovereenkomsten op jaarbasis |
20% | 75% | 0,10 | 125% | 0,27 | >125% | 0,27 |
| — Closings met Joint Ventures — Bezettingsgraad — Gebouwen die zijn voltooid en opgestart — Voorverhuringen in aanbouw — Aankoop van grond |
20% | 75% | 0,10 | 125% | 0,20 | 100% | 0,15 |
| ESG | 15% | 75% | 0,05 | 125% | 0,15 | >125% | 0,15 |
| Overige niet-financiële en organisatorische doelstellingen |
5% | 75% | 0,05 | 125% | 0,15 | 100% | 0,10 |
| Totaal bonusniveau | 0,40 | 1,02 | 0,92 | ||||
| Totaal variabele bezoldiging 2024 | € 1.610.000 |
De Vennootschap maakt de werkelijke doelstellingen per criterium niet bekend, omdat dit de openbaarmaking van commercieel gevoelige informatie zou vereisen.
Rekening houdend met de verwezenlijking van de bovenvermelde prestatiecriteria met betrekking tot de variabele bezoldiging op korte termijn, alsook met de andere aspecten van het totale bezoldigingspakket, heeft de Raad van Bestuur het Uitvoerend Managementteam de volgende totale bezoldiging toegekend voor het boekjaar 2024:
| Tabel B - Bezoldiging van het Uitvoerend Managementteam voor het gerapporteerde boekjaar 2024 | ||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Bezoldiging 2024 (in €) |
Vaste bezoldiging | Variabele bezoldiging | Andere | Pensioen | Totale | Verhouding vaste en variabele bezoldiging | ||||
| Basisver goeding |
Aanwezigheids vergoeding |
Andere vergoedingen |
Jaarlijkse variabele |
Meer jaarlijkse variabele1 |
voordelen | bijdrage | bezoldiging | Vast | Variabel | |
| Uitvoerende managementteam | ||||||||||
| Jan Van Geet s.r.o., vertegenwoordigd door Jan Van Geet CEO |
600.000 | n.v.t. | 37.505 | 600.000 | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | 1.237.505 | 52% | 48% |
| Overige leden van het Uitvoerend managementteam |
1.742.831 | n.v.t. | 270.594 | 1.610.000 | 7.316.092 | n.v.t. | 28.607 | 10.968.124 | 19% | 81% |
| Totaal | 2.342.831 | n.v.t. | 308.099 | 2.210.000 | 7.316.092 | n.v.t. | 28.607 | 12.205.629 | 22% | 78% |
Het totale bedrag van de bezoldiging zoals hierboven uiteengezet, is in overeenstemming met het VGP Renumeratiebeleid. Meer in het bijzonder laat het bezoldigingspakket de Groep toe om, rekening houdend met de kenmerken en uitdagingen van de Groep, geselecteerde profielen aan te trekken, te behouden en te motiveren, en tegelijk de coherentie te behouden tussen de bezoldiging van de leden van de Raad van Bestuur, het Uitvoerend Managementteam en van alle personeelsleden, de risico's correct en doeltreffend te beheren en de kosten van de verschillende bezoldigingen onder controle te houden.
Het totale bedrag van de bezoldiging, en meer in het bijzonder het variabele gedeelte van het totale bezoldigingspakket, draagt bij tot de prestaties op lange termijn van de Groep door prestatiecriteria vast te stellen die gericht zijn op de lange termijn doelstellingen van de Groep.
Voor het boekjaar 2024 werd geen op aandelen gebaseerde bezoldiging toegekend.
De Vennootschap wijkt af van het principe 7.12 van de Code 2020 door geen contractuele clausules op te nemen ter vertraging van betaling of terugvorderingsclausules met betrekking tot de variabele bezoldiging van het Uitvoerend Managementteam. De Raad van Bestuur is van mening dat zijn remuneratiebeleid en -praktijken de onderliggende doelstelling van dit principe voldoende aanpakken, omdat iedere betaling van variabele bezoldigingen alleen wordt gedaan na de afsluiting van de fi nanciële resultaten. Bovendien kan de Raad van Bestuur het bedrag van de variabele bezoldiging van een lid van het Uitvoerend Managementteam op korte termijn verlagen op basis van zijn individuele prestaties. Met betrekking tot de variabele bezoldiging op lange termijn bevat het LTIP ook bepaalde malusclausules. Ten slotte kan de Vennootschap in bepaalde gevallen haar toevlucht nemen tot juridische middelen die zij ter beschikking heeft op grond van de toepasselijke wetgeving om betaling in te houden of variabele bezoldigingen terug te vorderen.
Voor de bezoldiging over het boekjaar 2024 heeft VGP niet afgeweken van zijn bestaande bezoldigingspraktijken.
Met het oog op een grotere transparantie van de voorbije, huidige en toekomstige bezoldigingsprogramma's en in overeenstemming met de belangen van de beleggers en het wetgevend kader, toont de volgende tabel de jaarlijkse evolutie, over een periode van 5 jaar, van (i) de bezoldiging van de leden van de Raad van Bestuur en het Uitvoerend Managementteam, (ii) de prestaties van de Groep op geconsolideerde basis en (iii) de gemiddelde bezoldiging van de werknemers van VGP NV.
| Tabel C – Vergelijkende informatie over de wijziging van de bezoldiging en de prestaties van de vennootschap | |||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| (in duizenden €) | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | |||
| Bezoldiging van niet-uitvoerende bestuurders | |||||||||
| Totale jaarlijkse bezoldiging | 396.500 | 412.000 | 396.000 | 412.000 | 386.000 | 380.000 | |||
| Verschil op jaarbasis (%) | 118% | 4% | -4% | 4% | -6% | -2% | |||
| Aantal betrokken niet-uitvoerende bestuurders |
4 | 4 | 4 | 4 | 4 | 4 |
| Totaal jaarlijkse bezoldiging als uitvoerend bestuurder |
93.000 | 91.000 | 91.000 | 93.000 | 87.000 | 85.000 |
|---|---|---|---|---|---|---|
| Verschil op jaarbasis (%) | 481% | -2% | 0% | 2% | -6% | -2% |
| Totaal jaarlijkse bezoldiging als CEO | 837.212 1.234.936 1.235.987 | 636.933 1.241.133 | 1.237.505 | |||
| Verschil op jaarbasis (%) | 149% | 48% | 0% | -48% | 95% | 0% |
| Totale jaarlijkse bezoldiging | 5.589.226 4.467.293 3.275.630 3.575.084 7.014.648 10.968.124 | |||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| Verschil op jaarbasis (%) | 245% | -20% | -27% | 9% | 96% | 56% |
| Aantal betrokken niet-uitvoerende bestuurders |
9 | 7 | 7 | 7 | 6,5 | 8,0 |
| Gemiddeld loon per werknemer | 76.065 | 74.512 | 79.565 | 72.871 | 70.375 | 70.621 |
|---|---|---|---|---|---|---|
| Verschil op jaarbasis (%) | 5% | -2% | 7% | -8% | -3% | 0% |
Zoals vereist door het Belgisch Wetboek van vennootschappen en verenigingen, vermeldt VGP de loonratio van de bezoldiging van de CEO tegenover de laagste VTE-werknemersbezoldiging (in zijn rechtspersoon VGP NV). De loonratio voor 2024 is 36,1.

VGP Park Pamplona Noain
In de loop van 2019 werd een formele Gedragscode ('Code of Conduct') ingevoerd, deze werd bijgewerkt in juli 2022. De Gedragscode beschrijft de belangrijkste gedragsprincipes voor de zakelijke omgeving waarin de Groep actief is. Tegelijkertijd is een opleidingsprogramma uitgerold in de landen waar de Groep actief is, om de compliance-cultuur in de hele Groep te behouden.
De Gedragscode bevat de gedeelde waarden van integriteit, naleving van de lokale en internationale wetgeving, bescherming van mensenrechten, respect voor medewerkers en klanten, de bereidheid om maatschappelijke verantwoordelijkheid op te nemen, milieubewustzijn te verhogen en een ondubbelzinnig standpunt tegen omkoperij en corruptie in te nemen. De Gedragscode beschrijft in duidelijke bewoordingen de principes waaraan de VGP Groep zich dient te houden en geeft een aantal voorbeelden van mogelijke overtredingen en goede praktijken.
De Gedragscode evenals het beleid en de procedures inzake compliance van de Groep worden aan alle personeelsleden van VGP ter beschikking gesteld. VGP maakt gebruik van persoonlijke of online training om medewerkers vertrouwd te maken met de inhoud en de toepassing ervan in dagelijkse scenario's. Deze training is verplicht voor alle werknemers met leidinggevende verantwoordelijkheden en wordt stapsgewijs uitgevoerd in de landen waar VGP actief is.
Er zijn een aantal kanalen voor het melden van mogelijke schendingen van de Gedragscode, waaronder een compliance hotline, zie hieronder.
Alle werknemers en contractanten worden uitgenodigd om gevallen of vermoedens van strafbare activiteiten, schendingen van nationale en internationale wetten en elke ernstige bedreiging of schade aan het algemeen belang van VGP, of schendingen van de Gedragscode van de Groep te melden door gebruik te maken van het klokkenluidersplatform van de Groep. De compliance hotline is 24/7 beschikbaar vanaf elke locatie wereldwijd in alle (18) gesproken talen binnen de Groep (https://vgp.speakup.report/nl-NL/compliance/home). Het klokkenluidersplatform maakt anoniem melden mogelijk en garandeert strikte vertrouwelijkheid van de identiteit van de melder. Het beleid van de Groep is te garanderen dat er geen tuchtmaatregelen of represailles worden genomen tegen werknemers of andere personen die te goeder trouw informatie over een overtreding melden, of dat deze zouden worden gediscrimineerd. Het hoofd juridische zaken en compliance van de Groep onderzoekt gerapporteerde incidenten, maar de bestuurders zijn uiteindelijk verantwoordelijk voor het nemen van de juiste maatregelen.
VGP is een werkgever die gelijke kansen biedt en zich inzet voor een inclusieve en diverse werkomgeving. Hoewel we erkennen dat de bouwsector historisch gezien een gebrek aan diversiteit heeft gehad, zijn we vastbesloten om inclusiviteit en gelijke kansen te bevorderen. We waarderen en respecteren individuen van alle achtergronden en discrimineren niet op basis van ras, huidskleur, religie, geslacht, genderidentiteit, seksuele geaardheid, burgerlijke staat, nationaliteit, staatsburgerschap, leeftijd of handicap. Wij geloven dat diversiteit in perspectieven innovatie, creativiteit en succes stimuleert, en wij zetten ons in om alle werknemers en sollicitanten gelijke kansen te bieden in een gastvrije en ondersteunende omgeving.
VGP zet zich in om zijn bedrijfsactiviteiten uit te voeren met integriteit en respect voor de mensenrechten. De Groep erkent het belang van het voorkomen van moderne slavernij en mensenhandel in al haar vormen binnen onze activiteiten en toeleveringsketens.
Om onze inzet tegen moderne slavernij te waarborgen, hebben wij de volgende beleidsmaatregelen geïmplementeerd:
met betrekking tot moderne slavernij. De link naar het anonieme meldingssysteem is hier te vinden: https://vgp.speakup.report/en-GB/compliance/home
Daarnaast zijn onze due diligence-procedures met betrekking tot de risico's van moderne slavernij binnen onze bedrijfsvoering en toeleveringsketens momenteel gebaseerd op een "know-your-customer"-verificatie. Verder voeren wij risicoanalyses uit. Wij beschouwen het risico op moderne slavernij als het hoogst in dat deel van onze toeleveringsketen dat betrekking heeft op de productie van materialen in derde landen buiten de Europese Unie en/of het Verenigd Koninkrijk. Aangezien slechts een beperkte hoeveelheid materialen uit deze landen wordt betrokken, richten wij onze risicobeheersingsinspanningen op deze leveringsrelaties.
Tot slot richt VGP zich op training en bewustwording bij zowel werknemers als leveranciers om naleving en ethische praktijken te waarborgen.
De Groep streeft ernaar corruptie en omkoping te bestrijden en te voorkomen en heeft verschillende mechanismen gecreëerd om te voldoen aan de toepasselijke wetten. De General Counsel van de Groep controleert de verschillende activiteiten in de verschillende landen waar de Groep actief is, zoals het regelgevingslandschap, transacties en relaties met zakelijke partners. Het management handhaaft strikt het nultolerantieprincipe van de Groep met betrekking tot schendingen van de Gedragscode met betrekking tot het anti-corruptieprincipe. Interne controle omgeving:
De vereisten voor gedrag en betrokkenheid bij de strijd tegen corruptie en beïnvloeding zijn opgenomen in een specifiek VGP-beleid tegen omkoping en corruptie. Het beleid geeft details over verboden gedrag en benadrukt het "nultolerantie"-principe voor schendingen van het anti-corruptieprincipe.
De Groep heeft een, extern ondersteund, klokkenluidersplatform (de VGP Nalevingshotline), waarmee alle medewerkers en aannemers vertrouwelijk en anoniem incidenten kunnen melden aan de General Counsel van de Groep. De klokkenluidersprocedure en het platform zijn toegankelijk op https://vgp.speakup.report/nl-NL/compliance/home.
De Groep heeft een "Know Your Supplier" – procedure die bestaat uit op maat gemaakte due diligence om het risico van

VGP Park Nijmegen
blootstelling aan corruptie van zakelijke partners te beoordelen voordat er contractuele relaties worden aangegaan. De due diligence kan bestaan uit vragenlijsten, interne en/of externe achtergrondchecks en onderzoeken. Onder bepaalde omstandigheden rapporteert de General Counsel van de Groep due diligence bevindingen aan de betrokken country manager of indien nodig aan de verantwoordelijke COO of CEO om het risicoprofiel te bespreken en aanbevelingen te doen. Als onderdeel van de Leveranciersgedragscode van de Groep, streeft de Groep ernaar anti-corruptiebepalingen op te nemen in contracten met zakelijke partners, om de contracterende partij eraan te herinneren dat corruptie en/of onethisch gedrag niet wordt getolereerd.
De Groep heeft een collectief besluitvormingsproces met betrekking tot investeringen, desinvesteringen en inkoop. De Groep past het "vier-ogen"-principe toe bij het verwerken van facturen en het terugbetalen van onkosten. Er is ook een scheiding van taken in het betalingsproces. Handmatige boekingen worden systematisch gecontroleerd door de financiële afdeling van de Groep en de jaarrekeningen worden gecontroleerd door commissarissen.
Om het bewustzijn te vergroten en de nalevingscultuur binnen de Groep te versterken, zijn werknemers verplicht om deel te nemen aan een jaarlijkse e-training over ethiek en de preventie van corruptie en beïnvloeding. Naast de online training kunnen nieuwe medewerkers deelnemen aan klassikale of online trainingen waar dit onderwerp aan bod komt.
Disciplinaire sancties kunnen worden opgelegd in gevallen van corruptie, omkoping of schendingen van het Anti-corruptiebeleid op basis van het nultolerantieprincipe van de Groep.
Het geschenken- en entertainmentbeleid wordt behandeld in het anti-omkopingsbeleid, hetgeen bepaalt dat gastvrijheid, promotie of andere zakelijke uitgaven, zowel ontvangen als gegeven, moeten worden gegeven of ontvangen in andere vormen dan contant geld of daaraan gelijk te stellen. Ze moeten redelijk van waarde zijn, niet frequent voorkomen, toegestaan onder lokale wetten. Daarnaast moeten deze direct gerelateerd zijn aan de bevordering van de activa, knowhow, producten of diensten van de Groep, de uitvoering van een contract, of om zakelijke relaties te ontwikkelen en te onderhouden buiten elke aanbestedingsfase of in het kader van het ESG-beleid van de Groep. Tenslotte moeten deze geschenken en giften goedgekeurd (indien van toepassing) en correct worden geregistreerd in de boekhouding en niet worden gegeven met het doel iets terug te ontvangen voor corrupte doeleinden.
Donaties aan liefdadigheidsinstellingen, initiatieven zonder winstoogmerk of sociale projecten vormen een risico dat gelden of waardevolle activa worden omgeleid voor persoonlijk gebruik of voordeel van een overheidsfunctionaris of een privépartij. Bijzondere voorzichtigheid is geboden als een potentiële bijdrage is gericht aan een vennootschap die verbonden is aan een overheidsfunctionaris. Alle bijdragen moeten vooraf worden gevalideerd door de respectievelijke Chief Operating Officer of Chief Executive Officer.
Om te voldoen aan de vereisten van de economische sanctieregelgeving heeft VGP een KYC-screeningprocedure geïntroduceerd voor alle klanten en de belangrijkste leveranciers, die ervoor zorgt dat geen enkele entiteit die onderhevig is aan sancties kan worden geaccepteerd als tegenpartij. Daarnaast worden aanvullende due diligence-onderzoeken uitgevoerd als er risico's worden geïdentifi ceerd met betrekking tot de preventie van het witwassen van geld en de fi nanciering van terrorisme (AML). Deze due diligences omvatten het identifi ceren van de moedervennootschap, het evalueren van het risicoprofi el van de moeder/operatie, het uitvoeren van screeningslijsten voor sancties en het identifi ceren van potentiële uiteindelijk begunstigden en politiek blootgestelde personen via achtergrondchecks via openbare databases.
De Raad van Bestuur heeft op 17 januari 2007 een Verhandelingsreglement ('Dealing Code') aangenomen dat door de Raad van Bestuur van de Vennootschap op 8 december 2016 werd geactualiseerd om het onwettig gebruik van voorkennis door personeelsleden van VGP en verbonden personen te voorkomen, en verder werd geactualiseerd op 8 mei 2020 om wijzigingen door te voeren naar aanleiding van de invoering van het nieuwe Wetboek van vennootschappen en verenigingen.
Het doel van dit Verhandelingsreglement is ervoor te zorgen dat deze personen geen misbruik maken van, noch zichzelf verdacht maken van misbruik, en de vertrouwelijkheid bewaren van informatie die als Voorkennis kan worden beschouwd, in het bijzonder in periodes die voorafgaan aan een aankondiging van financiële resultaten of van koersgevoelige gebeurtenissen of beslissingen.
Er wordt tevens verwezen naar Bijlage 4 Regels ter voorkoming van marktmisbruik (Dealing Code) van het Corporate Governance Charter van VGP op https://www.vgpparks.eu/nl/ investeerders/corporate-governance/.
Personeelsleden van VGP (zijnde leden van de vennootschapsorganen van VGP en werknemers die regelmatig of occasioneel toegang hebben tot voorkennis)1 moeten de Compliance Officer onmiddellijk op de hoogte brengen binnen de drie (3) werkdagen nadat zij of een met hen verbonden persoon hebben gehandeld in financiële instrumenten van de Vennootschap, met vermelding van de datum van de transactie, de aard van de transactie (aankoop, verkoop, enz.), het bedrag van het financiele instrument en de totale prijs van de transactie.
Tegelijkertijd moet een leidinggevend personeelslid of een daarmee verbonden persoon de FSMA in kennis stellen door middel van een formulier dat beschikbaar is op de website van de FSMA (www.fsma.be) en dat ook kan worden aangevraagd bij de Compliance Officer.
Tijdens zogenaamde 'gesloten' periodes (d.i. 30 kalenderdagen vóór de aankondiging van een tussentijds financieel verslag of een jaarverslag dat de Vennootschap verplicht openbaar moet maken) mogen bestuurders, leden van het Uitvoerend Managementteam en werknemers niet handelen in financiële instrumenten van VGP.
In 2024 waren er geen transacties met voorkennis. Als dit het geval zou zijn, werden deze transacties openbaar gemaakt op de website van de FSMA (www.fsma.be).
Op 3 januari 2024 ontving de Vennootschap een transparantiekennisgeving, als gevolg van de fusie van Alsgard SA met Little Rock S.à r.l (voorheen Little Rock SA), die plaatsvond op 31 december 2023.
Op 8 januari 2025 ontving de Vennootschap een transparantiekennisgeving gedateerd 7 januari 2025 dat (i) Little Rock S.à r.l. nu 37,85% van de stemrechten van VGP NV aanhoudt, en (ii) Tomanvi SCA nu 2,94% van de stemrechten van VGP NV aanhoudt en dat Jan Van Geet, Little Rock S.à r.l. en Tomanvi SCA bijgevolg samen nu 40,79% van de stemrechten van VGP NV aanhouden. Bijgevolg hebben hun stemrechten de drempel van 40% overschreden.
Voor verdere details over de aandeelhoudersstructuur van de Vennootschap op 31 december 2024, alsook de beschrijving van de machtiging met betrekking tot het toegestane kapitaal, gedelegeerd aan de Raad van Bestuur, verwijzen wij naar het hoofdstuk Informatie over het Aandeel.
In overeenstemming met artikel 7:96 van het nieuwe Wetboek van vennootschappen en verenigingen moet een lid van de Raad Van Bestuur de overige leden vooraf inlichten over eventuele agendapunten die voor hem een rechtstreeks of onrechtstreeks belangenconflict van vermogensrechtelijke aard inhouden.
Er werden geen belangenconflicten gemeld in 2024.
De gedragscode en de verplichting om persoonsgegevens en vertrouwelijke informatie te beschermen, zijn opgenomen in een afzonderlijk hoofdstuk van de Gedragscode van de Groep. VGP beschermt de vertrouwelijke informatie die het ontvangt van zijn klanten, evenals alle andere commercieel gevoelige informatie die door VGP is ontwikkeld of beschikbaar is gesteld. Persoonsgegevens worden beschermd in overeenstemming met het beleid van VGP voor de bescherming van persoonsgegevens. VGP stelt IT-procedures vast om dergelijke informatie te beschermen. Alle teamleden zijn verplicht om zich te houden aan de beleidsregels met betrekking tot de bescherming van vertrouwelijke en gevoelige informatie en ervoor te zorgen dat hun omgang met IT niet leidt tot vermijdbare veiligheidsrisico's. Als onderdeel van zijn bedrijfsvoering verwerft VGP een aanzienlijke hoeveelheid vertrouwelijke informatie van zijn leveranciers, klanten en andere zakelijke partners, die vaak worden beschermd door geheimhoudingsovereenkomsten of soortgelijke overeenkomsten. Alle teamleden zijn verplicht om strikt de beleidsregels na te leven die zijn opgesteld om te voldoen aan dergelijke overeenkomsten.
Het Beleid inzake de Bescherming van Persoonsgegevens is hier te vinden: https://vgpparks.eu/nl/personal-data-protection-policy/
Kwesties met betrekking tot gegevensbescherming maken deel uit van de jaarlijkse compliancetraining door de juridische afdeling.
De Groep streeft ernaar alleen onderaannemers te gebruiken die garanties bieden voor hun geschikte technische en organisatorische maatregelen om ervoor te zorgen dat de verwerking en verwerkingsmethoden voldoen aan de GDPR-vereisten en de bescherming van de rechten van de betrokkene garanderen.
Naast de Europese Verordening inzake de bescherming van persoonsgegevens heeft elke lidstaat van de Europese Unie de bepalingen van de GDPR geïnterpreteerd door de uitvaardiging van nationale normen en door de rechtspraak ontwikkeld door zijn nationale autoriteiten (rechtbanken en lokale gegevensbeschermingsautoriteiten). Zo is de belangrijkste wetgeving die in Duitsland de gegevensbescherming regelt, de Federale Wet op de Gegevensbescherming (Bundesdatenschutzgesetz, of BDSG), die de Algemene Verordening Gegevensbescherming (GDPR) van de EU implementeert in het land. De GDPR stelt een hoge standaard voor gegevensbescherming in de hele EU, maar Duitsland is verder gegaan door zijn eigen aanvullende bepalingen toe te voegen, zoals strengere regels voor de bescherming van werknemersgegevens, de noodzaak van expliciete toestemming in bepaalde gevallen, en aanvullende eisen voor gegevensverwerking door overheidsinstanties.
Naast de BDSG heeft Duitsland ook verschillende andere wetten die specifieke gebieden van gegevensbescherming regelen.
De Groep is toegewijd aan het voeren van zaken op een ethische en eerlijke manier en hanteert een "nultolerantie"- houding tegen alle vormen van onethisch gedrag, zoals ongepast, respectloos of onwettig gedrag, corruptie, omkoping, beïnvloeding en schendingen van de mensenrechten. De nalevingsprocedures van de Groep zijn gebaseerd op het principe van toewijzing van verantwoordelijkheden, evenals het bevorderen van nalevingsbewustzijn via een "tone from the top" benadering en actieve trainingsprogramma's om verantwoording en strikte en effectieve naleving binnen de Groep te waarborgen.
Met als doel een passende uitwisseling van informatie, het juiste niveau van verantwoordelijkheid, gepaste en effectieve ondersteuning te waarborgen, heeft VGP een nalevingsorganisatie opgezet die past bij zijn omvang.
De Raad van Bestuur, met gedelegeerde uitvoering aan de CEO, is verantwoordelijk voor de naleving van alle wetten en regelgeving die van toepassing zijn op de Groep. Het bevorderen van nalevingsbewustzijn vanuit de top op regelmatige basis maakt deel uit van het nalevingsdoel van de Groep.
De nalevingsomgeving wordt beheerd door de CEO, de Group General Counsel en de CFO. De verantwoordelijkheden omvatten:
De Group General Counsel houdt toezicht op de naleving van de regelgeving van de Groep.
De functie van Compliance Officer wordt vervuld door de Group General Counsel voor juridische naleving. De verantwoordelijkheidsgebieden van de Compliance Officer omvatten:
De Group General Counsel en Compliance officer ontvangen ondersteuning van Lokale Juridische ondersteuningsfuncties om hun taken uit te voeren. Ze kunnen ook ondersteuning en/of input van externe adviseurs aanvragen. Een netwerk van lokale juridische en nalevingscorrespondenten helpt bij het bevorderen van nalevingsbewustzijn en bij het monitoren en ondersteunen van de lokale implementatie van nalevingsprocedures.
VGP wordt blootgesteld aan een brede waaier van risico's in het kader van zijn bedrijfsactiviteiten die de doelstellingen kunnen beïnvloeden of ertoe kunnen leiden dat deze niet bereikt worden. Deze risico's beheren is een belangrijke taak van de Raad Van Bestuur, het Uitvoerend Management en alle andere werknemers met managementverantwoordelijkheden.
De risicobeheer- en controlesystemen werden opgesteld om de volgende doelstellingen te bereiken:
De principes van het referentiekader van het Committee of Sponsoring Organisations van de Treadway Commission ("COSO") hebben gediend als basis voor het opstellen van het risicobeheer- en controlesysteem van VGP.
VGP streeft naar een algemene naleving en een risicobewuste houding met een duidelijke definiëring van de rollen en verantwoordelijkheden in alle relevante domeinen. Op die manier creëert de vennootschap een omgeving waarin haar bedrijfsdoelstellingen en – strategieën nagestreefd worden op een gecontroleerde manier. Deze omgeving wordt gecreëerd via de uitvoering van verschillende beleidslijnen en procedures zoals:
Gelet op de beperkte omvang van de vennootschap en de vereiste flexibiliteit, worden deze beleidslijnen en procedures niet altijd formeel gedocumenteerd.
Het Uitvoerend Management zorgt ervoor dat alle VGP-medewerkers voldoende geïnformeerd zijn over de beleidslijnen en procedures en zorgt ervoor dat alle VGP-medewerkers voldoende inzicht hebben in of voldoende geïnformeerd zijn om een voldoende hoog niveau van risicobeheersing en -controle te kunnen ontwikkelen op alle niveaus en op alle gebieden van de Groep.

VGP Park Hrádek nad Nisou

Risicobeheer, procedure en methodologie
Alle werknemers zijn verantwoordelijk voor de tijdige identificatie en kwalitatieve beoordeling van de risico's (en belangrijke wijzigingen ervan) binnen hun verantwoordelijkheidsdomein.
Binnen de verschillende procedures in verband met het management, de beoordeling en de ondersteuning worden de bedrijfsrisico's geïdentificeerd, geanalyseerd, vooraf geëvalueerd en getest via interne en soms externe beoordelingen.
Naast deze geïntegreerde risicoanalyses worden ook periodieke beoordelingen uitgevoerd om te controleren of de juiste maatregelen voor risicoanalyse en -beheersing zijn geïmplementeerd en om niet-geïdentificeerde of niet-gerapporteerde risico's te ontdekken. Deze procedures worden aangestuurd door de CEO, de COO's en de CFO, die de verschillende risiconiveaus op regelmatige wijze controleren en analyseren en waar nodig een actieplan ontwikkelen. Daarnaast maken de controleactiviteiten integraal deel uit van alle belangrijke bedrijfsprocedures en -systemen om ervoor te zorgen dat de doelstellingen van de vennootschap zo goed mogelijk worden verwezenlijkt.
Geïdentificeerde risico's die een belangrijke invloed zouden kunnen hebben op de financiële of operationele prestaties van de Groep worden gerapporteerd aan de Raad Van Bestuur voor verdere bespreking en beoordeling, die zal beslissen of deze risico's aanvaardbaar zijn vanuit het oogpunt van risicoblootstelling.
VGP heeft al zijn belangrijkste bedrijfsrisico's geïdentificeerd en geanalyseerd zoals vermeld in de paragraaf 'Risicofactoren' van dit jaarverslag. Deze bedrijfsrisico's worden meegedeeld aan de hele organisatie van VGP.
DELOITTE Bedrijfsrevisoren BV met kantoor gelegen te 1930 Zaventem, Gateway Building, Luchthaven Nationaal 1 J, België, vertegenwoordigd door Mw. Kathleen De Brabander, werd benoemd tot Commissaris.
Het mandaat van de Commissaris verstreek onmiddellijk na de gewone algemene vergadering in 2023 waarop de beslissing werd genomen om de op 31 december 2022 afgesloten jaarrekening goed te keuren.
De Raad van Bestuur keurde de herbenoeming van Deloitte Bedrijfsrevisoren/Réviseurs d'Entreprises BV/SRL als Commissaris goed voor een nieuwe periode van drie jaar die inging na afloop van de gewone algemene vergadering van 12 mei 2023 en stelde de honoraria vast op € 151.830 per jaar. Dit honorarium zal onderworpen zijn aan een jaarlijkse herziening die de veranderingen in de omvang van de audit weerspiegelt die nodig zouden kunnen zijn om ervoor te zorgen dat de omvang van de audit in lijn blijft met de evolutie van de VGP Groep en is onderworpen aan indexering. De honoraria voor de audit voor VGP NV en zijn volledig gecontroleerde dochtervennootschappen bedroegen € 188 duizend en bijkomende niet-auditdiensten werden tijdens het jaar uitgevoerd door Deloitte voor een totaal honorarium van € 48,6 duizend. Deze honoraria werden voornamelijk betaald voor het verkregen ESG-verslag met beperkte zekerheid ("limited assurance").
Audithonoraria voor gezamenlijk gecontroleerde entiteiten bedroegen € 485,5 duizend. Er werden geen bijkomende niet-auditdiensten voor gezamenlijk gecontroleerde entiteiten uitgevoerd in 2024.
Aangezien de maximale wettelijke termijn van Deloitte als commissaris van de vennootschap zoals bepaald in artikel 3:61 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen op dat moment zal zijn bereikt, verwacht de vennootschap dat Deloitte zijn ontslag als commissaris van de vennootschap zal aanbieden op de Gewone Algemene Vergadering die zal worden gehouden in het jaar 2025 en waarop zal worden besloten om de jaarrekening per 31 december 2024 goed te keuren.
De Raad van Bestuur en het Auditcomité bevelen de algemene vergadering aan om KPMG Bedrijfsrevisoren, Luchthaven Brussel Nationaal 1 K, B 1930 Zaventem te benoemen als Commissaris.
Voor meer informatie verwijzen we naar het hoofdstuk Financieel Overzicht – toelichting 28 in dit jaarverslag.

VGP Park Olomouc
De volgende risicofactoren werden door de Groep geïdentificeerd als risico's die de activiteiten van de Groep, zijn financiele situatie, resultaten en verdere ontwikkeling zouden kunnen beïnvloeden.
De Groep neemt de nodige maatregelen en zal dit in de toekomst ook blijven doen, om deze risico's zo doeltreffend mogelijk te beheren.
De Groep wordt onder meer blootgesteld aan de volgende risico's:
1.1 De Groep zou mogelijks niet in staat zijn om zijn ontwikkelingsactiviteiten voort te zetten op een duurzame en winstgevende manier, waarvoor hij afhankelijk is van zijn vermogen om nieuwe huurovereenkomsten af te sluiten en om zijn vastgoedactiva aan de Joint Ventures te verkopen
De inkomsten van de Groep worden bepaald door zijn vermogen om nieuwe huurovereenkomsten te ondertekenen en door de verkoop van vastgoedactiva, in het bijzonder aan de Zesde Joint Venture. De kasstromen op korte termijn van de Groep kunnen negatief worden beïnvloed als hij niet in staat is om met succes nieuwe huurovereenkomsten af te sluiten en om met succes vastgoedactiva te verkopen, wat dan weer een negatieve invloed zou kunnen hebben op de bedrijfsactiviteiten, de financiële toestand en de bedrijfsresultaten van de Groep.
Hieruit volgt dat de solvabiliteit van de Groep afhankelijk is van zijn vermogen om een gezonde financiële structuur op lange termijn te creëren (i) met een voldoende grote recurrente inkomstenstroom uit huurovereenkomsten voor de ontwikkelde logistieke eigendommen (zowel op het niveau van de Groep als op het niveau van de Joint Ventures) ten opzichte van de schulden voortvloeiend uit de financiering van de aankoop en ontwikkeling van die logistieke eigendommen en (ii) het vermogen van de Groep om zijn ontwikkelingsactiviteiten voort te zetten op een duurzame en winstgevende manier om inkomsten genererende eigendommen te produceren die, eenmaal ze een rijp stadium hebben bereikt, kunnen worden verkocht aan de Joint Ventures of eventueel aan een derde partij.

VGP Park Ústí nad Labem City
De Groep is grotendeels afhankelijk van de inkomstenstroom uit de Joint Ventures. Bijgevolg ontvangt de Groep van de Joint Ventures vergoedingen en dividendinkomsten in de plaats van huurinkomsten uit voltooide activa. Daarom is het belangrijk dat er voldoende hoge en recurrente inkomsten worden gegenereerd op het niveau van de Joint Ventures om de contanten door te laten stromen naar de Groep. Dergelijke dividendstromen, evenals de opbrengsten uit de verkoop van de activa aan de Joint Ventures, zijn belangrijk voor de liquiditeit en de solvabiliteit van de Groep met het oog op cash-recycling.
De huidige inkomstenstroom van de Groep uit de Joint Ventures en de vergoedingen uit de Joint Ventures neemt snel toe, maar is nog steeds relatief beperkt in vergelijking met de aanzienlijke hoeveelheid schulden (zowel op het niveau van de Groep als op het niveau van de Joint Ventures), aangezien (i) de Eerste Joint Venture zijn investeringscapaciteit heeft bereikt, (ii) de investeringsfase van de Tweede Joint Venture is afgelopen, (iii) Derde Joint Venture grotendeels de initiële investeringsfase van VGP Park München heeft afgerond, (iv) de Vijfde Joint Venture de aankoop van alle beoogde activa in Duitsland heeft afgerond en (v) de Zesde Joint Venture zit nog in zijn investeringsfase.
De liquiditeit van de activa van de Groep wordt beïnvloed door het vermogen van de Groep om een uniforme bouwstandaard aan te houden die in lijn is met de nieuwste duurzaamheidseisen. Deze standaard wordt gehandhaafd door een aantal acties; er is een voortdurende dialoog met belanghebbenden, er worden beoordelingen uitgevoerd op zowel activaniveau als portefeuilleniveau, de Groep krijgt jaarlijks een score van niet-financiële ratingbureaus en de uitvoering van de ESG-strategie wordt gerapporteerd in het jaarverslag, wat transparantie biedt over acties en resultaten.
Wij verwijzen ook naar de volgende risicofactoren, die hiermee verband houden en die bepaalde aspecten meer in detail behandelen: risicofactor 2.2 "De ontwikkelingsprojecten van de Groep vereisen grote initiële investeringen en zullen pas na verloop van tijd inkomsten beginnen te genereren", risicofactor 3.1 "De bedrijfsactiviteiten, de operationele activiteiten en de financiële voorwaarden van de Groep worden aanzienlijk getroffen door (i) de onderliggende operationele, financiële en organisatorische risico's van de Joint Ventures en (ii) de voortzetting van de overname van voltooide activa van de Groep", risicofactor 4.1 "De schuldniveaus van de Groep zijn de laatste jaren aanzienlijk gestegen en de Groep is blootgesteld aan een (her)financieringsrisico" en risicofactor 4.2 "De Groep is blootgesteld aan het risico van (her)financiering van zijn Joint Ventures".
Voor meer informatie over de relatie met de Joint Ventures, zie hoofdstuk Strategie – Strategische partnerschappen.
Het succes van de Groep hangt gedeeltelijk af van zijn vermogen om toekomstige uitbreiding te beheren en om aantrekkelijke investeringsopportuniteiten te identificeren en zijn portefeuille te beheren en er toezicht op uit te oefenen. Deze vereisten brengen aanzienlijke eisen op het vlak van het beheer, de ondersteuningsfuncties, de boekhoudkundige en financiële controle, de verkoop en marketing en andere middelen met zich mee en houden een aantal risico's in, zoals: de moeilijkheid om activiteiten en personeel gelijk te stellen met de noden voor de verrichtingen van de Groep door een gebrek aan sleutelcompetenties of een gebrek aan profieldiversiteit, de mogelijke verstoring van de lopende activiteiten en de afleiding van het management of niet-betrokkenheid van werknemers. We verwijzen naar het Verslag Maatschappelijk Ondernemen.
Per 31 december 2024 had Groep 380 werknemers1 (367,5 werknemers per 31 december 2023) Het doel van de Groep is om over een voldoende groot team te beschikken om de huidige groei van de Groep te ondersteunen.
De groei van VGP tot nu toe is gebaseerd op het vermogen om geschikte percelen grond te verwerven op strategische locaties met voldoende omvang en andere kenmerken om de ontwikkeling van logistieke en licht industriële gebouwen mogelijk te maken. Momenteel zijn dit voornamelijk oude industriële brownfields. Dergelijke gronden blijven schaars en de concurrentie voor de verwerving ervan is hevig. Als de Groep niet in staat is om zijn track record van het verwerven van strategische percelen grond voort te zetten, zal dit een wezenlijk nadelig effect hebben op de toekomstige groei en financiële prestaties van de Groep.
Het vermogen van de Groep om activa te verwerven is ook gedeeltelijk afhankelijk van zijn vermogen om op gepaste wijze bij te dragen aan de lokale sociale en economische ontwikkeling. Als de Groep er niet in slaagt de belangrijkste belanghebbenden ervan te overtuigen dat hij een dergelijke bijdrage levert, kan dit de kansen van de Groep schaden om geaccepteerd te worden in de gemeenschappen waarin hij actief is en dus om de vereiste grondbank en/of vergunningen voor zijn ontwikkelingen te verkrijgen.
Per 31 december 2024 heeft de Groep een resterende ontwikkelingsgrondbank in volle eigendom van 7.378.000 m², waarmee de Groep ca. 3.211.000 m² toekomstig verhuurbare oppervlakte te ontwikkelen. Dit is inclusief de resterende 179.000 m² ontwikkelingsgrond in eigendom van de Joint Ventures met een ontwikkelingspotentieel van circa 85.000 m² nieuw verhuurbare oppervlakte waarop VGP de ontwikkelingsexclusiviteit heeft. Daarnaast heeft de Groep nog eens 1.348.000 m² aan contractueel vastgelegde percelen grond die de ontwikkeling van ca. 425.000 m² aan nieuwe projecten mogelijk maken. Verwacht wordt dat deze resterende percelen grond in de komende 6 tot 18 maanden zullen worden aangekocht, afhankelijk van het verkrijgen van de nodige vergunningen.
De totale grondbank in eigendom en contractueel vastgelegd per 31 december 2024 (met inbegrip van joint ventures aan 100%) voor ontwikkeling is daarom 8.726.000 m², wat een resterend ontwikkelingspotentieel van ongeveer 3.636.000 m² vertegenwoordigt.
2.1 De ontwikkelingsprojecten van de Groep kunnen vertragingen oplopen en andere moeilijkheden ondervinden, voornamelijk met betrekking tot het verkrijgen van de nodige vergunningen en de stijgingen van de bouwkosten
De strategie van de Groep is gericht op de ontwikkeling van inkomsten genererend logistieke eigendommen en op de mogelijke verkoop van dergelijke eigendommen eenmaal deze een volwassen stadium hebben bereikt.
Ontwikkelingsprojecten zijn vaak onderhevig aan verschillende risico's, die elk kunnen leiden tot een late oplevering van een project en bijgevolg tot een verlenging van de ontwikkelingsperiode in de aanloop naar de geplande verkoop aan of oplevering door de Joint Ventures, tot een budgetoverschrijding, tot een verlies of een daling van de verwachte inkomsten uit een project of zelfs, in sommige gevallen, tot de daadwerkelijke beëindiging ervan.
De Groep neemt een "first mover"-strategie aan met het oog op het veiligstellen of aankopen van percelen op strategische locaties, zonder noodzakelijkerwijs al een specifieke toekomstige huurder te hebben geïdentificeerd. Dit houdt in dat de Groep doorgaans percelen grond contractueel vastlegt om zijn projecten te ontwikkelen alvorens de vereiste vergunningen zijn toegekend. De contractueel vastgelegde percelen worden pas nadien verworven, eenmaal de nodige vergunningen werden verkregen waardoor de financiële blootstelling van de Groep aan de volgende risico's wordt beperkt, hoewel deze niet volledig kunnen worden uitgesloten. In het bijzonder zijn de projecten van de Groep onderworpen aan het risico van wijzigingen aan de relevante stedenbouwkundige regels en van het feit dat milieu-, bestemmings- en bouwvergunningen moeten worden verkregen in een vorm die overeenstemt met het projectplan en
VGP Park České Budějovice
-concept. Daarom kan de verwezenlijking van een project negatief worden beïnvloed (i) als men er niet in slaagt om de nodige vergunningen te verkrijgen, te behouden of te vernieuwen, (ii) als er vertraging wordt opgelopen bij het verkrijgen, behouden of vernieuwen van de relevante vergunningen en (iii) als men er niet in slaagt om de voorwaarden van de vergunningen na te leven. Voorts kan tegen een vergunning beroep worden aangetekend door een belanghebbende partij. Een dergelijke procedure zou de ontwikkeling en de uiteindelijke verkoop van een project aan of de afwerking door de Joint Ventures nog meer kunnen vertragen en zou een negatieve invloed kunnen hebben op de financiële toestand van de Groep.
In de afgelopen jaren heeft de Groep opgemerkt dat de termijn die nodig is om de noodzakelijke vergunningen voor de ontwikkelingen te ontvangen, aanzienlijk langer is. Dit is gebaseerd op verschillende factoren, waaronder toegenomen werkdruk, complexiteit van de projecten, in het bijzonder in het geval van brownfieldontwikkelingen, complexere, nieuwe of gewijzigde regelgeving (onder andere op het gebied van duurzaamheid) of onvoldoende personeel bij de overheid. Momenteel

kan het tussen 24 tot 36 maanden duren om de nodige vergunningen te ontvangen.
De voltooiing van grondacquisities en het afsluiten van huurovereenkomsten kunnen ook onderworpen zijn aan bepaalde voorwaarden, waaronder goedkeuringen op basis van publiekrecht, afstandsverklaringen en toestemmingen. Gronden die door de Groep worden verworven, kunnen te maken krijgen met vertragingen bij de registratie van overdrachten en andere formaliteiten. Daarnaast kunnen de gronden onderhevig zijn aan rechten en lasten, zoals erfdienstbaarheden, terugkoop- en voorkeursrechten, bijzondere gebruiksrechten door derden, beschermingsmaatregelen en onteigeningsprocedures, evenals kleine gebreken, saneringswerkzaamheden en vereisten om gebruiksafwijkingen en vergunningen te verkrijgen. Dit alles kan de ontwikkelings-, verhuur- of overdrachtsplannen beïnvloeden en leiden tot onvoorziene vertragingen en kosten voor de Groep. Bovendien kunnen eigendommen onderhevig zijn aan complexe splitsings- en overdrachtsprocedures, of de Groep kan slechts een deel van een locatie bezitten. In dergelijke gevallen kan het vermogen van de Groep om het eigendom te ontwikkelen, te verhuren of over te dragen nadelig worden beïnvloed, bijvoorbeeld als de registratie van het eigendom van de Groep wordt vertraagd, als de Groep onvoldoende toegang heeft of als de toewijzing van eigendommen of rechten onnauwkeurig is of betwist wordt.
Andere factoren die de ontwikkelingsactiviteiten van de Groep negatief kunnen beïnvloeden zijn onder meer de onbekendheid van lokale regelgeving, geschillen over overeenkomsten en arbeid met bouwaannemers of onderaannemers, ongevallen en natuurgevaren, inclusief vervuiling die pas tijdens de bouwfase wordt geïdentificeerd, constructie- en ontwerpfouten (inclusief het risico dat niet wordt voldaan aan de veranderende verwachtingen ten aanzien van landschapsarchitectuur en op de natuur gebaseerde oplossingen), onvoorziene omstandigheden op de site die kunnen leiden tot bijkomend werk en bouwvertragingen of tot de vernietiging van projecten tijdens de bouwfase (bijv. door brand of waterschade). We verwijzen naar het Verslag Maatschappelijk Ondernemen voor meer informatie.
Bovendien, wanneer investeringen in projectontwikkeling in overweging worden genomen, maakt de Groep bepaalde schattingen over de economische, markt- en andere omstandigheden, met inbegrip van schattingen met betrekking tot de waarde of potentiële waarde van een onroerend goed en het potentiële rendement op de investering. Deze schattingen kunnen onjuist blijken, waardoor de strategie van de Groep ongeschikt wordt met de daaruit voortvloeiende negatieve invloed op de bedrijfsactiviteiten, bedrijfsresultaten, financiële toestand en vooruitzichten van de Groep.
Ten slotte is de Groep blootgesteld aan een stijging van de bouwkosten en organisatorische problemen bij de levering van de nodige grondstoffen of materialen. In dit opzicht is VGP in hoge mate onderhevig aan macro-economische ontwikkelingen, zoals de volatiliteit van de grondstofprijzen (die wordt beïnvloed door de volatiliteit van de energieprijzen) en bouwmaterialen en verstoringen in de toeleveringsketen.
Rekening houdend met alle bovenstaande risico's, kan de Groep niet in staat zijn om al zijn ontwikkelingsprojecten binnen de verwachte tijdsduur of binnen de verwachte budgetten kunnen worden voltooid. Als een van de hierboven genoemde risico's zich zou voordoen en een ongunstige invloed zou hebben op de succesvolle verwezenlijking van de projecten van de Groep , zou dit een belangrijke negatieve invloed kunnen hebben op de toekomstige bedrijfsactiviteiten, de financiële toestand, de bedrijfsresultaten en de kasstromen van de Groep.
Gedurende de eerste fase in de ontwikkeling van een nieuw project zullen er geen inkomsten worden gegenereerd totdat het project is voltooid en geleverd aan een huurder. Tijdens die fase maakt de Groep reeds belangrijke investeringen in verband met de ontwikkeling van een dergelijk project. De ontwikkelingsfase van een VGP Park duurt over het algemeen 12 tot 36 maanden, in functie van de omvang en het ontwikkelingspotentieel van het park. Zodra de bouw van een gebouw is gestart, duurt het 9 tot 12 maanden om het te voltooien, waarbij langere periodes van toepassing zijn op grote (> 50.000 m²) en complexere gebouwen in termen van uitrusting. De timing van een toekomstige verkoop aan de Zesde Joint Venture hangt ook af van de verhuur- en ontwikkelingsstatus van de inkomsten genererende activa: een gebouw moet voor 80% verhuurd zijn voordat dergelijk gebouw door de Zesde Joint Venture wordt verworven. VGP behoudt het recht om te beslissen wanneer het park aan de Zesde Joint Venture wordt aangeboden, maar zal dat uiterlijk doen op de voltooiing van 80% van de verhuurbare oppervlakte van dat park dat is inbegrepen in de ontwikkelingspijplijn van de Zesde Joint Venture.
Elke vertraging in de ontwikkeling van dergelijke projecten of in de verhuur ervan zou een negatieve invloed kunnen hebben op de bedrijfsactiviteiten, de financiële toestand en de bedrijfsresultaten van de Groep.
Per 31 december 2024 was de Groep contractueel verplicht om nieuwe projecten te ontwikkelen die nog geen huurinkomsten genereren, voor een totaalbedrag van € 512,4 miljoen (in vergelijking met € 296,5 miljoen op 31 december 2023). Elke vertraging in de ontwikkeling van dergelijke projecten of in de verhuur ervan zou een negatieve invloed kunnen hebben op de bedrijfsactiviteiten, de financiële toestand en de bedrijfsresultaten van de Groep.
De inkomsten van de Groep uit de verkoop van de projecten aan de Joint Ventures of andere derde partijen zijn afhankelijk van de reële marktwaarde van zijn vastgoedprojecten. De resultaten en kasstromen van de Groep kunnen aanzienlijk schommelen in functie van het aantal projecten die kunnen worden ontwikkeld en verkocht aan de Joint Ventures en van hun respectievelijke reële marktwaarden.
De eigen Vastgoedportefeuille, exclusief de ontwikkelingsgrondbank maar met inbegrip van de activa die worden ontwikkeld voor rekening van de Joint Ventures, werd op 31 december 2024 gewaardeerd door een deskundig schatter op basis van een gewogen gemiddeld rendement van 7,22% (vergeleken met 6,22% per 31 december 2023) toegepast op de in de huurovereenkomsten toegezegde huurprijzen verhoogd met de geschatte huurwaarde van niet-verhuurde ruimte. Een schommeling van 0,10% van dit markttarief zou leiden tot een schommeling van de totale waarde van de portefeuille van € 23,6 miljoen.
De markten waarin de Groep actief is, worden tevens blootgesteld aan lokale en internationale concurrentie. Concurrentie tussen vastgoedontwikkelaars en exploitanten kan onder andere leiden tot toegenomen kosten voor de verwerving van ontwikkelingsgronden, hogere grondstofprijzen, een tekort aan geschoolde aannemers, een overaanbod van vastgoed en/of de verzadiging van bepaalde marktsegmenten, verlaagde huurprijzen, een daling van de vastgoedprijzen en een vertraging van de snelheid waarmee nieuwe vastgoedontwikkelingen worden goedgekeurd. Al deze elementen zouden een belangrijke negatieve invloed kunnen hebben op de bedrijfsactiviteiten, de financiële toestand en de bedrijfsresultaten van de Groep.
De inkomsten van de Groep zijn in grote mate afhankelijk van het volume van ontwikkelingsprojecten. De resultaten en kasstromen van de Groep kunnen dus aanzienlijk schommelen in functie van het aantal projecten die kunnen worden ontwikkeld en verkocht aan de Joint Ventures.
Het volume van de ontwikkelingsprojecten van de Groep is grotendeels afhankelijk van nationale en regionale economische omstandigheden en andere gebeurtenissen die een invloed hebben op de markten waar de Vastgoedportefeuille en ontwikkelingsactiviteiten van de Groep gelegen zijn. De Groep is momenteel actief in Duitsland, de Tsjechische Republiek, Spanje, Nederland, Denemarken, Slovakije, Hongarije,

VGP Park Hochheim
Roemenië, Oostenrijk, Italië, Letland, Portugal, Servië, Frankrijk, Kroatië en het Verenigd Koninkrijk.
Een wijziging in de algemene economische omstandigheden in landen waar de Groep aanwezig is of in de nabije toekomst aanwezig zal zijn, zou kunnen leiden tot een afgenomen vraag naar logistieke ruimte, meer leegstand en een hoger risico op wanbetaling door huurders en andere tegenpartijen. Voor meer informatie over de mogelijke impact van dergelijke veranderingen op de portefeuille van de Groep verwijzen wij naar de gevoeligheidsanalyse opgenomen in toelichtingen 7, 9.2 en 13(v) van het Jaarverslag 2024. De belangrijkste blootstelling van de Groep aan landen is Duitsland met 52% van de vastgoedportefeuille en projecten in aanbouw van de Groep1 (eigen en Joint Ventures voor 100% samen) daar gelegen per 31 december 2024 (vergeleken met 51% op 31 december 2023).
De Groep blijft in grote mate afhankelijk van de expertise en commerciële kwaliteiten van zijn management en het commercieel en technisch team en, in het bijzonder, van zijn Chief Executive Officer, Jan Van Geet.
In het bijzonder, wanneer Jan Van Geet, als Chief Executive Offi cer van de Groep, niet langer voldoende tijd zou besteden aan de ontwikkeling van de portefeuille van de Derde Joint Venture, zou Allianz de voltooiingstermijn van het resterend ontwikkelingsactief van de Derde Joint Venture kunnen opschorten tot hij is vervangen naar tevredenheid van Allianz. Indien een andere persoon dan de Referentieaandeelhouders de controle over de Groep verwerft, kan dit eveneens een geval van wanprestatie vormen onder bepaalde fi nancieringsovereenkomsten van de Groep.
Er is een grote vraag naar ervaren technisch, marketingen ondersteunend personeel in de sector van de vastgoedontwikkeling en de concurrentie om hun talent is intens. Om medewerkers aan te trekken en te behouden, is er een langetermijnincentiveplan voor geselecteerde kaderleden en managers van de VGP Groep. Meer details over het incentiveplan op lange termijn zijn beschikbaar in het remuneratiebeleid van de Groep (Bijlage 7 van het corporate governance charter van de Groep, zoals beschikbaar op de website van de Groep) in toelichting 24 van het Jaarverslag 2024.
Het verlies van diensten van een lid van het management of de mislukking om voldoende gekwalificeerd personeel aan te trekken en te behouden kan een wezenlijke nadelige invloed hebben op de activiteiten, de financiële toestand, de bedrijfsresultaten en kasstromen van de Groep. Het verlies van profieldiversiteit van het personeel van de Groep kan leiden tot een risico van verlies van effectiviteit in de activiteiten van de Groep. Een gebrek aan middelen voor het beheer van ESG-risico's kan leiden tot lagere prestaties op ESG-indicatoren verstrekt door externe benchmarkbureaus en dienovereenkomstig worden weerspiegeld door de relevante belanghebbenden (op de kapitaalmarkten of in de gemeenschappen waar de Groep actief is). Elk van deze factoren kan op zijn beurt een materieel nadelig effect hebben op de activiteiten, financiële toestand, bedrijfsresultaten en kasstromen van de Groep.
Onverwachte wereldwijde, regionale of nationale gebeurtenissen kunnen leiden tot ernstige nadelige verstoringen voor de VGP Groep, zoals aanhoudende waardeverminderingen van activa of inkomsten, solvabiliteit- of convenantspanning, liquiditeits- of bedrijfscontinuïteitsproblemen, met name door de impact die dergelijke gebeurtenissen kunnen hebben op de huurders van de Groep. Een wereldwijde gebeurtenis of bedrijfsstoring kan een financiële crisis, een gezondheidspandemie, burgerlijke onrust, oorlog, terrorisme, cyberaanvallen of andere IT-storingen omvatten, maar is daartoe niet beperkt. De gebeurtenissen kunnen eenmalig of cumulatief zijn en leiden tot acute/systemische problemen in de zakelijke en/of operationele omgeving.
Voorts, gezien het feit dat de VGP Groep noch in Rusland noch in Oekraïne actief is, zijn de activiteiten van de Groep niet wezenlijk rechtstreeks beïnvloed door de oorlog in Oekraïne. De onrechtstreekse effecten als gevolg van de volatiliteit van de energie- en grondstofprijzen en de stijging van de rentevoeten zijn aanzienlijk geweest, zoals elders in dit verslag wordt weergegeven. Enige prijsvolatiliteit, kan een materiële invloed hebben op de activiteiten van de Groep.
De Groep is actief in bepaalde buurlanden (Slovakije, Letland, Roemenië en Hongarije), maar de activiteiten in deze landen hebben tot op heden geen wezenlijke specifieke negatieve effecten ondervonden van de voortdurende oorlog in Oekraïne. Als de oorlog echter voortduurt of zich uitbreidt, kan dit ook een rechtstreekse impact hebben op de activiteiten van de Groep. De oorlog kan ook rechtstreeks of onrechtstreeks invloed hebben op de huurders van de Groep en daarmee ook op de financiele prestaties van de Groep. Tot op heden heeft de Groep echter nog geen dergelijke materiële gevolgen vastgesteld.
De huidige wereldwijde en Europese sanctiepakketten die zijn ingevoerd als reactie op de Russische agressie hebben ook geen rechtstreeks effect gehad op de Groep, aangezien de Groep geen wezenlijke commerciële relaties had met vennootschappen die onder dergelijke sancties vallen. De Groep heeft een beleid ingevoerd dat vereist is om de naleving van toepasselijke sancties en de screening van commerciële tegenpartijen te garanderen. Mocht het sanctiebeleid van de Europese Unie echter aanzienlijk worden uitgebreid, dan kan dit invloed hebben op sommige leveranciers of klanten van de Groep en daardoor de financiële positie van de Groep wezenlijk beïnvloeden.
Politieke spanningen, met name tussen de Verenigde Staten en China, Canada, Mexico, de EU en de BRICS-lidstaten, in combinatie met mogelijke spillovereffecten op de wereldeconomische en politieke situatie, kunnen de geopolitieke risico's verder verhogen. De president van de Verenigde Staten heeft herhaaldelijk zijn intentie uitgesproken om nieuwe handelsheffingen in te voeren op bepaalde goederen die in de Verenigde Staten worden geïmporteerd. Een voorbeeld van dergelijke nieuwe heffingen was de invoering van tarieven in februari 2025 op importen uit Canada, Mexico en China, evenals aanvullende heffingen op importen uit Canada in maart 2025. De president van de Verenigde Staten heeft recentelijk ook dreigingen geuit met nieuwe tarieven tegen andere economieën, waaronder de EU en de BRICS-lidstaten (Brazilië, Rusland, India, China, Zuid-Afrika, Egypte, Ethiopië, Indonesië, Iran en de Verenigde Arabische Emiraten). Naast land specifieke tarieven heeft de president van de Verenigde Staten ook gesuggereerd dat er mogelijk nieuwe wereldwijde tarieven komen op halfgeleiders, farmaceutische producten, olie, staal, aluminium en koper. De mogelijke invoering van aanvullende handelsheffingen tussen de Verenigde Staten, de Europese Unie en andere landen, de voortzetting van bestaande tarieven of de creatie van andere handelsbarrières voor de vrije handel in goederen, kan leiden tot een verdere stijging van de prijzen van goederen en diensten.
De Groep beheert een grote portefeuille met bestaande activa. Dergelijke activa kunnen onderhevig zijn aan natuurrampen of andere gebeurtenissen, zoals brand, explosies, instorting, inbraak. Hoewel de Groep marktconforme verzekeringen afsluit om zich in te dekken tegen dergelijke gebeurtenissen, die naar de mening van de Groep redelijk zijn, zijn dergelijke verzekeringen onderworpen aan beperkingen en uitsluitingen en dekken ze mogelijk niet alle schade die de Groep of een Joint Venture kan oplopen als gevolg van dergelijke gebeurtenissen.
De portefeuille van de Groep kan worden blootgesteld aan klimaatgerelateerde risico's, zoals overstromingen, droogte of hittegolven. De eff ecten van klimaatverandering kunnen leiden tot sluiting of verslechtering van VGP Parken, bijvoorbeeld door weersomstandigheden, door het niet kunnen voltooien van ontwikkelingsprojecten, door kostenoverschrijdingen als gevolg van maatregelen die nodig zijn om de gevolgen van klimaatverandering te beperken of door verschillende onverzekerbare risico's.
De Groep kan ook worden blootgesteld aan onverwachte uitgaven voor de verbetering van de portefeuille met vaste activa als gevolg van strengere regelgeving voor de efficiëntie van gebouwen, zoals de Europese Richtlijn betreffende de Energieprestatie van Gebouwen of soortgelijke maatregelen.
In dit opzicht wordt de liquiditeit van de activa van de Groep beïnvloed door het vermogen van de Groep om een uniform bouwstandaard te hanteren die in lijn is met de nieuwste duurzaamheidsvereisten. Deze standaard wordt gehandhaafd door middel van verschillende acties: er is een voortdurende dialoog met belanghebbenden, beoordelingen worden zowel op activaniveau als op portefeuilleniveau uitgevoerd, en de Groep ontvangt een jaarlijkse score van niet-financiële ratingbureaus. Daarnaast wordt de uitvoering van VGP's ESG-strategie gerapporteerd in het jaarverslag, wat transparantie biedt over de genomen acties en behaalde resultaten.
Hoewel de Groep slechts in beperkte mate optreedt als directe energieleverancier voor zijn huurders en zich in die mate probeert in te dekken tegen de volatiliteit van de energieprijzen, kan de Groep, als de energiemarkten over langere perioden onder aanhoudende spanningen te lijden hebben, worden blootgesteld aan onverwachte uitgaven in verband met investeringen of operationele maatregelen die nodig zijn om te voldoen aan de eisen van de huurders als gevolg van dergelijke marktbewegingen.
De Groep kan worden blootgesteld aan risico's met betrekking tot gezondheid, veiligheid en welzijn van mensen in onze gebouwen en op de bouwplaatsen. VGP biedt werkruimte aan zijn eigen werknemers, zijn aannemers op de bouwplaatsen en zijn huurders in de bestaande portefeuille. Het niet bieden van een veilige en gezonde werkomgeving voor elk van deze belanghebbenden kan een aanzienlijke impact hebben op de reputatie van VGP als partner en werkgever. Ondanks verschillende gezondheids- en veiligheidsmaatregelen en regelmatige controles op de bouwplaatsen kunnen er nog steeds incidenten plaatsvinden.
Bij de bouw van nieuwe ontwikkelingen en tijdens de levenscyclus van zijn activa heeft de Groep te maken met verschillende risico's met betrekking tot het gebruik van natuurlijke hulpbronnen en de circulaire economie. Deze kunnen verband houden met, zonder daartoe beperkt te zijn, inadequate prestaties op het gebied van afvalbeheer of spanningen over materialen die nodig zijn voor ontwikkelingsprojecten.
Elk van deze factoren kan op zijn beurt een materieel nadelig effect hebben op de activiteiten, financiële toestand, bedrijfsresultaten en kasstromen van de Groep.
Om de Groep toe te laten te blijven investeren in zijn ontwikkelingspijplijn terwijl hij op een gepaste manier gefinancierd wordt, heeft de Groep momenteel drie 50/50 joint ventures met Allianz aangegaan (de Allianz Joint Ventures), en één 50/50 joint venture met Deka en één met Areim. De Zesde Joint Venture (de Areim Joint Venture) bevindt zich nog steeds in de investeringsfase en staat open voor de verwerving van nieuwe activa. De Ontwikkelings Joint Ventures bestaan uit (i) de 75:25 joint venture met VUSA (de VGP Park Belartza Joint Venture), die betrekking heeft op VGP Park Belartza, en (ii) de 50:50 joint venture met Revikon (de VGP Park Siegen Joint Venture), die betrekking heeft op VGP Park Siegen. De Joint Ventures richten zich ofwel op de verwerving van inkomsten genererende activa die door de Groep worden ontwikkeld, waarbij de Zesde Joint Venture zich nog in de investeringsfase bevindt en openstaat voor verdere investeringen, of op de verwerving en ontwikkeling van nieuwe activa en projecten.
Deze Joint Ventures stellen de Groep in staat om zijn initieel geïnvesteerde kapitaal gedeeltelijk te hergebruiken wanneer voltooide projecten worden aangekocht door de Joint Venture of wanneer gebouwen worden voltooid door een Joint Venture en laat de Groep toe om deze gelden te herbeleggen in de voortdurende uitbreiding van de ontwikkelingspijplijn, met inbegrip van de verdere uitbreiding van de grondbank, waardoor VGP zich kan concentreren op zijn kernontwikkelingsactiviteiten.
De Groep zou derhalve aanzienlijk kunnen worden beïnvloed door de Joint Ventures die onderhevig zijn aan bijkomende risico's zoals:

VGP Park Laxenburg
voor de betreffende Joint Venture beëindigen en moet VGP mogelijk VGP-aandelen in de Joint Venture verkopen tegen een verlaagde aankoopprijs (of de aandelen van de partner verwerven met een toeslag);
Bijvoorbeeld, de Vierde Joint Venture zou van kracht worden op het moment van de eerste closing, die aanvankelijk naar verwachting in november 2022 zou plaatsvinden. In het licht van de beperkte transparantie over de prijsstelling van de seed-portfolio en in de toenmalige volatiele marktomgeving hebben Allianz en VGP echter op 30 september 2022 aangekondigd dat zij de closing van de seed-portfolio van de Vierde Joint Venture uitstellen tot beide partners verwachten dat er weer een rustiger klimaat zal zijn. Daartoe heeft Allianz formeel verzaakt aan de exclusiviteitsverplichting met betrekking tot de initiële pijplijnportefeuille, waardoor VGP de initiële pijplijnportefeuille kan verkopen aan één of meerdere derden, onder meer door de oprichting van (een) nieuwe alternatieve joint venture(s). Aangezien er in 2023 geen transactie heeft plaatsgevonden op grond van de overeenkomst tot oprichting van de Vierde Joint Venture en er bijgevolg twee nieuwe Joint Ventures (de Vijfde en Zesde) zijn opgericht, is de overeenkomst tot oprichting van de Vierde Joint Venture beëindigd.
Het voorvallen van een of al deze risico's kunnen een belangrijke negatieve invloed hebben op de bedrijfsactiviteiten, de financiële toestand en de bedrijfsresultaten van de Joint Ventures, wat op zijn beurt een wezenlijke negatieve invloed zou kunnen hebben op de bedrijfsactiviteiten, de financiële toestand en de bedrijfsresultaten van de Groep. Bovendien staan de Joint Ventures bloot aan veel van de risico's waaraan de Groep is blootgesteld, waaronder onder meer de risico's voor de Groep zoals beschreven in de volgende hoofdstukken: risicofactor 1.1 "De Groep zou mogelijks niet in staat zijn om zijn ontwikkelingsactiviteiten voort te zetten op een duurzame en winstgevende manier, waarvoor hij afhankelijk is van zijn vermogen om nieuwe huurovereenkomsten af te sluiten en om zijn vastgoedactiva aan de Joint Venture te verkopen" (maar alleen met betrekking tot het vermogen om nieuwe huurovereenkomsten te sluiten, niet het vermogen om activa te verkopen), risicofactor 2.1 "De ontwikkelingsprojecten van de Groep kunnen vertragingen oplopen en andere moeilijkheden ondervinden, voornamelijk met betrekking tot het verkrijgen van de nodige vergunningen en de stijgingen van de bouwkosten" en risicofactor 2.4 "De Groep zou kunnen worden geconfronteerd met een lagere vraag naar logistieke ruimte gelet op de schommelende economische omstandigheden op regionale en globale markten", alle zoals in dit hoofdstuk Risicofactoren.
De Vennootschap is een holdingvennootschap met als enige activiteit het aanhouden, financieren en beheren van zijn activa, d.w.z. zijn deelnemingen in zijn Dochtervennootschappen en in de Joint Ventures. De vastgoedportefeuilles van de Groep zijn eigendom via specifieke vastgoedvennootschappen die dochtervennootschappen zijn van de Groep of die dochtervennootschappen zijn van de Joint Ventures.
Bijgevolg hangt de Vennootschap af van de kasstromen van de leden van de Groep, opbrengsten uit de verkoop van de activa van de Groep aan de Joint Ventures en van de uitkeringen die zij van de leden van de Groep of de Joint Ventures ontvangt. Het vermogen van de Dochtervennootschappen en de Joint Ventures om uitkeringen te doen aan de Groep hangt af van de huurinkomsten die door hun respectievelijke portefeuilles worden gegenereerd.
De Joint Ventures genereerden € 32,7 miljoen aan inkomsten uit beheervergoedingen voor het jaar eindigend op 31 december 2024, vergeleken met € 26,9 miljoen voor het jaar eindigend op 31 december 2023. De 'overtollige' cash uitkeringen door de Joint Ventures voor de periode eindigend op 31 december 2024 bedroegen € 85,6 miljoen (vergeleken met € 82 miljoen voor het jaar eindigend op 31 december 2023).
De financieringsregelingen van de Joint Ventures en deze van de Dochtervennootschappen zijn onderworpen aan een aantal convenanten en beperkingen die het vermogen om kasmiddelen uit te keren aan de Groep kunnen beperken. De kredietfaciliteiten vereisen van de Joint Ventures en van de Dochtervennootschappen van de Groep dat zij gespecificeerde financiële ratio's aanhouden en voldoen aan specifieke financiële testen. Er niet in slagen deze convenanten na te leven zou kunnen leiden tot een geval van wanprestatie en wanneer deze niet is hersteld of indien er niet aan wordt verzaakt, zou dit kunnen resulteren in het feit dat een Joint Venture of de leden van de Groep deze leningen moeten terugbetalen voorafgaand aan hun vervaldatum, wat hun vermogen om geldmiddelen aan de Vennootschap te leveren ongunstig zou beïnvloeden.
De Groep heeft aanzienlijke leningen verstrekt aan de Joint Ventures en aan de dochtervennootschappen van de Joint Ventures, voor een bedrag van € 641,5 miljoen (vergeleken met € 875,1 miljoen per 31 december 2023). Deze openstaande leningen houden het risico in van een laattijdige, gedeeltelijke of niet-terugbetaling in geval van slechte prestaties van een van de Joint Ventures of van hun dochtervennootschappen. Daarnaast is het mogelijk dat de leningen aan de dochtervennootschappen van de Joint Ventures voor de financiering van de ontwikkeling van gebouwen voor rekening van de Joint Ventures niet worden terugbetaald indien de betreffende Joint Venture partner weigert het ontwikkelingsgebouw te kopen.
Voor meer details over de effecten van de prestaties van de Joint Ventures wordt ook verwezen naar risicofactor 3.1 "De bedrijfsactiviteiten, de operationele activiteiten en de financiële voorwaarden van de Groep worden aanzienlijk getroffen door (i) de onderliggende operationele, financiële en organisatorische risico's van de Joint Ventures en (ii) de voortzetting van de overname van voltooide activa van de Groep" en risicofactor 3.2 "De Groep is een holdingvennootschap zonder bedrijfsopbrengsten en is uitsluitend afhankelijk van de uitkeringen die worden gedaan door, en de financiële prestaties van de Joint Ventures en de onderdelen van de Groep".
Met het oog op de geografische expansie, de versnelde groei van de Groep en, meer in het algemeen, de aanhoudende groei van de vraag naar logistieke magazijnen, is de Groep de laatste jaren belangrijke leningen aangegaan. VGP verwacht dat de (nominale) schuldniveaus zullen blijven stijgen, maar is ervan overtuigd dat hij zijn groeistrategie zal kunnen uitvoeren binnen een Schuldgraad van 65%.
VGP optimaliseert zijn kapitaalstructuur voortdurend met de bedoeling om de aandeelhouderswaarde te maximaliseren en tegelijkertijd de gewenste flexibiliteit te behouden om zijn groei te ondersteunen. Tussen 2020 en 2022, heeft VGP met succes vier aandelenplaatsingen afgerond die resulteerden in een netto toename van het eigen vermogen van de Groep met € 888,9 miljoen, resulterend in de uitgifte van 8.708.262 nieuwe aandelen. In 2020 rondde VGP met succes twee aandelenplaatsingen af die resulteerden in een netto toename van het eigen vermogen van de Groep met € 295,4 miljoen. In november 2021 voltooide VGP met succes een aandelenplaatsing die resulteerde in een netto toename van het eigen vermogen van de Groep met € 294,9 miljoen. In november 2022 voltooide de Groep met succes nog een uitgifte van rechten, die resulteerde in een netto toename van het eigen vermogen van de Groep met € 298,7 miljoen.
Per 31 december 2024 bedroeg de netto schuld van de Groep € 1.564,6 miljoen (vergeleken met € 1.777,6 miljoen per 31 december 2023). De Schuldgraad bedroeg 33,6% (vergeleken met 40,3% per 31 december 2023).
Per 31 december 2024 had de Groep obligaties uitstaan voor een totaalbedrag van € 1.862 miljoen (allemaal niet door

zekerheid gedekte obligaties en inclusief € 8,1 miljoen gekapitaliseerde interestkosten) en had zij een resterende financiële schuld van € 195,5 miljoen1 , waarvan € 26 miljoen betrekking had op Schuldscheinleningen, € 134,6 miljoen verband houdt met de banklening van EIB en € 34,9 miljoen op gekapitaliseerde rente. De gewogen gemiddelde looptijd van de schuld bedraagt per 31 december 2024 3,8 jaar, met een gewogen gemiddelde rentevoet van 2,20% per jaar. Zie ook het looptijdprofiel van de financiële schuld in het hoofdstuk "Activiteitenverslag: Kapitaal- en financiële positie"
Gelet op het model van de Joint Ventures zouden bijkomende bankschulden op korte termijn mogelijks nodig zijn om tijdelijke tekorten in contanten te dekken tijdens de tijd die nodig is voor de recycling van ontwikkelingsaandeelhoudersleningen die aan de Joint Ventures zijn verstrekt of aan de dochtervennootschappen die de eigendommen van de Groep ontwikkelen. Deze aandeelhoudersleningen worden terugbetaald wanneer projecten worden verworven door een Joint Venture of wanneer er voldoende kredietfaciliteiten (of geaccumuleerde operationele kasstromen) beschikbaar zijn om gedeeltelijke herfinanciering van het geïnvesteerde vermogen mogelijk te maken.
Momenteel bouwt de Groep een aanzienlijke hoeveelheid activa en beschikt hij over een aantal grote ontwikkelingen die recent werden of binnenkort zullen worden aangevat en die wel wat tijd zullen vergen alvorens ze aan de Joint Venture worden verkocht of in aanmerking komen voor herfinanciering via bankschuld. Bijgevolg kunnen hogere pieken van financieringsbehoeften ontstaan tussen de verschillende Joint Venture closings. Opdat de Groep deze periodes op een comfortabele manier zou kunnen overbruggen, heeft de Groep voor bijkomende doorlopende kredietfaciliteiten gezorgd.
Voor een gedetailleerd overzicht van de ontwikkeling van de huidige financieringsregelingen van de Groep, zie hoofdstuk: "Activiteitenverslag: Kapitaal- en financiële positie".
Gezien de versnelde groeistrategie zou het kunnen dat de Groep niet meer in staat is om zijn financiële schuld te herfinancieren of dat hij er niet in slaagt om nieuwe financieringsovereenkomsten te onderhandelen en af te sluiten tegen commercieel gunstige voorwaarden. Indien de Groep niet in staat is om überhaupt financiering te vinden of om deze te krijgen aan gunstige voorwaarden, zou dit een invloed kunnen hebben op de kasstroom en resultaten van de Groep en zou de Groep bijgevolg mogelijk niet in staat zijn om bepaalde ontwikkelingen verder te zetten of uit te voeren en dan ook genoodzaakt zijn om de start van bepaalde projecten uit te stellen.
VGP is afhankelijk van het vermogen van elk van de Joint Ventures om te beschikken over voldoende langetermijnfinanciering om hem in staat te stellen inkomsten genererende activa die door VGP worden ontwikkeld, te verwerven of om hem in staat te stellen de ontwikkelingskosten te herfinancieren die zijn gemaakt bij de ontwikkeling van de parken van deze Joint Ventures.
De Eerste Joint Venture heeft contractueel vastgelegde kredietfaciliteiten op 10 jaar (die allen eind mei 2026 vervallen) in Duitsland, de Tsjechische Republiek, de Slovaakse Republiek en Hongarije. Per 31 december 2024 bedroegen de totale openstaande kredietfaciliteiten € 883,3 miljoen, opgenomen ten belope van het volledige bedrag. De investeringsperiode van de Eerste Joint Venture eindigde in mei 2021. De Loan-to-Value-ratio bedroeg 35,4% per 31 december 2024.
De Tweede Joint Venture heeft een toegezegde kredietfaciliteit op 10 jaar ten bedrage van € 483 miljoen (die eind juli 2029 vervalt) met betrekking tot de activa die hij bezit in Spanje, Oostenrijk, Italië en Nederland, evenals een toegezegde kredietfaciliteit op 10 jaar ten bedrage van € 44,3 miljoen (die in juni 2029 vervalt) met betrekking tot de activa die hij heeft in Roemenië. Per 31 december 2024 waren de totale openstaande kredietfaciliteiten volledig opgenomen en hebben een uitstaand saldo van € 486,2 miljoen.
De Loan-to-Value Ratio bedroeg 50,9% per 31 december 2024. De Derde Joint Venture heeft in 2023 een contractueel toegezegde kredietfaciliteit opgenomen van € 65,5 miljoen (looptijd tot 22 juni 2029) voor de financiering van de eerste twee voltooide gebouwen in VGP Park München tijdens 2023 en een andere kredietfaciliteit voor een bedrag van € 84,5 miljoen met betrekking tot de gebouwen die in december 2022 zijn voltooid. Op 31 december 2024 waren de totale uitstaande kredietfaciliteiten volledig opgenomen en hadden ze een uitstaand saldo van € 148,6 miljoen. De Loan-to-Value Ratio bedroeg 4,7% op 31 december 2024.
De Vijfde Joint Venture, waarvan de eerste closing plaatsvond in 2023 en twee closings in 2024, heeft een contractueel vastgelegde kredietfaciliteit van € 330 miljoen die vervalt op 31 augustus 2030. Deze faciliteiten zijn volledig opgenomen op 31 december 2024. Loan-to-Value Ratio bedroeg 25,7% per 31 december 2024.
Ten slotte heeft de Zesde Joint Venture op 31 december 2024 € 203,8 miljoen opgenomen van zijn momenteel contractueel vastgelegde kredietfaciliteiten voor een bedrag van € 209,3 miljoen in de Tsjechische Republiek, Frankrijk, Duitsland en Slovakije, met een looptijd tot 2029. De Loan-to-Value Ratio bedroeg 30,8% op 31 december 2024.
Het zou kunnen dat de Joint Ventures niet meer in staat zijn om hun financiële schuld te herfinancieren of dat zij er niet in slagen om überhaupt nieuwe financieringsovereenkomsten te onderhandelen en af te sluiten aan commercieel gunstige voorwaarden. Wanneer de Joint Ventures niet in staat zijn om financiering te krijgen of om deze te krijgen tegen gunstige voorwaarden, zou dit een invloed kunnen hebben op de kasstroom en resultaten van de Groep. In die omstandigheden zou de Groep bijgevolg mogelijk niet in staat zijn om bepaalde ontwikkelingen voort te zetten of uit te voeren en dan ook genoodzaakt zijn om de start van bepaalde projecten uit te stellen.
Volgens de voorwaarden van de obligaties, de Schuldscheinleningen en de kredietfaciliteiten bij de bank moet de Groep ervoor zorgen te allen tijde te voldoen aan de respectievelijke convenanten die daarin zijn opgenomen. Indien de Groep dit niet doet, zal hij in gebreke zijn krachtens verschillende (of zelfs alle) uitstaande obligaties, Schuldscheinleningen en/of kredietfaciliteiten. Bovendien kan, indien een andere persoon dan de Referentieaandeelhouders de controle over de Groep verkrijgt, dit een geval van wanprestatie vormen onder bepaalde financieringsregelingen van de Groep. Dit kan ertoe leiden dat de Groep verplicht wordt om alle uitstaande financiële schulden volledig terug te betalen, wat een materieel nadelig effect kan hebben op de activiteiten, de financiële toestand, de bedrijfsresultaten en de kasstromen van de Groep. Dit kan vervolgens de mogelijkheid van de Groep om zijn verplichtingen onder de Obligaties na te komen, negatief beïnvloeden. Hoewel de Groep zijn convenanten voortdurend controleert met het oog op de naleving ervan en om mogelijke problemen ter zake te identificeren en te verhelpen, kan er geen zekerheid worden geboden dat de Groep deze convenanten te allen tijde zal kunnen naleven. In 2024 bleef de Groep ruimschoots binnen zijn convenanten.
De voorwaarden van de mar-25 Obligatie, de mar-26 Obligatie, de apr-29 Obligatie, de jan-27 Obligatie de jan-30 Obligatie en de Schuldscheinleningen hebben allemaal dezelfde financiele convenanten.
Per 31 december 2024 bedroeg de Geconsolideerde Schuldgraad1 33,9% (vergeleken met 40,9% per 31 december 2023) De maximale ratio volgens de convenanten bedraagt 65%. De Rentedekkingsratio bedroeg 606,7 per 31 december 2024 vergeleken met 13,4 per 31 december 2023, tegenover een minimumconvenant van 1,20. De Schulddekkingsratio bedroeg 11,5 per 31 december 2024 (vergeleken met 1,73 per 31 december 2023), tegenover een minimumconvenant van 1,20.
De Groep heeft een publieke financiële rating die wordt bepaald door een onafhankelijk ratingbureau. Op 26 maart 2021 gaf Fitch de Vennootschap een investment grade rating voor de lange termijn 'BBB-' (stabiele vooruitzichten). Deze rating werd door Fitch bevestigd op 8 september 2022, op 4 september 2023 en op 4 september 2024, maar kan op elk moment worden opgeschort, verlaagd of ingetrokken.
Een ratingverlaging zou een direct eff ect hebben op de fi nancieringskosten van de Groep. Een ratingverlaging kan ook een indirect eff ect hebben op de bereidheid van kredietaanbieders om met de Vennootschap transacties te sluiten of een onrechtstreeks eff ect hebben op zijn fi nancieringskosten of op zijn vermogen om zijn groei en activiteiten te fi nancieren. Indien de Groep niet in staat is om fi nanciering te vinden of om deze te krijgen tegen gunstige voorwaarden, zou dit een invloed kunnen hebben op de kasstroom en resultaten van de Vennootschap en zou de Groep bijgevolg mogelijk niet in staat zijn om bepaalde ontwikkelingen verder te zetten of uit te voeren en dan ook genoodzaakt zijn om de start van bepaalde projecten uit te stellen.
Aangezien de Groep actief is en van plan is om verder activiteiten te ontwikkelen in Centraal-Europese landen (waarbij de huidige focus van de Groep ligt op Duitsland, de Tsjechische Republiek, Spanje, Nederland, Slovakije, Hongarije, Roemenië, Oostenrijk, Italië, Letland, Portugal, Servië, Frankrijk, Kroatië, Denemarken en het Verenigd Koninkrijk), is de Groep onderworpen aan een breed scala van EU-, nationale en lokale wet- en regelgeving. Deze omvatten vereisten op het vlak van bouw- en bezettingsvergunningen (die moeten worden verkregen opdat projecten zouden kunnen worden ontwikkeld en verhuurd), evenals van bestemming, gezondheid en veiligheid, bescherming van monumenten, belastingen, ruimtelijke ordening, buitenlandse eigendomsbeperkingen en andere wet- en regelgeving.
Vanwege de complexiteit van het verkrijgen en behouden van verschillende licenties en vergunningen, bestaat er geen zekerheid dat de Groep te allen tijde alle vereisten nakomt die op vastgoed en de bedrijfsactiviteiten van de Groep worden opgelegd. Het niet naleven of een vertraging in de naleving van toepasselijke wet- en regelgeving of het niet verkrijgen en behouden van de vereiste machtigingen en vergunningen zou een wezenlijke negatieve invloed kunnen hebben op de activiteiten, de bedrijfsresultaten, de financiële toestand en de vooruitzichten van de Groep. Hiervoor verwijzen we tevens naar risicofactor 2.1 'De ontwikkelingsprojecten van de Groep kunnen vertragingen oplopen en andere moeilijkheden ondervinden, voornamelijk met betrekking tot het verkrijgen van de nodige vergunningen en de stijgingen van de bouwkosten'.
Daarenboven kunnen wijzigingen van wetgeving en reglementeringen, of van de interpretatie ervan door agentschappen of rechtbanken, voorkomen. Zulke wijzigingen en andere economische en politieke factoren, waaronder burgerlijke onrust, regeringswijzigingen en beperkingen van het vermogen om kapitaal over te brengen in de vreemde landen waarin de Groep heeft geïnvesteerd, kunnen een wezenlijke negatieve invloed hebben op de bedrijfsactiviteiten, de financiële toestand, de bedrijfsresultaten en kasstromen van de Groep.
De Groep kan worden geconfronteerd met contractuele geschillen die al dan niet tot gerechtelijke procedures kunnen leiden, ten gevolge van verschillende gebeurtenissen die zich voornamelijk voordoen tijdens de constructie- en ontwikkelingsfase. De meest waarschijnlijke geschillen zijn de volgende: (i) feitelijke of vermeende tekortkomingen in de uitvoering van bouwprojecten (zoals m.b.t. het ontwerp, de plaatsing of herstelling van werken); (ii) gebreken aan de bouwmaterialen; en (iii) tekortkomingen in de goederen en diensten die worden geleverd door leveranciers, aannemers en onderaannemers.
Bovendien kan de Groep, na de ontwikkelingsfase, het voorwerp uitmaken van geschillen met huurders, handelspartners of andere partijen in verband met de huur, bijvoorbeeld om ervoor te zorgen dat deze partijen zich houden aan de verplichtingen, regelgeving en beperkingen waaraan de Groep onderworpen kan zijn.
Dientengevolge zouden geschillen, ongevallen, letsels of schade aan of in verband met lopende of opgeleverde projecten van de Groep, voortvloeiend uit de werkelijke of beweerde tekortkomingen van de Groep, kunnen leiden tot aanzienlijke aansprakelijkheids-, garantie- of andere burgerlijke en strafrechtelijke vorderingen, evenals tot reputatieschade. Het is mogelijk dat deze verplichtingen niet kunnen worden verzekerd of dat ze de verzekeringsdekking van de Groep overschrijden.
Per 31 december 2024 waren er tegen de Groep geen overheidsprocedures, gerechtelijke procedures of arbitrageprocedures aanhangig of waren er geen dergelijke procedures dreigende die een wezenlijke nadelige weerslag zouden kunnen hebben, of zouden kunnen hebben gehad in het recent verleden, voor de financiële positie of winstgevendheid van de Groep.
Andere juridische risico's omvatten het risico van omkoping en corruptie, het witwassen van geld en de financiering van terrorisme of het niet naleven van regelgeving. Als zich op een van deze gebieden een incident voordoet, kan dit ernstige gevolgen hebben voor de reputatie van de Groep en mogelijk voor de bedrijfscontinuïteit. Om deze risico's te beperken, heeft de Groep een verplichte compliancetraining ingevoerd voor alle teamleden en moeten de teamleden de kennis van de Gedragscode bevestigen. Er is ook een duidelijke procedure voor het screenen van zakenpartners. Daarnaast heeft VGP een procedure voor Handel met Voorkennis. Mocht een belanghebbende een probleem hebben, dan zijn er klokkenluidersprocedures die 24 uur per dag, 7 dagen per week toegankelijk zijn voor alle werknemers en contractanten met een garantie tegen vergelding.
Met betrekking tot lobbyactiviteiten en de rapportage van dergelijke activiteiten heeft VGP een Beleid inzake Politieke Activiteiten : VGP heeft een principieel beleid van geen politieke betrokkenheid en deelname aan politieke activiteiten. Als er toch activiteiten plaatsvinden, vereisen deze de goedkeuring van de CEO en moeten ze worden gerapporteerd. Waar dit wettelijk vereist is, voldoet de Groep aan zijn verplichtingen om van toepassing zijnde lobbyactiviteiten te melden, zoals in de EU of Belgische wetgevende organen. Desondanks, als er een incident plaatsvindt in een van deze activiteiten, kan dit een ernstige impact hebben op de reputatie van de Groep en mogelijk op de continuïteit van haar bedrijfsvoering.
De Groep is afhankelijk van een grote verscheidenheid aan IT-apparatuur en -toepassingen, waaronder de 'enterprise resource planning' software die hij gebruikt, evenals vele gespecialiseerde technische of standaard kantoortoepassingen. Hierdoor is de Groep blootgesteld aan het risico dat zijn IT-apparatuur wordt getroffen door een cyberaanval of een ander ongeval met operationele problemen, gegevensverlies of zelfs het onvermogen om de ontwikkeling van zijn projecten voort te zetten tot
VGP Park Cordoba
gevolg. Cyber- en IT-incidenten kunnen een ernstige impact hebben op het functioneren van de groep, aangezien de vennootschap sterk afhankelijk is van communicatie en samenwerking in verschillende landen.
Om het risico te beperken, heeft de Groep verschillende initiatieven geïntroduceerd, waaronder beleid, systeemmaatregelen, audits, enz. Het belangrijkste MIS- en besturingssysteem dat de Groep gebruikt voor e-mail en bestandsuitwisseling voldoet aan ISO 27001 en het nieuwe ERP-, operationele metriek-, facturerings- en betalingssysteem van de Groep voldoet volledig aan ISO 27001 en ISO 27018. Het IT-systeem van de Groep is onlangs onderworpen aan een beveiligingsaudit en de Groep implementeert de aanbevelingen die voortvloeien uit deze audit. De Groep maakt ook alleen gebruik van gerenommeerde serviceproviders voor netwerkonderhoud. Om het bewustzijn van werknemers te garanderen, maakt de Groep gebruik van groepstrainingen voor werknemers en specifieke bedrijfstrainingen over bewustzijn van gegevensbescherming en cyberbeveiliging.

Gezien de omvang van de eigen activaportefeuilles en die van joint ventures, plaatst VGP duurzaamheidsrisico's in het hart van zijn strategie met een geïntegreerde inzet om duurzaamheid tot een kernonderdeel van de VGP-business te maken. De Groep heeft een duurzaamheidsstrategie ontwikkeld op basis van best practices op milieugebied, sociale rechtvaardigheid en transparant bestuur. de ESG-Strategie van VGP (voor meer informatie zie het Verslag Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen) is gericht op het aanpakken van de belangrijkste uitdagingen waarmee de Groep wordt geconfronteerd met zijn operationele activiteiten in alle geografische gebieden. Als ontwikkelaar en exploitant van licht industriële en logistieke activa heeft VGP een breed scala aan duurzaamheidsrisico's en -kansen geïdentificeerd die verband houden met verschillende afdelingen en activiteiten binnen het bedrijf, zoals energie-efficiëntie/transitie, veerkracht van activa tegen klimaatverandering, evoluerende taxonomie en milieuregelgeving, due diligence voor de toeleveringsketen, groene financiering en maatschappelijke risico's – die allemaal zijn geïntegreerd in het risicobeheerraamwerk van de Groep.
In dit verband moet worden opgemerkt dat er momenteel geen eenduidige definitie (juridisch, regulatoir of anderszins) bestaat, noch een marktbredere consensus over wat precies wordt beschouwd als een "groen" of "duurzaam" project of een gelijkwaardig gelabeld project, noch over welke specifieke kenmerken vereist zijn om een bepaald project als "groen" of "duurzaam" te definiëren of om een dergelijk label te verkrijgen. De Europese Unie ontwikkelt momenteel en heeft reeds verschillende duurzaamheidsgerelateerde regels en voorschriften aangenomen, waaronder de EU-Taxonomieverordening, die de EU Sustainable Finance Taxonomy vaststelt. De EU Sustainable Finance Taxonomy wordt verder ontwikkeld door de implementatie van gedelegeerde regelgeving door de Europese Commissie, waarmee technische screeningscriteria worden vastgesteld voor de milieudoelstellingen zoals uiteengezet in de EU-Taxonomieverordening.
De Groep verbindt zich ertoe zich naar beste vermogen te conformeren aan de Carbon Risk Real Estate Monitor ('CRREM'), met als doel dat minimaal 50% van de activa gedurende de komende tien jaar niet als 'stranded assets' worden geclassificeerd, gebaseerd op het 1,5°C-broeikasgaspad (GHG). De CRREM-berekeningsmethodologie voor het 1,5°C GHG-pad is de afgelopen jaren gewijzigd, wat een nadelige invloed heeft gehad op het jaar waarin de portefeuille van de Groep als 'gestrand' wordt beschouwd. Het is waarschijnlijk dat deze berekeningsmethodologie in de toekomst verder wordt aangepast, wat opnieuw een negatieve impact kan hebben op het moment waarop de portefeuille als 'gestrand' wordt geclassificeerd. Indien het doel op portefeuilleniveau niet wordt bereikt, zal indien nodig een herstelplan voor specifieke 'stranded assets' worden ontwikkeld om optimale technische aanpassingen te identificeren en te evalueren om portefeuillevereniging te bereiken. Op basis van het energieverbruikprofiel van de portefeuille in de GRESB 2023-score, gecompenseerd door de geplande installaties van fotovoltaïsche systemen in de komende jaren, zal de 1,5°C GHG-padgrens niet vóór 2033 worden overschreden.
Om te voldoen aan het 1,5°C-doel moet de Groep blijven bouwen volgens haar bouwstandaard, die een minimale BREEAM Excellent-certificering vereist en streeft naar conformiteit met de EU-Taxonomie. Om deze naleving te realiseren, worden nieuwe gebouwen in principe niet langer verwarmd met gasgestookte verwarmingssystemen, wat extra kapitaalinvesteringen vereist in vergelijking met conventionele gasverwarmingssystemen. Bovendien heeft de Groep een aantal renovatie- en portefeuilleverbeteringen geïdentificeerd ter waarde van EUR 100 miljoen (inclusief investeringen in fotovoltaïsche projecten) die nodig zullen zijn om portefeuilleconformiteit te bereiken. Het bereiken van naleving van het 1,5°C GHG-pad op portefeuilleniveau hangt ook af van de bereidheid van de huurders van VGP om groene huurovereenkomsten te accepteren en hun bereidheid en vermogen om extra te betalen voor groene stroomvoorziening.
Niet-naleving van wet- en regelgeving, rapportagevereisten of verwachtingen van klanten of investeerders, zowel met betrekking tot de Groep als tot haar dienstverleners, leveranciers, onderaannemers en huurders, kan waardeverlies voor de Groep veroorzaken. Het niet bijhouden van veranderende maatschappelijke opvattingen, klantvoorkeuren en gedragingen kan bovendien reputatieschade veroorzaken en de aantrekkelijkheid en waarde van de activa van de Groep verminderen. Een gebrek aan sterke milieu- en duurzaamheidsreferenties kan de toegang tot kapitaal beperken of de kosten verhogen, aangezien deze aspecten steeds belangrijkere criteria worden voor investeerders en kredietverstrekkers.
Bovendien blijven wetten, regelgeving, beleid, belastingen, verplichtingen, klantvoorkeuren en maatschappelijke opvattingen met betrekking tot klimaatverandering zich ontwikkelen. Gezien de snel veranderende technologische en regelgevende eisen en omgevingen, evenals de onzekerheden met betrekking tot de interpretatie van sommige nieuwe ESG-regels en -voorschriften (zoals bijvoorbeeld onder de EU Taxonomy Climate Delegated Act), kan niet worden gegarandeerd dat de Groep aan al deze vereisten, verwachtingen of eisen van investeerders, aandeelhouders of andere belanghebbenden zal kunnen voldoen. De veranderende omgeving, evenals de waarschijnlijkheid dat de fysieke effecten van klimaatverandering in de loop van de tijd in frequentie en ernst toenemen, kunnen leiden tot onderbrekingen in toeleveringsketens, waardevermindering van activa of aanzienlijke verschuivingen in de vraag naar bepaalde producten of diensten. Als gevolg hiervan kan de Groep te maken krijgen met verhoogde kosten en aansprakelijkheden.
VGP Renewable Energy

Voor het jaar afgesloten op 31 december
| Winst- en verliesrekening (in duizenden of €) |
31. 12. | 2024 | 31. 12. 2023 |
|---|---|---|---|
| Omzet1 | 121.404 | 113.722 | |
| Bruto inkomsten uit huur en hernieuwbare energie | 73.704 | 69.003 | |
| Netto operationele kosten verbonden aan vastgoed2 | -6.018 | -5.534 | |
| Netto inkomsten uit huur en hernieuwbare energie | 67.686 | 63.469 | |
| Joint Ventures management fee inkomsten | 32.666 | 26.925 | |
| Netto waarderingswinsten/(verliezen) op vastgoedbeleggingen3 |
187.056 | 87.958 | |
| Administratieve kosten | -61.263 | -48.863 | |
| Aandeel in het resultaat van Joint Ventures | 92.744 | -10.715 | |
| Overige kosten | -1.750 | — | |
| Bedrijfsresultaat | 317.139 | 118.774 | |
| Financiële opbrengsten | 50.391 | 34.076 | |
| Financiële kosten | -47.988 | -40.107 | |
| Netto financieel resultaat | 2.403 | -6.031 | |
| Resultaat voor belastingen | 319.542 | 112.743 | |
| Belastingen | -32.555 | -25.451 | |
| Resultaat over de periode | 286.987 | 87.292 | |
| Toe te schrijven aan: | |||
| Aandeelhouders van VGP NV | 286.987 | 87.292 | |
| Minderheidsbelangen | — | — | |
| Resultaat per aandeel | 31. 12. 2024 31. 12. 2023 | ||
| Gewone nettoresultaat per aandeel (in €) – | 10,52 | 3,20 |
basis
verwaterd
Gewne nettoresultaat per aandeel (in €) –
De netto huuropbrengsten in de eigen portefeuille van VGP stegen tot € 61,7 miljoen in 2024. De onderliggende huurinkomsten zijn echter gegenereerd uit een substantieel andere portefeuille dan in de voorgaande periode, aangezien er in '23 en '24 verschillende transacties hebben plaatsgevonden met Joint Ventures waarbij huurinkomsten genererende activa zijn afgestoten en gedeconsolideerd en opgeleverde activa in de eigen portefeuille in plaats daarvan inkomsten zijn gaan genereren.
In 2024 zijn € 45,7 miljoen aan jaarlijkse huurinkomsten, inclusief de Joint Ventures tegen 100%, kasstroomgenererend geworden. Nog eens € 62,6 miljoen, waarvan € 52,4 miljoen in de eigen portefeuille, moet nog worden geactiveerd (bij oplevering van activa). Daarvan zal € 39 miljoen, ofwel € 31,4 miljoen in de eigen portefeuille, naar verwachting in de komende twaalf maanden kasstroom genereren.
Huurgroei op jaarbasis inclusief de Joint Ventures aan 100% (in € miljoen)

1 Opbrengsten bestaan uit bruto huuropbrengsten en opbrengsten uit duurzame energie: opbrengsten uit servicekosten, opbrengsten uit vastgoed- en facilitymanagement en opbrengsten uit vastgoedontwikkeling.
2 Netto operationele kosten verbonden aan vastgoed bevatten doorrekeningen aan klanten en zijn derhalve gepresenteerd als netto operationele kosten.
10,52 3,20
3 Bevat gerealiseerde meerwaarde op de verkoop van dochtervennootschappen en Joint Ventures

VGP Park Fuenlabrada
De netto huuropbrengsten, op doorkijkbasis1 groeiden met 20,9% van € 159,1 miljoen tot € 192,4 miljoen, wetende dat aan het einde van het jaar € 214,7 miljoen (versus € 194,3 miljoen, oftewel + 10,5%) op proportionele doorkijkbasis kasstroom genererend is geworden.
De netto inkomsten uit hernieuwbare energie over 2024 bedroegen € 6 miljoen, vergeleken met € 3,5 miljoen in boekjaar 2023. Dit werd gedreven door een stijging van 96% in de effectief verkochte productie in 2024 tot 90 GWh.
De operationele zonne-energiecapaciteit is aanzienlijk toegenomen tot 155,7 MWp, een stijging van 53% op jaarbasis, wat zou moeten resulteren in een verhandelbaar productiepotentieel van circa 130 GWh.
Per december 2024 zijn in totaal 39 projecten, goed voor 41,0 MWp, in aanbouw. Inclusief deze projecten in aanbouw zal de totale zonne-energieopwekkingscapaciteit toenemen tot 196,8 MWp, verspreid over 147 dakprojecten in 10 landen. Op 31 december 2024 vertegenwoordigt dit een totale investeringswaarde van € 121 miljoen (inclusief huidige verplichtingen voor projecten in aanbouw).
Wat betreft de pijplijn bevinden zich nog eens 97 zonne-energieprojecten in de contractuele/ontwerpfase (waarvan in 4 extra landen), wat neerkomt op een bijkomende opwekkingscapaciteit van 90,9 MWp. De totale zonne-energieportefeuille, inclusief projecten in de pijplijn, bedraagt momenteel 287,7 MWp.
De inkomsten uit Joint Venture management fees bedroegen € 32,7 miljoen, een stijging van 21% ten opzichte van boekjaar '23. De inkomsten uit managementvergoedingen van Joint Ventures bestaan uit twee hoofdcomponenten, enerzijds inkomsten uit vastgoed- en facilitymanagement, die stegen van € 22,5 miljoen naar € 27 miljoen en anderzijds inkomsten uit ontwikkelingsmanagement, die stegen met € 1,3 miljoen naar € 5,7 miljoen.
In 2024 bedroegen de netto waarderingswinsten op de vastgoedportefeuille € 187,1 miljoen, vergeleken met een netto waarderingswinst van € 88 miljoen voor de periode eindigend op 31 december 2023.
De netto waarderingswinst was voornamelijk het gevolg van (i) € 94,2 miljoen niet-gerealiseerde waarderingswinst op de eigen portefeuille en de voor verkoop aangehouden portefeuille van de groep die wordt afgestoten, en (ii) € 92,9 miljoen gerealiseerde waarderingswinst, voornamelijk op activa die werden overgedragen als onderdeel van transacties met de Vijfde Joint Venture (Deka), de Derde Joint Venture (Ymir) en de eerste en tweede closing met de Zesde Joint Venture (Areim), evenals de desinvestering van de Ontwikkelings-Joint Venture LPM.
De eigen vastgoedportefeuille, exclusief ontwikkelingsgronden maar inclusief de gebouwen in aanbouw voor rekening van de Joint Ventures, wordt door de waarderingsdeskundige gewaardeerd op 31 december 2024 op basis van een gewogen gemiddeld rendement van 7,22% (vergeleken met 6,22% op 31 december 2023) toegepast op de contractuele huren vermeerderd met de geschatte huurwaarde van de niet-verhuurde ruimte.
De vastgoedwaarderingen waren in grote lijnen stabiel gedurende 2024. De (her)waardering van de eigen portefeuille was gebaseerd op het taxatieverslag van de vastgoeddeskundige Io Partners, voorkeurspartner van Jones Lang LaSalle.
De administratieve kosten voor de periode stegen tot € 61,3 miljoen vergeleken met € 48,9 miljoen voor de periode eindigend op 31 december 2023.
Het personeelsbestand van de groep van 380 FTE's steeg met 12,5 FTE's ten opzichte van 2023. De belangrijkste afwijking ten opzichte van de voorgaande periode heeft te maken met een stijging van de bezoldiging met € 6,8 miljoen (voornamelijk door voorzieningen voor het Long Term Incentive Plan), algemene administratiekosten met € 1,8 miljoen, evenals een stijging van de afschrijvingen met € 2,7 miljoen en lagere geactiveerde kosten met € 1,3 miljoen.
Het aandeel van VGP in de winst van de joint ventures voor de periode bedroeg € 92,7 miljoen tegenover een verlies van € 10,7 miljoen voor de periode eindigend op 31 december 2023. De belangrijkste factoren kunnen als volgt worden samengevat (in aandelen):
Per december 2024 zijn de Joint Ventures goed voor € 285,7 miljoen aan gecommitteerde huurovereenkomsten op jaarbasis die 4,6 miljoen m2 verhuurbare oppervlakte vertegenwoordigen, vergeleken met € 226,9 miljoen aan gecommitteerde huurovereenkomsten op jaarbasis die 3,7 miljoen m² vertegenwoordigen per eind december 2023.
De (her)waardering van alle portefeuilles van de Joint Ventures was gebaseerd op het taxatieverslag van de vastgoeddeskundige Io partners, voorkeurspartner van Jones Lang LaSalle.
Overige kosten omvatten een bijdrage van € 1,75 miljoen aan de VGP Foundation.
Het netto fi nancieel resultaat steeg van een netto uitgave van € 6 miljoen naar een inkomen van € 2,4 miljoen. Dit verschil is voornamelijk te verklaren door (i) lagere rentelasten van € 3,1 miljoen als gevolg van de afl ossing van € 375 miljoen aan obligaties in 2023 en € 75 miljoen in 2024, hoewel dit gedeeltelijk werd gecompenseerd door hogere rentekosten op de nieuwe EIB-lening van € 135 miljoen, (ii) een stijging van de fi nanciële inkomsten met € 5,8 miljoen (tot € 12,3 miljoen) als gevolg van ontvangen rente op termijndeposito's, (iii) een toename van de rente-inkomsten op leningen aan joint ventures en geassocieerde ondernemingen ter waarde van € 10,4 miljoen, en (iv) een vermindering van geactiveerde rentelasten ter waarde van € 11,4 miljoen.
Op 31 december 2024 bedragen de gemiddelde kosten van schulden 2,20%. De gemiddelde looptijd van de kredietfaciliteiten bedraagt 3,7 jaar.
De belastinglast van € 32,6 miljoen bevat een uitgestelde belastinglast van € 21,7 miljoen (tegenover € 9,5 miljoen in '23) en een huidige belastinglast van € 10,9 miljoen (tegenover € 15,9 miljoen in '23). Dit komt overeen met een effectieve belastinglast van 8%1 , versus 17% in '23. De daling in het effectieve actuele belastingtarief is het resultaat van hogere gerealiseerde winsten op de verkoop van dochtervennootschappen, Joint Ventures en vastgoedbeleggingen, die zijn vrijgesteld van aanvullende vennootschapsbelastings.

VGP Park München
| Activa (in duizenden €) | 31. 12. 2024 31. 12. 2023 | |
|---|---|---|
| Immateriële activa | 724 | 1.000 |
| Vastgoedbeleggingen | 1.905.411 | 1.508.984 |
| Materiële vaste activa | 122.309 | 107.426 |
| Deelnemingen in Joint Ventures en geassocieerde ondernemingen |
1.300.874 | 1.037.228 |
| Andere langlopende vorderingen | 538.484 | 565.734 |
| Uitgestelde belastingvorderingen | 11.620 | 8.304 |
| Totaal vaste activa | 3.879.422 | 3.228.676 |
| Totaal vlottende activa | 774.514 | 1.182.028 |
|---|---|---|
| Activa aangehouden voor verkoop | 198.177 | 892.621 |
| Geldmiddelen en kasequivalenten | 492.533 | 209.921 |
| Handels- en andere vorderingen | 83.804 | 79.486 |
| Totaal activa | 4.653.936 | 4.410.704 |
|---|---|---|
| Eigen vermogen en verplichtingen | 31. 12. 2024 31. 12. 2023 | |
| (in duizenden €) Kapitaal |
105.676 | 105.676 |
| Uitgiftepremie | 845.579 | 845.579 |
| Overgedragen resultaten | 1.449.172 | 1.263.162 |
| Eigen vermogen | 2.400.427 | 2.214.417 |
| Totaal langlopende verplichtingen | 2.024.928 | 1.947.178 |
|---|---|---|
| Uitgestelde belastingverplichtingen | 35.652 | 23.939 |
| Andere langlopende verplichtingen | 46.781 | 38.085 |
| Langlopende financiële schulden | 1.942.495 | 1.885.154 |
| Totaal eigen vermogen en verplichtingen | 4.653.936 | 4.410.704 |
|---|---|---|
| Totaal verplichtingen | 2.253.509 | 2.196.287 |
| Totaal kortlopende verplichtingen | 228.581 | 249.109 |
| Verplichtingen m.b.t. activa aangehouden voor verkoop |
11.157 | 53.284 |
| Handels- en andere kortlopende schulden | 102.558 | 84.075 |
| Kortlopende financiële schulden | 114.866 | 111.750 |
Vastgoedbeleggingen hebben betrekking op voltooide panden, projecten in aanbouw en grond die wordt aangehouden voor ontwikkeling. De activa aangehouden voor verkoop hebben betrekking op (i) de activa in aanbouw en ontwikkelingsgronden (tegen reële waarde) die ontwikkeld (zullen) worden door VGP, namens de Eerste en Tweede Joint Venture en de Zesde Joint Venture, en (ii) VGP Park Riga, dat onderhevig is aan een call-optie van zijn huurder.
Op 31 december 2024 bestaat de vastgoedbeleggingsportefeuille, inclusief de gebouwen gerapporteerd als groep aangehouden voor verkoop, uit 48 voltooide gebouwen die 1.373.000 m² verhuurbare oppervlakte vertegenwoordigen met nog eens 33 gebouwen in aanbouw die 736.000 m² verhuurbare oppervlakte vertegenwoordigen.
Inclusief de activa gerapporteerd als groep aangehouden voor verkoop, bestaat de totale vastgoedbelegging uit € 879 miljoen
VGP Park Berlin Oberkrämer
aan voltooide activa, € 579 miljoen aan activa in aanbouw en € 645 miljoen aan grond.
De Vastgoedbeleggingen, inclusief de activa gerapporteerd als groep aangehouden voor verkoop maar exclusief ontwikkelingsgrond, worden gewaardeerd tegen een gemiddeld gewogen rendement van 7,22%.
De totale investeringen in vastgoedbeleggingen, inclusief activa aangehouden voor verkoop, bedroegen € 586,2 miljoen: € 405,1 miljoen aan activa, € 54,7 miljoen aan acquisities en € 10,8 miljoen aan rente en gekapitaliseerde vrije huur en € 97,6 miljoen in activa aangehouden voor verkoop.
Materiële vaste activa stegen met € 14,9 miljoen. Dit weerspiegelt een investering van € 19 miljoen, die voornamelijk betrekking heeft op duurzame energie activa (€ 13 miljoen) en worden geboekt tegen kostprijs en worden afgeschreven. Voltooide installaties bedragen € 94,5 miljoen, terwijl € 14,1 miljoen betrekking heeft op fotovoltaïsche installaties die momenteel in aanbouw zijn.

Per 31 december 2024 zijn de investeringen in joint ventures en geassocieerde ondernemingen gestegen tot € 1.301 miljoen, van € 1.037 miljoen per 31 december 2023.
De investeringen in joint ventures en geassocieerde ondernemingen per eind 2024 weerspiegelen de waarde van de deelneming in de Allianz Joint Ventures, de Deka Joint Venture, de Saga Joint Venture en de Ontwikkelings-Joint Ventures, die allen worden verwerkt volgens de vermogensmutatiemethode.
Het verschil in '24 is voornamelijk gerelateerd aan de inbreng van vermogen in Joint Ventures ten bedrage van € 199,1 miljoen, terugbetalingen van eigen vermogen van de Eerste Joint Venture (€ 11,5 miljoen) en de Tweede Joint Venture (€ 3,3 miljoen), een extra investering in de Ontwikkelings-Joint Venture Belartza (€ 5,2 miljoen), een desinvestering in de Ontwikkelings-Joint Venture LPM (- € 18,7 miljoen) en het aandeel van VGP in het resultaat van de Joint Ventures ten bedrage van € 92,7 miljoen.

De langlopende en kortlopende financiële schulden stegen van € 1.997 miljoen per 31 december 2023 naar € 2.057 miljoen per 31 december 2024.
De stijging was voornamelijk het gevolg van de kredietfaciliteit van de Europese Investeringsbank van € 150 miljoen ter ondersteuning van zijn business unit voor hernieuwbare energie. Per 5 februari 2024 heeft VGP € 135 miljoen van deze faciliteit opgenomen tegen een rentevoet van 4,15% over een periode van tien jaar, die werd gecompenseerd door de terugbetaling van € 75 miljoen van zijn uitstaande obligaties.
De proportionele LTV op doorkijkbasis bedraagt 48,3% (versus 53,4% aan het einde van '23) en de schuldgraad bedraagt 33,6% (versus 40,3% aan het einde van '23). De financiële schulden van de Groep liggen ruim onder de convenanten.
| In duizenden € | 31. 12. 2024 | 31.12.2023 |
|---|---|---|
| Kasstroom uit bedrijfsactiviteiten | -13.950 | -27.331 |
| Kasstroom uit investeringsactiviteiten | 331.371 | -8.078 |
| Kasstroom uit financieringsactiviteiten | -43.977 | -450.050 |
| Netto toename/(afname) van geldmiddelen en kasequivalenten |
273.444 | -485.459 |
De wijzigingen in de kasstroom uit investeringsactiviteiten waren voornamelijk het gevolg van: (i) € 452 miljoen (2023: € 667 miljoen) aan uitgaven gedaan voor de ontwikkelingsactiviteiten en grondverwerving; (ii) € 676,2 miljoen gerecyclede geldmiddelen als gevolg van de eerste en tweede closing met de Zesde Joint Venture en de tweede en derde closing met de Vijfde Joint Venture (2023: € 676.2 miljoen); (iii) uitkeringen door Joint Ventures voor een bedrag van € 28 miljoen (2023: € 12,8 miljoen); (iv) de leningen verstrekt aan Joint Ventures voor een nettobedrag van € 53,1 miljoen (2023: € 30,1 miljoen).
De veranderingen in de kasstroom uit financieringsactiviteiten werden veroorzaakt door: (i) € 101 miljoen dividend uitgekeerd in mei 2024 (2023: € 75 miljoen); (ii) € 75 miljoen aflossing van de Jul-24 obligatie en € 3 miljoen aflossing van Schuldschein-lening (2023: € 375 miljoen aflossing obligaties); (iii) opbrengsten van banklening bij Europese Investeringsbank voor een bedrag van € 135 miljoen.
Sinds 31 december 2024 hebben zich een aantal gebeurtenissen voorgedaan die een materiële invloed hebben op de Groep. Deze omvatten:
Euronext Brussels
VGP share VGP ISIN BE0003878957
Beurswaarde op 31 dec-24 1.948.599.677 € Hoogste beurswaarde 3.062.085.206 € Laagste beurswaarde 1.899.475.315 € Aandelenkoers 31 dec-23 105 € Aandelenkoers 31 dec-24 71,4 €
Op 31 december bestond het kapitaal van VGP uit 27.291.312 aandelen.
Het aandeelhouderschap van de Vennootschap is als volgt:
| Aandeel houders1 |
Aantal % t.o.v. aandelen totaal aantal aandelen |
Aantal stemrechten2 |
% t.o.v. totaal aantal stemrechten |
||
|---|---|---|---|---|---|
| Little Rock S.a.r.l. |
8.092.390 | 29,65% | 16.184.780 | 37,64% | |
| Tomanvi SCA 629.714 |
2,31% | 1.259.428 | 2,93% | ||
| Sub-total Jan Van Geet Group |
8.722.104 | 31,96% | 17.444.208 | 40,57% | |
| VM Invest NV | 5.186.463 | 19,00% | 10.372.926 | 24,12% | |
| Public | 13.382.745 | 49,04% 15.180.043 |
35,31% | ||
| Total | 27.291.312 | 100,00% | 42.997.177 | 100% |
Little Rock S.à.r.l. en Tomanvi SCA zijn vennootschappen onder controle van Dhr. Jan Van Geet.
VM Invest NV is een vennootschap onder controle van Dhr. Bart Van Malderen.
De Buitengewone Algemene Vergadering van 8 mei 2020 heeft de invoering van het dubbel stemrecht goedgekeurd. Bijgevolg wordt een dubbel stemrecht toegekend aan elk VGP-aandeel dat ten minste twee jaar zonder onderbreking op naam van eenzelfde aandeelhouder is ingeschreven in het register van de aandelen op naam, volgens de modaliteiten bepaald in artikel 29 van de Statuten. Overeenkomstig de Belgische wetgeving genieten gedematerialiseerde aandelen niet van het dubbele stemrecht.
VGP heeft geen andere soorten aandelen uitgegeven, zoals aandelen zonder stemrecht of preferente aandelen. Overeenkomstig artikel 15 van de wet van 2 mei 2007 op de openbaarmaking van belangrijke deelnemingen ('transparantiewet') moet VGP zijn (i) totale maatschappelijk kapitaal, (ii) het totaal aantal stemrechtverlenende effecten en (iii) het totaal aantal stemrechten openbaar maken, ten laatste op het einde van elke maand waarin deze aantallen zijn gestegen of gedaald.
1 Op 31 december 2024, op basis van transparantieverklaringen, van de aandeelhouders ontvangen informatie of door de Vennootschap uitgegeven persberichten met betrekking tot Stemrechten en noemer gepubliceerd op de website van de Vennootschap
2 VGP NV heeft een transparantiekennisgeving ontvangen gedateerd 2 januari 2024 dat als gevolg van de fusie van Alsgard SA met Little Rock S.à.r.l. (voorheen Little Rock SA) die plaatsvond op 31 december 2023, dat (i) Little Rock S.à r.l. nu 36,71% van de stemrechten van VGP NV bezit en heeft een andere transparantiekennisgeving ontvangen gedateerd 8 januari 2025 dat (i) het Subtotaal Jan Van Geet Groep nu 40,79% van de stemrechten bezit.

De Raad van Bestuur werd door de Buitengewone Algemene Vergadering van 13 mei 2022 gemachtigd om het geplaatste kapitaal van de Vennootschap in een of meerdere malen te verhogen met een totaal maximumbedrag van € 108.873.366,06 (vóór enige uitgiftepremie). Deze machtiging is geldig voor 5 jaar vanaf 23 mei 2022 en kan worden hernieuwd in overeenstemming met de toepasselijke wettelijke bepalingen. Krachtens deze machtiging kan de Raad van Bestuur onder andere een kapitaalverhoging doorvoeren in het kader van het toegestaan kapitaal door middel van de uitgifte van gewone aandelen, inschrijvingsrechten of converteerbare obligaties, en mag hij het voorkeurrecht van de aandeelhouders van de Vennootschap beperken of opheffen.
Voorts werd de Raad van Bestuur gemachtigd om, binnen een periode van drie jaar vanaf 23 mei 2022, gebruik te maken van het toegestane kapitaal na ontvangst door de Vennootschap van een kennisgeving van de FSMA van een openbaar overnamebod op de effecten van de Vennootschap.
Om de liquiditeit van zijn aandelen te verbeteren, heeft VGP NV een liquiditeitsovereenkomst gesloten met KBC Bank.
Deze overeenkomst zorgt voor een hogere liquiditeit van het aandeel wat in de toekomst een voordeel zou opleveren voor de Groep aangezien een betere liquiditeit de uitgifte van nieuwe aandelen in geval van kapitaalverhogingen vereenvoudigt.
| Trading update eerste kwartaal 2025 | 9 mei 2025 |
|---|---|
| Gewone algemene vergadering | 9 mei 2025 |
| Ex-dividend datum dividend 2024 | 21 mei 2025 |
| Registratiedatum dividend 2024 | 22 mei 2025 |
| Betaaldatum dividend 2024 | 23 mei 2025 |
| Halfjaarresultaten 2025 | 21 augustus 2025 |
| Trading update derde kwartaal 2025 | 6 november 2025 |
VGP Park Nijmegen
VGP verwacht een substantiële groei van zijn netto huuropbrengsten, inclusief de Joint Ventures op aandeel, na de verwachte oplevering van € 39 miljoen aan nieuwe huurovereenkomsten in '25, alsmede voordeel te halen uit het effect op jaarbasis van opleveringen in '24 en indexatie op de totale portefeuille. De inzet van nieuwe constructies zal, zoals altijd, worden afgewogen tegen de voorverhuurratio's en de marktvraag, hoewel VGP de mogelijkheid heeft om zijn totale huuropbrengsten te verhogen met minimaal € 253 miljoen tot ten minste € 666 miljoen op jaarbasis inclusief de Joint Ventures. Er bestaan reeds voorverhuringen voor € 20,8 miljoen, of 135.000 m², wat de ontwikkelingsactiviteit van '25 al een boost geeft. Tegelijkertijd streeft VGP ernaar om zijn grondbank aanzienlijk uit te breiden in bestaande en nieuwe gebieden. VGP verkent ook de mogelijkheden van nieuwe investeringen in zowel batterij-energieopslagsystemen als datacenters in alle locaties die hij momenteel in eigendom of onder controle heeft. Om zijn liquiditeitspositie te versterken, heeft de Groep zijn niet-opgenomen kredietfaciliteiten in het eerste kwartaal van '25 verhoogd met € 25 miljoen. Tegelijkertijd streeft de Groep naar een aantal closings met bestaande Joint Ventures en tracht hij zijn Joint Venture model uit te breiden met nieuwe en/of bestaande Joint Venture partners. Tot slot stelt de Groep aan de gewone algemene vergadering voor om een dividend uit te keren van € 90 miljoen, een stijging van 12% ten opzichte van het gewone dividend van '24.

VGP Park Rouen
| Samenstelling op 31 december 2024 | |||||
|---|---|---|---|---|---|
| Positie | Naam | Jaar benoeming |
Uitvoerend of niet uitvoerend |
Onafhankelijk | Volgende datum voor herbenoeming |
| Voorzitter | VM Invest NV vertegenwoordigd door Bart Van Malderen |
2021 | Niet-uitvoerend en referentieaandeelhouder |
— | 2025 |
| CEO | Jan Van Geet s.r.o. vertegenwoordigd door Jan van Geet |
2021 | Uitvoerend en referentieaandeelhouder |
— | 2025 |
| Bestuurders Gaevan BV, vertegenwoordigd door Ann Gaeremynck |
2023 | Niet-uitvoerend | Onafhankelijk | 2027 | |
| Katherina Reiche1 | 2023 | Niet-uitvoerend | Onafhankelijk | n.a. | |
| Vera Gäde Butzlaff | 2023 | Niet-uitvoerend | Onafhankelijk | 2027 |
*1966 richtte Drylock Technologies op in 2012. Drylock Technologies is een fabrikant van hygiënische wegwerpproducten die in 2013 de revolutionaire pluisvrije luier introduceerde. Daarvoor bekleedde Bart Van Malderen verschillende managementfuncties bij Ontex, een toonaangevende Europese producent van hygiënische wegwerpproducten, waar hij in 1996 CEO werd en in 2003 Voorzitter van de Raad van Bestuur, een mandaat dat hij bekleedde tot midden juli 2007.
*1971 is de oprichter en de CEO van VGP. Hij is verantwoordelijk voor het dagelijks en strategisch beheer van de groep. Hij begon in 1993 in de Tsjechische Republiek en was manager van Ontex in Turnov, een producent van hygiënische wegwerpproducten. Tot 2005 was hij ook directeur van WDP Tsjechische Republiek.
*1966 is gewoon hoogleraar Accounting en Governance aan de KULeuven, Faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen. Sinds april 2017 is zij lid van de Raad van Bestuur en van het Auditcomité van Retail Estates, een Belgische beursgenoteerde vennootschap die voornamelijk investeert in winkelvastgoed gelegen aan de stadsrand (in woonwijken) of langs toegangswegen naar de stadscentra. Zij is momenteel ook lid van de Raad van Bestuur en voorzitter van het Auditcomité van Vives, een hogeschool van de Associatie KULeuven. In het verleden vervulde zij een functie als extern lid van het Auditcomité van het ziekenhuis AZ Delta.
*1973 is sinds 2020 Voorzitster van de Raad van Bestuur van Westenergie AG, een toonaangevend Duits energie-infrastructuurbedrijf. Daarvoor was Katherina Reiche van 2015 tot 2019 Voorzitster van het bestuur van de Vereniging van Gemeentebedrijven (VKU) in Duitsland en sinds juni 2016 Voorzitster van de Europese Vereniging van Publieke Werkgevers en Ondernemingen (CEEP). Zij zetelde van 1998 tot 2015 in de Duitse Bondsdag. Ze was van 2009 tot 2013 staatssecretaris bij het Duitse federale ministerie van Milieu en van 2013 tot 2015 staatssecretaris bij het federale ministerie van Vervoer en Digitale Infrastructuur. In 2020 werd zij door het Duitse federale kabinet benoemd tot Voorzitster van de Nationale Waterstofraad.
*1954 is lid van verschillende raden van bestuur, waaronder Raad van Toezicht van Gröner Group AG, Voorzitster van de Bürgerstiftung Berlin en was een lid van de Raad van Toezicht van Berliner Volksbank tegen midden 2023. Daarvoor was Vera Gäde-Butzlaff van 2001 tot 2002 Onderstaatssecretaris voor Milieu en Landbouw bij het ministerie van Ruimtelijke Ordening, Landbouw en Milieu van Sachsen-Anhalt. Van 2003 tot 2014 was zij lid van de Raad van Bestuur en sinds 2007 CEO van de Berlijnse bedrijven voor stadsreiniging en afvalbeheer (BSR). Van 2015 tot 2018 was zij CEO van GASAG AG, een van de grootste regionale energieleveranciers van Duitsland. Van 2018 tot 2020 was zij Voorzitster van de Raad van Toezicht van Vivantes, de ziekenhuisgroep.
1 Mevrouw Katherina Reiche heeft haar functie als lid van de raad van bestuur en de remuneratiecommissie neergelegd, en de raad heeft ermee ingestemd dat haar benoeming zal eindigen op de jaarlijkse aandeelhoudersvergadering op 9 mei 2025.
| Jan Van Geet | Bart Van Malderen * | Ann Gaeremynck * ** | Vera Gäde-Butzlaff** | Katherina Reiche * | |
|---|---|---|---|---|---|
| Logistiek/ Industrie |
Ervaring als oprichter/CEO van VGP NV, een pan-Europese eigenaar, beheerder en ontwikkelaar van logistiek en semi-industrieel vastgoed van hoge kwaliteit en leverancier van hernieuwbare energieoplossingen. |
Bart Van Malderen heeft uitgebreide ervaring in logistieke en industriële sectoren en is al lange tijd aandeelhouder van VGP, onder meer als voorzitter. Daarnaast beheert hij actief een gevarieerde privéportefeuille van activa, waaronder industriële activa. |
Lid van de raad van bestuur en het auditcomité van VGP NV sinds meerdere jaren. |
Lid van de raad van bestuur en het auditcomité van VGP NV sinds meerdere jaren. |
Uitgebreide ervaring bij Westenergie AG, Duitsland's toonaangevende energie-infrastructuurbedrijf, en in de realisatie van grootschalige industriële en infrastructuurgerelateerde projecten. Lid van de raad van bestuur en het remuneratiecomité van VGP NV. |
| Vastgoed/Activa beheer |
Ervaring als oprichter/CEO van VGP NV, een pan-Europese eigenaar, beheerder en ontwikkelaar van logistiek en semi-industrieel vastgoed van hoge kwaliteit en leverancier van hernieuwbare energieoplossingen. |
Bart Van Malderen heeft ruime ervaring met vastgoed en activa beheer en is al lange tijd aandeelhouder van VGP, onder meer als voorzitter. Daarnaast beheert hij actief een gevarieerde privéportefeuille van activa, waaronder industriële activa. |
Lid van de raad van bestuur en het auditcomité van Retail Estates, een Belgische beursgenoteerde onderneming die voornamelijk investeert in winkelvastgoed gelegen in de periferie van woonwijken of langs toegangswegen naar stadscentra |
Van 2018 tot 2020 was zij voorzitster van de Raad van Toezicht van ivantes, een ziekenhuisgroep in Berlijn. |
Uitgebreide ervaring bij het grootste energie infrastructuurbedrijf van Duitsland, Westnergie AG. |
| Financiën/Audit | Sterke staat van dienst in financiële en audit gerelateerde zaken bij verschillende multinationals, beursgenoteerd en niet beursgenoteerd. |
Sterke staat van dienst in financiële en auditgerelateerde zaken, als CEO van verschillende miljardenbedrijven zoals Ontex, Drylock Technologies en VM Invest NV, evenals een uitgebreide staat van dienst als lid van de raad van bestuur en toezichtcomités van verschillende private equity- en privé-investeringen. Bart is lid van het auditcomité van VGP. |
Hoogleraar Accounting en Bestuur aan de KULeuven, Faculteit Economie en Bedrijfskunde. |
Ervaring met financiële en audit rapporten in haar hoedanigheid als CEO van onder andere GASAG AG. |
Relevante ervaring als voorzitter van Westenergie AG, evenals door verschillende federale functies in Duitsland. |
| ESG/ Duurzaamheid |
VGP is een voorloper op het gebied van ESG en duurzaamheid. Voor de prestaties wordt verwezen naar het VGP MVO-verslag. |
Als CEO van Drylock heeft Bart van Malderen zich een ambitieus doel gesteld om als eerste in de hygiënesector CO2-neutraal te worden. |
Onderzoekservaring op het gebied van ESG en CSRD/ESRS |
Vera Gäde-Butzlaff was van 2001 tot 2002 staatssecretaris voor Milieu en Landbouw bij het ministerie van Regionale Planning, Landbouw en Milieu van Saksen-Anhalt. Van 2015 tot 2018 was ze CEO van GASAG AG, een van de grootste regionale energieleveranciers van Duitsland. |
Sinds 2020 voorzitter van de Raad van Bestuur van Westenergie AG, Duitsland's toonaangevende energie infrastructuurbedrijf. Van 1998 tot 2015 was zij lid van de Duitse Bundestag. Van 2009 tot 2013 diende zij als Staatssecretaris in het Duitse Federale Ministerie van Milieu en van 2013 tot 2015 als Staatssecretaris in het Federale Ministerie van Transport en Digitale Infrastructuur. In 2020 werd zij door het Duitse federale kabinet benoemd tot voorzitter van de Nationale Waterstofraad. Lid van de Duurzaamheidsraad van E.ON SE en verantwoordelijk bestuurslid voor duurzaamheidszaken bij Westenergie AG. |
| Digitalisatie/AI | Ervaring in het beheren van verschillende IT integratieprojecten, waaronder ERP, digitalisering, als onderdeel van zijn rol als CEO van VGP en andere particuliere investeringen. |
In navolging van Bart Van Malderen in verschillende multinationale activiteiten, vormt digitalisering (en AI) een belangrijk onderdeel van zijn strategie. Zo is Drylock Technologies bijvoorbeeld een van de early adaptors van de nieuwste SAP ERP ontwikkelingen. |
Basiskennis van natuurlijke taalverwerking en AI-tools |
Secretaris bij het Ministerie van Transport en Digitale Infrastructuur in Duitsland. |
|
| Corporate governance en bezoldigingen |
CEO en bestuurslid van VGP, evenals van andere private equity investeringen, heeft VGP een remuneratiecommissie en een corporate governance charter opgericht. |
Hoogleraar Accounting en Bestuur aan de KULeuven, Faculteit Economie en Bedrijfskunde. |
Ruime ervaring op dit gebied door zijn tijd als CEO van BSR en bij GASAG. |
Uitgebreide ervaring door verschillende functies in toonaangevende Duitse energie infrastructuurbedrijven, evenals verschillende federale bestuursfuncties. Katherina is lid van de remuneratiecommissie van VGP. |
* Lid van het Remuneratiecomité
** Lid van het Auditcomité
| Jan Van Geet | Bart Van Malderen * | Ann Gaeremynck * ** | Vera Gäde-Butzlaff** | Katherina Reiche * | |
|---|---|---|---|---|---|
| Risico/compliance Omvangrijke ervaring met multinationals zoals VGP en verschillende multinationale productiebedrijven op het gebied van governance, risicobeheer en naleving van reulgators, financiële instellingen, groene kaders enz. |
Uitgebreide ervaring met multinationals zoals Drylock en Ontex. Zowel niet beursgenoteerde als beursgenoteerde bedrijven, die te maken hebben met governance, risicobeheer en naleving van wet- en regelgeving, financiële instellingen, green frameworks, enz. |
Hoogleraar Accounting en Bestuur aan de KULeuven, Faculteit Economie en Bedrijfskunde. en voorzitter van het auditcomité van Vives Hogeschool Vives, Associatie KULeuven, dat voornamelijk gericht is op risico's en compliance. |
Ruime ervaring op dit gebied door haar tijd als CEO van BSR en bij GASAG en ook als lid van een raad van commissarissen van een grote bank waar ze voorzitter was van het audit- en risicocomité. |
Uitgebreide ervaring met risk/compliance in diverse functies bij toonaangevende instellingen. |
|
| Joint ventures/ verkopen / desinvesteringen |
Uitgebreide ervaring met VGP, IPO, Re-IPO's, fusies en het leiden van verschillende private equity investeringen |
Uitgebreide ervaring door +30 overnames van internationale bedrijven, leidde verschillende IPO's en re-IPO's. Ontex verkocht als grootste buy-out in de Belgische geschiedenis op dat moment. |
Ervaring vanuit de rol als hoogleraar accounting en bestuurskunde over deze onderwerpen. |
Als onderdeel van de overname van RWE's gereguleerde activiteiten door E.ON was Katherina Reiche verantwoordelijk voor de oprichting van nieuwe structuren binnen Westenergie AG. Ze heeft brede ervaring in het opzetten van joint ventures bij Westenergie AG en de carve-out van activiteiten. |
|
| Internationale ervaring |
Uitgebreide internationale ervaring in Europese context met VGP, multinationals en private equity investeringen. |
Uitgebreide internationale aanwezigheid als CEO van Drylock, onder andere in Zuid Amerika, Noord-Amerika en heel Europa met lokale productie. Heeft verschillende multinationale investeringen in Europa en daarbuiten. |
In de periode bij GASAG waren er verschillende aandeelhouders uit drie verschillende landen (Duitsland (EON), Zweden (Vattenfall) en Frankrijk (Engie)). |
VGP Park Rostock

* Lid van het Remuneratiecomité ** Lid van het Auditcomité
| Chief Executive Officer |
|---|
| Chief Financial Officer |
| Chief Commercial Officer |
| Chief Technical Officer – Eastern Europe |
| Chief Technical Officer – Eastern Europe |
| Chief Technical Officer – Eastern Europe |
| Chief Technical Officer – Eastern Europe |
| Vice President – Business Development & Investor Relations |
1 Als vaste vertegenwoordiger van Jan Van Geet s.r.o.
2 Als vaste vertegenwoordiger van Urraco BV met ingang van 10 januari 2022.
4 Als vaste vertegenwoordiger van CarlsConsult Gbr
5 Als vaste vertegenwoordiger van Matthias Sander s.r.o.
6 Als vaste vertegenwoordiger van Havbo Consulting BV. 7 Als vaste vertegenwoordiger van MB Vlutters BV.
Het curriculum vitae van de leden van het uitvoerend management (met uitzondering van deze van de CEO - zie hierboven) kunnen als volgt worden samengevat:
*1985 Kwam in 2021 bij VGP en werd in januari 2022 benoemd tot CFO. Hij is verantwoordelijk voor alle financiële aangelegenheden van de VGP Groep. Voordat hij bij VGP kwam, was Piet Van Geet 8 jaar lang CFO van Drylock Technologies, een toonaangevende fabrikant van wegwerpproducten met activiteiten in Europa, Rusland, de VS en Brazilië. Na zijn studies vervoegde hij VGP als projectmanager in de Baltische staten en Roemenië en vervolgde hij zijn carrière bij VGD in auditing en financiële consulting alvorens hij bij Drylock Technologies ging werken. Piet is afgestudeerd aan de Universiteit Antwerpen in Toegepaste Economische Wetenschappen en heeft een Master in fiscaal recht en bekleedt een aantal bestuursfuncties, onder andere als voorzitter van Truncus Wealth.
*1976 Werkt bij VGP sinds 2005. Hij is verantwoordelijk voor alle commerciële strategische zaken en de commerciële coördinatie van de belangrijkste klanten van VGP. Voordat hij bij VGP kwam, bekleedde Tomas verschillende functies in de planningsen logistieke afdelingen van Domo in Duitsland, Spanje, Tsjechische Republiek en Zuid-Afrika, bij Associated Weavers en Ontex.
*1978 is burgerlijk ingenieur en trad in 2016 toe tot het team van VGP. Hij was verantwoordelijk voor technische concepten en contractuitvoering en werd benoemd als technisch directeur voor West-Europa in 2023. Voor deze functie was Miquel-David technisch directeur en partner bij Inel Group, een bouwmanagement- en engineeringbedrijf dat zich voornamelijk richt op bouwprojecten voor de tertiaire sector.
*1970 Hij is bachelor mechanica en economie en kwam in 2018 in dienst bij VGP. Hij is verantwoordelijk voor de uitbreiding naar nieuwe landen, het sourcen van grondpercelen in heel Europa en het coördineren van de ontwikkelingspijplijn. Matthias werkte de afgelopen 11 jaar in verschillende leidinggevende functies bij Knorr Bremse (een vooraanstaande Duitse industriële groep) en was er Managing Director in de Tsjechische Republiek.
*1975 Trad in december 2019 in dienst bij VGP. Jon was eerder hoofd van Real Estate UK en German Ops bij Amazon. Daarvoor bekleedde hij verschillende leidinggevende functies in acquisitie en bouw van nieuwe winkels en magazijnen bij Lidl Denemarken, UK en Duitsland. Jon heeft een Master's Degree, Surveying van het University College of Estate Management en een BSc Surveying van de Sheffield Hallam University.
*1979 Werkt bij VGP sinds 2018. Hij is verantwoordelijk voor business development en Investor relations. Voor hij bij VGP kwam, werkte Martijn 13 jaar bij J.P. Morgan in Londen en New York in verschillende functies in Capital Markets en Corporate Finance. In deze periode werkte hij 2 jaar in New York als Investor Relations voor J.P. Morgan Chase. Martijn is afgestudeerd in Burgerlijk Ingenieurskunde aan de Universiteit Delft en Bedrijfskunde aan de Erasmus/Rotterdam School of Management.
*1959 Rolf is burgerlijk ingenieur en kwam in 2016 bij het VGPteam. Hij werd benoemd tot Technisch Directeur voor Oost-Europa met ingang van januari 2024. Voordien was Rolf Carls Managing Director van een ingenieurs- en adviesbureau dat zich voornamelijk richtte op industriële projecten voor de automobiel- en chemische sector.
3 Als vaste vertegenwoordiger van Tomas Van Geet s.r.o.
097 VGP Parken in Europa
100 Duitsland
121 Tsjechische Republiek
133 Spanje
140 Andere Europese landen
Duitsland, Oostenrijk, Nederland, Frankrijk, Italië, Portugal, Spanje, Denemarken
Tsjechische Republiek, Slowakije, Roemanië, Hongarije, Servië, Kroatië, Letland

57 VGP Park Kladno 58 VGP Park Ústí nad Labem City
SPANJE 59 VGP Park San Fernado
92 VGP Park Győr Béta 93 VGP Park Alsónémedi 94 VGP Park Hatvan 95 VGP Park Kecskemét 96 VGP Park Budapest Aerozone 97 VGP Park Győr Gamma
ROEMENIË 98 VGP Park Timișoara 99 VGP Park Sibiu 100 VGP Park Brașov 101 VGP Park Arad 102 VGP Park Bucharest
SERVIË
KROATIË
PORTUGAL
FRANKRIJK 110 VGP Park Rouen 111 VGP Park Vélizy 112 VGP Park Mulhouse
NEDERLAND 113 VGP Park Nijmegen 114 VGP Park Roosendaal
LETLAND 115 VGP Park Kekava 116 VGP Park Riga 117 VGP Park Tiraines DENEMARKEN 118 VGP Park Vejle
107 VGP Park Sintra 108 VGP Park Loures 109 VGP Park Montijo
103 VGP Park Belgrade Dobanovci
106 VGP Park Santa Maria da Feira
104 VGP Park Lučko Zagreb 105 VGP Park Split
| Regio | Land | Eigenaar | Land opp. (in m²) | Verhuurbare oppervlakte (in m²) | Gecontracteerde jaarlijkse | |||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Opgeleverd | In aanbouw | Potentieel | Totaal | huur (in miljoen €) | ||||
| Oost | Kroatië | gecommitteerd | 106.664 | — | — | 42.461 | 42.461 | 0,00 |
| Oost | Kroatië | Own | 178.000 | — | 28.594 | 40.040 | 68.634 | 2,87 |
| Oost | Tsjechische Republiek | gecommitteerd | 147.268 | — | — | 52.762 | 52.762 | 0,00 |
| Oost | Tsjechische Republiek | JV1 | 1.475.778 | 639.658 | — | 13.339 | 652.997 | 37,54 |
| Oost | Tsjechische Republiek | JV6 | 370.502 | 119.637 | 39.660 | — | 159.297 | 5,88 |
| Oost | Tsjechische Republiek | Own | 416.524 | 23.475 | 9.477 | 98.464 | 131.416 | 1,95 |
| Oost | Hongarije | JV1 | 207.148 | 83.175 | — | 4.900 | 88.075 | 5,47 |
| Oost | Hongarije | Own | 1.422.605 | 240.033 | 37.592 | 291.064 | 568.689 | 18,71 |
| Oost | Letland | gecommitteerd | 107.172 | — | — | 34.351 | 34.351 | 0,00 |
| Oost | Letland | Own | 330.622 | 133.553 | — | 14.060 | 147.613 | 7,71 |
| Oost | Roemenië | JV2 | 289.852 | 145.656 | — | — | 145.656 | 7,67 |
| Oost | Roemenië | Own | 1.498.073 | 201.981 | 114.104 | 427.978 | 744.063 | 17,73 |
| Oost | Servië | Own | 1.161.243 | 77.453 | 5.208 | 380.557 | 463.218 | 5,74 |
| Oost | Slowakije | JV1 | 220.492 | 99.654 | — | 5.000 | 104.654 | 5,27 |
| Oost | Slowakije | JV6 | 554.859 | 178.361 | 36.673 | 36.140 | 251.174 | 9,96 |
| Oost | Slowakije | Own | 468.002 | 8.479 | 10.203 | 188.820 | 207.502 | 0,79 |
| West | Oostenrijk | gecommitteerd | 24.394 | — | — | 12.279 | 12.279 | 0,00 |
| West | Oostenrijk | JV2 | 38.239 | 16.537 | — | — | 16.537 | 1,48 |
| West | Oostenrijk | Own | 404.207 | 49.124 | 56.304 | 45.457 | 150.885 | 9,19 |
| West | Denemarken | Own | 175.255 | — | 27.138 | 57.125 | 84.263 | 1,37 |
| West | Frankrijk | gecommitteerd | 526.135 | — | — | 71.104 | 71.104 | 0,00 |
| West | Frankrijk | JV6 | 81.468 | 39.427 | — | — | 39.427 | 2,21 |
| West | Frankrijk | Own | 646.960 | — | 34.412 | 262.537 | 296.949 | 0,74 |
| West | Duitsland | gecommitteerd | 243.505 | — | — | 102.154 | 102.154 | 0,00 |
| West | Duitsland | JV5 | 1.584.538 | 859.345 | — | — | 859.345 | 53,59 |
| West | Duitsland | JV – Revikon | 34.035 | — | — | 20.976 | 20.976 | 0,00 |
| West | Duitsland | JV1 | 2.385.718 | 1.173.909 | 5.093 | 9.950 | 1.188.952 | 70,13 |
| West | Duitsland | JV6 | 462.931 | 226.685 | 11.779 | — | 238.464 | 13,02 |
| West | Duitsland | JV3 | 644.158 | 278.977 | 43.928 | — | 322.905 | 33,84 |
| West | Duitsland | Own | 2.802.786 | 552.628 | 106.152 | 699.713 | 1.358.493 | 37,71 |
| West | Italië | gecommitteerd | 169.063 | — | — | 76.688 | 76.688 | 0,00 |
| West | Italië | JV2 | 197.136 | 86.380 | — | — | 86.380 | 5,49 |
| West | Italië | Own | 331.763 | 18.816 | 88.248 | 48.325 | 155.389 | 6,33 |
| West | Nederland | JV2 | 448.997 | 258.685 | — | 20.088 | 278.773 | 15,30 |
| West | Nederland | Own | 242.518 | — | — | 138.384 | 138.384 | 0,00 |
| West | Portugal | gecommitteerd | 72.157 | — | — | 33.246 | 33.246 | 0,00 |
| West | Portugal | JV2 | 73.578 | 29.813 | — | — | 29.813 | 1,34 |
| West | Portugal | Own | 181.841 | 19.749 | 32.696 | 22.486 | 74.931 | 4,16 |
| West | Spanje | JV2 | 830.517 | 413.835 | 25.739 | 19.146 | 458.720 | 25,34 |
| West | Spanje | VGP Park Belartza Joint Venture | 145.215 | — | — | 63.640 | 63.640 | 0,00 |
| West | Spanje | Own | 723.356 | — | 67.325 | 302.847 | 370.172 | 4,10 |
| Grand Totaal | 22.425.274 | 5.975.026 | 780.326 | 3.636.081 | 10.391.432 | 412,60 |


Centraal- en Oost-Europa – 37% West Zuidelijk Europa – 63%

Bruto verhuurbare oppervlakte per eigenaar (in m²) — JV aan 100%*

VGP Park Magdeburg




GEBOUW A
Emons Logistik GmbH; Barsan Global Logistik GmbH; Isringhausen GmbH & Co. KG; VGP Renewable Energy S.à r.l.
verhuurbare oppervlakte 23.853 m²
gebouwd 2015

| DUITSLAND VGP Park Berlin |
|
|---|---|
| GEBOUW D | |
| huurder | |
| Lidl Digital FC GmbH & Co. KG; Solardach LLG GmbH | |
| verhuurbare oppervlakte | 53.675 m² |
| gebouwd | 2017 |


| huurder | |
|---|---|
| Picnic GmbH | |
| verhuurbare oppervlakte | 10.585 m² + extension 9.950 m² |
| gebouwd | 2020 |
| 400000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000 | 12 | ||
|---|---|---|---|
| DUITSLAND | |
|---|---|
| VGP Park Berlin | |
| GEBOUW F | |
| huurder | |
| Picnic GmbH | |
| verhuurbare oppervlakte | 24.872 m² |
| gebouwd | 2020 |
GEBOUW B
DUITSLAND
GEBOUW C huurder
VGP Park Berlin
VGP Renewable Energy S.à r.l.;
Lillydoo Services GmbH; VGP Renewable Energy S.à r.l. verhuurbare oppervlakte 9.717 m² gebouwd 2018
SSW Stolze Stahl Waren GmbH; DefShop GmbH; Pets Deli Tonius GmbH; VGP PM Services GmbH;
VGP Renewable Energy Deutschland GmbH (DE) verhuurbare oppervlakte 26.062 m² gebouwd 2018

Logit Services GmbH; Pietsch GmbH; Alfred Kärcher Vertriebs-GmbH; Berlin road cargo GmbH brc
verhuurbare oppervlakte 11.762 m²
gebouwd 2020

| DUITSLAND VGP Park Bingen |
|
|---|---|
| GEBOUW A huurder |
|
| Custom Chrome Europe GmbH | |
| verhuurbare oppervlakte | 6.400 m² |
| gebouwd | 2014 |

DUITSLAND VGP Park Berlin GEBOUW H
huurder
Zalando Lounge Logistics SE & Co. KG
verhuurbare oppervlakte 23.094 m²
gebouwd 2019

| huurder | ||
|---|---|---|
| Lekkerland SE; Energie Südwest – Grüne Energie GmbH |
||
| verhuurbare oppervlakte | 23.269 m² | |
| gebouwd | 2016 |

DUITSLAND VGP Park Berlin
GEBOUW M
huurder
Malindo GmbH; VGP Renewable Energy S.a.r.l.; VGP Renewable Energy Deutschland GmbH
verhuurbare oppervlakte 17.339 m²

| DUITSLAND VGP Park Borna |
||
|---|---|---|
| GEBOUW A | ||
| huurder | ||
| Lekkerland SE; VGP Renewable Energy S.à r.l. | ||
| verhuurbare oppervlakte | 13.618 m² | |
| gebouwd | 2015 |



PV Frankenthal GmbH & Co KG
verhuurbare oppervlakte 146.898 m²
gebouwd 2018
VGP Park Ginsheim
Greenyard Fresh Germany GmbH; Cainiao (Germany) GmbH; VGP Renewable Energy S.à.r.l.;
Crane Worldwide Germany GmbH; Stahlgruber GmbH; VGP Renewable Energy Deutschland GmbH verhuurbare oppervlakte 35.808 m² gebouwd 2017
DUITSLAND
DUITSLAND
GEBOUW A huurder
GEBOUW A0 huurder
VGP Park Hamburg
GEODIS CL Germany GmbH; Nippon Express (Deutschland) GmbH; EGC Energie- und Gebäudetechnik Control GmbH & Co. KG; MH Handel GmbH verhuurbare oppervlakte 30.167 m² gebouwd 2013

GEBOUW A1
Hausmann Logistik GmbH; Drive Medical GmbH & Co. KG; CHEP Deutschland GmbH; VGP Renewable Energy S.à r.l.
| verhuurbare oppervlakte | 24.750 m² | |
|---|---|---|
| gebouwd | 2014–2016 |
GEBOUW A2 huurder
| MH Handel GmbH; VGP Renewable Energy S.à r.l.; | |
|---|---|
| VGP Renewable Energy Deutschland GmbH |
| verhuurbare oppervlakte | 20.170 m² |
|---|---|
| gebouwd 2015 |
|
|---|---|



| gebouwd | 2016 | ||
|---|---|---|---|
| verhuurbare oppervlakte | 14.471 m² | ||
| LZ Logistik GmbH; Energie Südwest-Grüne Energie GmbH |
|||
| huurder | |||
| GEBOUW A4 | |||
| VGP Park Hamburg | |||
| DUITSLAND |

| DUITSLAND | ||||
|---|---|---|---|---|
| VGP Park Hamburg | ||||
| GEBOUW B2 | ||||
| huurder | ||||
| Geis Industrie-Service GmbH; Karl Heinz Dietrich GmbH & Co KG; Lagerei und Spedition Dirk Vollmer GmbH; VGP Renewable Energy S.à r.l. |
||||
| verhuurbare oppervlakte | 40.587 m² | |||
| gebouwd | 2017 |


GEBOUW A5 huurder
DUITSLAND
GEBOUW B1 huurder
VGP Park Hamburg
VGP Renewable Energy S.à r.l. verhuurbare oppervlakte 57.473 m² gebouwd 2015–2017
Rhenus Warehousing Solutions SE & Co.KG;
Landgard eG; Kohivo Green-Investment GmbH & Co. KG verhuurbare oppervlakte 13.167 m² gebouwd 2018


gebouwd 2017
DUITSLAND VGP Park Hamburg GEBOUW C huurder
Rieck Projekt Kontrakt Logistik Hamburg GmbH & Co. KG; VGP Renewable Energy S.à r.l.
| verhuurbare oppervlakte | 23.680 m² |
|---|---|
| gebouwd | 2017 |
|---|---|

| DUITSLAND | ||
|---|---|---|
| VGP Park Hamburg GEBOUW D1 |
||
| Lagerei und Spedition Dirk Vollmer GmbH | ||
| 2.567 m² | ||
| 2015 | ||

| verhuurbare oppervlakte | 9.630 m² |
|---|---|
| Flaschenpost Leipzig GmbH; Energie Südwest – Grüne Energie GmbH |
|
| huurder | |
| VGP Park Leipzig GEBOUW A2 |
|


gebouwd 2015
DUITSLAND

| GEBOUW B1 | |
|---|---|
| VGP Park Leipzig | |
| DUITSLAND |
| huurder | |||
|---|---|---|---|
| USM operations GmbH; Solardach LLG GmbH | |||
| verhuurbare oppervlakte | 24.630 m² | ||
| gebouwd | 2017 |
| 11 Un | |
|---|---|
| 000 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 |
|
| DUITSLAND VGP Park Leipzig |
|||||
|---|---|---|---|---|---|
| GEBOUW A1 | |||||
| huurder | |||||
| Deine Tür GmbH; Kohivo Green-Investment GmbH & Co. KG |
|||||
| verhuurbare oppervlakte | 7.231 m² |

| 2.519 m² | |||
|---|---|---|---|
| fms field marketing + sales services GmbH | |||
| DUITSLAND VGP Park Leipzig |
|||

| gebouwd | 2022 | |
|---|---|---|
| verhuurbare oppervlakte | 2.379 m² | |
| Deine Tür GmbH | ||
| huurder | ||
| GEBOUW C2 | ||
| VGP Park Leipzig | ||
| DUITSLAND |

huurder
DUITSLAND
GEBOUW E huurder
VGP Park Rodgau
PTG Lohnabfüllung GmbH
verhuurbare oppervlakte 8.734 m² gebouwd 2015
toom Baumarkt GmbH; VGP Renewable Energy S.à r.l.; VGP Renewable Energy Deutschland GmbH
verhuurbare oppervlakte 19.784 m²
| gebouwd | 2015 |
|---|---|
| --------- | ------ |

| VGP Park Rodgau | ||
|---|---|---|
| GEBOUW A | ||
| huurder | ||
| A & O GmbH; | Rhenus Warehousing Solutions SE & Co. KG; PTG Lohnabfüllung GmbH; toom Baumarkt GmbH |
verhuurbare oppervlakte 24.890 m²
gebouwd 2016
DUITSLAND

GEBOUW D huurder EBARA Pumps Europe S.p.A.; Asendia Germany GmbH verhuurbare oppervlakte 7.062 m² gebouwd 2016
| 1 2017 1 82 10 From Cut |
PRODUCT TO | |
|---|---|---|
| DUITSLAND VGP Park Rodgau |
|---|
| GEBOUW B |
| huurder |
Rhenus Warehousing Solutions SE & Co.KG
verhuurbare oppervlakte 43.376 m²


| VGP Park Schwalbach | |
|---|---|
| GEBOUW A | |
| huurder | |
| Ludwig Schokolade GmbH & Co. KG; VGP Renewable Energy S.à r.l. |
|
| verhuurbare oppervlakte | 8.676 m² |
| gebouwd | 2017 |

GEBOUW B
huurder
POCO Einrichtungsmärkte GmbH; Global Cargo Service GmbH; Strieder Transport Logistik GmbH; VGP Renewable Energy S.à r.l.; Ancla Logistik GmbH
| verhuurbare oppervlakte | 19.265 m² |
|---|---|
| gebouwd | 2018 |


AUDI AG; VGP Renewable Energy S.à r.l.; VGP Renewable Energy Deutschland GmbH verhuurbare oppervlakte 55.813 m²
GEBOUW A huurder Ancla Logistik GmbH verhuurbare oppervlakte 18.994 m² gebouwd 2018–2019
DUITSLAND
DUITSLAND
GEBOUW A huurder
VGP Park Soltau


huurder
Friedrich ZUFALL GmbH & Co. KG; Amazon EU S.à r.l., Niederlassung Deutschland; VGP Renewable Energy S.à.r.l.
verhuurbare oppervlakte 43.001 m²
| DUITSLAND VGP Park Göttingen |
||
|---|---|---|
| GEBOUW B | ||
| huurder | ||
| Amazon EU S.à r.l., Niederlassung Deutschland | ||
| verhuurbare oppervlakte | 38.381 m² | |
| gebouwd | 2019 |



DUITSLAND
GEBOUW C
VGP Park Göttingen

| DUITSLAND VGP Park Wustermark |
||
|---|---|---|
| GEBOUW A2 | ||
| huurder | ||
| Wardow GmbH | ||
| verhuurbare oppervlakte | 11.916 m² | |
| gebouwd | 2019 |

huurder Schulze Logistik Berlin GmbH; Gläser und Flaschen GmbH; Box at Work GmbH; Teppich Tetik GmbH
| verhuurbare oppervlakte | 29.624 m² |
|---|---|
| gebouwd | 2019 |

huurder
Colossus Logistics GmbH & Co. KG; L & B Leit- und Sicherungstechnische Dienstleistungs-GmbH; SEREDA GmbH; VGP PM Services GmbH; VGP Renewable Energy S.à r.l.; VGP Renewable Energy Deutschland GmbH
verhuurbare oppervlakte 10.997m²
gebouwd 2020


huurder Van Waveren Saaten GmbH verhuurbare oppervlakte 6.201 m²

| gebouwd | 2018 | |
|---|---|---|
| verhuurbare oppervlakte | 6.382 m² | |
| TA Technix GmbH | ||
| huurder | ||
| GEBOUW C2 | ||
| VGP Park Wustermark | ||
| DUITSLAND |

GEBOUW A
huurder
L'ISOLANTE K-FLEX GmbH; VGP Renewable Energy S.à r.l.; VGP Renewable Energy Deutschland GmbH. TTM Halle/Leipzig GmbH
| verhuurbare oppervlakte | 21.263 m² |
|---|---|
| gebouwd | 2020 |

DUITSLAND VGP Park Dresden GEBOUW A
huurder Schenker Deutschland AG; Kohivo Green-Investment GmbH & Co. KG verhuurbare oppervlakte 20.285 m² gebouwd 2018

DUITSLAND VGP Park Halle
GEBOUW B
huurder Ceha Deutschland GmbH; Schenker Deutschland AG; VGP Renewable Energy S.à r.l. verhuurbare oppervlakte 26.848 m²
gebouwd 2020–2021
| DUITSLAND VGP Park Bischofsheim |
||
|---|---|---|
| GEBOUW A | ||
| huurder | ||
| Bettmer GmbH; Wendel Energie UG | ||
| verhuurbare oppervlakte | 6.659 m² | |
| gebouwd | 2019 |


huurder
Trek Bicycle GmbH; VGP PM Services GmbH; Seifert Logistik Dienstleistung GmbH; VGP Renewable Energy S.à r.l.
| verhuurbare oppervlakte | 38.010 m² |
|---|---|
| gebouwd | 2022 |

Nordlicht Consulting GmbH; VGP Renewable Energy S.à r.l.; VGP Renewable Energy Deutschland GmbH
verhuurbare oppervlakte 14.866 m²
gebouwd 2023

PROLIT Verlagsauslieferung GmbH; JingDong Development Deutschland GmbH; VGP Renewable Energy S.à r.l.
verhuurbare oppervlakte 17.357 m² gebouwd 2020

GEBOUW A
huurder
Burgsmüller GmbH
verhuurbare oppervlakte 8.883 m²
gebouwd 2020

| huurder | ||
|---|---|---|
| Pharmaserv GmbH; VGP Renewable Energy S.à r.l.; VGP Renewable Energy Deutschland GmbH |
||
| verhuurbare oppervlakte | 14.157 m² | |
| gebouwd | 2020 |

GEBOUW A
huurder ThyssenKrupp Automation Engineering GmbH; VGP Renewable Energy S.à r.l.;
VGP Renewable Energy Deutschland GmbH
verhuurbare oppervlakte 12.592 m²
gebouwd 2019


| DUITSLAND | |
|---|---|
| VGP Park Magdeburg | |
| GEBOUW A |
huurder
REWE Markt GmbH. VGP Renewable Energy S.à r.l.; VGP Renewable Energy Deutschland GmbH
| verhuurbare oppervlakte | 31.869 m² |
|---|---|



DP World Logistics Germany B.V. & Co. KG; Hörmann Logistic Solutions GmbH; Wheels Logistics GmbH & Co. KG; VGP Renewable Energy S.à r.l.; VGP Renewable Energy Deutschland GmbH
verhuurbare oppervlakte 42.368 m²
gebouwd 2021


VGP Park Magdeburg
Contemporary Amperex Technology Thuringia GmbH;
VGP Renewable Energy Deutschland GmbH verhuurbare oppervlakte 51.995 m² gebouwd 2022
GEBOUW A
DUITSLAND
GEBOUW F huurder
APM Autoteile GmbH;
VGP Renewable Energy S.à r.l.;
huurder Bayerische Motoren Werke Aktiengesellschaft; VGP Renewable Energy S.à r.l.; VGP Renewable Energy Deutschland GmbH
| verhuurbare oppervlakte | 56.878 m² |
|---|---|
gebouwd 2020, 2022
DUITSLAND VGP Park München GEBOUW B huurder KraussMaffei Technologies GmbH; VGP Renewable Energy S.à r.l. verhuurbare oppervlakte 82.707 m²
gebouwd 2022
Contemporary Amperex Technology Thuringia GmbH; BW Bekleidungsmanagement GmbH; VGP PM Services GmbH; VGP Renewable Energy S.à r.l.; VGP Renewable Energy Deutschland GmbH verhuurbare oppervlakte 112.440 m² gebouwd 2022, 2023
Rhenus Warehousing Solutions SE & Co. KG.; VGP Renewable Energy S.à r.l.; VGP Renewable Energy Deutschland GmbH
verhuurbare oppervlakte 73.933 m²


| verhuurbare oppervlakte | 49.434 m² |
|---|---|
| KraussMaffei Technologies GmbH; VGP Renewable Energy S.à r.l. |
|
| huurder | |
| GEBOUW C | |
| DUITSLAND VGP Park München |

GEBOUW PH NORD
Bayerische Motoren Werke Aktiengesellschaft; Krauss Maffei Technologies GmbH; VGP Renewable Energy S.à r.l.; VGP Renewable Energy Deutschland GmbH
| verhuurbare oppervlakte | 22.854 m² |
|---|---|
| gebouwd | 2022 |

DUITSLAND VGP Park München GEBOUW E
huurder
KraussMaffei Technologies GmbH;
VGP Renewable Energy S.à r.l. verhuurbare oppervlakte 39.858 m²
gebouwd 2022

huurder KraussMaffei Technologies GmbH; VGP Renewable Energy S.à r.l. verhuurbare oppervlakte 19.419 m² gebouwd 2022

GEBOUW F
huurder
KraussMaffei Technologies GmbH; VGP Renewable Energy S.à r.l.
verhuurbare oppervlakte 7.826 m²
gebouwd 2022



| VGP Park Laatzen | |
|---|---|
| KraussMaffei Extrusion GmbH | |
| 11.803 m² | |
| 2022 | |

Krauss Maffei Extrusion GmbH; EDEKA Einkaufskontor GmbH; VGP Renewable Energy S.à r.l.; VGP Renewable Energy Deutschland GmbH
| verhuurbare oppervlakte | 12.856 m² |
|---|---|
| gebouwd | 2021 |

DUITSLAND VGP Park Laatzen
GEBOUW C huurder
DUITSLAND
Connox GmbH. VGP Renewable Energy S.à r.l.; VGP Renewable Energy Deutschland GmbH verhuurbare oppervlakte 51.273 m²
gebouwd 2021

DUITSLAND VGP Park Erfurt
GEBOUW A
huurder Emons Logistik GmbH; JOST-Werke Logistics GmbH; KOMSA AG; VGP Renewable Energy S.à r.l.; VGP Renewable Energy Deutschland GmbH
| verhuurbare oppervlakte | 26.215 m² |
|---|---|
gebouwd 2021
DUITSLAND VGP Park Erfurt 2 GEBOUW B huurder Kolibri Immobilien GmbH; VGP Renewable Energy S.a r.l.; VGP Renewable Energy Deutschland GmbH
| verhuurbare oppervlakte | 41.816 m² |
|---|---|
| gebouwd | 2023 |

huurder EDEKA Einkaufskontor GmbH verhuurbare oppervlakte 8.519 m²




DUITSLAND
GEBOUW A huurder
Sonova Logistics Center Germany GmbH; Dachser SE Logistikzentrum Erfurt; VGP Renewable Energy S.à r.l.; LGI TechLog GmbH; VGP Renewable Energy Deutschland GmbH
VGP Park Berlin Oberkrämer
GLX Global Logistic Services GmbH; eCommerce.de Logistics GmbH; VGP Renewable Energy S.à r.l.;
VGP Renewable Energy Deutschland GmbH verhuurbare oppervlakte 13.719 m² gebouwd 2022
verhuurbare oppervlakte 29.405 m² gebouwd 2023

VGP Park Berlin Oberkrämer
Amazon Deutschland E14 Transport GmbH; VGP Renewable Energy Deutschland GmbH.
VGP Renewable Energy S.à r.l. verhuurbare oppervlakte 9.088 m² gebouwd 2022
DUITSLAND
GEBOUW C huurder
Rieck Logistik Berlin Nord GmbH & Co. KG i.G.; Rieck Fulfi llment Solutions Berlin Nord GmbH & Co. KG; VGP Renewable Energy S.à r.l.
| 24.223 m² |
|---|
| 2022. 2023 |
BDSK Handels GmbH & Co. KG; VGP PM Services GmbH; VGP Renewable Energy S.à r.l.; VGP Renewable Energy Deutschland GmbH
verhuurbare oppervlakte 11.503 m²
gebouwd 2022

BTG Internationale Spedition GmbH; Toussaint Berlin GmbH; VGP Renewable Energy S.à r.l.; VGP Renewable Energy Deutschland GmbH
| verhuurbare oppervlakte | 10.525 m² |
|---|---|
| gebouwd | 2023 |

Meesenburg GmbH & Co. KG; VGP Renewable Energy S.à r.l.; BDSK Handels GmbH & Co. KG; VGP Renewable Energy Deutschland GmbH
verhuurbare oppervlakte 16.300 m² gebouwd 2022
VGP Park Rostock

VGP Renewable Energy Deutschland GmbH; VGP Renewable Energy S.à r.l.
verhuurbare oppervlakte 11.963 m² gebouwd 2023

| VGP Renewable Energy Deutschland GmbH | |
|---|---|
| verhuurbare oppervlakte | 20.490 m² |
| gebouwd | 2022 |
Schenker Deutschland AG; Großhandel Gold

GEBOUW H1-9
huurder
DUITSLAND
GEBOUW A huurder
Siemens Aktiengesellschaft Real Estate GS SRE DE NBY 2
verhuurbare oppervlakte 65.221 m²
gebouwd acquired 2022


GEBOUW A1
huurder Zalando Logistics Gießen SE & Co. KG; VGP Renewable Energy S.à r.l.; VGP Renewable Energy Deutschland GmbH
verhuurbare oppervlakte 124.922 m² gebouwd 2023
DUITSLAND VGP Park Gießen Am alten Flughafen GEBOUW A2
| huurder | |||
|---|---|---|---|
| Zalando Logistics Gießen SE & Co. KG | |||
| verhuurbare oppervlakte | 28.352 m² | ||
| gebouwd | 2024 |

| DUITSLAND VGP Park Gießen |
|
|---|---|
| Am alten Flughafen | |
| GEBOUW B |
UPS SCS GmbH & Co. KG; Rhenus Warehousing Solutions SE & Co. KG; VGP Renewable Energy S.à r.l.
verhuurbare oppervlakte 59.119 m² gebouwd 2023

| DUITSLAND VGP Park Rüsselsheim AREAL M |
||
|---|---|---|
| 185.516 m² | ||
| acquired 2023 | ||

VGP Renewable Energy Deutschland GmbH

DUITSLAND VGP Park Rüsselsheim AREAL M2/M100
| huurder | |
|---|---|
| Opel Automobile GmbH | |
| verhuurbare oppervlakte | 24.446 m² |
| gebouwd | acquired 2023 |
| DUITSLAND VGP Park Rüsselsheim |
|
|---|---|
| AREAL P | |
| huurder | |
| Opel Automobile GmbH | |
| verhuurbare oppervlakte | 30.008 m² |
| gebouwd | acquired 2023 |

DUITSLAND VGP Park Rüsselsheim AREAL K huurder Opel Automobile GmbH verhuurbare oppervlakte 181.787 m² gebouwd acquired 2023


| DUITSLAND | |
|---|---|
| VGP Park Rüsselsheim | |
| AREAL PH | |
| huurder | |
| Opel Automobile GmbH |
verhuurbare oppervlakte 19.309 m² gebouwd 2023
| DUITSLAND |
|---|
| VGP Park |
| Wiesloch-Walldorf |
| GEBOUW C |
|---|
| huurder |
| Picnic GmbH.; |
VGP Renewable Energy Deutschland GmbH; VGP Renewable Energy S.à r.l.
verhuurbare oppervlakte 25.851 m²
| VGP Park | Eigenaar | Land opp. (in m²) | Verhuurbare oppervlakte (in m²) | Gecontracteerde jaarlijkse | |||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Opgeleverd | In aanbouw | Potentieel | Totaal | huur (in miljoen €) | |||
| VGP Park Berlin Bernau | VGP | 144.421 | — | — | 70.621 | 70.621 | 1,48 |
| VGP Park Hamburg 4 | VGP | 32.362 | — | — | — | — | — |
| VGP Park Koblenz | VGP | 63.602 | 32.377 | — | 32.377 | 2,03 | |
| VGP Park Leipzig Flughafen 2 | VGP | 449.392 | — | 24.170 | 185.976 | 210.146 | 1,79 |
| VGP Park Nürnberg | VGP | 383.448 | 65.221 | — | 89.666 | 154.887 | 5,33 |
| VGP Park Rostock | VGP | 105.217 | 20.490 | — | 27.878 | 48.368 | 0,71 |
| VGP Park Rüsselsheim – Areal K | VGP | 425.654 | 181.787 | — | 115.345 | 297.132 | 18,81 |
| VGP Park Rüsselsheim – Areal M | VGP | 850.675 | 229.271 | — | 135.000 | 364.271 | 4,28 |
| VGP Park Rüsselsheim – Areal P | VGP | 129.272 | 30.008 | — | 25.000 | 55.008 | 0,65 |
| VGP Park Steinbach | VGP | 10.437 | — | — | 6.756 | 6.756 | — |
| VGP Park Wiesloch-Walldorf | VGP | 208.306 | 25.851 | 49.605 | 43.471 | 118.927 | 2,61 |
| Totaal VGP | 2.802.786 | 552.628 | 106.152 | 699.713 | 1.358.493 | 38 | |
| VGP Park Berlin | JV1 | 46.540 | 23.853 | — | — | 23.853 | 1,30 |
| VGP Park Berlin 2 | JV1 | 187.455 | 89.454 | — | — | 89.454 | 4,43 |
| VGP Park Berlin 3 | JV1 | 209.034 | 70.313 | — | 9.950 | 80.263 | 4,22 |
| VGP Park Berlin 4 | JV1 | 44.909 | 17.339 | 5.093 | — | 22.432 | 1,01 |
| VGP Park Berlin Oberkrämer | JV5 | 204.512 | 69.059 | — | — | 69.059 | 5,32 |
| VGP Park Berlin Wustermark | JV1 | 132.680 | 71.721 | — | — | 71.721 | 4,00 |
| VGP Park Bingen | JV1 | 15.000 | 6.400 | — | — | 6.400 | 0,50 |
| VGP Park Bischofsheim | JV1 | 13.457 | 6.659 | — | — | 6.659 | 0,55 |
| VGP Park Bobenheim-Roxheim | JV1 | 56.643 | 23.269 | — | — | 23.269 | 1,93 |
| VGP Park Borna | JV1 | 42.533 | 13.618 | — | — | 13.618 | 0,95 |
| VGP Park Buseck | JV1 | 36.549 | 17.357 | — | — | 17.357 | 1,05 |
| VGP Park Chemnitz | JV1 | 40.421 | 12.592 | — | — | 12.592 | 1,17 |
| VGP Park Dresden | JV1 | 32.383 | 20.285 | — | — | 20.285 | 0,96 |
| VGP Park Einbeck | JV1 | 20.300 | 8.883 | — | — | 8.883 | 0,71 |
| VGP Park Erfurt | JV6 | 50.265 | 26.215 | — | — | 26.215 | 1,40 |
| VGP Park Erfurt 2 | JV6 | 76.443 | 41.816 | — | — | 41.816 | 2,16 |
| VGP Park Erfurt 3 | JV6 | 46.840 | 29.405 | — | — | 29.405 | 1,72 |
| VGP Park Frankenthal | JV1 | 174.282 | 146.898 | — | — | 146.898 | 9,50 |
| VGP Park Gießen Am alten Flughafen | JV5 | 316.866 | 251.476 | — | — | 251.476 | 16,32 |
| VGP Park Ginsheim | JV1 | 59.845 | 35.808 | — | — | 35.808 | 2,63 |
| VGP Park Göttingen | JV1 | 138.297 | 81.382 | — | — | 81.382 | 3,57 |
| VGP Park Göttingen 2 | JV5 | 173.375 | 86.358 | — | — | 86.358 | 5,49 |
| VGP Park Halle | JV6 | 165.888 | 86.120 | — | — | 86.120 | 4,26 |
| VGP Park Halle 2 | JV6 | 50.826 | 14.866 | 11.779 | — | 26.645 | 1,78 |
| VGP Park | Eigenaar | Land opp. (in m²) | Verhuurbare oppervlakte (in m²) Gecontracteerde jaarlijkse |
||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Opgeleverd | In aanbouw | Potentieel | Totaal | huur (in miljoen €) | |||
| VGP Park Hamburg | JV1 | 271.843 | 114.743 | — | — | 114.743 | 7,67 |
| VGP Park Hamburg 2 | JV1 | 213.918 | 107.515 | — | — | 107.515 | 6,48 |
| VGP Park Hamburg 3 | JV1 | 51.351 | 23.680 | — | — | 23.680 | 1,27 |
| VGP Park Hochheim | JV6 | 25.308 | 11.963 | — | — | 11.963 | 0,76 |
| VGP Park Höchstadt | JV1 | 45.680 | 15.002 | — | — | 15.002 | 0,97 |
| VGP Park Laatzen | JV5 | 284.927 | 139.848 | — | — | 139.848 | 10,61 |
| VGP Park Leipzig | JV1 | 105.885 | 46.389 | — | — | 46.389 | 2,81 |
| VGP Park Leipzig Flughafen | JV6 | 47.361 | 16.300 | — | — | 16.300 | 0,94 |
| VGP Park Lützellinden | JV1 | 23.379 | 14.157 | — | — | 14.157 | 1,16 |
| VGP Park Magdeburg | JV5 | 604.858 | 312.604 | — | — | 312.604 | 15,84 |
| VGP Park München | JV3 | 644.158 | 278.977 | 43.928 | — | 322.905 | 33,84 |
| VGP Park Rodgau | JV1 | 216.543 | 103.846 | — | — | 103.846 | 6,54 |
| VGP Park Schwalbach | JV1 | 19.587 | 8.676 | — | — | 8.676 | 0,56 |
| VGP Park Siegen | VGP Park Siegen Joint Venture | 34.035 | — | — | 20.976 | 20.976 | — |
| VGP Park Soltau | JV1 | 119.868 | 55.813 | — | — | 55.813 | 1,88 |
| VGP Park Wetzlar | JV1 | 67.336 | 38.259 | — | — | 38.259 | 2,31 |
| Totaal Joint Ventures | 5.111.380 | 2.538.916 | 60.800 | 30.926 | 2.630.642 | 171 | |
| VGP Park Frankenthal 2 | gecommitteerd | 243.505 | — | — | 102.154 | 102.154 | — |
| Totaal gecommitteerd | 243.505 | — | — | 102.154 | 102.154 | — | |
| Totaal Duitsland | 8.157.671 | 3.091.544 | 166.952 | 832.793 | 4.091.289 | 208 |


| 2007 |
ma lan | |
|---|---|---|
| VGP Park Brno | |
|---|---|
| GEBOUW I. | |
| huurder | |
| KARTON P+P. spol. s r.o.; Igepa CZ s.r.o. | |
| verhuurbare oppervlakte | 12.226 m² |

| huurder | ||
|---|---|---|
| Yusen Logistics (Czech) s.r.o.; Spedice Kudrová s.r.o. | ||
| verhuurbare oppervlakte | 12.789 m² | |
| gebouwd | 2018 |
| huurder | |
|---|---|
| FIA ProTeam s.r.o. | |
| verhuurbare oppervlakte | 2.753 m² |
| gebouwd | 2016 |

TSJECHISCHE REPUBLIEK
gebouwd 2017
GEBOUW II.
huurder NOTINO. s.r.o.; SUTA s.r.o.
TSJECHISCHE REPUBLIEK VGP Park Brno
HARTMANN – RICO a.s.
verhuurbare oppervlakte 8.621 m² gebouwd 2013
GEBOUW III. huurder
verhuurbare oppervlakte 14.639 m²
gebouwd 2013–2016


huurder Drylock Technologies s.r.o.
| verhuurbare oppervlakte | 40.361 m² |
|---|---|
| gebouwd | 2012–2014 |

| VGP Park Hrádek nad Nisou | ||
|---|---|---|
| GEBOUW H4 | ||
| huurder | ||
| Drylock Technologies s.r.o. | ||
| verhuurbare oppervlakte | 17.848 m² | |
| gebouwd | 2020 | |
TSJECHISCHE REPUBLIEK


| TSJECHISCHE REPUBLIEK | |
|---|---|
| VGP Park Hrádek nad Nisou | |
| GEBOUW H5 |
| huurder | |
|---|---|
| Drylock Technologies s.r.o. | |
| verhuurbare oppervlakte | 29.609 m² |
| gebouwd | 2018 |

| TSJECHISCHE REPUBLIEK |
|---|
| VGP Park Olomouc |
| GEBOUW A |
| huurder | |
|---|---|
| Nagel Česko s.r.o. | |
| verhuurbare oppervlakte | 7.807 m² |
| gebouwd | 2017 |

| huurder |
|---|
| GEBOUW 6 |
| VGP Park Hrádek nad Nisou |
| TSJECHISCHE REPUBLIEK |
Drylock Technologies s.r.o.;
VGP Renewable Energy s.r.o.
verhuurbare oppervlakte 30.215 m² gebouwd 2022


| TSJECHISCHE REPUBLIEK VGP Park Olomouc |
|
|---|---|
| GEBOUW B | |
| huurder | |
| John Crane a.s. | |
| verhuurbare oppervlakte | 12.029 m² |
| gebouwd | 2017 |

| VGP Park Olomouc |
|---|
| SGB Czech Trafo s.r.o.; Edwards. s.r.o. |
| 11.429 m² |
| 2018 |
TSJECHISCHE REPUBLIEK

| TSJECHISCHE REPUBLIEK VGP Park Olomouc |
||
|---|---|---|
| huurder | ||
| FENIX solutions s.r.o. | ||
| verhuurbare oppervlakte | 19.859 m² | |
| gebouwd | 2015 | |


TSJECHISCHE REPUBLIEK VGP Park Olomouc
Benteler Automotive Rumburk s.r.o.; Gerflor CZ s.r.o; PROZK s.r.o.; SUTA s.r.o. verhuurbare oppervlakte 12.117 m² gebouwd 2017
GEBOUW G1 huurder
GEBOUW D huurder MedicProgress, a.s. verhuurbare oppervlakte 2.654 m² gebouwd 2019


| huurder | |
|---|---|
| Mürdter Dvořák, lisovna spol. s r.o.; Nissens Cooling Solutions Czech, s.r.o. |
|
| verhuurbare oppervlakte | 14.254 m² |
| gebouwd | 2019 |
TSJECHISCHE REPUBLIEK VGP Park Olomouc
GEBOUW I
huurder
RTR – TRANSPORT A LOGISTIKA s.r.o; Pilulka Lékárny a.s.; FM ČESKÁ. s.r.o.; HVM PLASMA, spol. s r.o.; Dr. Kulich Pharma, s.r.o.; VGP Renewable Energy s.r.o.
| verhuurbare oppervlakte | 23.692 m² |
|---|---|
| gebouwd | 2021 |

| gebouwd | 2019 | |
|---|---|---|
| verhuurbare oppervlakte | 14.331 m² | |
| GBC Solino s.r.o. | ||
| huurder | ||
| GEBOUW J | ||
| VGP Park Olomouc | ||
| TSJECHISCHE REPUBLIEK |



huurder Nissens Cooling Solutions Czech s.r.o. verhuurbare oppervlakte 18.353 m² gebouwd 2020


| huurder | |
|---|---|
| MAPEI, spol. s r.o. | |
| verhuurbare oppervlakte | 4.269 m² |
| gebouwd | 2024 |
huurder ARDON s.r.o.; HELLA AUTOTECHNIK NOVA, s.r.o.
verhuurbare oppervlakte 65.889 m²
gebouwd 2022

| huurder | |||
|---|---|---|---|
| GEBOUW A | |||
| VGP Park Pilsen | |||
| TSJECHISCHE REPUBLIEK |
ASSA ABLOY ES Production s.r.o.; Mraknet s.r.o.
| verhuurbare oppervlakte | 8.711 m² |
|---|---|
| gebouwd | 2014 |

| VGP Park Pilsen | ||
|---|---|---|
| GEBOUW B | ||
| huurder | ||
| FAIVELEY TRANSPORT CZECH a.s.; VGP Renewable Energy s.r.o. |
||
| verhuurbare oppervlakte | 21.918 m² | |
| gebouwd | 2015 |

GEBOUW E
| huurder | ||
|---|---|---|
| Verhoek Europe s.r.o.; DHL Express (Czech Republic) s.r.o. |
||
| verhuurbare oppervlakte | 5.790 m² | |
| gebouwd | 2021 |


TSJECHISCHE REPUBLIEK
GEBOUW C huurder
Excell Czech s.r.o.; FAIVELEY TRANSPORT CZECH a.s. verhuurbare oppervlakte 9.868 m² gebouwd 2014–2015

TSJECHISCHE REPUBLIEK VGP Park Tuchoměřice
GEBOUW A
huurder CAAMANO CZ INTERNATIONAL GLASS CORPORATION, s.r.o.; Invelt – s.r.o.; FC MORELO CZ s.r.o.; EFACEC PRAHA s.r.o.
verhuurbare oppervlakte 6.577 m²
gebouwd 2013

TSJECHISCHE REPUBLIEK VGP Park Pilsen GEBOUW D huurder COPO CENTRAL EUROPE s.r.o.; Crown Lift Trucks s.r.o.
verhuurbare oppervlakte 3.640 m²
gebouwd 2015–2016

HARTMANN – RICO a.s.; ESA s.r.o.; Lidl Česká republika v.o.s.; CETIN a.s. verhuurbare oppervlakte 18.604 m²
gebouwd 2014–2017

| JOTUN CZECH a.s.; Zebra Technologies CZ s.r.o. | ||
|---|---|---|
| huurder | ||
| GEBOUW P1 | ||
| VGP Park Ústí nad Labem | ||
gebouwd 2014

| TSJECHISCHE REPUBLIEK VGP Park Ústí nad Labem |
||
|---|---|---|
| GEBOUW P4 | ||
| huurder | ||
| Treves CZ s.r.o. | ||
| verhuurbare oppervlakte | 6.134 m² | |
| gebouwd | 2018 |


huurder
| n.v.t. | |
|---|---|
verhuurbare oppervlakte 6.368 m² gebouwd 2018

| huurder | ||
|---|---|---|
| JOTUN CZECH a.s.; SUTA s.r.o. | ||
| verhuurbare oppervlakte | 3.503 m² | |
| gebouwd | 2020 |

TSJECHISCHE REPUBLIEK VGP Park Ústí nad Labem GEBOUW P3 huurder Treves CZ s.r.o.
verhuurbare oppervlakte 8.725 m²
gebouwd 2017

verhuurbare oppervlakte 10.883 m² gebouwd 2015, 2020

| VGP Park Jeneč | ||
|---|---|---|
| GEBOUW AB | ||
| huurder | ||
| 4PX Express CZ s.r.o. | ||
| verhuurbare oppervlakte | 52.582 m² | |
| gebouwd | 2017 | |
TSJECHISCHE REPUBLIEK

| 3.725 m² | ||||
|---|---|---|---|---|
| VGP Park Jeneč GEBOUW D2 |
||||

| TSJECHISCHE REPUBLIEK |
|---|
| VGP Park Jeneč |
GEBOUW C
huurder
4PX Express CZ s.r.o.; SUTA s.r.o. verhuurbare oppervlakte 11.698 m²
gebouwd 2018


| huurder | ||
|---|---|---|
| Geis Solutions CZ s.r.o.; SUTA s.r.o.; Beinbauer Automotive CZ s.r.o. |
||
| verhuurbare oppervlakte | 15.570 m² | |
| gebouwd | 2018 |
TSJECHISCHE REPUBLIEK VGP Park Chomutov GEBOUW BC huurder Magna Automotive (CZ) s.r.o.; Geis Solutions CZ s.r.o.
| verhuurbare oppervlakte | 36.095 m² |
|---|---|
| gebouwd | 2018 |

| verhuurbare oppervlakte | 1.885 m² | |
|---|---|---|
| 4PX Express CZ s.r.o. | ||
| huurder | ||
| GEBOUW D1 | ||
| VGP Park Jeneč | ||
| TSJECHISCHE REPUBLIEK |

| VGP Park Chomutov | ||
|---|---|---|
| GEBOUW D | ||
| huurder | ||
| Magna Automotive (CZ) s.r.o. | ||
| verhuurbare oppervlakte | 5.544 m² | |
| gebouwd | 2022 |
TSJECHISCHE REPUBLIEK



TSJECHISCHE REPUBLIEK VGP Park Prostějov GEBOUW A
huurder
ITAB Shop Concept CZ, a.s.; twd CZ, s.r.o.
verhuurbare oppervlakte 15.330 m²
gebouwd 2021

TSJECHISCHE REPUBLIEK
TSJECHISCHE REPUBLIEK VGP Park Kladno GEBOUW B huurder Kvadrat Czech Republic s.r.o. verhuurbare oppervlakte 11.193 m²
gebouwd 2022
GEBOUW B huurder
TSJECHISCHE REPUBLIEK
verhuurbare oppervlakte 25.613 m²



| VGP Park České Budějovice | |
|---|---|
| GEBOUW C | |
| huurder | |
| DACHSER Czech Republic a.s. | |
| verhuurbare oppervlakte | 9.424 m² |
gebouwd 2022
TSJECHISCHE REPUBLIEK
TSJECHISCHE REPUBLIEK VGP Park České Budějovice GEBOUW D huurder DACHSER Czech Republic a.s. verhuurbare oppervlakte 14.051 m² gebouwd 2023

| TSJECHISCHE REPUBLIEK VGP Park Ústí nad Labem City |
|---|
| GEBOUW A |
| huurder |
| Bosal Aftermarket Europe, spol. s r.o.; Exyte Technology CZ s.r.o. |
| verhuurbare oppervlakte 22.827 m² |
| VGP Park | Eigenaar | Land opp. (in m²) | Verhuurbare oppervlakte (in m²) | Gecontracteerde jaarlijkse | |||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Opgeleverd | In aanbouw | Potentieel | Totaal | huur (in miljoen €) | |||
| VGP Park České Budějovice | VGP | 416.524 | 23.475 | 9.477 | 98.464 | 131.416 | 1,95 |
| Totaal VGP | 416.524 | 23.475 | 9.477 | 98.464 | 131.416 | 1,95 | |
| VGP Park Brno | JV1 | 63.974 | 35.485 | — | — | 35.485 | 2,26 |
| VGP Park Český Újezd | JV1 | 45.383 | 15.542 | — | — | 15.542 | 0,87 |
| VGP Park Chomutov | JV1 | 106.791 | 57.210 | — | — | 57.210 | 3,09 |
| VGP Park Hrádek nad Nisou | JV1 | 180.638 | 87.818 | — | — | 87.818 | 6,12 |
| VGP Park Hrádek nad Nisou 2 | JV1 | 105.082 | 30.215 | — | 9.295 | 39.510 | 2,55 |
| VGP Park Jeneč | JV1 | 173.859 | 69.889 | — | — | 69.889 | 2,93 |
| VGP Park Liberec | JV1 | 36.062 | 12.060 | — | 2.304 | 14.364 | 0,74 |
| VGP Park Olomouc 1 | JV1 | 28.490 | 12.117 | — | — | 12.117 | 0,77 |
| VGP Park Olomouc 2 | JV1 | 54.647 | 19.859 | — | — | 19.859 | 0,81 |
| VGP Park Olomouc 3 | JV1 | 175.313 | 79.299 | — | — | 79.299 | 4,56 |
| VGP Park Olomouc 4 | JV1 | 88.708 | 38.188 | — | 1.740 | 39.928 | 2,48 |
| VGP Park Olomouc 5 | JV1 | 132.567 | 65.889 | — | — | 65.889 | 3,42 |
| VGP Park Plzeň | JV1 | 102.044 | 49.926 | — | — | 49.926 | 3,04 |
| VGP Park Tuchoměřice | JV1 | 58.701 | 25.181 | — | — | 25.181 | 1,38 |
| VGP Park Ústí nad Labem | JV1 | 123.519 | 40.981 | — | — | 40.981 | 2,51 |
| VGP Park Kladno | JV6 | 68.705 | 26.999 | — | — | 26.999 | 1,76 |
| VGP Park Prostějov | JV6 | 139.444 | 40.943 | 10.351 | — | 51.294 | 1,15 |
| VGP Park Ústí nad Labem City | JV6 | 108.000 | 22.827 | 29.309 | — | 52.136 | 2,97 |
| VGP Park Vyškov | JV6 | 54.353 | 28.868 | — | — | 28.868 | 0,00 |
| Totaal Joint Ventures | 1.846.280 | 759.295 | 39.660 | 13.339 | 812.294 | 43,41 | |
| VGP Park Kladno 2 | gecommitteerd | 67.205 | — | — | 20.749 | 20.749 | — |
| VGP Park Malé Přítočno | gecommitteerd | 80.063 | — | — | 32.013 | 32.013 | — |
| Totaal gecommitteerd | 147.268 | — | — | 52.762 | 52.762 | — | |
| Totaal Tsjechische Republiek | 2.410.072 | 782.770 | 49.137 | 164.565 | 996.472 | 45,36 |


| SPANJE VGP Park Lliçà d'Amunt |
|
|---|---|
| GEBOUW A | |
| huurder | |
| Picking Farma, S.A.U. | |
| verhuurbare oppervlakte | 13.639 m² |
| gebouwd | 2020 |

| verhuurbare oppervlakte | 22.195 m² |
|---|---|
| Maskokotas, S.L.; Gotex, S.A.U. | |
| huurder | |
| GEBOUW E | |
| SPANJE VGP Park Lliçà d'Amunt |
|


huurder
DistriCenter, S.A.U.; Staci Logistics Spain, S.A.; Luís Simões Logística Integrada, S.A.; Gepanetrans Operador Logístico, S.L.; Salvat Logistica, S.A.U.
verhuurbare oppervlakte 32.170 m² gebouwd 2019


GEBOUW A huurder ThyssenKrupp Elevadores, S.L.U.; Rhenus Logistics S.A.U.; Noatum Logistics Spain, S.A.U.
verhuurbare oppervlakte 22.962 m² gebouwd 2018
GEBOUW B1
huurder
Rhenus Logistics, S.A.U.; Logwin Solutions Spain, S.A.; CTC Externalización, S.L.U.
| verhuurbare oppervlakte | 19.623 m² |
|---|---|
| gebouwd | 2019 |
Moldstock, S.L.
verhuurbare oppervlakte 7.205 m²


| SPANJE VGP Park San Fernando de Henares |
|
|---|---|
| GEBOUW B2 | |
| huurder | |
| Rhenus Logistics, S.A.U. | |
| verhuurbare oppervlakte | 12.267 m² |
| gebouwd | 2019 |

| SPANJE VGP Park San Fernando de Henares |
|
|---|---|
| GEBOUW D1 | |
| huurder | |
| Paack Logistics Iberia, S.L.U. | |
| verhuurbare oppervlakte | 11.453 m² |
| gebouwd | 2021 |

SPANJE VGP Park San Fernando de Henares GEBOUW C1 huurder
Huawei Technologies España, S.L. verhuurbare oppervlakte 7.947 m² gebouwd 2020

SPANJE VGP Park San Fernando de Henares
GEBOUW D2 huurder Picking Farma, S.A.U. verhuurbare oppervlakte 27.579 m² gebouwd 2023

GEBOUW C2
huurder
Areatrans S.A.
verhuurbare oppervlakte 5.165 m²
gebouwd 2020

GEBOUW E huurder DSV Road Spain, S.A.U. verhuurbare oppervlakte 12.176 m² gebouwd 2019

| SPANJE VGP Park Zaragoza |
||
|---|---|---|
| GEBOUW A | ||
| huurder | ||
| Cotrali Zaragoza, S.L. | ||
| verhuurbare oppervlakte | 18.074 m² | |
| gebouwd | 2020 |

| SPANJE | ||
|---|---|---|
| VGP Park Valencia Cheste | ||
| GEBOUW A | ||
| huurder | ||
| Eurojuguetes, S.L.U.; Inversiones Müller, S.L. |
verhuurbare oppervlakte 14.222 m² gebouwd 2022


GEBOUW B
huurder
Thinktextil, S.L. verhuurbare oppervlakte 21.373 m²
gebouwd 2022

SPANJE VGP Park Valencia Cheste GEBOUW B
| huurder | ||
|---|---|---|
| Dia Retail España, S.A.U.; Aza Logistics, S.L.U.; Furnilogik, S.L.U. |
||
| verhuurbare oppervlakte | 25.409 m² | |
| gebouwd | 2021 |
| B | 2 | |
|---|---|---|
| SPANJE | |||
|---|---|---|---|
| VGP Park Zaragoza | |||
| GEBOUW C | |||
| huurder | |||
| Kuehne & Nagel, S.A. | |||
| verhuurbare oppervlakte 36.172 m² |

| SPANJE VGP Park Valencia Cheste GEBOUW C |
||
|---|---|---|
| huurder | ||
| JYSK DBL Iberia, S.L.U. | ||
| verhuurbare oppervlakte | 24.442 m² | |
| gebouwd | 2024 |

| SPANJE VGP Park Fuenlabrada |
|
|---|---|
| GEBOUW A | |
| huurder | |
| Futurbaño, S.L.; Logista Pharma, S.A.U. | |
| verhuurbare oppervlakte | 41.752 m² |
gebouwd 2022


Dos Hermanas GEBOUW B
Lamaignere Cargo, S.L.; Almacenaje y Totaal Distribución Logística, S.L.; Gardenstore, S.L.; Vapores Suardiaz Sur-Atlántico, S.L.; H2B2 Electrolysis Technologies, S.L.
verhuurbare oppervlakte 29.091 m²

| SPANJE | ||||
|---|---|---|---|---|
| VGP Park Granollers | ||||
| GEBOUW A | ||||
| huurder | ||||
| Grupo Transaher, S.L. | ||||
| verhuurbare oppervlakte | 8.920 m² |
|---|---|
| gebouwd | 2022 |
| VGP Park | Eigenaar | Land opp. (in m²) | Verhuurbare oppervlakte (in m²) | Gecontracteerde jaarlijkse | |||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Opgeleverd | In aanbouw | Potentieel | Totaal | huur (in miljoen €) | |||
| VGP Park Alicante | VGP | 41.834 | — | — | 24.528 | 24.528 | — |
| VGP Park Burgos | VGP | 128.190 | — | — | 78.264 | 78.264 | — |
| VGP Park Córdoba | VGP | 35.986 | — | 7.218 | 15.419 | 22.637 | — |
| VGP Park Fuenlabrada 2 | VGP | 70.908 | — | — | 23.363 | 23.363 | — |
| VGP Park La Naval | VGP | 225.792 | — | — | 109.409 | 109.409 | 0,02 |
| VGP Park Martorell | VGP | 18.235 | — | 10.045 | — | 10.045 | 0,74 |
| VGP Park Pamplona Noain | VGP | 147.700 | — | 50.062 | 23.276 | 73.338 | 3,34 |
| VGP Park Sevilla Ciudad de la Imagen | VGP | 54.712 | — | — | 28.587 | 28.587 | — |
| Totaal VGP | 723.356 | — | 67.325 | 302.847 | 370.172 | 4,10 | |
| VGP Park Belartza | VGP Park Belartza Joint Venture | 145.215 | — | — | 63.640 | 63.640 | — |
| VGP Park Dos Hermanas | JV2 | 103.000 | 29.091 | 25.739 | — | 54.829 | 2,13 |
| VGP Park Fuenlabrada | JV2 | 80.223 | 41.752 | — | — | 41.752 | 2,18 |
| VGP Park Granollers | JV2 | 14.385 | 8.920 | — | — | 8.920 | 0,61 |
| VGP Park Lliçà d'Amunt | JV2 | 149.597 | 75.208 | — | — | 75.208 | 5,17 |
| VGP Park San Fernando de Henares | JV2 | 222.713 | 119.171 | — | — | 119.171 | 8,04 |
| VGP Park Valencia Cheste | JV2 | 113.104 | 64.074 | — | — | 64.074 | 3,34 |
| VGP Park Zaragoza | JV2 | 147.495 | 75.618 | — | 19.146 | 94.764 | 3,86 |
| Totaal Joint Ventures | 975.732 | 413.835 | 25.739 | 82.786 | 522.360 | 25,34 | |
| Totaal Spanje | 1.699.089 | 413.835 | 93.064 | 385.633 | 892.532 | 29,44 |
VGP Park Nijmegen
98 VGP Park Timișoara 99 VGP Park Sibiu 100 VGP Park Brașov 101 VGP Park Arad 102 VGP Park Bucharest
103 VGP Park Belgrade Dobanovci
104 VGP Park Lučko Zagreb 105 VGP Park Split

106 VGP Park Santa Maria da Feira 107 VGP Park Sintra 108 VGP Park Loures 109 VGP Park Montijo
110 VGP Park Rouen 111 VGP Park Vélizy 112 VGP Park Mulhouse
113 VGP Park Nijmegen 114 VGP Park Roosendaal

115 VGP Park Kekava 116 VGP Park Riga 117 VGP Park Tiraines
118 VGP Park Vejle


| VGP Park Alsónémedi | |||
|---|---|---|---|
| GEBOUW A1.1 | |||
| huurder | |||
| Nagel Hungária Logisztikai Kft. | |||
| verhuurbare oppervlakte | 22.905 m² | ||
| gebouwd | 2016 | ||
HONGARIJE

| HONGARIJE VGP Park Győr |
|
|---|---|
| GEBOUW B | |
| huurder | |
| Lear Corporation Hungary Kft.; TI Automotive (Hungary) Kft. |
|
| verhuurbare oppervlakte | 24.743 m² |
| gebouwd | 2012, 2017 |

| HONGARIJE VGP Park Alsónémedi |
|---|
| GEBOUW A2 |
| huurder |
| Magyar Lapterjesztő ZRT | |||
|---|---|---|---|
| verhuurbare oppervlakte | 8.774 m² | ||
| gebouwd | 2022 |

| huurder | ||
|---|---|---|
| GEBOUW C | ||
| VGP Park Győr | ||
| HONGARIJE |
| Dana Hungary Kft. | |
|---|---|
verhuurbare oppervlakte 6.463 m² gebouwd 2011
| HIP I puid to r 100 |
|
|---|---|
GEBOUW A
huurder
SKINY Logisztikai Kft.; WSZL Kft.;
Gebrüder Weiss Szállítmányozási Kft.
verhuurbare oppervlakte 20.290 m²
| gebouwd | 2024 | ||||
|---|---|---|---|---|---|
| verhuurbare oppervlakte | 37.998 m² | ||||
| Apollo Tyres (Europe) B.V.; ASMPT Magyarország Kft. | |||||
| huurder | |||||
| GEBOUW A | |||||
| VGP Park Győr Béta | |||||
| HONGARIJE |

| VGP Park Győr Béta | |
|---|---|
| GEBOUW B | |
| huurder | |
| Raben Trans European Hungary Kft.; SMR Automotive Mirror Technology Hungary Bt. |
|
| verhuurbare oppervlakte | 14.091 m² |
| gebouwd | 2022 |
HONGARIJE

| HONGARIJE | ||
|---|---|---|
| VGP Park Kecskemét | ||
| GEBOUW B | ||
| huurder | ||
| HunTex Recycling Kft. | ||
| verhuurbare oppervlakte | 17.046 m² | |
| gebouwd | 2020 | |


Transdanubia Logisztikai Kft. verhuurbare oppervlakte 19.740 m²
gebouwd 2024

HONGARIJE VGP Park Kecskemét GEBOUW C
| huurder | |
|---|---|
| P-Development Vagyonkezelő Kft. | |
| verhuurbare oppervlakte | 20.149 m² |
| gebouwd | 2023 |

huurder
Andreas Schmid Kontrakt Logistik GmbH & Co. KG; Bohnenkamp Kft.; Cargoport Kft.; Mercedes-Benz Manufacturing Hungary Kft.
verhuurbare oppervlakte 21.937 m²

| gebouwd | 2024 | |
|---|---|---|
| verhuurbare oppervlakte | 20.130 m² | |
| Elringklinger Hungary Kft.; P-Development Vagyonkezelő Kft. |
||
| huurder | ||
| GEBOUW D | ||
| VGP Park Kecskemét | ||
| HONGARIJE |

| VGP Park Kecskemét | ||
|---|---|---|
| GEBOUW E1 | ||
| huurder | ||
| L+W Montagetechnik Kft. | ||
| verhuurbare oppervlakte | 17.866 m² | |
| gebouwd | 2024 |

| HONGARIJE VGP Park Budapest Aerozone |
||
|---|---|---|
| GEBOUW B.1 | ||
| huurder | ||
| BOXY Logisztikai Zrt. | ||
| verhuurbare oppervlakte | 11.015 m² |
gebouwd 2022
HONGARIJE VGP Park Budapest Aerozone GEBOUW C1.1
| huurder | |
|---|---|
| Agroloop Hungary Kft. | |
| verhuurbare oppervlakte | 13.544 m² |
| gebouwd | 2023 |

HONGARIJE VGP Park Hatvan GEBOUW A1 huurder
| LKH LEONI Kft. | |
|---|---|
| verhuurbare oppervlakte | 16.664 m² |
| gebouwd | 2020 |
VGP Park Budapest Aerozone


| SLOWAKIJE VGP Park Malacky GEBOUW A |
||
|---|---|---|
| huurder | ||
| Benteler Automotive SK s.r.o.; SPP – distribúcia, a.s. | ||
| verhuurbare oppervlakte | 14.863 m² | |
| gebouwd | 2009 |
HONGARIJE
GEBOUW A huurder
CooperVision CL Hungary Kft.; Ekol Logistics Szolgáltató Kft. verhuurbare oppervlakte 29.853 m² gebouwd 2024
HONGARIJE



Benteler Automotive SK s.r.o.; Cipher Europe s.r.o.; PLP Facility, a.s.; Forbo Siegling s.r.o.; ASSA ABLOY Opening Solutions Slovakia s. r. o.
verhuurbare oppervlakte 20.049 m²
gebouwd 2016

verhuurbare oppervlakte 13.087 m² gebouwd 2016
huurder FROMM Slovakia, a.s.; Boxon Tech s.r.o.; GND Logistics s.r.o.; IDEAL Automotive Malacky, s.r.o. verhuurbare oppervlakte 15.356 m²
gebouwd 2015

| SLOWAKIJE | |||
|---|---|---|---|
| VGP Park Malacky | |||
| GEBOUW E2 |
| huurder | |
|---|---|
| IDEAL Automotive Malacky, s.r.o. | |
| verhuurbare oppervlakte | 10.606 m² |
| gebouwd | 2024 |
| SLOWAKIJE | |
|---|---|
| VGP Park Bratislava | |
| GEBOUW A | |
| huurder | |
| Dirks Consumer Slovakia GmbH, org. zložka | |
| verhuurbare oppervlakte | 43.361 m² |
| gebouwd | 2022 |
huurder
Volkswagen Konzernlogistik GmbH & Co. OHG
verhuurbare oppervlakte 25.692 m²


| VGP Park Bratislava | |||||
|---|---|---|---|---|---|
| GEBOUW F | |||||
| huurder | |||||
| Apollo Tyres (Europe) B.V.; Packeta Slovakia s.r.o. | |||||
| verhuurbare oppervlakte | 40.117 m² | ||||
| gebouwd | 2024 | ||||


| SLOWAKIJE VGP Park Bratislava |
||
|---|---|---|
| GEBOUW H huurder |
||
| Geis SK s.r.o. | ||
| verhuurbare oppervlakte | 18.354 m² | |
| gebouwd | 2022 |

SLOWAKIJE VGP Park Bratislava GEBOUW F
SLOWAKIJE
huurder Continental Barum s.r.o.
verhuurbare oppervlakte 57.328 m²
gebouwd 2021

SLOWAKIJE VGP Park Zvolen
| GEBOUW C huurder |
|||
|---|---|---|---|
| BUFAB Slovakia s.r.o.; Packeta Slovakia s.r.o.; SpedDKA s.r.o. |
|||
| verhuurbare oppervlakte | 8.479 m² | ||
| gebouwd | 2024 |

GEBOUW G
huurder
Coca-Cola HBC Česko a Slovensko, s.r.o.; Hossa family, s.r.o.; HOLLEX Slovakia, s.r.o.
verhuurbare oppervlakte 19.201 m²
gebouwd 2023

LETLAND VGP Park Kekava
GEBOUW A
huurder
SIA "BMJ Latvia"; Energokomplekss SIA; Hanzas Maiznīca AS; MDL Terminal SIA; Power Solution SIA; GRIPsteel SIA; JAS Worldwide Latvia SIA; VILKS SIA
| verhuurbare oppervlakte | 35.852 m² |
|---|---|
| gebouwd | 2018 |

| LETLAND | ||
|---|---|---|
| VGP Park Kekava | ||
| GEBOUW B | ||
| huurder | ||
| MMD Serviss SIA | ||
| verhuurbare oppervlakte | 26.988 m² | |
| gebouwd | 2019 | |

| ROEMENIË VGP Park Timişoara |
||
|---|---|---|
| GEBOUW A1 | ||
| huurder | ||
| QUEHENBERGER LOGISTICS ROU SRL | ||
| verhuurbare oppervlakte | 17.613 m² | |
| gebouwd | 2016 | |

| LETLAND | |
|---|---|
| VGP Park Riga | |
GEBOUW B
huurder
DO IT SIA
verhuurbare oppervlakte 41.816 m² gebouwd 2023

GEBOUW A2 huurder
FAN COURIER EXPRESS SRL; ITC LOGISTIC ROMANIA S.R.L.; KLG Europe Logistics SRL; INTER CARS ROMANIA SRL
verhuurbare oppervlakte 18.085 m²
gebouwd 2017

huurder
UPS Romania S.R.L.; World Media Trans S.R.L.; Ericsson Antenna Technology Romania S.R.L.; ITC LOGISTIC Romania S.R.L.; DUMERA S.R.L.; EUTRON ELECTRONIC SERVICES S.R.L.; EKOL INTERNATIONAL LOGISTICS S.R.L; Acila SRL; VGP Proiecte Industriale S.R.L.
| verhuurbare oppervlakte | 17.976 m² |
|---|---|
| gebouwd | 2015 |

GEBOUW A
huurder
EUGESTA un Partneri SIA; TeleTower SIA
verhuurbare oppervlakte 28.897 m²




DHL Freight Romania SRL; RESET EMS srl; S.C.; NEFAB PACKAGING ROMANIA SRL; HELBAKO ELECTRONICA SRL; LOSAN DEPOT SRL; World Mediatrans S.R.L.; PETERSSON TECHNOLOGY S.R.L.
verhuurbare oppervlakte 18.184 m²
gebouwd 2016

GEBOUW D
huurder
RPW LOGISTICS SRL; World Mediatrans S.R.L.; VGP Renewable Energy s.r.l.
verhuurbare oppervlakte 30.775 m²
| gebouwd | 2021 |
|---|---|
cargo-partner Expeditii S.R.L.; EUROCCOPER S.A.; DELIVERY SOLUTIONS S.A.; DYNAMIC PARCEL DISTRIBUTION S.A.
verhuurbare oppervlakte 21.879 m²
gebouwd 2019

huurder CONTINENTAL AUTOMOTIVE PRODUCTS SRL.; RONDOCARTON SRL verhuurbare oppervlakte 32.768 m² gebouwd 2024
ROEMENIË VGP Park Brașov GEBOUW A
huurder
ECOPAL DISTRIBUTION SRL; DACHSER ROMANIA SRL; NEFAB PACKAGING ROMANIA SRL; DRIM DANIEL DISTRIBUŢIE FMCG SRL; OLSTRAL HPT SRL; TRADY 2000 SRL; COS 2000 DISTRIBUTION SRL; PRO SOFT SRL; KARL HEINZ DIETRICH INTERNATIONAL EXPED SRL; ITC LOGISTIC ROMANIA SRL; TRANSMEC RO SRL
| verhuurbare oppervlakte | 28.958 m² |
|---|---|
| gebouwd | 2023 |
huurder
Hafele Romania SRL; SYNTRONIC PRODUCTION AND AFTERMARKET SERVICES S.R.L.; CONTINENTAL AUTOMOTIVE PRODUCTS SRL; Ericsson Anteena Technology Romania SRL; DHL International Romania SRL; E.S.M. INTERNATIONAL SRL.; OVT LOGISTICZENTRUM S.R.L.; DELIVERY SOLUTIONS S.A.
verhuurbare oppervlakte 21.143 m²


| VGP Park Brașov | ||
|---|---|---|
| GEBOUW B1 | ||
| huurder | ||
| AUTOLIV ROMANIA SRL | ||
| verhuurbare oppervlakte | 20.898 m² | |
| gebouwd | 2023 | |

| GEBOUW A huurder KUEHNE + NAGEL S.R.L.; Fan Courier Express SRL; NDB LOGISTICA ROMANIA SRL; DYNAMIC PARCEL DISTRIBUTION SA; DRIM DANIEL DISTRIBUTIE FMCG SRL; Vodafone Romania SA; CAPS INDUSTRIES RO SRL verhuurbare oppervlakte 29.414 m² |
VGP Park Arad | |
|---|---|---|
gebouwd 2022
ROEMENIË
ROEMENIË VGP Park Sibiu GEBOUW B
huurder Englmayer Romania SRL; IKEA ROMANIA S.A.; SOMAREST SRL; VEL PITAR SA; TRANSMEC RO SRL
| verhuurbare oppervlakte | 16.667 m² |
|---|---|
| gebouwd | 2022 |

huurder
ROEMENIË
GEBOUW I huurder
VGP Park Brașov
MIELE TEHNICA SRL
SCHENKER LOGISTICS ROMANIA S.A.; DYNAMIC PARCEL DISTRIBUTION SA; RETURO SISTEM GARANŢIE RETURNARE S.A.;
verhuurbare oppervlakte 17.471 m² gebouwd 2023
ROEMENIË
FILDAS TRADING SRL; ITC LOGISTIC ROMANIA S.R.L. verhuurbare oppervlakte 9.556 m² gebouwd 2021


ROEMENIË VGP Park Bucharest
GEBOUW C
huurder SELECT FRUITS SRL; GOLDEN PROVIDER DISTRIBUTION SRL; ASTON COM SA; ALASKA ENERGIES SRL; INTER CARS ROMANIA SRL
| verhuurbare oppervlakte | 30.551 m² |
|---|---|
| gebouwd | 2023 |

| ROEMENIË | ||
|---|---|---|
| VGP Park Bucharest | ||
| GEBOUW D | ||
| huurder | ||
| RAWPLUG Romania SRL; S.C Würth Romania S.R.L.; TOMRA COLLECTION Romania S.R.L. |
||
| verhuurbare oppervlakte | 15.699 m² | |
gebouwd 2023

| Amazon Transport Austria GmbH |
|---|
| 14.835 m² |
| 2023 |


GEBOUW A
huurder
| MAGNA Steyr Fahrzeugtechnik GmbH & Co. KG | ||
|---|---|---|
| verhuurbare oppervlakte | 16.537 m² | |
| gebouwd | 2017 |


| huurder | |
|---|---|
| REWE International Lager- und Transportgesellschaft m.b.H. |
|
| verhuurbare oppervlakte | 26.076 m² |
| gebouwd | 2024 |
OOSTENRIJK VGP Park Graz
GEBOUW B
huurder
WeShip Fulfillment GmbH; LEVL GmbH; Johann Weiss GmbH; Magirus Lohr GmbH
verhuurbare oppervlakte 8.213 m²
gebouwd 2022

NEDERLAND VGP Park Nijmegen GEBOUW A
huurder
Conpax Beheer B.V.; Ahold Europe Real Estate & Construction B.V.; Nippon Express (Nederland) B.V.; VGP Renewable Energy Netherlands BV; Albert Heijn B.V. – afdeling online; Rheinmetall Defence Nederland B.V.
| verhuurbare oppervlakte | 67.352 m² |
|---|---|
| gebouwd | 2020 |

| VGP Park Nijmegen | |
|---|---|
| Holding Geurtsen Thomassen B.V.; VGP Renewable Energy Netherlands BV |
|
| 42.505 m² | |
| 2021 | |
NEDERLAND

| NEDERLAND VGP Park Roosendaal |
||
|---|---|---|
| GEBOUW A | ||
| huurder | ||
| Active Ants B.V.; Raben Netherlands B.V.; VGP Renewable Energy Netherlands BV |
||
| verhuurbare oppervlakte | 41.961 m² | |
| gebouwd | 2020 |



| GEBOUW B | |
|---|---|
| huurder | |
| Loendersloot Global Logistics BV; VGP Renewable Energy Netherlands BV |
|
| verhuurbare oppervlakte | 9.295 m² |
| gebouwd | 2023 |

GEBOUW C
huurder Mantel Arnhem B.V.; Holding Geurtsen Thomassen B.V.; VGP Renewable Energy Netherlands BV
verhuurbare oppervlakte 35.052 m²
gebouwd 2022
Macron S.p.a.; VGP Renewable Energy Italy SRL verhuurbare oppervlakte 6.679 m² gebouwd 2020


| ITALIË | |
|---|---|
| VGP Park Valsamoggia | |
| GEBOUW B | |
| huurder | |
| Macron S.p.a. | |
| verhuurbare oppervlakte | 16.106 m² |
| gebouwd | 2019 |

| VGP Park Sordio |
|---|
| General Logistics Systems Italy S.P.A; VGP Renewable Energy Italy SRL |
| 12.035 m² |
| 2021 |


ITALIË VGP Park Valsamoggia 2 GEBOUW B huurder CEI S.p.A. verhuurbare oppervlakte 18.816 m² gebouwd 2024

| ITALIË |
|---|
| VGP Park Padova |
| GEBOUW A |
| huurder | |
|---|---|
| Carlini Gomme s.r.l.; Gruber Logistics S.p.A. | |
| verhuurbare oppervlakte | 15.301 m² |
| gebouwd | 2021 |
| ITALIË VGP Park Padova |
|
|---|---|
| GEBOUW B | |
| huurder | |
| Gruppo Executive Societa Consortile a r.l. | |
| verhuurbare oppervlakte | 7.246 m² |
| gebouwd | 2021 |
huurder
FGC S.r.l.; VGP Renewable Energy Italy SRL
verhuurbare oppervlakte 23.303 m²


| ITALIË VGP Park Parma Lumiere GEBOUW A |
||||
|---|---|---|---|---|
| huurder | ||||
| GLS Enterprise s.r.l. | ||||
| verhuurbare oppervlakte | 5.710 m² | |||
| gebouwd | 2022 |

| PORTUGAL VGP Park Loures |
|
|---|---|
| GEBOUW B huurder |
|
| DHL Parcel Portugal, Unipessoal, Lda. | |
| verhuurbare oppervlakte | 7.143 m² |
| gebouwd | 2023 |

| huurder | ||||
|---|---|---|---|---|
| Sénalia Logistics & Entreposage.; VGP Énergies Renouvelables France S.A.S. |
||||
| verhuurbare oppervlakte | 39.427 m² | |||
| gebouwd | 2024 |
| SERVIË | ||||
|---|---|---|---|---|
| VGP Park Belgrade – Dobanovci | ||||
| GEBOUW C | ||||
| huurder | ||||
| Metro Cash & Carry d.o.o. Beograd; Gebrüder Weiss Transport and Logistics d.o.o |
||||
| verhuurbare oppervlakte | 35.133 m² | |||


PORTUGAL VGP Park Santa Maria da Feira GEBOUW A
huurder
PORTUGAL
GEBOUW A huurder
VGP Park Loures
DPD Portugal Transporte Expresso, S.A verhuurbare oppervlakte 12.606 m² gebouwd 2023
Rádio Popular – Electrodomésticos, S.A.
verhuurbare oppervlakte 29.813 m²



| SERVIË VGP Park Belgrade – Dobanovci |
||||
|---|---|---|---|---|
| GEBOUW D1 | ||||
| huurder | ||||
| Delhaize Serbia d.o.o. Beograd | ||||
| verhuurbare oppervlakte | 42.320 m² | |||
| gebouwd | 2024 |
| VGP Park | Eigenaar | Land opp. (in m²) | Verhuurbare oppervlakte (in m²) | Gecontracteerde jaarlijkse | |||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Opgeleverd | In aanbouw | Potentieel | Totaal | huur (in miljoen €) | |||
| OOSTENRIJK | |||||||
| VGP Park Traiskirchen | gecommitteerd | 24.394 | — | — | 12.279 | 12.279 | — |
| VGP Park Graz | JV2 | 38.239 | 16.537 | — | — | 16.537 | 1,48 |
| VGP Park Ehrenfeld | VGP | 189.367 | — | 32.930 | 45.457 | 78.387 | 1,63 |
| VGP Park Graz 2 | VGP | 99.682 | 23.048 | — | — | 23.048 | 3,56 |
| VGP Park Laxenburg | VGP | 115.158 | 26.076 | 23.374 | — | 49.450 | 4,00 |
| Totaal VGP | 404.207 | 49.124 | 56.304 | 45.457 | 150.885 | 9,19 | |
| Totaal Joint Ventures | 38.239 | 16.537 | — | — | 16.537 | 1,48 | |
| Totaal gecommitteerd | 24.394 | — | — | 12.279 | 12.279 | — | |
| KROATIË | |||||||
| VGP Park Split | gecommitteerd | 106.664 | — | — | 42.461 | 42.461 | — |
| VGP Park Split | VGP | 80.013 | — | — | 31.393 | 31.393 | — |
| VGP Park Zagreb Lučko | VGP | 97.987 | — | 28.594 | 8.647 | 37.241 | 2,87 |
| Totaal VGP | 178.000 | — | 28.594 | 40.040 | 68.634 | 2,87 | |
| Totaal gecommitteerd | 106.664 | — | — | 42.461 | 42.461 | — | |
| DENEMARKEN | |||||||
| VGP Park Vejle | VGP | 175.255 | — | 27.138 | 57.125 | 84.263 | 1,37 |
| Totaal VGP | 175.255 | — | 27.138 | 57.125 | 84.263 | 1,37 | |
| FRANKRIJK | |||||||
| VGP Park Bordeaux – Les Graves VGP Park Rouen 1 |
gecommitteerd JV6 |
526.135 81.468 |
— 39.427 |
— — |
71.104 — |
71.104 39.427 |
— 2,21 |
| VGP Park Mulhouse | VGP | 213.472 | — | — | 97.881 | 97.881 | — |
| VGP Park Rouen 2 | VGP | 78.115 | — | 34.412 | — | 34.412 | 0,74 |
| VGP Park Rouen 3 | VGP | 122.577 | — | — | 70.676 | 70.676 | — |
| VGP Park Rouen 4 | VGP | 39.131 | — | — | 13.980 | 13.980 | — |
| VGP Park Vélizy | VGP | 193.665 | — | — | 80.000 | 80.000 | — |
| Totaal VGP | 646.960 | — | 34.412 | 262.537 | 296.949 | 0,74 | |
| Totaal Joint Ventures | 81.468 | 39.427 | — | — | 39.427 | 2,21 | |
| Totaal gecommitteerd | 526.135 | — | — | 71.104 | 71.104 | — | |
| SERVIË | |||||||
| VGP Park Belgrade – Dobanovci | VGP | 1.161.243 | 77.453 | 5.208 | 380.557 | 463.218 | 5,74 |
| Totaal VGP | 1.161.243 | 77.453 | 5.208 | 380.557 | 463.218 | 5,74 |
| VGP Park | Eigenaar | Land opp. (in m²) | Verhuurbare oppervlakte (in m²) | Gecontracteerde jaarlijkse huur (in miljoen €) |
|||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Opgeleverd | In aanbouw | Potentieel | Totaal | ||||
| HONGARIJE | |||||||
| VGP Park Alsónémedi | JV1 | 85.349 | 31.679 | — | 4.900 | 36.579 | 2,06 |
| VGP Park Győr | JV1 | 121.799 | 51.496 | — | — | 51.496 | 3,41 |
| VGP Park Budapest Aerozone | VGP | 378.859 | 54.412 | 12.163 | 58.585 | 125.160 | 5,03 |
| VGP Park Budapest Aerozone 2 | VGP | 371.331 | — | — | 136.314 | 136.314 | — |
| VGP Park Győr Béta | VGP | 142.294 | 71.829 | — | — | 71.829 | 4,24 |
| VGP Park Győr Gamma | VGP | 91.791 | — | — | 34.925 | 34.925 | — |
| VGP Park Hatvan | VGP | 59.584 | 16.664 | — | 9.317 | 25.981 | 1,17 |
| VGP Park Kecskemét | VGP | 255.031 | 97.128 | — | 16.004 | 113.132 | 5,64 |
| VGP Park Kecskemét 2 | VGP | 123.715 | — | 25.429 | 35.919 | 61.348 | 2,62 |
| Totaal VGP | 1.422.605 | 240.033 | 37.592 | 291.064 | 568.689 | 18,71 | |
| Totaal Joint Ventures | 207.148 | 83.175 | — | 4.900 | 88.075 | 5,47 | |
| ITALIË | |||||||
| VGP Park Calcio | JV2 | 48.593 | 23.303 | — | — | 23.303 | 0,61 |
| VGP Park Padova | JV2 | 50.091 | 22.547 | — | — | 22.547 | 1,62 |
| VGP Park Parma Lumiere | JV2 | 18.865 | 5.710 | — | — | 5.710 | 0,56 |
| VGP Park Sordio | JV2 | 26.811 | 12.035 | — | — | 12.035 | 1,01 |
| VGP Park Valsamoggia | JV2 | 52.776 | 22.784 | — | — | 22.784 | 1,68 |
| VGP Park Legnano | VGP | 49.381 | — | 22.261 | — | 22.261 | 0,53 |
| VGP Park Paderno Dugnano | VGP | 83.601 | — | — | 34.055 | 34.055 | — |
| VGP Park Parma 3 | VGP | 33.268 | — | — | 14.270 | 14.270 | — |
| VGP Park Parma Paradigna | VGP | 99.487 | — | 50.189 | — | 50.189 | 2,76 |
| VGP Park Valsamoggia 2 (Lunga) | VGP | 66.026 | 18.816 | 15.798 | — | 34.614 | 3,04 |
| VGP Park Verona | gecommitteerd | 169.063 | — | — | 76.688 | 76.688 | — |
| Totaal VGP | 331.763 | 18.816 | 88.248 | 48.325 | 155.389 | 6,33 | |
| Totaal Joint Ventures | 197.136 | 86.380 | — | — | 86.380 | 5,49 | |
| Totaal gecommitteerd | 169.063 | — | — | 76.688 | 76.688 | — | |
| LETLAND | |||||||
| VGP Park Dreilini | gecommitteerd | 107.172 | — | — | 34.351 | 34.351 | — |
| VGP Park Kekava | VGP | 148.442 | 62.840 | — | — | 62.840 | 3,66 |
| VGP Park Riga | VGP | 119.031 | 41.816 | — | 14.060 | 55.876 | 2,31 |
| VGP Park Tiraines | VGP | 63.149 | 28.897 | — | — | 28.897 | 1,74 |
| Totaal VGP | 330.622 | 133.553 | — | 14.060 | 147.613 | 7,71 | |
| Totaal gecommitteerd | 107.172 | — | — | 34.351 | 34.351 | — |
| VGP Park | Eigenaar | Land opp. (in m²) | Verhuurbare oppervlakte (in m²) | Gecontracteerde jaarlijkse | ||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Opgeleverd | In aanbouw | Potentieel | Totaal | huur (in miljoen €) | ||||
| NEDERLAND | ||||||||
| VGP Park Nijmegen | JV2 | 162.214 | 67.352 | — | 20.088 | 87.440 | 4,59 | |
| VGP Park Nijmegen 2 | JV2 | 200.272 | 140.077 | — | — | 140.077 | 7,58 | |
| VGP Park Roosendaal | JV2 | 86.511 | 51.256 | — | — | 51.256 | 3,13 | |
| VGP Park Nijmegen 3 | VGP | 242.518 | — | — | 138.384 | 138.384 | — | |
| Totaal VGP | 242.518 | — | — | 138.384 | 138.384 | — | ||
| Totaal Joint Ventures | 448.997 | 258.685 | — | 20.088 | 278.773 | 15,30 | ||
| PORTUGAL | ||||||||
| VGP Park Vila Nova de Gaia | gecommitteerd | 72.157 | — | — | 33.246 | 33.246 | — | |
| VGP Park Santa Maria da Feira | JV2 | 73.578 | 29.813 | — | — | 29.813 | 1,34 | |
| VGP Park Loures | VGP | 51.526 | 19.749 | — | — | 19.749 | 1,71 | |
| VGP Park Montijo | VGP | 75.550 | — | 32.696 | — | 32.696 | 2,45 | |
| VGP Park Sintra | VGP | 54.765 | — | — | 22.486 | 22.486 | — | |
| Totaal VGP | 181.841 | 19.749 | 32.696 | 22.486 | 74.931 | 4,16 | ||
| Totaal Joint Ventures | 73.578 | 29.813 | — | — | 29.813 | 1,34 | ||
| Totaal gecommitteerd | 72.157 | — | — | 33.246 | 33.246 | — | ||
| ROEMENIË | ||||||||
| VGP Park Timisoara | JV2 | 252.439 | 114.881 | — | — | 114.881 | 6,21 | |
| VGP Park Timisoara 2 | JV2 | 37.413 | 30.775 | — | — | 30.775 | 1,46 | |
| VGP Park Arad | VGP | 385.414 | 29.414 | 20.036 | 144.103 | 193.553 | 3,41 | |
| VGP Park Brașov | VGP | 361.527 | 76.883 | 67.101 | 46.585 | 190.569 | 7,36 | |
| VGP Park Bucharest | VGP | 248.289 | 46.250 | 26.967 | 46.148 | 119.365 | 4,35 | |
| VGP Park Bucharest 2 | VGP | 227.782 | — | — | 113.813 | 113.813 | — | |
| VGP Park Sibiu | VGP | 218.687 | 16.667 | — | 77.329 | 93.996 | 1,03 | |
| VGP Park Timisoara 3 | VGP | 56.374 | 32.768 | — | — | 32.768 | 1,58 | |
| Totaal VGP | 1.498.073 | 201.981 | 114.104 | 427.978 | 744.063 | 17,73 | ||
| Totaal Joint Ventures | 289.852 | 145.656 | — | — | 145.656 | 7,67 | ||
| SLOWAKIJE | ||||||||
| VGP Park Malacky | JV1 | 220.492 | 99.654 | — | 5.000 | 104.654 | 5,27 | |
| VGP Park Bratislava | JV6 | 554.859 | 178.361 | 36.673 | 36.140 | 251.174 | 9,96 | |
| VGP Park Bratislava 2 | VGP | 365.928 | — | — | 155.325 | 155.325 | — | |
| VGP Park Zvolen | VGP | 102.074 | 8.479 | 10.203 | 33.495 | 52.177 | 0,79 | |
| Totaal VGP | 468.002 | 8.479 | 10.203 | 188.820 | 207.502 | 0,79 | ||
| Totaal Joint Ventures | 775.351 | 278.015 | 36.673 | 41.140 | 355.828 | 15,23 |
163
Geconsolideerde overzichten
168 Toelichtingen bij de geconsolideerde
jaarrekening
219
Bijkomende toelichtingen die geen deel uitmaken van de gecontroleerde geconsolideerde jaarrekening
220
Informatie met betrekking tot de moederonderneming 221
Verslag van Commissaris 222
Lexicon
225
Verklaring van de verantwoordelijke personen
Voor het boekjaar eindigend op 31 december 2024
| Winst- en verliesrekening (in duizenden €) | Toelichting | 31. 12. 2024 | 31. 12. 2023 |
|---|---|---|---|
| Omzet1 | 5 | 121.404 | 113.722 |
| Bruto inkomsten uit huur en hernieuwbare energie | 5 | 73.704 | 69.003 |
| Netto operationele kosten verbonden aan vastgoed2 | 6 | -6.018 | -5.534 |
| Netto inkomsten uit huur en hernieuwbare energie | 67.686 | 63.469 | |
| Joint venture management fee inkomsten | 5 | 32.666 | 26.925 |
| Netto waarderingswinsten/(verliezen) op vastgoedbeleggingen3 | 7 | 187.056 | 87.958 |
| Administratieve kosten | 8 | -61.263 | -48.863 |
| Aandeel in het resultaat van joint ventures | 9.1 | 92.744 | -10.715 |
| Overige kosten | -1.750 | — | |
| Bedrijfsresultaat | 317.139 | 118.774 | |
| Financiële opbrengsten | 50.391 | 34.076 | |
| Financiële kosten | -47.988 | -40.107 | |
| Netto financieel resultaat | 10 | 2.403 | -6.031 |
| Resultaat voor belastingen | 319.542 | 112.743 | |
| Belastingen | 11 | -32.555 | -25.451 |
| Resultaat over de periode | 286.987 | 87.292 | |
| Toe te schrijven aan: | |||
| Aandeelhouders van VGP NV | 286.987 | 87.292 | |
| Minderheidsbelangen | — | — | |
| Resultaat per aandeel | Toelichting | 31. 12. 2024 | 31. 12. 2023 |
| Gewone netto-resultaat per aandeel (in €) – basis | 12 | 10,52 | 3,20 |
| Gewone netto-resultaat per aandeel (in €) – verwaterd | 12 | 10,52 | 3,20 |
De bijgevoegde toelichtingen maken integraal deel uit van de geconsolideerde winst- en verliesrekening.
1 Opbrengsten bestaan uit bruto huuropbrengsten en opbrengsten uit duurzame energie. opbrengsten uit servicekosten. opbrengsten uit vastgoed- en facilitymanagement en opbrengsten uit vastgoedontwikkeling.
2 Netto operationele kosten verbonden aan vastgoed bevatten doorrekeningen aan klanten en zijn derhalve gepresenteerd als netto operationele kosten.
3 Bevat gerealiseerde meerwaarde op de verkoop van dochterondernemingen en Joint Ventures.
Voor het boekjaar eindigend op 31 december 2024
| Overzicht van het volledig perioderesultaat (in duizenden €) | 31. 12. 2024 | 31. 12. 2023 |
|---|---|---|
| Winst over de periode | 286.987 | 87.292 |
| Andere elementen van het resultaat na belastingen die later geherklasseerd zullen worden naar het perioderesultaat, na belastingen |
— | — |
| Andere elementen van het resultaat na belastingen die later niet geherklasseerd zullen worden naar het perioderesultaat, na belastingen |
— | — |
| Andere elementen van het resultaat (opgenomen in het eigen vermogen) | — | — |
| Volledig perioderesultaat | 286.987 | 87.292 |
| Toerekenbaar aan: | ||
| Aandeelhouders van VGP NV | 286.987 | 87.292 |
| Minderheidsbelangen | — | — |
| Activa (in duizenden €) | Toelichting | 31. 12. 2024 | 31. 12. 2023 |
|---|---|---|---|
| Immateriële activa | 724 | 1.000 | |
| Vastgoedbeleggingen | 13 | 1.905.411 | 1.508.984 |
| Materiële vaste activa | 13,3 | 122.309 | 107.426 |
| Deelnemingen in joint ventures en geassocieerde deelnemingen | 9,2/9,4 | 1.300.874 | 1.037.228 |
| Andere langlopende vorderingen | 9,3 | 538.484 | 565.734 |
| Uitgestelde belastingvorderingen | 11,3 | 11.620 | 8.304 |
| Totaal vaste activa | 3.879.422 | 3.228.676 | |
| Handels- en andere vorderingen | 14 | 83.804 | 79.486 |
| Geldmiddelen en kasequivalenten | 15 | 492.533 | 209.921 |
| Activa aangehouden voor verkoop | 20 | 198.177 | 892.621 |
| Totaal vlottende activa | 774.514 | 1.182.028 | |
| Totaal activa | 4.653.936 | 4.410.704 |
| Eigen vermogen en verplichtingen (in duizenden €) | Toelichting | 31. 12. 2024 | 31. 12. 2023 |
|---|---|---|---|
| Kapitaal | 16 | 105.676 | 105.676 |
| Uitgifepremie | 16 | 845.579 | 845.579 |
| Overgedragen resultaten | 1.449.172 | 1.263.162 | |
| Eigen vermogen | 2.400.427 | 2.214.417 | |
| Langlopende financiële schulden | 17 | 1.942.495 | 1.885.154 |
| Andere langlopende verplichtingen | 18 | 46.781 | 38.085 |
| Uitgestelde belastingverplichtingen | 11,3 | 35.652 | 23.939 |
| Totaal langlopende verplichtingen | 2.024.928 | 1.947.178 | |
| Kortlopende financiële schulden | 17 | 114.866 | 111.750 |
| Handels- en andere kortlopende schulden | 19 | 102.558 | 84.075 |
| Verplichtingen m.b.t activa aangehouden voor verkoop | 20 | 11.157 | 53.284 |
| Totaal kortlopende verplichtingen | 228.581 | 249.109 | |
| Totaal verplichtingen | 2.253.509 | 2.196.287 | |
| Totaal eigen vermogen en verplichtingen | 4.653.936 | 4.410.704 |
De bijgevoegde toelichtingen maken integraal deel uit van de geconsolideerde balans.
Voor het boekjaar eindigend op 31 december 2024
| Mutatieoverzicht van het eigen vermogen (in duizenden €) | Statutair aandelen kapitaal | Kapitaal reserve | IFRS- aandelen kapitaal | Uitgifte premie | Overgedragen resultaten | Totaal eigen vermogen |
|---|---|---|---|---|---|---|
| Saldo per 1 januari 2023 | 136.092 | -30.416 | 105.676 | 845.579 | 1.250.920 | 2.202.175 |
| Resultaat over de periode | — | — | — | — | 87.292 | 87.292 |
| Totaal gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten | — | — | — | — | 87.292 | 87.292 |
| Dividenden aan aandeelhouders | — | — | — | — | -75.050 | -75.050 |
| Stand per 31 december 2023 | 136.092 | -30.416 | 105.676 | 845.579 | 1.263.162 | 2.214.417 |
| Stand per 1 januari 2024 | 136.092 | -30.416 | 105.676 | 845.579 | 1.263.162 | 2.214.417 |
| Resultaat van de periode | — | — | — | — | 286.987 | 286.987 |
| Totaal gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten | — | — | — | — | 286.987 | 286.987 |
| Dividenden | — | — | — | — | -100.977 | -100.977 |
| Saldo per 31 december 2024 | 136.092 | -30.416 | 105.676 | 845.579 | 1.449.172 | 2.400.427 |
Voor het boekjaar eindigend op 31 december 2024
| Kasstroomstaat (in duizend €) | Toelichting 31. 12. 2024 | 31. 12. 2023 | |
|---|---|---|---|
| Kasstromen uit bedrijfsactiviteiten | |||
| Resultaat vóór belastingen | 319.543 | 112.743 | |
| Aanpassingen voor: | |||
| Afschrijvingen | 8.607 | 5.920 | |
| Niet-gerealiseerde (meer)-/minwaarde op vastgoedbeleggingen | 7 | -94.190 | -28.938 |
| Gerealiseerde (meer)-/minwaarde op verkoop dochterondernemingen | 7 | -92.866 | -59.020 |
| Niet-gerealiseerde (winst)/verlies op financiële instrumenten en wisselkoersen |
10 | 239 | -73 |
| Rente (opbrengsten) | 10 | -50.391 | -34.003 |
| Rente kosten | 10 | 47.749 | 40.107 |
| Aandeel in het resultaat van joint ventures en geassocieerde ondernemingen |
9,1 | -92.744 | 10.715 |
| Operationeel resultaat vóór veranderingen in werkkapitaal en voorzieningen |
45.946 | 47.451 | |
| Afname/(Toename) in handels- en andere vorderingen1 | -11.831 | -20.773 | |
| (Afname)/Toename in handels- en andere schulden1 | (2,765) | 12.532 | |
| Bruto kasstroom uit bedrijfsactiviteiten | 31.350 | 39.210 | |
| Ontvangen interesten | 12.482 | 6.713 | |
| Betaalde interesten | -46.925 | -57.331 | |
| Betaalde winstbelastingen | -10.857 | -15.923 | |
| Netto kasstroom uit bedrijfsactiviteiten | (13,950) | -27.331 |
| Kasstroomstaat (in duizend €) | Toelichting 31. 12. 2024 | 31. 12. 2023 | |
|---|---|---|---|
| Kasstromen uit investeringsactiviteiten | |||
| Inkomsten uit de verkoop van materiële activa en andere | 22 | 46 | — |
| Verkoop van dochterondernemingen, Joint Ventures en vastgoedbeleggingen |
22 | 808.612 | 676.245 |
| Investeringen in vastgoedbeleggingen en installaties, machines en uitrusting |
-452.164 | -667.015 | |
| Inkomsten uit Joint Ventures en geassocieerde deelnemingen | 32.270 | 12.823 | |
| Investeringen in Joint Ventures en geassocieerde deelnemingen | -4.273 | — | |
| Leningen aan joint ventures en geassocieerde deelnemingen | -106.485 | -99.371 | |
| Terugbetalingen van leningen door joint ventures en geassocieerde deelnemingen |
53.365 | 69.241 | |
| Netto kasstroom uit investeringsactiviteiten | 331.371 | -8.078 | |
| Kasstromen uit financieringsactiviteiten | |||
| Uitbetaalde dividenden | -100.977 | -75.050 | |
| Opname van leningen | 17 | 135,000 | — |
| Terugbetalingen van leningen | 17 | (78,000) | (375,000) |
| Netto kasstroom uit financieringsactiviteiten | (43,977) | (450,050) | |
| Netto toename/(afname) in geldmiddelen en kasequivalenten | 273,444 | (485,459) | |
| Geldmiddelen en kasequivalenten aan het begin van de periode | 209,921 | 699,168 | |
| Effect uit wijzigingen in wisselkoersen | (8) | (569) | |
| Herclassificatie als groepen activa aangehouden voor verkoop | 9,176 | (3,219) | |
| Geldmiddelen en kasequivalenten aan het einde van de periode | 492,533 | 209,921 |
De bijgevoegde toelichtingen maken integraal deel uit van het geconsolideerd kasstroomoverzicht.
1 Bevat herclassificatie van € 37,5 miljoen per december 2024 (€ 16 miljoen per december 2023), voornamelijk als een gevolg van de verkopen aan Joint Ventures, alsook herclassificatie van vorderingen en schulden naar activa aangehouden voor verkoop.
Voor het boekjaar eindigend op 31 december 2024
VGP NV (de "onderneming" of "Vennootschap") is een naamloze vennootschap die op 6 februari 2007 naar Belgisch recht werd opgericht voor onbepaalde tijd. De maatschappelijke zetel van de onderneming is gelegen te Generaal Lemanstraat 55 bus 4, 2018 Antwerpen, België en de onderneming is ingeschreven onder het ondernemingsnummer 0887.216.042 (Rechtspersonenregister Antwerpen – Afdeling Antwerpen). De Groep is een vastgoedgroep gespecialiseerd in de aankoop, de ontwikkeling en het beheer van logistiek vastgoed, d.w.z. gebouwen die geschikt zijn voor logistieke doeleinden en lichte industriële activiteiten. De Groep richt zich op strategisch gelegen terreinen die geschikt zijn voor de ontwikkeling van logistieke bedrijfsparken van een bepaalde omvang zodat een uitgebreide en goed gediversifieerde grondbank kan worden opgebouwd op toplocaties, dit zijn locaties in de nabijheid van sterk geconcentreerde woon- en/of productiecentra, met een optimale toegang tot omliggende transportinfrastructuur. Het doel van de Groep is om een toonaangevende pan-Europese gespecialiseerde ontwikkelaar en eigenaar te worden van logistiek en licht industrieel vastgoed van hoge kwaliteit. De Groep is momenteel actief in Duitsland, Nederland, Oostenrijk, Spanje, Portugal, Italië, de Tsjechische Republiek, Slowakije, Hongarije, Roemenië, Letland, Kroatië, Frankrijk, Denemarken en Servië. De geconsolideerde jaarrekening van de onderneming bevat deze van de onderneming en haar dochtervennootschappen (samen verder de "Groep" genoemd). De geconsolideerde jaarrekening werd goedgekeurd door de Raad van Bestuur op 4 april 2025.
De geconsolideerde jaarrekening werd opgesteld in overeenstemming met de International Financial Reporting Standards (IFRS), zoals aanvaard binnen de Europese Unie. Deze bevatten alle nieuwe en herziene standaarden en interpretaties, zoals gepubliceerd door de International Accounting Standards Board (IASB) en de interpretaties gepubliceerd door het International Financial Interpretations Committee van het IASB, voor zover ze van toepassing zijn voor de Groep en voor zover ze toepasbaar zijn vanaf 1 januari 2024.
Een aantal nieuwe standaarden, wijzigingen aan standaarden en interpretaties werden toepasbaar in het huidig boekjaar:
De initiële erkenning van de bovenvermelde nieuwe standaarden hebben geen materiële invloed op de financiële positie en het resultaat van de Groep.
Een aantal nieuwe standaarden, wijzigingen aan standaarden en interpretaties zijn uitgegeven, maar nog niet van toepassing voor 2024, waardoor ze niet mee in rekening werden genomen bij de opmaak van de jaarrekening:
De impact in de presentatie en opstelling van de geconsolideerde jaarrekening omwille van de eerste toepassing van de nieuwe IFRS standaard IFRS 18 Presentatie en toelichting in de jaarrekening wordt momenteel nog verder onderzocht door de Groep. Verder verwacht het management niet dat de eerste toepassing van overige bovengenoemde standaarden, wijzigingen in standaarden en interpretaties aanleiding zullen geven tot materiële wijzigingen in de presentatie en opstelling van de geconsolideerde jaarrekening.
De geconsolideerde jaarrekening werd opgesteld op basis van de historische kostprijs, behalve voor vastgoedbeleggingen en afgeleide financiële instrumenten die tegen reële waarde worden opgenomen. De cijfers worden voorgesteld in duizend euro (duizend €), tenzij anders vermeld. Kleine afrondingsverschillen kunnen voorkomen.
Dochterondernemingen zijn entiteiten waarover VGP NV een beslissende invloed ('zeggenschap') uitoefent, Dit is het geval wanneer VGP NV blootgesteld is aan, of recht heeft op, variabele opbrengsten uit haar deelneming in de entiteit en de mogelijkheid heeft om deze opbrengsten te beïnvloeden door haar macht over de entiteit. Alle intragroepsverrichtingen, intragroepssaldi en niet-gerealiseerde winsten op intragroepsverrichtingen worden geëlimineerd; niet-gerealiseerde verliezen worden eveneens geëlimineerd tenzij het om permanente waardeverminderingen gaat. Waar nodig worden aanpassingen aangebracht aan de rekeningen van de dochterondernemingen om hun grondslagen voor financiële verslaggeving in overeenstemming te brengen met die van de Groep.
Dochterondernemingen worden globaal geconsolideerd vanaf het moment dat de Groep de zeggenschap verwerft tot het moment dat zij de zeggenschap verliest. De jaarrekeningen van dochterondernemingen worden in de geconsolideerde jaarrekening opgenomen vanaf de datum van verwerving tot het einde van de zeggenschap. Verliezen binnen een dochteronderneming worden toegewezen aan de minderheidsbelangen, zelfs als dit een negatief saldo als gevolg kan hebben. Wijzigingen in het belang van de Groep in een dochteronderneming die niet tot een verlies van zeggenschap leiden, worden behandeld als eigen-vermogenstransacties. Wanneer de Groep de zeggenschap verliest over een dochteronderneming, zal de onderneming:
Er is sprake van een joint venture of een gezamenlijke overeenkomst wanneer VGP NV contractueel overeengekomen is om de zeggenschap te delen met een of meerdere partijen, wat enkel het geval is wanneer beslissingen over de relevante activiteiten de unanieme goedkeuring vereisen van de partijen die gezamenlijke zeggenschap hebben. Geassocieerde ondernemingen zijn ondernemingen waarin VGP NV, rechtstreeks of onrechtstreeks, een invloed van betekenis heeft en die geen dochterondernemingen of gezamenlijke overeenkomsten zijn. Dit is verondersteld het geval te zijn indien de Groep tenminste 20% van de stemrechten verbonden met het aandelen bezit. De opgenomen financiële informatie met betrekking tot deze ondernemingen is opgesteld volgens de grondslagen voor financiele verslaggeving van de Groep. Wanneer de Groep gezamenlijke zeggenschap in een joint venture verwerft of een invloed van betekenis in een geassocieerde onderneming verwerft, wordt het aandeel in de verworven activa, passiva en voorwaardelijke verplichtingen initieel geherwaardeerd tegen de reële waarde op de overnamedatum en verwerkt volgens de vermogensmutatiemethode. Indien de overnamevergoeding meer bedraagt dan de reële waarde van het verworven aandeel in de overgenomen activa, passiva en voorwaardelijke verplichtingen wordt dit verschil als goodwill opgenomen. Is de aldus berekende goodwill negatief, dan wordt dit verschil onmiddellijk in het resultaat verwerkt. Daarna wordt het aandeel van de Groep in het resultaat van joint ventures en geassocieerde ondernemingen overeenkomstig de vermogensmutatiemethode in de geconsolideerde jaarrekening opgenomen tot de dag dat er een einde komt aan de gezamenlijke zeggenschap of de invloed van betekenis. Wanneer het aandeel van de Groep in de verliezen van een joint venture of geassocieerde onderneming groter wordt dan de boekwaarde van de deelneming, wordt de boekwaarde op nul gezet en worden bijkomende verliezen enkel nog opgenomen in de mate dat de Groep bijkomende verplichtingen op zich genomen heeft, uitgezonderd in de mate waarin de onderneming feitelijke- of contractuele verplichtingen heeft aangegaan met betrekking tot deze geassocieerde deelneming. Niet-gerealiseerde winsten uit transacties met joint ventures en geassocieerde ondernemingen worden geëlimineerd ten belope van het belang van de Groep tegenover de deelneming in de joint venture of de geassocieerde onderneming. De nettoboekwaarde van deelnemingen in joint ventures en geassocieerde ondernemingen wordt opnieuw geëvalueerd indien er indicaties zijn van een bijzondere waardevermindering, of indicaties dat eerder opgenomen bijzondere waardeverminderingen niet langer gerechtvaardigd zijn. De deelnemingen in joint ventures en geassocieerde ondernemingen in de balans omvatten ook de boekwaarde van gerelateerde goodwill. IAS 28.28 bepaalt dat winsten en verliezen die uit "downstream"-transacties tussen een entiteit en een geassocieerde deelneming of joint venture voortvloeien, alleen in de jaarrekening van de entiteit worden opgenomen voor het aandeel daarin van de belangen van niet-verbonden investeerders in de geassocieerde deelneming of joint venture. In deze standaard wordt evenwel de verwerking van transacties met joint ventures en geassocieerde ondernemingen (b.v. verkoop diensten, interest opbrengsten …) niet behandeld en meer bepaald of deze transacties al dan niet dienen geëlimineerd te worden in de geconsolideerde jaarrekening ten belope van het belang van de Groep tegenover de deelneming in de joint venture of geassocieerde onderneming. Ten aanzien van de behandeling van inkomsten uit transacties met joint ventures en geassocieerde ondernemingen (bijv. Sales services, rente-inkomsten. …). heeft de Groep ervoor gekozen om het gedeelte van haar aandeel in deze transacties niet te elimineren. Bij wijze van voorbeeld: VGP ontvangt € 100 rente-inkomsten op een lening verstrekt aan een 50/50 joint venture. Onder de grondslagen van haar financiële verslaggeving van VGP worden deze rente-inkomsten verwerkt als € 100 rente-inkomsten van de Groep. De kosten die de joint venture zal oplopen zal worden opgenomen op een proportionele (50%) basis via "resultaten in joint ventures en geassocieerde ondernemingen" zonder enige correctie voor het proportionele belang van VGP. Door dit te doen zal de Groep alleen de proportionele winst of verlies erkennen in haar geconsolideerde cijfers en ervoor zorgen dat het geen hogere winst of verlies erkent dan zijn deel opgenomen in de "resultaten in joint ventures en geassocieerde deelnemingen". In tegenstelling en volgens IFRS 10.25 dient na het verlies van zeggenschap over een dochteronderneming, de onderneming de activa en de verplichtingen van de dochteronderneming volledig van de balans te verwijderen (inclusief de minderheidsbelangen) en het eventuele aangehouden belang op te nemen tegen reële waarde. Bij het ontbreken van enig ander relevant advies, heeft de onderneming bijgevolg een keuze om voor de grondslag voor financiële verslaggeving ofwel de benadering van IFRS 10 of alternatief de benadering van IAS 28 toe te passen. VGP heeft voor de grondslagen van haar financiële verslaggeving de keuze gemaakt om de winst of het verlies op de verkoop van een dochteronderneming aan een joint venture of geassocieerde deelneming volledig te erkennen als winst of verlies in de resultatenrekening.
Elementen opgenomen in de jaarrekening van de entiteiten van de Groep worden gewaardeerd in de valuta van de primaire economische omgeving waarin de entiteit actief is (de functionele valuta). De geconsolideerde jaarrekening wordt voorgesteld in euro (€) die de functionele valuta en presentatievaluta van de Onderneming is. Verrichtingen in vreemde valuta worden omgerekend in Euro tegen de wisselkoers op datum van de verrichting. Bijgevolg worden niet-monetaire activa en verplichtingen omgerekend in Euro tegen de historische wisselkoers op datum van de verrichting. Monetaire activa en verplichtingen in een andere munteenheid dan Euro op balansdatum worden omgerekend in Euro tegen de slotkoers op balansdatum. Omrekeningsverschillen worden opgenomen in de geconsolideerde winsten verliesrekening.
Wanneer VGP de controle verwerft over een geïntegreerd geheel van activiteiten en activa, zoals gedefinieerd in IFRS 3 Bedrijfscombinaties, worden de identificeerbare activa, verplichtingen en voorwaardelijke verplichtingen van de verworven onderneming aan hun reële waarde geboekt op de aanschaffingsdatum. De goodwill vertegenwoordigt het positieve verschil tussen de aanschaffingskost en het aandeel van de groep in de reële waarde van het verworven nettoactief. Als dit verschil negatief is (negatieve goodwill), wordt het onmiddellijk in het resultaat geboekt na een herbeoordeling van de waarden. Na de initiële opname wordt de goodwill niet afgeschreven, maar onderworpen aan een impairment test die elk jaar wordt uitgevoerd met de kasstroomgenererende eenheden waaraan de goodwill werd toegewezen. Indien de boekwaarde van een kasstroomgenererende eenheid de bedrijfswaarde overschrijdt, zal het hieruit volgende waardeverlies geboekt worden in het resultaat en in eerste instantie opgenomen worden in mindering van de eventuele goodwill en vervolgens van de andere activa van de eenheid, verhoudingsgewijs aan hun boekwaarde. Een waardevermindering op goodwill wordt niet tijdens een later boekjaar teruggenomen.
Immateriële activa worden gewaardeerd tegen kostprijs of reële waarde verminderd met gecumuleerde afschrijvingen en gecumuleerde bijzondere waardeverminderingen, Immateriële activa worden lineair afgeschreven over hun naar best vermogen geschatte gebruiksduur. De afschrijvingsduur en -methode worden elk jaar opnieuw geëvalueerd bij afsluiting van het boekjaar.
Vastgoedbeleggingen worden initieel opgenomen tegen kostprijs (inclusief transactiekosten). Na initiële opname worden vastgoedbeleggingen gewaardeerd tegen reële waarde. Een externe onafhankelijke waarderingsdeskundige met erkende beroepskwalifi caties en die beschikt over de ervaring met de locatie en categorie van de te waarderen vastgoedbelegging, bepaalt de waarde van de portefeuille minstens éénmaal per jaar. De reële waarde is gebaseerd op de marktwaarde; dit is de prijs waarvoor het vastgoed zou kunnen worden verhandeld op datum van de waardering tussen ter zake goed geïnformeerde en tot een transactie bereid zijnde partijen die onafhankelijk zijn. Winsten of verliezen die voortvloeien uit een wijziging in de reële waarde worden opgenomen in de geconsolideerde winst- en verliesrekening.
Vastgoed dat in aanbouw of in ontwikkeling is voor toekomstig gebruik als vastgoedbelegging wordt gewaardeerd tegen reële waarde. De projectontwikkelingen worden gewaardeerd door dezelfde waarderingsdeskundige als deze die gebruikt wordt voor vastgoedbeleggingen. Voor de projectontwikkelingen worden dezelfde methodes toegepast door de waarderingsdeskundige als deze van toepassing voor de vastgoedbeleggingen maar mits aftrek van de nog te maken bouwkosten van deze marktwaarde. Winsten of verliezen die voortvloeien uit een wijziging in de reële waarde worden opgenomen in de geconsolideerde winst- en verliesrekening. Alle kosten die rechtstreeks toerekenbaar zijn aan de aankoop en de bouw van het vastgoed, en alle volgende investeringsuitgaven die in aanmerking komen als aanschaffingskosten worden geactiveerd.
Terreinen waarover de Groep volledige eigendom heeft t.t.z. effectief ingeschreven is in het kadaster als eigenaar van de gronden, en waarop de Groep van plan is te beginnen met de bouw (zogenaamd "ontwikkelingsland") wordt onmiddellijk gewaardeerd tegen reële waarde. Het ontwikkelingsland wordt gewaardeerd door een externe onafhankelijke waarderingsdeskundige aan de hand van de 'verkoopvergelijking' waarderingsmethode. Winsten of verliezen die voortvloeien uit een wijziging in de reële waarde worden opgenomen in de geconsolideerde winst- en verliesrekening. Alle kosten die rechtstreeks verband houden met de aankoop van de bouwgrond worden geactiveerd. Terreinen die contractueel onder optie zijn en dus nog niet in volle eigendom van de Groep zijn, worden slechts opgenomen in de balans (vastgoedbeleggingen) op het ogenblik dat de Groep de volle eigendom over deze terreinen verwerft. Voor het aangaan van bepaalde optionele contracten m.b.t. het toekomstig verwerven van terreinen dient de Groep een voorschot te betalen. Deze voorschotten worden opgenomen als overige vorderingen tenzij deze bedragen niet van materieel belang zijn. In het laatste geval kan de raad van bestuur beslissen om deze bedragen op te nemen onder de vastgoedbeleggingen. Kosten verbonden aan infrastructuurwerkzaamheden worden niet opgenomen in de reële waarde van het ontwikkelingsland maar worden erkend als vastgoedbeleggingen, gewaardeerd aan aanschaffingswaarde. Voor het geval dat de raad van bestuur van mening is dat de reële waarde van het ontwikkelingsland onvoldoende betrouwbaar bepaald kan worden, kan de raad van bestuur ervoor kiezen om het ontwikkelingsland te waarderen tegen kostprijs minus bijzondere waardeverminderingen tot op het ogenblik dat de reële waarde op een betrouwbare manier kan bepaald worden.
Rente en andere financieringskosten die toe te rekenen zijn aan de verwerving en ontwikkeling van vaste activa en die opgelopen zijn tot het actief klaar is voor gebruik, worden geactiveerd. Deze geactiveerde interesten worden bepaald op basis van de gewogen gemiddelde kost van de groep's schulden. Vervolgens worden ze opgenomen als financiële kosten in de geconsolideerde winst- en verliesrekening.
Bij de aanvang van de leaseperiode worden leases (met uitzondering voor leases met een looptijd van maximaal twaalf maanden en leases waarbij het onderliggend actief een lage waarde heeft) als gebruiksrecht en leaseverplichting in de balans opgenomen aan de huidige waarde van de toekomstige leasebetalingen. Vervolgens worden alle gebruiksrechten, die classificeren als vastgoedbelegging, gewaardeerd aan fair value, in overeenstemming met de waarderingsregels beschreven bij 2.7 Vastgoedbeleggingen. De minimale leasebetalingen worden deels als financieringskosten en deels als aflossing van de uitstaande verplichting opgenomen op een wijze dat dit resulteert in een constante periodieke rente over het resterende saldo van de verplichting. De financiële lasten worden rechtstreeks ten laste van het resultaat gelegd. Voorwaardelijke leasebetalingen worden als lasten verwerkt in de periodes waarin ze zijn uitgevoerd.
Indien een lease-overeenkomst aan de voorwaarden van een financiële lease voldoet (volgens IFRS 16), zal VGP, als verhuurder, de lease-overeenkomst bij haar aanvang in de balans erkennen als een vordering voor een bedrag gelijk aan de netto-investering in de lease-overeenkomst. Het verschil tussen dit laatste bedrag en de boekwaarde van de verhuurde eigendom (exclusief de waarde van het residueel recht gehouden door VGP) bij de aanvang van de lease-overeenkomst, zal erkend worden in de resultatenrekeningen van die periode. Elke verrichte periodieke betaling door de huurder, zal door VGP gedeeltelijk erkend worden als een terugbetaling van kapitaal en gedeeltelijk als een financiële opbrengst, gebaseerd op een constante periodieke return voor VGP. Het residueel recht gehouden door VGP zal, op elke balansdatum, erkend worden aan zijn reële waarde. Deze waarde zal elk jaar stijgen en zal op het einde van de lease-overeenkomst overeenstemmen met de marktwaarde van het volledige eigendomsrecht. Deze toenames zullen erkend worden onder de rubriek Netto meer-/(min) waarde op vastgoedbeleggingen in de resultatenrekening.
De Groep maakt betalingen aan vastgoedmakelaars voor de diensten die geleverd worden m.b.t. onderhandelingen van huurovereenkomsten met de huurders van de Groep. De makelaarskosten worden geactiveerd en opgenomen in de boekwaarde van de respectievelijke vastgoedbelegging en afgeschreven over de looptijd van de huurovereenkomst. Huurkortingen worden opgenomen als een vermindering van de huurinkomsten op een lineaire basis over de huurperiode.
Materiële vaste activa worden opgenomen tegen kostprijs verminderd met gecumuleerde afschrijvingen en gecumuleerde bijzondere waardeverminderingen. De kostprijs omvat alle directe kosten en uitgaven die opgelopen werden om het actief op de locatie en in de staat te brengen die noodzakelijk is om op de beoogde wijze te functioneren. Toekomstige uitgaven voor herstellingen worden onmiddellijk opgenomen in het resultaat, tenzij ze de toekomstige financiële winsten van het actief verhogen. Materiële vaste activa worden lineair afgeschreven over hun verwachte gebruiksduur, naargelang van hun categorie. De gebruiksduur en de afschrijvingsmethode worden minstens op het einde van elk boekjaar opnieuw geëvalueerd. Tenzij herzien ten gevolge van specifieke wijzigingen in de verwachte gebruiksduur, worden volgende jaarlijkse afschrijvingspercentages toegepast:
| — | software | 33%; |
|---|---|---|
| — | computer materieel | 10–33%; |
| — | kantoormateriaal | 7–20%; |
| — | rollend materieel | 25%; |
| — | Laadstations elektrische wagens 12,5%; | |
| — | fotovoltaïsche installaties | 5% |
Financiële activa tegen geamortiseerde kostprijs omvatten handelsvorderingen, overige vorderingen en geldmiddelen en kasequivalenten en vertegenwoordigen niet-afgeleide financiële instrumenten die worden aangehouden binnen een bedrijfsmodel met als doel het ontvangen van contractuele kasstromen (aangehouden om te innen) en de contractuele voorwaarden van het financieel actief geven aanleiding tot kasstromen op vaste data die uitsluitend betalingen van hoofdsom en rente vertegenwoordigen. Dergelijke financiële activa worden gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs, waarbij elk verschil tussen de kostprijs en de aflossingswaarde op basis van de effectieve-rentevoet in de geconsolideerde winst- en verliesrekening wordt opgenomen over de looptijd van de financiele activa. Handelsvorderingen dragen geen rente en worden gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs verminderd met de nodige voorzieningen voor dubieuze debiteuren. Dergelijke voorzieningen zijn gebaseerd op de verwachte kredietverliezen, berekend in overeenstemming met IFRS 9. De groep heeft geen voorzieningenmatrix ontwikkeld op basis van historische kredietverliesverliezen, aangezien historische kredietverliezen onbeduidend zijn. In geval van een aanzienlijke toename van het kredietrisico sinds de eerste opname, neemt de Groep de verwachte kredietverliezen over de gehele levensduur in aanmerking. Dit is het geval wanneer er objectieve bewijzen zijn dat de onderneming niet in staat zal zijn om alle verschuldigde bedragen te innen volgens de oorspronkelijke voorwaarden van de vorderingen. Belangrijke financiële moeilijkheden van de debiteur, de waarschijnlijkheid dat de debiteur failliet zal gaan of een financiële reorganisatie zal doorvoeren, en/of wanbetaling worden beschouwd als indicatoren dat het risico op niet te recupereren vorderingen aanzienlijk is toegenomen. Een bijzonder waardeverminderingsverlies wordt opgenomen in de winst-en-verliesrekening, evenals de latere recuperaties van eerdere bijzondere waardeverminderingen. Overige financiële activa tegen geamortiseerde kostprijs omvatten voornamelijk leningen aan joint ventures en geassocieerde deelnemingen. Deze financiële activa worden geboekt tegen geamortiseerde kostprijs en de Groep neemt een verliesverrekening op voor verwachte kredietverliezen in overeenstemming met IFRS 9. Het bedrag van de verwachte kredietverliezen wordt op elke verslagdatum geactualiseerd om rekening te houden met veranderingen in het kredietrisico sinds de eerste opname van het desbetreffende financiële actief. Geldmiddelen en kasequivalenten bestaan uit kassaldi en direct opvraagbare deposito's. Het bedrag van de verwachte kredietverliezen wordt op elke verslagdatum geactualiseerd om rekening te houden met veranderingen in het kredietrisico sinds de eerste opname van het desbetreffende financiële actief. Dergelijke kassaldi worden enkel aangehouden bij banken met een hoge kredietwaardigheid, aangezien dergelijke verwachte kredietverliezen niet als significant worden beschouwd. Rekening-courantkredieten bij banken die direct opeisbaar zijn en integraal deel uitmaken van het liquiditeitenbeheer van de Groep, worden opgenomen als onderdeel van de geldmiddelen en kasequivalenten ten behoeve van het geconsolideerde kasstroomoverzicht.
Een vast actief, of een groep activa die wordt afgestoten, wordt geclassificeerd als aangehouden voor verkoop wanneer de boekwaarde hoofdzakelijk zal worden gerealiseerd in een verkooptransactie en niet door het te blijven gebruiken. Deze voorwaarde is enkel vervuld als de verkoop heel waarschijnlijk geacht wordt en als het actief (of de groep activa die wordt afgestoten) gereed is voor onmiddellijke verkoop in zijn huidige staat. Een beëindigde bedrijfsactiviteit is een component van een entiteit die ofwel is afgestoten ofwel is geclassificeerd als aangehouden voor verkoop, een afzonderlijke belangrijke bedrijfsactiviteit of geografisch bedrijfsgebied vertegenwoordigt en zowel operationeel als voor de financiële verslaggeving kan worden onderscheiden van de rest van de entiteit. Er kan pas sprake zijn van een zeer waarschijnlijke verkoop als de entiteit zich heeft verbonden tot een plan voor de verkoop van het actief (of de groep activa die wordt afgestoten) en als een operationeel plan opgestart is om een koper te vinden en het plan te voltooien. Bovendien moet het actief (of de groep activa die wordt afgestoten) op actieve wijze voor verkoop op de markt gebracht worden tegen een prijs die redelijk is ten opzichte van zijn huidige reële waarde en dient de verkoopovereenkomst naar verwachting afgesloten te worden binnen het jaar na de datum van de classificatie. Activa die geclassificeerd zijn als aangehouden voor verkoop worden gewaardeerd tegen de laagste waarde van de boekwaarde en de reële waarde na aftrek van verkoopkosten. Een eventueel overschot van de boekwaarde tegenover de reële waarde na aftrek van verkoopkosten wordt opgenomen als een bijzondere waardevermindering. Zodra activa geclassificeerd worden als aangehouden voor verkoop worden ze niet langer afgeschreven. Vergelijkende balansinformatie voor voorgaande perioden wordt niet herwerkt om de nieuwe classificatie in de balans te weerspiegelen.
VGP heeft juridische entiteiten overgedragen aan de Eerste, Tweede, Vijfde en Zesde Joint Venture. Echter, op het moment van de transactie weerspiegelt de aankoopprijs van de aandelen enkel de waarde van de afgewerkte vaste activa binnen de overgedragen juridische entiteiten. Eventuele resterende ontwikkelingsgronden of vastgoed in aanbouw binnen deze juridische entiteiten blijven daarom onder controle en economische eigendom van VGP Groep. Hiervoor financiert VGP deze resterende ontwikkelingen via het verlenen van constructie- en ontwikkelingsleningen aan deze juridische entiteiten. Deze leningen worden gerapporteerd onder "Vaste activa aangehouden voor verkoop" en worden geherwaardeerd op basis van de reële waarde van de onderliggende activa die deze constructie- en ontwikkelingsleningen vertegenwoordigen.
Rentedragende leningen worden initieel opgenomen tegen de reële waarde verminderd met de toerekenbare transactiekosten. Daarna worden de rentedragende leningen gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs, waarbij elk verschil tussen de kostprijs en de inkoopwaarde wordt opgenomen in de geconsolideerde winst- en verliesrekening over de periode van de lening op basis van de eff ectieve rente. De Groep classifi ceert als kortlopend elk onderdeel van de langlopende leningen dat binnen het jaar na de balansdatum wordt afgewikkeld.
Handels- en andere schulden worden gewaardeerd aan afgeschreven kostprijs verminderd met bijzondere waardeverminderingsverliezen.
De Groep past geen hedge accounting toe in overeenstemming met IFRS 9. Afgeleide financiële activa en passiva worden geclassificeerd als financiële activa of passiva tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winsten verliesrekening (RWVR). Afgeleide financiële activa en verplichtingen bestaan voornamelijk uit renteswaps en valutatermijncontracten voor afdekkingsdoeleinden (economische afdekking). De opname van de afgeleide financiële instrumenten vindt plaats bij het aangaan van de economische afdekkingscontracten. Zij worden initieel en vervolgens gewaardeerd tegen reële waarde; transactiekosten worden rechtstreeks in de financieringskosten opgenomen. Winsten of verliezen op derivaten worden tegen RWVR opgenomen in de winst-en-verliesrekening in de winst- en verliesrekening onder de nettoveranderingen in de reële waarde van financiële instrumenten.
De boekwaarden van de activa van de Groep worden herzien op balansdatum om te bepalen of er aanwijzingen bestaan voor een bijzondere waardevermindering. Indien een dergelijke aanwijzing bestaat, wordt de realiseerbare waarde van het actief geschat. Een bijzonder waardeverminderingsverlies wordt opgenomen als de boekwaarde van het actief of zijn kasstroomgenererende eenheid hoger ligt dan zijn realiseerbare waarde. Bijzondere waardeverminderingsverliezen worden opgenomen in de geconsolideerde winst- en verliesrekening. Bijzondere waardeverminderingsverliezen met betrekking tot kasstroomgenererende eenheden verminderen de boekwaarde van de activa van de eenheid (of groep van eenheden) op een pro-rata basis.
Een bijzonder waardeverminderingsverlies wordt teruggeboekt in de geconsolideerde winst- en verliesrekening indien er een wijziging heeft plaatsgevonden in de schattingen gebruikt om de realiseerbare waarde te bepalen voor zover dit een bijzonder waardeverminderingsverlies van hetzelfde actief terugdraait dat in een voorgaande periode was opgenomen als kost.
Een voorziening wordt opgenomen in de geconsolideerde balans indien de Groep een bestaande in rechte afdwingbare of feitelijke verplichting heeft ten gevolge van een gebeurtenis uit het verleden en het waarschijnlijk is dat een uitstroom van middelen die economische voordelen in zich bergen vereist zal zijn om de verplichting te voldoen. Indien het effect materieel is, worden voorzieningen bepaald door de verwachte toekomstige kasstromen te disconteren tegen een disconteringsvoet vóór belastingen dat rekening houdt met de huidige marktbeoordelingen voor de tijdswaarde van geld en de risico's die inherent zijn aan de verplichting.
De opbrengsten omvatten huuropbrengsten, opbrengsten uit hernieuwbare energie (zonne-energie), opbrengsten uit vastgoedbeheer en facility management, opbrengsten uit hoofde van ontwikkelingsmanagement en opbrengsten uit hoofde van doorgerekende huurlasten. Huuropbrengsten uit operationele leaseovereenkomsten worden lineair over de leaseperiode opgenomen. Wanneer de Groep kortingen (incentives) verstrekt aan haar huurders, worden de kosten van de kortingen lineair opgenomen over de looptijd van de huurovereenkomst als een vermindering van de huuropbrengsten. Opbrengsten uit hernieuwbare energie omvat verschillende inkomstenstromen zoals verkoop van opgewekte energie, verhuring van de fotovoltaïsche installatie en overheidssubsidies. De boekhoudkundige verwerking van de opbrengsten uit hernieuwbare energie is afhankelijk van de contractuele voorwaarden van de overeenkomst tussen VGP's hernieuwbare energie bedrijf en zijn klanten (m.n. huurders of groene stroom energieleveranciers). Als VGP's hernieuwbare energie bedrijf een "Purchase Power Agreement" (PPA) heeft gesloten met zijn klanten dan zullen de inkomsten erkend worden wanneer de elektriciteit geleverd wordt. Dit op basis van de contractuele prijs per kilowattuur (kWh). De erkende opbrengsten zijn bijgevolg gebaseerd op de hoeveelheid geleverde elektriciteit en eventuele aanpassingen aan de contractprijs of inkomsten zullen worden toegepast op basis van de voorwaarden van de PPA. Wanneer VGP's hernieuwbare energie bedrijf een huurovereenkomst heeft afgesloten met zijn klanten voor de verhuur van de fotovoltaïsche installatie, is de opbrengst erkenning gebaseerd op de verschuldigde huurtermijnen van toepassing volgens de huurovereenkomst. Opbrengsten worden erkend op basis van de verschuldigde huuraflossingen over de looptijd van huurovereenkomst. Eventuele aanpassingen zullen uitgevoerd worden op basis van de voorwaarden van de huurovereenkomst. Overheidssubsidies worden opgenomen in het jaar waarop de overheidssubsidie toegekend is. Opbrengsten uit hoofde van vastgoedbeheer, facility en ontwikkelingsmanagement worden opgenomen in de verslagperiode waarin de zeggenschap over de diensten wordt overgedragen aan de klant, dat wil zeggen op het moment dat de dienst wordt verleend. Voor bepaalde dienstverleningscontracten worden de opbrengsten opgenomen op basis van de daadwerkelijk verleende diensten tot het einde van de verslagperiode in verhouding tot de totale te verlenen diensten, omdat de klant de voordelen gelijktijdig ontvangt en gebruikt. Sommige vastgoedbeheercontracten kunnen meerdere elementen van de dienstverlening omvatten, die aan huurders worden geleverd. De Groep beoordeelt of de individuele elementen van de dienstverlening in het contract afzonderlijke prestatieverplichtingen zijn. Indien de contracten meerdere prestatieverplichtingen en/ of lease- en niet-leasecomponenten bevatten, wordt de transactieprijs aan elke prestatieverplichting (lease- en niet-leasecomponent) toegewezen op basis van de op zichzelf staande verkoopprijzen. Indien deze verkoopprijzen niet direct waarneembaar zijn, worden ze geschat op basis van een verwachte kostprijs plus marge. In het geval van contracten met een vaste prijs betaalt de klant het vaste bedrag op basis van een betalingsschema. Indien de verleende diensten de betaling overtreffen, wordt een contractueel actief opgenomen. Indien de betalingen de geleverde diensten overtreffen, wordt een contractuele verplichting opgenomen. Opbrengsten worden gewaardeerd tegen de in het kader van het contract overeengekomen transactieprijs. De als omzet vermelde bedragen zijn exclusief variabele vergoedingen en betalingen aan klanten, die niet voor afzonderlijke diensten zijn, en kunnen bestaan uit kortingen, handelsvergoedingen, rabatten en bedragen die voor rekening van derden worden geïnd. Een vordering wordt opgenomen wanneer diensten worden verleend, aangezien dit het moment is waarop de vergoeding onvoorwaardelijk is, omdat alleen het verstrijken van de tijd vereist is voordat de betaling verschuldigd is. Wanneer de Groep als agent optreedt, worden de commissie en niet de bruto-inkomsten als opbrengsten geboekt.
Door te rekenen huurlasten m.b.t. afgesloten servicecontracten en operationele kosten verbonden aan vastgoed worden opgenomen in de winst- en verliesrekening wanneer ze gemaakt worden.
Het Netto financieel resultaat omvat de te betalen rente op schulden en interest rate swaps berekend aan de hand van de methode van de effectieve rentevoet na aftrek van de geactiveerde rente, te ontvangen rente op beleggingen en interest rate swaps, winsten en verliezen uit wisselkoersverschillen die in de geconsolideerde winst- en verliesrekening worden opgenomen.
Belastingen op de winst of het verlies van de periode omvatten de actuele en de uitgestelde belasting. Belastingen worden opgenomen in de geconsolideerde winst- en verliesrekening tenzij ze betrekking hebben op posten die rechtstreeks in het eigen vermogen zijn opgenomen; in dat geval worden ze opgenomen in het eigen vermogen. De actuele belasting is het verwachte te betalen bedrag op de belastbare winst van het boekjaar, waarbij gebruik gemaakt wordt van de belastingtarieven van toepassing op de balansdatum en elke aanpassing aan de verschuldigde (of verrekenbare) belastingen met betrekking tot vorige boekjaren. De uitgestelde belasting wordt berekend aan de hand van de balansmethode op de tijdelijke verschillen tussen de boekwaarde van activa en verplichtingen ('balance sheet liability method') in de balans en de fiscale boekwaarde van deze activa en verplichtingen. Uitgestelde belastingen worden gewaardeerd tegen de belastingtarieven die naar verwachting van toepassing zullen zijn op de periode waarin het actief wordt gerealiseerd of de verplichting wordt afgewikkeld op basis van de belastingtarieven van toepassing op de balansdatum. Uitgestelde belastingvorderingen worden enkel opgenomen in zoverre het waarschijnlijk is dat voldoende fiscale winst beschikbaar zal zijn waarmee het tijdelijke verschil kan worden verrekend. Uitgestelde belastingvorderingen en –verplichtingen werden gesaldeerd, in overeenstemming met de criteria in IAS 12 § 74. Uitgestelde belastingvorderingen worden verlaagd in zoverre het niet langer waarschijnlijk is dat voldoende belastbare winst beschikbaar zal zijn
Voor een overzicht van de risico's gekoppeld aan de activiteiten van de VGP Groep verwijzen we naar het hoofdstuk 'Risicofactoren'.
De vastgoedportefeuille van VGP wordt minstens éénmaal per jaar gewaardeerd door een externe onafhankelijke vastgoeddeskundige. Deze waardering door vastgoeddeskundigen is bedoeld om de marktwaarde van het vastgoed op een bepaalde datum te bepalen in functie van de evolutie van de vastgoedmarkten en de specifieke karakteristieken van het respectievelijk vastgoed. De vastgoedportefeuille wordt gewaardeerd tegen reële waarde in de geconsolideerde jaarrekening van de Groep (zie toelichting 13).
De hoogstgeplaatste functionaris die belangrijke operationele beslissingen neemt, is de persoon die middelen toewijst aan en de prestaties beoordeelt van de operationele segmenten. De Groep heeft bepaald dat hoofdbeslissingsnemer de Chief Executive Officer (CEO) van de onderneming is. Hij wijst middelen toe aan en beoordeelt de prestaties op business line- en landniveau.
De basis voor segmentatie segment verslaggeving binnen VGP is allereerst per activiteit en ten tweede per geografische regio.
Voor bestuursdoeleinden presenteert de Groep de financiele informatie volgens een bestuurlijke opsplitsing, op basis van de functionele toewijzing van opbrengsten en kosten. Deze bedragen zijn gebaseerd op diverse veronderstellingen en zijn bijgevolg niet opgesteld in overeenstemming met de IFRS-geauditeerde geconsolideerde jaarrekening van VGP NV voor de periode eindigend 2024 en 2023. De Groep rapporteert de volgende drie segmenten:
De investerings- of zogenaamde verhuuractiviteiten van de Groep bestaan uit de operationele winst die wordt gegenereerd door de voltooide en verhuurde projecten in de portefeuille van de Groep en het proportionele deel van de operationele winst (exclusief netto waarderingswinsten) van de voltooide en verhuurde projecten in de portefeuille van de joint ventures. Als onderdeel van de update van de segmentrapportage worden ook de inkomsten uit vastgoed- en activabeheer geconsolideerd, die inkomsten uit activabeheer, vastgoedbeheer en facilitair beheer omvatten.
Opbrengsten en kosten toegerekend aan de verhuur business unit omvatten 10% van de exploitatiekosten van de Groep; overige opbrengsten; overige kosten, na aftrek van kosten toegerekend aan vastgoedontwikkeling; en aandeel in het resultaat van de joint ventures, exclusief herwaarderingsresultaten.
Gerelateerde bedrijfs-, administratie- en andere kosten omvatten direct toegerekende kosten van de respectievelijke asset management, property management en facility management service bedrijven.
De vastgoedontwikkelingsactiviteiten van de Groep bestaan uit het netto ontwikkelingsresultaat van de ontwikkelingsactiviteiten van de Groep. Voorheen was dit exclusief waarderingsresultaten op vastgoedbeleggingen buiten bepaalde exclusiviteitsperimeters van Joint Ventures. Aangezien het Joint Venture model van de Groep in de afgelopen jaren is geëvolueerd, bijvoorbeeld met de toevoeging van de Vijfde en Zesde Joint Venture, waarbij niet noodzakelijkerwijs exclusiviteit aan de Joint Venture wordt verleend, heeft de Groep haar gesegmenteerde verslag bijgewerkt om de EBITDA van het segment vastgoedontwikkeling te presenteren inclusief alle ontwikkelingen (inclusief de vergelijkbare periode). Zodra de vastgoedbelegging is verkocht aan een Joint Venture, worden herwaarderingswinsten of -verliezen niet langer opgenomen als EBITDA.
Het vastgoedontwikkelingssegment heeft een allocatie van 80% van de groep haar administratieve kosten.
Het segment hernieuwbare energie van de Groep omvat bruto-inkomsten uit hernieuwbare energie en de direct toerekenbare bedrijfskosten. De inkomsten uit hernieuwbare energie worden gegenereerd door de verkoop van elektriciteit, overheidssubsidies en/of leasingactiviteiten. Daarnaast wordt 10% van de administratiekosten toegerekend aan het segment hernieuwbare energie.
Het segment hernieuwbare energie huurt daken van andere VGP-entiteiten. In de mate dat deze niet geëlimineerd werden in de consolidatiekring, werden ze terug toegevoegd als kost, ten voordele van een opbrengsterkenning in het Investeringssegment.
Samenvatting van de opsplitsing van de activiteitssegmenten
| In duizenden € | 31. 12. 2024 | 31. 12. 20231 |
|---|---|---|
| Investeringen & Vastgoed– en activabeheer EBITDA |
204.293 | 171.388 |
| Vastgoedontwikkeling EBITDA | 144.770 | 52.163 |
| Hernieuwbare energie EBITDA | 5.390 | 1.603 |
| Totaal operationele EBITDA | 354.453 | 225.154 |
| In duizenden € | Voor de periode afgesloten op 31 december 2024 | |||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| Investerings activiteiten |
Vastgoed ontwikkeling |
Hernieuwbare energie |
Intersegment eliminaties |
Totaal | ||
| Bruto huur -en hernieuwbare energieopbrengsten | 65.382 | — | 8.338 | -16 | 73.704 | |
| Operationele kosten verbonden aan vastgoed | -366 | -3.287 | -2.381 | 16 | -6.018 | |
| Netto huur- en hernieuwbare energieopbrengsten | 65.016 | -3.287 | 5.957 | — | 67.686 | |
| Joint Ventures "management fee" inkomsten | 32.666 | — | — | — | 32.666 | |
| Netto meer-/(min)waarde op vastgoedbeleggingen bestemd voor de Joint Ventures |
— | 187.056 | — | — 187.056 | ||
| Administratieve kosten | -13.090 | -38.999 | -567 | — | -52.656 | |
| Aandeel in het aangepast resultaat van de Joint Ventures na belastingen2 | 119.701 | — | — | — 119.701 | ||
| EBITDA | 204.293 | 144.770 | 5.390 | — 354.453 | ||
| Overige kosten | — | — | — | — | -1.750 | |
| Afschrijvingen en waardeverminderingen | -782 | -3.126 | -4.699 | — | -8.607 | |
| Resultaat voor belastingen en interest | 203.511 | 141.644 | 691 | — 344.096 | ||
| Netto financiële kosten – Eigen portefeuille | 2.403 | |||||
| Netto financiële kosten – Joint ventures en geassocieerde ondernemingen | — | — | — | — | -58.184 | |
| Resultaat voor belastingen | — | — | — | — 288.315 | ||
| Inkomstenbelastingen – eigen | — | — | — | — | -10.857 | |
| Inkomstenbelastingen – joint ventures en geassocieerde ondernemingen | — | — | — | — | -7.320 | |
| Recurrente netto-inkomsten | — | — | — | — 270.139 | ||
| Netto meer-/(min)waarde op vastgoedbeleggingen – andere landen3 | — | — | — | — | — | |
| Netto meer-/(min)waarde op vastgoedbeleggingen – Joint ventures en geassocieerde ondernemingen |
— | — | — | — | 54.481 | |
| Niet-gerealiseerde winsten/(verliezen) op afdekkingsderivaten | — | — | — | — | — | |
| Netto meer-/(min)waarde) op renteswaps en andere derivaten – Joint ventures en geassocieerde ondernemingen |
— | — | — | — | -915 | |
| Latente belastingen – eigen portefeuille | — | — | — | — | -21.698 | |
| Latente belastingen – joint ventures en geassocieerde ondernemingen | — | — | — | — | -15.020 | |
| Gerapporteerd resultaat over de periode | — | — | — | — 286.987 |
2 Het aandeel van Joint Ventures in de gecorrigeerde winst na belastingen geeft de nettohuuropbrengsten en administratiekosten van de Joint Ventures weer, exclusief waarderingswinsten of financiële en belastinglasten.
3 Had voorheen betrekking op ontwikkelingen in landen buiten de JV-perimeters.
1 Vastgoedontwikkelings' EBITDA werd aangepast met € 9,3 miljoen aangezien het netto waarderingsresultaat op landen buiten de exclusiviteitspermiter van de Joint Ventures werd toegevoegd en niet langer buiten de EBITDA gerapporteerd worden.
| In duizenden € | Voor de periode afgesloten op 31 december 2023 | ||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Investerings activiteiten |
Vastgoed ontwikkeling |
Hernieuw bare energie |
Inter segment eliminaties |
Totaal | |||||
| Bruto huur -en hernieuwbare energieopbrengsten |
64.705 | — | 4.361 | -63 | 69.003 | ||||
| Operationele kosten verbonden aan vastgoed |
-470 | -4.231 | -896 | 63 | -5.534 | ||||
| Netto huur- en hernieuwbare energieopbrengsten |
64.235 | -4.231 | 3.465 | — | 63.469 | ||||
| Joint Ventures "management fee" inkomsten |
26.925 | 26.925 | |||||||
| Netto meer-/(min)waarde op vastgoedbeleggingen bestemd voor de Joint Ventures |
— | 87.958 | — | — | 87.958 | ||||
| Administratieve kosten | -9.517 | -31.564 | -1.862 | — | -42.943 | ||||
| Aandeel in het aangepast resultaat van de Joint Ventures na belastingen1 |
89.745 | — | — | — | 89.745 | ||||
| EBITDA | 171.388 | 52.163 | 1.603 | — | 225.154 | ||||
| Overige kosten | — | — | — | — | — | ||||
| Afschrijvingen en waardeverminderingen | -698 | -2.790 | -2.432 | — | -5.920 | ||||
| Resultaat voor belastingen en interest | 170.690 | 49.373 | -829 | — | 219.234 | ||||
| Netto financiële kosten – Eigen portefeuille | — | — | — | — | -6.032 | ||||
| Netto financiële kosten – Joint venture en geassocieerde ondernemingen |
— | — | — | — | -34.199 | ||||
| Resultaat voor belastingen | — | — | — | — | 179.004 | ||||
| Inkomstenbelastingen – eigen | — | — | — | — | -15.923 | ||||
| Inkomstenbelastingen – joint ventures en geassocieerde ondernemingen |
— | — | — | — | -6.297 | ||||
| Recurrente netto-inkomsten | — | — | — | — | 156.784 | ||||
| Netto meer-/(min)waarde op vastgoedbeleggingen – andere landen2 |
— | — | — | — | — | ||||
| Netto meer-/(min)waarde op vastgoedbeleggingen – Joint ventures en geassocieerde ondernemingen |
— | — | — | — | -61.181 | ||||
| Niet-gerealiseerde winsten/(verliezen) op afdekkingsderivaten |
— | — | — | — | — | ||||
| Netto meer-/(min)waarde) op renteswaps en andere derivaten – Joint ventures en geassocieerde ondernemingen |
— | — | — | — | -1.239 | ||||
| Latente belastingen – eigen portefeuille | — | — | — | — | -9.528 | ||||
| Latente belastingen – joint ventures en geassocieerde ondernemingen |
— | — | — | — | 2.455 | ||||
| Gerapporteerd resultaat over de periode | — | — | — | — | 87.292 |
| In duizenden € | Voor de periode afgesloten op 31 december 2024 | |||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| Activa | Investe rings activiteiten |
Vastgoed ontwikke ling |
Hernieuw bare Energie |
Financiele Schuld |
Eigen vermogen |
Totaal |
| Immateriële activa | 73 | 579 | 72 | — | — | 724 |
| Vastgoedbeleggingen | 803.751 | 1.101.660 | — | — | — | 1.905.411 |
| Materiële vaste activa | 2.166 | 17.324 | 102.820 | — | — | 122.309 |
| Deelnemingen in joint ventures en geassocieerde ondernemingen |
1.281.900 | 18.974 | — | — | — | 1.300.874 |
| Andere langlopende vorderingen | 512.146 | 26.338 | — | — | — | 538.484 |
| Uitgestelde belastingvorderingen | 5.342 | 6.278 | — | — | — | 11.620 |
| Totaal vaste activa | 2.605.378 1.171.153 | 102.892 | — | — 3.879.422 | ||
| Handels- en andere vorderingen | 18.855 | 59.640 | 5.309 | — | — | 83.804 |
| Geldmiddelen en kasequivalenten | — | — | 28.189 | 464.344 | — | 492.533 |
| Activa aangehouden voor verkoop | 31.591 | 166.586 | — | — | — | 198.177 |
| Totaal vlottende activa | 50.446 | 226.226 | 33.498 | 464.344 | — | 774.514 |
| Totale activa | 2.655.824 1.397.379 | 136.390 | 464.344 | — 4.653.936 |
1 Het aandeel van Joint Ventures in de gecorrigeerde winst na belastingen geeft de nettohuuropbrengsten en administratiekosten van de Joint Ventures weer. exclusief waarderingswinsten of financiële en belastinglasten.
2 Vastgoedontwikkelings' EBITDA werd aangepast met € 9,3 miljoen aangezien het netto waarderingsresultaat op landen buiten de exclusiviteitspermiter van de Joint Ventures werd toegevoegd en niet langer buiten de EBITDA gerapporteerd worden.
| In duizenden € | Voor de periode afgesloten op 31 december 2024 | |||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| Eigen vermogen en verplichtingen |
Investe rings activiteiten |
Vastgoed ontwikke ling |
Hernieuw bare Energie |
Financiele Schuld |
Eigen ver mogen |
Totaal |
| Kapitaal | — | — | — | — | 105.676 | 105.676 |
| Uitgiftepremie | — | — | — | — | 845.579 | 845.579 |
| Overgedragen resultaten | — | — | — | — | 1.449.172 | 1.449.172 |
| Eigen vermogen | — | — | — | — 2.400.427 2.400.427 | ||
| Langlopende financiële schulden | — | — | 134.818 | 1.807.677 | — | 1.942.495 |
| Andere langlopende verplichtingen |
9.927 | 25.477 | 11.377 | — | — | 46.781 |
| Uitgestelde belastingverplichtingen |
16.390 | 19.262 | — | — | — | 35.652 |
| Totaal langlopende verplichtingen |
26.317 | 44.739 | 146.195 1.807.677 | — 2.024.928 | ||
| Kortlopende financiële schulden | — | — | 2.257 | 112.609 | — | 114.866 |
| Handels- en andere kortlopende schulden |
8.277 | 91.315 | 2.966 | — | — | 102.558 |
| Verplichtingen m.b.t activa aangehouden voor verkoop |
462 | 10.695 | — | — | — | 11.157 |
| Totaal kortlopende verplichtingen |
8.739 | 102.010 | 5.223 | 112.609 | — | 228.581 |
| Totaal verplichtingen | 35.056 | 146.749 | 151.418 1.920.286 | — 2.253.509 | ||
| Totaal eigen vermogen en verplichtingen |
35.056 | 146.749 | 151.418 1.920.286 2.400.427 4.653.936 |
| In duizenden € | Voor de periode afgesloten op 31 december 2023 | |||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| Activa | Investe rings activiteiten |
Vastgoed ontwikke ling |
Hernieuw bare Energie |
Financiele Schuld |
Eigen vermogen |
Totaal |
| Immateriële activa | 100 | 800 | 100 | — | — | 1.000 |
| Vastgoedbeleggingen | 520.445 | 988.539 | — | — | — | 1.508.984 |
| Materiële vaste activa | 1.556 | 12.450 | 93.419 | — | — | 107.426 |
| Deelnemingen in joint ventures en geassocieerde ondernemingen |
1.005.657 | 31.571 | — | — | — | 1.037.228 |
| Andere langlopende vorderingen | 415.040 | 150.694 | — | — | — | 565.734 |
| Uitgestelde belastingvorderingen | 2.777 | 5.527 | — | — | — | 8.304 |
| Totaal vaste activa | 1.945.575 1.189.581 | 93.519 | — | — | 3.228.676 | |
| Handels- en andere vorderingen | 13.615 | 61.090 | 4.781 | — | — | 79.486 |
| Geldmiddelen en kasequivalenten | — | — | 1.559 | 208.362 | — | 209.921 |
| Activa aangehouden voor verkoop | 465.383 | 427.238 | — | — | — | 892.621 |
| Totaal vlottende activa | 478.998 | 488.328 | 6.340 | 208.362 | — | 1.182.028 |
| Totale activa | 2.424.573 1.677.909 | 99.859 | 208.362 | — | 4.410.704 |
| In duizenden € | Voor de periode afgesloten op 31 december 2023 | |||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| Eigen vermogen en verplichtingen |
Investe Vastgoed Hernieuw rings ontwikke bare activiteiten ling Energie |
Financiele Schuld |
Eigen vermogen |
Totaal | ||
| Kapitaal | — | — | — | — | 105.676 | 105.676 |
| Uitgiftepremie | — | — | — | — | 845.579 | 845.579 |
| Overgedragen resultaten | — | — | — | — | 1.263.162 | 1.263.162 |
| Eigen vermogen | — | — | — | — 2.214.417 | 2.214.417 | |
| Langlopende financiële schulden | — | — | — | 1.885.154 | — | 1.885.154 |
| Andere langlopende verplichtingen |
5.824 | 25.725 | 6.535 | — | — | 38.085 |
| Uitgestelde belastingverplichtingen |
8.005 | 15.934 | — | — | — | 23.939 |
| Totaal langlopende verplichtingen |
13.829 | 41.659 | 6.535 1.885.154 | — | 1.947.178 | |
| Kortlopende financiële schulden | — | — | — | 111.750 | — | 111.750 |
| Handels- en andere kortlopende schulden |
5.863 | 76.048 | 2.164 | — | — | 84.075 |
| Verplichtingen m.b.t activa aangehouden voor verkoop |
28.767 | 24.517 | — | — | — | 53.284 |
| Totaal kortlopende verplichtingen |
34.630 | 100.565 | 2.164 | 111.750 | — | 249.109 |
| Totaal verplichtingen | 48.459 | 142.224 | 8.699 1.996.904 | — | 2.196.287 | |
| Totaal eigen vermogen en verplichtingen |
48.459 | 142.224 | 8.699 1.996.904 2.214.417 | 4.410.704 |
Deze basissegmentatie weerspiegelt de geografische markten in Europa waarin VGP opereert. De activiteiten van VGP zijn onderverdeeld in de afzonderlijke landen waar het actief is. Deze segmentatie is belangrijk voor VGP omdat de aard van de activiteiten en de klanten vergelijkbare economische kenmerken binnen die segmenten hebben.
| 31. 12. | Bruto huur- en | Netto huur | Opera | Vastgoed | Installaties | Totale | Investe | ||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| 2024 In duizenden |
hernieuwba re energie |
en hernieuw bare energie |
tionele EBITDA |
beleggingen (incl. JV |
hernieuwba re energie, |
activa (incl. JV |
ringen1 | ||
| € | opbrengsten | resultaat (incl. | (incl. JV | volgens | installaties | volgens | |||
| (incl. JV volgens aandeel) |
JV volgens aandeel) |
volgens aandeel) |
aandeel) | en uitrusting | aandeel) | ||||
| West-Europa | |||||||||
| Duitsland | 109.469 | 97.191 | 162.158 | 2.324.201 | 83.981 | 2.559.397 138.790 | |||
| Spanje | 10.816 | 8.101 | 28.727 | 416.964 | — | 431.387 | 53.822 | ||
| Oostenrijk | 5.582 | 5.325 | 3.917 | 234.378 | 148 | 249.930 | 42.167 | ||
| Nederland | 8.718 | 7.150 | 16.030 | 190.532 | 15.428 | 210.384 | 1.022 | ||
| Italië | 3.124 | 2.002 | 12.496 | 152.631 | 4.866 | 181.738 | 47.815 | ||
| Frankrijk | 172 | -941 | -4.890 | 105.942 | 1.244 | 131.263 | 29.275 | Centraal- en Oost-Europa | |
| Portugal | 2.315 | 2.154 | 6.828 | 85.239 | — | 93.995 | 23.113 | ||
| Denemarken | — | -204 | 4.988 | 21.381 | — | 25.872 | 12.905 | ||
| Luxemburg | — | — | — | — | — | 156.173 | — | ||
| België | — | — | — | — | — | 803.119 | — | ||
| 140.196 | 120.778 | 230.254 | 3.531.268 | 105.667 4.843.258 348.911 | |||||
| Centraal- en Oost-Europa | |||||||||
| Tsjechië | 25.141 | 23.186 | 43.866 | 507.926 | 3.410 | 526.253 | 24.066 | Baltische staten en Balkan | |
| Slowakije | 8.479 | 8.044 | 14.032 | 202.147 | 5 | 210.218 | 40.203 | ||
| Hongarije | 12.593 | 12.443 | 23.279 | 285.410 | — | 304.607 | 42.927 | ||
| Roemenië | 15.023 | 15.652 | 17.396 | 272.215 | 1.710 | 297.112 | 55.323 | ||
| Kroatië | — | -125 | 9.584 | 29.529 | — | 35.071 | 13.064 | ||
| 61.236 | 59.200 | 108.157 | 1.297.227 | 5.125 1.373.261 175.584 | |||||
| Baltische staten en Balkan | |||||||||
| Letland | 7.910 | 9.227 | 9.053 | 101.636 | — | 105.531 | 1.119 | ||
| Servië | 1.940 | 1.650 | 1.483 | 101.013 | 9 | 109.442 | 31.813 | ||
| 9.850 | 10.877 | 10.536 | 202.649 | 9 | 214.973 | 32.931 | |||
| Andere2 | — | -1.487 | 5.507 | — | — | 3.566 | — | ||
| Totaal | 211.282 | 189.368 | 354.454 | 5.031.144 | 110.801 6.435.058 557.426 | ||||
| 31. 12. 2023 In duizenden € |
Bruto huur- en hernieuwba re energie opbrengsten (incl. JV volgens aandeel) |
Netto huur en hernieuw bare energie resultaat (incl. JV volgens aandeel) |
Opera tionele EBITDA (incl. JV volgens aandeel) |
Vasgoed beleggin gen (incl. JV volgens aandeel) |
Installaties hernieuwba re energie, instal-laties en uitrusting |
Totale activa (incl. JV volgens aandeel) |
Investe ringen3 |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| West-Europa | |||||||
| Duitsland | 94.050 | 88.920 | 116.823 | 2.429.295 | 76.817 | 2.632.744 | 344.106 |
| Spanje | 11.207 | 8.444 | 8.233 | 329.102 | — | 342.664 | 15.780 |
| Oostenrijk | 1.674 | 730 | 11.699 | 190.978 | — | 200.223 | 47.283 |
| Nederland | 8.418 | 7.034 | 16.784 | 280.989 | 15.238 | 310.394 | 17.778 |
| Italië | 2.885 | 2.077 | -77 | 91.886 | 3.797 | 108.727 | 12.476 |
| Frankrijk | — | 1.218 | 7.872 | 97.333 | — | 110.501 | 67.680 |
| Portugal | 974 | 858 | -6.996 | 54.826 | — | 66.757 | 11.080 |
| Denemarken | — | -24 | -830 | 2.488 | — | 3.583 | 2.488 |
| Luxemburg | — | — | — | — | — | 168.203 | — |
| België | — | — | — | — | — | 569.770 | — |
| 119.208 | 109.257 | 153.508 | 3.476.897 | 95.852 4.513.566 | 518.671 | ||
| Centraal- en Oost-Europa | |||||||
| Tsjechië | 22.737 | 21.501 | 33.022 | 513.940 | 2.287 | 531.634 | 23.048 |
| Slowakije | 6.669 | 5.834 | -5.546 | 227.649 | — | 233.207 | 20.708 |
| Hongarije | 8.020 | 6.772 | 14.638 | 227.256 | — | 237.937 | 47.248 |
| Roemenië | 9.001 | 7.469 | 1.904 | 208.060 | 555 | 238.516 | 43.089 |
| Kroatië | — | -15 | -248 | 6.246 | — | 7.969 | 144 |
| 46.427 | 41.561 | 43.770 | 1.183.151 | 2.842 1.249.263 | 134.237 | ||
| Baltische staten en Balkan | |||||||
| Letland | 5.418 | 6.366 | 5.359 | 99.460 | — | 106.008 | 9.353 |
| Servië | 23 | -250 | -1.130 | 67.936 | 5 | 72.289 | 30.599 |
| 5.441 | 6.116 | 4.229 | 167.396 | 5 | 178.297 | 39.952 | |
| Andere4 | — | -1.888 | 14.357 | 75 | — | 2.471 | — |
| Totaal | 171.076 | 155.046 | 215.864 | 4.827.519 | 98.699 5.943.597 | 692.860 |
1 Investeringen in materiële vaste activa omvatten toevoegingen aan en verwerving van vastgoedbeleggingen en ontwikkelingsgrond, maar omvatten geen huurincentives, verhuurvergoedingen en geactiveerde rente. Directe investeringen in de eigen portefeuille bedragen € 459,7 miljoen (waarvan € 54,7 miljoen betrekking heeft op de aankoop van grond) en € 97,7 miljoen op vastgoed in ontwikkeling van de Eerste, Tweede, Vijfde en Zesde joint venture.
2 Andere omvat de centrale kosten van de Groep en kosten met betrekking tot de operationele activiteiten die niet specifiek geografisch zijn toegewezen.
3 Investeringen in materiële vaste activa omvatten toevoegingen aan en verwerving van vastgoedbeleggingen en ontwikkelingsgrond, maar omvatten geen huurincentives, verhuurvergoedingen en geactiveerde rente. Directe investeringen in de eigen portefeuille bedragen € 662,5 miljoen (waarvan € 212,4 miljoen betrekking heeft op de aankoop van grond) en € 30,4 miljoen op vastgoed in ontwikkeling van de Eerste, Tweede en Vijfde joint venture.
4 Andere omvat de centrale kosten van de Groep en kosten met betrekking tot de operationele activiteiten die niet specifiek geografisch zijn toegewezen.
| 31. 12. 2024 In duizenden € |
Bruto huur- en hernieuwbare energieopbrengsten |
Netto huur en herniewbare energie resultaat |
Vastgoedbeleggingen Totaal vaste | activa (IP, PPE en immateriële activa) |
31. 12. 2023 In duizenden € |
Bruto huur- en hernieuwbare energieopbrengsten |
Netto huur en herniewbare energie resultaat |
Vastgoedbeleggingen Totaal vaste | activa (IP, PPE en immateriële activa) |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| West-Europa | West-Europa | ||||||||
| Duitsland | 26.087 | 21.566 | 457.097 | 541.943 | Duitsland | 38.150 | 37.638 | 960.417 | 1.037.606 |
| Spanje | 104 | -1.064 | 182.141 | 182.287 | Spanje | 1.269 | 146 | 104.838 | 105.052 |
| Oostenrijk | 4.843 | 4.664 | 221.538 | 221.735 | Oostenrijk | 968 | 113 | 178.478 | 178.549 |
| Nederland | 1.225 | 842 | 48.886 | 64.361 | Nederland | 1.287 | 942 | 47.409 | 62.699 |
| Italië | 402 | 104 | 104.341 | 109.298 | Italië | 222 | 72 | 44.467 | 48.343 |
| Frankrijk | — | -1.000 | 85.891 | 87.212 | Frankrijk | — | 1.218 | 97.333 | 97.404 |
| Portugal | 1.694 | 1.605 | 74.545 | 74.600 | Portugal | 352 | 322 | 44.154 | 44.208 |
| Denemarken | — | -204 | 21.381 | 21.611 | Denemarken | — | -24 | 2.485 | 2.709 |
| Luxemburg | — | — | — | 35 | Luxemburg | — | — | — | 37 |
| België | — | — | — | 9.258 | België | — | — | — | 7.435 |
| 34.355 | 26.513 | 1.195.820 | 1.312.340 | 42.248 | 40.427 | 1.479.581 | 1.584.042 | ||
| Centraal- en Oost-Europa | Centraal- en Oost-Europa | ||||||||
| Tsjechië | 4.749 | 4.977 | 106.152 | 110.206 | Tsjechië | 5.551 | 5.202 | 180.791 | 183.738 |
| Slowakije | 3.473 | 3.500 | 88.581 | 88.851 | Slowakije | 4.640 | 4.190 | 192.067 | 192.125 |
| Hongarije | 9.826 | 9.861 | 250.012 | 250.094 | Hongarije | 5.398 | 4.263 | 191.600 | 191.702 |
| Roemenië | 11.451 | 12.432 | 230.570 | 232.555 | Roemenië | 5.725 | 4.460 | 167.120 | 167.958 |
| Kroatië | — | -125 | 29.529 | 29.536 | Kroatië | — | -15 | 6.246 | 6.248 |
| 29.499 | 30.645 | 704.844 | 711.242 | 21.314 | 18.100 | 737.824 | 741.771 | ||
| Baltische staten en Balkan | Baltische staten en Balkan | ||||||||
| Letland | 7.910 | 9.227 | 101.636 | 101.648 | Letland | 5.418 | 6.366 | 99.460 | 99.466 |
| Servië | 1.940 | 1.650 | 101.013 | 101.116 | Servië | 23 | -250 | 67.936 | 67.948 |
| 9.850 | 10.877 | 202.649 | 202.764 | 5.441 | 6.116 | 167.396 | 167.414 | ||
Andere — -350 — —
Totaal 73.704 67.685 2.103.313 2.226.346
Onderstaande tabel geeft de geografi sche segmentatie zonder het aandeel in de Joint Ventures weer.
| Baltische staten en Balkan | ||||
|---|---|---|---|---|
| Letland | 5.418 | 6.366 | 99.460 | 99.466 |
| Servië | 23 | -250 | 67.936 | 67.948 |
| 5.441 | 6.116 | 167.396 | 167.414 | |
| Andere | — | -1.174 | — | — |
| Totaal | 69.003 | 63.469 | 2.384.801 | 2.493.227 |
| In duizenden € | 31. 12. 2024 | 31. 12. 2023 |
|---|---|---|
| Huurinkomsten uit vastgoedportefeuille | 57.636 | 54.298 |
| Huurindexering en kortingen | 7.730 | 10.344 |
| Totale bruto huuropbrengsten | 65.366 | 64.642 |
| Bruto-inkomsten uit hernieuwbare energie | 8.338 | 4.361 |
| Inkomsten uit vastgoedbeheer en facility management | 27.004 | 22.513 |
| Inkomsten uit projectontwikkeling | 5.662 | 4.412 |
| Joint Ventures management fee inkomsten | 32.666 | 26.925 |
| Inkomsten uit doorgerekende huurlasten | 15.034 | 17.794 |
| Totale omzet | 121.404 | 113.722 |
| 31. 12. 2023 In duizenden € |
Huur in komsten in < 1 jaar |
Huur in komsten in < 2 jaar |
Huur in komsten in < 3 jaar |
Huur in komsten in < 4 jaar |
Huur in komsten in < 5 jaar |
Huur in komsten in > 5 jaar |
Totaal |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| JV volgens aandeel – Actieve huur |
113.473 | 107.853 | 96.697 | 86.456 | 74.573 | 348.475 | 827.527 |
| JV volgens aandeel – gecommitteerde huur |
321 | 339 | 339 | 339 | 339 | 1.722 | 3.399 |
| Totaal – JV volgens aandeel | 113.794 | 108.192 | 97.036 | 86.795 | 74.912 | 350.197 | 830.926 |
| Eigen portefeuille – Actieve huur |
82.136 | 81.071 | 78.103 | 62.153 | 55.232 | 287.216 | 645.911 |
| Eigen portefeuille – gecommitteerde huur |
19.084 | 39.625 | 41.227 | 41.434 | 42.058 | 282.090 | 465.518 |
| Totaal – Eigen | 101.220 | 120.696 | 119.330 | 103.587 | 97.290 | 569.306 1.111.429 | |
| Totaal – volgens aandeel | 215.014 | 228.889 | 216.367 | 190.383 | 172.202 | 919.504 1.942.355 |
De Groep verhuurt haar vastgoedbeleggingen op basis van operationele verhuring. De operationele huurcontracten hebben over het algemeen een looptijd van meer dan 5 jaar. De totale brutohuuropbrengsten omvatten € 10 miljoen aan huur voor de periode met betrekking tot de vastgoedportefeuille die werd verkocht tijdens de eerste en tweede closing met de zesde joint venture.
Eind 2024 heeft de Groep (inclusief de joint ventures) gecommitteerde leaseovereenkomsten op jaarbasis van € 412,6 miljoen1 vergeleken met € 350,8 miljoen2 op 31 december 2023. De klanten vertegenwoordigen een gezonde mix van logistieke huurders en eindgebruikers. De top 10 huurders (op basis van jaarlijkse huurinkomsten) zijn allemaal blue-chip klanten. Op 31 december 2024 neemt de top 10 van huurders ongeveer 31% van de totale (eigen en Joint Ventures) huurovereenkomsten in beslag.
De uitsplitsing van de toekomstige huuropbrengsten voor de eigen portefeuille en Joint Ventures volgens aandeel is als volgt:
| 31. 12. 2024 In duizenden € |
Huur in komsten in < 1 jaar |
Huur in komsten in < 2 jaar |
Huur in komsten in < 3 jaar |
Huur in komsten in < 4 jaar |
Huur in komsten in < 5 jaar |
Huur in komsten in > 5 jaar |
Totaal |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| JV volgens aandeel – Actieve huur |
139.143 | 127.865 | 116.667 | 102.036 | 90.207 | 408.665 | 984.583 |
| JV volgens aandeel – gecommitteerde huur |
1.650 | 4.575 | 4.575 | 4.575 | 4.575 | 43.771 | 63.721 |
| Totaal – JV volgens aandeel | 140.793 | 132.440 | 121.242 | 106.611 | 94.782 | 452.436 1.048.304 | |
| Eigen portefeuille – Actieve huur |
74.370 | 72.237 | 58.676 | 54.338 | 44.990 | 212.337 | 516.948 |
| Eigen portefeuille – gecommitteerde huur |
18.711 | 34.380 | 34.725 | 43.799 | 51.220 | 534.021 | 716.856 |
| Totaal – Eigen | 93.081 | 106.617 | 93.401 | 98.137 | 96.210 | 746.358 1.233.804 | |
| Totaal – volgens aandeel | 233.874 | 239.057 | 214.643 | 204.748 | 190.992 1.198.794 2.282.108 |
| In duizenden € | 31. 12. 2024 | 31. 12. 2023 |
|---|---|---|
| Herstellingen en onderhoud | -1.077 | -796 |
| Verhuur, marketing, juridische en professionele kosten | -888 | -766 |
| Vastgoedmakelaars | -706 | -1.022 |
| Doorgerekende huurlasten | 15.034 | 17.794 |
| Door te rekenen huurlasten | -13.898 | -16.890 |
| Andere opbrengsten | 4.121 | 6.477 |
| Andere lasten | -6.239 | -9.498 |
| Operationele kosten hernieuwbare energie | -2.365 | -833 |
| Totaal | -6.018 | -5.534 |
| In duizenden € | 31. 12. 2024 | 31. 12. 2023 |
|---|---|---|
| Niet-gerealiseerde meer-/(min)waarde op vastgoedbeleggingen | 62.758 | 22.399 |
| Niet-gerealiseerde meer-/(min)waarde op activa aangehouden voor verkoop | 31.432 | 6.539 |
| Gerealiseerde meer-/(min)waarde op de verkoop van dochterondernemingen, Joint Ventures en vastgoedbeleggingen |
92.866 | 59.020 |
| Totaal | 187.056 | 87.958 |
1 € 285,6 miljoen met betrekking tot de vastgoedportefeuille van joint ventures en € 127 miljoen met betrekking tot de eigen vastgoedportefeuille.
2 € 225,1 miljoen met betrekking tot de vastgoedportefeuille van joint ventures en € 125,6 miljoen met betrekking tot de eigen vastgoedportefeuille.
De eigen vastgoedportefeuille, exclusief bouwgrond maar inclusief de activa in ontwikkeling voor rekening van de joint ventures, wordt door de waarderingsdeskundige gewaardeerd op 31 december 2024 op basis van een gewogen gemiddeld rendement van 7,22% (vergeleken met 6,22% op 31 december 2023) toegepast op de contractuele huren verhoogd met de geschatte huurwaarde van de leegstaande ruimte. Een variatie van 0,10% van deze marktrendement zou leiden tot een variatie van deze portefeuillewaarde van € 23,6 miljoen.
De gerealiseerde winst omvat winsten op uitgevoerde transacties in '24 met de Vijfde, Zesde Joint Venture en de verkoop van de ontwikkelings Joint Venture LPM. Merk op dat de gerealiseerde winsten een winst van € 7,5 miljoen op de Vijfde en Zesde Joint Venture omvatten, dergelijke winst werd in H1 '24 als ongerealiseerd geboekt en is gerapporteerd als volledig gerealiseerd gedurende het volledige jaar '24 in de bovenstaande tabel.
| In duizenden € | 31. 12. 2024 | 31. 12. 2023 |
|---|---|---|
| Verloning1 | -37.027 | -29.327 |
| Audit, juridische en andere adviseurs kosten | -4.262 | -3.961 |
| Overige administratieve kosten | -11.367 | -9.655 |
| Afschrijvingen | -8.607 | -5.920 |
| Totaal | -61.263 | -48.863 |
De administratieve kosten stegen van € 49 miljoen per december 2023 naar € 61,3 miljoen.
Het VGP team bestaat uit 380 VTE wat een stijging is van 12,5 VTE in vergelijking met 2023.
De stijging in de administratieve kosten is voornamelijk het gevolg van een stijging van de verloningskosten met € 6,8 miljoen (wat dan weer voornamelijk kosten voor het lange termijn Incentive Plan (LTIP) zijn) gecombineerd met een daling van de geactiveerde loonkosten met € 1,3 miljoen, een stijging van de overige administratieve kosten met € 1,8 miljoen en een stijging van de afschrijvingen met € 2,7 miljoen.
Onderstaande tabel geeft een samenvatting van de resultatenrekening van de joint ventures van de Groep met (i) Allianz VGP European Logistics (de Eerste joint venture), VGP European Logistics 2 (de Tweede joint venture), VGP Park München (de Derde joint venture); (ii) met Deka (de Vijfde Joint Venture); (iii) met Areim (de Zesde Joint Venture) en de geassocieerde deelnemingen; (iv) de joint venture met VUSA (Belartza) gelegen in San Sebastian, Spanje en (v) de joint venture met Weimer Bau (Siegen) in Duitsland, die allen verwerkt worden volgens de vermogensmutatiemethode en (iv) en (v) worden gerapporteerd als ontwikkelings Joint Ventures. De ontwikkelings Joint Venture met Roozen Landgoederen Beheer (LPM) werd verkocht in H1 '24.
VGP European Logistics en VGP European Logistics 2 zijn gevestigd in Luxemburg. VGP European Logistics bezit logistiek vastgoed in Duitsland, Tsjechië, Slowakije en Hongarije. VGP European Logistics 2 bezit logistiek vastgoed in Spanje, Oostenrijk, Nederland, Italië en Roemenië. VGP Park München is gevestigd in München (Duitsland) en bezit en ontwikkelt het VGP park gelegen in München. De Vijfde joint venture bezit vijf parken in Duitsland en de Zesde joint venture, VGP European Logistics 4, bezit activa in Duitsland, Tsjechië, Slowakije en Frankrijk.
De joint ventures met Vusa en Grekon bevatten grond die samen met de partner wordt ontwikkeld. In Grekon (gelegen in Siegen) is een deel van de grond al verkocht in augustus 2022. In H1 '24 verwierf VGP een bijkomend belang van 25% in de ontwikkelings- Joint Venture Belartza van haar joint venture partner VUSA.
VGP NV bezit 50% rechtstreeks in alle joint ventures (behalve Belartza) en nog eens 5,1% of 10,1% in de Duitse dochterondernemingen van de Eerste en Zesde Joint Venture.
| 31. 12. 2024, (in duizenden €) | Joint Ventures aan 100% Joint Ventures volgens aandeel | |
|---|---|---|
| Bruto huuropbrengsten | 270.782 | 137.578 |
| Operationele kosten verbonden aan vastgoed | ||
| – onderliggende operationele kosten | -7.220 | -3.669 |
| – vastgoed management fees | -24.007 | -12.227 |
| Netto huurresultaat | 239.555 | 121.682 |
| Netto meer/(min) waarden op vastgoedbeleggingen |
106.675 | 54.479 |
| Administratieve kosten | -3.905 | -1.990 |
| Operationeel resultaat | 342.325 | 174.171 |
| Netto financieel resultaat | -116.737 | -59.094 |
| Belastingen | -43.954 | -22.333 |
| Resultaat over de periode | 181.634 | 92.744 |
| Netto huurresultaat 31. 12. 2024, (in duizenden €) Joint Ventures aan 100% Joint Ventures volgens aandeel | ||
|---|---|---|
| Eerste Joint Venture | 105.446 | 54.297 |
| Tweede Joint Venture | 43.616 | 21.806 |
| Derde Joint Venture | 30.431 | 15.216 |
| Vijfde Joint Venture | 50.248 | 25.124 |
| Zesde Joint Venture | 10.516 | 5.591 |
| Ontwikkelings Joint Ventures | -702 | -352 |
| Netto huurresultaat | 239.555 | 121.682 |
1 De toelichting van de administratieve kosten werd aangepast (incl. vergelijkende cijfers). De verloning omvat nu ook de kosten voor zelfstandigen. Vorig jaar werden deze kosten vermeld in deze toelichting onder de rubriek 'Audit, Juridische en andere adviseurs kosten' voor een bedrag van € 2,9 miljoen.
| Operationeel resultaat 31. 12. 2024, (in duizenden €) |
Joint Ventures aan 100% Joint Ventures volgens aandeel | |
|---|---|---|
| Eerste Joint Venture | 143.779 | 74.006 |
| Tweede Joint Venture | 55.669 | 27.834 |
| Derde Joint Venture | 49.192 | 24.596 |
| Vijfde Joint Venture | 58.385 | 29.192 |
| Zesde Joint Venture | 36.006 | 18.897 |
| Ontwikkelings Joint Ventures | -706 | -354 |
| Operationeeel resultaat | 342.325 | 174.171 |
| Resultaat over de periode 31. 12. 2024, (in duizenden €) |
Joint Ventures aan 100% Joint Ventures volgens aandeel | |
|---|---|---|
| Eerste Joint Venture | 97.459 | 50.192 |
| Tweede Joint Venture | 25.925 | 12.964 |
| Derde Joint Venture | 35.744 | 17.871 |
| Vijfde Joint Venture | 620 | 309 |
| Zesde Joint Venture | 20.100 | 10.630 |
| Ontwikkelings Joint Ventures | 1.786 | 778 |
| Resultaat over de periode | 181.634 | 92.744 |
| 31. 12. 2023, (in duizenden €) | Joint Ventures aan 100% | Joint Ventures volgens aandeel |
|---|---|---|
| Bruto huuropbrengsten | 200.651 | 102.073 |
| Operationele kosten verbonden aan vastgoed | ||
| – onderliggende operationele kosten | -1.175 | -561 |
| – vastgoed management fees | -19.518 | -9.935 |
| Netto huurresultaat | 179.958 | 91.577 |
| Netto meer/(min) waarden op vastgoedbeleggingen |
-118.553 | -61.179 |
| Administratieve kosten | -3.608 | -1.837 |
| Operationeel resultaat | 57.797 | 28.561 |
| Netto financieel resultaat | -70.094 | -35.434 |
| Belastingen | -7.923 | -3.842 |
| Resultaat over de periode | -20.220 | -10.715 |
| Netto huurresultaat 31. 12. 2023, (in duizenden €) Joint Ventures aan 100% | Joint Ventures volgens aandeel | |
|---|---|---|
| Eerste Joint Venture | 102.705 | 52.951 |
| Tweede Joint Venture | 39.849 | 19.923 |
| Derde Joint Venture | 25.758 | 12.880 |
| Vijfde Joint Venture | 11.937 | 5.969 |
| Ontwikkelings Joint Ventures | -291 | -146 |
| Netto huurresultaat | 179.958 | 91.577 |
| Operationeel resultaat 31. 12. 2023, (in duizenden €) |
Joint Ventures aan 100% | Joint Ventures volgens aandeel |
| Eerste Joint Venture | 19.732 | 9.529 |
| Tweede Joint Venture | 845 | 421 |
| Derde Joint Venture | -422 | -210 |
| Vijfde Joint Venture | 39.631 | 19.816 |
| Ontwikkelings Joint Ventures | -1.989 | -995 |
| Operationeel resultaat | 57.797 | 28.561 |
| Resultaat over de periode 31. 12. 2023, (in duizenden €) |
Joint Ventures aan 100% | Joint Ventures volgens aandeel |
| Eerste Joint Venture | -10.009 | -5.609 |
| Tweede Joint Venture | -14.630 | -7.315 |
| Derde Joint Venture | -13.285 | -6.642 |
| Vijfde Joint Venture | 21.944 | 10.972 |
| Ontwikkelings Joint Ventures | -4.240 | -2.121 |
| Resultaat over de periode | -20.220 | -10.715 |
| 31. 12. 2024, (in duizenden €) | Joint Ventures aan 100% Joint Ventures volgens aandeel | |
|---|---|---|
| Vastgoedbeleggingen | 5.733.833 | 2.927.831 |
| Andere activa | 1.667 | 835 |
| Totaal vaste activa | 5.735.500 | 2.928.666 |
| Handels- en andere vorderingen | 57.055 | 28.977 |
| Geldmiddelen en kasequivalenten | 245.519 | 124.353 |
| Totaal vlottende activa | 302.574 | 153.330 |
| Totaal activa | 6.038.074 | 3.081.996 |
| Langlopende financiële schulden | 3.034.562 | 1.543.184 |
| Andere langlopende financiële verplichtingen | 1.164 | 582 |
| Andere langlopende verplichtingen | 46.794 | 23.575 |
| Uitgestelde belastingverplichtingen | 312.421 | 159.958 |
| Totaal langlopende verplichtingen | 3.394.941 | 1.727.299 |
| Kortlopende financiële schulden | 42.112 | 21.428 |
| Handels- en andere kortlopende schulden | 63.869 | 32.395 |
| Totaal kortlopende verplichtingen | 105.981 | 53.823 |
| Totaal verplichtingen | 3.500.922 | 1.781.122 |
| Netto actiefwaarde | 2.537.152 | 1.300.874 |
| Totaal vaste activa 31. 12. 2024, (in duizenden €) | Joint Ventures aan 100% Joint Ventures volgens aandeel | |
| Eerste Joint venture | 2.331.113 | 1.204.460 |
| Tweede Joint Venture | 927.585 | 463.794 |
| Derde Joint Venture | 700.909 | 350.455 |
| Vijfde Joint Venture | 1.158.696 | 579.348 |
| Zesde Joint Venture | 577.845 | 302.150 |
| Ontwikkelings Joint Ventures | 39.352 | 28.459 |
Totaal vaste activa 5.735.500 2.928.666
| Totaal vlottende activa 31. 12. 2024, (in duizenden €) |
Joint Ventures aan 100% | Joint Ventures op aandeel |
|---|---|---|
| Eerste Joint Venture | 78.324 | 40.402 |
| Tweede Joint Venture | 29.534 | 14.769 |
| Derde Joint Venture | 120.109 | 60.056 |
| Vijfde Joint Venture | 42.194 | 21.099 |
| Zesde Joint Venture | 29.625 | 15.565 |
| Ontwikkelings Joint Ventures | 2.788 | 1.439 |
| Totaal vlottende activa | 302.574 | 153.330 |
| Totaal activa 31. 12. 2024, (in duizenden €) | Joint Ventures aan 100% Joint Ventures volgens aandeel | |
| Eerste Joint venture | 2.409.437 | 1.244.862 |
| Tweede Joint Venture | 957.119 | 478.563 |
| Derde Joint Venture | 821.018 | 410.511 |
| Vijfde Joint Venture | 1.200.890 | 600.447 |
| Zesde Joint Venture | 607.470 | 317.715 |
| Ontwikkelings Joint Ventures | 42.140 | 29.898 |
| Totaal activa | 6.038.074 | 3.081.996 |
| Totaal langlopende verplichtingen 31. 12. 2024, (in duizenden €) |
Joint Ventures aan 100% Joint Ventures volgens aandeel | |
| Eerste Joint venture | 1.164.798 | 601.952 |
| Tweede Joint Venture | 581.453 | 290.728 |
| Derde Joint Venture | 456.872 | 228.437 |
| Vijfde Joint Venture | 869.048 | 434.524 |
| Zesde Joint Venture | 308.164 | 160.736 |
| Ontwikkelings Joint Ventures | 14.606 | 10.922 |
| Totaal langlopende verplichtingen | 3.394.941 | 1.727.299 |
| Totaal kortlopende verplichtingen 31. 12. 2024, (in duizenden €) |
Joint Ventures aan 100% Joint Ventures volgens aandeel | |
| Totaal kortlopende verplichtingen | 105.981 | 53.823 |
|---|---|---|
| Ontwikkelings Joint Ventures | 14 | 6 |
| Zesde Joint Venture | 16.343 | 8.366 |
| Vijfde Joint Venture | 9.616 | 4.808 |
| Derde Joint Venture | 10.943 | 5.472 |
| Tweede Joint Venture | 20.685 | 10.343 |
| Eerste Joint venture | 48.380 | 24.828 |
| (in duizenden €) |
| Totaal verplichtingen 31. 12. 2024, (in duizenden €) |
Joint Ventures aan 100% Joint Ventures volgens aandeel | ||
|---|---|---|---|
| Eerste Joint venture | 1.213.178 | 626.780 | |
| Tweede Joint Venture | 602.138 | 301.071 | |
| Derde Joint Venture | 467.815 | 233.909 | |
| Vijfde Joint Venture | 878.664 | 439.332 | |
| Zesde Joint Venture | 324.507 | 169.102 | |
| Ontwikkelings Joint Ventures | 14.620 | 10.928 | |
| Totaal verplichtingen | 3.500.922 | 1.781.122 | |
| Netto actiefwaarde 31. 12. 2024, (in duizenden €) | Joint Ventures aan 100% Joint Ventures volgens aandeel | ||
| Eerste Joint venture | 1.196.259 | 618.082 | |
| Tweede Joint Venture | 354.981 | 177.492 | |
| Derde Joint Venture | 353.203 | 176.602 | |
| Vijfde Joint Venture | 322.226 | 161.115 | |
| Zesde Joint Venture | 282.963 | 148.613 | |
| Ontwikkelings Joint Ventures | 27.520 | 18.970 | |
| Netto actiefwaarde | 2.537.152 | 1.300.874 | |
| 31. 12. 2023, (in duizenden €) | Joint Ventures aan 100% | Joint Ventures op aandeel | |
| Vastgoedbeleggingen | 4.808.692 | 2.442.718 | |
| Andere activa | 4.480 | 2.238 | |
| Totaal vaste activa | 4.813.172 | 2.444.956 | |
| Handels- en andere vorderingen | 101.085 | 50.810 | |
| Geldmiddelen en kasequivalenten | 147.038 | 74.355 | |
| Totaal vlottende activa | 248.124 | 125.165 | |
| Totaal activa | 5.061.296 | 2.570.121 | |
| Langlopende financiële schulden | 2.586.739 | 1.310.253 | |
| Andere langlopende financiële verplichtingen | 512 | 256 | |
| Andere langlopende verplichtingen | 26.962 | 13.581 | |
| Uitgestelde belastingverplichtingen | 265.122 | 135.625 | |
| Totaal langlopende verplichtingen | 2.879.335 | 1.459.715 | |
| Kortlopende financiële schulden | 40.483 | 20.613 | |
| Handels- en andere kortlopende schulden | 104.636 | 52.565 | |
| Totaal kortlopende verplichtingen | 145.118 | 73.178 | |
| Totaal verplichtingen | 3.024.453 | 1.532.893 | |
| Netto actiefwaarde | 2.036.843 | 1.037.228 |
| Totaal vaste activa 31. 12. 2023, (in duizenden €) | Joint Ventures aan 100% Joint Ventures volgens aandeel | ||
|---|---|---|---|
| Eerste Joint Venture | 2.294.259 | 1.185.502 | |
| Tweede Joint Venture | 915.915 | 457.958 | |
| Derde Joint Venture | 634.251 | 317.126 | |
| Vijfde Joint Venture | 742.472 | 371.236 | |
| Ontwikkelings Joint Ventures | 226.275 | 113.134 | |
| Totaal vaste activa | 4.813.172 | 2.444.956 | |
| Totaal vlottende activa 31. 12. 2023, (in duizenden €) |
Joint Ventures aan 100% | Joint Ventures op aandeel | |
| Eerste Joint Venture | 68.487 | 35.348 | |
| Tweede Joint Venture | 31.956 | 15.979 | |
| Derde Joint Venture | 54.337 | 27.169 | |
| Vijfde Joint Venture | 70.000 | 35.002 | |
| Ontwikkelings Joint Ventures | 23.344 | 11.674 | |
| Totaal vlottende activa | 248.124 | 125.165 | |
| Totaal activa 31. 12. 2023, (in duizenden €) | Joint Ventures aan 100% | Joint Ventures volgens aandeel | |
| Eerste Joint Venture | 2.362.746 | 1.220.850 | |
| Tweede Joint Venture | 947.871 | 473.937 | |
| Derde Joint Venture | 688.588 | 344.295 | |
| Vijfde Joint Venture | 812.472 | 406.238 | |
| Ontwikkelings Joint Ventures | 249.619 | 124.801 | |
| Totaal activa | 5.061.296 | 2.570.121 | |
| Totaal langlopende verplichtingen 31. 12. 2023, (in duizenden €) |
Joint Ventures aan 100% | Joint Ventures volgens aandeel | |
| Eerste Joint Venture | 1.193.509 | 616.801 | |
| Tweede Joint Venture | 590.813 | 295.407 | |
| Derde Joint Venture | 379.245 | 189.623 | |
| Vijfde Joint Venture | 567.284 | 283.642 | |
| Ontwikkelings Joint Ventures | 148.484 | 74.242 | |
| Totaal langlopende verplichtingen | 2.879.335 | 1.459.715 | |
| Totaal kortlopende verplichtingen 31. 12. 2023, (in duizenden €) |
Joint Ventures aan 100% | Joint Ventures volgens aandeel | |
| Eerste Joint Venture | 48.057 | 24.648 | |
| Tweede Joint Venture | 21.392 | 10.697 | |
| Derde Joint Venture | 12.616 | 6.308 | |
| Vijfde Joint Venture | 25.060 | 12.530 | |
| Ontwikkelings Joint Ventures | 37.993 | 18.995 | |
| Totaal verplichtingen | 145.118 | 73.178 |
| Totaal verplichtingen 31. 12. 2023, (in duizenden €) |
Joint Ventures aan 100% | Joint Ventures volgens aandeel |
|---|---|---|
| Eerste Joint Venture | 1.241.566 | 641.449 |
| Tweede Joint Venture | 612.205 | 306.104 |
| Derde Joint Venture | 391.861 | 195.931 |
| Vijfde Joint Venture | 592.344 | 296.172 |
| Ontwikkelings Joint Ventures | 186.477 | 93.237 |
| Totaal verplichtingen | 3.024.453 | 1.532.893 |
| Netto actiefwaarde 31. 12. 2023, (in duizenden €) | Joint Ventures aan 100% | Joint Ventures volgens aandeel | |
|---|---|---|---|
| Eerste Joint Venture | 1.121.180 | 579.401 | |
| Tweede Joint Venture | 335.666 | 167.833 | |
| Derde Joint Venture | 296.727 | 148.364 | |
| Vijfde Joint Venture | 220.128 | 110.066 | |
| Ontwikkelings Joint Ventures | 63.142 | 31.564 | |
| Netto actiefwaarde | 2.036.843 | 1.037.228 |
De belangrijkste verschillen met betrekking tot de balans van de joint ventures in '24 kunnen als volgt worden samengevat:
De vastgoedportefeuille van de joint ventures, exclusief ontwikkelingsgrond en gebouwen in aanbouw door VGP voor rekening van de joint ventures, is gewaardeerd op 31 december 2024 op basis van een gewogen gemiddeld rendement van 5,05%1 (vergeleken met 5,01% per 31 december 2023). Een variatie van 0,10% van deze marktrente zou leiden tot een variatie van de waarde van de joint venture portefeuille (tegen 100%) van € 111,6 miljoen.
De (her)waardering van de portefeuille van de Joint Ventures was gebaseerd op het taxatierapport van de vastgoeddeskundige iO Partners, geprefereerde partner van Jones Lang LaSalle.
VGP levert bepaalde diensten, waaronder asset-, vastgoed- en ontwikkelingsadvies en -beheer, voor de joint venture en ontvangt hiervoor vergoedingen van de joint venture. Deze diensten worden uitgevoerd op een 'arms-length' basis en geven VGP geen zeggenschap over de betreff ende joint ventures (noch enige eenzijdige materiële beslissingsrechten). Belangrijke transacties en beslissingen binnen de joint ventures vereisen de volledige goedkeuring van de raad van bestuur en/of de aandeelhouders, in overeenstemming met de voorwaarden van de joint venture overeenkomst.
| In duizenden € | 31. 12. 2024 | 31. 12. 2023 |
|---|---|---|
| Aandeelhoudersleningen aan de Eerste Joint Venture | 40.611 | 47.619 |
| Aandeelhoudersleningen aan de Tweede Joint Venture | 27.982 | 31.822 |
| Aandeelhoudersleningen aan Derde Joint Venture | 145.069 | 158.132 |
| Aandeelhoudersleningen aan Ontwikkelings Joint Ventures | 12.715 | 140.992 |
| Aandeelhoudersleningen aan Vijfde Joint Venture | 251.924 | 172.490 |
| Aandeelhoudersleningen aan Zesde Joint Venture | 39.040 | — |
| Aandeelhoudersleningen aan geassocieerde deelnemingen (dochterondernemingen van Eerste Joint Venture) |
4.308 | 4.977 |
| Aandeelhoudersleningen aan geassocieerde deelnemingen (dochterondernemingen van Zesde Joint Venture) |
3.212 | — |
| Constructie- en ontwikkelingsleningen aan dochterondernemingen van de Eerste Joint Venture |
23.852 | 8.482 |
| Constructie- en ontwikkelingsleningen aan dochterondernemingen van de Tweede Joint Venture |
38.648 | 22.786 |
| Constructie- en ontwikkelingsleningen aan dochterondernemingen van de Vijfde Joint Venture |
— | 287.813 |
| In duizenden € | 31. 12. 2024 | 31. 12. 2023 |
|---|---|---|
| Constructie- en ontwikkelingsleningen aan dochterondernemingen van Zesde Joint Venture |
54.143 | — |
| Constructie- en ontwikkelingsleningen geherclassificeerd naar Groepen activa aangehouden voor verkoop |
-116.643 | -319.081 |
| Overige langlopende vorderingen | 13.623 | 9.702 |
| Totaal | 538.484 | 565.734 |
De overige langlopende vorderingen omvatten een netto afname van de leningen aan Ontwikkelings Joint Ventures (voornamelijk LPM) van € 128,3 miljoen en een netto toename van leningen aan de Joint Ventures voor € 97,1 miljoen. Dit netto-bedrag bevat eveneens een terugbetaling van aandeelhoudersleningen van de Eerste, de Tweede, de Derde en de Vijfde Joint Venture voor een bedrag van € 53,4 miljoen. Tenslotte, steeg de langlopende vordering op Allianz, als gevolg van de winstuitbetaling voor gebouw D in VGP Park München met € 3,9 miljoen.
| In duizenden € | 31. 12. 2024 | 31. 12. 2023 |
|---|---|---|
| Per 1 januari | 1.037.228 | 891.201 |
| Toevoegingen | 204.416 | 166.211 |
| Resultaat van het jaar | 92.744 | -10.715 |
| Terugbetaling van eigen vermogen | -3.371 | -3.407 |
| Dividenden | -11.438 | -6.062 |
| Aanpassingen door verkoop van participaties | -18.705 | — |
| Op einde van de periode | 1.300.874 | 1.037.228 |
De deelnemingen in de joint ventures and geassocieerde ondernemingen stegen met € 263,6 miljoen. Dit is het resultaat van (i) kapitaal bijdragen door de transacties met de Joint Ventures voor een bedrag van € 199,1 miljoen, (ii) een uitgekeerd dividend van € 11,5 miljoen door de Eerste Joint Venture en € 3,3 miljoen door de Tweede Joint Venture, (iii) een additionele investering in de ontwikkelings Joint Venture Belartza (€ 5,2 miljoen euro), (iv) de verkoop van de participatie in LPM (€ 18,7 miljoen) en (v) en aandeel in het resultaat van de Joint Ventures, een winst van € 92,7 miljoen.
VGP bezit een aantal Joint Ventures die in de IFRS financiële overzichten worden gerapporteerd onder de vermogensmutatiemethode. Deze joint ventures bezitten voornamelijk voltooide activa waarop de VGP Groep vermogensbeheerdiensten verleent. Om de transparantie en vergelijkbaarheid van de joint ventures te vergroten, vindt u hieronder aanvullende prestatiemaatstaven berekend in overeenstemming met de Best Practices Recommendations van de European Public Real Estate Association (EPRA). Deze maatstaven worden gegeven volgens aandeel, in het bijzonder voor de Eerste, Tweede, Derde, Vijfde en de recent opgerichte Zesde Joint Venture. De Ontwikkelings Joint Ventures zijn buiten beschouwing gelaten omdat deze tot op heden alleen ontwikkelingsgrond bevatten.
| EPRA maatstaven toegepast op Joint Ventures volgens aandeel (in duizenden €) |
31. 12. 2024 | 31. 12. 2023 |
|---|---|---|
| EPRA Net Tangible Assets (EPRA NTA) | 1.441.403 | 1.130.627 |
| EPRA Netto initiële rendement (Net Initial Yield (NIY)) | 5,04% | 4,98% |
| EPRA 'Topped-up' Netto initiële rendement | 5,10% | 5,03% |
| EPRA Leegstand (vacancy) ratio | 1,8% | 0,9% |
| EPRA "Loan to value" (LTV) ratio | 31,5% | 31,6% |
| EPRA Inkomsten | 50.148 | 43.678 |
| EPRA kosten ratio (inclusief directe leegstand kosten) | 11,5% | 10,0% |
| EPRA kosten ratio (exclusief directe leegstand kosten) | 11,3% | 9,8% |
| EPRA NTA – Joint Ventures volgens aandeel (in duizenden €) | 31. 12. 2024 | 31. 12. 2023 |
|---|---|---|
| IFRS NAW | 1.281.907 | 997.200 |
| IFRS NAW per aandeel (in €) | 46,97 | 36,54 |
| NAW (na uitoefening van opties, converteerbare schulden en overig eigen vermogen) |
1.281.907 | 997.200 |
| Uit te sluiten: | ||
| Latente belastingen | 159.220 | 134.111 |
| Reële waarde van financiële derivaten | 234 | -681 |
| Immateriële vaste active (IFRS Balans) | 42 | -3 |
| Subtotaal | 1.441.403 | 1.130.627 |
| Reële waarde van financieringen met vaste rentevoet | — | — |
| Vastgoedoverdrachtsbelasting | — | — |
| NAW | 1.441.403 | 1.130.627 |
| Aantal aandelen | 27.291.312 | 27.291.312 |
| NAW/aandeel (in €) | 52,82 | 41,43 |
| EPRA Inkomsten Joint Ventures volgens aandeel (in duizenden €) | 31. 12. 2024 | 31. 12. 2023 |
|---|---|---|
| Inkomsten volgens IFRS winst- en verliesrekening | 91.970 | -8.598 |
| Correcties om EPRA inkomsten weer te geven, uitsluiten: | ||
| Wijzigingen in reële waarde van vastgoedbeleggingen, vastgoedbeleggingen aangehouden voor verkoop en overige belangen |
-54.419 | 58.988 |
| Resultaat op verkoop van vastgoedbeleggingen, vastgoedbeleggingen aangehouden voor verkoop en overige belangen |
-63 | 1.359 |
| Resultaat op de verkoop van handelseigendommen, inclusief afschrijvingskosten met betrekking tot handelseigendommen |
— | — |
| Belastingen op resultaat verkopen | — | — |
| Negatieve goodwill/goodwill impairment | — | — |
| Wijzigingen in de marktwaarde van financiële instrumenten en de bijbehorende afwikkelingskosten |
915 | 1.239 |
| Kosten voor de verwerving van aandelentransacties en belangen in "non-controlling" Joint Ventures |
1.648 | 1.972 |
| Latente belastingen met betrekking tot EPRA correcties | 10.097 | -11.282 |
| Aanpassingen (i) tot (viii) hierboven met betrekking tot joint ventures (tenzij reeds opgenomen onder proportionele consolidatie) |
— | — |
| Minderheidsbelang in verband met bovenstaande | — | — |
| EPRA inkomsten | 50.148 | 43.678 |
| EPRA NIY en 'topped-up' NIY Joint Ventures volgens aandeel (in duizenden €) | 31. 12. 2024 | 31. 12. 2023 |
|---|---|---|
| Vastgoedbeleggingen | 2.959.086 | 2.492.104 |
| Handelseigendommen | — | — |
| minus: te ontwikkelen vastgoed | -165.373 | -183.306 |
| Ontwikkelde portefeuille | 2.793.713 | 2.308.798 |
| Vergoeding voor geschatte koperskosten | 45.997 | 40.529 |
| Bruto herwaardering van ontwikkelde portefeuille | 2.839.710 | 2.349.327 |
| Geldstroom genererende huurinkomsten op jaarbasis | 142.762 | 116.806 |
| Uitgaven voor onroerend goed | 272 | 160 |
| Netto huurinkomsten op jaarbasis | 143.034 | 116.966 |
| Toevoeging: huur bij het verstrijken van huurvrije periodes of andere huurkortingen |
1.654 | 1.105 |
| Topped-up netto huurinkomsten op jaarbasis | 144.688 | 118.071 |
| EPRA NIY | 5,04% | 4,98% |
| EPRA "topped-up" NIY | 5,10% | 5,03% |
| EPRA Leegstand ratio Joint Ventures volgens aandeel (in duizenden €) | 31. 12. 2024 | 31. 12. 2023 |
| Geschatte huurwaarde (GHW) van niet-verhuurde oppervlakte | 2.842 | 1.241 |
| Geschatte huurwaarde van volledige portefeuille | 159.223 | 132.415 |
| EPRA Leegstand ratio | 1,8% | 0,9% |
| EPRA kosten ratios Joint Ventures volgens aandeel (in duizenden €) | 31. 12. 2024 | 31. 12. 2023 |
|---|---|---|
| Omvat: | ||
| Administratieve kosten volgens IFRS winst- en verliesrekening | 13.303 | 11.572 |
| Netto huurlasten | 216 | 307 |
| Management vergoedingen | — | — |
| Andere opbrengsten/doorfacturatie om overheadkosten te dekken verminderd met eventuele gerelateerde winsten |
-2.371 | 1.678 |
| Uitsluiten (indien onderdeel van hierboven): | ||
| Afschrijvingen op vastgoedbeleggingen | 11 | 6 |
| Grondhuurkosten | — | — |
| Huurlasten vergoed via huur maar niet apart aangerekend | — | — |
| EPRA kosten (inclusief directe leegstand kosten) | 15.879 | 10.195 |
| Directe leegstand kosten | 272 | 159 |
| EPRA kosten (exclusief directe leegstand kosten) | 15.607 | 10.036 |
| Bruto huurinkomsten minus huurinkomsten uit gronden – volgens IFRS | 137.579 | 102.070 |
| EPRA kosten ratio (inclusief directe leegstand kosten) | 11,5% | 10,0% |
| EPRA kosten ratio (exclusief directe leegstand kosten) | 11,3% | 9,8% |
| EPRA LTV/Schuldgraad Joint Ventures volgens aandeel (in duizenden €) | 31. 12. 2024 | 31. 12. 2023 |
| Omvat: | ||
| Leningen van financiële instellingen | 991.920 | 854.723 |
| Hybrids (inclusief converteerbare effecten, voorkeuraandelen, schulden, opties, perpetuele (leningen) |
— | — |
| Obligatieleningen | — | — |
| Valuataderivaten (futures, swaps, options and forwards) | 235 | -681 |
| Netto schulden | 9.804 | 5.753 |
| Eigenaar-gebruikt onroerend goed (schuld) | — | — |
| Rekening courant (eigen vermogen eigenschappen) | — | — |
| Uitsluiten: | ||
| Geldmiddelen en kasequivalenten | -117.015 | -72.355 |
| Netto schulden | 884.944 | 787.441 |
| Omvat: | ||
| Eigenaar-gebruikt onroerend goed (schuld) | 29 | 38 |
| Vastgoedbeleggingen aan reële waarde | 2.808.938 | 2.489.307 |
| Vastgoedbeleggingen in aanbouw | — | — |
| Immateriële vaste active | 42 | 3 |
| Netto vorderingen | 694 | 5.204 |
| Financiële vaste activa | — | — |
| Totaal vaste activa | 2.809.703 | 2.494.551 |
| LTV/Schuldgraad | 31,5% | 31,6% |
| In duizenden € | 31. 12. 2024 | 31. 12. 2023 |
|---|---|---|
| Bancaire en andere renteopbrengsten | 12.258 | 6.488 |
| Renteopbrengsten uit leningen aan joint ventures en geassocieerde ondernemingen |
37.909 | 27.505 |
| Netto wisselkoerswinsten | — | 73 |
| Andere financiële opbrengsten | 224 | 10 |
| Financiële opbrengsten | 50.391 | 34.076 |
| Rentelasten op obligaties | -38.997 | -47.488 |
| Bancaire rentekosten | -7.368 | -1.971 |
| Rente geactiveerd bij vastgoedbeleggingen | 3.523 | 14.960 |
| Netto wisselkoersverliezen | -239 | — |
| Andere financiële kosten | -4.907 | -5.608 |
| Financiële kosten | -47.988 | -40.107 |
| Netto financieel resultaat | 2.403 | -6.031 |
Het netto financiële resultaat steeg van een netto-uitgave van € 6 miljoen naar een inkomen van € 2,4 miljoen. Dit verschil is voornamelijk te verklaren door (i) lagere rentelasten van € 3,1 miljoen als gevolg van de aflossing van € 375 miljoen aan obligaties in 2023 en € 75 miljoen in 2024, hoewel dit gedeeltelijk werd gecompenseerd door hogere rentekosten op de nieuwe EIB-lening van € 135 miljoen, (ii) een stijging van de financiële inkomsten met € 5,8 miljoen (tot € 12,3 miljoen) als gevolg van ontvangen rente op termijndeposito's, (iii) een toename van de rente-inkomsten op leningen aan joint ventures en geassocieerde ondernemingen ter waarde van € 10,4 miljoen, en (iv) een vermindering van geactiveerde rentelasten ter waarde van € 11,4 miljoen.
Op 31 december 2024 bedragen de gemiddelde kosten van schulden 2,20%. De gemiddelde looptijd van de kredietfaciliteiten bedraagt 3,7 jaar.
| In duizenden € | 31. 12. 2024 | 31. 12. 2023 |
|---|---|---|
| Actuele belastingen | -10.857 | -15.923 |
| Uitgestelde belastingen | -21.698 | -9.528 |
| Totaal | -32.555 | -25.451 |
| In duizenden € | 31. 12. 2024 | 31. 12. 2023 | ||
|---|---|---|---|---|
| Resultaat voor belastingen | 319.542 | 112.740 | ||
| Aanpassing voor het aandeel in het resultaat van joint ventures en geassocieerde ondernemingen |
-92.744 | 10.715 | ||
| Resultaat voor belastingen en aandeel in het resultaat van joint ventures en geassocieerde ondernemingen |
226.798 | 123.455 | ||
| Belasting aan het Duitse vennootschapsbelastingtarief | 15,825% | -35.891 15,825% | -19.537 | |
| Verschil in belastingvoet niet-Duitse bedrijven | -49.675 | -50.191 | ||
| Gerealiseerde winst op fi nancieel vast actief – vrijgesteld van vennootschapsbelasing |
65.030 | 56.927 | ||
| Verworpen uitgaven | -700 | -1.578 | ||
| Compensatie fiscale verliezen | -11.086 | -9.301 | ||
| Andere | -233 | -1.771 | ||
| Totaal | 14,4% | -32.555 | 20,6% | -25.451 |
Het grootste deel van het resultaat voor belastingen van de Groep wordt in Duitsland gegenereerd. Daarom wordt voor de aansluiting het effectieve vennootschapsbelastingtarief in Duitsland toegepast.
De fiscaal overgedragen verliezen vervallen als volgt:
| 2024 (in duizenden €) | < 1 jaar | 2–5 jaar | > 5 jaar |
|---|---|---|---|
| Overgedragen fiscale verliezen | 477 | 17.665 | 105.541 |
| 2023 (in duizenden €) | < 1 jaar | 2–5 jaar | > 5 jaar |
|---|---|---|---|
| Overgedragen fiscale verliezen | 92 | 16.873 | 85.936 |
| In duizenden € | Activa | Passiva | Netto | |||
|---|---|---|---|---|---|---|
| 2024 | 2023 | 2024 | 2023 | 2024 | 2023 | |
| Vastgoedbeleggingen | — | — | -38.190 | -57.537 | -38.190 | -57.537 |
| Valuta hedge accounting/derivaten | — | — | -14 | -161 | -14 | -161 |
| Overgedragen fiscale verliezen | 3.079 | 3.515 | — | — | 3.079 | 3.515 |
| Geactiveerde rente | — | — | -612 | -865 | -612 | -865 |
| Geactiveerde kosten | — | — | -51 | -79 | -51 | -79 |
| Andere | 645 | 732 | — | — | 645 | 732 |
| Belastingvorderingen/ (verplichtingen) |
3.724 | 4.247 | -38.866 | -58.642 | -35.142 | -54.395 |
| Compensering vorderingen en verplichtingen |
7.896 | 4.057 | -7.896 | -4.057 | — | — |
| Herclassificatie naar verplichtingen m.b.t. groepen activa aangehouden voor verkoop |
— | — | 11.110 | 38.760 | 11.110 | 38.760 |
| Netto belastingvorderingen/ (verplichtingen) |
11.620 | 8.304 | -35.652 | -23.939 | -24.032 | -15.635 |
Een totaalbedrag van € 11.748k (€ 16.134k in 2023) aan uitgestelde belastingvorderingen werd niet uitgedrukt.
| In aantal aandelen | 31. 12. 2024 | 31. 12. 2023 |
|---|---|---|
| Gewogen gemiddeld aantal gewone aandelen (basis) | 27.291.312 | 27.291.312 |
| Verwatering | — | — |
| Gewogen gemiddeld aantal gewone aandelen (verwaterd) | 27.291.312 | 27.291.312 |
| In duizenden € | 31. 12. 2024 | 31. 12. 2023 |
| Resultaat over de periode toewijsbaar aan de Groep en aan de gewone aandeelhouders |
286.987 | 87.292 |
| Winst per aandeel (in €) – basis | 10,52 | 3,20 |
| Winst per aandeel (in €) – verwaterd | 10,52 | 3,20 |
De EPRA NAV indicatoren worden bekomen door de IFRS NAV op een dergelijke manier te corrigeren zodat stakeholders de meest relevante informatie krijgen over de reële waarde van de activa en passiva. De drie verschillende EPRA NAV indicatoren worden berekend op basis van de volgende scenario's:
| 31. 12. 2024 (in duizenden €) | EPRA NRV EPRA NTA EPRA NDV EPRA NAV EPRA NNNAW | ||||
|---|---|---|---|---|---|
| IFRS NAW | 2.400.427 | 2.400.427 | 2.400.427 | 2.400.427 | 2.400.427 |
| IFRS NAW per aandeel (in €) | 87,96 | 87,96 | 87,96 | 87,96 | 87,96 |
| NAW (na uitoefening van opties. converteerbare schulden en ander eigen vermogen) |
2.400.427 2.400.427 2.400.427 2.400.427 | 2.400.427 | |||
| Uit te sluiten: | |||||
| Latente belastingen | 35.142 | 35.142 | — | 35.142 | — |
| Immateriële vaste activa volgens IFRS-balans | — | -724 | — | — | — |
| Subtotaal | 2.435.569 2.434.845 2.400.427 2.435.569 | 2.400.427 | |||
| Reële waarde van vastrentende schulden | — | — | 138.084 | — | 138.084 |
| Vastgoedsoverdrachtbelasting | 42.688 | — | — | — | — |
| NAW | 2.478.257 2.434.845 2.538.511 2.435.569 | 2.538.511 | |||
| Aantal aandelen | 27.291.312 27.291.312 27.291.312 27.291.312 | 27.291.312 | |||
| EPRA NAW per aandeel (€/aandeel) | 90,81 | 89,22 | 93,02 | 89,24 | 93,02 |
| 31. 12. 2023 (in duizenden €) | EPRA NRV EPRA NTA EPRA NDV EPRA NAV EPRA NNNAW | ||||
|---|---|---|---|---|---|
| IFRS NAW | 2.214.417 2.214.417 2.214.417 2.214.417 | 2.214.417 | |||
| IFRS NAW per aandeel (in €) | 81,14 | 81,14 | 81,14 | 81,14 | 81,14 |
| NAV (na uitoefening van opties. converteerbare schulden en ander eigen vermogen) |
2.214.417 2.214.417 2.214.417 2.214.417 | 2.214.417 | |||
| Uit te sluiten: | |||||
| Latente belastingen | 54.395 | 54.395 | — | 54.395 | — |
| Immateriële vaste activa volgens IFRS-balans | — | -1.000 | — | — | — |
| Subtotaal | 2.268.812 2.267.812 2.214.417 2.268.812 | 2.214.417 | |||
| Reële waarde van vastrentende schulden | — | — | 327.837 | — | 327.837 |
| Overdrachtbelasting op vastgoed | 27.521 | — | — | — | — |
| NAW | 2.296.333 2.267.812 2.542.254 2.268.812 | 2.542.254 | |||
| Aantal aandelen | 27.291.312 27.291.312 27.291.312 27.291.312 | 27.291.312 | |||
| EPRA NAW per aandeel (€/aandeel) | 84,14 | 83,10 | 93,15 | 83,13 | 93,15 |
| In duizenden € | 31. 12. 2024 | |||
|---|---|---|---|---|
| Opgeleverd In aanbouw Ontwikkelingsland | Totaal | |||
| Per 1 januari | 520.445 | 356.231 | 632.308 1.508.984 | |
| Herclassificatie van aangehouden voor verkoop | 448.579 | 20.750 | 21.964 | 491.293 |
| Investeringsuitgaven | 116.119 | 237.460 | 51.488 | 405.067 |
| Aanschaffingen | 2.025 | 24.529 | 28.146 | 54.700 |
| Geactiveerde rente | — | 3.126 | 307 | 3.433 |
| Geactiveerde huur incentives en makelaarskosten | 4.383 | 1.615 | 1.359 | 7.357 |
| Verkopen en overdrachten | -515.170 | -56.183 | -24.394 | -595.747 |
| Overdracht naar aanleiding van start-up van ontwikkeling |
— | 99.740 | -99.740 | — |
| Overdracht naar aanleiding van oplevering van ontwikkeling |
242.250 | -242.250 | — | — |
| Netto meerwaarde/(min) waarde op vastgoedbeleggingen1 |
16.436 | 53.350 | -5.916 | 63.870 |
| Herclassificatie naar activa aangehouden voor verkoop |
-31.316 | — | -2.230 | -33.546 |
| Per 31 december | 803.751 | 498.368 | 603.292 1.905.411 |
| In duizenden € | 31. 12. 2023 | |||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| Opgeleverd In aanbouw Ontwikkelingsland | Totaal | |||||
| Per 1 januari | 1.276.093 | 561.489 | 558.120 | 2.395.702 | ||
| Herclassificatie van aangehouden voor verkoop | 117.120 | — | 1.400 | 118.520 | ||
| Investeringsuitgaven | 131.165 | 161.478 | 157.408 | 450.051 | ||
| Aanschaffingen | 79.407 | 49.538 | 83.489 | 212.434 | ||
| Geactiveerde rente | 4 | 12.125 | 2.660 | 14.789 | ||
| Geactiveerde huur incentives en makelaarskosten | 5.278 | 2.004 | 145 | 7.427 | ||
| Verkopen en overdrachten | -900.957 | -313.100 | -13.064 | -1.227.121 | ||
| Overdracht naar aanleiding van start-up van ontwikkeling |
— | 135.893 | -135.893 | — | ||
| Overdracht naar aanleiding van oplevering van ontwikkeling |
278.610 | -278.610 | — | — | ||
| Netto meerwaarde/(min) waarde op vastgoedbeleggingen |
-17.696 | 46.164 | 7 | 28.475 | ||
| Herclassificatie naar activa aangehouden voor verkoop |
-448.579 | -20.750 | -21.964 | -491.293 | ||
| Per 31 december | 520.445 | 356.231 | 632.308 | 1.508.984 |
Op 31 december 2024 werden er geen waarborgen aangehouden door derden ten aanzien van de Groep's vastgoedbeleggingen.
Alle vastgoedbeleggingen van de Groep zijn niveau 3, zoals gedefi nieerd door IFRS 13, in de reële waarde hiërarchie per 31 december 2024. Er waren geen transfers tussen niveaus gedurende het jaar. Niveau 3 inputs die gebruikt worden voor de waarderingen van de vastgoedbeleggingen zijn niet-waarneembaar, in tegenstelling tot niveau 1 (inputs gebaseerd op genoteerde prijzen) en niveau 2 (inputs die direct d.w.z. zoals prijzen, hetzij indirect d.w.z. afgeleid van prijzen, waarneembaar zijn).
De vastgoedbeleggingen van de Groep worden aanvankelijk ingeboekt tegen kostprijs plus transactiekosten. Later wordt het gewaardeerd tegen de reële waarde, met minimaal jaarlijkse herwaardering. In het licht van de snelle groei van de portefeuille heeft de Groep ervoor gekozen de waarderingen tweemaal per jaar uit te voeren: op 30 juni en 31 december. De waarderingen worden uitgevoerd door onafhankelijke externe vastgoedtaxateurs. Alle waarderingen in 2024 werden uitgevoerd door iO Partners, geprefereerde partner van Jones Lang LaSalle met uitzondering van de activa in VGP Park Riga, gerapporteerd als aangehouden voor verkoop, deze activa zijn opgenomen tegen de overeengekomen call-optie prijs.
De waarde van de activa van de Groep is afhankelijk van de ontwikkeling van de lokale vastgoedmarkt in elk van de landen waar de Groep actief is, en is deze onderhevig aan wijzigingen. Winsten en verliezen als gevolg van wijzigingen in de reële waarde worden opgenomen in de winst- en verliesrekening van de Groep als waarderingsresultaten en vormen tevens een onderdeel van het indirecte resultaat van de Groep. De waarderingscontracten van de Groep worden afgesloten voor de duur van één jaar en de honoraria van de vastgoeddeskundigen zijn vast voor de duur van hun aanstelling en zijn niet gerelateerd aan de waarde van de objecten waarvoor een waardering wordt gemaakt. De waarderingen zijn opgesteld in overeenstemming met de RICS Valuation – Professional Standards (met inbegrip van de International Valuation Standards) Global edition juli 2017 (zelfde benadering als voor de waarderingen van de vorige periode). De basis voor de waardering is de marktwaarde van het onroerend goed op de waarderingsdatum, zoals gedefinieerd door de RICS: "Het geschatte bedrag waarvoor een actief of verplichting op de waarderingsdatum moet worden verhandeld tussen een tot een transactie bereidwillige koper en een tot een transactie bereidwillige verkoper in een zakelijke, objectieve transactie tussen onafhankelijke partijen, na een goede marketing en waarbij de partijen elk met kennis van zaken. voorzichtig en zonder dwang hebben gehandeld".
Gezien de aard van de portefeuille en de waarderingsgrondslagen heeft iO Partners, geprefereerde partner van Jones Lang LaSalle, gekozen voor de inkomstenbenadering, gedisconteerde kasstroom techniek, geanalyseerd over een periode van 10 jaar voor elk onroerend goed. De cashflow gaat uit van een aanhoudingsperiode van tien jaar, waarbij de exitwaarde wordt berekend op basis van de geschatte huurwaarde (GHW) of contractuele huur. Voor de berekening van de uitstapwaarde heeft iO Partners, geprefereerde partner van Jones Lang LaSalle gebruik gemaakt van het uitstaprendement dat hun veronderstelling van het mogelijke rendement in het tiende jaar vertegenwoordigt. De kasstroom is gebaseerd op de huurgelden die verschuldigd zijn onder bestaande huurovereenkomsten tot het overeengekomen einde van de huurovereenkomst. In het geval van een vervroegd vertrek is de taxateur ervan uitgegaan dat een vervroegde verbrekingsmogelijkheid alleen zal worden uitgeoefend indien de boete lager is dan de veronderstelde vervaltermijn van de taxateur. Na beëindiging van de huurovereenkomst is de taxateur uitgegaan van een bepaalde leegstandsperiode en een nieuwe huurovereenkomst van 5 jaar. Voor momenteel leegstaande panden is de taxateur uitgegaan van een bepaalde initiële leegstandsperiode en een 5-jarige huurovereenkomst.
Voor de panden in aanbouw heeft de taxateur een initiële leegstand aangenomen vanaf de waarderingsdatum. De veronderstelde huurinkomsten werden berekend op basis van de geschatte huurwaarde (GHW). De veronderstelde leegstand wordt gebruikt om de tijd en de verhuiskosten van marketing, herverhuring en eventuele reconstructie te dekken. De leegstand is vastgesteld voor elk van de gebouwen in de portefeuille. Voor de berekening van de nettohuuropbrengsten hebben de taxateurs een algemeen bedrag voor potentiële investeringsuitgaven afgetrokken van de brutohuuropbrengsten.
Dit is de traditionele methode om vastgoedbeleggingen te waarderen en is een variantie op de verdisconteerde cashflow methode. De marktwaarde wordt afgeleid door het kapitaliseren van de geschatte netto-inkomsten van het onroerend goed op basis van termijn en herzieningsvoorwaarden. Het betreft de kapitalisatie van de huidige inkomsten over de looptijd, samen met de waardering van nieuwe huurovereenkomsten die waarschijnlijk ingaan na markthuurherzieningen of na herverhuur voor hun afzonderlijke geschatte looptijd, elk verdisconteerd tot een contante waarde. Deze methode wordt voornamelijk gebruikt wanneer huidige huurovereenkomsten bijna aan het einde van hun huurtermijn zijn.
Voor de eigendommen in Spanje heeft de taxateur de equivalente rendementsbenadering gevolgd. De equivalente rendementsbenadering berekent de bruto marktwaarde door een kapitalisatiepercentage (equivalent rendement) toe te passen op de nettohuuropbrengsten vanaf de waarderingsdatum en de inkomsten te kapitaliseren in perpetuïteit.
De bovengenoemde veronderstellingen worden hieronder nader gespecificeerd in de waarderingsveronderstellingen.
De volgende hoofdveronderstellingen, samen met de kwantitatieve informatie opgenomen in sectie "(iv) Kwantitatieve informatie over waarderingen tegen reële waarde met behulp van niet-waarneembare inputs"; werden gemaakt door de taxateur
marketing, herverhuring en mogelijke reconstructie te dekken. De leegstand is vastgesteld voor elk van de gebouwen in de portefeuille.
Overige indicatoren die de waardering van de Groep's vastgoedbeleggingen beïnvloeden maar die minder doorwegen voor de Groep is de langdurige leegstand ratio en de resterende levensduur van de vastgoedbeleggingen. De langdurige leegstand is nihil en de resterende levensduur van de gebouwen is gemiddeld nog 25,8 jaar, rekening houdend met de gemiddelde leeftijd van 4,2 jaar voor de opgeleverde portefeuille.
Onroerend goed in aanbouw of in ontwikkeling voor toekomstig gebruik als vastgoedbelegging wordt eveneens gewaardeerd tegen reële marktwaarde en vastgoedbeleggingen in aanbouw worden eveneens gewaardeerd door een onafhankelijke waarderingsdeskundige. Voor de objecten in aanbouw heeft de waarderingsdeskundige dezelfde aanpak gehanteerd als voor de opgeleverde objecten, maar met aftrek van de resterende bouwkosten van de berekende marktwaarde, waarbij onder "resterende bouwkosten" wordt verstaan de totale lopende ontwikkelingskosten, waaronder alle bouwkosten, zachte kosten (zoals expert rapporteringen, projectopvolging), financieringskosten en winst van de ontwikkelaar. De winst van de ontwikkelaar houdt rekening met het risiconiveau van het individuele vastgoed en is voornamelijk afhankelijk van de ontwikkelingsfase en de status van voorverhuur. Voor ontwikkeling aangehouden grond wordt gewaardeerd op basis van de waarderingsmethode op basis van de verkoopvergelijking. De verkoopvergelijkingsmethode levert een waarde-indicatie op door het object te vergelijken met vergelijkbare objecten en correcties toe te passen om de voor- en nadelen van het object weer te geven. Dit is het meest geschikt wanneer een aantal vergelijkbare objecten recentelijk zijn verkocht of op dit moment in de markt worden verkocht. Om de reële waarde voor de eigen portefeuille te bepalen wordt er uitgegaan van een 'asset deal' terwijl voor de Joint Ventures' portefeuille wordt er rekening gehouden met een 'share deal' (resulterend in het al dan niet aftrekken van mogelijke registratierechten)
In juni 2020, verkocht VGP 50% van zijn deelneming in VGP Park München GmbH aan Allianz, waarbij de controle over VGP Park München in 2020 verloren werd (de "Transactie"). De ontwikkeling van VGP Park München heeft verschillende jaren in beslag genomen. Ten gevolge van het verlies van controle, heeft VGP alle activa en passiva van VGP Park München uitgeboekt en een gerealiseerde opbrengst op de verkoop erkend. Deze werd berekend als het verschil tussen: (i) de boekwaarde van alle activa en passiva (=eigen vermogen) van VGP Park München op de transactie datum, en (ii) de reële waarde van de volledige deelneming (100% van de aandelen) (de "Reële waarde"). De gerealiseerde winst n.a.v. de Transactie, zoals hierboven beschreven, werd volledig (100%) erkend, dit in overeenstemming met de waarderingsregels van VGP en IFRS 10 (Zie toelichting 2.3 – Consolidatieprincipes – Joint venture en geassocieerde ondernemingen). Tot de definitieve oplevering van het merendeel van de gebouwen werden deze gebouwen gewaardeerd tegen de met Allianz overeengekomen proportionele aankoopprijs, aangezien die geacht werd de beste weerspiegeling te zijn van de reële waarde. Sinds december 2022, na de oplevering van het merendeel van de gebouwen in de tweede jaarhelft van 2022, worden deze gebouwen geboekt tegen reële waarde en geherwaaarderd door een externe onafhankelijke waarderingsdeskundige overeenkomstig de waarderingsregels van de Groep. (Zie toelichting 13.2 – Vastgoedbeleggingen– in dit deel voor verdere informatie). Met uitzondering voor de constructie van gebouw D. In augustus 2024, besloten VGP en Allianz om de constructie van gebouw D te starten voor huurder Isar Aerospace. Dit project is gewaardeerd tegen de met Allianz overeengekomen proportionele aankoopprijs, aangezien die geacht wordt de beste weerspiegeling te zijn van de reële waarde tot aan de oplevering van het gebouw. Deze waardering strategie volgt dezelfde principes als de vorige ontwikkelingen in dit park.
In november 2020 is VGP een 50:50 joint venture ("LPM Joint Venture") aangegaan met Roozen Landgoederen Beheer met betrekking tot de ontwikkeling van het Logistiek Park Moerdijk. In februari 2024, verkocht de groep zijn belang in de LPM Joint Venture in zijn huidige status. VGP kon hierdoor € 171,4 miljoen cash recupereren.
In oktober 2021 is VGP een 50:50 joint venture aangegaan met Vusa ("VGP Park Belartza"). In 2024, heeft VGP een additionele participatie van 25% opgenomen in deze joint venture. Echter met behoud van gezamenlijke controle volgens de Belartza's Joint Venture Overeenkomst. Deze joint venture zal zich richten op de ontwikkeling van een gecombineerd park m.n. commerciele en logstieke activiteiten. Waarbij VGP de ontwikkeling van het logistieke luik zal leiden en haar joint venture partner (Vusa) de commerciële ontwikkeling. De overeenkomst van de VGP Park Belartza Joint Venture voorziet verschillende mechanismen die onder bepaalde voorwaarden VGP toelaat om de juridische eigenaar te worden van het logistiek vastgoed en Vusa eigenaar van het commerciële vastgoed. Het project verloopt momenteel volgens verwachting om de nodige vergunningen te verkrijgen. Echter, de Raad van Bestuur concludeert dat de kostprijs van deze ontwikkelingsgrond de beste weergave is van de reële waarde. In februari 2022 kocht de VGP Park Siegen joint venture een "brownfield" site gelegen in Siegen, Duitsland. Het is de doelstelling van de Joint Venture om de site met een verhuurbare oppervlakte van ongeveer 21 000 m² te herontwikkelen. In 2023, werd een deel van de site verkocht en sindsdien zijn er verdere afbraakwerken en voorbereidingen voor de herontwikkeling aan de gang. De Raad van Bestuur heeft derhalve geconcludeerd dat ook voor deze ontwikkelingsgrond de kostprijs de beste weergave is van de reële waarde.
De gemaakte waarderingen worden intern beoordeeld door de CEO, CFO en Financial Controller en indien nodig, besproken met de onafhankelijke taxateur. De CFO en CEO rapporteren over de resultaten van de waarderingsprocessen en -resultaten aan het auditcomité en nemen eventuele opmerkingen of beslissingen in overweging bij het uitvoeren van de volgende waarderingen.
Aan het einde van elke halfjaarlijkse periode controleert de financiële controller samen met de CFO: (i) alle belangrijke gegevens in het onafhankelijke taxatierapport; (ii) beoordeelt de waardering van onroerend goed in vergelijking met de voorgaande halfjaarlijkse en jaarlijkse periode; (iii) voert gesprekken met de onafhankelijke taxateur.
De kwantitatieve informatie in de volgende tabel is afkomstig uit de verschillende rapporten van de onafhankelijke vastgoedexperten. De cijfers geven de waardevork en het gewogen gemiddelde van de gehanteerde veronderstellingen die bij de bepaling van de reële waarde van de vastgoedbeleggingen gebruikt werd.
| Regio | Segment | Reële waarde 31. 12. 24 (€ '000) | Waarderingstechniek | Niveau 3 – Niet-waarneembare inputs | Waarde |
|---|---|---|---|---|---|
| Tsjechië | IP | 23.750 | Contante waarde van de kasstroom | GHW per m² (in €) | 62–64 |
| Disconteringsvoet | 6,25%–6,50% | ||||
| Uitgangsrendement | 6,00% | ||||
| Gewogen gemiddelde opbrengst | 6,01% | ||||
| Kosten tot voltooiing (in '000) | — | ||||
| Gewaardeerd vastgoed (totaal m²) | 23.475 | ||||
| WAULT (tot einde looptijd) (in jaren) | 3,45 | ||||
| WAULT (tot eerste breuk) (in jaren) | 3,45 | ||||
| Tsjechië | IPUC | 10.910 | Contante waarde van de kasstroom | GHW per m² (in €) | 94 |
| Disconteringsvoet | 7,00% | ||||
| Uitgangsrendement | 6,05% | ||||
| Gewogen gemiddelde opbrengst | 6,70% | ||||
| Kosten tot voltooiing (in '000) | 2.900 | ||||
| Gewaardeerd vastgoed (totaal m²) | 9.476 | ||||
| Tsjechië | DL | 22.387 | Vergelijking verkoop | Prijs per m² | |
| Duitsland | IP | 152.210 | Contante waarde van de kasstroom | GHW per m² (in €) | 57–82 |
| Disconteringsvoet | 6,55%–10,90% | ||||
| Uitgangsrendement | 4,55%–8,90% | ||||
| Gewogen gemiddelde opbrengst | 6,24% | ||||
| Kosten tot voltooiing (in '000) | 1.000 | ||||
| Gewaardeerd vastgoed (totaal m²) | 136.002 | ||||
| WAULT (tot einde looptijd) (in jaren) | 4,60 | ||||
| WAULT (tot eerste breuk) (in jaren) | 4,05 | ||||
| Duitsland | IPUC | 118.250 | Contante waarde van de kasstroom | GHW per m² (in €) | 72–91 |
| Disconteringsvoet | 6,55%–7,30% | ||||
| Uitgangsrendement | 4,55%–5,30% | ||||
| Gewogen gemiddelde opbrengst | 5,35% | ||||
| Kosten tot voltooiing (in '000) | 41.430 | ||||
| Gewaardeerd vastgoed (totaal m²) | 106.148 | ||||
| Duitsland | DL | 166.201 | Vergelijking verkoop | Prijs per m² | |
| Spanje | IPUC | 48.170 | Contante waarde van de kasstroom | GHW per m² (in €) | 44–75 |
| Disconteringsvoet | n/a | ||||
| Uitgangsrendement | 5,24%–7,00% | ||||
| Gewogen gemiddelde opbrengst | 7,34% | ||||
| Kosten tot voltooiing (in '000) | 13.580 | ||||
| Gewaardeerd vastgoed (totaal m²) | 67.325 | ||||
| Spanje | DL | 87.964 | Vergelijking verkoop | Prijs per m² |
| Regio | Segment | Reële waarde 31. 12. 24 (€ '000) | Waarderingstechniek | Niveau 3 – Niet-waarneembare inputs | Waarde |
|---|---|---|---|---|---|
| Roemenië | IP | 128.190 | Contante waarde van de kasstroom | GHW per m² (in €) | 52–68 |
| Disconteringsvoet | 8,35%–9,75% | ||||
| Uitgangsrendement | 8,10%–9,50% | ||||
| Gewogen gemiddelde opbrengst | 9,53% | ||||
| Kosten tot voltooiing (in '000) | 2.960 | ||||
| Gewaardeerd vastgoed (totaal m²) | 201.957 | ||||
| WAULT (tot einde looptijd) (in jaren) | 4,65 | ||||
| WAULT (tot eerste breuk) (in jaren) | 4,05 | ||||
| Roemenië | IPUC | 64.960 | Contante waarde van de kasstroom | GHW per m² (in €) | 51–83 |
| Disconteringsvoet | 9,10%–10,35% | ||||
| Uitgangsrendement | 8,10%–8,90% | ||||
| Gewogen gemiddelde opbrengst | 9,92% | ||||
| Kosten tot voltooiing (in '000) | 12.450 | ||||
| Gewaardeerd vastgoed (totaal m²) | 114.098 | ||||
| Roemenië | DL | 37.420 | Vergelijking verkoop | Prijs per m² | |
| Nederland | DL | 41.593 | Vergelijking verkoop | Prijs per m² | |
| Italië | IP | 23.010 | Contante waarde van de kasstroom | GHW per m² (in €) | 85 |
| Disconteringsvoet | 8,35% | ||||
| Uitgangsrendement | 5,80% | ||||
| Gewogen gemiddelde opbrengst | 6,96% | ||||
| Kosten tot voltooiing (in '000) | – | ||||
| Gewaardeerd vastgoed (totaal m²) | 18.807 | ||||
| WAULT (tot einde looptijd) (in jaren) | 8,84 | ||||
| WAULT (tot eerste breuk) (in jaren) | 8,84 | ||||
| Italië | IPUC | 63.510 | Contante waarde van de kasstroom | GHW per m² (in €) | 62–85 |
| Disconteringsvoet | 7,05%–8,65% | ||||
| Uitgangsrendement | 5,55%–5,80% | ||||
| Gewogen gemiddelde opbrengst | 6,93% | ||||
| Kosten tot voltooiing (in '000) | 15.290 | ||||
| Gewaardeerd vastgoed (totaal m²) | 87.874 | ||||
| Italië | DL | 17.821 | Vergelijking verkoop | Prijs per m² | |
| Oostenrijk | IP | 105.310 | Contante waarde van de kasstroom | GHW per m² (in €) | 88–216 |
| Disconteringsvoet | 6,50%–7,20% | ||||
| Uitgangsrendement | 5,40%–5,45% | ||||
| Gewogen gemiddelde opbrengst | 5,33% | ||||
| Kosten tot voltooiing (in '000) | — | ||||
| Gewaardeerd vastgoed (totaal m²) | 47.890 | ||||
| WAULT (tot einde looptijd) (in jaren) | 11,26 | ||||
| WAULT (tot eerste breuk) (in jaren) | 11,26 | ||||
| Oostenrijk | IPUC | 89.330 | Contante waarde van de kasstroom | GHW per m² (in €) | 99 |
| Regio | Segment | Reële waarde 31. 12. 24 (€ '000) | Waarderingstechniek | Niveau 3 – Niet-waarneembare inputs | Waarde |
|---|---|---|---|---|---|
| Oostenrijk | Disconteringsvoet | 6,65%–7,35% | |||
| Uitgangsrendement | 5,60% | ||||
| Gewogen gemiddelde opbrengst | 5,61% | ||||
| Kosten tot voltooiing (in '000) | 6.950 | ||||
| Gewaardeerd vastgoed (totaal m²) | 56.300 | ||||
| Oostenrijk | DL | 26.898 | Vergelijking verkoop | Prijs per m² | |
| Hongarije | IP | 196.070 | Contante waarde van de kasstroom | GHW per m² (in €) | 50–63 |
| Disconteringsvoet | 7,25%–7,75% | ||||
| Uitgangsrendement | 6,75%–7,25% | ||||
| Gewogen gemiddelde opbrengst | 7,59% | ||||
| Kosten tot voltooiing (in '000) | 4.130 | ||||
| Gewaardeerd vastgoed (totaal m²) | 240.035 | ||||
| WAULT (tot einde looptijd) (in jaren) | 6,31 | ||||
| WAULT (tot eerste breuk) (in jaren) | 6,06 | ||||
| Hongarije | IPUC | 15.190 | Contante waarde van de kasstroom | GHW per m² (in €) | 54–55 |
| Disconteringsvoet | 7,25%–7,75% | ||||
| Uitgangsrendement | 6,75%–7,25% | ||||
| Gewogen gemiddelde opbrengst | 7,79% | ||||
| Kosten tot voltooiing (in '000) | 12.370 | ||||
| Gewaardeerd vastgoed (totaal m²) | 37.592 | ||||
| Hongarije | DL | 37.164 | Vergelijking verkoop | Prijs per m² | |
| Letland | IP | 99.406 | Contante waarde van de kasstroom | GHW per m² (in €) | 56–63 |
| Disconteringsvoet | 8,00%–8,75% | ||||
| Uitgangsrendement | 8,00–8,25% | ||||
| Gewogen gemiddelde opbrengst | 8,10% | ||||
| Kosten tot voltooiing (in '000) | – | ||||
| Gewaardeerd vastgoed (totaal m²) | 133.546 | ||||
| WAULT (tot einde looptijd) (in jaren) | 6,46 | ||||
| WAULT (tot eerste breuk) (in jaren) | 6,46 | ||||
| Letland | DL | 2.230 | Vergelijking verkoop | Prijs per m² | |
| Slowakije | IP | 7.730 | Contante waarde van de kasstroom | GHW per m² (in €) | 65 |
| Disconteringsvoet | 7,25% | ||||
| Uitgangsrendement | 7,25% | ||||
| Gewogen gemiddelde opbrengst | 7,67% | ||||
| Kosten tot voltooiing (in '000) | – | ||||
| Gewaardeerd vastgoed (totaal m²) | 8.479 | ||||
| WAULT (tot einde looptijd) (in jaren) | 4,99 | ||||
| WAULT (tot eerste breuk) (in jaren) | 4,99 | ||||
| Slowakije | IPUC | 1.010 | Contante waarde van de kasstroom | GHW per m² (in €) | 62 |
| Regio | Segment | Reële waarde 31. 12. 24 (€ '000) | Waarderingstechniek | Niveau 3 – Niet-waarneembare inputs | Waarde |
|---|---|---|---|---|---|
| Slowakije | Disconteringsvoet | 8,65% | |||
| Uitgangsrendement | 7,25% | ||||
| Gewogen gemiddelde opbrengst | 9,09% | ||||
| Kosten tot voltooiing (in '000) | 6.190 | ||||
| Gewaardeerd vastgoed (totaal m²) | 10.203 | ||||
| Slowakije | DL | 39.916 | Vergelijking verkoop | Prijs per m² | |
| Portugal | IP | 29.221 | Contante waarde van de kasstroom | GHW per m² (in €) | 69 |
| Disconteringsvoet | 7,65%–7,73% | ||||
| Uitgangsrendement | 5,71%–5,78% | ||||
| Gewogen gemiddelde opbrengst | 5,94% | ||||
| Kosten tot voltooiing (in '000) | – | ||||
| Gewaardeerd vastgoed (totaal m²) | 19.749 | ||||
| WAULT (tot einde looptijd) (in jaren) | 19,65 | ||||
| WAULT (tot eerste breuk) (in jaren) | 14,49 | ||||
| Portugal | IPUC | 32.908 | Contante waarde van de kasstroom | GHW per m² (in €) | 54 |
| Disconteringsvoet | 8,13% | ||||
| Uitgangsrendement | 6,28% | ||||
| Gewogen gemiddelde opbrengst | 6,73% | ||||
| Kosten tot voltooiing (in '000) | 3.160 | ||||
| Gewaardeerd vastgoed (totaal m²) | 32.695 | ||||
| Portugal | DL | 12.416 | Vergelijking verkoop | Prijs per m² | |
| Servië | IP | 70.170 | Contante waarde van de kasstroom | GHW per m² (in €) | 63–78 |
| Disconteringsvoet | 9,25%–9,50% | ||||
| Uitgangsrendement | 8,25% | ||||
| Gewogen gemiddelde opbrengst | 9,35% | ||||
| Kosten tot voltooiing (in '000) | 570 | ||||
| Gewaardeerd vastgoed (totaal m²) | 77.453 | ||||
| WAULT (tot einde looptijd) (in jaren) | 13,45 | ||||
| WAULT (tot eerste breuk) (in jaren) | 12,90 | ||||
| Servië | IPUC | 4.780 | Contante waarde van de kasstroom | GHW per m² (in €) | 81 |
| Disconteringsvoet | 9,25% | ||||
| Uitgangsrendement | 8,25% | ||||
| Gewogen gemiddelde opbrengst | 8,57% | ||||
| Kosten tot voltooiing (in '000) | 330 | ||||
| Gewaardeerd vastgoed (totaal m²) | 5.208 | ||||
| Servië | DL | 26.063 | Vergelijking verkoop | Prijs per m² |
| Regio | Segment | Reële waarde 31. 12. 24 (€ '000) | Waarderingstechniek | Niveau 3 – Niet-waarneembare inputs | Waarde |
|---|---|---|---|---|---|
| Kroatië | IPUC | 20.880 | Contante waarde van de kasstroom | GHW per m² (in €) | 101 |
| Disconteringsvoet | 9,25% | ||||
| Uitgangsrendement | 8,25% | ||||
| Gewogen gemiddelde opbrengst | 8,25% | ||||
| Kosten tot voltooiing (in '000) | 13.920 | ||||
| Gewaardeerd vastgoed (totaal m²) | 28.594 | ||||
| Kroatië | DL | 8.649 | Vergelijking verkoop | Prijs per m² | |
| Frankrijk | IPUC | 14.400 | Contante waarde van de kasstroom | GHW per m² (in €) | 55 |
| Disconteringsvoet | 7,35% | ||||
| Uitgangsrendement | 5,65% | ||||
| Gewogen gemiddelde opbrengst | 6,33% | ||||
| Kosten tot voltooiing (in '000) | 15.800 | ||||
| Gewaardeerd vastgoed (totaal m²) | 34.413 | ||||
| Frankrijk | DL | 71.491 | Vergelijking verkoop | Prijs per m² | |
| Denemarken | IPUC | 14.070 | Contante waarde van de kasstroom | GHW per m² (in €) | 81–84 |
| Disconteringsvoet | 7,50% | ||||
| Uitgangsrendement | 5,50% | ||||
| Gewogen gemiddelde opbrengst | 6,70% | ||||
| Kosten tot voltooiing (in '000) | 19.190 | ||||
| Gewaardeerd vastgoed (totaal m²) | 27.138 | ||||
| Denemarken | DL | 7.309 | Vergelijking verkoop | Prijs per m² |
Totaal 1.938.9571
IP = voltooide vastgoedbelegging IPUC = investeringsvastgoed in aanbouw DL = ontwikkelingsgrond
1 Inclusief vastgoedbeleggingen die geherklasseerd zijn naar "Groepen activa aangehouden voor verkoop" voor een bedrag van € 33,55 miljoen (zie toelichting 13).
| Regio | Segment | Reële waarde 31. 12. 23 (€ '000) | Waarderingstechniek | Niveau 3 – Niet-waarneembare inputs | Waarde |
|---|---|---|---|---|---|
| Tsjechië | IP | 134.283 | Contante waarde van de kasstroom | ERV per m² (in €) | 39–65 |
| Disconteringsvoet | 6,15%–6,40% | ||||
| Uitgangsrendement | 6,15% | ||||
| Gewogen gemiddelde opbrengst | 5,72% | ||||
| Kosten tot voltooiing (in '000) | — | ||||
| Gewaardeerd vastgoed (totaal m²) | 142.493 | ||||
| WAULT (tot einde looptijd) (in jaren) | 5,75 | ||||
| WAULT (tot eerste breuk) (in jaren) | 5,75 | ||||
| Tsjechië | IPUC | 17.290 | Contante waarde van de kasstroom | ERV per m² (in €) | 63 |
| Disconteringsvoet | 7,50% | ||||
| Uitgangsrendement | 6,15% | ||||
| Gewogen gemiddelde opbrengst | 7,55% | ||||
| Kosten tot voltooiing (in '000) | 14.050 | ||||
| Gewaardeerd vastgoed (totaal m²) | 29.309 | ||||
| Tsjechië | DL | 23.923 | Vergelijking verkoop | Prijs per m² | |
| Duitsland | IP | 339.078 | Contante waarde van de kasstroom | ERV per m² (in €) | 46–82 |
| Disconteringsvoet | 6,80%–8,20% | ||||
| Uitgangsrendement | 4,95%–5,70% | ||||
| Gewogen gemiddelde opbrengst | 5,42% | ||||
| Kosten tot voltooiing (in '000) | 916 | ||||
| Gewaardeerd vastgoed (totaal m²) | 312.160 | ||||
| WAULT (tot einde looptijd) (in jaren) | 6,29 | ||||
| WAULT (tot eerste breuk) (in jaren) | 6,00 | ||||
| Duitsland | IPUC | 89.010 | Contante waarde van de kasstroom | ERV per m² (in €) | 74–82 |
| Disconteringsvoet | 6,05%–7,30% | ||||
| Uitgangsrendement | 4,55%–5,30% | ||||
| Gewogen gemiddelde opbrengst | 5,16% | ||||
| Kosten tot voltooiing (in '000) | 42.892 | ||||
| Gewaardeerd vastgoed (totaal m²) | 87.366 | ||||
| Duitsland | DL | 180.017 | Vergelijking verkoop | Prijs per m² | |
| Spanje | IPUC | 850 | Contante waarde van de kasstroom | ERV per m² (in €) | 44 |
| Disconteringsvoet | n/a | ||||
| Uitgangsrendement | 6,00% | ||||
| Gewogen gemiddelde opbrengst | 7,12% | ||||
| Kosten tot voltooiing (in '000) | 3.400 | ||||
| Gewaardeerd vastgoed (totaal m²) | 6.905 | ||||
| Spanje | DL | 86.595 | Vergelijking verkoop | Prijs per m² |
| Regio | Segment | Reële waarde 31. 12. 23 (€ '000) | Waarderingstechniek | Niveau 3 – Niet-waarneembare inputs | Waarde |
|---|---|---|---|---|---|
| Roemenië | IP | 104.360 | Contante waarde van de kasstroom | ERV per m² (in €) | 52–66 |
| Disconteringsvoet | 8,25%–9,75% | ||||
| Uitgangsrendement | 8,00%–9,50% | ||||
| Gewogen gemiddelde opbrengst | 9,06% | ||||
| Kosten tot voltooiing (in '000) | 3.385 | ||||
| Gewaardeerd vastgoed (totaal m²) | 169.110 | ||||
| WAULT (tot einde looptijd) (in jaren) | 5,51 | ||||
| WAULT (tot eerste breuk) (in jaren) | 4,89 | ||||
| Roemenië | IPUC | 18.460 | Contante waarde van de kasstroom | ERV per m² (in €) | 50 |
| Disconteringsvoet | 9,00%–9,50% | ||||
| Uitgangsrendement | 8,50%–8,75% | ||||
| Gewogen gemiddelde opbrengst | 11,10% | ||||
| Kosten tot voltooiing (in '000) | 29.250 | ||||
| Gewaardeerd vastgoed (totaal m²) | 86.045 | ||||
| Roemenië | DL | 44.300 | Vergelijking verkoop | Prijs per m² | |
| Nederland | DL | 40.545 | Vergelijking verkoop | Prijs per m² | |
| Italië | IPUC | 6.700 | Contante waarde van de kasstroom | ERV per m² (in €) | 85 |
| Disconteringsvoet | 8,80% | ||||
| Uitgangsrendement | 5,90% | ||||
| Gewogen gemiddelde opbrengst | 8,13% | ||||
| Kosten tot voltooiing (in '000) | 13.900 | ||||
| Gewaardeerd vastgoed (totaal m²) | 18.773 | ||||
| Italië | DL | 37.767 | Vergelijking verkoop | Prijs per m² | |
| Oostenrijk | IP | 64.700 | Contante waarde van de kasstroom | ERV per m² (in €) | 85–192 |
| Disconteringsvoet | 6,50%–6,75% | ||||
| Uitgangsrendement | 5,40%–5,50% | ||||
| Gewogen gemiddelde opbrengst | 5,41% | ||||
| Kosten tot voltooiing (in '000) | — | ||||
| Gewaardeerd vastgoed (totaal m²) | 22.558 | ||||
| WAULT (tot einde looptijd) (in jaren) | 13,30 | ||||
| WAULT (tot eerste breuk) (in jaren) | 13,30 | ||||
| Oostenrijk | IPUC | 89.400 | Contante waarde van de kasstroom | ERV per m² (in €) | 84–99 |
| Disconteringsvoet | 6,85%–7,00% | ||||
| Uitgangsrendement | 5,35%–5,60% | ||||
| Gewogen gemiddelde opbrengst | 6,76% | ||||
| Kosten tot voltooiing (in '000) | 39.100 | ||||
| Gewaardeerd vastgoed (totaal m²) | 82.685 | ||||
| Oostenrijk | DL | 24.378 | Vergelijking verkoop | Prijs per m² |
| Regio | Segment | Reële waarde 31. 12. 23 (€ '000) | Waarderingstechniek | Niveau 3 – Niet-waarneembare inputs | Waarde |
|---|---|---|---|---|---|
| Hongarije | IP | 91.072 | Contante waarde van de kasstroom | ERV per m² (in €) | 50–70 |
| Disconteringsvoet | 7,00%–8,00% | ||||
| Uitgangsrendement | 6,50%–7,25% | ||||
| Gewogen gemiddelde opbrengst | 7,42% | ||||
| Kosten tot voltooiing (in '000) | 0 | ||||
| Gewaardeerd vastgoed (totaal m²) | 114.270 | ||||
| WAULT (tot einde looptijd) (in jaren) | 5,40 | ||||
| WAULT (tot eerste breuk) (in jaren) | 5,40 | ||||
| Hongarije | IPUC | 65.760 | Contante waarde van de kasstroom | ERV per m² (in €) | 53–58 |
| Disconteringsvoet | 7,50%–8,00% | ||||
| Uitgangsrendement | 6,75%–7,25% | ||||
| Gewogen gemiddelde opbrengst | 7,81% | ||||
| Kosten tot voltooiing (in '000) | 21.800 | ||||
| Gewaardeerd vastgoed (totaal m²) | 105.874 | ||||
| Hongarije | DL | 33.348 | Vergelijking verkoop | Prijs per m² | |
| Letland | IP | 97.820 | Contante waarde van de kasstroom | ERV per m² (in €) | 56–63 |
| Disconteringsvoet | 8,00%–8,75% | ||||
| Uitgangsrendement | 8,00–8,25% | ||||
| Gewogen gemiddelde opbrengst | 7,88% | ||||
| Kosten tot voltooiing (in '000) | 950 | ||||
| Gewaardeerd vastgoed (totaal m²) | 133.535 | ||||
| WAULT (tot einde looptijd) (in jaren) | 7,48 | ||||
| WAULT (tot eerste breuk) (in jaren) | 7,48 | ||||
| Letland | DL | 1.640 | Vergelijking verkoop | Prijs per m² | |
| Slowakije | IP | 110.296 | Contante waarde van de kasstroom | ERV per m² (in €) | 40–74 |
| Disconteringsvoet | n/a | ||||
| Uitgangsrendement | n/a | ||||
| Gewogen gemiddelde opbrengst | 6,17% | ||||
| Kosten tot voltooiing (in '000) | 0 | ||||
| Gewaardeerd vastgoed (totaal m²) | 138,209 | ||||
| WAULT (tot einde looptijd) (in jaren) | 7,54 | ||||
| WAULT (tot eerste breuk) (in jaren) | 7,36 | ||||
| Slowakije | IPUC | 19.910 | Contante waarde van de kasstroom | ERV per m² (in €) | 65 |
| Disconteringsvoet | 7,50% | ||||
| Uitgangsrendement | 7,25% | ||||
| Gewogen gemiddelde opbrengst | 8,05% | ||||
| Kosten tot voltooiing (in '000) | 1.650 | ||||
| Gewaardeerd vastgoed (totaal m²) | 8.480 | ||||
| Slowakije | DL | 60.619 | Vergelijking verkoop | Prijs per m² |
| Regio | Segment | Reële waarde 31. 12. 23 (€ '000) | Waarderingstechniek | Niveau 3 – Niet-waarneembare inputs | Waarde |
|---|---|---|---|---|---|
| Portugal | IP | 27.415 | Contante waarde van de kasstroom | ERV per m² (in €) | 66–72 |
| Disconteringsvoet | 7,81%–7,87% | ||||
| Uitgangsrendement | 5,81%–5,87% | ||||
| Gewogen gemiddelde opbrengst | 6,09% | ||||
| Kosten tot voltooiing (in '000) | 580 | ||||
| Gewaardeerd vastgoed (totaal m²) | 19.749 | ||||
| WAULT (tot einde looptijd) (in jaren) | 20,64 | ||||
| WAULT (tot eerste breuk) (in jaren) | 15,49 | ||||
| Portugal | IPUC | 5.101 | Contante waarde van de kasstroom | ERV per m² (in €) | 51 |
| Disconteringsvoet | 8,28% | ||||
| Uitgangsrendement | 6,28% | ||||
| Gewogen gemiddelde opbrengst | 6,97% | ||||
| Kosten tot voltooiing (in '000) | 26.520 | ||||
| Gewaardeerd vastgoed (totaal m²) | 31.789 | ||||
| Portugal | DL | 11.638 | Vergelijking verkoop | Prijs per m² | |
| Servië | IPUC | 44.380 | Contante waarde van de kasstroom | ERV per m² (in €) | 61–77 |
| Disconteringsvoet | 9,25%–9,50% | ||||
| Uitgangsrendement | 8,25% | ||||
| Gewogen gemiddelde opbrengst | 9,36% | ||||
| Kosten tot voltooiing (in '000) | 17.150 | ||||
| Gewaardeerd vastgoed (totaal m²) | 76.938 | ||||
| Servië | DL | 23.556 | Vergelijking verkoop | Prijs per m² | |
| Kroatië | DL | 6.246 | Vergelijking verkoop | Prijs per m² | |
| Frankrijk | IPUC | 20.120 | Contante waarde van de kasstroom | ERV per m² (in €) | 55 |
| Disconteringsvoet | 6,45% | ||||
| Uitgangsrendement | 5,50% | ||||
| Gewogen gemiddelde opbrengst | 5,30% | ||||
| Kosten tot voltooiing (in '000) | 20.850 | ||||
| Gewaardeerd vastgoed (totaal m²) | 39.329 | ||||
| Frankrijk | DL | 77.213 | Vergelijking verkoop | Prijs per m² | |
| Denemarken | DL | 2.487 | Vergelijking verkoop | Prijs per m² |
Totaal 2.000.2771
IP = voltooide vastgoedbelegging
IPUC = investeringsvastgoed in aanbouw
DL = ontwikkelingsgrond
1 Inclusief vastgoedbeleggingen die geherklasseerd zijn naar "Groepen activa aangehouden voor verkoop" voor een bedrag van € 491 293 (000) (zie toelichting 13).
De sensitiviteit van de reële waarde in functie van wijzigingen in de belangrijke niet-observeerbare inputs. gebruikt in de bepaling van de reële waarde van de objecten geclassificeerd in niveau 3 volgens de IFRS fair value hiërarchie, is als volgt (onder de veronderstelling dat alle andere variabelen constant blijven):
| Impact op reële waarde bij | ||
|---|---|---|
| Niet observeerbare input | Daling | Stijging |
| Geschatte huurwaarde – GHW (in EUR/m²) | Negatief | Positief |
| Verdisconteringsvoet | Positief | Negatief |
| 'Exit' Kapitalisatievoet | Positief | Negatief |
| Resterende looptijd huurocontract (t.e.m. eerste vervaldag) | Negatief | Positief |
| Resterende looptijd huurocontract (t.e.m. finale vervaldag) | Negatief | Positief |
| Bezettingsgraad | Negatief | Positief |
| Inflatie | Negatief | Positief |
Een verlaging van de verwachte huur zal leiden tot een verlaging van de reële waarde. Een verhoging van de verdisconteringsvoet en de 'Exit' kapitalisatievoeten gebruikt voor de eindwaarde van de gedisconteerde kasstroommethode zal de reële waarde verminderen. Er zijn onderlinge verbanden tussen deze verdisconteringsvoeten en de 'Exit' kapitalisatievoeten aangezien deze bepaald worden door de marktvoorwaarden. Voor projectontwikkelingen zullen de nog te maken bouwkosten en de periode nodig om de projecten op te leveren leiden tot een verlaging van de reële waarde. Het verder afwerken van de bouw tot oplevering zal een verhoging van de reële waarde met zich meebrengen.
Bovendien kan de sensitiviteit van de reële waarde van de portefeuille als volgt geschat worden: een stijging (daling) van de huurinkomsten met 1% zou een stijging (daling) van de reële waarde van de portefeuille van ongeveer € 17,31 miljoen met zich meebrengen (onder de veronderstelling dat alle andere variabelen constant blijven).
Een stijging (daling) van de gewogen gemiddelde kapitalisatievoet (zie toelichting 7) van 25 basispunten zou een daling (stijging) van de reële waarde van ongeveer € 57,8¹ miljoen met zich meebrengen (onder de veronderstelling dat alle andere variabelen constant blijven).
| In duizenden € | 31. 12. 2024 | 31. 12. 2023 |
|---|---|---|
| PV installaties – in gebruik (aanschafwaarde) | 94.529 | 64.285 |
| PV installaties – in gebruik (geacc. afschrijvingen) | -7.939 | -3.752 |
| PV installaties – in aanbouw | 14.064 | 31.330 |
| Geactiveerde Leases onder IFRS 16 | 18.661 | 13.213 |
| Overige materiële vaste activa | 2.994 | 2.350 |
| Totaal | 122.309 | 107.426 |
Materiële vaste activa bestaan voornamelijk uit de fotovoltaïsche installaties, operationeel of in aanbouw. Deze installaties situeren zich voornamelijk in Duitsland en Nederland.
1 Bepaald op basis van rendement (yield) en huurinkomsten van eigen en groepen aangehouden voor verkoop portefeuille
| In duizenden € | 31. 12. 2024 | 31. 12. 2023 |
|---|---|---|
| Handelsvorderingen | 19.672 | 15.926 |
| Te ontvangen BTW | 54.169 | 58.328 |
| Overlopende rekeningen (actief) | 4.492 | 2.470 |
| Andere vorderingen | 5.498 | 10.142 |
| Herclassificatie naar (–)/van activa aangehouden voor verkoop | -27 | -7.380 |
| Totaal | 83.804 | 79.486 |
De geldmiddelen en kasequivalenten van de Groep omvatten enkel kasdeposito's waarvan 81% aangehouden bij Belgische banken.
| In duizenden € | 31. 12. 2024 | 31. 12. 2023 |
|---|---|---|
| Geldmiddelen | 244.052 | 219.345 |
| Kasequivalenten | 248.729 | — |
| Totaal | 492.781 | 219.345 |
| Uitgegeven en volledig betaald | Aantal Aandelen | Nominale waarde van Aandelen (€ 000) |
|
|---|---|---|---|
| Uitgegeven gewone aandelen op 1 januari 2024 | 27.291.312 | 105.676 | |
| Uitgifte aandelen | — | — | |
| Uitgegeven gewone aandelen op 31 december 2024 | 27.291.312 | 105.676 |
Het statutaire aandelenkapitaal van de Vennootschap bedraagt € 136,092 k. De kapitaalreserve van € 30,4 miljoen die is opgenomen in het mutatieoverzicht van het eigen vermogen, heeft betrekking op de eliminatie van de inbreng in natura van de aandelen van een aantal groepsmaatschappijen en de aftrek van alle kosten in verband met de uitgifte van de nieuwe aandelen en de beursnotering van de bestaande aandelen van het eigen vermogen van de Vennootschap, op het moment van de beursintroductie ("IPO") in 2007 (zie ook "Mutatieoverzicht van het eigen vermogen").
| In duizenden € | 31. 12. 2024 | 31. 12. 2023 |
|---|---|---|
| Per 1 januari | 845.579 | 845.579 |
| Uitgiftepremie nieuwe aandelen | — | — |
| Per 31 december | 845.579 | 845.579 |
Op 31 december 2024 bezat de groep geen eigen aandelen.
De contractuele looptijden van rentedragende leningen en schulden (kortlopend en langlopend) zijn als volgt:
| Vervaldag | 31. 12. 2024 | |||
|---|---|---|---|---|
| In duizenden € | Openstaande schuld < 1 jaar | > 1–5 jaar | > 5 jaar | |
| Langlopend | ||||
| Bankleningen | 134.636 | — | 53.718 | 80.918 |
| Schuldschein lening | 25.979 | — | 25.979 | — |
| Obligaties | ||||
| 3,50% obligatie mar – 26 | 189.733 | — | 189.733 | — |
| 1,50% obligatie apr – 29 | 596.878 | — | 596.878 | — |
| 1,625% obligatie jan – 27 | 498.424 | — | 498.424 | — |
| 2,25% obligatie jan – 30 | 496.845 | — | — 496.845 | |
| Totaal langlopende financiële schulden | 1.942.495 | — 1.364.732 577.763 | ||
| Kortlopend | ||||
| Bankleningen | — | — | — | — |
| Schuldschein lening | — | — | — | — |
| Obligatie | ||||
| 3,35% obligatie mar – 25 | 79.987 | 79.987 | — | — |
| Toe te rekenen interest | 34.879 | 34.879 | — | — |
| Totaal kortlopende financiële schulden | 114.866 114.866 | — | — | |
| Totaal kortlopende en langlopende financiële schulden |
2.057.361 114.866 1.364.732 577.763 |
De bovenstaande 31 december 2024 saldi bevatten gekapitaliseerde financieringskosten van (i) € 0,39 miljoen aan bankleningen en Schuldschein leningen (2023: € 0,31 miljoen) (ii) € 8,1 miljoen aan obligaties (2023: € 10,6 miljoen). De opgelopen rente heeft betrekking op de vier1 uitgegeven obligaties (€ 32,3 miljoen) en de Schuldschein leningen (€ 0,3 miljoen).
De coupons van de obligaties zijn jaarlijks betaalbaar op 30 maart voor de mar-25 obligatie, 19 maart voor de mar-26, 8 april voor de apr-29 obligatie en 17 januari voor de obligaties jan-27 & jan-30, De rente op de Schuldschein leningen is halfjaarlijks betaalbaar op 15 april en 15 oktober voor de Schuldschein leningen met variabele rente en jaarlijks op 15 oktober voor de Schuldschein leningen met vaste rente.
| Vervaldag | 31. 12. 2023 | |||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| In duizenden € | Openstaande schuld < 1 jaar | > 1–5 jaar | > 5 jaar | |||
| Langlopend | ||||||
| Bankleningen | — | — | — | — | ||
| Schuldschein lening | 25.686 | — | 25.686 | — | ||
| Obligaties | ||||||
| 3,35% obligatie mar – 25 | 79.933 | — | 79.933 | — | ||
| 3,50% obligatie mar – 26 | 189.514 | — | 189.514 | — | ||
| 1,50% obligatie apr – 29 | 596.147 | — | — | 596.147 | ||
| 1,625% obligatie jan – 27 | 497.654 | — | 497.654 | — | ||
| 2,25% obligatie jan – 30 | 496.220 | — | — | 496.220 | ||
| Totaal langlopende financiële schulden | 1.885.154 | — | 792.787 1.092.367 | |||
| Kortlopend | ||||||
| Bankleningen | — | — | — | — | ||
| Schuldschein lening | 3.000 | 3.000 | — | — | ||
| Obligatie | ||||||
| 3,25% obligatie jul – 24 | 74.939 | 74.939 | — | — | ||
| Toe te rekenen interest | 33.811 | 33.811 | — | — | ||
| Totaal kortlopende financiële schulden | 111.750 111.750 | — | — | |||
| Totaal kortlopende en langlopende financiële schulden |
1.996.904 111.750 | 792.787 1.092.367 |
1 De uitgegeven obligatie per 10 januari 2022 wordt beschouwd als twee obligaties, gezien de looptijd in twee tranches en de verschillende kosten.
De leningen en kredietfaciliteiten toegekend aan de VGP Groep zijn gedenomineerd in € en kunnen als volgt samengevat worden (alle onderstaande cijfers zijn exclusief geactiveerde financieringskosten):
| 31. 12. 2024 In duizenden € |
Krediet faciliteit |
Vervaldatum faciliteit |
Openstaande schuld |
< 1 jaar | > 1–5 jaar | > 5 jaar |
|---|---|---|---|---|---|---|
| KBC Bank NV | 100.000 | 31. 12. 27 | — | — | — | — |
| KBC Bank NV1 | 50.000 | 31. 12. 27 | — | — | — | — |
| Belfius Bank NV | 75.000 | 31. 12. 26 | — | — | — | — |
| Belfius Bank NV | 100.000 | 31. 07. 27 | — | — | — | — |
| BNP Paribas Fortis | 50.000 | 31. 12. 26 | — | — | — | — |
| BNP Paribas Fortis | 50.000 | 31. 12. 26 | — | — | — | — |
| JP Morgan SE | 50.000 | 12. 12. 25 | — | — | — | — |
| European Investment Bank | 150.000 | 05. 02. 34 | 135.000 | — | 54.000 | 81.000 |
| Totale bankschuld | 625.000 | 135.000 | — | 54.000 | 81.000 |
In februari 2025 verhoogde VGP haar kredietfaciliteit bij JP Morgan SE met € 25 miljoen in combinatie met een verlenging van de looptijd met 3 jaar, tot 7 februari 2028. Daarnaast, verlengde VGP in februari 2025 de kredietfaciliteiten met BNP Paribas Fortis van december 2026 tot eerste kwartaal 2030 enerzijds en eerste kwartaal 2031 anderzijds.
| 31. 12. 2023 In duizenden € |
Krediet faciliteit |
Vervaldatum faciliteit |
Openstaande schuld |
< 1 jaar | > 1–5 jaar | > 5 jaar |
|---|---|---|---|---|---|---|
| KBC Bank NV | 75.000 | 31. 12. 26 | — | — | — | — |
| Belfius Bank NV | 75.000 | 31. 12. 26 | — | — | — | — |
| Belfius Bank NV | 100.000 | 31. 07. 27 | — | — | — | — |
| BNP Paribas Fortis | 50.000 | 31. 12. 26 | — | — | — | — |
| BNP Paribas Fortis | 50.000 | 31. 12. 26 | — | — | — | — |
| JP Morgan SE | 50.000 | 12. 12. 25 | — | — | — | — |
| European Investment Bank | 150.000 | 05. 02. 34 | — | — | — | — |
| Totaal bank debt | 550.000 | — | — | — | — |
De Schuldschein-leningen vertegenwoordigen een combinatie van vaste en variabele leningen waarbij de variabele rente een nominaal bedrag vertegenwoordigt van € 21 miljoen dat niet is afgedekt. De huidige gemiddelde rentevoet is 5,31 procent per jaar. De leningen hebben een resterende gewogen gemiddelde looptijd van 1,9 jaar.
| 31. 12. 2024 In duizenden € |
Krediet faciliteit |
Vervaldatum faciliteit |
Openstaande schuld |
< 1 jaar | > 1–5 jaar | > 5 jaar |
|---|---|---|---|---|---|---|
| Schuldschein leningen | 26.000 | Oct–26 to Oct–27 | 26.000 | — | 26.000 | — |
| 31. 12. 2023 In duizenden € |
Krediet faciliteit |
Vervaldatum faciliteit |
Openstaande schuld |
< 1 jaar | > 1–5 jaar | > 5 jaar |
|---|---|---|---|---|---|---|
| Schuldschein leningen | 29.000 Oct –24 to Oct–27 | 29.000 | 3.000 | 26.000 | — |
De volgende obligatie werden afgelost in 2024:
— De € 75 miljoen vastrentende obligaties met een looptijd tot 6 juli 2024 en een coupon van 3,25% per jaar, De obligaties zijn genoteerd op de gereglementeerde markt van NYSE Euronext Brussel (ISIN-code: BE0002287564), ("Jul-24 Obligatie")
VGP heeft per 31 december 2024 volgende vier uitstaande obligaties:
In het algemeen worden door de Groep leningen aangegaan in euro tegen een variabele rente, die omgezet worden naar vaste rente door middel van renteswaps in overeenstemming met de respectievelijke leningsovereenkomsten.
Voor meer informatie over financiële instrumenten verwijzen we naar toelichting 23.
Op 31 december 2024 waren er geen uitstaande kredietfaciliteiten op het niveau van de dochterondernemingen.
Alle kredietfaciliteiten, opgenomen in toelichting 17.1.1 zijn ongedekt. De rentevoeten op de kredietfaciliteiten toegekend door Belfius Bank SA/NV, KBC Bank NV, JP Morgan SE en BNP Paribas Frotis SA/NV zijn op variabele basis met een vaste marge. Alle voorgenoemde doorlopende kredietfaciliteiten zijn onderworpen aan dezelfde convenanten als de huidige uitgegeven obligatieleningen, met uitzondering van de Geconsolideerde Schuldgraad die beperkt is tot 55% met de mogelijkheid om te stijgen tot 60% op twee test data ("Gearing spike") op voorwaarde dat deze twee data elkaar niet opvolgen. Gedurende het boekjaar bleef de Groep ruim binnen de gestelde bankconvenanten en er waren er geen gebeurtenissen van wanbetalingen of schendingen met betrekking tot aangegane leningen.
De Schuldschein Leningen vertegenwoordigen een combinatie van vaste en variabele notes waarbij de variabele tarieven een nominaal bedrag van € 21 miljoen vertegenwoordigen waarvan de interesten niet afgedekt zijn. De Schuldschein-leningen zijn ongedekt en zijn onderworpen aan dezelfde convenanten als de obligatieleningen (zie toelichting 17.2.3.). Gedurende het boekjaar bleef de Groep ruim binnen de gestelde Schuldschein leningconvenanten en waren er geen gebeurtenissen van wanbetalingen of schendingen met betrekking tot aangegane Schuldschein leningen.
Alle obligatieleningen zijn niet gewaarborgd en zijn vastrentend.
De obligatieleningen welke uitgegeven werden bevatten een aantal convenanten die we als volgt kunnen samenvatten:
De voormelde ratio's worden getest op basis van een periode van 12 maanden en worden berekend als volgt:
Gedurende het boekjaar bleef de Groep ruim binnen de gestelde obligatieconvenanten en er waren er geen gebeurtenissen van wanbetalingen of schendingen met betrekking tot aangegane leningen. We verwijzen naar de verklaring van nakoming m.b.t. de convenanten die gepubliceerd zijn op onze website voor verdere details (https://www.vgpparks.eu/nl/investeerders/financiele-schuld/).
| 2024 | 01. 01. | Kasst room |
31. 12. | ||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| In duizenden € | 2024 | Verwerving/ (desinvesting) |
Wisselkoers fluctuaties |
Verandering in reële waarde |
Overige | 2024 | |
| Langlopende fi nanciële schulden |
1.885.154 | 135.000 | — | — | — | -77.659 | 1.942.495 |
| Andere langlopende financiële schulden |
— | — | — | — | — | — | — |
| kortlopende fi nanciële schulden |
111.750 | -78.000 | — | — | — | 81.116 | 114.866 |
| 1.996.904 | 57.000 | — | — | — | 3.457 2.057.361 | ||
| Financiële vaste activa |
— | — | — | — | — | — | — |
| Totale schulden van financierings activiteiten |
1.996.904 | 57.000 | — | — | — | 3.457 2.057.361 |
De kasstromen hebben betrekking op: (i) aflossing van obligatieleningen ten bedrage van € 75 miljoen en een terugbetaling van de schuldschein lening voor een bedrag van € 3 miljoen. De niet-kasstromen hebben betrekking op: (i) € 80 miljoen herclassificatie van mar-25 obligatie van langlopende financiële verplichtingen naar kortlopende financiële verplichtingen; (ii) € 1,1 miljoen met betrekking tot wijzigingen in de opgelopen rente op obligaties en schuldscheinleningen; en (iii) € 2,4 miljoen met betrekking tot de afschrijving van geactiveerde financieringskosten.
| 2023 | 01. 01. | Kasst room |
Niet-kasstroommutaties | 31. 12. | |||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| In duizenden € | 2023 | Verwerving/ (desinvesting) |
Wisselkoers fluctuaties |
Verandering in reële waarde |
Overige | 2023 | |
| Langlopende fi nanciële schulden |
1.960.464 | — | — | — | — | -75.310 | 1.885.154 |
| Andere langlopende financiële schulden |
— | — | — | — | — | — | — |
| kortlopende fi nanciële schulden |
413.704 | -375.000 | — | — | — | 73.046 | 111.750 |
| 2.374.168 | -375.000 | — | — | — | -2.264 | 1.996.904 | |
| Financiële vaste activa |
— | — | — | — | — | — | — |
| Totale schulden van financierings activiteiten |
2.374.168 | -375.000 | — | — | — | -2.264 | 1.996.904 |
| In duizenden € | 31. 12. 2024 | 31. 12. 2023 |
|---|---|---|
| Deposito's | 8.410 | 4.517 |
| Ingehouden bedragen | 13.339 | 9.330 |
| Andere langlopende verplichtingen | 25.032 | 27.535 |
| Herclassificate naar (–)/van Groepen activa aangehouden voor verkoop | — | -3.297 |
| Totaal | 46.781 | 38.085 |
De andere langlopende verplichtingen stijgen met € 8,7 miljoen. Deze stijging is het gevolg van een stijging in ontvangen deposito's van huurders (€ 3,9 miljoen) en ingehouden bedragen (€ 4 miljoen). Verder is er nog een daling in de andere langlopende verplichtingen van € 2,5 miljoen. De daling in de andere langlopende verplichtingen is voornamelijk het resultaat van een lagere voorziening voor het Lange Termijn Incentive Plan (LTIP) (- € 6,6 miljoen) die wel gecompenseerd wordt door een stijging in de lange termijn schulden als gevolg van IFRS 16 toepassing (omwille van huur zonnedaken). Tenslotte, in 2024 is er geen herclassificatie van schulden naar groepen activa aangehouden voor verkoop wat resulteert in een stijging van € 3,3 miljoen. De stijging in de andere langlopende verplichtingen is voornamelijk het resultaat van een hogere voorziening voor het Lange Termijn Incentive Plan (LTIP).
| In duizenden € | 31. 12. 2024 | 31. 12. 2023 |
|---|---|---|
| Handelsschulden | 69.001 | 67.023 |
| Deposito's | — | — |
| Ingehouden bedragen | 934 | 1.491 |
| Overlopende rekeningen (passief) | 5.601 | 5.189 |
| Overige schulden | 27.070 | 21.599 |
| Herclassificate naar (–)/van Groepen activa aangehouden voor verkoop | -48 | -11.227 |
| Totaal | 102.558 | 84.075 |
De handels- en andere kortlopende schulden stijgen met € 18,5 miljoen. Deze stijging is voornamelijk het gevolg van de herclassificatie van hands- en andere kortlopende schulden naar groepen activa aangehouden voor verkoop die vorige jaar nodig was voor de activa van de eerste closing met Areim die in april 2024 plaatsgevonden heeft. In december is er geen significante herlcassificatie en bedraagt 48 kEUR gerelateerd aan VGP Park Riga. De overige schulden stijgen tot € 27 miljoen (+ € 5,5 miljoen). Dit zijn met name BTW verplichtingen, korte termijn leasing verplichtingen (voornamelijk in Renewable Energy) en loonverplichtingen.
| In duizenden € | 31. 12. 2024 | 31. 12. 2023 |
|---|---|---|
| Immateriële activa | — | — |
| Vastgoedbeleggingen | 197.902 | 875.817 |
| Materiële vaste activa | — | — |
| Uitgestelde belastingvorderingen | — | — |
| Handels- en andere vorderingen | 27 | 7.380 |
| Geldmiddelen en kasequivalenten | 248 | 9.424 |
| Groep activa aangehouden voor verkoop | 198.177 | 892.621 |
| Langlopende financiële schulden | — | — |
| Andere langlopende financiële verplichtingen | — | — |
| Andere langlopende verplichtingen | — | -3.297 |
| Uitgestelde belastingverplichtingen | -11.110 | -38.760 |
| Kortlopende financiële schulden | — | — |
| Handels- en andere kortlopende schulden | -47 | -11.227 |
| Verplichtingen m.b.t. groepen activa aangehouden voor verkoop | -11.157 | -53.284 |
| Totale netto-activa | 187.020 | 839.337 |
Om haar groei op middellange termijn te ondersteunen, is VGP joint ventures aangegaan met Allianz (Eerste, Tweede en Derde Joint Venture), met Deka (de Vijfde Joint Venture) en met Areim (de Zesde Joint Venture) met betrekking tot het verwerven van inkomstengenererende activa die door VGP zijn ontwikkeld. Deze joint ventures fungeren/fungeerden als een (exclusief) take-out vehikel van de inkomstengenererende activa, waardoor VGP haar initieel geïnvesteerde kapitaal gedeeltelijk kan recyclen wanneer voltooide projecten worden overgenomen door de joint ventures. VGP is dan in staat om de opbrengsten te herinvesteren in de voortdurende uitbreiding van haar ontwikkelingspijplijn, inclusief de verdere uitbreiding van haar grondbank, waardoor VGP zich kan concentreren op haar kernontwikkelingsactiviteiten.
Hoewel de Eerste Joint Venture zijn uitgebreide investeringsdoel heeft bereikt, kunnen in de toekomst nog steeds enkele aanvullende afsluitingen plaatsvinden met betrekking tot bestaande huurverlengingsopties of de resterende ontwikkelingspijplijn binnen de juridische entiteiten van de Eerste Joint Venture. Deze worden momenteel als Activa aangehouden voor verkoop binnen de Groep geregistreerd. De Eerste Joint Venture zal zijn bestaande portefeuille behouden, waarbij VGP blijft optreden als vastgoed-, faciliteiten- en vermogensbeheerder.
Het exclusieve recht van 'First right of refusal' van de Tweede Joint Venture met betrekking tot de verwerving van nieuw gebouwde activa in de betreffende landen is per 31 juli 2024 verlopen. De strategie is daarom voornamelijk een houdstrategie. Net als bij de Eerste Joint Venture kunnen in de toekomst nog enkele aanvullende afsluitingen plaatsvinden.
Op 15 december 2023 is VGP een nieuwe joint venture overeenkomst aangegaan met AREIM Pan-European Logistics Fund (D) AB, of Areim, op een 50:50 basis, met als doel te investeren in door VGP ontwikkelde activa in Duitsland, Tsjechië, Frankrijk, Slowakije en Hongarije. De onderneming zal gebruik maken van vreemd vermogen tot een loan-to-value van 35%. De investeerder, Areim, heeft een kapitaalinvestering van € 500 miljoen toegezegd. De investeringsperiode loopt tot 15 december 2028, met de mogelijkheid om de joint venture in onderling overleg te verlengen.
De ontwikkelingspijplijn die zal worden overgedragen als onderdeel van een toekomstige overnametransactie tussen de joint venture en VGP wordt ontwikkeld op eigen risico van VGP en vervolgens verworven en betaald door deze joint ventures op basis van vooraf overeengekomen voltooiings- en huurparameters.
De vastgoedbeleggingen die worden ontwikkeld door VGP namens de Eerste en Tweede Joint Venture hebben een totale intrinsieke waarde van € 83,2 miljoen. De vastgoedbeleggingen die worden ontwikkeld door VGP namens de Zesde Joint Venture hebben een totale intrinsieke waarde van € 70,8 miljoen.
Op 21 juli 2023 sloot VGP een nieuwe joint venture-overeenkomst (de Vijfde Joint Venture) met Deka. In 2024, vonden de tweede en de derde closing plaats. De Vijfde Joint Venture heeft hiermee zijn investeringsdoelstelling bereikt en er zijn momenteel geen extra closings gepland.
Daarnaast heeft de huurder van VGP Park Riga zijn koopoptie uitgeoefend en voert hij tot op heden zijn due diligence uit. Het actief is geherclassificeerd als groep aangehouden voor verkoop en is gewaardeerd tegen de prijs van de calloptie. Alle andere activa gerapporteerd als groep aangehouden voor verkoop hebben een reële waarde, zoals getaxeerd door Io Partners.
| In duizenden € | 31. 12. 2024 | 31. 12. 2023 |
|---|---|---|
| Kasstroom uit bedrijfsactiviteiten | -13.950 | -27.331 |
| Kasstroom uit investeringsactiviteiten | 331.371 | -8.078 |
| Kasstroom uit financieringsactiviteiten | -43.977 | -450.050 |
| Netto toename/(afname) van geldmiddelen en kasequivalenten | 273.444 | -485.459 |
De mutaties in de kasstroom uit investeringsactiviteiten waren voornamelijk het gevolg van: (i) € 452 miljoen (2023: € 667 miljoen) aan uitgaven voor de ontwikkelingsactiviteiten en grondverwerving; (ii) € 808,6 miljoen verkoopsopbrengsten in geld uit de eerste en tweede closing met de Zesde Joint Venture en de tweede en derde closing met de Vijfde Joint Venture (2023: € 676,2 miljoen); (iii) uitkeringen door/en investeringen in de Joint Ventures voor een netto bedrag van € 28 miljoen (2023: € 12,8 miljoen) en (iv) leningen verleend aan de Joint Ventures voor een netto bedrag van € 53,1 miljoen (2023: € 30,1 miljoen).
De wijzigingen in de kasstroom uit financieringsactiviteiten werden gedreven door: (i) € 101 miljoen dividend uitgekeerd in mei 2024 (2023: € 75 miljoen); en (ii) € 75 miljoen terugbetaling van de jul-24 obligatie en € 3 miljoen terugbetaling van de Schuldschein lening (2023: € 375 miljoen terugbetaling obligaties); (iii) inkomsten door aangegane banklening bij de European Investment Bank voor een netto bedrag van € 135 miljoen.
| In duizenden € | 31. 12. 2024 Zesde JV Vijfde JV | LPM | Derde JV Andere | |||
|---|---|---|---|---|---|---|
| Vastgoedbeleggingen | 924.259 | 506.662 | 416.846 | — | — | 751 |
| Aandeleninvestering | 17.647 | — | — | 18.704 | — | -1.057 |
| Handels- en andere vorderingen | 8.866 | 8.866 | — | — | — | — |
| Geldmiddelen en kasequivalenten | 25.003 | 25.003 | — | — | — | — |
| Langlopende financiele leningen | — | — | — | — | — | — |
| Aandeelhoudersleningen | -600.790 | -243.639 -357.151 | — | — | — | |
| Andere langlopende financiële verplichtingen |
-5.436 | -5.436 | — | — | — | — |
| Uitgestelde belastingverplichtingen | -40.951 | -31.504 | -9.447 | — | — | — |
| Handels- en andere kortlopende schulden | -20.166 | -20.166 | — | — | — | — |
| Totaal netto-activa verkocht | 308.432 | 239.786 | 50.248 | 18.704 | — | -306 |
| Gerealiseerde meerwaarde op de verkoop | 92.866 | 20.276 | 47.777 | 10.476 | 13.985 | 352 |
| Niet controlerend belang behouden door VGP | -13.100 | -13.100 | — | — | — | — |
| Bijkomende verkoopprijs te ontvangen bij oplevering van gebouwen |
-13.985 | — | — | — | -13.985 | — |
| Terugbetaling van aandeelhoudersleningen | 635.066 | 252.445 | 240.434 142.187 | — | — | |
| Inbreng eigen vermogen | -175.618 | -124.881 | -50.737 | — | — | — |
| Totale vergoeding | 833.661 | 374.526 287.722 171.367 | — | 46 | ||
| Te ontvangen koopsom | — | — | — | — | — | — |
| Verkregen koopsom in geldmiddelen en kasequivalenten |
833.661 | 374.526 287.722 171.367 | — | 46 | ||
| Minus – geldmiddelen en kasequivalenten | -25.003 | -25.003 | — | — | — | — |
| Netto-kasinstroom uit verkoop van dochterondernemingen en vastgoedbeleggingen |
808.658 | 349.523 287.722 171.367 | — | 46 |
Op 25 april 2024 heeft VGP een eerste transactie afgesloten met haar 50:50 joint venture, VGP European Logistics 4 ('Zesde joint venture'). De transactie omvatte 17 gebouwen in 10 VGP parken, gelegen in Duitsland (6 parken, 8 gebouwen), Tsjechië (3 parken, 5 gebouwen) en Slowakije (1 park, 4 gebouwen). De transactie werd gewaardeerd tegen een bruto actiefwaarde van € 437 miljoen voor de voltooide activa, waardoor VGP al € 270,2 miljoen aan nettokasopbrengsten kon recycleren. Een tweede transactie, in december '24, omvatte 4 gebouwen in 4 VGP Parken, gelegen in Duitsland, Tsjechië, Slowakije en Frankrijk. De transactie werd gewaardeerd tegen een bruto actiefwaarde van € 120 miljoen, waardoor VGP € 79,3 miljoen aan nettokasopbrengsten kon recycleren. In totaal heeft VGP € 349,5 miljoen aan nettokasopbrengsten uit beide transacties opgehaald.
Op 16 april heeft VGP een tweede transactie afgesloten met Deka (de joint venture partner) met activa in VGP Park Giessen am Alten Flughafen en VGP Park Berlin Oberkrämer. Deze activa hebben een totale oppervlakte van 203.000 vierkante meter, of € 13,8 miljoen aan jaarlijkse huuropbrengsten. De transactie is gefinancierd met een LTV van ongeveer 30%, waardoor VGP € 200 miljoen aan netto contante opbrengsten heeft kunnen recyclen. VGP en Deka hebben ook de eindafrekening van de eerste transactie, die plaatsvond in augustus '24, voldaan. Dit resulteerde in een bijkomende winst voor VGP van € 35 miljoen en een netto cash recyclage van € 20,5 miljoen. Tot slot werd in augustus '24 een derde closing met de Vijfde Joint Venture uitgevoerd. Het betrof de laatste overblijvende ontwikkeling in VGP Park Magdeburg, gebouw D. VGP recycleerde € 67,2 miljoen aan geldmiddelen uit deze transactie. Na deze derde en laatste transactie bezit de Vijfde joint venture een vastgoedportefeuille van 20 gebouwen, gelegen in vijf strategische parken verspreid over Duitsland. VGP heeft in '24 € 287,7 miljoen aan nettokasopbrengsten gerecycled uit transacties met de Vijfde Joint Venture en in totaal, inclusief de seed closing van '23, € 681 miljoen aan nettokasopbrengsten.
VGP heeft in februari '24 haar volledige belang (van 50%) in de Development Joint Venture LPM Moerdijk, Nederland, verkocht voor een totale nettovergoeding van € 171,4 miljoen. De Ontwikkelings- Joint Venture was eigenaar van een grondbank van 719.762 vierkante meter, of een equivalent ontwikkelingspotentieel van 488.000 vierkante meter gelegen in de nabijheid van de haven van Moerdijk, Nederland.
In de Derde Joint Venture (VGP Park Münich), ten slotte, kwamen VGP en Allianz in april '24 overeen om het laatste overblijvende actief in VGP Park München te ontwikkelen, na het afsluiten van een huurovereenkomst met Isar Aerospace voor een totaal jaarlijks huurinkomen van € 7,4 miljoen en een totale oppervlakte van 44.000 vierkante meter. De bouw is gestart in H2 '24 en een eerste fase van het object (gebouw D) zal naar verwachting in Q4 '25 worden opgeleverd. Na voltooiing zal het VGP Park Münich 8 gebouwen omvatten met een totale oppervlakte van 323.000 vierkante meter en een totale jaarlijkse huuropbrengst van ongeveer € 34 miljoen. VGP realiseerde een extra winst van € 14 miljoen. Een closing, en bijgevolg de cash recuperatie van VGP's winstmarge, zal plaatsvinden wanneer het gebouw is voltooid en de transactie is afgesloten met de joint venture partner.
| In duizenden € | 31.12.2023 Tweede JV Eerste JV Vijfde JV Derde JV Andere | |||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| Vastgoedbeleggingen | 1.034.382 | 252.672 | 117.331 | 664.379 | — | — |
| Handels– en andere vorderingen | 46.404 | 3.678 | 1.003 | 41.723 | — | — |
| Geldmiddelen en kasequivalenten | 71.515 | 2.255 | 7.270 | 61.990 | — | — |
| Langlopende financiele leningen | — | — | — | — | — | — |
| Aandeelhoudersleningen | -755.586 | -167.525 | -75.080 | -512.981 | — | — |
| Andere langlopende financiële verplichtingen |
-14.933 | -1.244 | -1.668 | -12.021 | — | — |
| Uitgestelde belastingverplichtingen | -56.057 | -20.430 | -7.210 | -28.417 | — | — |
| Handels- en andere kortlopende schulden | -62.363 | -2.309 | -6.215 | -53.839 | — | — |
| Totaal netto-activa verkocht | 263.362 | 67.097 | 35.431 | 160.834 | — | — |
| Gerealiseerde meerwaarde op de verkoop | 59.020 | 18.557 | 9.928 | 30.776 | — | -241 |
| Niet controlerend belang behouden door VGP | -1.027 | — | -1.027 | — | — | — |
| Bijkomende verkoopprijs te ontvangen bij oplevering van gebouwen |
7.025 | — | — | — | 7.025 | — |
| Terugbetaling van aandeelhoudersleningen | 584.407 | 154.834 | 67.083 | 362.490 | — | — |
| Inbreng eigen vermogen | -165.028 | -43.831 | -22.105 | -99.092 | — | — |
| Totale vergoeding | 747.759 | 196.657 | 89.310 | 455.008 | 7.025 | -241 |
| Te ontvangen koopsom | — | — | — | — | — | — |
| Verkregen koopsom in geldmiddelen en kasequivalenten |
747.759 | 196.657 | 89.310 | 455.008 | 7.025 | -241 |
| Minus – geldmiddelen en kasequivalenten | -71.515 | -2.255 | -7.270 | -61.990 | — | — |
| Netto-kasinstroom uit verkoop van dochterondernemingen en vastgoedbeleggingen |
676.244 | 194.402 | 82.040 | 393.018 | 7.025 | -241 |
Blootstelling aan wisselkoers, rente-, liquiditeits- en kredietrisico's vloeien voort uit de normale bedrijfsuitoefening van VGP. De onderneming analyseert en herziet elk risico en defi nieert strategieën om de economische impact op de prestaties van de onderneming te beheren. De resultaten van deze risico-evaluaties en voorgestelde risico-strategieën worden herzien en goedgekeurd door de raad van bestuur op een regelmatige basis. Sommige van deze risicobeheerstrategieën omvatten het gebruik van afgeleide fi nanciële instrumenten die voornamelijk uit fi nanciële termijnwisselcontracten en interest rate swaps bestaan. De onderneming heeft geen afgeleide fi nanciële instrumenten, en zou er geen afsluiten voor speculatieve doeleinden. Op balansdatum 31 december 2024 had de Groep geen openstaande fi nanciële instrumenten (ongewijzigd t.o.v. december 2023).
VGP loopt voornamelijk wisselkoersrisico op bij zowel haar investeringsuitgaven en werkkapitaal. Het beleid van VGP bestaat erin om haar investeringsuitgaven economisch af te dekken van zodra er een vaststaande toezegging ontstaat, voor zover dat de afdekkingskost opweegt tegen het voordeel en in de afwezigheid van speciale bepalingen die een verschillende visie vereisen. De volgende tabel geeft een overzicht van de voornaamste nettoposities in vreemde valuta van de Groep op balansdatum. Aangezien de Groep ervoor geopteerd heeft geen 'hedge accounting' toe te passen, zijn in onderstaande tabel geen verwachte transacties verwerkt. De derivaten aangegaan door de Groep voor economische afdekkingsdoeleinden zijn wel mee opgenomen in onderstaande tabel. Per 31 december 2024 stonden er geen valutaderivaten uit (zelfde als voor 2023).
| In duizend | 2024 | ||||
|---|---|---|---|---|---|
| CZK | DKK | HUF | RON | RSD | |
| Handels- en andere vorderingen | 28.758 | 16.580 1.169.706 | 103.944 | 642.167 | |
| Langlopende verplichtingen en handels- en andere schulden |
-66.972 | -9.727 | -729.592 | -36.499 | -685.845 |
| Bruto balanspositie | -38.214 | 6.853 | 440.114 | 67.445 | -43.678 |
| Termijnwisselcontracten | — | — | — | — | — |
| Netto positie | -38.214 | 6.853 | 440.114 | 67.445 | -43.678 |
| In duizend | 2023 | ||||
| CZK | DKK | HUF | RON | RSD | |
| Handels- en andere vorderingen | 43.113 | 779 1.058.564 | 142.382 | 430.545 | |
| Langlopende verplichtingen en handels- en andere schulden |
-135.417 | -84 | -698.801 | -37.318 | -640.549 |
| Bruto balanspositie | -92.303 | 695 | 359.764 | 105.064 | -210.004 |
| Termijnwisselcontracten | — | — | — | — | — |
| Netto positie | -92.303 | 695 | 359.764 | 105.064 | -210.004 |
De volgende voornaamste wisselkoersen werden toegepast gedurende het boekjaar:
| 1 € = | 31. 12. 2024 | 31. 12. 2023 | |
|---|---|---|---|
| Slotkoers | Slotkoers | ||
| CZK | 25,18500 | 24,72500 | |
| DKK | 7,46000 | 7,45564 | |
| HUF | 411,35000 | 382,80000 | |
| RON | 4,97410 | 4,97460 | |
| RSD | 117,01490 | 117,17370 |
Een versterking met 10 procent van de euro tegenover de volgende valuta per 31 december 2024 zou het eigen vermogen en het resultaat hebben verhoogd/(verlaagd) met de bedragen gegeven hieronder. Deze analyse veronderstelt dat alle andere variabelen en vooral de rentevoeten constant blijven. De analyse werd op eenzelfde manier gevoerd als in 2023.
| Impact (in duizenden €) | 2024 | ||
|---|---|---|---|
| Eigen vermogen | Resultaat | ||
| CZK | — | 138 | |
| DKK | — | -84 | |
| HUF | — | -97 | |
| RON | — | -1.233 | |
| RSD | — | 34 | |
| Totaal | — | -1.242 |
| Impact (in duizenden €) | 2023 | ||
|---|---|---|---|
| Eigen vermogen | Resultaat | ||
| CZK | — | 339 | |
| DKK | — | -8 | |
| HUF | — | -85 | |
| RON | — | -1.920 | |
| RSD | — | 163 | |
| Totaal | — | -1.512 |
Een verzwakking met 10 procent van de euro tegenover de bovenvermelde valuta per 31 december 2024 zou eenzelfde impact gehad hebben als hierboven, maar in de tegengestelde richting voor zover de andere variabelen constant blijven.
De Groep past een dynamische benadering van renteafdekking toe, waarbij de doelmix tussen vaste en vlottende renteschuld periodiek wordt herzien. Deze beoordelingen worden uitgevoerd binnen de grenzen van de bestaande leningsovereenkomsten, indien in dergelijke leningsovereenkomsten wordt geëist dat het renterisico wordt afgedekt wanneer aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan. Waar mogelijk zal de Groep IFRS 9 toepassen om de volatiliteit van de inkomsten te verminderen, waarbij een deel van de renteswaps kan worden geclassificeerd als kasstroomafdekkingen. Veranderingen in de waarde van een afdekkingsinstrument dat kwalificeert als een zeer effectieve kasstroomafdekking worden rechtstreeks in het eigen vermogen (afdekkingsreserve) verantwoord. De Groep maakt tevens gebruik van renteswaps die niet voldoen aan de criteria voor hedge accounting onder IFRS 9, maar die wel effectieve economische afdekkingen bieden. Wijzigingen in de reële waarde van dergelijke renteswaps worden onmiddellijk in de winst- en verliesrekening verantwoord. (Renteswaps aangehouden voor handelsdoeleinden). Op de verslagdatum was het renteprofiel van de Groep (na aftrek van geactiveerde financieringskosten) als volgt:
| In duizenden € | 31. 12. 2024 | 31. 12. 2023 |
|---|---|---|
| Financiële verplichtingen | ||
| Vaste rente | ||
| Bankschuld | 135.000 | |
| Schuldschein leningen | 5.000 | 8.000 |
| Obligatieleningen | 1.870.000 | 1.945.000 |
| Variabele rente | ||
| Bankleningen | — | — |
| Schuldschein leningen | 21.000 | 21.000 |
| Afdekken van rentevoeten | ||
| Interest rate swaps | ||
| Aangehouden voor handelsdoeleinden | — | — |
| Financiële verplichtingen na afdekking | ||
| Variabele rente | ||
| Bankleningen | — | — |
| Schuldschein leningen | 21.000 | 21.000 |
| Totale variabele schuld (A) | 21.000 | 21.000 |
| Vaste rente | ||
| Obligatieleningen | 1.870.000 | 1.945.000 |
| Bankleningen | 135.000 | — |
| Schuldschein leningen | 5.000 | 8.000 |
| Totale vastrentende schuld (B) | 2.010.000 | 1.953.000 |
| Totale financiële schuld (C) = (A) + (B) | 2.031.000 | 1.974.000 |
| Vaste rente/totale financiële verplichtingen | 99,0% | 98,9% |
De eff ectieve interestvoet van de fi nanciële schulden (bankleningen. schuldschein leningen en obligatieleningen), inclusief bankmarges en kosten van de afdekkingsinstrumenten was 2,20 % voor de periode eindigend op 31 december 2024. (2,11 % in 2023).
Een stijging/daling met 100 basispunten in de rentevoeten van de schulden met vlottende rentevoeten op balansdatum, zou geresulteerd hebben in een lager/hoger resultaat vóór belastingen met € 210 (000) (2023: € 210 (000)). De impact is te wijten aan een verandering van de variabele rente op de financiële schullden, waarbij alle variabelen constant worden gehouden.
Sensitiviteitsanalyse m.b.t. wijzigingen in rentevoeten op het volledige perioderesultaat Voor 2024 is er geen effect aangezien er geen interest rate swaps uitstaan die geclassificeerd kunnen worden als kasstroomafdekkingen. Dit was ook het geval per 31 december 2023.
Kredietrisico is het risico op financieel verlies voor VGP als een klant of een tegenpartij bij een financieel instrument faalt in het voldoen van zijn contractuele verplichtingen en ontstaat voornamelijk uit de klantenvorderingen en bankdeposito's van VGP. Het management beschikt over een kredietbeleid en de blootstelling aan het kredietrisico wordt op een continue basis beheerd. Elke nieuwe huurder wordt afzonderlijk onderzocht op kredietwaardigheid vooraleer VGP een huurovereenkomst aanbiedt. Bovendien past de Groep een streng beleid toe waarbij, in het algemeen, elke huurder vereist is om een huurwaarborg van 6 maanden te leveren. Deze periode verschilt naargelang de kredietwaardigheid van de huurder. Voor het kredietrisico met betrekking tot andere langlopende vorderingen verwijzen we naar het hoofdstuk 'Risicofactoren' in dit jaarrapport. Op balansdatum waren er geen materiële concentraties van kredietrisico. De maximale blootstelling aan kredietrisico komt overeen met de boekwaarde van elk financieel actief. De maximale blootstelling aan kredietrisico op balansdatum was dus:
| In duizenden € | 2024 | 2023 | |
|---|---|---|---|
| Boekwaarde | Boekwaarde | ||
| Andere langlopende vorderingen | 538.484 | 565.734 | |
| Handels- en andere vorderingen | 25.170 | 26.068 | |
| Geldmiddelen en kasequivalenten | 492.781 | 219.345 | |
| Herclassificate naar (–)/van Groepen activa aangehouden voor verkoop | -249 | -10.812 | |
| Totaal | 1.056.186 | 800.335 |
Per 31 december 2024 was er € 2,6 miljoen aan restricties onderhevige geldmiddelen op bankrekeningen (2023: € 1,6 miljoen). De geldmiddelen en kasequivalenten van de Groep omvatten voornamelijk kasdeposito's waarvan 81% aangehouden bij Belgische banken (Zie toelichting 15).
De ouderdomsanalyse van de handelsvorderingen op balansdatum was de volgende:
| In duizenden € | 2024 | 2023 Boekwaarde |
|
|---|---|---|---|
| Boekwaarde | |||
| Bruto handelsvorderingen | |||
| Niet-verlopen bruto handelsvorderingen | 15.610 | 14.826 | |
| Verlopen bruto handelsvorderingen | 4.341 | 1.305 | |
| Dubieuze debiteuren | 279 | 205 | |
| Voorziening voor dubieuze debiteuren (–) | -279 | -205 | |
| Totaal | 19.672 | 15.926 |
Liquiditeitsrisico is het risico dat de groep haar verplichtingen niet zal kunnen voldoen doordat ze onvoldoende middelen kunnen liquideren of onvoldoende fi nanciering kunnen ophalen. De vennootschap beheert haar liquiditeitsrisico door ervoor te zorgen dat ze over voldoende bankkredieten beschikt en door haar inkomsten en uitgaven zoveel mogelijk op elkaar af te stemmen. Per december 2024 heeft de groep, naast haar beschikbare geldmiddelen en kasequivalenten, verschillende kredietfaciliteiten ter beschikking tot een maximum bedrag van € 490 miljoen1 (2023: € 550 miljoen) aan een variabel tarief met een vaste marge. De volgende tabel toont de contractuele looptijden van de fi nanciële activa en passiva, met inbegrip van rentebetalingen. De bedragen opgenomen in de onderstaande tabel zijn de contractuele niet-verdisconteerde kasstromen. Verdisconteerde kasstromen met betrekking tot saldi die binnen de 12 maanden vervallen benaderen in het algemeen hun boekwaarde aangezien de impact van verdiscontering niet signifi cant is.
| In duizenden € | 2024 | |||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| Netto boek waarde |
Contractu ele kasstroom |
< 1 jaar | 1–2 jaar | 2–5 jaar | Meer dan 5 jaar |
|
| Activa | ||||||
| Geldmiddelen en kasequivalenten | 492.781 | 492.781 | 492.781 | — | — | — |
| Afgeleide financiële derivaten | — | — | — | — | — | — |
| Handels- en overige vorderingen | 25.170 | 25.170 | 25.170 | — | — | — |
| Andere langlopende vorderingen | 538.484 | 565.734 | — 150.694 | 242.550 | 172.490 | |
| Herclassificatie naar (–)/van Groepen activa aangehouden voor verkoop |
-249 | -249 | -249 | — | — | — |
| 1.056.186 | 1.083.436 | 517.702 150.694 | 242.550 | 172.490 | ||
| Passiva | ||||||
| Gewaarborgde bankleningen | 134.636 | 168.615 | 5.603 | 5.603 | 68.006 | 89.404 |
| Niet gewaarborgde schuldscheinleningen |
25.979 | 27.555 | 748 | 24.748 | 2.059 | — |
| Niet gewaarborgde obligatieleningen | 1.861.867 | 2.022.855 | 117.705 225.025 | 1.168.875 | 511.250 | |
| Afgeleide financiële derivaten | — | — | — | — | — | — |
| Handels- en overige schulden | 143.783 | 138.451 | 92.042 | 15.819 | 14.370 | 16.221 |
| Herclassificatie als verplichtingen m.b.t. groepen activa aangehouden voor verkoop |
-48 | -48 | -48 | — | — | — |
| 2.166.217 | 2.357.429 | 216.050 271.194 1.253.310 | 616.874 |
| In duizenden € | 2023 | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Netto boek waarde |
Contractu ele kasstroom |
< 1 jaar | 1–2 jaar | 2–5 jaar |
Meer dan 5 jaar |
||
| Activa | |||||||
| Geldmiddelen en kasequivalenten | 219.345 | 219.345 | 219.345 | — | — | — | |
| Afgeleide financiële derivaten | — | — | — | — | — | — | |
| Handels- en overige vorderingen | 26.068 | 26.068 | 26.068 | ||||
| Andere langlopende vorderingen | 565.734 | 565.734 | — 150.694 | 242.550 | 172.490 | ||
| Herclassificatie naar (–)/van Groepen activa aangehouden voor verkoop |
-10.812 | -10.812 | -10.812 | — | — | — | |
| 800.335 | 800.335 | 234.601 150.694 | 242.550 | 172.490 | |||
| Passiva | |||||||
| Gewaarborgde bankleningen | — | — | — | — | — | — | |
| Niet gewaarborgde schuldscheinleningen |
28.686 | 31.388 | 3.833 | 748 | 26.807 | — | |
| Niet gewaarborgde obligatieleningen | 1.934.407 | 2.137.998 | 115.143 117.705 | 773.650 | 1.131.500 | ||
| Afgeleide financiële derivaten | — | — | — | — | — | — | |
| Handels- en overige schulden | 131.496 | 120.265 | 78.883 | 19.892 | 13.186 | 8.304 | |
| Herclassificatie als verplichtingen m.b.t. groepen activa aangehouden voor verkoop |
-13.461 | -13.461 | -10.165 | -1.444 | -1.379 | -474 | |
| 2.081.128 | 2.276.189 | 187.693 136.902 | 812.264 1.139.330 |
VGP optimaliseert voortdurend haar kapitaalstructuur met als doel de aandeelhouderswaarde te maximaliseren en tegelijkertijd de gewenste flexibiliteit te behouden om haar groei te ondersteunen. De Groep opereert binnen en hanteert een maximale gearing ratio van nettoschuld/totaal eigen vermogen en verplichtingen van 65%. Op 31 december 2024 was de schuldgraad van de Groep als volgt:
| In duizenden € | 31. 12. 2024 | 31. 12. 2023 |
|---|---|---|
| Langlopende financiële schulden | 1.942.495 | 1.885.154 |
| Kortlopende financiële schulden | 114.866 | 111.750 |
| Totale financiële schulden | 2.057.361 | 1.996.904 |
| Geldmiddelen en kasequivalenten | -492.533 | -209.921 |
| Geldmiddelen en kasequivalenten geclassificeerd onder Groepen activa aangehouden voor verkoop |
-248 | -9.424 |
| Totale netto financiële schuld (A) | 1.564.580 | 1.777.559 |
| Totaal eigen vermogen en verplichtingen (B) | 4.653.936 | 4.410.704 |
| Schuldgraad ((A)/(B)) | 33,6% | 40,3% |
1 Bestaat uit € 475 miljoen niet opgenomen kredietlijnen, waarvan € 50 miljoen enkel bestemd is voor opname bankgaranties, en € 15 miljoen nog niet opgenomen deel van de banklening bij de European Investment Bank (EIB). Zie toelichting 17.1.1.
De schuldgraad ratio bedraagt 33,6% en de proportionele LTV bedraagt 48,3%. Beide zijn verlaagd ten opzichte van respectievelijk 40,3% en 53,4% per 31 december 2023.
De volgende tabellen tonen de verschillende klassen van fi nanciële activa en verplichtingen met hun nettoboekwaarde in de balans en reële waarde, ingedeeld per waarderingscategorie volgens IFRS 9. Afkortingen gebruikt volgens IFRS 9 zijn:
AC Financiële activa en fi nanciële verplichtingen aangehouden tegen geamortiseerde kostprijs
FVTPL Financiële activa tegen reële waarde via het resultaat
HFT Financiële verplichtingen aangehouden voor handelsdoeleinden.
| 31. 12. 2024 In duizenden € |
Waardecategorie volgens IFRS 9 |
Netto boekwaarde |
Reële waarde |
Reële waarde hiërarchie |
|---|---|---|---|---|
| Activa | ||||
| Andere langlopende vorderingen | AC | 538.484 | 538.484 | Level 2 |
| Handelsvorderingen | AC | 19.672 | 19.672 | Level 2 |
| Andere vorderingen | AC | 5.498 | 5.498 | Level 2 |
| Afgeleide financiële activa | FVTPL | — | — | Level 2 |
| Geldmiddelen en kasequivalenten | AC | 490.189 | 490.189 | Level 2 |
| Herclassificatie naar Groepen activa aangehouden voor verkoop |
-250 | -250 | ||
| Totaal | 1.053.593 | 1.053.593 |
| Passiva | ||||
|---|---|---|---|---|
| Financiële schuld | ||||
| Bankleningen | AC | 160.615 | 160.615 | Level 2 |
| Obligatieleningen | AC | 1.861.867 | 1.749.759 | Level 1 |
| Handelsschulden | AC | 69.001 | 69.001 | Level 2 |
| Andere schulden | AC | 74.784 | 74.784 | Level 2 |
| Afgeleide financiële verplichtingen | HFT | — | — | Level 2 |
| Herclassificatie naar Groepen activa aangehouden voor verkoop |
-47 | -47 | ||
| Totaal | 2.166.220 | 2.054.112 |
| 31. 12. 2023 In duizenden € |
Waardecategorie volgens IFRS 9 |
Netto boekwaarde |
Reële waarde |
Reële waarde hiërarchie |
|---|---|---|---|---|
| Activa | ||||
| Andere langlopende vorderingen | AC | 565.734 | 565.734 | Level 2 |
| Handelsvorderingen | AC | 15.926 | 15.926 | Level 2 |
| Andere vorderingen | AC | 10.142 | 10.142 | Level 2 |
| Afgeleide financiële activa | FVTPL | — | — | Level 2 |
| Geldmiddelen en kasequivalenten | AC | 217.753 | 217.753 | Level 2 |
| Herclassificatie naar Groepen activa aangehouden voor verkoop |
-10.812 | -10.812 | ||
| Totaal | 798.743 | 798.743 |
| Passiva | ||||
|---|---|---|---|---|
| Financiële schuld | ||||
| Bankleningen | AC | 28.686 | 28.686 | Level 2 |
| Obligatieleningen | AC | 1.934.407 | 1.629.160 | Level 1 |
| Handelsschulden | AC | 67.023 | 67.023 | Level 2 |
| Andere schulden | AC | 64.472 | 64.472 | Level 2 |
| Afgeleide financiële verplichtingen | HFT | — | — | Level 2 |
| Herclassificatie naar Groepen activa aangehouden voor verkoop |
-13.460 | -13.460 | ||
| Totaal | 2.081.128 | 1.775.881 |
De volgende methoden en aannames zijn gebruikt om de reële waarden te schatten:
De Groep hanteert de volgende hiërarchie voor het bepalen en toelichten van de reële waarde van financiële instrumenten per waarderingstechniek:
Niveau 1: genoteerde (niet-aangepaste) prijzen op actieve markten voor identieke activa of passiva Niveau 2: andere technieken waarbij alle inputs die een significant effect hebben op de geboekte reële waarde direct of indirect waarneembaar zijn
Niveau 3: technieken die gebruik maken van inputs die een significant effect hebben op de geboekte reële waarde en die niet gebaseerd zijn op waarneembare marktgegevens.
Tijdens de verslagperiode eindigend op 31 december 2023 waren er geen overdrachten tussen niveau 1 en niveau 2 reële waardebepalingen en geen overdrachten naar en uit niveau 3 reële waardebepalingen.
De Raad van Bestuur heeft een incentive plan op lange termijn ingevoerd. Het LTIP kent winstdelingseenheden ("Units") toe aan de respectieve VGP-teamleden (de andere leden van het uitvoerend managementteam en aangewezen senior managers). Eén Unit vertegenwoordigt een bedrag gelijk aan de intrinsieke waarde van VGP gedeeld door het totale aantal uitgegeven VGP-aandelen. Na een initiële lock-up periode van 5 jaar (vanaf de respectieve toekenningsdatum) kan elke deelnemer de Units inleveren tegen contante betaling van de proportionele intrinsieke waardegroei van dergelijke Units. Dit LTIP is derhalve rechtstreeks en uitsluitend gebaseerd op de groei van de intrinsieke waarde van de Groep en heeft geen direct of indirect verband met de koersontwikkeling van de VGP-aandelen. Op elk willekeurig moment kan het aantal uitstaande (d.w.z. toegekende maar nog niet onvoorwaardelijk geworden) Units niet meer bedragen dan 5% van het totale aantal door de Vennootschap uitgegeven aandelen.
Gedurende het boekjaar 2024 werden er 373.583 Eenheden toegekend aan het VGP-team en 272.996 Eenheden werden onvoorwaardelijk en 40.000 Eenheden werden uitgekeerd.
Bijgevolg bedraagt het totaal van de toegekende Eenheden per 31 december 2024 1.364.566 Eenheden en 990.983 Eenheden bleven niet toegewezen. Eind 2025 zullen er nog een 185.000 Eenheden onvoorwaardelijk worden. Op basis van de financiële cijfers van 31 december 2024 vertegenwoordigen deze Units een totale intrinsieke waardestijging van € 25,1 miljoen (2023: € 22,3 miljoen), die volledig werden voorzien in de financiële cijfers van 2024. (Zie remuneratieverslag voor verdere toelichting).
| In duizenden € | 31. 12. 2024 | 31. 12. 2023 |
|---|---|---|
| Voorwaardelijke verplichtingen | 18.129 | 40.950 |
| Toezeggingen tot aankoop van land | 112.250 | 58.270 |
| Toezeggingen tot het ontwikkelen van nieuwe projecten | 512.366 | 296.513 |
Voorwaardelijke verplichtingen hebben voornamelijk betrekking op bankgaranties die zijn gekoppeld aan grondpercelen en infrastructuur op bouwgrond.
De verplichting tot aankoop van grond heeft betrekking op 1.348.000 m2 grond per december 2024 en de aankoop van het eerste project in het Verenigd Koninkrijk. Er zijn al aanbetalingen gedaan voor een totaalbedrag van € 8,8 miljoen voor deze gecommitteerde grondstukken per december 2024. Deze aanbetalingen zijn geclassificeerd onder vastgoedbeleggingen (dezelfde classificatiebehandeling toegepast voor 2023) en bestaan voornamelijk uit € 5,5 miljoen en € 1,3 miljoen voor de aankoop van nieuwe grondpercelen in Duitsland en Portugal.
De verplichtingen om nieuwe projecten te ontwikkelen bestaan uit de resterende bouwkosten van de huidige ontwikkelingen voor een bedrag van € 226 miljoen, evenals de geschatte bouwkosten voor toekomstige projecten die zijn voorverhuurd, voor een bedrag van € 274 miljoen. Van deze € 274 miljoen wordt een cash-out van € 49 miljoen verwacht in 2025. Tenslotte heeft de groep engagementen van € 12,4 miljoen uitstaande voor fotovoltaïsche installaties.
Tenzij anders vermeld, geschiedt de afwikkeling van transacties met verbonden partijen in contanten, zijn er geen andere uitstaande saldi die dienen opgenomen te worden, zijn de openstaande saldi zoals hieronder vermeldt niet onderworpen aan interest, werden er geen garanties of zekerheden verstrekt en geen kosten of provisies voor dubieuze debiteuren geboekt.
Per 31 december 2024 zijn de belangrijkste aandeelhouders van de vennootschap.
De Buitengewone Algemene Vergadering van Aandeelhouders van 8 mei 2020 heeft de invoering van het dubbel stemrecht goedgekeurd. Bijgevolg wordt een dubbel stemrecht toegekend aan elk VGP-aandeel dat voor ten minste twee jaar ononderbroken op naam van dezelfde aandeelhouder is ingeschreven in het register van de aandelen op naam, overeenkomstig de procedures die in artikel 29 van de nieuwe statuten van VGP zijn vastgelegd. In overeenstemming met de Belgische wetgeving genieten de gedematerialiseerde aandelen niet van het dubbel stemrecht. De twee belangrijkste uiteindelijke referentieaandeelhouders van de vennootschap zijn dus (i) de heer Jan Van Geet die 40,55% van de stemrechten van VGP NV bezit en die CEO en uitvoerend bestuurder is, en (ii) de heer Bart Van Malderen die 24,11% van de stemrechten van VGP NV bezit en niet-uitvoerend bestuurder is. De volledige details van het aandeelhouderschap van VGP vindt u in de rubriek "Informatie over het aandeel".
Drylock Technologies s.r.o., een bedrijf gecontroleerd door Bart Van Malderen, huurt logistieke panden van VGP en de Eerste Joint Venture onder lange termijn huurcontracten. De ontvangen huur over het jaar 2024 bedraagt € 7,9 miljoen (2023: € 7,1 miljoen) Jan Van Geet s.r.o. verhuurt kantoorruimte aan de VGP Group in Tsjechië, dat gebruikt wordt door het operationele team van VGP. De huurovereenkomst loopt tot respectievelijk 2026 en 2028. Gedurende 2024 bedroeg het totale bedrag betaald onder deze leaseovereenkomsten € 140 (000) (2023: € 132 (000)). Alle huurcontracten werden tegen marktvoorwaarden afgesloten.
De onderstaande tabel geeft de uitstaande saldi met Jan Van Geet s.r.o. en Drylock Technologies s.r.o.
| In duizenden € | 31. 12. 2024 | 31. 12. 2023 |
|---|---|---|
| Handelsvorderingen/(-schulden) – Jan Van Geet s.r.o. | -137 | -67 |
| Handelsvorderingen/(-schulden) – Drylock Technologies s.r.o. | 212 | 93 |
VGP levert occasioneel ook vastgoedondersteunende diensten aan Jan Van Geet s.r.o. (en vice versa). In 2024 boekte VGP voor deze activiteiten een omzet van € 19k (2023: € 17 (000)).
De geconsolideerde jaarrekening omvat de jaarrekeningens van VGP NV en de dochterondernemingen die vermeld zijn in de toelichting 29. Transacties tussen de vennootschap en haar dochterondernemingen, die verbonden partijen zijn, werden geëlimineerd in de consolidatie en worden bijgevolg niet opgenomen in deze toelichting.
De onderstaande tabel geeft een overzicht van de transacties met de Groep's Joint Ventures:
| In duizenden € | 31. 12. 2023 | 31. 12. 2023 |
|---|---|---|
| Uitstaande leningen per jaareinde | 641.504 | 875.113 |
| Investeringen in Joint Ventures | 204.416 | 166.211 |
| Verkoop van deelneming in Joint Ventures | 18.705 | — |
| Ontvangen kapitaaluitkeringen | 3.371 | 3.407 |
| Ontvangen dividenden | 11.438 | 6.062 |
| Netto-opbrengst van verkopen aan Joint Ventures | 808.658 | 676.245 |
| Overige vorderingen/(schulden) aan de Joint Ventures | — | — |
| Management fee inkomsten | 27.008 | 22.514 |
| Rente en soortgelijke opbrengsten uit joint ventures en geassocieerde ondernemingen |
37.909 | 27.505 |
Het Key Management omvat de Raad van Bestuur en de leden van het Executive Management. Voor verdere details van deze personen wordt er verwezen naar deel "Raad van Bestuur en management". Vergoedingen voor Key Management wordt hieronder weergegeven:
| In duizenden € | 2024 | 2023 |
|---|---|---|
| Vaste bezoldiging, variabele bezoldiging op korte termijn en overige voordelen | 5.355 | 5.163 |
| Variabele bezoldiging op lange termijn | 7.316 | 3.566 |
| Totaal bruto bezoldigingen | 12.671 | 8.729 |
Voor de toelichtingen die betrekking hebben op de Belgische Corporate Governance Code verwijzen wij naar het hoofdstuk 'Corporate Governance' in dit jaarverslag. Voor 2024 werden er geen vergoedingen na uitdiensttredingen toegekend.
Sinds 31 december 2024 hebben zich een aantal gebeurtenissen voorgedaan die een materiële invloed hebben op de Groep. Deze omvatten:
De auditvergoedingen voor VGP NV en haar volledig gecontroleerde dochterondernemingen bedroegen € 188 duizend. Daarnaast werden in de loop van het jaar bijkomende niet-auditdiensten, in het kader van ESG assurance opdracht, uitgevoerd door Deloitte en aanverwante personen waarvoor een totale vergoeding van € 48,6 duizend werd aangerekend. Auditvergoedingen voor gezamenlijk gecontroleerde entiteiten (Joint Ventures) bedroegen € 485,5 duizend. Er werden geen bijkomende niet-auditdiensten uitgevoerd voor gezamenlijk gecontroleerde entiteiten (Joint Ventures).
De volgende ondernemingen behoorde tot de consolidatiekring van de VGP Groep per 31 december 2024 en werden integraal geconsolideerd:
| Dochterondernemingen | Adres maatschappelijk zetel | % | |
|---|---|---|---|
| VGP NV | Antwerpen, België | Parent | -1 |
| VGP Belgium NV | Antwerpen, België | 100 | -5 |
| VGP Renewable Energy NV | Antwerpen, België | 100 | -1 |
| VGP CZ X a.s., | Jenišovice u Jablonce nad Nisou, Tsjechië | 100 | -1 |
| VGP Park Ceske Budejovice a.s. | Jenišovice u Jablonce nad Nisou,Tsjechië | 100 | -2 |
| VGP Park Rochlov a.s. | Jenišovice u Jablonce nad Nisou,Tsjechië | 100 | -2 |
| VGP Zone Mnichovo Hradiste s.r.o. | Jenišovice u Jablonce nad Nisou,Tsjechië | 100 | -2 |
| VGP Park CZ 1 s.r.o. | Jenišovice u Jablonce nad Nisou,Tsjechië | 100 | -2 |
| VGP – industrialni stavby s.r.o. | Jenišovice u Jablonce nad Nisou,Tsjechië | 100 | -3 |
| SUTA s.r.o. | Prague, Tsjechië | 100 | -3 |
| VGP FM Services s.r.o. | Jenišovice u Jablonce nad Nisou,Tsjechië | 100 | -3 |
| VGP Renewable Energy s.r.o. | Jenišovice u Jablonce nad Nisou,Tsjechië | 100 | -2 |
| VGP Industriebau GmbH | Düsseldorf, Duitsland | 100 | -3 |
| VGP PM Services GmbH | Düsseldorf, Duitsland | 100 | -3 |
| FM Log,In, GmbH | Düsseldorf, Duitsland | 100 | -3 |
| VGP Renewable Energy Deutschland GmbH | Düsseldorf, Duitsland | 100 | -3 |
| VGP Park Hamburg 4 S.à r.l. | Luxemburg, Groothertogdom Luxemburg | 100 | -2 |
| VGP Park Rostock S.à r.l. | Luxemburg, Groothertogdom Luxemburg | 100 | -2 |
| VGP Park Traiskirchen S.à r.l. | Luxemburg, Groothertogdom Luxemburg | 100 | -2 |
| VGP Park Berlin Bernau S.à r.l. | Luxemburg, Groothertogdom Luxemburg | 100 | -2 |
| VGP Park Berlin Wustermark 2 S.à r.l. | Luxemburg, Groothertogdom Luxemburg | 100 | -2 |
| VGP UK 1 S.à r.l. (ex-VGP Park Berlin-Hönow) | Luxemburg, Groothertogdom Luxemburg | 100 | -2 |
| VGP Park Wiesloch-Walldorf S.à r.l. | Luxemburg, Groothertogdom Luxemburg | 100 | -2 |
| VGP Park Frankenthal 2 S.à r.l. | Luxemburg, Groothertogdom Luxemburg | 100 | -2 |
| VGP Park Nürnberg S.à r.l., | Luxemburg, Groothertogdom Luxemburg | 100 | -2 |
| VGP Park Koblenz S.à r.l. | Luxemburg, Groothertogdom Luxemburg | 100 | -2 |
| VGP Park Rüsselsheim M S.à r.l. | Luxemburg, Groothertogdom Luxemburg | 100 | -2 |
| VGP Park Leipzig Flughafen 2 S.à r.l. | Luxemburg, Groothertogdom Luxemburg | 100 | -2 |
| VGP DEU 49 S.à r.l. | Luxemburg, Groothertogdom Luxemburg | 100 | -2 |
| VGP DEU 50 S.à r.l. | Luxemburg, Groothertogdom Luxemburg | 100 | -2 |
| VGP Park Rüsselsheim K65 S.à r.l. | Luxemburg, Groothertogdom Luxemburg | 100 | -2 |
| Dochterondernemingen | Adres maatschappelijk zetel | % | |
|---|---|---|---|
| VGP Park Rüsselsheim P S.à r.l. | Luxemburg, Groothertogdom Luxemburg | 100 | -2 |
| VGP Park Steinbach (Taunus) S.à r.l. | Luxemburg, Groothertogdom Luxemburg | 100 | -2 |
| VGP DEU 55 S.à r.l. | Luxemburg, Groothertogdom Luxemburg | 100 | -2 |
| VGP Logistics S.à r.l. | Luxemburg, Groothertogdom Luxemburg | 100 | -1 |
| VGP Asset Management S.à r.l. | Luxemburg, Groothertogdom Luxemburg | 100 | -3 |
| VGP Renewable Energy S.à r.l. | Luxemburg, Groothertogdom Luxemburg | 100 | -2 |
| VGP Park Graz 2 S.à r.l. | Luxemburg, Groothertogdom Luxemburg | 100 | -2 |
| VGP Park Laxenburg S.à r.l. | Luxemburg, Groothertogdom Luxemburg | 100 | -2 |
| VGP Park Ehrenfeld S.à r.l. | Luxemburg, Groothertogdom Luxemburg | 100 | -2 |
| VGP DEU 42 S.à r.l. | Luxemburg, Groothertogdom Luxemburg | 100 | -2 |
| VGP European Logistics 3 S.à r.l. | Luxemburg, Groothertogdom Luxemburg | 100 | -1 |
| VGP Renewable Energy Österreich GmbH | Wenen, Oostenrijk | 100 | -3 |
| VGP Industriebau Österreich GmbH | Wenen, Oostenrijk | 100 | -3 |
| VGP Latvija, SIA | Riga, Letland | 100 | -2 |
| VGP Park Riga, SIA | Riga, Letland | 100 | -2 |
| VGP Park Tiraines, SIA | Riga, Letland | 100 | -2 |
| VGP Industrial Development Latvia, SIA | Riga, Letland | 100 | -3 |
| VGP Zone Brasov S.R.L. | Boekarest, Roemenië | 100 | -2 |
| VGP Park Sibiu S.R.L. | Boekarest, Roemenië | 100 | -2 |
| VGP Park Arad S.R.L. | Boekarest, Roemenië | 100 | -2 |
| VGP Park Bucharest S.R.L. | Boekarest, Roemenië | 100 | -2 |
| VGP Park Bucharest Two SRL | Boekarest, Roemenië | 100 | -2 |
| VGP Park Timisoara Three S.R.L. | Boekarest, Roemenië | 100 | -2 |
| VGP Park Timisoara Four S.R.L. | Boekarest, Roemenië | 100 | -2 |
| VGP Proiecte Industriale S.R.L. | Boekarest, Roemenië | 100 | -3 |
| VGP Renewable Energy S.R.L. | Boekarest, Roemenië | 100 | -2 |
| VGP Park Zvolen s.r.o. | Bratislava, Slowakijke | 100 | -2 |
| VGP Park Slovakia 2, s.r.o. | Bratislava, Slowakijke | 100 | -2 |
| VGP Renewable Energy Slovakia s.r.o. | Bratislava, Slowakijke | 100 | -2 |
| VGP Park Bratislava 2 a.s. | Bratislava, Slowakijke | 100 | -2 |
| VGP – industriálne stavby, s.r.o. | Bratislava, Slowakijke | 100 | -3 |
| VGP Service Kft. | Györ, Hongarije | 100 | -3 |
| VGP Park Hatvan Kft. | Györ, Hongarije | 100 | -2 |
| VGP Park Gÿor Beta Kft. | Györ, Hongarije | 100 | -2 |
| VGP Park Kecskemet Kft. | Györ, Hongarije | 100 | -2 |
| VGP Park BUD Aerozone KFT | Györ, Hongarije | 100 | -2 |
| VGP Park BUD Aerozone 2 Kft. | Budapest, Hongarije | 100 | -2 |
| VGP Park HU 1 Kft. | Budapest, Hongarije | 100 | -2 |
| VGP Park HU Two Kft. | Budapest, Hongarije | 100 | -2 |
| Dochterondernemingen | Adres maatschappelijk zetel | % | Dochterondernemingen | Adres maatschappelijk zetel | % | |
|---|---|---|---|---|---|---|
| VGP Park HU Three Kft. | Budapest, Hongarije | 100 | -2 | VGP Park Italy18 SRL | Milaan, Italië | 100 -2 |
| VGP Hungary 2 Kft. | Budapest, Hongarije | 100 | -3 | VGP Renewable Energy Italy SRL | Milaan, Italië | 100 -2 |
| VGP Renewable Energy Kft | Budapest, Hongarije | 100 | -2 | VGP Construção Industrial. Unipessoal Lda | Porto, Portugal | 100 -3 |
| VGP Nederland BV | Tilburg, Nederland | 100 | -3 | VGP Park Sintra. S.A. | Sintra, Portugal | 100 -2 |
| VGP Renewable Energy Netherlands BV | Tilburg, Nederland | 100 | -2 | VGP Park Loures. S.A. | Loures, Portugal | 100 -2 |
| VGP Park Nederland 3 BV | Tilburg, Nederland | 100 | -2 | VGP Park Portugal 4. S.A. | Porto, Portugal | 100 -2 |
| VGP Park Nederland 4 BV | Tilburg, Nederland | 100 | -2 | VGP Park Montijo. S.A. | Porto, Portugal | 100 -2 |
| VGP Park Nederland 5 BV | Tilburg, Nederland | 100 | -2 | (ex VGP Park Portugal 5. S.A.) | ||
| VGP Park Nederland 6 BV | Tilburg, Nederland | 100 | -2 | VGP Park Portugal 6. S.A. | Porto, Portugal | 100 -2 |
| VGP Park Nederland 7 BV | Tilburg, Nederland | 100 | -2 | VGP Park Portugal 7. S.A. | Porto, Portugal | 100 -2 |
| VGP Naves Industriales Peninsula. S.L.U. | Barcelona, Spanje | 100 | -1 | VGP Park Portugal 8. S.A. | Porto, Portugal | 100 -2 |
| VGP Park Sevilla Ciudad de la Imagen S.L.U. | Barcelona, Spanje | 100 | -2 | VGP Constructions Industrielles SAS | Lyon, Frankrijk | 100 -3 |
| VGP Park Martorell S.L.U. | Barcelona, Spanje | 100 | -2 | VGP France SAS | Lyon, Frankrijk | 100 -1 |
| VGP (Park) Espana 12 S.L.U. | Barcelona, Spanje | 100 | -2 | VGP France 2 SAS | Lyon, Frankrijk | 100 -1 |
| VGP (Park) Espana 13 S.L.U. | Barcelona, Spanje | 100 | -2 | VGP France 3 SAS | Lyon, Frankrijk | 100 -1 |
| Daisen Investments 2020. S,L,U | Barcelona, Spanje | 100 | -2 | VGP France 4 SAS | Lyon, Frankrijk | 100 -1 |
| Maliset Investments 2020. S.L.U. | Barcelona, Spanje | 100 | -2 | VGP France 5 SAS | Lyon, Frankrijk | 100 -1 |
| Urlau Proyectos y Servicios. S.L.U. | Bilbao, Spanje | 100 | -2 | VGP France 6 SAS | Lyon, Frankrijk | 100 -1 |
| VGP Park Pamplona Noáin. S.L.U. | Barcelona, Spanje | 100 | -2 | VGP Park France 7 SCI | Lyon, Frankrijk | 100 -1 |
| (ex VGP (Park) España 17) | VGP Park France 8 SCI | Lyon, Frankrijk | 100 -1 |
|||
| VGP (Park) Espana 18 S.L.U. | Barcelona, Spanje | 100 | -2 | VGP Park Rouen 1 SCI | Lyon, Frankrijk | 100 -2 |
| VGP (Park) Espana 19 S.L.U. | Barcelona, Spanje | 100 | -2 | VGP Park Rouen 2 SCI | Lyon, Frankrijk | 100 -2 |
| VGP (Park) Espana 20 S.L.U. | Barcelona, Spanje | 100 | -2 | VGP Park Rouen 3 SCI | Lyon, Frankrijk | 100 -2 |
| VGP (Park) Espana 21 S.L.U. | Barcelona, Spanje | 100 | -2 | VGP Park Rouen 4 SCI | Lyon, Frankrijk | 100 -2 |
| VGP (Park) Espana 22 S.L.U. | Barcelona, Spanje | 100 | -2 | VGP Park Vélizy SCI (ex VGP Park France 4 SCI) | Lyon, Frankrijk | 100 -2 |
| VGP (Park) Espana 23 S.L.U. | Bilbao, Spanje | 100 | -2 | VGP Park Mulhouse SCI (ex France 5) | Lyon, Frankrijk | 100 -2 |
| VGP (Park) Espana 24 S.L.U. | Bilbao, Spanje | 100 | -2 | VGP Park Rouen SCI | Lyon, Frankrijk | 100 -2 |
| VGP Italy SRL | Milaan, Italië | 100 | -3 | VGP Industrial Development d.o.o. Beograd | Belgrado, Servië | 100 -3 |
| VGP Park Verona SRL | Milaan, Italië | 100 | -2 | VGP Park One d.o.o. Beograd | Belgrado, Servië | 100 -2 |
| VGP Park Parma SRL (ex VGP Park Italy 5 SRL) | Milaan, Italië | 100 | -2 | VGP Park Two d.o.o. Beograd | Belgrado, Servië | 100 -2 |
| VGP Park Italy 8 SRL | Milaan, Italië | 100 | -2 | VGP Industrial Development Croatia d.o.o. | Zagreb, Kroatië | 100 -3 |
| VGP Park Valsamoggia 2 SRL | Milaan, Italië | 100 | -2 | VGP Park Lučko d.o.o. | Zagreb, Kroatië | 100 -2 |
| VGP Park Italy 10 SRL | Milaan, Italië | 100 | -2 | VGP Park Split d.o.o. | Zagreb, Kroatië | 100 -2 |
| VGP Park Milano Paderno Dugnano SRL | Milaan, Italië | 100 | -2 | VGP GREECE ΜΟΝΟΠΡΟΣΩΠΗ Α.Ε. | Athene, Griekenland | 100 -3 |
| VGP Park Parma Morse Srl. | Milaan, Italië | 100 | -2 | VGP PARK GREECE 1 ΜΟΝΟΠΡΟΣΩΠΗ Α.Ε. | Athene, Griekenland | 100 -2 |
| VGP Park Legnano SRL | Milaan, Italië | 100 | -2 | VGP Denmark ApS | Fredericia, Denemarken | 100 -3 |
| VGP Park Italy14 SRL | Milaan, Italië | 100 | -2 | VGP Park Vejle ApS | Fredericia, Denemarken | 100 -2 |
| VGP Park Italy15 SRL | Milaan, Italië | 100 | -2 | (ex-VGP Park Denmark 1 ApS) | ||
| VGP Park Italy16 SRL | Milaan, Italië | 100 | -2 | VGP Park Denmark 2 ApS | Fredericia, Denemarken | 100 -2 |
| VGP Park Italy17 SRL | Milaan, Italië | 100 | -2 | VGP Park Denmark 3 ApS | Fredericia, Denemarken | 100 -2 |
| Dochterondernemingen | Adres maatschappelijk zetel | % | |
|---|---|---|---|
| VGP FRA 1 S.à r.l. | Luxemburg, Groothertogdom Luxemburg | 100 | -1 |
| VGP FRA 2 S.à r.l. | Luxemburg, Groothertogdom Luxemburg | 100 | -1 |
| VGP FRA 3 S.à r.l. | Luxemburg, Groothertogdom Luxemburg | 100 | -1 |
| VGP Zone Brasov Two S.R.L. | Boekarest, Roemenië | 100 | -1 |
| VGP Developments UK Limited | Bristol, Verenigd Koninkrijk | 100 | -3 |
| Joint venture | Adres maatschappelijk zetel | % | |
|---|---|---|---|
| VGP European Logistics S.à r.l. | Luxemburg, Groothertogdom Luxemburg | 50 | -4 |
| VGP European Logistics 2 S.à r.l. | Luxemburg, Groothertogdom Luxemburg | 50 | -4 |
| VGP European Logistics 4 S.à r.l. | Luxemburg, Groothertogdom Luxemburg | 50 | -4 |
| VGP Park München GmbH | Baldham, Duitsland | 50 | -4 |
| Belartza Alto SXXI SL | Bilbao, Spanje | 75 | -4 |
| Grekon 11 GmbH | Lahnau, Duitsland | 50 | -4 |
| VGP Park Goettingen 2 S.à r.l. | Luxemburg, Groothertogdom Luxemburg | 50 | -4 |
| VGP Park Magdeburg S.à r.l. | Luxemburg, Groothertogdom Luxemburg | 50 | -4 |
| VGP Park Laatzen S.à r.l. | Luxemburg, Groothertogdom Luxemburg | 50 | -4 |
| VGP Park Gießen Am alten Flughafen S.à r.l. | Luxemburg, Groothertogdom Luxemburg | 50 | -4 |
| VGP Park Berlin Oberkraemer S.à r.l. | Luxemburg, Groothertogdom Luxemburg | 50 | -4 |
| Geassocieerde ondernemingen | Adres maatschappelijke zetel | % | |
|---|---|---|---|
| VGP Park Bingen GmbH | Düsseldorf, Duitsland | 5.1 | -6 |
| VGP Park Hamburg GmbH | Düsseldorf, Duitsland | 5.1 | -6 |
| VGP Park Hamburg 2 S.à r.l. | Luxemburg, Groothertogdom Luxemburgg | 5.1 | -6 |
| VGP Park Hamburg 3 S.à r.l. | Luxemburg, Groothertogdom Luxemburgg | 5.1 | -6 |
| VGP Park Rodgau GmbH | Düsseldorf, Duitsland | 5.1 | -6 |
| VGP Park Höchstadt GmbH | Düsseldorf, Duitsland | 5.1 | -6 |
| VGP Park Berlin GmbH | Düsseldorf, Duitsland | 5.1 | -6 |
| VGP Park Berlin 2 S,à r,l | Luxemburg, Groothertogdom Luxemburgg | 5.1 | -6 |
| VGP Park Berlin 3 S,à r,l | Luxemburg, Groothertogdom Luxemburgg | 5.1 | -6 |
| VGP Park Frankenthal S.à r.l. | Luxemburg, Groothertogdom Luxemburgg | 5.1 | -6 |
| VGP Park Leipzig S.à r.l. | Luxemburg, Groothertogdom Luxemburgg | 5.1 | -6 |
| VGP Park Leipzig GmbH | Düsseldorf, Duitsland | 5.1 | -6 |
| VGP DEU 3 S.à r.l. | Luxemburg, Groothertogdom Luxemburgg | 5.1 | -6 |
| VGP Park Wetzlar S,à r,l | Luxemburg, Groothertogdom Luxemburgg | 5.1 | -6 |
| VGP Park Ginsheim S,à r,l | Luxemburg, Groothertogdom Luxemburgg | 5.1 | -6 |
| VGP Park Dresden S.à r.l. | Luxemburg, Groothertogdom Luxemburgg | 5.1 | -6 |
| Geassocieerde ondernemingen | Adres maatschappelijke zetel | % | |
|---|---|---|---|
| VGP Park Goettingen S.à r.l. | Luxemburg, Groothertogdom Luxemburgg | 5.1 | -6 |
| VGP Park Berlin Wustermark S.à r.l. | Luxemburg, Groothertogdom Luxemburgg | 5.1 | -6 |
| VGP Park Bischofsheim S.à r.l. | Luxemburg, Groothertogdom Luxemburgg | 5.1 | -6 |
| VGP Park Einbeck S.à r.l. | Luxemburg, Groothertogdom Luxemburgg | 5.1 | -6 |
| VGP Park Chemnitz S.à r.l. | Luxemburg, Groothertogdom Luxemburgg | 5.1 | -6 |
| VGP Park Gieβen S.à r.l. | Luxemburg, Groothertogdom Luxemburgg | 5.1 | -6 |
| VGP Park Berlin 4 S.à r.l. | Luxemburg, Groothertogdom Luxemburgg | 10.1 | -6 |
| VGP Park Halle S.à r.l. | Luxemburg, Groothertogdom Luxemburgg | 10.1 | -7 |
| VGP Park Halle 2 S.à r.l. | Luxemburg, Groothertogdom Luxemburgg | 10.1 | -7 |
| VGP Park Erfurt S.à r.l. | Luxemburg, Groothertogdom Luxemburgg | 10.1 | -7 |
| VGP Park Erfurt 2 S.à r.l. | Luxemburg, Groothertogdom Luxemburgg | 10.1 | -7 |
| VGP Park Erfurt 3 S.à r.l. | Luxemburg, Groothertogdom Luxemburgg | 10.1 | -7 |
| VGP Park Leipzig Flughafen S,à r,l | Luxemburg, Groothertogdom Luxemburgg | 10.1 | -7 |
| VGP Park Hochheim S.à r.l. | Luxemburg, Groothertogdom Luxemburgg | 10.1 | -7 |
(1): Holding en dienstenvennootschap
(2): Bestaande of toekomstige vastgoedvennootschap of actief in hernieuwbare energie
(3): Dienstenvennootschap
(4): Holding vennootschap (met inbegrip van haar respectieve dochtervennootschappen. indien van toepassing)
(5): Slapende vennootschap
(6): De resterende 94,9% (89,9%) worden door VGP European Logistics S.à r.l. aangehouden
| Dochterondernemingen | Adres maatschappelijk zetel | % |
|---|---|---|
| VGP Renewable Energy Österreich GmbH | Wenen, Oostenrijk | 100 |
| VGP Park Denmark 2 ApS | Fredericia, Denemarken | 100 |
| VGP Énergies Renouvelables France SAS | Lyon, Frankrijk | 100 |
| VGP Park Split d,o,o, | Zagreb, Kroatië | 100 |
| VGP France 3 SAS | Lyon, Frankrijk | 100 |
| VGP France 4 SAS | Lyon, Frankrijk | 100 |
| VGP France 5 SAS | Lyon, Frankrijk | 100 |
| VGP France 6 SAS | Lyon, Frankrijk | 100 |
| VGP FRA 1 S.à r.l. | Luxemburg, Groothertogdom Luxemburg | 100 |
| VGP FRA 2 S.à r.l. | Luxemburg, Groothertogdom Luxemburg | 100 |
| VGP FRA 3 S.à r.l. | Luxemburg, Groothertogdom Luxemburg | 100 |
| VGP DEU 56 S.à r.l. | Luxemburg, Groothertogdom Luxemburg | 100 |
| VGP DEU 57 S.à r.l. | Luxemburg, Groothertogdom Luxemburg | 100 |
| VGP NV Jaarverslag 2024 / 218 | ||||
|---|---|---|---|---|
| -- | ------------------------------- | -- | -- | -- |
| Dochterondernemingen | Adres maatschappelijk zetel | % |
|---|---|---|
| VGP ZONE BRASOV TWO S.R.L. | Boekarest, Roemenië | 100 |
| VGP Park France 7 SCI | Lyon, Frankrijk | 100 |
| VGP Park France 8 SCI | Lyon, Frankrijk | 100 |
| VGP Park Denmark 3 ApS | Fredericia, Denemarken | 100 |
| VGP Developments UK Limited | Bristol, Verenigd Koninkrijk | 100 |
| Nieuwe naam | Vorige naam | |
|---|---|---|
| VGP Park Vejle ApS | VGP Park Denmark 1 ApS | |
| VGP Park Rüsselsheim M S.à r.l. | VGP DEU 47 S.à r.l. | |
| VGP Park Rüsselsheim K65 S.à r.l. | VGP DEU 51 S.à r.l. | |
| VGP Park Rüsselsheim P S.à r.l. | VGP DEU 52 S.à r.l. | |
| VGP Park Steinbach (Taunus) S.à r.l. | VGP DEU 53 S.à r.l. | |
| VGP Park Berlin Wustermark 2 S.à r.l. | VGP DEU 32 S.à r.l. | |
| VGP Park Mulhouse SCI | VGP Park France 5 SCI | |
| VGP Park Rouen 4 SCI | VGP Park France 6 SCI | |
| VGP European Logistics 4 S.à r.l. | VGP DEU 54 S.à r.l. | |
| VGP Renewable Energy Slovakia s.r.o. | VGP Park Slovakia 3. s.r.o. | |
| VGP (Park) Espana 17 S,L,U, | VGP Park Pamplona Noáin. S,L,U, | |
| VGP Park Parma Morse Srl, | VGP Park Italy 12 Srl | |
| VGP Park Traiskirchen S.à r.l. | VGP Park Ottendorf-Okrilla (ex-DEU 22) S.à r.l. | |
| VGP UK 1 S.à r.l. | VGP Park Berlin-Hönow S.à r.l. | |
| VGP European Logistics France S.à r.l. | VGP DEU 38 S.à r.l. |
| Dochterondernemingen | Adres maatschappelijk zetel | % |
|---|---|---|
| VGP Park Kladno a.s. | Jenišovice u Jablonce nad Nisou,Tsjechië | 100% |
| VGP Park Prostejov a.s. | Jenišovice u Jablonce nad Nisou,Tsjechië | 100% |
| VGP Park Bratislava a.s. | Bratislava, Slowakijke | 100% |
| VGP Park Usti nad Labem City a.s. | Jenišovice u Jablonce nad Nisou,Tsjechië | 100% |
| VGP Park Hochheim S.à r.l. | Luxemburg, Groothertogdom Luxemburg | 89.90% |
| VGP European Logistics France S.à r.l. (ex VGP DEU 38 S.à r.l.) |
Luxemburg, Groothertogdom Luxemburg | 100% |
| VGP Park Rouen 1 SCI | Lyon, Frankrijk | 0,1% |
| Dochterondernemingen | Ondernemingsnummer | |
|---|---|---|
| VGP NV | BTW BE 0887,216,042 RPR – Antwerp (Division Antwerp) | |
| VGP Renewable Energy NV | BTW BE 0894,188,263 RPR – Antwerp (Division Antwerp) | |
| VGP Belgium NV | BTW BE 0894,442,740 RPR – Antwerp (Division Antwerp) |
| Dochterondernemingen | Adres maatschappelijk zetel | % |
|---|---|---|
| LPM Holding BV | Haghorst, Nederland | 50% |
| Dochterondernemingen | Adres maatschappelijk zetel | % |
|---|---|---|
| VGP Park Halle S.à r.l. | Luxemburg, Groothertogdom Luxemburg | 89.90% |
| VGP Park Halle 2 S.à r.l. | Luxemburg, Groothertogdom Luxemburg | 89.90% |
| VGP Park Erfurt S.à r.l. | Luxemburg, Groothertogdom Luxemburg | 89.90% |
| VGP Park Erfurt 2 S.à r.l. | Luxemburg, Groothertogdom Luxemburg | 89.90% |
| VGP Park Erfurt 3 S.à r.l. | Luxemburg, Groothertogdom Luxemburg | 89.90% |
| VGP Park Leipzig Flughafen S,à r,l | Luxemburg, Groothertogdom Luxemburg | 89.90% |
| VGP Park Vyskov a.s. | Jenišovice u Jablonce nad Nisou,Tsjechië | 100% |
Voor het boekjaar eindigend op 31 december 2024
In de onderstaande tabel is het proportionele geconsolideerde winst- en verliesrekeningbelang van de Groep in de Joint Ventures opgenomen, Het belang dat rechtstreeks door de Groep wordt gehouden (5,1% en 10,1%) in de Duitse dochterondernemingen van de joint ventures is opgenomen in de cijfers van 50% van de joint ventures (aandeel van VGP).
| Proportionele geconsolideerde winst- en verliesrekening In duizenden € |
31. 12. 2024 | 31. 12. 2023 | ||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| Groep | Joint ventures | Totaal | Groep | Joint ventures | Totaal | |
| Bruto huur- en hernieuwbare energieopbrengsten |
73.704 | 137.578 211.282 | 69.003 | 102.073 | 171.076 | |
| Operationele kosten verbonden aan vastgoed |
-6.018 | -15.896 | -21.914 | -5.534 | -10.496 | -16.030 |
| Netto huur- en hernieuwbare energieopbrengsten |
67.686 | 121.682 189.368 | 63.469 | 91.577 | 155.046 | |
| Joint venture management fee inkomsten |
32.666 | — | 32.666 | 26.925 | — | 26.925 |
| Netto meer-/(min)waarde op vastgoedbeleggingen |
187.056 | 54.479 241.535 | 87.958 | -61.179 | 26.779 | |
| Administratieve kosten | -61.263 | -1.990 | -63.253 | -48.863 | -1.837 | -50.700 |
| Andere kosten | -1.750 | — | -1.750 | — | — | — |
| Operationeel resultaat | 224.395 | 174.171 398.566 129.489 | 28.561 | 158.050 | ||
| Netto financieel resultaat | 2.403 | -59.094 | -56.691 | -6.031 | -35.434 | -41.465 |
| Belastingen | -32.555 | -22.333 | -54.888 | -25.451 | -3.842 | -29.293 |
| Resultaat van de periode | 194.243 | 92.744 286.987 | 98.007 | -10.715 | 87.292 |
In de onderstaande tabel is het proportionele geconsolideerde balansbelang van de Groep in de Joint Ventures opgenomen. Het rechtstreeks door de Groep gehouden belang (5,1% en 10,1%) in de Duitse werkmaatschappijen van de Joint Ventures zijn opgenomen in de cijfers van 50% Joint Ventures (aandeel VGP).
| Proportioneel geconsolideerde | 31. 12. 2024 | 31. 12. 2023 | ||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| balans In duizenden € |
Groep | Joint ventures |
Totaal | Groep | Joint ventures |
Totaal |
| Vastgoedbeleggingen | 1.905.411 | 2.927.831 | 4.833.242 | 1.508.984 | 2.442.718 | 3.951.702 |
| Vastgoedbeleggingen opgenomen in activa aangehouden voor verkoop |
197.902 | — | 197.902 | 875.817 | — | 875.817 |
| Totaal vastgoedbeleggingen | 2.103.313 2.927.831 5.031.144 2.384.801 2.442.718 4.827.519 | |||||
| Andere activa | 673.137 | 835 | 673.972 | 682.464 | 2.238 | 684.702 |
| Totaal vaste activa | 2.776.450 2.928.666 5.705.116 3.067.265 2.444.956 5.512.221 | |||||
| Handels- en andere vorderingen | 83.804 | 28.977 | 112.781 | 79.486 | 50.810 | 130.296 |
| Geldmiddelen en kasequivalenten | 492.533 | 124.353 | 616.886 | 209.921 | 74.355 | 284.276 |
| Groep activa aangehouden voor verkoop |
275 | — | 275 | 16.804 | — | 16.804 |
| Totaal vlottende activa | 576.612 | 153.330 | 729.942 | 306.211 | 125.165 | 431.376 |
| Totaal activa | 3.353.062 3.081.996 6.435.058 3.373.476 2.570.121 5.943.597 | |||||
| Langlopende financiële schulden | 1.942.495 | 1.543.184 | 3.485.679 | 1.885.154 | 1.310.253 | 3.195.407 |
| Andere langlopende financiële verplichtingen |
— | 582 | 582 | — | 256 | 256 |
| Andere langlopende verplichtingen | 46.781 | 23.575 | 70.356 | 38.085 | 13.581 | 51.666 |
| Uitgestelde belastingverplichtingen | 35.652 | 159.958 | 195.610 | 23.939 | 135.625 | 159.564 |
| Totaal langlopende verplichtingen | 2.024.928 1.727.299 3.752.227 1.947.178 1.459.715 3.406.893 | |||||
| Kortlopende financiële schulden | 114.866 | 21.428 | 136.294 | 111.750 | 20.613 | 132.363 |
| Handels- en andere kortlopende schulden |
102.558 | 32.395 | 134.953 | 84.075 | 52.565 | 136.640 |
| Verplichtingen m.b.t. activa aangehouden voor verkoop |
11.157 | — | 11.157 | 53.284 | — | 53.284 |
| Totaal kortlopende verplichtingen | 228.581 | 53.823 | 282.404 | 249.109 | 73.178 | 322.287 |
| Totaal verplichtingen | 2.253.509 1.781.122 4.034.631 2.196.287 1.532.893 3.729.180 | |||||
| Netto activa | 1.099.553 1.300.874 2.400.427 1.177.189 1.037.228 2.214.417 |
Voor het boekjaar eindigend op 31 december 2024
De statutaire jaarrekening van de moederonderneming VGP NV wordt hierna in verkorte vorm weergegeven.
In overeenstemming met de Belgische vennootschapswetgeving zullen het jaarverslag en de jaarrekening van VGP NV en het verslag van de Commissaris worden neergelegd bij de Nationale Bank van België.
Deze verslagen zijn, op verzoek, beschikbaar op volgend adres: VGP NV Generaal Lemanstraat 55 bus 4 B-2018 Antwerpen (Berchem) Belgiië www.vgpparks.eu
De Commissaris heeft een goedkeurende verklaring zonder voorbehoud gegeven met betrekking tot de statutaire jaarrekening van VGP NV.
| In duizenden € | 2024 | 2023 |
|---|---|---|
| Andere bedrijfsopbrengsten | 20.507 | 21.589 |
| Bedrijfswinst of verlies | -12.806 | -6.666 |
| Netto financieel resultaat | 50.810 | 118.081 |
| Uitzonderlijk resultaat | 237.031 | 175.261 |
| Winstbelastingen | -6.407 | -11.876 |
| Resultaat van het boekjaar | 268.628 | 274.800 |
| 2023 | 2024 | In duizenden € |
|---|---|---|
| 18.271 | 13.339 | Oprichtingskosten en immateriële vaste activa |
| 91 | 48 | Materiële vaste activa |
| 3.481.466 | 3.363.238 | Financiële vaste activa |
| 9.705 | 13.623 | Andere langlopende vorderingen |
| 3.509.533 | 3.390.248 | Totaal vaste activa |
| 31.714 | 26.645 | Handels- en andere vorderingen |
| 48.678 | 269.000 | Geldmiddelen en kasequivalenten |
| 80.392 | 295.645 | Totaal vlottende activa |
| 3.589.925 | 3.685.893 | Totaal activa |
| 136.092 | 136.092 | Kapitaal |
| 759.509 | 759.509 | Uitgiftepremie |
| 13.609 | 13.609 | Wettelijke reserves |
| 554.779 | 733.346 | Overgedragen resultaten |
| 1.463.989 | 1.642.556 | Eigen vermogen |
| 1.903.605 | 1.820.797 | Schulden op meer dan een jaar |
| 222.331 | 222.540 | Schulden op ten hoogste een jaar |
| 2.125.936 | 2.043.337 | Schulden |
| 3.589.925 | 3.685.893 | Totaal passiva |
De waarderings- en omrekeningsregels gebruikt voor de statutaire jaarrekening van de moederonderneming zijn gebaseerd op het Belgisch boekhoudrecht.
| In duizenden € | 2024 | 2023 |
|---|---|---|
| Resultaat van het boekjaar voor bestemming |
268.628 | 274.800 |
| Resultaat naar voren gehaald | 554.779 | 380.957 |
| Te bestemmen resultaat | 823.407 | 655.757 |
| Overdracht naar wettelijke reserves | — | — |
| Over te dragen resultaat | 733.346 | 554.779 |
| Bruto dividend | 90.061 | 100.978 |
| Totaal | 823.407 | 655.757 |
De Raad van Bestuur van VGP NV zal aan de Algemene Vergadering van Aandeelhouders voorstellen om een brutodividend van € 3,30 per aandeel uit te keren, wat overeenkomt met een totaal brutodividendbedrag van € 90 miljoen (+12% ten opzichte van het reguliere dividend van 2023).
Verslag van de commissaris aan de algemene vergadering van VGP NV over het boekjaar afgesloten op 3 1 december 2024 - Geconsolideerde jaarrekening.
In het kader van de wettelijke controle van de geconsolideerde jaarrekening van VGP NV (de "vennootschap") en haar filialen (samen "de groep"), leggen wij u ons commissarisverslag voor. Dit bevat ons verslag over de geconsolideerde jaarrekening alsook de overige door wet- en regelgeving gestelde eisen. Dit vormt één geheel en is ondeelbaar.
Wij werden benoemd in onze hoedanigheid van commissaris door de algemene vergadering van 12 mei 2023, overeenkomstig het voorstel van het bestuursorgaan uitgebracht op aanbeveling van het auditcomité. Ons mandaat loopt af op de datum van de algemene vergadering die beraadslaagt over de jaarrekening afgesloten op 31 december 2024. Wij hebben de wettelijke controle van de geconsolideerde jaarrekening van VGP NV uitgevoerd gedurende 18 opeenvolgende boekjaren.
Wij hebben de wettelijke controle uitgevoerd van de geconsolideerde jaarrekening van de groep, die de geconsolideerde balans op 31 december 2024 omvat, alsook de geconsolideerde winsten verliesrekening, het geconsolideerd overzicht van het volledig perioderesultaat, het geconsolideerd mutatieoverzicht van het eigen vermogen en het geconsolideerd kasstroomoverzicht over het boekjaar afgesloten op die datum en de toelichting, met de belangrijkste gehanteerde grondslagen voor fi nanciële verslaggeving en overige informatieverschaffi ng, waarvan het geconsolideerde balanstotaal € 4 653 936 (000) bedraagt en waarvan het geconsolideerd overzicht van het volledig perioderesultaat afsluit met een winst van het boekjaar van € 286 987 (000).
Naar ons oordeel geeft de geconsolideerde jaarrekening een getrouw beeld van het vermogen en van de financiële toestand van de groep op 31 december 2024 alsook van zijn geconsolideerde resultaten en van zijn geconsolideerde kasstromen over het boekjaar dat op die datum is afgesloten, in overeenstemming met de International Financial Reporting Standards (IFRS Accounting Standards) zoals goedgekeurd door de Europese Unie en met de in België van toepassing zijnde wettelijke en reglementaire voorschriften.
Wij hebben onze controle uitgevoerd volgens de internationale controlestandaarden (ISA's) zoals van toepassing in België. Wij hebben bovendien de door IAASB goedgekeurde internationale controlestandaarden toegepast die van toepassing zijn op huidige afsluitdatum en nog niet goedgekeurd op nationaal niveau. Onze verantwoordelijkheden op grond van deze standaarden zijn verder beschreven in de sectie "Verantwoordelijkheden van de commissaris voor de controle van de geconsolideerde jaarrekening" van ons verslag. Wij hebben alle deontologische vereisten die relevant zijn voor de controle van de geconsolideerde jaarrekening in België nageleefd, met inbegrip van deze met betrekking tot de onafhankelijkheid.
Wij hebben van het bestuursorgaan en van de aangestelden van de vennootschap de voor onze controle vereiste ophelderingen en inlichtingen verkregen.
Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel.
Kernpunten van onze controle betreffen die aangelegenheden die naar ons professioneel oordeel het meest significant waren bij de controle van de geconsolideerde jaarrekening van de huidige verslagperiode. Deze aangelegenheden zijn behandeld in de context van onze controle van de geconsolideerde jaarrekening als geheel en bij het vormen van ons oordeel hierover, en wij verschaffen geen afzonderlijk oordeel over deze aangelegenheden.
| Kernpunten van de controle | Hoe onze controle de kernpunten van de controle behandelde |
|---|---|
| WAARDERING VAN VASTGOEDBELEGGINGEN VGP ontwikkelt, bezit en beheert een portfolio van modern logistiek en industrieel vastgoed gelegen in Europa. De vastgoedportefeuille is gewaardeerd aan € 1 905 411 (000) per 31 december 2024. Het aandeel van VGP in vastgoedbeleggingen aangehouden door joint ventures bedraagt € 2 927 831 (000) en € 197 902 (000) werd opgenomen bij de activa geclassificeerd als "aangehouden voor verkoop". De vastgoedportefeuille omvat vastgoed beschikbaar voor verhuur en vastgoed in aanbouw ("projectontwikkelingen") en is gewaardeerd op basis van de inkomenskapitalisatiemethodologie overeenkomstig IAS 40 welke gebaseerd is op verwachte toekomstige kasstromen. Projectontwikkelingen worden gewaardeerd volgens dezelfde methode, met aftrek van alle nog op te lopen bouwkosten. De belangrijkste inputs in de bepaling van de reële waarde zijn de vereiste rendementen en de huidige markthuur, die worden beïnvloed door de evolutie van de markt, vergelijkbare transacties en de specifieke kenmerken van elk onroerend goed in de portefeuille. De Groep gebruikt professioneel gekwalificeerde onafhankelijke vastgoeddeskundigen om de vastgoedportefeuille om de zes maanden te waarderen aan reële waarde. De waardering van de portefeuille omvat significante inschattingen welke onderbouwd zijn door een aantal assumpties welke belangrijke beoordelingen en schattingsonzekerheden kunnen bevatten. Gekoppeld met het feit dat een klein percentage afwijkingen in individuele vastgoedwaarderingen, indien opgeteld, kan resulteren in een materiële afwijking in de winst- en verliesrekening en balans, vereist dit gebied specifieke audit focus. |
BEOORDELING VAN DE EXPERTISE EN OBJECTIVITEIT VAN DE VASTGOEDDESKUNDIGEN — We hebben de competentie, onafhankelijkheid en integriteit van de onafhankelijke vastgoeddeskundigen beoordeeld. — We hebben de interne beheersmaatregelen van het management beoordeeld voor het nazicht en analyse van het werk van de externe vastgoeddeskundigen. TESTEN VAN DE WAARDERINGEN — We hebben de bedragen zoals vermeld in de waarderingsverslagen afgestemd met de boekhoudkundige administratie en van daaruit hebben we de gerelateerde saldi met de geconsolideerde jaarrekening aangesloten. — We hebben een interne waarderingsexpert betrokken om het financiële audit team te ondersteunen bij de bespreking en beoordeling van de significante assumpties en belangrijke schattingsonzekerheden voor specifieke vastgoedbeleggingen, inclusief de vereiste rendementen en huidige markthuren en vergeleken deze met andere gegevens waarover wij beschikken. — We hebben de externe waarderingsverslagen verkregen en hebben nagegaan dat de gehanteerde waarderingsmethodologie overeenkomstig RICS-standaarden werd uitgevoerd bij het bepalen van de boekwaardes die in de balans werden opgenomen. — Voor projectontwikkelingen controleerden we ook dat de onderliggende informatie met betrekking tot aannemingscontracten en gebudgetteerde kosten consistent was met de afwerkingskosten die afgehouden worden van de reële waarde van projectontwikkelingen. — Geactiveerde kosten werden steekproefsgewijs getest en de afwerkingskosten voor projectontwikkelingen werden vergeleken met ondersteunend bewijsmateriaal (bijvoorbeeld door het inspecteren van onderliggende aannemingsovereenkomsten). |
| VERWIJZING NAAR TOELICHTINGEN De methodologie die gebruikt werd voor de waardering is opgenomen in toelichting 2.7 van de geconsolideerde jaarrekening. Daarnaast verwijzen we naar toelichting 13 van het geconsolideerde jaarverslag voor wat betreft de roll forward van de vastgoedbeleggingen, toelichting 20 met betrekking tot activa geclassificeerd als aangehouden voor verkoop en toelichting 9 met betrekking tot investering in joint ventures en geassocieerde ondernemingen. |
INFORMATIE EN BASISGEGEVENS — Wij hebben controlewerkzaamheden uitgevoerd met betrekking tot de informatie die aan de vastgoeddeskundigen werd verstrekt met betrekking tot huurinkomsten, voornaamste kenmerken van het huurcontract en bezettingsgraad. — We hebben de interne beheersmaatregelen van het management beoordeeld met betrekking tot vastgoedbeleggingen. |
| Kernpunten van de controle | Hoe onze controle de kernpunten van de controle behandelde |
|---|---|
In december 2023 heeft VGP een joint venture overeenkomst getekend met AREIM (de "Zesde Joint Venture") en vervolgens een portefeuille aan vastgoedbeleggingen overgedragen, onder de vorm van verkoop van dochtervennootschappen, aan de joint venture in April en December 2024.
De gepaste boekhoudkundige verwerking van de joint venture overeenkomst, overeenkomstig IFRS is complex en omvat inschattingen van het management, specifiek met betrekking tot:
De gepaste boekhoudkundige verwerking van de oprichting van deze joint venture is materieel voor de geconsolideerde jaarrekening van de Groep: de waarde van deze deelnemingen, per 31 december 2024, op de balans opgenomen bij de deelnemingen in joint ventures en geassocieerde ondernemingen, met betrekking tot de Zesde Joint Venture bedraagt € 148 613 (000).
Het kernpunt van de controle betreft daarom de gepaste boekhoudkundige verwerking en toelichting van de oprichting van deze nieuwe joint venture overeenkomstig IFRS.
VERWIJZING NAAR TOELICHTINGEN We verwijzen naar toelichting 2.3 voor de gerelateerde waarderingsregels, toelichting 9 met betrekking tot investeringen in joint ventures.
Het bestuursorgaan is verantwoordelijk voor het opstellen van de geconsolideerde jaarrekening die een getrouw beeld geeft in overeenstemming met de International Financial Reporting Standards (IFRS Accounting Standards) zoals goedgekeurd door de Europese Unie en met de in België van toepassing zijnde wettelijke en reglementaire voorschriften, alsook voor de interne beheersing die het bestuursorgaan noodzakelijk acht voor het opstellen van de geconsolideerde jaarrekening die geen afwijking van materieel belang bevat die het gevolg is van fraude of van fouten.
Bij het opstellen van de geconsolideerde jaarrekening is het bestuursorgaan verantwoordelijk voor het inschatten van de mogelijkheid van de groep om haar continuïteit te handhaven, het toelichten, indien van toepassing, van aangelegenheden die met continuïteit verband houden en het gebruiken van de continuïteitsveronderstelling, tenzij het bestuursorgaan het voornemen heeft om de groep te liquideren of om de bedrijfsactiviteiten te beëindigen of geen realistisch alternatief heeft dan dit te doen.
Onze doelstellingen zijn het verkrijgen van een redelijke mate van zekerheid over de vraag of de geconsolideerde jaarrekening als geheel geen afwijking van materieel belang bevat die het gevolg is van fraude of van fouten en het uitbrengen van een commissarisverslag waarin ons oordeel is opgenomen. Een redelijke mate van zekerheid is een hoog niveau van zekerheid, maar is geen garantie dat een controle die overeenkomstig de ISA's is uitgevoerd altijd een afwijking van materieel belang ontdekt wanneer die bestaat. Afwijkingen kunnen zich voordoen als gevolg van fraude of fouten en worden als van materieel belang beschouwd indien redelijkerwijs kan worden verwacht dat zij, individueel of gezamenlijk, de economische beslissingen genomen door gebruikers op basis van deze geconsolideerde jaarrekening, beïnvloeden.
Bij de uitvoering van onze controle leven wij het wettelijk, reglementair en normatief kader na dat van toepassing is op de controle van de geconsolideerde jaarrekening in België. De wettelijke controle biedt geen zekerheid omtrent de toekomstige levensvatbaarheid van de vennootschap, noch van de efficiëntie of de doeltreffendheid waarmee het bestuursorgaan de bedrijfsvoering van de vennootschap ter hand heeft genomen of zal nemen.
Als deel van een controle uitgevoerd overeenkomstig de ISA's, passen wij professionele oordeelsvorming toe en handhaven wij een professioneel-kritische instelling gedurende de controle. We voeren tevens de volgende werkzaamheden uit:
Wij communiceren met het auditcomité onder meer over de geplande reikwijdte en timing van de controle en over de significante controlebevindingen, waaronder eventuele significante tekortkomingen in de interne beheersing die wij identificeren gedurende onze controle.
Wij verschaffen aan het auditcomité tevens een verklaring dat wij de relevante deontologische voorschriften over onafhankelijkheid hebben nageleefd, en wij communiceren met hen over alle relaties en andere zaken die redelijkerwijs onze onafhankelijkheid kunnen beïnvloeden en, waar van toepassing, over de daarmee verband houdende maatregelen om onze onafhankelijkheid te waarborgen.
Uit de aangelegenheden die aan het auditcomité zijn gecommuniceerd bepalen wij die zaken die het meest significant waren bij de controle van de geconsolideerde jaarrekening van de huidige verslagperiode, en die derhalve de kernpunten van onze controle uitmaken. Wij beschrijven deze aangelegenheden in ons verslag, tenzij het openbaar maken van deze aangelegenheden is verboden door wet- of regelgeving.
Het bestuursorgaan is verantwoordelijk voor het opstellen en de inhoud van het jaarverslag over de geconsolideerde jaarrekening.
In het kader van ons mandaat en overeenkomstig de Belgische bijkomende norm bij de in België van toepassing zijnde internationale controlestandaarden (ISA's), is het onze verantwoordelijkheid om, in alle van materieel belang zijnde opzichten, het jaarverslag over de geconsolideerde jaarrekening te verifiëren, en verslag over deze aangelegenheid uit te brengen.
Na het uitvoeren van specifieke werkzaamheden op het jaarverslag over de geconsolideerde jaarrekening, zijn wij van oordeel dat dit jaarverslag overeenstemt met de geconsolideerde jaarrekening voor hetzelfde boekjaar en is opgesteld overeenkomstig het artikel 3:32 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen.
In de context van onze controle van de geconsolideerde jaarrekening zijn wij tevens verantwoordelijk voor het overwegen, in het bijzonder op basis van de kennis verkregen in de controle, of het jaarverslag over de geconsolideerde jaarrekening en de andere informatie opgenomen in het jaarrapport over de geconsolideerde jaarrekening, zijnde:
— de vereiste onderdelen van het jaarverslag van VGP overeenkomstig artikel 3:6 en 3:32 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen, welke voorkomen in het hoofdstuk "Verslag van de Raad van Bestuur" een afwijking van materieel belang bevatten, hetzij informatie die onjuist vermeld of anderszins misleidend is. In het licht van de werkzaamheden die wij hebben uitgevoerd, hebben wij geen afwijking van materieel belang te melden.
— Ons bedrijfsrevisorenkantoor en ons netwerk hebben geen opdrachten verricht die onverenigbaar zijn met de wettelijke controle van de geconsolideerde jaarrekening en ons bedrijfsrevisorenkantoor is in de loop van ons mandaat onafhankelijk gebleven tegenover de groep.
— De honoraria voor de bijkomende opdrachten die verenigbaar zijn met de wettelijke controle bedoeld in artikel 3:65 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen werden correct vermeld en uitgesplitst in de toelichting bij de geconsolideerde jaarrekening.
Wij hebben ook, overeenkomstig de ontwerpnorm inzake de controle van de overeenstemming van de financiële overzichten met het Europees uniform elektronisch formaat ("ESEF"), de controle uitgevoerd van de overeenstemming van het ESEF-formaat en de markeertaal met de technische reguleringsnormen vastgelegd door de Europese Gedelegeerde Verordening nr. 2019/815 van 17 december 2018 ("Gedelegeerde Verordening"). Het bestuursorgaan is verantwoordelijk voor het opstellen, in overeenstemming met de ESEF vereisten, van de geconsolideerde financiële overzichten in de vorm van een elektronisch bestand in ESEF-formaat ("digitale geconsolideerde financiële overzichten") opgenomen in het jaarlijks financieel verslag.
Het is onze verantwoordelijkheid voldoende en geschikte onderbouwende informatie te verkrijgen om te concluderen dat het formaat en de markeertaal van de digitale geconsolideerde financiële overzichten in alle van materieel belang zijnde opzichten voldoen aan de ESEF-vereisten krachtens de Gedelegeerde Verordening.
Op basis van de door ons uitgevoerde werkzaamheden zijn wij van oordeel dat het formaat van en de markering van informatie in de officiële versie van de digitale geconsolideerde financiële overzichten opgenomen in het jaarlijks financieel verslag van VGP NV per 31 december 2024 in alle van materieel belang zijnde opzichten in overeenstemming zijn met de ESEF-vereisten krachtens de Gedelegeerde Verordening.
Huidig verslag is consistent met onze aanvullende verklaring aan het auditcomité bedoeld in artikel 11 van de verordening (EU) nr. 537/2014.
Getekend te Antwerpen. De commissaris
Deloitte Bedrijfsrevisoren BV Vertegenwoordigd door Kathleen De Brabander
Is verhouding tussen de (initiële) contractuele huur van een onroerend goed, na aftrek van een ingeschatte jaarlijkse recurrente niet-recupereerbare vastgoed kosten, en de aanschaffingswaarde/marktwaarde (na aftrek van notaris en overige aankoopkosten).
Betekent, met betrekking tot (i) de Eerste Joint Venture, Allianz AZ Finance VII Luxembourg S,A,, SAS Allianz Logistique S,A,S,U, en Allianz Benelux SA tezamen; (ii) de Tweede Joint Venture, Allianz AZ Finance VII Luxembourg S,A,, en (iii) de Derde Joint Venture, Allianz Pensionskasse AG, Allianz Versorgungskasse Versicherungsverein a,G,, Allianz Lebensversicherungs-AG en Allianz Lebensversicherungs AG.
Betekent de Eerste Joint Venture, de Tweede Joint Venture en de Derde Joint Venture samen.
Betekent elk van (i) de joint venture overeenkomst gesloten tussen Allianz en VGP NV met betrekking tot de Eerste Joint Venture; (ii) de joint venture overeenkomst gesloten tussen Allianz en VGP NV met betrekking tot de Tweede Joint Venture; en (iii) de joint venture overeenkomst gesloten tussen Allianz en VGP Logistics S.à r.l. (een 100% dochteronderneming van VGP NV) met betrekking tot de Derde Joint Venture.
Betekent het belgische wetboek van vennootschappen en verenigingen gedateerd op 23 maart 2019 (Code des sociétés et associations), zoals van tijd tot tijd gewijzigd of geherformuleeerd.
Betekent voor de convenant Dekkingsgraad voor schuldaflossing, de beschikbare kasmiddelen (d.i. exclusief aan restricties onderheven/onbeschikbare geldmiddelen) vermeerderd met inkomsten voor intrest- en afschrijvingskosten van VGP N.V.
De bezettingsgraad wordt berekend door het totaal verhuurde verhuurbare oppervlak (m²) te delen door het totaal verhuurbare oppervlak (m²) inclusief eventuele leegstand (m²).
Eerste opzegoptie van een huurovereenkomst.
Belgische code die werd opgesteld door de Corporate Governance Commissie met handelwijzen en bepalingen rond deugdelijk bestuur die moeten nageleefd worden door ondernemingen naar Belgisch recht waarvan de aandelen op een gereglementeerde markt worden verhandeld (de "2020 Code"). De Belgische Corporate Governance Code is beschikbaar op de website www.corporategovernancecommittee.be.
Dit is een waarderingsmethode gebaseerd op een gedetailleerde geprojecteerde inkomstenstroom die wordt verdisconteerd naar een netto actuele waarde tegen een bepaalde disconteringsvoet gebaseerd op het risico van de te waarderen activa.
De brutohuur zoals contractueel overeengekomen in de huurovereenkomst op de datum van ondertekening.
Gedragscode met regels die moeten worden gevolgd door de leden van de Raad van Bestuur, de leden van het uitvoerend management en alle personeelsleden van de VGP Groep die uit hoofde van hun functie beschikken over informatie waarvan zij weten of zouden moeten weten dat het voorkennis betreft.
Betekent VGP Park München Gmbh, de 50:50 joint venture tussen VGP en Allianz.
Als kredietnemer wil VGP zich beschermen tegen rentestijgingen, Dit renterisico kan gedeeltelijk worden afgedekt door het gebruik van derivaten (zoals renteswapcontracten).
Betekent VGP European Logistics S.à r.l., de 50:50 joint venture tussen VGP en Allianz, ook aangeduid als "Rheingold".
De European Public Real Estate Association, een organisatie uit de vastgoedsector, heeft richtlijnen voor aanbevelingen voor best practices gepubliceerd om consistentie en transparantie in de vastgoedrapportage in heel Europa te bewerkstelligen.
Startend van basis Netto-Actief Waarde (NAW) gecorrigeerd voor reële waarde financiële instrumenten; latente belastingen en transactiekosten (overdrachtbelastingen en over aankoopkosten).
Startend van basis NAW gecorrigeerd voor reële waarde financiële instrumenten; latente belastingen en immateriële vaste activa. Deze maatstaaf is inclusief transactiekosten (overdrachtbelastingen en over aankoopkosten).
Startend van basis NAW gecorrigeerd voor reële waarde van vastrentende schulden.
Operationele inkomsten gecorrigeerd voor (i) wijzigingen in reële waarde van vastgoedbeleggingen; (ii) resultaat op verkoop vastgoedbeleggingen, vastgoedbeleggingen aangehouden voor verkoop en overige belangen (iii) reële waarde van financiële instrumenten (iv) latente belastingen en (v) Kosten voor de verwerving van aandelentransacties en belangen in non-controlling joint ventures.
Huurinkomsten op jaarbasis gebaseerd op de geldstroom per einde boekjaar, minus niet verrekenbare operationele kosten verbonden aan vastgoedbeleggingen, gedeeld door de reële waarde van de portefeuille, verhoogd met (ingeschatte) transactiekosten (m.n. overdrachtbelasting).
Deze maatstaf omvat een correctie op de EPRA NIY met betrekking tot het verstrijken van huurvrije periodes of andere huurkortingen.
Wordt berekend als de Geschatte huurwaarde (GHW) van niet-verhuurde oppervlakte gedeeld door de geschatte huurwaarde van de volledige portefeuille.
Administratieve en operationele kosten (inclusief en exclusief directe leegstand kosten) gedeeld door bruto huurinkomsten.
Het proportioneel deel van de bruto boekwaarde van de vastgoedbeleggingen gefinancieerd door de netto schulden.
Is een gewogen gemiddelde van het netto-aanvangsrendement en het rendement op omrekeningsverschillen en vertegenwoordigt het rendement dat een woning zal opleveren op basis van de timing van de ontvangen inkomsten, Het reëel equivalent rendement gaat ervan uit dat de huren per kwartaal vooraf worden ontvangen. Het nominale equivalent gaat ervan uit dat de huur jaarlijks achteraf wordt ontvangen.
Is de kapitalisatievoet toegepast op het netto-inkomen aan het einde van de discounted cash flow model periode om zodoende een kapitaalwaarde of 'exit' waarde te bekomen die een entiteit verwacht te krijgen voor een actief na deze periode.
Betekent de autonome regulerende autoriteit die de financiële en verzekeringsmarkten in België regelt.
Betekent samen en elk van van de dochterondernemingen van de Eerste Joint Venture Venture waarin VGP NV een rechtstreekse deelneming van 5,1% (10,1%) heeft.
De geannualiseerde gecommitteerde huurovereenkomsten of de gecommitteerde geannualiseerde huuropbrengsten vertegenwoordigen de geannualiseerde huuropbrengsten die gegenereerd zijn of gegenereerd zullen worden door uitgevoerde en toekomstige huurovereenkomsten.
De geschatte huurwaarde (ERV) is het oordeel van de externe taxateur over de markthuur die op de waarderingsdatum redelijkerwijs verwacht zou kunnen worden bij een nieuwe verhuur of huuraanpassing van een woning.
De gewogen gemiddelde looptijd van de financiële schuld is de som van de huidige financiële schuld (leningen en obligaties) vermenigvuldigd met de resterende looptijd tot de eindvervaldag van de respectieve leningen en obligaties gedeeld door de totale uitstaande financiële schuld.
De gewogen gemiddelde looptijd van huurcontracten is de som van de (huidige huur en toegezegde huur voor elk huurcontract vermenigvuldigd met de resterende looptijd tot de eindvervaldag van deze huurcontracten) gedeeld door de totale huidige huur en toegezegde huur van de portefeuille.
De verhouding tussen de som van de lopende en toekomstige contractuele huurgelden en de som van de reële waarden van de van de vastgoedportefeuille.
Betekent Grekon 11 GmbH, de 50:50 joint venture tussen VGP en Revikon GmbH, onderdeel van Weimar Gruppe.
Internationale standaarden voor jaarrekeningen/International Financial Reporting Standards, De internationale boekhoudstandaarden opgesteld door de International Accounting Standards Board (IASB), voor het opstellen van jaarrekeningen.
Jaarlijks wordt contractueel op de verjaardatum van de inwerkingtreding van het contract de huurprijs aangepast aan de inflatie volgens een referentie-index in elk specifiek land.
De door de onafhankelijke vastgoedexperts bepaalde waarde van de portefeuille, transactiekosten inbegrepen.
Betekent een van beide en elk van (i) de Eerste Joint Venture; (ii) de Tweede Joint Venture; (iii) de Derde Joint Venture; (iv) de LPM Joint Venture; (v) de Grekon Joint Venture; en (vi) de Vijfde Joint Venture.
Betekent LPM Holding B,V,, de 50:50 joint venture tussen VGP en Roozen Landgoederen Beheer.
Betekent de joint venture overeenkomst gesloten tussen Roozen Landgoederen Beheer en VGP NV met betrekking tot de LPM Joint Venture.
Betekent "Loan to value" deze parameter wordt berekend door de netto financiële schuld te delen door de vastgoedbeleggingen
Slotkoers op de beurs vermenigvuldigd met het aantal in omloop zijnde aandelen op die datum.
De waarde van de totale activa min de waarde van de Totale passiva.
Betekent voor de convenant berekening van de Interest cover ratio, het netto financieel resultaat van de groep gecorrigeerd voor de geactiveerde interest kosten.
Totale financiële schuld min geldmiddelen en kasequivalenten.
Betekent voor de berekening van de convenant Dekkingsgraad voor schuldaflossing de som van de Netto financiële kosten en kapitaalaflossingen van het boekjaar.
Betekent samen en elk van (i) de LPM Joint Venture; (ii) de VGP Park Belartza Joint Venture; en (iii) de VGP Park Siegen Joint Venture.
Betekent samen en elk van (i) de joint venture overeenkomst afgesloten tussen Roozen en VGP met betrekking tot de LPM Joint Venture LPM; (ii) de joint venture overeenkomst afgesloten tussen Revikon en VGP met betrekking tot de VGP Park Siegen Joint Venture; en (iii) de joint venture overeenkomst gesloten tussen VUSA en de VGP met betrekking tot de VGP Park Belartza Joint venture.
Beheer van bouw- of renovatieprojecten. VGP heeft een intern team van projectbeheerders dat uitsluitend voor rekening van de onderneming werkt.
De reële waarde wordt in IAS 40 gedefinieerd als het bedrag waarvoor een actief kan worden verhandeld tussen ter zake goed geïnformeerde, tot een transactie bereid zijnde partijen die onafhankelijk zijn. Bovendien moet de marktwaarde de huidige huurovereenkomsten, de redelijke veronderstellingen met betrekking tot potentiële huurinkomsten en verwachte kosten weerspiegelen.
Is het verwachte rendement waartoe het aanvangsrendement zal stijgen of dalen tot op het moment dat de huur de GHW bereikt en het pand volledig verhuurd is. Het wordt berekend door de GHW te delen door de waardering.
Betekent met betrekking tot de LPM Joint Venture, Roozen Landgoederen Beheer B.V.
De ratio die wordt berekend door de netto financiële schulden te delen door het totaal eigen vermogen en verplichtingen.
De totale opname van oppervlaktes door gebruikers in de huurmarkt gedurende een bepaalde periode.
De toegezegde huurovereenkomsten op jaarbasis vertegenwoordigen de geannualiseerde huurinkomsten die gegenereerd worden of zullen worden door afgesloten huurovereenkomsten en toegezegde toekomstige huurovereenkomsten.
De verhouding tussen de (initiële) contractuele huur van een aangekocht onroerend goed en de aanschaffingswaarde op een toplocatie.
Betekent VGP European Logistics 2 S,a r,l,, de 50:50 joint venture tussen VGP en Allianz, ook aangeduid als "Aurora".
Onafhankelijk vastgoedexpert die instaat voor de waardering of taxatie van de vastgoedportefeuille.
De vastgoedbeleggingen met inbegrip van de gebouwen bestemd voor verhuring, de projectontwikkelingen in ontwikkeling met het oog op verhuring, de activa bestemd voor verkoop en het ontwikkelingsland.weede joint venture
De datum waarop een leaseovereenkomst kan worden opgezegd.
Onder voorkennis wordt verstaan: elke niet openbaar gemaakte informatie die nauwkeurig is en die rechtstreeks of onrechtstreeks betrekking heeft op een of meer emittenten van financiële instrumenten of op een of meer financiële instrumenten en die, indien ze openbaar zouden gemaakt worden, de koers van deze financiële instrumenten (of deze van daarvan afgeleide financiële instrumenten) aanzienlijk zouden kunnen beïnvloeden.
Betekent de eerste joint venture.
Betekent de tweede joint venture.
Betekent de LPM Joint Venture.
Betekent Belartza Alto SXXI, S,L,, een 50:50 joint venture tussen VGP en VUSA.
VGP Park München of joint venture VGP Park München Betekent de Derde Joint Venture.
Betekent Grekon 11 GmbH, de 50:50 joint venture tussen VGP en Revikon.
Betekent Valeriano urrutikoetxea, S.L.U.; Galdakarra Xxi, S.L.; Saibigain XXI, S.L.U.; en Belartza Garaia, S.L.U.;
Betekent de 50:50 joint venture tussen Deka Immobilien, via hun fondsen "Deka Immobilien Europa" en "Deka Westinvest Inter-Select" en VGP.
Betekent de 50:50 Joint Venture met AREIM Pan-European Logistics Fund (D) AB, of Areim, ook aangeduid als "Saga"
De ondertekenende personen verklaren dat, voorzover hen bekend:
Jan Van Geet Piet Van Geet als vaste vertegenwoordiger van als vaste vertegenwoordiger van Jan Van Geet s.r.o. Urraco BV CEO CFO
Dit rapport kan toekomstgerichte verklaringen bevatten. Die verklaringen reflecteren de huidige inzichten van de bedrijfsleiding aangaande toekomstige gebeurtenissen, en zijn onderhevig aan bekende en onbekende risico's, onzekerheden en andere factoren die ertoe kunnen leiden dat de werkelijke resultaten aanzienlijk verschillen van toekomstige resultaten of prestaties die door die toekomstgerichte verklaringen worden uitgedrukt of die daaruit zouden kunnen worden afgeleid. VGP verstrekt de in dit rapport opgenomen informatie per huidige datum en neemt geen enkele verplichting op om de toekomstgerichte verklaringen in het licht van nieuwe informatie, toekomstige gebeurtenissen of anderszins te actualiseren. De informatie in dit verslag vormt geen aanbod tot verkoop of uitnodiging tot aankoop van effecten in VGP, noch een uitnodiging of aansporing tot het verrichten van andere beleggingsactiviteiten. VGP wijst elke aansprakelijkheid af voor verklaringen die door derden worden afgelegd of gepubliceerd, en neemt geen enkele verplichting op om onnauwkeurige gegevens, informatie, conclusies of opinies te corrigeren die door derden worden gepubliceerd met betrekking tot dit of enig ander rapport of persbericht dat door VGP wordt verspreid.
231
4.1.1 Samenvatting van de ESGprestatie-indicatoren van de Groep
234
pagina 235 4.2.1 Algemene Toelichtingen (ESRS 2)
pagina 256 4.2.2 Milieu-informatie
pagina 323 4.2.3 Sociale Informatie
pagina 341 4.2.4 Governance-Informatie – Zakelijk Gedrag (ESRS G1)
4.3.1 Uitgifte van groene obligaties
pagina 345 4.3.2 Criteria voor groene obligaties
4.3.3 Huidige aanwending van opbrengsten uit groene obligaties
4.3.4 Gecontroleerde criteria
4.3.5 Jaarlijkse rapportage over groene obligaties in overeenstemming met kader
4.3.6 Verslag van onafhankelijke derde over criteria en indicatoren voor groene obligaties
4.4.1 Verslag van Onafhankelijke Derde over de Geconsolideerde Niet-Financiële Prestatieverklaring
4.4.2 Afstemming op Standaarden en Kaders voor Duurzaamheidsverslaglegging
4.4.3 Resultaten van ESG-ratings en opname in ESG-indices
4.4.4 Bijdrage van de ESG-Strategie van de Groep aan de Duurzame Ontwikkelingsdoelen van de Verenigde Naties
Duurzame gebouwen Eco-efficiëntie verbeteren Gemeenscha ee ppen versterken Beschermen en verbeteren van biodiversiteit Empowerment van onze va werknemers BUILDING TOMORROW TODAY TOGETHER
Duurzaamheid is fundamenteel voor onze benadering en investeringsfilosofie en is volledig geïntegreerd in elke fase van de investeringscyclus – van de verwerving en ontwikkeling van gronden, de verhuur en de verantwoorde verkoop naar onze joint ventures tot het proactief beheer van de reeds bestaande portefeuille.
We hanteren een perspectief op lange termijn en zorgen ervoor dat onze gebouwen in lijn zijn met de belangrijkste ambities op het vlak van milieu ("environmental"), het sociale aspect ("social") en goed bestuur ("governance") ("ESG") voor alle stakeholders. Samenwerking vormt de kern van onze strategie. Door samen te werken met gemeenschappen en met onze klanten vanaf de eerste ontwerp- en specificatiefasen, zorgen we ervoor dat onze gebouwen efficiënt en veerkrachtig zijn.
De ESG-strategie van VGP is gebaseerd op de bevindingen van een materialiteitsanalyse en een analyse van ESG-risico's. Ze pakt de belangrijkste uitdagingen aan waarmee de sector van semi-industrieel en logistiek vastgoed wordt geconfronteerd: de transitie naar een koolstofarme economie en de bevordering van duurzame mobiliteit, waarbij de bedrijfsactiviteiten van de Groep volledig worden geïntegreerd in lokale gemeenschappen. Onze ESG-Strategie is gebaseerd op vijf kernpijlers:
ESG en duurzaamheid zijn verankerd in onze Groepsstrategie (zie ook deel Strategie) en volledig geïntegreerd op het niveau van de activa, de portefeuille en het bedrijf. De Groep heeft deze ESG-pijlers geïntegreerd in de gehele waardeketen, met als doel het aanpakken van het brede bereik van indirecte CO2-uitstoot als gevolg van ontwikkelingsactiviteiten, het energieverbruik van huurders en het transport en kantoorgebruik van werknemers.
Als onderdeel van deze strategie zet de Groep zich in om de CO2-uitstoot in de hele waardeketen te verminderen. Naast Scope 1- en Scope 2-emissies richt de Groep zich ook op Scope 3-emissies, waaronder broeikasgassen die worden gegenereerd tijdens de bouw van ontwikkelingsprojecten en broeikasgassen die voortkomen uit het privé-energieverbruik van huurders.
Gegevens spelen een cruciale rol bij het optimaliseren van onze aanpak. Door continu de prestaties bij te houden, kunnen we proactief de waarde van onze activa verhogen door innovatie en effectief beheer.
De CO2-reductiedoelstellingen van de Groep voor 2020 tot 2030 zijn onderverdeeld in drie complementaire doelstellingen:
In 2022 heeft de Groep zijn doelstellingen voor de reductie van broeikasgasemissies ingediend bij het Science Based Targets-initiatief (SBTi), met uitzondering van de doelstelling voor de bouw. De doelstellingen voor de emissies van broeikasgassen door de activiteiten van de Groep (Scope 1 en Scope 2) komen overeen met de reducties die nodig zijn om de opwarming van de aarde te beperken tot 1,5°C. De Scope 3-doelstelling voldoet aan de SBTi-criteria voor ambitieuze doelen voor de waardeketen, wat aangeeft dat deze in lijn is met de huidige 'best practices'.
De ESG-analyses van de Groep door niet-financiële ratingbureaus werden in 2024 bijgewerkt:
Zie deel 4.3.3 Resultaten van ESG-ratings en opname in ESGindices.
| Klimaatverandering aanpakken | Paragraaf verwijzing |
2023 | 2024 | Voortgang |
|---|---|---|---|---|
| Net zero doelstellingen | 4.2.2.2.9 | |||
| 50% reductie in scope 1 & 2 emissies tegen 2030 | 33% | 41% | ||
| 90% reductie in scope 1 & 2 emissies tegen 2050 | 33% | 41% | ||
| Scope 1 & 2 emissiereductiestrategie goedkeuring door SBTi | ||||
| 25% reductie in absolute scope 3 emissies tegen 2030 | -25% | 5% | ||
| 55% vermindering van de intensiteit van downstream geleasede activa tegen 2030 | 28% | 70% | ||
| 20% vermindering in opgenomen koolstofintensiteit tegen 20301 | 12% | 15% | ||
| 50% reductie in resterende scope 3-intensiteit tegen 2030 | 33% | 22% | ||
| In overeenstemming met het EPBD-richtlijn streven we naar een vermindering van de CO2-intensiteit van downstream geleasede activa van 90% in 2050, vergeleken met de niveaus van 2020. Deze doelstelling zal worden bijgesteld op basis van de ontwikkelingen op het gebied van regelgeving en de implementatie van de EPBD. |
17% | 38% | ||
| 300 MW on-site hernieuwbare energie ontwikkelen2 | 57% | 68% | ||
| Neutralisatie restemissies | 4.2.2.2.10 | |||
| restemissies van scope 1 & 2 neutraliseren tegen 2025 | ||||
| Eerste koolstofverwijderingsproject geïdentificeerd | ||||
| Klimaatrisico | 4.2.2.2.12 | |||
| 100% van de activa in risicogebied implementeert risicobeperkende maatregelen | 100% | 100% | ||
| Duurzame gebouwen | Paragraaf verwijzing |
2023 | 2024 | Voortgang |
| Certificering, EU-taxonomie en afstemming van trajecten | 4.2.2.1.1 | |||
| 100% van ontwikkelingsprojecten die minimaal BREEAM Excellent of gelijkwaardig gecertificeerd zijn | 97% | |||
| 70% van in aanmerking komende proportionele inkomsten worden tegen 2030 afgestemd op de taxonomie | 4% | 19% | ||
| 100% van gebouwen om een CRREM 1,5 graad conform pad te identificeren | 100% | 100% | ||
|---|---|---|---|---|
| Traject naar portfolio CRREM 1,5-graads strandingsjaar 20503 | 2033 | 2038 | ||
| Circulaire economie | 4.2.2.6 | |||
| Interne koolstofreferentieprijzen invoeren | ||||
| Minder dan 10% eigen afval naar stortplaats in 2035 | 12% | |||
| 70% recyclingpercentage voor bouwafval4 | 80,2% | 92,3% | ||
| Huurders stimuleren om tegen 2030 10% minder afval te produceren (nieuwe doelstelling) | ||||
| Alle leveranciers moeten er contractueel mee instemmen de VGP-gedragscode voor leveranciers na te leven. | ||||
| ESG-risico's van topleveringsketen 1 en 2 volledig in kaart brengen |
1 Inclusief downstream geleasede koolstof. Exclusief downstream geleasede koolstof bedraagt de vooruitgang sinds 2020 0%.
2 Gebaseerd op gerealiseerde en in aanbouw zijnde duurzame energieprojecten. Inclusief pijplijnprojecten wordt de doelstelling gehaald.
4 Gebaseerd op 53% projecten in aanbouw waarvoor gegevens beschikbaar zijn.
3 Inclusief effect van annualisering van hernieuwbare energieproductie van gecontracteerde fotovoltaïsche projecten.
| Gemeenschappen versterken | Paragraaf verwijzing |
2023 | 2024 | Voortgang | |
|---|---|---|---|---|---|
| Maatschappelijke betrokkenheid en bedrijfsmatig vrijwilligerswerk |
4.2.3.3. | ||||
| Alle VGP parken werken met leveranciers in hun eigen regio | |||||
| 80% van de werknemers neemt jaarlijks een dag deel aan een zinvol liefdadigheidsprogramma voor de gemeenschap |
39% | ||||
| Vrijwilligerswerkuren in 2024 | 1.296 | ||||
| Ondersteuning van liefdadigheidsprojecten via VGP Foundation | € 1,75 million |
||||
| Zorg voor kleinere bedrijfseenheden om lokale productie en MKB te versterken in VGP Parken waar het een positieve impact kan hebben en aansluit bij lokale behoeften |
| Ons personeelsbestand versterken | Paragraaf verwijzing |
2023 | 2024 | Voortgang |
|---|---|---|---|---|
| Personeel en leren | 4.2.3.1.15 | |||
| Jaarlijks minstens 500 deelnemers ondersteund door training aan VGP Academy |
159 | 554 | ||
| Minimaal 70% van de werknemers moet deelnemen aan een duurzaamheidscursus |
45% | 56% | ||
| 40% van de bestuursfuncties in handen van vrouwen houden | 60% | 60% |
| Biodiversiteit beschermen en verbeteren | Paragraaf verwijzing |
2023 | 2024 | Voortgang |
|---|---|---|---|---|
| Biodiversiteit | 4.2.2.5 | |||
| 100% van de projecten met betekenisvolle biodiversiteit implementeert een biodiversiteitsactieplan |
96% | 96% | ||
| 100% van onze portfolio implementeert renaturatie-initiatieven tegen 2030 |
23% | |||
| Biodiversiteitsactieplan implementeren voor alle ontwikkelingsprojecten |
100% | 100% | ||
| Biotopen ontwikkelen in of rond VGP Parken op geselecteerde locaties waar het aansluit bij ecologische en duurzaamheidsdoelen |
63% | |||
| Extra bomen geplant in bestaande parken in 2024 | 4.040 | 388 |
| Eco-efficiëntie verbeteren | Paragraaf verwijzing |
2023 | 2024 | Voortgang |
|---|---|---|---|---|
| Energie | 4.2.2.2.6 | |||
| 100% van de nieuwe huurovereenkomsten moeten groene huurovereenkomsten zijn |
91% | 99% | ||
| Tegen 2030 zal 50% van onze portefeuille verwarmingssystemen bevatten die werken op alternatieven voor gas. |
26% | |||
| Opwekking van zonne-energie >100% van elektriciteitsverbruik van huurders |
23% | 39% | ||
| Opwekking van zonne-energie inclusief pijplijncapaciteit | 99% | |||
| 40% vermindering van energie-intensiteit tegen 2030 | 29% | |||
| 100% van de gebouwen voorzien van LED-verlichting | 97% | |||
| 100% van VGP-kantoren voorzien van hernieuwbare elektriciteit | 100% | 100% | ||
| Mobiliteit | ||||
| 750 EV-laadstations voor VGP parken tegen 2030 | 545 | 633 | ||
| 100% van de parken wordt aangesloten op openbaar vervoer | 97% | 98% | ||
| Water | ||||
| 100% van de VGP parken in gebieden met watertekorten implementeren van oplossingen voor watervermindering en hergebruik |
100% | |||
| De intensiteit van het waterverbruik in VGP Parken verminderen met 20% tegen 2030 |
15% | 16% |

Op 26 februari 2025 heeft de Europese Commissie een nieuw pakket voorstellen aangenomen om de EU-regels te vereenvoudigen, het concurrentievermogen te stimuleren en extra investeringscapaciteit vrij te maken. Onder het nieuwe voorstel zal VGP niet langer verplicht zijn om te rapporteren onder de Europese Unie Richtlijn 2022/2464 van 14 december 2022, tot wijziging van Verordening nr. 537/2014, Richtlijn 2004/109/EG, Richtlijn 2006/43/EG en Richtlijn 2013/34/EU, met betrekking tot duurzaamheidsrapportage door bedrijven (de "Corporate Sustainability Reporting Directive" of "CSRD"). Ook onder de bestaande regels was VGP niet verplicht om voor boekjaar 2024 te rapporteren onder CSRD. De Groep heeft echter proactieve inspanningen geleverd om ervoor te zorgen dat zijn Duurzaamheidsverklaring voor 2024 zo nauw mogelijk aansluit bij de wettelijke rapportage-eisen onder CSRD. Naast deze Duurzaamheidsverklaring van de Groep wordt het businessmodel van VGP voorgesteld in Hoofdstuk "Profiel".
Een reeks duurzaamheidsgerelateerde documenten, niet-financiële toelichtingen en beleidsregels direct beschikbaar voor publieke toegang. Deze bronnen zijn te vinden op de investeerderswebsite van VGP en geven inzicht in de duurzaamheidsinspanningen en niet-financiële prestaties van de Vennootschap. Dit initiatief onderstreept de toewijding van VGP aan het onderhouden van een open communicatie met zijn stakeholders en zijn toewijding aan duurzame praktijken.
Voor meer informatie over de corporate governance-principes verwijzen we naar de sectie Corporate Governance Statement, in het hoofdstuk Verslag van de Raad van Bestuur. VGP Park Nijmegen

VGP heeft ernaar gestreefd om zijn Duurzaamheidsverklaring in overeenstemming te brengen met de European Sustainability Reporting Standards ("ESRS"). Deze standaarden bieden een uitgebreid kader voor het bekendmaken van niet-fi nanciële informatie en het aanpakken van ESG-kwesties. De Duurzaamheidsverklaring van de Groep is gebaseerd op een dubbele materialiteitsbenadering, die rekening houdt met zowel de impact van VGP op het milieu en de maatschappij als de invloed van milieuen sociale kwesties op de prestaties van de Vennootschap. Deze benadering zorgt ervoor dat de Duurzaamheidsverklaring relevant is voor alle stakeholders, inclusief werknemers, investeerders, huurders en de gemeenschappen waarin de Groep actief is. De verklaring bevat ook een bespreking van de risico's en kansen met betrekking tot duurzaamheid waarmee de Groep wordt geconfronteerd. Bij het opstellen van deze Duurzaamheidsverklaring heeft VGP gegevens verzameld en geconsolideerd van al zijn activiteiten en zijn toeleveringsketens. Deze Duurzaamheidsverklaring werd niet volledig geauditeerd en de Groep is momenteel ook niet wettelijk verplicht om dat te doen. Er is een beperkte mate van betrouwbaarheid verschaft (limited assurance) over de koolstofemissies (scope 1, scope 2 en scope 3 (categorie 13 downstream geleasede activa)), zoals gedetailleerd in de paragraaf over controle hieronder. De duurzaamheidsverklaring van VGP bevat informatie over regelgeving, prestaties ten opzichte van de VGP ESG-strategiedoelstellingen en actieplannen om aan deze doelstellingen te voldoen.
De Duurzaamheidsverklaring werd op een geconsolideerde basis opgesteld en integreert de activiteiten van de joint ventures (joint ventures aan 100% tenzij expliciet anders vermeld, bijvoorbeeld voor de EU-Taxonomie alineëring waar zowel gegevens over VGP op een geconsolideerde basis als over joint ventures aan 100% worden verstrekt), voor de landen waar de Groep actief is: België, Denemarken, Duitsland, Frankrijk, Hongarije, Italië, Letland, Luxemburg, Nederland, Oostenrijk, Portugal, Servië, Slovakije, Spanje, Tsjechië en Roemenië. Gedetailleerde reikwijdte regels per indicatorfamilie worden in de volgende paragrafen voorgesteld. Uitsluitingen van de reikwijdte van de rapportage worden gespecificeerd in de beschrijving van elke indicator of in voetnoten waar van toepassing.
Om zijn Duurzaamheidsverklaring op te stellen, maakte VGP gebruik van zijn op NetSuite gebaseerde geïntegreerde operationele, duurzame en financiële rapportagetool, HR-informatiesystemen en aanvullende rapportagesystemen met betrekking tot energie en duurzame gegevens. Deze complementaire tools worden gebruikt om de resultaten te volgen en de stakeholders van de Groep te informeren over de prestaties. De Groep verbetert voortdurend zijn rapportagetools en -processen om de kwaliteit en nauwkeurigheid van zijn geconsolideerde gegevens te verfijnen. Hierdoor kan de Groep zijn gegevensverzamelingsprocessen efficiënter beheren, prestaties op alle niveaus (site, regio, Groep) op regelmatige basis volgen en analyseren, resultaten vergelijken met doelstellingen en passende corrigerende maatregelen implementeren. Het kader voor duurzaamheidsrapportage van de Groep wordt elk jaar herzien en bijgewerkt om de nauwkeurigheid ervan te verfijnen.
Indicatoren worden uitgedrukt in absolute waarde of in de vorm van ratio's om efficiëntie en vergelijkbare trends uit te drukken. Intensiteitsratio's worden berekend met verschillende soorten noemers, afhankelijk van het type informatie:
Noemers hebben betrekking op grondoppervlakte (m²):
wordt gebruikt om de energiegerelateerde Scopes 3 koolstofintensiteit van de activiteiten te berekenen op basis van de uitstoot van huurders (zie deel 4.2.2.2.9 Bruto Scopes 1, 2 en 3 en totale broeikasgasemissies);
Noemer gerelateerd aan gebruiksintensiteit:
Opgelet: het is mogelijk dat de totalen in de tabellen of grafieken niet optellen omwille van afronding.
De milieu- en maatschappelijke indicatoren met betrekking tot bedrijfsactiviteiten hebben betrekking op de activa in de bestaande portefeuille van de Groep, die eigendom zijn van en beheerd worden door de Groep (inclusief 100% van de activa in joint ventures). Standaard omvat deze informatie alle bestaande activa van de Groep: magazijnen met verschillend beroepsmatig gebruik ((i) niet-gekoelde magazijnen, (ii) gekoelde magazijnen en (iii) productie), laagbouwkantoren (afzonderlijke kantoorbedrijfseenheden in VGP Parken) en (overdekte) parkwoningen. Wanneer een indicator een beperktere reikwijdte heeft, wordt dit gespecificeerd in de beschrijving.
Deze reikwijdte van de duurzaamheidsrapportage vertegenwoordigt 91,5% 1 van de totale portefeuille van bestaande activa van de Groep in oppervlakte (m²) in 2024.
Energiegerelateerde indicatoren omvatten de volgende soorten informatie: energieverbruik, energie-intensiteit, Scopes 1- en 2 broeikasgasemissies en aandeel hernieuwbare energie. Activa waaraan significante werkzaamheden worden uitgevoerd (netto beïnvloedde BVO > 1.000 m²) tijdens de rapportageperiode worden uitgesloten van de reikwijdte van de duurzaamheidsrapportage voor energiegerelateerde indicatoren, aangezien de werkzaamheden de betrouwbaarheid en vergelijkbaarheid van gegevens in gevaar kunnen brengen. Activa waaraan significante werkzaamheden worden uitgevoerd die in de tweede helft van 2024 voltooid zijn, worden vanaf 2025 opnieuw in de duurzaamheidsrapportage voor energiegerelateerde indicatoren opgenomen nadat de werkzaamheden zijn voltooid.
1 Bestaande gebouwen in de brownfieldsites van VGP Park Russelsheim, VGP Park Nürnberg en VGP Park Vélizy zijn niet opgenomen in de bestaande portefeuille berekeningen.
De reikwijdte van de rapportage voor energiegerelateerde indicatoren vertegenwoordigt 86,2% van de totale Groepsportefeuille van bestaande activa in oppervlakte (m²) in 2024.
Bestaande Activa Opgenomen in de algemene reikwijdte van de rapportage voor milieu- en maatschappelijke KPI's
| Beroepsmatig Gebruik van het Pand |
Land | Aantal activa |
Activa | Gerapporteerde grondoppervlakte voor standaardenergie en koolstof |
|---|---|---|---|---|
| Industrieel: Distributie magazijn: Niet-Gekoeld Magazijn |
Oostenrijk | 2 | AUTGRA2-B, AUTGRA2-C | 23.000 |
| Tsjechische Republiek |
19 | CZEBRN-I., CZECEB-C, CZECEB-D, CZECEU-I, CZEJEN-AB, … | 278.000 | |
| Duitsland | 58 | GERBER-A, GERBER2-B, GERBER2-C, GERBER3-E, GERBER3-F, … | 1.575.000 | |
| Hongarije | 6 | HUNBUD-B.1, HUNGYO-A, HUNGYO2-A, HUNGYO2-B, HUNKEC-A, … | 125.000 | |
| Italië | 6 | ITACAL-A, ITAPAD-A, ITAPAD-B, ITAPAR2-A, ITASOR-A, … | 80.000 | |
| Letland | 3 | LVAKEK-B, LVARIG-B, LVATIR-A | 98.000 | |
| Nederland | 5 | NLDNIJ2-B1B2, NLDNIJ2-B3B4, NLDNIJ2-C, NLDROO-A, NLDROO-B | 191.000 | |
| Portugal | 3 | PRTLOU-A, PRTLOU-B, PRTSMF-A | 50.000 | |
| Roemenië | 12 | ROMARA-A, ROMBRA-A, ROMBRA-E, ROMBRA-I, ROMBUC-C, … | 258.000 | |
| Slovakije | 5 | SVKBRA-A, SVKBRA-F, SVKBRA-G, SVKBRA-H, SVKZVO-C | 147.000 | |
| Spanje | 14 | ESPDOH-B, ESPFUE-A, ESPGRA-A, ESPLLI-C, ESPLLI-D, … | 260.000 | |
| Tsjechische Republiek |
4 | CZEBRN-II., CZEOLO2-G2, CZEOLO4-A, CZEOLO4-D | 45.000 | |
| Duitsland | 11 | GERBER2-D, GERBOB-A, GERBOR-A, GERGIN-A, GERGOE2-E, … | 339.000 | |
| Hongarije | 1 | HUNALS-A1 | 23.000 | |
| Nederland | 1 | NLDNIJ-A | 67.000 | |
| Roemenië | 1 | ROMTIM-B1 | 18.000 | |
| Servië | 1 | SRBDOB-D1 (D1-L1) | 42.000 | |
| Spanje | 3 | ESPLLI-A, ESPSFH-D2, ESPZAR-C | 77.000 | |
| Industrieel: Productie | Oostenrijk | 1 | AUTGRA-A | 17.000 |
| Tsjechische Republiek |
27 | CZEBRN-III., CZECEU-II, CZECHO-A, CZECHO-BC, CZECHO-D, … | 456.000 | |
| Duitsland | 17 | GERCHE-A, GEREIN-A, GERHAL-C, GERLAA-AB, … | 570.000 | |
| Hongarije | 6 | HUNALS-A2, HUNBUD-C1.1, HUNGYO-B, HUNGYO-C, HUNHAT-A.1, … | 87.000 | |
| Letland | 1 | LVAKEK-A | 36.000 | |
| Roemenië | 2 | ROMBRA-B1, ROMTIM-B2 | 39.000 | |
| Slovakije | 5 | SVKMAL-A, SVKMAL-B, SVKMAL-C, SVKMAL-D, SVKMAL-E1 | 89.000 | |
| Spanje | 3 | ESPLLI-E, ESPSFH-C1, ESPZAR-B | 52.000 | |
| Kantoor: Zakelijk: | Duitsland | 1 | GERMUE-F | 8.000 |
| Laagbouw Kantoor | Italië | 1 | ITAVAL-A | 7.000 |
| Overige: Parkeren (Overdekt) Duitsland | 4 | GERGAF-PH, GERLAA-PH Ost, GERMUE-PH Nord, GERMUE-PH Sud | 94.000 | |
| Totaal | 15 | 223 | 5.151.000 |

VGP Park Timisoara
Sociale indicatoren met betrekking tot human resources hebben betrekking op alle werknemers van de Groep met een rechtstreeks arbeidscontract met de Groep, in alle regio's waar de Groep actief is en in alle business units en dochtervennootschappen van de Groep, ongeacht of ze werkzaam zijn in hoofdkantoren, lokale landenkantoren of op de site: faciliteitenbeheer, technisch gebouwbeheer op bouwplaatsen.
Duurzaamheidsindicatoren van Ontwikkelingsprojecten Als onderdeel van het stappenplan voor de ESG-Strategie van de Groep, zet de Groep zich in om zijn prestaties op vlak van duurzaamheid ook buiten de directe bedrijfsactiviteiten te meten. Dit omvat het meten van de duurzaamheidsprestaties vanaf de ontwerpfase van projecten in ontwikkeling. De duurzaamheidsrapportage van ontwikkelingsgerelateerde kernprestatie-indicatoren ("KPI's") heeft betrekking op alle projecten in de pijplijn van de Groep1 , inclusief projecten in aanbouw en ontwikkelingsgrond, ongeacht hun type (greenfield- en brownfieldprojecten). In 2024 omvatte de reikwijdte van de rapportage van opgeleverde projecten 21 gebouwen die de basis vormen voor de
Scope 3 ingebedde koolstof en levenscyclusanalyse.
1 Verruiming van de reikwijdte ten opzichte van de rapportage over 2023 (toen alleen projecten in aanbouw in aanmerking werden genomen). Hieronder vallen ook projecten voor de aankoop van grond en grond die contractueel is vastgelegd om te worden aangekocht, waarbij rekening wordt gehouden met de milieu- en klimaatrisicoanalyses die tijdens de aankoopfase worden uitgevoerd. CO2-voetafdrukgerelateerde rapportage over ontwikkelingsprojecten heeft alleen betrekking op projecten die daadwerkelijk in aanbouw zijn.
Opgeleverde Activa – basis voor de Scope 3 ingebedde koolstof en levenscyclusanalyse
Land Aantal activa Activa Gerapporteerde grondoppervlakte voor opgenomen koolstof Oostenrijk 1 AUTLAX-A 26.000 Tsjechische Republiek 2 CZEOLO3-M, CZEOLO4-E 13.000 Frankrijk 1 FRAROU1-A 39.000 Duitsland 4 GERHDW-C, GERGAF-A2, GERGAF-PH, GERMAG-D 167.000 Hongarije 5 HUNGYO2-A, HUNGYO2-C, HUNKEC-D, HUNKEC-E1, HUNBUD-A 126.000 Italië 1 ITAVAL2-B 19.000 Roemenië 1 ROMTIM3-E 33.000 Servië 2 SRBDOB-D1, SRBDOB-C 77.000 Slovakije 3 SVKZVO-C, SVKBRA-D1, SVKMAL-E2 59.000 Spanje 1 ESPVAL-C 25.000 Totaal 21 584.000 Status Verworven – zonder
In 2024 omvatte de reikwijdte van de rapportage van ontwikkelingsgerelateerde KPI's 34 projecten in aanbouw.
Activa In Aanbouw Opgenomen in de algemene reikwijdte van de rapportage van 2024 voor milieu) en maatschappelijke KPI's met betrekking tot Ontwikkelingsprojecten
| Land | Aantal activa |
Activa | Gerapporteerde grondoppervlakte voor opgenomen koolstof |
|---|---|---|---|
| Oostenrijk | 2 | AUTEHR-B, AUTLAX-B | 56.000 |
| Kroatië | 1 | HRVLUC-A.1 | 29.000 |
| Tsjechische Republiek |
3 | CZECEB-B, CZEPRO-C, CZEUST2-B | 49.000 |
| Denemarken | 2 | DNKVEJ-C, DNKVEJ-D | 27.000 |
| Frankrijk | 1 | FRAROU2-B | 34.000 |
| Duitsland | 7 | GERBER4-L, GERHAL2-B, GERHDW-A, GERHDW-B, GERKOB-A, … |
167.000 |
| Hongarije | 2 | HUNBUD-B.2, HUNKEC2-F | 38.000 |
| Italië | 3 | ITAMLG-A, ITAPAR-A, ITAVAL2-A | 88.000 |
| Portugal | 1 | PRTMON-A | 33.000 |
| Roemenië | 4 | ROMARA-B, ROMBRA-B2, ROMBRA-H, ROMBUC-A | 114.000 |
| Servië | 1 | SRBDOB-D2 (D1-L2) | 5.000 |
| Slovakije | 3 | SVKBRA-C1, SVKBRA-F ext., SVKZVO-B1 | 47.000 |
| Spanje | 4 | ESPCOR-B, ESPDOH-A, ESPMAR-A, ESPNOA-A | 93.000 |
| Totaal | 34 | 780.000 |
Grond die is verworven of wordt verworven opgenomen in de algemene reikwijdte van rapportage voor 2024 voor milieu- en maatschappelijke KPI's met betrekking tot Ontwikkelingsgrond
| Status grondverwerving |
Land | Aantal VGP Parken |
VGP Parken |
|---|---|---|---|
| Verworven – | Oostenrijk | 1 | VGP Park Ehrenfeld |
| zonder bouwactiviteiten |
Kroatië | 2 | VGP Park Zagreb Lučko, VGP Park Split |
| (incl. Brownfields) | Tsjechische Republiek |
4 | VGP Park České Budějovice, VGP Park Hrádek nad Nisou 2, VGP Park Liberec, VGP Park Olomouc 4 |
| Denemarken | 1 | VGP Park Vejle | |
| Frankrijk | 4 | VGP Park Mulhouse, VGP Park Rouen 3, VGP Park Rouen 4, VGP Park Vélizy |
|
| Duitsland | 10 | VGP Park Berlin Bernau, VGP Park Berlin 3, VGP Park Hamburg 4, VGP Park Wiesloch-Walldorf, VGP Park Leipzig Flughafen 2, VGP Park Nürnberg, VGP Park Rostock, VGP Park Rüsselsheim, VGP Park Siegen, VGP Park Steinbach |
|
| Hongarije | 7 | VGP Park Alsónémedi, VGP Park Budapest Aerozone, VGP Park Budapest Aerozone 2, VGP Park Győr Gamma, VGP Park Hatvan, VGP Park Kecskemét, VGP Park Kecskemét 2 |
|
| Italië | 2 | VGP Park Paderno Dugnano, VGP Park Parma 3 | |
| Letland | 1 | VGP Park Riga | |
| Nederland | 2 | VGP Park Nijmegen, VGP Park Nijmegen 3 | |
| Portugal | 1 | VGP Park Sintra | |
| Roemenië | 5 | VGP Park Arad, VGP Park Brașov, VGP Park Bucharest, VGP Park Bucharest 2, VGP Park Sibiu |
|
| Servië | 1 | VGP Park Belgrade – Dobanovci | |
| Slovakije | 4 | VGP Park Bratislava, VGP Park Bratislava 2, VGP Park Malacky, VGP Park Zvolen |
|
| Spanje | 9 | VGP Park Alicante, VGP Park Belartza, VGP Park Burgos, VGP Park Córdoba, VGP Park Fuenlabrada 2, VGP Park La Naval, VGP Park Pamplona Noain, VGP Park Sevilla Ciudad de la Imagen, VGP Park Zaragoza |
|
| Contractueel | Oostenrijk | 1 | |
| vastgelegd om te verwerven |
Kroatië | 1 | |
| Tsjechische Republiek |
2 | ||
| Frankrijk | 1 | ||
| Duitsland | 1 | ||
| Italië | 1 | ||
| Letland | 1 | ||
| Portugal | 1 |
Als onderdeel van het stappenplan voor de ESG-Strategie van de Groep en in overeenstemming met de standaarden voor broeikasgasemissierapportage, rapporteert de Groep zijn broeikasgasemissies buiten de reikwijdte van zijn directe activiteiten. Naast Scopes 1 en 2 heeft VGP, om zijn totale CO2-voetafdruk inclusief Scope 3 te berekenen, gekozen voor de "operationele controle"-benadering voor zijn waardeketen: consolidatie van alle broeikasgasemissies die verband houden met de activiteiten waarover de Groep de bevoegdheid heeft om invloed uit te oefenen en zijn operationele beleid uit te voeren. Scope 3-emissies omvatten emissies van energieproductie die niet zijn opgenomen in Scopes 1 en 2, aangekochte producten en diensten, kapitaalgoederen, afval van kantooractiviteiten, woon-werkverkeer van werknemers en zakenreizen, evenals downstream verhuurde activa (zie deel 4.2.2.2.9 Bruto Scopes 1, 2 en 3 en totale broeikasgasemissies, voor meer gedetailleerde informatie).
De methode die wordt gebruikt voor het kwantifi ceren van de emissies van de Groep is in overeenstemming met de ISO 14064- 1-norm, de richtlijnen van het GHG-Protocol en de Bilan Carbone®-methodologie van ADEME ("Agence de l'Environnement et de la Maîtrise de l'Énergie" of het Frans Agentschap voor Milieu en Energiebeheer). De meting van de CO2-voetafdruk van de Groep omvat de emissies van de volgende 6 broeikasgassen die door het Kyoto-protocol worden aangeduid: koolstofdioxide ("CO2"), methaan ("CH4"), di-stikstofoxide ("N2O"), zwavelhexafl uoride ("SF6"), fl uorkoolwaterstoff en ("HFK's") en geperfl uoreerde koolwaterstoff en ("PFK's"), en daarom worden alle broeikasgasemissies uitgedrukt in koolstofequivalenten ("CO2e")1 .
De levenscyclusanalyse van de gebouwen in de ontwikkelingsportefeuille is gebaseerd op de voltooide projecten in 2024 en wordt uitgevoerd in overeenstemming met de levenscyclusanalysemethode van DGNB. De basis die wordt gebruikt voor de berekening van de levenscyclusanalyse van gebouwen is DIN EN 15978.
De reikwijdte van de CO2-voetafdruk van de Groep is als volgt gedefinieerd:
Organisatorische reikwijdte:
hun omvang (de hierboven beschreven reikwijdte van de rapportage voor duurzaamheidsindicatoren in ontwikkelingsprojecten);
De meeste milieu-, sociale en maatschappelijke gegevens worden gerapporteerd per 31 december van het afgelopen rapportagejaar, voor één kalenderjaar. Het stappenplan voor duurzaamheid van de ESG-Strategie van de Groep stelt 2020 als referentiejaar voor het meten van de voortgang ten opzichte van energie- en koolstofgerelateerde doelstellingen. Dit referentiejaar is gedefinieerd als het laatst beschikbare jaar met volledige gegevens toen de reductiedoelstellingen werden vastgesteld in 2021 en is sindsdien gehandhaafd voor consistentie en transparantie in prestatiemeting en rapportage.
VGP streeft er voortdurend naar om de kwaliteit en vergelijkbaarheid van zijn duurzaamheidsgegevens te verbeteren, evenals de afstemming op externe rapportagestandaarden en -kaders. Als gevolg hiervan hebben de volgende aanpassingen plaatsgevonden in de berekeningsmethoden en eerder gerapporteerde gegevens.
Wat de Scopes 1 en 2-emissies betreft, garanderen de rapporteringsmethodologie die door de Groep werd ontwikkeld, de bronnen van de gegevens die voor de berekening werden gebruikt (facturen voor energieverbruik en gepubliceerde gegevens van leveranciers en landen voor emissiefactoren) en de lange geschiedenis van gepubliceerde gegevens van de Groep een hoog niveau van betrouwbaarheid van de voorgestelde resultaten. Er kunnen kleine foutmarges overblijven, die verband houden met:
Met betrekking tot Scope 3-emissies kan de verwerkte informatie slechts gedeeltelijk worden beheerd. Daarom volgt hieronder een kwalitatieve analyse van de foutmarges voor de 3 hoofdgebieden bouw, exploitatie en mobiliteit.
Foutmarges kunnen verband houden met de afgelegde afstand van de werknemer, met de beoordeling van modale aandelen, met het type energie dat wordt gebruikt voor hybride auto's en, ten slotte, met de emissiefactoren die worden gebruikt voor elke vervoerswijze.
In overeenstemming met de toepasselijke regelgeving inzake de openbaarmaking van duurzaamheidsinformatie, worden de gegevens en KPI's van het energieverbruik1 en de emissie van broeikasgassen (scope 1, 2 en 3 categorie 13' downstream gelease activa) van de Groep gecontroleerd door een onafhankelijke derde (zie het verslag over betrouwbaarheid in de appendices 4.4.1 Verslag van onafhankelijke derde over de geconsolideerde niet-financiële prestatieverklaring). In 2024 omvatte de audit van energieverbruik en broeikasgasemissies een uitgebreide beoordeling van de gegevens die werden gerapporteerd over geselecteerde indicatoren van een steekproef van 6 activa, representatief voor de portefeuille van de Groep. De indicatoren werden geauditeerd met een beperkte mate van betrouwbaarheid. Een lijst van de gecontroleerde indicatoren is opgenomen in het commissarisverslag (deel 4.4.1 Verslag van onafhankelijke derde over de geconsolideerde niet-financiële prestatieverklaring).
Er werd ook een derde verificateur aangesteld om een audit uit te voeren op de jaarlijkse rapportage voor de groene obligaties die door de Groep werden uitgegeven. Deze audit bestaat uit het verifiëren van de conformiteit van de gefinancierde activa met de criteria om in aanmerking te worden genomen voor zowel de ontwikkelings- als de exploitatiefase, die zijn gedefinieerd in de groene obligaties "Gebruik van opbrengsten" (zie 4.3 Groene financiering van de activiteiten van de Groep). De gedetailleerde rapportage en het betrouwbaarheidsverslag worden vermeld in deel 4.3.6 Verslagen van onafhankelijke derde over criteria en indicatoren voor groene obligaties.
In zijn Duurzaamheidsverklaring beschouwt VGP zijn waardeketen via een alomvattende benadering. Voor VGP betekent de waardeketen het uitgebreide scala aan activiteiten, middelen en relaties die integraal deel uitmaken van het businessmodel van de Groep en de externe omgeving waarin hij opereert. De waardeketen van VGP omvat:
— Bestaande activa: de waardeketen omvat exploitatie en huurdersbeheer. Exploitatie omvat het dagelijkse beheer van het vastgoed, ervoor zorgen dat de faciliteiten goed
1 De energieconsumptie werd door een derde gereviewd.
2 https://vgpparks.eu/nl/investeerders/environmental-disclosures/
worden onderhouden en eventuele problemen aanpakken. Huurdersbeheer omvat het aantrekken en behouden van huurders, het onderhandelen over huurcontracten en het zorgen voor tevreden huurders. Deze activiteiten zijn van cruciaal belang omdat ze een directe invloed hebben op de inkomsten die activa genereren; en
— Ontwikkelingsprojecten: alle processen die de Groep gebruikt en waarop hij vertrouwt om activa te ontwikkelen, vanaf het eerste ontwerp van een project tot de ontwikkeling, het beheer en de uiteindelijke verkoop aan een van de joint ventures van de Groep. Dit omvat de verwerving van grond, ontwerp en planning, bouw, marketing, verhuur, vastgoedbeheer en, ten slotte, activabeheer (verkoop aan joint venture). Elk van deze fasen voegt waarde toe aan de vastgoedactiva en de totale waarde die wordt geleverd aan de stakeholders (investeerders in VGP, joint venture partners, huurders en
gemeenschap) is de som van deze afzonderlijke fasen. Daarnaast houdt de waardeketen van VGP ook rekening met de gemeenschappen waarin de panden zich bevinden en met huurders en hun stakeholders die interactie hebben met de panden. Maatschappelijke betrokkenheid, zoals lokale partnerschappen en maatschappelijke ontwikkelingsinitiatieven, dragen bij aan de sociale waarde van het vastgoed. Ondertussen zijn de gebruikers van de gebouwen, die werknemers van onze huurders of bezoekers, leveranciers of klanten van de huurders kunnen zijn, ook een belangrijk onderdeel van de waardeketen. Hun
ervaring en tevredenheid kunnen van invloed zijn op het succes van de huurders en daarmee op de prestaties van het vastgoed.
In 2024 voerde de Groep een dubbele materialiteitsanalyse uit, met inbegrip van de potentiële impact van de duurzaamheidskwesties van VGP op zijn waardeketen, om passende strategieën te ontwikkelen om deze aan te pakken (zie deel 4.2.3.2.3 Beleid met betrekking tot werknemers in de waardeketen). VGP neemt al zijn belangrijkste stakeholders in aanmerking bij de reikwijdte van de Duurzaamheidsverklaring. Deze inclusieve benadering zorgt ervoor dat de belangen en zorgen van alle partijen die betrokken zijn bij de activiteiten van de Vennootschap, van werknemers en huurders tot investeerders, leveranciers en de gemeenschappen waarin de Groep actief is, naar behoren worden overwogen en aangepakt.
Het beleid van VGP is erop gericht om al zijn stakeholders te bestrijken. Deze beleidslijnen, zoals de Gedragscode, het Beleid inzake Mensenrechten, de Gedragscode voor Leveranciers en de Gezondheids- en Veiligheidsverklaring (zie de meest recente versies op de investeerderswebsite van VGP2), beschrijven de verplichtingen en verantwoordelijkheden van VGP tegenover zijn stakeholders en bieden een kader voor hoe de Vennootschap van plan is om op een duurzame en verantwoorde manier zaken te doen. Door deze elementen te integreren in zijn Duurzaamheidsverklaring toont VGP zijn streven naar duurzame bedrijfspraktijken en regelmatige betrokkenheid van stakeholders.

In dit deel worden de wijzigingen in de reikwijdte van de rapportage en, indien van toepassing, de evoluties van de berekeningsperimeters voorgesteld. In 2020 zijn de regels inzake reikwijdte voor de rapportage van duurzaamheidsgerelateerde informatie (voorgesteld in deel 4.2.1.1.1 Algemene grondslag voor het opstellen van de Duurzaamheidsverklaring) herzien om te voldoen aan de indieningscriteria van de SBTi. Om vergelijkbaarheid van gegevens mogelijk te maken, werden deze bijgewerkte regels inzake reikwijdte met terugwerkende kracht toegepast op portefeuillesamenstellingen van voorgaande jaren. Veranderingen in de reikwijdte van de rapportage kunnen ook optreden als gevolg van: verwervingen of afstotingen van activa; ontwikkeling van nieuwe activa; of ingrijpende renovaties en uitbreidingen. Om gegevens van het ene jaar met het andere te vergelijken, wordt een 'like-for-like'-benadering gebruikt bij het berekenen van de evolutie van gegevens. De 'like-for-like'-benadering komt overeen met een beperkte aantal activa die zowel aanwezig zijn in de rapportage inzake duurzaamheid (zoals gedefinieerd in deel 4.2.1.1.1 Algemene grondslag voor het opstellen van de Duurzaamheidsverklaring) van het jaar 2024, als van die van het jaar 2023. Ze wordt gebruikt om de ontwikkeling van een indicator in de tijd te beoordelen, op basis van een vergelijkbare portefeuille. De 'like-for-like' benadering voor 2023-2024 vertegenwoordigt 37% van de totale oppervlakte van de bestaande portefeuille in 2024 (m²).
De berekeningsmethodologie voor de ingebedde koolstof in Scope 3 is bijgewerkt om een levenscyclus van 50 jaar voor gebouwen weer te geven, in overeenstemming met de EU-Levels richtlijnen (voorheen rapporteerden we over 30 jaar). De gerapporteerde ingebedde koolstof is voor de categorieën A1-A5, B4 en C1 en exclusief B1 – gebruik van het gebouw. In voorgaande jaren was B1 inbegrepen, maar dit is verwijderd om aan te sluiten bij de industrienormen. Voor voorgaande jaren is de gerapporteerde ingebedde koolstof aangepast volgens dezelfde methodologie. Zie voor meer informatie paragraaf 4.2.2.2.9 Brutoscopes 1, 2 en 3 en totale broeikasgasemissies (ESRS E1-6).
De basis voor rapportage voor 2023 is aangepast om in overeenstemming te zijn met de methodologie voor 2024. De gebouwen die in de tweede helft van het rapportagejaar werden opgeleverd, zijn buiten beschouwing gelaten voor het rapportagejaar (zie ook deel 4.2.1.1.1 Algemene grondslag voor het opstellen van de Duurzaamheidsverklaring (ESRS 2 BP-1)).

Samenstelling van de Bestuurs-, Leidinggevende en Toezichthoudende Organen en hun Toegang tot Deskundigheid en Vaardigheden wat betreft duurzaamheidsthema's De governancestructuur van VGP NV ("VGP") wordt gedetailleerd beschreven in deel Bestuurs- en toezichthoudende organen.
Op 31 december 2024 bestaat het Uitvoerend Management ("Executive Management", afgekort "EM") uit 8 leden en wordt voorgezeten door de heer Jan Van Geet; voor meer informatie verwijzen we naar het hoofdstuk Raad van Bestuur en Management. Het percentage vrouwen binnen het EM is 0%. Naast het toezicht op Human Resources, Duurzaamheid en Informatietechnologie, houdt de heer Jan Van Geet, de Chief Executive Officer, toezicht op de implementatie van de ESG-Strategie van de Groep (duurzaam vastgoed, eco-efficiëntie verbeteren, biodiversiteit beschermen en verbeteren, gemeenschappen versterken en empowerment van ons personeel). Voor meer informatie, zie deel Uitvoerend Management Team in het Raad van Bestuur en Management hoofdstuk.
De samenstelling van de Raad van Bestuur ("BoD") wordt gedetailleerd beschreven in deel Samenstelling van de Raad van Bestuur. De competenties en vaardigheden van de leden van de BoD zijn beschikbaar in deel Diversiteitsbeleid van de leden van de Raad van Bestuur, waar een gedetailleerde ervaringsmatrix wordt gegeven. Er wordt gefocust op de 8 sleutelcompetenties die werden geïdentificeerd om de taken van de BoD zo goed mogelijk uit te voeren, in het licht van de aard en de reikwijdte van de kernactiviteiten en de strategie van de Groep, waarbij de "ESG/Duurzaamheid"-vaardigheid deel uitmaakt van deze 8 essentiële vaardigheden. 60% (3/5) van de leden van de BoD werden gekwalificeerd als ESG/Duurzaamheidsdeskundigen, waarbij deze specifieke vaardigheden (competenties op het gebied van sociale zaken, milieu, klimaat en governance, en duurzaamheid) verder worden uitgewerkt in de biografieën van de leden van de BoD (zie deel Diversiteitsbeleid van de Raad van Bestuur). Voor toekomstige aanwervingen werd binnen de BoD besproken en besloten om prioriteit te geven aan de aanwerving van leden van de BoD met stevige deskundigheid op het gebied van ESG/Duurzaamheid, zodat ze de ESG/Duurzaamheidsstrategieën die door het EM worden voorgesteld, kritisch kunnen toetsen. De BoD als geheel vertegenwoordigt een waaier aan ESG/Duurzaamheidsdeskundigheid, omdat ze in hun andere/ voormalige functies onder andere verantwoordelijk zijn geweest voor: de duurzame energietransitie en de implementatie van ESG-strategieën met milieuwaarden (met name op het gebied van de vermindering van de CO2-voetafdruk, levenscyclusanalyses van duurzame producten, de net zero carbon strategie of de energietransitie), duurzame ontwikkelingen, hulpbronnencycli, extra financiële indicatoren, duurzaamheidsstandaarden, Menselijk Kapitaal, milieucertificering van ontwikkelingsprojecten en/of relaties met institutionele beleggers. Sommige leden hebben ook leidinggevende functies met ESG- en duurzaamheidsverantwoordelijkheden. In hun verschillende functies houden ze ook toezicht op naleving en bedrijfsethiek, strategie en praktijken voor maatschappelijk verantwoord ondernemen, zorgen ze voor non-discriminatie en houden ze toezicht op diversiteits- en talentmanagement, met name changemanagement en de bijbehorende rapportage.
De duurzaamheidsgovernance en de ESG-Strategie van de Groep zijn opgebouwd rond 2 prioriteiten:
— Het bewaken van duurzaamheidsprestaties door ervoor te zorgen dat de doelstellingen van de ESG-Strategie van de Groep volledig geïntegreerd zijn in de bedrijfs- en besluitvormingsprocessen van de Groep; en
— Alle stakeholders en werknemers van de Groep betrekken om gezamenlijk de doelstellingen van het Stappenplan voor de ESG-Strategie van de Groep te bereiken.
Als belangrijk onderwerp van het stappenplan voor de ESG-strategie van de Groep, werd klimaatverandering volledig geïntegreerd in de duurzaamheidsgovernance die hierna wordt beschreven.
De duurzaamheidsgovernance is gestructureerd rond de volgende organen:

van de Groep te verbeteren. Deze aanpak zorgt ervoor dat sociale en governancekwesties worden geïntegreerd in de kernbedrijfsstrategie van VGP, waardoor waardecreatie op lange termijn voor alle stakeholders wordt bevorderd.
Duurzaamheid is een kernonderdeel van de strategie van VGP en vormt de kern van het businessmodel van de Groep. Duurzaamheidsthema's worden op het niveau van de BoD behandeld in plenaire sessies, gezien het belang ervan en de bereidheid om alle leden van de BoD bij deze discussies te betrekken. Updates over duurzaamheid worden voor elke vergadering van de BoD gedeeld en ESG wordt uitgebreid besproken het hele jaar door in aanwezigheid van een lid van het ESG-team van de Groep, onder andere tijdens de jaarlijkse strategische offsite van het uitvoerend management, het onboardingprogramma van zowel de BoD als het EM en zo vaak als nodig is tijdens opleidingen. In 2024 kwamen de BoD en het EM respectievelijk 5 keer bijeen om onderwerpen te bespreken die verband hielden met het stappenplan voor de ESG-Strategie van de Groep. In 2024 introduceerden het EM en het management van de Groep nieuwe KPI's om ervoor te zorgen dat duurzaamheid verder wordt ingebed in de kern van het businessmodel van de Groep. Het systeem zal de voortdurende transformatie vergemakkelijken en concrete prestaties erkennen, in lijn met de belangrijkste bouwstenen van het stappenplan voor de ESG-Strategie van de Groep en de duurzaamheidsgovernance van de Groep. Het stappenplan voor de ESG-Strategie van de Groep werd ook besproken door de BoD, waarbij alle belangrijke onderwerpen aan bod kwamen, inclusief de netto-nul-ambitie en alle gerelateerde hefbomen en financieringsaspecten, de duurzame evolutie van het logistieke en semi-industriële segment, en gemeenschapsgerelateerde ambities en programma's. Duurzaamheid wordt besproken en aangepakt op niveau van de comités, voor onderwerpen die onder de verantwoordelijkheid van een comité vallen en zoals beschreven in de tabellen die deze verantwoordelijkheden samenvatten (zie het hoofdstuk Corporate governance-verklaring sectie remuneratiecomité voor het RC en deel auditcomité voor het ac), met systematische feedback op niveau van de BoD door de voorzitters van de comités na de genoemde vergaderingen van het comité.
Duurzaamheid komt regelmatig aan bod tijdens vergaderingen van het Auditcomité.
De afgelopen twaalf maanden heeft het Auditcomité zijn proces beoordeeld om de kwaliteit en relevantie van de openbaar gemaakte gegevens te waarborgen. Het Auditcomité stelde (i) de niet-fi nanciële informatie in vraag, (ii) het in kaart brengen, analyseren en controleren van niet-fi nanciële risico's, (iii) de rapporteringsmethodologie en (iv) de externe onafhankelijke audit van de niet-fi nanciële informatie (met inbegrip van de toegepaste procedures voor interne controle en risicobeheersing, de volledigheid en getrouwheid van de informatie en de uitgifte van een verslag van een onafhankelijke derde over de geconsolideerde niet-fi nanciële verklaring, d.w.z. beoordeling met beperkte betrouwbaarheid van de emissies van broeikasgassen"). Het Auditcomité heeft ook de resultaten van de dubbele materialiteitsanalyse van


VGP ontvangen, evenals een update over nieuwe regelgeving, waaronder de EPBD, en de nieuwe verantwoordelijkheden van het auditcomité onder de CSRD.
In 2024 heeft het Remuneratiecomité specifi ek gesproken over en gewerkt aan het Remuneratiebeleid 2024 met een focus op nieuw te defi niëren KPI's inzake Duurzaamheid en doelstellingen.
Het Remuneratiecomité besprak de duurzaamheidsmaatstaven die worden gebruikt in de incentive doelstellingen op korte termijn ("short-term incentive targets", afgekort "STI's") en het stappenplan inzake duurzaamheid. Het Remuneratiecomité besprak het gewicht van KPI's inzake duurzaamheid, in lijn met de duurzaamheidsstrategie van VGP, en de evolutie van de KPI's. Het diversiteitsbeleid van de Groep en de opvolgingsplanning werden besproken en aangepakt door het Remuneratiecomité.
Bezoldiging op basis van prestaties is al vele jaren de hoeksteen van het Remuneratiebeleid van de Groep. Dit zorgt ervoor dat de belangen van de leden van het bredere managementteam in lijn zijn met de doelstellingen voor waardecreatie op lange termijn van de Groep en zijn aandeelhouders. Het STIP van de leden van het uitvoerend management en het bredere management omvat sinds 2020 een ESG-component, in lijn met het stappenplan voor de ESG-strategie van de Groep.
In de zomer van 2024 is in overleg met het remuneratiecomité en volledig in overeenstemming met het Remuneratiebeleid 2024 afgesproken om de ESG-componenten van het STIP te herzien, zodat de weging van ESG-kengetallen in het EM en MT STIP zowel de marktpraktijk als het streven van de Groep naar duurzaamheid weerspiegelt en om de gebruikte meeteenheden van de Groep te herzien in het licht van de evolutie van de ESG-Strategie van de Groep.
Daarom is afgesproken om een 14-metrische duurzaamheidsscorekaart in te voeren, met een gewicht van ESG-gerelateerde prestatie-indicatoren van 15% in 2025 (zie deel Remuneratieverslag in het verslag van de Raad van Bestuur voor een beschrijving van het remuneratiebeleid van de groep).
De meeste werknemers integreren ook doelstellingen inzake duurzaamheid in hun individuele doelstellingen die in aanmerking komen voor individuele incentives (zie ook deel Beleid met betrekking tot het eigen personeel).
De duurzaamheidsaanpak is volledig ingebed in de belangrijkste processen van VGP, in lijn met de strategische prioriteiten en operationele aandachtspunten van de Groep. Relevante managementprocessen zijn opgezet in elke fase van de bedrijfscyclus, samen met geschikte KPI's. Bijvoorbeeld:
VGP Park Brasov

Duurzaamheidsrisico's zijn geïntegreerd in het kader voor Risicobeheersing van de Groep, dat een specifiek kader voor risicobeheersing en -controle biedt (zie deel Risicofactoren in het Verslag van de Raad van Bestuur). Het beleid en de actieplannen in de Duurzaamheidsverklaring weerspiegelen de aanpassingen die de Groep heeft gedaan om deze risico's te beperken en de bijbehorende prestatie-indicatoren worden vermeld. Een van de 5 belangrijkste risicocategorieën van de Groep omvat risico's met betrekking tot milieu en sociale verantwoordelijkheid (zie Risicofactoren Categorie 6 en Categorie 2: risico's met betrekking tot milieu en sociale verantwoordelijkheid).
Om te voldoen aan de aanbevelingen voor rapportage van de Taskforce over klimaatgerelateerde fi nanciële informatieverschaffi ng ("Task Force on Climate-Related Financial Disclosure"), heeft VGP in 2022 zijn belangrijkste duurzaamheidsrisico's geïdentifi ceerd en beoordeeld met behulp van de risicobeoordelingsmethode van de Groep, rekening houdend met 3 impactcriteria: fi nancieel, juridisch en reputatie. In 2024 voerde de Groep, vooruitlopend op de CSRD van de EU, een dubbele materialiteitsanalyse uit voor alle activiteiten van VGP (zie deel 4.1.1.1.1 Beschrijving van de processen om materiële impacts, risico's en kansen in kaart te brengen en te analyseren). Dit werk werd gezamenlijk uitgevoerd door het Duurzaamheidsteam van de Groep en de afdelingen Financiën en Risicobeheersing van de Groep. De duurzaamheidsthema's werden gedefi nieerd op basis van de duurzaamheidsprioriteiten die naar voren kwamen in de eenvoudige materialiteitsanalyse van de Groep (versie 2023), de beoordeling van het klimaatrisico, de beoordeling van het stakeholdersrisico en een benchmark van duurzaamheidsthema's die door vastgoedvennootschappen worden gedekt. De resultaten van de dubbele materialiteitsanalyse werden geïntegreerd in het risicobeheersingsproces van de Groep, zoals weergegeven in deel Risicofactoren Categorie 6 en Categorie 2 Risico's op het gebied van milieu en sociale verantwoordelijkheid. Klimaatveranderingsrisico's voor de Groep (fysiek en tijdelijk) vormen een kernonderdeel van de analyse van duurzaamheidsrisico's en zijn geïntegreerd in de dubbele materialiteitsanalyse. Een meer gedetailleerd overzicht van de beheersing van klimaatrisico's en in het bijzonder van de veerkracht van activa voor fysieke klimaatrisico's wordt gegeven in deel 4.2.2.2.12 Verwachte fi nanciële gevolgen van materiële fysieke en transitierisico's en potentiële klimaatkansen.
Het interne controlesysteem van de Groep (zie deel Risicobeheer en interne controles) dekt alle activiteiten van de Groep, inclusief duurzaamheid. Daarnaast heeft VGP, als onderdeel van zijn stappenplan voor de ESG-Strategie, een governancestructuur opgezet (zie in deel 4.2.1.2.1 Taken en verantwoordelijkheden van het administratieve, uitvoerend management en bestuursorganen wat betreft duurzaamheidsthema's). Het rapportageprotocol definieert de methodologie voor het berekenen van de milieu-, sociale en maatschappelijke indicatoren van de Groep. Dit rapportageprotocol biedt consistente richtlijnen en regels voor alle entiteiten van de Groep in termen van organisatie en definities van indicatoren. Het protocol garandeert de continuïteit van het rapportageproces en de gerapporteerde informatie in geval van wijzigingen in de rapportageteams en de controleerbaarheid door een onafhankelijke derde. Jaarlijks actualiseert het Sustainability Performance Management-team de reikwijdte van de duurzaamheidsrapportage en weerspiegelt zo de evolutie van de portefeuille van de Groep.
Duurzaamheidsrapportage is gebaseerd op twee belangrijke instrumenten: het HR-Informatiesysteem en de Sustainability Reporting Tool. Het HR-Informatiesysteem wordt beheerd door de teams van Group Control en Finance en wordt gebruikt om HR-gerelateerde informatie te verzamelen voor de hele Groep.
De Sustainability Reporting Tool is het belangrijkste platform voor het verzamelen van duurzaamheidsgegevens bij VGP. De tool is gekoppeld aan en gedeeltelijk geïntegreerd in de interne NetSuite-gebaseerde groepstools die relevante gegevens verschaffen. Elk jaar wordt tijdens de jaarlijkse budgetbesprekingen nuttige informatie over de Sustainability Reporting Tool gedeeld, met inbegrip van belangrijke deadlines en hoe de gegevens zullen worden gebruikt, inclusief in de berekeningen van de bezoldiging. Het proces, dat wordt gecommuniceerd vóór de budgetbesprekingen, beschrijft de stappen voor contribuanten en validators om hun niet-financiële gegevens te rapporteren via de Sustainability Reporting Tool van VGP. Gebruikersinstructies zijn voorzien in de tool om het proces in detail uit te leggen, inclusief het gebruik van de Sustainability Reporting Tool en hun verantwoordelijkheid voor het verzamelen en invoeren van de vereiste niet-financiële gegevens.
Elk jaar worden de instellingen van de Sustainability Reporting Tool herzien om de veranderingen in KPI's, contribuanten en validators weer te geven. Deze stap is essentieel omdat het ervoor zorgt dat de relevante contribuanten eigenaar worden en verantwoordelijk worden gehouden voor de gegevens die ze aan de tool leveren, gebaseerd op hun specifieke bedrijfsmiddel of land. Validators spelen een sleutelrol in dit proces. Zij zien toe op de juistheid van de gegevens die zijn ingevoerd door de contribuanten en zorgen ervoor dat de gerapporteerde gegevens volledig zijn. Deze systematische aanpak bevordert nauwkeurigheid, verantwoordelijkheid en volledigheid in het proces van gegevensrapportage van VGP. Het Duurzaamheidsteam voert aanvullende controles uit om de consistentie van de gerapporteerde gegevens te waarborgen, met speciale nadruk op significante afwijkingen en ontbrekende gegevenspunten. Interne controles worden mogelijk gemaakt door de NetSuite-integratie, ondersteund door het uploaden van ondersteunende documenten, hetzij in afzonderlijke standaarden of specifieke documenten die moeten worden bewaard en beschikbaar moeten zijn voor interne of externe auditverzoeken. De consolidatie van duurzaamheidsgegevens wordt uitgevoerd op verschillende consolidatieniveaus, beheerd door verschillende teams: de consolidatieniveaus voor landen en ESG-gebouwen worden meestal rechtstreeks beheerd door de datavalidators. De consolidatie op groepsniveau wordt beheerd door het corporate duurzaamheidsteam dat indicatoren op groepsniveau berekent op basis van de platformresultaten uit de NetSuite datasuite of zoals verzonden door de datavalidators. De interne controles van VGP worden regelmatig herzien en bijgewerkt om veranderingen in het stappenplan voor duurzaamheid van de Groep en in duurzaamheidsvoorschriften en -standaarden te weerspiegelen. De bestaande controles zijn erop gericht om ervoor te zorgen dat de duurzaamheidsrapportage van VGP in lijn blijft met de huidige wettelijke vereisten en 'best practices', waarmee het streven van VGP voor transparantie, verantwoording en duurzame ontwikkeling wordt aangetoond.
Raadpleeg voor gedetailleerde informatie:
— De uitsplitsing van de totale inkomsten van VGP die wordt voorgesteld in de sectie Financieel Overzicht, Geconsolideerde jaarrekening.
VGP is actief in een complexe waardeketen die zich uitstrekt over logistiek en semi-industrie (magazijnen), duurzame energie (activa voor de opwekking en opslag van duurzame energie) en datacenters (verkennende fase). De upstream waardeketen van VGP verzamelt alle spelers in de toeleveringsketen die activiteiten voor ontwikkeling en beheer van bestaande activa ondersteunen. Deze leveranciers omvatten, in volgorde van belangrijkheid, bouwmaterialen, bouw en onderhoud, diensten, nutsbedrijven en marketingpartners. Deze leveranciers zijn cruciaal voor VGP om de kwaliteit en het langlopende succes van zijn portefeuille te ontwikkelen en te behouden.
De downstream waardeketenactiviteiten van VGP zijn gericht op het gebruik van zijn activa. De belangrijkste actoren zijn zowel huurders als hun werknemers en klanten. De huurders van VGP, waaronder een gevarieerd aanbod van honderden huurders met activiteiten variërend van semi-industrie/ fabricage tot (gekoelde) logistiek en e-commerce uit zeer verschillende sectoren, huren ruimte in de magazijnen en kantoren van VGP Parks. Hun succes, en de tevredenheid van hun werknemers en klanten, is cruciaal voor het behoud van dergelijke huurders en het succes van de activa van VGP. VGP is gepositioneerd als ontwikkelaar, eigenaar en exploitant in zijn waardeketen. Deze positie stelt VGP in staat om verschillende aspecten van zijn portefeuille te controleren, van de verwerving van brownfield en greenfield opportuniteiten, de ontwikkeling van nieuwe activa tot de exploitatie, de uitbreiding en het beheer van bestaande activa. VGP onderhoudt nauwe relaties met zijn stakeholders, waaronder de hierboven genoemde spelers in de waardeketen en VGP's werknemers, joint venture- en andere financiële partners, verenigingen, lokale gemeenschappen en overheidsinstanties. Het personeel is de belangrijkste troef van de Groep die bijdraagt aan het succes van VGP. Lokale gemeenschappen zijn ook belangrijke stakeholders omdat ze geïntegreerd zijn in de directe omgeving van de activa van VGP. Overheidsinstanties, zoals verkozen functionarissen, overheden en regelgevende instanties, spelen een cruciale rol in de regelgevende omgeving waarin VGP opereert. De joint venture partners van de Groep evenals andere financiële partners, zoals investeerders en banken, verschaffen het benodigde kapitaal voor VGP om zijn activa te verwerven, te ontwikkelen en te beheren. In wezen is de waardeketen van VGP een complex ecosysteem van verschillende zakelijke actoren en stakeholders die elk een cruciale rol spelen in de activiteiten van de Groep. Door zijn waardeketen effectief te beheren, is VGP in staat om duurzaam vastgoed van hoge kwaliteit te leveren dat voldoet aan de behoeften van zijn stakeholders en bijdraagt aan de vitaliteit en duurzaamheid van lokale gemeenschappen.
VGP gaat voortdurend in gesprek met stakeholders uit de hele waardeketen om hun belangen en opvattingen op te nemen in de ESG-Strategie. De stakeholders van de activiteiten van de Groep passen zich aan op basis van het soort activiteit binnen de Groep:
| Stakeholder category | Grond aankopen | Concept en Ontwerp | Constructie | Verhuur | Portefeuille | Aanvullende diensten |
|---|---|---|---|---|---|---|
| Medewerkers | ||||||
| Investeerders | ||||||
| Media | ||||||
| Land eigenaren — industrieel/Brownfield — private eigenaren — gemeenten |
||||||
| Gemeente/lokale overheden | ||||||
| Lokale gemeenschappen – bewoners en ondernemers | ||||||
| Omwonenden | ||||||
| Regionale overheden | ||||||
| Natuurbeschermingsorganisaties NGO's | ||||||
| Due diligence-dienstverlener | ||||||
| Bodemsaneringsorganisaties | ||||||
| Vastgoedmakelaars/taxateurs kapitaalmarkten | ||||||
| Architectenbureaus | ||||||
| Adviseurs duurzaam ontwerp/certificering | ||||||
| De maatschappij | ||||||
| Bouwondernemingen | ||||||
| Leveranciers van bouwmaterialen (+upstream waardeketen) | ||||||
| HSE-adviseurs | ||||||
| Huurders (+upstream en downstream waardeketen) — werknemers huurders — huurder leveranciers/bezoekers/klanten |
||||||
| Leveranciers van inrichtingen | ||||||
| Onderhoudsleveranciers | ||||||
| Facility Management aanbieders | ||||||
| Nutsbedrijven (+up en downstream waardeketen) | ||||||
| Dienstverleners voor afvalbeheer | ||||||
| Leveranciers van hardware en diensten voor hernieuwbare energie (+upstreamwaardeketen) |
Deze verschillende individuele stakeholders zijn gegroepeerd in categorieën stakeholders. De dialoog met de stakeholder categorieën vindt plaats op verschillende manieren, zoals interviews, tevredenheidsenquêtes, bijeenkomsten en roadshows. De standpunten van de stakeholder categorieën worden geïntegreerd in de dubbele materialiteitsanalyse (en in het bijzonder de impactmaterialiteit) die aan Auditcomité wordt voorgelegd. De dialoog met stakeholders van de Groep wordt in de onderstaande tabel beschreven.

Conferenties, vergaderingen en gesprekken met investeerders en analisten

Gezamenlijke projecten, Due diligence van leveranciers, Forums en conferenties

Gesprekken en conferenties als lid van lokale en pan-Europese verenigingen

Persberichten, Informatiebijeenkomsten over nieuwe parken, Handelsbeurzen

Nieuwe initiatieven en bestaande partnerschappen

Persoonlijke ontmoetingen, Parkbezoeken, Gesprekken met de buurt

Éen-op-één gesprekken, Vragen beantwoorden

Ideeënmanagement, Interne Media

Meetings, Sociale Media, Beurzen
| Capital markets | Suppliers | Networks and associations |
Media | Business and Joint Venture Partners |
Local Stakeholders | Civil Society and NGOs |
Employees | Clients | |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Wie ze zijn | Bestaande en potentiële obligaties en aandeelhouders |
Grondeigenaren | Netwerken in de sector (bijv. EPRA, ULI) |
Online en gedrukte media |
Joint venture partners |
Gemeenteraad/lokale overheid | Natuurbe schermingsor ganisaties |
Werknemers | Huurders en gebruikers van onze parken |
| Banken | Architectenbureaus | Nationale instanties, bijv. Bundesverbund Logistik (BVL) |
Lokale gemeenschap – bewoners en bedrijfseigenaren |
||||||
| Financiële partners | Bouwbedrijven | Naburige eigenaren | |||||||
| Leveranciers van bouwmaterialen (+upstream waardeketen) |
|||||||||
| HSE-adviseurs | |||||||||
| Onderhoudsleveranciers | |||||||||
| Facility management aanbieders |
|||||||||
| Nutsbedrijven | |||||||||
| Aanbieders van afvalbeheerdiensten |
|||||||||
| Makelaars in onroerend goed/ taxateurs op kapitaalmarkten |
|||||||||
| Hun belangrijkste verwachtin gen |
Financiële prestaties, transparantie over prestatieverwachtingen, stabiele of verbeterende kredietwaardigheid, groei van de aandelenkoers |
Hoogwaardig projectmanagement, samenwerking aan duurzame productalternatieven, goede financiële relatie (via facturen, bestellingen en partnerschappen) |
Voldoen aan hoge normen van professionaliteit en actief bijdragen aan de toekomst van de gebouwde omgeving |
Transparantie en responsi viteit |
Hoogwaardige duurzame activa, financiële prestaties en stabiliteit |
Raadpleging van de gemeenschap, platforms om zorgen te uiten, een positieve impact te creëren voor de lokale gemeenschap, de impact van koolstof te verminderen en de biodiversiteit te verbeteren |
Betrokkenheid bij en naleving van het beleid |
Relevantie van welzijn en gezondheid en veiligheid van werknemers en aannemers |
Kwaliteit van de aangeboden diensten, operationele efficiëntie verbeteren, betaalbare oplossingen voor hernieuwbare energie aanbieden, duurzame mobiliteitsopties bieden |
De dubbele materialiteit die voorheen werd aangehouden en jaarlijks in het geïntegreerde Jaarverslag van de Groep werd toegelicht, werd in 2024 geactualiseerd op basis van de ESRS- en EFRAG-richtlijnen. Deze beoordeling vormde een aanvulling op eerdere risicoanalyses en materialiteitsanalyses om deze factoren in kaart te brengen en te beoordelen, rekening houdend met zowel de interne activiteiten als de externe omgeving. De Groep controleert en evalueert voortdurend de prestaties met betrekking tot deze impacts en risico's en grijpt kansen die aansluiten bij zijn strategische doelstellingen.
In 2024 heeft VGP zijn dubbele materialiteitsanalyse voor de Groep uitgevoerd, en dit voor alle bedrijfssegmenten en activiteiten.
De resultaten van de dubbele materialiteitsanalyse werden geïntegreerd in de aanpak van de Groep inzake risicobeheersing, zoals voorgesteld in deel 6 Ecologische duurzaamheid en risico's van de klimaatverandering en 2 Risico's verbonden aan de activiteiten van de Groep.
Het doel van deze dubbele materialiteitsanalyse was om de materialiteit van duurzaamheids- en ESG-onderwerpen te beoordelen vanuit 2 complementaire perspectieven:
De materialiteitsanalyse werd uitgevoerd in 4 fasen:
VGP heeft een lijst met duurzaamheidsthema's geïdentificeerd door het uitvoeren van een contextuele analyse, een sectorale peer group analyse en een selectie van toepasselijke internationale standaarden die relevant zijn voor de commerciele vastgoedsector.
VGP heeft vervolgens een studie uitgevoerd naar internationale en sectorale ESG-kaders om te begrijpen hoe duurzaamheidsthema's de activiteiten van de Vennootschap beïnvloeden in termen van risico's en kansen om vast te stellen welke thema's moeten worden toegevoegd aan de eerder bestaande lijst van ESG-thema's. Aanvullende kaders boden VGP een gestructureerde aanpak voor het beoordelen van de waarschijnlijkheid, omvang en aard van de effecten van in kaart gebrachte risico's en kansen. Deze fase omvatte het evalueren van de potentiële financiële implicaties van elk risico en elke kans voor VGP, het in overweging nemen van hun waarschijnlijkheid van optreden en het begrijpen van hun potentiële impact op de activiteiten van de Vennootschap, evenals op de reputatie. Deze uitgebreide analyse stelde in staat VGP om een voorlopig beeld te krijgen van welke thema's het meest materieel werden geacht voor de Vennootschap. VGP voerde ook een analyse uit van internationale en sectorale impactkaders om te meten hoe de activiteiten van de Vennootschap direct en indirect van invloed zijn op de in kaart gebrachte duurzaamheidsthema's. Deze impactkaders gaven VGP inzicht in hoe vennootschappen in de vastgoedsector en aanverwante sectoren mogelijk een impact hebben op de natuur of de maatschappij. Tijdens deze fase beschouwde VGP een duurzaamheidskwestie als significant vanuit een impactperspectief op basis van de omvang van de ernst (bv. schaal), de mate van bereik (bv. reikwijdte), de moeilijkheid om de impact om te keren of te beperken (bv. onomkeerbaarheid) en de algehele waarschijnlijkheid dat de impact zich voordoet, positief of negatief, op individuen of het milieu op de korte, middellange of lange termijn. Dit omvat invloeden door de diensten die de Groep levert als een vastgoedvennootschap en door zijn zakelijke relaties, bijvoorbeeld in de hele waardeketen van VGP.
VGP initieerde een consultatieprocedure waarbij ongeveer 15 interne en externe stakeholders uit de verschillende categorieën waarmee VGP in dialoog is betrokken waren (zie deel 4.2.3.1.1 Belangen en Opvattingen van Stakeholders (ESRS 2 SBM-2)). De selectie van externe stakeholders werd uitgevoerd om ervoor te zorgen dat de belangrijkste spelers in de waardeketen waren vertegenwoordigd voor VGP.
Naast deze externe raadplegingen werden er dialogen gehouden met interne stakeholders die verschillende teams en regio's binnen de Groep vertegenwoordigden. Deze interne stakeholders waren onder andere leden van het Uitvoerend Management, Landen Management, Technisch en Commercieel, Duurzaamheidsteam, samen met werknemers van een overleggroep die een online enquête hield. De interne gesprekken dienden om de voorontwerpen van de materialiteitsanalyse aan te vullen en kritisch te beoordelen, waardoor een robuust

en uitgebreid beoordelingsproces gewaarborgd werd. Het doel van deze gesprekken was om proactief de onderwerpen voor de materialiteitsanalyse te introduceren en te bepalen welke onderwerpen VGP prioriteit zou moeten geven. Bij deze prioritering werd rekening gehouden met zowel de eerder genoemde impact als de financiële perspectieven. Het doel was om ervoor te zorgen dat de focus van VGP aansluit bij de belangrijkste thema's vanuit duurzaamheids- en economisch oogpunt.
In totaal werden 30 ESG-kwesties geïdentificeerd langs de twee dimensies van impact en financiële materialiteit; sommige van deze kwesties zijn gegroepeerd. De uitgevoerde analyse resulteerde in de classificatie van de 10 meest materiële kwesties voor VGP:
De 11 milieuthema's waarvan is vastgesteld dat ze grote risico's of kansen voor VGP vertegenwoordigen, zijn gegroepeerd in 6 materiële Milieuthema's:
De 3 Sociale thema's waarvan is vastgesteld dat ze grote risico's of kansen voor VGP vertegenwoordigen, zijn samengevoegd tot
De 2 Governancethema's waarvan is vastgesteld dat ze grote risico's of kansen voor de VGP vertegenwoordigen, zijn:

Impact materialiteit (gecorrigeerde versie)
| ESRS | Materiële impact | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Pijler Code | Thema | Impactgebied | |||||
| E | E2 | Verontreiniging | Opruimen van reeds bestaande vervuiling | ||||
| E | E2 | Verontreiniging | Vervuiling door de aanleg van nieuwe parken (lucht, water, bodem) | ||||
| E | E1 | Klimaatverandering | Uitstoot van broeikasgassen door bouwactiviteiten (opgenomen koolstof) | ||||
| E | E3 | Water en mariene hulpbronnen | Waterbeheer (tijdens bouwproject) | ||||
| E | E1 | Klimaatverandering | Aanpassing aan klimaatverandering | ||||
| E | E5 | Grondstoffengebruik en circulaire economie | Verbruik van grondstoffen | ||||
| E | E5 | Grondstoffengebruik en circulaire economie | Afvalbeheer (tijdens bouwproject) | ||||
| E | E4 | Biodiversiteit en ecosystemen | Biodiversiteit in ontwikkelingsprojecten | ||||
| E | E1 | Klimaatverandering | Uitstoot van broeikasgassen door de vervoerswijze van huurders (en hun werknemers) |
||||
| E | E4 | Biodiversiteit en ecosystemen | Biodiversiteit in bestaande parken | ||||
| E | E3 | Water en mariene hulpbronnen | Waterbeheer tijdens gebruiksfase | ||||
| E | E5 | Grondstoffengebruik en circulaire economie | Afvalbeheer (tijdens gebruiksfase) | ||||
| E | E2 | Verontreiniging | Vervuiling tijdens gebruiksfase (lucht, water, bodem) | ||||
| E | E1 | Klimaatverandering | Broeikasgasemissies en energieverbruik van gebouwactiviteiten | ||||
| E | E5 | Grondstoffengebruik en circulaire economie | Landgebruik | ||||
| S | S3 | Getroffen gemeenschappen | Invloed van ontwikkelingsactiviteiten op lokale gemeenschappen | ||||
| S | S2 | Werknemers in de waardeketen | Naleving van mensenrechten voor werknemers in de waardeketen | ||||
| S | S1& S2 Eigen werknemers & Werknemers in de waardeketen Gezondheid, veiligheid en beveiliging: op bouwplaatsen | ||||||
| S | S4 | Consumenten en eindgebruikers | Toegankelijkheid van VGP parken | ||||
| S | S3 | Getroffen gemeenschappen | Effect op lokale gemeenschappen van bestaande parken | ||||
| S | S4 | Consumenten en eindgebruikers | Gezondheid, veiligheid en beveiliging in bestaande gebouwen | ||||
| S | S1 | Eigen werknemers | Diversiteit, gelijkheid en inclusie | ||||
| S | S1 | Eigen werknemers | Gezondheid, veiligheid, welzijn en beveiliging op VGP-kantoren | ||||
| S | S1 | Eigen werknemers | Training en ontwikkeling van medewerkers | ||||
| S | S1 | Eigen werknemers | Filantropie en vrijwilligerswerk | ||||
| G | G1 | Bedrijfsgedrag | Verantwoorde en duurzame interactie met de toeleveringsketen | ||||
| G | G1 | Bedrijfsgedrag | Bedrijfsethiek en corruptie | ||||
| G | G1 | Bedrijfsgedrag | Politieke betrokkenheid en lobbyactiviteiten | ||||
| G | G1 | Bedrijfsgedrag | Privacy van gegevens en cyberbeveiliging | ||||
| G | G1 | Bedrijfsgedrag | Belastingtransparantie |
Dit deel is een eerste poging om aan te sluiten bij de CSRD-eisen en is vooral bedoeld om een synthetisch en beperkt inzicht te geven in elk van de thema's die worden genoemd in de dubbele materialiteitsanalyse.
Milieuthema's zijn het meest materieel voor VGP, aangezien 9 van de 19 thema's als materieel zijn aangemerkt. Ze zijn allemaal gekoppeld aan de directe activiteiten van VGP, langs de hele waardeketen. Daarom wijst de matrix direct op de impact van VGP op het milieu, en dan vooral op klimaatthema's. De 11 thema's waarvan is vastgesteld dat ze grote risico's of kansen voor VGP vertegenwoordigen, zijn gegroepeerd in 6 materiële Milieuthema's:
Voor VGP wordt elke emissiecategorie, evenals het proces van klimaatadaptatie, als materieel beschouwd. Gezien de directe correlatie met de kernactiviteiten van VGP, heeft de dubbele materialiteitsanalyse zowel significante financiële overwegingen als materiële impacts aan het licht gebracht. De potentiële vertakkingen zijn aanzienlijk, aangezien het vermogen om een ambitieus traject van emissiereductie te handhaven en tegelijkertijd de fysieke risico's van klimaatverandering te beheersen een primair risico is voor de Groep. Het opereren in meerdere landen met grootschalige activa vereist dat VGP zich aanpast aan de gevolgen van klimaatverandering.
Gezien de geografische ligging van de activa van de Groep, de sectorale kaders en de internationale benchmarks, is de sector vanuit financieel oogpunt kwetsbaar voor de fysieke risico's die gepaard gaan met klimaatverandering, zoals extreme weersomstandigheden en langlopende verschuivingen in klimaatpatronen. Deze kunnen leiden tot schade aan panden, hogere verzekeringskosten en mogelijke waardevermindering van activa. Daarnaast zijn er transitierisico's verbonden aan de verschuiving naar een koolstofarme economie, zoals investeringskosten, beleids- en wettelijke veranderingen, technologische vooruitgang en veranderende marktvoorkeuren, die de winstgevendheid en levensvatbaarheid van vastgoedinvesteringen kunnen beïnvloeden.
De Groep heeft een gedetailleerde adaptatieanalyse uitgevoerd om de belangrijkste risicovolle sites te identificeren, zoals gedetailleerd beschreven in het Jaarverslag 2023. Vanuit een impactperspectief (milieu en sociaal) speelt de vastgoedsector een cruciale rol in de wereldwijde inspanningen om de emissies van broeikasgassen te verminderen en zich aan te passen aan de klimaatverandering. Zowel de bouw als de exploitatie van gebouwen zijn verantwoordelijk voor een aanzienlijk deel van de wereldwijde emissies van broeikasgassen, voornamelijk door ingebedde koolstof of energieverbruik.
De verontreiniging die mogelijk het gevolg is van de activiteiten van VGP, waaronder luchtverontreiniging door fijne deeltjes die vrijkomen tijdens de bouw van gebouwen en tijdens de gebruiksfase van huurders, evenals water- en bodemverontreiniging in de hele waardeketen als gevolg van het storten van afval en het incidentele gebruik van gevaarlijke materialen, komt als materieel naar voren. Deze verontreiniging, die gevolgen heeft voor de ontwikkelingsprojecten en de bestaande portefeuille van VGP, kan ook leiden tot schadelijke effecten op de menselijke gezondheid en de biodiversiteit. De financiële implicaties zijn ook substantieel, aangezien ongecontroleerde verontreiniging de reputatie van de Groep kan schaden en potentiële zakelijke kansen kan aantasten. Kosten gerelateerd aan verontreiniging kunnen rechtstreeks van invloed zijn op de nettowinst van VGP. Deze kosten kunnen voortkomen uit boetes van regelgevende instanties voor het niet naleven van milieunormen, uitgaven voor maatregelen om verontreiniging tegen te gaan en mogelijke kosten in verband met verontreinigingsincidenten. De potentiële impact is groot. Vanuit milieuoogpunt heeft de verontreiniging die VGP mogelijk genereert bij grote bouwprojecten een significante impact, waaronder mogelijke luchtverontreiniging, waterverontreiniging en bodemverontreiniging. De sociale gevolgen van de verontreiniging die veroorzaakt zou kunnen worden door de activiteiten van VGP zijn al even groot, waaronder gezondheidskwesties gerelateerd aan luchtverontreiniging, waterverontreiniging en geluidsoverlast (voornamelijk door bouwactiviteiten en wegverkeer van de huurder).
Biodiversiteit speelt een centrale rol voor VGP, vooral omdat ze een significante invloed heeft op ontwikkelingsprojecten, zowel wat betreft de financiële als de impactdimensie. Dit is grotendeels te wijten aan de verandering in het gebruik van de grond en de upstreamwaardeketen, die winning en kunstmatige bewerking omvat, evenals de strenge regelgeving en potentiële reputatierisico's. Biodiversiteit is intrinsiek verbonden met andere materiële thema's zoals broeikasgasemissies en verontreiniging, evenals verantwoorde en duurzame interacties met de toeleveringsketen. Biodiversiteitsoverwegingen hebben een significante materialiteit in de ontwikkelingsprojecten van VGP vanwege hun potentieel voor substantiële positieve of negatieve impacts, die die van bestaande activa overtreffen. Deze overwegingen maken integraal deel uit van alle fasen van ontwikkelingsprojecten, van het eerste ontwerp tot de definitieve oplevering en opening. In al deze fasen moet biodiversiteit op verschillende manieren aan bod komen, zoals impactstudies of het zoeken naar potentiële biodiversiteitscompensaties. Vanuit een impactperspectief draagt de integratie van biodiversiteit in ontwikkelingsprojecten bij aan het behoud en de verbetering van lokale ecosystemen. Dit kan leiden tot een betere lucht- en waterkwaliteit, natuurlijke klimaatregulering en de bescherming van habitats van wilde dieren. Het ontwikkelen van groene ruimten kan het welzijn van lokale gemeenschappen vergroten door recreatiegebieden aan te bieden en de esthetische waarde van de buurt te verbeteren. Dit geldt met name voor brownfieldontwikkelingen die voordeel kunnen halen uit een netto biodiversiteitswinst door het herontwikkelingsproject als er goed rekening wordt gehouden met ecosysteemkenmerken. Anderzijds, en dit geldt vooral voor greenfieldprojecten op locaties met een biodiversiteitswaarde, kunnen ontwikkelingsprojecten de lokale biodiversiteit significant aantasten, zeker als ze niet zorgvuldig gepland en geïmplementeerd worden.
Hoewel biodiversiteitsoverwegingen meer materieel zijn in de context van ontwikkelingsprojecten voor VGP, spelen ze ook een materiële rol in het beheer van bestaande activa. Gebouwen en hun landschapsinrichting maken deel uit van de leefomgeving van (stedelijke) soorten en hebben daarom een potentiele impact op de biodiversiteit. Er is zeker een rol weggelegd voor projecten op de grens van de bebouwde en de natuurlijke omgeving om ervoor te zorgen dat economische activiteiten en ecosystemen elkaar zo min mogelijk hinderen. Met het oog op nieuwe regelgeving en een groeiende vraag van burgers naar een betere leefomgeving, wordt bij het beheer van bestaande activa rekening gehouden met biodiversiteit. Dit omvat inspanningen om de impact van deze activa op lokale ecosystemen en de indirecte impact van de activa door activiteiten op de site te minimaliseren, maar ook om de biodiversiteit waar mogelijk te bevorderen via renaturatieprojecten die gericht zijn op het herstellen van natuurlijke elementen en het bevorderen van de lokale flora en fauna in de stedelijke omgeving.
Vanuit financieel oogpunt kan biodiversiteit ook substantiële gevolgen hebben voor het VGP. Aan de ene kant kunnen er kosten verbonden zijn aan het integreren van biodiversiteit in ontwikkelingsprojecten, zoals de investering in groene infrastructuur of de mogelijke vermindering van bebouwbare ruimte. Aan de andere kant kunnen panden die biodiversiteit integreren hogere huurprijzen en waarden vragen, vanwege de toenemende vraag naar duurzame en groene ruimten. Bovendien kan een betere integratie van biodiversiteitsoverwegingen helpen om risico's op het gebied van regelgeving en reputatieschade te beperken, aangezien milieuregelgeving steeds strenger wordt.
Het verbruik van grondstoffen is van materieel belang voor VGP. Vooral omdat de Groep grote ontwikkelingsprojecten leidt. Dergelijke projecten vereisen significante hoeveelheden grondstoffen voor de bouw. De manier waarop VGP zijn grondstoffenverbruik beheert, kan van invloed zijn op zijn milieuprestaties, naleving van regelgeving, reputatie en inkomsten. Het type en de hoeveelheid gebruikte materialen kunnen zowel belangrijke kostenimplicaties hebben voor VGP als een substantiële impact op het milieu, zowel in termen van uitputting van hulpbronnen als van de CO2-voetafdruk die gepaard gaat met de productie en het transport van materialen. De reputatie van VGP kan significant worden beïnvloed door zijn grondstoffenverbruik en leveringspraktijken. Bovendien, kunnen upgrades of wijzigingen ook voor bestaande activa meerdere soorten hulpbronnen vereisen. De keuze van materialen kan van invloed zijn op de energie-efficiëntie van het gebouw, de levensduur en de algehele impact op het milieu. Daarnaast vormen de kosten van grondstoffen een significant deel van kapitaaluitgaven van VGP en een belangrijke drijfveer voor de ontwikkelingsmarge. Elke prijsstijging van deze materialen kan een directe impact hebben op de winstgevendheid van VGP. Het toepassen van praktijken uit de circulaire economie heeft het potentieel om het materiaalverbruik te verminderen en toch groei en welvaart te blijven creëren, waardoor de kosten dalen(over de levensduur van het project). Steeds strengere milieuregelgeving en een groeiende publieke belangstelling voor duurzaamheid betekenen dat de vastgoedsector onder druk staat om het verbruik van grondstoffen te verminderen en te kiezen voor duurzamere opties.
De potentiële materiële impacts zijn significant. Vanuit milieuoogpunt kan de winning en verwerking van grondstoffen leiden tot vernietiging van habitats, verlies van biodiversiteit, bodemerosie en verontreiniging van waterbronnen. Vanuit sociaal oogpunt kan de winning van grondstoffen aanzienlijke gevolgen hebben voor lokale gemeenschappen. Het kan leiden tot ontheemding van mensen, verlies van bestaansmiddelen en sociale conflicten. Bovendien kunnen slechte arbeidsomstandigheden in de winnings- en verwerkingsindustrieën leiden tot gezondheids- en veiligheidsproblemen voor werknemers.
Afvalbeheer tijdens bouwactiviteiten is een belangrijk aspect van de ESG-Strategie en -doelstellingen van VGP, waaruit blijkt dat VGP zich inzet om de hoeveelheid afval die wordt geproduceerd te verminderen en de manier waarop afval wordt gesorteerd en gerecycleerd te verbeteren.
Afvalbeheer tijdens de bouw werd geïdentificeerd als materieel voor VGP zowel vanuit financieel oogpunt als vanuit het oogpunt van impactmaterialiteit. Dit wordt toegeschreven aan verschillende factoren, zoals het type van activiteiten van VGP en zijn sector, de geografische locaties van zijn panden, of de specifieke milieu-uitdagingen die hij tegenkomt.
Gelieve te willen noteren dat afvalbeheer tijdens de bouwfase ook een directe impact heeft op het materiële thema van broeikasgasemissies van bouwactiviteiten (ingebedde koolstof), ESRS E1.
Afvalbeheer tijdens de gebruikersfase maakt een integraal deel uit van de milieuoverwegingen van VGP en richt zich op de efficiënte verwerking en verwijdering van afval dat door huurders en bezoekers in de panden van VGP wordt gegenereerd. Deze praktijk is cruciaal voor het behoud van duurzaamheid en operationele efficiëntie en is als materieel aangemerkt vanuit een CSRD Dubbel Materialiteitsperspectief voor onze onderneming. Deze analyse is gebaseerd op de aard van de activiteiten van VGP tijdens de gebruikersfase, ook al is er hier doorgaans minder directe controle over afvalbeheer dan tijdens de bouwfase. Hoewel de standaardisatie van afvalverwerkingspraktijken in de hele industrie betekent dat deze activiteiten, hoewel essentieel, geen unieke impact hebben op de financiële positie of ecologische voetafdruk van VGP, zoals die tijdens de bouw, zou het gebrek aan afvalverwerkingspraktijken nog steeds worden beschouwd als een significant reputatierisico. Bovendien zet VGP zich in om recyclage te bevorderen en afval te verminderen in lijn met zijn algemene ESG-Strategie.
Waterbeheer, zowel tijdens de bouw als tijdens de operationele fase, maakt een integraal deel uit van de ESG-Strategie en -doelstellingen van VGP, waarbij de nadruk ligt op het verminderen van wateronttrekkingen en het bevorderen van oplossingen voor waterhergebruik. Echter, zowel vanuit financieel oogpunt als vanuit het oogpunt van impactmaterialiteit, wordt het als minder kritisch beschouwd voor VGP. Dit komt door de aard van zijn magazijnen, die voornamelijk droge opslag, distributie en productieprocessen ondersteunen, wat resulteert in een relatief laag waterverbruik in vergelijking met andere vastgoedcategorieën. In de VGP Parken is het watergebruik meestal beperkt tot sanitaire voorzieningen, faciliteiten voor werknemers en minimale tuinaanleg.
Hoewel waterbeheer een onderdeel blijft van de duurzaamheidsinspanningen van VGP, wordt het belang ervan overschaduwd door andere, meer impactvolle factoren. Als de beschikbaarheid van water echter zich blijft ontwikkelen tot een groter risico, kan dit onderwerp aan belang winnen ondanks het inherent beperkte watergebruik in VGP-gebouwen. Om dit proactief aan te pakken, worden al waterbesparende maatregelen geïmplementeerd, waaronder verbeterde monitoring via slimme meters.
Grondgebruik is zeer relevant voor een ontwikkelaar van logistiek en semi-industrieel vastgoed, omdat het een directe invloed heeft op milieuduurzaamheid en lokale gemeenschappen. Voor dergelijke ontwikkelingen is vaak veel grond nodig voor magazijnen, productiefaciliteiten, distributiecentra en transportinfrastructuur. De keuzes die worden gemaakt voor het grondgebruik kunnen van invloed zijn op de biodiversiteit, de gezondheid van
VGP Park Giessen Am Alten Fluhafen
de bodem, het waterbeheer en de koolstofopslag. Het belangrijkste thema waar stakeholders naar verwijzen onder grondgebruik is de omzetting van groene velden in de bebouwde omgeving. Aangezien het biodiversiteitsthema wordt behandeld in ESRS E4, is de resterende component onder grondgebruik het gebrek aan alternatief economisch gebruik van de grond (bijvoorbeeld voor onderwijs, huisvesting of landbouw), die weliswaar belangrijk is maar als minder belangrijk wordt aangemerkt.
Zelfs als de financiële impact van het opruimen van eerder bestaande verontreiniging, gebudgetteerd of onvoorzien, materieel kan zijn, wordt deze vanuit een impactperspectief als minder materieel beschouwd omdat de verontreiniging al aanwezig was voordat VGP het perceel grond verwierf. Het aanpakken van historische verontreiniging toont echter aan dat de Groep zich inzet voor milieubeheer en naleving van de regelgeving, wat een positieve invloed heeft op het vertrouwen van stakeholders en de relaties met

de gemeenschap. Het opruimen van de verontreiniging gebeurt in overeenstemming met het beleid van de Groep. Het risico op het ontstaan van verontreiniging tijdens de operationele fase, inclusief het opruimen van eerder bestaande verontreiniging, valt onder het thema materiële verontreiniging van een bouwplaats.
Van de 10 sociale thema's die werden besproken in het kader van het sociaal gerichte ESRS, werden er 3 erkend als materieel voor VGP. De 3 thema's waarvan is vastgesteld dat ze grote risico's of kansen voor VGP vertegenwoordigen, zijn gegroepeerd als 2 materiële Sociale thema's:
TEERDE ACTIVA EN OP BOUWPLAATSEN (ESRS S1, S2, S3, S4) Gezondheid en veiligheid en beveiliging in geëxploiteerde activa en op bouwplaatsen is een onderwerp van significante materialiteit voor VGP, zowel vanuit een impactperspectief als vanuit een financieel standpunt, gezien de brede implicaties voor verschillende groepen stakeholders en de potentiële risico's die ermee gepaard gaan. Vanuit materialiteitsperspectief is het thema cruciaal vanwege de directe impact op de werknemers van VGP, de gemeenschappen die beïnvloed worden door zijn activiteiten en zijn bredere waardeketen, inclusief de werknemers. De gezondheids- en veiligheidsomstandigheden op bouwplaatsen en in geëxploiteerde activa kunnen rechtstreeks van invloed zijn op het welzijn van werknemers en aannemers en mogelijk leiden tot ernstig letsel of gezondheidsproblemen als er niet goed mee wordt omgegaan.
Dit kan resulteren in fi nanciële gevolgen voor VGP, zoals hogere verzekeringspremies, schadeclaims, boetes voor het niet naleven van regelgeving, maar ook reputatierisico's die het vermogen om zakelijke relaties te onderhouden schaden. Het thema is ook materieel vanuit het oogpunt van talentbehoud. Mislukkingen op dit gebied zouden kunnen leiden tot een hoger personeelsverloop en hogere wervingskosten, met een directe impact op het vermogen van VGP om ontwikkelingsprojecten op te leveren en activa effi ciënt te exploiteren. Omgekeerd kan een sterk engagement op het gebied van gezondheid en veiligheid en beveiliging bijdragen aan een positieve werkomgeving, wat helpt om talent aan te trekken en te behouden. Dit geldt ook voor de gemeenschappen rondom de activiteiten van VGP. Bouwactiviteiten kunnen risico's opleveren voor lokale bewoners, terwijl de veiligheid en beveiliging van openbare ruimten binnen geëxploiteerde activa een invloed kunnen hebben op de gezondheid en veiligheid van bezoekers en leden van de gemeenschap. Verkeerd management op dit gebied kan de reputatie van VGP schaden en het vermogen om zijn activa adequaat te positioneren als veilig en betrouwbaar. Bovendien zijn overwegingen inzake gezondheid, veiligheid en beveiliging ook belangrijk in de waardeketen van VGP. Van leveranciers en partners wordt verwacht dat ze dezelfde hoge standaarden handhaven, en tekortkomingen op dit gebied zouden de activiteiten kunnen verstoren, de reputatie van VGP direct kunnen schaden of kunnen leiden tot gerechtelijke procedures in termen van ernstig wanbeheer.
Dit thema behandelt 2 belangrijke dimensies die rechtstreeks verband houden met het welzijn van werknemers in de waardeketen: mensenrechten en, bij uitbreiding, gezondheid en veiligheid. Deze kwesties brengen een veelheid aan risico's met zich mee, waaronder juridische (volgens de toekomstige CS3D), financiële en reputatierisico's. De financiële implicaties en het impactperspectief van mensenrechten- en gezondheids- en veiligheidskwesties binnen de waardeketen van VGP kunnen verstrekkend zijn. Ze reiken verder dan de onmiddellijke juridische en financiële risico's en omvatten gevolgen op de lange termijn voor de reputatie, relaties en toegang tot hulpbronnen van de Vennootschap. De impact wordt als groot beschouwd gezien de bouwactiviteiten van de Groep, gebaseerd op de sectorale blootstelling aan moderne slavernij en gezondheid en veiligheid. Juridische risico's vloeien voort uit mogelijke schendingen van wet- en regelgeving op het gebied van mensenrechten. Financiële risico's houden verband met mogelijke boetes, sancties en de kosten van herstel in geval van niet-naleving. Reputatierisico's kunnen voortvloeien uit gevallen van dwangarbeid, kinderarbeid of andere illegale activiteiten die verband houden met mensenrechtenschendingen. Dergelijke incidenten kunnen het imago van VGP schaden, wat kan leiden tot verlies van vertrouwen bij klanten en mogelijk een impact kan hebben op zijn marktpositie en financiële prestaties.
Gezien de aard van de activiteiten van VGP, waarbij een beperkt aantal werknemers op kantoor werkt, wordt de Vennootschap niet signifi cant blootgesteld aan gezondheids- en veiligheidsrisico's in haar kantoren. Hoewel gezondheid en veiligheid, welzijn en beveiliging belangrijke aspecten zijn van elke werkplek en proactief beheer van deze kwesties, is hun materialiteit in de activiteiten van VGP, vooral vanuit een fi nancieel standpunt, relatief laag. Het is onwaarschijnlijk dat de potentiële risico's in verband met deze gebieden substantiële gevolgen hebben voor de reputatie van VGP bij stakeholders of voor zijn naleving van de wet.
De toegankelijkheid van de activa van VGP heeft betrekking op hoe gemakkelijk huurders en hun bezoekers de panden van VGP kunnen bereiken en er doorheen kunnen navigeren. Dit kan betrekking hebben op factoren zoals locatie, openbaar vervoer, parkeergelegenheid en de indeling en het ontwerp van de panden. Gebruikerscomfort heeft betrekking op de voorzieningen en diensten die in de parken van VGP worden geboden, zoals openbare ruimten, inclusief groen, verwarmings- en koelsystemen en netheid. Hoewel deze factoren belangrijk zijn voor het aantrekken en behouden van huurders, worden ze beschouwd als beperkt materieel omdat het standaardverwachtingen zijn in de dagelijkse activiteiten van VGP en al geïntegreerd zijn in het historische businessmodel van VGP voor zowel de operationele als de ontwikkelingsactiviteiten.
Hoewel diversiteit, gelijkheid en inclusie ("Diversity, Equity and Inclusion", afgekort "DEI") integraal deel uitmaken van het HR-beleid en de ESG-Strategie van VGP, wat duidt op zijn streven naar het creëren van een diverse, rechtvaardige en inclusieve omgeving, wordt dit voor VGP als minder belangrijk geïdentificeerd vanuit zowel financiële gevolgen als vanuit het perspectief van impactmaterialiteit. Dit suggereert dat, hoewel DEI in de strategie van VGP is ingebed, deze niet wordt beschouwd als even invloedrijk of significant als andere factoren in termen van financiële implicaties of de omvang van de impact. Dit is te wijten aan verschillende factoren, zoals de aard van de activiteiten van VGP, zijn sector, de grenzen die verschillende landen waar VGP actief is stellen aan etniciteitsgerelateerd beleid, of de specifieke sociale uitdagingen in verband met zijn personeelsbestand. Ondanks de relatief beperktere materialiteit blijft DEI een cruciaal onderdeel van VGP's streven naar een betere werkomgeving, omdat de waarde van DEI ligt in het potentieel ervan om de werkomgeving te verbeteren, een cultuur van respect en acceptatie te bevorderen en uiteindelijk bij te dragen aan het welzijn van werknemers en het behouden van talent.
Lokale gemeenschappen zijn een belangrijk aspect van de ESG-Strategie van VGP en tonen zijn engagement om de gemeenschappen waarin hij actief is positief te beïnvloeden. Het is echter geïdentificeerd als minder materieel voor VGP vanuit zowel een financieel oogpunt als vanuit het perspectief van impact materialiteit. Dit impliceert dat hoewel de impact op lokale gemeenschappen is opgenomen in de duurzaamheidsstrategie van VGP, deze niet als even invloedrijk of significant wordt beschouwd als andere factoren in termen van de financiële gevolgen of de omvang van de impact. De activiteiten van VGP zouden bijvoorbeeld zodanig kunnen zijn dat de directe invloed van de impact op lokale gemeenschappen op zijn financiële prestaties minder uitgesproken is in vergelijking met andere aspecten. Het is belangrijk op te merken dat, hoewel het misschien geen significante materiële impact heeft op VGP, de waarde van de impact op de gemeenschap ligt in zijn potentieel om de lokale omgeving te verbeteren, een cultuur van respect en acceptatie te bevorderen en uiteindelijk bij te dragen aan het algehele succes en de uitbatingsvergunning van VGP.
De nadruk op opleiding en ontwikkeling voor werknemers van VGP wordt steeds belangrijker. De Groep erkent de waarde van robuuste opleidingsprogramma's en continu leren, en de rol die hij speelt bij het behouden van een concurrentievoordeel, het stimuleren van innovatie en het verzekeren van werknemerstevredenheid. VGP legt de nadruk op het behouden van talent, het bieden van doorgroeimogelijkheden en het bevorderen van het welzijn van werknemers. Deze initiatieven dragen niet alleen bij aan een positieve werkomgeving, maar helpen ook bij het aantrekken en behouden van toptalent. Vanuit een risicoperspectief kan inadequate of ineffectieve opleiding mogelijk leiden tot prestatieproblemen, verminderde werknemerstevredenheid en een verlies van concurrentievoordeel. Daarom, hoewel de materialiteit van dit aspect misschien lager is vanuit het bredere perspectief van de Groep, onderstrepen de potentiële risico's nog steeds het belang ervan.
Ook al hebben filantropie en vrijwilligerswerk een minder materiële impact vanuit een puur financieel perspectief, hun relevantie onder dubbele materialiteit blijft relevant. Initiatieven op het gebied van filantropie en vrijwilligerswerk laten zien dat de vennootschap zich inzet voor sociale verantwoordelijkheid en leveren een positieve bijdrage aan het welzijn van de gemeenschap, teambuilding en het verbeteren van de bedrijfsreputatie. Deze activiteiten kunnen de perceptie van stakeholders, de betrokkenheid van werknemers en de langlopende maatschappelijke gevolgen beïnvloeden en spelen zo een rol bij de holistische beoordeling van de duurzaamheidsprestaties van een vennootschap.
Van de governancethema's werden er 2 van de 5 als materieel aangemerkt.
Van de 5 governancethema's die zijn besproken in het governance-gerichte ESRS, zijn er 2 aangemerkt als materieel voor VGP. De 2 thema's waarvan is vastgesteld dat ze grote risico's of kansen voor de VGP vertegenwoordigen, zijn:
Net als het belang van aandacht voor werknemers in de waardeketen, heeft het governancethema met het hoogste belang op de matrix betrekking op de gehele waardeketen van VGP, waarbij specifiek de nadruk ligt op de interacties met de toeleveringsketen. Dit thema is met name cruciaal als het gaat om verantwoord aankopen, gezien de aankomende wetgeving (CSDDD). De potentiële impact op de activiteiten van VGP is dan ook substantieel en omvat reputatie-, juridische en financiële risico's. VGP's uitgebreide netwerk van leveranciers, een gevolg van zijn diverse activiteiten, versterkt het belang van dit thema nog verder. VGP heeft het potentieel om zijn hele waardeketen positief te beïnvloeden door milieu- en sociale risico's te beperken en tegelijkertijd de positieve impact van VGP te maximaliseren (door verantwoorde bedrijfspraktijken aan te tonen bij het stimuleren van duurzame verandering en door te zorgen voor een eerlijke behandeling van zijn zakelijke partners).
Bedrijfsethiek en corruptie is een thema van aanzienlijke materialiteit voor VGP op basis van de algehele blootstelling van de vastgoedsector aan omkoping, corruptie en concurrentiebeperkende praktijken. Deze risico's vloeien voort uit verschillende factoren, waaronder de pan-Europese aanwezigheid met activiteiten van veel entiteiten in verschillende landen, de noodzaak om meerdere lokale agenten en onderaannemers te beheren, de complexiteit van projectmanagement en projectvergunningen, de omvang van de contracten die gemoeid zijn met het bouwen van grote infrastructuurprojecten en het competitieve proces dat nodig is om contracten met private en publieke entiteiten te bemachtigen. Dit kan de reputatie en de fi nanciële prestaties van VGP aantasten en kan leiden tot juridische sancties, fi nanciële verliezen en schade aan de reputatie van VGP.
In het algemeen kan elke tekortkoming op dit gebied de activiteiten verstoren en de reputatie van VGP schaden.
Voor het personeel van VGP is bedrijfsethiek van cruciaal belang om een eerlijke en respectvolle werkplek te behouden. Ethisch wangedrag kan leiden tot een problematische werkomgeving, met gevolgen voor het moreel, de productiviteit en het behoud van talent van werknemers.
POLITIEK ENGAGEMENT EN LOBBYACTIVITEITEN (ESRS G1) Het is belangrijk op te merken dat de materialiteit van het thema Politiek engagement en lobbyactiviteiten beperkt is vanwege het beleid van VGP inzake geen politiek engagement, naast het feit dat de belangrijkste activiteiten van de Groep plaatsvinden in Europese landen, waar strenge wetgeving bestaat met betrekking tot lobbyactiviteiten.
Aangezien VGP een vastgoedvennootschap is, is zijn blootstelling aan risico's op het gebied van dataprivacy en cybersecurity relatief laag. VGP blijft echter blootgesteld aan strenge regelgeving, in het bijzonder Verordening (EU) 2016/679, ook bekend als de "Algemene Verordening Gegevensbescherming" of "AVG", naast lokale wetten op het gebied van gegevensbescherming zoals de Duitse Federale Wet op de Gegevensbescherming ("BDSG"). VGP beheert gegevens, waaronder gegevens van werknemers, leveranciers en huurders. Daarom is het voor VGP van cruciaal belang om robuuste privacy- en cybersecurity maatregelen te nemen om deze gegevens te beschermen en te voldoen aan de relevante regelgeving. Cybersecurity blijft essentieel om de integriteit van de digitale infrastructuur van VGP te waarborgen en verstoringen van zijn activiteiten te voorkomen. Een inbreuk op de cybersecurity kan leiden tot operationele uitval, financiële verliezen en schade aan de reputatie van VGP.
Fiscale transparantie verwijst naar het streven van VGP om openlijk zijn fiscale praktijken en -bijdragen bekend te maken. Dit omvat het verstrekken van duidelijke informatie over belastingbetalingen, beleid en naleving van fiscale regels. Hoewel dit de toewijding van VGP aan ethische bedrijfspraktijken en naleving van de regelgeving laat zien, waardoor het vertrouwen en de geloofwaardigheid bij stakeholders worden versterkt, wordt het beschouwd als van beperkte materialiteit vanuit een impactperspectief omdat een dergelijke transparantie een standaardverwachting is in de governancepraktijken van VGP. Deze toewijding aan fiscale transparantie is al geïntegreerd in het gevestigde businessmodel van VGP en sluit aan bij zijn voortdurende inspanningen om transparantie en verantwoordingsplicht in corporate governance te handhaven.
De onderstaande tabel geeft de thema's voor rapportage weer die in de EU-standaarden voor duurzaamheidsrapportage worden geïdentificeerd op basis van de materialiteitsanalyse van VGP.
| ESRS rapportage-eis en betrokken datapunt | Deel in het Geïntegreerd Jaarverslag van VGP |
ESRS rapportage-eis en betrokken datapunt | Deel in het Geïntegreerd Jaarverslag van VGP |
|---|---|---|---|
| ESRS 2 GOV-1 Genderdiversiteit raad van bestuur alinea 21(d) | 4.2.3.1.11 | ESRS E4-2 Praktijken of beleid duurzaam beheer bodem/duurzame landbouw alinea 24 (c) | 4.2.2.2.5.4 |
| ESRS GOV-1 Percentage onafhankelijke bestuurders alinea 21(e) | Remuneratie | ESRS E4-2 Beleid tegen ontbossing alinea 24 (d) | 4.2.2.2.5.4 |
| verslag | ESRS E5-5 niet-gerecycled afval alinea 37 (d) | 4.2.2.3.3 | |
| ESRS 2 GOV-4 Due-diligence-verklaring alinea 30 | Gedragsbeleid en naleving in |
ESRS E5-5 Gevaarlijk afval en radioactief afval alinea 39 | 4.2.2.3.3. |
| Remuneratie | ESRS S1-SBM3 – Risico incidenten gedwongen arbeid alinea 14 (f) | 4.2.3.1.2 | |
| verslag | ESRS S1-SBM3 – Risico incidenten kinderarbeid alinea 14 (g) | 4.2.3.1.2 | |
| ESRS 2 SBM-1 Betrokkenheid bij activiteiten m.b.t. activiteiten fossiele brandstoff en alinea 40 (d) i Profiel | ESRS S1-1 Toezeggingen op gebied van mensenrechtenbeleid alinea 20 | 4.2.3.1.3 | |
| ESRS 2 SBM-1 Betrokkenheid bij activiteiten m.b.t. chemische productie alinea 40 (d) ii | Profiel | ESRS S1-1 Due-diligence beleid rond kwesties aan de orde in fundamentele verdragen 1 t/m 8 | 4.2.3.2.5 |
| ESRS 2 SBM-1 Betrokkenheid bij activiteiten m.b.t. controversiële wapens alinea 40 (d) iii | Profiel | van Internationale Arbeidsorganisatie alinea 21 | |
| ESRS 2 SBM-1 Betrokkenheid bij activiteiten m.b.t. teelt en productie tabak alinea 40 (d) iv | Profiel | ESRS S1-1 Procedures en maatregelen ter voorkoming van mensenhandel alinea 22 | 4.2.3.2.3 |
| ESRS E1-1 Transitieplan om tegen 2050 klimaatneutraliteit te bereiken alinea 14 | 4.2.2.2 | ESRS S1-1 beleid of beheersysteem ter voorkoming van arbeidsongevallen alinea 23 | 4.2.3.2.5 |
| ESRS E1-1 Ondernemingen uitgesloten van op Overeenkomst van Parijs afgestemde | 4.2.2.2 | ESRS S1-3 Klachtenregelingen alinea 32 (c) | 4.2.3.1.17 |
| benchmarks alinea 16 (g) | ESRS S1-14 Aantal sterfgevallen en aantal en aandeel arbeidsongevallen alinea 88 (b) en (c) | 4.2.3.1.16 | |
| ESRS E1-4 Doelen BKG-emissiereductie alinea 34 ESRS E1-5 Totale energieverbruik uit hernieuwbare bronnen, uitgesplitst naar bronnen (alleen |
4.2.2.2 n.v.t. |
ESRS S1-14 Aantal verzuimdagen als gevolg van letsel, ongevallen, dodelijke ongevallen of ziekte alinea 88 (e) |
4.2.3.1.7 |
| sectoren met grote klimaatimpact) alinea 38 | ESRS S1-16 Niet-gecorrigeerde loonkloof man-vrouw alinea 97 (a) | 4.2.3.1.7 | |
| ESRS E1-5 Energieverbruik en energiemix alinea 37 ESRS E1-5 Energie-intensiteit activiteiten in sectoren met grote klimaatimpact alinea's 40-43 |
4.2.2.2.8 n.v.t. |
ESRS S1-16 Ratio buitensporige beloning CEO alinea 97 (b) | Remuneratie verslag |
| ESRS E1-6 Bruto scope 1-,2- a3-emissies en totale BKG-emissies alinea 44 | 4.2.2.2.9 | ESRS S1-17 Gevallen van discriminatie met inbegrip van intimidatie alinea 103 (a) | 4.2.3.1.7 |
| ESRS E1-6 Intensiteit bruto-BKG-emissies alinea's 53-55 | 4.2.2.2.8 | ESRS S1-17 niet-nakoming UNGP's on Business and Human Rights en OESO-richtlijnen alinea | |
| ESRS E1-7 BKG-verwijderingen en carbon credits alinea 56 | 4.2.2.2.10 | 104 (a) | 4.2.2.7.6 |
| ESRS E1-9 Blootstelling benchmarkportefeuille aan fysieke klimaatrisico's alinea 66 | 4.2.2.2.12 | ESRS S2 SBM-3 Aanzienlijk risico kinderarbeid of gedwongen arbeid in waardeketen alinea 11 (b) 4.2.3.2 | |
| ESRS E1-9 Uitsplitsing geldbedragen in acuut en chronisch fysiek risico alinea 66(a) | 4.2.2.2.12 | ESRS S2-1 Toezeggingen op gebied van mensenrechtenbeleid alinea 17 | |
| ESRS E1-9 Locatie significante activa die materieel fysiek risico lopen alinea 66(c) | 4.2.2.2.12 | ESRS S2-1 Beleid ten aanzien van werknemers in waardeketen alinea 18 | |
| ESRS E1-9 Uitsplitsing boekwaarde vastgoedactiva naar energie-efficiëntieklasse alinea 67(c) | 4.2.2.2.8 | ESRS S2-1 Niet-nakoming UNGP's on Business and Human Rights en OESO-richtlijnen alinea 19 | 4.2.3.2.3 |
| ESRS E1-9 Mate blootstelling portefeuille aan klimaatkansen alinea 69 | 4.2.2.2.12 | ESRS S2-1 Due-diligencebeleid rond kwesties aan de orde in fundamentele verdragen 1 t/m 8 van Internationale Arbeidsorganisatie alinea 19 |
4.2.3.2.3 |
| ESRS E2-4 Hoeveelheid emissies naar lucht, water en bodem van elke verontreinigende stof in bijlage II bij E-PRTR-verordening (Europees register uitstoot en overbrenging verontreinigende stoffen) alinea 28 |
n.v.t. | ESRS S2-4 Mensenrechten-problemen en -incidenten m.b.t. upstream- en downstream waardeketen alinea 36 |
4.2.3.3.2 |
| ESRS E3-1 Water en mariene hulpbronnen alinea 9 | 4.2.2.4 | ESRS S3-1 Toezeggingen op gebied van mensenrechtenbeleid alinea 16 | 4.2.3.2.3 |
| ESRS E3-1 Specifiek beleid alinea 13 | 4.2.2.4.2 | ESRS S3-1 Niet-nakoming UNGP's on Business and Human Rights, IAO-beginselen en/of OESO-richtlijnen alinea 17 |
4.2.3.2.3 |
| ESRS E3-1 Duurzame oceanen en zeeën alinea 14 | n.v.t. | ESRS S4-4 Mensenrechten-problemen en-incidenten alinea 35 | 4.2.3.2.3 |
| ESRS E3-4 Totale hoeveelheid gerecycled en hergebruikt water alinea 28 (c) | 4.2.2.4.5 | ||
| ESRS E3-4 Totale waterverbruik in m³ per netto-opbrengst eigen activiteiten alinea 29 | 4.2.2.4.5 | ESRS G1-1 VN-Verdrag tegen corruptie alinea 10 (b) | 4.2.4.3.1 |
| ESRS E4 SBM 3 – alinea 16(a) i | 4.2.2.5.4 | ESRS G1-1 Bescherming klokkenluiders alinea 10(d) | 4.2.3.3.2 |
| ESRS E4 SBM 3 – alinea 16(b) | 4.2.2.5.2 | ESRS G1-4 Geldboeten voor overtreding wetgeving tegen corruptie en omkoping alinea 24 (a) | 4.2.4.6 |
| ESRS E4 SBM 3 – alinea 16(c) | 4.2.2.5.2 | ESRS G1-4 Normen bestrijding corruptie en omkoping alinea 24 (b) | 4.2.4.6 |
| ESRS E4-2 Praktijken of beleid duurzaam beheer bodem/duurzame landbouw alinea 24 (b) | 4.2.2.2.5.4 |
Milieucertificeringen van gebouwen zijn een belangrijk hulpmiddel om de algehele milieuprestaties van zowel ontwikkelingsprojecten als bestaande activa te ondersteunen. Het is een manier om prestaties aan te tonen door middel van gevestigde marktstandaarden, die alle milieuaspecten van gebouwen omvatten. VGP streeft ernaar operationele milieucertificeringen te verkrijgen voor 100% van de magazijnen in eigendom en beheer en het hoge niveau van de verkregen certificeringen te handhaven. De BREEAM-certificering wordt beschouwd als een goed kader om de operationele teams te begeleiden bij de beperking van hulpbronnen en concepten van de circulaire economie. In navolging van de hoogste industrienormen is de Groep in 2020 begonnen met het consequent certificeren van zijn activa (certificeringsvernieuwingen en nieuwe certificeringen) volgens de nieuwste versie van het BREEAM 'In-Use'-kader. Deze "versie 6" bevat kenmerken voor het verbeteren van de milieuprestaties en de gezondheid en het welzijn van de gebruikers, met extra nadruk op veerkracht tegen klimaatverandering, sociale waarde en de principes van de circulaire economie. De Groep zette zijn certificeringsbeleid in 2024 voort en heeft nu in totaal 24 gebouwen BREEAM 'In-Use'-gecertificeerd op Asset Performance (Deel 1), waaronder 1 gebouw waarvoor de certificaten zijn ontvangen tot februari 2025. Onder deze 24 gecertificeerde activa bevinden zich 23 magazijnen en 1 kantoorgebouw, goed voor een totale gecertificeerde oppervlakte van meer dan 0,6 miljoen m². Dit vertegenwoordigt een aandeel van 10% van de bestaande portefeuille van de Groep in aantal activa en een dekking van 11% in oppervlakte.
Ter vergelijking: 100% van de BREEAM 'In-Use'-certificaten die aan de bestaande portefeuille van de Groep werden toegekend, behaalden minstens het niveau "Very Good" (Zeer Goed) voor Asset Performance (Deel 1).
Dekking van milieucertificeringen in exploitatie en ontwikkeling binnen de totale bestaande portefeuille van de groep
| Categorie | activa | % van totaal |
m² | % van totaal |
|---|---|---|---|---|
| Gecertificeerde activa zowel in gebruik als nieuwbouw |
— | — | — | — |
| Gecertificeerde activa in gebruik | 231 | 10 | 582.000 | 11 |
| Gecertificeerde activa nieuwbouw | 942 | 42 | 2.506.000 | 49 |
| Niet-gecertificeerde activa – maar wel betrokken bij certificeringsproces |
106 | 48 | 2.061.000 | 40 |
| Totaal | 223 | 100 5.149.000 | 100 |
| Niveau | Groep | |
|---|---|---|
| "Outstanding" Uitmuntend | 6 | 5% |
| "Excellent" Uitstekend | 38 | 32% |
| "Very Good" Zeer Goed | 68 | 58% |
| "Good" Goed | 5 | 4% |
| "Acceptable & pass" Aanvaardbaar & geslaagd | — | — |
| Totaal | 117 | 100% |
Naast het streven naar naleving van de EU-Taxonomie (categorie 7.1 of categorie 7.7) voor alle nieuwbouwprojecten (zie deel 4.2.2.7 Informatieverschaffing Overeenkomstig Artikel 8 van Verordening (EU) 2020/852 (Taxonomieverordening)), streeft VGP, als onderdeel van zijn strategie voor ontwikkelingsprojecten zoals uiteengezet in de duurzaamheidsrichtlijnen, naar een milieucertificering voor al zijn nieuwe greenfield/brownfield bouw-, renovatie- en uitbreidingsprojecten:
VGP streeft naar een minimumniveau van "Excellent" (Uitstekend) (BREEAM) of "Gold" (Goud) (DGNB) voor 100% van zijn ontwikkelingsprojecten (met een certificering voor de bouw of renovatie). Aanvullende of hogere milieucertificeringen worden behaald wanneer dit relevant is voor de vastgoedverhuur- of investeringsmarkten. Naast het behalen van het "Excellent"- of "Gold"-niveau onder respectievelijk BREEAM en DGNB, moeten alle grote projecten een technische en economische haalbaarheidsstudie uitvoeren om het BREEAM "Outstanding"- of DGNB "Platinum"-niveau te behalen, afhankelijk van wat van toepassing is. Grote projecten die een dergelijke "Platinum"-certificering konden behalen, zijn onder andere gebouwen in VGP Park Laatzen, VGP Park München en VGP Park Brasov.
| Aantal ontwikkelingsprojecten dat betrokken is bij een milieucertificeringsproces voor gebouwen |
1453 |
|---|---|
| Aandeel van ontwikkelingsprojecten dat betrokken is bij een milieucertificeringsproces |
100% |
| Niveau | Groep | |
|---|---|---|
| "Outstanding" Uitmuntend | 1 | 7% |
| "Excellent" Uitstekend | 31 | 90% |
| "Very Good" Zeer Goed | 2 | 3% |
| "Good" Goed | — | — |
| "Acceptable & pass" Aanvaardbaar & geslaagd | — | — |
| Totaal | 34 | 100% |
3 113 Bestaande Ontwikkelingsprojecten zijn betrokken bij een milieucertificeringsproces voor gebouwen, terwijl dat aantal voor gebouwen in aanbouw 32 bedraagt. In december 2024 behaalden twee projecten in de Tsjechische Republiek en Roemenië respectievelijk BREEAM Nieuwbouw – Industrieel "Excellent" (Uitstekend) en "Outstanding" (Uitmuntend). Deze gebouwen worden gerapporteerd als "In Aanbouw", aangezien de bouwwerkzaamheden in januari 2025 zijn voltooid.
1 24 waaronder één project dat in de tweede helft van 2024 wordt opgeleverd.
2 97 waaronder één project dat in de tweede helft van 2024 wordt opgeleverd en twee projecten in de Tsjechische Republiek en Roemenië in aanbouw die in december 2024 respectievelijk BREEAM Nieuwbouw – Industrieel "Excellent" (Uitstekend) en "Outstanding" (Uitmuntend) hebben behaald.
Vooruitgang ten opzichte van klimaatgerelateerde doelstellingen zoals uiteengezet in het bijgewerkte KPI-blad inzake ESG-Strategie en wordt als zodanig meegenomen in de berekening van de beloningsregelingen van VGP. Voor meer gedetailleerde informatie verwijzen we naar deel Remuneratie rapport voor Integratie van duurzaamheidsprestaties in beloningsregelingen.
Ons Transitieplan voor Klimaatmitigatie volgt de 3 belangrijkste doelstellingen:
VGP kwam in 2021 met zijn eerste klimaatmitigatie-aanpak en netto-nul-doel, die kwantitatieve doelen omvatte voor de reductie van CO2-uitstoot en energieverbruik. Tussen 2020 en 2024 bereikte VGP een cumulatieve reductie van 29% van de energie-intensiteit en 38% van de koolstofintensiteit. In februari 2023 publiceerde VGP een bijgewerkte ESG-Strategie, inclusief zijn engagement om bij te dragen aan wereldwijde koolstofneutraliteit met nieuwe Science-Based net zero targets voor Scopes 1 en 2 en nieuwe emissiereductie doelen voor Scope 3-emissies die gealigneerd zijn met de Science Based targets.
Details van de belangrijkste CO2-reductiedoelstellingen van VGP, uitgaande van een referentiepunt voor 2020 (voor meer gedetailleerde informatie over de aanpassingen die zijn gemaakt aan het referentiepunt voor 2020, zie deel 4.2.1.1.2 Informatieverschaffing met betrekking tot specifieke omstandigheden (ESRS 2 BP-2)).
| Doel | Scope Basisjaar Type | Ambitie Doeljaar | SBTi gealigneerd |
SBTi goed gekeurd |
|||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Eigen activiteiten | 1 | 2020 | Absoluut | -50% | 2030 | Ja – 1.5°C | Yes |
| Eigen activiteiten | 2 | 2020 | Absoluut | -50% | 2030 | Ja – 1.5°C | Yes |
| Eigen activiteiten | 1 | 2020 | Absoluut | -90% | 2050 | Geen | Geen |
| Eigen activiteiten | 2 | 2020 | Absoluut | -90% | 2050 | Geen | Geen |
| Eigen activiteiten – netto nul |
1 | 2020 | Absoluut/restant neutraliseren |
-100% | 2025 | Ja – 1.5°C | Geen |
| Eigen activiteiten – netto nul |
2 | 2020 | Absoluut/restant neutraliseren |
-100% | 2025 | Ja – 1.5°C | Geen |
| Waarde-keten | 3 | 2020 | Absoluut | -25% | 2030 | Ja – ruim onder 2°C | Nee1 |


Scope 1 Scope 2 (marktgebaseerd)
Naast de reductiedoelstellingen en netto-nul-doelen van de Groep met betrekking tot Scope 1 en 2, streeft VGP ernaar om bij te dragen aan wereldwijde koolstofneutraliteit binnen zijn scope 3, met de uiteindelijke ambitie voor VGP om netto nul te bereiken. De scope 3-emissies zijn gebaseerd op drie hoofdcategorieën:
1 Aangezien VGP door SBTi is erkend als een KMO, zijn de Scope 3-emissiedoelstellingen niet in aanmerking genomen bij de beoordeling van de aanvraag van de Groep.
Om deze verplichtingen na te komen, heeft VGP ook zijn reeds bestaande subdoelstellingen voor CO2-reductie bevestigd, die nog steeds door de Groep worden gevolgd als hefbomen om zijn hoofddoelstellingen te bereiken:
| Naam van het doel | Bijbehorende scope |
Basis jaar |
Type | Ambitie | Doel jaar |
SBTi afgestemd |
SBTi goed gekeurd |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Scope 1 – Eigen activiteiten |
1 | 2020 | Intensiteit (kgCO2e/FTE) |
-50% | 2030 | Ja – 1.5°C | Ja |
| Scope 2 – Eigen activiteiten |
2 | 2020 | Intensiteit (kgCO2e/FTE) |
-50% | 2030 | Ja – 1.5°C | Ja |
| Scope 3 – Eigen kantoren en werknemers |
3 | 2020 | Intensiteit (kgCO2e/FTE) |
-50% | 2030 | Ja – ruim onder 2°C |
Nee1 |
| Scope 1 – Eigen activiteiten |
1 | 2020 | Intensiteit (kgCO2e/FTE) |
-90% | 2050 | No – 1.5°C | Nee |
| Scope 2 – Eigen activiteiten |
2 | 2020 | Intensiteit (kgCO2e/FTE) |
-90% | 2050 | No – 1.5°C | Nee |
| Scope 3 – Bouwactivitei-ten |
3 | 2020 | Intensiteit (kgCO2e/m²) |
-20% | 2030 | Ja – ruim onder 2°C |
Nee |
| Scope 3 – portefeuille in gebruik (2030) |
Gedeeltelijk 3 (cat. 13) |
2020 | Intensiteit (kgCO2e/m²) |
-55% | 2030 | Ja – ruim onder 2°C |
Nee1 |
| Scope 3 – portefeuille in gebruik (CCREM) |
3 | 2020 | Intensiteit (kgCO2e/m²) |
-90% | 2050 | Geen | Nee1 |
Voor elk van deze doelen en subdoelen:
Zie deel 4.2.1.1.2 Informatieverschaffing met betrekking tot specifieke omstandigheden voor meer gedetailleerde informatie over de aanpassingen die zijn uitgevoerd op het 2020 referentiepunt.
Scope 1- en 2-emissies zijn de emissies binnen de directe controle van VGP. Alle hieronder genoemde hefbomen en mitigatie-inspanningen zorgen ervoor dat het businessmodel van VGP compatibel is met de transitie naar een duurzame economie, met Scope 1- en Scope 2-emissies in lijn met de 1,5°C-trajecten die zijn vastgelegd in het Akkoord van Parijs en met de doelstelling om tegen 2050 wereldwijd klimaatneutraal te zijn.
De onderstaande figuur geeft een gedetailleerd overzicht van de hefbomen en hun bijbehorende gewicht voor de 2030 Scopes 1- en 2-doelstelling om de broeikasgasemissies met -50% te verminderen ten opzichte van een 2020 referentiepunt.

VGP Park Roosendaal
1 Aangezien VGP door SBTi is erkend als een KMO, zijn de Scope 3-emissiedoelstellingen niet in aanmerking genomen bij de beoordeling van de aanvraag van de Groep.
2 verschillende categorieën vertegenwoordigen meer dan 90% van de totale Scope 3-emissies:
Downstream verhuurde activa (energieverbruik huurder) Scope 3-emissies binnen Downstream verhuurde activa worden voornamelijk veroorzaakt door het verbruik van elektriciteit en aardgas en het lekken van koelvloeistoffen op activaniveau:
— Met betrekking tot emissies door aardgasverbruik streeft VGP ernaar om gasketels geleidelijk uit te faseren waar dit technisch haalbaar en efficiënt is en deze te vervangen door luchtwarmtepompen. Waar het niet mogelijk is om de gasketel te vervangen, moet de reductiedoelstelling van de energie-intensiteit van de Groep van -40% in 2030 ten opzichte van 2020 in kWh m² nog steeds helpen bij het realiseren van de reductie van deze emissies (via andere maatregelen);
De energievraag van VGP-activa beperken door een energie-intensiteitsreductiedoelstelling van -40% in 2030 ten opzichte van 2020 in kWh/m2;
Voor het resterende elektriciteitsverbruik:
het contract met het nutsbedrijf streeft De Groep ernaar om over te stappen naar 100% hernieuwbare energiebronnen, hetzij via directe inkoop zoals Stroomaankoopovereenkomsten ("power purchasing agreements", afgekort "PPA's") of gedekt door Garanties van Oorsprong ("Guarantees of Origin").
– Sinds begin 2023 vereisen nieuwe huurderscontracten de aankoop van groene elektriciteit en 30% van de sindsdien ondertekende huurcontracten deze vereiste ingebouwd op december 2024.
Voor de bovenstaande aannames zal VGP vertrouwen op de volgende hefbomen om hun realisatie te garanderen: groene huurcontracten (bijgewerkt in 2023), die een verzoek bevatten om alleen 100% hernieuwbare energie in te kopen, focus op energie-efficiëntie en de inzet van submetingsystemen om de impact van de energie-efficiëntieacties van de huurders op de voet te volgen. EU-richtlijnen voor energie-efficiëntie en lokale regelgevingen voor energie-efficiëntie in gebouwen zullen ook de verbeteringen van de gemiddelde energie-intensiteit van huurders ondersteunen.
Ontwikkelingen (Categorie 1): Emissies worden verminderd door de implementatie van richtlijnen voor koolstofarme bouw voor nieuwe ontwikkelingsprojecten. De richtlijnen vereisen een reductie van de ingebedde koolstofprestaties van ontwikkelingsprojecten, door het gebruik van koolstofarme materialen of

materialen van biologische oorsprong. Bovendien helpt het gebruik van een Intern Koolstofprijsbepalingsmechanisme voor nieuwe Ontwikkelingen de Groep bij de beoordeling van alternatieven voor koolstofarmere bouwmaterialen (zie ook deel 4.2.2.2.11 Interne Koolstofprijsbepaling).
| Naam van het doel |
Activiteit | CAPEX-vereisten (€ miljoen) |
Details |
|---|---|---|---|
| Scope 1 – Eigen activiteiten |
n.v.t. | n.v.t. | Geen investeringen in eigen activiteiten vereist (bijv. wagenpark niet in eigendom maar uitgevoerd op leasebasis) |
| Scope 2 – Eigen activiteiten |
n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. |
| Scope 3 – Eigen kantoren en werknemers |
n.v.t. | n.v.t. | Geen investeringen in eigen activiteiten nodig (bijv. meestal geboekt als opex) |
| Scope 3 – Portefeuille in gebruik |
PV uitrol | ca. € 67 miljoen | Gebaseerd op de activering van de momenteel geïdentificeerde pijplijn van 90 MWp fotovoltaïsche projecten. Verwachte productie van 266 GWh, gelijk aan circa 100% van het elektriciteitsverbruik van de huurder. |
| Scope 3 – Portefeuille in gebruik |
BESS uitrol | ca. € 22 miljoen | Momenteel wordt 90,7MWh 'Battery Energy Storage System' (BESS)-capaciteit verwacht. |
| Scope 3 – Portefeuille in gebruik |
Investeringen in warmtepompen |
ca. € 82 million | 3,8 miljoen m² BVO nog te converteren (wanneer economisch haalbaar) |
| Scope 3 – Portefeuille in gebruik |
Investeringen in BESS het vermogen van de Groep om zelfverbruik van groene stroom mogelijk te maken. |
ca. € 92 million | Investeringen overlappen met uitrol van PV |
| Scope 3 – Portefeuille in gebruik |
Overschakelen op LED verlichting |
€ 300.000 – 500.000 (grotendeels voltooid) |
Omschakeling in meeste landen voltooid; investeringen worden momenteel uitgevoerd in Slovakije, Hongarije en de Tsjechische Republiek; Roemenië (ROMTIM) volgt nog (naar verwachting € 350.000) |
| Scope 3 – Bouwactiviteiten |
Circulaire economie ontwerpen bij de bouw van nieuwe gebouwen |
Beperkte stijging van de bouwkosten |
De doelstellingen voor ingebedde koolstof en andere milieudoelstellingen voor ontwikkelingsprojecten zouden slechts tot een minimale stijging van de bouwkosten moeten leiden, op voorwaarde dat de beschikbaarheid op de markt blijft toenemen. |
Binnen de CO2-voetafdruk van VGP kunnen de gebouwen die apparatuur of activa volgen en hun gerelateerde broeikasgasemissies vastgelegde broeikasgasemissies vertegenwoordigen:
— ICE-HEV: Recent aangeschafte hybride auto's of auto's met verbrandingsmotor: geen
Het transitieplan van VGP is volledig afgestemd op de gedelegeerde handeling met betrekking tot klimaatmitigatie binnen de EU-Taxonomieverordening. Aangezien de technische vereisten van de EU-Taxonomie voor de afstemming van activa voornamelijk verband houden met de verbetering van de energieprestaties van de gebouwen, zullen de geïdentifi ceerde hefbomen en de bijbehorende CAPEX bijdragen aan de verbetering van de afstemming van de economische activiteiten van VGP.
VGP is niet uitgesloten van de EU-benchmarks van Parijs (PAB's) omdat de bedrijfsactiviteiten van VGP niet onder een van de uitgesloten activiteiten vallen.
De duurzaamheidsaanpak is volledig ingebed in de belangrijkste processen van VGP, in lijn met de strategische prioriteiten en operationele aandachtspunten van de Groep. Relevante managementprocessen zijn opgezet in elke fase van de bedrijfscyclus, samen met passende KPI's. Zie hieronder een uittreksel uit het Strategiediagram van de Groep met de focus op de ESG-elementen in de waardeketen.
VGP Park Berlin

| Land | Concept en ontwerp |
Constructie | Verhuur | Portefeuille | Aanvullende diensten |
|---|---|---|---|---|---|
| Duurzaamheidsaanpak | |||||
| Aankoop van grondstukken in overeenstemming met EU-taxonomievereisten (bijv. bouwland) |
Luchtwarmte-pompen, slimme meters, watermanagement en klimaatrisico maatregelen standaard geïntegreerd in VGP Building Standard |
Doel: 70%+ recyclen tijdens het bouwproces Werken met interne koolstofprijzen om circulaire bouwmaterialen te promoten Leveranciers moeten zich houden aan de gedragscode |
Nieuwe leasecontracten vereisen de inkoop van hernieuwbare energie |
ESG-gegevens openbaar maken en bespreken Prestatiebeoordeling en ESG-optimalisatie van de portefeuille (bijv. LED-beleggingen) Biodiversiteits initiatieven Hernieuwbare energie aanbod |
Installatie van fotovoltaïsche panelen indien/waar mogelijk Batterij-investeringen die verder moeten worden uitgerold om het eigenverbruik te verbeteren EV-oplaad-infrastructuur |
| KPI's | |||||
| % van EU Taxonomy CRA analyses voltooid voor afgerondde en nieuwe land acquisities |
% van de portefeuille uitgerust met warmtepompen % slimme meters % geïmplementeerde CRA-maatregelen |
% van afvalrecycling % leveranciers dat zich aan de gedragscode houdt |
% nieuwe huurovereenkomsten met groene clausule |
% openbaarmaking van ESG-gegevens % parken met biodiversi teitsmaatregelen % LED |
MWp geïnstalleerd EV opladers geïnstalleerd |
| Ontwikkeling | Investering | Hernieuwbare energie |
Naast het remuneratiebeleid zorgen jaarlijkse opleidingen op Groepsniveau en op land- en productniveau voor begrip van de doelstellingen en vereisten van de Groep.
De inhoud van het transitieplan werd voorgesteld en formeel goedgekeurd door het EM en de BoD van VGP in 2024. Eventuele wijzigingen in de doelen van de Groep of in de belangrijkste onderdelen van het transitieplan moeten worden gevalideerd door het EM, in lijn met de duurzaamheidsgovernance door de bestuurs-, leidinggevende en toezichthoudende organen zoals beschreven in deel 4.2.1.2.1 Samenstelling van de bestuurs-, leidinggevende en toezichthoudende organen en hun toegang tot deskundigheid en vaardigheden wat betreft duurzaamheidsthema's
Zie delen 4.2.1.4.1 Beschrijving van de processen om materiële impacts, risico's en kansen in kaart te brengen en te analyseren en Risicofactoren in het Verslag van de Raad van Bestuur, respectievelijk voor meer gedetailleerde informatie over de dubbele materialiteitsanalyse en het proces voor het in kaart brengen van risico's.
Zoals uitgelegd in 4.2.1.3.1 Strategie, businessmodel en waardeketen en deel 4.2.1.3.3 Materiële impacts, risico's en kansen en de wisselwerking daarvan met strategie en businessmodel, zijn overwegingen met betrekking tot de reductie van de CO2-uitstoot van de Groep rechtstreeks geïntegreerd in het businessmodel en het stappenplan voor duurzaamheid van VGP.
Zie delen 4.2.1.4.1 Beschrijving van de processen om materiële impacts, risico's en kansen in kaart te brengen en te analyseren (ESRS 2 IRO-1) en Risicofactoren in het Verslag van de Raad van Bestuur, respectievelijk voor meer gedetailleerde informatie over de dubbele materialiteitsanalyse en het proces voor het in kaart brengen van risico's.
Zie ook deel 4.2.2.2.12 Verwachte financiële gevolgen van materiële fysieke en transitierisico's en potentiële klimaatkansen voor specifieke details over klimaatgerelateerde impacts, risico's en kansen.

VGP Park Olomouc
Het beleid om materiële impacts, risico's en kansen met betrekking tot de klimaatmitigatie en -adaptatie te beheren, is opgenomen in onderstaande tabel:
| Beleid | Beschrijving van de belangrijkste inhoud van het beleid |
Beschrijving van de reikwijdte van het beleid of van de uitsluitingen |
Beschrijving van het hoogste niveau in de organisatie dat verantwoorde- lijk is voor de implementatie van het beleid |
Bekendmaking van normen of initiatieven van derden die worden nageleefd door implementatie van het beleid |
Beschrijving van de mate waarin rekening wordt gehouden met de belangen van de belangrijkste stakeholders bij het bepalen van het beleid |
Uitleg over hoe het beleid beschikbaar wordt gesteld aan mogelijk betrokken stakeholders en stakeholders die het beleid moeten implementeren |
|---|---|---|---|---|---|---|
| Energie efficiëntiebeleid |
Uitleg van de doelstellingen en doelen, operationele follow-up, budgetbegelei ding, dashboards |
Bestaande activa van de Groep |
Uitvoerend Management | Gebaseerd op ISO 14001 en ISO 50001 |
Betrokken stakeholders: Duurzaamheidsteam van de Groep, technisch projectmanagement, faciliteitenbeheer |
Het beleid is alleen bedoeld voor interne doeleinden |
| Autobeleid | Uitleg over de richtlijnen en overwegingen bij het selecteren van een bedrijfswagen |
Alle werknemers van VGP, management en individuele contractanten die op vaste basis voor VGP werken |
Uitvoerend Management | — | Betrokken stakeholders: Duurzaamheidsteam van de Groep, Afdeling Financiën |
Het beleid is voor interne doeleinden en wordt beschikbaar gesteld aan het lokale landenmanagement. |
| Beleid zakenreizen |
Uitleg van de richtlijnen en overwegingen tijdens de reisselectie |
Alle werknemers van VGP, management en individuele |
Uitvoerend Management | — | Duurzaamheidsteam van de Groep, | Het beleid is voor interne doeleinden en maakt deel uit van het inwerkpakket en de inwerksessie |
| Beleid voor hernieuwbare energie |
De activiteiten van VGP Hernieuwbare energie uiteenzetten, het aanbod van groene energie en de financiering ervan toelichten |
Bestaande activa van de groep, groepen huurders en klanten van VGP Renewable Energy |
Uitvoerend Management | — | Betrokken stakeholders: Duurzaamheidsteam van de Groep, technisch projectmanagement, facilitair management VGP Renewable Energy Team |
Het beleid is voor interne doeleinden en (potentiële) klanten van VGP Renewable Energy. |
| Handvest Zorgzaam Bouwen |
Uitleg van een reeks richtlijnen die de negatieve impact van bouwactiviteiten op de lokale gemeenschap, het milieu en het projectpersoneel moeten beperken |
Alle VGP-bouwsites | Uitvoerend Management | — | Betrokken stakeholders: Duurzaamheidsteam van de Groep, technisch projectmanagement, contractanten en leveranciers |
Het beleid is voor interne doeleinden en wordt beschikbaar gesteld aan actieve contractanten en leveranciers op de VGP-bouwsites. |
| Beleid inzake groene huurcon tracten Duur zaamheidsteam van de Groep |
Bevat de clausules waarop VGP vertrouwt om huurders te betrekken bij de vermindering van hun energieverbruik en de daarmee broeikasgasemissies (naast andere thema's) |
Groep | Uitvoerend Management | Hernieuwbare Energie Richtlijn (EU) 2018/2001 (RED II) |
Betrokken stakeholders: Duurzaamheidsteam van de Groep, juridische afdeling, commerciële landenteams |
Het ontwerp van groen huurcontract wordt systematisch gedeeld met huurders bij elke nieuwe deal. |
Meer details over de klimaatadaptiestrategie van de Groep worden gegeven in deel 4.2.2.7.6 Aandeel van afgestemde activiteiten van VGP.
De maatregelen en middelen wat betreft beleid ten aanzien van klimaatverandering worden opgesomd in de onderstaande tabel:
| Beleid | Belangrijkste acties | Scope | Tijdshorizon | Jaar van voltooiing |
Beschrijving | Vooruitgang | Toegewezen middelen |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Energie efficiëntiebeleid |
Energie-intensiteit verminderen Gasketels verwijderen en vervangen door warmtepompen Hernieuwbare energie op site verhogen |
Bestaande Groepsportefeuille |
2020-2030 | 2030 | Alle bestaande activa van VGP hebben een specifiek plan op lange termijn om ze te begeleiden naar de doelstellingen van de Groep |
De Groep heeft al haar energieplannen op lange ter mijn in 2024 bijgewerkt om zijn nieuwe ambitie op het gebied van energie-intensiteit weer te geven. Live dashboards beschikbaar binnen de vennootschap om de voortgang op elk moment te volgen (Deepki) |
Duurzaamheidsteam van de Groep en Faciliteitenbeheer-teams |
| Autobeleid | Uitstoot van wagenpark verminderen |
Wagenpark van VGP |
Doorlopend | — | Alle auto's in het wagenpark moeten worden ingeruild voor een hybride of een volledig elektrische auto, wat leidt tot min der scope 1- en scope 2-emissies. |
Een aanzienlijk deel van het wagenpark is nu hybride of volledig elektrisch |
Financiële afdeling verantwoordelijk voor vlootselectie en Duurzaamheidsteam |
| Beleid zakenreizen |
Uitstoot door zakenreizen verminderen |
Alle zakenreizen | Doorlopend | — | Meer bewuste reiskeuzes zullen leiden tot een reductie in scope 3 reisemissies |
Alle werknemers zijn zich bewust van de ambitie en boeken waar mogelijk tickets met CO2-compensatie. Er wordt volledig gerapporteerd over de reisemissies |
Duurzaamheidsteam |
| Beleid voor hernieuwbare energie |
Uitstoot verminderen van niet groen energieverbruik |
Huurders van bestaande activa van VGP en klanten van VGP voor hernieuwbare energie |
Doorlopend | — | Alle huurders kunnen na verloop van tijd worden bediend door de energie van VGP Renewable Energy. |
VGP heeft de afgelopen jaren evenveel energie gepro duceerd als verbruikt in de bestaande portefeuille en er zijn ook stappen gezet naar een betere toewijzing van de energie door de erkende status als gereguleer de energieleverancier. |
Duurzaamheidsteam, Technisch projectmanagement team, faciliteiten beheerteam VGP Renewable Energy Team |
| Handvest Zorgzaam Bouwen |
Vermindering van emissies op bouwplaatsen |
Alle VGP bouwsites |
Doorlopend | — | Alle VGP-bouwsites hebben milieukwesties geïdentificeerd, beheerd en gepromoot. |
Alle VGP-bouwplaatsen hebben milieukwesties geïdentificeerd, beheerd en bevorderd |
Bouwteams, duurzaamheidsteam en leveranciers |
| Beleid inzake groene huurcontracten |
De milieuvereisten met onze huurders beheren |
Bestaande Groepsportefeuille |
2020–2030 | Permanent | De groene huurcontracten hebben betrek king op de belangrijkste milieuonderwer pen die van belang zijn voor de Groep |
Groene huurcontracten en de nieuwe versies ervan worden jaar na jaar geïmplementeerd bij alle onderte kende huurcontracten |
Duurzaamheidsteam Juridische Commerciële teams |
Sinds 2021 stimuleert de Groep huurcontracten waarin afspraken zijn opgenomen over ESG-prestaties tijdens de exploitatiefase door middel van een reeks eisen, waaronder inrichtings-, exploitatie- en rapportage-eisen. De aanpak, die toen louter gebaseerd was op dialoog, informatie en het delen van beste praktijken, moedigt de huurders aan om een rol te spelen in de milieuprestaties van de activa die ze innemen. Deze eerste versies van groene huurcontracten hebben betrekking op de aspecten die het meest relevant zijn voor het verbeteren van het milieugedrag en de milieuprestaties van huurders, zoals de toezegging om gegevens over energieverbruik te delen, de toezegging om na te gaan hoe de energie-effi ciëntie kan worden verbeterd en hoe de net-afhankelijkheid kan worden verminderd door middel van fotovoltaïsche ontwikkelingen, en de intentie om maatregelen te bespreken om energie en water te besparen en afval te sorteren.
In 2023 werd de groene huurcontractclausule geactualiseerd om een 'donkergroene' overeenkomst te creëren die, naast de al bestaande clausules op basis van dialoog, een vereiste bevat om alleen 100% hernieuwbare energie in te kopen. Alleen als het voor de huurder 'redelijkerwijs niet mogelijk' is om dergelijke hernieuwbare energie in te kopen, kunnen alternatieve bronnen worden ingekocht.
De onderstaande tabel toont de penetratiegraad van het lichtere groene huurcontract dat sinds 2021 in omloop is en de laatst van toepassing zijnde donkerder groene huurversie voor alle activa van de Groep, zowel voor de bestaande activa als voor pijplijnprojecten. De penetratiegraad van groene huurcontracten ondertekend in 2024 is 99% voor de hele Groep.
| Lichtgroene huurclau sule (alleen info delen en beste inspanningen) |
Donkergroen (incl. verzoek om inkoop groene energie) |
Geen groene clausule |
|
|---|---|---|---|
| Aantal ondertekende huurcontracten in 2024 | 19 | 41 | 2 |
| % gecommitteerde geannualiseerde huurinkomsten ondertekend gedurende het jaar | 25% | 74% | 1% |
| % van het totaal gecommitteerde geannualiseerde huurinkomsten op jaareinde | 25% | 14% | 61% |
Het belangrijkste doel van de klimaatadaptatiestrategie van de Groep is de volgende:
100% van de blootgestelde activa van VGP om risicobeperkende maatregelen te implementeren tegen 2030. Meer details over de klimaatadaptatiestrategie van de Groep worden gegeven in deel 4.2.2.7.4 Aandeel van afgestemde Activiteiten van VGP. De belangrijkste doelen met betrekking tot klimaatmitigatie worden voorgesteld in deel 4.2.2.2.2 Transitieplan voor klimaatmitigatie. Aanvullende details over de subdoelen van de Groep met betrekking tot klimaatmitigatie worden hieronder voorgesteld.
Het ingebed kader is gebaseerd op de volgende drie principes:
— oplossingen voor de circulaire economie.
De Koolstofreferentiebeprijzing wordt gebruikt op basis van een 'mark-to-market'-referentieprijs1 en stelt de Groep in staat om de economische implicaties of afwegingen te beoordelen voor zaken als risico-impact, netto contante waarde van nieuwe projecten en de kosten-batenverhouding van verschillende ontwerpalternatieven en -initiatieven.
VGP streeft ernaar om de ingebedde CO2-uitstoot van bouwactiviteiten op een breed gebied aanzienlijk te verminderen. Concreet betekent het verminderen van de koolstofi ntensiteit met 20% tussen 2020 en 2030 een daling van gemiddeld 1.828 kg CO2 eq/m² gebouwd in 2020 naar gemiddeld 1.462 kgCO2 eq/m² op basis van een vergelijkbaar volume vierkante meters opgeleverd tegen het einde van 2030. Om de impact van acties die nodig zijn om vooruitgang te boeken beter te kunnen volgen, heeft de groep de koolstofi mpact van materiaalkeuzes gestandaardiseerd en een koolstofprijsmechanisme in de bouwfase geïmplementeerd. Uit een vergelijking van de ingebedde koolstof die wordt verkregen door levenscyclusanalyses (LCA's) die zijn uitgevoerd door consultants als onderdeel van BREEAM-studies in verschillende landen, is gebleken dat de LCA-richtlijnen van BREEAM in elk land anders worden geïmplementeerd, waardoor het moeilijk is om prestaties te vergelijken. Aangezien de Groep een uniforme bouwnorm hanteert, wordt in de berekening meer gewicht toegekend aan specifi eke verbeteringsmaatregelen om de hoeveelheid ingebedde koolstoff en te verminderen, waarbij zoveel mogelijk

VGP Park Timisoara, solar panels
rekening wordt gehouden met locatiespecifi eke omstandigheden. Rekening houdend met EU-richtlijnen heeft de Groep de levensduur in de berekeningen verlengd van 20 jaar naar 50 jaar2. Dit heeft geresulteerd in hogere operationele koolstof en vervangingskoolstof voor materialen die een kortere levensduur hebben dan de veronderstelde levensduur van het gebouw.
Met betrekking tot de ingebedde koolstof van wieg tot graf, zonder operationele koolstof, moedigt het kader bepaalde verbeteringen aan, bijvoorbeeld een draagstructuur gebouwd van houten balken of kolommen (gegroeid uit verantwoorde bosbouw), gebruik van groen staal of Ecopact-beton als bouwmateriaal om de impact van bouwmaterialen te verminderen, of specifi eke initiatieven voor hernieuwbare energie om de operationele koolstof tijdens de levensduur te verminderen.
Wat operationele koolstof betreft, beginnen de eco-effi ciëntiemaatregelen die nu standaard zijn ingevoerd eff ect te sorteren, waardoor de operationele koolstofi ntensiteit sinds 2020 met 18,1% is gedaald. Met de volledige implementatie van luchtwarmtepompen en fotovoltaïsche installaties zal de Groep in staat zijn om een vermindering van 20% te bereiken in de ingebedde koolstofi ntensiteit tegen 2030.

1 Afgestemd op EU-ETS per december 2024 Eur71,14/tCO2
2 Europese Commissie. (n.d.). "Niveau(s) – Europees Kader voor duurzame gebouwen". Beschikbaar op: https://environment.ec.europa.eu/topics/circular-economy/levels_en
| Totale ingebedde koolstof van geleverde projecten – uitgaande van 50 jaar operationeel gebruik (tCO2) |
2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | Verandering sinds 2020 (%) |
|---|---|---|---|---|---|---|
| Operationele koolstof | 826.012 | 963.411 1.749.203 | 859.745 | 743.845 | -9,90% | |
| Cradle-to-Grave Opgenomen koolstof (zonder operationele koolstof) | 144.520 | 176.730 | 313.653 | 173.071 | 158.740 | 9,80% |
| Opgenomen koolstof | 970.532 1.140.141 2.062.856 1.032.816 | 902.584 | -7,00% | |||
| Opgenomen koolstofintensiteit (kgCO2/m² geleverd) | ||||||
| Operationele koolstof | 1.556 | 1.478 | 1.521 | 1.342 | 1.274 | -18,10% |
| Cradle-to-Grave Opgenomen koolstof (zonder operationele koolstof) | 272 | 271 | 273 | 270 | 272 | -0,10% |
| Opgenomen koolstof | 1.828 | 1.749 | 1.794 | 1.612 | 1.546 | -15,40% |
| Categorieën | Toelichting | Totaal opgenomen koolstof (tCO2) |
Koolstofintensiteit (kgCO2/m²) |
|
|---|---|---|---|---|
| A1-A3 | grondstoffen winnen, naar fabriek transporteren, bouwmaterialen produceren | 119.908 | 205 | |
| A4-A5 | transport van materialen, bouwactiviteit | 11.095 | 19 | |
| B1 | gebruik van het gebouw (over een periode van 50 jaar) | 743.845 | 1.274 | |
| B4 | impact van materialen die tijdens de levensduur worden vervangen | 26.277 | 45 | |
| C1 | afbraak | 1.460 | 3 | |
| Totaal | 902.584 | 1.546 | ||
| waarvan: | operationele koolstof | 743.845 | 1.274 | |
| Cradle-to-Grave Opgenomen koolstof (zonder operationele koolstof) | 158.740 | 272 |

De strategie om de emissies van de activiteiten van huurders te verminderen is gebaseerd op onze groene huurcontracten en ons beleid voor energiebeheer en hernieuwbare energie op basis van de volgende pijlers:



Groene huurovereenkomsten – jaarlijkse evaluatie van verbruik en efficiëntieverbetering
Warmtepompen installeren in plaats van verwarming op gas
Hernieuwbare energie aanbieden via fotovoltaïsche installaties die op het dak gemonteerd zijn
De verbeteringen op activaniveau worden verder gecontroleerd en beoordeeld met behulp van de CRREM-tool.
De Carbon Risk Real Estate Monitor ("CRREM"), een door de EU gefinancierd onderzoeksproject dat in 2018 is opgezet, helpt eigenaars van vastgoed zoals VGP inzicht te krijgen in de financiële risico's voor onze portefeuille in relatie tot verschillende decarbonisatiescenario's.
Sinds 2021 voert VGP jaarlijks een CRREM-analyse uit van zijn gehele portefeuille om inzicht te krijgen in het strandingsprofiel van de verschillende deelportefeuilles in de verschillende landen en om verbeteringsscenario's te analyseren, waaronder energie-efficiëntie-operaties, omschakeling naar elektrische verwarming (warmtepompen) in plaats van verwarming op gas en optimalisatie van investeringen in faciliteiten voor de productie van hernieuwbare energie.
De laatste CRREM beoordeling zoals uitgevoerd in 2025 was gebaseerd op de volgende aannames:
Op basis van de gerapporteerde gegevens over BJ2024 van de nutsbedrijven ligt 17% van de portefeuille boven het traject tot 2050, met een verwachte stranding van de portefuille in 2037 (vergeleken met 2029 gerapporteerd in 2023).
Drie portefeuilleverbeteringen met effect op het strandingsjaar werden nader geanalyseerd:
| Asset level | gebaseerd op werkelijk energie verbruik FY 2024 |
Huidige fotovol taïsche pijplijn operationeel |
Overschakelen op luchtwarm tepompen |
Donkergroene leaseclausule |
Combinatie van geïdentificeerde maatregelen |
|
|---|---|---|---|---|---|---|
| Gebouw niveau | ||||||
| Gestrand | 6,6% | 4,2% | 5,1% | — | — | |
| 2025–2029 | 4,0% | 3,8% | 0,4% | 2,4% | — | |
| 2030–2034 | 15,0% | 10,0% | 5,2% | 8,5% | — | |
| 2035–2039 | 28,6% | 32,3% | 15,5% | 29,5% | — | |
| na 2040 | 45,8% | 49,7% | 73,8% | 59,6% | 100% | |
| Portefeuille niveau | ||||||
| Dec 2023 portfolio | 2029 | 2033 | n.v.t. | 2039 | 1.5°C-conform | |
| Dec 2024 portfolio | 2037 | 2038 | 2044 | 2039 | 1.5°C-conform |
Gemiddelde portefeuille koolstof intensiteit t.o.v. Parijs Doelstellingen

Portefeuille koolstof intensiteit met retrofits 1.5°C – doelstelling
De gegevens over energieverbruik en CO2-uitstoot werden gecontroleerd op kwaliteit en de onderstaande berekeningen van CO2-uitstoot werden gevalideerd door een derde, SouthPole/ CO2 Logic, op basis van het GHG-protocol en in overeenstemming met ISO 14064.
De volgende tabellen geven het energieverbruik en de energiemix van de Groep weer.
| Totaal energieverbruik (MWh en %) | |||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| 2024 Totaal | VGP | Huurdersportefeuille | |||||||
| eigen kanto ren |
Industrieel: niet-gekoeld magazijn |
Industrieel: gekoeld magazijn |
Indus trieel: productie |
Kantoren: laagbouw |
Parkeren (binnen) |
||||
| Waarvan aardgas | 83 | 31.668 | 9.332 | 22.393 | n.v.t. | n.v.t. | 63.476 | ||
| Waarvan elektriciteit | 515 | 96.897 | 30.544 | 135.361 | 538 | 465 | 264.321 | ||
| Waarvan stadsverwarming | 58 | 520 | n.v.t. | 504 | n.v.t. | n.v.t. | 1.081 | ||
| Waarvan productie op site (%) | — | 3% | 5% | — | 10% | — | 2% | ||
| Waarvan aankoop buiten site (%) |
100% | 97% | 95% | 100% | 90% | 100% | 98% | ||
| 2024 'like-for-like' (MWh) | 464 | 37.202 | 13.176 | 117.813 | — | — | 165.959 | ||
| Waarvan aardgas | 56 | 13.839 | 2.867 | 12.539 | n.v.t. | n.v.t. | 29.301 | ||
| Waarvan elektriciteit | 397 | 23.130 | 10.309 | 105.274 | — | — | 136.414 | ||
| Waarvan stadsverwarming | 11 | 233 | n.v.t. | — | n.v.t. | n.v.t. | 244 | ||
| 2023 'like-for-like' (MWh) | 465 | 33.628 | 10.540 | 114.696 | — | — | 159.328 | ||
| Waarvan aardgas | 64 | 13.280 | 3.618 | 13.182 | n.v.t. | n.v.t. | 30.144 | ||
| Waarvan elektriciteit | 383 | 20.133 | 6.922 | 101.514 | — | — | 128.951 | ||
| Waarvan stadsverwarming | 18 | 215 | n.v.t. | — | n.v.t. | n.v.t. | 233 | ||
| 2024/2023 verandering (%) | — | 7% | 7% | 3% | n.v.t. | n.v.t. | 4% | ||
| Waarvan aardgas | -13% | 4% | -21% | -5% | n.v.t. | n.v.t. | -3% | ||
| Waarvan elektriciteit | 4% | 9% | 22% | 4% | n.v.t. | n.v.t. | 6% | ||
| Waarvan stadsverwarming | -39% | 9% | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | 5% |
Bruto energie-efficiëntie van bestaande activa, per gebied per segment – BJ2024 Verbruik van nutsvoorzieningen in portefeuille (opgesplitst volgens GRESB)
| Eigendom beroepsgebruik (GRESB) |
portfolio | Staande en voltooide | Elektriciteitsverbruik (kWh/m²) |
Brandstofverbruik (kWh/m²) |
|||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Aantal gebou wen |
Bruto Vloer oppervlakte (m²) |
Gemiddelde Mediaan Gemiddelde Mediaan | |||||
| Industrieel: Distributie-magazijn: Niet-Gekoeld Magazijn |
134 | 3.120.000 | 31,1 | 20,5 | 10,2 | 15,5 | |
| Industrieel: Distributie-magazijn: Gekoeld Magazijn |
20 | 463.000 | 66,0 | 73,2 | 20,2 | 14,3 | |
| Industrieel: Productie | 63 | 1.458.000 | 93,1 | 29,0 | 15,4 | 22,2 | |
| Kantoor: Zakelijk: Laagbouw Kantoor | 2 | 15.000 | 35,9 | 4,8 | n.v.t. | n.v.t. | |
| Overige: Parkeren (Overdekt) | 4 | 95.000 | 4,9 | 37,7 | n.v.t. | n.v.t. | |
| Totaal | 223 | 5.151.000 | 51,3 | 25,6 | 12,6 | 16,1 |
Verbruik van nutsvoorzieningen in portefeuille (opgesplitst volgens GRESB)
| Eigendom beroepsgebruik (GRESB) |
portfolio | Staande en voltooide | Elektriciteitsverbruik (kWh/m²) |
Brandstofverbruik (kWh/m²) |
|||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Aantal Bruto Vloer gebou oppervlakte wen (m²) |
Gemiddelde Mediaan Gemiddelde Mediaan | ||||||
| Industrieel: Distributie-magazijn: Niet-Gekoeld Magazijn |
120 | 2.684.000 | 19,7 | 16,3 | 9,3 | 11,5 | |
| Industrieel: Distributie-magazijn: Gekoeld Magazijn |
18 | 395.000 | 70,6 | 74,9 | 14,7 | 16,0 | |
| Industrieel: Productie | 60 | 1.401.000 | 107,7 | 41,8 | 16,2 | 22,2 | |
| Kantoor: Zakelijk: Laagbouw Kantoor | 2 | 15.000 | 36,1 | 7,9 | n.v.t. | n.v.t. | |
| Overige: Parkeren (Overdekt) | 3 | 56.000 | 8,3 | 38,2 | n.v.t. | n.v.t. | |
| Totaal | 203 | 4.551.000 | 51,1 | 20,1 | 11,9 | 15,8 |
De energie-efficiëntie hieronder wordt berekend op basis van de energie die uiteindelijk van het net wordt afgenomen. Zelf verbruikte energie van ter plaatse opgewekte productie is uitgesloten.
| VGP | Totaal | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| eigen kanto ren |
Industrieel: niet-gekoeld magazijn |
Industrieel: gekoeld magazijn |
Indus trieel: productie |
Kantoren: laagbouw |
Parkeren (binnen) |
||
| 2024 totaal | 85 | 47 | 96 | 113 | 32 | 8 | 63 |
| 2024 like-for-like | 76 | 32 | 66 | 194 | n.v.t. | n.v.t. | 87 |
| 2023 like-for-like | 76 | 30 | 61 | 189 | n.v.t. | n.v.t. | 84 |
| 2024/2023 verandering (%) | — | 7% | 7% | 3% | n.v.t. | n.v.t. | 4% |
| Land | Oostenrijk Tsjechische Republiek | Spanje | Duitsland | Hongarije | Italië | Letland | Nederland | Portugal | Roemenië | Servië | Slowakije | Totaal | |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Staande en voltooide portfolio | 3 | 50 | 20 | 91 | 13 | 7 | 4 | 6 | 3 | 15 | 1 | 10 | 223 |
| Gegevensdekking | 0% | 99% | 86% | 70% | 67% | 100% | 100% | 100% | 100% | 100% | 100% | 100% | 82% |
| Industrieel: niet-gekoeld magazijn | |||||||||||||
| Energie intensiteit (kWh/m²) | 42 | 29 | 37 | 44 | 35 | 42 | 55 | 20 | 33 | 58 | n.v.t. | 36 | 41 |
| Koolstof intensiteit (kg CO2 eq/m²) | 5 | 3 | 0 | 9 | 7 | 11 | 6 | 4 | — | 3 | n.v.t. | 2 | 6 |
| Industrieel: gekoeld magazijn | |||||||||||||
| Energie intensiteit (kWh/m²) | n.v.t. | 116 | 99 | 77 | 86 | n.v.t. | n.v.t. | 81 | n.v.t. | 87 | 97 | n.v.t. | 86 |
| Koolstof intensiteit (kg CO2 eq/m²) | n.v.t. | 16 | — | 22 | 16 | n.v.t. | n.v.t. | 5 | n.v.t. | 4 | 74 | n.v.t. | 21 |
| Industrieel: productie | |||||||||||||
| Energie intensiteit (kWh/m²) | 82 | 236 | 57 | 39 | 73 | n.v.t. | 64 | n.v.t. | n.v.t. | 80 | n.v.t. | 97 | 109 |
| Koolstof intensiteit (kg CO2 eq/m²) | 12 | 7 | 3 | 12 | 13 | n.v.t. | 8 | n.v.t. | n.v.t. | 5 | n.v.t. | 13 | 10 |
| Kantoren: laagbouw | |||||||||||||
| Energie intensiteit (kWh/m²) | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | 38 | n.v.t. | 38 | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | 38 |
| Koolstof intensiteit (kg CO2 eq/m²) | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | 14 | n.v.t. | 9 | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | 12 |
| Totaal | |||||||||||||
| Energie intensiteit (kWh/m²) | 59 | 155 | 46 | 44 | 54 | 42 | 57 | 36 | 33 | 62 | 97 | 59 | 64 |
| Koolstof intensiteit (kg CO2 eq/m²) | 8 | 6 | — | 10 | 10 | 11 | 7 | 4 | — | 3 | 74 | 6 | 8 |
| Land | Oostenrijk Tsjechische Republiek | Spanje | Duitsland | Hongarije | Italië | Letland | Nederland | Portugal | Roemenië | Servië | Slowakije | Totaal | |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Staande en voltooide portfolio | 2 | 47 | 20 | 82 | 11 | 7 | 4 | 6 | 1 | 14 | — | 9 | 203 |
| Gegevensdekking | 67% | 98% | 86% | 29% | 92% | 100% | 100% | 100% | 100% | 94% | n.v.t. | 100% | 63% |
| Industrieel: niet-gekoeld magazijn | |||||||||||||
| Energie intensiteit (kWh/m²) | 52 | 27 | 25 | 27 | 32 | 37 | 41 | 18 | 11 | 49 | n.v.t. | 27 | 29 |
| Koolstof intensiteit (kg CO2 eq/m²) | 9 | 9 | 3 | 9 | 6 | 8 | 5 | 5 | — | 12 | n.v.t. | 4 | 8 |
| Industrieel: gekoeld magazijn | |||||||||||||
| Energie intensiteit (kWh/m²) | n.v.t. | 110 | 82 | 75 | 177 | n.v.t. | n.v.t. | 77 | n.v.t. | 71 | n.v.t. | n.v.t. | 85 |
| Koolstof intensiteit (kg CO2 eq/m²) | n.v.t. | 42 | 9 | 28 | 34 | n.v.t. | n.v.t. | 12 | n.v.t. | 15 | n.v.t. | n.v.t. | 25 |
| Industrieel: productie | |||||||||||||
| Energie intensiteit (kWh/m²) | 67 | 241 | 138 | 51 | 176 | n.v.t. | 67 | n.v.t. | n.v.t. | 185 | n.v.t. | 86 | 124 |
| Koolstof intensiteit (kg CO2 eq/m²) | 10 | 98 | 18 | 19 | 33 | n.v.t. | 10 | n.v.t. | n.v.t. | 47 | n.v.t. | 13 | 43 |
| Kantoren: laagbouw | |||||||||||||
| Energie intensiteit (kWh/m²) | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | 38 | n.v.t. | 38 | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | 38 |
| Koolstof intensiteit (kg CO2 eq/m²) | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | 16 | n.v.t. | 8 | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | 12 |
| Totaal | |||||||||||||
| Energie intensiteit (kWh/m²) | 62 | 156 | 46 | 38 | 122 | 37 | 48 | 34 | 11 | 58 | n.v.t. | 50 | 63 |
| Koolstof intensiteit (kg CO2 eq/m²) | 10 | 62 | 6 | 13 | 23 | 8 | 7 | 7 | — | 15 | n.v.t. | 8 | 20 |
| Energieverbruik en -mix | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 |
|---|---|---|---|---|---|
| Brandstofverbruik uit aardgas | 83.747 | 73.820 | 58.391 | 52.276 | 63.490 |
| Verbruik van gekochte of aangekochte elektriciteit uit fossiele bronnen |
137.787 162.153 214.435 215.994 | 109.014 | |||
| Verbruik van gekochte of gekochte warmte en koeling uit fossiele bronnen |
7 | — | 9 | 765 | 1081 |
| Totaal verbruik van fossiele energie | 221.541 235.973 272.745 269.035 | 173.585 | |||
| Aandeel van fossiele bronnen in het totale energieverbruik | 100% | 97% | 95% | 97% | 52% |
| Verbruik van gekochte of aangekochte elektriciteit uit hernieuwbare bronnen |
130 | 4.313 | 9.990 | 3.365 | 151.537 |
| Verbruik of gekochte of aangekochte warmte, stoom en koeling uit hernieuwbare bronnen |
— | — | — | — | — |
| Verbruik van zelf opgewekte niet als brandstof gebruikte hernieuwbare energie |
911 | 3.646 | 3.858 | 3.365 | 5.586 |
| Totaal verbruik duurzame energie | 1.041 | 7.959 | 3.365 | 6.955 | 157.123 |
| Aandeel van hernieuwbare bronnen in het totale energieverbruik |
— | 3% | 5% | 3% | 48% |
| Totaal energieverbruik | 222.582 243.932 286.593 275.991 | 330.709 |
| VGP | Huurdersportefeuille | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| eigen kan toren |
Industrieel: niet-gekoeld magazijn |
Industrieel: gekoeld magazijn |
Indus trieel: productie |
Kantoren: laagbouw |
Parkeren (binnen) |
||
| 2024 totaal elektriciteitsverbruik |
515 | 96.897 | 30.544 | 13.5361 | 538 | 465 264.321 | |
| Waarvan groene elektriciteit (%) 100% | 58% | 41% | 74% | 10% | 40% | 64% | |
| 2024 totaal verbruik stadsverwarming en -koeling |
58 | 520 | n.v.t. | 504 | n.v.t. | n.v.t. | 1.081 |
| Waarvan hernieuwbare energie (%) |
— | — | — | — | — | — | — |
| 2024 totaal direct energieverbruik brandstoffen |
83 | 31.668 | 9.332 | 22.393 | n.v.t. | n.v.t. | 63.476 |
| Waarvan hernieuwbare energie (%) |
— | — | — | — | — | — | — |
De operationele zonne-energiecapaciteit is in 2024 aanzienlijk toegenomen tot 155,7 MWp, een stijging van 53% ten opzichte van vorig jaar, wat zou moeten neerkomen op een verhandelbare productie van ongeveer 130 GWh. De totale zonneportfolio, inclusief pijplijnprojecten, is in totaal 287,7 MWp en zal naar verwachting 226 GWh aan hernieuwbare elektriciteit op jaarbasis genereren eens volledig operationeel.
Om het eigenverbruik te verhogen en bij te dragen aan een stabieler en efficiënter energienet, is VGP bezig met het opzetten van Battery Energy Storage Systems (BESS). De eerste twee BESSunits worden geïnstalleerd voor samen 6,8 MWh. Nog eens 45,1 MWh bevindt zich in de ontwerpfase en 38,8 MWh wordt momenteel beoordeeld op haalbaarheid.
Voor meer informatie over de 'Hernieuwbare Energie'-business unit verwijzen we naar het deel Hernieuwbare energie in het hoofdstuk Strategie en het deel VGP in 2024.
| VGP | Huurdersportefeuille | |||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| eigen kanto ren |
Industrieel: niet-gekoeld magazijn |
Industrieel: gekoeld magazijn |
Indus trieel: productie |
Kantoren: laagbouw |
Parkeren (binnen) |
|||
| Totale duurzame elektriciteit ter plaatse opgewekt |
— | 56.583 | 7.906 | 24.674 | 174 | 338 | 89.675 | |
| Waarvan zelf verbruikt door Groep of huurders (%) |
n.v.t. | 6% | 25% | 1% | 32% | — | 6% | |
| Waarvan geëxporteerd naar het net (%) |
n.v.t. | 94% | 75% | 99% | 68% | 100% | 94% |
VGP Park Giessen Am Alten Fluhafen

Hoewel we het gebruik van ter plaatse opgewekte zonne-energie op meer parken blijven uitbreiden, beperkt de intermitterende aard van zonne-energie vaak hoeveel van de totale stroombehoefte van een huurder door deze installaties kan worden gedekt. Door batterijopslag te integreren met ter plaatse opgewekte zonne-energie, is het mogelijk om overtollige energie op te slaan tijdens perioden van hoge productie (bijv. zonnige dagen), zodat een faciliteit aan haar eigen behoeften kan blijven voldoen tijdens perioden van lage productie (bijv. na zonsondergang). Dergelijke systemen kunnen ook helpen de balans op het elektriciteitsnet te beheren en het gebruik van elektriciteit van het elektriciteitsnet te optimaliseren op basis van de variabele prijs en energiemix gedurende de dag en zo de totale kosten en uitstoot te verlagen.
De onderstaande figuur vergelijkt bijvoorbeeld het verbruik en de opwekking van zonne-energie voor een typische dag in een van onze gebouwen, waarbij het overschot aan zonne-energie wordt benadrukt dat zou kunnen worden opgeslagen en ter plaatse zou kunnen worden gebruikt in plaats van naar het net te worden geëxporteerd. Aan het begin van 2025 hadden we 6,8 MWh aan batterijopslag op twee locaties in ontwikkeling en nog eens 40 MWh aan projecten in de pijplijn.
Voorbeeld ter illustratie: energieverbruik door huurders vs. productie van zonne-energie

Siteverbruik Totale energieopwekking ter plaatse

VGP Park Nijmegen
De methode die wordt gebruikt voor het kwantificeren van de emissies van de Groep is in overeenstemming met de ISO 14064-norm, de richtlijnen van het GHG-Protocol en de Bilan Carbone®-methodologie van ADEME ("Agence de l'Environnement et de la Maîtrise de l'Énergie" of het Frans Agentschap voor Milieu en Energiebeheer). De emissiebronnen die zijn opgenomen in de totale CO2-voetafdruk van de Groep worden in de onderstaande tabel uitgesplitst per toepassingsgebied en invloedsniveau. De Groep berekent zijn CO2-voetafdruk op een uitgebreide Scope 3-basis, die in deze tabel wordt beschreven, waarbij de belangrijkste indirecte emissies in de hele waardeketen worden gemeten. Om de bedrijfsactiviteiten van de Groep zo nauwkeurig mogelijk weer te geven, inclusief de interacties tussen de vennootschap en zijn stakeholders, werd Scope 3 verder onderverdeeld in vier categorieën:
— Scope 3 die betrekking heeft op energiegebruik en afval door eigen kantoren en werknemers (onder operationele controle van VGP);
| Scope 1 | |||||
|---|---|---|---|---|---|
| Scope 1 | — Rechtstreekse emissies afkomstig van stationaire verbranding: gas-en brandstofverbruik in VGP-kantoren — Rechtstreekse emissies afkomstig van mobiele verbranding: brandstof gebruikt voor bedrijfsvoertuigen — Rechtstreekse vluchtige emissies, waaronder lekken van koelgas |
||||
| Scope 2 | |||||
| Scope 2 | — Onrechtstreekse emissies gekoppeld aan elektriciteit en stadsverwarming in VGP-kantoren en die gebruikt wordt om bedrijfswagens op te laden (uitsluitend gekoppeld aan energieproductie) |
||||
| Scope 3 – Eigen kantoren en werknemers | |||||
| Scope 3: Categorie 1 (aangekochte goederen en diensten) | — Onrechtstreekse emissies van papiergebruik in VGP-kantoren (andere aangekochte goederen en diensten buiten beschouwing gelaten) | ||||
| Scope 3: Categorie 3 (onrechtstreekse energie) | — Upstream emissies van aangekochte brandstoffen en energie (winning, productie en transport van brandstof, elektriciteit) | ||||
| Scope 3: Categorie 5 (on-site afval) | — Onrechtstreekse emissies afkomstig van afval in kantoren | ||||
| Scope 3: Categorie 6 (zakenreizen) | — Onrechtstreekse emissies afkomstig van zakenreizen van werknemers (bedrijfswagens buiten beschouwing gelaten) | ||||
| Scope 3: Categorie 7 (pendelen door werknemers) | — Onrechtstreekse emissies afkomstig van werknemers die van thuis naar het werk pendelen (bedrijfswagens buiten beschouwing gelaten) | ||||
| Scope 3 – Portefeuille "in gebruik" (activiteiten van huurders) | |||||
| Scope 3: Categorie 13: downstream geleasede activa | — Onrechtstreekse emissies afkomstig van energieverbruik en vluchtige emissies als gevolg van lekken van koelgas/-vloeistof in activiteiten van huurders in de bestaande portefeuille van VGP |
||||
| Scope 3 – opgenomen koolstof in ontwikkelingsactiviteiten (levenscyclusanalyse) | |||||
| Scope 3: Categorie 1 (ontwikkelingen) | — Emissies veroorzaakt over de levensduur van de activa die door ontwikkelingsactiviteiten worden gecreëerd, met inbegrip van gebruikte materialen en onrechtstreekse emissies veroorzaakt door transport naar bouwplaats, evenals het toekomstige gebruik van het gebouw. |
||||
| Scope 3: Categorie 11 (Gebruik van verkochte producten – Levenslang onderhoud) |
— Emissies afkomstig van het gebruik van goederen en diensten die in het verslagjaar door het rapporterende bedrijf zijn verkocht. De scope 3-emissies van een rapporterend bedrijf afkomstig van het gebruik van verkochte producten omvatten de scope 1- en scope 2-emissies van eindgebruikers. Eindgebruikers zijn zowel consumenten en zakelijke klanten die eindproducten gebruiken. |
||||
| Scope 4 | |||||
| Scope 4 (totaal elders vermeden emissies) | — Elders vermeden emissies wanneer hernieuwbare energie in het net wordt geïnjecteerd en dus wordt gebruikt ter vervanging van grijze energie elders, waarbij dezelfde functies worden vervuld, maar met een lagere CO2-intensiteit |
| Emissies (tCO2e) | BJ 2020 | BJ 2021 | BJ2022 | BJ 2023 | BJ 20241 Veranderingen BJ23 vs BJ24 (%) |
Vooruitgang sinds basisjaar 2020 |
Doel 2030 | Engagement naar Net Zero |
|
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Scope 1 | 841 | 852 | 926 | 924 | 7422 | -20% | -12% | -50% | Ja |
| tCO2e/VTE | 3,5 | 2,7 | 2,5 | 2,5 | 2,0 | -22% | -44% | ||
| Scope 2 – marktgebaseerd | 105 | 127 | 8 | 17 | 1423 | 735% | 35% | -50% | Ja |
| tCO2e/VTE | 0,4 | 0,4 | 0,0 | 0,0 | 0,4 | 707% | -14% | ||
| Scope 2 – Locatiegebaseerd | 127 | 107 | 113 | 144 | 264 | 83% | 109% | ||
| tCO2e/VTE | 0,5 | 0,3 | 0,3 | 0,4 | 0,7 | 74% | 32% | ||
| Total Scope 1 and 2 (tCO2) | 946 | 979 | 934 | 942 | 884 | -6% | -7% | -50% | Ja |
| tCO2e/VTE | 3,9 | 3,2 | 2,6 | 2,6 | 2,3 | -10% | -41% | -50% | |
| Scope 3: Categorie 1 (papiergebruik) | 5 | 3 | 3 | 3 | 4 | 48% | -19% | ||
| Scope 3: Categorie 3 (indirecte energie) | 235 | 236 | 230 | 231 | 247 | 7% | 5% | ||
| Scope 3: Categorie 5 (afval) | 5 | 2 | 2 | 1 | 1 | — | -79% | ||
| Scope 3: Categorie 6 (zakenreizen) | 647 | 542 | 861 | 682 | 850 | 25% | 31% | ||
| Scope 3: Categorie 7 (woon-werkverkeer van werknemers) | 147 | 159 | 206 | 146 | 164 | 13% | 11% | ||
| Scope 3 – Totaal Eigen kantoren en werknemers (tCO2) | 1.039 | 939 | 1.302 | 1.063 | 1.264 | 19% | 23% | -50% | Nee |
| tCO2/VTE | 4,3 | 3,1 | 3,6 | 2,9 | 3,3 | 14% | -22% | -50% | |
| Scope 3 – portefeuille 'in gebruik' (categorie 13: downstream verhuurde activa) (tCO2)4 | 67.456 | 68.251 | 87.261 | 90.516 | 43.271 | -52% | -36 | -55% | Nee |
| kgCO2/m² | 27,6 | 22,1 | 20,0 | 20,0 | 8,4 | -58% | 70% | -55% | |
| Scope 3 – opgenomen koolstofontwikkelingen (categorie 1 + categorie 11) | 144.520 | 176.730 | 313.653 | 173.071 | 158.740 | -8% | 10% | Nee | |
| kgCO2/m² | 272,2 | 271,1 | 272,8 | 270,2 | 271,8 | — | — | ||
| Totaal Scope 3 (tCO2) | 213.015 | 245.920 | 402.216 | 265.333 | 203.254 | -23% | -5% | -25% | Nee |
| Totaal Broeikasgasemissies (tCO2) | 213.961 | 246.899 | 403.150 | 266.275 | 204.138 | -23% | -5% | ||
| Totaal Scope 4 (tCO2)5 | -4.305 | -6.314 | -7.328 | -21.083 | -35.151 | 67% | 715% | n.v.t. |
1 Voor de onderstreepte waarden gold een beperkte mate van betrouwbaarheid.
2 Verandering ten opzichte van eerder gerapporteerd cijfer als gevolg van entiteiten die ten onrechte een gebruteerd bedrag voor verwarmingsbrandstof toegewezen hadden gekregen. Overwegingen voor de evaluatie van scope 1-emissies: Scope 1 is opgesteld in overeenstemming met het GHG-protocol en weerspiegelt het brandstofgebruik en de zoneverwarming die worden gebruikt voor de verwarming van de VGP-kantoren en het brandstofgebruik van de bedrijfswagens. De scope 1-emissies die afkomstig zijn van brandstoffen die worden gebruikt voor verwarming, worden berekend in overeenstemming met het GHG-protocol. Voor Oostenrijk, Denemarken, Frankrijk, Letland, Luxemburg, Servië en Slowakije is het brandstofgebruik gebaseerd op extrapolatie. De extrapolaties zijn gemaakt door een gemiddelde te nemen van het oppervlakte- en aardgasverbruik van het VGP-kantoor in Roemenië, België en Nederland. De rest van de Scope 1-emissies is afkomstig van de uitstoot van bedrijfsauto's. Voor het berekenen van de uitstoot van bedrijfsauto's zijn de gereden KM's (schattingen afgeleid van leasecontracten of werknemersverklaringen) en de verbruikte liters brandstof gebruikt. Er werd een extrapolatie gemaakt om te komen tot het brandstofverbruik van de bedrijfsauto's in het kantoor in Sevilla in Spanje. De extrapolatie werd gemaakt door een gemiddelde van andere sites met bewijsmateriaal te vermenigvuldigen met het aantal werknemers van de respectieve site. De daling van 0,2% op jaarbasis weerspiegelt enerzijds de overgang in het wagenpark van een wagenpark op brandstof naar een elektrisch of hybride wagenpark. Dit effect wordt gecompenseerd door de toename van emissies afkomstig van kantoorverwarming. Deze toename wordt voornamelijk veroorzaakt door de toename van 15% van de oppervlakte van de kantoren.
Uitsplitsing van de CO2-Voetafdruk van de Groep in 2024 per Activiteit (TCO2e/%)
| Activiteit | VGP CO2-voetafdruk (tCO2e) |
% van de totale CO2- voetafdruk van de Groep |
||
|---|---|---|---|---|
| Eigen kantoorenergie | 48 | — | ||
| Energie van de beheerde VGP Parks | 17.640 | 9% | ||
| Energie van de huurders van VGP Parks | 25.610 | 13% | ||
| Vervoer van werknemers | 2.097 | 1% | ||
| Bouwactiviteit | 158.740 | 78% | ||
| Totaal | 204.135 | 100% |
| Broeikasgasintensiteit per netto-omzet | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 2024 vooruitgang vanaf 2023 |
|
|---|---|---|---|---|---|---|
| Totale broeikasgasemissies (locatiegebonden) per netto-opbrengst (tCO2e/Monetaire eenheid) |
2,6 | 1,5 | (8,5) | 12,2 | 3,5 | -71% |
| Totale broeikasgasemissies (marktgebaseerd) per netto-opbrengst (tCO2e/Monetaire eenheid) |
2,6 | 1,5 | (7,6) | 10,8 | 3,1 | -71% |
Om de koolstofprestaties van zijn portefeuille van gebouwen te beheren, heeft de Groep indicatoren opgesteld om de intensiteit van de broeikasgasemissies per oppervlakte (m²) te meten voor elk van zijn geëxploiteerde parken op basis van het huurderssegment/gebruik van het gebouw. Dit maakt het mogelijk om de algehele koolstofefficiëntie van een gebouw op een vergelijkbare basis te analyseren, afhankelijk van het doel en de reikwijdte.
Broeikasgasemissies gegenereerd door de energie die in de loop van het jaar in onze gebouwen is ingekocht (Scope 1: aardgas, Scope 2: elektriciteit, stadsverwarming en koelnetwerken))
| (TCO2e) | VGP | Huurdersportefeuille | |||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| eigen kanto ren |
Industrieel: niet-gekoeld magazijn |
Industrieel: gekoeld magazijn |
Indus trieel: productie |
Kantoren: laagbouw |
Parkeren (binnen) |
||||
| 2024 Totaal | 48 | 18.818 | 9.719 | 14.467 | 166 | 102 | 43.320 | ||
| Waarvan directe emissies (Scope 1) |
21 | 5.717 | 1.723 | 4.135 | — | — | 11.597 | ||
| Waarvan indirecte emissies (Scope 2) |
27 | 13.100 | 7.996 | 10.332 | 166 | 102 | 31.723 | ||
| 2023 'like-for-like' | 27 | 8.767 | 3.281 | 43.389 | — | — | 55.464 | ||
| 2024 'like-for-like' | 33 | 4.151 | 1.254 | 3.982 | — | — | 9.420 | ||
| 2024/2023 verandering (%) | 24% | -53% | -62% | -91% | -83% |
| (kgCO2e/m²) | VGP | Huurdersportefeuille | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| eigen kanto ren |
Industrieel: niet-gekoeld magazijn |
Industrieel: gekoeld magazijn |
Industrieel: productie |
Kantoren: laagbouw |
Parkeren (binnen) |
|||
| 2024 Totaal | 6 | 6 | 21 | 10 | 11 | 1 | 8 |
2023 'like-for-like' 4 8 19 71 n.v.t. n.v.t. 29 2024 'like-for-like' 5 4 7 7 n.v.t. n.v.t. 5 2024/2023 verandering (%) 24% (53)% (62)% (91)% n.v.t. n.v.t. (83)%
Afgezien van de broeikasgasemissies door het energieverbruik van de gebouwen, zijn de belangrijkste directe broeikasgasemissies van de Groep in verband met de exploitatie van zijn gebouwen afkomstig van het lekken van koelmiddelen uit koeltoestellen die worden onderhouden door de beheerders van panden die eigendom zijn van en worden beheerd door de Groep.
| 2024 Broeikasgasemissies door lekkage van koelmiddelen | ca. 1.360 |
|---|---|
Met betrekking tot de VGP-strategie voor koolstofneutraliteit (voorgesteld in deel 4.2.2.2.2 Transitieplan voor klimaatmitigatie), en als onderdeel van zijn net zero-doelen, streeft VGP ernaar om:
— In de onderstaande tabellen worden de details van deze 2 engagementen voorgesteld:
| Project | Type Project Reikwijdte Tijdlijn van | implementatie | Verwachte impact (in tCO2e) |
Berekeningen aannames en bijbehorende standaard |
|
|---|---|---|---|---|---|
| Uitrol van fotovoltaïsche energie |
Hernieuw bare Energie |
Binnen VGP-waar deketen |
2020–2024 | 27.689 (BJ2024) |
Intern en beoordeeld door externe consultant. Zie deel 4.3.5.1 Hernieuwbare Energie. |
| Lucht warmtepompen |
Energie retrofit |
Binnen VGP-waar deketen |
2024 | 2.202 Intern en beoordeeld door externe consultant. Zie deel 4.3.5.3 Energie-efficiëntie |
|
| Infrastructuur voor opladen van EV |
Schoon transport |
Binnen VGP-waar deketen |
2024 | 94 Intern en beoordeeld door externe consultant. Zie deel 4.3.5.5 Hernieuwbare Energie. |
| Project | Type project | Locatie | Reikwijdte | Tijdlijn van implementatie |
Verwachte impact (in tCO2e) |
Annulering van kredieten | Berekeningen aannames en bijbehorende standaard |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Project Agreena | Landbouw/Bosbouw | Denemarken | Buiten de VGP waardeketen |
juli 2025 | 850 2024: 0 tCO2e geannuleerd 100% volgens planning geannuleerd in 2025 in overeenstemming met het 'Net Zero Doel' voor Scope 1 en 2 |
Geverifieerde koolstofstandaard (Verra) |
|
| Erdgas CO2 VCS (E.ON, a.o.) |
CO2 VCS compensatieproject voor 6,14 GWh gas consumptie |
Duitsland en Oostenrijk |
Buiten de VGP waardeketen |
2024 | 11.348 2024: 11.348 tCO2e | Geverifieerde koolstofstandaard (Gold) |
De Groep geeft prioriteit aan het verminderen van de bruto-uitstoot met 50% tegen 2030 in absolute waarde van CO2-uitstootequivalent en de CO2-uitstootintensiteit met 90% tegen 2050.
Daarnaast, en in overeenstemming met de Corporate Net Zero standaard van SBTi, streeft VGP ernaar om de restemissies permanent te neutraliseren in het 'netto-nul-doeljaar' 2025 en daarna. In dit verband heeft VGP al 850 tCO2 -emissiecertificaten verworven van het Agreena Project in Denemarken voor 2025, een landbouwproject dat voldoet aan de Verra-norm met als doel koolstof uit de atmosfeer te halen en op te slaan in de bodem1 .
VGP past een koolstofreferentiebeprijzingssysteem toe bij de evaluatie van de winstgevendheid van nieuwe projecten. Het interne koolstofbeprijzingssysteem stelt het management in staat om koolstofreferentieprijzen toe te passen in de strategische en operationele besluitvorming rond koolstofmaatregelen in investeringsbeslissingen rond nieuwe projecten. De koolstofreferentiebeprijzing wordt toegepast bij nieuwe ontwikkelingen van gebouwen in alle landen waar de Groep actief is, om te helpen bij de materiaalkeuzes. Het model wordt tot nu toe niet gebruikt voor andere investeringsbeslissingen (bijvoorbeeld grondaankoop of projecten voor hernieuwbare energie). De koolstofprijs wordt toegepast op basis van de ingebedde koolstof, inclusief operationele koolstof, om een goede vergelijking te kunnen maken van de koolstofimpact gedurende de levensduur van een project. Hoewel de Scope 3-emissierapportage voor de groep operationele koolstof uitsluit, wordt er in de berekeningsmethode bewust wel rekening mee gehouden, aangezien verschillende van de investeringen in koolstofintensieve investeringen in feite resulteren in een hogere koolstofintensiteit van wieg tot graf (bijvoorbeeld extra isolatie), maar resulteren in een aanzienlijke vermindering van operationele koolstof. Voor een goede koolstofevaluatie moet met beide rekening worden gehouden gedurende de levensduur van het project. Voor elk land waar de Groep actief is, wordt de referentie-CO2-uitstoot voor een standaardproject bepaald en worden de koolstofbesparingen uitgedrukt in vergelijking met dit referentieproject. Voorbeelden van besparingsmaatregelen zijn het gebruik van:

VGP Park Olomouc
De besparing in euro's is dan gebaseerd op de besparing in ingebedde CO2-uitstoot vermenigvuldigd met de EU ETS2 van 31 december van het betreffende jaar. De Groep beoordeelt de economische implicaties of afwegingen voor zaken als risico-impact, netto contante waarde van nieuwe projecten en de kosten-batenverhouding van verschillende ontwerpalternatieven en initiatieven.
De tool maakt deel uit van de initiatieven van de Groep om de Scope 3-emissies tegen 2030 met 25% te verminderen. Deze doelstelling is afgestemd op de wetenschappelijk onderbouwde doelstelling voor het IPCCC-scenario om de opwarming van de aarde te beperken tot ruim onder de 2°C. De Scope 3-emissies bedroegen 158.740 tCO2 in boekjaar 2020.
VGP heeft verschillende analyses uitgevoerd gericht op klimaatgerelateerde risico's en kansen, zowel op het niveau van de activa als op het niveau van de Groep:
Deze studies werden uitgevoerd om de volgende doelstellingen te bereiken:
Om de volledigheid van de analyse te garanderen, worden de beoordelingen uitgevoerd in overeenstemming met de verschillende regelgevingen en duurzaamheidskaders zoals de EU-Taxonomie en de TCFD. Voor klimaatgerelateerde fysieke risico's zijn de lijst van bestudeerde indicatoren, evenals de tijdshorizonten (baseline, 2030, 2050) en de scenario's (SSP2-4.5, SSP5-8.5) die als onderdeel van de studie zijn gekozen, afgestemd op de verschillende regelgevende vereisten en aanbevelingen (onder andere EU-Taxonomie, CDP, TCFD en CSRD). Voor de component transitierisico's en -kansen volgde de keuze van de tijdshorizonten (2025, 2030, 2050) en scenario's – Nationaal Bepaald Scenario ("Nationally Determined Scenario", afgekort "NDC") dat overeenkomt met 'business as usual' en netto-nul 2050 – dezelfde logica. Het is belangrijk om op te merken dat het doel van de analyse is om het meest kritieke scenario te beoordelen. Als onderdeel van de component fysieke risico's wordt de analyse uitgevoerd aan de hand van het referentiescenario met het hoogste niveau van broeikasgasemissies en een sterke afhankelijkheid van fossiele brandstoffen – het SSP5-8.5-scenario. In dit scenario wordt geen beleid overwogen om de emissies van broeikasgassen te beperken, wat leidt tot een versnelling van de klimaatverandering en de daaruit voortvloeiende fysieke gevolgen. Door dit scenario als referentie voor zijn aanpassingsplannen te gebruiken, zorgt VGP ervoor dat zijn bedrijfsmiddelen bestand zijn tegen de ergst waarschijnlijke toekomst die door de IPCC-scenario's wordt gematerialiseerd. Voor het aspect transitierisico's en -kansen blijft de logica dezelfde, maar het meest drastische scenario is het 'netto-nul'-scenario in 2050, dat de grootste beperkingen (en kansen voor transformatie) voor vennootschappen met zich mee zal brengen – op het gebied van regelgeving, markt, technologie of zelfs reputatie – waardoor ze diepgaande veranderingen moeten doorvoeren op het gebied van bouw en operationele aanpak, cultuur of zelfs
VGP Park Fuenlabrada
organisatie. Het identificeren van de transitierisico's en -kansen als onderdeel van de naleving van het Akkoord van Parijs stelt VGP in staat om te anticiperen op hun potentiële impact op de Groep en zich erop voor te bereiden.
In 2023 voltooide de Groep een studie van zowel zijn bestaande activa als zijn ontwikkelingsprojecten met behulp van de Blue Auditor's Climate Risk-tool om de blootstelling aan fysieke risico's te analyseren. De studie voldoet aan de vereisten van de EU-Taxonomie (zie de alinea "Klimaatadaptatie" in deel 4.2.2.7.5 Aandeel van Afgestemde Activiteiten van VGP) en bood de Groep een bijgewerkt perspectief op het risiconiveau, op basis van de nieuwste klimaatmodellen. Daarnaast zijn er bedrijfsbezoeken uitgevoerd aan de meest blootgestelde panden om de impactcurves van de potentiële risico's nauwkeuriger te evalueren, rekening houdend met de details van het pand (topografie, locatie van de technische apparatuur, bestaande veerkrachtoplossingen die al aanwezig zijn, enz.)

| Gevaar | Metrisch | Scenario | # Parken |
GLA (JV's op 100%) |
GAV (JV's aan 100%) |
Meest getroffen regio's |
|---|---|---|---|---|---|---|
| Fluviatiele (rivier) en pluviatiele (regen) overstromingen |
1 in 100-jaar terugkeerperi ode>0 |
8.5, 2050 (onverdedigd) |
24 | 4.6% | 6.6% | Bedrijfsspecifiek, inclusief Ruhr/Rijngebied, Podelta |
| Zeespiegelstijging | Hoog' en 'Zeer hoog' risico |
8.5, 2050 | — | — | — | Overstromingsrisico door zeespiegel laag/geen risico in alle regio's |
| Droogtestress | Hoog' en 'Zeer hoog' risico |
8.5, 2050 | 19 | 9.7% | 9.3% | Iberisch Schiereiland, Roemenië |
| Hittestress | Hoog' en 'Zeer hoog' risico |
8.5, 2050 | 26 | 16.2% | 13.2% | Hongarije, Italië, Spanje, Roemenië, Kroatië, Servië |
| Risico op bosbranden |
Hoog' en 'Zeer hoog' risico |
8.5, 2050 | 3 | 0.7% | 0.7% | Activaspecifiek |
Fysieke blootstellingsrisico's door klimaatverandering op activaniveau
Bovenstaande tabel toont de gemodelleerde risicomaatstaven en resultaten van fysieke blootstelling aan klimaatverandering op basis van het percentage grondoppervlakte en huurwaarde dat risico loopt in het slechtst denkbare scenario (RCP 8.5, 2050). Het analyseverslag en de bovenstaande gegevens houden geen rekening met eventuele activaspecifieke ontwikkelings- of renovatiecycli. Als onderdeel van onze doelstellingen op het gebied van duurzame ontwikkeling worden er voorafgaand aan de ontwikkeling analyses uitgevoerd en worden er dienovereenkomstig aanpassingsmaatregelen uitgevoerd. Eén asset met een zeer hoog overstromingsrisico werd vroeg in 2024 afgestoten.

De kaart hieronder toont de gemiddelde score van de klimaatrisicoanalyse per park per land met gemiddelde scores op basis van de samenvattende bevindingen per gevarencategorie zoals vermeld in de tabel hierboven.
De klimaatgerelateerde fysieke risico's worden beoordeeld vanuit 3 verschillende invalshoeken, rekening houdend met de kwetsbaarheid, afhankelijk van de potentiële impacts:
Geïmplementeerde adaptatiemaatregelen om deze risico's aan te pakken zijn onder andere de integratie van groene ruimten, regenwateropvang en duurzame afvoersystemen om het risico op overstromingen te verminderen, toegang tot natuurlijk licht in de gebouwen en het voorzien in infrastructuur voor actieve mobiliteit en openbaar vervoer. Daarnaast kunnen maatregelen om de energie-efficiëntie van gebouwen te verbeteren en het gebruik van hernieuwbare energiebronnen ook helpen om het risico op hittestress te verminderen – in Spanje en Italië worden daarom alle nieuwe gebouwen uitgerust met fotovoltaïsche installaties en warmtepompen die in de zomer voor extra koeling zorgen. De gebouwen werden ontworpen om een comfortabel en gezond binnenmilieu te bieden, rekening houdend met factoren zoals ventilatie, thermisch comfort en de kwaliteit van de binnenlucht.
Het is belangrijk op te merken dat de analyse van klimaatrisico's en adaptatiemaatregelen een doorlopend proces is, aangezien de gevolgen van klimaatverandering voortdurend veranderen en er in de loop der tijd nieuwe risico's kunnen ontstaan. Daarom is het voor vennootschappen belangrijk om hun klimaatrisicoanalyse en adaptatiemaatregelen regelmatig te herzien en bij te werken om ervoor te zorgen dat ze de meest recente klimaatgerelateerde risico's eff ectief aanpakken. Dit omvat het monitoren van de prestaties van het gebouw, het verzamelen van feedback van huurders en het evalueren van de eff ectiviteit van de adaptatiemaatregelen, en waar nodig adaptaties doen.
| Risico | Adaptatietechniek |
|---|---|
| Droogtestress en hittestress |
– Regenwateropvangsystemen voor gebouwen en landschapsarchitectuur – Waterefficiënte armaturen in overeenstemming met de voorschriften van EU-Taxonomie – Thermische modellering uitgevoerd en oriëntatie/raampositie van het beoordeelde gebouw – Hernieuwbare energieopwekking op locatie geïnstalleerd in combinatie met luchtwarmtepompen (die gebruikt kunnen worden voor extra koeling) – Beplanting aan de buitenkant voor schaduw, brise soleil, louvres, getinte ramen |
| Fluviatiele (rivier) en pluviatiele (regen) overstromingen |
– Overstromingsrisicobeoordeling uit te voeren bij ontwikkeling of achteraf – Wadi's, vijvers of bekkens (retentiemaatregelen) |
Deze update van de risicoanalyse van klimaatverandering stelde VGP in staat om een duidelijk beeld te krijgen van de toekomstige risico's van klimaatverandering voor zijn portefeuille.
Klimaatverandering zal de wereldeconomieën materieel beïnvloeden en VGP, met zijn pan-Europese voetafdruk en verschillende business lines, vormt hierop geen uitzondering. – Zoals al is benadrukt in het deel over de materialiteitsanalyse. De risico's en kansen die vandaag ontstaan, zullen op de middellange tot lange termijn evolueren en toenemen. Naast de acute en chronische fysieke gevolgen voor onze vastgoedportefeuille, zoals besproken in het vorige deel, vloeien de risico's en kansen ook voort uit de structurele veranderingen die de transitie naar een koolstofarme economie met zich meebrengt. Deze transitierisico's omvatten de gevolgen van veranderingen in klimaatbeleid, technologie en marktsentiment en hun invloed op de marktwaarde van financiële activa, evenals de gevolgen van rechtszaken over klimaatverandering.
Overwegingen hierbij zijn onder andere de langlopende horizon waarin klimaatverandering zich kan voltrekken en de hoge mate van onzekerheid over de richting van toekomstige klimaat- en economische ontwikkelingen. Ons doel is om het risicobewustzijn te bevorderen, expertise op te bouwen in de beoordeling van financiële risico's als gevolg van klimaatverandering, de veerkracht van onze bedrijfsstrategie te testen en informatie te verschaffen over risicobeheersing en zakelijke besluitvorming.
De initiële klimaatrisicoanalyse werd in 2022 uitgevoerd op VGP Group-niveau (zie VGP-Jaarverslag 2022). In 2023 werden de VGP-bouwstandaard en het grondverwervingsproces aangepast op basis van de analyse van het risicoprofiel. De Groep heeft ook zijn transitierisico's en -kansen bijgewerkt, rekening houdend met het bedrijfsprofiel, de geografische aanwezigheid en de lokaal geldende regelgeving. Deze zijn geïntegreerd in het risicobeheersingsproces van de Groep en als zodanig worden risico's beschreven in het deel Groepsrisico (zie deel Risico's). Zie onderstaande tabel met "Belangrijkste transitierisico's in verband met klimaatverandering" en "Belangrijkste klimaatkansen":
| Risico | Beschrijving | Impact |
|---|---|---|
| Beleidsrisico's | Beleidsmaatregelen rond klimaatverandering blijven evolueren. Hun doelstellingen vallen over het algemeen uiteen in 2 categorieën: – beleidsacties die acties proberen te beperken die bijdragen aan de nadelige gevolgen van klimaatverandering of – beleidsacties die adaptatie aan klimaatverandering willen bevorderen. Enkele voorbeelden zijn het implementeren van koolstofbeprijzingsmechanismen om de emissies van broeikasgassen te verminderen, het verschuiven van energiegebruik naar bronnen met een lagere uitstoot, het invoeren van energie-efficiënte oplossingen en het bevorderen van duurzamere praktijken op het gebied van grondgebruik. |
Het risico en de financiële impact van beleidswijzigingen zijn afhankelijk van de aard en timing van de beleidswijziging. |
| Geschillen of juridisch risico |
De afgelopen jaren is het aantal klimaatgerelateerde rechtszaken toegenomen die zijn aangespannen door vastgoedeigenaren, gemeenten, staten, verzekeraars, aandeelhouders en organisaties van algemeen belang. Redenen voor dergelijke rechtszaken zijn onder andere het falen van organisaties om de impacts van klimaatverandering te beperken, het falen om zich te adapteren aan klimaatverandering en onvoldoende informatieverschaffi ng over materiële fi nanciële risico's. |
Naarmate de waarde van verlies en schade als gevolg van klimaatverandering toeneemt, zal het risico op rechtszaken waarschijnlijk ook toenemen. |
| Technologisch risico |
Technologische verbeteringen of innovaties die de overgang naar een koolstofarm, energie-efficiënt economisch systeem ondersteunen, kunnen een aanzienlijke impact hebben op organisaties. De ontwikkeling en het gebruik van opkomende technologieën zoals hernieuwbare energie, batterijopslag, energie-efficiëntie en koolstofafvang en -opslag zullen het concurrentievermogen van bepaalde organisaties, hun productie- en distributiekosten en uiteindelijk de vraag van eindgebruikers naar hun producten en diensten beïnvloeden. |
In de mate dat nieuwe technologie oude systemen verdringt en sommige delen van het bestaande economische systeem ontwricht, zullen er winnaars en verliezers voortkomen uit dit proces van "creatieve vernietiging". De timing van technologieontwikkeling en -uitrol is een belangrijke onzekerheid bij het analyseren van technologierisico's. |
| Marktrisico | Hoewel de manieren waarop markten beïnvloed kunnen worden door klimaatverandering uiteenlopend en complex zijn, is een van de belangrijkste manieren verschuivingen in vraag en aanbod van bepaalde grondstoffen, producten en diensten naarmate er meer rekening wordt gehouden met klimaatgerelateerde risico's en kansen. |
Fluctuerende vraag naar duurzame gebouwen, veranderende ESG-eisen voor huurders, potentiële waardevermindering van activa als gevolg van koolstofintensieve portefeuilles en hogere financieringskosten door strengere criteria voor groene investeringen. |
| Reputatierisico | Klimaatverandering is geïdentificeerd als een potentiële bron van reputatierisico's in verband met veranderende percepties van klanten of gemeenschappen over de bijdrage van een organisatie aan de transitie naar een koolstofarmere economie of de afkeer daarvan. |
Mogelijke schade aan de merkwaarde, verminderd vertrouwen van investeerders en verlies van huurders als de Groep er niet in slaagt te voldoen aan de duurzaamheidsverwachtingen, ESG-regelgeving na te leven of zich aan te passen aan de beste praktijken in de sector voor koolstofarme ontwikkelingen. |
| Kans | Beschrijving |
|---|---|
| Efficiënt gebruik van hulpbronnen |
Portefeuillebeheer: De aantrekkingskracht van onze activa vergroten door de exploitatiekosten voor onze huurders te verlagen door de efficiëntie van gebouwen te verbeteren, zoals het ontwikkelen van efficiënte verwarmingsoplossingen, het maken van vorderingen met LED-verlichtingstechnologie, het aanpassen van gebouwen en het gebruik van geothermische energie. voor alle productie- en distributieprocessen. Ontwikkelingsactiviteiten: Hetzelfde geldt voor de efficiëntie van andere processen, inclusief in de bouw van nieuwe gebouwen door het gebruik van machines/apparaten en vervoer/mobiliteit – met name met betrekking tot energie-efficiëntie, maar ook met inbegrip van bredere oplossingen op het gebied van materialen, water- en afvalbeheer en de circulaire economie. |
| Energiebron | Portefeuillebeheer: Volgens het Internationaal Energieagentschap ("IEA") moeten landen, om de wereldwijde emissiereductiedoelstellingen te halen, een groot percentage van hun energieopwekking overschakelen op alternatieven met een lage uitstoot, zoals windenergie, zonne-energie, golfenergie, getijdenenergie, waterkracht, geothermische energie, kernenergie, biobrandstoffen en koolstofafvang en -opslag. Door het energiegebruik van de portefeuille te verschuiven naar emissiearme energiebronnen kunnen huurders mogelijk besparen op de jaarlijkse energiekosten. Eigen activiteiten: dezelfde besparing geldt voor eigen activiteiten en ontwikkelingsactiviteiten |
| Producten en diensten |
Ontwikkelingsactiviteiten: Organisaties die innoveren en gebouwen met een lage uitstoot ontwikkelen, kunnen hun concurrentiepositie verbeteren en genieten van verschuivende voorkeuren van huurders. Business line hernieuwbare energie: de innovatie van nieuwe producten en diensten (productie van hernieuwbare energie via zonnepanelen, batterijopslag, EV-laders) verbetert de aantrekkelijkheid van de producten en diensten van de Groep in het algemeen en maakt de bedrijfsactiviteiten veerkrachtiger |
| Markten | Ontwikkelingsactiviteiten: Organisaties die proactief op zoek gaan naar mogelijkheden in nieuwe (klimaatbestendige) markten of soorten activa, kunnen hun activiteiten diversifiëren en zich beter positioneren voor de overgang naar een koolstofarme economie. Er kunnen ook kansen ontstaan door markten te veroveren door systeembeperkingen op te lossen (bijv. een nieuw park gebaseerd op een energiegemeenschap door middel van emissiearme energieproductie, energie-efficiëntie, beperkte netwerkconnectiviteit en lokale transportnetwerken). Eigen activiteiten: Nieuwe kansen kunnen ook worden benut door het overnemen of financieren van groene obligaties. |
| Veerkracht | Alle business lines: Het concept van klimaatbestendigheid houdt in dat organisaties adaptatievermogen ontwikkelen om te reageren op klimaatverandering om de bijbehorende risico's beter te beheren en kansen te grijpen, inclusief het vermogen om te reageren op transitierisico's en fysieke risico's. Kansen zijn onder andere het verbeteren van de efficiëntie, het ontwerpen van nieuwe productieprocessen en het ontwikkelen van nieuwe producten. Kansen met betrekking tot veerkracht kunnen vooral relevant zijn voor organisaties met vaste activa met een lange levensduur of uitgebreide leverings- of distributienetwerken; organisaties die in hun waardeketen kritisch afhankelijk zijn van nuts- en infrastructuurnetwerken of natuurlijke hulpbronnen; en organisaties die financiering en investeringen op de lange termijn nodig hebben. |
Hieronder staan enkele van de belangrijkste klimaatgerelateerde maatstaven en doelen die we volgen. (zie sectie 4.4.2 Afstemming op Standaarden en Kaders voor Duurzaamheidsverslaglegging).
| Financiële post |
Klimaatgerelateerd Maatstaf | 2024 | Beschrijving | Referentie deel | |
|---|---|---|---|---|---|
| Activa | Fysiek – operationeel |
Portefeuille met overstromingsrisico van 1 op 100 jaar (% van GAV met JV's op 100%) |
Nieuwe maatstaf gebaseerd op analyse uitgevoerd in 2023 | 4.2.2.2.12 | |
| Transitie – operationeel |
EPC's lager dan E (gebaseerd op aantal activa) | 1,7% | Dit omvat Duitse gebouwen met een EPC van >130 kWh/m² (EPC E eq); diverse hebben een PV-dak (vereist nieuwe EPC-classificatie). |
||
| EPC's zonder rating (gebaseerd op aantal activa) | 0,5% | Dit wordt veroorzaakt door gebouwen waarvan de EPC in 2024 afliep en nog niet is vernieuwd. |
|||
| EPC's met beoordeling B of beter (gebaseerd op aantal activa) |
72,1% | Indicatieve verwachte CAPEX-investering van € 23,8 miljoen vereist om portefeuille te upgraden naar B rating minimaal |
|||
| Transitie – ontwikkeling & marktrisico |
Portefeuille met hoge milieucertificering EU Taxonomy verificatie uitgegeven of lopend- € bedrag |
€ 4,5 billion |
Omvat de gebouwenportefeuille die in aanmerking komt voor het kader voor groene financiering |
4.2.2.7.5 | |
| Verplich tingen |
Transitie – ontwikkeling & marktrisico |
Percentage van nettoleningen (inclusief JV's op aandeel) geclassificeerd als Groene Financiering onder het Kader voor Groene Financiering |
100% | VGP gaf € 1,6 miljard aan groene obligaties uit onder het Green Finance Framework |
4.3.1. |
| Groene financieringsinstrumenten als % van de portefeuille met EU Taxonomy verificatie uitgegeven of lopend (inclusief joint venture activa tegen aandeel) |
62% | Groene financieringsinstrumenten mogen de totale groene portefeuille niet overschrijden |
|||
| CAPEX | Strategisch risico/ broeikasga semissies |
Zichtbaarheid: % van portefeuille waarvoor energiegegevens beschikbaar zijn |
82% | Nieuwe huurovereenkomsten sinds 2021 bevat groene clausule voor het delen van gegevens. (90% Gas; 82% Elektriciteit) |
4.2.2.6.4 |
| Zichtbaarheid: % van voltooide ontwikkelingen waarvoor een LCA-analyse beschikbaar is |
100% | Gebruik van Life Cycle Assessment zorgt ervoor dat er zicht is op de ingebedde koolstof in ontwikkelingsprojecten en dat we ons kunnen richten op gebieden die gereduceerd moeten worden |
4.2.2.2.7 | ||
| Ingebedde koolstofintensiteit (kgCO2e per vierkante meter ontwikkelingsruimte) |
272 | Opgenomen koolstof van 'cradle to grave' (zonder operationele koolstof), uitgaande van een levensduur van 50 jaar |
4.2.2.2.7 | ||
| Investeringen in fotovoltaïsche energie – uitgegeven of contractueel vastgelegd voor voltooide of in aanbouw zijnde projecten |
€ 121 miljoen |
Nog eens € 67 miljoen te besteden aan pijplijnprojecten – totaal 287,7 MWp | Renewable energy | ||
| Inkomsten | Transitie – marktrisico |
Zonne-energieopwekking – FY2024 (MWh) | 104 GWh | Inclusief PV-productie in eigendom van derden | Renewable energy |
| Zonne-energieopwekking – op jaarbasis incl. pijplijn (MWh) |
266 GWh | ||||
| Zonne-energieopwekking als percentage van energieverbruik door huurders |
39% | Inclusief PV pijplijnprojecten stijgt de dekking tot 99%. | |||
| Bruto-inkomsten uit hernieuwbare energie | € 8,3 miljoen |
Deze maatstaf geeft gevallen weer waarin VGP eigenaar is van PV-panelen en de energie verkoopt aan de klant, de klant de panelen huurt van VGP of VGP energie verkoopt aan het net. In andere gevallen wordt de door PV opgewekte energie aan klanten geleverd als onderdeel van hun huur. Deze opbrengst is hier niet opgenomen omdat het niet mogelijk is deze los te koppelen van de onderliggende huur |
Raadpleeg de informatie in deel 4.2.1.4.1 Beschrijving van de processen om materiële impacts, risico's en kansen in kaart te brengen en te analyseren.
De volgende materiële impacts van verontreiniging werden in kaart gebracht:
Het omvat de verontreiniging van de lucht door koolmonoxide en fijne deeltjes die worden uitgestoten door bouwwerven van gebouwen en ook, voor de gebouwen die in gebruik zijn, door de vervoersbewegingen van de huurders. Het omvat de verontreiniging van water en bodem, en lekkage en morsen van gevaarlijke producten.
Het beleid om materiële impacts, risico's en kansen met betrekking tot verontreiniging te beheren, staat in de onderstaande tabel:

VGP Park Hrádek nad Nisou
| Beleid | Beschrijving van de belangrijkste inhoud van het beleid |
Beschrijving van de reikwijdte van het beleid of van de uitsluitingen |
Beschrijving van het hoogste niveau in de organisatie dat verantwoordelijk is voor de implementatie van het beleid |
Bekendmaking van normen of initiatieven van derden die worden nageleefd door implementatie van het beleid |
Beschrijving van de mate waarin rekening wordt gehouden met de belangen van de belangrijkste stakeholders bij het bepalen van het beleid |
Uitleg over hoe het beleid beschikbaar wordt gesteld aan mogelijk betrokken stakeholders en stakeholders die het beleid moeten implementeren |
||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Handvest Zorgzaam Bouwen |
Vervuiling tijdens bouwactiviteiten voorkomen en beperken |
Ontwikkelingspro jecten in alle landen waar we actief zijn |
Uitvoerend Management | Zie beschikbare kopie van het beleid op de VGP-website |
Betrokken belanghebbenden: Group Sustainability Team, technisch projectmanagement, contractanten en leveranciers |
Het beleid is openbaar op de VGP-website |
||
| Beleid voor gezondheid en veiligheid |
Richtlijnen om ons bedrijf en onze panden veilig te houden en gezonde plaatsen om te werken en te bezoeken |
Alle VGP-gebou wen (bestaande en in aanbouw) en VGP-werkplekken |
Uitvoerend Management | — | Betrokken stakeholders: Duurzaamheidsteam van de Groep, Faciliteitenbeheer, Technisch Projectmanagement, Aannemers en Leveranciers. |
Het beleid is openbaar op de VGP-website |
||
| Milieubeleids verklaring van de Groep |
EMS vermindert de impact van onze activa in elke fase van hun levenscyclus, van het eerste ontwerp tot de dagelijkse werking. |
Alle VGP-gebouwen (bestaande en in aanbouw) |
Uitvoerend Management | ISO 14001 | Betrokken stakeholders: Duurzaamheidsteam van de Groep, Faciliteitenbeheer, Technisch Projectmanagement, Aannemers en Leveranciers. |
Het beleid is openbaar op de VGP-website |
Meer details over de strategie van de Groep inzake klimaatadaptatie worden gegeven in deel 4.2.2.7.6 Aandeel van Afgestemde Activiteiten van VGP.
De maatregelen en middelen wat betreft het Beleid ten aanzien van Verontreiniging worden opgesomd in onderstaande tabel:
| Beleid | Belangrijkste maatregelen | Reikwijdte | Tijdshorizon | Jaar van voltooiing Beschrijving | Vooruitgang | Toegewezen middelen | |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Handvest Zorgzaam Bouwen |
Verontreiniging van lucht, water, bodem, fauna en flora beperken |
Alle ontwikke lingsprojecten van de groep |
Altijd van toepassing |
n.v.t. | Dit handvest beschrijft de vereisten en aanbevelingen gericht op het optimaliseren van de milieukwaliteit van de bouwplaats en het minimaliseren van de vormen van verontreiniging, zowel voor het eigen personeel als voor het personeel van de aannemer en die op de bouwplaats werken. Op de site en voor de naburige omgeving en de natuurlijke omgeving |
In werking sinds 2022 Duurzaamheidsteam om richtlijnen bij te werken en implementatie te volgen Technisch beheer Lokale bouwteams |
|
| Beleid inzake Gezondheid en Veiligheid |
VGP Health & Safety ("HSE") policy aims to protect the employees of VGP and of its contractors working on the VGP construction sites. |
Alle Werk nemers, contractanten van VGP |
Doorlopend | n.v.t. | Het doel van het beleid is om werknemers en aannemer te beschermen tegen gezondheidsrisico's, waaronder verontreinigen de en gevaarlijke stoffen. |
Gezondheids- en veiligheidsincidenten zijn minimaal l op de werkplaatsen |
Technisch beheer om veiligheidsmaatregelen te implementeren en regelmatige controles uit te voeren Lokale bouwteams |
| Verklaring inzake Milieubeleid van de Groep |
EMS vermindert de impact van onze bedrijfsmiddelen in elke fase van hun levenscyclus, van het eerste ontwerp tot de dagelijkse werking. |
Alle bestaan de activa en ontwikkelin gen van de Groep |
Gedurende de levenscyclus van onze activa |
n.v.t. | Ze beschrijft de vereisten en aanbevelingen van de Groep om de milieukwaliteit van onze werven te optimaliseren en de verontreiniging voor werknemers en ingehuurd personeel op de site, de omgeving en de natuurlijke omgeving tot een minimum te beperken. |
Alle sites zijn onderworpen aan een EMS |
Duurzaamheidsteam om richtlijnen bij te werken en implementatie te volgen |

VGP Park Berlin
Voor al zijn ontwikkelingsprojecten voldoet de Groep aan alle toepasselijke regelgeving op het gebied van veiligheid en gezondheid en milieu. De milieu-impact van elk project wordt in een zeer vroeg stadium geanalyseerd (volgens de geldende regelgeving). Er werd geen provisie aangeleverd voor milieurisico's in de boekhouding van de Groep in 2024. Sinds 2022 wordt het Handvest Zorgzaam Bouwen van de Groep toegepast op alle greenfield/brownfield bouwprojecten in alle landen waar de Groep actief is. Het Handvest beschrijft de vereisten en aanbevelingen van de Groep om de milieukwaliteit van zijn werven te optimaliseren en tegelijk de verontreiniging voor de aannemers die op de site werken, de omgeving en de natuurlijke omgeving tot een minimum te beperken. De toepassing van het handvest op alle aannemers in de bouwsector is een specifieke vereiste. Het Handvest Zorgzaam Bouwen bevat de volgende vereisten:
Bovendien zorgt de Groep ervoor dat de actieplannen en preventieve maatregelen door aannemers worden uitgevoerd tijdens de bouw. De onderstaande tabel geeft een overzicht van de jaarlijkse financiële uitgaven voor bodemsanering/sanering van sites en de volumes die werden gesaneerd.
| Bodemverontreiniging en sanering van sites | 2022 2023 2024 | ||
|---|---|---|---|
| Financiële uitgaven voor bodemsanering/site sanering (€-miljoen) |
5,1 | 2,3 | 5,7 |
| Volume dat werd ontgift/behandeld (metrieke ton) 14.900 3.723 | n.v.t. |
De Groep voldoet bij al zijn activiteiten aan alle toepasselijke milieuwetgeving. De acquisities en ontwikkelingen van de Groep vallen onder het beleid inzake risicobeheersing en worden onderworpen aan een risicoanalyse op het gebied van veiligheid, gezondheid, milieu en klimaat. Als zodanig omvat het acquisitieproces van de Groep een analyse van technische, wettelijke gezondheids- en veiligheids- en milieurisico's, waaronder bodemverontreiniging, bescherming van wetlands en klimaatverandering, als onderdeel van de due-diligence voorafgaand aan de acquisitie.
Het voorkomen van gezondheids-, veiligheids- en beveiligingsrisico's voor mensen (werknemers, huurders, leveranciers, onderaannemers en lokale gemeenschappen) en van milieurisico's in verband met de exploitatie van zijn parken vormt een integraal onderdeel van het beleid inzake risicobeheersing van de Groep. De Groep voldoet aan alle toepasselijke wetgeving op dit gebied en gaat vaak verder dan de minimumnormen die door de wet worden vereist om een hoger niveau van gezondheid en veiligheid en beveiliging op zijn bouwplaatsen te garanderen. De beheersystemen voor gezondheid en veiligheid en beveiliging stellen de Groep in staat om zijn prestaties op het gebied van risicopreventie dagelijks te controleren en te analyseren en een sterke cultuur van risicobeheersing te handhaven die is ingebed in de operationele en managementteams.
Met betrekking tot de luchtverontreiniging die samenhangt met de vervoersbewegingen van huurders en hun leveranciers naar onze parken, streeft VGP naar het verminderen van de CO2-uitstoot die samenhangt met dergelijk vervoer (zie deel 4.2.2.2.2 Transitieplan klimaatmitigatie) en naar het verbeteren van de duurzame transportverbindingen (inclusief de elektrificatie van het wagenpark) om de uitstoot van fijnstof als gevolg van het gebruik van auto's met verbrandingsmotoren te verminderen.
Met betrekking tot de verontreiniging van water en bodem door het storten van afval streeft VGP naar een reductie van het restafval in de exploitatie van zijn eigen kantoren tegen 2030, het beperken van de totale hoeveelheid afval die in zijn parken wordt geproduceerd tegen 2030 en het verbeteren van het totale recyclagepercentage van bedrijfsafval om alle mogelijke gevolgen van zijn afvalproductie te beperken (zie deel 4.2.2.3.4. Doelen wat betreft verontreiniging en deel 4.2.2.6.2 Beleid ten aanzien van materiaalgebruik en circulaire economie).
De Groep heeft een beleid opgesteld voor de beheersing van risico's op het gebied van gezondheid en veiligheid, versterkt door de publicatie van de Verklaring inzake Veiligheid en Gezondheid van de Groep, die regels en richtlijnen bevat op Groepsniveau. De belangrijkste gebieden die onder het beleid inzake de beheersing van risico's op het gebied van gezondheid en veiligheid van de Groep vallen zijn lucht- en waterkwaliteit, luchtverontreiniging, technische en veiligheidsinstallaties en brandblus- en alarmsystemen. Dit beleid van de Groep omvat in het bijzonder een jaarlijkse beoordeling van gezondheids- en veiligheidsrisico's op bestaande activa door het faciliteitenbeheer van de Groep, en de inspectie en voortdurende verbetering van gebouwen en hun technische uitrusting die een impact kunnen hebben op het milieu of op persoonlijke veiligheid. Technische documentatie over regelgevend onderhoud en testen wordt ook up-to-date gehouden en beschikbaar gesteld op elke site.
In 2024 kreeg 35% van de activa van de Groep in ontwikkeling minstens één externe analyse en 100% een interne analyse.
| 2024 Dekking externe analyse Gezondheid en Veiligheid (%) | 35 |
|---|---|
| 2024 Dekking interne analyse Gezondheid en Veiligheid (%) | 100 |
| % geauditeerde sites met een voldoende score | 100 |
Er worden ook interne beoordelingen gehouden in de hele Groep, op bouwplaatsen, om ervoor te zorgen dat de regels en procedures inzake gezondheid en veiligheid worden nageleefd en om eventuele verbeteracties in kaart te brengen.
Een van de hoekstenen van de benadering inzake risicopreventie van de Groep is de opleiding van het personeel. Lokale teams krijgen de nodige opleiding inzake gezondheid en veiligheid onder toezicht van regionale technische teams, afhankelijk van hun behoeften, en alle nieuwe werknemers van relevante afdelingen volgen een inleidende cursus om het beleid inzake gezondheid en veiligheid door te nemen, met inbegrip van het beleid en de instrumenten voor risicobeheersing. De teams op de site zijn getraind in EHBO-technieken en onderhouden nauwe banden met de lokale hulpdiensten (brandweer, paramedici en politie) en met de relevante administratieve afdelingen. Zie voor meer informatie deel Risicofactoren.
Sancties voor niet-naleving met betrekking tot Gezondheid en Veiligheidsvoorschriften in VGP Gebouwen
| 2024 aantal sancties wegens niet-naleving met betrekking tot gezondheid en veiligheid in gebouwen |
|
|---|---|
| 2024 geldwaarde van bijbehorende boetes (€) | 0.0 |
Sancties voor het niet naleven van milieuwet- en regelgeving.
| 2024 aantal sancties wegens niet-naleving in verband met milieuovertredingen |
geen |
|---|---|
| 2024 geldwaarde van bijbehorende boetes (€) | 0.0 |
De Groep ging verschillende verbintenissen aan om de milieu-impacts wat betreft verontreiniging te beperken:
De belangrijkste bron van verontreiniging zijn de broeikasgasemissies welke worden toegelicht in deel 4.2.2.2. Klimaatverandering.
De Groep is niet actief in de productie, het gebruik, de distributie, de commercialisering of de import/export van zorgwekkende stoffen en zeer zorgwekkende stoffen, hetzij als zodanig, dan wel in mengsels of in artikelen. Als onderdeel van ons 'circulaire economie'-concept werken we samen met huurders aan afvalsorteerinitiatieven om efficiënter gebruik te maken van materialen. Gevaarlijk afval dat door onze huurders wordt geproduceerd, wordt afzonderlijk gerapporteerd in deel 4.2.2.6.2 Beleid ten aanzien van Materiaalgebruik en Circulaire Economie (ESRS E5-1).
De beoogde financiële effecten van materiële risico's en kansen wat betreft verontreiniging zijn in overeenstemming met de schattingen voorgesteld in deel 4.1.1.1.2 Rapportage-eisen in ESRS opgenomen in de Duurzaamheidsverklaring van de onderneming (ESRS 2 IRO-2).

VGP Park Berlin Ludwigsfelde
De niet-financiële risicoanalyse wees erop dat water geen belangrijke milieukwestie is voor VGP. De huurders binnen de portefeuille van de Groep worden inderdaad niet beschouwd als significante waterverbruikers. Niettemin erkent VGP water als een fundamentele hulpbron en handhaaft hij het recht van iedereen op een eerlijke en billijke toegang tot water.
Zie de delen 4.1.1.1.1 Beschrijving van de processen om materiële impacts, risico's en kansen in kaart te brengen en te analyseren (ESRS 2 IRO-1) en de sectie Risicofactoren in het Verslag van de Raad van Bestuur voor meer gedetailleerde informatie over de dubbele materialiteitsanalyse en het proces voor het in kaart brengen van risico's.
Het beleid voor het beheersen van materiële impacts, risico's en kansen wat betreft water en mariene hulpbronnen, staat in de onderstaande tabel:
| A BALL SCALL PROPERTY | |
|---|---|
VGP Park Magdeburg Sülzetal
| Beleid | Beschrijving van de belangrijkste inhoud van het beleid |
Beschrijving van de reikwijdte van het beleid of van de uitsluitingen |
Beschrijving van het hoogste niveau in de organisatie dat verantwoordelijk is voor de implementatie van het beleid |
Toelichting van normen of initiatieven van derden die worden nageleefd door implementatie van het beleid |
Beschrijving van de mate waarin rekening wordt gehouden met de belangen van de belangrijkste stakeholders bij het bepalen van het beleid |
Uitleg over hoe het beleid beschikbaar wordt gesteld aan mogelijk betrokken stakeholders en stakeholders die het beleid moeten implementeren |
|---|---|---|---|---|---|---|
| Handvest Zorgzaam Bouwen |
Voorkomen en beperken van verontreiniging tijdens de bouw activiteiten |
Ontwikkelingspro jecten in alle landen waar we actief zijn |
Uitvoerend Management | Zie het beleid dat beschikbaar is op de website van VGP |
Betrokken stakeholders: Duurzaamheidsteam van de Groep, technisch projectmanagement, Aannemers en Leveranciers |
Het beleid is openbaar op de website van VGP |
| Verklaring inzake Milieubeleid van de Groep |
EMS vermindert de impact van onze activa in elke fase van hun levenscyclus, van het eerste ontwerp tot de dagelijkse werking. |
Alle VGP-gebouwen (bestaand en in aanbouw) |
Uitvoerend Management | ISO 140011 | Betrokken stakeholders: Duurzaamheidsteam van de Groep, Faciliteitenbeheer, Technisch projectmanagement, Aannemers en Leveranciers |
Het beleid is openbaar op de website van VGP |
Het waterverbruik in de activa van de Groep wordt bepaald door het beroepsmatig gebruik van de activa door de huurders en wordt voornamelijk bepaald door het aantal werknemers. Het waterverbruik binnen de portefeuille is geconcentreerd bij een aantal grote verbruikers, waarbij de top 10 huurders 40% van het totale waterverbruik voor hun rekening nemen, meestal gerelateerd aan productie en magazijnen die gebruik maken van koelinstallaties. Hoewel de focus op de verbetering van het waterverbruik op deze locaties het meest effectief zal zijn, maakt het verminderen van het waterverbruik in alle parken een bedrijfsdoelstelling uit, als onderdeel van het beleid inzake efficiënt materiaalgebruik van de Groep.
Het verminderen van het waterverbruik op alle locaties maakt een bedrijfsdoelstelling uit, als onderdeel van het beleid inzake efficiënt materiaalgebruik van de Groep en wordt bijgehouden en beheerd op het niveau van de activa en de Groep. Op basis van 'best practices' op vlak van milieu onderneemt de Groep actieve stappen om het waterverbruik te beperken, waterverspilling tegen te gaan en de waterkwaliteit op peil te houden.
Met betrekking tot VGP parken die opereren in gebieden die gevoelig zijn voor droogte (zie ook de Klimaatrisicoanalyse in deel 4.2.2.2.12 Beoogde Financiële Effecten van Materiële Fysieke en Transitierisico's en Potentiële Klimaatkansen (ESRS E1-9)), wordt naast het feit dat er alleen droogtebestendige vegetatie wordt geplant, het waterverbruik verder beperkt door irrigatiesystemen met vochtbewaking om de waterverspreiding te optimaliseren. Het is de bedoeling dat deze systemen in 2025 geïnstalleerd zijn in de meeste parken van de Groep in Spanje, waar droogte het meest voorkomt. In 2025 is een investering van € 38.000 begroot voor deze investeringen. Zodra deze operationeel zijn, zullen ze onze beoordeling van het potentieel voor bredere implementatie in de toekomst ondersteunen.
| % activa in gebieden met waterschaarste met oplossingen voor waterhergebruik of Duurzame Afwateringssystemen ("Sustainable Drainage Systems", afgekort "SuDS")1 |
58% |
|---|---|
| % activa met oplossingen voor hergebruik van water | 17% |
Het eerste doel richt zich op gebieden met waterschaarste, waar kwesties met betrekking tot waterbehoud en -behoud belangrijker zijn. "Gebieden met waterschaarste" worden gedefi nieerd volgens de WWF Water Risk Filter, met behulp van de 'waterschaarste risico'-KPI. Voor activa die zich in deze gebieden bevinden (12 activa volgens het WWF-risicofi lter in 2023), is hergebruik van water een prioriteit om het verbruik van gemeentelijk water te beperken. Het tweede doel heeft dezelfde doelstelling, maar met een ander tijdsbestek voor de activa van VGP die zich niet in gebieden met waterschaarste bevinden. De Groep geeft waar mogelijk de voorkeur aan het gebruik van niet-drinkbaar of hergebruikt water boven drinkbaar water. In 2024 verzamelden 8 VGP Parken 171.000 m³ regenwater en grondwater of grijs water op de site, dat werd opgeslagen voor het besproeien van groene ruimten en gebruikt als grijs water. Er zijn ook projecten gepland in de milieuactieplannen van sommige activa van de Groep om het hergebruik van water te vergroten, bijvoorbeeld in VGP Park GieBen am Alten Flughafen (zie Case Study pagina 288).
VGP Park České Budějovice
De maatregelen en middelen inzake beleid voor Water en Mariene Hulpbronnen worden opgesomd in onderstaande tabel:
| Beleid | Belangrijkste maatregelen Reikwijdte | Tijdshorizon | Jaar van voltooiing Beschrijving | Vooruitgang | Toegewezen middelen | Financiële middelen | ||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Handvest Zorgzaam Bouwen |
Verontreiniging van lucht, water, bodem, fauna en flora mitigeren |
Alle ontwikke lingsprojecten van de groep |
Altijd van toepassing |
n.v.t. | Dit handvest beschrijft de vereisten en aanbevelingen gericht op het optimaliseren van de milieukwaliteit van de bouwplaats en het minimaliseren van de vormen van verontreiniging, zowel voor het eigen personeel als voor het personeel van de contractanten die op de bouwplaats werken en voor het omliggende gebied en de natuurlijke omgeving |
In werking sinds 2022 |
Duurzaamheidsteam om richtlijnen bij te werken en implementatie op te volgen Technisch beheer Lokale bouwteams |
n.v.t. |
| Verklaring inzake Milieubeleid van de Groep |
EMS vermindert de impact van onze activa in elke fase van hun levenscyclus, van het eerste ontwerp tot de dagelijkse werking. |
Alle bestaan de activa en ontwikkelingen van de Groep |
Gedurende de levenscyclus van onze activa |
n.v.t. | Ze beschrijft de vereisten en aanbevelingen van de Groep om de milieukwaliteit van onze werven te optimaliseren en de verontreiniging voor werknemers en ingehuurd personeel op de site, de omgeving en de natuurlijke omgeving tot een minimum te beperken. |
Alle sites zijn onderworpen aan een EMS |
Duurzaamheidsteam om richtlijnen bij te werken en implementatie te volgen |
n.v.t. |
1 Hun belangrijkste doel is om de druk op traditionele rioleringssystemen te verminderen, overstromingen te voorkomen en de waterkwaliteit te verbeteren door infiltratie, retentie en evapotranspiratie te bevorderen Voorbeelden zijn: groene daken, regentuinen, doorlaatbare bestrating, retentievijvers, bioschermen.
Er worden speciale inspanningen geleverd om watereffi ciënte apparatuur te installeren. De groep is bezig met het analyseren van de implementatie van een real-time monitoringtool waarmee lekken kunnen worden opgespoord zodat deze snel kunnen worden gerepareerd. Watermonitoring is een belangrijk aandachtspunt voor de Groep, die ook is begonnen met het installeren van watermeters in nieuwe ontwikkelingen. Daarnaast zijn beluchters en andere watervoorzieningen met een laag debiet geïmplementeerd in gebouwen in overeenstemming met de BREE-AM-vereisten. Dit heeft geleid tot water- en kostenbesparingen. Om de behoefte aan irrigatie zoveel mogelijk te voorkomen, wordt bovendien een droogtetolerante tuinarchitectuur geïmplementeerd, zowel wat betreft de keuze van de fl ora als het vermogen om water vast te houden. Tot vorig jaar werd ongeveer € 5.000.000 geïnvesteerd in waterbesparende maatregelen in bestaande gebouwen en in 2024 werd nog eens € 1.600.000 geïnvesteerd. Voor nieuwe ontwikkelingen en renovaties worden in de hele portefeuille de volgende normen gebruikt:
Om het watergebruik te optimaliseren en de bijbehorende kostenbesparingen te realiseren, geeft de Groep waar mogelijk ook de voorkeur aan het gebruik van niet-drinkbaar of hergebruikt water boven drinkbaar water. In 2024 kan in totaal 171.028 m³ regenwater worden opgevangen op de site voor schoonmaak en besproeiing van groenvoorzieningen. Op bestaande parken vertrouwt de Groep op een nauwe samenwerking met de huurders om het waterverbruik te verminderen. Groene huurcontracten (zie subsectie Focus op groene huurcontracten 4.2.2.2.6 Maatregelen en Middelen wat betreft Beleid ten aanzien van Klimaatverandering (ESRS E1-3)) en huurdersgesprekken op de site worden gebruikt om huurders bewust te maken van watergebruik en hen mee te krijgen in het waterbeheer.
Zie deel 4.2.2.4.4 Doelen wat betreft water en mariene hulpbronnen voor meer informatie.
In 2024 heeft de Groep zich geëngageerd voor nieuwe doelen wat betreft water:
— 100% van de activa in gebieden met watertekorten met oplossingen voor waterhergebruik, en
— Tegen 2030 het waterverbruik verminderen met -20% in intensiteit per vierkante meter ten opzichte van het 2020 referentiepunt.
Het derde doel van de Groep is het verminderen van het totale waterverbruik in de activa van VGP. Het waterverbruik is meestal gerelateerd aan sanitair gebruik en het waterverbruik in de activa van de Groep wordt voornamelijk bepaald door het aantal werknemers dat per vierkante meter in onze panden werkt. Er worden speciale inspanningen gedaan om waterefficiënte apparatuur te installeren, de bedrijfspraktijken te optimaliseren en ervoor te zorgen dat lekken snel worden opgespoord en hersteld. De Groep is ook begonnen met de uitrol van slimme watermeters om het waterverbruik beter te kunnen controleren.
Daarnaast worden verluchters en andere waterbesparende voorzieningen geïnstalleerd in gebouwen in overeenstemming met de EU-Taxonomie en BREEAM-vereisten. Bij bestaande activa vertrouwt de Groep op de samenwerking met huurders om het waterverbruik te verminderen. Groene huurcontracten (zie subdeel "Focus op groene huurcontracten" in deel 4.2.2.2.6 Maatregelen en middelen wat betreft beleid ten aanzien van klimaatverandering) en huurdersbesprekingen op de site worden gebruikt om het bewustzijn onder huurders over watergebruik te vergroten en hen mee te krijgen in het waterbeheer. Om milieuverontreiniging te voorkomen, wordt afvloeiend water van het asfalt behandeld voordat het wordt afgevoerd via gemeentelijke afvalwaternetwerken.


Case Study
De laatste fase van de ontwikkeling van Giessen am Alten Flughafen, inclusief het laatste gebouw en een parkeergarage met meerdere verdiepingen, werd voltooid in 2024. Het project omvat diverse duurzaamheidsmaatregelen, met name op het gebied van waterbesparing, waardoor er minder grondstoff en worden verbruikt en de effi ciëntie wordt verbeterd.
Regenwateropvang en -gebruik:
Zes grote gerecyclede reservoirs met een totale capaciteit van 716.000 liter slaan regenwater op. Het opgevangen water wordt gebruikt voor het doorspoelen van toiletten en het irrigeren van groenvoorzieningen, waardoor de vraag naar zoet water aanzienlijk afneemt.
in overeenstemming met de eisen van de EU Taxonomy zijn alle sanitaire ruimtes uitgerust met waterbesparende armaturen met een laag debiet (bijv. douches met een debiet van 8 l/min) om het verbruik te minimaliseren.
Bescherming: Overtollig regenwater wordt gefilterd en afgevoerd naar de nabijgelegen beek Krebsbach, waardoor het gemeentelijke afvoersysteem minder wordt belast, terwijl een WGK-membraan (Water Hazard Class film) wordt gebruikt om het grondwater te beschermen tegen mogelijke verontreiniging. Daarnaast zorgen groene daken op kantoren en technische ruimtes voor minder afvloeiing en een betere isolatie.

Waterretentiebekken bij VGP Park Giessen am Alten Flughafen
Water gekocht van het zonenetwerk (gemeentelijk water) en wateronttrekkingen uit andere bronnen voor gebruik in gemeenschappelijke en privégebieden van bestaande activa.
In 2024 is het waterverbruik in onze parken met 1,4% gestegen ten opzichte van 2023 op een 'like-for-like'-basis, terwijl de waterintensiteit in liters per vierkante meter bij activa in exploitatie met 10% is gedaald ten opzichte van 2023 op een 'like-for-like'- basis.
Het gemiddelde waterverbruik in onze gebouwen is 0,078 m³/m², maar dit is voornamelijk geconcentreerd in een aantal semi-industriële en retailgerelateerde magazijnen. Het totale gerapporteerde waterverbruik in 2024 was 570.304 m³
| Huurdersportefeuille | Totaal | |||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| Industrieel: niet-gekoeld magazijn |
Industrieel: gekoeld magazijn |
Indus trieel: productie |
Kantoren: laagbouw |
Parkeren (binnen) |
||
| 2024 Netto waterbehoefte1 | 28.7483 | 44.913 | 241.911 | n.v.t. | — 574.307 | |
| Van gemeentelijk water (%) | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. 171.028 | |
| Waarvan regenwater (%) | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | 70% |
| Waarvan grondwater (%) | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | 30% |
| Waarvan oppervlaktewater (%) | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | — |
| Waarvan afvalwater (grijs water) van een andere organisatie (%) |
n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | — |
| 2023 Op 'like-for-like'-basis | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | — |
| 2024 Op 'like-for-like'-basis | 46.383 | 10.854 | 35.280 | — | — | 92.518 |
| 2024/2023 verandering (%) | 45.355 | 8.709 | 29.586 | — | — | 83.651 |
| 2024/2023 change (%) | -2% | -20% | -16% | n.v.t. | n.v.t. | -10% |
Waterverbruik Uitgesplitst naar Bron (m³)
| Huurdersportefeuille | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| Industrieel: niet-gekoeld magazijn |
Industrieel: gekoeld magazijn |
Indus trieel: productie |
Kantoren: laagbouw |
Parkeren (binnen) |
||
| 2024 Netto waterbehoefte2 | 64,7 | 68,3 | 116,5 | n.v.t. | — | 78,3 |
| 2023 Op 'like-for-like'-basis | 51,7 | 148,1 | 131,6 | — | n.v.t. | 74,7 |
| 2024 Op 'like-for-like'-basis | 48,9 | 118,8 | 110,4 | — | n.v.t. | 65,9 |
| 2024/2023 verandering (%) | -5% | -20% | -16% | n.v.t. | n.v.t. | -12% |
VGP verwacht geen materiële financiële effecten van materiële risico's en kansen wat betreft water en mariene hulpbronnen.
VGP Park Olomouc

1 Exclusief intern hergebruikt of gerecycled water ("grijs water").
2 Alleen gemeentelijk watergebruik; exclusief intern hergebruikt of gerecycled water ("grijs water").
Als onderdeel van het stappenplan voor de ESG-Strategie ontwikkelde de Groep in 2022 een biodiversiteitsstrategie voor de Groep. Deze biodiversiteitsstrategie, die in dit deel wordt samengevat, werd vervolgens in 2023 omgezet in een biodiversiteitsbeleid.
De EU-Biodiversiteitsstrategie voor 20301 bevat een uitgebreid pakket verbintenissen en maatregelen om de biodiversiteit in Europa tegen 2030 te herstellen ten bate van de Europese burgers, de planeet, het klimaat en de economie, in overeenstemming met de 2030 Agenda voor Duurzame Ontwikkeling en met de doelstelling van het Akkoord van Parijs inzake klimaatverandering. Het doel van het beleid is om de biodiversiteit in Europa tegen 2030 te herstellen.
De EU-Biodiversiteitsstrategie werd in 2021 gepubliceerd en op basis daarvan ontwikkelde VGP in 2022 een biodiversiteitsstrategie voor de Groep op basis van de volgende vier pijlers:




Respecteer beschermde gebieden en locaties met hoge biodiversiteitswaarde een risico's
Herstel natuur, eerst waar een investering het meest waardevol is en voer duurzaam beheer in de hele waardeketen
Maak verandering mogelijk door werknemers en belanghebbenden te informeren; Versterk het groene financieringsnetwerk
Zet acties op buiten de directe waardeketen d.m.v. de VGP Foundation natuur projecten
1 Europese Commissie: Directoraat-Generaal Milieu, EU biodiversity strategy for 2030 – Bringing nature back into our lives, Publicatiebureau van de Europese Unie, 2021, https://data.europa.eu/doi/10.2779/677548.
VGP is actief in de EU en is daarom gebonden aan een sterk wettelijk kader om de meest waardevolle, gewaardeerde en bedreigde soorten en habitats te beschermen in de landen waar hij actief is. In overeenstemming met de duurzaamheidsnormen van BREEAM en DGNB, evenals met de minimale beschermingsvereisten van EU-Taxonomie, heeft de Groep een Behoudshiërarchie en Ecologieplanning geïmplementeerd die gedetailleerd is in het VGP Biodiversiteitsbeleid1 .

Honing verzamelen in VGP Park Fuenlabrada
De VGP-Biodiversiteitsstrategie en -beleid beschrijft een uitgebreid plan van maatregelen om de biodiversiteit in VGP Parken te helpen herstellen, eerst op de locaties met de meest betekenisvolle impact. Met name op die locaties met een betekenisvolle impact bevat de strategie een herstelagenda en waardeert het natuurlijk kapitaal op de lange termijn.
— Door locaties te categoriseren en een oproep tot actie te doen voor locaties die dichter bij kwetsbare gebieden liggen, hielp de studie de Groep bij het opstellen van een strategie om risico's te beperken.
1 https://www.vgpparks.eu/media/4876/vgp-biodiversity-strategy-a4-en-k04.pdf
2 IBAT (Integrated Biodiversity Assessment Tool) is een wereldwijd gegevensplatform voor biodiversiteit dat toegang biedt tot belangrijke informatie over biodiversiteit (https://www.ibat-alliance.org/).
3 Inclusief de vereiste om hout uit duurzame bronnen met FSC- of PEFC-certificering in te kopen
Een meer geïntegreerde en maatschappelijke benadering van biodiversiteit zal ervoor zorgen dat alle relevante actoren medeverantwoordelijk zijn en mede-eigenaar zijn van de biodiversiteitsverbintenissen van de EU. Een stimulerende omgeving voor zowel VGP-werknemers als stakeholders en de samenleving als geheel is essentieel om de manier waarop tegen biodiversiteit wordt aangekeken te veranderen.

VGP Comunity day
Een laatste hoeksteen van de VGP-Biodiversiteitsstrategie beschrijft de ambities van de VGP Foundation1 om natuurbehoud en biodiversiteitsprojecten in Europa en daarbuiten te ondersteunen.
— De VGP Foundation zal zich blijven inzetten voor projecten die natuurbehoud aanmoedigen, zoals het redden en creëren van permanente biotopen, het beschermen van dieren en hun natuurlijke habitats, of educatieve programma's die het publiek bewust maken van de betreffende kwesties.
Zie delen 4.1.1.1.1 Beschrijving van de processen om materiële impacts, risico's en kansen in kaart te brengen en te analyseren en Risicofactoren in het Verslag van de Raad van Bestuur, respectievelijk voor meer gedetailleerde informatie over de dubbele materialiteitsanalyse en het proces voor het in kaart brengen van risico's.
Zoals uitgelegd in 4.2.1.3.1. Strategie, businessmodel en waardeketen en deel 4.2.1.3.3. Materiële impacts, risico's en kansen en de wisselwerking daarvan met strategie en businessmodel, zijn biodiversiteitsoverwegingen actief geïntegreerd in het business model en het stappenplan voor duurzaamheid van VGP.
Zie delen 4.1.1.1.1 Beschrijving van de processen om materiële impacts, risico's en kansen in kaart te brengen en te analyseren (ESRS 2 IRO-1) en Risicofactoren in het Verslag van de Raad van Bestuur voor meer gedetailleerde informatie over de dubbele materialiteitsanalyse en het proces voor het in kaart brengen van risico's.
Het bestaande beleid beheert de materiële impacts van VGP op de biodiversiteit (gerelateerd aan de ontwikkelingsprojecten en de exploitatie van VGP van zijn bestaande activa). Het beleid is meer precies gebaseerd op de vier pijlers van de biodiversiteitsstrategie van de Groep zoals voorgesteld in deel 4.2.2.5.1 Transitieplan en meeweging van biodiversiteit in ecosystemen in strategie en businessmodel. Aangezien broeikasgasemissies de belangrijkste impact van VGP op de biodiversiteit zijn, werden twee klimaatgerelateerde beleidslijnen – de Verklaring inzake Milieubeleid van de Groep en het Energiebeheerbeleid – toegevoegd aan de onderstaande tabel. De geldende beleidsregels met betrekking tot biodiversiteit en ecosystemen zijn opgenomen in de onderstaande tabel:
| Beleid | Beschrijving van de belangrijkste inhoud van het beleid |
Beschrijving van de reikwijdte van het beleid of van de uitsluitingen |
Beschrijving van het hoogste niveau in de organisatie dat verantwoordelijk is voor de implementatie van het beleid |
Bekendmaking van normen of initiatieven van derden die worden nageleefd door implementatie van het beleid |
Beschrijving van de mate waarin rekening wordt gehouden met de belangen van de belangrijkste stakeholders bij het bepalen van het beleid |
Uitleg over hoe het beleid beschikbaar wordt gesteld aan mogelijk betrokken stakeholders en stakeholders die het beleid moeten implementeren |
|---|---|---|---|---|---|---|
| Biodiversiteits beleid |
Biodiversiteitsbeleid, waarin onze inzet voor het behoud en de verbetering van de biodiversiteit in onze parken wordt beschreven. De strategie benadrukt het biodiversiteitspotentieel en zet een bestuurskader in gang. Naleving bevestigen van de EU- Taxonomie "Do No Significant Harm"-vereiste met betrekking tot bescherming en herstel van biodiversiteit en ecosystemen |
Alle grond waarop VGP actief is |
Uitvoerend management |
ISO 140011, EU Taxonomie, BREEAM |
Betrokken belanghebbenden: Teams voor grondaankoop, Technische teams, Duurzaamheidsteam |
Het Biodiversiteitsbeleid is beschikbaar op de website van het bedrijf |
| Verklaring inzake Milieubeleid van de Groep |
EMS vermindert de impact van onze activa in elke fase van hun levenscyclus, van het eerste ontwerp tot de dagelijkse werking. |
Alle VGP gebouwen (bestaand en in aanbouw) |
Uitvoerend Management |
ISO 140011 | Betrokken stakeholders: Duurzaamheidsteam van de Groep, Faciliteitenbeheer, Technisch projectmanagement, Aannemers en Leveranciers |
Het beleid is openbaar op de VGP-website |
| Beleid inzake Hernieuwbare Energie |
De activiteiten van VGP Hernieuwbare Energie uiteenzetten, het aanbod van groene energie en zijn financiering toelichten |
Bestaande activa van de Groep, huurders en klanten van VGP Renewable Energy van de Groep |
Uitvoerend Management |
— | Betrokken stakeholders: Duurzaamheidsteam van de Groep, technisch projectmanagement, faciliteitenbeheer, Team Hernieuwbare Energie van VGP |
Het beleid is voor interne doeleinden en (potentiële) klanten van VGP Renewable Energy. |
Details over de inhoud van het biodiversiteitsbeleid worden hieronder voorgesteld.

VGP Park České Budějovice
De voorbereidende studies van de Groep over de impact op de biodiversiteit toonden aan dat, naast CO2-uitstoot, een andere belangrijke oorzaak van biodiversiteitsverlies, volgens hoofdstuk 2 van het IPBES-verslag van 20191 , de verandering in grondgebruik is. Hieruit bleek ook dat vastgoedvennootschappen een belangrijke rol spelen in deze drijvende kracht door de verstedelijking, aantasting en versnippering van grond die wordt geëxploiteerd in greenfieldprojecten.
Om de naleving van de EU-Taxonomie voor de aankoop van grond te garanderen, heeft de Groep sinds 2023 zijn due-diligence procedures afgestemd op de EU-Taxonomie. Als gevolg hiervan wil de Groep voorkomen dat nieuwe ontwikkelingen worden gebouwd op:
Als gevolg hiervan krijgen ontwikkelingsprojecten op vervallen industrieterreinen2 en in gebieden met bestaande infrastructuur, ontwikkeling en stedelijke inbreidingvoorrang boven de ontwikkeling van greenfields. 100% van het in 2024 verworven land lag binnen bestaande ontwikkelingsgebieden.
De aankoopstrategie van VGP is ontworpen om aan de volgende regels te voldoen: eerlijkheid, focus op kwaliteit, langlopende partnerschappen, verminderd risico en respect voor de geldende regelgeving. Aankoopcriteria die zijn opgenomen in de duurzaamheidsnota voor ontwikkelingsprojecten zijn het gebruik van 100% hout uit gecertifi ceerde, duurzaam beheerde bossen met "Forest Stewardship Council" ("FSC") en "Programme for the Endorsement of Forest Certifi cation" ("PEFC")-certifi cering, zowel voor werken als voor de constructie van gebouwen. Ook is het een vereiste om te streven naar ten minste 70% afvalrecycling (materiaalterugwinning) naar gewicht en duidelijke traceerbaarheid van al het afval dat wordt beheerd, waardoor het risico van stortafval dat van invloed is op de biodiversiteit wordt verminderd; ook wordt bij de aankoop gestreefd naar het beheren en beperken van geluids- en visuele verontreiniging, evenals het risico van bodem-, water- en luchtverontreiniging. Voor een volledig overzicht van de methode en het beleid voor duurzaam aankopen, zie deel 4.2.4.4.2 Duurzaam aankopen.
In de bestaande parken wordt in totaal 2,010 miljoen vierkante meter groen beheerd door VGP. De Groep beschermt en verbetert actief de biodiversiteitswaarde van deze groene oppervlaktes in het bijzonder en van zijn activa in het algemeen door de impacts voor de biodiversiteit te analyseren en maatregelen te nemen om deze te beperken in overeenstemming met de normen van BREEAM Excellent/DGNB Gold en door actieplannen voor biodiversiteit te implementeren op basis van het Biodiversiteitsbeleid van de Groep dat rekening houdt met unieke lokale omstandigheden. Ecologen en landschapsarchitecten worden betrokken bij ontwerp- en ontwikkelingsactiviteiten om architecten en ontwikkelaars te begeleiden bij bestaande ecosystemen en bij het kiezen van de beste strategie om de lokale flora en fauna te beschermen.
Groene gebieden en biodiversiteitskenmerken van bestaande VGP Parken worden gemonitord en indien nodig verbeterd op basis van ons biodiversiteitsbeleid. In de loop van 2024 werden 388 extra bomen geplant in bestaande VGP Parken.
1 Hoofdstuk 2.1 Status en trends - drijvende krachten achter verandering. Zenodo. https://doi.org/10.5281/zenodo.5517423
2 Terreinen of gebouwen die vroeger gebruikt werden, maar vervolgens leeg kwamen te staan, verwaarloosd of verontreinigd zijn. Brownfields vereisen meestal voorbereidende herstelwerkzaamheden voordat er nieuwe ontwikkeling plaatsvindt en kunnen ook gedeeltelijk bezet zijn.
VGP Park Magdeburg, gelegen in Osterweddingen, Sülzetal, laat zien dat het zich inzet voor duurzaamheid en behoud van biodiversiteit, in lijn met de EU-Taxonomiedoelstellingen. Het park integreert ecologische maatregelen om economische groei en verantwoordelijkheid voor het milieu in evenwicht te brengen.

VGP Park Magdeburg Sülzetal


Copyright NABU Sachsen – Anhalt Europese korenwolf (foto © Roman Huditsch)
In 2024 werden 16 extra biotopen gecreëerd binnen onze parken in aanbouw, bovenop de acht biotoopgebieden die al in 2023 werden gecreëerd. Deze extra biotopen verbeteren of beschermen specifieke soorten en vergroten de algehele lokale biodiversiteit. Dit brengt het totale aantal biotoopgebieden dat is gecreeerd als onderdeel van VGP Parken op 65. De totale omvang van deze biotopen bedraagt 570.304 m² (vergeleken met 548.000 m² eind 2023).
Alle ontwikkelingsprojecten moeten een actieplan voor biodiversiteit implementeren. Dit actieplan moet worden opgesteld door een gekwalificeerde ecoloog of ESG-specialist, afhankelijk van de ecologische impact, na de beoordeling van de kenmerken van de lokale biodiversiteit. Het doel van dit actieplan is ten eerste om alle impacts van het project op de lokale natuur te vermijden en te verminderen, en ten tweede om voor elk project een lijst met aanbevelingen van de Groep te implementeren. Voor sommige projecten wordt ook een milieueffectrapportage ("MER") uitgevoerd, die een milieu-/biodiversiteitscomponent bevat, aangezien dit een voorwaarde is voor het verkrijgen van een bouwvergunning en een omgevingsvergunning. Biodiversiteit komt ook aan bod in de ontwikkelingsprojecten via het onderdeel "Grondgebruik en Ecologie" in de BREEAM-certificering (nieuwe ontwikkeling). Binnen de duurzaamheidsrichtlijnen engageert de Groep zich ook om alleen gecertificeerd hout (FSC, PEFC of gelijkwaardig) te gebruiken binnen zijn ontwikkelingsprojecten.
Hoewel bijna al onze parken gecertificeerd zijn volgens BREEAM of DGNB, wat basiswaarborgen biedt voor herstel en bescherming van de biodiversiteit, heeft de Groep een extra veiligheidsmaatregel voor ecosysteemverbetering ontwikkeld. De implementatie van deze maatregel wordt gedreven door: het doel om de portefeuille in lijn te brengen met de EU-Taxonomieverordening, met inbegrip van de criteria voor de bescherming van biodiversiteit en ecosystemen, evenals onze filosofie van voortdurende verbetering in het kader van het milieubeheersysteem van de Groep (dat is gebaseerd op de ISO 14001-normen), en het kader voor analyse van biodiversiteit van de Groep (zie voor meer informatie het Biodiversiteitsbeleid van de Groep dat beschikbaar is op de website van de Groep). Als zodanig werden investeringen in biodiversiteitsverbetering in kaart gebracht in de bestaande portefeuille en worden deze geïmplementeerd. Voor deze parken zijn specifieke maatregelen voorgesteld op basis van lokaal ecologisch onderzoek op maat. Het doel is om het gebruik van "groene" ruimten te vergroten, ofwel door bestaande groenstructuren te verbeteren tot biotopen of door middel van uitbreidingen zoals groene daken, groene muren, groene parkeerplaatsen.
De categorisering is gebaseerd op de locatie van het object in een beschermd gebied in Europa. Deze gebieden bestaan uit alle IUCN-beschermingsgebieden (beheercategorieën I tot VI), "Bird Life International"-beschermingsgebieden ("Key Biodiversity Areas") en gebieden die door lokale of regionale gemeenten zijn aangewezen als gebieden met een specifi eke ecologische waarde. Voor het opstellen van de biodiversiteitsactieplannen hebben de bestaande activa met een signifi cante impact op de biodiversiteit een gekwalifi ceerde ecoloog aangesteld om de biodiversiteit ter plaatse te beoordelen en een aangepast actieplan voor te stellen om de toestand van de lokale natuur te behouden en te verbeteren. De Groep heeft ook een lijst met aanbevelingen opgesteld als onderdeel van de biodiversiteitsstrategie en stelt maatregelen voor zoals het uitschakelen van de verlichting van gebouwverbetering buiten openingstijden of het creëren van stedelijke weiden in de groene ruimten van de activa.
Met betrekking tot deze doelstelling worden de maatregelen uit deze actieplannen vanaf 2023 gevolgd in het milieuactieplan van de betreffende parken en 23 van de 24 parken met een grote biodiversiteitimpact hebben maatregelen geïmplementeerd. Naast het biodiversiteitsactieplan worden al deze parken aangemoedigd om huurders en bezoekers bewuster te maken van biodiversiteit.
Gecombineerde initiatieven leveren een substantiële bijdrage onder EU-Taxonomie Biodiversiteit en ecosystemen criterium
Gecombineerde geïdentificeerde initiatieven bereiken DNSH onder EU Taxonomie Biodiversiteit en ecosystemen criterium
Specifieke ecologisch op maat gemaakte maatregelenzijn genomen om lokale ecosystemen op basis van een biotoop
Groen dak of groene gevel
Andere belangrijke ecologische mitigatiemaatregelen
De Groep werkt ook in alle VGP Parken om het bewustzijn onder stakeholders over het belang van biodiversiteit te vergroten. Het BREEAM 'In-Use'-certificeringsbeleid van de Groep (zie deel 4.2.2.1.1 Details van Milieucertificeringen van Gebouwen) zorgt ervoor dat biodiversiteitskwesties goed worden aangepakt en gepromoot om hoge normen te bereiken. Zodra een project is gebouwd en opgeleverd, is het operationele managementteam van de Groep, met name de teams op locatie die elk pand beheren, verantwoordelijk voor het behoud en de controle van de biodiversiteit. Het duurzaamheidsteam houdt toezicht op de toepassing van het biodiversiteitsbeleid van de Groep en biedt de operationele teams de nodige ondersteuning.
Deze nieuwe verbintenis voor 2024 volgt de huidige verwachtingen van zowel overheden als huurders om de hoeveelheid groen en initiatieven in onze bestaande parken te vergroten. VGP streeft ernaar het niveau van biodiversiteit in al zijn VGP Parken te verhogen door middel van renaturatie- en biodiversiteitsinitiatiefprojecten. Renaturatieprojecten worden gedefinieerd als elk project gerelateerd aan de verbetering van biodiversiteit en biofilie in, op en buiten de activa.
In het kader van zowel zijn netto-nul-doelen als de biodiversiteitsstrategie van de Groep, heeft de Groep in Denemarken geïnvesteerd in, een landbouwproject dat voldoet aan de Verra-normen met als doel koolstof (betreffende 850 tCO2 -emissiecertificaten) uit de atmosfeer te halen en op te slaan in de bodem1 . Verder heeft de VGP Foundation geïnvesteerd in 31 natuurherstelprojecten voor een totale waarde van € 2,2 miljoen.
Sinds 2023 zijn zestien natuurprojecten succesvol afgerond, waaronder de onderstaande projecten.
| Project | Land/regio | Bereikte stappen |
|---|---|---|
| Nieuwe Netwerken voor Keizerarend |
Oost-Europa De NABU heeft de afgelopen 10 jaar belangrijke onderzoeksresultaten en instandhoudingssuccessen geboekt voor de keizerarend. In Bulgarije en de Tsjechische Republiek zijn de respectieve nationale vogelpartners actief in het behoud van de keizerarend. De uitwisseling van ervaringen tussen internationale experts kan een belangrijke bijdrage leveren aan het effectieve behoud van deze iconische soort. Dit project maakte kennisoverdracht en samenwerking mogelijk tussen internationale experts in verschillende regio's in Oost Europa om het behoud van de soort in zijn hele verspreidingsgebied te verbeteren. |
|
| Monitoring van het waterpeil in veengebieden (Rotenburg, Stade) |
Duitsland | Het project, geleid door NABU, ondersteunde het herstel van veengebieden in de districten Rotenburg en Stade in Duitsland. Het project omvatte voornamelijk de bouw en het gebruik van waterpeilmeters voor veengebieden. Met behulp van peilschalen is het mogelijk om ecologische ontwikkelingstrends of ongunstige, sluipende processen op hydrologisch niveau in een vroeg stadium te identificeren in de tot nu toe uitgevoerde renaturatieprojecten. Bovendien is de registratie van hydrologische toestandsvariabelen en processen van fundamenteel belang voor een holistisch begrip van (verstoorde) veenweide-ecosystemen. Als resultaat van het project zijn in totaal ca. 20 watermeters in de veenbeschermingsgebieden geïnstalleerd, die nu door NABU worden beheerd. De waterstanden worden continu geregistreerd en gedocumenteerd. |
| Het project Biodiversiteit en toerisme in de Katra riviervallei |
Litouwen | Het project ondersteunde maatregelen die het belang van dit gebied aan het bredere natuurvriendelijke publiek laten zien door de bouw van een houten uitkijktoren te ondersteunen die verbonden is met een houten natuurpad door het overstroomde bos. De locatie biedt nu een unieke ervaring om het oude bos, dat meerdere maanden per jaar onder water staat, te betreden en te doorkruisen. Het oude zwarte vlier alluviale bos is een thuis voor elanden, herten en zeldzame vogelsoorten, zoals boomklever, groene specht, zwarte specht, dwerguil en bosuil. |
| Vleermuizen in kerktorens en openbare gebouwen beschermen als bevestiging van biodiversiteitswaarden onder religieuze en lokale gemeenschappen |
Oekraïne | In samenwerking met professionele ecologen ontwikkelde NABU een geografie van de projectuitbreiding en creëerde methodologisch materiaal voor effectieve milieueducatie van de bevolking in de omgang met vleermuizen. Uiteindelijk werden 40 kolonies van verschillende soorten vleermuizen en aanverwante dieren beschermd met behulp van 10 praktische beschermingsmaatregelen. |
| Villages Go Green | Cyprus | Het project bood een zomerschoolconcept waarbij kinderen uit lokale dorpen de dag doorbrachten met ÇADER, een non-profitorganisatie uit de burgermaatschappij die in 2005 werd opgericht in Noord-Cyprus. Ze deden verschillende activiteiten zoals het versieren van stoffen boodschappentassen (om het gebruik van plastic tassen, die niet alleen een gevaar vormen voor de lokale vogels, tot een minimum te beperken) of het drogen van fruit (om een alternatief te bieden voor snoep). |
| Reorganisatie van het biosfeerreservaat Retezat |
Roemenië | Om de status van biosfeerreservaat voor Retezat terug te krijgen, herconfigureerde het project het Retezat gebied en zorgde het voor de vereiste documentatie van het UNESCO MAB-programma. |
| Herstel van de bezoekersinfrastructuur op het natuurpad Tři iseriny |
Tsjechische Republiek |
De bijdrage werd gebruikt voor de restauratie van het plaatselijke natuurpad en leverde materiaal, waaronder informatieborden en -tekens, en arbeid. |
De maatregelen en middelen wat betreft biodiversiteit en ecosystemen worden opgesomd in de tabel hieronder:
| Beleid | Belangrijkste maatregelen | Reikwijdte | Tijds-horizon Jaar van | voltooiing | Beschrijving | Vooruitgang | Toegewezen middelen |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Biodiversiteits beleid |
In kaart brengen van de parken die het meest behoefte hebben aan ecologische verbetering en bescherming; – Zorgen voor betere implementatie van ecologische verbeteringen in onze parken en bijhouden van de voortgang; – Verbeteren van de kennis binnen de Groep en onze partners; – Transparantie over financiering en investeringen in biodiversiteitsinitiatieven; – Beter respect voor de natuur in publieke en zakelijke besluitvorming; – Naleving van de EU Taxonomie "Do No Significant Harm"- vereiste met betrekking tot bescherming en herstel van biodiversiteit en |
Alle percelen in eigendom van VGP |
Altijd van toepassing |
n.v.t. | Het biodiversiteitsbeleid van de Groep wordt geleid door de "Do Not Significant Harm" ("DNSH")-vereisten van de EU- Taxonomie. Bovendien identificeert de Groep, via zijn biodiversiteitsbeleid, aanvullende "hoogrenderende" biodiversiteitsinvesteringen in haar bestaande parken die verder gaan dan wat nodig is voor certificering, naleving of bouwvergunningen. |
Op zijn plaats sinds 2023 Duurzaamheid | steam om richtlijnen bij te werken en implementatie te volgen |
| Groepsverkla ring milieube leid |
EMS vermindert de impact van onze activa in elke fase van hun levenscyclus, van het eerste ontwerp tot de dagelijkse werking. |
Alle vaste activa en ont wikkelingen van de Groep |
Gedurende de levensduur van onze activa |
n.v.t. | Het beschrijft de vereisten en aanbevelingen van de Groep die bedoeld zijn om de milieukwaliteit van onze werklocaties te optimaliseren en tegelijkertijd de vervuiling voor werknemers en ingehuurd personeel op de locatie, de omgeving en de natuurlijke omgeving tot een minimum te beperken. |
Alle locaties zijn onderworpen aan een EMS |
Duurzaamheidsteam om richtlijnen bij te werken en implementatie te volgen |
| Beleid inzake Hernieuwbare Energie |
Uitstoot verminderen niet-groen energieverbruik | Huurders van bestaande activa van VGP en klanten van VGP voor hernieuwbare energie |
— | Doorlopend Alle huurders kunnen na verloop van tijd worden bediend door de energie van VGP Renewable Energy. |
VGP heeft de afgelopen jaren evenveel energie geproduceerd als verbruikt in de bestaande portefeuille, en er zijn ook stappen gezet naar een betere toewijzing van de energie door de erkende status als gereguleerde energieleverancier. |
Duurzaamheid steam, Team, technisch projectmanagement, faciliteitenbeheer VGP team duurzame energie |

VGP Foundation project, Protection of the Ebro Delta, Spain
De details van de verbintenissen van de Groep wat betreft biodiversiteit worden voorgesteld in deel 4.2.2.5.4 Beleid ten aanzien van biodiversiteit en ecosystemen. Daarnaast neemt de Groep in zijn duurzaamheidsrichtlijnen de vereisten op met betrekking tot de "Do not Significant Harm" ("DNSH")-criteria voor biodiversiteit binnen de EU-Taxonomieverordening.
Een MEB of screening wordt uitgevoerd in overeenstemming met Richtlijn 2011/92/EU334. Wanneer een MEB is uitgevoerd, worden de vereiste verzachtende en compenserende maatregelen ter bescherming van het milieu geïmplementeerd. Voor locaties/operaties die gelegen zijn in of nabij biodiversiteitsgevoelige gebieden (met inbegrip van het Natura 2000-netwerk van beschermde gebieden, UNESCO-Werelderfgoedlocaties en belangrijke biodiversiteitsgebieden, evenals andere beschermde gebieden), werd, indien van toepassing, een passende beoordeling uitgevoerd en op basis van de conclusies daarvan worden de nodige risicobeperkende maatregelen geïmplementeerd.
De onderstaande tabel toont de prestaties van het verslagjaar ten opzichte van de doelstelling van de Groep:
| Eerste pijler: De natuur beschermen | 2024 Prestaties |
|---|---|
| Geen bedrijvenparken ontwikkelen op grond die voldoet aan de definitie van beschermde bossen zoals vastgelegd in de nationale wetgeving en gebruikt in de nationale broeikasgasinventarisatie |
Conform |
| Vermijd ontwikkelingen op greenfields met een hoge biodiversiteitswaarde en op grond die dient als habitat voor bedreigde soorten die voorkomen op de Europese Rode Lijst of de Rode Lijst van de Internationale Unie voor het Behoud van de Natuur ("International Union for Conservation of Nature", afgekort "IUCN") |
100% van de landaankopen zijn brownfields of binnen bestaande ontwikkelingsgebieden |
| 100% ontwikkelingsprojecten om een biodiversiteitsactieplan te implementeren |
Conform |
| Tweede pijler: De natuur herstellen | 2024 Prestaties |
| 100% van onze portefeuille implementeert renaturatie initiatieven tegen 2030 |
23% |
| 100% van de Bestaande Activa met Betekenisvolle Biodiversiteitsbelangen om een Biodiversiteitsactieplan te Implementeren |
96% |
| Biotopen ontwikkelen in of rond VGP Parken op geselecteerde locaties waar het aansluit bij ecologische en duurzaamheidsdoelen |
65 biotopen of 130.000 m² van in totaal 2 miljoen m² groene ruimte1 |
| Plant extra inheemse soorten en klimaatbestendige bomen en vegetatie in bestaande parken |
388 bomen geplant |
| Derde pijler: Transformatieve verandering mogelijk maken | 2024 Prestaties |
| Via de VGP Academy streven naar meer dan 500 deelnemers per jaar voor opleiding, ook over onderwerpen die relevant zijn voor biodiversiteit. |
554 deelnemers aan VGP Academy waarvan 56% voor biodiversiteitsthema's |
| 80% van de werknemers neemt jaarlijks een dag deel aan een zinvol liefdadigheidsprogramma voor de gemeenschap, inclusief biodiversiteits(leer)projecten |
39% |
| Vierde pijler: maatregelen ter ondersteuning van biodiversiteit buiten de waardeketen |
2024 Prestaties |
| De VGP Foundation zal zich blijven inzetten voor projecten die natuurbehoud aanmoedigen |
Sinds 2023 zijn 8 nieuwe natuurherstel en steun projecten succesvol afgerond. In totaal werden er 31 projecten ondersteund met € 2,2 miljoen |
De beoogde financiële effecten van het rekening houden met biodiversiteit in ontwikkelingsprojecten zijn in overeenstemming met de schattingen voorgesteld in deel 4.2.1.4.2 Rapportage-eisen in ESRS opgenomen in de Duurzaamheidsverklaring van de onderneming.
Zie delen 4.1.1.1.1 Beschrijving van de processen om materiële impacts, risico's en kansen in kaart te brengen en te analyseren en Risicofactoren in het Verslag van de Raad van Bestuur, respectievelijk voor meer gedetailleerde informatie over de dubbele materialiteitsanalyse en het proces voor het in kaart brengen van risico's.
Het huidige beleid ten aanzien van materiaalgebruik en circulaire economie is opgenomen in de onderstaande tabel:

VGP Park Magdeburg
| Beleid | Beschrijving van de belangrijkste inhoud van het beleid |
Beschrijving van de reikwijdte van het beleid of van de uitsluitingen |
Beschrijving van het hoogste niveau in de organisatie dat verantwoordelijk is voor de implementatie van het beleid |
Bekendmaking van normen of initiatieven van derden die worden nageleefd door implementatie van het beleid |
Beschrijving van de mate waarin rekening is gehouden met de belangen van de belangrijkste stakeholders bij het bepalen van het beleid |
Uitleg over hoe het beleid beschikbaar wordt gesteld aan mogelijk betrokken stakeholders en stakeholders die het beleid moeten implementeren |
|---|---|---|---|---|---|---|
| Milieubeheer systeem (EMS) |
EMS vermindert de impact van onze activa in elke fase van hun levenscyclus, van het eerste ontwerp tot de dagelijkse werking. |
Alle VGP gebouwen (bestaand en in aanbouw) |
Uitvoerend Management | ISO 140011 | Betrokken stakeholders: Duurzaamheidsteam van de Groep, Faciliteitenbeheer, Technisch projectmanagement, Aannemers en Leveranciers |
Het beleid is openbaar op de VGP website |
Het milieubeheersysteem van de Groep (EMS) is gericht op het verminderen van de milieu-impact van onze activa in elke fase van hun levenscyclus, van het eerste ontwerp tot de dagelijkse werking en de toekomstige vervangbaarheid.

De Groep heeft verschillende indicatoren gedefinieerd en volgt deze op om de milieuprestaties van zijn bestaande activa en ontwikkelingsprojecten te beheren, in lijn met de doelstellingen van onze ESG-strategie. Sommige van deze indicatoren worden opgenomen in de budgetherzieningsprocessen voor bestaande activa en ontwikkelingsprojecten om te zorgen voor afstemming tussen ESG-doelstellingen en zakelijke beslissingen.
Door de implementatie van zijn milieubeheersysteem en duurzaamheidsrichtlijnen zorgt VGP ervoor dat alle ontwikkelingsprojecten, ongeacht hun omvang of type, worden ontworpen in overeenstemming met de duurzaamheidsstrategie van de Groep om hun milieu-impact te beheersen. Voor elk project omvat het EMS alle 4 de fasen van het ontwikkelingsproces en zijn er verschillende afdelingen bij betrokken, met name Technisch, Duurzame Gebouwen, Commercieel, Faciliteitenbeheer en het lokale projectmanagementteam:
hand van het Duurzaamheidsverklaring van de Groep om te garanderen dat het project voldoet aan de duurzaamheidsstrategie van de Groep;
Volg voor meer informatie over het Milieubeheersysteem (EMS) van de Groep de link naar het ESG-beleid en richtlijnen: https:// www.vgpparks.eu/nl/sustainability/
Van de materialen die worden gebruikt om het gebouw te bouwen tot het water dat nodig is voor de sanitaire voorzieningen en het groen, logistieke en semi-industriële sites gebruiken natuurlijke hulpbronnen. De huidige logistieke vastgoedsector is overwegend ontworpen volgens het lineaire concept "take-makewaste". VGP wil dit veranderen.
Sinds 2023 heeft de Groep een Kader voor Koolstofbeprijzing en Circulaire Economie ("Carbon Pricing and Circular Economy") aangenomen om de ontwikkelingsteams te begeleiden bij het opnemen van ontwerpoplossingen voor de circulaire economie in hun projecten. Dit praktische kader stelt de teams in staat om de juiste circulaire economie-oplossing voor hun projecten beter te begrijpen en toe te passen. Als onderdeel van het streven om de CO2-voetafdruk van de bouw tussen 2020 en 2030 met 20% te verminderen, richt de Groep zich op de keuze en het gebruik van de materialen voor zijn ontwikkelingsprojecten.
Om te voldoen aan het criterium "Do No Significant Harm – Transition to Circular Economy" van de EU-Taxonomie, transformeert de Groep zijn benadering van concepten van de circulaire economie die worden gedefinieerd door 8 principes; zie ook het volgende VGP-Diagram met betrekking tot Circulaire Economie en rekening houdend met het werk dat ARUP in 2022 voor VGP heeft uitgevoerd met betrekking tot de invoering van "lean building material"-concepten op onze bouwplaatsen1 .
1 https://www.ellenmacarthurfoundation.org/articles/first-steps-towards-a-circular-built-environment


VGP Park Olomouc
Met betrekking tot de "Continue Materiaalkringlopen" heeft de Groep in 2022 een doelstelling ingevoerd die in overeenstemming is met de geldende DNSH-vereiste voor de bouw van nieuwe gebouwen volgens de EU-Taxonomie, namelijk dat ten minste 70% (in gewicht) van het niet-gevaarlijke bouw- en sloopafval dat op de bouwplaats wordt gegenereerd, wordt hergebruikt of gerecycled of op een andere manier nuttig wordt toegepast. Dit vereist een strikte afvalcontrole op bouwlocaties, evenals de implementatie van verbetermogelijkheden en het uitvoeren van 'best practice'-activiteiten om: finaal afval en vervuiling te elimineren, producten en materialen in gebruik te houden en het primaire materiaalverbruik te verminderen. De Groep maakt gebruik van zijn relaties met leveranciers van bouwmaterialen om hen bewust te maken van duurzaam bouwen en gedragsverandering in de richting van circulaire economie te beïnvloeden. In 2024 bereikte de Groep zijn doelstelling om 70% van het afval terug te winnen met in totaal 92,3% van het afval dat gerecycled werd op de in totaal 53% van bouwlocaties waar de afvalproductie gecontroleerd wordt. In 2025 zal VGP streven naar meer gecontroleerde projecten en zal zijn leveranciers blijven betrekken bij duurzame praktijken.
De duurzaamheidsrichtlijnen werden in 2024 bijgewerkt in samenwerking met de technische teams. De duurzaamheidsrichtlijnen zijn van toepassing op nieuwe ontwikkelingen en uitbreidings- en renovatieprojecten in de hele Groep. Ze bevatten minimumvereisten die van toepassing zijn op alle projecten. Vereisten voor alle projecten zijn onder andere
Specifiek gaat het om:
VGP Park Rouen in Petit-Couronne, Frankrijk, is een vlaggenschipvoorbeeld van VGP's aanpak om principes van de circulaire economie te integreren in industrieel vastgoed. Het project is gebouwd op een voormalig industrieel braakliggend terrein en laat zien hoe duurzame herontwikkeling kan bijdragen aan effi ciënt gebruik van hulpbronnen, afvalvermindering en waardecreatie op de lange termijn.
In plaats van nieuwe grond te gebruiken, werd VGP Park Rouen gebouwd op een hergebruikt industrieterrein, waardoor stedelijke wildgroei werd voorkomen en de ecologische voetafdruk werd verkleind. Deze aanpak sluit aan bij de Taxonomiedoelstellingen van de EU voor duurzaam grondgebruik en draagt bij aan de regeneratie van onderbenutte activa.
Een fotovoltaïsche zonne-energiecentrale van 2,5 MWh, die momenteel wordt geïnstalleerd, zal hernieuwbare energie leveren om de faciliteit van stroom te voorzien. De verwachte opwekkingscapaciteit komt overeen met het verbruik van meer dan 1.000 huishoudens.
Het project integreert het herstel van biodiversiteit, waaronder 144 nieuwe bomen die worden geplant om de koolstofvastlegging te verbeteren, 9.000 m² wilde bloemenweiden, het bevorderen van de lokale biodiversiteit en het creëren van habitats voor wilde dieren, waaronder overwinteringsplaatsen, waardoor de ecologische veerkracht wordt versterkt.
VGP Park Rouen is ontworpen met het oog op toekomstige aanpasbaarheid, waarbij het circulaire economie-denken is geïntegreerd in de functionaliteit op lange termijn, inclusief schaalbare kantoorruimten en modulaire uitbreidingen voor eenvoudig hergebruik en een verminderde vraag naar grondstoffen gedurende de levenscyclus van het gebouw.
BREEAM Excellent, BiodiverCity en EU-Taxonomie

VGP Park Rouen


De hoogwaardige en professioneel beheerde gebouwen en parken van VGP zijn strategisch gelegen en ontworpen om te voldoen aan de zakelijke behoeften van onze klanten en om veerkrachtig en aanpasbaar te blijven voor de uitdagingen van morgen. We werken samen met onze leveranciers om faciliteiten te bieden die geschikt zijn voor meer automatisering, efficiëntie en de volgende fase in de digitalisering van de productiesector.
Geïntegreerde water-, energie- en afvalnetwerken geven prioriteit aan natuurlijke systemen (zoals regenwater voor irrigatie en zonne-energie voor gebruik in het gebouw) en kunnen intensiever worden gebruikt omdat slim beheer pieken afvlakt (bijvoorbeeld voor het energienetwerk door de installatie van energieopslagsystemen op batterijen), waardoor gebruik wordt gemaakt van capaciteit die de hele dag beschikbaar is.
Systeemdenken zorgt ervoor dat materiaalkeuzes, energieverbruik, watersystemen en afvalstromen samen worden bekeken, waardoor de hele levenscyclus van een gebouw wordt geoptimaliseerd.
Sinds 2023 gebruikt de Groep een koolstofreferentiebeprijzing voor de ingebedde koolstof die wordt gegenereerd gedurende de levenscyclus van een gebouw. Door koolstof over de hele levenscyclus te beprijzen, wordt rekening gehouden met de volledige milieukosten van het gebouw en niet alleen met de voorafgaande bouwfase:
Het menselijk welzijn en natuurlijke systemen ondersteunen Sinds 2022 wordt het Handvest Zorgzaam Bouwen van de Groep toegepast op alle greenfield/brownfield bouwprojecten. Het handvest beschrijft de vereisten en aanbevelingen van de Groep om de milieukwaliteit van zijn bouwplaatsen te optimaliseren en tegelijk de vervuiling voor de aannemers die op de bouwplaats werken, de omgeving en de natuurlijke omgeving tot een minimum te beperken. Het Handvest Zorgzaam Bouwen omvat vereisten inzake (i) het verstrekken van informatie aan omwonenden en het beperken van verkeershinder, (ii) het beheren en beperken van geluidshinder en visuele verontreiniging, evenals het risico van bodem-, water- en luchtverontreiniging; en (iii) het controleren van hulpbronnen om het verbruik van hulpbronnen te verminderen.
Het algehele ontwerp van VGP parken ondersteunt veerkrachtige en bloeiende gemeenschappen om groei te stimuleren en congestie en verontreiniging te voorkomen. Het aanmoedigen van gedeelde infrastructuur (bijv. openbaar vervoer, fietsvoorzieningen, gemeenschappelijke energienetwerken).
Digitale technologieën bieden toegankelijke platforms om het beheer van gebouwen, energie en materialen te vergemakkelijken.
Sinds 2022 heeft de Groep een groen kantoorbeleid dat zich richt op mogelijkheden om afval te verminderen op basis van de herziene EU-Kaderrichtlijn Afvalstoffen (Richtlijn 2008/98/EG) die vijf stappen voorschrijft voor het omgaan met afval, gerangschikt volgens de impact op het milieu – de 'afvalhiërarchie' – met als eerste en belangrijkste focus op preventie en als tweede voorbereiding op hergebruik. Door deze strategieën te implementeren is de Groep in staat om het afval van zijn kantooractiviteiten te verminderen.
Als u het niet kunt voorbereiden voor hergebruik, dan...
Als u het niet kunt recycleren, dan...
Als u geen waarde kunt terugwinnen (bijv. energie), dan...
Naar een stortplaats als er geen alternatief beschikbaar is
Sinds de implementatie van het beleid is de hoeveelheid geprinte documenten aanzienlijk afgenomen. Hoewel papier voorheen voornamelijk werd gerecycled, heeft de algehele afvalvermindering de intensiteit van de afvalproductie aanzienlijk verlaagd, in lijn met de afvalhiërarchie.
De hoeveelheid afval die niet wordt teruggewonnen is inclusief restafval waarvan het verbrandings- of recyclingproces niet is bevestigd, waardoor het huidige aantal waarschijnlijk aan de voorzichtige kant is. Het verzamelen van meer precieze gegevens zal deze maatstaf verder verbeteren.
Het totale volume afval dat in een gebouw wordt geproduceerd, ongeacht het gebruik ervan, is grotendeels afhankelijk van het type en het activiteitenniveau van de huurders, d.w.z. verpakking voor logistiek, overtolligheden in semi-industriële processen en beroepsmatig gebruik voor de kantoorgebouwen. Dit betekent dat de Groep een beperkte impact heeft op het totale volume afval dat op zijn sites wordt geproduceerd. Desondanks zet de Groep zich in voor efficiëntere maatregelen op het gebied van afvalbeheer, zoals meer afvalsortering, bewustmaking van huurders en hulp bij het verminderen van de hoeveelheid weggegooid afval, en het implementeren van oplossingen voor afvalbeheer.
In alle gebouwen zijn geschikte afvalscheidingsfaciliteiten aanwezig. Huurders worden geïnformeerd en bewust gemaakt van het lokale beleid en de processen voor afvalbeheer op locatie en van het belang van afvalscheiding door middel van gesprekken met huurders op locatie of de communicatie van afvalsorteerrichtlijnen op parkniveau. Zowel de aankoopcontracten van leveranciers als de groene huurcontracten van huurders leggen de minimumvereisten vast waaraan moet worden voldaan voor afvalcontrole en sortering en recycling om te voldoen aan de vereisten voor duurzaamheid en milieubescherming. De taken van de leveranciers van afvaloplossingen reiken echter verder dan alleen beheer en rapportage en zijn ook sterk gericht op betrokkenheid van huurders en communicatie. Bewustmaking van huurders omvat het updaten en toevoegen van borden op afvalbakken, het delen van 'best practices', het benadrukken van het belang van het goed sorteren van materiaal en het uitleggen van de wettelijke vereisten die verbonden zijn aan het afvalbeheerprogramma. De Facility Managers van alle parken van de Groep houden ook jaarlijkse bijeenkomsten met hun stakeholders (huurders en/of afvalverwerkers), met een gedetailleerd verslag van de resultaten van het afvalbeheer van de locatie.
Totaal Geproduceerd Afval (metrische ton) en Uitsplitsing volgens Verwijderingsroutes (%) Niet-gevaarlijk afval waarvoor VGP de wettelijke beheerverantwoordelijkheid heeft. De verantwoordelijkheden van de Groep op het gebied van afvalbeheer en de reikwijdte van de rapportage worden bepaald door specifieke nationale vereisten. Bij sommige activa zijn lokale autoriteiten verantwoordelijk voor het afvalbeheer; in dit geval heeft de Groep geen controle over de uiteindelijke bestemming van het afval dat bij deze activa wordt geproduceerd. De verwijdering van gevaarlijk afval valt buiten de wettelijke verantwoordelijkheid van de Groep, aangezien het rechtstreeks wordt beheerd door de huurders die er verantwoordelijk voor zijn, via de juiste verwijderingsroute.
| VGP | Segmenten huurders | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| eigen kan toren |
Industrieel: niet-gekoeld magazijn |
Industrieel: gekoeld magazijn |
Indus trieel: productie |
Kantoren: laagbouw |
Parkeren (binnen) |
Totaal | |
| 2024 totaal afval (metrische ton) | 1,6 | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | 32.400 |
| Waarvan gerecycled afval (%) | 0,6 | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. |
| Waarvan teruggewonnen afval (%) ("waste-to-energy") |
1,0 | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. |
| Waarvan niet teruggewonnen (%) | — | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. |
| 2023 vergelijkbaar afval (metrische ton) |
1,1 | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. |
| 2024 vergelijkbaar afval (metrische ton) |
1,3 | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. |
| 2024/2023 verandering (%) | 22% | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. |
Het beleid en middelen inzake materiaalgebruik en circulaire economie worden opgesomd in onderstaande tabel:

VGP Park České Budějovice
| Beleid | Belangrijkste beleid | Reikwijdte | Tijdshorizon | Jaar van voltooiing | Beschrijving | Vooruitgang |
|---|---|---|---|---|---|---|
| Milieubeheer systeem |
EMS vermindert de impact van onze activa in elke fase van hun levenscyclus, van het eerste ontwerp tot het dagelijks gebruik. |
Alle bestaande activa en ontwikkelingen van de Groep |
Gedurende de levenscyclus van onze activa |
n.v.t. | Het systeem beschrijft de vereisten en aanbevelingen van de Groep om de milieukwaliteit van onze werven te optimaliseren en de verontreiniging voor werknemers en ingehuurd personeel op de werf, de omgeving en de natuurlijke omgeving tot een minimum te beperken. |
Alle locaties zijn onderworpen aan een EMS |
Het Kader voor Koolstofbeprijzing en Circulaire Economie van de Groep ("Group Carbon Pricing Circular Economy Framework") is gericht op het integreren van 'circulaire economie'- concepten in het ontwerp van VGP ontwikkelingsprojecten. Circulaire economie-eisen maken deel uit van de duurzaamheidsrichtlijnen voor de ontwikkelingsprojecten en in deze context kunnen alle ontwikkelingsprojecten de impact analyseren van het opnemen van 'circulaire economie'-concepten uit het kader in het ontwerp, waarbij de concepten worden geselecteerd die het meest zinvol zijn voor elk ontwikkelingsproject. Het Kader voor Circulaire Economie bevat 14 concepten opgedeeld in 8 thema's, die de ontwerpteams zullen begeleiden bij de selectie van de meest geschikte onderwerpen voor hun ontwikkelingsproject.
| Voortdurende kringloop van grondstoffen |
Voortgang in 2024 |
|---|---|
| doel om 70% van het afval op bouwlocaties terug te winnen |
bereikt voor 92,3% van de gecontroleerde bouwplaatsen |
| Ingebedde CO2-uitstoot gerelateerd aan de bouw verminderen met -20% tegen 2030 ten opzichte van 2020. |
15% reductie bereikt in 2024 |
| Ontworpen voor onderhoud en demontage |
Voortgang in 2024 |
| 100% hout met FSC- of PEFC-certificering voor zowel de werken als het gebouw zelf |
conform |
| Afstemming op nieuwe EU-Taxonomie- criteria voor bouwprojecten van de Groep (nieuwe ontwikkeling en renovatie) |
21 projecten of 67% of m² conform |
| Vereisen van koolstofgehalte/ levenscyclusanalyse van bouwmaterialen op basis van gebouwen – Milieuproductverklaringen |
conform |
| Flexibele, productieve gebouwen | Voortgang in 2024 |
| Behoud een totale bezettingsgraad van >95% | 98% bezetting per dec 2024 |
| Geïntegreerde infrastructuur systemen |
Voortgang in 2024 |
| Doel 50MWh Batterij-Energieopslagsystemen (BESS) |
6,8 MWh wordt geïnstalleerd 45,1 MWh in ontwerp 38,8 MWh onderdeel van een haalbaarheidsstudie |
| Aangestuurd door systeemdenken | Voortgang in 2024 |
| hanteert een koolstofreferentiebeprijzing in de economische rendementsbeoordeling voor de ingebedde koolstof die gedurende de levenscyclus van een gebouw wordt gegenereerd voor alle gebouwen in aanbouw |
conform |
| Ondersteuning van welzijn en natuurlijke systemen |
Voortgang in 2024 |
|---|---|
| Aantal ontwikkelingsprojecten dat een Handvest voor Duurzaam Bouwen implementeert |
34 |
| Aandeel van ontwikkelingsprojecten dat een Handvest voor Duurzaam Bouwen implementeert |
100% |
| Holistische vormgeving en planning Voortgang in 2024 | |
| Doel: 100% van parken met EV oplaadvoorzieningen |
58% |
| Doel: 750 oplaadpunten voor elektrische voertuigen |
633 |
| Doel: 100% van de parken toegankelijk maken met het openbaar vervoer |
100% |
| Ondersteund door digitale technologie |
Voortgang in 2024 |
| Efficiënt gebruik van hulpbronnen Bijhouden en Beheren voor 100% van de gebouwen |
Voor 2024: 90% beschikbaarheid van energiegegevens 25% beschikbaarheid van watergegevens 13% beschikbaarheid afvalgegevens 10% activa uitgerust met slimme meters voor |
| Streven naar minder dan 10% eigen afval naar stortplaats | 12% |
|---|---|
| tegen 2035 |
nutsvoorzieningen

VGP Park Brasov
Dit onderdeel wordt momenteel bestudeerd door de VGP en de details zouden volgend jaar bekend moeten worden gemaakt.
Dit onderdeel wordt momenteel bestudeerd door de VGP en de details zouden volgend jaar bekend moeten worden gemaakt.
De beoogde financiële effecten van het grondstoffenverbruik zijn in overeenstemming met de schattingen voorgesteld in deel 4.2.1.4.2 Rapportage-eisen in ESRS opgenomen in de Duurzaamheidsverklaring van de onderneming.
De EU Taxonomie introduceert een uniform classificatiesysteem om het duurzaamheidsniveau van investeringen te bepalen, om kapitaal aan te trekken voor de financiering van de EU-milieutransitie. De duurzaamheid van een financieel instrument wordt bepaald door het aandeel duurzame economische activiteiten in de portefeuille. Daarom moeten alle economische activiteiten die onder het toepassingsgebied van de EU Taxonomie vallen (d.w.z. "in aanmerking komende" activiteiten) worden gescreend op hun milieueffecten, op basis van de milieucriteria ("Technische Screeningcriteria", "Technical Screening Criteria" ("TSC")) die zijn gedefinieerd in de Gedelegeerde Handelingen van de EU Taxonomie. Om als ecologisch duurzaam te worden beschouwd, moet een economische activiteit substantieel bijdragen aan ten minste 1 van de 6 volgende "milieudoelstellingen", zonder schade te berokkenen aan de andere doelstellingen en voldoen aan "minimum safeguards" met betrekking tot sociale en ethische normen:
De EU Taxonomie is een belangrijke stap op weg naar de doelstelling van de EU om in 2050 klimaatneutraal te zijn. De vastgoedsector komt volgens de EU Taxonomie in aanmerking voor mitigatie van klimaatverandering, adaptatie aan klimaatverandering en transitie naar een circulaire economie.
| Beperking van klimaatverandering |
Aanpassing aan klimaatverandering |
|---|---|
| Duurzaamheid en bescherming van water en mariene hulpbronnen |
Transitie naar circulaire economie |
| Bestrijding van verontreiniging en preventie |
Bescherming en herstel van biodiversiteit en ecosystemen |
VGP zet zich in om te voldoen aan de vereisten van deze nieuwe EU-Taxonomie en om zijn prestaties in de komende jaren te verbeteren en zo bij te dragen aan de bredere EU-milieutransitie. Als ontwikkelaar en exploitant van activa kunnen de belangrijkste in aanmerking komende activiteiten van VGP worden onderverdeeld in de volgende 3 categorieën:
7.1: "stand-alone" Bouwen van nieuwe gebouwen: gebouwen die VGP ontwikkelt.
7.2: "transitie" Renovatie van bestaande gebouwen: gebouwen die VGP herontwikkelt boven de drempelwaarden voor "ingrijpende renovatie" volgens lokale bouwverordeningen die Richtlijn 2010/31/EU implementeren (werkzaamheden die ten minste 25% van de totale activawaarde vertegenwoordigen – de grond niet meegerekend – of die meer dan 25% van het oppervlak van de bouwschil betreffen).
7.7: "Stand-alone" Verwerving en eigendom van gebouwen: gebouwen die VGP (deels) in eigendom heeft en exploiteert voor eigen rekening (of voor rekening van zijn joint ventures), inclusief gebouwen in ontwikkeling of herontwikkeling die de drempels voor "ingrijpende renovatie" niet overschrijden. Naast de bovenstaande categorieën koopt VGP apparatuur en diensten in "individuele maatregelen" die een vermindering van broeikasgasemissies "mogelijk maken". Deze kunnen worden onderverdeeld in de volgende categorieën:
7.3: Installatie, onderhoud en reparatie van energie-efficiënte apparatuur;
7.4: Installatie, onderhoud en reparatie van oplaadstations voor EV's in gebouwen (en parkeerplaatsen bij gebouwen)(3);
7.5: Installatie, onderhoud en reparatie van instrumenten en apparaten voor het meten, regelen en controleren van de energieprestaties van gebouwen; en
7.6: Installatie, onderhoud en reparatie van hernieuwbare energietechnologieën.
De onderstaande grafiek bevat een samenvatting van de bovengenoemde milieucriteria ("Technische Screeningcriteria", "Technical Screening Criteria" ("TSC")) die zijn gedefinieerd in de gedelegeerde handelingen van de EU-Taxonomie voor substantiële bijdragen die door VGP worden toegepast voor elke categorie van zijn in aanmerking komende activiteiten, in zijn gehele portefeuille. De grafiek is gebaseerd op de EPRA Guide for EU Taxonomy1 :
De bovenstaande "faciliterende" categorieën worden verder beschreven in de alinea "Individuele maatregelen" van deel 4.2.2.7.6 Aandeel van Afgestemde Activiteiten van VGP. De Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2178 van de Commissie van 6 juli 2021 tot aanvulling van de EU Taxonomie specificeert het toepassingsgebied, de methode en de rapportagevereisten voor financiële en niet-financiële ondernemingen met betrekking tot het aandeel van ecologisch duurzame economische activiteiten in hun bedrijfs-, investerings- of kredietverleningsactiviteiten. Het werk dat VGP heeft gedaan om zijn geschiktheid vast te stellen en zijn KPI's op elkaar af te stemmen is gebaseerd op deze verordening en de bijbehorende methodologie wordt hieronder voorgesteld.
| Bouw en renovatie |
Installatie, onderhoud en reparatieactiviteiten |
Aankoop en eigendom |
||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| 7.1 | 7.2 | 7.3 | 7.4 | 7.5 | 7.6 | 7.7 |
| Nieuwbouw (zie opmerking 1) |
Renovatie van bestaande gebouwen (zie opmerking 2) |
Individuele renovatiemaatregelen bestaande uit Installatie, onderhoud en reparatie van energie-efficiënte apparatuur |
Installatie, onderhoud en reparatie van oplaadstations voor elektrische voertuigen in gebouwen (en parkeerplaatsen bij gebouwen) |
Installatie, onderhoud en reparatie van instrumenten en apparaten voor het meten, regelen en controleren van de energieprestaties van gebouwen |
Installatie, onderhoud en reparatie van hernieuwbare energietechnologieën |
Aankoop en eigendom van gebouwen (zie opmerking 3) |
| Autonoom | Overgang | Faciliterend | Faciliterend | Faciliterend | Faciliterend | Autonoom |
Ontwikkeling van bouwprojecten voor residentiële en niet-residentiële gebouwen door het samenbrengen van financiële, technische en fysieke middelen om de bouwprojecten te realiseren voor latere verkoop en de bouw van complete gebouwen, voor eigen rekening voor verkoop, voor een vast bedrag of op contractbasis
Bouw- en civieltechnische werken of voorbereiding daarvan
Onroerend goed kopen en het eigendom van dat onroerend goed uitoefenen.
Als eerste stap bij de toepassing van EU-Taxonomie moeten vennootschappen bepalen welke van hun activiteiten "in aanmerking komen", d.w.z. onder de Gedelegeerde Handelingen van de EU-Taxonomie vallen. Hiertoe worden drie KPI's gerapporteerd: het aandeel van in aanmerking komende activiteiten in de inkomsten, CAPEX (kapitaaluitgaven) en OPEX (operationele uitgaven) van de Vennootschap.
| Inkomsten (€ .000) | In aan merking komende activiteiten |
Niet in aanmerking komende activiteiten |
Totaal |
|---|---|---|---|
| Bruto huurinkomsten | 65.366 | — | 65.366 |
| Inkomsten uit servicekosten | 15.034 | — | 15.034 |
| Inkomsten uit vastgoed en facility management |
27.004 | — | 27.004 |
| Inkomsten uit vastgoedontwikkeling | 5.662 | — | 5.662 |
| Inkomsten uit duurzame energie | 8.338 | 8.338 | |
| Totaal gerapporteerde inkomsten | 121.404 | — 121.404 |
| Revenues (€ .000) | In aan merking komende activiteiten |
Niet in aanmerking komende activiteiten |
Totaal |
|---|---|---|---|
| Bruto huurinkomsten | 202.944 | — 202.944 | |
| Inkomsten uit servicekosten | 45.989 | — | 45.989 |
| Inkomsten uit vastgoed en facility management |
27.004 | — | 27.004 |
| Inkomsten uit vastgoedontwikkeling | 5.662 | — | 5.662 |
| Inkomsten uit duurzame energie | 8.338 | — | 8.338 |
| Totaal gerapporteerde inkomsten | 289.937 | — 289.937 |
| Investeringsuitgaven ("CAPEX") (€ .000) |
In aan merking komende activiteiten |
Niet in aanmerking komende activiteiten |
Totaal |
|---|---|---|---|
| CAPEX op vastgoedbeleggingen | 557.426 | — 557.426 | |
| Investeringen in materiële vaste activa |
14.153 | 2.137 | 16.290 |
| CAPEX op immateriële activa | — | — | — |
| Totale CAPEX beoordeeld voor EU Taxonomie afstemming |
571.579 | 2.137 573.716 |
| Operationele uitgaven ("OPEX") (€ .000) |
In aan merking komende activiteiten |
Niet in aanmerking komende activiteiten |
Totaal | ||
|---|---|---|---|---|---|
| Netto exploitatiekosten minus servicekosten |
68.120 | — | 68.120 | ||
| Totale OPEX beoordeeld voor EU Taxonomie afstemming |
68.120 | — | 68.120 |
gedefinieerd in het toepassingsgebied van deze verordening. Daarom was voor de berekening van de totale OPEX een bottom-up benadering nodig die niet was gebaseerd op geconsolideerde jaarrekeningen:
het toepassingsgebied van de Gedelegeerde Handelingen zouden vallen. Alle VGP-activiteiten komen in aanmerking om te worden opgenomen in de tellers.
Om door een derde te laten verifiëren of de activa van VGP voldoen aan de criteria van de EU-Taxonomie, heeft VGP gebruik gemaakt van de ESG-verificatiedienst1 van DGNB2 voor de vastgoedsector. Deze dienst is van toepassing op drie werkgebieden die zijn gedefinieerd in de taxonomie – 7.1 nieuwbouw, 7.2 renovatie en 7.7 verwerving en eigendom – en is gebaseerd op de criteria die momenteel van toepassing zijn in de taxonomie, maar omvat ook arbeidsnormen, sociale normen en goed bestuur door de activabeheerder.
Naast het bewijs dat het gebouw voldoet aan de EU-taxonomie, ontving GP een verslag over elk pand dat aan het proces werd onderworpen, met daarin de resultaten en dus informatie over waar er nog behoefte is aan verbetering. De ESG-verifi catiedienst wordt gezamenlijk aangeboden door DGNB en zijn partners in de Climate Positive Europe Alliance (CPEA)3 . Daarbij worden uniforme principes gehanteerd die in heel Europa van toepassing zijn.
| Totaal (€ miljoen) |
Totaal EU Taxonomy geverifieerd |
In verificatie proces of gerealiseerd |
|||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| € miljoen | % | € miljoen | % | ||||
| Activa (JVs aan 100%) | 7.837 | 1.616 | 21% | 4.525 | 58% | ||
| Activa (JVs per aandeel) | 5.031 | 845 | 17% | 2.635 | 52% | ||
| Activa (VGP NV)4 | 2.103 | 75 | 4% | 716 | 34% |
Het tweede deel van de toepassing van EU-Taxonomie bestaat uit het screenen en rapporteren van het aandeel van ecologisch duurzame of "afgestemde" activiteiten. Daartoe moeten 3 KPI's worden gerapporteerd: het aandeel van afgestemde activiteiten in de inkomsten, CAPEX en OPEX van de Vennootschap.
Taxonomische afstemmingscijfers berekend in overeenstemming met de templates vastgesteld door de Europese Commissie: op basis van totale activiteit (inclusief niet-in aanmerking komende activiteiten) en inclusief servicekosten-inkomstenlijnen, in overeenstemming met de IFRS-boekhoudnormen, worden hieronder voorgesteld.
| Gebaseerd op de gerapporteerde IFRS geconsolideerde winst- en verliesrekening en balans van de Groep. |
Gebaseerd op de proportioneel geconsolideerde winst-en-verliesrekening en balans van de Groep |
||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Verhouding inkomsten/totale inkomsten (2024) Verhouding inkomsten/totale inkomsten (2024) | |||||||
| Taxonomy-uitgelijnd per doelstelling |
Taxonomie-subsidiabel per doelstelling |
Taxonomy-uitgelijnd per doelstelling |
Taxonomie-subsidiabel per doelstelling |
||||
| Matiging van klimaatverandering (CCM) | 10% | 100% | 19% | 100% | |||
| Aanpassing aan klimaatverandering (CCA) | — | — | — | — | |||
| Water en mariene hulpbronnen (WTR) | — | — | — | — | |||
| Circulaire economie (CE) | — | 100% | — | 100% | |||
| Preventie en bestrijding van verontreiniging (PPC) | — | — | — | — | |||
| Biodiversiteit en ecosystemen (BIO) | — | — | — | — | |||
| Aandeel van OpEx/Totaal OpEx (2024) | Aandeel van OpEx/Totaal OpEx (2024) | ||||||
| Taxonomy-uitgelijnd per doelstelling |
Taxonomie-subsidiabel per doelstelling |
Taxonomy-uitgelijnd per doelstelling |
Taxonomie-subsidiabel per doelstelling |
||||
| Matiging van klimaatverandering (CCM) | 10% | 100% | 19% | 100% | |||
| Aanpassing aan klimaatverandering (CCA) | — | — | — | — | |||
| Water en mariene hulpbronnen (WTR) | — | — | — | — | |||
| Circulaire economie (CE) | — | 100% | — | 100% | |||
| Preventie en bestrijding van verontreiniging (PPC) | — | — | — | — | |||
| Biodiversiteit en ecosystemen (BIO) | — | — | — | — | |||
| Aandeel CapEx/Totaal CapEx (2024) | Aandeel CapEx/Totaal CapEx (2024) | ||||||
| Taxonomy-uitgelijnd per doelstelling |
Taxonomie-subsidiabel per doelstelling |
Taxonomy-uitgelijnd per doelstelling |
Taxonomie-subsidiabel per doelstelling |
||||
| Matiging van klimaatverandering (CCM) | 13% | 100% | 13% | 100% | |||
| Aanpassing aan klimaatverandering (CCA) | — | — | — | — | |||
| Water en mariene hulpbronnen (WTR) | — | — | — | — | |||
| Circulaire economie (CE) | — | 100% | — | 100% | |||
| Preventie en bestrijding van verontreiniging (PPC) | — | — | — | — | |||
| Biodiversiteit en ecosystemen (BIO) | — | — | — | — | |||
1 https://www.dgnb.de/en/certification/esg-verification
2 Deutsche Gesellschaft für Nachhaltiges Bauen (DGNB GmbH): Duitse Vennootschap voor Duurzaam Bouwen: Europa's grootste netwerk voor duurzaam bouwen en nummer 2 wereldwijd, met meer dan 2.300 lidorganisaties (www.dgnb.de)
3 ESG-verificatie voor de EU-taxonomie -https://www.cpea.eu/su-fi/esg-verification-for-the-eu-taxonomy/
4 Inclusief € 645 miljoen aan ontwikkelings gondbank
| Economische activiteiten | Code Absolute | Aandeel in inkomsten |
Criteria voor een wezenlijke bijdrage DNSH criteria |
Minimale | Taxonomie afge | Categorie | Categorie | ||||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| inkomsten (€ .000) |
CCM | CCA | WTR | CE | PPC | BIO | CCM | CCA | WTR | CE | PPC | BIO | waarborgen | stemd aandeel in inkomsten jaar N-1 |
(faciliterende activiteit) E |
(faciliterende activiteit) T |
|||
| A. Activiteiten die in aanmerking komen voor de taxonomie | |||||||||||||||||||
| A.1 Ecologisch duurzame activiteiten (aangepast aan de taxonomie) | |||||||||||||||||||
| 7.1 Bouw van nieuwe gebouwen (in aanbouw per jaareinde) |
7.1 | 1.979 | 1,6% | Y | N/EL N/EL | N | N/EL N/EL | YES | YES | YES | YES | YES | YES | YES | 0,0% | ||||
| 7.1 Bouw van nieuwe gebouwen (voltooid per jaareinde) |
7.1 | 2.809 | 2,3% | Y | N/EL N/EL | N | N/EL N/EL | YES | YES | YES | YES | YES | YES | YES | 0,9% | ||||
| 7.7 Verwerving en eigendom van gebouwen |
7.7 | 6.624 | 5,5% | Y | N/EL N/EL N/EL N/EL N/EL | YES | YES | YES | YES | YES | YES | YES | 0,0% | ||||||
| 7.6 Installatie, onderhoud en reparatie van duurzame energietechnologieën |
7.6 | 195 | 0,2% | Y | N/EL N/EL N/EL N/EL N/EL | YES | YES | YES | YES | YES | YES | YES | 0,1% | E | |||||
| Inkomsten uit ecologisch duurzame activiteiten (taxonomie afgestemd op activiteiten A.1) |
11.607 | 9,6% | |||||||||||||||||
| A.2 Activiteiten die wel in aanmerking komen voor de Taxonomie maar niet duurzaam zijn voor het milieu (niet op de Taxonomie afgestemde activiteiten) | |||||||||||||||||||
| 7.1 Bouw van nieuwe gebouwen | 7.1 | — | 0,0% | Y | N/EL N/EL | N | N/EL N/EL | ||||||||||||
| 7.7 Verwerving en eigendom van gebouwen |
7.7 | 101.654 | 83,7% | Y | N/EL N/EL N/EL N/EL N/EL | ||||||||||||||
| 7.6 Installatie, onderhoud en reparatie van duurzame energietechnologieën |
7.6 | 8.143 | 6,7% | Y | N/EL N/EL N/EL N/EL N/EL | ||||||||||||||
| Inkomsten uit activiteiten die wel in aanmerking komen voor de taxonomie maar niet duurzaam zijn voor het milieu (niet op de taxonomie afgestemde activiteiten) (A.2) |
109.797 | 90,4% | |||||||||||||||||
| A. Inkomsten van activiteiten die in aanmerking komen voor de taxonomie (A.1+A.2) |
121.404 | 100,0% | |||||||||||||||||
| B. CapEx van taxonomie niet subsidiabele activiteiten (B) |
— | 0,0% | |||||||||||||||||
| Totaal A.+B. | 121.404 | 100,0% |
| Economische activiteiten | Code Absolute | Aandeel in | Criteria voor een wezenlijke bijdrage | DNSH criteria | Minimale | Taxonomie afge | Categorie | Categorie | |||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| OpEx (€ .000) |
OpEx | CCM | CCA | WTR | CE | PPC | BIO | CCM | CCA | WTR | CE | PPC | BIO | waarborgen | stemd aandeel in inkomsten jaar N-1 |
(faciliterende activiteit) E |
(faciliterende activiteit) T |
||
| A. Activiteiten die in aanmerking komen voor de taxonomie | |||||||||||||||||||
| A.1 Ecologisch duurzame activiteiten (aangepast aan de taxonomie) | |||||||||||||||||||
| 7.1 Bouw van nieuwe gebouwen (in aanbouw per jaareinde) |
7.1 | 343 | 1,6% | Y | N/EL N/EL | N | N/EL N/EL | YES | YES | YES | YES | YES | YES | YES | 0,0% | ||||
| 7.1 Bouw van nieuwe gebouwen (voltooid per jaareinde) |
7.1 | 487 | 2,3% | Y | N/EL N/EL | N | N/EL N/EL | YES | YES | YES | YES | YES | YES | YES | 0,0% | ||||
| 7.7 Verwerving en eigendom van gebouwen |
7.7 | 1.149 | 5,5% | Y | N/EL N/EL N/EL N/EL N/EL | YES | YES | YES | YES | YES | YES | YES | 0,0% | ||||||
| 7.6 Installatie, onderhoud en reparatie van duurzame energietechnologieën |
7.6 | 34 | 0,2% | Y | N/EL N/EL N/EL N/EL N/EL | YES | YES | YES | YES | YES | YES | YES | 0,0% | E | |||||
| OpEx van ecologisch duurzame activiteiten (taxonomie afgestemd op activiteiten A.1) |
2.013 | 9,6% | |||||||||||||||||
| A.2 Activiteiten die wel in aanmerking komen voor de Taxonomie maar niet duurzaam zijn voor het milieu (niet op de Taxonomie afgestemde activiteiten) | |||||||||||||||||||
| 7.1 Bouw van nieuwe gebouwen | 7.1 | — | 0,0% | Y | N/EL N/EL | N | N/EL N/EL | ||||||||||||
| 7.7 Verwerving en eigendom van gebouwen |
7.7 | 19.039 | 90,4% | Y | N/EL N/EL N/EL N/EL N/EL | ||||||||||||||
| 7.6 Installatie, onderhoud en reparatie van duurzame energietechnologieën |
7.6 | — | 0,0% | Y | N/EL N/EL N/EL N/EL N/EL | ||||||||||||||
| OpEx van activiteiten die wel in aanmerking komen voor de taxonomie maar niet duurzaam zijn voor het milieu (niet op de taxonomie afgestemde activiteiten) (A.2) |
19.039 | 90,4% | |||||||||||||||||
| A. OpEx van activiteiten die in aanmerking komen voor de taxonomie (A.1+A.2) |
21.052 | 100,0% | |||||||||||||||||
| B. CapEx van taxonomie niet subsidiabele activiteiten (B) |
— | 0,0% | |||||||||||||||||
| Totaal A.+B. | 21.052 | 100,0% |
| Economische activiteiten | Code Absolute | Aandeel in | Criteria voor een wezenlijke bijdrage | DNSH criteria | Minimale | Taxonomie afge | Categorie | Categorie | |||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| CapEx (€ .000) |
CapEx | CCM | CCA | WTR | CE | PPC | BIO | CCM | CCA | WTR | CE | PPC | BIO | waarborgen | stemd aandeel in inkomsten jaar N-1 |
(faciliterende activiteit) E |
(faciliterende activiteit) T |
||
| A. Activiteiten die in aanmerking komen voor de taxonomie | |||||||||||||||||||
| A.1 Ecologisch duurzame activiteiten (aangepast aan de taxonomie) | |||||||||||||||||||
| 7.1 Bouw van nieuwe gebouwen (in aanbouw per jaareinde) |
7.1 | 12.303 | 2,1% | Y | N/EL N/EL | N | N/EL N/EL | YES | YES | YES | YES | YES | YES | YES | 0,1% | ||||
| 7.1 Bouw van nieuwe gebouwen (voltooid per jaareinde) |
7.1 | 9.989 | 1,7% | Y | N/EL N/EL | N | N/EL N/EL | YES | YES | YES | YES | YES | YES | YES | 0,0% | ||||
| 7.7 Verwerving en eigendom van gebouwen |
7.7 | 50.181 | 8,7% | Y | N/EL N/EL N/EL N/EL N/EL | YES | YES | YES | YES | YES | YES | YES | 0,0% | ||||||
| 7.6 Installatie, onderhoud en reparatie van duurzame energietechnologieën |
7.6 | — | 0,0% | Y | N/EL N/EL N/EL N/EL N/EL | YES | YES | YES | YES | YES | YES | YES | 0,3% | E | |||||
| OpEx van milieuduurzame activiteiten (taxonomie afgestemd op activiteiten A.1) |
72.473 | 12,6% | |||||||||||||||||
| A.2 Activiteiten die wel in aanmerking komen voor de Taxonomie maar niet duurzaam zijn voor het milieu (niet op de Taxonomie afgestemde activiteiten) | |||||||||||||||||||
| 7.1 Bouw van nieuwe gebouwen | 7.1 | 484.953 | 84,5% | Y | N/EL N/EL | N | N/EL N/EL | ||||||||||||
| 7.7 Verwerving en eigendom van gebouwen |
7.7 | — | 0,0% | Y | N/EL N/EL N/EL N/EL N/EL | ||||||||||||||
| 7.6 Installatie, onderhoud en reparatie van duurzame energietechnologieën |
7.6 | 14.153 | 2,5% | Y | N/EL N/EL N/EL N/EL N/EL | ||||||||||||||
| OpEx van activiteiten die wel in aanmerking komen voor de taxonomie maar niet duurzaam zijn voor het milieu (niet op de taxonomie afgestemde activiteiten) (A.2) |
499.106 | 87,0% | |||||||||||||||||
| A. CapEx van activiteiten die in aanmerking komen voor de taxonomie (A.1+A.2) |
571.579 | 99,6% | |||||||||||||||||
| B. CapEx van taxonomie niet subsidiabele activiteiten (B) |
2.137 | 0,4% | |||||||||||||||||
| Totaal A.+B. | 573.716 | 100,0% |
| Economische activiteiten | Code Absolute | Aandeel in | Criteria voor een wezenlijke bijdrage | DNSH criteria | Minimale | Taxonomie afge | Categorie | Categorie | |||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| inkomsten (€ .000) |
inkomsten | CCM | CCA | WTR | CE | PPC | BIO | CCM | CCA | WTR | CE | PPC | BIO | waarborgen | stemd aandeel in inkomsten jaar N-1 |
(faciliterende activiteit) E |
(faciliterende activiteit) T |
||
| A. Activiteiten die in aanmerking komen voor de taxonomie | |||||||||||||||||||
| A.1 Ecologisch duurzame activiteiten (aangepast aan de taxonomie) | |||||||||||||||||||
| 7.1 Bouw van nieuwe gebouwen (in aanbouw per jaareinde) |
7.1 | 1.979 | 0,7% | Y | N/EL N/EL | N | N/EL N/EL | YES | YES | YES | YES | YES | YES | YES | 0,2% | ||||
| 7.1 Bouw van nieuwe gebouwen (voltooid per jaareinde) |
7.1 | 3.137 | 1,1% | Y | N/EL N/EL | N | N/EL N/EL | YES | YES | YES | YES | YES | YES | YES | 0,0% | ||||
| 7.7 Verwerving en eigendom van gebouwen |
7.7 | 50.045 | 17,3% | Y | N/EL N/EL N/EL N/EL N/EL | YES | YES | YES | YES | YES | YES | YES | 3,7% | ||||||
| 7.6 Installatie, onderhoud en reparatie van duurzame energietechnologieën |
7.6 | 195 | 0,1% | Y | N/EL N/EL N/EL N/EL N/EL | YES | YES | YES | YES | YES | YES | YES | 0,1% | E | |||||
| Inkomsten uit ecologisch duurzame activiteiten (taxonomie afgestemd op activiteiten A.1) |
55.356 | 19,1% | |||||||||||||||||
| A.2 Activiteiten die wel in aanmerking komen voor de Taxonomie maar niet duurzaam zijn voor het milieu (niet op de Taxonomie afgestemde activiteiten) | |||||||||||||||||||
| 7.1 Bouw van nieuwe gebouwen | 7.1 | — | 0,0% | Y | N/EL N/EL | N | N/EL N/EL | ||||||||||||
| 7.7 Verwerving en eigendom van gebouwen |
7.7 | 226.438 | 78,1% | Y | N/EL N/EL N/EL N/EL N/EL | ||||||||||||||
| 7.6 Installatie, onderhoud en reparatie van duurzame energietechnologieën |
7.6 | 8.143 | 2,8% | Y | N/EL N/EL N/EL N/EL N/EL | ||||||||||||||
| Inkomsten uit activiteiten die wel in aanmerking komen voor de taxonomie maar niet duurzaam zijn voor het milieu (niet op de taxonomie afgestemde activiteiten) (A.2) |
234.581 | 80,9% | |||||||||||||||||
| A. Inkomsten van activiteiten die in aanmerking komen voor de taxonomie (A.1+A.2) |
289.937 | 100,0% | |||||||||||||||||
| B. CapEx van taxonomie niet subsidiabele activiteiten (B) |
— | 0,0% | |||||||||||||||||
| Totaal A.+B. | 289.937 | 100,0% |
| Economische activiteiten | Code Absolute | Aandeel in | Criteria voor een wezenlijke bijdrage | DNSH criteria | Minimale | Taxonomie afge | Categorie | Categorie | |||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| OpEx (€ .000) |
OpEx | CCM | CCA | WTR | CE | PPC | BIO | CCM | CCA | WTR | CE | PPC | BIO | waarborgen | stemd aandeel in inkomsten jaar N-1 |
(faciliterende activiteit) E |
(faciliterende activiteit) T |
||
| A. Activiteiten die in aanmerking komen voor de taxonomie | |||||||||||||||||||
| A.1 Ecologisch duurzame activiteiten (aangepast aan de taxonomie) | |||||||||||||||||||
| 7.1 Bouw van nieuwe gebouwen (in aanbouw per jaareinde) |
7.1 | 465 | 0,7% | Y | N/EL N/EL | N | N/EL N/EL | YES | YES | YES | YES | YES | YES | YES | 0,0% | ||||
| 7.1 Bouw van nieuwe gebouwen (voltooid per jaareinde) |
7.1 | 737 | 1,1% | Y | N/EL N/EL | N | N/EL N/EL | YES | YES | YES | YES | YES | YES | YES | 0,2% | ||||
| 7.7 Verwerving en eigendom van gebouwen |
7.7 | 11.758 | 17,3% | Y | N/EL N/EL N/EL N/EL N/EL | YES | YES | YES | YES | YES | YES | YES | 4,4% | ||||||
| 7.6 Installatie, onderhoud en reparatie van duurzame energietechnologieën |
7.6 | 46 | 0,1% | Y | N/EL N/EL N/EL N/EL N/EL | YES | YES | YES | YES | YES | YES | YES | 0,0% | E | |||||
| OpEx van ecologisch duurzame activiteiten (taxonomie afgestemd op activiteiten A.1) |
13.006 | 19,1% | |||||||||||||||||
| A.2 Activiteiten die wel in aanmerking komen voor de Taxonomie maar niet duurzaam zijn voor het milieu (niet op de Taxonomie afgestemde activiteiten) | |||||||||||||||||||
| 7.1 Bouw van nieuwe gebouwen | 7.1 | — | 0,0% | Y | N/EL N/EL | N | N/EL N/EL | ||||||||||||
| 7.7 Verwerving en eigendom van gebouwen |
7.7 | — | 0,0% | Y | N/EL N/EL N/EL N/EL N/EL | ||||||||||||||
| 7.6 Installatie, onderhoud en reparatie van duurzame energietechnologieën |
7.6 | 55.114 | 80,9% | Y | N/EL N/EL N/EL N/EL N/EL | ||||||||||||||
| OpEx van activiteiten die wel in aanmerking komen voor de taxonomie maar niet duurzaam zijn voor het milieu (niet op de taxonomie afgestemde activiteiten) (A.2) |
55.114 | 80,9% | |||||||||||||||||
| A. OpEx van activiteiten die in aanmerking komen voor de taxonomie (A.1+A.2) |
68.120 | 100,0% | |||||||||||||||||
| B. CapEx van taxonomie niet subsidiabele activiteiten (B) |
— | 0,0% | |||||||||||||||||
| Totaal A.+B. | 68.120 | 100,0% |
| Economische activiteiten | Code Absolute | Aandeel in | Criteria voor een wezenlijke bijdrage | DNSH criteria | Minimale | Taxonomie afge | Categorie | Categorie | |||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| CapEx (€ .000) |
CapEx | CCM | CCA | WTR | CE | PPC | BIO | CCM | CCA | WTR | CE | PPC | BIO | waarborgen | stemd aandeel in inkomsten jaar N-1 |
(faciliterende activiteit) E |
(faciliterende activiteit) T |
||
| A. Activiteiten die in aanmerking komen voor de taxonomie | |||||||||||||||||||
| A.1 Ecologisch duurzame activiteiten (aangepast aan de taxonomie) | |||||||||||||||||||
| 7.1 Bouw van nieuwe gebouwen (in aanbouw per jaareinde) |
7.1 | 12.303 | 2,1% | Y | N/EL N/EL | N | N/EL N/EL | YES | YES | YES | YES | YES | YES | YES | 0,1% | ||||
| 7.1 Bouw van nieuwe gebouwen (voltooid per jaareinde) |
7.1 | 9.989 | 1,7% | Y | N/EL N/EL | N | N/EL N/EL | YES | YES | YES | YES | YES | YES | YES | 0,0% | ||||
| 7.7 Verwerving en eigendom van gebouwen |
7.7 | 50.181 | 8,7% | Y | N/EL N/EL N/EL N/EL N/EL | YES | YES | YES | YES | YES | YES | YES | 0,0% | ||||||
| 7.6 Installatie, onderhoud en reparatie van duurzame energietechnologieën |
7.6 | — | 0,0% | Y | N/EL N/EL N/EL N/EL N/EL | YES | YES | YES | YES | YES | YES | YES | 0,3% | E | |||||
| OpEx van milieuduurzame activiteiten (taxonomie afgestemd op activiteiten A.1) |
72.473 | 12,6% | |||||||||||||||||
| A.2 Activiteiten die wel in aanmerking komen voor de Taxonomie maar niet duurzaam zijn voor het milieu (niet op de Taxonomie afgestemde activiteiten) | |||||||||||||||||||
| 7.1 Bouw van nieuwe gebouwen | 7.1 | 484.953 | 84,5% | Y | N/EL N/EL | N | N/EL N/EL | ||||||||||||
| 7.7 Verwerving en eigendom van gebouwen |
7.7 | — | 0,0% | Y | N/EL N/EL N/EL N/EL N/EL | ||||||||||||||
| 7.6 Installatie, onderhoud en reparatie van duurzame energietechnologieën |
7.6 | 14.153 | 2,5% | Y | N/EL N/EL N/EL N/EL N/EL | ||||||||||||||
| OpEx van activiteiten die wel in aanmerking komen voor de taxonomie maar niet duurzaam zijn voor het milieu (niet op de taxonomie afgestemde activiteiten) (A.2) |
499.106 | 87,0% | |||||||||||||||||
| A. CapEx van activiteiten die in aanmerking komen voor de taxonomie (A.1+A.2) |
571.579 | 99,6% | |||||||||||||||||
| B. CapEx van taxonomie niet subsidiabele activiteiten (B) |
2.137 | 0,4% | |||||||||||||||||
| Totaal A.+B. | 573.716 | 100,0% |

VGP Park Rouen
Commentaar op de 2024 Afstemmingscijfers, inclusief Niet In Aanmerking Komende Activiteiten
Het CAPEX-afstemmingsdeel van VGP wordt voornamelijk gedreven door zijn ontwikkelingsprojecten, inclusief op activa die al aanwezig zijn in de bestaande portefeuille. Met meer dan 70% van de CAPEX die is afgestemd (inclusief de projecten waarvan de afstemming wordt geverifieerd) op de klimaatdoelstellingen, tonen de investeringen van de Groep aan dat VGP streeft naar hoge milieunormen en de versterking van interne richtlijnen. De verbreding van de gescreende perimeter, de update van de Energieprestatiecertificaten, de verbetering van de energieprestaties van de portefeuille en de benchmarks die in aanmerking worden genomen voor de analyse in 2024 hebben positief bijgedragen aan de stijging van het aandeel van de afgestemde inkomsten. Aangezien de afstemmingscijfers van de OpEx (operationele uitgaven) van VGP gekoppeld zijn aan de screening van activa uitgevoerd voor inkomsten, stegen deze parallel. Desondanks moeten de afstemmingscijfers van de EU Taxonomie zorgvuldig worden geanalyseerd in het licht van de toepasselijke afstemmingscriteria en weerspiegelen ze niet noodzakelijkerwijs de absolute ecologische prestaties van de portefeuille van VGP. Aangezien de beoordeling van de afstemming bijvoorbeeld is gebaseerd op relatieve vergelijkingen met lokale regelgeving en benchmarks die in sommige landen strenger zijn dan in andere, in plaats van op absolute prestaties, kunnen sommige activa met een betere energie-intensiteit worden beschouwd als "niet afgestemd" terwijl minder goed presterende activa "afgestemd" zijn.
Meer informatie over de vertaling van de EU Taxonomie-screeningcriteria naar de portefeuille van VGP en de beperkingen daarvan wordt gegeven in het volgende deel.
NB: VGP heeft geen ecologisch duurzame obligaties uitgegeven met als doel het financieren van activiteiten die zijn afgestemd op de EU Taxonomie in 2024. Daarom is VGP niet betrokken bij de rapportage van aangepaste inkomsten- en CAPEX-KPI's die dergelijke obligaties weerspiegelen.
De taxonomische afstemmingscijfers in de samenvattende tabel hieronder werden berekend op basis van de in aanmerking komende activiteiten. Er werden twee consolidatiemethoden toegepast: activa geconsolideerd in overeenstemming met de IFRS-boekhoudnormen door middel van de vermogensmutatiemethode, en activa geconsolideerd volgens de proportionele methode die ook activa omvat die worden gehouden in de entiteiten die eigendom zijn van de joint ventures, om de afstemming van activa in de portefeuille van VGP te valoriseren die ook niet zijn opgenomen in de IFRS-methodologie. In deze specifieke tabel zijn inkomstenlijnen die overeenkomen met kosten die worden doorberekend aan de huurders (inkomsten uit servicekosten) uitgesloten van de tellers en noemers, aangezien deze worden gecompenseerd door kosten in de rekeningen van de VGP. Alle afgestemde VGP-activiteiten die hieronder worden voorgesteld, dragen substantieel bij aan de doelstelling van mitigatie van klimaatverandering. Het aandeel van VGP in de omzet dat is afgestemd op de doelstelling wordt zowel bepaald door zijn vaste activa als door de inkomsten uit ontwikkelingsprojecten op vaste activa, aangezien 19 % van zijn in aanmerking komende inkomsten zijn afgestemd op de doelstelling voor de mitigatie van klimaatverandering.
| VGP NV Jaarverslag 2024 / 319 | |||
|---|---|---|---|
| -- | -- | ------------------------------- | -- |
| VGP-activiteit (Taxonomiecode) |
Cijfers (van in aanmerking komende activiteiten) afstemmen op de geconsolideerde IFRS rekeningen |
Afstemmingscijfers (onder subsidiabele activiteiten) op de proportioneel geconsolideerde rekeningen |
||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| % Inkomsten % OpEx % CapEx % Inkomsten % OpEx | % CapEx | |||||||
| Vaste activa (7.7) | 5% | 5% | 9% | 17% | 17% | 9% | ||
| Ontwikkelingsprojecten (7.7) | 2% | 2% | 2% | 1% | 1% | 2% | ||
| Ontwikkelingen voor derden (7.1) | 2% | 2% | 2% | 1% | 1% | 2% | ||
| Individuele maatregelen (7.3 tot 7.6) | — | — | — | — | — | — | ||
| Totaal | 10% | 10% | 13% | 19% | 19% | 13% |
Ecologische Technische Screeningcriteria ("Technical Screening Criteria", afgekort "TSC")
In de Bijlagen I en II bij de Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/852 van de Commissie van 4 juni 2021 en Bijlage III bij de Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/2486 van de Commissie van 27 juni 2023 tot aanvulling van de EU-taxonomie worden de milieu-TSC's vastgesteld waaraan moet worden voldaan voor elke in aanmerking komende activiteit die als afgestemd op de 6 doelstellingen wordt beschouwd. Deze criteria zijn tweeledig: criteria voor het controleren van de substantiële bijdrage van activiteiten aan elke milieudoelstelling en criteria om ervoor te zorgen dat deze activiteiten DNSH aan alle andere milieudoelstellingen. Zodra de Gedelegeerde Handelingen werden gepubliceerd, hebben VGP-teams intensief gewerkt om de regelgevingscriteria te vertalen naar toepasbare elementen voor hun eigen activiteiten en voor al hun geografische locaties. Activiteiten die in aanmerking komen voor de EU Taxonomie dekken inderdaad een zeer breed spectrum van VGP-activiteiten, maar dit veronderstelt niet de relevantie of uitvoerbaarheid van de TSC om op al deze activiteiten te worden toegepast. Veel van deze activiteiten kunnen bijvoorbeeld niet worden gescreend op basis van de huidige gepubliceerde TSC zonder gebruik te maken van aanvullende informatiebronnen (lokale regelgeving, benchmarks van sectorale particuliere organisaties, enz. Er kunnen veel voorbeelden van deze situatie worden gegeven, zoals:
Hieronder volgt een samenvatting van de TSC-criteria voor substantiële bijdrage aan de mitigatie van klimaatverandering onder 7.7 Verwerving en Eigendom van Gebouwen zoals gepubliceerd door EPRA in zijn EU Taxonomy alignment guide1 , toegepast door VGP op zijn bestaande gebouwenportefeuille.
In lijn met de specificaties in FAQ 2022/C 385/01 en Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/2485 van 27 juni 2023, die Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 wijzigt, heeft VGP zijn substantiële bijdrage aan de doelstelling van adaptatie aan klimaatverandering beoordeeld. Zoals eerder uitgelegd, is de primaire focus van VGP voor zijn gebouwenportefeuille naleving van de criteria voor de mitigatie van klimaatverandering, en alleen CAPEX die verband houden met adaptatieplannen gericht op de mitigatie van de meest significante fysieke klimaatrisico's, materieel voor
1 https://www.epra.com/application/files/2417/0172/1969/EPRA_EU_Taxonomy_Guide_Update_December_2023.pdf

zijn activa, werden beschouwd als in aanmerking komend en afgestemd met de Klimaatveranderingsdoelstelling.
Hoewel investeringen in verband met adaptatie aan klimaatrisico's zullen worden geïntegreerd in algemene CAPEX-plannen voor gebouwen als en wanneer dat nodig is, worden ze momenteel niet geboekt als een substantiële bijdrage aan de adaptatie aan klimaatverandering. In plaats daarvan worden de investeringen opgenomen in de categorie Mitigatie van Klimaatverandering, zolang het project in zijn geheel voldoet aan een dergelijk criterium. Daarom werden er voor 2024 geen CAPEX in de categorie Adaptatie aan Klimaatverandering gerapporteerd.
Door middel van workshops, ondersteund door externe deskundigen, beoordeelde VGP zijn afstemming op het luik circulaire economie van de EU Taxonomie (3.1. Bouw van nieuwe gebouwen). De Groep voerde een uitgebreide beoordeling uit van alle TSC- en DNSH-vereisten voor zijn ontwikkelingsprojecten.
Op dit moment vormen de beschikbaarheid van circulaire bouwmaterialen en de prijs van duurzame alternatieven uitdagingen om te voldoen aan het criterium van een substantiële bijdrage binnen economisch levensvatbare projectontwikkeling. Daarom werden er voor 2024 geen CAPEX gerapporteerd in deze categorie.
We zullen dit criterium in de gaten blijven houden en ons vermogen om hieraan te voldoen bij toekomstige projecten opnieuw beoordelen.
Om in overeenstemming te zijn met de bescherming en het herstel van biodiversiteit en ecosystemen volgens de EU-Taxonomie, moet een economische activiteit het behoud van de gezondheid van ecosystemen, soorten en habitats garanderen. Dit omvat de implementatie van een robuust beheer- of herstelplan met garanties voor duurzaamheid en onafhankelijke verificatie. Daarnaast moet worden voldaan aan de minimumgaranties zoals beschreven in artikel 18 van de EU-Taxonomie. Deze garanties omvatten essentiële principes, vereisten en richtlijnen om een verantwoorde uitvoering te garanderen.
Als onderdeel van de Biodiversiteitsstrategie van de Groep is deze classificatie van toepassing op significante investeringen in biodiversiteit, met name wanneer biodiversiteitscompensatiegebieden vereist zijn. Momenteel worden er geen CAPEX gerapporteerd onder deze categorie, maar potentiële investeringen zullen in de toekomst worden beoordeeld.
Naar aanleiding van de publicatie van de Gedelegeerde Handeling Klimaat waarbij DNSH-criteria worden gespecifieerd voor adaptatie aan klimaatverandering heeft VGP, om zijn activiteiten in overeenstemming te brengen met de criteria van de EU Taxonomie, in 2023 zijn klimaatrisicoanalysestudie geactualiseerd voor alle bestaande activa en ontwikkelingspijplijn van de Groep (zie deel 4.2.2.2.12 Verwachte financiële gevolgen van materiële fysieke en transitierisico's en potentiële klimaatgerelateerde kansen). In de analyse die is uitgevoerd als onderdeel van de EU-Taxonomie verificatie van onze gebouwen, heeft de DGNB bevestigd dat VGP voldoet aan de DNSH-criteria van de EU-Taxonomie. De volgende stappen werden gevolgd tijdens de laatste klimaatrisicoanalyses:
De klimaatdeskundigen (externe adviseurs) voerden eerst een screening uit van de klimaatgerelateerde gevaren die zijn opgenomen in Aanhangsel A van Bijlage I van de Gedelegeerde Handeling Klimaat om de gevaren te identifi ceren die het meest materieel zijn voor het bedrijf, op basis van het type gebouwen, het soort activiteiten en de geografi sche locatie van elk pand. De volgende gevaren werden in overweging genomen: overstromingen door rivieren en regen, zeespiegelstijging, droogtestress, hittestress, risico op bosbranden en aardbevingen;
Voor de klimaatgerelateerde risico's gebruikt de Groep een externe database van Moody's Physical Risks Assessment Tool en de deskundigen van Blue Auditor. Voor elk pand werden de waarden van de klimaatindicatoren bepaald, op basis van hun locatie. Met de tool kan de evolutie van dergelijke waarden als gevolg van klimaatverandering worden gemodelleerd, volgens verschillende scenario's die zijn afgestemd op de meest recente prognoses van het IPCC (zie hieronder). De waarden van de klimaatindicatoren werden vervolgens vertaald in een algemene Beoordelingsscore voor het klimaatrisico (impact/schade), varierend van 0% tot 100%; en
Als vervolg op de risico- en kwetsbaarheidsbeoordeling hebben de risico-ingenieurs van Blue Auditor de geschiktheid van reeds bestaande adaptatiemaatregelen beoordeeld en nieuwe maatregelen geïdentifi ceerd. 1 pand waarvan was vastgesteld dat het een materieel risico met zich meebracht, werd in de loop van 2024 afgestoten. Activa met het hoogste risico (gelegen in het Iberisch Schiereiland, gevoelig voor droogte en extreme hitte) zijn sindsdien onderworpen aan extra investeringen om de waterafhankelijkheid te verminderen (zie ook deel 4.2.2.2.12 Verwachte fi nanciële gevolgen van materiële fysieke en transitierisico's en potentiële klimaatgerelateerde kansen (ESRS E1-9)). De klimaatscenario's die door de deskundigen werden geselecteerd om de risicoanalyse met betrekking tot klimaatverandering tot halverwege de eeuw (2050) uit te voeren, zijn de scenario's SSP2-4.5 ("middle of the road") en SSP5-8.5 ("pessimistisch"):
SSP2-4.5 is in overeenstemming met het huidige klimaatbeleid en de 2030-doelstellingen; en

Voor de analyse werden 3 tijdsbestekken overwogen, die overeenkomen met de verwachte levensduur van de activiteit en de aanwijzingen van de EU-Taxonomie:
Voor ontwikkelingsprojecten ingedeeld in de categorie 'in eigendom van gebouwen' (7.7) zijn er geen andere aanvullende DNSH-criteria van toepassing dan die voor adaptatie aan klimaatverandering. Voor renovaties en de bouw van nieuwe gebouwen voor derden (7.1/7.2) werd de analyse van de naleving van andere DNSH-criteria dan adaptatie aan klimaatverandering uitgevoerd op projectniveau met 2 afzonderlijke werkstromen, afhankelijk van de status van het project:
De Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2178 van de Commissie van 6 juli 2021 tot omzetting van artikel 8 van de EU-Taxonomie voorziet in de integratie van aangekochte "individuele maatregelen" in de CAPEX- en OPEX-afstemmingscijfers van niet-afgestemde activa. Individuele maatregelen komen overeen met aangekochte activiteiten die ervoor zorgen dat de doelactiviteiten koolstofarm worden of leiden tot een vermindering van de broeikasgasemissies, met name activiteiten die zijn opgenomen in de punten 7.3 tot en met 7.6 van Bijlage I bij de Gedelegeerde Handeling Klimaat, zoals de installatie van zonnepanelen op het dak van een gebouw. Als onderdeel van zijn ESG-strategie plant VGP investeringen in alle bovengenoemde categorieën: energie-efficiëntieapparatuur, laadstations voor EV's in gebouwen, instrumenten voor het meten en controleren van de energieprestaties van gebouwen en technologieën voor hernieuwbare energie (zie deel 4.2.2.2.2 Transitieplan voor klimaatmitigatie en 4.3 Groene obligaties). De bijbehorende CAPEX-uitgaven in 2024 werden geïsoleerd en één project werd gescreend (en geverifieerd als afgestemd) in overeenstemming met de TSC van Bijlage I bij de Gedelegeerde Handeling Klimaat voor substantiële bijdrage en DNSH waar van toepassing:
In 2024 zijn de individuele maatregelen van VGP goed voor 0% van de CAPEX van de Groep, zoals weergegeven in de afstemmingstabel bovenaan dit deel.
Naast het uitvoeren van activiteiten die in aanmerking komen voor en afgestemd zijn op de EU Taxonomie op basis van de ecologische TSC, voldoet VGP aan de 4 aspecten van de Minimumgaranties ("Minimum Safeguards", afgekort "MS"), zoals beschreven in artikel 3 (c) en artikel 18 van de EU Taxonomie Verordening en verder gespecificeerd in het Eindverslag over Minimumgaranties gepubliceerd in oktober 2022 door het EU Platform on Sustainable Finance. In de analyse van VGP werd actief rekening gehouden met de bijgewerkte OESO-Richtlijnen voor Multinationale Ondernemingen.
Wat betreft garanties inzake mensenrechten en zorgvuldigheid ("due diligence") in het eigen personeelsbestand, behoren ethiek en respect voor mensenrechten tot de kernwaarden van de Groep. VGP is sterk geëngageerd om alle fundamentele individuele rechten en arbeidsrechtelijke bescherming te handhaven, zoals onderbouwd door zijn Beleid inzake Mensenrechten (zie de delen 4.2.3.1.2 Beleid met betrekking tot het eigen personeel en 4.2.3.2.3 Beleid met betrekking tot werknemers in de waardeketen), evenals het waarborgen gezondheid en veiligheid en het welzijn van zijn werknemers door middel van opgelegde interne kaders, zoals een specifiek kader voor de risicobeheersing inzake gezondheid en veiligheid van de Groep, de Gezondheidsen Veiligheidsverklaring van VGP, en het Uw Welzijns-kader van de Groep (zie delen 4.2.3.1.2 Beleid met betrekking tot het eigen personeel, 4.2.3.2.3 Beleid met betrekking tot werknemers in de waardeketen en 4.2.2.3.3 Maatregelen en middelen wat betreft verontreiniging). VGP is alleen actief in landen met hoge normen voor de bescherming van mensenrechten en de schending van mensenrechten in zijn eigen personeelsbestand werd niet geïdentificeerd als een materiële risicofactor in de risicobeoordeling van de Groep (zie deel 4.2.1.4 Ratings van de belangrijkste specifieke risicofactoren). Toch zijn er, als voorzorgsmaatregel, interne procedures om inbreuken op de mensenrechten en vrijheden van werknemers te anticiperen, in kaart te brengen en te voorkomen. Deze omvatten bijvoorbeeld duidelijke regels tegen elke vorm van discriminatie samen met anti-intimidatieen anti-pestpraktijken inclusief een klokkenluidershotline die 24 uur per dag, 7 dagen per week toegankelijk is voor alle werknemers. De Groep is tegen elke vorm van racisme, discriminatie en vooroordelen en streeft ernaar dat iedereen zich even welkom en omarmd voelt. Deze principes staan duidelijk vermeld in de Gedragscode van de Groep die van toepassing is op alle werknemers. De Groep hanteert een nultolerantie voor schendingen van deze regels (zie deel Ethiek en naleving binnen het Remuneratie Rapport een dagelijkse en essentiële vereiste).
VGP zorgt voor een gezonde werkomgeving waarin werknemers zich goed voelen (zie deel 4.2.3.1.2 Beleid met betrekking tot het eigen personeel). De Groep streeft ernaar om het engagement van VGP voor gelijke kansen en meer diversiteit en inclusie in het hele bedrijf volledig te verankeren (zie deel 4.2.3.1.3 Beleid met betrekking tot het eigen personeel, sectie Billijkheid, diversiteit en inclusie). VGP geeft evenveel om de bescherming van mensenrechten in zijn waardeketen en pakt dit probleem aan door de implementatie van een due diligence-proces dat duurzaamheidsrisico's in kaart brengt (waaronder risico's voor gezondheid en veiligheid en mensenrechten) in zijn verschillende aankoopcategorieën (zie deel 4.2.3.2.3 Beleid met betrekking tot werknemers in de waardeketen). Contracten met leveranciers vereisen de aanvaarding van de gedragscode voor leveranciers van de Groep, inclusief bepalingen over mensenrechten en arbeidsnormen op basis van de verdragen van de Internationale Arbeidsorganisatie ("ILO") en internationale mensenrechtennormen is in lijn met de principes die zijn uiteengezet in het United Nations Global Compact ("UNGC"), de United Nations Guiding Principles for Business and Human Rights ("UNGP"), en de OESO-Richtlijnen voor Multinationale Ondernemingen
De Groep heeft robuuste interne mechanismen geïmplementeerd om te anticiperen op, toezicht te houden op en risico's tegen te gaan van praktijken die zouden kunnen neerkomen op corruptie of omkoping, zoals de jaarlijkse Compliance-opleiding van de Groep met hoofdstukken over anticorruptie en antiwitwaspraktijken, en om ervoor te zorgen dat men bekend is met de Gedragscode van de Groep. Daarnaast worden alle werknemers (inclusief parttime werknemers) en aannemers voor zover van toepassing op hun opdracht, getraind in het herkennen en onderscheiden van situaties die in verband kunnen worden gebracht met corruptie, met een duidelijke communicatie van ons nultolerantieprincipe voor elke schending. Voor meer informatie over het beleid en de verbintenissen van de Groep tegen corruptie, omkoping en fraude, verwijzen we naar deel Ethiek en naleving binnen het Remuneratie Rapport.
De bedrijfsstrategie van VGP bestaat uit het creëren van waarde met zijn vastgoedportefeuille op de lange termijn. Het belastingbeleid van de Groep is volledig geïntegreerd in dit langlopende plan en is consistent met de normale gang van zaken. In 2024 exploiteerde de Groep 113 VGP Parken, bestaande uit 276 gebouwen in 15 verschillende landen. De Groep maakt geen gebruik van investeringsroutes via niet-coöperatieve landen of gebieden om inkomsten te lokaliseren in rechtsgebieden met lage belastingen. De Groep houdt zich aan de geest en de letter van de fiscale wet- en regelgeving. Het fiscale beleid van de Groep, de Fiscale Aanpak van VGP, dat is gepubliceerd op de website, beschrijft de principes die ten grondslag liggen aan de fiscale aanpak van VGP en de processen die zijn ingesteld om de efficiëntie van deze principes te waarborgen. In essentie weerspiegelt de fiscale positie van VGP de geografische locatie van zijn vastgoedportefeuille en is deze consistent met de normale gang van zaken bij zijn bedrijfsactiviteiten. De fiscale strategie en de fiscale risico's worden opgevolgd en gecontroleerd door een team van interne en externe deskundige waaronder de Chief Executive Officer en de Chief Financial Officer, de accountants van de Groep, het Auditcomité van de Groep en de Raad van Bestuur van de Groep. Het doel van de Groep is om de activiteiten uit te voeren met een laag niveau van fiscale risico's. Dit wordt gedaan door ervoor te zorgen dat de fiscale gevolgen van aangegane overeenkomsten worden begrepen, inclusief de manier waarop deze overeenkomsten waarschijnlijk zullen worden gezien door de relevante belastingdiensten. Alleen regelingen die als acceptabel worden beschouwd door de relevante belastingdiensten worden geïmplementeerd. VGP voldoet aan fiscale transparantieregelgeving zoals de Europese DAC 6 (Richtlijn voor Administratieve Samenwerking, zoals voor de zesde keer gewijzigd) en dient zijn fiscale Country-by-Land Report in bij de Belgische belastingdiensten.
VGP is een beursgenoteerde Groep die investeert in logistiek en semi-industrieel vastgoed in heel Europa. Veel landen hebben wetten aangenomen over lokale fiscale transparantie om langlopende investeringen in vastgoed aan te moedigen. Op basis van de fiscale transparantieregelingen wordt de gemaakte winst direct belast op het niveau van de aandeelhouder, in plaats van op het niveau van de Groep.
De fiscale positie van VGP weerspiegelt de geografische locatie van zijn activiteiten. De Groep geeft winsten aan en betaalt belastingen waar de activiteiten worden uitgevoerd. Dit vertaalt zich in betalingen aan lokale of nationale belastingdiensten van vennootschapsbelasting, bedrijfsbelastingen en voorheffingen die worden ingehouden op dividenduitkeringen.
De fiscale positie van de Groep weerspiegelt de locatie van zijn investeringen. Gezien de portefeuille van € 7,8 miljard en het feit dat het bezit van onroerend goed vereist dat er onroerende voorheffingen wordt betaald, betaalt VGP aanzienlijke bedragen aan belastingen. Er worden ook aanzienlijke belastingbetalingen gedaan aan lokale autoriteiten bij investerings- en desinvesteringstransacties, hoewel dit zal variëren omdat het afhankelijk is van het aantal en de omvang van de transacties die in een bepaald jaar worden afgerond. Daarnaast betalen VGP en zijn huurders in de bedrijfsparken van de Groep gewoonlijk belastingen op lokaal niveau en stellen ze lokaal veel mensen te werk die aanzienlijke bedragen bijdragen aan belastingen en sociale lasten. In 2024 betaalden de dochtervennootschappen van de VGP Groep, op een proportionele basis, € 32 miljoen aan lokale belastingen en sociale bijdragen. De onderstaande geografische uitsplitsing is exclusief inkomstenbelastingen, die worden gerapporteerd in toelichting 11 Belastingen in deel 3 Toelichtingen bij de geconsolideerde jaarrekening.
| Land | Belastingen en Sociale Bijdragen ('000 €) | ||
|---|---|---|---|
| VGP | JV's | ||
| Oostenrijk | 46 | 57 | |
| België | 6.713 | — | |
| Tsjechische Republiek | 409 | 1.355 | |
| Frankrijk | 400 | 990 | |
| Duitsland | 1.182 | 3.033 | |
| Hongarije | 335 | 157 | |
| Italië | – 41 | 82 | |
| Letland | 19 | — | |
| Luxemburg | 15.195 | 8 | |
| Portugal | 17 | 4 | |
| Roemenië | 136 | 122 | |
| Slovakije | 14 | 176 | |
| Spanje | — | 556 | |
| Nederland | – 23 | 1.027 | |
| Totaal | 24.401 | 7.568 |
De Groep implementeert beleidsregels om te anticiperen op praktijken die zouden kunnen neerkomen op een schending van de regelgeving inzake eerlijke mededinging en antitrust, en om deze praktijken te vermijden (zie deel Wet- en Regelgeving als deel van het Remuneratie Rapport). De meeste blootgestelde werknemers zijn opgeleid in en worden geacht alle mededingings- en antitrustwetten na te leven, evenals interne beleidsregels zoals de Gedragscode. Potentiële schendingen van de antitrustwetgeving en mededingingsgerelateerde risico's worden in kaart gebracht via een speciaal proces waarbij juridische en compliance-teams betrokken zijn vóór en tijdens elke overnameprocedure van een pand. VGP werkt volledig samen met lokale autoriteiten om de marktintegriteit te behouden.
VGP heeft een interne opsporingsmethodologie ontwikkeld om nieuwsberichten en relevante platforms te scannen om na te gaan of de Groep betrokken is bij lopende rechtszaken of procedures. VGP is niet veroordeeld voor schendingen van mensenrechten of moderne slavernij. Geen van de Nationale Contactpunten ("National Contact Points", afgekort "NCP") van de OESO heeft een verwijzing ontvangen met betrekking tot VGP, en de Groep werd in geen enkele beschuldiging genoemd op de website van het Business and Human Rights Resource Centre ("BHRRC"). VGP is niet aangewezen of veroordeeld voor een overtreding in verband met antitrustregelgeving of corruptie. VGP is nooit schuldig bevonden aan belastingontduiking in een van de landen waar hij actief is.
VGP Park Córdoba

Om te begrijpen hoe VGP actief rekening houdt met de standpunten van zijn stakeholders door middel van een veelzijdige dialoog met hen, zie de delen 4.2.1.3.1 Strategie, business model en waardeketen en 4.2.1.2.5 Materiële impacts, risico's en kansen en de wisselwerking daarvan met strategie en businessmodel.
Zie de delen 4.1.1.1.1 Beschrijving van de processen om materiële impacts, risico's en kansen in kaart te brengen en te analyseren en het hoofdstuk Risicofactoren in het Verslag van de Raad van Bestuur, respectievelijk voor meer gedetailleerde informatie over de dubbele materialiteitsanalyse en het proces voor het in kaart brengen van risico's. Zoals uitgelegd in het hoofdstuk Strategie en deel 4.2.1.3.3 Materiële impacts, risico's en kansen en de wisselwerking daarvan met strategie en businessmodel (ESRS 2 SBM-3), erkent VGP dat zijn personeelsbestand een belangrijke troef is en dat de impacts, risico's en kansen die ermee verbonden zijn, nauw verbonden zijn met de strategie en het businessmodel van de Vennootschap. Voor meer informatie over de componenten van het personeelsbestand van de Groep, zie deel 4.2.3.1.8 Kenmerken van de werknemers van de onderneming (ESRS S1-6). Voor meer informatie over de beperkte blootstelling van VGP aan1 en het beleid ter voorkoming van kinderarbeid en dwangarbeid in zijn activiteiten, met inbegrip van het personeelsbestand, verwijzen we naar subdeel "Moderne Slavernij" in deel 4.2.3.2.6 Acteren op materiële impacts op eigen personeel, en benaderingen om wat eigen personeel betreft materiele risico's te mitigeren en materiële kansen te benutten, en de effectiviteit van die maatregelen.

Community Day door het VGP team in Roemenië
De Groep bevestigt een onwrikbare verbintenis tot ethische bedrijfspraktijken door de invoering van een uitgebreid sociaal beleid. Dit kader belichaamt toewijding aan mensenrechten, verantwoorde arbeidspraktijken en het creëren van een werkplek die diversiteit, inclusie en veiligheid hoog in het vaandel heeft staan. Door deze principes aan te nemen en te implementeren voldoet VGP niet alleen aan de verwachtingen van stakeholders, maar overtreft ze die zelfs en draagt het bij aan positieve maatschappelijke veranderingen.
Zoals uitgedrukt in zijn Beleid inzake Mensenrechten en zijn Gezondheids- en Veiligheidsverklaring, zet VGP zich in om de hoogste standaarden van mensenrechten en arbeidsrechtenbescherming te handhaven, en om de gezondheid en veiligheid en het welzijn van zijn werknemers te waarborgen door middel van interne kaders, die ervoor zorgen dat elk individu binnen de eigen activiteiten van VGP en de toeleveringsketen met respect wordt behandeld. VGP voldoet aan de belangrijkste verdragen en arbeidsnormen die zijn vastgesteld door de IAO en is afgestemd op de OESO-Richtlijnen voor Multinationale Ondernemingen, die de norm stellen voor verantwoordelijk zakelijk gedrag en respect voor mensenrechten in de wereldwijde activiteiten van de Groep. De Groep is alleen actief in landen waar de sociale regelgeving goed ontwikkeld is door middel van democratische kaders. Intern defi niëren en beheren specifi eke kaders die door de Groep zijn opgezet aanvullende regels die de rechten van werknemers versterken en respect en ethisch gedrag in zakelijke transacties bekrachtigen (Gedragscode, enz.). Hoewel de schending van mensenrechten in het eigen personeelsbestand niet in kaart is gebracht als een materiële risicofactor in de risicoanalyse van de Groep (zie hoofdstuk Ratings van de belangrijkste specifi eke risicofactoren), zijn er interne procedures om te anticiperen op schendingen van de mensenrechten en vrijheden van werknemers, deze in kaart te brengen en te voorkomen. Deze omvatten bijvoorbeeld duidelijke regels tegen elke vorm van discriminatie, samen met anti-intimidatie- en anti-pestpraktijken, waaronder een klokkenluidershotline, de VGP Compliance HotLine, die 24/7 toegankelijk is voor alle werknemers en stakeholders (zie deel 4.2.3.1.6 Acteren op materiële impacts op eigen personeel, en benaderingen om wat eigen personeel betreft materiële risico's te mitigeren en materiële kansen te benutten, en de eff ectiviteit van die maatregelen). Sinds 2022 is VGP lid van de UNGC, die ethisch gedrag en fundamentele morele waarden in het bedrijfsleven bevordert. VGP streeft ernaar om de 10 principes van de UNGC met betrekking tot mensenrechten, arbeid, milieu en anticorruptie over te nemen, te ondersteunen en toe te passen in zijn invloedssfeer. Regelmatige rapportage en inspanningen voor voortdurende verbetering in de toeleveringsketen van de Groep tonen inderdaad VGP's toewijding aan transparantie en ethische arbeidspraktijken aan.
1 Gebaseerd op de bevindingen van de Global Slavery Index met betrekking tot de landen waar de Groep actief is: geen van de landen is rood wat betreft overwicht of kwetsbaarheid (https://www.walkfree.org/global-slavery-index/map/).
Zoals uitgelegd in de Verklaring inzake Gezondheid en Veiligheid van de Groep, zijn de gezondheid en veiligheid van alle werknemers en alle andere personen die rechtstreeks kunnen worden beïnvloed door de activiteiten van de Groep, van groot belang. Gezondheid en veiligheid krijgt prioriteit en wordt geïntegreerd in de planning en activiteiten van de Vennootschap. Daartoe streeft VGP er voortdurend naar om een cultuur van welzijn te bevorderen, naleving van regelgeving te bereiken en bestaande praktijken te verbeteren. De betrokkenheid van VGP bij gezondheid en veiligheid wordt weerspiegeld in verschillende initiatieven, waaronder de toegang tot fysieke en mentale welzijnsprogramma's en gezondheidszorg voor werknemers, evenals informatie en opleiding om werknemers op alle niveaus te bekrachtigen en op te leiden met betrekking tot gezondheid en veiligheid. Er bestaan ook meer gerichte maatregelen op lokaal niveau, zoals gezondheid op het werk (medische onderzoeken van werknemers in overeenstemming met de wettelijke vereisten) en een anonieme en gratis psychologische hulplijn.
De Groep staat voor een eerlijk totaalresultaat dat individuele en collectieve prestaties beloont en niet discrimineert op basis van ras, geslacht, nationaliteit of andere persoonlijke criteria. Diversiteit en inclusie vormen een belangrijk onderdeel van het stappenplan voor de ESG-Strategie van de Groep. Met vertegenwoordiging in 17 Europese landen, verwelkomt VGP werknemers uit verschillende delen van de wereld, met diverse culturen en achtergronden om succesvolle en inclusieve teams op te bouwen. VGP verbindt zich tot het garanderen van volledig gelijke kansen in HR-praktijken en -processen voor de hele Groep. Specifiek gericht op werving, heeft de Groep, naast zijn Diversiteitsbeleid, een Gelijke Kansen Verklaring van VGP als referentie voor wervingspraktijken, compensatie en voordelen, talentbeoordelingen, en leren en ontwikkelen. De Verklaring Gelijke Kansen van VGP zorgt ervoor dat het HR-beleid en de HR-processen worden toegepast zonder discriminatie op basis van ras, huidskleur, godsdienst, geslacht, seksuele geaardheid, geslachtsidentiteit, burgerlijke staat, leeftijd, handicap, nationale of etnische afkomst, militaire dienst, nationaliteit of andere beschermde kenmerken. De Verklaring Gelijke Kansen van VGP maakt deel uit van het kader van het Diversiteitsbeleid en is erop gericht om het streven van de Groep naar nog meer diversiteit en inclusie in het hele bedrijf volledig te verankeren en richt zich op 4 belangrijke gebieden:
Het kader voor Diversiteit en Inclusie van de Groep – het VGP Diversiteitsbeleid – is verankerd in de Gedragscode en in de Gedragscode voor Leveranciers. In 2024 boekte de Groep vooruitgang op het gebied van genderdiversiteitsdoelen, met een

aandeel van 18% vrouwen in managementfuncties in 2024 vergeleken met 19% in 2023.
De Werknemersenquête van de Groep werd in 2024 opnieuw gehouden onder alle werknemers, met een focus en meting op Diversiteit & Inclusie. 79% van de werknemers nam deel aan de enquête, waarbij ongeveer 86% van de respondenten aangaf positief te staan tegenover de inclusie- en diversiteitscultuur van VGP. De Werknemersenquête van de Groep wordt elk jaar uitgevoerd om te controleren of er effectieve plannen zijn om een nog inclusievere werkcultuur te creëren.
VGP streeft ernaar om de beste talenten aan te trekken door professionele ontwikkeling aan te moedigen, cross-functionele en internationale mobiliteit te bevorderen en boeiende carrièremogelijkheden te bieden op alle niveaus, zowel voor afgestudeerden als voor professionals. Om de ontwikkeling van toptalenten te ondersteunen, biedt VGP interne opleidingsprogramma's aan:
De VGP Academy vergroot de aantrekkelijkheid van de Groep voor nieuwkomers en is een efficiënt onboarding- en leertraject voor nieuwkomers. Via de VGP Academy kunnen nieuwkomers kennismaken met de unieke aanpak van VGP op het gebied van semi-industrieel en logistiek vastgoed.
In 2024 zijn 43 nieuwkomers lid geworden van de VGP Academy. Er zijn gedurende het jaar 3 webinarsessies georganiseerd met de VGP Academy over duurzaamheid.
Er worden regelmatig opleidingen georganiseerd om het stappenplan voor de ESG-Strategie van de Groep en de duurzaamheidsprocessen te versterken en om werknemers in staat te stellen en aan te moedigen om duurzame acties te ondernemen. De duurzaamheidsambitie van de Groep is ingebed in het programma voor nieuwkomers, inclusief de VGP onboarding voorstelling Het onboardingprogramma omvat workshops over duurzaamheid en governance; dit leerplan wordt nog steeds aangeboden aan alle nieuwkomers binnen de Groep. Daarnaast wordt speciale technische opleiding aangeboden aan alle relevante medewerkers, over onderwerpen als duurzame consumptie, koolstofneutraliteit en duurzame ontwikkeling. In oktober 2024 organiseerde VGP een technisch symposium voor de hogere technische managers van de Groep. Dit volledige tweedaagse programma was gericht op duurzaamheid en bevatte een diepgaand onderzoek naar het stappenplan voor de ESG-Strategie van VGP, met een focus op certificering, gezondheid en veiligheid en koolstofneutraliteit.
Dit jaar nam 56% van de werknemers van de Groep deel aan een duurzaamheidsopleiding, waaronder 100% van het management.
Naast de 4 bestaande bijenkorven in onze Spaanse parken, is er nog een bijenproject geopend in VGP Park Valencia Cheste. Bovendien is er een honinginzamelingsactie georganiseerd voor de bestaande bijenkorf in VGP Park Granollers. Bijgestaan door een bijenprofessional van Aristeu kwamen onze Spaanse collega's bijeen om meer te leren over bijen en het verzamelen van honing.
Deze bijeninitiatieven maken deel uit van de activiteiten van onze VGP Foundation en tonen onze betrokkenheid om bij te dragen aan de lokale biodiversiteit in de omgeving van onze parken.
Dank aan Aristeu.org voor de geweldige samenwerking bij deze projecten!

Het VGP Community Day-programma biedt alle werknemers de kans om actief deel te nemen aan sociale initiatieven ontwikkeld door de Groep, inclusief het bijstaan van lokale mensen die geconfronteerd worden met barrières op de arbeidsmarkt door lokale non-profi ts te ondersteunen via VGP Community Days en lokale samenwerkingsactiviteiten. De Groep streeft ernaar om 80% van de werknemers van de Groep jaarlijks te laten deelnemen aan het VGP Vrijwilligerswerkprogramma. De gemeenschapsgerichte activiteiten van de Groep in 2024 waren gericht op het bouwen van sterkere gemeenschappen door het versterken van sociale inclusie, evenals het stimuleren van biodiversiteit in gemeenschappen rond VGP Parken. De VGP Community Days werden verder ondersteund door de inzet van de werknemers van de Groep. In 2024 deden 162 werknemers, meer dan 39% van het totaal, vrijwilligerswerk om de lokale gemeenschappen waar de Groep actief is te ondersteunen. Dit vertegenwoordigt 1296 vrijwilligersuren door VGP-werknemers. Gedurende het jaar besteedden regionale teams ook tijd aan bewustmakingsworkshops over klimaatverandering om een nog grotere positieve impact te helpen bewerkstelligen in de landen en gemeenschappen waar VGP actief is (zie deel 4.2.3.1.3 Opleiding en vorming op het gebied duurzaamheid). Naast vrijwilligerswerk werden gedurende het jaar fi lantropische initiatieven ondersteund via de VGP Foundation, waaronder het ondersteunen van de meest kwetsbare gemeenschappen. Meer informatie over de resultaten van deze initiatieven is opgenomen in het subdeel Onze mensen inspireren over duurzaamheidsthema's in sectie 4.2.3.1.3 Beleid ten Aanzien van Eigen Personeel (ESRS S1-1).
Het Reisbeleid van de Groep is gericht op het verminderen van de CO2-voetafdruk. Werknemers worden aangemoedigd om waar mogelijk met de trein te reizen en de voorkeur te geven aan videoconferenties boven fysieke vergaderingen waarvoor gereisd moet worden.
De Groep implementeert Work Greener-programma's in de landen waar hij actief is. Het doel van het programma is om het bewustzijn te vergroten en hulpmiddelen te bieden om de milieu-impact van hun dagelijkse werk te verminderen. Het programma stelt werknemers in staat om VGP-kantoren duurzamer en milieuvriendelijker te maken door milieuvriendelijke initiatieven te implementeren, zoals het aanpakken van afvalbeheer, het bevorderen van verantwoorde consumptie of duurzame mobiliteit. Initiatieven uit het programma hebben tot nu toe geresulteerd in:
— Vervang "afvalproducerende" hulpmiddelen zoals papieren handdoeken door handdrogers;
Verschillende Community day activiteiten in Europa



De toewijding van VGP aan eerlijke lonen en veilige werkomstandigheden, uitgedrukt in zijn Beleid inzake Mensenrechten en zijn Gezondheids- en Veiligheidsverklaring, is in lijn met het stappenplan voor de ESG-strategie van de Groep en verzekert het welzijn van zijn wereldwijd personeelsbestand. Het welzijn van werknemers is een belangrijk onderdeel van de ESG-Strategie en de personeelsstrategie van de Groep. VGP werkt aan een gezonde werkomgeving met een gestructureerde focus op welzijn om werknemers te helpen zich goed te ontwikkelen. De Groep implementeert welzijnsprogramma's zowel op landenniveau als op groepsniveau.
De VGP Academy zet zich in voor het creëren van stimulerende leerervaringen om werknemers te helpen bepaalde thema's beter te begrijpen en hun interesses te verbreden, terwijl ze verder bijdraagt aan de duurzaamheidsdoelstellingen van de Vennootschap. Het leer- en ontwikkelingstraject bij VGP is aanwezig op elk niveau en bevordert continu leren van nieuwe starters tot de meest senior leiders. Het onboardingprogramma voor nieuwkomers biedt nieuwe werknemers praktijkervaring met een uitgebreid begrip van de activiteiten van de Groep en brengt nieuwkomers in contact met belangrijke leiders. In 2024 werd één sessie georganiseerd, waarbij 43 nieuwkomers uit elk land en elke afdeling tijdens presentaties werden verwelkomd.
Omdat het creëren van een inclusieve werkplek voor alle werknemers een belangrijke prioriteit is voor de Groep, blijft VGP van diversiteit- en inclusieopleiding een centraal element maken in zijn benadering van personeelsontwikkeling, inclusief het programma voor nieuwkomers. In 2024 namen 157 werknemers deel aan de "Supporting Inclusion at VGP"-opleiding via online sessies en door een bezoek van de compliance officer van de Groep aan elk van de landenkantoren van VGP voor speciale nalevingssessies.
Duurzaamheid is een speerpunt. De Groep bleef het bewustzijn over klimaatverandering vergroten. Tot nu toe werden 226 medewerkers uit alle landen opgeleid, inclusief alle topmanagers.
Interne mobiliteit geeft werknemers een beter inzicht in de verschillende activiteiten en prioriteiten van de Groep. Internationale connectiviteit en mobiliteit helpt werknemers ook om netwerken op te bouwen en te consolideren en best practices te delen tussen de verschillende regio's.
In 2024 heeft 4% van de werknemers een carrièregroei doorgemaakt door middel van promoties, terwijl anderen hun taken en verantwoordelijkheden hebben uitgebreid.
De Groep streeft ernaar dat 100% van de werknemers minstens één jaarlijkse duurzaamheidsdoelstelling moet hebben om alle werknemers verantwoordelijk te maken voor het collectieve succes van de duurzaamheidsambitie. In 2024 had 72% van de werknemers van de Groep ten minste één duurzaamheidsdoelstelling; geïntegreerd als onderdeel van de doelstellingen die worden gebruikt om hun jaarlijkse bonus op korte
VGP Spanje team tijdens hun vrijwilligerswerk voor het LIBERA project
termijn te bepalen. Passende initiatieven en doelstellingen in lijn met de ESG-Strategie van de Groep werden geïdentificeerd in nauwe samenwerking met elke afdeling binnen de Groep: Development, Asset Management, Finance, Facility Management, Commercial and Leasing, Legal and Compliance. Een toolkit met belangrijke voorbeelden van algemene en functionele duurzaamheidsdoelstellingen wordt groepsbreed gedeeld met VGP-werknemers.
Het Evaluatieprogramma is gericht op het stimuleren van regelmatige feedback binnen de Vennootschap en het aanmoedigen van zelfontwikkeling en objectief denken. Het doel van het programma is dat elke werknemer kan profiteren van de evaluatie van zijn jaarlijkse prestaties door zijn directe manager en feedback kan ontvangen. 57% van de werknemers is eind 2024 beoordeeld binnen het Evaluatieprogramma.

Per 31 december 2024 viel 8,2% van de werknemers onder een collectieve arbeidsovereenkomst.
Om feedback van werknemers te krijgen, is de Werknemersenquête van de Groep een waardevol instrument voor VGP om het sentiment van haar werknemers te peilen en gebieden voor verbetering te identificeren. 79% van de werknemers nam deel aan de enquête in 2024 en gaf feedback over verschillende thema's zoals welzijnsondersteuning en het verbeteren van werkwijzen. De resultaten van de enquête worden geanalyseerd om trends en aandachtspunten te identificeren. Als de enquêteresultaten bijvoorbeeld wijzen op een afname in het welzijn van werknemers, kan VGP de oorzaken onderzoeken en corrigerende acties implementeren. Het positieve sentiment ten aanzien van welzijnsinitiatieven, mentaal en fysiek welzijn bleef stabiel bij VGP van 2023 tot 2024 (welzijnsinitiatieven (2023) 90% (2024) 89%, fysieke veiligheid: (2023) 99% (2024) 100%, mentale veiligheid:(2023) 97% (2024) 98%. Dit geeft aan dat de acties die VGP heeft ondernomen naar aanleiding van eerdere onderzoeksresultaten, verslechtering van deze scores hebben voorkomen. Deze voortdurende feedbacklus stelt VGP in staat om zijn aanpak van het welzijn van werknemers voortdurend aan te passen en te verbeteren. Op deze manier dient de Werknemersenquête van de Groep als een van de belangrijkste instrumenten voor VGP om corrigerende acties te ondernemen en de welzijnsaanpak voor zijn werknemers te verbeteren. Het zorgt ervoor dat de stem van werknemers wordt gehoord en dat hun feedback actief wordt meegenomen in de verbetering van de werkplek.
Via zijn Gedragscode verbindt VGP zich tot sterke ethische kernwaarden als het gaat om de manier waarop de Groep zijn dagelijkse activiteiten uitvoert op een ethische, transparante en eerlijke manier. De Groep hanteert een "nultolerantie"-principe tegen alle vormen van onethische praktijken, zoals ongepast, respectloos of onwettig gedrag, intimidatie, discriminatie, corruptie, omkoping, beïnvloeding en mensenrechtenschendingen. Het nalevingsbeleid en de nalevingsprocedures van de Groep zijn gebaseerd op een risicogebaseerde aanpak, in lijn met de risico's voor de sector en de operationele naleving. Er zijn procedures ingesteld om de werknemers van VGP te begeleiden bij de implementatie van het beleid. Bij VGP is elke werknemer een ambassadeur van ethiek en naleving van waarden en regels. De bevordering van het nalevingsbewustzijn door middel van een "tone from the top" is een aanpak die wordt gevolgd door het senior leiderschap als erkenning van de belangrijke rol van ethiek en naleving in de activiteiten van de Groep en van het collectieve engagement om het juiste te doen.
Sinds 2022 wordt in de hele Groep een diversiteitsbeleid gepromoot om alle vormen van discriminatie en intimidatie te bestrijden. In lijn met de Richtlijn (EU) 2019/1937 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2019 betreffende de bescherming van personen die schendingen van het recht van de Unie melden, moedigt VGP werknemers en derden aan tot openheid en transparantie en zal hij iedereen steunen die oprechte zorgen naar voren brengt, zelfs als deze onjuist blijken te zijn. VGP verbindt zich ertoe om ervoor te zorgen dat melders niet het slachtoffer worden van vergelding en dat niemand nadelig wordt behandeld als gevolg van het melden van hun vermoeden dat er een overtreding plaatsvindt of kan plaatsvinden in een deel van het bedrijf van VGP of in een van zijn toeleveringsketens of met een van zijn derden. Er zijn interne procedures om inbreuken op de mensenrechten en vrijheden van werknemers te anticiperen, in kaart te brengen en te voorkomen. Deze omvatten bijvoorbeeld duidelijke regels tegen elke vorm van discriminatie samen met anti-intimidatie- en anti-pestpraktijken inclusief een klokkenluidershotline die 24 uur per dag, 7 dagen per week toegankelijk is voor alle werknemers. Alle werknemers en aannemers worden uitgenodigd om gevallen of vermoedens van criminele activiteiten, schendingen van nationale en internationale wetten, elke ernstige bedreiging of schade aan het algemeen belang van VGP, of schendingen van de Gedragscode van de Groep of ander intern beleid te melden door gebruik te maken van het klokkenluidersplatform van de Groep, de Compliance HotLine. Het platform wordt gehost door een externe provider en is 24/7 beschikbaar vanaf elke locatie wereldwijd in alle gesproken talen binnen de Groep (https://vgp.speakup.report/ nl-NL/compliance/home).
Het klokkenluidersplatform maakt anoniem melden mogelijk en garandeert strikte vertrouwelijkheid van de identiteit van de melder. Het beleid van de Groep is om te garanderen dat er geen disciplinaire maatregelen, discriminatie of represailles worden genomen tegen werknemers of andere personen die te goeder trouw informatie met betrekking tot een schending melden. Het klokkenluiderbeleid van de Groep is ontwikkeld om te voldoen aan de geldende regelgeving voor gegevensbescherming in de relevante rechtsgebieden. In lijn met zijn Gezondheids- en Veiligheidsverklaring heeft VGP, in gevallen waar een bijna-ongeval of een ongeval heeft plaatsgevonden, communicatiekanalen opgezet om werknemers in staat te stellen problemen te melden en corrigerende maatregelen te zoeken wanneer een bijna-ongeval of ongeval heeft plaatsgevonden. VGP zorgt voor een open toegang om ongevallen, bijna-ongevallen en mogelijke overtredingen te melden, evenals de relevante protocollen voor onderzoek en passende corrigerende maatregelen aan de lokale Gezondheids- en Veiligheidscorrespondent, de relevante Technisch Directeur of de Country Manager.
Bovendien zal elk bijna-ongeval op dezelfde manier worden onderzocht als een echt ongeval. Elk ongevallenonderzoek wordt in vier stappen uitgevoerd: Verzamelen van informatie, beschrijving van het ongeval, zoeken naar oorzaken en mogelijke tegenmaatregelen om herhaling te voorkomen.
VGP-medewerkers hebben toegang tot communicatiekanalen met hun lokale teams en hun managers. De ruggengraat van het klachtenmechanisme van VGP is echter de Compliance Hot-Line, omdat deze een garantie van vertrouwelijkheid biedt en de optie om anoniem te blijven. Het proces voor het afhandelen van gebeurtenissen die zijn gemeld via de VGP Compliance HotLine wordt uitgelegd in delen Ethiek en naleving binnen het Remuneratie Rapport en 4.2.4.3.1 Programma inzake bestrijding van corruptie. In 2024 zijn er geen belangrijke gebeurtenissen gemeld via de VGP Compliance HotLine over zaken met betrekking tot het personeel van VGP. Dit getuigt van de toewijding van VGP aan het handhaven van een hoge standaard van integriteit en ethisch gedrag in zijn activiteiten, in het bijzonder bij het aanpakken van materiële negatieve impacts voor werknemers. Raadpleeg voor meer informatie over de Compliance HotLine het deel 4.2.4.3.2 "Klokkenluidersplatform: VGP Compliance HotLine".
VGP heeft een aantal doelen gesteld die resultaatgericht (zie hieronder) en tijdgebonden zijn (doel is nu van toepassing en komt elk jaar terug).
| Streef naar nul nalevingsverslagen van schendingen van HR-beleid |
conform | ||
|---|---|---|---|
| 100% van de werknemers bevestigt jaarlijks de gedragscode |
38% van totale werknemers 85% van het management |
||
| 500 deelnemers per jaar ondersteund door opleiding aan VGP Academy |
565 deelnemers | ||
| Jaarlijkse werknemersenquête om na te gaan of en te helpen bij het opstellen van effectieve plannen voor HR-praktijken en om een nog inclusievere werkcultuur te creëren |
Conform/79% van de werknemers nam deel |
||
| Minimaal 70% van de werknemers neemt elk jaar deel aan de ESG-cursus |
56% | ||
| 40% van de bestuursfuncties in handen van vrouwen houden |
60% |
De Groep heeft 413 (378,4 FTE) werknemers per 31 december 2024, en een maandelijks gemiddeld personeelsbestand van 398 in 2024 (waarvan 40% vrouwen en 60% mannen voor het gemiddelde personeelsbestand). In de afgelopen 3 jaar vertegenwoordigden vrouwen gemiddeld 37% van het totale personeelsbestand, met een gelijkmatige verdeling over de landen waarin de Groep actief is. 24 nationaliteiten zijn vertegenwoordigd in de Groep, wat bijdraagt aan de diversiteit.
| Land | Werknemers 2023 |
Werknemers 2024 |
Gemiddeld personeelsbestand 2024 |
||
|---|---|---|---|---|---|
| Oostenrijk | 9 | 10 | 10,3 | ||
| België | 25 | 22 | 23,1 | ||
| Kroatië | 1 | 0 | 0,5 | ||
| Tsjechische Republiek |
86 | 95 | 95,8 | ||
| Denemarken | 4 | 7 | 5,2 | ||
| Frankrijk | 4 | 11 | 7,3 | ||
| Duitsland | 128 | 108 | 104,4 | ||
| Hongarije | 23 | 24 | 22,7 | ||
| Italië | 13 | 18 | 15,6 | ||
| Letland | 6 | 6 | 6,3 | ||
| Luxemburg | 9 | 9 | 9,2 | ||
| Nederland | 7 | 7 | 7,3 | ||
| Portugal | 7 | 10 | 7,9 | ||
| Servië | 10 | 11 | 11,6 | ||
| Slovakije | 16 | 16 | 16,1 | ||
| Spanje | 26 | 32 | 29,5 | ||
| Roemenië | 27 | 27 | 26,1 |
Binnen VGP komt de definitie van een VTE (Voltijdsequivalent) "FTE" ("Full Time Equivalent") overeen met de standaard 40-urige werkweek: acht uur per dag, vijf dagen per week en is het totale aantal uren dat één fulltime werknemer heeft gewerkt in een bepaalde periode.
| Technisch Commercieel Faciliteitenbeheer ESG Ondersteunende | functies | ||||
|---|---|---|---|---|---|
| 31% | 10% | 25% | 3% | 32% |
| Geslacht | Aantal werknemers per jaareinde 2024 |
|---|---|
| Mannelijk | 60% |
| Vrouw | 37% |
| Niet gerapporteerd | 3% |
In sommige Lidstaten is het voor personen mogelijk om zichzelf wettelijk te registreren als iemand met een derde, vaak neutraal, geslacht, dat in de bovenstaande tabel is gecategoriseerd als "ander". Als de onderneming echter gegevens over werknemers Interieur VGP Park Kladno

rapporteert waar dit niet mogelijk is, kan ze dit uitleggen en aangeven dat de categorie "andere" niet van toepassing is.
| Land | Mannelijk Vrouw Andere Niet gerap porteerd |
Totaal | ||
|---|---|---|---|---|
| Oostenrijk | 7 | 3 | 10 | |
| België | 15 | 7 | 22 | |
| Kroatië | 0 | 0 | 0 | |
| Tsjechische Republiek |
55 | 39 | 1 | 95 |
| Denemarken | 3 | 4 | 7 | |
| Frankrijk | 9 | 2 | 11 | |
| Duitsland | 62 | 43 | 3 | 108 |
| Hongarije | 17 | 4 | 3 | 24 |
| Italië | 7 | 7 | 4 | 18 |
| Letland | 5 | 1 | 6 | |
| Luxemburg | 7 | 2 | 9 | |
| Nederland | 6 | 1 | 7 | |
| Portugal | 5 | 2 | 3 | 10 |
| Servië | 7 | 3 | 1 | 11 |
| Slovakije | 9 | 7 | 16 | |
| Spanje | 20 | 12 | 32 | |
| Roemenië | 18 | 9 | 27 |
| Type werk | Mannelijk Vrouw Andere Niet gerap porteerd |
Totaal | ||
|---|---|---|---|---|
| Aantal werknemers | 247 | 151 | 15 | 413 |
| Aantal vaste werknemers |
216 | 136 | 14 | 366 |
| Aantal tijdelijke werknemers |
4 | 5 | 1 | 10 |
| Aantal werknemers met niet gegarandeerde uren |
28 | 9 | 37 | |
| Aantal voltijdse werknemers |
218 | 120 | 15 | 353 |
| Aantal deeltijdse werknemers |
29 | 31 | 60 |
Verdeling Voltijdse/Deeltijdse Werknemers per Land (BJ2024)
| Land | Type werk | |||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| Aantal werknemers |
Aantal vaste werknemers |
Aantal tijdelijke werknemers |
Aantal werknemers met niet-gegarandeerde uren |
Aantal voltijdse werknemers |
Aantal deeltijdse werknemers |
|
| Oostenrijk | 10 | 10 | 10 | |||
| België | 22 | 21 | 1 | |||
| Kroatië | 0 | 0 | 0 | |||
| Tsjechische Republiek | 95 | 73 | 7 | 15 | 51 | 44 |
| Denemarken | 7 | 7 | 7 | |||
| Frankrijk | 11 | 11 | 11 | |||
| Duitsland | 108 | 106 | 2 | 100 | 8 | |
| Hongarije | 24 | 24 | 24 | |||
| Italië | 18 | 18 | 18 | |||
| Letland | 6 | 5 | 1 | 6 | ||
| Luxemburg | 9 | 9 | 6 | 3 | ||
| Nederland | 7 | 5 | 1 | 1 | 5 | 2 |
| Portugal | 10 | 10 | 10 | |||
| Servië | 11 | 10 | 1 | 11 | ||
| Slovakije | 16 | 16 | 16 | |||
| Spanje | 32 | 32 | 32 | |||
| Roemenië | 27 | 20 | 7 | 25 | 2 |
| Contracttype | 2024 | 2023 |
|---|---|---|
| Vast contract | 366 | 364 |
| Contract bepaalde duur | 10 | 31 |
| Contracttype | 2024 | 2023 |
|---|---|---|
| Vast contract | 97% | 92% |
| Contract bepaalde duur | 3% | 8% |
| Werknemers per contracttype | 2023 | 2024 |
|---|---|---|
| Vast contract | 61 | 64 |
| Contracten voor bepaalde duur | 3 | 1 |
| Stages | 2 | 2 |
| Totaal | 66 | 67 |
| Redenen voor vertrek | 2023 | % | 2024 | % |
|---|---|---|---|---|
| Ontslag | 25 | 45% | 12 | 40% |
| Ontslagen | 8 | 15% | 4 | 13% |
| Onderling overleg | 16 | 29% | 10 | 33% |
| Pensioen | — | — | — | — |
| Vertrek tijdens proeftijd | 3 | 5% | 2 | 7% |
| Afloop van contracten voor bepaalde tijd | 3 | 5% | 2 | 7% |
| Outsourcing | — | — | — | — |
| Dood | — | — | — | — |
| Totaal | 55 17% | 30 | 8% |
| Type | 2024 | 2023 |
|---|---|---|
| Totale personeelsverloop | 8% | 17% |
| Vrijwillig | 6% | 12% |
| Niet vrijwillig | 2% | 5% |
Vrijwillig: Ontslag, einde contract bepaalde duur, onderling overleg, einde proeftijd op initiatief van de werknemer, pensionering, overlijden.
Niet vrijwillig: Ontslag, einde proeftijd op initiatief van de werkgever, aflopen tijdelijk contract, outsourcing, pensionering, onderling overleg
Het personeelsverloop in 2024, gemeten door het totale aantal ontslagnemingen, ontslagen, vertrekken in onderling overleg, pensioneringen, vertrekken tijdens proefperioden en sterfgevallen te delen door het aantal vaste werknemers aan het einde van 2024, bedroeg 8% (vergeleken met 17% in 2023).
Het personeelsbestand van de Groep, dat actief is in 18 landen, wordt verrijkt door de diversiteit van zelfstandige contractanten. Door de geografische spreiding en de aard van hun betrokkenheid is het echter nog niet haalbaar om individuele informatie over contractanten binnen de Groep bij te houden.
Raadpleeg deel 4.2.3.1.4 Processen om met eigen werknemers en werknemersvertegenwoordigers te overleggen over impacts voor meer gedetailleerde informatie.
Binnen de groep vallen alle werknemers in Italië en Slovakije onder een collectieve arbeidsovereenkomst, dit is 8,2% van alle werknemers aan het eind van het jaar.
| Werkgelegenheid naar leeftijd | 2023 | 2024 |
|---|---|---|
| <30 jaar oud | 9% | 8% |
| 30-50 jaar oud | 70% | 75% |
| >50 jaar oud | 21% | 17% |
| Tewerkstelling naar anciënniteit | 2024 |
|---|---|
| 0-1 jaar | 84 |
| 1-3 jaar | 113 |
| 3-5 jaar | 67 |
| 5-10 jaar | 110 |
| >10 jaar | 39 |

| Tewerkstelling naar geslacht | 2023 | 2024 |
|---|---|---|
| Man | 63% | 60% |
| Vrouwen | 37% | 37% |
| Onbekend | 3% | |
| Percentage vrouwelijke topmanagementposities |
2023 | 2024 |
| Percentage posities in de raad van bestuur |
60% | 60% |
| Percentage functies op senior managementniveau1 |
4% | 3% |
| Percentage functies op midden managementniveau2 |
30% | 45% |
1 functie op senior managementniveau in VGP wordt gedefinieerd als landelijk, regionaal en uitvoerend management
2 functies op midden managementniveau bij VGP wordt gedefinieerd als de functies als teamleider, minus leden van het landelijke, regionale of uitvoerende managementteam
VGP biedt een fatsoenlijk salaris zodat werknemers in hun essentiële en sociale behoeften kunnen voorzien zonder zich buitengesloten te voelen. Dit impliceert het kunnen betalen van noodzakelijke goederen en diensten (voedsel, huisvesting, gezondheidszorg, kleding), maar ook onderwijs, vervoer, vrije tijd en sparen. VGP vertrouwt op lokale 'human resources'-vertegenwoordigers die volledig op de hoogte zijn van de lokale economische en wettelijke context om zo eerlijk mogelijk te bepalen wat een fatsoenlijk salaris inhoudt. Het remuneratiebeleid van VGP wordt bepaald op het niveau van de Groep, rekening houdend met de specifieke kenmerken van de lokale markten. Het is ontworpen om individuele prestaties en bijdragen aan collectieve resultaten aan te moedigen en de langlopende groei van de Groep te ondersteunen.
De Bestuurders van de Groep en de Regionale HR-teams gebruiken benchmarks van erkende externe adviesbureaus en ad hoc-onderzoeken om te garanderen dat de bezoldigingen van VGP concurrerend zijn ten opzichte van relevante markten.
| 2023/2024 | |
|---|---|
| 'like-for-like' stijging gemiddeld salaris | 5,6% |
Naast het vaste salaris beloont de Groep individuele jaarlijkse prestaties, persoonlijke betrokkenheid, teamgeest en het naleven van de waarden van de Groep door middel van een variabel bezoldigingsprogramma.
Daarnaast is het Long Term Incentive Plan (LTIP) gericht op het aantrekken, belonen en behouden van toptalent voor de toekomst van de Groep door deelnemers te betrekken bij de prestaties van de Groep op lange termijn.
| Variabele bezoldiging | 2024 |
|---|---|
| ontvangen door % werknemers | 85% |
| LTIP | 2024 |
| ontvangen door % werknemers | 8,4% |
| Totale bijdrage aan LTIP in 2024 | € 25.075.511 |
Aan het einde van het jaar wordt voor alle werknemers een beslissing genomen over het vaste salaris en de STI. Bij elke beslissing worden de rol, anciënniteit, prestaties en bijdrage aan initiatieven van de Groep en de waarden van de Groep zorgvuldig tegen elkaar afgewogen. De Groep beoordeelt prestaties en de manier waarop ze worden uitgevoerd. Het remuneratiebeleid van VGP wordt consequent toegepast via een uitgebreid proces, waarbij geen enkele beloningsbeslissing door slechts één persoon wordt genomen. Eenmaal per jaar krijgen werknemers en managers via een evaluatie feedback over hun sterke punten, ontwikkelingsgebieden, opleidingsbehoeften en carrièreplanning. Werknemers hebben ook de gelegenheid om hun bijdrage aan initiatieven en projecten van de Groep te bespreken die buiten hun directe verantwoordelijkheid vallen.
Alle werknemers van VGP zijn gedekt door sociale bescherming via overheidsprogramma's of via voordelen aangeboden door de Groep tegen inkomensverlies als gevolg van een van de volgende belangrijke levensgebeurtenissen: ziekte, werkloosheid vanaf het moment dat de eigen werknemer voor de Groep werkt, arbeidsongeval en verworven invaliditeit, ouderschapsverlof en pensionering.
Aan het einde van het jaar 2024 telt de Groep 1% van de werknemers die erkend zijn als werknemers met een beperking.
| Evaluatiegesprekken per geslacht | |
|---|---|
| Totaal aantal werknemers dat heeft deelgenomen aan evaluatiegesprekken |
150 |
| Opleidingsuren per geslacht | 2024 |
|---|---|
| Vrouw | 1.339 |
| Man | 1.224 |
| Totaal aantal bijgewoonde uren | 2.618 |
| Gemiddeld aantal uren per werknemer | 6,3 |
| gemiddeld aantal uren per vrouw | 8,9 |
| gemiddeld aantal uren per man | 4,8 |

Colleagues of VGP Spain receiving health & safety training on site (February 2025)
150
| Type ongeval | aantal incidenten | |
|---|---|---|
| 2023 | 2024 | |
| Arbeidsongevallen/ongevallen in het woon-werkverkeer met letsel |
— | 2 |
| Arbeidsongevallen/ongevallen in het woon-werkverkeer met dodelijke afloop |
— | — |
De Groep volgt een opleidingsstrategie om risico's te voorkomen. Het ziekteverzuim wordt in elk land bijgehouden en er wordt regelmatig informatie naar het management gestuurd; en de oorzaken van arbeidsongevallen worden geanalyseerd en er worden maatregelen genomen om herhaling te voorkomen.
De totale letselfrequentie en -ernst in 2024 waren respectievelijk 2,6% en 13,2%. In 2024 vertegenwoordigde het ziekteverzuim 1023 werkdagen (1% van het totaal aantal werkdagen) en het aantal verzuimdagen wegens arbeidsongevallen of beroepsziekten 50 werkdagen (11% van het totaal aantal werkdagen).
| Aantal werkdagen Verhouding (%) | ||
|---|---|---|
| Verloren dagen door arbeidsongeval |
50 | 11% |
| Verloren dagen door werkgerelateerde slechte gezondheid en sterfgevallen door slechte gezondheid |
416 | 37% |
| Verloren dagen door beroepsziekte | — | — |
| Verloren dagen voor ziekteverlof | 1.023 | 1% |
| Verloren dagen werkgerelateerde psychische aandoening |
— | — |
| Verloren dagen voor persoonlijke/ familiale gebeurtenissen |
64 | 1% |
| Totaal | 1.553 |
Alle werknemers hebben recht op verlof om familiale redenen via het Sociaal Beleid en/of collectieve arbeidsovereenkomsten.
| 2024 | |
|---|---|
| Percentage werknemers met recht op verlof om familiale | 100% |
| Percentage werknemers dat verlof om familiale redenen heeft opgenomen |
13% |
| Percentage vrouwelijke werknemers | 17% |
| Percentage mannelijke werknemers | 7% |
Verlof om familiale redenen omvat moederschapsverlof, vaderschapsverlof, ouderschapsverlof en zorgverlof dat beschikbaar is onder de nationale wetgeving of collectieve overeenkomsten. Voor deze maatstaf worden deze begrippen gedefinieerd als: i. moederschapsverlof (ook wel zwangerschapsverlof genoemd): door werk beschermd verlof voor werkende vrouwen direct rond de bevalling (of, in sommige landen, adoptie);
ii. vaderschapsverlof: verlof van het werk voor vaders of, indien en voor zover erkend door de nationale wetgeving, voor daarmee gelijkgestelde tweede ouders, bij de geboorte of adoptie van een kind met het oog op verzorging;
iii. ouderschapsverlof: verlof voor ouders vanwege de geboorte of adoptie van een kind om voor dat kind te zorgen, zoals gedefinieerd door elke Lidstaat;
iv. zorgverlof: verlof voor werknemers om persoonlijke verzorging of ondersteuning te geven aan een familielid of een persoon die in hetzelfde huishouden woont en die om een ernstige medische reden aanzienlijke verzorging of ondersteuning nodig heeft, zoals gedefinieerd door elke Lidstaat
| Verhouding gemiddelde vergoeding Mannen/Vrouwen |
2023 | 2024 |
|---|---|---|
| Pay Gap | 42% | 37% |
De niet-aangepaste loonkloof van de Groep tussen mannen en vrouwen, berekend als het verschil tussen het gemiddelde uurloon van mannen en het gemiddelde uurloon van vrouwen, uitgedrukt als percentage van het gemiddelde uurloon van mannen, is 37%. Deze loonkloof is grotendeels te wijten aan een hoger percentage mannen op hogere niveaus en vrouwen op ondersteunende en operationele niveaus. Met de vooruitgang in het promoveren en aannemen van senior vrouwen en het remuneratiebeleid dat van kracht is, vertrouwt de Groep erop dat de niet-aangepaste loonkloof tussen mannen en vrouwen de komende jaren zal blijven afnemen.
VGP Park Riga
De totale bezoldigingsverhouding wordt voorgesteld in deel Remuneratieverslag
In 2024 zijn er geen incidenten, klachten of ernstige gevolgen voor de mensenrechten geweest binnen de activiteiten en het personeelsbestand van VGP. VGP zal ernaar streven om zijn interne preventie en mechanismen en betrokkenheid bij de mensenrechten voortdurend te versterken. De Groep is actief in de Europese Unie, Servië en is onlangs begonnen met activiteiten in het Verenigd Koninkrijk, die strikte bescherming van de mensenrechten bieden. Deze rechtsgebieden hebben strenge regels en normen waar de Groep zich aan houdt, zodat de rechten van alle personen die betrokken zijn bij de activiteiten worden gerespecteerd en beschermd. VGP's proactieve aanpak en naleving van deze hoge normen, aangevuld door zijn Beleid inzake Mensenrechten, hebben de Groep in staat gesteld om een robuuste reputatie op het gebied van mensenrechten te behouden.

In het operationele ecosysteem van VGP spelen werknemers in de waardeketen een centrale rol. Deze individuen omvatten het personeel van de directe leveranciers van VGP en, in mindere mate, de werknemers van de activiteiten van de huurders binnen VGP Parken. Hun rollen zijn divers en strekken zich uit over verschillende stadia van de activiteiten van VGP, van de bouwfase tot de onderhoudsfase. In lijn met Moderne Slavernijverklaring van VGP en zijn benadering van mensenrechten, verbindt VGP zich ertoe om elk geval van dwangarbeid of kinderarbeid binnen zijn toeleveringsketen uit te bannen. VGP gelooft in het hooghouden van de waardigheid van arbeid en houdt zich strikt aan de principes van mensenrechten. De geïdentificeerde belangen voor de werknemers in de waardeketen van VGP zijn veelzijdig. Ze omvatten niet alleen het bieden van eerlijke arbeidsomstandigheden, maar ook de inzet van gezondheids- en veiligheidsmaatregelen. Hoewel de betrokkenheid van werknemers in de waardeketen bij de activiteiten van VGP indirect kan zijn, is hun bijdrage aan het succes van VGP direct en aanzienlijk. Daarom streeft VGP ernaar dat hun rechten en belangen altijd worden beschermd en gerespecteerd. Voor meer informatie over VGP's benadering van zijn leveranciers en zakenpartners, met inbegrip van hun werknemers, verwijzen we naar deel 4.2.4.4 Beheer van relaties met leveranciers.
Zie delen 4.2.1.4.1 Beschrijving van de processen om materiële impacts, risico's en kansen in kaart te brengen en te analyseren en Risicofactoren in het Verslag van de Raad van Bestuur, respectievelijk voor meer gedetailleerde informatie over de dubbele materialiteitsanalyse en het proces voor het in kaart brengen van risico's. Zoals uitgelegd in 4.2.1.3.1 Strategie, businessmodel en waardeketen en deel 4.2.1.2.5 Materiële impacts, risico en kansen en de wisselwerking daarvan met strategie en businessmodel, heeft VGP te maken met een verscheidenheid aan werknemers in de waardeketen. Deze werknemers kunnen als volgt worden gecategoriseerd:
VGP verbindt zich ertoe om mensenrechten, gezondheid, veiligheid en het voorkomen van moderne slavernij in zijn waardeketen te beschermen. Om zijn aanpak van verantwoord aankopen te versterken, heeft VGP in 2024 de duurzaamheidsrisico's in zijn toeleveringsketen in kaart gebracht. Dit in kaart brengen stelt VGP in staat om de belangrijkste risico's met betrekking tot duurzaamheid in zijn upstream waardeketen te begrijpen en te identificeren en stelt de Groep in staat om actieplannen te definiëren en te implementeren om deze risico's te beheren. Bij het in kaart brengen waren belangrijke vertegenwoordigers van functies met grote aankoopvolumes (zoals ontwikkelingsteams of technische teams) betrokken, evenals Group Legal and Compliance. Het in kaart brengen omvat 12 belangrijke aankoopcategorieën onder 11 risicocategorieën (grondstoffenverbruik, verontreiniging, afvalproductie, klimaatverandering, biodiversiteit, illegaal werk, dwangarbeid, discriminatie/intimidatie, arbeidstijden/salaris, gezondheid en veiligheid, gegevensbescherming en corruptie), met onderscheid tussen landen. Het risico van de toeleveringsketen wordt gemitigeerd door:
VGP verbindt zich ertoe om materiële impacts, risico's en kansen met betrekking tot werknemers in de waardeketen te beheren door middel van een reeks complementaire beleidslijnen (zie deel 4.2.3.2.3 Beleid met betrekking tot werknemers in de waardeketen). De aanpak van de Groep voor risicoanalyse en due-diligence is gebaseerd op de evaluatie van eventuele schendingen met betrekking tot corruptie, mensenhandel en moderne slavernij. Eventuele rode vlaggen worden doorgegeven aan de afdeling Compliance. Internal Audit evalueert regelmatig de correcte toepassing van de Algemene Aankoopvoorwaarden en, voor zover van toepassing, van de Gedragscode voor Leveranciers in contracten en de due- diligence die wordt uitgevoerd bij leveranciers. Geografisch gezien is VGP actief in 18 landen in Europa. Elk van deze landen heeft zijn eigen unieke arbeidsweten regelgeving en VGP verbindt zich ertoe om te voldoen aan alle lokale wetten en normen in zijn activiteiten. Het beleid van VGP met betrekking tot werknemers in de waardeketen zorgt ervoor dat de Groep ernaar streeft om, naast het naleven van wet- en regelgeving, de mensenrechten en het voorkomen van dwang- en kinderarbeid waarborgt. De grondstoffen en goederen die betrokken zijn bij de activiteiten van VGP hebben voornamelijk betrekking op de vastgoedsector, voornamelijk bouwmaterialen voor de bouw, en goederen die worden verwerkt binnen VGP Parken. Zie de resultaten van de dubbele materialiteitsanalyse van VGP in deel 4.1.1.1 Impact-, risico- en kansenmanagement, evenals deel 4.2.2.6.1 Beleid ten aanzien van materiaalgebruik en circulaire economie.
De benadering van VGP van werknemers in de waardeketen is ingebed in een samenhangende reeks beleidsregels op het gebied van mensenrechten, moderne slavernij, verantwoord aankopen en Gezondheid en Veiligheid, en weerspiegelt de toewijding van VGP om zijn normen op deze gebieden te handhaven.
De Groep erkent dat zijn activiteiten een directe en indirecte impact kunnen hebben op de mensenrechten en blijft zich inzetten om alle redelijke inspanningen te leveren om risico's te anticiperen en te beperken en om een positieve bijdrage te leveren aan de gemeenschappen waar VGP actief is. Het Beleid inzake Mensenrechten van VGP (zie de laatste versie op de website van VGP) versterkte de verbintenis die in 2022 werd aangegaan door het ondertekenen van de UNGC. Het is van toepassing op alle werknemers, entiteiten en activiteiten onder de paraplu van VGP, met inbegrip van dochtervennootschappen en joint ventures. Aannemers, klanten, bezoekers, leveranciers en zakenpartners moeten eerlijk worden behandeld volgens de principes van het beleid. De Groep zet zich in voor het naleven van de mensenrechtenprincipes in zijn toeleveringsketen, van het hoofdkantoor tot individuele projectlocaties, om consistentie en afstemming op zijn kernwaarden te garanderen.
Het beleid is gebaseerd op en afgestemd op internationale mensenrechtenteksten en -principes1 . Om de bescherming van de mensenrechten in zijn waardeketen te waarborgen, pakt VGP dit probleem aan door middel van aanvullende due-diligence-mechanismen die bijdragen aan het in kaart brengen van duurzaamheidsrisico's (waaronder sociale en mensenrechtenrisico's) in zijn verschillende aankoopcategorieën en die, indien nodig, worden aangepakt met corrigerende maatregelen. De belangrijkste aanbestedingen worden bijvoorbeeld onderworpen aan een "Ken Uw Partner"-screeningproces en alle contracten vereisen de aanvaarding van de Algemene Aankoopvoorwaarden van de Groep, inclusief de Gedragscode voor Leveranciers van de Groep met bepalingen over mensenrechten en arbeidsnormen op basis van de IAO-Verdragen en internationale mensenrechtennormen. De Groep streeft ernaar waakzaam te blijven bij het in kaart brengen, voorkomen, beperken en verhelpen van eventuele gevolgen voor de mensenrechten in zijn toeleveringsketen.
Hoewel, zoals opgemerkt in de bevindingen van de Global Slavery Index, de landen waarin de VGP Groep momenteel actief is worden beoordeeld als laag tot matig in termen van risico's op incidenten van moderne slavernij (in vergelijking met andere geografische gebieden), schetst het Beleid van VGP inzake de Bestrijding van Slavernij en Mensenhandel een nultolerantiebeleid ten aanzien van alle moderne vormen van slavernij en mensenhandel, wat het engagement van VGP weerspiegelt om ethisch en integer te handelen in alle zakelijke relaties. VGP streeft ernaar stappen te ondernemen om de risico's van dwangarbeid en mensenhandel in al zijn activiteiten en toeleveringsketens in kaart te brengen, te begrijpen en aan te pakken, evenals het bewustzijn te vergroten bij zakelijke partners en de nodige due- diligence uit te voeren op zijn toeleveringsketen. De Groep doet alle redelijke inspanningen om effectieve systemen en controles te implementeren en te handhaven om gedwongen arbeid en mensenhandel waar dan ook in de activiteiten van VGP of in een van zijn toeleveringsketens te beperken. Standaard leveringscontracten die door VGP worden gebruikt, bevatten bepalingen die specifiek gericht zijn op het bestrijden van het risico dat alle moderne vormen van slavernij en mensenhandel plaatsvinden in de toeleveringsketen van VGP. Naast de clausules die verplicht zijn gesteld door de Gedragscode voor Leveranciers van de Groep (zoals besproken in deel 4.2.4.4 Beheer van relaties met leveranciers), bevatten standaard bedrijfscontracten ook clausules die een bieder kunnen verplichten om eventuele zorgen of overtredingen te melden via de Compliance HotLine van VGP, waarnaar wordt verwezen in alle contracten tussen VGP en zijn leveranciers van goederen en diensten.
Meer gedetailleerde informatie is te vinden in de Verklaringen inzake Moderne Slavernij van VGP, op zijn institutionele website.
De Gedragscode voor Leveranciers van VGP is een belangrijk onderdeel van de aanpak van VGP inzake verantwoord aankopen. Het is gericht op het benutten van kansen en het versterken van risicobeperking met betrekking tot de aankoop van producten en diensten. De Gedragscode voor Leveranciers is bedoeld om te worden gedeeld met alle leveranciers en wordt aangevuld met andere maatregelen, afhankelijk van de aankoopcategorieën. Het helpt VGP om ervoor te zorgen dat de leveranciers van de Groep zich houden aan dezelfde hoge normen op het gebied van mensenrechten en moderne slavernij, onder directe verwijzing naar de toepasselijke internationale teksten en principes op het gebied van mensenrechten. Naast de principes die zijn uiteengezet over mensenrechten en arbeidsnormen, behandelt de Code de onderwerpen ethiek en zakelijke integriteit evenals milieunormen en -prestaties. De Code biedt externe stakeholders in de waardeketen ook open en directe toegang tot het belangrijkste klachtenmechanisme van de Groep in de vorm van de Compliance HotLine, waarbij duidelijk wordt gesteld dat het klokkenluidersbeleid van de Groep garandeert dat VGP niet zal discrimineren of represailles zal nemen tegen leveranciers of personen die te goeder trouw en met gepaste nauwkeurigheid vermeende schendingen van toepasselijke wetten melden, ongeacht of dergelijke informatie uiteindelijk juist blijkt te zijn of niet, of die meewerken aan een onderzoek met betrekking tot dergelijke schendingen. De klokkenluider zal niet worden bestraft en zal genieten van de toepasselijke lokale regelgeving met betrekking tot de bescherming van klokkenluiders.
De bouwaannemers onder toezicht van de Aannemer voor Bouwbeheer zijn contractueel verplicht om de nodige voorzieningen te treffen voor de veiligheid op de bouwplaats en om de relevante wetgeving inzake gezondheid en veiligheid na te leven. De teams van het Bouwbeheer ontwikkelen de technische vereisten die tijdens het aanbestedingsproces aan de aannemers worden verstrekt. Deze omvatten specifieke veiligheidsvereisten, evenals de toepasselijke normen inzake gezondheid en veiligheid waaraan een geselecteerde aanbesteder moet voldoen. Aanbestedingen die niet voldoen aan de technische vereisten en de van toepassing zijnde normen inzake gezondheid en veiligheid worden gediskwalificeerd uit het aanbestedingsproces. Tijdens de bouwfase houden de teams van de Bouwbeheer voortdurend toezicht op de bouwplaats wat betreft gezondheid en veiligheid en beveiliging. Coördinatoren inzake gezondheid en veiligheid worden aangesteld in verschillende landen waar de Groep actief is. Ze zijn in dienst van de Aannemer voor Bouwbeheer en hebben als belangrijkste functie het coördineren van aangelegenheden inzake gezondheid en veiligheid tussen de verschillende stakeholders.
VGP gebruikt van tijd tot tijd communicatie- en opleidingssessies om zijn medewerkers in de waardeketen te betrekken. Deze sessies zijn bedoeld om de werknemers te informeren over de impact van hun acties en beslissingen op het milieu, de maatschappij en het bedrijf. VGP zoekt bijvoorbeeld systematisch naar de validatie van het recht op werk van werknemers, arbeiders op de bouwplaatsen van de Groep, waar van toepassing. In lijn met het beleid dat wordt voorgesteld in deel 4.2.3.2.3 Beleid met betrekking tot werknemers in de waardeketen, schakelt VGP zijn zakenpartners en leveranciers in om elke vorm van moderne slavernij, schending van mensenrechten of kwesties inzake gezondheid en veiligheid die van invloed zou kunnen zijn op werknemers in de waardeketen of hun gemeenschappen, te bestrijden. VGP maakt ook gebruik van feedbackmechanismen om werknemers in de waardeketen in staat te stellen hun zorgen en suggesties met betrekking tot de impacts van hun werk te uiten. De belangrijkste feedbackmechanismen zijn de directe toegang tot het klachtenmechanisme van VGP, de VGP Compliance HotLine, en de toegang tot de relevante teams die bouwplaatsen beheren.
1 Het Internationale Statuut van de Rechten van de Mens (Universele Verklaring van de Rechten van de Mens, het Internationaal Verdrag inzake Burgerrechten en Politieke Rechten en het Internationaal Verdrag inzake Economische, Sociale en Culturele Rechten), de UNGC, de OESO-Richtlijnen voor Multinationale Ondernemingen, de UNGP, de IAO-Verklaring inzake Fundamentele Beginselen en Rechten op het Werk, de Fundamentele IAO-Verdragen, het VN-Verdrag inzake de Rechten van het Kind, de VN-WEP's, de Gedragsnormen voor Bedrijven en de VN-Verklaring inzake de Rechten van Inheemse Volkeren.
Het kader voor Risicobeheersing van de Groep omvat de naleving van mensenrechten voor werknemers in de waardeketen. Zoals uiteengezet in het Beleid inzake Mensenrechten van VGP, worden mensenrechtenrisico's opgenomen in de jaarlijkse risicoanalyse van de Groep. Het doel van de due-diligence van VGP op het gebied van mensenrechten is ervoor te zorgen dat VGP potentiële risico's en gevolgen voor mensenrechten in verband met zijn activiteiten eff ectief in kaart brengt, beoordeelt en aanpakt, wanneer dit noodzakelijk en materieel wordt geacht door middel van een risicoanalyse. Het is gericht op afstemming met internationale normen om respect voor mensenrechten te bevorderen en de maatschappelijke verantwoordelijkheid van de Groep hoog te houden. De jaarlijkse risicoanalyses van de Groep richten zich op de impacts voor mensenrechten, met name door risico's op het gebied van personeelszaken en naleving. VGP streeft ernaar een materialiteitsanalyse uit te voeren die alle activiteiten van de Groep en de potentiële impact op mensenrechten omvat, rekening houdend met lokale wetten, voorschriften en sociaal-politieke omstandigheden. Bij het in kaart brengen van potentiële risico's en impacts voor mensenrechten in verband met zijn activiteiten, toeleveringsketen en zakelijke relaties, zal VGP redelijke inspanningen leveren om corrigerende maatregelen te implementeren. Daarnaast schetst de Gedragscode voor Leveranciers de verwachtingen van de Groep ten aanzien van zijn leveranciers op het gebied van duurzaamheid en mensenrechtenkwesties, en de Code herhaalt de volledige toegang van leveranciers en hun werknemers tot de VGP Compliance Hot-Line. Dit klachtenmechanisme biedt een vertrouwelijk kanaal voor werknemers en alle externe stakeholders om eventuele zorgen of schendingen van de Gedragscode, het beleid van VGP en alle toepasselijke wetgeving te melden. Dit zorgt ervoor dat eventuele negatieve impacts onmiddellijk in kaart kunnen worden gebracht en aangepakt door de relevante teams.
De Groep streeft naar een continue verbetering en is altijd op zoek naar manieren om bestaande praktijken te verbeteren en betere resultaten te behalen voor werknemers in de waardeketen. De aanpak van de Groep om te bepalen welke actie nodig is als reactie op een bepaalde werkelijke of potentiële materiele negatieve impact maakt deel uit van het proces inzake risicoanalyse van de Groep en is gebaseerd op de resultaten van de dubbele materialiteitsanalyse. Dit proces omvatte overleg stakeholders, analyse van trends in de sector en het in overweging nemen van wettelijke vereisten. Gezondheid en veiligheid en de bescherming van de mensenrechten van werknemers in de waardeketen, inclusief het in kaart brengen en preventie van elk geval van moderne slavernij in de waardeketen van het bedrijf, zijn de vastgestelde prioriteiten.
Het Beleid inzake Mensenrechten biedt een kader voor het in kaart brengen, voorkomen en aanpakken van mogelijke schendingen van mensenrechten. Door duidelijk te definiëren wat aanvaardbare praktijken en gedragingen zijn, helpt het ervoor te zorgen dat alle werknemers met waardigheid en respect worden behandeld, ongeacht hun rol in de waardeketen. Bovendien stelt het Beleid maatregelen vast om verantwoording af te leggen, zodat eventuele schendingen direct worden aangepakt en verholpen. De Gedragscode voor Leveranciers draagt bij aan de bescherming van de rechten van werknemers in de waardeketen.
Hoewel de landen waarin de Groep momenteel actief is, worden beoordeeld als laag tot matig wat betreft het risico op incidenten van moderne slavernij (in vergelijking met andere geografische gebieden), maakt het overwicht van overzeese arbeiders in de bouwsector in het algemeen en het betrekken van materialen en apparatuur uit gebieden met een hoger risico wereldwijd VGP vatbaarder voor misdrijven van moderne slavernij, slaafsheid, dwangarbeid, misleidende werving voor arbeid of diensten, mensen- en kinderhandel en andere soortgelijke misdrijven die zich voordoen in zijn activiteiten en toeleveringsketens. De Groep streeft naar een adequaat niveau van waakzaamheid om de impact op mensenrechten in zijn toeleveringsketen in kaart te brengen, te voorkomen, te mitigeren en te verhelpen.
Bovenop zijn mechanismen inzake preventie en mitigatie om de gezondheid en veiligheid van werknemers in de waardeketen binnen de controlegebieden van de Groep te garanderen, heeft VGP in 2024 een Verklaring inzake Gezondheid en Veiligheid uitgebracht. Raadpleeg deel 4.2.3.2.3 Beleid met betrekking tot werknemers in de waardeketen voor meer gedetailleerde informatie.
VGP zal ernaar streven zijn bestaande beleid en onderliggende mechanismen te versterken. Dit beleid zal regelmatig worden herzien en bijgewerkt om ervoor te zorgen dat het effectief en relevant blijft. VGP zal ernaar streven om zijn due-diligence-mechanismen te handhaven met een focus op moderne slavernij en mensenrechtenaspecten, evenals zijn "Ken Uw Partner"-screeningsproces te versterken om grondige verificatie van nieuwe zakenpartners uit te voeren en huidige zakenpartners te controleren. Dit zal helpen bij het in kaart brengen en beperken van potentiële risico's.
Gemeenschappen die worden getroffen door VGP worden gedefinieerd in de context van de activiteit van VGP, d.w.z. als een operator in vastgoed. In de context van VGP zijn getroffen gemeenschappen de lokale gemeenschappen waarvan de activa van VGP integraal deel uitmaken. Als exploitant van duurzame bedrijfsparken heeft VGP een actieve rol te spelen binnen de gemeenschappen waarin hij actief is. Het economische succes van de Groep is gebaseerd op een sterke relatie en regelmatig overleg met zijn stakeholders: huurders, klanten, investeerders, lokale gemeenschappen, leveranciers en aannemers evenals werknemers.
VGP verbindt zich ertoe om lokale gemeenschappen te integreren in zijn operationele model voor zowel ontwikkelingsprojecten als bestaande activa.
Op het gebied van ontwikkelingsprojecten heeft VGP een aanzienlijke pijplijn van projecten voor semi-industriële of logistieke doeleinden, zoals VGP Park Rouen en VGP Park Ústi nad Labem City. Deze projecten zijn ontworpen om brownfields te revitaliseren en bedrijven te voorzien van eco-efficiënte gebouwen die voldoen aan toonaangevende duurzaamheidsnormen. Hierdoor verbetert VGP niet alleen de bebouwde omgeving, maar draagt hij ook bij aan de vitaliteit en duurzaamheid van lokale gemeenschappen.
Voor bestaande activa werkt VGP samen met een verscheidenheid aan lokale stakeholders in zijn aanpak om een positieve sociale impact te genereren. Veerkracht van de gemeenschap is een complex, veelzijdig concept dat paraatheid tegen gevaren, bescherming tegen risico's en de bevordering van stabiele en welvarende gemeenschappen omvat. De strategie van VGP is ontworpen op niveau van het pand om bij te dragen aan de langlopende ontwikkeling van de gemeenschap. Deze plannen zijn geïntegreerd in het beheer van de bestaande activa van VGP en zorgen ervoor dat alle belangen van lokale gemeenschappen en stakeholders in aanmerking worden genomen. In termen van sociale impact verbindt VGP zich ertoe om zijn invloed op lokale schaal te monitoren en te verbeteren. Door zijn sociale impact te meten, streeft de VGP ernaar de totale impact van zijn werk te begrijpen en samen te werken met lokale gemeenschappen om grotere veranderingen te bewerkstelligen. Dit proces is cruciaal voor VGP om ervoor te zorgen dat zijn activiteiten niet alleen winstgevend zijn, maar ook gunstig voor de gemeenschappen waarin hij actief is.
Bovendien onderstreept de inzet van VGP op duurzaamheid, zoals blijkt uit zijn ESG-Strategie, zijn toewijding aan integratie in de gemeenschap. Door ambitieuze milieudoelstellingen te stellen (zie deel 4.1 Stappenplan voor ESG-Strategie voor meer gedetailleerde informatie over de duurzaamheidsdoelen van VGP), zorgt VGP ervoor dat zijn activiteiten en ontwikkelingen niet alleen winstgevend zijn, maar ook gunstig voor de gemeenschappen waarin hij actief is.
Logistiek vastgoed kan een aanzienlijke positieve impact hebben op de omliggende gemeenschap. De bedrijfsstrategie van VGP is om logistieke faciliteiten dicht bij stedelijke centra te bouwen, te bezitten en te exploiteren. Dit verkort de aanvoerroutes, verkort de levertijden en vermindert de bijbehorende uitstoot. De klanten van VGP en de klanten van onze klanten (zowel zakelijke als particuliere klanten) profi teren van levering van de goederen en diensten die ze nodig hebben de volgende dag of zelfs dezelfde dag. Bijkomende voordelen zijn talrijke logistieke jobs, kortere reistijden voor logistieke werknemers, sanering en herstel van verlaten of brownfi eldsites en zelfs verbetering van lokale parken en transport. Op basis van ons inzicht in de werkgelegenheid die vanaf december 2024 in onze parken wordt gegenereerd, gaan er elke dag ongeveer 37.000 mensen onder VGP-daken naar hun werk (tegenover ca. 30.000 in december 2023 en ca. 25.000 in december 2022). Op basis van de verslagen van vakgenoten van Oxford Economics ligt het waarschijnlijke directe en indirecte eff ect dichter bij de 120.000 banen. VGP streeft er ook naar om de lokale gemeenschap te laten genieten van deze creatie van werkgelegenheid, onder andere door stageprogramma's.
In de context van VGP zijn getroffen gemeenschappen de lokale gemeenschappen waarvan de activa van VGP integraal deel uitmaken. In overeenstemming met de minimumgaranties van de EU-Taxonomie en de OESO-Richtlijnen voor Ondernemingen, wil VGP de lokale economische ontwikkeling stimuleren door nauwe samenwerking met de lokale gemeenschap, met inbegrip van zakelijke belangen, evenals activiteiten die in overeenstemming zijn met de noodzaak van gezonde commerciële praktijken. Een recente studie van JPI Urban Europe genaamd "Cities of Making" identificeerde, naast 10 andere "behoeften" voor lokale gemeenschappen, de "behoefte" aan bedrijfsparken in steden om "een geschikte mix van unitgroottes te bieden voor een verscheidenheid aan bedrijfstypen in overeenstemming met de fasen van hun ontwikkeling". Terwijl de dienstverlenende sectoren van de stadslogistiek typisch gedomineerd worden door multinationals, is een groot deel van de fabrikanten een KMO (kleine en middelgrote onderneming), een bedrijf met minder dan 250 werknemers, of een microbedrijf met minder dan 11 werknemers. Een aanzienlijk aantal van deze kleinere bedrijven zijn voor een groot deel van hun inkomen afhankelijk van de lokale markt en spelen een belangrijke rol binnen hun lokale gemeenschap. Door kleinere ruimtes te huur aan te bieden in onze parken, kan VGP de diversiteit in het lokale economische kader helpen ondersteunen door bedrijven van verschillende grootte en financiële middelen te helpen hun plaats te vinden. Ons vermogen om kleinere werkunits aan te bieden in onze bedrijfsparken binnen de stadsgrenzen, zij het op kleine schaal, zal deze inspanning verder ondersteunen. De Groep heeft verschillende VGP Parken in ontwikkeling geïdentificeerd als potentiële locaties voor dergelijke kleinere units, onder andere in onze parken in Wiesloch, Velizy en České Budějovice.
In aanvulling op de bovengenoemde specifi eke activiteit, zie deel 4.2.1.4.1 Beschrijving van de processen om materiële impacts, risico's en kansen in kaart te brengen en te analyseren en deel 4.2.1.2.5 Risicofactoren in het Verslag van de Raad van Bestuur, respectievelijk voor meer gedetailleerde informatie over de dubbele materialiteitsanalyse en voor het proces voor het in kaart brengen van risico's. Zoals uitgelegd in 4.2.1.3.1 Strategie, businessmodel en waardeketen en deel 4.2.1.3.3 Materiële impacts, risico's en kansen en de wisselwerking daarvan met strategie en businessmodel, streeft de Groep er als exploitant van bedrijfsparken naar een positieve impact te hebben op gemeenschappen en dat deze locaties katalysatoren zijn voor economische en sociale vitaliteit. Zie Case study op bladzijde 338.
VGP is zich bewust van het economische belang van zijn vastgoedpanden. VGP is niet alleen een stadsplanner, biedt openbare voorzieningen en bouwt eco-efficiënte en goed verbonden bedrijfsparken, maar speelt ook een sleutelrol in het lokale ecosysteem. VGP stimuleert een positieve economische en sociale impact binnen zijn gemeenschappen door middel van werkgelegenheid, opleiding en sociale inclusie: het creëren van duizenden directe of indirecte jobs door bouw- en operationele uitgaven, indirecte werkgelegenheid door de activiteiten van huurders, leveranciers en lokale belastingen.
VGP Park České Budějovice is een goed voorbeeld van de betrokkenheid van VGP bij het stimuleren van lokale economische ontwikkeling door kleine bedrijven te integreren in het aanbod. Het park ligt aan de rand van České Budějovice en beschikt over een gebouw B (8.686 m²) met meerdere huurders, dat wordt opgeleverd in het eerste kwartaal van 2025 en is ontworpen om plaats te bieden aan een breed scala aan bedrijven door middel van fl exibele unitgroottes vanaf 500 m². Dit concept sluit aan bij de bevindingen van het onderzoek van JPI Urban Europe, waarin werd benadrukt dat moderne bedrijfsparken in steden een mix van grootte moeten bieden om tegemoet te komen aan bedrijven in verschillende groeistadia.
De huurderssamenstelling van Gebouw B onderstreept de veelzijdigheid en toegankelijkheid van de kleinschalige business units van VGP. Het gebouw is zo opgezet dat het een mix van lokale huurders, starters en multinationals kan huisvesten die flexibele stedelijke ruimte nodig hebben voor uiteenlopende activiteiten, waaronder:
Door schaalbare en aanpasbare ruimtes aan te bieden, stelt VGP KMO's en micro-ondernemingen – waarvan er veel sterk afhankelijk zijn van de lokale markt – in staat om te floreren naast grotere spelers binnen een gedeeld en veerkrachtig bedrijfsecosysteem.


Cities of Making1: Variaties in de groottes van de units helpen een JPI Urban Europe, Gezamenlijk Programmeringsinitiatief (https://citiesofmaking.com)
Om mogelijke negatieve impacts op de gemeenschappen rond zijn ontwikkelingsprojecten te beperken, handhaaft VGP een Handvest Zorgzaam Bouwen met regels voor afvalbeheer, geluidsniveaus, verkeersregels en het voorkomen van milieuverontreiniging. Het Beleid inzake Mensenrechten van VGP onderstreept eveneens het engagement van VGP om een positieve impact te genereren in de gemeenschappen waarin hij actief is (zie deel 4.2.3.2.3 Beleid met betrekking tot werknemers in de waardeketen, voor meer gedetailleerde informatie).
VGP zorgt ervoor dat lokale gemeenschappen worden geraadpleegd over ontwikkelingsprojecten, vanaf de eerste fasen van planning tot de laatste stadia van oplevering. Deze aanpak stelt VGP in staat om de unieke behoeften en aspiraties van de gemeenschap te begrijpen, zodat elk project is afgestemd op de context. Naast het versterken van de dialoog met lokale stakeholders, stellen deze processen de Groep en elk pand in staat om het toezicht op de lokale betrokkenheid te verbeteren en de impact voor de gemeenschappen te vergroten.
Voor reeds bestaande parken wordt de dialoog met de gemeente zodanig onderhouden dat het park als geheel een verankerde deelnemer blijft in de lokale gemeente. De dialoog is open en bedoeld om waar mogelijk problemen aan te pakken en activiteiten te verbeteren.
VGP beschouwt de impact op lokale gemeenschappen als een kans voor zijn activiteiten. Alle bestaande activa van VGP plegen regelmatig overleg met hun lokale gemeenschappen, zoals beschreven in deel 4.2.3.3.4 Processen om met getroffen gemeenschappen te overleggen over impacts.
VGP is typisch betrokken bij de volgende gemeenschapsacties:
— Het Vrijwilligersprogramma van de Groep (zie subsectie Onze mensen inspireren over duurzaamheidsthema's in sectie 4.2.3.1.3 Beleid ten Aanzien van Eigen Personeel (ESRS S1-1)). Voorbeelden van gemeenschapsprojecten: renovatiewerkzaamheden in een lokale zorginstellingen het planten van bomen als onderdeel van een herbebossingsprogramma voor de gemeenschap.
Eind 2023 verzekerde VGP zich van de grootste brownfieldontwikkeling in zijn geschiedenis door de aankoop van 700.000 m² van Opel, onderdeel van de Stellantis Group, in Russelsheim am Main, vlakbij de luchthaven van Frankfurt. Een nieuw eco-efficiënt bedrijfspark met grote open groene ruimten voor sociale interactie en werken in de buitenlucht, waaronder de groene campus van Opel, zal worden gebouwd op een voormalige industriële site die op grote schaal moest worden ontdaan van verontreiniging en moest worden geherstructureerd. Het project illustreert de positionering van VGP als partner van steden en bedrijven door de impact die hij genereert voor gemeenschappen door het creëren van een nieuwe levendige eco-efficiënte bedrijfsgemeenschap die economische groei stimuleert.
VGP Park Russelsheim: een nieuw eco-efficiënt bedrijfspark met grote open groene ruimten voor sociale interactie en buiten werken.

De Groep wil de economische, sociale en milieu-impact van VGP bedrijfsparken op lokale gemeenschappen blijven monitoren door middel van analyses van gecreëerde jobs en gemeentetevredenheid.
Als exploitant van duurzame bedrijfsparken heeft VGP een rol te spelen ten aanzien van zijn huurders en eindgebruikers, gedefinieerd als (werknemers van) huurders die actief zijn in onze panden en hun bezoekers.
Met honderden verschillende bedrijven (ca. 600 huurcontracten) vertegenwoordigd in de VGP Parken, 37.000 werknemers die direct werken en 120.000 werknemers die indirect werken met de huurders in onze parken, is het in kaart brengen van de huurders als eindgebruikers vrij groot. Daarom is dit onderwerp ook indirect verbonden met vele andere, zoals broeikasgasemissies, verontreiniging, mensenrechten, verantwoord aankopen en biodiversiteit.
Zie delen 4.2.1.4.1 Beschrijving van de processen om materiële impacts, risico's en kansen in kaart te brengen en te analyseren en de sectie Risicofactoren in het Verslag van de Raad van Bestuur respectievelijk voor meer gedetailleerde informatie over de dubbele materialiteitsanalyse en het proces voor het in kaart brengen van de risico's. Zoals uitgelegd in 4.2.1.3.1 Strategie, businessmodel en waardeketen en deel 4.2.1.3.3 Materiële Impacts, Risico's en Kansen en de Wisselwerking daarvan met Strategie en Businessmodel (ESRS 2 SBM-3), zijn huurders en hun bezoekers als eindgebruikers van onze gebouwen geïntegreerd in het businessmodel van VGP en de benadering van de waardeketen.
Het VGP-beleid voor het betrekken van eindgebruikers omvat de groene huurovereenkomsten, het energie-efficiëntiebeleid en het beleid voor hernieuwbare energie. Dit beleid vormt ook de basis voor het jaarlijkse overleg met huurders over het gebruik van nutsvoorzieningen en efficiëntieverbeteringen. Zie paragraaf 4.2.2.2.5 Beleid met betrekking tot beperking van en aanpassing aan klimaatverandering (ESRS E1-2) voor meer informatie over dit beleid. Ook het biodiversiteitsbeleid is van toepassing. Het doel van het beleid is niet alleen om de biodiversiteit van VGP Parken te verbeteren, maar ook om verandering mogelijk te maken door educatie van het eigen personeel en belanghebbenden, waaronder Eindgebruikers. Biodiversiteitsinitiatieven worden waar mogelijk zichtbaar gemaakt en lokaal uitgelegd met borden en palen om de educatieve waarde te ondersteunen (zie voor meer informatie Pijler 3: Transformatieve verandering mogelijk maken in paragraaf 4.2.2.5.1 Transitieplan en Meeweging van Biodiversiteit en Ecosystemen in Strategie en Businessmodel (ESRS E4-1)).
De Groep gaat de dialoog aan met haar huurders door het gebruik van nutsvoorzieningen te controleren (zie het beleid rondom groene huurovereenkomsten zoals hierboven beschreven). Daarnaast voert VGP sinds 2018 klantenenquêtes uit om de behoeften en verwachtingen op het gebied van duurzaamheid binnen de bedrijfsparken van de Groep te begrijpen, inclusief een bevraging over thema's gerelateerd aan duurzaamheid.
In de jaarlijkse huurderstevredenheidsenquête worden alle huurders in de bestaande VGP Parken uitgenodigd om hun mening te delen en in 2024 werd het onderzoek uitgevoerd in alle markten waarin de Groep actief is. In totaal nam 46% van de huurders deel aan de enquête (272 reacties) en zij gaven aan over het algemeen tevreden te zijn met 87%. De Groep onderzoekt een applicatie die de dagelijkse efficiëntie tussen leveranciers van faciliteitenbeheer zal verbeteren. De applicatie kan ook worden gebruikt om huurders te betrekken bij en feedback te krijgen over geleverde diensten of evenementen. Deze uitwisselingen en de voortdurende inspanningen om de relatie met de huurders te verbeteren, komen bovenop het BREEAM 'In-Use'-label dat duurzame bedrijfspraktijken garandeert bij de exploitatie van het pand.
Naast de tevredenheidsenquêtes die worden gebruikt om de mening van huurders over VGP te peilen, gelooft de Groep in het onderhouden van open communicatielijnen met eindgebruikers. Daartoe heeft VGP meerdere kanalen opgezet waarlangs zij hun zorgen kunnen uiten. Deze omvatten contactpunten door de afdeling faciliteitenbeheer op VGP panden die de dialoog onderhouden met het vastgoedbeheer en de werknemers van de huurders, evenals het commerciële team met het vastgoedbeheer. De Compliance Hotline van de Groep is beschikbaar voor elke gebruiker of bezoeker van onze parken, en de Groep zorgt ervoor dat alle zorgen direct worden behandeld en dat feedback wordt gebruikt om zijn activiteiten en diensten te verbeteren.
4.2.3.4.6 Acteren op Materiële Impacts op Eindgebruikers en Benaderingen om met betrekking tot Eindgebruikers Materiële Risico's te Beheersen en Materiële Kansen te Benutten, en de Eff ectiviteit van die Maatregelen (ESRS S4-4)
De materiële risico's en kansen met betrekking tot eindgebruikers of huurders van onze gebouwen betreffen de "broeikasgasemissies en het energieverbruik van de activiteiten in het gebouw" en de "broeikasgasemissies van de vervoersmiddelen van huurders (en hun werknemers)"". De Groep bespreekt de verbruiksgegevens jaarlijks met elke huurder, zoals contractueel is vastgelegd in het Groene Huurcontract tussen VGP en zijn huurders. De betrokkenheid is in de eerste plaats gericht op gegevensverzameling en inzicht, en op manieren om de activiteiten in het gebouw eco-efficiënter te maken, voornamelijk door de behoefte aan primaire energie te verminderen, het verbeteren van de toegankelijkheid van de parken door openbaar vervoer connecties en het installeren van laadfaciliteiten in VGP Parken. Zie het deel 4.2.2.2.7 Doelen inzake klimaatmitigatie en klimaatadaptatie (ESRS E1-4) en specifiek het subdeel Focus op het verminderen van de uitstoot van de activiteiten van huurders met -55% tegen 2030 voor de bespreking van de status en effectiviteit van dergelijke maatregelen.
De resultaten van de huurderstevredenheidsenquête worden zowel op groeps- als op landenniveau besproken en maken deel uit van de eindejaarsbezoldiging van de betrokken managers en werknemers. Van elk land wordt verwacht dat de huurderstevredenheid ten minste 88% bedraagt voor de huurdersportefeuille in het betreffende land.
4.2.4.1 De Rol van de Bestuurs-, Leidinggevende en Toezichthoudende Organen (ESRS 2 GOV-1)
Voor meer gedetailleerde informatie verwijzen we naar de delen Raad van Bestuur en Management in het hoofdstukken Raad van Bestuur en Management voor informatie over de samenstelling van de bestuurs-, leidinggevende en toezichthoudende organen en hun toegang tot deskundigheid en vaardigheden wat betreft duurzaamheidsthema's.
Zie delen 4.2.2.2.4 Beschrijving van de processen om materiële impacts, risico's en kansen in kaart te brengen en te analyseren en Risicofactoren in het Verslag van de Raad van Bestuur voor meer gedetailleerde informatie over de dubbele materialiteitsanalyse en het proces voor het in kaart brengen van risico's.
VGP heeft zich via zijn Gedragscode verbonden tot zijn ethische kernwaarden als het gaat om hoe we onze dagelijkse activiteiten op een ethische, transparante en eerlijke manier uitvoeren. Voor meer gedetailleerde informatie over de benadering van VGP inzake gegevensbescherming, zie deel Gegevensbescherming in Remuneratie Rapport. Het uitvoerend management bevordert een open discussie over de belangrijkste risico's, integreert risicobeheersing in de doelstellingen en vergoedingsstructuur van de organisatie en creëert een bedrijfscultuur waarin mensen op alle niveaus risico's beheren. Voor meer gedetailleerde informatie, zie de secties Compliance Awareness en Anti-corruptie in de Corporate Governance verklaring.
De opleiding inzake Bestrijding van Corruptie van de Groep is gericht op het bestrijden en voorkomen van corruptie, omkoping en smeergeld, en is opgezet om te voldoen aan de geldende wetten. Het Uitvoerend Management handhaaft strikt het nultolerantieprincipe van de Groep met betrekking tot schendingen van het Programma inzake Bestrijding van Corruptie. Voor meer gedetailleerde informatie, zie Programma inzake Bestrijding van Corruptie van de Corporate governance- verklaring.

Zie voor meer gedetailleerde informatie het subdeel "Klokkenluidersplatform: VGP Compliance Hotline" van deel Gedragsbeleid en Naleving in de Corporate Governance verklaring. Het Klokkenluidersbeleid van de Groep is ontwikkeld om te voldoen aan de wettelijke vereisten inzake klokkenluiden en de toepasselijke regelgeving inzake gegevensbescherming in de relevante rechtsgebieden.
Om het bewustzijn te vergroten en de nalevingscultuur binnen de Groep te verankeren, zijn werknemers verplicht om jaarlijks deel te nemen aan een verplichte e-opleiding, waarin thema's op het gebied van ethiek en naleving aan bod komen, zoals het voorkomen van corruptie en beïnvloeding. Op 31 december 2024 heeft 38% van het VGP-personeel de online opleiding voltooid en 85% van het management. Naast de online opleiding worden de afdelingen van VGP die het meest worden blootgesteld aan nalevingsrisico's die in kaart werden gebracht (nieuwe grondverwerving, ontwikkeling, vergunningen en aankoop) verplicht om een klassikale opleiding te volgen. Er werden verschillende opleidingssessies gehouden in de hele Groep, georganiseerd door het Hoofd Compliance van de Groep, indien nodig in lokale talen. Tot slot hebben alle managers met uitvoerende verantwoordelijkheden een opleiding inzake bestrijding van corruptie gevolgd. Voor meer gedetailleerde informatie, zie deel Programma inzake bestrijding van corruptie in de Corporate governance-verklaring.
Het stappenplan voor duurzaamheid van de Groep omvat een veel bredere voetafdruk dan de Groep zelf. Als belangrijke aankoper van bouwmaterialen is VGP zich bewust van het belang van het stimuleren van industrienormen en werkt hij aan de verdere integratie van duurzaamheid in zijn toeleveringsketen. Gezien de omvang van zijn portefeuille werkt de Groep met veel leveranciers en aannemers en zorgt ervoor dat hij niet wordt blootgesteld aan het risico van afhankelijkheid van slechts een paar strategische leveranciers. De Groep heeft de duurzaamheidsrisico's in zijn toeleveringsketen in kaart gebracht. VGP is in 2021 ondertekenaar geworden van de UNGC en heeft zich daarmee verbonden om binnen zijn invloedssfeer de 10 universeel erkende principes met betrekking tot mensenrechten, arbeidswetgeving, milieubescherming en corruptiebestrijding aan te nemen, te handhaven en uit te voeren. In 2022 introduceerde de Groep een Gedragscode voor Leveranciers en een Beleid inzake Mensenrechten voor zijn interacties met leveranciers.
Aankopen bij VGP kunnen in 3 categorieën worden onderverdeeld:
Deze omvatten voornamelijk aankopen van aannemers, honoraria voor architecten, ontwerpers en ingenieursbureaus, en verzekeringspremies. Geactiveerde bouwwerken zijn eenmalige uitgaven die afhankelijk zijn van de ontwikkelingsactiviteit. Aankopen bestaan voornamelijk uit OPEX en CAPEX voor de exploitatie en ontwikkeling van panden (algemene kosten vormen een klein deel van de totale kosten). OPEX en CAPEX bestaan voornamelijk uit arbeidsintensieve diensten en zijn in die zin aankopen die niet kunnen worden geherlocaliseerd. Het grootste deel van de toeleveringsketen bestaat uit lokale vennootschappen of dochtervennootschappen die de lokale economie ondersteunen. Daarnaast geven de aankopers waar mogelijk de voorkeur aan lokale aankopen in het werkgebied van de activa van de Groep om bij te dragen aan werkgelegenheid en lokale economische ontwikkeling. Zie deel 4.2.1.3.3. Materiële impacts, risico's en kansen en de wisselwerking daarvan met strategie en businessmodel voor meer gedetailleerde informatie over risico's.
De aankoopstrategie van VGP is gericht op: eerlijkheid, focus op kwaliteit, samenwerking op lange termijn, gering risico en respect voor de geldende regelgeving.
Naast de principes en regels die zijn beschreven in de procedures van de Groep en de Gedragscode voor Leveranciers, moeten alle aankopen voldoen aan de toepasselijke lokale wetten en regels, met name arbeids- en milieuwetten. Het VGP-nalevingsteam voert regelmatig audits uit in de hele Groep om de grondige toepassing van de Gedragscode voor Leveranciers van de Groep te valideren. In 2023 werd VGP door CDP erkend in de Leadership band voor het "implementeren van huidige 'best practices'" in termen van zijn leveranciersbetrokkenheid, met een A-rating. VGP werd erkend als een van de top 19% van de organisaties die door CDP werden beoordeeld in de sectie 'Land & property ownership & development'.
VGP streeft naar kortere betalingstermijnen voor kleine en middelgrote bedrijven in zijn toeleveringsketen, als onderdeel van zijn breder engagement om sterke, wederzijds voordelige relaties met zijn leveranciers te koesteren. (Zie ook deel 4.2.3.2.2. Materiële impacts, risico's en kansen en de wisselwerking daarvan met strategie en businessmodel)
De Groep hanteert een Gedragscode voor Leveranciers (de meest recente versie is beschikbaar op de website van VGP) die van toepassing is op alle leveranciers van de Groep. De Code definieert de vereisten van de Groep aan rechtstreekse en onrechtstreekse leveranciers ("onderleveranciers"), in 11 belangrijke Verbintenissen:
Verdrag tegen corruptie het OESO Verdrag ter bestrijding van omkoping).
De Gedragscode voor Leveranciers is bedoeld als een contractueel bindend document tussen VGP en zijn leveranciers. Leveranciers moeten de Gedragscode voor Leveranciers aanvaarden en naleven, die vereisten bevat met betrekking tot het behoud van het milieu, de werkomgeving en sociale omstandigheden, en bedrijfsethiek en naleving.
VGP Offices Budapest
Bovenop de Gedragscode voor Leveranciers, kiest VGP zijn aannemers met grote zorg en zorgt ervoor dat ze voldoen aan het vereiste beleid. De aankoopprocedure voor de hele Groep is erop gericht dat alle aankoop- en sourcingstrategieën en -processen voor het verwerven van goederen en diensten transparant, kosteneffectief, tijdig en objectief zijn. Potentiële zakenpartners worden gescreend in lijn met de "Ken Uw Partner"-procedure van de Groep. Als onderdeel van deze due-diligence beoordeelt de Groep eventuele overtredingen met betrekking tot wangedrag op milieugebied, corruptie, illegale tewerkstelling van arbeidsmigranten, kinderarbeid, mensenhandel en moderne slavernij. Daarnaast zijn deze milieu- en sociale factoren van bijzonder belang voor de Groep bij de keuze van leveranciers. VGP gebruikt NetSuite als een webgebaseerde oplossing om de aankoop te beheren. Deze oplossing waarborgt het administratieve beheer voor de hele aankoopcyclus. Het maakt de aankoopprocedures robuuster, zorgt voor de transparantie die nodig is voor alle aankoopbeslissingen en controle, helpt operationele teams bij het selecteren van leveranciers en vergemakkelijkt het delen van 'best practices' en het beperken van risico's.
Algemene Aankoopvoorwaarden zijn van toepassing op alle landen waar VGP actief is. In deze voorwaarden werd ook automatisch een bepaling opgenomen die leveranciers verplicht zich te houden aan de Gedragscode voor Leveranciers van de Groep, waaronder het naleven van de toepasselijke wet- en regelgeving, het voorkomen van alle vormen van corruptie en discriminatie, respect voor de menselijke waardigheid en voor het werk van werknemers, behoud van het milieu en het melden van praktijken die in strijd zijn met deze principes via de contactprocedure van de Groep.
Voor bestaande activa worden dienstverleners (met name schoonmaakbedrijven, multitechnische onderhoudsbedrijven en beveiligingsbedrijven) gevraagd om de Gedragscode voor Leveranciers van VGP te ondertekenen, die bij elk contract wordt gevoegd. Deze bevat een duurzaamheidsbepaling die betrekking heeft op alle milieukwesties, met name verbeterde energie-efficiëntie, verantwoord afvalbeheer en het gebruik van milieuvriendelijke producten en materialen, en die de bescherming van sociale en arbeidsrechten waarborgt, inclusief een verbintenis om de verdragen en normen van de IAO en de lokale arbeidswetgeving na te leven.
Voor projecten in aanbouw wordt in de contracten met leveranciers vermeld dat de Groep en de vennootschappen waarover hij zeggenschap heeft, zich ertoe hebben verbonden om de CO2-voetafdruk van hun projecten te verminderen, met name tijdens de ontwikkelingsfase van de activa. Een bepaling geeft aan dat de bouwvennootschappen die betrokken zijn bij de projecten van de Groep rekening moeten houden met de koolstofimpact bij het selecteren van bouwtechnieken, materialen en technische oplossingen. Na elke projectbeoordeling en in alle projectfasen moet een arbitrage met betrekking tot de impact op de CO2-voetafdruk worden uitgevoerd voor de voorgestelde oplossing die aan de Groep wordt voorgelegd. De principes en actieplannen die worden gebruikt om de meest duurzame materialen met een verminderd koolstofgehalte te selecteren, worden gespecificeerd in deel 4.2.2.6 Materiaalgebruik en Circulaire Economie (ESRS E5).
Tijdens het boekjaar 2024 heeft VGP in lijn met zijn beleid opleidingen verzorgd voor zijn werknemers die aan risico's worden blootgesteld (zie deel Anti-Corruptie programma voor meer informatie over de aanpak van VGP). Voor de risicofuncties is de opleiding verplicht, maar VGP heeft ook vrijwillige opleiding beschikbaar gesteld voor andere eigen werknemers. Details van de training gedurende het jaar zijn als volgt:
| Dekking opleiding | Risico functies |
Managers AMSD | Andere eigen werknemers |
|
|---|---|---|---|---|
| Totaal | 42 | 26 | 103 | 242 |
| Totaal ontvangen opleiding |
17 | 22 | 28 | 90 |
| Leveringsmethode en -duur |
||||
| Klassikale opleiding | 14 uur | 14 uur | 26 uur | 1 uur |
| computerondersteunde opleiding |
3 uur | 8 uur | 2 uur | 89 uur |
| Vrijwillige computerondersteunde opleiding |
||||
| Frequentie | ||||
| Hoe vaak opleiding nodig is |
jaarlijks | jaarlijks | jaarlijks | jaarlijks |
| Thema's | ||||
| Definitie van corruptie | x | x | x | x |
| Beleid | x | x | x | x |
| Procedures bij verdenking/detectie |
x | x | x | x |
| AMSB: Bestuurs-, leidinggevende en toezichthoudende organen |
Raadpleeg deel Programma inzake bestrijding van corruptie voor meer informatie over de aanpak van VGP.
De Groep is lid van de European Public Real Estate Association ("EPRA"). Op regionaal of nationaal niveau is de Groep lid van beroepsorganisaties zoals, in Duitsland, het Bundesverbund Logistik ("BVL").
De Groep ondersteunt ook het IIO – Institute for Real Estate Economics bij het verbeteren van de CRREM-tool door gegevens beschikbaar te stellen en input te leveren. De CRREM-tool heeft als doel de decarbonisatie en klimaatveranderingsbestendigheid van de commerciële vastgoedsector te versnellen.
De politieke invloed van de Groep is strikt beperkt tot wat is toegestaan volgens de toepasselijke Gedragscode en het Beleid inzake Politieke Bijdragen en volgens de toepasselijke wetgeving.
Elke vorm van politieke donatie of bijdrage in natura of financieel is strikt verboden door de Groep.
Specifieke liefdadigheidsbijdragen of sponsoring worden alleen uitgevoerd met liefdadigheidsinstellingen en entiteiten die geregistreerd zijn onder de lokale toepasselijke wetgeving. Het valt niet binnen het beleid van VGP om enige vorm van financiële steun te verlenen aan politieke partijen, vakbonden of religieuze organisaties.
Donaties aan liefdadigheidsinstellingen, initiatieven zonder winstoogmerk of sociale projecten houden het risico in dat fondsen of activa van waarde worden afgeleid voor persoonlijk gebruik of voordeel van een overheidsfunctionaris of een private partij. Voorzichtigheid is geboden als een potentiële bijdrage bestemd is voor een vennootschap die banden heeft met een overheidsfunctionaris. Alle bijdragen moeten vooraf worden gevalideerd door de CEO van de Groep. Een jaarlijkse lijst van alle sponsoractiviteiten en liefdadigheidsbijdragen van de Groep (meestal via de VGP Foundation) wordt bijgehouden en opgevolgd op Groepsniveau.
VGP houdt zich aan de wettelijke vereisten om jaarlijks Belgische lobbyactiviteiten te aan te geven en openbaar te maken op het Belgische Transparantieplatform in Openbare Aangelegenheden ("lobbyregister", www.dekamer.be)
In 2024 was het aantal gerapporteerde lobbyactiviteiten binnen de Groep nul en bedroegen de uitgaven voor politieke donaties en lobbyen € 0,00.
Onze groep zet zich in voor verantwoordelijke en tijdige betalingspraktijken en zorgt ervoor dat we consequent de afgesproken betalingstermijnen naleven. We streven ernaar om betalingen binnen de aangegeven termijnen te verwerken en leggen in het bijzonder de nadruk op het ondersteunen van kleinere leveranciers door facturen zo snel mogelijk te betalen. Deze aanpak weerspiegelt onze toewijding aan sterke en eerlijke zakenrelaties en bevordert het vertrouwen en de betrouwbaarheid in onze toeleveringsketen.
Het Kader voor Groene Financiering van VGP werd in 2019 geïntroduceerd als onderdeel van onze strategie om financieringsbronnen te diversifiëren. De Groep heeft besloten om een kader voor Groene Obligaties te ontwikkelen voor de financiering van nieuwe ontwikkelingsprojecten en/ of investeringen in eco-efficiëntie voor bestaande activa die voldoen aan de milieucriteria voor de bouw- en exploitatiefase zoals gedefinieerd in de procedure "Gebruik van opbrengsten" en hierna gespecificeerd. Groene Obligaties worden alleen gebruikt voor de financiering van weerbare activa die in aanmerking komen, in overeenstemming met een duidelijke procedure voor de toewijzing van middelen.
VGP gaf zijn eerste Groene Obligatie op de Euromarkt uit in maart 2021. In januari 2022 gaf de Groep zijn tweede Groene Obligatie (opgesplitst in twee tranches) op de euromarkt uit. Deze uitgiftes getuigen van het succes van de integrale focus van de Groep op ESG als onderdeel van de organisatie, investeringen en financiering. In totaal brachten de twee uitgiftes € 1,60 miljard op. Sinds december 2023 zijn alle opbrengsten aangewend voor een verscheidenheid aan donkere en lichtere groene beleggingen, waarbij de lichtste groene beleggingen zijn toegewezen aan gebouwen die ten minste BREEAM "Excellent" gekwalificeerd zijn.
De ESG-criteria van de Groene Obligaties werden door S&P Global/CICERO goedgekeurd. Ze zijn (i) afgestemd op de "Green Bond Principles" ("GBP") die in maart 2015 werden bijgewerkt en (ii) passen in de ESG-strategie van de Groep. Opbrengsten van Groene Obligaties uitgegeven onder dit kader zullen uitsluitend worden gebruikt voor de gehele of gedeeltelijke fi nanciering en/of herfi nanciering van "In aanmerking komende Activa", zoals beschreven in het Kader voor Groene Financiering.
De opbrengsten kunnen worden gebruikt om bestaande projecten te herfinancieren en nieuwe ontwikkelingen te financieren.
Projecten die in aanmerking komen zijn onder andere:
Aanvullende criteria en indicatoren die moeten worden gecontroleerd voor in aanmerking komende activa – waaronder EU-Taxonomie en CRREM, ook verwijzend naar deel 4.2.2.7 Openbaarmakingen op grond van artikel 8 van Verordening (EU) 2020/852 (Taxonomieverordening) en deel 4.2.2.2.7 Doelen inzake Klimaatmitigatie en Klimaatadaptatie (ESRS E1-4) worden gepubliceerd op de investeerderswebsite onder de volgende link: https://www.vgpparks.eu/nl/investeerders/ financiele-schuld/.
In overeenstemming met de interne analyse-, selectie- en monitoringprocedure voor Groene Obligaties van de Groep worden de fondsen die worden gegenereerd door de uitgifte van Groene Obligaties aangewend voor de geselecteerde activa op basis van een vooraf gedefinieerde lijst van "in aanmerking komende activa". De criteria worden hierboven voorgesteld en in detail uitgelegd in het Kader voor Groene Financiering dat beschikbaar is op de website van de Groep.
In het geval van een (volledige of gedeeltelijke) vervreemding van activa aan een van de Joint Ventures van de Groep tijdens de fi nancieringsperiode (d.w.z. vóór de vervaldatum van de obligatie-uitgifte), zullen de opbrengsten die aanvankelijk werden aangewend voor het vervreemde actief, opnieuw worden aangewend voor een ander "in aanmerking komend actief" van de Groep, op basis van hetzelfde proces. In het geval van een volledige vervreemding zal de equivalente activabasis opnieuw worden aangewend en in het geval van een vervreemding aan een van de Joint Ventures zal het resterende aandelenbelang worden weerspiegeld in de pro-rata aanwending van activa.
| Gebruik van categorieën | Groene obligatie – apr 2029 | Groene obligatie – jan 2027 | Groene obligatie – jan 2030 | Ter referentie: | |||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Toewijzing nettoobligatie opbrengsten (€) |
% van totale netto obligatieopbrengsten |
Toewijzing nettoobligatie opbrengsten (€) |
% van totale netto obligatieopbrengsten |
Toewijzing nettoobligatie opbrengsten (€) |
% van totale netto obligatieopbrengsten |
Toewijzing EIB-leningen (€) |
|
| Hernieuwbare energie | 63.037.369 | 10,50% | 3.596.694 | 0,70% | — | 0,00% | 55.395.630 |
| Groene gebouwen | 535.263.236 | 89,20% | 513.098.831 | 102,60% | 505.719.753 | 101,10% | |
| o/w EU Taxonomy conform | 515.933.236 | 86,00% | 310.134.027 | 62,00% | 333.783.545 | 66,80% | |
| Energie-efficiëntie | 23.582.376 | 3,90% | 6.649.967 | 1,30% | 11.341.405 | 2,30% | |
| Beheer van afval | — | 0,00% | — | 0,00% | — | 0,00% | |
| Duurzaam transport | 0,00% | — | 0,00% | 1.369.185 | 0,30% | ||
| Duurzaam waterbeheer | — | 0,00% | 1.939.695 | 0,40% | 2.691.320 | 0,50% | |
| (over)/niet toegewezen | -21.882.980 | -3,60% | -25.285.187 | -5,10% | -21.121.664 | -4,20% | 79.604.370 |
| Totale bruto opbrengst | 600.000.000 | 100,00% | 500.000.000 | 100,00% | 500.000.000 | 100,00% | 135.000.000 |
De aanwending van de opbrengsten van de uitstaande Groene Obligaties per 31 december 2024 wordt hieronder geïllustreerd:
De aanwending van de opbrengsten tussen CAPEX en herfinanciering:
| Gebruik van categorieën | Groene obligatie – apr 2029 | Groene obligatie – jan 2027 | Groene obligatie – jan 2030 | |||
|---|---|---|---|---|---|---|
| Toewijzing netto obligatie opbrengsten (€) |
% van totale netto obligatieopbrengsten |
Toewijzing nettoobligatie opbrengsten (€) |
% van totale netto obligatieopbrengsten |
Toewijzing nettoobligatie opbrengsten (€) |
% van totale netto obligatieopbrengsten |
|
| CAPEX financing | 575.491.069 | 95,90% | 323.097.588 | 64,60% | 416.368.732 | 83,30% |
| Refinancing | 46.391.911 | 7,70% | 202.187.599 | 40,40% | 104.752.932 | 21,00% |
| (over)/unallocated | -21.882.980 | -3,60% | -25.285.187 | -5,10% | -21.121.664 | -4,20% |
| Total gross proceeds | 600.000.000 | 100,00% | 500.000.000 | 100,00% | 500.000.000 | 100,00% |
* voor gebouwen die in aanbouw waren ten tijde van de obligatie-uitgifte wordt 50% verondersteld refi en 50% capex
Wat betreft de naleving van EU-Taxonomie wordt respectievelijk 86,0% (Apr-29), 62,0% (Jan-27) en 66,8% (Jan-30) van de proportionele opbrengsten aangewend voor beleggingen die in overeenstemming zijn met EU-Taxonomie per december 2024. Het deel van de portefeuille dat in overeenstemming is met EU-Taxonomie zal naar verwachting in de komende periode verder toenemen.
| Gebruik van categorieën | Groene obligatie – apr 2029 | Groene obligatie – jan 2027 | Groene obligatie – jan 2030 | |||
|---|---|---|---|---|---|---|
| Toewijzing netto obligatie opbrengsten (€) |
% van totale netto obligatieopbrengsten |
Toewijzing nettoobligatie opbrengsten (€) |
% van totale netto obligatieopbrengsten |
Toewijzing nettoobligatie opbrengsten (€) |
% van totale netto obligatieopbrengsten |
|
| CAPEX financiering | 515.933.236 | 86,0% | 310.134.027 | 62,0% | 333.783.545 | 66,8% |
| Herfinanciering | 105.949.745 | 17,7% | 215.151.160 | 43,0% | 187.338.119 | 37,5% |
| (over)/niet toegewezen | (21.882.980) | -3,6% | (25.285.187) | -5,1% | (21.121.664) | -4,2% |
| Totale bruto opbrengst | 600.000.000 | 100,0% | 500.000.000 | 100,0% | 500.000.000 | 100,0% |
* voor gebouwen die in aanbouw waren ten tijde van de obligatie-uitgifte wordt 50% verondersteld refi en 50% capex
| Land | BREEAM Outstanding |
BREEAM – Excellent |
DGNB – Platinum |
DGNB/OGNI – Gold |
Grand Totaal | % |
|---|---|---|---|---|---|---|
| Oostenrijk | — | — | — | — | — | — |
| Kroatië | — | — | — | — | — | — |
| Tsjechische Republiek | — | — | — | — | — | — |
| Denemarken | — | — | — | — | — | — |
| Frankrijk | — | — | — | — | — | — |
| Duitsland | — | — | 129.110.016 | 386.823.219 | 515.933.236 96% | |
| Hongarije | — | — | — | — | — | — |
| Italië | — | — | — | — | — | — |
| Letland | — | — | — | — | — | — |
| Nederland | — | — | — | — | — | — |
| Portugal | — | — | — | — | — | — |
| Roemenië | — | 19.330.000 | — | — | 19.330.000 4% | |
| Servië | — | — | — | — | — | — |
| Slowakije | — | — | — | — | — | — |
| Spanje | — | — | — | — | — | — |
| Totaal | 19.330.000 | 129.110.016 | 386.823.219 | 535.263.236 | ||
| % van Totaal | — | 3% | 22% | 64% | 600 000 000 |

| Land | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | Total | Total (Apr '29 Bond) |
|---|---|---|---|---|---|---|
| Oostenrijk | — | — | — | 873.400 | 873.400 | — |
| Kroatië | — | — | — | — | — | — |
| Tsjechische Republiek |
— | 73.038 | 2.869.960 | 380.000 | 3.322.998 | 73.038 |
| Denemarken | ||||||
| Frankrijk | — | — | — | 3.591.000 | 3.591.000 | — |
| Duitsland | 19.072.084 | 30.270.609 | 36.904.646 | 3.831.492 | 90.078.831 | 49.342.693 |
| Hongarije | 84.909 | — | — | 84.909 | 84.909 | |
| Italië | — | 704.348 | 3.131.513 | 25.515 | 3.861.376 | 704.348 |
| Letland | — | — | — | — | — | — |
| Nederland | 5.309.425 | 6.644.132 | 835.417 | — | 12.788.974 | 11.953.557 |
| Portugal | — | — | — | — | — | — |
| Roemenië | — | 530.824 | 1.068.176 | 72.100 | 1.671.100 | 530.824 |
| Servië | — | — | — | — | — | — |
| Slowakije | — | — | — | 679.320 | 679.320 | — |
| Spanje | — | 348.000 | — | 1.148.000 | 1.496.000 | 348.000 |
| Totaal | 24.466.418 38.570.951 44.809.712 10.600.827 | 118.447.908 | 63.037.369 |
Investeringen in energie-efficiëntie (luchtwarmtepompen, LED-verlichting, bewegingsmelders, enz.) specificatie per land (€ opbrengst toewijzing).
| Land | 2021–2023 | 2024 |
|---|---|---|
| Tsjechische Republiek |
— | 141.816 |
| Spanje | 1.450.949 | — |
| Duitsland | 11.089.470 | 7.488.449 |
| Hongarije | — | 504.221 |
| Italië | — | 1.581.314 |
| Portugal | — | 299.377 |
| Roemenië | — | 1.026.780 |
| Totaal | 12.540.418 | 11.041.957 |
Aanwending groene gebouwen per certificeringstype (aanwending van €-opbrengsten)
| Land | BREEAM Outstanding |
BREEAM – Excellent |
DGNB – Platinum |
DGNB/OGNI – Gold |
Grand Totaal | % |
|---|---|---|---|---|---|---|
| Oostenrijk | — | — | — | 70.246.000 | 70.246.000 13% | |
| Kroatië | — | 20.880.000 | — | — | 20.880.000 4% | |
| Tsjechische Republiek | — | — | — | — | — | — |
| Denemarken | — | — | — | — | — | |
| Frankrijk | — | — | — | — | — | — |
| Duitsland | — | — | 130.337.220 | 236.670.861 | 367.008.081 69% | |
| Hongarije | — | — | — | — | — | — |
| Italië | — | 4.767.750 | — | — | 4.767.750 1% | |
| Letland | — | — | — | — | — | — |
| Nederland | — | — | — | — | — | — |
| Portugal | — | 47.640.000 | — | — | 47.640.000 9% | |
| Roemenië | — | — | — | — | — | — |
| Servië | — | — | — | — | — | — |
| Slowakije | — | — | — | — | — | — |
| Spanje | — | 2.557.000 | — | — | 2.557.000 | — |
| Totaal | 75.844.750 | 130.337.220 | 306.916.861 | 513.098.831 | ||
| % van totaal | — | 13% | 22% | 51% | 500.000.000 |

VGP Park Giessen Am Alten Flughafen
Investeringen in energie-efficiëntie (luchtwarmtepompen, LED-verlichting, bewegingsmelders, enz.) specificatie per land (€ opbrengst toewijzing)
| Land | 2021–2023 | 2024 |
|---|---|---|
| Duitsland | 2.817.206 | — |
| Spanje | 348.000 | 431.489 |
| Totaal | 3.165.206 | 431.489 |
Investeringen in schoon vervoer (oplaadpunten voor elektrische voertuigen, fietsvoorzieningen, etc.) specificatie per land (€ toewijzing opbrengsten)
| Land | 2021–2023 |
|---|---|
| Tsjechische Republiek | 113.470 |
| Duitsland | 4.521.377 |
| Hongarije | 275.661 |
| Italië | 966.000 |
| Roemenië | 698.681 |
| Slowakije | 74.779 |
| Totaal | 6.649.967 |
Toewijzing duurzaam waterbeheer per land (€ opbrengst toewijzing)
| Land | 2021–2023 |
|---|---|
| Denemarken | 265.934 |
| Spanje | 629.556 |
| Duitsland | 1.010.644 |
| Italië | 33.560 |
| Totaal | 1.939.695 |
| Land | BREEAM Outstanding | BREEAM – Excellent | DGNB – Platinum | DGNB/OGNI – Gold | Grand Totaal | % |
|---|---|---|---|---|---|---|
| Oostenrijk | — | — | — | 126.649.560 | 126.649.560 24% | |
| Kroatië | — | — | — | — | — | — |
| Tsjechische Republiek | — | 57.878.969 | — | — | 57.878.969 11% | |
| Denemarken | — | — | — | — | — | — |
| Frankrijk | — | — | — | — | — | — |
| Duitsland | — | — | 50.717.490 | 163.547.500 | 214.264.989 40% | |
| Hongarije | — | — | — | — | — | — |
| Italië | — | — | — | — | — | — |
| Letland | — | — | — | — | — | — |
| Nederland | — | — | — | — | — | — |
| Portugal | — | 18.750.623 | — | — | 18.750.623 4% | |
| Roemenië | 11.940.000 | 28.420.000 | — | — | 40.360.000 8% | |
| Servië | — | — | — | — | — | — |
| Slowakije | — | — | — | — | — | — |
| Spanje | — | 47.815.611 | — | — | 47.815.611 9% | |
| Totaal | 11.940.000 | 152.865.204 | 50.717.490 | 290.197.060 | 505.719.753 | |
| % van totaal | 2% | 25% | 8% | 48% | 500.000.000 |

Investeringen in energie-efficiëntie (luchtwarmtepompen, LED-verlichting, bewegingsmelders, enz.) specificatie per land (€ opbrengst toewijzing)
| Land | 2021–2023 |
|---|---|
| Oostenrijk | 331.460 |
| Tsjechische Republiek | 380.825 |
| Frankrijk | 196.650 |
| Duitsland | 9.214.671 |
| Hongarije | 928.839 |
| Letland | 288.960 |
| Totaal | 11.341.405 |
Investeringen in schoon vervoer (oplaadpunten voor elektrische voertuigen, fietsvoorzieningen, etc.) specificatie per land (€ toewijzing opbrengsten)
| Land | 2023 | 2024 |
|---|---|---|
| Oostenrijk | 34.500 | — |
| Tsjechische Republiek | 8.250 | 36.078 |
| Spanje | 71.767 | 32.199 |
| Frankrijk | 33.000 | — |
| Duitsland | 256.707 | 518.384 |
| Hongarije | 39.372 | 46.385 |
| Italië | 42.000 | 64.832 |
| Letland | 6.000 | — |
| Nederland | 39.750 | — |
| Portugal | 43.500 | 9.500 |
| Roemenië | 21.000 | 39.802 |
| Slowakije | 15.000 | 11.160 |
| Totaal | 610.846 | 758.339 |
VGP Park Laatzen
VGP heeft een onafhankelijke bedrijfsrevisor ingeschakeld om te verifiëren dat de gefinancierde activa voldoen aan de criteria om in aanmerking te worden genomen. De rapportage over deze criteria en de verklaring van de onafhankelijke bedrijfsrevisor over de informatie met betrekking tot de aanwending van fondsen worden in het volgende deel voorgesteld.
Deze categorie omvat de fi nanciering en/of herfi nanciering van projecten, investeringen en uitgaven in producten, technologieën en diensten variërend van de opwekking en transmissie van energie tot de productie van gerelateerde apparatuur, waaronder onshore en off shore faciliteiten voor hernieuwbare energie. Hieronder vallen onder andere zonne-, wind-, waterkracht- en geothermische energieprojecten.
Van de 147 fotovoltaïsche projecten op de daken van VGP Parken zijn er 135 eigendom van en worden beheerd door VGP en hiervan zijn er 88 opgenomen in de aanwending van het Kader voor Groene Financiering. Hiervan waren 83 systemen operationeel in december 2024, wat overeenkomt met 117 MWp, en nog eens 5 systemen waren in aanbouw/wachten op aansluiting op het elektriciteitsnet, wat overeenkomt met 5 MWp.
De in aanmerking komende fotovoltaïsche investeringen hebben in 2024 groene energie opgewekt voor in totaal 83 GWh, wat overeenkomt met 34.677 TCO2e. Voor de berekening van de equivalente CO2-uitstoot is de gemiddelde netfactor van de portefeuille van VGP Parks van 0,4168 tCO2/MWh gebruikt:
| Werkelijke duurzame energie productie over het hele jaar |
2021 | 2022 | 2023 | 2024 |
|---|---|---|---|---|
| Productie over volledig jaar (MWh) | 8.216 | 27.449 | 44.496 | 83.199 |
| Emissiefactor (tCO2/MWh) | 0,308 | 0,3328 | 0,439 | 0,417 |
| Vermeden emissies (tCO2) | 2.529 | 8.450 19.534 | 34.677 |
Zie onderstaande tabel voor de capaciteits- en productiegegevens van de fotovoltaïsche systemen die zijn opgenomen in de toewijzing van het kader voor groene fi nanciering, opgesplitst per land. Alle activa zijn opgenomen in de Groene Obligatie – april 2029:
| Land | Geïnstalleerde capaciteit (MWp) | Productie 2024 (MWp) |
|---|---|---|
| Duitsland | 89,6 | 60.931 |
| Hongarije | — | 39 |
| Italië | 4,5 | 1.074 |
| Nederland | 22,5 | 20.381 |
| Spanje | 0,6 | 774 |
| Totaal | 117,2 | 83.199 |
Zie deel Hernieuwbare energie en 4.2.2.2.8 Energy Consumptie en Mix voor meer informatie over de initiatieven en KPI's van de Groep met betrekking tot de productie van hernieuwbare energie.
Het kader bepaalt dat in aanmerking komen: de financiering en/of herfinanciering van projecten, investeringen en uitgaven met betrekking tot vastgoedactiva die een BREAAM "Very Good" certificering (of gelijkwaardige DGNB Silver/LEED Silver rating) hebben ontvangen of ontworpen en bedoeld zijn om te ontvangen.
Als gevolg van de verbetering van de kwaliteit van de portefeuille van jaar tot jaar is de aanwending voor gebouwen sinds december 2023 verfijnd tot 100% aanwending aan groene gebouwcertificering van minimaal BREEAM "Excellent" of gelijkwaardig. Bovendien is de meerderheid van nu aangewend voor activa die voldoen aan de EU- Taxonomie, zie deel 4.3.3 Huidige aanwending van groene obligaties.
In totaal werden 248 in aanmerking komende bouwprojecten in kaart gebracht, waarvan 72 gebouwen werden aangewend in het kader van het Kader voor Groene Financiering, waarvan 50 gebouwen zijn voltooid en 22 in aanbouw zijn. De voltooide gebouwen zijn voornamelijk gebouwd sinds 2021. Aangezien dit zo'n nieuwe portefeuille is, geniet deze van de nieuwste ESG-kenmerken van onze bouwstandaard en groene energiebronnen.
De EPC-ratings die niet zijn bijgewerkt sinds de voltooiing van de bouwwerkzaamheden zullen genieten van de geïnstalleerde PV installaties sinds de EPC werd uitgegeven. Rekening houdend met de fotovoltaïsche installaties werden de pro-forma EPC-ratings als volgt opgesplitst per obligatie, met 80% van de gebouwen aangewend voor EPC B of beter:
| EPC Rating | Obligatie – april 2029 |
Obligatie – jan 2030 |
Obligatie – jan 2027 |
|---|---|---|---|
| A | 60% | 68% | 69% |
| B | 20% | 16% | 13% |
| C | 20% | 5% | 13% |
| D | — | 5% | — |
| E | — | 5% | 6% |
De aanwending van de 50 opgeleverde gebouwen per EPCband van het oorspronkelijke EPC-certificaat per obligatie is weergegeven in de onderstaande tabel. In totaal heeft 70% van de activa een EPC B of beter.
| EPC Rating | Obligatie – april 2029 |
Obligatie – jan 2030 |
Obligatie – jan 2027 |
|---|---|---|---|
| A | 33% | 47% | 25% |
| B | 27% | 32% | 44% |
| C | 27% | — | 25% |
| D | 13% | 16% | — |
| E | — | 5% | 6% |
Sommige EPC-ratings houden nog geen rekening met fotovoltaïsche energie die is geïnstalleerd nadat de EPC-rating werd afgegeven. Verwacht wordt dat een herwaardering van dergelijke gebouwen de EPC-score zal verbeteren.
De aangewende portefeuille van groene gebouwen beoordeeld met behulp van de nieuwste versie van de CRREM-tool (versie 2.05; zoals gepubliceerd in maart 2024) en heeft een broeikasgasemissiejaar van 2038, ervan uitgaande dat alle huidige fotovoltaïsche projecten in aanbouw/contract worden voltooid en aangesloten op het net.
De Groep heeft verschillende activaspecifi eke en portefeuillegebaseerde oplossingen geanalyseerd om de strandingsdatum te verbeteren. Op basis van de retrofi tplannen, warmtepompinitiatieven, de uitrol van fotovoltaïsche energie en de overgang naar groene elektriciteit wordt een upgrade naar een 1,5°C-conform traject overwogen. Meer details zijn te vinden in deel 4.2.2.2.7 Doelen inzake Klimaatmitigatie en Klimaatadaptatie (ESRS E1-4).
De verdeling van de aanwending voor de drie uitstaande groene obligaties wordt weergegeven in de onderstaande tabel.
Dankzij de gebruikte certificeringscontroles vooraf en de uniforme VGP-bouwnorm die voor alle bouwprojecten in heel Europa wordt gebruikt, kan een zeer hoge mate van vertrouwen worden uitgesproken voor de verwachte realisatie van het beoogde certificeringsniveau in het geval dit nog niet is voltooid. Als een project niet het vereiste certificeringsniveau behaalt, wordt het verwijderd uit de portefeuille van in aanmerking komende investeringen in groene gebouwen.
| Bouwvoor schriften |
Certificeringsniveau | Certifice ringsstatus |
Groene obligatie april 2029 |
Groene obligatie jan 2027 |
Groene obligatie jan 2030 |
|---|---|---|---|---|---|
| AUTEHR-B | ÖGNI – Gold | Doorlopend | x | ||
| AUTEHR-C | ÖGNI – Gold | Doorlopend | x | ||
| AUTGRA2-B | ÖGNI – Gold | Gerealiseerd | x | ||
| AUTGRA2-C | ÖGNI – Gold | Gerealiseerd | x | ||
| AUTLAX-A | ÖGNI – Gold | Doorlopend | x | ||
| AUTLAX-B | ÖGNI – Gold | Doorlopend | x | ||
| CZECEB-A | BREEAM – Excellent | Doorlopend | x | ||
| CZECEB-B | BREEAM – Excellent | Doorlopend | x | ||
| CZECEB-D | BREEAM – Excellent | Gerealiseerd | x | ||
| CZECEB-E | BREEAM – Excellent | Doorlopend | x | ||
| CZEOLO3-M | BREEAM – Excellent | Gerealiseerd | x | ||
| CZEOLO4-E | BREEAM – Excellent | Doorlopend | x | ||
| CZEPRO-C | BREEAM – Excellent | Gerealiseerd | x | ||
| CZEUST2-B | BREEAM – Excellent | Doorlopend | x | ||
| ESPCOR-A | BREEAM – Excellent | Doorlopend | x | ||
| ESPCOR-B | BREEAM – Excellent | Doorlopend | x | ||
| ESPMAR-A | BREEAM – Excellent | Doorlopend | x | ||
| ESPSEV-A | BREEAM – Excellent | Doorlopend | x | ||
| ESPSEV-B | BREEAM – Excellent | Doorlopend | x | ||
| ESPSFH-D2 | BREEAM – Excellent | Gerealiseerd | x | ||
| ESPVAL-C | BREEAM – Excellent | Doorlopend | x | ||
| GERBER4-M | DGNB – Gold | Gerealiseerd | x | ||
| GERERF-A | DGNB – Gold | Gerealiseerd | x | ||
| GERERF2-B | DGNB – Gold | Gerealiseerd | x | ||
| GERERF3-A | DGNB – Gold | Doorlopend | x | ||
| GERGOE2-C | DGNB – Gold | Gerealiseerd | x | ||
| GERHAL-B | DGNB – Gold | Gerealiseerd | x | ||
| GERHAL-C | DGNB – Gold | Gerealiseerd | x | ||
| GERHAL2-A | DGNB – Gold | Gerealiseerd | x | ||
| GERHDW-A | DGNB – Gold | Doorlopend | x | ||
| GERHDW-B | DGNB – Gold | Doorlopend | x | ||
| GERHDW-C | DGNB – Gold | Doorlopend | x | ||
| GERHDW2–A | DGNB – Gold | Doorlopend | x | ||
| GERHOH–A | DGNB – Gold1 | Doorlopend | x |
| Bouwvoor schriften |
Certificeringsniveau | Certifice ringsstatus |
Groene obligatie april 2029 |
Groene obligatie jan 2027 |
Groene obligatie jan 2030 |
|---|---|---|---|---|---|
| GERKOB–A | DGNB – Gold | Doorlopend | x | ||
| GERLAA–A | DGNB – Platinum | Gerealiseerd | x | ||
| GERLAA–B | DGNB – Platinum | Gerealiseerd | x | ||
| GERLAA–C | DGNB – Gold | Gerealiseerd | x | ||
| GERLAA–D | DGNB – Gold | Gerealiseerd | x | ||
| GERLEI–C1 | DGNB – Gold | Gerealiseerd | x | ||
| GERLEI–C2 | DGNB – Gold | Gerealiseerd | x | ||
| GERLFH–A | DGNB – Gold | Gerealiseerd | x | ||
| GERLUE–A | DGNB – Gold | Gerealiseerd | x | ||
| GERMAG–A | DGNB – Gold | Gerealiseerd | x | ||
| GERMAG–B | DGNB – Gold | Gerealiseerd | x | ||
| GERMAG–C | DGNB – Gold | Gerealiseerd | x | ||
| GERMAG–D | DGNB – Gold1 | Doorlopend | x | ||
| GERMAG–F | DGNB – Gold | Gerealiseerd | x | ||
| GERMUE–A | DGNB – Gold | Gerealiseerd | x | ||
| GERMUE–B | DGNB – Platinum | Gerealiseerd | x | ||
| GERMUE–C | DGNB – Platinum | Gerealiseerd | x | ||
| GERMUE–E | DGNB – Platinum | Gerealiseerd | x | ||
| GERMUE–F | DGNB – Platinum | Gerealiseerd | x | ||
| GEROBK–A | DGNB – Gold | Gerealiseerd | x | ||
| GEROBK–B | DGNB – Gold | Gerealiseerd | x | ||
| GEROBK–C | DGNB – Gold | Gerealiseerd | x | ||
| GEROBK–D | DGNB – Gold | Gerealiseerd | x | ||
| GERROS–A | DGNB – Gold | Gerealiseerd | x | ||
| GERSOL–A | DGNB – Gold | Gerealiseerd | x | ||
| GERWUS–A1 | DGNB – Gold | Gerealiseerd | x | ||
| HRVLUC–A.1 | BREEAM – Excellent | Doorlopend | x | ||
| ITAPAR2–A | BREEAM – Excellent | Gerealiseerd | x | ||
| PRTLOU–A | BREEAM – Excellent | Gerealiseerd | x | ||
| PRTLOU–B | BREEAM – Excellent | Gerealiseerd | x | ||
| PRTMON–A | BREEAM – Excellent | Doorlopend | x | ||
| PRTSIN–A | BREEAM – Excellent | Doorlopend | x | ||
| ROMARA–F | BREEAM – Excellent | Doorlopend | x | ||
| ROMARA–G | BREEAM – Excellent | Doorlopend | |||
| ROMBRA–B1 | BREEAM – Excellent | Doorlopend | x | ||
| ROMBRA–B2 | BREEAM – Excellent | Doorlopend | x | ||
| ROMBRA–I | BREEAM – Excellent | Gerealiseerd | x | ||
| ROMBUC–D | BREEAM – Outstanding Gerealiseerd | x | |||
| ROMTIM3–E | BREEAM – Excellent | Doorlopend | x |
1 GERHOH - A en GERMAG - D werden beiden met DGNB Platinum gecertificeerd in 2025
Zie deel 4.2.2.1.1 Details van Milieucertificeringen van Gebouwen voor meer informatie over de certificeringsprestaties en -initiatieven van de Groep.
De financiering en/of herfinanciering van projecten, investeringen en uitgaven gericht op energie-efficiëntiemaatregelen in bestaande of nieuwe (logistieke) gebouwen, magazijnen en technologieën (isolatie, LED-verlichting, bewegingsmelders, instrumenten voor energiemonitoring, enz.) en aanverwante diensten en producten.
Hoewel niet alle eco-efficiëntiemaatregelen afzonderlijk werden verantwoord, omvatten de geïdentificeerde maatregelen luchtwarmtepompen, energiebesparende LED-investeringen, zonwering en het verplaatsen van sensoren in kantoren om het energieverbruik te verminderen. Een totaal van 165 uitgaven en renovatieprojecten verspreid over de gebouwenportefeuille hebben geresulteerd in ongeveer € 62 miljoen aan extra in aanmerking komende investeringen, de proportionele in aanmerking komende uitgaven bedragen € 42 miljoen.
Goed gedimensioneerde warmtepompinstallaties in plaats van gasverwarming helpen het gasverbruik van onze gebouwen te verminderen. Bovendien maken dergelijke HVAC-installaties het eenvoudiger om verschillende delen van het magazijn afzonderlijk te verwarmen of te koelen, afhankelijk van benutting en gebruik. Geautomatiseerde regelingen helpen verder bij het optimaliseren van de werking van HVAC-systemen op basis van benutting en temperatuurinstellingen in kantoren.
Op basis van het gemiddelde gasverbruik per m² van een op gas aangesloten gebouw in de VGP-portefeuille over 2024 en ervan uitgaande dat de luchtwarmtepomp wordt gevoed door grijze elektriciteit van het net, en op basis van een prestatiecoëfficiënt van 3,0x voor de luchtwarmtepompen, is de hoeveelheid MWhs die wordt vermeden door de warmtepompinstallaties over 2024 19.820 MWh, gelijk aan 1.361 tCO2-uitstoot.
| Vermeden energieverbruik en emissies | 2024 |
|---|---|
| Vermeden energieverbruik (MWh) | 19.820 |
| Emissiefactor (tCO2/MWh) | 0,0687 |
| Vermeden emissies (tCO2) | 1.361 |
Details over de energie-efficiëntiemaatregelen en gerelateerde KPI"s worden meer in detail besproken in deel 4.2.2.2.7 Doelen inzake Klimaatmitigatie en Klimaatadaptatie (ESRS E1-4).
De financiering en/of herfinanciering van projecten, investeringen en uitgaven die betere recyclingpercentages bevorderen. De Groep heeft geen investeringen geïsoleerd die specifiek betrekking hebben op afvalbeheer. Zie deel 4.2.2.6.2. Beleid ten aanzien van Materiaalgebruik en Circulaire Economie (ESRS E5-1) voor meer informatie over de gebruikersgegevens en KPI's van de Groep op het gebied van afvalbeheer en initiatieven ter verbetering van het afvalbeheer.
De financiering en/of herfinanciering van projecten, investeringen en uitgaven die schoon vervoer bevorderen (oplaadstations voor elektrische voertuigen, fietsvoorzieningen, enz.). De Groep heeft zich tot doel gesteld om connectiviteit en duurzame mobiliteit te ontwikkelen door elk VGP Park uit te rusten met EV-laadstations en toegang tot openbaar vervoer.
De gerapporteerde investeringen in elektrische oplaad- en fietsparkeervoorzieningen in de VGP Parken tot 2024 bedragen € 2,3 miljoen in 105 VGP-gebouwlocaties, wat de locaties weergeeft waar EV-opladers zijn geïnstalleerd en de kostenbasis kon worden geïsoleerd. De proportionele in aanmerking komende uitgaven bedragen € 1,4 miljoen. Op basis van een extrapolatie van de verbruiksgegevens van de locaties waarvoor laadgegevens beschikbaar zijn, bedraagt het totale aantal KWh dat wordt geladen op VGP-laadlocaties in 2024 314 MWh, of 1,9 miljoen kilometer wegverkeer, wat overeenkomt met een vermeden emissies van 94 tCO2.
| Vermeden emissies | 2024 |
|---|---|
| Totaal EV-opladen (MWh) | 314 |
| Veronderstelde afgelegde KM's1 | 1.881.596 |
| Vermeden emissies (kgCO2/km)2 | 0,500 |
| Vermeden emissies (tCO2) | 94 |
Let op: deze gegevens zijn gebaseerd op een extrapolatie van locaties waarvoor tariferingsgegevens beschikbaar zijn.
De financiering en/of herfinanciering van projecten, investeringen en uitgaven die duurzaam waterbeheer Dbevorderen (zoetwaterverbruik verminderen, regenwater opvangen en recyclen, groene daken enz.). Geselecteerde in aanmerking komende projecten:
| Park | Project | |||
|---|---|---|---|---|
| VGP Park München | Infiltratiebekken zuid incl. planten/vegetatie | |||
| VGP Park Gottingen | Regenwaterkanalen met regenwaterretentiebekken | |||
| VGP Park Buseck | Gebruik van regenwater voor toiletvoorzieningen (reservoir, leidingen, scheidingssystemen, technologie) en Infiltratie van regenwater in het regenwaterretentiebekken |
|||
| VGP Park Magdeburg Regenwaterkanalen met groot regenwaterretentiebekken gecombineerd en verbonden (via transportgeulen) met verschillende kleinere bekkens met overloop en smoorsysteem |
||||
| VGP Park Roosendaal Infiltratiekratten, installatie gebouwd onder gebouw voor wateroverloop en retentie (onafhankelijk van openbare riolering) |
||||
| VGP Park Berlin | Volledig groen dak voor waterretentie en stimulering van biodiversiteit |
|||
| VGP Park Kladno | Regenwaterkanalen met regenwaterretentiebekken | |||
| VGP Park České Budějovice |
Regenwaterkanalen met regenwaterretentiebekken |
In 2024 verzamelden de waterbeheerprojecten 171,028 m3 regenwater/grijs water op de site, dat gedeeltelijk werd gebruikt voor reiniging en om groene ruimten te besproeien.
Raadpleeg deel 4.2.2.4. Water en Mariene Hulpbronnen (ESRS E3) voor meer informatie over de gebruikersgegevens en KPI's voor waterbeheer van de Groep en initiatieven ter verbetering van het waterbeheer.
2 Gebaseerd op de emissiefactor voor dieselvoertuigen (0,15 kgCO2/km) minus de emissiefactor voor grijze elektriciteit (0,08 kgCO2/km) voor het opladen van EV-voertuigen (gewogen volgens autogebruik in VGP-landen)
1 Gebaseerd op een verondersteld gemiddeld bereik van 0,19 kwh/km van nieuwe Europese BEV's (bron: MDPI: Energieverbruik van elektrische voertuigen in Europa - Weiss, Winbush, augustus 2024)
VGP heeft Cicero Shades of Green, onderdeel van S&P Global, als externe beoordelaar gevraagd om de aanwending te toetsen aan de criteria van het Kader voor Groene Financiering en de impactmaatstaven voor relevantie en transparantie. De verklaring over de informatie met betrekking tot de aanwending van fondsen van Cicero Shades of Green is hieronder beschikbaar. Het originele document inclusief disclaimers is ook beschikbaar op de website van VGP.
12 maart, 2025
Dit verslag werd opgesteld door S&P op basis van de "Shades of Green"-methodologie. Op 1 december 2022 nam S&P Global Shades of Green over van CICERO.
S&P Global heeft de elementen van het 2024 ESRS-verslag van VGP ("Verslag") met betrekking tot zijn groene financieringsactiviteiten beoordeeld. We hebben getoetst aan de criteria, en impactmaatstaven voor relevantie en transparantie opgenomen in het Kader voor Groene Financiering van VGP (gedateerd maart 2021, het "Kader").
Wij zijn van mening dat de aanwendingen in het verslag in overeenstemming zijn met het Kader. We verwelkomen het feit dat VGP vereisten voor in aanmerking komende activa aanneemt die verder gaan dan de vereisten van het Kader, bijvoorbeeld hogere certificeringsnormen, om aan te sluiten bij de zich ontwikkelende verwachtingen van de markt. De groene portefeuille weerspiegelt verder de ambities en benaderingen van VGP als emittent op het gebied van klimaat en milieu, zoals bijvoorbeeld blijkt uit het stijgende percentage gebouwen in de groene portefeuille die volgens VGP is afgestemd op de EU-Taxonomie.
Wij zijn van mening dat het Verslag relevante en transparante impactmaatstaven gebruikt. Met name voor groene gebouwen verwelkomen we de extra context die het Verslag biedt (bijv. over EPC-ratings, EU-taxonomie-afstemming en CRREM-afstemming) die extra kleur geven aan de impact van groene obligaties. We beschouwen het als een sterk punt dat VGP de transparantie in zijn verslaglegging van jaar tot jaar heeft vergroot, bijvoorbeeld door extra informatie over EPC-niveaus in het Verslag op te nemen.
Tot slot zijn we van mening dat het Verslag in overeenstemming is met de kernprincipes en aanbevelingen in ICMA's Handbook – Harmonized Framework for Impact Reporting (juni 2023).1
VGP heeft onder het Kader twee groene obligaties uitgegeven voor een totaalbedrag van EUR 1,6 miljard. De eerste, uitgegeven in maart 2021, bracht EUR 600 miljoen op en de tweede, uitgegeven in januari 2022, bracht EUR 1 miljard op in twee tranches van EUR 500 miljoen. De aanwending wordt gerapporteerd op 31 december 2024, met in aanmerking komende activa in de groene portefeuille van VGP van in totaal ongeveer EUR 1,67 miljard.
Wij zijn van mening dat de aanwendingen in het Verslag in overeenstemming zijn met het Kader – zie Bijlage 1 voor een gedetailleerd overzicht.
Het Kader kreeg in onze Second Party Opinion de algemene beoordeling Medium Green.2 De projectcategorieën waren Donkergroen (hernieuwbare energie, afvalbeheer, schoon vervoer en duurzaam water- en afvalwaterbeheer), Licht tot Medium Groen (energie-efficiëntie) en Licht Groen (groene gebouwen). Figuur 1 toont de aanwendingen per Tint Groen, waaruit blijkt dat ongeveer 93% van de activa in de groene portefeuille gebouwen zijn. Op basis van de Tinten Groen die voor de projectcategorieën worden aangewend, zijn de investeringen in de groene portefeuille van VGP daarom – op zichzelf – niet representatief voor de Medium Green arcering die aan het Kader is toegekend, hoewel we nota nemen van de holistische benadering van VGP van de klimaat- en milieuprestaties van zijn portefeuille van groene gebouwen.
1 ICMA Handboek 2 VGP SPO


Figuur 1: Aanwending per SPO Groene schaduw. De arcering is gebaseerd op de evaluatie op het moment van uitgifte en weerspiegelt geen verificatie achteraf van het project.
VGP rapporteert impacts per 31 december 2024. Wij zijn van mening dat VGP een transparante en relevante impactrapportage biedt. Over het geheel genomen schetst het verslag een goed en duidelijk beeld van de impacts aangevuld met nuttige context en beschrijving, inclusief verwijzing naar de aanpak van VGP op emittentniveau. Zie Bijlage 1 voor een gedetailleerd overzicht.
S&P Global biedt een beoordeling van de jaarlijkse rapportage van VGP op basis van documentatie verstrekt door de emittent en informatie verzameld tijdens teleconferenties en e-mailcorrespondentie met VGP. VGP is als enige verantwoordelijk voor het verstrekken van accurate informatie. Alle financiële aspecten van de duurzame financiële verslaglegging – inclusief de financiële prestaties van de obligatie en de waarde van eventuele beleggingen in de obligatie – vallen buiten ons bereik, net als algemene governancekwesties zoals corruptie en misbruik van fondsen. S&P Global valideert noch certificeert het bestaan van investeringen en valideert noch certificeert de klimaateffecten van investeringen. Ons doel was om een beoordeling te geven van de mate waarin de obligatie heeft voldaan aan de aanwendings- en rapportagecriteria die zijn vastgelegd in het Kader. De beoordeling is bedoeld om VGP, investeerders en andere geïnteresseerde stakeholders in de groene obligatie van VGP te informeren en is gemaakt op basis van de informatie die aan ons is verstrekt. S&P Global kan niet aansprakelijk worden gesteld als schattingen, bevindingen, meningen of conclusies onjuist zijn. Onze beoordeling volgt niet de standaarden voor verificatie of betrouwbaarheid en we kunnen daarom geen zekerheid geven dat de voorgestelde informatie geen materiële afwijkingen bevat.

| Categorie | Beschrijving | Toetsing aan kadercriteria | Impactmaatstaven | Relevantie van maatstaven | Overwegingen met betrekking tot transparantie |
|---|---|---|---|---|---|
| Hernieuwbare Energie |
• Projecten, investeringen en uitgaven in producten, technologieën en diensten variërend van de opwekking en transmissie van energie tot de fabricage van aanverwante apparatuur, waaronder onshore en offshore faciliteiten voor hernieuwbare energie. Dit omvat onder andere zonne-, wind-, waterkracht- en geothermische energieprojecten. |
Geen afwijkingen geïdentificeerd • De projecten die gefinancierd worden in de categorie duurzame energieprojecten zijn zonnepanelen en geothermische verwarmingsprojecten. |
• Totaal opgewekte energie (MWh). • Vermeden CO2- uitstoot (tCO2e). |
• Maatstaven zijn relevant en productie, capaciteit en vermeden emissies worden genoemd als kernindicatoren in het ICMA Handbook – Harmonized Framework for Impact Reporting. |
• Capaciteit, productie en vermeden emissies worden gerapporteerd op portefeuillebasis. • Voor vermeden emissies gebruikt VGP de gemiddelde netfactor van de Europese landen waarin hij actief is. Transparantie hierover is welkom. • Er worden geen kwantitatieve effecten gegeven voor de geothermische verwarmingsprojecten – dit wordt beschouwd als een kleine omissie. |
| Groene Gebouwen |
• Projecten, investeringen en uitgaven met betrekking tot onroerend goed dat een BREEAM "Very Good"-certificering (of gelijkwaardige DGNB/LEED classificatie) heeft ontvangen, of ontworpen en bedoeld is om te ontvangen. |
Geen afwijkingen geïdentificeerd • In het Verslag staat dat alle gebouwen in de groene portefeuille de kadercriteria overtreffen en ten minste BREEAM "Excellent" of DGNB/OGNI "Gold" halen. We verwelkomen dat de prestaties van de portefeuille in de loop van de tijd verbeteren. • Het rapport bevat nuttige contextuele informatie over toewijzingen, met name over de afstemming op de EU-Taxonomie, EPC-niveaus en CRREM-prestaties. |
• Milieucertificering bereikt of naar verwachting te bereiken. • EPC-niveaus (%). |
• Certificeringsstandaard (inclusief milieucertificeringen zoals BREEAM en EPC's) is opgenomen als kernindicator in het ICMA Handbook – Harmonized Framework for Impact Reporting. |
• VGP rapporteert milieucertificering op projectbasis. • Aangezien milieucertificaten geen garantie bieden voor bijvoorbeeld een bepaald energiegebruik, zou VGP kunnen overwegen om te rapporteren over aanvullende maatstaven zoals energiegebruik op absolute basis en op basis van intensiteit. We juichen het dan ook toe dat in het Verslag het EPC niveau van de gebouwen in de portefeuille wordt opgenomen (op procentuele basis). |
| Energie Efficiëntie |
• Projecten, investeringen en uitgaven gericht op energie-efficiëntiemaatregelen in bestaande of nieuwe (logistieke) gebouwen, magazijnen. • Technologieën (isolatie, LED-verlichting, bewegingsmelders, energiemonitoring enz.) en aanverwante diensten en producten, inclusief installatie. |
Geen afwijkingen geïdentificeerd • Het Verslag geeft geen opsomming van alle in aanmerking komende energie-efficiëntiemaatregelen. Volgens het Verslag omvatten investeringen in de categorie energie-efficiëntie HVAC-systemen, LED investeringen, zonwering en bewegende sensoren om het energieverbruik te verminderen. |
• Vermeden energieverbruik (MWh) • Vermeden emissies (tCO2) |
• Maatstaven zijn relevant en energiebesparingen en vermeden emissies worden genoemd als kernindicatoren in het ICMA Handbook – Harmonized Framework for Impact Reporting. |
• VGP geeft informatie over de referentieniveaus die worden gebruikt voor de berekening van het vermeden energieverbruik en hoe de emissiefactoren voor de berekening van de vermeden emissies worden afgeleid. • Volgens VGP omvat de berekening het merendeel van de investeringen in energie-efficiëntie, en niet alle. |
| Schoon Vervoer |
• Laadstations voor elektrische voertuigen. • Fietsvoorzieningen. |
Geen afwijkingen geïdentificeerd • Volgens het Verslag zijn de investeringen in de categorie schoon vervoer het opladen van elektrische voertuigen en fietsenstallingen op 105 locaties. |
• Totaal EV-opladen (KWh) • Veronderstelde afgelegde autokilometers • Vermeden emissies per km (kgCO2km) • Vermeden emissies (tCO2) |
• Maatstaven zijn relevant en/of zijn opgenomen in het ICMA Handbook – Harmonized Framework for Impact Reporting als kernindicatoren of 'andere duurzaamheidsindicatoren'. |
• VGP geeft voldoende en transparante informatie over hoe hij de effecten heeft berekend. Volgens het Verslag is de berekening beperkt tot sites waarvoor laadgegevens beschikbaar zijn. |
| water- en afval waterbeheer |
• Vermindering van zoetwaterverbruik. • Regenwater opvangen en hergebruiken. • Groene dakbedekking. |
Geen afwijkingen geïdentificeerd • In het Verslag worden niet alle in aanmerking komende water-/afvalwaterprojecten genoemd, maar geselecteerde projecten, zoals de aanleg van regenwaterkanalen met een opvangbekken voor regenwater, het gebruik van regenwater voor toiletvoorzieningen en de ontwikkeling van groene daken voor het vasthouden van water. |
• Opgevangen en hergebruikt regenwater/ regenwater (m³) |
• Hergebruik van water is opgenomen als kernindicator in het ICMA Handbook – Harmonized Framework for Impact Reporting. |
• VGP rapporteert over voltooide projecten voor deze projectcategorie. Effecten voor projecten die momenteel in aanbouw zijn, zullen na voltooiing worden gerapporteerd. |
Onafhankelijk betrouwbaarheidsverslag over geselecteerde milieu-, sociale en bestuurlijke informatie gepubliceerd in het Jaarverslag van VGP NV voor het jaar eindigend op 31 december 2024
Aan de raad van bestuur,
Wij werden aangesteld door VGP NV ("de Vennootschap") om een beperkte betrouwbaarheidsopdracht uit te voeren met betrekking tot geselecteerde milieu-, sociale en bestuurlijke informatie ("Geselecteerde Informatie"), gepubliceerd in het Jaarverslag van de Vennootschap voor het jaar eindigend op 31 december 2024. Bij het opstellen van de Geselecteerde Informatie heeft VGP NV de Toepasselijke Criteria/Basis voor Verslaggeving toegepast zoals uiteengezet in toelichtingen 4.2.1.1.1 Algemene grondslag voor het opstellen van de duurzaamheidsverklaring (ESRS 2 BP-1) tot 4.2.1.1.2 Rapportage over specifi eke omstandigheden (ESRS 2 BP-2) in het deel 4.2.1 Algemene Toelichtingen (ESRS 2) van het Jaarverslag. De Geselecteerde Informatie dient gelezen en begrepen te worden samen met de Toepasselijke Criteria. De Geselecteerde Informatie die binnen de reikwijdte van onze opdracht valt is opgenomen in onderstaande tabel en is onderstreept in deel 4.2.2.2.9 Bruto Scope 1-, 2-, 3-emissies en totale Broeikasgasemissies (ESRS E1-6) onderstreept van het Jaarverslag:
| Selected Information | Applicable Criteria |
|---|---|
| Scope 1 – in tnCO2e | GHG Protocol |
| Scope 2 – in tnCO2e (Markt en locatiebasis) | GHG Protocol |
| Scope 3 Emissies gerelateerd aan de portefeuille in gebruik, categorie 13, downstream geleasede activa ) in tnCO2e |
GHG Protocol |
Op basis van onze werkzaamheden zoals beschreven in dit verslag, is niets onder onze aandacht gekomen dat ons doet aannemen dat de bovenvermelde Geselecteerde Informatie zoals gepubliceerd in het Jaarverslag van VGP NV niet, in alle van materieel belang zijnde opzichten, is opgesteld in overeenstemming met de Toepasselijke Criteria.
De raad van bestuur van VGP NV is verantwoordelijk voor het opstellen van de Geselecteerde Informatie en de verwijzingen hiernaar in het Jaarverslag, alsook voor de verklaring dat de rapportering voldoet aan de vereisten van de Toepasselijke Criteria.
De raad van bestuur is ook verantwoordelijk voor:
Onze verantwoordelijkheid is het geven van een conclusie over de Geselecteerde Informatie op basis van onze werkzaamheden. Wij hebben onze opdracht uitgevoerd in overeenstemming met de International Standard on Assurance Engagements ISAE 3000 (Revised) Assurance Engagements Other than Audits or Reviews of Historical Financial Information, uitgevaardigd door de International Auditing and Assurance Standards Board (IAASB), om aan te geven of ons iets ter ore is gekomen op basis waarvan wij zouden moeten concluderen dat de Geselecteerde Informatie niet, in alle van materieel belang zijnde opzichten, is opgesteld in overeenstemming met de Toepasselijke Criteria. Met toepassing van deze standaarden zijn onze werkzaamheden gericht op het verkrijgen van een beperkte mate van betrouwbaarheid dat de Geselecteerde Informatie geen onjuistheden van materieel belang bevat. De werkzaamheden die worden verricht bij een betrouwbaarheidsopdracht met een beperkte mate van betrouwbaarheid verschillen qua aard en timing van, en zijn geringer in omvang dan bij een betrouwbaarheidsopdracht met een redelijke mate van betrouwbaarheid, waardoor de mate van betrouwbaarheid die wordt verkregen bij een betrouwbaarheidopdracht met een beperkte mate van betrouwbaarheid substantieel lager is dan de mate van betrouwbaarheid die verkregen zou zijn indien een betrouwbaarheidsopdracht met een redelijke mate van betrouwbaarheid zou zijn uitgevoerd. Onze werkzaamheden zijn uitgevoerd op de door VGP NV verzamelde en bewaarde gegevens binnen de reikwijdte van de verslaggeving zoals hierboven vermeld. Onze conclusie heeft daarom alleen betrekking op de bovengenoemde Geselecteerde Informatie en niet op alle informatie die is opgenomen in het Jaarverslag. De beperkte mate van betrouwbaarheid op de Geselecteerde Informatie is alleen uitgevoerd op de Geselecteerde Informatie over het jaar eindigend op 31 december 2024. Wij zijn verplicht onze werkzaamheden te plannen en uit te voeren om de gebieden aan te pakken waarvan wij hebben vastgesteld dat er waarschijnlijk een afwijking van materieel belang zal ontstaan in de beschrijving van de ondernomen activiteiten met betrekking tot de Geselecteerde Informatie. De door ons uitgevoerde werkzaamheden zijn gebaseerd op onze professionele oordeelsvorming. Bij het uitvoeren van onze werkzaamheden ter verkrijging van een beperkte mate van betrouwbaarheid bij de beschrijving van de werkzaamheden die zijn uitgevoerd met betrekking tot de Geselecteerde Informatie, hebben wij de volgende werkzaamheden uitgevoerd:
Wij passen International Standard on Quality Management 1 toe en hanteren dienovereenkomstig een uitgebreid systeem van kwaliteitsbeheersing, inclusief gedocumenteerd beleid en procedures met betrekking tot de naleving van ethische vereisten, professionele standaarden en toepasselijke wettelijke en regelgevende vereisten. Bij het uitvoeren van onze opdracht hebben we voldaan aan de onafhankelijkheids- en andere ethische vereisten van de Code of Ethics for Professional Accountants uitgegeven door de International Ethics Standards Board for Accountants ("IESBA"), die is gebaseerd op fundamentele beginselen van integriteit, objectiviteit, vakbekwaamheid en zorgvuldigheid, vertrouwelijkheid en professioneel gedrag.
Wij hebben een beperkte mate van betrouwbaarheid verkregen bij het opstellen van de Geselecteerde Informatie in overeenstemming met de Toepasselijke Criteria. Alle betrouwbaarheidsopdrachten hebben inherente beperkingen. Elke interne controlestructuur, hoe effectief ook, kan de mogelijkheid dat fraude, fouten of onregelmatigheden voorkomen en onopgemerkt blijven niet uitsluiten en omdat wij in onze opdracht selectieve tests uitvoeren, kunnen wij niet garanderen dat fouten of onregelmatigheden, indien aanwezig, worden ontdekt. De zelf gedefinieerde Toepasselijke Criteria, de aard van de Geselecteerde Informatie en de afwezigheid van consistente externe standaarden maken het mogelijk om verschillende, maar aanvaardbare, meetmethodes toe te passen die kunnen resulteren in verschillen tussen entiteiten. De gehanteerde meetmethoden kunnen ook van invloed zijn op de vergelijkbaarheid van de Geselecteerde Informatie die wordt gerapporteerd door verschillende organisaties en van jaar tot jaar binnen een organisatie naarmate de methoden zich ontwikkelen.
Gebruik van ons verslag
Dit verslag is enkel opgesteld voor de raad van bestuur van VGP NV in overeenstemming met ISAE 3000 (Herzien) en onze overeengekomen opdrachtvoorwaarden. Onze werkzaamheden werden uitgevoerd met het oog op de mededeling aan de raad van bestuur van de zaken die wij overeengekomen zijn te vermelden in dit verslag en voor geen enkel ander doel. Zonder enige verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid op ons te nemen of te aanvaarden met betrekking tot dit verslag voor anderen dan de Vennootschap en haar raad van bestuur, erkennen wij dat de raad van bestuur ervoor kan kiezen dit verslag openbaar te maken voor anderen die er toegang toe wensen, hetgeen onze verantwoordelijkheden voor geen enkel doel of op geen enkele basis beïnvloedt of uitbreidt. Voor zover bij wet toegelaten, aanvaarden of nemen we geen verantwoordelijkheid ten opzichte van iemand anders dan VGP NV en haar raad van bestuur als college, voor ons werk, voor dit verslag of voor de conclusies die we hebben gevormd.
Deloitte Bedrijfsrevisoren/Réviseurs d'Entreprises BV/SRL Vertegenwoordigd door Sofian Milad
In 2024 heeft VGP ernaar gestreefd om de huidige Duurzaamheidsverklaring in overeenstemming te brengen met de Richtlijn 2022/2464 van de Europese Unie van 14 december 2022, tot wijziging van Verordening nr. 537/2014, Richtlijn 2004/109/ EG, Richtlijn 2006/43/EG en Richtlijn 2013/34/EU, wat de duurzaamheidsverslaggeving door bedrijven betreft (de "Corporate Sustainability Reporting Directive" of "CSRD"). De Duurzaamheidsverklaring van VGP voor 2024 bestaat uit het huidige Hoofdstuk "Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen" van het geïntegreerde jaarverslag van de Groep voor 2024, aangevuld met elementen in Hoofdstuk Profiel (businessmodel) en Hoofdstuk Renumeratie Rapport (beleid inzake bedrijfsethiek). In overeenstemming met de EU Taxonomie-verordening publiceert VGP het aandeel van zijn in aanmerking komende en afgestemde activiteiten. De EU Taxonomie heeft als doel een uniform classificatiesysteem voor economische activiteiten op te zetten om te bepalen of deze activiteiten als "ecologisch duurzaam" (of "groen") kunnen worden beschouwd. Het in aanmerking komende en afgestemde aandeel van de omzet, CAPEX en OPEX van VGP-activiteiten worden voorgesteld in deel 4.2.2.7 Informatieverschaffing overeenkomstig artikel 8 van Verordening (EU) 2020/852 (Taxonomieverordening).
Het Geïntegreerde Jaarverslag 2024 van VGP voldoet ook aan de "Best Practices Recommendations on Sustainability Reporting" ("sBPR") opgesteld door de EPRA. Voor het Geïntegreerde Jaarverslag 2023 ontving VGP de EPRA Silver Award voor verslaggeving in overeenstemming met de EPRA sBPR
Sinds 2020 volgt VGP de richtlijnen van het "Global Reporting Initiative" ("GRI"). Het Geïntegreerde Jaarverslag 2024 van VGP werd opgesteld in overeenstemming met de GRI-standaarden: Core option.
In de Duurzaamheidsverklaring van de Groep voor 2024 wordt ernaar gestreefd om aan te sluiten bij de aanbevelingen van de TCFD, waarin het belang wordt erkend van het vergroten van de transparantie van klimaatgerelateerde risico's en kansen, het bevorderen van beter geïnformeerde financiële besluitvorming en het bouwen aan een veerkrachtiger financieel systeem. Vergelijkingstabellen van de duurzaamheidsrapportage van de Groep voor 2024 met de kaders van EPRA en GRI, en met de kernelementen van klimaatgerelateerde financiële informatie van de TCFD, zijn beschikbaar in het deel 'Duurzaamheid' op de website van de Groep. De ESG-Strategie van de Groep is bovendien afgestemd op de Duurzame Ontwikkelingsdoelen ("Sustainable Development Goals", afgekort "SDG's") van de Verenigde Naties. De bijdragen aan de SDG's worden beschreven in de Bijlagen deel 4.4.4. Bijdrage van de ESG-Strategie van de Groep aan de Duurzame Ontwikkelingsdoelen van de Verenigde Naties.
VGP is opgenomen in erkende niet-financiële (ESG) prestatieindices.
De ESG-beoordelingen van de Groep door niet-financiële ratingbureaus werden bijgewerkt in 2024:
— GRESB – Ontwikkelaar: in 2024, met een score van 95/100, kreeg de Groep een "4 sterren"-rating, het hoogste prestatieniveau in de GRESB benchmark onder zijn gelijken, en plaatste zich in de top 18% van de benchmark;
In 2024 maakt VGP deel uit van de Euronext BEL 20 ESG-index.

| Bedrijfsethiek | |||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Verbonden risico | |||||||
| Risico op omkoping en corruptie, witwassen van geld en financiering van terrorisme of niet-naleving van de bepalingen inzake kartelbestrijding |
|||||||
| Niet transparante rapportage van lobbyactiviteiten | |||||||
| Inbreuk op persoonsgegevens en cyberbeveiliging | |||||||
| Gezondheid, veiligheid en welzijn van de mensen in onze gebouwen | |||||||
| Verbonden risico | |||||||
| Er wordt geen veilige en gezonde omgeving geboden aan werknemers, huurders en contractanten | |||||||
| Menselijk Kapitaal | |||||||
| Verbonden risico | |||||||
| Niet-betrokkenheid van werknemers | |||||||
| Gebrek aan sleutelcompetenties | |||||||
| Gebrek aan profieldiversiteit | |||||||
| Verankering in de lokale gemeenschap | |||||||
| Verbonden risico | |||||||
| Onvoldoende bijdrage aan lokale sociale en economische ontwikkelingen | |||||||
| Risico op lokaal protest en risico dat activiteiten op lokaal niveau niet aanvaard worden | |||||||
| Milieu beschermen | |||||||
| Verbonden risico | |||||||
| Water-, bodem-, en luchtverontreiniging gelinkt aan ontwikkelingsprojecten en bestaande activa | |||||||
| Het niet-identificeren van bestaande verontreiniging in verworven ontwikkelingsprojecten en bestaande activa | |||||||
| Kansen niet benutten en verwachtingen veranderen naar landschapsarchitectuur en op de natuur gebaseerde oplossingen |
|||||||
| Verantwoorde Toeleveringsketen | |||||||
| Verbonden risico | |||||||
| Toeleveringsketen van de Groep leeft de regelgeving en normen op het gebied van milieu en maatschappij niet na | |||||||
| Controverses inzake duurzaamheid in verband met de activiteiten van huurders |
| Klimaatverandering | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| Verbonden risico | ||||||
| Sluiting of verslechtering van VGP-Parken door weersomstandigheden | ||||||
| Strengere regelgeving voor energie-efficiëntie in gebouwen | ||||||
| Toename van CapEx & OpEx, inclusief spanning op de energieprijs | ||||||
| Veranderende behoeften van huurders ten aanzien van oplaadinfrastructuur voor elektrische voertuigen | ||||||
| Natuurlijke hulpbronnen en circulaire economie | ||||||
| Verbonden risico | ||||||
| Ontoereikende prestaties op vlak van afvalbeheer | ||||||
| Spanningen omtrent materialen die nodig zijn voor ontwikkelingsprojecten | ||||||
| Bestuur | ||||||
| Verbonden risico | ||||||
| Gebrek aan middelen om ESG-risico's te beheren |
VGP NV Generaal Lemanstraat 55 bus 4 2018 Antwerpen België tel +32 3 289 14 30 fax +32 3 289 14 39 e-mail [email protected] www.vgpparks.eu

Building tools?
Free accounts include 100 API calls/year for testing.
Have a question? We'll get back to you promptly.