Annual Report • Mar 31, 2025
Annual Report
Open in ViewerOpens in native device viewer

2024
We zijn een geïntegreerde bank-verzekeraar die focust op retail- en privatebankingklanten, kmo's en midcaps. Onze kernmarkten zijn België, Tsjechië, Slowakije, Hongarije en Bulgarije. In enkele andere landen zijn we slechts beperkt aanwezig.
Met onze activiteiten willen we onze klanten helpen om hun dromen en projecten te realiseren en ze te beschermen.
Het is onze ambitie om de referentie te zijn voor bankverzekeren in al onze kernmarkten.
| Klanten | ca. 13 miljoen | |
|---|---|---|
| Medewerkers | ca. 40 000 | |
| Bankkantoren | 1 106 | |
| Verzekeringsnetwerk | 283 agentschappen in België, diverse | |
| distributiekanalen in Centraal- en Oost-Europa |
| Debt ratings | |||
|---|---|---|---|
| op lange termijn | Fitch | Moody's | S&P's |
| KBC Bank NV | A+ | A1 | A+ |
| KBC Verzekeringen NV | – | – | A |
| KBC Groep NV | A | A3 | A |
Medewerkers uitgedrukt in aantallen.
| ratings | CDP Sustainalytics | S&P Global | |
|---|---|---|---|
| KBC Groep | A | 10.9 | 67/100 |

| 5,3 miljoen klanten klikten al op Kate en voortdurende stijging van zelfstandig door Kate opgeloste cases |
3,4 miljard euro nettowinst |
Solide kapitaal- en liquiditeitsratio's |
|---|---|---|
| Blijvend uitdagende geopolitieke en economische omstandig heden |
Eerste duurzaamheids rapportering volgens CSRD in dit jaarverslag |
Succesvolle afronding van 1,3 miljard euro inkoop programma van eigen aandelen |
| Diverse externe erkenningen voor onze strategie inzake digitaliteit en duurzaamheid |
10e verjaardag van Start it @KBC, dat in die periode talloze start-ups begeleidde |
Verdere stappen in onze strategie met Save Time and Earn Money (S.T.E.M.), the Ecosphere |

Ontwikkeling van het nettoresultaat
Verdeling van het nettoresultaat per divisie (2024, in miljoenen euro)

| Kerncijfers | 2024 | 2023 | 2022 |
|---|---|---|---|
| Geconsolideerde balans (in miljoenen euro) | |||
| Balanstotaal | 373 048 | 346 921 | 354 545 |
| Leningen en voorschotten aan klanten | 192 067 | 183 613 | 178 053 |
| Effecten | 80 338 | 73 696 | 67 160 |
| Deposito's van klanten | 228 747 | 216 501 | 224 511 |
| Verplichtingen uit verzekeringscontracten en schulden m.b.t. beleggingscontracten, verzekeringen |
32 782 | 30 245 | 28 184 |
| Totaal eigen vermogen | 24 311 | 24 260 | 21 819 |
| Geconsolideerde resultaten (in miljoenen euro) | |||
| Totale opbrengsten | 11 167 | 11 224 | 10 035 |
| Totale exploitatiekosten (inclusief bank- en verzekeringsheffingen) | -5 097 | -5 125 | -4 805 |
| Waardeverminderingen | -248 | -215 | -282 |
| Nettoresultaat, groepsaandeel | 3 415 | 3 402 | 2 818 |
| België | 1 846 | 1 866 | 1 876 |
| Tsjechië | 858 | 763 | 653 |
| Internationale Markten | 751 | 676 | 428 |
| Groepscenter | -40 | 97 | -139 |
| Duurzaamheid en genderdiversiteit | |||
| Aandeel hernieuwbare energie in kredieten aan de energiesector (%) | 67% | 62% | 63% |
| Volume fondsen die verantwoord beleggen (in miljarden euro) | 51 | 41 | 32 |
| Genderdiversiteit volledig personeelsbestand: percentage vrouwen | 57% | 57% | 57% |
| Genderdiversiteit Raad van Bestuur: percentage vrouwen | 31% | 31% | 38% |
| KBC-aandeel | |||
| Aantal uitstaande aandelen op einde periode (in miljoenen) | 417,5 | 417,3 | 417,2 |
| Gemiddelde koers tijdens het boekjaar (in euro) | 67,5 | 61,8 | 58,9 |
| Slotkoers boekjaar (in euro) | 74,5 | 58,7 | 60,1 |
| Brutodividend per aandeel (in euro)* | 4,85 | 4,15 | 4,0 |
| Nettowinst per aandeel, gewoon (in euro) | 8,33 | 8,04 | 6,64 |
| Marktkapitalisatie op einde periode (in miljarden euro) | 31,1 | 24,5 | 25,1 |
| Financiële ratio's | |||
| Rendement op eigen vermogen | 15% | 16% | 13% |
| Kosten-inkomstenratio (excl. bank- en verzekeringsheffingen) | 43% | 43% | 45% |
| Gecombineerde ratio schadeverzekeringen | 90% | 87% | 87% |
| Kredietkostenratio | 0,10% | 0,00% | 0,08% |
| Common equity ratio (Deense compromismethode, fully loaded) | 15,0% | 15,2% | 15,3% |
Definities en toelichtingen: zie de analyses en het glossarium verder in dit verslag.
* Dividend over 2024 onder voorbehoud van goedkeuring door de Algemene Vergadering.
| NPS-score klanten Doel: top 2-ranking op groepsniveau eind 2026 |
Digitale verkoop Doel: aandeel digitale verkoop ≥ 65% voor bankproducten en ≥ 35% voor verzekeringsproducten in 2026 |
Straight-through processing Doel: aandeel straight through processes (STP) ≥ 68% in 2026 |
Bankverzekeringsklanten Doel: 83% van de actieve klanten tegen eind 2026 |
Stabiele bankverzekeringsklanten Doel: 29% van de actieve klanten tegen eind 2026 |
str ate gis ch |
|---|---|---|---|---|---|
| Responsible Investment-fondsen (RI) Doel: aandeel RI-fondsen ≥ 45% van Assets under Distribution in 2025 en 55% in 2030 |
Kredieten hernieuwbare energie Doel: aandeel hernieuwbare energiebronnen in de portefeuille kredieten aan de energiesector ≥ 75% in 2030 |
Broeikasgasintensiteit Doel: daling in 2030 en 2050 van de broeikasgasintensiteit van diverse sectoren in de kredietportefeuille |
Broeikasgasintensiteit Daling in 2025 en 2030 van de broeikasgasintensiteit van de aandelen- en bedrijfsobligaties in de portefeuille van KBC Verzekeringen |
Eigen CO2 e-emissies Doel: -80% tussen 2015 en 2030 en bereiken van netto klimaatneutraliteit voor onze eigen voetafdruk vanaf eind 2021 door het verschil te compenseren |
ESG |
| Totale opbrengsten Doel: CAGR 2024-2027 ≥ 6% (waarbij CAGR nettorente inkomsten ≥ 5% en CAGR verzekeringsinkomsten ≥7%) |
Kredietkostenratio Doel: substantieel lager dan de through-the-cycle kredietkost van 25-30 basispunten |
Exploitatiekosten zonder bank- en verzekeringsheffingen Doel: CAGR 2024-2027 <3% |
Gecombineerde ratio Doel: < 91% |
Dividenduitkering en surpluskapitaal Dividend- en kapitaalaan wendingsbeleid worden ge actualiseerd bij de publicatie van de resultaten van het eerste kwartaal van 2025 |
fin an cie el |
De definities van de KPI's en de scores vindt u in het hoofdstuk Onze strategie. De belangrijkste kapitaal- en liquiditeitsratio's vindt u in datzelfde hoofdstuk. Voor de ambities inzake ESG betreft het slechts een selectie van doelen.
Jaarverslag KBC Groep 2024 1


| 275 | 2.0 Toelichtingen in verband met |
|---|---|
| segmentinformatie |

Overige informatie
Wettelijk jaarverslag: de wettelijk vereiste inhoud van het jaarverslag hebben we verwerkt in het Verslag van de Raad van Bestuur, dat daarnaast ook niet-verplichte informatie bevat. We combineren het jaarverslag over de vennootschappelijke jaarrekening met het jaarverslag over de geconsolideerde jaarrekening. Andere rapporten en de websites waarnaar we verwijzen, maken geen deel uit van ons jaarverslag.
Naam van de vennootschap: met KBC, we, de groep of de KBC-groep bedoelen we de geconsolideerde entiteit, dus de vennootschap KBC Groep NV inclusief alle in de consolidatiekring opgenomen groepsmaatschappijen. Met KBC Groep NV bedoelen we enkel die vennootschap.
Glossarium: achteraan vindt u de belangrijkste in dit verslag gebruikte financiële ratio's en termen (inclusief de alternative performance measures).
Vertaling en versies: het jaarverslag is verkrijgbaar in een Nederlandse en Engelse ESEF-versie (European Single Electronic Format) en een Nederlandse, Engelse en Franse PDF-versie. De Nederlandse ESEF-versie is de originele versie en de andere versies zijn officieuze versies. We hebben alles gedaan wat redelijkerwijs mogelijk is om verschillen tussen de verschillende taal- en formaatversies te vermijden, maar als er toch verschillen zijn, dan heeft de Nederlandse ESEFversie voorrang.
CSRD: sinds dit rapport houden we voor onze duurzaamheidsinformatie rekening met de nieuwe Corporate Sustainability Reporting Directive. Het betreft nieuwe EU-regels die de sociale en milieurapportage, inclusief zakelijk gedrag, aanscherpen en moderniseren. U vindt die informatie in het hoofdstuk Duurzaamheidsverklaring. We wijzen er ook uitdrukkelijk op dat als we elders in dit jaarverslag terminologie zoals 'groen' en 'duurzaam' gebruiken, die termen geenszins suggereren dat wat we beschrijven al (volledig) is afgestemd op de EU-taxonomie.
Disclaimer: de in het jaarverslag opgenomen verwachtingen, prognoses en verklaringen over toekomstige ontwikkelingen zijn gebaseerd op onze veronderstellingen en inschattingen bij het opmaken van dat verslag begin maart 2025. Toekomstgerichte verklaringen zijn per definitie onzeker. Diverse factoren kunnen ertoe leiden dat de uiteindelijke resultaten en ontwikkelingen (sterk) afwijken van de initiële verklaringen.
Verslag van de Raad van Bestuur In dit jaarverslag presenteren we een overzicht van onze prestaties en initiatieven van het afgelopen jaar. We belichten de belangrijkste financiële en niet-financiële resultaten, strategische ontwikkelingen en de stappen die we hebben genomen om onze klanten nog beter van dienst te zijn. Daarnaast delen we onze visie voor de toekomst en hoe we ons voorbereiden op de uitdagingen en kansen die voor ons liggen.
Kate wordt steeds belangrijker in onze digitale strategie
Johan Thijs: "We hebben altijd vooropgelopen bij nieuwe digitale ontwikkelingen, die we combineren met de kracht van menselijk contact. Een van de meest zichtbare voorbeelden van onze digitale aanpak is onze persoonlijke digitale assistent Kate, die we voortdurend verder ontwikkelen om het onze klanten zo gemakkelijk mogelijk te maken. Kate is, mogen we wel zeggen, een groot succes. Eind 2024 hadden niet minder dan 5,3 miljoen klanten Kate al gebruikt, opnieuw een sterke stijging ten opzichte van de 4,2 miljoen een jaar daarvoor. Bovendien blijft het aantal cases dat Kate volledig zelfstandig oplost, aangroeien: het bedroeg eind 2024 ongeveer 69% in België en 71% in Tsjechië, tegenover respectievelijk 63% en 66% een jaar eerder. Door Kate en een aantal andere reeds gelanceerde concepten en bouwstenen zoals Digital First en Kate Coins samen te brengen in ecosystemen kunnen we onze klanten een nieuwe soort dienstverlening aanbieden. Die bestaat erin dat we hen – in onze distributiekanalen – zullen ondersteunen bij elke stap in de zoektocht naar oplossingen voor problemen rond wonen, mobiliteit, gezondheid, enz., niet alleen via onze eigen financiële producten, maar ook via producten en diensten van partners en leveranciers. Dat stelt onze klanten in staat geld te besparen én te verdienen, zowel binnen als buiten de traditionele bank- en
verzekeringsomgeving. We vatten die volgende stap in onze digitale strategie samen als 'S.T.E.M., the Ecosphere', waarbij S.T.E.M. staat voor 'Save Time and Earn Money'.
Koenraad Debackere: "Dat we ons met onze strategie succesvol blijven inzetten voor innovatie en een maximaal gemak voor onze klanten, wordt trouwens ook extern erkend. Zo zijn we bijzonder fier dat KBC Mobile in 2024 door het onafhankelijke internationale onderzoeksbureau SIA Partners werd uitgeroepen tot beste bankapp in de wereld. Bovendien kende SIA Partners in 2024 ook aan Bolero een toppositie toe als één van de allerbeste beleggingsapps. En daarnaast riep Euromoney diverse banken uit onze groep uit tot Best Digital Bank in hun respectievelijke landen.
Johan Thijs: "We geloven dat we als bank-verzekeraar een unieke hefboom hebben om bij te dragen aan een duurzame en veerkrachtige toekomst en om een echte verandering teweeg te brengen in het dagelijkse leven van al onze klanten. We staan onze klanten bij in de weg naar meer duurzaamheid, we definieerden concrete klimaatindicatoren
voor CO2 -intensieve sectoren in onze kredietportefeuille en volgen ze nauwgezet op, en we engageerden ons in diverse internationale initiatieven inzake klimaatverandering, milieu en duurzaamheid. We gaven ook met succes een nieuwe groene obligatie op 8 jaar uit voor een bedrag van 750 miljoen euro, de eerste uitgifte onder ons bijgewerkte Green Bond Framework. De opbrengst wordt gebruikt voor energie-efficiënte gebouwen, hernieuwbareenergietransacties en milieuvriendelijk vervoer.
Koenraad Debackere: "Dat onze inspanningen op het gebied van duurzaamheid ook extern geapprecieerd worden, getuigen onze uitstekende duurzaamheidsratings, waaronder de CDP-score A en onze plaats op de lijst van de Climate Leaders opgemaakt door Financial Times. Vanaf dit jaar rapporteren we ook de duurzaamheidsinformatie zoals opgelegd in de Corporate Sustainability Reporting Directive, kortweg CSRD. Het betreft een nieuwe EU-regelgeving met betrekking tot vooral sociale en milieurapportering, met als doel investeerders en belanghebbenden te helpen bij het beoordelen van de duurzaamheidsprestaties en -impact van bedrijven. Ook op onze website www.kbc.com en in ons Duurzaamheidsverslag vindt u informatie over hoe KBC zijn inspanningen rond duurzaamheid verderzet."
Koenraad Debackere: "Ons kernmetier blijft bankverzekeren in een duidelijke selectie van vijf kernmarkten. Na de verkoop van onze Ierse portefeuilles in 2023 betekent dat dus een duidelijke focus op België, Tsjechië, Slowakije, Hongarije en Bulgarije. In die landen zien we onze aanwezigheid als een engagement op lange termijn, en willen we duurzame relaties met onze lokale klanten opbouwen. We willen die klanten beter begrijpen en kennen, alert zijn voor signalen en er proactief op inspelen, diensten en producten op maat aanbieden en focussen op duurzame ontwikkeling van de verschillende gemeenschappen waarbinnen we actief zijn. We willen er onze aanwezigheid verder optimaliseren door organische groei en/of interessante overnames, rekening houdend met strikte strategische en financiële criteria. In de voorbije jaren was dat vooral het geval in Bulgarije, waar we de Bulgaarse pensioen- en levensverzekeringsactiviteiten van NN en vooral ook Raiffeisenbank Bulgaria overnamen en op die manier onze positie op deze belangrijke thuismarkt gevoelig verstevigden. In 2024 ging de meeste aandacht dan ook uit naar de verdere operationele integratie van de nieuwe Bulgaarse activiteiten, naast de verdere afwikkeling van de exit uit Ierland."


Johan Thijs: "In 2024 behaalden we een uitstekend nettoresultaat van 3,4 miljard euro. Onze opbrengsten profiteerden onder meer van gestegen nettorenteinkomsten, hogere verzekeringsinkomsten (weliswaar gecompenseerd door hogere claims als gevolg van de zware weersomstandigheden, zoals de storm Boris) en bijzonder sterke nettoprovisie-inkomsten, terwijl anderzijds onze trading- en reëlewaarderesultaten en overige inkomsten lager uitvielen. Onze kredietverlening steeg met 5% en onze klantendeposito's, zonder de volatiele deposito's in de buitenlandse kantoren van KBC Bank, groeiden aan met niet minder dan 7%, ondersteund door de succesvolle initiatieven inzake het recupereren van gelden die vrijkwamen na de afloop van de eenjarige staatsbon in België. We boekten weliswaar iets hogere waardeverminderingen, maar onze kredietkostenratio bleef nog ver onder het langjarige gemiddelde. Onze kosten, zonder de bank- en verzekeringsheffingen, stegen lichtjes, maar bleven perfect in lijn met onze guidance ter zake. Net als het vorige jaar, ten slotte, werden onze resultaten bijkomend begunstigd door eenmalige elementen in verband met de verkoop van onze Ierse portefeuilles.
De liquiditeitspositie van onze groep bleef bijzonder sterk, getuige onze lange- en kortetermijnliquiditeitsratio's, namelijk een NSFR van 139% en een LCR van 158%. Ook onze kapitaalpositie bleef zeer solide, wat zich uitte in een fully loaded common equity ratio van 15,0% eind 2024. We stellen aan de Algemene Vergadering een bruto totaaldividend van 4,85 euro per dividendgerechtigd aandeel voor, bestaande uit een interim-dividend van 1 euro en een uitzonderlijk dividend van 0,70 euro, beide al uitgekeerd in 2024, en een slotdividend van 3,15 euro, nog uit te keren in mei 2025.
Last but not least hebben we eind juli 2024 ons aandeleninkoopprogramma, dat we in augustus 2023 lanceerden, succesvol afgerond. In totaal werden ongeveer 21 miljoen eigen aandelen ingekocht onder dit programma, voor een totaalbedrag van 1,3 miljard euro."
Koenraad Debackere: "2024 was een jaar van uitgesproken groeidivergentie wereldwijd. De VS kende de meest robuuste groeidynamiek, gesteund door de particuliere consumptie en overheidsbestedingen. De zwakke groei in de eurozone daarentegen kampte met de terughoudende consumenten en weinig budgettaire impulsen met een Europees industriebeleid dat nog meer vorm moet krijgen. China bleef kampen met het structureel probleem van overcapaciteit en deflatoire tendensen, ondanks het jongste stimulusprogramma. De desinflatoire trend in de VS en de eurozone bleef in 2024 intact, ondanks een hardnekkige kerninflatie gedreven door de dienstenprijzen. Tegen die achtergrond startten zowel de ECB als de Fed in 2024 de versoepelingscyclus van hun beleidsrentes. Het vooruitzicht op handelsconflicten en geopolitieke spanningen heeft gevolgen voor de groei- en inflatieverwachtingen voor 2025. De Fed zal allicht inflatiegevoeliger reageren en gematigder worden in haar versoepelingspad. De ECB daarentegen zal in haar beleid allicht de neerwaartse impact op de groei meer laten doorwegen dan de mogelijks wat hogere inflatie. De moeizame begrotingsopmaak in een aantal lidstaten van de eurozone is een aandachtspunt voor 2025, dat kan leiden tot oplopende risicopremies op hun overheidsschuld. Dat we sterk presteerden in deze toch wel uitdagende omstandigheden, heeft uiteraard te maken met onze solide fundamenten en onze toekomstgerichte strategie. Maar meer dan dat heeft het te maken met het vertrouwen dat u, beste klant, medewerker, aandeelhouder of andere stakeholder, in ons stelt en waarvoor wij u oprecht danken."
Chief Executive Officer voorzitter van
Johan Thijs Koenraad Debackere de Raad van Bestuur

Als bankier zorgen we ervoor dat onze klanten goed geïnformeerd kunnen sparen en beleggen, waarbij we ook actief duurzame beleggingsproducten aanbieden. Op die manier kan iedere klant zijn vermogen laten aangroeien volgens zijn eigen wensen en risicoprofiel, en daarbij rekenen op onze expertise. Met de deposito's die de klanten aan ons toevertrouwen, verlenen we kredieten aan particulieren, ondernemingen en overheden, en op die manier houden we de economie draaiende. We houden eveneens een beleggingsportefeuille aan en investeren dus ook onrechtstreeks in de economie. Bovendien financieren we specifieke sectoren en projecten, zoals de socialprofitsector en infrastructuurprojecten met een belangrijke invloed op de binnenlandse economische ontwikkeling.
Als verzekeraar bieden we onze klanten de mogelijkheid om hun activiteiten met een gerust gemoed uit te oefenen en hun risico's te beperken. We streven ernaar elke dag de beste verzekering aan te bieden voor een correcte prijs en we investeren in een kwaliteitsvolle schadeafhandeling. We gebruiken onze kennis over ongevalsoorzaken bij het opzetten van preventiecampagnes en we hebben een lange traditie van samenwerking met organisaties die actief zijn op het vlak van verkeersveiligheid, welzijn en begeleiding van slachtoffers.
We bieden onze klanten tevens verschillende andere diensten aan die voor hen belangrijk zijn in hun dagelijkse leven. We denken dan bijvoorbeeld aan betalingsverkeer, cashmanagement, handelsfinanciering, leasing, corporate finance, geld- en kapitaalmarktproducten, enz. Ook op die manier leveren we een bijdrage aan het economische raderwerk.
Bij al die activiteiten trachten we rekening te houden met de impact ervan op de samenleving en het milieu, en we vertalen dat in concrete doelstellingen. We kiezen er bewust voor om waar mogelijk onze positieve impact op de samenleving te vergroten, en we leggen daarbij de focus op gebieden waar we als bank-verzekeraar het verschil kunnen maken, zoals financiële geletterdheid, milieubewustzijn, ondernemerschap en de gezondheids- en vergrijzingsproblematiek. In onze bedrijfsvoering besteden we ook terdege aandacht aan zaken zoals cyberrisico, anticorruptiemaatregelen, klimaatverandering en andere milieuaspecten.
We willen onze klanten proactief financieel ontzorgen, en we gaan daarbij verder dan pure bank- of verzekeringsproducten. Het uiteindelijke doel is om hen ondersteuning te bieden bij elke stap in de zoektocht naar oplossingen voor problemen rond wonen, mobiliteit, energie, enz.
Als bank-verzekeraar hebben we een rechtstreekse invloed op de klimaatverandering door ons eigen energieverbruik. Belangrijker is echter de onrechtstreekse invloed die kredietverlening, het aanhouden van een beleggingsportefeuille, het aanbieden van beleggingen aan klanten en het verzekeren van tegenpartijen op het klimaat kunnen hebben. We ondervinden bovendien zelf de invloed van klimaatverandering. Daarbij denken we bijvoorbeeld aan hogere schadeclaims bij onze verzekeringen als gevolg van extreme weersomstandigheden of een impact op onze kredieten of beleggingen wanneer de betrokken tegenpartijen negatieve gevolgen ondervinden van de klimaatverandering of de transitie naar een CO2 -armere samenleving. We houden daar terdege rekening mee, niet alleen om negatieve gevolgen te verminderen of te vermijden, maar ook om actief bij te dragen door bijvoorbeeld duurzame producten en diensten te lanceren. We volgen onze prestaties op dat gebied van nabij op en hanteren daarvoor specifieke doelen. Sinds een aantal jaar hebben we de scope van ons Sustainable Finance Programme verder uitgebreid naar andere milieuaspecten, zoals biodiversiteit en circulariteit.
Als grote lokale speler in elk van onze kernlanden zijn we bovendien een deel van het lokale economische en sociale weefsel. We dragen in al onze kernmarkten in belangrijke mate bij tot de werkgelegenheid en we beseffen dat we een belangrijke impact hebben op het leven van onze mensen. We stimuleren verantwoord gedrag bij onze medewerkers en we bieden hun een faire vergoeding voor hun werk. Zo dragen we bij tot hun koopkracht en tot de welvaart van de landen waarin we actief zijn.

24 miljard euro totaal eigen vermogen 271 miljard euro deposito's en schuldpapier





Diverse elektronische distributieplatformen, apps, AI en achterliggende ICT-systemen
1 106 bankkantoren, verschillende distributiekanalen voor verzekeringen
13 miljoen klanten, 5 kernlanden Leveranciers, overheden, regelgevers, beleggers en aandeelhouders, businesspartners, en andere stakeholders
Direct gebruik van elektriciteit, gas, water, papier, enz. Belangrijkere indirecte milieu- en sociale impact via kredietverlening, beleggingsportefeuille, fondsen, verzekeringen, enz.
(resultaten: zie hoofdstuk Onze strategie)
• Groei nettorente-inkomsten, verzekeringsinkomsten en totale
• Groei exploitatiekosten zonder bank- en verzekeringsheffingen
• Gecombineerde ratio ('27) • Kredietkostenratio (through-the-
• Jaarlijkse bevragingen over werknemersbetrokkenheid
• Aandeel digitale verkoop ('26) • Straight-through processing score
• Dividenduitkeringsratio en uitkering surpluskapitaal • NPS-ranking klanten ('26)
• Fondsen die verantwoord beleggen ('25 en '30) • Reductie eigen CO2
• Aandeel hernieuwbareenergiekredieten ('30) • Broeikasgasintensiteitsdoelen, voor diverse sectoren ('30 en '50)
• Aandeel bankverzekeringsklanten
-emissie ('30)
opbrengsten ('27)
('27)
cycle)
('26)
('26)
• 3,4 miljard euro nettowinst
• 13% groei beheerd vermogen • 7% groei klantendeposito's
• Solide kapitaal- en liquiditeitsratio's • 43% kosten-inkomstenratio; 90% gecombineerde ratio
• 5% groei leningen en voorschotten aan klanten
• 2,7 miljard euro verloning van onze medewerkers
• Ca.194 000 geregistreerde opleidingsdagen
• Diversiteit: 26% vrouwen in topmanagement (top
• Innovatieve digitale AI- en datagedreven aanpak • Succes digitale assistent Kate: aandeel vragen dat E2E door Kate wordt opgelost, bedroeg ongeveer
• Focus op vereenvoudiging en straight-through
• 14,2 miljard euro betaalde rente aan klanten en
• Stakeholderinteractieproces in elk land • Belastingen en bank- en verzekeringsheffingen
• Succesvolle afronding 1,3 miljard euro
inkoopprogramma eigen aandelen in '23-'24
• Focus op initiatieven inzake milieubewustzijn, vergrijzings- en gezondheidsproblematiek, financiële geletterdheid en stimuleren van
• 51 miljard euro in Responsible Investment-fondsen • Diverse milieu- en duurzaamheidsdoelstellingen
• Sterk ingebedde bedrijfscultuur PEARL+
• Werknemersverloop: 13,5%
70% in België en Tsjechië
300)
processen
tegenpartijen
samen 1,2 miljard euro
ondernemerschap
Proactief datagedreven oplossingen aanbieden om tegemoet te komen aan de noden van onze klanten. De referentie zijn voor bankverzekeren in al onze kernlanden
Kernactiviteiten
Kredieten Deposito's Verzekeringen Beleggingen Vermogensbeheer Betalingsverkeer Andere financiële en niet-financiële diensten


duurzame rendabele groei
klant centraal
Doel en ambitie Proactief datagedreven oplossingen aanbieden om tegemoet te komen aan de noden van onze klanten. De referentie zijn voor bankverzekeren in al onze kernlanden
Kernactiviteiten Kredieten Deposito's Verzekeringen Beleggingen Vermogensbeheer Betalingsverkeer Andere financiële en niet-financiële diensten
Meest relevante SDG's voor de groep (meer informatie in onze Duurzaamheidsverklaring)
rol in de maatschappij
bankverzekeren +
Financieel
Medewerkers
Infrastructuur
Klanten en andere
Milieu en maatschappij
stakeholders
en merk
kapitaal
24 miljard euro totaal eigen
271 miljard euro deposito's
Ca. 40 000 medewerkers – bedrijfswaarden, loyaliteit,
kennis, motivatie en verantwoord gedrag Sterke merknamen in alle kernlanden, vertrouwde partner, digitale assistent Kate, innovatiecapaciteit
Diverse elektronische distributieplatformen, apps, AI en achterliggende ICT-systemen 1 106 bankkantoren,
distributiekanalen voor
Leveranciers, overheden, regelgevers, beleggers en
businesspartners, en andere
13 miljoen klanten, 5 kernlanden
aandeelhouders,
Direct gebruik van elektriciteit, gas, water,
kredietverlening, beleggingsportefeuille, fondsen, verzekeringen, enz.
Belangrijkere indirecte milieu- en sociale impact via
stakeholders
papier, enz.
verschillende
verzekeringen
vermogen
en schuldpapier
| (resultaten: zie hoofdstuk |
|---|
| Onze strategie) |
| 3,4 miljard euro nettowinst • • Solide kapitaal- en liquiditeitsratio's 43% kosten-inkomstenratio; • 90% gecombineerde ratio 5% • groei leningen en voorschotten aan klanten 13% • groei beheerd vermogen 7% • groei klantendeposito's |
• Groei nettorente-inkomsten, verzekeringsinkomsten en totale opbrengsten ('27) • Groei exploitatiekosten zonder bank- en verzekeringsheffingen ('27) • Gecombineerde ratio ('27) • Kredietkostenratio (through-the cycle) |
|---|---|
| 2,7 • miljard euro verloning van onze medewerkers • Sterk ingebedde bedrijfscultuur PEARL+ Ca.194 000 geregistreerde opleidingsdagen • Werknemersverloop: 13,5% • Diversiteit: 26% • vrouwen in topmanagement (top 300) |
• Jaarlijkse bevragingen over werknemersbetrokkenheid |
| • Innovatieve digitale AI- en datagedreven aanpak • Succes digitale assistent Kate: aandeel vragen dat E2E door Kate wordt opgelost, bedroeg ongeveer 70% in België en Tsjechië • Focus op vereenvoudiging en straight-through processen |
• Aandeel digitale verkoop ('26) • Straight-through processing score ('26) |
| 14,2 miljard euro betaalde rente aan klanten en • tegenpartijen • Stakeholderinteractieproces in elk land • Belastingen en bank- en verzekeringsheffingen samen 1,2 miljard euro • Succesvolle afronding 1,3 miljard euro inkoopprogramma eigen aandelen in '23-'24 |
• Dividenduitkeringsratio en uitkering surpluskapitaal • NPS-ranking klanten ('26) • Aandeel bankverzekeringsklanten ('26) |
| • Focus op initiatieven inzake milieubewustzijn, vergrijzings- en gezondheidsproblematiek, financiële geletterdheid en stimuleren van ondernemerschap 51 miljard euro in Responsible Investment-fondsen • • Diverse milieu- en duurzaamheidsdoelstellingen |
• Fondsen die verantwoord beleggen ('25 en '30) • Reductie eigen CO2 -emissie ('30) • Aandeel hernieuwbare energiekredieten ('30) • Broeikasgasintensiteitsdoelen, voor diverse sectoren ('30 en '50) |

We vatten onze bedrijfscultuur samen in het letterwoord PEARL+. Dat staat voor Performance, Empowerment, Accountability, Responsiveness en Local Embeddedness. Het plusteken in PEARL+ symboliseert onze focus op gezamenlijke ontwikkeling en 'smart copy' van oplossingen, initiatieven en ideeën zodat ze overal in de groep gemakkelijk bruikbaar en inzetbaar zijn. Daardoor kunnen we efficiënter werken, sneller schakelen en lokale talenten groepswijd benutten. We moedigen al onze medewerkers aan zich responsive, respectvol en resultaatgericht te gedragen. In het schema leggen we uit wat we daarmee bedoelen.
PEARL+ is een mindset, een werkcultuur van al onze medewerkers. Om er zeker van te zijn dat al onze medewerkers doordrongen zijn van die waarden, stelden we een specifieke PEARL-manager aan die aan onze CEO rapporteert. Om die cultuur in de volledige groep in te bedden en tot een succes te maken, implementeren we ze niet alleen top-down, maar ook bottom-up. Zo hebben we op de werkvloer honderden PEARL ambassadors die PEARL concreet vormgeven en andere collega's daarin voorthelpen.

We focussen op gezamenlijke ontwikkeling van oplossingen, initiatieven, ideeën binnen de groep
(lokale verwevenheid) We zien de verscheidenheid van onze teams en van onze klanten in de verschillende kernmarkten als een troef en we staan dicht bij onze klanten.
Responsiveness (ontvankelijkheid) We anticiperen en spelen proactief in op vragen, suggesties, bijdragen en inspanningen van onze klanten, medewerkers en leidinggevenden.
We doen wat we beloven, we halen onze doelstellingen, we leveren kwaliteit, we doen dat op tijd en op een kostenefficiënte manier.
Respectvol
We behandelen mensen als onze
gelijken, we zijn transparant, we
vertrouwen ze en waarderen ze
om wat ze doen en wie ze zijn.
Responsive
We anticiperen en reageren
spontaan en op een positieve
manier op suggesties en vragen.
Performance (performantie) We streven naar uitstekende resultaten en doen wat we
(ruimte om te ondernemen) We bieden elke medewerker de kans zijn creativiteit en talent te ontplooien.
beloven.
(individuele verantwoordelijkheid) We nemen onze persoonlijke verantwoordelijkheid op ten opzichte van onze klanten, collega's, aandeelhouders en de maatschappij.

We spelen geïntegreerd in op de bank- en verzekeringsbehoeften van onze klanten. Ook onze organisatie is geïntegreerd: de meeste diensten werken op een overkoepelend niveau en we sturen de groep ook geïntegreerd aan. Voor onze klanten biedt ons geïntegreerde model het voordeel van een uitgebreide relevante en gepersonaliseerde one-stop financiële dienstverlening, waarbij ze kunnen kiezen uit een breder, complementair en geoptimaliseerd aanbod, dat zelfs het pure bankverzekeren overstijgt. Voor onszelf biedt het voordelen inzake inkomstendiversificatie, risicospreiding, bijkomend verkooppotentieel door de intense samenwerking tussen de bank- en verzekeringskanalen, belangrijke kostenbesparingen en synergieën, en verhoogde
interactiemogelijkheden met en een vollediger inzicht in onze klanten.
1 2 3
In onze strategie vormt digitale interactie met de klanten de basis van ons bedrijfsmodel, zowel op het vlak van verkoop en advies als wat proces- en productontwikkeling betreft. Naast een digitaal productaanbod bieden we onze klanten dus ook digitaal advies aan én ontwikkelen we alle processen en producten alsof ze digitaal verkocht moeten worden. Bij digitale verkoop en advies zullen artificiële intelligentie en data-analyse een belangrijke rol spelen. Kate, onze persoonlijke digitale assistent, speelt daarbij een essentiële rol. Uiteraard blijft het zo dat er voor complexe vragen of advies op belangrijke levensmomenten experts beschikbaar zijn in onze kantoren of callcentra. Net dankzij het succes van onze digitale aanpak kunnen we tegelijk ook meer tijd vrijmaken om meer klanten nog beter te adviseren.
We concentreren ons op onze kernmarkten België, Tsjechië, Slowakije, Hongarije en Bulgarije. Met deze selectie van landen werken we in een mix van mature markten en groeimarkten, en kunnen we bij die laatste rekenen op het inhaalpotentieel inzake financiële dienstverlening. In de rest van de wereld zijn we beperkt aanwezig, onder meer om de activiteiten van onze bedrijfsklanten in de kernmarkten te ondersteunen. In onze kernlanden willen we duurzame relaties met onze lokale klanten opbouwen. We willen onze lokale klanten beter begrijpen en kennen, alert zijn voor signalen en er proactief op inspelen, diensten en producten op maat aanbieden en focussen op duurzame ontwikkeling van de verschillende gemeenschappen waarbinnen we actief zijn. Waar relevant werken onze kernlanden samen om dubbel werk te vermijden en onze klanten het beste te kunnen aanbieden.
Uniek bankverzekeringsmodel en innovatieve datagedreven digitale strategie, waardoor we direct kunnen inspelen op de behoeften van onze klanten
Sterke commerciële bank- en verzekeringsfranchises in al onze divisies
Succesvolle historiek inzake onderliggende bedrijfsresultaten
Solide kapitaalpositie en sterke liquiditeit
Sterke inbedding in de lokale economieën van onze kernlanden
Sterke focus op duurzaamheid. Ambitieuze klimaatdoelstellingen waarmee we ook onze klanten begeleiden naar een duurzamere toekomst
Als financiële instelling hebben we een belangrijke directe en indirecte impact op de samenleving. KBC wil de transitie naar een duurzamere en klimaatbestendigere samenleving ondersteunen. Daarom is duurzaamheid een integraal onderdeel van onze algemene bedrijfsstrategie, verankerd in onze dagelijkse bedrijfsactiviteiten en de producten en diensten die we aanbieden. Onze duurzaamheidsstrategie, afgestemd op de lokale economie en samenleving, bestaat uit financiële veerkracht en drie hoekstenen: verantwoord gedrag bij alle medewerkers stimuleren, onze positieve impact op de samenleving vergroten en onze nadelige impact op de samenleving beperken.
Bijzonder aan onze aandeelhoudersstructuur is het vaste aandeelhouderssyndicaat bestaande uit Cera, KBC Ancora, MRBB en de andere vaste aandeelhouders, die eind 2024 samen ruwweg 42% van onze aandelen in handen hadden. Die aandeelhouders treden op in onderling overleg en verzekeren op die manier de aandeelhoudersstabiliteit van onze groep.
Macroeconomische omgeving gekenmerkt door geopolitieke uitdagingen
Invloed van de klimaatverandering op onze activiteiten en die van onze klanten, en benutten van opportuniteiten gerelateerd aan de overgang naar een groenere economie
Strengere regelgeving omtrent klantenbescherming, solvabiliteit, milieu, data, AI, enz.
Veranderend klantengedrag, concurrentie (o.m. geïntegreerde financiële oplossingen door nietfinanciële spelers)
Nieuwe technologieën en cybercriminaliteit
We hebben onze groep opgebouwd rond drie divisies, die focussen op de lokale activiteiten en bijdragen tot een duurzame winst en groei. Het gaat om de divisies België, Tsjechië en Internationale Markten. Een uitgebreide omschrijving vindt u in het hoofdstuk Onze divisies.
In onze groep bepaalt de Raad van Bestuur de strategie, het algemene beleid en het niveau van te nemen risico's. Een aantal gespecialiseerde comités staat die Raad bij: het Auditcomité, het Risico- en Compliancecomité, het Benoemingscomité en het Remuneratiecomité. We gaan dieper in op die comités in het hoofdstuk Verklaring inzake
deugdelijk bestuur. De belangrijkste onderwerpen die in 2024 in de Raad werden besproken, en ons vergoedingsbeleid voor het management bespreken we in datzelfde hoofdstuk.
Ons Directiecomité zorgt voor het operationele bestuur van de groep en doet dat binnen de door de Raad van Bestuur goedgekeurde algemene strategie. Het Directiecomité omvat, naast de CEO, ook de chief financial officer (CFO), de chief risk officer (CRO) en de chief innovation officer (CIO) van de groep, en de CEO's van de drie divisies.

Divisie Internationale Markten Overige Divisie Internationale Markten Overige Divisie Internationale Markten Overige 'Overige' in de grafieken: een deel van onze medewerkers werkt in andere landen of in groepsfuncties; we wijzen bovendien een deel van het kapitaal en het resultaat toe aan het Groepscenter.

2024 was een jaar van uitgesproken groeidivergentie binnen de wereldeconomie. Het reële bbp groeide met 2,8% in de VS, met 0,7% in de eurozone en met 5,0% in China. De forse Amerikaanse groeidynamiek werd vooral gedreven door de particuliere consumptie, dankzij de robuuste arbeidsmarkt, en de overheidsbestedingen. De groeisamenstelling in de eurozone was in menig opzicht het spiegelbeeld van de VS-economie. De binnenlandse vraag bleef zwak door de hoge spaarquote van de consument en door het gebrek aan impulsen door het begrotingsbeleid. China bleef in 2024 ondertussen kampen met het structurele probleem van overcapaciteit en de daarmee samenhangende deflatoire tendensen.
De desinflatoire trend in de VS en de eurozone zette zich in 2024 voort. De inflatie in de VS en de eurozone bedroeg in 2024 respectievelijk 3,0% en 2,4%. De onderliggende kerninflatie (exclusief voeding en energieprijzen) bleef echter hardnekkig door de inflatie van de dienstenprijzen. Het vooruitzicht op grootschalige handelsconflicten in 2025 weegt op het onderliggende desinflatiepad. Invoerheffingen door de VS zullen immers een inflatoir effect op het Amerikaanse prijspeil hebben. De grootte van de inflatoire impuls op de Europese economie zal afhangen van de Europese beleidsreactie hierop.
Tegen de achtergrond van de afnemende inflatiedruk in 2024 startten zowel de Fed als de ECB in 2024 met de versoepeling van hun beleidsrentes. De ECB startte de versoepelingscyclus in juni met een verlaging van haar depositorente van 4% tot 3,75%. Verdere stappen van telkens 25 basispunten volgden in september, oktober en december, waardoor de depositorente het jaar afsloot op 3%. In januari 2025 verlaagde de ECB de depositorente nogmaals met 25 basispunten tot 2,75%. Verdere renteversoepelingen in 2025 zijn waarschijnlijk. De ECB startte in de tweede jaarhelft van 2024 ook met de netto-afbouw van de PEPP-portefeuille. Sinds 2025 heeft de ECB de herbeleggingen volledig stopgezet.
De Fed startte haar versoepelingscyclus met enkele maanden vertraging op de ECB. In september verlaagde ze haar beleidsrente met 50 basispunten, gevolgd door twee verdere renteversoepelingen van telkens 25 basispunten in november en december. Daardoor sloot de beleidsrente 2024 af op 4,375%. Ook voor de Fed verwachten we in 2025 verdere versoepelingen, maar de Fed zal allicht in de eerste jaarhelft een afwachtende houding aannemen als gevolg van de inflatoire impulsen die uitgaan van het verwachte restrictievere Amerikaanse handelsbeleid in 2025.
De divergentie tussen de VS en de eurozone van zowel de economische groeidynamiek als van het monetair beleid zorgde in 2024 per saldo voor een oplopend langerenteverschil tussen de VS en Duitsland. De forse toename van het renteverschil vanaf de aanloop naar de Amerikaanse verkiezingen zorgde voor een forse versteviging van de dollar ten opzichte van de euro.
Een belangrijk risico voor 2025 is de escalatie van handelsconflicten en geopolitieke spanningen. Daarnaast is de moeizame begrotingsopmaak voor 2025 in een aantal lidstaten van de eurozone een belangrijk aandachtspunt voor 2025, met het risico op oplopende risicopremies op hun overheidsschuld.


Uiteraard beïnvloeden de wereldeconomie, de financiële markten en de demografische ontwikkelingen ons resultaat. De coronacrisis en de recente extreme weersomstandigheden toonden dat ook klimaatverandering en gezondheidsrisico's een significante invloed kunnen hebben. Ook geopolitieke ontwikkelingen, zoals de oorlog in Oekraïne, kunnen een belangrijke impact op de economie hebben en dus mogelijk gevolgen voor onze resultaten.
We hebben te maken met sterke concurrentie (van traditionele spelers, internetbanken, fintechs, bigtechs, enz.), technologische veranderingen en wijzigend klantengedrag. Dat beïnvloedt de verwachtingen van klanten inzake snelheid, digitale interactie, proactiviteit en personalisatie. Door de evolutie in (generatieve) AI stijgen ook de verwachtingen en de concurrentie inzake AI-gedreven digitale assistenten.
De komende jaren zullen de volgende trends en regelgevingen een belangrijke impact hebben:
In een snel digitaliserende wereld zijn cyberaanvallen een constante bedreiging. Deze bedreigingen volgen evoluties in het digitale landschap. Ontwikkelingen die gebruik maken van artificiële intelligentie verhogen het aantal mogelijke cyberaanvallen en introduceren nieuwe manieren om cyberaanvallen uit te voeren. Binnen KBC focussen we op een optimale bescherming tegen cybercriminaliteit, zowel van onze klanten als van onze entiteiten zelf.
| België | Tsjechië | Slowakije | Hongarije | Bulgarije | |
|---|---|---|---|---|---|
| Marktomgeving in 20241 | |||||
| Wijziging van het bbp (reëel) | 1,0% | 1,0% | 2,1% | 0,6% | 2,2% |
| Inflatie (gemiddelde jaarstijging van de consumptieprijzen) |
4,3% | 2,7% | 3,2% | 3,7% | 2,6% |
| Werkloosheidsgraad (% van de beroepsbevolking, jaareinde, Eurostat-definitie) |
5,8% | 2,6% | 5,3% | 4,3% | 3,8% |
| Financieringssaldo overheid (% van het bbp) |
-4,4% | -2,8% | -5,8% | -4,8% | -2,9% |
| Overheidsschuld (% van het bbp) | 104,1% | 43,3% | 58,2% | 73,8% | 24,3% |
| Geschatte verwachte groei van het reële bbp in de komende jaren | |||||
| 2025 | 0,7% | 2,1% | 1,9% | 2,3% | 2,1% |
| 2026 | 0,9% | 2,3% | 2,5% | 3,9% | 2,4% |
| Positie van KBC in elk kernland2 | |||||
| Belangrijkste merken | KBC, CBC, KBC Brussels |
ČSOB | ČSOB | K&H | UBB, DZI |
| Netwerk | 429 bankkantoren 198 bankkantoren | 98 bankkantoren | 193 bankkantoren 176 bankkantoren | ||
| 283 verzekerings agentschappen |
Verzekeringen via verschillende kanalen |
Verzekeringen via verschillende kanalen |
Verzekeringen via verschillende kanalen |
Verzekeringen via verschillende kanalen |
|
| Onlinekanalen | Onlinekanalen | Onlinekanalen | Onlinekanalen | Onlinekanalen | |
| Recente overnames of verkopen3 (≥2022) |
– | – | – | – | Overname Raiffeisenbank Bulgaria (2022) |
| Klanten (miljoenen, schatting) | 4,0 | 4,3 | 0,8 | 1,6 | 2,2 |
| Leningen en voorschotten aan klanten (miljarden euro) |
124 | 38 | 12 | 7 | 11 |
| Deposito's van klanten (excl. schuldpapier) (miljarden euro) |
146 | 51 | 9 | 10 | 14 |
| Marktaandelen (schatting) - bankproducten - beleggingsfondsen - levensverzekeringen - schadeverzekeringen |
21% 27% 13% 9% |
20% 24% 9% 9% |
12% 8% 4% 5% |
11% 11% 4% 7% |
19% 14% 25% 13% |
| Nettowinstbijdrage in 2024 (in miljoenen euro) |
1 846 | 858 | 101 | 345 | 304 |
| Meer informatie | |||||
| Hoofdstuk Onze divisies | Divisie België |
Divisie Tsjechië |
Divisie Internationale Markten |
Divisie Internationale Markten |
Divisie Internationale Markten |
1 Gegevens gebaseerd op schattingen van begin maart 2025 en dus afwijkend van gegevens m.b.t. eind 2024 in Toelichting 3.9. in het deel Geconsolideerde jaarrekening.
2 Marktaandelen en klantenaantallen: gebaseerd op eigen schattingen. Marktaandeel bankproducten: gemiddelde van marktaandelen in kredieten en in deposito's. Het aantal bankkantoren is zonder de automatenkantoren en het netwerk van twaalf buitenlandse kantoren van KBC Bank in Europa, de VS en Zuidoost-Azië. De marktaandelen zijn gebaseerd op de meest recente beschikbare gegevens (meestal van eind september 2024).
3 Voor details zie Toelichting 6.6 in het deel Geconsolideerde jaarrekening.

Vanaf dit jaar rapporteren we over onze medewerkers in lijn met de Corporate Sustainability Reporting Directive, kortweg CSRD. Het betreft nieuwe EU-regels die onder meer de sociale en milieurapportage voor grote en beursgenoteerde bedrijven aanscherpen en moderniseren. We vermelden die informatie, zoals vereist, in een apart hoofdstuk
Duurzaamheidsverklaring, verderop in dit jaarverslag.
Hier vermijden we herhaling van zaken die in onze Duurzaamheidsverklaring voorkomen. We focussen ons hier bijgevolg op onze waarden in relatie met onze medewerkers, de wijze waarop we hen de kans bieden hun vaardigheden en competenties – die essentieel zijn voor de implementatie van onze strategie – verder uit te breiden en hoe leidinggevenden daaraan kunnen meewerken. Tot slot bespreken we ook resultaten van personeelsbevragingen en awards. Voor meer details en verdere informatie over onze medewerkers verwijzen we ook naar ons Duurzaamheidsrapport, op www.kbc.com.
Onze waarden zijn groepswijd dezelfde en steunen op onze bedrijfscultuur PEARL+. De E uit PEARL+ staat voor Empowerment, waarmee we bedoelen dat we elke medewerker de ruimte bieden om zijn talent en creativiteit te ontplooien en om die in te zetten bij de realisatie van onze bedrijfsstrategie. De + in PEARL+ staat voor co-creëren over de landsgrenzen heen en slim kopiëren van elkaar. Zo halen we meer voordeel uit de rijkdom en verscheidenheid in onze groep.

Met groepswijde Team Blue-initiatieven stimuleren we onze Pearl+-cultuur actief en verenigen we alle collega's uit de verschillende landen, zodat ze fier zijn op hun team en hun bedrijf en gebruikmaken van elkaars ervaring. Voorbeelden hiervan zijn de Team Blue Challenges, Group Diversity Days en Group Inspiration Days.
In het najaar van 2024 lanceerden we de nieuwste Team Blue Challenge: 'Team Blue loves your dreams'. We maken ons doel 'dagelijks de dromen van klanten realiseren en beschermen' tastbaar door met zoveel mogelijk collega's de handen uit de mouwen te steken voor non-profitorganisaties met een sociaal karakter die hulp bij een project kunnen gebruiken. Hiermee versterken we de connectie tussen de collega's en geven we tegelijk iets terug aan de samenleving.
De wereld verandert op een steeds sneller ritme, net zoals de verwachtingen van onze klanten. In deze nieuwe wereld wil KBC niets minder dan de referentie zijn. Een snel veranderende omgeving vraagt om dynamische en creatieve werknemers die vlot kunnen inspelen op hun omgeving en de nieuwe manier van werken. Door de juiste persoon met de juiste skills op het juiste moment een plaats te laten vinden in de juiste job, zorgen we ervoor dat medewerkers mee blijven evolueren en groeien met KBC. Hiertoe zetten we in op een leercultuur waarbij leren integraal deel uitmaakt van de dagelijkse activiteiten en gebaseerd is op skills. Alle medewerkers hebben een

persoonlijk skillsprofiel dat hen helpt te focussen op de skills die belangrijk zijn om beter te worden in hun rol en in hun bijdrage aan de strategie van KBC. Om dat op een slimme manier mogelijk te maken, werken we met een AI-gestuurd leer- en talentenplatform, dat de naam StiPPLE draagt. Dit reikt leerinhoud op maat aan, niet alleen voor de relevante skills, maar ook voor het juiste skillsniveau. Via progressiedialogen met de leidinggevende helpt StiPPLE hen te focussen op de juiste prestatie- en ontwikkeldoelen. Tegelijkertijd vormt StiPPLE een geïntegreerde marktplaats voor interne vacatures, waarbij openstaande jobs en interne talenten gematcht worden. Medewerkers krijgen er ook zicht op welke jobs het best aansluiten bij hun profiel en welke skills ze nog kunnen ontwikkelen om hun verdere loopbaanambities waar te maken. Bijkomend krijgen we ondersteuning van My Kate, de persoonlijke digitale assistent van elke medewerker, die via de juiste triggers op het juiste moment de medewerkers ondersteunt in hun KBC-journey door leeropportuniteiten aan te bevelen en acties te initiëren die hun performance en loopbaan ten goede komen. Ten slotte kunnen medewerkers ook een beroep doen op career counseling om een beter inzicht te krijgen in hun persoonlijke talenten en interesses alsook in hun loopbaanmogelijkheden binnen KBC.
Goede leidinggevenden zijn de sleutel om het beste in onze medewerkers naar boven te halen en om de KBC-strategie succesvol te implementeren. We investeren dan ook in de opleiding van alle leidinggevenden waarbij de Pearl+ waarden het kompas vormen. We bieden een intensieve opleiding aan voor startende leidinggevenden en hebben een open aanbod van digitale en klassikale trainingen om ervaren leidinggevenden zich te laten verdiepen in cruciale skills en vaardigheden. Daarnaast voorzien we intensieve begeleiding en training van groepen van leidinggevenden die leiderschap opnemen in een specifieke transformatie. In België blijven we inzetten op de 'SAMEN Werkt!'-sessies waarin we formele en informele leiders inspireren en activeren aan de hand van bedrijfswijde uitdagingen. Om een gemeenschappelijke visie te kunnen uitdragen, nemen senior managers uit de hele groep deel aan de KBC University, een ambitieus ontwikkelingsprogramma. We maken ook actief werk van een apart beleid voor toptalentmanagement, waarmee we toekomstige senior managers in kaart brengen en klaarstomen voor de uitdagingen van morgen.
We volgen de mening van onze medewerkers nauw op via groepswijde medewerkersbevragingen. In 2024 organiseerden we twee bevragingen waarop de globale responsgraad 84% bedroeg in de tweede jaarhelft. In België was de antwoordratio 81% in maart en 82% in oktober. Met de bevraging in de tweede jaarhelft voelde groepswijd 74% van de medewerkers zich betrokken bij KBC (82% in België, 74% in Tsjechië, 75% in Slowakije, 61% in Hongarije, 63% in Bulgarije).
Betrokkenheid is gebaseerd op trots zijn, motivatie in de functie en verbondenheid met KBC. Net die verbondenheid steeg in België in 2024 tot 82% en op groepsniveau tot 73%. Medewerkers zijn trots op de stabiliteit van KBC als bedrijf en zijn innovatieve aanpak. Behalve naar betrokkenheid peilen we in de surveys ook naar het draagvlak en de impact van de KBC-strategie bij onze medewerkers en naar andere aspecten van PEARL+, zoals het gevoel van autonomie en empowerment. Uit de resultaten blijkt onder meer dat groepswijd 80% van de medewerkers ziet hoe hun job helpt om de KBC-strategie in de praktijk om te zetten.
De bevragingen leidden ook tot een aantal acties, zoals initiatieven om managers te ondersteunen in hun coachingrol. De managers zelf hebben toegang tot hun resultaten en nemen specifieke actie waar nodig.
Al onze inspanningen vertalen zich in extern gevalideerde hr-awards voor de hele groep. Begin 2025 behaalden diverse entiteiten in de groep opnieuw het certificaat Top Employer 2025: KBC (5ekeer op rij) en CBC (4e keer op rij) in België, K&H in Hongarije (3e keer op rij) en onze shared service centers in Tsjechië en Bulgarije (beide 3e keer op rij).
Gegevens over aantal en samenstelling van ons personeelsbestand vindt u verderop in onze Duurzaamheidsverklaring, in paragraaf 3.1.2.

Onze activiteiten zijn alleen mogelijk als we beschikken over een degelijke kapitaalbasis. Eind 2024 bedroeg ons totale eigen vermogen 24,3 miljard euro en werd ons kapitaal vertegenwoordigd door 417 544 151 aandelen.
Onze aandelen zijn in handen van een groot aantal aandeelhouders in verschillende landen. MRBB, Cera, KBC
Koersontwikkeling van het KBC-aandeel over 1 jaar
(31 december 2023 = 100%, eindeweekgegevens)
Ancora en de Andere vaste aandeelhouders vormen de groep van onze vaste aandeelhouders.
Dividendpolitiek en aandeleninkoopprogramma: zie onder. We willen onze ambities waarmaken binnen een strikt risicobeheer. Dividend over 2024: zie Geconsolideerde jaarrekening, onder Geconsolideerde vermogensmutaties.

| KBC-aandeel | 2024 | 2023 |
|---|---|---|
| Aantal uitstaande aandelen op 31 december (in miljoenen) | 417,5 | 417,3 |
| Koersontwikkeling in het boekjaar* | ||
| Hoogste koers (in euro) | 74,5 | 71,8 |
| Laagste koers (in euro) 130,000000 |
56,6 | 51,0 |
| Gemiddelde koers (in euro) | 67,5 | 61,8 |
| Slotkoers (in euro) | 74.5 | 58,7 |
| Verschil tussen slotkoers einde boekjaar en slotkoers einde vorig boekjaar | 27% | -2% |
| Marktkapitalisatie, in miljarden euro, op 31 december | 31,1 | 24,5 |
| Gemiddelde dagelijkse omzet op Euronext Brussels (bron: Eikon) | ||
| In miljoenen aandelen | 0,5 | 0,6 |
| In miljoenen euro | 35 | 39 |
| Eigen vermogen per aandeel (in euro) | 56,6 | 53,9 |
| Aantal sell-side-analisten dat KBC opvolgt (de lijst vindt u op www.kbc.com) | 22 | 22 |
| Aanbeveling sell-side-analisten m.b.t. KBC-aandeel (per eindejaar) | ||
| Buy/Outperform | 55% | 27% |
| Hold/Neutral | 36% | 59% |
| Sell/Underperform | 9% | 14% |
* Op basis van slotkoersen; afgerond op een cijfer na de komma.
| Aandeelhoudersstructuur KBC Groep NV1 , 31 december 2024 |
Aantal aan delen op het moment van kennisgeving |
Percentage van het hui dige aantal aandelen |
|---|---|---|
| KBC Ancora | 77 516 380 | 18,6% |
| Cera | 16 555 143 | 4,0% |
| MRBB | 51 905 219 | 12,4% |
| Andere vaste aandeelhouders | 28 247 408 | 6,8% |
| Subtotaal vaste aandeelhouders | 174 224 150 | 41,7% |
| Ingekochte aandelen n.a.v. aandeleninkoopplan gelanceerd in augustus 2023 en beëindigd eind juli 20242 |
20 980 823 | 5,0% |
| Free float3 | 222 339 178 | 53,2% |
| Institutionele aandeelhouders in België | – | 3% |
| Institutionele aandeelhouders in overig Continentaal Europa | – | 12% |
| Institutionele aandeelhouders in VK & Ierland | – | 9% |
| Institutionele aandeelhouders in Noord-Amerika | – | 16% |
| Institutionele aandeelhouders in andere landen | – | 2% |
| Overige (particuliere aandeelhouders, niet-geïdentificeerd, enz.) | – | 12% |
| Totaal | 417 544 151 | 100,0% |
1 Gebaseerd op de recentste transparantiemeldingen of, als ze recenter zijn, meldingen in het kader van de wet inzake openbare overnamebiedingen of andere publieke informatie.
2 Het stemrecht verbonden aan deze aandelen is geschorst. Voor informatie over het aandeleninkoopprogramma 2023-2024: zie Toelichting 5.10 in de Geconsolideerde jaarrekening.
3 Benaderende geografische samenstelling, gebaseerd op eigen KBC-schattingen voor 30 september 2024.
Onze activiteiten bestaan voor een belangrijk deel in het omzetten van deposito's en andere financieringsvormen in kredieten. Naast kapitaal is dus ook onze financiering via deposito's en schuldpapier een belangrijke grondstof voor onze groep. We hebben daarom een sterke depositobasis bij particulieren en midcaps opgebouwd in onze kernmarkten. We geven bovendien regelmatig schuldinstrumenten uit, onder meer via KBC Ifima, KBC Bank en KBC Groep NV zelf.
Naast medewerkers en kapitaal zijn ook ons netwerk en onze relaties bijzonder belangrijk voor onze activiteiten. U vindt een overzicht van ons netwerk bij De marktomstandigheden in onze kernmarkten in 2024.
Ons maatschappelijk en relationeel kapitaal omvat alle relaties met onze klanten, aandeelhouders, overheden, regelgevers en andere stakeholders, waardoor we maatschappelijk relevant kunnen blijven en handelen als een maatschappelijk verantwoord bedrijf. Dat onderwerp komt uitgebreid aan bod in het deel Onze strategie, in de paragraaf Onze rol in de samenleving en in onze Duurzaamheidsverklaring.
| Financiële ratings KBC-groep, KBC Bank en KBC Verzekeringen1 | Long term debt ratings |
Outlook | Short term debt rating |
|---|---|---|---|
| Fitch | |||
| KBC Bank NV | A+ | Stabiel | F1 |
| KBC Groep NV | A | Stabiel | F1 |
| Moody's | |||
| KBC Bank NV2 | A1 | Stabiel | P-1 |
| KBC Groep NV3 | A3 | Stabiel | P-2 |
| Standard & Poor's4 | |||
| KBC Bank NV | A+ | Positief | A-1 |
| KBC Verzekeringen NV | A | Positief | – |
| KBC Groep NV | A- | Positief | A-2 |
| CDP | A |
|---|---|
| Sustainalytics ESG Risk Rating | 10,9 |
| S&P Global ESG Score | 67/100 |
1 Voor uitleg bij de verschillende ratings en de meest recente ratings verwijzen we naar de respectievelijke ratingagentschappen. Wat betreft de financiële ratings gaat het voor KBC Verzekeringen over de financial strength rating. Die geeft een idee van de waarschijnlijkheid van het honoreren van claims van verzekerden, terwijl de vermelde ratings voor KBC Bank en KBC Groep de waarschijnlijkheid meten van het honoreren van financiële verplichtingen.
2 Long term deposit rating is Aa3.
3 Long-term debt rating verhoogd in juli 2024 van Baa1 naar A3.
4 Outlook gewijzigd in november 2024 van stabiel naar positief.
De wet vereist dat het jaarverslag informatie bevat over de essentiële immateriële middelen, over hoe het bedrijfsmodel van de vennootschap fundamenteel afhankelijk is van die middelen en over hoe die middelen een bron voor de waardecreatie van de vennootschap zijn. Voor een algemeen schema over onze waardecreatie verwijzen we naar het schema Hoe creëren we waarde? in dit hoofdstuk. Belangrijke immateriële bronnen in ons bedrijfsmodel zijn onder andere de waarden loyaliteit, kennis, motivatie en verantwoord gedrag van onze medewerkers, onze bedrijfscultuur, onze innovatiecapaciteit (inclusief inzake software, AI, enz.) en onze relaties met diverse stakeholders (vooral onze klanten, maar ook onze leveranciers, investeerders, enz.).
We hebben die informatie geïntegreerd in verschillende hoofdstukken en paragrafen van dit jaarverslag. De meest relevante daarvan zijn:


Onze strategie steunt op de volgende principes:
In het kader van onze bedrijfscultuur PEARL+ focussen we daarbij op de gezamenlijke ontwikkeling van oplossingen, initiatieven en ideeën binnen de groep.
Meer informatie over PEARL+: zie Ons bedrijfsmodel.

Toegang tot financiële diensten en degelijk financieel advies voor elk deel van de bevolking draagt bij tot economische ontwikkeling en is de basis voor financiële en sociale integratie.
Als bank-verzekeraar zetten we in op financiële geletterdheid en willen we door degelijk en transparant advies onze klanten helpen de juiste beslissingen te nemen. We nemen initiatieven om de financiële geletterdheid te bevorderen. We lanceerden bijvoorbeeld de mogelijkheid om financieel-economisch nieuws te ontvangen via KBC Mobile. Op die manier dragen we bij tot een verbreding van kennis en financiële educatie.
We verwachten ook dat onze medewerkers op een toegankelijke, duidelijke, begrijpelijke en transparante manier communiceren met onze klanten.

Sinds een aantal jaren ontwikkelen we producten, diensten en processen vanuit de invalshoek digital first. Dat impliceert dat ze aangepast werden vooraleer ze te digitaliseren, zodat ze eenvoudiger en gebruiksvriendelijker worden, schaalbaar zijn en toelaten om snel en gepast antwoorden te geven op vragen en verwachtingen van onze klanten. Voor klanten die dat
wensen, gaan we de beschikbare data op een slimme en correcte manier gebruiken.
We evolueren dan ook van een omnikanaal distributiemodel naar een digital first distributiemodel. In beide modellen blijft de menselijke factor belangrijk en staan onze medewerkers
en kantoren ter beschikking van de klanten. Bij een digital first distributiemodel vormt digitale interactie met de klanten de startbasis. We zullen dan ook op termijn alle relevante commerciële oplossingen via mobiele applicaties aanbieden. Naast een digitaal productaanbod zullen we onze klanten digitaal advies aanbieden én alle processen en producten ontwikkelen alsof ze digitaal verkocht worden.
Kate – onze persoonlijke digitale assistent – speelt een belangrijke rol in de digitale verkoop en adviesverlening door proactief gepersonaliseerde en relevante oplossingen te bieden. De klant kan zelf aan Kate vragen stellen met betrekking tot zijn financiële basistransacties. Hij krijgt in zijn mobiele app ook regelmatig discreet en proactief voorstellen en wordt daardoor maximaal ontzorgd. Wanneer de klant op een voorstel ingaat, zal die oplossing volledig digitaal aangeboden en verwerkt worden.

Nadat in 2023 KBC Mobile voor de derde keer op rij uitgeroepen werd tot beste app voor digitaal bankieren in België en zelfs de wereldwijde top 3 vervoegde bij het onafhankelijke internationale onderzoeksbureau SIA Partners, veroverde KBC Mobile in 2024 niet minder dan de eerste plaats wereldwijd.
Bovendien kende SIA Partners in 2024 ook aan Bolero een toppositie toe als één van de allerbeste beleggingsapps. Het resultaat: Bolero kwam als beste uit de bus op de Belgisch-Nederlandse markt en stond wereldwijd op de 5e plaats.
De medewerkers in het kantorennetwerk en in de contactcenters blijven als vertrouwensbaken voor onze klanten functioneren. Onze medewerkers ondersteunen en stimuleren bovendien ook het gebruik van digitale processen en volgen dat op. Ze worden daarbij geholpen door artificiële intelligentie, data en data-analyse.
Om onze klanten maximaal gebruiksgemak te kunnen bieden en steeds meer mogelijkheden via Kate te kunnen aanbieden, veranderden we ook onze interne processen, de manier waarop we producten en diensten aanbieden en de manier waarop we ons intern organiseren, wat tegelijkertijd een verdere mentaliteitsverandering en bijscholing van onze medewerkers vereist. Zo zorgt Kate er bijvoorbeeld voor dat bepaalde administratieve handelingen geautomatiseerd verlopen of beantwoordt Kate vragen waardoor die niet meer door de medewerkers moeten behandeld worden. Dat
bespaart tijd en die tijd wordt dan gebruikt om effectief met klanten te praten over zaken die hen bezighouden.
Enkele jaren geleden lanceerden we onze eigen banktech DISCAI, die onze intern ontwikkelde baanbrekende artificiële intelligentietoepassingen wereldwijd op de markt brengt. De eerste toepassing richtte zich op de strijd tegen het steeds groter en complexer wordende probleem van witwaspraktijken. DISCAI speelt in op deze marktvraag door strategische samenwerkingen aan te gaan met gespecialiseerde partners, zoals Harmoney. Deze partnerships stellen ons in staat om krachtige, end-toendoplossingen te bieden die AI-gebaseerde waarschuwingssystemen combineren met geavanceerde platformen voor case- en procesmanagement. Zo kunnen we financiële instellingen helpen om op een effectieve en efficiënte manier financiële criminaliteit te bestrijden.
| Digitaliteit in de praktijk | 2024 | 2023 |
|---|---|---|
| Aandeel van de bankproducten dat digitaal werd verkocht (zie verder bij de doelstellingen) | 55% | 52% |
| Aandeel van de verzekeringsproducten dat digitaal werd verkocht (zie verder bij de doelstellingen) | 29% | 26% |
| Groei mobiele-appgebruikers | +9% | +13% |
| Aantal klanten die al op Kate klikten | 5,3 miljoen | 4,2 miljoen |
| Aandeel vragen dat volledig zelfstandig (E2E) door Kate werd opgelost (België / Tsjechië) | 69% / 71% | 63% / 66% |
Sinds begin 2023 kunnen KBC-klanten Kate Coins verwerven door bij ons bepaalde producten of diensten af te nemen, zoals een woningkrediet, een woningverzekering of sparen met wisselgeld en door bij bepaalde commerciële partners producten te kopen. Ze kunnen die Kate Coins vervolgens gebruiken om geld te besparen door ze in te ruilen voor extra voordelen. Zo kunnen KBC-klanten Kate Coins inzetten in het kader van een beleggingsplan, een prepaidkaart, een persoonlijke ongevallenverzekering, een familiale verzekering, en een cashback genieten. KBC-klanten kunnen hun verworven Kate Coins ook inzetten bij een aantal commerciële partners. De partners bepalen zelf de voorwaarden en de timing van hun aanbod. Klanten kunnen in KBC Mobile volgen bij welke partners zij geld kunnen verdienen en in hun Kate Coin Wallet in KBC Mobile opvolgen hoeveel Kate Coins zij bij KBC en bij de diverse partners hebben verdiend.
Het voorbije jaar hebben we een volgende stap gezet met 'S.T.E.M., the Ecosphere', waarbij S.T.E.M. staat voor Save Time and Earn Money. Door een aantal reeds gelanceerde concepten en bouwstenen zoals Digital First, Kate, Kate Coins, enz. samen te brengen in ecosystemen kunnen we onze klanten een nieuwe soort dienstverlening aanbieden. Die bestaat erin dat we hen – in onze distributiekanalen – ondersteunen bij elke stap in de zoektocht naar oplossingen voor problemen rond wonen, mobiliteit, gezondheid, enz., niet alleen via onze eigen producten, maar ook via producten en diensten van partners en leveranciers. Dat stelt onze klanten in staat geld te besparen én te verdienen, zowel binnen als buiten de traditionele bank- en verzekeringsomgeving.
Digitalisering brengt ook de plicht met zich mee om de beschikbare gegevens op een verantwoorde manier te gebruiken. We besteden er dan ook continu aandacht aan dat we gegevens verwerken in overeenstemming met de GDPR en alle privacyregels, en dat er processen worden opgezet om dat ook te garanderen voor elke nieuwe dienst die we lanceren. We houden daarbij rekening met de belangrijke gegevensbeschermingsprincipes van purpose limitation (gegevens niet gebruiken voor een ander doel dan waarvoor ze zijn verzameld), data minimisation (niet meer gegevens verzamelen dan nodig is voor het beoogde doel) en transparancy (transparant zijn over de verzamelde en gebruikte gegevens). Dat laatste gaat hand in hand met ons privacybeleid, dat door elke entiteit van onze groep via de gepaste kanalen werd gepubliceerd om ervoor te zorgen dat alle personen van wie persoonsgegevens worden verwerkt, goed geïnformeerd zijn. We doen er alles aan om gegevens te beveiligen en te beschermen tegen ongewenste of ongeoorloofde toegang, verlies of beschadiging, geen persoonsgegevens te bewaren zodra die niet meer nodig zijn voor het doel waarvoor ze zijn verzameld, en de persoonsgegevens accuraat en up-to-date te houden.
We hebben alle rechten van de betrokkenen vastgelegd en waken tegen elke inbreuk op de fundamentele mensenrechten door onze toegang tot gegevens. Privacy en gegevensbescherming zijn niet alleen objectieve, in wetten vastgelegde begrippen, maar tegelijk ook erg subjectief. We willen klanten dan ook zelf laten beslissen wat we met hun data doen en wat Kate met hun data kan doen. Daarbij willen we transparant communiceren en onze klanten een duidelijk privacy-overzicht bieden, waarbij ze op elk ogenblik van keuze kunnen veranderen.
Omdat de klant centraal stellen de hoeksteen van onze strategie is, volgen we dat grondig op. We bevragen onze klanten continu en hebben regelmatig debatten met klantenpanels. We gaan ook specifiek in dialoog met ngo's en organiseren regelmatig een stakeholderdebat. We volgen onze reputatie nauwlettend op en we delen die analyse met alle betrokken diensten en personen, zodat die het nodige kunnen doen.

De belangrijkste doelstellingen en resultaten voor tevredenheid van klanten en digitale verkoop vindt u hierna.
| KPI | Wat? | Doel en resultaat | ||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| Klanten NPS-score |
Op basis van de Net Promoter Scores | Doel: top 2-ranking in 2026 |
NPS-ranking klantentevredenheid | |||
| wordt per kernland een ranking opgemaakt. De rankings worden |
Top 3 | Top 3 | ||||
| geaggregeerd op groepsniveau op basis van het aantal retailklanten. |
Resultaat in 2024: top 3 | Top 2 | ||||
| 2023 | 2024 | doel 2026 | ||||
| Digitale verkoop als percentage van de totale verkoop, gebaseerd op het |
Doel: ≥ 65% voor bankieren en ≥ 35% voor |
Digitale verkoop - bankieren | ||||
| Digitale verkoop |
gewogen gemiddelde van een selectie van | verzekeringen in 2026 | 52% | 55% | 65% | |
| kernproducten. | Resultaat in 2024: 55% voor bankieren |
|||||
| 29% voor verzekeringen | 2023 | 2024 | doel 2026 | |||
| Digitale verkoop - verzekeren | ||||||
| 26% | 29% | 35% | ||||
| 2023 | 2024 | doel 2026 | ||||
| Straight through processing (STP) |
De STP-ratio meet hoeveel diensten die digitaal kunnen worden aangeboden, verwerkt worden zonder menselijke tussenkomst, en dat vanaf het moment van de interactie met de klant tot het verstrekken van het finale akkoord door KBC. De STP-score is gebaseerd op de |
Doel: STP-ratio ≥ 68% in 2026 |
STP-score (straight-through processing) |
|||
| Resultaat in 2024: 62% | 58% 2023 |
62% 2024 |
68% doel 2026 |
|||
| analyse van alle retailprocessen. |

Als bank-verzekeraar stellen we onze klant centraal met een geïntegreerd product- en dienstenaanbod. Voor de klant biedt ons geïntegreerde model het voordeel van een uitgebreide, relevante en gepersonaliseerde one-stop dienstverlening, waarbij hij kan kiezen uit een breder, complementair en geoptimaliseerd aanbod. Voor de groep biedt het voordelen inzake inkomstendiversificatie, risicospreiding, bijkomend verkooppotentieel door de intense samenwerking tussen de bank- en verzekeringskanalen, belangrijke kostenbesparingen, synergieën en verhoogde interactiemogelijkheden met en een meer volledig inzicht in onze klanten.
Zoals al vermeld, doen we er alles aan om onze kanalen (bank- en verzekeringskantoren, contactcenters, automaten, de website, de homebankingtoepassing en mobiele apps) te integreren. Omdat we zowel een bank als een verzekeraar zijn, kunnen we voluit gaan voor die integratie en naadloze service.
We ontwikkelden een uniek concept voor samenwerking tussen de bank- en verzekeringsbedrijven van onze groep. Dat model gaat veel verder dan een bank die verzekeringsproducten verkoopt. Het gaat immers om een volledige integratie van backoffices en ondersteunende diensten. Dat levert operationele en commerciële optimalisaties op, zowel voor de klant als voor KBC zelf. In onze werking volstaat bijvoorbeeld één communicatieafdeling, één marketingafdeling, één risicobeheerdienst, enz. Enkel de achterliggende productfabrieken werken afzonderlijk, omdat het om specifieke metiers gaat.
Naast het operationeel werken als één bedrijf streven we naar een digital first, lead-gedreven en AI-gestuurde organisatie. Dat impliceert volledig geïntegreerde front- en back-end-toepassingen ontworpen volgens het principe 'digital first'. In al onze kernlanden wordt er volop op ingezet
om – op eigen ritme – data- en AI-gestuurd te worden. Kate (zie vorig hoofdstuk) is het kernelement van een dergelijke datagestuurde organisatie. Uiteraard blijft het zo dat er voor complexe vragen of advies op belangrijke levensmomenten experts beschikbaar zijn in onze kantoren of callcentra.
We bieden in onze mobiele apps niet enkel onze eigen bank- en verzekeringsproducten en -diensten aan, maar ook niet-financiële producten en diensten. Bij Bankverzekeren+ gaat het daarbij om oplossingen die het onze klanten mogelijk maken geld te besparen (bijvoorbeeld een voorstel om naar een goedkopere energieleverancier over te schakelen), geld te verdienen (denk bijvoorbeeld aan de kortingen via Kate Coins in België), dagelijkse betalingen te vergemakkelijken (zoals automatisch betalen van een parkeersessie) of bedrijfsactiviteiten te ondersteunen. Voor die oplossingen werken we samen met derde partijen. In S.T.E.M., the Ecosphere gaan we een stap verder. We gaan niet alleen niet-financiële producten en diensten aanbieden, maar integreren deze in de volledige klantenjourney zodat we een nieuwe, uitgebreidere one-stop-shop waardepropositie kunnen aanbieden aan de klant.

Dankzij ons bankverzekeringsmodel realiseren we nu al verschillende commerciële synergieën. In België bijvoorbeeld namen onze klanten in 2024 bij iets meer dan acht op de tien woningkredieten van KBC Bank ook een schuldsaldoverzekering bij KBC Verzekeringen en bij meer dan negen op de tien een woningverzekering. Bij de ČSOB-groep in Tsjechië namen vijf à zes op de tien klanten die in 2024 een hypothecaire lening aangingen, ook een woningverzekering van de groep. Nog een ander voorbeeld: in de hele groep bezat eind 2024 zo'n 76% van de actieve klanten minstens één bankproduct en één verzekeringsproduct van de groep; ruwweg 23% heeft zelfs minimaal twee bank- en twee verzekeringsproducten (drie en drie in België). Het aantal dergelijke bankverzekeringsklanten groeide in 2024 verder met respectievelijk 3% (één en één) en 1% (twee en twee, en drie en drie in België).
We volgen het succes van onze bankverzekeringsprestaties aan de hand van een aantal kernindicatoren (KPI's). De belangrijkste daarvan vindt u in de tabel.
| KPI | Wat? | Doel en resultaat | |||
|---|---|---|---|---|---|
| Aandeel bank |
Aandeel van bankverzekeringsklanten (met Doel: ≥ 83% minstens één bank- en één bankverzekeringsklanten verzekeringsproduct van de groep) in in 2026 |
Bankverzekeringsklanten 83% |
|||
| verzeke rings klanten |
totaal aantal actieve bankklanten* | Resultaat 2024: 76% | 76% 2023 |
76% 2024 |
doel 2026 |
| Aandeel van stabiele bankverzekeringsklanten (met minstens |
Doel: ≥ 29% stabiele bankverzekeringsklanten |
Stabiele bankverzekeringsklanten | |||
| Aandeel stabiele bank verzeke |
twee bank- en twee verzekeringsproducten van de groep (drie en drie voor België)) in totaal aantal actieve bankklanten* |
in 2026 Resultaat 2024: 23% |
23% | 23% | 29% |
| rings klanten |
2023 | 2024 | doel 2026 |
* Een actieve bankklant is minstens in het bezit van een zichtrekening met een regelmatige inkomensoverdracht op die rekening (salaris, pensioen, geldovermakingen, ...).

Langetermijnrelaties uitbouwen met onze klanten is cruciaal om ons bestaan op lange termijn veilig te stellen. We mikken niet op hoge rendementen op korte termijn waaraan overdreven risico's verbonden zijn, maar kiezen voor duurzame en rendabele groei op lange termijn.
Duurzaam langetermijndenken betekent ook dat we ons concentreren op de lokale economieën van onze kernmarkten België, Tsjechië, Slowakije, Hongarije en Bulgarije. In die kernlanden zien we onze aanwezigheid als een engagement op lange termijn en we willen er onze aanwezigheid verder optimaliseren door organische groei of interessante overnames, volgens duidelijke en strikte criteria.
Fusie- en overnamemogelijkheden buiten onze kernmarkten kunnen worden onderzocht (en ter goedkeuring worden voorgelegd aan de Raad van Bestuur), uiteraard ook rekening houdend met zeer strikte strategische, financiële, operationele en risicocriteria.
Recente voorbeelden van acquisities: meer informatie in het hoofdstuk Onze divisies en in Toelichting 6.6 van de Geconsolideerde jaarrekening.

| Groei in 2024, per divisie | Leningen en voorschotten aan klanten* |
Deposito's van klanten* |
Verkoop van levens verzekeringen |
Verkoop van schade verzekeringen |
|---|---|---|---|---|
| België | +4% | +10% | +30% | +7% |
| Tsjechië | +7% | +2% | +9% | +12% |
| Internationale Markten | +9% | +5% | +1% | +15% |
| Totaal | +5% | +7% | +25% | +10% |
* Zonder wisselkoerseffecten. Wat deposito's betreft zonder de deposito's in de buitenlandse kantoren van KBC Bank, die worden gedreven door kortetermijn cashmanagementopportuniteiten.
We willen voor al onze producten en diensten in staat zijn topklasse af te leveren. Wat onze kernactiviteiten betreft, houden we de productie ervan in eigen hand, maar voor de randactiviteiten kijken we in de meeste gevallen naar uitbesteding of samenwerkingsverbanden met (of in sommige gevallen overname van) specialisten, waaronder bijvoorbeeld start-ups. Zo werken we bijvoorbeeld in België samen met een start-up die voor onze klanten een renovatie-inschatting van een pand maakt en de weg wijst naar de juiste premies en subsidies. Dat laatste is natuurlijk niet onze corebusiness, maar het gaat – naast het bevorderen van de klanttevredenheid en het ontzorgen van de klanten – om het verwerven van inzichten over onze klanten om zo onze corebusiness te verbeteren. Als we – mits toestemming van de klant – toegang hebben tot de gegevens van die transacties, kunnen we toegevoegde waarde genereren voor onze klanten door op basis van analyse betere oplossingen voor te stellen en hun op die manier geld te doen besparen of hen verder te ontzorgen.
Duurzame en rendabele groei wordt ondersteund door een gediversifieerde inkomstenbasis. We streven er dan ook naar om, naast onze rente-inkomsten, meer opbrengsten te


genereren uit fee-business (provisies) en uit onze verzekeringsactiviteiten.
Om duurzaamheid te kunnen waarborgen is een strikt risicobeheer bij alles wat we doen een absolute voorwaarde. Daarover vindt u meer in de paragraaf We willen onze ambities waarmaken binnen een strikt risicobeheer.
We volgen onze langetermijnprestaties en onze focus op de reële economie en duurzaamheid op aan de hand van een aantal kernindicatoren (KPI's). De belangrijkste KPI's die golden in 2024 vindt u in de tabel. In de laatste rij vindt u de geactualiseerde KPI's die gelden vanaf 2025.
| KPI | Wat? | Doel en resultaat | |
|---|---|---|---|
| CAGR nettorente inkomsten |
Samengestelde jaarlijkse groei van nettorente-inkomsten |
Doel: CAGR 2023-2026 ≥ 1,8% Resultaat 2023-2024: +1,8% |
CAGR nettorente-inkomsten 1,8% 1,8% groei '23-'24 doel CAGR '23-'26 |
| CAGR ver zekerings inkomsten |
Samengestelde jaarlijkse groei van verzekeringsinkomsten vóór afgestane herverzekering |
Doel: CAGR 2023-2026 ≥ 6% Resultaat 2023-2024: +10% |
CAGR verzekeringsinkomsten 10% 6% groei '23-'24 doel CAGR '23-'26 |
| CAGR exploitatie kosten |
Samengestelde jaarlijkse groei van exploitatiekosten inclusief betaalde verzekeringsprovisies maar zonder bank en verzekeringsheffingen |
Doel: CAGR 2023-2026 < 1,7% Resultaat 2023-2024: +1,6% |
CAGR exploitatiekosten (incl. betaalde verzekeringsprovisies, excl. bank- en verzekeringshengen) 1,7% 1,6% groei '23-'24 doel CAGR '23-'26 |
| Kosten inkomsten ratio (excl. bank- en verze kerings heffingen) |
Zie Glossarium achteraan in dit verslag | Doel: < 42% in 2026 Resultaat 2024: 43% |
Kosten-inkomstenratio (excl. bank- en verzekeringshengen) 43% 43% 42% 2023 2024 doel '26 |
| Gecom bineerde ratio |
Zie Glossarium achteraan in dit verslag | Doel: < 91% Resultaat 2024: 90% (88% zonder storm Boris) |
Gecombineerde ratio (schadeverzekeringen) 91% 90% 87% 2023 2024 doel |
| Krediet kostenratio |
Zie Glossarium achteraan in dit verslag | Doel: substantieel lager dan de through-the cycle kredietkosten van 25-30 basispunten (excl. wijzigingen in reserve voor geopolitieke en macro-economische onzekerheden) Resultaat 2024: 0,10% (0,16% exclusief de reserve voor geopolitieke en macro-economische onzekerheden) |
Kredietkostenratio (bankieren, in basispunten) 25-30 10 0 2023 2024 doel (through-the-cycle) |
(waarbij CAGR 2024-2027 nettorente-inkomsten ≥ 5% en CAGR 2024-2027 verzekeringsinkomsten ≥ 7%)
• CAGR 2024-2027 exploitatiekosten zonder bank- en verzekeringsheffingen < 3,0%
• Gecombineerde ratio: < 91%
• Kredietkostenratio: substantieel lager dan de through-the-cycle kredietkost van 25-30 basispunten

Vanaf dit jaar rapporteren we uitgebreid over duurzaamheidsinformatie in lijn met de Corporate Sustainability Reporting Directive, kortweg CSRD. We vermelden die informatie in een apart hoofdstuk Duurzaamheidsverklaring in dit jaarverslag.
In het huidige hoofdstuk vermijden we herhaling van zaken die in onze Duurzaamheidsverklaring voorkomen. We beperken ons hier dan ook vooral tot onze duurzaamheidsstrategie.
Het doel van onze duurzaamheidsstrategie is om onze rol in de samenleving te vervullen en waarde te creëren voor al onze belanghebbenden. De kern van deze strategie ligt in financiële veerkracht en een strikt risicobeheersysteem, zodat we duurzaam zaken kunnen doen. Daarnaast bestaat onze duurzaamheidsstrategie uit drie belangrijke pijlers: de positieve impact van onze producten en diensten op de maatschappij en het milieu maximaliseren, potentiële negatieve invloeden minimaliseren of voorkomen, en verantwoord gedrag bij al onze medewerkers bevorderen.
We publiceren ook een apart Duurzaamheidsrapport (beschikbaar op www.kbc.com). Om herhaling van informatie te voorkomen, vindt u hierna verwijzingen naar duurzaamheidsonderwerpen die worden behandeld in onze Duurzaamheidsverklaring en in ons Duurzaamheidsrapport.
Ook in 2024 prijkte KBC op de lijst van de Climate Leaders opgemaakt door Financial Times. Slechts 10 Belgische bedrijven mogen zich Climate Leader 2024 noemen. KBC is de enige Belgische financiële instelling die op de lijst prijkt.
Ook in 2024 prijkte KBC op de lijst van de Climate Leaders opgemaakt door Financial Times. Slechts 10 Belgische bedrijven mogen zich Climate Leader 2024 noemen. KBC is de enige Belgische financiële instelling die op
de lijst prijkt.
Sinds 2019 hebben we onze materiële onderwerpen ook in kaart gebracht met de SASB-standaarden (Sustainability Accounting Standards Board). Het is de bedoeling voor 2024 om een aparte SASB disclosure te publiceren op www.kbc.com.
Het vertrouwen van onze stakeholders staat of valt met verantwoord gedrag van elke medewerker. We verwachten dan ook van al onze medewerkers dat ze zich verantwoord gedragen. Dat onderwerp staat dan ook elk jaar hoog op onze agenda. De basis van verantwoord gedrag is integriteit, en die vereist eerlijkheid, correctheid, transparantie, vertrouwelijkheid én een gezond risicobewustzijn. Integriteit en ethische waarden worden eveneens weerspiegeld in onze KBC-Gedragslijn voor medewerkers.
Aangezien verantwoord gedrag moeilijk te definiëren is, hebben we gekozen om richtlijnen te bepalen over wat verantwoord gedrag is en hebben we principes weergegeven. Die principes zijn gebundeld in het 'Kompas voor (mijn) verantwoord gedrag'.
Verantwoord gedrag komt bij een bank-verzekeraar nadrukkelijk tot uiting in gepaste adviesverlening en verkoop. We besteden daarom speciale aandacht aan opleiding (inclusief testen) en bewustwording. We ontwikkelden een onlinetraining om het belang van verantwoord gedrag duidelijk te maken en reiken een kader aan dat onze medewerkers helpt bij het nemen van moeilijke beslissingen

en bij het omgaan met dilemma's. Deze onlinetraining maakt nu ook deel uit van het onboardingprogramma voor nieuwe medewerkers. In 2023 werd een nieuw initiatief inzake bewustwording van verantwoord gedrag gelanceerd, onder de vorm van een verplichte webinar, die eind juni 2024 door vrijwel al onze medewerkers werd gevolgd. Daarnaast werd eind 2024 een interne website opgestart, toegankelijk voor alle medewerkers, die aangeeft wat verwacht wordt op het vlak van verantwoord gedrag en waarom, en waar tevens alle beschikbare materiaal rond dit onderwerp eenvoudig te vinden is.
We communiceren in alle transparantie over onze regels en beleidslijnen. U vindt ze op www.kbc.com en in onze Duurzaamheidsverklaring verderop.
We willen onze positieve impact op de samenleving vergroten en leggen daarbij de focus op de vier domeinen waar wij als bank-verzekeraar toegevoegde waarde kunnen creëren: financiële geletterdheid, ondernemerschap, milieubewustzijn, vergrijzing en/of gezondheid.
Concrete voorbeelden van initiatieven voor elk domein vindt u in het hoofdstuk Onze divisies.

We verkleinen onze directe en indirecte milieuvoetafdruk via uiteenlopende initiatieven en doelstellingen. We ontwikkelen diensten en producten die een positieve bijdrage kunnen leveren aan het milieu.

We helpen klanten de juiste keuzes te maken door goede en transparante adviesverlening en duidelijke communicatie.
We verbreden de kennis van financiële concepten en producten bij het brede publiek.
We hebben de ambitie om jongeren financieel geletterd te maken over complexere producten zoals woningkredieten.

We dragen bij tot economische groei door innovatieve ideeën en projecten te ondersteunen.

In België en Tsjechië focussen we op vergrijzing. We passen ons aanbod van diensten en producten aan rekening houdend met het feit dat mensen langer leven. In Bulgarije, Slowakije en Hongarije focussen we op gezondheid. We ontwikkelen diensten, producten en projecten die erop gericht zijn gezondheid, gezondheidszorg en levenskwaliteit te verbeteren.
We onderwerpen onze bedrijfsactiviteiten aan strikte duurzaamheidsregels in verband met mensenrechten, milieu, ethisch ondernemen en gevoelige of controversiële maatschappelijke thema's. Gezien de steeds wijzigende maatschappelijke verwachtingen en bekommernissen herbekijken we minimaal om de twee jaar onze duurzaamheidsbeleidslijnen.
Voor een volledig overzicht en details van onze duurzaamheidsbeleidslijnen verwijzen we naar ons Duurzaamheidsverslag en naar ons Duurzaamheidsbeleidskader, op www.kbc.com.
In het hoofdstuk Duurzaamheidsverklaring gaan we dieper in op diverse duurzaamheidsrichtlijnen, onder meer met betrekking tot de volgende onderwerpen:
Hierna volgt een puur illustratieve selectie van doelstellingen inzake duurzaamheid en milieu. Een volledig overzicht, inclusief de methodologische achtergrond, vindt u in het hoofdstuk Duurzaamheidsverklaring (inclusief informatie over het nazicht door de assurance-providers) en in ons Duurzaamheidsrapport.
| KPI | Wat? | Doel en resultaat | |
|---|---|---|---|
| Kredietportefeuille (selectie van doelen) | |||
| Kredieten voor hernieuwbare energie |
[Bedrag van kredieten aan bedrijven in de sector van hernieuwbare energiebronnen] / [totale kredietportefeuille in de energiesector] |
Doel: 75% in 2030 Resultaat 2024: 67% |
Kredieten voor hernieuwbare energie (in % van het totale volume aan kredieten aan de energiesector) 75% 67% 62% 2023 2024 doel 2030 |
| Broeikasgas intensiteit Kredieten aan bepaalde sectoren (enkele voorbeelden) |
Elektriciteit Procentueel verschil [kg CO2 e/MWh] in de betreffende periode |
Doel: -39% in 2030 (en -77% in 2050) t.o.v. 2021 Resultaat 2024: -56% t.o.v. 2021 |
Afbouw broeikasgasintensiteit Kredieten aan elektriciteitsproducenten (op basis van kg CO2e/MWh, t.o.v. 2021) 77% 56% 38% 39% 2023 2024 doel doel 2030 2050 |
| Hypothecaire kredieten en commercieel residentieel vastgoed Procentueel verschil [kg CO2 e/m2 ] in de betreffende periode |
Doel: -43% in 2030 (en -85% in 2050) t.o.v. 2021 Resultaat 2024: -10% t.o.v. 2021 |
Afbouw broeikasgasintensiteit Hypothecaire kredieten en commercieel residentieel vastgoed (op basis van kg CO2e/m2 , t.o.v. 2021) 85% 43% 10% 8% 2023 2024 doel doel 2030 2050 |
|
| Operationele autoleasing: passagiersvoertuigen Procentueel verschil [gram CO2 /km] in betreffende periode |
Doel: -81% in 2030 (en -100% in 2050) t.o.v 2021 Resultaat 2024: -42% t.o.v. 2021 |
Afbouw broeikasgasintensiteit Operationele autoleasing (passagiersvoertuigen) (op basis van gram CO2/km, t.o.v. 2021) 100% 81% 84% 42% 22% 2% 2023 2024 doel doel 2030 2050 |
| KPI | Wat? | Doel en resultaat | |
|---|---|---|---|
| Assets under management en eigen beleggingen verzekeraar (selectie van doelen) | |||
| Fondsen die verantwoord beleggen (Responsible Investment-fondsen, RI) |
[Volume RI-fondsen] / [Assets under distribution (AUD, of 'direct client money')] |
Doel: 45% van AUD in 2025 en 55% in 2030 Resultaat 2024: 44% van AUD |
Responsible Investment-fondsen (in % van totale AUD) 55% 45% 44% 41% 2023 2024 doel doel 2025 2030 |
| Broeikasgas intensiteit van eigen investeringen in aandelen en bedrijfsobligaties van KBC Verzekeringen |
Procentueel verschil [ton CO2 e/miljoen dollar omzet] in de betreffende periode |
Doel: daling van de broeikasgasintensiteit van bedrijven in de betreffende portefeuille met 25% in 2025 en met 40% in 2030, t.o.v. 2019 Resultaat 2024: -75% t.o.v. 2019 |
Afbouw broeikasgasintensiteit Bedrijven in de aandelen- en bedrijfsobligatieportefeuille van KBC Verzekeringen (op basis van ton CO2 e/miljoen dollar omzet, t.o.v. 2019) 75% 66% 40% 25% 2023 2024 doel doel 2025 2030 |
| Eigen emissies | |||
| Eigen CO2 -emissies |
Reductie van eigen emissies van broeikasgassen, ten opzichte van 2015 |
Doel: afbouw met 80% tussen 2015 en 2030 en bereiken van nettoklimaatneutraliteit voor onze eigen voetafdruk vanaf eind 2021 door het verschil te compenseren Resultaat 2015-2024: -68% (en nettoklimaatneutraliteit door onze resterende directe emissies te compenseren door de aankoop van carbon credits van kwaliteitsvolle klimaatprojecten) |
Reductie eigen broeikasgasemissies (in %, t.o.v. 2015) 80% 68% 68% 2023 2024 doel 2030 |

Het beheren van risico's maakt volledig deel uit van onze strategie en ons besluitvormingsproces.
Hoewel de activiteiten van een grote financiële groep zijn blootgesteld aan risico's die pas achteraf duidelijk worden, zien we op dit moment een aantal belangrijke uitdagingen voor onze groep. Die beschrijven we in het deel Ons bedrijfsmodel, onder In welke omgeving zijn we actief?
Daarnaast zijn we als bank-verzekeraar blootgesteld aan typische risico's voor de sector. Een overzicht daarvan vindt u in de tabel. De omschrijving van elke risicosoort vindt u in het hoofdstuk Hoe beheren we onze risico's?

| Typische risico's voor de sector | Hoe gaan we daarmee om? |
|---|---|
| Kredietrisico | • Bestaan van een degelijk beheerskader • Boeken van waardeverminderingen, nemen van risicobeperkende maatregelen, optimalisering van het algemene kredietrisicoprofiel, rapportering, stresstesting, enz. • Limietsystemen om concentratierisico binnen de kredietportefeuille te beheersen, enz. |
| Marktrisico van niet-tradingactiviteiten | • Bestaan van een degelijk beheerskader • Basis-Point-Value (BPV), gevoeligheid van de Net Interest Income, sensitiviteit per risicotype, stresstests, limietopvolging voor cruciale indicatoren, enz. |
| Marktrisico van tradingactiviteiten | • Bestaan van een degelijk beheerskader • Historical VaR-methode, BPV- en basisrisicolimieten, greeks en scenariolimieten voor producten met opties, stresstests, enz. |
| Liquiditeitsrisico | • Bestaan van een degelijk beheerskader • Opstellen en testen van noodplannen voor het beheersen van een liquiditeitscrisis • Liquiditeitsstresstests, beheer van financieringsstructuur, enz. |
| Verzekeringstechnische risico's | • Bestaan van een degelijk beheerskader • Acceptatie-, tariferings-, schadereserverings-, herverzekerings- en schaderegelingsbeleid, enz. |
| Niet-financiële risico's (operationeel risico, compliancerisico, reputatierisico, bedrijfsrisico, strategisch risico) |
• Bestaan van een degelijk beheerskader • Group key controls, risicoscans, Key Risk Indicators, enz. • Risicoscans en opvolging van risicosignalen • Strikt acceptatiebeleid, stresstests, monitoring, enz. |
| Klimaat- en andere ESG-risico's | • Deze risico's zijn geïntegreerd in de bestaande risicobeheerskaders (zie hierboven). |
Naast de uitgebreide opvolging van risico-indicatoren (zie hoofdstuk Hoe beheren we onze risico's?) volgen we onze prestaties inzake solvabiliteit en liquiditeit op aan de hand van een aantal ratio's. De belangrijkste daarvan vindt u in de tabel verderop.
| Regulatoire en eigen |
|||
|---|---|---|---|
| ratio's | Wat? | Doel en resultaat | |
| Common equity ratio |
[Common equity tier 1- kapitaal] / [totaal gewogen risicovolume]. De berekening is fully loaded en volgens de Deense compromismethode. |
Overall capital requirement: 10,88% Elk jaar beslist de Raad van Bestuur over het uitkeren aan de aandeelhouders van het kapitaal dat een fully loaded common equity ratio van 15,0% overstijgt (het surpluskapitaal). Het kapitaalaanwendingsbeleid wordt geactualiseerd in de eerste helft van 2025. Resultaat in 2024: 15,0% |
Common equity ratio (fully loaded, Deense compomismethode) 15,2% 15,0% 15,0% 10,88% 2023 2024 OCR voor bepaling surplus kapitaal |
| MREL-ratio | [Eigen middelen en in aanmerking komende |
Reglementair minimum: 28,48% van RWA (2024) en 7,42% van LRE (2024) |
MREL-ratio (in % van RWA) |
| passiva] / [Totale risicogewogen activa (RWA)] en [Eigen middelen en in aanmerking komende passiva] / [Leverage ratio |
Resultaat in 2024: 30,7% van RWA en 10,2% van LRE |
30,7% 30,7% 28,48% 2023 2024 regl. minimum 2024 |
|
| exposure amount (LRE)] | MREL-ratio (in % van LRE) | ||
| 10,2% 10,4% 7,42% 2023 2024 regl. minimum 2024 |
|||
| [Beschikbaar bedrag | Reglementair minimum: 100% | ||
| Netto stabiele financierings ratio, NSFR |
stabiele financiering] / [vereist bedrag stabiele financiering] |
Resultaat in 2024: 139% | NSFR 139% 136% 100% 2023 2024 regl. minimum |
| Liquiditeits | [Liquide activa van hoge kwaliteit] / [totale nettokasuitstroom voor de |
Reglementair minimum: 100% Resultaat in 2024: 158% |
LCR 159% 158% |
| dekkingsratio, LCR |
volgende dertig kalenderdagen] |
100% 2023 2024 regl. minimum |
Gedetailleerde informatie vindt u in de hoofdstukken Hoe beheren we onze risico's? en Hoe beheren we ons kapitaal?
Bartel Puelinckx, de nieuwe Chief Financial Officer van de groep sinds september 2024, vat de resultaten als volgt samen:
"Met een geconsolideerde nettowinst van 3,4 miljard euro zetten we een stevig resultaat neer voor 2024. Dat is vooral te danken aan de groei van onze nettorente-inkomsten, de sterke verzekeringsinkomsten, de erg hoge nettoprovisie-inkomsten en daarnaast een positief eenmalig element m.b.t. de exit uit Ierland. Onze kredietverlening kende een mooie groei en ook onze klantendeposito's stegen merkelijk, geholpen door de gerichte acties die we namen bij het vrijkomen van de gelden van de eenjarige staatsbon in België. De verkoop van zowel schade- als levensverzekeringen ging fors vooruit en ons beheerde vermogen bereikte een recordbedrag. De kostenstijging was beperkt en onze kredietkostenratio bleef

ruim onder het vooropgestelde through-the-cycle maximum. Onze solvabiliteit en liquiditeit, ten slotte, bleven bijzonder solide, getuige onze common equity ratio, NSFR-ratio en LCR-ratio, die allemaal significant boven de wettelijke minima ter zake bleven."
| Geconsolideerde resultaten van de KBC-groep (vereenvoudigd; in miljoenen euro) | 2024 | 2023 |
|---|---|---|
| Nettorente-inkomsten | 5 574 | 5 473 |
| Verzekeringsinkomsten vóór afgestane herverzekering | 2 945 | 2 679 |
| Niet-leven | 2 482 | 2 280 |
| Leven | 463 | 399 |
| Dividendinkomsten | 57 | 59 |
| Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van waardeverande ringen in de winst-en-verliesrekening en Verzekeringsfinancieringsbaten of -lasten1 |
-168 | 9 |
| Nettoprovisie-inkomsten | 2 578 | 2 349 |
| Overige netto-inkomsten | 181 | 656 |
| Totale opbrengsten | 11 167 | 11 224 |
| Exploitatiekosten (excl. rechtstreeks toerekenbaar aan verzekeringscontracten) | -4 565 | -4 616 |
| Totale exploitatiekosten zonder bank- en verzekeringsheffingen | -4 474 | -4 438 |
| Totale bank- en verzekeringsheffingen | -623 | -687 |
| Min: exploitatiekosten toegerekend aan lasten uit hoofde van verzekeringsdiensten | 532 | 509 |
| Lasten uit hoofde van verzekeringsdiensten vóór afgestane herverzekering | -2 475 | -2 120 |
| Niet-leven | -2 179 | -1 870 |
| Leven | -296 | -251 |
| Nettoresultaat uit afgestane herverzekering | -17 | -90 |
| Bijzondere waardeverminderingen | -248 | -215 |
| waarvan: op financiële activa tegen geamortiseerde kostprijs en tegen reële waarde via other comprehensive income2 |
-199 | 16 |
| Aandeel in het resultaat van geassocieerde ondernemingen en joint ventures | 80 | -4 |
| Resultaat vóór belastingen | 3 941 | 4 179 |
| Belastingen | -527 | -778 |
| Resultaat na belastingen | 3 414 | 3 401 |
| Resultaat na belastingen, toerekenbaar aan minderheidsbelangen | -1 | -1 |
| Resultaat na belastingen, groepsaandeel | 3 415 | 3 402 |
| Rendement op eigen vermogen3 | 15% | 16% |
| Resultaat na belastingen op gemiddeld balanstotaal | 0,9% | 1,0% |
| Kosten-inkomstenratio groep (excl. bank- en verzekeringsheffingen) | 43% | 43% |
| Gecombineerde ratio schadeverzekeringsactiviteiten | 90% | 87% |
| Kredietkostenratio bankieren | 0,10% | 0,00% |
1 Vanaf 2024 hebben we de lijnen Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening (ook Trading- en reëlewaarderesultaat genoemd) en Verzekeringsfinancieringsbaten of -lasten samengevoegd, omwille van simplificatie. De referentiecijfers werden ook aangepast.
2 Ook Waardeverminderingen op kredieten genoemd.
3 Zonder eenmalige en niet-operationele elementen: 14% in 2024 en 15% in 2023.
| Kerncijfers geconsolideerde balans, solvabiliteit en liquiditeit, KBC-groep (in miljoenen euro) | 2024 | 2023 |
|---|---|---|
| Balanstotaal | 373 048 | 346 921 |
| Leningen en voorschotten aan klanten | 192 067 | 183 613 |
| Effecten (eigenvermogensinstrumenten en schuldinstrumenten) | 80 338 | 73 696 |
| Deposito's van klanten | 228 747 | 216 501 |
| Verplichtingen uit verzekeringscontracten en schulden m.b.t. beleggingscontracten, verzekeringen | 32 782 | 30 245 |
| Totaal eigen vermogen | 24 311 | 24 260 |
| Common equity ratio (Basel III, Deense compromismethode, fully loaded) | 15,0% | 15,2% |
| Liquiditeitsdekkingsratio (LCR) | 158% | 159% |
| Netto stabiele financieringsratio (NSFR) | 139% | 136% |
• Voor resultaatsgegevens vermelden we, waar relevant, naast het groeicijfer ook een groeicijfer na uitsluiting van wisselkoersinvloeden (depreciatie van de Tsjechische kroon en de Hongaarse forint; zie Geconsolideerde jaarrekening, Toelichting 1.2 onder Belangrijkste gebruikte wisselkoersen). Cijfers inzake activa en verplichtingen (leningen, deposito's, enz.) en verkopen (schade- en levensverzekeringen) zijn altijd na uitsluiting van wisselkoersinvloeden.

Onze nettorente-inkomsten bedroegen 5 574 miljoen euro in 2024, 2% meer dan in het jaar voordien (3% exclusief het wisselkoerseffect). Dat was vooral toe te schrijven aan een combinatie van een hoger resultaat uit commerciële transformatie en ALM, een min of meer stabiel resultaat uit kredietverlening (waarbij het positieve effect van de volumegroei werd tenietgedaan door het negatieve effect van margedruk in enkele kernmarkten) en het negatieve effect van een aantal elementen zoals hogere kosten in verband met de minimaal vereiste reserves die worden aangehouden bij centrale banken, lagere rente-inkomsten uit de dealingroom, hogere wholesalefinancieringskosten,
lagere rente-inkomsten uit kortlopende cashmanagementactiviteiten, licht lagere interestinkomsten uit termijndeposito's, lagere nettorente-inkomsten als gevolg van de verkoop van de resterende portefeuilles in Ierland en lagere interestinkomsten uit inflatiegerelateerde obligaties.
Onze leningen en voorschotten aan klanten bedroegen 192 miljard euro en stegen met 5%, met een toename van 4% in divisie België, 7% in divisie Tsjechië en 9% in divisie Internationale Markten (met groei in elk van de drie landen). Ons totale depositovolume (deposito's van klanten zonder schuldpapier) bedroeg 229 miljard euro en steeg met 7%
(wanneer de deposito's in de buitenlandse kantoren van KBC Bank, die worden gedreven door kortetermijn cashmanagementopportuniteiten, worden uitgesloten). Die depositiegroei bedroeg 2% in divisie Tsjechië, 5% in divisie Internationale Markten en 10% in divisie België. Wat België betreft, was dat voor een deel dankzij de succesvolle initiatieven na het vrijkomen van de gelden bij de vervaldag van de eenjarige staatsbon in België begin september 2024. Dankzij ons proactieve, gefaseerde en veelzijdige klantenaanbod bedroeg de totale instroom van klantengelden (deposito's, kasbons, fondsen, verzekeringen, obligaties, enz.) na de vervaldatum van de staatsbon ruwweg 6,5 miljard euro, dat is 0,8 miljard euro meer dan de uitstroom van 5,7 miljard euro naar de staatsbon een jaar eerder.
De nettorentemarge van onze bankactiviteiten kwam uit op 2,09%, tegen 2,05% het jaar voordien. De nettorentemarge bedroeg 1,94% in divisie België, 2,42% in divisie Tsjechië en 3,25% in divisie Internationale Markten.
Onze nettoprovisie-inkomsten bedroegen 2 578 miljoen euro in 2024, een groei van 10% ten opzichte van het jaar daarvoor (11% zonder het wisselkoerseffect). Dat was vooral dankzij hogere vergoedingen voor onze assetmanagementdiensten (vooral beheersvergoedingen, grotendeels gerelateerd aan de toename van het beheerde vermogen, zie hieronder) en, in mindere mate, hogere vergoedingen voor onze bankdiensten. Dat laatste was vooral te danken aan hogere vergoedingen m.b.t. betalingsverkeer, netwerkinkomsten en effecten.
Eind 2024 bedroeg ons totale beheerde vermogen ongeveer 276 miljard euro. Dat is 13% meer dan een jaar eerder, door hogere activaprijzen (+10 procentpunten) in combinatie met een netto-instroom (+3 procentpunten). Het grootste deel van ons totale beheerde vermogen eind 2024 heeft betrekking op de divisies België (245 miljard euro) en Tsjechië (19 miljard euro).
Het verzekeringstechnisch resultaat (verzekeringsinkomsten vóór afgestane herverzekering - lasten uit hoofde van verzekeringsdiensten vóór afgestane herverzekering + nettoresultaat uit afgestane herverzekering; deze laatste twee posten maken geen deel uit van de totale opbrengsten) bedroeg 453 miljoen euro, waarvan 290 miljoen euro voor schadeverzekeringen en 163 miljoen euro voor levensverzekeringen.
Het resultaat uit schadeverzekeringen daalde met 10% (9% exclusief het wisselkoerseffect), voornamelijk door een combinatie van aanzienlijk hogere lasten uit hoofde van verzekeringsdiensten die werden beïnvloed door stormen en overstromingen (waaronder de storm Boris in Centraal-Europa) en die slechts gedeeltelijk werden gecompenseerd door hogere verzekeringsinkomsten en een beter herverzekeringsresultaat (deels gerelateerd aan de eerdergenoemde stormen en overstromingen). Het resultaat uit levensverzekeringen steeg met 12% (9% exclusief het wisselkoerseffect) waarbij de hogere verzekeringsinkomsten de gestegen lasten uit hoofde van verzekeringsdiensten meer dan compenseerden.
De verkoop van schadeverzekeringen bedroeg 2 547 miljoen euro en steeg met 10%, met groei in alle landen en belangrijke verzekeringstakken, door een combinatie van volume- en tariefstijgingen. De gecombineerde ratio voor schadeverzekeringen kwam uit op 90% (88% zonder storm Boris), tegenover 87% het jaar voordien. De verkoop van levensverzekeringsproducten bedroeg 2 906 miljoen euro, een groei met 25% ten opzichte van het jaar voordien, als gevolg van een hogere verkoop van zowel tak 23- als tak 21-producten, onder meer dankzij de instroom uit de vervallen staatsbon en een succesvolle lancering van gestructureerde emissies in België. In totaal bedroeg het aandeel van tak 21-producten en tak 23-producten in onze totale verkoop van levensverzekeringen in 2024 respectievelijk 42% en 51% waarbij de rest bestond uit hybride producten, voornamelijk in Tsjechië.
De andere inkomsten bedroegen samen 69 miljoen euro, tegenover 723 miljoen euro in het jaar voordien. Voor 2024 omvat dit cijfer:
Onze exploitatiekosten zonder die welke rechtstreeks toerekenbaar zijn aan verzekeringscontracten, bedroegen 4 565 miljoen euro. Inclusief rechtstreeks aan verzekeringscontracten toerekenbare kosten, maar zonder de bank- en verzekeringsheffingen, bedroegen ze 4 474 miljoen euro in 2024, 1% hoger dan in 2023 (2% exclusief het wisselkoerseffect). Dat was vooral toe te schrijven aan hogere personeelskosten (vooral indexering en loondrift,
ondanks het positieve effect van lagere FTEpersoneelsaantallen) en hogere ICT-kosten, deels gecompenseerd door de lagere kosten m.b.t. Ierland en lagere facilitaire kosten. De bank- en verzekeringsheffingen bedroegen 623 miljoen euro. Dat is een daling met 9%, voornamelijk dankzij de lagere bijdrage aan het resolution fund, maar deels gecompenseerd door hogere nationale heffingen in diverse landen.
De kosten-inkomstenratio zonder de bank- en verzekeringsheffingen bedroeg 43% in 2024, tegenover eveneens 43% het jaar voordien. De kosten-inkomstenratio inclusief de bank- en verzekeringsheffingen maar zonder de uitzonderlijke en/of niet-operationele elementen (meer uitleg in het glossarium achteraan in dit verslag) bedroeg 47%, tegenover 49% het jaar voordien.
Onze totale waardeverminderingen (voor kredieten en voor andere activa samen) bedroegen 248 miljoen euro in 2024. Dat omvat een nettotoename van waardeverminderingen voor kredieten van 199 miljoen euro, tegenover een nettoterugname van 16 miljoen euro het jaar voordien. Het cijfer voor 2024 omvat een toename van waardeverminderingen voor de kredietportefeuille (333 miljoen euro), deels gecompenseerd door een terugname van een deel van de reserve voor geopolitieke en macro-economische onzekerheden (134 miljoen euro, zie Toelichting 3.9 in het deel Geconsolideerde jaarrekening). Daardoor bedroeg de resterende reserve voor geopolitieke en macro-economische onzekerheden nog 117 miljoen euro per eind 2024. Voor de hele groep bedroeg de kredietkostenratio 0,10% voor 2024 (0,16% zonder de wijziging
in de reserve voor geopolitieke en macro-economische onzekerheden), tegenover 0,00% voor 2023 (0,07% zonder de wijzigingen in de reserve voor geopolitieke en macroeconomische onzekerheden).
Op 31 december 2024 vertegenwoordigden de (stage 3) impaired kredieten (zie Glossarium) 2,0% van onze kredietportefeuille, tegenover 2,1% het jaar voordien. Het aandeel van de impaired kredieten die meer dan 90 dagen achterstallig zijn, bedroeg 1,0%, evenveel als het jaar voordien.
De andere waardeverminderingen bedroegen 49 miljoen euro in 2024, tegenover 231 miljoen euro het jaar voordien. In 2024 ging het vooral over software en de verlenging van de rentecapregeling in Hongarije. In 2023 ging het onder meer over waardeverminderingen in verband met de goodwill op een dochtermaatschappij van ČSOB in Tsjechië, de verlenging van de rentecapregeling in Hongarije, software en materiële vaste activa in Ierland naar aanleiding van de verkoopovereenkomst.
Het Aandeel in het resultaat van geassocieerde ondernemingen en joint ventures (80 miljoen euro ) werd in 2024 begunstigd door een eenmalige meerwaarde van 79 miljoen euro (zie Toelichting 3.10 in het deel Geconsolideerde Jaarrekening). De belastingen bedroegen 527 miljoen euro in 2024, tegenover 778 miljoen euro het jaar voordien. Het cijfer voor 2024 omvat een positieve eenmalige impact van 318 miljoen euro als gevolg van de aanstaande liquidatie van Exicon (de resterende activiteiten van KBC Bank Ireland).

Samenstelling van de balans eind 2024

Leningen en voorschotten aan klanten, zonder rev. repo's
De kernactiviteit van ons bankbedrijf bestaat erin deposito's aan te trekken en daarmee kredieten te verstrekken. Dat verklaart het belang van de Leningen en voorschotten aan klanten aan de actiefzijde van onze balans, met 192 miljard euro eind 2024. Die leningen en voorschotten aan klanten stegen met 5%, met een groei van 4% in divisie België, 7% in divisie Tsjechië en 9% in divisie Internationale Markten (met groei in alle landen). De belangrijkste kredietproducten op groepsniveau blijven de termijnkredieten met 91 miljard euro (+6%) en de woningkredieten met 78 miljard euro (+4%).
Aan de passiefzijde stegen onze klantendeposito's met 7% tot 229 miljard euro (groeipercentage zonder de deposito's in de buitenlandse kantoren van KBC Bank). Dat omvatte een stijging van 10% in divisie België (geholpen door de succesvolle initiatieven na het vrijkomen van de gelden bij de vervaldag van de eenjarige staatsbon in België begin september 2024), een groei van 2% in divisie Tsjechië en een groei van 5% in divisie Internationale Markten. De voornaamste depositoproducten op groepsniveau blijven de zichtdeposito's met 110 miljard euro (+3%), de spaarrekeningen met 74 miljard euro (+6%) en de termijndeposito's met 43 miljard euro (+14%). Uitgegeven schuldpapier was goed voor 42 miljard euro, 1% minder dan een jaar voordien. Meer informatie vindt u in Toelichting 4.1 in het deel Geconsolideerde jaarrekening.

We houden ook een portefeuille met waardepapieren aan, bij de bank en bij de verzekeraar (en daar vooral als belegging in het kader van de levensverzekeringen). Eind 2024 bedroeg die effectenportefeuille 80 miljard euro, ruwweg 9% meer dan het jaar voordien. De effectenportefeuille bestond voor 3% uit aandelen en voor 97% uit obligaties. Eind 2024 had 82% van die obligaties betrekking op overheden, met als belangrijkste Tsjechië, België, Frankrijk, Slowakije en Hongarije. U vindt een overzicht in het hoofdstuk Hoe beheren we onze risico's?
De andere belangrijke posten aan de actiefzijde van de balans waren de leningen en voorschotten aan kredietinstellingen en beleggingsondernemingen (2,4 miljard euro, 11% lager dan het jaar voordien), reverse repo's (21,1 miljard euro, 16% lager dan het jaar voordien), derivaten (4,9 miljard euro positieve marktwaarde, 1% minder dan het jaar voordien), beleggingscontracten van (tak 23-)verzekeringen (16,6 miljard euro, 16% hoger dan het jaar voorzien) en geldmiddelen, tegoeden bij centrale banken en andere zichtdeposito's bij kredietinstellingen (46,8 miljard euro, 36% hoger dan het jaar voordien, onder meer gerelateerd aan de stijging van de repo's op de passiefzijde van de balans).
Bij de andere belangrijke posten aan de passiefzijde van de balans vermelden we de verplichtingen uit verzekeringscontracten en de schulden met betrekking tot de beleggingscontracten van de verzekeraar (samen 32,8 miljard euro, 9% meer dan het jaar voordien), repo's (21,1 miljard euro, 15,9 miljard euro hoger dan het jaar voordien, vooral door de hogere vraag op de markt in combinatie met aantrekkelijkere marges), derivaten (5,0 miljard euro negatieve marktwaarde, 15% lager dan het jaar voordien, door valutacontracten) en deposito's van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen (12,9 miljard euro, 14% lager dan het jaar voordien, onder meer door de terugbetaling van het resterende saldo van TLTRO III).
Op 31 december 2024 bedroeg ons totale eigen vermogen 24,3 miljard euro. Dat bestond uit 22,4 miljard euro eigen vermogen van de aandeelhouders en 1,9 miljard euro additional tier 1-instrumenten. Het totale eigen vermogen steeg met 0,1 miljard euro ten opzichte van eind 2023. Die stijging was te wijten aan het gecombineerde effect van de opname van de winst van het boekjaar (+3,4 miljard euro), de inkoop van eigen aandelen (-0,8 miljard euro in 2024), de betaling van het slotdividend voor 2023 en een buitengewoon interim-dividend (beide in mei 2024), evenals een interim-dividend voor 2024 dat in november 2024 werd betaald (samen -1,9 miljard euro), iets lagere herwaarderingsreserves (-0,2 miljard euro), een nettodaling van uitstaande additional tier 1-instrumenten (-0,4 miljard
euro) en een aantal kleinere posten. Meer details vindt u in het deel Geconsolideerde jaarrekening, onder Geconsolideerde vermogensmutaties.
Op 31 december 2024 bedroeg onze common equity ratio (Basel III, volgens de Deense compromismethode) 15,0% (fully loaded), tegenover 15,2% het jaar voordien. Gedetailleerde berekeningen van onze solvabiliteitsindicatoren vindt u in het hoofdstuk Hoe beheren we ons kapitaal? De liquiditeitspositie van de groep bleef uitstekend, wat zich uit in een LCR-ratio van 158% en een NSFR-ratio van 139%, ver boven de minimumvereiste van 100%.
KBC Bank NV en KBC Verzekeringen NV en hun Belgische dochtervennootschappen, zoals CBC Banque, KBC Asset Management, KBC Lease Groep en KBC Securities.


Divisie Internationale Markten
Divisie Internationale Markten
Overige
Overige
Divisie Internationale Markten
Overige
De groei van de Belgische economie vertraagde in 2024 tot 1,0%. De reële bbp-groei werd geschraagd door de binnenlandse vraag, terwijl de netto-uitvoer en vooral de voorraadwijziging op de groei wogen. Net als in veel andere Europese landen was 2024 voor de industrie opnieuw een moeilijk jaar. De activiteit in de sector kromp met gemiddeld 1% in reële termen, terwijl die in de diensten en de bouw groeide met respectievelijk 1,3% en 1,0%. Door de aanhoudend zwakke woninginvesteringen van de huishoudens bleef de deelsector van de residentiële bouw in 2024 wel in het slop. Op de woningmarkt hield de meer gematigde prijsdynamiek aan, met voor het hele jaar nog een gemiddelde woningprijsstijging van 3,1%. De nettobanencreatie viel stil in de loop van het jaar. De werkloosheidsgraad bleef vrij stabiel tussen 5,5% en 6,0%. De vacaturegraad nam af, maar bleef wijzen op arbeidskrapte. De intrekking van de energiesteunmaatregelen dreef de Belgische inflatie, gemeten volgens de geharmoniseerde index, op tot gemiddeld 4,3%. De kerninflatie (exclusief energie en niet-bewerkte voeding) viel wel terug tot gemiddeld 3,8%. De overheidsfinanciën verslechterden verder onder invloed van hogere, grotendeels vergrijzingsgerelateerde, uitgaven. De Belgische OLO-rente op 10 jaar steeg tot 3,2% in juni 2024, viel daarna terug tot 2,6% begin december en eindigde het jaar op 3,0%. De rentespread met de overeenstemmende Duitse Bund was in het voorjaar van 2024 teruggevallen tot rond 50 basispunten, maar liep in de tweede jaarhelft terug op tot ongeveer 60 basispunten.
Verwachte bbp-groei in 2025 en 2026: zie De marktomstandigheden in onze kernlanden.



In lijn met onze strategie investeren we continu in onze digitale systemen, met de nadruk op oplossingen die het leven van onze klanten gemakkelijker maken. Daarbij ligt veel nadruk op de verdere ontwikkeling van Kate, onze
digitale assistent. Sinds de lancering deden al meer dan 2,1 miljoen klanten een beroep op Kate. Bovendien blijft het aantal cases dat Kate volledig zelfstandig oplost, aangroeien: eind 2024 bedroeg dat ongeveer 69%, tegenover 63% een jaar daarvoor. U vindt daarover meer in het hoofdstuk De klant staat centraal in onze bedrijfscultuur. Ons online aanbod omvat zowel financiële als niet-financiële toepassingen. Een voorbeeld van een nieuwigheid op bancair gebied is het feit dat KBC-klanten voortaan met KBC Mobile de betaling van aankopen in één scan kunnen afrekenen met hun maaltijdcheques en bankrekening gelinkt aan Payconiq. Zo wordt de betaalervaring voor de consument én handelaar verbeterd. Deze functionaliteit wordt geleidelijk aan bij meer en meer handelaars uitgerold. En KBC heeft reeds de Wero-toepassing geïntegreerd in KBC Mobile. Hiermee worden – vergelijkbaar met Payconiq binnen België – persoon-tot-persoontransfers geleidelijk aan mogelijk binnen Europa zonder het rekeningnummer te moeten kennen (het gsm-nummer of e-mailadres volstaat). In KBC Mobile is het nu ook mogelijk om tot tien jaar terug te zoeken in uw transacties, uw favoriete diensten als widget op het aanmeldscherm te zetten, een discrete modus te activeren en u vindt er alle info over de duurzaamheid van uw beleggingen.
Ons aanbod niet-financiële toepassingen blijft ook toenemen en focust op onder meer mobiliteit (tickets voor openbaar vervoer, toepassingen voor parkeren, deelrijden, enz.), wonen en energie (een woning zoeken en verkopen via Immoscoop, attesten en keuringen aanvragen via De Immowinkel, de renovatiekost van je woning berekenen via Setle, enz.), vrije tijd (financieel-economisch nieuws ontvangen), enzovoort. Eind 2024 bedroeg het aantal gebruikers van onze mobiele app al bijna 2 miljoen, een verdere stijging met 7% op één jaar tijd. En we zijn uiteraard bijzonder fier dat KBC Mobile in 2024 door het onafhankelijke internationale onderzoeksbureau SIA Partners werd uitgeroepen tot beste bankapp ter wereld. Voor complexe vragen of advies op belangrijke levensmomenten blijven er uiteraard experts beschikbaar in onze bankkantoren en verzekeringsagentschappen of bij KBC Live. Dat is mogelijk omdat het succes van onze digitale aanpak ons in staat stelt meer tijd vrij te maken om onze klanten nog beter te adviseren. Daarom investeren we ook in een grotere toegankelijkheid van onze experts en bekijken we continu hoe we onze bereikbaarheid nog verder kunnen optimaliseren. Een voorbeeld van dat laatste is de dienstverlening aan huis (de KBC-Belmobiel) in Vlaanderen. Niet-mobiele en minder digitale particuliere klanten voor wie een kantoorbezoek en pc- of mobiel bankieren geen evidentie zijn, kunnen op hun verzoek en enkel op afspraak
aan huis bezocht worden door een ervaren KBCmedewerker. Op die manier garandeert KBC een fijnmazige lokale aanwezigheid, ook in gebieden waar geen KBCbankkantoor beschikbaar is.

Globaal steeg de kredietportefeuille van de divisie België met 4%. Onze deposito's (exclusief de volatielere deposito's in ons netwerk van buitenlandse kantoren van KBC Bank) kenden een stijging van 10%, die onder
meer te maken had met de succesvolle recuperatie van klantengelden na de vervaldag van de Belgische staatsbon die vorig jaar werd uitgegeven. De totale instroom van klantengelden (deposito's, kasbons, fondsen, verzekeringen, obligaties, enz.) na de vervaldatum van de staatsbon bedroeg ongeveer 6,5 miljard euro, dat is 0,8 miljard euro meer dan de uitstroom van 5,7 miljard euro naar de staatsbon vorig jaar. Het beheerde vermogen (fondsen, vermogensbeheer, enz.) steeg met 13% in 2024, door een combinatie van netto-instromen en de stijging van de activaprijzen in 2024. De verkoop van schadeverzekeringen steeg met 7% in 2024, met groei in nagenoeg alle verzekeringstakken, en de verkoop van levensverzekeringen nam zelfs toe met 30%, met dank aan zowel tak 21- als tak 23-producten.

Dankzij ons bankverzekeringsmodel realiseren we verschillende commerciële synergieën. In 2024 namen onze klanten bijvoorbeeld bij meer dan negen op de tien
woningkredieten van KBC Bank ook een woningverzekering bij KBC Verzekeringen en bij iets meer dan acht op de tien een schuldsaldoverzekering. Het aantal klanten dat minstens één KBC-bankproduct en één KBCverzekeringsproduct bezit (de bankverzekeringsklanten), steeg verder met 2% in 2024. Het aantal klanten dat minimaal drie bank- en drie verzekeringsproducten van KBC bezit (de stabiele bankverzekeringsklanten), steeg zelfs met 4%. Eind 2024 maakten de bankverzekeringsklanten 77% uit van de actieve klanten van de divisie (klanten in het bezit van een zichtrekening met een regelmatige inkomensoverdracht op deze rekening). De stabiele bankverzekeringsklanten maakten 30% van de actieve klanten uit.

Om ondernemerschap te stimuleren namen we in de voorbije jaren diverse initiatieven. Het belangrijkste daarbij was Start it @KBC, dat in september 2024 zijn tiende verjaardag vierde. In die periode begeleidde Start it @KBC meer dan 1 600 start-ups. Terwijl in de beginjaren
zo'n 40% van onze start-ups inzake missie en werking duurzaam waren, is dat ondertussen naar ruwweg 80% gestegen. Ook het aantal vrouwelijke stichters kende een sterke toename in die periode, van 22% naar 39%. Wat betreft milieubewustzijn werken we verder aan het verkleinen van onze eigen voetafdruk, maar we willen ook onze klanten actief bijstaan in hun transitie. We stimuleren klanten, bijvoorbeeld door aangepaste prijzen voor hypotheken, afhankelijk van het EPC-label van de woning. Dit kan betrekking hebben op het huidige EPC-label of op het label na renovatie en binnen een bepaalde tijdspanne. Ook bieden we onze klanten informatie en ondersteuning op het gebied van duurzaam bouwen en renoveren. We werken bijvoorbeeld samen met partners die energieadvies op maat kunnen geven aan onze klanten en we geven advies over subsidieregelingen.
We gaven in 2024 met succes een nieuwe groene obligatie uit, voor een bedrag van 750 miljoen euro, de eerste uitgifte onder ons bijgewerkte Green Bond Framework. De opbrengst wordt gebruikt voor energie-efficiënte gebouwen, hernieuwbare-energietransacties en milieuvriendelijk vervoer. Meer dan 100 verschillende investeerders namen deel aan deze uitgifte, die KBC in staat stelt om de financiering van ecologisch duurzame economische activiteiten actief te blijven ondersteunen.
We blijven ook inzetten op het versterken van financiële kennis en vaardigheden bij jongeren. Daarnaast willen we hen behoeden voor verkeerde keuzes die kunnen leiden tot financiële problemen. Met het lessenpakket Get-a-Teacher bieden we gratis lessen aan voor middelbare scholen, hogescholen en universiteiten en maken we jongeren wegwijs in de financiële wereld. We zetten daarnaast ook specifiek in op het verbeteren van de kennis en vaardigheden van jongvolwassenen met betrekking tot woningkredieten.
Ook in 2024 engageerden we ons om De Warmste Week, met als thema Eenzaamheid, te ondersteunen. We verlangen allemaal naar een hechte, warme band met andere mensen. Zonder verbinding of aansluiting zitten we al snel niet goed in ons vel en voelen we de eenzaamheid binnensluipen. Mensen samenbrengen is een simpel medicijn tegen eenzaamheid. Daarom zetten we ons met volle overtuiging in voor De Warmste Week. Samen vlamden we tegen eenzaamheid.
Resultaat 2024

Betreft 2024, bedragen tussen haakjes: (verschil met) 2023. Verzekeringstechnisch resultaat = verzekeringsinkomsten vóór afgestane herverzekering - lasten uit hoofde van verzekeringsdiensten vóór afgestane herverzekering + nettoresultaat uit afgestane herverzekering. U vindt een gedetailleerd overzicht van de resultatenrekening per divisie en per land in het deel Geconsolideerde jaarrekening, onder Toelichting 2.2 – Resultaten per segment.
In 2024 begon de Tsjechische economie te herstellen van de negatieve effecten van de energiecrisis en groeide ze met 1,0%. Het herstel werd gedreven door de particuliere consumptie en overheidsbestedingen, terwijl de zwakke buitenlandse vraag de groei afremde. De jaargemiddelde geharmoniseerde inflatie (volgens de Eurostat-definitie) daalde van 12,1% in 2023 naar 2,7% in 2024, als gevolg van een lagere inflatie van voeding, energie en nietenergiegoederen, terwijl de inflatie van dienstenprijzen op een hoog niveau bleef.
Hoewel de werkloosheidsgraad in 2024 vrijwel onveranderd bleef (2,6% in december 2024), koelde de arbeidsmarkt enigszins af. Industriële enquêtes wijzen op minder problemen met een tekort aan arbeidskrachten en het aantal vacatures is blijven dalen.
Ondanks het negatieve effect van de overstromingen in het najaar bleef het begrotingstekort in de buurt van de 3%-grens (2,8%) van het bbp in 2024. De Tsjechische Nationale Bank reageerde op de aanzienlijke daling van de inflatie door haar beleidsrente in 2024 verder te verlagen van 6,75% naar 4,0%. In februari 2025 volgde een bijkomende renteverlaging tot 3,75%. De relatief snelle
versoepelingscyclus en de toegenomen wereldwijde economische risico's zetten de Tsjechische kroon neerwaarts onder druk. De kroon verzwakte daardoor voor het tweede jaar op rij ten opzichte van de euro en sloot 2024 af boven 25 kroon per euro.
Verwachte bbp-groei in 2025 en 2026: zie De marktomstandigheden in onze kernlanden.
ons hoofdkantoor en ons distributiemodel, om nog kostenefficiënter te worden.


Ook in Tsjechië lag de nadruk op investeringen in de verdere uitbouw van onze digitale systemen, met als doel oplossingen te ontwikkelen die het leven van onze klanten gemakkelijker maken en hen helpen tijd en geld te besparen. We breidden bovendien in
de laatste jaren het aantal diensten in onze smartphoneapps geleidelijk aan verder uit, met een bijzondere focus op Kate, onze gepersonaliseerde digitale assistent. Sinds de lancering deden al meer dan 1,5 miljoen klanten een beroep op Kate. Bovendien blijft het aantal cases dat Kate volledig zelfstandig oplost, aangroeien: eind 2024 bedroeg dat ongeveer 71%, tegenover 66% een jaar daarvoor. En midden 2024 lanceerden we ook de Kate Coins in Tsjechië. U vindt daarover meer in het hoofdstuk De klant staat centraal in onze bedrijfscultuur.
Daarnaast gaat ook veel aandacht naar het uitbreiden en verder verbeteren van onze andere mobile bankingtoepassingen. Zo kunnen klanten in de app Smartbanking nu ook opteren voor een nieuwe verzekering voor uitgebreide garantie en aankoopbescherming, een overzicht krijgen van hun winkelkaarten, artikels en nieuws ontvangen, linken naar hun portefeuille bij Patria, enz. Eind 2024 bedroeg het aantal gebruikers van onze mobile app al bijna 1,5 miljoen, 12% meer dan het jaar voordien.
In 2024 introduceerde ČSOB ook de elektronische handtekening voor het ondertekenen van
hypotheekcontracten in alle kantoren. Dat verbetert de klantervaring, bevordert duurzaamheid door een besparing van papier en zorgt voor een aanzienlijke verkorting van de verwerkingstijd. Deze innovatie won ook de prijs 'IT Product of the year 2024' van het magazine Computerworld. ČSOB beloont ook klanten die haar als hoofdbank kiezen voor hun financiële behoeften. Zij ontvangen bijvoorbeeld voordelen in de vorm van een bonusrente op spaarrekeningen en bepaalde beleggingen, een korting op de hypotheekrente, een bonus op nieuw bouwsparen en nieuw pensioensparen en kortingen op diverse verzekeringen. Kate komt actief tussen in dat proces.
Op het gebied van verzekeren vermelden we het succes van onze cyberriskverzekering: sinds de lancering in 2020 verkochten we al 340 000 dergelijke verzekeringen. Tegelijk zet ČSOB sterk in op cybersecurityopleidingen.
Tsjechië werd in september 2024 getroffen door de storm Boris, die onder meer leidde tot zware overstromingen in het zuiden en het oosten van het land. Dat had een impact op bijna 9 000 klanten van onze groep. Onze verzekeraar ČSOB Pojišťovna stuurde onmiddellijk technici naar de getroffen gebieden, verlengde de openingstijden van de hulplijn en versnelde de uitbetaling van voorschotten en de afhandeling van claims. Ruwweg 70% van de gemelde claims werd al binnen een maand na de ramp afgehandeld. Om getroffen klanten te ondersteunen, verleende ČSOB ook uitstel van afbetaling van leningen voor een periode van maximaal zes maanden.

Net zoals in de jaren voordien realiseerden we ook in 2024 een behoorlijke kredietgroei: globaal stegen onze leningen en voorschotten aan klanten immers met 7%. Onze klantendeposito's stegen met 2%. De verkoop van schadeverzekeringen steeg met
12% in 2024 (met groei in nagenoeg alle takken) en die van levensverzekeringen met 9% (vooral hybride producten). In die groeicijfers maakten we abstractie van de wisselkoersimpact. Het beheerde vermogen steeg met 11% dankzij de netto-instroom en een stijging van de activaprijzen.

Dankzij ons bankverzekeringsmodel realiseren we verschillende commerciële synergieën. In 2024 namen bijvoorbeeld vijf à zes op de tien klanten van de ČSOB-
groep die een hypothecaire lening aangingen bij de bank, ook een woningverzekering van de groep. Het aantal klanten dat minstens één bankproduct en één verzekeringsproduct van de groep bezit (de bankverzekeringsklanten) maakte einde 2024 83% uit van de actieve klanten van de divisie (klanten in het bezit van een zichtrekening met een regelmatige inkomensoverdracht op deze rekening). Het aantal klanten dat minimaal twee banken twee verzekeringsproducten van de groep bezit (de stabiele bankverzekeringsklanten) maakte 17% van de actieve klanten uit.

We namen opnieuw diverse initiatieven inzake maatschappelijke betrokkenheid en legden de focus op milieubewustzijn, financiële geletterdheid, ondernemerschap en vergrijzing.
Na de overstromingsramp (zie hierboven) lanceerde ČSOB onmiddellijk een publieke inzamelingsactie voor goede doelen. ČSOB verdubbelde de publieke donaties, waardoor de totale steun aan getroffen regio's uitkwam op 40 miljoen CZK. Daarnaast doneerde ČSOB 5 miljoen CZK via een speciale subsidie in het kader van zijn programma 'ČSOB helpt de regio's'.
Als leider op het gebied van duurzaamheid wil ČSOB zijn kmo-klanten in staat stellen om nog beter en efficiënter tegemoet te komen aan de veranderende verwachtingen in de samenleving en te voldoen aan de veranderende Europese duurzaamheidseisen. Met dat in het achterhoofd hebben KBC en de Tsjechische start-up Digital & Legal s.r.o. ('Green0meter') een joint venture aangegaan om Tsjechische kmo's te adviseren op hun weg naar verduurzaming. Inzake initiatieven om ondernemerschap te stimuleren blijft Start it @ČSOB het belangrijkst. Een mooi voorbeeld is YoungLink. Dit is een app die netwerkanalyse gebruikt om de sociale dynamiek in een klaslokaal te identificeren en te begrijpen. Dit helpt bij het vroegtijdig opsporen van pesten en ander risicogedrag. Door relaties tussen leerlingen in kaart te brengen, biedt het schoolpsychologen, docenten en
ouders inzicht in de sociale omgeving van de klas en de individuele weerbaarheid tegen negatief gedrag. Financiële geletterdheid blijft eveneens een belangrijk focusdomein. Sinds 2016 zetten we volop in op financiële educatie in scholen. Werknemers van ČSOB bezoeken scholen en helpen jongeren hun geld te beheren door praktische voorbeelden uit het dagelijkse leven aan te reiken en te bespreken. Het programma bestaat uit verschillende onderdelen waaronder
verantwoord lenen, beheren van het huishoudbudget en (complexe) financiële producten. We organiseren ook andere evenementen rond het thema financiële geletterdheid. In 2024 organiseerden we bijvoorbeeld adviesdagen voor senioren door heel Tsjechië. Naast financiële geletterdheid behandelden we hier ook onderwerpen als cyberveiligheid, volmachten en testamenten.


Betreft 2024, bedragen tussen haakjes: (verschil met) 2023. Verzekeringstechnisch resultaat = verzekeringsinkomsten vóór afgestane herverzekering - lasten uit hoofde van verzekeringsdiensten vóór afgestane herverzekering + nettoresultaat uit afgestane herverzekering. U vindt een gedetailleerd overzicht van de resultatenrekening per divisie en per land in het deel Geconsolideerde jaarrekening, onder Toelichting 2.2 – Resultaten per segment.
Zowel de Slowaakse als de Bulgaarse groei lag ook in 2024 significant boven het groeitempo van de eurozone. De Hongaarse economie kreeg daarentegen vanaf het tweede kwartaal opnieuw af te rekenen met een technische recessie van twee opeenvolgende kwartalen van negatieve groei, die echter opnieuw positief werd in het vierde kwartaal. Per saldo bedroeg de reële jaarlijkse groei van het bbp 2,1% (raming) in Slowakije, 2,2% (raming) in Bulgarije en 0,6% in Hongarije.
De inflatie in de Centraal-Europese economieën convergeerde in 2024 voor een stuk in de richting van die in de eurozone (2,4%), maar bleef er toch nog boven. Vooral de afhankelijkheid van energie-invoer en de zwakte van de Hongaarse forint droegen daartoe bij. In Slowakije, Hongarije en Bulgarije bedroeg de inflatie respectievelijk 3,2%, 3,7% en 2,6%.
Dankzij de dalende inflatie kon de Nationale Bank van Hongarije (NBH) haar beleidsrente verder laten dalen van 10,75% tot 6,50% eind 2024. Verdere matige versoepelingen in 2025 zijn waarschijnlijk, maar de NBH moet hierbij wel rekening houden met de inflatieontwikkeling en de wisselkoers van de forint. 2024 was voor de Hongaarse forint een jaar van trendmatige verzwakking, als gevolg van de recessie van de Hongaarse economie en van de toegenomen risicofactoren zoals handelsconflicten en geopolitieke schokken.
Verwachte bbp-groei in 2025 en 2026: zie De marktomstandigheden in onze kernlanden.



We zagen in Slowakije, Hongarije en Bulgarije in de laatste jaren een snelle groei van het gebruik van onze digitale kanalen. We breidden er in de laatste jaren het aantal diensten in onze smartphoneapps geleidelijk
aan verder uit, met een bijzondere focus op Kate, onze gepersonaliseerde digitale assistent, die in 2022 werd gelanceerd in Slowakije, Hongarije en Bulgarije. Sinds die lancering klikten in de drie landen samen al bijna 1,7 miljoen klanten op Kate. In elk van de drie landen groeide bovendien het aantal cases dat Kate volledig zelfstandig oplost, aan tot meer dan 60% eind 2024. U vindt meer over Kate in het hoofdstuk De klant staat centraal in onze bedrijfscultuur. Daarnaast ging ook veel aandacht naar het verder verbeteren van onze andere mobile banking-toepassingen. Zo introduceerde UBB in Bulgarije met succes de innovatieve InResto-functionaliteit in UBB Mobile, die klanten de optie biedt om hun kleingeld automatisch te sparen en te investeren. K&H is dan weer de eerste op de Hongaarse markt die de verkoop van pensioenverzekeringen end-toend mobiel aanbiedt. Ook het aanbod niet-financiële diensten werd uitgebreid. In Slowakije, bijvoorbeeld, kunnen klanten van ČSOB via hun bankapp nu ook elektronische wegenvignetten kopen voor verschillende landen en in Hongarije werd het mobiliteitsaanbod uitgebreid met de mogelijkheid om via de mobile app bepaalde parkeertickets te kopen. Die mogelijkheid bestaat trouwens ook al in Slowakije. Die voortdurende innovaties droegen er mee aan toe dat het aantal gebruikers van onze mobile bankingtoepassingen in 2024 opnieuw sterk groeide, met ongeveer 8% in Slowakije, 11% in Hongarije en 7% in Bulgarije, en dat het aantal gebruikers voor de drie landen van de divisie samen bijna 1,7 miljoen bereikte. Ook het aandeel van digitale verkopen in de globale verkoop groeide opnieuw verder aan: het bedroeg, gemeten op basis van de belangrijkste bankproducten, ruwweg twee derden in Slowakije, de helft in Hongarije en iets meer dan een derde in Bulgarije. In Bulgarije hebben zowel UBB als DZI de beste Net Promotor Scores van alle lokale banken respectievelijk verzekeraars.

Net als in voorgaande jaren boekten we in 2024 opnieuw een sterke organische volumegroei in bank- en verzekeringsproducten en vermogensbeheer. Voor de divisie als geheel
(zonder wisselkoersimpact) namen in 2024 de klantendeposito's met ruwweg 5% toe en de leningen en voorschotten aan klanten met 9%. Per land was dat 3% depositogroei en 3% groei van de leningen en voorschotten in Slowakije, een groei van de deposito's met 8% en een toename van 9% van de leningen en voorschotten in Hongarije, en respectievelijk +5% en +15% voor deposito's en voor leningen en voorschotten in Bulgarije. De verkoop van schadeverzekeringen steeg met 15% in 2024 (met een sterke groei in alle landen) en die van levensverzekeringen steeg
met 1%. En dankzij een sterke netto-instroom en een stijging van de activaprijzen steeg het beheerde vermogen met maar liefst 20%.

Door onze focus op bankverzekeren realiseren we tal van commerciële synergieën. Zo verkochten we in elk van de drie landen bij ongeveer negen op de tien van onze woningkredieten ook een
woningverzekering van de groep. Voor de divisie als geheel steeg het aantal klanten dat minstens één bankproduct en één verzekeringsproduct van de maatschappijen van de groep bezit (de bankverzekeringsklanten) verder met 6% in 2024. Het aantal klanten dat minimaal twee bank- en twee verzekeringsproducten van de groepsmaatschappijen bezit (de stabiele bankverzekeringsklanten) steeg zelfs met 11%. Eind 2024 maakten de bankverzekeringsklanten 68% uit van de actieve klanten van de divisie (klanten in het bezit van een zichtrekening met een regelmatige inkomensoverdracht op deze rekening). De stabiele bankverzekeringsklanten maakten 22% van de actieve klanten uit.

We namen opnieuw diverse initiatieven inzake maatschappelijke betrokkenheid en legden de focus op financiële geletterdheid, milieuverantwoordelijkheid, ondernemerschap en gezondheid. Enkele voorbeelden van recente projecten:
In Bulgarije organiseerden we, samen met de Universiteit van Sofia, een masterclass voor jonge ondernemers uit de regio Kardzjali, één van de armste regio's van het land. In het project ondersteunen experts uit de financiële wereld en academici jonge ondernemers uit de regio met het opzetten van hun eigen bedrijf.
Daarnaast werkte UBB samen met SIS, de Coca-Cola Foundation en Cleantech Bulgaria om
duurzaamheidsprogramma's voor kmo's te ontwikkelen. In 2024 lanceerden we samen twee initiatieven: een e-learningplatform met cursussen over o.a. duurzaamheid, duurzame financiering, circulaire economie en duurzame strategieën, en een intensief programma voor kmo's en ngo's die duurzaamheid willen integreren in hun bedrijfsmodellen. In Slowakije lanceerden we, in navolging van ČSOB Tsjechië, Green0Meter als pilot. Binnen de pilot gaven we een selectie van 150 klanten de mogelijkheid om het platform uit te testen, inclusief een gratis berekening van hun scope 1- en 2-emissies. Een volledige uitrol is voorzien voor begin 2025. Bovendien was ČSOB Poist'ovňa de eerste verzekeringsmaatschappij in Slowakije die een specifiek
product introduceerde voor zonnepanelen. De verzekering dekt algemene risico's, natuurrampen en de kosten voor de levering van elektriciteit uit alternatieve bronnen in het geval van een onvoorziene onderbreking van de levering van elektriciteit door de panelen.
In Hongarije bieden we onze agrarische klanten een gratis broeikasgascalculator aan. De calculator is uniek op de markt en heeft zowel gewas- als veeteeltmodules. Hij verschaft onze klanten inzicht in hun impact op het milieu en in de mogelijke stappen die ze kunnen ondernemen om deze te verkleinen. Sinds 2015 organiseren we vier keer per jaar de 'K&H Family Business Club'. De club is open voor eigenaren van familiebedrijven en hun families. Elke editie richt zich op uitdagingen en onderwerpen die specifiek zijn toegespitst op familiebedrijven.
Tenslotte zijn we ook in Bulgarije, Hongarije en Slowakije vertegenwoordigd in de start-upcommunity. We blijven ook daar inzetten op het ondersteunen van vrouwelijke ondernemers en ook andere duurzaamheidsthema's komen aan bod.

Betreft 2024, bedragen tussen haakjes: (verschil met) 2023. Verzekeringstechnisch resultaat = verzekeringsinkomsten vóór afgestane herverzekering - lasten uit hoofde van verzekeringsdiensten vóór afgestane herverzekering + nettoresultaat uit afgestane herverzekering. U vindt een gedetailleerd overzicht van de resultatenrekening per divisie en per land in het deel Geconsolideerde jaarrekening, onder Toelichting 2.2 – Resultaten per segment. 1 Zonder de bijzondere bankenheffing in 2024 bedraagt de winstgroei ongeveer 21%.
2 93% exclusief de aanvullende verzekeringsheffing in Hongarije (94% in 2023).

Voor onze financiële rapportering onderscheiden we naast de drie divisies ook een Groepscenter. Het omvat vooral de resultaten van activiteiten en/of beslissingen die specifiek voor groepsdoeleinden worden genomen (operationele kosten van de holdingactiviteiten van de groep, bepaalde kosten in verband met kapitaalbeheer en thesaurie, enz.) en de resultaten van af te bouwen activiteiten en ondernemingen, waaronder vooral Exicon (de resterende activiteiten van KBC Bank Ireland).
Het nettoresultaat van het Groepscenter bedroeg -40 miljoen euro in 2024, tegenover 97 miljoen euro in 2023. Het negatieve verschil van 137 miljoen euro heeft te maken met:
• een 15 miljoen euro lager nettoresultaat in Ierland. Zowel in 2024 als in 2023 werd het resultaat van Ierland sterk
beïnvloed door positieve eenmalige elementen naar aanleiding van het verkoopproces. In 2024 zorgde het liquidatieproces voor een belastingbesparing van 318 miljoen euro (in de lijn Belastingen) en in 2023 zorgde de verkoop van de resterende kredieten en deposito's voor eenmalige elementen ter waarde 365 miljoen euro (op diverse lijnen, vooral Overige netto-inkomsten). Meer informatie daarover vindt u in Toelichting 6.6 van het deel Geconsolideerde jaarrekening.
• een 122 miljoen euro lager nettoresultaat voor de andere elementen, vooral als gevolg van de combinatie van lagere opbrengsten (vooral door lagere trading- en reëlewaarderesultaten en nettorente-inkomsten), lagere herverzekeringsresultaten en hogere waardeverminderingen op kredieten.
KBC is hoofdzakelijk actief als bank-verzekeraar en vermogensbeheerder en is daardoor blootgesteld aan een aantal typische risico's voor de sector, zoals kredietrisico, interesten wisselkoersrisico, liquiditeitsrisico, risico van aangegane verzekeringsverplichtingen, operationeel risico en andere niet-financiële risico's. ESG-risico's worden niet afzonderlijk beschouwd, maar worden geïdentificeerd als belangrijke risico's die zich manifesteren via de hiervoor genoemde risicodomeinen. Geïntegreerde risico's ontstaan wanneer de bovengenoemde risico's zich opstapelen en elkaar mogelijk versterken. Er vindt continu en holistisch risicobeheer plaats om de materiële risico's waaraan KBC is blootgesteld actief te identificeren, te beheren en te beoordelen. In dit hoofdstuk beschrijven we ons risicobeleidsmodel, de belangrijkste risico's die we lopen en hoe deze worden beheerd. Meer gedetailleerde informatie vindt u in ons Risk Report.
De commissarissen hebben de informatie in dit hoofdstuk die deel uitmaakt van de IFRS-jaarrekening, geauditeerd. Deze informatie wordt aangeduid met AUDITED
Gezond risicobeheer is het resultaat van een sterke risicocultuur, toereikende middelen (voldoende en vakkundige mensen, gegevens en instrumenten), een effectieve organisatie en een kwalitatieve vormgeving en implementatie van strikte governance en effectieve risicobeheerprocessen die zijn afgestemd op en meebewegen met de externe context, het bedrijfsmodel van KBC en zijn verschillende activiteiten, processen, enz.

KBC en de hele financiële sector zijn actief in een snel veranderende omgeving die gekenmerkt wordt door volatiliteit, onzekerheid, complexiteit en ambiguïteit:
KBC antwoordt op die belangrijke uitdagingen met zijn datagedreven digitale strategie, die erop gericht is ecosystemen te creëren die onze klanten helpen tijd en geld te besparen door financiële en niet-financiële diensten te combineren, en door zijn ambitie om bij te dragen aan een duurzamere wereld.
De risico-, compliance- en actuariële functies (die samen de 'CRO-diensten' vormen) staan KBC bij om deze strategische doelstellingen te bereiken, bij te dragen tot zijn veerkracht en wendbaarheid, het management en de Raad van Bestuur inzichten te verschaffen die een risicobewuste besluitvorming ondersteunen en hen te informeren over de risico's waarmee KBC wordt geconfronteerd. De prioriteiten voor het risicobeheer worden in de KBC-risicostrategie vermeld. Deze strategie is gebaseerd op de KBC-risicobereidheid, de KBC-bedrijfsstrategie en de Pearl-cultuur en bepaalt waar de lat ligt voor risicobeheer in heel KBC. Om mee te blijven met de veranderende bedrijfsomgeving en de KBCbedrijfsstrategie beoordelen en actualiseren de risico-, compliance- en actuariële functies regelmatig hun strategie, rekening houdend met alle relevante elementen (bv. top risks), alsook de 'visie van externe toezichthouders' en aankomende wijzigingen in de regelgeving. Op die manier passen we het risicobeheerkader van KBC en de onderliggende risicobeheerprocessen voortdurend aan en versterken we ze verder.
KBC heeft een sterke bedrijfscultuur waar onze KBCcollega's zich in al hun activiteiten door laten leiden en die ook tot uitdrukking komt in de manier waarop het beheer van risico's en de besluitvorming daarover in de hele organisatie plaatsvindt. De visie van het risicobeheer van KBC is om risico in de harten en hoofden van alle medewerkers te verankeren om KBC te helpen duurzame groei te realiseren en het vertrouwen van klanten te winnen. Om het vertrouwen van onze klanten te behouden en te vergroten, is het belangrijk dat we ons verantwoord gedragen in alles wat we doen, in alle lagen van de organisatie. Dat houdt in dat alle medewerkers van KBC zich met meer bezighouden dan alleen regelgeving en compliance. Deze aspecten worden vastgelegd in de 'risicocultuur', die de collectieve mindset en de gedeelde normen, houding en waarden omvat die richting geven aan de dagelijkse gedragingen van onze medewerkers waar het gaat om risicobewustzijn, -beheer en -beheersing. De sterke risicocultuur komt onder meer tot uitdrukking in businessvoorstellen, waarbij een grondige beoordeling van de betrokken risico's plaatsvindt, en in de genuanceerde afweging in het besluitvormingsproces van de doorlichting van en adviezen over deze voorstellen, die door de risicofunctie worden verzorgd.
De strategie van de risico-, compliance- en actuariële functies is gebaseerd op drie belangrijke pijlers:
efficiënter en effectiever te zijn in onze business as usual, creëren we ruimte om de aanpak van nieuwe risico's te ontwikkelen. Daarnaast breiden we ons risico- en compliancekader uit en verbeteren we het voor een steeds meer digitale, onderling verbonden en duurzame toekomst.
• Mensen: we trekken talent aan, koesteren het en bouwen zo aan een betrokken 'workforce of the future' om de transformatie mogelijk te maken en onze dagelijkse activiteiten uit te voeren. We zorgen ervoor dat onze mensen een duidelijk zicht hebben op de strategische richting van KBC, hoe de transformatie van KBC hun job beïnvloedt en hoe ze bijdragen tot de strategie van KBC.
De geopolitieke risico's zijn in 2024 verder toegenomen, zoals blijkt uit het aanhoudende conflict tussen Rusland en Oekraïne, het conflict in Gaza/Israël en het Midden-Oosten, de spanningen tussen de VS en China, enz. Daarnaast heeft een aanzienlijk aantal verkiezingen, waaronder in de VS, de geopolitieke onzekerheid vergroot. Deze gebeurtenissen zetten de economische concurrentiekracht in Europa verder onder druk, waarbij forse uitdagingen ontstaan voor de economie en de financiële markten in het algemeen en voor de financiële sector in het bijzonder (onder andere op het gebied van kredietrisico, marktrisico, liquiditeitsrisico en operationeel risico).
Ook ontwikkelingen in de regelgeving (waaronder met betrekking tot kapitaalvereisten, operationele veerkracht en de nieuwe DORA-vereisten inzake derden, regelgeving ter bestrijding van het witwassen van geld, GDPR en ESG) bleven een centraal thema voor de sector, evenals betere consumentenbescherming. Digitalisering (met technologie en AI als katalysator) brengt voor het bedrijfsmodel van traditionele financiële instellingen zowel kansen als bedreigingen met zich mee. Meer specifiek zijn cyberrisico's (versterkt door het gebruik van AI en deepfake-technieken) de afgelopen jaren een van de belangrijkste dreigingen geworden, die worden gevoed door internationale conflicten, zoals de oorlog in Oekraïne.
Ten slotte manifesteren klimaat- en milieurisico's zich in toenemende mate. Dit bleek uit storm Boris, die in september meerdere dagen achter elkaar voor overvloedige regenval zorgde, wat in Centraal- en Oost-Europa tot zware overstromingen leidde. De schade in de thuislanden van KBC was het grootst in Tsjechië, maar ook Slowakije en – hoewel in mindere mate – Hongarije werden getroffen. Voor KBC waren de financiële gevolgen hoofdzakelijk gekoppeld aan de verzekeringsactiviteiten. KBC is zich ten volle bewust van de risico's die gepaard gaan met de mogelijke effecten van milieuverandering op zijn bedrijfsmodel en blijft dit opvolgen (zie de Duurzaamheidsverklaring in dit verslag en het KBC Risk Report 2024).

De voornaamste onderdelen van ons risicobeleidsmodel zijn de volgende:
We beheren onze risico's volgens het Three Lines of Defensemodel:
nauwe samenwerking met de business is verzekerd omdat de onafhankelijke CRO's aanwezig zijn in managementcomités en deelnemen aan het lokale besluitvormingsproces, terwijl hun onafhankelijkheid wordt gegarandeerd door een functionele rapporteringslijn naar de groeps-CRO. Als dat nodig is, kunnen ze hun vetorecht uitoefenen.
bijhorende rapporteringslijnen (rapportering aan het RCC en in bepaalde gevallen zelfs aan de Raad).
Risicobeheer verwijst naar het gecoördineerde geheel van activiteiten om de risico's waarmee KBC wordt geconfronteerd proactief te identificeren en te beheren. Het helpt KBC om zijn doelstellingen te bereiken en zijn strategie te verwezenlijken.
Het Enterprise Risk Management Framework (ERMF) van KBC, goedgekeurd door de Raad, bepaalt de risicogovernance, met inbegrip van de drie verdedigingslinies, en legt duidelijke regels en procedures vast voor de manier waarop risicobeheer in de hele groep moet worden uitgevoerd. Het verwijst naar een reeks minimumnormen en risicomethoden, -processen en -tools die moeten worden vertaald naar alle risicospecifieke Risk Management Frameworks (RMF's) en die alle entiteiten moeten naleven. Het ERMF en de risicospecifieke RMF's beschrijven niet alleen hoe KBC risico's beheert bij een normale gang van zaken, maar ook bij veranderingen (kleine en grote transformaties) en in crisissituaties, gaande tot de meest stressvolle situaties (zoals herstel en afwikkeling). Ze hebben ook tot doel dat KBC blijft voldoen aan de wettelijke vereisten. Daarnaast behandelen ze risico's die voortkomen uit de eigen activiteiten van KBC en uit de waardeketen (bv. uit de verlening van producten en diensten aan klanten en uit uitbestedingsactiviteiten).
Om ervoor te zorgen dat ze altijd relevant blijven, worden het ERMF en de risicospecifieke RMF's jaarlijks herzien, naast een formele jaarlijkse beoordeling van de kwaliteit van de toepassing ervan. In onze risicotaxonomie zijn ESG-risico's opgenomen als belangrijke risico's verbonden aan de
bedrijfsomgeving van KBC, die zich manifesteren via (alle) andere traditionele risicodomeinen, zoals kredietrisico, verzekeringstechnisch risico, marktrisico, operationeel en reputatierisico. We beschouwen ESG dus niet afzonderlijk, maar stevig ingebed in alle aspecten en domeinen van het ERMF van KBC en de achterliggende processen. Voor meer informatie over de manier waarop het beheer van ESGrisico's in de hele groep wordt uitgevoerd, verwijzen we naar de Duurzaamheidsverklaring in dit verslag en naar het KBC Risk Report 2024.
Het risicobeheerproces bestaat uit risico-identificatie, risicometing, de risicobereidheid bepalen en trapsgewijs uitwaaieren, risicoanalyse, -rapportering, -respons en -opvolging.
Risico-identificatie is het systematisch en proactief ontdekken, beoordelen en beschrijven van risico's, zowel binnen als buiten KBC, die een negatieve invloed zouden kunnen hebben op de strategische doelstellingen van de groep, vandaag en in de toekomst. Niet alleen de risicobronnen worden geanalyseerd, maar ook hun mogelijke gevolgen en – in een latere stap – materialiteit.
Met het oog op risico-identificatie heeft KBC robuuste en solide processen opgezet, zowel op strategisch als op operationeel niveau, om alle belangrijke risico's waaraan KBC is blootgesteld aan het licht te brengen. Die processen omvatten:
KBC definieert risicometing als "de handeling om te komen tot een kwantitatieve uitdrukking van een risico, of een combinatie van risico's, voor een portefeuille van instrumenten/posities door het toepassen van een model of methodologie". Zodra risico's zijn geïdentificeerd, kunnen bepaalde kenmerken van het risico worden beoordeeld, zoals de impact, de waarschijnlijkheid dat het zich voordoet, de omvang van de blootstelling, enz. Dit gebeurt met behulp van risicomaatstaven, die het ons mogelijk maken om de materialiteit van risico's te beoordelen, ze in de tijd op te volgen (met een frequentie die past bij het risicotype) en de impact van risicobeheermaatregelen te beoordelen.
Risicomaatstaven (inclusief de gebruikte berekeningsmethode) zijn ontworpen om een specifiek risico of meerdere risico's tegelijk te meten en kunnen intern ontwikkeld zijn of opgelegd worden door de toezichthouder. Een overzicht van de uitgebreide reeks risicomaatregelen die binnen KBC worden gebruikt (zowel wettelijk als intern bepaald) is opgenomen in het ERMF en de risicospecifieke kaders.
Om ervoor te zorgen dat de risicomaatstaven geschikt en van hoge kwaliteit zijn en blijven, worden ze onderworpen aan strenge en solide processen, met inbegrip van een gepaste documentatie en sterke governance. Regelmatige herzieningen en de toepassing van het 'vierogenprincipe', inclusief een onafhankelijke interne validatie waar nodig, verbeteren verder de nauwkeurigheid en betrouwbaarheid van deze risicomaatstaven. Alle vereisten die betrekking hebben op deze processen zijn gedocumenteerd in de KBC Risk Measurement Standards (RMS).
Het nemen en transformeren van risico's maakt integraal deel uit – en is dus een onvermijdelijk gevolg – van de activiteiten van een financiële instelling. Het is dan ook niet de bedoeling van KBC om alle betrokken risico's uit te sluiten (risicomijding), maar wel om ze te identificeren, controleren en beheren voor een optimaal gebruik van zijn beschikbare kapitaal (d.w.z. risico's nemen als middel om waarde te creëren).
De risicotolerantie van KBC zit vervat in zijn 'risicobereidheid'. Die risicobereidheid drukt uit – zowel kwalitatief als kwantitatief – hoeveel en welke soorten risico's we willen nemen en binnen welke grenzen die risico's moet worden beheerd. De mogelijkheid om risico te aanvaarden wordt beperkt door financiële verplichtingen (beschikbaar kapitaal en liquiditeitsbuffers, leencapaciteit, enz.), niet-financiële beperkingen (strategisch vermogen, vaardigheden, juridische verplichtingen, enz.) en wettelijke bepalingen (bv. wettelijke minima voor kapitaal- en liquiditeitsratio's). De bereidheid om risico te aanvaarden is dan weer afhankelijk van de belangen van de verschillende stakeholders. Een belangrijke factor bij de bepaling van de risicobereidheid is dan ook dat we de verwachtingen van de belangrijkste stakeholders van de organisatie kennen.
De risicobereidheid wordt expliciet beschreven in de risicobereidheidsverklaring (Risk Appetite Statement – RAS) en bepaald op groeps- en lokaal niveau. De RAS weerspiegelt de visie van de Raad en het DC over het aanvaardbare niveau en de samenstelling van risico's, om te verzekeren dat ze coherent zijn met het gewenste rendement en de groep zijn bedrijfsstrategie kan uitvoeren binnen een duidelijk risicospeelveld. De overkoepelende risicobereidheidsdoelstellingen, die jaarlijks worden herzien en herbevestigd door de Raad, worden verder uitgewerkt voor elk afzonderlijk risicotype via kwalitatieve en
kwantitatieve verklaringen en via een risicobereidheidslabel, dat Laag, Middelmatig of Hoog kan zijn. De risicobereidheid op lange termijn wordt bewaakt op basis van een reeks risicomaatstaven waarvoor risicodrempels zijn vastgesteld. Tot slot wordt de risicobereidheid vertaald in risicospecifieke groepslimieten/-doelstellingen (jaarlijks goedgekeurd door de Raad), die naar de lokale entiteiten worden uitgewaaierd (jaarlijks goedgekeurd door het DC).
Omdat de risicobereidheid het speelveld voor de business bepaalt, is het risicobereidheidsproces stevig ingebed in de financiële planningscyclus. De Raad keurt jaarlijks de voorlopige risicobereidheid goed als input voor de planningscyclus. De financiële planning wordt door de Raad goedgekeurd nadat nog een laatste keer is gecontroleerd of de voorlopige risicobereidheid over de hele planningshorizon wordt gerespecteerd. Om ervoor te zorgen dat het risicoprofiel bij de uitvoering van het financiële plan binnen de risicobereidheid blijft, wordt de risicobereidheid vertaald in concrete vroege waarschuwingsniveaus en limieten. Daarnaast hebben we voor enkele indicatoren ook herstel- en afwikkelingstriggers vastgesteld. Wanneer ze worden overschreden, wordt het Recovery/Resolution Plan in werking gesteld.
Risicoanalyse en -rapportering zijn bedoeld om het management meer transparantie te verschaffen door een allesomvattend, toekomstgericht en ex-postbeeld te geven van hoe het risicoprofiel is geëvolueerd ten opzichte van de risicobereidheid en in welke context KBC actief is.
Daarvoor worden rapporten opgesteld die zijn afgestemd op de gebruikers en rekening houden met de verschillende informatiebehoeften van de Raad, het RCC, het DC, het topmanagement en andere niveaus van de organisatie, zodat zij de mogelijke problemen kunnen begrijpen en relevante acties kunnen ondernemen. Naast de interne rapportering worden ook externe rapporten opgesteld voor de verschillende stakeholders van KBC, met name klanten, aandeelhouders, obligatiehouders, toezichthouders, regelgevers en ratingbureaus.
Het DC, het RCC en de Raad worden periodiek en ad hoc op de hoogte gehouden over het risicolandschap van KBC via een uitgebreide interne risicorapportering. Daaronder valt ook het Integrated Risk Report (IRR), dat acht keer per jaar aan deze comités wordt bezorgd. Dat holistische risicorapport bestaat uit risicosignalen die als belangrijk voor de groep worden beschouwd, zodat indien nodig tijdig actie kan worden ondernomen, en uit een overzicht, voor alle risicotypes, van de ontwikkeling van verschillende risicomaatstaven ten opzichte van de risicobereidheid via het 'health check'-dashboard. Het IRR wordt indien nodig uitgebreid met ad-hocrapportering. Zo wordt het IRR ten minste tweemaal per jaar aangevuld met een gedetailleerd
dashboard voor klimaatrisico en een dashboard voor informatierisicobeheer.
De belangrijkste externe rapporten aan de toezichthouder zijn het ICAAP (Internal Capital Adequacy Assessment Process), ILAAP (Internal Liquidity Adequacy Assessment Process) en ORSA (Own Risk and Solvency Assessment). Ze bieden een holistische en uitgebreide onderbouwing van de mening van de Raad en het DC over de toereikendheid van het kapitaal en de liquiditeit van KBC. Daarvoor hebben we interne modellen voor economisch kapitaal om de bestaande modellen voor reglementair kapitaal aan te vullen. Zo kunnen we onze kapitaaltoereikendheid vanuit een intern perspectief beoordelen, naast het regelgevende perspectief. Deze rapporten worden aangevuld met een jaarlijks FICO (Financieel Conglomeraat)-rapport, dat ingaat op extra risico's die kunnen ontstaan doordat KBC een Financieel Conglomeraat is, en op de beperking ervan. In het kader van de regulering van crisisbeheer worden de Recovery Plans van KBC Groep, KBC Bank en KBC Verzekeringen opgesteld om de mogelijke reacties in geval van (sterk) negatieve financiële omstandigheden voor te bereiden en om het voor KBC mogelijk te maken om in een crisissituatie sneller en effectiever te kunnen handelen. Wanneer alle beperkende maatregelen bij een normale gang van zaken en in de crisisbeheermodus falen, wordt het Resolution Plan geactiveerd, waarin de strategie wordt beschreven voor een snelle en ordelijke afwikkeling in geval van grote financiële moeilijkheden en faillissement van KBC.
Stresstesting is een belangrijk instrument dat ons risicobeheer en onze besluitvormingsprocessen ondersteunt door de mogelijke negatieve invloed van specifieke gebeurtenissen en/of ontwikkelingen in risicofactoren op de (financiële) toestand van KBC te simuleren, zodat we ons beter op die situaties kunnen voorbereiden of onze risicoblootstelling proactief kunnen aanpassen.
Daartoe heeft KBC een uitgebreide reeks stresstests ontwikkeld, gaande van aannemelijke tot uitzonderlijke en zelfs extreme gebeurtenissen of scenario's, zowel op het niveau van individuele risicotypes als over risicotypes heen (geïntegreerde stresstests). Geïntegreerde stresstests zijn een belangrijk instrument bij de beoordeling van de toereikendheid van het kapitaal van KBC om zijn risico's af te dekken, of er duurzaam winst wordt gegenereerd, enz., en dat onder verschillende omstandigheden. Ze vullen stresstests per risicotype aan, omdat er wordt gekeken naar de interactie en gecombineerde impact van stress op meerdere risicotypes, inclusief interactie en feedback loops tussen stresssituaties op financiële indicatoren. De mix van stresstests kent een passende balans van verschillende stresszwaartes, methodologieën voor stresstests, enz., zowel op een geïntegreerd niveau als op risicospecifiek niveau. Deze mix wordt door middel van een jaarlijkse evaluatie relevant en actueel gehouden.
De resultaten van enkele belangrijke stresstests worden gebruikt in belangrijke risicobeheerprocessen en -rapporten, waaronder ICAAP, ILAAP en ORSA, en herstel- en afwikkelingsplanning. Als onderdeel van de jaarlijkse ICAAP-, ILAAP- en ORSA-processen simuleert KBC een
stressgebeurtenis die zich een keer op 20 jaar voordoet om te controleren of en aan te tonen dat het zelfs in dergelijke stresssituaties kan voldoen aan de reglementaire kapitaalen liquiditeitsvereisten en de interne
risicobereidheidsdoelstellingen. Stresstests in het kader van Recovery Planning zijn nog strenger en simuleren KBC op de rand van wanbetaling. In dergelijke scenario's moet KBC zijn herstelcapaciteit aantonen (zowel de diepgang als de snelheid van kapitaalverhogende en risicoverlagende acties). Ten slotte bereiden stresstests in het kader van afwikkeling KBC voor op situaties waarin de groep niet langer levensvatbaar is en de overheden moeten ingrijpen om de groep te redden (via een bail-in) of te liquideren.
Naast de stresstests die KBC op eigen initiatief uitvoert (op groeps- en/of lokaal niveau), kunnen ook de regelgever en de toezichthouder stresstests opleggen (bv. tweejaarlijkse EBA-stresstest, jaarlijkse EIOPA-stresstest, cyberstresstest van de ECB).
Kredietrisico is het risico dat betrekking heeft op de wanbetaling of wanprestatie door een contractpartij als gevolg van de insolvabiliteit of de onwil van die partij om te betalen of haar prestatie te leveren, of als gevolg van maatregelen van politieke of monetaire autoriteiten in een bepaald land.
Op het vlak van kredietrisico wordt het DC bijgestaan door het Groepscomité Kredietverlening (GLC) dat het kredietrisico van KBC en de daaruit voortvloeiende kapitaalvereisten op het vlak van kredietverlening beheert. Het beleid, de regels en procedures voor de manier waarop kredietrisicobeheer in de hele groep moet worden uitgevoerd, zijn opgenomen in het Kredietrisicobeheerkader (CRMF). De toepassing ervan wordt bewaakt door Kredietrisico Groep (GCRD) en het Competentiecentrum Kredietrisico. GCRD werkt nauw samen met de lokale CRO's en risicoafdelingen, die verantwoordelijk zijn voor de lokale toepassing van het CRMF. Bedrijfsentiteiten worden geraadpleegd voor die onderdelen van het CRMF die gevolgen hebben voor de bedrijfsprocessen en/of governance.
• Risico-identificatie: er zijn in het kader van kredietrisicobeheer verschillende processen voor risicoidentificatie van toepassing, zoals beschreven in het hoofdstuk Onderdelen van een gezond risicobeheer (zoals de verzameling van risicosignalen). Een essentieel onderdeel van het identificatieproces van kredietrisico is het opvangen van kredietrisicosignalen, zowel op transactie- als op portefeuilleniveau. Zowel de interne als de externe omgeving wordt gescand op gebeurtenissen of ontwikkelingen die al hebben plaatsgevonden of zouden kunnen plaatsvinden en die rechtstreeks of onrechtstreeks een aanzienlijke impact hebben of zouden kunnen hebben op de kredietkwaliteit. Daarnaast worden thematische en sectorspecifieke deep dives uitgevoerd om meer inzicht te krijgen in het kredietrisico.
Nieuwe en komende prudentiële regelgeving inzake kredietrisico's, product- of klantspecifieke regelgeving en wetgeving worden op groepsniveau of lokaal opgevolgd om ervoor te zorgen dat ze snel in de beleidslijnen en de instructies van KBC worden opgenomen. Voorlopende indicatoren vormen een specifiek risico-
identificatieproces, ontworpen om opkomende kredietrisico's op te sporen die tot waardeverminderingen zouden kunnen leiden. Het hoofddoel is in een vroeg stadium een betrouwbare raming te hebben van de waardeverminderingen voor het lopende kwartaal en zo verrassingen te vermijden. Het maakt deel uit van de kwartaalrapportering over waardeverminderingen op leningen en obligaties.
• Risicometing: kredietrisicometing is het toepassen van een model of methodologie om een kwantitatieve uitdrukking te krijgen van het kredietrisico van een portefeuille van instrumenten/posities. Er is een minimale set kredietrisicometingen voor de hele groep vastgesteld, die kan worden aangevuld met lokale metingen. Centraal daarin staat de risicoklasse, waarbij een classificatie wordt gemaakt op basis van de Probability of Default (PD), of de kans op een in gebreke blijven, en de Loss Given Default (LGD), of het verwachte verlies in het geval dat een debiteur in gebreke blijft. Om de risicoklasse te bepalen, hebben we diverse ratingmodellen ontwikkeld. Enerzijds om de kredietwaardigheid van debiteuren te meten en anderzijds om het verwachte verlies van de verschillende types van transacties in te schatten. Een aantal uniforme modellen gebruiken we in de hele groep (de modellen voor overheden, banken, grote ondernemingen, enz.), andere zijn ontwikkeld voor specifieke geografische markten (kmo's, particulieren, enz.)

of types van transacties. We gebruiken in de hele groep dezelfde interneratingschaal.
De resultaten van die modellen gebruiken we om de kredietportefeuille die niet in gebreke is in te delen in interneratingklassen gaande van 1 (laagste risico) tot 9 (hoogste risico) voor de PD. Een debiteur die in gebreke is gebleven, kennen we een interne rating toe van PD 10 tot PD 12. PD-klasse 12 kennen we toe als een van de kredietfaciliteiten van de debiteur is stopgezet door de bank of als een vonnis de terugneming van de waarborg beveelt. PD-klasse 11 omvat debiteuren die meer dan 90 dagen te laat zijn met hun betaling (achterstal of overschrijding), maar niet beantwoorden aan de criteria van PD 12. PD-klasse 10 kennen we toe aan debiteuren waarbij er reden is om aan te nemen dat ze niet (op tijd) zullen betalen, maar die niet beantwoorden aan de criteria voor PD 11 of PD 12. De status wanbetaling stemt overeen met de statussen non-performing en impaired. Debiteuren in PD 10, 11 en 12 worden daarom in wanbetaling en
impaired genoemd. De status performing stemt overeen met niet-wanbetaling en niet-impaired. Bijzondere waardeverminderingen worden aangelegd volgens de IFRS 9-normen. Voor debiteuren in gebreke worden ze berekend op basis van de volledige resterende looptijd van het verwachte kredietverlies (lifetime expected credit loss). Voor debiteuren die niet in gebreke zijn, is dat op basis van het verwachte kredietverlies over 12 maanden of over de volledige resterende looptijd als het kredietrisico aanzienlijk is toegenomen en de debiteur verschuift van stage 1 naar stage 2. Daarvoor gebruiken we specifieke collectieve IFRS 9-berekeningsmodellen, behalve voor belangrijke debiteuren die in gebreke zijn gebleven, waarvoor er een individuele inschatting van de verwachte kredietverliezen wordt gemaakt. Samen met de kans op een in gebreke blijven (Probability of Default) en het uitstaande risico bij een in gebreke blijven (Exposure at Default) vormen concepten als verwacht verlies (Expected Loss) en verlies bij in gebreke
blijven (Loss Given Default) de bouwstenen voor de berekening van de reglementaire kapitaalvereisten voor kredietrisico, aangezien KBC heeft gekozen voor de Internal Rating Based (IRB)-benadering voor de meeste van zijn portefeuilles. Sinds eind 2023 zijn de volgende entiteiten en portefeuilles overgeschakeld naar de standaardbenadering als gevolg van modelvereenvoudiging: ČSOB in Slowakije, K&H, de overheidsobligatieportefeuilles in de hele KBC-groep en enkele onbelangrijke portefeuilles in de divisie België en ČSOB in Tsjechië. Afgezien van de hierboven genoemde uitzonderingen blijven de belangrijkste groepsentiteiten in België en Tsjechië de IRB Advanced-benadering hanteren, terwijl de kleinere entiteiten en de hele divisie Internationale Markten de standaardbenadering hanteren.
• De risicobereidheid bepalen en trapsgewijs uitwaaieren: de KBC-risicobereidheidsverklaring bepaalt hoeveel kredietrisico KBC kan en wil aanvaarden om zijn strategische doelstellingen na te streven. De kredietrisicobereidheid wordt concreet gemaakt door kredietrisicolimieten en vroege waarschuwingsniveaus toe te kennen aan een beperkte reeks kredietrisico-indicatoren die één jaar geldig zijn.
Primaire kredietrisicolimieten worden bepaald door de Raad of het DC. Ze omvatten limieten voor het verwachte verlies (EL), verlies in stressomstandigheden (SCL), kredietrisicogewogen activa (RWA) en – voor de productie van nieuwe woningkredieten – de Loan-to-Value (LTV) en de verhouding schuld/inkomen (Debt Service-To-Income, DSTI). Die limieten worden aangevuld met een portefeuillelimietsysteem (PLS) om het concentratierisico op groepen tegenpartijen of overheden te beperken, en met andere kredietrisicolimieten op groeps- of lokaal niveau die limieten voor sectoren en activiteiten omvatten, evenals limieten voor risico's zoals het kredietrisico van tegenpartijen voor professionele transacties of het emittentenrisico.
Het risicospeelveld wordt ook bepaald door groepswijde risicogrenzen die zijn vastgelegd in kredietrisiconormen. Die normen hebben tot doel het risicobeheer van specifieke kredietrisicogerelateerde onderwerpen in de hele groep op één lijn te brengen door beperkingen en/of aanbevelingen te definiëren.
• Risicoanalyse, -rapportering, -respons en -opvolging: de kredietportefeuille wordt voortdurend geanalyseerd. Naast de portefeuilleanalyses die de business uitvoert, analyseren ook de kredietrisicoafdelingen op lokaal en groepsniveau het kredietrisicoprofiel van de kredietportefeuille om een onafhankelijk beeld te krijgen van de ontwikkeling van het kredietrisico. De resultaten van de analyses worden gerapporteerd aan de bevoegde risicocomités. Het is de verantwoordelijkheid van zowel het lijnmanagement als de risicocomités om erop te reageren, d.w.z. de risico's in overeenstemming te houden of te brengen met de risicobereidheid. Corrigerende
actieplannen kunnen worden uitgevoerd om (verder) kredietrisico te vermijden, het te verminderen (beperken), het risico over te dragen of het te aanvaarden.
• Stresstests: stresstests zijn een essentieel onderdeel van een gezond kredietrisicobeheer en worden op lokaal en groepsniveau uitgevoerd.
Kredietrisico's doen zich voor in zowel de bank- als de verzekeringsactiviteiten van de groep. Wat de bankactiviteiten betreft, ligt het kredietrisico voornamelijk in de kredietportefeuille van de bank. Die bevat alle leningen en garanties die KBC heeft verstrekt aan particulieren, bedrijven, overheden en banken. Schuldbewijzen worden opgenomen in de beleggingsportefeuille als ze zijn uitgegeven door bedrijven of banken. Overheidsobligaties worden niet in de beleggingsportefeuille opgenomen. Bovendien wordt in de tabel geen rekening gehouden met het kredietrisico met betrekking tot de tradingportefeuille (emittentenrisico) en het kredietrisico van tegenpartijen met betrekking tot derivatentransacties. Die elementen beschrijven we verderop apart.
De krediet- en beleggingsportefeuille zoals die in dit hoofdstuk is bepaald, verschilt van Leningen en voorschotten aan klanten in Toelichting 4.1 van de Geconsolideerde jaarrekening. Meer informatie vindt u in het Glossarium van financiële ratio's en termen.
Merk op dat er voor de onderstaande tabel meer gedetailleerde uitsplitsingen zijn opgenomen in de kwartaalverslagen van KBC op www.kbc.com en (voor de stages) in Toelichting 1.2 van het deel Geconsolideerde jaarrekening.
| Krediet- en beleggingsportefeuille, bankactiviteiten | ||
|---|---|---|
| A: Totale kredietportefeuille | 31-12-2024 | 31-12-2023 |
| Totale kredietportefeuille (in miljarden euro) | ||
| Uitstaand en niet-opgenomen bedrag | 263 | 258 |
| Uitstaand bedrag | 211 | 203 |
| Kredietportefeuille per divisie (in procenten van de uitstaande portefeuille) | ||
| België1 | 65% | 65% |
| Tsjechië | 19% | 19% |
| Internationale Markten | 16% | 15% |
| Groepscenter | 0% | 1% |
| Totaal | 100% | 100% |
| Kredietportefeuille per sector van de tegenpartij (in procenten van de uitstaande portefeuille) | ||
| Particulieren | 41% | 41% |
| Financiële en verzekeringsdiensten | 5% | 6% |
| Overheden | 3% | 3% |
| Bedrijven | 51% | 50% |
| Diensten | 11% | 11% |
| Distributie | 8% | 8% |
| Vastgoed6 | 7% | 7% |
| Bouw en constructie | 5% | 5% |
| Landbouw, veeteelt en visserij | 3% | 3% |
| Auto-industrie | 3% | 3% |
| Voedselproducenten | 2% | 2% |
| Overige (sectoren < 2%) | 13% | 13% |
| Totaal | 100% | 100% |
| Kredietportefeuille per regio (in procenten van de uitstaande portefeuille)2 | ||
| België | 55% | 55% |
| Tsjechië | 19% | 18% |
| Slowakije | 6% | 6% |
| Hongarije | 4% | 4% |
| Bulgarije | 6% | 5% |
| Rest van West-Europa | 8% | 8% |
| Rest van Centraal- en Oost-Europa | 0% | 0% |
| Noord-Amerika | 1% | 1% |
| Azië | 1% | 1% |
| Overige | 1% | 1% |
| Totaal | 100% | 100% |
| Kredietportefeuille per risicoklasse (in procenten van de uitstaande portefeuille) | ||
| Unimpaired | ||
| PD 1 (laagste risico, kans op in gebreke blijven van 0,00% tot 0,10%) | 24% | 24% |
| PD 2 (0,10% – 0,20%) | 14% | 14% |
| PD 3 (0,20% – 0,40%) | 12% | 14% |
| PD 4 (0,40% – 0,80%) | 17% | 18% |
| PD 5 (0,80% – 1,60%) | 14% | 14% |
| PD 6 (1,60% – 3,20%) | 10% | 8% |
| PD 7 (3,20% – 6,40%) | 5% | 4% |
| PD 8 (6,40% – 12,80%) | 2% | 1% |
| PD 9 (hoogste risico, ≥ 12,80%) | 1% | 1% |
| Zonder rating | 0% | 0% |
| Impaired | ||
| PD 10 | 0,9% | 1,1% |
| PD 11 | 0,3% | 0,2% |
| PD 12 | 0,8% | 0,8% |
| Totaal | 100% | 100% |
| Kredietportefeuille volgens IFRS 9 ECL-stage3 (in procenten van de uitstaande portefeuille) |
||
| Stage 1 (geen significante toename van het kredietrisico sinds de eerste opname) | 90% | 80% |
| Stage 2 (significante toename van het kredietrisico sinds de eerste opname - niet credit impaired) incl. POCI4 |
8% | 18% |
| Stage 3 (significante toename van het kredietrisico sinds de eerste opname - credit impaired) incl. POCI4 | 2% | 2% |
| Totaal | 100% | 100% |
| B: Portefeuille impaired kredieten | 31-12-2024 | 31-12-2023 |
|---|---|---|
| Impaired kredieten (PD 10 + 11 + 12; in miljoenen euro of in procenten) | ||
| Impaired kredieten5 | 4 171 | 4 221 |
| Waarvan meer dan 90 dagen achterstallig | 2 178 | 2 051 |
| Impaired kredieten per divisie (in procenten van portefeuille impaired kredieten) | ||
| België1 | 65% | 63% |
| Tsjechië | 13% | 13% |
| Internationale Markten | 13% | 13% |
| Slowakije | 5% | 4% |
| Hongarije | 2% | 4% |
| Bulgarije | 6% | 6% |
| Groepscenter | 9% | 10% |
| Totaal | 100% | 100% |
| Impaired kredieten per sector (in procenten van de portefeuille impaired kredieten) | ||
| Distributie | 20% | 19% |
| Particulieren | 15% | 16% |
| Vastgoed6 | 11% | 13% |
| Diensten | 10% | 9% |
| Auto-industrie | 10% | 9% |
| Bouw en constructie | 8% | 7% |
| Chemie | 5% | 4% |
| Landbouw, veeteelt en visserij | 3% | 2% |
| Overige (sectoren < 2%) | 17% | 21% |
| Totaal | 100% | 100% |
| Geboekte waardevermindering op kredieten (in miljoenen euro) | ||
| Waardevermindering voor stage 1-portefeuille | 201 | 168 |
| Waardevermindering voor stage 2-portefeuille, incl. POCI4 (hersteld) | 340 | 502 |
| Waardevermindering voor stage 3-portefeuille, incl. POCI4 (nog altijd impaired) | 1 979 | 1 888 |
| Waarvan waardevermindering voor impaired kredieten die meer dan 90 dagen achterstallig zijn | 1 492 | 1 459 |
| Kredietkostenratio | ||
| Divisie België1 | 0,19% | 0,06% |
| Divisie Tsjechië | -0,09% | -0,18% |
| Divisie Internationale Markten | -0,08% | -0,06% |
| Slowakije | -0,14% | -0,07% |
| Hongarije | -0,27% | -0,14% |
| Bulgarije | 0,14% | 0,00% |
| Groepscenter | 1,58% | 0,07% |
| Totaal | 0,10% | 0,00% |
| Ratio van impaired kredieten | ||
| Divisie België1 | 2,0% | 2,0% |
| Divisie Tsjechië | 1,3% | 1,4% |
| Divisie Internationale Markten | 1,6% | 1,8% |
| Slowakije | 1,5% | 1,4% |
| Hongarije | 1,2% | 1,9% |
| Bulgarije | 2,0% | 2,2% |
| Groepscenter | 38,3% | 36,2% |
| Totaal | 2,0% | 2,1% |
| Waarvan meer dan 90 dagen achterstallig | 1,0% | 1,0% |
| Dekkingsratio | ||
| Waardeverminderingen op kredieten / impaired kredieten | 47% | 45% |
| Waarvan meer dan 90 dagen achterstallig | 69% | 71% |
| Waardeverminderingen op kredieten / impaired kredieten (excl. hypotheekleningen) | 50% | 47% |
| Waarvan meer dan 90 dagen achterstallig | 71% | 74% |
1 Omvat ook het beperkte netwerk van buitenlandse kantoren van KBC Bank in de rest van Europa, de VS en Zuidoost-Azië (met een totale uitstaande portefeuille van 7 miljard euro op 31 december 2024).
2 Een meer gedetailleerde verdeling per land is opgenomen in de kwartaalverslagen van KBC op www.kbc.com.
3 Zie Toelichting 1.2 van de Geconsolideerde jaarrekening voor meer informatie over de stages.
4 Verworven of gecreëerde financiële activa met verminderde kredietwaardigheid; brutobedragen, in tegenstelling tot nettobedragen in de boekhoudkundige verwerking.
5 Cijfers wijken af van die in Toelichting 4.2 in het deel Geconsolideerde jaarrekening wegens verschillen in consolidatiekring. De daling van 50 miljoen euro tussen 2024 en 2023 kan worden uitgesplitst als volgt: +39 miljoen euro in divisie België, -5 miljoen euro in Tsjechië, +21 miljoen euro in Slowakije, -59 miljoen euro in Hongarije, +6 miljoen euro in Bulgarije en -52 miljoen euro voor de rest (door de afgesloten verkoop van de activiteiten van KBC Ireland).
6 Vastgoed: inkomstengenererend vastgoed aan derden.
De delen Kredietportefeuille volgens IFRS 9 ECL-stage (in procenten van de uitstaande portefeuille) en Geboekte waardevermindering op kredieten in de bovenstaande tabel worden hieronder verder uitgesplitst.
| Uitsplitsing kredietportefeuille volgens IFRS 9 ECL-stage | 31-12-2024 | 31-12-2023 | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Stage 1 | Stage 2 | Stage 3 | Totaal | Stage 1 | Stage 2 | Stage 3 | Totaal | |
| Kredietportefeuille per land/divisie | ||||||||
| België | 57,9% | 5,3% | 1,3% | 64,5% | 51,1% | 12,3% | 1,3% | 64,7% |
| Tsjechië | 17,9% | 1,2% | 0,3% | 19,4% | 16,1% | 2,9% | 0,3% | 19,3% |
| Internationale Markten | 14,1% | 1,3% | 0,3% | 15,6% | 12,5% | 2,7% | 0,3% | 15,4% |
| Slowakije | 5,6% | 0,3% | 0,1% | 5,9% | 5,0% | 0,9% | 0,1% | 6,1% |
| Hongarije | 3,4% | 0,5% | 0,0% | 4,0% | 3,0% | 1,0% | 0,1% | 4,1% |
| Bulgarije | 5,1% | 0,4% | 0,1% | 5,7% | 4,4% | 0,7% | 0,1% | 5,2% |
| Groepscenter | 0,3% | 0,0% | 0,2% | 0,5% | 0,4% | 0,0% | 0,2% | 0,6% |
| Totaal | 90,2% | 7,8% | 2,0% | 100,0% | 80,1% | 17,9% | 2,1% | 100,0% |
| Kredietportefeuille per sector | ||||||||
| Particulieren | 38,8% | 1,7% | 0,3% | 40,8% | 36,4% | 4,1% | 0,3% | 40,8% |
| Financiële en verzeke ringsdiensten |
5,3% | 0,1% | 0,0% | 5,3% | 5,8% | 0,2% | 0,0% | 6,0% |
| Overheden | 2,5% | 0,3% | 0,0% | 2,9% | 2,4% | 0,2% | 0,0% | 2,7% |
| Bedrijven | 43,6% | 5,8% | 1,6% | 51,0% | 35,4% | 13,4% | 1,7% | 50,5% |
| Totaal | 90,2% | 7,8% | 2,0% | 100,0% | 80,1% | 17,9% | 2,1% | 100,0% |
| Kredietportefeuille per risicoklasse | ||||||||
| PD 1-4 | 64,5% | 2,2% | - | 66,7% | 64,5% | 5,1% | - | 69,7% |
| PD 5-9 | 25,7% | 5,6% | - | 31,3% | 15,5% | 12,7% | - | 28,3% |
| PD 10-12 | - | - | 2,0% | 2,0% | - | - | 2,1% | 2,1% |
| Totaal | 90,2% | 7,8% | 2,0% | 100,0% | 80,1% | 17,9% | 2,1% | 100,0% |
| Totaal, in miljoenen euro | 190 193 | 16 538 | 4 171 | 210 903 | 162 474 | 36 258 | 4 221 | 202 953 |
| Uitsplitsing waardeverminderingen volgens IFRS 9 ECL-stage | 31-12-2024 | 31-12-2023 | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Stage 1 | Stage 2 | Stage 3 | Totaal | Stage 1 | Stage 2 | Stage 3 | Totaal | |
| Waardeverminderingen per land/divisie | ||||||||
| België | 4,2% | 6,7% | 45,7% | 56,5% | 2,6% | 9,3% | 40,0% | 51,9% |
| Tsjechië | 1,6% | 3,9% | 9,6% | 15,1% | 1,6% | 5,5% | 9,9% | 16,9% |
| Internationale Markten | 2,2% | 2,9% | 9,7% | 14,8% | 2,4% | 4,8% | 9,5% | 16,7% |
| Slowakije | 0,5% | 0,9% | 3,6% | 5,0% | 0,5% | 2,0% | 3,4% | 6,0% |
| Hongarije | 0,7% | 0,7% | 1,3% | 2,7% | 1,0% | 1,2% | 1,7% | 3,9% |
| Bulgarije | 1,0% | 1,3% | 4,8% | 7,1% | 0,9% | 1,6% | 4,4% | 6,9% |
| Groepscenter | 0,0% | 0,0% | 13,6% | 13,6% | 0,0% | 0,0% | 14,4% | 14,4% |
| Totaal | 8,0% | 13,5% | 78,5% | 100,0% | 6,6% | 19,6% | 73,8% | 100,0% |
| Waardeverminderingen per sector | ||||||||
| Particulieren | 1,4% | 3,7% | 8,9% | 14,1% | 1,1% | 4,4% | 6,5% | 12,0% |
| Financiële en verzeke ringsdiensten |
0,2% | 0,2% | 1,3% | 1,6% | 0,2% | 0,2% | 1,8% | 2,2% |
| Overheden | 0,0% | 0,1% | 0,2% | 0,3% | 0,2% | 0,6% | 1,4% | 2,2% |
| Bedrijven | 6,4% | 9,5% | 68,2% | 84,1% | 5,0% | 14,5% | 64,1% | 83,5% |
| Totaal | 8,0% | 13,5% | 78,5% | 100,0% | 6,6% | 19,6% | 73,8% | 100,0% |
| Waardeverminderingen per risicoklasse | ||||||||
| PD 1-4 | 1,6% | 0,7% | - | 2,3% | 1,2% | 1,1% | - | 2,3% |
| PD 5-9 | 6,4% | 12,8% | - | 19,1% | 5,4% | 18,5% | - | 23,9% |
| PD 10-12 | - | - | 78,5% | 78,5% | - | - | 73,8% | 73,8% |
| Totaal | 8,0% | 13,5% | 78,5% | 100,0% | 6,6% | 19,6% | 73,8% | 100,0% |
| Totaal, in miljoenen euro | 201 | 340 | 1 979 | 2 519 | 168 | 502 | 1 888 | 2 559 |
Kredietherstructureringen zijn toegevingen aan een klant die betalingsproblemen heeft of verwacht. Dat kan betekenen dat rentebetalingen of kosten worden verlaagd of uitgesteld, de krediettermijn wordt verlengd om het aflossingsplan te versoepelen, achterstallen worden gekapitaliseerd, een uitstel van betaling wordt toegestaan of de schulden worden kwijtgescholden.
Een klant met een als geherstructureerd (forborne) aangemerkt krediet krijgt doorgaans een slechtere PDklasse toegekend dan vóór de herstructurering, gezien het hogere risico van wanbetaling. Wanneer dat het geval is, wordt ook beoordeeld hoe onwaarschijnlijk het is dat de klant zal betalen (volgens specifieke 'unlikely to pay'-criteria). In overeenstemming met de IFRS 9-normen wordt een krediet met de status forborne toegewezen aan stage 2 (als de klant/het krediet niet in wanbetaling is) of aan stage 3 (als de klant/het krediet in wanbetaling is).
De criteria die KBC toepast om de status van
geherstructureerde kredieten te veranderen van wanbetaling
naar normaal of om de status forborne te verwijderen, zijn in overeenstemming met de betreffende EBA-normen. Als aan een klant/krediet de status wanbetaling is toegekend (voor of op het ogenblik dat een kredietherstructurering wordt toegestaan), moet de klant/het geherstructureerde krediet (afhankelijk van het feit of de status wanbetaling is toegekend op klant- of kredietniveau) minstens een jaar de status wanbetaling behouden. Alleen onder strikte voorwaarden kan de klant/het krediet opnieuw de status normaal krijgen. Een geherstructureerd krediet met de status normaal blijft het etiket geherstructureerd evenwel minstens twee jaar behouden na de toekenning van de herstructurering, of nadat de klant/het krediet opnieuw de status normaal heeft, en dat kan alleen verwijderd worden als is voldaan aan strikte bijkomende criteria (niet in wanbetaling, regelmatige betalingen, enz.). Aangezien een herstructurering een objectieve indicator is (d.w.z. een aanleiding tot waardevermindering) waardoor moet worden beoordeeld of een waardevermindering nodig is, worden alle herstructureringen onderworpen aan een impairmenttest.
| On-balance-sheet exposures met kredietherstructureringen: brutoboekwaarde AUDITED (in miljoenen euro) |
Openings balans |
Kredieten waaraan een herstructurering is toegekend |
Kredieten die niet langer als geherstructu reerd worden beschouwd |
Terug betalingen |
Afschrijvingen | Overige1 | Slotbalans |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| 2024 | 2 303 | 545 | -683 | -334 | -16 | 28 | 1 843 |
| 2023 | 2 939 | 642 | -1 001 | -361 | -20 | 103 | 2 303 |
| On-balance-sheet exposures met kredietherstructureringen: bijzondere waardeverminderingen (in miljoenen euro) |
Openings balans |
Bestaande waardever minderingen op kredieten waaraan een herstructurering is toegekend |
Daling van waardever minderingen omdat kredie ten niet langer geherstructu reerd zijn |
Stijging van waardevermin deringen op geherstruc tureerde kredieten |
Daling van waardevermin deringen op geherstruc tureerde kredieten |
Overige2 | Slotbalans |
| 2024 | 387 | 71 | -61 | 100 | -93 | -4 | 400 |
| 2023 | 428 | 63 | -55 | 86 | -122 | -13 | 387 |
1 Omvat wisselkoerseffecten voor kredieten toegestaan in andere munten dan de lokale munt, wijzigingen in het opgenomen/niet-opgenomen deel van de faciliteiten, stijgingen
van de brutoboekwaarde van bestaande geherstructureerde kredieten en toevoegingen of afstotingen door bedrijfscombinaties.
2 Omvat het gebruik van waardeverminderingen met betrekking tot afschrijvingen en toevoegingen of afstotingen door bedrijfscombinaties.
| Geherstructureerde kredieten | In procenten van de uitstaande portefeuille |
Verdeling per PD-klasse (in procenten van de portefeuille geherstructureerde kredieten van de entiteit) |
||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| PD 1-8 | PD 9 | PD 10 (impaired, minder dan 90 dagen achterstallig) |
PD 11-12 (impaired, 90 dagen of meer achterstallig) |
|||
| 31-12-2024 | ||||||
| Totaal | 1% | 33% | 6% | 42% | 20% | |
| Per klantensegment | ||||||
| Particulieren1 | 1% | 63% | 3% | 27% | 7% | |
| Kmo's | 1% | 29% | 15% | 33% | 23% | |
| Bedrijven2 | 1% | 17% | 2% | 56% | 26% | |
| 31-12-2023 | ||||||
| Totaal | 1% | 33% | 8% | 46% | 14% | |
| Per klantensegment | ||||||
| Particulieren1 | 1% | 64% | 3% | 25% | 8% | |
| Kmo's | 1% | 30% | 12% | 42% | 16% | |
| Bedrijven2 | 1% | 13% | 8% | 63% | 16% |
1 In 2024 had 84% van het totaal aan geherstructureerde kredieten betrekking op hypotheekleningen (in 2023 was dat 86%).
2 In 2024 had 19% van het totaal aan geherstructureerde kredieten betrekking op commerciële vastgoedleningen (in 2023 was dat 32%).
Effecten in de tradingportefeuille. Die effecten houden een emittentenrisico in (potentieel verlies als de emittent in wanbetaling blijft). De blootstelling aan dat risico meten we op basis van de marktwaarde van de effecten. Het emittentenrisico beperken we door limieten te gebruiken, zowel per emittent als per ratingklasse.
Overheidseffecten in de beleggingsportefeuille van bankentiteiten. De risicopositie ten aanzien van overheden meten we in termen van nominale waarde en boekwaarde. Ze heeft in hoofdzaak betrekking op EU-overheden. We hebben limieten vastgelegd voor posities in overheidsobligaties van zowel niet-kernlanden als kernlanden. Meer informatie over de blootstelling aan overheidsobligaties voor bank- en verzekeringsactiviteiten samen geven we in een aparte paragraaf verderop.
Tegenpartijkredietrisico van derivatentransacties. De bedragen in de onderstaande tabel zijn de presettlementrisico's van de groep die worden gemeten met de internemodelmethode voor rente- en valutaderivaten in divisie België. Voor inflatie, aandelen- en grondstoffenderivaten worden de presettlementrisico's berekend als de som van de (positieve) huidige vervangingswaarde (mark-to-market) van een transactie en de toepasselijke toeslag (add-on). Die berekening wordt ook gebruikt om de presettlementrisico's te meten van rente- en valutaderivaten in de andere divisies. De risico's worden beperkt door het gebruik van limieten per
tegenpartij. We maken ook gebruik van close-out netting en zekerheden. Financiële zekerheden nemen we alleen in aanmerking als de betrokken activa worden beschouwd als risicobeperkend voor berekeningen van het reglementaire kapitaal.
| (in miljarden euro) | 31-12-2024 | 31-12-2023 |
|---|---|---|
| Emittentenrisico1 | 0,05 | 0,05 |
| Tegenpartijkredietrisico van derivatentransacties2 | 4,1 | 4,2 |
1 Exclusief een nominatieve lijst van centrale overheden, en alle blootstellingen aan EU-instellingen en multilaterale ontwikkelingsbanken.
2 Na aftrek van ontvangen zekerheden en uitkeringen voor netting.

Voor de verzekeringsactiviteiten zijn er vooral kredietrisico's in de beleggingsportefeuille en ten aanzien van herverzekeraars. We hebben richtlijnen vastgelegd om het kredietrisico in de beleggingsportefeuille te beheersen, bijvoorbeeld met betrekking tot de portefeuillesamenstelling
en de ratings. Het bovenste deel van de onderstaande tabel geeft de marktwaarde van de beleggingsportefeuille van de verzekeringsentiteiten uitgesplitst naar activatype volgens Solvency II, terwijl het onderste deel meer details geeft over de obligaties en andere vastrentende effecten in die portefeuille.
| (in miljoenen euro, marktwaarde)1 AUDITED | 31-12-2024 | 31-12-2023 |
|---|---|---|
| Per activatype (Solvency II) | ||
| Effecten | 17 286 | 16 785 |
| Obligaties en dergelijke | 16 021 | 15 540 |
| Aandelen | 1 224 | 1 205 |
| Derivaten | 41 | 40 |
| Leningen en hypotheken | 2 076 | 2 160 |
| Leningen en hypotheken aan klanten | 1 699 | 1 768 |
| Leningen aan banken | 377 | 393 |
| Materiële vaste activa en vastgoedbeleggingen | 306 | 328 |
| Tak 23-beleggingen2 | 16 602 | 14 348 |
| Investeringen in geassocieerde ondernemingen | 318 | 298 |
| Overige beleggingen | 6 | 7 |
| Totaal | 36 594 | 33 926 |
| Details over obligaties en soortgelijke effecten | ||
| Per externe rating3 | ||
| Investment grade | 99% | 99% |
| Non-investment grade | 1% | 1% |
| Zonder rating | 0% | 0% |
| Per sector3 | ||
| Overheden | 67% | 66% |
| Financieel4 | 23% | 22% |
| Overige | 11% | 12% |
| Per restlooptijd3 | ||
| Maximaal 1 jaar | 8% | 12% |
| Tussen 1 en 3 jaar | 17% | 16% |
| Tussen 3 en 5 jaar | 18% | 14% |
| Tussen 5 en 10 jaar | 30% | 28% |
| Meer dan 10 jaar | 28% | 30% |
1 De totale boekwaarde bedroeg 36 759 miljoen euro eind 2024 en 34 155 miljoen euro eind 2023. Cijfers wijken af van die in Toelichting 4.1 in het deel Geconsolideerde jaarrekening als gevolg van de rapportering per activaklasse volgens Solvency II.
2 Deze post vertegenwoordigt de actiefzijde van tak 23-producten en wordt volledig gespiegeld aan de passiefzijde. Er is geen kredietrisico voor KBC Verzekeringen.
3 Exclusief beleggingen verbonden aan tak 23-levensverzekeringen. In bepaalde gevallen gebaseerd op extrapolaties en schattingen.
4 Inclusief gedekte obligaties en financiële bedrijven die geen banken zijn.
We zijn ook blootgesteld aan een kredietrisico ten aanzien van (her)verzekeraars, aangezien die in gebreke zouden kunnen blijven voor hun verplichtingen die voortvloeien uit met ons gesloten (her)verzekeringscontracten. Dat type van kredietrisico meten we onder meer aan de hand van een nominale benadering (het maximale verlies) en het
verwachte verlies (EL). Er gelden naamconcentratielimieten. De kans op een in gebreke blijven (PD) en het verwachte verlies worden berekend op basis van de interne of externe ratings. De Exposure at Default (EAD) bepalen we door de nettoschadereserves en de premies op te tellen, en het Loss Given Default (LGD)-percentage is vastgesteld op 50%.
| Kredietrisico op (her)verzekeraars, per risicoklasse1 : AUDITED EAD en EL2 (in miljoenen euro) |
EAD 2024 |
EL 2024 |
EAD 2023 |
EL 2023 |
|---|---|---|---|---|
| AAA tot en met A- | 228 | 0,1 | 178 | 0,1 |
| BBB+ tot en met BB- | 14 | 0,0 | 3 | 0,0 |
| Lager dan BB- | 0 | 0,0 | 0 | 0,0 |
| Zonder rating | 0 | 0,0 | 0 | 0,0 |
| Totaal | 242 | 0,1 | 181 | 0,1 |
1 Op basis van interne ratings.
2 EAD-gegevens zijn geauditeerd, EL-gegevens zijn niet geauditeerd.
Marktrisico houdt verband met wijzigingen in het niveau of de volatiliteit van prijzen op de financiële markten. Het beheerproces van onze structurele marktrisico's in niet-tradingactiviteiten omvat het renterisico, het gaprisico, het basisrisico, het optierisico (zoals het risico van vervroegde aflossing), het muntrisico, het aandelenkoersrisico, het vastgoedprijsrisico, het creditspreadrisico en het inflatierisico. Met structurele risico's worden alle risico's bedoeld die inherent deel uitmaken van onze commerciële activiteit of onze beleggingen (bank en verzekeringen). De tradingactiviteiten vallen daar dus niet onder. Dit proces wordt ook Asset-Liability Management (ALM) genoemd.
Inzake marktrisico in niet-tradingactiviteiten wordt het DC bijgestaan door het Groepscomité Assets and Liabilities (GALCO), dat het ondersteunt op het vlak van (geïntegreerd) balansbeheer op groepsniveau. Het beleid, de regels en procedures en de manier waarop het beheer van balansrisico's in de hele groep wordt uitgevoerd, worden beschreven in het Risk Management Framework voor marktrisico in niet-tradingactiviteiten. De toepassing ervan wordt bewaakt door het Competentiecentrum voor Marktrisico in niet-tradingactiviteiten van Risico Groep. Binnen de risicofunctie wil de Raad voor ALM en Liquiditeitsrisico – voorgezeten door de CRO Markets & Treasury – de goede en efficiënte integratie van alle taken die zijn toegewezen aan de lokale en groepsafdelingen, die toezien op ALM- en liquiditeitsrisico's, tot stand brengen, vergemakkelijken, bevorderen en ondersteunen.
• Risico-identificatie: alle processen voor risico-identificatie die in het hoofdstuk Onderdelen van een gezond risicobeheer worden beschreven, zijn van toepassing in het kader van het beheer van het marktrisico in niettradingactiviteiten (zoals de risicoscan, het NAPP en de
verzameling van risicosignalen). Binnen het Framework worden deep dives (diepgaande analyses) uitgevoerd om specifieke risico's te identificeren die betrekking hebben op de marktactiviteiten (niet-tradingactiviteiten) en de materialiteit ervan. Daarnaast worden de belangrijkste risicofactoren voor het ALM-risico voor KBC jaarlijks bepaald en geactualiseerd en worden ontwikkelingen in de regelgeving doorlopend opgevolgd.
Marktrisico in de niet-tradingactiviteiten bestaat uit verschillende risicosubtypes. Ze worden hieronder meer in detail beschreven.
We beheren de renterisicoposities afzonderlijk voor de bank- en de verzekeringsactiviteiten.
De belangrijkste techniek die we gebruiken om renterisico's te meten, is de 10 Basis Point Value (BPV)-methode. Die geeft de waardeverandering van de portefeuille weer bij een stijging van de rentevoeten over de volledige swapcurve met tien basispunten (negatieve cijfers wijzen op een daling van de waarde van de portefeuille).
| voor de KBC-groep, invloed op de waarde2 (in miljoenen euro) | 2024 | 2023 |
|---|---|---|
| Bankactiviteiten | -55 | -45 |
| Verzekeringsactiviteiten | 20 | 11 |
| Totaal | -35 | -33 |
1 In overeenstemming met de marktnormen zijn de gevoeligheidscijfers gebaseerd op een risicovrije curve (swapcurve).
2 Volledige marktwaarde, ongeacht de boekhoudkundige categorie of waardeverminderingsregels.
Voor de bankactiviteiten zijn er twee andere methoden om de rentegevoeligheid te meten, die vergelijkbaar zijn tussen instellingen, namelijk de outlier stresstest (SOT) op de economische waarde van het eigen vermogen (EVE) en de outlier stresstest (SOT) op de nettorente-inkomsten (NII), beide berekend volgens de richtlijnen van de Europese Bankautoriteit.
Voor de SOT op EVE worden elk kwartaal zes verschillende scenario's toegepast op de bankportefeuilles (materiële valuta's). Deze scenario's omvatten belangrijke parallelle verschuivingen naar boven en beneden, swapcurves die steiler of vlakker worden of enkel verschuivingen van de kortetermijnrente. De impact van het worstcasescenario (de meest negatieve impact op de economische waarde van het eigen vermogen) wordt afgezet tegen het tier 1-kapitaal. Voor de bankportefeuille kwam de SOT EVE uit op -5,20% van het tier 1-kapitaal op 31 december 2024. Dat is ruim onder de drempel van -15% waar de Europese Centrale Bank op toeziet en geeft aan dat de totale rentegevoeligheid van de balans van KBC beperkt is.
De SOT EVE wordt aangevuld met de SOT NII, die de impact meet van twee scenario's (parallel omhoog en omlaag) op de NII, waarbij van een constante balans wordt uitgegaan. De impact van het worstcasescenario op de NII wordt ook afgezet tegen het tier 1-kapitaal. Volgens deze meting is de rentegevoeligheid van KBC eveneens beperkt: die bedroeg eind 2024 -1,55%, tegenover de door de toezichthouder gehanteerde outlier-drempel van 5%.
We gebruiken ook andere technieken om potentiële onevenwichtigheden in onze rentepositie te meten, zoals gapanalyse, durationbenadering, scenarioanalyse en stresstesting. Informatie met betrekking tot de gaptabel, waarin onevenwichtigheden tussen activa en passiva worden uitgesplitst in tijdsperioden, is te vinden in het Risk Report.
Wat de verzekeringsactiviteiten van de groep betreft, worden de vastrentende beleggingen voor de Nietlevenreserves belegd in overeenstemming met de verwachte uitbetalingspatronen voor claims, op basis van uitgebreide actuariële analyses.
De tak 21-Levenactiviteiten combineren een rentegarantie met een discretionaire, door de verzekeringsmaatschappij te bepalen winstdeling. De belangrijkste risico's waaraan de verzekeraar in dat soort activiteiten is blootgesteld, zijn het lagerenterisico (het risico dat de beleggingsopbrengst beneden het gegarandeerde renteniveau zakt) en het risico dat de beleggingsopbrengst niet volstaat om een concurrentiële winstdeling voor klanten te verzekeren. Het lagerenterisico wordt beheerd aan de hand van een beleid op basis waarvan de kasstromen op elkaar worden afgestemd, dat wordt toegepast op dat deel van de levensverzekeringsportefeuilles dat wordt gedekt door vastrentende effecten. Tak 23-beleggingsverzekeringen bespreken we hier niet, omdat die activiteit geen marktrisico's met zich meebrengt voor KBC.
| Levenbedrijf (in miljoenen euro) | 0-1 jaar | 1-2 jaar | 2-3 jaar | 3-4 jaar | 4-5 jaar | > 5 jaar | Totaal |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| 31-12-2024 | |||||||
| Vastrentende activa ter afdekking van verplich tingen met rentegarantie |
1 629 | 942 | 924 | 1 072 | 895 | 8 507 | 13 969 |
| Eigen vermogen | - | - | - | - | - | - | 964 |
| Eigendom | - | - | - | - | - | - | 286 |
| Overige (geen vervaldag) | - | - | - | - | - | - | 182 |
| Verplichtingen volgend uit rentegarantie | 1 120 | 941 | 969 | 722 | 714 | 9 945 | 14 410 |
| Verschil in tijdgevoelige verwachte kasstromen | 509 | 1 | -45 | 350 | 181 | -1 438 | -422 |
| Gemiddelde duration van activa | 5,67 jaar | ||||||
| Gemiddelde duration van passiva | 7,35 jaar | ||||||
| 31-12-2023 | |||||||
| Vastrentende activa ter afdekking van verplich tingen met rentegarantie |
1 787 | 741 | 932 | 787 | 1 044 | 8 225 | 13 516 |
| Eigen vermogen | - | - | - | - | - | - | 937 |
| Eigendom | - | - | - | - | - | - | 108 |
| Overige (geen vervaldag) | - | - | - | - | - | - | 299 |
| Verplichtingen volgend uit rentegarantie | 1 595 | 1 201 | 807 | 882 | 834 | 9 474 | 14 793 |
| Verschil in tijdgevoelige verwachte kasstromen | 192 | -460 | 125 | -95 | 210 | -1 250 | -1 278 |
| Gemiddelde duration van activa | 6,72 jaar | ||||||
| Gemiddelde duration van passiva | 7,92 jaar |
Zoals hierboven vermeld, is het belangrijkste renterisico voor de verzekeraar het risico dat de rentes voor een langere periode laag blijven. We concentreren ons in onze ALMbenadering op het beperken van het renterisico in overeenstemming met de risicobereidheid van KBC. Voor het resterende renterisico voeren we een beleid dat rekening houdt met de mogelijke negatieve gevolgen van een aanhoudende rentedaling en bouwden we al belangrijke supplementaire reserves op.
| Indeling van de reserves voor tak 21 naar rentegarantie, verzekeringsactiviteiten | 31-12-2024 | 31-12-2023 |
|---|---|---|
| 5,00% en hoger | 3% | 3% |
| Meer dan 4,25% tot en met 4,99% | 5% | 6% |
| Meer dan 3,50% tot en met 4,25% | 3% | 4% |
| Meer dan 3,00% tot en met 3,50% | 9% | 9% |
| Meer dan 2,50% tot en met 3,00% | 4% | 3% |
| 2,50% en lager | 74% | 73% |
| 0,00% | 2% | 2% |
| Totaal | 100% | 100% |
We kopen obligaties om rente-inkomsten te realiseren. Hun selectie is grotendeels conservatief en gebaseerd op criteria zoals kredietrisicorating, risico-rendementberekening en liquiditeitskenmerken.
We beheren het creditspreadrisico van onder meer de portefeuille overheidsobligaties door op te volgen in hoeverre de waarde van de overheidsobligaties zou veranderen als de creditspreads over de hele curve met 100 basispunten zouden stijgen. Naast de portefeuille overheidsobligaties heeft KBC een portefeuille nietoverheidsobligaties (banken, bedrijven, supranationale entiteiten). Meer details over de componenten van de obligatieportefeuille vindt u in het Risk Report.

| Tegen ge amortiseerde kostprijs |
Tegen reële waarde met verwerking van waarde veranderin gen in other comprehen sive income (FVOCI) |
Aangehouden voor handels doeleinden |
Totaal | Ter vergelij king: totaal einde 2023 |
Economische invloed van +100 basis punten1 |
|
|---|---|---|---|---|---|---|
| Overheidsobligaties | 41 955 | 18 165 | 3 360 | 63 480 | 59 509 | -2 943 |
| Waarvan2 : |
||||||
| Tsjechië | 11 236 | 1 977 | 1 755 | 14 968 | 15 611 | -708 |
| België | 6 568 | 5 325 | 833 | 12 727 | 11 367 | -704 |
| Frankrijk | 3 934 | 2 809 | 109 | 6 851 | 5 451 | -290 |
| Slowakije | 3 577 | 992 | 307 | 4 876 | 4 207 | -245 |
| Hongarije | 2 515 | 1 203 | 50 | 3 767 | 3 066 | -106 |
| Niet-overheidsobligaties3 | 8 121 | 4 374 | 1 661 | 14 225 | 11 908 | -388 |
1 Geeft de theoretische economische invloed op de reële waarde weer van een parallelle stijging van de spread met 100 basispunten over de volledige looptijdenstructuur. Die invloed wordt maar gedeeltelijk weerspiegeld in de winst-en-verliesrekening en/of het eigen vermogen. De gevoeligheidscijfers hebben betrekking op niet-tradingposities in overheidsobligaties voor de bank- en verzekeringsactiviteiten (de invloed op de blootstelling van de tradingportefeuille was vrij beperkt en bedroeg -57 miljoen euro op het einde van 2024).
2 Top 5 grootste portefeuilles overheidsobligaties.
3 Een onbelangrijke portefeuille aangehouden tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening is in het totaal Niet-overheidsobligaties opgenomen.
We definiëren het aandelenrisico als het risico vanwege wijzigingen in het niveau of de volatiliteit van aandelenkoersen. KBC houdt voor verschillende doeleinden aandelenportefeuilles aan. Het grootste aandelenrisico ligt in het verzekeringsbedrijf, waar de ALM-strategieën gebaseerd zijn op een risico-rendementberekening, rekening houdend met het marktrisico dat verbonden is aan open aandelenposities. Het overgrote deel van de aandelenportefeuille wordt aangehouden als een
economische afdekking van langlopende verplichtingen van de verzekeringsmaatschappij. Een beperkte tactische portefeuille (99 miljoen euro) heeft tot doel bij te dragen aan de financiële doelstellingen door dividenduitkeringen en meerwaarden. Ook andere entiteiten van de groep houden kleinere aandelenportefeuilles aan die van strategische aard zijn, zoals deelnemingen met betrekking tot de uitvoering van het bedrijfsmodel van KBC. De verdeling van de portefeuille per sector is opgenomen in het Risk Report.
| Aandelenportefeuille KBC-groep | Bankactiviteiten | Verzekeringsactiviteiten | Groep | ||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| 31-12-2024 | 31-12-2023 | 31-12-2024 | 31-12-2023 | 31-12-2024 | 31-12-2023 | ||
| (in miljarden euro)* | 0,24 | 0,23 | 1,42 | 1,39 | 1,66 | 1,63 | |
| Waarvan niet-genoteerd | 0,23 | 0,22 | 0,24 | 0,18 | 0,47 | 0,4 |
* De belangrijkste reden voor het verschil met Aandelen in Toelichting 4.1 van het deel Geconsolideerde jaarrekening, is dat de aandelen in de tradingportefeuille hierboven zijn uitgesloten, maar wel zijn opgenomen in de tabel in Toelichting 4.1.
| (in miljoenen euro) | 2024 | 2023 |
|---|---|---|
| Bankactiviteiten | -60 | -59 |
| Verzekeringsactiviteiten | -355 | -348 |
| Totaal | -415 | -407 |
| Niet-tradingaandelenpositie | Netto gerealiseerde winst (in winst-en-verliesrekening) |
Netto niet-gerealiseerde winst op posities op het einde van het jaar (in eigen vermogen) |
|||
|---|---|---|---|---|---|
| (in miljoenen euro) | 31-12-2024 | 31-12-2023 | 31-12-2024 | 31-12-2023 | |
| Bankactiviteiten | - | - | 22 | 19 | |
| Verzekeringsactiviteiten | -1 | 2 | 339 | 212 | |
| Totaal | -1 | 2 | 361 | 231 |
We definiëren het vastgoedrisico als het risico vanwege wijzigingen in het niveau of de volatiliteit van vastgoedprijzen. Vastgoed dat uitsluitend door KBC en zijn dochterondernemingen voor de eigen activiteiten wordt gebruikt, wordt hier buiten beschouwing gelaten. De vastgoedactiviteiten van de groep houden een beperkte
vastgoedbeleggingsportefeuille aan. KBC Verzekeringen houdt ook een gediversifieerde vastgoedportefeuille aan als belegging voor zowel Niet-levenreserves als Levenactiviteiten op lange termijn. De vastgoedpositie wordt daarbij gezien als een langetermijnafdekking van inflatierisico's en als een manier om het risicorendementprofiel van die portefeuilles te optimaliseren.
| Invloed van een 25%-daling van de vastgoedprijzen (in miljoenen euro) | 2023 | |
|---|---|---|
| Bankportefeuilles | -116 | -94 |
| Verzekeringsportefeuilles | -120 | -107 |
| Totaal | -235 | -201 |
We definiëren het inflatierisico als het risico vanwege wijzigingen in het niveau of de volatiliteit van inflatiepercentages. Inflatie kan een financiële instelling op vele manieren beïnvloeden, bijvoorbeeld via wijzigingen van de rentetarieven of de operationele kosten. Als concept van marktrisico is inflatie in het algemeen daarom niet gemakkelijk kwantificeerbaar. Bepaalde financiële producten of instrumenten zijn echter rechtstreeks gekoppeld aan inflatie en hun waarde wordt rechtstreeks beïnvloed door een verandering in de marktverwachtingen. KBC Bank gebruikt inflatiegerelateerde obligaties om zijn activaportefeuille te diversifiëren. Bij KBC Verzekeringen is het inflatierisico specifiek verbonden met de arbeidsongevallenverzekering, waar met name bij blijvende of langdurige arbeidsongeschiktheid een lijfrente-uitkering aan de verzekerde wordt uitbetaald (waarbij de lijfrente wettelijk gekoppeld is aan de inflatie). KBC Verzekeringen beperkt de risico's gedeeltelijk door te beleggen in
inflatiegerelateerde obligaties en vult zijn inflatieafdekkingsprogramma aan met beleggingen in vastgoed en aandelen, omdat die activa traditioneel gecorreleerd zijn met de inflatie en geen einddatum hebben.
De bankactiviteiten houden een portefeuille van inflatiegerelateerde obligaties aan waarvan de gevoeligheid voor inflatie (BPI) 5,6 miljoen euro bedraagt (0,10% verandering in de inflatieverwachting) aan het einde van 2024. Voor de verzekeringsactiviteiten werd de BPI van de verplichtingen berekend op -4,9 miljoen euro (wat de verplichtingen verhoogt), waartegenover inflatiegerelateerde obligaties worden aangehouden met een BPI van 4,2 miljoen euro, aangevuld met een vastgoedportefeuille van 33 miljoen euro. De gevoeligheid van de verplichtingen voor inflatie is pas bekend met een kwartaal vertraging. Daarom zijn de verzekeringscijfers in dit deel gebaseerd op het derde kwartaal van 2024.
We definiëren het wisselkoersrisico als het risico vanwege wijzigingen in het niveau of de volatiliteit van wisselkoersen. Bij het beheer van de wisselposities voor niettradingactiviteiten volgen we een voorzichtig beleid. De belangrijke wisselpositie in de ALM-boeken van de bankentiteiten met een tradingportefeuille wordt via interne transacties overgedragen naar de tradingportefeuille, waar ze wordt beheerd binnen de toegekende tradinglimieten. De wisselpositie van bankentiteiten zonder tradingportefeuille,
en van verzekerings- en andere entiteiten moet worden afgedekt als ze van betekenis is. Aandelen in nieteuromunten die zijn opgenomen in de verzekeringsportefeuille zijn evenwel niet afgedekt, omdat de volatiliteit van de wisselkoersen wordt gezien als deel van de beleggingsopbrengst.
KBC concentreert zich op de stabilisatie van de common equity ratio voor wisselkoersschommelingen.
| Invloed van een daling van de valutawaarde met 10%* | Bank activiteiten |
Verzekerings activiteiten |
||
|---|---|---|---|---|
| (in miljoenen euro) | 31-12-2024 | 31-12-2023 | 31-12-2024 | 31-12-2023 |
| CZK | -217 | -209 | -32 | -31 |
| HUF | -74 | -85 | -10 | -9 |
| BGN | -100 | -93 | -25 | -22 |
| USD | -3 | 6 | -59 | -52 |
* Blootstelling voor valuta's waarvan de invloed op de bank- of verzekeringsactiviteiten meer dan 10 miljoen euro bedraagt.
Balansbeheer maakt gebruik van derivaten om rente- en valutarisico's te beperken. Het doel van hedge accounting is de volatiliteit van de winst-en-verliesrekening als gevolg van het gebruik van die derivaten te verminderen.
KBC heeft besloten geen hedge accounting toe te passen op krediet- en aandelenrisico's. Wanneer aan de noodzakelijke criteria is voldaan, wordt het toegepast om de boekhoudkundige mismatch tussen het afdekkingsinstrument en de afgedekte positie weg te nemen. Meer informatie over hedge accounting vindt u in de Toelichtingen in verband met de grondslagen voor financiële verslaggeving in het deel Geconsolideerde jaarrekening.
Afdekkingsderivaten worden gebruikt om een renterisico te beperken dat voortvloeit uit een verschil in het renteprofiel van activa en hun financieringspassiva. De hedgeaccountingstatus van een afdekking kan gekoppeld zijn aan de actiefpost of de passiefpost.
Rentederivaten kunnen worden aangemerkt als:
KBC gebruikt macrostrategieën voor hedge accounting voor homogene portefeuilles van kleinere elementen, waarbij de frequentie van optreden of de relatief kleine omvang van de gemiddelde transactie de een-op-eenrelatie suboptimaal maakt. Dat is onder meer het geval voor hypotheken, leningen aan kmo's of deposito's van klanten. Macrostrategieën kunnen dynamisch zijn en frequent veranderen, onder meer op basis van een balancering van de portefeuille (open portfolio hedge).
Microafdekking wordt gebruikt wanneer grote individuele activa of passiva worden afgedekt. Typische activa zijn grote bedrijfsleningen en obligatieaankopen waarvoor enkel het creditspreadprofiel relevant is. Passiva kunnen eigen emissies van KBC zijn. Microafdekkingen zijn gebaseerd op de reële waarde of op kasstromen.
KBC heeft strategische beleggingen in niet-euromunten. De netto-inventariswaarde van belangrijke deelnemingen wordt deels in de lokale munt gefinancierd met deposito's en valutaderivaten om de stabiliteit van de common equity ratio te verzekeren. Door gebruik te maken van afdekkingen van netto-investeringen in buitenlandse activiteiten wordt de valutacomponent in het eigen vermogen opgenomen tot de realisatie (afwikkeling van de financiering als gevolg van liquidatie, dividenduitkeringen of andere verminderingen van de netto-inventariswaarde).
KBC heeft ook een beperkte portefeuille van obligaties in vreemde valuta die gefinancierd worden met opbrengsten in euro. Die obligaties worden afgedekt door cross-currency renteswaps om een synthetische vaste rente-opbrengst in euro te creëren. Kasstroomafdekkingen (micro-hedge) worden toegepast om de valutavolatiliteit te beperken.
De afdekkingseffectiviteit wordt bepaald bij het aangaan van de afdekkingsrelatie, en ook door periodieke prospectieve en retrospectieve effectiviteitsbeoordelingen om ervoor te zorgen dat er een relevante relatie blijft bestaan tussen de afgedekte positie en het afdekkingsinstrument.
Voor rentevoeten worden verschillende prospectieve en retrospectieve controles uitgevoerd om ervoor te zorgen dat de relatie tussen de afgedekte positie en het afdekkingsinstrument in aanmerking komt voor de hedgeaccountingstrategie.
Prospectieve tests zijn meestal gebaseerd op een gevoeligheidsanalyse (waarbij wordt nagegaan of de basis point value van de afgedekte portefeuille ten opzichte van het afdekkingsinstrument binnen het interval van 80-125% blijft) of op volumetests (als de hoofdsom van de voor afdekking in aanmerking komende instrumenten hoger is dan het nominale volume van de afdekkingsinstrumenten waarvan wordt verwacht dat ze in elke gespecificeerde tijdskorf worden geherprijsd of terugbetaald). Voor macrokasstroomafdekkingen wordt aan de hand van uitgebreide toekomstgerichte analyses beoordeeld of het voldoende waarschijnlijk is dat het toekomstige volume van afgedekte posities het volume van de afdekkingsinstrumenten grotendeels zal dekken. Voor elke
afdekkingsstrategie wordt een afdekkingsratio berekend, die meet welke proportie van een portefeuille met derivaten wordt afgedekt.
De retrospectieve effectiviteitscontrole van de afdekkingsrelatie wordt periodiek uitgevoerd door de verandering in de reële waarde van de portefeuille van afdekkingsinstrumenten te vergelijken met de verandering in de reële waarde van de afgedekte in aanmerking komende posities die toe te rekenen zijn aan het afgedekte risico over een bepaalde periode (de verhouding van de veranderingen in reële waarde blijft binnen het interval van 80-125%). Voor de afdekking van valutarisico's wordt de effectiviteit verzekerd door de som van het nominale bedrag van de financieringstransacties en valutaderivaten aan te passen aan het beoogde afdekkingsbedrag van de strategische deelnemingen. Voor obligaties in vreemde valuta die zijn geswapt in euro worden ook de begindatum, de vervaldatum en de coupondata in overeenstemming gebracht.
Ineffectiviteit voor renteswaps kan optreden als gevolg van:
• verschillen in relevante aspecten tussen de afgedekte positie en het afdekkingsinstrument (kan verschillen in rentecurves en periodiciteit omvatten);
Het beschikbare kapitaal kan worden beïnvloed door veranderingen in de waarde van balansposten (bv. overheids- en bedrijfsobligaties en aandelen) die worden geboekt tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de niet-gerealiseerde resultaten en tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening. Die
Wat de afdekking van de netto-investering in vreemde valuta betreft, kan de rentecomponent van de afdekkingsinstrumenten een bron van inefficiëntie zijn. Het tegenpartijrisico op het afdekkingsinstrument, zelfs als er een zekerheid tegenover staat, kan ook een bron van inefficiëntie zijn.
Hedge-accountingstrategieën die de effectiviteitscontrole niet doorstaan, worden stopgezet. Een niet langer aangemerkt afdekkingsinstrument kan in een nieuwe afdekkingsrelatie opnieuw worden aangemerkt. Effectieve hedge-accountingstrategieën kunnen ook om technische of strategische redenen worden beëindigd. Elke eventuele invloed op de winst-en-verliesrekening die voortvloeit uit niet-effectieve afdekking en stopzetting wordt gerapporteerd aan het GALCO.
invloed kan negatief zijn als de markt onder stress staat, wat een gevolg kan zijn van een aantal marktparameters, zoals stijgende swaprentes of obligatiespreads of dalende aandelenkoersen. Bij KBC gebruiken we die kapitaalgevoeligheid als een gemeenschappelijke noemer om de kwetsbaarheid van de bankportefeuille voor verschillende marktrisicoschokken te meten.
| CET1-gevoeligheid voor belangrijkste marktfactoren (Deense compromismethode), KBC Groep | ||
|---|---|---|
| (in procentpunten van CET1-ratio), IFRS-invloed veroorzaakt door: | 31-12-2024 | 31-12-2023 |
|---|---|---|
| een parallelle beweging van de rente met +100 basispunten | -0,1% | -0,1% |
| een parallelle beweging van de spread met +100 basispunten | -0,4% | -0,2% |
| een daling van de aandelenkoersen met -25% | -0,2% | -0,1% |
De tabel toont aan dat de gevoeligheid van het kapitaal voor marktbewegingen beperkt is. De gevoeligheid voor spreadvolatiliteit is het afgelopen jaar toegenomen, omdat KBC ervoor heeft gekozen om een groter deel van zijn obligatieportefeuille te boeken tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de nietgerealiseerde resultaten. Het grootste deel van de portefeuille wordt echter geacht tot einde looptijd te worden aangehouden en wordt daarom tegen geamortiseerde kostprijs geboekt. Deze posities hebben geen invloed op het
kapitaal, tenzij ze voor de vervaldag worden geliquideerd. Merk op dat KBC een aanzienlijke hoeveelheid liquide middelen aanhoudt (zie het deel over liquiditeit) om onverwachte uitstromen van financiering op te vangen. Als die niet volstaan, kan KBC nog altijd repo-overeenkomsten afsluiten om toegang te krijgen tot liquiditeit in plaats van verliezen te moeten boeken op de obligaties.
Het liquiditeitsrisico is het risico dat een bedrijf niet in staat zal zijn om zijn schulden en verplichtingen tijdig na te komen zonder hoger dan verwachte verliezen te lijden.
Inzake liquiditeitsrisico wordt het DC bijgestaan door het Groepscomité Assets and Liabilities (GALCO), dat het ondersteunt op het vlak van (geïntegreerd) balansbeheer op groepsniveau, met inbegrip van liquiditeit en financiering. Het beleid, de regels en procedures en de manier waarop het beheer van balansrisico's in de hele groep wordt uitgevoerd, worden beschreven in het Liquidity Risk Management Framework. De toepassing ervan wordt bewaakt door het Competentiecentrum voor Liquiditeitsrisico van Risico Groep. Binnen de risicofunctie wil de Raad voor ALM en Liquiditeitsrisico de goede en efficiënte integratie van alle taken die zijn toegewezen aan de lokale en groepsafdelingen tot stand brengen, vergemakkelijken, bevorderen en ondersteunen.
financieringsliquiditeit en financieringsbehoeften voortdurend gevolgd door Treasury en Risico Groep. Treasury Groep heeft een liquiditeitscontingencyplan opgesteld om het hoofd te bieden aan een mogelijke liquiditeitscrisis, dat minstens een keer per jaar wordt getest.
• Stresstests: liquiditeitsstresstests beoordelen het liquiditeitscontingencyrisico van KBC door te meten hoe de liquiditeitsbuffer van de bank- en verzekeringsentiteiten van de groep verandert in extreme stresssituaties. Die buffer is gebaseerd op veronderstellingen betreffende liquiditeitsuitstroom en -instroom als gevolg van liquiditeitsverhogende acties. De liquiditeitsbuffer moet volstaan om de liquiditeitsbehoeften te dekken over (i) de periode die nodig is om het vertrouwen van de markt in de groep te herstellen na een KBC-gebonden gebeurtenis, (ii) de periode die de markten nodig hebben om te herstellen van een algemene marktgebeurtenis, en (iii) een gecombineerd scenario, waarbij rekening wordt gehouden met zowel een KBC-gebonden gebeurtenis als een algemene marktgebeurtenis. Die informatie wordt verwerkt in het liquiditeitscontingencyplan.
Daarnaast heeft KBC ook een Internal Liquidity Adequacy Assessment Process (ILAAP) om ervoor te zorgen dat het beschikt over robuuste strategieën, beleidslijnen, processen en systemen voor het identificeren, meten, beheren en bewaken van het liquiditeitsrisico en financieringsposities over alle passende tijdshorizonten, om voldoende hoge liquiditeitsbuffers aan te houden.
De onderstaande tabel toont de looptijdanalyse van de totale in- en uitstroom. De structurele liquiditeitsgap in de tabel omvat niet het concept van een liquiditeitsbuffer (d.w.z. het feit dat KBC zijn liquide obligaties te allen tijde kan monetiseren via repo of verpanding aan centrale banken). Het kasstroomgenererend vermogen van obligaties is in deze tabel juist pas zichtbaar op de eindvervaldag van de obligatie. Bijgevolg zijn de nettofinancieringsgaps die in de eerste looptijdintervallen in de tabel zijn weergegeven, een duidelijke overschatting van het risico, omdat KBC in de praktijk zijn liquiditeitsbuffer (95 miljard euro eind 2024 (12-maands gemiddelde van 101 miljard euro over 2024), waarvan 53 miljard euro niet-bezwaarde, voor de centrale bank in aanmerking komende activa en de rest cash en opeisbare vorderingen op de centrale bank) zou monetiseren om deze netto-uitstroom aan te pakken.
Eind 2024 had KBC voor 53 miljard euro aan bij de centrale bank beleenbare niet-bezwaarde activa, waarvan 44 miljard euro in de vorm van liquide overheidsobligaties (83%). De resterende beschikbare liquide middelen waren voornamelijk gedekte obligaties (14%). De meeste liquide middelen zijn
uitgedrukt in de munten van onze thuismarkten. De financiering uit de niet-wholesalemarkten was afkomstig van een stabiele financiering door kernklantsegmenten in onze kernmarkten.
| Liquiditeitsrisico (exclusief intercompany transacties)* (in miljarden euro) |
<= 1 maand |
1-3 maan den |
3-12 maan den |
1-5 jaar |
>5 jaar |
Op vraag |
Niet bepaald |
Totaal |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| 31-12-2024 | ||||||||
| Totale instroom | 7 | 14 | 29 | 105 | 119 | 7 | 55 | 336 |
| Totale uitstroom | 66 | 25 | 19 | 26 | 7 | 163 | 30 | 336 |
| Professionele financiering | 22 | 0 | 0 | 1 | 0 | 8 | 0 | 32 |
| Klantenfinanciering | 26 | 14 | 16 | 13 | 6 | 154 | 0 | 229 |
| Schuldbewijzen | 15 | 10 | 3 | 13 | 1 | 0 | 0 | 43 |
| Overige | 3 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 30 | 33 |
| Liquiditeitsgap (exclusief niet-opgenomen verbintenissen) |
-59 | -11 | 10 | 79 | 112 | -155 | 25 | 0 |
| Niet-opgenomen verbintenissen | - | - | - | - | - | - | -49 | -49 |
| Financiële garanties | - | - | - | - | - | - | -11 | -11 |
| Nettofinancieringsgap (inclusief niet opgenomen verbintenissen) |
-59 | -11 | 10 | 79 | 112 | -155 | -35 | -60 |
| 31-12-2023 | ||||||||
| Totale instroom | 4 | 12 | 27 | 100 | 115 | 7 | 47 | 312 |
| Totale uitstroom | 49 | 30 | 20 | 26 | 6 | 152 | 29 | 312 |
| Professionele financiering | 10 | 3 | 1 | 0 | 0 | 4 | 0 | 18 |
| Klantenfinanciering | 24 | 14 | 14 | 13 | 5 | 148 | 0 | 218 |
| Schuldbewijzen | 11 | 13 | 5 | 13 | 1 | 0 | 0 | 43 |
| Overige | 4 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 29 | 33 |
| Liquiditeitsgap (exclusief niet-opgenomen verbintenissen) |
-45 | -18 | 7 | 74 | 108 | -145 | 18 | 0 |
| Niet-opgenomen verbintenissen | - | - | - | - | - | - | -48 | -48 |
| Financiële garanties | - | - | - | - | - | - | -11 | -11 |
| Nettofinancieringsgap (inclusief niet opgenomen verbintenissen) |
-45 | -18 | 7 | 74 | 108 | -145 | -41 | -59 |
* Kasstromen omvatten rentestromen conform de interne en reglementaire liquiditeitsrapportering. In- en uitgaande bewegingen als gevolg van margin calls voor/van MtM-posities in derivaten worden vermeld in het segment Niet bepaald. Professionele financiering omvat alle deposito's van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen, alsook alle repo's. In de tabel zijn de instrumenten ingedeeld volgens de datum waarop ze voor het eerst opvraagbaar zijn. Sommige instrumenten worden gerapporteerd tegen reële waarde (op geactualiseerde basis), terwijl andere instrumenten worden gerapporteerd op niet-geactualiseerde basis (om ze te kunnen aansluiten met Toelichting 4.1 van de Geconsolideerde jaarrekening). Door het onzekere karakter van de vervaldagstructuur van niet-opgenomen verbintenissen en financiële garanties worden die instrumenten vermeld in het segment Niet bepaald. De categorie Overige onder Totale uitstroom omvat eigen vermogen, baisseposities, voorzieningen voor risico's en kosten, belastingverplichtingen en overige verplichtingen.
We hebben een sterke depositobasis van particulieren en midcaps in onze kernmarkten, wat leidt tot een stabiele financieringsmix. Een belangrijk deel van die financiering is afkomstig uit de kernklantsegmenten en -markten.
| Financieringsmix | Informatie | 31-12-2024 | 31-12-2023 |
|---|---|---|---|
| Financiering van klanten1 | Zichtdeposito's, termijndeposito's, spaardeposito's, overige depo sito's, kasbons en schulduitgiften geplaatst in het netwerk |
75% | 79% |
| Schulduitgiften geplaatst bij insti tutionele beleggers |
Waaronder gedekte obligaties, tier 2-uitgiften, senior schulden van KBC Groep NV |
8% | 9% |
| Netto ongedekte interbancaire financiering |
Inclusief TLTRO | 3% | 4% |
| Netto gedekte financiering2 | Repofinanciering | -0% | -7% |
| Depositocertificaten | – | 5% | 6% |
| Totaal eigen vermogen | Inclusief AT1-uitgiften | 8% | 9% |
| Totaal | 100% | 100% | |
| (in miljarden euro) | 306 | 276 |
1 Ongeveer 86% van deze financiering heeft betrekking op particulieren en kmo's (eind 2024).
2 Negatief omdat KBC meer reverserepotransacties uitvoerde dan repotransacties.
Marktrisico houdt verband met wijzigingen in het niveau of de volatiliteit van prijzen op de financiële markten. Marktrisico in tradingactiviteiten is de eventuele negatieve afwijking ten aanzien van de verwachte waarde van een financieel instrument (of portefeuille van dergelijke instrumenten) in de handelsportefeuille veroorzaakt door veranderende rentevoeten, wisselkoersen, aandelen- of grondstoffenprijzen, enz.
De strategische doelstellingen van KBC bij het uitvoeren van tradingactiviteiten zijn het aanbieden van degelijke en geschikte financiële producten en oplossingen aan zijn klanten om hen te helpen hun risico's te beheren en toegang te krijgen tot kapitaal, en het uitvoeren van gecertificeerde marketmakingactiviteiten. Naast de kleine long- of shortposities die we tijdens onze gecertificeerde marketmakingactiviteiten innemen, blijven we door onze focus op klantgedreven, klantfaciliterende activiteiten met een aantal resterende marktrisico's zitten die noodzakelijk zijn om onze intermediaire rol voor de klanten te kunnen vervullen.
Van oudsher zijn onze tradingactiviteiten vooral gericht op rente-instrumenten, terwijl de activiteit op de valutamarkten en met betrekking tot aandelen beperkt is. Om de verhandelbaarheid van deze posities te garanderen, gelden de volgende uitgangspunten:
Deze activiteiten worden uitgevoerd door onze dealingrooms in onze thuislanden en via een beperkte aanwezigheid in het Verenigd Koninkrijk en Azië.
Op het vlak van marktrisico in tradingactiviteiten wordt het DC bijgestaan door het Groepscomité Markten (GMC) dat advies geeft over risicobewaking en kapitaalgebruik met betrekking tot tradingactiviteiten. Het beleid, de regels en procedures voor de manier waarop tradingrisicobeheer in de hele groep moet worden uitgevoerd, zijn opgenomen in het Risk Management Framework voor marktrisico's in tradingactiviteiten.
• Risico-identificatie: alle processen voor risico-identificatie die in het hoofdstuk Onderdelen van een gezond risicobeheer worden beschreven, zijn van toepassing in het kader van het beheer van het marktrisico in tradingactiviteiten (zoals de risicoscan, het NAPP en de verzameling van risicosignalen). Daarnaast analyseren we de resultaten van waarde- en risicoberekeningen,
marktontwikkelingen, ESG-risicobeoordelingen, sectortrends, nieuwe modelvormingsinzichten, wijzigingen in regelgeving, enz.
Ons goedgekeurde interne model (Approved Internal Model) wordt gebruikt om het overgrote deel van het reglementaire kapitaalbeslag voor marktrisico te berekenen. Het reglementaire kapitaalbeslag voor bedrijfsactiviteiten die niet in het goedgekeurde interne model zijn opgenomen, wordt gemeten volgens de standaardbenadering. De
volgende tabellen geven de Management HVaR (volgens ons goedgekeurd intern model en met een 99% betrouwbaarheidsinterval, houdperiode van 1 dag) voor de resterende tradingposities in alle dealingrooms van KBC die met HVaR kunnen worden gemodelleerd en de indeling naar risicotype.
| Marktrisico (Management HVaR) (in miljoenen euro) | 2024 | 2023 |
|---|---|---|
| Gemiddelde 1e kwartaal | 7 | 7 |
| Gemiddelde 2e kwartaal | 5 | 6 |
| Gemiddelde 3e kwartaal | 5 | 6 |
| Gemiddelde 4e kwartaal | 4 | 7 |
| Op 31 december | 4 | 8 |
| Maximum in jaar | 10 | 10 |
| Minimum in jaar | 3 | 4 |
| Indeling naar risicofactor van de trading-HVaR voor de KBC-groep (Management HVaR) (in miljoenen euro) |
Gemiddelde voor 2024 |
Gemiddelde voor 2023 |
|---|---|---|
| Renterisico | 4,9 | 6,3 |
| Wisselkoersrisico | 0,5 | 0,9 |
| Aandelenrisico | 1,9 | 2,1 |
| Invloed van diversificatie | -2,0 | -2,8 |
| Totale HVaR | 5,2 | 6,5 |
Verzekeringstechnisch risico is het risico van verlies als gevolg van (her)verzekeringsverplichtingen of van ongunstige ontwikkelingen in de waarde van (her)verzekeringsverplichtingen met betrekking tot (her)verzekeringscontracten in Niet-Leven, Leven en Gezondheid, als gevolg van onzekerheid over de frequentie en ernst van schadegevallen.
Specifieke informatie over de verzekeringsactiviteiten vindt u in het deel Geconsolideerde jaarrekening in Toelichtingen 3.6 en 5.6.
Op het vlak van verzekeringstechnisch risico wordt het DC bijgestaan door het Groepscomité Verzekeringen (GIC), dat toezicht houdt op de risico's en het kapitaal met betrekking tot de (her)verzekeringsactiviteiten. Het beleid, de regels en procedures voor de manier waarop het beheer van het verzekeringstechnisch risico in de hele groep moet worden uitgevoerd, zijn opgenomen in het Risk Management Framework voor verzekeringstechnisch risico. De toepassing ervan wordt bewaakt door Risico Groep en het Competentiecentrum voor Verzekeringstechnisch risico. Het Competentiecentrum ondersteunt de lokale implementatie en de functionele aansturing van de verzekeringsrisicobeheerprocessen van de verzekeringsdochtermaatschappijen. De actuariële functie draagt bij aan de voortdurende naleving van de voorschriften betreffende de berekening van technische
voorzieningen en de risico's die voortkomen uit deze berekening en beoordeelt het herverzekeringsbeleid en het risico van aangegane verzekeringsverplichtingen.
• Risico-identificatie: alle processen voor risico-identificatie die in het hoofdstuk Onderdelen van een gezond risicobeheer worden beschreven, zijn van toepassing in het kader van het beheer van het verzekeringstechnisch risico (zoals de risicoscan, het NAPP en de verzameling van risicosignalen). Er wordt ook bijzondere aandacht besteed aan de toereikendheid van de technische voorzieningen. Het risico-identificatieproces bestaat deels uit een betrouwbare classificatie van alle verzekeringsrisico's waartoe (her)verzekeringscontracten aanleiding kunnen geven. Ingevolge de Solvency II-richtlijn worden de verzekeringsactiviteiten opgesplitst in drie hoofdcategorieën, namelijk Leven, Niet-leven en Gezondheid, met telkens een onderverdeling in catastroferisico's en niet-catastroferisico's.
De verzekeringsportefeuilles worden beschermd tegen de invloed van grote schadeclaims of de opeenstapeling van verliezen door limieten per polis, spreiding van de portefeuille over productlijnen en geografische regio's, en herverzekering.
Herverzekeringsprogramma's kunnen worden onderverdeeld in drie grote blokken, namelijk zaakschade-, aansprakelijkheids- en personenverzekeringen. Het overgrote deel van de herverzekeringscontracten is op niet-proportionele basis afgesloten, waardoor de impact van grote schadegebeurtenissen wordt afgedekt.
Het is de opdracht van de onafhankelijke verzekeringsrisicofunctie om:
• ad-hocanalyses/deep dives uit te voeren naar aanleiding van risicosignalen of verzoeken van het management om mogelijke trends in rampen te analyseren.
Het regelgevingskader Solvency II eist dat er in elke verzekeringsentiteit en op het niveau van de verzekeringsgroep een actuariële functie wordt opgericht als een van de onafhankelijke controlefuncties (naast de risicobeheer-, compliance- en interne auditfunctie). Een actuariëlefunctiehouder wordt aangesteld om de activiteiten van de actuariële functie op zich te nemen. Die functie moet er eigenlijk voor zorgen dat de Raad van Bestuur van de vennootschap op onafhankelijke wijze volledig is ingelicht over technische actuariële onderwerpen.
De hoofdtaken van de actuariële functie zijn:
De tabel geeft een overzicht van de gevoeligheid van verzekeringsverplichtingen volgens IFRS 17 voor een verandering op de rapporteringsdatum van een selectie van parameters die worden gebruikt bij de berekening van de vervullingskasstromen volgens IFRS 17. Verplichtingen op de balans die onder IFRS 9 vallen, voornamelijk tak 23 verplichtingen, zijn niet opgenomen in de onderstaande gevoeligheidsrapportering. De impact wordt gerapporteerd vóór herverzekering, gezien de kleine invloed die de herverzekering heeft op de gevoeligheden.
| 31-12-2024 31-12-2023 |
|||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Gevoeligheid (in miljoenen euro) | Verdis conteerde vervullings kasstromen |
Contractuele diensten marge |
Resultaat vóór belas tingen |
Eigen vermogen: OCI vóór belastingen |
Verdis conteerde vervullings kasstromen |
Contractuele diensten marge |
Resultaat vóór belas tingen |
Eigen vermogen: OCI vóór belastingen |
|||
| Levensverzekeringen: balans | 11 782 | 2 143 | - | - | 11 745 | 2 117 | - | - | |||
| Invloed van: | |||||||||||
| Sterftekans: +1% | 6 | -4 | -0 | -1 | 5 | -3 | 0 | -2 | |||
| Sterftekans: -1% | -6 | 5 | -0 | 1 | -5 | 3 | 0 | 2 | |||
| Kans op ziekte: +1% | 6 | -6 | -1 | 1 | 6 | -6 | -0 | 1 | |||
| Kans op ziekte: -1% | -6 | 7 | 0 | -1 | -6 | 6 | 0 | -1 | |||
| Uitgaven: +5% | 55 | -57 | -7 | 9 | 49 | -54 | -3 | 9 | |||
| Uitgaven: -5% | -55 | 57 | 6 | -9 | -49 | 53 | 3 | -9 | |||
| Vervalpercentage: +10% | 58 | 5 | 3 | -66 | 55 | 50 | 7 | -112 | |||
| Vervalpercentage: -10% | -60 | -5 | -4 | 69 | -58 | -52 | -6 | 116 | |||
| Schadeverzekeringen: balans | 2 444 | - | - | - | 2 238 | - | - | - | |||
| Invloed van: | |||||||||||
| Onbetaalde schadeclaims en uitgaven: +5% |
122 | - | -125 | 3 | 111 | - | -116 | 5 | |||
| Onbetaalde schadeclaims en uitgaven: -5% |
-122 | - | 125 | -3 | -111 | - | 116 | -5 |
In deze tabel worden de 'onmiddellijk opeisbare bedragen' voor levensverzekeringscontracten, gewaardeerd volgens IFRS 17, afgezet tegen de boekwaarde van deze contracten. De boekwaarde wordt gedefinieerd als de som van de contante waarde van toekomstige kasstromen van deze contracten vermeerderd met de risicoaanpassing en de
contractuele dienstenmarge. De 'onmiddellijk opeisbare bedragen' zijn de bedragen waarop verzekeringnemers contractueel recht hebben als ze hun contracten op de verslagdatum zouden afkopen. De afkoopvergoeding is daar evenwel nog niet van afgetrokken.
| Levensverzekeringen (in miljoenen euro) |
31-12-2023 | |||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| Onmiddel lijk opeisbare bedragen |
Boekwaarde van verzeke ringsver plichtingen |
Verschil | Onmiddel lijk opeisbare bedragen |
Boekwaarde van verzeke ringsver plichtingen |
Verschil | |
| Tak 23 (IFRS 17) | 808 | 842 | 34 | 788 | 811 | 24 |
| Tak 21 | 11 866 | 12 099 | 232 | 12 825 | 12 804 | -21 |
| Hybride contracten | 1 165 | 985 | -180 | 233 | 246 | 13 |
| Totaal | 13 839 | 13 925 | 87 | 13 846 | 13 862 | 16 |
De tabel toont de gevoeligheid voor een parallelle beweging van de disconteringscurve met 30 basispunten omhoog en omlaag.
| 31-12-2024 | 31-12-2023 | ||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Gevoeligheid (in miljoenen euro) | Vervullingskas stromen |
Contractuele dienstenmarge |
Resultaat vóór belas tingen |
Eigen vermo gen: OCI vóór belastingen |
Vervullingskas stromen |
Contractuele dienstenmarge |
Resultaat vóór belas tingen |
Eigen vermo gen: OCI vóór belastingen |
|
| Levensverzekeringen | |||||||||
| Activa: balans | 14 729 | - | - | - | 14 466 | - | - | - | |
| Invloed van disconteringsvoet +0,30% | -230 | 0 | 4 | -234 | -220 | 0 | 2 | -222 | |
| Invloed van disconteringsvoet -0,30% | 238 | 0 | -4 | 242 | 228 | 0 | -2 | 230 | |
| Verzekeringsverplichtingen (excl. tak 23): balans | 11 782 | 2 143 | - | - | 11 745 | 2 117 | - | - | |
| Invloed van disconteringsvoet +0,30% | -334 | 6 | -0 | 328 | -306 | 5 | 1 | 300 | |
| Invloed van disconteringsvoet -0,30% | 364 | -7 | 1 | -358 | 354 | -6 | -0 | -348 | |
| Gecombineerd effect | - | - | - | - | - | - | - | - | |
| Invloed van disconteringsvoet +0,30% | 104 | -6 | 3 | 95 | 86 | 5 | 3 | 78 | |
| Invloed van disconteringsvoet -0,30% | -126 | 7 | -3 | -116 | -126 | -6 | -2 | -118 | |
| Schadeverzekeringen | |||||||||
| Activa: balans | 4 204 | - | - | - | 4 152 | - | - | - | |
| Invloed van disconteringsvoet +0,30% | -13 | 0 | 0 | -13 | -12 | 0 | 0 | -12 | |
| Invloed van disconteringsvoet -0,30% | 13 | 0 | 0 | 13 | 12 | 0 | 0 | 12 | |
| Verzekeringsverplichtingen: balans | 2 444 | - | - | - | 2 238 | - | - | - | |
| Invloed van disconteringsvoet +0,30% | -36 | 0 | 0 | 35 | -31 | 0 | 0 | 31 | |
| Invloed van disconteringsvoet -0,30% | 38 | 0 | -0 | -37 | 31 | 0 | -0 | -31 | |
| Gecombineerd effect | - | - | - | - | - | - | - | - | |
| Invloed van disconteringsvoet +0,30% | 23 | 0 | 0 | 23 | 19 | 0 | 0 | 19 | |
| Invloed van disconteringsvoet -0,30% | -25 | 0 | -0 | -24 | -19 | 0 | -0 | -19 |

Onderstaande tabel verstrekt informatie over de schadeafwikkeling (de bouwsteenbenadering Niet-leven is uitgesloten omdat die onbelangrijk is). Voor elk ongevalsjaar geeft deze tabel een jaarlijkse follow-up van de totale schadelast in de jaren volgend op het jaar waarin de claims zich voordeden. Een schatting van de toekomstige kasstromen wordt verkregen door voor elk ongevalsjaar de bedragen die al betaald zijn af te trekken van de totale geschatte schadelast van dat jaar. Aangezien de IFRS 17-conforme gegevens beschikbaar zijn vanaf 2022, tonen de laatste drie diagonalen de schadeafwikkeling berekend volgens de IFRS 17-principes. De schuin gedrukte getallen werden gerapporteerd rekening houdend met IFRS 4 en worden als referentie meegegeven.
| Ongevalsjaar | ||||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Schadeafwikkeling Niet-leven, KBC Verzekeringen (in miljoenen euro) |
<2015 | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | To taal |
| Ramingen van niet-verdisconteerde cumulatieve claims vóór herverze kering |
||||||||||||
| Aan het einde van ongevalsjaar | – | 940 | 1 024 | 1 000 | 1 072 | 1 149 | 1 018 | 1 262 | 1 097 | 1 091 | 1 247 | – |
| 1 jaar later | – | 796 | 888 | 882 | 939 | 1 019 | 897 | 1 022 | 1 091 | 1 234 | – | – |
| 2 jaar later | – | 751 | 825 | 849 | 894 | 989 | 782 | 1 020 | 1 086 | – | – | – |
| 3 jaar later | – | 720 | 811 | 833 | 876 | 895 | 793 | 1 028 | – | – | – | – |
| 4 jaar later | – | 708 | 806 | 816 | 782 | 903 | 779 | – | – | – | – | – |
| 5 jaar later | – | 697 | 787 | 743 | 786 | 888 | – | – | – | – | – | – |
| 6 jaar later | – | 690 | 746 | 743 | 782 | – | – | – | – | – | – | – |
| 7 jaar later | – | 651 | 751 | 740 | – | – | – | – | – | – | – | – |
| 8 jaar later | – | 654 | 751 | – | – | – | – | – | – | – | – | – |
| 9 jaar later | – | 652 | – | – | – | – | – | – | – | – | – | – |
| Ramingen van niet-verdisconteerde cumulatieve claims vóór herverzeke ring op rapporteringsdatum |
- | 652 | 751 | 740 | 782 | 888 | 779 | 1 028 | 1 086 | 1 234 | 1 247 | 9 188 |
| Cumulatieve betalingen vóór herver zekering in de laatste 10 ongevals jaren |
- | 597 | 662 | 666 | 704 | 775 | 676 | 857 | 871 | 861 | 672 | 7 340 |
| Totale (cumulatieve) niet-verdiscon teerde toekomstige kasstromen vóór herverzekering |
703 | 55 | 89 | 74 | 78 | 113 | 103 | 172 | 216 | 372 | 576 | 2 550 |
| Effect van discontering | - | - | - | - | - | - | - | - | - | - | - | -375 |
| Effect van (verdisconteerde) risico aanpassing |
- | - | - | - | - | - | - | - | - | - | - | 256 |
| Overige | - | - | - | - | - | - | - | - | - | - | - | -6 |
| Verdisconteerde verzekeringsver plichtingen uit hoofde van ontstane claims vóór herverzekering |
- | - | - | - | - | - | - | - | - | - | - | 2 426 |
| Verdisconteerde activa uit afgestane herverzekering voor ontstane claims |
- | - | - | - | - | - | - | - | - | - | - | 116 |
Operationeel risico is het risico van ontoereikendheden of tekortkomingen in de werkwijzen en systemen, menselijke fouten of van plotse externe gebeurtenissen met een menselijke of natuurlijke oorzaak.
Op het vlak van operationeel risico wordt het DC bijgestaan door het Groepscomité Interne Controle (GICC) om de kwaliteit en de doeltreffendheid van het
internecontrolesysteem van KBC te versterken. Het beleid, de regels en procedures voor de uitvoering van het operationeelrisicobeheer in de hele groep worden uiteengezet in het Operational Risk Management Framework. Dat kader stemt overeen met de Basel-vereiste inzake
operationele veerkracht en de EU-wet inzake digitale operationele veerkracht (DORA) – Verordening (EU) 2022/2554. De toepassing ervan wordt gecoördineerd en bewaakt door het Competentiecentrum voor Operationeel Risico van Risico Groep, dat bestaat uit risico-experts op het niveau van KBC Groep en op lokaal niveau. Het Competentiecentrum werkt samen met andere expertfuncties voor de negen subtypes van operationeel risico: informatietechnologierisico, informatiebeveiligingsrisico, bedrijfscontinuïteitsrisico, procesrisico, derden- en uitbestedingsrisico, modelrisico, juridisch risico, frauderisico en persoonlijke- en fysiekeveiligheidsrisico.
De maturiteit van de internecontroleomgeving wordt bovendien door KBC nauw opgevolgd op een datagedreven manier. Zo kunnen we de maturiteit frequent beoordelen, daarover rapporteren en waar nodig maatregelen treffen. Eenmaal per jaar dienen deze inzichten ook als input voor de wettelijk vereiste Internal Control Statement (ICS), waarmee wordt geëvalueerd in
welke mate KBC controle heeft over zijn operationele risico's en die beheert.
Om te bepalen met welke mate van zekerheid een bepaald risico wordt beperkt door een controlemaatregel zoals verwacht, meten we de 'doeltreffendheid van de controles' aan de hand van verschillende maatstaven, zoals de klikratio van werknemers bij phishingcampagnes, de snelheid waarmee kwetsbaarheden in websites worden verholpen en het aantal verwerkingsfouten.
Informatierisicobeheer omvat de risico's van informatiebeveiliging en informatietechnologie, die voortkomen uit een steeds veranderend landschap van cyberdreigingen. Het informatiebeveiligingsrisico is een van de belangrijkste risico's waarmee financiële instellingen vandaag de dag worden geconfronteerd, omdat het wordt bepaald door factoren zoals geopolitieke spanningen, georganiseerde cybercriminaliteit, technologische groei en innovatie (bv. het gebruik van AI voor phishing, deepfakes, enz.) en interne factoren (zoals verdere digitalisering, experimenten met opkomende technologie, enz.). Deze dreigingen kunnen leiden tot integriteitsverlies, verlies van vertrouwelijkheid en ongeplande onbeschikbaarheid, wat invloed kan hebben op onze data, de beschikbaarheid van onze activiteiten en diensten, de reputatie van KBC, enz.
Cyberrisico's worden in de hele groep structureel en doorlopend beheerd. Cyberrisico's worden actief door KBC geïdentificeerd door acties zoals het monitoren van het landschap van cyberdreigingen, regelmatige ethische hacks en gerichte trainings- en sensibiliseringsprogramma's. Door informatie over cyberdreigingen te combineren met inzichten en bevindingen uit deze activiteiten, identificeren, beoordelen en doorgronden we proactief cyberrisico's die onze onderneming en stakeholders kunnen treffen, waardoor we beter in staat zijn om ons effectief te verdedigen tegen cyberdreigingen en er doeltreffend op te reageren. Meer informatie over de manier waarop het informatierisico (waaronder cyberrisico's) wordt beheerd, is te vinden in de Duurzaamheidsverklaring in dit verslag of in het KBC Risk Report.
Derden- en uitbestedingsrisico is het risico dat voortkomt uit problemen met betrekking tot de continuïteit, integriteit en/ of kwaliteit van de activiteiten die aan derden zijn uitbesteed (al dan niet binnen de groep) of in samenwerking met derden worden uitgevoerd of uit de middelen of medewerkers die door derden ter beschikking worden gesteld. Gezien de mogelijke impact op KBC en zijn klanten is het van belang om risico's met betrekking tot relaties met derden gedurende de hele levenscyclus van die relaties te identificeren, te beoordelen, te monitoren en te beheersen. Effectief beheer van derdenrisico's volgt dan ook de fasen van de levenscyclus voor afspraken met derden, waaronder due-diligence, risicobeoordeling, contractering, onboarding, doorlopende monitoring en beëindiging.
Het beheer van het uitbestedingrisico is een specifiek onderdeel van derdenrisicobeheer (TPRM). De wettelijke vereisten inzake de opvolging, meting en rapportering van het uitbestedingsrisico zijn in de loop der jaren toegenomen (bijvoorbeeld door DORA en de richtsnoeren inzake uitbesteding van de EBA en EIOPA). Omdat contracten sluiten met externe dienstverleners een essentieel onderdeel is van de operationele processen en uitbesteding binnen de groep een belangrijk aspect is van de KBC-strategie, blijft de noodzaak om aandacht te besteden aan het uitbestedingsrisico een belangrijk onderdeel van het groepswijde risicobeheer.
Om een sterk beheer van zijn uitbestedingsprocessen en -risico's te verzekeren, heeft KBC een groepswijd uitbestedingskader ingevoerd, dat bestaat uit een groepswijd uitbestedings- en DORA TPRM-beleid, waarin de beginselen en de strategie voor uitbestedingsactiviteiten worden beschreven en dat tot doel heeft te komen tot een gestandaardiseerde benadering die bepaalt wanneer kan worden overwogen om een activiteit uit te besteden. Het beleid wordt ondersteund door de uitbestedings- en DORA TPRM-procesrichtlijnen om in de hele groep een strikte en gestandaardiseerde benadering te garanderen die geldt voor zowel outsourcing als nearshoring.
Er bestaan controles om de risico's die voortvloeien uit externe of interne uitbesteding gedurende de volledige levenscyclus van een dienstverlener adequaat te beperken. Een kwaliteitsvolle risicogovernance van de uitbestede activiteiten van KBC wordt verzekerd door regelmatige risicobeoordelingen, waarbij de frequentie wordt bepaald door hoe kritiek de uitbestede activiteit is.
De datagedreven strategie van KBC wordt onderbouwd door een groeiende reeks geavanceerde wiskundige, statistische en numerieke modellen om de besluitvorming te ondersteunen, risico's te meten en te beheren, bedrijfsactiviteiten te beheren en processen te stroomlijnen. Op AI-gebaseerde modellen worden ook steeds vaker gebruikt in verschillende bedrijfsdomeinen (bankieren, verzekeren, vermogensbeheer). Naarmate het gebruik van modellen toeneemt, wordt het ook almaar belangrijker de risico's die verband houden met het ontwerp, de implementatie of het gebruik van modellen te herkennen, begrijpen en beperken, om zowel KBC als zijn klanten te beschermen. De normen voor modelrisicobeheer van KBC bieden een kader om modelrisico's te identificeren, begrijpen en efficiënt te beheren, op dezelfde manier als elk ander risicotype. Onder dit kader vallen overeenkomstig de Europese AI Act in het bijzonder generatieve AI-modellen en AI-modellen met een hoog risico.
Aangezien het gebruik van AI-modellen een belangrijk aspect van de strategie van KBC vormt, is het van belang om zeker te weten dat de resultaten van de door ons gebruikte
AI-modellen betrouwbaar zijn en in overeenstemming zijn met de waarden en principes van KBC. Om dit te garanderen, houdt KBC zich aan het Trusted AI Framework.
Bedrijfscontinuïteitsbeheer, inclusief crisisbeheer
Om te garanderen dat kritieke diensten beschikbaar blijven, beschikt KBC over een bedrijfscontinuïteitsbeheerproces (BCM). Dat zorgt ervoor dat er regelmatig een businessimpactanalyse wordt uitgevoerd en dat er hersteltijddoelstellingen worden bepaald en toegepast.
Het bedrijfscontinuïteitsbeheerproces is een matuur proces binnen de groep, waarbij de nadruk ligt op zowel preventie als respons. Crisispreventie is erop gericht de kans op een crisis te verkleinen, terwijl crisisrespons is gericht op het effectief en efficiënt afhandelen van een crisis als die zich voordoet. Daarvoor zijn praktische scenario's beschikbaar, draaiboeken genaamd, over hoe een lopende crisis moet worden aangepakt. Er worden lessen getrokken uit interne of externe incidenten of crises en waar nodig worden onze BCM-plannen aangepast.
Compliancerisico is het risico dat aan een instelling en/of haar werknemers een gerechtelijke, administratieve of reglementaire sanctie wordt opgelegd voor het niet naleven van wetten en regelgeving met betrekking tot de compliancedomeinen, met reputatieverlies en mogelijke financiële schade tot gevolg. Dat reputatieverlies kan ook het gevolg zijn van het niet naleven van het interne beleid ter zake en van de eigen waarden en gedragsregels van de instelling met betrekking tot de integriteit van haar activiteiten.
De activiteiten van de compliancefunctie moeten prioritair en minimaal gericht zijn op de volgende integriteitsgebieden: het voorkomen van het witwassen van geld en terrorismefinanciering, het voorkomen van belastingfraude, bescherming van de belegger en bescherming van de verzekeringnemer, gegevensbescherming en AI, inclusief naleving van de AI Act, ethisch ondernemen, consumentenbescherming, governance-aspecten van CRD IV en V, Solvency II en/of lokale wetgeving en duurzame financiering en duurzaamheid. Het compliancerisico wordt behandeld door een holistisch kader waarin het Compliancecharter, het Integriteitsbeleid, de specifieke risicobereidheid en de bijbehorende belangrijke risico-indicatoren, de Groepscomplianceregels, het Compliance Monitoring Programma en andere rapporteringen zijn opgenomen. Er is een degelijke governance om de onafhankelijkheid van de compliancefunctie te garanderen, met een behoorlijk escalatieproces naar het DC, het RCC en de Raad. De governance van de compliancefunctie wordt nader beschreven in het Compliancecharter en is in overeenstemming met de EBA/EIOPA-richtlijnen inzake
interne governance.
Om compliancerisico's te beheren, streeft KBC ernaar de wetten en regelgeving in de compliancedomeinen na te leven, zoals bepaald in zijn Compliancecharter. De compliancefunctie vervult een tweeledige rol bij het beheer van die risico's:
Enerzijds is ze in het bijzonder gericht op de identificatie, beoordeling en analyse van de risico's die aan de compliancedomeinen verbonden zijn. Daarnaast geeft ze advies vanuit een onafhankelijke invalshoek over de interpretatie van wetten en regelgeving die betrekking hebben op de domeinen waarin ze actief is. Vanuit die preventieve rol heeft ze Groepscomplianceregels uitgevaardigd, die minimumvereisten definiëren voor de hele groep, stelt ze procedures en instructies en opleidingen en sensibiliseringsinitiatieven op maat op, levert ze informatie aan de governanceorganen over nieuwe regelgevende ontwikkelingen en ondersteunt ze de uitvoering van de groepsstrategie en zorgt ze voor de implementatie van de wettelijke en regelgevende vereisten door de verschillende betrokken businesses. Ook geeft de compliancefunctie adviezen en onafhankelijke opinies in het New and Active Products Process (NAPP). De compliancefunctie zorgt er samen met de andere controlefuncties in het kader van het NAPP voor dat de lancering van nieuwe producten in overeenstemming is met de vele wettelijke en reglementaire bepalingen, zoals MiFID II, de Verzekeringsdistributierichtlijn (IDD) en andere lokale en EU-regelgeving, en ook met de waarden van KBC.
Anderzijds voert de compliancefunctie als tweede verdedigingslinie een risicogebaseerde controle uit om de toereikendheid van het internecontroleomgeving te waarborgen. Meer specifiek laat de controle toe om na te gaan of de wettelijke en reglementaire vereisten correct worden toegepast in de compliancedomeinen. Het heeft ook tot doel de doeltreffendheid en efficiëntie te waarborgen van de controles die de eerste verdedigingslinie uitvoert. Bovendien worden in de belangrijkste entiteiten van de groep kwaliteitscontroles uitgevoerd door Compliance
Groep om de Raad ervan te verzekeren dat het compliancerisico naar behoren wordt beoordeeld door de lokale compliancefunctie.
Compliance Groep (GCPL) heeft gewerkt aan de ontwikkeling van de fundamenten van een sterke groepswijde compliancefunctie. De belangrijkste aandachtspunten waren de processen en efficiëntie, het tot stand brengen van een toekomstbestendige strategie die in de visie tot uitdrukking komt en het versterken van de bezetting en het managementteam. Daarnaast heeft GCPL geïnvesteerd in verschillende instrumenten en in de rol van de groep om aan de verwachtingen van de ECB te voldoen. De focus ligt de komende tijd op een verdere verbetering van de methodologie en de processen binnen de compliancefunctie om de Raad en de toezichthouder de nodige zekerheid te kunnen bieden.
GCPL streeft naar een mature organisatie met een datagedreven en gedocumenteerde planning die groepswijd zal helpen bij de aansturing. Het doel is groepswijde synergie en schaalbaarheid op alle niveaus en in alle domeinen, zoals risicobeoordelingen, het opvolgen van veranderingen in de regelgeving, kennisbeheer, enz. Het voornaamste doel is een holistische, risicogebaseerde en datagedreven benadering van compliance.
Er is een afdeling Financial Crime Compliance opgericht om de synergieën tussen AML (tegengaan van het witwassen van geld), embargo's en andere daarmee samenhangende domeinen te verbeteren. Het voorkomen van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme, inclusief embargo's, was de voorbije jaren een topprioriteit voor de compliancefunctie en zal dat ook blijven. Er worden ononderbroken inspanningen geleverd om de organisatie aan te passen aan een voortdurend veranderende regelgeving, in het bijzonder ten aanzien van klanten die een verhoogd risico vormen en voor wie aanvullende informatie nodig is. De compliancefunctie volgt dus ook van nabij de EU-ontwikkelingen op het vlak van de verwachte nieuwe AML-autoriteit (AMLA) en reglementaire bepalingen. Er wordt bijzondere nadruk gelegd op een preventieve aanpak van risicobeheer (bijvoorbeeld maatregelen tegen het omzeilen van embargo's).
Gegevens- en consumentenbescherming en AI De naleving van de verplichtingen inzake gegevens- en consumentenbescherming is een centraal kenmerk van elke duurzame en klantgerichte organisatie. In het kader van de datagedreven strategie van KBC is het van cruciaal belang om aandacht te besteden aan alle aankomende ontwikkelingen in de regelgeving op het gebied van
gegevens- en consumentenbescherming om richting KBC-klanten toekomstbestendige, betrouwbare en degelijke bankverzekeringsactiviteiten te kunnen garanderen. Ontwikkelingen in de regelgeving die invloed hebben op de domeinen van gegevens- en/of consumentenbescherming, zoals FIDA, PSD3/PSR en de Basisbankdienst, worden door de compliancefunctie van nabij opgevolgd. Sinds 2020 is Kate, de persoonlijke assistent, matuurder geworden en slaagt ze er almaar beter in het dagelijkse leven van onze klanten gemakkelijker te maken. Het onderzoek naar het eventuele gebruik van generatieve AI-modellen wordt nauwlettend gevolgd om ervoor te zorgen dat de risico's naar behoren worden geïdentificeerd, met inbegrip van de nieuwe risico's die voortvloeien uit de AI Act. Vooruitlopend op de invoering van de AI Act heeft KBC zijn 'Trusted AI Framework' ontwikkeld, dat ervoor zorgt dat de door ons gebruikte technologieën op een transparante, eerlijke en veilige manier werken.
Bescherming van de belegger en de verzekeringnemer De wetgeving op het gebied van financiële markten en verzekeringen wordt voortdurend gewijzigd en doorlopend uitgebreid. KBC wil zich daar vroegtijdig op voorbereiden door ervoor te zorgen dat het interne kader (regels, beleidslijnen en de minimale eerste- en tweedelijnscontroles) de frictieloze aanpassing van bedrijfsactiviteiten mogelijk maakt. In 2024 bracht dit een toekomstgerichte benadering met zich mee waarbij aankomende vereisten werden vertaald in praktisch zakelijk advies (bv. Value for Money bij verzekeringen, nieuwe regels voor de marktstructuur, wijzigingen in bepalingen inzake marktmisbruik). Daarnaast heeft de compliancefunctie geanticipeerd op verwachte regelgeving op nieuwe gebieden (bv. wetgeving inzake cryptoactiva). Om de compliancecultuur te bevorderen en het compliancerisico te verminderen, zijn verschillende initiatieven ontplooid om ervoor te zorgen dat de Groepscomplianceregels gemakkelijker te begrijpen, te gebruiken en te interpreteren zijn (bv. methodologische wijzigingen, e-learnings, richtlijnen, gestandaardiseerde teksten).
Corporate governance en ethisch ondernemen Corporate governance bij kredietinstellingen en verzekeringsondernemingen heeft tot doel ervoor te zorgen dat ze op een veilige en gezonde manier werken, de risico's effectief beheren en beslissingen nemen die in het belang zijn van hun stakeholders. Sterke praktijken op het gebied van corporate governance helpen KBC om met het compliancerisico om te gaan en het te beheersen. Evenals in voorgaande jaren adviseert Compliance daarom over de governance-aspecten van CRD IV en V en Solvency II, zoals uitbesteding, de werking en samenstelling van comités, Fit & Proper, de onverenigbaarheid van mandaten, de opvolging van klachtenbehandeling, belangenconflicten, behoorlijke beloning, enz., en worden deze aspecten door Compliance opgevolgd. In 2024 is met name aandacht besteed aan
efficiëntieverhoging (bv. binnen het proces voor de rapportering van klachtenbehandeling aan de Raad) en de opvolging van nieuwe en/of aankomende reglementaire vereisten die invloed hebben op de hiervoor genoemde governancegebieden (bv. CRD VI, DORA, enz.). Het beheer van de compliancefunctie als onafhankelijke controlefunctie is daarnaast van essentieel belang in de omgang met het compliancerisico. Er worden voortdurend inspanningen verricht om de compliancegovernance te versterken en de groepswijde aansturing en afstemming en de samenwerking met lokale entiteiten te verbeteren. De uitgangspunten van corporate governance gaan tevens hand in hand met het concept van verantwoord gedrag, een van de drie hoekstenen van de duurzaamheidsstrategie van KBC. Samen met ethisch ondernemen is verantwoord
gedrag essentieel om ervoor te zorgen dat KBC een van zijn meest waardevolle troeven behoudt: vertrouwen. Risico's die zijn verbonden aan onverantwoord en/of onethisch gedrag worden veelal als 'gedragsrisico' aangemerkt. Net als in voorgaande jaren blijft KBC deze risico's beperken en mitigeren met gerichte trainings- en sensibiliseringsprogramma's, gedragslijnen en specifieke beleidslijnen inzake belangenconflicten, het tegengaan van corruptie, geschenken en entertainment, de bescherming van klokkenluiders, enz., en de periodieke risicobeoordelingen en
kwaliteitscontroles, die zorgen voor een goede uitvoering van deze beleidslijnen. In het domein ethisch ondernemen gaat bijzondere aandacht ook uit naar de risico's die verband houden met het toegenomen gebruik van AI-oplossingen.
Reputatierisico ontstaat uit het verlies van vertrouwen van of een negatieve perceptie bij stakeholders (zoals KBCmedewerkers en -vertegenwoordigers, klanten en niet-klanten, aandeelhouders, beleggers, financieel analisten, ratingbureaus, de lokale gemeenschap waarin het actief is, enz.) – al dan niet correct – die een nadelige invloed kunnen hebben op de mogelijkheid van een bedrijf om bestaande zakelijke of klantenrelaties te onderhouden of nieuwe relaties op te bouwen en om blijvend toegang te hebben tot financieringsbronnen.
Reputatie is een waardevol goed in het bedrijfsleven en dat geldt zeker voor de financiëledienstensector, die in hoge mate drijft op vertrouwen. Het reputatierisico is doorgaans een secundair risico, omdat het meestal verbonden is aan en zich alleen voordoet samen met andere risico's. Om het reputatierisico te beheren, blijven we ons richten op duurzame en rendabele groei, waarbij we onze rol in de samenleving en de lokale economie vervullen op een manier die ten goede komt aan alle stakeholders. We stimuleren een sterke bedrijfscultuur die verantwoord gedrag in de hele organisatie aanmoedigt, ook als het gaat om sociale en milieuverantwoordelijkheden. We stellen de belangen van de klant centraal en bevorderen het vertrouwen door de klant eerlijk en oprecht te behandelen.

Het beleid, de regels en procedures voor de manier waarop reputatierisicobeheer in de hele groep moet worden uitgevoerd, zijn opgenomen in het Reputational Risk Management Framework. De toepassing ervan wordt bewaakt door Risico Groep. De business is verantwoordelijk voor het proactieve en reactieve beheer van het reputatierisico en wordt daarin bijgestaan door gespecialiseerde afdelingen (waaronder Communicatie Groep, Investor Relations en Compliance Groep). In dit opzicht monitoren we actief een lijst met onder meer bedrijfsindicatoren die vanuit het oogpunt van risicobeheer waardevolle input leveren, waaronder de Net Promoter Scores (NPS), de Corporate Reputation Index, statistieken over klachten, ESG-ratings en de ontwikkeling van de koersindex en andere financiële indicatoren.
Ook het beheer van en de rapportering over reputatierisico's worden steeds relevanter in het kader van crisisbeheer. Elke crisis, groot of klein, kan invloed hebben op onze reputatie. Voorbereiding, snelheid van handelen en goede communicatie zijn dan ook cruciaal in elke crisis om de kans te vergroten dat de crisis met succes wordt doorstaan en om de reputatieschade te beperken. Om de veerkracht van zijn reputatie te ondersteunen, bereidt KBC zich proactief voor op mogelijke crisissituaties met onder meer zijn bedrijfscontinuïteitsplannen (zoals beschreven onder Operationeel risico) of het Recovery Plan.
Kapitaalbeheer is een essentieel beheerproces dat betrekking heeft op alle beslissingen over het niveau en de samenstelling van ons kapitaal. Het moet voor een optimaal evenwicht zorgen tussen de reglementaire vereisten, de standpunten van ratingbureaus, de verwachtingen van de markt en de ambities van het management.
We rapporteren over de solvabiliteit van de groep, de bank en de verzekeringsmaatschappij op basis van IFRS-gegevens en volgens de regels die de toezichthouder oplegt. Voor KBC Groep houdt dat in dat we onze solvabiliteitsratio's berekenen volgens CRR/CRD.
De CRR/CRD geeft uitvoering aan de Baselregels in Europa en wordt regelmatig bijgewerkt. Wanneer nieuwe voorschriften worden geïmplementeerd, kan een overgangsperiode worden toegestaan waarin die voorschriften geleidelijk worden ingevoerd. Momenteel maakt KBC gebruik van de IFRS 9-overgangsmaatregelen (toegepast vanaf het tweede kwartaal van 2020). Deze overgangsmaatregelen maken het mogelijk om een deel van de toegenomen waardeverminderingen weer aan het common equity capital (CET1) toe te voegen, wanneer de voorzieningen onverwacht stijgen als gevolg van een verslechtering van de macro-economische vooruitzichten, tijdens de overgangsperiode tot 31 december 2024.
Op basis van CRR/CRD kan de winst pas in het CET1 kapitaal worden opgenomen na beslissing over de winstverdeling door het uiteindelijke beslissingsorgaan (voor KBC Groep is dat de Algemene Vergadering). De ECB kan de opname van tussentijdse of jaarwinst in het CET1-kapitaal toestaan voordat de Algemene Vergadering daartoe heeft besloten. In dat geval moet het te verwachten dividend worden afgetrokken van de winst die in het CET1-kapitaal is opgenomen. Aangezien in ons dividendbeleid van 'minstens 50%' geen maximum is opgenomen, moeten we van de ECB een uitkeringsratio van 100% hanteren om het te verwachten dividend te bepalen. Bijgevolg vraagt KBC niet langer de goedkeuring van de ECB om de tussentijdse of jaarwinst op te nemen in het CET1-kapitaal vóór de beslissing van de Algemene Vergadering. De jaarwinst van 2024 en het slotdividend over 2024 zullen worden opgenomen in het transitionele CET1 van het eerste kwartaal van 2025, dat zal worden bekendgemaakt na de Algemene Vergadering. Vanaf 31 december 2021 weerspiegelen de fully loadedcijfers onmiddellijk de tussentijdse of jaarwinst, rekening houdend met ons dividendbeleid en/of een eventueel dividendvoorstel/-besluit van de Raad van Bestuur.
Volgens CRR/CRD geldt als algemene regel voor verzekeringsparticipaties dat een verzekeringsparticipatie moet worden afgetrokken van het kernkapitaal (common equity) op groepsniveau, tenzij de bevoegde toezichthouder de toelating geeft om een risicoweging toe te passen (Deense compromismethode). Vanaf het vierde kwartaal van 2020 moet ingevolge de herziene CRR/CRD de vermogensmutatiemethode worden gebruikt, tenzij de bevoegde autoriteit de instellingen toestaat een andere methode toe te passen. KBC heeft van de ECB de toelating gekregen om de historische boekwaarde (een historische boekwaarde van 2 469 miljoen euro) te blijven gebruiken voor risicoweging (370%), na KBC Verzekeringen uit de geconsolideerde cijfers van de KBC-groep te hebben gehaald.
De minimale solvabiliteitsratio's die volgens CRR/CRD moeten worden gehaald, zijn 4,5% voor de common equity tier 1-ratio (CET1), 6% voor de tier 1-kapitaalratio en 8% voor de totale kapitaalratio (minimumratio's Pijler 1). Bovendien eist CRR/CRD een conserveringsbuffer van 2,5%.
Naar aanleiding van zijn proces van toetsing en evaluatie (Supervisory Review and Evaluation Process, SREP) kan de bevoegde toezichthouder (voor KBC is dat de ECB) hogere minimumratio's opleggen (= Pijler 2-vereisten). Na de SREP-cyclus voor 2024 heeft de ECB KBC formeel meegedeeld dat de Pijler 2-vereiste (P2R) ongewijzigd blijft op 1,86% (waarvan 1,09% in CET1, rekening houdend met artikel 104a van de CRD). De CET1-kapitaalvereiste voor P2R omvat nu 100% van de add-on van 11 basispunten met betrekking tot de backstop shortfall voor oude nonperforming kredieten (posities die voor 1 april 2018 in gebreke zijn gebleven). KBC kan overwegen zijn kapitaalstructuur verder te optimaliseren door de AT1- en T2-korven binnen de P2R op te vullen.
De Pijler 2-aanbeveling (P2G) blijft ongewijzigd op 1,25% van het CET1.
De totale kapitaalvereiste voor KBC wordt niet alleen bepaald door de ECB, maar ook door de beslissingen van de lokale bevoegde autoriteiten in zijn kernmarkten. De percentages voor de contracyclische buffer die de landen waar de relevante kredietrisico's van KBC zich bevinden recent hebben aangekondigd, komen overeen met een contracyclische buffer op KBC-groepsniveau van 1,15%.
Voor de Belgische systeembanken maakte de NBB haar systemische kapitaalbuffers al eerder bekend. Voor de
KBC-groep betekent dat een bijkomende kapitaalbuffer van 1,5% van het CET1.
Vanaf 1 mei 2022 heeft de Nationale Bank van België (NBB) een sectorale systeemrisicobuffer ingevoerd. Het bedrag van de CET1-kapitaalbuffer komt overeen met 6% van de risicogewogen activa onder de IRB-benadering vanaf april 2024 voor de blootstellingen gedekt door residentieel
vastgoed in België, wat overeenkomt met 0,14% van de totale risicogewogen activa voor KBC Groep geconsolideerd.
In totaal brengt dat de fully loaded CET1-kapitaalvereiste (volgens de Deense compromismethode) op 10,88%.
De bovenstaande gegevens geven de situatie weer zoals die bekend was op 31 december 2024.

<-- PDF CHUNK SEPARATOR -->
| Solvabiliteit op groepsniveau (geconsolideerd, volgens CRR/CRD, Deense compromismethode) (in miljoenen euro) |
31-12-2024 Fully loaded |
31-12-2024 Transitioneel |
31-12-2023 Fully loaded |
31-12-2023 Transitioneel |
|---|---|---|---|---|
| Totaal reglementair eigen vermogen, na winstverdeling1 | 22 374 | 21 048 | 21 260 | 19 768 |
| Tier 1-kapitaal | 19 811 | 18 485 | 18 986 | 17 389 |
| Kernkapitaal (common equity)2 | 17 947 | 16 621 | 17 236 | 15 639 |
| Eigen vermogen van aandeelhouders (na deconsolidatie van KBC Verzekeringen) |
21 589 | 18 932 | 21 181 | 18 209 |
| Immateriële vaste activa, incl. invloed belastinglatenties (-) | -743 | -743 | -712 | -712 |
| Consolidatieverschillen, incl. invloed belastinglatenties (-) | -1 052 | -1 052 | -1 070 | -1 070 |
| Belangen van derden | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Afdekkingsreserve, kasstroomafdekkingen (-) | 508 | 508 | 579 | 579 |
| Waarderingsverschillen in financiële verplichtingen tegen reële waarde – eigen kredietrisico (-) |
-29 | -29 | -29 | -29 |
| Waardecorrecties door vereisten voor voorzichtige waardering (-)3 | -35 | -35 | -24 | -24 |
| Dividenduitkering (-) | -1 249 | 0 | -1 287 | 0 |
| Inkoop eigen aandelen – deel nog niet uitgevoerd (-) | 0 | 0 | -803 | -803 |
| Vergoeding van AT1-instrumenten (-) | -27 | -27 | -26 | -26 |
| Aftrek m.b.t. financiering verstrekt aan aandeelhouders (-) | -23 | -23 | -56 | -56 |
| Aftrek m.b.t. onherroepelijke betalingsverplichtingen (-) | -90 | -90 | -90 | -90 |
| Aftrek m.b.t. backstops voor non-performing kredieten (-)4 | -205 | -205 | -204 | -204 |
| Aftrek m.b.t. pensioenplanactiva (-) | -205 | -205 | -121 | -121 |
| IRB-voorzieningstekort (-) | -141 | -66 | -4 | 0 |
| Uitgestelde belastingvorderingen op overgedragen verliezen (-) | -353 | -353 | -98 | -98 |
| Overgangsaanpassingen van CET1 | 0 | 7 | 0 | 84 |
| Beperking van uitgestelde belastingvorderingen uit timingverschillen die afhangen van toekomstige winstgevendheid en belangrijke deelnemin gen in financiële entiteiten (-) |
0 | 0 | 0 | 0 |
| Aanvullend going concern-kapitaal5 | 1 864 | 1 864 | 1 750 | 1 750 |
| AT1-instrumenten die voldoen aan CRR | 1 864 | 1 864 | 1 750 | 1 750 |
| Minderheidsbelangen op te nemen in aanvullend going concern-kapitaal | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Tier 2-kapitaal | 2 563 | 2 563 | 2 273 | 2 379 |
| IRB-voorzieningsoverschot (+) | 167 | 167 | 277 | 265 |
| Overgangsaanpassingen van tier 2-kapitaal | 0 | 0 | 0 | -60 |
| Achtergestelde schulden6 | 2 396 | 2 396 | 1 997 | 2 174 |
| Achtergestelde leningen aan niet-geconsolideerde entiteiten uit de financiële sector (-) |
0 | 0 | 0 | 0 |
| Minderheidsbelangen op te nemen in tier 2-kapitaal | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Totaal gewogen risicovolume | 119 945 | 119 950 | 113 038 | 113 029 |
| Bankactiviteiten | 110 082 | 110 087 | 103 201 | 103 192 |
| Kredietrisico | 94 213 | 94 218 | 88 051 | 88 042 |
| Marktrisico7 | 2 026 | 2 026 | 2 116 | 2 116 |
| Operationeel risico | 13 843 | 13 843 | 13 034 | 13 034 |
| Verzekeringsactiviteiten | 9 133 | 9 133 | 9 133 | 9 133 |
| Holdingactiviteiten en eliminatie van intercompanytransacties | 729 | 729 | 704 | 704 |
| Solvabiliteitsratio's | ||||
| Common equity ratio (of CET1-ratio) | 15,0% | 13,9% | 15,2% | 13,8% |
| Tier 1-ratio | 16,5% | 15,4% | 16,8% | 15,4% |
| Totale kapitaalratio | 18,7% | 17,5% | 18,8% | 17,5% |
1 Het verschil tussen het fully loaded-cijfer en het transitioneel cijfer op 31-12-2024 wordt verklaard door het nettoresultaat voor 2024 (3 333 miljoen euro volgens de Deense compromismethode), het voorgestelde slotdividend (-1 926 miljoen euro), en de impact van de IFRS 9-overgangsmaatregelen en het IRB-overschot/tekort (-81 miljoen euro).
2 Cijfers gecontroleerd door de commissaris (behalve de lijnen IRB-voorzieningstekort, Waardecorrecties door vereisten voor voorzichtige waardering en Aftrek m.b.t. backstops voor non-performing kredieten).
3 Ingevolge CRR moet er rekening worden gehouden met een voorzichtige waardering bij de berekening van het beschikbare kapitaal. Dat betekent dat alle tegen reële waarde gewaardeerde activa die een invloed hebben op het beschikbare kapitaal (door wijzigingen van de reële waarde in de winst-en-verliesrekening of in het eigen vermogen), moeten worden teruggebracht tot hun voorzichtige waarde. Het verschil tussen de reële waarde en de voorzichtige waarde (ook aanvullende waardecorrectie genoemd) moet worden afgetrokken van de CET1-ratio.
4 Backstops voor non-performing kredieten verwijzen naar de minimale dekkingsvereisten voor non-performing kredieten voor kredieten die na 26 april 2019 zijn verstrekt (de CRR vereist dat ze worden afgetrokken van CET1) en de minimale dekkingsverwachtingen van de ECB voor non-performing kredieten, voor posities die na 1 april 2018 in gebreke zijn gebleven maar vóór 26 april 2019 zijn aangegaan (KBC heeft besloten om eventuele tekorten ten opzichte van de verwachtingen van de toezichthouder vrijwillig van het CET1 af te trekken).
5 KBC Groep heeft in september 2024 een nieuwe AT1 uitgegeven voor een bedrag van 750 miljoen euro en heeft tegelijkertijd 636 miljoen euro ingekocht van het AT1-instrument van 1 miljard euro dat in april 2018 is uitgegeven met een eerste calldatum van 24 oktober 2025.
6 Het EBA Monitoring-rapport inzake AT1-, tier 2- en voor TLAC/MREL in aanmerking komende schuldinstrumenten (27 juni 2024) beveelt aan om voor de berekening van de eigen middelen de boekwaarden te gebruiken (inclusief de geprorateerde rente en afdekkingsveranderingen) in plaats van nominale bedragen. KBC heeft deze EBA-aanbeveling toegepast: per 31-12-2024 had dat een positieve impact op het tier 2-kapitaal op het niveau van KBC Groep van 47 miljoen euro.
7 De multiplicator van HVAR en SVAR die voor de berekening van het marktrisico wordt gebruikt, is gelijk aan 3,0.
De fully loaded CET1-ratio daalde van 15,2% eind 2023 naar 15,0% eind 2024. Dat wordt verklaard door de winst over 2024 (invloed van +2,9 procentpunten), het voorgestelde dividend van 4,85 euro per aandeel (0,70 euro aan buitengewoon dividend met betrekking tot 2023 en een voorgesteld dividend van 4,15 euro met betrekking tot 2024; invloed van -1,7 procentpunten), de toename van de risicogewogen activa (invloed van -1,1 procentpunt) en prudentiële aanpassingen (onder meer DTA en IRB-tekort; invloed van -0,5 procentpunten).
Noot: de opname in de winst-en-verliesrekening (+0,3 miljard euro) van de uitgestelde belastingvordering die voortkomt uit de liquidatie van Ierland is in mindering gebracht op het reglementaire kapitaal (-0,3 miljard euro) en is daarom neutraal voor het reglementaire kapitaal van KBC. De toepassing van een dividenduitkering van 50% op het extra resultaat van 0,3 miljard euro had echter een beperkte
negatieve impact op KBC's fully loaded CET1-ratio van -0,13%-punt.
In de aanloop naar het Basel 4-tijdperk en onder toepassing van een statische balans (eerste helft van 2024) en alle andere parameters ceteris paribus, zonder enige beperkende maatregelen, schat KBC:
De invloed op de common equity ratio van de belangrijkste overnames en verkopen in 2024 en 2023 beschrijven we in Toelichting 6.6 van het deel Geconsolideerde jaarrekening.
| Solvabiliteit op groepsniveau (geconsolideerd; CRR/CRD, deductiemethode) (in miljoenen euro) |
31-12-2024 Fully loaded |
31-12-2024 Transitioneel |
31-12-2023 Fully loaded |
31-12-2023 Transitioneel |
|---|---|---|---|---|
| Kernkapitaal (common equity) | 17 303 | 15 843 | 16 521 | 14 755 |
| Totaal gewogen risicovolume | 115 372 | 115 044 | 108 287 | 107 858 |
| Common equity ratio | 15,0% | 13,8% | 15,3% | 13,7% |
Beknopte solvabiliteitsberekeningen voor KBC Bank en KBC Verzekeringen vindt u in de Geconsolideerde Jaarrekening onder Toelichting 6.7.
De uit te keren bedragen (dividendbetalingen, betalingen in verband met additional tier 1-instrumenten of variabele beloning) zijn beperkt wanneer de hierboven beschreven gezamenlijke buffervereisten niet nageleefd worden. Die beperking wordt aangeduid als de drempels voor maximaal uitkeerbare bedragen.
| Buffer ten opzichte van de totale kapitaalvereiste (OCR) (geconsolideerd, volgens CRR/CRD, Deense compromismethode) |
31-12-2024 Fully loaded |
31-12-2024 Transitioneel |
31-12-2023 Fully loaded |
31-12-2023 Transitioneel |
|---|---|---|---|---|
| CET1 Pijler 1-minimum | 4,50% | 4,50% | 4,50% | 4,50% |
| Pijler 2-vereiste waaraan moet worden voldaan met CET1 | 1,09% | 1,05% | 1,05% | 1,05% |
| Conserveringsbuffer | 2,50% | 2,50% | 2,50% | 2,50% |
| Buffer voor systeemrelevante instellingen (O-SII) | 1,50% | 1,50% | 1,50% | 1,50% |
| Systeemrisicobuffer | 0,14% | 0,14% | 0,14% | 0,21% |
| Entiteitsspecifieke contracyclische buffer | 1,15% | 1,12% | 1,24% | 0,67% |
| Totale kapitaalvereiste (OCR) – met P2R-opsplitsing, CRD artikel 104a (4) | 10,88% | 10,80% | 10,92% | 10,43% |
| CET1 gebruikt om tekort in AT1-korf op te vangen (B) | 0,27% | 0,29% | 0,30% | 0,30% |
| CET1 gebruikt om tekort in T2-korf op te vangen (C) | 0,30% | 0,33% | 0,45% | 0,36% |
| CET1-vereiste voor MDA (A+B+C) | 11,45% | 11,42% | 11,68% | 11,09% |
| CET1-kapitaal (in miljoenen euro) | 17 947 | 16 621 | 17 236 | 15 639 |
| CET1-buffer (= buffer ten opzichte van MDA), in miljoenen euro | 4 212 | 2 919 | 4 036 | 3 105 |
KBC moet ook zijn solvabiliteitspositie bekendmaken, berekend volgens de richtlijn betreffende financiële conglomeraten. Volgens die richtlijn wordt het beschikbare eigen vermogen berekend op basis van de geconsolideerde positie van de groep en de in aanmerking komende vermogensbestanddelen die in de desbetreffende sectorale voorschriften als zodanig worden aangemerkt, namelijk CRD voor het bankbedrijf en Solvency II voor het
verzekeringsbedrijf. Het resultaat van die berekening moet worden vergeleken met een kapitaalvereiste uitgedrukt als een risicogewogenactivabedrag. Voor dat laatste cijfer wordt de kapitaalvereiste voor het verzekeringsbedrijf (op basis van Solvency II) vermenigvuldigd met 12,5 om een risicogewogenactiva-equivalent te verkrijgen (in plaats van de risicoweging van 370% die aan de vermogenswaarde in de verzekeringsonderneming werd toegekend bij de Deense compromismethode).
KBC moet voldoen aan de Pijler 1-vereisten. Op het niveau van de FICOD-ratio zijn geen Pijler 2-vereisten of een managementdoelstelling vastgesteld.
| Solvabiliteit op groepsniveau (geconsolideerd, FICOD-methode) (in miljoenen euro) |
31-12-2024 Fully loaded |
31-12-2024 Transitioneel |
31-12-2023 Fully loaded |
31-12-2023 Transitioneel |
|---|---|---|---|---|
| Kernkapitaal (common equity) | 19 456 | 18 563 | 18 625 | 17 536 |
| Totaal gewogen risicovolume | 138 265 | 138 270 | 128 965 | 128 956 |
| Common equity ratio | 14,1% | 13,4% | 14,4% | 13,6% |
| Leverageratio KBC Groep (geconsolideerd, volgens CRR/CRD, Deense compromismethode) (in miljoenen euro) |
31-12-2024 Fully loaded |
31-12-2024 Transitioneel |
31-12-2023 Fully loaded |
31-12-2023 Transitioneel |
|---|---|---|---|---|
| Tier 1-kapitaal | 19 811 | 18 485 | 18 986 | 17 389 |
| Totale exposure | 360 085 | 360 092 | 333 791 | 333 894 |
| Balanstotaal | 373 048 | 373 048 | 346 921 | 346 921 |
| Deconsolidatie van KBC Verzekeringen | -33 734 | -33 734 | -30 980 | -30 980 |
| Overgangsaanpassing | 0 | 7 | 0 | 103 |
| Aanpassing voor derivaten | -885 | -885 | -1 341 | -1 341 |
| Aanpassing voor reglementaire correcties bij de berekening van tier 1-kapitaal |
-2 681 | -2 681 | -2 286 | -2 286 |
| Aanpassing voor blootstellingen aan effectenfinancieringstransacties | 1 686 | 1 686 | 1 357 | 1 357 |
| Blootstelling aan centrale banken | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Off-balance sheet exposure | 22 651 | 22 651 | 20 119 | 20 119 |
| Leverageratio | 5,5% | 5,1% | 5,7% | 5,2% |
Meer details, waaronder een beschrijving van de processen om het risico van een te hoge leverage te beheren, vindt u in het Risk Report van KBC, dat beschikbaar is op www.kbc.com (het Risk Report werd niet geauditeerd door de commissaris).
De ECB en de NBB houden toezicht op KBC op going concern-basis, maar daarnaast moet KBC ook voldoen aan vereisten die de SRB (Single Resolution Board) oplegt. De SRB stelt afwikkelingsplannen op voor de grote banken van de eurozone.
Het afwikkelingsplan voor KBC is gebaseerd op een Single Point of Entry (SPE)-aanpak op KBC-groepsniveau, met de bail-in als voornaamste afwikkelingsinstrument. Een bail-in houdt in dat de bank wordt geherkapitaliseerd en gestabiliseerd door bepaalde ongedekte schulden af te schrijven of ze om te zetten in aandelen. De SPE-aanpak op groepsniveau is een weerspiegeling van het businessmodel van KBC, dat sterk steunt op integratie, zowel commercieel (bv. bank- en verzekeringsactiviteiten) als operationeel (risico, financiën, treasury, ICT, enz.). De schuldinstrumenten die geschikt zijn voor bail-in worden uitgegeven door KBC Groep NV. Die aanpak houdt de groep intact tijdens de afwikkeling en beschermt het bankverzekeringsmodel in going concern.
Het is cruciaal dat er voldoende schulden zijn die in aanmerking komen voor bail-in. Dat wordt gemeten aan de hand van de minimumvereiste voor eigen middelen en in aanmerking komende passiva (MREL). De SRB bepaalt de minimum-MREL voor KBC. Hij heeft aan KBC MRELdoelstellingen meegedeeld, uitgedrukt als een percentage van de risicogewogen activa (RWA) en van de leverage ratio exposure amount (LRE):
Naast een totaal MREL-bedrag vereist de BRRD2 ook dat KBC een bepaald deel van de MREL aanhoudt in achtergestelde vorm. De bindende achtergestelde MRELdoelstellingen zijn:
| MREL (in miljoenen euro) | 31-12-2024 | 31-12-2023 |
|---|---|---|
| Eigen middelen en in aanmerking komende passiva (op transitionele basis) | 36 818 | 34 672 |
| CET1-kapitaal (geconsolideerd, CRR/CRD, Deense compromismethode) | 16 621 | 15 639 |
| AT1-instrumenten (geconsolideerd, CRR/CRD) | 1 864 | 1 750 |
| T2-instrumenten (geconsolideerd, CRR/CRD) | 2 563 | 2 379 |
| Achtergestelde schulden (uitgegeven door KBC Groep NV, maar niet opgenomen in AT1 en T2) | 0 | 8 |
| Senior schulden (uitgegeven door KBC Groep NV, nominaal bedrag, restlooptijd > 1 jaar) | 15 770 | 14 897 |
| Risicogewogen activa (RWA) | 119 950 | 113 029 |
| MREL als percentage van RWA | 30,7% | 30,7% |
| Leverage ratio exposure amount (LRE) | 360 092 | 333 894 |
| MREL als percentage van LRE | 10,2% | 10,4% |
Informatie over ICAAP, ORSA en stresstests wordt verstrekt in het Risk Report van KBC, dat beschikbaar is op www.kbc.com.

De voornaamste aspecten van ons beleid op het vlak van corporate governance zijn opgenomen in het Corporate Governance Charter van KBC Groep NV (hierna het Charter genoemd, gepubliceerd op www.kbc.com). We gebruiken als referentie de Belgische Corporate Governance Code 2020 (hierna de Code 2020 genoemd). U kunt die Code raadplegen op www.corporategovernancecommittee.be. De vennootschap heeft alle bepalingen van die code nageleefd, behoudens de bepalingen waarvan wordt afgeweken, omwille van de redenen toegelicht verderop in dit hoofdstuk.
Meer feitelijke informatie over corporate governance en de toepassing van bepaalde wettelijke bepalingen vindt u in deze Verklaring inzake deugdelijk bestuur.
Tenzij anders vermeld, loopt de beschouwde periode van 1 januari tot 31 december 2024.
In dit hoofdstuk korten we enkele termen af als volgt:
De externe mandaten en een kort curriculum vitae van de leden van de Raad vindt u op www.kbc.com. In de kolommen over de comités geven we het aantal bijgewoonde vergaderingen.


Johan Thijs
Bartel Puelinckx


Erik Clinck



Koenraad Debackere Philippe Vlerick
Alain Bostoen


De Ceuster
Marc
Raf Sels Franky Depickere





Rogerová

Revuelta

Theodoros Roussis

Christine Van Rijsseghem
| Naam | ie Hoofdfunct |
2024 de Raad in Periode in |
huidig man daat Einde |
deringen raadsverga Bijgewoon de |
s bestuurder rende Niet-uitvoe |
elhouders kernaande oordigers Vertegenw |
lijke bestuu rders Onafhanke |
RCC | Benoeming scomité |
ecomité Remunerati |
||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| 12 | AC 7 DC |
10 | 12 | 4 | ||||||||
| Aantal vergaderingen in 2024 | ||||||||||||
| Koenraad Debackere | Voorzitter van de Raad | Volledig jaar | 2027 | 12 | ■ | ■ | 12 (v) | 4 (v) | ||||
| Philippe Vlerick | Ondervoorzitter van de Raad; CEO Vlerick Group | Volledig jaar | 2025 | 12 | ■ | ■ | 8 | 4 | ||||
| Johan Thijs | Voorzitter DC en uitvoerend bestuurder KBC | Volledig jaar | 2028 | 12 | ■ | (v) | ||||||
| Alain Bostoen | CEO Christeyns Groep | Volledig jaar | 2027 | 12 | ■ | ■ | ||||||
| Erik Clinck | Uitvoerend beheerder van Enactus Belgium | Volledig jaar | 2028 | 11 | ■ | ■ | ||||||
| Sonja De Becker | Voorzitter MRBB | Volledig jaar | 2028 | 12 | ■ | ■ | 10 | 11 | ||||
| Marc De Ceuster | Professor Financiële Economie Universiteit Ant werpen |
Volledig jaar | 2027 | 12 | ■ | ■ | 7 (v) | |||||
| Franky Depickere | Gedelegeerd bestuurder; CEO van Cera en KBC Ancora |
Volledig jaar | 2027 | 12 | ■ | ■ | 10 (v) | 12 | ||||
| Frank Donck | Gedelegeerd bestuurder 3D | Volledig jaar | 2027 | 11 | ■ | ■ | 10 | |||||
| Liesbet Okkerse | Financieel directeur gemeente en OCMW Zoersel | Volledig jaar | 2028 | 12 | ■ | ■ | ||||||
| Bartel Puelinckx | Uitvoerend bestuurder KBC | 4 maanden | 2025 | 4 | ■ | |||||||
| Diana Rádl Rogerová | Managing partner van Behind Inventions | 8 maanden | 2028 | 7 | ■ | ■ | 4 | 6 | 10 | |||
| Alicia Reyes Revuelta | Bestuurder van vennootschappen | Volledig jaar | 2026 | 10 | ■ | ■ | 7 | 3* | 4 | |||
| Theodoros Roussis | Voorzitter Ravago Groep | Volledig jaar | 2025 | 11 | ■ | ■ | ||||||
| Raf Sels | CEO MRBB | Volledig jaar | 2027 | 12 | ■ | ■ | ||||||
| Van Rijsseghem Christine |
Uitvoerend bestuurder KBC | Volledig jaar | 2026 | 12 | ■ | |||||||
| Commissaris: PricewaterhouseCoopers (PwC), vertegenwoordigd door Damien Walgrave en Jeroen Bockaert. |
Secretaris van de Raad: Wilfried Kupers.(v) Voorzitter van dit comité.
* Benoemd door de Raad als lid van het RCC in augustus 2024.
Curriculum vitae van Bartel Puelinckx:
• Na een opleiding in de Toegepaste Economische Wetenschappen (KU Leuven) en Rechten (ULB) startte Bartel (°16/12/1965) zijn loopbaan in 1992 bij Kredietbank op de dienst Buitenlandse Handel. In 2002 werd hij bij KBC Bank groepswijd relatiebeheerder voor de belangrijkste multinationale ondernemingsklanten. Van 2006 tot 2010 werkte hij voor K&H, de Hongaarse bankdochter van KBC, waar hij achtereenvolgens verantwoordelijk was voor het segmentbeheer Corporate Banking en vanaf 2007 als lid van het directiecomité van K&H, Human Resources management en Kredietbeleid onder zijn hoede nam. Van 2010 tot 2014 werkte hij als Chief Finance Officer voor ČSOB, de Tsjechische bankdochter van KBC en was hij verantwoordelijk voor Finance Management, Asset & Liability Management, Credit Management en Investor Relations. Sinds 2010 was hij ook lid van de Raad van Bestuur van ČMSS (dochterbank gespecialiseerd in woningfinancieringen) en vertegenwoordigde hij in die Raad ČSOB als belangrijkste aandeelhouder. In juli 2014 keerde hij terug naar België waar hij benoemd werd tot algemeen directeur Groep Finance. In september 2016 werd hij benoemd tot CEO van KBC Securities NV en sinds 1 mei 2019 tot Algemeen Directeur Groep Compliance.
De cv's van de drie andere nieuw voorgestelde bestuurders, het Corporate Governance Charter, de cv's van de overige leden van de Raad en de agenda van de Algemene Vergadering vindt u op www.kbc.com.






| Johan Thijs |
Peter Andronov |
Aleš Blažek |
Erik Luts |
David Moucheron |
Bartel Puelinckx |
Christine Van Rijsseghem |
|---|---|---|---|---|---|---|
| °1965 | °1969 | °1972 | °1960 | °1973 | °1965 | °1962 |
| Belg | Bulgaar | Tsjech | Belg | Belg | Belg | Belg |
| Licentiaat Weten schappen (Toegepaste Wiskunde) en Actuariële Weten schappen |
Licentiaat Fi nance (University of National and World Economy in Sofia) |
Licentiaat Rechten (Charles University Law School in Praag) |
Licentiaat Pedagogische Wetenschappen (KU Leuven) |
Licentiaat in de Rechten (UCL) |
Licentiaat Toegepaste Economische Wetenschappen (KU Leuven) en Rechten (ULB) |
Licentiaat in de Rechten (UGent) |
| (KU Leuven) In dienst sinds* |
In dienst sinds* 2007 |
In dienst sinds* 2014 |
In dienst sinds* 1988 |
In dienst sinds* 2015 |
In dienst sinds* 1992 |
In dienst sinds* 1987 |
| 1988 Groeps-CEO (chief executive officer) |
CEO Divisie Internationale Markten |
CEO Divisie Tsjechië |
CIO (chief innovation officer) |
CEO Divisie België |
CFO (chief financial officer) |
CRO (chief risk officer) |
* In dienst sinds: bij KBC Groep NV, zijn groepsmaatschappijen of entiteiten van voor de fusie (Kredietbank, Cera, ABB, enz.).
• Luc Popelier werd vanaf 1 september 2024 opgevolgd door Bartel Puelinckx. Zie vorige paragraaf.

Op 31 december 2024 telde de Raad 16 leden:
Aangezien de Bankwet bepaalt dat minstens drie leden van het DC ook bestuurder moeten zijn (optredend als 'uitvoerend bestuurder'), is het wettelijk niet mogelijk om een zuiver duale bestuursstructuur in te voeren met een duidelijke scheiding tussen de Raad (strategie, risicobereidheid en toezicht op het management) en het DC (operationeel management). De CEO, CFO en CRO zijn uitvoerend bestuurder.
De kernaandeelhouders (Cera, KBC Ancora, MRBB en de andere kernaandeelhouders) hebben een
aandeelhoudersovereenkomst gesloten om de stabiliteit van het aandeelhouderschap en de langetermijnfocus van het management van de groep te waarborgen en om het algemene beleid van de groep te ondersteunen en te coördineren. Daartoe handelen de kernaandeelhouders in onderling overleg op de algemene vergadering van KBC Groep en waren ze op 31 december 2024 vertegenwoordigd in de Raad door tien bestuurders.
Aan de algemene vergadering van 30 april 2025 zal worden voorgesteld om twee bijkomende onafhankelijke bestuurders te benoemen, waardoor hun aantal zal stijgen van drie naar vijf. Er is dus geen meerderheid van onafhankelijke bestuurders in de Raad. KBC heeft echter een sterke nadruk gelegd op de selectie van onafhankelijke bestuurders van hoog niveau, zowel voor KBC Groep als voor de raden van bestuur van KBC Bank en KBC Verzekeringen. Die personen
hebben een zeer goede reputatie en ze brengen specifieke financiële en bestuurlijke expertise en een diversiteit aan achtergronden mee naar de Raad. Daar komt bij dat in de praktijk de raden van bestuur van KBC Groep, KBC Bank en KBC Verzekeringen steeds samen vergaderen. Omdat er in de Raad van Bestuur van zowel KBC Bank als KBC Verzekeringen ook telkens twee onafhankelijke bestuurders zetelen, zullen er de facto negen onafhankelijke bestuurders aan de (gezamenlijke) vergaderingen van de Raad deelnemen. Het feit dat in deze gezamenlijke vergaderingen van de Raad in principe steeds collegiaal beslist wordt, illustreert ook het belang dat gehecht wordt aan de standpunten van de onafhankelijke bestuurders.
De wens van de kernaandeelhouders dat hun vertegenwoordigers een meerderheid in de Raad hebben, moet worden beschouwd als de tegenhanger van de verbintenis die zij in het kader van hun aandeelhoudersovereenkomst zijn aangegaan met het doel de stabiliteit van het aandeelhouderschap en de continuïteit van de groep te waarborgen. Gezien het langetermijnkarakter van hun engagement hebben de kernaandeelhouders van nature bijzondere aandacht voor waardecreatie, een sterke kapitaalbasis, voorzichtig risicobeheer, duurzaamheid en maatschappelijke relevantie in de geografische gebieden waar de groep actief is. Met ingang van de jaarvergadering zal in alle adviserende comités een meerderheid van onafhankelijke bestuurders zetelen.
Alle leden van het DC nemen deel aan de vergaderingen van de Raad, behalve wanneer de Raad de werking en de remuneratie van de leden van het DC bespreekt en wanneer gevraagd door niet-uitvoerende leden van de Raad.
De Raad heeft een beleid opgesteld over de gewenste diversiteit in de samenstelling van de Raad zelf en van het DC. Dat beleid wil diversiteit garanderen inzake kennis, ervaring, geslacht en geografische achtergrond. Het wil verzekeren dat de Raad en het DC allebei een brede basis van relevante competenties en knowhow kunnen aanspreken en voor hun besluitvormingsproces diverse meningen en input ontvangen.
Het beleid bepaalt dat de Raad evenwichtig moet zijn samengesteld, zodat hij beschikt over een gepaste bank- en verzekeringsexpertise, de nodige ervaring in uitvoerend bestuur en een breed maatschappelijk en technologisch bewustzijn.
Verder bepaalt het beleid dat:
De Raad vergadert in de regel samen met die van KBC Bank en van KBC Verzekeringen. De twee bijkomende onafhankelijke bestuurders in beide raden zorgen voor extra expertise en diversiteit.
Het beleid bepaalt ook dat het DC evenwichtig moet zijn samengesteld, zodat het beschikt over een uitgebreide
kennis van de financiële sector en de vereiste algemene knowhow van alle domeinen waarin KBC actief is.
Verder bepaalt het beleid dat:
De Raad zal toekijken op de correcte toepassing van dit diversiteitsbeleid, wanneer hij beslist over het profiel van een nieuwe bestuurder of een nieuw lid van het DC.
Het Benoemingscomité controleert op regelmatige basis de toepassing van dit beleid en heeft vastgesteld dat het in 2024 effectief werd toegepast. Om de governance van de vennootschap te versterken heeft de Raad op voorstel van het Benoemingscomité beslist om aan de algemene vergadering twee bijkomende onafhankelijke bestuurders ter benoeming voor te dragen.
Een volledig cv van elk lid van de Raad en het DC is te vinden op www.kbc.com, onder Corporate Governance > Management.
Een tabel met enkele indicaties van diversiteit in de Raad en het DC vindt u in het hoofdstuk Duurzaamheidsverklaring (paragraaf 1.2.1).
Op 31 december 2024 zetelden in het AC twee onafhankelijke bestuurders in de zin van en beantwoordend aan de criteria vastgelegd in artikel 7:87 van het WVV en in de Code 2020:
Portugal en Banco Sabadell, en Fellow Professor aan het Institute of Finance and Technology (University College London).
De voorzitter van het AC is:
• Marc De Ceuster: niet-uitvoerend bestuurder, doctor in de toegepaste economische wetenschappen (UFSIA, Antwerpen) en licentiaat in de rechten (UIA, Antwerpen). Hij is hoogleraar Financiële economie aan de Universiteit Antwerpen en uitvoerend bestuurder van CERA en KBC Ancora.
Rekening houdend met de profielen en competenties van de leden van het AC kan worden besloten dat het AC is samengesteld overeenkomstig de vereisten van artikel 7:99 van het WVV en van punt 6.2.3 van het Charter en over de daarin vooropgestelde vaardigheden en ervaring beschikt.
Op 31 december 2024 zetelden in het RCC van KBC Groep NV twee onafhankelijke bestuurders in de zin van en beantwoordend aan de criteria vastgelegd in artikel 7:87 van het WVV en in de Code 2020:
De andere leden van het RCC zijn:
(Vlerick Business School). Hij is gedelegeerd bestuurder van 3D NV, voorzitter van Atenor Group NV en onafhankelijk bestuurder bij Barco NV, Elia System Operator Group NV en Luxempart SA. Hij is ook bestuurder van enkele nietgenoteerde vennootschappen. Hij is lid van de Belgische Commissie Corporate Governance.
• Sonja De Becker, niet-uitvoerend bestuurder, licentiaat in de rechten (KU Leuven). Ze heeft verschillende functies uitgeoefend bij de Boerenbond en Landelijke Gilden en was er van 2015 tot 2022 voorzitter. Momenteel is ze voorzitter van MRBB, Arvesta, Agri Investment Fund, SBB Accountants & Adviseurs, Aktiefinvest en bestuurder van Acerta.
Rekening houdend met de profielen en competenties van de leden van het RCC kan worden besloten dat het is samengesteld overeenkomstig de vereisten van het Charter en over de nodige vaardigheden en ervaring beschikt.
Op 31 december 2024 zetelden in het remuneratiecomité twee onafhankelijke bestuurders in de zin van en beantwoordend aan de criteria vastgelegd in artikel 7:87 van het WVV en in de Code 2020:
Het andere lid van het remuneratiecomité is:
• Philippe Vlerick, niet-uitvoerend bestuurder, bachelor in de filosofie en licentiaat in de rechten (KU Leuven), master in
management (Vlerick Business School Gent) en MBA (Indiana University, Bloomington, USA), uitvoerend voorzitter van de Vlerick Group en van UCO, voorzitter van Raymond Uco Denim, BIC Carpets, Pentahold, Besix Group en Smartphoto, niet-uitvoerend bestuurder van Exmar, Concordia Textiles, B.M.T, L.V.D. en Mediahuis, bestuurder van de Vlerick Business School en voorzitter van het Festival van Vlaanderen en van Europalia.
Rekening houdend met de profielen en competenties van de leden van het remuneratiecomité kan worden besloten dat het is samengesteld overeenkomstig de vereisten van het Charter en over de nodige vaardigheden en ervaring beschikt.
Op 31 december 2024 zetelden in het benoemingscomité van KBC Groep NV twee onafhankelijke bestuurders in de zin van en beantwoordend aan de criteria vastgelegd in artikel 7:87 van het WVV en in de Code 2020:
De andere leden zijn:
Rekening houdend met de profielen en competenties van de leden van het benoemingscomité kan worden besloten dat het is samengesteld overeenkomstig de vereisten van het Charter en over de nodige vaardigheden en ervaring beschikt.
De Verklaring inzake deugdelijk bestuur in het jaarverslag moet een opsomming en uitleg geven van de bepalingen van de Code 2020 waarvan wordt afgeweken (comply or explain-principe). Het betreft het volgende:
Bepaling 4.19 van de Code 2020 schrijft voor dat de Raad een Benoemingscomité opricht dat bestaat uit een meerderheid van onafhankelijke niet-uitvoerende bestuurders.
Zoals hierboven toegelicht, was het Benoemingscomité op 31 december 2024 samengesteld uit vijf bestuurders: de voorzitter van de Raad, die tevens onafhankelijk bestuurder is, een tweede onafhankelijk bestuurder en drie vertegenwoordigers van de vaste aandeelhouders.
Bij de samenstelling van het Benoemingscomité hield de groep rekening met de specificiteit van de aandeelhoudersstructuur en in het bijzonder met de aanwezigheid van de kernaandeelhouders. De Raad achtte het wenselijk hen, in het licht van hun langetermijnengagement, op een gepaste wijze te betrekken bij de werkzaamheden van dit comité. Met ingang van de jaarvergadering van 30 april 2025 zal ook het Benoemingscomité zijn samengesteld uit een meerderheid van onafhankelijke bestuurders en dit in overeenstemming met de bepalingen van de Code 2020.
Verder schrijft de Code 2020 voor dat de Verklaring inzake deugdelijk bestuur alle relevante informatie moet bevatten over gebeurtenissen die de governance hebben beïnvloed. Behalve datgene wat hiervoor al is toegelicht, hebben zich in 2024 geen andere dergelijke gebeurtenissen voorgedaan.
De commissaris, PwC Bedrijfsrevisoren BV (PwC), wordt vertegenwoordigd door Damien Walgrave en Jeroen Bockaert.
Op voordracht van het AC en met goedkeuring van de toezichthouder wordt KPMG Bedrijfsrevisoren door de Raad voorgedragen voor benoeming als commissaris door de jaarvergadering voor een termijn van drie jaar. De commissaris zal worden vertegenwoordigd door de heren
Kenneth Vermeire en Stéphane Nolf. KPMG Bedrijfsrevisoren werd door de jaarvergadering in 2024 ook al benoemd als auditor voor de assurance van de duurzaamheidsrapportering.
De bezoldiging van de commissaris vindt u in het deel Geconsolideerde jaarrekening, in Toelichting 6.4.
Naast het vervullen van de wettelijk opgelegde taken, het vaststellen van de kwartaalresultaten en de kennisname van de werkzaamheden van het AC, het RCC, het Benoemingscomité en het Remuneratiecomité, en de behandeling en beslissing van de door die comités voorgelegde dossiers, behandelde de Raad onder meer de volgende onderwerpen:
Maandelijks bracht het DC verslag uit over de resultaatsontwikkeling en de algemene gang van zaken bij de verschillende divisies van de groep. Daarnaast besteedde de Raad aandacht aan de strategie en de specifieke uitdagingen in de verschillende activiteitsdomeinen.
Ook worden er regelmatig opleidingssessies georganiseerd voor alle leden van de Raad (nieuw benoemde bestuurders volgen daarnaast ook een uitgebreid introductieprogramma). De volgende topics kwamen aan bod: generatieve artificiële intelligentie, het interne modellenlandschap, de omzetting van de CSRD, de EU-datastrategie, Basel IV en MiCAR. Ook werd een exhaustief opleidingsprogramma ontwikkeld en uitgerold over de verzekeringsactiviteiten.
In de Duurzaamheidsboordtabel (Sustainability Dashboard) van KBC zijn duurzaamheidsparameters opgenomen waarmee de stand van zaken binnen de KBC-groep wordt opgevolgd en zo nodig kan worden bijgestuurd. Twee keer per jaar beoordeelt de Raad de evolutie van die parameters. U vindt meer informatie hierover in onze Duurzaamheidsverklaring.
Het AC heeft onder meer de opdracht om de Raad te adviseren over de integriteit van de financiële en nietfinanciële rapportering en de doeltreffendheid van het interne controleproces en het risicobeheer. Het AC stuurt de interne auditfunctie aan en houdt toezicht op de externe revisor. Het AC van KBC Groep vervult die rol ook voor KBC Global Services.
Het AC vergaderde in aanwezigheid van de voorzitter van het DC, de groeps-CRO, de groeps-CFO, de interne auditor, de compliance officer en de erkende revisoren. Naast de bespreking van de vennootschappelijke en geconsolideerde jaarrekening, het jaarverslag, de halfjaar- en kwartaalcijfers, de goedkeuring van de desbetreffende persberichten en de bespreking van de bevindingen van de revisor – inclusief de onafhankelijkheidsverklaring – werden ook de kwartaalverslagen van de interne auditor besproken, inclusief de goedkeuring van het auditjaarplan.
Het AC besprak bovendien:
Het RCC adviseert de Raad over de huidige en toekomstige risicotolerantie en risicostrategie en staat de Raad bij in de uitoefening van het toezicht op het uitvoeren van die strategie door het DC. Het RCC waakt erover dat de prijzen van de activa en passiva en van de categorieën van producten die niet in de balans zijn opgenomen en die aan de klanten worden aangeboden, rekening houden met de risico's die de instelling loopt. Daarbij wordt gelet op haar bedrijfsmodel en haar strategie inzake risico's, met name de risico's die kunnen voortvloeien uit de types van producten die aan de klanten worden aangeboden, in het bijzonder reputatierisico's. Het RCC waakt over de risico- en de compliancefuncties. Het RCC van KBC Groep vervult die rol ook voor KBC Global Services.
Het RCC vergaderde in aanwezigheid van de voorzitter van het DC, de groeps-CRO, de groeps-CFO, de interne auditor, de compliance officer en de erkende revisoren. Naast de bespreking van de periodieke rapporteringen van de risicofunctie en de compliance officer werd ook aandacht besteed aan de rapportering van de juridische, fiscale en kantoorinspectiediensten.
Het RCC besteedde in het bijzonder aandacht aan:
Het Benoemingscomité van KBC Groep NV vervult die rol ook voor KBC Verzekeringen, KBC Bank en KBC Global Services.
Belangrijkste behandelde onderwerpen:
Het Remuneratiecomité van KBC Groep NV vervult die rol ook voor KBC Verzekeringen, KBC Bank en KBC Global Services. Het Remuneratiecomité vergaderde altijd in aanwezigheid van de voorzitter van het RCC en meestal ook van de voorzitter van het DC.
Belangrijkste behandelde onderwerpen:
Voor een algemene beschrijving van de werking van de Raad en zijn comités, zie hoofdstukken 5 en 6 van het Corporate Governance Charter van KBC Groep NV op www.kbc.com.
Onder leiding van zijn voorzitter en met de hulp van het Benoemingscomité evalueert de Raad minstens om de drie jaar zijn eigen prestaties, zijn interactie met het DC en zijn omvang, samenstelling en werking, alsook die van de comités.
Minstens om de drie jaar evalueert ieder comité van de Raad zijn eigen samenstelling en werking. Het brengt daarover verslag uit bij de Raad en doet indien nodig voorstellen.
De bestuurders die worden voorgesteld voor herbenoeming worden individueel geëvalueerd m.b.t. hun aanwezigheid in de vergaderingen van de Raad en de comités en hun engagement en constructieve betrokkenheid in
besprekingen en besluitvorming. Die evaluatie gebeurt door het Benoemingscomité.
Op initiatief van de voorzitter van het DC bespreekt het voltallige DC eens per jaar zijn doelstellingen en beoordeelt het daarbij zijn prestaties. De voorzitter van het DC maakt jaarlijks een individuele beoordeling van de leden van het DC. Die wordt verder besproken in het remuneratiecomité en goedgekeurd door de Raad. De individuele beoordeling van de voorzitter van het DC gebeurt door de voorzitter van de Raad in samenspraak met het Remuneratiecomité en wordt goedgekeurd door de Raad.

In de loop van het boekjaar 2024 vereiste de beslissing van de Raad inzake de evaluatie van de leden van het DC de toepassing van artikel 7:115 van het WVV. Het voorstel werd besproken op de vergadering van de Raad van 7 februari 2024. Het verslag luidt als volgt (vertaling):
De Raad bespreekt op voorstel van het Remuneratiecomité de individuele prestatiescore van de leden van het Directiecomité (behalve de CEO). De Raad gaat akkoord. De CEO verlaat vervolgens de vergadering en de Raad bespreekt het voorstel van het Remuneratiecomité met betrekking tot de individuele prestatiescore van de CEO en gaat hiermee akkoord.
De voorzitter legt verder uit dat het Remuneratiecomité de (collectieve) KPI's van het Directiecomité voor 2023 heeft besproken en tot een globale score van 98,92% is gekomen (vergeleken met 97,79% in 2022). Aangezien voor de CRO de risk & control-parameters dubbel tellen en de
businessparameters buiten beschouwing worden gelaten (vanwege regelgeving), is de eindscore voor de CRO 98,58%.
Daarnaast vereiste de beslissing van de Raad tot het verlenen van kwijting aan de leden van het DC, in uitvoering van artikel 7:109, §3 van het WVV, de toepassing van artikel 7:115 van het WVV. Het voorstel werd besproken op de vergadering van de Raad van 14 maart 2024. Het verslag luidt als volgt (vertaling):
Er wordt toegelicht dat KBC Groep een duaal bestuursmodel heeft, maar dat drie leden van het Directiecomité ook lid moeten zijn van de Raad van Bestuur. Artikel 7:109, §3 WVV bepaalt dat de Raad, na de vaststelling van de jaarrekening, moet beslissen over de aan de leden van het Directiecomité te verlenen kwijting. De Raad moet de vermogensrechtelijke gevolgen van de voorgestelde beslissing omschrijven en het voorgenomen besluit verantwoorden.
De Raad erkent dat er een belangenconflict is van vermogensrechtelijke aard, maar dat er geen vermogensrechtelijke gevolgen zijn vermits de Raad niet de intentie heeft om een vordering tot schadevergoeding in te dienen tegen het Directiecomité en zijn leden. De Raad beslist om kwijting te verlenen aan de leden van het Directiecomité.
Er kwamen geen belangenconflicten voor die een toepassing van artikel 7:116 of 7:117 WVV vereisten.
Transacties tussen de vennootschap en haar bestuurders en leden van het DC die niet onder de wettelijke regeling inzake belangenconflicten vallen
Geen.
De Dealing Code voorziet in de opstelling van een lijst van sleutelmedewerkers, de bepaling van jaarlijkse sperperiodes en de kennisgeving aan de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten (FSMA) van verhandelingen door
personen met leidinggevende verantwoordelijkheid en door met hen verbonden personen.
Deel 1: Beschrijving van de belangrijkste kenmerken van de interne controle- en risicobeheersystemen binnen KBC
Een duidelijke strategie, organisatiestructuur en bevoegdheidsverdeling vormen het kader voor een deugdelijke bedrijfsvoering
We bespreken de strategie en de organisatiestructuur van de KBC-groep in de hoofdstukken Ons bedrijfsmodel en Onze strategie van dit jaarverslag.
De beleidsstructuur binnen de KBC-groep is geschoeid op een functioneel duale structuur naar Belgisch model:
Het Charter beschrijft voor beide beleidsorganen hun respectieve bevoegdheden, hun samenstelling en werking, en de kwalificaties waaraan hun leden moeten voldoen.
Deontologie en integriteit zijn essentiële onderdelen van deugdelijk ondernemen. Eerlijkheid, integriteit, transparantie en confidentialiteit maken samen met een doordachte risicobeheersing deel uit van de strenge ethische normen die KBC hanteert, en dit zowel naar de letter als naar de geest van de regelgeving.
We verwijzen naar onze Duurzaamheidsverklaring verderop in dit jaarverslag, waar we dieper ingaan op (ons beleid inzake) onder meer integriteit, bestrijding van corruptie en omkoping, antiwitwaspraktijken, verantwoordelijke belastingbetalers, klokkenluiders en gegevensbescherming.
Dergelijke onderwerpen maken deel uit van diverse (excathedra en/of digitale) opleidingen (zie tabel).
Gevolgde opleidingen, 2024, KBC-groep In procent van het geselecteerde doelpubliek
| Opleiding bestrijding van corruptie en omkoping | 99% |
|---|---|
| Opleiding antiwitwaspraktijken | 98% |
| GDPR | 99% |
| Andere gegevens, 2024, KBC-groep | Aantallen |
| Ontvangen (non-MiFiD) belangenconflicten | 35 |
| Gemelde ontvangen giften (van 250 euro of meer) | 34 |
| Ontvangen klokkenluidersmeldingen | 25 |
De business draagt de volle verantwoordelijkheid voor alle risico's van zijn activiteitsdomein en moet zorgen voor effectieve controles. De business verzekert hierbij dat de juiste controles op de juiste manier uitgevoerd worden, er voldoende kwaliteit schuilt in de zelfbeoordelingen van de risico's van de eigen business, er voldoende risicobewustzijn aanwezig is en er voldoende prioriteit en ruimte gegeven wordt aan risico-onderwerpen.
Onafhankelijk van de business formuleren de tweedelijnsrisico- en controlefuncties hun eigen mening aangaande de risico's waarmee KBC geconfronteerd wordt. Op die manier zorgen de tweedelijnsrisico- en controlefuncties voor toezicht op de controle-omgeving en de genomen risico's, evenwel zonder de primaire verantwoordelijkheid over te nemen van de eerste lijn. De taak van de tweedelijnsfuncties bestaat erin risico's te identificeren, te meten en te rapporteren. Om te verzekeren dat de risicofunctie gehoord wordt, hebben de chief risk officers een vetorecht dat gebruikt kan worden in de verschillende comités waar belangrijke beslissingen worden genomen. De tweedelijnsrisico- en controlefuncties ondersteunen eveneens de consistente implementatie van het risicobeleid, het groepswijde kader, enz. doorheen de groep. Ze zien bovendien toe op de toepassing ervan. De compliancefunctie is een onafhankelijke functie binnen de groep. Ze wordt gekenmerkt door haar specifieke statuut (zoals bepaald in de wet- en regelgeving en zoals vertaald in het Compliance Charter), haar plaats in het organogram (hiërarchisch onder de CRO, met een functionele rapporteringslijn naar de voorzitter van het DC) en de bijhorende rapporteringslijnen (rapportering aan het RCC en in bepaalde gevallen zelfs aan de Raad). Haar hoofddoel is te voorkomen dat KBC een compliancerisico loopt of schade lijdt, van welke aard ook, als gevolg van het niet-naleven van de toepasselijke wetten, regelgeving of interne regels die tot het toepassingsgebied van de compliancefunctie behoren of binnen de domeinen vallen die het DC haar heeft toegewezen. Daarom besteedt de compliancefunctie
bijzondere aandacht aan de naleving van het Integriteitsbeleid.
Als onafhankelijke controlefunctie zorgt de actuariële functie voor een bijkomende kwaliteitsbewaking door het verschaffen van deskundig technisch actuarieel advies aan de Raad, het RCC, het DC van KBC Groep NV en van de KBC-verzekeringsgroep en elke (her)verzekeringsentiteit binnen de groep. Dat advies betreft onder meer de berekening van de technische voorzieningen voor verzekeringsverplichtingen, het herverzekeringsbeleid en het onderschrijvingsrisico. De onafhankelijkheid van de actuariële functie wordt ondersteund door het aangepaste statuut van de functie, zoals beschreven in het Charter van de actuariële functie.
Interne Audit verschaft redelijke zekerheid (reasonable assurance) omtrent de effectiviteit en efficiëntie van de interne controle- en risicobeheerprocessen, inclusief Corporate Governance. Als onafhankelijke derdelijnscontrole – rapporterend aan het AC – voert het daartoe risicogestuurde audits uit. Het ziet er ook op toe dat er beleidsmaatregelen en processen zijn die consistent toegepast worden binnen de Groep, zodat de continuïteit van de activiteiten gegarandeerd is. Verantwoordelijkheden, kenmerken, organisatiestructuur en
rapporteringslijnen, toepassingsgebied, auditmethodes, samenwerking tussen interne-auditafdelingen van de KBC-groep en uitbesteding van interne-auditactiviteiten worden beschreven en toegelicht in het Auditcharter van KBC Groep NV.
Conform internationale professionele auditstandaarden licht een externe derde partij de auditfunctie op regelmatige tijdstippen door.
Het DC beoordeelt jaarlijks of het interne controle- en risicobeheersysteem nog aan de vereisten voldoet en rapporteert daarover aan het AC en het RCC. Die comités houden namens de Raad toezicht op de integriteit en doeltreffendheid van de interne controlemaatregelen en van het risicobeheer zoals dat onder de verantwoordelijkheid van het DC is opgezet. Het AC besteedt hierbij specifieke aandacht aan een correcte financiële verslaggeving. De comités bekijken ook of de door de vennootschap opgezette procedures voldoen aan de wet en andere reglementeringen. Hun rol, samenstelling en werking en de kwalificatie van hun leden zijn vastgelegd in hun respectieve charters, die deel uitmaken van het Charter. In andere paragrafen vindt u bijkomende informatie over deze comités.
De periodieke rapportering op het niveau van de vennootschap resulteert uit een gedocumenteerd boekhoudkundig proces. De boekhoudprocedures en het financiële verslaggevingsproces zijn gedocumenteerd in een uitvoerige handleiding. De periodieke financiële staten worden rechtstreeks aangemaakt vanuit het grootboek. De boekhoudkundige rekeningen worden getoetst aan de achterliggende inventarissen. Het resultaat van die controles kan worden aangetoond. De periodieke financiële staten worden opgesteld conform de lokale waarderingsregels. De periodieke rapportering over het eigen vermogen wordt opgesteld conform de IFRS-waarderingsregels en de recentste besluiten van de Nationale Bank van België (NBB).
De belangrijkste verbonden ondernemingen beschikken over een aangepaste boekhoudkundige en administratieve organisatie en hebben procedures voor financiële interne controles. Het consolidatieproces wordt uiteengezet in een beschrijvend document. Het consolidatiesysteem en het consolidatieproces zijn al geruime tijd operationeel en bevatten talrijke consistentiecontroles.
De geconsolideerde financiële staten worden opgesteld conform de IFRS-waarderingsregels, die van toepassing zijn voor alle in de consolidatie opgenomen vennootschappen. De verantwoordelijke financiële directies (CFO's) van de dochterondernemingen attesteren de juistheid en de volledigheid van de gerapporteerde financiële cijfers, conform de groepswaarderingsregels. Het fiatteringscomité (approval commission), dat wordt voorgezeten door de directeurs van Investor Relations Office en van Experts, Reporting & Accounting, controleert de naleving van de IFRS-waarderingsregels en de volledigheid van de IFRStoelichtingsvereisten.
Conform de Bankwet heeft het DC van KBC Groep NV een evaluatie gemaakt van het interne controlesysteem met betrekking tot het financiële verslaggevingsproces en daarover een verslag opgesteld.
De groepswijde uitrol van procedures voor versnelde afsluiting, de opvolging van verrichtingen tussen groepsmaatschappijen (Intercompanies) en de permanente follow-up van een aantal risico-, prestatie- en kwaliteitsindicatoren dragen continu bij tot de verhoging van de kwaliteit van het boekhoudkundige proces en het financiële verslaggevingsproces.
De interne controle van het boekhoudkundige proces steunt sinds 2006 op groepswijde standaarden inzake boekhoudkundige controles (Group Key Control Accounting and External Financial Reporting). Die regels om de voornaamste risico's van het boekhoudkundige proces te beheersen, bepalen het opzetten en onderhouden van de architectuur van het boekhoudkundige proces: het opstellen en onderhouden van waarderingsregels en boekhoudschema's, het naleven van regels inzake autorisatie en functiescheiding bij de boekhoudkundige registratie van verrichtingen en het opzetten van een gepast eerstelijns- en tweedelijnsrekeningbeheer.
Het Challenger Framework en het Data Management Framework definiëren een degelijk beheer en beschrijven duidelijk de rollen en verantwoordelijkheden van de verschillende actoren binnen het financiële verslaggevingsproces. Het doel is de rapporteringsrisico's drastisch te verminderen door de inputdata te toetsen en de analyse, en dus het inzicht in de gerapporteerde cijfers, te verbeteren.
Jaarlijks moeten de juridische entiteiten, ter voorbereiding van de Internal Control Statement aan de toezichthouders, zelf beoordelen of ze voldoen aan de Group Key Control Accounting and External Financial Reporting. Het resultaat van die zelfbeoordeling wordt geregistreerd in de Group Risk Assessment Tool van de risicofunctie. Hierbij worden Business Process Management-technieken (BPM) toegepast, gebruikmakend van procesinventarissen, procesbeschrijvingen (Turtle Diagrams) en analyses van de potentiële risico's in de processen (Failure Mode & Effects Analysis (FMEA)), aangevuld met een door de CFO's ingevulde vragenlijst. Daarmee bevestigen de CFO's formeel en onderbouwd dat binnen hun entiteit alle gedefinieerde rollen en verantwoordelijkheden met betrekking tot het end-to-endproces van de externe financiële verslaggeving adequaat worden opgenomen.
Interne Audit van KBC Groep NV auditeert het boekhoudkundige proces en het externe financiële verslaggevingsproces end-to-end, zowel statutair als geconsolideerd.
Bekendmaking ter uitvoering van artikel 34 van het Belgische KB van 14 november 2007 betreffende de verplichtingen van emittenten van financiële instrumenten die zijn toegelaten tot de verhandeling op een gereglementeerde markt
Het maatschappelijke kapitaal is volgestort en wordt vertegenwoordigd door 417 544 151 maatschappelijke aandelen zonder nominale waarde. Meer informatie in het deel Overige informatie.
Jaarlijks voert KBC Groep NV een kapitaalverhoging door voor het personeel van KBC Groep NV en bepaalde van zijn Belgische dochtervennootschappen. Als de uitgifteprijs van de nieuwe aandelen een korting vertoont ten opzichte van de vastgestelde slotkoers, kan het personeelslid die nieuwe aandelen niet overdragen gedurende een periode van twee jaar te rekenen vanaf de betaaldatum, tenzij in geval van overlijden van het personeelslid.
De aandelen uitgegeven bij de kapitaalverhoging in 2024 zijn nog geblokkeerd tot 11 december 2026. De aandelen uitgegeven bij de kapitaalverhoging in 2023 zijn uitgegeven zonder korting en bijgevolg niet geblokkeerd.
Nihil.
4 Mechanisme voor de controle van aandelenplannen voor werknemers wanneer de zeggenschapsrechten niet rechtstreeks door de werknemers worden uitgeoefend Nihil.
De stemrechten verbonden aan de aandelen die in het bezit zijn van KBC Groep NV en zijn rechtstreekse en onrechtstreekse dochtervennootschappen zijn geschorst. Zie Toelichting 5.10. in het deel Geconsolideerde jaarrekening.
De kernaandeelhouders van KBC Groep NV bestaan uit KBC Ancora NV, haar moederonderneming Cera CV, MRBB BV en een groep van rechtspersonen en natuurlijke personen die worden aangeduid als Andere vaste aandeelhouders.
Uit de meest recente kennisgevingen van deze kernaandeelhouders blijkt het volgende aandelenbezit:
| • | KBC Ancora NV | 77 516 380 |
|---|---|---|
| • | Cera CV | 16 555 143 |
| • | MRBB BV | 51 905 219 |
| • | Andere vaste aandeelhouders | 28 247 408 |
| • | Totaal | 174 224 150 |
| (41,7% van totaal op 31 december 2024) |
Tussen deze kernaandeelhouders werd een aandeelhoudersovereenkomst gesloten die voorziet in een contractueel aandeelhouderssyndicaat. Dat bevat de regels m.b.t. de gesyndiceerde aandelen, het beheer van het aandeelhouderssyndicaat, de syndicaatsvergaderingen, de stemrechten binnen het aandeelhouderssyndicaat, voorkooprechten in het geval van overdracht van bepaalde gesyndiceerde aandelen, de uittreding uit de overeenkomst en de duur van de overeenkomst. Behalve voor een beperkt aantal beslissingen beslist de syndicaatsvergadering met een tweederdemeerderheid, met dien verstande dat geen enkele van de aandeelhoudersgroepen een beslissing kan blokkeren. De aandeelhoudersovereenkomst werd verlengd voor een periode van tien jaar, met ingang van 1 december 2024.
Benoeming en vervanging van leden van de Raad: De benoeming van kandidaat-bestuurders en de herbenoeming van bestuurders worden door de Raad, na goedkeuring door of kennisgeving aan de toezichthouder, ter goedkeuring voorgesteld aan de Algemene Vergadering. Elk voorstel wordt vergezeld van een gedocumenteerde aanbeveling door de Raad, gebaseerd op het advies van het Benoemingscomité. Onverminderd de toepasselijke wettelijke voorschriften worden de voorstellen tot benoeming ten minste dertig dagen vóór de Algemene Vergadering meegedeeld als een afzonderlijk punt in de agenda van de Algemene Vergadering. In geval van benoeming van een onafhankelijk bestuurder geeft de Raad aan of de kandidaat voldoet aan de onafhankelijkheidscriteria van het WVV (art. 7:87). De Algemene Vergadering benoemt de bestuurders bij gewone meerderheid van de uitgebrachte stemmen. De Raad kiest onder zijn niet-uitvoerende leden een voorzitter en eventueel een of meer ondervoorzitters. Aftredende bestuurders zijn in principe herbenoembaar. Als in de loop van een boekjaar een plaats van bestuurder
openvalt wegens overlijden, ontslag of door een andere
oorzaak, kunnen de overige bestuurders de vacature voorlopig invullen en een nieuwe bestuurder benoemen. In dat geval zal de Algemene Vergadering tijdens haar eerstvolgende bijeenkomst tot een definitieve benoeming overgaan.
De Algemene Vergadering heeft het recht om wijzigingen aan te brengen in de statuten. De Algemene Vergadering kan over wijzigingen in de statuten alleen dan op geldige wijze beraadslagen en beslissen, als de voorgestelde wijzigingen nauwkeurig zijn aangegeven in de oproeping en als de aanwezige of vertegenwoordigde aandeelhouders ten minste de helft van het kapitaal vertegenwoordigen. Is de laatste voorwaarde niet vervuld, dan is een tweede bijeenroeping nodig, en de nieuwe vergadering beraadslaagt en beslist op geldige wijze ongeacht het door de aanwezige of vertegenwoordigde aandeelhouders vertegenwoordigde deel van het kapitaal. Een wijziging is alleen dan aangenomen, als ze drie vierde van de stemmen heeft verkregen (art. 7:153 van het WVV).
Als de statutenwijziging betrekking heeft op het voorwerp van de vennootschap, moet de Raad de voorgestelde wijziging verantwoorden in een omstandig verslag dat in de agenda wordt vermeld. Een wijziging is alleen dan aangenomen, als ze ten minste vier vijfde van de uitgebrachte stemmen heeft verkregen (art. 7:154 van het WVV).
De Algemene Vergadering heeft de Raad tot en met 22 mei 2028 gemachtigd om het maatschappelijke kapitaal in een of meerdere keren te verhogen, in geld of in natura, door de uitgifte van aandelen. De Raad is bovendien tot dezelfde datum gemachtigd om in een of meerdere keren te beslissen tot de uitgifte van al dan niet achtergestelde converteerbare obligaties of van warrants die al dan niet verbonden zijn aan al dan niet achtergestelde obligaties die aanleiding kunnen geven tot verhogingen van het kapitaal. Die machtiging werd verleend ten belope van 146 000 000 euro, waarbij de Raad bevoegd is om, in het belang van de vennootschap, het voorkeurrecht van de bestaande aandeelhouders op te heffen of te beperken, en ten belope van 554 000 000 euro waarbij de Raad niet bevoegd is het voorkeurrecht op te heffen of te beperken. Op 6 november 2024 besliste de Raad gebruik te maken van het toegestane kapitaal om een kapitaalverhoging met opheffing van het voorkeurrecht door te voeren ten gunste van het personeel. Zie verder in het deel Overige informatie, in de toelichtingen bij de vennootschappelijke jaarrekening.
De Algemene Vergadering van 5 mei 2022 heeft de Raad voor een periode van vier jaar, te rekenen vanaf de bekendmaking van dit besluit, gemachtigd om maximaal 10% van de aandelen van KBC Groep NV te verwerven op Euronext Brussels of op een andere gereglementeerde markt, tegen een vergoeding per aandeel die niet hoger mag zijn dan de laatste slotkoers op Euronext Brussels voorafgaand aan de datum van verwerving vermeerderd met tien procent, en niet lager dan één euro. De Raad heeft in 2023 en 2024 met gebruik van deze machtiging 20 980 823 aandelen verworven (samen 5,02% van het aantal aandelen in omloop).
Voor de aandelen van KBC Groep NV in het bezit van KBC Groep NV en zijn dochtervennootschappen, zie Toelichting 5.10 in het deel Geconsolideerde jaarrekening.
9 Belangrijke overeenkomsten waarbij KBC Groep NV partij is en die in werking treden, wijzigingen ondergaan of aflopen in geval van een wijziging van controle over KBC Groep NV na een openbaar overnamebod Nihil.
10 Tussen KBC en zijn bestuurders of werknemers gesloten overeenkomsten die in vergoedingen voorzien wanneer, naar aanleiding van een openbaar overnamebod, de bestuurders ontslag nemen of zonder geldige reden moeten afvloeien of de tewerkstelling van de werknemers beëindigd wordt Nihil.
Meldingen in verband met aandeelhouderschap gebeuren naar aanleiding van de wet van 2 mei 2007, naar aanleiding van de wet op de openbare overnamebiedingen, of op vrijwillige basis. In het deel Verslag van de Raad van Bestuur, hoofdstuk Ons bedrijfsmodel, vindt u een synthese met de meest recente meldingen.
We wijzen erop dat de hierna vermelde gegevens kunnen afwijken van de huidige aantallen in bezit, aangezien een wijziging van het aantal aangehouden aandelen niet altijd aanleiding geeft tot een nieuwe kennisgeving. De meest recente actualisatie van het aandeelhouderschap vindt u in het hoofdstuk Ons bedrijfsmodel, in de paragraaf Ons kapitaal.
| Aandeelhouderschap op 31-12-2024, volgens de meest recente kennisgevingen |
Adres | Aantal KBC-aandelen/ stemrechten (tegenover het huidige aantal aandelen/ stemrechten)1 |
De kennisgeving betreft de situatie op |
|---|---|---|---|
| Kernaandeelhouders1 | |||
| KBC Ancora NV | Muntstraat 1, 3000 Leuven, België | 77 516 380 / 18,56% | 1 december 2024 |
| Cera CV | Muntstraat 1, 3000 Leuven, België | 16 555 143 / 3,96% | 1 december 2024 |
| MRBB BV | Diestsevest 32/5b, 3000 Leuven, België | 51 905 219 / 12,43% | 1 december 2024 |
| Andere vaste aandeelhouders | P.a. Ph. Vlerick, Ronsevaalstraat 2, 8510 Bellegem, België |
28 247 408 / 6,77% | 1 december 2024 |
| Andere aandeelhouders (≥3%) | |||
| Blackrock Inc. | 50 Hudson Yards, New York, NY, 10001, Verenigde Staten |
18 217 405 / 4,36% | 1 oktober 2024 |
| Inkoop eigen aandelen2 | |||
| KBC Groep NV | Havenlaan 2, 1080 Brussel, België | 20 942 766 / 5,02% | 30 juli 2024 |
1 Inclusief de in deel B van de transparantiekennisgeving vermelde voting rights that may be acquired if the instrument is exercised. Als de aandeelhouder onder de drempel van 3% is gezakt in de recentste notificatie, wordt hij niet meer vermeld in de tabel (tenzij hij tot de kernaandeelhouders behoort). KBC publiceert de ontvangen kennisgevingen integraal op www.kbc.com. De gegevens voor de kernaandeelhouders zijn afkomstig van het persbericht van 24-12-2024, beschikbaar op www.kbc.com.
2 Na deze notificatie werd nog een beperkt aantal eigen aandelen ingekocht. Het totaal aantal ingekochte eigen aandelen telt 20 980 823. Het stemrecht verbonden aan deze aandelen is geschorst.
In het kader van de vermelde wet ontving KBC Groep NV in augustus 2024 een geactualiseerde mededeling. De vermelde personen treden op in onderling overleg.
| A Mededelingen door (a) rechtspersonen en (b) natuurlijke personen die 3% of meer van de effecten met stemrecht houden1 | ||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Aandeelhouder | Participatie, aantal |
In procenten2 Aandeelhouder | Participatie, aantal |
In procenten2 | ||||
| KBC Ancora nv | 77 516 380 | 18,56% Niramore International nv | 400 000 | 0,10% | ||||
| MRBB bv | 48 066 407 | 11,51% Cecan Invest nv | 397 563 | 0,10% | ||||
| CERA cv | 16 555 143 | 3,96% Robor nv | 359 606 | 0,09% | ||||
| VIM bv | 4 032 141 | 0,97% Rodep nv | 320 000 | 0,08% | ||||
| Plastiche Finance nv | 3 380 500 | 0,81% Dufinco bv | 300 000 | 0,07% | ||||
| Agev SAK | 2 807 731 | 0,67% Beluval nv | 267 698 | 0,06% | ||||
| Almafin sa | 1 627 127 | 0,39% Bareldam sa | 260 544 | 0,06% | ||||
| Anchorage nv | 1 550 000 | 0,37% Algimo nv | 210 000 | 0,05% | ||||
| De Berk nv | 1 138 208 | 0,27% Gavel nv | 200 000 | 0,05% | ||||
| Cecan nv | 1 087 697 | 0,26% Ibervest nv | 190 000 | 0,05% | ||||
| Pula SAK | 981 450 | 0,24% Iberanfra STAK | 120 107 | 0,03% | ||||
| Rainyve sa | 950 000 | 0,23% Promark International nv | 110 000 | 0,03% | ||||
| Alia sa | 938 705 | 0,22% Agrobos nv | 85 000 | 0,02% | ||||
| Stichting Amici Almae Matris | 917 731 | 0,22% Wiljam nv | 65 000 | 0,02% | ||||
| 3D nv | 911 893 | 0,22% | Hendrik Van Houtte en Co nv |
40 000 | 0,01% | |||
| Alginvest nv | 900 901 | 0,22% Filax Stichting | 38 529 | 0,01% | ||||
| Ceco nv | 591 499 | 0,14% Van Holsbeeck Kristo bv | 18 720 | 0,00% | ||||
| Van Holsbeeck nv | 513 656 | 0,12% Ravago IBP-OFP | 9 833 | 0,00% | ||||
| Sereno sa | 502 408 | 0,12% |
B Mededelingen door natuurlijke personen die minder dan 3% van de effecten met stemrecht houden (deze mededelingen hoeven geen melding te maken van de identiteit van de betrokken natuurlijke personen)
| Participatie, aantal |
In procenten2 | Participatie, aantal |
In procenten2 | |
|---|---|---|---|---|
| – | 900 000 | 0,22% – | 63 562 | 0,02% |
| – | 884 000 | 0,21% – | 50 000 | 0,01% |
| – | 285 000 | 0,07% – | 41 446 | 0,01% |
| – | 285 000 | 0,07% – | 38 000 | 0,01% |
| – | 250 000 | 0,06% – | 33 318 | 0,01% |
| – | 167 498 | 0,04% – | 30 000 | 0,01% |
| – | 125 200 | 0,03% – | 23 131 | 0,01% |
| – | 102 944 | 0,02% – | 18 167 | 0,00% |
| – | 89 562 | 0,02% – | 10 542 | 0,00% |
| – | 81 212 | 0,02% – | 9 915 | 0,00% |
| – | 75 000 | 0,02% – | 3 431 | 0,00% |
| – | 71 168 | 0,02% – | 730 | 0,00% |
| – | 67 479 | 0,02% – | 321 | 0,00% |
1 Dergelijke mededelingen werden niet ontvangen.
2 De berekening is gebaseerd op het totale aantal aandelen op 31 december 2024.
De meest recente actualisatie van het aandeelhouderschap vindt u in het hoofdstuk Ons bedrijfsmodel, in de paragraaf Ons kapitaal.
Het vergoedingsbeleid voor de Raad en het DC houdt rekening met de toepasselijke wetgeving, de Corporate Governance Code en de marktgegevens. Het wordt door het Remuneratiecomité bewaakt en regelmatig getoetst aan de ontwikkelingen in de wetgeving, de Code en de courante marktpraktijken en -tendensen. De voorzitter van het Remuneratiecomité informeert de Raad over de werkzaamheden van het comité en adviseert hem over aanpassingen van het vergoedingsbeleid en de uitvoering ervan. De verslagen van het Remuneratiecomité worden aan de Raad bezorgd ter kennisgeving. De Raad kan het Remuneratiecomité ook opdracht geven om mogelijke aanpassingen van het vergoedingsbeleid te onderzoeken en de Raad daarover te adviseren. Als dat wettelijk vereist is, legt de Raad op zijn beurt aanpassingen van het vergoedingsbeleid ter goedkeuring voor aan de Algemene Vergadering.
Het RCC staat de Raad bij in de uitwerking van een gezond beloningsbeleid en checkt ook jaarlijks of dat beleid en de praktijk consistent zijn met een gezond en effectief risicobeheer en of de stimulansen in de beloningssystemen geen risico's in de hand werken.
Op advies van het Remuneratiecomité beslist de Raad over voorstellen tot wijziging van het vergoedingsregime van de leden van de Raad en draagt die indien nodig ter goedkeuring voor aan de Algemene Vergadering.
Op advies van het Remuneratiecomité en op basis van het vastgelegde vergoedingsbeleid bepaalt de Raad de vergoeding van de leden van het DC en evalueert ze op geregelde tijdstippen. Die vergoeding wordt opgedeeld in een vaste component en een variabele component (resultaats- en prestatiegebonden).
• De Corporate Governance Code schrijft voor dat de leden van de Raad een deel van hun vergoeding moeten ontvangen in de vorm van aandelen van het bedrijf. Het achterliggende idee is dat dit de bestuurders zal aanzetten om te handelen als
langetermijnaandeelhouders of, zoals de Commissie Corporate Governance het verwoordt, om te bewerkstelligen dat de bestuurders 'skin in the game' hebben. Het Remuneratiecomité kan zich achter de filosofie van de regel scharen, maar vindt het, gelet op de specifieke aandeelhoudersstructuur van KBC, niet opportuun om deze regel te volgen. Op de onafhankelijke bestuurders na, zijn alle niet-uitvoerende bestuurders van
KBC immers vertegenwoordigers van de kernaandeelhouders. Deze kernaandeelhouders zijn bij uitstek langetermijnaandeelhouders die samen meer dan 40% van de aandelen van KBC in handen houden. Over 'skin in the game' kan er dus bezwaarlijk twijfel bestaan. Daar nog een beperkt aantal aandelen aan toevoegen via hun vergoeding zal dan ook geen enkele impact hebben. Het Remuneratiecomité vindt het bijgevolg niet nodig om de regel van de Code te implementeren om de beoogde doelstelling te bereiken. De Raad heeft het advies van het Remuneratiecomité gevolgd.
• Verder stelt de Corporate Governance Code dat de Raad het minimumaantal aandelen moet bepalen dat de leden van het DC op persoonlijke titel moeten aanhouden. De achterliggende filosofie hiervan is dat dit de belangen van het uitvoerende management in overeenstemming zou brengen met de belangen van de aandeelhouders en het zou bijdragen aan duurzame waardecreatie. Ook hier stelt de Commissie Corporate Governance dat het gaat om het hebben van 'skin in the game'. Bovendien zou er een positieve correlatie bestaan tussen aandelenbezit door het topmanagement en de toekomstige bedrijfswinst. Het Remuneratiecomité heeft de Raad geadviseerd om deze bepaling van de Code desondanks niet toe te passen. De Raad heeft het advies van het Remuneratiecomité gevolgd. De reden daarvoor is dat het achterliggende idee van deze bepaling en de positieve effecten van aandelenbezit door het topmanagement al diep ingebed zijn in de huidige structuur van de vergoeding van de leden van het DC. Niet alleen wordt de betaling van 60% van hun variabele vergoeding uitgesteld over een periode van vijf jaar, maar bovendien wordt de helft van de variabele vergoeding uitgekeerd in de vorm van phantom stocks. De helft van de variabele vergoeding is m.a.w. gekoppeld aan de evolutie van de waarde van het KBC-aandeel gedurende een periode van zeven jaar volgend op het jaar waarover de variabele vergoeding werd toegekend. Er is dus al behoorlijk wat 'skin in the game'. Aanhoudend goede resultaten en een gunstige evolutie van de koers van het aandeel zijn dus evenzeer belangrijk voor de leden van het DC als voor de aandeelhouders. Daarbovenop de leden van het DC nog verplichten om een pakket KBCaandelen aan te houden zou een al te groot stuk van hun vermogen afhankelijk maken van de evolutie van de koers van het KBC-aandeel.
Het vergoedingsbeleid voor de leden van de Raad en het DC wordt beschreven in de Remuneration Policy voor de Raad van Bestuur en de leden van het Directiecomité, die op 2 mei 2024 door de Algemene Vergadering werd goedgekeurd met 73% van de stemmen.
De belangrijkste principes voor de bepaling van de variabele vergoeding vindt u hierna:
• De vergoeding voor niet-uitvoerende bestuurders bestaat uit (i) een jaarlijkse vaste vergoeding van 20 000 euro die noch prestatiegebonden, noch resultaatsgebonden is
(bestuurders die ook zetelen in KBC Bank en/of KBC Verzekeringen ontvangen daarvoor een bijkomende vaste vergoeding van 10 000 euro), en (ii) het presentiegeld per bijgewoonde vergadering (5 000 euro) (het presentiegeld wordt bij vergaderingen die samen met de Raad van Bestuur van KBC Bank en/of KBC Verzekeringen plaatsvinden, slechts eenmaal uitgekeerd aan de bestuurders die in meerdere van die raden zetelen). Gelet op zijn taak ontvangt de ondervoorzitter een verhoogde vaste vergoeding (30 000 euro extra).
| (op geconsolideerde basis, in euro) (m.b.t. boekjaar 2024) (m.b.t. boekjaar 2024) (m.b.t. boekjaar 2024) Koenraad Debackere 300 000 – – Alain Bostoen 30 000 – 55 000 Eric Clinck 30 000 – 55 000 Sonja De Becker 40 000 60 000 55 000 Marc De Ceuster 65 000 90 000 61 250 |
Vergoeding per individuele bestuurder | Vergoeding | Vergoeding AC en RCC | Presentiegeld | |
|---|---|---|---|---|---|
| Totaal | |||||
| 300 000 | |||||
| 85 000 | |||||
| 85 000 | |||||
| 155 000 | |||||
| 216 250 | |||||
| Franky Depickere 65 000 160 000 61 250 |
286 250 | ||||
| Frank Donck 30 000 60 000 55 000 |
145 000 | ||||
| Liesbet Okkerse 40 000 – 55 000 |
95 000 | ||||
| Vladimira Papirnik (tot 2 mei 2024) 10 000 20 000 30 000 |
60 000 | ||||
| Alicia Reyes Revuelta 30 000 60 000 75 000 |
165 000 | ||||
| Diana Rádl Rogerová (vanaf 2 mei 2024) 20 000 40 000 52 500 |
112 500 | ||||
| Theodoros Roussis 30 000 – 50 000 |
80 000 | ||||
| Raf Sels 30 000 – 55 000 |
85 000 | ||||
| Philippe Vlerick 60 000 – 55 000 |
115 000 |
de risk gateway. Dat bevat een aantal parameters in verband met kapitaal en liquiditeit die bereikt moeten worden alvorens een variabele vergoeding kan worden toegekend. De parameters worden jaarlijks vastgelegd door de Raad. Als een van de opgelegde parameters niet wordt bereikt, wordt er voor dat jaar geen variabele vergoeding toegekend.
• De individuele variabele vergoeding van de leden van het DC wordt bepaald op basis van een evaluatie van de prestaties van het betrokken lid van het DC. Het Remuneratiecomité maakt voor elk lid van het DC een globale evaluatie in het licht van de elementen van onze bedrijfscultuur en het element Respectvol als basiswaarde voor de ganse KBC-organisatie. Op basis daarvan stelt het Remuneratiecomité een percentage tussen 0 en 100% voor aan de Raad die een beslissing neemt over deze eindscore, die uiteindelijk de omvang van de individuele variabele vergoeding bepaalt.
| bele vergoeding aan de leden van het DC | Uitleg* |
|---|---|
| Performance | We streven naar uitstekende resultaten en doen wat we beloven. |
| Empowerment | We bieden elke medewerker de kans zijn creativiteit en talent te ontplooien. |
| Accountability | We nemen onze verantwoordelijkheid op ten opzichte van onze klanten, collega's, aan deelhouders en de maatschappij. |
| Responsiveness | We anticiperen en spelen proactief in op vragen, suggesties, bijdragen en inspanningen van onze klanten, medewerkers en leidinggevenden. |
| Local Embeddedness en groepswijde samen werking |
We zien de verscheidenheid van onze teams en van onze klanten in de verschillende kernmarkten als een troef en we staan dicht bij onze klanten. |
| Respectvol | We behandelen mensen als onze gelijken, we zijn transparant, we vertrouwen ze en waarderen ze om wat ze doen en wie ze zijn. |
* Zie Wat maakt ons tot wie we zijn?
• De collegiale resultaatsgebonden variabele vergoeding van de leden van het DC wordt door de Raad op advies
van het Remuneratiecomité bepaald op basis van een evaluatie van een aantal vooraf afgesproken criteria die betrekking hebben op de geleverde prestaties, zowel van het DC zelf als van het bedrijf (zie tabel). De gehanteerde criteria zijn opgebouwd rond vier grote thema's: implementatie van de strategie, realisatie van de financiële planning, versterking van de risico-omgeving en tevredenheid van alle stakeholders. De prestaties van het DC in elk van deze vier blokken bepalen elk voor respectievelijk 40%, 20%, 20% en 20% de omvang van deze variabele vergoeding (tot en met 2023 was de verdeling 25%/25%/25%/25%; de Raad besliste om het aandeel van het strategische blok op te trekken om het belang van de Ecosphere-strategie en van de toename van het aantal
bankverzekeringsklanten te benadrukken). Het resultaat van de evaluatie op deze criteria wordt vertaald in een percentage tussen 0 en 100%, dat wordt toegepast op het maximale bedrag van de resultaatsgebonden variabele vergoeding. De omvang van de variabele vergoeding is dus maar voor een klein percentage afhankelijk van het behalen van financiële resultaten. Andere elementen zoals risicobeheersing en stakeholdermanagement zijn ook belangrijke factoren bij de bepaling van de omvang van de variabele vergoeding. Ook duurzaamheid wordt alsmaar belangrijker; dit bepaalt vandaag ten minste 30% van de resultaatsgebonden variabele vergoeding.
| leden van het DC | Uitleg | Gewicht* |
|---|---|---|
| Implementatie van de strategie | Naast eventuele specifieke doelstellingen, nadruk op de implementatie van klantgerichtheid, duurzaamheid, en op innovatie. Voor 2024 ging het in hoofdzaak over de verdere vooruitgang in de implementatie van de Ecosphere-strategie (o.a. Kate en Kate Coins), de kwalitatieve en kwan titatieve vooruitgang op het vlak van bankverzekeringsklanten, digitale verkoop en STP (straight-through processing), en de Temenos-imple mentatie en -vooruitgang, kwalitatief en kwantitatief, in de belangrijkste duurzaamheidsindicatoren. |
40% |
| Realisatie van de financiële planning | Betreft een aantal financiële parameters (rendement, winst, kapitaal, kredietkosten) en de evaluatie van de vooruitgang op het vlak van diversificatie van de inkomsten. |
20% |
| Versterking van de risico-omgeving | Beoordeeld aan de hand van liquiditeits-, kapitaal- en fundingcriteria, uitvoering van de aanbevelingen van Audit en de toezichthouder en mate van verbetering van de interne controleomgeving, inclusief compliance. In 2024 werd er opnieuw veel aandacht besteed aan cyberrisk en de verdere implementatie van de strategie inzake AML en GDPR. Veel van deze criteria zijn niet enkel dienstig voor het verbeteren van de risico-omgeving, maar dragen ook bij tot het versterken van het goed bestuur van de onderneming en aan het stimuleren van verantwoord gedrag. |
20% |
| Tevredenheid van alle stakeholders | Beoordeeld op basis van resultaten van klanten- en personeelstevredenheidsenquêtes en vooruitgang inzake duurzaamheid. Er wordt gebruik gemaakt van een duurzaamheidsdashboard dat parameters bevat m.b.t. duurzaamheid, o.m. duurzaamheid in onze bank- en verzekeringsactiviteiten (bv. aandeel van hernieuwbare energie in de kredietportefeuille en afbouw van de financiering van de steenkoolsector), onze rol in de samenleving (bv. eigen ecologische voetafdruk), duurzame groei (bv. beheersing van risico's en langetermijnwaardecreatie), reputatie, personeelsbeleid, enz. |
20% |
* Voor de variabele vergoeding van de CRO wordt geen rekening gehouden met de prestaties gerelateerd aan de realisatie van de financiële planning, maar wordt het relatieve gewicht van de risicogerelateerde criteria verdubbeld.
uitbetalen van de variabele vergoeding.
• Voor de leden is er verder een stelsel van rust- en overlevingspensioen dat voorziet in een aanvullend ouderdomspensioen of – als de verzekerde overlijdt in actieve dienst en een echtgeno(o)t(e) achterlaat – een overlevingspensioen (en een uitkering voor eventuele wezen), alsook een invaliditeitsdekking.
• Binnen de grenzen van wat wettelijk en reglementair is toegestaan, wordt voor een lid van het DC met een anciënniteit van zes jaar of minder de vergoeding vastgelegd op twaalf maanden beloning. Voor een anciënniteit van zes t.e.m. negen jaar wordt dat 15 maanden en bij een anciënniteit van meer dan negen jaar wordt het 18 maanden beloning. Beloning moet in deze context begrepen worden als de vaste vergoeding van het lopende jaar en de variabele vergoeding van het laatste volledige jaar voorafgaand aan de beëindiging van het mandaat.
gemiddelde koers van het KBC-aandeel over de eerste drie maanden van het jaar gebruikt. Een jaar later worden de phantom stocks dan omgezet in cash op basis van de gemiddelde koers van het KBC-aandeel over de eerste drie maanden van dat jaar. De phantom stocks zijn onderhevig aan de toekennings- en verwervingsvoorwaarden die beschreven worden onder Terugvorderingsbepalingen.
| Score 2024 | Uitleg | Beslissing inzake score |
|---|---|---|
| A Implementatie van de strategie | Er werd goede vooruitgang gemaakt in de implementatie van de 'S.T.E.M., the Ecosphere'-strategie. Alle landen volgen de roadmap om hun doelstellingen te halen. Op het vlak van duurzaamheid werd opnieuw belangrijke vooruitgang geboekt. We zitten op schema om de doelstellingen 2030 te halen, al merken we dat het doel met betrekking tot het aandeel groene vastgoedleningen (en het daarbij horende aandeel groene verzekeringen) uitdagend blijven, vooral omwille van gebrek aan data (bijvoorbeeld gebrek aan EPC-informatie) en gebrek aan ondersteuning door de overheden. Meer en meer processen zijn volledig 'straight-through', waardoor ze ook schaalbaar zijn. Hetzelfde geldt voor de verkopen via onze digitale kanalen, waar we ook op schema zitten. Qua bankverzekeringsklanten werden de ambitieuze doelstellingen echter onvoldoende gehaald. |
96,9% |
| B Realisatie van de financiële planning | De financiële doestellingen werden behaald of overschreden met een zeer sterk resultaat als gevolg. |
100% |
| C Versterking van de risico-omgeving | Het merendeel van de KPI's werd gehaald (auditaanbevelingen, liquiditeits-, funding- en kapitaalplanning, niveau van operationele verliezen, …). Op enkele domeinen zoals datakwaliteit, GDPR en de antiwitwasproblematiek is opnieuw veel werk verricht en werd significante vooruitgang geboekt. Qua datakwaliteit zijn de processen ondertussen onder controle. Op het vlak van GDPR en antiwitwas blijft er nog ruimte om verder te verbeteren. Dit is deels het gevolg van toezichthouders die de verwachtingen steeds hoger leggen. Alle criteria die behoren tot het domein van het goede bestuur van de groep, werden gehaald. Dit draagt ook bij aan verantwoord gedrag doorheen de groep, een belangrijke hoeksteen van de duurzaamheidsstrategie. |
97,8% |
| D Tevredenheid van alle stakeholders | Het reeds hoge niveau van personeelstevredenheid is nog lichtjes toegenomen. Op het vlak van duurzaamheid blijven we sterk scoren, zoals o.m. blijkt uit het duurzaamheidsverslag. Op dit vlak wordt KBC nog steeds erkend als een koploper binnen de financiële sector, wat o.m. resulteerde in een bevestiging van de uitstekende duurzaamheidsratings. Nagenoeg alle entiteiten van KBC behaalden hun NPS-doelstelling. Hetzelfde geldt voor de doelstellingen m.b.t. reputatie. Personeelstevredenheid, NPS-scores en reputatie worden ook positief beïnvloed door goed bestuur en verantwoord gedrag, waar veel aandacht aan besteed wordt. |
96,3% |
| Gewogen totaalscore (percentage | Leden DC excl. CRO ((96,9 x 40%) + (100 x 20%) + (97,8 x 20%) + (96,3 x 20%)) | 97,6% |
| toegepast op het maximale bedrag van de resultaatsgebonden variabele vergoeding) |
CRO ((96,9 x 40%) + (100 x 0%) + (97,8 x 40%) + (96,3 x 20%)) | 97,1% |
Ook daarvan wordt 40% in 2025 toegekend en de overige 60% gelijkmatig gespreid over de vijf daaropvolgende jaren. Gezien de retentieperiode van één jaar voor de phantom stocks worden die telkens één jaar na toekenning uitbetaald in cash. Dat betekent dat de uitbetaling ervan gespreid wordt over de jaren 2026 t.e.m. 2031. De bedragen waarvoor op die manier over 2024 phantom stocks worden toegekend, worden in de onderstaande tabel weergegeven.
| Bedragen toegekend in de vorm van phantom stocks (in euro) |
Totaal | Toekenning 2025 |
Toekenning 2026 |
Toekenning 2027 |
Toekenning 2028 |
Toekenning 2029 |
Toekenning 2030 |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Johan Thijs | 545 444 | 218 178 | 65 453 | 65 453 | 65 453 | 65 453 | 65 453 |
| Erik Luts | 227 749 | 91 099 | 27 330 | 27 330 | 27 330 | 27 330 | 27 330 |
| Luc Popelier1 | 148 394 | 59 358 | 17 807 | 17 807 | 17 807 | 17 807 | 17 807 |
| Christine Van Rijsseghem | 223 354 | 89 342 | 26 803 | 26 803 | 26 803 | 26 803 | 26 803 |
| David Moucheron | 224 802 | 89 921 | 26 976 | 26 976 | 26 976 | 26 976 | 26 976 |
| Peter Andronov | 228 486 | 91 394 | 27 418 | 27 418 | 27 418 | 27 418 | 27 418 |
| Aleš Blažek2 | 136 160 | 54 464 | 16 339 | 16 339 | 16 339 | 16 339 | 16 339 |
| Bartel Puelinckx1 | 72 969 | 29 188 | 8 756 | 8 756 | 8 756 | 8 756 | 8 756 |
1 Luc Popelier, lid van het DC tot 1 september 2024, Bartel Puelinckx in opvolging vanaf 1 september 2024, vergoedingen pro rata temporis.
2 Specifieke instrumenten in Tsjechië, zoals hiervoor toegelicht.
• Geen.
• Alle leden van het DC beschikken over een bedrijfswagen. Op het privégebruik daarvan worden zij belast overeenkomstig de geldende reglementering. De leden van het DC genieten ook nog enkele andere voordelen, o.m. een hospitalisatie-, een bijstands- en een ongevallenverzekering. De waarde van deze voordelen vindt u in de tabel. De forfaitaire kostenvergoeding van 335 euro per maand die alle leden van het DC ontvangen, is niet in dit bedrag inbegrepen.
• In de tabellen hierna worden de vergoedingen gegeven van a) de voormalige leden van het DC en b) de huidige leden van het DC. Statuut van de leden van het DC: zelfstandige.
| Luc Popelier | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| a) Vergoeding van voormalige leden van het DC van KBC Groep NV, 2024 |
Luc Gijsens |
Daniel Falque |
Hendrik Scheerlinck |
John Hollows |
(lid van het DC tot 1 september 2024) |
|
| Uitbetaald | Uitbetaald | Uitbetaald | Uitbetaald | Toegekend | Uitbetaald | |
| Vaste basisvergoeding | – | – | – | – | 688 449 | 688 449 |
| Individuele variabele vergoeding voor het boek jaar |
||||||
| - cash | – | – | – | – | 41 751 | 16 700 |
| - phantom stocks | – | – | – | – | 41 751 | – |
| Resultaatsgebonden variabele vergoeding voor het boekjaar |
||||||
| - cash | – | – | – | – | 106 644 | 42 657 |
| - phantom stocks | – | – | – | – | 106 644 | – |
| Vergoedingen voor voorgaande boekjaren | ||||||
| - individuele variabele vergoeding | – | 10 025 | 11 193 | 17 439 | – | 28 743 |
| - resultaatsgebonden variabele vergoeding | – | 33 352 | 33 352 | 50 328 | – | 81 362 |
| - phantom stocks | 5 247 | 80 669 | 76 370 | 117 304 | – | 174 550 |
| Tussentotaal variabele vergoeding | 5 247 | 124 046 | 120 915 | 185 071 | 296 790 | 344 012 |
| Pensioentoelage type vaste bijdragen (exclusief belastingen) |
– | – | – | – | 245 355 | 245 355 |
| Andere voordelen | – | – | – | – | 7 677 | 7 677 |
| Totaal | 5 247 | 124 046 | 120 915 | 185 071 | 1 238 271 | 1 285 493 |
| Verhouding vast/variabel (in %) | – | – | – | – | 76/24 | 73/27 |
| b) Vergoeding van de hui- van KBC Groep NV, 2024 dige leden van het DC |
Johan Thijs (CEO) |
Peter Andronov |
Aleš Blažek1 |
Erik Luts |
David Moucheron |
Bartel Puelinckx (4 maanden) |
Christine Van Rijsseghem |
|||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Toe- gekend |
Uit- betaald |
Toe- gekend |
Uit- betaald |
Toe- gekend |
Uit- betaald |
Toe- gekend |
Uit- betaald |
Toe- gekend |
betaald Uit- |
Toe- gekend |
Uit- betaald |
gekend Toe- |
Uit- betaald |
|
| Vaste basisvergoeding | 2 213 377 | 2 213 377 | 1 038 900 | 1 038 900 | 719 816 | 719 816 | 1 038 900 | 1 038 900 | 1 038 900 | 1 038 900 | 350 451 | 350 451 | 1 038 900 | 1 038 900 |
| Individuele variabele vergoe ding voor het boekjaar |
||||||||||||||
| - cash | 189 481 | 75 792 | 68 520 | 27 408 | 33 196 | 13 279 | 67 783 | 27 113 | 64 836 | 25 934 | 19 647 | 7 859 | 64 099 | 25 640 |
| - phantom stocks | 189 481 | – | 68 520 | – | 33 196 | – | 67 783 | – | 64 836 | – | 19 647 | – | 64 099 | – |
| abele vergoeding voor het Resultaatsgebonden vari boekjaar |
||||||||||||||
| - cash | 355 963 | 142 385 | 159 965 | 63 986 | 102 964 | 41 185 | 159 965 | 63 986 | 159 965 | 63 986 | 53 322 | 21 329 | 159 255 | 63 702 |
| - phantom stocks | 355 963 | – | 159 965 | – | 102 964 | – | 159 965 | – | 159 965 | – | 53 322 | – | 159 255 | – |
| Vergoedingen voor voor gaande boekjaren |
||||||||||||||
| - individuele variabele vergoeding |
– | 68 266 | – | 19 227 | – | 10 341 | – | 31 614 | – | 17 983 | – | – | – | 30 089 |
| - resultaatsgebonden vari abele vergoeding |
– | 151 382 | – | 48 011 | – | 31 034 | – | 81 362 | – | 48 011 | – | – | – | 81 358 |
| - phantom stocks | – | 338 353 | – | 95 083 | – | 47 244 | – | 173 476 | – | 92 997 | – | – | – | 177 332 |
| Tussentotaal variabele ver goeding |
1 090 888 | 776 178 | 456 971 | 253 715 | 272 320 | 143 083 | 455 497 | 377 551 | 449 603 | 248 911 | 145 938 | 29 188 | 446 709 | 378 121 |
| Pensioentoelage type vaste bijdragen (exclusief belas tingen)2 |
787 334 | 787 334 | 271 323 | 271 323 | 414 9493 | 414 9493 | 332 488 | 332 488 | 378 826 | 378 826 | 126 050 | 126 050 | 356 836 | 356 836 |
| Andere voordelen | 15 571 | 15 571 | 8 239 | 8 239 | 4 867 | 4 867 | 10 340 | 10 340 | 8 039 | 8 039 | 1 825 | 1 825 | 8 826 | 8 826 |
| Totaal | 4 107 170 | 3 792 460 | 1 775 433 | 1 572 177 | 1 411 951 | 1 282 714 | 1 837 225 | 1 759 279 | 1 875 369 | 1 674 677 | 624 265 | 507 515 | 1 851 271 | 1 782 683 |
| Verhouding vast/variabel (in %) |
73/27 | 80/20 | 74/26 | 84/16 | 81/19 | 89/11 | 75/25 | 79/21 | 76/24 | 85/15 | 77/23 | 94/6 | 76/24 | 79/21 |
| 1 De nettovergoeding van Aleš Blažek is dezelfde als die van de andere leden van het DC. 2 De pensioentoelage bevat ook een dekking voor overlijden en invaliditeit. |
3 Bevat 146 589 euro ter compensatie van de belasting en sociale zekerheidsbijdrage die in Tsjechië verschuldigd is op de betaalde premie.
• Om de ontwikkeling van de vergoeding van het topmanagement in perspectief te plaatsen, volgt hierna een overzicht van de ontwikkeling van de totale vergoeding van de huidige leden van het DC, het gemiddelde loon van de werknemers (in voltijdequivalent) van KBC Groep NV, het laagste loon van een werknemer (in voltijdequivalent) in KBC Groep NV en enkele gegevens die een indicatie vormen voor de prestaties van KBC.
• De vergoeding van de niet-uitvoerende bestuurders wordt niet in het overzicht opgenomen, omdat die vergoeding gedurende de laatste vijf jaar ongewijzigd gebleven is.
| Vergoeding van het topmanagement in perspectief |
2020 | 2021 | (t.o.v. het jaar voordien) |
2022 | (t.o.v. het jaar voordien) |
2023 | (t.o.v. het jaar voordien) |
2024 | (t.o.v. het jaar voordien) |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Vergoeding van de DC leden (in euro) |
|||||||||
| Johan Thijs | 2 245 548 | 2 421 147 | +8% | 3 067 231 | +27% | 3 620 237 | +18% | 4 107 170 | +13% |
| Peter Andronov | – | 1 506 087 (12/12) |
– | 1 602 089 | +6% | 1 720 579 | +7% | 1 775 433 | +3% |
| Aleš Blažek | – | – | – | 1 111 584 (12/12) |
– | 1 202 965 | +8% | 1 411 951 | +17%1 |
| Erik Luts | 1 426 805 | 1 534 287 | +8% | 1 643 993 | +7% | 1 793 078 | +9% | 1 837 225 | +2% |
| David Moucheron | – | 1 520 236 (12/12) |
– | 1 627 611 | +7% | 1 779 555 | +9% | 1 875 369 | +5% |
| Luc Popelier/Bartel Puelinckx |
– | – | – | – | – | – | – | 1 862 536 | – |
| Christine Van Rijsseghem | 1 424 458 | 1 529 211 | +7% | 1 632 959 | +7% | 1 779 830 | +9% | 1 851 271 | +4% |
| Gemiddelde (exclusief CEO2 ) |
1 422 900 | 1 522 517 | +7% | 1 541 991 | +7% | 1 677 673 | +9% | 1 768 964 | +5% |
| Gemiddeld loon van een Belgische werknemer van KBC Groep NV (in euro) |
|||||||||
| Gemiddelde loon | 92 124 | 94 312 | +2% | 109 106 | +16%3 | 112 376 | +3% | 114 578 | +2% |
| Laagste loon | 46 448 | 47 767 | +3% | 53 559 | +12% | 54 704 | +2% | 55 457 | +1% |
| Ratio hoogste/laagste loon |
1/48 | 1/51 | 1/57 | 1/66 | 1/73 | ||||
| Prestatie-indicatoren | |||||||||
| Nettoresultaat van de groep (in miljoenen euro) |
1 440 | 2 614 | +82% | 2 8184 | +5% | 3 402 | +21% | 3 415 | +0% |
| Totale opbrengsten van de groep (in miljoenen euro) |
7 195 | 7 558 | +5% | 10 0354 | +12% | 11 224 | +12% | 11 167 | -1% |
| Eigen broeikasgas emissies (in ton CO2 , per vte) |
1,54 | 1,02 | -34% | 1,495 | – | 1,48 | -1% | 1,46 | -1% |
| Volume fondsen die verantwoord beleggen (in miljarden euro) |
16,8 | 31,7 | +89% | 32,3 | +2% | 40,7 | +26% | 50,8 | +25% |
| Common equity ratio (fully loaded) |
17,6% | 15,5% | -12% | 15,3% | -1% | 15,2% | -0% | 15,0% | -1% |
1 De stijging is in belangrijke mate gedreven door een compensatie van de belastingen en sociale zekerheidsbijdrage die in Tsjechië verschuldigd is op de betaalde premie (pensioentoelage).
2 Voor deze berekening werd de toenmalige samenstelling van het DC gebruikt.
3 De stijging werd beïnvloed door de afsplitsing van KBC Global Services.
4 Rekening houdend met IFRS 17. Stijgingspercentages t.o.v. 2021 zonder rekening te houden met IFRS 17.
5 Herberekend in functie van de desinvestering van KBC Ireland en de opname van het privégebruik van ons eigen of door KBC gecontroleerde wagenpark.
• Er zijn op dit ogenblik geen aanpassingen aan het vergoedingsstatuut van de leden van het DC gepland.


In dit hoofdstuk korten we enkele termen af als volgt.
| Afkorting | Term |
|---|---|
| AC | Auditcomité |
| BC | Benoemingscomité |
| BKG | Broeikasgasemissies |
| CSRD | Corporate Sustainability Reporting Directive |
| DC | Directiecomité |
| DCM | Direct Client Money (direct beheerd geld van klanten) |
| DDA | Disclosure Delegated Act (Gedelegeerde Verordening inzake Rapportering) |
| ERIM | Environmental Risk Impact Map |
| ESB | External Sustainability Board (Externe Duurzaamheidsraad) |
| ESG | Environmental, Social en Governance (milieu, maatschappij en governance) |
| ESRS | European Sustainability Reporting Standards |
| ISB | Internal Sustainability Board (Interne Duurzaamheidsraad) |
| KPI | Key Performance Indicator (kritieke prestatie-indicator) |
| NAPP | New and Active Products Process |
| OESO | Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling |
| ORSA | Own Risk and Solvency Assessment |
| PACTA | Paris Agreement Capital Transition Assessment |
| PCAF | Partnership for Carbon Accounting Financials |
| Raad | Raad van Bestuur |
| RC | Remuneratiecomité |
| RCC | Risico- en Compliancecomité |
| RI | Responsible Investing (verantwoord beleggen) |
| Vte | Voltijdequivalent |
De Duurzaamheidsverklaring van KBC Groep is op geconsolideerde basis opgesteld, in overeenstemming met de scope die is gehanteerd bij het opstellen van de Geconsolideerde jaarrekening (we verwijzen naar Toelichting 6.5 van de Geconsolideerde jaarrekening in dit verslag voor meer informatie).
De onderstaande geconsolideerde dochterondernemingen zijn vrijgesteld van de verplichting om een individuele of geconsolideerde duurzaamheidsverklaring te publiceren:
| Vrijgestelde dochterondernemingen van KBC | Zetel | Activiteit |
|---|---|---|
| CBC Banque SA | Namen - BE | Kredietinstelling |
| Československá Obchodní Banka a.s. | Praag - CZ | Kredietinstelling |
| K&H Bank Zrt. | Boedapest - HU | Kredietinstelling |
| United Bulgarian Bank AD | Sofia - BG | Kredietinstelling |
| KBC Verzekeringen NV | Leuven - BE | Verzekeringsonderneming |
| ČSOB Pojišt'ovna a.s. | Pardubice - CZ | Verzekeringsonderneming |
Naast de informatie over onze eigen activiteiten hebben we tevens materiële impacts, risico's en kansen opgenomen die aan onze upstream- en downstreamwaardeketen zijn verbonden, volgend uit ons due-diligenceproces en onze dubbele materialiteitsanalyse.
We hebben geen gebruik gemaakt van de optie om specifieke informatie-elementen weg te laten die intellectueel eigendom, knowhow of de resultaten van innovatie die als handelsgeheim worden aangemerkt, vormen. Ook hebben we geen gebruik gemaakt van de vrijstelling die ons de mogelijkheid biedt om in uitzonderlijke gevallen informatie weg te laten betreffende ophanden zijnde ontwikkelingen of zaken waarover wordt onderhandeld, indien de openbaarmaking van dergelijke informatie ernstige schade zou toebrengen aan de commerciële positie van de groep en mits het weglaten van die informatie niet in de weg staat van een getrouw en evenwichtig begrip van de ontwikkeling, de resultaten en de positie van de groep en van de effecten van haar activiteiten.
Er zijn in het kader van de dubbele materialiteitsanalyse (zie paragraaf 1.4.1) afwijkende tijdshorizonten gehanteerd om de financiële materialiteit van de risico's te bepalen, omdat ze ook worden gebruikt in ons ESG-risicobeheer en onze ESGbesluitvorming:
We wijzen er op dat de door de CSRD voorgeschreven tijdshorizonten wel zijn gebruikt om de impact-materialiteit en de financiële materialiteit van de kansen te bepalen.
Enkele van de door ons gerapporteerde maatstaven zijn onderhevig aan meetonzekerheid. In de meeste gevallen houdt de bron van deze onzekerheid verband met de beschikbaarheid en/of kwaliteit van data. In de onderstaande tabel geven we een overzicht van de maatstaven en kwantitatieve bedragen in deze Duurzaamheidsverklaring die aan een hoge mate van meetonzekerheid onderhevig zijn, naast de bron van die onzekerheid en de aannames, benaderingen en oordelen die bij het meten van dat bedrag zijn gehanteerd. Voor informatie over de waardeketen waarvoor we indirecte bronnen hebben gebruikt (zoals sectorgemiddelden of andere schattingen) geven we nadere informatie over de geïntegreerde mate van nauwkeurigheid en beschrijven we eventuele geplande maatregelen met betrekking tot de nauwkeurigheid van onze gegevens in de toekomst.
| Maatstaf | Bron van onzekerheid |
Gehanteerde aannames, benaderingen en oordelen |
|---|---|---|
| Broeikasgasemissies | Beschikbaarheid van data |
We meten onze broeikasgasemissies op datum van 30 september 2024. Zo verkrijgen we een benadering van onze emissies per 31 december 2024. Gezien de betrekkelijke stabiliteit in de portefeuille wordt dit geacht de lezer een voldoende mate van nauwkeurigheid te bieden. We nemen maatregelen om de peildatum voor de emissies in de toekomst naar 31 december te verschuiven. |
| Broeikasgasemissies – scope 1 | Beschikbaarheid van data |
In sommige gevallen is er geen informatie beschikbaar over de netto calorische waarde. Die wordt dan aan de hand van de bruto calorische waarde benaderd, waardoor een (iets) te hoge schatting ontstaat. |
| Broeikasgasemissies – scope 2 | Beschikbaarheid van data |
Voor sommige van onze eigen elektrische voertuigen hebben we geen informatie over het aantal kWh dat buiten het terrein van de onderneming wordt geladen. In die gevallen gebruiken we de afstand als schatting, waardoor een beperkte overschatting van onze emissies ontstaat. |
| Broeikasgasemissies – scope 3 – kredietverlening |
Beschikbaarheid/ kwaliteit van data |
Voor onze gefinancierde emissies die samenhangen met kredietverlening gebruiken we de wereldwijde PCAF-standaard. In het kader van die standaard kennen we kwaliteitsscores toe waarmee de kwaliteit van de gebruikte onderliggende emissiedata en de daaruit voortvloeiende kwaliteit van de berekening wordt uitgedrukt. Hoe lager de kwaliteitsscore, hoe hoger de mate van onzekerheid. Voor bepaalde delen van gefinancierde emissies worden schattingen/sectorgemiddelde emissiefactoren gebruikt. We verwijzen naar paragraaf 2.2.3.2 voor meer informatie over de kwaliteitsscores waarmee de mate van nauwkeurigheid wordt uitgedrukt. |
| Broeikasgasemissies – scope 3 – vermogensbeheeractiviteiten, portefeuille overheidsobligaties van KBC Bank en eigen beleggingen van KBC Verzekeringen |
Beschikbaarheid/ kwaliteit van data |
We maken gebruik van emissiedata van een externe dataprovider. Deze data zijn gebaseerd op directe informatie van de bedrijven, maar bij een gebrek aan gegevens worden door de dataprovider schattingen toegevoegd. |
| Broeikasgasemissies – scope 3 – verzekeringsgerelateerde emissies |
Beschikbaarheid van data |
Voor onze verzekeringsgerelateerde emissies gebruiken we Part C van de Global Standard van PCAF, die op dit moment van toepassing is op verzekeringen voor motorrijtuigen aan particulieren en verzekeringen aan bedrijven (we rapporteren alleen over de verzekeringsgerelateerde emissies uit onze grootste divisie (België)). Voor privévoertuigen maken we waar mogelijk gebruik van exacte gegevens over het soort voertuigen dat we verzekeren. Wanneer die niet beschikbaar zijn, wordt echter aan de hand van landspecifieke schattingen een berekening bij benadering gemaakt. Voor de portefeuille commerciële productlijnen worden alle emissies berekend met behulp van de PCAF database met emissiefactoren. |
| Interne koolstofprijs | Meettechniek | De interne koolstofprijzen zijn gebaseerd op klimaatscenario's. Omdat met deze scenario's aannemelijke transitietrajecten worden beschreven die in de toekomst mogelijk zijn, mogen ze niet worden verward met prognoses. Dit leidt per definitie tot een bepaalde mate van onzekerheid in onze metingen van de interne koolstofprijzen. We verwijzen naar paragraaf 2.2.3.4 voor meer informatie. |

De volgende rapportage-eisen en/of datapunten zijn door middel van verwijzingen opgenomen:
Doorheen deze Duurzaamheidsverklaring rapporteren we over onze (ESG-gerelateerde) risicobeheeractiviteiten. Alle nodige informatie die door de ESRS wordt voorgeschreven, is in deze Duurzaamheidsverklaring verwerkt door middel van een algemene toelichting op de manier waarop ons risicobeheer wordt uitgevoerd. Voor uitgebreidere informatie verwijzen we naar het KBC Risk Report (waarvoor geen externe assurance plaatsvindt), dat beschikbaar is op www.kbc.com.
In de onderstaande tabel is de samenstelling en diversiteit van de leden van de bestuurs-, leidinggevende en toezichthoudende organen weergegeven. De opgenomen organen zijn het DC, het RCC, het AC, het BC, het RC en de Raad.
| Samenstelling en diversiteit van de Raad en zijn comités en het |
||||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| DC, 31-12-2024 | DC | RCC | AC | BC | RC | Raad |
| Aantal uitvoerende bestuurders | 7 | 0 | 0 | 0 | 0 | 3 |
| Aantal niet-uitvoerende bestuurders |
- | 5 | 3 | 5 | 3 | 13 |
| Waarvan onafhankelijke bestuurders |
- | 2 | 2 | 2 | 2 | 3 |
| Aantal jaren in het orgaan | ||||||
| 0-2 jaar / 3-10 jaar / meer dan 10 jaar |
2 / 3 / 2 leden |
- | - | - | - | 5 / 4 / 7 leden |
| Gemiddeld aantal jaren | 6 jaar | - | - | - | - | 9 jaar |
| Vertegenwoordiging van werknemers en andere medewerkers |
0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Leeftijd | ||||||
| 41-50 jaar / 51-60 jaar / meer dan 60 jaar |
0 / 5 / 2 leden | - | - | - | - | 1 / 8 / 7 leden |
| Gemiddelde leeftijd | 57 jaar | - | - | - | - | 59 jaar |
| Geslacht | 1 vrouw 6 mannen |
3 vrouwen 2 mannen |
2 vrouwen 1 man |
2 vrouwen 3 mannen |
1 vrouw 2 mannen |
5 vrouwen 11 mannen |
| Nationaliteit | 5 Belgisch, 1 Tsjechisch, 1 Bulgaars |
3 Belgisch, 1 Spaans, 1 Tsjechisch |
1 Belgisch, 1 Spaans, 1 Tsjechisch |
4 Belgisch, 1 Tsjechisch |
2 Belgisch, 1 Spaans |
14 Belgisch, 1 Spaans, 1 Tsjechisch |
| Diploma's* | rechten 29%, economie/ financiën 29%, MBA 14%, actuariële wetenschappen/ verzekeringen 14%, andere 14% |
- | - | - | - | rechten 25%, economie/ financiën 31%, MBA 17%, actuariële wetenschappen/ verzekeringen 6%, andere 19% |
* Benaderende procentuele verdeling op basis van totaal aantal diploma's (verschillende personen hebben meer dan één diploma)
Op basis van de profielen en competenties van de leden in de bovenstaande organen kunnen we concluderen dat al deze organen in overeenstemming met ons Corporate Governance Charter over de vereiste vaardigheden en ervaring beschikken. Voor meer informatie over de ervaring van de afzonderlijke leden van elk orgaan verwijzen we naar de Verklaring inzake deugdelijk bestuur.
Als onderdeel van de algemene strategie van de groep wordt de duurzaamheidsstrategie van KBC door de Raad vastgesteld. De Raad bepaalt verder de risicobereidheid van de groep met inachtneming van ESG-risico's en beslist over de beleidslijnen omtrent duurzaam ondernemen. Als hoogste toezichthoudende orgaan houdt de Raad toezicht op de uitvoering en voortgang van de duurzaamheidsstrategie. Onder het toezicht van de Raad vallen ESG-thema's in brede zin, waaronder het klimaat en andere milieuthema's, genderdiversiteit en mensenrechten, maar ook thema's op het gebied van zakelijk gedrag, zoals ethisch handelen en integriteit. Belangrijke wijzigingen in het duurzaamheidsbeleid en in duurzaamheidsrapportering worden indien nodig op het niveau van de Raad besproken. Verder heeft het DC het klimaat- en milieurisico, cyberrisico, compliancerisico en gedragsrisico geïdentificeerd als top risks voor KBC. Deze risico's worden eveneens nauwlettend opgevolgd door het RCC en de Raad.
Het DC is belast met het operationele beheer van ESG-thema's. Deze verantwoordelijkheid omvat het voorleggen van voorstellen aan de Raad met betrekking tot de duurzaamheidsstrategie en -beleidslijnen, maar ook het monitoren van de groepswijde uitvoering ervan. De rol van het DC omvat verder de beoordeling van ESG-impacts, -risico's en -kansen. Het DC is verantwoordelijk voor de interne controlemaatregelen met betrekking tot impacts en risico's en voor het benutten van kansen binnen de grenzen van de overkoepelende strategie van KBC zoals die door de Raad is vastgesteld. Het AC zorgt ervoor dat het DC adequate en doeltreffende interne controlemaatregelen vaststelt en monitort de processen van KBC inzake duurzaamheidsrapportering.
De bovenstaande verantwoordelijkheden inzake impacts, risico's en kansen van elk van de organen worden in ons Corporate Governance Charter beschreven. Het DC heeft de beslissingsbevoegdheid voor zowel operationele als strategische ESGkwesties aan andere relevante comités en functies binnen het topmanagement toegekend. De ISB fungeert bij KBC als het belangrijkste forum waarin ESG-kwesties worden besproken. Alle DC-leden zijn ofwel lid van ofwel vertegenwoordigd in de ISB. In 2024 heeft de ISB negen keer vergaderd. Het is de verantwoordelijkheid van de leden van de ISB om binnen hun respectieve bedrijfsactiviteiten en landen over duurzaamheidsthema's te communiceren, om een ondersteunend team op te zetten en om ervoor te zorgen dat de duurzaamheidsstrategie van de groep kan worden uitgevoerd.
Andere kernonderdelen van onze duurzaamheidsgovernance zijn de Sustainability-afdeling op groepsniveau (Group Corporate Sustainability) en de Sustainability-afdelingen op lokaal niveau, evenals verscheidene andere duurzaamheidscomités. De risicofunctie is actief vertegenwoordigd in de interne organen en (duurzaamheids)comités op zowel groepsniveau als lokaal niveau. Het beheer van ESG-risico's zit volledig vervat in het bestaande risicobeleid, waaronder het 'Three Lines of Defensemodel' (zoals beschreven in het hoofdstuk Hoe beheren we onze risico's?). We hebben daarnaast nog twee externe raden. De ESB adviseert Group Corporate Sustainability over duurzaamheidsbeleid en -strategie, terwijl de RI Advisory Board toezicht houdt op de screening van het verantwoorde karakter van onze RI-fondsen.
Alle ESG-doelen worden door het DC beoordeeld en goedgekeurd en door de Raad bekrachtigd. Twee keer per jaar beoordeelt de Raad een volledig overzicht van alle duurzaamheidsdomeinen en (klimaat)doelen door middel van het KBC Sustainability Dashboard. In het dashboard zijn meetbare en controleerbare parameters opgenomen met betrekking tot de belangrijkste thema's en maatregelen van onze duurzaamheidsstrategie. De voortgang op de verschillende doelstellingen heeft invloed op de variabele vergoeding van de leden van het DC, zoals in paragraaf 1.2.3 wordt beschreven.
Daarnaast worden specifieke Key Risk Indicators gemonitord via een Climate Risk Dashboard, dat tweemaal per jaar aan het DC en de Raad wordt gerapporteerd als onderdeel van het Integrated Risk Report.
In de onderstaande afbeelding is een overzicht opgenomen van onze duurzaamheidsgovernance, waaronder de rol van en de rapportagelijnen naar de verschillende organen.
Raad van Bestuur: stelt de duurzaamheidsstrategie vast en houdt toezicht op de uitvoering daarvan door het DC. Dit omvat onder meer ons beleid over klimaatverandering, maar ook andere relevante duurzaamheidsthema's, zoals genderdiversiteit. Aangezien klimaat- en milieugerelateerde risico's zijn aangemerkt als een top risk, volgt het RCC duurzaamheidsgerelateerde risico's van dichtbij op. De Raad beoordeelt de implementatie van de duurzaamheidsstrategie door middel van een Sustainability Dashboard en spreekt zich uit over belangrijke wijzigingen aan de duurzaamheidsbeleidslijnen. Het AC monitort het proces voor duurzaamheidsrapportering.
Directiecomité: is verantwoordelijk voor de implementatie van de duurzaamheidsstrategie, met inbegrip van het beleid over klimaatverandering. Het bekrachtigt de beslissingen van de ISB en het Sustainable Finance Steering Committee.
Interne Duurzaamheidsraad: fungeert bij KBC als het belangrijkste forum waarin algemene ESG-kwesties worden besproken. De ISB wordt voorgezeten door de groeps-CEO, met de groeps-CFO als vicevoorzitter. Verder bestaat de ISB uit vertegenwoordigers van het uitvoerende en topmanagement van al onze divisies, kernlanden en groepsdiensten. De ISB werkt nauw samen met de afdeling Group Corporate Sustainability en de Senior General Manager Group Corporate Sustainability, die tevens lid is van de ISB.
is verantwoordelijk voor de ontwikkeling en uitvoering van de duurzaamheidsstrategie en het toezicht daarop. Het team rapporteert aan de ISB over de implementatie van de strategie en stelt het KBC Sustainability Dashboard op. De dienst werkt onder leiding van de Senior General Manager Group Corporate Sustainability, die rechtstreeks rapporteert aan de groeps-CEO.
Sustainable Finance Steering Committee: houdt toezicht op het Sustainable Finance Programma, dat specifiek is gericht op KBC's aanpak voor klimaatactie en andere milieuthema's, zoals biodiversiteit, water en circulariteit. Het comité wordt voorgezeten door de CFO. Het rapporteert aan het DC en de Raad en staat in contact met de ISB.
CSRD Steering Committee: houdt toezicht op de conceptualisering en de implementatie van ons CSRD-programma.
Data and Metrics Steering Committee: beheert de uitdagingen met betrekking tot het verzamelen en rapporteren van duurzaamheidsgegevens.
Jaarverslag KBC Groep 2024 137
Country Sustainability General Managers: hebben de eindverantwoordelijkheid voor alles wat met duurzaamheid te maken heeft in hun land. Zij maken deel uit van het topmanagement. Ze zijn verantwoordelijk voor de communicatie rond duurzaamheid in elk land en voor de integratie van de duurzaamheidsstrategie. Ze maken deel uit van de lokale organisatie in het land en dienen dan ook te rapporteren binnen een hiërarchisch kader. Inhoudelijk werken ze echter nauw samen met zowel hun lokale ISB-vertegenwoordiger als met Group Corporate Sustainability. Ze worden functioneel mee aangestuurd door de Senior General Manager Group Corporate Sustainability.
Sustainability-afdelingen en -comités in elk kernland: zijn zo georganiseerd dat ze hun senior managers, die deel uitmaken van de Interne Duurzaamheidsraad, en de General Manager Sustainability ondersteunen bij het integreren van onze duurzaamheidsstrategie en het organiseren van en communiceren over lokale duurzaamheidsinitiatieven. De verantwoordelijke medewerkers en comités leveren en valideren onder meer ook niet-financiële informatie.
Externe Duurzaamheidsraad: bestaat hoofdzakelijk uit duurzaamheidsdeskundigen uit de academische wereld en adviseert Group Corporate Sustainability over duurzaamheidsbeleid en -strategie.
Duurzaamheidsthema's zijn expliciet opgenomen in de collectieve geschiktheidsmatrix, die wordt gebruikt om de vaardigheden en deskundigheid van de Raad en het DC als geheel te beoordelen. De geschiktheidsbeoordeling omvat het vermogen om klimaat- en milieurisico's, cyberbeveiliging en risico's gerelateerd aan zakelijk gedrag (waaronder risico's met betrekking tot witwaspraktijken en terrorismefinanciering) te begrijpen en kritisch te beoordelen, en eveneens het vermogen om risico-, auditen compliancerapporten en het functioneren van de risico-, audit- en compliancefuncties kritisch te beoordelen. Daarnaast wordt de deskundigheid van (nieuwe) leden op het gebied van maatschappelijke thema's beoordeeld. De uitkomst van deze beoordeling laat zien of de leden van de Raad en het DC voldoende of grondige kennis hebben van de geselecteerde thema's. Waar nodig wordt van leden verwacht dat ze hun deskundigheid verder ontwikkelen. KBC zorgt er door middel van de collectieve geschiktheidsmatrix dus voor dat de Raad en het DC over de nodige vaardigheden en deskundigheid beschikken om hun taken uit te oefenen, met inbegrip van het toezicht op duurzaamheidsthema's.
Alle nieuwe leden van de Raad volgen een onboardingprogramma, waarin ook een gesprek met de Senior General Manager Group Corporate Sustainability is opgenomen. Tijdens dit gesprek worden de voor KBC belangrijkste duurzaamheidsthema's toegelicht en besproken op basis van ons Duurzaamheidsverslag en het KBC Sustainability Dashboard. Daarnaast maken duurzaamheidsthema's deel uit van het trainingsprogramma dat we voor de Raad en het DC hebben opgezet. Leden van het DC en de Raad overleggen ook ad hoc met interne vakinhoudelijke specialisten en met externe deskundigen (bv. de ESB) over ESG-kwesties.
Zoals eerder vermeld, wordt het KBC Sustainability Dashboard tweemaal per jaar aan de ISB, het DC en de Raad voorgelegd. Het dashboard wordt gepresenteerd door de Senior General Manager Group Corporate Sustainability. Daarnaast beoordelen de Raad en het DC op regelmatige basis de duurzaamheidsstrategie, de voortgang van het Sustainable Finance Programma en onze externe duurzaamheidsrapporten.
De Senior General Manager Human Resources (HR) rapporteert regelmatig aan het DC over verschillende HR-thema's. Dat omvat onder meer kwesties zoals ontwikkelingen in het aantal werknemers, externe aanwervingen en benoemingen, prestaties en beoordelingen, de resultaten van onze medewerkersbetrokkenheidsbevragingen en opleidingen. Elk jaar wordt ook een specifiek rapport over diversiteit en inclusie aan het DC voorgelegd. Eén keer per jaar worden andere geselecteerde thema's (bv. opvolgingsmanagement) binnen de bevoegdheid van de HR-functie aan het DC en de Raad gerapporteerd.
De ESG-risico's zijn stevig verankerd in het Risk Management Framework en het risicobeleid van KBC. Het DC, het RCC en de Raad zijn de voornaamste ontvangers van verschillende outputs van onze belangrijkste risicobeheerprocessen. Zo wordt een Integrated Risk Report acht keer per jaar aan de Raad, het DC en het RCC voorgelegd en worden daarin regelmatig ESGthema's (waaronder een Climate Risk Dashboard) opgenomen. Het RCC adviseert de Raad consequent over risicobeheerkwesties die onder de verantwoordelijkheid van de Raad vallen. Als onderdeel van zijn verantwoordelijkheid om ESG-risico's te beheren, wordt het DC ondersteund en regelmatig geïnformeerd door andere comités, zoals het Groepscomité Kredietverlening voor kredietgerelateerde thema's, het Comité Assets en Liabilities voor balansbeheer, enz.
Daarnaast ontvangen het DC en het RCC elk kwartaal advies over compliancekwesties, en krijgt de Raad een jaarlijkse update over complianceactiviteiten en het beheer van compliancerisico's, waaronder de risico's met betrekking tot ESG. Dat gebeurt middels geconsolideerde rapporten die door onze afdeling Compliance worden opgesteld. In de rapporten worden eventuele inbreuken en de door het management opgezette herstelacties vermeld.
Zoals in paragraaf 1.4.1 wordt beschreven, hebben we in het kader van onze dubbele materialiteitsanalyse impacts, risico's en kansen (IRO's) gekoppeld aan ESG-thema's. Voor een kort overzicht van onze materiële IRO's voor de verschillende duurzaamheidsthema's verwijzen we naar paragraaf 1.3.3.1. In de onderstaande tabel zijn de materiële duurzaamheidsthema's opgenomen die in 2024 door de bestuursorganen zijn behandeld.
| in 2024 | DC | RCC | AC | Raad | |
|---|---|---|---|---|---|
| Klimaatverandering | Klimaatmitigatie | ||||
| Energie | |||||
| Klimaatadaptatie | |||||
| Water en mariene hulpbronnen | |||||
| Biodiversiteit en ecosystemen | |||||
| Eigen personeel | Arbeidsvoorwaarden | ||||
| Gelijke behandeling en gelijke kansen voor iedereen |
|||||
| Overige (privacy) | |||||
| Consumenten en eindgebruikers |
Informatiegerelateerd (inclusief cyberveiligheid) |
||||
| Sociale inclusie | |||||
| Zakelijk gedrag | Bedrijfsethiek en bedrijfscultuur | ||||
| Relaties met leveranciers |
Onze leidinggevende organen spelen een belangrijke rol bij de uitvoering van onze duurzaamheidsstrategie. Elementen zoals duurzaamheid worden steeds belangrijker en bepalen op dit moment ten minste 30% van de variabele collectieve resultaatsgebonden vergoeding die aan de leden van het DC wordt toegekend. De drie hoekstenen van onze duurzaamheidsstrategie komen daarin naar behoren tot uiting teneinde onze leidinggevende organen te stimuleren onze negatieve impact op de samenleving te beperken, onze positieve impact te vergroten en verantwoord gedrag bij alle personeelsleden te bevorderen. De variabele vergoeding is er dan ook op gericht om de transitie naar een duurzame toekomst mogelijk te maken en aan onze klanten duurzame oplossingen te bieden, maar is ook gericht op deugdelijk bestuur en verantwoord gedrag. Naast doelen voor broeikasgasemissiereductie (zie paragraaf 2.2.3.1) zijn er nog andere kwalitatieve duurzaamheidsdoelen. Bovendien worden duurzaamheidsthema's en -maatstaven in beschouwing genomen bij de algemene beoordeling zoals beschreven in de Verklaring inzake deugdelijk bestuur en hebben ze invloed op de variabele vergoeding. Klimaatoverwegingen, waaronder voornamelijk de voortgang inzake onze doelstellingen voor broeikasgasemissiereductie, vormen een integraal onderdeel van de beoordeling voor de vaststelling van de variabele vergoeding. Onze klimaatoverwegingen omvatten ook de ontwikkeling van duurzame producten en onze eigen milieuvoetafdruk binnen de uitvoering van onze strategie en de tevredenheid van alle stakeholders. Het deel van de variabele vergoeding van de leden van het DC dat direct verband houdt met klimaatoverwegingen bedraagt circa 8-10%.
Voor meer informatie verwijzen we naar het hoofdstuk Verklaring inzake deugdelijk bestuur.
Overal in dit document stippen we verschillende aspecten van ons due-diligenceproces aan die betrekking hebben op materiële duurzaamheidsthema's. In de onderstaande tabel wordt toegelicht hoe en waar de toepassing van deze belangrijkste maatregelen en stappen haar neerslag vindt in onze Duurzaamheidsverklaring.
| Due-diligence in de Duurzaamheidsverklaring | ||
|---|---|---|
| Kernelementen van due diligence |
Paragrafen in de Duurzaamheidsverklaring |
|---|---|
| Due-diligence integreren in governance, strategie en bedrijfsmodel |
Informatie verschaft aan en omgang met duurzaamheidsthema's door bestuurs-, leidinggevende en toezichthoudende organen van de onderneming: paragraaf 1.2.2 Integratie van duurzaamheidsprestaties in beloningsregelingen: paragraaf 1.2.3 Materiële impacts, risico's en kansen en de wisselwerking daarvan met strategie en bedrijfsmodel: paragraaf 1.3.3 |
| Betrokken stakeholders betrekken bij alle belangrijke stappen van de due-diligence |
Informatie verschaft aan en omgang met duurzaamheidsthema's door bestuurs-, leidinggevende en toezichthoudende organen van de onderneming: paragraaf 1.2.2 Belangen en opvattingen van stakeholders: - Algemeen: paragraaf 1.3.2 - Eigen personeel: paragraaf 1.3.2 - Consumenten en/of eindgebruikers: paragraaf 1.3.2 Beschrijving van de processen om materiële impacts, risico's en kansen in kaart te brengen en te analyseren: paragraaf 1.4.1 Beleid ten aanzien van: - Klimaatverandering: paragraaf 2.2.2.1 - Water en mariene hulpbronnen: paragraaf 2.3.1.1 - Biodiversiteit en ecosystemen: paragraaf 2.4.2.1 - Eigen personeel: paragraaf 3.1.1.1 - Consumenten en/of eindgebruikers: paragraaf 3.2.1.1 |
| Negatieve impacts in kaart brengen en beoordelen |
Beschrijving van de processen om materiële impacts, risico's en kansen in kaart te brengen en te analyseren: paragraaf 1.4.1 Materiële impacts, risico's en kansen en de wisselwerking daarvan met strategie en bedrijfsmodel: paragraaf 1.3.3 |
| Maatregelen nemen om die negatieve impacts aan te pakken |
Maatregelen ten aanzien van: - Klimaatverandering: paragraaf 2.2.2.2 - Water en mariene hulpbronnen: paragraaf 2.3.1.2 - Biodiversiteit en ecosystemen: paragraaf 2.4.2.2 - Eigen personeel: paragraaf 3.1.1.4 - Consumenten en/of eindgebruikers: paragraaf 3.2.1.4 |
| De effectiviteit van deze inspanningen monitoren en daarover communiceren |
Effectiviteit monitoren (aan de hand van doelen of anderszins) ten aanzien van: - Klimaatverandering: paragraaf 2.2.3 - Water en mariene hulpbronnen: paragraaf 2.3.2 - Biodiversiteit en ecosystemen: paragraaf 2.4.3 - Eigen personeel: paragraaf 3.1.2 - Consumenten en/of eindgebruikers: paragraaf 3.2.2 - Zakelijk gedrag: paragraaf 4.1.2 Maatstaven ten aanzien van: - Klimaatverandering: paragrafen 2.2.3.2, 2.2.3.3 en 2.2.3.4 - Eigen personeel: paragraaf 3.1.2 - Zakelijk gedrag: paragraaf 4.1.2 |
Onze processen voor duurzaamheidsrapportering zijn de afgelopen jaren verder ontwikkeld, zodat ze in lijn zijn met nieuwe regelgevende vereisten en kaders voor vrijwillige rapportering en andere initiatieven. We streven voortdurend naar robuustere duurzaamheidsrapportering. Hiervoor zijn adequate processen voor risicobeheersing en interne controle nodig, die in deze paragraaf nader worden beschreven.
Duurzaamheidsrapportering binnen KBC behelst een groepswijd proces met strikte hiërarchische validatie. Het opstellen van duurzaamheidsrapporten begint bij de input die uit de business en bij duurzaamheidsdeskundigen in alle kernlanden wordt verzameld. De coördinatie van onze Duurzaamheidsverklaring staat onder leiding van onze afdeling Finance, die ervoor zorgt dat aan de ESRS-eisen wordt voldaan. Omdat duurzaamheidsinformatie en -gegevens op groepsniveau worden verwerkt en geconsolideerd, worden daarop een aantal interne controles en toetsingen toegepast, bovenop het vierogenprincipe dat doorheen het hele proces wordt gehanteerd. Voor elk datapunt bepalen we welk team de leiding heeft en welke stakeholders als informatieverstrekker of als challenger betrokken zijn. Speciaal voor onze verklaring onder de CSRD is een CSRD Steering
Committee ingericht om toezicht te houden op het implementatieproces en dit proces te beheren. De leden van het CSRD Steering Committee vertegenwoordigen het topmanagement van de belangrijkste betrokken interne stakeholders, zoals de afdelingen Sustainability, Finance, Risk, Credit Risk, HR en Compliance. Daarnaast wordt onze verklaring onder de CSRD door ons Sustainability Statement Approval Committee goedgekeurd voordat de verklaring door het DC, het AC en de Raad wordt beoordeeld en goedgekeurd.
In de onderstaande tabel wordt een overzicht gegeven van de belangrijkste geïdentificeerde risico's en van de risicobeperkende maatregelen die we daarvoor hebben getroffen en de wijze waarop ze in de betrokken interne functies en processen zijn geïntegreerd. Gedurende dit hele proces voor duurzaamheidsrapportering zijn de hiervoor genoemde comités periodiek over deze aspecten geïnformeerd.
| Soort risico | Omschrijving | Beperking van risico |
|---|---|---|
| Regelgevingsrisico's | Veranderende externe regelgevingskaders en verder ontwikkelde standaarden kunnen steeds meer druk uitoefenen en niet-naleving ervan kan tot boetes leiden. |
We houden het regelgevende landschap en de bijbehorende richtlijnen nauwlettend in het oog. |
| Datakwaliteits- en verificatierisico's |
Externe duurzaamheidsgegevens zijn vaak niet gestandaardiseerd, waardoor het een uitdaging is om consequente en onderling vergelijkbare rapporten op te stellen. Lage datakwaliteit kan tot onvolledige informatieverstrekking leiden. |
We werken samen met vertrouwde ESG datapartners en controleren de inputdata. Sinds 2022 worden de duurzaamheidsdata beheerd via het daarvoor opgezette Data and Metrics-project van KBC (met een aparte stuurgroep), waarbij alle kernlanden en groepsfuncties betrokken zijn. |
| Juridische, compliance- en reputatierisico's |
Risico van greenwashing | De informatie in deze verklaring is gebaseerd op feitelijke informatie waarop interne controles van toepassing zijn, waaronder het vierogenprincipe. |
| Operationele risico's | Duurzaamheidsrapportering moet in bestaande systemen, processen en rapporten worden geïntegreerd. Dat is een complexe taak die zonder behoorlijke automatisering tot inefficiënties en handmatige fouten kan leiden. |
Het is onze bedoeling om onze processen voor duurzaamheidsrapportering verder te automatiseren. Ons Data and Metrics Steering Committee beheert de uitdagingen met betrekking tot het verzamelen en rapporteren van duurzaamheidsgegevens. |
We blijven werken aan een verdere verbetering van onze rapporteringsprocessen door elk van deze risico's van dichtbij te volgen en aan de hand van verscheidene risicobeperkende maatregelen en via verschillende interne functies en processen zoals in de tabel is weergegeven. Verder merken we op dat er in 2024 interne audits zijn uitgevoerd op ons proces voor dubbele materialiteitsanalyse en op de rapportering met betrekking tot de EU-taxonomie.
KBC is een geïntegreerde bankverzekeringsgroep (bank-verzekeraar en vermogensbeheerder) die hoofdzakelijk actief is in België, Bulgarije, Tsjechië, Hongarije en Slowakije (onze kernmarkten). We zijn ook in beperkte mate aanwezig in enkele andere landen om onze bedrijfsklanten uit onze kernmarkten te ondersteunen. We hebben in al onze kernlanden via onze distributiekanalen (ons netwerk van kantoren en onlinekanalen) een breed aanbod van krediet-, deposito-, vermogensbeheer-, verzekerings- en andere financiële producten en diensten, waarbij onze aandacht met name uitgaat naar particuliere klanten en private banking-, kmo- en midcap-klanten. We ondersteunen onze klanten in hun duurzaamheidstransitie door onze verschillende kernactiviteiten.
Onze strategie steunt op beginselen zoals klantgerichtheid, een bankverzekering+-ervaring, duurzame rendabele groei en het opnemen van onze rol in de samenleving. We verwijzen naar het hoofdstuk 'Onze strategie' (welke geen deel uitmaakt van externe assurance) voor uitgebreidere informatie over onze strategie.
In de onderstaande tabel is het aantal werknemers per geografisch gebied weergegeven.
| Werknemers, uitgesplitst per land (totaal aantal) | 31-12-2024 |
|---|---|
| België | 14 553 |
| Tsjechië | 11 432 |
| Slowakije | 3 279 |
| Hongarije | 3 912 |
| Bulgarije | 6 338 |
| Rest van de wereld | 415 |
| Totaal | 39 929 |
We willen inspelen op de behoeften van de samenleving en op de lange termijn waarde creëren voor de samenleving, lokale economieën en al onze stakeholders. Het ondersteunen van de overgang naar een meer duurzame en veerkrachtige samenleving is dan ook een cruciaal onderdeel van onze algemene bedrijfsstrategie en onze dagelijkse activiteiten. We willen met onze klanten en andere stakeholders samenwerken om dit doel te bereiken. Door de financiële producten en diensten die we aanbieden, ondersteunen we onder meer economische groei, goede gezondheid, welzijn en werkgelegenheid.
Onze duurzaamheidsdoelen zijn gekoppeld aan de Sustainable Development Goals (SDG's) van de Verenigde Naties. De relatie tussen deze doelen en onze huidige belangrijke producten en diensten en klantgroepen in al onze kernlanden is als volgt:

SDG 3 Goede gezondheid en welzijn: we hechten belang aan een goed evenwicht tussen werk en privéleven voor onze werknemers en ontwikkelen onze producten zodanig dat gezondheidszorg, de kwaliteit van leven en de verkeersveiligheid worden verbeterd.

SDG 7 Betaalbare en duurzame energie: we bevorderen de lokale productie van hernieuwbare energie en het efficiënte gebruik ervan. KBC heeft de financiering en verzekering van thermische steenkool, en de investeringen daarin afgebouwd. In onze Energy Policy staan ook duidelijke beperkingen voor andere nietduurzame energieoplossingen, zoals olie en gas.

SDG 8 Eerlijk werk en economische groei: we ondersteunen ondernemers en investeren in innovatieve bedrijven. Via onze Start it-community ondersteunen we in het bijzonder start-ups en scale-ups met een focus op vrouwelijk ondernemerschap. Via onze microfinancierings- en microverzekeringsactiviteiten bieden we rurale ondernemers in het Globale Zuiden toegang tot financiële diensten, waarbij we duurzame lokale ontwikkeling en financiële inclusie bevorderen.

SDG 12 Verantwoorde consumptie en productie: we bieden bank- en verzekeringsproducten aan die zijn afgestemd op koolstofarme en circulaire bedrijven, en we promoten verantwoord beleggen (RI) als voorkeursbeleggingsoplossing.

SDG 13 Klimaatactie: we implementeren in onze kernactiviteiten een strikt duurzaamheidsbeleid en hebben voor onze krediet- en beleggingsportefeuille klimaatdoelen bepaald die aansluiten bij het Akkoord van Parijs. We gaan met klanten en met de bedrijven waarin we investeren de dialoog aan om hun klimaatimpact te verminderen, terwijl we ook onze eigen voetafdruk tot een minimum trachten te beperken.
Onze (duurzaamheids)strategie is gekoppeld aan de hierboven beschreven SDG's:
We stimuleren verantwoord gedrag bij al onze medewerkers, die onze strategie tot leven brengen. We investeren daarom fors in het ontwikkelen van duurzame vaardigheden en een duurzame visie die door alle medewerkers wordt gedragen.
Ons bedrijfsmodel als bank-verzekeraar is gebaseerd op het beginsel van het creëren van duurzame waarde. Als bank creëren we deze duurzame waarde door onze klanten duurzame beleggingen aan te bieden, zodat ze vermogen kunnen opbouwen, en door aan verschillende klantgroepen (zoals particulieren, bedrijven en overheden) en sectoren (zoals social profit en infrastructuur) krediet te verstrekken om zo de economie te ondersteunen. Als verzekeraar helpen we onze klanten om hun risico's te verminderen. We bieden verschillende andere financiële en niet-financiële diensten aan die eveneens bijdragen aan de (lokale) economie en het (lokale) sociale netwerk. Bij al deze activiteiten overwegen we onze impacts op het milieu en de samenleving in onze hele waardeketen. We creëren duurzame waarde dankzij onze middelen zoals ons eigen personeel, ons fysieke en digitale distributienetwerk, onze verschillende stakeholders (zie paragraaf 1.3.2) en ons financiële kapitaal (zoals ons eigen vermogen en onze deposito's). We verwijzen naar het hoofdstuk 'Ons bedrijfsmodel' (welke geen deel uitmaakt van externe assurance) voor uitgebreidere informatie.
Onze waardeketen omvat al onze activiteiten, middelen en relaties die betrekking hebben op ons bedrijfsmodel en die worden gebruikt om onze producten en diensten te ontwikkelen van ontwerp tot oplevering. Upstream steunen we op drie belangrijke activiteitenclusters en de bijbehorende leveranciers en andere zakenrelaties. De door ons verrichte kernactiviteiten zijn onderdeel van onze eigen activiteiten en stellen ons in staat producten en diensten te leveren (onderverdeeld in onze vijf hoofdactiviteiten) aan onze distributeurs, klanten en zakenrelaties downstream. Daarnaast wordt in onze waardeketen rekening gehouden met de gemeenschappen waarin we actief zijn.
| Belangrijkste upstream-activiteiten | Belangrijkste eigen activiteiten | Belangrijkste downstream-activiteiten |
|---|---|---|
| • ICT (software, hardware, beveiliging, enz.) • Diensten (bepaalde diensten op het gebied van personeelszaken, professionele diensten/adviesdiensten, enz.) • Facilitaire zaken (elektriciteit, kantoormeubilair, enz.) |
• Personeelszaken (ons eigen personeel) • Infrastructuur (vastgoed en materiaal voor eigen gebruik, enz.) • Verkoop/marketing (waaronder het advies in verband met de verkoop van onze producten en diensten, sponsoring en samenwerkingsverbanden, reclame, giften, enz.) • Productontwikkeling (onderzoek, de behandeling van persoonsgegevens, enz.) • Zakelijk gedrag (relaties met leveranciers, public relations, enz.) |
• Kredietverlening • Vermogensbeheer/beleggingen • (Her)verzekering • Andere financiële diensten (zoals factoring, operationele leasing, wagenparkbeheer, enz.) • Andere niet-financiële diensten (zoals vastgoed, pechverhelping, personeelsvoordelen, ondersteuning voor start-ups, enz.) |
Onze stakeholders kunnen in twee groepen worden onderverdeeld: getroffen stakeholders (van wie de belangen (kunnen) worden beïnvloed door onze activiteiten en zakelijke relaties binnen onze waardeketen) en gebruikers/lezers van de Duurzaamheidsverklaring. De getroffen stakeholders zijn onze klanten (particulieren, kmo's en ondernemingen), onze werknemers, onze leveranciers en de samenleving (waaronder de natuur als een 'stille' stakeholder). De gebruikers van de Duurzaamheidsverklaring zijn niet alleen onze investeerders, kernaandeelhouders en openbare besturen, maar ook onze zakenpartners, vakbonden, niet-gouvernementele organisaties, overheden, mensen uit de academische wereld en analisten.
| Stakeholdergroepen | Engagement-activiteiten | Hun belangen en opvattingen |
|---|---|---|
| Onze consumenten informeren ons door: |
• een jaarlijkse klanttevredenheidsenquête, die wordt vertaald in een klant-NPS (net promoter score) • regelmatige klantenpanels en overleg met klanten • lokale betrokkenheid door het kantorennetwerk en relatiebeheerders • ons Klachtenmanagement, waardoor we inzicht krijgen in de opvattingen van onze klanten |
• Een betrouwbare partner • Respect voor privacy en bescherming tegen het cyberrisico • Transparantie • Brede toegankelijkheid • Bijzonder veel deskundigheid • Innovatie • Eenvoud, een relevante oplossing en persoonlijk advies |
| We worden door onze werknemers geïnformeerd door: |
• personeelsbevragingen (bv. Shape Your Future Survey) • de jaarlijkse vergadering van de Europese ondernemingsraad • regelmatig overleg met de comités voor preventie en bescherming op het werk; preventieadviseurs en werknemersvertegenwoordigers • regelmatige voortgangsgesprekken met alle werknemers |
• Evenwicht tussen werk en privéleven • Persoonlijke en professionele ontwikkeling • Gezondheid en veiligheid • Integer gedrag |
| Onze leveranciers geven ons informatie via: |
• de ESG-vragenlijst, die een integraal onderdeel vormt van onze leveranciersbeoordelingen • leveranciersgesprekken op alle niveaus binnen de hiërarchie • transparante, gelijktijdige communicatie en benaderingen bij concurrerende inkoop |
• Transparantie • Verbinden en samenwerken om opportuniteiten te detecteren • Langetermijnrelaties versterken • Gedeelde visie, strategie en waarden • Gedeelde risico's en voordelen • Gezamenlijke waardecreatie • Tijdige betaling • Respecteren van contractuele overeenkomsten |
| De opvatting van onze investeerders en kernaandeelhouders wordt in aanmerking genomen door: |
• collectieve bijeenkomsten of een-op eengesprekken met investeerders en analisten; • de algemene vergadering • beoordelingen van ratingagentschappen • duurzaamheidsbeoordelingen zoals de S&P Global Corporate Sustainability Assessment, CDP, Sustainalytics • ad-hocvragenlijsten van investeerders over ESG |
• Waardecreatie • Bedrijfsmodel voor de lange termijn met duidelijke financiële en niet-financiële doelen • ESG als onderdeel van onze strategie • Transparantie |
| We worden door openbare besturen geïnformeerd via: |
• ons lidmaatschap van bank- en verzekeringsfederaties • ons lidmaatschap van andere nationale en internationale vertegenwoordigende organen, bedoeld om relaties aan te gaan en te onderhouden met politieke spelers en om regelgevingsinitiatieven die invloed hebben op de financiële sector nauwlettender te kunnen volgen (bv. openbare consultaties) • onze actieve deelname aan netwerkevenementen |
• Naleving van toepasselijke wetgeving |
| We worden geïnformeerd over de huidige opvattingen en belangen van de samenleving via: |
• het lidmaatschap van lokale ondernemingsraden • ons lidmaatschap van netwerkorganisaties die zich bezighouden met duurzaamheid • onderzoeksverslagen en media-analyses • advies van externe adviesraden over verschillende aspecten van onze duurzaamheidsstrategie en hun doorlichting op een breed scala aan thema's (deze raden bestaan voornamelijk uit deskundigen uit de academische wereld) |
• Lokale werkgelegenheid • Transparantie en goede communicatie |
We gaan (op groepsniveau en in elk van onze kernlanden) regelmatig met onze stakeholders in gesprek als onderdeel van ons due-diligenceproces (zie paragraaf 1.2.4) en ons proces voor materialiteitsanalyse (zie paragraaf 1.4.1). Dit overleg vindt plaats met als doel de opvattingen en belangen van onze stakeholders in kaart te brengen. Dit ligt ten grondslag aan onze strategie en ons bedrijfsmodel.
Leden van ons DC en onze Raad worden over de meeste van deze interacties geïnformeerd. De outputs van onze gestructureerde stakeholderdialogen, opvolging van bedenkingen van stakeholders en standpunten van investeerders dienen daarnaast als belangrijke indicatoren voor het KBC Sustainability Dashboard, dat door het DC en de Raad wordt geëvalueerd (we verwijzen naar paragraaf 1.2.1). Verder worden het DC en de Raad geïnformeerd over de uitkomst van de materialiteitsanalyse, die ook inzicht geeft in de belangen en opvattingen van de hiervoor genoemde stakeholders.
We hebben gedurende onze materialiteitsanalyse daadwerkelijke en potentiële impacts, risico's en kansen geïdentificeerd die betrekking hebben op onze eigen activiteiten en onze upstream- en downstreamwaardeketen. We hebben de geïdentificeerde impacts, risico's en kansen gekoppeld aan de duurzaamheidsthema's die in de ESRS worden genoemd en hebben vervolgens beoordeeld welke impacts, risico's en kansen materieel zijn (zie paragraaf 1.4.1 voor meer informatie over onze materialiteitsanalyse). In de onderstaande tabel is weergegeven aan welke materiële duurzaamheidsthema's onze materiële impacts, risico's en kansen zijn gekoppeld en waar ze zich binnen onze waardeketen bevinden (eigen activiteiten (EA), upstreamwaardeketen (UW), downstreamwaardeketen (DW)).
| Impacts | Risico's | Kansen | ||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Materiële duurzaamheidsthema's | UW | DW | EA | UW | DW | EA | UW | DW | ||
| Klimaatverandering | Klimaatmitigatie | ■ | ■ | ■ | ■ | |||||
| Energie | ■ | ■ | ■ | |||||||
| Klimaatadaptatie | ■ | ■ | ||||||||
| Water en mariene hulpbronnen | ■ | ■ | ||||||||
| Biodiversiteit en ecosystemen | ■ | ■ | ||||||||
| Eigen personeel | Arbeidsvoorwaarden | ■ | ||||||||
| Gelijke behandeling en gelijke kansen voor iedereen |
||||||||||
| Overige (privacy) | ■ | |||||||||
| Consumenten en | Informatiegerelateerd (incl. cyberveiligheid) | ■ | ■ | ■ | ■ | |||||
| eindgebruikers | Sociale inclusie | ■ | ■ | |||||||
| Zakelijk gedrag | Bedrijfsethiek en bedrijfscultuur | ■ | ■ | ■ | ■ | |||||
| Relaties met leveranciers | ■ |
KBC kan door zijn downstreamwaardeketen materiële impacts hebben op het milieu en zijn particuliere en bedrijfsklanten voor wat betreft klimaatmitigatie en energie. Potentiële negatieve impacts komen voort uit beleggingen in en de financiering en verzekering van koolstofintensieve sectoren en niet-duurzame energieoplossingen (bv. thermische steenkool). Via onze kredieten leaseportefeuilles genereren we echter een positieve impact door producten en diensten aan te bieden die bijdragen aan een koolstofarme economie en door de financiering van hernieuwbare-energieprojecten te faciliteren. Ook via onze beleggingsportefeuilles (zowel eigen beleggingen als beleggingen namens klanten) hebben we een potentiële positieve impact door te beleggen in bedrijven met producten en diensten die oplossingen bieden voor de klimaatuitdagingen (bv. het bevorderen van de transitie naar hernieuwbare energie) van vandaag en morgen. Via onze verzekeringsactiviteiten hebben we een potentiële positieve impact door de transitie naar alternatieve energiebronnen te ondersteunen en de gevolgen van klimaatverandering te beperken door specifieke verzekeringsproducten en -diensten te ontwikkelen en door strikte beleidslijnen in te voeren voor het onderliggende voorwerp van verzekering. Daarnaast willen we klimaatverandering tegengaan door het bewustzijn onder onze particuliere klanten te vergroten en hun koopgedrag te sturen in de richting van milieuvriendelijke producten en diensten. Ook in onze upstreamwaardeketen hebben we een potentiële positieve impact op de mitigatie van klimaatverandering en energie, door onze leveranciers aan te moedigen om hun BKG-emissies te verminderen en over te stappen op hernieuwbare energiebronnen. Voor onze leaseactiviteiten betreft dit met name onze leveranciers uit de autoindustrie. Van de bovengenoemde impacts wordt aangenomen dat ze op middellange termijn invloed hebben op klimaatverandering, terwijl ze op korte en middellange termijn invloed hebben op het verbruik en de productie van energie.
Als financiële instelling verwachten we de meest materiële klimaatgerelateerde risico's ook via onze krediet-, verzekerings- en beleggingsactiviteiten (financiële en reputatierisico's). De geïdentificeerde materiële risico's die betrekking hebben op klimaatverandering zijn 'klimaattransitierisico's' (gelinkt aan klimaatmitigatie en energie) en 'fysieke klimaatrisico's' (gelinkt aan klimaatadaptatie). Deze laatste kunnen het gevolg zijn van fysieke fenomenen met betrekking tot temperatuur, water, wind of vaste massa. Deze klimaatrisico's kunnen leiden tot financiële risico's (krediet-, markt-, liquiditeits- en verzekeringstechnisch risico) en niet-financiële risico's (operationeel, reputatie- en compliancerisico). Op korte, middellange en lange termijn kunnen overgangsrisico's bijvoorbeeld leiden tot een plotselinge herprijzing van activa, marktvolatiliteit, kredietverliezen en
klimaatrechtszaken vanwege de financiering van verouderde (bruine) technologie of infrastructuur, en daardoor kunnen ze invloed hebben op krediet- en beleggingsportefeuilles, terwijl het fysieke risico het aantal schadeclaims onder de verzekeringspolissen die we aanbieden aanzienlijk kan doen stijgen of invloed kan hebben op de waarde van onze activa of waarborgen op middellange en lange termijn.
De bovengenoemde impacts en risico's bieden ook kansen. Deze kansen zijn voornamelijk te vinden in onze downstreamwaardeketen, waar we onze klanten ondersteunen in het opstellen en uitvoeren van hun eigen klimaat- en energietransitieplannen door een breed assortiment aan producten en diensten op het gebied van kredietverlening, verzekeringen en adviesdiensten aan te bieden (waaronder niet-financiële producten en diensten). We hebben in het bijzonder kortetermijnkansen geïdentificeerd in de ecosystemen van wonen en mobiliteit, de transitie naar alternatieve energiebronnen (bv. nieuwe technologieën, zoals energieopslag) en nieuwe verzekeringsproducten met betrekking tot klimaatgerelateerde risico's.
Vanuit het perspectief van financiële materialiteit beschouwen we water als een materieel thema. Risico's die voortkomen uit waterstress in onze downstreamwaardeketen kunnen op middellange en lange termijn negatieve financiële effecten hebben voor KBC. In dit verband zijn transitierisico's bijvoorbeeld regelgevingsinitiatieven om de impact van waterstress te verminderen (bv. de herverdeling van watergebruik van minder naar meer kritieke sectoren), die invloed kunnen hebben op bedrijven en daarmee ook op onze krediet- en beleggingsportefeuilles. Fysieke watergerelateerde risico's brengen bijvoorbeeld een afnemende watervoorraad met zich mee, wat ook ontwrichtingen in de toeleveringsketen en water- en voedselonzekerheid kan veroorzaken, wat weer invloed kan hebben op de hele economie. Anderzijds kunnen we ons kredietverlenings- en investeringsvermogen benutten om duurzaam gebruik van water te bevorderen. Het ondersteunen van onze klanten door hun oplossingen op het gebied van waterbehandeling en waterbesparing te financieren (waaronder landschapsinrichting in de landbouwsector), wordt beschouwd als een kans op korte termijn.
Uit onze materialiteitsanalyse blijkt dat biodiversiteit en ecosystemen voor onze eigen activiteiten geen materieel thema zijn. We hebben de negatieve impacts voor wat betreft landdegradatie, verwoestijning of verharding dan ook niet specifiek beoordeeld en evenmin hebben we beoordeeld of onze activiteiten invloed hebben op bedreigde soorten. De impact van onze kredietverlenings- en investeringsactiviteiten op biodiversiteit en ecosystemen wordt op middellange termijn echter wel materieel geacht. Potentiële negatieve impacts komen voort uit de financiering van en beleggingen in activiteiten (zowel eigen beleggingen als beleggingen namens klanten) die verband houden met niet-duurzaam landgebruik en andere oorzaken van verlies van biodiversiteit en ecosystemen. Potentiële positieve impacts kunnen worden gerealiseerd door middel van investeringen in bedrijven die producten en diensten aanbieden waarmee de problematiek van schaarste aan natuurlijke hulpbronnen wordt aangepakt.
Vanuit risicoperspectief zijn we ons bewust van de potentiële negatieve financiële effecten van biodiversiteitsverlies en schade aan ecosysteemdiensten op middellange en lange termijn. Zowel de bijbehorende fysieke risico's als de transitierisico's worden als materieel beschouwd. Zo kunnen beleidslijnen die zijn ingevoerd om biodiversiteitsverlies te beperken (bv. restricties op ontbossing, buitensporig landgebruik, enz.) invloed hebben op bedrijven en daarmee ook op onze krediet- en beleggingsportefeuilles. Aanhoudend biodiversiteitsverlies kan ook leiden tot meer systeemrisico's, zoals onder meer ontwrichting van de toeleveringsketen, een groter risico op een pandemie of meer voedselonzekerheid, wat weer gevolgen kan hebben voor de hele economie (inclusief de krediet-, beleggings- en verzekeringsportefeuilles van KBC).
De geïdentificeerde materiële impacts, risico's en kansen voor wat betreft ons eigen personeel hebben betrekking op onze eigen werknemers. Met andere woorden: iedereen die een arbeidsovereenkomst heeft ondertekend bij een entiteit binnen KBC wordt in de scope van onze Duurzaamheidsverklaring opgenomen.
Vanuit impactperspectief zijn er in onze materialiteitsanalyse geen daadwerkelijke negatieve impacts geïdentificeerd. De geïdentificeerde materiële impacts zijn op korte, middellange en lange termijn positief en voor al onze werknemers gelijk. Voor wat betreft arbeidsvoorwaarden (in het bijzonder met betrekking tot baanzekerheid, arbeidstijd, een leefbaar (adequaat) loon, sociale dialoog, vrijheid van vereniging, collectieve onderhandelingen, evenwicht tussen werk en privéleven, en gezondheid en veiligheid) gaat KBC in al zijn kernlanden verder dan de wettelijke vereisten met betrekking tot een grote verscheidenheid aan werknemersrechten en -voordelen. We creëren ook een positieve impact voor onze werknemers door iedereen gelijk te behandelen en gelijke kansen te bieden. In dit verband hechten we veel waarde aan gendergelijkheid en hebben we gelijke
beloning bij gelijkwaardig werk structureel verankerd. KBC streeft ernaar een stimulerende werkomgeving te creëren waarin werknemers de kans krijgen zich te ontwikkelen, hun ideeën te delen en verantwoordelijkheid te nemen (burgerzin van bedrijven). Daarbij hebben we in het bijzonder een positieve impact op diversiteit door onze onlangs geactualiseerde Diversity and Inclusion Policy en door de maatregelen die we nemen tegen geweld en intimidatie op de werkvloer. We richten ons bovendien op de ontwikkeling van talent en vaardigheden door uitgebreide trainingsmogelijkheden te bieden. Een andere belangrijke impact die KBC op zijn werknemers heeft, heeft betrekking op privacy. We beschouwen dit als een positieve impact, omdat gegevensbescherming de hoogste prioriteit heeft.
Reputatierisico's en juridische risico's komen voort uit de invloed die KBC heeft op de privacy van zijn werknemers en zouden op korte, middellange en lange termijn kunnen ontstaan wanneer de privacy van de werknemers niet wordt gerespecteerd of wanneer gegevens van werknemers zouden uitlekken als gevolg van een cyberaanval. In onze materialiteitsanalyse zijn geen andere risico's geïdentificeerd die betrekking hebben op ons eigen personeel. Risico's met betrekking tot incidenten, gedwongen arbeid en kinderarbeid zijn zeer onwaarschijnlijk in de landen en sectoren waarin we actief zijn.
Verder hebben we geen materiële kansen geïdentificeerd die voortkomen uit impacts op en afhankelijkheden van ons eigen personeel.
We merken verder op dat de in hoofdstuk 2 beschreven transitieplannen en maatregelen (zie paragraaf 2.2.1.1 en 2.4.1.1) niet leiden tot materiële impacts op ons eigen personeel.
De afgelopen jaren hebben we gewerkt aan de digitale transformatie van ons kernbedrijfsmodel en hebben we de belangen en opvattingen van al onze consumenten en eindgebruikers centraal gesteld in alles wat we doen. Dit is de hoeksteen van onze strategie en we houden de impacts op onze consumenten en eindgebruikers nauwlettend in het oog (zie paragraaf 1.3.2 voor de belangrijkste contacten met onze stakeholders). In onze strategie vormt de (digitale) interactie met onze consumenten en eindgebruikers de basis van ons bedrijfsmodel, zowel op het vlak van verkoop en advies als wat proces- en productontwikkeling betreft. Daarbij houden we rekening met potentiële negatieve impacts die betrekking hebben op kwesties zoals privacy, toegang tot kwalitatieve informatie, maatschappelijk verantwoorde marketingpraktijken en cyberveiligheid. We willen potentiële materiële negatieve impacts in een wijdverbreide context voorkomen, maar ook potentiële negatieve impacts in individuele gevallen/incidenten.
Via onze stakeholdersbetrokkenheid verkrijgen we inzicht in de wijze waarop consumenten en eindgebruikers met bijzondere kenmerken of die bepaalde producten of diensten gebruiken een groter risico lopen om schade te ondervinden (zie paragraaf 3.2.1.2). We hebben geen specifieke groepen consumenten of eindgebruikers geïdentificeerd die een groter risico lopen om schade te ondervinden vanwege bepaalde materiële risico's, omdat deze risico's voor al onze consumenten en eindgebruikers gelden. Onze processen garanderen evenwel dat specifieke aandacht uitgaat naar kinderen wanneer producten en diensten worden aangeboden en persoonsgegevens worden verwerkt.
We zouden op korte termijn een potentiële materiële negatieve impact kunnen hebben op de privacy van onze consumenten (direct en indirect via derden) en daarmee ook op de fundamentele mensenrechten van onze klanten. Deze impact wordt beperkt door persoonsgegevens te verwerken met het grootste respect voor privacy. Verwerking van persoonsgegevens vindt ook plaats ten voordele van onze consumenten door extra diensten aan te bieden en te ontzorgen. We verzamelen en verwerken gevoelige gegevens van onze consumenten en hebben daarom een potentiële negatieve impact op hun privacy als gevoelige gegevens uitlekken en de privacy wordt geschonden. Een inbreuk op de cyberbeveiliging kan op korte termijn aanleiding geven tot een materiële negatieve impact, omdat de impact van een cyberaanval niet alleen onze onderneming en consumenten zou kunnen treffen, maar ook de reputatie van onze onderneming en het vertrouwen van consumenten zou kunnen schaden. Vanuit cyberveiligheid hebben we een materiële positieve impact door onze rol in de samenleving op te pakken door informatieve sessies te organiseren en campagnes op te zetten om onder onze klanten bewustzijn te creëren over cyberrisico's. We willen ook de negatieve impact beperken die onze leveranciers (en meer bepaald derde partijen) op middellange termijn kunnen hebben op de privacy van onze klanten. We hebben sterke beleidslijnen en processen om de kans te beperken dat gegevensverlies door derden wordt veroorzaakt. Daarnaast speelt KBC een belangrijke rol bij de financiële veerkracht van personen en bedrijven op korte termijn. We beschermen onze klanten tegen de financiële gevolgen van gezondheidszorgrisico's met de verzekeringsproducten die we aanbieden en we beschermen de vertrouwelijkheid van informatie over hun gezondheid. Voor wat betreft sociale inclusie zouden we ook op middellange termijn een potentiële materiële negatieve impact kunnen hebben op onze consumenten en eindgebruikers wanneer onze marketingpraktijken niet duidelijk, eerlijk en nauwkeurig zijn (in dat geval kunnen consumenten op basis van de informatie geen weloverwogen beslissingen nemen).
De voor onze eigen activiteiten en upstream-activiteiten geïdentificeerde materiële risico's die betrekking hebben op consumenten en eindgebruikers kunnen op korte, middellange en lange termijn het gevolg zijn van de hiervoor genoemde negatieve impacts (cyberrisico's, problemen met gegevensbescherming, informatiegerelateerde risico's, sociale uitsluiting) en kunnen leiden tot niet-financiële risico's (operationeel, reputatie- en compliancerisico). Er zijn ook risico's in onze downstreamactiviteiten: wanneer onze bedrijfsklanten bijvoorbeeld niet behoorlijk met de hiervoor genoemde sociale thema's omgaan, kan ook dit tot financiële risico's leiden voor KBC (bv. kredietrisico).
Toegang bieden tot kwalitatieve informatie is een materiële kortetermijnkans, omdat we onze consumenten op hun duurzaamheidsreis de weg kunnen wijzen door middel van onze adviesdiensten (via webinars, diensten van derde partijen, persoonlijk contact) die betrekking hebben op subsidies, regelgeving en taxonomie.
KBC wil in het kader van zakelijk gedrag op middellange termijn een positieve impact hebben op de bedrijfscultuur door ethisch en verantwoord gedrag in alle activiteiten te stimuleren en te waarborgen. Daarnaast pakken we onze rol in de samenleving op en hebben we beleidslijnen en strikte regels voor onze werknemers om de impacts op korte termijn te beperken als het gaat om belastingontwijking en klanten die de fiscale regelgeving proberen te overtreden. Voor wat betreft financiële materialiteit hebben we in verschillende onderdelen van onze waardeketen materiële risico's geïdentificeerd met betrekking tot zakelijk gedrag. Op korte, middellange en lange termijn kunnen risico's ontstaan als ons eigen zakelijke gedrag (d.w.z. verantwoord gedrag in het algemeen, waaronder onze gedragingen met betrekking tot verantwoorde belastingpraktijken, omkoping en corruptie, klokkenluiderskanalen, tegengaan van witwassen van geld en terrorismefinanciering) en de desbetreffende beleidslijnen niet behoorlijk worden opgesteld en beheerd, wat leidt tot niet-financiële risico's (juridisch en compliancerisico). Als onze bedrijfsklanten of derden bovendien niet actief praktijken en beleidslijnen voor goed zakelijk gedrag opstellen, kan ook dit tot kredietrisico en operationeel risico leiden. Verder kunnen op korte, middellange en lange termijn operationele en compliancerisico's ontstaan wanneer de relatie met onze leveranciers wordt aangetast door bijvoorbeeld gebrekkige betalingspraktijken of wanneer KBC leveranciers inschakelt/contracteert die betrokken zijn bij corruptie en omkoping.
We merken op dat, aangezien dit onze eerste Duurzaamheidsverklaring onder de ESRS is, we (nog) geen informatie kunnen verstrekken over wijzigingen van de materiële impacts, risico's en kansen ten opzichte van de vorige verslagperiode.
We benadrukken dat alle materiële impacts, risico's en kansen aan bod zijn gekomen in de rapportagevereisten van de ESRS. Toch zijn cyberveiligheid en verantwoorde belastingpraktijken naar ons oordeel niet voldoende aan bod gekomen. We hebben cyberveiligheid daarom opgenomen in paragraaf 3.2 (Consumenten en eindgebruikers) en verantwoorde belastingpraktijken in paragraaf 4.1 (Zakelijk gedrag), naast de desbetreffende rapportage-eisen.
Bij KBC streven we ernaar om door middel van onze financiële producten en diensten waarde te creëren voor al onze stakeholders en de samenleving als geheel. In de hele waardeketen kijken we naar de huidige en beoogde effecten van onze materiële milieu-impacts, -risico's en -kansen op onze duurzaamheidsstrategie en ons bedrijfsmodel. We erkennen het materiële belang van deze effecten en hebben daarom uitgebreide strategieën uitgewerkt met als doel een zo klein mogelijk negatief effect en een zo groot mogelijk positief effect op onze stakeholders te hebben en kansen te benutten waar ze worden geïdentificeerd. Deze strategieën leiden tot beleidslijnen en concrete maatregelen. Voor klimaatverandering zijn deze beschreven in paragraaf 2.2.2; voor biodiversiteit worden deze behandeld in paragraaf 2.4.2. Daarnaast is het beheer van onze materiële milieurisico's met betrekking tot klimaatverandering, water en mariene hulpbronnen en biodiversiteit in ons Risk Management Framework ingebed (zie paragraaf 2.2.2.2).
Als bank-verzekeraar hanteren we een bedrijfsmodel dat zijn grondslag vindt in het vertrouwen van de klant. Klantgerichtheid blijft dan ook een hoeksteen van de KBC-strategie. We houden in onze processen voor productontwikkeling zorgvuldig rekening met de bescherming van consumenten en beleggers en de bescherming van gegevens. Een belangrijk aandachtspunt is optimale bescherming tegen cybercrime voor zowel onze klanten als onze dochterondernemingen. In de Information Security Strategy (zie paragraaf 3.2.1.1) worden de negatieve impacts van beveiligingsincidenten en de daarmee gepaard gaande schade besproken. Daarnaast willen we onze klanten zo goed mogelijk ondersteunen door naar hen te luisteren en inzicht te
krijgen in hun behoeften, door producten en diensten aan te bieden waardoor hun financiële veerkracht wordt vergroot, door hen tijdens contactmomenten afdoende te informeren en door middel van verantwoorde marketingpraktijken.
Ten aanzien van ons eigen personeel streven we ernaar sterke profielen te werven en te behouden die de hoge normen van KBC in al onze bedrijfsactiviteiten en in onze eigen bedrijfsvoering in stand kunnen en willen houden. We waarderen de dagelijkse werkzaamheden van al onze werknemers als een cruciale factor voor de uitvoering van onze strategie en het creëren van duurzame waarde. Het vertrouwen en de tevredenheid van werknemers zijn daarbij essentiële randvoorwaarden. Daartoe blijven we de positieve impacts op onze werknemers gedurende de HR-levenscyclus verzekeren en daarmee ook de bijbehorende effecten op onze onderneming voor wat betreft aanwerving, personeelstevredenheid en behoud van werknemers. Dit omvat ook het respecteren en beschermen van de privacy van onze werknemers.
Daarnaast willen we het belang benadrukken van correct zakelijk gedrag en verantwoord gedrag als belangrijke fundamenten bij de uitwerking en uitvoering van onze strategie en ons bedrijfsmodel. We gaan door met onze aanhoudende inspanningen om een cultuur van ethisch en verantwoord gedrag te stimuleren en de risico's voor wat betreft zakelijk gedrag in onze hele waardeketen op te volgen.
We beoordelen de weerbaarheid van onze duurzaamheidsstrategie doorlopend in het licht van materiële impacts, risico's en kansen. KBC wil met zijn duurzaamheidsstrategie zijn rol in de samenleving oppakken en waarde creëren voor zijn stakeholders. In dit opzicht monitoren we (de implementatie van) onze beleidslijnen en passen we die waar nodig aan. Over het algemeen heeft onze strategie tot doel om onze onderneming te beschermen terwijl we ons voorbereiden op de veranderende regelgevingscontext, de geopolitieke context en macro-economische veranderingen, snel veranderende technologieën, maatschappelijke veranderingen, verschuivingen in klantgedrag en andere ontwikkelingen op het gebied van duurzaamheid. In onze jaarlijkse financiële planningscyclus houden we nadrukkelijk rekening met duurzaamheid op alle niveaus binnen de organisatie, onder meer door plannen op te nemen om onze klimaatdoelen te behalen, kansen op te sporen en het ESG-risico in de risicobereidheid te integreren. Om minder kwetsbaar te zijn voor veranderingen in de externe omgeving (waaronder milieuverandering), streven we naar diversificatie en flexibiliteit in onze business mix, klantsegmenten, distributiekanalen en geografische aanwezigheid. We zorgen er daarbij te allen tijde voor dat we ons niet richten op winst op korte termijn wanneer dit ten koste gaat van stabiliteit op lange termijn. Ons solide risicobeheerkader en onze risicobereidheid zorgen verder voor financiële en operationele veerkracht, rekening houdend met alle geïdentificeerde materiële risico's (zoals beschreven in paragraaf 1.3.3.1) op korte, middellange en lange termijn in ecologische, sociale en governancekwesties.
Bij de beoordeling van de weerbaarheid van ons bedrijfsmodel en ons vermogen om onze financiële verantwoordelijkheden na te komen, betrekken we ook grote maatschappelijke uitdagingen (bv. klimaatverandering) en gebruiken we scenarioanalyses. Met name in het kader van klimaatrisicomanagement nemen we niet alleen deel aan oefeningen van regelgevers/ toezichthouders, maar voeren we ook regelmatig interne stresstest-oefeningen uit om de weerbaarheid van ons bedrijfsmodel met betrekking tot klimaatverandering te analyseren. In dat verband nemen we milde, gemiddelde en ernstige stresssituaties voor klimaatrisico in aanmerking voor tijdshorizonten die overeenkomen met onze financiële planningscyclus (drie jaar), maar ook langere periodes, om daarin risico's te kunnen meenemen die naar verwachting op langere termijn zullen toenemen. In het gebruikte scenario wordt aangenomen dat de transitie naar een groene economie een negatieve invloed heeft op enkele onderliggende factoren die de winst-en-verliesrekening en het kapitaal van onze bank- en verzekeringsactiviteiten bepalen, zoals operationele kosten, nettorente-inkomsten en schadeclaims. Bovendien leidt de concurrentie op het gebied van duurzame producten en diensten tot druk op de volumes.
Hoewel de winstgevendheid in situaties van ernstigere klimaatstress wel kan worden getroffen, blijft het rendement voor aandeelhouders hoger dan de kosten van het eigen vermogen.
Deze conclusies worden meegenomen in het kader van onze interne oefeningen voor de beoordeling van onze kapitaal- en liquiditeitstoereikendheid (het wettelijk vereiste Internal Capital/Liquidity Adequacy Assessment Process – ICAAP & ILAAP voor KBC Groep als geheel en voor onze bankactiviteiten, en de Own Risk & Solvency Assessment – ORSA voor onze verzekeringsactiviteiten). Met deze oefeningen testen we ook de toereikendheid van ons kapitaal door zwaardere stresstests toe te passen binnen onze mix van reverse stresstests en specifieke klimaatrisicostresstests. Hierin zijn scenario's opgenomen voor zowel een zwaar verhoogd transitierisico als een ernstig fysiek risico. De resultaten van de uitgevoerde scenarioanalyses en stresstesten laten over het algemeen zien dat er op korte termijn geen materiële impact te verwachten is en dat het door ons aangehouden kapitaal ook vanuit Pijler 2-perspectief (op basis van ons interne kapitaalmodel) toereikend is. Hetzelfde geldt voor het kapitaal dat we onder Solvency II berekenen voor de risico's die gepaard gaan met natuurrampen (fysieke risico's) in ons verzekeringsbedrijf.
We kunnen concluderen dat de financiële stabiliteit op lange termijn niet in gevaar is, omdat zelfs negatieve aannames omtrent de ernst van de transitie- en fysieke risico's onze solide kapitaal- en liquiditeitspositie niet in gevaar brengen. Toch zijn we al proactief bezig met het aanpassen van onze processen, beleidslijnen en portefeuilles, zodat we voorbereid zijn op de mogelijke (ontwrichtende) klimaatimpact op het kapitaal op (middel)lange termijn en daarmee ernstige toekomstige impacts door transitie- of fysieke risico's kunnen voorkomen.
Hoewel de stresstests een goede indicatie geven van de ordegrootte van de verwachte financiële impacts in bepaalde klimaatscenario's, zijn de huidige beschikbare data niet granulair genoeg om een precieze kwantificeringsoefening te kunnen uitvoeren. Vanwege de huidige beperkingen in de beschikbaarheid van ESG-risicodata maken we voor onze berekeningen nog altijd gebruik van schattingen (met name voor activiteiten in de waardeketen). Daarnaast zijn de meetmethodologieën voor ESG-risico's nog volop in ontwikkeling. Dit kan invloed hebben op zowel de betrouwbaarheid als de stabiliteit van de schattingen. Hetzelfde geldt voor het financiële effect van kansen, omdat de middelen veelal deel uitmaken van de reguliere bedrijfsbudgetten ('duurzaamheid is de verantwoordelijkheid van iedereen') en sommige financiële effecten pas op lange termijn zichtbaar worden. Zoals hierboven is aangegeven, kunnen we echter met voldoende zekerheid zeggen dat er op korte termijn (d.w.z. binnen de volgende jaarverslagperiode) geen materiële impact wordt verwacht op onze geconsolideerde financiële positie, geconsolideerde financiële resultaten en geconsolideerde kasstromen.
Onze dubbele materialiteitsanalyse vormt de basis voor deze Duurzaamheidsverklaring. Met deze analyse hebben we bepaald welke duurzaamheidsthema's voor KBC materieel zijn vanuit impactperspectief of financieel perspectief. Vanuit het impactperspectief worden de positieve en negatieve impacts beschouwd die KBC heeft op de samenleving en het milieu, terwijl vanuit het financiële perspectief de risico's en kansen worden beschouwd die voor KBC uit duurzaamheidsthema's voortvloeien. In deze paragraaf geven we een beschrijving van onze processen voor de identificatie en beoordeling van onze materiële impacts, risico's en kansen. Wanneer een impact, risico of kans is geïdentificeerd en vervolgens als materieel wordt beschouwd, wordt ook het bijbehorende duurzaamheidsthema als materieel aangeduid.
De methodologie die we bij deze analyse hebben toegepast, is over het algemeen gebaseerd op de ESRS en sluit aan op de Materiality Assessment Implementation Guidance van EFRAG (European Financial Reporting Advisory Group). Op basis van deze richtlijnen hebben we een scoringsmethode bepaald waarmee we onze (potentiële) impacts en kansen beoordelen. De kwantitatieve drempels die zijn vastgesteld om de materialiteit van onze geïdentificeerde impacts te bepalen, zijn geïnspireerd op de vijfpuntsschaal die in de Materiality Assessment Implementation Guidance van EFRAG is opgenomen. Op die manier zijn de impacts in vijf categorieën onderverdeeld, variërend van 'Minimaal' tot 'Kritiek' voor KBC. De materiële risico's zijn voornamelijk geïdentificeerd op basis van bestaande oefeningen voor risico-identificatie, onze risicometingsinstrumenten en risicobeoordelingen. Ter aanvulling van onze bestaande risico-oefeningen zijn op basis van een deskundig oordeel bijkomende analyses uitgevoerd. De beoordeling van kansen is gebaseerd op een scoringsmechanisme dat gelijkaardig is aan de risicoscoring.
In 2024 hebben we de dubbele materialiteitsanalyse voor het eerst in de huidige vorm uitgevoerd. We streven ernaar om op jaarlijkse basis na te gaan of deze analyse substantieel moet worden gewijzigd.
Als eerste stap in onze impact-materialiteitsanalyse hebben we een mapping uitgevoerd van de zakelijke relaties in onze waardeketen, rekening houdend met de landen waarin we actief zijn, de dialogen met onze stakeholders en andere relevante bronnen. Door dit vroeg in het proces te doen, konden we een duidelijk onderscheid maken tussen impacts die verband houden met onze eigen activiteiten en indirecte impacts die we via onze zakelijke relaties hebben. Als bank-verzekeraar erkennen we dat het van belang is om de grote verscheidenheid aan indirecte impacts te identificeren die gerelateerd zijn aan onze kredieten beleggingsportefeuilles (eigen portefeuilles en de portefeuilles ten behoeve van onze klanten) en onze verzekeringsactiviteiten.
Om onze impacts op het milieu en de samenleving te identificeren, hebben we relevante interne en externe stakeholders en experten betrokken. De opvattingen en bezorgdheden van onze stakeholders over kwesties op het gebied van milieu, maatschappij en governance werden verzameld door middel van verschillende engagement-activiteiten die gedurende het jaar hebben plaatsgevonden. Deze engagement-activiteiten waren onder meer bevragingen, dialoog met stakeholders en (klant)gesprekken. Zo hebben we waardevolle inzichten gekregen die als input dienden voor onze impact-materialiteitsanalyse. Verder hebben we van verschillende experten in alle relevante interne betrokken afdelingen input verzameld. Specifiek voor onze kredietportefeuille hebben we gebruik gemaakt van de tools van UNEP FI (United Nations Environment Programme Finance Initiative) voor impact-identificatie en van onze strategische White Papers om relevante impacts te identificeren. Voor onze financiering van en adviesverlening voor grote industriële projecten en infrastructuurprojecten (waaronder vastgoed), passen we daarnaast ook de Equator Principles toe, een kader voor het bepalen, beoordelen en beheren van milieu-impacts en sociale impacts. De Equator Principles omvatten overleg met betrokken gemeenschappen en het opzetten van effectieve klachtenmechanismen om sociale en milieugerelateerde zorgen in verband met deze projecten aan te pakken.
Voor de identificatie, beoordeling en monitoring van de duurzaamheidsgerelateerde impacts van onze beleggingsportefeuilles gebruiken we onze methodologie voor verantwoord beleggen. Dat houdt in dat we de duurzaamheidskenmerken van bedrijven actief onderzoeken, niet alleen op basis van hun beleidslijnen, producten en diensten, maar ook op basis van het deel van de omzet dat betrekking heeft op duurzame activiteiten.
Daarnaast hebben we overlegd met onze ESB, die uit externe deskundigen bestaat. De bovenstaande inputs zijn verder aangevuld met externe bronnen zoals sectororganisaties, verschillende sectorrapporten (bv. S&P Global ESG Materiality Maps), ESG-ratingagentschappen, rapporteringskaders (bv. Global Reporting Initiative (GRI), Sustainability Accounting Standards Board (SASB), enz.) en onze sectorgenoten.
Zo hebben we ervoor gezorgd dat onze impacts op milieuthema's (klimaatverandering, verontreiniging, water en mariene hulpbronnen, biodiversiteit en ecosystemen, en ook materiaalgebruik en circulaire economie), sociale thema's en governancethema's naar behoren zijn geïdentificeerd en dat alle in de ESRS genoemde thema's in aanmerking zijn genomen. Aan de hand van een desktopanalyse (bottom-upbenadering) zijn we ten slotte op basis van alle verzamelde informatie tot een lijst met potentiële materiële thema's gekomen.
Meer concreet voor onze impact op klimaatverandering hebben we onze berekeningen van de scope 1-, 2- en 3-broeikasgasemissies gebruikt als de primaire bron voor de materialiteitsanalyse. Uit deze berekeningen blijkt dat het grootste deel van onze emissies voortkomt uit onze kredietverlenings-, beleggings- en verzekeringsactiviteiten, dat wil zeggen: onze portefeuille-emissies die onder scope 3 categorie 15, 'Investeringen' vallen. Voor KBC zijn de indirecte emissies uit onze bedrijfsactiviteiten (d.w.z. broeikasgasemissies in scope 3 categorie 15) de belangrijkste bron van onze emissies en daarmee ook van onze impact op klimaatverandering. We verwijzen naar de paragrafen 2.2.1.1 (over locked-in broeikasgasemissies), 2.2.3.1 (klimaatdoelen) en 2.2.3.2 (onze emissie-inventaris) voor meer informatie over onze klimaatimpact.
Met betrekking tot biodiversiteit hebben we onze potentiële directe impact beoordeeld door in kaart te brengen of we in onze kernlanden kantoren hebben in of nabij kwetsbare gebieden voor biodiversiteit. De door ons in aanmerking genomen kwetsbare gebieden voor biodiversiteit zijn onder meer Natura 2000-gebieden, UNESCO-locaties en andere beschermde gebieden (met uitzondering van Key Biodiversity Areas). We zijn tot de conclusie gekomen dat we geen panden hebben in strikt beschermde gebieden (IUCN-categorie IV en hoger). Verder hebben we vastgesteld dat een aantal van onze kantoren gelegen is in beschermde landschappen, zoals gebieden die onder de Vogelrichtlijn vallen. Op basis van de beschikbare expertise en gezien de aard van onze bankverzekeringsactiviteiten kunnen we echter concluderen dat onze activiteiten geen negatieve impact hebben op deze beschermde gebieden. We hebben de nood aan mitigerende maatregelen op deze locaties dan ook niet verder beoordeeld.
Als financiële instelling hebben we voornamelijk invloed op biodiversiteit en ecosystemen via onze zakelijke kredietverleningsdiensten en onze beleggingsportefeuilles. Voor onze zakelijke kredietportefeuille hebben we de potentiële impacts op en afhankelijkheden van de natuur beoordeeld aan de hand van het instrument 'Exploring Natural Capital Opportunities, Risks and Exposure' ('ENCORE'). De top drie sectoren met een zeer grote impact zijn Bouw en Constructie, Landbouw en Energie, en de meest materiële drivers zijn terrestrisch landgebruik, watergebruik en het gebruik van mariene ecosystemen.
De materialiteitsbeoordeling van de geïdentificeerde impacts werd uitgevoerd in samenspraak met interne deskundigen, de general managers sustainability, de CEO's van onze kernlanden (of hun vertegenwoordigers) en een selectie van onze senior
general managers. Zij traden op als geloofwaardige vertegenwoordigers van de geïdentificeerde getroffen stakeholders en hielpen de zorgen van deze stakeholders over te brengen op basis van hun ervaring en aandachtsgebied. Aan elke (potentiële) negatieve en positieve impact zijn scores toegekend op basis van een aantal parameters. De beoordeelde parameters zijn onder meer de schaal en reikwijdte van zowel positieve als negatieve impacts, aangevuld met de waarschijnlijkheid van potentiële impacts en de mate waarin de (potentiële) negatieve impacts onomkeerbaar zijn. Bij deze oefening hebben we een onderscheid gemaakt tussen onze eigen activiteiten en onze waardeketen en rekening gehouden met korte, middellange en lange tijdshorizonten. De resultaten zijn aan de hand van onze intern ontwikkelde scoringsmethode geëvalueerd en op basis daarvan op een vijfpuntsschaal ingedeeld. Daardoor konden we een conclusie trekken over de materialiteit van elke impact en uiteindelijk het bijbehorende duurzaamheidsthema.
Voor een overzicht van de materiële impacts die binnen onze eigen activiteiten en waardeketen zijn geïdentificeerd, verwijzen we naar paragraaf 1.3.3.1.
In de financiële materialiteitsanalyse worden onze duurzaamheidsgerelateerde risico's en kansen geïdentificeerd en beoordeeld. In deze paragraaf worden de achterliggende processen voor respectievelijk risico's en kansen beschreven.
Allereerst merken we op dat ESG-risico's als belangrijke risicofactoren van de externe omgeving worden beschouwd en zich manifesteren via alle andere traditionele risicodomeinen, zoals kredietrisico, verzekeringstechnisch risico, marktrisico, operationeel en compliancerisico en reputatierisico. Duurzaamheidsgerelateerde risico's worden dus niet afzonderlijk beschouwd, maar stevig verankerd in alle aspecten en domeinen van het Risk Management Framework van KBC en de achterliggende processen. Om te beoordelen welke duurzaamheidsthema's materieel zijn vanuit risicoperspectief, was het dus noodzakelijk om het effect te bepalen van de risico's die voortkomen uit de beoordeelde duurzaamheidsthema's op de financiële en niet-financiële risicodomeinen. Rekening houdend met ons bedrijfsmodel en vanuit financieel perspectief is het niet logisch om elk voorgeschreven duurzaamheidsthema afzonderlijk te beoordelen. Om die reden zijn bepaalde duurzaamheidsthema's gebundeld, zodat een zinvolle financiële materialiteitsanalyse kon worden uitgevoerd waarbij alle onderliggende componenten in acht zijn genomen. Tijdens deze oefening hebben we maximaal gebruik gemaakt van bestaande processen voor risico-identificatie en risicometing. KBC heeft in het bijzonder een ERIM ontwikkeld om de impact van milieurisico's te beoordelen (zie verder), en het beheer van sociale en governancerisico's maakt integraal deel uit van compliance- en operationeelrisicobeheer. Zowel de ERIM als de deskundige onderbouwingen zijn op verschillende inputs gebaseerd, zoals portefeuilleverdelingen, de geografische locatie van onze activiteiten en klanten, productkenmerken, klant- en activadata, interne monitoring en modelleringsoefeningen, externe bronnen (bv. gevaarkaarten voor fysieke risico's), enz.
Binnen onze financiële materialiteitsanalyse van de risico's hebben we de volgende elementen in beschouwing genomen:
Voor elke groep duurzaamheidsthema's, waarin de waarschijnlijkheid en het financiële effect per risicotype werden gecombineerd, leidde de beoordeling tot een materialiteitsclassificatie per risicotype (op een vierpuntsschaal: laag, gemiddeld, hoog, ernstig). In een laatste fase zijn de materialiteitsscores per risicotype gecombineerd om te bepalen of de beoordeelde groep duurzaamheidsthema's materieel is vanuit een geïntegreerd perspectief. Daartoe werden vooraf bepaalde materialiteitsdrempels vastgesteld.
De financiële materialiteitsanalyse van de milieurisico's was hoofdzakelijk gebaseerd op onze bestaande ERIM. Dit is ons belangrijkste interne proces voor de identificatie en beoordeling van de impact van milieurisico's op onze waardeketen, doordat: • de risico's voor de financiële en niet-financiële risicotypes worden ingeschat;
De ERIM wordt jaarlijks op het niveau van KBC Groep beoordeeld, maar voor de bank-, verzekerings- en vermogensbeheeractiviteiten zijn ook aparte impact maps opgesteld. Daarnaast vindt voor onze kernlanden nog een verdere uitwerking plaats, omdat de materialiteit van milieurisico's in de verschillende jurisdicties en op de verschillende locaties kan variëren, wat leidt tot mogelijke verschillen in de transitie- en fysieke risico's.
Specifiek voor analyses met betrekking tot het klimaatrisico worden de risico-impacts ingeschat voor drie afzonderlijke klimaatscenario's die door het Network for Greening the Financial System (NGFS) beschikbaar zijn gesteld. Meer concreet vinden aparte beoordelingen plaats voor een ordelijk (Orderly) transitiescenario (waarin de opwarming van de aarde beperkt blijft tot 1,5 °C), een wanordelijk (Disorderly) transitiescenario (de opwarming van de aarde blijft beperkt tot 2 °C) en een 'Hot House World'-scenario (een stijging van de opwarming van de aarde tot circa 3 °C). Deze scenario's komen overeen met de klimaataannames die in de jaarrekening worden gehanteerd. We verwijzen naar Toelichting 3.9 van de Geconsolideerde jaarrekening van dit verslag voor meer informatie.
Voor de identificatie van onze materiële kansen hebben we gekeken naar de duurzaamheidsthema's die in de ESRS zijn beschreven en naar kansen die uit eerder geïdentificeerde materiële impacts konden worden afgeleid. De beoordeling is uitgevoerd door interne experten met kennis van de verschillende in de ESRS genoemde duurzaamheidsthema's, maar ook met kennis van onze bedrijfsactiviteiten en de lokale (geografische) omstandigheden. De experten hebben in onze hele waardeketen en voor verschillende tijdshorizonten kansen geïdentificeerd. De geïdentificeerde kansen zijn beoordeeld op de waarschijnlijkheid dat het financiële effect optreedt en op de omvang ervan (vergelijkbaar met onze risicobenadering), wat leidde tot een materialiteitsclassificatie waaruit materiële kansen konden worden afgeleid aan de hand van vooraf bepaalde materialiteitsdrempels.
Voor wat betreft kansen moedigen we in het bijzonder de opname van duurzaamheidsgerelateerde kansen aan in onze kernproducten en -diensten, zoals obligaties, kredieten, beleggingen, verzekeringscontracten en adviesverlening. In dat kader volgen we de ontwikkelingen rond de EU-taxonomie ook nauwlettend op. In al onze White Paper-sectoren (energie, vastgoed, transport, landbouw, voedsel en drank, bouw en constructie, metaal en chemie) screenen en identificeren we gedurende elke White Paper-beoordelingscyclus de duurzaamheidsgerelateerde kansen die relevant zijn voor de sector.
Vergeleken met onze impacts en risico's zijn de identificatie, de beoordeling en het beheer van kansen nog niet met dezelfde mate van maturiteit in ons algemene beheerproces geïntegreerd. De uitkomst van de materialiteitsanalyse is aan de bevoegde leidinggevende organen voorgelegd. Door de business en andere afdelingen worden voortdurend inspanningen verricht om kansen te definiëren en te implementeren. Dit wordt tevens ondersteund door de structurele inbedding van kansen in onze White Paper-benadering. Ook in de jaarlijkse budgetteringsronde moeten alle landen duurzaamheidskansen in overweging nemen en een plan uitwerken om die kansen te benutten. Al deze initiatieven vormen een goede basis om onze identificatie en materialiteitsanalyse van kansen in de toekomst verder naar maturiteit te leiden.
Voor een overzicht van de materiële risico's en kansen in onze waardeketen verwijzen we naar paragraaf 1.3.3.1.
In elke stap van het proces voor de identificatie en beoordeling van de impacts zijn de tussentijdse resultaten besproken binnen de afdeling Group Corporate Sustainability. Voor de impacts met betrekking tot ons eigen personeel is de uitkomst van deze beoordeling gevalideerd door de Corporate HR-managers en de lokale HR-managers van de kernlanden binnen de internationale HR-gemeenschap. Dit werd gevolgd door goedkeuring van het CSRD Steering Committee. Vervolgens is de uitkomst van de beoordeling ook voorgelegd aan en gevalideerd door de Europese ondernemingsraad.
De uitkomst van de risicobeoordeling is tevens besproken met en goedgekeurd door het management van de betrokken risicofuncties voorafgaand aan de goedkeuring van het CSRD Steering Committee.
De resultaten van de oefeningen voor de impact-materialiteit en de financiële materialiteit zijn ook besproken in een speciale werkgroep met betrekking tot onze dubbele materialiteitsanalyse (met collega's uit alle belangrijke afdelingen die bij onze materialiteitsanalyse betrokken zijn).
In het onderstaande overzicht is een lijst opgenomen van alle rapportage-eisen die in deze Duurzaamheidsverklaring zijn behandeld.
Voor de rapportage-eisen met betrekking tot de geïdentificeerde materiële duurzaamheidsthema's hebben we expertgebaseerde evaluaties uitgevoerd om te bepalen of alle onderliggende informatie-eisen ook materieel zijn voor KBC. Daarbij hebben we rekening gehouden met de mate waarin de informatie significant is en/of de informatie kan voldoen aan de behoeften van gebruikers van de verklaring op het punt van besluitvorming.
| ESRS-standaard | Rapportage-eis | Volledige naam van de Rapportage-eis | Paragraaf | |
|---|---|---|---|---|
| ESRS 2 Algemene toelichtingen BP-1 | Algemene grondslag voor het opstellen van duurzaamheidsverklaringen |
1.1.1 | ||
| BP-2 | Rapportage over specifieke omstandigheden | 1.1.2 | ||
| GOV-1 | De rol van de bestuurs-, leidinggevende en toezichthoudende organen |
|||
| GOV-2 | Informatie verschaft aan en omgang met duurzaamheidsthema's door bestuurs-, leidinggevende en toezichthoudende organen van de onderneming |
1.2.2 | ||
| GOV-3 | Integratie van duurzaamheidsprestaties in beloningsregelingen | |||
| GOV-4 | Due-diligenceverklaring | 1.2.4 | ||
| GOV-5 | Risicobeheersing en interne controles voor duurzaamheidsrapportage |
1.2.5 | ||
| SBM-1 | Strategie, bedrijfsmodel en waardeketen | |||
| SBM-2 | Belangen en opvattingen van stakeholders | 1.3.2 | ||
| SBM-3 | Materiële impacts, risico's en kansen en de wisselwerking daarvan met strategie en bedrijfsmodel |
1.3.3 | ||
| IRO-1 | Beschrijving van de processen om materiële impacts, risico's en kansen in kaart te brengen en te analyseren |
1.4.1 | ||
| IRO-2 | Rapportage-eisen in ESRS opgenomen in de duurzaamheidsverklaring van de onderneming |
1.4.2 | ||
| ESRS E1 Klimaatverandering | ESRS 2 GOV-3 | Integratie van duurzaamheidsprestaties in beloningsregelingen | 1.2.3 | |
| E1-1 | Transitieplan voor klimaatmitigatie | 2.2.1.1 | ||
| ESRS 2 SBM-3 | Materiële impacts, risico's en kansen en de wisselwerking daarvan met strategie en bedrijfsmodel |
1.3.3 | ||
| ESRS 2 IRO-1 | Beschrijving van de processen om materiële klimaatimpacts, -risico's en -kansen in kaart te brengen en te analyseren |
1.4.1 | ||
| E1-2 | Beleid ten aanzien van klimaatmitigatie en klimaatadaptatie | 2.2.2.1 | ||
| E1-3 | Maatregelen en middelen wat betreft beleid ten aanzien van klimaatverandering |
2.2.2.2 | ||
| E1-4 | Doelen inzake klimaatmitigatie en klimaatadaptatie | 2.2.3.1 | ||
| E1-6 | Bruto scope 1-, 2-, 3-emissies en totale broeikasgasemissies | 2.2.3.2 | ||
| E1-7 | Broeikasgasverwijderingen en projecten voor broeikasgasmitigatie gefinancierd uit carbon credits |
2.2.3.3 | ||
| E1-8 | Interne koolstofbeprijzing | 2.2.3.4 | ||
| ESRS E2 Verontreiniging | ESRS 2 IRO-1 | Beschrijving van de processen om materiële verontreinigingsimpacts, -risico's en -kansen in kaart te brengen en te analyseren |
1.4.1 | |
| ESRS E3 Water en mariene hulpbronnen |
ESRS 2 IRO-1 | Beschrijving van de processen om voor water en mariene hulpbronnen materiële impacts, risico's en kansen in kaart te brengen en te analyseren |
1.4.1 | |
| E3-1 | Beleid ten aanzien van water en mariene hulpbronnen | 2.3.1.1 | ||
| E3-2 | Maatregelen en middelen wat betreft water en mariene hulpbronnen | 2.3.1.2 | ||
| E3-3 | Doelen wat betreft water en mariene hulpbronnen | 2.3.2.1 |
| ESRS E4 Biodiversiteit en ecosystemen |
E4-1 | Transitieplan en meeweging van biodiversiteit en ecosystemen in strategie en bedrijfsmodel |
||
|---|---|---|---|---|
| ESRS 2 SBM-3 | Materiële impacts, risico's en kansen en de wisselwerking daarvan met strategie en bedrijfsmodel |
1.3.3 | ||
| ESRS 2 IRO-1 | Beschrijving van processen om voor biodiversiteit en ecosystemen materiële impacts, risico's en kansen in kaart te brengen en te analyseren |
1.4.1 | ||
| E4-2 | Beleid ten aanzien van biodiversiteit en ecosystemen | 2.4.2.1 | ||
| E4-3 | Maatregelen en middelen wat betreft biodiversiteit en ecosystemen | 2.4.2.2 | ||
| E4-4 | Doelen wat betreft biodiversiteit en ecosystemen | 2.4.3.1 | ||
| ESRS E5 Materiaalgebruik en circulaire economie |
ESRS 2 IRO-1 | Beschrijving van de processen om voor materiaalgebruik en circulaire economie materiële impacts, risico's en kansen in kaart te brengen en te analyseren |
1.4.1 | |
| ESRS S1 Eigen personeel | ESRS 2 SBM-2 | Belangen en opvattingen van stakeholders | 1.3.2 | |
| ESRS 2 SBM-3 | Materiële impacts, risico's en kansen en de wisselwerking daarvan met strategie en bedrijfsmodel |
|||
| S1-1 | Beleid ten aanzien van eigen personeel | 3.1.1.1 | ||
| S1-2 | Processen om met eigen personeel en werknemersvertegenwoordigers te overleggen over impacts |
3.1.1.2 | ||
| S1-3 | Herstelprocessen voor negatieve impacts en kanalen voor eigen werknemers om zorgen kenbaar te maken |
3.1.1.3 | ||
| S1-4 | Actie i.v.m. materiële impacts en aanpak om materiële risico's m.b.t. eigen personeel te mitigeren |
3.1.1.4 | ||
| S1-5 | Doelen wat betreft het beheersen van materiële negatieve impacts, het bevorderen van positieve impacts en het beheersen van materiële risico's en kansen |
3.1.2.1 | ||
| S1-6 | Kenmerken van de werknemers van de onderneming | 3.1.2.2 | ||
| S1-8 | Cao-dekkingsgraad en sociale dialoog | |||
| S1-9 | Diversiteitsmaatstaven | |||
| S1-10 | Leefbare (adequate) lonen | 3.1.2.5 | ||
| S1-14 | Veiligheids- en gezondheidsmaatstaven | 3.1.2.6 | ||
| S1-16 | Beloningsmaatstaven (loonkloof en totale beloning) | 3.1.2.7 | ||
| S1-17 | Incidenten, klachten en ernstige impacts op het gebied van mensenrechten |
3.1.2.8 | ||
| ESRS S4 Consumenten en | ESRS 2 SBM-2 | Belangen en opvattingen van stakeholders | 1.3.2 | |
| eindgebruikers | ESRS 2 SBM-3 | Materiële impacts, risico's en kansen en de wisselwerking daarvan met strategie en bedrijfsmodel |
1.3.3 | |
| S4-1 | Beleid ten aanzien van consumenten en eindgebruikers | 3.2.1.1 | ||
| S4-2 | Processen om met consumenten en eindgebruikers te overleggen over impacts |
3.2.1.2 | ||
| S4-3 | Herstelprocessen voor negatieve impacts en kanalen voor consumenten en eindgebruikers om zorgen kenbaar te maken |
3.2.1.3 | ||
| S4-4 | Acteren op materiële impacts op consumenten en/of eindgebruikers en benaderingen om met betrekking tot consumenten en eindgebruikers materiële risico's te beheersen en materiële kansen te benutten, en de effectiviteit van die maatregelen |
3.2.1.4 | ||
| S4-5 | Doelen wat betreft het beheersen van materiële negatieve impacts, het bevorderen van positieve impacts en het beheersen van materiële risico's en kansen |
3.2.2.1 | ||
| ESRS G1 Zakelijk gedrag | ESRS 2 GOV-1 | De rol van de bestuurs-, leidinggevende en toezichthoudende organen |
1.2.1 | |
| ESRS 2 IRO-1 | Beschrijving van de processen om materiële impacts, risico's en kansen in kaart te brengen en te analyseren |
1.4.1 | ||
| G1-1 | Beleid ten aanzien van zakelijk gedrag en bedrijfscultuur | 4.1.1.1 | ||
| G1-2 | Beheer van relaties met leveranciers | 4.1.1.2 | ||
| G1 – MDR-A | Minimumrapportage-eisen voor maatregelen wat betreft beleid ten aanzien van zakelijk gedrag |
4.1.1.3 | ||
| G1-3 | Preventie en opsporing van corruptie of omkoping | 4.1.1.4 | ||
| G1-4 | Bevestigde incidenten van corruptie of omkoping 4.1.2.1 |
|||
| G1-6 | Betalingspraktijken | 4.1.2.2 |
Hieronder geven we een overzicht van alle datapunten die gekoppeld zijn aan andere EU-wetgeving, met inbegrip van de datapunten die we als niet materieel beschouwen, waarbij wordt aangegeven waar ze in deze Duurzaamheidsverklaring te vinden zijn. Voor de datapunten die als 'Niet van toepassing' zijn aangeduid, merken we op dat de niet-toepasselijkheid alleen slaat op de informatie die vereist is door de alinea in de ESRS die in de onderstaande lijst is aangegeven.
| Rapportage-eis en betrokken datapunt |
Referentie SFDR | Pijler 3-referentie | Referentie bench markverordening |
Referentie EU Klimaatwet |
Paragraaf |
|---|---|---|---|---|---|
| ESRS 2 GOV-1 Genderdiversiteit Raad van Bestuur alinea 21(d) |
Indicator nr. 13 Tabel 1 van bijlage I |
Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/1816 van de Commissie, bijlage II |
1.2.1 | ||
| ESRS 2 GOV 1 Percentage onafhankelijke bestuurders alinea 21(e) |
Verordening (EU) 2020/1816 van de Commissie, bijlage II |
1.2.1 | |||
| ESRS 2 GOV-4 Due diligenceverklaring alinea 30 |
Indicator nr. 10 Tabel 3 van bijlage I |
1.2.4 | |||
| ESRS 2 SBM-1 Betrokkenheid bij activiteiten m.b.t. activiteiten fossiele brandstoffen alinea 40(d) i |
Indicator nr. 4 Tabel 1 van bijlage I |
Art. 449 bis van Verordening (EU) nr. 575/2013; Uitvoerings verordening (EU) 2022/2453 van de Commissie Tabel 1 – Kwalitatieve informatie over ecologisch risico en Tabel 2 – Kwalitatieve informatie over sociaal risico |
Verordening (EU) 2020/1816 van de Commissie, bijlage II |
Niet van toepassing |
|
| ESRS 2 SBM-1 Betrokkenheid bij activiteiten m.b.t. chemische productie alinea 40(d) ii |
Indicator nr. 9 Tabel 2 van bijlage I |
Verordening (EU) 2020/1816 van de Commissie, bijlage II |
Niet van toepassing |
||
| ESRS 2 SBM-1 Betrokkenheid bij activiteiten m.b.t. controversiële wapens alinea 40(d) iii |
Indicator nr. 14 Tabel 1 van bijlage I |
Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/1818, art. 12, lid 1; Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/1816, bijlage II |
Niet van toepassing |
||
| ESRS 2 SBM-1 Betrokkenheid bij activiteiten m.b.t. teelt en productie tabak alinea 40(d) iv |
Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/1818, art. 12, lid 1; Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/1816, bijlage II |
Niet van toepassing |
|||
| ESRS E1-1 Transitieplan om tegen 2050 klimaatneutraliteit te bereiken alinea 14 |
Verordening (EU) 2021/1119, art. 2, lid 1 |
2.2.1.1 | |||
| ESRS E1-1 Ondernemingen uitgesloten van op Overeenkomst van Parijs afgestemde benchmarks alinea 16(g) |
Art. 449 bis van Verordening (EU) nr. 575/2013; Uitvoerings verordening (EU) 2022/2453 van de Commissie, Template 1: Banking book – Transitierisico's i.v.m. klimaatverandering: Kredietkwaliteit blootstellingen per sector, emissies en resterende looptijd |
Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/1818, art. 12, lid 1, punten d) t/m g), en art. 12, lid 2 |
2.2.1.1 |
| ESRS E1-4 Doelen BKG-emissiereductie alinea 34 |
Indicator nr. 4 Tabel 2 van bijlage I |
Art. 449 bis van Verordening (EU) nr. 575/2013; Uitvoerings verordening (EU) 2022/2453 van de Commissie, Template 3: Banking book – Indicatoren van potentiële transitie risico's i.v.m. klimaat verandering: Afstemmings maatstaven |
Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/1818, art. 6 |
2.2.3.1 | |
|---|---|---|---|---|---|
| ESRS E1-5 Totaal energieverbruik uit hernieuwbare bronnen, uitgesplitst naar bronnen (alleen sectoren met grote klimaatimpact) alinea 38 |
Indicator nr. 5 Tabel 1 van bijlage I Indicator nr. 5 Tabel 2 van bijlage I |
Niet materieel | |||
| ESRS E1-5 Energieverbruik en energiemix alinea 37 |
Indicator nr. 5 Tabel 1 van bijlage I |
Niet materieel | |||
| ESRS E1-5 Energie intensiteit activiteiten in sectoren met grote klimaatimpact alinea's 40 t/m 43 |
Indicator nr. 6 Tabel 1 van bijlage I |
Niet materieel | |||
| ESRS E1-6 Bruto scope 1-, 2-, 3-emissies en totale BKG-emissies alinea 44 |
Indicatoren nrs. 1 en 2 Tabel 1 van bijlage I |
Art. 449 bis van Verordening (EU) nr. 575/2013; Uitvoerings verordening (EU) 2022/2453 van de Commissie, Template 1: Banking book – Transitierisico's i.v.m. klimaatverandering: Kredietkwaliteit bloot stellingen per sector, emissies en resterende looptijd |
Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/1818, art. 5, lid 1, art. 6 en art. 8, lid 1 |
2.2.3.2 | |
| ESRS E1-6 Intensiteit bruto-BKG-emissies alinea's 53 t/m 55 |
Indicator nr. 3 Tabel 1 van bijlage I |
Art. 449 bis van Verordening (EU) nr. 575/2013; Uitvoerings verordening (EU) 2022/2453 van de Commissie, Template 3: Banking book – Indicatoren van potentiële transitie risico's i.v.m. klimaat verandering: Afstemmings maatstaven |
Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/1818, art. 8, lid 1 |
2.2.3.2 | |
| ESRS E1-7 BKG verwijderingen en carbon credits alinea 56 |
Verordening (EU) 2021/1119, art. 2, lid 1 |
2.2.3.3 | |||
| ESRS E1-9 Blootstelling benchmarkportefeuille aan fysieke klimaatrisico's alinea 66 |
Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/1818, bijlage II; Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/1816, bijlage II |
Onderhevig aan infasering |
| ESRS E1-9 Uitsplitsing geldbedragen in acuut en chronisch fysiek risico alinea 66(a) |
Art. 449 bis van Verordening (EU) nr. 575/2013; Uitvoerings verordening (EU) 2022/2453 van de Commissie, alinea's 46 en 47; Template 5: Banking book – Klimaatverandering fysiek risico: Aan fysiek risico onderhevige blootstellingen |
Onderhevig aan infasering |
||
|---|---|---|---|---|
| ESRS E1-9 Locatie significante activa die materieel fysiek risico lopen alinea 66(c) |
Art. 449 bis van Verordening (EU) nr. 575/2013; Uitvoerings verordening (EU) 2022/2453 van de Commissie, alinea's 46 en 47; Template 5: Banking book – Klimaatverandering fysiek risico: Aan fysiek risico onderhevige blootstellingen |
Onderhevig aan infasering |
||
| ESRS E1-9 Uitsplitsing boekwaarde vastgoedactiva naar energie efficiëntieklasse alinea 67(c) |
Art. 449 bis van Verordening (EU) nr. 575/2013; Uitvoerings verordening (EU) 2022/2453 van de Commissie, alinea 34; Template 2: Banking book – Transitierisico's i.v.m. klimaatverandering: Leningen gedekt door zekerheden in de vorm van onroerend goed – Energie-efficiëntie van de zekerheid |
Onderhevig aan infasering |
||
| ESRS E1-9 Mate blootstelling portefeuille aan klimaatkansen alinea 69 |
Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/1818, bijlage II |
Onderhevig aan infasering |
||
| ESRS E2-4 Hoeveelheid emissies naar lucht, water en bodem van elke verontreinigende stof in bijlage II bij E-PRTR verordening (Europees register uitstoot en overbrenging verontreinigende stoffen) alinea 28 |
Indicator nr. 8 Tabel 1 van bijlage I Indicator nr. 2 Tabel 2 van bijlage I Indicator nr. 1 Tabel 2 van bijlage I Indicator nr. 3 Tabel 2 van bijlage I |
Niet materieel | ||
| ESRS E3-1 Water en mariene hulpbronnen alinea 9 |
Indicator nr. 7 Tabel 2 van bijlage I |
2.3.1.1 | ||
| ESRS E3-1 Specifiek beleid alinea 13 |
Indicator nr. 8 Tabel 2 van bijlage I |
2.3.1.1 | ||
| ESRS E3-1 Duurzame oceanen en zeeën alinea 14 |
Indicator nr. 12 Tabel 2 van bijlage I |
Niet materieel | ||
| ESRS E3-4 Totale hoeveelheid gerecycled en hergebruikt water alinea 28(c) |
Indicator nr. 6,2 Tabel 2 van bijlage I |
Niet materieel | ||
| ESRS E3-4 Totaal waterverbruik in m 3 per netto-opbrengst eigen activiteiten alinea 29 |
Indicator nr. 6,1 Tabel 2 van bijlage I |
Niet materieel |
| ESRS 2 – IRO-1 – E4 alinea 16(a) i |
Indicator nr. 7 Tabel 1 van bijlage I |
1.4.1 | |
|---|---|---|---|
| ESRS 2 – IRO-1 – E4 alinea 16(b) |
Indicator nr. 10 Tabel 2 van bijlage I |
1.4.1 | |
| ESRS 2 – IRO-1 – E4 alinea 16(c) |
Indicator nr. 14 Tabel 2 van bijlage I |
1.4.1 | |
| ESRS E4-2 Praktijken of beleid duurzaam beheer bodem / duurzame landbouw alinea 24(b) |
Indicator nr. 11 Tabel 2 van bijlage I |
2.4.2.1 | |
| ESRS E4-2 Praktijken of beleid duurzaam beheer oceanen / zee alinea 24(c) |
Indicator nr. 12 Tabel 2 van bijlage I |
2.4.2.1 | |
| ESRS E4-2 Beleid tegen ontbossing alinea 24(d) |
Indicator nr. 15 Tabel 2 van bijlage I |
2.4.2.1 | |
| ESRS E5-5 Niet gerecycled afval alinea 37(d) |
Indicator nr. 13 Tabel 2 van bijlage I |
Niet materieel | |
| ESRS E5-5 Gevaarlijk afval en radioactief afval alinea 39 |
Indicator nr. 9 Tabel 1 van bijlage I |
Niet materieel | |
| ESRS 2 – SBM3 – S1 Risico incidenten gedwongen arbeid alinea 14(f) |
Indicator nr. 13 Tabel 3 van bijlage I |
1.3.3 | |
| ESRS 2 – SBM3 – S1 Risico incidenten kinderarbeid alinea 14(g) |
Indicator nr. 12 Tabel 3 van bijlage I |
1.3.3 | |
| ESRS S1-1 Toezeggingen op gebied van mensenrechtenbeleid alinea 20 |
Indicator nr. 9 Tabel 3 van bijlage I Indicator nr. 11 Tabel 1 van bijlage I |
3.1.1.1 | |
| ESRS S1-1 Due diligencebeleid rond kwesties aan de orde in fundamentele verdragen 1 t/m 8 van Internationale Arbeidsorganisatie alinea 21 |
Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/1816, bijlage II |
3.1.1.1 | |
| ESRS S1-1 Procedures en maatregelen ter voorkoming van mensenhandel alinea 22 |
Indicator nr. 11 Tabel 3 van bijlage I |
3.1.1.1 | |
| ESRS S1-1 Beleid of beheersysteem ter voorkoming van arbeidsongevallen alinea 23 |
Indicator nr. 1 Tabel 3 van bijlage I |
3.1.1.1 | |
| ESRS S1-3 Klachtenregelingen alinea 32(c) |
Indicator nr. 5 Tabel 3 van bijlage I |
3.1.1.3 | |
| ESRS S1-14 Aantal sterfgevallen en aantal en aandeel arbeidsongevallen alinea 88(b) en (c) |
Indicator nr. 2 Tabel 3 van bijlage I |
Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/1816, bijlage II |
3.1.2.6 |
| ESRS S1-14 Aantal verzuimdagen als gevolg van letsels, ongevallen, dodelijke ongevallen of ziekte alinea 88(e) |
Indicator nr. 3 Tabel 3 van bijlage I |
Onderhevig aan infasering |
| ESRS S1-16 Niet gecorrigeerde loonkloof man-vrouw alinea 97(a) |
Indicator nr. 12 Tabel 1 van bijlage I |
Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/1816, bijlage II |
3.1.2.7 |
|---|---|---|---|
| ESRS S1-16 Ratio buitensporige beloning CEO alinea 97(b) |
Indicator nr. 8 Tabel 3 van bijlage I |
3.1.2.7 | |
| ESRS S1-17 Gevallen van discriminatie alinea 103(a) |
Indicator nr. 7 Tabel 3 van bijlage I |
3.1.2.8 | |
| ESRS S1-17 Niet nakoming UNGP's on Business and Human Rights en OESO richtlijnen alinea 104(a) |
Indicator nr. 10 Tabel 1 van bijlage I Indicator nr. 14 Tabel 3 van bijlage I |
Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/1816, bijlage II; Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/1818, art. 12, lid 1 |
3.1.2.8 |
| ESR S2 – SBM3 – S2 Aanzienlijk risico kinderarbeid of gedwongen arbeid in waardeketen alinea 11(b) |
Indicatoren nrs. 12 en 13 Tabel 3 van bijlage I |
Niet materieel | |
| ESRS S2-1 Toezeggingen op gebied van mensenrechtenbeleid alinea 17 |
Indicator nr. 9 Tabel 3 van bijlage I Indicator nr. 11 Tabel 1 van bijlage I |
Niet materieel | |
| ESRS S2-1 Beleid ten aanzien van werknemers in waardeketen alinea 18 |
Indicatoren nrs. 11 en 4 Tabel 3 van bijlage I |
Niet materieel | |
| ESRS S2-1 Niet nakoming UNGP's on Business and Human Rights en OESO richtlijnen alinea 19 |
Indicator nr. 10 Tabel 1 van bijlage I |
Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/1816, bijlage II; Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/1818, art. 12, lid 1 |
Niet materieel |
| ESRS S2-1 Due diligencebeleid rond kwesties aan de orde in fundamentele verdragen 1 t/m 8 van Internationale Arbeidsorganisatie alinea 19 |
Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/1816, bijlage II |
Niet materieel | |
| ESRS S2-4 Mensen rechtenproblemen en -incidenten m.b.t. upstream- en downstream-waarde keten alinea 36 |
Indicator nr. 14 Tabel 3 van bijlage I |
Niet materieel | |
| ESRS S3-1 Toezeggingen op gebied van Mensenrechtenbeleid alinea 16 |
Indicator nr. 9 Tabel 3 van bijlage I Indicator nr. 11 Tabel 1 van bijlage I |
Niet materieel | |
| ESRS S3-1 Niet nakoming UNGP's on Business and Human Rights, ILO-beginselen en/of OESO-richtlijnen alinea 17 |
Indicator nr. 10 Tabel 1 van bijlage I |
Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/1816, bijlage II; Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/1818, art. 12, lid 1 |
Niet materieel |
| ESRS S3-4 Mensen rechtenproblemen en -incidenten alinea 36 |
Indicator nr. 14 Tabel 3 van bijlage I |
Niet materieel | |
| ESRS S4-1 Beleid ten aanzien van consumenten en eindgebruikers alinea 16 |
Indicator nr. 9 Tabel 3 van bijlage I Indicator nr. 11 Tabel 1 van bijlage I |
3.2.1.1 |
| ESRS S4-1 Niet nakoming UNGP's on Business and Human Rights en OESO richtlijnen alinea 17 |
Indicator nr. 10 Tabel 1 van bijlage I |
Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/1816, bijlage II; Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/1818, art. 12, lid 1 |
3.2.1.1 |
|---|---|---|---|
| ESRS S4-4 Mensen rechtenproblemen en -incidenten alinea 35 |
Indicator nr. 14 Tabel 3 van bijlage I |
3.2.1.4 | |
| ESRS G1-1 VN-Verdrag tegen corruptie alinea 10(b) |
Indicator nr. 15 Tabel 3 van bijlage I |
Niet van toepassing |
|
| ESRS G1-1 Bescherming klokkenluiders alinea 10(d) |
Indicator nr. 6 Tabel 3 van bijlage I |
Niet van toepassing |
|
| ESRS G1-4 Geldboeten voor overtredingen wetgeving tegen corruptie en omkoping alinea 24(a) |
Indicator nr. 17 Tabel 3 van bijlage I |
Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/1816, bijlage II |
4.1.2.1 |
| ESRS G1-4 Normen bestrijding corruptie en omkoping alinea 24(b) |
Indicator nr. 16 Tabel 3 van bijlage I |
4.1.2.1 |


De Taxonomieverordening legt een EU-breed kader vast aan de hand waarvan investeerders en bedrijven kunnen beoordelen of bepaalde economische activiteiten ecologisch duurzaam zijn. Om ecologisch duurzaam en daarmee op de taxonomie afgestemd te zijn ('taxonomy-aligned'), moet een activiteit:
In de Taxonomieverordening zijn zes milieudoelstellingen vastgelegd:
KBC is een grote onderneming waarop de rapporteringsverplichtingen zoals beschreven in de Gedelegeerde Verordening inzake Rapportering (Disclosure Delegated Act; DDA) in het kader van de EU-taxonomie van toepassing zijn. We rapporteren over onze activiteiten als kredietinstelling, als (her)verzekeraar en als vermogensbeheerder. Verschillende werkgroepen, met vertegenwoordigers uit onze kernlanden, werken op verschillende thema's, zoals verschillende vormen van kredietverlening die bijdragen aan de duurzaamheidsdoelstellingen en niet-levensverzekeringen gericht op klimaatadaptatie. Daarnaast worden individuele doelgerichte kredietaanvragen die in aanmerking komen voor de taxonomie grondig gescreend op de technische criteria en sociale minimumgaranties. Niet-doelgerichte kredietaanvragen worden gerapporteerd op basis van de omzet- en CapEx-KPI van de tegenpartij.
De beschikbaarheid van gegevens blijft een uitdaging.
Daarom kiezen we ervoor om ook vrijwillige taxonomiepercentages te rapporteren in ons Duurzaamheidsverslag (op www.kbc.com), die gebaseerd zijn op benaderingen en op informatie die in de groep beschikbaar is (waarvoor geen assurance plaatsvindt).
In dit hoofdstuk is de informatie opgenomen die verplicht moet worden gerapporteerd. De DDA schrijft een aantal gedetailleerde tabellen voor met betrekking tot kredietinstellingen, (her)verzekeraars en vermogensbeheerders. Deze hebben we opgenomen in het hoofdstuk 'EU-taxonomie – detailtabellen' in het deel Overige informatie van dit jaarverslag. Wanneer de DDA voorschrijft dat berekeningen moeten gebeuren op basis van zowel omzet als CapEx-data van de tegenpartijen, worden die tabellen tweemaal getoond (eenmaal voor omzet en eenmaal voor CapEx). In de bespreking hierna beperken we ons tot de data gebaseerd op omzet-KPI's van de tegenpartij (indien van toepassing).


In deze rubriek worden alle activa in aanmerking genomen van de kredietinstellingen in de groep, d.w.z. de entiteiten zoals gedefinieerd in artikel 4 (1), punt (1), van Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad (prudentiële vereisten voor kredietinstellingen). Zoals gedefinieerd in de DDA, moet de rapportering gebaseerd zijn op de prudentiële consolidatiescope van KBC. Deze scope komt overeen met de boekhoudkundige scope (Toelichting 6.5 van de Geconsolideerde jaarrekening).
Het verplichte eligibilitypercentage voor de activa van onze kredietinstellingen is 41,0% (40,8% in 2023). Dat omvat de hypothecaire kredieten en autoleningen aan huishoudens net als de eligible blootstelling aan financiële en niet-financiële (CSRD-plichtige) tegenpartijen. Het alignmentpercentage (GAR, groeneactivaratio) bedraagt 0,5% (0,2% in 2023). Het verschil tussen het cijfer over 2024 en 2023 wordt voornamelijk verklaard door de volgende twee redenen: enerzijds worden dochterondernemingen en SPV's van CSRD-bedrijven nu als CSRD-bedrijf beschouwd (terwijl dat vorig jaar niet het geval was), anderzijds is er meer (kwalitatieve) informatie beschikbaar over onze tegenpartijen.
Toch blijft dat percentage laag omwille van de beperkte beschikbaarheid van data en de asymmetrische definitie van teller en noemer van de groeneactivaratio. Zo zijn bedrijventegenpartijen in de teller beperkt tot CSRD-plichtige bedrijven, terwijl in de noemer ook niet-CSRD-plichtige tegenpartijen opgenomen moeten worden. Daarnaast bevat de noemer nog een aantal andere activa die niet in aanmerking komen, zoals derivaten, cash en goodwill. In de grafiek tonen we de aansluiting van totale activa (voor aftrek van waardeverminderingen) en aligned activa (gebaseerd op omzet-KPI's van de tegenpartijen). Uitgesloten zijn de handelsportefeuille en bedragen betreffende centrale banken en centrale overheden.
Het alignmentpercentage voor financiële garanties (buiten balanstelling) bedraagt 1,4% (0,4% in 2023).
Dit deel omvat alle activiteiten van de verzekeringsondernemingen in de groep, d.w.z. de entiteiten zoals gedefinieerd in artikel 13, punt (1), van Richtlijn 2009/138/EG, en van de herverzekeringsondernemingen in de groep, d.w.z. de entiteiten zoals gedefinieerd in artikel 13, punt (4), van diezelfde richtlijn. De onderstaande cijfers zijn gebaseerd op de verzekeringsconsolidatiekring van KBC. Voor (her)verzekeringsactiviteiten zijn twee KPI's vereist: een KPI met betrekking tot verzekeringsactiviteiten en een KPI met betrekking tot beleggingen.


De percentages over de verzekeringsactiviteiten worden uitgedrukt ten opzichte van de bruto geboekte premies van schadeverzekeringen. De eligible premies geven het deel van de bruto geboekte premies weer gelinkt aan de dekking van klimaatgerelateerde gevaren (binnen niet-levensverzekeringsactiviteiten 'overige motorrijtuigenverzekeringen' – voornamelijk gekoppeld aan hagel- en stormschade – en 'verzekeringen tegen brand- en andere schade aan goederen' – voornamelijk gekoppeld aan stormen en overstromingen). Het eligibilitypercentage voor verzekeringsactiviteiten bedraagt 12,5% (14,3% in 2023). Het alignmentpercentage bedraagt 1,7% en is enkel gelinkt aan de bedrijvenportefeuille van verzekeringen tegen brand en andere schade van goederen in België. Het verschil tussen het cijfer over 2024 en 2023 (6,6% in 2023) is voornamelijk het gevolg van methodologische verbeteringen op basis van de ervaring die vorig jaar met de rapportering is opgedaan en na een grondige beoordeling van onze aanvankelijke interpretatie van de EU-taxonomie gedurende 2024 met betrekking tot zowel taxonomie-eligibility als -alignment. Het gevolg van dit laatste is dat, terwijl we in 2023 de taxonomie-alignment met betrekking tot alle segmenten van de verzekeringsportefeuille 'brand- en andere schade aan goederen' van KBC Verzekeringen hebben gerapporteerd, we dit nu specifiek beperken tot het zakelijke segment. De meer gestandaardiseerde acceptatie in het massaretailsegment, die doorgaans geen risicobeoordeling omvat, noch een acceptatieproces dat is afgestemd op de specificaties van een individuele klant, maakt het moeilijker om aan alle technische screeningscriteria te voldoen zoals uiteengezet in de EU-taxonomie. De criteria met betrekking tot het bieden van stimulansen voor risicoreductie en het integreren van risicogebaseerde beloningen voor preventieve maatregelen in het productontwerp worden in dit opzicht als bijzonder uitdagend beschouwd. Er is een gapanalyse uitgevoerd en in de volgende jaren zullen we ons er verder voor inspannen om ons verzekeringsaanbod te aligneren met de taxonomiecriteria in al onze andere kernlanden. Bijvoorbeeld, voor zover dit nog niet het geval is, bereiden al onze verzekeringsmaatschappijen zich voor om overstromingskaarten te gebruiken bij de acceptatie van verzekeringen en analyseren ze manieren om toekomstgerichte overstromingskaarten verder te integreren in relevante verzekeringsrisicobeheerprocessen. Daarnaast verkennen we mogelijkheden om polishouders te stimuleren preventieve maatregelen te nemen tegen klimaatgerelateerde gevaren. In de grafiek tonen we de aansluiting van de totale verzekeringspremies met de aligned premies.
Beleggingen omvatten alle directe en indirecte beleggingen van de verzekeraars, met inbegrip van leningen, voorschotten en gebouwen. Het verplichte eligibilitypercentage met betrekking tot beleggingen is 14,8% (8,5% in 2023). Dat omvat onder meer de eligible blootstelling aan financiële en niet-financiële tegenpartijen en een aantal leningen (onder meer een overgenomen portefeuille hypotheekleningen van KBC Bank). Het alignmentpercentage (GIR, groene-investeringsratio) bedraagt 1,4% (0,5% in 2023). Het verschil tussen het cijfer over 2024 en 2023 is voornamelijk het gevolg van de toegenomen beschikbaarheid van gegevens.
De beleggingen worden voornamelijk beheerd door KBC Asset Management (AM), waar gewerkt wordt met een externe dataprovider voor de taxonomiegegevens.
In de grafiek tonen we de aansluiting van totale activa met aligned beleggingen. Uitgesloten zijn onder andere bedragen betreffende centrale banken en centrale overheden.
In dit deel worden alle activa onder beheer met betrekking tot direct beheerd geld van klanten besproken (zie Glossarium). Dit direct beheerd geld wordt beheerd door KBC Asset Management (taxonomiedata via een externe dataprovider). Het verplichte eligibilitypercentage met betrekking tot direct beheerd geld is 8,7% (2,0% in 2023). Het alignmentpercentage (KPI voor vermogensbeheerders) bedraagt 1,8% (0,9% in 2023). Het verschil tussen het cijfer over 2024 en 2023 is voornamelijk het gevolg van de toegenomen beschikbaarheid van gegevens.
In de grafiek tonen we de aansluiting van totale DCM met aligned DCM. Uitgesloten zijn onder andere bedragen betreffende centrale banken en centrale overheden.

KBC berekent de geconsolideerde KPI aan de hand van een gewogen gemiddelde op basis van omzet.
| Alignment op basis van | Alignment op basis van | ||
|---|---|---|---|
| Geconsolideerde KPI | KPI | omzet | CapEx |
| KBC als kredietinstelling | GAR | 0,5% | 0,4% |
| KBC als (her)verzekeringsonderneming | Gecombineerd | 1,4% | 1,5% |
| Verzekerings-KPI | 1,7% | 1,7% | |
| Beleggings-KPI | 1,4% | 1,8% | |
| KBC als vermogensbeheerder | AM-KPI | 1,8% | 2,6% |
| KBC als financieel conglomeraat | Geconsolideerde KPI | 0,8% | 0,9% |
In een eerste fase heeft KBC zich gericht op verschillende belangrijke pijlers om elementen van het transitieplan voor klimaatmitigatie te verankeren in zijn algemene duurzaamheidsgovernance en -strategie, maar die zijn nog niet geformaliseerd in één integraal document. Er is op het moment van rapportering nog niet besloten of en wanneer een dergelijk integraal transitieplan zal worden vastgesteld. De belangrijke pijlers, die betrekking hebben op de transitieplanning en die momenteel in onze algemene duurzaamheidsgovernance en -strategie zijn verankerd, zijn:
Onze duurzaamheidsgovernance is opgebouwd rond de stuurgroep Sustainable Finance, de ISB, het DC en de Raad. Omdat deze organen toezicht houden op milieukwesties, deze kwesties integreren in de bedrijfsstrategie en ervoor zorgen dat hieromtrent op alle niveaus verantwoording wordt afgelegd, heeft dat per definitie tot gevolg dat de klimaatstrategie, het vaststellen van doelen (zie ook paragraaf 2.2.3.1) en andere relevante elementen van de transitieplanning zoals hiervoor genoemd door de hoogste beslissingsorganen binnen onze organisatie worden beheerd en goedgekeurd. Omdat deze beslissingsorganen toezien op het bedrijfsmodel, de strategie van waardecreatie en de financiële planning van KBC als geheel, bestaat er een intrinsiek sterk verband tussen deze elementen en onze klimaatstrategie. Speciaal hiervoor is een Sustainable Finance Programma opgezet, dat de uitvoering van de algemene duurzaamheidsstrategie coördineert We hebben een Data & Metrics Stuurprogramma opgezet om sturing te geven aan de uitdagingen die gepaard gaan met gegevensverzameling en rapportering op het gebied van het klimaat. Met dit governancekader (met zijn eigen stuurgroep) zorgen we ervoor dat duurzaamheid in de organisatie is ingebed.
Onze huidige aanpak voor de transitieplanning voor klimaatmitigatie omvat klimaatdoelen voor de emissies van onze eigen activiteiten en voor enkele van de meest materiële emissies die samenhangen met onze financierings- of beleggingsactiviteiten, waarvan er enkele verenigbaar zijn met trajecten die de opwarming van de aarde beperken tot 1,5° C. Onze transitieplanning voor klimaatmitigatie is in de huidige vorm dan ook gedeeltelijk afgestemd op een wereld van 1,5° C, zoals in paragraaf 2.2.3 van deze verklaring nader wordt beschreven. Onze klimaatstrategie is gericht op het beheersen van zowel onze directe als onze indirecte CO2 -voetafdruk. We rapporteren twee keer per jaar aan de ISB, het DC en de Raad over de uitvoering van onze klimaattransitiestrategie. Dat doen we via een speciaal daarvoor ingericht Sustainability Dashboard, waarin onder meer de voortgang van onze belangrijkste klimaatdoelen is opgenomen. In het dashboard worden meetbare en controleerbare parameters weergegeven met betrekking tot de belangrijkste thema's en maatregelen van de klimaatstrategie, evenals de gehanteerde decarbonisatiehefbomen en -maatregelen (zie paragraaf 2.2.2.2). Dit illustreert dat elementen van de transitieplanning zijn geïntegreerd in onze algemene bedrijfsstrategie. In onze jaarlijkse financiële planningsoefening zijn ook bepaalde bouwstenen voor het transitieplan opgenomen. Bijvoorbeeld: het klimaat maakt deel uit van de economische scenario's van de Chief Economist, die de basis vormen van onze budgetteringscyclus; klimaatgerelateerde volumes en doelen worden door ons opgevolgd; de potentiële impact van klimaatrisico's op het risicoprofiel wordt in ogenschouw genomen. Op basis van onze meest recente voortgangsmetingen voor de klimaatdoelen kunnen we concluderen dat we over het algemeen goed op koers liggen om onze doelen te behalen. We blijven doorgaan met de implementatie van de belangrijkste maatregelen.
Aan de hand van strategische analyses (de zogenaamde sectoriële of thematische White Papers) en specifieke risico- en kansenanalyses identificeren we klimaatgerelateerde risico's en kansen. Het beheer van ESG-risico's, waaronder ook klimaatgerelateerde risico's, is stevig ingebed in alle bouwstenen van ons Risk Management Framework (zie paragraaf 2.2.2.2). Tijdens de White Paper-analyses sporen we kansen op, die we vertalen in een concreet aanbod van diensten en producten. We gaan in gesprek met onze klanten om hun transitie te ondersteunen, duurzame producten te ontwikkelen en de voortgang op het gebied van decarbonisatie te monitoren. De uitkomst van dit voortdurende risico- en kansenmanagement is nauw verbonden met onze klimaatstrategie en opvolging van doelen. Deze uitkomst wordt bovendien meegenomen in onze financiële planningscyclus en heeft zo een rechtstreekse invloed op onze portefeuillemix, uitgaven en beoordeling van de kapitaaltoereikendheid. Door regelmatige monitoring en managementrapportage van alle hiervoor genoemde thema's wordt transparantie en verantwoording verzekerd, zodat interne en externe stakeholders de voortgang kunnen volgen en kunnen beoordelen hoe effectief onze klimaatstrategie en ons risico- en kansenmanagement zijn.
Ter ondersteuning van de transitieplanning maken we gebruik van een reeks klimaatscenario's, waaronder die van het Internationaal Energieagentschap (IEA), het Network for Greening the Financial System (NGFS) en meer op maat gemaakte scenario's. Deze scenario's weerspiegelen verschillende modellen, tijdsperspectieven, doelstellingen voor de opwarming van de aarde (waaronder afstemming op 1,5°C) en geografische dekking. Het gebruik van deze scenario's vormt de basis van onze algemene risico-identificatie en -meting, strategische planning, en veerkrachtbeoordelingen voor mogelijke toekomstige uitkomsten. Scenarioanalyse heeft dan ook invloed op onze strategie en financiële planning, het vaststellen van doelen, capaciteitsopbouw en ons risico- en kansenmanagement en maakt deze robuuster. Zie paragraaf 1.4.1 (financiële materialiteitsanalyse) en 2.2.3.1 voor meer informatie.
Ten slotte voeren we onze huidige aanpak voor de transitieplanning voor klimaatmitigatie uit door verschillende stakeholders, waaronder beleidsmakers en klanten, erbij te betrekken. Door sterke relaties te onderhouden en best practices te delen, trachten we een domino-effect teweeg te brengen waardoor onze positieve invloed verder reikt dan onze eigen activiteiten (zie ook paragraaf 1.3.2).
Er zijn voor zover bekend voor onze eigen activiteiten geen locked-in emissies geïdentificeerd die ertoe zouden kunnen leiden dat we onze doelstellingen voor broeikasgasemissiereductie niet halen. De klimaatdoelen voor onze kredietportefeuille vormen een belangrijke pijler voor het decarboniseren van enkele van de meest koolstofintensieve activiteiten in onze kredietportefeuille. De voortgang ten opzichte van onze klimaatdoelen draagt bij tot het vermijden van het risico van gestrande activa (het risico dat ze hun economische waarde voor het einde van de verwachte gebruiksduur verliezen). Potentiële locked-in broeikasgasemissies worden niet gekwantificeerd, maar potentiële gestrande activa worden geïdentificeerd aan de hand van updates van de voortgang van onze klimaatdoelen en White Paper-oefeningen.
KBC voldoet niet aan de uitsluitingscriteria die in artikel 12, punt (1) en (2), van de Europese Benchmarkverordening (Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/1818 van de Commissie) worden genoemd.
Alle duurzaamheidsgerelateerde beleidslijnen zijn gebundeld in ons Duurzaamheidsbeleidskader, dat een beknopt maar toch volledig overzicht van deze beleidslijnen geeft. Dat kader definieert het toepassingsgebied van onze beleidslijnen, geeft een samenvatting van de manier waarop het beleid wordt bepaald en uitgevoerd, en beschrijft onze eigenlijke beleidslijnen op basis van een combinatie van de uitsluiting van bepaalde bedrijven, sectoren of activiteiten en de toepassing van bepaalde voorwaarden. Het betreft alle materiële impacts, risico's en kansen die van toepassing zijn voor KBC. We verwijzen dan ook naar dit kader (beschikbaar op www.kbc.com) wanneer we in deze Duurzaamheidsverklaring over verschillende thema's rapporteren.
We hebben een streng due-diligenceproces om naleving van deze beleidslijnen te monitoren, dat ook de mogelijkheid biedt om in individuele gevallen duurzaamheidsexperten om advies te vragen over duurzaamheidsthema's. Bij deze adviezen, die in sommige gevallen verplicht zijn, houden we ook rekening met aspecten van reputatierisico.
Het kader is wereldwijd van toepassing op al onze kernbedrijfsactiviteiten (kredietverlening, verzekeringen, adviesverlening en beleggingsadvies) en ondersteunende activiteiten (eigen beleggingen en inkoop) en omvat alle sectoren en activiteiten die als (mogelijk) controversieel worden beschouwd en waarvoor we beleidslijnen hebben uitgewerkt (mensenrechten, energie, staal, cement en aluminium, mijnbouw, defensie, biodiversiteit, gokken, tabak, activiteiten met betrekking tot dieren, en prostitutie).
We actualiseren onze duurzaamheidsbeleidslijnen minimaal eens in de twee jaar. We nemen de belangen van de belangrijkste stakeholders in acht. Alle beleidslijnen in het Duurzaamheidskader worden namelijk door de ISB kritisch tegen het licht gehouden en enkele worden ook met onze ESB besproken, die de belangen van de belangrijkste (externe) stakeholders behartigt.
Voor al onze duurzaamheidsbeleidslijnen ligt de definitieve bekrachtiging en verantwoording bij het DC. Alle betrokken medewerkers zijn echter verantwoordelijk voor de uitvoering ervan. Milieuverantwoordelijkheid is een van de focusdomeinen van onze duurzaamheidsstrategie, wat inhoudt dat we ernaar streven om op een verantwoorde manier om te gaan met de directe en indirecte milieu-impact van onze onderneming. Dit betekent ook dat we ons ervoor inzetten om onze positieve impact te vergroten, terwijl we onze negatieve impact op het milieu verkleinen. Specifiek voor klimaatverandering houdt dat in dat we de transitie naar een duurzame, koolstofarme economie ondersteunen.
In onze Environmental Policy is een aantal algemene richtlijnen opgenomen, zoals:
Deze algemene richtlijnen zijn verder vertaald in specifieke beleidslijnen, zoals de Energy Policy en de Mining Policy (zie hierna).
Het is de verantwoordelijkheid van een gespecialiseerd duurzaamheidsteam op groepsniveau om:
| Scope | groep | Wereldwijd van toepassing op alle bedrijfsactiviteiten en werkzaamheden in de hele |
|---|---|---|
| Verwijzing naar akkoorden van externe partijen |
Akkoord van Parijs Task Force on Climate-Related Financial Disclosures (TCFD) Greenhouse Gas Protocol Collective Commitment to Climate Action (CCCA) UNEP FI Principles for Responsible Banking (UNEP FI PRB) |
|
| Behandelde onderwerpen: | ||
| Klimaatmitigatie | Ja | Voorbeelden: specifieke Energy Policy met restricties voor steenkool/olie/gas, doelen voor de eigen milieuvoetafdruk |
| Klimaatadaptatie | Ja | Voorbeelden: ontwikkeling van producten en diensten zoals een bredeweersverzekering, financiering/verzekering van waterbesparingsprojecten |
| Energie-efficiëntie | Ja | Voorbeelden: doelen voor de eigen milieuvoetafdruk, specifieke aan EPC (Energieprestatiecertificaat) gekoppelde producten |
| Uitrol hernieuwbare energie | Ja | Voorbeeld: financiering van hernieuwbare energieprojecten |
| Andere onderwerpen m.b.t. klimaatverandering |
Nee | - |
Met het ondertekenen van de Collective Commitment to Climate Action (CCCA) in 2019 onderstrepen we onze ambitie om bij te dragen aan een koolstofarme samenleving. De CCCA werd door enkele ondertekenaars van de UNEP FI Principles for Responsible Banking (PRB) als een extra klimaatverbintenis opgenomen toen het geïntroduceerd werd in september 2019. Door de CCCA te onderschrijven, hebben we ons ertoe verbonden om onze portefeuilles in overeenstemming te brengen met het doel uit het Akkoord van Parijs om de opwarming van de aarde tot ruim onder de 2 ° C te beperken, waarbij wordt gestreefd naar 1,5 °C. Het doel van onze Energy Policy is om het gebruik van fossiele energie uit te sluiten of te beperken en de ontwikkeling van hernieuwbare energie te ondersteunen. De rechtstreekse financiering en verzekering van, en adviesverlening met betrekking tot, projecten die op basis van thermische steenkool plaatsvinden, is uitgesloten en er worden strenge voorwaarden opgelegd voor andere financieringen van, verzekeringen voor en adviesverlening met betrekking tot bedrijven die nog steeds betrokken zijn bij thermische steenkool. Ook de financiering en verzekering van, en adviesverlening met betrekking tot, de exploratie en ontwikkeling van niet-conventionele olie- en gasvelden en eventuele andere nieuwe olie- of gasvelden is uitgesloten.
| Scope | Dit beleid is wereldwijd van toepassing en geldt voor alle financierings-, verzekerings en adviesverleningsdiensten aan bedrijven die betrokken zijn bij de opwekking van elektriciteit of warmte, hetzij als producent, als leverancier of als opdrachtnemer van die bedrijven. |
|||
|---|---|---|---|---|
| Behandelde onderwerpen: | ||||
| Klimaatmitigatie | Ja | Het richt zich op klimaatmitigatie door zich toe te spitsen op de transitie van een systeem op basis van fossiele brandstoffen naar een systeem op basis van hernieuwbare energie. |
||
| Klimaatadaptatie | Nee | - | ||
| Energie-efficiëntie | Nee | - | ||
| Uitrol hernieuwbare energie | Ja | Het richt zich op de uitrol van hernieuwbare energie door zich toe te spitsen op de transitie van een systeem op basis van fossiele brandstoffen naar een systeem op basis van hernieuwbare energie. |
||
| Andere onderwerpen m.b.t. klimaatverandering |
Nee | - |
We hebben externe doelen voor zowel onze eigen als voor de gefinancierde broeikasgasemissies (zie paragraaf 2.2.3.1.). Deze doelen vertrekken vanuit een nulmeting van de emissies in een bepaald vast basisjaar. Om te anticiperen op gebeurtenissen waarvoor een herberekening voor het basisjaar nodig is, hebben we een beleid waarin het proces en de aanbevolen methoden voor herberekeningen worden beschreven. De uiteindelijke beslissing om een nulmeting, de herberekeningsmethode en de mogelijke impact op het desbetreffende doel aan te passen wordt door de ISB genomen, die deze beslissing ook aan het Sustainable Finance Steering Committee kan delegeren. Indien voor een eerdere berekening externe assurance heeft plaatsgevonden, wordt de herberekening volledig met de assurance provider gedeeld, zodat deze de mogelijke nieuwe assurance kan opstellen.
Ons Beleggingsbeleid legt strikte ethische beperkingen op met betrekking tot beleggingen. Beleggingen in bedrijven die op de KBC-Blacklist of de KBC-lijst van mensenrechtenschenders staan, worden uitgesloten. Dit geldt ook voor beleggingen in overheden of andere openbare besturen binnen een land dat op de KBC-lijst van meest controversiële regimes staat. Verder beleggen we niet in bedrijven die op welke manier dan ook betrokken zijn bij de winning van thermische steenkool en/of bedrijven die elektriciteit opwekken met behulp van thermische steenkool. Ook beleggingen in bedrijven die betrokken zijn bij tabak, zijn uitgesloten. Naleving van dit beleid is volledig ingebed in de beleggingsprocessen van KBC Asset Management.
| Scope | Dit beleid is wereldwijd van toepassing op alle beleggingsactiviteiten van KBC, zowel die voor rekening van klanten als voor eigen rekening van dochterondernemingen van KBC. |
||
|---|---|---|---|
| Behandelde onderwerpen: | |||
| Klimaatmitigatie | Ja | Het richt zich op klimaatmitigatie door bepaalde partijen en activiteiten met een negatieve impact uit te sluiten van onze beleggingen. |
|
| Klimaatadaptatie | Nee | - | |
| Energie-efficiëntie | Nee | - | |
| Uitrol hernieuwbare energie | Ja | Het richt zich op de uitrol van hernieuwbare energie door bepaalde partijen en activiteiten met een negatieve impact uit te sluiten. |
|
| Andere onderwerpen m.b.t. klimaatverandering |
Nee | - |
Met verantwoord beleggen wil KBC Asset Management de ontwikkeling naar een duurzamere wereld ondersteunen door:
Onze fondsen voor verantwoord beleggen (RI) hanteren daarmee een tweeledige benadering, enerzijds op basis van een negatieve screening (zie de beleidslijnen hieronder) en daarnaast ook op basis van een positieve selectiemethodologie. De portefeuille met fondsen voor verantwoord beleggen bevat fondsen die onder de SFDR (Sustainable Finance Disclosure Regulation) als artikel 8 en artikel 9 worden aangemerkt.
Al onze RI-fondsen moeten bepaalde ESG-doelstellingen behalen, afhankelijk van het soort fonds. Concrete portefeuilledoelen worden gesteld met betrekking tot ESG-(risico)scores, BKG-emissies, groene, sociale en duurzame obligaties en duurzame beleggingen. Daarnaast verdedigt KBC Asset Management de belangen van haar beleggers en blijft ze verantwoord gedrag promoten door proxy voting en engagement.
Een herziening van dit beleid maakt deel uit van de jaarlijkse evaluatie van de methodologie voor verantwoord beleggen.
| Scope | Dit beleid is van toepassing op alle fondsen voor verantwoord beleggen die door (alle dochterondernemingen van) KBC Asset Management worden beheerd. |
|
|---|---|---|
| Hoogste verantwoordelijk niveau | Dit beleid is formeel goedgekeurd door het DC van KBC Asset Management en ter beoordeling aan de ISB voorgelegd. Het Financial Risk Committee van KBC Asset Management legt verantwoording af over de uitvoering ervan. Alle betrokken medewerkers zijn echter verantwoordelijk voor de uitvoering, zowel binnen de landen als in de relevante afdelingen op groepsniveau. |
|
| Verwijzing naar akkoorden van externe partijen |
Voor al onze fondsen voor verantwoord beleggen hanteren we de normen van het Towards Sustainability Labelling Agentschap, een vereniging zonder winstoogmerk naar Belgisch recht. Het label wordt toegekend aan financiële producten die voldoen aan de kwaliteitsnorm van het agentschap voor duurzame en verantwoorde financiële producten, waarbij alle producten met een label een minimum aan duurzaamheidselementen bevatten. |
|
| Betrokkenheid belangrijkste stakeholders | Naast de doorlichting van de ISB is dit beleid ook voorgelegd aan de externe Responsible Investing Advisory Board van KBC Asset Management. |
|
| Behandelde onderwerpen: | ||
| Klimaatmitigatie | Ja | Dit beleid richt zich op klimaatmitigatie door portefeuilledoelen te stellen voor broeikasgasemissies en door in groene obligaties te beleggen. |
| Klimaatadaptatie | Nee | - |
| Energie-efficiëntie | Nee | - |
| Uitrol hernieuwbare energie | Ja | Dit beleid richt zich op de uitrol van hernieuwbare energie door portefeuilledoelen te stellen voor broeikasgasemissies en door in groene obligaties te beleggen. |
| Andere onderwerpen m.b.t. klimaatverandering |
Nee | - |
KBC Asset Management belegt stelselmatig in bedrijven of overheden uit verantwoorde beleggingsuniversa, waarbij alle emittenten aan de hand van een reeks vooraf bepaalde criteria moeten worden gescreend. Het onderzoeksteam voor verantwoord beleggen van KBC Asset Management bepaalt deze criteria op basis van het advies van de Responsible Investing Advisory Board.
In dit beleid worden alle negatieve screeningcriteria (uitsluitingscriteria) beschreven. Negatieve screening houdt in dat:
In het beleggingsuniversum van onze fondsen/compartimenten accepteren we geen emittenten die zijn gevestigd in landen die: • oneerlijke belastingpraktijken aanmoedigen;
• de fundamentele beginselen van milieubescherming, maatschappelijke verantwoordelijkheid en deugdelijk bestuur ernstig schenden.
Een herziening van de negatieve screeningcriteria maakt deel uit van de jaarlijkse evaluatie van de methodologie voor verantwoord beleggen.
| Scope | Dit beleid is van toepassing op alle fondsen voor verantwoord beleggen die door (alle dochterondernemingen van) KBC Asset Management worden beheerd. |
||
|---|---|---|---|
| Hoogste verantwoordelijke niveau | Dit beleid is formeel goedgekeurd door het DC van KBC Asset Management en ter beoordeling aan de ISB voorgelegd. Het Financial Risk Committee van KBC Asset Management legt verantwoording af over de uitvoering ervan. Alle betrokken medewerkers zijn echter verantwoordelijk voor de uitvoering, zowel binnen de landen als in de relevante afdelingen op groepsniveau. |
||
| Verwijzing naar akkoorden van externe partijen |
Voor al onze fondsen voor verantwoord beleggen hanteren we de normen van het Towards Sustainability Labelling Agentschap (zie het Investeringsbeleid voor fondsen voor verantwoord beleggen hierboven). |
||
| Betrokkenheid belangrijkste stakeholders | Naast de doorlichting van de ISB is dit beleid ook voorgelegd aan de externe Responsible Investing Advisory Board van KBC Asset Management. |
||
| Behandelde onderwerpen: | |||
| Klimaatmitigatie | Ja | Dit beleid richt zich op klimaatmitigatie door emittenten die actief zijn in fossiele brandstoffen uit te sluiten. |
|
| Klimaatadaptatie | Nee | - | |
| Energie-efficiëntie | Nee | - | |
| Uitrol hernieuwbare energie | Ja | Dit beleid richt zich op de uitrol van hernieuwbare energie door emittenten die actief zijn in fossiele brandstoffen uit te sluiten. |
|
| Andere onderwerpen m.b.t. klimaatverandering |
Nee | - |
Naast het hebben van beleidslijnen om daadwerkelijke en potentiële impacts te voorkomen, te beperken en te herstellen en risico's aan te pakken, nemen we ook diverse maatregelen om onze betrokkenheid bij het klimaat in de praktijk te brengen. Binnen het kader van ons Sustainable Finance Programma werken we aan onze milieu-impact, terwijl we tevens de milieurisico's beperken. Bij de start van het programma in 2019 ging de aandacht volledig uit naar het klimaat. Vanaf 2022 is het programma uitgebreid met andere milieuthema's, zoals biodiversiteit en water. Voor meer informatie over deze thema's verwijzen we naar de respectievelijke paragrafen (paragraaf 2.3 over water; paragraaf 2.4 over biodiversiteit). Onze belangrijkste maatregelen met betrekking tot het klimaat worden hieronder beschreven.
Elk jaar worden de broeikasgasemissies van onze eigen activiteiten gemeten en worden maatregelen genomen, zoals:
Daardoor kunnen we onze doelen voor onze eigen voetafdruk opvolgen en waar nodig advies geven om lokale maatregelen te bepalen. Voorbeelden zijn:
| Scope | De emissie-inventaris wordt voor de volledige groep gemaakt, voor alle dochterondernemingen waarover we operationele zeggenschap hebben |
||
|---|---|---|---|
| Tijdshorizonten | Jaarlijkse maatregelen om onze doelen op langere termijn te behalen – zie paragraaf 2.2.3.1 (klimaatdoelen) |
||
| Kwantitatieve en kwalitatieve informatie | Paragraaf 2.2.3.1 (klimaatdoelen), 2.2.3.2 (emissies) en 2.2.3.3 (compensatie) | ||
| Maatregelen inzake klimaatmitigatie per decarbonisatiehefboom |
- Energie-efficiëntie (isolatie, telewerken, energiezuinige datacenters, …) - Overschakeling naar hernieuwbare energie (gastransitieplannen, verwarmingsplannen, …) - Toename van onze eigen energieproductie (fotovoltaïsche zonnepanelen, warmtepompen, …) - Overschakeling naar koolstofarm transport (aanmoedigen van openbaar vervoer, fietsleasing, elektrificatie van het wagenpark, …) |
||
| Behaalde broeikasgasemissiereducties | Paragraaf 2.2.3.1 (klimaatdoelen) | ||
| Verwachte broeikasgasemissiereducties | Paragraaf 2.2.3.1 (klimaatdoelen) | ||
| Vermogen om maatregelen te implementeren |
Volledig geïntegreerd in onze reguliere werkzaamheden en opvolging op het hoofdkantoor |
Net als bij onze eigen emissies worden de emissies van onze kredietportefeuille gemeten en worden op basis daarvan maatregelen genomen. Belangrijke maatregelen die worden uitgevoerd voor alle sectoren en producten in onze kredietportefeuille waarvoor klimaatdoelen zijn vastgesteld, omvatten:
| Scope | De belangrijkste maatregelen met betrekking tot de jaarlijkse berekening van de portefeuille-emissies worden voor alle kredietverleningsactiviteiten binnen KBC ingevoerd (met inbegrip van operationele en financiële leasing). De belangrijkste lokale maatregelen om de kredietportefeuille te decarboniseren, worden voor specifieke doelsectoren uitgevoerd, zoals in paragraaf 2.2.3.1.2 nader wordt beschreven. |
|---|---|
| Tijdshorizonten | De doelen gaan tot 2050, met tussendoelen in 2030. De maatregelen worden systematisch toegepast over de volledige tijdshorizon. |
| Kwantitatieve en kwalitatieve informatie | Paragraaf 2.2.3.1 (klimaatdoelen) en 2.2.3.2 (emissies) |
| Maatregelen inzake klimaatmitigatie per decarbonisatiehefboom |
- Ondersteuning van de uitbouw van een hernieuwbare-energiesysteem (doelen voor de energiesector) en de uitfasering van energieproductie op basis van fossiele brandstoffen (doelen voor de energiesector en thermische steenkool) - Ondersteuning van het koolstofvrij maken van activiteiten op het gebied van wegvervoer (doelen voor de financiering van voertuigen) - Ondersteuning van het koolstofvrij maken van de bouwsector (doelen voor vastgoed) - Ondersteuning van het koolstofvrij maken van de landbouwsector (doelen voor de landbouwsector) - Ondersteuning van het koolstofvrij maken van de cementsector (doelen voor de cementsector) - Ondersteuning van het koolstofvrij maken van de staalsector (doelen voor de staalsector) - Ondersteuning van het koolstofvrij maken van de aluminiumsector (doelen voor de aluminiumsector) |
| Behaalde broeikasgasemissiereducties | Paragraaf 2.2.3.1 (klimaatdoelen) |
| Verwachte broeikasgasemissiereducties | Paragraaf 2.2.3.1 (klimaatdoelen) |
| Vermogen om maatregelen te implementeren |
Ons vermogen om de belangrijkste maatregelen uit te voeren is voornamelijk afhankelijk van een beleidsomgeving waarin alle ruimte wordt geboden om de samenleving koolstofvrij te maken conform de doelstellingen in het Akkoord van Parijs. |
De gemiddelde broeikasgasintensiteit van verantwoorde fondsen wordt voortdurend berekend, en we maken ook simulaties wanneer we een belegging overwegen. Zo kan de portefeuillebeheerder de doelstelling voor broeikasgasreductie specifiek voor die portefeuille voortdurend monitoren. Verantwoorde fondsen moeten te allen tijde aan de doelstelling voldoen, of de samenstelling van de portefeuille aanpassen om daaraan te voldoen, binnen een tijdsbestek dat in het belang is van de klant en rekening houdend met andere factoren, zoals liquiditeit.
| Scope | Verantwoorde fondsen vormen het overgrote deel van de fondsen voor verantwoord beleggen (met uitzondering van specifieke thematische fondsen) en vertegenwoordigen meer dan 40% van het direct beheerd geld van klanten (zie Glossarium voor een uitleg van 'direct beheerd geld'). |
||||
|---|---|---|---|---|---|
| Tijdshorizonten | Monitoring op het niveau van afzonderlijke portefeuilles vindt dagelijks plaats. De doelstellingen voor broeikasgasreductie hebben een horizon tot 2030 en worden elk kwartaal opnieuw berekend om in 2030 lineair op een reductie van 50% uit te komen, na een eerste reductie van 30% Het algemene doel is een gewogen gemiddelde van alle individuele fondsen met een doel voor broeikasgasemissiereductie. |
||||
| Kwantitatieve en kwalitatieve informatie | Paragraaf 2.2.3.1 (klimaatdoelen) | ||||
| Maatregelen inzake klimaatmitigatie per decarbonisatiehefboom |
Bepaalde emittenten of sectoren worden op basis van het uitsluitingsbeleid uitgesloten, maar verder is het aan de portefeuillebeheerders van het verantwoorde fonds om rekening te houden met de emissie-intensiteiten en de impact ervan op het gewogen gemiddelde op portefeuilleniveau door beleggingsbeslissingen te nemen. |
||||
| Behaalde broeikasgasemissiereducties | Paragraaf 2.2.3.1 (klimaatdoelen) | ||||
| Verwachte broeikasgasemissiereducties | Paragraaf 2.2.3.1 (klimaatdoelen) | ||||
| Vermogen om maatregelen te implementeren |
Of doelen daadwerkelijk worden behaald, hangt af van de ontwikkeling van de broeikasgasintensiteiten van emittenten in de benchmark van deze fondsen. Voor de actualisatie van de cijfers over de broeikasgasintensiteit van emittenten zijn we afhankelijk van onze dataproviders. |
We berekenen regelmatig de gewogen gemiddelde broeikasgasintensiteit van de eigen beleggingen van KBC Verzekeringen. Op deze manier monitoren we onze voortgang van de reductiedoelstelling voor de eigen beleggingen in bedrijven van KBC Verzekeringen.
| Scope | Beleggingen in bedrijven (bedrijfsobligaties en beursgenoteerde aandelen, exclusief tak-23 beleggingen) van alle verzekeringsentiteiten |
|---|---|
| Tijdshorizonten | Voortdurende monitoring |
| Kwantitatieve en kwalitatieve informatie | Jaarlijks opgenomen in deze Duurzaamheidsverklaring; zie paragraaf 2.2.3.1.4 en 2.2.3.2.2 |
| Maatregelen inzake klimaatmitigatie per decarbonisatiehefboom |
Nieuwe beleggingen in bepaalde emittenten of sectoren worden uitgesloten door het Uitsluitingsbeleid voor verantwoord beleggen, dat ook op alle nieuwe eigen beleggingen van toepassing is. Naast uitsluitingen kunnen de portefeuillebeheerders ook rekening houden met de emissie-intensiteiten en de impact daarvan. |
| Behaalde broeikasgasemissiereducties | Zie paragraaf 2.2.3.1 (klimaatdoelen) |
| Verwachte broeikasgasemissiereducties | Zie paragraaf 2.2.3.1 (klimaatdoelen) |
| Vermogen om maatregelen te implementeren |
Of dit doel wordt behaald, hangt af van de broeikasgasintensiteit van onze beleggingen/de markt als geheel en ons vermogen om, gezien andere beperkingen (bv. boekhoudkundige rubriceringen), in te grijpen. |
We beoordelen de impacts en afhankelijkheden en de bijbehorende risico's en kansen van de verschillende ecologische uitdagingen in de sectoren die in onze White Papers worden opgenomen. Dit voortdurende en cyclische proces geeft input voor de besluitvorming rond toekomstige maatregelen ten aanzien van beleid en/of strategieën op het gebied van engagement met klanten, beleidsvoering of -wijzigingen en, waar relevant, de vaststelling of wijziging van doelen.
| Scope | De White Papers gelden voor alle kredietverlening (met inbegrip van operationele en financiële leasing) en verzekeringsactiviteiten binnen KBC. |
|||
|---|---|---|---|---|
| Tijdshorizonten | Dit is een continu proces. Elk jaar worden de scopes en de sectoren of thema's van de White Papers op managementniveau (ISB) geformuleerd en vastgesteld. Bij het nemen van een beslissing over de scopes van de White Papers, houdt de ISB rekening met de materialiteit van ontwikkelingen die plaatsvinden in sectoren of milieugebieden, maar ook met de materialiteit van de blootstellingen aan de sectoren die met die ontwikkelingen in verband worden gebracht. |
|||
| Maatregelen inzake klimaatmitigatie per decarbonisatiehefboom |
In elke White Paper wordt ingegaan op de behoefte om snel opvolging te geven aan ontwikkelingen in het koolstofvrij maken van koolstofintensieve activiteiten en sectoren. Als belangrijkste hefboom gebruiken we de risico- en kansenbeoordelingen die uit de White Papers voortkomen. Die gebruiken we als input voor strategie- en beleidsbeslissingen en beslissingen omtrent vervolgstappen op het gebied van risico-/kansenmanagement en engagement. De voornaamste decarbonisatiehefboom die hier aan bod komt, is de ondersteuning van de transitie van de desbetreffende sectoren/activiteiten naar een meer milieuvriendelijke en klimaatvriendelijke toestand. Dit gebeurt door de financiering van milieuvervuilende activiteiten te beëindigen of door de transitie van sectoren naar een koolstofarme toestand te ondersteunen. |
|||
| Vermogen om maatregelen te implementeren |
Ons vermogen om de belangrijkste maatregelen uit te voeren is voornamelijk afhankelijk van een beleidsomgeving waarin alle ruimte wordt geboden om de samenleving koolstofvrij te maken conform de doelstellingen in het Akkoord van Parijs (dit betreft bijvoorbeeld tijdig overheidsoptreden om duurzame technologieën te stimuleren, maar ook meer duurzaamheid in mobiliteit, wonen en levensstijl). |
We geven groene obligaties uit, waarvan de opbrengsten worden gebruikt om projecten te financieren die een positieve impact hebben op het milieu doordat ze de uitstoot van broeikasgassen voorkomen of verminderen. Er staan momenteel onder ons voormalige Green Bond Framework twee obligaties uit (totale waarde van 1,25 miljard euro) en in 2024 is één obligatie-uitgifte gedaan onder het geactualiseerde Green Bond Framework (750 miljoen euro). De actualisatie is doorgevoerd in november 2023 (waarbij eligibility-criteria zijn toegevoegd, afgestemd op de ICMA (International Capital Markets Association) Green Bond Principles 2021 en verder gealigneerd met de criteria van de EU-taxonomie voor ecologisch duurzame economische activiteiten waar dit praktisch haalbaar is). Meer informatie over ons Green Bond Framework is beschikbaar op www.kbc.com. KBC is van plan om in de toekomst nog groene obligaties uit te geven om zodoende bij te dragen aan een duurzamere toekomst.
| Scope | Alle door KBC uitgegeven groene obligaties Green Bond 2 van 500 miljoen euro is op 16 juni 2020 uitgegeven en vervalt op 16 juni 2027. Green Bond 3 van 750 miljoen euro is op 1 december 2021 uitgegeven en vervalt op 1 maart 2027. Green Bond 4 van 750 miljoen euro is op 27 maart 2024 uitgegeven en vervalt op 27 maart 2032. Decarbonisatiehefbomen zijn: - energiezuinige gebouwen – hypothecaire leningen en commerciële kredieten voor de (her)financiering van nieuwe en bestaande woningen in België; - hernieuwbare energie – kredieten voor de (her)financiering van apparatuur, ontwikkeling, productie, bouw, exploitatie, distributie en onderhoud van hernieuwbare energiebronnen in de EU en het Verenigd Koninkrijk; - schoon vervoer – (her)financiering van de aanschaf, huur, lease en exploitatie van emissievrije voertuigen in België. |
||||
|---|---|---|---|---|---|
| Tijdshorizonten | |||||
| Maatregelen inzake klimaatmitigatie per decarbonisatiehefboom |
|||||
| Behaalde broeikasgasemissiereducties | De vermeden emissiereducties rapporteren we elk jaar in ons Green Bond Impact Report (vanaf rapportageperiode 2024 geïntegreerd in het Green and Social Bond Report), dat op onze website wordt gepubliceerd. |
||||
| Verwachte broeikasgasemissiereducties | Toekomstige kwantificering is onzeker. | ||||
| Vermogen om maatregelen te implementeren |
De uitvoering van toekomstige maatregelen is afhankelijk van de beschikbaarheid van duurzame projecten (met name met betrekking tot hernieuwbare energie), van de vraag naar elektrische voertuigen en energiezuinige gebouwen en van overheidsmaatregelen (zoals beloningsregelingen). |
Onder het Risk Management Framework (RMF) van KBC vallen alle (materiële) risico's waar KBC aan is blootgesteld, waaronder ESG-risico's (zie het hoofdstuk 'Hoe beheren we onze risico's?' in dit verslag). De voornaamste bouwstenen van het RMF bestaan uit risico-identificatie, risicometing, de risicobereidheid bepalen en deze overdragen binnen de organisatie, en risicoanalyse, -rapportering en -opvolging. We identificeren ESG-risico's in onze interne risicotaxonomie als belangrijke risico's met betrekking tot onze bedrijfsomgeving die zich manifesteren via alle andere traditionele risicodomeinen, zoals kredietrisico, verzekeringstechnisch risico, marktrisico, operationeel risico en reputatierisico. Zodoende beschouwen we ESG-risico's niet als geïsoleerde risicotypes.
We zetten ons er voortdurend voor in om de ESG-risico's verder te integreren in ons RMF en de achterliggende risicobeheerprocessen. Er worden in de hele groep, voor al onze activiteiten in al onze kernlanden, maatregelen genomen en uitgevoerd. Afhankelijk van de context hebben onze maatregelen betrekking op risicobeheer voor onze eigen activiteiten, upstream-activiteiten (bv. beheer van risico's bij derden) of downstream-activiteiten (bv. krediet-, markt- en verzekeringsrisico's in onze kredietverlenings-, beleggings- en verzekeringsportefeuilles).
Een aantal van de belangrijkste maatregelen worden hieronder genoemd.
Specifiek voor het klimaatrisico vermelden we naast het bovenstaande ook het volgende:
inzicht in de gevolgen van de klimaatverandering op ons bedrijfsmodel, maar anderzijds ook in de gevolgen van onze kredietverlening en beleggings- en verzekeringsactiviteiten op het milieu.
Het NAPP is een groepswijd, geformaliseerd proces om productgerelateerde risico's, voor zowel KBC als voor zijn klanten, te identificeren en te beperken. Er kunnen geen producten, processen of diensten worden gecreëerd, gekocht, gewijzigd of verkocht zonder goedkeuring in overeenstemming met het NAPP-beleid. Daarnaast moeten veranderingen in de interne en externe omgeving opgevolgd worden, zodat een ad-hocevaluatie van het product of de dienst waar nodig in gang kan worden gezet. De afdeling Risk beoordeelt ook periodiek de impact van het verruimde en/of geactualiseerde aanbod van producten en diensten op het risicoprofiel van de groep. Aangezien de NAPP alle risicotypes omvat, is de NAPP-standaard geschikt als belangrijke bouwsteen van het Risk Management Framework en geldt deze voor alle materiële dochterondernemingen die financiële diensten aanbieden. Deze standaard heeft betrekking op alle producten en diensten die door deze dochterondernemingen worden aangeboden alsook alle klantgerichte processen.
Meer concreet heeft het NAPP tot doel om:
Het wordt dan ook als een belangrijk hulpmiddel beschouwd voor het beperken van verschillende ESG-risico's (waaronder risico's met betrekking tot consumentenbescherming en greenwashing). De Raad op groepsniveau en op lokaal niveau is verantwoordelijk voor de uitwerking van een deugdelijk NAPP-beleid en voor de implementatie daarvan in de hele groep. Er zijn NAPP-comités ingericht om te bespreken en beslissen of producten, diensten en wijzigingen in klantgerichte processen gereed zijn voor introductie. Zij baseren zich op adviezen en, in voorkomende gevallen, voorwaarden die zijn opgelegd door een aantal adviserende functies, zoals Risk, Compliance, Legal en de actuariële functiehouder (voor verzekeringsproducten). De NAPPcomités controleren of de risicobeperkende maatregelen zijn ingevoerd.
Bij beslissingen over nieuwe producten of diensten via het NAPP wordt expliciet rekening gehouden met het duurzaamheids- en klimaatbeleid:
We richten ons op het verminderen van onze negatieve impact op klimaatverandering door onze directe en indirecte CO2 voetafdruk te verkleinen. We hebben onszelf verschillende klimaatdoelen gesteld en volgen onze voortgang van dichtbij op. De doelen en de bijbehorende maatstaven voor de emissie-intensiteit van onze kredietportefeuille dienen ook als hulpmiddel voor de opvolging van de klimaatgerelateerde transitierisico's. Deze intensiteitsmaatstaven worden bovendien in het kader van ons Climate Risk Dashboard opgevolgd om het krediet- en reputatierisico te beoordelen (zie paragraaf 2.2.2.2).
In deze paragraaf worden onze klimaatdoelen afzonderlijk beschreven voor onze eigen CO2 -voetafdruk, voor onze kredietportefeuille en onze beleggingsportefeuilles.
Onze eigen CO2 -voetafdruk bestaat uit:
Scope 3-emissies in categorie 15 omvatten de indirecte emissies met betrekking tot onze financierings-, beleggings- en verzekeringsactiviteiten. Voor financiële instellingen vormt dit de belangrijkste emissiecategorie. Zie paragraaf 2.2.3.2 voor meer informatie over onze broeikasgasemissies zoals hierboven gedefinieerd.
De ambitie om onze negatieve impact op het milieu te verminderen, wordt in de Environmental Policy opgenomen als een essentiële doelstelling. De doelen voor onze eigen CO2 -voetafdruk ondersteunen deze doelstelling. Het behalen van deze doelen hangt grotendeels af van ons vermogen om de indirecte impact van onze eigen activiteiten te verminderen. In gesprek gaan met onze leveranciers is hiervoor een eerste vereiste. Door middel van de Sustainability Code of Conduct for Suppliers (Duurzaamheidsgedragscode, zie paragraaf 4.1.1.1) zorgen we ervoor dat onze leveranciers onze klimaatdoelstellingen steunen.

Klimaatdoelen voor onze eigen CO2 -voetafdruk worden in samenwerking met stakeholders in onze kernlanden vastgesteld. Al onze milieudoelen zijn beoordeeld en goedgekeurd door de ISB en het DC en bekrachtigd door de Raad.
| Eigen CO2-voetafdruk | Basisjaar | Eenheid | Waarde basisjaar |
2024 | Doeljaar | Streef waarde |
Voortgang conform doel? |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| CO2 e-emissies van onze eigen activiteiten |
2015 | tCO2 e |
170 735 | 53 934 | 2030 | 34 147 | Ja |
| % verandering | - | -68% | -80% | Ja | |||
| Hernieuwbare elektriciteit als % van ingekochte elektriciteit |
- | 100% | 100% | 2030 | 100% | Ja |
De GHG Protocol Corporate Standard dient als basis voor de bepaling van de scope van de doelen voor broeikasgasemissiereductie betreffende onze eigen CO2 -voetafdruk. Het doel voor de CO2 e-emissies omvat onze scope 1- en 2-emissies en een selectie van de scope 3-emissiecategorieën. Onder de geselecteerde scope 3-emissies vallen de indirecte emissies van gekochte goederen en diensten (categorie 1), geproduceerd afval (categorie 5), zakelijk reisverkeer (categorie 6) en woon-werkverkeer van werknemers (categorie 7), categorieën waarover we rechtstreeks operationele zeggenschap hebben en die we kunnen gebruiken om onder het personeel bewustzijn te creëren. Dit komt overeen met de scope 3-categorieën die zijn opgenomen in onze emissie-inventaris zoals beschreven in 2.2.3.2. Onze emissie-inventaris en onze doelen voor broeikasgasemissiereductie omvatten de volgende broeikasgassen: CO2 , CH4, N2 O, PFC's, HFC's, SF6 and NF3 . Wat betreft de scope van entiteiten die onder de doelstellingen vallen, merken we op dat ze niet de volledige scope van onze emissieinventaris beslaan. De doelen voor onze eigen CO2 -voetafdruk gelden voor alle entiteiten die in onze financiële consolidatie zijn opgenomen, voor zover ze binnen de context van onze bank- en verzekeringsactiviteiten actief zijn. In onze emissie-inventaris zijn ook entiteiten opgenomen die niet volledig worden geconsolideerd en entiteiten met activiteiten die geen verband houden met onze bank- en verzekeringsactiviteiten.
In 2023 hebben we een Herberekeningsbeleid geïntroduceerd voor zowel onze eigen CO2 -voetafdruk als voor de klimaatdoelen voor onze kredietportefeuille. De procedure is gebaseerd op het Greenhouse Gas Protocol. In het algemeen streven we naar continuïteit in de nulmetingen die we gebruiken om de doelen voor de directe en indirecte broeikasgasemissies te beoordelen. Een herberekening van het basisjaar kan in drie situaties voorkomen:
• structurele, niet-organische veranderingen via overnames, afsplitsingen of fusies;
Verbeteringen van de datakwaliteit maken geen deel uit van onze herberekeningscriteria. Een evaluatie voor de herberekening van het basisjaar wordt in gang gezet indien uit de beoordeling blijkt dat het cumulatieve effect van deze drie situaties leidt tot een verandering van de waarde van een KPI van meer dan 5%. Het herberekeningsbeleid is beschreven in paragraaf 2.2.2.1.
Voor het boekjaar 2024 zijn er enkele kleine wijzigingen geweest in de achterliggende meetmethodologieën met betrekking tot onze eigen CO2 -voetafdruk (zie paragraaf 2.2.3.2.1 voor meer informatie). Omdat de gecombineerde impact van deze wijzigingen niet boven onze herberekeningsdrempel uitkwam, was een aanpassing van de doelstelling of een herberekening van de cijfers over het voorgaande jaar niet nodig.
De doelstelling voor broeikasgasemissiereductie voor onze eigen CO2 -voetafdruk werd bepaald aan de hand van een bottomupbenadering waarbij feedback uit de kernlanden werd verzameld over hun huidige decarbonisatie-aanpak en hun verwachtingen. De doelstelling is door de jaren heen aangescherpt, wat aantoont hoeveel vooruitgang we hebben geboekt. Sinds 2020 is het doel vastgesteld op -80% in 2030 (dit betekent een jaarlijkse lineaire reductie van 5,33%). Voor de berekening en monitoring van de doelstelling worden de marktgebaseerde scope 2-emissies gebruikt. Bovenop deze doelstelling engageren we ons om al onze resterende eigen emissies vanaf 2021 te compenseren, zoals in paragraaf 2.2.3.3 wordt beschreven. Deze ambitie is in lijn met de CDP Technical note on science-based targets, waarin staat dat de doelstellingen voor broeikasgasemissiereductie minimaal een jaarlijks lineair reductiepercentage van 4,2% moeten inhouden om te worden beschouwd als afgestemd op 1,5° C.
Onze doelstelling om in 2030 in onze eigen activiteiten 100% hernieuwbare elektriciteit te gebruiken, ondersteunt onze doelstellingen voor broeikasgasemissiereductie. Om te bepalen wat het aandeel hernieuwbare energie binnen het elektriciteitsverbruik van onze eigen activiteiten is, volgen we dezelfde methodologie en hetzelfde rapporteringsproces als voor de berekening van onze eigen CO2 -voetafdruk (zie paragraaf 2.2.3.2.1), waarbij we uitgaan van de verbruiksgegevens die bij de lokale dochterondernemingen in de kernlanden worden verzameld.
We monitoren jaarlijks de voortgang van onze doelen en verkrijgen sinds 2016 'reasonable assurance' voor onze gerapporteerde doelmaatstaven. Ondanks enige vertraging in het reductiepercentage over de afgelopen twee jaar liggen we nog steeds goed op koers voor onze doelstelling. De inspanningen om onze gebouwen energiezuiniger te maken en ons eigen wagenpark te elektrificeren beginnen hun vruchten af te werpen, maar we hebben nog wel een weg te gaan om de emissies uit woonwerkverkeer te verminderen.
De milieudoelen voor onze kredietportefeuilles moeten worden gezien in de overkoepelende context van KBC's engagement om zijn activiteiten af te stemmen op het doel van het Akkoord van Parijs om de opwarming van de aarde tot ruim onder de 2° C te beperken en daarbij te streven naar 1,5° C. Onder ons Duurzaamheidsbeleidskader hebben we sectoriële beleidslijnen opgesteld waarin we beschrijven wat ons standpunt is ten aanzien van activiteiten met een schadelijke impact op het milieu, mensenrechten en andere duurzaamheidsthema's. De doelstellingen en criteria die in onze beleidslijnen zijn vastgelegd, helpen ons de doelen voor broeikasgasemissiereductie te behalen, zoals beschreven in de onderstaande tabel. Meer concreet omvat dit het verbod op de financiering van bepaalde activiteiten waar fossiele brandstoffen bij betrokken zijn, en onze strenge criteria voor kredietverlening aan staal-, cement- en aluminiumproducenten. Deze beleidslijnen zijn van toepassing op al onze divisies, in overeenstemming met de scope van onze klimaatdoelen en onze financiële boekhoudkundige consolidatie. Zie paragraaf 2.2.2.1 voor meer informatie over onze klimaatgerelateerde beleidslijnen.
Al onze milieudoelen (inclusief andere doelstellingen dan die voor broeikasgasemissiereductie) zijn door de ISB en het DC beoordeeld en goedgekeurd en door de Raad bekrachtigd. Daarnaast werden ze bepaald in overleg met alle kernlanden op basis van projecties over hun kredietportefeuille (zie verder in de beschrijving van onze aanpak voor het vaststellen van doelen). Deze projecties omvatten inschattingen van de groei van portefeuilles, en houden rekening met effecten van lokale regelgeving die van kracht was op het moment dat we onze doelen bepaalden. Onze doelen zijn daarom in grote mate afhankelijk van tijdig overheidsoptreden en nemen ook rekenschap van de betrokkenheid van onze klanten, met name in sectoren met een beperkt aantal tegenpartijen met hoge emissies, zoals staal, cement en aluminium.
| Doel gebaseerd op | Waar | |||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Overzicht van de klimaatdoelen | verstrekte of uit | de | ||||||
| voor onze krediet- en lease portefeuilles |
staande krediet blootstelling |
Basis jaar |
Eenheid | basis jaar |
2024 | Doel 2030 |
Doel 2050 |
Voortgang con form doel?3 |
| Thermische steenkool | ||||||||
| Directe blootstelling | Verstrekt | 2016 | mln. euro | 16 | 0 | 0 | 0 | Ja |
| Energie | ||||||||
| Aandeel hernieuwbare energie in totale energiekredietportefeuille (uitgezonderd transmissie en distributie) |
Verstrekt | 2021 | % | 63% | 67% | 75% | - | Ja |
| Elektriciteit – broeikasgasintensiteit1 |
Uitstaand | 2021 | kg CO2 e / MWh |
210 | 93 | 127 | 49 | Ja |
| % verandering | 2021 | % | - | -56% | -39% | -77% | ||
| Energie hele sector – broeikasgasintensiteit2 |
Uitstaand | 2021 | t CO2 e / mln. euro |
453 | 265 | 300 | 82 | Ja |
| % verandering | 2021 | % | - | -42% | -34% | -82% | ||
| Vastgoed | ||||||||
| Residentieel vastgoed – broeikasgasintensiteit 2 |
Uitstaand | 2021 | kg CO2 e / m2 |
50 | 45 | 29 | 7 | Nee |
| % verandering | 2021 | % | - | -10% | -43% | -85% | ||
| Vastgoed (hele sector) – broeikasgasintensiteit 2 |
Uitstaand | 2021 | t CO2 e / mln. euro |
27 | 23 | 17 | 8 | Ja |
| % verandering | 2021 | % | - | -15% | -38% | -72% | ||
| Landbouw | ||||||||
| Broeikasgasintensiteit2 | Uitstaand | 2021 | t CO2 e / mln. euro |
1 405 | 1 059 | 1 103 | 934 | Ja |
| % verandering | 2021 | % | - | -25% | -21% | -34% | ||
| Transport | ||||||||
| Krediet en financiële leasing passagiersvoertuigen – broeikasgasintensiteit 1 |
Uitstaand | 2021 | g CO2 / km |
139 | 124 | 81 | 0 | Ja |
| % verandering | 2021 | % | - | -11% | -42% | -100% | ||
| Krediet en financiële leasing lichte commerciële voertuigen – broeikasgasintensiteit 1 |
Uitstaand | 2021 | g CO2 / km |
208 | 205 | 145 | 33 | Ja |
| % verandering | 2021 | % | - | -1% | -30% | -84% | ||
| Operationele leasing passagiersvoertuigen – broeikasgasintensiteit 1 |
Uitstaand | 2021 | g CO2 / km |
133 | 77 | 25 | 0 | Ja |
| % verandering | 2021 | % | - | -42% | -81% | -100% | ||
| Operationele leasing lichte commerciële voertuigen – broeikasgasintensiteit 1 |
Uitstaand | 2021 | g CO2 / km |
196 | 186 | 132 | 19 | Ja |
| % verandering | 2021 | % | - | -5% | -33% | -90% | ||
| Cement | ||||||||
| Broeikasgasintensiteit2 | Verstrekt | 2021 | t CO2 e / t cement |
0,69 | 0,62 | 0,58 | 0,22 | Ja |
| % verandering | 2021 | % | - | -9% | -16% | -68% | ||
| Staal | ||||||||
| Broeikasgasintensiteit2 | Verstrekt | 2021 | t CO2 e / t staal |
1,34 | 1,50 | 1,15 | 0,59 | Nee |
| % verandering | 2021 | % | - | +12% | -14% | -56% | ||
| Aluminium | ||||||||
| Broeikasgasintensiteit2 | Verstrekt 2021 t CO2 e / t 0,59 0,21 Ruim onder de aluminium intensiteit van de wereldwijde |
sectoriële klimaat benchmark |
Ja | |||||
| % verandering | 2021 | % | - | -63% | ||||
| 1 Betreft scope 1-emissies |
2 Betreft scope 1- en 2-emissies
3 We meten dit door de waarden voor 2024 te vergelijken met de waarden van de portefeuillespecifieke en scenariogebaseerde sectoriële decarbonisatietrajecten van KBC (KBC-referentiewaarde) voor datzelfde jaar. Waar 'Ja' staat, wordt bedoeld: het doel is behaald, de voortgang ligt op of onder het te behalen niveau, of de waarde ligt niet meer dan 5% boven onze referentiewaarde voor 2024. 'Nee' geeft aan dat de waarde meer dan 5% boven onze referentiewaarde voor 2024 ligt. De tabel toont afgeronde cijfers, maar de delta tussen de metingen en de referentiewaarden voor 2024, evenals de daaruit voortvloeiende voortgangsverklaring, zijn gebaseerd op niet-afgeronde berekeningen.
Onze doelstellingen voor broeikasgasemissiereductie worden niet in absolute broeikasgasreducties uitgedrukt. In plaats daarvan gebruiken we sectorspecifieke koolstofintensiteitsmaatstaven, omdat we denken dat deze het meest effectief zijn om de decarbonisatie-inspanningen voor onze diverse krediet- en leaseportefeuilles te sturen en op te volgen. De doelstellingen voor broeikasgasemissiereductie in onze kredietportefeuilles betreffen de scope 1- en, indien van toepassing, de scope 2-broeikasgasemissies van de debiteuren (zoals aangegeven in de tabel). De scope 3-broeikasgasemissies van onze debiteuren zijn niet in scope van de doelstellingen. Consistentie van onze doelen met de begrenzingen van de emissie-inventaris wordt verzekerd door het feit dat we standaard berekeningsmethodologieën toepassen, zoals aangereikt door de wereldwijde PCAF-standaard en achterliggende gegevensbronnen (klantdata, PACTA, PCAF-emissiefactoren). Daarnaast is het Herberekeningsbeleid, zoals beschreven onder 2.2.3.1.1, van toepassing op onze kredietportefeuille om deze consistentie te waarborgen.
Voor de berekening en bepaling van klimaatrelevante doelen zijn zeer uiteenlopende hulpmiddelen nodig. In deze paragraaf streven we naar transparantie met betrekking tot onze aanpak voor het vaststellen van doelen voor onze kredietportefeuille en beschrijven we de belangrijkste conceptuele bouwstenen ervan.

In het kader van ons engagement in de Collective Commitment to Climate Action (CCCA) hebben we voor onze kredietportefeuilles doelstellingen voor broeikasgasemissiereductie vastgelegd, waarbij we UNEP FI-richtlijnen hebben gevolgd. Deze richtlijnen vereisen de toepassing van breed geaccepteerde, wetenschappelijk onderbouwde decarbonisatiescenario's die overeenkomen met de temperatuurdoelen in het Akkoord van Parijs. Vertrekkend van deze vereisten hebben we een benadering ontwikkeld voor de wetenschappelijk onderbouwde vaststelling van onze klimaatdoelen. Deze benadering volgt de volgende vier stappen:
scenario's met regiospecifieke trajecten om rekenschap te geven van onze voornaamste business focus op de EU. We hebben dan ook gebruik gemaakt van regionale klimaatscenario's van het NGFS (Network for Greening the Financial System), indien deze beschikbaar waren, en EU PRIMES-modeldata (deze worden gebruikt om het scenario Netto nul 2050 – MIX van de Europese Commissie te berekenen) of wereldwijde scenario's. Voor benchmarkdoeleinden hebben we onze analyses op meer dan één reeks scenario's uitgevoerd en vervolgens de meest geschikte geselecteerd. De door ons definitief geselecteerde scenario's zijn opgenomen in de onderstaande tabel.
We hebben voor onze kredietportefeuille tevens 'gedeeltelijk wetenschappelijk onderbouwde' doelen bepaald, die volledig aan de hand van financiële maatstaven voor koolstofintensiteit worden gemonitord. Deze doelen zijn afgeleid van het ambitieniveau van onze wetenschappelijk onderbouwde doelen die hierboven beschreven zijn, en zijn dus niet direct gebaseerd op benchmarkconstructies op basis van toekomstgerichte scenario's:
We hebben voor onze energiekredietportefeuille twee specifieke milieudoelen vastgesteld:
| Methodologieën voor het vaststellen van doelen, belangrijke aannames en wetenschappelijk bewijs | ||||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| White Paper sectoren |
(Sub)sector/pro ductlijn in het kader van de vaststelling van doelen |
Meeteenheid | Geba seerd op over tuigend weten schap pelijk bewijs |
Instelling | Ken merk/ naam scenario |
Be leids ambi tie |
Methode voor het vaststel len van doelen |
Vindt externe assu rance plaats voor het doel? |
Ge finan cierde emissies in scope (in MtCO2 e) |
DQ score PCAF1 |
||
| Energie Volledig uitstappen uit directe financieringen die betrekking hebben op thermische steenkool |
Miljoenen euro's toegestaan |
Ja | IEA | Netto nul 2050 |
1,5° C | - | - | - | - | |||
| Aandeel hernieuw bare energie in totale energie kredietportefeuille (uitgezonderd trans missie en distributie) |
% | Nee | - | - | - | - | - | - | - | |||
| Energie (hele sector) | tCO2 e/mln. euro's uitstaand |
Ja | - | - | - | - | Nee | 1 326 299* | 3,5 | |||
| Elektriciteit | kgCO2 e/MWh |
Ja | NGFS (fase 2) |
Onder 2° C |
1,7°C | SDA | Nee | 913 570** | 2,6 | |||
| Vastgoed2 | Commercieel vastgoed en hypotheken (hele sector excl. puur commerciële ontwikkeling) |
tCO2 e/mln. euro's uitstaand |
Ja | - | - | - | - | Nee | 1 985 288* | 3,0 | ||
| Hypotheken en commercieel residentieel vastgoed |
kgCO2 e/m2 /jaar |
Ja | NGFS (fase 2) |
Onder 2° C |
1,7°C | SDA | Nee | 1 566 010* | 3,0 | |||
| Transport | Voertuig kredieten |
Passagiers voertuigen |
Ja | 249 696** | 3,4 | |||||||
| en finan ciële lea sing |
Lichte com merciële voertuigen |
Ja | Europese | MIX (geba seerd op |
Netto nul 2050 (m.a.w. |
119 305** | 3,6 | |||||
| Operatio nele lea |
Passagiers voertuigen |
gCO2 /km |
Ja | Com missie |
het EU PRIMES |
afge stemd |
SDA | Nee | 101 319** | 1,0 | ||
| sing voer tuigen |
Lichte com merciële voertuigen |
Ja | model) | op 1,5° C) |
21 775** | 1,1 | ||||||
| Landbouw | Landbouw (hele sector) |
tCO2 e/mln. euro's uitstaand |
Ja | NGFS (fase 2) |
Onder 2° C |
1,7° C | Procen tuele reductie bena dering |
Nee | 5 497 085* | 4,9 | ||
| Bouw en constructie |
Cementproducenten | tCO2 e/t cement |
Ja | IEA | ETP 2020 SDS |
1,7° C | SDA | Nee | 64 180* | 3,2 | ||
| Metaal | Staalproducenten | tCO2 e/t staal |
Ja | IEA | ETP 2020 SDS |
1,7° C | SDA | Nee | 360 058* | 2,8 | ||
| Aluminium producenten |
tCO2 e/t aluminium |
Ja | TPI*** | Onder 2° C |
<2° C | SDA | Nee | 7 929* | 1,4 |
1 Datakwaliteitsscore voor alleen de emissies uit de scope van het doel, dus scope 1 of scope 1 + 2. De PCAF-datakwaliteitsscore ligt tussen 1 (hoogste score) en 5 (laagste score).
Zie paragraaf 2.2.3.2.2 voor meer informatie.
2 Vanwege beperkingen in de beschikbare informatie voor alle onderliggende gefinancierde activa baseren we ons op onze bestaande benadering voor de berekening van de gefinancierde emissie en KPI's voor vastgoed (zoals verder beschreven in paragraaf 2.2.3.2.2), wat gepaard gaat met een hoge mate van onzekerheid. De emissiefactoren zijn identiek gehouden aan de emissiefactoren die in de berekening van de nulmeting zijn gebruikt. We hebben geïnvesteerd in het platform en de berekeningsmethoden en zullen onze berekeningen verfijnen en onze emissiefactoren actualiseren in de rapportering over 2025.
* Omvat scope 1 en 2.
** Omvat scope 1.
*** Transition Pathway Initiative.
De maatstaven die worden gebruikt om onze doelen te monitoren, zijn zoveel mogelijk gebaseerd op de feitelijke financiering (de uitstaande kredietblootstelling). Zo kunnen we de daadwerkelijke klimaatimpact van onze portefeuille weergeven. De enige uitzondering op deze algemene regel zijn de cement-, staal- en aluminiumproducenten, die vergeleken met de andere sectoren veel kleinere portefeuilles vertegenwoordigen en beperkt zijn tot een handvol tegenpartijen. Om voor kredietportefeuilles in deze sectoren grote schommelingen in de monitoring van onze doelen te voorkomen, is besloten om de doelen te baseren op de toegestane kredietblootstelling.
Voor het boekjaar 2024 zijn de doelen en de bijbehorende maatstaven of achterliggende meetmethodologieën met betrekking tot onze krediet- en leaseportefeuilles niet gewijzigd. Ons Herberekeningsbeleid heeft dan ook niet geleid tot een herberekening van de nulmeting. We monitoren jaarlijks de voortgang van onze doelen en verkrijgen sinds 2021 'limited assurance' voor onze gerapporteerde doelmaatstaven. Daarnaast zullen we naar aanleiding van de UNEP FI-richtlijnen over het vaststellen van klimaatdoelen onze doelen ten minste elke vijf jaar opnieuw beoordelen.
Hierna geven we een samenvatting van onze prestaties ten opzichte van de gerapporteerde doelen voor de hierboven genoemde sectoren en productlijnen:
• Energie: de broeikasgasemissie-intensiteit van onze elektriciteitsportefeuille is met 56% gedaald sinds het basisjaar 2021. Er zijn drie redenen voor deze forse afname. Ten eerste hebben we nieuwe hernieuwbare-energieactiva gefinancierd. Ten tweede zijn dit jaar bestaande hernieuwbare-energieactiva in gebruik genomen, waardoor hun nuluitstoot nu gewicht kreeg in onze berekening. Ten derde hebben we onze blootstelling aan energieproductie op basis van fossiele brandstoffen verminderd, onder meer door de versnelde afbouw van twee van onze internationale legacy-dossiers.
De gefinancierde emissie-intensiteit van onze volledige energieportefeuille is met 42% gedaald ten opzichte van de nulmeting in 2021. Deze daling is voornamelijk het gevolg van de hiervoor genoemde vermindering van de gefinancierde emissies in onze elektriciteitsportefeuille. Daarnaast reduceren de meeste landen hun blootstelling aan de upstream-subsector olie en gas. Ook verschuiven ze hun blootstelling in deze sector naar activiteiten met lagere emissies, zoals de opslag, het transport en de distributie van olie, gas en elektriciteit.
Deze positieve ontwikkeling in onze klimaatdoelen voor energie moet zorgvuldig in overweging worden genomen en worden geëvalueerd. We blijven ons ervoor inzetten om de energietransitieplannen in onze thuislanden te ondersteunen. Daardoor kan de komende jaren sprake zijn van volatiliteit in onze voortgangsmetingen van deze doelstellingen. Onze inspanningen om de vooropgestelde streefwaarden voor 2030 te halen blijven onveranderd.
Ten slotte is het aandeel hernieuwbare financiering aanzienlijk gestegen tot 67,5% van onze totale energieportefeuille. Dit kwam door zowel een grote stijging van hernieuwbare-energieleningen als een (kleinere) daling van niet-hernieuwbare energieleningen in 2024. We liggen dan ook op koers voor het doel voor 2030, hoewel enige volatiliteit tussendoor mogelijk is wanneer de transitieplannen van de landen worden herzien, zoals hierboven is aangegeven.
• Vastgoed: in 2024 is de gefinancierde emissie-intensiteit van de totale vastgoedportefeuille met 15% gedaald ten opzichte van de nulmeting in 2021. Dat is grotendeels te verklaren door de 10% lagere emissie-intensiteit van het residentiële deel van de vastgoedportefeuille.
De belangrijkste reden voor de daling van de emissie-intensiteit van de portefeuille residentieel vastgoed is dat nieuw verstrekte hypothecaire leningen gemiddeld een beter EPC-label (Energieprestatiecertificaat) en een kleinere bewoonbare oppervlakte hadden per miljoen euro die werd gefinancierd. Toch is het doel voor residentieel vastgoed zelf, ondanks deze daling, nog niet volledig in overeenstemming met de trajectwaarde van 43 kg CO2 e/m2 die KBC voor 2024 vooropstelde. We verwachten dat een verdere afname in lijn kan worden gebracht met de voorziene trajecten wanneer de overheden ook de hiervoor nodige stimulansen en maatregelen introduceren.
hebben vastgelegd. Bij mogelijke toekomstige herzieningen van onze doelen nemen we dit soort ondervindingen in onze meetwaarnemingen mee.
Hoewel dit een geruststellend streven is, is het belangrijk om op te merken dat de doelen die in het KBC 2022 Klimaatrapport staan, zijn afgestemd op de klimaatplannen van de bedrijven in de scope van ons doel. Elke vertraging in de uitvoering van zulke klimaatplannen heeft daarom onvermijdelijk invloed op de vooruitgang die we boeken richting ons eigen gestelde doel. Er is op dit moment een vertraging waargenomen in de plannen van het bedrijf om kritieke kapitaaluitgaven te doen waarmee net zero-staalproductie wordt gerealiseerd. We blijven met onze klanten in gesprek om investeringen in het kader van duurzaamheid te ondersteunen wanneer ze hun grote transitie-uitdagingen oppakken.
• Aluminium: de door ons berekende koolstofemissie-intensiteit van onze aluminiumportefeuille ligt ver onder die van de wereldwijde markt. In 2024 daalde de al lage t CO2 e-emissie per aluminiumproductie nog verder. Hoewel deze ontwikkeling geheel het gevolg was van een betere kwaliteit van de gebruikte achterliggende klantdata, versterkt deze ontwikkeling nog steeds de beperkte indirecte klimaatimpact van deze portefeuille en ons streven om ruim onder de wereldwijde emissieintensiteit van de sector te blijven.
Ook voor onze vermogensbeheeractiviteiten stellen en monitoren we klimaatdoelen. De klimaatdoelen zijn in dit kader voornamelijk bedoeld om meer geld (van klanten) naar verantwoord beleggen te leiden. In dit verband merken we op dat de door KBC Asset Management beheerde beleggingsactiva voor tak 23-portefeuilles van klanten van KBC Verzekeringen hier ook zijn opgenomen. Dit ondersteunt ons engagement om onze investeringsactiviteiten in overeenstemming te brengen met het Akkoord van Parijs, zoals in onze Environmental Policy wordt beschreven.
De milieudoelen voor onze vermogensbeheeractiviteiten worden door KBC Asset Management vastgesteld en zijn beoordeeld en goedgekeurd door de ISB en het DC en bekrachtigd door de Raad.
| Klimaatdoelen voor vermogensbeheer activiteiten |
Basisjaar | Eenheid | Waarde basisjaar |
2024 | Doel 2025 | Doel 2030 | Voortgang conform doel? |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Aandeel RI-fondsen in totale DCM | 2021 | % | 33% | 44%1 | 45% | 55% | Ja |
| Aandeel RI-fondsen in totale jaarlijkse fondsproductie (brutoverkoop) |
2021 | % | 55% | 51%1 | - | 65% | Ja |
| Koolstofintensiteit (scope 1 + 2) van bedrijfsbeleggingen in verantwoorde fondsen |
2019 | tCO2 e/ miljoen dollar omzet |
196 | 552 | - | 98 | Ja |
| % verandering | 2019 | % | - | -72%2 | - | -50% | Ja |
1 Cijfer per einde vierde kwartaal 2024
2 Cijfer per einde derde kwartaal 2024
De doelen met betrekking tot het aandeel fondsen voor verantwoord beleggen (RI-fondsen) beslaan DCM onder beheer van KBC Asset Management en haar dochterondernemingen. In dit verband merken we op dat de RI-fondsen zijn gericht op verschillende duurzaamheidsdoelstellingen die breder zijn dan enkel klimaatmitigatie. Als we naar de volledige portefeuille met RI-fondsen kijken, zien we wel dat klimaatmitigatie de meest toegepaste duurzaamheidsdoelstelling is. Voor enkele fondsen is dit echter niet het voornaamste aandachtsgebied binnen duurzaamheid.
Ons doel voor de koolstofintensiteit van verantwoorde fondsen omvat die RI-fondsen waarvoor CO2 -gerelateerde overwegingen gelden (voor meer informatie over de verscheidenheid aan RI-fondsen verwijzen we naar het Investeringsbeleid voor fondsen voor verantwoord beleggen in 2.2.2.1). Binnen deze RI-fondsen heeft het doel betrekking op de scope 1- en scope 2-emissies uit bedrijfsbeleggingen, dus bedrijfsobligaties en aandelen, waarvoor Trucost-data beschikbaar zijn (zie paragraaf 2.2.3.2.2 voor meer informatie over onze methodologie). Voor alle RI-fondsen zijn voor ten minste 90% van de bedrijfsbeleggingen broeikasgasdata beschikbaar. Om dubbeltelling te voorkomen, zijn de funds-of-funds niet in de berekening van de indicator opgenomen. Voor het deel waar de indicator geen betrekking op heeft, zijn op dit moment geen gegevens beschikbaar.
Het is vermeldenswaardig dat de representativiteit van de waarde van onze nulmeting in 2019 verzekerd is doordat de berekening is gebaseerd op benchmarks waarin een breed scala aan bedrijven is opgenomen. Omdat de scope van het doel beperkt is tot de scope 1- en scope 2-emissies van de onderliggende bedrijven, hebben de scope 3-emissies van de onderliggende bedrijven ook geen invloed op de voortgang richting doelstelling. De berekening van scope 3-emissies is voor bedrijven minder gestandaardiseerd, wat zou leiden tot meer volatiliteit en slechtere vergelijkbaarheid.
De doelen betreffende het aandeel RI-fondsen vergeleken met het totale DCM en de totale bruto-verkoop worden op die manier berekend zonder restricties of belangrijke aannames. Het doel voor koolstofintensiteitsreductie is geïnspireerd op de doelstelling die door het Net Zero Asset Managers Initiative is bekendgemaakt. Het is dan ook niet gebaseerd op sluitend wetenschappelijk bewijs.
Voor het boekjaar 2024 zijn de doelen en de bijbehorende maatstaven of achterliggende meetmethodologieën met betrekking tot onze beleggingsportefeuilles niet gewijzigd.
In het kader van monitoring worden de doelen met betrekking tot het aandeel RI-fondsen maandelijks berekend en opgevolgd. We liggen momenteel op koers om onze doelen te behalen. Het doel voor de koolstofintensiteit van bedrijfsbeleggingen in de RI-fondsen wordt voortdurend gemonitord als een van de ESG-doelen op portefeuilleniveau. In het geaggregeerde reductiedoel voor KBC Asset Management worden de specifieke doelen voor deze fondsen gecombineerd onder de aanname van de neutrale allocatie van assets. Het daadwerkelijke resultaat hangt af van de allocatie van assets en van de broeikasgasemissiereducties die binnen de individuele fondsen worden behaald. We willen benadrukken dat de koolstofintensiteit van onze RI-fondsen nu al lager ligt dan het doel voor 2030. Dit is voornamelijk het gevolg van de snelle invoering van de geactualiseerde Investment Policy in 2021, waarin aanvullende uitsluitingscriteria zijn opgenomen voor fossiele brandstoffen.
Net als voor onze vermogensbeheeractiviteiten beschreven in de vorige paragraaf, hebben we ook een doel voor de koolstofintensiteit van de eigen beleggingen van KBC Verzekeringen (exclusief tak-23 beleggingen). Het doel wordt door KBC Verzekeringen bepaald en door de ISB goedgekeurd. Zo worden onze klimaatambities verder ondersteund, zoals in onze Environmental Policy wordt beschreven.
| Klimaatdoelen voor eigen beleggingen KBC Verzekeringen |
Basisjaar | Eenheid | Waarde basisjaar |
2024 | Doel 2025 | Doel 2030 | Voortgang conform doel? |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Koolstofintensiteit (scope 1 + 2) van portefeuille beursgenoteerde aandelen en bedrijfsobligaties KBC Verzekeringen |
2019 | tCO2 e/ miljoen dollar omzet |
112 | 27* | 84 | 67 | Ja |
| % verandering | 2019 | % | - | -75%* | -25% | -40% | Ja |
* Cijfer per einde derde kwartaal 2024
Het doel voor de eigen beleggingen van KBC Verzekeringen geldt voor alle verzekeringsentiteiten. Net als bij het doel voor de koolstofintensiteit van onze vermogensbeheeractiviteiten heeft de scope van het doel betrekking op de scope 1- en scope 2-emissies uit beleggingen in bedrijven, dus bedrijfsobligaties en aandelen, waarvoor Trucost-data beschikbaar zijn (zie paragraaf 2.2.3.2.2 voor meer informatie over onze methodologie).
Ook hier zorgen het grote aantal beleggingen en de beperking tot de scope 1- en scope 2-emissies van de onderliggende bedrijven ervoor dat de waarde van onze nulmeting representatief blijft. We merken verder op dat de koolstofintensiteit niet gebaseerd is op sluitend wetenschappelijk bewijs. Voor het boekjaar 2024 zijn de doelen en de bijbehorende maatstaven of achterliggende meetmethodologieën met betrekking tot onze beleggingsportefeuilles niet gewijzigd.
De reductie van de broeikasgasintensiteit van de portefeuille beursgenoteerde aandelen en bedrijfsobligaties van KBC Verzekeringen bleef stevig op koers na een verdere daling in 2024. Net als bij de doelen voor de koolstofintensiteit van de vermogensbeheeractiviteiten ligt ook de broeikasgasintensiteit al ruim onder het doel voor 2030. Ook hier is dit voornamelijk het gevolg van de snelle invoering van de geactualiseerde Investment Policy in 2021.
We berekenen onze directe en indirecte CO2 -voetafdruk in overeenstemming met de Corporate Accounting and Reporting Standard van het GHG Protocol. Op basis van onze berekeningen van de scope 1-, 2- en 3-broeikasgasemissies (voor de definitie van scope 1-, 2- en 3-emissies verwijzen we naar paragraaf 2.2.3.1) concluderen we dat de grootste bron van emissies wordt gevormd door onze kredietverlenings-, beleggings- en verzekeringsactiviteiten (onze portefeuille-emissies) die onder scope 3 categorie 15, 'Investeringen', vallen. Voor KBC vertegenwoordigt dit ruim 99% van de gerapporteerde scope 1-, 2- en 3-emissies. Voor onze scope 3-emissies die niet onder categorie 15 vallen, rapporteren we alleen emissiebronnen waarover we rechtstreeks operationele zeggenschap hebben en waarmee we onder het personeel bewustzijn kunnen creëren (d.w.z. zakelijk reisverkeer, woon-werkverkeer, papier- en waterverbruik en afvalproductie), zoals weergegeven in de onderstaande tabel.
| Bron van broeikasgasemissies | Scope en begrenzing broeikasgasemissies van KBC |
|---|---|
| Upstream scope 3 | |
| Gekochte goederen en diensten (Categorie 1) | Omvat emissies van papier- en waterverbruik van alle groepswijde activiteiten |
| Kapitaalgoederen (Categorie 2) | Niet relevant/materieel voor KBC als financiële dienstverlener |
| Brandstof- en energieactiviteiten (Categorie 3) | Niet relevant/materieel voor KBC als financiële dienstverlener |
| Upstreamvervoer en -distributie (Categorie 4) | Niet relevant/materieel voor KBC als financiële dienstverlener |
| Afval geproduceerd bij activiteiten (Categorie 5) | Omvat emissies van de afvalproductie en -verwerking van alle groepswijde activiteiten |
| Zakelijk reisverkeer (Categorie 6) | Omvat emissies van zakelijk reisverkeer waarbij geen gebruik wordt gemaakt van ons eigen wagenpark (voertuigen, openbaar vervoer en vliegreizen), in alle groepswijde activiteiten |
| Woon-werkverkeer werknemers (Categorie 7) | Omvat emissies van woon-werkverkeer van werknemers waarbij geen gebruik wordt gemaakt van ons eigen wagenpark (voertuigen en openbaar vervoer), in alle groepswijde activiteiten |
| Upstream geleasede activa (Categorie 8) | Niet relevant/materieel voor KBC als financiële dienstverlener |
| Downstream scope 3 | |
| Downstreamvervoer en -distributie (Categorie 9) | Niet relevant/materieel voor KBC als financiële dienstverlener |
| Verwerking verkochte producten (Categorie 10) | Niet relevant/materieel voor KBC als financiële dienstverlener |
| Gebruik verkochte producten (Categorie 11) | Niet relevant/materieel voor KBC als financiële dienstverlener |
| End-of-life-verwerking verkochte producten (Categorie 12) |
Niet relevant/materieel voor KBC als financiële dienstverlener |
| Downstream geleasede activa (Categorie 13) | Emissies uit de operationele leaseportefeuille van KBC (scope 1) die onder categorie 15 vallen |
| Franchises (Categorie 14) | Niet relevant/materieel voor KBC als financiële dienstverlener |
| Investeringen (Categorie 15) | Emissies uit de kredietportefeuille (scope 1, 2 en 3) en leaseportefeuille (scope 1) van KBC |
| Emissies uit de eigen beleggingen van KBC voor de verzekeringsactiviteiten (scope 1 en 2) |
|
| Emissies uit de portefeuille overheidsobligaties van KBC voor de bankactiviteiten (scope 1 en 2) |
|
| Investeringen – optioneel (Categorie 15) | Emissies uit de verzekeringsportefeuille van KBC (scope 1 en 2) |
| Emissies uit de vermogensbeheeractiviteiten van KBC (scope 1 en 2) |
In de onderstaande tabel wordt een overzicht gegeven van onze scope 1-, 2- en 3-broeikasgasemissies. In 2024 hebben we de scope van de entiteiten voor onze eigen CO2 -voetafdruk uitgebreid met entiteiten die buiten de financiële consolidatiekring vallen, maar waarover KBC operationele zeggenschap heeft. Voor de scope 1- en 2-emissies maken we een onderscheid tussen de broeikasgasemissies van KBC Groep (de financiële consolidatiekring) en de broeikasgasemissies van andere entiteiten waarover KBC operationele zeggenschap heeft. Onze eigen CO2 -voetafdruk wordt gedefinieerd als de broeikasgasemissies uit scope 1, scope 2 en een selectie van scope 3-emissiebronnen waarover we rechtstreeks operationele zeggenschap hebben (d.w.z. zakelijk reisverkeer, woon-werkverkeer, papier- en waterverbruik en afvalproductie).
Scope 3 categorie 15 omvat onze kredietportefeuille. Deze categorie wordt verder onderverdeeld in emissies uit White Papersectoren (gedefinieerd in paragraaf 2.2.1.1) en emissies uit andere sectoren. Naast de indirecte emissies uit onze financieringsactiviteiten omvat scope 3 categorie 15 ook de indirecte emissies uit onze vermogensbeheeractiviteiten, de portefeuille overheidsobligaties van KBC Bank, de eigen beleggingen van KBC Verzekeringen (exclusief tak-23 beleggingen) en onze verzekeringsactiviteiten. De absolute broeikasgasemissies van onze beleggingsportefeuilles zijn echter niet in de tabel opgenomen, omdat de absolute broeikasgasemissies op de rapporteringsdatum nog niet beschikbaar zijn. In plaats daarvan geven we de koolstofintensiteit van deze componenten afzonderlijk weer. De gegevens over de broeikasgasintensiteit beslaan meer dan 97% van deze bedrijfs- en overheidsbeleggingen.
We berekenen geen emissies voor onze niet-financiële activa (met uitzondering van activa die in onze eigen emissieberekeningen zijn opgenomen (zie paragraaf 2.2.3.2.1)). Voor een overzicht van de activa van KBC verwijzen we naar de Geconsolideerde balans, die in de Geconsolideerde jaarrekening van dit jaarverslag is opgenomen.
Een algemene opmerking bij de tabel is dat onze broeikasgasemissies per jaareinde nog niet beschikbaar zijn. De getoonde cijfers zijn die per 30 september, wat we beschouwen als een goede proxy voor de cijfers per jaareinde.
Mijlpalen en doeljaren1
| Verge lijkende informa |
Jaarlijks % doel / |
||||
|---|---|---|---|---|---|
| Broeikasgasemissies Basisjaar |
tie | 2024 | 2025 | 2030 | (2050) basisjaar |
| Scope 1-broeikasgasemissies | |||||
| Bruto scope 1-broeikasgasemissies (tCO2 e) - |
- | 40 717 | - | - | - - |
| Waarvan KBC Groep geconsolideerd - |
- | 36 059 | - | - | - - |
| Waarvan niet volledig geconsolideerde entiteiten anders dan joint ventures en geassocieerde ondernemingen waarover KBC operationele zeggenschap heeft |
- | 4 658 | - | - | - - |
| Percentage bruto scope 1-broeikasgasemissies van gereglementeerde emissiehandelssystemen (%) - |
- | 0% | - | - | - - |
| Scope 2-broeikasgasemissies | |||||
| Bruto locatiegebaseerde scope | 35 361 | ||||
| 2-broeikasgasemissies (tCO2 e) - |
- | - | - | - - |
|
| Waarvan KBC Groep geconsolideerd - |
- | 34 870 | - | - | - - |
| Waarvan niet volledig geconsolideerde entiteiten anders dan joint ventures en geassocieerde ondernemingen waarover KBC operationele zeggenschap heeft |
- | 491 | - | - | - - |
| Bruto marktgebaseerde scope 2-broeikasgasemissies (tCO2 e) - |
- | 4 626 | - | - | - - |
| Waarvan KBC Groep geconsolideerd - |
- | 4 467 | - | - | - - |
| Waarvan niet volledig geconsolideerde entiteiten anders dan joint ventures en geassocieerde ondernemingen waarover KBC operationele zeggenschap heeft |
- | 159 | - | - | - - |
| Significante scope 3-broeikasgasemissies | |||||
| Totaal bruto indirecte (scope 3-) broeikasgasemissies (tCO2 e) - |
- | 45 825 058 | - | - | - - |
| 1 Gekochte goederen en diensten - |
- | 1 552 | - | - | - - |
| 2 Kapitaalgoederen - |
- | - | - | - | - - |
| 3 Brandstof- en energieactiviteiten (niet opgenomen in scope 1 en scope 2) - |
- | - | - | - | - - |
| 4 Upstreamvervoer en -distributie - |
- | - | - | - | - - |
| 5 Afval geproduceerd bij activiteiten - |
- | 812 | - | - | - - |
| 6 Zakelijk reisverkeer - |
- | 4 506 | - | - | - - |
| 7 Woon-werkverkeer werknemers - |
- | 16 794 | - | - | - - |
| 8 Upstream geleasede activa - |
- | - | - | - | - - |
| 9 Downstreamvervoer - |
- | - | - | - | - - |
| 10 Verwerking verkochte producten - |
- | - | - | - | - - |
| 11 Gebruik verkochte producten - |
- | - | - | - | - - |
| 12 End-of-life-verwerking verkochte producten - |
- | - | - | - | - - |
| 13 Downstream geleasede activa | Opgenomen in 15 Investeringen (waarvan White Paper-sectoren en productlijnen) | ||||
| 14 Franchises - |
- | - | - | - | - - |
| 15 Investeringen2 - |
- | 45 801 394 | - | - | - - |
| Waarvan White Paper-sectoren en productlijnen3 - |
- | 26 822 564 | - | - | - - |
| Waarvan overige sectoren4 - |
- | 18 978 830 | - | - | - - |
| Totale broeikasgasemissies | |||||
| Totale broeikasgasemissies (locatiegebaseerd) (tCO2 e) - |
- | 45 901 136 | - | - | - - |
| Totale broeikasgasemissies (marktgebaseerd) (tCO2 e) - |
- | 45 870 401 | - | - | - - |
| - Verzekeringsgerelateerde emissies5 |
- | 199 719 | - | - | - - |
| Emissie-intensiteiten uit onze vermogensbeheeractiviteiten |
|||||
| Beleggingen in bedrijven (in tCO2 e/miljoen dollar omzet) - |
- | 58 | - | - | - - |
| Beleggingen in overheden (in tCO2 e/miljoen dollar bbp)6 - |
- | 532 | - | - | - - |
| Emissie-intensiteiten uit de portefeuille overheidsobligaties van KBC Bank | |||||
| Beleggingen in overheden (in tCO2 e/miljoen dollar bbp)6 - |
- | 623 | - | - | - - |
| KBC Verzekeringen | |||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Beleggingen in bedrijven (in tCO2 e/miljoen dollar omzet) |
2019 | 112 | 27 | 84 | 67 | - | - | ||
| Beleggingen in overheden (in tCO2 e/miljoen dollar bbp)6 |
- | - | 522 | - | - | - | - |
1 Merk op dat, met uitzondering van de eigen beleggingen van KBC Verzekeringen in bedrijven, de scope van de broeikasgasemissies in deze tabel afwijkt van de scope van onze doelen voor broeikasgasemissiereductie. We verwijzen naar paragraaf 2.2.3.1 voor meer informatie over onze doelen voor broeikasgasemissiereductie, waaronder een beschrijving van de scope van elk doel. De kolommen betreffende de doelen konden daarom niet worden ingevuld.
De berekening van de broeikasgasemissies binnen ons operationele bereik volgt de Corporate Accounting and Reporting Standard van het GHG Protocol. We verzamelen primaire activiteitgegevens over emissiebronnen uit elk kernland en dekken 100% van de emissies uit activiteiten waarover we operationele zeggenschap hebben. Het percentage van de emissies dat met behulp van primaire data is berekend, bedraagt ruim 98%.
Voor scope 1- en 2-broeikasgasemissies passen we de hybride berekeningsmethode toe. We gebruiken leveranciersspecifieke emissiefactoren wanneer deze beschikbaar zijn, en vallen daarnaast terug op standaardemissiefactoren van de IEA, Reliable Disclosure en de Association of Issuing Bodies, het Department for Energy Security & Net Zero en KBC-specifieke emissiefactoren.
Wat betreft de scope 3-emissies die betrekking hebben op onze eigen activiteiten baseren we ons op gemiddelde waarden voor de categorieën 1, 5, 6 en 7. Deze categorieën zijn niet materieel in de voetafdruk van KBC, maar worden voornamelijk gemeten en opgevolgd om onder het personeel bewustzijn te creëren over de emissiebronnen waarover we operationele zeggenschap hebben. Voor alle activiteiten binnen KBC worden data verzameld.
Voor het boekjaar 2024 zijn er enkele kleine wijzigingen geweest in de meetmethodologieën met betrekking tot onze emissieinventaris:
Naast de scope 1-, 2- en 3-emissies met betrekking tot onze eigen CO2 -voetafdruk, gebruiken we ook de in onderstaande tabel weergegeven intensiteitsmaatstaf om de impact van onze eigen activiteiten te monitoren.
| Eigen CO2 -voetafdruk |
Omschrijving | Eenheid | 2024 |
|---|---|---|---|
| Alle activiteiten | Broeikasgasintensiteit per vte | t CO2 e / vte |
1,76 |
| Alleen financiële activiteiten | Broeikasgasintensiteit per vte | t CO2 e / vte |
1,46 |
Deze maatstaven worden berekend op basis van de totale eigen emissies in scope 1, scope 2 (marktgebaseerd) en respectievelijk scope 3 voor alle activiteiten van KBC (zoals weergegeven in de bovenstaande tabel betreffende broeikasgasemissies) en voor de scope van het doel voor onze eigen voetafdruk (zie paragraaf 2.2.3.1.1). Deze maatstaven zijn door geen andere externe instantie dan de assurance provider gevalideerd.
Voor 2024 bedraagt het aandeel contractuele instrumenten die worden gebruikt voor de verkoop en inkoop van energie 87,7%. De soorten contractuele instrumenten die worden gebruikt voor de verkoop en inkoop van energie zijn de volgende:
Deze maatstaf omvat alle ingekochte energie die onder scope 2 wordt gerapporteerd: elektriciteit, warmte, stoom en koeling.
In deze paragraaf worden de berekeningsmethodologieën voor onze gefinancierde emissies in scope 3 categorie 15 beschreven. De benadering voor onze emissies met betrekking tot kredietverlening verschilt van de benadering voor emissies die verband houden met onze beleggingsactiviteiten.
Door onze gefinancierde emissies te berekenen, kunnen we onze prestaties volgen ten opzichte van de doelen die we voor onze kredietportefeuilles hebben vastgesteld (zie paragraaf 2.2.3.1) en kunnen we de effectiviteit van onze maatregelen voor klimaatmitigatie evalueren. Dit helpt ons ook aan de rapporteringsvereisten van regelgevers en toezichthouders te voldoen. We meten de gefinancierde emissies van onze kredietportefeuille wanneer berekeningsmethoden en/of gegevens beschikbaar zijn. Daarom konden voor 4,6% van onze kredietportefeuille geen daarmee samenhangende gefinancierde emissies worden berekend. Voor een definitie en cijfers per jaareinde van onze kredietportefeuille verwijzen we naar het Glossarium in dit jaarverslag. Onze emissieberekeningen zijn gebaseerd op cijfers voor de kredietportefeuille per 30 september 2024, die in lijn zijn met de cijfers per jaareinde.
Voor die meting beschrijven we hieronder de methodologieën, aannames en emissiefactoren die worden gebruikt voor:
In het kader van het Sustainable Finance Programma hebben we de meest koolstofintensieve sectoren en productlijnen in onze kredietportefeuilles geïdentificeerd. We hebben daartoe strategische analyses uitgevoerd van sectoren met de grootste klimaatimpact op basis van de aard van de activiteiten (koolstofintensieve industriële sectoren) en de omvang van onze blootstelling aan die sector. Voor elk van de geïdentificeerde sectoren hebben we de milieu-impacts en -afhankelijkheden en de bijbehorende risico's en kansen beoordeeld. Al deze beoordelingen zijn verzameld in onze White Papers. Deze analyses zijn voor acht industriesectoren gedaan (energie, commercieel vastgoed, landbouw, voedselproductie, bouw & constructie, chemie, transport en metalen) en voor de drie productlijnen in onze portefeuilles die de meeste impact hebben (hypotheken, autoleningen en autoleasing).
We berekenen de gefinancierde emissies van onze kredietverleningsactiviteiten op basis van data over broeikasgasemissies die bij onze tegenpartijen worden verzameld. Voor klanten voor wie we geen informatie over broeikasgasemissies hebben, vallen we terug op sector- en activaspecifieke emissiefactoren van PCAF (secundaire informatie, volgens de datakwaliteitshiërarchie van PCAF). Het percentage van de emissies dat met behulp van primaire data is berekend, bedraagt 2,6%. Voor al onze berekeningen sluiten we zoveel mogelijk aan bij de richtlijnen van PCAF. De kwaliteit van de berekening van de gefinancierde emissies wordt uitgedrukt in een speciaal daarvoor bestemde PCAF-datakwaliteitsscore tussen '1' – hoogste – en '5' – laagste). De kwaliteitsscorekaarten van PCAF kunnen geraadpleegd worden in de PCAF Global Standard. Via ons Data & Metricsprogramma investeren we en hebben we door de jaren heen structureel geïnvesteerd in de opbouw van capaciteit op het gebied van gegevensverzameling, berekening en rapportering ter ondersteuning van de ESG-rapportering. Ons belangrijkste verzamelings- en berekeningsplatform voor de broeikasgasemissies van onze kredietportefeuille wordt nu en in de toekomst tevens gebruikt voor financiële, risico- en treasuryrapporten; zodoende geniet de ESG-rapportering van die infrastructuur met daarin opgenomen datakwaliteitsbeheer, master data management, reconciliatieprocessen, beveiliging, archivering, enz. Vastgoed is de enige doelsector waarvoor de rapportering op dit moment buiten het platform plaatsvindt. Het programma streeft ernaar om voor de rapportering over 2025 klaar te zijn om de in overeenstemming met PCAF uitgevoerde berekeningen via het platform op te leveren.
Onze White Papers omvatten, maar zijn ook breder dan, onze doelsectoren en subsectoren (zoals vermeld onder 2.2.3.1), waarvoor we op activaniveau gedetailleerde methodologieën voor de berekening van broeikasgasemissies hebben uitgewerkt. In deze methodologieën wordt rekening gehouden met de beschikbaarheid van data, de heterogeniteit van de gefinancierde sectoren en de relevantie voor onze onderneming. Overeenkomstig de PCAF Global Standard zijn de berekeningen van onze gefinancierde emissies gebaseerd op de feitelijke financiering (de uitstaande kredietblootstelling). Zo kunnen we de daadwerkelijke klimaatimpact van onze portefeuille weergeven. Voor enkele klimaatmaatstaven van onze kredietverleningsdoelen gebruiken we meer geschikte (portefeuille)gewogen berekeningsmethoden om de klimaatimpacts van de desbetreffende portefeuilles weer te geven. Deze benadering wordt gevolgd in gevallen waarbij de teller van de maatstaf voor de emissie-intensiteit een te hoog onzekerheidsniveau heeft of waarbij de maatstaf verband houdt met de toegestane kredietverlening en niet met de feitelijke financiering. In dergelijke gevallen zou de maatstaf onbruikbaar worden voor beheersdoeleinden. Zo hebben we voor onze voertuigfinancieringsdoelen besloten om de klimaatimpact van de portefeuilles te berekenen door de gemiddelde CO2 -intensiteit te berekenen op basis van de emissie-intensiteit van de onderliggende gefinancierde voertuigen en niet door onze berekeningen te baseren op de gefinancierde activiteit (de gereden kilometers, d.i. informatie die voor het grootste deel van onze portefeuille niet beschikbaar is). Voor onze kredietportefeuilles ten aanzien van cement-, staal- en aluminiumproducenten is de emissie-intensiteit van de portefeuille bijvoorbeeld gebaseerd op de kredietgewogen emissie-intensiteit van de onderliggende gefinancierde bedrijven. Voor deze drie geconcentreerde sectoren is besloten de maatstaven te berekenen op de toegestane uitstaande kredieten, om grote schommelingen in de monitoring van onze doelen te voorkomen.
Voor de meeste van onze doelsectoren gebruiken we de PCAF-methodologie om de maatstaven voor de gefinancierde emissies te berekenen. Merk hierbij op dat hoewel onze doelmaatstaven alleen de scope 1- en scope 2-broeikasgasemissies van de debiteuren omvatten, we wel afzonderlijk de scope 1-, 2- en 3-broeikasgasemissies van onze debiteuren conform de PCAFstandaard berekenen. Waar nog geen klantspecifieke data over broeikasgasemissies beschikbaar zijn, maken we op dit moment gebruik van PCAF-emissiefactoren. We passen de meest recente emissiefactoren toe die door PCAF zijn gepubliceerd (de versie van maart 2024). Uitzonderingen hierop zijn de vastgoedsector, waar gebruik wordt gemaakt van de versie van de PCAF-database voor emissiefactoren uit maart 2021, en de energiesector, waar gebruik wordt gemaakt van de versie van de PCAF-database van emissiefactoren uit maart 2022. Deze uitzonderingen hebben technische redenen. Merk in het algemeen op dat we de door PCAF aanbevolen inflatie-gecorrigeerde formule hanteren voor al onze berekeningen waarin gebruik wordt gemaakt van PCAF-emissiefactoren.
De PCAF-methodologie komt neer op de volgende formule:
$$\begin{aligned} \text{Financed emission} &= \sum_{l} \text{Attribution} \, f \, actor_l \times \text{Eulss} \, \text{ions}_l \to \text{Attribution} \, f \, actor_l = \frac{\text{Outstanding amount}_l}{\text{Total equity} + \text{debt}_l} \ \text{with } i &= \text{borrower} \, \text{or} \, \text{investor} \end{aligned}$$
Voor de residentiële vastgoedsector is op portefeuilleniveau een entiteitspecifieke methodologie ontwikkeld die gebruik maakt van PCAF-variabelen (bv. EPC-emissiefactoren), maar deze worden niet altijd berekend op het niveau van elk afzonderlijk gefinancierd actief. Benaderingen waren noodzakelijk, omdat PCAF een krediet-per-krediet/activa-per-activabenadering hanteert, waarbij voor grote delen van onze portefeuille geen gegevens beschikbaar waren. In deze sector is het door het enorme aantal afzonderlijke tegenpartijen moeilijk om op activaniveau gegevens te verzamelen. Waar er op activaniveau geen of onvoldoende data beschikbaar zijn, maken we dan ook een schatting van de gefinancierde oppervlakte met behulp van expertgebaseerde marktwaarden per m2 . Vervolgens passen we de desbetreffende PCAF-emissiefactor toe om de broeikasgasemissie-intensiteit van de activa in te schatten. De gebruikte methode dient als een redelijke benadering voor PCAF te worden beschouwd, waarbij we de onzekerheid in dit verband benadrukken. KBC zal in de nabije toekomst de nodige veranderingen in zijn data-infrastructuur doorvoeren om volledige toepassing van de PCAF-methodologie mogelijk te maken.
Voor cement- en staalfabrikanten passen we de PACTA-methodologie toe. In deze toekomstgerichte, scenariogebaseerde methodologie wordt informatie uit de kredietportefeuilles (in ons geval de toegestane blootstelling) voor de sectoren in scope gecombineerd met bedrijfsspecifieke fysieke Asset Level Data (ALD) om technologieprofielen en emissie-intensiteiten van de portefeuilles te berekenen. Waar de klantspecifieke emissie-intensiteit beschikbaar is, geven we de voorkeur aan deze data boven de ALD-dataset van PACTA. Sinds 2019 rapporteren we met behulp van de PACTA-methodologie. We beschouwen de
dataset en methodologie van PACTA als een betrouwbare bron: de PACTA for Banks Methodology is ontwikkeld door het 2° Investing Initiative, samen met 17 pilotbanken en verschillende niet-gouvernementele organisaties (NGO's) en onderzoeksinstituten. Het project wordt ondersteund door het Duitse ministerie van Milieu, Natuurbehoud en Nucleaire Veiligheid en het Life-programma van de EU.
Voor aluminiumproducenten kunnen we dankzij het beperkte aantal tegenpartijen gebruik maken van klantspecifieke data over de broeikasgasemissie-intensiteit. Voor klanten voor wie we geen informatie over broeikasgasemissies hebben, vallen we terug op de sectorspecifieke activagebaseerde emissiefactoren van PCAF. We passen vervolgens de hiervoor beschreven standaard PCAF-formule toe om de gefinancierde emissies te berekenen.
Voor de delen van onze kredietportefeuille die niet onder onze klimaatdoelen vallen, passen we een algemene, minder gedetailleerde berekeningsmethode toe. In deze berekeningsmethode worden geaggregeerde sectorblootstellingen gecombineerd met de activiteitsgebonden emissiefactoren van PCAF per land en geaggregeerde sector (dus zonder verder in te gaan op mogelijke verschillen tussen de emissiefactoren van de onderliggende subsectoren).
De beperkingen van onze berekeningsmethodologieën voor de maatstaven van de broeikasgasemissie-intensiteit, zoals gerapporteerd in paragraaf 2.2.3.1.2, hebben voornamelijk betrekking op problemen rond datakwaliteit en beschikbaarheid. Deze brengen we tot uiting door middel van de PCAF-score voor datakwaliteit, die we naast onze metingen voor doelmaatstaven publiceren. In lijn met de PCAF-methodologie werken we de emissiefactoren en schattingen zodanig bij dat ze aansluiten bij evoluties in de markt. In ons streven om de datakwaliteit en de granulariteit van de berekening van onze broeikasgasemissies te verhogen werken we bovendien nauw samen met onze klanten om de systematische verzameling van de door hen gerapporteerde broeikasgasemissies te verbeteren. Daardoor kunnen we onze algemene PCAF-datakwaliteitsscore verbeteren, omdat we dan zouden overgaan van subsectorspecifieke emissiefactoren naar broeikasgasemissies die op activa-/ tegenpartijniveau worden gerapporteerd (d.w.z. PCAF-datakwaliteitsscore 1 of 2). Gezien de reikwijdte van onze financieringsactiviteiten hebben we verschillende methodologieën gebruikt om de klimaatimpact op en van onze portefeuilles te volgen en daarover te rapporteren. De keuze van de geselecteerde methodologieën wordt gemaakt op basis van een combinatie van relevantie en toepasselijkheid voor onze onderneming en de beschikbaarheid van data. Waar we in dit kader afwijken van de beschikbare marktstandaarden of gegevensbronnen zoals PCAF of PACTA, wordt dit expliciet vermeld. Verder passen we, met name voor de vastgoedsector, verschillende attributiebenaderingen toe vanwege lokale verschillen in de beschikbaarheid van data. Ten slotte worden de emissiefactoren behorend bij de laagste datakwaliteitsscore van PCAF (score 5) toegepast voor het deel van onze portefeuille dat niet onder onze doelstellingen voor broeikasgasemissiereductie valt. Dit kan leiden tot een overschatting van onze gefinancierde emissies. De voortdurende verbetering van onze datakwaliteitsscores kan gevolgen hebben voor de uitkomsten van de berekeningen en kan onze prestaties op het gebied van broeikasgasemissies zo kunstmatig beïnvloeden, zonder dat dit toe te rekenen is aan een verbetering van onze portefeuilleprestaties. We hebben voor onze doelmaatstaven en directe voetafdruk een Herberekeningsbeleid vastgesteld, dat in paragraaf 2.2.2.1 van dit verslag nader wordt beschreven. Een verbetering van onze toegang tot gegevens houdt ook in dat we vervolgens te maken krijgen met verschillende bronnen van gerapporteerde data over broeikasgasemissies. Wanneer gegevensbronnen voor hetzelfde actief of dezelfde tegenpartij verschillende resultaten laten zien, gaan we dan ook in gesprek met de dataprovider, de klant of beide. Op basis van deze beoordeling kunnen we geïnformeerde beslissingen nemen over de meest geschikte gegevensbron.
De maatstaven die worden gebruikt om de CO2 -voetafdruk van onze kredietportefeuilles te meten en te monitoren, worden in paragraaf 2.2.3.1.2 beschreven. De methodologie achter deze maatstaven is grotendeels beschreven in de voorgaande paragrafen. Voor de koolstofintensiteitsmaatstaven die betrekking hebben op onze kredietportefeuille is geen assurance verstrekt door een andere externe partij dan de assurance provider.
In deze paragraaf wordt toegelicht welke methodologieën worden gebruikt om de broeikasgasemissies voor onze vermogensbeheeractiviteiten te meten en te monitoren. We berekenen emissies voor het direct beheerd geld van klanten, de Groepsactiva van KBC Verzekeringen en activa van het KBC-Pensioenfonds. Hieronder vallen ook de door KBC Asset Management beheerde beleggingsactiva voor tak 23-portefeuilles van klanten van KBC Verzekeringen. We verwijzen naar
paragraaf 2.2.3.1.3 voor de bijbehorende koolstofintensiteitsmaatstaven die worden gehanteerd om onze voortgang te monitoren.
Voor de berekening van de broeikasgasemissie-intensiteiten van onze vermogensbeheeractiviteiten maken we een onderscheid tussen blootstellingen aan ondernemingen en blootstellingen aan overheden.
De koolstofintensiteitsmaatstaven betreffen de scope 1- en 2-emissies van de bedrijven in portefeuille. De scope 3-emissies van de onderliggende bedrijven zijn uitgesloten, omdat deze emissies volatieler zijn en minder vergelijkbaar over verschillende bedrijven heen. Alle data die voor de berekening worden gebruikt zijn afkomstig van de dataprovider Trucost, een dochteronderneming van S&P. De data van Trucost zijn op hun beurt voor circa 12% gebaseerd op exacte waarden die door bedrijven zijn gerapporteerd (primaire data).
Voor ondernemingen berekenen we een gewogen gemiddelde broeikasgasintensiteit op basis van de waarde van de uitstaande beleggingen.
Voor overheden berekenen we de broeikasgasintensiteit als de som van de territoriale en ingevoerde emissies, gedeeld door het bruto binnenlands product (bbp) in vaste USD (dat wil zeggen: gecorrigeerd voor inflatie). Zo hebben we zicht op de broeikasgasemissies van een land ten opzichte van zijn economische output.
Uit de beoordeling van onze portefeuille met overheidsobligaties volgt dat de broeikasgasintensiteit van onze geaggregeerde portefeuille hoger ligt dan de EMU-benchmark (365 tCO2 e/miljoen dollar bbp per einde van het derde kwartaal van 2024). Deze uitkomst was verwacht vanwege de grote blootstelling aan overheden in opkomende markten en aan landen met een relatief hogere broeikasgasintensiteitsscore, zoals België, Nederland, Hongarije en Tsjechië.
Voor onze koolstofintensiteitsmaatstaven is geen assurance verstrekt door een andere externe partij dan de assurance provider. We merken op dat de kwaliteit van onze berekeningen in grote mate afhankelijk is van de kwaliteit van de door Trucost aangeleverde broeikasgasemissiedata. In dit kader hebben we zowel de inputdata als de methodologie van Trucost gecontroleerd.
In 2024 hebben we voor het eerst de broeikasgasemissie-intensiteit van de eigen portefeuille met overheidsobligaties van KBC Bank berekend. Voor de berekening gebruikten we Trucost-data en dezelfde methodologie als voor de beleggingen in overheden binnen onze vermogensbeheeractiviteiten. De intensiteitsmaatstaf beslaat de hele portefeuille met overheidsobligaties van KBC Bank. Behalve door de assurance provider is hiervoor geen assurance verstrekt door een externe partij.
We merken op dat de broeikasgasintensiteit van de portefeuille met overheidsobligaties hoger ligt dan de EMU-benchmark. Dat is het gevolg van grote blootstellingen in onze kernlanden en meer specifiek in Tsjechië en België, die een relatief hogere koolstofintensiteit hebben.
De berekening van de broeikasgasemissie-intensiteiten met betrekking tot de eigen beleggingen van KBC Verzekeringen (d.w.z. exclusief onze tak 23-portefeuille, die wordt meegenomen in de emissieberekening van de vermogensbeheeractiviteiten) is geheel analoog aan de methodologie voor onze vermogensbeheeractiviteiten die hierboven is beschreven. Voor beleggingen in bedrijven verwijzen we tevens naar paragraaf 2.2.3.1.4 voor meer informatie over het bijbehorende doel. Daarnaast merken we op dat het grootste deel van de portefeuille met overheidsobligaties van KBC Verzekeringen belegd is in Belgische en Tsjechische overheidsobligaties, wat in lijn is met haar geografische activiteitenprofiel. De broeikasgasintensiteitsscore is voor beide landen bijzonder hoog. Bijgevolg ligt de broeikasgasintensiteit van onze portefeuille met overheidsobligaties hoger dan de EMU-benchmark.
In 2023 hebben we voor het eerst de emissies van een deel van onze verzekeringsportefeuille berekend. In deze paragraaf worden de methodologie, aannames en emissiefactoren beschreven die voor deze berekening worden gebruikt.
KBC berekent de indirecte broeikasgasemissies van de verzekeringsportefeuille in overeenstemming met deel C van de PCAFstandaard. Momenteel biedt PCAF methodologische richtlijnen voor het meten van de broeikasgasemissies in twee segmenten: verzekeringen voor motorrijtuigen aan particulieren (personal motor) en verzekeringen aan bedrijven. Onze rapportering is dan ook beperkt tot die segmenten die – voor wat betreft de bruto geboekte premie – een groot deel van onze totale nietlevensverzekeringen vertegenwoordigen. Daarnaast rapporteren we alleen over de verzekeringsgerelateerde emissies uit onze grootste divisie (België). België vertegenwoordigt 16,8% van de door de groep verzekerde voertuigen en 51,1% van de bruto geboekte premie van de groep in de verzekeringen aan bedrijven.
Onder onze verzekeringen voor motorrijtuigen aan particulieren vallen passagiersvoertuigen, motoren, lichte commerciële voertuigen (LCV's) en campers. We hebben voor de verzekeringen aan bedrijven de scope gevolgd die in Part C van de PCAFstandaard is beschreven. Onder de verzekeringen aan bedrijven vallen alle soorten verzekeringscontracten die door ondernemingen kunnen worden aangegaan.
Voor de berekening worden de scope 1- en 2-broeikasgasemissies van klanten doorheen alle sectoren meegenomen. Voor zowel de productlijnen voor verzekeringen voor motorrijtuigen aan particulieren als de verzekeringen aan bedrijven steunen we op standaardemissiefactoren. Het percentage van de emissies dat met behulp van primaire data is berekend, bedraagt 30%. Primaire data omvatten het segment van de portefeuille waarvoor we datakwaliteitsniveau 1 of 2 hebben behaald, zoals bepaald in overeenstemming met de PCAF-standaard.
| Broeikasgasemissiemaatstaven voor onze verzekerings activiteiten in België |
Omschrijving | Eenheid | 2024 |
|---|---|---|---|
| Verzekeringen voor motorrijtuigen aan particulieren |
Verzekeringsgerelateerde emissies van onze verzekeringen voor motorrijtuigen aan particulieren |
t CO2 e |
99 386 |
| Verzekeringen aan bedrijven | Verzekeringsgerelateerde emissies van onze verzekeringen aan bedrijven |
t CO2 e |
100 333 |
We gebruiken de door PCAF aangereikte attributiefactor voor België, op basis van openbare informatie en open-source onderzoek. De emissies worden ingeschat met behulp van data voor onze Belgische divisie over het type voertuigmotor, de WLTP-waarde en, indien van toepassing, het aantal gedurende het jaar gereden kilometers. De scope 1-emissies betreffen de directe verbranding van brandstoffen, terwijl de scope 2-emissies betrekking hebben op de indirecte emissies uit de opwekking van elektriciteit voor elektrische voertuigen. Waar interne data niet beschikbaar zijn, maken we gebruik van externe schattingen.
We baseren ons op de verzekeringsspecifieke database van PCAF voor economische emissiefactoren om de toegewezen emissies van onze verzekerde commerciële klanten te identificeren. We hebben daarbij gebruik gemaakt van NACEactiviteitencodes om de emissies van onze commerciële klanten te bepalen, uitgedrukt in ton CO2 e per miljoen euro omzet. Voor de absolute verzekeringsgerelateerde emissies is geen assurance verstrekt door een andere externe partij dan de assurance provider.
De belangrijkste beperkingen van onze berekeningsmethodologieën voor de verzekeringsgerelateerde broeikasgasemissies hebben te maken met de kwaliteit van de door ons gebruikte gegevens. Zoals hierboven uitgelegd, vallen we terug op schattingen van derden of berekeningen van gemiddelden wanneer er voor de verzekeringen voor motorrijtuigen aan particulieren geen exacte voertuigemissie- of kilometergegevens beschikbaar zijn. Voor de verzekeringen aan bedrijven hebben we op dit moment geen broeikasgasemissiegegevens over onze klanten. Daarom baseren we ons op de door PCAF aangereikte economische activiteitsgebonden emissiefactoren. Verder gebruiken we een gewogen gemiddelde CO2 e-emissieberekening om de emissies in te schatten die betrekking hebben op het deel van onze portefeuille waarvoor de sectormapping ontbreekt. We analyseren en overwegen de mogelijkheden om onze processen voor gegevensverzameling te versterken en de verzameling van gegevens over broeikasgasemissies en omzet te verbeteren. We zullen ook de verdere uitwerking van de PCAF-standaard voor verzekeringsgerelateerde emissies nauwlettend volgen en daarbij aansluiten, in het bijzonder waar het gaat om de opname van andere verzekeringstakken.
Voor onze kredietverlenings- en beleggingsactiviteiten hebben we een aantal doelen vastgesteld op basis van de koolstofintensiteit. We meten en monitoren onze directe en indirecte CO2 -voetafdruk door middel van verschillende maatstaven
<-- PDF CHUNK SEPARATOR -->
voor broeikasgasintensiteit. De manier waarop onze intensiteitsmaatstaven worden bepaald, hangt af van de context waarin ze worden toegepast:
Als financiële instelling die actief is als bank-verzekeraar en vermogensbeheerder, zijn we van mening dat dit de meest effectieve manier is om onze koolstofimpact op te volgen. Vanwege de structuur en complexiteit van onze organisatie bepalen we niet één overkoepelende maatstaf voor de broeikasgasintensiteit en rapporteren we daar dus ook niet over.
Het deel van onze eigen emissies dat nog niet kan worden vermeden, wordt gecompenseerd met carbon credits. In de praktijk berekenen we onze eigen emissies aan het einde van het jaar, om vervolgens op basis van de berekende uitstoot over een contract te onderhandelen en deze carbon credits aan het begin van het volgende jaar te annuleren. Dit betekent dat de hoeveelheid carbon credits die wordt geannuleerd in de rapporteringsperiode wordt gebruikt om onze eigen voetafdruk in het voorgaande jaar te compenseren. De totale omvang van de carbon credits waarvan de annulering in 2025 gepland staat, is daarom niet gebaseerd op bestaande contractuele overeenkomsten.
| Hoeveelheid broeikasgasemissiereducties of -verwijderingen afkomstig van klimaatmitigatieprojecten buiten onze waardeketen die we in de rapportageperiode 2024 hebben gefinancierd |
56 000 |
|---|---|
| Aandeel reductieprojecten (%) | 90% |
| Aandeel verwijderingsprojecten (%) | 10% |
| Aandeel verwijderingsprojecten afkomstig van biogene koolstofputten (%) | 100% |
| Aandeel verwijderingsprojecten afkomstig van technologische koolstofputten (%) | 0% |
| Aandeel Verra Carbon Standard (%) | 100% |
| Aandeel uitgegeven door projecten in de EU (%) | 0% |
| Aandeel dat kwalificeert als een Corresponding Adjustment (CA) in de zin van artikel 6 van het Akkoord van Parijs (%) |
- |
| Totaal aantal carbon credits buiten de waardeketen die zijn getoetst aan erkende kwaliteitsstandaarden en in de rapportageperiode 2024 zijn geannuleerd |
56 000 |
| Aantal carbon credits waarvan de annulering in 2025 gepland staat | 54 000 |
We streven er sinds 2021 naar om ten aanzien van onze eigen activiteiten nettoklimaatneutraliteit te bereiken. We hebben drie stappen genomen om dit doel te bereiken: meten, reduceren en compenseren. Zoals in 'Doelen voor de eigen CO2 -voetafdruk (2.2.3.1.1)' is beschreven, heeft KBC doelen bepaald om de CO2 e-emissies uit zijn eigen activiteiten te verminderen. Vermeden emissies worden daarom buiten beschouwing gelaten, omdat koolstofcompensatie niet bijdraagt aan het behalen van dit doel. De emissies uit onze eigen activiteiten (d.w.z. die resteren na de maatregelen om de emissies te verminderen) worden elk jaar gecompenseerd, waardoor nettokoolstofneutraliteit wordt bereikt. Daartoe hebben we kwaliteitsprojecten geselecteerd die onder internationaal erkende standaarden zijn gecertificeerd. We hebben er bovendien specifiek voor gekozen om te investeren in projecten die klimaatverandering aanpakken, en die tegelijkertijd ook zorgen voor extra baten voor lokale gemeenschappen en behoud van biodiversiteit. Het doel van ons due-diligenceproces is om projecten te selecteren waarvan is aangetoond dat ze een tastbare impact hebben. Dit proces is uiteindelijk echter afhankelijk van door derden aangeleverde informatie en van de beschikbaarheid van credits binnen die projecten. De hiervoor genoemde compensatie is door geen andere externe instantie dan onze assurance provider gevalideerd.
In 2021 hebben we een eerste ICP-kader vastgesteld, dat is opgebouwd rond het vierdimensionale kader van het rapport met de titel 'How-to Guide to Corporate ICP' van CDP/Ecofys uit 2017. Het CDP is een erkende instelling voor methodologische standaarden in milieurapportering, die bekendstaat om haar samenwerking met gerenommeerde organisaties, afstemming op wereldwijde standaarden en haar inzet voor datakwaliteit en transparantie. In 2021 hebben we onze eerste ICP-niveaus ingevoerd, en onze duurzaamheidsafdeling en economisten herzien de prijzen elk jaar. We hebben ervoor gekozen om evolutieve ICP-trajecten uit te zetten, die sinds onze herziening in 2022 tot 2050 lopen voor twee belangrijke, voor de EU relevante transitietrajecten: een traject met temperatuurstijging van ruim onder de 2° C (well below 2°C; WB2D) en een traject met netto nul emissies in 2050 (net zero 2050; NZ2050) op basis van de klimaatscenario's van het Network for Greening the Financial System (NGFS). De koolstofprijsdata van het NGFS worden over de verschillende modellen gemiddeld genomen, geïnterpoleerd, aangepast aan de prijsniveaus van 2020 en omgerekend in euro's, waardoor één uniforme maatstaf ontstaat die in interne managementprocessen kan worden gebruikt. Als gevolg van de toepassing van deze berekeningsmethode in 2024 bedraagt onze meest recente interne koolstofprijs 35 euro/t CO2 en 99 euro/t CO2 , respectievelijk onder de WB2D- en NZ2050 trajecten. Om de bijbehorende transitie voor elk traject te kunnen weergeven, hebben we aannames voor prijsstijgingen bepaald van respectievelijk 77% en 201% tegen 2030 voor de WB2D- en NZ2050-interne koolstofprijzen. Deze prijsstijgingen weerspiegelen de gemiddelde prijsstijgingen in de verschillende klimaatscenariomodellen van het NGFS.
Onze interne koolstofprijs wordt op dit moment gebruikt als schaduwprijs die kan dienen ter onderbouwing van kredietverleningsbeslissingen aan bedrijven die actief zijn in koolstofintensieve sectoren. Om die reden wordt onze interne koolstofprijs momenteel alleen toegepast op onze scope 3 categorie 15-emissies. Over het algemeen schatten we dat 0,5% van onze gefinancierde scope 1- en 2-emissies mogelijk onderhevig kan zijn aan ICP-overwegingen; onze scope 1- en 2-emissies zijn niet onderhevig aan dergelijke prijsoverwegingen. Omdat er naar verwachting steeds meer data beschikbaar zullen komen (dankzij initiatieven zoals de CSRD), plannen we het toepassingsgebied uit te breiden. De meting van de koolstofprijzen is door geen andere externe instantie dan de assurance provider van de Duurzaamheidsverklaring gevalideerd.
Zoals in paragraaf 2.2.2.1 over klimaatbeleid is toegelicht, bevat ons Duurzaamheidsbeleidskader verschillende beleidslijnen die indirect betrekking hebben op water, zoals de Biodiversity Policy, de Mining Policy en de Energy Policy.
In dit beleid (dat nader is toegelicht in paragraaf 2.4.2.1) zijn elementen opgenomen die betrekking hebben op water, zoals de restrictie om visserijpraktijken te financieren, te verzekeren en adviesdiensten te verlenen in het geval dat deze visserijpraktijken onomkeerbare schade veroorzaken aan aquatische habitats en ecosystemen of betrokken zijn bij het vinnen van haaien of de commerciële walvisvangst. Verder moedigt KBC zijn klanten aan om vrijwillige standaarden, zoals die van de Marine Stewardship Council en de Aquaculture Stewardship Council, te onderschrijven en te implementeren.
Hoewel de mijnbouwsector voor de meeste economische sectoren essentiële hulpbronnen biedt, kunnen mijnbouwactiviteiten ook een negatieve invloed hebben op het milieu en de samenleving waar het gaat om waterverbruik en waterkwaliteit, relaties met de gemeenschap, gezondheid en veiligheid, landgebruik, ecosystemen, afval en omkoping en corruptie. Het doel van dit beleid is dan ook om deze negatieve effecten zoveel mogelijk te beperken met behoud van de voordelen die de mijnbouwsector voor de economie als geheel heeft. In deze beleidslijnen worden de financierings-, verzekerings- en adviesdiensten met betrekking tot mijnbouwactiviteiten aan strenge voorwaarden onderworpen, zoals de naleving van een aantal standaarden (bv. het Extractive Industry Transparency Initiative).
Deze beleidslijnen zijn wereldwijd van toepassing en gelden voor alle financierings-, verzekerings- en adviesdiensten met betrekking tot bedrijven die betrokken zijn bij mijnbouwactiviteiten. Voor de monitoring van de naleving van dit beleid wordt het proces gevolgd dat in paragraaf 2.2.2.1 voor het klimaatbeleid is beschreven.
KBC heeft bedrijfslocaties in gebieden met grote waterstress (het World Resources Institute beschouwt bijvoorbeeld een groot deel van Vlaanderen als een gebied met extreme waterstress). We maken daarom efficiënt gebruik van drinkwater en houden het verbruik ervan nauwlettend in de gaten. Dit vindt continu plaats en komt bovenop de diverse door de overheid genomen initiatieven met betrekking tot zowel vraag als aanbod wanneer er sprake is van waterstress. We hanteren geen specifiek beleid voor de watervoorziening, omdat we al maatregelen hebben genomen voor ons waterverbruik. Dit wordt ook aangetoond door de uitkomst van onze materialiteitsanalyse, waaruit blijkt dat het eigen waterverbruik voor KBC geen materieel thema is.
Voor meer informatie over de manier waarop het watergerelateerde risico in ons Risk Management Framework is ingebed, verwijzen we naar paragraaf 2.2.2.2, waar naast de klimaatmaatregelen ook meer algemene maatregelen worden besproken.
Meer concreet evalueren we het watergerelateerde risico expliciet in de ERIM en nemen we het op in de sectoriële Environmental & Social Heatmap (die bij kredietacceptatie en voor monitoringdoeleinden wordt gebruikt) en in de scope van de NAPPstandaard (zie paragraaf 2.2.2.2).
We volgen een stapsgewijze benadering waarin verdere maatregelen worden bepaald op basis van de inzichten die uit onze eerdere maatregelen/analyses zijn verkregen. Onze benadering ontwikkelt zich in overeenstemming met verbeteringen in de beschikbaarheid en kwaliteit van data en methodologieën.
In 2023 hebben we de scope van onze White Papers uitgebreid. Daardoor omvatten ze nu naast de oorspronkelijke focus op klimaatverandering ook andere milieudoelstellingen, zoals water voor sectoren waar water een materieel thema is. Tot dusver hebben we water opgenomen in de White Papers over landbouw en de voedingssector. In 2025 is het ons voornemen om een White Paper aan het thema water te wijden. Met deze White Papers willen we ons inzicht in watergerelateerde impacts, risico's en kansen vergroten en waar mogelijk maatregelen formuleren om de negatieve impact van onze kredietverlening (en, waar relevant, onze verzekeringsactiviteiten) op waterverbruik, onttrekkingen en lozingen te verminderen en de positieve impact te vergroten. Voor meer informatie over de White Papers verwijzen we naar paragraaf 2.2.2.2.
We hebben op dit moment geen doelen voor water en mariene hulpbronnen en we hebben ook geen indicatoren voor een ambitieniveau bepaald om de voortgang te kunnen evalueren. We volgen echter wel de effectiviteit van onze beleidslijnen en maatregelen op via een streng due-diligenceproces, dat monitort of onze activiteiten op het gebied van kredietverlening, verzekeringen en adviesdiensten in overeenstemming zijn met ons duurzaamheidskader. Daarvoor maken we ook gebruik van data van externe ESG-analisten over de duurzaamheid van bedrijven, waaronder controverses waarbij deze betrokken kunnen zijn. Ons due-diligenceproces biedt de mogelijkheid om in individuele gevallen aan duurzaamheidsdeskundigen advies te vragen over duurzaamheidsthema's, bijvoorbeeld over waterthema's. In het kader van deze adviezen wordt ook rekening gehouden met reputatierisico. Voor bepaalde beleidsdomeinen moet dit advies verplicht worden ingewonnen alvorens een zakelijke transactie kan worden aangegaan. In andere gevallen kan bij twijfel om advies worden gevraagd. Het aantal verzoeken om dit deskundigenadvies wordt gemonitord en in ons jaarlijkse Duurzaamheidsverslag gerapporteerd.
Wanneer dit haalbaar en passend wordt geacht, worden in onze White Papers verdere maatregelen voorgesteld met betrekking tot de geanalyseerde thema's. De thema's die in de White Paper-analyses zullen worden opgenomen, worden ter goedkeuring aan de ISB voorgelegd.
We erkennen dat onze impacts op en afhankelijkheden van de biodiversiteit en ecosystemen invloed kunnen hebben op onze strategie en ons bedrijfsmodel, en daarmee risico's en kansen met zich kunnen meebrengen.
We analyseren de risico's die voortkomen uit het verlies van biodiversiteit en schade aan ecosystemen via onze ERIM, waarmee de materialiteit van verschillende milieurisico's wordt beoordeeld. Daarmee:
In de beoordeling worden zowel transitierisico's als fysieke risico's meegenomen die mogelijk het gevolg kunnen zijn van verlies van biodiversiteit en schade aan ecosystemen. Om de afhankelijkheden van biodiversiteit en ecosystemen voor onze eigen activiteiten en in onze waardeketen te identificeren en te beoordelen, hebben we ons gericht op de beoordeling van fysieke risico's, terwijl transitierisico's in beschouwing zijn genomen bij de identificatie en beoordeling van de impacts op biodiversiteit en ecosystemen. Binnen deze oefeningen houden we ook rekening met mogelijke toekomstige macro-economische ontwikkelingen en systeemrisico's met betrekking tot biodiversiteitsverlies en onderbouwen we de conclusies met interne oefeningen zoals de ENCORE-analyse en andere interne oefeningen (zie paragraaf 2.4.2.2).
Uit de resultaten blijkt dat potentiële risico's zich hoofdzakelijk zouden kunnen manifesteren in onze downstream-activiteiten (kredietverlening, verzekeren, beleggen), met name in het geval van macro-economische impacts en de daarmee samenhangende systeemrisico's. Die gebruiken we als input voor onze belangrijkste risicobeheerprocessen, zoals het risicobereidheidsproces en ICAAP/ILAAP/ORSA, die regelmatig aan het DC, het RCC en de Raad worden voorgelegd.
We hebben beleidslijnen waarmee we onze materiële impacts en risico's met betrekking tot biodiversiteit en ecosystemen beheren. Alle beleidslijnen zijn gericht op maatregelen waarmee het verlies van natuur en biodiversiteit wordt beperkt.
In ons Duurzaamheidsbeleidskader zijn verschillende beleidslijnen opgenomen (zie 2.2.2.1). Sommige daarvan hebben direct en indirect betrekking op biodiversiteit, zoals de Biodiversity Policy, de Mining Policy en het Uitsluitingsbeleid voor fondsen voor verantwoord beleggen. Het kader bevat tevens vereisten voor klanten gerelateerd aan duurzame landbouwpraktijken, duurzame bodem en duurzame oceanen en bevat tevens beleidslijnen om ontbossing aan te pakken.
Omdat de biodiversiteitskansen voor KBC niet materieel zijn (volgens de resultaten van onze materialiteitsanalyse), worden ze in dit document niet behandeld.
In deze beleidslijnen zijn vereisten opgenomen voor:
| Klimaatverandering | Niet direct maar wel indirect behandeld door vereisten voor producenten van en handelaren in bosgrondstoffen |
|---|---|
| Verandering in gebruik land, zoet water en zee | 1) Activiteiten in, of die een significante impact hebben op, bepaalde beschermde gebieden worden door KBC niet gefinancierd en verzekerd noch worden adviesdiensten verleend. 2) Ten tweede heeft KBC verschillende vereisten geformuleerd voor de rundveehouderij alsook voor producenten van en handelaren in bosgrondstoffen omdat de productie van bosgrondstoffen zoals palmolie en soja vaak gepaard gaat met ontbossing. 3) De exploratie en ontwikkeling van niet-conventionele olie- en gasvelden (waaronder Arctische en Antarctische on- en offshore diepzeeboringen naar olie en gas, teerzanden, schalieolie en -gas, methaan uit steenkool) en de exploratie van andere nieuwe olie- of gasvelden worden niet door KBC gefinancierd en verzekerd, noch worden adviesdiensten verleend. |
| Directe exploitaties | KBC kent verschillende restricties voor de bosbouw- en visserijsector. |
| Invasieve exoten | KBC verleent geen diensten aan activiteiten die betrekking hebben op de handel in invasieve exoten. |
| Verontreiniging | Niet direct behandeld, maar activiteiten die een significante impact hebben op beschermde gebieden (waaronder door verontreiniging) worden uitgesloten. |
| Overige | Een aantal activiteiten in verband met dieren, zoals de handel in bedreigde soorten en activiteiten waarbij dierenwelzijn in het gedrang komt, worden niet door KBC gefinancierd en verzekerd en noch worden adviesdiensten verleend. |
| Verband met materiële impacts | Het beleid betreft de impacts in de waardeketen die in onze dubbele materialiteitsanalyse materieel worden geacht met betrekking tot biodiversiteit. |
| Verband met materiële fysieke en transitierisico's |
Het beleid legt ons risicospeelveld vast en wordt vertaald in achterliggende risicostandaarden, zoals de Credit Risk Standards for Responsible and Sustainable Lending en de Investment Policy. |
| Draagt bij aan de traceerbaarheid van producten, componenten en grondstoffen met materiële daadwerkelijke of potentiële impacts op biodiversiteit en ecosystemen binnen de waardeketen |
De Biodiversity Policy draagt bij aan deze traceerbaarheid door de vereisten voor de productie van en handel in bosgrondstoffen. De producenten en handelaren in scope moeten zich ertoe verbinden hun plantage en/of toeleveringsketen volledig te laten certificeren onder een internationaal erkende certificeringsregeling. Deze certificeringsregelingen omvatten veelal specifieke maatregelen voor de traceerbaarheid van deze grondstoffen. |
| Handelt over productie, bevoorrading of verbruik vanuit ecosystemen die worden beheerd om de voorwaarden voor biodiversiteit in stand te houden of te versterken, zoals aangetoond door regelmatige monitoring en rapportage over de biodiversiteitstoestand en over biodiversiteitswinst of -verlies |
In het beschreven beleid wordt dit aangepakt door de productie van bosgrondstoffen daarin op te nemen, evenals activiteiten in beschermde gebieden. |
| Behandelde sociale gevolgen | Met betrekking tot de productie van en handel in bosgrondstoffen verlangt KBC van de klanten in scope dat zij gecertificeerd zijn onder een internationaal erkende certificeringsregeling. Naast duurzame productie vanuit ecologisch oogpunt kunnen deze certificeringen ook sociale waarborgen omvatten. |
Onze Mining Policy (zie 2.3.1.1) kent restricties voor mijnbouwactiviteiten om de bijbehorende milieurisico's, zoals broeikasgasemissies, landgebruik en water- en luchtverontreiniging, te beperken. Met dit beleid worden de impacts van mijnbouwactiviteiten op mensenrechten en de sociale gevolgen van de impacts van mijnbouw op het milieu direct behandeld. Het legt ons risicospeelveld vast en is vertaald in achterliggende risicostandaarden, zoals de Credit Risk Standards for Responsible and Sustainable Lending en de Investment Policy.
In deze Asset Management Policy wordt biodiversiteit als volgt aangepakt:
| Exclusion Policy for Responsible Investing funds |
|---|
| -------------------------------------------------- |
| Klimaatverandering | In het Uitsluitingsbeleid voor fondsen voor verantwoord beleggen zijn restricties opgenomen voor emittenten die betrokken zijn bij niet-duurzame energieoplossingen, zoals thermische steenkool, olie en gas. |
|---|---|
| Verandering in gebruik land, zoet water en zee | Alle bedrijven met een controversescore 'hoog' of 'ernstig' met betrekking tot landgebruik en biodiversiteit, voor subsectoren waarin het thema als een hoog of ernstig risico wordt beschouwd, en bedrijven met een controversescore 'ernstig' met betrekking tot landgebruik en biodiversiteit voor alle andere subsectoren (bv. duurzame bodem, duurzame landbouw, duurzame oceanen en ontbossing) worden uitgesloten. Daarnaast worden alle bedrijven met een controversescore 'ernstig' met betrekking tot landgebruik en biodiversiteit in hun toeleveringsketen uitgesloten. Verder worden alle bedrijven uitgesloten met activiteiten die een negatieve impact hebben op de biodiversiteit en die onvoldoende maatregelen nemen om hun impact te reduceren. Dit betreft: • alle bedrijven die actief zijn in de visserij en die geen lid zijn van de Aquaculture Stewardship Council of de Marine Stewardship Council; • alle bedrijven die actief zijn in de teelt van palmolie en die geen lid zijn van de Roundtable on Sustainable Palm Oil; • alle bedrijven die actief zijn in de teelt van sojabonen en die geen lid zijn van de Roundtable on Responsible Soy; • alle bedrijven die actief zijn in de rundvleesveehouderij en die niet voldoen aan een strenge ad-hocscreening door het team Verantwoord Beleggen; • alle bedrijven die actief zijn in de teelt van cacao en die niet gecertificeerd zijn door de Rainforest Alliance; • alle bedrijven die actief zijn in de teelt van suikerriet en die geen lid zijn van Bonsucro. |
| Directe exploitaties | We verwijzen naar de beperkingen voor visserij en de screening op controverses rondom landgebruik en biodiversiteit. |
| Invasieve exoten | Niet in dit beleid behandeld |
| Verontreiniging | Niet in dit beleid behandeld |
| Overige | Dierenwelzijn: alle bedrijven die minstens 5% van hun opbrengsten halen uit de productie of 10% van hun opbrengsten uit de verkoop van bont of speciaal leer, worden uitgesloten. |
| Verband met materiële impacts | Het Uitsluitingsbeleid voor fondsen voor verantwoord beleggen heeft betrekking op de uitsluiting van het investeren in activiteiten die worden geacht een negatieve impact te hebben op de biodiversiteit. |
| Verband met materiële fysieke en transitierisico's |
Omdat het Uitsluitingsbeleid van toepassing is op alle fondsen voor verantwoord beleggen, worden de fysieke en transitierisico's die voortkomen uit het verlies van biodiversiteit en schade aan ecosystemen binnen alle RI-fondsen in overweging genomen. |
| Draagt bij aan de traceerbaarheid van producten, componenten en grondstoffen met materiële daadwerkelijke of potentiële impacts op biodiversiteit en ecosystemen binnen de waardeketen |
Omdat de verschillende certificeringen in scope van het Uitsluitingsbeleid voor biodiversiteit zeer specifieke vereisten bevatten met betrekking tot de waardeketens, wordt de traceerbaarheid van producten, componenten en grondstoffen impliciet behandeld. |
| Handelt over productie, bevoorrading of verbruik vanuit ecosystemen die worden beheerd om de voorwaarden voor biodiversiteit in stand te houden of te versterken, zoals aangetoond door regelmatige monitoring en rapportage over de biodiversiteitstoestand en over biodiversiteitswinst of -verlies |
Dit wordt indirect aangepakt door screening op controverses en de verplichting voor producenten van bepaalde grondstoffen om aangesloten te zijn bij certificeringsinstellingen. |
| Behandelde sociale gevolgen | Bedrijven die betrokken zijn bij activiteiten met een negatieve impact op de biodiversiteit moeten gecertificeerd zijn onder een internationaal erkende certificeringsregeling om tot de fondsen voor verantwoord beleggen te kunnen worden toegelaten. Deze certificeringen kunnen ook sociale waarborgen omvatten. |
Voor een overzicht van onze voortdurende inspanningen om biodiversiteitsrisico's in ons Risk Management Framework en in onze processen te integreren, verwijzen we naar paragraaf 2.2.2.2. We volgen een stapsgewijze benadering waarin we verdere maatregelen bepalen op basis van de inzichten die uit onze eerdere maatregelen/analyses zijn verkregen. Onze benadering ontwikkelt zich in overeenstemming met verbeteringen in de beschikbaarheid en kwaliteit van data en methodologieën.
Specifiek ten aanzien van biodiversiteitsrisico's hebben we de volgende maatregelen gedefinieerd:
We hebben de scope van onze White Papers uitgebreid van de oorspronkelijke focus op klimaatverandering naar andere milieudoelstellingen, zoals biodiversiteit. In eerste instantie hadden we biodiversiteitsthema's voor landbouw, de voedings- en de bouwsector opgenomen. In 2024 hebben we een White Paper volledig gewijd aan ontbossing, waarin we de risico's en kansen rondom ontbossing in de kredietverleningsactiviteiten van KBC hebben beoordeeld.
In het kader van het Uitsluitingsbeleid voor fondsen voor verantwoord beleggen hebben we aanvullende screenings toegevoegd voor de visserij, de teelt van palmolie en sojabonen, rundvleesveehouderij en de teelt van cacao en suikerriet. De scope is beperkt tot het bedrijf zelf en omvat niet de verdere bewerking in de waardeketen. Ondernemingen die bij deze activiteiten betrokken zijn en die zich niet houden aan de best practices inzake biodiversiteit hebben we uitgesloten.
We hebben in onze actieplannen geen gebruik gemaakt van biodiversiteitscompensaties. Ook hebben we geen lokale en inheemse kennis en nature-based solutions geïntegreerd in maatregelen wat betreft biodiversiteit en ecosystemen.
We hebben geen biodiversiteitsdoelen en we hebben ook geen ambitieniveau of kwalitatieve of kwantitatieve indicatoren bepaald om de voortgang te evalueren. We volgen echter wel de effectiviteit van onze beleidslijnen en maatregelen via een streng due-diligenceproces. Dit is het proces dat in paragraaf 2.3.2.1 over doelen wat betreft water en mariene hulpbronnen wordt beschreven.


We hebben de volgende beleidslijnen waarmee we onze materiële impacts op ons eigen personeel beheren. Deze beperken ook (niet-financiële) risico's zoals het operationeel risico, het risico op rechtszaken en het reputatierisico. De beleidslijnen worden op www.kbc.com gepubliceerd.
Deze Gedragslijn biedt een praktische leidraad voor hoe we ons gedragen bij KBC. In de Gedragslijn wordt verwezen naar de PEARL+-waarden van KBC en naar een sterke bedrijfscultuur waarin verantwoord gedrag wordt aangemoedigd, zodat we aan vertrouwen kunnen bouwen en voor de lange termijn een duurzaam evenwicht kunnen vinden tussen de belangen van al onze stakeholders: onze klanten, onze werknemers, onze aandeelhouders en de samenleving als geheel. We verwijzen naar het hoofdstuk Ons bedrijfsmodel (valt niet onder de externe assurance) voor meer informatie. We stimuleren en bevorderen ook een ondernemersmentaliteit, permanente vorming, diversiteit, gelijke behandeling en respect. We verwachten dat regels en voorschriften die van toepassing zijn op onze activiteiten in acht worden genomen.
Ten aanzien van ons eigen personeel zijn de volgende thema's opgenomen:
Er worden door de afdeling Compliance regelmatig trainings- en sensibiliseringssessies georganiseerd.
| Scope | Van toepassing op alle werknemers van KBC Groep en haar dochterondernemingen |
|---|---|
| Hoogste verantwoordelijk niveau | De Raad zorgt ervoor dat er processen aanwezig zijn voor de monitoring van onze naleving van wetgeving en andere regelgeving, en voor de toepassing van de desbetreffende interne richtlijnen. In dit verband wordt de Gedragslijn door de Raad goedgekeurd. Het is de verantwoordelijkheid van het topmanagement van de divisies om ervoor te zorgen dat activiteiten in overeenstemming met de Gedragslijn worden verricht. |
| Verwijzing naar akkoorden van externe partijen |
Dit beleid draagt onder meer bij aan onze toezegging om de 'UN Global Compact Principles' en de 'OESO-richtlijnen voor Multinationale Ondernemingen voor verantwoord zakelijk gedrag' na te leven. |
| Betrokkenheid belangrijkste stakeholders | Belangrijkste overwegingen: • het vinden van een duurzaam evenwicht tussen de belangen van al onze stakeholders (klanten, werknemers, aandeelhouders en de samenleving als geheel) voor de lange termijn; • het winnen en behouden van het vertrouwen van die stakeholders; • handelen in het belang van de klant om het risico te beperken dat de cultuur, organisatie, gedragingen en handelingen van KBC een ongunstige uitkomst zou hebben en nadelig zou zijn voor klanten. De Gedragslijn (en elke wijziging daarop) wordt vooraf gedeeld en besproken met sociale partners/vakbonden. |
| Rapportage | Wordt extern gepubliceerd op www.kbc.com. Intern beschikbaar voor alle werknemers. Er zijn verplichte trainingen voor alle werknemers, die de Gedragslijn moeten onderschrijven. |
In dit beleid worden de algemene beginselen en procedures beschreven voor het melden van bezorgdheden met betrekking tot immorele, onethische of onwettelijke activiteiten binnen onze organisatie. Ons doel is ervoor te zorgen dat alle werknemers en andere stakeholders beschermd zijn en zich ook beschermd voelen wanneer ze hun bezorgdheden kenbaar maken. Door een klimaat te bevorderen waarin klokkenluiden wordt aangemoedigd en gewaarborgd, willen we onze kernwaarden in stand houden en overal binnen KBC een cultuur van verantwoord gedrag promoten.
Het beleid is voornamelijk van toepassing op werknemers en andere personen in een werkgerelateerde context, maar het geldt voor iedereen (dus ook consumenten: zie verder) in geval van een inbreuk op het gebied van financiële diensten, producten en markten en het voorkomen van witwassen van geld en terrorismefinanciering.
Meldingen kunnen in elk geval betrekking hebben op bezorgdheden omtrent schendingen op de tien gebieden van het Unierecht die worden genoemd in EU-richtlijn 2019/1937 (inzake de bescherming van personen die inbreuken op het Unierecht melden en op de gebieden die in lokale wetgeving daaraan worden toegevoegd). Ook meldingen over immoreel of onethisch gedrag, of gedrag dat de geloofwaardigheid en reputatie van de KBC-groep (met inbegrip van alle dochterondernemingen) in het algemeen aantast, zijn in scope.
We hebben verschillende meldingskanalen ingesteld. De identiteit van de persoon die te goeder trouw een melding doet, blijft strikt vertrouwelijk en de melder is beschermd tegen elke vorm van represailles of negatieve impact. De persoon op wie de melding betrekking heeft, heeft recht op informatie over de gemelde inbreuken en heeft het recht om zijn/haar eigen standpunt kenbaar te maken en zijn/haar recht op verdediging uit te oefenen. Een onafhankelijke cel onderzoekt alle zaken. De afdeling Compliance is het centrale aanspreekpunt en brengt verslag uit over de uitkomst van onderzoeken bij het DC, en over de algemene voortgang van de implementatie bij het RCC.
De afdeling Compliance organiseert regelmatig trainings- en sensibiliseringssessies voor onze werknemers.
Whistleblower Protection Policy
| Hoogste verantwoordelijk niveau | Dit beleid wordt door het DC goedgekeurd. Het topmanagement is verantwoordelijk voor implementatie in elke entiteit. |
|---|---|
| Betrokkenheid belangrijkste stakeholders | Het belang van stakeholders wordt tijdens het opstellen van het beleid in aanmerking genomen, bijvoorbeeld door beschermingsmaatregelen te nemen en meldingen te faciliteren door daarvoor verschillende kanalen te bieden. We raadplegen sociale partners/ vakbonden. |
| Rapportage | Wordt extern gepubliceerd op www.kbc.com. Intern beschikbaar voor alle werknemers. Regelmatige sensibiliseringscampagnes en trainingen voor al het personeel |
Het doel van dit beleid is een remuneratiekader te bieden (voor leden van de Raad en het DC van KBC Groep NV, KBC Bank NV en KBC Verzekeringen NV) dat niet alleen voldoet aan de geldende Europese en nationale wet- en regelgeving, maar dat ook overeenstemt met en bijdraagt aan de bedrijfsstrategie (met inbegrip van de duurzaamheidsstrategie). Het moet aansluiten bij degelijk en effectief risicobeheer conform de door de Raad goedgekeurde risicobereidheidsverklaring om te voorkomen dat buitensporige risico's worden genomen, en het moet zijn afgestemd op de langetermijnbelangen van KBC. In het beleid wordt bepaald dat remuneratieregelingen (waaronder de voorwaarden voor toekenning en uitkering van remuneratie) genderneutraal zijn om gelijke beloning bij gelijkwaardig werk te garanderen.
De basisvergoeding van leden van de Raad wordt vastgesteld op een niveau dat overeenkomt met de kwalificaties en inspanningen die nodig zijn met het oog op de complexiteit van KBC, de omvang van hun verantwoordelijkheden en het aantal vergaderingen van de Raad. De voorzitter van de Raad heeft recht op een extra basisvergoeding. De remuneratie van de leden van het DC van KBC Groep wordt vastgesteld op een niveau dat overeenkomt met hun beslissingsbevoegdheid, taken, expertise en verantwoordelijkheden. Deze remuneratie is een weergave van hun bijdrage aan de leiding over en groei van KBC en zorgt ervoor dat KBC blijvend in staat is de beste gekwalificeerde personen aan te trekken en te behouden als lid van het DC. Om te benadrukken dat het DC optreedt als comité met collectieve verantwoordelijkheid, is de remuneratie voor alle leden, afgezien van de voorzitter, grotendeels gelijk (met uitzondering van een klein verschil in de wijze waarop de variabele vergoeding van de CRO wordt berekend, zoals op grond van regelgeving vereist is). Uitgebreide informatie over de remuneratie van de Raad en het DC wordt in de Verklaring inzake deugdelijk bestuur gegeven.
| Hoogste verantwoordelijk niveau | De Algemene Vergadering keurt de Remuneration Policy goed (zoals wettelijk vereist). De Raad (en het RC) is verantwoordelijk voor de uitvoering van het beleid. |
|---|---|
| Verwijzing naar akkoorden van externe partijen |
Het beleid wordt geïmplementeerd met inachtneming van de toepasselijke wet- en regelgeving, de Corporate Governance Code (op basis van 'pas toe of leg uit') en de mogelijke opmerkingen van de toezichthouder. |
Bij de remuneratie voor al onze werknemers wordt rekening gehouden met marktpraktijken, de concurrentiepositie, risico's, de langetermijndoelstellingen van de onderneming en haar stakeholders en de voortdurend veranderende regelgeving.
In de Remuneration Policy worden de richtlijnen en procedures beschreven voor de remuneratie binnen KBC, waarbij de aandacht uitgaat naar duurzaamheid, risicobeheer en afstemming op langetermijnbelangen:
| Hoogste verantwoordelijk niveau | De Raad |
|---|---|
| Verwijzing naar akkoorden van externe partijen |
De rapportering over remuneratiegegevens is afgestemd op de rapportering die door lokale toezichthouders en de Europese Bankautoriteit wordt vereist. |
| Betrokkenheid belangrijkste stakeholders | Het beleid is in overeenstemming met alle voorschriften uit hoofde van wet- en regelgeving. |
| Rapportage | De algemene remuneratiebeginselen, die een samenvatting vormen van de basisbeginselen van de Remuneration Policy, zijn opgenomen in het jaarlijkse 'KBC Group Compensation Report', dat wordt gepubliceerd op www.kbc.com. |
Dit beleid heeft tot doel discriminatie (waaronder intimidatie) te elimineren en gelijke kansen te bevorderen. In het beleid wordt elke vorm van discriminatie en ongelijke behandeling verboden, ongeacht of dit direct of indirect plaatsvindt op basis van ras, etniciteit, geslacht, nationaliteit, burgerlijke staat, seksuele geaardheid, leeftijd, gezinssituatie, opleiding, beperking of religie.
Er wordt een nultolerantie gehanteerd bij flagrant respectloos gedrag jegens een collega, zoals belediging, ondermijning van de integriteit of waardigheid, pesten, intimidatie of discriminatie. We verwijzen ook naar de Gedragslijn voor werknemers hierboven.
Bij een vermoeden van daadwerkelijk of mogelijk wangedrag wordt elke werknemer aangemoedigd om dit te melden, waarna een onafhankelijk, vertrouwelijk en onpartijdig onderzoek in gang wordt gezet. Met dit beleid streven we ernaar een bedrijfscultuur te creëren waarin mensen openstaan voor elkaar en waar respect en verantwoord gedrag de belangrijkste waarden zijn. Er wordt van alle leidinggevenden binnen KBC gevraagd dat ze zich inzetten voor de volgende beginselen: respect als basis en gelijke kansen voor alle werknemers.
We rapporteren jaarlijks aan het DC en de Raad over de ontwikkeling van diversiteit en inclusie.
| Scope | Het beleid is van toepassing op zowel management als werknemers. Alle vormen van diversiteit maken deel uit van het beleid, maar er wordt specifiek aandacht besteed aan genderdiversiteit en inclusie van mensen met een beperking. |
|---|---|
| Hoogste verantwoordelijk niveau | Het DC is verantwoordelijk. We hanteren een top-downbenadering: - Elke leidinggevende wordt gevraagd de beginselen/waarden rondom diversiteit en inclusie te onderschrijven. - Elke werknemer moet verantwoord en respectvol handelen. De diversiteits- en inclusie-agenda maakt deel uit van de cel Bedrijfscultuur binnen Corporate HR. Deze functie ondersteunt het DC op beleidsthema's die betrekking hebben op diversiteit, consolideert de rapportering en creëert bewustzijn in de hele organisatie. Elk kernland heeft een vergelijkbare lokale functie, die in de plaatselijke HR-afdeling is ingebed. |
| Betrokkenheid belangrijkste stakeholders | Er wordt rekening gehouden met de belangen van alle werknemers en de Raad, doordat overleg wordt gepleegd met: - de ERG (Employee Resource Group) 'Diversity Rocks' (zie paragraaf 3.1.1.2), - vakbonden, - de HR-functie, - de adviesgroep van werknemers met een fysieke beperking. |
| Rapportage | Wordt extern gepubliceerd op www.kbc.com. Intern beschikbaar voor alle werknemers. |
We streven ernaar om onze verantwoordelijkheid te nemen inzake het respecteren van de mensenrechten ten aanzien van alle stakeholders, waaronder het eigen personeel. Door verantwoord te handelen, helpen onze werknemers de negatieve impacts op en risico's met betrekking tot mensenrechten tot een minimum te beperken.
We houden ons aan de kernverdragen en arbeidsnormen van de Internationale Arbeidsorganisatie, de UN Guiding Principles on Business and Human Rights en de UN Global Compact Principles. We werken in overeenstemming met de OESO-richtlijnen voor Multinationale Ondernemingen, die de standaard aangeven voor verantwoord zakelijk gedrag en respect voor mensenrechten binnen onze activiteiten. De relevante wettelijke vereisten die in de arbeidswetgeving zijn opgenomen, gaan verder dan deze verdragen en standaarden.
In onze Policy on Human Rights wordt verwezen naar andere beleidslijnen, zoals de 'Gedragslijn' voor werknemers en de 'Whistleblower Protection Policy' (zie hierboven). Deze laatste is in lijn gebracht met de Europese wetgeving (Europese Richtlijn 2019/1937 inzake de bescherming van personen die inbreuken op het Unierecht melden).
Er zijn verschillende kanalen via dewelke de impacts op mensenrechten worden behandeld, waaronder de ondernemingsraad, een preventieadviesraad of het equivalent daarvan per land, HR-mediators of het equivalent daarvan per land, en een meldingstool voor klokkenluiders. We verwijzen naar paragraaf 3.1.1.3 voor meer informatie.
| Scope | Alle kernstakeholders, d.w.z. klanten, leveranciers en eigen werknemers van de groep, door middel van specifieke beleidslijnen en due-diligenceprocessen op het gebied van mensenrechten |
|---|---|
| Hoogste verantwoordelijk niveau | Het DC is het hoogste orgaan met directe verantwoordelijkheid voor duurzaamheid, waaronder mensenrechten |
| Verwijzing naar akkoorden van externe partijen |
UN Guiding Principles on Business and Human Rights OESO-richtlijnen voor Multinationale Ondernemingen De principes inzake fundamentele rechten zoals vastgelegd in de acht kernverdragen van de Internationale Arbeidsorganisatie en uiteengezet in de Verklaring inzake de fundamentele principes en rechten op het werk Britse wet over moderne slavernij Universele Verklaring van de Rechten van de Mens van de VN UN Global Compact Principles |
In onze beleidslijnen met betrekking tot ons eigen personeel wordt niet expliciet verwezen naar mensenhandel, gedwongen arbeid, verplichte arbeid en kinderarbeid, omdat dit sowieso wettelijk verboden is. We beschikken in al onze kernlanden over een beleid ter voorkoming van arbeidsongevallen.
De standpunten en opvattingen van het eigen personeel worden meegenomen in onze beslissingen en activiteiten, doordat de daadwerkelijke en potentiële impacts op het eigen personeel in aanmerking worden genomen bij de besluitvorming. Werknemersbetrokkenheid vindt plaats door elk halfjaar bevragingen over medewerkersbetrokkenheid te organiseren, via regelmatige sociale dialoog met onze werknemers en door formele medezeggenschapsorganen met betrekking tot kwesties betreffende beloning, arbeidsvoorwaarden, reorganisaties en welzijn (in overeenstemming met lokale gebruiken en wetten in elk land waar we actief zijn).
Het is de operationele verantwoordelijkheid van de CEO en de HR-managers om ervoor te zorgen dat deze betrokkenheidsbevraging wordt gerealiseerd en dat de resultaten van de werknemersbetrokkenheid in overweging worden genomen bij de bepaling van de organisatie van de onderneming.
De effectiviteit van de bevraging over betrokkenheid wordt gemonitord op basis van de responsgraad en de tevredenheidsgraad.
Er zijn Employee Resource Groups (ERG's), zoals Diversity Rocks, waar de focus ligt op diversiteit en inclusie. Hierin komen werknemers met verschillende achtergronden samen om te werken aan vraagstukken met betrekking tot leeftijd, beperkingen en nationaliteit. Andere ERG's zijn onder meer Proud@CSOB en Proud@KBC, met focus op lgbtqia+.
In het algemeen hebben we verschillende preventieve maatregelen genomen om negatieve impacts op ons eigen personeel te voorkomen:
We hebben een klokkenluidersprocedure (zie paragraaf 3.1.1.1), zodat werknemers immoreel, onethisch of respectloos gedrag kunnen melden. Bij elke melding wordt een onafhankelijk, vertrouwelijk en onpartijdig onderzoek in gang gezet. Meldingen worden gedaan via:
Werknemers hebben ook de mogelijkheid om negatieve impacts direct bij hun leidinggevende te melden, bij de General Manager van de afdeling HR, bij de werknemersvertegenwoordigers, bij de ondernemingsraad, bij de preventieadviseur en bij de HR-mediator of het equivalent daarvan per land. We garanderen geheimhouding van de identiteit van de werknemer en bescherming tegen vergelding. Voor meer informatie over de klokkenluidersprocedure verwijzen we naar paragraaf 3.2.1.1.
In lijn met ons principe van 'Local Embeddedness' (lokale verwevenheid) kan elke divisie en elk land besluiten om specifieke initiatieven vast te stellen die passen bij de context waarin men actief is. We hebben dan ook geen belangrijke groepswijde maatregelen vastgesteld met betrekking tot ons eigen personeel.
Enkele voorbeelden van lokale initiatieven:
Het beheer van sociale risico's (die verbonden zijn met ons eigen personeel) valt onder ons Risk Management Framework (zie paragraaf 2.2.2.2). Er is binnen onze risicobereidheid een specifieke doelstelling gewijd aan het werven, verder ontwikkelen en behouden van hooggekwalificeerde en betrokken medewerkers. KBC staat als Europese financiële instelling onder streng toezicht en voldoet aan de regelgevende vereisten in het kader van onder meer discriminatie, arbeidsvoorwaarden en gegevensbescherming (de Europese Algemene verordening gegevensbescherming (GDPR)) voor zijn eigen personeel. Indien nodig wordt een data protection impact assessment uitgevoerd. Werknemers worden door middel van een speciale HRprivacyverklaring op de hoogte gesteld van de verwerking van hun persoonsgegevens. Er is voor onze werknemers een kanaal opgezet, zodat ze hun rechten als betrokkene kunnen uitoefenen.
De gegevens van werknemers zijn beschermd tegen cyberaanvallen dankzij onze expliciete maatregelen in dat verband (zie paragraaf 3.2.1.4). Voor het uitzonderlijke geval dat het personeel staakt of niet beschikbaar is, zijn er bedrijfscontinuïteitsplannen.
In lijn met ons principe van lokale verwevenheid hebben we geen belangrijke groepswijde doelen bepaald. Geen van de lokale ambities kwalificeren als doelen die vanuit het oogpunt van KBC voldoende materieel zijn om in deze verklaring te worden opgenomen.
We volgen echter wel de effectiviteit van onze beleidslijnen, bijvoorbeeld:
Om ervoor te zorgen dat de gerapporteerde data in de hele groep consistent zijn, hebben we een gezamenlijke definitie bepaald die door alle landen is goedgekeurd en wordt toegepast.
De gerapporteerde data over werknemersaantallen in deze verklaring zijn, tenzij anders aangegeven, de totalen die per jaareinde zijn berekend. In het 'totale aantal' zijn alle personen opgenomen die een lopende arbeidsovereenkomst met KBC hebben en die een regelmatig salaris ontvangen.
Onder 'vte' verstaan we het equivalent uitgedrukt in werknemers die voltijds in dienst zijn. Dit wordt berekend als 'totaal aantal gewerkte uren (exclusief overwerk), gedeeld door het gemiddelde aantal uren dat in een voltijdse functie wordt gewerkt'. Alleen van personen die in het totale aantal personeelsleden zijn opgenomen, is het bijbehorende vte-percentage berekend.
De onderstaande cijfers wijken af van de cijfers in Toelichting 3.8 van de Geconsolideerde jaarrekening, omdat de berekeningsmethode niet hetzelfde is (in Toelichting 3.8 zijn de cijfers gebaseerd op gemiddelden per maandeinde gedurende het kalenderjaar).
| Werknemers, totaal aantal uitgesplitst naar gender | 31-12-2024 |
|---|---|
| Man | 17 241 |
| Vrouw | 22 688 |
| Overig* | 0 |
| Niet gerapporteerd | - |
| Totaal | 39 929 |
* KBC registreert geen gegevens over een ander, veelal neutraler, gender dat door de werknemers zelf wordt aangegeven.
| 10% van het totale aantal werknemers vertegenwoordigen | 31-12-2024 |
|---|---|
| België | 14 553 |
| Tsjechië | 11 432 |
| Bulgarije | 6 338 |
| Vrouw | Man | Overig | Niet vermeld | Totaal | |
|---|---|---|---|---|---|
| Aantal werknemers | 20 979 | 16 609 | 0 | - | 37 588 |
| Aantal vaste werknemers | 19 869 | 15 896 | 0 | - | 35 765 |
| Aantal tijdelijke werknemers | 1 017 | 665 | 0 | - | 1 683 |
| Aantal oproepkrachten | 93 | 48 | 0 | - | 140 |
| Aantal voltijdwerknemers | 17 321 | 15 443 | 0 | - | 32 764 |
| Aantal deeltijdwerknemers | 3 657 | 1 166 | 0 | - | 4 824 |
| Rest van | |||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| België | Tsjechië | Slowakije | Hongarije | Bulgarije | de wereld | Totaal | |
| Aantal werknemers | 13 503 | 10 532 | 2 991 | 3 846 | 6 310 | 406 | 37 588 |
| Aantal voltijdwerknemers | 10 047 | 9 842 | 2 910 | 3 701 | 5 882 | 382 | 32 764 |
| Aantal deeltijdwerknemers | 3 456 | 690 | 81 | 145 | 428 | 24 | 4 824 |
| Verloop in aantallen personeelsleden | 5 394 |
|---|---|
| Verlooppercentage | 13,5% |
| 1 Verloop: tijdens de verslagperiode heeft een aantal werknemers KBC verlaten, ofwel vrijwillig ofwel door ontslag, pensionering of overlijden tijdens dienstverband. |
2 Voor de berekening van het verlooppercentage hebben we het totale personeelsverloop gedeeld door het totale aantal werknemers aan het einde van het jaar.
In totaal wordt 87% van de werknemers van KBC gedekt door een cao en wordt 88% vertegenwoordigd door werknemersvertegenwoordigers die deelnemen aan de sociale dialoog.
In de onderstaande tabel vermelden we voor elk land binnen de Europese Economische Ruimte (EER) waarin we een aanzienlijk aantal werknemers hebben (dat wil zeggen: ten minste 50 werknemers (in aantal personeelsleden) die ten minste 10% van ons totale aantal werknemers vertegenwoordigen), het percentage werknemers dat is gedekt door een collectieve arbeidsovereenkomst en door sociale dialoog.
| Dekkingsgraad cao en sociale dialoog, 2024 | Cao-dekkingsgraad voor werknemers – EER |
Sociale dialoog; personeels vertegenwoordiging – EER |
|---|---|---|
| 0-19% | ||
| 20-39% | ||
| 40-59% | ||
| 60-79% | Bulgarije | Bulgarije |
| 80-100% | België Tsjechië |
België Tsjechië |
Er is een overeenkomst met onze werknemers over vertegenwoordiging door een Europese ondernemingsraad, die op 15 november 2012 is ondertekend.
| Vrouw | Man | Overig | Niet vermeld | Totaal | |
|---|---|---|---|---|---|
| Aantal werknemers op het niveau van het topmanagement |
70 | 197 | 0 | - | 267 |
| % werknemers op het niveau van het topmanagement |
26,2% | 73,8% | 0,0% | - | 100,0% |
* Het niveau van het topmanagement wordt binnen KBC gedefinieerd als de 'Top 300', een specifieke lijst met seniormanagementfuncties binnen de bevoegdheid van Corporate HR, zoals goedgekeurd door het DC, exclusief de leden van het DC.
| % werknemers jonger dan 30 jaar | 13,5% |
|---|---|
| % werknemers tussen 30 en 50 jaar | 56,2% |
| % werknemers ouder dan 50 jaar | 30,3% |
We betalen al onze werknemers een leefbaar (adequaat) loon, dat minstens overeenkomt met het minimumloon dat in de lokale wetgeving is bepaald.
| % werknemers dat onder een beheersysteem voor gezondheid en veiligheid op het werk valt | |
|---|---|
| Aantal sterfgevallen als gevolg van arbeidsongevallen en beroepsziekten: aantal werknemers | 0 |
| Aantal sterfgevallen als gevolg van arbeidsongevallen en beroepsziekten: aantal andere werknemers die op onze bedrijfslocaties werkzaam zijn |
0 |
| Aantal arbeidsongevallen | 79 |
| % arbeidsongevallen | 1,2% |
| Loonkloof man-vrouw | 31,2% |
|---|---|
| Gecorrigeerde loonkloof man-vrouw | 3,2% |
| Jaarlijkse totale beloningsverhouding | 93 |
De loonkloof man-vrouw vertegenwoordigt het globale verschil in de gemiddelde beloning tussen mannelijke en vrouwelijke werknemers. Uit deze eenvoudige berekening komt het beloningsverschil tussen mannen en vrouwen tot op zekere hoogte naar voren, maar er wordt geen rekening gehouden met factoren zoals salarisverschillen tussen landen, verschillende loonpakketten, de lokale economische context, functie of ervaring.
Omdat KBC actief is in verschillende kernlanden met verschillende salarissen (in absolute cijfers) en een verschillende gendersamenstelling van het personeel, wordt bij de berekening van het beloningsverschil tussen mannen en vrouwen op groepsniveau geen rekening gehouden met de invloed van deze verschillen.
Ook andere genderneutrale en objectieve factoren moeten in ogenschouw worden genomen om een beter beeld te krijgen van de loonkloof. Daarom berekenen we volgens een gewogen gemiddelde methodologie een gecorrigeerde loonkloof. Alle werknemers worden in subgroepen onderverdeeld volgens deze drie parameters: land, Hay level en leidinggevende verantwoordelijkheid. Volgens onze analyse zijn dit de factoren die het grootste deel van de loonkloof verklaren. We denken dat dit meer inzicht geeft in het beloningsverschil tussen mannen en vrouwen.
De gecorrigeerde loonkloof man-vrouw bedraagt volgens de hiervoor genoemde methode 3,2%. Verdere data-analyse vindt per land en subgroep plaats om andere objectieve genderneutrale factoren op te sporen die de rest van de loonkloof kunnen verklaren. Waar nodig worden maatregelen getroffen om de loonkloof verder te dichten.
Voor de jaarlijkse totale beloningsverhouding moet gekeken worden naar de specifieke structuur van KBC. Onze kernlanden kennen grote verschillen in lokale beloning in absolute cijfers. Elk land heeft zijn eigen CEO. De jaarlijkse totale beloningsverhouding is daarom zinvoller en kan beter worden vergeleken als we de verhouding op landniveau bekijken door een vergelijking te maken tussen de persoon die ter plaatse de hoogste beloning ontvangt en de lokale mediaan van de beloning.
| Totaal aantal incidenten van discriminatie, met inbegrip van intimidatie Waarvan gegronde incidenten/klachten m.b.t. discriminatie, met inbegrip van intimidatie |
17 4 |
|---|---|
| Aantal klachten dat is ingediend via kanalen voor personen binnen het eigen personeel om bezorgdheden aan de orde te stellen (andere werkgerelateerde klachten) |
9 |
| Aantal klachten dat is ingediend via de Nationale Contactpunten in het kader van de OESO-richtlijnen | 0 |
Bij discriminatie gaat het om gevallen van discriminatie op grond van geslacht, ras of etnische afkomst, nationaliteit, religie of overtuiging, beperking, leeftijd, seksuele geaardheid of een andere vorm van discriminatie, met inbegrip van intimidatie. We hebben geen geldstraffen en geldboeten betaald en we hebben ook geen verzoeken ontvangen om schadevergoedingen voor schade veroorzaakt door de in de bovenstaande tabel gerapporteerde incidenten en klachten. Er is in de jaarrekening dan ook niets ter zake opgenomen.
Er hebben zich met betrekking tot onze werknemers in de verslagperiode geen ernstige incidenten op het gebied van mensenrechten voorgedaan, waaronder gevallen van niet-naleving van de UN Guiding Principles on Business and Human Rights, de Verklaring van de Internationale Arbeidsorganisatie (ILO) inzake fundamentele principes en rechten op het werk en de OESO-richtlijnen voor Multinationale Ondernemingen. We hebben geen geldstraffen en geldboeten betaald en we hebben ook geen verzoeken ontvangen om schadevergoedingen voor schade vanwege incidenten op het gebied van mensenrechten. Er is
De meting van alle maatstaven in deze paragraaf is door geen andere externe instantie dan de assurance provider gevalideerd.
in de jaarrekening dan ook niets ter zake opgenomen.
Naast het respecteren van de wetgevende context waarin we werken, beschouwen we het als onze verantwoordelijkheid om de materiële impacts van KBC op consumenten en de daarmee samenhangende materiële risico's in onze beleidslijnen te verankeren.
In het Integriteitsbeleid zijn de beginselen van KBC inzake integriteit en deontologie opgenomen. Het gaat onder meer over het gedragsrisico (het risico als gevolg van een niet-passende verlening van financiële diensten) en is gericht op de volgende onderwerpen ten aanzien van al onze consumenten:
Voor een volledige beschrijving van het Integriteitsbeleid verwijzen we naar paragraaf 4.1.1.1.
In deze Gedragslijn zijn onze waarden opgenomen, wordt opgeroepen tot verantwoord gedrag en wordt onder meer besproken wat de belangrijkste gedragingen zijn die van alle werknemers worden verwacht in hun omgang met al onze consumenten met betrekking tot:
Er is voorafgaand aan de verkoop een belangrijke rol weggelegd voor ons product approval process (NAPP; zie paragraaf 2.2.2.2). Tijdens de verkoop geldt de regel om uitsluitend diensten aan te bieden die passen bij de klant en na de verkoop is er de analyse van inbreuken en klachtenbehandeling als onderdeel van een eerlijke behandeling van klanten. Voor meer informatie over de Gedragslijn voor werknemers verwijzen we naar paragraaf 3.1.1.1.
We willen al onze klanten en stakeholders kunnen beschermen en beschouwen daarom onze Information Security Strategy als een belangrijk onderdeel van onze Information Security Governance. Dit wordt bereikt door middel van de controles voor informatiebeveiliging die we voortdurend invoeren en onderhouden. Het betreft een dynamische, levende reeks beveiligingscontroles op basis van de meest passende elementen van de ISO-standaarden, het NIST Cybersecurity Framework en onze eigen ervaringen met informatiebeveiliging. Tegelijkertijd worden met deze controles ook de bindende regelgevende vereisten vastgelegd waar KBC zich aan houdt, waaronder, maar niet uitsluitend, de Europese Algemene verordening gegevensbescherming (GDPR) en de Digital Operational Resilience Act (DORA). De aard van deze belangrijke controles varieert van governance, preventie en opsporing tot respons en beslaat de volledige levenscyclus van informatiebeveiliging.

Er geldt in de hele organisatie een 'Three Lines of Defence-model', zoals in het Operational Risk Management Framework (ERMF) wordt beschreven. De Information Security Officers en de Local Operational Risk Managers fungeren als de eerste verdedigingslinie. Voor de tweede linie behandelt de afdeling Operational Resilience van Group Risk samen met de lokale risicofunctie de informatierisico's, waaronder informatiebeveiliging, IT-gerelateerde risico's en bedrijfscontinuïteitsbeheer. Daar valt ook het Group Cyber Expertise and Response Team (CERT) onder. Interne Audit biedt onafhankelijke, redelijke zekerheid omtrent de toereikendheid en effectiviteit van de controleomgeving en vormt daarmee onze derde verdedigingslinie.
De strategie voor informatiebeveiliging is de verantwoordelijkheid van de Chief Risk Officer en de Chief Innovation Officer, geldt voor KBC en al zijn dochterondernemingen en omvat het volledige universum van IT-beveiliging.
Dit beleid is van belang voor al onze consumenten en eindgebruikers, omdat ook onethische of onwettelijke activiteiten die van invloed zijn op consumenten en eindgebruikers uitdrukkelijk onder het beleid vallen, zoals:
Naast personen die met de werkomgeving zijn verbonden (die centraal staan in het beleid), kan iedereen – dus ook klanten – een inbreuk op het gebied van financiële diensten, producten en markten melden. Voor een beschrijving van de Whistleblower Protection Policy and Procedure verwijzen we naar paragraaf 4.1.1.1.
De Gedragslijn voor werknemers, de Whistleblower Protection Policy and Procedure en de Information Security Policy zijn beschikbaar op www.kbc.com.
We zijn een financiële instelling en daarom komt het grootste risico ten aanzien van de mogelijke betrokkenheid bij mensenrechtenschendingen en de potentiële impact op mensenrechten voort uit onze zakelijke relaties (via onze krediet- en verzekeringsportefeuille, onze adviesdiensten, onze vermogensbeheeractiviteiten en onze eigen beleggingen). De Policy on Human Rights van KBC verwijst naar andere, meer concrete, duurzaamheidsbeleidslijnen en beschrijft de bestaande processen, die in overeenstemming zijn met de OESO-richtlijnen voor Multinationale Ondernemingen, de Verklaring van de Internationale Arbeidsorganisatie (ILO) inzake fundamentele principes en rechten op het werk en de UN Guiding Principles on Business and Human Rights.
Voor ons engagement met consumenten en eindgebruikers verwijzen we naar paragraaf 3.2.1.2, en voor de maatregelen om impacts op mensenrechten te herstellen, verwijzen we naar paragraaf 3.2.1.3 en 3.2.1.4.
De monitoring van de naleving van deze verbintenissen op het gebied van het Mensenrechtenbeleid is verankerd in ons duediligenceproces (zie paragraaf 1.2.4). We hebben in de rapportageperiode geen ernstige mensenrechtenproblemen en -incidenten geïdentificeerd met betrekking tot onze consumenten en eindgebruikers.
KBC houdt rekening met internationaal erkende instrumenten die van belang zijn voor consumenten, zoals blijkt uit het volgende:
Onze verbintenis om die instrumenten, en in het bijzonder de OESO-richtlijnen voor Multinationale Ondernemingen, te respecteren, omvat ook de verbintenis om de belangen van consumenten in acht te nemen, zoals:
Door middel van onze beleidslijnen ten aanzien van consumenten en eindgebruikers en de in deze paragraaf beschreven maatregelen en processen beschermen we de mensenrechten en de belangen van de consumenten van KBC in overeenstemming met deze toezeggingen.
Geen van de Nationale Contact Punten in het kader van de OESO-richtlijnen heeft in de rapportageperiode een melding betreffende KBC ontvangen.
We hebben verschillende processen om te overleggen met onze getroffen consumenten, hun officiële vertegenwoordigers of met geloofwaardige vertegenwoordigers die inzicht hebben in hun situatie.
We volgen bevragingen en onderzoek op het gebied van onder meer consumentengedrag (op groepsniveau en op lokaal niveau) continu op. We organiseren regelmatig werkgroepen met consumenten waarin ze hun inzichten met ons delen. In België organiseren we bijvoorbeeld jaarlijkse rondetafels (in 2024 was het thema de toegankelijkheid van onze producten en diensten). We pakken consumententhema's ook ad hoc aan in onze frequente dialogen met de ESB. We volgen de klachten van consumenten zorgvuldig op in nauwe samenwerking met onze afdeling Klachtenmanagement. Ons Sustainability Dashboard volgt de implementatie op van onze duurzaamheidsstrategie, waaronder onze regelmatige dialoog met stakeholders en de opvolging van de bezorgdheden van onze stakeholders. Het dashboard wordt tweemaal per jaar aan het DC en de Raad voorgelegd.
De opvolging van de informatie die via stakeholdersbetrokkenheid is verzameld gebeurt door verschillende afdelingen. Het is de operationele verantwoordelijkheid van de (algemeen) directeur van elk van deze afdelingen om ervoor te zorgen dat dit engagement plaatsvindt en dat de uitkomst ervan wordt medegedeeld aan de leidinggevende die het beste geplaatst is om de opvattingen en belangen van de stakeholders in acht te nemen. Door onze verschillende dialogen met consumenten willen we ook inzicht krijgen in de standpunten van consumenten en eindgebruikers die mogelijk bijzonder kwetsbaar zijn voor bijvoorbeeld de toegang tot onze producten en diensten (bv. consumenten met een beperking, vluchtelingen) en financiële geletterdheid (bv. studenten en jongvolwassenen). We besteden specifieke aandacht aan de situatie van kinderen met betrekking tot marketingpraktijken en privacy.
Voor onze algemene benadering en processen met betrekking tot het voorkomen van negatieve impacts en het bieden van herstelprocessen daarvoor (in gevallen waarin we een materiële negatieve impact op consumenten veroorzaken of daaraan bijdragen) verwijzen we naar ons NAPP-proces en andere maatregelen die in paragraaf 3.2.1.4 worden beschreven.
We hebben verschillende kanalen die onze consumenten en andere stakeholders kunnen gebruiken om klachten kenbaar te maken. We willen op deze bezorgdheden ingaan om onze producten, diensten en processen te kunnen verbeteren. We adviseren onze consumenten om eerst contact op te nemen met hun bankkantoor, relatiebeheerder of verzekeringsagent. Dit is degene die de consument het beste kent en die in de beste positie verkeert om de consument te helpen een maatwerkoplossing te vinden voor mogelijke bezorgdheden. Ook hebben we in al onze kernlanden formele kanalen die onze consumenten kunnen gebruiken om klachten te melden. Informatie over deze kanalen is beschikbaar op de commerciële websites van de verschillende dochterondernemingen in onze kernlanden en in de bankapplicaties, brochures en productfiches. Alle klachten worden door ons zorgvuldig opgevolgd en binnen een strikte termijn met passende maatregelen behandeld. De klachtenbehandelingsfunctie is toegewezen aan een zelfstandige cel of persoon buiten de commerciële organisatiestructuur. Indien nodig wordt de afdeling Compliance erbij betrokken. De klachtenkanalen worden actief gebruikt door een brede groep van consumenten. De algemene aantallen, ontwikkelingen en aard van de klachten worden gemonitord en gerapporteerd op het niveau van de lokale entiteit of de divisie en worden tevens aan het DC en de Raad voorgelegd. Uit de rapporten blijkt dat onze consumenten bekend zijn met onze klachtenkanalen en -processen en er vertrouwen in hebben. Daarnaast analyseert de desbetreffende product- of dienstenafdeling samen met de afdelingen Risk en Compliance achteraf alle klachten om te beoordelen of er verbeteringen nodig zijn.
Naast onze eigen klachtenkanalen hebben onze klanten toegang tot de kanalen voor alternatieve geschillenbeslechting voor consumenten die door autoriteiten in onze kernlanden zijn erkend voor financiële diensten, zoals Ombudsfin voor bankdiensten en de Ombudsman van de Verzekeringen voor verzekeringsgeschillen in België. KBC is aangesloten bij deze geschilbeslechtende instanties.
Naast personen in de werkomgeving (de wettelijke doelgroep van het klokkenluiderskanaal), kan eenieder dit kanaal gebruiken om onethische of onwettelijke activiteiten op het gebied van financiële diensten, producten en markten te melden en om tevens bescherming te krijgen tegen represailles. Meldingen kunnen ook anoniem worden gedaan.
We hebben speciale kanalen in alle landen en dochterondernemingen voor onze klanten en eindgebruikers om hun rechten op het gebied van privacy en gegevensbescherming te kunnen uitoefenen, waaronder een Data Protection Officer (met wie contact kan worden opgenomen voor alle kwesties betreffende de verwerking van hun persoonsgegevens) en groepswijde meldpunten die dienen als uniek contactpunt voor het melden van cybercrime tegen KBC of zijn klanten (bv. Secure4U in België). Onze klachtenkanalen zijn ook direct toegankelijk voor consumenten en eindgebruikers in het kader van hun contacten met zakelijke relaties van KBC, zoals verzekeringsagenten of andere zakelijke relaties die onze producten distribueren of aan wie klantgerichte activiteiten zijn uitbesteed. Bepaalde duurzaamheidsgerelateerde vragen of klachten worden door de afdeling Group Corporate Sustainability (via [email protected]) afgehandeld.
Naast de bovengenoemde beleidslijnen hebben we verschillende processen en maatregelen ingevoerd om de impacts, risico's en kansen van onze producten en diensten met betrekking tot consumenten en eindgebruikers te beheren, te beoordelen en op te volgen.
We hebben in de rapportageperiode geen daadwerkelijke materiële negatieve impacts op onze consumenten en eindgebruikers geïdentificeerd. Hoewel we ons uiterste best doen om dit te vermijden, zouden we in de toekomst nog steeds een potentiële negatieve impact op onze consumenten en eindgebruikers kunnen hebben, variërend van privacy tot marketingpraktijken, en door cyberrisico's.
We verwijzen naar paragraaf 2.2.2.2 (waarin de acties voor ESG-integratie in ons Risk Management Framework (RMF) worden toegelicht) voor een overzicht van onze voortdurende inspanningen om ESG-risico's (waaronder sociale risico's) in ons RMF en onze processen voor risicobeheer te integreren. We volgen een stapsgewijze benadering, waarbij verdere maatregelen worden bepaald op basis van de inzichten die uit onze eerdere maatregelen/analyses zijn verkregen. Onze benadering ontwikkelt zich in overeenstemming met verbeteringen in de beschikbaarheid en kwaliteit van data en methodologieën.
Specifiek met betrekking tot sociale risico's:
De bescherming van consumenten, van beleggers en verzekeringnemers, en van gegevens brengen compliancerisico's met zich mee die onder de compliancefunctie vallen:
Informatie- en cyberrisico's worden geïdentificeerd en beheerd door speciaal daarvoor opgezette teams in de eerste verdedigingslinie (het Information Risk Management (IRM) team)). De tweede verdedigingslinie voert verschillende assuranceactiviteiten uit met betrekking tot cyberdreigingen en cyberrisicogerelateerde gebeurtenissen (zoals het opstellen van standaarden, het instellen en testen van controles en groepswijde rapportering over maatregelen en gebeurtenissen). We verwijzen naar het hiervoor genoemde Information Security Policy.
Het beheer van cyberrisico's is geïntegreerd in het Risk Management Framework, met inbegrip van analyse, rapportering, registratie en opvolging. Dit zorgt ervoor dat het is afgestemd op het bredere risicotoezicht en de doelstellingen van KBC. De uitgevoerde maatregelen om de cyberrisico's te beheren hebben een groepswijde dekking en maken deel uit van een continu proces.
Cyberrisico's worden actief door KBC geïdentificeerd door:
Door informatie over cyberdreigingen te combineren met inzichten en bevindingen uit bovenstaande activiteiten, identificeren, beoordelen en doorgronden we proactief cyberrisico's die onze onderneming en belanghebbenden kunnen treffen, waardoor we beter in staat zijn om ons effectief te verdedigen tegen en doeltreffend te kunnen reageren op cyberdreigingen. Cyberrisico's worden specifiek geanalyseerd op basis van kans en impact, zodat risico's kunnen worden geprioriteerd en beperkt. Risicobeperkende strategieën omvatten het implementeren van robuuste technische controles en het naleven van best practices, industrienormen en overheidsvoorschriften.
Zoals in paragraaf 2.2.2.2 is aangegeven, is het NAPP een belangrijk hulpmiddel in de beperking van verschillende ESG-risico's (in het bijzonder risico's met betrekking tot consumentenbescherming en greenwashing). Het is een groepswijd proces voor KBC en al zijn dochterondernemingen die actief zijn in de financiële sector of die optreden als bemiddelaar voor financiële diensten (voor al hun producten, diensten en klantgerichte processen die de externe klant direct treffen). Ten aanzien van consumenten en eindgebruikers is het doel:
Binnen het NAPP moeten alle relevante risico's worden beoordeeld. In het bijzonder voor sociale risico's geldt dat de controlefuncties:
Door middel van adviezen en voorwaarden die in het NAPP-proces worden vastgesteld, bepalen we de maatregelen die moeten worden ingevoerd om negatieve impacts te voorkomen of risico's te beperken. De maturiteit van het NAPP-proces wordt regelmatig opgevolgd en daar wordt ook over gerapporteerd.
We benutten materiële kansen (zijnde adviesdiensten met betrekking tot onder meer subsidies en (opkomende) duurzaamheidswetgeving) die verbonden zijn aan consumenten en eindgebruikers via onze adviesdiensten zoals webinars, diensten van derden en persoonlijk contact.
We hebben bijkomende maatregelen ingevoerd die positief bijdragen aan betere maatschappelijke uitkomsten voor onze consumenten en eindgebruikers, zoals:
Zoals hiervoor is vermeld:
• worden bovendien door ons internationaal erkende en gecertificeerde Group Cyber Emergency and Response Team specifieke activiteiten opgepakt met betrekking tot cybercrises en incidentenafhandeling, informatie over cyberdreigingen, cyberweerbaarheid en paraatheidstraining.
We hebben geen specifieke termijngebonden en resultaatgerichte doelen en ook geen indicatoren voor het verminderen van negatieve impacts en/of het bevorderen van positieve impacts en/of het beheersen van materiële risico's en kansen voor wat betreft consumenten en eindgebruikers.
We verwijzen naar paragraaf 3.2.1.4 en 3.2.1.1, waarin we toelichten welke continue processen we inzetten om de effectiviteit van onze beleidslijnen en maatregelen te volgen. Ons ambitieniveau is:



Verantwoord zakelijk gedrag is cruciaal voor KBC. Daardoor kunnen we het vertrouwen van onze stakeholders winnen en behouden, wat de basis vormt voor ons bestaan en onze 'maatschappelijke licence to operate'. Onze bedrijfscultuur draagt in belangrijke mate bij aan het verankeren van verantwoord gedrag en deontologie in onze hele organisatie. In deze sectie worden onze beleidslijnen beschreven die betrekking hebben op thema's rond zakelijk gedrag. Deze beleidslijnen ondersteunen de rol die we als financiële instelling in de samenleving hebben en vormen een leidraad voor onze dagelijkse beslissingen en interacties.
Ten aanzien van deze beleidslijnen organiseren we periodiek sensibiliseringscampagnes en verplichte trainingen (in de vorm van onder meer klassikale opleidingen, e-learnings en webinars) voor alle werknemers van KBC. Hierin worden thema's rondom zakelijk gedrag behandeld, zoals klokkenluiden, het tegengaan van corruptie en omkoping, de fiscale strategie, het tegengaan van witwassen van geld en van terrorismefinanciering, groepsethiek en fraude, integriteit en verantwoord gedrag. We bieden
elke nieuwe werknemer specifieke verplichte trainingen aan en al het personeel (waaronder het topmanagement, het DC en de werknemers in risicofuncties) een driejaarlijkse verplichte bijscholing specifiek voor de gedragslijnen en het anticorruptieprogramma. In 2024 nam 99% van de doelgroep deel aan de trainingen. Volledig bewustzijn en volledige inzet op het niveau van het DC en de Raad zijn verzekerd doordat de Group Anti-Corruption and Bribery Policy door het DC en de Raad is goedgekeurd en door een uitdrukkelijke voorafgaande verklaring van de CEO en de voorzitter van de Raad over de anticorruptiecultuur en nultolerantie. Daardoor realiseren en handhaven we een adequaat niveau van bewustzijn en kennis bij alle werknemers overeenkomstig hun bedrijfsactiviteiten en functie.
Uitgebreidere informatie over de opleidingen ethiek, het vermijden van belangenconflicten en de bestrijding van corruptie, antiwitwaspraktijken en gegevensbescherming vindt u in het hoofdstuk Verklaring inzake deugdelijk bestuur (dat niet valt onder de externe assurance).
Het Duurzaamheidsbeleidskader omvat al onze duurzaamheidsgerelateerde beleidslijnen (zie paragraaf 2.2.2.1). Daarin wordt beschreven hoe verantwoord gedrag en ethisch ondernemen de grondslag zijn van duurzaamheid bij KBC.
In het Integriteitsbeleid beschrijven we de beginselen van KBC inzake deontologie en integriteit en de waarden van KBC die gekoppeld zijn aan de strategie. Dit zijn essentiële onderdelen van deugdelijke bedrijfspraktijken. Het beleid omvat ook de identificatie en het beheer van compliancerisico's. Een kernthema is 'gedragsrisico', een concept dat het risico als gevolg van een niet gepaste verlening van financiële diensten weergeeft.
Het Integriteitsbeleid richt zich in eerste instantie op de volgende domeinen, waarvoor naargelang het geval specifieke groepswijde complianceregels zijn uitgevaardigd:
In het beleid worden de verantwoordelijkheden binnen KBC beschreven met betrekking tot het beheer van compliancerisico's en de rol van de compliancefunctie. De compliancefunctie is preventief als het gaat om de identificatie, beoordeling en analyse van risico's en is controlerend als het gaat om de monitoring van de naleving van het Integriteitsbeleid, het onderzoek daarnaar en het toezicht daarop.
| Scope | Van toepassing op alle werknemers van KBC en zijn dochterondernemingen. Hierin zijn de minimale eisen voor deze entiteiten opgenomen, die verplicht zijn om hun eigen lokale integriteitsbeleid op te stellen, indien nodig rekening houdend met de lokale voorschriften voor verrichte activiteiten. |
|---|---|
| Hoogste verantwoordelijk niveau | Dit beleid wordt door de Raad goedgekeurd. Het DC is verantwoordelijk voor de uitwerking en implementatie ervan. Het topmanagement is verantwoordelijk voor de implementatie van het beleid en voor het beheer van het compliancerisico. |
| Betrokkenheid belangrijkste stakeholders | Onze klanten en alle andere stakeholders op een redelijke, eerlijke en professionele manier behandelen is een belangrijke overweging in het Integriteitsbeleid. |
| Rapportage | Het Integriteitsbeleid wordt via interne communicatiekanalen aan alle werknemers ter beschikking gesteld. Er worden regelmatig specifieke sensibiliseringscampagnes georganiseerd voor veel thema's die in het beleid worden behandeld. |
We verwachten van onze werknemers dat ze zich verantwoord gedragen zoals is beschreven in onze Gedragslijn voor werknemers (zie ook paragraaf 3.1.1.1). Daarin wordt het belang benadrukt van een sterke bedrijfscultuur die oproept tot verantwoord gedrag en worden onder meer de volgende thema's rondom zakelijk gedrag uitdrukkelijk behandeld:
Het Anticorruptiebeleid verschaft helderheid over de nultolerantie van KBC inzake alle vormen van corruptie bij alle werknemers en derden met wie KBC een contractuele relatie heeft en geeft de criteria en beginselen voor het vermijden van belangenconflicten. De volgende aspecten maken deel uit van dit beleid:
De functies die ten aanzien van corruptie en omkoping het grootste risico lopen, zijn te vinden in de volgende afdelingen: Commerciële Activiteiten, Procurement, Sales, Marketing, Sponsoring, Lobbying, ICT, Vastgoed en afdelingen die betrokken zijn bij Open Banking en bij het sluiten van contracten met derden.
| Scope | Van toepassing op alle werknemers van KBC en zijn dochterondernemingen, en op derden met wie KBC een contractuele relatie heeft (bv. leveranciers, joint ventures, dienstverleners, enz.). |
|---|---|
| Hoogste verantwoordelijk niveau | Dit beleid wordt door het DC en de Raad goedgekeurd. Het topmanagement is verantwoordelijk voor implementatie in elke entiteit. |
| Verwijzing naar akkoorden van externe partijen |
Het beleid is gebaseerd op principe 10 van het UN Global Compact en de OESO-richtlijnen voor Multinationale Ondernemingen inzake corruptie |
| Betrokkenheid belangrijkste stakeholders | Het doel van dit beleid is om onze klanten, onze zakelijke relaties en de samenleving te beschermen tegen omkoping en corruptie. Het heeft als doel ervoor te zorgen dat iedereen, met inbegrip van alle werknemers, zich bewust is van zijn rol en de nultolerantie van KBC in dit opzicht. |
| Rapportage | Wordt extern gepubliceerd op www.kbc.com. Intern beschikbaar voor alle werknemers. |
In ons klokkenluidersbeleid worden de algemene beginselen en procedures beschreven voor het melden van zorgen met betrekking tot onethische of onwettelijke activiteiten binnen onze organisatie (zie ook paragraaf 3.1.1.1).
Ons doel is ervoor te zorgen dat alle werknemers of andere stakeholders, ongeacht waar ze zich bevinden, het gevoel hebben dat ze hun bezorgdheden kenbaar mogen maken en dat ze zich daarbij ook beschermd voelen. Door een klimaat te bevorderen waarin klokkenluiden wordt aangemoedigd en beschermd, willen we onze kernwaarden in stand houden en in de hele groep een cultuur van verantwoord gedrag promoten.
KBC heeft specifieke klokkenluiderskanalen opgezet waar mensen hun bezorgdheden (ook anoniem) kunnen uiten zonder angst voor represailles. Meldingen kunnen minimaal betrekking hebben op schendingen op de tien gebieden van het Unierecht die worden genoemd in EU-richtlijn 2019/1937 inzake de bescherming van personen die inbreuken op het Unierecht melden en bijkomend op de gebieden die in de lokale wetgeving zijn toegevoegd. Alle meldingen worden door een onafhankelijke onderzoekscel onderzocht, waarbij vertrouwelijkheid en objectiviteit gegarandeerd zijn. De compliance officer rapporteert de resultaten van de onderzoeken via de gebruikelijke rapporteringslijnen aan het DC. Indien nodig worden beperkende maatregelen getroffen.
Naast de (wettelijk vereiste) procedures voor de opvolging van meldingen van klokkenluiders heeft KBC de scope van het klokkenluidersbeleid als volgt uitgebreid:
Het doel van dit beleid is om het algemene kader vast te stellen voor de strijd tegen het witwassen van geld en terrorismefinanciering binnen KBC. We streven naar naleving van de hoge normen voor het tegengaan van witwassen van geld (AML) en terrorismefinanciering (CTF). Het management en de werknemers zijn dan ook verplicht om zich aan deze normen te houden, zodat wordt voorkomen dat onze producten en diensten worden gebruikt om geld wit te wassen of terrorisme te financieren.
Daartoe wordt van alle kredietinstellingen en andere financiële instellingen die onderdeel zijn van KBC verwacht dat ze een uitgebreid AML-programma uitwerken. Dit programma moet gebaseerd zijn op de Groepscomplianceregels, die ook voorschriften omvatten in het kader van 'Know Your Customer' en 'Know Your Transactions'. De AML-programma's worden verder omgezet in lokale procedures, rekening houdend met lokale regelgevende vereisten en richtlijnen die door de Europese Bankautoriteit zijn uitgevaardigd.
Daarnaast voeren we als onderdeel van ons Compliance Monitoring-programma periodieke AML/CTF-gerelateerde kwaliteitscontroles uit om de effectiviteit van onze aanwijzingen, procedures en processen op dit gebied te kunnen garanderen.
| Scope | Van toepassing op alle kredietinstellingen en andere financiële instellingen binnen KBC. | |
|---|---|---|
| Hoogste verantwoordelijk niveau | Het DC en in het bijzonder de Group Chief Risk Officer, die lid is van het DC. | |
| Betrokkenheid belangrijkste stakeholders | Het doel van het beleid is om onze klanten, onze zakelijke relaties en de samenleving te beschermen tegen witwassen van geld en terrorismefinanciering. KBC houdt zich aan strenge wet- en regelgeving om deze risico's te beperken. |
|
| Rapportage | Wordt extern gepubliceerd op www.kbc.com. De Groepscomplianceregels, waarin de bijbehorende eisen en aanwijzingen zijn opgenomen, zijn intern beschikbaar voor alle werknemers. |
De Dealing Code bevat maatregelen om misbruik van voorkennis en marktmisbruik te vermijden. Het doel is om te voorkomen dat sleutelmedewerkers en leidinggevenden bewust of onbewust transacties verrichten die als marktmisbruik worden beschouwd. In de Code worden verboden gedragingen beschreven, evenals de bijbehorende eisen, de verplichting om persoonlijke transacties bij de compliance officer te melden en de voorwaarden die daarvoor gelden. Er wordt verder voorgeschreven dat er een lijst moet worden opgesteld van sleutelmedewerkers die geen persoonlijke transacties kunnen verrichten tijdens periodes die gevoelig worden geacht, de zogenaamde sperperiodes. Transacties door werknemers met leidinggevende verantwoordelijkheid en door met hen verbonden personen moeten bij de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten (FSMA) worden gemeld.
Daarnaast worden in de Code de taken van de compliance officer beschreven, zoals het bijhouden van een lijst van sleutelmedewerkers en het informeren van deze werknemers over het bestaan en de inhoud van de Dealing Code. De compliance officer voert tevens regelmatig controles uit om ervoor te zorgen dat de opgelegde regels worden nageleefd en hij treft waar nodig maatregelen.
| Scope | Van toepassing op KBC en zijn dochterondernemingen en met name alle sleutelmedewerkers en leidinggevenden zoals gedefinieerd in het beleid. |
|---|---|
| Hoogste verantwoordelijk niveau | Het DC is verantwoordelijk voor de implementatie van het beleid. |
| Betrokkenheid belangrijkste stakeholders | Het doel van dit beleid is om onze klanten, onze zakelijke relaties en de samenleving te beschermen tegen handel met voorkennis, het wederrechtelijk meedelen van voorkennis en marktmanipulatie. |
| Rapportage | Wordt extern gepubliceerd op www.kbc.com. Iedereen die onder de Dealing Code valt, wordt in kennis gesteld van het bestaan en de inhoud ervan en moet bevestigen dat hij de Code heeft gelezen en begrepen en actie heeft ondernomen om de Code na te leven. |
Dit beleid heeft tot doel ervoor te zorgen dat KBC alle nodige maatregelen treft om de goede naam, reputatie en activa van KBC en zijn dochterondernemingen en van alle werknemers, klanten, leveranciers en andere stakeholders te beschermen. Dit omvat onder meer de ontwikkeling van processen en procedures, monitoring, het creëren van bewustzijn en trainingen om fraude en wangedrag te voorkomen.
In het beleid wordt het frauderisicobeheerproces beschreven, dat uit de volgende onderling afhankelijke en elkaar versterkende stappen bestaat:
| Scope | Van toepassing op KBC en zijn dochterondernemingen. |
|---|---|
| Hoogste verantwoordelijk niveau | Het topmanagement van de divisies is verantwoordelijk voor de implementatie van het beleid. |
| Betrokkenheid belangrijkste stakeholders | De integriteit van onze activiteiten en de bescherming en belangen van onze stakeholders en onze klanten staan voorop in de frauderisicobeoordelingen en beleidsimplementaties. Het beleid is zodanig vormgegeven en uitgevoerd dat de activa van zowel KBC als die van onze stakeholders verregaand worden beschermd. |
| Rapportage | Wordt extern gepubliceerd op www.kbc.com. |
Het algemene doel van onze Fiscale Strategie is om ervoor te zorgen dat we ons gedragen als verantwoordelijke belastingbetalers op basis van een professionele naleving van belastingwetgeving en een legitieme fiscale planning die wordt ondersteund door geldige businessdoelstellingen. Het is onze werknemers dan ook niet toegestaan om klanten advies of hulp te bieden van welke aard ook als het gaat om belastingontwijking of het overtreden van regelgeving. Onze fiscale afdeling handelt onafhankelijk van de business en is verplicht betrokken bij het NAPP-proces. Ons fiscaalrisicobeheer wordt proactief uitgevoerd en onze naleving van belastingwetgeving is gebaseerd op robuuste systemen, instrumenten en procedures. Er is bovendien volledige transparantie zowel richting het publiek (bv. rapportering van fiscale cijfers per land (we verwijzen naar Toelichting 3.11 van de Geconsolideerde winst-en-verliesrekening), fiscale rulings) als richting de belastingautoriteiten.
| Scope | De fiscale strategie van KBC geldt voor de hele groep. |
|---|---|
| Hoogste verantwoordelijk niveau | Dit beleid wordt door het DC en de Raad goedgekeurd. De General Manager Group Tax is verantwoordelijk voor de uitvoering van de Fiscale Strategie. |
| Betrokkenheid belangrijkste stakeholders | Onze Fiscale Strategie is opgesteld met inachtneming van de belangen en verwachtingen van een brede groep belangrijke stakeholders, waaronder belastingadministraties en overheden, regelgevers, investeerders en aandeelhouders, niet-gouvernementele organisaties, de media en het brede publiek, onze klanten en onze werknemers. |
| Rapportage | Wordt extern gepubliceerd op www.kbc.com en is intern beschikbaar voor alle werknemers. |
Onze Sustainability Code of Conduct for Suppliers zorgt ervoor dat leveranciers aandacht besteden aan sociale, ethische en ecologische beginselen en deze toepassen. Onze leveranciers worden daarin geïnformeerd over het feit dat KBC het recht heeft tussentijdse screenings uit te voeren om te evalueren of leveranciers zich aan de overeengekomen duurzaamheidsbeginselen houden. Daarvoor maakt KBC gebruik van externe en interne databases die signalen geven over leveranciers. Signalen zoals rechtszaken en andere misdragingen (bv. negatieve media-aandacht) van leveranciers worden door het departement Procurement vastgelegd en geëvalueerd en daarover wordt door hen beslist in overleg met de desbetreffende bevoegde afdelingen (zoals Group Corporate Sustainability). Als er inbreuken worden vastgesteld die niet binnen een redelijke termijn fundamenteel kunnen worden opgelost, heeft KBC het recht alle contracten met de desbetreffende leverancier te beëindigen.
| Scope | Van toepassing op alle leveranciersentiteiten (waaronder moedermaatschappijen en dochterondernemingen van de contractuele tegenpartijen van KBC). |
|---|---|
| Hoogste verantwoordelijk niveau | De Sustainability Code of Conduct for Suppliers is onderdeel van onze inkooprelaties, die grotendeels via contracten worden gereguleerd. Het eigenaarschap van contracten is bij KBC gedecentraliseerd en ligt bij de bestemmeling van de goederen en diensten. In de praktijk is de belangrijkste bestemmeling gewoonlijk de senior general manager van de afdeling die de goederen of diensten ontvangt (topmanagement). |
| Verwijzing naar akkoorden van externe partijen |
Dit beleid draagt bij aan onze toezegging om de UN Global Compact Principles na te leven. |
| Betrokkenheid belangrijkste stakeholders | Dit beleid is doorgelicht door onze ISB, die het belang van de belangrijkste stakeholders behartigt. |
| Rapportage | Wordt extern gepubliceerd op www.kbc.com. |
Om het vertrouwen van onze stakeholders te behouden en te vergroten, is het cruciaal dat al onze werknemers zich steeds verantwoord gedragen in alles wat ze doen, in alle lagen van de organisatie. Verantwoord gedrag is een hoeksteen van onze bedrijfscultuur en is stevig verankerd in alle voornoemde beleidslijnen, waaronder de daarmee samenhangende trainings- en sensibiliseringsprogramma's. We hebben voor onze werknemers een 'kompas voor verantwoord gedrag' (Responsible Behaviour Compass) ontwikkeld, een document waarin de uitgangspunten voor gezond verstand inzake verantwoord gedrag en eerlijke besluitvorming zijn beschreven. Daarin worden de risico's, normen, beleidslijnen, processen en structuren beschreven waarmee de hoge normen van KBC inzake verantwoord gedrag in stand worden gehouden.
De fundamenten van onze bedrijfscultuur zijn onze drie kernwaarden: respectvol, responsive en resultaatgericht. Deze drie gedragingen zijn nauw met elkaar verbonden en kunnen niet los van elkaar worden gezien. Onze bedrijfscultuur wordt samengevat in het acroniem 'PEARL+' en is in 2012 vastgelegd, toen de strategie werd bijgewerkt, op basis van een beslissing van het DC. We evalueren onze bedrijfscultuur door elk halfjaar bevragingen over medewerkersbetrokkenheid te organiseren (zie 3.1.1.2). We verwijzen naar het hoofdstuk Ons bedrijfsmodel (valt niet onder de externe assurance) voor meer informatie.
Verantwoord gedrag is in de hele organisatie ingebed en is niet beperkt tot leidinggevenden, maar wordt van al onze werknemers verwacht. Alle werknemers moeten zich bewust zijn van de bedrijfscultuur waarin mensen zich vrij voelen en de verantwoordelijkheid voelen om onethisch gedrag te melden. Omdat er ruimte is voor alternatieve zienswijzen en zelfs fouten, zonder taboes, wordt iedereen aangemoedigd om zich uit te spreken op drie niveaus: collega's, het lijnmanagement en/of via de klokkenluiderskanalen (we verwijzen naar ons klokkenluidersbeleid). Waargenomen schendingen van onze Gedragslijn voor werknemers, zoals onwettig gedrag, worden overeenkomstig het arbeidsreglement gesanctioneerd.
KBC wil zich houden aan de contractuele voorwaarden die met zijn leveranciers zijn overeengekomen. Dat houdt onder meer in dat elke leverancier op tijd wordt betaald, dus binnen de contractuele betalingstermijn. We monitoren de tijdigheid van onze betalingen aan leveranciers en rapporteren aan een stuurgroep op managementniveau. Gevallen waarin tijdige betaling niet mogelijk is vanwege bepaalde omstandigheden, zoals problemen met de leverancier die moeten worden opgelost, worden zorgvuldig opgevolgd. In dit opzicht worden alle leveranciers, met inbegrip van kmo's, gelijk behandeld.
Voor wat betreft het beheer van de risico's en ESG-impacts die samenhangen met de relaties met onze leveranciers hebben we verschillende processen geïntroduceerd in het selectieproces en de levenscyclus van het contract. Allereerst hebben we op basis van ESG-factoren een blacklist van leveranciers opgesteld. Op die manier worden bedrijven die rechtstreeks of via een dochteronderneming betrokken zijn bij controversiële activiteiten, zoals de productie van kernwapens of witte fosfor, uitgesloten van de selectie van kandidaat-leveranciers. Ter voorbereiding op een aankoop worden kandidaatleveranciers bovendien gescreend als onderdeel van ons onboardingproces. Onder deze screening valt onder meer een controle op financiële gezondheid, embargo's, rechtszaken en veroordelingen. Ook voeren we een speciale ESG-screening uit op basis van een standaardvragenlijst voor alle aankopen boven de 250 000 euro en voor andere aankopen wanneer dit passend wordt geacht. KBC moedigt leveranciers aan om gedetailleerde ESG-informatie te verstrekken wanneer ze hun producten en diensten aanbieden. De verstrekking van deze informatie kan tijdens de leveranciersselectie als een positief criterium worden meegenomen.
Bij het sluiten van een contract moet elke leverancier ermee instemmen om de sociale, ethische en ecologische beginselen in onze Sustainability Code of Conduct for Suppliers (zoals beschreven in paragraaf 4.1.1.1) toe te passen. Tijdens de levenscyclus van het contract monitoren we actief de contractuele prestaties van onze leveranciers. Daarnaast worden actieve leveranciers elke maand door ons gescreend aan de hand van het interne waarschuwingssysteem van KBC, dat betrekking heeft op financiële gezondheid, embargo's, rechtszaken en veroordelingen. De opzet van de monitoring van de ESG-prestaties van leveranciers wordt beoordeeld als onderdeel van de bredere beoordelingen van onze inkoopprocessen en -instrumenten.
Naast de bovengenoemde beleidslijnen hebben we maatregelen ingevoerd om de impacts en risico's met betrekking tot thema's rondom zakelijk gedrag te beheren, te beoordelen en op te volgen.
We verwijzen naar paragraaf 2.2.2.2 waarin de acties voor ESG-integratie in ons Risk Management Framework (RMF) worden toegelicht voor een overzicht van onze voortdurende inspanningen om ESG-risico's (waaronder governancerisico's) in ons RMF en onze processen voor risicobeheer te integreren.
Specifiek ten aanzien van governancerisico's hebben we de volgende maatregelen genomen:
Ons compliancerisicobeheer is vooral gericht op integriteit, met inbegrip van deontologie en het beheer van het gedragsrisico. De bescherming van de consument, belegger en verzekeringspolishouder, het voorkomen van witwassen van geld en terrorismefinanciering, corruptie en omkoping, deontologie en verantwoord gedrag en aspecten van corporate governance zijn de belangrijkste compliancedomeinen. Hoewel het DC en het topmanagement van de divisies primair verantwoordelijk zijn voor het beheer van compliancerisico's, speelt ook de compliancefunctie een fundamentele rol.
We hebben verschillende procedures opgezet om beschuldigingen of incidenten van corruptie en omkoping te voorkomen, op te sporen en aan te pakken. Ze worden genoemd in de Anti-Corruption and Bribery Policy (we verwijzen naar paragraaf 4.1.1.1). Het betreft onder meer:
Onze Whistleblower Protection Policy, onze speak-upcultuur zoals genoemd in de Gedragslijn voor werknemers, onze Anti-Money Laundering Policy en onze Sustainability Code of Conduct for Suppliers (waaronder due-diligenceprocedures om corruptie tegen te gaan en schriftelijke toezeggingen en bedingen in alle contractuele overeenkomsten) ondersteunen onze benadering met betrekking tot corruptie en omkoping. We verwijzen naar paragraaf 4.1.1.1 voor meer informatie over deze beleidslijnen.
De onderzoeken naar corruptie en omkoping worden verricht door een onafhankelijke onderzoekscel onder toezicht van de compliancefunctie. Incidenten en de uitkomsten van eventuele onderzoeken naar corruptie en omkoping worden aan het lokale management of het DC, het DC van de groep en het RCC gerapporteerd.
Voor meer informatie over trainingen op het gebied van corruptie en omkoping verwijzen we naar paragraaf 4.1.1.1.
KBC is tijdens de rapportageperiode niet veroordeeld en heeft geen geldboeten ontvangen voor overtredingen van wetgeving tegen corruptie en omkoping. Deze informatie wordt door geen andere externe instantie dan de assurance provider extern gevalideerd.
Zoals in paragraaf 4.1.1.2 al is aangegeven, streeft KBC ernaar al zijn facturen van leveranciers (waaronder die van kmo's) op tijd te betalen. De standaardbetalingstermijn die bij KBC het meest wordt gehanteerd, is 30 dagen na ontvangst van een correcte factuur. Deze betalingstermijn wordt toegepast voor circa 88% van onze jaarlijkse facturen naar waarde, wordt overal binnen KBC en zijn dochterondernemingen aangehouden en is voor alle leveranciers en soorten facturen gelijk. Voor facturen met betrekking tot onze leaseactiviteiten in Bulgarije, die 11% van onze jaarlijkse facturen vertegenwoordigen, hanteren we een standaardbetalingstermijn van vijf dagen. We merken verder op dat de betalingstermijn voor minder dan 1% van onze jaarlijkse facturen afwijkt op het niveau van lokale dochterondernemingen of als gevolg van onderhandelingen op het niveau van individuele contracten.
In 2024 bedroeg het gemiddelde aantal dagen tussen de betaaldatum en de datum van ontvangst van een factuur 16 dagen. Deze maatstaf wordt door geen andere externe instantie dan de assurance provider extern gevalideerd. Het is voor het eerst berekend in het kader van deze Duurzaamheidsverklaring. De berekening is gebaseerd op daadwerkelijke factuurgegevens van KBC en zijn dochterondernemingen in onze vijf kernlanden en is exclusief betalingen aan werknemers, intragroepsposten en betalingen aan belastingautoriteiten. Het geconsolideerde cijfer op het niveau van KBC vertegenwoordigt een gewogen gemiddelde op basis van het totale aantal facturen.
Gevallen waarin KBC zich niet aan de betalingstermijn houdt, betreffen voornamelijk verwerkingsproblemen, zoals onjuiste facturen waarop bijvoorbeeld het bedrag, de prijs of de btw niet overeenkomt met de gegevens in onze financiële systemen. Het team dat deze problemen oplost, rapporteert aan het management van Procurement het aantal geblokkeerde facturen en de termijn die nodig is om de problemen op te lossen.
We merken verder op dat er tegen KBC (met inbegrip van al zijn dochterondernemingen) geen juridische procedures lopen voor te late betalingen.










Pagina opzettelijk leeg gelaten
Pagina opzettelijk leeg gelaten
Geconsolideerde winst-en-verliesrekening
Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van
Min: exploitatiekosten toegerekend aan lasten uit hoofde van verzekeringsdiensten
op financiële activa tegen geamortiseerde kostprijs en tegen reële waarde via OCI
• De verdeling van de exploitatiekosten naar aard vindt u in Toelichting 3.7.
Waarvan: lasten verbonden aan schadevorderingen Niet-leven
Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van
Verzekeringsfinancieringsbaten of -lasten (voor uitgegeven verzekeringscontracten)
waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening en Verzekeringsfinancieringsbaten of -lasten
en verzekeringsheffingen
waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening 3.3
Rente-inkomsten
Provisie-inkomsten
Provisielasten
Bank-
Niet-leven
op goodwill
op overige
Winst per aandeel (in euro)
Toelichting 3.3).
Leven
Rentelasten
Niet-leven
Leven (voor uitgegeven verzekeringscontracten)
Totale exploitatiekosten zonder bank-
en verzekeringsheffingen
Waarvan: betaalde verzekeringsprovisies
(in miljoenen euro) Toelichting 2024 2023 Nettorente-inkomsten 3.1 5 574 5 473
Verzekeringsinkomsten vóór afgestane herverzekering 3.6 2 945 2 679
Dividendinkomsten 3.2 57 59
Nettoprovisie-inkomsten 3.4 2 578 2 349
Overige netto-inkomsten 3.5 181 656 TOTALE OPBRENGSTEN 11 167 11 224 Exploitatiekosten (exclusief rechtstreeks toerekenbaar aan verzekeringscontracten) 3.7 -4 565 -4 616
Lasten uit hoofde van verzekeringsdiensten vóór afgestane herverzekering 3.6 -2 475 -2 120
Nettoresultaat uit afgestane herverzekering 3.6 -17 -90 Bijzondere waardeverminderingen 3.9 -248 -215
Aandeel in het resultaat van geassocieerde ondernemingen en joint ventures 3.10 80 -4 RESULTAAT VÓÓR BELASTINGEN 3 941 4 179 Belastingen 3.11 -527 -778 Nettoresultaat na belastingen uit beëindigde bedrijfsactiviteiten – 0 0 RESULTAAT NA BELASTINGEN – 3 414 3 401 Toerekenbaar aan minderheidsbelangen – -1 -1 Toerekenbaar aan de aandeelhouders van de moedermaatschappij – 3 415 3 402
Gewoon 3.12 8,33 8,04 Verwaterd 3.12 8,33 8,04
• We lichten de belangrijkste elementen van de resultatenrekening toe in het Verslag van de Raad van Bestuur, in de hoofdstukken Ons financieel rapport en Onze divisies. De commissaris heeft die hoofdstukken niet geauditeerd. • Sinds 2024 worden de lijnen Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening en Verzekeringsfinancieringsbaten of -lasten (voor uitgegeven verzekeringscontracten) samen weergegeven, met retroactieve aanpassing van de cijfers van 2023 (zie verder in
• De verdeling van de rente-inkomsten en -lasten op financiële instrumenten berekend volgens de effectieve rentevoet en
op andere financiële instrumenten (niet berekend volgens de effectieve rentevoet) vindt u in Toelichting 3.1.
• De invloed van de belangrijkste overnames en verkopen in 2024 en 2023 beschrijven we in Toelichting 6.6.
3.1
3.1
3.6
3.6
3.6
3.4
3.4
3.7
3.7
3.7
3.6
3.6
3.6
3.6
3.9
3.9
3.9 19 746
-14 172
2 482
463
3.3 -168 9
173
-341
3 253
-675
-4 474
-623
532
-383
-2 179
-1 414
-296
-199
0
-49 20 170
-14 697
2 280
399
322
-313
2 991
-642
-4 438
-687
509
-340
-1 870
-1 157
-251
16
-109
-122
p. 211
• VFA (variable fee approach): variabelevergoedingsbenadering
| (in miljoenen euro) | Toelichting | 2024 | 2023 |
|---|---|---|---|
| Nettorente-inkomsten | 3.1 | 5 574 | 5 473 |
| Rente-inkomsten | 3.1 | 19 746 | 20 170 |
| Rentelasten | 3.1 | -14 172 | -14 697 |
| Verzekeringsinkomsten vóór afgestane herverzekering | 3.6 | 2 945 | 2 679 |
| Niet-leven | 3.6 | 2 482 | 2 280 |
| Leven | 3.6 | 463 | 399 |
| Dividendinkomsten | 3.2 | 57 | 59 |
| Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening en Verzekeringsfinancieringsbaten of -lasten (voor uitgegeven verzekeringscontracten) |
3.3 | -168 | 9 |
| Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening |
3.3 | 173 | 322 |
| Verzekeringsfinancieringsbaten of -lasten (voor uitgegeven verzekeringscontracten) | 3.6 | -341 | -313 |
| Nettoprovisie-inkomsten | 3.4 | 2 578 | 2 349 |
| Provisie-inkomsten | 3.4 | 3 253 | 2 991 |
| Provisielasten | 3.4 | -675 | -642 |
| Overige netto-inkomsten | 3.5 | 181 | 656 |
| TOTALE OPBRENGSTEN | 11 167 | 11 224 | |
| Exploitatiekosten (exclusief rechtstreeks toerekenbaar aan verzekeringscontracten) | 3.7 | -4 565 | -4 616 |
| Totale exploitatiekosten zonder bank- en verzekeringsheffingen |
3.7 | -4 474 | -4 438 |
| Bank- en verzekeringsheffingen |
3.7 | -623 | -687 |
| Min: exploitatiekosten toegerekend aan lasten uit hoofde van verzekeringsdiensten | 3.7 | 532 | 509 |
| Lasten uit hoofde van verzekeringsdiensten vóór afgestane herverzekering | 3.6 | -2 475 | -2 120 |
| Waarvan: betaalde verzekeringsprovisies | 3.6 | -383 | -340 |
| Niet-leven | 3.6 | -2 179 | -1 870 |
| Waarvan: lasten verbonden aan schadevorderingen Niet-leven | 3.6 | -1 414 | -1 157 |
| Leven | 3.6 | -296 | -251 |
| Nettoresultaat uit afgestane herverzekering | 3.6 | -17 | -90 |
| Bijzondere waardeverminderingen | 3.9 | -248 | -215 |
| op financiële activa tegen geamortiseerde kostprijs en tegen reële waarde via OCI | 3.9 | -199 | 16 |
| op goodwill | 3.9 | 0 | -109 |
| op overige | 3.9 | -49 | -122 |
| Aandeel in het resultaat van geassocieerde ondernemingen en joint ventures | 3.10 | 80 | -4 |
| RESULTAAT VÓÓR BELASTINGEN | 3 941 | 4 179 | |
| Belastingen | 3.11 | -527 | -778 |
| Nettoresultaat na belastingen uit beëindigde bedrijfsactiviteiten | – | 0 | 0 |
| RESULTAAT NA BELASTINGEN | – | 3 414 | 3 401 |
| Toerekenbaar aan minderheidsbelangen | – | -1 | -1 |
| Toerekenbaar aan de aandeelhouders van de moedermaatschappij | – | 3 415 | 3 402 |
| Winst per aandeel (in euro) | |||
| Gewoon | 3.12 | 8,33 | 8,04 |
| Verwaterd | 3.12 | 8,33 | 8,04 |
• We lichten de belangrijkste elementen van de resultatenrekening toe in het Verslag van de Raad van Bestuur, in de hoofdstukken Ons financieel rapport en Onze divisies. De commissaris heeft die hoofdstukken niet geauditeerd.
| (in miljoenen euro) | 2024 | 2023 |
|---|---|---|
| RESULTAAT NA BELASTINGEN | 3 414 | 3 401 |
| Toerekenbaar aan minderheidsbelangen | -1 | -1 |
| Toerekenbaar aan de aandeelhouders van de moedermaatschappij | 3 415 | 3 402 |
| OCI DIE NAAR DE WINST-EN-VERLIESREKENING KAN WORDEN OVERGEBOEKT | -370 | 370 |
| Nettowijziging van de herwaarderingsreserve FVOCI-schuldinstrumenten | -88 | 499 |
| Aanpassingen van de reële waarde vóór belastingen | -118 | 635 |
| Uitgestelde belastingen op wijzigingen van de reële waarde | 35 | -144 |
| Overboeking van reserve naar nettoresultaat | -5 | 7 |
| Bijzondere waardeverminderingen | -2 | 1 |
| Nettowinsten of -verliezen bij vervreemding | -2 | 7 |
| Uitgestelde belastingen | -1 | -1 |
| Nettowijziging van de afdekkingsreserve (kasstroomafdekkingen) | 72 | 358 |
| Aanpassingen van de reële waarde vóór belastingen | -8 | 387 |
| Uitgestelde belastingen op wijzigingen van de reële waarde | 10 | -74 |
| Overboeking van reserve naar nettoresultaat | 70 | 45 |
| Brutobedrag | 101 | 61 |
| Uitgestelde belastingen | -30 | -15 |
| Nettowijziging van de omrekeningsverschillen | -227 | -115 |
| Brutobedrag | -227 | -115 |
| Uitgestelde belastingen | 0 | 0 |
| Afdekking van een netto-investering in buitenlandse entiteiten | 42 | 52 |
| Aanpassingen van de reële waarde vóór belastingen | 48 | 84 |
| Uitgestelde belastingen op wijzigingen van de reële waarde | -12 | -23 |
| Overboeking van reserve naar nettoresultaat | 6 | -10 |
| Brutobedrag | 8 | -13 |
| Uitgestelde belastingen | -2 | 3 |
| Verzekeringsfinancieringsbaten of -lasten voor uitgegeven (her)verzekeringscontracten | -166 | -428 |
| Aanpassingen van de huidige waarde vóór belastingen | -225 | -561 |
| Uitgestelde belastingen op wijzigingen van de huidige waarde | 58 | 134 |
| Overboeking van reserve naar nettoresultaat | 0 | 0 |
| Brutobedrag | 0 | 0 |
| Uitgestelde belastingen | 0 | 0 |
| Verzekeringsfinancieringsbaten of -lasten van afgestane herverzekeringscontracten | 0 | 6 |
| Brutobedrag | 0 | 7 |
| Uitgestelde belastingen | 0 | -2 |
| Nettowijziging m.b.t. geassocieerde ondernemingen en joint ventures | 0 | 0 |
| Brutobedrag | 0 | 0 |
| Uitgestelde belastingen | 0 | 0 |
| Overige mutaties | -2 | -1 |
| OCI DIE NIET NAAR DE WINST-EN-VERLIESREKENING ZAL WORDEN OVERGEBOEKT | 247 | 125 |
| Nettowijziging van de herwaarderingsreserve FVOCI-aandelen | 178 | 159 |
| Aanpassingen van de reële waarde vóór belastingen | 179 | 161 |
| Uitgestelde belastingen op wijzigingen van de reële waarde | -1 | -2 |
| Nettowijziging van de toegezegdpensioenregelingen | 69 | -34 |
| Wijzigingen | 92 | -43 |
| Uitgestelde belastingen op wijzigingen | -23 | 10 |
| Nettowijziging van het eigen kredietrisico | 0 | 0 |
| Aanpassingen van de reële waarde vóór belastingen | 0 | 0 |
| Uitgestelde belastingen op wijzigingen van de reële waarde | 0 | 0 |
| Nettowijziging m.b.t. geassocieerde ondernemingen en joint ventures | 0 | 0 |
| Wijzigingen | 0 | 0 |
| Uitgestelde belastingen op wijzigingen | 0 | 0 |
| TOTAAL GEREALISEERDE EN NIET-GEREALISEERDE RESULTATEN | 3 292 | 3 896 |
| Toerekenbaar aan minderheidsbelangen | -1 | -1 |
| Toerekenbaar aan de aandeelhouders van de moedermaatschappij | 3 292 | 3 897 |
p. 212
• Herwaarderingsreserves in 2024:
• Herwaarderingsreserves in 2023:
van lagere rentevoeten.
De nettowijziging in de herwaarderingsreserve FVOCI-schuldinstrumenten (-88 miljoen euro) wordt vooral verklaard door de hogere rentevoeten van voornamelijk overheidsobligaties in de meeste landen, deels gecompenseerd door
De nettowijziging in de afdekkingsreserve – kasstroomafdekking (+72 miljoen euro) is voornamelijk te verklaren door
De nettowijziging van de omrekeningsverschillen (-227 miljoen euro) is voornamelijk veroorzaakt door de depreciatie van de Tsjechische kroon en de Hongaarse forint tegenover de euro. Dat is voor een deel gecompenseerd door de afdekking van de netto-investeringen in buitenlandse entiteiten (+42 miljoen euro). Het indekkingsbeleid voor participaties in vreemde valuta beoogt het stabiliseren van de groepskapitaalratio (en niet het eigen vermogen). - De nettowijziging in de verzekeringsfinancieringsbaten of -lasten voor uitgegeven en afgestane (her)verzekeringscontracten (-166 miljoen euro) wordt vooral verklaard door een overheveling van Belgische individuele pensioentoezeggingscontracten vanuit de portefeuille Risk and Savings naar de portefeuille Hybride producten (zie Toelichting 5.6), de daling van de risicovrije rentevoet in euro en het unwinding effect van de uitstaande positieve
De nettowijziging in de herwaarderingsreserve FVOCI-aandelen (+178 miljoen euro) wordt vooral verklaard door
De nettowijziging in toegezegdpensioenregelingen (+69 miljoen euro) wordt voornamelijk verklaard door de impact van de lagere inflatie en het positieve rendement van de fondsenbeleggingen, deels gecompenseerd door de licht
De nettowijziging in de herwaarderingsreserve FVOCI-schuldinstrumenten (+499 miljoen euro) wordt vooral verklaard door de lagere rentevoeten en het unwinding effect van de negatieve uitstaande herwaarderingsreserve. - De nettowijziging in de afdekkingsreserve – kasstroomafdekking (+358 miljoen euro) is voornamelijk te verklaren door het unwinding effect van de negatieve uitstaande afdekkingsreserve en positieve MtM op receiver swaps als gevolg
De nettowijziging van de omrekeningsverschillen (-115 miljoen euro) is voornamelijk veroorzaakt door de depreciatie van de Tsjechische kroon tegenover de euro, deels gecompenseerd door de appreciatie van de Hongaarse forint tegenover de euro. Dat is voor een deel gecompenseerd door de afdekking van de netto-investeringen in buitenlandse entiteiten (+52 miljoen euro). Het indekkingsbeleid voor participaties in vreemde valuta beoogt het
De nettowijziging in de verzekeringsfinancieringsbaten of -lasten voor uitgegeven en afgestane (her)verzekeringscontracten (-422 miljoen euro) wordt vooral verklaard door de gedaalde rentevoeten en het
De nettowijziging in de herwaarderingsreserve FVOCI-aandelen (+159 miljoen euro) wordt vooral verklaard door
De nettowijziging in toegezegdpensioenregelingen (-34 miljoen euro) wordt verklaard door de impact van de lagere discontovoet toegepast op de verplichtingen, deels gecompenseerd door de lagere verwachte inflatie en het
unwinding effect van de uitstaande positieve verzekeringsfinancieringsbaten of -lasten via OCI.
positieve reëlewaardeveranderingen gedreven door gestegen aandelenmarkten.
het unwinding effect van de negatieve uitstaande herwaarderingsreserve.
positieve reëlewaardeveranderingen gedreven door gestegen aandelenmarkten.
het unwinding effect van de negatieve uitstaande afdekkingsreserve.
stabiliseren van de groepskapitaalratio (en niet het eigen vermogen).
verzekeringsfinancieringsbaten of -lasten via OCI.
lagere discontovoet toegepast op de verplichtingen.
positieve rendement van de fondsenbeleggingen.
p. 212
-2
-2
-1
-30
-2
1
7
-1
61
-15
-13
3
0
0
Geconsolideerde gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten
(in miljoenen euro) 2024 2023 RESULTAAT NA BELASTINGEN 3 414 3 401 Toerekenbaar aan minderheidsbelangen -1 -1 Toerekenbaar aan de aandeelhouders van de moedermaatschappij 3 415 3 402 OCI DIE NAAR DE WINST-EN-VERLIESREKENING KAN WORDEN OVERGEBOEKT -370 370 Nettowijziging van de herwaarderingsreserve FVOCI-schuldinstrumenten -88 499 Aanpassingen van de reële waarde vóór belastingen -118 635 Uitgestelde belastingen op wijzigingen van de reële waarde 35 -144 Overboeking van reserve naar nettoresultaat -5 7
Nettowijziging van de afdekkingsreserve (kasstroomafdekkingen) 72 358 Aanpassingen van de reële waarde vóór belastingen -8 387 Uitgestelde belastingen op wijzigingen van de reële waarde 10 -74 Overboeking van reserve naar nettoresultaat 70 45
Nettowijziging van de omrekeningsverschillen -227 -115 Brutobedrag -227 -115 Uitgestelde belastingen 0 0 Afdekking van een netto-investering in buitenlandse entiteiten 42 52 Aanpassingen van de reële waarde vóór belastingen 48 84 Uitgestelde belastingen op wijzigingen van de reële waarde -12 -23 Overboeking van reserve naar nettoresultaat 6 -10
Verzekeringsfinancieringsbaten of -lasten voor uitgegeven (her)verzekeringscontracten -166 -428 Aanpassingen van de huidige waarde vóór belastingen -225 -561 Uitgestelde belastingen op wijzigingen van de huidige waarde 58 134 Overboeking van reserve naar nettoresultaat 0 0
Verzekeringsfinancieringsbaten of -lasten van afgestane herverzekeringscontracten 0 6 Brutobedrag 0 7 Uitgestelde belastingen 0 -2 Nettowijziging m.b.t. geassocieerde ondernemingen en joint ventures 0 0 Brutobedrag 0 0 Uitgestelde belastingen 0 0 Overige mutaties -2 -1 OCI DIE NIET NAAR DE WINST-EN-VERLIESREKENING ZAL WORDEN OVERGEBOEKT 247 125 Nettowijziging van de herwaarderingsreserve FVOCI-aandelen 178 159 Aanpassingen van de reële waarde vóór belastingen 179 161 Uitgestelde belastingen op wijzigingen van de reële waarde -1 -2 Nettowijziging van de toegezegdpensioenregelingen 69 -34 Wijzigingen 92 -43 Uitgestelde belastingen op wijzigingen -23 10 Nettowijziging van het eigen kredietrisico 0 0 Aanpassingen van de reële waarde vóór belastingen 0 0 Uitgestelde belastingen op wijzigingen van de reële waarde 0 0 Nettowijziging m.b.t. geassocieerde ondernemingen en joint ventures 0 0 Wijzigingen 0 0 Uitgestelde belastingen op wijzigingen 0 0 TOTAAL GEREALISEERDE EN NIET-GEREALISEERDE RESULTATEN 3 292 3 896 Toerekenbaar aan minderheidsbelangen -1 -1 Toerekenbaar aan de aandeelhouders van de moedermaatschappij 3 292 3 897
Brutobedrag 101
Brutobedrag 8
Brutobedrag 0
Uitgestelde belastingen 0
(comprehensive income)
Bijzondere waardeverminderingen
Uitgestelde belastingen
Uitgestelde belastingen
Uitgestelde belastingen
Nettowinsten of -verliezen bij vervreemding
| (in miljoenen euro) | Toelichting | 31-12-2024 | 31-12-2023 |
|---|---|---|---|
| ACTIVA | |||
| Geldmiddelen, tegoeden bij centrale banken en andere zichtdeposito's bij kredietinstellingen | – | 46 834 | 34 530 |
| Financiële activa | 4.0 | 318 540 | 306 047 |
| Tegen geamortiseerde kostprijs | 4.0 | 265 875 | 263 625 |
| Gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in OCI | 4.0 | 24 261 | 18 587 |
| Gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en verliesrekening |
4.0 | 28 132 | 23 539 |
| Waarvan aangehouden voor handelsdoeleinden | 4.0 | 10 509 | 8 327 |
| Afdekkingsderivaten | 4.0 | 271 | 295 |
| Afgestane herverzekeringsvorderingen | 5.6 | 119 | 64 |
| Winst/verlies op posities in portefeuilles afgedekt tegen renterisico | – | -1 930 | -2 402 |
| Belastingvorderingen | 5.2 | 1 002 | 900 |
| Actuele belastingvorderingen | 5.2 | 59 | 176 |
| Uitgestelde belastingvorderingen | 5.2 | 942 | 724 |
| Vaste activa aangehouden voor verkoop en groepen activa die worden afgestoten | – | 1 | 4 |
| Investeringen in geassocieerde ondernemingen en joint ventures | 5.3 | 116 | 30 |
| Materiële vaste activa en vastgoedbeleggingen | 5.4 | 3 981 | 3 702 |
| Goodwill en andere immateriële vaste activa | 5.5 | 2 475 | 2 355 |
| Overige activa | 5.1 | 1 911 | 1 691 |
| TOTAAL ACTIVA | 373 048 | 346 921 | |
| VERPLICHTINGEN EN EIGEN VERMOGEN | |||
| Financiële verplichtingen | 4.0 | 328 723 | 303 116 |
| Tegen geamortiseerde kostprijs | 4.0 | 306 050 | 280 874 |
| Gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en verliesrekening |
4.0 | 22 356 | 21 840 |
| Waarvan aangehouden voor handelsdoeleinden | 4.0 | 5 677 | 7 050 |
| Afdekkingsderivaten | 4.0 | 316 | 401 |
| Verplichtingen uit verzekeringscontracten | 5.6 | 17 111 | 16 784 |
| Niet-leven | 5.6 | 3 186 | 2 922 |
| Leven | 5.6 | 13 925 | 13 862 |
| Winst/verlies op posities in portefeuilles afgedekt tegen renterisico | – | -386 | -505 |
| Belastingverplichtingen | 5.2 | 470 | 472 |
| Actuele belastingverplichtingen | 5.2 | 121 | 99 |
| Uitgestelde belastingverplichtingen | 5.2 | 349 | 373 |
| Verplichtingen i.v.m. groepen activa die worden afgestoten | – | 0 | 0 |
| Voorziening voor risico's en kosten | 5.7 | 141 | 183 |
| Overige verplichtingen | 5.8 | 2 678 | 2 611 |
| TOTAAL VERPLICHTINGEN | 348 737 | 322 661 | |
| Totaal eigen vermogen | 5.10 | 24 311 | 24 260 |
| Eigen vermogen van de aandeelhouders | 5.10 | 22 447 | 22 010 |
| Additional tier 1-instrumenten opgenomen in eigen vermogen | 5.10 | 1 864 | 2 250 |
| Minderheidsbelangen | – | 0 | 0 |
| TOTAAL VERPLICHTINGEN EN EIGEN VERMOGEN | 373 048 | 346 921 |
• Een analyse van de belangrijkste posten op de balans vindt u in het deel Verslag van de Raad van Bestuur, onder Ons financieel rapport. De commissaris heeft dat hoofdstuk niet geauditeerd.
p. 214
Geconsolideerde vermogensmutaties
Overboeking van reserve naar overgedragen resultaat
Overboeking van reserve naar overgedragen resultaat
Geplaatst en volgestort aandelenkapitaal
Uitgiftepremie
Saldo aan het begin van het jaar 1 461 5 548 -497 14 332 1 166 22 010 2 250 0 24 260 Aanpassing gerelateerd aan vorige jaren – – – -41 – -41 – – -41 Aangepast saldo aan het begin van het jaar 1 461 5 548 -497 14 290 1 166 21 968 2 250 0 24 219 Nettoresultaat over de periode 0 0 0 3 415 0 3 415 0 -1 3 414 OCI erkend in eigen vermogen over de periode 0 0 0 -2 -121 -123 0 0 -123 Subtotaal 0 0 0 3 413 -121 3 292 0 -1 3 292 Dividenden 0 0 0 -1 942 0 -1 942 0 0 -1 942 Coupon op additional tier 1-instrumenten 0 0 0 -84 0 -84 0 0 -84 Uitgifte/terugkoop additional tier 1-instrumenten 0 0 0 -2 0 -2 -386 0 -388 Kapitaalverhoging 1 16 0 0 0 17 0 0 17
bij realisatie 0 0 0 47 -47 0 0 0 0 Aankoop/verkoop van eigen aandelen 0 0 -803 0 0 -803 0 0 -803 Wijzigingen in scope 0 0 0 0 0 0 0 0 0 Wijzigingen in minderheidsbelangen 0 0 0 0 0 0 0 1 1 Totaal wijzigingen 1 16 -803 1 433 -168 478 -386 0 93 Saldo aan het einde van het jaar 1 462 5 564 -1 300 15 724 997 22 447 1 864 0 24 311
Saldo aan het begin van het jaar 1 461 5 542 0 12 626 690 20 319 1 500 0 21 819 Nettoresultaat over de periode 0 0 0 3 402 0 3 402 0 -1 3 401 OCI erkend in eigen vermogen over de periode 0 0 0 -1 497 495 0 0 495 Subtotaal 0 0 0 3 400 497 3 897 0 -1 3 896 Dividenden 0 0 0 -1 663 0 -1 663 0 0 -1 663 Coupon op additional tier 1-instrumenten 0 0 0 -50 0 -50 0 0 -50 Uitgifte/terugkoop additional tier 1-instrumenten 0 0 0 -3 0 -3 750 0 747 Kapitaalverhoging 0 6 0 0 0 7 0 0 7
bij realisatie 0 0 0 21 -21 0 0 0 0 Aankoop/verkoop van eigen aandelen 0 0 -497 0 0 -497 0 0 -497 Wijzigingen in scope 0 0 0 0 0 0 0 1 1 Wijzigingen in minderheidsbelangen 0 0 0 0 0 0 0 0 0 Totaal wijzigingen 0 6 -497 1 705 476 1 691 750 0 2 441 Saldo aan het einde van het jaar 1 461 5 548 -497 14 332 1 166 22 010 2 250 0 24 260
Samenstelling van de kolom Totaal herwaarderingsreserves uit de vorige tabel (in miljoenen euro) 31-12-2024 31-12-2023 Totaal 997 1 166 Herwaarderingsreserve FVOCI-schuldinstrumenten -684 -596 Herwaarderingsreserve FVOCI-aandelen 353 222 Afdekkingsreserve kasstroomafdekkingen -507 -579 Omrekeningsverschillen -468 -240 Afdekking van een netto-investering in een buitenlandse entiteit 169 127 Wijziging in toegezegdpensioenregelingen 503 434 Eigen kredietrisico via eigen vermogen 0 0 Verzekeringsfinancieringsbaten of -lasten na herverzekering 1 633 1 799
Eigen aandelen
Overgedragen resultaat
Totaal herwaarderingsreserves
Eigen vermogen van aandeelhouders
Additional tier 1 instrumen -ten in eigen vermogen
Minderheidsbelangen
Totaal eigen vermogen
(in miljoenen euro)
2024
2023
p. 214
Geconsolideerde balans
Waarvan aangehouden voor handelsdoeleinden
Waarvan aangehouden voor handelsdoeleinden
Gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in OCI
Gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-
Gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-
financieel rapport. De commissaris heeft dat hoofdstuk niet geauditeerd.
Tegen geamortiseerde kostprijs
Actuele belastingvorderingen
Uitgestelde belastingvorderingen
VERPLICHTINGEN EN EIGEN VERMOGEN
Tegen geamortiseerde kostprijs
Actuele belastingverplichtingen
Uitgestelde belastingverplichtingen
verliesrekening
Afdekkingsderivaten
Niet-leven
Leven
verliesrekening
Afdekkingsderivaten
ACTIVA
(in miljoenen euro) Toelichting 31-12-2024 31-12-2023
Geldmiddelen, tegoeden bij centrale banken en andere zichtdeposito's bij kredietinstellingen – 46 834 34 530 Financiële activa 4.0 318 540 306 047
Afgestane herverzekeringsvorderingen 5.6 119 64 Winst/verlies op posities in portefeuilles afgedekt tegen renterisico – -1 930 -2 402 Belastingvorderingen 5.2 1 002 900
Vaste activa aangehouden voor verkoop en groepen activa die worden afgestoten – 1 4 Investeringen in geassocieerde ondernemingen en joint ventures 5.3 116 30 Materiële vaste activa en vastgoedbeleggingen 5.4 3 981 3 702 Goodwill en andere immateriële vaste activa 5.5 2 475 2 355 Overige activa 5.1 1 911 1 691 TOTAAL ACTIVA 373 048 346 921
Financiële verplichtingen 4.0 328 723 303 116
Verplichtingen uit verzekeringscontracten 5.6 17 111 16 784
Winst/verlies op posities in portefeuilles afgedekt tegen renterisico – -386 -505 Belastingverplichtingen 5.2 470 472
Verplichtingen i.v.m. groepen activa die worden afgestoten – 0 0 Voorziening voor risico's en kosten 5.7 141 183 Overige verplichtingen 5.8 2 678 2 611 TOTAAL VERPLICHTINGEN 348 737 322 661 Totaal eigen vermogen 5.10 24 311 24 260 Eigen vermogen van de aandeelhouders 5.10 22 447 22 010 Additional tier 1-instrumenten opgenomen in eigen vermogen 5.10 1 864 2 250 Minderheidsbelangen – 0 0 TOTAAL VERPLICHTINGEN EN EIGEN VERMOGEN 373 048 346 921
• Een analyse van de belangrijkste posten op de balans vindt u in het deel Verslag van de Raad van Bestuur, onder Ons
4.0
4.0
4.0
4.0
4.0
5.2
5.2
4.0
4.0
4.0
4.0
5.6
5.6
5.2
5.2 265 875
24 261
28 132
10 509
271
59
942
306 050
22 356
5 677
3 186
13 925
121
349
316 263 625
18 587
23 539
8 327
295
176
724
280 874
21 840
7 050
401
2 922
13 862
99
373
| (in miljoenen euro) | Geplaatst en volgestort aandelen |
Uitgifte | Eigen | Overge dragen |
Totaal herwaar derings |
Eigen vermogen van aandeel |
Additional tier 1- instrumen -ten in eigen |
Minder heids |
Totaal eigen |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| 2024 | kapitaal | premie | aandelen | resultaat | reserves | houders | vermogen | belangen | vermogen |
| Saldo aan het begin van het jaar | 1 461 | 5 548 | -497 | 14 332 | 1 166 | 22 010 | 2 250 | 0 | 24 260 |
| Aanpassing gerelateerd aan vorige jaren | – | – | – | -41 | – | -41 | – | – | -41 |
| Aangepast saldo aan het begin van het jaar | 1 461 | 5 548 | -497 | 14 290 | 1 166 | 21 968 | 2 250 | 0 | 24 219 |
| Nettoresultaat over de periode | 0 | 0 | 0 | 3 415 | 0 | 3 415 | 0 | -1 | 3 414 |
| OCI erkend in eigen vermogen over de periode | 0 | 0 | 0 | -2 | -121 | -123 | 0 | 0 | -123 |
| Subtotaal | 0 | 0 | 0 | 3 413 | -121 | 3 292 | 0 | -1 | 3 292 |
| Dividenden | 0 | 0 | 0 | -1 942 | 0 | -1 942 | 0 | 0 | -1 942 |
| Coupon op additional tier 1-instrumenten | 0 | 0 | 0 | -84 | 0 | -84 | 0 | 0 | -84 |
| Uitgifte/terugkoop additional tier 1-instrumenten | 0 | 0 | 0 | -2 | 0 | -2 | -386 | 0 | -388 |
| Kapitaalverhoging | 1 | 16 | 0 | 0 | 0 | 17 | 0 | 0 | 17 |
| Overboeking van reserve naar overgedragen resultaat bij realisatie |
0 | 0 | 0 | 47 | -47 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Aankoop/verkoop van eigen aandelen | 0 | 0 | -803 | 0 | 0 | -803 | 0 | 0 | -803 |
| Wijzigingen in scope | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Wijzigingen in minderheidsbelangen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 1 | 1 |
| Totaal wijzigingen | 1 | 16 | -803 | 1 433 | -168 | 478 | -386 | 0 | 93 |
| Saldo aan het einde van het jaar | 1 462 | 5 564 | -1 300 | 15 724 | 997 | 22 447 | 1 864 | 0 | 24 311 |
| 2023 | |||||||||
| Saldo aan het begin van het jaar | 1 461 | 5 542 | 0 | 12 626 | 690 | 20 319 | 1 500 | 0 | 21 819 |
| Nettoresultaat over de periode | 0 | 0 | 0 | 3 402 | 0 | 3 402 | 0 | -1 | 3 401 |
| OCI erkend in eigen vermogen over de periode | 0 | 0 | 0 | -1 | 497 | 495 | 0 | 0 | 495 |
| Subtotaal | 0 | 0 | 0 | 3 400 | 497 | 3 897 | 0 | -1 | 3 896 |
| Dividenden | 0 | 0 | 0 | -1 663 | 0 | -1 663 | 0 | 0 | -1 663 |
| Coupon op additional tier 1-instrumenten | 0 | 0 | 0 | -50 | 0 | -50 | 0 | 0 | -50 |
| Uitgifte/terugkoop additional tier 1-instrumenten | 0 | 0 | 0 | -3 | 0 | -3 | 750 | 0 | 747 |
| Kapitaalverhoging | 0 | 6 | 0 | 0 | 0 | 7 | 0 | 0 | 7 |
| Overboeking van reserve naar overgedragen resultaat bij realisatie |
0 | 0 | 0 | 21 | -21 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Aankoop/verkoop van eigen aandelen | 0 | 0 | -497 | 0 | 0 | -497 | 0 | 0 | -497 |
| Wijzigingen in scope | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 1 | 1 |
| Wijzigingen in minderheidsbelangen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Totaal wijzigingen | 0 | 6 | -497 | 1 705 | 476 | 1 691 | 750 | 0 | 2 441 |
| Saldo aan het einde van het jaar | 1 461 | 5 548 | -497 | 14 332 | 1 166 | 22 010 | 2 250 | 0 | 24 260 |
| Samenstelling van de kolom Totaal herwaarderingsreserves uit de vorige tabel (in miljoenen euro) | 31-12-2024 | 31-12-2023 |
|---|---|---|
| Totaal | 997 | 1 166 |
| Herwaarderingsreserve FVOCI-schuldinstrumenten | -684 | -596 |
| Herwaarderingsreserve FVOCI-aandelen | 353 | 222 |
| Afdekkingsreserve kasstroomafdekkingen | -507 | -579 |
| Omrekeningsverschillen | -468 | -240 |
| Afdekking van een netto-investering in een buitenlandse entiteit | 169 | 127 |
| Wijziging in toegezegdpensioenregelingen | 503 | 434 |
| Eigen kredietrisico via eigen vermogen | 0 | 0 |
| Verzekeringsfinancieringsbaten of -lasten na herverzekering | 1 633 | 1 799 |
p. 216
Geconsolideerd kasstroomoverzicht
resultaat vóór belastingen m.b.t. beëindigde bedrijfsactiviteiten
winst of verlies uit de vervreemding van beleggingen
wijzigingen in afgestane herverzekeringscontracten
Financiële verplichtingen tegen geamortiseerde kostprijs
Verplichtingen uit verzekeringscontracten
Afgestane herverzekeringsvorderingen
de winst-en-verliesrekening
wijziging in verplichtingen uit verzekeringscontracten (vóór herverzekering)
opbrengsten van geassocieerde ondernemingen en joint ventures
Financiële activa tegen geamortiseerde kostprijs, zonder schuldpapier
Waarvan financiële activa aangehouden voor handelsdoeleinden
Bedrijfsactiva in verband met activa die worden afgestoten en overige activa
Waarvan financiële verplichtingen aangehouden voor handelsdoeleinden
bijzondere waardeverminderingen en afschrijvingen van materiële en immateriële activa,
wijziging in bijzondere waardeverminderingen voor verliezen op leningen en voorschotten
Financiële activa gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in OCI
Financiële activa gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de
Financiële verplichtingen gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in
Bedrijfsverplichtingen in verband met groepen activa die worden afgestoten en overige verplichtingen
Overname van een dochteronderneming of een bedrijfsonderdeel na aftrek van de overgenomen
Opbrengst van de afstoting van een dochteronderneming of bedrijfsonderdeel na aftrek van de afgestoten
BEDRIJFSACTIVITEITEN
vastgoedbeleggingen en effecten
wijzigingen in overige voorzieningen
winst-en-verliesrekening
Afdekkingsderivaten
Afdekkingsderivaten
INVESTERINGSACTIVITEITEN
FINANCIERINGSACTIVITEITEN
overige niet-gerealiseerde winst of verlies
(in miljoenen euro) Verwijzing1 2024 2023
Resultaat vóór belastingen Gecons. w-&-v-rekening 3 941 4 179
Kasstromen uit bedrijfswinst vóór belastingen en vóór wijzigingen in bedrijfsactiva en -verplichtingen – 4 858 4 473 Wijzigingen in bedrijfsactiva (exclusief geldmiddelen en kasequivalenten) – -20 001 -7 709
Wijzigingen in bedrijfsverplichtingen (exclusief geldmiddelen en kasequivalenten) – 25 691 -16 426
Betaalde belastingen 3.11 -699 -532 Nettokasstromen uit of aangewend bij bedrijfsactiviteiten 9 848 -20 194
Aankoop van schuldpapier gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs 4.1 -5 796 -11 124 Opbrengst van de terugbetaling van schuldpapier gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs 4.1 6 876 7 620
geldmiddelen (inclusief stijgingen in participatiepercentages) 6.6 0 -4
geldmiddelen (inclusief dalingen in participatiepercentages) – 0 6 480 Aankoop van aandelen in geassocieerde ondernemingen en joint ventures – -6 -1 Opbrengst van de verkoop van aandelen in geassocieerde ondernemingen en joint ventures – 0 23 Dividenden ontvangen van geassocieerde ondernemingen en joint ventures – 0 0 Aankoop van vastgoedbeleggingen 5.4 -149 -35 Opbrengst van de verkoop van vastgoedbeleggingen 5.4 16 87 Aankoop van immateriële vaste activa (exclusief goodwill) 5.5 -387 -370 Opbrengst van de verkoop van immateriële vaste activa (exclusief goodwill) 5.5 14 3 Aankoop van materiële vaste activa 5.4 -995 -988 Opbrengst van de verkoop van materiële vaste activa 5.4 341 290 Nettokasstromen uit of aangewend bij investeringsactiviteiten -86 1 982
Inkoop of verkoop van eigen aandelen Geconsol. vermogensmut. -803 -497 Uitgifte of terugbetaling van promessen en andere schuldbewijzen 4.1 1 287 5 958 Opbrengst van of terugbetaling van achtergestelde schulden 4.1 224 519 Opbrengst van de uitgifte van aandelenkapitaal Geconsol. vermogensmut. 17 7 Uitgifte van additional tier 1-instrumenten Geconsol. vermogensmut. -388 747 Uitgekeerde dividenden Geconsol. vermogensmut. -1 942 -1 663 Coupon op additional tier 1-instrumenten Geconsol. Vermogensmut. -84 -50 Nettokasstromen uit of aangewend bij financieringsactiviteiten -1 689 5 021
–
–
–
–
Gecons. w-&-v-rekening
3.9, 4.2, 5.4, 5.5
3.9
5.6
5.6
5.7
3.10
4.1
4.1
4.1
4.1
4.1
4.1
4.1
4.1
4.1
5.6
–
0
461
-27
201
-129
17
-2
475
-80
-9 404
-5 670
-4 690
-2 196
23
-44
-217
24 486
836
-92
280
180
-1 355 0
650
-461
-246
-17
90
-145
421
-4 990
-1 208
-1 645
97
246
-44
-68
-16 475
-452
-2 013
212
302
-13
4
Aanpassingen voor –
p. 216
• Uitleg bij de wijzigingen in de herwaarderingsreserves: zie Geconsolideerde gerealiseerde en niet-gerealiseerde
• Aandeelhouderschap: zie deel Verslag van de Raad van Bestuur, in het hoofdstuk Verklaring inzake deugdelijk bestuur. • Aanpassing gerelateerd aan vorige jaren: betreft een aanpassing van de belastingberekening in Tsjechië. Gezien de
• Kapitaalverhogingen, additional tier 1-instrumenten, inkoop van eigen aandelen en aantal aandelen: zie Toelichting 5.10. • De post Dividenden in 2024 (1,9 miljard euro) bevat het slotdividend van 3,15 euro per aandeel en het uitzonderlijk interimdividend van 0,70 euro per aandeel, beide uitbetaald in mei 2024 en het interim-dividend van 1,00 euro per aandeel, uitbetaald in november 2024. De post Dividenden in 2023 (1,7 miljard euro) bevat het slotdividend van 3,00 euro per aandeel, uitbetaald in mei 2023, en het interim-dividend van 1,00 euro per aandeel, uitbetaald in november 2023. • We stellen aan de Algemene Vergadering van 30 april 2025 een totaaldividend voor van 4,85 euro per dividendgerechtigd aandeel met betrekking tot 2024. Dat bedrag omvat 0,70 euro per aandeel die al betaald is in mei 2024, als weerspiegeling van het surpluskapitaal boven de drempel van 15% fully loaded CET1-kapitaal op het einde van 2023, en 4,15 euro per aandeel, bestaande uit een interim-dividend van 1 euro per aandeel dat al betaald is in november 2024 en de resterende 3,15 euro per aandeel die betaald zullen worden in mei 2025. Noteer dat aandelen ingekocht in het kader van het in 2024 afgeronde aandeleninkoopprogramma worden uitgesloten bij de berekening van het aantal dividendgerechtigde aandelen. Zie ook de Verkorte vennootschappelijke jaarrekening, verderop in dit jaarverslag.
relatief beperkte invloed, hebben we de balans en winst-en-verliesrekening niet retroactief aangepast.
resultaten.
| (in miljoenen euro) | Verwijzing1 | 2024 | 2023 |
|---|---|---|---|
| BEDRIJFSACTIVITEITEN | |||
| Resultaat vóór belastingen | Gecons. w-&-v-rekening | 3 941 | 4 179 |
| Aanpassingen voor | – | ||
| resultaat vóór belastingen m.b.t. beëindigde bedrijfsactiviteiten | Gecons. w-&-v-rekening | 0 | 0 |
| bijzondere waardeverminderingen en afschrijvingen van materiële en immateriële activa, | 461 | 650 | |
| vastgoedbeleggingen en effecten | 3.9, 4.2, 5.4, 5.5 | ||
| winst of verlies uit de vervreemding van beleggingen | – | -27 | -461 |
| wijziging in bijzondere waardeverminderingen voor verliezen op leningen en voorschotten | 3.9 | 201 | -17 |
| wijziging in verplichtingen uit verzekeringscontracten (vóór herverzekering) | 5.6 | -129 | -246 |
| wijzigingen in afgestane herverzekeringscontracten | 5.6 | 17 | 90 |
| wijzigingen in overige voorzieningen | 5.7 | -2 | -145 |
| overige niet-gerealiseerde winst of verlies | – | 475 | 421 |
| opbrengsten van geassocieerde ondernemingen en joint ventures | 3.10 | -80 | 4 |
| Kasstromen uit bedrijfswinst vóór belastingen en vóór wijzigingen in bedrijfsactiva en -verplichtingen | – | 4 858 | 4 473 |
| Wijzigingen in bedrijfsactiva (exclusief geldmiddelen en kasequivalenten) | – | -20 001 | -7 709 |
| Financiële activa tegen geamortiseerde kostprijs, zonder schuldpapier | 4.1 | -9 404 | -4 990 |
| Financiële activa gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in OCI | 4.1 | -5 670 | -1 208 |
| Financiële activa gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening |
4.1 | -4 690 | -1 645 |
| Waarvan financiële activa aangehouden voor handelsdoeleinden | 4.1 | -2 196 | 97 |
| Afdekkingsderivaten | 4.1 | 23 | 246 |
| Afgestane herverzekeringsvorderingen | – | -44 | -44 |
| Bedrijfsactiva in verband met activa die worden afgestoten en overige activa | – | -217 | -68 |
| Wijzigingen in bedrijfsverplichtingen (exclusief geldmiddelen en kasequivalenten) | – | 25 691 | -16 426 |
| Financiële verplichtingen tegen geamortiseerde kostprijs | 4.1 | 24 486 | -16 475 |
| Financiële verplichtingen gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in | 4.1 | 836 | -452 |
| de winst-en-verliesrekening | 4.1 | -1 355 | -2 013 |
| Waarvan financiële verplichtingen aangehouden voor handelsdoeleinden | |||
| Afdekkingsderivaten | 4.1 | -92 | 212 |
| Verplichtingen uit verzekeringscontracten | 5.6 | 280 | 302 |
| Bedrijfsverplichtingen in verband met groepen activa die worden afgestoten en overige verplichtingen | – | 180 | -13 |
| Betaalde belastingen | 3.11 | -699 | -532 |
| Nettokasstromen uit of aangewend bij bedrijfsactiviteiten | 9 848 | -20 194 | |
| INVESTERINGSACTIVITEITEN | |||
| Aankoop van schuldpapier gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs | 4.1 | -5 796 | -11 124 |
| Opbrengst van de terugbetaling van schuldpapier gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs | 4.1 | 6 876 | 7 620 |
| Overname van een dochteronderneming of een bedrijfsonderdeel na aftrek van de overgenomen geldmiddelen (inclusief stijgingen in participatiepercentages) |
6.6 | 0 | -4 |
| Opbrengst van de afstoting van een dochteronderneming of bedrijfsonderdeel na aftrek van de afgestoten geldmiddelen (inclusief dalingen in participatiepercentages) |
– | 0 | 6 480 |
| Aankoop van aandelen in geassocieerde ondernemingen en joint ventures | – | -6 | -1 |
| Opbrengst van de verkoop van aandelen in geassocieerde ondernemingen en joint ventures | – | 0 | 23 |
| Dividenden ontvangen van geassocieerde ondernemingen en joint ventures | – | 0 | 0 |
| Aankoop van vastgoedbeleggingen | 5.4 | -149 | -35 |
| Opbrengst van de verkoop van vastgoedbeleggingen | 5.4 | 16 | 87 |
| Aankoop van immateriële vaste activa (exclusief goodwill) | 5.5 | -387 | -370 |
| Opbrengst van de verkoop van immateriële vaste activa (exclusief goodwill) | 5.5 | 14 | 3 |
| Aankoop van materiële vaste activa | 5.4 | -995 | -988 |
| Opbrengst van de verkoop van materiële vaste activa | 5.4 | 341 | 290 |
| Nettokasstromen uit of aangewend bij investeringsactiviteiten | -86 | 1 982 | |
| FINANCIERINGSACTIVITEITEN | |||
| Inkoop of verkoop van eigen aandelen | Geconsol. vermogensmut. | -803 | -497 |
| Uitgifte of terugbetaling van promessen en andere schuldbewijzen | 4.1 | 1 287 | 5 958 |
| Opbrengst van of terugbetaling van achtergestelde schulden | 4.1 | 224 | 519 |
| Opbrengst van de uitgifte van aandelenkapitaal | Geconsol. vermogensmut. | 17 | 7 |
| Uitgifte van additional tier 1-instrumenten | Geconsol. vermogensmut. | -388 | 747 |
| Uitgekeerde dividenden | Geconsol. vermogensmut. | -1 942 | -1 663 |
| Coupon op additional tier 1-instrumenten | Geconsol. Vermogensmut. | -84 | -50 |
| Nettokasstromen uit of aangewend bij financieringsactiviteiten | -1 689 | 5 021 |
| MUTATIE VAN GELDMIDDELEN EN KASEQUIVALENTEN | |||
|---|---|---|---|
| Nettotoename of -afname van geldmiddelen en kasequivalenten | – | 8 072 | -13 191 |
| Geldmiddelen en kasequivalenten aan het begin van het boekjaar | – | 53 961 | 67 481 |
| Gevolgen van wisselkoerswijzigingen op geldmiddelen en kasequivalenten | – | -626 | -330 |
| Geldmiddelen en kasequivalenten aan het einde van de periode | 61 407 | 53 961 | |
| OVERIGE INFORMATIE | |||
| Betaalde rente2 | 3.1 | -14 172 | -14 697 |
| Ontvangen rente2 | 3.1 | 19 746 | 20 170 |
| Ontvangen dividenden (inclusief vermogensmutatiemethode) | 3.2 | 57 | 59 |
| COMPONENTEN VAN GELDMIDDELEN EN KASEQUIVALENTEN | |||
| Geldmiddelen en tegoeden bij centrale banken en andere zichtdeposito's bij kredietinstellingen | Geconsol. balans | 46 834 | 34 530 |
| Termijnleningen aan banken in minder dan drie maanden, zonder reverse repo's | 4.1 | 225 | 222 |
| Reverse repo's met kredietinstellingen en beleggingsondernemingen op maximaal 3 maanden | 4.1 | 20 804 | 25 345 |
| Deposito's van banken terugbetaalbaar op verzoek en onmiddellijk terugbetaalbaar | 4.1 | -6 456 | -6 136 |
| Geldmiddelen en kasequivalenten inbegrepen in groepen activa die worden afgestoten | – | 0 | 0 |
| Totaal | – | 61 407 | 53 961 |
| Waarvan niet beschikbaar | – | 0 | 0 |
1 De toelichtingen waarnaar wordt verwezen, bevatten niet altijd exact de bedragen zoals opgenomen in de kasstroomtabel. Op die bedragen worden immers onder meer correcties aangebracht in het kader van overnames/afstotingen van dochters zoals bepaald in IAS 7.
2 De betaalde en ontvangen rente wordt in dit overzicht gelijkgesteld met de rentelasten en -inkomsten zoals vermeld in de geconsolideerde winst-en-verliesrekening. Gezien de veelheid van onderliggende contracten aan de basis van de rentelasten en -inkomsten zou een exacte bepaling van de effectieve kasstromen een zeer grote administratieve inspanning vragen. Bovendien is het redelijk te veronderstellen dat voor een bank-verzekeraar de effectieve kasstromen niet in belangrijke mate afwijken van de geprorateerde rentelasten en -inkomsten, omdat de meeste renteproducten een periodieke rentebetaling inhouden binnen het jaar.
• KBC brengt verslag uit over kasstromen van bedrijfsactiviteiten volgens de indirecte methode.
p. 218
p. 219
1.0 Toelichtingen in verband met de grondslagen voor financiële
De Raad van Bestuur keurde de geconsolideerde jaarrekening van KBC Groep NV, inclusief alle toelichtingen, op 13 maart 2025 goed voor publicatie. De jaarrekening werd opgesteld volgens de IFRS Accounting Standards zoals goedgekeurd door de Europese Unie (endorsed IFRS) en bevat vergelijkende informatie over een jaar. Alle bedragen zijn uitgedrukt in miljoenen
• De IASB heeft enkele beperkte aanpassingen aan bestaande IFRS-normen gepubliceerd, waarvan de impact voor KBC
De volgende IFRS-normen werden gepubliceerd, maar zijn nog niet van kracht in 2024. KBC zal die normen toepassen zodra
• IFRS 18 (Presentation and Disclosure in Financial Statements), van toepassing vanaf 2027, met beperkte impact op de
• De IASB heeft enkele beperkte aanpassingen aan bestaande IFRS-normen en IFRIC's gepubliceerd. Ze zullen worden toegepast zodra dat verplicht is, maar we gaan er momenteel van uit dat hun impact verwaarloosbaar zal zijn.
Vanaf 1 januari 2024 hebben we onze benadering met meerdere niveaus herzien voor de beoordeling van een significante toename van het kredietrisico. De indicatoren op basis van 12-maands kans op default (Interne rating en Interne rating backstop) werden vervangen door een beoordeling op basis van de kans op default tijdens de looptijd van het contract (LTPD) en een 'watch list'-indicator. KBC paste de herziene benadering voor het eerst toe in het eerste kwartaal van 2024. Dat resulteerde in een vrijval van de ECL van 17 miljoen euro, opgenomen in Bijzondere waardeverminderingen op fin. activa tegen geamortiseerde kostprijs en reële waarde via OCI. Zie ook Toelichting 1.2, onder Significante toename van het
Presentatie van de winst-en-verliesrekening: sinds 2024 geven we de lijnen Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening en Verzekeringsfinancieringsbaten of -lasten (voor uitgegeven verzekeringscontracten) samen weer, met retroactieve aanpassing van de cijfers van 2023. Zie ook
De kredietportefeuille omvat het belangrijkste deel van de financiële activa. Op basis van interne managementrapportering lichten we in het hoofdstuk Hoe beheren we onze risico's? (onder Kredietrisico) de samenstelling en kwaliteit van de kredietportefeuille toe. De door de commissaris geauditeerde delen uit dat hoofdstuk duiden we aan in dat hoofdstuk.
Als bankverzekeringsgroep verstrekt KBC geïntegreerde bank- en verzekeringsinformatie in zijn jaarrekening. Als u geïnteresseerd bent in afzonderlijke informatie over onze bank- en verzekeringsactiviteiten, vindt u dat in het jaarverslag van KBC Bank en van KBC Verzekeringen op www.kbc.com > Investor Relations, onder Informatie over KBC Bank en Informatie
verslaggeving
verwaarloosbaar is.
presentatie en toelichtingen;
kredietrisico sinds de eerste opname.
dat verplicht wordt.
Toelichting 3.3.
over KBC Verzekeringen.
Toelichting 1.1: Verklaring van overeenstemming
euro en afgerond op het miljoen (tenzij anders vermeld).
De volgende normen werden van kracht op 1 januari 2024:
• IFRS 19 (Subsidiaries without public accountability), zonder verwachte impact;
De Raad van Bestuur keurde de geconsolideerde jaarrekening van KBC Groep NV, inclusief alle toelichtingen, op 13 maart 2025 goed voor publicatie. De jaarrekening werd opgesteld volgens de IFRS Accounting Standards zoals goedgekeurd door de Europese Unie (endorsed IFRS) en bevat vergelijkende informatie over een jaar. Alle bedragen zijn uitgedrukt in miljoenen euro en afgerond op het miljoen (tenzij anders vermeld).
De volgende normen werden van kracht op 1 januari 2024:
p. 218
0 0
MUTATIE VAN GELDMIDDELEN EN KASEQUIVALENTEN
COMPONENTEN VAN GELDMIDDELEN EN KASEQUIVALENTEN
aangebracht in het kader van overnames/afstotingen van dochters zoals bepaald in IAS 7.
• Nettokasstromen uit of aangewend bij bedrijfsactiviteiten:
• Nettokasstromen uit of aangewend bij investeringsactiviteiten:
• Nettokasstromen uit of aangewend bij financieringsactiviteiten:
miljard euro uitgegeven en 1,14 miljard euro terugbetaald);
nieuwe additional tier 1-uitgifte (+0,75 miljard euro).
rentelasten en -inkomsten, omdat de meeste renteproducten een periodieke rentebetaling inhouden binnen het jaar.
• KBC brengt verslag uit over kasstromen van bedrijfsactiviteiten volgens de indirecte methode.
door bijkomende investeringen in schuldpapier tegen geamortiseerde kostprijs.
OVERIGE INFORMATIE
Waarvan niet beschikbaar
en termijndeposito's.
Nettotoename of -afname van geldmiddelen en kasequivalenten – 8 072 -13 191 Geldmiddelen en kasequivalenten aan het begin van het boekjaar – 53 961 67 481 Gevolgen van wisselkoerswijzigingen op geldmiddelen en kasequivalenten – -626 -330 Geldmiddelen en kasequivalenten aan het einde van de periode – 61 407 53 961
Betaalde rente2 3.1 -14 172 -14 697 Ontvangen rente2 3.1 19 746 20 170 Ontvangen dividenden (inclusief vermogensmutatiemethode) 3.2 57 59
Geldmiddelen en tegoeden bij centrale banken en andere zichtdeposito's bij kredietinstellingen Geconsol. balans 46 834 34 530 Termijnleningen aan banken in minder dan drie maanden, zonder reverse repo's 4.1 225 222 Reverse repo's met kredietinstellingen en beleggingsondernemingen op maximaal 3 maanden 4.1 20 804 25 345 Deposito's van banken terugbetaalbaar op verzoek en onmiddellijk terugbetaalbaar 4.1 -6 456 -6 136 Geldmiddelen en kasequivalenten inbegrepen in groepen activa die worden afgestoten – 0 0 Totaal – 61 407 53 961
–
1 De toelichtingen waarnaar wordt verwezen, bevatten niet altijd exact de bedragen zoals opgenomen in de kasstroomtabel. Op die bedragen worden immers onder meer correcties
omvatten in 2024 onder meer een groei van klantendeposito's (deels gerelateerd aan de recuperatie van de uitstroom naar de Belgische staatsbon in 2023) en een sterke stijging van repo's, deels tenietgedaan door een daling van deposito's van kredietinstellingen (inclusief de terugbetaling van de resterende 2,6 miljard euro TLTRO III) en
omvatten in 2023 onder meer een gedeeltelijke terugbetaling van TLTRO III (12,9 miljard euro), lagere zicht- en spaardeposito (deels door de uitstroom naar de Belgische staatsbon in september 2023), lagere repo's en toegenomen hypotheekleningen en termijnkredieten, deels gecompenseerd door de groei van depositocertificaten
omvatten in 2024 onder meer bijkomende netto-investeringen in (im)materiële vaste activa (-1 160 miljoen euro), deels
omvatten in 2023 onder meer de kasopbrengsten van de afronding van de verkoop in Ierland, deels tenietgedaan
omvatten in 2024 onder meer de dividenduitkering (-1,9 miljard euro), de inkoop van eigen aandelen (-0,8 miljard euro), de uitgifte of terugbetaling van promessen en andere schuldbewijzen (+1,3 miljard euro; KBC Ifima, KBC Groep NV en KBC Bank NV tekenden voor het grootste deel van het bedrag, de ontwikkeling in 2024 heeft vooral te maken met 3,4 miljard euro uitgiften en 2,4 miljard euro terugbetalingen). Verder werden de nettokasstromen met betrekking tot financieringsactiviteiten geïmpacteerd door de uitgifte van achtergestelde schulden (+0,2 miljard waarbij 1,5 miljard uitgiftes en 1,4 miljard terugbetalingen; KBC Groep NV tekende voor het grootste deel van het bedrag) en AT1 (+0,75
omvatten in 2023 onder meer de dividenduitkering (-1,7 miljard euro), de inkoop van eigen aandelen (-0,5 miljard euro), de uitgifte of terugbetaling van promessen en andere schuldbewijzen (+6,0 miljard euro; KBC Ifima, KBC Groep NV, ČSOB in Tsjechië en KBC Bank NV tekenden voor het grootste deel van het bedrag, de ontwikkeling in 2023 heeft vooral te maken met 8,6 miljard euro uitgiften en 2,7 miljard euro terugbetalingen), de uitgifte of terugbetaling van achtergestelde schulden (+0,5 miljard euro; KBC Groep NV tekende voor het grootste deel van het bedrag) en een
2 De betaalde en ontvangen rente wordt in dit overzicht gelijkgesteld met de rentelasten en -inkomsten zoals vermeld in de geconsolideerde winst-en-verliesrekening. Gezien de veelheid van onderliggende contracten aan de basis van de rentelasten en -inkomsten zou een exacte bepaling van de effectieve kasstromen een zeer grote administratieve inspanning vragen. Bovendien is het redelijk te veronderstellen dat voor een bank-verzekeraar de effectieve kasstromen niet in belangrijke mate afwijken van de geprorateerde
depositocertificaten naast een stijging van leningen en voorschotten aan klanten en schuldinstrumenten;
tenietgedaan door een daling van schuldpapier tegen geamortiseerde kostprijs (+1 080 miljoen euro);
• De IASB heeft enkele beperkte aanpassingen aan bestaande IFRS-normen gepubliceerd, waarvan de impact voor KBC verwaarloosbaar is.
De volgende IFRS-normen werden gepubliceerd, maar zijn nog niet van kracht in 2024. KBC zal die normen toepassen zodra dat verplicht wordt.
Vanaf 1 januari 2024 hebben we onze benadering met meerdere niveaus herzien voor de beoordeling van een significante toename van het kredietrisico. De indicatoren op basis van 12-maands kans op default (Interne rating en Interne rating backstop) werden vervangen door een beoordeling op basis van de kans op default tijdens de looptijd van het contract (LTPD) en een 'watch list'-indicator. KBC paste de herziene benadering voor het eerst toe in het eerste kwartaal van 2024. Dat resulteerde in een vrijval van de ECL van 17 miljoen euro, opgenomen in Bijzondere waardeverminderingen op fin. activa tegen geamortiseerde kostprijs en reële waarde via OCI. Zie ook Toelichting 1.2, onder Significante toename van het kredietrisico sinds de eerste opname.
Presentatie van de winst-en-verliesrekening: sinds 2024 geven we de lijnen Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening en Verzekeringsfinancieringsbaten of -lasten (voor uitgegeven verzekeringscontracten) samen weer, met retroactieve aanpassing van de cijfers van 2023. Zie ook Toelichting 3.3.
De kredietportefeuille omvat het belangrijkste deel van de financiële activa. Op basis van interne managementrapportering lichten we in het hoofdstuk Hoe beheren we onze risico's? (onder Kredietrisico) de samenstelling en kwaliteit van de kredietportefeuille toe. De door de commissaris geauditeerde delen uit dat hoofdstuk duiden we aan in dat hoofdstuk.
Als bankverzekeringsgroep verstrekt KBC geïntegreerde bank- en verzekeringsinformatie in zijn jaarrekening. Als u geïnteresseerd bent in afzonderlijke informatie over onze bank- en verzekeringsactiviteiten, vindt u dat in het jaarverslag van KBC Bank en van KBC Verzekeringen op www.kbc.com > Investor Relations, onder Informatie over KBC Bank en Informatie over KBC Verzekeringen.
De algemene boekhoudkundige principes van KBC Groep NV ('KBC') zijn gebaseerd op de IFRS Accounting Standards, zoals goedgekeurd door de Europese Unie, en op de IFRS-grondslagen. De jaarrekening van KBC is gebaseerd op de going concern-veronderstelling. KBC presenteert elke belangrijke categorie van soortgelijke posten afzonderlijk. Ongelijksoortige posten worden afzonderlijk gepresenteerd, tenzij ze niet van wezenlijk belang zijn, en posten worden alleen gesaldeerd als de IFRS in kwestie dat expliciet voorschrijft of toestaat.
KBC past met ingang van 1 januari 2018 alle voorschriften van IFRS 9 toe, met uitzondering van afdekkingstransacties (hedge accounting), die nog altijd worden geboekt in overeenstemming met IAS 39.
Opname: financiële activa en verplichtingen worden in de balans opgenomen als KBC een betrokken partij wordt bij de contractuele bepalingen van de instrumenten. Aan- en verkopen van financiële activa die volgens standaardmarktconventies worden afgewikkeld, worden in de balans opgenomen op de afwikkelingsdatum. Alle financiële activa, behalve de financiële activa die worden gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening, worden bij hun eerste opname in de balans gewaardeerd tegen reële waarde vermeerderd met de transactiekosten die rechtstreeks zijn toe te rekenen aan hun verwerving.
Niet langer opnemen en herziening: KBC zal een financieel actief niet langer opnemen in de balans wanneer de contractueel vastgelegde kasstromen uit het actief aflopen of wanneer KBC zijn contractuele rechten op het ontvangen van de kasstromen uit het financiële actief overdraagt in een transactie waarbij nagenoeg alle risico's en voordelen van eigendom worden overgedragen. Als de voorwaarden wijzigen tijdens de looptijd van een financieel actief, beoordeelt KBC of de nieuwe voorwaarden aanzienlijk verschillen van de oorspronkelijke voorwaarden en of de wijziging inhoudt dat de oorspronkelijke rechten op de kasstromen uit het instrument zijn verlopen. Als wordt besloten dat de voorwaarden aanzienlijk verschillen, wordt de transactie verwerkt als het niet langer opnemen van een financieel actief, wat inhoudt dat het bestaande financiële actief uit de balans wordt verwijderd en een nieuw financieel actief wordt opgenomen op basis van de gewijzigde voorwaarden. Als KBC daarentegen oordeelt dat de voorwaarden niet aanzienlijk verschillen, wordt de transactie geboekt als herziening van een financieel actief.
Afschrijvingen: KBC schrijft de brutoboekwaarde af van financiële activa (of het deel van de brutoboekwaarde) die het oninbaar acht. Dat betekent dat er geen redelijke verwachting is dat KBC enige rente of kapitaal tijdig zal terugkrijgen. De timing van afschrijvingen hangt af van verschillende factoren, waaronder de portefeuille, het bestaan en type van onderpand, het afwikkelingsproces in elke jurisdictie en de lokale wetgeving. Als een lening oninbaar is, wordt de brutoboekwaarde direct afgeschreven tegen de overeenkomstige bijzondere waardevermindering. Recuperaties van eerder afgeschreven bedragen worden opgenomen als terugnemingen van bijzondere waardeverminderingen in de winst-enverliesrekening. KBC maakt een onderscheid tussen afschrijvingen met het oog op financiële rapportering (die nog steeds onderworpen zijn aan kredietuitvoering) en kwijtschelding van schulden. Dit laatste houdt in dat het wettelijke recht om de uitstaande schuld van de klant geheel of gedeeltelijk terug te vorderen, vervalt.
Bij de eerste opname van een financieel actief beoordeelt KBC eerst de contractuele voorwaarden van het instrument om het te classificeren als een aandeel of een schuldinstrument. Onder aandeel wordt elk contract verstaan op grond waarvan een overblijvend belang in de nettoactiva van een andere entiteit wordt verkregen. Om na te gaan of aan die voorwaarde is voldaan, controleert KBC of het instrument niet gepaard gaat met een contractuele verplichting voor de emittent om geldmiddelen te leveren of financiële activa of financiële verplichtingen te ruilen met een andere entiteit onder voorwaarden die potentieel nadelig zijn voor de emittent. Instrumenten die niet voldoen aan de criteria om als aandeel te worden aangemerkt, classificeert KBC als schuldinstrument, tenzij het derivaten betreft.
p. 220
Classificatie en waardering – schuldinstrumenten
winst-en-verliesrekening (FVO);
rentebetalingen op de uitstaande hoofdsom.
beide onderstaande voorwaarden voldoet:
aangeduid voor waardering tegen FVO:
kasstromen te ontvangen.
Businessmodelbeoordeling
verkopen;
van KBC;
• gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs (AC).
categorieën worden ondergebracht:
Als KBC besluit dat een financieel actief een schuldinstrument is, kan het bij eerste opname in een van de volgende
verplicht gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in winst of verlies (MFVPL) – dit
bij eerste opname aangeduid als gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de
• gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de niet-gerealiseerde resultaten (FVOCI);
Schuldinstrumenten moeten worden geclassificeerd in de categorie FVPL als (i) ze niet worden aangehouden binnen een bedrijfsmodel dat erop gericht is activa aan te houden om contractuele kasstromen te ontvangen of binnen een bedrijfsmodel waarvan het doel wordt bereikt door zowel contractuele kasstromen te ontvangen als financiële activa te verkopen, of (ii) ze worden aangehouden binnen een dergelijk bedrijfsmodel, maar de contractuele voorwaarden van het instrument op bepaalde data aanleiding geven tot kasstromen die niet uitsluitend bestaan uit aflossingen en
Voorts kan KBC in sommige gevallen een financieel actief dat anderszins voldoet aan de voorwaarden om te worden gewaardeerd tegen AC of FVOCI, bij eerste opname onherroepelijk aanduiden als gewaardeerd tegen reële waarde (FVO),
Een schuldinstrument wordt alleen gewaardeerd tegen FVOCI als het niet is aangeduid voor waardering tegen FVO en aan
• Het actief wordt aangehouden binnen een bedrijfsmodel waarvan het doel wordt bereikt door zowel contractuele
• Op bepaalde data geven de contractvoorwaarden van het financiële actief aanleiding tot kasstromen die uitsluitend
Een schuldinstrument wordt alleen gewaardeerd tegen AC als het aan beide onderstaande voorwaarden voldoet en niet is
• Het actief wordt aangehouden binnen een bedrijfsmodel dat erop gericht is activa aan te houden om contractuele
• Op bepaalde data geven de contractvoorwaarden van het financiële actief aanleiding tot kasstromen die uitsluitend
Het bedrijfsmodel wordt beoordeeld om te bepalen of schuldinstrumenten moeten worden gewaardeerd tegen AC of FVOCI. Bij die beoordeling licht KBC op portefeuilleniveau de doelstelling door van het bedrijfsmodel waarin een actief wordt aangehouden, omdat dit het best weerspiegelt hoe de bedrijfsactiviteiten worden beheerd en informatie aan het
• het beleid en de doelstellingen die voor de portefeuille zijn vooropgesteld en hoe dat beleid in de praktijk wordt gebracht, en in het bijzonder of de strategie van het management erop is gericht contractuele rente-inkomsten te verwerven, een bepaald renteprofiel in stand te houden, de rentegevoeligheid van de financiële activa in overeenstemming te houden met die van de verplichtingen waarmee die activa zijn gefinancierd, of kasstromen te realiseren door de activa te
• hoe de prestatie van de portefeuille wordt beoordeeld en gerapporteerd aan het Directiecomité en de Raad van Bestuur
• de risico's die de prestaties van het bedrijfsmodel (en van de binnen dat bedrijfsmodel aangehouden financiële activa)
• hoe bestuurders van het bedrijf worden vergoed – bijvoorbeeld of de vergoeding is gebaseerd op de reële waarde van
• de frequentie, het volume en het tijdstip van de verkopen in voorgaande perioden, de redenen voor die verkopen en de verwachtingen van KBC betreffende toekomstige verkoopactiviteiten. Informatie over de verkopen wordt evenwel niet afzonderlijk in aanmerking genomen, maar als onderdeel van een globale beoordeling van hoe het doel dat KBC met het
Financiële activa die worden aangehouden voor handelsdoeleinden of waarvan de prestaties worden beoordeeld op basis van de reële waarde, worden gewaardeerd tegen FVPL, omdat ze niet worden aangehouden om contractuele kasstromen
beheer van de financiële activa beoogt, wordt bereikt en van hoe kasstromen worden gerealiseerd.
te ontvangen, noch om zowel contractuele kasstromen te ontvangen als financiële activa te verkopen.
• gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in winst of verlies (FVPL):
bevat ook instrumenten aangehouden voor handelsdoeleinden (HFT);
als die keuze een boekhoudkundige mismatch voorkomt of aanzienlijk beperkt.
bestaan uit aflossingen en rentebetalingen op de uitstaande hoofdsom.
bestaan uit aflossingen en rentebetalingen op de uitstaande hoofdsom.
management wordt verstrekt. De in aanmerking genomen informatie behelst:
de beheerde activa, dan wel op de ontvangen contractuele kasstromen; en
beïnvloeden en hoe die risico's worden beheerd;
kasstromen te ontvangen als financiële activa te verkopen.
Als KBC besluit dat een financieel actief een schuldinstrument is, kan het bij eerste opname in een van de volgende categorieën worden ondergebracht:
Schuldinstrumenten moeten worden geclassificeerd in de categorie FVPL als (i) ze niet worden aangehouden binnen een bedrijfsmodel dat erop gericht is activa aan te houden om contractuele kasstromen te ontvangen of binnen een bedrijfsmodel waarvan het doel wordt bereikt door zowel contractuele kasstromen te ontvangen als financiële activa te verkopen, of (ii) ze worden aangehouden binnen een dergelijk bedrijfsmodel, maar de contractuele voorwaarden van het instrument op bepaalde data aanleiding geven tot kasstromen die niet uitsluitend bestaan uit aflossingen en rentebetalingen op de uitstaande hoofdsom.
Voorts kan KBC in sommige gevallen een financieel actief dat anderszins voldoet aan de voorwaarden om te worden gewaardeerd tegen AC of FVOCI, bij eerste opname onherroepelijk aanduiden als gewaardeerd tegen reële waarde (FVO), als die keuze een boekhoudkundige mismatch voorkomt of aanzienlijk beperkt.
Een schuldinstrument wordt alleen gewaardeerd tegen FVOCI als het niet is aangeduid voor waardering tegen FVO en aan beide onderstaande voorwaarden voldoet:
Een schuldinstrument wordt alleen gewaardeerd tegen AC als het aan beide onderstaande voorwaarden voldoet en niet is aangeduid voor waardering tegen FVO:
p. 220
Toelichting 1.2: Belangrijkste grondslagen voor financiële verslaggeving
accounting), die nog altijd worden geboekt in overeenstemming met IAS 39.
met de transactiekosten die rechtstreeks zijn toe te rekenen aan hun verwerving.
uitstaande schuld van de klant geheel of gedeeltelijk terug te vorderen, vervalt.
aangemerkt, classificeert KBC als schuldinstrument, tenzij het derivaten betreft.
Financiële activa – opname en niet langer opnemen in de balans
de IFRS in kwestie dat expliciet voorschrijft of toestaat.
geboekt als herziening van een financieel actief.
Classificatie van schuldinstrumenten en aandelen
De algemene boekhoudkundige principes van KBC Groep NV ('KBC') zijn gebaseerd op de IFRS Accounting Standards, zoals goedgekeurd door de Europese Unie, en op de IFRS-grondslagen. De jaarrekening van KBC is gebaseerd op de going concern-veronderstelling. KBC presenteert elke belangrijke categorie van soortgelijke posten afzonderlijk. Ongelijksoortige posten worden afzonderlijk gepresenteerd, tenzij ze niet van wezenlijk belang zijn, en posten worden alleen gesaldeerd als
KBC past met ingang van 1 januari 2018 alle voorschriften van IFRS 9 toe, met uitzondering van afdekkingstransacties (hedge
Opname: financiële activa en verplichtingen worden in de balans opgenomen als KBC een betrokken partij wordt bij de contractuele bepalingen van de instrumenten. Aan- en verkopen van financiële activa die volgens standaardmarktconventies worden afgewikkeld, worden in de balans opgenomen op de afwikkelingsdatum. Alle financiële activa, behalve de financiële activa die worden gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening, worden bij hun eerste opname in de balans gewaardeerd tegen reële waarde vermeerderd
Niet langer opnemen en herziening: KBC zal een financieel actief niet langer opnemen in de balans wanneer de contractueel vastgelegde kasstromen uit het actief aflopen of wanneer KBC zijn contractuele rechten op het ontvangen van de kasstromen uit het financiële actief overdraagt in een transactie waarbij nagenoeg alle risico's en voordelen van eigendom worden overgedragen. Als de voorwaarden wijzigen tijdens de looptijd van een financieel actief, beoordeelt KBC of de nieuwe voorwaarden aanzienlijk verschillen van de oorspronkelijke voorwaarden en of de wijziging inhoudt dat de oorspronkelijke rechten op de kasstromen uit het instrument zijn verlopen. Als wordt besloten dat de voorwaarden aanzienlijk verschillen, wordt de transactie verwerkt als het niet langer opnemen van een financieel actief, wat inhoudt dat het bestaande financiële actief uit de balans wordt verwijderd en een nieuw financieel actief wordt opgenomen op basis van de gewijzigde voorwaarden. Als KBC daarentegen oordeelt dat de voorwaarden niet aanzienlijk verschillen, wordt de transactie
Afschrijvingen: KBC schrijft de brutoboekwaarde af van financiële activa (of het deel van de brutoboekwaarde) die het oninbaar acht. Dat betekent dat er geen redelijke verwachting is dat KBC enige rente of kapitaal tijdig zal terugkrijgen. De timing van afschrijvingen hangt af van verschillende factoren, waaronder de portefeuille, het bestaan en type van onderpand, het afwikkelingsproces in elke jurisdictie en de lokale wetgeving. Als een lening oninbaar is, wordt de brutoboekwaarde direct afgeschreven tegen de overeenkomstige bijzondere waardevermindering. Recuperaties van eerder afgeschreven bedragen worden opgenomen als terugnemingen van bijzondere waardeverminderingen in de winst-enverliesrekening. KBC maakt een onderscheid tussen afschrijvingen met het oog op financiële rapportering (die nog steeds onderworpen zijn aan kredietuitvoering) en kwijtschelding van schulden. Dit laatste houdt in dat het wettelijke recht om de
Bij de eerste opname van een financieel actief beoordeelt KBC eerst de contractuele voorwaarden van het instrument om het te classificeren als een aandeel of een schuldinstrument. Onder aandeel wordt elk contract verstaan op grond waarvan een overblijvend belang in de nettoactiva van een andere entiteit wordt verkregen. Om na te gaan of aan die voorwaarde is voldaan, controleert KBC of het instrument niet gepaard gaat met een contractuele verplichting voor de emittent om geldmiddelen te leveren of financiële activa of financiële verplichtingen te ruilen met een andere entiteit onder voorwaarden die potentieel nadelig zijn voor de emittent. Instrumenten die niet voldoen aan de criteria om als aandeel te worden
Algemeen / Basisprincipe
Financiële activa
Het bedrijfsmodel wordt beoordeeld om te bepalen of schuldinstrumenten moeten worden gewaardeerd tegen AC of FVOCI. Bij die beoordeling licht KBC op portefeuilleniveau de doelstelling door van het bedrijfsmodel waarin een actief wordt aangehouden, omdat dit het best weerspiegelt hoe de bedrijfsactiviteiten worden beheerd en informatie aan het management wordt verstrekt. De in aanmerking genomen informatie behelst:
Financiële activa die worden aangehouden voor handelsdoeleinden of waarvan de prestaties worden beoordeeld op basis van de reële waarde, worden gewaardeerd tegen FVPL, omdat ze niet worden aangehouden om contractuele kasstromen te ontvangen, noch om zowel contractuele kasstromen te ontvangen als financiële activa te verkopen.
Beoordeling of contractuele kasstromen uitsluitend aflossingen en rentebetalingen op de uitstaande hoofdsom betreffen (SPPI)
In het kader van deze beoordeling wordt 'hoofdsom' gedefinieerd als de reële waarde van het financiële actief bij eerste opname. 'Rente' wordt gedefinieerd als een vergoeding voor de tijdswaarde van geld, voor het tijdens een bepaalde periode aan de uitstaande hoofdsom verbonden kredietrisico en voor andere met kredietverlening samenhangende basisrisico's en -kosten (bv. het liquiditeitsrisico en administratieve kosten), en als winstmarge. Om te beoordelen of contractuele kasstromen uitsluitend bestaan uit aflossingen en rentebetalingen op de uitstaande hoofdsom, houdt KBC rekening met de contractvoorwaarden van het instrument, wat een beoordeling inhoudt of het financiële actief een contractvoorwaarde bevat die het tijdstip of het bedrag van contractuele kasstromen kan wijzigen waardoor het instrument niet aan deze voorwaarde zou voldoen. Bij die beoordeling houdt KBC rekening met:
Financiële activa worden na hun eerste opname niet geherclassificeerd, behalve in een periode volgend op een besluit van KBC om zijn bedrijfsmodel voor het beheer van financiële activa te wijzigen, wat zich kan voordoen wanneer KBC een voor zijn bedrijfsactiviteiten belangrijke activiteit begint of stopt (bv. wanneer KBC een bedrijfsactiviteit verwerft, afstoot of beëindigt). De herclassificatie gaat in bij aanvang van de verslagperiode die onmiddellijk volgt op de wijziging.
Financiële aandelen worden ondergebracht in een van de volgende categorieën:
Er geldt een weerlegbaar vermoeden dat alle aandelen worden beschouwd als FVOCI als ze niet worden aangehouden voor handelsdoeleinden of een voorwaardelijke vergoeding in een bedrijvencombinatie waarop IFRS 3 van toepassing is. De keuze om eigenvermogensinstrumenten op te nemen in de categorie FVOCI is onherroepelijk bij eerste opname en kan gebeuren per instrument, wat door KBC wordt geïnterpreteerd als per aandeel. Als FVOCI geclassificeerde aandelen worden nadien gewaardeerd tegen reële waarde met opname van alle waardeveranderingen in de niet-gerealiseerde resultaten en kunnen niet worden overgeboekt naar de winst-en-verliesrekening, zelfs niet wanneer het instrument van de hand wordt gedaan. De enige uitzondering betreft dividendinkomsten, die worden opgenomen in de winst-en-verliesrekening onder de post Dividendinkomsten.
KBC kan derivaten opnemen voor handelsdoeleinden of voor afdekkingsdoeleinden. Derivaten kunnen, afhankelijk van hun actuele marktwaarde, als activa of verplichtingen worden geboekt.
Derivaten worden altijd gewaardeerd tegen reële waarde en KBC maakt het volgende onderscheid:
Afdekkingsderivaten zijn derivaten die uitdrukkelijk zijn aangewezen als onderdeel van een afdekkingsconstructie. Het proces voor de boeking van dergelijke derivaten wordt uitvoerig beschreven in Afdekkingstransacties.
p. 222
Financiële activa – Bijzondere waardeverminderingen
• Er is een aanzienlijke verslechtering van de kredietwaardigheid. • Het actief is aangemerkt als actief dat geen rente meer opbouwt.
• De aan de klant verleende kredietopening is beëindigd.
waarbij sprake is van default', dat ook daadwerkelijk zijn.
toepassing op de volgende financiële activa:
• vorderingen voor financiële leasing, • handels- en overige vorderingen.
Model van te verwachten kredietverliezen (ECL) – algemeen
• financiële activa gewaardeerd tegen AC en tegen FVOCI,
waardeverminderingen in de winst-en-verliesrekening.
• verplichtingen uit hoofde van leningen en financiëlegarantiecontracten,
Voor beleggingen in aandelen worden geen te verwachten verliezen berekend.
actief aan de definitie van default voldoet, wordt het ondergebracht in categorie 3.
• KBC heeft de rechtbank verzocht de kredietnemer failliet te verklaren.
KBC hanteert dezelfde definitie van het begrip financiële activa waarbij sprake is van default als voor interne risicobeheerdoeleinden, in overeenstemming met de leidraden en standaarden van toezichthouders van de financiële sector. Bij een financieel actief is er sprake van default wanneer aan minstens een van de volgende voorwaarden is voldaan:
• Het actief is een geherstructureerd actief en voldoet aan de criteria van default volgens het interne beleid inzake herstructurering (bijvoorbeeld wanneer aan een geherstructureerd actief dat nog niet de defaultstatus heeft, binnen een periode van twee jaar na het toekennen van een eerste herstructurering een extra herstructurering wordt toegekend, of
KBC hanteert een 'backstop' voor kredietopeningen met een betalingsachterstand van 90 dagen of meer. Onder 'backstop' wordt in dit kader een laatste controle verstaan om te garanderen dat alle activa die moeten worden aangemerkt als 'activa
Het toepassingsgebied van het ECL-model is gebaseerd op de classificatie van de financiële activa. Het model is van
Op financiële activa waarop het ECL-model van toepassing is, wordt een bijzondere waardevermindering geboekt ten belope van de tijdens de looptijd te verwachten kredietverliezen als het kredietrisico na de eerste opname significant toeneemt. In andere gevallen komt de voorziening voor verliezen overeen met de binnen twaalf maanden te verwachten
Om een onderscheid te maken tussen de verschillende categorieën met het oog op de kwantificering van de te verwachten kredietverliezen, gebruikt KBC de internationaal aanvaarde terminologie voor de indeling van financiële activa in 'stages' of categorieën: categorie 1, categorie 2 en categorie 3. Tenzij het activa met verminderde kredietwaardigheid betreft, worden alle financiële activa bij eerste opname geclassificeerd in categorie 1 en geboekt met de binnen twaalf maanden te verwachten kredietverliezen. Zodra zich een significante toename van het kredietrisico voordoet na de eerste opname, wordt het actief ondergebracht in categorie 2 en geboekt met de tijdens de looptijd te verwachten kredietverliezen. Zodra een
Voor handelsvorderingen staat IFRS 9 het gebruik van een praktisch hulpmiddel toe. De te verwachten kredietverliezen voor handelsvorderingen kunnen worden gewaardeerd als een bedrag dat overeenkomt met hun tijdens de looptijd te
Bijzondere waardeverminderingswinsten en -verliezen op financiële activa worden opgenomen onder de noemer Bijzondere
Financiële activa die worden gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs worden in de balans gepresenteerd tegen hun nettoboekwaarde, die overeenkomt met de brutoboekwaarde verminderd met de bijzondere waardeverminderingen. Schuldinstrumenten gewaardeerd tegen FVOCI worden in de balans gepresenteerd tegen hun boekwaarde, die overeenkomt met hun reële waarde op de verslagdatum. De aanpassing voor te verwachten verliezen wordt opgenomen
kredietverliezen (zie hierna voor nadere toelichting van het begrip 'significante toename van het kredietrisico').
verwachten kredietverliezen. KBC past dit praktische hulpmiddel toe op handels- en overige vorderingen.
als een herclassificatie-aanpassing tussen de winst-en-verliesrekening en de niet-gerealiseerde resultaten.
• De tegenpartij heeft het faillissement of een gelijkaardige bescherming tegen haar schuldeisers aangevraagd.
wanneer een dergelijk actief binnen de twee jaar meer dan 30 dagen achterstallig wordt).
Het ECL-model wordt gebruikt om bijzondere waardeverminderingen van financiële activa te meten.
Definitie van default
KBC hanteert dezelfde definitie van het begrip financiële activa waarbij sprake is van default als voor interne risicobeheerdoeleinden, in overeenstemming met de leidraden en standaarden van toezichthouders van de financiële sector. Bij een financieel actief is er sprake van default wanneer aan minstens een van de volgende voorwaarden is voldaan:
KBC hanteert een 'backstop' voor kredietopeningen met een betalingsachterstand van 90 dagen of meer. Onder 'backstop' wordt in dit kader een laatste controle verstaan om te garanderen dat alle activa die moeten worden aangemerkt als 'activa waarbij sprake is van default', dat ook daadwerkelijk zijn.
Het ECL-model wordt gebruikt om bijzondere waardeverminderingen van financiële activa te meten.
Het toepassingsgebied van het ECL-model is gebaseerd op de classificatie van de financiële activa. Het model is van toepassing op de volgende financiële activa:
p. 222
Beoordeling of contractuele kasstromen uitsluitend aflossingen en rentebetalingen op de uitstaande hoofdsom betreffen
In het kader van deze beoordeling wordt 'hoofdsom' gedefinieerd als de reële waarde van het financiële actief bij eerste opname. 'Rente' wordt gedefinieerd als een vergoeding voor de tijdswaarde van geld, voor het tijdens een bepaalde periode aan de uitstaande hoofdsom verbonden kredietrisico en voor andere met kredietverlening samenhangende basisrisico's en -kosten (bv. het liquiditeitsrisico en administratieve kosten), en als winstmarge. Om te beoordelen of contractuele kasstromen uitsluitend bestaan uit aflossingen en rentebetalingen op de uitstaande hoofdsom, houdt KBC rekening met de contractvoorwaarden van het instrument, wat een beoordeling inhoudt of het financiële actief een contractvoorwaarde bevat die het tijdstip of het bedrag van contractuele kasstromen kan wijzigen waardoor het instrument niet aan deze
• voorwaarden die de vordering van KBC op kasstromen uit nader omschreven activa beperken (bv. overeenkomsten
Financiële activa worden na hun eerste opname niet geherclassificeerd, behalve in een periode volgend op een besluit van KBC om zijn bedrijfsmodel voor het beheer van financiële activa te wijzigen, wat zich kan voordoen wanneer KBC een voor zijn bedrijfsactiviteiten belangrijke activiteit begint of stopt (bv. wanneer KBC een bedrijfsactiviteit verwerft, afstoot of
• verplicht gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in winst of verlies (MFVPL): dit bevat
• aandelen waarvoor gekozen is voor waardering tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de
Er geldt een weerlegbaar vermoeden dat alle aandelen worden beschouwd als FVOCI als ze niet worden aangehouden voor handelsdoeleinden of een voorwaardelijke vergoeding in een bedrijvencombinatie waarop IFRS 3 van toepassing is. De keuze om eigenvermogensinstrumenten op te nemen in de categorie FVOCI is onherroepelijk bij eerste opname en kan gebeuren per instrument, wat door KBC wordt geïnterpreteerd als per aandeel. Als FVOCI geclassificeerde aandelen worden nadien gewaardeerd tegen reële waarde met opname van alle waardeveranderingen in de niet-gerealiseerde resultaten en kunnen niet worden overgeboekt naar de winst-en-verliesrekening, zelfs niet wanneer het instrument van de hand wordt gedaan. De enige uitzondering betreft dividendinkomsten, die worden opgenomen in de winst-en-verliesrekening onder de post
KBC kan derivaten opnemen voor handelsdoeleinden of voor afdekkingsdoeleinden. Derivaten kunnen, afhankelijk van hun
• Derivaten die worden aangehouden met het oog op afdekking, maar waarvoor geen hedge accounting wordt (kan worden) toegepast (economische afdekkingen): afdekkingsinstrumenten kunnen worden verworven om een externe blootstelling economisch af te dekken zonder toepassing van hedge accounting. De rentecomponent van die derivaten wordt opgenomen onder Nettorente-inkomsten, terwijl alle andere wijzigingen in de reële waarde worden opgenomen onder Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van de waardeveranderingen in de
• Derivaten die niet worden aangehouden met het oog op afdekking (handelsderivaten): KBC-entiteiten kunnen ook derivatencontracten aangaan die niet tot doel hebben een positie economisch af te dekken. Dat kan gebeuren in het kader van de nakende sluiting of verkoop van een externe positie of om op korte termijn winst te nemen. Alle wijzigingen in de reële waarde (inclusief interest) van dergelijke derivaten worden opgenomen onder Nettoresultaat uit financiële
Afdekkingsderivaten zijn derivaten die uitdrukkelijk zijn aangewezen als onderdeel van een afdekkingsconstructie. Het proces
instrumenten tegen reële waarde met verwerking van de waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening.
• kenmerken die de vergoeding voor de tijdswaarde van geld wijzigen (bv. periodieke herziening van de rente).
beëindigt). De herclassificatie gaat in bij aanvang van de verslagperiode die onmiddellijk volgt op de wijziging.
voorwaarde zou voldoen. Bij die beoordeling houdt KBC rekening met:
Financiële aandelen worden ondergebracht in een van de volgende categorieën:
alleen de eigenvermogensinstrumenten aangehouden voor handelsdoeleinden (HFT);
Classificatie en waardering – derivaten (handelsdoeleinden en afdekkingsdoeleinden)
Derivaten worden altijd gewaardeerd tegen reële waarde en KBC maakt het volgende onderscheid:
voor de boeking van dergelijke derivaten wordt uitvoerig beschreven in Afdekkingstransacties.
actuele marktwaarde, als activa of verplichtingen worden geboekt.
• voorwaarden voor vervroegde aflossing en verlenging;
aangaande activa zonder verhaalrechten); en
Classificatie en waardering – aandelen
niet-gerealiseerde resultaten (FVOCI).
• onvoorziene gebeurtenissen die het tijdstip of het bedrag van de kasstromen kunnen wijzigen;
(SPPI)
• hefboomwerking;
Herclassificaties
Dividendinkomsten.
Derivaten voor handelsdoeleinden
winst-en-verliesrekening.
Afdekkingsderivaten
Voor beleggingen in aandelen worden geen te verwachten verliezen berekend.
Op financiële activa waarop het ECL-model van toepassing is, wordt een bijzondere waardevermindering geboekt ten belope van de tijdens de looptijd te verwachten kredietverliezen als het kredietrisico na de eerste opname significant toeneemt. In andere gevallen komt de voorziening voor verliezen overeen met de binnen twaalf maanden te verwachten kredietverliezen (zie hierna voor nadere toelichting van het begrip 'significante toename van het kredietrisico').
Om een onderscheid te maken tussen de verschillende categorieën met het oog op de kwantificering van de te verwachten kredietverliezen, gebruikt KBC de internationaal aanvaarde terminologie voor de indeling van financiële activa in 'stages' of categorieën: categorie 1, categorie 2 en categorie 3. Tenzij het activa met verminderde kredietwaardigheid betreft, worden alle financiële activa bij eerste opname geclassificeerd in categorie 1 en geboekt met de binnen twaalf maanden te verwachten kredietverliezen. Zodra zich een significante toename van het kredietrisico voordoet na de eerste opname, wordt het actief ondergebracht in categorie 2 en geboekt met de tijdens de looptijd te verwachten kredietverliezen. Zodra een actief aan de definitie van default voldoet, wordt het ondergebracht in categorie 3.
Voor handelsvorderingen staat IFRS 9 het gebruik van een praktisch hulpmiddel toe. De te verwachten kredietverliezen voor handelsvorderingen kunnen worden gewaardeerd als een bedrag dat overeenkomt met hun tijdens de looptijd te verwachten kredietverliezen. KBC past dit praktische hulpmiddel toe op handels- en overige vorderingen.
Bijzondere waardeverminderingswinsten en -verliezen op financiële activa worden opgenomen onder de noemer Bijzondere waardeverminderingen in de winst-en-verliesrekening.
Financiële activa die worden gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs worden in de balans gepresenteerd tegen hun nettoboekwaarde, die overeenkomt met de brutoboekwaarde verminderd met de bijzondere waardeverminderingen. Schuldinstrumenten gewaardeerd tegen FVOCI worden in de balans gepresenteerd tegen hun boekwaarde, die overeenkomt met hun reële waarde op de verslagdatum. De aanpassing voor te verwachten verliezen wordt opgenomen als een herclassificatie-aanpassing tussen de winst-en-verliesrekening en de niet-gerealiseerde resultaten.
In overeenstemming met het ECL-model worden financiële activa geboekt met de tijdens de looptijd te verwachten kredietverliezen zodra hun kredietrisico na de eerste opname significant toeneemt. Bijgevolg bepaalt de beoordeling van wat een significante toename van het kredietrisico is, hoe financiële activa in categorieën worden ingedeeld. De beoordeling van een significante toename van het kredietrisico is een relatieve beoordeling op basis van het kredietrisico dat bij de eerste opname werd toegewezen. Dit is een beoordeling op grond van meerdere factoren en bijgevolg heeft KBC een benadering met meerdere niveaus ontwikkeld voor de obligatieportefeuille enerzijds en de kredietportefeuille anderzijds.
Voor de obligatieportefeuille bestaat de benadering uit drie niveaus:
Als geen van deze triggers leidt tot een overgang naar categorie 2, blijft de obligatie in categorie 1. Een financieel actief wordt geacht tot categorie 3 te behoren zodra het aan de definitie van default voldoet. De benadering met meerdere niveaus is symmetrisch, wat betekent dat obligaties die zijn overgeheveld naar categorie 2 of 3, kunnen terugkeren naar categorie 1 of 2 als op een volgende verslagdatum niet meer wordt voldaan aan de voorwaarden die tot de overheveling hebben geleid.
Voor de kredietportefeuille gebruikt KBC een benadering met vijf niveaus. Deze benadering met meerdere niveaus is een getrapt systeem (als de beoordeling van het eerste niveau niet leidt tot overheveling naar categorie 2, wordt het tweede niveau beoordeeld, enz.). Als na beoordeling van alle niveaus overheveling naar categorie 2 niet nodig is gebleken, blijft het krediet in categorie 1.
Een financieel actief dat onder het ECL-model valt, wordt geacht tot categorie 3 te behoren zodra het aan de definitie van default voldoet. De benadering met meerdere niveaus is symmetrisch, wat betekent dat kredieten die zijn overgeheveld naar categorie 2 of 3, kunnen terugkeren naar categorie 1 of 2 als op een volgende verslagdatum niet meer wordt voldaan aan de voorwaarden die tot de overheveling hebben geleid.
p. 224
Waardering van te verwachten kredietverliezen
• een objectief en kansgewogen bedrag;
• de tijdswaarde van geld; en
omstandigheden.
POCI)
De te verwachten kredietverliezen (ECL) worden berekend als het product van de kans op wanbetaling (PD), de geraamde
• informatie over gebeurtenissen uit het verleden, de heersende omstandigheden en prognoses van economische
De tijdens de looptijd te verwachten kredietverliezen komen overeen met de som van alle tijdens de looptijd te verwachten kredietverliezen, gedisconteerd tegen de oorspronkelijke effectieve rentevoet. De binnen de twaalf maanden te verwachten kredietverliezen komen overeen met het deel van de tijdens de looptijd te verwachten kredietverliezen dat voortvloeit uit een
KBC gebruikt specifieke IFRS 9-modellen voor PD, EAD en LGD om de ECL te berekenen. In de mate van het mogelijke en om de efficiëntie te bevorderen, gebruikt KBC modelvormingstechnieken die vergelijkbaar zijn met de technieken die werden ontwikkeld voor prudentiële doeleinden (de Baselmodellen). Meer informatie over de kredietrisicomodellen die KBC heeft ontwikkeld, vindt u in het deel Internal Modelling van het Risk Report op www.kbc.com. KBC ziet er niettemin op toe dat de
Voor de leningen die in default zijn, wordt de ECL eveneens berekend als het product van PD, EAD en LGD. Maar in dit specifieke geval wordt de PD bepaald op 100%, is de EAD bekend gezien de defaultstatus en houdt de LGD rekening met de
KBC gebruikt de IRB en gestandaardiseerde modellen om de Basel PD toe te wijzen, die vervolgens dient als input voor de IFRS 9 ECL-berekeningen en staging. Als er geen Basel PD-model is met een vergelijkbare scope als die van het IFRS 9-model, wordt voor alle faciliteiten in de portefeuille de op lange termijn waargenomen default rate als PD gebruikt. Voor portefeuilles met een lage default rate kan het voorkomen dat er zich in de beschouwde periode geen of slechts een klein aantal wanbetalingen heeft voorgedaan. In dat geval wordt de PD bepaald op basis van deskundige input en externe ratings. KBC houdt bij de berekening van de ECL rekening met toekomstgerichte informatie via macro-economische variabelen en op basis van de beoordeling door het management van eventuele idiosyncratische gebeurtenissen. De hoofdeconoom van KBC ontwikkelt drie verschillende macro-economische scenario's (basis, optimistisch en pessimistisch) voor alle KBCkernlanden en bepaalt voor elk scenario een overeenkomstige waarschijnlijkheid. Elk kwartaal herziet KBC de economische scenario's en de toegekende wegingen die worden gebruikt voor de berekening van de ECL, op basis van de input van de hoofdeconoom. De integratie van de macro-economische variabelen in deze scenario's in de PD-, EAD- en LGD-
De maximale periode voor waardering van de te verwachten kredietverliezen is de maximale contractuele periode (inclusief verlengingsopties), behalve voor specifieke financiële activa die bestaan uit een opgenomen en een opvraagbaar nietopgenomen bedrag, waarbij de blootstelling aan het kredietrisico niet beperkt wordt tot de contractuele periode door de contractuele mogelijkheid van KBC om terugbetaling van het opgenomen bedrag te vragen en het niet-opgenomen bedrag
Verworven of gecreëerde financiële activa met verminderde kredietwaardigheid (Purchased or Originated Credit impaired,
KBC definieert verworven of gecreëerde financiële activa met verminderde kredietwaardigheid (POCI) als financiële activa waarop bijzondere waardevermindering conform IFRS 9 van toepassing is en waarbij reeds bij de creatie sprake was van default (d.w.z. die op dat ogenblik aan de definitie van default beantwoordden). POCI-activa worden bij eerste opname gewaardeerd tegen een bedrag na aftrek van bijzondere waardeverminderingen en worden gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs op basis van een effectieve interestvoet die aangepast wordt voor de kredietwaardigheid. In latere verslagperiodes worden alle wijzigingen aan de tijdens de looptijd te verwachten kredietverliezen opgenomen in de winsten-verliesrekening. Gunstige wijzigingen worden opgenomen als een terugname van waardeverminderingen, zelfs als de tijdens de looptijd te verwachten kredietverliezen op de verslagdatum lager zijn dan die op het moment van uitgifte.
• KBC maakt geen gebruik van de voorzichtigheidsmarges die de toezichthouder voor de Baselmodellen voorschrijft. • KBC brengt aanpassingen aan om rekening te houden met de impact van macro-economische factoren op het resultaat om te garanderen dat de IFRS 9-modellen een raming op een bepaald tijdstip weerspiegelen (point-in-time) en geen
blootstelling op het moment van wanbetaling (EAD) en het verlies bij wanbetaling (LGD).
raming over de hele cyclus (through-the-cycle), zoals vereist door de toezichthouder.
componenten van de ECL-berekening is gebaseerd op statistische correlatie in historische datasets.
te annuleren. Alleen voor dergelijke activa kan de waarderingsperiode langer zijn dan de contractuele periode.
De te verwachten kredietverliezen worden berekend als weergave van:
default binnen de periode van twaalf maanden na de verslagdatum.
• KBC maakt in de modellen gebruik van macro-economische prognoses.
Baselmodellen worden aangepast om te voldoen aan IFRS 9:
netto actuele waarde van het (niet-)recupereerbare bedrag.
De te verwachten kredietverliezen (ECL) worden berekend als het product van de kans op wanbetaling (PD), de geraamde blootstelling op het moment van wanbetaling (EAD) en het verlies bij wanbetaling (LGD).
De te verwachten kredietverliezen worden berekend als weergave van:
p. 224
Significante toename van het kredietrisico sinds de eerste opname
Benadering met meerdere
is een verhoging met 200%.
hebben geleid.
Kredietportefeuille
krediet in categorie 1.
van een bedrijf dat in gebreke is gebleven).
categorie, is een verhoging met 200%.
niveaus –
Voor de obligatieportefeuille bestaat de benadering uit drie niveaus:
uitzondering voor obligaties met een investment grade-rating.
In overeenstemming met het ECL-model worden financiële activa geboekt met de tijdens de looptijd te verwachten kredietverliezen zodra hun kredietrisico na de eerste opname significant toeneemt. Bijgevolg bepaalt de beoordeling van wat een significante toename van het kredietrisico is, hoe financiële activa in categorieën worden ingedeeld. De beoordeling van een significante toename van het kredietrisico is een relatieve beoordeling op basis van het kredietrisico dat bij de eerste opname werd toegewezen. Dit is een beoordeling op grond van meerdere factoren en bijgevolg heeft KBC een benadering
• Uitzondering voor laag kredietrisico: obligaties worden altijd geboekt met de binnen de twaalf maanden te verwachten kredietverliezen als ze op de verslagdatum een laag kredietrisico hebben (d.w.z. categorie 1). KBC gebruikt deze
• Kans op default tijdens de looptijd van het contract (LTPD) (alleen van toepassing als niet aan het eerste niveau wordt voldaan): dit is een relatieve beoordeling die de kans op default tijdens de looptijd (LTPD) bij de eerste opname vergelijkt met die op de verslagdatum. De relatieve verandering van de LTPD die aanleiding geeft tot een wijziging van categorie,
• Beoordeling door het bestuur: tot slot bestudeert en beoordeelt het bestuur de significante toename van het kredietrisico van financiële activa op individueel niveau (tegenpartij) en op portefeuilleniveau, wanneer wordt geconcludeerd dat er in de eerste twee niveaus van de benadering met meerdere niveaus onvoldoende rekening wordt gehouden met idiosyncratische gebeurtenissen. Voorbeelden van idiosyncratische gebeurtenissen zijn onverwachte ontwikkelingen in de macro-economische omgeving (bijvoorbeeld de coronacrisis), onzekerheden over geopolitieke gebeurtenissen (bijvoorbeeld een oorlog) en de secundaire impact van belangrijke defaults (bv. op leveranciers, klanten en medewerkers
Als geen van deze triggers leidt tot een overgang naar categorie 2, blijft de obligatie in categorie 1. Een financieel actief wordt geacht tot categorie 3 te behoren zodra het aan de definitie van default voldoet. De benadering met meerdere niveaus is symmetrisch, wat betekent dat obligaties die zijn overgeheveld naar categorie 2 of 3, kunnen terugkeren naar categorie 1 of 2 als op een volgende verslagdatum niet meer wordt voldaan aan de voorwaarden die tot de overheveling
Voor de kredietportefeuille gebruikt KBC een benadering met vijf niveaus. Deze benadering met meerdere niveaus is een getrapt systeem (als de beoordeling van het eerste niveau niet leidt tot overheveling naar categorie 2, wordt het tweede niveau beoordeeld, enz.). Als na beoordeling van alle niveaus overheveling naar categorie 2 niet nodig is gebleken, blijft het
• Kans op default tijdens de looptijd van het contract (LTPD): de LTPD wordt gebruikt als de voornaamste maatstaf om een toename van het kredietrisico te beoordelen. Dit is een relatieve beoordeling die de kans op default tijdens de looptijd (LTPD) bij de eerste opname vergelijkt met die op de verslagdatum. KBC voert de beoordeling voor elke verslagperiode uit op het niveau van de faciliteit. De relatieve verandering van de LTPD die aanleiding geeft tot een wijziging van
• Kredietherstructurering: geherstructureerde financiële activa worden altijd beschouwd als categorie 2, tenzij ze reeds aan
• Aantal dagen betalingsachterstand: KBC gebruikt de 'backstop' zoals omschreven in de standaard. Een financieel actief
• Watchlist: KBC gebruikt het watchlist-criterium als 'backstop' voor zijn kredietportefeuille om naar categorie 2 over te hevelen. De watchlist bevat kredieten met een verhoogd kredietrisico, maar die (nog) niet zijn geklasseerd als default/non-performing en die onderworpen zijn aan een verscherpte opvolging en beoordeling door de bank. KBC voert
• Beoordeling door het bestuur: tot slot bestudeert en beoordeelt het bestuur de significante toename van het kredietrisico van financiële activa op individueel niveau (tegenpartij) en op portefeuilleniveau, wanneer wordt geconcludeerd dat er in de eerste vier niveaus van de benadering met meerdere niveaus onvoldoende rekening wordt gehouden met
Een financieel actief dat onder het ECL-model valt, wordt geacht tot categorie 3 te behoren zodra het aan de definitie van default voldoet. De benadering met meerdere niveaus is symmetrisch, wat betekent dat kredieten die zijn overgeheveld naar categorie 2 of 3, kunnen terugkeren naar categorie 1 of 2 als op een volgende verslagdatum niet meer wordt voldaan aan
de definitie van default voldoen. In dat geval worden ze overgeheveld naar categorie 3.
met meer dan 30 dagen betalingsachterstand wordt overgeheveld naar categorie 2.
die beoordeling voor elke verslagperiode uit op klantniveau.
de voorwaarden die tot de overheveling hebben geleid.
idiosyncratische gebeurtenissen (zie hierboven voor enkele voorbeelden).
met meerdere niveaus ontwikkeld voor de obligatieportefeuille enerzijds en de kredietportefeuille anderzijds.
obligatieportefeuille
• informatie over gebeurtenissen uit het verleden, de heersende omstandigheden en prognoses van economische omstandigheden.
De tijdens de looptijd te verwachten kredietverliezen komen overeen met de som van alle tijdens de looptijd te verwachten kredietverliezen, gedisconteerd tegen de oorspronkelijke effectieve rentevoet. De binnen de twaalf maanden te verwachten kredietverliezen komen overeen met het deel van de tijdens de looptijd te verwachten kredietverliezen dat voortvloeit uit een default binnen de periode van twaalf maanden na de verslagdatum.
KBC gebruikt specifieke IFRS 9-modellen voor PD, EAD en LGD om de ECL te berekenen. In de mate van het mogelijke en om de efficiëntie te bevorderen, gebruikt KBC modelvormingstechnieken die vergelijkbaar zijn met de technieken die werden ontwikkeld voor prudentiële doeleinden (de Baselmodellen). Meer informatie over de kredietrisicomodellen die KBC heeft ontwikkeld, vindt u in het deel Internal Modelling van het Risk Report op www.kbc.com. KBC ziet er niettemin op toe dat de Baselmodellen worden aangepast om te voldoen aan IFRS 9:
Voor de leningen die in default zijn, wordt de ECL eveneens berekend als het product van PD, EAD en LGD. Maar in dit specifieke geval wordt de PD bepaald op 100%, is de EAD bekend gezien de defaultstatus en houdt de LGD rekening met de netto actuele waarde van het (niet-)recupereerbare bedrag.
KBC gebruikt de IRB en gestandaardiseerde modellen om de Basel PD toe te wijzen, die vervolgens dient als input voor de IFRS 9 ECL-berekeningen en staging. Als er geen Basel PD-model is met een vergelijkbare scope als die van het IFRS 9-model, wordt voor alle faciliteiten in de portefeuille de op lange termijn waargenomen default rate als PD gebruikt. Voor portefeuilles met een lage default rate kan het voorkomen dat er zich in de beschouwde periode geen of slechts een klein aantal wanbetalingen heeft voorgedaan. In dat geval wordt de PD bepaald op basis van deskundige input en externe ratings.
KBC houdt bij de berekening van de ECL rekening met toekomstgerichte informatie via macro-economische variabelen en op basis van de beoordeling door het management van eventuele idiosyncratische gebeurtenissen. De hoofdeconoom van KBC ontwikkelt drie verschillende macro-economische scenario's (basis, optimistisch en pessimistisch) voor alle KBCkernlanden en bepaalt voor elk scenario een overeenkomstige waarschijnlijkheid. Elk kwartaal herziet KBC de economische scenario's en de toegekende wegingen die worden gebruikt voor de berekening van de ECL, op basis van de input van de hoofdeconoom. De integratie van de macro-economische variabelen in deze scenario's in de PD-, EAD- en LGDcomponenten van de ECL-berekening is gebaseerd op statistische correlatie in historische datasets.
De maximale periode voor waardering van de te verwachten kredietverliezen is de maximale contractuele periode (inclusief verlengingsopties), behalve voor specifieke financiële activa die bestaan uit een opgenomen en een opvraagbaar nietopgenomen bedrag, waarbij de blootstelling aan het kredietrisico niet beperkt wordt tot de contractuele periode door de contractuele mogelijkheid van KBC om terugbetaling van het opgenomen bedrag te vragen en het niet-opgenomen bedrag te annuleren. Alleen voor dergelijke activa kan de waarderingsperiode langer zijn dan de contractuele periode.
KBC definieert verworven of gecreëerde financiële activa met verminderde kredietwaardigheid (POCI) als financiële activa waarop bijzondere waardevermindering conform IFRS 9 van toepassing is en waarbij reeds bij de creatie sprake was van default (d.w.z. die op dat ogenblik aan de definitie van default beantwoordden). POCI-activa worden bij eerste opname gewaardeerd tegen een bedrag na aftrek van bijzondere waardeverminderingen en worden gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs op basis van een effectieve interestvoet die aangepast wordt voor de kredietwaardigheid. In latere verslagperiodes worden alle wijzigingen aan de tijdens de looptijd te verwachten kredietverliezen opgenomen in de winsten-verliesrekening. Gunstige wijzigingen worden opgenomen als een terugname van waardeverminderingen, zelfs als de tijdens de looptijd te verwachten kredietverliezen op de verslagdatum lager zijn dan die op het moment van uitgifte.
De berekening van de te verwachten kredietverliezen (en de significante toename van het kredietrisico sinds de eerste opname) vereist een verregaande oordeelsvorming over verschillende aspecten, waaronder de financiële situatie en aflossingscapaciteit van de kredietnemer, de realiseerbare waarde van waarborgen, prognoses en macro-economische informatie. KBC past een neutrale, onbevooroordeelde benadering toe ten aanzien van onzekerheden en bij het nemen van beslissingen op basis van verregaande oordeelsvorming.
Geldmiddelen omvat contanten en direct opvraagbare deposito's, zoals cheques, kasmiddelen en saldi bij centrale banken en andere banken.
Financiële instrumenten of hun componenten worden bij eerste opname geclassificeerd als verplichting of als eigen vermogen op grond van de bepalingen van de contractuele overeenkomsten en de definities van financiële verplichtingen en eigenvermogensinstrumenten. Een financieel instrument wordt geclassificeerd als een verplichting als:
Een financieel instrument wordt geclassificeerd als een aandeel als aan geen van beide voorwaarden is voldaan. In dat geval wordt het administratief verwerkt zoals beschreven onder Eigen vermogen.
KBC neemt een financiële verplichting op wanneer het partij wordt bij de contractuele bepalingen van het betreffende instrument. Dat is gewoonlijk de datum waarop de vergoeding in de vorm van geldmiddelen of een ander financieel actief wordt ontvangen. Bij eerste opname wordt de financiële verplichting gewaardeerd tegen reële waarde verminderd met de transactiekosten die direct aan de uitgifte van het instrument kunnen worden toegerekend, behalve voor financiële verplichtingen die worden gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-enverliesrekening.
Financiële verplichtingen worden niet langer in de balans opgenomen wanneer ze tenietgaan, dat wil zeggen wanneer de in het contract vastgelegde verplichting nagekomen of ontbonden wordt, dan wel afloopt. KBC kan de financiële verplichting ook niet langer in de balans opnemen en een nieuwe financiële verplichting in de balans opnemen wanneer een ruil plaatsvindt tussen KBC en de kredietgevers van de financiële verplichting, waarbij sprake is van aanzienlijk afwijkende voorwaarden of als er aanzienlijke wijzigingen zijn aan de voorwaarden van een bestaande financiële verplichting. Om te bepalen of de voorwaarden verschillen, vergelijkt KBC de contante waarde van de kasstromen onder de nieuwe voorwaarden, met inbegrip van het saldo van betaalde en ontvangen provisies gedisconteerd tegen de oorspronkelijke effectieve rentevoet, met de contante waarde van de resterende kasstromen van de oorspronkelijke financiële verplichting. Als het verschil 10% of meer bedraagt, neemt KBC de oorspronkelijke financiële verplichting niet langer op in de balans en neemt het een nieuwe financiële verplichting op. Wanneer een ruil van schuldinstrumenten of de wijziging van voorwaarden wordt geboekt als schulddelging, worden gemaakte kosten of provisies opgenomen als deel van de winst of het verlies op de gedelgde schuld.
KBC brengt opgenomen financiële verplichtingen onder in drie verschillende categorieën, zoals voorgeschreven door IFRS 9: • Financiële verplichtingen aangehouden voor handelsdoeleinden (HFT). Dit zijn financiële verplichtingen die hoofdzakelijk worden aangegaan om winst te behalen uit prijsschommelingen op korte termijn of uit de handelsmarge. Een verplichting wordt ook beschouwd als voor handelsdoeleinden aangehouden als ze deel uitmaakt van een portefeuille van afzonderlijk door de handelsdesk voor handelsdoeleinden aangehouden financiële instrumenten waarvoor een recent patroon bestaat van winstnemingen op korte termijn. Voor handelsdoeleinden aangehouden verplichtingen kunnen verplichtingen zijn in de vorm van derivaten, shortposities in schuldinstrumenten en aandelen, termijndeposito's en schuldcertificaten. Verplichtingen in de vorm van derivaten worden door KBC opgedeeld in derivaten voor handelsdoeleinden en derivaten voor afdekkingsdoeleinden, net als bij activa in de vorm van derivaten. Bij eerste opname worden voor handelsdoeleinden aangehouden verplichtingen gewaardeerd tegen reële waarde. Op het einde van de verslagperiode worden voor handelsdoeleinden aangehouden verplichtingen in de vorm van derivaten gewaardeerd tegen reële waarde. Aanpassingen van de reële waarde worden altijd opgenomen in de winst-en-verliesrekening.
p. 226
p. 227
• Financiële verplichtingen bij eerste opname door de entiteit aangewezen als tegen reële waarde gewaardeerd met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening (FVO). Krachtens IFRS 9 kan een financiële verplichting of groep van financiële verplichtingen bij eerste opname worden gewaardeerd tegen reële waarde, waarbij veranderingen in de reële waarde worden opgenomen in de winst-en-verliesrekening, met uitzondering van veranderingen in de reële waarde die betrekking hebben op veranderingen in het eigen kredietrisico, die afzonderlijk worden gepresenteerd in de niet-gerealiseerde resultaten. KBC gebruikt de waardering tegen reële waarde om de
beheerd op basis van de reële waarde: KBC waardeert een financiële verplichting of een groep van financiële verplichtingen tegen reële waarde wanneer die wordt beheerd en de prestaties ervan worden beoordeeld op basis van de reële waarde. Ze wordt gebruikt voor de administratieve verwerking van (ontbundelde) depositocomponenten
boekhoudkundige mismatch: waardering tegen reële waarde mag worden gebruikt wanneer dat een opname- of waarderingsinconsistentie voorkomt of aanzienlijk beperkt die anders zou zijn ontstaan als de waardering van activa of verplichtingen of de opname van de winsten en verliezen hierop op basis van verschillende grondslagen had
hybride instrumenten: een financieel instrument wordt als hybride beschouwd wanneer het een of meer besloten derivaten omvat die geen nauw verband vertonen met het basiscontract. Waardering tegen reële waarde kan worden gebruikt wanneer het niet mogelijk is om de in een contract besloten derivaten zonder nauw verband te scheiden van het basiscontract, in welk geval het volledige hybride instrument mag worden aangeduid als gewaardeerd tegen reële waarde. Dat betekent dat zowel de in het contract besloten derivaten als het basiscontract worden gewaardeerd tegen reële waarde. KBC gebruikt deze mogelijkheid wanneer gestructureerde producten besloten derivaten zonder nauw verband met het basiscontract omvatten. In dat geval worden zowel het
• Financiële verplichtingen gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs (AC). KBC classificeert de meeste van zijn financiële verplichtingen in deze categorie, ook de financiële verplichtingen die worden gebruikt om handelsactiviteiten te financieren maar zelf niet voor handelsdoeleinden bestemd zijn (bv. uitgegeven obligaties). Deze financiële verplichtingen worden bij eerste opname gewaardeerd tegen kostprijs, wat overeenkomt met de reële waarde van de ontvangen vergoeding, inclusief transactiekosten. Later worden ze gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs, wat overeenkomt met het bedrag waartegen de financieringsverplichting bij eerste opname werd gewaardeerd, verminderd met de hoofdsomaflossingen en vermeerderd of verminderd met de cumulatieve amortisatie van het eventuele verschil tussen dat eerste bedrag en het aflossingsbedrag. Het verschil tussen het ter beschikking gestelde bedrag en de nominale waarde wordt pro rata temporis opgenomen als een rentelast. De reeds opgelopen maar nog niet betaalde
Voor financiële verplichtingen gewaardeerd tegen reële waarde schrijft IFRS 9 voor dat de financiële verplichting bij eerste opname tegen reële waarde moet worden gewaardeerd. Latere veranderingen in de reële waarde worden opgenomen in de winst-en-verliesrekening, met uitzondering van veranderingen in het eigen kredietrisico, die afzonderlijk worden
Dienovereenkomstig worden ontwikkelingen in de reële waarde van de verplichting op verschillende plaatsen gepresenteerd: veranderingen in het eigen kredietrisico worden gepresenteerd in de niet-gerealiseerde resultaten en alle andere veranderingen in reële waarde worden gepresenteerd in de winst-en-verliesrekening onder Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening. De in de nietgerealiseerde resultaten opgenomen bedragen met betrekking tot het eigen kredietrisico worden niet overgeboekt naar de winst-en-verliesrekening, zelfs niet als de verplichting niet langer in de balans wordt opgenomen en de bedragen worden gerealiseerd. Hoewel overboeking niet is toegelaten, hevelt KBC de in de niet-gerealiseerde resultaten opgenomen bedragen wel over naar het overgedragen resultaat in het eigen vermogen wanneer de verplichting niet langer in de balans wordt opgenomen. De enige situatie waarin opname van het eigen kredietrisico in de niet-gerealiseerde resultaten niet wordt toegepast, is wanneer dat een boekhoudkundige mismatch in de winst-en-verliesrekening zou veroorzaken. Dat kan zich voordoen wanneer er een nauw economisch verband bestaat tussen de tegen reële waarde gewaardeerde financiële verplichting (waarvoor het eigen kredietrisico is opgenomen in de niet-gerealiseerde resultaten) en het financiële actief, waarvan alle veranderingen in de reële waarde worden gewaardeerd en opgenomen tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening. Dat is het geval bij tak 23-beleggingsovereenkomsten, waar
Een financiëlegarantiecontract is een contract op grond waarvan KBC verplicht is bepaalde betalingen te verrichten om de houders te compenseren voor verliezen die ze lijden omdat een bepaalde debiteur zijn betalingsverplichting uit hoofde van de oorspronkelijke of herziene voorwaarden van een schuldinstrument niet nakomt. Een financiëlegarantiecontract wordt bij eerste opname gewaardeerd tegen reële waarde en later gewaardeerd tegen het hoogste van de volgende bedragen: (a) het bedrag dat is bepaald overeenkomstig de bepalingen van IFRS 9 inzake bijzondere waardeverminderingen (zie Financiële activa – Bijzondere waardeverminderingen) en (b) het oorspronkelijk opgenomen bedrag, verminderd met, in voorkomend geval, de cumulatieve amortisatie die in overeenstemming met het beginsel van IFRS 15 inzake de opname van
(d.w.z. financiële verplichtingen die geen discretionaire winstdeling bevatten);
rentelasten worden geboekt op de overlopende rekeningen.
Financiële verplichtingen – eigen kredietrisico
gepresenteerd in de niet-gerealiseerde resultaten.
Financiële verplichtingen – financiëlegarantiecontract
opbrengsten is opgenomen.
basiscontract als de in het contract besloten derivaten gewaardeerd tegen reële waarde.
wijzigingen in de reële waarde van de verplichting volledig worden gesaldeerd met het actief.
volgende redenen:
plaatsgevonden;
Voor financiële verplichtingen gewaardeerd tegen reële waarde schrijft IFRS 9 voor dat de financiële verplichting bij eerste opname tegen reële waarde moet worden gewaardeerd. Latere veranderingen in de reële waarde worden opgenomen in de winst-en-verliesrekening, met uitzondering van veranderingen in het eigen kredietrisico, die afzonderlijk worden gepresenteerd in de niet-gerealiseerde resultaten.
Dienovereenkomstig worden ontwikkelingen in de reële waarde van de verplichting op verschillende plaatsen gepresenteerd: veranderingen in het eigen kredietrisico worden gepresenteerd in de niet-gerealiseerde resultaten en alle andere veranderingen in reële waarde worden gepresenteerd in de winst-en-verliesrekening onder Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening. De in de nietgerealiseerde resultaten opgenomen bedragen met betrekking tot het eigen kredietrisico worden niet overgeboekt naar de winst-en-verliesrekening, zelfs niet als de verplichting niet langer in de balans wordt opgenomen en de bedragen worden gerealiseerd. Hoewel overboeking niet is toegelaten, hevelt KBC de in de niet-gerealiseerde resultaten opgenomen bedragen wel over naar het overgedragen resultaat in het eigen vermogen wanneer de verplichting niet langer in de balans wordt opgenomen. De enige situatie waarin opname van het eigen kredietrisico in de niet-gerealiseerde resultaten niet wordt toegepast, is wanneer dat een boekhoudkundige mismatch in de winst-en-verliesrekening zou veroorzaken. Dat kan zich voordoen wanneer er een nauw economisch verband bestaat tussen de tegen reële waarde gewaardeerde financiële verplichting (waarvoor het eigen kredietrisico is opgenomen in de niet-gerealiseerde resultaten) en het financiële actief, waarvan alle veranderingen in de reële waarde worden gewaardeerd en opgenomen tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening. Dat is het geval bij tak 23-beleggingsovereenkomsten, waar wijzigingen in de reële waarde van de verplichting volledig worden gesaldeerd met het actief.
p. 226
Belangrijke beoordelingen en onzekerheden
en andere banken.
aandelen.
verliesrekening.
de gedelgde schuld.
Financiële verplichtingen – classificatie en waardering
Financiële verplichtingen
beslissingen op basis van verregaande oordeelsvorming.
De berekening van de te verwachten kredietverliezen (en de significante toename van het kredietrisico sinds de eerste opname) vereist een verregaande oordeelsvorming over verschillende aspecten, waaronder de financiële situatie en aflossingscapaciteit van de kredietnemer, de realiseerbare waarde van waarborgen, prognoses en macro-economische informatie. KBC past een neutrale, onbevooroordeelde benadering toe ten aanzien van onzekerheden en bij het nemen van
Geldmiddelen omvat contanten en direct opvraagbare deposito's, zoals cheques, kasmiddelen en saldi bij centrale banken
Financiële instrumenten of hun componenten worden bij eerste opname geclassificeerd als verplichting of als eigen vermogen op grond van de bepalingen van de contractuele overeenkomsten en de definities van financiële verplichtingen
• KBC een contractuele verplichting heeft om aan de houder ervan geldmiddelen of een ander financieel actief te leveren of met de houder een ander financieel instrument te ruilen onder voorwaarden die potentieel nadelig zijn voor KBC; of • KBC een contractuele verplichting heeft om het financiële instrument af te wikkelen in een variabel aantal van zijn eigen
Een financieel instrument wordt geclassificeerd als een aandeel als aan geen van beide voorwaarden is voldaan. In dat geval
KBC neemt een financiële verplichting op wanneer het partij wordt bij de contractuele bepalingen van het betreffende instrument. Dat is gewoonlijk de datum waarop de vergoeding in de vorm van geldmiddelen of een ander financieel actief wordt ontvangen. Bij eerste opname wordt de financiële verplichting gewaardeerd tegen reële waarde verminderd met de transactiekosten die direct aan de uitgifte van het instrument kunnen worden toegerekend, behalve voor financiële verplichtingen die worden gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-
Financiële verplichtingen worden niet langer in de balans opgenomen wanneer ze tenietgaan, dat wil zeggen wanneer de in het contract vastgelegde verplichting nagekomen of ontbonden wordt, dan wel afloopt. KBC kan de financiële verplichting ook niet langer in de balans opnemen en een nieuwe financiële verplichting in de balans opnemen wanneer een ruil plaatsvindt tussen KBC en de kredietgevers van de financiële verplichting, waarbij sprake is van aanzienlijk afwijkende voorwaarden of als er aanzienlijke wijzigingen zijn aan de voorwaarden van een bestaande financiële verplichting. Om te bepalen of de voorwaarden verschillen, vergelijkt KBC de contante waarde van de kasstromen onder de nieuwe voorwaarden, met inbegrip van het saldo van betaalde en ontvangen provisies gedisconteerd tegen de oorspronkelijke effectieve rentevoet, met de contante waarde van de resterende kasstromen van de oorspronkelijke financiële verplichting. Als het verschil 10% of meer bedraagt, neemt KBC de oorspronkelijke financiële verplichting niet langer op in de balans en neemt het een nieuwe financiële verplichting op. Wanneer een ruil van schuldinstrumenten of de wijziging van voorwaarden wordt geboekt als schulddelging, worden gemaakte kosten of provisies opgenomen als deel van de winst of het verlies op
KBC brengt opgenomen financiële verplichtingen onder in drie verschillende categorieën, zoals voorgeschreven door IFRS 9: • Financiële verplichtingen aangehouden voor handelsdoeleinden (HFT). Dit zijn financiële verplichtingen die hoofdzakelijk worden aangegaan om winst te behalen uit prijsschommelingen op korte termijn of uit de handelsmarge. Een verplichting wordt ook beschouwd als voor handelsdoeleinden aangehouden als ze deel uitmaakt van een portefeuille van afzonderlijk door de handelsdesk voor handelsdoeleinden aangehouden financiële instrumenten waarvoor een recent patroon bestaat van winstnemingen op korte termijn. Voor handelsdoeleinden aangehouden verplichtingen kunnen verplichtingen zijn in de vorm van derivaten, shortposities in schuldinstrumenten en aandelen, termijndeposito's en schuldcertificaten. Verplichtingen in de vorm van derivaten worden door KBC opgedeeld in derivaten voor handelsdoeleinden en derivaten voor afdekkingsdoeleinden, net als bij activa in de vorm van derivaten. Bij eerste opname worden voor handelsdoeleinden aangehouden verplichtingen gewaardeerd tegen reële waarde. Op het einde van de verslagperiode worden voor handelsdoeleinden aangehouden verplichtingen in de vorm van derivaten gewaardeerd tegen reële waarde. Aanpassingen van de reële waarde worden altijd opgenomen in de winst-en-verliesrekening.
Geldmiddelen, tegoeden bij centrale banken en andere zichtdeposito's bij kredietinstellingen
wordt het administratief verwerkt zoals beschreven onder Eigen vermogen.
Financiële verplichtingen – opname en niet langer opnemen in de balans
en eigenvermogensinstrumenten. Een financieel instrument wordt geclassificeerd als een verplichting als:
Een financiëlegarantiecontract is een contract op grond waarvan KBC verplicht is bepaalde betalingen te verrichten om de houders te compenseren voor verliezen die ze lijden omdat een bepaalde debiteur zijn betalingsverplichting uit hoofde van de oorspronkelijke of herziene voorwaarden van een schuldinstrument niet nakomt. Een financiëlegarantiecontract wordt bij eerste opname gewaardeerd tegen reële waarde en later gewaardeerd tegen het hoogste van de volgende bedragen: (a) het bedrag dat is bepaald overeenkomstig de bepalingen van IFRS 9 inzake bijzondere waardeverminderingen (zie Financiële activa – Bijzondere waardeverminderingen) en (b) het oorspronkelijk opgenomen bedrag, verminderd met, in voorkomend geval, de cumulatieve amortisatie die in overeenstemming met het beginsel van IFRS 15 inzake de opname van opbrengsten is opgenomen.
Een reverse repo is een transactie waarbij KBC een financieel actief koopt en tegelijkertijd een overeenkomst aangaat om het actief (of een vergelijkbaar actief) op een datum in de toekomst tegen een vaste prijs te verkopen. Deze overeenkomst wordt geboekt als een lening of voorschot en het onderliggende actief wordt niet opgenomen in de jaarrekening.
In een repotransactie verkoopt KBC een effect en tegelijkertijd stemt het ermee in om het effect (of een actief dat in essentie hetzelfde is) op een toekomstige datum tegen een vaste prijs opnieuw te kopen. KBC blijft de effecten volledig in de balans opnemen, omdat het vrijwel alle risico's en voordelen van eigendom behoudt. De ontvangen geldelijke vergoeding wordt opgenomen als een financieel actief en de financiële verplichting wordt opgenomen als verplichting om de terugkoopprijs te betalen.
Voor een financieel actief en een financiële verplichting saldeert en presenteert KBC in zijn balans uitsluitend een nettobedrag als (i) het op dat ogenblik een in rechte afdwingbaar recht heeft om de opgenomen bedragen te compenseren; en (ii) het van plan is om de verplichting op nettobasis af te wikkelen of om het actief te realiseren op hetzelfde moment dat de verplichting wordt afgewikkeld.
KBC definieert 'reële waarde' als 'de prijs die zou worden ontvangen uit de verkoop van een actief of die zou worden betaald om een verplichting over te dragen in een regelmatige transactie tussen marktdeelnemers op de waarderingsdatum'. De reële waarde is niet het bedrag dat een entiteit zou ontvangen of betalen op grond van een gedwongen transactie, een onvrijwillige liquidatie of een gedwongen verkoop. Een onevenwichtigheid tussen vraag en aanbod (bv. minder kopers dan verkopers, waardoor de prijzen dalen) is niet hetzelfde als een gedwongen transactie of een gedwongen verkoop.
Wijzigingen van de marktwaarde worden opgenomen voor alle posities die worden gewaardeerd tegen reële waarde, waarbij wijzigingen in de reële waarde worden gerapporteerd in de winst-en-verliesrekening of in de niet-gerealiseerde resultaten. Ze houden verband met afwikkelingskosten, aanpassingen voor posities of markten met verminderde liquiditeit, wijzigingen van waarderingen op basis van een modellenbenadering, tegenpartijrisico (aanpassing van kredietwaardering) en financieringskosten:
KBC kiest ervoor om gebruik te maken van de grondslagen van hedge accounting van IAS 39 (de EU-carve-out-versie). KBC wijst bepaalde voor risicobeheerdoeleinden aangehouden derivaten en bepaalde niet-afgeleide financiële instrumenten aan als afdekkingsinstrumenten die in aanmerking komen voor afdekkingsconstructies. Bij de eerste aanwijzing van de afdekking legt KBC formeel de relatie vast tussen de afdekkingsinstrumenten en de afgedekte posities, inclusief de risicobeheerdoelstelling en -strategie bij het aangaan van de afdekkingstransactie, evenals de methode die zal worden gebruikt om de effectiviteit van de afdekkingsrelatie te beoordelen. KBC beoordeelt zowel bij aanvang van de afdekkingsrelatie als daarna doorlopend of de door de afdekkingsinstrumenten gerealiseerde compensatie van de wijzigingen in de reële waarde of kasstromen van de overeenkomstige afgedekte posities tijdens de periode waarvoor de afdekking is aangewezen, naar verwachting zeer effectief zullen zijn, en of de werkelijke resultaten van elke afdekking binnen een vork van 80 tot 125% liggen. KBC beoordeelt voor een kasstroomafdekking van een verwachte transactie of het zeer waarschijnlijk is dat die zal plaatsvinden en een blootstelling aan kasstroomschommelingen inhoudt die uiteindelijk van invloed zou kunnen zijn op de winst-en-verliesrekening.
KBC gebruikt de volgende afdekkingstechnieken: kasstroomafdekking, micro-hedge op basis van reële waarde, reëlewaardeafdekking voor een portefeuille met renterisico en afdekkingen van netto-investeringen in buitenlandse activiteiten.
p. 228
p. 229
Kasstroomafdekkingen: als een derivaat is aangewezen als afdekkingsinstrument bij een afdekking van kasstroomschommelingen die toe te rekenen zijn aan een bepaald risico dat aan een opgenomen actief, verplichting of zeer waarschijnlijke, verwachte transactie verbonden is en dat invloed zou kunnen hebben op de winst-en-verliesrekening, wordt het effectieve deel van wijzigingen in de reële waarde van het derivaat opgenomen in de niet-gerealiseerde resultaten en gepresenteerd in de afdekkingsreserve (kasstroomafdekking) binnen het eigen vermogen. Elk niet-effectief deel van wijzigingen in de reële waarde van een derivaat wordt onmiddellijk opgenomen in de winst-en-verliesrekening onder Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-enverliesrekening. Het in de niet-gerealiseerde resultaten opgenomen bedrag wordt overgeboekt naar de winst-enverliesrekening (als een herclassificatieaanpassing in de periode waarin de afgedekte kasstromen de winst-enverliesrekening beïnvloeden) onder Nettorente-inkomsten. Als het voor afdekkingsdoeleinden aangehouden derivaat afloopt of wordt verkocht, beëindigd of uitgeoefend, als de afdekking niet langer aan de criteria voor kasstroomafdekking voldoet of als de aanwijzing als afdekking wordt ingetrokken, worden de afdekkingstransacties prospectief beëindigd. Eventuele cumulatieve winsten of verliezen die op dat moment bestaan in de niet-gerealiseerde resultaten, blijven in de nietgerealiseerde resultaten en worden opgenomen onder Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening wanneer de verwachte transactie uiteindelijk wordt opgenomen in de winst-en-verliesrekening. Wanneer verwacht wordt dat een verwachte transactie niet langer zal plaatsvinden, wordt de cumulatieve winst die of het cumulatieve verlies dat in de niet-gerealiseerde resultaten is opgenomen, onmiddellijk overgeboekt naar de winst-en-verliesrekening onder Nettoresultaat uit financiële instrumenten
Micro-hedging op basis van reële waarde: wanneer een derivaat is aangewezen als afdekkingsinstrument voor het afdekken van de verandering in de reële waarde van een opgenomen actief of verplichting of een portefeuille van opgenomen activa of verplichtingen of een vaststaande toezegging die van invloed kan zijn op de winst-en-verliesrekening, worden veranderingen in de reële waarde van het derivaat onmiddellijk opgenomen in de winst-en-verliesrekening, evenals de veranderingen in de reële waarde van de afgedekte positie die toerekenbaar zijn aan het afgedekte risico (in dezelfde post van de winst-en-verliesrekening als de afgedekte positie). Maar de geprorateerde rente van renteswaps wordt opgenomen in Nettorente-inkomsten. Als het voor afdekkingsdoeleinden aangehouden derivaat afloopt of wordt verkocht, beëindigd of uitgeoefend, als de afdekking niet langer aan de criteria voor reëlewaardeafdekking voldoet of als de aanwijzing als afdekking wordt ingetrokken, worden de afdekkingstransacties prospectief beëindigd. Elke aanpassing van een afgedekte positie waarvoor de effectieve rentevoet wordt gebruikt, wordt tot op het ogenblik van beëindiging geamortiseerd naar de winst-en-verliesrekening als onderdeel van de herberekende effectieve rentevoet van de positie over haar resterende
Reëlewaardeafdekkingen voor een portefeuille met renterisico (macro-hedging): de uitzondering van de EU inzake macrohedging betekent dat een groep van derivaten (of delen van derivaten) mag worden beschouwd als combinatie en gezamenlijk als afdekkingsinstrument mag worden aangewezen, en neemt een deel van de beperkingen op reëlewaardeafdekkingen met betrekking tot de afdekking van kerndeposito's en op onderafdekking gerichte strategieën weg. Krachtens de EU-uitzondering mogen afdekkingstransacties worden toegepast op kerndeposito's en zijn ze alleen ineffectief wanneer de herziene raming van het bedrag van de kasstromen in geplande tijdsintervallen daalt tot onder het aangewezen bedrag voor dat tijdsinterval. KBC dekt het renterisico van portefeuilles van financiële activa en portefeuilles van financiële verplichtingen af. Renteswaps worden gewaardeerd tegen reële waarde en wijzigingen in de reële waarde worden opgenomen in de winst-en-verliesrekening. De geprorateerde rente van renteswaps wordt opgenomen in Nettorente-inkomsten. Het afgedekte bedrag aan financiële activa en verplichtingen wordt eveneens gewaardeerd tegen reële waarde, waarbij de wijzigingen van de reële waarde worden opgenomen in de winst-en-verliesrekening. Bij afgedekte posities gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs wordt de reële waarde van het afgedekte bedrag in de balans opgenomen als een aparte post bij de activa of de verplichtingen. Als een afdekking niet effectief is, wordt de cumulatieve wijziging in de reële waarde van het afgedekte bedrag dat als een aparte post op de balans werd opgenomen, geamortiseerd in de winst-en-verliesrekening over de resterende looptijd van de afgedekte activa of onmiddellijk uit de balans verwijderd als de ineffectiviteit voortvloeit uit het feit dat de overeenkomstige financiële activa en verplichtingen niet
Afdekking van netto-investeringen in buitenlandse activiteiten: wanneer een derivaat of een niet-afgeleid financieel instrument wordt aangewezen als afdekkingsinstrument voor afdekking van een netto-investering in een buitenlandse activiteit met een andere functionele munt dan die van de directe holdingmaatschappij van de buitenlandse activiteit, wordt het effectieve deel van wijzigingen in de reële waarde van het afdekkingsinstrument opgenomen in de afdekkingsreserve (investeringen in buitenlandse activiteiten) in de niet-gerealiseerde resultaten. Het niet-effectieve deel van de wijzigingen in de reële waarde van het derivaat wordt onmiddellijk opgenomen in de winst-en-verliesrekening. Het in de niet-gerealiseerde resultaten opgenomen bedrag wordt overgeboekt naar de winst-en-verliesrekening als een herclassificatieaanpassing bij
tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening.
looptijd of rechtstreeks opgenomen wanneer de afgedekte positie niet langer wordt opgenomen.
vervreemding van de buitenlandse activiteit (inclusief een dividenduitkering of kapitaalverlaging).
langer worden opgenomen.
Kasstroomafdekkingen: als een derivaat is aangewezen als afdekkingsinstrument bij een afdekking van kasstroomschommelingen die toe te rekenen zijn aan een bepaald risico dat aan een opgenomen actief, verplichting of zeer waarschijnlijke, verwachte transactie verbonden is en dat invloed zou kunnen hebben op de winst-en-verliesrekening, wordt het effectieve deel van wijzigingen in de reële waarde van het derivaat opgenomen in de niet-gerealiseerde resultaten en gepresenteerd in de afdekkingsreserve (kasstroomafdekking) binnen het eigen vermogen. Elk niet-effectief deel van wijzigingen in de reële waarde van een derivaat wordt onmiddellijk opgenomen in de winst-en-verliesrekening onder Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-enverliesrekening. Het in de niet-gerealiseerde resultaten opgenomen bedrag wordt overgeboekt naar de winst-enverliesrekening (als een herclassificatieaanpassing in de periode waarin de afgedekte kasstromen de winst-enverliesrekening beïnvloeden) onder Nettorente-inkomsten. Als het voor afdekkingsdoeleinden aangehouden derivaat afloopt of wordt verkocht, beëindigd of uitgeoefend, als de afdekking niet langer aan de criteria voor kasstroomafdekking voldoet of als de aanwijzing als afdekking wordt ingetrokken, worden de afdekkingstransacties prospectief beëindigd. Eventuele cumulatieve winsten of verliezen die op dat moment bestaan in de niet-gerealiseerde resultaten, blijven in de nietgerealiseerde resultaten en worden opgenomen onder Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening wanneer de verwachte transactie uiteindelijk wordt opgenomen in de winst-en-verliesrekening. Wanneer verwacht wordt dat een verwachte transactie niet langer zal plaatsvinden, wordt de cumulatieve winst die of het cumulatieve verlies dat in de niet-gerealiseerde resultaten is opgenomen, onmiddellijk overgeboekt naar de winst-en-verliesrekening onder Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening.
Micro-hedging op basis van reële waarde: wanneer een derivaat is aangewezen als afdekkingsinstrument voor het afdekken van de verandering in de reële waarde van een opgenomen actief of verplichting of een portefeuille van opgenomen activa of verplichtingen of een vaststaande toezegging die van invloed kan zijn op de winst-en-verliesrekening, worden veranderingen in de reële waarde van het derivaat onmiddellijk opgenomen in de winst-en-verliesrekening, evenals de veranderingen in de reële waarde van de afgedekte positie die toerekenbaar zijn aan het afgedekte risico (in dezelfde post van de winst-en-verliesrekening als de afgedekte positie). Maar de geprorateerde rente van renteswaps wordt opgenomen in Nettorente-inkomsten. Als het voor afdekkingsdoeleinden aangehouden derivaat afloopt of wordt verkocht, beëindigd of uitgeoefend, als de afdekking niet langer aan de criteria voor reëlewaardeafdekking voldoet of als de aanwijzing als afdekking wordt ingetrokken, worden de afdekkingstransacties prospectief beëindigd. Elke aanpassing van een afgedekte positie waarvoor de effectieve rentevoet wordt gebruikt, wordt tot op het ogenblik van beëindiging geamortiseerd naar de winst-en-verliesrekening als onderdeel van de herberekende effectieve rentevoet van de positie over haar resterende looptijd of rechtstreeks opgenomen wanneer de afgedekte positie niet langer wordt opgenomen.
Reëlewaardeafdekkingen voor een portefeuille met renterisico (macro-hedging): de uitzondering van de EU inzake macrohedging betekent dat een groep van derivaten (of delen van derivaten) mag worden beschouwd als combinatie en gezamenlijk als afdekkingsinstrument mag worden aangewezen, en neemt een deel van de beperkingen op reëlewaardeafdekkingen met betrekking tot de afdekking van kerndeposito's en op onderafdekking gerichte strategieën weg. Krachtens de EU-uitzondering mogen afdekkingstransacties worden toegepast op kerndeposito's en zijn ze alleen ineffectief wanneer de herziene raming van het bedrag van de kasstromen in geplande tijdsintervallen daalt tot onder het aangewezen bedrag voor dat tijdsinterval. KBC dekt het renterisico van portefeuilles van financiële activa en portefeuilles van financiële verplichtingen af. Renteswaps worden gewaardeerd tegen reële waarde en wijzigingen in de reële waarde worden opgenomen in de winst-en-verliesrekening. De geprorateerde rente van renteswaps wordt opgenomen in Nettorente-inkomsten. Het afgedekte bedrag aan financiële activa en verplichtingen wordt eveneens gewaardeerd tegen reële waarde, waarbij de wijzigingen van de reële waarde worden opgenomen in de winst-en-verliesrekening. Bij afgedekte posities gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs wordt de reële waarde van het afgedekte bedrag in de balans opgenomen als een aparte post bij de activa of de verplichtingen. Als een afdekking niet effectief is, wordt de cumulatieve wijziging in de reële waarde van het afgedekte bedrag dat als een aparte post op de balans werd opgenomen, geamortiseerd in de winst-en-verliesrekening over de resterende looptijd van de afgedekte activa of onmiddellijk uit de balans verwijderd als de ineffectiviteit voortvloeit uit het feit dat de overeenkomstige financiële activa en verplichtingen niet langer worden opgenomen.
Afdekking van netto-investeringen in buitenlandse activiteiten: wanneer een derivaat of een niet-afgeleid financieel instrument wordt aangewezen als afdekkingsinstrument voor afdekking van een netto-investering in een buitenlandse activiteit met een andere functionele munt dan die van de directe holdingmaatschappij van de buitenlandse activiteit, wordt het effectieve deel van wijzigingen in de reële waarde van het afdekkingsinstrument opgenomen in de afdekkingsreserve (investeringen in buitenlandse activiteiten) in de niet-gerealiseerde resultaten. Het niet-effectieve deel van de wijzigingen in de reële waarde van het derivaat wordt onmiddellijk opgenomen in de winst-en-verliesrekening. Het in de niet-gerealiseerde resultaten opgenomen bedrag wordt overgeboekt naar de winst-en-verliesrekening als een herclassificatieaanpassing bij vervreemding van de buitenlandse activiteit (inclusief een dividenduitkering of kapitaalverlaging).
p. 228
Reverse repo's en repo's
Compensatie (offsetting)
de verplichting wordt afgewikkeld.
betalen.
Reële waarde
en financieringskosten:
activiteiten.
Een reverse repo is een transactie waarbij KBC een financieel actief koopt en tegelijkertijd een overeenkomst aangaat om het actief (of een vergelijkbaar actief) op een datum in de toekomst tegen een vaste prijs te verkopen. Deze overeenkomst
In een repotransactie verkoopt KBC een effect en tegelijkertijd stemt het ermee in om het effect (of een actief dat in essentie hetzelfde is) op een toekomstige datum tegen een vaste prijs opnieuw te kopen. KBC blijft de effecten volledig in de balans opnemen, omdat het vrijwel alle risico's en voordelen van eigendom behoudt. De ontvangen geldelijke vergoeding wordt opgenomen als een financieel actief en de financiële verplichting wordt opgenomen als verplichting om de terugkoopprijs te
Voor een financieel actief en een financiële verplichting saldeert en presenteert KBC in zijn balans uitsluitend een nettobedrag als (i) het op dat ogenblik een in rechte afdwingbaar recht heeft om de opgenomen bedragen te compenseren; en (ii) het van plan is om de verplichting op nettobasis af te wikkelen of om het actief te realiseren op hetzelfde moment dat
KBC definieert 'reële waarde' als 'de prijs die zou worden ontvangen uit de verkoop van een actief of die zou worden betaald om een verplichting over te dragen in een regelmatige transactie tussen marktdeelnemers op de waarderingsdatum'. De reële waarde is niet het bedrag dat een entiteit zou ontvangen of betalen op grond van een gedwongen transactie, een onvrijwillige liquidatie of een gedwongen verkoop. Een onevenwichtigheid tussen vraag en aanbod (bv. minder kopers dan
Wijzigingen van de marktwaarde worden opgenomen voor alle posities die worden gewaardeerd tegen reële waarde, waarbij wijzigingen in de reële waarde worden gerapporteerd in de winst-en-verliesrekening of in de niet-gerealiseerde resultaten. Ze houden verband met afwikkelingskosten, aanpassingen voor posities of markten met verminderde liquiditeit, wijzigingen van waarderingen op basis van een modellenbenadering, tegenpartijrisico (aanpassing van kredietwaardering)
• Aanpassingen van de kredietwaardering (CVA's) worden gebruikt bij het waarderen van derivaten om te garanderen dat hun marktwaarde wordt aangepast om het kredietrisico van de tegenpartij te weerspiegelen. Daarbij wordt zowel de huidige vervangingswaarde van het contract (mark-to-market) als de verwachte toekomstige marktwaarde van het contract in rekening genomen. Die waarderingen worden gewogen op basis van het kredietrisico van de tegenpartij, dat bepaald wordt door middel van een genoteerde Credit Default Swap (CDS)-spread, of, als die er niet is, afgeleid wordt uit obligaties waarvan de emittenten vergelijkbaar zijn met die van de tegenpartij van het financiële instrument (wat betreft rating, sector en geografische ligging). Een aanpassing van de schuldwaardering (DVA) vindt plaats voor contracten waarbij de tegenpartij is blootgesteld aan KBC. Die is gelijkaardig aan de CVA, waarbij de verwachte
• Een FVA (funding value adjustment) is een aanpassing van de marktwaarde van niet door zekerheden gedekte derivaten om bij de waardering ervan rekening te houden met de (toekomstige) financieringskosten of -opbrengsten die gepaard
KBC kiest ervoor om gebruik te maken van de grondslagen van hedge accounting van IAS 39 (de EU-carve-out-versie). KBC wijst bepaalde voor risicobeheerdoeleinden aangehouden derivaten en bepaalde niet-afgeleide financiële instrumenten aan als afdekkingsinstrumenten die in aanmerking komen voor afdekkingsconstructies. Bij de eerste aanwijzing van de afdekking legt KBC formeel de relatie vast tussen de afdekkingsinstrumenten en de afgedekte posities, inclusief de risicobeheerdoelstelling en -strategie bij het aangaan van de afdekkingstransactie, evenals de methode die zal worden gebruikt om de effectiviteit van de afdekkingsrelatie te beoordelen. KBC beoordeelt zowel bij aanvang van de afdekkingsrelatie als daarna doorlopend of de door de afdekkingsinstrumenten gerealiseerde compensatie van de wijzigingen in de reële waarde of kasstromen van de overeenkomstige afgedekte posities tijdens de periode waarvoor de afdekking is aangewezen, naar verwachting zeer effectief zullen zijn, en of de werkelijke resultaten van elke afdekking binnen een vork van 80 tot 125% liggen. KBC beoordeelt voor een kasstroomafdekking van een verwachte transactie of het zeer waarschijnlijk is dat die zal plaatsvinden en een blootstelling aan kasstroomschommelingen inhoudt die uiteindelijk van
KBC gebruikt de volgende afdekkingstechnieken: kasstroomafdekking, micro-hedge op basis van reële waarde, reëlewaardeafdekking voor een portefeuille met renterisico en afdekkingen van netto-investeringen in buitenlandse
verkopers, waardoor de prijzen dalen) is niet hetzelfde als een gedwongen transactie of een gedwongen verkoop.
toekomstige negatieve marktwaarde van de contracten in rekening wordt gebracht.
gaan met het aangaan en afdekken van dergelijke instrumenten.
Hedge accounting (afdekkingstransacties)
invloed zou kunnen zijn op de winst-en-verliesrekening.
wordt geboekt als een lening of voorschot en het onderliggende actief wordt niet opgenomen in de jaarrekening.
Toepassingsgebied
Om als verzekeringscontract te worden aangemerkt, moet het daaraan verbonden verzekeringsrisico aanzienlijk zijn, ook al is het uiterst onwaarschijnlijk dat de verzekerde gebeurtenis zich voordoet, bijvoorbeeld een catastrofale gebeurtenis zoals een aardbeving. Of het verzekeringsrisico aanzienlijk is, wordt beoordeeld bij de eerste opname van elk individueel contract op basis van de actuele waarde.
In het algemeen vallen de volgende soorten contracten binnen KBC binnen het toepassingsgebied van IFRS 17: schadeverzekeringscontracten, herverzekeringscontracten (aangenomen en afgestane), levensverzekeringscontracten, met name de tak 21-contracten, de tak 23-contracten, de hybride producten en beleggingscontracten met discretionaire winstdeling als ze zijn uitgegeven door een KBC-verzekeringsentiteit.
In het algemeen vallen de volgende soorten contracten buiten het toepassingsgebied van IFRS 17: beleggingscontracten zonder discretionaire winstdeling (IFRS 9), de meeste tak 23-contracten van KBC Verzekeringen België (IFRS 9), omdat die verzekeringscontracten geen aanzienlijk verzekeringsrisico inhouden, kredietkaarten die bepaalde dekkingen bevatten uitgegeven door een entiteit van KBC Bank (IFRS 15), en pechverhelpingscontracten (IFRS 15).
Afzonderlijke niet-verzekeringsgebonden componenten worden gescheiden van de verzekeringscomponenten in het contract en derhalve geboekt in overeenstemming met de toepasselijke IFRS.
IFRS 17-berekeningen worden uitgevoerd op een geaggregeerd niveau, in plaats van per contract, waarbij rekening wordt gehouden met de volgende vier dimensies:
IFRS 17-portefeuilles zijn landspecifiek en worden bepaald door de lokale productmix (vergelijkbare risico's) en de manier waarop het lokale verzekeringsbedrijf wordt beheerd (gezamenlijk beheer). De portefeuilles zijn minimaal onderverdeeld als volgt:
KBC hanteert cohorten van een jaar (een cohort is een tijdskorf van contracten die in hetzelfde jaar zijn uitgegeven), die overeenstemmen met het begin en het einde van het boekjaar van KBC. Op 23 november 2021 publiceerde de EU een verordening ter bekrachtiging van IFRS 17 Verzekeringscontracten, inclusief de wijzigingen in de oorspronkelijke IFRS 17 en een oplossing voor de vereisten van cohorten van een jaar voor bepaalde soorten verzekeringscontracten, voor gebruik in de Europese Unie. KBC zal de Europese facultatieve vrijstelling van de vereiste van cohorten van een jaar niet toepassen.
p. 230
Aggregatie per groep contracten: verlieslatend, winstgevend of onzeker
onzekerheid in bedrag en tijdstip van toekomstige kasstromen):
Verwachte winstgevendheid bij eerste opname
• het begin van de dekkingsperiode van de groep contracten;
Verwachte winstgevendheid bij eerste opname
Voor contracten die worden gewaardeerd volgens de bouwsteenbenadering (BBA, zie verder) en de variabelevergoedingsbenadering (VFA, zie verder), wordt de toewijzing aan de verlieslatende, winstgevende of onzekere groep contracten (GC) bepaald op basis van de aanwezigheid van een contractuele dienstenmarge (CSM is de nietverdiende winst in de groep contracten bij aanvang) onder verschillende risicoaanpassingsniveaus (d.i. compensatie voor
• als CSM < 0 wanneer de risicoaanpassing wordt berekend met een betrouwbaarheidsniveau van 75%: verlieslatende
als CSM < 0 wanneer de risicoaanpassing wordt berekend met een betrouwbaarheidsniveau van 90%: onzekere groep
als CSM > 0 wanneer de risicoaanpassing wordt berekend met een betrouwbaarheidsniveau van 90%: winstgevende
Voor de premietoerekeningsbenadering (Premium Allocation Approach, PAA) worden feiten en omstandigheden die erop wijzen dat de groep contracten verlieslatend kan zijn, beoordeeld aan de hand van de verwachte economische gecombineerde ratio volgens IFRS 17 van meer dan 100%. Deze ratio verschilt van de extern gepubliceerde gecombineerde ratio. De verwachte economische gecombineerde ratio volgens IFRS 17 wordt op jaarbasis berekend voor een reeks contracten. Bijgevolg wordt de nieuwe productie van een jaar volgens IFRS 17 toegewezen aan één specifieke groep contracten. In uitzonderlijke gevallen, wanneer kwaliteitsvolle informatie feiten en omstandigheden aan het licht brengt die wijzen op een negatieve trend in de verwachte economische ratio volgens IFRS 17, wordt in de loop van het boekjaar een
Een reeks contracten is een samenvoeging van contracten met een homogene winstgevendheidsverwachting. Een reeks contracten wordt zo gedefinieerd dat de conclusie over de verwachte winstgevendheid van de reeks contracten en de bijbehorende classificatie (winstgevend, onzeker of verlieslatend) gelijk is aan de conclusie die zou zijn getrokken als de
KBC neemt een groep verzekeringscontracten (en aangenomen herverzekeringscontracten) die het uitgeeft, op vanaf het
Als er geen contractuele vervaldatum is, wordt de eerste betaling door de verzekeringnemer geacht verschuldigd te zijn
Naarmate de cohort vordert, kunnen nieuwe contracten worden toegevoegd aan een groep contracten als zij voldoen aan
KBC neemt een groep afgestane herverzekeringscontracten die het aanhoudt, op vanaf het vroegste van de volgende
• de datum waarop de entiteit een verlieslatende groep van onderliggende verzekeringscontracten opneemt, als de entiteit het daarmee verband houdende afgestane herverzekeringscontract is aangegaan in de groep
KBC stelt de opname van een groep aangehouden herverzekeringscontracten die proportionele dekking bieden, uit tot de datum waarop een onderliggend verzekeringscontract voor het eerst wordt opgenomen, als die datum later valt dan het
Een verzekeringsverplichting wordt niet langer in de balans opgenomen wanneer ze beëindigd is, d.w.z. wanneer de in het
IFRS 17 past uniforme waarderingsgrondslagen toe voor verzekeringsverplichtingen, waarbij rekening wordt gehouden met
• Het algemene model, de bouwsteenbenadering (Building Block Approach, BBA), wordt toegepast voor de meeste
• De optionele premietoerekeningsbenadering (Premium Allocation Approach, PAA) is een vereenvoudigd waarderingsmodel dat kan worden gebruikt wanneer aan de PAA-criteria is voldaan en wordt toegepast voor de meeste
• De variabelevergoedingsbenadering (Variable Fee Approach, VFA) is een aangepaste BBA voor levensverzekeringscontracten, waarbij de aan de verzekeringnemer te betalen kasstromen in aanzienlijke mate (meer dan 50%) afhangen van het rendement van de belegde activa. Dit is een verplicht waarderingsmodel wanneer aan de
beoordeling van de verwachte winstgevendheid was uitgevoerd op het niveau van het individuele contract.
• de datum waarop de eerste betaling door een verzekeringnemer in de groep verschuldigd is;
• het begin van de dekkingsperiode van de groep aangehouden herverzekeringscontracten;
• voor een groep verlieslatende contracten, wanneer de groep verlieslatend wordt.
herverzekeringscontracten die op of vóór die datum worden aangehouden.
contract vastgelegde verplichting vervuld of geannuleerd is, dan wel afloopt.
schadeverzekeringsproducten en herverzekeringscontracten.
begin van de dekkingsperiode van de groep aangehouden herverzekeringscontracten.
• als CSM > 0 wanneer de risicoaanpassing wordt berekend met een betrouwbaarheidsniveau van 75% EN
BBA en VFA –
PAA – groep contracten;
contracten;
herberekening uitgevoerd.
Aggregatie per reeks contracten
Opname in en verwijdering uit de balans
vroegste van de volgende tijdstippen:
wanneer ze wordt ontvangen.
de criteria voor eerste opname.
de kenmerken van het verzekeringscontract.
levensverzekeringsproducten.
tijdstippen:
Waardering
groep contracten.
Voor contracten die worden gewaardeerd volgens de bouwsteenbenadering (BBA, zie verder) en de variabelevergoedingsbenadering (VFA, zie verder), wordt de toewijzing aan de verlieslatende, winstgevende of onzekere groep contracten (GC) bepaald op basis van de aanwezigheid van een contractuele dienstenmarge (CSM is de nietverdiende winst in de groep contracten bij aanvang) onder verschillende risicoaanpassingsniveaus (d.i. compensatie voor onzekerheid in bedrag en tijdstip van toekomstige kasstromen):
Voor de premietoerekeningsbenadering (Premium Allocation Approach, PAA) worden feiten en omstandigheden die erop wijzen dat de groep contracten verlieslatend kan zijn, beoordeeld aan de hand van de verwachte economische gecombineerde ratio volgens IFRS 17 van meer dan 100%. Deze ratio verschilt van de extern gepubliceerde gecombineerde ratio. De verwachte economische gecombineerde ratio volgens IFRS 17 wordt op jaarbasis berekend voor een reeks contracten. Bijgevolg wordt de nieuwe productie van een jaar volgens IFRS 17 toegewezen aan één specifieke groep contracten. In uitzonderlijke gevallen, wanneer kwaliteitsvolle informatie feiten en omstandigheden aan het licht brengt die wijzen op een negatieve trend in de verwachte economische ratio volgens IFRS 17, wordt in de loop van het boekjaar een herberekening uitgevoerd.
Een reeks contracten is een samenvoeging van contracten met een homogene winstgevendheidsverwachting. Een reeks contracten wordt zo gedefinieerd dat de conclusie over de verwachte winstgevendheid van de reeks contracten en de bijbehorende classificatie (winstgevend, onzeker of verlieslatend) gelijk is aan de conclusie die zou zijn getrokken als de beoordeling van de verwachte winstgevendheid was uitgevoerd op het niveau van het individuele contract.
KBC neemt een groep verzekeringscontracten (en aangenomen herverzekeringscontracten) die het uitgeeft, op vanaf het vroegste van de volgende tijdstippen:
Als er geen contractuele vervaldatum is, wordt de eerste betaling door de verzekeringnemer geacht verschuldigd te zijn wanneer ze wordt ontvangen.
Naarmate de cohort vordert, kunnen nieuwe contracten worden toegevoegd aan een groep contracten als zij voldoen aan de criteria voor eerste opname.
KBC neemt een groep afgestane herverzekeringscontracten die het aanhoudt, op vanaf het vroegste van de volgende tijdstippen:
KBC stelt de opname van een groep aangehouden herverzekeringscontracten die proportionele dekking bieden, uit tot de datum waarop een onderliggend verzekeringscontract voor het eerst wordt opgenomen, als die datum later valt dan het begin van de dekkingsperiode van de groep aangehouden herverzekeringscontracten.
Een verzekeringsverplichting wordt niet langer in de balans opgenomen wanneer ze beëindigd is, d.w.z. wanneer de in het contract vastgelegde verplichting vervuld of geannuleerd is, dan wel afloopt.
p. 230
Verzekeringscontracten
Toepassingsgebied
Aggregatieniveau
volgt: • Leven - Tak 23 - Tak 21
op basis van de actuele waarde.
gehouden met de volgende vier dimensies:
Aansprakelijkheid - BA Motorrijtuigen
Aansprakelijkheid - andere dan BA Motorrijtuigen
Zaakschadeverzekering (inclusief andere) anders dan volledige omnium
Aggregatie per IFRS 17-portefeuille
Hybride producten • Schadeverzekeringen - Personenverzekering
Volledige omnium
• Afgestane herverzekering
Aggregatie per cohorten van een jaar
winstdeling als ze zijn uitgegeven door een KBC-verzekeringsentiteit.
• cohorten van een jaar (jaar waarin de polis wordt gesloten);
contract en derhalve geboekt in overeenstemming met de toepasselijke IFRS.
uitgegeven door een entiteit van KBC Bank (IFRS 15), en pechverhelpingscontracten (IFRS 15).
Om als verzekeringscontract te worden aangemerkt, moet het daaraan verbonden verzekeringsrisico aanzienlijk zijn, ook al is het uiterst onwaarschijnlijk dat de verzekerde gebeurtenis zich voordoet, bijvoorbeeld een catastrofale gebeurtenis zoals een aardbeving. Of het verzekeringsrisico aanzienlijk is, wordt beoordeeld bij de eerste opname van elk individueel contract
In het algemeen vallen de volgende soorten contracten binnen KBC binnen het toepassingsgebied van IFRS 17: schadeverzekeringscontracten, herverzekeringscontracten (aangenomen en afgestane), levensverzekeringscontracten, met name de tak 21-contracten, de tak 23-contracten, de hybride producten en beleggingscontracten met discretionaire
In het algemeen vallen de volgende soorten contracten buiten het toepassingsgebied van IFRS 17: beleggingscontracten zonder discretionaire winstdeling (IFRS 9), de meeste tak 23-contracten van KBC Verzekeringen België (IFRS 9), omdat die verzekeringscontracten geen aanzienlijk verzekeringsrisico inhouden, kredietkaarten die bepaalde dekkingen bevatten
Afzonderlijke niet-verzekeringsgebonden componenten worden gescheiden van de verzekeringscomponenten in het
IFRS 17-berekeningen worden uitgevoerd op een geaggregeerd niveau, in plaats van per contract, waarbij rekening wordt
IFRS 17-portefeuilles zijn landspecifiek en worden bepaald door de lokale productmix (vergelijkbare risico's) en de manier waarop het lokale verzekeringsbedrijf wordt beheerd (gezamenlijk beheer). De portefeuilles zijn minimaal onderverdeeld als
KBC hanteert cohorten van een jaar (een cohort is een tijdskorf van contracten die in hetzelfde jaar zijn uitgegeven), die overeenstemmen met het begin en het einde van het boekjaar van KBC. Op 23 november 2021 publiceerde de EU een verordening ter bekrachtiging van IFRS 17 Verzekeringscontracten, inclusief de wijzigingen in de oorspronkelijke IFRS 17 en een oplossing voor de vereisten van cohorten van een jaar voor bepaalde soorten verzekeringscontracten, voor gebruik in de Europese Unie. KBC zal de Europese facultatieve vrijstelling van de vereiste van cohorten van een jaar niet toepassen.
• IFRS 17-portefeuille (samenvoeging van contracten met gelijksoortige risico's die samen worden beheerd);
• reeks contracten (samenvoeging van contracten met een homogene winstgevendheidsverwachting).
• winstgevendheid van de groep contracten (verlieslatend, winstgevend, onzeker; wordt beoordeeld bij aanvang);
Algemeen
IFRS 17 past uniforme waarderingsgrondslagen toe voor verzekeringsverplichtingen, waarbij rekening wordt gehouden met de kenmerken van het verzekeringscontract.
VFA-criteria wordt voldaan en het wordt toegepast voor tak 23-producten en sommige hybride producten van Centraal-Europese entiteiten.
Voor elke IFRS 17-portefeuille kan slechts één waarderingsmodel worden toegepast.
De verzekeringsverplichtingen vertegenwoordigen alle rechten en plichten die voortvloeien uit uitgegeven verzekeringscontracten en bestaan uit twee componenten, namelijk een verplichting uit hoofde van resterende dekking (Liability for Remaining Coverage, LRC) en een verplichting uit hoofde van ontstane claims (Liability for Incurred Claims, LIC).
De levensverzekeringsverplichtingen worden meestal gewaardeerd volgens het BBA- of het VFA-model:
De verzekeringsverplichting bestaat uit de volgende vier bouwstenen:
Als basisprincipe worden de kasstromen volgens Solvency II gebruikt om de consistentie met IFRS 17 te waarborgen. De schatting van toekomstige kasstromen volgens IFRS 17 wijkt af van Solvency II op de volgende punten:
Contracten waarbij de verzekeraar dekking verleent, d.w.z. waarbij de verzekeraar risico loopt, vallen binnen de IFRS 17 contractgrenzen. Stilzwijgende verlengingen van schadeverzekeringscontracten en contracten met een dekkingsperiode die in de toekomst begint, vallen buiten de IFRS 17-contractgrenzen.
Aggregatieniveau van verwachte kasstromen: de aggregatieniveaus van Solvency II zijn bedrijfstakken (Lines of Business, LoB's) en risicocategorieën. De IFRS 17-rekeneenheid is gebaseerd op portefeuilles, cohorten en verwachte winstgevendheid.
Per valuta wordt een disconteringsvoet vastgesteld die overeenstemt met de valuta van de kasstromen. Het uitgangspunt voor de opstelling van de curves zijn waarneembare marktprijzen van een reeks activa met verschillende looptijden. De inflatie-aannames voor de nominale kasstromen en de disconteringsvoeten zijn consistent. Bij de projectie van de kasstromen wordt rekening gehouden met de inflatie. Hoewel wordt verwezen naar 'kasstromen', staat de standaard toe dezelfde disconteringscurve toe te passen voor alle kasstromen in hetzelfde contract. Die vereenvoudiging wordt bij KBC toegepast.
Voor kasstromen die variëren naargelang van de onderliggende posten, wordt de disconteringsvoet bepaald via een topdownbenadering. Kasstromen die variëren naargelang van de onderliggende posten, zijn typisch kasstromen zoals rentegaranties op toekomstige premies die niet vastliggen bij aanvang van het contract, toekomstige winstdeling, toekomstig verval, enz. Voor een top-downbenadering wordt gebruik gemaakt van een risicovrije rente (i.e. swap rente), gecorrigeerd met een spread op basis van een referentieportefeuille van activa. Een dergelijke portefeuille is gebaseerd op de huidige activamix die een entiteit aanhoudt. Bovendien moet de disconteringscurve alleen de kenmerken van de verzekeringsverplichtingen weergeven. De risicocurve wordt aangepast om het gedeelte dat geen verband houdt met de verzekeringsverplichtingen, buiten beschouwing te laten.
Per valuta wordt een Last Liquid Point (LLP) vastgesteld op KBC-niveau, dat voor alle entiteiten consistent is. De LLP's per valuta worden bepaald door de laatst beschikbare looptijd van de risicovrije rentevoet in de desbetreffende valuta te nemen. Voor langlopende levensverzekeringscontracten worden de kasstromen gemodelleerd over een looptijd van 110 jaar.
De Ultimate Forward Rate (UFR) is het percentage van de 110-jarige looptijd waarnaar de disconteringscurve moet convergeren. Deze UFR wordt gedefinieerd als de som van een verwachte reële rentevoet en een verwacht inflatiepercentage.
Voor kasstromen die niet afhankelijk zijn van onderliggende posten, kiest KBC ervoor om de bottom-upbenadering toe te passen. De bottom-upbenadering wordt bepaald door een illiquiditeitspremie toe te voegen aan een risicovrije rentevoet, zodat de disconteringscurve de illiquiditeitskenmerken van de verplichtingen uit hoofde van verzekeringscontracten weerspiegelt. Deze benadering wordt gebruikt voor verplichtingen uit hoofde van ontstane claims in Niet-leven. De illiquiditeitspremie is de premie die door de verzekeringnemer wordt gevorderd, omdat de verplichtingen van het verzekeringscontract niet gemakkelijk tegen reële marktwaarde in contanten kunnen worden omgezet.
De risicoaanpassing voor niet-financiële risico's is de compensatie die de entiteit vraagt voor het dragen van de onzekerheid over het bedrag en het tijdstip van kasstromen die voortvloeit uit niet-financiële risico's. Het is een buffer boven op de beste schatting van toekomstige kasstromen, die een waarschijnlijkheid van 50% inhoudt dat toekomstige verplichtingen kunnen worden nagekomen en dus ook een waarschijnlijkheid van 50% dat toekomstige verplichtingen voor uitstaande contracten niet kunnen worden nagekomen.
Levensverzekeringsverplichtingen worden gekenmerkt door (langetermijn)kasstromen gebaseerd op biometrische parameters. De risicoaanpassing wordt gedefinieerd als het verschil tussen de Value at Risk (VaR) en de beste schatting van toekomstige kasstromen als onderdeel van de vervullingskasstromen. De VaR wordt berekend met een betrouwbaarheidsniveau van 75%. Niet-financiële risico's die in het VaR-model zijn opgenomen, zijn het sterfterisico, het langlevenrisico, het ziekte-/invaliditeitsrisico, het vervalrisico, het kostenrisico en het herzieningsrisico. De correlaties tussen de verschillende risicotypes zijn afgestemd op de correlatiematrix van Solvency II.
De diversificatievoordelen tussen levens- en niet-levensverzekeringscontracten worden niet in aanmerking genomen in de berekening, noch op entiteitsniveau. De berekening van de risicoaanpassing gebeurt op het niveau van de reeks contracten. Ook op dit niveau treedt geen diversificatie-effect op.
p. 232
VFA-criteria wordt voldaan en het wordt toegepast voor tak 23-producten en sommige hybride producten van Centraal-
De verzekeringsverplichtingen vertegenwoordigen alle rechten en plichten die voortvloeien uit uitgegeven verzekeringscontracten en bestaan uit twee componenten, namelijk een verplichting uit hoofde van resterende dekking (Liability for Remaining Coverage, LRC) en een verplichting uit hoofde van ontstane claims (Liability for Incurred Claims, LIC).
• Waardering volgens de BBA wordt toegepast om de verplichtingen te berekenen voor tak 21-
• Waardering volgens de VFA wordt in Centraal-Europese entiteiten toegepast om de verplichtingen te berekenen van tak 23-contracten en sommige hybride producten waarbij de aan de verzekeringnemer te betalen kasstromen sterk
• risicoaanpassing ter compensatie van de onzekerheid over het bedrag en het tijdstip van de verwachte toekomstige
• contractuele dienstenmarge (CSM), zijnde de niet-verdiende winst die over de termijn van het contract van de balans in de winst-en-verliesrekening vrijvalt op basis van de geleverde diensten; er is dus geen winst op de eerste dag.
Als basisprincipe worden de kasstromen volgens Solvency II gebruikt om de consistentie met IFRS 17 te waarborgen. De
• Ingevolge Solvency II zijn alle kosten opgenomen in de beste schatting. Ingevolge IFRS 17 worden uitgaven opgedeeld in rechtstreeks toerekenbare kosten en niet-rechtstreeks toerekenbare kosten. Rechtstreeks toerekenbare kosten zijn kosten die rechtstreeks verband houden met verzekeringscontracten. Alleen deze rechtstreeks toerekenbare kosten
• Contracten waarbij de verzekeraar risico loopt, stilzwijgende verlengingen en contracten met een dekkingsperiode die in de toekomst begint, vallen binnen de Solvency II-contractgrens. Ingevolge IFRS 17 vallen kasstromen binnen de
Contracten waarbij de verzekeraar dekking verleent, d.w.z. waarbij de verzekeraar risico loopt, vallen binnen de IFRS 17 contractgrenzen. Stilzwijgende verlengingen van schadeverzekeringscontracten en contracten met een dekkingsperiode die
Aggregatieniveau van verwachte kasstromen: de aggregatieniveaus van Solvency II zijn bedrijfstakken (Lines of Business, LoB's) en risicocategorieën. De IFRS 17-rekeneenheid is gebaseerd op portefeuilles, cohorten en verwachte winstgevendheid.
Per valuta wordt een disconteringsvoet vastgesteld die overeenstemt met de valuta van de kasstromen. Het uitgangspunt voor de opstelling van de curves zijn waarneembare marktprijzen van een reeks activa met verschillende looptijden. De inflatie-aannames voor de nominale kasstromen en de disconteringsvoeten zijn consistent. Bij de projectie van de kasstromen wordt rekening gehouden met de inflatie. Hoewel wordt verwezen naar 'kasstromen', staat de standaard toe dezelfde disconteringscurve toe te passen voor alle kasstromen in hetzelfde contract. Die vereenvoudiging wordt bij KBC
Voor kasstromen die variëren naargelang van de onderliggende posten, wordt de disconteringsvoet bepaald via een topdownbenadering. Kasstromen die variëren naargelang van de onderliggende posten, zijn typisch kasstromen zoals rentegaranties op toekomstige premies die niet vastliggen bij aanvang van het contract, toekomstige winstdeling, toekomstig verval, enz. Voor een top-downbenadering wordt gebruik gemaakt van een risicovrije rente (i.e. swap rente), gecorrigeerd met een spread op basis van een referentieportefeuille van activa. Een dergelijke portefeuille is gebaseerd op de huidige activamix die een entiteit aanhoudt. Bovendien moet de disconteringscurve alleen de kenmerken van de verzekeringsverplichtingen weergeven. De risicocurve wordt aangepast om het gedeelte dat geen verband houdt met de
Per valuta wordt een Last Liquid Point (LLP) vastgesteld op KBC-niveau, dat voor alle entiteiten consistent is. De LLP's per valuta worden bepaald door de laatst beschikbare looptijd van de risicovrije rentevoet in de desbetreffende valuta te nemen. Voor langlopende levensverzekeringscontracten worden de kasstromen gemodelleerd over een looptijd van 110 jaar.
De levensverzekeringsverplichtingen worden meestal gewaardeerd volgens het BBA- of het VFA-model:
schatting van toekomstige kasstromen volgens IFRS 17 wijkt af van Solvency II op de volgende punten:
contractgrens als ze voortvloeien uit rechten en plichten die tijdens de verslagperiode bestaan,
worden opgenomen in de schatting van de verwachte toekomstige kasstromen.
Voor elke IFRS 17-portefeuille kan slechts één waarderingsmodel worden toegepast.
levensverzekeringscontracten en voor sommige hybride producten.
De verzekeringsverplichting bestaat uit de volgende vier bouwstenen: • actuarieel geschatte waarde van verwachte toekomstige kasstromen; • discontering om de schatting om te zetten in een actuele waarde;
in de toekomst begint, vallen buiten de IFRS 17-contractgrenzen.
tijdswaarde van geld
verzekeringsverplichtingen, buiten beschouwing te laten.
afhangen van het rendement van de belegde activa.
Waardering volgens de bouwsteenbenadering (BBA)
Schatting van verwachte toekomstige kasstromen
Europese entiteiten.
kasstromen;
Discontering -
toegepast.
Waardering van levensverzekeringsverplichtingen
De contractuele dienstenmarge (CSM) vertegenwoordigt de niet-verdiende winst die de verzekeraar in de winst-enverliesrekening opneemt naarmate hij diensten uit hoofde van verzekeringscontracten verleent. De CSM wordt in de balans opgenomen als deel van de verzekeringsverplichting bij de eerste opname, om een winst op de eerste dag te vermijden. De CSM op de balans valt geleidelijk vrij, op basis van de in de periode verleende diensten, en moet aan het einde van de dekkingsperiode voor een groep contracten nul zijn.
Het vrijvalpatroon van de CSM is gebaseerd op dekkingseenheden in de groep contracten (GC). Het aantal dekkingseenheden is de omvang van de diensten die de verzekeraar verleent uit hoofde van de contracten in de GC, en wordt bepaald door voor elk contract de omvang van de uitkeringen waarin het contract voorziet en de verwachte periode van de dekking in aanmerking te nemen. Het CSM-bedrag dat in de winst-en-verliesrekening wordt opgenomen, is het bedrag van de dekkingseenheden die aan de lopende periode zijn toegewezen voor de verzekeringsdekking die in de lopende periode wordt verstrekt. Het aantal dekkingseenheden wordt aan het einde van elke verslagperiode opnieuw beoordeeld om rekening te houden met de meest actuele veronderstellingen van het contract.
KBC heeft ervoor gekozen om de tijdswaarde van geld op dekkingseenheden weer te geven. Door discontering van de dekkingseenheden wordt een stabielere toerekening van de CSM aan de winst-en-verliesrekening bereikt. Voor contracten die meerdere diensten aanbieden, d.w.z. verzekeringsdekking, beleggingsrendementsdiensten en beleggingsbeheerdiensten, werkt KBC met zogenaamde 'multivariabele dekkingseenheden', waarbij rekening wordt gehouden met het volgende:
• Dekkingseenheden worden bepaald op basis van de afzonderlijke individuele uitkeringscomponenten.
• Aan elke component wordt een weging toegekend die een passend niveau van dienstverlening weergeeft.
Dergelijke wegingen weerspiegelen op passende wijze de vrijval van CSM op basis van de hoeveelheid voordelen die worden geboden voor elke dienst. Analoog aan de dekkingseenheden worden ook deze wegingen aan het einde van elke verslagperiode opnieuw beoordeeld.
Dekkingseenheden kunnen niet negatief zijn. Ze hebben een positief teken en hun bodemgrens ligt op nul. Als het aantal dekkingseenheden in een bepaalde periode nul is, wordt geen CSM toegerekend aan de winst-en-verliesrekening, aangezien in die periode geen diensten zijn verleend. Dit is in sommige gevallen mogelijk, bijvoorbeeld wanneer er wachtperiodes in contracten zijn opgenomen. In dergelijke gevallen is het contract door de verzekeringnemer ondertekend, maar is er een verplichte wachttijd voordat de klant de verzekeringsdekking geniet.
Volgens de VFA weerspiegelt de CSM voornamelijk de vergoeding die KBC verwacht te verdienen op de marktwaarde van het beheerde vermogen (AUM), ook wel onderliggende posten genoemd. De CSM wordt bepaald als het saldo van de reële waarde van de onderliggende posten en de totale verplichting van de entiteit ten aanzien van de verzekeringnemer. De verandering in de variabele vergoeding die van invloed is op de CSM, wordt bepaald als het saldo van:
• de verandering in de reële waarde van de onderliggende posten; en
• de verandering in de totale verplichting van de entiteit aan de verzekeringnemer.
Om het eenvoudig te houden, past KBC een gecombineerd bedrag en niet de verschillende aanpassingen die CSM vrijmaken, afzonderlijk toe.
Bij de VFA ligt het verschil in waardering met de BBA in de waardering na eerste opname van contracten met directe winstdeling. Alle veranderingen in vervullingskasstromen worden geabsorbeerd door de CSM, tot de CSM negatief wordt en een verlies wordt opgenomen in de winst-en-verliesrekening.
In België kan de verzekeringsmaatschappij naar eigen goeddunken beslissen over het bedrag van de winstdeling dat aan de verzekeringnemers wordt toegekend. De verzekeringnemer heeft geen 'afdwingbaar recht' om deel te nemen in de winst van de verzekeringsmaatschappij en derhalve is niet voldaan aan de VFA-criteria en wordt BBA toegepast.
Waardering volgens de PAA wordt toegepast voor de verplichtingen van de meeste schadeverzekeringsproducten. De PAAverplichting uit hoofde van resterende dekking (LRC) weerspiegelt de ontvangen premies en de met de acquisitie van verzekeringen verband houdende kasstromen, aangepast voor bedragen die pro rata temporis in de resultatenrekening zijn opgenomen. Wanneer zich een verzekerde schade voordoet, wordt een verplichting uit hoofde van ontstane claims (LIC) opgenomen, vergelijkbaar met de LIC bij BBA (zie verder). Bij verlieslatende contracten wordt een bijkomende verplichting ter dekking van verwachte toekomstige verliezen toegevoegd aan de LRC op de balans en wordt een verlies rechtstreeks in de winst-en-verliesrekening opgenomen.
De PAA-LRC geeft alleen de ontvangen premies en de met de acquisitie van verzekeringen verband houdende kasstromen weer. Om de verzekeringsverplichting op kasbasis correct weer te geven, wordt een aanpassing uitgevoerd door de verzekeringsschulden en -vorderingen te verrekenen met de LRC-waarde.
In het kader van de PAA zal KBC geen gebruik maken van de mogelijkheid om acquisitiekosten te boeken wanneer die gemaakt zijn. Aan het einde van elke verslagperiode worden de met de acquisitie van verzekeringen verband houdende kasstromen geamortiseerd (d.w.z. geboekt als kosten van verzekeringsdiensten) en wordt een deel van de premieontvangsten verworven (d.w.z. geboekt als verzekeringsinkomsten). Beide componenten van de LRC worden toegewezen aan de winst-en-verliesrekening op basis van het verstrijken van de tijd of het verwachte tijdstip van ontstane claims en uitkeringen, als dat patroon het verval van risico beter weergeeft.
De verplichting uit hoofde van ontstane claims wordt afzonderlijk berekend. In de balans wordt een voorziening opgenomen voor een verdisconteerde beste schatting van de toekomstige kasuitstromen met een risicoaanpassing als veiligheidsmarge. Er is geen CSM opgenomen in de LIC, aangezien de verplichting uit hoofde van ontstane claims geen rekening houdt met toekomstige dekking, d.w.z. dat de LIC bestaat uit vervullingskasstromen die verband houden met in het verleden verleende diensten.
Er wordt een voorziening voor de interne schadeafwikkelingskosten opgenomen, die wordt berekend als een percentage op basis van opgedane ervaring. De risicoaanpassing voor schadeverzekeringsverplichtingen wordt alleen berekend voor ontstane schade. Bijgevolg wordt alleen reserverisico in aanmerking genomen. Vergelijkbaar met de levensverzekeringsverplichtingen wordt een 'Value at Risk'-methode (VaR) gebruikt, maar hier wordt ze berekend met een betrouwbaarheidsniveau van 90%.
Aan het einde van elke verslagperiode, na de eerste opname, werkt KBC zijn schattingen en veronderstellingen bij om de meest actuele situatie weer te geven. Als gevolg van die updates zal de boekwaarde van vervullingskasstromen verschillen van de ene periode tot de andere.
De waardering na eerste opname volgens de BBA/VFA voor de LRC gebeurt op basis van:
• ervaringsaanpassingen – hetzij geabsorbeerd door de CSM (d.w.z. in verband met toekomstige diensten), hetzij opgenomen in het verzekeringsresultaat (d.w.z. in verband met lopende of in het verleden verleende diensten) – en rollforward van de portefeuille;
p. 234
PAA –
BBA/VFA/PAA –
enz.; of
Leasing
Overige elementen
verplichting uit hoofde van resterende dekking
van de reden voor die wijzigingen, worden ze opgenomen in:
verslagperiode in OCI wordt opgenomen, met uitzondering van:
zullen worden gecrediteerd (expected crediting rate);
(ook wel spiegelbenadering genoemd).
een actief verbonden risico's en voordelen over.
in de winst-en-verliesrekening.
reserves en de minderheidsbelangen.
Eigen vermogen
deposito's bij de cederende onderneming.
verplichting uit hoofde van ontstane claims
waarbij de impact van de herberekening wordt meegenomen in de lopende periode.
Volgens de PAA wordt de LRC pro rata temporis afgewikkeld om de zogenaamde 'verdiende premies' te verkrijgen, d.w.z. de premiereserve en de reserve voor uitgestelde overlopende aanbrengprovisies. Aan het einde van elke verslagperiode worden de met de acquisitie van verzekeringen verband houdende kasstromen geamortiseerd (d.w.z. geboekt als kosten van verzekeringsdiensten) en wordt een deel van de premieontvangsten verworven (d.w.z. geboekt als verzekeringsinkomsten). Beide componenten van de LRC worden toegewezen aan de winst-en-verliesrekening op basis van het verstrijken van de tijd of het verwachte tijdstip van ontstane claims en uitkeringen, als dat patroon het verval van risico beter weergeeft.
Wijzigingen in de verplichting uit hoofde van ontstane claims worden opgenomen in de winst-en-verliesrekening. Afhankelijk
• lasten uit hoofde van verzekeringsdiensten. Belangrijkste redenen: updates van vervullingskasstromen, d.w.z. hogere of lagere totale verwachte schade-uitkeringen, wijzigingen in het statistische percentage van interne schadebeheerkosten,
• verzekeringsfinancieringsbaten of -lasten. Belangrijkste redenen: een verandering in de disconteringsvoet, rente uit
KBC heeft gekozen voor een 'year-to-date'-benadering, d.w.z. een herberekening van eerder gerapporteerde kwartalen,
KBC kiest ervoor om verzekeringsfinancieringsbaten of -lasten (IFIE) op te splitsen tussen winst-en-verliesrekening en OCI. Dat betekent dat de rentelasten van de verzekeringsverplichting over de verslagperiode in de winst-en-verliesrekening worden opgenomen, waarbij die rentelasten worden berekend op basis van de locked-in rate (de rentecurve die van toepassing is bij de aanvang van het IFRS 17-contract), en dat het effect van veranderingen in de marktrente over de
• verzekeringscontracten gewaardeerd onder BBA waarbij veranderingen in het financiële risico een wezenlijk effect hebben op de bedragen die de polishouders toekomen (toekomstige rentegaranties, winstdeling), waarvoor de toerekening aan de winst-en-verliesrekening afgeleid wordt van de bedragen die naar verwachting aan de polishouder
• verzekeringscontracten gewaardeerd onder VFA, waarvoor de huidige periodeboekrendementsbenadering gebruikt wordt. Het bedrag in IFIE komt overeen met het financiële resultaat dat in de winst-en-verliesrekening wordt gepresenteerd van de onderliggende posten om ervoor te zorgen dat het totale netto financiële resultaat gelijk is aan 0
De passiva van verzekeringscontracten en de activa van herverzekeringscontracten worden in de balans gepresenteerd op basis van de ontvangen bedragen. Afgestane herverzekeringscontracten (aangehouden herverzekeringscontracten) moeten afzonderlijk van de onderliggende contracten waarop ze betrekking hebben, worden geboekt en gepresenteerd. Bij de overname van een andere verzekeringsmaatschappij of een portefeuille-overdracht bestaat de ontvangen of betaalde vergoeding gedeeltelijk uit de Value of Business In-force (VBI). Verzekeringscontracten die via een bedrijfscombinatie verworven zijn, worden op dezelfde wijze gewaardeerd als verzekeringscontracten die door de entiteit
Alle leaseovereenkomsten moeten worden geclassificeerd als financiële leasing of operationele leasing. De classificatie volgens IFRS 16 is gebaseerd op de mate waarin de aan de eigendom van een geleased actief verbonden risico's en voordelen bij de leasinggever of de leasingnemer liggen. Een financiële lease draagt nagenoeg alle aan de eigendom van
Deze classificatie is cruciaal voor posities als leasinggever. Voor posities als leasingnemer is deze classificatie van minder belang aangezien beide classificaties resulteren in een vergelijkbare opname en waardering van de lease op de balans en
Het eigen vermogen vertegenwoordigt het overblijvende belang in de totale activa van KBC na aftrek van alle verplichtingen (de 'nettoactiva' genoemd) en omvat alle door KBC uitgegeven aandelen, aan de houders van de aandelen toerekenbare
KBC classificeert alle uitgegeven financiële instrumenten als eigen vermogen of als een financiële verplichting op basis van de bepalingen van de contractuele overeenkomsten. Het cruciale kenmerk om een financiële verplichting te onderscheiden van een aandeel is of KBC een onvoorwaardelijk recht heeft om te voorkomen dat de afwikkeling van een contractuele
Minderheidsbelangen vertegenwoordigen het eigen vermogen in een dochteronderneming dat niet toerekenbaar is aan de houders van KBC-aandelen. Wanneer het aandeel van minderheidsbelangen in het eigen vermogen wijzigt, past KBC de boekwaarde van de controlerende belangen en de minderheidsbelangen aan om wijzigingen in hun relatieve belangen in de geconsolideerde vennootschappen te weerspiegelen. KBC neemt in het eigen vermogen elk verschil op tussen het bedrag
zijn uitgegeven, behalve dat de vervullingskasstromen worden opgenomen op de overnamedatum.
verplichting verloopt door middel van de levering van geldmiddelen of een ander financieel actief.
Volgens de PAA wordt de LRC pro rata temporis afgewikkeld om de zogenaamde 'verdiende premies' te verkrijgen, d.w.z. de premiereserve en de reserve voor uitgestelde overlopende aanbrengprovisies. Aan het einde van elke verslagperiode worden de met de acquisitie van verzekeringen verband houdende kasstromen geamortiseerd (d.w.z. geboekt als kosten van verzekeringsdiensten) en wordt een deel van de premieontvangsten verworven (d.w.z. geboekt als verzekeringsinkomsten). Beide componenten van de LRC worden toegewezen aan de winst-en-verliesrekening op basis van het verstrijken van de tijd of het verwachte tijdstip van ontstane claims en uitkeringen, als dat patroon het verval van risico beter weergeeft.
Wijzigingen in de verplichting uit hoofde van ontstane claims worden opgenomen in de winst-en-verliesrekening. Afhankelijk van de reden voor die wijzigingen, worden ze opgenomen in:
KBC heeft gekozen voor een 'year-to-date'-benadering, d.w.z. een herberekening van eerder gerapporteerde kwartalen, waarbij de impact van de herberekening wordt meegenomen in de lopende periode.
KBC kiest ervoor om verzekeringsfinancieringsbaten of -lasten (IFIE) op te splitsen tussen winst-en-verliesrekening en OCI. Dat betekent dat de rentelasten van de verzekeringsverplichting over de verslagperiode in de winst-en-verliesrekening worden opgenomen, waarbij die rentelasten worden berekend op basis van de locked-in rate (de rentecurve die van toepassing is bij de aanvang van het IFRS 17-contract), en dat het effect van veranderingen in de marktrente over de verslagperiode in OCI wordt opgenomen, met uitzondering van:
De passiva van verzekeringscontracten en de activa van herverzekeringscontracten worden in de balans gepresenteerd op basis van de ontvangen bedragen. Afgestane herverzekeringscontracten (aangehouden herverzekeringscontracten) moeten afzonderlijk van de onderliggende contracten waarop ze betrekking hebben, worden geboekt en gepresenteerd. Bij de overname van een andere verzekeringsmaatschappij of een portefeuille-overdracht bestaat de ontvangen of betaalde vergoeding gedeeltelijk uit de Value of Business In-force (VBI). Verzekeringscontracten die via een bedrijfscombinatie verworven zijn, worden op dezelfde wijze gewaardeerd als verzekeringscontracten die door de entiteit zijn uitgegeven, behalve dat de vervullingskasstromen worden opgenomen op de overnamedatum.
Alle leaseovereenkomsten moeten worden geclassificeerd als financiële leasing of operationele leasing. De classificatie volgens IFRS 16 is gebaseerd op de mate waarin de aan de eigendom van een geleased actief verbonden risico's en voordelen bij de leasinggever of de leasingnemer liggen. Een financiële lease draagt nagenoeg alle aan de eigendom van een actief verbonden risico's en voordelen over.
Deze classificatie is cruciaal voor posities als leasinggever. Voor posities als leasingnemer is deze classificatie van minder belang aangezien beide classificaties resulteren in een vergelijkbare opname en waardering van de lease op de balans en in de winst-en-verliesrekening.
p. 234
Bij de VFA ligt het verschil in waardering met de BBA in de waardering na eerste opname van contracten met directe winstdeling. Alle veranderingen in vervullingskasstromen worden geabsorbeerd door de CSM, tot de CSM negatief wordt en
In België kan de verzekeringsmaatschappij naar eigen goeddunken beslissen over het bedrag van de winstdeling dat aan de verzekeringnemers wordt toegekend. De verzekeringnemer heeft geen 'afdwingbaar recht' om deel te nemen in de winst
Waardering volgens de PAA wordt toegepast voor de verplichtingen van de meeste schadeverzekeringsproducten. De PAAverplichting uit hoofde van resterende dekking (LRC) weerspiegelt de ontvangen premies en de met de acquisitie van verzekeringen verband houdende kasstromen, aangepast voor bedragen die pro rata temporis in de resultatenrekening zijn opgenomen. Wanneer zich een verzekerde schade voordoet, wordt een verplichting uit hoofde van ontstane claims (LIC) opgenomen, vergelijkbaar met de LIC bij BBA (zie verder). Bij verlieslatende contracten wordt een bijkomende verplichting ter dekking van verwachte toekomstige verliezen toegevoegd aan de LRC op de balans en wordt een verlies rechtstreeks in
De PAA-LRC geeft alleen de ontvangen premies en de met de acquisitie van verzekeringen verband houdende kasstromen weer. Om de verzekeringsverplichting op kasbasis correct weer te geven, wordt een aanpassing uitgevoerd door de
In het kader van de PAA zal KBC geen gebruik maken van de mogelijkheid om acquisitiekosten te boeken wanneer die gemaakt zijn. Aan het einde van elke verslagperiode worden de met de acquisitie van verzekeringen verband houdende kasstromen geamortiseerd (d.w.z. geboekt als kosten van verzekeringsdiensten) en wordt een deel van de premieontvangsten verworven (d.w.z. geboekt als verzekeringsinkomsten). Beide componenten van de LRC worden toegewezen aan de winst-en-verliesrekening op basis van het verstrijken van de tijd of het verwachte tijdstip van ontstane
De verplichting uit hoofde van ontstane claims wordt afzonderlijk berekend. In de balans wordt een voorziening opgenomen voor een verdisconteerde beste schatting van de toekomstige kasuitstromen met een risicoaanpassing als veiligheidsmarge. Er is geen CSM opgenomen in de LIC, aangezien de verplichting uit hoofde van ontstane claims geen rekening houdt met toekomstige dekking, d.w.z. dat de LIC bestaat uit vervullingskasstromen die verband houden met in het verleden verleende
Er wordt een voorziening voor de interne schadeafwikkelingskosten opgenomen, die wordt berekend als een percentage op basis van opgedane ervaring. De risicoaanpassing voor schadeverzekeringsverplichtingen wordt alleen berekend voor ontstane schade. Bijgevolg wordt alleen reserverisico in aanmerking genomen. Vergelijkbaar met de levensverzekeringsverplichtingen wordt een 'Value at Risk'-methode (VaR) gebruikt, maar hier wordt ze berekend met een
Aan het einde van elke verslagperiode, na de eerste opname, werkt KBC zijn schattingen en veronderstellingen bij om de meest actuele situatie weer te geven. Als gevolg van die updates zal de boekwaarde van vervullingskasstromen verschillen
• ervaringsaanpassingen – hetzij geabsorbeerd door de CSM (d.w.z. in verband met toekomstige diensten), hetzij opgenomen in het verzekeringsresultaat (d.w.z. in verband met lopende of in het verleden verleende diensten) – en roll-
van de verzekeringsmaatschappij en derhalve is niet voldaan aan de VFA-criteria en wordt BBA toegepast.
een verlies wordt opgenomen in de winst-en-verliesrekening.
Waardering van schadeverzekeringsverplichtingen
Waardering volgens de premietoerekeningsbenadering
verzekeringsschulden en -vorderingen te verrekenen met de LRC-waarde.
claims en uitkeringen, als dat patroon het verval van risico beter weergeeft.
verplichting uit hoofde van resterende dekking
De waardering na eerste opname volgens de BBA/VFA voor de LRC gebeurt op basis van:
• updates van niet-economische parameters voor de vervullingskasstromen; • updates van economische parameters voor de vervullingskasstromen;
Waardering van de verplichting uit hoofde van ontstane claims (LIC) voor uitstaande vorderingen
de winst-en-verliesrekening opgenomen.
diensten.
BBA/VFA –
• CSM-vrijval.
betrouwbaarheidsniveau van 90%.
van de ene periode tot de andere.
forward van de portefeuille;
Waardering na eerste opname
Het eigen vermogen vertegenwoordigt het overblijvende belang in de totale activa van KBC na aftrek van alle verplichtingen (de 'nettoactiva' genoemd) en omvat alle door KBC uitgegeven aandelen, aan de houders van de aandelen toerekenbare reserves en de minderheidsbelangen.
KBC classificeert alle uitgegeven financiële instrumenten als eigen vermogen of als een financiële verplichting op basis van de bepalingen van de contractuele overeenkomsten. Het cruciale kenmerk om een financiële verplichting te onderscheiden van een aandeel is of KBC een onvoorwaardelijk recht heeft om te voorkomen dat de afwikkeling van een contractuele verplichting verloopt door middel van de levering van geldmiddelen of een ander financieel actief.
Minderheidsbelangen vertegenwoordigen het eigen vermogen in een dochteronderneming dat niet toerekenbaar is aan de houders van KBC-aandelen. Wanneer het aandeel van minderheidsbelangen in het eigen vermogen wijzigt, past KBC de boekwaarde van de controlerende belangen en de minderheidsbelangen aan om wijzigingen in hun relatieve belangen in de geconsolideerde vennootschappen te weerspiegelen. KBC neemt in het eigen vermogen elk verschil op tussen het bedrag
waarmee de minderheidsbelangen worden aangepast, en de reële waarde van de betaalde of ontvangen vergoeding, en rekent dat toe aan het controlerende belang.
KBC kan binnen het wettelijke kader eigen aandelen inkopen. Deze ingekochte (gewone) aandelen worden een eerste maal erkend op de balans op transactiedatum onder de rubriek Eigen aandelen. De aanschaffingsprijs (inclusief de transactiekosten) wordt afgetrokken van het eigen vermogen. De dividendinkomsten m.b.t. eigen aandelen worden erkend in eigen vermogen.
Kortetermijnpersoneelsbeloningen, zoals salarissen, betaalde vakantie, prestatiegebonden geldelijke voordelen en socialezekerheidsbijdragen, worden opgenomen in de periode waarin de werknemers de overeenkomstige diensten verlenen. De bijbehorende uitgaven worden gepresenteerd in de winst-en-verliesrekening als Exploitatiekosten onder de rubriek Personeelskosten.
KBC biedt zijn personeelsleden pensioenplannen aan in de vorm van toegezegdebijdrageregelingen of toegezegdpensioenregelingen. Uit hoofde van de toegezegdebijdrageregelingen is de in rechte afdwingbare of feitelijke verplichting van KBC beperkt tot de toegezegde bijdrage aan het fonds. Het bedrag van de vergoedingen na uitdiensttreding dat de werknemer ontvangt, wordt bepaald door het bedrag van de bijdragen die KBC en de werknemer hebben betaald aan een regeling inzake vergoedingen na uitdiensttreding, evenals het beleggingsrendement dat resulteert uit die bijdragen. Het actuariële risico wordt gedragen door de werknemer.
Daarentegen heeft KBC bij toegezegdpensioenregelingen de verplichting de overeengekomen vergoedingen aan huidige en voormalige werknemers te verschaffen en vallen het actuariële risico en het beleggingsrisico ten laste van KBC. Dat betekent dat als de opbrengst vanuit actuarieel of beleggingsoogpunt slechter is dan verwacht, de verplichting van KBC kan worden verhoogd.
In België gaan toegezegdebijdrageregelingen gepaard met een wettelijk gewaarborgd minimumrendement en kan het werkelijke rendement lager liggen dan het wettelijk voorgeschreven rendement. Bovendien vertonen deze regelingen kenmerken van toegezegdpensioenregelingen en verwerkt KBC ze administratief als toegezegdpensioenregelingen.
Verplichtingen uit hoofde van de toegezegdpensioenregelingen en de Belgische toegezegdebijdrageregelingen (of pensioenverplichtingen) worden opgenomen in de post Overige verplichtingen en hebben betrekking op de verplichtingen voor rust- en overlevingspensioenen, brugpensioenen en vergelijkbare pensioenen en renten.
De pensioenverplichtingen voor werknemers uit hoofde van de toegezegdpensioenregelingen worden berekend met behulp van de 'projected unit credit'-methode, waarbij elke dienstprestatieperiode bijkomende pensioenrechten genereert.
De actuariële waardering wordt elke verslagperiode uitgevoerd. De verplichtingen uit hoofde van toegezegdpensioenregelingen worden gedisconteerd op basis van een disconteringsvoet die is gebaseerd op het rendement van hoogwaardige bedrijfsobligaties in de valuta waarin de vergoedingen zullen worden uitbetaald en met een vergelijkbare looptijd als de overeenkomstige pensioenverplichtingen.
Wijzigingen in de nettoverplichtingen/-activa uit hoofde van toegezegdpensioenregelingen, uitgezonderd kasmutaties, worden gegroepeerd in drie hoofdcategorieën en opgenomen in de exploitatiekosten (pensioenkosten), de rentelasten (nettorentelasten) en de niet-gerealiseerde resultaten (herwaarderingen).
Het grootste deel van de nettoprovisie-inkomsten valt onder het toepassingsgebied van IFRS 15 (Opbrengsten uit contracten met klanten), aangezien ze betrekking hebben op diensten die KBC aan zijn klanten verleent en buiten het toepassingsgebied van andere IFRS-normen vallen. Voor de verantwoording van opbrengsten identificeert KBC het contract en bepaalt het wat de beloften (prestatieverplichtingen) in de transactie zijn. Opbrengsten worden alleen opgenomen als KBC de prestatieverplichting heeft vervuld.
De opbrengsten die worden gepresenteerd onder Effecten en assetmanagement, vallen onder het toepassingsgebied van IFRS 15 en houden in beginsel in dat KBC activa bewaart in een trust voor de begunstigde ('fonds') en verantwoordelijk is voor het beleggen van de van de klant ontvangen bedragen ten gunste van de klant. Die transacties zijn duidelijk omdat KBC een reeks afzonderlijke diensten verricht die de klant gelijktijdig verbruikt wanneer hij de voordelen ontvangt. KBC ontvangt daarvoor een maandelijkse of driemaandelijkse beheersvergoeding die wordt berekend als een vast percentage van de netto-inventariswaarde, of een inschrijvingsvergoeding die van de begunstigde wordt ingehouden. De vergoedingen omvatten geen variabele component.
Opbrengsten gerapporteerd als Provisies i.v.m. beleggingscontracten zonder discretionaire winstdeling vertegenwoordigen het gerealiseerde bedrag op de beleggingscontracten zonder discretionaire winstdeling, d.w.z. dat een vast percentage of vast bedrag wordt ingehouden op de betalingen van klanten, zodat de verzekeringsmaatschappij haar uitgaven kan dekken.
Betalingsdiensten waarbij KBC de klant een vergoeding aanrekent voor bepaalde transacties met zijn zichtrekeningen, voor binnenlandse of buitenlandse betalingen, voor betalingsdiensten via geldautomaten, enz. worden meestal verrekend wanneer de eigenlijke transactie is uitgevoerd, zodat de betreffende vergoeding op dat tijdstip direct kan worden opgenomen.
p. 236
Heffingen
op onder Exploitatiekosten.
de winst-en-verliesrekening.
te realiseren of af te wikkelen.
geboekt als goodwill.
Materiële vaste activa
worden verwijderd.
van kracht waren.
hetzelfde moment dat de verplichting wordt afgewikkeld.
Actuele belastingvorderingen/-verplichtingen
Uitgestelde belastingvorderingen/-verplichtingen
gebruikt KBC prognoses voor een periode van acht tot tien jaar.
het actief een bijzondere waardevermindering heeft ondergaan.
Uitgestelde belastingvorderingen/-verplichtingen worden niet verdisconteerd.
Winstbelasting
Overheden kunnen KBC diverse heffingen opleggen. Het bedrag van de heffingen kan afhankelijk zijn van het bedrag van de opbrengsten (voornamelijk rentebaten) van KBC, het bedrag van de van klanten aangenomen deposito's en het totale balansvolume, inclusief correcties op basis van bepaalde specifieke ratio's. In overeenstemming met IFRIC 21 worden heffingen opgenomen wanneer de gebeurtenis die aanleiding geeft tot opname van de verplichting, zich heeft voorgedaan, zoals vermeld in de wetgeving ter zake. Afhankelijk van de tot een verplichting leidende gebeurtenis kunnen heffingen worden opgenomen op een bepaald punt in de tijd of gespreid in de tijd. De meeste heffingen die aan KBC worden opgelegd, moeten worden opgenomen op een bepaald punt in de tijd, meestal het begin van het boekjaar. KBC neemt de heffingen
Winstbelasting bestaat uit drie elementen: over de verslagperiode betaalde/verschuldigde belastingen, te weinig/te veel aangelegde voorzieningen in voorgaande jaren en wijzigingen in uitgestelde belastingvorderingen/-verplichtingen. De winstbelasting wordt verwerkt in de winst-en-verliesrekening of in de niet-gerealiseerde resultaten, afhankelijk van de manier waarop de posten die tot de belasting hebben geleid, zijn geboekt. Winstbelastingen die voor het eerst worden verwerkt in de niet-gerealiseerde resultaten en die betrekking hebben op winsten of verliezen die later worden opgenomen in de winsten-verliesrekening, worden overgeboekt naar de winst-en-verliesrekening in de periode waarin die post wordt verwerkt in
Uitgestelde en actuele belastingvorderingen en -verplichtingen worden gesaldeerd wanneer er zowel een juridisch recht tot saldering bestaat als een voornemen om tot afwikkeling op nettobasis over te gaan of om de vordering te realiseren op
Actuele belastingen voor de verslagperiode worden gewaardeerd tegen het bedrag dat naar verwachting zal worden betaald aan of teruggevorderd van de belastingautoriteiten, op basis van de belastingtarieven die tijdens de verslagperiode
Uitgestelde belastingverplichtingen worden opgenomen voor alle belastbare tijdelijke verschillen tussen de boekwaarde en de fiscale waarde van de activa en de verplichtingen. Ze worden gewaardeerd op basis van de belastingtarieven die op de verslagdatum wettelijk zijn vastgelegd en die naar verwachting van toepassing zullen zijn bij de realisatie van de vordering of de afwikkeling van de verplichting waarop zij betrekking hebben en die de fiscale gevolgen weerspiegelen die voortvloeien uit de wijze waarop de entiteit op de balansdatum de boekwaarde van de onderliggende activa of verplichtingen verwacht
Bij de opname van uitgestelde belastingvorderingen wordt rekening gehouden met alle verrekenbare tijdelijke verschillen tussen de boekwaarde van activa en verplichtingen en hun fiscale boekwaarde, evenals de voorwaartse compensatie van niet-gecompenseerde fiscale verliezen en ongebruikte fiscaal verrekenbare tegoeden, voor zover het waarschijnlijk is dat er belastbare winst beschikbaar zal zijn waarmee de verrekenbare tijdelijke verschillen kunnen worden verrekend. KBC berekent uitgestelde belastingvorderingen voor de voorwaartse compensatie van niet-gecompenseerde fiscale verliezen. Bij het beoordelen van de periode waarover fiscale verliezen kunnen worden verrekend met toekomstige belastbare winsten,
Uitgestelde belastingvorderingen/-verplichtingen die betrekking hebben op bedrijfscombinaties worden rechtstreeks
Materiële vaste activa worden bij eerste opname gewaardeerd tegen kostprijs (inclusief direct toerekenbare acquisitiekosten). KBC waardeert in daaropvolgende verslagperiodes materiële vaste activa tegen de initiële kostprijs verminderd met de geaccumuleerde afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen. De afschrijvingspercentages worden bepaald op basis van de geschatte gebruiksduur van de activa en worden toegepast volgens de lineaire methode vanaf het ogenblik waarop de activa gebruiksklaar zijn. Materiële vaste activa worden niet langer in de balans opgenomen na vervreemding of wanneer het actief in kwestie permanent buiten gebruik wordt gesteld en er geen toekomstige economische voordelen worden verwacht bij de vervreemding ervan. Winsten of verliezen als gevolg van het niet langer opnemen in de balans worden opgenomen in de winst-en-verliesrekening in de periode waarin de activa uit de balans
Materiële vaste activa worden aan een bijzonderewaardeverminderingstoets onderworpen wanneer er een aanwijzing is dat
waarmee de minderheidsbelangen worden aangepast, en de reële waarde van de betaalde of ontvangen vergoeding, en
KBC kan binnen het wettelijke kader eigen aandelen inkopen. Deze ingekochte (gewone) aandelen worden een eerste maal erkend op de balans op transactiedatum onder de rubriek Eigen aandelen. De aanschaffingsprijs (inclusief de transactiekosten) wordt afgetrokken van het eigen vermogen. De dividendinkomsten m.b.t. eigen aandelen worden erkend
Kortetermijnpersoneelsbeloningen, zoals salarissen, betaalde vakantie, prestatiegebonden geldelijke voordelen en socialezekerheidsbijdragen, worden opgenomen in de periode waarin de werknemers de overeenkomstige diensten verlenen. De bijbehorende uitgaven worden gepresenteerd in de winst-en-verliesrekening als Exploitatiekosten onder de
KBC biedt zijn personeelsleden pensioenplannen aan in de vorm van toegezegdebijdrageregelingen of toegezegdpensioenregelingen. Uit hoofde van de toegezegdebijdrageregelingen is de in rechte afdwingbare of feitelijke verplichting van KBC beperkt tot de toegezegde bijdrage aan het fonds. Het bedrag van de vergoedingen na uitdiensttreding dat de werknemer ontvangt, wordt bepaald door het bedrag van de bijdragen die KBC en de werknemer hebben betaald aan een regeling inzake vergoedingen na uitdiensttreding, evenals het beleggingsrendement dat resulteert
Daarentegen heeft KBC bij toegezegdpensioenregelingen de verplichting de overeengekomen vergoedingen aan huidige en voormalige werknemers te verschaffen en vallen het actuariële risico en het beleggingsrisico ten laste van KBC. Dat betekent dat als de opbrengst vanuit actuarieel of beleggingsoogpunt slechter is dan verwacht, de verplichting van KBC
In België gaan toegezegdebijdrageregelingen gepaard met een wettelijk gewaarborgd minimumrendement en kan het werkelijke rendement lager liggen dan het wettelijk voorgeschreven rendement. Bovendien vertonen deze regelingen kenmerken van toegezegdpensioenregelingen en verwerkt KBC ze administratief als toegezegdpensioenregelingen. Verplichtingen uit hoofde van de toegezegdpensioenregelingen en de Belgische toegezegdebijdrageregelingen (of pensioenverplichtingen) worden opgenomen in de post Overige verplichtingen en hebben betrekking op de verplichtingen
De pensioenverplichtingen voor werknemers uit hoofde van de toegezegdpensioenregelingen worden berekend met behulp van de 'projected unit credit'-methode, waarbij elke dienstprestatieperiode bijkomende pensioenrechten genereert. De actuariële waardering wordt elke verslagperiode uitgevoerd. De verplichtingen uit hoofde van toegezegdpensioenregelingen worden gedisconteerd op basis van een disconteringsvoet die is gebaseerd op het rendement van hoogwaardige bedrijfsobligaties in de valuta waarin de vergoedingen zullen worden uitbetaald en met een
Wijzigingen in de nettoverplichtingen/-activa uit hoofde van toegezegdpensioenregelingen, uitgezonderd kasmutaties, worden gegroepeerd in drie hoofdcategorieën en opgenomen in de exploitatiekosten (pensioenkosten), de rentelasten
Het grootste deel van de nettoprovisie-inkomsten valt onder het toepassingsgebied van IFRS 15 (Opbrengsten uit contracten met klanten), aangezien ze betrekking hebben op diensten die KBC aan zijn klanten verleent en buiten het toepassingsgebied van andere IFRS-normen vallen. Voor de verantwoording van opbrengsten identificeert KBC het contract en bepaalt het wat de beloften (prestatieverplichtingen) in de transactie zijn. Opbrengsten worden alleen opgenomen als
De opbrengsten die worden gepresenteerd onder Effecten en assetmanagement, vallen onder het toepassingsgebied van IFRS 15 en houden in beginsel in dat KBC activa bewaart in een trust voor de begunstigde ('fonds') en verantwoordelijk is voor het beleggen van de van de klant ontvangen bedragen ten gunste van de klant. Die transacties zijn duidelijk omdat KBC een reeks afzonderlijke diensten verricht die de klant gelijktijdig verbruikt wanneer hij de voordelen ontvangt. KBC ontvangt daarvoor een maandelijkse of driemaandelijkse beheersvergoeding die wordt berekend als een vast percentage van de netto-inventariswaarde, of een inschrijvingsvergoeding die van de begunstigde wordt ingehouden. De vergoedingen
Opbrengsten gerapporteerd als Provisies i.v.m. beleggingscontracten zonder discretionaire winstdeling vertegenwoordigen het gerealiseerde bedrag op de beleggingscontracten zonder discretionaire winstdeling, d.w.z. dat een vast percentage of vast bedrag wordt ingehouden op de betalingen van klanten, zodat de verzekeringsmaatschappij haar uitgaven kan
Betalingsdiensten waarbij KBC de klant een vergoeding aanrekent voor bepaalde transacties met zijn zichtrekeningen, voor binnenlandse of buitenlandse betalingen, voor betalingsdiensten via geldautomaten, enz. worden meestal verrekend wanneer de eigenlijke transactie is uitgevoerd, zodat de betreffende vergoeding op dat tijdstip direct kan worden
rekent dat toe aan het controlerende belang.
in eigen vermogen.
Personeelsbeloningen
rubriek Personeelskosten.
kan worden verhoogd.
Nettoprovisie-inkomsten
dekken.
opgenomen.
KBC de prestatieverplichting heeft vervuld.
omvatten geen variabele component.
Kortetermijnpersoneelsbeloningen
Vergoedingen na uitdiensttreding
uit die bijdragen. Het actuariële risico wordt gedragen door de werknemer.
vergelijkbare looptijd als de overeenkomstige pensioenverplichtingen.
(nettorentelasten) en de niet-gerealiseerde resultaten (herwaarderingen).
voor rust- en overlevingspensioenen, brugpensioenen en vergelijkbare pensioenen en renten.
Overheden kunnen KBC diverse heffingen opleggen. Het bedrag van de heffingen kan afhankelijk zijn van het bedrag van de opbrengsten (voornamelijk rentebaten) van KBC, het bedrag van de van klanten aangenomen deposito's en het totale balansvolume, inclusief correcties op basis van bepaalde specifieke ratio's. In overeenstemming met IFRIC 21 worden heffingen opgenomen wanneer de gebeurtenis die aanleiding geeft tot opname van de verplichting, zich heeft voorgedaan, zoals vermeld in de wetgeving ter zake. Afhankelijk van de tot een verplichting leidende gebeurtenis kunnen heffingen worden opgenomen op een bepaald punt in de tijd of gespreid in de tijd. De meeste heffingen die aan KBC worden opgelegd, moeten worden opgenomen op een bepaald punt in de tijd, meestal het begin van het boekjaar. KBC neemt de heffingen op onder Exploitatiekosten.
Winstbelasting bestaat uit drie elementen: over de verslagperiode betaalde/verschuldigde belastingen, te weinig/te veel aangelegde voorzieningen in voorgaande jaren en wijzigingen in uitgestelde belastingvorderingen/-verplichtingen. De winstbelasting wordt verwerkt in de winst-en-verliesrekening of in de niet-gerealiseerde resultaten, afhankelijk van de manier waarop de posten die tot de belasting hebben geleid, zijn geboekt. Winstbelastingen die voor het eerst worden verwerkt in de niet-gerealiseerde resultaten en die betrekking hebben op winsten of verliezen die later worden opgenomen in de winsten-verliesrekening, worden overgeboekt naar de winst-en-verliesrekening in de periode waarin die post wordt verwerkt in de winst-en-verliesrekening.
Uitgestelde en actuele belastingvorderingen en -verplichtingen worden gesaldeerd wanneer er zowel een juridisch recht tot saldering bestaat als een voornemen om tot afwikkeling op nettobasis over te gaan of om de vordering te realiseren op hetzelfde moment dat de verplichting wordt afgewikkeld.
Actuele belastingen voor de verslagperiode worden gewaardeerd tegen het bedrag dat naar verwachting zal worden betaald aan of teruggevorderd van de belastingautoriteiten, op basis van de belastingtarieven die tijdens de verslagperiode van kracht waren.
Uitgestelde belastingverplichtingen worden opgenomen voor alle belastbare tijdelijke verschillen tussen de boekwaarde en de fiscale waarde van de activa en de verplichtingen. Ze worden gewaardeerd op basis van de belastingtarieven die op de verslagdatum wettelijk zijn vastgelegd en die naar verwachting van toepassing zullen zijn bij de realisatie van de vordering of de afwikkeling van de verplichting waarop zij betrekking hebben en die de fiscale gevolgen weerspiegelen die voortvloeien uit de wijze waarop de entiteit op de balansdatum de boekwaarde van de onderliggende activa of verplichtingen verwacht te realiseren of af te wikkelen.
Bij de opname van uitgestelde belastingvorderingen wordt rekening gehouden met alle verrekenbare tijdelijke verschillen tussen de boekwaarde van activa en verplichtingen en hun fiscale boekwaarde, evenals de voorwaartse compensatie van niet-gecompenseerde fiscale verliezen en ongebruikte fiscaal verrekenbare tegoeden, voor zover het waarschijnlijk is dat er belastbare winst beschikbaar zal zijn waarmee de verrekenbare tijdelijke verschillen kunnen worden verrekend. KBC berekent uitgestelde belastingvorderingen voor de voorwaartse compensatie van niet-gecompenseerde fiscale verliezen. Bij het beoordelen van de periode waarover fiscale verliezen kunnen worden verrekend met toekomstige belastbare winsten, gebruikt KBC prognoses voor een periode van acht tot tien jaar.
Uitgestelde belastingvorderingen/-verplichtingen die betrekking hebben op bedrijfscombinaties worden rechtstreeks geboekt als goodwill.
Uitgestelde belastingvorderingen/-verplichtingen worden niet verdisconteerd.
p. 236
Materiële vaste activa worden bij eerste opname gewaardeerd tegen kostprijs (inclusief direct toerekenbare acquisitiekosten). KBC waardeert in daaropvolgende verslagperiodes materiële vaste activa tegen de initiële kostprijs verminderd met de geaccumuleerde afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen. De afschrijvingspercentages worden bepaald op basis van de geschatte gebruiksduur van de activa en worden toegepast volgens de lineaire methode vanaf het ogenblik waarop de activa gebruiksklaar zijn. Materiële vaste activa worden niet langer in de balans opgenomen na vervreemding of wanneer het actief in kwestie permanent buiten gebruik wordt gesteld en er geen toekomstige economische voordelen worden verwacht bij de vervreemding ervan. Winsten of verliezen als gevolg van het niet langer opnemen in de balans worden opgenomen in de winst-en-verliesrekening in de periode waarin de activa uit de balans worden verwijderd.
Materiële vaste activa worden aan een bijzonderewaardeverminderingstoets onderworpen wanneer er een aanwijzing is dat het actief een bijzondere waardevermindering heeft ondergaan.
Afschrijvingskosten, bijzonderewaardeverminderingsverliezen en winsten of verliezen bij vervreemding worden opgenomen onder Exploitatiekosten in de winst-en-verliesrekening, met uitzondering van activa die worden geleased uit hoofde van operationele leasing (KBC als leasinggever), waarvoor de kosten worden opgenomen in de post Overige netto-inkomsten. Wanneer een vervreemding voldoet aan de definitie van een beëindigde bedrijfsactiviteit, wordt het nettoresultaat opgenomen in een enkele post in de winst-en-verliesrekening (zie het hoofdstuk over beëindigde bedrijfsactiviteiten hieronder).
Een vastgoedbelegging wordt gedefinieerd als vastgoed dat KBC heeft gebouwd, gekocht of verworven uit hoofde van een financiële lease en dat wordt aangehouden om huuropbrengsten of een waardestijging te realiseren en niet om door KBC te worden gebruikt voor de levering van diensten of voor bestuurlijke doeleinden.
Vastgoedbeleggingen worden bij eerste opname gewaardeerd tegen kostprijs (inclusief rechtstreeks toerekenbare kosten). KBC waardeert vastgoedbeleggingen in daaropvolgende verslagperiodes tegen de initiële kostprijs verminderd met de geaccumuleerde afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen.
De afschrijvingskosten worden opgenomen in de post Overige netto-inkomsten van de winst-en-verliesrekening.
Immateriële activa omvatten goodwill, intern ontwikkelde software, extern ontwikkelde software en andere immateriële activa. Immateriële activa kunnen (i) verworven zijn als onderdeel van een bedrijfscombinatie (zie Bedrijfscombinaties en goodwill hieronder), (ii) afzonderlijk verworven zijn of (iii) intern ontwikkeld zijn.
Afzonderlijk verworven immateriële activa (voornamelijk extern ontwikkelde software) worden bij eerste opname gewaardeerd tegen kostprijs. Intern ontwikkelde immateriële activa (voornamelijk intern ontwikkelde software) worden alleen opgenomen als ze voortvloeien uit ontwikkeling en KBC het volgende kan aantonen:
Intern gegenereerde immateriële activa worden bij eerste opname gewaardeerd tegen de ontwikkelingskosten die rechtstreeks toerekenbaar zijn aan het ontwerpen en testen van de unieke software waarover KBC de zeggenschap heeft. Rechtstreeks toerekenbare kosten die worden gekapitaliseerd als onderdeel van de intern ontwikkelde software, omvatten personeelskosten voor softwareontwikkeling en rechtstreeks toerekenbare algemene kosten.
Onderzoekskosten, overige ontwikkelingsuitgaven, kosten in verband met het onderhoud van software en investeringsprojecten (grootschalige projecten die een belangrijke bedrijfsdoelstelling of een belangrijk bedrijfsmodel introduceren of vervangen) die niet aan de criteria voor opname voldoen, worden opgenomen als kosten in de periode waarin ze zijn ontstaan.
Immateriële activa worden in latere verslagperiodes geboekt tegen kostprijs verminderd met geaccumuleerde afschrijvingen en geaccumuleerde bijzondere waardeverminderingen. De afschrijving vangt aan wanneer het actief gebruiksklaar is zoals door het management bedoeld. De afschrijving van software gebeurt als volgt:
Wanneer KBC zijn jaarrekening opmaakt, ziet het erop toe dat de boekwaarde van het niet-financiële actief niet hoger is dan het bedrag dat zou kunnen worden verkregen door het te gebruiken of verkopen ('realiseerbare waarde'). Materiële vaste activa, vastgoedbeleggingen en software worden alleen doorgelicht op bijzondere waardeverminderingen wanneer er objectieve bewijzen van bijzondere waardevermindering bestaan. Goodwill en immateriële activa met een onbepaalde gebruiksduur worden minstens jaarlijks doorgelicht op bijzondere waardeverminderingen en bovendien driemaandelijks doorgelicht op aanwijzingen van bijzondere waardevermindering.
Aanwijzingen dat een bijzonder waardeverminderingsverlies moet worden opgenomen, kunnen afkomstig zijn van een interne bron (bv. de toestand van het actief) of een externe bron (bv. nieuwe technologie of een aanzienlijke afname van de marktwaarde van het actief).
p. 238
p. 239
Wanneer een aanwijzing van bijzondere waardevermindering aanwezig is, licht KBC de realiseerbare waarde van het actief door en wordt een bijzondere waardevermindering op het actief geboekt indien de realiseerbare waarde ervan lager is dan de boekwaarde op de verslagdatum. De realiseerbare waarde wordt gedefinieerd als het hoogste van de volgende twee
De bedrijfswaarde wordt gedefinieerd als de gedisconteerde toekomstige kasstromen die een actief of een
Een bijzondere waardevermindering wordt opgenomen op het niveau van het individuele actief, maar wanneer het individuele actief geen instroom van kasmiddelen genereert die in ruime mate onafhankelijk is van de instroom van kasmiddelen van andere activa of groepen van activa, wordt de realiseerbare waarde bepaald voor de zogeheten 'kasstroomgenererende eenheid' waartoe het actief of de groep van activa behoort. Om de kasstroomgenererende eenheden tot stand te brengen, bepaalt KBC naar zijn eigen oordeel de kleinste identificeerbare groep activa die een instroom van kasmiddelen genereert die in ruime mate onafhankelijk is van de instroom van kasmiddelen uit andere activa of groepen van activa. Dit proces is voornamelijk van toepassing op goodwill die werd opgenomen in het kader van
Bijzondere waardeverminderingsverliezen worden opgenomen in de winst-en-verliesrekening in de periode waarin ze zich voordoen. Een bijzonder waardeverminderingsverlies kan worden teruggenomen als de voorwaarde die tot het bijzondere waardeverminderingsverlies heeft geleid, niet langer aanwezig is, behalve voor goodwill, die nooit kan worden teruggenomen. Bijzondere waardeverminderingswinsten worden opgenomen in de winst-en-verliesrekening in de periode
• Er is een bestaande (in rechte afdwingbare of feitelijke) verplichting ten gevolge van een gebeurtenis in het verleden. • Het is waarschijnlijk dat een uitstroom van middelen die economische voordelen in zich bergen, vereist zal zijn om de
Het bedrag dat als voorziening wordt opgenomen, is de beste schatting van de uitgaven die vereist zijn om de bestaande verplichting op de balansdatum af te wikkelen. Wanneer de tijd een essentiële factor is, komt het als voorziening opgenomen
Het is inherent aan de aard van een voorziening dat oordeelsvorming van het management vereist is om het bedrag en het
Alle materiële entiteiten (inclusief gestructureerde entiteiten) waarover KBC rechtstreeks of onrechtstreeks zeggenschap uitoefent zoals gedefinieerd in IFRS 10, worden geconsolideerd volgens de integrale consolidatiemethode. Veranderingen in eigendomsbelangen (die niet leiden tot verlies van zeggenschap) worden verwerkt als eigenvermogenstransacties. Ze
Dochterondernemingen die wegens hun immateriële aard niet zijn opgenomen in de geconsolideerde jaarrekening, worden geclassificeerd als aandelen tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de niet-gerealiseerde resultaten, waarbij alle wijzigingen in de reële waarde worden gerapporteerd in de niet-gerealiseerde resultaten, met uitzondering van dividendinkomsten, die worden opgenomen in de winst-en-verliesrekening. Materiële ondernemingen waarover rechtstreeks of onrechtstreeks gezamenlijke zeggenschap wordt uitgeoefend, en materiële investeringen in geassocieerde deelnemingen (ondernemingen waarover KBC een invloed van betekenis uitoefent) worden allemaal verwerkt
Consolidatiedrempel: dochterondernemingen worden opgenomen in de geconsolideerde jaarrekening volgens de integrale
Om te vermijden dat te veel entiteiten worden uitgesloten, controleert KBC of het gecombineerde balanstotaal van de van
Bedrijfscombinaties worden verwerkt volgens de overnamemethode. Volgens deze methode wordt de kostprijs van een overname gewaardeerd als de som van de betaalde overnameprijs (gewaardeerd tegen reële waarde op datum van de overname) en het bedrag van eventuele minderheidsbelangen in de overgenomen entiteit. Voor de waardering van minderheidsbelangen kan KBC voor elke bedrijfscombinatie apart beslissen of het minderheidsbelang wordt gewaardeerd tegen reële waarde of tegen het proportionele aandeel van KBC in de identificeerbare nettoactiva van de overgenomen entiteit. De wijze waarop het minderheidsbelang wordt gewaardeerd op de verwervingsdatum, is van invloed op de boeking
Voorzieningen worden uitsluitend opgenomen op de verslagdatum als aan de volgende criteria is voldaan:
bedragen: de bedrijfswaarde of de reële waarde verminderd met de verkoopkosten.
kasstroomgenererende eenheid naar verwachting zal leveren.
Voorzieningen, voorwaardelijke verplichtingen en voorwaardelijke activa
bedrag overeen met de netto actuele waarde van de beste schatting.
Geconsolideerde jaarrekening / tussentijdse jaarrekening
• aandeel van de groep in het eigen vermogen: 2 500 000 euro;
• aandeel van de groep in het balanstotaal: 100 000 000 euro.
van de acquisitie als gevolg van de berekening van de goodwill.
• aandeel van de groep in het resultaat: 1 000 000 euro (absolute waarde);
hebben geen invloed op goodwill of winst of verlies.
volgens de vermogensmutatiemethode.
Bedrijfscombinaties en goodwill
• Het bedrag van de verplichting kan op betrouwbare wijze worden geschat.
tijdstip te bepalen van de waarschijnlijke uitstroom van economische middelen in de toekomst.
consolidatiemethode als minstens twee van de volgende materialiteitscriteria zijn overschreden:
consolidatie uitgesloten entiteiten niet meer bedraagt dan 1% van het geconsolideerde balanstotaal.
overnames.
waarin ze zich voordoen.
verplichting af te wikkelen.
Wanneer een aanwijzing van bijzondere waardevermindering aanwezig is, licht KBC de realiseerbare waarde van het actief door en wordt een bijzondere waardevermindering op het actief geboekt indien de realiseerbare waarde ervan lager is dan de boekwaarde op de verslagdatum. De realiseerbare waarde wordt gedefinieerd als het hoogste van de volgende twee bedragen: de bedrijfswaarde of de reële waarde verminderd met de verkoopkosten.
De bedrijfswaarde wordt gedefinieerd als de gedisconteerde toekomstige kasstromen die een actief of een kasstroomgenererende eenheid naar verwachting zal leveren.
Een bijzondere waardevermindering wordt opgenomen op het niveau van het individuele actief, maar wanneer het individuele actief geen instroom van kasmiddelen genereert die in ruime mate onafhankelijk is van de instroom van kasmiddelen van andere activa of groepen van activa, wordt de realiseerbare waarde bepaald voor de zogeheten 'kasstroomgenererende eenheid' waartoe het actief of de groep van activa behoort. Om de kasstroomgenererende eenheden tot stand te brengen, bepaalt KBC naar zijn eigen oordeel de kleinste identificeerbare groep activa die een instroom van kasmiddelen genereert die in ruime mate onafhankelijk is van de instroom van kasmiddelen uit andere activa of groepen van activa. Dit proces is voornamelijk van toepassing op goodwill die werd opgenomen in het kader van overnames.
Bijzondere waardeverminderingsverliezen worden opgenomen in de winst-en-verliesrekening in de periode waarin ze zich voordoen. Een bijzonder waardeverminderingsverlies kan worden teruggenomen als de voorwaarde die tot het bijzondere waardeverminderingsverlies heeft geleid, niet langer aanwezig is, behalve voor goodwill, die nooit kan worden teruggenomen. Bijzondere waardeverminderingswinsten worden opgenomen in de winst-en-verliesrekening in de periode waarin ze zich voordoen.
Voorzieningen worden uitsluitend opgenomen op de verslagdatum als aan de volgende criteria is voldaan:
Het bedrag dat als voorziening wordt opgenomen, is de beste schatting van de uitgaven die vereist zijn om de bestaande verplichting op de balansdatum af te wikkelen. Wanneer de tijd een essentiële factor is, komt het als voorziening opgenomen bedrag overeen met de netto actuele waarde van de beste schatting.
Het is inherent aan de aard van een voorziening dat oordeelsvorming van het management vereist is om het bedrag en het tijdstip te bepalen van de waarschijnlijke uitstroom van economische middelen in de toekomst.
Alle materiële entiteiten (inclusief gestructureerde entiteiten) waarover KBC rechtstreeks of onrechtstreeks zeggenschap uitoefent zoals gedefinieerd in IFRS 10, worden geconsolideerd volgens de integrale consolidatiemethode. Veranderingen in eigendomsbelangen (die niet leiden tot verlies van zeggenschap) worden verwerkt als eigenvermogenstransacties. Ze hebben geen invloed op goodwill of winst of verlies.
Dochterondernemingen die wegens hun immateriële aard niet zijn opgenomen in de geconsolideerde jaarrekening, worden geclassificeerd als aandelen tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de niet-gerealiseerde resultaten, waarbij alle wijzigingen in de reële waarde worden gerapporteerd in de niet-gerealiseerde resultaten, met uitzondering van dividendinkomsten, die worden opgenomen in de winst-en-verliesrekening. Materiële ondernemingen waarover rechtstreeks of onrechtstreeks gezamenlijke zeggenschap wordt uitgeoefend, en materiële investeringen in geassocieerde deelnemingen (ondernemingen waarover KBC een invloed van betekenis uitoefent) worden allemaal verwerkt volgens de vermogensmutatiemethode.
Consolidatiedrempel: dochterondernemingen worden opgenomen in de geconsolideerde jaarrekening volgens de integrale consolidatiemethode als minstens twee van de volgende materialiteitscriteria zijn overschreden:
Om te vermijden dat te veel entiteiten worden uitgesloten, controleert KBC of het gecombineerde balanstotaal van de van consolidatie uitgesloten entiteiten niet meer bedraagt dan 1% van het geconsolideerde balanstotaal.
p. 238
Afschrijvingskosten, bijzonderewaardeverminderingsverliezen en winsten of verliezen bij vervreemding worden opgenomen onder Exploitatiekosten in de winst-en-verliesrekening, met uitzondering van activa die worden geleased uit hoofde van operationele leasing (KBC als leasinggever), waarvoor de kosten worden opgenomen in de post Overige netto-inkomsten. Wanneer een vervreemding voldoet aan de definitie van een beëindigde bedrijfsactiviteit, wordt het nettoresultaat opgenomen in een enkele post in de winst-en-verliesrekening (zie het hoofdstuk over beëindigde bedrijfsactiviteiten
Een vastgoedbelegging wordt gedefinieerd als vastgoed dat KBC heeft gebouwd, gekocht of verworven uit hoofde van een financiële lease en dat wordt aangehouden om huuropbrengsten of een waardestijging te realiseren en niet om door KBC
Vastgoedbeleggingen worden bij eerste opname gewaardeerd tegen kostprijs (inclusief rechtstreeks toerekenbare kosten). KBC waardeert vastgoedbeleggingen in daaropvolgende verslagperiodes tegen de initiële kostprijs verminderd met de
Immateriële activa omvatten goodwill, intern ontwikkelde software, extern ontwikkelde software en andere immateriële activa. Immateriële activa kunnen (i) verworven zijn als onderdeel van een bedrijfscombinatie (zie Bedrijfscombinaties en
Afzonderlijk verworven immateriële activa (voornamelijk extern ontwikkelde software) worden bij eerste opname gewaardeerd tegen kostprijs. Intern ontwikkelde immateriële activa (voornamelijk intern ontwikkelde software) worden alleen
• de beschikbaarheid van adequate technische, financiële en andere middelen om de ontwikkeling te voltooien en de
• de mogelijkheid om de uitgaven die aan de immateriële activa kunnen worden toegerekend tijdens de ontwikkeling ervan,
Intern gegenereerde immateriële activa worden bij eerste opname gewaardeerd tegen de ontwikkelingskosten die rechtstreeks toerekenbaar zijn aan het ontwerpen en testen van de unieke software waarover KBC de zeggenschap heeft. Rechtstreeks toerekenbare kosten die worden gekapitaliseerd als onderdeel van de intern ontwikkelde software, omvatten
Onderzoekskosten, overige ontwikkelingsuitgaven, kosten in verband met het onderhoud van software en investeringsprojecten (grootschalige projecten die een belangrijke bedrijfsdoelstelling of een belangrijk bedrijfsmodel introduceren of vervangen) die niet aan de criteria voor opname voldoen, worden opgenomen als kosten in de periode waarin
Immateriële activa worden in latere verslagperiodes geboekt tegen kostprijs verminderd met geaccumuleerde afschrijvingen en geaccumuleerde bijzondere waardeverminderingen. De afschrijving vangt aan wanneer het actief gebruiksklaar is zoals
• Systeemsoftware (oorspronkelijk aangekochte software die onlosmakelijk verbonden is met hardware) wordt
• Standaardsoftware en door een derde partij of intern ontwikkelde maatsoftware worden lineair afgeschreven over vijf
• Kernsystemen (doorgaans toepassingen voor de verwerking van depositorekeningen, leningen en kredieten, interfaces
Wanneer KBC zijn jaarrekening opmaakt, ziet het erop toe dat de boekwaarde van het niet-financiële actief niet hoger is dan het bedrag dat zou kunnen worden verkregen door het te gebruiken of verkopen ('realiseerbare waarde'). Materiële vaste activa, vastgoedbeleggingen en software worden alleen doorgelicht op bijzondere waardeverminderingen wanneer er objectieve bewijzen van bijzondere waardevermindering bestaan. Goodwill en immateriële activa met een onbepaalde gebruiksduur worden minstens jaarlijks doorgelicht op bijzondere waardeverminderingen en bovendien driemaandelijks
Aanwijzingen dat een bijzonder waardeverminderingsverlies moet worden opgenomen, kunnen afkomstig zijn van een interne bron (bv. de toestand van het actief) of een externe bron (bv. nieuwe technologie of een aanzienlijke afname van de
met het grootboek en tools voor rapportering) worden lineair afgeschreven over minimum acht jaar.
De afschrijvingskosten worden opgenomen in de post Overige netto-inkomsten van de winst-en-verliesrekening.
te worden gebruikt voor de levering van diensten of voor bestuurlijke doeleinden.
geaccumuleerde afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen.
goodwill hieronder), (ii) afzonderlijk verworven zijn of (iii) intern ontwikkeld zijn.
• de technische haalbaarheid om ze te voltooien;
• het vermogen om ze te gebruiken of te verkopen;
immateriële activa te gebruiken of te verkopen;
op een betrouwbare wijze te waarderen.
• de intentie om ze te voltooien en te gebruiken of te verkopen;
opgenomen als ze voortvloeien uit ontwikkeling en KBC het volgende kan aantonen:
• de manier waarop de immateriële activa toekomstige economische voordelen zullen genereren;
personeelskosten voor softwareontwikkeling en rechtstreeks toerekenbare algemene kosten.
door het management bedoeld. De afschrijving van software gebeurt als volgt:
jaar vanaf het moment dat de software beschikbaar is voor gebruik.
afgeschreven tegen hetzelfde percentage als hardware.
Bijzondere waardeverminderingen van niet-financiële activa
doorgelicht op aanwijzingen van bijzondere waardevermindering.
hieronder).
Vastgoedbeleggingen
Immateriële activa
ze zijn ontstaan.
marktwaarde van het actief).
Bedrijfscombinaties worden verwerkt volgens de overnamemethode. Volgens deze methode wordt de kostprijs van een overname gewaardeerd als de som van de betaalde overnameprijs (gewaardeerd tegen reële waarde op datum van de overname) en het bedrag van eventuele minderheidsbelangen in de overgenomen entiteit. Voor de waardering van minderheidsbelangen kan KBC voor elke bedrijfscombinatie apart beslissen of het minderheidsbelang wordt gewaardeerd tegen reële waarde of tegen het proportionele aandeel van KBC in de identificeerbare nettoactiva van de overgenomen entiteit. De wijze waarop het minderheidsbelang wordt gewaardeerd op de verwervingsdatum, is van invloed op de boeking van de acquisitie als gevolg van de berekening van de goodwill.
Goodwill is het surplus van de overnamekosten boven op de reële waarde van de aangekochte identificeerbare activa, verplichtingen en voorwaardelijke verplichtingen, zoals verondersteld op de datum van de aankoop. Om de boekhoudkundige verwerking van de overname te voltooien en de goodwill te bepalen, past KBC een waarderingsperiode van twaalf maanden toe. De classificatie van de verworven financiële activa en de overgenomen financiële verplichtingen in de bedrijfscombinatie is gebaseerd op feiten en omstandigheden op de overnamedatum (behalve voor lease- en verzekeringscontracten, die worden geclassificeerd op basis van de contractuele voorwaarden en andere factoren bij de totstandkoming van het contract in kwestie).
Goodwill wordt gepresenteerd in de post Goodwill en andere immateriële activa en wordt geboekt tegen kostprijs verminderd met bijzondere waardeverminderingsverliezen. Goodwill wordt niet afgeschreven, maar wordt minstens jaarlijks of wanneer er objectieve (externe of interne) bewijzen zijn dat een bijzondere waardevermindering op goodwill moet worden geboekt, getoetst op bijzondere waardevermindering. Als de verwerking van de overname niet is voltooid omdat de waarderingsperiode van twaalf maanden nog niet is verstreken, wordt de goodwill niet als definitief beschouwd en alleen getoetst op bijzondere waardevermindering als er objectief bewijs is dat de voorlopige goodwill aan bijzondere waardevermindering onderhevig is.
Om goodwill te toetsen op bijzondere waardevermindering wordt hij toegerekend aan elke kasstroomgenererende eenheid van KBC die naar verwachting voordeel zal halen uit de synergie van de bedrijfscombinatie, ongeacht het feit of er activa of verplichtingen van de overgenomen entiteit aan die eenheden zijn toegekend. Een bijzonder waardeverminderingsverlies wordt opgenomen als de boekwaarde van de kasstroomgenererende eenheid waartoe de goodwill behoort, hoger is dan de realiseerbare waarde. Bijzondere waardeverminderingen op goodwill kunnen niet worden teruggenomen.
De functionele en presentatievaluta van KBC is de euro. Monetaire activa en verplichtingen, uitgedrukt in vreemde valuta's, worden omgerekend in hun tegenwaarde in de functionele valuta tegen de contantkoers op de balansdatum. Negatieve en positieve waarderingsverschillen, met uitzondering van waarderingsverschillen die betrekking hebben op de financiering van aandelen en deelnemingen van geconsolideerde ondernemingen in een vreemde munt, worden opgenomen in de winst-enverliesrekening. De niet-monetaire posten gewaardeerd op basis van hun historische kostprijs, worden omgerekend in de functionele munt tegen de wisselkoers op de transactiedatum. Niet-monetaire posten geboekt tegen reële waarde worden omgerekend tegen de contantkoers op de datum waarop de reële waarde werd bepaald. Omrekeningsverschillen worden samen met wijzigingen in de reële waarde gerapporteerd. Opbrengsten en kosten in vreemde valuta's worden opgenomen in de winst-en-verliesrekening tegen de wisselkoers op het tijdstip van opname.
Waarderingsverschillen worden verwerkt in de winst-en-verliesrekening of in de niet-gerealiseerde resultaten. Waarderingsverschillen die voor het eerst worden verwerkt in de niet-gerealiseerde resultaten en die betrekking hebben op winsten of verliezen die later worden opgenomen in de winst-en-verliesrekening, worden overgeboekt naar de winst-enverliesrekening in de periode waarin die post wordt verwerkt in de winst-en-verliesrekening. De balansen van buitenlandse dochterondernemingen worden omgerekend naar de presentatievaluta tegen de contantkoers op de verslagdatum (met uitzondering van het eigen vermogen, dat wordt omgerekend tegen de historische koers). De winst-en-verliesrekening wordt omgerekend tegen de gemiddelde koers van het boekjaar, als beste schatting van de wisselkoers op de transactiedatum.
Een met KBC verbonden partij is een partij waar KBC zeggenschap over heeft of invloed van betekenis op uitoefent of een partij die zeggenschap heeft over of invloed van betekenis uitoefent op KBC. KBC definieert zijn verbonden partijen als volgt:
Transacties met verbonden partijen moeten gebeuren conform het objectiviteitsbeginsel.
Vaste activa aangehouden voor verkoop en groepen activa die worden afgestoten, verplichtingen met betrekking tot groepen activa die worden afgestoten en beëindigde bedrijfsactiviteiten
Vaste activa aangehouden voor verkoop en groepen activa die worden afgestoten, verplichtingen met betrekking tot groepen activa die worden afgestoten
Vaste activa of groepen van activa en verplichtingen aangehouden voor verkoop zijn die waarvan KBC de boekwaarde zal realiseren door een verkooptransactie die naar verwachting binnen een jaar als een verkoop zal worden aangemerkt, en niet door het voortgezette gebruik ervan. Vaste activa en verplichtingen aangehouden voor verkoop worden op het einde van de verslagperiode afzonderlijk van de overige activa en verplichtingen in de balans gerapporteerd.
p. 240
Beëindigde bedrijfsactiviteiten
operationeel gebied af te stoten; of
of vervreemding van de activa of groep van activa.
jaarrekening, worden vermeld in de toelichtingen bij de jaarrekening.
Toelichting 1.3: Belangrijke schattingen en significante oordelen
1 EUR = … … vreemde munt
gerealiseerde resultaten en omvatten:
Gebeurtenissen na de verslagperiode
aanpassing van de jaarrekening);
aanpassing van de jaarrekening).
Belangrijkste gebruikte wisselkoersen*
verkoop en:
verslagdatum:
* Afgeronde cijfers.
Een beëindigde bedrijfsactiviteit is een onderdeel van KBC dat werd afgestoten of is geclassificeerd als aangehouden voor
• deel uitmaakt van een enkel gecoördineerd plan om een afzonderlijke belangrijke bedrijfsactiviteit of geografisch
Resultaten uit beëindigde bedrijfsactiviteiten worden afzonderlijk opgenomen in de winst-en-verliesrekening en in de niet-
• de winst of het verlies na belastingen opgenomen bij de waardering tegen reële waarde min de kosten van de verkoop
Gebeurtenissen na de verslagdatum zijn gunstige of ongunstige gebeurtenissen die plaatsvinden tussen de verslagdatum en de datum waarop de jaarrekening wordt goedgekeurd voor publicatie. Er zijn twee soorten gebeurtenissen na de
• gebeurtenissen die wijzen op omstandigheden die bestonden op de verslagdatum (gebeurtenissen die leiden tot
• gebeurtenissen die wijzen op omstandigheden die zijn ontstaan na de verslagdatum (gebeurtenissen die niet leiden tot
De impact van gebeurtenissen die leiden tot aanpassing van de jaarrekening, is al weerspiegeld in de financiële positie en het resultaat van het lopende jaar. De impact en gevolgen van gebeurtenissen die niet leiden tot aanpassing van de
31-12-2023
CZK 25,185 -2% 25,137 -5% HUF 411,35 -7% 395,88 -4%
Bij het opmaken van de geconsolideerde jaarrekening en het toepassen van de KBC-grondslagen voor financiële verslaggeving moet het management beoordelingen, schattingen en assumpties maken die een effect hebben op de gerapporteerde bedragen van activa, verplichtingen, opbrengsten en kosten. Enige mate van onzekerheid is inherent aan bijna alle gerapporteerde bedragen. De schattingen zijn gebaseerd op ervaring en assumpties, waarbij het KBC-
Bijsturingen van boekhoudkundige schattingen worden erkend in de periode waarin ze worden herzien en in elke volgende periode die daardoor beïnvloed wordt. Belangrijke schattingen en beoordelingen toegepast in de grondslagen voor financiële verslaggeving die de sterkste invloed hebben op de bedragen in de geconsolideerde jaarrekening, vindt u onder
Wijziging ten opzichte van
Positief: appreciatie tegenover EUR Negatief: depreciatie tegenover EUR
management erop vertrouwt dat ze redelijk zijn op het moment dat de jaarrekening voorbereid wordt.
meer in Toelichtingen 1.4, 3.3, 3.6, 3.9, 3.11, 4.2, 4.4 t.e.m. 4.8, 5.2, 5.5 t.e.m. 5.7, 5.9 en 6.1.
Wisselkoers op 31-12-2024 Wisselkoersgemiddelde in 2024
1 EUR = … … vreemde munt
• een afzonderlijke belangrijke bedrijfsactiviteit of geografisch operationeel gebied vertegenwoordigt; of
• een dochteronderneming is die uitsluitend is overgenomen met de bedoeling te worden doorverkocht.
• de winst of het verlies na belastingen van de beëindigde bedrijfsactiviteiten; en
p. 241
Wijziging ten opzichte van het gemiddelde in 2023
Positief: appreciatie tegenover EUR Negatief: depreciatie tegenover EUR
Een beëindigde bedrijfsactiviteit is een onderdeel van KBC dat werd afgestoten of is geclassificeerd als aangehouden voor verkoop en:
Resultaten uit beëindigde bedrijfsactiviteiten worden afzonderlijk opgenomen in de winst-en-verliesrekening en in de nietgerealiseerde resultaten en omvatten:
Gebeurtenissen na de verslagdatum zijn gunstige of ongunstige gebeurtenissen die plaatsvinden tussen de verslagdatum en de datum waarop de jaarrekening wordt goedgekeurd voor publicatie. Er zijn twee soorten gebeurtenissen na de verslagdatum:
De impact van gebeurtenissen die leiden tot aanpassing van de jaarrekening, is al weerspiegeld in de financiële positie en het resultaat van het lopende jaar. De impact en gevolgen van gebeurtenissen die niet leiden tot aanpassing van de jaarrekening, worden vermeld in de toelichtingen bij de jaarrekening.
| Wisselkoers op 31-12-2024 | Wisselkoersgemiddelde in 2024 | |||
|---|---|---|---|---|
| Wijziging ten opzichte van | Wijziging ten opzichte van | |||
| 31-12-2023 | het gemiddelde in 2023 | |||
| 1 EUR = … | Positief: appreciatie tegenover EUR | 1 EUR = … | Positief: appreciatie tegenover EUR | |
| … vreemde munt | Negatief: depreciatie tegenover EUR | … vreemde munt | Negatief: depreciatie tegenover EUR | |
| CZK | 25,185 | -2% | 25,137 | -5% |
| HUF | 411,35 | -7% | 395,88 | -4% |
* Afgeronde cijfers.
p. 240
Goodwill is het surplus van de overnamekosten boven op de reële waarde van de aangekochte identificeerbare activa, verplichtingen en voorwaardelijke verplichtingen, zoals verondersteld op de datum van de aankoop. Om de boekhoudkundige verwerking van de overname te voltooien en de goodwill te bepalen, past KBC een waarderingsperiode van twaalf maanden toe. De classificatie van de verworven financiële activa en de overgenomen financiële verplichtingen in de bedrijfscombinatie is gebaseerd op feiten en omstandigheden op de overnamedatum (behalve voor lease- en verzekeringscontracten, die worden geclassificeerd op basis van de contractuele voorwaarden en andere factoren bij de
Goodwill wordt gepresenteerd in de post Goodwill en andere immateriële activa en wordt geboekt tegen kostprijs verminderd met bijzondere waardeverminderingsverliezen. Goodwill wordt niet afgeschreven, maar wordt minstens jaarlijks of wanneer er objectieve (externe of interne) bewijzen zijn dat een bijzondere waardevermindering op goodwill moet worden geboekt, getoetst op bijzondere waardevermindering. Als de verwerking van de overname niet is voltooid omdat de waarderingsperiode van twaalf maanden nog niet is verstreken, wordt de goodwill niet als definitief beschouwd en alleen getoetst op bijzondere waardevermindering als er objectief bewijs is dat de voorlopige goodwill aan bijzondere
Om goodwill te toetsen op bijzondere waardevermindering wordt hij toegerekend aan elke kasstroomgenererende eenheid van KBC die naar verwachting voordeel zal halen uit de synergie van de bedrijfscombinatie, ongeacht het feit of er activa of verplichtingen van de overgenomen entiteit aan die eenheden zijn toegekend. Een bijzonder waardeverminderingsverlies wordt opgenomen als de boekwaarde van de kasstroomgenererende eenheid waartoe de goodwill behoort, hoger is dan
De functionele en presentatievaluta van KBC is de euro. Monetaire activa en verplichtingen, uitgedrukt in vreemde valuta's, worden omgerekend in hun tegenwaarde in de functionele valuta tegen de contantkoers op de balansdatum. Negatieve en positieve waarderingsverschillen, met uitzondering van waarderingsverschillen die betrekking hebben op de financiering van aandelen en deelnemingen van geconsolideerde ondernemingen in een vreemde munt, worden opgenomen in de winst-enverliesrekening. De niet-monetaire posten gewaardeerd op basis van hun historische kostprijs, worden omgerekend in de functionele munt tegen de wisselkoers op de transactiedatum. Niet-monetaire posten geboekt tegen reële waarde worden omgerekend tegen de contantkoers op de datum waarop de reële waarde werd bepaald. Omrekeningsverschillen worden samen met wijzigingen in de reële waarde gerapporteerd. Opbrengsten en kosten in vreemde valuta's worden opgenomen
Waarderingsverschillen worden verwerkt in de winst-en-verliesrekening of in de niet-gerealiseerde resultaten. Waarderingsverschillen die voor het eerst worden verwerkt in de niet-gerealiseerde resultaten en die betrekking hebben op winsten of verliezen die later worden opgenomen in de winst-en-verliesrekening, worden overgeboekt naar de winst-enverliesrekening in de periode waarin die post wordt verwerkt in de winst-en-verliesrekening. De balansen van buitenlandse dochterondernemingen worden omgerekend naar de presentatievaluta tegen de contantkoers op de verslagdatum (met uitzondering van het eigen vermogen, dat wordt omgerekend tegen de historische koers). De winst-en-verliesrekening wordt omgerekend tegen de gemiddelde koers van het boekjaar, als beste schatting van de wisselkoers op de transactiedatum.
Een met KBC verbonden partij is een partij waar KBC zeggenschap over heeft of invloed van betekenis op uitoefent of een partij die zeggenschap heeft over of invloed van betekenis uitoefent op KBC. KBC definieert zijn verbonden partijen als volgt: • dochterondernemingen van KBC, geassocieerde deelnemingen en joint ventures van KBC, KBC Ancora, Cera en MRBB;
Vaste activa aangehouden voor verkoop en groepen activa die worden afgestoten, verplichtingen met betrekking tot
Vaste activa aangehouden voor verkoop en groepen activa die worden afgestoten, verplichtingen met betrekking tot
Vaste activa of groepen van activa en verplichtingen aangehouden voor verkoop zijn die waarvan KBC de boekwaarde zal realiseren door een verkooptransactie die naar verwachting binnen een jaar als een verkoop zal worden aangemerkt, en niet door het voortgezette gebruik ervan. Vaste activa en verplichtingen aangehouden voor verkoop worden op het einde van
• managers op sleutelposities bij KBC (zijnde de Raad van Bestuur en het Directiecomité van KBC Groep NV).
Transacties met verbonden partijen moeten gebeuren conform het objectiviteitsbeginsel.
de verslagperiode afzonderlijk van de overige activa en verplichtingen in de balans gerapporteerd.
groepen activa die worden afgestoten en beëindigde bedrijfsactiviteiten
de realiseerbare waarde. Bijzondere waardeverminderingen op goodwill kunnen niet worden teruggenomen.
in de winst-en-verliesrekening tegen de wisselkoers op het tijdstip van opname.
totstandkoming van het contract in kwestie).
waardevermindering onderhevig is.
Effecten van wijzigingen in wisselkoersen
Transacties met verbonden partijen
groepen activa die worden afgestoten
Bij het opmaken van de geconsolideerde jaarrekening en het toepassen van de KBC-grondslagen voor financiële verslaggeving moet het management beoordelingen, schattingen en assumpties maken die een effect hebben op de gerapporteerde bedragen van activa, verplichtingen, opbrengsten en kosten. Enige mate van onzekerheid is inherent aan bijna alle gerapporteerde bedragen. De schattingen zijn gebaseerd op ervaring en assumpties, waarbij het KBCmanagement erop vertrouwt dat ze redelijk zijn op het moment dat de jaarrekening voorbereid wordt.
Bijsturingen van boekhoudkundige schattingen worden erkend in de periode waarin ze worden herzien en in elke volgende periode die daardoor beïnvloed wordt. Belangrijke schattingen en beoordelingen toegepast in de grondslagen voor financiële verslaggeving die de sterkste invloed hebben op de bedragen in de geconsolideerde jaarrekening, vindt u onder meer in Toelichtingen 1.4, 3.3, 3.6, 3.9, 3.11, 4.2, 4.4 t.e.m. 4.8, 5.2, 5.5 t.e.m. 5.7, 5.9 en 6.1.
Duurzaamheid en het ondersteunen van de overgang naar een meer duurzame en veerkrachtige samenleving – inclusief focus op het klimaat – is een cruciaal onderdeel van onze bedrijfsstrategie en onze dagelijkse activiteiten. We beschikken over een degelijke duurzaamheidsgovernance om de integratie van die duurzaamheidsstrategie in onze hele groep te verzekeren. Dat omvat verantwoordelijkheid op het hoogste niveau en behelst alle milieu-, sociale en bestuursgerelateerde (ESG) thema's.
Omdat duurzaamheid sterk verankerd is in onze dagelijkse activiteiten, is het niet relevant om de financiële impact van duurzaamheidsgerelateerde investeringen af te zonderen. We benadrukken dat:
Hierna vindt u de toelichtingen en andere hoofdstukken in het jaarverslag die direct of indirect refereren naar klimaat en/of klimaatrisico's of duurzaamheid in het algemeen.
In het Verslag van de Raad van Bestuur:
In de Geconsolideerde jaarrekening (telkens bij de toelichting onder de tabellen):
Bij het opstellen van de financiële verslaggeving is rekening gehouden met de financiële impact van klimaatgerelateerde risico's, binnen het kader van de IFRS-normen. Het betreft voornamelijk indirecte risico's waaraan KBC is blootgesteld, onder meer via zijn krediet-, investerings- en verzekeringsportefeuilles. Die risico's vormen een bron van significante onzekerheid bij het opstellen van de financiële verslaggeving op de middellange en lange termijn. Dat is enerzijds omdat de gevolgen van de klimaatverandering op onze huidige portefeuilles moeilijk in te schatten zijn en anderzijds omdat het onzeker is in welke mate de mitigerende acties en plannen voor onze (vooral indirecte) klimaatimpact in toekomstige portefeuilles (zie Duurzaamheidsverklaring) financiële gevolgen hebben. Met betrekking tot de door KBC gestelde doelen kan verwacht worden dat ze de financiële positie en prestatie van KBC kunnen beïnvloeden. Met name bij de doelen voor de kredietverlening (verlenen van kredieten voor hernieuwbare energie en terugdringen van broeikasgasintensiteit van leningen) kan dit initieel een negatief effect hebben op de gerealiseerde interestinkomsten op kredieten, wellicht via impact op marges (maar waarbij de kredieten nog steeds voldoen aan de SPPI-test) en/of productie, wat later eventueel gecompenseerd wordt door beperktere kredietverliezen gezien de verhoogde weerbaarheid van de portefeuille voor klimaatgerelateerde risico's. Ook in het verzekeringsbedrijf vormen de klimaatgerelateerde risico's een significante onzekerheid op middellange en lange termijn voor de inschatting van de evolutie van de aan te houden reserves, voornamelijk in schadeverzekeringen.
p. 242
2.0 Toelichtingen in verband met segmentinformatie
U vindt uitgebreide informatie over de managementstructuur van de groep en de resultaten per segment in het hoofdstuk Onze divisies (de commissaris heeft dat hoofdstuk niet geauditeerd). Op basis van IFRS 8 heeft KBC het Directiecomité en de Raad van Bestuur van de groep geïdentificeerd als chief operating decision makers, verantwoordelijk voor het toewijzen van middelen en het beoordelen van de prestaties van de verschillende onderdelen van het bedrijf. De operationele segmenten zijn gebaseerd op de interne financiële rapportering aan die beleidsorganen en is gebaseerd op de locatie van de
• divisie Internationale Markten (activiteiten in Hongarije, Slowakije en Bulgarije, samen gerapporteerd in overeenstemming
Daarnaast is er, voor rapporteringsdoeleinden, een Groepscenter (resultaten van de holding, elementen die niet aan de
• De beleidsorganen analyseren de prestatie van de segmenten op basis van een aantal maatstaven, waarbij het Resultaat na belastingen de belangrijkste resultaatsindicator is. De segmentgegevens zijn volledig op IFRS gebaseerd,
• We wijzen een groepsmaatschappij in principe volledig toe aan hetzelfde segment/dezelfde divisie. Uitzonderingen maken we alleen voor elementen die we niet op een eenduidige manier aan een bepaald segment kunnen toewijzen,
• We wijzen de financieringskosten van de participaties toe aan Groepscenter. Ook de eventuele financieringskosten met
• In de segmentinformatie vermelden we de nettorente-inkomsten zonder opdeling in renteopbrengsten en rentelasten, wat toegestaan is door IFRS. Het merendeel van de opbrengsten van de segmenten bestaat immers uit rente en het
• We verstrekken geen informatie over opbrengsten uit verkoop aan externe klanten per groep van producten of diensten, omdat we de informatie op geconsolideerd niveau vooral per divisie, en niet per klantengroep of productgroep opmaken. • Overnames en verkopen: zie Toelichting 6.6. Als gevolg van de afronding van de verkoop van de Ierse deposito- en kredietportefeuilles in februari 2023 zijn de resultaten voor Ierland immaterieel geworden en wordt Ierland niet meer als
management baseert zich bij de beoordeling en sturing van de divisies vooral op de nettorente-inkomsten.
andere divisies zijn toegewezen, resultaten van de te desinvesteren maatschappijen/activiteiten).
zoals de achterstellingskosten van achtergestelde leningen (vermeld onder Groepscenter).
betrekking tot de leverage op het niveau van KBC Groep NV zijn vervat in Groepscenter.
• Transacties tussen de segmenten onderling worden voorgesteld at arm's length.
aparte kolom (als deel van het Groepscenter) getoond vanaf 2024.
Toelichting 2.1: Segmentering volgens de managementstructuur
activiteiten van het bedrijf, wat resulteert in een geografische segmentatie.
De drie operationele segmenten zijn (vereenvoudigd):
• divisie België (alle activiteiten in België), • divisie Tsjechië (alle activiteiten in Tsjechië),
met IFRS 8.16).
Segmentrapportering
zonder aanpassingen.
U vindt uitgebreide informatie over de managementstructuur van de groep en de resultaten per segment in het hoofdstuk Onze divisies (de commissaris heeft dat hoofdstuk niet geauditeerd). Op basis van IFRS 8 heeft KBC het Directiecomité en de Raad van Bestuur van de groep geïdentificeerd als chief operating decision makers, verantwoordelijk voor het toewijzen van middelen en het beoordelen van de prestaties van de verschillende onderdelen van het bedrijf. De operationele segmenten zijn gebaseerd op de interne financiële rapportering aan die beleidsorganen en is gebaseerd op de locatie van de activiteiten van het bedrijf, wat resulteert in een geografische segmentatie.
De drie operationele segmenten zijn (vereenvoudigd):
Daarnaast is er, voor rapporteringsdoeleinden, een Groepscenter (resultaten van de holding, elementen die niet aan de andere divisies zijn toegewezen, resultaten van de te desinvesteren maatschappijen/activiteiten).
p. 242
Toelichting 1.4: Klimaatgerelateerde informatie
om aan die reglementaire verplichtingen te voldoen;
duurzaamheidsgerelateerde investeringen af te zonderen. We benadrukken dat:
nettoklimaatneutraliteit door onze resterende eigen emissies te compenseren.
In de Geconsolideerde jaarrekening (telkens bij de toelichting onder de tabellen):
• Toelichting 4.1: Financiële instrumenten volgens portefeuille en product • Toelichting 5.4: Materiële vaste activa en vastgoedbeleggingen • Toelichting 5.5: Goodwill en andere immateriële vaste activa
(ESG) thema's.
budgetteringsronde;
en middelen worden ingezet;
klimaatrisico's of duurzaamheid in het algemeen.
• Toelichting 3.9: Bijzondere waardeverminderingen
• Ons bedrijfsmodel, onder Hoe creëren we duurzame waarde? • Ons bedrijfsmodel, onder Onze belangrijkste uitdagingen • Onze strategie, onder Onze rol in de samenleving • Onze divisies, voor elk land onder Rol in de samenleving
In het Verslag van de Raad van Bestuur:
• Toelichting 5.9: Pensioenverplichtingen
• Duurzaamheidsverklaring
• Toelichting 6.2: Leasing
Duurzaamheid en het ondersteunen van de overgang naar een meer duurzame en veerkrachtige samenleving – inclusief focus op het klimaat – is een cruciaal onderdeel van onze bedrijfsstrategie en onze dagelijkse activiteiten. We beschikken over een degelijke duurzaamheidsgovernance om de integratie van die duurzaamheidsstrategie in onze hele groep te verzekeren. Dat omvat verantwoordelijkheid op het hoogste niveau en behelst alle milieu-, sociale en bestuursgerelateerde
Omdat duurzaamheid sterk verankerd is in onze dagelijkse activiteiten, is het niet relevant om de financiële impact van
• KBC duurzaamheidsgerelateerde opportuniteiten en de gerelateerde kosten integreert in de jaarlijkse algemene
• KBC als financiële instelling sterk gereguleerd is op het vlak van duurzaamheid en dat we de nodige middelen voorzien
• KBC daarnaast ook een aantal vrijwillige verbintenissen heeft aangegaan waarvoor gepaste acties worden ondernomen
• KBC een strikt milieubeleid toepast op haar krediet-, beleggings- en verzekeringsportefeuille. Daarnaast hebben we ambitieuze klimaatdoelstellingen geformuleerd voor de meest belangrijke sectoren en producten in onze kredietportefeuille, alsook in onze beleggingsportefeuille. We werken samen met onze klanten om deze doelstellingen te behalen. We werken ook actief samen met de bedrijven waarin we beleggen om de klimaatimpact te verminderen; • KBC inzake zijn eigen directe voetafdruk de nodige stappen onderneemt, vooral op het vlak van faciliteiten (gebouwen) en mobiliteit, om zijn doelstelling inzake de reductie van de uitstoot van broeikasgassen te halen. Verder bereiken we
Hierna vindt u de toelichtingen en andere hoofdstukken in het jaarverslag die direct of indirect refereren naar klimaat en/of
Bij het opstellen van de financiële verslaggeving is rekening gehouden met de financiële impact van klimaatgerelateerde risico's, binnen het kader van de IFRS-normen. Het betreft voornamelijk indirecte risico's waaraan KBC is blootgesteld, onder meer via zijn krediet-, investerings- en verzekeringsportefeuilles. Die risico's vormen een bron van significante onzekerheid bij het opstellen van de financiële verslaggeving op de middellange en lange termijn. Dat is enerzijds omdat de gevolgen van de klimaatverandering op onze huidige portefeuilles moeilijk in te schatten zijn en anderzijds omdat het onzeker is in welke mate de mitigerende acties en plannen voor onze (vooral indirecte) klimaatimpact in toekomstige portefeuilles (zie Duurzaamheidsverklaring) financiële gevolgen hebben. Met betrekking tot de door KBC gestelde doelen kan verwacht worden dat ze de financiële positie en prestatie van KBC kunnen beïnvloeden. Met name bij de doelen voor de kredietverlening (verlenen van kredieten voor hernieuwbare energie en terugdringen van broeikasgasintensiteit van leningen) kan dit initieel een negatief effect hebben op de gerealiseerde interestinkomsten op kredieten, wellicht via impact op marges (maar waarbij de kredieten nog steeds voldoen aan de SPPI-test) en/of productie, wat later eventueel gecompenseerd wordt door beperktere kredietverliezen gezien de verhoogde weerbaarheid van de portefeuille voor klimaatgerelateerde risico's. Ook in het verzekeringsbedrijf vormen de klimaatgerelateerde risico's een significante onzekerheid op middellange en lange termijn voor de inschatting van de evolutie van de aan te houden reserves, voornamelijk in schadeverzekeringen.
| Divisie | ||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| 2024 (in miljoenen euro) | Divisie België |
Divisie Tsjechië |
Internationale Markten |
Hongarije | Slowakije | Bulgarije | Groepscenter | Totaal |
| Nettorente-inkomsten | 3 305 | 1 298 | 1 290 | 571 | 276 | 443 | -319 | 5 574 |
| Verzekeringsinkomsten vóór afgestane herverzekering | 1 805 | 585 | 541 | 203 | 108 | 229 | 14 | 2 945 |
| Niet-leven | 1 501 | 485 | 481 | 184 | 87 | 210 | 14 | 2 482 |
| Leven | 303 | 100 | 60 | 20 | 21 | 19 | 0 | 463 |
| Dividendinkomsten | 50 | 1 | 1 | 0 | 0 | 1 | 4 | 57 |
| Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen Verzekeringsfinancieringsbaten of -lasten (voor uitgegeven in de winst-en-verliesrekening en verzekeringscontracten) |
-343 | 72 | 55 | 52 | 5 | -2 | 48 | -168 |
| Nettoprovisie-inkomsten | 1 684 | 352 | 546 | 302 | 88 | 156 | -4 | 2 578 |
| Overige netto-inkomsten | 201 | 3 | -6 | -24 | 9 | 9 | -17 | 181 |
| TOTALE OPBRENGSTEN | 6 702 | 2 312 | 2 427 | 1 104 | 485 | 837 | -273 | 11 167 |
| Exploitatiekosten (exclusief rechtstreeks toerekenbaar aan verzekeringscontracten)a | -2 496 | -854 | -1 041 | -493 | -267 | -280 | -175 | -4 565 |
| en verzekeringsheffingen Totale exploitatiekosten zonder bank- |
-2 514 | -924 | -857 | -302 | -261 | -294 | -178 | -4 474 |
| en verzekeringsheffingen Totale bank- |
-285 | -40 | -300 | -245 | -34 | -21 | 1 | -623 |
| Min: exploitatiekosten toegerekend aan lasten uit hoofde van verzekeringsdiensten | 303 | 110 | 117 | 54 | 28 | 35 | 2 | 532 |
| Lasten uit hoofde van verzekeringsdiensten vóór afgestane herverzekering | -1 449 | -531 | -493 | -206 | -113 | -175 | -2 | -2 475 |
| Waarvan betaalde verzekeringsprovisies | -242 | -73 | -68 | -13 | -13 | -41 | -1 | -383 |
| Niet-leven | -1 247 | -477 | -454 | -192 | -99 | -163 | -2 | -2 179 |
| Waarvan: lasten verbonden aan schadevorderingen Niet-leven | -837 | -318 | -260 | -97 | -67 | -95 | 1 | -1 414 |
| Leven | -203 | -54 | -39 | -13 | -14 | -12 | 0 | -296 |
| Nettoresultaat uit afgestane herverzekering | -63 | 61 | 1 | 8 | 3 | -10 | -17 | -17 |
| Bijzondere waardeverminderingen | -260 | 31 | -7 | -6 | 17 | -18 | -12 | -248 |
| Waarvan op financiële activa tegen AC en FVOCI | -246 | 34 | 25 | 23 | 18 | -16 | -12 | -199 |
| Aandeel in het resultaat van geassocieerde ondernemingen en joint ventures | 80 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 80 |
| RESULTAAT VÓÓR BELASTINGEN | 2 513 | 1 019 | 888 | 407 | 125 | 355 | -479 | 3 941 |
Toelichting 2.2: Resultaten per segment
Nettoresultaat na belastingen uit beëindigde bedrijfsactiviteiten
RESULTAAT NA BELASTINGEN
Toerekenbaar aan minderheidsbelangen
Toerekenbaar aan de aandeelhouders van de moedermaatschappij
a
Waarvan niet-kaskosten
Afschrijvingen vaste activa
Overige Aanschaffing vaste activa*
2023 (in miljoenen euro)
Nettorente-inkomsten
Verzekeringsinkomsten vóór afgestane herverzekering
Niet-leven
Leven Dividendinkomsten
Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van
Verzekeringsfinancieringsbaten
waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening en
of -lasten (voor uitgegeven verzekeringscontracten)
Nettoprovisie-inkomsten
Overige netto-inkomsten
TOTALE OPBRENGSTEN
Totale exploitatiekosten zonder bank-
Totale bank-
Min: exploitatiekosten toegerekend aan lasten uit hoofde van verzekeringsdiensten
Lasten uit hoofde van verzekeringsdiensten vóór afgestane herverzekering
Waarvan betaalde verzekeringsprovisies
Waarvan: lasten verbonden aan schadevorderingen Niet-leven
Niet-leven
Leven Nettoresultaat uit afgestane herverzekering
Bijzondere waardeverminderingen
Waarvan op financiële activa tegen AC en FVOCI
Aandeel in het resultaat van geassocieerde ondernemingen en joint ventures
RESULTAAT VÓÓR BELASTINGEN
Belastingen
Nettoresultaat na belastingen uit beëindigde bedrijfsactiviteiten
RESULTAAT NA BELASTINGEN
Toerekenbaar aan minderheidsbelangen
Toerekenbaar aan de aandeelhouders van de moedermaatschappij
a
Waarvan niet-kaskosten
Afschrijvingen vaste activa
Overige Aanschaffing vaste activa*
* Vaste activa aangehouden voor verkoop en groepen activa die worden afgestoten, vastgoedbeleggingen, materiële vaste activa,
en verzekeringsheffingen
en verzekeringsheffingen
Exploitatiekosten (exclusief rechtstreeks toerekenbaar aan verzekeringscontracten)a
Divisie
Divisie
Internationale
Markten
Hongarije
Slowakije
Bulgarije
Groepscenter
Waarvan
Ierland
Totaal
Divisie
Tsjechië
1 271
1 179
529
254
396
-225
64
5 473
België
3 248 1 637 1 387 250
53 -198 1 537 235 6 512 -2 532 -2 463 -361 292
-1 285 -220 -1 116 -734 -169
-63 -114 -82
-3 2 515 -650 0 1 865 -1 1 866 -64 -61 -4
867
163 216
118
57
42 investeringen in geassocieerde ondernemingen en goodwill en andere immateriële vaste activa.
146
0
1 392
-2
0
0
0
0
0
0
-5
-122
-102
-43
-25
-34
-101
-7
-386
-124
-102
-43
-25
-34
-101
-7
-391
763
676
285
105
286
97
330
3 402
0
0
0
0
0
0
0
-1
763
676
285
105
286
97
330
3 401
0
0
0
0
0
0
0
0
-97
-112
-51
-30
-32
82
-24
-778
860
789
336
134
318
15
354
4 179
-57 70
-1
-36 19
0
0
0
0
11
8
0
-38
6
-4
-7 8 0
0
9
16
-4
-2
-215
-420 -65 -368 -213 -52 -16
-55 -384 -211 -30
-15
-3
1
-13
-173 -85 -12
-10
-8
-51
-75
-80
-131
-12
-10
-33
-865 -916 -60 111
-805 -262 104
-414
-186
-90
-139
49
25
30
-275 -238
-4
-20
-250
-281
-962
-463
-229
-270
-256 -254 -4 2
-1 -1 -1 2 0 4
0
-90
0
0
0
0
-340
-1 870
-1 157
-251
0
-2 120
0
-4
-107
-4 438
-687
509
-112
-4 616
2 220
2 216
1 026
446
744
276
467
11 224
5
15
-3
11
6
400
409
656
324
493
260
84
149
-6
-1
2 349
64
55
52
1
3
88
-4
9
555 459 96 0
473 420 53
1
0
0
1
20
17
16
169
79
172
189
96
189
14 14 0 4
0
0
0
2 280
399
59
0
2 679
Belastingen
2 513 -667 0 1 846 -1 1 846 -54 -53 -1 829
320
225
125
54
45
157
1 530
2
0
0
0
0
0
1
-120
-119
-62
-25
-32
-90
-382
-118
-119
-62
-25
-31
-89
-380
858
751
345
101
304
-40
3 415
0
0
0
0
0
0
-1
858
751
345
101
304
-40
3 414
0
0
0
0
0
0
0
-161
-137
-62
-24
-51
439
-527
1 019
888
407
125
355
-479
-199
-17
-296
-1 414
-2 179
-383
532
-623
-4 474
57
463
2 482
* Vaste activa aangehouden voor verkoop en groepen activa die worden afgestoten, vastgoedbeleggingen, materiële vaste activa, investeringen in geassocieerde ondernemingen en goodwill en andere immateriële vaste activa.
p. 244
| Divisie | |||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| 2023 (in miljoenen euro) | Divisie België |
Divisie Tsjechië |
Internationale Markten |
Hongarije | Slowakije | Bulgarije | Groepscenter | Ierland Waarvan |
Totaal |
| Nettorente-inkomsten | 3 248 | 1 271 | 1 179 | 529 | 254 | 396 | -225 | 64 | 5 473 |
| Verzekeringsinkomsten vóór afgestane herverzekering | 1 637 | 555 | 473 | 189 | 96 | 189 | 14 | 0 | 2 679 |
| Niet-leven | 1 387 | 459 | 420 | 169 | 79 | 172 | 14 | 0 | 2 280 |
| Leven | 250 | 96 | 53 | 20 | 17 | 16 | 0 | 0 | 399 |
| Dividendinkomsten | 53 | 0 | 1 | 0 | 0 | 1 | 4 | 0 | 59 |
| Verzekeringsfinancieringsbaten Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening en of -lasten (voor uitgegeven verzekeringscontracten) |
-198 | 64 | 55 | 52 | 1 | 3 | 88 | -4 | 9 |
| Nettoprovisie-inkomsten | 1 537 | 324 | 493 | 260 | 84 | 149 | -6 | -1 | 2 349 |
| Overige netto-inkomsten | 235 | 5 | 15 | -3 | 11 | 6 | 400 | 409 | 656 |
| TOTALE OPBRENGSTEN | 6 512 | 2 220 | 2 216 | 1 026 | 446 | 744 | 276 | 467 | 11 224 |
| Exploitatiekosten (exclusief rechtstreeks toerekenbaar aan verzekeringscontracten)a | -2 532 | -865 | -962 | -463 | -229 | -270 | -256 | -112 | -4 616 |
| en verzekeringsheffingen Totale exploitatiekosten zonder bank- |
-2 463 | -916 | -805 | -275 | -250 | -281 | -254 | -107 | -4 438 |
| en verzekeringsheffingen Totale bank- |
-361 | -60 | -262 | -238 | -4 | -20 | -4 | -4 | -687 |
| Min: exploitatiekosten toegerekend aan lasten uit hoofde van verzekeringsdiensten | 292 | 111 | 104 | 49 | 25 | 30 | 2 | 0 | 509 |
| Lasten uit hoofde van verzekeringsdiensten vóór afgestane herverzekering | -1 285 | -420 | -414 | -186 | -90 | -139 | -1 | 0 | -2 120 |
| Waarvan betaalde verzekeringsprovisies | -220 | -65 | -55 | -12 | -10 | -33 | -1 | 0 | -340 |
| Niet-leven | -1 116 | -368 | -384 | -173 | -80 | -131 | -1 | 0 | -1 870 |
| Waarvan: lasten verbonden aan schadevorderingen Niet-leven | -734 | -213 | -211 | -85 | -51 | -75 | 2 | 0 | -1 157 |
| Leven | -169 | -52 | -30 | -12 | -10 | -8 | 0 | 0 | -251 |
| Nettoresultaat uit afgestane herverzekering | -63 | -16 | -15 | -3 | 1 | -13 | 4 | 0 | -90 |
| Bijzondere waardeverminderingen | -114 | -57 | -36 | -38 | 6 | -4 | -7 | -2 | -215 |
| Waarvan op financiële activa tegen AC en FVOCI | -82 | 70 | 19 | 11 | 8 | 0 | 8 | 9 | 16 |
| Aandeel in het resultaat van geassocieerde ondernemingen en joint ventures | -3 | -1 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | -4 |
| RESULTAAT VÓÓR BELASTINGEN | 2 515 | 860 | 789 | 336 | 134 | 318 | 15 | 354 | 4 179 |
| Belastingen | -650 | -97 | -112 | -51 | -30 | -32 | 82 | -24 | -778 |
| Nettoresultaat na belastingen uit beëindigde bedrijfsactiviteiten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| RESULTAAT NA BELASTINGEN | 1 865 | 763 | 676 | 285 | 105 | 286 | 97 | 330 | 3 401 |
| Toerekenbaar aan minderheidsbelangen | -1 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | -1 |
| Toerekenbaar aan de aandeelhouders van de moedermaatschappij | 1 866 | 763 | 676 | 285 | 105 | 286 | 97 | 330 | 3 402 |
| Waarvan niet-kaskosten a |
-64 | -124 | -102 | -43 | -25 | -34 | -101 | -7 | -391 |
| Afschrijvingen vaste activa | -61 | -122 | -102 | -43 | -25 | -34 | -101 | -7 | -386 |
| Overige | -4 | -2 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | -5 |
| Aanschaffing vaste activa* | 867 | 163 | 216 | 118 | 57 | 42 | 146 | 0 | 1 392 |
* Vaste activa aangehouden voor verkoop en groepen activa die worden afgestoten, vastgoedbeleggingen, materiële vaste activa, investeringen in geassocieerde ondernemingen en goodwill en andere immateriële vaste activa.
De onderstaande tabel geeft een segmentindeling van enkele belangrijke producten uit de balans.
| Divisie | ||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| (in miljoenen euro) | Divisie België |
Divisie Tsjechië |
Internationale Markten |
Hongarije | Slowakije | Bulgarije | Groeps center |
Totaal |
| BALANS 31-12-2024 | ||||||||
| Deposito's van klanten en schuldpapier, exclusief repo's |
164 483 | 52 709 | 32 832 | 9 607 | 9 360 | 13 865 | 21 063 | 271 087 |
| Zichtdeposito's (incl. deposito's van bijzondere aard en overige deposito's) |
61 493 | 24 234 | 24 363 | 6 570 | 5 670 | 12 123 | 0 | 110 090 |
| Termijndeposito's | 27 584 | 8 821 | 6 562 | 2 320 | 2 499 | 1 742 | 0 | 42 966 |
| Spaarrekeningen | 55 297 | 17 636 | 1 507 | 684 | 823 | 0 | 0 | 74 440 |
| (incl. kasbons) Schuldpapier |
20 108 | 2 018 | 400 | 33 | 367 | 0 | 21 063 | 43 590 |
| Leningen en voorschotten aan klanten, exclusief reverse repo's |
123 887 | 38 338 | 29 842 | 6 857 | 11 887 | 11 098 | 0 | 192 067 |
| Termijnkredieten | 65 606 | 13 433 | 11 716 | 3 103 | 3 499 | 5 113 | 0 | 90 755 |
| Hypotheekleningen | 46 297 | 20 028 | 11 735 | 1 937 | 6 729 | 3 068 | 0 | 78 059 |
| Overige | 11 984 | 4 877 | 6 391 | 1 817 | 1 659 | 2 916 | 0 | 23 253 |
| Schulden m.b.t. beleggingscontracten | 15 671 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 15 671 |
| Verplichtingen uit verzekeringscontracten | 14 562 | 1 248 | 1 281 | 428 | 249 | 605 | 19 | 17 111 |
| Niet-leven | 2 371 | 413 | 382 | 119 | 75 | 188 | 19 | 3 186 |
| Leven | 12 191 | 835 | 899 | 308 | 174 | 417 | 0 | 13 925 |
| BALANS 31-12-2023 | ||||||||
| Deposito's van klanten en schuldpapier, exclusief repo's |
154 238 | 52 642 | 31 687 | 9 610 | 8 836 | 13 241 | 20 924 | 259 491 |
| Zichtdeposito's (incl. deposito's van bijzondere aard en overige deposito's) |
60 531 | 23 378 | 23 659 | 6 645 | 5 480 | 11 534 | 0 | 107 568 |
| Termijndeposito's | 19 654 | 12 058 | 6 333 | 2 252 | 2 382 | 1 699 | 0 | 38 044 |
| Spaarrekeningen | 54 074 | 15 220 | 1 516 | 636 | 872 | 8 | 0 | 70 810 |
| (incl. kasbons) Schuldpapier |
19 979 | 1 986 | 179 | 76 | 103 | 0 | 20 924 | 43 068 |
| Leningen en voorschotten aan klanten, exclusief reverse repo's |
119 168 | 36 470 | 27 975 | 6 764 | 11 589 | 9 623 | 0 | 183 613 |
| Termijnkredieten | 62 573 | 11 463 | 11 658 | 3 279 | 3 452 | 4 927 | 0 | 85 694 |
| Hypotheekleningen | 45 394 | 19 641 | 10 447 | 1 818 | 6 451 | 2 178 | 0 | 75 482 |
| Overige | 11 200 | 5 366 | 5 870 | 1 667 | 1 686 | 2 517 | 0 | 22 437 |
| Schulden m.b.t. beleggingscontracten | 13 461 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 13 461 |
| Verplichtingen uit verzekeringscontracten | 14 315 | 1 288 | 1 162 | 413 | 226 | 524 | 18 | 16 784 |
| Niet-leven | 2 204 | 357 | 343 | 114 | 58 | 171 | 18 | 2 922 |
| Leven | 12 111 | 931 | 820 | 299 | 168 | 353 | 0 | 13 862 |
p. 246
3.0 Toelichtingen bij de winst-en-verliesrekening
Rente-inkomsten op financiële instrumenten berekend volgens de effectieve rentevoet
Rentelasten op financiële instrumenten berekend volgens de effectieve rentevoet
ongeveer 190 miljoen euro in 2024 (126 miljoen euro in 2023).
miljard euro naar de staatsbon in september 2023.
Financiële activa verplicht tegen reële waarde andere dan aangehouden voor handelsdoeleinden
Overige financiële activa tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening
Financiële activa gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in OCI
(in miljoenen euro) 2024 2023 Totaal 5 574 5 473 Rente-inkomsten 19 746 20 170
Rentelasten -14 172 -14 697
• Rente-inkomsten op financiële instrumenten berekend volgens de effectieve rentevoet, overige: de daling van de renteinkomsten is vooral gerelateerd aan rente op tegoeden bij centrale banken. Die tegoeden bij centrale banken worden vooral gefinancierd met kortetermijnverplichtingen, zoals depositocertificaten en repo's. De daarmee gerelateerde rentelasten zijn opgenomen onder rentelasten m.b.t. financiële verplichtingen tegen geamortiseerde kostprijs. De rentemarge op die activiteit is beperkt. Verschillende centrale banken in onze kernlanden beslisten in de voorbije jaren om de minimaal vereiste reserves te verhogen of de vergoeding erop te verminderen. Dat had een negatieve invloed op onze nettorente-inkomsten van
• Eind augustus 2023 gaf het Koninkrijk België een staatsbon uit met een looptijd van 1 jaar. Voor KBC had dat in 2023 een uitstroom van klantendeposito's van 5,7 miljard euro tot gevolg. Dankzij ons proactieve, gefaseerde en veelzijdige productaanbod zijn we erin geslaagd om in september 2024 in totaal zo'n 6,5 miljard euro aan klantengelden aan te trekken in België (deposito's, kasbons, fondsen, verzekeringen, obligaties, enz.), wat 0,8 miljard euro meer is dan de uitstroom van 5,7
Financiële activa (negatieve rente) -1
Financiële verplichtingen tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening
Toelichting 3.1: Nettorente-inkomsten
Financiële activa tegen geamortiseerde kostprijs
Rente-inkomsten op andere financiële instrumenten
Financiële activa aangehouden voor handelsdoeleinden
Financiële verplichtingen tegen geamortiseerde kostprijs
Nettorentelasten m.b.t. toegezegdpensioenregelingen
Financiële verplichtingen aangehouden voor handelsdoeleinden
Waarvan economische afdekkingen
Rentelasten op andere financiële instrumenten
Waarvan economische afdekkingen
Financiële verplichtingen (negatieve rente)
Afdekkingsderivaten
Afdekkingsderivaten
Overige
Overige
p. 247
9 803
507
6 011
1 580
70
1 770
1 566
-6 565
-5 903
-5
-1 641
-1 596
-62
5
0
5 10 233
384
11
55
0
2 250
2 085
-6 757
-5 277
-2 599
-2 546
-68
10
-1
-5
5 094
2 143
p. 246
Toelichting 2.3: Balansinformatie per segment
Deposito's van klanten en schuldpapier, exclusief
Zichtdeposito's (incl. deposito's van bijzondere
(incl. kasbons)
Leningen en voorschotten aan klanten, exclusief
Deposito's van klanten en schuldpapier, exclusief
Zichtdeposito's (incl. deposito's van bijzondere
(incl. kasbons)
Leningen en voorschotten aan klanten, exclusief
Termijnkredieten 62 573
aard en overige deposito's)
Termijnkredieten 65 606
Overige 11 984
aard en overige deposito's)
(in miljoenen euro)
BALANS 31-12-2024
Termijndeposito's
Spaarrekeningen
Hypotheekleningen
Schuldpapier
Niet-leven
BALANS 31-12-2023
Termijndeposito's
Spaarrekeningen
Hypotheekleningen
Schuldpapier
Overige
Niet-leven
Leven
Leven
De onderstaande tabel geeft een segmentindeling van enkele belangrijke producten uit de balans.
Divisie België
61 493
27 584
55 297
20 108
46 297
2 371
12 191
60 531
19 654
54 074
19 979
45 394
11 200
2 204
12 111
repo's 154 238 52 642 31 687
reverse repo's 119 168 36 470 27 975
Schulden m.b.t. beleggingscontracten 13 461 0 0
Verplichtingen uit verzekeringscontracten 14 315 1 288 1 162
Divisie Tsjechië
repo's 164 483 52 709 32 832 9 607 9 360 13 865 21 063 271 087
24 234
8 821
17 636
2 018
13 433
20 028
4 877
Schulden m.b.t. beleggingscontracten 15 671 0 0 0 0 0 0 15 671 Verplichtingen uit verzekeringscontracten 14 562 1 248 1 281 428 249 605 19 17 111
413
835
23 378
12 058
15 220
1 986
11 463
19 641
5 366
357
931
reverse repo's 123 887 38 338 29 842 6 857 11 887 11 098 0 192 067
Divisie Internationale Markten
24 363
6 562
1 507
400
11 716
11 735
6 391
382
899
23 659
6 333
1 516
179
11 658
10 447
5 870
343
820 Hongarije
6 570
2 320
684
33
3 103
1 937
1 817
119
308
9 610
6 645
2 252
636
76
6 764
3 279
1 818
1 667
0
413
114
299 Slowakije
5 670
2 499
823
367
3 499
6 729
1 659
75
174
8 836
5 480
2 382
872
103
11 589
3 452
6 451
1 686
0
226
58
168 Bulgarije
12 123
1 742
0
0
5 113
3 068
2 916
188
417
13 241
11 534
1 699
8
0
9 623
4 927
2 178
2 517
0
524
171
353 Groeps-
0
0
0
0
0
0
19
0
20 924 259 491
0
0
0
0 183 613
0
0
0
0 13 461
18 16 784
18
0
20 924
21 063
center Totaal
110 090
42 966
74 440
43 590
90 755
78 059
23 253
3 186
13 925
107 568
38 044
70 810
43 068
85 694
75 482
22 437
2 922
13 862
| (in miljoenen euro) | 2024 | 2023 |
|---|---|---|
| Totaal | 5 574 | 5 473 |
| Rente-inkomsten | 19 746 | 20 170 |
| Rente-inkomsten op financiële instrumenten berekend volgens de effectieve rentevoet | ||
| Financiële activa tegen geamortiseerde kostprijs | 9 803 | 10 233 |
| Financiële activa gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in OCI | 507 | 384 |
| Afdekkingsderivaten | 6 011 | 5 094 |
| Financiële verplichtingen (negatieve rente) | 5 | 11 |
| Overige | 1 580 | 2 143 |
| Rente-inkomsten op andere financiële instrumenten | ||
| Financiële activa verplicht tegen reële waarde andere dan aangehouden voor handelsdoeleinden | 70 | 55 |
| Financiële activa aangehouden voor handelsdoeleinden | 1 770 | 2 250 |
| Waarvan economische afdekkingen | 1 566 | 2 085 |
| Overige financiële activa tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening | 0 | 0 |
| Rentelasten | -14 172 | -14 697 |
| Rentelasten op financiële instrumenten berekend volgens de effectieve rentevoet | ||
| Financiële verplichtingen tegen geamortiseerde kostprijs | -6 565 | -6 757 |
| Afdekkingsderivaten | -5 903 | -5 277 |
| Financiële activa (negatieve rente) | -1 | -1 |
| Overige | -5 | -5 |
| Rentelasten op andere financiële instrumenten | ||
| Financiële verplichtingen aangehouden voor handelsdoeleinden | -1 641 | -2 599 |
| Waarvan economische afdekkingen | -1 596 | -2 546 |
| Financiële verplichtingen tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening | -62 | -68 |
| Nettorentelasten m.b.t. toegezegdpensioenregelingen | 5 | 10 |
| (in miljoenen euro) | 2024 | 2023 |
|---|---|---|
| Totaal | 57 | 59 |
| Aandelen verplicht tegen reële waarde andere dan aangehouden voor handelsdoeleinden | 2 | 0 |
| Aandelen aangehouden voor handelsdoeleinden | 15 | 14 |
| Aandelen gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in OCI | 39 | 44 |
| (in miljoenen euro) | 2024 | 2023 |
|---|---|---|
| Totaal | -168 | 9 |
| Opdeling totaal naar type en IFRS-portefeuille | ||
| Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en verliesrekening |
173 | 322 |
| Financiële instrumenten verplicht tegen reële waarde andere dan aangehouden voor handelsdoeleinden | 1 679 | 1 250 |
| Financiële instrumenten aangehouden voor handelsdoeleinden (inclusief rente op niet-ALM-tradingderivaten en marktwaardeveranderingen van alle instrumenten aangehouden voor handelsdoeleinden) |
202 | 134 |
| Financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening | -1 598 | -1 103 |
| Wisselbedrijf | 108 | 155 |
| Resultaten uit de verwerking van afdekkingstransacties | -219 | -113 |
| Verzekeringsfinancieringsbaten of -lasten (voor uitgegeven verzekeringscontracten) | -341 | -313 |
| Opdeling afdekkingstransacties | ||
| Micro-hedge reëlewaardeafdekkingen | 11 | -2 |
| Reëlewaardeveranderingen van de afgedekte instrumenten |
-269 | -269 |
| Reëlewaardeveranderingen van de afdekkingsderivaten | 281 | 267 |
| Kasstroomafdekkingen | 0 | -9 |
| Reëlewaardeveranderingen van afdekkingsinstrumenten, niet-effectief deel |
0 | -9 |
| Afdekking van een netto-investering in een buitenlandse entiteit, niet-effectief deel | 0 | 0 |
| Reëlewaardeafdekkingstransacties ter afdekking van het renterisico van een portefeuille | 2 | 7 |
| Reëlewaardeveranderingen van de afgedekte instrumenten | 469 | 1 029 |
| Reëlewaardeveranderingen van de afdekkingsderivaten | -467 | -1 022 |
| Stopzetting van hedge accounting in geval van reëlewaardeafdekking | -131 | -58 |
| Stopzetting van hedge accounting in geval van kasstroomafdekking | -101 | -52 |
| Opdeling totaal naar driver | ||
| Dealingroom | 294 | 288 |
| Waardeverandering van afgeleide producten gebruikt voor balansbeheer en overige | -189 | -47 |
| Marktwaardeaanpassingen (xVA) | -24 | -15 |
| Resultaat van beleggingen m.b.t. tak 23-verzekeringscontracten onder IFRS 17 en Verzekeringsfinancieringsbaten of -lasten | -249 | -217 |
p. 248
p. 249
• Sinds 2024 worden de lijnen Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening en Verzekeringsfinancieringsbaten of -lasten (voor uitgegeven verzekeringscontracten) samen weergegeven, met retroactieve aanpassing van de cijfers van 2023. Op die manier wordt de wijziging in de reële waarde van de tak 23-verplichtingen onder IFRS 17 (variable fee approach), die is opgenomen onder Verzekeringsfinancieringsbaten of -lasten, gecompenseerd door de wijziging in de reële waarde van de onderliggende tak 23-activa, die is opgenomen onder Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening. Het resterende bedrag bevat voornamelijk opgelopen rente binnen de
• ALM-afdekkingsderivaten (opgenomen in hedge accounting): het rentegedeelte van deze afdekkingsderivaten wordt weergegeven onder Nettorente-inkomsten. De reëlewaardeveranderingen van deze afdekkingsderivaten, met uitzondering van die waarvoor een effectieve kasstroomafdekkingsrelatie geldt, worden weergegeven onder Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van de waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening. Ook de reëlewaardeveranderingen van de afgedekte activa worden in een reëlewaardeafdekkingstransactie in diezelfde post weergegeven en daar gebeurt een opheffing voor zover het een effectieve afdekking betreft. De ALM-afdekkingsderivaten die niet in hedge accounting zijn opgenomen (en dus als tradinginstrumenten worden geklasseerd) volgen hetzelfde stramien, behalve dat de meeste gerelateerde activa niet tegen reële waarde (d.w.z. niet marked-to-market) worden geboekt. • Dag 1-winsten: wanneer de transactieprijs op een niet-actieve markt verschillend is van de reële waarde van andere observeerbare markttransacties in hetzelfde instrument of van de reële waarde gebaseerd op een waarderingstechniek waarvan de variabelen alleen data van observeerbare markten bevatten, dan wordt het verschil tussen de transactieprijs en de reële waarde (een dag 1-winst) opgenomen in de winst-en-verliesrekening. Als dat niet het geval is (als de variabelen dus niet alleen data van observeerbare markten bevatten), wordt de dag 1-winst gereserveerd en opgenomen in de winst-enverliesrekening tijdens de looptijd en uiterlijk op de eindvervaldag van het financiële instrument. Deze dag 1-winsten betreffen
• Het wisselbedrijf omvat de gerealiseerde en niet-gerealiseerde wisselkoersresultaten (bij herwaardering van de monetaire activa en passiva), ongeacht de IFRS-portefeuille, met uitzondering van financiële activa en passiva die tegen reële waarde in de winst-en-verliesrekening worden gewaardeerd, waarvoor de herwaardering in de reëlewaardeverandering is opgenomen. Merk op dat (ongerealiseerde) wisselkoerswinsten/-verliezen op verplichtingen uit verzekeringscontracten
Voor micro-hedge-reëlewaardeafdekkingen gebruiken we op kwartaalbasis de dollaroffsetmethode, waarbij reëlewaardeschommelingen van de afgedekte positie en reëlewaardeschommelingen van het afdekkingsinstrument
Voor kasstroomafdekkingen vergelijken we het aangegeven afdekkingsinstrument met een perfect hedge van de afgedekte kasstromen. Die vergelijking gebeurt vooruitkijkend (via BPV-meting) en terugkijkend (door vergelijking van de reële waarde van het aangegeven afdekkingsinstrument met de perfect hedge). De effectiviteit van beide tests moet zich
Voor reëlewaardeafdekkingstransacties ter afdekking van het renterisico van een portefeuille beoordelen we de effectiviteit volgens de regels voorgeschreven in de Europese versie van IAS 39 (carve-out). IFRS staat niet toe nettoposities weer te geven als afgedekte posities, maar staat wel toe om de afdekkingsinstrumenten toe te wijzen aan de brutopositie van activa (of eventueel de brutopositie van verplichtingen). Concreet zorgen we ervoor dat het volume activa (of verplichtingen) in elk looptijdsegment groter is dan het volume afdekkingsinstrumenten dat aan hetzelfde
worden opgenomen onder verzekeringsfinancieringsbaten of -lasten (voor uitgegeven verzekeringscontracten).
• Effectiviteit van afdekkingen: we bepalen de effectiviteit aan de hand van de volgende methodes:
Verzekeringsfinancieringsbaten of -lasten (zie Toelichting 3.6).
elkaar compenseren binnen een marge van 80% – 125%.
binnen een marge van 80% – 125% bevinden.
segment wordt toegewezen.
beperkte bedragen.
p. 248
108
-219
0
-467 1 250
-1 103
134
155
-113
-269
267
-9
1 029
-1 022
Toelichting 3.2: Dividendinkomsten
uitgegeven verzekeringscontracten)
Opdeling totaal naar type en IFRS-portefeuille
Resultaten uit de verwerking van afdekkingstransacties
Reëlewaardeveranderingen van de afdekkingsderivaten
Wisselbedrijf
Opdeling afdekkingstransacties
Reëlewaardeveranderingen
Reëlewaardeveranderingen
Opdeling totaal naar driver
(in miljoenen euro) 2024 2023 Totaal 57 59 Aandelen verplicht tegen reële waarde andere dan aangehouden voor handelsdoeleinden 2 0 Aandelen aangehouden voor handelsdoeleinden 15 14 Aandelen gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in OCI 39 44
(in miljoenen euro) 2024 2023 Totaal -168 9
verliesrekening 173 322
Verzekeringsfinancieringsbaten of -lasten (voor uitgegeven verzekeringscontracten) -341 -313
Micro-hedge reëlewaardeafdekkingen 11 -2
Kasstroomafdekkingen 0 -9
Afdekking van een netto-investering in een buitenlandse entiteit, niet-effectief deel 0 0 Reëlewaardeafdekkingstransacties ter afdekking van het renterisico van een portefeuille 2 7
Stopzetting van hedge accounting in geval van reëlewaardeafdekking -131 -58 Stopzetting van hedge accounting in geval van kasstroomafdekking -101 -52
Dealingroom 294 288 Waardeverandering van afgeleide producten gebruikt voor balansbeheer en overige -189 -47 Marktwaardeaanpassingen (xVA) -24 -15 Resultaat van beleggingen m.b.t. tak 23-verzekeringscontracten onder IFRS 17 en Verzekeringsfinancieringsbaten of -lasten -249 -217
van de afgedekte instrumenten -269
Financiële instrumenten verplicht tegen reële waarde andere dan aangehouden voor handelsdoeleinden 1 679
marktwaardeveranderingen van alle instrumenten aangehouden voor handelsdoeleinden) 202
Financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening -1 598
Reëlewaardeveranderingen van de afdekkingsderivaten 281
Reëlewaardeveranderingen van de afgedekte instrumenten 469
Toelichting 3.3: Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening en Verzekeringsfinancieringsbaten of -lasten (voor
Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-
Financiële instrumenten aangehouden voor handelsdoeleinden (inclusief rente op niet-ALM-tradingderivaten en
van afdekkingsinstrumenten, niet-effectief deel
| (in miljoenen euro) | 2024 | 2023 |
|---|---|---|
| Totaal | 2 578 | 2 349 |
| Ontvangen provisies | 3 253 | 2 991 |
| Betaalde provisies | -675 | -642 |
| Indeling naar type | ||
| Vermogensbeheerdiensten | 1 421 | 1 247 |
| Ontvangen provisies | 1 478 | 1 305 |
| Betaalde provisies | -57 | -59 |
| Bankdiensten | 1 108 | 1 057 |
| Ontvangen provisies | 1 721 | 1 632 |
| Betaalde provisies | -613 | -575 |
| Overige | 49 | 45 |
| Ontvangen provisies | 54 | 53 |
| Betaalde provisies | -5 | -8 |
| (in miljoenen euro) | 2024 | 2023 |
|---|---|---|
| Totaal | 181 | 656 |
| Waarvan meer- of minderwaarden als gevolg van | ||
| verkoop van financiële activa tegen geamortiseerde kostprijs | -36 | -22 |
| verkoop van FVOCI-schuldinstrumenten | 2 | -7 |
| terugkoop van financiële verplichtingen tegen geamortiseerde kostprijs | 0 | 0 |
| Andere, waaronder: | 215 | 685 |
| inkomsten uit operationele leasingactiviteiten | 120 | 101 |
| inkomsten van Groep VAB | 47 | 39 |
| Rechtsgeschillen | -28 | -2 |
| en depositoportefeuilles KBC Bank Ireland meerwaarde op verkoop krediet- |
0 | 405 |
| meerwaarde op verkoop van een participatie in België | 0 | 18 |
| en verzekeringsheffingen uit 2016 (incl. moratoriuminteresten) recuperatie Belgische bank- |
0 | 48 |
p. 250
Toelichting 3.6: Verzekeringsresultaten
bijbehorende toelichtingen.
Lasten uit hoofde van verzekeringsdiensten
Opgelopen rente
contracten
Overige netto-inkomsten
Waardeverminderingen -
ventures
Exploitatiekosten (incl. bank-
wisselkoersverschillen
Premies betaald aan de herverzekeraar
overige
Aandeel in het resultaat van geassocieerde ondernemingen en joint
2024
Toelichting 3.6.1: Winstgevendheid verzekeringen – winst-en-verliesrekening
(in miljoenen euro) Leven
Waarvan lasten verbonden aan schadevorderingen Niet-leven
Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde met
Effect van wijzigingen in financiële veronderstellingen en
Wijzigingen in de reële waarde van verplichtingen van IFRS 17 tak
Ontvangen provisies 9
Op de herverzekeraar verhaalbare bedragen 23
Totaal herverzekeringsfinancieringsbaten of -lasten 0
en verzekeringsheffingen)
Nettoprovisie-inkomsten 75 0
Verzekeringsinkomsten vóór afgestane herverzekering 463 24
23-
• De cijfers hierna omvatten – in tegenstelling tot de winst-en-verliesrekening van de groep – ook intercompanytransacties tussen de bank- en verzekeringsentiteiten van de groep (resultaten betreffende verzekeringscontracten die werden gesloten tussen de bankentiteiten en verzekeringsentiteiten binnen de groep, rente die de verzekeringsondernemingen ontvangen op hun deposito's bij de bankentiteiten, provisies die de verzekeringsentiteiten betalen aan de bankkantoren voor de verkoop
• Van de posten in Toelichting 3.6.1 worden alleen Verzekeringsinkomsten, Lasten uit hoofde van verzekeringsdiensten, Verzekeringsfinancieringsbaten of -lasten en Nettoresultaat uit afgestane herverzekering op aparte lijnen in de winst-enverliesrekening weergegeven (met een kleine aanpassing in verband met eliminaties van intercompanytransacties tussen bank- en verzekeringsentiteiten). In het kader van ons geïntegreerde bankverzekeringsconcept worden alle andere verzekeringsposten – samen met de bankactiviteiten van de groep – opgenomen in de winst-en-verliesrekening en de
Verzekeringstechnisch resultaat 168 10 310 — 478
Beleggingsresultaat en verzekeringsfinancieringsbaten of -lasten 150 2 55 8 213 Beleggingsresultaat 446 92 100 8 554 Nettorente-inkomsten 325 0 91 1 417
Dividendinkomsten 22 0 4 7 34
verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening 92 92 0 0 92
Overige netto-inkomsten 4 0 4 1 9
Bijzondere waardeverminderingen 2 0 1 0 2
Verzekeringsfinancieringsbaten of -lasten, vóór herverzekering -296 -91 -45 — -341
Nettoverzekerings- en beleggingsresultaat vóór herverzekering 317 12 365 8 691 Nettoresultaat uit afgestane herverzekering -4 — -13 — -17
Nettoverzekerings- en beleggingsresultaat na herverzekering 313 12 352 8 674 Niet-rechtstreeks toerekenbare baten of lasten 23 -2 -56 16 -17
Belastingen — — — -142 -142 Resultaat na belastingen 336 10 296 -117 515 Toerekenbaar aan minderheidsbelangen — — — — — Toerekenbaar aan de aandeelhouders van de moedermaatschappij — — — — 515
-296
-204
-91
-36
—
-51
—
—
Waarvan directe
winstdeling
Leven (VFA)
-14
—
—
-2 0 1
-91
—
—
—
-2
—
-1 0
Niet-leven
2 492
-2 181
-1 416
-46
—
-121
-1
-53
— 11
— 99
Niet-
—
—
—
—
—
—
—
—
-2 28 102
— 80 80
-91
— 0 0
-1 0
technisch Totaal
2 955
-2 477
-1 416
-250
-1
-91
-157
-2
-196
-3
— 20
— 122
van verzekeringen, enz.) om een juister beeld te geven van de rentabiliteit van de verzekeringsactiviteiten.
p. 251
• Meerwaarde bij verkoop van de krediet- en depositoportefeuille van KBC Bank Ireland in 2023: zie Toelichting 6.6.
• Rechtsgeschillen in 2024: betreft voornamelijk Hongarije.
p. 250
101
39
-2
18
48
405
1 478
-57
1 721
-613
-5
120
47
-28
0
0 1 305
-59
1 632
-575
53
-8
Toelichting 3.4: Nettoprovisie-inkomsten
Indeling naar type
Ontvangen provisies
Ontvangen provisies
Betaalde provisies
Betaalde provisies
Betaalde provisies
van de effectieve rentevoetberekening.
Toelichting 3.5: Overige netto-inkomsten
Waarvan meer- of minderwaarden als gevolg van
inkomsten uit operationele leasingactiviteiten
meerwaarde op verkoop van een participatie in België
• Rechtsgeschillen in 2024: betreft voornamelijk Hongarije.
inkomsten van Groep VAB
meerwaarde op verkoop krediet-
recuperatie Belgische bank-
Rechtsgeschillen
en verzekeringsheffingen uit 2016 (incl. moratoriuminteresten)
• Meerwaarde bij verkoop van de krediet- en depositoportefeuille van KBC Bank Ireland in 2023: zie Toelichting 6.6.
(in miljoenen euro) 2024 2023 Totaal 2 578 2 349 Ontvangen provisies 3 253 2 991 Betaalde provisies -675 -642
Vermogensbeheerdiensten 1 421 1 247
Bankdiensten 1 108 1 057
Overige 49 45
• De lijn Vermogensbeheerdiensten bevat managementvergoedingen, instapvergoedingen en distributievergoedingen voor beleggingsfondsen en tak 23-levensverzekeringen onder IFRS 9. De lijn Bankdiensten bevat krediet- en garantiegerelateerde vergoedingen, vergoedingen voor betalingsverkeer, netwerkinkomsten, effectengerelateerde vergoedingen, betaalde distributievergoedingen voor bankproducten en vergoedingen voor andere bankdiensten. Distributievergoedingen betaald voor verzekeringsproducten (Leven en Niet-leven onder IFRS 17) worden in de winst-en-verliesrekening opgenomen onder Lasten uit hoofde van verzekeringsdiensten vóór afgestane herverzekering (zie Toelichting 3.6). De lijn Overige omvat
• Het overgrote deel van de provisies gerelateerd aan kredietverlening is opgenomen onder Nettorente-inkomsten, in het kader
(in miljoenen euro) 2024 2023 Totaal 181 656
verkoop van financiële activa tegen geamortiseerde kostprijs -36 -22 verkoop van FVOCI-schuldinstrumenten 2 -7 terugkoop van financiële verplichtingen tegen geamortiseerde kostprijs 0 0 Andere, waaronder: 215 685
en depositoportefeuilles KBC Bank Ireland 0
Ontvangen provisies 54
distributievergoedingen van derde verzekeraars (niet onder IFRS 17) en platformicationinkomsten.
| Waarvan directe winstdeling |
Niet | ||||
|---|---|---|---|---|---|
| (in miljoenen euro) | Leven | Leven (VFA) | Niet-leven | technisch | Totaal |
| 2024 | |||||
| Verzekeringstechnisch resultaat | 168 | 10 | 310 | — | 478 |
| Verzekeringsinkomsten vóór afgestane herverzekering | 463 | 24 | 2 492 | — | 2 955 |
| Lasten uit hoofde van verzekeringsdiensten | -296 | -14 | -2 181 | — | -2 477 |
| Waarvan lasten verbonden aan schadevorderingen Niet-leven | — | — | -1 416 | — | -1 416 |
| Beleggingsresultaat en verzekeringsfinancieringsbaten of -lasten | 150 | 2 | 55 | 8 | 213 |
| Beleggingsresultaat | 446 | 92 | 100 | 8 | 554 |
| Nettorente-inkomsten | 325 | 0 | 91 | 1 | 417 |
| Dividendinkomsten | 22 | 0 | 4 | 7 | 34 |
| Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening |
92 | 92 | 0 | 0 | 92 |
| Overige netto-inkomsten | 4 | 0 | 4 | 1 | 9 |
| Bijzondere waardeverminderingen | 2 | 0 | 1 | 0 | 2 |
| Verzekeringsfinancieringsbaten of -lasten, vóór herverzekering | -296 | -91 | -45 | — | -341 |
| Opgelopen rente | -204 | — | -46 | — | -250 |
| Effect van wijzigingen in financiële veronderstellingen en wisselkoersverschillen |
-2 | 0 | 1 | — | -1 |
| Wijzigingen in de reële waarde van verplichtingen van IFRS 17 tak 23- contracten |
-91 | -91 | — | — | -91 |
| Nettoverzekerings- en beleggingsresultaat vóór herverzekering | 317 | 12 | 365 | 8 | 691 |
| Nettoresultaat uit afgestane herverzekering | -4 | — | -13 | — | -17 |
| Premies betaald aan de herverzekeraar | -36 | — | -121 | — | -157 |
| Ontvangen provisies | 9 | — | 11 | — | 20 |
| Op de herverzekeraar verhaalbare bedragen | 23 | — | 99 | — | 122 |
| Totaal herverzekeringsfinancieringsbaten of -lasten | 0 | — | -1 | — | -2 |
| Nettoverzekerings- en beleggingsresultaat na herverzekering | 313 | 12 | 352 | 8 | 674 |
| Niet-rechtstreeks toerekenbare baten of lasten | 23 | -2 | -56 | 16 | -17 |
| Nettoprovisie-inkomsten | 75 | 0 | -2 | 28 | 102 |
| Overige netto-inkomsten | — | — | — | 80 | 80 |
| Exploitatiekosten (incl. bank- en verzekeringsheffingen) |
-51 | -2 | -53 | -91 | -196 |
| Waardeverminderingen - overige |
-1 | 0 | -1 | 0 | -3 |
| Aandeel in het resultaat van geassocieerde ondernemingen en joint ventures |
— | — | — | 0 | 0 |
| Belastingen | — | — | — | -142 | -142 |
| Resultaat na belastingen | 336 | 10 | 296 | -117 | 515 |
| Toerekenbaar aan minderheidsbelangen | — | — | — | — | — |
| Toerekenbaar aan de aandeelhouders van de moedermaatschappij | — | — | — | — | 515 |
| Waarvan directe | |||||
|---|---|---|---|---|---|
| (in miljoenen euro) | Leven | winstdeling Leven (VFA) |
Niet-leven | Niet technisch |
Totaal |
| 2023 | |||||
| Verzekeringstechnisch resultaat | 149 | 12 | 418 | — | 567 |
| Verzekeringsinkomsten vóór afgestane herverzekering | 400 | 25 | 2 290 | — | 2 690 |
| Lasten uit hoofde van verzekeringsdiensten | -251 | -12 | -1 872 | — | -2 123 |
| Waarvan lasten verbonden aan schadevorderingen Niet-leven | — | — | -1 159 | — | -1 159 |
| Beleggingsresultaat en verzekeringsfinancieringsbaten of -lasten | 151 | 0 | 63 | 19 | 233 |
| Beleggingsresultaat | 434 | 96 | 93 | 19 | 546 |
| Nettorente-inkomsten | 304 | 0 | 87 | 1 | 392 |
| Dividendinkomsten | 22 | 0 | 4 | 14 | 40 |
| Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening |
100 | 96 | 0 | 6 | 106 |
| Overige netto-inkomsten | 10 | 0 | 2 | -3 | 10 |
| Bijzondere waardeverminderingen | -1 | 0 | 0 | 0 | -2 |
| Verzekeringsfinancieringsbaten of -lasten, vóór herverzekering | -283 | -96 | -30 | — | -313 |
| Opgelopen rente | -186 | — | -31 | — | -217 |
| Effect van wijzigingen in financiële veronderstellingen en wisselkoersverschillen |
-1 | 0 | 1 | — | -1 |
| Wijzigingen in de reële waarde van verplichtingen van IFRS 17 tak 23- contracten |
-96 | -96 | — | — | -96 |
| Nettoverzekerings- en beleggingsresultaat vóór herverzekering | 300 | 12 | 481 | 19 | 800 |
| Nettoresultaat uit afgestane herverzekering | -3 | — | -87 | — | -90 |
| Premies betaald aan de herverzekeraar | -30 | — | -95 | — | -125 |
| Ontvangen provisies | 7 | — | 10 | — | 17 |
| Op de herverzekeraar verhaalbare bedragen | 21 | — | 0 | — | 21 |
| Totaal herverzekeringsfinancieringsbaten of -lasten | 0 | — | -2 | — | -2 |
| Nettoverzekerings- en beleggingsresultaat na herverzekering | 297 | 12 | 394 | 19 | 710 |
| Niet-rechtstreeks toerekenbare baten of lasten | 11 | -1 | -50 | 8 | -31 |
| Nettoprovisie-inkomsten | 67 | 0 | -2 | 24 | 90 |
| Overige netto-inkomsten | — | — | — | 68 | 68 |
| Exploitatiekosten (incl. bank- en verzekeringsheffingen) |
-48 | -1 | -48 | -83 | -179 |
| Waardeverminderingen - overige |
-9 | 0 | -1 | 0 | -10 |
| Aandeel in het resultaat van geassocieerde ondernemingen en joint ventures |
— | — | — | 0 | 0 |
| Belastingen | — | — | — | -152 | -152 |
| Resultaat na belastingen | 308 | 11 | 344 | -124 | 527 |
| Toerekenbaar aan minderheidsbelangen | — | — | — | — | 0 |
| Toerekenbaar aan de aandeelhouders van de moedermaatschappij | — | — | — | — | 527 |
• De kolom Waarvan directe winstdeling Leven (VFA) heeft betrekking op de resultaten van langlopende tak 23-contracten in Centraal- en Oost-Europa, gewaardeerd volgens IFRS 17.
• Verzekeringsfinancieringsbaten of -lasten, vóór herverzekering omvat:
opgelopen rente op de verzekeringsverplichtingen volgens IFRS 17, die wordt gecompenseerd door het beleggingsresultaat op de overeenkomstige activa ter dekking van deze verplichtingen;
veranderingen in de reële waarde van verplichtingen onderliggend aan verzekeringscontracten gewaardeerd volgens de VFA, die de verandering in de reële waarde van tak 23-verplichtingen vertegenwoordigt, gewaardeerd volgens IFRS 17 (Variable Fee Approach), met het compenserende effect in de verandering in de reële waarde van onderliggende tak 23 activa in Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening (zie ook Toelichting 3.3).
Niet-technisch omvat de resultaten van niet-verzekeringsdochtermaatschappijen zoals VAB Groep en ADD. Ze zijn opgenomen in de toelichting over de verzekeringsactiviteiten, omdat ze dochtermaatschappijen zijn van KBC Verzekeringen (maar omdat ze niet kunnen worden opgenomen onder Leven of Niet-leven, worden ze opgenomen onder Niet-technisch). Niet-technisch omvat ook de beleggingsopbrengsten van het eigen vermogen (d.w.z. voornamelijk rente-inkomsten uit obligaties) en belastingen.
p. 252
p. 253
hogere impact van stormen, voornamelijk in Tsjechië (storm Boris) en België, voor een bedrag van -133 miljoen euro vóór
Waarvan directe
-199 0
-537 0
-1
—
• Het Beleggingsresultaat (OCI) uit financiële activa tegen FVOCI en het Effect van wijzigingen in rentevoeten en andere
• Voor meer informatie over het beleggingsresultaat en de wijziging in verzekeringsfinancieringsbaten en -lasten: zie
• Naast het beleggingsresultaat van de financiële activa opgenomen in het resultaat (Toelichting 3.6.1) en in OCI (Toelichting 3.6.2) worden gerealiseerde resultaten op FVOCI-aandelen rechtstreeks opgenomen in het eigen vermogen (zie Geconsolideerde vermogensmutaties – Overboeking van reserve naar overgedragen resultaat bij realisatie). Voor 2024 en 2023 betrof dit respectievelijk 40 en 24 miljoen euro op verzekeringsniveau van de 47 en 21 miljoen euro op groepsniveau.
financiële veronderstellingen in OCI, inclusief wisselkoersverschillen heffen elkaar (gedeeltelijk) op.
winstdeling
Leven (VFA)
0
0
0
—
—
0
1
-1
-1
0
—
—
0
Niet-leven
-26
—
-23
—
—
Niet-
—
0 — 0
49 0 644
—
—
25 0 82
7 — 7
13 13
33 13 102
-1 30 103
-26 — -225
-26 30 -122
— 75 75
-26 104 -47
-23 — -561
technisch Totaal
-224
-560
-1
— 0
herverzekering of -72 miljoen euro na herverzekering (2023: respectievelijk -29 miljoen euro en -34 miljoen euro).
OCI 0 0
Toelichting 3.6.2: Winstgevendheid verzekeringen – niet-gerealiseerde resultaten (OCI)
(in miljoenen euro) Leven
Beleggingsresultaat (OCI) uit financiële activa tegen FVOCI 74
herverzekering -199
Nettoverzekerings- en beleggingsresultaat vóór herverzekering – OCI -125
Wijziging in herverzekeringsfinancieringsbaten of -lasten – OCI 0
Uitgestelde belastingen —
belastingen – OCI -125
Beleggingsresultaat (OCI) uit financiële activa tegen FVOCI 594
herverzekering -538
Nettoverzekerings- en beleggingsresultaat vóór herverzekering – OCI 56
Wijziging in herverzekeringsfinancieringsbaten of -lasten – OCI 0
belastingen – OCI56
Geconsolideerde gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten.
Wijziging in verzekeringsfinancieringsbaten of -lasten – OCI, vóór
Wijzigingen in de reële waarde van onderliggende verplichtingen van
Nettoverzekerings- en beleggingsresultaat na herverzekering, na
Wijziging in verzekeringsfinancieringsbaten of -lasten – OCI, vóór
Wijzigingen in de reële waarde van onderliggende verplichtingen van
Nettoverzekerings- en beleggingsresultaat na herverzekering, na
OCI
Effect van wijzigingen in rentevoeten en andere financiële
veronderstellingen in OCI, inclusief wisselkoersverschillen
Effect van wijzigingen in rentevoeten en andere financiële
veronderstellingen in OCI, inclusief wisselkoersverschillen
contracten gewaardeerd volgens VFA –
contracten gewaardeerd volgens VFA –
Uitgestelde belastingen
2024
2023
hogere impact van stormen, voornamelijk in Tsjechië (storm Boris) en België, voor een bedrag van -133 miljoen euro vóór herverzekering of -72 miljoen euro na herverzekering (2023: respectievelijk -29 miljoen euro en -34 miljoen euro).
p. 252
(in miljoenen euro) Leven
Verzekeringstechnisch resultaat 149
Beleggingsresultaat en verzekeringsfinancieringsbaten of -lasten 151
Beleggingsresultaat 434
Verzekeringsfinancieringsbaten of -lasten, vóór herverzekering -283
Nettoverzekerings- en beleggingsresultaat vóór herverzekering 300
Nettoresultaat uit afgestane herverzekering -3
Ontvangen provisies 7
Op de herverzekeraar verhaalbare bedragen 21
Totaal herverzekeringsfinancieringsbaten of -lasten 0
Nettoverzekerings- en beleggingsresultaat na herverzekering 297
Niet-rechtstreeks toerekenbare baten of lasten 11
Belastingen —
Resultaat na belastingen 308
• Verzekeringsfinancieringsbaten of -lasten, vóór herverzekering omvat:
en verzekeringsheffingen)
Centraal- en Oost-Europa, gewaardeerd volgens IFRS 17.
winst-en-verliesrekening (zie ook Toelichting 3.3).
Nettoprovisie-inkomsten 67 0
beleggingsresultaat op de overeenkomstige activa ter dekking van deze verplichtingen;
Waarvan lasten verbonden aan schadevorderingen Niet-leven
Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde met
Wijzigingen in de reële waarde van verplichtingen van IFRS 17 tak
Effect van wijzigingen in financiële veronderstellingen en
Verzekeringsinkomsten vóór afgestane herverzekering 400 25
Overige netto-inkomsten 10 0 2
23-
2023
Lasten uit hoofde van verzekeringsdiensten
Bijzondere waardeverminderingen
Premies betaald aan de herverzekeraar
overige
Toerekenbaar aan minderheidsbelangen
obligaties) en belastingen.
Aandeel in het resultaat van geassocieerde ondernemingen en joint
Toerekenbaar aan de aandeelhouders van de moedermaatschappij
Opgelopen rente
Overige netto-inkomsten
Waardeverminderingen -
ventures
Exploitatiekosten (incl. bank-
contracten
wisselkoersverschillen
Waarvan directe
-251
-186
-96
-30
—
—
—
—
• De kolom Waarvan directe winstdeling Leven (VFA) heeft betrekking op de resultaten van langlopende tak 23-contracten in
opgelopen rente op de verzekeringsverplichtingen volgens IFRS 17, die wordt gecompenseerd door het
veranderingen in de reële waarde van verplichtingen onderliggend aan verzekeringscontracten gewaardeerd volgens de VFA, die de verandering in de reële waarde van tak 23-verplichtingen vertegenwoordigt, gewaardeerd volgens IFRS 17 (Variable Fee Approach), met het compenserende effect in de verandering in de reële waarde van onderliggende tak 23 activa in Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de
• Niet-technisch omvat de resultaten van niet-verzekeringsdochtermaatschappijen zoals VAB Groep en ADD. Ze zijn opgenomen in de toelichting over de verzekeringsactiviteiten, omdat ze dochtermaatschappijen zijn van KBC Verzekeringen (maar omdat ze niet kunnen worden opgenomen onder Leven of Niet-leven, worden ze opgenomen onder Niet-technisch). Niet-technisch omvat ook de beleggingsopbrengsten van het eigen vermogen (d.w.z. voornamelijk rente-inkomsten uit
• In 2024 werd het resultaat uit hoofde van schadeverzekeringsdiensten negatief beïnvloed door hogere lasten verbonden aan schadevorderingen (-257 miljoen euro). Dit werd onder andere veroorzaakt door de impact van inflatie, een sectorwijde update van de schade-inflatie bij claims voor lichamelijke letsels, een hoger niveau van normale schadevorderingen en de
-48
Nettorente-inkomsten 304 0 87 1 392
Dividendinkomsten 22 0 4 14 40
verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening 100 96 0 6 106
— winstdeling
Leven (VFA)
-12
—
0
96
-96
—
-1 0 1
-96
12
—
—
—
-1
—
-1
—
—
11
—
—
-9 0
Niet-leven
2 290
-1 872
-1 159
-31
—
-95
-2
-48
—
—
—
-1 0 0 0
— 10
— 0
12
63 19
-30 — -313
-87 — -90
-50 8 -31
-1 0
12
Niet-
418 — 567
—
—
—
93 19 546
—
—
—
—
—
-2 24 90
— 68 68
-83
— 0 0
-152 -152
—
—
344 -124 527
394 19 710
481 19 800
technisch Totaal
2 690
-2 123
-1 159
-2
-217
-1
-96
-125
-2
-179
-10
0
527
233
-3 10
— 17
— 21
| Waarvan directe winstdeling |
Niet | ||||
|---|---|---|---|---|---|
| (in miljoenen euro) | Leven | Leven (VFA) | Niet-leven | technisch | Totaal |
| 2024 | |||||
| Beleggingsresultaat (OCI) uit financiële activa tegen FVOCI | 74 | 0 | -1 | 30 | 103 |
| Wijziging in verzekeringsfinancieringsbaten of -lasten – OCI, vóór herverzekering |
-199 | 0 | -26 | — | -225 |
| Effect van wijzigingen in rentevoeten en andere financiële veronderstellingen in OCI, inclusief wisselkoersverschillen |
-199 | 0 | -26 | — | -224 |
| Wijzigingen in de reële waarde van onderliggende verplichtingen van contracten gewaardeerd volgens VFA – OCI |
0 | 0 | — | — | 0 |
| Nettoverzekerings- en beleggingsresultaat vóór herverzekering – OCI | -125 | 0 | -26 | 30 | -122 |
| Wijziging in herverzekeringsfinancieringsbaten of -lasten – OCI | 0 | — | 0 | — | 0 |
| Uitgestelde belastingen | — | — | — | 75 | 75 |
| Nettoverzekerings- en beleggingsresultaat na herverzekering, na belastingen – OCI |
-125 | 0 | -26 | 104 | -47 |
| 2023 | |||||
| Beleggingsresultaat (OCI) uit financiële activa tegen FVOCI | 594 | 1 | 49 | 0 | 644 |
| Wijziging in verzekeringsfinancieringsbaten of -lasten – OCI, vóór herverzekering |
-538 | -1 | -23 | — | -561 |
| Effect van wijzigingen in rentevoeten en andere financiële veronderstellingen in OCI, inclusief wisselkoersverschillen |
-537 | 0 | -23 | — | -560 |
| Wijzigingen in de reële waarde van onderliggende verplichtingen van contracten gewaardeerd volgens VFA – OCI |
-1 | -1 | — | — | -1 |
| Nettoverzekerings- en beleggingsresultaat vóór herverzekering – OCI | 56 | 0 | 25 | 0 | 82 |
| Wijziging in herverzekeringsfinancieringsbaten of -lasten – OCI | 0 | — | 7 | — | 7 |
| Uitgestelde belastingen | — | — | — | 13 | 13 |
| Nettoverzekerings- en beleggingsresultaat na herverzekering, na belastingen – OCI |
56 | 0 | 33 | 13 | 102 |
• Het Beleggingsresultaat (OCI) uit financiële activa tegen FVOCI en het Effect van wijzigingen in rentevoeten en andere financiële veronderstellingen in OCI, inclusief wisselkoersverschillen heffen elkaar (gedeeltelijk) op.
• Voor meer informatie over het beleggingsresultaat en de wijziging in verzekeringsfinancieringsbaten en -lasten: zie Geconsolideerde gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten.
• Naast het beleggingsresultaat van de financiële activa opgenomen in het resultaat (Toelichting 3.6.1) en in OCI (Toelichting 3.6.2) worden gerealiseerde resultaten op FVOCI-aandelen rechtstreeks opgenomen in het eigen vermogen (zie Geconsolideerde vermogensmutaties – Overboeking van reserve naar overgedragen resultaat bij realisatie). Voor 2024 en 2023 betrof dit respectievelijk 40 en 24 miljoen euro op verzekeringsniveau van de 47 en 21 miljoen euro op groepsniveau.
| (in miljoenen euro) | 2024 | 2023 | ||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| Totaal | Leven | Niet-leven | Totaal | Leven | Niet-leven | |
| Verzekeringsinkomsten voor BBA- en VFA-contracten | 472 | 432 | 39 | 406 | 370 | 36 |
| Bedragen met betrekking tot wijzigingen in verplichtingen uit hoofde van resterende dekking |
447 | 408 | 38 | 390 | 355 | 35 |
| Verwachte claims en andere lasten uit hoofde van verzekeringsdiensten |
262 | 232 | 29 | 226 | 200 | 25 |
| Wijziging in risicoaanpassing voor verlopen risico (niet-financieel risico) | 14 | 13 | 2 | 15 | 11 | 3 |
| CSM opgenomen voor geleverde diensten | 170 | 163 | 7 | 150 | 143 | 6 |
| Compensatie van met de acquisitie van verzekeringen verband houdende kasstromen |
25 | 24 | 1 | 16 | 15 | 1 |
| Verzekeringsinkomsten voor contracten gewaardeerd volgens de PAA | 2 483 | 31 | 2 452 | 2 284 | 30 | 2 255 |
| Totaal verzekeringsinkomsten | 2 955 | 463 | 2 492 | 2 690 | 400 | 2 290 |
| (in miljoenen euro) | 2024 | 2023 |
|---|---|---|
| Totaal | 2 906 | 2 328 |
| IFRS 17 – tak 21 | 1 214 | 975 |
| IFRS 17 – tak 23 | 158 | 171 |
| IFRS 17 – hybride | 197 | 131 |
| Niet-IFRS 17 | 1 337 | 1 051 |
• De cijfers voor de verkoop van Niet-IFRS 17-levensverzekeringen hebben voornamelijk betrekking op beleggingscontracten zonder discretionaire winstdeling, gewaardeerd volgens IFRS 9. Het betreft de tak 23-verzekeringscontracten in België, waarvoor de marges worden gerapporteerd onder Nettoprovisie-inkomsten.
• Hybride producten: zie Toelichting 5.6.1.
• De verkoop van levensverzekeringen in 2024 steeg met 25% ten opzichte van 2023, voornamelijk gedreven door tak 23 verzekeringscontracten in België (niet-IFRS 17) en verdere groei in tak 21-verzekeringscontracten (voornamelijk in België).
| Verzekerings | Lasten uit hoofde van verzeke rings |
Verzekerings financierings baten of -lasten vóór herver zekering in winst-en |
Totaal vóór herver |
Netto resultaat uit afgestane herverze |
Totaal na herver |
|
|---|---|---|---|---|---|---|
| (in miljoenen euro) | inkomsten | diensten | verlies | zekering | kering | zekering |
| 2024 | ||||||
| Personenverzekering | 308 | -243 | -8 | 57 | — | — |
| Burgerrechtelijke Aansprakelijkheid (BA) Motorrijtuigen | 594 | -578 | -19 | -3 | — | — |
| Aansprakelijkheid, andere dan BA Motorrijtuigen | 154 | -139 | -6 | 9 | — | — |
| Casco | 467 | -430 | -2 | 35 | — | — |
| Zaakschade, incl. andere dan casco | 952 | -789 | -11 | 152 | — | — |
| Totaal rechtstreekse zaken | 2 474 | -2 179 | -46 | 249 | -7 | 242 |
| Aangenomen herverzekering | 18 | -3 | 1 | 16 | -6 | 10 |
| Totaal | 2 492 | -2 181 | -45 | 265 | -13 | 252 |
| 2023 | ||||||
| Personenverzekering | 274 | -211 | -4 | 59 | — | — |
| Burgerrechtelijke Aansprakelijkheid (BA) Motorrijtuigen | 562 | -542 | -13 | 7 | — | — |
| Aansprakelijkheid, andere dan BA Motorrijtuigen | 144 | -88 | -4 | 53 | — | — |
| Casco | 409 | -371 | -2 | 35 | — | — |
| Zaakschade, incl. andere dan casco | 883 | -658 | -8 | 217 | — | — |
| Totaal rechtstreekse zaken | 2 272 | -1 870 | -31 | 371 | -33 | 338 |
| Aangenomen herverzekering | 18 | -2 | 0 | 17 | -54 | -38 |
| Totaal | 2 290 | -1 872 | -30 | 388 | -87 | 301 |
p. 254
Toelichting 3.7: Exploitatiekosten
en verzekeringsheffingen uit de winst-en-verliesrekening. • In 2024 daalden de totale kosten met 1% ten opzichte van 2023.
vindt u in het deel Verslag van de Raad van Bestuur.
eindejaarscijfers die we elders vermelden.
bankenheffingen in een aantal landen (voornamelijk in België en Slowakije).
Algemene beheerskosten
Toelichting 3.8: Personeel
Volgens juridische structuur
Volgens statuut
Vergoedingen professionele dienstverlening
en verzekeringsheffingen
Marketing en communicatie
Facilitaire kosten
ICT
Bank-
Andere
(in miljoenen euro) 2024 2023 Totaal -5 097 -5 125 Personeelskosten -2 708 -2 677
Afschrijvingen van vaste activa -382 -386
• Bovenstaande tabel bevat de som van de lijnen Totale exploitatiekosten zonder bank- en verzekeringsheffingen en Bank-
Ze omvatten 623 miljoen euro aan bank- en verzekeringsheffingen, een daling met 9% op een jaar tijd. Dat had deels te maken met lagere bijdragen aan het resolutiefonds (na het bereiken van het doelniveau van 1% van de gedekte deposito's voor het Single Resolution Fund in 2023 werden er geen bijdragen gestort door de landen van de eurozone (nog wel beperkte bijdragen van landen buiten de eurozone)), een lagere bijdrage aan de depositogarantiestelsels (vooral in België, door een lager dan verwacht volume gedekte deposito's), deels gecompenseerd door bijkomende nationale
De kosten zonder bank- en verzekeringsheffingen stegen met 1% tot 4 474 miljoen euro. Dat had vooral te maken met de inflatiegebonden druk op de lonen, hogere ICT- en regelgevende uitgaven, en werd slechts deels gecompenseerd door
• Onder Lasten uit hoofde van verzekeringsdiensten worden ook exploitatiekosten gealloceerd als 'rechtstreeks toerekenbaar aan verzekeringscontracten'. Deze exploitatiekosten 'rechtstreeks toerekenbaar aan verzekeringscontracten' bevatten voor
• Informatie over de ontwikkeling van het gemiddelde personeelsbestand: zie Toelichting 3.8.; informatie over de remuneratie van de leden van het Directiecomité en de Raad van Bestuur: zie hoofdstuk Verklaring inzake deugdelijk bestuur, onder
• Kapitaalverhoging voorbehouden aan personeelsleden van de KBC-groep: zie deel Vennootschappelijke jaarrekening en overige informatie. Dat leidde in 2024 tot het boeken van een beperkt personeelsvoordeel (3 miljoen euro), omdat de uitgifteprijs in 2024 een korting vertoonde ten opzichte van de beurskoers. Informatie over de koers van het KBC-aandeel
(in aantal) 2024 2023 Gemiddeld personeelsbestand, in vte's 38 074 38 609
KBC Bank 27 872 28 708 KBC Verzekeringen 4 120 4 067 KBC Groep NV (de holding) en KBC Global Services NV (kostendelende structuur) 6 082 5 834
Arbeiders 417 389 Bedienden 37 400 37 960 Directieleden (senior management) 257 260
• Berekening: de cijfers vermeld in de tabel betreffen jaargemiddelden die inzake scope kunnen afwijken van de
onder meer het positieve effect van de verkoop van de Ierse portefeuilles en lagere facilitaire uitgaven.
2024 circa 39% personeelskosten, 57% algemene beheerskosten en 4% afschrijvingen van vaste activa.
Remuneratieverslag; informatie over de bezoldiging van de commissaris (PwC): zie Toelichting 6.4.
p. 255
-641
-250
-111
-142
-623
-240 -634
-265
-108
-144
-687
-224
| (in miljoenen euro) | 2024 | 2023 |
|---|---|---|
| Totaal | -5 097 | -5 125 |
| Personeelskosten | -2 708 | -2 677 |
| Algemene beheerskosten | ||
| ICT | -641 | -634 |
| Facilitaire kosten | -250 | -265 |
| Marketing en communicatie | -111 | -108 |
| Vergoedingen professionele dienstverlening | -142 | -144 |
| Bank- en verzekeringsheffingen |
-623 | -687 |
| Andere | -240 | -224 |
| Afschrijvingen van vaste activa | -382 | -386 |
• Bovenstaande tabel bevat de som van de lijnen Totale exploitatiekosten zonder bank- en verzekeringsheffingen en Banken verzekeringsheffingen uit de winst-en-verliesrekening.
• In 2024 daalden de totale kosten met 1% ten opzichte van 2023.
Ze omvatten 623 miljoen euro aan bank- en verzekeringsheffingen, een daling met 9% op een jaar tijd. Dat had deels te maken met lagere bijdragen aan het resolutiefonds (na het bereiken van het doelniveau van 1% van de gedekte deposito's voor het Single Resolution Fund in 2023 werden er geen bijdragen gestort door de landen van de eurozone (nog wel beperkte bijdragen van landen buiten de eurozone)), een lagere bijdrage aan de depositogarantiestelsels (vooral in België, door een lager dan verwacht volume gedekte deposito's), deels gecompenseerd door bijkomende nationale bankenheffingen in een aantal landen (voornamelijk in België en Slowakije).
De kosten zonder bank- en verzekeringsheffingen stegen met 1% tot 4 474 miljoen euro. Dat had vooral te maken met de inflatiegebonden druk op de lonen, hogere ICT- en regelgevende uitgaven, en werd slechts deels gecompenseerd door onder meer het positieve effect van de verkoop van de Ierse portefeuilles en lagere facilitaire uitgaven.
• Onder Lasten uit hoofde van verzekeringsdiensten worden ook exploitatiekosten gealloceerd als 'rechtstreeks toerekenbaar aan verzekeringscontracten'. Deze exploitatiekosten 'rechtstreeks toerekenbaar aan verzekeringscontracten' bevatten voor 2024 circa 39% personeelskosten, 57% algemene beheerskosten en 4% afschrijvingen van vaste activa.
• Informatie over de ontwikkeling van het gemiddelde personeelsbestand: zie Toelichting 3.8.; informatie over de remuneratie van de leden van het Directiecomité en de Raad van Bestuur: zie hoofdstuk Verklaring inzake deugdelijk bestuur, onder Remuneratieverslag; informatie over de bezoldiging van de commissaris (PwC): zie Toelichting 6.4.
• Kapitaalverhoging voorbehouden aan personeelsleden van de KBC-groep: zie deel Vennootschappelijke jaarrekening en overige informatie. Dat leidde in 2024 tot het boeken van een beperkt personeelsvoordeel (3 miljoen euro), omdat de uitgifteprijs in 2024 een korting vertoonde ten opzichte van de beurskoers. Informatie over de koers van het KBC-aandeel vindt u in het deel Verslag van de Raad van Bestuur.
p. 254
Totaal na herverzekering
Toelichting 3.6.3: Verzekeringsinkomsten (Leven en Niet-leven) per component
waarvoor de marges worden gerapporteerd onder Nettoprovisie-inkomsten.
Toelichting 3.6.5: Winstgevendheid schadeverzekeringen per product (winst-en-verliesrekening)
Bedragen met betrekking tot wijzigingen in verplichtingen uit hoofde van
Compensatie van met de acquisitie van verzekeringen verband houdende
Verwachte claims en andere lasten uit hoofde van
Toelichting 3.6.4: Verkoop levensverzekeringen
• Hybride producten: zie Toelichting 5.6.1.
(in miljoenen euro)
2024
2023
(in miljoenen euro) 2024 2023
Verzekeringsinkomsten voor BBA- en VFA-contracten 472 432 39 406 370 36
resterende dekking 447 408 38 390 355 35
verzekeringsdiensten 262 232 29 226 200 25
Wijziging in risicoaanpassing voor verlopen risico (niet-financieel risico) 14 13 2 15 11 3
CSM opgenomen voor geleverde diensten 170 163 7 150 143 6
kasstromen 25 24 1 16 15 1 Verzekeringsinkomsten voor contracten gewaardeerd volgens de PAA 2 483 31 2 452 2 284 30 2 255 Totaal verzekeringsinkomsten 2 955 463 2 492 2 690 400 2 290
(in miljoenen euro) 2024 2023 Totaal 2 906 2 328 IFRS 17 – tak 21 1 214 975 IFRS 17 – tak 23 158 171 IFRS 17 – hybride 197 131 Niet-IFRS 17 1 337 1 051
• De cijfers voor de verkoop van Niet-IFRS 17-levensverzekeringen hebben voornamelijk betrekking op beleggingscontracten zonder discretionaire winstdeling, gewaardeerd volgens IFRS 9. Het betreft de tak 23-verzekeringscontracten in België,
• De verkoop van levensverzekeringen in 2024 steeg met 25% ten opzichte van 2023, voornamelijk gedreven door tak 23 verzekeringscontracten in België (niet-IFRS 17) en verdere groei in tak 21-verzekeringscontracten (voornamelijk in België).
Verzekeringsinkomsten
Personenverzekering 308 -243 -8 57 — — Burgerrechtelijke Aansprakelijkheid (BA) Motorrijtuigen 594 -578 -19 -3 — — Aansprakelijkheid, andere dan BA Motorrijtuigen 154 -139 -6 9 — — Casco 467 -430 -2 35 — — Zaakschade, incl. andere dan casco 952 -789 -11 152 — — Totaal rechtstreekse zaken 2 474 -2 179 -46 249 -7 242 Aangenomen herverzekering 18 -3 1 16 -6 10 Totaal 2 492 -2 181 -45 265 -13 252
Personenverzekering 274 -211 -4 59 — — Burgerrechtelijke Aansprakelijkheid (BA) Motorrijtuigen 562 -542 -13 7 — — Aansprakelijkheid, andere dan BA Motorrijtuigen 144 -88 -4 53 — — Casco 409 -371 -2 35 — — Zaakschade, incl. andere dan casco 883 -658 -8 217 — — Totaal rechtstreekse zaken 2 272 -1 870 -31 371 -33 338 Aangenomen herverzekering 18 -2 0 17 -54 -38 Totaal 2 290 -1 872 -30 388 -87 301
Lasten uit hoofde van verzekeringsdiensten
Verzekeringsfinancieringsbaten of -lasten vóór herverzekering in winst-enverlies
Totaal vóór herverzekering
Nettoresultaat uit afgestane herverzekering
Totaal Leven Niet-leven Totaal Leven Niet-leven
| (in aantal) | 2024 | 2023 |
|---|---|---|
| Gemiddeld personeelsbestand, in vte's | 38 074 | 38 609 |
| Volgens juridische structuur | ||
| KBC Bank | 27 872 | 28 708 |
| KBC Verzekeringen | 4 120 | 4 067 |
| KBC Groep NV (de holding) en KBC Global Services NV (kostendelende structuur) | 6 082 | 5 834 |
| Volgens statuut | ||
| Arbeiders | 417 | 389 |
| Bedienden | 37 400 | 37 960 |
| Directieleden (senior management) | 257 | 260 |
• Berekening: de cijfers vermeld in de tabel betreffen jaargemiddelden die inzake scope kunnen afwijken van de eindejaarscijfers die we elders vermelden.
| (in miljoenen euro*) | 2024 | 2023 |
|---|---|---|
| Totaal | -248 | -215 |
| Bijzondere waardeverminderingen op fin. activa tegen geamortiseerde kostprijs en reële waarde via OCI (waardeverminderingen op kredieten) |
-199 | 16 |
| Per IFRS-categorie | ||
| Financiële activa tegen geamortiseerde kostprijs | -201 | 17 |
| Financiële activa gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in OCI | 2 | -1 |
| Per product | ||
| Leningen en voorschotten | -224 | -5 |
| Schuldpapier | 4 | 6 |
| Verbintenissen en financiële garanties buiten balans | 21 | 15 |
| Per type | ||
| Categorie 1 (ECL over 12 maanden) | -30 | -41 |
| Categorie 2 (ECL over resterende looptijd) | 162 | 160 |
| Categorie 3 (ECL over resterende looptijd) | -283 | -92 |
| Verworven of gecreëerde financiële activa met verminderde kredietwaardigheid | -49 | -11 |
| Per divisie/land | ||
| België | -246 | -82 |
| Tsjechië | 34 | 70 |
| Internationale Markten | 25 | 19 |
| Slowakije | 18 | 8 |
| Hongarije | 23 | 11 |
| Bulgarije | -16 | 0 |
| Groepscenter | -12 | 8 |
| Bijzondere waardeverminderingen op goodwill | 0 | -109 |
| Bijzondere waardeverminderingen op overige | -49 | -122 |
| Immateriële vaste activa (zonder goodwill) | -36 | -77 |
| Materiële vaste activa, inclusief vastgoedbeleggingen | -2 | -15 |
| Geassocieerde ondernemingen en joint ventures | 0 | 0 |
| Overige | -11 | -30 |
* Positieve cijfers duiden op terugname, dus met positieve resultaatsimpact
• De waardeverminderingen op kredieten omvatten:
p. 256
p. 257
• Om de te verwachten kredietverliezen te berekenen gebruikt KBC specifieke modellen voor probability of default (PD), exposure at default (EAD) en loss given default (LGD). Historische observaties en toekomstgerichte voorspellingen zijn daarbij
PD is de kans dat een tegenpartij in faling gaat in de komende 12 maanden of over de gehele looptijd van de verbintenis (afhankelijk van de IFRS 9-categorie waarin de faciliteit zich bevindt). De PD wordt bepaald door de interne (en eventueel externe) kredietscore van de tegenpartij. Voorbeelden van variabelen die gebruikt worden als input voor PD-modellen,
EAD is de verwachte uitstaande schuld op het moment van faling en is afhankelijk van de huidige uitstaande schuld en eventuele veranderingen toegestaan door het contract en normale aflossingen. Voorbeelden van inputvariabelen zijn
LGD is de verwachte grootte van het verlies ten opzichte van de uitstaande schuld op het moment van faling. De LGD wordt voorgesteld als een percentage van de uitstaande schuld en wordt bepaald door historische recuperaties op
• Op 31 december 2024 ging het in totaal over circa 80 IFRS 9-modellen. Naast enkele groepswijde modellen hebben we aparte PD-, EAD- en LGD-modellen voor elk van onze kernlanden. In overeenstemming met de Basel grouping approach bepalen we de scope van een IFRS 9-model op basis van het type tegenpartij (particulieren, kmo's, bedrijven, overheden, enz.). Binnen elk model kan er worden gedifferentieerd naar type faciliteit (termijnleningen, revolving facilities, enz.) en type waarborg (hypotheek, pand ondernemingsgoed, garanties, enz.). Enkele voorbeelden van IFRS 9-modellen zijn Banks, Belgian private persons – home loans, Czech corporates, Bulgarian corporates and SMEs en Central governments. Voor elk PD-, EAD- en LGD-model is er uitgebreide documentatie beschikbaar. Deze modellen worden periodiek aan een back-test onderworpen en indien nodig herontworpen. In 2024 was er geen belangrijke netto-impact van herontworpen modellen op ECL. De belangrijkste modellen worden gecontroleerd door externe revisoren. Daarnaast staan de Basel-modellen, waarop de
• Bij de opmaak van modellen voor verschillende portefeuilles maken we, naast de voor het model typische inputparameters voor PD, EAD en LGD, ook gebruik van macro- en micro-economische variabelen wanneer er een statistische relatie bestaat. Die macro-economische variabelen zijn de groei van het bbp, de werkloosheidsgraad, de beleidsrente, de wisselkoers, de rente op overheidsobligaties, de huizenprijzen en de inflatie. Micro-economische variabelen omvatten bijvoorbeeld vertrouwensindicatoren, de consumptieprijsindex (HICP), de productieprijsindex (PPI), enz. Regelmatige back-testing van de modellen kan leiden tot een wijziging van een model waarbij een herbeoordeling van de economische variabelen plaatsvindt. Hierna geven we het basisscenario voor de drie belangrijkste indicatoren voor elk van onze kernlanden (bbp, werkloosheidsgraad, huizenprijzen) voor de komende jaren. Daarna werken we met een geleidelijke lineaire overgang naar
(gebruikt voor situatie eind 2024)* 2024 2025 2026
België 1,0% 0,6% 0,9% Tsjechië 1,0% 2,3% 2,3% Hongarije 0,4% 2,1% 3,1% Slowakije 2,2% 2,0% 2,6% Bulgarije 2,2% 2,1% 2,4%
België 5,8% 6,0% 5,9% Tsjechië 2,9% 3,2% 3,1% Hongarije 4,6% 4,3% 3,9% Slowakije 5,5% 5,5% 5,5% Bulgarije 4,2% 4,2% 4,0%
België 2,9% 3,0% 3,0% Tsjechië 3,9% 4,2% 3,5% Hongarije 7,0% 4,5% 4,0% Slowakije 3,0% 3,0% 3,5% Bulgarije 12,2% 5,0% 3,5% * Wijkt af van de (recentere) schattingen die u vindt in het hoofdstuk Verslag van de Raad van Bestuur, onder De marktomstandigheden in onze kernmarkten in 2024, en onder Onze divisies.
vergelijkbare vorderingen. Voorbeelden van inputvariabelen zijn waarborgtypes, financiële ratio's, enz.
van essentieel belang.
een stabiele situatie.
Werkloosheidsgraad
Huizenprijzenindex
Groei reëel bruto binnenlands product
zijn financiële ratio's, gedragsparameters (achterstallen), enz.
IFRS 9-modellen zijn gebaseerd, onder externe controle door de toezichthouder.
producttypes, terugbetalingsschema, enz.
Macro-economische basisscenario's – belangrijkste indicatoren
• Op 31 december 2024 ging het in totaal over circa 80 IFRS 9-modellen. Naast enkele groepswijde modellen hebben we aparte PD-, EAD- en LGD-modellen voor elk van onze kernlanden. In overeenstemming met de Basel grouping approach bepalen we de scope van een IFRS 9-model op basis van het type tegenpartij (particulieren, kmo's, bedrijven, overheden, enz.). Binnen elk model kan er worden gedifferentieerd naar type faciliteit (termijnleningen, revolving facilities, enz.) en type waarborg (hypotheek, pand ondernemingsgoed, garanties, enz.). Enkele voorbeelden van IFRS 9-modellen zijn Banks, Belgian private persons – home loans, Czech corporates, Bulgarian corporates and SMEs en Central governments. Voor elk PD-, EAD- en LGD-model is er uitgebreide documentatie beschikbaar. Deze modellen worden periodiek aan een back-test onderworpen en indien nodig herontworpen. In 2024 was er geen belangrijke netto-impact van herontworpen modellen op ECL. De belangrijkste modellen worden gecontroleerd door externe revisoren. Daarnaast staan de Basel-modellen, waarop de IFRS 9-modellen zijn gebaseerd, onder externe controle door de toezichthouder.
• Bij de opmaak van modellen voor verschillende portefeuilles maken we, naast de voor het model typische inputparameters voor PD, EAD en LGD, ook gebruik van macro- en micro-economische variabelen wanneer er een statistische relatie bestaat. Die macro-economische variabelen zijn de groei van het bbp, de werkloosheidsgraad, de beleidsrente, de wisselkoers, de rente op overheidsobligaties, de huizenprijzen en de inflatie. Micro-economische variabelen omvatten bijvoorbeeld vertrouwensindicatoren, de consumptieprijsindex (HICP), de productieprijsindex (PPI), enz. Regelmatige back-testing van de modellen kan leiden tot een wijziging van een model waarbij een herbeoordeling van de economische variabelen plaatsvindt. Hierna geven we het basisscenario voor de drie belangrijkste indicatoren voor elk van onze kernlanden (bbp, werkloosheidsgraad, huizenprijzen) voor de komende jaren. Daarna werken we met een geleidelijke lineaire overgang naar een stabiele situatie.
| (gebruikt voor situatie eind 2024)* | 2024 | 2025 | 2026 |
|---|---|---|---|
| Groei reëel bruto binnenlands product | |||
| België | 1,0% | 0,6% | 0,9% |
| Tsjechië | 1,0% | 2,3% | 2,3% |
| Hongarije | 0,4% | 2,1% | 3,1% |
| Slowakije | 2,2% | 2,0% | 2,6% |
| Bulgarije | 2,2% | 2,1% | 2,4% |
| Werkloosheidsgraad | |||
| België | 5,8% | 6,0% | 5,9% |
| Tsjechië | 2,9% | 3,2% | 3,1% |
| Hongarije | 4,6% | 4,3% | 3,9% |
| Slowakije | 5,5% | 5,5% | 5,5% |
| Bulgarije | 4,2% | 4,2% | 4,0% |
| Huizenprijzenindex | |||
| België | 2,9% | 3,0% | 3,0% |
| Tsjechië | 3,9% | 4,2% | 3,5% |
| Hongarije | 7,0% | 4,5% | 4,0% |
| Slowakije | 3,0% | 3,0% | 3,5% |
| Bulgarije | 12,2% | 5,0% | 3,5% |
Macro-economische basisscenario's – belangrijkste indicatoren
p. 256
-201
-224
4
21
-30
162
-283
-49
-246
34
25
18
23
-16
-12
2 17
-1
-5
6
15
-41
160
-92
-11
-82
70
19
8
11
0
8
Toelichting 3.9: Bijzondere waardeverminderingen (impairments) – winst-en-verliesrekening
Bijzondere waardeverminderingen op fin. activa tegen geamortiseerde kostprijs en reële waarde via OCI
Financiële activa gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in OCI
Per IFRS-categorie
Leningen en voorschotten
Categorie 1 (ECL over 12 maanden)
Categorie 2 (ECL over resterende looptijd)
Categorie 3 (ECL over resterende looptijd)
* Positieve cijfers duiden op terugname, dus met positieve resultaatsimpact
• De waardeverminderingen op kredieten omvatten:
hoofdstuk Hoe beheren we ons kapitaal?);
• De waardeverminderingen op goodwill omvatten:
cap-regulering in Hongarije;
invloed op de (waardeverminderingen op) kredieten.
• De waardeverminderingen op overige bevatten onder meer:
vindt u in dat hoofdstuk onder andere meer informatie over de impaired kredieten (categorie 3). • Informatie over de totale bijzondere waardeverminderingen op de balans: zie Toelichting 4.2.
waarderingsregels (Toelichting 1.2, onder Financiële activa – Bijzondere waardeverminderingen).
Per product
Per type
Schuldpapier
Per divisie/land België
Slowakije
Hongarije
Bulgarije
Groepscenter
Internationale Markten
Tsjechië
Financiële activa tegen geamortiseerde kostprijs
Verbintenissen en financiële garanties buiten balans
Verworven of gecreëerde financiële activa met verminderde kredietwaardigheid
(in miljoenen euro*) 2024 2023 Totaal -248 -215
(waardeverminderingen op kredieten) -199 16
Bijzondere waardeverminderingen op goodwill 0 -109 Bijzondere waardeverminderingen op overige -49 -122 Immateriële vaste activa (zonder goodwill) -36 -77 Materiële vaste activa, inclusief vastgoedbeleggingen -2 -15 Geassocieerde ondernemingen en joint ventures 0 0 Overige -11 -30
in 2024: een gedeeltelijke terugname van 134 miljoen euro met betrekking tot de reserve voor geopolitieke en macroeconomische onzekerheden (zie verder) en een nettotoename van 333 miljoen euro voor dossiers in de kredietportefeuille (waarvan 72 miljoen euro vermindering van de backstop shortfall voor oude non-performing kredieten in België, zie ook
in 2023: een gedeeltelijke terugname van 155 miljoen euro met betrekking tot de reserve voor geopolitieke en macroeconomische onzekerheden (zie verder) en een nettotoename van 139 miljoen euro voor dossiers in de kredietportefeuille; - bijzondere weersomstandigheden (overstromingen, stormen, enz.) in 2024 en 2023 hadden slechts een onbelangrijke
in 2024: waardeverminderingen op software en modificationverliezen met betrekking tot de verlenging van de interest
in 2023: waardeverminderingen op vaste activa (onder meer gerelateerd aan de verkoop in Ierland), op software en modificationverliezen met betrekking tot de verlenging/verbreding van de interest cap-regulering in Hongarije. • De kredietportefeuille omvat het belangrijkste deel van de financiële activa. Op basis van interne managementrapportering lichten we in het hoofdstuk Hoe beheren we onze risico's? (onder Kredietrisico) de samenstelling en kwaliteit van de kredietportefeuille toe. De door de commissaris geauditeerde delen uit dat hoofdstuk duiden we aan in dat hoofdstuk. Verder
• Achtergrondinformatie en methodologie bij het model van KBC voor de te verwachten kredietverliezen (ECL) vindt u in de
* Wijkt af van de (recentere) schattingen die u vindt in het hoofdstuk Verslag van de Raad van Bestuur, onder De marktomstandigheden in onze kernmarkten in 2024, en onder Onze divisies.
• We gebruiken drie verschillende toekomstgerichte macro-economische scenario's, met verschillende gewichten voor de berekening van de ECL. De gewichten op het einde van 2024 zijn 60% voor het basisscenario, 20% voor het 'up'-scenario en 20% voor het 'down'-scenario. De volledige beschouwde toekomstige periode (forecast horizon) bedraagt 30 jaar. Een gevoeligheidsanalyse van de impact van deze meervoudige economische scenario's op de collectief berekende ECL (d.w.z. zonder de ECL op individueel berekende dossiers van 1,65 miljard euro eind 2024 en 1,56 miljard euro eind 2023) toont dat het basisscenario resulteert in een ECL van 0,81 miljard euro (0,91 miljard euro in 2023), wat 0,02 miljard euro lager is dan voor het 'down'-scenario (0,07 miljard euro in 2023) en 0,01 miljard euro hoger dan voor het 'up'-scenario (0,03 miljard euro in 2023). Het berekende scenariogewogen collectieve ECL-resultaat (dat werd geboekt) bedraagt 0,81 miljard euro (0,93 miljard euro in 2023). Deze bedragen houden rekening met de aan geopolitieke en macro-economische onzekerheden gerelateerde ECL.
| Collectief berekende ECL, per land (2024, in miljarden euro) | 100% basisscenario |
100% up-scenario |
100% down-scenario |
|
|---|---|---|---|---|
| Totaal | 0,81 | 0,79 | 0,83 | |
| België | 0,26 | 0,26 | 0,27 | |
| Tsjechië | 0,27 | 0,27 | 0,27 | |
| Slowakije | 0,08 | 0,08 | 0,08 | |
| Hongarije | 0,04 | 0,04 | 0,05 | |
| Bulgarije | 0,15 | 0,14 | 0,15 |
p. 258
opleverde.
Waarvan IGLUU s.r.o.
Isabel NV
Batopin NV
Payconiq International S.A.
Bancontact Payconiq Company NV
p. 259
0
1
78
–
1
-1
1
3
-3
-3
• Waardevermindering op goodwill in 2023: ČSOB Stavební spořitelna (dochteronderneming van ČSOB Tsjechië) wordt beïnvloed door de vermindering van de staatssubsidie voor bouwsparen in Tsjechië, wat een aanzienlijke negatieve impact heeft op de toekomstige verwachte inkomsten. Dat leidde tot een waardevermindering van 109 miljoen euro op de totale uitstaande goodwill van 175 miljoen euro (gebaseerd op de wisselkoers van 31 december 2023). Die goodwill werd in juni 2019 gecreëerd tijdens de volledige overname van ČSOB Stavební (het voormalige ČMSS), gedeeltelijk via de herwaardering van het bestaande belang van de groep van 55% op dat moment in ČMSS, wat een eenmalige winst van 82 miljoen euro
• Reserve voor geopolitieke en macro-economische onzekerheden (tot en met 2023 de reserve voor geopolitieke en opkomende risico's genoemd): het uitstaande saldo van de ECL voor de geopolitieke en macro-economische onzekerheden bedroeg 117 miljoen euro aan het einde van 2024. Eind 2023 was dat 256 miljoen euro. Deze ECL wordt bepaald op basis van individuele tegenpartijen en sectoren in onze portefeuille die geacht worden een toename van het kredietrisico te hebben opgelopen omdat ze (°) onderhevig zijn aan de macro-economische risico's (bijvoorbeeld de hoge(re) inflatie en rente, hoge(re) energieprijzen of (°) indirect zijn blootgesteld aan lopende militaire conflicten, zoals bijvoorbeeld in Oekraïne. De daling heeft vooral te maken met verbeterde micro- en macro-economische vooruitzichten en het terugdraaien van een collectieve overheveling van categorie 1-posities naar categorie 2 voor posities waarvan het kredietrisico aanzienlijk is toegenomen en die sinds eind 2024 worden gecapteerd door de normale stagingbeoordeling. Eind 2023 werd voor 12 miljard
(in miljoenen euro) 2024 2023 Totaal 80 -4
• Bijzondere waardeverminderingen van (goodwill op) geassocieerde ondernemingen en joint ventures zijn inbegrepen bij Bijzondere waardeverminderingen (zie Toelichting 3.9). Het aandeel in het resultaat van geassocieerde ondernemingen en
• Het resultaat in 2024 heeft vooral te maken met een eenmalige opbrengst van 79 miljoen euro gerelateerd aan Isabel NV.
euro aan categorie 1-posities via collectieve overheveling in categorie 2 geplaatst.
Toelichting 3.10: Aandeel in het resultaat van geassocieerde ondernemingen en joint ventures
joint ventures houdt bijgevolg geen rekening met die bijzondere waardeverminderingen.
p. 258
• We gebruiken drie verschillende toekomstgerichte macro-economische scenario's, met verschillende gewichten voor de berekening van de ECL. De gewichten op het einde van 2024 zijn 60% voor het basisscenario, 20% voor het 'up'-scenario en 20% voor het 'down'-scenario. De volledige beschouwde toekomstige periode (forecast horizon) bedraagt 30 jaar. Een gevoeligheidsanalyse van de impact van deze meervoudige economische scenario's op de collectief berekende ECL (d.w.z. zonder de ECL op individueel berekende dossiers van 1,65 miljard euro eind 2024 en 1,56 miljard euro eind 2023) toont dat het basisscenario resulteert in een ECL van 0,81 miljard euro (0,91 miljard euro in 2023), wat 0,02 miljard euro lager is dan voor het 'down'-scenario (0,07 miljard euro in 2023) en 0,01 miljard euro hoger dan voor het 'up'-scenario (0,03 miljard euro in 2023). Het berekende scenariogewogen collectieve ECL-resultaat (dat werd geboekt) bedraagt 0,81 miljard euro (0,93 miljard euro in 2023). Deze bedragen houden rekening met de aan geopolitieke en macro-economische onzekerheden gerelateerde ECL.
Totaal 0,81 0,79 0,83 België 0,26 0,26 0,27 Tsjechië 0,27 0,27 0,27 Slowakije 0,08 0,08 0,08 Hongarije 0,04 0,04 0,05 Bulgarije 0,15 0,14 0,15
• Het beheersen van ESG-risico's maakt integraal deel uit van het Kredietrisicobeheerskader (CRMF, zie Hoe beheren we onze risico's? (onder Kredietrisico)). Er zijn specifieke processen uitgewerkt die zijn toegespitst op risicobeheersing van ESG gerelateerde kredietrisico's, en met name op identificatie, meting, risicobereidheid en opvolging. Dit kredietrisicobeheerskader wordt toegelicht in het hoofdstuk ESG in credit risk management van het Risk Report, dat
Ter identificatie van ESG-gerelateerde kredietrisico's gebruiken we de Environmental Risk Impact Map (ERIM), die de impact van diverse klimaat- en milieurisicofactoren op het kredietrisicoprofiel in kaart brengt. Daarnaast gebeuren er ook regelmatig thematische analyses (zogenaamde White Papers). In het kredietacceptatie- en -beoordelingsproces gebruiken we een milieu- en sociale (E&S) sectorheatmap. Dit is een screeningsinstrument om de betrokken risico's op te sporen in de kredietportefeuille aan bedrijven en kmo's. Voor belangrijke kredietdossiers in sectoren met een hoog E&S-
In het kader van risicokwantificatie worden specifieke meettechnieken ontwikkeld om de impact van ESG-risico's op onze kredietportefeuille in te schatten. KBC bekijkt bijvoorbeeld de mogelijkheid om via klimaatscenario's van het Network for Greening the Financial System (NGFS) de sectorale klimaatimpact op Probability of Default (PD) in te schatten. De becijferbaarheid van ESG-gerelateerde risico's zal gradueel toenemen naarmate er betere data en meetmethodologieën
Qua risicobereidheid streeft KBC ernaar de negatieve impact van zijn activiteiten op het milieu en de samenleving te beperken en een positieve impact aan te moedigen, op basis van een cultuur van verantwoorde kredietverlening, waarvan de principes zijn vastgelegd in een groepswijd duurzaamheidsbeleid. Dit engagement van KBC om rekening te houden met klimaat- en milieurisico's wordt weerspiegeld in kredietrisicostandaarden en -beleidslijnen. Deze zijn van toepassing op elke stap van het kredietproces, zoals bijvoorbeeld ook de bepaling van krediettarieven en de waardering van onderpand. Verder zijn er voor belangrijke klimaatrisico's indicatoren (Key Risk Indicators – KRI's) opgenomen in het risicobereidheidsproces. Deze KRI's worden halfjaarlijks gecontroleerd door het Groepscomité Kredietverlening en
• KBC incorporeert klimaatrisico's stapsgewijs in het ECL-proces. Dit wordt geïllustreerd door de eerdergenoemde inachtneming van klimaatrisico's in de waardering van onderpand en de ESG-beoordeling van de betrokken tegenpartij. KBC onderzoekt ook de mogelijkheden van een portefeuillebenadering. Hiervoor worden nieuwe methodes onderzocht om een eventuele relatie te bepalen tussen de verwachte klimaatevolutie en het kredietrisico. Zoals hierboven gesteld, onderzoekt KBC of een bruikbaar model kan worden gebouwd dat de sectorale klimaatimpact vat op basis van klimaatscenario's ontwikkeld door NGFS. In deze fase van het onderzoek is het te vroeg om een impact te integreren in de financiële verslaggeving. Het management heeft altijd de mogelijkheid om de verwachte kredietverliezen aan te passen om zo rekening
beschikbaar is op www.kbc.com. De belangrijkste onderdelen van dit beheerkader zijn de volgende:
basisscenario
100% up-scenario
100% down-scenario
Collectief berekende ECL, per land (2024, in miljarden euro) 100%
risico wordt een ESG-beoordeling uitgevoerd op tegenpartijniveau.
te houden met groeiende inzichten in ESG- en klimaatgerelateerde risico's.
geïntegreerd in het Climate Risk Dashboard.
beschikbaar zijn.
| (in miljoenen euro) | 2024 | 2023 |
|---|---|---|
| Totaal | 80 | -4 |
| Waarvan | ||
| IGLUU s.r.o. | 0 | -1 |
| Bancontact Payconiq Company NV | 1 | 1 |
| Isabel NV | 78 | 3 |
| Payconiq International S.A. | – | -3 |
| Batopin NV | 1 | -3 |
• Bijzondere waardeverminderingen van (goodwill op) geassocieerde ondernemingen en joint ventures zijn inbegrepen bij Bijzondere waardeverminderingen (zie Toelichting 3.9). Het aandeel in het resultaat van geassocieerde ondernemingen en joint ventures houdt bijgevolg geen rekening met die bijzondere waardeverminderingen.
• Het resultaat in 2024 heeft vooral te maken met een eenmalige opbrengst van 79 miljoen euro gerelateerd aan Isabel NV.
| (in miljoenen euro) | 2024 | 2023 |
|---|---|---|
| Totaal | -527 | -778 |
| Naar type | ||
| Actuele belastingen | -699 | -532 |
| Uitgestelde belastingen | 173 | -246 |
| Componenten van de belastingberekening | ||
| Resultaat vóór belastingen | 3 941 | 4 179 |
| Winstbelastingen tegen het Belgische statutaire tarief | 25,00% | 25,00% |
| Berekende winstbelastingen | -985 | -1 045 |
| Plus of min belastinggevolgen toe te schrijven aan | ||
| verschillen in belastingtarieven, België-buitenland | 168 | 234 |
| belastingvrije winst | 64 | 117 |
| aanpassingen m.b.t. voorgaande jaren | -8 | 4 |
| aanpassingen uitgestelde belastingen toe te schrijven aan wijziging belastingtarief | 0 | 4 |
| niet-gecompenseerde fiscale verliezen en ongebruikte fiscaal verrekenbare tegoeden aangewend om de huidige belastingkosten te verminderen |
4 | 9 |
| niet-gecompenseerde fiscale verliezen en ongebruikte fiscaal verrekenbare tegoeden aangewend om de uitgestelde belastingkosten te verminderen |
3 | 25 |
| terugboeking van vroeger erkende uitgestelde belastingvorderingen als gevolg van fiscale verliezen | -13 | 0 |
| liquidatie Exicon (ex-KBC Bank Ireland) | 318 | – |
| overige, onder meer niet-aftrekbare uitgaven | -78 | -126 |
• Belastingvorderingen en belastingverplichtingen: zie Toelichting 5.2.
• De belastingen in 2024 zijn positief beïnvloed door de aanstaande liquidatie van Exicon (ex-KBC Bank Ireland) (zie verder), deels tenietgedaan door een geactualiseerde schatting van toekomstige belastbare winsten van het kantoor in Londen (-9 miljoen euro). De belastingen in 2023 werden positief beïnvloed door een geactualiseerde schatting van toekomstige belastbare winsten van het kantoor in Londen (15 miljoen euro).
p. 260
(in miljoenen euro)
KBC-kernlanden
Andere landen
2023
KBC-kernlanden
Andere landen
1 Komt overeen met Totale opbrengsten in de winst-en-verliesrekening.
3 Komt overeen met Materiële vaste activa en vastgoedbeleggingen op de balans.
intragroepinkomsten dan intragroeplasten hadden ten opzichte van andere belastingjurisdicties.
2024
Gemiddelde VTE (aantallen)
Omzet van verkopen aan derde partijen1
Totale opbrengsten van intragroeptransacties met andere belastingsjurisdicties2
Resultaat vóór belastingen
België 14 053 6 230 510 1 822 -364 -338 12 680 2 559 0 Tsjechië 10 276 2 382 -412 1 062 -165 -114 2 200 637 0 Slowakije 3 002 451 -180 125 -24 -21 28 165 0 Hongarije 3 887 1 070 -77 394 -62 -46 1 261 157 0 Bulgarije 6 479 808 -31 358 -51 -31 432 197 0
China 29 1 0 0 0 0 0 3 0 Duitsland 22 3 0 4 -2 -2 0 0 0 Frankrijk 46 7 -13 5 -1 0 2 0 0 Groot-Brittannië 37 34 25 17 -11 -11 567 1 0 Hongkong 28 1 0 0 0 1 0 1 0 Ierland 65 137 135 128 -18 -17 -1 593 4 0 Italië 8 0 0 0 0 0 0 1 0 Luxemburg 39 27 44 15 -1 0 118 172 0 Nederland 29 7 0 3 -1 -1 1 37 0 Roemenië 0 4 0 4 -1 -1 27 30 0 Singapore 32 2 0 1 0 2 0 1 0 VSA 43 4 0 3 0 0 0 17 0 Totaal 38 074 11 167 0 3 941 -699 -579 15 724 3 981 0
België 14 184 6 101 753 1 889 -338 -303 12 254 2 385 0 Tsjechië 10 189 2 215 -732 890 -65 -52 2 044 522 0 Slowakije 3 011 408 -162 134 -25 1 -104 178 0 Hongarije 3 810 994 -79 336 -54 -39 929 164 0 Bulgarije 6 519 715 -1 321 -34 -33 146 201 0
China 34 1 0 0 0 0 0 2 0 Duitsland 22 2 0 2 -3 -3 0 0 0 Frankrijk 53 6 -7 1 0 0 1 0 0 Groot-Brittannië 38 29 24 18 13 13 547 0 0 Hongkong 33 1 0 1 0 0 0 2 0 Ierland 560 619 180 515 -14 -13 -1 598 0 0 Italië 7 0 0 0 0 0 0 1 0 Luxemburg 38 117 25 58 -6 -2 86 156 0 Nederland 27 6 0 9 -3 -2 2 38 0 Roemenië 0 4 0 4 0 0 24 32 0 Singapore 40 2 0 1 0 2 0 1 0 VSA 45 3 0 1 -2 -2 0 18 0 Totaal 38 609 11 224 0 4 179 -532 -433 14 332 3 702 0 Landen waarvan het aantal vte's nul is en waarvan alle financiële gegevens in de tabel onder 0,5 miljoen euro liggen (met andere woorden tot 0 afgerond), worden niet opgesomd.
2 Als er voor een bepaalde jurisdictie in deze kolom een positief cijfer staat, betekent dat dat alle groepsentiteiten binnen die jurisdictie gecombineerd meer intragroepinkomsten dan intragroeplasten hadden ten opzichte van andere belastingjurisdicties. Als er een negatief cijfers staat, betekent dat dat alle groepsentiteiten binnen deze jurisdictie gecombineerd minder
Toerekenbare inkomstenbelastingen huidig jaar
Betaalde inkomstenbelastingen (op kasbasis)
Overgedragen resultaat
Andere materiële vaste activa dan kasmiddelen en equivalenten3
Ontvangen overheidssubsidies
p. 261
• De rapportering per land vindt u in de tabel op de volgende pagina.
| Totale opbrengsten van |
Andere materiële vaste |
||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Gemiddelde VTE |
Omzet van verkopen aan derde |
intragroep transacties met andere belastings |
Resultaat vóór belas |
Toereken bare inkomsten belastingen |
Betaalde inkomsten belastingen |
Over gedragen |
activa dan kasmid delen en equiva |
Ontvangen overheids |
|
| (in miljoenen euro) | (aantallen) | partijen1 | jurisdicties2 | tingen | huidig jaar | (op kasbasis) | resultaat | lenten3 | subsidies |
| 2024 | |||||||||
| KBC-kernlanden | |||||||||
| België | 14 053 | 6 230 | 510 | 1 822 | -364 | -338 | 12 680 | 2 559 | 0 |
| Tsjechië | 10 276 | 2 382 | -412 | 1 062 | -165 | -114 | 2 200 | 637 | 0 |
| Slowakije | 3 002 | 451 | -180 | 125 | -24 | -21 | 28 | 165 | 0 |
| Hongarije | 3 887 | 1 070 | -77 | 394 | -62 | -46 | 1 261 | 157 | 0 |
| Bulgarije | 6 479 | 808 | -31 | 358 | -51 | -31 | 432 | 197 | 0 |
| Andere landen | |||||||||
| China | 29 | 1 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 3 | 0 |
| Duitsland | 22 | 3 | 0 | 4 | -2 | -2 | 0 | 0 | 0 |
| Frankrijk | 46 | 7 | -13 | 5 | -1 | 0 | 2 | 0 | 0 |
| Groot-Brittannië | 37 | 34 | 25 | 17 | -11 | -11 | 567 | 1 | 0 |
| Hongkong | 28 | 1 | 0 | 0 | 0 | 1 | 0 | 1 | 0 |
| Ierland | 65 | 137 | 135 | 128 | -18 | -17 | -1 593 | 4 | 0 |
| Italië | 8 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 1 | 0 |
| Luxemburg | 39 | 27 | 44 | 15 | -1 | 0 | 118 | 172 | 0 |
| Nederland | 29 | 7 | 0 | 3 | -1 | -1 | 1 | 37 | 0 |
| Roemenië | 0 | 4 | 0 | 4 | -1 | -1 | 27 | 30 | 0 |
| Singapore | 32 | 2 | 0 | 1 | 0 | 2 | 0 | 1 | 0 |
| VSA | 43 | 4 | 0 | 3 | 0 | 0 | 0 | 17 | 0 |
| Totaal | 38 074 | 11 167 | 0 | 3 941 | -699 | -579 | 15 724 | 3 981 | 0 |
| 2023 | |||||||||
| KBC-kernlanden | |||||||||
| België | 14 184 | 6 101 | 753 | 1 889 | -338 | -303 | 12 254 | 2 385 | 0 |
| Tsjechië | 10 189 | 2 215 | -732 | 890 | -65 | -52 | 2 044 | 522 | 0 |
| Slowakije | 3 011 | 408 | -162 | 134 | -25 | 1 | -104 | 178 | 0 |
| Hongarije | 3 810 | 994 | -79 | 336 | -54 | -39 | 929 | 164 | 0 |
| Bulgarije | 6 519 | 715 | -1 | 321 | -34 | -33 | 146 | 201 | 0 |
| Andere landen | |||||||||
| China | 34 | 1 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 2 | 0 |
| Duitsland | 22 | 2 | 0 | 2 | -3 | -3 | 0 | 0 | 0 |
| Frankrijk | 53 | 6 | -7 | 1 | 0 | 0 | 1 | 0 | 0 |
| Groot-Brittannië | 38 | 29 | 24 | 18 | 13 | 13 | 547 | 0 | 0 |
| Hongkong | 33 | 1 | 0 | 1 | 0 | 0 | 0 | 2 | 0 |
| Ierland | 560 | 619 | 180 | 515 | -14 | -13 | -1 598 | 0 | 0 |
| Italië | 7 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 1 | 0 |
| Luxemburg | 38 | 117 | 25 | 58 | -6 | -2 | 86 | 156 | 0 |
| Nederland | 27 | 6 | 0 | 9 | -3 | -2 | 2 | 38 | 0 |
| Roemenië | 0 | 4 | 0 | 4 | 0 | 0 | 24 | 32 | 0 |
| Singapore | 40 | 2 | 0 | 1 | 0 | 2 | 0 | 1 | 0 |
| VSA | 45 | 3 | 0 | 1 | -2 | -2 | 0 | 18 | 0 |
| Totaal | 38 609 | 11 224 | 0 | 4 179 | -532 | -433 | 14 332 | 3 702 | 0 |
Landen waarvan het aantal vte's nul is en waarvan alle financiële gegevens in de tabel onder 0,5 miljoen euro liggen (met andere woorden tot 0 afgerond), worden niet opgesomd.
1 Komt overeen met Totale opbrengsten in de winst-en-verliesrekening.
p. 260
-8
-13
-78 234
117
4
4
9
25
0
–
-126
Toelichting 3.11: Belastingen
Componenten van de belastingberekening
aanpassingen m.b.t. voorgaande jaren
overige, onder meer niet-aftrekbare uitgaven
Plus of min belastinggevolgen toe te schrijven aan
niet-gecompenseerde fiscale verliezen en ongebruikte fiscaal verrekenbare tegoeden aangewend
niet-gecompenseerde fiscale verliezen en ongebruikte fiscaal verrekenbare tegoeden aangewend
terugboeking van vroeger erkende uitgestelde belastingvorderingen als gevolg van fiscale verliezen
• Belastingvorderingen en belastingverplichtingen: zie Toelichting 5.2.
belastbare winsten van het kantoor in Londen (15 miljoen euro).
een bijkomende impact van 11 miljoen euro in 2024).
toekomstige financiële prestaties blijven opvolgen.
• De rapportering per land vindt u in de tabel op de volgende pagina.
overwinstbelasting verschuldigd was.
KBC Bank NV van 318 miljoen euro.
Naar type
(in miljoenen euro) 2024 2023 Totaal -527 -778
Actuele belastingen -699 -532 Uitgestelde belastingen 173 -246
Resultaat vóór belastingen 3 941 4 179 Winstbelastingen tegen het Belgische statutaire tarief 25,00% 25,00% Berekende winstbelastingen -985 -1 045
verschillen in belastingtarieven, België-buitenland 168
belastingvrije winst 64
aanpassingen uitgestelde belastingen toe te schrijven aan wijziging belastingtarief 0
om de huidige belastingkosten te verminderen 4
om de uitgestelde belastingkosten te verminderen 3
liquidatie Exicon (ex-KBC Bank Ireland) 318
• De belastingen in 2024 zijn positief beïnvloed door de aanstaande liquidatie van Exicon (ex-KBC Bank Ireland) (zie verder), deels tenietgedaan door een geactualiseerde schatting van toekomstige belastbare winsten van het kantoor in Londen (-9 miljoen euro). De belastingen in 2023 werden positief beïnvloed door een geactualiseerde schatting van toekomstige
• In 2023 werden de belastingen negatief beïnvloed voor 36 miljoen euro door het voor 80% afschaffen van de aftrekbaarheid van de Belgische bank- en verzekeringsheffingen. Vanaf 2024 viel de volledige resterende 20% aftrekbaarheid ook weg (met
• In Tsjechië introduceerde de overheid een windfall-belasting, onder meer voor grote banken. Die belasting is van toepassing in de periode 2023-2025. De effectieve belasting op overwinsten bedraagt 79% (19% gewone bedrijfsbelasting en 60% windfall-belasting). In 2024 en 2023 realiseerde ČSOB in Tsjechië geen overwinst waardoor er geen Tsjechische
• Op 14 december 2023 heeft België, waar KBC Groep NV als uiteindelijke moedermaatschappij is gevestigd, de 'global minimum tax' (Pijler 2) wettelijk verankerd en van kracht verklaard met ingang van 1 januari 2024. Onder deze regels is KBC verplicht om (in België of in het buitenland) een 'top-up'-belasting te betalen op de winsten van haar dochterondernemingen en vaste inrichtingen (permanent establishments) die worden belast tegen een effectief belastingtarief van minder dan 15%. Op basis van de resultaten van 2024 bedraagt de bijkomende top-up-heffing ongeveer 20 miljoen euro (vooral in Tsjechië en in Bulgarije). De groep heeft de tijdelijke uitzondering toegepast die de IASB in mei 2023 heeft uitgevaardigd m.b.t. de boekhoudkundige vereisten voor uitgestelde belastingen in IAS 12. De groep zal het effect van de Pijler 2-wetgeving op haar
• Liquidatie van Exicon (ex-KBC Bank Ireland): na de goedkeuring van het Ierse ministerie van Financiën in september 2023 werden de resterende posities van KBC Bank Ireland overgeboekt naar het kantoor in Dublin van KBC Bank. Aldus waren de belangrijkste hindernissen genomen om het wettelijke liquidatieproces van Exicon (ex-KBC Bank Ireland) op te starten. De aanstaande liquidatie leidde in het vierde kwartaal van 2024 tot de boeking van een uitgestelde belastingvordering voor
2 Als er voor een bepaalde jurisdictie in deze kolom een positief cijfer staat, betekent dat dat alle groepsentiteiten binnen die jurisdictie gecombineerd meer intragroepinkomsten dan
intragroeplasten hadden ten opzichte van andere belastingjurisdicties. Als er een negatief cijfers staat, betekent dat dat alle groepsentiteiten binnen deze jurisdictie gecombineerd minder intragroepinkomsten dan intragroeplasten hadden ten opzichte van andere belastingjurisdicties.
3 Komt overeen met Materiële vaste activa en vastgoedbeleggingen op de balans.
| (in miljoenen euro) | 2024 | 2023 |
|---|---|---|
| Resultaat na belastingen toerekenbaar aan de aandeelhouders van de moedermaatschappij | 3 415 | 3 402 |
| Coupon op AT1-instrumenten | -84 | -64 |
| Nettoresultaat voor de berekening van gewone winst per aandeel | 3 338 | |
| Gewogen gemiddelde aantal uitstaande gewone aandelen (in miljoenen eenheden) | 415 | |
| Gewone winst per aandeel (in euro) | 8,33 | 8,04 |
• De verwaterde winst per aandeel is momenteel nagenoeg gelijk aan de gewone winst per aandeel.
• Aantal uitstaande gewone aandelen is na aftrek van de aangekochte aandelen (cf. aandeleninkoopplan 2023-2024).
| Tegen Tegen tegen voor deerd geamor reële reële handels tegen Afdek tiseerde waarde waarde doel reële kings kostprijs via OCI (MFVPL) einden waarde1 deri (in miljoenen euro) (AC) (FVOCI) excl. HFT (HFT) (FVO) vaten Totaal FINANCIËLE ACTIVA, 31-12-2024 Leningen en voorschotten aan kredietinstellingen en beleggingsondernemingen, 2 438 0 0 1 0 0 2 439 excl. reverse repo's Waarvan leningen en vorderingen aan banken terugbetaalbaar op verzoek en termijnleningen 225 aan banken op minder dan drie maanden Leningen en voorschotten aan klanten, excl. rev. repo's 191 124 0 943 0 0 0 192 067 Handelsvorderingen 2 887 0 0 0 0 0 2 887 Afbetalingskredieten 0 0 0 0 6 949 6 316 633 Hypotheekleningen 77 750 0 309 0 0 0 78 059 Termijnkredieten 90 754 0 1 0 0 0 90 755 Financiële leasing 7 919 0 0 0 0 0 7 919 Voorschotten in rekening-courant 4 790 0 0 0 0 0 4 790 Overige 708 0 0 0 0 0 708 Reverse repo's2 21 083 0 0 0 0 0 21 083 Met kredietinstellingen en beleggingsondernemingen 20 922 0 0 0 0 0 20 922 Met klanten 162 0 0 0 0 0 162 Aandelen 0 1 722 10 902 0 0 2 633 Beleggingscontracten, verzekeringen3 0 0 16 602 0 0 0 16 602 Schuldpapier 50 075 22 539 70 5 021 0 0 77 705 Van publiekrechtelijke emittenten 41 955 18 165 0 3 360 0 0 63 480 Van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen 5 982 2 510 0 1 593 0 0 10 085 Van ondernemingen 2 139 1 864 70 68 0 0 4 140 Derivaten 0 0 0 4 584 0 271 4 856 Overige4 1 154 0 0 0 0 0 1 154 Totaal 265 875 24 261 17 624 10 509 0 271 318 540 FINANCIËLE ACTIVA, 31-12-2023 Leningen en voorschotten aan kredietinstellingen en beleggingsondernemingen, 2 779 0 0 1 0 0 2 779 excl. reverse repo's Waarvan leningen en vorderingen aan banken terugbetaalbaar op verzoek en termijnleningen 222 aan banken op minder dan drie maanden Leningen en voorschotten aan klanten, excl. rev. repo's 182 777 0 836 0 0 0 183 613 Handelsvorderingen 2 680 0 0 0 0 0 2 680 Afbetalingskredieten 6 604 0 608 0 0 0 7 211 Hypotheekleningen 75 254 0 228 0 0 0 75 482 Termijnkredieten 85 694 0 0 0 0 0 85 694 Financiële leasing 7 197 0 0 0 0 0 7 197 Voorschotten in rekening-courant 4 626 0 0 0 0 0 4 626 Overige 723 0 0 0 0 0 723 Reverse repo's2 25 501 0 0 0 0 0 25 501 Met kredietinstellingen en beleggingsondernemingen 25 356 0 0 0 0 0 25 356 Met klanten 144 0 0 0 0 0 144 Aandelen 0 1 695 14 570 0 0 2 279 Beleggingscontracten, verzekeringen3 0 0 14 348 0 0 0 14 348 Schuldpapier 51 372 16 892 14 3 138 0 0 71 417 Van publiekrechtelijke emittenten 13 206 0 2 966 0 0 59 509 43 337 Van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen 5 658 1 826 0 12 0 0 7 496 Van ondernemingen 2 377 1 861 14 160 0 0 4 412 Derivaten 0 0 0 4 618 0 295 4 914 Overige4 1 196 0 0 0 0 0 1 196 Totaal 263 625 18 587 15 212 8 327 0 295 306 047 |
Aange | ||||
|---|---|---|---|---|---|
| Verplicht | houden | Gewaar | |||
| Tegen geamor tiseerde kostprijs |
Aange houden voor handels doeleinden |
Gewaar deerd tegen reële waarde |
Afdek kings |
||
|---|---|---|---|---|---|
| (in miljoenen euro) | (AC) | (HFT) | (FVO) | derivaten | Totaal |
| FINANCIËLE VERPLICHTINGEN, 31-12-2024 | |||||
| Deposito's van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen, excl. repo's | 12 852 | 0 | 0 | 0 | 12 852 |
| Waarvan deposito's van banken terugbetaalbaar op verzoek en onmiddellijk terugbetaalbaar |
6 456 | ||||
| Deposito's van klanten en schuldpapier, excl. repo's | 270 030 | 22 | 1 035 | 0 | 271 087 |
| Zichtdeposito's (incl. deposito's van bijzondere aard en andere deposito's) | 110 090 | 0 | 0 | 0 | 110 090 |
| Termijndeposito's | 42 781 | 22 | 163 | 0 | 42 966 |
| Spaarrekeningen | 74 440 | 0 | 0 | 0 | 74 440 |
| Kasbons | 1 250 | 0 | 0 | 0 | 1 250 |
| Subtotaal deposito's van klanten | 228 562 | 22 | 163 | 0 | 228 747 |
| Depositocertificaten | 14 376 | 0 | 5 | 0 | 14 382 |
| Niet-converteerbare obligaties | 24 185 | 0 | 745 | 0 | 24 930 |
| Niet-converteerbare achtergestelde schulden | 2 907 | 0 | 121 | 0 | 3 028 |
| Repo's5 | 20 985 | 94 | 0 | 0 | 21 079 |
| Met kredietinstellingen en beleggingsondernemingen | 18 587 | 94 | 0 | 0 | 18 681 |
| Met klanten | 2 398 | 0 | 0 | 0 | 2 398 |
| Schulden m.b.t. beleggingscontracten3 | 27 | 0 | 15 644 | 0 | 15 671 |
| Derivaten | 0 | 4 679 | 0 | 316 | 4 995 |
| Baisseposities | 0 | 882 | 0 | 0 | 882 |
| In aandelen | 0 | 9 | 0 | 0 | 9 |
| In schuldpapier | 0 | 872 | 0 | 0 | 872 |
| Overige6 | 2 157 | 0 | 0 | 0 | 2 157 |
| Totaal | 306 050 | 5 677 | 16 680 | 316 | 328 723 |
| FINANCIËLE VERPLICHTINGEN, 31-12-2023 | |||||
| Deposito's van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen, excl. repo's | 15 013 | 0 | 0 | 0 | 15 013 |
| Waarvan deposito's van banken terugbetaalbaar op verzoek en onmiddellijk terugbetaalbaar |
6 136 | ||||
| Deposito's van klanten en schuldpapier, excl. repo's | 258 051 | 81 | 1 359 | 0 | 259 491 |
| Zichtdeposito's (incl. deposito's van bijzondere aard en andere deposito's) | 107 568 | 0 | 0 | 0 | 107 568 |
| Termijndeposito's | 37 770 | 81 | 194 | 0 | 38 044 |
| Spaarrekeningen | 70 810 | 0 | 0 | 0 | 70 810 |
| Kasbons | 79 | 0 | 0 | 0 | 79 |
| Subtotaal deposito's van klanten | 216 227 | 81 | 194 | 0 | 216 501 |
| Depositocertificaten | 16 840 | 0 | 6 | 0 | 16 846 |
| Niet-converteerbare obligaties | 22 294 | 0 | 1 045 | 0 | 23 339 |
| Niet-converteerbare achtergestelde schulden | 2 690 | 0 | 114 | 0 | 2 804 |
| Repo's5 | 5 235 | 40 | 0 | 0 | 5 275 |
| Met kredietinstellingen & beleggingsondernemingen | 3 259 | 40 | 0 | 0 | 3 298 |
| Met klanten | 1 976 | 0 | 0 | 0 | 1 976 |
| Schulden m.b.t. beleggingscontracten3 | 29 | 0 | 13 432 | 0 | 13 461 |
| Derivaten | 0 | 5 501 | 0 | 401 | 5 902 |
| Baisseposities | 0 | 1 428 | 0 | 0 | 1 428 |
| In aandelen | 0 | 6 | 0 | 0 | 6 |
| In schuldpapier | 0 | 1 421 | 0 | 0 | 1 421 |
| Overige6 | 2 546 | 0 | 0 | 0 | 2 547 |
| Totaal | 280 874 | 7 050 | 14 791 | 401 | 303 116 |
1 De boekwaarde benadert het maximale kredietrisico.
2 Het bedrag van de reverse repo's (vóór saldering) is nagenoeg gelijk aan het bedrag van de onderliggende (uitgeleende) activa.
3 Het verschil tussen 'beleggingscontracten, verzekeringen' en 'schulden m.b.t. beleggingscontracten' kan verklaard worden door de presentatie van de niet-ontbundelde beleggingscontracten, die wel opgenomen zijn bij de 'beleggingscontracten, verzekeringen' bij de financiële activa maar op het passief opgenomen worden bij de post 'verplichtingen uit
verzekeringscontracten'.
4 Het betreft financiële activa die niet werden opgenomen bij de leningen en voorschotten aan klanten, omdat ze geen rechtstreeks verband houden met de commerciële kredietverlening.
p. 265
1 549 622
1 147 126
1 172
17 271
183
2 905
4 866
20 664
3 439
14 037
• Leningen en voorschotten aan klanten: bevat ook leningen waar de rentebetalingen gelinkt zijn aan ESG-doelstellingen van de klant ('Sustainability-linked loans'). Die lichten we toe in ons Duurzaamheidsverslag 2024, in tabel 5.4 (niet geauditeerd). De contractuele kasstromen van deze kredieten worden geacht uitsluitend aflossingen en rentebetalingen op de hoofdsom te betreffen (SPPI) aangezien de variabiliteit in rentevergoeding ten gevolge van de ESG-component het kredietrisico van het instrument weerspiegelt. Bij deze leningen is de marge op de interestbetalingen afhankelijk van het al dan niet behalen van de contractueel overeengekomen ESG-doelstellingen door de ontlener. Deze doelstellingen kunnen klimaat- of milieugerelateerd zijn of van sociale aard zijn. Daarnaast bevat deze post ook kredieten verstrekt aan klanten die bijdragen aan ESG-doelstellingen. Dat zijn leningen die ofwel volledig of gedeeltelijk voldoen aan de criteria van de EU-taxonomie, of voldoen aan de criteria van duurzaamheidskaders van andere externe partijen zoals de Europese Investeringsbank, Loan Market Association (LMA) of lokale overheden. Ook die bedragen lichten we toe in ons Duurzaamheidsverslag 2024, in tabel 5.5 (niet geauditeerd). De post Schuldpapier bevat ook door KBC aangekochte obligaties uitgegeven ter financiering van investeringen welke een duurzaamheidscomponent bevatten. Die obligaties voldoen aan de ICMA Green Bond Principles, Social Bond Principles of Sustainable Bond Guidelines. Ook die bedragen lichten we toe in ons Duurzaamheidsverslag 2024,
• Deposito's van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen: bevat onder meer de (resterende) financiering uit het TLTRO-programma van de ECB. Terwijl dit eind 2023 nog een bedrag van 2,6 miljard euro bevatte, is de resterende som op
• Niet-converteerbare obligaties: betreft hoofdzakelijk uitgiften van KBC Bank, KBC Groep, ČSOB (Tsjechië) en KBC Ifima. Ze worden gewoonlijk geboekt tegen geamortiseerde kostprijs, maar wanneer ze closely related embedded-derivaten bevatten, worden ze geboekt in de categorie Gewaardeerd tegen reële waarde (cf. waarderingsregels). Deze bevatten in 2024 ook drie door KBC uitgegeven groene obligatieleningen (green bonds, 500, 750 en 750 miljoen euro) en twee sociale obligatieleningen (social bonds, 750 en 750 miljoen euro), geboekt tegen geamortiseerde kostprijs. Deze obligatieleningen dienen om kredieten aan onze klanten te financieren met groene of sociale doelstellingen, maar de kasstromen van deze obligatieleningen zelf zijn niet gelinkt aan ESG-doelstellingen. Meer informatie over ons Green Bond Framework en ons Social
• Voor meer informatie over belangrijke nieuwe of terugbetaalde schulduitgiften: zie Geconsolideerd kasstroomoverzicht. • De staatsbon, uitgegeven door het Koninkrijk België met een looptijd van 1 jaar voor een totaalbedrag van 22 miljard euro, kwam in september 2024 tot vervaldag. Dit leidde tijdelijk tot uitzonderlijke acties aangeboden door verschillende banken in België om de gelden van de staatsbon te recupereren. KBC slaagde erin om in september 2024 zo'n 6,5 miljard euro aan klantengelden aan te trekken (waarvan 6,0 miljard euro termijndeposito's, 1,2 miljard euro kasbons en 0,9 miljard euro andere klantengelden (beleggingsfondsen, levensverzekeringen, enz.), gedeeltelijk tenietgedaan door een verschuiving van -1,6 miljard euro aan zichtdeposito's en spaarrekeningen), wat meer is dan de uitstroom van 5,7 miljard euro naar de staatsbon in september 2023. Bemerk dat door de herlancering van de kasbon in België, dit product nu met terugwerkende
• Overgedragen activa die blijvend erkend worden in hun geheel: KBC leent op regelmatige basis effecten uit en/of verkoopt effecten met de verbintenis die op een latere datum terug te kopen (repotransacties). De effecten die uitgeleend of verkocht worden met de verbintenis ze op een latere datum terug te kopen, worden overgedragen aan de tegenpartij, waarbij KBC in ruil cash of andere financiële activa ontvangt. KBC behoudt evenwel de voornaamste risico's en opbrengsten met betrekking tot die effecten en blijft bijgevolg die effecten opnemen in zijn balans. Bovendien wordt er een financiële schuld erkend ten
Overgedragen activa die blijvend erkend worden in hun geheel (boekwaarde, in miljoenen euro) 31-12-2024 31-12-2023 Overgedragen activa die blijvend in hun geheel erkend worden in de vorm van repotransacties en uitgeleende effecten 27 079 19 065
Gerelateerde financiële schuld 18 623 3 214
• KBC heeft meer overgedragen activa op zijn balans dan repotransacties, omdat de cash-benen van bepaalde repotransacties worden gesaldeerd met reverserepotransacties als ze met dezelfde tegenpartij, in dezelfde valuta en met dezelfde einddatum worden uitgevoerd en er bovendien een wettelijk afdwingbaar recht en een intentie bestaat om de
• De kredietportefeuille omvat het belangrijkste deel van de financiële activa. We rapporteren over de geschatte broeikasgasemissies die samenhangen met (onder meer) die kredietverlening en stelden doelstellingen op voor de afbouw van de broeikasgasintensiteit van onze kredieten aan onder meer elektriciteitsproducenten, de vastgoedsector, hypothecaire kredieten en commercieel residentieel vastgoed, de automobielsector en autoleasing (zie Toelichting 6.2), de
transacties af te wikkelen op nettobasis of het financiële actief en financiële passief simultaan te realiseren.
in tabel 5.6 (niet geauditeerd).
Aangehouden voor handelsdoeleinden
Aangehouden voor handelsdoeleinden
Tegen geamortiseerde kostprijs
Tegen geamortiseerde kostprijs
p. 264
Bond Framework vindt u op www.kbc.com.
vervaldag gekomen in de loop van de eerste helft van 2024.
kracht deel uitmaakt van het subtotaal deposito's van klanten.
belope van de ontvangen cash of andere financiële activa.
Gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in OCI
Gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in OCI
5 Het bedrag van de repo's (vóór saldering) is nagenoeg gelijk aan het bedrag van de onderliggende (ontleende) activa (deels op balans en deels verkregen via reverse repo's). 6 Het betreft financiële verplichtingen die niet werden opgenomen bij de deposito's van klanten, omdat ze geen rechtstreeks verband houden met de commerciële depositowerving.
| Overgedragen activa die blijvend erkend worden in hun geheel (boekwaarde, in miljoenen euro) | 31-12-2023 | |
|---|---|---|
| Overgedragen activa die blijvend in hun geheel erkend worden in de vorm van repotransacties en uitgeleende effecten | 27 079 | 19 065 |
| Aangehouden voor handelsdoeleinden | 1 549 | 622 |
| Gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in OCI | 4 866 | 1 172 |
| Tegen geamortiseerde kostprijs | 20 664 | 17 271 |
| Gerelateerde financiële schuld | 18 623 | 3 214 |
| Aangehouden voor handelsdoeleinden | 1 147 | 126 |
| Gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in OCI | 3 439 | 183 |
| Tegen geamortiseerde kostprijs | 14 037 | 2 905 |
p. 264
1 De boekwaarde benadert het maximale kredietrisico.
verzekeringscontracten'.
(in miljoenen euro)
terugbetaalbaar
Termijndeposito's
Spaarrekeningen
Depositocertificaten
Kasbons
Met klanten
Termijndeposito's
Spaarrekeningen
Depositocertificaten
Met klanten
FINANCIËLE VERPLICHTINGEN, 31-12-2024
FINANCIËLE VERPLICHTINGEN, 31-12-2023
Niet-converteerbare achtergestelde schulden
Met kredietinstellingen & beleggingsondernemingen
Subtotaal deposito's van klanten
Niet-converteerbare obligaties
Niet-converteerbare achtergestelde schulden
Met kredietinstellingen en beleggingsondernemingen
Subtotaal deposito's van klanten
Niet-converteerbare obligaties
Waarvan deposito's van banken terugbetaalbaar op verzoek en onmiddellijk
Waarvan deposito's van banken terugbetaalbaar op verzoek en onmiddellijk
Zichtdeposito's (incl. deposito's van bijzondere aard en andere deposito's)
Zichtdeposito's (incl. deposito's van bijzondere aard en andere deposito's)
2 Het bedrag van de reverse repo's (vóór saldering) is nagenoeg gelijk aan het bedrag van de onderliggende (uitgeleende) activa.
In schuldpapier 0
3 Het verschil tussen 'beleggingscontracten, verzekeringen' en 'schulden m.b.t. beleggingscontracten' kan verklaard worden door de presentatie van de niet-ontbundelde
beleggingscontracten, die wel opgenomen zijn bij de 'beleggingscontracten, verzekeringen' bij de financiële activa maar op het passief opgenomen worden bij de post 'verplichtingen uit
Overige6 2 546 0 0 0 2 547 Totaal 280 874 7 050 14 791 401 303 116
Tegen geamortiseerde kostprijs (AC)
Deposito's van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen, excl. repo's 12 852 0 0 0 12 852
Deposito's van klanten en schuldpapier, excl. repo's 270 030 22 1 035 0 271 087
Repo's5 20 985 94 0 0 21 079
Schulden m.b.t. beleggingscontracten3 27 0 15 644 0 15 671 Derivaten 0 4 679 0 316 4 995 Baisseposities 0 882 0 0 882 In aandelen 0 9 0 0 9
In schuldpapier 0 872 0 0 872
Overige6 2 157 0 0 0 2 157 Totaal 306 050 5 677 16 680 316 328 723
Deposito's van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen, excl. repo's 15 013 0 0 0 15 013
Deposito's van klanten en schuldpapier, excl. repo's 258 051 81 1 359 0 259 491
Kasbons 79 0 0 0 79
Repo's5 5 235 40 0 0 5 275
Schulden m.b.t. beleggingscontracten3 29 0 13 432 0 13 461 Derivaten 0 5 501 0 401 5 902 Baisseposities 0 1 428 0 0 1 428 In aandelen 0 6 0 0 6
terugbetaalbaar 6 136
Aangehouden voor handelsdoeleinden (HFT)
110 090 0 0 0
42 781 22 163 0
74 440 0 0 0
228 562 22 163 0
14 376 0 5 0
24 185 0 745 0
2 907 0 121 0
18 587 94 0 0
2 398 0 0 0
107 568 0 0 0
37 770 81 194 0
70 810 0 0 0
216 227 81 194 0
16 840 0 6 0
2 690 0 114 0
3 259 40 0 0
1 976 0 0 0
1 421 0 0
22 294 0
1 250 0 0 0
Gewaardeerd tegen reële waarde (FVO)
Afdekkingsderivaten Totaal
1 045 0
107 568
38 044
70 810
216 501
16 846
23 339
2 804
3 298
1 976
1 421
6 456
110 090
42 966
74 440
228 747
14 382
24 930
3 028
18 681
2 398
1 250
4 Het betreft financiële activa die niet werden opgenomen bij de leningen en voorschotten aan klanten, omdat ze geen rechtstreeks verband houden met de commerciële kredietverlening. 5 Het bedrag van de repo's (vóór saldering) is nagenoeg gelijk aan het bedrag van de onderliggende (ontleende) activa (deels op balans en deels verkregen via reverse repo's). 6 Het betreft financiële verplichtingen die niet werden opgenomen bij de deposito's van klanten, omdat ze geen rechtstreeks verband houden met de commerciële depositowerving.
landbouwsector en cement- en staalproducenten. Verdere uitleg vindt u in het deel Verslag van de Raad van Bestuur, onder Duurzaamheidsverklaring.
| Boekwaarde vóór bijzondere |
Bijzondere waarde |
Boekwaarde na bijzondere |
|
|---|---|---|---|
| (in miljoenen euro) 31-12-2024 |
waardeverminderingen | verminderingen | waardeverminderingen |
| Financiële activa tegen geamortiseerde kostprijs: Leningen en voorschotten* | 217 093 | -2 448 | 214 645 |
| Categorie 1 (ECL over 12 maanden) | 197 031 | -176 | 196 855 |
| Categorie 2 (ECL over resterende looptijd) | 16 177 | -331 | 15 847 |
| Categorie 3 (ECL over resterende looptijd) | 3 472 | -1 803 | 1 669 |
| Verworven of gecreëerde financiële activa met verminderde kredietwaardigheid (POCI) | 414 | -138 | 276 |
| Financiële activa tegen geamortiseerde kostprijs: Schuldpapier | 50 084 | -8 | 50 075 |
| Categorie 1 (ECL over 12 maanden) | 49 979 | -6 | 49 973 |
| Categorie 2 (ECL over resterende looptijd) | 100 | -1 | 99 |
| Categorie 3 (ECL over resterende looptijd) | 5 | -2 | 3 |
| Verworven of gecreëerde financiële activa met verminderde kredietwaardigheid (POCI) | 0 | 0 | 0 |
| Financiële activa tegen reële waarde via OCI: Schuldpapier | 22 543 | -4 | 22 539 |
| Categorie 1 (ECL over 12 maanden) | 22 543 | -4 | 22 539 |
| Categorie 2 (ECL over resterende looptijd) | 0 | 0 | 0 |
| Categorie 3 (ECL over resterende looptijd) | 0 | 0 | 0 |
| Verworven of gecreëerde financiële activa met verminderde kredietwaardigheid (POCI) | 0 | 0 | 0 |
| 31-12-2023 | |||
| Financiële activa tegen geamortiseerde kostprijs: Leningen en voorschotten* | 213 531 | -2 474 | 211 057 |
| Categorie 1 (ECL over 12 maanden) | 175 853 | -146 | 175 708 |
| Categorie 2 (ECL over resterende looptijd) | 33 571 | -490 | 33 081 |
| Categorie 3 (ECL over resterende looptijd) | 3 694 | -1 750 | 1 944 |
| Verworven of gecreëerde financiële activa met verminderde kredietwaardigheid (POCI) | 412 | -88 | 324 |
| Financiële activa tegen geamortiseerde kostprijs: Schuldpapier | 51 384 | -12 | 51 372 |
| Categorie 1 (ECL over 12 maanden) | 51 300 | -6 | 51 294 |
| Categorie 2 (ECL over resterende looptijd) | 80 | -4 | 76 |
| Categorie 3 (ECL over resterende looptijd) | 5 | -2 | 3 |
| Verworven of gecreëerde financiële activa met verminderde kredietwaardigheid (POCI) | 0 | 0 | 0 |
| Financiële activa tegen reële waarde via OCI: Schuldpapier | 16 897 | -5 | 16 892 |
| Categorie 1 (ECL over 12 maanden) | 16 864 | -4 | 16 861 |
| Categorie 2 (ECL over resterende looptijd) | 33 | -1 | 32 |
| Categorie 3 (ECL over resterende looptijd) | 0 | 0 | 0 |
| Verworven of gecreëerde financiële activa met verminderde kredietwaardigheid (POCI) | 0 | 0 | 0 |
* De boekwaarde na bijzondere waardeverminderingen in deze toelichting komt overeen met de som van de lijnen Leningen en voorschotten aan kredietinstellingen en
beleggingsondernemingen, excl. reverse repo's, Leningen en voorschotten aan klanten, excl. reverse repo's en Reverse repo's in Toelichting 4.1 (in de kolom Tegen geamortiseerde kostprijs).
p. 267
• Boekwaarde (vóór bijzondere waardeverminderingen) van de leningen en voorschotten tegen geamortiseerde kostprijs:
• Boekwaarde (vóór bijzondere waardeverminderingen) van de leningen en voorschotten tegen geamortiseerde kostprijs in
In het eerste kwartaal van 2024 vond een gecombineerde netto-overheveling van categorie 2 naar categorie 1 plaats van leningen met een brutoboekwaarde van ongeveer 8,5 miljard euro met als resultaat een nettovrijval van 17 miljoen euro aan bijzondere waardeverminderingen. Dit wordt voornamelijk verklaard door de invoering van de nieuwe benadering met meerdere niveaus voor de beoordeling van een significante toename van het kredietrisico (zie Toelichting 1.2) en in mindere mate door een overheveling van KBC Commercial Finance-kredieten waar de beoordeling van een significante toename van het kredietrisico werd geactualiseerd op basis van de zeer lage historische kredietverliezen in deze portefeuille en de zeer korte looptijd van dit type krediet. Beide aanpassingen hebben tot doel om het onderliggende kredietrisico na de eerste
De overige evolutie wordt grotendeels verklaard door de continue aanpassing in staging van kredieten die indirect blootgesteld zijn aan militaire conflicten zoals in Oekraïne en/of kwetsbaar zijn ten opzichte van geopolitieke en macroeconomische risico's, wat sinds het vierde kwartaal van 2024 volledig via de normale stagingbeoordeling wordt gecapteerd. • Boekwaarde (vóór bijzondere waardeverminderingen) van schuldpapier tegen geamortiseerde kostprijs: afname van
Dit betreft een beweging van -1,4 miljard euro (uitgiftes van) publiekrechtelijke emittenten en -0,2 miljard euro voor ondernemingen, deels gecompenseerd door +0,3 miljard euro voor kredietinstellingen en had voornamelijk te maken met herinvesteringen van effecten op eindvervaldag in de categorie financiële activa tegen reële waarde via OCI (FVOCI).
• In 2024 zijn er financiële activa in categorie 2 en 3 met een nettoboekwaarde van 474 miljoen euro die in 2024 onderhevig geweest zijn aan modificaties die niet resulteerden in derecognition. De brutoboekwaarde van financiële activa die dit jaar terug naar categorie 1 zijn overgeheveld en die in het verleden onderhevig geweest zijn aan modificaties die niet resulteerden in derecognition, bedroeg in 2024 683 miljoen euro. In 2023 was dat respectievelijk 579 miljoen euro en 1 001 miljoen euro.
• In 2024 is een brutoboekwaarde van 55 miljoen euro aan financiële activa tegen geamortiseerde kostprijs afgeschreven, maar
Modificatiewinsten/-verliezen worden opgenomen bij de bijzondere waardeverminderingen (zie Toelichting 3.9).
kwetsbaar zijn ten opzichte van geopolitieke en macro-economische risico's (12,0 miljard euro eind 2023).
toename van 3,6 miljard euro in 2024, voornamelijk door:
opname beter te weerspiegelen.
4.2.2).
p. 266
1,3 miljard euro in 2024, bijna volledig in categorie 1.
categorie 2: afname van 17,4 miljard euro in 2024, voornamelijk door:
• Bijzondere waardeverminderingen: stabiel in 2024 ten opzichte van 2023:
nog steeds onderhevig aan enforcementactiviteiten (2023: 59 miljoen euro).
<-- PDF CHUNK SEPARATOR -->
In het eerste kwartaal van 2024 vond een gecombineerde netto-overheveling van categorie 2 naar categorie 1 plaats van leningen met een brutoboekwaarde van ongeveer 8,5 miljard euro met als resultaat een nettovrijval van 17 miljoen euro aan bijzondere waardeverminderingen. Dit wordt voornamelijk verklaard door de invoering van de nieuwe benadering met meerdere niveaus voor de beoordeling van een significante toename van het kredietrisico (zie Toelichting 1.2) en in mindere mate door een overheveling van KBC Commercial Finance-kredieten waar de beoordeling van een significante toename van het kredietrisico werd geactualiseerd op basis van de zeer lage historische kredietverliezen in deze portefeuille en de zeer korte looptijd van dit type krediet. Beide aanpassingen hebben tot doel om het onderliggende kredietrisico na de eerste opname beter te weerspiegelen.
De overige evolutie wordt grotendeels verklaard door de continue aanpassing in staging van kredieten die indirect blootgesteld zijn aan militaire conflicten zoals in Oekraïne en/of kwetsbaar zijn ten opzichte van geopolitieke en macroeconomische risico's, wat sinds het vierde kwartaal van 2024 volledig via de normale stagingbeoordeling wordt gecapteerd.
• Boekwaarde (vóór bijzondere waardeverminderingen) van schuldpapier tegen geamortiseerde kostprijs: afname van 1,3 miljard euro in 2024, bijna volledig in categorie 1. Dit betreft een beweging van -1,4 miljard euro (uitgiftes van) publiekrechtelijke emittenten en -0,2 miljard euro voor
ondernemingen, deels gecompenseerd door +0,3 miljard euro voor kredietinstellingen en had voornamelijk te maken met herinvesteringen van effecten op eindvervaldag in de categorie financiële activa tegen reële waarde via OCI (FVOCI). • Bijzondere waardeverminderingen: stabiel in 2024 ten opzichte van 2023:
p. 266
landbouwsector en cement- en staalproducenten. Verdere uitleg vindt u in het deel Verslag van de Raad van Bestuur, onder
Financiële activa tegen geamortiseerde kostprijs: Leningen en voorschotten* 217 093 -2 448 214 645 Categorie 1 (ECL over 12 maanden) 197 031 -176 196 855 Categorie 2 (ECL over resterende looptijd) 16 177 -331 15 847 Categorie 3 (ECL over resterende looptijd) 3 472 -1 803 1 669 Verworven of gecreëerde financiële activa met verminderde kredietwaardigheid (POCI) 414 -138 276 Financiële activa tegen geamortiseerde kostprijs: Schuldpapier 50 084 -8 50 075 Categorie 1 (ECL over 12 maanden) 49 979 -6 49 973 Categorie 2 (ECL over resterende looptijd) 100 -1 99 Categorie 3 (ECL over resterende looptijd) 5 -2 3 Verworven of gecreëerde financiële activa met verminderde kredietwaardigheid (POCI) 0 0 0 Financiële activa tegen reële waarde via OCI: Schuldpapier 22 543 -4 22 539 Categorie 1 (ECL over 12 maanden) 22 543 -4 22 539 Categorie 2 (ECL over resterende looptijd) 0 0 0 Categorie 3 (ECL over resterende looptijd) 0 0 0 Verworven of gecreëerde financiële activa met verminderde kredietwaardigheid (POCI) 0 0 0
Financiële activa tegen geamortiseerde kostprijs: Leningen en voorschotten* 213 531 -2 474 211 057 Categorie 1 (ECL over 12 maanden) 175 853 -146 175 708 Categorie 2 (ECL over resterende looptijd) 33 571 -490 33 081 Categorie 3 (ECL over resterende looptijd) 3 694 -1 750 1 944 Verworven of gecreëerde financiële activa met verminderde kredietwaardigheid (POCI) 412 -88 324 Financiële activa tegen geamortiseerde kostprijs: Schuldpapier 51 384 -12 51 372 Categorie 1 (ECL over 12 maanden) 51 300 -6 51 294 Categorie 2 (ECL over resterende looptijd) 80 -4 76 Categorie 3 (ECL over resterende looptijd) 5 -2 3 Verworven of gecreëerde financiële activa met verminderde kredietwaardigheid (POCI) 0 0 0 Financiële activa tegen reële waarde via OCI: Schuldpapier 16 897 -5 16 892 Categorie 1 (ECL over 12 maanden) 16 864 -4 16 861 Categorie 2 (ECL over resterende looptijd) 33 -1 32 Categorie 3 (ECL over resterende looptijd) 0 0 0 Verworven of gecreëerde financiële activa met verminderde kredietwaardigheid (POCI) 0 0 0
* De boekwaarde na bijzondere waardeverminderingen in deze toelichting komt overeen met de som van de lijnen Leningen en voorschotten aan kredietinstellingen en
beleggingsondernemingen, excl. reverse repo's, Leningen en voorschotten aan klanten, excl. reverse repo's en Reverse repo's in Toelichting 4.1 (in de kolom Tegen geamortiseerde kostprijs).
Boekwaarde vóór bijzondere
Bijzondere waardeverminderingen
Boekwaarde na bijzondere
waardeverminderingen
waardeverminderingen
Duurzaamheidsverklaring.
(in miljoenen euro)
31-12-2024
31-12-2023
Toelichting 4.2: Financiële activa volgens portefeuille en kwaliteit
Toelichting 4.2.1: Financiële activa waarvoor bijzondere waardeverminderingen zijn geboekt
Toelichting 4.3: Maximaal kredietrisico en offsetting
Waarvan bij eerste opname aangeduid als gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van
Waarvan bij eerste opname aangeduid als gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van
Maximaal kredietrisico (A)
1 981
41 578
19 648
2 261
40 149
20 440
0
Onderhevig aan bijzondere waardeverminderingen 349 640 139 298 210 342
Schuldpapier 72 615 32 72 583 Leningen en voorschotten exclusief reverse repo's 193 562 106 128 87 434 Reverse repo's 21 083 21 054 29 Overige financiële activa 1 154 0 1 154 Buitenbalansverplichtingen 61 226 12 085 49 142
Niet onderhevig aan bijzondere waardeverminderingen 10 890 4 871 6 019 Schuldpapier 5 090 0 5 090 Leningen en voorschotten exclusief reverse repo's 943 840 103
waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening (FVO) 0 0 0
Reverse repo's 0 0 0 Derivaten 4 856 4 031 825 Overige financiële activa 0 0 0 Buitenbalansverplichtingen 0 0 0 Totaal 360 530 144 169 216 361
Onderhevig aan bijzondere waardeverminderingen 341 106 141 604 199 502
Schuldpapier 68 265 56 68 209 Leningen en voorschotten exclusief reverse repo's 185 556 103 556 82 000 Reverse repo's 25 501 25 476 24 Overige financiële activa 1 196 0 1 196 Buitenbalansverplichtingen 60 589 12 515 48 073
Niet onderhevig aan bijzondere waardeverminderingen 8 902 2 400 6 502 Schuldpapier 3 152 0 3 152 Leningen en voorschotten exclusief reverse repo's 836 796 40
Reverse repo's 0 0 0 Derivaten 4 914 1 604 3 310 Overige financiële activa 0 0 0 Buitenbalansverplichtingen 0 0 0 Totaal 350 009 144 004 206 004
• Maximaal kredietrisico van een financieel actief is de nettoboekwaarde. Het maximale kredietrisico bevat, naast de bedragen op de balans, ook het niet-opgenomen deel van de verstrekte kredietlijnen, de verstrekte financiële garanties en de andere
• De belangrijkste soorten ontvangen waarborgen en andere credit enhancements betreffen hypotheken op vastgoed (voornamelijk als waarborg voor hypotheekleningen), uitgeleende effecten (voornamelijk als waarborg voor reverse repo's), ontvangen financiële garanties buiten balans en onderpand van roerende goederen. Hypotheekleningen met een LTV (loanto-value) groter dan 100% zijn beperkt tot 0,5 miljard euro of 0,6% van de volledige portefeuille hypotheekleningen eind 2024. • De kredietportefeuille omvat het belangrijkste deel van de financiële activa. Op basis van interne managementrapportering lichten we in het hoofdstuk Hoe beheren we onze risico's? (onder Kredietrisico) de samenstelling en kwaliteit van de kredietportefeuille toe. De door de commissaris geauditeerde delen uit dat hoofdstuk duiden we aan in dat hoofdstuk. • Ontvangen waarborgen en credit enhancements worden opgenomen tegen marktwaarde en beperkt tot het uitstaande
Ontvangen waarborgen en andere credit
enhancements (B) Netto (A-B)
7 006
5 078
1 721
7 179
5 337
0
1 467 514
34 572
14 570
540
32 970
15 103
0
(in miljoenen euro)
Waarvan categorie 3 non-performing (AC en FVOCI)
Waarvan categorie 3 non-performing (AC en FVOCI)
waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening (FVO)
onherroepelijk verstrekte verbintenissen.
bedrag van de betreffende leningen.
31-12-2024
Onherroepelijk
Herroepelijk
31-12-2023
Onherroepelijk
•
p. 268
Herroepelijk
| Categorie 1 onderhevig |
Categorie 2 onderhevig |
Categorie 3 onderhevig |
Onderhevig aan ECL over resterende looptijd – voor verworven of gecreëerde activa |
||
|---|---|---|---|---|---|
| (in miljoenen euro) | aan ECL over 12 | aan ECL over | aan ECL over | met verminderde | Totaal |
| 2024 | maanden | resterende looptijd | resterende looptijd | kredietwaardigheid | |
| Bijzondere waardeverminderingen op 1 januari | 146 | 490 | 1 750 | 88 | 2 474 |
| Mutaties met resultaatsinvloed1 | 31 | -154 | 334 | 49 | 260 |
| Overdracht van financiële activa | |||||
| Categorie 1 (ECL over 12 maanden) | -11 | 76 | 43 | 0 | 108 |
| Categorie 2 (ECL over resterende looptijd) | 19 | -112 | 98 | 0 | 4 |
| Categorie 3 non-performing (ECL over resterende looptijd) | 0 | 12 | -31 | -1 | -20 |
| Nieuwe financiële activa2 | 56 | 14 | 6 | 0 | 76 |
| Veranderingen in risicoparameters tijdens de rapporteringsperiode | -23 | -81 | 242 | 50 | 188 |
| Veranderingen in model of methodologie | 1 | -35 | -1 | 0 | -35 |
| Financiële activa die derecognized zijn3 | -11 | -28 | -35 | -1 | -75 |
| Andere | 0 | 0 | 12 | 1 | 13 |
| Mutaties zonder resultaatsinvloed | -1 | -6 | -280 | 1 | -286 |
| Financiële activa die derecognized zijn3 | -1 | -2 | -234 | -1 | -238 |
| Veranderingen in de consolidatiekring | 1 | -1 | 0 | 0 | 0 |
| Overdracht i.v.m. IFRS 5 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Andere | -1 | -3 | -46 | 2 | -48 |
| Bijzondere waardeverminderingen op 31 december | 176 | 331 | 1 803 | 138 | 2 448 |
| 2023 | |||||
| Bijzondere waardeverminderingen op 1 januari | 110 | 635 | 1 796 | 77 | 2 619 |
| Mutaties met resultaatsinvloed1 | 37 | -144 | 141 | 11 | 46 |
| Overdracht van financiële activa | |||||
| Categorie 1 (ECL over 12 maanden) | -12 | 86 | 41 | 0 | 115 |
| Categorie 2 (ECL over resterende looptijd) | 14 | -125 | 95 | 0 | -16 |
| (ECL over resterende looptijd) Categorie 3 non-performing |
0 | 17 | -34 | -1 | -18 |
| Nieuwe financiële activa2 | 60 | 22 | 7 | 0 | 89 |
| Veranderingen in risicoparameters tijdens de rapporteringsperiode | -10 | -98 | 76 | 15 | -17 |
| Veranderingen in model of methodologie | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Financiële activa die derecognized zijn3 | -15 | -45 | -58 | -2 | -121 |
| Andere | 0 | 0 | 14 | 0 | 14 |
| Mutaties zonder resultaatsinvloed | -2 | -1 | -187 | -1 | -191 |
| Financiële activa die derecognized zijn3 | -2 | -1 | -207 | -1 | -211 |
| Veranderingen in de consolidatiekring | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Overdracht i.v.m. IFRS 5 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Andere | 0 | 0 | 19 | 1 | 20 |
| Bijzondere waardeverminderingen op 31 december | 146 | 490 | 1 750 | 88 | 2 474 |
1 Recuperaties op al afgeschreven kredieten worden wel verwerkt in de winst-en-verliesrekening bij de 'bijzondere waardeverminderingen op financiële activa tegen geamortiseerde kostprijs en tegen reële waarde via OCI', maar worden niet in deze tabel opgenomen, aangezien ze geen invloed hebben op de waardeverminderingen die in de balans zijn uitgedrukt. 2 Bevat ook bijzondere waardeverminderingen gerelateerd aan nieuwe financiële activa ten gevolge van uitoefening van al bestaande verbintenissen en verstrekte financiële garanties
buiten balans.
3 Derecognition zonder resultaatsinvloed vindt plaats wanneer de aanpassing van de waardevermindering al upfront was doorgevoerd (bijvoorbeeld op het moment van de verkoopovereenkomst (desinvesteringen) of aanpassing van de waardevermindering vóór de afschrijving). Derecognition met resultaatsinvloed vindt plaats wanneer de waardevermindering op hetzelfde moment plaatsvindt (bijvoorbeeld in geval van kwijtschelding van schulden).
• De tabel is beperkt tot bijzondere waardeverminderingen voor leningen en voorschotten tegen geamortiseerde kostprijs. De (bewegingen in) bijzondere waardeverminderingen voor schuldpapier aan geamortiseerde kostprijs (van 12 miljoen euro eind 2023 naar 8 miljoen euro eind 2024) en voor schuldpapier gewaardeerd tegen reële waarde via OCI (van 5 miljoen euro eind 2023 naar 4 miljoen euro eind 2024) zijn immers zeer beperkt.
• Voorzieningen voor verbintenissen en financiële garanties: zie Toelichting 5.7.2.
• Invloed van wijzigingen in bijzondere waardeverminderingen op de winst-en-verliesrekening: zie Toelichting 3.9.
• De kredietportefeuille omvat het belangrijkste deel van de financiële activa. Op basis van interne managementrapportering lichten we in het hoofdstuk Hoe beheren we onze risico's? (onder Kredietrisico) de samenstelling en kwaliteit van de kredietportefeuille toe. De door de commissaris geauditeerde delen uit dat hoofdstuk duiden we aan in dat hoofdstuk.
•
p. 268
Toelichting 4.2.2. Details over bijzondere waardeverminderingen m.b.t. leningen en voorschotten tegen geamortiseerde kostprijs
Categorie 1 onderhevig aan ECL over 12 maanden
Bijzondere waardeverminderingen op 1 januari 146 490 1 750 88 2 474 Mutaties met resultaatsinvloed1 31 -154 334 49 260
Nieuwe financiële activa2 56 14 6 0 76
Andere 0 0 12 1 13
Mutaties zonder resultaatsinvloed -1 -6 -280 1 -286
Overdracht i.v.m. IFRS 5 0 0 0 0 0
Bijzondere waardeverminderingen op 31 december 176 331 1 803 138 2 448
Bijzondere waardeverminderingen op 1 januari 110 635 1 796 77 2 619 Mutaties met resultaatsinvloed1 37 -144 141 11 46
Nieuwe financiële activa2 60 22 7 0 89
Veranderingen in model of methodologie 0 0 0 0 0
Andere 0 0 14 0 14
Mutaties zonder resultaatsinvloed -2 -1 -187 -1 -191
Bijzondere waardeverminderingen op 31 december 146 490 1 750 88 2 474 1 Recuperaties op al afgeschreven kredieten worden wel verwerkt in de winst-en-verliesrekening bij de 'bijzondere waardeverminderingen op financiële activa tegen geamortiseerde kostprijs en tegen reële waarde via OCI', maar worden niet in deze tabel opgenomen, aangezien ze geen invloed hebben op de waardeverminderingen die in de balans zijn uitgedrukt. 2 Bevat ook bijzondere waardeverminderingen gerelateerd aan nieuwe financiële activa ten gevolge van uitoefening van al bestaande verbintenissen en verstrekte financiële garanties
• De tabel is beperkt tot bijzondere waardeverminderingen voor leningen en voorschotten tegen geamortiseerde kostprijs. De (bewegingen in) bijzondere waardeverminderingen voor schuldpapier aan geamortiseerde kostprijs (van 12 miljoen euro eind 2023 naar 8 miljoen euro eind 2024) en voor schuldpapier gewaardeerd tegen reële waarde via OCI (van 5 miljoen euro eind
• De kredietportefeuille omvat het belangrijkste deel van de financiële activa. Op basis van interne managementrapportering lichten we in het hoofdstuk Hoe beheren we onze risico's? (onder Kredietrisico) de samenstelling en kwaliteit van de kredietportefeuille toe. De door de commissaris geauditeerde delen uit dat hoofdstuk duiden we aan in dat hoofdstuk.
3 Derecognition zonder resultaatsinvloed vindt plaats wanneer de aanpassing van de waardevermindering al upfront was doorgevoerd (bijvoorbeeld op het moment van de verkoopovereenkomst (desinvesteringen) of aanpassing van de waardevermindering vóór de afschrijving). Derecognition met resultaatsinvloed vindt plaats wanneer de
• Invloed van wijzigingen in bijzondere waardeverminderingen op de winst-en-verliesrekening: zie Toelichting 3.9.
(ECL over resterende looptijd) 0 17
-23
-11
-1
-1
-10
-15
-2
0
0
0
Categorie 2 onderhevig aan ECL over resterende looptijd
-35
-28
-2
-3
-45
-1
0
0
0
Categorie 3 onderhevig aan ECL over resterende looptijd
-11 76 43 0 108
-31
-35
-234
-12 86 41 0 115
-125 95 0
-98 76 15
-58
-207
0
0
19
-34
-112 98 0 4
-81 242 50 188
-1 0
-1 0 0 0
-46 2
Onderhevig aan ECL over resterende looptijd – voor verworven of gecreëerde activa met verminderde
kredietwaardigheid Totaal
-1
-1
-1
-2
-1
0
0
1
-1 -20
-35
-75
-238
-48
-16
-18
-17
-121
-211
0
0
20
(in miljoenen euro)
Overdracht van financiële activa
Financiële activa die derecognized zijn3
Financiële activa die derecognized zijn3
Overdracht van financiële activa
Financiële activa die derecognized zijn3
Financiële activa die derecognized zijn3
Veranderingen in de consolidatiekring
Categorie 1 (ECL over 12 maanden)
Categorie 3 non-performing
Overdracht i.v.m. IFRS 5
Andere
buiten balans.
Veranderingen in risicoparameters tijdens de rapporteringsperiode
Veranderingen in risicoparameters tijdens de rapporteringsperiode
Categorie 2 (ECL over resterende looptijd) 19
Veranderingen in model of methodologie 1
Veranderingen in de consolidatiekring 1
Categorie 2 (ECL over resterende looptijd) 14
waardevermindering op hetzelfde moment plaatsvindt (bijvoorbeeld in geval van kwijtschelding van schulden).
• Voorzieningen voor verbintenissen en financiële garanties: zie Toelichting 5.7.2.
2023 naar 4 miljoen euro eind 2024) zijn immers zeer beperkt.
Categorie 3 non-performing (ECL over resterende looptijd) 0 12
Categorie 1 (ECL over 12 maanden)
2024
Andere
2023
| Ontvangen waarborgen | ||||
|---|---|---|---|---|
| (in miljoenen euro) | Maximaal kredietrisico (A) |
en andere credit enhancements (B) |
Netto (A-B) | |
| 31-12-2024 | ||||
| Onderhevig aan bijzondere waardeverminderingen | 349 640 | 139 298 | 210 342 | |
| Waarvan categorie 3 non-performing (AC en FVOCI) | 1 981 | 1 467 | 514 | |
| Schuldpapier | 72 615 | 32 | 72 583 | |
| Leningen en voorschotten exclusief reverse repo's | 193 562 | 106 128 | 87 434 | |
| Reverse repo's | 21 083 | 21 054 | 29 | |
| Overige financiële activa | 1 154 | 0 | 1 154 | |
| Buitenbalansverplichtingen | 61 226 | 12 085 | 49 142 | |
| Onherroepelijk | 41 578 | 7 006 | 34 572 | |
| Herroepelijk | 19 648 | 5 078 | 14 570 | |
| Niet onderhevig aan bijzondere waardeverminderingen | 10 890 | 4 871 | 6 019 | |
| Schuldpapier | 5 090 | 0 | 5 090 | |
| Leningen en voorschotten exclusief reverse repo's | 943 | 840 | 103 | |
| Waarvan bij eerste opname aangeduid als gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening (FVO) |
0 | 0 | 0 | |
| Reverse repo's | 0 | 0 | 0 | |
| Derivaten | 4 856 | 4 031 | 825 | |
| Overige financiële activa | 0 | 0 | 0 | |
| Buitenbalansverplichtingen | 0 | 0 | 0 | |
| Totaal | 360 530 | 144 169 | 216 361 | |
| 31-12-2023 | ||||
| Onderhevig aan bijzondere waardeverminderingen | 341 106 | 141 604 | 199 502 | |
| Waarvan categorie 3 non-performing (AC en FVOCI) | 2 261 | 1 721 | 540 | |
| Schuldpapier | 68 265 | 56 | 68 209 | |
| Leningen en voorschotten exclusief reverse repo's | 185 556 | 103 556 | 82 000 | |
| Reverse repo's | 25 501 | 25 476 | 24 | |
| Overige financiële activa | 1 196 | 0 | 1 196 | |
| Buitenbalansverplichtingen | 60 589 | 12 515 | 48 073 | |
| Onherroepelijk | 40 149 | 7 179 | 32 970 | |
| Herroepelijk | 20 440 | 5 337 | 15 103 | |
| Niet onderhevig aan bijzondere waardeverminderingen | 8 902 | 2 400 | 6 502 | |
| Schuldpapier | 3 152 | 0 | 3 152 | |
| Leningen en voorschotten exclusief reverse repo's | 836 | 796 | 40 | |
| Waarvan bij eerste opname aangeduid als gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening (FVO) |
0 | 0 | 0 | |
| Reverse repo's | 0 | 0 | 0 | |
| Derivaten | 4 914 | 1 604 | 3 310 | |
| Overige financiële activa | 0 | 0 | 0 | |
| Buitenbalansverplichtingen | 0 | 0 | 0 | |
| Totaal | 350 009 | 144 004 | 206 004 |
| Financiële instrumenten onderhevig aan netting, afdwingbare nettingraamovereenkomsten en soortgelijke overeenkomsten |
Brutobedrag van erkende financiële instrumenten |
Brutobedrag van erkende financiële instrumenten die verrekend worden (netting) |
Nettobedrag van financiële instrumenten gepresen teerd op de balans |
Bedragen die niet verrekend worden op de balans (netting) |
Netto bedrag |
||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| (in miljoenen euro) | Financiële instrumenten |
Kaswaar borgen |
Effecten waarborgen |
||||
| 31-12-2024 | |||||||
| FINANCIËLE ACTIVA | |||||||
| Derivaten | 20 538 | 15 682 | 4 856 | 2 459 | 1 797 | 0 | 600 |
| Derivaten, exclusief centrale clearinghuizen | 4 812 | 0 | 4 812 | 2 459 | 1 797 | 0 | 557 |
| Derivaten met centrale clearinghuizen* | 15 725 | 15 682 | 44 | 0 | 0 | 0 | 44 |
| Reverse repo's, geleende effecten en soortgelijke overeenkomsten |
29 933 | 8 850 | 21 083 | 14 | 0 | 21 067 | 3 |
| Reverse repo's | 29 933 | 8 850 | 21 083 | 14 | 0 | 21 067 | 3 |
| Geleende effecten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Andere financiële instrumenten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Totaal | 50 471 | 24 531 | 25 939 | 2 472 | 1 797 | 21 067 | 603 |
| FINANCIËLE VERPLICHTINGEN | |||||||
| Derivaten | 19 214 | 14 219 | 4 995 | 2 459 | 540 | 78 | 1 918 |
| Derivaten, exclusief centrale clearinghuizen | 4 943 | 0 | 4 943 | 2 459 | 540 | 78 | 1 865 |
| Derivaten met centrale clearinghuizen* | 14 271 | 14 219 | 52 | 0 | 0 | 0 | 52 |
| Repo's, uitgeleende effecten en soortgelijke overeenkomsten | 29 934 | 8 855 | 21 079 | 14 | 0 | 21 055 | 11 |
| Repo's | 29 934 | 8 855 | 21 079 | 14 | 0 | 21 055 | 11 |
| Uitgeleende effecten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Andere financiële instrumenten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Totaal | 49 148 | 23 074 | 26 074 | 2 473 | 540 | 21 133 | 1 928 |
| 31-12-2023 | |||||||
| FINANCIËLE ACTIVA | |||||||
| Derivaten | 24 076 | 19 163 | 4 914 | 3 162 | 1 123 | 6 | 623 |
| Derivaten, exclusief centrale clearinghuizen | 4 821 | 0 | 4 821 | 3 162 | 1 123 | 6 | 531 |
| Derivaten met centrale clearinghuizen* | 19 255 | 19 163 | 93 | 0 | 0 | 0 | 93 |
| Reverse repo's, geleende effecten en soortgelijke overeenkomsten |
38 919 | 13 418 | 25 501 | 120 | 0 | 25 361 | 19 |
| Reverse repo's | 38 919 | 13 418 | 25 501 | 120 | 0 | 25 361 | 19 |
| Geleende effecten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Andere financiële instrumenten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Totaal | 62 996 | 32 581 | 30 415 | 3 282 | 1 123 | 25 367 | 643 |
| FINANCIËLE VERPLICHTINGEN | |||||||
| Derivaten | 23 223 | 17 321 | 5 902 | 3 166 | 809 | 576 | 1 352 |
| Derivaten, exclusief centrale clearinghuizen | 5 796 | 0 | 5 796 | 3 166 | 809 | 576 | 1 245 |
| Derivaten met centrale clearinghuizen* | 17 427 | 17 321 | 106 | 0 | 0 | 0 | 106 |
| Repo's, uitgeleende effecten en soortgelijke overeenkomsten | 18 693 | 13 418 | 5 275 | 120 | 0 | 5 112 | 43 |
| Repo's | 18 693 | 13 418 | 5 275 | 120 | 0 | 5 112 | 43 |
| Uitgeleende effecten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Andere financiële instrumenten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Totaal | 41 916 | 30 739 | 11 177 | 3 286 | 809 | 5 688 | 1 394 |
* Voor centrale clearinghuizen verwijst de nettingprocedure naar de netting tussen derivaten en de gerelateerde kaswaarborgen. Het bedrag van de kaswaarborgen met centrale clearinghuizen is 1 462 miljoen euro eind 2024 en 1 842 miljoen euro eind 2023.
p. 271
Toelichting 4.4: Reële waarde van financiële instrumenten – algemeen
Correctie voor reëlewaardeafdekkingstransacties ter afdekking van het renterisico van een
Correctie voor reëlewaardeafdekkingstransacties ter afdekking van het renterisico van een
(in miljoenen euro) Boekwaarde Reële waarde Boekwaarde Reële waarde
Leningen en voorschotten aan kredietinstellingen en beleggingsondernemingen incl. rev. repo's 23 360 23 635 – – Leningen en voorschotten aan klanten inclusief reverse repo's 191 285 186 569 – – Schuldpapier 50 075 48 205 – – Overige 1 154 1 154 – –
portefeuille -1 930 – – – Totaal 263 945 259 564 – – Niveau 1 – 44 892 – – Niveau 2 – 25 400 – – Niveau 3 – 189 272 – –
Deposito's van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen, inclusief repo's – – 31 439 31 263 Deposito's van klanten en schuldpapier, incl. repo's – – 272 428 272 595 Schulden m.b.t. beleggingscontracten – – 27 27 Overige – – 2 157 2 153 Totaal – – 306 050 306 038 Niveau 1 – – – 16 Niveau 2 – – – 101 305 Niveau 3 – – – 204 717
Leningen en voorschotten aan kredietinstellingen en beleggingsondernemingen incl. rev. repo's 28 135 28 100 – – Leningen en voorschotten aan klanten inclusief reverse repo's 182 921 175 381 – – Schuldpapier 51 372 48 976 – – Overige 1 196 1 196 – –
portefeuille -2 402 – – – Totaal 261 223 253 653 – – Niveau 1 – 45 992 – – Niveau 2 – 31 953 – – Niveau 3 – 175 708 – –
Deposito's van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen, inclusief repo's – – 18 272 18 142 Deposito's van klanten en schuldpapier, incl. repo's – – 260 028 259 713 Schulden m.b.t. beleggingscontracten – – 29 29 Overige – – 2 546 2 533 Totaal – – 280 874 280 417 Niveau 1 – – – 119 Niveau 2 – – – 99 879 Niveau 3 – – – 180 418
Financiële activa tegen geamortiseerde kostprijs
Financiële verplichtingen tegen geamortiseerde kostprijs
Reële waarde van financiële instrumenten die niet tegen reële waarde
op de balans zijn opgenomen
FINANCIËLE VERPLICHTINGEN
FINANCIËLE VERPLICHTINGEN
31-12-2024 FINANCIËLE ACTIVA
31-12-2023 FINANCIËLE ACTIVA
p. 270
Financiële instrumenten onderhevig aan netting, afdwingbare nettingraamovereenkomsten en soortgelijke overeenkomsten
clearinghuizen is 1 462 miljoen euro eind 2024 en 1 842 miljoen euro eind 2023.
insolventie of bankroet van een van de tegenpartijen.
Derivaten, exclusief centrale clearinghuizen
Reverse repo's, geleende effecten en soortgelijke
Derivaten met centrale clearinghuizen*
FINANCIËLE VERPLICHTINGEN
Derivaten, exclusief centrale clearinghuizen
Derivaten, exclusief centrale clearinghuizen
Reverse repo's, geleende effecten en soortgelijke
Derivaten met centrale clearinghuizen*
FINANCIËLE VERPLICHTINGEN
Derivaten, exclusief centrale clearinghuizen
Derivaten met centrale clearinghuizen*
Derivaten met centrale clearinghuizen*
31-12-2024 FINANCIËLE ACTIVA
Reverse repo's
Repo's
31-12-2023 FINANCIËLE ACTIVA
Reverse repo's
Repo's
Brutobedrag van erkende financiële instrumenten
Derivaten 20 538 15 682 4 856 2 459 1 797 0 600
overeenkomsten 29 933 8 850 21 083 14 0 21 067 3
Geleende effecten 0 0 0 0 0 0 0
Andere financiële instrumenten 0 0 0 0 0 0 0 Totaal 50 471 24 531 25 939 2 472 1 797 21 067 603
Derivaten 19 214 14 219 4 995 2 459 540 78 1 918
Repo's, uitgeleende effecten en soortgelijke overeenkomsten 29 934 8 855 21 079 14 0 21 055 11
Uitgeleende effecten 0 0 0 0 0 0 0
Andere financiële instrumenten 0 0 0 0 0 0 0 Totaal 49 148 23 074 26 074 2 473 540 21 133 1 928
Derivaten 24 076 19 163 4 914 3 162 1 123 6 623
overeenkomsten 38 919 13 418 25 501 120 0 25 361 19
Geleende effecten 0 0 0 0 0 0 0
Andere financiële instrumenten 0 0 0 0 0 0 0 Totaal 62 996 32 581 30 415 3 282 1 123 25 367 643
Derivaten 23 223 17 321 5 902 3 166 809 576 1 352
Repo's, uitgeleende effecten en soortgelijke overeenkomsten 18 693 13 418 5 275 120 0 5 112 43
Uitgeleende effecten 0 0 0 0 0 0 0
Andere financiële instrumenten 0 0 0 0 0 0 0 Totaal 41 916 30 739 11 177 3 286 809 5 688 1 394 * Voor centrale clearinghuizen verwijst de nettingprocedure naar de netting tussen derivaten en de gerelateerde kaswaarborgen. Het bedrag van de kaswaarborgen met centrale
• De criteria voor netting zijn vervuld als KBC op dat moment een wettelijk afdwingbaar recht heeft om de erkende financiële activa en financiële passiva te verrekenen en de intentie heeft om de transacties af te wikkelen op een nettobasis, of het financiële actief en het financiële passief simultaan te realiseren. De financiële activa en financiële passiva die op die manier
verrekend worden, zijn gerelateerd aan financiële instrumenten die verhandeld werden via (centrale) clearinghuizen. • Onder Bedragen die niet verrekend worden op de balans worden in de kolom Financiële instrumenten de bedragen van financiële instrumenten weergegeven die afgesloten worden onder een afdwingbaar nettingraamakkoord of een gelijkaardig akkoord dat niet aan de criteria voldoet zoals gedefinieerd onder IAS 32. Die bedragen refereren aan de situaties waar netting alleen kan worden toegepast in het geval van verzuim, insolventie of bankroet van een van de tegenpartijen. Hetzelfde principe is van toepassing voor financiële instrumenten die gegeven of ontvangen worden als waarborg. Voor waarborgen ontvangen in de vorm van niet-contanten (in de kolom Effectenwaarborgen onder Bedragen die niet verrekend worden op de balans) wordt in de tabel de marktwaarde weergegeven, en het is die waarde die gebruikt wordt in het geval van verzuim,
17 427
18 693
5 796 0
19 255
38 919
4 821 0
14 271
29 934
4 943 0
15 725
29 933
4 812 0
8 850
8 855
13 418
13 418
(in miljoenen euro) Financiële
Brutobedrag van erkende financiële instrumenten die verrekend worden (netting)
Nettobedrag van financiële instrumenten gepresenteerd op de balans
4 812
4 943
4 821
5 796 Bedragen die niet verrekend worden op de
Kaswaarborgen
2 459 540 78
3 166 809 576
instrumenten
2 459
21 083 14 0
15 682 44 0 0 0 44
14 219 52 0 0 0 52
21 079 14 0
3 162
25 501 120 0
19 163 93 0 0 0 93
17 321 106 0 0 0 106
5 275 120 0
balans (netting)
Effectenwaarborgen
1 797 0 557
21 067 3
1 123 6 531
21 055 11
25 361 19
5 112 43
1 245
1 865
Nettobedrag
| Reële waarde van financiële instrumenten die niet tegen reële waarde op de balans zijn opgenomen |
Financiële activa tegen geamortiseerde kostprijs Boekwaarde Reële waarde |
Financiële verplichtingen tegen geamortiseerde kostprijs |
|||
|---|---|---|---|---|---|
| (in miljoenen euro) | Boekwaarde | Reële waarde | |||
| 31-12-2024 | |||||
| FINANCIËLE ACTIVA | |||||
| Leningen en voorschotten aan kredietinstellingen en beleggingsondernemingen incl. rev. repo's | 23 360 | 23 635 | – | – | |
| Leningen en voorschotten aan klanten inclusief reverse repo's | 191 285 | 186 569 | – | – | |
| Schuldpapier | 50 075 | 48 205 | – | – | |
| Overige | 1 154 | 1 154 | – | – | |
| Correctie voor reëlewaardeafdekkingstransacties ter afdekking van het renterisico van een portefeuille |
-1 930 | – | – | – | |
| Totaal | 263 945 | 259 564 | – | – | |
| Niveau 1 | – | 44 892 | – | – | |
| Niveau 2 | – | 25 400 | – | – | |
| Niveau 3 | – | 189 272 | – | – | |
| FINANCIËLE VERPLICHTINGEN | |||||
| Deposito's van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen, inclusief repo's | – | – | 31 439 | 31 263 | |
| Deposito's van klanten en schuldpapier, incl. repo's | – | – | 272 428 | 272 595 | |
| Schulden m.b.t. beleggingscontracten | – | – | 27 | 27 | |
| Overige | – | – | 2 157 | 2 153 | |
| Totaal | – | – | 306 050 | 306 038 | |
| Niveau 1 | – | – | – | 16 | |
| Niveau 2 | – | – | – | 101 305 | |
| Niveau 3 | – | – | – | 204 717 | |
| 31-12-2023 | |||||
| FINANCIËLE ACTIVA | |||||
| Leningen en voorschotten aan kredietinstellingen en beleggingsondernemingen incl. rev. repo's | 28 135 | 28 100 | – | – | |
| Leningen en voorschotten aan klanten inclusief reverse repo's | 182 921 | 175 381 | – | – | |
| Schuldpapier | 51 372 | 48 976 | – | – | |
| Overige | 1 196 | 1 196 | – | – | |
| Correctie voor reëlewaardeafdekkingstransacties ter afdekking van het renterisico van een portefeuille |
-2 402 | – | – | – | |
| Totaal | 261 223 | 253 653 | – | – | |
| Niveau 1 | – | 45 992 | – | – | |
| Niveau 2 | – | 31 953 | – | – | |
| Niveau 3 | – | 175 708 | – | – | |
| FINANCIËLE VERPLICHTINGEN | |||||
| Deposito's van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen, inclusief repo's | – | – | 18 272 | 18 142 | |
| Deposito's van klanten en schuldpapier, incl. repo's | – | – | 260 028 | 259 713 | |
| Schulden m.b.t. beleggingscontracten | – | – | 29 | 29 | |
| Overige | – | – | 2 546 | 2 533 | |
| Totaal | – | – | 280 874 | 280 417 | |
| Niveau 1 | – | – | – | 119 | |
| Niveau 2 | – | – | – | 99 879 | |
| Niveau 3 | – | – | – | 180 418 |
p. 273
Toelichting 4.5: Financiële instrumenten die tegen reële waarde worden gewaardeerd – waarderingshiërarchie
Waarderingshiërarchie 31-12-2024 31-12-2023 (in miljoenen euro) Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Totaal Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Totaal
beleggingsondernemingen, incl. reverse repo's 0 0 0 0 0 0 0 0 Leningen en voorschotten aan klanten, incl. reverse repo's 0 0 943 943 0 0 836 836 Aandelen 0 0 10 10 0 0 14 14 Beleggingscontracten, verzekeringen 16 527 75 0 16 602 14 241 107 0 14 348 Schuldpapier 13 0 57 70 13 0 1 14 Waarvan overheidsobligaties 0 0 0 0 0 0 0 0
beleggingsondernemingen, incl. reverse repo's 0 1 0 1 0 1 0 1 Leningen en voorschotten aan klanten, incl. reverse repo's 0 0 0 0 0 0 0 0 Aandelen 902 0 0 902 567 0 2 570 Schuldpapier 2 451 2 570 0 5 021 2 420 717 1 3 138
Derivaten 1 3 527 1 057 4 584 3 3 908 708 4 618
Aandelen 1 219 1 501 1 722 1 212 1 483 1 695 Schuldpapier 20 190 2 199 150 22 539 14 079 2 628 186 16 892
16 892
Derivaten 0 271 0 271 0 295 0 295
Totaal financiële activa gewaardeerd tegen reële waarde 41 303 8 644 2 717 52 665 32 534 7 656 2 231 42 422
incl. repo's 0 94 0 94 0 40 0 40 Deposito's van klanten en schuldpapier, incl. repo's 0 22 0 22 0 81 0 81 Derivaten 1 3 271 1 406 4 679 2 4 460 1 039 5 501 Baisseposities 882 0 0 882 1 428 0 0 1 428
incl. repo's 0 0 0 0 0 0 0 0 Deposito's van klanten en schuldpapier, incl. repo's 0 186 850 1 035 0 202 1 157 1 359 Schulden m.b.t. beleggingscontracten 15 644 0 0 15 644 13 432 0 0 13 432
Derivaten 0 265 51 316 0 306 95 401
Totaal financiële verplichtingen gewaardeerd tegen reële waarde 16 527 3 838 2 307 22 673 14 862 5 090 2 290 22 242
Bij eerste opname aangeduid als gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening (FVO)
2 397 963 0
1 273 0
3 360
18 165 11 679
2 364 602 0
1 501 26
2 966
13 206
FINANCIËLE ACTIVA GEWAARDEERD TEGEN REËLE WAARDE
Leningen en voorschotten aan kredietinstellingen en
Leningen en voorschotten aan kredietinstellingen en
FINANCIËLE VERPLICHTINGEN GEWAARDEERD TEGEN REËLE WAARDE
Deposito's van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen,
Deposito's van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen,
Aangehouden voor handelsdoeleinden
Waarvan overheidsobligaties
Tegen reële waarde via OCI
Waarvan overheidsobligaties
Aangehouden voor handelsdoeleinden
Afdekkingsderivaten
Afdekkingsderivaten
Totaal
p. 272
Totaal
Verplicht tegen reële waarde, niet aangehouden voor handelsdoeleinden
| Waarderingshiërarchie | 31-12-2024 | 31-12-2023 | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| (in miljoenen euro) | Niveau 1 | Niveau 2 | Niveau 3 | Totaal | Niveau 1 | Niveau 2 Niveau 3 | Totaal | |
| FINANCIËLE ACTIVA GEWAARDEERD TEGEN REËLE WAARDE | ||||||||
| Verplicht tegen reële waarde, niet aangehouden voor handelsdoeleinden | ||||||||
| Leningen en voorschotten aan kredietinstellingen en beleggingsondernemingen, incl. reverse repo's |
0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Leningen en voorschotten aan klanten, incl. reverse repo's | 0 | 0 | 943 | 943 | 0 | 0 | 836 | 836 |
| Aandelen | 0 | 0 | 10 | 10 | 0 | 0 | 14 | 14 |
| Beleggingscontracten, verzekeringen | 16 527 | 75 | 0 | 16 602 | 14 241 | 107 | 0 | 14 348 |
| Schuldpapier | 13 | 0 | 57 | 70 | 13 | 0 | 1 | 14 |
| Waarvan overheidsobligaties | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Aangehouden voor handelsdoeleinden | ||||||||
| Leningen en voorschotten aan kredietinstellingen en beleggingsondernemingen, incl. reverse repo's |
0 | 1 | 0 | 1 | 0 | 1 | 0 | 1 |
| Leningen en voorschotten aan klanten, incl. reverse repo's | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Aandelen | 902 | 0 | 0 | 902 | 567 | 0 | 2 | 570 |
| Schuldpapier | 2 451 | 2 570 | 0 | 5 021 | 2 420 | 717 | 1 | 3 138 |
| Waarvan overheidsobligaties | 2 397 | 963 | 0 | 3 360 | 2 364 | 602 | 0 | 2 966 |
| Derivaten | 1 | 3 527 | 1 057 | 4 584 | 3 | 3 908 | 708 | 4 618 |
| Tegen reële waarde via OCI | ||||||||
| Aandelen | 1 219 | 1 | 501 | 1 722 | 1 212 | 1 | 483 | 1 695 |
| Schuldpapier | 20 190 | 2 199 | 150 | 22 539 | 14 079 | 2 628 | 186 | 16 892 |
| Waarvan overheidsobligaties | 16 892 | 1 273 | 0 | 18 165 | 11 679 | 1 501 | 26 | 13 206 |
| Afdekkingsderivaten | ||||||||
| Derivaten | 0 | 271 | 0 | 271 | 0 | 295 | 0 | 295 |
| Totaal | ||||||||
| Totaal financiële activa gewaardeerd tegen reële waarde | 41 303 | 8 644 | 2 717 | 52 665 | 32 534 | 7 656 | 2 231 | 42 422 |
| FINANCIËLE VERPLICHTINGEN GEWAARDEERD TEGEN REËLE WAARDE | ||||||||
| Aangehouden voor handelsdoeleinden | ||||||||
| Deposito's van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen, incl. repo's |
0 | 94 | 0 | 94 | 0 | 40 | 0 | 40 |
| Deposito's van klanten en schuldpapier, incl. repo's | 0 | 22 | 0 | 22 | 0 | 81 | 0 | 81 |
| Derivaten | 1 | 3 271 | 1 406 | 4 679 | 2 | 4 460 | 1 039 | 5 501 |
| Baisseposities | 882 | 0 | 0 | 882 | 1 428 | 0 | 0 | 1 428 |
| Bij eerste opname aangeduid als gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening (FVO) | ||||||||
| Deposito's van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen, incl. repo's |
0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Deposito's van klanten en schuldpapier, incl. repo's | 0 | 186 | 850 | 1 035 | 0 | 202 | 1 157 | 1 359 |
| Schulden m.b.t. beleggingscontracten | 15 644 | 0 | 0 | 15 644 | 13 432 | 0 | 0 | 13 432 |
| Afdekkingsderivaten | ||||||||
| Derivaten | 0 | 265 | 51 | 316 | 0 | 306 | 95 | 401 |
| Totaal | ||||||||
| Totaal financiële verplichtingen gewaardeerd tegen reële waarde | 16 527 | 3 838 | 2 307 | 22 673 | 14 862 | 5 090 | 2 290 | 22 242 |
p. 272
• Het verschil tussen de reële waarde en de boekwaarde van de financiële instrumenten tegen geamortiseerde kostprijs (de niet-gerealiseerde verliezen, vooral op de portefeuille schuldpapier) werd veroorzaakt door de rentebewegingen in 2024, 2023 en 2022. Aan de actiefzijde betreft het een hold-to-collect bedrijfsmodel, waardoor tussentijdse reëlewaardeveranderingen minder relevant zijn. Rekening houdend met 1) de grote voorraad hoogwaardige liquide middelen van KBC (gemiddeld ongeveer 101 miljard euro in 2024), die bestaan uit cash en obligaties die in aanmerking komen voor repotransacties op de particuliere markt en bij de centrale banken, 2) het feit dat 56% van de totale klantendeposito's bij KBC wordt gedekt door de depositogarantie en 3) dat 86% van de totale klantendeposito's afkomstig is van stabielere retail- en kmo-klanten, hoeven de niet-gerealiseerde verliezen op de portefeuille schuldpapier tegen geamortiseerde kostprijs niet te
• Zie ook de paragraaf over de outlier-stresstest in het hoofdstuk Hoe beheren we onze risico's?, onder Marktrisico in niet-
• Alle interne waarderingsmodellen worden door een onafhankelijke Risk Validation Unit gevalideerd. Bovendien heeft het Directiecomité een Group Valuation Committee (GVC) aangesteld om ervoor te zorgen dat KBC voldoet aan alle wettelijke bepalingen over de waardering van financiële instrumenten tegen reële waarde. Het GVC bewaakt de consistente implementatie van het KBC Valuation Framework, dat bestaat uit verschillende richtlijnen (waaronder de Group Valuation Policy, de Group Market Value Adjustments Policy en de Group Parameter Review Policy). Het GVC komt minstens tweemaal per kwartaal samen om belangrijke wijzigingen in waarderingsmethoden (inclusief, maar niet beperkt tot, modellen, marktgegevens en inputs) of afwijkingen van Group Policies voor financiële instrumenten gewaardeerd tegen reële waarde goed te keuren. Het GVC bestaat uit leden van Finance, Risicobeheer en Middle Office. Om de drie maanden worden er valuation uncertainty measurements uitgevoerd en gerapporteerd aan het GVC. Een speciaal daartoe samengesteld team
• De reële waarde van hypothecaire kredieten en termijnkredieten die niet tegen reële waarde op de balans zijn opgenomen (zie tabel), wordt bepaald door contractuele kasstromen tegen de risicovrije rentevoet te verdisconteren. Die berekening wordt dan gecorrigeerd voor kredietrisico door rekening te houden met marges verkregen op gelijkaardige, maar recent uitgegeven kredieten of door een spread te gebruiken, afgeleid van de spread van genoteerde obligaties. De reële waarde houdt voor de belangrijkste portefeuilles rekening met prepayment risks en cap-opties. De reële waarde van termijndeposito's wordt berekend door de contractuele kasstromen te verdisconteren met de risicovrije rente. De reële
• Naar aanleiding van de eerste toepassing van IFRS 9 op 1 januari 2018 werd voor een totale boekwaarde van 15 060 miljoen euro aan schuldinstrumenten geherclassificeerd van voor verkoop beschikbare financiële activa naar financiële activa aangehouden tegen geamortiseerde kostprijs. Wegens die herclassificatie werd in 2024 voor 20 miljoen euro reëlewaardeverandering vóór belastingen niet geboekt in de herwaarderingsreserves (35 miljoen euro in 2023). De reële waarde van die geherclassificeerde portefeuille (na terugbetalingen) bedroeg 1 761 miljoen euro eind 2024 (2 808 miljoen euro
worden gerealiseerd voor liquiditeitsdoeleinden en zijn ze vanuit kapitaalsperspectief dan ook irrelevant.
waarde van zichtdeposito's en depositoboekjes wordt verondersteld gelijk te zijn aan de boekwaarde.
neemt reële waarden onder de loep die het resultaat zijn van een waarderingsmodel.
trading activiteiten.
eind 2023).
p. 275
Soort instrument Producten Type waardering
Halfliquide obligaties/ABS Halfliquide obligaties / asset backed securities BVAL, prijscontrole a.d.h.v. alternatieve
Schuldinstrumenten Eigen uitgiftes door KBC Ifima (passiva) Verdiscontering van toekomstige
aandelenopties, Bermudan swaptions, digitale renteopties, quantorenteopties, digitale aandelenopties, composite aandelenopties, barrieropties op aandelen, quanto-digital FX options, FX Asian options, FX European barrier options, FX simple digital barrier options, FX touch rebate, inflatieopties, Bermudan cancelable IRS, constant maturity swaps (CMS), CMS spread swaps, CMS spread options, CMS interest rate caps/floors, (callable) range accruals, autocallable options, lookback options,
worden geprijsd door één prijsleverancier op een niet-actieve markt
Private Equity Investments Private equity en niet-genoteerde deelnemingen Op basis van de waarderingsrichtlijnen
Deposito's, eenvoudige kasstromen, transacties in het kader van repo's Verdiscontering van toekomstige
Leningen, thesauriebewijzen Verdiscontering van toekomstige
Collateralised debt obligations (notes) Waarderingsmodel op basis van de
(Cross-Currency) Renteswaps (IRS), valutaswaps, valutatermijncontracten, rentetermijncontracten (FRA), inflatieswaps, dividendswaps en -futures, reverse floaters, opties op obligatiefutures, opties op rentefutures,
Caps en floors, renteopties, Europese aandelenopties, Europese en Amerikaanse valutaopties, forward start-opties, digitale valutaopties, FX strips van eenvoudige opties, Europese swaptions, European cancelable
Mark-to-market (gepubliceerde prijsnoteringen op een actieve markt), voor obligaties: BVAL of data vendor
Verdiscontering van toekomstige kasstromen op basis van
verdisconterings- en inschattingscurves (op basis van gepubliceerde depositoquoteringen, valutaswaps en (CC)IRS)
Waarderingsmodel voor opties op basis van waarneembare parameters (bv.
verdisconterings- en inschattingscurves (op basis van gepubliceerde depositoquoteringen, valutaswaps en (CC)IRS)
observeerbare marktgegevens, of via vergelijkbare spreadmethode
verdisconterings- en inschattingscurves (op basis van gepubliceerde depositoquoteringen, valutaswaps en (CC)IRS)
Waarderingsmodel voor opties op basis van niet-waarneembare parameters
correlatie tussen de respectieve defaultkansen van de onderliggende
van de European Private Equity & Venture
BVAL, prijsstelling door derden (bv. leadmanager), geen prijscontrole mogelijk
door gebrek aan beschikbare/ betrouwbare alternatieve marktgegevens
Verdiscontering van toekomstige kasstromen en waardering van gerelateerde derivaten op basis van nietobserveerbare parameters (indicatieve prijsstelling door derden voor de
Verdiscontering van toekomstige kasstromen en waardering van gerelateerde derivaten op basis van niet-
observeerbare parameters
kasstromen en waardering van gerelateerde derivaten op basis van observeerbare parameters
kasstromen op basis van
(bv. correlatie)
activa
derivaten)
Capital Association
volatiliteit)
kasstromen op basis van
Valutacontantcontracten, beursgenoteerde financiële futures, beursgenoteerde opties, beursgenoteerde aandelen, beursgenoteerde fondsen (ETF), liquide overheidsobligaties, andere liquide obligaties, liquide
asset backed securities op actieve markten
overnight index swaps, FX reset
Exotische derivaten Target profit forwards, flexible forwards, Amerikaanse en Aziatische
commodity swaps en forwards
Illiquide obligaties / ABS Illiquide (hypotheek)obligaties / Asset backed securities die indicatief
Schuldinstrumenten Eigen uitgiftes door KBC (KBC Ifima), hypotheekobligaties op het actief
Gestructureerde leningen Door de overheid gereguleerde leningen met ingebouwde hefboomrente
en exotische vervroegde aflossingsmogelijkheden (K&H)
van ČSOB
IRS
Niveau 1
Niveau 2
Niveau 3
p. 274
Liquide financiële instrumenten waarvoor genoteerde koersen regelmatig beschikbaar zijn
Plain vanilla / liquide
Lineaire financiële verplichtingen (zonder optionele kenmerken) – cashinstrumenten
Lineaire financiële activa (cashinstrumenten)
Illiquide instrumenten met kredietkoppeling
derivaten
| Soort instrument | Producten | Type waardering | |||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Niveau 1 | Liquide financiële Valutacontantcontracten, beursgenoteerde financiële futures, instrumenten waarvoor beursgenoteerde opties, beursgenoteerde aandelen, beursgenoteerde genoteerde koersen fondsen (ETF), liquide overheidsobligaties, andere liquide obligaties, liquide regelmatig beschikbaar zijn asset backed securities op actieve markten |
Mark-to-market (gepubliceerde prijsnoteringen op een actieve markt), voor obligaties: BVAL of data vendor |
|||||
| Niveau 2 | Plain vanilla / liquide derivaten |
(Cross-Currency) Renteswaps (IRS), valutaswaps, valutatermijncontracten, rentetermijncontracten (FRA), inflatieswaps, dividendswaps en -futures, reverse floaters, opties op obligatiefutures, opties op rentefutures, overnight index swaps, FX reset |
Verdiscontering van toekomstige kasstromen op basis van verdisconterings- en inschattingscurves (op basis van gepubliceerde depositoquoteringen, valutaswaps en (CC)IRS) |
||||
| Caps en floors, renteopties, Europese aandelenopties, Europese en Amerikaanse valutaopties, forward start-opties, digitale valutaopties, FX strips van eenvoudige opties, Europese swaptions, European cancelable IRS |
Waarderingsmodel voor opties op basis van waarneembare parameters (bv. volatiliteit) |
||||||
| Lineaire financiële verplichtingen (zonder optionele kenmerken) – cashinstrumenten |
Deposito's, eenvoudige kasstromen, transacties in het kader van repo's | Verdiscontering van toekomstige kasstromen op basis van verdisconterings- en inschattingscurves (op basis van gepubliceerde depositoquoteringen, valutaswaps en (CC)IRS) |
|||||
| Halfliquide obligaties/ABS | Halfliquide obligaties / asset backed securities BVAL, prijscontrole a.d.h.v. alternatieve observeerbare marktgegevens, of via vergelijkbare spreadmethode |
||||||
| Schuldinstrumenten | Verdiscontering van toekomstige kasstromen en waardering van gerelateerde derivaten op basis van observeerbare parameters |
||||||
| Lineaire financiële activa (cashinstrumenten) |
Leningen, thesauriebewijzen | Verdiscontering van toekomstige kasstromen op basis van verdisconterings- en inschattingscurves (op basis van gepubliceerde depositoquoteringen, valutaswaps en (CC)IRS) |
|||||
| Niveau 3 | Exotische derivaten | Target profit forwards, flexible forwards, Amerikaanse en Aziatische aandelenopties, Bermudan swaptions, digitale renteopties, quanto renteopties, digitale aandelenopties, composite aandelenopties, barrieropties op aandelen, quanto-digital FX options, FX Asian options, FX European barrier options, FX simple digital barrier options, FX touch rebate, inflatieopties, Bermudan cancelable IRS, constant maturity swaps (CMS), CMS spread swaps, CMS spread options, CMS interest rate caps/floors, (callable) range accruals, autocallable options, lookback options, commodity swaps en forwards |
Waarderingsmodel voor opties op basis van niet-waarneembare parameters (bv. correlatie) |
||||
| Illiquide instrumenten met kredietkoppeling |
Collateralised debt obligations (notes) | Waarderingsmodel op basis van de correlatie tussen de respectieve defaultkansen van de onderliggende activa |
|||||
| Private Equity Investments | Private equity en niet-genoteerde deelnemingen | Op basis van de waarderingsrichtlijnen van de European Private Equity & Venture Capital Association |
|||||
| Illiquide obligaties / ABS | Illiquide (hypotheek)obligaties / Asset backed securities die indicatief worden geprijsd door één prijsleverancier op een niet-actieve markt |
BVAL, prijsstelling door derden (bv. leadmanager), geen prijscontrole mogelijk door gebrek aan beschikbare/ betrouwbare alternatieve marktgegevens |
|||||
| Schuldinstrumenten | Eigen uitgiftes door KBC (KBC Ifima), hypotheekobligaties op het actief van ČSOB |
Verdiscontering van toekomstige kasstromen en waardering van gerelateerde derivaten op basis van niet observeerbare parameters (indicatieve prijsstelling door derden voor de derivaten) |
|||||
| Gestructureerde leningen | Door de overheid gereguleerde leningen met ingebouwde hefboomrente en exotische vervroegde aflossingsmogelijkheden (K&H) |
Verdiscontering van toekomstige kasstromen en waardering van gerelateerde derivaten op basis van niet observeerbare parameters |
p. 274
• De waarderingshiërarchie verdeelt de waarderingstechnieken, samen met de respectieve waarderingsparameters waarop
De waarderingshiërarchie kent de hoogste prioriteit toe aan parameters van niveau 1. Dat betekent dat, als er een actieve markt bestaat, gepubliceerde prijsnoteringen moeten worden gebruikt om het financiële actief of passief tegen reële waarde te waarderen. Parameters van niveau 1 zijn gepubliceerde (genoteerde) prijzen afkomstig van een beurs, een handelaar, een makelaar, een sectorgroep, een waarderingsdienst (pricing service) of een regelgevende instantie. Die prijzen zijn eenvoudig en op regelmatige basis beschikbaar en zijn ontleend aan actuele en regelmatig uitgevoerde markttransacties tussen onafhankelijke partijen op actieve markten die voor KBC toegankelijk zijn. De reële waarde is dan gebaseerd op de marktwaarde die wordt afgeleid van de huidige beschikbare transactieprijzen. Er wordt geen
Als er geen prijsnoteringen beschikbaar zijn, bepaalt de rapporterende entiteit de reële waarde met behulp van een waarderingstechniek (model) op basis van waarneembare of niet-waarneembare parameters. Het gebruik van waarneembare parameters moet worden gemaximaliseerd. Waarneembare parameters worden ook parameters van niveau 2 genoemd. Ze weerspiegelen alle factoren die marktdeelnemers bij de waardering van het actief of de verplichting tegen reële waarde in overweging zouden nemen op basis van marktgegevens afkomstig van bronnen die onafhankelijk zijn van de rapporterende entiteit. Waarneembare waarderingsparameters zijn bijvoorbeeld de risicovrije rente, wisselkoersen van vreemde valuta, aandelenkoersen en de impliciete volatiliteit. Waarderingstechnieken op basis van waarneembare parameters zijn onder andere: verdiscontering van toekomstige kasstromen, vergelijking met de huidige
Niet-waarneembare parameters worden ook parameters van niveau 3 genoemd. Ze zijn gebaseerd op de assumpties die marktpartijen volgens de rapporterende entiteit zouden gebruiken bij de waardering van het actief of de verplichting (inclusief assumpties over de betrokken risico's). Niet-waarneembare parameters weerspiegelen een markt die niet actief is. Waarderingsparameters die benaderingen zijn voor niet-waarneembare parameters (proxy) en correlatiefactoren
• Als de parameters die worden gebruikt om de reële waarde van een actief of passief te bepalen, in verschillende niveaus van de waarderingshiërarchie kunnen worden ondergebracht, dan wordt de reële waarde van het gehele actief of passief geklasseerd volgens het laagste niveau van de betreffende parameters die een belangrijke invloed hebben op de totale reële waarde van het actief of passief. Bijvoorbeeld: als de berekening van de reële waarde gebaseerd is op waarneembare parameters, waarbij belangrijke aanpassingen van die waarde nodig zijn op basis van niet-waarneembare parameters, dan
• De waarderingshiërarchie en de classificatie in die waarderingshiërarchie van de meest gebruikte financiële instrumenten vindt u in de tabel. Hoewel de meerderheid van een bepaald type financiële instrumenten geklasseerd wordt op het in de
• Bij overdrachten tussen verschillende niveaus van de waarderingshiërarchie hanteert KBC het principe dat die plaatsvinden aan het einde van de rapporteringsperiode. Voor meer details over overdrachten tussen de verschillende niveaus: zie
tabel vermelde niveau, kan een klein deel van die instrumenten geklasseerd zijn op een ander niveau.
die gebaseerd zijn, op basis van prioriteit, in drie niveaus:
of recente reële waarde van een ander soortgelijk instrument.
kunnen worden beschouwd als niet-waarneembaar op de markt.
valt die waarderingsmethode onder niveau 3 van de waarderingshiërarchie.
waarderingstechniek (model) gebruikt.
Toelichtingen 4.6. en 4.7.
• Overdrachten: in 2024 herklasseerde KBC voor 201 miljoen euro aan financiële instrumenten van niveau 1 naar niveau 2 en voor 445 miljoen euro aan financiële instrumenten van niveau 2 naar niveau 1 (2023: respectievelijk 176 miljoen euro en 286 miljoen euro). Het grootste deel van die herklasseringen gebeurde wegens een gewijzigde liquiditeit van overheids- en bedrijfsobligaties.
Toelichting 4.8: Derivaten
Waarvan renteswaps en futures
termijnwisselverrichtingen en futures
Waarvan valuta-
p. 276
netto resultaatsneutrale herwaarderingen.
en renteswaps,
• Qua volume van de gecontracteerde bedragen zijn van de derivaten eind 2024 ongeveer 75% derivaten aangehouden voor
• Het grootste deel van de derivaten aangehouden voor handelsdoeleinden is effectief opgenomen in het trading book, maar wordt voor een groot deel economisch afgedekt (beperkte open posities) door andere derivaten aangehouden voor handelsdoeleinden (bijvoorbeeld derivatentransacties geïnitieerd door commerciële klanten die economisch worden afgedekt) of door balansposities (bijvoorbeeld valutaposities), hetgeen leidt tot grote volumes nominale bedragen maar
• Een beperkt deel van de derivaten aangehouden voor handelsdoeleinden zijn ALM-derivaten die opgenomen zijn in het banking book en worden gebruikt om het economische risico af te dekken, maar daarop wordt geen hedge accounting toegepast. Op de meeste ALM-rentecontracten wordt hedge accounting toegepast. Slechts een beperkt deel van de ALM-
(in miljoenen euro) 31-12-2024 31-12-2023
Totaal 4 584 4 679 616 452 615 520 4 618 5 501 598 880 591 923 Rentecontracten 1 589 1 781 429 232 426 678 1 821 2 252 403 723 395 170
1 740
Valutacontracten 2 193 1 784 172 410 174 374 2 318 2 481 180 438 182 719
1 720
Aandelencontracten 799 1 110 14 530 14 191 471 761 14 381 13 698
Kredietcontracten 0 0 0 0 0 0 0 0 Waarvan credit default swaps 0 0 0 0 0 0 0 0
Grondstoffen- en andere contracten 4 3 280 277 8 7 338 336
Gecontracteerde
kocht Verkocht Activa
422 160
167 306
Aange-
421 656
7 576
167 819
4 592
11 348
3 181
bedragen* Boekwaarde
1 684
4 518 137 83
2 246
7 067 72 72
10 995 385 393
3 196 85 368
Verplichtingen
2 169
2 409
Boekwaarde
Verplichtingen
Activa
1 510
2 101
handelsdoeleinden en ongeveer 25% afdekkingsderivaten (hetzelfde als eind 2023).
derivaten voor vreemde valuta is gekoppeld aan hedge accounting.
Toelichting 4.8.1: Derivaten aangehouden voor handelsdoeleinden
Waarvan opties 80 41
Waarvan opties 92 64
Waarvan aandelenswaps 646 692
Waarvan opties 153 418
* In deze tabel worden bij de gecontracteerde bedragen beide benen van de derivaten gerapporteerd.
p. 277
Gecontracteerde bedragen*
kocht Verkocht
389 184
176 829
5 890
11 031
2 667
5 986
Aange-
394 018
176 708
3 730
11 314
3 067
p. 276
Toelichting 4.6: Financiële instrumenten die tegen reële waarde worden gewaardeerd – overdrachten tussen
Toelichting 4.7: Financiële instrumenten die tegen reële waarde worden gewaardeerd – focus op niveau 3 • Belangrijke bewegingen m.b.t. financiële instrumenten geklasseerd in niveau 3 van de waarderingshiërarchie in 2024:
schuldinstrumenten steeg met 55 miljoen euro, voornamelijk door nieuwe aankopen.
• Overdrachten: in 2024 herklasseerde KBC voor 201 miljoen euro aan financiële instrumenten van niveau 1 naar niveau 2 en voor 445 miljoen euro aan financiële instrumenten van niveau 2 naar niveau 1 (2023: respectievelijk 176 miljoen euro en 286 miljoen euro). Het grootste deel van die herklasseringen gebeurde wegens een gewijzigde liquiditeit van overheids- en
Activa verplicht gewaardeerd tegen reële waarde (niet aangehouden voor handelsdoeleinden): de reële waarde van de leningen en voorschotten steeg met 107 miljoen euro, voornamelijk door nieuwe transacties en wijzigingen in marktparameters, deels gecompenseerd door instrumenten die de eindvervaldag bereikten. De reële waarde van
Activa gewaardeerd tegen reële waarde via OCI: de reële waarde van schuldinstrumenten daalde met 36 miljoen euro, voornamelijk door verschuivingen uit niveau 3, deels gecompenseerd door nieuwe aankopen. De reële waarde van eigenvermogensinstrumenten steeg met 19 miljoen euro, vooral door nieuwe aankopen, deels gecompenseerd door de
Activa aangehouden voor handelsdoeleinden: de reële waarde van derivaten steeg met 349 miljoen euro, voornamelijk door wijzigingen in marktparameters en nieuwe aankopen, deels gecompenseerd door de verkoop van bestaande
Verplichtingen aangehouden voor handelsdoeleinden: de reële waarde van derivaten steeg met 367 miljoen euro, voornamelijk door wijzigingen in marktparameters en nieuwe transacties, deels gecompenseerd door de afwikkeling van
Verplichtingen gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-enverliesrekening: de reële waarde van uitgegeven schuldinstrumenten daalde met 307 miljoen euro, voornamelijk door transacties die de vervaldag bereikten en de verkoop van bestaande posities, deels gecompenseerd door nieuwe
Verplichtingen gerelateerd aan afdekkingsderivaten: de reële waarde van derivaten daalde met 43 miljoen euro door
Activa verplicht gewaardeerd tegen reële waarde (niet aangehouden voor handelsdoeleinden): de reële waarde van de leningen en voorschotten steeg met 210 miljoen euro, voornamelijk door nieuwe transacties en wijzigingen in
Activa gewaardeerd tegen reële waarde via OCI: de reële waarde van schuldinstrumenten daalde met 33 miljoen euro, voornamelijk door instrumenten die de eindvervaldag bereikten en de verkoop van bestaande posities. De reële waarde
Activa aangehouden voor handelsdoeleinden: de reële waarde van derivaten daalde met 22 miljoen euro, voornamelijk door de verkoop van bestaande posities, slechts deels gecompenseerd door nieuwe aankopen en wijzigingen in
Verplichtingen aangehouden voor handelsdoeleinden: de reële waarde van derivaten daalde met 86 miljoen euro, voornamelijk door de verkoop van bestaande posities en wijzigingen in marktparameters, slechts gedeeltelijk
Verplichtingen gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-enverliesrekening: de reële waarde van uitgegeven schuldinstrumenten steeg met 26 miljoen euro, voornamelijk door aankopen en wijzigingen in marktparameters, slechts gedeeltelijk gecompenseerd door transacties die de vervaldag
• Sommige activa van niveau 3 zijn geassocieerd of economisch gehedged door identieke verplichtingen van niveau 3, waardoor de blootstelling van KBC aan niet-observeerbare parameters lager is dan uit de brutocijfers zou kunnen blijken. Een substantieel deel van de instrumenten van niveau 3 wordt bovendien gewaardeerd aan de hand van prijsstelling door derden, waarbij KBC niet zelf de mogelijke niet-observeerbare parameters ontwikkelt. De belangrijkste niet-observeerbare parameters die KBC hanteert met betrekking tot de waardering van exotische derivaten, betreffen: de mean reversion parameter bij Bermudan swaptions, aandelen-cross-correlations en volatiliteiten voor bepaalde aandelenopties, interestvoetcorrelaties voor CMS spread options, en de financieringskosten die gebruikt worden voor het bepalen van forwardprijzen van aandelen als onderdeel van de waardering van bepaalde aandelenderivaten. De verandering in reële waarde als gevolg van een wijziging in deze parameters naar redelijke mogelijke alternatieve assumpties (reasonably possible
• Belangrijke bewegingen m.b.t. financiële instrumenten geklasseerd in niveau 3 van de waarderingshiërarchie in 2023:
marktparameters, deels gecompenseerd door instrumenten die de eindvervaldag bereikten.
van eigenvermogensinstrumenten steeg met 80 miljoen euro, vooral door aankopen.
niveau 1 en 2
bedrijfsobligaties.
posities.
bestaande posities.
marktparameters.
alternatives) is niet significant.
verkoop van bestaande posities.
wijzigingen in marktparameters.
transacties en wijzigingen in marktparameters.
gecompenseerd door nieuwe transacties.
bereikten en verkoop van bestaande posities.
| (in miljoenen euro) | 31-12-2024 | 31-12-2023 | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Gecontracteerde | Gecontracteerde | |||||||
| Boekwaarde | bedragen* | Boekwaarde | bedragen* | |||||
| Verplich | Aange | Verplich | Aange | |||||
| Activa | tingen | kocht | Verkocht | Activa | tingen | kocht | Verkocht | |
| Totaal | 4 584 | 4 679 | 616 452 | 615 520 | 4 618 | 5 501 | 598 880 | 591 923 |
| Rentecontracten | 1 589 | 1 781 | 429 232 | 426 678 | 1 821 | 2 252 | 403 723 | 395 170 |
| Waarvan renteswaps en futures | 1 510 | 1 740 | 421 656 | 422 160 | 1 684 | 2 169 | 394 018 | 389 184 |
| Waarvan opties | 80 | 41 | 7 576 | 4 518 | 137 | 83 | 9 705 | 5 986 |
| Valutacontracten | 2 193 | 1 784 | 172 410 | 174 374 | 2 318 | 2 481 | 180 438 | 182 719 |
| Waarvan valuta- en renteswaps, termijnwisselverrichtingen en futures |
2 101 | 1 720 | 167 819 | 167 306 | 2 246 | 2 409 | 176 708 | 176 829 |
| Waarvan opties | 92 | 64 | 4 592 | 7 067 | 72 | 72 | 3 730 | 5 890 |
| Aandelencontracten | 799 | 1 110 | 14 530 | 14 191 | 471 | 761 | 14 381 | 13 698 |
| Waarvan aandelenswaps | 646 | 692 | 11 348 | 10 995 | 385 | 393 | 11 314 | 11 031 |
| Waarvan opties | 153 | 418 | 3 181 | 3 196 | 85 | 368 | 3 067 | 2 667 |
| Kredietcontracten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Waarvan credit default swaps | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Grondstoffen- en andere contracten | 4 | 3 | 280 | 277 | 8 | 7 | 338 | 336 |
* In deze tabel worden bij de gecontracteerde bedragen beide benen van de derivaten gerapporteerd.
Toelichting 4.8.2: Afdekkingsderivaten
| (in miljoenen euro) 31-12-2024 |
Afdekkingsinstrument | Afgedekt instrument | Invloed op eigen vermogen | ||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Gecontracteerde bedragen1 |
Boekwaarde | veranderingen van instrumenten als basis voor de berekening van het niet-effectieve deel van de Reëlewaarde de afdekkings periode2 |
Type | veranderingen van de afgedekte instrumenten als basis voor de berekening van effectieve deel van de periode2 Rëelewaarde het niet |
Niet-effectief deel opgenomen resultaat het in |
Effectief deel opgenomen in OCI |
|||||
| Micro-hegde-reëlewaardeafdekkingen Hedgingstrategie |
Aange kocht |
Verkocht | Activa | Verplich- tingen |
Totaal inclusief reëlewaarde veranderingen |
Waarvan gecumuleerde reëlewaarde aanpassingen |
|||||
| Renteswaps | 37 727 | 37 727 | 96 | 63 | 281 | Aangehouden schuldpapier tegen AC | 8 050 | -252 | 17 | ||
| renteswaps en Valuta- |
0 | 0 | 0 | 0 | 0 | Leningen en voorschotten tegen AC | 569 | 33 | -45 | ||
| Aangehouden schuldpapier tegen FVOCI |
7 254 | 64 | 80 | ||||||||
| Uitgegeven schuldpapier tegen AC | 21 802 | -226 | -334 | ||||||||
| Deposito's tegen AC | 102 | -11 | 13 | ||||||||
| Totaal | 37 727 | 37 727 | 96 | 63 | 281 | Totaal | -269 | 11 | – | ||
| Reëlewaardeafdekkingstransacties ter afdekking van het renterisico van een portefeuille | |||||||||||
| Renteswaps | 141 341 | 141 341 | 67 | 95 | -464 | Aangehouden schuldpapier tegen AC | 831 | -31 | -23 | ||
| renteopties en Valuta- |
1 214 | 0 | 48 | 0 | -3 | Leningen en voorschotten tegen AC | 121 621 | -1 988 | 622 | ||
| Aangehouden schuldpapier tegen FVOCI |
76 | 0 | -3 | ||||||||
| Uitgegeven schuldpapier tegen AC | 0 | 0 | 0 | ||||||||
| Deposito's tegen AC | 17 471 | -379 | -121 | ||||||||
| verzekeringscontracten Leven Verplichtingen uit |
161 | 6 | -6 | ||||||||
| Totaal | 142 555 | 141 341 | 115 | 95 | -467 | Totaal | 469 | 2 | – | ||
| Kasstroomafdekkingen (micro-hedge | en ter afdekking van een portefeuille) | ||||||||||
| Renteswaps | 17 376 | 17 376 | 5 | 120 | 22 | ||||||
| renteswaps en Valuta- |
1 830 | 1 790 | 19 | 17 | -30 | ||||||
| Totaal | 19 206 | 19 166 | 24 | 137 | -8 | Totaal | 8 | 0 | -486 | ||
| Afdekking van een netto-investering in een buitenlandse entiteit | |||||||||||
| Totaal3 | 2 826 | 2 806 | 35 | 518 | 54 | Totaal | -54 | 0 | 147 | ||
| In deze tabel worden bij de gecontracteerde bedragen beide benen van de derivaten gerapporteerd. 1 |
Ineffectiviteit wordt erkend in het nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van de waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening –
2 3 Boekwaarde verplichtingen: afdekkingsinstrumenten voor het grootste deel onder de vorm van deposito's in een vreemde munt.
zie ook Toelichting 3.3.
p. 278
31-12-2023
(in miljoenen euro)
Gecontracteerde
bedragen1
Hedgingstrategie
Micro-hegde-reëlewaardeafdekkingen
Renteswaps
Valuta- en renteswaps
Totaal Renteswaps
Valuta- en renteopties
Totaal Renteswaps
Valuta- en renteswaps
Totaal Totaal3
1 2 3
145 550
143 932 Kasstroomafdekkingen (micro-hedge en ter afdekking van een portefeuille)
19 603 1 181 20 784 Afdekking van een netto-investering in een buitenlandse entiteit
2 579
2 570 In deze tabel worden bij de gecontracteerde bedragen beide benen van de derivaten gerapporteerd.
19
460 Ineffectiviteit wordt erkend in het nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van de waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening –
Boekwaarde verplichtingen: afdekkingsinstrumenten voor het grootste deel onder de vorm van deposito's in een vreemde munt.
77
Totaal
20 808
17
149
387
Totaal
1 205
1
22
-14
19 603
15
127
401
163
123
-1 022
Totaal
143 932 1 618
0
70
0
-27
Leningen en voorschotten tegen AC
Aangehouden schuldpapier tegen
Uitgegeven schuldpapier tegen AC
Deposito's tegen AC
FVOCI
143 932
93
123
-995
Aangehouden schuldpapier tegen AC
937 125 541 85 0 15 938
-507
-936
1 029 -395 -77
zie ook Toelichting 3.3.
0
92
-9
-611
7
–
0
0
3
9
-2 473
1 841
-7
115
31 864
31 864 Reëlewaardeafdekkingstransacties ter afdekking van het renterisico van een portefeuille
97
112
267
Totaal
31 864 0
0
0
0
0
31 864
97
112
267
Aangehouden schuldpapier tegen AC
Leningen en voorschotten tegen AC 601
Aangehouden schuldpapier tegen
Uitgegeven schuldpapier tegen AC
Deposito's tegen AC
FVOCI
6 547
2 999 21 285 0
0
0
-269
-2
–
-560
-774
-25
124
75
3
-300
377
Aangekocht
Verkocht
Activa
Verplich- tingen
Boekwaarde
Afdekkingsinstrument
Reëlewaardeveranderingen van de afdekkingsinstrumenten als basis voor de
berekening van
het niet-effectieve
deel van de
periode2 Type
Afgedekt instrument
Rëelewaardeveranderingen van de
afgedekte
instrumenten als basis voor de
Niet-effectief
deel
berekening van
het nieteffectieve deel
opgenomen
Effectief deel
in het
opgenomen
in OCI
resultaat
van de periode2
Waarvan
gecumuleerde
Totaal inclusief
reëlewaardeveranderingen
reëlewaardeaanpassingen
Invloed op eigen vermogen
| (in miljoenen euro) 31-12-2023 |
Afdekkingsinstrument | Afgedekt instrument | Invloed op eigen vermogen | ||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Gecontracteerde bedragen1 |
Boekwaarde | veranderingen van instrumenten als basis voor de berekening van het niet-effectieve deel van de Reëlewaarde de afdekkings periode2 |
Type | veranderingen van de afgedekte als basis voor de berekening van effectieve deel van de periode2 Rëelewaarde het niet instrumenten |
Effectief deel opgenomen in OCI deel opgenomen in het resultaat Niet-effectief |
||||||
| Hedgingstrategie | Aange kocht |
Verkocht | Activa | Verplich- tingen |
Totaal inclusief reëlewaarde veranderingen |
Waarvan leerde gecumu reëlewaarde aanpassingen |
|||||
| Micro-hegde-reëlewaardeafdekkingen Renteswaps |
31 864 | 31 864 | 97 | 112 | 267 | Aangehouden schuldpapier tegen AC | 6 547 | -300 | 377 | ||
| renteswaps en Valuta- |
0 | 0 | 0 | 0 | 0 | Leningen en voorschotten tegen AC | 601 | 75 | 3 | ||
| Aangehouden schuldpapier tegen FVOCI |
2 999 | -25 | 124 | ||||||||
| Uitgegeven schuldpapier tegen AC | 21 285 | -560 | -774 | ||||||||
| Deposito's tegen AC | 0 | 0 | 0 | ||||||||
| Totaal | 31 864 | 31 864 | 97 | 112 | 267 | Totaal | -269 | -2 | – | ||
| Reëlewaardeafdekkingstransacties ter afdekking van het renterisico van een portefeuille | |||||||||||
| Renteswaps | 143 932 | 143 932 | 93 | 123 | -995 | Aangehouden schuldpapier tegen AC | 937 | -7 | 115 | ||
| renteopties en Valuta- |
1 618 | 0 | 70 | 0 | -27 | Leningen en voorschotten tegen AC | 125 541 | -2 473 | 1 841 | ||
| Aangehouden schuldpapier tegen FVOCI |
85 | 3 | 9 | ||||||||
| Uitgegeven schuldpapier tegen AC | 0 | 0 | 0 | ||||||||
| Deposito's tegen AC | 15 938 | -507 | -936 | ||||||||
| Totaal | 145 550 | 143 932 | 163 | 123 | -1 022 | Totaal | 1 029 | 7 | – | ||
| Kasstroomafdekkingen (micro-hedge en ter afdekking van een portefeuille) | |||||||||||
| Renteswaps | 19 603 | 19 603 | 15 | 127 | 401 | ||||||
| renteswaps en Valuta- |
1 181 | 1 205 | 1 | 22 | -14 | ||||||
| Totaal | 20 784 | 20 808 | 17 | 149 | 387 | Totaal | -395 | -611 -9 |
|||
| Afdekking van een netto-investering in een buitenlandse entiteit | |||||||||||
| Totaal3 | 2 579 | 2 570 | 19 | 460 | 77 | Totaal | -77 | 0 | 92 | ||
| In deze tabel worden bij de gecontracteerde bedragen beide benen van de derivaten gerapporteerd. 1 |
2 3
Ineffectiviteit wordt erkend in het nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van de waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening – zie ook Toelichting 3.3.Boekwaarde verplichtingen: afdekkingsinstrumenten voor het grootste deel onder de vorm van deposito's in een vreemde munt. p. 279
Jaarverslag KBC Groep 2024 311
| Verwachte kasstromen van kasstroomafdekkingsderivaten per tijdskorf (in miljoenen euro) | Instroom | Uitstroom |
|---|---|---|
| Maximaal 3 maanden | 21 | -38 |
| Meer dan 3 maanden en maximaal 6 maanden | 46 | -54 |
| Meer dan 6 maanden en maximaal 1 jaar | 103 | -177 |
| Meer dan 1 jaar en maximaal 2 jaar | 183 | -325 |
| Meer dan 2 jaar en maximaal 5 jaar | 533 | -770 |
| Meer dan 5 jaar | 1 321 | -1 572 |
p. 281
5.0 Toelichtingen bij de andere posten op de balans
Toelichting 5.2: Belastingvorderingen en belastingverplichtingen
Financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening en
Reëlewaardeveranderingen, financiële instrumenten gewaardeerd tegen reële waarde via OCI, kasstroomafdekkingen en
Financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening en
Reëlewaardeveranderingen, financiële instrumenten gewaardeerd tegen reële waarde via OCI, kasstroomafdekkingen en
(in miljoenen euro) 31-12-2024 31-12-2023 Totaal 1 911 1 691 Vooruitbetaalde kosten en verkregen opbrengsten 592 627 Overige 1 320 1 064
(in miljoenen euro) 31-12-2024 31-12-2023
Actuele belastingvorderingen 59 176 Actuele belastingverplichtingen 121 99 UITGESTELDE BELASTINGEN 593 351 Uitgestelde belastingvorderingen, per type van tijdelijk verschil 1 382 1 134 Personeelsbeloningen 80 85 Fiscaal overgedragen verliezen 366 103 Materiële en immateriële vaste activa 98 80 Voorziening voor risico's en kosten 18 19 Bijzondere waardeverminderingen voor verliezen op leningen en voorschotten 212 207
reëlewaardeafdekkingen 86 92
afdekkingen van netto-investeringen in buitenlandse entiteiten 426 445 Verplichtingen uit verzekeringscontracten 33 36 Overige, incl. herverzekeringscontracten 64 68 Uitgestelde belastingverplichtingen, per type van tijdelijk verschil 789 784 Personeelsbeloningen 113 95 Fiscaal overgedragen verliezen 0 0 Materiële en immateriële vaste activa 57 43 Voorziening voor risico's en kosten 9 9 Bijzondere waardeverminderingen voor verliezen op leningen en voorschotten 3 3
reëlewaardeafdekkingen 85 76
afdekkingen van netto-investeringen in buitenlandse entiteiten 21 41 Verplichtingen uit verzekeringscontracten 452 467 Overige, incl. herverzekeringscontracten 50 50
Uitgestelde belastingvorderingen 942 724 Uitgestelde belastingverplichtingen 349 373 Niet-gecompenseerde fiscale verliezen en ongebruikte fiscaal verrekenbare tegoeden 95 117
Toelichting 5.1: Overige activa
ACTUELE BELASTINGEN
Netto opgenomen in de balans als volgt
p. 280
• De Treasury-departementen van de verschillende entiteiten beheren het renterisico. Om de negatieve impact van renteschommelingen te vermijden, worden de looptijden van activa en passiva op de balans aangepast door middel van
• Wat de verhouding tussen risicobeheer en de boekhoudkundige vertaling ervan betreft, krijgt het economische beheer voorrang en worden de risico's afgedekt volgens het algemene ALM-kader. Pas daarna wordt gezocht naar de mogelijkheden om de eventuele boekhoudkundige mismatch die daardoor ontstaat, te beperken door een van de
• De resterende afdekkingsreserves van kasstroomafdekkingen van eventuele afdekkingsrelaties waarvoor hedge accounting niet langer wordt toegepast, bedragen -187 miljoen euro in 2024 (-322 miljoen euro in 2023). Het geaccumuleerde bedrag van reëlewaardeafdekkingsveranderingen dat nog resteert in de balans voor alle afgedekte instrumenten die niet meer worden aangepast voor het afdekken van winsten en verliezen, bedraagt -99 miljoen euro in 2024 (-82 miljoen euro in 2023). Deze
• Het verschil tussen de balanspost Winst/verlies op posities in portefeuilles afgedekt tegen renterisico en de gecumuleerde aanpassingen van de reële waarde naar aanleiding van reëlewaardeafdekkingstransacties ter afdekking van het renterisico van een portefeuille zoals opgenomen in Toelichting 4.8.2, wordt verklaard door gecumuleerde aanpassingen van de reële waarde met betrekking tot stopgezette reëlewaardeafdekkingstransacties die niet worden opgenomen in Toelichting 4.8.2,
• De gecumuleerde reëlewaardeaanpassingen van de afgedekte activa betrokken bij reëlewaardeafdekkingstransacties ter afdekking van het renterisico van een portefeuille, waren minder negatief in 2024 door de rentedaling van de risicovrije rente en het unwinding effect van de negatieve gecumuleerde reëlewaardeaanpassing. Ook de balanspost Winst/verlies op posities in portefeuilles afgedekt voor renterisico, aan de passiefzijde van de balans, was minder negatief om dezelfde
Verwachte kasstromen van kasstroomafdekkingsderivaten per tijdskorf (in miljoenen euro) Instroom Uitstroom Maximaal 3 maanden 21 -38 Meer dan 3 maanden en maximaal 6 maanden 46 -54 Meer dan 6 maanden en maximaal 1 jaar 103 -177 Meer dan 1 jaar en maximaal 2 jaar 183 -325 Meer dan 2 jaar en maximaal 5 jaar 533 -770 Meer dan 5 jaar 1 321 -1 572
• Zie ook de paragraaf over hedge accounting in het hoofdstuk Hoe beheren we onze risico's? en Toelichting 3.3.
interest rate swaps en andere derivaten.
bovengenoemde indekkingstechnieken.
maar wel op de balans.
redenen.
aanpassingen worden geamortiseerd naar winst of verlies.
| (in miljoenen euro) | 31-12-2024 | 31-12-2023 |
|---|---|---|
| Totaal | 1 911 | 1 691 |
| Vooruitbetaalde kosten en verkregen opbrengsten | 592 | 627 |
| Overige | 1 320 | 1 064 |
| (in miljoenen euro) | 31-12-2024 | 31-12-2023 |
|---|---|---|
| ACTUELE BELASTINGEN | ||
| Actuele belastingvorderingen | 59 | 176 |
| Actuele belastingverplichtingen | 121 | 99 |
| UITGESTELDE BELASTINGEN | 593 | 351 |
| Uitgestelde belastingvorderingen, per type van tijdelijk verschil | 1 382 | 1 134 |
| Personeelsbeloningen | 80 | 85 |
| Fiscaal overgedragen verliezen | 366 | 103 |
| Materiële en immateriële vaste activa | 98 | 80 |
| Voorziening voor risico's en kosten | 18 | 19 |
| Bijzondere waardeverminderingen voor verliezen op leningen en voorschotten | 212 | 207 |
| Financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening en reëlewaardeafdekkingen |
86 | 92 |
| Reëlewaardeveranderingen, financiële instrumenten gewaardeerd tegen reële waarde via OCI, kasstroomafdekkingen en afdekkingen van netto-investeringen in buitenlandse entiteiten |
426 | 445 |
| Verplichtingen uit verzekeringscontracten | 33 | 36 |
| Overige, incl. herverzekeringscontracten | 64 | 68 |
| Uitgestelde belastingverplichtingen, per type van tijdelijk verschil | 789 | 784 |
| Personeelsbeloningen | 113 | 95 |
| Fiscaal overgedragen verliezen | 0 | 0 |
| Materiële en immateriële vaste activa | 57 | 43 |
| Voorziening voor risico's en kosten | 9 | 9 |
| Bijzondere waardeverminderingen voor verliezen op leningen en voorschotten | 3 | 3 |
| Financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening en reëlewaardeafdekkingen |
85 | 76 |
| Reëlewaardeveranderingen, financiële instrumenten gewaardeerd tegen reële waarde via OCI, kasstroomafdekkingen en afdekkingen van netto-investeringen in buitenlandse entiteiten |
21 | 41 |
| Verplichtingen uit verzekeringscontracten | 452 | 467 |
| Overige, incl. herverzekeringscontracten | 50 | 50 |
| Netto opgenomen in de balans als volgt | ||
| Uitgestelde belastingvorderingen | 942 | 724 |
| Uitgestelde belastingverplichtingen | 349 | 373 |
| Niet-gecompenseerde fiscale verliezen en ongebruikte fiscaal verrekenbare tegoeden | 95 | 117 |
• Uitgestelde belastingvorderingen worden geboekt voor zover het waarschijnlijk is dat er belastbare winsten beschikbaar zullen zijn op basis van realistische financiële projecties waardoor die aftrekbare tijdelijke verschillen kunnen worden gebruikt in de nabije toekomst (beperkt tot een periode van 8 à 10 jaar).
Toelichting 5.4: Materiële vaste activa en vastgoedbeleggingen
MUTATIETABEL
Geaccumuleerde afschrijvingen en bijzondere
Geaccumuleerde afschrijvingen en bijzondere
onderhoud en bestemming).
waardeverminderingen
waardeverminderingen
2024
2023
p. 282
(in miljoenen euro) 31-12-2024 31-12-2023 Materiële vaste activa 3 396 3 216 Vastgoedbeleggingen 585 485 Huurinkomsten 55 53 Directe exploitatiekosten die voortvloeien uit vastgoedbeleggingen die huurinkomsten hebben gegenereerd 16 15 Directe exploitatiekosten die voortvloeien uit vastgoedbeleggingen die geen huurinkomsten hebben gegenereerd 1 1
Terreinen en gebouwen
Beginsaldo 1 306 122 1 789 3 216 485 Aanschaffingen 109 83 803 995 149 Vervreemdingen -44 -2 -271 -317 -13 Afschrijvingen -102 -62 -30 -194 -33 Overige mutaties 3 -6 -300 -304 -2 Eindsaldo 1 271 135 1 990 3 396 585
1 609
Reële waarde 839
Beginsaldo 1 373 130 1 486 2 989 571 Aanschaffingen 106 53 830 988 34 Vervreemdingen -24 0 -242 -266 -82 Afschrijvingen -119 -62 -25 -206 -31 Overige mutaties -30 1 -260 -289 -7 Eindsaldo 1 306 122 1 789 3 216 485
1 585
Reële waarde 733
• Jaarlijkse afschrijvingspercentages: hoofdzakelijk 3% voor gebouwen (inclusief vastgoedbeleggingen), 33% voor IT-
• Er bestaan beperkte verplichtingen (ongeveer 0,2 miljard euro) voor de verwerving van materiële vaste activa. Er bestaan geen belangrijke beperkingen op eigendom en materiële vaste activa die als zekerheid dienen voor verplichtingen. • De meeste vastgoedbeleggingen worden periodiek gewaardeerd door een onafhankelijke expert en jaarlijks door eigen specialisten in die materie. Die waardering is hoofdzakelijk gebaseerd op de kapitalisatie van de geschatte huurwaarde en eenheidsprijzen van soortgelijke onroerende goederen. Daarbij houden we rekening met alle marktparameters die beschikbaar zijn op de datum van de schatting (onder meer ligging en marktsituatie, bouwwijze en constructie, staat van
• Eigen specialisten waarderen jaarlijks een aantal andere vastgoedbeleggingen en baseren zich daarbij op de actuele jaarhuur per gebouw en de verwachte ontwikkeling ervan, en op een geïndividualiseerde kapitalisatievoet per gebouw. • De impact van de zware overstromingen en de andere bijzondere weersomstandigheden in 2024 en 2023 op de (waardeverminderingen op) materiële vaste activa en vastgoedbeleggingen (in casu ons kantorennetwerk) was niet wezenlijk. Voor informatie met betrekking tot klimaat- en andere ESG-risico's: zie het hoofdstuk Duurzaamheidsverklaring. • De impact van onze eigen activiteiten als bank-verzekeraar op het milieu is, zeker in vergelijking met industriële bedrijven en met onze indirecte impact via onder meer kredietverlening, zeer beperkt. Het betreft dan voornamelijk onze gebouwen en voertuigen (woon-werkverkeer). Niettemin berekenen we ook onze directe eigen broeikasgasimpact en hanteren daarvoor ook bepaalde doelstellingen. Verdere uitleg vindt u in het deel Verslag van de Raad van Bestuur, onder
Duurzaamheidsverklaring. Meer details vindt u in ons Climate Report en ons Sustainability Report, op www.kbc.com. • Overige uitrusting: bevat voor het grootste deel fullserviceverhuur van voertuigen (vooral auto's en fietsen) onder operationele leasing. De overige mutaties bij de overige uitrusting betreffen hoofdzakelijk afschrijvingen op deze activa,
opgenomen onder de Overige netto-inkomsten in de winst-en-verliesrekening.
apparatuur, tussen 5% en 33% voor overige uitrusting. Op terreinen wordt geen afschrijving toegepast.
ITapparatuur
484
479
Overige uitrusting
882
915
Totaal materiële vaste activa
2 975
2 979
Vastgoedbeleggingen
324
308
| (in miljoenen euro) | 31-12-2024 | 31-12-2023 |
|---|---|---|
| Totaal | 116 | 30 |
| Overzicht van investeringen inclusief goodwill | ||
| IGLUU s.r.o. | 3 | 2 |
| Immoscoop 2.0 BV | – | 0 |
| Isabel NV | 94 | 15 |
| Bancontact Payconiq Company NV | 8 | 7 |
| Batopin NV | 8 | 3 |
| Overige | 3 | 2 |
| Goodwill op geassocieerde ondernemingen en joint ventures | ||
| Brutobedrag | 0 | 0 |
| Geaccumuleerde bijzondere waardeverminderingen | 0 | 0 |
| Indeling naar type | ||
| Niet-beursgenoteerd | 116 | 30 |
| Beursgenoteerd | 0 | 0 |
| Reële waarde van investeringen in beursgenoteerde geassocieerde ondernemingen en joint ventures | 0 | 0 |
p. 283
• Isabel NV: zie Toelichting 3.10.
p. 282
• Uitgestelde belastingvorderingen worden geboekt voor zover het waarschijnlijk is dat er belastbare winsten beschikbaar zullen zijn op basis van realistische financiële projecties waardoor die aftrekbare tijdelijke verschillen kunnen worden gebruikt
• Niet-gecompenseerde fiscale verliezen en ongebruikte fiscaal verrekenbare tegoeden hebben betrekking op fiscale verliezen van de groepsmaatschappijen die niet werden geactiveerd wegens onvoldoende bewijs van toekomstige belastbare winst. De meeste fiscale verliezen en fiscaal verrekenbare tegoeden zijn overdraagbaar gedurende twintig jaar
◦ toename van uitgestelde belastingvorderingen via resultaat (+235 miljoen euro), voornamelijk door fiscaal overgedragen verliezen (+263 miljoen euro). Deze toename bevat de boeking van een uitgestelde belastingvordering voor KBC Bank NV van 318 miljoen euro met betrekking tot de aanstaande liquidatie van Exicon (ex-KBC Bank Ireland) in het vierde kwartaal van 2024, deels gecompenseerd door benutting van eerder aangelegde uitgestelde
◦ afname van uitgestelde belastingvorderingen door wijzigingen in de herwaarderingsreserve van financiële instrumenten gewaardeerd tegen reële waarde via OCI, kasstroomafdekkingen en afdekkingen van netto-
◦ toename van uitgestelde belastingverplichtingen bij verplichtingen uit personeelsbeloningen voornamelijk geboekt via OCI (+17 miljoen euro), materiële en immateriële vaste activa (+14 miljoen euro) en versterkt door financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening en
◦ afname van uitgestelde belastingverplichtingen door wijzigingen in de herwaarderingsreserve van financiële instrumenten gewaardeerd tegen reële waarde via OCI, kasstroomafdekkingen en afdekkingen van netto-
◦ afname van uitgestelde belastingverplichtingen bij verplichtingen uit verzekeringscontracten (-15 miljoen euro),
• De uitgestelde belastingvorderingen zoals opgenomen in de balans bevinden zich grotendeels bij KBC Bank en ČSOB in
(in miljoenen euro) 31-12-2024 31-12-2023 Totaal 116 30
IGLUU s.r.o. 3 2 Immoscoop 2.0 BV – 0 Isabel NV 94 15 Bancontact Payconiq Company NV 8 7 Batopin NV 8 3 Overige 3 2
Brutobedrag 0 0 Geaccumuleerde bijzondere waardeverminderingen 0 0
Niet-beursgenoteerd 116 30 Beursgenoteerd 0 0 Reële waarde van investeringen in beursgenoteerde geassocieerde ondernemingen en joint ventures 0 0
• Geassocieerde ondernemingen: ondernemingen waarbij KBC een belangrijke invloed uitoefent op het management, maar zonder directe of indirecte, volledige of gezamenlijke controle. KBC heeft over het algemeen een aandeelhouderschap van 20% tot 50% in dergelijke ondernemingen. Joint ventures zijn ondernemingen waarbij KBC gezamenlijke controle uitoefent. • Goodwill betaald op geassocieerde ondernemingen en joint ventures: is opgenomen in het nominale bedrag van Investeringen in geassocieerde ondernemingen en joint ventures in de balans. We voeren een waardeverminderingstoets uit
en boeken indien vereist de nodige bijzondere waardeverminderingen op goodwill (zie tabel).
• De nettowijziging van de uitgestelde belastingen (+242 miljoen euro in 2024) is als volgt verdeeld: - Wijziging van de uitgestelde belastingvorderingen (+248 miljoen euro), voornamelijk omwille van:
waarvan +64 miljoen euro geboekt via OCI en -49 miljoen euro geboekt via resultaat.
in de nabije toekomst (beperkt tot een periode van 8 à 10 jaar).
belastingvorderingen dankzij belastbare winsten;
reëlewaardeafdekkingen (+9 miljoen euro);
investeringen in buitenlandse entiteiten (-19 miljoen euro).
investeringen in buitenlandse entiteiten (-19 miljoen euro);
Toelichting 5.3: Investeringen in geassocieerde ondernemingen en joint ventures
of meer.
Tsjechië.
Indeling naar type
Overzicht van investeringen inclusief goodwill
• Isabel NV: zie Toelichting 3.10.
Goodwill op geassocieerde ondernemingen en joint ventures
| (in miljoenen euro) | 31-12-2024 | 31-12-2023 | |||
|---|---|---|---|---|---|
| Materiële vaste activa | 3 396 | 3 216 | |||
| Vastgoedbeleggingen | 585 | 485 | |||
| Huurinkomsten | 55 | 53 | |||
| Directe exploitatiekosten die voortvloeien uit vastgoedbeleggingen die huurinkomsten hebben gegenereerd | 16 | 15 | |||
| Directe exploitatiekosten die voortvloeien uit vastgoedbeleggingen die geen huurinkomsten hebben gegenereerd | 1 | 1 | |||
| MUTATIETABEL | Terreinen en gebouwen |
IT apparatuur |
Overige uitrusting |
Totaal materiële vaste activa |
Vastgoed beleggingen |
| 2024 | |||||
| Beginsaldo | 1 306 | 122 | 1 789 | 3 216 | 485 |
| Aanschaffingen | 109 | 83 | 803 | 995 | 149 |
| Vervreemdingen | -44 | -2 | -271 | -317 | -13 |
| Afschrijvingen | -102 | -62 | -30 | -194 | -33 |
| Overige mutaties | 3 | -6 | -300 | -304 | -2 |
| Eindsaldo | 1 271 | 135 | 1 990 | 3 396 | 585 |
| Geaccumuleerde afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen |
1 609 | 484 | 882 | 2 975 | 324 |
| Reële waarde | 839 | ||||
| 2023 | |||||
| Beginsaldo | 1 373 | 130 | 1 486 | 2 989 | 571 |
| Aanschaffingen | 106 | 53 | 830 | 988 | 34 |
| Vervreemdingen | -24 | 0 | -242 | -266 | -82 |
| Afschrijvingen | -119 | -62 | -25 | -206 | -31 |
| Overige mutaties | -30 | 1 | -260 | -289 | -7 |
| Eindsaldo | 1 306 | 122 | 1 789 | 3 216 | 485 |
| Geaccumuleerde afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen |
1 585 | 479 | 915 | 2 979 | 308 |
| Reële waarde | 733 |
• Jaarlijkse afschrijvingspercentages: hoofdzakelijk 3% voor gebouwen (inclusief vastgoedbeleggingen), 33% voor ITapparatuur, tussen 5% en 33% voor overige uitrusting. Op terreinen wordt geen afschrijving toegepast.
| Intern ontwikkelde |
Extern ontwikkelde |
||||
|---|---|---|---|---|---|
| (in miljoenen euro) | Goodwill | software | software | Overige | Totaal |
| 2024 | |||||
| Beginsaldo | 1 240 | 829 | 266 | 20 | 2 355 |
| Aanschaffingen | 0 | 311 | 69 | 7 | 387 |
| Vervreemdingen | 0 | 0 | -7 | -6 | -14 |
| Afschrijvingen | – | -124 | -63 | -2 | -188 |
| Overige mutaties | -18 | -44 | 2 | -4 | -65 |
| Eindsaldo | 1 221 | 972 | 266 | 15 | 2 475 |
| Geaccumuleerde afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen | 369 | 1 006 | 886 | 24 | 2 286 |
| 2023 | |||||
| Beginsaldo | 1 346 | 719 | 250 | 16 | 2 331 |
| Aanschaffingen | 0 | 271 | 87 | 11 | 370 |
| Vervreemdingen | 0 | 0 | 0 | -2 | -2 |
| Afschrijvingen | – | -113 | -64 | -2 | -179 |
| Overige mutaties | -106 | -48 | -7 | -3 | -164 |
| Eindsaldo | 1 240 | 829 | 266 | 20 | 2 355 |
| Geaccumuleerde afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen | 369 | 806 | 909 | 31 | 2 115 |
Uitstaande goodwill
en 4,7% (2023: tussen 3,2% en 4,7%).
wordt dan de boekwaarde.
p. 284
p. 285
Discontovoeten over de expliciete periode
(in miljoenen euro) 31-12-2024 31-12-2023 31-12-2024 31-12-2023 K&H Bank 169 181 14,7% – 13,5% 15,2% – 13,7% ČSOB (Tsjechië) 248 252 12,7% – 12,6% 13,0% – 12,8% ČSOB Stavební sporitelna 65 66 12,7% – 12,6% 13,0% – 12,8% United Bulgarian Bank 546 546 12,4% – 12,3% 13,3% – 12,5% DZI Insurance 75 75 10,1% 11,2% – 10,4% KBC Commercial Finance 21 21 11,6% – 12,2% 12,0% Pension Insurance Company UBB 56 56 7,3% – 7,8% 8,3% – 8,4% Rest 42 42 – – Totaal 1 221 1 240 – –
• De periode waarop de kasstroombudgetten en prognoses betrekking hebben, is in de meeste gevallen 10 jaar. We gebruiken die langere periode vanwege de huidige sterke groei in de Centraal- en Oost-Europese landen waarbij de verwachting is
• Het gebruikte groeipercentage voor de extrapolatie van de kasstroomprognoses na die periode is gelijk aan de verwachte langetermijngroei van het bruto binnenlands product. Dat laatste is afhankelijk van het land en bedroeg in 2024 tussen 3,2%
• Voor alle entiteiten geldt dat per einde 2024 het overschot van de realiseerbare waarde op de boekwaarde zo aanzienlijk is dat geen redelijke verandering in de hoofdparameters ertoe zou leiden dat de realiseerbare waarde gelijk is aan of kleiner
dat op langere termijn de groeivoet evolueert naar een meer gematigd niveau.
van kasstroomprognose heen
| Uitstaande goodwill van kasstroomprognose heen |
|||||
|---|---|---|---|---|---|
| (in miljoenen euro) | 31-12-2024 | 31-12-2023 | 31-12-2024 | 31-12-2023 | |
| K&H Bank | 169 | 181 | 14,7% – 13,5% | 15,2% – 13,7% | |
| ČSOB (Tsjechië) | 248 | 252 | 12,7% – 12,6% | 13,0% – 12,8% | |
| ČSOB Stavební sporitelna | 65 | 66 | 12,7% – 12,6% | 13,0% – 12,8% | |
| United Bulgarian Bank | 546 | 546 | 12,4% – 12,3% | 13,3% – 12,5% | |
| DZI Insurance | 75 | 75 | 10,1% | 11,2% – 10,4% | |
| KBC Commercial Finance | 21 | 21 | 11,6% – 12,2% | 12,0% | |
| Pension Insurance Company UBB | 56 | 56 | 7,3% – 7,8% | 8,3% – 8,4% | |
| Rest | 42 | 42 | – | – | |
| Totaal | 1 221 | 1 240 | – | – |
• De periode waarop de kasstroombudgetten en prognoses betrekking hebben, is in de meeste gevallen 10 jaar. We gebruiken die langere periode vanwege de huidige sterke groei in de Centraal- en Oost-Europese landen waarbij de verwachting is dat op langere termijn de groeivoet evolueert naar een meer gematigd niveau.
• Het gebruikte groeipercentage voor de extrapolatie van de kasstroomprognoses na die periode is gelijk aan de verwachte langetermijngroei van het bruto binnenlands product. Dat laatste is afhankelijk van het land en bedroeg in 2024 tussen 3,2% en 4,7% (2023: tussen 3,2% en 4,7%).
• Voor alle entiteiten geldt dat per einde 2024 het overschot van de realiseerbare waarde op de boekwaarde zo aanzienlijk is dat geen redelijke verandering in de hoofdparameters ertoe zou leiden dat de realiseerbare waarde gelijk is aan of kleiner wordt dan de boekwaarde.
p. 284
Toelichting 5.5: Goodwill en andere immateriële vaste activa
Geaccumuleerde afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen
geassocieerde ondernemingen in de balans.
verschillende profielen voor.
2024
2023
(in miljoenen euro) Goodwill
waarde (via multipele analyse en dergelijke) min directe verkoopkosten.
bedrijf, rekening houdend met de reglementaire vereisten voor het minimumkapitaal.
Beginsaldo 1 240 829 266 20 2 355 Aanschaffingen 0 311 69 7 387 Vervreemdingen 0 0 -7 -6 -14 Afschrijvingen – -124 -63 -2 -188 Overige mutaties -18 -44 2 -4 -65 Eindsaldo 1 221 972 266 15 2 475 Geaccumuleerde afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen 369 1 006 886 24 2 286
Beginsaldo 1 346 719 250 16 2 331 Aanschaffingen 0 271 87 11 370 Vervreemdingen 0 0 0 -2 -2 Afschrijvingen – -113 -64 -2 -179 Overige mutaties -106 -48 -7 -3 -164 Eindsaldo 1 240 829 266 20 2 355
• Goodwill: omvat de goodwill betaald op ondernemingen uit de consolidatiekring en betaald bij de overname van activiteiten. Goodwill betaald op geassocieerde ondernemingen is opgenomen in het nominale bedrag van Investeringen in
• Waardeverminderingstoets: we voerden die waardeverminderingstoets uit om na te gaan of er waardeverminderingen op goodwill moesten worden geboekt (zie tabel en Toelichting 3.9). We voeren de waardeverminderingstoets minstens jaarlijks uit. Bovendien voeren we op kwartaalbasis een high level assessment uit om na te gaan of er een indicatie voor waardevermindering bestaat. In die toets beschouwen we elke entiteit als een aparte kasstroom genererende eenheid (KGE). De entiteiten op zich hebben immers een specifiek risicoprofiel en binnen elke entiteit zelf komen in veel mindere mate
• Bijzondere waardeverminderingen op goodwill als gevolg van de toepassing van IAS 36: nemen we in het resultaat op als het realiseerbare bedrag van een investering lager is dan de boekwaarde ervan. Het realiseerbare bedrag bepalen we als het hoogste van de bedrijfswaarde (bepaald op basis van de DCF-methode (DCF staat voor Discounted Cash Flow)) en de reële
• De voornaamste groepsmaatschappijen waarop de goodwill betrekking heeft, vindt u in de tabel. Ze werden allemaal gewaardeerd op basis van de DCF-methode. Bij de DCF-methode wordt het realiseerbare bedrag van een investering berekend als de huidige waarde van alle toekomstige vrije kasstromen van het bedrijf. Daarbij gaan we uit van langetermijnprognoses over de activiteit van de onderneming en de daaruit resulterende kasstromen (enerzijds gaat het om voorspellingen voor een aantal jaren in de toekomst, anderzijds om de restwaarde van het bedrijf na die expliciete voorspellingsperiode). Die langetermijnprognoses zijn het resultaat van een combinatie van een beoordeling van de vroegere en huidige prestaties, en externe informatiebronnen inzake toekomstige ontwikkelingen in de respectieve markten en de globale macro-economische omgeving. Waar in de onderliggende financiële prognoses rekening gehouden wordt met elementen van en producten/projecten inzake duurzaamheid, heeft dat bijgevolg ook een invloed op de waardering. De uiteindelijke groeivoet bepalen we op basis van het langetermijngemiddelde van de groei van de markt. De huidige waarde van die toekomstige kasstromen berekenen we door een samengestelde discontovoet toe te passen. We bepalen de samengestelde discontovoet aan de hand van de CAPM-theorie (Capital Asset Pricing Model) en gebruiken daarbij een landenspecifieke risicovrije rente, samen met een marktrisicopremie (vermenigvuldigd met een activiteitsafhankelijke bèta). Binnen KBC hebben we twee specifieke DCF-modellen ontwikkeld: een bankmodel en een verzekeringsmodel. In beide gevallen beschouwen we als vrije kasstromen de dividenden die kunnen worden uitgekeerd aan de aandeelhouders van het
369
Intern ontwikkelde software
806
Extern ontwikkelde
909
software Overige Totaal
31 2 115
| (in miljoenen euro) | 2024 | 2023 | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Totaal | PAA | BBA | VFA | Totaal | PAA | BBA | VFA | |
| Leven | ||||||||
| Afgestane herverzekeringsvorderingen | 20 | 20 | — | — | 0 | 0 | — | — |
| Verplichtingen uit verzekeringscontracten | 13 925 | 57 | 12 899 | 969 | 13 862 | 55 | 12 878 | 928 |
| LRC (verplichting uit hoofde van resterende dekking) | 13 718 | 2 | 12 769 | 948 | 13 674 | 2 | 12 762 | 910 |
| Tak 23 | 823 | 0 | — | 823 | 798 | 0 | — | 798 |
| Tak 21 | 11 931 | 2 | 11 929 | — | 12 651 | 2 | 12 650 | — |
| Hybride | 964 | 0 | 840 | 125 | 225 | 0 | 112 | 112 |
| Aangenomen herverzekering | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| LIC (verplichting uit hoofde van ontstane claims) | 207 | 55 | 130 | 22 | 188 | 53 | 116 | 18 |
| Tak 23 | 19 | 0 | — | 19 | 13 | 0 | — | 13 |
| Tak 21 | 168 | 55 | 112 | — | 153 | 53 | 99 | — |
| Hybride | 21 | 0 | 18 | 3 | 21 | 0 | 17 | 4 |
| Aangenomen herverzekering | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Activa voor aanschaffingskosten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Niet-leven | ||||||||
| Afgestane herverzekeringsvorderingen | 98 | 98 | — | — | 64 | 64 | — | — |
| Verplichtingen uit verzekeringscontracten | 3 186 | 2 971 | 214 | — | 2 922 | 2 716 | 206 | — |
| LRC (verplichting uit hoofde van resterende dekking) | 744 | 547 | 196 | — | 701 | 512 | 190 | — |
| Personenverzekering | 211 | 14 | 196 | — | 205 | 16 | 190 | — |
| Burgerrechtelijke Aansprakelijkheid (BA) Motorrijtuigen | 156 | 156 | — | — | 160 | 160 | — | — |
| Aansprakelijkheid, andere dan BA Motorrijtuigen | 25 | 25 | — | — | 25 | 25 | — | — |
| Casco | 118 | 118 | — | — | 96 | 96 | — | — |
| Zaakschade, andere dan casco | 234 | 234 | — | — | 216 | 216 | — | — |
| Aangenomen herverzekering | -1 | -1 | 0 | — | 0 | 0 | 0 | — |
| LIC (verplichting uit hoofde van ontstane claims) | 2 442 | 2 424 | 18 | — | 2 220 | 2 204 | 16 | — |
| Personenverzekering | 656 | 638 | 18 | — | 610 | 594 | 16 | — |
| Burgerrechtelijke Aansprakelijkheid (BA) Motorrijtuigen | 935 | 935 | — | — | 863 | 863 | — | — |
| Aansprakelijkheid, andere dan BA Motorrijtuigen | 401 | 401 | — | — | 357 | 357 | — | — |
| Casco | 66 | 66 | — | — | 53 | 53 | — | — |
| Zaakschade, andere dan casco | 364 | 364 | — | — | 319 | 319 | — | — |
| Aangenomen herverzekering | 20 | 20 | 0 | — | 18 | 18 | 0 | — |
| Activa voor aanschaffingskosten | 0 | 0 | 0 | — | 0 | 0 | 0 | — |
p. 287
1 jaar 5 jaar 10 jaar 20 jaar
• Veronderstellingen voor de LIC zijn gebaseerd op ervaringen uit het verleden met claims, schade-uitkeringen en schaderegelingskosten, gecorrigeerd om rekening te houden met factoren als de verwachte marktontwikkeling, inflatie in
• Voor contracten die meerdere diensten aanbieden, d.w.z. verzekeringsdekking, beleggingsrendementsdiensten en beleggingsbeheerdiensten, worden 'multivariabele dekkingseenheden' gebruikt, waarbij (a) dekkingseenheden worden bepaald op basis van de afzonderlijke individuele uitkeringscomponenten en (b) aan elke component een weging wordt toegekend die een passend niveau van dienstverlening weergeeft. Dergelijke wegingen weerspiegelen op passende wijze de vrijval van CSM op basis van de hoeveelheid voordelen die worden geboden voor elke dienst. Analoog aan de
• Dekkingseenheden hebben een positieve waarde en hun bodemgrens ligt op nul. Als het aantal dekkingseenheden in een bepaalde periode nul is, wordt geen CSM toegerekend aan de winst-en-verliesrekening, aangezien in die periode geen diensten zijn verleend. Dit is bijvoorbeeld mogelijk wanneer er wachtperiodes in contracten zijn opgenomen. In dergelijke gevallen is het contract door de verzekeringnemer ondertekend, maar is er een verplichte wachttijd voordat de klant de
• Het bepalen van IFRS 17-portefeuilles is een lokale beslissing, genomen door elke verzekeringsentiteit van de KBC-groep. Ze is landspecifiek en wordt bepaald door de lokale productmix en de manier waarop het verzekeringsbedrijf lokaal wordt
• Bij hybride producten kan de verzekeringnemer binnen hetzelfde contract, dat een aanzienlijk verzekeringsrisico dekt,
• De LRC BBA Niet-leven (196 miljoen euro in 2024, 190 miljoen euro in 2023) vertegenwoordigt de LRC in ziekteverzekeringen (als onderdeel van personenverzekeringen), omdat dat meestal langetermijncontracten zijn en ze daarom worden gewaardeerd volgens de BBA. De LIC PAA Niet-leven m.b.t. personenverzekering (638 miljoen euro in 2024, 594 miljoen euro in 2023) vertegenwoordigt de ontstane claims binnen personenverzekeringen met betrekking tot de
• De meeste herverzekeringsprogramma's beschermen tegen de invloed van uitzonderlijk grote verliezen of de opeenstapeling van verliezen. Daarom is het herverzekeringsresultaat niet van dezelfde grootteorde als het directe verzekeringsresultaat,
• Rekeningen-courantverkeer, met tussenpersonen en met herverzekeraars, worden niet opgenomen in de waardering van de
• De volgende rentecurves worden gebruikt om kasstromen te verdisconteren die niet variëren op basis van het rendement van onderliggende posten. Aangezien deze bottom-upverdisconteringscurves niet entiteitsgebonden maar valutaafhankelijk zijn, worden er voor elke munt twee curves opgenomen, één met Solvency II-volatiliteitsaanpassing en één zonder (deze laatste wordt gebruikt voor VFA-verplichtingen, de eerste voor alle andere verplichtingen waarvoor bottom-upcurves
Munt Illiquiditeitspremie Looptijd van de portefeuille
EUR Met volatiliteitsaanpassing 1,91% 2,61% 2,84% 2,14%
CZK Met volatiliteitsaanpassing 4,01% 3,93% 4,30% 4,20%
HUF Met volatiliteitsaanpassing 6,92% 6,93% 7,39% 6,55%
BGN Met volatiliteitsaanpassing 1,94% 2,58% 2,83% 2,19%
EUR Met volatiliteitsaanpassing 3,14% 2,51% 2,96% 2,34%
CZK Met volatiliteitsaanpassing 4,83% 3,19% 3,70% 3,98%
HUF Met volatiliteitsaanpassing 5,55% 5,25% 6,29% 5,49%
BGN Met volatiliteitsaanpassing 3,16% 2,50% 3,00% 2,43%
Zonder volatiliteitsaanpassing 1,67% 2,37% 2,60% 1,91%
Zonder volatiliteitsaanpassing 3,84% 3,76% 4,12% 4,03%
Zonder volatiliteitsaanpassing 6,84% 6,85% 7,30% 6,48%
Zonder volatiliteitsaanpassing 1,78% 2,42% 2,67% 2,03%
Zonder volatiliteitsaanpassing 2,92% 2,29% 2,74% 2,13%
Zonder volatiliteitsaanpassing 4,67% 3,03% 3,54% 3,82%
Zonder volatiliteitsaanpassing 5,44% 5,14% 6,18% 5,38%
Zonder volatiliteitsaanpassing 2,84% 2,18% 2,68% 2,11%
dekkingseenheden worden ook deze wegingen aan het einde van elke verslagperiode opnieuw beoordeeld.
schadegevallen en externe factoren zoals gerechtelijke uitspraken, wetgeving en discontering.
arbeidsongevallenverzekering, die gewoonlijk over een lange periode worden afgewikkeld.
verzekeringsverplichtingen, maar behandeld als een afzonderlijk actief gewaardeerd volgens IFRS 9.
Rentecurve gebruikt om kasstromen te verdisconteren die niet variëren op basis van onderliggende posten; bottom-upmethode (forward rates)
wat betekent dat de veranderingen in herverzekeringsvorderingen beperkt zijn.
verzekeringsdekking geniet.
worden gebruikt).
2024
2023
p. 286
beheerd. De tabel geeft een high-level uitsplitsing per product.
overstappen van de tak 23- naar de tak 21-component en omgekeerd.
Rentecurve gebruikt om kasstromen te verdisconteren die niet variëren op basis van onderliggende posten; bottom-upmethode (forward rates)
| Munt | Illiquiditeitspremie | Looptijd van de portefeuille | ||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| 1 jaar | 5 jaar | 10 jaar | 20 jaar | |||
| 2024 | ||||||
| EUR | Met volatiliteitsaanpassing | 1,91% | 2,61% | 2,84% | 2,14% | |
| Zonder volatiliteitsaanpassing | 1,67% | 2,37% | 2,60% | 1,91% | ||
| CZK | Met volatiliteitsaanpassing | 4,01% | 3,93% | 4,30% | 4,20% | |
| Zonder volatiliteitsaanpassing | 3,84% | 3,76% | 4,12% | 4,03% | ||
| HUF | Met volatiliteitsaanpassing | 6,92% | 6,93% | 7,39% | 6,55% | |
| Zonder volatiliteitsaanpassing | 6,84% | 6,85% | 7,30% | 6,48% | ||
| BGN | Met volatiliteitsaanpassing | 1,94% | 2,58% | 2,83% | 2,19% | |
| Zonder volatiliteitsaanpassing | 1,78% | 2,42% | 2,67% | 2,03% | ||
| 2023 | ||||||
| EUR | Met volatiliteitsaanpassing | 3,14% | 2,51% | 2,96% | 2,34% | |
| Zonder volatiliteitsaanpassing | 2,92% | 2,29% | 2,74% | 2,13% | ||
| CZK | Met volatiliteitsaanpassing | 4,83% | 3,19% | 3,70% | 3,98% | |
| Zonder volatiliteitsaanpassing | 4,67% | 3,03% | 3,54% | 3,82% | ||
| HUF | Met volatiliteitsaanpassing | 5,55% | 5,25% | 6,29% | 5,49% | |
| Zonder volatiliteitsaanpassing | 5,44% | 5,14% | 6,18% | 5,38% | ||
| BGN | Met volatiliteitsaanpassing | 3,16% | 2,50% | 3,00% | 2,43% | |
| Zonder volatiliteitsaanpassing | 2,84% | 2,18% | 2,68% | 2,11% |
p. 286
Toelichting 5.6: Verzekeringen – balans
Leven
Tak 23
Tak 21
Hybride
Tak 23
Tak 21
Niet-leven
Casco
Casco
Hybride
Aangenomen herverzekering
Aangenomen herverzekering
Personenverzekering
Personenverzekering
Toelichting 4.1).
Zaakschade, andere dan casco
Aangenomen herverzekering
Aangenomen herverzekering
Burgerrechtelijke Aansprakelijkheid (BA) Motorrijtuigen
Burgerrechtelijke Aansprakelijkheid (BA) Motorrijtuigen
Aansprakelijkheid, andere dan BA Motorrijtuigen
belangrijkste veronderstellingen zijn:
Zaakschade, andere dan casco 364
verzekeringsactiviteiten voor lopende contracten;
veronderstellingen te kwantificeren voor de hele groep.
Aansprakelijkheid, andere dan BA Motorrijtuigen
Toelichting 5.6.1: Verdeling van vorderingen en verplichtingen m.b.t. (her)verzekeringscontracten
(in miljoenen euro) 2024 2023
Afgestane herverzekeringsvorderingen 20 20 — — 0 0 — — Verplichtingen uit verzekeringscontracten 13 925 57 12 899 969 13 862 55 12 878 928 LRC (verplichting uit hoofde van resterende dekking) 13 718 2 12 769 948 13 674 2 12 762 910
LIC (verplichting uit hoofde van ontstane claims) 207 55 130 22 188 53 116 18
Activa voor aanschaffingskosten 0 0 0 0 0 0 0 0
Afgestane herverzekeringsvorderingen 98 98 — — 64 64 — — Verplichtingen uit verzekeringscontracten 3 186 2 971 214 — 2 922 2 716 206 — LRC (verplichting uit hoofde van resterende dekking) 744 547 196 — 701 512 190 —
LIC (verplichting uit hoofde van ontstane claims) 2 442 2 424 18 — 2 220 2 204 16 —
Activa voor aanschaffingskosten 0 0 0 — 0 0 0 —
• Verplichtingen uit verzekeringscontracten houden verband met verzekeringscontracten en beleggingscontracten met discretionaire winstdeling. Verplichtingen uit beleggingscontracten zonder discretionaire winstdeling worden gewaardeerd tegen reële waarde. Ze hebben betrekking op tak 23-contracten, die zijn opgenomen onder financiële verplichtingen (zie
• De LRC (behalve PAA) wordt berekend op basis van verschillende veronderstellingen. Bij het maken van deze veronderstellingen is beoordelingsvermogen vereist en ze zijn gebaseerd op verschillende interne en externe informatiebronnen. Deze verplichtingen worden over het algemeen berekend aan de hand van veronderstellingen die van toepassing waren bij het afsluiten van de verzekeringscontracten en bepalen als zodanig de CSM bij eerste opname. De
vervalassumpties zowel op contract- als op premieniveau alsook de ziekte- en sterftecijfers, gebaseerd op de
veronderstellingen over de exploitatiekosten die de verwachte kosten weerspiegelen voor het onderhouden en uitvoeren van bestaande polissen en de bijbehorende overheadkosten die als rechtstreeks toerekenbaar worden beschouwd. Kosten worden als rechtstreeks toerekenbaar beschouwd als ze worden gemaakt in het kader van het uitvoeren van
veronderstellingen kunnen verschillen naargelang het soort verzekering, de generatie van contracten (voornamelijk het moment van sluiting van het contract en de toepasselijke voorwaarden) en het land. Daardoor is het onmogelijk deze
0
2
0
0
0
55
0
0
14
156
25
118
234
638
935
401
66
364
20
-1 —
11 929
840
0
—
112
18
0
196
—
—
—
—
0
18
—
—
—
—
0
823
964
0
19
168
21
0
211
156
25
118
234
656
935
401
66
20
standaardsterftetabellen en aangepast waar nodig op basis van de eigen ervaring van de groep;
-1
11 931
Totaal PAA BBA VFA Totaal PAA BBA VFA
798
225
0
13
153
21
0
205
160
25
96
216
610
863
357
53
319
18
0
12 651 0
2
0
0
0
53
0
0
16
160
25
96
216
594
863
357
53
319
18
0
—
112
0
—
99
17
0
190
—
—
—
—
0
16
—
—
—
—
0
12 650 798
—
112
0
13
—
4
0
—
—
—
—
—
—
—
—
—
—
—
—
823
—
0
19
—
3
0
—
—
—
—
—
—
—
—
—
—
—
—
125
| (in miljoenen euro) | Verplichtingen uit hoofde van resterende dekking |
Totaal | ||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| Excl. verliescomponent |
Verliescomponent | Contracten niet gewaardeerd volgens PAA |
Contracten gewaardeerd volgens PAA |
|||
| Contante waarde van toekomstige kasstromen |
Risico aanpassing |
|||||
| 2024 | ||||||
| Openingsbalans | 13 667 | 7 | 134 | 50 | 3 | 13 862 |
| Verzekeringstechnisch resultaat | -435 | 24 | 225 | 19 | 0 | -168 |
| Verzekeringsinkomsten | -463 | — | — | — | — | -463 |
| BBA + VFA per overgangsmethode Herziene retrospectieve benadering |
-432 -9 |
— — |
— — |
— — |
— — |
-432 -9 |
| Reëlewaardebenadering | -280 | — | — | — | — | -280 |
| Overige PAA |
-143 -31 |
— — |
— — |
— — |
— — |
-143 -31 |
| Lasten uit hoofde van verzekeringsdiensten | 28 | 24 | 225 | 19 | 0 | 296 |
| Ontstane claims (excl. Terugbetalingen van beleggingscomponenten) | — | -2 | 156 | 14 | 1 | 169 |
| Gemaakte kosten andere dan claims | 0 | -2 | 99 | 3 | 0 | 100 |
| Geamortiseerde lasten uit hoofde van acquisitie Veranderingen in vervullingskasstromen die betrekking hebben op toekomstige |
28 | — | — | — | — | 28 |
| diensten – verliezen op en terugname van verliezen op verlieslatende contracten |
— | 28 | — | — | — | 28 |
| Veranderingen in vervullingskasstromen die betrekking hebben op diensten in het verleden |
— | — | -29 | 1 | -1 | -29 |
| Beleggingscomponenten | -2 591 | — | 2 591 | — | — | 0 |
| Beleggingsresultaat | 6 | 0 | — | — | — | 6 |
| Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking | 6 | 0 | — | — | — | 6 |
| van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening | ||||||
| Verzekeringsfinancieringsbaten of -lasten | 490 | 1 | 2 | 2 | 0 | 495 |
| In winst-en-verliesrekening In OCI |
292 198 |
1 0 |
2 0 |
1 1 |
0 0 |
296 199 |
| Totaal wijzigingen in gerealiseerde en niet-gerealiseerde | -2 529 | 25 | 2 818 | 20 | 0 | 334 |
| resultaten | ||||||
| Totaal kasstromen | 2 585 | — | -2 798 | -19 | — | -232 |
| Ontvangen premies Betaalde claims |
2 712 — |
— — |
— -2 699 |
— -16 |
— — |
2 712 -2 715 |
| Andere kosten dan betaalde claims | — | — | -99 | -3 | — | -102 |
| Betaalde acquisitiekosten | -127 | — | — | — | — | -127 |
| Overige | -37 | 0 | -2 | 0 | 0 | -39 |
| Slotbalans | 13 686 | 32 | 152 | 52 | 4 | 13 925 |
| 2023 | ||||||
| Openingsbalans | 13 258 | 10 | 126 | 47 | 3 | 13 444 |
| Verzekeringstechnisch resultaat | -381 | -2 | 218 | 16 | 1 | -149 |
| Verzekeringsinkomsten | -399 | – | – | – | – | -399 |
| BBA + VFA per overgangsmethode | -370 | – | – | – | – | -370 |
| Herziene retrospectieve benadering Reëlewaardebenadering |
-10 -267 |
– – |
– – |
– – |
– – |
-10 -267 |
| Overige | -93 | – | – | – | – | -93 |
| PAA | -30 | – | – | – | – | -30 |
| Lasten uit hoofde van verzekeringsdiensten | 19 | -2 | 218 | 16 | 1 | 251 |
| Ontstane claims (excl. Terugbetalingen van beleggingscomponenten) Gemaakte kosten andere dan claims |
– 0 |
-1 -7 |
156 92 |
13 2 |
1 – |
169 87 |
| Geamortiseerde lasten uit hoofde van acquisitie | 19 | – | – | – | – | 19 |
| Veranderingen in vervullingskasstromen die betrekking hebben op toekomstige diensten – verliezen op en terugname van verliezen op verlieslatende contracten |
– | 6 | – | – | – | 6 |
| Veranderingen in vervullingskasstromen die betrekking hebben op diensten in het verleden |
– | – | -30 | 1 | 1 | -30 |
| Beleggingscomponenten | -1 284 | – | 1 284 | – | – | 0 |
| Beleggingsresultaat | 0 | 0 | — | — | — | 0 |
| Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking | ||||||
| van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening | 0 | 0 | — | — | — | 0 |
| Verzekeringsfinancieringsbaten of -lasten | 815 | 0 | 3 | 3 | 0 | 821 |
| In winst-en-verliesrekening In OCI |
281 534 |
0 0 |
1 2 |
0 3 |
0 0 |
283 538 |
| Totaal wijzigingen in gerealiseerde en niet-gerealiseerde | ||||||
| resultaten | -850 | -2 | 1 505 | 19 | 1 | 672 |
| Totaal kasstromen | 1 271 | – | -1 497 | -16 | – | -242 |
| Ontvangen premies | 1 401 | – | – | – | – | 1 401 |
| Betaalde claims Andere kosten dan betaalde claims |
– – |
– – |
-1 404 -92 |
-14 -2 |
– – |
-1 419 -94 |
| Betaalde acquisitiekosten | -130 | – | – | – | – | -130 |
| Overige | -12 | 0 | 0 | 0 | 0 | -13 |
| Slotbalans | 13 667 | 7 | 134 | 50 | 3 | 13 862 |
p. 289
• Bij de overgang van IFRS 4 naar IFRS 17, op 1 januari 2022, had KBC voor recente jaren de volledige retroactieve benadering (Full Retrospective Approach, FRA) toegepast. De FRA toepassen voor niet-recente jaren was niet haalbaar door ofwel een gebrek aan historische gegevens (data en hypothesen), ofwel de hoge kosten om informatie uit het verleden beschikbaar te maken voor FRA-overgangsberekeningen. Waar de FRA praktisch niet haalbaar was, werd hoofdzakelijk de reëlewaardebenadering (Fair Value Approach, FVA) toegepast om de CSM op de overgangsdatum te bepalen. De herziene retrospectieve benadering (Modified Retrospective Approach, MRA) werd zelden toegepast, omdat die overgangsbenadering te ingewikkeld was en de kosten niet opwogen tegen de voordelen. KBC berekende een reële waarde volgens IFRS 13 op basis van de IFRS 17-kasstromen en paste vervolgens enkele veronderstellingen of parameters aan. De aanpassingen hadden betrekking op het opnemen in de reële waarde volgens IFRS 13 van de totale kosten, d.w.z. inclusief niet-rechtstreeks toerekenbare kosten, en op het opnemen van een risicopremie die niet alleen niet-financiële risico's dekt, maar ook systeem- en integratiekosten en kapitaalfinancieringskosten. Alle afgelopen jaren werden samengevoegd tot één cohort voor de FVA-overgangsberekeningen. De FVA CSM vloeide voort uit verschillen in kosten en risicomarge tussen de IFRS 17- en IFRS 13-waarderingsmethoden. Door toepassing van de FVA op overgangsdatum, in overeenstemming met de
Door de verdere daling van de marktrentes in de loop van 2024 wordt in OCI een kost van 199 miljoen euro voor belastingen erkend, aangezien KBC voor alle portefeuilles binnen de groep de keuze heeft gemaakt om in zijn financiële
Door de daling van de marktrentes in de loop van 2023 wordt in OCI een kost van 538 miljoen euro vóór belastingen erkend, aangezien KBC voor alle portefeuilles binnen de groep de keuze heeft gemaakt om in zijn financiële verslaggeving
De verandering in de beleggingscomponent van 1 284 miljoen euro van LRC naar LIC geeft de bedragen weer van
• Bij de overgang naar IFRS 17 heeft KBC voornamelijk de reëlewaardebenadering toegepast. Daarom zijn de geamortiseerde lasten uit hoofde van acquisitie laag, aangezien ze niet zijn geschat volgens de reëlewaardebenadering (d.w.z. de
• De levensverzekeringscontracten zijn meestal langetermijncontracten en worden daarom gewaardeerd volgens de BBA of VFA. Deze laatste wordt alleen toegepast bij de Centraal- en Oost-Europese entiteiten voor tak 23-contracten of hybride
• Sommige verzekeringscontracten kunnen bedragen vermelden die betaalbaar zijn wanneer zich geen verzekerde gebeurtenis voordoet, en onder alle omstandigheden terugbetaalbaar zijn en in die zin een beleggingscomponent bevatten. Om de beleggingscomponent te bepalen, moet een onderzoek worden gevoerd op basis van de kenmerken van het contract. Binnen KBC worden alleen beleggingscomponenten geïdentificeerd binnen levensverzekeringen, zoals levenslange overlijdensdekking. Wanneer een verzekeringscontract afkoop toestaat, wordt de brutoafkoopwaarde beschouwd als een beleggingscomponent. Eventuele afkoopkosten naar aanleiding van de afkoop worden beschouwd als
de verzekeringsfinancieringsbaten of -lasten uit te splitsen over winst-en-verliesrekening en OCI.
producten, omdat die verkochte contracten verplicht een dekking van verzekeringsrisico's bevatten.
verslaggeving de verzekeringsfinancieringsbaten of -lasten uit te splitsen over winst-en-verliesrekening en OCI. - De verandering in de beleggingscomponent van 2 591 miljoen euro van LRC naar LIC geeft de bedragen weer van contracten die op vervaldag komen of vervallen zijn en omvat 866 miljoen euro als gevolg van de afkoop van de individuele pensioenstoezeggingscontracten vanuit de portefeuille 'Risk and Savings' in 2024 om ze over te hevelen naar de portefeuille 'Hybride producten', omdat de polishouders van de betrokken contracten de mogelijkheid kregen om te
overgangsvrijstellingen waarin IFRS 17 voorziet, werd het OCI-bedrag bepaald als nul.
• Mutatie in verplichtingen uit verzekeringscontracten in 2024:
• Mutatie in verplichtingen uit verzekeringscontracten in 2023:
contracten die op vervaldag komen of vervallen zijn.
investeren in tak 23-producten.
prospectieve benadering).
verzekeringscomponenten.
p. 288
Toelichting 5.6.2: Wijzigingen in verplichtingen uit levensverzekeringscontracten
Verplichtingen uit hoofde van resterende
Excl. verliescomponent Verliescomponent
Openingsbalans 13 667 7 134 50 3 13 862 Verzekeringstechnisch resultaat -435 24 225 19 0 -168 Verzekeringsinkomsten -463 — — — — -463
-432
-280
-143
Lasten uit hoofde van verzekeringsdiensten 28 24 225 19 0 296
—
0
28
—
—
6
Beleggingscomponenten -2 591 — 2 591 — — 0 Beleggingsresultaat 6 0 — — — 6
Verzekeringsfinancieringsbaten of -lasten 490 1 2 2 0 495
resultaten -2 529 25 2 818 20 0 334 Totaal kasstromen 2 585 — -2 798 -19 — -232
2 712
—
—
-127
Overige -37 0 -2 0 0 -39 Slotbalans 13 686 32 152 52 4 13 925
Openingsbalans 13 258 10 126 47 3 13 444 Verzekeringstechnisch resultaat -381 -2 218 16 1 -149 Verzekeringsinkomsten -399 – – – – -399
-370
-10
-267
-93
–
0
19
–
–
0
281
534
Beleggingscomponenten -1 284 – 1 284 – – 0 Beleggingsresultaat 0 0 — — — 0
Verzekeringsfinancieringsbaten of -lasten 815 0 3 3 0 821
resultaten -850 -2 1 505 19 1 672 Totaal kasstromen 1 271 – -1 497 -16 – -242
1 401
–
–
-130
Overige -12 0 0 0 0 -13 Slotbalans 13 667 7 134 50 3 13 862
Lasten uit hoofde van verzekeringsdiensten 19 -2 218 16 1 251
292
198
-9 dekking
—
—
—
—
—
-2
-2
—
28
—
0
1
0
—
—
—
—
–
–
–
–
–
-1
-7
–
6
–
0
0
0
–
–
–
– Contracten niet gewaardeerd volgens PAA
—
—
—
—
—
156
99
—
—
-29
—
2
0
—
-99
—
–
–
–
–
–
156
92
–
–
-30
—
1
2
–
-92
–
-1 404
-2 699 Verplichtingen uit hoofde van
Contante waarde van toekomstige kasstromen
—
—
—
—
—
14
3
—
—
1
—
1
1
—
-16
-3
—
–
–
–
–
–
13
2
–
–
1
—
0
3
–
-14
-2
–
Contracten gewaardeerd volgens PAA
ontstane claims Totaal
Risicoaanpassing
—
—
—
—
—
1
0
—
—
-1
—
0
0
—
—
—
—
–
–
–
–
–
1
–
–
–
1
—
0
0
–
–
–
– -432
-280
-143
-31
169
100
28
28
-29
6
296
199
2 712
-2 715
-102
-127
-370
-10
-267
-93
-30
169
87
19
6
0
283
538
1 401
-1 419
-94
-130
-30
-9
(in miljoenen euro)
BBA + VFA per overgangsmethode
Reëlewaardebenadering
Gemaakte kosten andere dan claims
Geamortiseerde lasten uit hoofde van acquisitie
van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening
Totaal wijzigingen in gerealiseerde en niet-gerealiseerde
Ontstane claims (excl. Terugbetalingen van beleggingscomponenten)
Veranderingen in vervullingskasstromen die betrekking hebben op toekomstige
Veranderingen in vervullingskasstromen die betrekking hebben op diensten in het
Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking
verliezen op en terugname van verliezen op verlieslatende contracten
PAA -30
BBA + VFA per overgangsmethode
Reëlewaardebenadering
Gemaakte kosten andere dan claims
Geamortiseerde lasten uit hoofde van acquisitie
van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening
Totaal wijzigingen in gerealiseerde en niet-gerealiseerde
Herziene retrospectieve benadering
Overige
diensten –
verleden
In OCI
2023
In winst-en-verliesrekening
Andere kosten dan betaalde claims
Betaalde acquisitiekosten
Overige
diensten –
verleden
In OCI
In winst-en-verliesrekening
Andere kosten dan betaalde claims
Betaalde acquisitiekosten
Ontvangen premies
Betaalde claims
Ontvangen premies
Betaalde claims
Herziene retrospectieve benadering
Ontstane claims (excl. Terugbetalingen van beleggingscomponenten)
Veranderingen in vervullingskasstromen die betrekking hebben op toekomstige
Veranderingen in vervullingskasstromen die betrekking hebben op diensten in het
Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking
verliezen op en terugname van verliezen op verlieslatende contracten
PAA -31
2024
| Excl. Contracten gewaardeerd Verliescomponent gewaardeerd verliescomponent volgens PAA volgens PAA Contante waarde van Risico toekomstige aanpassing kasstromen 2024 Openingsbalans 700 1 16 1 964 240 2 922 Verzekeringstechnisch resultaat -1 952 3 31 1 606 10 -303 Verzekeringsinkomsten -2 482 — — — — -2 482 BBA per overgangsmethode -39 -39 — — — — Herziene retrospectieve benadering 0 0 — — — — Reëlewaardebenadering -29 -29 — — — — Overige -11 -11 — — — — PAA -2 443 -2 443 — — — — Lasten uit hoofde van verzekeringsdiensten 530 3 31 1 606 10 2 179 Ontstane claims (excl. Terugbetalingen van -1 28 1 251 65 1 343 — beleggingscomponenten) Gemaakte kosten andere dan claims 0 0 3 232 0 236 Geamortiseerde lasten uit hoofde van acquisitie 529 529 — — — — Veranderingen in vervullingskasstromen die betrekking hebben op verliezen op en terugname van verliezen toekomstige diensten – 4 4 — — — — op verlieslatende contracten Veranderingen in vervullingskasstromen die betrekking hebben op 0 122 -55 66 — — diensten in het verleden Beleggingscomponenten 0 — 0 — — 0 Verzekeringsfinancieringsbaten of -lasten 7 0 0 58 7 72 In winst-en-verliesrekening 1 0 0 39 5 45 In OCI 6 0 0 18 2 26 Totaal wijzigingen in gerealiseerde en niet-gerealiseerde -1 945 3 31 1 664 17 -231 resultaten Totaal kasstromen 1 991 — -29 -1 453 — 509 Ontvangen premies 2 532 2 532 — — — — Betaalde claims -26 -1 222 -1 248 — — — Andere kosten dan betaalde claims -3 -231 -234 — — — Betaalde acquisitiekosten -540 -540 — — — — Overige -6 0 0 -6 -1 -14 Slotbalans 740 4 18 2 168 256 3 186 2023 Openingsbalans 675 1 14 1 802 222 2 714 Verzekeringstechnisch resultaat -1 789 0 28 1 343 7 -410 Verzekeringsinkomsten -2 280 – – – – -2 280 BBA per overgangsmethode -36 -36 – – – – Herziene retrospectieve benadering 0 0 – – – – Reëlewaardebenadering -29 -29 – – – – Overige -7 -7 – – – – PAA -2 244 -2 244 – – – – Lasten uit hoofde van verzekeringsdiensten 491 0 28 1 343 7 1 869 Ontstane claims (excl. Terugbetalingen van 0 -1 26 1 091 62 1 178 beleggingscomponenten) Gemaakte kosten andere dan claims 1 0 3 219 0 223 Geamortiseerde lasten uit hoofde van acquisitie 490 490 – – – – Veranderingen in vervullingskasstromen die betrekking hebben op verliezen op en terugname van verliezen toekomstige diensten – 1 1 – – – – op verlieslatende contracten Veranderingen in vervullingskasstromen die betrekking hebben op 0 33 -55 -22 – – diensten in het verleden Beleggingscomponenten 0 – 0 – – 0 Verzekeringsfinancieringsbaten of -lasten -48 0 1 89 12 54 In winst-en-verliesrekening 0 0 0 27 4 30 In OCI -48 0 0 63 8 24 Totaal wijzigingen in gerealiseerde en niet-gerealiseerde -1 837 0 29 1 433 19 -356 resultaten Totaal kasstromen 1 862 – -27 -1 288 – 547 Ontvangen premies 2 357 2 357 – – – – Betaalde claims -24 -1 070 -1 094 – – – Andere kosten dan betaalde claims -3 -218 -221 – – – Betaalde acquisitiekosten -496 -496 – – – – Overige 1 0 0 17 0 18 Slotbalans 700 1 16 1 964 240 2 922 |
(in miljoenen euro) | Verplichtingen uit hoofde van resterende dekking |
Verplichtingen uit hoofde van ontstane claims |
Totaal | ||
|---|---|---|---|---|---|---|
| Contracten niet | ||||||
p. 291
• In Niet-leven past KBC meestal de PAA toe, aangezien de dekkingsperiode 1 jaar of minder is.
voornamelijk geanalyseerd per ongevalsjaar. Grote claims worden apart behandeld.
van de uiteindelijke schadekosten.
p. 290
• De kosten van uitstaande claims zijn gebaseerd op ervaringen met claims in het verleden om de ontwikkeling van toekomstige claims te voorspellen. Deze methoden extrapoleren de ontwikkeling van betaalde en geleden verliezen, de gemiddelde kosten per schadegeval (inclusief schaderegelingskosten) en het aantal schadegevallen op basis van de waargenomen schadeontwikkeling van voorgaande jaren en de ratio van verwachte verliezen. Historische claims worden
• Schattingen van schaderecuperaties en vergoedingen uit indeplaatsstelling worden in aanmerking genomen bij het bepalen
• Er wordt momenteel geen actief voor met de acquisitie van verzekeringen verband houdende kasstromen erkend.
• In Niet-leven past KBC meestal de PAA toe, aangezien de dekkingsperiode 1 jaar of minder is.
p. 290
Toelichting 5.6.3: Wijzigingen in verplichtingen uit schadeverzekeringscontracten
Herziene retrospectieve benadering 0
Herziene retrospectieve benadering 0
Geamortiseerde lasten uit hoofde van acquisitie 490
verliezen op en terugname van verliezen
verliezen op en terugname van verliezen
PAA -2 443
Veranderingen in vervullingskasstromen die betrekking hebben op
Veranderingen in vervullingskasstromen die betrekking hebben op
Verplichtingen uit hoofde van resterende dekking
Excl. verliescomponent Verliescomponent
Openingsbalans 700 1 16 1 964 240 2 922 Verzekeringstechnisch resultaat -1 952 3 31 1 606 10 -303 Verzekeringsinkomsten -2 482 — — — — -2 482
-39
-29
-11
—
0
—
—
1
6
2 532
-540
—
—
Overige -6 0 0 -6 -1 -14 Slotbalans 740 4 18 2 168 256 3 186
Openingsbalans 675 1 14 1 802 222 2 714 Verzekeringstechnisch resultaat -1 789 0 28 1 343 7 -410 Verzekeringsinkomsten -2 280 – – – – -2 280
-36
-29
-2 244
-7
0
1
–
–
0
-48
2 357
–
–
Overige 1 0 0 17 0 18 Slotbalans 700 1 16 1 964 240 2 922
-496
Beleggingscomponenten 0 – 0 – – 0 Verzekeringsfinancieringsbaten of -lasten -48 0 1 89 12 54
resultaten -1 837 0 29 1 433 19 -356 Totaal kasstromen 1 862 – -27 -1 288 – 547
Lasten uit hoofde van verzekeringsdiensten 491 0 28 1 343 7 1 869
resultaten -1 945 3 31 1 664 17 -231 Totaal kasstromen 1 991 — -29 -1 453 — 509
Beleggingscomponenten 0 — 0 — — 0 Verzekeringsfinancieringsbaten of -lasten 7 0 0 58 7 72
529
Lasten uit hoofde van verzekeringsdiensten 530 3 31 1 606 10 2 179
Verplichtingen uit hoofde van
Contante waarde van toekomstige kasstromen
—
—
—
—
—
1 251
232
—
—
122
39
18
—
—
–
–
–
–
–
1 091
219
–
–
33
27
63
–
–
-1 070
-218
-1 222
-231
Contracten gewaardeerd volgens PAA
Contracten niet gewaardeerd volgens PAA
—
—
—
—
—
28
3
—
—
0
0
0
—
-26
-3
—
–
–
–
–
–
26
3
–
–
0
0
0
–
-24
-3
–
—
—
—
—
—
-1
0
—
4
—
0
0
—
—
—
—
–
–
–
–
–
-1
0
–
1
–
0
0
–
–
–
– ontstane claims Totaal
Risicoaanpassing
—
—
—
—
—
65
0
—
—
-55
5
2
—
—
—
—
–
–
–
–
–
62
0
–
–
-55
4
8
–
–
–
– -39
-29
-11
-2 443
1 343
236
529
4
66
45
26
2 532
-1 248
-234
-540
-36
-29
-2 244
1 178
223
490
1
-22
30
24
2 357
-1 094
-221
-496
-7
0
0
(in miljoenen euro)
BBA per overgangsmethode
beleggingscomponenten)
toekomstige diensten –
diensten in het verleden
In winst-en-verliesrekening
Ontvangen premies
Betaalde claims
In OCI
2023
op verlieslatende contracten
BBA per overgangsmethode
beleggingscomponenten)
toekomstige diensten –
diensten in het verleden
In winst-en-verliesrekening
Ontvangen premies
Betaalde claims
In OCI
op verlieslatende contracten
Andere kosten dan betaalde claims
Betaalde acquisitiekosten
Overige
PAA Reëlewaardebenadering
Ontstane claims (excl. Terugbetalingen van
Totaal wijzigingen in gerealiseerde en niet-gerealiseerde
Gemaakte kosten andere dan claims
Andere kosten dan betaalde claims
Betaalde acquisitiekosten
Overige
Reëlewaardebenadering
Ontstane claims (excl. Terugbetalingen van
Gemaakte kosten andere dan claims
Geamortiseerde lasten uit hoofde van acquisitie
Totaal wijzigingen in gerealiseerde en niet-gerealiseerde
Veranderingen in vervullingskasstromen die betrekking hebben op
Veranderingen in vervullingskasstromen die betrekking hebben op
2024
| (in miljoenen euro) | Contante waarde van toekomstige kasstromen (incl. LIC) |
Risico aanpassing (incl. LIC) |
Contractuele dienstenmarge | Totaal verplichtingen uit verzekerings contracten |
||
|---|---|---|---|---|---|---|
| Verzekeringscon tracten die bestonden op de overgangsdatum, herziene retrospectieve benadering |
Verzekeringscon tracten die bestonden op de overgangsdatum, reëlewaarde benadering |
Overige verzekerings contracten |
||||
| 2024 | ||||||
| Openingsbalans | 11 538 | 152 | 47 | 1 387 | 683 | 13 807 |
| Verzekeringstechnisch resultaat | -212 | 41 | -2 | -125 | 138 | -159 |
| Veranderingen i.v.m. toekomstige diensten | -201 | 53 | 4 | -11 | 182 | 28 |
| Nieuwe contracten Schattingswijzigingen gereflecteerd in de CSM |
-245 32 |
29 23 |
– 4 |
– -11 |
230 -48 |
14 0 |
| Schattingswijzigingen die leiden tot verliezen en | ||||||
| terugnemingen op verlieslatende contracten | 13 | 1 | – | – | – | 14 |
| Veranderingen i.v.m. lopende diensten | 16 | -9 | -5 | -114 | -44 | -157 |
| CSM opgenomen in winst-en-verliesrekening | 0 | - | -5 | -114 | -44 | -163 |
| Veranderingen in de risicoaanpassing (verwacht) | 0 16 |
-9 - |
– – |
– – |
– – |
-9 16 |
| Ervaringsaanpassingen Veranderingen in verplichtingen uit hoofde van ontstane |
||||||
| claims i.v.m. in het verleden verleende diensten | -27 | -3 | – | – | – | -29 |
| Beleggingsresultaat | 6 | - | – | – | – | 6 |
| Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde met | 6 | - | – | – | – | 6 |
| verwerking van waardeveranderingen in winst-en-verlies Verzekeringsfinancieringsbaten of -lasten |
466 | 4 | 1 | 10 | 13 | 493 |
| In winst-en-verliesrekening | 269 | 3 | 1 | 10 | 13 | 295 |
| In OCI | 197 | 1 | - | - | - | 198 |
| Totaal wijzigingen in gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten |
260 | 44 | -1 | -115 | 151 | 341 |
| Totaal kasstromen | -241 | – | – | – | – | -241 |
| Ontvangen premies | 2 681 | – | – | – | – | 2 681 |
| Betaalde claims | -2 699 | – | – | – | – | -2 699 |
| Andere kosten dan betaalde claims | -99 | – | – | – | – | -99 |
| Betaalde acquisitiekosten | -124 | – | – | – | – | -124 |
| Overige veranderingen | -28 | -1 | -3 | -4 | -3 | -39 |
| Slotbalans | 11 529 | 195 | 43 | 1 268 | 832 | 13 868 |
| 2023 Openingsbalans |
11 378 | 112 | 45 | 1 377 | 480 | 13 393 |
| Verzekeringstechnisch resultaat | -390 | 47 | -1 | 8 | 198 | -139 |
| Veranderingen i.v.m. toekomstige diensten | -399 | 56 17 |
4 | 120 | 224 150 |
5 |
| Nieuwe contracten Schattingswijzigingen gereflecteerd in de CSM |
-161 -238 |
39 | – 4 |
– 120 |
74 | 6 -1 |
| Schattingswijzigingen die leiden tot verliezen en | 0 | 0 | – | – | – | 0 |
| terugnemingen op verlieslatende contracten | ||||||
| Veranderingen i.v.m. lopende diensten | 38 | -8 | -5 | -113 | -26 | -113 |
| CSM opgenomen in winst-en-verliesrekening | 0 | – | -5 | -113 | -26 | -143 |
| Veranderingen in de risicoaanpassing (verwacht) Ervaringsaanpassingen |
0 38 |
-8 – |
– – |
– – |
– – |
-8 38 |
| Veranderingen in verplichtingen uit hoofde van ontstane claims i.v.m. in het verleden verleende diensten |
-29 | -2 | – | – | – | -30 |
| Beleggingsresultaat | 0 | – | – | – | – | 0 |
| Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde met | ||||||
| verwerking van waardeveranderingen in winst-en-verlies | 0 | – | – | – | – | 0 |
| Verzekeringsfinancieringsbaten of -lasten | 809 | -7 | 1 | 9 | 7 | 818 |
| In winst-en-verliesrekening | 264 | 2 | 1 | 9 | 7 | 283 |
| In OCI Totaal wijzigingen in gerealiseerde en niet-gerealiseerde |
544 | -9 | – | – | – | 535 |
| resultaten | 418 | 40 | 0 | 16 | 205 | 679 |
| Totaal kasstromen | -252 | – | – | – | – | -252 |
| Ontvangen premies | 1 371 | – | – | – | – | 1 371 |
| Betaalde claims | -1 404 | – | – | – | – | -1 404 |
| Andere kosten dan betaalde claims Betaalde acquisitiekosten |
-92 -126 |
– – |
– – |
– – |
– – |
-92 -126 |
| Overige veranderingen | -7 | -1 | 2 | -6 | -1 | -14 |
| Slotbalans | 11 538 | 152 | 47 | 1 387 | 683 | 13 807 |
p. 293
• Het bedrag dat in de winst-en-verliesrekening wordt opgenomen als CSM-vrijval, wordt bepaald door:
aanmerking te nemen;
p. 292
Toelichting 5.6.2). Geen belangrijke wijzigingen in 2023.
de dekkingseenheden in de groep te identificeren. Het aantal dekkingseenheden in een groep is de omvang van de diensten die de verzekeraar verleent uit hoofde van de contracten in de groep contracten (GC) en wordt bepaald door voor elk contract de omvang van de uitkeringen waarin het contract voorziet en de verwachte periode van de dekking in
het toewijzen van de CSM aan het einde van de periode in gelijke mate aan elke dekkingseenheid die in de huidige periode is verleend en naar verwachting in de toekomst zal worden verleend, en het opnemen in de winst-enverliesrekening van het bedrag dat is toegewezen aan dekkingseenheden die aan de huidige periode zijn toegewezen. • Belangrijkste veranderingen in 2024 en 2023: de 43 miljoen euro stijging van de risicoaanpassing in 2024 is grotendeels gerelateerd aan een modelwijziging om rekening te houden met het risico dat de klant stopt met premiebetaling voor de langetermijnlevensverzekeringscontracten. De beweging van de contractuele dienstenmarge in 2024, onder nieuwe contracten, omvat een stijging van 96 miljoen euro met betrekking tot de overheveling van de individuele pensioenstoezeggingscontracten vanuit de portefeuille 'Risk and Savings' naar de portefeuille 'Hybride producten' (zie ook • Het bedrag dat in de winst-en-verliesrekening wordt opgenomen als CSM-vrijval, wordt bepaald door:
p. 292
Totaal verplichtingen
uit verzekeringscontracten
14
0
14
-163
-9
16
6
295
198
2 681
-2 699
-99
-124
6
-1
0
-143
-8
38
0
283
535
1 371
-92
-126
-1 404
Toelichting 5.6.4: Veranderingen in componenten van verplichtingen uit levensverzekeringscontracten (BBA, VFA)
Risicoaanpassing
29
23
1
-
-9
-
-
3
1
–
–
–
–
17
39
0
–
-8
–
–
2
-9
–
–
–
–
Openingsbalans 11 538 152 47 1 387 683 13 807 Verzekeringstechnisch resultaat -212 41 -2 -125 138 -159 Veranderingen i.v.m. toekomstige diensten -201 53 4 -11 182 28
Veranderingen i.v.m. lopende diensten 16 -9 -5 -114 -44 -157
claims i.v.m. in het verleden verleende diensten -27 -3 – – – -29 Beleggingsresultaat 6 - – – – 6
Verzekeringsfinancieringsbaten of -lasten 466 4 1 10 13 493
resultaten 260 44 -1 -115 151 341 Totaal kasstromen -241 – – – – -241
Overige veranderingen -28 -1 -3 -4 -3 -39 Slotbalans 11 529 195 43 1 268 832 13 868
Openingsbalans 11 378 112 45 1 377 480 13 393 Verzekeringstechnisch resultaat -390 47 -1 8 198 -139 Veranderingen i.v.m. toekomstige diensten -399 56 4 120 224 5
Veranderingen i.v.m. lopende diensten 38 -8 -5 -113 -26 -113
claims i.v.m. in het verleden verleende diensten -29 -2 – – – -30 Beleggingsresultaat 0 – – – – 0
Verzekeringsfinancieringsbaten of -lasten 809 -7 1 9 7 818
resultaten 418 40 0 16 205 679 Totaal kasstromen -252 – – – – -252
Overige veranderingen -7 -1 2 -6 -1 -14 Slotbalans 11 538 152 47 1 387 683 13 807
-245
13
0
0
16
6
269
197
2 681
-2 699
-99
-124
-161
-238
0
0
0
38
0
264
544
1 371
-92
-126
-1 404 (incl. LIC) Contractuele dienstenmarge
–
4
–
-5
–
–
–
1
-
–
–
–
–
–
4
–
-5
–
–
–
1
–
–
–
–
–
Verzekeringscontracten die bestonden op de overgangsdatum, reëlewaardebenadering
–
-11
–
-114
–
–
–
10
-
–
–
–
–
–
–
120
-113
–
–
–
9
–
–
–
–
–
Overige verzekeringscontracten
230
-48
-44
–
–
–
13
-
–
–
–
–
150
74
–
-26
–
–
–
7
–
–
–
–
–
–
Verzekeringscontracten die bestonden op de overgangsdatum, herziene retrospectieve benadering
Contante waarde van toekomstige kasstromen (incl. LIC)
(in miljoenen euro)
Nieuwe contracten
Ervaringsaanpassingen
In winst-en-verliesrekening
Andere kosten dan betaalde claims
Betaalde acquisitiekosten
Nieuwe contracten
Ervaringsaanpassingen
In winst-en-verliesrekening
Andere kosten dan betaalde claims
Betaalde acquisitiekosten
Ontvangen premies
Betaalde claims
In OCI
Ontvangen premies
Betaalde claims
In OCI
2023
Schattingswijzigingen die leiden tot verliezen en
terugnemingen op verlieslatende contracten
CSM opgenomen in winst-en-verliesrekening
verwerking van waardeveranderingen in winst-en-verlies
Schattingswijzigingen gereflecteerd in de CSM
terugnemingen op verlieslatende contracten
CSM opgenomen in winst-en-verliesrekening
verwerking van waardeveranderingen in winst-en-verlies
Veranderingen in de risicoaanpassing (verwacht)
Veranderingen in verplichtingen uit hoofde van ontstane
Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde met
Totaal wijzigingen in gerealiseerde en niet-gerealiseerde
Schattingswijzigingen die leiden tot verliezen en
Veranderingen in de risicoaanpassing (verwacht)
Veranderingen in verplichtingen uit hoofde van ontstane
Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde met
Totaal wijzigingen in gerealiseerde en niet-gerealiseerde
Schattingswijzigingen gereflecteerd in de CSM 32
2024
| (in miljoenen euro) | Contante waarde van toekomstige kasstromen (incl. LIC) |
Risico aanpassing (incl. LIC) |
Contractuele dienstenmarge | Totaal verplichtingen uit verzekerings contracten |
|
|---|---|---|---|---|---|
| Verzekeringscontracten die bestonden op de overgangsdatum, reëlewaardebenadering |
Overige verzekerings contracten |
||||
| 2024 | |||||
| Openingsbalans | 8 | 71 | 52 | 74 | 206 |
| Verzekeringstechnisch resultaat | -72 | 60 | -21 | 26 | -7 |
| Veranderingen i.v.m. toekomstige diensten | -74 | 62 | -19 | 31 | 0 |
| Nieuwe contracten | -21 | 3 | — | 18 | 0 |
| Schattingswijzigingen gereflecteerd in de CSM | -52 | 58 | -19 | 13 | 0 |
| Schattingswijzigingen die leiden tot verliezen en terugnemingen op verlieslatende contracten |
0 | 0 | — | — | 0 |
| Veranderingen i.v.m. lopende diensten | 1 | -1 | -2 | -5 | -7 |
| CSM opgenomen in winst-en-verliesrekening | — | — | -2 | -5 | -7 |
| Veranderingen in de risicoaanpassing (verwacht) | — | -1 | — | — | -1 |
| Ervaringsaanpassingen | 1 | — | — | — | 1 |
| Veranderingen in verplichtingen uit hoofde van ontstane claims i.v.m. in het verleden verleende diensten |
0 | 0 | — | — | 0 |
| Verzekeringsfinancieringsbaten of -lasten | 15 | -9 | 0 | 1 | 7 |
| In winst-en-verliesrekening | -1 | 1 | 0 | 1 | 1 |
| In OCI Totaal wijzigingen in gerealiseerde en niet-gerealiseerde |
16 | -10 | — | — | 6 |
| resultaten | -57 | 51 | -21 | 27 | -1 |
| Totaal kasstromen | 9 | — | — | — | 9 |
| Ontvangen premies | 46 | — | — | — | 46 |
| Betaalde claims | -26 | — | — | — | -26 |
| Andere kosten dan betaalde claims | -3 | — | — | — | -3 |
| Betaalde acquisitiekosten | -8 | — | — | — | -8 |
| Overige veranderingen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Slotbalans | -40 | 122 | 31 | 101 | 214 |
| 2023 | |||||
| Openingsbalans | 17 | 75 | 93 | 67 | 252 |
| Verzekeringstechnisch resultaat | 11 | 16 | -41 | 7 | -7 |
| Veranderingen i.v.m. toekomstige diensten | 9 | 19 | -38 | 10 | 0 |
| Nieuwe contracten | -18 | 1 | – | 17 | 0 |
| Schattingswijzigingen gereflecteerd in de CSM Schattingswijzigingen die leiden tot verliezen en terugnemingen op verlieslatende contracten |
27 0 |
17 0 |
-38 – |
-7 – |
0 0 |
| Veranderingen i.v.m. lopende diensten | 2 | -3 | -3 | -4 | -7 |
| CSM opgenomen in winst-en-verliesrekening | – | – | -3 | -4 | -6 |
| Veranderingen in de risicoaanpassing (verwacht) | – | -3 | – | – | -3 |
| Ervaringsaanpassingen | 2 | – | – | – | 2 |
| Veranderingen in verplichtingen uit hoofde van ontstane claims i.v.m. in het verleden verleende diensten |
0 | 0 | – | – | 0 |
| Verzekeringsfinancieringsbaten of -lasten | -29 | -19 | 0 | 1 | -48 |
| In winst-en-verliesrekening | 0 | 0 | 0 | 1 | 0 |
| In OCI | -28 | -19 | – | – | -48 |
| Totaal wijzigingen in gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten |
-17 | -4 | -41 | 7 | -54 |
| Totaal kasstromen | 8 | – | – | – | 8 |
| Ontvangen premies | 43 | – | – | – | 43 |
| Betaalde claims Andere kosten dan betaalde claims |
-24 -3 |
– – |
– – |
– – |
-24 -3 |
| Betaalde acquisitiekosten | -7 | – | – | – | -7 |
| Overige veranderingen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Slotbalans | 8 | 71 | 52 | 74 | 206 |
p. 295
• In Niet-leven wordt de BBA toegepast op 'individuele ziekteverzekeringen'.
(kasuitstroom meer naar het einde van het contract toe).
Toelichting 5.6.6: Nieuwe contracten van het jaar (BBA/VFA)
Verwachte overige lasten uit hoofde van verzekeringsdiensten
Verwachte overige lasten uit hoofde van verzekeringsdiensten
Met de acquisitie van verzekeringen verband houdende
Met de acquisitie van verzekeringen verband houdende
Toename van verplichtingen uit verzekeringscontracten:
Toename van verplichtingen uit verzekeringscontracten:
96 miljoen euro (zie ook Toelichting 5.6.2).
van de verslagperiode) (BBA/VFA)
gerelateerd aan hospitalisatie.
(in miljoenen euro)
Verwachte claims
Verwachte claims
kasstromen
kasstromen 2024
2023
2024
2023
p. 294
• De daling van 48 miljoen euro van de verzekeringsfinancieringsbaten of -lasten via OCI in 2023 wordt verklaard door de stijging van de discontocurve op lange termijn (op meer dan 20 jaar). De stijging van 6 miljoen euro in 2024 wordt verklaard door een geringe daling in de rentecurve. Kenmerkend voor de portefeuille hospitalisatie is de hogere impact van rentebewegingen op de kasuitstromen dan op de kasinstromen. De hospitalisatiepremies zijn genivelleerd (constante kasinstroom tijdens de looptijd van het contract) en de schadeclaims stijgen naarmate de verzekerde ouder wordt
• De daling van 52 miljoen euro in de contante waarde van de toekomstige kasstromen voor schattingswijzigingen gereflecteerd in de CSM in 2024 is te wijten aan een modelupdate waarbij verwachte hogere claims resulteren in hogere premies. Een hoger premievolume genereert meer toekomstige winst en dus lagere fulfilmentkasstromen. De 58 miljoen euro stijging in schattingswijzigingen gereflecteerd in de CSM in de risicoaanpassing in 2024 wordt verklaard door een modelwijziging waarbij een conservatievere inschatting gemaakt wordt van de onzekerheid van de schadekosten
Uitgegeven
593
19
13
171
19
22
Verworven (her-)verzekeringscontracten Totaal
0
0
0
0
0
0 3 238
170
159
1 205
82
119
Niet-
0
0
0
0
0
0
Opname van CSM in de winst-en-verliesrekening in het … volgend op het verslagjaar
verlieslatend Verlieslatend
(her-)verzekeringscontracten
Nietverlieslatend Verlieslatend
2 645
151
145
Schattingen van de contante waarde van uitstromen van kasmiddelen 2 942 625 0 0 3 567
Schattingen van de contante waarde van instromen van kasmiddelen -3 218 -614 0 0 -3 833 Risicoaanpassing voor niet-financieel risico 29 3 0 0 32 Contractuele dienstenmarge 248 — 0 — 248
verliescomponent — 14 — 0 14
Schattingen van de contante waarde van uitstromen van kasmiddelen 1 194 212 0 0 1 406
Schattingen van de contante waarde van instromen van kasmiddelen -1 378 -207 0 0 -1 585 Risicoaanpassing voor niet-financieel risico 16 2 0 0 18 Contractuele dienstenmarge 166 – 0 0 166
verliescomponent – 7 – 0 7
• De schattingen van de contante waarde van uitstromen van kasmiddelen omvatten 866 miljoen euro als gevolg van de afkoop van de individuele pensioenstoezeggingscontracten vanuit de portefeuille 'Risk and Savings' in 2024 om ze over te hevelen naar de portefeuille 'Hybride producten', omdat de polishouders van de betrokken contracten de mogelijkheid kregen om te investeren in tak 23-producten. De netto-invloed op de CSM van deze overheveling is een stijging van
• De verkoop van producten met een verliescomponent in 2024 wordt voornamelijk verklaard door commerciële acties naar aanleiding van de vervaldatum van de Belgische staatsbon in september 2024. Deze nieuwe productie werd gerealiseerd
Toelichting 5.6.7: Toekomstige opname van CSM m.b.t. verzekeringscontracten in de winst-en-verliesrekening (aan het einde
(in miljoenen euro) 1e jaar 2e jaar 3e jaar 4e jaar 5e jaar 6e tot 10e jaar +10e jaar
Leven 153 145 138 132 126 548 1 023 Niet-leven 7 7 7 6 6 27 57
Leven 149 142 135 129 122 529 973 Niet-leven 6 6 6 6 5 24 51
1 034
63
97
met een door de markt gedreven competitieve-interestgarantie (zie ook Toelichting 4.1).
• Deze tabel toont de toekomstige opname van CSM voor de volgende 25 jaar.
| (in miljoenen euro) | Uitgegeven (her-)verzekeringscontracten |
(her-)verzekeringscontracten | Totaal | ||
|---|---|---|---|---|---|
| Niet verlieslatend |
Verlieslatend | Niet verlieslatend |
Verlieslatend | ||
| 2024 | |||||
| Schattingen van de contante waarde van uitstromen van kasmiddelen | 2 942 | 625 | 0 | 0 | 3 567 |
| Verwachte claims | 2 645 | 593 | 0 | 0 | 3 238 |
| Verwachte overige lasten uit hoofde van verzekeringsdiensten | 151 | 19 | 0 | 0 | 170 |
| Met de acquisitie van verzekeringen verband houdende kasstromen |
145 | 13 | 0 | 0 | 159 |
| Schattingen van de contante waarde van instromen van kasmiddelen | -3 218 | -614 | 0 | 0 | -3 833 |
| Risicoaanpassing voor niet-financieel risico | 29 | 3 | 0 | 0 | 32 |
| Contractuele dienstenmarge | 248 | — | 0 | — | 248 |
| Toename van verplichtingen uit verzekeringscontracten: verliescomponent |
— | 14 | — | 0 | 14 |
| 2023 | |||||
| Schattingen van de contante waarde van uitstromen van kasmiddelen | 1 194 | 212 | 0 | 0 | 1 406 |
| Verwachte claims | 1 034 | 171 | 0 | 0 | 1 205 |
| Verwachte overige lasten uit hoofde van verzekeringsdiensten | 63 | 19 | 0 | 0 | 82 |
| Met de acquisitie van verzekeringen verband houdende kasstromen |
97 | 22 | 0 | 0 | 119 |
| Schattingen van de contante waarde van instromen van kasmiddelen | -1 378 | -207 | 0 | 0 | -1 585 |
| Risicoaanpassing voor niet-financieel risico | 16 | 2 | 0 | 0 | 18 |
| Contractuele dienstenmarge | 166 | – | 0 | 0 | 166 |
| Toename van verplichtingen uit verzekeringscontracten: verliescomponent |
– | 7 | – | 0 | 7 |
| Opname van CSM in de winst-en-verliesrekening in het … volgend op het verslagjaar | |||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| (in miljoenen euro) | 1e jaar | 2e jaar | 3e jaar | 4e jaar | 5e jaar | 6e tot 10e jaar | +10e jaar | ||
| 2024 | |||||||||
| Leven | 153 | 145 | 138 | 132 | 126 | 548 | 1 023 | ||
| Niet-leven | 7 | 7 | 7 | 6 | 6 | 27 | 57 | ||
| 2023 | |||||||||
| Leven | 149 | 142 | 135 | 129 | 122 | 529 | 973 | ||
| Niet-leven | 6 | 6 | 6 | 6 | 5 | 24 | 51 |
• Deze tabel toont de toekomstige opname van CSM voor de volgende 25 jaar.
p. 294
Totaal
0
0
0
-7
-1
1
1
6
46
-26
-3
-8
0
0
0
-6
-3
2
0
-48
43
-24
-3
-7
verplichtingen uit verzekeringscontracten
Toelichting 5.6.5: Veranderingen in componenten van verplichtingen uit schadeverzekeringscontracten (BBA)
Contante waarde van toekomstige kasstromen (incl. LIC)
Risicoaanpassing
3
58
0
—
-1
—
1
-10
—
—
—
—
1
17
0
–
-3
–
0
-19
–
–
–
–
Openingsbalans 8 71 52 74 206 Verzekeringstechnisch resultaat -72 60 -21 26 -7 Veranderingen i.v.m. toekomstige diensten -74 62 -19 31 0
Veranderingen i.v.m. lopende diensten 1 -1 -2 -5 -7
claims i.v.m. in het verleden verleende diensten 0 0 — — 0 Verzekeringsfinancieringsbaten of -lasten 15 -9 0 1 7
resultaten -57 51 -21 27 -1 Totaal kasstromen 9 — — — 9
Overige veranderingen 0 0 0 0 0 Slotbalans -40 122 31 101 214
Openingsbalans 17 75 93 67 252 Verzekeringstechnisch resultaat 11 16 -41 7 -7 Veranderingen i.v.m. toekomstige diensten 9 19 -38 10 0
Veranderingen i.v.m. lopende diensten 2 -3 -3 -4 -7
claims i.v.m. in het verleden verleende diensten 0 0 – – 0 Verzekeringsfinancieringsbaten of -lasten -29 -19 0 1 -48
resultaten -17 -4 -41 7 -54 Totaal kasstromen 8 – – – 8
Overige veranderingen 0 0 0 0 0 Slotbalans 8 71 52 74 206
-21
-52
0
—
—
1
-1
16
46
-26
-3
-8
-18
27
0
–
–
2
0
-28
43
-24
-3
-7 (incl. LIC) Contractuele dienstenmarge
—
-19
—
-2
—
—
0
—
—
—
—
—
–
–
-3
–
–
0
–
–
–
–
–
-38 Overige verzekeringscontracten
18
13
—
-5
—
—
1
—
—
—
—
—
17
-7
–
-4
–
–
1
–
–
–
–
–
Verzekeringscontracten die bestonden op de overgangsdatum, reëlewaardebenadering
(in miljoenen euro)
Nieuwe contracten
Ervaringsaanpassingen
Andere kosten dan betaalde claims
Betaalde acquisitiekosten
Nieuwe contracten
Ervaringsaanpassingen
Andere kosten dan betaalde claims
Betaalde acquisitiekosten
In winst-en-verliesrekening
Ontvangen premies
Betaalde claims
In winst-en-verliesrekening
Ontvangen premies
Betaalde claims
Schattingswijzigingen gereflecteerd in de CSM
terugnemingen op verlieslatende contracten
CSM opgenomen in winst-en-verliesrekening
Schattingswijzigingen gereflecteerd in de CSM
terugnemingen op verlieslatende contracten
CSM opgenomen in winst-en-verliesrekening
Veranderingen in de risicoaanpassing (verwacht)
Veranderingen in verplichtingen uit hoofde van ontstane
Totaal wijzigingen in gerealiseerde en niet-gerealiseerde
Schattingswijzigingen die leiden tot verliezen en
Veranderingen in de risicoaanpassing (verwacht)
Veranderingen in verplichtingen uit hoofde van ontstane
Totaal wijzigingen in gerealiseerde en niet-gerealiseerde
Schattingswijzigingen die leiden tot verliezen en
2024
In OCI
2023
In OCI
| Waarvan directe winstdeling Leven |
Niet | ||||
|---|---|---|---|---|---|
| (in miljoenen euro) | Leven | (VFA) | Niet-leven | technisch | Totaal |
| 2024 | |||||
| Totaal (onderliggende) activa | 30 414 | 967 | 4 204 | 1 845 | 36 463 |
| Tegen geamortiseerde kostprijs | 1 886 | 0 | 2 887 | 1 047 | 5 819 |
| Tegen FVOCI | 11 753 | 15 | 1 221 | 593 | 13 568 |
| Schuldpapier | 10 698 | 15 | 993 | 373 | 12 064 |
| Eigenvermogensinstrumenten | 1 055 | 0 | 228 | 220 | 1 504 |
| Tegen FVPL (excl. derivaten) | 16 666 | 951 | 0 | 8 | 16 673 |
| Instrumenten ter dekking van tak 23-contracten | 16 602 | 951 | — | — | 16 602 |
| Overige | 64 | 0 | 0 | 8 | 71 |
| Tegen FVO | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Materiële vaste activa en vastgoedbeleggingen | 109 | 0 | 97 | 198 | 403 |
| 2023 | |||||
| Totaal (onderliggende) activa | 27 930 | 928 | 4 152 | 1 686 | 33 769 |
| Tegen geamortiseerde kostprijs | 1 949 | 0 | 2 926 | 882 | 5 757 |
| Tegen FVOCI | 11 490 | 15 | 1 158 | 590 | 13 238 |
| Schuldpapier | 10 441 | 15 | 933 | 386 | 11 759 |
| Eigenvermogensinstrumenten | 1 050 | 0 | 225 | 204 | 1 479 |
| Tegen FVPL (excl. derivaten) | 14 364 | 913 | 0 | 8 | 14 372 |
| Instrumenten ter dekking van tak 23-contracten | 14 348 | 912 | – | – | 14 348 |
| Overige | 16 | 1 | 0 | 8 | 24 |
| Tegen FVO | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Materiële vaste activa en vastgoedbeleggingen | 127 | 0 | 68 | 207 | 401 |
Toelichting 5.7: Voorzieningen voor risico's en kosten
Voorzieningen voor belastingen en lopende rechtsgeschillen
(in miljoenen euro) 31-12-2024 31-12-2023 Totale voorzieningen voor risico's en kosten 141 183 Voorzieningen voor verbintenissen en financiële garanties buiten balans 73 91 Voorzieningen voor andere risico's en kosten 69 92
Voorzieningen op 1 januari 22 20 49 91
Nieuwe financiële activa 5 1 1 8 Veranderingen in risicoparameters tijdens de rapporteringsperiode -6 -1 -13 -21 Veranderingen in model of methodologie 2 0 -1 1 Financiële activa die derecognized zijn -3 -1 -2 -6 Andere 0 0 0 0
Financiële activa die derecognized zijn 0 0 0 0 Veranderingen in de consolidatiekring 0 -1 0 -1 Andere 2 0 1 3 Voorzieningen op 31 december 22 15 36 73
Voorzieningen op 1 januari 19 35 60 114
Nieuwe financiële activa 10 4 2 16 Veranderingen in risicoparameters tijdens de rapporteringsperiode -3 -6 -12 -21 Veranderingen in model of methodologie 0 0 0 0 Financiële activa die derecognized zijn -3 -3 -3 -9 Andere 0 0 2 2
Financiële activa die derecognized zijn 0 0 0 0 Veranderingen in de consolidatiekring 0 -1 0 -1 Andere 0 1 -7 -7 Voorzieningen op 31 december 22 20 49 91
Onderhevig aan 12 maanden ECL
Onderhevig aan lifetime ECL
Categorie 2 (lifetime ECL) 1
Categorie 2 (lifetime ECL) 1
Categorie 3 non-performing (lifetime ECL) 0 1
3 non-performing (lifetime ECL) 0
Toelichting 5.7.2: Details van voorzieningen voor verbintenissen en financiële garanties buiten balans
Toelichting 5.7.1: Overzicht
Voorzieningen voor herstructurering
Overige
(in miljoenen euro)
Mutaties met resultaatsinvloed Overdracht van financiële activa Categorie 1 (12 maanden ECL)
Mutaties zonder resultaatsimpact
Mutaties met resultaatsinvloed Overdracht van financiële activa Categorie 1 (12 maanden ECL)
Mutaties zonder resultaatsimpact
• Zie ook Toelichting 6.1.
p. 296
31-12-2024
Categorie
31-12-2023
• De tabel bevat ook de activa ter dekking van de verplichtingen met betrekking tot beleggingscontracten (IFRS 9).
| (in miljoenen euro) | 2024 | 2023 |
|---|---|---|
| OCI die kunnen worden overgeboekt naar de winst-en-verliesrekening | -26 | 340 |
| Nettowijziging van de herwaarderingsreserve (FVOCI-schuldinstrumenten) | -26 | 340 |
| Aanpassingen van de reële waarde vóór belastingen | -33 | 446 |
| Uitgestelde belastingen op wijzigingen van de reële waarde | 9 | -108 |
| Overboeking van reserve naar nettoresultaat | -1 | 2 |
| Bijzondere waardeverminderingen | -2 | 2 |
| Nettowinsten of -verliezen bij vervreemding | 0 | 0 |
| Uitgestelde belastingen | 0 | -1 |
| OCI die niet worden overgeboekt naar de winst-en-verliesrekening | 101 | 110 |
| Nettowijziging van de herwaarderingsreserve (FVOCI-eigenvermogensinstrumenten) | 101 | 110 |
| Aanpassingen van de reële waarde vóór belastingen | 101 | 110 |
| Uitgestelde belastingen op wijzigingen van de reële waarde | 0 | 0 |
• IFRS 17 staat vereenvoudigingen toe om de geaccumuleerde OCI voor de verzekeringsverplichtingen op de overgangsdatum op nul te zetten, terwijl de geaccumuleerde OCI voor de financiële activa die tot dekking dienen, behouden blijven. Deze toelichting geeft inzicht in de onevenwichtigheid tussen financiële activa die tot dekking dienen, en verzekeringsverplichtingen, omdat ze de classificatie binnen het eigen vermogen verstoort op de overgangsdatum en de jaren daarna, totdat de portefeuille die onder de overgangsbenadering valt, de vervaldatum bereikt.
p. 297
22
31
17
non-performing Totaal
-5
Onderhevig aan lifetime ECL –
-1 5 2 6
-9 3
-2 3 1 2
-13 9
-2
1 37
37
18
-5
-4
-3
-2
• Zie ook Geconsolideerde gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten (comprehensive income).
| (in miljoenen euro) | 31-12-2024 | 31-12-2023 |
|---|---|---|
| Totale voorzieningen voor risico's en kosten | 141 | 183 |
| Voorzieningen voor verbintenissen en financiële garanties buiten balans | 73 | 91 |
| Voorzieningen voor andere risico's en kosten | 69 | 92 |
| Voorzieningen voor herstructurering | 22 | 37 |
| Voorzieningen voor belastingen en lopende rechtsgeschillen | 31 | 37 |
| Overige | 17 | 18 |
| Onderhevig aan | Onderhevig aan | Onderhevig aan lifetime ECL – |
||
|---|---|---|---|---|
| (in miljoenen euro) | 12 maanden ECL | lifetime ECL | non-performing | Totaal |
| 31-12-2024 | ||||
| Voorzieningen op 1 januari | 22 | 20 | 49 | 91 |
| Mutaties met resultaatsinvloed | ||||
| Overdracht van financiële activa | ||||
| Categorie 1 (12 maanden ECL) | -1 | 5 | 2 | 6 |
| Categorie 2 (lifetime ECL) | 1 | -9 | 3 | -5 |
| 3 non-performing (lifetime ECL) Categorie |
0 | 1 | -5 | -4 |
| Nieuwe financiële activa | 5 | 1 | 1 | 8 |
| Veranderingen in risicoparameters tijdens de rapporteringsperiode | -6 | -1 | -13 | -21 |
| Veranderingen in model of methodologie | 2 | 0 | -1 | 1 |
| Financiële activa die derecognized zijn | -3 | -1 | -2 | -6 |
| Andere | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Mutaties zonder resultaatsimpact | ||||
| Financiële activa die derecognized zijn | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Veranderingen in de consolidatiekring | 0 | -1 | 0 | -1 |
| Andere | 2 | 0 | 1 | 3 |
| Voorzieningen op 31 december | 22 | 15 | 36 | 73 |
| 31-12-2023 | ||||
| Voorzieningen op 1 januari | 19 | 35 | 60 | 114 |
| Mutaties met resultaatsinvloed | ||||
| Overdracht van financiële activa | ||||
| Categorie 1 (12 maanden ECL) | -2 | 3 | 1 | 2 |
| Categorie 2 (lifetime ECL) | 1 | -13 | 9 | -3 |
| Categorie 3 non-performing (lifetime ECL) | 0 | 1 | -2 | -2 |
| Nieuwe financiële activa | 10 | 4 | 2 | 16 |
| Veranderingen in risicoparameters tijdens de rapporteringsperiode | -3 | -6 | -12 | -21 |
| Veranderingen in model of methodologie | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Financiële activa die derecognized zijn | -3 | -3 | -3 | -9 |
| Andere | 0 | 0 | 2 | 2 |
| Mutaties zonder resultaatsimpact | ||||
| Financiële activa die derecognized zijn | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Veranderingen in de consolidatiekring | 0 | -1 | 0 | -1 |
| Andere | 0 | 1 | -7 | -7 |
| Voorzieningen op 31 december | 22 | 20 | 49 | 91 |
• Zie ook Toelichting 6.1.
p. 296
Toelichting 5.6.8: Reële waarde van activa ter dekking van verzekerings- en beleggingscontracten
Waarvan directe
winstdeling Leven
1 055
16 602
64
16
1 050
14 348
• De tabel bevat ook de activa ter dekking van de verplichtingen met betrekking tot beleggingscontracten (IFRS 9).
Toelichting 5.6.9: Wijzigingen in geaccumuleerde OCI voor FVOCI-activa die staan tegenover verzekeringscontracten
(in miljoenen euro) 2024 2023 OCI die kunnen worden overgeboekt naar de winst-en-verliesrekening -26 340 Nettowijziging van de herwaarderingsreserve (FVOCI-schuldinstrumenten) -26 340 Aanpassingen van de reële waarde vóór belastingen -33 446 Uitgestelde belastingen op wijzigingen van de reële waarde 9 -108 Overboeking van reserve naar nettoresultaat -1 2
OCI die niet worden overgeboekt naar de winst-en-verliesrekening 101 110 Nettowijziging van de herwaarderingsreserve (FVOCI-eigenvermogensinstrumenten) 101 110 Aanpassingen van de reële waarde vóór belastingen 101 110 Uitgestelde belastingen op wijzigingen van de reële waarde 0 0
• IFRS 17 staat vereenvoudigingen toe om de geaccumuleerde OCI voor de verzekeringsverplichtingen op de overgangsdatum op nul te zetten, terwijl de geaccumuleerde OCI voor de financiële activa die tot dekking dienen, behouden blijven. Deze toelichting geeft inzicht in de onevenwichtigheid tussen financiële activa die tot dekking dienen, en verzekeringsverplichtingen, omdat ze de classificatie binnen het eigen vermogen verstoort op de overgangsdatum en de
jaren daarna, totdat de portefeuille die onder de overgangsbenadering valt, de vervaldatum bereikt. • Zie ook Geconsolideerde gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten (comprehensive income).
(VFA)
967
0
15
15
0
951
951
0
0
0
928
0
15
15
0
913
912
1
0
0
Niet-leven
993
228
—
0
933
225
– –
0 Niet-
373
220
—
8
386
204
8
4 204 1 845 36 463
2 887 1 047 5 819
1 221 593 13 568
0 8 16 673
0 0 0
97 198 403
4 152 1 686 33 769
2 926 882 5 757
1 158 590 13 238
0 8 14 372
0 0 0
68 207 401
-2
0
0
technisch Totaal
12 064
1 504
16 602
11 759
1 479
14 348
24
2
0
-1
71
(in miljoenen euro) Leven
Totaal (onderliggende) activa 30 414
Tegen geamortiseerde kostprijs 1 886
Tegen FVOCI 11 753
Tegen FVPL (excl. derivaten) 16 666
Tegen FVO 0
Materiële vaste activa en vastgoedbeleggingen 109
Totaal (onderliggende) activa 27 930
Tegen geamortiseerde kostprijs 1 949
Tegen FVOCI 11 490
Tegen FVPL (excl. derivaten) 14 364
Tegen FVO 0
Materiële vaste activa en vastgoedbeleggingen 127
Schuldpapier 10 441
Schuldpapier 10 698
2024
2023
Overige
Overige
Eigenvermogensinstrumenten
Eigenvermogensinstrumenten
Bijzondere waardeverminderingen
Uitgestelde belastingen
Nettowinsten of -verliezen bij vervreemding
waarvoor de reëlewaardeovergangsbenadering is gebruikt
Instrumenten ter dekking van tak 23-contracten
Instrumenten ter dekking van tak 23-contracten
| (in miljoenen euro) | Voorzieningen voor herstructurering |
Voorzieningen voor belastingen en lopende rechtsgeschillen |
Overige | Totaal |
|---|---|---|---|---|
| 2024 | ||||
| Beginsaldo | 37 | 37 | 18 | 92 |
| Mutaties met resultaatsimpact | ||||
| Bedragen aangelegd | 3 | 2 | 4 | 9 |
| Bedragen gebruikt | -20 | -5 | -3 | -27 |
| Bedragen teruggenomen wegens overtolligheid | 0 | -1 | -2 | -4 |
| Overdracht van of naar verplichtingen i.v.m. groepen activa die worden afgestoten |
0 | 0 | 0 | 0 |
| Wijzigingen in de consolidatiekring | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Andere | 2 | -2 | -1 | -1 |
| Eindsaldo | 22 | 31 | 17 | 69 |
| 2023 | ||||
| Beginsaldo | 92 | 192 | 20 | 305 |
| Mutaties met resultaatsimpact | ||||
| Bedragen aangelegd | 11 | 10 | 5 | 26 |
| Bedragen gebruikt | -65 | -163 | -5 | -233 |
| Bedragen teruggenomen wegens overtolligheid | -1 | -3 | -2 | -6 |
| Overdracht van of naar verplichtingen i.v.m. groepen activa die worden afgestoten |
0 | 0 | 0 | 0 |
| Wijzigingen in de consolidatiekring | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Andere | 0 | 1 | 0 | 1 |
| Eindsaldo | 37 | 37 | 18 | 92 |
• Voor het grootste deel van de aangelegde voorzieningen kunnen we redelijkerwijs niet inschatten wanneer ze zullen worden gebruikt.
• Overige voorzieningen: omvatten specifieke voorzieningen voor verschillende risico's.
p. 299
1 augustus 2022 heeft de faillissementsrechtbank een beschikking uitgevaardigd met betrekking tot de regeling van de procedure. In dit kader heeft de trustee op 5 augustus 2022 zijn klacht gewijzigd door zijn vordering te verminderen tot 86 miljoen USD in hoofdsom. KBC heeft op 18 november 2022 een verzoek tot afwijzing van de gewijzigde klacht ingediend wegens gebrek aan specifieke bevoegdheid van de Amerikaanse rechtbank. Op 26 april 2023 heeft de rechtbank deze bevoegdheidsexceptie verworpen. De procedure ten gronde wordt dus voortgezet. Op 28 juni 2023 heeft KBC een antwoord op de gewijzigde klacht ingediend. Er loopt een feitenonderzoek tot 22 september 2025. Hoewel de bewijslast is verzwaard, gelooft KBC nog steeds dat het goede en geloofwaardige verweermiddelen heeft, waaronder het
(in miljoenen euro) 31-12-2024 31-12-2023 Totaal 2 678 2 611 Werknemerspensioenverplichtingen of andere personeelsvoordelen 41 93 Toe te rekenen kosten en over te dragen opbrengsten 437 385 Loon en sociale lasten 540 531 Leaseverplichtingen 5 63 Overige 1 656 1 539
• Meer informatie over pensioenverplichtingen: zie Toelichting 5.9 (noteer dat het in Toelichting 5.8 opgenomen bedrag van werknemerspensioenverplichtingen of andere personeelsvoordelen een ruimere scope heeft dan de in Toelichting 5.9
aantonen van zijn goede trouw. De procedure kan nog enkele jaren duren.
Toelichting 5.8: Overige verplichtingen
opgenomen bedragen).
1 augustus 2022 heeft de faillissementsrechtbank een beschikking uitgevaardigd met betrekking tot de regeling van de procedure. In dit kader heeft de trustee op 5 augustus 2022 zijn klacht gewijzigd door zijn vordering te verminderen tot 86 miljoen USD in hoofdsom. KBC heeft op 18 november 2022 een verzoek tot afwijzing van de gewijzigde klacht ingediend wegens gebrek aan specifieke bevoegdheid van de Amerikaanse rechtbank. Op 26 april 2023 heeft de rechtbank deze bevoegdheidsexceptie verworpen. De procedure ten gronde wordt dus voortgezet. Op 28 juni 2023 heeft KBC een antwoord op de gewijzigde klacht ingediend. Er loopt een feitenonderzoek tot 22 september 2025. Hoewel de bewijslast is verzwaard, gelooft KBC nog steeds dat het goede en geloofwaardige verweermiddelen heeft, waaronder het aantonen van zijn goede trouw. De procedure kan nog enkele jaren duren.
p. 298
Toelichting 5.7.3: Details van de voorzieningen voor andere risico's en kosten
Bedragen teruggenomen wegens overtolligheid 0
Bedragen aangelegd 11
• Overige voorzieningen: omvatten specifieke voorzieningen voor verschillende risico's.
Voorzieningen voor herstructurering
Beginsaldo 37 37 18 92
Bedragen aangelegd 3 2 4 9
groepen activa die worden afgestoten 0 0 0 0 Wijzigingen in de consolidatiekring 0 0 0 0 Andere 2 -2 -1 -1 Eindsaldo 22 31 17 69
Beginsaldo 92 192 20 305
groepen activa die worden afgestoten 0 0 0 0 Wijzigingen in de consolidatiekring 0 0 0 0 Andere 0 1 0 1 Eindsaldo 37 37 18 92
• Voor het grootste deel van de aangelegde voorzieningen kunnen we redelijkerwijs niet inschatten wanneer ze zullen worden
• Informatie met betrekking tot de belangrijkste hangende rechtsgeschillen: vorderingen ingesteld tegen maatschappijen van de KBC-groep waarderen we overeenkomstig de IFRS-regels naargelang van hun risico-inschatting (waarschijnlijk, mogelijk of onwaarschijnlijk). Voor de dossiers met risico-inschatting 'waarschijnlijk verlies' leggen we voorzieningen aan (zie Toelichtingen bij de grondslagen voor financiële verslaggeving). Als de vordering maar als 'mogelijk' wordt ingeschat (de dossiers met risico-inschatting 'mogelijk verlies'), leggen we geen voorzieningen aan, maar geven we een toelichting in de jaarrekening als ze een beduidende invloed zouden kunnen hebben op de balans (d.w.z. als de vordering kan leiden tot een mogelijke uitstroom van meer dan 50 miljoen euro). Alle andere vorderingen (met risico-inschatting 'onwaarschijnlijk verlies'), ongeacht hun grootteorde, die maar een gering of geen risico vertonen, hoeven niet te worden vermeld. De belangrijkste dossiers sommen we hierna op. We houden de informatie beperkt om de positie van de groep in lopende rechtszaken niet
-20
-1
-65
Voorzieningen voor belastingen en lopende
-5
-1
-163
-3
rechtsgeschillen Overige Totaal
-3
-2
10 5 26
-5
-2 -27
-4
-233
-6
(in miljoenen euro)
Bedragen gebruikt
Mutaties met resultaatsimpact
Mutaties met resultaatsimpact
Overdracht van of naar verplichtingen i.v.m.
Bedragen teruggenomen wegens overtolligheid
Bedragen gebruikt
gebruikt.
te hinderen.
Overdracht van of naar verplichtingen i.v.m.
2024
2023
| (in miljoenen euro) | 31-12-2024 | 31-12-2023 |
|---|---|---|
| Totaal | 2 678 | 2 611 |
| Werknemerspensioenverplichtingen of andere personeelsvoordelen | 41 | 93 |
| Toe te rekenen kosten en over te dragen opbrengsten | 437 | 385 |
| Loon en sociale lasten | 540 | 531 |
| Leaseverplichtingen | 5 | 63 |
| Overige | 1 656 | 1 539 |
• Meer informatie over pensioenverplichtingen: zie Toelichting 5.9 (noteer dat het in Toelichting 5.8 opgenomen bedrag van werknemerspensioenverplichtingen of andere personeelsvoordelen een ruimere scope heeft dan de in Toelichting 5.9 opgenomen bedragen).
| (in miljoenen euro) | 31-12-2024 | 31-12-2023 |
|---|---|---|
| TOEGEZEGDPENSIOENREGELINGEN | ||
| Aansluiting van brutoverplichtingen uit hoofde van toegezegdpensioenregelingen | ||
| Brutoverplichtingen aan het begin van het jaar | 2 724 | 2 580 |
| Aan het dienstjaar toegerekende pensioenkosten | 105 | 95 |
| Rentekosten | 89 | 104 |
| Actuariële winst of verlies ten gevolge van wijzigingen in demografische veronderstellingen | 0 | -3 |
| Actuariële winst of verlies ten gevolge van wijzigingen in financiële veronderstellingen | -76 | 152 |
| Ervaringsaanpassingen | 29 | -56 |
| Pensioenkosten toegerekend aan verstreken dienstjaren | 0 | 0 |
| Betaalde uitkeringen | -190 | -149 |
| Overige | 3 | 0 |
| Brutoverplichting uit hoofde van toegezegdpensioenregelingen aan het einde van het jaar | 2 684 | 2 724 |
| Aansluiting van de reële waarde van fondsbeleggingen | ||
| Reële waarde van fondsbeleggingen aan het begin van het jaar | 2 936 | 2 746 |
| Feitelijk rendement op fondsbeleggingen | 198 | 222 |
| Verwachte rente-inkomsten op de planactiva, berekend op basis van de marktrentevoeten van bedrijfsobligaties van hoge kwaliteit |
96 | 115 |
| Bijdragen van de werkgever | 97 | 93 |
| Bijdragen van de deelnemers aan de regeling | 20 | 20 |
| Betaalde uitkeringen | -190 | -149 |
| Overige | 9 | 5 |
| Reële waarde van fondsbeleggingen aan het einde van het jaar | 3 070 | 2 936 |
| Waarvan financiële instrumenten uitgegeven door de groep | 0 | 0 |
| Waarvan vastgoed in eigendom van KBC | 2 | 2 |
| Financieringsstatus | ||
| Fondsbeleggingen meer dan brutoverplichting uit hoofde van toegezegdpensioenregelingen | 386 | 212 |
| Restitutierecht | 0 | 0 |
| Begrenzing van het financieringsplafond | -131 | -70 |
| Niet-gefinancierde te betalen of vooruitbetaalde pensioenkosten | 255 | 142 |
| Mutatie in de nettoverplichting of het nettoactief | ||
| Niet-gefinancierde te betalen of vooruitbetaalde pensioenkosten aan het begin van het jaar | 142 | 153 |
| In de winst-en-verliesrekening opgenomen bedragen | -82 | -65 |
| Niet in de winst-en-verliesrekening opgenomen bedragen | 92 | -43 |
| Bijdragen van de werkgever | 97 | 93 |
| Overige | 6 | 4 |
| Niet-gefinancierde te betalen of vooruitbetaalde pensioenkosten aan het einde van het jaar | 255 | 142 |
| In de winst-en-verliesrekening opgenomen bedragen | -82 | -65 |
| Aan het dienstjaar toegerekende pensioenkosten | -105 | -95 |
| Rentekosten | 5 | 10 |
| Bijdragen van de bij het plan aangesloten werknemers | 20 | 20 |
| Overige | -2 | 0 |
| Wijzigingen van de niet in de winst-en-verliesrekening opgenomen bedragen | 92 | -43 |
| Actuariële winst of actuarieel verlies ten gevolge van wijzigingen in demografische veronderstellingen | 0 | 3 |
| Actuariële winst of actuarieel verlies ten gevolge van wijzigingen in financiële veronderstellingen | 76 | -152 |
| Actuariële resultaten op fondsbeleggingen | 102 | 107 |
| Ervaringsaanpassingen | -29 | 56 |
| Aanpassingen aan begrenzingen van het financieringsplafond | -59 | 1 |
| Overige | 1 | -58 |
| TOEGEZEGDEBIJDRAGEREGELINGEN | ||
| Kosten voor toegezegdebijdrageregelingen | -14 | -18 |
p. 301
17%
17%
• De actieve pensioenopbouw voor de Belgische personeelsleden van KBC Bank, KBC Verzekeringen en het grootste deel van hun Belgische dochterondernemingen verloopt uitsluitend via het KBC-Pensioenfonds. De pensioenopbouw gefinancierd met werkgeverstoelagen gebeurde tot en met 2018 voornamelijk via een vasteprestatieplan (toegezegdpensioenregeling), waarbij de pensioenprestatie wordt berekend op basis van het loon voorafgaand aan de pensionering, de periode van aansluiting en een formule in schijven met progressieve percentages. Sinds 1 januari 2014 is er een toegezegdebijdrageplan voor alle nieuwe indiensttredingen en werknemers die overgestapt zijn, waarbij op basis van het maandloon voor de lopende maand een bijdrage wordt gestort. Bij pensionering worden de gestorte bijdragen vermeerderd met het (gewaarborgde) rendement uitbetaald. Beide types pensioenplannen worden beheerd door het KBC-Pensioenfonds, dat voor de beleggingsstrategie een beroep doet op KBC Asset Management. Bijkomend zijn er een aantal kleinere stopgezette groepsverzekeringen uit het verleden die verder gefinancierd worden en beheerd worden door het KBC-Pensioenfonds. Op 1 januari 2019 werd een nieuw toegezegdebijdrageplan geïntroduceerd ter vervanging van het toegezegdebijdrageplan van 2014, waarbij ook alle werknemers eenmalig de mogelijkheid hadden om over te stappen van het vasteprestatieplan naar het nieuwe toegezegdebijdrageplan. Op 31 december 2024 waren er 48% actief aangesloten werknemers in de
• In de bepaling van de brutoverplichtingen uit hoofde van toegezegdpensioenregelingen wordt rekening gehouden met de verwachte wettelijke pensioenleeftijd van iedere werknemer en een verwachte looninflatie op basis van een inflatiecurve
• Vanaf 1 januari 2020 zijn de verzekeringsrisico's voor overlijden en invaliditeit volledig herverzekerd via een extern
• Het KBC-Pensioenfonds gelooft in een evenwichtige ESG-aanpak die het mogelijk maakt om de broeikasgasintensiteit te verbeteren, maar ook andere milieuthema's zoals biodiversiteit en sociale en governancegerelateerde zaken in rekening brengt. Wat het beheer van de activa betreft, was het aandeel van verantwoorde beleggingen eind 2024 ongeveer 89% (89% eind 2023). Het KBC-Pensioenfonds streeft ook naar een klimaatneutrale investeringsportefeuille tegen 2050. Zo bedroeg de broeikasgasintensiteit van de aandelenportefeuille eind september 2024 ongeveer 37% van de MSCI World AC-benchmark, die van de bedrijfsobligatieportefeuille ongeveer 42% van de Iboxx Euro Corporates-benchmark en die van de overheidsobligatieportefeuille ongeveer 114% van de JPM EMU Government Bond-benchmark. Dat is een daling t.o.v. 2019
• Door de hogere gemiddelde interestvoeten liggen de pensioenreserves van de aangeslotenen veelal hoger dan de brutoverplichtingen die berekend worden als de huidige waarde van de minimaal gegarandeerde pensioenkapitalen van het toegezegdebijdrageplan. Vanaf 2023 werd het nettoactief daarom verlaagd met het verschil tussen de aldus berekende brutoverplichtingen en de hogere minimaal gegarandeerde reserves en/of de pensioenreserves berekend aan de toegekende fondsreturn. Het verschil per einde 2024 bedraagt 75 miljoen euro en wordt toegevoegd aan de rubriek Aanpassingen aan begrenzingen van het financieringsplafond, waardoor het nettoactief met dit bedrag wordt verminderd.
Bijkomende informatie pensioenverplichtingen (in miljoenen euro) 2024 2023 2022 2021 2020
Brutoverplichting uit hoofde van toegezegdpensioenregelingen 2 684 2 724 2 580 3 335 3 387 Reële waarde van fondsbeleggingen 3 070 2 936 2 746 3 244 2 849 Niet-gefinancierde te betalen of vooruitbetaalde pensioenkosten 255 142 153 -128 -537
Invloed op planactiva 0 0 0 0 0 Invloed op brutoverplichtingen* -77 149 -825 -35 253
Aandelen 33% Obligaties 53% Vastgoed 13% Liquiditeiten 0%
Aandelen 31% Obligaties 55% Vastgoed 13% Liquiditeiten 1%
toegezegdpensioenregeling en 52% in het toegezegdebijdrageplan (31 december 2023: 52% en 48%).
• Er bestaan geen belangrijke toegezegdpensioenregelingen in de andere kernlanden van de groep.
* Ontstaan uit toegezegdpensioenregelingen. Een plus betekent een toename van de verplichting (in absolute waarde), een min een afname.
Bijkomende informatie over pensioenverplichtingen: TOEGEZEGDPENSIOENREGELINGEN, KBC-Pensioenfonds
afgeleid uit de marktwaarde van inflatiegerelateerde obligaties.
herverzekeringsprogramma.
van respectievelijk 62%, 43% en 27%.
Ontwikkeling belangrijkste elementen uit hoofdtabel
van planactiva en brutoverplichtingen
Samenstelling op 31-12-2024
Waarvan illiquide activa
Samenstelling op 31-12-2023
Waarvan illiquide activa
p. 300
Invloed van wijziging van gebruikte veronderstellingen voor actuariële berekening
| Bijkomende informatie pensioenverplichtingen (in miljoenen euro) | 2024 | 2023 | 2022 | 2021 | 2020 |
|---|---|---|---|---|---|
| Ontwikkeling belangrijkste elementen uit hoofdtabel | |||||
| Brutoverplichting uit hoofde van toegezegdpensioenregelingen | 2 684 | 2 724 | 2 580 | 3 335 | 3 387 |
| Reële waarde van fondsbeleggingen | 3 070 | 2 936 | 2 746 | 3 244 | 2 849 |
| Niet-gefinancierde te betalen of vooruitbetaalde pensioenkosten | 255 | 142 | 153 | -128 | -537 |
| Invloed van wijziging van gebruikte veronderstellingen voor actuariële berekening van planactiva en brutoverplichtingen |
|||||
| Invloed op planactiva | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Invloed op brutoverplichtingen* | -77 | 149 | -825 | -35 | 253 |
* Ontstaan uit toegezegdpensioenregelingen. Een plus betekent een toename van de verplichting (in absolute waarde), een min een afname.
| Samenstelling op 31-12-2024 | |
|---|---|
| Aandelen | 33% |
| Obligaties | 53% |
| Vastgoed | 13% |
| Liquiditeiten | 0% |
| Waarvan illiquide activa | 17% |
p. 300
115
0
2
Toelichting 5.9: Pensioenverplichtingen
Aansluiting van de reële waarde van fondsbeleggingen
Mutatie in de nettoverplichting of het nettoactief
TOEGEZEGDEBIJDRAGEREGELINGEN
Aansluiting van brutoverplichtingen uit hoofde van toegezegdpensioenregelingen
TOEGEZEGDPENSIOENREGELINGEN
Financieringsstatus
(in miljoenen euro) 31-12-2024 31-12-2023
Brutoverplichtingen aan het begin van het jaar 2 724 2 580 Aan het dienstjaar toegerekende pensioenkosten 105 95 Rentekosten 89 104 Actuariële winst of verlies ten gevolge van wijzigingen in demografische veronderstellingen 0 -3 Actuariële winst of verlies ten gevolge van wijzigingen in financiële veronderstellingen -76 152 Ervaringsaanpassingen 29 -56 Pensioenkosten toegerekend aan verstreken dienstjaren 0 0 Betaalde uitkeringen -190 -149 Overige 3 0 Brutoverplichting uit hoofde van toegezegdpensioenregelingen aan het einde van het jaar 2 684 2 724
Reële waarde van fondsbeleggingen aan het begin van het jaar 2 936 2 746 Feitelijk rendement op fondsbeleggingen 198 222
Bijdragen van de werkgever 97 93 Bijdragen van de deelnemers aan de regeling 20 20 Betaalde uitkeringen -190 -149 Overige 9 5 Reële waarde van fondsbeleggingen aan het einde van het jaar 3 070 2 936
Fondsbeleggingen meer dan brutoverplichting uit hoofde van toegezegdpensioenregelingen 386 212 Restitutierecht 0 0 Begrenzing van het financieringsplafond -131 -70 Niet-gefinancierde te betalen of vooruitbetaalde pensioenkosten 255 142
Niet-gefinancierde te betalen of vooruitbetaalde pensioenkosten aan het begin van het jaar 142 153 In de winst-en-verliesrekening opgenomen bedragen -82 -65 Niet in de winst-en-verliesrekening opgenomen bedragen 92 -43 Bijdragen van de werkgever 97 93 Overige 6 4 Niet-gefinancierde te betalen of vooruitbetaalde pensioenkosten aan het einde van het jaar 255 142 In de winst-en-verliesrekening opgenomen bedragen -82 -65 Aan het dienstjaar toegerekende pensioenkosten -105 -95 Rentekosten 5 10 Bijdragen van de bij het plan aangesloten werknemers 20 20 Overige -2 0 Wijzigingen van de niet in de winst-en-verliesrekening opgenomen bedragen 92 -43 Actuariële winst of actuarieel verlies ten gevolge van wijzigingen in demografische veronderstellingen 0 3 Actuariële winst of actuarieel verlies ten gevolge van wijzigingen in financiële veronderstellingen 76 -152 Actuariële resultaten op fondsbeleggingen 102 107 Ervaringsaanpassingen -29 56 Aanpassingen aan begrenzingen van het financieringsplafond -59 1 Overige 1 -58
Kosten voor toegezegdebijdrageregelingen -14 -18
kwaliteit 96
Waarvan financiële instrumenten uitgegeven door de groep 0
Waarvan vastgoed in eigendom van KBC 2
Verwachte rente-inkomsten op de planactiva, berekend op basis van de marktrentevoeten van bedrijfsobligaties van hoge
| Aandelen | 31% |
|---|---|
| Obligaties | 55% |
| Vastgoed | 13% |
| Liquiditeiten | 1% |
| Waarvan illiquide activa | 17% |
| Verwachte bijdragen in 2025 (in miljoenen euro) | 34 |
|---|---|
| Wetgevend kader | Pensioenplannen zijn opgenomen in de cao's en worden omgezet in een pensioenreglement. Jaarlijkse rapportering van de financieringsniveaus aan de controleautoriteiten (FSMA/NBB). In geval van onderfinanciering rapportering aan de controleautoriteiten. |
| Risico's voor KBC | Investeringsrisico en inflatierisico |
| Asset liability-beleid | De hedgingportefeuille dekt renterisico en inflatierisico af d.m.v. renteswaps. De returnportefeuille beoogt extra opbrengst te genereren. |
| Planwijzigingen | Een nieuwe versie van het toegezegdebijdrageplan, gefinancierd door de werkgever, werd geïntroduceerd op 1 januari 2019. Alle werknemers die aangesloten waren in het vasteprestatieplan, hadden eenmalig de mogelijkheid om naar dat plan over te stappen. Nieuwe werknemers worden aangesloten bij het toegezegdebijdrageplan, gefinancierd door de werkgever. |
| Inperkingen en afwikkelingen | Niet van toepassing. |
| Verdisconteringsmethode | Vertrekpunt zijn de noteringen van diverse tijdpunten van bedrijfsobligaties met AA-rating. De afgeleide obligatierendementen worden omgevormd tot een zero coupon-curve. |
| Voornaamste actuariële veronderstellingen | |
| • Gemiddelde verdisconteringsvoet | 3,10% |
| • Verwachte salarisstijging | 2,47% |
| • Verwachte inflatie | 2,16% |
| • Verwachte stijging van de pensioenen | – |
| • Gewogen gemiddelde looptijd van de verplichtingen | 10 jaar |
| Invloed van wijziging van gebruikte veronderstellingen voor actuariële berekening van brutoverplichtingen |
|
| Stijging van de brutoverplichting op 31-12-2024 als gevolg van: |
|
| • 1% daling in de verdisconteringsvoet | 10,98% |
| • 1% stijging in de verwachte inflatie | 8,69% |
| • 1% hoger dan verwachte salarisstijging boven op inflatie |
11,54% |
| • Stijging van de levensverwachting met 1 jaar | – |
| De invloed van de volgende veronderstellingen werd niet berekend: |
Impact van dalende sterftecijfers: het pensioenfonds betaalt een kapitaal uit, langlevenrisico is verwaarloosbaar. Impact van personeelsverloop: de invloed van de wijzigingen in het personeelsverloop blijft gering. |
| Bijkomende informatie over pensioenverplichtingen: TOEGEZEGDEBIJDRAGEREGELINGEN, KBC-Pensioenfonds | |
| Verwachte bijdragen in 2025 (in miljoenen euro) | 51 |
| Wetgevend kader | Volgens de Belgische Wet op Aanvullende pensioenen (WAP) moet de werkgever een minimumrendement van 2,50% garanderen op werknemers- en werkgeversbijdragen in 2025. |
| Risico's voor KBC | Investeringsrisico |
| Waardering | De pensioenverplichtingen worden gewaardeerd rekening houdend met de verworven reserve op de rapporteringsdatum, met een projectie van deze reserves tot de verwachte pensioenleeftijd tegen de wettelijk gegarandeerde interestvoet, en met verdiscontering van de resulterende verplichting. KBC biedt twee types toegezegdebijdrageregelingen aan: één gefinancierd door werknemersbijdragen en één gefinancierd door werkgeversbijdragen. De waardering van de pensioenverplichtingen van het toegezegdebijdrageplan, gefinancierd door de werkgever, houdt rekening met de toekomstige bijdragen. Voor de waardering van het toegezegdebijdrageplan gefinancierd door werknemers wordt dit niet gedaan omdat de verplichting van de werkgever voor dat plan alleen betrekking heeft op de gegarandeerde minimale rentevoet. |
| Verdisconteringsmethodologie | Vertrekpunt zijn de noteringen van diverse tijdpunten van bedrijfsobligaties met AA-rating. De afgeleide obligatierendementen worden omgevormd tot een zero coupon-curve. |
| Voornaamste actuariële veronderstellingen | |
| • Gemiddelde verdisconteringsvoet | 3,30% |
| • Gewogen gemiddelde looptijd van de verplichtingen | 15 jaar |
| Invloed van wijziging van gebruikte veronderstellingen voor actuariële berekening van brutoverplichtingen Stijging van de brutoverplichting op 31-12-2024 als |
|
| gevolg van: | |
| • 1% daling in de verdisconteringsvoet | 17,99% |
p. 303
Toelichting 5.10: Eigen vermogen van de aandeelhouders en AT1-instrumenten
vindt u in het deel Vennootschappelijke jaarrekening en overige informatie.
Waarvan gewone aandelen die de houder recht geven op een dividenduitkering
Waarvan eigen aandelen
• Eigen aandelen:
Overige informatie
genoteerd op Euronext Brussel.
indekking te doen.
p. 302
coupon wordt behandeld als dividend):
hieronder). De call gebeurde op 5 maart 2024.
18 september kondigde KBC aan dat uiteindelijk 636 miljoen euro werd ingekocht.
In aantal 31-12-2024 31-12-2023 Gewone aandelen 417 544 151 417 305 876
Fractiewaarde per aandeel (in euro) 3,51 3,51 Aantal uitgegeven maar niet-volgestorte aandelen 0 0 • Gewone aandelen: betreft gewone aandelen zonder nominale waarde. Ze dragen stemrecht en elk aandeel vertegenwoordigt één stem. Er werden geen winstbewijzen of aandelen zonder stemrecht uitgegeven. De aandelen zijn
• Kapitaalverhogingen: in 2024 en 2023 nam het aantal aandelen van KBC Groep NV toe met respectievelijk 238 275 en 136 462 door de uitgifte van nieuwe aandelen als gevolg van de kapitaalverhoging voorbehouden aan het personeel. Meer informatie
• Additional tier 1 (AT1)-instrumenten (deze effecten zijn geklasseerd als eigenvermogensinstrumenten onder IAS 32 en de
In februari 2019 plaatste KBC AT1-effecten voor 500 miljoen euro (perpetueel met een eerste call op 5 jaar; tijdelijke afschrijving bij een common equity ratio van 5,125%; initiële coupon van 4,75% per jaar halfjaarlijks te betalen). KBC heeft aan ECB toelating gevraagd om dit instrument te callen in maart 2024 op basis van CRR Art. 78 punt 1(a). Overeenkomstig de EBA Q&A 2023_6791 van 15-09-2023 wordt het instrument gediskwalificeerd als tier 1-kapitaal in de solvabiliteitsberekeningen zodra het vervangende instrument is uitgeven (deze plaatsing is gebeurd begin september; zie
In september 2023 plaatste KBC AT1-effecten voor 750 miljoen euro (perpetueel met een eerste call op 5 jaar; tijdelijke afschrijving bij een common equity ratio van 5,125%; initiële coupon van 8,00% per jaar halfjaarlijks te betalen). - In september 2024 plaatste KBC AT1-effecten voor 750 miljoen euro (perpetueel met een eerste call op 7 jaar; tijdelijke afschrijving bij een common equity ratio van 5,125%; initiële coupon van 6,25% per jaar halfjaarlijks te betalen). - In april 2018 plaatste KBC AT1-effecten voor 1 miljard euro (perpetueel met een eerste call op 7 jaar; met tijdelijke afschrijving bij een common equity ratio van 5,125%; initiële coupon van 4,25% per jaar halfjaarlijks te betalen). In september 2024 richtte KBC een geplafonneerd aanbod tot aankoop aan de houders van die effecten. Volgend op de plaatsing van nieuwe AT1-effecten voor 750 miljoen euro in september 2024 (zie hierboven) kondigde KBC aan dat het maximale aanvaardingsbedrag voor de in april 2018 uitgegeven AT1-effecten werd vastgesteld op 750 miljoen euro; op
396 563 328
20 980 825 408 508 807
8 801 316
| In aantal | 31-12-2024 | 31-12-2023 |
|---|---|---|
| Gewone aandelen | 417 544 151 | 417 305 876 |
| Waarvan gewone aandelen die de houder recht geven op een dividenduitkering | 396 563 328 | 408 508 807 |
| Waarvan eigen aandelen | 20 980 825 | 8 801 316 |
| Overige informatie | ||
| Fractiewaarde per aandeel (in euro) | 3,51 | 3,51 |
| Aantal uitgegeven maar niet-volgestorte aandelen | 0 | 0 |
p. 302
Verwachte bijdragen in 2025 (in miljoenen euro) 34 Wetgevend kader Pensioenplannen zijn opgenomen in de cao's en worden omgezet in een pensioenreglement. Jaarlijkse
Risico's voor KBC Investeringsrisico en inflatierisico Asset liability-beleid De hedgingportefeuille dekt renterisico en inflatierisico af d.m.v. renteswaps.
Planwijzigingen Een nieuwe versie van het toegezegdebijdrageplan, gefinancierd door de werkgever, werd
Inperkingen en afwikkelingen Niet van toepassing. Verdisconteringsmethode Vertrekpunt zijn de noteringen van diverse tijdpunten van bedrijfsobligaties met AA-rating. De afgeleide
• Gemiddelde verdisconteringsvoet 3,10% • Verwachte salarisstijging 2,47% • Verwachte inflatie 2,16% • Verwachte stijging van de pensioenen – • Gewogen gemiddelde looptijd van de verplichtingen 10 jaar
• 1% daling in de verdisconteringsvoet 10,98% • 1% stijging in de verwachte inflatie 8,69%
inflatie 11,54% • Stijging van de levensverwachting met 1 jaar –
Verwachte bijdragen in 2025 (in miljoenen euro) 51 Wetgevend kader Volgens de Belgische Wet op Aanvullende pensioenen (WAP) moet de werkgever een
Risico's voor KBC Investeringsrisico Waardering De pensioenverplichtingen worden gewaardeerd rekening houdend met de verworven reserve op de
Verdisconteringsmethodologie Vertrekpunt zijn de noteringen van diverse tijdpunten van bedrijfsobligaties met AA-rating. De afgeleide
• Gemiddelde verdisconteringsvoet 3,30% • Gewogen gemiddelde looptijd van de verplichtingen 15 jaar
• 1% daling in de verdisconteringsvoet 17,99%
Bijkomende informatie over pensioenverplichtingen: TOEGEZEGDEBIJDRAGEREGELINGEN, KBC-Pensioenfonds
Voornaamste actuariële veronderstellingen
gevolg van:
niet berekend:
gevolg van:
Invloed van wijziging van gebruikte veronderstellingen voor actuariële berekening van brutoverplichtingen Stijging van de brutoverplichting op 31-12-2024 als
• 1% hoger dan verwachte salarisstijging boven op
De invloed van de volgende veronderstellingen werd
Voornaamste actuariële veronderstellingen
Invloed van wijziging van gebruikte veronderstellingen voor actuariële berekening van brutoverplichtingen Stijging van de brutoverplichting op 31-12-2024 als
rapportering van de financieringsniveaus aan de controleautoriteiten (FSMA/NBB). In geval van
geïntroduceerd op 1 januari 2019. Alle werknemers die aangesloten waren in het vasteprestatieplan, hadden eenmalig de mogelijkheid om naar dat plan over te stappen. Nieuwe werknemers worden
Impact van personeelsverloop: de invloed van de wijzigingen in het personeelsverloop blijft gering.
rapporteringsdatum, met een projectie van deze reserves tot de verwachte pensioenleeftijd tegen de wettelijk gegarandeerde interestvoet, en met verdiscontering van de resulterende verplichting. KBC biedt twee types toegezegdebijdrageregelingen aan: één gefinancierd door werknemersbijdragen en één gefinancierd door werkgeversbijdragen. De waardering van de pensioenverplichtingen van het toegezegdebijdrageplan, gefinancierd door de werkgever, houdt rekening met de toekomstige bijdragen. Voor de waardering van het toegezegdebijdrageplan gefinancierd door werknemers wordt dit niet gedaan omdat de verplichting van de werkgever voor dat plan alleen betrekking heeft op de
minimumrendement van 2,50% garanderen op werknemers- en werkgeversbijdragen in 2025.
aangesloten bij het toegezegdebijdrageplan, gefinancierd door de werkgever.
obligatierendementen worden omgevormd tot een zero coupon-curve.
onderfinanciering rapportering aan de controleautoriteiten.
De returnportefeuille beoogt extra opbrengst te genereren.
Impact van dalende sterftecijfers: het pensioenfonds betaalt een kapitaal uit, langlevenrisico is verwaarloosbaar.
obligatierendementen worden omgevormd tot een zero coupon-curve.
gegarandeerde minimale rentevoet.
| (in miljoenen euro) | 31-12-2024 | 31-12-2023 | ||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| Nominaal bedrag |
Voorziening | Netto-exposure | Nominaal bedrag |
Voorziening | Netto-exposure | |
| Niet-opgenomen deel van verstrekte kredietlijnen | ||||||
| Categorie 1 | 45 481 | 18 | 45 463 | 41 551 | 20 | 41 531 |
| Categorie 2 | 3 314 | 9 | 3 305 | 6 683 | 14 | 6 670 |
| Categorie 3 | 52 | 2 | 50 | 79 | 5 | 73 |
| Totaal | 48 848 | 30 | 48 818 | 48 313 | 39 | 48 274 |
| Waarvan onherroepelijke kredietlijnen | 29 180 | 10 | 29 170 | 27 856 | 23 | 27 833 |
| Verstrekte financiële garanties | ||||||
| Categorie 1 | 10 245 | 3 | 10 242 | 7 860 | 2 | 7 859 |
| Categorie 2 | 992 | 5 | 987 | 2 952 | 6 | 2 947 |
| Categorie 3 | 113 | 32 | 80 | 133 | 44 | 90 |
| Totaal | 11 350 | 41 | 11 309 | 10 946 | 51 | 10 895 |
| Andere verstrekte verbintenissen | ||||||
| Totaal | 1 101 | 2 | 1 099 | 1 421 | 1 | 1 420 |
| Verbintenissen en financiële garanties buiten balans |
||||||
| Totaal | 61 299 | 73 | 61 226 | 60 680 | 91 | 60 589 |
Toelichting 6.2: Leasing
Vorderingen voor financiële leasing
Vorderingen voor operationele leasing
Duurzaamheidsverklaring.
Meer dan 1 jaar tot 5 jaar
Meer dan 1 jaar tot 5 jaar
Tot 1 jaar
Tot 1 jaar
p. 304
Meer dan 5 jaar
Meer dan 5 jaar
(in miljoenen euro) 31-12-2024 31-12-2023
Bruto-investering in financiële leasing, vordering 8 607 7 824
Niet-verdiende toekomstige financieringsinkomsten met betrekking tot financiële leasing 689 627 Netto-investering in financiële leasing 7 919 7 198
Waarvan niet-gegarandeerde restwaarden voor de leasinggever 43 41 Geaccumuleerde bijzondere waardeverminderingen voor oninbare leasingvorderingen 40 31 Voorwaardelijke huurinkomsten opgenomen in de winst-en-verliesrekening 107 110
Toekomstige minimaal te ontvangen leasingbetalingen uit hoofde van niet-opzegbare leasing 773 694 Voorwaardelijke huurinkomsten opgenomen in de winst-en-verliesrekening 1 1
• Financiële leasing: KBC biedt financiëleleasingproducten aan, gaande van leasing van uitrusting en voertuigen tot vastgoedleasing. Financiële leasing wordt in België over het algemeen door het kantorennetwerk van de KBC-groep
• Operationele leasing betreft hoofdzakelijk fullserviceverhuur van voertuigen (vooral auto's en fietsen). Die service bieden we aan zowel via het kantorennetwerk van KBC Bank en CBC Banque als via een intern verkoopteam. Ook in Centraal-Europa ontwikkelen we de fullserviceverhuur verder. Door het verhoogde belang van leasing van hybride en volledig elektrische auto's wordt de transitie naar groene mobiliteit ondersteund. Ook het segment van elektrische bedrijfsfietsen groeit verder. • We rapporteren over de geschatte broeikasgasemissies die samenhangen met (onder meer) die kredietverlening en leasing en stelden in dat kader ook doelstellingen op voor de afbouw van de broeikasgasintensiteit van onze financiële en operationele autoleasing. Verdere uitleg vindt u in het deel Verslag van de Raad van Bestuur, onder
• KBC treedt slechts in beperkte mate op als leasingnemer in operationele en financiële leasing.
aangeboden. Ook in Centraal-Europa wordt dat model steeds belangrijker.
• Reële waarde van financiële garanties: gebaseerd op de beschikbare marktwaarde.
• De boekwaarde van financiële activa door KBC als waarborg gegeven bedroeg 40 924 miljoen euro voor verplichtingen en 1 667 miljoen euro voor voorwaardelijke verplichtingen (2023: 36 842 miljoen euro en 4 489 miljoen euro). Eind 2024 waren voor ongeveer 21,8 miljard euro woningkredieten en cashcollecties ingeschreven in het register van de dekkingswaarden van het bijzondere vermogen van het covered bond-programma (eind 2023: 18,9 miljard euro).
• Voor de aangehouden waarborgen (die mogen worden verkocht of doorverpand zonder in gebreke blijven van de eigenaar – zie tabel) bestaat de verplichting die terug te geven in hun oorspronkelijke vorm, of eventueel in geldmiddelen. Waarborgen die kunnen worden opgeëist als kredieten, worden beëindigd om verschillende redenen, zoals wanbetaling en faillissement. Bij faillissement verkoopt de curator de waarborgen. In de andere gevallen regelt de bank zelf de uitwinning of neemt ze de waarborgen in eigendom. Ontvangen waarborgen met betrekking tot OTC-derivaten betreffen vooral geldmiddelen die door KBC worden erkend op de balans (en niet in de tabel zijn opgenomen). Meer informatie vindt u in Toelichting 4.3.
• De waarborgen verworven door uitwinning bedroegen 3 miljoen euro in 2024 (2023: 3 miljoen euro).
| Aangehouden waarborgen (die mogen worden verkocht of doorverpand zonder in gebreke blijven van de eigenaar) (in miljoenen euro) |
Reële waarde van ontvangen waarborgen |
Reële waarde van verkochte of doorverpande waarborgen |
|||
|---|---|---|---|---|---|
| 31-12-2024 | 31-12-2023 | 31-12-2024 | 31-12-2023 | ||
| Financiële activa | 32 091 | 42 215 | 12 279 | 5 267 | |
| Aandelen | 30 | 21 | 2 | 2 | |
| Schuldpapier | 31 809 | 41 959 | 12 277 | 5 265 | |
| Leningen en voorschotten | 252 | 235 | 0 | 0 | |
| Liquiditeiten | 0 | 0 | 0 | 0 | |
| Andere activa | 0 | 0 | 0 | 0 |
• KBC heeft zich in de periode 2016-2022 verbonden tot onherroepelijke betalingsverplichtingen ten bedrage van 90 miljoen euro aan het Single Resolution Fund (SRF), die volledig gedekt worden door kaswaarborgen. In lijn met de praktijk in de sector worden die verplichtingen als volgt verwerkt: 1) het bedrag van de kaswaarborg wordt erkend als een financieel actief en 2) de hypothetische uitoefening van een call door het fonds in geval van een resolutie wordt gerapporteerd als een voorwaardelijke verplichting. De erkenning van de kaswaarborg als een financieel actief is gebaseerd op de veronderstelling dat, in elk scenario, de waarborg dient te worden teruggestort aan de bank en dat er interest wordt ontvangen op het uitstaande bedrag. In een gerechtelijke uitspraak in 2023 werd echter beslist dat in een scenario waarin een bank zijn banklicentie verliest, die niet het recht heeft om de kaswaarborg terug te eisen. KBC wacht de uitkomst van het beroep in deze zaak af vooraleer de mogelijke gevolgen voor de boekhoudkundige verwerking in acht te nemen. De 90 miljoen euro worden afgetrokken in de berekening van het common equity-kapitaal.
p. 305
2 132
5 001
1 475
1 948
4 596
1 375
1 925
4 551
1 349
1 766
4 178
p. 304
6.0 Andere toelichtingen
Niet-opgenomen deel van verstrekte kredietlijnen
Aangehouden waarborgen (die mogen worden verkocht of doorverpand
worden afgetrokken in de berekening van het common equity-kapitaal.
zonder in gebreke blijven van de eigenaar) (in miljoenen euro)
Waarvan onherroepelijke kredietlijnen
Verstrekte financiële garanties
Andere verstrekte verbintenissen
balans
Verbintenissen en financiële garanties buiten
Toelichting 6.1: Verstrekte en ontvangen verbintenissen en financiële garanties buiten balans
Nominaal
• Reële waarde van financiële garanties: gebaseerd op de beschikbare marktwaarde.
bijzondere vermogen van het covered bond-programma (eind 2023: 18,9 miljard euro).
• De waarborgen verworven door uitwinning bedroegen 3 miljoen euro in 2024 (2023: 3 miljoen euro).
(in miljoenen euro) 31-12-2024 31-12-2023
Categorie 1 45 481 18 45 463 41 551 20 41 531 Categorie 2 3 314 9 3 305 6 683 14 6 670 Categorie 3 52 2 50 79 5 73 Totaal 48 848 30 48 818 48 313 39 48 274
Categorie 1 10 245 3 10 242 7 860 2 7 859 Categorie 2 992 5 987 2 952 6 2 947 Categorie 3 113 32 80 133 44 90 Totaal 11 350 41 11 309 10 946 51 10 895
Totaal 1 101 2 1 099 1 421 1 1 420
Totaal 61 299 73 61 226 60 680 91 60 589
• De boekwaarde van financiële activa door KBC als waarborg gegeven bedroeg 40 924 miljoen euro voor verplichtingen en 1 667 miljoen euro voor voorwaardelijke verplichtingen (2023: 36 842 miljoen euro en 4 489 miljoen euro). Eind 2024 waren voor ongeveer 21,8 miljard euro woningkredieten en cashcollecties ingeschreven in het register van de dekkingswaarden van het
• Voor de aangehouden waarborgen (die mogen worden verkocht of doorverpand zonder in gebreke blijven van de eigenaar – zie tabel) bestaat de verplichting die terug te geven in hun oorspronkelijke vorm, of eventueel in geldmiddelen. Waarborgen die kunnen worden opgeëist als kredieten, worden beëindigd om verschillende redenen, zoals wanbetaling en faillissement. Bij faillissement verkoopt de curator de waarborgen. In de andere gevallen regelt de bank zelf de uitwinning of neemt ze de waarborgen in eigendom. Ontvangen waarborgen met betrekking tot OTC-derivaten betreffen vooral geldmiddelen die door KBC worden erkend op de balans (en niet in de tabel zijn opgenomen). Meer informatie vindt u in Toelichting 4.3.
Financiële activa 32 091 42 215 12 279 5 267 Aandelen 30 21 2 2 Schuldpapier 31 809 41 959 12 277 5 265 Leningen en voorschotten 252 235 0 0 Liquiditeiten 0 0 0 0 Andere activa 0 0 0 0
• KBC heeft zich in de periode 2016-2022 verbonden tot onherroepelijke betalingsverplichtingen ten bedrage van 90 miljoen euro aan het Single Resolution Fund (SRF), die volledig gedekt worden door kaswaarborgen. In lijn met de praktijk in de sector worden die verplichtingen als volgt verwerkt: 1) het bedrag van de kaswaarborg wordt erkend als een financieel actief en 2) de hypothetische uitoefening van een call door het fonds in geval van een resolutie wordt gerapporteerd als een voorwaardelijke verplichting. De erkenning van de kaswaarborg als een financieel actief is gebaseerd op de veronderstelling dat, in elk scenario, de waarborg dient te worden teruggestort aan de bank en dat er interest wordt ontvangen op het uitstaande bedrag. In een gerechtelijke uitspraak in 2023 werd echter beslist dat in een scenario waarin een bank zijn banklicentie verliest, die niet het recht heeft om de kaswaarborg terug te eisen. KBC wacht de uitkomst van het beroep in deze zaak af vooraleer de mogelijke gevolgen voor de boekhoudkundige verwerking in acht te nemen. De 90 miljoen euro
29 180 10
bedrag Voorziening Netto-exposure
Nominaal
29 170
Reële waarde van ontvangen
waarborgen
31-12-2024 31-12-2023 31-12-2024 31-12-2023
bedrag Voorziening Netto-exposure
Reële waarde van verkochte of doorverpande waarborgen
27 833
27 856 23
| (in miljoenen euro) | 31-12-2024 | 31-12-2023 |
|---|---|---|
| Vorderingen voor financiële leasing | ||
| Bruto-investering in financiële leasing, vordering | 8 607 | 7 824 |
| Tot 1 jaar | 2 132 | 1 925 |
| Meer dan 1 jaar tot 5 jaar | 5 001 | 4 551 |
| Meer dan 5 jaar | 1 475 | 1 349 |
| Niet-verdiende toekomstige financieringsinkomsten met betrekking tot financiële leasing | 689 | 627 |
| Netto-investering in financiële leasing | 7 919 | 7 198 |
| Tot 1 jaar | 1 948 | 1 766 |
| Meer dan 1 jaar tot 5 jaar | 4 596 | 4 178 |
| Meer dan 5 jaar | 1 375 | 1 254 |
| Waarvan niet-gegarandeerde restwaarden voor de leasinggever | 43 | 41 |
| Geaccumuleerde bijzondere waardeverminderingen voor oninbare leasingvorderingen | 40 | 31 |
| Voorwaardelijke huurinkomsten opgenomen in de winst-en-verliesrekening | 107 | 110 |
| Vorderingen voor operationele leasing | ||
| Toekomstige minimaal te ontvangen leasingbetalingen uit hoofde van niet-opzegbare leasing | 773 | 694 |
| Voorwaardelijke huurinkomsten opgenomen in de winst-en-verliesrekening | 1 | 1 |
• KBC treedt slechts in beperkte mate op als leasingnemer in operationele en financiële leasing.
• Financiële leasing: KBC biedt financiëleleasingproducten aan, gaande van leasing van uitrusting en voertuigen tot vastgoedleasing. Financiële leasing wordt in België over het algemeen door het kantorennetwerk van de KBC-groep aangeboden. Ook in Centraal-Europa wordt dat model steeds belangrijker.
• Operationele leasing betreft hoofdzakelijk fullserviceverhuur van voertuigen (vooral auto's en fietsen). Die service bieden we aan zowel via het kantorennetwerk van KBC Bank en CBC Banque als via een intern verkoopteam. Ook in Centraal-Europa ontwikkelen we de fullserviceverhuur verder. Door het verhoogde belang van leasing van hybride en volledig elektrische auto's wordt de transitie naar groene mobiliteit ondersteund. Ook het segment van elektrische bedrijfsfietsen groeit verder.
• We rapporteren over de geschatte broeikasgasemissies die samenhangen met (onder meer) die kredietverlening en leasing en stelden in dat kader ook doelstellingen op voor de afbouw van de broeikasgasintensiteit van onze financiële en operationele autoleasing. Verdere uitleg vindt u in het deel Verslag van de Raad van Bestuur, onder Duurzaamheidsverklaring.
| 2024 | 2023 | |||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Geasso | Geasso | |||||||||
| Transacties met verbonden partijen, exclusief key management |
Dochter onder |
cieerde onder |
Joint | Dochter onder |
cieerde onder |
Joint | ||||
| (in miljoenen euro) | nemingen | nemingen | ventures | Overige | Totaal | nemingen | nemingen | ventures | Overige | Totaal |
| Activa | 125 | 202 | 9 | 0 | 337 | 161 | 100 | 25 | 0 | 287 |
| Leningen en voorschotten | 8 | 72 | 0 | 0 | 80 | 15 | 81 | 0 | 0 | 96 |
| Aandelen (inclusief investeringen in geassoc. ondernemingen en joint ventures) |
117 | 130 | 9 | 0 | 256 | 146 | 19 | 25 | 0 | 191 |
| Overige | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Verplichtingen | 66 | 92 | 1 | 716 | 875 | 45 | 80 | 0 | 677 | 803 |
| Deposito's | 63 | 40 | 1 | 713 | 817 | 41 | 23 | 0 | 674 | 738 |
| Andere financiële verplichtingen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Overige | 3 | 52 | 0 | 3 | 58 | 4 | 58 | 0 | 3 | 65 |
| Winst-en-verliesrekening | -38 | 2 | 0 | -21 | -56 | 7 | -3 | 0 | 1 | 6 |
| Nettorente-inkomsten | -1 | 2 | 0 | -22 | -21 | 0 | 1 | 0 | 0 | 1 |
| Rente-inkomsten | 0 | 3 | 0 | 0 | 4 | 0 | 2 | 0 | 0 | 2 |
| Rentelasten | -1 | -2 | 0 | -22 | -25 | -1 | -1 | 0 | 0 | -2 |
| Verzekeringsinkomsten vóór herverzekering |
0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Lasten uit hoofde van verzekeringsdiensten vóór herverzekering |
0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Dividendinkomsten | 4 | 3 | 0 | 4 | 11 | 10 | 0 | 0 | 4 | 14 |
| Nettoprovisie-inkomsten | 0 | 0 | 0 | 3 | 3 | 0 | 0 | 0 | 2 | 2 |
| Provisie-inkomsten | 0 | 0 | 0 | 3 | 3 | 0 | 0 | 0 | 2 | 2 |
| Provisielasten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Overige netto-inkomsten | 1 | 0 | 0 | 0 | 1 | 0 | -1 | 0 | 0 | -1 |
| Totale exploitatiekosten zonder bank- en verzekeringsheffingen |
-42 | -3 | 0 | -5 | -50 | -3 | -2 | 0 | -5 | -10 |
| Niet-opgenomen deel van kredietlijnen, financiële garanties en andere verbintenissen |
||||||||||
| Gegeven door de groep | 0 | 1 | 0 | 50 | 51 | 0 | 1 | 0 | 150 | 151 |
| Ontvangen door de groep | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Transacties met key management (leden van de Raad van Bestuur en Directiecomité van KBC Groep NV) (in miljoenen euro)* |
2024 | 2023 | ||||||||
| Totaal* | 16 | 15 | ||||||||
| Indeling naar type bezoldiging | ||||||||||
| Kortetermijnpersoneelsbeloningen | 13 | 12 | ||||||||
| Vergoedingen na uitdiensttreding | 3 | 2 | ||||||||
| Toegezegdpensioenregelingen | 0 | 0 | ||||||||
| Toegezegdebijdrageregelingen | 3 | 2 | ||||||||
| Andere langetermijnpersoneelsbeloningen | 0 | 0 | ||||||||
| Vergoedingen bij uitdiensttreding | 0 | 0 | ||||||||
| Betalingen in aandelen | 0 | 0 | ||||||||
| Aandelenopties, in eenheden | ||||||||||
| Aan het begin van het jaar | 0 | 0 | ||||||||
| Toegestaan | 0 | 0 | ||||||||
| Uitgeoefend | 0 | 0 | ||||||||
| Verandering van samenstelling | 0 | 0 | ||||||||
| Aan het einde van het jaar | 0 | 0 | ||||||||
| Voorschotten en leningen toegestaan aan key management en partners | 3 | 1 |
* Bedragen van de bezoldiging van het key management of de partners van de consoliderende onderneming, op grond van hun werkzaamheden in de consoliderende onderneming, haar dochterondernemingen en geassocieerde ondernemingen, met inbegrip van het bedrag van op die grond aan gewezen key management toegekende rustpensioenen.
p. 307
• Dochterondernemingen in de eerste tabel: omvat transacties met de niet-geconsolideerde dochterondernemingen (transacties met geconsolideerde dochterondernemingen zijn al geëlimineerd in de geconsolideerde jaarrekening).
• Key management zijn de leden van de Raad van Bestuur en het Directiecomité van KBC Groep NV. Meer informatie over de
Bezoldigingen van de commissaris (in euro) 2024 2023
Standaardcontroleopdrachten 8 425 513 8 547 038
Andere controleopdrachten 1 116 295 1 007 482 Belastingadviesopdrachten 0 0 Andere opdrachten buiten revisoraatsopdrachten 5 279 1 351
Standaardcontroleopdrachten 218 335 237 914 Overige diensten 403 751 440 228
vergoedingen van het topmanagement vindt u in het hoofdstuk Verklaring inzake deugdelijk bestuur.
• Er staan geen belangrijke waardeverminderingen uit ten opzichte van verbonden partijen.
• Overige in de eerste tabel: omvat onder andere KBC Ancora, Cera en MRBB.
• Alle transacties met verbonden partijen gebeuren at arm's length.
Toelichting 6.4: Bezoldiging van de commissaris
KBC Groep NV en dochtervennootschappen
PWC
p. 306
Overige diensten
KBC Groep NV alleen
p. 306
0
2
2024 2023
Joint
-1 0 0
-2
ventures Overige Totaal
Geassocieerde ondernemingen
Dochterondernemingen
117 130 9 0 256 146 19 25 0 191
Toelichting 6.3: Transacties met verbonden partijen
Dochterondernemingen
-1
Transacties met key management (leden van de Raad van Bestuur en Directiecomité van KBC Groep NV)
Geassocieerde ondernemingen
Joint
Activa 125 202 9 0 337 161 100 25 0 287 Leningen en voorschotten 8 72 0 0 80 15 81 0 0 96
Overige 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 Verplichtingen 66 92 1 716 875 45 80 0 677 803 Deposito's 63 40 1 713 817 41 23 0 674 738 Andere financiële verplichtingen 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 Overige 3 52 0 3 58 4 58 0 3 65 Winst-en-verliesrekening -38 2 0 -21 -56 7 -3 0 1 6 Nettorente-inkomsten -1 2 0 -22 -21 0 1 0 0 1 Rente-inkomsten 0 3 0 0 4 0 2 0 0 2
herverzekering 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
verzekeringsdiensten vóór herverzekering 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 Dividendinkomsten 4 3 0 4 11 10 0 0 4 14 Nettoprovisie-inkomsten 0 0 0 3 3 0 0 0 2 2 Provisie-inkomsten 0 0 0 3 3 0 0 0 2 2
Provisielasten 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Overige netto-inkomsten 1 0 0 0 1 0 -1 0 0 -1
verzekeringsheffingen -42 -3 0 -5 -50 -3 -2 0 -5 -10
Gegeven door de groep 0 1 0 50 51 0 1 0 150 151 Ontvangen door de groep 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
(in miljoenen euro)* 2024 2023 Totaal* 16 15
Kortetermijnpersoneelsbeloningen 13 12 Vergoedingen na uitdiensttreding 3 2
Andere langetermijnpersoneelsbeloningen 0 0 Vergoedingen bij uitdiensttreding 0 0 Betalingen in aandelen 0 0
Aan het begin van het jaar 0 0 Toegestaan 0 0 Uitgeoefend 0 0 Verandering van samenstelling 0 0 Aan het einde van het jaar 0 0 Voorschotten en leningen toegestaan aan key management en partners 3 1 * Bedragen van de bezoldiging van het key management of de partners van de consoliderende onderneming, op grond van hun werkzaamheden in de consoliderende onderneming, haar
dochterondernemingen en geassocieerde ondernemingen, met inbegrip van het bedrag van op die grond aan gewezen key management toegekende rustpensioenen.
Toegezegdpensioenregelingen 0
Toegezegdebijdrageregelingen 3
-2 0
ventures Overige Totaal
-22 -25 -1
Transacties met verbonden partijen, exclusief key management (in miljoenen euro)
Aandelen (inclusief investeringen in geassoc. ondernemingen en joint
ventures)
Rentelasten
verbintenissen
Verzekeringsinkomsten vóór
Totale exploitatiekosten zonder bank- en
Niet-opgenomen deel van kredietlijnen, financiële garanties en andere
Indeling naar type bezoldiging
Aandelenopties, in eenheden
Lasten uit hoofde van
| Bezoldigingen van de commissaris (in euro) | 2024 | 2023 |
|---|---|---|
| PWC | ||
| KBC Groep NV en dochtervennootschappen | ||
| Standaardcontroleopdrachten | 8 425 513 | 8 547 038 |
| Overige diensten | ||
| Andere controleopdrachten | 1 116 295 | 1 007 482 |
| Belastingadviesopdrachten | 0 | 0 |
| Andere opdrachten buiten revisoraatsopdrachten | 5 279 | 1 351 |
| KBC Groep NV alleen | ||
| Standaardcontroleopdrachten | 218 335 | 237 914 |
| Overige diensten | 403 751 | 440 228 |
| Vennoot schaps |
Gehouden deel van het kapitaal op |
||||
|---|---|---|---|---|---|
| Naam | Zetel | nummer | groepsniveau (%) | Divisie* | Activiteit |
| KBC Bank (groep) | |||||
| KBC Bank NV | Brussel – BE | 0462.920.226 | 100,00 | BEL/GRP | kredietinstelling |
| CBC BANQUE SA | Namen – BE | 0403.211.380 | 100,00 | BEL | kredietinstelling |
| Československá Obchodná Banka a.s. | Bratislava – SK | –– | 100,00 | IMA | kredietinstelling |
| Československá Obchodní Banka a.s. | Praag – CZ | –– | 100,00 | CZR | kredietinstelling |
| KBC Asset Management NV | Brussel – BE | 0469.444.267 | 100,00 | BEL | vermogensbeheer |
| KBC Autolease NV | Leuven – BE | 0422.562.385 | 100,00 | BEL | leasing |
| KBC Commercial Finance NV | Brussel – BE | 0403.278.488 | 100,00 | BEL | factoring |
| KBC Ifima SA | Luxemburg – LU | –– | 100,00 | GRP | financiering |
| KBC Securities NV | Brussel – BE | 0437.060.521 | 100,00 | BEL | beursmakelaar |
| K&H Bank Zrt. | Budapest – HU | –– | 100,00 | IMA | kredietinstelling |
| Loan Invest NV | Brussel – BE | 0889.054.884 | 100,00 | BEL | effectiseringsvehikel |
| United Bulgarian Bank AD | Sofia – BG | –– | 99,96 | IMA | kredietinstelling |
| KBC Verzekeringen (groep) | |||||
| KBC Verzekeringen NV | Leuven – BE | 0403.552.563 | 100,00 | BEL/GRP | verzekeringsmaatschappij |
| ADD NV | Heverlee – BE | 0406.080.305 | 100,00 | BEL | verzekeringsmakelaar |
| KBC Group Re SA | Luxemburg – LU | –– | 100,00 | GRP | herverzekeringsmaatschappij |
| ČSOB Pojišt'ovna a.s. | Pardubice – CZ | –– | 100,00 | CZR | verzekeringsmaatschappij |
| ČSOB Poist'ovňa a.s. | Bratislava – SK | –– | 100,00 | IMA | verzekeringsmaatschappij |
| DZI (groep) | Sofia – BG | –– | 100,00 | IMA | verzekeringsmaatschappij |
| Groep VAB NV | Zwijndrecht – BE | 0456.920.676 | 100,00 | BEL | rijschool/reisbijstand |
| K&H Biztosító Zrt. | Budapest – HU | –– | 100,00 | IMA | verzekeringsmaatschappij |
| KBC Groep | |||||
| DISCAI NV | Brussel – BE | 0773.435.537 | 100,00 | GRP | softwarebedrijf |
| KBC Groep NV | Brussel – BE | 0403.227.515 | 100,00 | GRP | bankverzekeringsholding |
| KBC Bank (groep) | Verschillende locaties | –– | 100,00 | Verschil lende |
kredietinstelling |
| KBC Global Services NV | Brussel – BE | 0772.332.707 | 100,00 | GRP | kostendelende structuur |
| KBC Verzekeringen (groep) | Verschillende locaties | –– | 100,00 | Verschil lende |
verzekeringsmaatschappij |
p. 309
• De juridische structuur van de groep bestaat in essentie uit KBC Groep NV, dat twee grote vennootschappen controleert: KBC Bank NV en KBC Verzekeringen NV, en daarnaast ook onder meer DISCAI NV en KBC Global Services NV. KBC Bank en KBC Verzekeringen bezitten een aantal dochter- en kleindochtermaatschappijen. Een volledig overzicht van alle (in de consolidatie opgenomen en van de consolidatie uitgesloten) groepsmaatschappijen vindt u op www.kbc.com > Over ons >
• We passen de methode van integrale consolidatie toe voor alle (belangrijke) entiteiten, inclusief structured entities (SPV's), waarover de consoliderende vennootschap, direct of indirect, een exclusieve zeggenschap uitoefent. Om te beoordelen of structured entities al dan niet moeten worden geconsolideerd, hanteren we de principes zoals uiteengezet in IFRS 10.
mogelijkheid om die zeggenschap te gebruiken om de rendementen te beïnvloeden).
december 2024 bedroeg het beheerde vermogen van die entiteiten 4,8 miljard euro.
◦ Over het algemeen worden de fondsen die KBC beheert, niet opgenomen in de consolidatiekring, omdat ze niet beantwoorden aan de drie criteria van controle (zeggenschap, blootstelling aan variabel rendement en de
◦ De gemeenschappelijke entiteiten (joint entities) waarvan KBC geen 50% van het aandelenkapitaal in handen heeft, worden geclassificeerd als joint ventures, omdat KBC Groep de gezamenlijke controle over die entiteiten heeft op basis van aandeelhoudersovereenkomsten. Op basis van de statuten en/of aandeelhoudersovereenkomsten is het stemrecht in (en dus de controle over) de joint venture gelijkmatig verdeeld over de verschillende aandeelhouders en
◦ Voor de overgrote meerderheid van de entiteiten zijn de stemrechten wezenlijk gelijk aan de eigendomsrechten. ◦ In de gezamenlijke kapitaalbeslissing (joint capital decision) werden bepaalde Pijler 2-niveaus vastgelegd. Daardoor moeten bepaalde minimale kapitaalratio's gerespecteerd worden en gelden er beperkingen voor de repatriëring van
◦ Met betrekking tot Loan Invest NV is KBC blootgesteld aan kredietverliezen op de hypotheekportefeuille. Daarvoor
◦ KBC Bank NV treedt op als arranger en dealer voor Medium Term Note-programma's ter waarde van 40 miljard euro, uitgegeven door 19 niet-geconsolideerde speciaal daartoe opgerichte gestructureerde entiteiten. Die entiteiten werden tussen 2006 en 2016 overeenkomstig de Ierse vennootschapswet (Irish Companies Act 2014) opgericht als een Ierse naamloze vennootschap (public limited company) of een Ierse besloten vennootschap (private limited company). Hun hoofdactiviteit is het bijeenbrengen van geld door notes uit te geven om financiële activa aan te kopen (zoals effecten, obligaties, deposito's, enz.) en gerelateerde derivaten- en andere contracten aan te gaan. Ze bieden beleggingsmogelijkheden aan klanten door te zorgen voor schaalvoordelen, een spreiding van het kredietrisico en een grote granulariteit. Elke structured entity heeft een prospectus dat is goedgekeurd door de Ierse centrale bank en kan worden geraadpleegd op www.kbc.be/prospectus/spv. De gestructureerde entiteiten zijn evenwel niet geconsolideerd, omdat ze niet voldoen aan de drie criteria voor consolidatie (zeggenschap, blootstelling aan variabel rendement en de mogelijkheid om die zeggenschap te gebruiken om de rendementen te beïnvloeden). Op 31
◦ Sponsored niet-geconsolideerde gestructureerde entiteiten worden gedefinieerd als gestructureerde entiteiten waarbij KBC Groep of een van zijn dochterondernemingen optreedt als arranger van het emissieprogramma, maar waarbij de beslissingsbevoegdheid van de gestructureerde entiteiten niet bij KBC Groep of een van zijn
◦ In 2024 had KBC Groep de volgende inkomsten uit de niet-geconsolideerde gestructureerde entiteiten:
◦ Op 31 december 2024 had KBC Groep door de niet-geconsolideerde gestructureerde entiteiten uitgegeven notes in handen voor een bedrag van 1,5 miljard euro. KBC Groep heeft verplichtingen ten aanzien van de nietgeconsolideerde gestructureerde entiteiten voor een bedrag van 0,5 miljard euro die voornamelijk bestaan uit
◦ Een eventuele waardedaling van de notes wordt doorgerekend aan de eindklant en zal dus geen invloed hebben op
• Er waren eind 2024 geen groepsvennootschappen actief in de winningsindustrie. Bijgevolg werd geen geconsolideerd
Onze structuur.
Bovendien hanteren we drempels voor opname in de consolidatie. • Toelichting in verband met belangen in andere entiteiten (IFRS 12):
kunnen beslissingen enkel genomen worden met unanimiteit.
worden waardeverminderingen geboekt als dat nodig is. - Belangen in niet-geconsolideerde gestructureerde entiteiten:
dochterondernemingen ligt, en die dus niet geconsolideerd zijn.
verslag van betalingen aan overheden opgesteld (cf. art 3:8 § 1 WVV).
beheersvergoeding 11 miljoen euro en accounting fee 1 miljoen euro.
kapitaal en de uitkering van dividenden.
termijndeposito's (0,5 miljard euro).
KBC.
p. 308
* BEL: Divisie België; CZR: Divisie Tsjechië; IMA: Divisie Internationale Markten; GRP: Groepscenter.
p. 308
Toelichting 6.5: Dochterondernemingen, joint ventures en geassocieerde ondernemingen
Vennootschapsnummer
KBC Bank NV Brussel – BE 0462.920.226 100,00 BEL/GRP kredietinstelling CBC BANQUE SA Namen – BE 0403.211.380 100,00 BEL kredietinstelling Československá Obchodná Banka a.s. Bratislava – SK –– 100,00 IMA kredietinstelling Československá Obchodní Banka a.s. Praag – CZ –– 100,00 CZR kredietinstelling KBC Asset Management NV Brussel – BE 0469.444.267 100,00 BEL vermogensbeheer KBC Autolease NV Leuven – BE 0422.562.385 100,00 BEL leasing KBC Commercial Finance NV Brussel – BE 0403.278.488 100,00 BEL factoring KBC Ifima SA Luxemburg – LU –– 100,00 GRP financiering KBC Securities NV Brussel – BE 0437.060.521 100,00 BEL beursmakelaar K&H Bank Zrt. Budapest – HU –– 100,00 IMA kredietinstelling Loan Invest NV Brussel – BE 0889.054.884 100,00 BEL effectiseringsvehikel United Bulgarian Bank AD Sofia – BG –– 99,96 IMA kredietinstelling
KBC Verzekeringen NV Leuven – BE 0403.552.563 100,00 BEL/GRP verzekeringsmaatschappij ADD NV Heverlee – BE 0406.080.305 100,00 BEL verzekeringsmakelaar KBC Group Re SA Luxemburg – LU –– 100,00 GRP herverzekeringsmaatschappij ČSOB Pojišt'ovna a.s. Pardubice – CZ –– 100,00 CZR verzekeringsmaatschappij ČSOB Poist'ovňa a.s. Bratislava – SK –– 100,00 IMA verzekeringsmaatschappij DZI (groep) Sofia – BG –– 100,00 IMA verzekeringsmaatschappij Groep VAB NV Zwijndrecht – BE 0456.920.676 100,00 BEL rijschool/reisbijstand K&H Biztosító Zrt. Budapest – HU –– 100,00 IMA verzekeringsmaatschappij
DISCAI NV Brussel – BE 0773.435.537 100,00 GRP softwarebedrijf KBC Groep NV Brussel – BE 0403.227.515 100,00 GRP bankverzekeringsholding
KBC Global Services NV Brussel – BE 0772.332.707 100,00 GRP kostendelende structuur
KBC Bank (groep) Verschillende locaties –– 100,00 Verschil-
KBC Verzekeringen (groep) Verschillende locaties –– 100,00 Verschil-
* BEL: Divisie België; CZR: Divisie Tsjechië; IMA: Divisie Internationale Markten; GRP: Groepscenter.
Gehouden deel van het kapitaal op
groepsniveau (%) Divisie* Activiteit
lende kredietinstelling
lende verzekeringsmaatschappij
KBC Groep: belangrijkste vennootschappen opgenomen in de consolidatie, 31-12-2024
Naam Zetel
KBC Bank (groep)
KBC Verzekeringen (groep)
KBC Groep
Kapitaalbeheer is een essentieel beheerproces dat betrekking heeft op alle beslissingen over het niveau en de samenstelling van ons kapitaal, zowel voor het bank- als voor het verzekeringsbedrijf. Het betreft alle instrumenten die geschikt zijn om verliezen op te vangen in going concern- en/of gone concern-situaties. Kapitaalbeheer moet voor een optimaal evenwicht zorgen tussen de reglementaire vereisten, de beleggersverwachtingen, de standpunten van ratingbureaus en de ambities van het management. De uiteindelijke verantwoordelijkheid voor het kapitaalbeheer ligt bij de Raad van Bestuur. Kapitaalbeheer omvat een brede waaier van activiteiten, waaronder strategische onderwerpen (bv. beleid, doelstellingen bepalen, enz.), kaders en modellen (bv. reglementaire kapitaalmodellen, interne kapitaalmodellen, kosten van eigen vermogen, prestatiemeting, enz.), planning en toewijzing (bv. toewijzing van kapitaal aan activiteiten, planning inzake uitgifte van kapitaalinstrumenten, raming van kapitaalratio's, enz.), uitvoering (bv. dividenden, kapitaaltransacties) en bewaking (bv. huidige solvabiliteitspositie op verschillende niveaus, naleving van de groepsbeleidslijnen en reglementaire vereisten, enz.). Het ICAAP (Internal Capital Adequacy Assessment Process) bestaat uit een aantal bedrijfs- en risicoprocessen die samen bijdragen tot de doelstelling om altijd voldoende gekapitaliseerd te zijn, rekening houdend met ons risicoprofiel en de kwaliteit van onze risicobeheer- en controleomgeving. Naast de geïntegreerde aanpak op groepsniveau voeren KBC Verzekeringen en zijn verzekerings- en herverzekeringsdochtermaatschappijen regelmatig een beoordeling van hun eigen risico en solvabiliteit (Own Risk and Solvency Assessment, ORSA) uit, zoals vereist door Solvency II.
We rapporteren over de solvabiliteit op basis van IFRS-gegevens en volgens de regels die de toezichthouder oplegt.
p. 311
• De common equity ratio van KBC Bank moet volgens de reglementaire vereisten 11,1% (transitioneel) bedragen op
• De solvabiliteit van KBC Verzekeringen wordt berekend op basis van Solvency II. Eind 2024 bedroeg de Solvency II-ratio 200%,
Totaal reglementair eigen vermogen, na winstverdeling 21 048 19 768 18 981 17 952 4 392 4 130 Tier 1-kapitaal 18 485 17 389 16 440 15 573 3 891 3 629 Common equity 16 621 15 639 14 576 13 823 – –
18 932
-2 311
94 218
2 026
13 843
9 133
729
Solvabiliteitskapitaalvereiste (verzekeringen) – – – – 2 196 2 005 Common equity ratio (groep, bank) 13,9% 13,8% 13,2% 13,4% – – Solvency II-ratio (verzekeringen) – – – – 200% 206% 1 Bevat perpetuele achtergestelde leningen met een volledig discretionaire en niet-cumulatieve interestvergoeding (onder IFRS opgenomen in Totaal eigen vermogen). De effecten bevatten verder ook een lossabsorptiemechanisme, meer bepaald een tijdelijke afschrijving wanneer de CET1-ratio onder 5,125% zou vallen. Zie ook Toelichting 5.10.
3 Het is niet de verantwoordelijkheid van de erkende commissaris om erop toe te zien dat de RWA-interne modellen beantwoorden aan de goedkeuringscriteria zoals bepaald in de door de
• U vindt meer gedetailleerde informatie in het hoofdstuk Hoe beheren we ons kapitaal? van dit verslag en in het Risk Report. • De kredietportefeuille omvat het belangrijkste deel van de financiële activa. Op basis van interne managementrapportering lichten we in het hoofdstuk Hoe beheren we onze risico's? (onder Kredietrisico) de samenstelling en kwaliteit van de kredietportefeuille toe. De vereiste informatie in verband met risico's nemen we op in de door de commissaris geauditeerde
Belangrijke gebeurtenissen tussen de balansdatum en de goedkeuring voor publicatie van de jaarrekening door de Raad van
Aanvullend going concern-kapitaal1 1 864 1 750 1 864 1 750 – – Tier 2-kapitaal2 2 563 2 379 2 541 2 379 501 501 Totaal gewogen risicovolume (RWA)3 119 950 113 029 110 087 103 192 – –
KBC Groep (geconsolideerd) CRR/CRD transitioneel
18 209
-2 571
88 042
2 116
13 034
9 133
704
KBC Bank (geconsolideerd) CRR/CRD transitioneel
15 450
-1 627
88 042
2 116
–
–
13 034
31-12-2024 31-12-2023 31-12-2024 31-12-2023 31-12-2024 31-12-2023
16 665
-2 088
94 218
2 026
13 843
–
–
KBC Verzekeringen (geconsolideerd) Solvency II
3 302
327
–
–
–
–
–
3 331
560
–
–
–
–
–
31 december 2024. De transitionele common equity ratio stond eind 2024 op 13,2%.
2 Bevat achtergestelde leningen met een vaste vervaldag, waarvan de hoofdsom en rentevergoeding in going concern niet kunnen worden geannuleerd.
Bestuur op 13 maart 2025 die niet hebben geleid tot aanpassingen in de jaarrekening voor 2024:
delen van het hoofdstuk Hoe beheren we onze risico's? Die delen maken dus deel uit van de jaarrekening.
ten opzichte van het vereiste minimum van 100%.
Eigen vermogen van de aandeelhouders (na deconsolidatie
Samenvatting solvabiliteitscijfers voor KBC Groep, KBC Bank en KBC Verzekeringen (in miljoenen euro)
van KBC Verzekeringen voor KBC Groep)
Holdingactiviteiten en eliminatie intragroepstransacties
Toelichting 6.8: Gebeurtenissen na balansdatum
Solvabiliteitsaanpassingen
regelgever opgelegde normen.
Operationele risico's
Verzekeringsrisico's
Kredietrisico's
Marktrisico's
• Geen
| Samenvatting solvabiliteitscijfers voor KBC Groep, KBC Bank en KBC Verzekeringen (in miljoenen euro) |
KBC Groep (geconsolideerd) CRR/CRD transitioneel |
KBC Bank (geconsolideerd) CRR/CRD transitioneel |
KBC Verzekeringen (geconsolideerd) Solvency II |
|||
|---|---|---|---|---|---|---|
| 31-12-2024 | 31-12-2023 | 31-12-2024 | 31-12-2023 | 31-12-2024 | 31-12-2023 | |
| Totaal reglementair eigen vermogen, na winstverdeling | 21 048 | 19 768 | 18 981 | 17 952 | 4 392 | 4 130 |
| Tier 1-kapitaal | 18 485 | 17 389 | 16 440 | 15 573 | 3 891 | 3 629 |
| Common equity | 16 621 | 15 639 | 14 576 | 13 823 | – | – |
| Eigen vermogen van de aandeelhouders (na deconsolidatie van KBC Verzekeringen voor KBC Groep) |
18 932 | 18 209 | 16 665 | 15 450 | 3 331 | 3 302 |
| Solvabiliteitsaanpassingen | -2 311 | -2 571 | -2 088 | -1 627 | 560 | 327 |
| Aanvullend going concern-kapitaal1 | 1 864 | 1 750 | 1 864 | 1 750 | – | – |
| Tier 2-kapitaal2 | 2 563 | 2 379 | 2 541 | 2 379 | 501 | 501 |
| Totaal gewogen risicovolume (RWA)3 | 119 950 | 113 029 | 110 087 | 103 192 | – | – |
| Kredietrisico's | 94 218 | 88 042 | 94 218 | 88 042 | – | – |
| Marktrisico's | 2 026 | 2 116 | 2 026 | 2 116 | – | – |
| Operationele risico's | 13 843 | 13 034 | 13 843 | 13 034 | – | – |
| Verzekeringsrisico's | 9 133 | 9 133 | – | – | – | – |
| Holdingactiviteiten en eliminatie intragroepstransacties | 729 | 704 | – | – | – | – |
| Solvabiliteitskapitaalvereiste (verzekeringen) | – | – | – | – | 2 196 | 2 005 |
| Common equity ratio (groep, bank) | 13,9% | 13,8% | 13,2% | 13,4% | – | – |
| Solvency II-ratio (verzekeringen) | – | – | – | – | 200% | 206% |
1 Bevat perpetuele achtergestelde leningen met een volledig discretionaire en niet-cumulatieve interestvergoeding (onder IFRS opgenomen in Totaal eigen vermogen). De effecten
bevatten verder ook een lossabsorptiemechanisme, meer bepaald een tijdelijke afschrijving wanneer de CET1-ratio onder 5,125% zou vallen. Zie ook Toelichting 5.10.
2 Bevat achtergestelde leningen met een vaste vervaldag, waarvan de hoofdsom en rentevergoeding in going concern niet kunnen worden geannuleerd.
3 Het is niet de verantwoordelijkheid van de erkende commissaris om erop toe te zien dat de RWA-interne modellen beantwoorden aan de goedkeuringscriteria zoals bepaald in de door de regelgever opgelegde normen.
• U vindt meer gedetailleerde informatie in het hoofdstuk Hoe beheren we ons kapitaal? van dit verslag en in het Risk Report. • De kredietportefeuille omvat het belangrijkste deel van de financiële activa. Op basis van interne managementrapportering lichten we in het hoofdstuk Hoe beheren we onze risico's? (onder Kredietrisico) de samenstelling en kwaliteit van de kredietportefeuille toe. De vereiste informatie in verband met risico's nemen we op in de door de commissaris geauditeerde delen van het hoofdstuk Hoe beheren we onze risico's? Die delen maken dus deel uit van de jaarrekening.
Belangrijke gebeurtenissen tussen de balansdatum en de goedkeuring voor publicatie van de jaarrekening door de Raad van Bestuur op 13 maart 2025 die niet hebben geleid tot aanpassingen in de jaarrekening voor 2024:
• Geen
p. 310
Toelichting 6.6: Belangrijkste wijzigingen in de consolidatiekring
de vermindering van de risicogewogen activa) in het eerste kwartaal van 2023.
Eind augustus 2021 bereikte KBC Bank Ireland een akkoord over de afstoting van een portefeuille non-performing hypothecaire kredieten van ruwweg 1,1 miljard euro in een transactie die werd gefinancierd via fondsen die werden beheerd door CarVal Investors. De deal werd begin februari 2022 gefinaliseerd. Pepper Finance Corporation (Ireland) DAC zal de kredieten beheren als wettelijke houder van de eigendomstitel. Pepper staat onder toezicht van de Ierse centrale
In oktober 2021 bevestigde KBC Bank Ireland ook dat het een juridisch bindende overeenkomst had gesloten met Bank of Ireland met betrekking tot de verkoop van vrijwel alle performing kredieten en de depositoportefeuille van KBC Bank Ireland aan Bank of Ireland Group. Daarnaast verwierf Bank of Ireland Group ook een kleine portefeuille van nonperforming hypotheekleningen (en kredietkaartsaldi). De transactie werd op 3 februari 2023 gefinaliseerd. De overname, voor een oorspronkelijk totaalbedrag van ongeveer 6,5 miljard euro, omvatte ca. 7,6 miljard euro performing hypotheekleningen, ca. 0,1 miljard euro voornamelijk performing commerciële en consumentenkredieten, ca. 0,1 miljard euro non-performing hypotheekleningen en ca. 1,8 miljard euro deposito's. Die transactie had een invloed op de winsten-verliesrekening van +365 miljoen euro in 2023 (waarvan +408 miljoen euro in Overige netto-inkomsten). De transactie leidde bij finalisatie ook tot een positief effect op de common equity ratio van zo'n 0,9 procentpunten (onder meer door
Op 1 december 2023 transfereerde KBC Bank Ireland het overgrote deel van de resterende activa en verplichtingen naar KBC Bank Dublin branch. Op 30 april 2024 gaf KBC Bank Ireland (het huidige Exicon DAC) haar banklicentie terug aan de
Kapitaalbeheer is een essentieel beheerproces dat betrekking heeft op alle beslissingen over het niveau en de samenstelling van ons kapitaal, zowel voor het bank- als voor het verzekeringsbedrijf. Het betreft alle instrumenten die geschikt zijn om verliezen op te vangen in going concern- en/of gone concern-situaties. Kapitaalbeheer moet voor een optimaal evenwicht zorgen tussen de reglementaire vereisten, de beleggersverwachtingen, de standpunten van ratingbureaus en de ambities van het management. De uiteindelijke verantwoordelijkheid voor het kapitaalbeheer ligt bij de Raad van Bestuur. Kapitaalbeheer omvat een brede waaier van activiteiten, waaronder strategische onderwerpen (bv. beleid, doelstellingen bepalen, enz.), kaders en modellen (bv. reglementaire kapitaalmodellen, interne kapitaalmodellen, kosten van eigen vermogen, prestatiemeting, enz.), planning en toewijzing (bv. toewijzing van kapitaal aan activiteiten, planning inzake uitgifte van kapitaalinstrumenten, raming van kapitaalratio's, enz.), uitvoering (bv. dividenden, kapitaaltransacties) en bewaking (bv. huidige solvabiliteitspositie op verschillende niveaus, naleving van de groepsbeleidslijnen en reglementaire vereisten, enz.). Het ICAAP (Internal Capital Adequacy Assessment Process) bestaat uit een aantal bedrijfs- en risicoprocessen die samen bijdragen tot de doelstelling om altijd voldoende gekapitaliseerd te zijn, rekening houdend met ons risicoprofiel en de kwaliteit van onze risicobeheer- en controleomgeving. Naast de geïntegreerde aanpak op groepsniveau voeren KBC Verzekeringen en zijn verzekerings- en herverzekeringsdochtermaatschappijen regelmatig een beoordeling van hun eigen risico en solvabiliteit (Own Risk and Solvency
We rapporteren over de solvabiliteit op basis van IFRS-gegevens en volgens de regels die de toezichthouder oplegt.
met een kapitaalbuffer van 2,4% ten opzichte van de transitionele minimumvereiste van 11,4%.
• Voor KBC Groep en KBC Bank houdt dat in dat we de solvabiliteitsratio's berekenen volgens CRR/CRD. KBC maakt sinds 30 juni 2020 gebruik van de overgangsbepalingen met betrekking tot IFRS 9 (transitioneel) en bepaalde tier 2-instrumenten. KBC heeft van de toezichthouder toelating gekregen om op het niveau van KBC Groep een risicoweging toe te passen op de participatie in KBC Verzekeringen (Deense compromismethode). KBC Groep en KBC Bank zijn onderworpen aan minimale
• De common equity ratio van KBC Groep moet volgens de reglementaire vereiste 10,88% (fully loaded) bedragen op 31 december 2024. Die omvat het Pijler 1-minimum (4,5%), de Pijler 2-vereiste (1,09%, opgelegd door de ECB, naar aanleiding van haar Supervisory Review and Evaluation Process-beoordeling) en de vereiste buffers (5,28%, bepaald door de lokale bevoegde autoriteiten in de kernmarkten van KBC). De fully loaded common equity ratio van eind 2024 bedroeg 15,0% (zie hoofdstuk Hoe beheren we ons kapitaal?). Eind 2024 bedroeg de transitionele common equity ratio 13,9%, wat overeenkwam
• Verkoop van de Ierse activiteiten (2022, 2023 en 2024)
bank.
Centrale Bank van Ierland.
• 2024: geen andere belangrijke wijzigingen.
Toelichting 6.7: Risicobeheer en kapitaaltoereikendheid
Assessment, ORSA) uit, zoals vereist door Solvency II.
solvabiliteitsratio's.
De vennootschap heeft als voorwerp het rechtstreeks of onrechtstreeks houden en beheren van participaties in andere ondernemingen, waaronder – maar niet beperkt tot – kredietinstellingen, verzekeringsondernemingen en andere financiële instellingen.
De vennootschap heeft tevens als voorwerp om, hetzij voor eigen hetzij voor andermans rekening, diensten te verlenen ten behoeve van derden, onder meer ten behoeve van ondernemingen waarin de vennootschap rechtstreeks of onrechtstreeks een participatie heeft en ten behoeve van (potentiële) klanten van deze ondernemingen.
Verder heeft de vennootschap als voorwerp de verwerving in de meest ruime zin van het woord (onder meer door middel van aankoop, huur en leasing), het onderhoud en de exploitatie van werkingsmiddelen, en de terbeschikkingstelling in de meest ruime zin van het woord (onder meer verhuur, verlenen van een recht van gebruik) van deze middelen ten behoeve van de begunstigden, vermeld in de tweede alinea.
Voorts kan de vennootschap fungeren als een 'intellectual property'-vennootschap, die onder meer instaat voor de ontwikkeling, de verwerving, het beheer, de bescherming en het onderhoud van intellectuele eigendomsrechten evenals voor de terbeschikkingstelling van deze rechten, het verstrekken van gebruiksrechten over deze rechten en/of de overdracht van deze rechten.
De vennootschap kan verder alle commerciële, financiële en industriële verrichtingen doen die nuttig of dienstig kunnen zijn ter verwezenlijking van haar voorwerp en die er rechtstreeks of onrechtstreeks verband mee houden. Ze kan tevens door middel van inschrijving, inbreng, participatie of onder welke andere vorm ook deelnemen in alle vennootschappen, bedrijven of instellingen die een gelijkaardige, verwante of aanvullende activiteit uitoefenen.
In het algemeen kan ze, in binnen- én buitenland, alle verrichtingen stellen die tot de realisatie van haar voorwerp kunnen bijdragen.

p. 312
Toelichting 6.9: Algemene gegevens betreffende de vennootschap
• Oprichting: 9 februari 1935 als Kredietbank; huidige naam sinds 2 maart 2005
• E-mailadres voor communicatie met aandeel- en obligatiehouders: [email protected]
• Voorwerp (artikel 2 van de statuten, die beschikbaar zijn op www.kbc.com):
het prudentiële toezicht van de Nationale Bank van België en de Europese Centrale Bank
een participatie heeft en ten behoeve van (potentiële) klanten van deze ondernemingen.
of instellingen die een gelijkaardige, verwante of aanvullende activiteit uitoefenen.
• Juridische vorm: genoteerde naamloze vennootschap naar Belgisch recht die als gemengde financiële holding valt onder
De vennootschap heeft als voorwerp het rechtstreeks of onrechtstreeks houden en beheren van participaties in andere ondernemingen, waaronder – maar niet beperkt tot – kredietinstellingen, verzekeringsondernemingen en andere financiële
De vennootschap heeft tevens als voorwerp om, hetzij voor eigen hetzij voor andermans rekening, diensten te verlenen ten behoeve van derden, onder meer ten behoeve van ondernemingen waarin de vennootschap rechtstreeks of onrechtstreeks
Verder heeft de vennootschap als voorwerp de verwerving in de meest ruime zin van het woord (onder meer door middel van aankoop, huur en leasing), het onderhoud en de exploitatie van werkingsmiddelen, en de terbeschikkingstelling in de meest ruime zin van het woord (onder meer verhuur, verlenen van een recht van gebruik) van deze middelen ten behoeve van de
Voorts kan de vennootschap fungeren als een 'intellectual property'-vennootschap, die onder meer instaat voor de ontwikkeling, de verwerving, het beheer, de bescherming en het onderhoud van intellectuele eigendomsrechten evenals voor de terbeschikkingstelling van deze rechten, het verstrekken van gebruiksrechten over deze rechten en/of de overdracht van
De vennootschap kan verder alle commerciële, financiële en industriële verrichtingen doen die nuttig of dienstig kunnen zijn ter verwezenlijking van haar voorwerp en die er rechtstreeks of onrechtstreeks verband mee houden. Ze kan tevens door middel van inschrijving, inbreng, participatie of onder welke andere vorm ook deelnemen in alle vennootschappen, bedrijven
In het algemeen kan ze, in binnen- én buitenland, alle verrichtingen stellen die tot de realisatie van haar voorwerp kunnen
• Plaatsen waar de voor het publiek toegankelijke documenten kunnen worden ingezien: de statuten van de vennootschap kunnen worden geraadpleegd bij de griffie van de Nederlandstalige ondernemingsrechtbank Brussel en op www.kbc.com en www.notaris.be/statuten. De jaarrekeningen, het jaarverslag en de verslagen van de commissaris met betrekking tot de jaarrekeningen worden bij de Nationale Bank van België neergelegd en zijn beschikbaar op www.kbc.com. Het jaarverslag is ook verkrijgbaar bij de zetel van de vennootschap en het wordt verstuurd aan de personen die erom hebben gevraagd. De beslissingen aangaande de benoeming en de beëindiging van de mandaten van leden van het Directiecomité en de Raad van Bestuur worden bij uittreksel in de Bijlagen bij het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt. De financiële berichten over de vennootschap verschijnen in de financiële dagbladen en/of op www.kbc.com. De oproepingen tot de Algemene Vergaderingen worden bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad, in minstens één nationaal verspreid dagblad, in de media
• Voor informatie over de Algemene Vergadering van Aandeelhouders en het recht van een aandeelhouder om deel te nemen aan de Algemene Vergadering, verwijzen we naar artikel 23 e.v. van de statuten, die beschikbaar zijn op www.kbc.com.
• Naam: KBC Groep
• RPR: Brussel
• Oprichtingsland: België
• Duur: onbepaalde duur
instellingen.
deze rechten.
bijdragen.
en op www.kbc.com.
• Btw-nummer: BE 0403.227.515
• Website: https://www.kbc.com
• Zetel: Havenlaan 2, 1080 Brussel, België
begunstigden, vermeld in de tweede alinea.
In het kader van de wettelijke controle van de geconsolideerde jaarrekening van KBC Groep NV (de "Vennootschap") en haar filialen (samen "de Groep"), leggen wij u ons commissarisverslag voor. Dit bevat ons verslag over de geconsolideerde jaarrekening en de overige door wet- en regelgeving gestelde eisen. Het vormt één geheel en is ondeelbaar.
Wij werden benoemd in onze hoedanigheid van commissaris door de algemene vergadering van 5 mei 2022, overeenkomstig het voorstel van de raad van bestuur uitgebracht op aanbeveling van het auditcomité en op voordracht van de ondernemingsraad. Ons mandaat loopt af op de datum van de algemene vergadering die beraadslaagt over de jaarrekening voor het boekjaar afgesloten op 31 december 2024. Wij hebben de wettelijke controle van de geconsolideerde jaarrekening van de Groep uitgevoerd gedurende negen opeenvolgende boekjaren.
Wij hebben de wettelijke controle uitgevoerd van de geconsolideerde jaarrekening van de Groep, die de geconsolideerde balans op 31 december 2024 omvat, alsook de geconsolideerde winst-en-verliesrekening, de geconsolideerde gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten, de geconsolideerde vermogensmutaties en het geconsolideerd kasstroomoverzicht over het boekjaar afgesloten op die datum, en de toelichting met de belangrijkste gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen. Deze geconsolideerde jaarrekening vertoont een totaal van de geconsolideerde balans van EUR 373.048 miljoen en de geconsolideerde winst-en-verliesrekening sluit af met een winst van het boekjaar (toerekenbaar aan de aandeelhouders van de moedermaatschappij) van EUR 3.415 miljoen.
Naar ons oordeel geeft de geconsolideerde jaarrekening een getrouw beeld van het vermogen en de geconsolideerde financiële toestand van de Groep per 31 december 2024, alsook van zijn geconsolideerde resultaten en van zijn geconsolideerde kasstromen over het boekjaar dat op die datum is afgesloten, in overeenstemming met de IFRS Accounting Standards zoals goedgekeurd door de Europese Unie en met de in België van toepassing zijnde wettelijke en reglementaire voorschriften.
Wij hebben onze controle uitgevoerd volgens de internationale controlestandaarden (ISA) zoals van toepassing in België. Wij hebben bovendien de door de IAASB goedgekeurde internationale controlestandaarden toegepast die van toepassing zijn op de huidige afsluitdatum en nog niet goedgekeurd zijn op nationaal niveau. Onze verantwoordelijkheden op grond van deze standaarden zijn verder beschreven in de sectie "Verantwoordelijkheden van de commissaris voor de controle van de geconsolideerde jaarrekening" van ons verslag. Wij hebben alle deontologische vereisten die relevant zijn voor de controle van de geconsolideerde jaarrekening in België nageleefd, met inbegrip van deze met betrekking tot de onafhankelijkheid.
Wij hebben van de raad van bestuur en van de aangestelden van de Vennootschap de voor onze controle vereiste ophelderingen en inlichtingen verkregen.
Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel.
PwC Bedrijfsrevisoren BV - PwC Reviseurs d'Entreprises SRL - Financial Assurance Services Maatschappelijke zetel/Siège social: Culliganlaan 5, B-1831 Diegem T: +32 (0)2 710 4211, F: +32 (0)2 710 4299, www.pwc.com BTW/TVA BE 0429.501.944 / RPR Brussel - RPM Bruxelles / ING BE43 3101 3811 9501 - BIC BBRUBEBB / BELFIUS BE92 0689 0408 8123 - BIC GKCCBEBB 1 van 8

Kernpunten van onze controle betreffen die aangelegenheden die naar ons professioneel oordeel het meest significant waren bij de controle van de geconsolideerde jaarrekening van de huidige verslagperiode. Deze aangelegenheden zijn behandeld in de context van onze controle van de geconsolideerde jaarrekening als geheel en bij het vormen van ons oordeel hierover, en wij verschaffen geen afzonderlijk oordeel over deze aangelegenheden.
De gepastheid van de bijzondere waardeverminderingen voor leningen en vorderingen gewaardeerd aan geamortiseerde kostprijs vereist een belangrijke mate van beoordeling vanwege de directie. Het bepalen van bijzondere waardeverminderingen voor leningen en vorderingen aan geamortiseerde kostprijs in overeenstemming met IFRS 9 vereist een beoordeling van de binnen de 12 maanden of tijdens de restlooptijd te verwachten kredietverliezen en de beoordeling van een significante toename in het kredietrisico of het risico op wanbetaling.
De geopolitieke en macro-economische onzekerheden blijven de door de modellen berekende te verwachten kredietverliezen beïnvloeden.
Informatie met betrekking tot bijzondere waardeverminderingen voor leningen en vorderingen gewaardeerd aan geamortiseerde kostprijs, inclusief informatie over de impact van de geopolitieke en opkomende risico's, is opgenomen in Toelichtingen 3.9 en 4.2 bij de geconsolideerde jaarrekening, in toepassing van de waarderingsregels beschreven in Toelichting 1.2 "Belangrijkste grondslagen voor financiële verslaggeving".
Op jaareinde 31 december 2024 bedraagt de boekwaarde van de leningen en vorderingen gewaardeerd aan geamortiseerde kostprijs vóór bijzondere waardeverminderingen EUR 217.093 miljoen, de totale overeenstemmende bijzondere waardeverminderingen op die datum bedragen EUR 2.448 miljoen.
De beoordeling van significante toenames in kredietrisico, van wanbetaling met betrekking tot leningen en vorderingen gewaardeerd aan geamortiseerde kostprijs en de beoordeling van de 12 maanden of tijdens de restlooptijd te verwachten kredietverliezen maken deel uit van het beoordelingsproces van de Groep en zijn, onder andere, gebaseerd op macro-economische scenario's en micro-economische parameters (zoals gedefinieerd door de Groep), op kredietrisicomodellen, op elementen die op significante toenames in kredietrisico en het risico op wanbetalingen wijzen, op de financiële toestand van de tegenpartij en op de verwachte toekomstige kasstromen of de waarde van het onderpand.
Het gebruik van verschillende modelleringstechnieken, scenario's en veronderstellingen, alsook het bepalen van de bijkomende waardeverminderingen erkend bovenop de door de modellen berekende te verwachten kredietverliezen, zou tot verschillende inschattingen kunnen leiden van bijzondere waardeverminderingen op leningen en vorderingen gewaardeerd aan geamortiseerde kostprijs.
Aangezien de leningen en vorderingen gewaardeerd aan geamortiseerde kostprijs het belangrijkste deel uitmaken van de balans van de Groep, en gegeven de gerelateerde onzekerheid met betrekking tot de inschatting van kosten van bijzondere waardeverminderingen, beschouwen wij dit als een kernpunt van de controle.
p. 243
2 van 8

Onze controlewerkzaamheden omvatten een beoordeling van het algemeen beheer inzake de processen van kredieten en bijzondere waardeverminderingen van de Groep, inclusief de processen met betrekking tot de modellen voor het bepalen van de binnen de 12 maanden of tijdens de restlooptijd te verwachten kredietverliezen en de de door de modellen berekende te verwachten kredietverliezen met betrekking tot de geopolitieke en macro-economische onzekerheden. Wij hebben de opzet en de operationele doeltreffendheid getest van de beheersingsmaatregelen in het proces van de toekenning van leningen, het risicobeheersingsproces en het inschattingsproces voor de bepaling van bijzondere waardeverminderingen. Wat betreft bijzondere waardeverminderingen bepaald op individuele basis hebben we, voor een steekproef van bedrijfs- en kmo-kredietdossiers, een detailnazicht uitgevoerd; wij hebben de veronderstellingen in vraag gesteld onderliggend aan de elementen die op wanbetaling kunnen wijzen en de kwantificatie, inclusief de verwachte toekomstige kasstromen, de waardering van het gerelateerde onderpand en de inschatting van recuperatie bij wanbetaling.
Wat betreft de bijzondere waardeverminderingen voor de binnen de 12 maanden of tijdens de restlooptijd te verwachten kredietverliezen, hebben wij de elementen die op significante toenames in kredietrisico wijzen alsook de macro-economische scenario's en micro-economische parameters (zoals gedefinieerd door de Groep) in vraag gesteld en hebben we, samen met onze experten, de onderliggende modellen getest inclusief het proces van de Groep inzake de goedkeuring en validatie van modellen.
Wij hebben ook de volledigheid van de door de directie weerhouden elementen beoordeeld bij het bepalen van de bijzondere waardeverminderingen met betrekking tot de geopolitieke en macro-economische onzekerheden en de mathematische nauwkeurigheid van de berekeningen om deze aanpassingen te bepalen gevalideerd en de redelijkheid ervan beoordeeld.
Tenslotte hebben wij de volledigheid en nauwkeurigheid van de toelichtingen beoordeeld, alsook of de toelichtingen in overeenstemming zijn met de IFRS Accounting Standards zoals goedgekeurd door de Europese Unie.
Naar onze mening liggen de door de directie opgenomen bijzondere waardeverminderingen, met inbegrip van de bijzondere waardeverminderingen met betrekking tot de geopolitieke en macro-economische onzekerheden, binnen een redelijke vork van uitkomsten in de context van de leningen en vorderingen in het algemeen, en de gerelateerde onzekerheden zoals toegelicht in de geconsolideerde jaarrekening.
Zoals toegelicht in Toelichting 5.5 bij de geconsolideerde jaarrekening heeft de Groep, in toepassing van de waarderingsregels zoals beschreven in Toelichting 1.2 "Belangrijkste grondslagen voor financiële verslaggeving" op jaareinde 31 december 2024 voor EUR 1.221 miljoen aan goodwill erkend. Goodwill wordt jaarlijks, of wanneer er een aanwijzing is, doorgelicht op bijzondere waardeverminderingen om na te gaan of de realiseerbare waarde hoger is dan de boekwaarde.
Gelet op de significante oordeelsvorming van het management en de daarmee samenhangende schattingsonzekerheid voor het bepalen van de realiseerbare waarde van de respectieve kasstroomgenererende eenheden beschouwen we dit als een kernpunt van de controle.
p. 243
Kernpunten van de controle
Beschrijving van het kernpunt van de controle
in het kredietrisico of het risico op wanbetaling.
kasstromen of de waarde van het onderpand.
verwachten kredietverliezen beïnvloeden.
financiële verslaggeving".
bedragen EUR 2.448 miljoen.
kernpunt van de controle.
2 van 8
en vorderingen
Kernpunten van onze controle betreffen die aangelegenheden die naar ons professioneel oordeel het
Onzekerheid met betrekking tot de inschatting van bijzondere waardeverminderingen voor leningen
De gepastheid van de bijzondere waardeverminderingen voor leningen en vorderingen gewaardeerd aan geamortiseerde kostprijs vereist een belangrijke mate van beoordeling vanwege de directie. Het bepalen van bijzondere waardeverminderingen voor leningen en vorderingen aan geamortiseerde kostprijs in overeenstemming met IFRS 9 vereist een beoordeling van de binnen de 12 maanden of tijdens de restlooptijd te verwachten kredietverliezen en de beoordeling van een significante toename
De geopolitieke en macro-economische onzekerheden blijven de door de modellen berekende te
gewaardeerd aan geamortiseerde kostprijs, inclusief informatie over de impact van de geopolitieke en opkomende risico's, is opgenomen in Toelichtingen 3.9 en 4.2 bij de geconsolideerde jaarrekening, in toepassing van de waarderingsregels beschreven in Toelichting 1.2 "Belangrijkste grondslagen voor
EUR 217.093 miljoen, de totale overeenstemmende bijzondere waardeverminderingen op die datum
Informatie met betrekking tot bijzondere waardeverminderingen voor leningen en vorderingen
Op jaareinde 31 december 2024 bedraagt de boekwaarde van de leningen en vorderingen gewaardeerd aan geamortiseerde kostprijs vóór bijzondere waardeverminderingen
De beoordeling van significante toenames in kredietrisico, van wanbetaling met betrekking tot leningen en vorderingen gewaardeerd aan geamortiseerde kostprijs en de beoordeling van de 12 maanden of tijdens de restlooptijd te verwachten kredietverliezen maken deel uit van het beoordelingsproces van de Groep en zijn, onder andere, gebaseerd op macro-economische scenario's en micro-economische parameters (zoals gedefinieerd door de Groep), op
kredietrisicomodellen, op elementen die op significante toenames in kredietrisico en het risico op wanbetalingen wijzen, op de financiële toestand van de tegenpartij en op de verwachte toekomstige
Het gebruik van verschillende modelleringstechnieken, scenario's en veronderstellingen, alsook het bepalen van de bijkomende waardeverminderingen erkend bovenop de door de modellen berekende te verwachten kredietverliezen, zou tot verschillende inschattingen kunnen leiden van bijzondere waardeverminderingen op leningen en vorderingen gewaardeerd aan geamortiseerde kostprijs.
Aangezien de leningen en vorderingen gewaardeerd aan geamortiseerde kostprijs het belangrijkste deel uitmaken van de balans van de Groep, en gegeven de gerelateerde onzekerheid met betrekking tot de inschatting van kosten van bijzondere waardeverminderingen, beschouwen wij dit als een
meest significant waren bij de controle van de geconsolideerde jaarrekening van de huidige verslagperiode. Deze aangelegenheden zijn behandeld in de context van onze controle van de geconsolideerde jaarrekening als geheel en bij het vormen van ons oordeel hierover, en wij
verschaffen geen afzonderlijk oordeel over deze aangelegenheden.

Wij hebben een begrip verkregen van de interne beheersingsmaatregelen met betrekking tot het bepalen van bijzondere waardevermindering op goodwill. Daarnaast hebben wij, samen met onze experten, de geschiktheid beoordeeld van de door de directie ontwikkelde verdisconteerde kasstroom-modellen, de evaluatie van de significante aannames van het management voor het bepalen van de vrije kasstroomprojecties, de verdisconteringsvoeten en de uiteindelijke groeivoet van de respectieve kasstroomgenererende eenheden, evenals de volledigheid en nauwkeurigheid van de onderliggende gegevens die in de modellen worden gebruikt. Wij hebben ook de redelijkheid beoordeeld van de gestresste aannames die gebruikt zijn in de stresstests zoals vermeld in de toelichting.
Tenslotte hebben wij de volledigheid en nauwkeurigheid van de toelichtingen beoordeeld, alsook of de toelichtingen in overeenstemming zijn met de IFRS Accounting Standards zoals goedgekeurd door de Europese Unie.
Naar onze mening liggen de uitkomsten van de beoordeling van de bijzondere waardevermindering van goodwill door de directie binnen een redelijk bereik van uitkomsten, gelet op de totale uitstaande goodwill en de daarmee samenhangende onzekerheden zoals toegelicht in de geconsolideerde jaarrekening.
De LRC van contracten gewaardeerd met behulp van de BBA (EUR 12.965 miljoen) of de VFA (EUR 948 miljoen) omvat de PVFCF met betrekking tot toekomstige verzekeringsdiensten, evenals de CSM en de RA.
De assumpties die worden gebruikt voor de projecties van deze kasstromen hebben met name betrekking op sterfte, levensduur, vroegtijdige beëindiging, winstgevendheid, toekomstige stortingen en de bepaling van direct toerekenbare kosten. De actuariële berekening van de kasstromen die voortvloeien uit de verzekeringscontracten is complex en berust op een hoge graad van subjectieve beoordeling en op veronderstellingen die beïnvloed worden door de toekomstige economische en politieke omstandigheden, alsook door overheidsreglementeringen. Bovendien wordt de bepaling van de passende verdiscontering van deze kasstromen met behulp van de top-down benadering als complex en zeer subjectief beschouwd, hetgeen ons ertoe leidt dit als een kernpunt van de controle te beschouwen.
De LIC van contracten gewaardeerd met behulp van de PAA (EUR 2.479 miljoen) houdt rekening met de geschatte kosten van vorderingen die zich voordoen tot op de rapporteringsdatum. De actuariële projectiemethoden van de huidige waarde van de vervullingskasstromen met betrekking tot verzekeringsdiensten uit het verleden, voortvloeiend uit dergelijke verzekeringscontracten, zijn complex en zeer subjectief omdat ze zijn gebaseerd op een aantal belangrijke assumpties die zijn afgeleid van historische informatie, namelijk met betrekking tot het bedrag van de vordering en patronen van schadebetalingen inclusief de verwachte toekomstige ontwikkeling. Bovendien wordt de bepaling van de passende verdiscontering van deze kasstromen met behulp van de bottom-up benadering als complex en zeer subjectief beschouwd, hetgeen ons ertoe leidt dit als een kernpunt van de controle te beschouwen.
Informatie over de waardering van verzekeringsverplichtingen is opgenomen in Toelichting 5.6.1 bij de geconsolideerde jaarrekening, in toepassing van de beleidslijnen zoals beschreven in Toelichting 1.2 "Belangrijkste grondslagen voor financiële verslaggeving".
Wij hebben werkzaamheden uitgevoerd met betrekking tot het ontwerp en de effectiviteit van de controles van de Groep om vast te stellen dat de gegevens die worden gebruikt bij de waardering en de opzet van de verzekeringsverplichtingen adequaat en volledig zijn. Wij hebben controlewerkzaamheden uitgevoerd op de procedures van de Groep om de hierboven genoemde assumpties te bepalen, het valideren van de assumpties op basis van op de markt observeerbare gegevens en een actuariële analyse door backtesting van de gebruikte assumpties.
4 van 8

Onze auditbenadering met betrekking tot het kernpunt van de controle
toelichting.
Europese Unie.
jaarrekening.
CSM en de RA.
van de controle te beschouwen.
van de controle te beschouwen.
4 van 8
Beschrijving van het kernpunt van de controle
Wij hebben een begrip verkregen van de interne beheersingsmaatregelen met betrekking tot het bepalen van bijzondere waardevermindering op goodwill. Daarnaast hebben wij, samen met onze experten, de geschiktheid beoordeeld van de door de directie ontwikkelde verdisconteerde kasstroom-modellen, de evaluatie van de significante aannames van het management voor het bepalen van de vrije kasstroomprojecties, de verdisconteringsvoeten en de uiteindelijke groeivoet van de respectieve kasstroomgenererende eenheden, evenals de volledigheid en nauwkeurigheid van de
onderliggende gegevens die in de modellen worden gebruikt. Wij hebben ook de redelijkheid beoordeeld van de gestresste aannames die gebruikt zijn in de stresstests zoals vermeld in de
Onzekerheid met betrekking tot de waardebepaling van verzekeringsverplichtingen
De assumpties die worden gebruikt voor de projecties van deze kasstromen hebben
stortingen en de bepaling van direct toerekenbare kosten. De actuariële berekening van de
projectiemethoden van de huidige waarde van de vervullingskasstromen met betrekking tot verzekeringsdiensten uit het verleden, voortvloeiend uit dergelijke verzekeringscontracten, zijn complex en zeer subjectief omdat ze zijn gebaseerd op een aantal belangrijke assumpties die zijn afgeleid van historische informatie, namelijk met betrekking tot het bedrag van de vordering en patronen van schadebetalingen inclusief de verwachte toekomstige ontwikkeling. Bovendien wordt de bepaling van de passende verdiscontering van deze kasstromen met behulp van de bottom-up benadering als complex en zeer subjectief beschouwd, hetgeen ons ertoe leidt dit als een kernpunt
Onze auditbenadering met betrekking tot het kernpunt van de controle
de opzet van de verzekeringsverplichtingen adequaat en volledig zijn. Wij hebben
gegevens en een actuariële analyse door backtesting van de gebruikte assumpties.
Tenslotte hebben wij de volledigheid en nauwkeurigheid van de toelichtingen beoordeeld, alsook of de toelichtingen in overeenstemming zijn met de IFRS Accounting Standards zoals goedgekeurd door de
Naar onze mening liggen de uitkomsten van de beoordeling van de bijzondere waardevermindering van goodwill door de directie binnen een redelijk bereik van uitkomsten, gelet op de totale uitstaande goodwill en de daarmee samenhangende onzekerheden zoals toegelicht in de geconsolideerde
De LRC van contracten gewaardeerd met behulp van de BBA (EUR 12.965 miljoen) of de VFA (EUR 948 miljoen) omvat de PVFCF met betrekking tot toekomstige verzekeringsdiensten, evenals de
met name betrekking op sterfte, levensduur, vroegtijdige beëindiging, winstgevendheid, toekomstige
kasstromen die voortvloeien uit de verzekeringscontracten is complex en berust op een hoge graad van subjectieve beoordeling en op veronderstellingen die beïnvloed worden door de toekomstige economische en politieke omstandigheden, alsook door overheidsreglementeringen. Bovendien wordt de bepaling van de passende verdiscontering van deze kasstromen met behulp van de top-down benadering als complex en zeer subjectief beschouwd, hetgeen ons ertoe leidt dit als een kernpunt
De LIC van contracten gewaardeerd met behulp van de PAA (EUR 2.479 miljoen) houdt rekening met de geschatte kosten van vorderingen die zich voordoen tot op de rapporteringsdatum. De actuariële
Informatie over de waardering van verzekeringsverplichtingen is opgenomen in Toelichting 5.6.1 bij de geconsolideerde jaarrekening, in toepassing van de beleidslijnen zoals beschreven in Toelichting 1.2 "Belangrijkste grondslagen voor financiële verslaggeving".
Wij hebben werkzaamheden uitgevoerd met betrekking tot het ontwerp en de effectiviteit van de controles van de Groep om vast te stellen dat de gegevens die worden gebruikt bij de waardering en
controlewerkzaamheden uitgevoerd op de procedures van de Groep om de hierboven genoemde assumpties te bepalen, het valideren van de assumpties op basis van op de markt observeerbare Onze controlewerkzaamheden met betrekking tot de LRC voor verzekeringscontracten gewaardeerd onder de BBA of de VFA bestonden voornamelijk uit de volgende procedures:
Onze controlewerkzaamheden met betrekking tot de LIC voor verzekeringscontracten gewaardeerd onder de PAA bestonden voornamelijk uit de volgende procedures:
Tot slot hebben wij de volledigheid en nauwkeurigheid van de toelichtingen met betrekking tot verzekeringscontracten beoordeeld om te evalueren of aan de vereisten voor toelichting is voldaan die zijn opgenomen in de IFRS Accounting Standards zoals geïmplementeerd door de Europese Unie.
Wij hebben een beroep gedaan op onze interne actuariële experten bij het uitvoeren van onze controleprocedures.
We hebben onze conclusies van onze actuariële analyse besproken met de actuariële functie van de Groep.
Naar onze mening liggen de uitkomsten van de waardebepaling van verzekeringsverplichtingen door de directie, inclusief de significante aannames voor het bepalen van de kasstroomprojecties, binnen een redelijk bereik van uitkomsten, gelet op de totale verzekeringsverplichtingen en de daarmee samenhangende onzekerheden zoals toegelicht in de geconsolideerde jaarrekening.
De raad van bestuur is verantwoordelijk voor het opstellen van de geconsolideerde jaarrekening die een getrouw beeld geeft in overeenstemming met de IFRS Accounting Standards zoals goedgekeurd door de Europese Unie en met de in België van toepassing zijnde wettelijke en reglementaire voorschriften, alsook voor de interne beheersing die de raad van bestuur noodzakelijk acht voor het opstellen van de geconsolideerde jaarrekening die geen afwijking van materieel belang bevat die het gevolg is van fraude of van fouten.
Bij het opstellen van de geconsolideerde jaarrekening is de raad van bestuur verantwoordelijk voor het inschatten van de mogelijkheid van de Groep om zijn continuïteit te handhaven, het toelichten, indien van toepassing, van aangelegenheden die met continuïteit verband houden en het gebruiken van de continuïteitsveronderstelling, tenzij de raad van bestuur het voornemen heeft om de Groep te liquideren of om de bedrijfsactiviteiten te beëindigen, of geen realistisch alternatief heeft dan dit te doen.

Onze doelstellingen zijn het verkrijgen van een redelijke mate van zekerheid over de vraag of de geconsolideerde jaarrekening als geheel geen afwijking van materieel belang bevat die het gevolg is van fraude of van fouten, en het uitbrengen van een commissarisverslag waarin ons oordeel is opgenomen. Een redelijke mate van zekerheid is een hoog niveau van zekerheid, maar is geen garantie dat een controle die overeenkomstig ISA is uitgevoerd altijd een afwijking van materieel belang ontdekt wanneer die bestaat. Afwijkingen kunnen zich voordoen als gevolg van fraude of fouten en worden als van materieel belang beschouwd indien redelijkerwijs kan worden verwacht dat zij, individueel of gezamenlijk, de economische beslissingen genomen door gebruikers op basis van deze geconsolideerde jaarrekening, beïnvloeden.
Bij de uitvoering van onze controle leven wij het wettelijk, reglementair en normatief kader na, dat van toepassing is op de controle van de jaarrekening in België. Een wettelijke controle biedt evenwel geen zekerheid omtrent de toekomstige levensvatbaarheid van de Groep, noch omtrent de efficiëntie of de doeltreffendheid waarmee de raad van bestuur de bedrijfsvoering van de Groep ter hand heeft genomen of zal nemen. Onze verantwoordelijkheden inzake de door de raad van bestuur gehanteerde continuïteitsveronderstelling worden hieronder beschreven.
Als deel van een controle uitgevoerd overeenkomstig ISA, passen wij professionele oordeelsvorming toe en handhaven wij een professioneel-kritische instelling gedurende de controle. We voeren tevens de volgende werkzaamheden uit:
6 van 8

Verantwoordelijkheden van de commissaris voor de controle van de geconsolideerde
Onze doelstellingen zijn het verkrijgen van een redelijke mate van zekerheid over de vraag of de geconsolideerde jaarrekening als geheel geen afwijking van materieel belang bevat die het gevolg is van fraude of van fouten, en het uitbrengen van een commissarisverslag waarin ons oordeel is opgenomen. Een redelijke mate van zekerheid is een hoog niveau van zekerheid, maar is geen garantie dat een controle die overeenkomstig ISA is uitgevoerd altijd een afwijking van materieel belang ontdekt wanneer die bestaat. Afwijkingen kunnen zich voordoen als gevolg van fraude of fouten en worden als van materieel belang beschouwd indien redelijkerwijs kan worden verwacht dat zij, individueel of gezamenlijk, de economische beslissingen genomen door gebruikers op basis van
Bij de uitvoering van onze controle leven wij het wettelijk, reglementair en normatief kader na, dat van toepassing is op de controle van de jaarrekening in België. Een wettelijke controle biedt evenwel geen zekerheid omtrent de toekomstige levensvatbaarheid van de Groep, noch omtrent de efficiëntie of de doeltreffendheid waarmee de raad van bestuur de bedrijfsvoering van de Groep ter hand heeft
genomen of zal nemen. Onze verantwoordelijkheden inzake de door de raad van bestuur gehanteerde
Als deel van een controle uitgevoerd overeenkomstig ISA, passen wij professionele oordeelsvorming
● Het identificeren en inschatten van de risico's dat de geconsolideerde jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat die het gevolg is van fraude of van fouten, het bepalen en uitvoeren
controle-informatie die voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel. Het risico van het niet detecteren van een van materieel belang zijnde afwijking is groter indien die afwijking het gevolg is van fraude dan indien zij het gevolg is van fouten, omdat bij fraude sprake kan zijn van samenspanning, valsheid in geschrifte, het opzettelijk nalaten om transacties vast te leggen, het
toe en handhaven wij een professioneel-kritische instelling gedurende de controle. We voeren tevens de volgende werkzaamheden uit:
van controlewerkzaamheden die op deze risico's inspelen en het verkrijgen van
opzettelijk verkeerd voorstellen van zaken of het omzeilen van de interne beheersing.
zijn verantwoordelijk voor de sturing, supervisie en beoordeling van de uitgevoerde
● Het plannen en uitvoeren van de groepsaudit om voldoende en geschikte controle-informatie te verkrijgen met betrekking tot de financiële informatie van de entiteiten of bedrijfseenheden binnen de Groep als basis voor het vormen van een oordeel over de geconsolideerde jaarrekening. Wij
controlewerkzaamheden met het oog op de groepsaudit. Wij blijven als enige verantwoordelijk
● Het evalueren van de geschiktheid van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en het evalueren van de redelijkheid van de door de raad van bestuur gemaakte schattingen en
aanvaardbaar is, en het concluderen, op basis van de verkregen controle-informatie, of er een onzekerheid van materieel belang bestaat met betrekking tot gebeurtenissen of omstandigheden
continuïteit te handhaven. Indien wij concluderen dat er een onzekerheid van materieel belang bestaat, zijn wij ertoe gehouden om de aandacht in ons commissarisverslag te vestigen op de daarop betrekking hebbende toelichtingen in de geconsolideerde jaarrekening, of, indien deze toelichtingen inadequaat zijn, om ons oordeel aan te passen. Onze conclusies zijn gebaseerd op de controle-informatie die verkregen is tot de datum van ons commissarisverslag. Toekomstige gebeurtenissen of omstandigheden kunnen er echter toe leiden dat de Groep zijn continuïteit niet
jaarrekening, en van de vraag of de geconsolideerde jaarrekening de onderliggende transacties
informatie van de entiteiten of bedrijfsactiviteiten binnen de Groep gericht op het tot uitdrukking brengen van een oordeel over de geconsolideerde jaarrekening. Wij zijn verantwoordelijk voor de aansturing van, het toezicht op en de uitvoering van de groepscontrole. Wij blijven ongedeeld
● Het verkrijgen van voldoende en geschikte controle-informatie met betrekking tot de financiële
● Het concluderen of de door de raad van bestuur gehanteerde continuïteitsveronderstelling
die significante twijfel kunnen doen ontstaan over de mogelijkheid van de Groep om zijn
● Het evalueren van de algehele presentatie, structuur en inhoud van de geconsolideerde
en gebeurtenissen weergeeft op een wijze die leidt tot een getrouw beeld.
● Het verkrijgen van inzicht in de interne beheersing die relevant is voor de controle, met als doel controlewerkzaamheden op te zetten die in de gegeven omstandigheden geschikt zijn maar die niet zijn gericht op het geven van een oordeel over de effectiviteit van de interne beheersing van
jaarrekening
voor ons oordeel.
langer kan handhaven.
6 van 8
verantwoordelijk voor ons oordeel.
de Groep.
deze geconsolideerde jaarrekening, beïnvloeden.
continuïteitsveronderstelling worden hieronder beschreven.
van de daarop betrekking hebbende toelichtingen.
Wij communiceren met het auditcomité onder meer over de geplande reikwijdte en timing van de controle en over de significante controlebevindingen, waaronder eventuele significante tekortkomingen in de interne beheersing die wij identificeren gedurende onze controle.
Wij verschaffen aan het auditcomité tevens een verklaring dat wij de relevante deontologische voorschriften over onafhankelijkheid hebben nageleefd, en wij communiceren met hen over alle relaties en andere zaken die redelijkerwijs onze onafhankelijkheid kunnen beïnvloeden en, waar van toepassing, over de daarmee verband houdende maatregelen om onze onafhankelijkheid te waarborgen.
Uit de aangelegenheden die met het auditcomité zijn gecommuniceerd bepalen wij die zaken die het meest significant waren bij de controle van de geconsolideerde jaarrekening van de huidige verslagperiode, en die derhalve de kernpunten van onze controle uitmaken. Wij beschrijven deze aangelegenheden in ons verslag, tenzij het openbaar maken van deze aangelegenheden is verboden door wet- of regelgeving.
De raad van bestuur is verantwoordelijk voor het opstellen en de inhoud van het jaarverslag over de geconsolideerde jaarrekening met inbegrip van de duurzaamheidsinformatie en de andere informatie opgenomen in het jaarrapport over de geconsolideerde jaarrekening.
In het kader van onze opdracht en overeenkomstig de Belgische bijkomende norm bij de in België van toepassing zijnde internationale controlestandaarden (ISA), is het onze verantwoordelijkheid om, in alle van materieel belang zijnde opzichten, het jaarverslag over de geconsolideerde jaarrekening en de andere informatie opgenomen in het jaarrapport over de geconsolideerde jaarrekening te verifiëren, en verslag over deze aangelegenheden uit te brengen.
Deze verantwoordelijkheid omvat niet het uitvoeren van de assuranceopdracht op de geconsolideerde duurzaamheidsinformatie opgenomen in het jaarverslag over de geconsolideerde jaarrekening, aangezien de Vennootschap voor deze assuranceopdracht een andere bedrijfsrevisor heeft aangesteld.
Het jaarverslag over de geconsolideerde jaarrekening bevat de geconsolideerde duurzaamheidsinformatie die het voorwerp uitmaakt van een afzonderlijk verslag, dewelke een "Conclusie zonder voorbehoud" betreffende de beperkte mate van zekerheid met betrekking tot deze duurzaamheidsinformatie inhoudt, uitgebracht door KPMG Bedrijfsrevisoren BV op 28 maart 2025.
Na het uitvoeren van specifieke werkzaamheden op het jaarverslag over de geconsolideerde jaarrekening, zijn wij van oordeel dat dit jaarverslag overeenstemt met de geconsolideerde jaarrekening voor hetzelfde boekjaar en is opgesteld overeenkomstig het artikel 3:32 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen.
In de context van onze controle van de geconsolideerde jaarrekening zijn wij tevens verantwoordelijk voor het overwegen, in het bijzonder op basis van de kennis verkregen tijdens de controle, of het jaarverslag over de geconsolideerde jaarrekening en de andere informatie opgenomen in het jaarrapport over de geconsolideerde jaarrekening, zijnde de secties:
een afwijking van materieel belang bevatten, hetzij informatie die onjuist vermeld is of anderszins misleidend is. In het licht van de werkzaamheden die wij hebben uitgevoerd, hebben wij geen afwijking van materieel belang te melden.

Wij hebben ook, overeenkomstig de ontwerpnorm inzake de controle van de overeenstemming van het jaarrapport met het Europees uniform elektronisch formaat (hierna "ESEF"), de controle uitgevoerd van de overeenstemming van het ESEF-formaat met de technische reguleringsnormen vastgelegd door de Europese Gedelegeerde Verordening nr. 2019/815 van 17 december 2018 (hierna: "Gedelegeerde Verordening") en met het koninklijk besluit van 14 november 2007 betreffende de verplichtingen van emittenten van financiële instrumenten die zijn toegelaten tot de verhandeling op een gereglementeerde markt.
De raad van bestuur is verantwoordelijk voor het opstellen van een jaarrapport, in overeenstemming met de ESEF vereisten, met inbegrip van de geconsolideerde financiële jaarrekening in de vorm van een elektronisch bestand in ESEF-formaat (hierna "digitale geconsolideerde jaarrekening").
Het is onze verantwoordelijkheid voldoende en geschikte onderbouwende informatie te verkrijgen om te concluderen dat het formaat en de markeertaal van de digitale geconsolideerde jaarrekening in alle van materieel belang zijnde opzichten voldoen aan de ESEF-vereisten krachtens de Gedelegeerde Verordening.
Op basis van de door ons uitgevoerde werkzaamheden zijn wij van oordeel dat het formaat van het jaarrapport en de markering van informatie in de de digitale geconsolideerde jaarrekening opgenomen in het jaarrapport van KBC Groep NV per 31 december 2024 en die beschikbaar zullen zijn in het Belgische officiële mechanisme voor de opslag van gereglementeerde informatie (STORI) van de FSMA, in alle van materieel belang zijnde opzichten in overeenstemming zijn met de ESEF-vereisten krachtens de Gedelegeerde Verordening en het koninklijk besluit van 14 november 2007.
Huidig verslag is consistent met onze aanvullende verklaring aan het auditcomité bedoeld in artikel 11 van de verordening (EU) nr. 537/2014.
Diegem, 28 maart 2025
De commissaris PwC Bedrijfsrevisoren BV vertegenwoordigd door
Damien Walgrave* Jeroen Bockaert** Bedrijfsrevisor Bedrijfsrevisor
*Handelend in naam van Damien Walgrave BV **Handelend in naam van Jeroen Bockaert BV
8 van 8
Pagina opzettelijk leeg gelaten
Vermeldingen betreffende de onafhankelijkheid
Europees uniform elektronisch formaat (ESEF)
Groep.
Verordening.
Andere vermelding
Diegem, 28 maart 2025
PwC Bedrijfsrevisoren BV vertegenwoordigd door
De commissaris
8 van 8
van de verordening (EU) nr. 537/2014.
jaarrekening.
een gereglementeerde markt.
● Ons bedrijfsrevisorenkantoor en ons netwerk hebben geen opdrachten verricht die onverenigbaar
bedrijfsrevisorenkantoor is in de loop van ons mandaat onafhankelijk gebleven tegenover de
● De honoraria voor de bijkomende opdrachten die verenigbaar zijn met de wettelijke controle van de geconsolideerde jaarrekening bedoeld in artikel 3:65 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen werden correct vermeld en uitgesplitst in de toelichting bij de geconsolideerde
Wij hebben ook, overeenkomstig de ontwerpnorm inzake de controle van de overeenstemming van het jaarrapport met het Europees uniform elektronisch formaat (hierna "ESEF"), de controle uitgevoerd van de overeenstemming van het ESEF-formaat met de technische reguleringsnormen vastgelegd door de Europese Gedelegeerde Verordening nr. 2019/815 van 17 december 2018 (hierna: "Gedelegeerde Verordening") en met het koninklijk besluit van 14 november 2007 betreffende de verplichtingen van emittenten van financiële instrumenten die zijn toegelaten tot de verhandeling op
De raad van bestuur is verantwoordelijk voor het opstellen van een jaarrapport, in overeenstemming met de ESEF vereisten, met inbegrip van de geconsolideerde financiële jaarrekening in de vorm van
Het is onze verantwoordelijkheid voldoende en geschikte onderbouwende informatie te verkrijgen om te concluderen dat het formaat en de markeertaal van de digitale geconsolideerde jaarrekening in alle van materieel belang zijnde opzichten voldoen aan de ESEF-vereisten krachtens de Gedelegeerde
Op basis van de door ons uitgevoerde werkzaamheden zijn wij van oordeel dat het formaat van het jaarrapport en de markering van informatie in de de digitale geconsolideerde jaarrekening opgenomen in het jaarrapport van KBC Groep NV per 31 december 2024 en die beschikbaar zullen zijn in het Belgische officiële mechanisme voor de opslag van gereglementeerde informatie (STORI) van de FSMA, in alle van materieel belang zijnde opzichten in overeenstemming zijn met de ESEF-vereisten
Huidig verslag is consistent met onze aanvullende verklaring aan het auditcomité bedoeld in artikel 11
een elektronisch bestand in ESEF-formaat (hierna "digitale geconsolideerde jaarrekening").
krachtens de Gedelegeerde Verordening en het koninklijk besluit van 14 november 2007.
Damien Walgrave* Jeroen Bockaert** Bedrijfsrevisor Bedrijfsrevisor
*Handelend in naam van Damien Walgrave BV **Handelend in naam van Jeroen Bockaert BV
zijn met de wettelijke controle van de geconsolideerde jaarrekening en ons
We stellen de vennootschappelijke jaarrekening van KBC Groep NV hier voor in een verkorte versie. De volledige vennootschappelijke jaarrekening wordt op 30 april 2025 ter goedkeuring voorgelegd aan de Algemene Vergadering. De vennootschappelijke jaarrekening, het verslag van de Raad van Bestuur en het verslag van de commissaris worden neergelegd bij de Nationale Bank van België. U kunt die documenten gratis opvragen bij KBC Global Services NV, Investor Relations – IRO, Havenlaan 2, 1080 Brussel, België. Ze zijn ook beschikbaar op www.kbc.com. De commissaris heeft over de vennootschappelijke jaarrekening van KBC Groep NV een verklaring zonder voorbehoud afgegeven.
De vennootschappelijke jaarrekening werd opgesteld rekening houdend met de Belgische boekhoudnormen (B-GAAP) en is bijgevolg niet vergelijkbaar met de volgens IFRS opgestelde gegevens uit de andere hoofdstukken van dit verslag.
| (in miljoenen euro) | 31-12-2024 | 31-12-2023 |
|---|---|---|
| Vaste activa | 37 330 | 38 678 |
| Immateriële vaste activa | 0 | 0 |
| Materiële vaste activa | 0 | 0 |
| Financiële vaste activa | 37 330 | 38 678 |
| Verbonden ondernemingen | 37 329 | 38 677 |
| Deelnemingen | 16 363 | 16 368 |
| Vorderingen | 20 966 | 22 309 |
| Ondernemingen waarmee een deelnemingsverhouding bestaat | 1 | 1 |
| Deelnemingen | 1 | 1 |
| Andere financiële activa | 0 | 0 |
| Vlottende activa | 1 787 | 1 573 |
| Vorderingen op meer dan 1 jaar | 0 | 0 |
| Voorraden en bestellingen in uitvoering | 0 | 0 |
| Vorderingen op ten hoogste 1 jaar | 12 | 9 |
| Handelsvorderingen | 9 | 8 |
| Overige vorderingen | 3 | 1 |
| Geldbeleggingen | 1 300 | 1 017 |
| Eigen aandelen | 1 300 | 476 |
| Overige beleggingen | 0 | 542 |
| Liquide middelen | 106 | 220 |
| Overlopende rekeningen | 370 | 326 |
| Totaal activa | 39 117 | 40 251 |
| Eigen vermogen | 16 470 | 16 133 |
| Kapitaal | 1 462 | 1 461 |
| Geplaatst kapitaal | 1 462 | 1 461 |
| Uitgiftepremies | 5 529 | 5 516 |
| Reserves | 1 638 | 1 287 |
| Wettelijke reserves | 146 | 146 |
| Inkoop eigen aandelen | 1 300 | 476 |
| Overige onbeschikbare reserves | 1 | 1 |
| Belastingvrije reserves | 190 | 190 |
| Beschikbare reserves | 0 | 473 |
| Overgedragen winst (verlies (-)) | 7 841 | 7 869 |
| Voorzieningen en uitgestelde belastingen | 1 | 1 |
| Voorzieningen voor risico's en kosten | 1 | 0 |
| Schulden | 22 646 | 24 117 |
| Schulden op meer dan 1 jaar | 17 368 | 19 828 |
| Financiële schulden | 17 368 | 19 828 |
| Achtergestelde leningen | 4 347 | 4 431 |
| Niet-achtergestelde obligatieleningen | 13 021 | 15 397 |
| Schulden op ten hoogste 1 jaar | 4 952 | 4 012 |
| Schulden op meer dan 1 jaar die binnen het jaar vervallen | 3 623 | 1 500 |
| Financiële schulden | 40 | 1 202 |
| Handelsschulden | 1 | 1 |
| Schulden met betrekking tot belastingen, bezoldigingen en sociale lasten | 16 | 16 |
| Belastingen | 0 | 0 |
| Bezoldigingen en sociale lasten | 16 | 16 |
| Overige schulden | 1 271 | 1 293 |
| Overlopende rekeningen | 326 | 277 |
| Totaal passiva | 39 117 | 40 251 |
| (in miljoenen euro) | 31-12-2024 | 31-12-2023 |
|---|---|---|
| Bedrijfsopbrengsten | 107 | 101 |
| Omzet | 106 | 100 |
| Voorraad goederen in bewerking, gereed product en bestellingen in uitvoering: toename/afname (-) | 0 | 0 |
| Geproduceerde vaste activa | 0 | 0 |
| Andere bedrijfsopbrengsten | 1 | 1 |
| Niet-recurrente bedrijfsopbrengsten | 0 | 0 |
| Bedrijfskosten | 120 | 114 |
| Handelsgoederen, grond- en hulpstoffen | 0 | 0 |
| Diensten en diverse goederen | 34 | 30 |
| Bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen | 85 | 83 |
| Afschrijvingen en waardeverminderingen op oprichtingskosten, op immateriële en materiële vaste activa | 0 | 0 |
| Voorzieningen voor risico's en kosten: toevoegingen/bestedingen en terugnemingen | 0 | 1 |
| Andere bedrijfskosten | 1 | 0 |
| Niet-recurrente bedrijfskosten | 0 | 0 |
| Bedrijfswinst (Bedrijfsverlies (-)) | -13 | -13 |
| Financiële opbrengsten | 3 053 | 2 861 |
| Recurrente financiële opbrengsten | 3 053 | 2 861 |
| Opbrengsten uit financiële vaste activa | 2 243 | 2 291 |
| Opbrengsten uit vlottende activa | 31 | 26 |
| Andere financiële opbrengsten | 779 | 544 |
| Niet-recurrente financiële opbrengsten | 0 | 0 |
| Financiële kosten | 795 | 543 |
| Recurrente financiële kosten | 789 | 543 |
| Kosten van schulden | 756 | 519 |
| Waardeverminderingen op vlottende activa: toevoegingen en terugnemingen | 0 | 0 |
| Andere financiële kosten | 33 | 24 |
| Niet-recurrente financiële kosten | 6 | 0 |
| Winst (Verlies (-)) van het boekjaar vóór belasting | 2 245 | 2 305 |
| Onttrekking aan de uitgestelde belastingen | 0 | 0 |
| Overboeking naar de uitgestelde belastingen | 0 | 0 |
| Belastingen op het resultaat | 1 | 4 |
| Winst (Verlies (-)) van het boekjaar | 2 244 | 2 302 |
| Te bestemmen winst (verlies (-)) van het boekjaar | 2 244 | 2 302 |
| (in miljoenen euro) | 31-12-2024 | 31-12-2023 |
|---|---|---|
| Te bestemmen winst (verlies (-)) | 10 113 | 9 557 |
| Te bestemmen winst (verlies (-)) van het boekjaar | 2 244 | 2 302 |
| Overgedragen winst (verlies (-)) van het vorige boekjaar | 7 869 | 7 255 |
| Toevoeging aan het eigen vermogen | 351 | 0 |
| Aan de wettelijke reserve | 0 | 0 |
| Aan de overige reserves | 351 | 0 |
| Over te dragen winst (verlies (-)) | 7 841 | 7 869 |
| Uit te keren winst | 1 920 | 1 688 |
| Vergoeding van het kapitaal | 1 917 | 1 685 |
| Bestuurders of zaakvoerders | 0 | 0 |
| Werknemers/andere rechthebbenden | 3 | 3 |
Midden mei 2024 betaalden we het slotdividend over 2023 uit (3,15 euro per dividendgerechtigd aandeel), eind mei 2024 een uitzonderlijk interim-dividend m.b.t. 2023 (0,70 euro) en in november 2024 een interim-dividend als voorschot op het dividend m.b.t. 2024 (1,00 euro). We stellen aan de Algemene Vergadering van 30 april 2025 een brutoslotdividend van 3,15 euro voor m.b.t. 2024, wat het totale brutodividend op 4,85 euro per dividendgerechtigd aandeel brengt (waarvan al 1,00 euro en 0,70 euro betaald in 2024). De dividenduitkeringsratio (dividend m.b.t. 2024 en coupon op AT1, gedeeld door geconsolideerde nettowinst) bedraagt dan 51% voor 2024.
| (in miljoenen euro) | Deelnemingen in verbonden ondernemingen |
Vorderingen op verbonden ondernemingen |
Deelnemingen in ondernemingen waarmee er een deelnemingsverhouding bestaat |
|---|---|---|---|
| Boekwaarde 31-12-2023 | 16 368 | 22 309 | 1 |
| Aanschaffingen in 2024 | 1 | 3 868 | 0 |
| Vervreemdingen in 2024 | 0 | -5 211 | 0 |
| Andere wijzigingen in 2024 | -6 | 0 | 0 |
| Boekwaarde 31-12-2024 | 16 363 | 20 966 | 1 |
• De deelnemingen in verbonden ondernemingen zijn voornamelijk de participaties in KBC Bank NV en KBC Verzekeringen NV, en daarnaast in KBC Global Services NV en DISCAI.
| Kapitaalverhoging voor | ||||
|---|---|---|---|---|
| (in miljoenen euro) | 31-12-2023 | het personeel | Toevoeging | 31-12-2024 |
| Kapitaal | 1 461 | 1 | – | 1 462 |
| Uitgiftepremies | 5 516 | 13 | – | 5 529 |
| Reserves | 1 287 | – | 351 | 1 638 |
| Overgedragen resultaat | 7 869 | – | -28 | 7 841 |
| Eigen vermogen | 16 133 | 14 | 323 | 16 470 |
• Ontvangen kennisgevingen: we ontvingen in 2024 een aantal kennisgevingen in het kader van de Belgische Wet van 2 mei 2007 op de openbaarmaking van belangrijke deelnemingen. We publiceren de ontvangen kennisgevingen in extenso op www.kbc.com.
| Ontvangen kennisgevingen in 2024 (percentages zoals vermeld in de kennisgevingen) en andere aandeel houderschapsactualisaties |
Situatie op | Aandelen/stemrecht verlenende effecten |
Met aandelen/ stemrechtverlenende effecten gelijkgestelde financiële instrumenten |
Totaal |
|---|---|---|---|---|
| KBC Groep1 | 4 maart 2024 | 3,01% | – | 3,01% |
| KBC Groep1 | 30 juli 2024 | 5,02% | – | 5,02% |
| BlackRock Inc. | 1 oktober 2024 | 4,27% | 0,10% | 4,37% |
| Vaste aandeelhouders (aandeelhouderssyndicaat)2 |
1 december 2024 | 41,75% | – | 41,75% |
1 Kadert in het inkoopprogramma van eigen aandelen ter waarde van 1,3 miljard euro. Het stemrecht verbonden aan deze aandelen is geschorst.
2 Zie persbericht d.d. 24 december 2024 op www.kbc.com
• Inkoop en vervreemding eigen aandelen: zie Toelichting 5.10 in het deel Geconsolideerde jaarrekening.
• Gemiddelde fractiewaarde van het KBC-aandeel in 2024: 3,51 euro.
Naast wettelijk of door IFRS bepaalde ratio's en termen gebruiken we ook eigen ratio's en definities, zogenaamde alternatieve prestatiemaatstaven. We duiden die aan met APM in de titel.
| (bedragen in miljoenen euro, tenzij anders vermeld) | Verwijzing/referentie | Berekening | 2024 | 2023 |
|---|---|---|---|---|
| Common equity ratio | ||||
| Gedetailleerde beschrijving/berekening in Hoe beheren we ons kapitaal? | – | – | ||
| Dekkingsratio (APM) | ||||
| Deel van de impaired kredieten gedekt door stage 3-waardeverminderingen. De teller en noemer |
Hoe beheren we onze risico's?: tabel Krediet- en beleggingspor |
A: Stage 3-waardeverminderin gen op kredieten |
1 979 | 1 888 |
| kunnen ook worden beperkt tot impaired kredieten met | tefeuille | B: Impaired kredieten | 4 171 | 4 221 |
| meer dan 90 dagen achterstalligheid. | A/B | 47% | 45% | |
| Eigen vermogen van de aandeelhouders per aandeel (APM) | ||||
| Boekwaarde van een KBC-aandeel, m.a.w. de waarde in euro die elk aandeel vertegenwoordigt in het eigen ver |
Geconsolideerde balans en Toe lichting 5.10 |
A Eigen vermogen van de aandeelhouders |
22 447 | 22 010 |
| mogen van de aandeelhouders van KBC. | B: Aantal gewone aandelen min eigen aandelen (in miljoenen) |
397 | 409 | |
| A/B (in euro) | 56,6 | 53,9 | ||
| Gecombineerde ratio schadeverzekeringen (APM)1 | ||||
| Technische winstgevendheid van de schadeverzekerings activiteiten op korte termijn, meer bepaald in welke mate de verzekeringspremies voldoen om de schade-uitkerin gen en kosten te dekken. |
Toelichting 3.6 | A: Niet-leven premieallocatie benadering: schadelasten en kosten verbonden aan schade lasten na herverzekering |
1 362 | 1 204 |
| B: Andere kosten dan verbonden aan schadelasten en provisies |
729 | 676 | ||
| C:Niet-leven premieallocatie benadering: netto verdiende verwachte ontvangen premies |
2 331 | 2 160 | ||
| (A+B)/C | 90% | 87% | ||
| Kosten-inkomstenratio, zonder bank- en verzekeringsheffingen (APM)1 | ||||
| Relatieve kostenefficiëntie (kosten ten opzichte van op brengsten, exclusief de bank- en verzekeringsheffingen) |
Geconsolideerde winst-en verliesrekening |
A: Totale exploitatiekosten zonder bank- en verzekeringsheffingen |
4 474 | 4 438 |
| van de groep. | B: Betaalde verzekeringsprovisies | 383 | 340 | |
| C:Totale opbrengsten | 11 167 | 11 224 | ||
| (A+B)/C | 43% | 43% | ||
| Kosten-inkomstenratio, inclusief bank- en verzekeringsheffingen maar zonder uitzonderlijke of niet-operationele elementen (APM)1 |
||||
| Waar relevant berekenen we ook de kosten-inkomsten ratio inclusief de bank- en verzekeringsheffingen, maar |
Geconsolideerde winst-en verliesrekening |
A: Totale exploitatiekosten zonder bank- en verzekeringsheffingen |
4 474 | 4 438 |
| zonder uitzonderlijke of niet-operationele elementen. De bedoeling is een beter idee te geven van de relatieve kostenefficiëntie van de pure businessactiviteiten. |
Overzicht van uitzonderlijke/ niet-operationele elementen (per kwartaal): zie General Investor Presentations op www.kbc.com. |
B: Totale bank- en verzekerings heffingen |
623 | 687 |
| C:Betaalde verzekeringsprovisies | 383 | 340 | ||
| D: Uitzonderlijke en/of niet operationele kosten2 |
-92 | -124 | ||
| E: Totale opbrengsten | 11 167 | 11 224 | ||
| F: Uitzonderlijke en/of niet operationele opbrengsten2 |
232 | -429 | ||
| (A+B+C-D)/(E-F) | 47% | 49% | ||
| Kredietkostenratio (APM)1,3 | ||||
| Waardeverminderingen op kredieten voor een bepaalde periode in verhouding tot de totale kredietportefeuille |
Geconsolideerde winst-en verliesrekening en Hoe beheren |
A: Nettowijziging in waardever minderingen voor kredieten |
207 | -9 |
| (definitie: zie Kredietportefeuille). Op langere termijn kan deze ratio een indicatie geven van de kredietkwaliteit van de portefeuille. |
we onze risico's?: tabel Krediet- en beleggings |
B Gemiddelde uitstaande kre dietportefeuille |
206 928 | 200 270 |
| portefeuille | A/B | 0,10% | 0,00% |
| Kredietportefeuille (APM) | ||||
|---|---|---|---|---|
| Geeft een idee van de omvang van de (voornamelijk traditionele) kredietactiviteiten. |
Toelichtingen 4.1, 4.2, 6.1 en Hoe beheren we onze risico's?: |
A: Leningen en voorschotten aan klanten |
192 067 | 183 613 |
| tabel Krediet- en beleggings portefeuille |
B: Reverse repo's (niet op cen trale banken) |
424 | 763 | |
| C:Schuldinstrumenten van ondernemingen en van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen (bank) |
5 690 | 6 681 | ||
| D: Andere blootstelling aan kredietinstellingen |
3 207 | 3 301 | ||
| E: Verstrekte financiële garan ties aan klanten en andere commitments |
10 476 | 10 263 | ||
| F: Waardeverminderingen op kredieten |
2 455 | 2 483 | ||
| G:Verzekeringsentiteiten (-) | -1 847 | -1 927 | ||
| H: Niet-kredietgerelateerde vorderingen (-) |
-499 | -528 | ||
| I: Overige | -1 071 | -1 694 | ||
| A+B+C+D+E+F+H+G+H+I | 210 903 | 202 953 | ||
| Leverageratio | ||||
| Gedetailleerde beschrijving/berekening in Hoe beheren we ons kapitaal? | – | – | ||
| Liquiditeitsdekkingsratio (Liquidity coverage ratio, LCR) | ||||
| Liquiditeitspositie van de bank op korte termijn, meer bepaald in welke mate de groep in staat is liquiditeits |
EC Delegated Act on LCR en EBA-richtlijnen voor LCR |
A: Liquide activa van hoge kwaliteit |
100 631 | 101 555 |
| moeilijkheden te doorstaan gedurende een maand. Het betreft het gemiddelde van de LCR-cijfers van de twaalf maandafsluitingen. |
disclosure | B: Totale nettokasuitstroom voor volgende dertig kalen derdagen |
63 588 | 63 805 |
| A/B | 158% | 159% | ||
| Marktkapitalisatie | ||||
| Beurswaarde van de KBC-groep. | Toelichting 5.10 | A: Slotkoers KBC-aandeel (euro) |
74,5 | 58,7 |
| B: Aantal aandelen (in mil joenen) |
417,5 | 417,3 | ||
| AxB (in miljarden euro) | 31,1 | 24,5 | ||
| Minimum requirement for own funds and eligible liabilities (MREL) | ||||
| Gedetailleerde beschrijving/berekening in Hoe beheren we ons kapitaal? | – | – | ||
| Netto stabiele financieringsratio (Net stable funding ratio, NSFR) | ||||
| Structurele liquiditeitspositie van de bank op lange ter mijn, meer bepaald in welke mate de groep in staat is liquiditeitsmoeilijkheden te doorstaan over een periode |
Regulation (EU) 2019/876 d.d. 20-05-2019 |
A: Beschikbaar bedrag stabiele financiering |
221 939 | 208 412 |
| van één jaar. | B: Vereist bedrag stabiele financiering |
159 835 | 153 372 | |
| A/B | 139% | 136% | ||
| Nettorentemarge (APM)1 Nettorente-opbrengsten van de bankactiviteiten (een |
Geconsolideerde winst-en verliesrekening en Geconsoli |
A: Nettorente-inkomsten van de bankactiviteiten |
5 063 | 4 812 |
| van de belangrijkste inkomstenbronnen van de groep) ten opzichte van de gemiddelde totale rentedragende activa van de bankactiviteiten. De nettorente-inkom sten van de bankactiviteiten zijn exclusief de dealing |
deerde balans | B: Gemiddelde rentedragende activa van de bankactivit eiten |
238 600 | 231 869 |
| rooms en de nettorente-impact van ALM FX swaps en repo's. |
A/B x 360/aantal kalenderda gen |
2,09% | 2,05% | |
| Ratio van impaired kredieten (APM)1 | ||||
| Aandeel van impaired kredieten in de kredietporte | Hoe beheren we onze risico's?: | A: Impaired kredieten | 4 171 | 4 221 |
| feuille (definitie: zie Kredietportefeuille), dus reflec | tabel Krediet- en beleggings | B: Totale kredietportefeuille | 210 903 | 202 953 |
| tie van de kredietwaardigheid van die portefeuille. Impaired loans zijn leningen waarvoor het onwaar schijnlijk is dat de volledige contractuele hoofdsom en interesten worden (terug)betaald (KBC-defaultstatus PD 10, PD 11 en PD 12). De teller in de formule kan worden beperkt tot impaired loans die meer dan 90 dagen achterstallig zijn (PD 11 + PD 12). |
portefeuille | A/B | 2,0% | 2,1% |
| Rendement op eigen vermogen (APM) | ||||
| Relatieve rendabiliteit van de groep, meer bepaald de verhouding van het nettoresultaat tot de ingezette eigen middelen. |
Geconsolideerde winst-en verliesrekening en Geconsoli deerde vermogensmutaties |
A: Resultaat na belastin gen, toerekenbaar aan de aandeelhouders van de moedermaatschappij |
3 415 | 3 402 |
| B: Coupon op de AT1-instru menten (-) |
-84 | -64 | ||
| C:Gemiddeld eigen vermogen van de aandeelhouders |
22 228 | 21 164 | ||
| (A+B)/C | 15% | 16% |
| Totaal beheerd vermogen (assets under management, APM, in miljarden euro) | |||
|---|---|---|---|
| Bestaat uit direct beheerd geld van de klanten (assets – |
A: Divisie België | 245,3 | 217,9 |
| under distribution voor retail-, private banking- en | B: Divisie Tsjechië | 19,4 | 17,4 |
| institutionele klanten), groepsactiva (waaronder pen sioenfonds), activa van funds-of-funds en activa onder adviserend vermogensbeheer. Het bevat de activa |
C: Divisie Internationale Markten |
10,9 | 9,1 |
| beheerd door de verschillende vermogensbeheer | A+B+C (in miljarden euro) | 275,6 | 244,4 |
| bedrijven van de groep en de activa onder adviserend | Waarvan | ||
| vermogensbeheer bij KBC Bank. De omvang en de ontwikkeling van het totale beheerde vermogen zijn belangrijke elementen bij de nettoprovisie-inkomsten (genereren instap- en beheersvergoedingen). Bedra |
Direct beheerd geld van de klanten (assets under distribution) |
115,3 | 100,4 |
| gen in miljarden euro. | Beleggingsadvies | 62,4 | 55,2 |
| Funds-of-funds | 76,7 | 68,3 | |
| Groepsactiva, incl. pensioen fondsen |
21,2 | 20,6 | |
| Winst per aandeel, gewoon en verwaterd |
1 We berekenen deze ratio's ook voor elke divisie, volgens dezelfde methodiek.
2 De uitzonderlijke en/of niet-operationele kosten in 2024 omvatten integratie- en euro-adoptiekosten inzake Raiffeisenbank Bulgaria en uitzonderlijke bank- en verzekeringsheffingen in Hongarije (in 2023 omvatten ze de uitzonderlijke bankheffingen in Hongarije, integratie- en euroadoptiekosten inzake Raiffeisenbank Bulgaria en kosten gerelateerd aan de verkooptransacties in Ierland). De uitzonderlijke en/of niet-operationele opbrengsten in 2024 omvatten de m-t-m van ALM-derivaten en een eenmalig element in Hongarije (in 2023 omvatten ze de meerwaarde bij de afronding van de verkooptransacties in Ierland, een recuperatie van vroegere bankentaksen in België, diverse kleinere elementen en de m-t-m van ALM-derivaten).
3 We berekenen ook een ratio zonder de (wijzigingen in de) reserve voor geopolitieke en macro-economische onzekerheden. Die bedraagt 0,16% in 2024 en 0,07% in 2023.
Op de volgende pagina's vindt u de verplichte rapporteringstabellen i.v.m. de EU-taxonomie. Bijkomende vrijwillige rapporteringstabellen vindt u in ons Duurzaamheidsverslag.
Gebruikte afkortingen:
KBC als kredietinstelling – overzicht door kredietinstellingen op grond van artikel 8 van de taxonomieverordening te rapporteren KPI's
| Totaal ecologisch | KPI (gebaseerd | KPI (gebaseerd | Bestreken % | % van activa | % van activa | ||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| duurzame data | op omzet-KPI) | op capex-KPI) | activa) (over totale |
uitgesloten van | uitgesloten van | ||
| 31-12-2024 | de teller van de GAR | de noemer van de GAR | |||||
| (in miljoenen euro of %) | (Artikel 7(2) en (3) en | (Artikel 7 (1) en Sectie 1.2.4 van | |||||
| Sectie 1.1.2 van annex V)**** | Annex V) | ||||||
| Belangrijkste KPI | Stand groene-activaratio (GAR) | 1 028 | 0.5% | 0.4% | 61.8% | 35.3% | 38.2% |
| Aanvullende KPI's | GAR (stroom)* | 390 | 0.9% | 0.6% | 75.0% | 49.9% | 25.0% |
| Handelsportefeuille** | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | |
| Financiële garantie | 159 | 1.4% | 2.2% | N/A | N/A | N/A | |
| Activa onder beheer*** | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | |
| en commissiebaten** Provisie- |
N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | |
| *De EU Taxonomie stroomcijfers voor onze | Belgische portefeuille | werden geschat op basis van een pro rata berekening, uitgaande van de KPI stand-tabellen. Deze benadering leidt tot een overschatting van de cijfers in de orde van 10% - | 20% voor bepaalde activaklassen. |
*De EU Taxonomie stroomcijfers voor onze Belgische portefeuille werden geschat op basis van een pro rata berekening, uitgaande van de KPI stand-tabellen. Deze benadering leidt tot een overschatting van de cijfers in de orde van 10% -** Aanvullende KPI's met betrekking tot de Handelsportefeuille en Provisie- en commissiebaten zullen van toepassing zijn vanaf 2026.
*** Activa onder beheer worden vanaf 2025 gerapporteerd in de specifieke templates voorzien voor vermogensbeheerders.
**** Activa uitgesloten van taxonomie worden niet opgenomen in de teller (aangepaste interpretatie ten opzichte van het jaarverslag van 2023)
| DEEL 1 |
|---|
| - |
| activa voor berekening GAR (gebaseerd op omzet) |
| – |
| KBC als kredietinstelling |
| a | b | c | d | e | f | g | h | i | j | k | l | m | n | o | p | q | r | ||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Totale | Klimaatmitigatie (KM) | Klimaatadaptie | (KA) | Water en mariene hulpbronnen (WTR) | Circulaire economie (CE) | ||||||||||||||
| bruto boek |
Waarvan naar taxonomierelevante sectoren | (voor taxonomie in aanmerking komend) |
taxonomie in aanmerking komend) Waarvan naar taxonomierelevante sectoren |
(voor | Waarvan naar taxonomie- | taxonomie in aanmerking komend) relevante sectoren |
(voor | Waarvan naar taxonomie- | relevante sectoren (voor taxonomie in aanmerking komend) |
||||||||||
| waarde | Waarvan ecologisch duurzaam | (op taxonomie | Waarvan ecologisch duurzaam | (op | Waarvan ecologisch duurzaam | (op | Waarvan ecologisch duurzaam | (op | |||||||||||
| 31-12-2024 | afgestemd) | taxonomie afgestemd) | taxonomie afgestemd) | taxonomie afgestemd) | |||||||||||||||
| Waarvan gebruik van |
Waarvan transitie |
Waarvan faciliterend |
Waarvan gebruik van |
Waarvan faciliterend |
Waarvan gebruik van |
Waarvan faciliterend |
Waarvan gebruik van |
Waarvan faciliterend |
|||||||||||
| opbreng | ondersteu | opbreng | opbreng | opbreng | |||||||||||||||
| (in miljoenen euro) | sten | nend | sten | sten | sten | ||||||||||||||
| in aanmerking genomen activa in teller en noemer GAR - |
|||||||||||||||||||
| Voor berekening GAR in aanmerking komende | |||||||||||||||||||
| 1 | leningen en voorschotten, schuldbewijzen en voor niet eigenvermogensinstrumenten, |
89 797 | 85 721 | 1 008 | 41 | 548 | 200 | 34 | 21 | 0 | 17 | 0 | N/A | N/A | N/A | 2 | N/A | N/A | N/A |
| handelsdoeleinden aangehouden | |||||||||||||||||||
| 2 | Financiële ondernemingen | 1 078 | 451 | 36 | 0 | 10 | 1 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A |
| 3 | Kredietinstellingen | 1 065 | 442 | 36 | 0 | 10 | 1 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A |
| 4 5 |
Leningen en voorschotten Schuldbewijzen, incl. UoP |
167 897 |
87 354 |
7 29 |
0 0 |
0 10 |
0 1 |
0 0 |
0 0 |
0 0 |
0 0 |
0 0 |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
0 0 |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
| 6 | Eigenvermogensinstrumenten | 0 | 0 | 0 | N/A | 0 | 0 | 0 | 0 | N/A | 0 | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A |
| 7 | Andere financiële ondernemingen | 13 | 9 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A |
| 8 | waarvan beleggingsondernemingen | 13 | 9 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A |
| 9 | Leningen en voorschotten | 13 | 9 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A |
| 10 | Schuldbewijzen, incl. UoP | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A |
| 12 11 |
Eigenvermogensinstrumenten | 0 0 |
0 0 |
0 0 |
N/A 0 |
0 0 |
0 0 |
0 0 |
0 0 |
N/A 0 |
0 0 |
0 0 |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
0 0 |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
| 13 | waarvan beheersmaatschappijen Leningen en voorschotten |
0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A |
| 14 | Schuldbewijzen, incl. UoP | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A |
| 15 | Eigenvermogensinstrumenten | 0 | 0 | 0 | N/A | 0 | 0 | 0 | 0 | N/A | 0 | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A |
| 16 | waarvan verzekeringsondernemingen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A |
| 17 | Leningen en voorschotten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A |
| 18 | Schuldbewijzen, incl. UoP | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A |
| 19 | Eigenvermogensinstrumenten | 0 | 0 | 0 | N/A | 0 | 0 | 0 | 0 | N/A | 0 | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A |
| 20 | Niet-financiële ondernemingen | 5 558 | 2 109 | 972 | 41 | 538 | 199 | 34 | 21 | 0 | 17 | 0 | N/A | N/A | N/A | 2 | N/A | N/A | N/A |
| 21 | Leningen en voorschotten | 5 021 | 1 900 | 947 | 41 | 537 | 187 | 21 | 10 | 0 | 9 | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A |
| 22 23 |
Eigenvermogensinstrumenten Schuldbewijzen, incl. UoP |
502 35 |
205 5 |
25 0 |
N/A 0 |
0 1 |
12 0 |
13 0 |
11 0 |
N/A 0 |
8 0 |
0 0 |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
2 0 |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
| 24 | Huishoudens | 82 285 | 82 285 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | N/A | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A |
| 25 | waarvan door niet-zakelijk onroerend goed | 77 994 | 77 994 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | N/A | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A |
| zekergestelde leningen | |||||||||||||||||||
| 26 | waarvan leningen voor renovatie gebouwen | 4 473 | 4 473 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | N/A | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A |
| 28 27 |
waarvan leningen motorvoertuigen Financiering lokale overheden |
888 876 |
888 876 |
0 0 |
0 0 |
0 0 |
0 0 |
N/A 0 |
N/A 0 |
N/A 0 |
N/A 0 |
N/A 0 |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A 0 |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
| 29 | Financiering huisvesting | 862 | 862 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A |
| 30 | Overige financiering lokale overheden | 14 | 14 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A |
| 31 | Door bezitsverkrijging verkregen zekerheden: | 20 | 20 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A |
| niet-zakelijk en zakelijk onroerend goed | |||||||||||||||||||
| 32 | Bij berekening GAR van teller uitgesloten activa (in noemer bestreken) |
119 251 | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 33 | Financiële en niet-financiële ondernemingen | 95 987 | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 34 | Niet aan CSRD-rapportageverplichtingen onderworpen kmo's en NFC's (niet zijnde kmo's) |
88 896 | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 35 | Leningen en voorschotten | 86 768 | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 36 | Waarvan door zakelijk onroerend goed zekergestelde leningen |
23 084 | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| Waarvan leningen voor renovatie | |||||||||||||||||||
| 37 | gebouwen | 1 870 | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 38 | Schuldbewijzen | 1 931 | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 39 | Eigenvermogensinstrumenten | 197 | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 40 | Niet aan CSRD-rapportageverplichtingen onderwerpen tegenpartijen uit niet EU landen |
7 091 | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 41 | Leningen en voorschotten | 4 935 | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 42 | Schuldbewijzen | 2 125 | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 43 | Eigenvermogensinstrumenten | 31 | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
p. 324
44 45 46 47 48 49 50
51 52 53
Totale activa Blootstellingen buiten balanstelling –
CSRD ondernemingen
54 55 56 57
Activa onder beheer*
waarvan schuldbewijzen
waarvan eigenvermogensinstrumenten
* Activa onder beheer worden vanaf 2025 gerapporteerd in de specifieke
Financiële garanties
1 135 N/A N/A N/A N/A
N/A templates voorzien voor vermogensbeheerders
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
313
159
0
2
33
0
0
0
0
2
N/A
N/A
N/A
0
N/A
N/A
N/A
aan rapportageverplichtingen onderworpen
Handelsportefeuille
Andere bij berekening GAR niet in aanmerking genomen activa
Centrale overheden en supranationale emittenten
Blootstelling centrale banken
Totaal GAR-activa
Opeisbare interbancaire leningen
Contanten en cash-gerelateerde activa
Andere activa (goodwill, grondstoffen enz.)
Derivaten
-1 666 504 1 419 23 008 209 068 129 017 51 324 67 170 10 523 338 085
85 741
1 008
41
548
200
34
21
0
17
0
N/A
N/A
N/A
2
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
85 741
1 008
41
548
200
34
21
0
17
0
N/A
N/A
N/A
2
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/А
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
| N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A 2 2 0 N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A 0 N/A N/A N/A N/A 0 N/A N/A N/A 2 N/A N/A N/A N/A N/A 17 N/A N/A N/A 17 0 N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A 0 N/A N/A N/A N/A 0 0 N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A 21 N/A N/A N/A N/A 21 0 N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A 34 N/A N/A N/A N/A 34 0 N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A 200 200 33 N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A 548 548 2 N/A N/A N/A N/А 41 N/A N/A N/A N/A 41 0 N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A 1 008 N/A N/A N/A N/A 1 008 159 N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A 313 N/A N/A N/A 85 741 85 741 -1 666 504 1 419 51 324 338 085 N/A N/A N/A 23 008 209 068 129 017 67 170 10 523 1 135 rapportageverplichtingen onderworpen Andere bij berekening GAR niet in aanmerking aan Andere activa (goodwill, grondstoffen enz.) Centrale overheden en supranationale waarvan eigenvermogensinstrumenten Contanten en cash-gerelateerde activa Blootstellingen buiten balanstelling – Opeisbare interbancaire leningen Blootstelling centrale banken waarvan schuldbewijzen Handelsportefeuille Activa onder beheer* Financiële garanties Totaal GAR-activa ondernemingen genomen activa emittenten Totale activa Derivaten CSRD 44 45 46 48 49 50 53 54 55 56 47 52 57 51 |
||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| N/A | ||||||||||
| N/A | ||||||||||
| N/A | ||||||||||
| N/A | ||||||||||
| N/A | ||||||||||
| N/A | ||||||||||
| N/A | ||||||||||
| N/A | ||||||||||
| N/A | ||||||||||
| N/A | ||||||||||
| N/A | ||||||||||
| N/A | ||||||||||
| N/A | ||||||||||
| N/A |
* Activa onder beheer worden vanaf 2025 gerapporteerd in de specifieke templates voorzien voor vermogensbeheerders
| s | t | u | v | w | x | z | aa | ab | ac | ad | ae | af | ||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Verontreiniging (PBV) | Biodiversiteit en ecosystemen (BIO) | TOTAAL (KM+KA+WTR+CE+PBV+BIO) | ||||||||||||
| Waarvan naar taxonomie- | relevante sectoren (voor | Waarvan naar taxonomie- | relevante sectoren (voor | Waarvan naar taxonomierelevante sectoren | (voor taxonomie in | |||||||||
| taxonomie in aanmerking komend) | taxonomie in aanmerking komend) | aanmerking komend) | ||||||||||||
| 31-12-2024 | Waarvan ecologisch duurzaam | (op taxonomie afgestemd) |
taxonomie afgestemd) Waarvan ecologisch duurzaam |
(op | Waarvan ecologisch duurzaam (op taxonomie | afgestemd) | ||||||||
| Waarvan | Waarvan | Waarvan | Waarvan | Waarvan | Waarvan | Waarvan | ||||||||
| gebruik van | faciliterend | gebruik van | facilitere | gebruik van | transitie | faciliterend | ||||||||
| (in miljoenen euro) | opbreng sten |
opbreng sten |
nd | opbreng sten |
ondersteu nend |
|||||||||
| in aanmerking genomen activa in teller en noemer GAR - |
||||||||||||||
| Voor berekening GAR in aanmerking komende | ||||||||||||||
| 1 | leningen en voorschotten, schuldbewijzen en | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 85 758 | 1 028 | 41 | 548 | 217 |
| voor niet handelsdoeleinden aangehouden eigenvermogensinstrumenten, |
||||||||||||||
| 2 | Financiële ondernemingen | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 451 | 36 | 0 | 10 | 1 |
| 3 | Kredietinstellingen | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 442 | 36 | 0 | 10 | 1 |
| 4 | Leningen en voorschotten | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 87 | 7 | 0 | 0 | 0 |
| 5 6 |
Eigenvermogensinstrumenten Schuldbewijzen, incl. UoP |
0 0 |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
0 0 |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
354 0 |
29 0 |
0 N/A |
10 0 |
1 0 |
| 7 | Andere financiële ondernemingen | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 9 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| 8 | waarvan beleggingsondernemingen | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 9 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| 9 | Leningen en voorschotten | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 9 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| 10 | Schuldbewijzen, incl. UoP | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| 11 | Eigenvermogensinstrumenten | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | 0 | N/A | 0 | 0 |
| 12 | waarvan beheersmaatschappijen | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| 14 13 |
Leningen en voorschotten | 0 0 |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
0 0 |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
0 0 |
0 0 |
0 0 |
0 0 |
0 0 |
| 15 | Eigenvermogensinstrumenten Schuldbewijzen, incl. UoP |
0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | 0 | N/A | 0 | 0 |
| 16 | waarvan verzekeringsondernemingen | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| 17 | Leningen en voorschotten | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| 18 | Schuldbewijzen, incl. UoP | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| 19 | Eigenvermogensinstrumenten | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | 0 | N/A | 0 | 0 |
| 20 | Niet-financiële ondernemingen | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 2 146 | 993 | 41 | 538 | 216 |
| 21 | Leningen en voorschotten | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 921 1 |
956 | 41 | 537 | 196 |
| 22 | Schuldbewijzen, incl. UoP | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 220 | 36 | 0 | 1 | 20 |
| 24 23 |
Eigenvermogensinstrumenten Huishoudens |
N/A 0 |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
0 N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
5 82 285 |
0 0 |
N/A 0 |
0 0 |
0 0 |
| waarvan door niet-zakelijk onroerend goed | ||||||||||||||
| 25 | zekergestelde leningen | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | 77 994 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| 26 | waarvan leningen voor renovatie gebouwen | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | 4 473 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| 27 | waarvan leningen motorvoertuigen | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | 888 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| 28 29 |
Financiering lokale overheden | 0 0 |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
0 0 |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
876 862 |
0 0 |
0 0 |
0 0 |
0 0 |
| 30 | Overige financiering lokale overheden Financiering huisvesting |
0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 14 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Door bezitsverkrijging verkregen zekerheden: | ||||||||||||||
| 31 | niet-zakelijk en zakelijk onroerend goed | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 20 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| 32 | Bij berekening GAR van teller uitgesloten activa (in noemer bestreken) |
N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 33 | Financiële en niet-financiële ondernemingen | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| Niet aan CSRD-rapportageverplichtingen | ||||||||||||||
| 34 | onderworpen kmo's en NFC's (niet zijnde kmo's) |
N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 35 | Leningen en voorschotten | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 36 | Waarvan door zakelijk onroerend goed | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| Waarvan leningen voor renovatie zekergestelde leningen |
||||||||||||||
| 37 | gebouwen | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 38 | Schuldbewijzen | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 39 | Eigenvermogensinstrumenten | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 40 | Niet aan CSRD-rapportageverplichtingen onderwerpen tegenpartijen uit niet EU landen |
N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 41 | Leningen en voorschotten | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 42 | Schuldbewijzen | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 43 | Eigenvermogensinstrumenten | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
p. 326
44 45 46 47 48 49 50
51 52 53
Totale activa Blootstellingen buiten balanstelling –
CSRD ondernemingen
54 55 56 57
Activa onder beheer*
waarvan schuldbewijzen
waarvan eigenvermogensinstrumenten
* Activa onder beheer worden vanaf 2025 gerapporteerd in de specifieke
Financiële garanties
1 N/A N/A N/A N/A
N/A templates voorzien voor vermogensbeheerders
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
0
N/A
N/A
N/A
317
159
0
2
33
aan rapportageverplichtingen onderworpen
Handelsportefeuille
Andere bij berekening GAR niet in aanmerking genomen activa
Centrale overheden en supranationale emittenten
Blootstelling centrale banken
Totaal GAR-activa
Opeisbare interbancaire leningen
Contanten en cash-gerelateerde activa
Andere activa (goodwill, grondstoffen enz.)
Derivaten
N/A N/A N/A N/A 0 N/A N/A N/A N/A 0
N/A
N/A
N/A
0
N/A
N/A
N/A
85 778
1 028
41
548
217
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
0
N/A
N/A
N/A
85 778
1 028
41
548
217
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
| 44 | Derivaten | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| 45 | Opeisbare interbancaire leningen | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 46 | Contanten en cash-gerelateerde activa | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 47 | Andere activa (goodwill, grondstoffen enz.) | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 48 | Totaal GAR-activa | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 85 778 | 1 028 | 41 | 548 | 217 |
| 49 | Andere bij berekening GAR niet in aanmerking genomen activa |
N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 50 | Centrale overheden en supranationale emittenten |
N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 51 | Blootstelling centrale banken | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 52 | Handelsportefeuille | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 53 | Totale activa | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 85 778 | 1 028 | 41 | 548 | 217 |
| rapportageverplichtingen onderworpen aan Blootstellingen buiten balanstelling – ondernemingen CSRD |
||||||||||||||
| 54 | Financiële garanties | 1 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 317 | 159 | 0 | 2 | 33 |
| 55 | Activa onder beheer* | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 56 | waarvan schuldbewijzen | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 57 | waarvan eigenvermogensinstrumenten | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
* Activa onder beheer worden vanaf 2025 gerapporteerd in de specifieke templates voorzien voor vermogensbeheerders
| DEEL 3 |
|---|
| activa voor berekening GAR (gebaseerd op omzet) - |
| KBC als kredietinstelling – |
| N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | 49 | Eigenvermogensinstrumenten 43 |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
4 539 2 458 |
Leningen en voorschotten Schuldbewijzen 42 41 |
| N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | 7 047 | onderwerpen tegenpartijen uit niet EU landen 40 |
| Niet aan CSRD-rapportageverplichtingen | ||||||||||||||||||
| N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
2 626 176 |
Eigenvermogensinstrumenten Schuldbewijzen 38 39 |
| N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | 1 925 | gebouwen 37 |
| N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | 22 559 | Waarvan leningen voor renovatie zekergestelde leningen 36 |
| N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | 84 073 | Waarvan door zakelijk onroerend goed Leningen en voorschotten 35 |
| N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | 86 875 | onderworpen kmo's en NFC's (niet zijnde kmo's) 34 |
| N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | 93 921 | Financiële en niet-financiële ondernemingen Niet aan CSRD-rapportageverplichtingen 33 |
| N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | 114 697 | Bij berekening GAR van teller uitgesloten activa (in noemer bestreken) 32 |
| N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 33 | 33 | niet-zakelijk en zakelijk onroerend goed 31 |
| N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 19 | 250 | Door bezitsverkrijging verkregen zekerheden: Overige financiering lokale overheden 30 |
| N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 1 004 | 1 004 | Financiering huisvesting 29 |
| N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 1 023 | 1 254 | Financiering lokale overheden 28 |
| N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
0 N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
0 N/A |
0 N/A |
N/A 0 |
0 N/A |
0 0 |
0 0 |
0 0 |
0 0 |
4 627 609 |
4 627 609 |
waarvan leningen voor renovatie gebouwen waarvan leningen motorvoertuigen 26 27 |
| N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | N/A | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 1 | 1 | 75 607 | 75 607 | waarvan door niet-zakelijk onroerend goed zekergestelde leningen 25 |
| N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | N/A | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 1 | 1 | 79 825 | 79 825 | Huishoudens 24 |
| N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
0 0 |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
0 0 |
10 0 |
0 N/A |
10 0 |
11 0 |
3 0 |
0 1 |
N/A 0 |
3 0 |
86 0 |
357 30 |
Eigenvermogensinstrumenten Schuldbewijzen, incl. UoP 22 23 |
| N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 165 | 45 | 0 | 391 | 785 | 3 977 | Leningen en voorschotten 21 |
| N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
0 0 |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
0 0 |
0 10 |
N/A 0 |
0 10 |
0 11 |
0 168 |
0 45 |
N/A 0 |
0 395 |
0 871 |
0 4 364 |
Eigenvermogensinstrumenten Niet-financiële ondernemingen 20 |
| N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | Schuldbewijzen, incl. UoP 18 19 |
| N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | Leningen en voorschotten 17 |
| N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
0 0 |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
0 0 |
0 0 |
N/A 0 |
0 0 |
0 0 |
0 0 |
0 0 |
N/A 0 |
0 0 |
0 0 |
0 0 |
waarvan verzekeringsondernemingen Eigenvermogensinstrumenten 15 16 |
| N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | Schuldbewijzen, incl. UoP 14 |
| N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
0 0 |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
0 0 |
0 0 |
0 0 |
0 0 |
0 0 |
0 0 |
0 0 |
0 0 |
0 0 |
0 0 |
0 0 |
waarvan beheersmaatschappijen Leningen en voorschotten 12 13 |
| N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | 0 | N/A | 0 | 0 | 0 | 0 | N/A | 0 | 0 | 0 | Eigenvermogensinstrumenten 11 |
| N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | Leningen en voorschotten Schuldbewijzen, incl. UoP 10 |
| N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
0 0 |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
0 0 |
0 0 |
0 0 |
0 0 |
0 0 |
0 0 |
0 0 |
0 0 |
0 0 |
6 6 |
12 12 |
waarvan beleggingsondernemingen 8 9 |
| N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 6 | 12 | Andere financiële ondernemingen 7 |
| N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
0 0 |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
0 0 |
0 0 |
0 N/A |
0 0 |
0 0 |
0 0 |
0 0 |
N/A 0 |
0 0 |
79 0 |
391 0 |
Eigenvermogensinstrumenten Schuldbewijzen, incl. UoP 5 6 |
| N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 57 | 199 | Leningen en voorschotten 4 |
| N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 135 | 590 | Kredietinstellingen 3 |
| N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 141 | 602 | Financiële ondernemingen 2 |
| N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | 10 | 0 | 10 | 11 | 168 | 45 | 1 | 396 | 81 860 | 86 045 | Voor berekening GAR in aanmerking komende leningen en voorschotten, schuldbewijzen en voor handelsdoeleinden aangehouden* niet eigenvermogensinstrumenten, 1 |
| in aanmerking genomen activa in teller en noemer GAR - |
||||||||||||||||||
| Waarvan faciliterend |
Waarvan gebruik van opbreng sten |
Waarvan faciliterend |
Waarvan gebruik van opbreng sten |
Waarvan faciliterend |
Waarvan gebruik van opbreng sten |
Waarvan faciliterend |
Waarvan transitie ondersteu nend |
Waarvan gebruik van opbreng sten |
(in miljoenen euro) | |||||||||
| (op taxonomie in aanmerking komend) taxonomie afgestemd) |
Waarvan ecologisch duurzaam | (op taxonomie afgestemd) |
taxonomie in aanmerking komend) Waarvan ecologisch duurzaam |
(op taxonomie afgestemd) |
taxonomie in aanmerking komend) Waarvan ecologisch duurzaam |
(op taxonomie aanmerking komend) afgestemd) |
Waarvan ecologisch duurzaam | boek waarde |
31-12-2023 | |||||||||
| relevante sectoren (voor Circulaire economie (CE) |
Waarvan naar taxonomie- | (voor | Water en mariene hulpbronnen (WTR) relevante sectoren |
Waarvan naar taxonomie- | (voor (KA) Klimaatadaptie |
Waarvan naar taxonomierelevante sectoren | (voor taxonomie in Klimaatmitigatie (KM) |
Waarvan naar taxonomierelevante sectoren | Totale bruto |
|||||||||
| r | q | p | o | n | m | l | k | j | i | h | g | f | e | d | c | b | a |
p. 328
44 45 46 47 48 49 50
51 52 53
Totale activa Blootstellingen buiten balanstelling –
CSRD ondernemingen
54 55 56 57
Activa onder beheer
waarvan schuldbewijzen
waarvan eigenvermogensinstrumenten
* Lijn 31 zit niet meer in deze sommatie.
Financiële garanties
601 30 431 20 685 9 746
884
369
0
8
277
18
17
0
2
0
N/A
N/A
N/A
636
290
0
2
99
31
22
0
0
0
N/A
N/A
N/A
0 0
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
1 520
660
0
10
376
48
39
0
2
0
N/A
N/A
N/A
110
40
0
2
10
0
0
0
0
0
N/A
N/A
N/A
0 0
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
aan rapportageverplichtingen onderworpen
Handelsportefeuille
Andere bij berekening GAR niet in aanmerking genomen activa
Centrale overheden en supranationale emittenten
Blootstelling centrale banken
Totaal GAR-activa
Opeisbare interbancaire leningen
Contanten en cash-gerelateerde activa
Andere activa (goodwill, grondstoffen enz.)
Derivaten
-2 115 717 1 418 20 756 200 776 114 042 47 916 57 783 8 343 314 818
81 893
396
1
45
168
11
10
0
10
0
N/A
N/A
N/A
0
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
81 893
396
1
45
168
11
10
0
10
0
N/A
N/A
N/A
0
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
| 44 | Derivaten | -2 115 | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| 45 | Opeisbare interbancaire leningen | 717 | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 46 | Contanten en cash-gerelateerde activa | 1 418 | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 47 | Andere activa (goodwill, grondstoffen enz.) | 20 756 | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 48 | Totaal GAR-activa | 200 776 | 81 893 | 396 | 1 | 45 | 168 | 11 | 10 | 0 | 10 | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A |
| 49 | Andere bij berekening GAR niet in aanmerking genomen activa |
114 042 | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 50 | Centrale overheden en supranationale emittenten |
47 916 | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 51 | Blootstelling centrale banken | 57 783 | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 52 | Handelsportefeuille | 8 343 | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 53 | Totale activa | 314 818 | 81 893 | 396 | 1 | 45 | 168 | 11 | 10 | 0 | 10 | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A |
| aan Blootstellingen buiten balanstelling – |
|||||||||||||||||||
| rapportageverplichtingen onderworpen CSRD |
|||||||||||||||||||
| ondernemingen | |||||||||||||||||||
| 54 | Financiële garanties | 601 | 110 | 40 | 0 | 2 | 10 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A |
| 55 | Activa onder beheer | 30 431 | 1 520 | 660 | 0 | 10 | 376 | 48 | 39 | 0 | 2 | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A |
| 56 | waarvan schuldbewijzen | 20 685 | 636 | 290 | 0 | 2 | 99 | 31 | 22 | 0 | 0 | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A |
| 57 | waarvan eigenvermogensinstrumenten | 9 746 | 884 | 369 | 0 | 8 | 277 | 18 | 17 | 0 | 2 | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A |
* Lijn 31 zit niet meer in deze sommatie.
| s | t | u | v | w | x | z | aa | ab | ac | ad | ae | af | ||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Verontreiniging (PBV) | Biodiversiteit en ecosystemen (BIO) | TOTAAL (KM+KA+WTR+CE+PBV+BIO) | ||||||||||||
| Waarvan naar taxonomie- | relevante sectoren (voor | Waarvan naar taxonomie- | relevante sectoren (voor | Waarvan naar taxonomierelevante sectoren | (voor taxonomie in | |||||||||
| taxonomie in aanmerking komend) | taxonomie in aanmerking komend) | aanmerking komend) | ||||||||||||
| 31-12-2023 | Waarvan ecologisch duurzaam | (op taxonomie afgestemd) |
taxonomie afgestemd) Waarvan ecologisch duurzaam |
(op | Waarvan ecologisch duurzaam (op taxonomie | afgestemd) | ||||||||
| Waarvan | Waarvan | Waarvan | Waarvan | Waarvan | Waarvan | Waarvan | ||||||||
| gebruik van | faciliterend | gebruik van | facilitere | gebruik van | transitie | faciliterend | ||||||||
| (in miljoenen euro) | sten opbreng |
opbreng sten |
nd | opbreng sten |
ondersteu nend |
|||||||||
| in aanmerking genomen activa in teller en noemer GAR - |
||||||||||||||
| Voor berekening GAR in aanmerking komende | ||||||||||||||
| 1 | leningen en voorschotten, schuldbewijzen en | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 81 871 | 406 | 1 | 45 | 178 |
| voor handelsdoeleinden aangehouden* niet eigenvermogensinstrumenten, |
||||||||||||||
| 2 | Financiële ondernemingen | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 141 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| 3 | Kredietinstellingen | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 135 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| 4 | Leningen en voorschotten | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 57 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| 5 | Schuldbewijzen, incl. UoP | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 79 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| 6 | Eigenvermogensinstrumenten | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | 0 | N/A | 0 | 0 |
| 8 7 |
waarvan beleggingsondernemingen Andere financiële ondernemingen |
0 0 |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
0 0 |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
6 6 |
0 0 |
0 0 |
0 0 |
0 0 |
| 9 | Leningen en voorschotten | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 6 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| 10 | Schuldbewijzen, incl. UoP | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| 11 | Eigenvermogensinstrumenten | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | 0 | N/A | 0 | 0 |
| 12 | waarvan beheersmaatschappijen | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| 13 | Leningen en voorschotten | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| 14 | Schuldbewijzen, incl. UoP | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| 15 | Eigenvermogensinstrumenten | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | 0 | N/A | 0 | 0 |
| 16 17 |
waarvan verzekeringsondernemingen Leningen en voorschotten |
0 0 |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
0 0 |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
0 0 |
0 0 |
0 0 |
0 0 |
0 0 |
| 18 | Schuldbewijzen, incl. UoP | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| 19 | Eigenvermogensinstrumenten | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | 0 | N/A | 0 | 0 |
| 20 | Niet-financiële ondernemingen | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 882 | 405 | 0 | 45 | 178 |
| 21 | Leningen en voorschotten | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 785 | 391 | 0 | 45 | 165 |
| 22 | Schuldbewijzen, incl. UoP | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 97 | 13 | 0 | 1 | 13 |
| 23 | Eigenvermogensinstrumenten | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | 0 | N/A | 0 | 0 |
| 24 | Huishoudens | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | 79 825 | 1 | 1 | 0 | 0 |
| 25 | waarvan door niet-zakelijk onroerend goed zekergestelde leningen |
N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | 75 607 | 1 | 1 | 0 | 0 |
| 26 | waarvan leningen voor renovatie gebouwen | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | 4 627 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| 27 | waarvan leningen motorvoertuigen | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | 609 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| 28 | Financiering lokale overheden | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 1 023 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| 29 | Financiering huisvesting | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 1 004 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| 30 | Overige financiering lokale overheden | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 19 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| 31 | Door bezitsverkrijging verkregen zekerheden: niet-zakelijk en zakelijk onroerend goed |
0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 33 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| 32 | Bij berekening GAR van teller uitgesloten activa (in noemer bestreken) |
N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 33 | Financiële en niet-financiële ondernemingen | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| Niet aan CSRD-rapportageverplichtingen | ||||||||||||||
| 34 | onderworpen kmo's en NFC's (niet zijnde kmo's) |
N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 35 | Leningen en voorschotten | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| Waarvan door zakelijk onroerend goed | ||||||||||||||
| 36 | zekergestelde leningen | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 37 | Waarvan leningen voor renovatie gebouwen |
N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 38 | Schuldbewijzen | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 39 | Eigenvermogensinstrumenten | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 40 | Niet aan CSRD-rapportageverplichtingen onderwerpen tegenpartijen uit niet EU |
N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| landen | ||||||||||||||
| 42 41 |
Leningen en voorschotten Schuldbewijzen |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
| 43 | Eigenvermogensinstrumenten | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
p. 330
44 45 46 47 48 49 50
51 52 53
Totale activa Blootstellingen buiten balanstelling –
CSRD ondernemingen
54 55 56 57
Activa onder beheer*
waarvan schuldbewijzen
waarvan eigenvermogensinstrumenten
* Lijn 31 zit niet meer in deze sommatie
Financiële garanties
0 0 0 0
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
0 0
N/A
N/A
N/A
902
386
0
8
278
N/A
N/A
N/A
667
313
0
2
100
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
0 0
N/A
N/A
N/A
1 569
698
0
10
378
N/A
N/A
N/A
110
40
0
2
10
aan rapportageverplichtingen onderworpen
Handelsportefeuille
Andere bij berekening GAR niet in aanmerking genomen activa
Centrale overheden en supranationale emittenten
Blootstelling centrale banken
Totaal GAR-activa
Opeisbare interbancaire leningen
Contanten en cash-gerelateerde activa
Andere activa (goodwill, grondstoffen enz.)
Derivaten
N/A N/A N/A N/A 0 N/A N/A N/A N/A 0
N/A
N/A
N/A
0
N/A
N/A
N/A
81 904
406
1
45
178
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
0
N/A
N/A
N/A
81 904
406
1
45
178
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
| N/A N/A N/A 178 N/A N/A N/A N/A 178 10 378 100 278 N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A 45 45 2 10 2 8 N/A N/A N/A N/A 1 N/A N/A N/A 1 0 0 0 0 N/A N/A N/A 406 N/A N/A N/A N/A 406 40 698 313 386 N/A N/A N/A 81 904 N/A N/A N/A N/A 81 904 110 1 569 667 902 N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A 0 N/A N/A N/A 0 0 0 0 0 N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A 0 N/A N/A N/A N/A 0 0 0 0 0 rapportageverplichtingen onderworpen Andere bij berekening GAR niet in aanmerking aan Andere activa (goodwill, grondstoffen enz.) Centrale overheden en supranationale waarvan eigenvermogensinstrumenten Contanten en cash-gerelateerde activa Blootstellingen buiten balanstelling – Opeisbare interbancaire leningen Blootstelling centrale banken waarvan schuldbewijzen Handelsportefeuille Activa onder beheer* Financiële garanties Totaal GAR-activa ondernemingen genomen activa emittenten Totale activa CSRD 45 46 48 49 50 53 54 47 52 55 56 57 51 |
44 | Derivaten | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
* Lijn 31 zit niet meer in deze sommatie
KBC als kredietinstelling – activa voor berekening GAR (gebaseerd op capex) - DEEL 1
| a | b | c | d | e | f | g | h | i | j | k | l | m | n | o | p | q | r | ||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Totale | Klimaatmitigatie (KM) | Klimaatadaptie | (KA) | Water en mariene hulpbronnen (WTR) | Circulaire economie (CE) | ||||||||||||||
| bruto boek |
Waarvan naar taxonomierelevante sectoren | (voor taxonomie in aanmerking komend) |
taxonomie in aanmerking komend) Waarvan naar taxonomierelevante sectoren |
(voor | Waarvan naar taxonomie- | taxonomie in aanmerking komend) relevante sectoren |
(voor | Waarvan naar taxonomie- | relevante sectoren (voor taxonomie in aanmerking komend) |
||||||||||
| 31-12-2024 | waarde | Waarvan ecologisch duurzaam | (op taxonomie afgestemd) |
taxonomie afgestemd) Waarvan ecologisch duurzaam |
(op | taxonomie afgestemd) Waarvan ecologisch duurzaam |
(op | taxonomie afgestemd) Waarvan ecologisch duurzaam |
(op | ||||||||||
| Waarvan | Waarvan | Waarvan | Waarvan | Waarvan | Waarvan | Waarvan | Waarvan | Waarvan | |||||||||||
| gebruik van opbreng |
transitie ondersteu |
faciliterend | gebruik van opbreng |
faciliterend | gebruik van opbreng |
faciliterend | gebruik van opbreng |
faciliterend | |||||||||||
| (in miljoenen euro) | sten | nend | sten | sten | sten | ||||||||||||||
| in aanmerking genomen activa in teller en noemer GAR - |
|||||||||||||||||||
| 1 | Voor berekening GAR in aanmerking komende leningen en voorschotten, schuldbewijzen en |
89 797 | 85 902 | 859 | 41 | 238 | 310 | 65 | 31 | 0 | 20 | 0 | N/A | N/A | N/A | 2 | N/A | N/A | N/A |
| voor niet handelsdoeleinden aangehouden eigenvermogensinstrumenten, |
|||||||||||||||||||
| 2 | Financiële ondernemingen | 1 078 | 469 | 36 | 0 | 10 | 2 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A |
| 4 3 |
Kredietinstellingen | 1 065 167 |
460 88 |
36 6 |
0 0 |
10 0 |
2 0 |
0 0 |
0 0 |
0 0 |
0 0 |
0 0 |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
0 0 |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
| 5 | Leningen en voorschotten Schuldbewijzen, incl. UoP |
897 | 371 | 30 | 0 | 10 | 1 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A |
| 6 | Eigenvermogensinstrumenten | 0 | 0 | 0 | N/A | 0 | 0 | 0 | 0 | N/A | 0 | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A |
| 8 7 |
waarvan beleggingsondernemingen Andere financiële ondernemingen |
13 13 |
9 9 |
0 0 |
0 0 |
0 0 |
0 0 |
0 0 |
0 0 |
0 0 |
0 0 |
0 0 |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
0 0 |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
| 9 | Leningen en voorschotten | 13 | 9 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A |
| 10 | Schuldbewijzen, incl. UoP | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A |
| 11 | Eigenvermogensinstrumenten | 0 | 0 | 0 | N/A | 0 | 0 | 0 | 0 | N/A | 0 | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A |
| 12 | waarvan beheersmaatschappijen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A |
| 14 13 |
Leningen en voorschotten Schuldbewijzen, incl. UoP |
0 0 |
0 0 |
0 0 |
0 0 |
0 0 |
0 0 |
0 0 |
0 0 |
0 0 |
0 0 |
0 0 |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
0 0 |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
| 15 | Eigenvermogensinstrumenten | 0 | 0 | 0 | N/A | 0 | 0 | 0 | 0 | N/A | 0 | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A |
| 16 | waarvan verzekeringsondernemingen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A |
| 17 | Leningen en voorschotten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A |
| 18 | Schuldbewijzen, incl. UoP | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A |
| 20 19 |
Eigenvermogensinstrumenten | 0 5 558 |
0 2 273 |
823 0 |
N/A 41 |
0 228 |
0 309 |
0 65 |
0 31 |
N/A 0 |
0 20 |
0 0 |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
0 2 |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
| 21 | Niet-financiële ondernemingen Leningen en voorschotten |
5 021 | 2 046 | 773 | 41 | 226 | 290 | 45 | 19 | 0 | 10 | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A |
| 22 | Schuldbewijzen, incl. UoP | 502 | 226 | 50 | 0 | 2 | 19 | 20 | 12 | 0 | 9 | 0 | N/A | N/A | N/A | 2 | N/A | N/A | N/A |
| 23 | Eigenvermogensinstrumenten | 35 | 0 | 0 | N/A | 0 | 0 | 0 | 0 | N/A | 0 | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A |
| 24 | Huishoudens | 82 285 | 82 285 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | N/A | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A |
| 25 | waarvan door niet-zakelijk onroerend goed zekergestelde leningen |
77 994 | 77 994 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | N/A | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A |
| 26 | waarvan leningen voor renovatie gebouwen | 4 473 | 4 473 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | N/A | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A |
| 27 | waarvan leningen motorvoertuigen | 888 | 888 | 0 | 0 | 0 | 0 | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 28 | Financiering lokale overheden | 876 | 876 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A |
| 29 | Financiering huisvesting | 862 | 862 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A |
| 30 | Door bezitsverkrijging verkregen zekerheden: Overige financiering lokale overheden |
14 | 14 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A |
| 31 | niet-zakelijk en zakelijk onroerend goed | 20 | 20 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A |
| 32 | Bij berekening GAR van teller uitgesloten activa (in noemer bestreken) |
119 251 | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 33 | Financiële en niet-financiële ondernemingen | 95 987 | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 34 | Niet aan CSRD-rapportageverplichtingen onderworpen kmo's en NFC's (niet zijnde kmo's) |
88 896 | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 35 | Leningen en voorschotten | 86 768 | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 36 | Waarvan door zakelijk onroerend goed zekergestelde leningen |
23 084 | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 37 | Waarvan leningen voor renovatie | 1 870 | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| gebouwen | |||||||||||||||||||
| 38 39 |
Eigenvermogensinstrumenten Schuldbewijzen |
1 931 197 |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
| Niet aan CSRD-rapportageverplichtingen | |||||||||||||||||||
| 40 | onderwerpen tegenpartijen uit niet EU landen |
7 091 | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 41 | Leningen en voorschotten | 4 935 | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 42 | Schuldbewijzen | 2 125 | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
p. 332
43 44 45 46 47 48 49 50
51 52 53
Totale activa Blootstellingen buiten balanstelling –
CSRD ondernemingen
54 55 56 57
Activa onder beheer*
waarvan schuldbewijzen
waarvan eigenvermogensinstrumenten
* Activa onder beheer worden vanaf 2025 gerapporteerd in de specifieke
Financiële garanties
1 135 N/A N/A N/A N/A
N/A templates voorzien voor vermogensbeheerders
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
475
251
0
9
42
0
0
0
0
2
N/A
N/A
N/A
0
N/A
N/A
N/A
aan rapportageverplichtingen onderworpen
Handelsportefeuille
Andere bij berekening GAR niet in aanmerking genomen activa
Centrale overheden en supranationale emittenten
Blootstelling centrale banken
Totaal GAR-activa
Opeisbare interbancaire leningen
Contanten en cash-gerelateerde activa
Andere activa (goodwill, grondstoffen enz.)
Derivaten
Eigenvermogensinstrumenten
31 -1 666 504 1 419 23 008 209 068 129 017 51 324 67 170 10 523 338 085
85 922
859
41
238
310
65
31
0
20
0
N/A
N/A
N/A
2
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
85 922
859
41
238
310
65
31
0
20
0
N/A
N/A
N/A
2
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
p. 333
| 43 | Eigenvermogensinstrumenten | 31 | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| 44 | Derivaten | -1 666 | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 45 | Opeisbare interbancaire leningen | 504 | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 46 | Contanten en cash-gerelateerde activa | 1 419 | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 47 | Andere activa (goodwill, grondstoffen enz.) | 23 008 | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 48 | Totaal GAR-activa | 209 068 | 85 922 | 859 | 41 | 238 | 310 | 65 | 31 | 0 | 20 | 0 | N/A | N/A | N/A | 2 | N/A | N/A | N/A |
| 49 | Andere bij berekening GAR niet in aanmerking genomen activa |
129 017 | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 50 | Centrale overheden en supranationale emittenten |
51 324 | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 51 | Blootstelling centrale banken | 67 170 | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 52 | Handelsportefeuille | 10 523 | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 53 | Totale activa | 338 085 | 85 922 | 859 | 41 | 238 | 310 | 65 | 31 | 0 | 20 | 0 | N/A | N/A | N/A | 2 | N/A | N/A | N/A |
| rapportageverplichtingen onderworpen aan Blootstellingen buiten balanstelling – CSRD |
|||||||||||||||||||
| ondernemingen | |||||||||||||||||||
| 54 | Financiële garanties | 1 135 | 475 | 251 | 0 | 9 | 42 | 0 | 0 | 0 | 0 | 2 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A |
| 55 | Activa onder beheer* | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 56 | waarvan schuldbewijzen | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 57 | waarvan eigenvermogensinstrumenten | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| * Activa onder beheer worden vanaf 2025 gerapporteerd in de specifieke | templates voorzien voor vermogensbeheerders |
| s | t | u | v | w | x | z | aa | ab | ac | ad | ae | af | ||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Verontreiniging (PBV) | Biodiversiteit en ecosystemen (BIO) | TOTAAL (KM+KA+WTR+CE+PBV+BIO) | ||||||||||||
| Waarvan naar taxonomie- | relevante sectoren (voor | Waarvan naar taxonomie- | relevante sectoren (voor | Waarvan naar taxonomierelevante sectoren | (voor taxonomie in | |||||||||
| taxonomie in aanmerking komend) | taxonomie in aanmerking komend) | aanmerking komend) | ||||||||||||
| 31-12-2024 | Waarvan ecologisch duurzaam | (op | Waarvan ecologisch duurzaam | (op | Waarvan ecologisch duurzaam (op taxonomie | |||||||||
| taxonomie afgestemd) | taxonomie afgestemd) | afgestemd) | ||||||||||||
| Waarvan gebruik van |
Waarvan faciliterend |
Waarvan gebruik van |
Waarvan facilitere |
Waarvan gebruik van |
Waarvan transitie |
Waarvan faciliterend |
||||||||
| opbreng | opbreng | nd | opbreng | ondersteu | ||||||||||
| (in miljoenen euro) GAR - |
sten | sten | sten | nend | ||||||||||
| in aanmerking genomen activa in teller en noemer |
||||||||||||||
| Voor berekening GAR in aanmerking komende | ||||||||||||||
| 1 | leningen en voorschotten, schuldbewijzen en voor niet eigenvermogensinstrumenten, |
0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 85 970 | 890 | 41 | 238 | 330 |
| handelsdoeleinden aangehouden | ||||||||||||||
| 2 | Financiële ondernemingen | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 469 | 36 | 0 | 10 | 2 |
| 3 | Kredietinstellingen | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 460 | 37 | 0 | 10 | 2 |
| 4 | Leningen en voorschotten | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 88 | 6 | 0 | 0 | 0 |
| 5 6 |
Eigenvermogensinstrumenten Schuldbewijzen, incl. UoP |
0 0 |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
0 0 |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
371 0 |
0 30 |
0 N/A |
10 0 |
0 1 |
| 7 | Andere financiële ondernemingen | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 9 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| 8 | waarvan beleggingsondernemingen | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 9 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| 9 | Leningen en voorschotten | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 9 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| 10 | Schuldbewijzen, incl. UoP | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| 11 | Eigenvermogensinstrumenten | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | 0 | N/A | 0 | 0 |
| 12 | waarvan beheersmaatschappijen | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| 13 | Leningen en voorschotten | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| 14 | Schuldbewijzen, incl. UoP | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| 15 | Eigenvermogensinstrumenten | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | 0 | N/A | 0 | 0 |
| 16 | waarvan verzekeringsondernemingen | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| 17 | Leningen en voorschotten | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| 18 19 |
Schuldbewijzen, incl. UoP | 0 0 |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
0 0 |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
0 0 |
0 0 |
0 N/A |
0 0 |
0 0 |
| 20 | Eigenvermogensinstrumenten Niet-financiële ondernemingen |
0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 2 340 | 854 | 41 | 228 | 329 |
| 21 | Leningen en voorschotten | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 2 092 | 792 | 41 | 226 | 301 |
| 22 | Schuldbewijzen, incl. UoP | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 248 | 62 | 0 | 2 | 28 |
| 23 | Eigenvermogensinstrumenten | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | 0 | N/A | 0 | 0 |
| 24 | Huishoudens | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | 82 285 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| 25 | waarvan door niet-zakelijk onroerend goed | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | 77 994 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| zekergestelde leningen | ||||||||||||||
| 26 27 |
waarvan leningen voor renovatie gebouwen waarvan leningen motorvoertuigen |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
4 473 888 |
0 0 |
0 0 |
0 0 |
0 0 |
| 28 | Financiering lokale overheden | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 876 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| 29 | Financiering huisvesting | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 862 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| 30 | Overige financiering lokale overheden | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 14 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| 31 | Door bezitsverkrijging verkregen zekerheden: niet-zakelijk en zakelijk onroerend goed |
0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 20 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Bij berekening GAR van teller uitgesloten | ||||||||||||||
| 32 | activa (in noemer bestreken) | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 33 | Financiële en niet-financiële ondernemingen | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 34 | Niet aan CSRD-rapportageverplichtingen onderworpen kmo's en NFC's (niet zijnde |
N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| kmo's) | ||||||||||||||
| 35 | Leningen en voorschotten | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 36 | Waarvan door zakelijk onroerend goed zekergestelde leningen |
N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 37 | Waarvan leningen voor renovatie | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 38 | gebouwen | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 39 | Eigenvermogensinstrumenten Schuldbewijzen |
N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 40 | Niet aan CSRD-rapportageverplichtingen | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| onderwerpen tegenpartijen uit niet EU landen |
||||||||||||||
| 41 | Leningen en voorschotten | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 42 | Schuldbewijzen | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 43 | Eigenvermogensinstrumenten | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
p. 334
44 45 46 47 48 49 50
51 52 53
Totale activa Blootstellingen buiten balanstelling –
CSRD ondernemingen
54 55 56 57
Activa onder beheer*
waarvan schuldbewijzen
waarvan eigenvermogensinstrumenten
* Activa onder beheer worden vanaf 2025 gerapporteerd in de specifieke
Financiële garanties
1 N/A N/A N/A N/A
N/A templates voorzien voor vermogensbeheerders
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
0
N/A
N/A
N/A
478
251
0
9
42
aan rapportageverplichtingen onderworpen
Handelsportefeuille
Andere bij berekening GAR niet in aanmerking genomen activa
Centrale overheden en supranationale emittenten
Blootstelling centrale banken
Totaal GAR-activa
Opeisbare interbancaire leningen
Contanten en cash-gerelateerde activa
Andere activa (goodwill, grondstoffen enz.)
Derivaten
N/A N/A N/A N/A 0 N/A N/A N/A N/A 0
N/A
N/A
N/A
0
N/A
N/A
N/A
85 990
890
41
238
330
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
0
N/A
N/A
N/A
85 990
890
41
238
330
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
| 44 | Derivaten | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| 45 | Opeisbare interbancaire leningen | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 46 | Contanten en cash-gerelateerde activa | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 47 | Andere activa (goodwill, grondstoffen enz.) | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 48 | Totaal GAR-activa | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 85 990 | 890 | 41 | 238 | 330 |
| 49 | Andere bij berekening GAR niet in aanmerking genomen activa |
N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 50 | Centrale overheden en supranationale emittenten |
N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 51 | Blootstelling centrale banken | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 52 | Handelsportefeuille | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 53 | Totale activa | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 85 990 | 890 | 41 | 238 | 330 |
| rapportageverplichtingen onderworpen aan Blootstellingen buiten balanstelling – CSRD |
||||||||||||||
| ondernemingen | ||||||||||||||
| 54 | Financiële garanties | 1 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 478 | 251 | 0 | 9 | 42 |
| 55 | Activa onder beheer* | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 56 | waarvan schuldbewijzen | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 57 | waarvan eigenvermogensinstrumenten | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
* Activa onder beheer worden vanaf 2025 gerapporteerd in de specifieke templates voorzien voor vermogensbeheerders
| DEEL 3 |
|---|
| activa voor berekening GAR (gebaseerd op capex) - |
| KBC als kredietinstelling – |
| a | b | c | d | e | f | g | h | i | j | k | l | m | n | o | p | q | r | ||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Totale | Klimaatmitigatie (KM) | Klimaatadaptie | (KA) | Water en mariene hulpbronnen (WTR) | Circulaire economie (CE) | ||||||||||||||
| bruto boek |
Waarvan naar taxonomierelevante sectoren | (voor taxonomie in | Waarvan naar taxonomierelevante sectoren | (voor | Waarvan naar taxonomie- | relevante sectoren | (voor | Waarvan naar taxonomie- | relevante sectoren (voor | ||||||||||
| waarde | Waarvan ecologisch duurzaam | (op taxonomie aanmerking komend) |
taxonomie in aanmerking komend) Waarvan ecologisch duurzaam |
(op | taxonomie in aanmerking komend) Waarvan ecologisch duurzaam |
(op | taxonomie in aanmerking komend) Waarvan ecologisch duurzaam |
(op | |||||||||||
| 31-12-2023 | afgestemd) | taxonomie afgestemd) | taxonomie afgestemd) | taxonomie afgestemd) | |||||||||||||||
| Waarvan | Waarvan | Waarvan | Waarvan | Waarvan | Waarvan | Waarvan | Waarvan | Waarvan | |||||||||||
| gebruik van opbreng |
transitie ondersteu |
faciliterend | gebruik van opbreng |
faciliterend | gebruik van opbreng |
faciliterend | gebruik van opbreng |
faciliterend | |||||||||||
| (in miljoenen euro) | sten | nend | sten | sten | sten | ||||||||||||||
| in aanmerking genomen activa in teller en noemer GAR - |
|||||||||||||||||||
| Voor berekening GAR in aanmerking komende leningen en voorschotten, schuldbewijzen en |
|||||||||||||||||||
| 1 | voor handelsdoeleinden aangehouden* niet eigenvermogensinstrumenten, |
86 045 | 81 990 | 536 | 1 | 112 | 137 | 17 | 10 | 0 | 5 | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A |
| 2 | Financiële ondernemingen | 602 | 68 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A |
| 3 | Kredietinstellingen | 590 | 62 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A |
| 4 | Leningen en voorschotten | 199 | 20 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A |
| 5 | Schuldbewijzen, incl. UoP | 391 | 42 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A |
| 6 7 |
Andere financiële ondernemingen Eigenvermogensinstrumenten |
0 12 |
0 6 |
0 0 |
N/A 0 |
0 0 |
0 0 |
0 0 |
0 0 |
N/A 0 |
0 0 |
0 0 |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
0 0 |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
| 8 | waarvan beleggingsondernemingen | 12 | 6 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A |
| 9 | Leningen en voorschotten | 12 | 6 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A |
| 10 11 |
Eigenvermogensinstrumenten Schuldbewijzen, incl. UoP |
0 0 |
0 0 |
0 0 |
N/A 0 |
0 0 |
0 0 |
0 0 |
0 0 |
N/A 0 |
0 0 |
0 0 |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
0 0 |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
| 12 | waarvan beheersmaatschappijen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A |
| 13 | Leningen en voorschotten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A |
| 14 | Schuldbewijzen, incl. UoP | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A |
| 15 | Eigenvermogensinstrumenten | 0 | 0 | 0 | N/A | 0 | 0 | 0 | 0 | N/A | 0 | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A |
| 16 17 |
waarvan verzekeringsondernemingen | 0 0 |
0 0 |
0 0 |
0 0 |
0 0 |
0 0 |
0 0 |
0 0 |
0 0 |
0 0 |
0 0 |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
0 0 |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
| 18 | Leningen en voorschotten Schuldbewijzen, incl. UoP |
0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A |
| 19 | Eigenvermogensinstrumenten | 0 | 0 | 0 | N/A | 0 | 0 | 0 | 0 | N/A | 0 | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A |
| 20 | Niet-financiële ondernemingen | 4 364 | 1 073 | 535 | 0 | 112 | 137 | 17 | 10 | 0 | 5 | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A |
| 21 | Leningen en voorschotten | 3 977 | 1 060 | 526 | 0 | 111 | 133 | 4 | 4 | 0 | 0 | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A |
| 22 | Schuldbewijzen, incl. UoP | 357 | 13 | 9 | 0 | 1 | 4 | 13 | 5 | 0 | 5 | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A |
| 23 24 |
Eigenvermogensinstrumenten Huishoudens |
30 79 825 |
0 79 825 |
0 1 |
N/A 1 |
0 0 |
0 0 |
0 0 |
0 0 |
N/A 0 |
0 0 |
0 N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
0 0 |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
| 25 | waarvan door niet-zakelijk onroerend goed | 75 607 | 75 607 | 1 | 1 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | N/A | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A |
| zekergestelde leningen | |||||||||||||||||||
| 26 27 |
waarvan leningen voor renovatie gebouwen waarvan leningen motorvoertuigen |
4 627 609 |
4 627 609 |
0 0 |
0 0 |
0 0 |
0 0 |
0 N/A |
N/A 0 |
N/A 0 |
0 N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
0 N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
| 28 | Financiering lokale overheden | 1 254 | 1 023 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A |
| 29 | Financiering huisvesting | 1 004 | 1 004 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A |
| 30 | Overige financiering lokale overheden | 250 | 19 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A |
| 31 | Door bezitsverkrijging verkregen zekerheden: niet-zakelijk en zakelijk onroerend goed |
33 | 33 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A |
| 32 | Bij berekening GAR van teller uitgesloten activa (in noemer bestreken) |
114 697 | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 33 | Financiële en niet-financiële ondernemingen | 93 921 | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 34 | Niet aan CSRD-rapportageverplichtingen onderworpen kmo's en NFC's (niet zijnde kmo's) |
86 875 | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 35 | Leningen en voorschotten | 84 073 | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 36 | Waarvan door zakelijk onroerend goed zekergestelde leningen |
22 559 | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| Waarvan leningen voor renovatie | |||||||||||||||||||
| 37 | gebouwen | 1 925 | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 38 | Schuldbewijzen | 2 626 | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 39 | Eigenvermogensinstrumenten | 176 | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 40 | Niet aan CSRD-rapportageverplichtingen onderwerpen tegenpartijen uit niet EU landen |
7 047 | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 41 | Leningen en voorschotten | 4 539 | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 42 | Schuldbewijzen | 2 458 | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 43 | Eigenvermogensinstrumenten | 49 | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
p. 336
44 45 46 47 48 49 50
51 52 53
Totale activa Blootstellingen buiten balanstelling –
CSRD ondernemingen
54 55 56 57
Activa onder beheer
waarvan schuldbewijzen
waarvan eigenvermogensinstrumenten
* Lijn 31 zit niet meer in deze sommatie
Financiële garanties
601 30 431 20 685 9 746
1 602
615
0
36
338
45
31
0
1
0
N/A
N/A
N/A
837
366
0
12
119
44
13
0
0
0
N/A
N/A
N/A
0 0
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
2 440
981
0
48
457
88
44
0
1
0
N/A
N/A
N/A
190
119
0
2
24
0
0
0
0
0
N/A
N/A
N/A
0 0
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
aan rapportageverplichtingen onderworpen
Handelsportefeuille
Andere bij berekening GAR niet in aanmerking genomen activa
Centrale overheden en supranationale emittenten
Blootstelling centrale banken
Totaal GAR-activa
Opeisbare interbancaire leningen
Contanten en cash-gerelateerde activa
Andere activa (goodwill, grondstoffen enz.)
Derivaten
-2 115 717 1 418 20 756 200 776 114 042 47 916 57 783 8 343 314 818
82 023
536
1
112
137
17
10
0
5
0
N/A
N/A
N/A
0
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
82 023
536
1
112
137
17
10
0
5
0
N/A
N/A
N/A
0
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
p. 337
| 44 | Derivaten | -2 115 | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| 45 | Opeisbare interbancaire leningen | 717 | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 46 | Contanten en cash-gerelateerde activa | 1 418 | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 47 | Andere activa (goodwill, grondstoffen enz.) | 20 756 | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 48 | Totaal GAR-activa | 200 776 | 82 023 | 536 | 1 | 112 | 137 | 17 | 10 | 0 | 5 | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A |
| 49 | Andere bij berekening GAR niet in aanmerking genomen activa |
114 042 | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 50 | Centrale overheden en supranationale emittenten |
47 916 | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 51 | Blootstelling centrale banken | 57 783 | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 52 | Handelsportefeuille | 8 343 | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 53 | Totale activa | 314 818 | 82 023 | 536 | 1 | 112 | 137 | 17 | 10 | 0 | 5 | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A |
| aan Blootstellingen buiten balanstelling – CSRD |
|||||||||||||||||||
| rapportageverplichtingen onderworpen ondernemingen |
|||||||||||||||||||
| 54 | Financiële garanties | 601 | 190 | 119 | 0 | 2 | 24 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A |
| 55 | Activa onder beheer | 30 431 | 2 440 | 981 | 0 | 48 | 457 | 88 | 44 | 0 | 1 | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A |
| 56 | waarvan schuldbewijzen | 20 685 | 837 | 366 | 0 | 12 | 119 | 44 | 13 | 0 | 0 | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A |
| 57 | waarvan eigenvermogensinstrumenten | 9 746 | 1 602 | 615 | 0 | 36 | 338 | 45 | 31 | 0 | 1 | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A |
* Lijn 31 zit niet meer in deze sommatie
| Waarvan ecologisch duurzaam (op taxonomie TOTAAL (KM+KA+WTR+CE+PBV+BIO) Waarvan transitie ondersteu nend 112 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 112 111 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A Waarvan naar taxonomierelevante sectoren Waarvan gebruik van sten 1 0 0 0 0 N/A 0 0 0 0 N/A 0 0 0 N/A 0 0 0 N/A 0 0 0 N/A 1 1 0 0 0 0 0 0 N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A opbreng 0 546 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 545 14 0 0 0 0 0 0 N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A 530 1 1 82 007 68 6 6 6 1 064 25 79 825 609 1 023 1 004 19 33 N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A 62 20 42 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 090 0 75 607 4 627 relevante sectoren (voor (op Waarvan N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A Biodiversiteit en ecosystemen (BIO) taxonomie in aanmerking komend) taxonomie afgestemd) facilitere nd N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A Waarvan ecologisch duurzaam Waarvan gebruik van N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A opbreng sten Waarvan naar taxonomie- N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 N/A N/A N/A N/A 0 0 0 0 N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A relevante sectoren (voor (op Waarvan N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A Verontreiniging (PBV) taxonomie in aanmerking komend) taxonomie afgestemd) faciliterend Waarvan ecologisch duurzaam Waarvan gebruik van N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A opbreng sten Waarvan naar taxonomie- N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 N/A N/A N/A 0 0 0 0 N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A Waarvan door zakelijk onroerend goed in aanmerking genomen activa in teller waarvan door niet-zakelijk onroerend goed waarvan leningen voor renovatie gebouwen Door bezitsverkrijging verkregen zekerheden: Voor berekening GAR in aanmerking komende leningen en voorschotten, schuldbewijzen en Financiële en niet-financiële ondernemingen Niet aan CSRD-rapportageverplichtingen Niet aan CSRD-rapportageverplichtingen waarvan verzekeringsondernemingen onderworpen kmo's en NFC's (niet zijnde Bij berekening GAR van teller uitgesloten Waarvan leningen voor renovatie onderwerpen tegenpartijen uit niet EU Overige financiering lokale overheden niet-zakelijk en zakelijk onroerend goed waarvan beleggingsondernemingen voor waarvan beheersmaatschappijen waarvan leningen motorvoertuigen Eigenvermogensinstrumenten Eigenvermogensinstrumenten Eigenvermogensinstrumenten Andere financiële ondernemingen handelsdoeleinden aangehouden* niet Eigenvermogensinstrumenten Eigenvermogensinstrumenten Eigenvermogensinstrumenten Leningen en voorschotten Leningen en voorschotten Leningen en voorschotten Eigenvermogensinstrumenten Niet-financiële ondernemingen Schuldbewijzen, incl. UoP Schuldbewijzen, incl. UoP Schuldbewijzen, incl. UoP zekergestelde leningen Leningen en voorschotten Leningen en voorschotten Leningen en voorschotten Financiering lokale overheden eigenvermogensinstrumenten, Schuldbewijzen, incl. UoP activa (in noemer bestreken) Leningen en voorschotten Schuldbewijzen, incl. UoP Financiering huisvesting Financiële ondernemingen zekergestelde leningen Schuldbewijzen Schuldbewijzen Kredietinstellingen gebouwen (in miljoenen euro) Huishoudens en noemer 31-12-2023 landen kmo's) GAR - 20 24 30 34 40 22 23 25 26 28 29 32 33 35 36 38 39 42 43 10 14 27 37 12 13 15 16 18 19 41 17 21 31 4 11 2 3 5 6 7 8 9 1 |
s | t | u | v | w | x | z | aa | ab | ac | ad | ae | af | |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| (voor taxonomie in | ||||||||||||||
| aanmerking komend) | ||||||||||||||
| afgestemd) | ||||||||||||||
| Waarvan | ||||||||||||||
| faciliterend | ||||||||||||||
| 143 | ||||||||||||||
| 0 | ||||||||||||||
| 0 0 |
||||||||||||||
| 0 | ||||||||||||||
| 0 | ||||||||||||||
| 0 | ||||||||||||||
| 0 | ||||||||||||||
| 0 | ||||||||||||||
| 0 | ||||||||||||||
| 0 | ||||||||||||||
| 0 | ||||||||||||||
| 0 | ||||||||||||||
| 0 | ||||||||||||||
| 0 | ||||||||||||||
| 0 | ||||||||||||||
| 0 | ||||||||||||||
| 0 | ||||||||||||||
| 0 | ||||||||||||||
| 143 | ||||||||||||||
| 133 10 |
||||||||||||||
| 0 | ||||||||||||||
| 0 | ||||||||||||||
| 0 | ||||||||||||||
| 0 | ||||||||||||||
| 0 | ||||||||||||||
| 0 | ||||||||||||||
| 0 | ||||||||||||||
| 0 | ||||||||||||||
| 0 | ||||||||||||||
| N/A | ||||||||||||||
| N/A | ||||||||||||||
| N/A | ||||||||||||||
| N/A | ||||||||||||||
| N/A | ||||||||||||||
| N/A | ||||||||||||||
| N/A N/A |
||||||||||||||
| N/A | ||||||||||||||
| N/A | ||||||||||||||
| N/A | ||||||||||||||
| N/A |
p. 338
44 45 46 47 48 49 50
51 52 53
Totale activa Blootstellingen buiten balanstelling –
CSRD ondernemingen
54 55 56 57
Activa onder beheer
waarvan schuldbewijzen
waarvan eigenvermogensinstrumenten
* Lijn 31 zit niet meer in deze sommatie
Financiële garanties
0 0 0 0
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
0 0
N/A
N/A
N/A
1 647
646
0
36
339
N/A
N/A
N/A
881
379
0
12
119
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
0 0
N/A
N/A
N/A
2 528
1 025
N/A
N/A
N/A
190
119
0 0
48
458
2
24
aan rapportageverplichtingen onderworpen
Handelsportefeuille
Andere bij berekening GAR niet in aanmerking genomen activa
Centrale overheden en supranationale emittenten
Blootstelling centrale banken
Totaal GAR-activa
Opeisbare interbancaire leningen
Contanten en cash-gerelateerde activa
Andere activa (goodwill, grondstoffen enz.)
Derivaten
N/A N/A N/A N/A 0 N/A N/A N/A N/A 0
N/A
N/A
N/A
0
N/A
N/A
N/A
82 040
546
1
112
143
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
0
N/A
N/A
N/A
82 040
546
1
112
143
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
| N/A N/A N/A 143 N/A N/A N/A N/A 143 24 458 119 339 N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A 36 112 112 2 48 12 N/A N/A N/A N/A 1 N/A N/A N/A 1 0 0 0 0 N/A N/A N/A 546 N/A N/A N/A N/A 546 119 1 025 379 646 N/A N/A N/A 82 040 N/A N/A N/A N/A 82 040 190 2 528 1 647 881 N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A 0 N/A N/A N/A 0 0 0 0 0 N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A 0 N/A N/A N/A N/A 0 0 0 0 0 Andere bij berekening GAR niet in aanmerking rapportageverplichtingen onderworpen Andere activa (goodwill, grondstoffen enz.) aan Centrale overheden en supranationale waarvan eigenvermogensinstrumenten Contanten en cash-gerelateerde activa Blootstellingen buiten balanstelling – Opeisbare interbancaire leningen Blootstelling centrale banken waarvan schuldbewijzen Handelsportefeuille Activa onder beheer Financiële garanties Totaal GAR-activa genomen activa ondernemingen emittenten Totale activa CSRD 45 46 48 49 50 53 54 47 52 55 56 57 51 |
44 | Derivaten | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
* Lijn 31 zit niet meer in deze sommatie
| sectorinformatie GAR (gebaseerd op omzet) KBC als kredietinstelling – |
b | – | d DEEL 1 |
f | h | i | k | l | |||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| a | c | Klimaatmitigatie (KM) | e | g | Klimaatadaptie (KA) | j | Water en mariene hulpbronnen (WTR) | m | n | Circulaire economie (CE)) o |
p | ||||||
| Niet-financiële | Niet aan CSRD | Niet-financiële | Niet aan CSRD | Niet-financiële | Niet aan CSRD | Niet-financiële | Niet aan CSRD | ||||||||||
| ondernemingen (NFC's) (onderworpen aan CSRD) |
onderworpen | kmo's en NFC's andere |
ondernemingen (NFC's) (onderworpen aan CSRD) |
onderworpen kmo's en | NFC's andere |
(onderworpen aan CSRD) | ondernemingen (NFC's) | onderworpen kmo's en NFC's andere |
(onderworpen aan CSRD) | ondernemingen (NFC's) | onderworpen kmo's en | NFC's andere |
|||||
| viercijfercode NACE (code en label) – 31-12-2024; Uitsplitsing per sector |
Brutoboekwaarde* | Brutoboekwaarde* | Brutoboekwaarde* | Brutoboekwaarde* | Brutoboekwaarde* | Brutoboekwaarde* | Brutoboekwaarde* | Brutoboekwaarde* | |||||||||
| Waarvan ecologisch |
Waarvan ecologisch |
Waarvan ecologisch |
Waarvan ecologisch |
Waarvan ecologisch |
Waarvan ecologisch |
Waarvan ecologisch |
Waarvan ecologisch |
||||||||||
| 1 | (in miljoenen euro) A – |
0 | duurzaam 0 |
N/A | N/A duurzaam |
0 | duurzaam 0 |
N/A | duurzaam N/A |
0 | duurzaam N/A |
N/A | duurzaam N/A |
0 | N/A duurzaam |
N/A | N/A duurzaam |
| 2 | Landbouw, bosbouw en visserij Winning van delfstoffen B – |
4 | 0 | N/A | N/A | 0 | 0 | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A |
| 3 | Winning van steenkool en bruinkool B.05 – |
0 | 0 | N/A | N/A | 0 | 0 | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A |
| 4 | Winning van aardolie en aardgas B.06 – |
0 | 0 | N/A | N/A | 0 | 0 | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A |
| 5 6 |
Winning van metaalertsen B.07 – B.08 – |
4 0 |
0 0 |
N/A N/A |
N/A N/A |
0 0 |
0 0 |
N/A N/A |
N/A N/A |
0 0 |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
0 0 |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
| 7 | Ondersteunende activiteiten in verband met de mijnbouw Overige winning van delfstoffen B.09 – |
0 | 0 | N/A | N/A | 0 | 0 | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A |
| 8 | Industrie C- |
228 | 78 | N/A | N/A | 11 | 0 | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A |
| 9 | Vervaardiging van voedingsmiddelen C.10 - |
2 | 0 | N/A | N/A | 0 | 0 | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A |
| 10 11 |
Vervaardiging van tabaksproducten Vervaardiging van dranken C.12 – C.11 – |
0 0 |
0 0 |
N/A N/A |
N/A N/A |
0 0 |
0 0 |
N/A N/A |
N/A N/A |
0 0 |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
0 0 |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
| 12 | Vervaardiging van textiel C.13 – |
0 | 0 | N/A | N/A | 0 | 0 | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A |
| 13 | Vervaardiging van kleding C.14 – |
0 | 0 | N/A | N/A | 0 | 0 | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A |
| 14 | Vervaardiging van leer en van producten van leer C.15 – |
0 | 0 | N/A | N/A | 0 | 0 | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A |
| 15 | Houtindustrie van vervaardiging van artikelen van hout en van kurk, exclusief meubelen; vervaardiging van artikelen van riet en van vlechtwerk C.16 – |
0 | 0 | N/A | N/A | 0 | 0 | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A |
| 16 | Vervaardiging van papier en van papierwaren C.17 – |
0 | 0 | N/A | N/A | 0 | 0 | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A |
| 17 | Drukkerijen, reproductie van opgenomen media C.18 – |
0 | 0 | N/A | N/A | 0 | 0 | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A |
| 18 | Vervaardiging van cokes en van geraffineerde aardolieproducten C.19 – |
2 | 0 | N/A | N/A | 0 | 0 | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A |
| 19 | Vervaardiging van chemische producten C.20 – |
46 | 0 | N/A | N/A | 0 | 0 | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A |
| 20 21 |
Vervaardiging van farmaceutische grondstoffen en producten C.22 – C.21 – |
54 13 |
0 5 |
N/A N/A |
N/A N/A |
0 0 |
0 0 |
N/A N/A |
N/A N/A |
0 0 |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
0 0 |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
| Vervaardiging van andere niet-metaalhoudende minerale Vervaardiging van producten van rubber of kunststof C.23 – |
|||||||||||||||||
| 22 | producten | 3 | 2 | N/A | N/A | 0 | 0 | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A |
| 23 | Vervaardiging van metalen in primaire vorm C.24 – |
68 | 37 | N/A | N/A | 11 | 0 | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A |
| 24 | Vervaardiging van producten van metaal, exclusief machines en apparaten C.25 – |
10 | 8 | N/A | N/A | 0 | 0 | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 2 | N/A | N/A | N/A |
| 25 | Vervaardiging van informaticaproducten en van elektronische en C.26 – |
0 | 0 | N/A | N/A | 0 | 0 | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A |
| 26 | optische producten C.27 – |
27 | 25 | N/A | N/A | 0 | 0 | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A |
| 27 | Vervaardiging van machines, apparaten en werktuigen, n.e.g. Vervaardiging van elektrische apparatuur C.28 – |
4 | 0 | N/A | N/A | 0 | 0 | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A |
| 28 | Vervaardiging van auto's, aanhangwagens en opleggers C.29 – |
0 | 0 | N/A | N/A | 0 | 0 | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A |
| 29 | Vervaardiging van andere transportmiddelen C.30 – |
0 | 0 | N/A | N/A | 0 | 0 | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A |
| 30 | Vervaardiging van meubelen C.31 – |
0 | 0 | N/A | N/A | 0 | 0 | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A |
| 31 | Overige industrie C.32 – |
0 | 0 | N/A | N/A | 0 | 0 | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A |
| 32 33 |
Productie en distributie van elektriciteit, gas, stoom en gekoelde lucht Reparatie en installatie van machines en apparaten C.33 – D – |
0 563 |
0 513 |
N/A N/A |
N/A N/A |
0 1 |
0 0 |
N/A N/A |
N/A N/A |
0 0 |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
0 0 |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
| 34 | Opwekking, transmissie en distributie van elektriciteit D35.1 – |
212 | 165 | N/A | N/A | 1 | 0 | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A |
| 35 | Productie van elektriciteit D.35.11 – |
62 | 16 | N/A | N/A | 0 | 0 | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A |
| 36 | Productie en distributie van gas D.35.2 – |
348 | 348 | N/A | N/A | 0 | 0 | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A |
| 37 | en gekoelde lucht Productie en distributie van stoom D.35.3 – |
3 | 0 | N/A | N/A | 0 | 0 | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A |
| 38 39 |
en afvalwaterbeheer en sanering Distributie van water; afval- Bouwnijverheid E – F – |
3 69 |
3 52 |
N/A N/A |
N/A N/A |
0 0 |
0 0 |
N/A N/A |
N/A N/A |
0 0 |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
0 0 |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
| 40 | Bouw van gebouwen F.41 – |
42 | 36 | N/A | N/A | 0 | 0 | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A |
| 41 | en waterbouw Weg- F.42 – |
3 | 1 | N/A | N/A | 0 | 0 | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A |
| 42 | Gespecialiseerde bouwwerkzaamheden F.43 – |
24 | 16 | N/A | N/A | 0 | 0 | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A |
| 44 43 |
en detailhandel; Reparatie van auto's en motorfietsen Vervoer en opslag Groot- G – H – |
58 533 |
56 75 |
N/A N/A |
N/A N/A |
9 0 |
0 9 |
N/A N/A |
N/A N/A |
0 0 |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
0 0 |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
| 45 | Vervoer te land en vervoer via pijpleidingen H.49 – |
497 | 54 | N/A | N/A | 9 | 9 | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A |
| 46 | Vervoer over water H.50 – |
3 | 0 | N/A | N/A | 0 | 0 | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A |
| 47 | Luchtvaart H. 51 – |
0 | 0 | N/A | N/A | 0 | 0 | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A |
| 48 | Opslag en vervoerondersteunende diensten H. 52 – |
26 | 20 | N/A | N/A | 0 | 0 | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A |
| 49 | Posterijen en koeriers H.35 – |
8 | 0 | N/A | N/A | 0 | 0 | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A |
| 50 51 |
Verschaffen en accommodatie en maaltijden Financiële activiteiten en verzekeringen I – K- |
0 292 |
0 39 |
N/A N/A |
N/A N/A |
5 0 |
0 3 |
N/A N/A |
N/A N/A |
0 0 |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
0 0 |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
| 52 | Exploitatie van handel in onroerend goed L – |
181 | 17 | N/A | N/A | 0 | 0 | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A |
| 53 | Blootstelling aan andere sectoren (NACE-codes J, M-U) | 179 | 139 | N/A | N/A | 8 | 8 | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A |
| 54 | TOTAAL | 2 109 | 972 | N/A | N/A | 34 | 21 | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 2 | N/A | N/A | N/A |
| interpretatie * Bevat de voor taxonomie in aanmerking komende bedragen (aangepaste |
ten opzichte van het jaarverslag van | 2023) |
p. 340
p. 341
KBC als kredietinstelling –
31-12-2024; Uitsplitsing per sector
(in miljoenen euro)
Landbouw, bosbouw en visserij
1 A –
2 3 4 5 6 7 8 C- Industrie
9 10
11 12 13 14 15 16 17 18 19 20
21 22 23 24 25 26 27 28 29 30
31 32 33 D –
34 35 36 37 38 E – 39 F –
40 41 42 43 G – Groot-
44 H –
45 46 47 48 49 50 I – 51 K- 52 L –
53 54
TOTAAL
H.35 –
Posterijen en koeriers
Verschaffen en accommodatie en maaltijden
Financiële activiteiten en verzekeringen
Exploitatie van handel in onroerend goed
Blootstelling aan andere sectoren (NACE-codes J, M-U)
* Bevat de voor taxonomie in aanmerking komende bedragen (aangepaste
interpretatie
H. 52 –
Opslag en vervoerondersteunende diensten
H. 51 – Luchtvaart
H.50 –
Vervoer over water
H.49 –
Vervoer te land en vervoer via pijpleidingen
Vervoer en opslag
F.43 –
F.42 – Weg-
F.41 –
Bouw van gebouwen
en waterbouw Gespecialiseerde bouwwerkzaamheden
en detailhandel; Reparatie van auto's en motorfietsen
Bouwnijverheid
Distributie van water; afval-
D.35.3 –
D.35.2 –
D.35.11 –
Productie van elektriciteit
Productie en distributie van gas
Productie en distributie van stoom
en gekoelde lucht en afvalwaterbeheer en sanering 0
D35.1 –
C.33 –
C.32 –
Overige industrie
C.31 –
Vervaardiging van meubelen
Reparatie en installatie van machines en apparaten
Productie en distributie van elektriciteit, gas, stoom en gekoelde lucht
Opwekking, transmissie en distributie van elektriciteit
C.30 –
C.29 –
C.28 –
C.27 –
C.24 – C.25 – apparaten
C.26 –
Vervaardiging van metalen in primaire vorm
Vervaardiging van producten van metaal, exclusief machines en
Vervaardiging van informaticaproducten en van elektronische en optische producten
Vervaardiging van elektrische apparatuur
Vervaardiging van machines, apparaten en werktuigen, n.e.g.
Vervaardiging van auto's, aanhangwagens en opleggers
Vervaardiging van andere transportmiddelen
C.22 – C.23 – C.21 –
C.20 –
Vervaardiging van chemische producten
Vervaardiging van farmaceutische grondstoffen en producten
Vervaardiging van producten van rubber of kunststof
Vervaardiging van andere niet-metaalhoudende minerale producten
C.19 –
C.18 –
C.17 –
Vervaardiging van papier en van papierwaren
Drukkerijen, reproductie van opgenomen media
Vervaardiging van cokes en van geraffineerde aardolieproducten
C.15 – C.16 –
C.14 –
Vervaardiging van kleding
Vervaardiging van leer en van producten van leer
Houtindustrie van vervaardiging van artikelen van hout en van kurk, exclusief meubelen; vervaardiging van artikelen van riet en van vlechtwerk
C.13 –
C.12 –
C.11 –
Vervaardiging van dranken
Vervaardiging van tabaksproducten
Vervaardiging van textiel 0
C.10 -
Vervaardiging van voedingsmiddelen
B.09 –
B.08 –
B.07 –
Winning van metaalertsen
Overige winning van delfstoffen
Ondersteunende activiteiten in verband met de mijnbouw
B.06 –
B.05 –
B –
Winning van delfstoffen
Winning van steenkool en bruinkool
Winning van aardolie en aardgas
–
viercijfercode NACE (code en label)
sectorinformatie GAR (gebaseerd op omzet) –
q
r Niet-financiële
ondernemingen (NFC's)
(onderworpen aan CSRD)
Brutoboekwaarde* Waarvan
ecologisch
duurzaam
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
N/A ten opzichte van het jaarverslag van
2023)
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
N/A
N/A
N/A
2 146
993
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
190
147
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
181
17
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
297
42
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
26 8 0
0
N/A
N/A
0
N/A
N/A
20
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
3 0
0
N/A
N/A
0
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
506
N/A
N/A
N/A
542
84 64
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
24 58
56
N/A
N/A
16
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
42 3
1
N/A
N/A
36
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
69
52
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
3 3
3
N/A
N/A
0
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
348
348
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
63
16
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
212
166
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
563
514
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
27 4 0 0 0 0 0
0
N/A
N/A
0
N/A
N/A
0
N/A
N/A
0
N/A
N/A
0
N/A
N/A
0
N/A
N/A
25
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
0
N/A
N/A
N/A
0
0
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
0
N/A
N/A
N/A
12
8
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
0
N/A
N/A
N/A
79
37
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
0
N/A
N/A
N/A
3
2
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
0 0 0 0 0 0
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
46 54 13
5
N/A
N/A
0
N/A
N/A
0
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
0 0 2
0
N/A
N/A
0
N/A
N/A
0
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
0
N/A
N/A
N/A
0
0
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
2 0 0 0 0 0
0
N/A
N/A
0
N/A
N/A
0
N/A
N/A
0
N/A
N/A
0
N/A
N/A
0
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
239
78
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
0 4 0 0 0 4 0
0
N/A
N/A
0
N/A
N/A
0
N/A
N/A
0
N/A
N/A
0
N/A
N/A
0
N/A
N/A
0
N/A
N/A
s Verontreiniging (PBV)
Niet aan CSRD
Niet-financiële
ondernemingen (NFC's)
(onderworpen aan CSRD)
Brutoboekwaarde* Waarvan
ecologisch
duurzaam
onderworpen kmo's en
andere NFC's Brutoboekwaarde* Waarvan
ecologisch
duurzaam
t
u
v
w Biodiversiteit en ecosystemen (BIO)
x Niet aan CSRD
Niet-financiële
ondernemingen (NFC's)
(onderworpen aan CSRD)
Brutoboekwaarde* Waarvan
ecologisch
duurzaam
onderworpen kmo's en
andere NFC's Brutoboekwaarde* Waarvan
ecologisch
duurzaam
y
z
aa TOTAAL (KM+KA+WTR+CE+PBV+BIO)
Niet aan CSRD
onderworpen kmo's en
andere NFC's Brutoboekwaarde*
Waarvan
ecologisch
duurzaam
ab
DEEL 2
| q | r | s | t | u | v | w | x | y | z | aa | ab | ||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Verontreiniging (PBV) | Biodiversiteit en ecosystemen (BIO) | TOTAAL (KM+KA+WTR+CE+PBV+BIO) | |||||||||||
| ondernemingen (NFC's) (onderworpen aan CSRD) |
Niet-financiële | onderworpen kmo's en | Niet aan CSRD NFC's andere |
Niet-financiële ondernemingen (NFC's) (onderworpen aan CSRD) |
onderworpen kmo's en Niet aan CSRD NFC's andere |
(onderworpen aan CSRD) | Niet-financiële ondernemingen (NFC's) |
onderworpen kmo's en Niet aan CSRD NFC's andere |
|||||
| viercijfercode NACE (code en label) – 31-12-2024; Uitsplitsing per sector |
Brutoboekwaarde* | Brutoboekwaarde* | Brutoboekwaarde* | Brutoboekwaarde* | Brutoboekwaarde* | Brutoboekwaarde* | |||||||
| Waarvan ecologisch |
Waarvan ecologisch |
Waarvan ecologisch |
Waarvan ecologisch |
Waarvan ecologisch |
Waarvan ecologisch |
||||||||
| 1 | Landbouw, bosbouw en visserij (in miljoenen euro) A – |
0 | duurzaam N/A |
N/A | duurzaam N/A |
0 | duurzaam N/A |
N/A | duurzaam N/A |
0 | duurzaam 0 |
N/A | duurzaam N/A |
| 2 | Winning van delfstoffen B – |
0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 4 | 0 | N/A | N/A |
| 3 | Winning van steenkool en bruinkool B.05 – |
0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | 0 | N/A | N/A |
| 4 | Winning van aardolie en aardgas B.06 – |
0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | 0 | N/A | N/A |
| 5 6 |
Overige winning van delfstoffen Winning van metaalertsen B.08 – B.07 – |
0 0 |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
0 0 |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
4 0 |
0 0 |
N/A N/A |
N/A N/A |
| 7 | Ondersteunende activiteiten in verband met de mijnbouw B.09 – |
0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | 0 | N/A | N/A |
| 8 | Industrie C- |
0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 239 | 78 | N/A | N/A |
| 9 | Vervaardiging van voedingsmiddelen C.10 - |
0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 2 | 0 | N/A | N/A |
| 10 | Vervaardiging van dranken C.11 – |
0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | 0 | N/A | N/A |
| 12 11 |
Vervaardiging van tabaksproducten Vervaardiging van textiel C.12 – C.13 – |
0 0 |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
0 0 |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
0 0 |
0 0 |
N/A N/A |
N/A N/A |
| 13 | Vervaardiging van kleding C.14 – |
0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | 0 | N/A | N/A |
| 14 | Vervaardiging van leer en van producten van leer C.15 – |
0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | 0 | N/A | N/A |
| 15 | Houtindustrie van vervaardiging van artikelen van hout en van kurk, exclusief meubelen; vervaardiging van artikelen van riet en van vlechtwerk C.16 – |
0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | 0 | N/A | N/A |
| 16 | Vervaardiging van papier en van papierwaren C.17 – |
0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | 0 | N/A | N/A |
| 17 | Drukkerijen, reproductie van opgenomen media C.18 – |
0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | 0 | N/A | N/A |
| 18 | Vervaardiging van cokes en van geraffineerde aardolieproducten C.19 – |
0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 2 | 0 | N/A | N/A |
| 19 | Vervaardiging van chemische producten C.20 – |
0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 46 | 0 | N/A | N/A |
| 20 | Vervaardiging van farmaceutische grondstoffen en producten C.21 – |
0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 54 | 0 | N/A | N/A |
| 21 | Vervaardiging van producten van rubber of kunststof C.22 – |
0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 13 | 5 | N/A | N/A |
| 22 | Vervaardiging van andere niet-metaalhoudende minerale producten C.23 – |
0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 3 | 2 | N/A | N/A |
| 23 | Vervaardiging van metalen in primaire vorm C.24 – |
0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 79 | 37 | N/A | N/A |
| 24 | Vervaardiging van producten van metaal, exclusief machines en apparaten C.25 – |
0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 12 | 8 | N/A | N/A |
| 25 | Vervaardiging van informaticaproducten en van elektronische en C.26 – |
0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | 0 | N/A | N/A |
| 26 | Vervaardiging van elektrische apparatuur optische producten C.27 – |
0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 27 | 25 | N/A | N/A |
| 27 | Vervaardiging van machines, apparaten en werktuigen, n.e.g. C.28 – |
0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 4 | 0 | N/A | N/A |
| 28 | Vervaardiging van auto's, aanhangwagens en opleggers C.29 – |
0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | 0 | N/A | N/A |
| 29 | Vervaardiging van andere transportmiddelen C.30 – |
0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | 0 | N/A | N/A |
| 30 | Vervaardiging van meubelen C.31 – |
0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | 0 | N/A | N/A |
| 32 31 |
Reparatie en installatie van machines en apparaten Overige industrie C.32 – C.33 – |
0 0 |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
0 0 |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
0 0 |
0 0 |
N/A N/A |
N/A N/A |
| 33 | Productie en distributie van elektriciteit, gas, stoom en gekoelde lucht D – |
0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 563 | 514 | N/A | N/A |
| 34 | Opwekking, transmissie en distributie van elektriciteit D35.1 – |
0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 212 | 166 | N/A | N/A |
| 35 36 |
Productie en distributie van gas Productie van elektriciteit D.35.11 – D.35.2 – |
0 0 |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
0 0 |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
63 348 |
16 348 |
N/A N/A |
N/A N/A |
| 37 | en gekoelde lucht Productie en distributie van stoom D.35.3 – |
0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 3 | 0 | N/A | N/A |
| 38 | en afvalwaterbeheer en sanering Distributie van water; afval- E – |
0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 3 | 3 | N/A | N/A |
| 39 | Bouwnijverheid F – |
0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 69 | 52 | N/A | N/A |
| 40 | Bouw van gebouwen F.41 – |
0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 42 | 36 | N/A | N/A |
| 42 41 |
Gespecialiseerde bouwwerkzaamheden en waterbouw Weg- F.42 – F.43 – |
0 0 |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
0 0 |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
24 3 |
16 1 |
N/A N/A |
N/A N/A |
| 43 | en detailhandel; Reparatie van auto's en motorfietsen Groot- G – |
0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 58 | 56 | N/A | N/A |
| 44 | Vervoer en opslag H – |
0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 542 | 84 | N/A | N/A |
| 45 | Vervoer te land en vervoer via pijpleidingen H.49 – |
0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 506 | 64 | N/A | N/A |
| 46 47 |
Vervoer over water Luchtvaart H.50 – H. 51 – |
0 0 |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
0 0 |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
3 0 |
0 0 |
N/A N/A |
N/A N/A |
| 48 | Opslag en vervoerondersteunende diensten H. 52 – |
0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 26 | 20 | N/A | N/A |
| 49 | Posterijen en koeriers H.35 – |
0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 8 | 0 | N/A | N/A |
| 50 | Verschaffen en accommodatie en maaltijden I – |
0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | 0 | N/A | N/A |
| 51 | Financiële activiteiten en verzekeringen K- |
0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 297 | 42 | N/A | N/A |
| 52 53 |
Blootstelling aan andere sectoren (NACE-codes J, M-U) Exploitatie van handel in onroerend goed L – |
0 0 |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
0 0 |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
181 190 |
17 147 |
N/A N/A |
N/A N/A |
| 54 | TOTAAL | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 2 146 | 993 | N/A | N/A |
| interpretatie * Bevat de voor taxonomie in aanmerking komende bedragen (aangepaste |
ten opzichte van het jaarverslag van | 2023) |
p. 341
| sectorinformatie GAR (gebaseerd op capex) – KBC als kredietinstelling – |
b | d DEEL 1 |
f | h | i | k | l | ||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| a | Klimaatmitigatie (KM) c |
e | g | Klimaatadaptie (KA) | j | Water en mariene hulpbronnen (WTR) | m | n | Circulaire economie (CE)) o |
p | |||||||
| Niet-financiële | Niet aan CSRD | Niet-financiële | Niet aan CSRD | Niet-financiële | Niet aan CSRD | Niet-financiële | Niet aan CSRD | ||||||||||
| ondernemingen (NFC's) (onderworpen aan CSRD) |
onderworpen kmo's en | NFC's andere |
ondernemingen (NFC's) (onderworpen aan CSRD) |
onderworpen kmo's en | NFC's andere |
ondernemingen (NFC's) (onderworpen aan CSRD) |
onderworpen kmo's en NFC's andere |
(onderworpen aan CSRD) | ondernemingen (NFC's) | onderworpen kmo's en | NFC's andere |
||||||
| viercijfercode NACE (code en label) – 31-12-2024; Uitsplitsing per sector |
Brutoboekwaarde* | Brutoboekwaarde* | Brutoboekwaarde* B |
Brutoboekwaarde* | Brutoboekwaarde* | Brutoboekwaarde* | Brutoboekwaarde* | Brutoboekwaarde* | |||||||||
| Waarvan ecologisch |
Waarvan ecologisch |
Waarvan ecologisch |
Waarvan ecologisch |
Waarvan ecologisch |
Waarvan ecologisch |
Waarvan ecologisch |
Waarvan ecologisch |
||||||||||
| (in miljoenen euro) A – |
0 | duurzaam 0 |
N/A | N/A duurzaam |
0 | 0 duurzaam |
N/A | duurzaam N/A |
0 | duurzaam N/A |
N/A | duurzaam N/A |
0 | N/A duurzaam |
N/A | N/A duurzaam |
|
| 2 1 |
Landbouw, bosbouw en visserij Winning van delfstoffen B – |
3 | 0 | N/A | N/A | 0 | 0 | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A |
| 3 | Winning van steenkool en bruinkool B.05 – |
0 | 0 | N/A | N/A | 0 | 0 | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A |
| 4 | Winning van aardolie en aardgas B.06 – |
0 | 0 | N/A | N/A | 0 | 0 | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A |
| 5 6 |
Winning van metaalertsen B.07 – B.08 – |
0 3 |
0 0 |
N/A N/A |
N/A N/A |
0 0 |
0 0 |
N/A N/A |
N/A N/A |
0 0 |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
0 0 |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
| 7 | Ondersteunende activiteiten in verband met de mijnbouw Overige winning van delfstoffen B.09 – |
0 | 0 | N/A | N/A | 0 | 0 | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A |
| 8 | Industrie C- |
317 | 98 | N/A | N/A | 11 | 4 | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A |
| 9 | Vervaardiging van voedingsmiddelen C.10 - |
40 | 0 | N/A | N/A | 0 | 0 | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A |
| 10 11 |
Vervaardiging van tabaksproducten Vervaardiging van dranken C.12 – C.11 – |
0 0 |
0 0 |
N/A N/A |
N/A N/A |
0 0 |
0 0 |
N/A N/A |
N/A N/A |
0 0 |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
0 0 |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
| 12 | Vervaardiging van textiel C.13 – |
0 | 0 | N/A | N/A | 0 | 0 | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A |
| 13 | Vervaardiging van kleding C.14 – |
0 | 0 | N/A | N/A | 0 | 0 | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A |
| 14 | Vervaardiging van leer en van producten van leer C.15 – |
0 | 0 | N/A | N/A | 0 | 0 | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A |
| 15 | Houtindustrie van vervaardiging van artikelen van hout en van kurk, exclusief meubelen; vervaardiging van artikelen van riet en van vlechtwerk C.16 – |
0 | 0 | N/A | N/A | 0 | 0 | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A |
| 16 | Vervaardiging van papier en van papierwaren C.17 – |
0 | 0 | N/A | N/A | 0 | 0 | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A |
| 17 | Drukkerijen, reproductie van opgenomen media C.18 – |
0 | 0 | N/A | N/A | 0 | 0 | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A |
| 18 | Vervaardiging van cokes en van geraffineerde aardolieproducten C.19 – |
3 | 2 | N/A | N/A | 0 | 0 | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A |
| 19 | Vervaardiging van chemische producten C.20 – |
68 | 0 | N/A | N/A | 4 | 4 | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A |
| 20 21 |
Vervaardiging van farmaceutische grondstoffen en producten C.22 – C.21 – |
47 17 |
0 6 |
N/A N/A |
N/A N/A |
0 0 |
0 0 |
N/A N/A |
N/A N/A |
0 0 |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
0 0 |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
| Vervaardiging van andere niet-metaalhoudende minerale Vervaardiging van producten van rubber of kunststof C.23 – |
|||||||||||||||||
| 22 | producten | 3 | 0 | N/A | N/A | 0 | 0 | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A |
| 23 | Vervaardiging van metalen in primaire vorm C.24 – |
103 | 68 | N/A | N/A | 6 | 0 | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A |
| 24 | Vervaardiging van producten van metaal, exclusief machines en apparaten C.25 – |
8 | 5 | N/A | N/A | 0 | 0 | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 2 | N/A | N/A | N/A |
| 25 | Vervaardiging van informaticaproducten en van elektronische en C.26 – |
1 | 0 | N/A | N/A | 0 | 0 | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A |
| 26 | optische producten C.27 – |
23 | 16 | N/A | N/A | 0 | 0 | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A |
| 27 | Vervaardiging van machines, apparaten en werktuigen, n.e.g. Vervaardiging van elektrische apparatuur C.28 – |
0 | 0 | N/A | N/A | 0 | 0 | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A |
| 28 | Vervaardiging van auto's, aanhangwagens en opleggers C.29 – |
4 | 1 | N/A | N/A | 0 | 0 | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A |
| 29 | Vervaardiging van andere transportmiddelen C.30 – |
0 | 0 | N/A | N/A | 0 | 0 | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A |
| 30 | Vervaardiging van meubelen C.31 – |
0 | 0 | N/A | N/A | 0 | 0 | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A |
| 31 | Overige industrie C.32 – |
0 | 0 | N/A | N/A | 0 | 0 | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A |
| 32 33 |
Reparatie en installatie van machines en apparaten C.33 – D – |
0 450 |
0 235 |
N/A N/A |
N/A N/A |
2 0 |
0 0 |
N/A N/A |
N/A N/A |
0 0 |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
0 0 |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
| 34 | Productie en distributie van elektriciteit, gas, stoom en gekoelde lucht Opwekking, transmissie en distributie van elektriciteit D35.1 – |
222 | 136 | N/A | N/A | 2 | 0 | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A |
| 35 | Productie van elektriciteit D.35.11 – |
99 | 52 | N/A | N/A | 0 | 0 | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A |
| 36 | Productie en distributie van gas D.35.2 – |
224 | 97 | N/A | N/A | 0 | 0 | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A |
| 37 | en gekoelde lucht Productie en distributie van stoom D.35.3 – |
4 | 2 | N/A | N/A | 0 | 0 | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A |
| 38 39 |
en afvalwaterbeheer en sanering Distributie van water; afval- Bouwnijverheid E – F – |
2 67 |
4 43 |
N/A N/A |
N/A N/A |
0 0 |
0 0 |
N/A N/A |
N/A N/A |
0 0 |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
0 0 |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
| 40 | Bouw van gebouwen F.41 – |
43 | 36 | N/A | N/A | 0 | 0 | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A |
| 41 | en waterbouw Weg- F.42 – |
3 | 1 | N/A | N/A | 0 | 0 | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A |
| 42 | Gespecialiseerde bouwwerkzaamheden F.43 – |
22 | 7 | N/A | N/A | 0 | 0 | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A |
| 43 | en detailhandel; Reparatie van auto's en motorfietsen Groot- G – |
199 | 80 | N/A | N/A | 1 | 0 | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A |
| 44 45 |
Vervoer te land en vervoer via pijpleidingen Vervoer en opslag H.49 – H – |
515 484 |
126 104 |
N/A N/A |
N/A N/A |
16 16 |
10 10 |
N/A N/A |
N/A N/A |
0 0 |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
0 0 |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
| 46 | Vervoer over water H.50 – |
5 | 0 | N/A | N/A | 0 | 0 | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A |
| 47 | Luchtvaart H. 51 – |
0 | 0 | N/A | N/A | 0 | 0 | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A |
| 48 | Opslag en vervoerondersteunende diensten H. 52 – |
24 | 22 | N/A | N/A | 0 | 0 | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A |
| 49 | Posterijen en koeriers H.35 – |
1 | 0 | N/A | N/A | 0 | 0 | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A |
| 50 51 |
Verschaffen en accommodatie en maaltijden Financiële activiteiten en verzekeringen I – K- |
3 367 |
0 40 |
N/A N/A |
N/A N/A |
5 0 |
0 3 |
N/A N/A |
N/A N/A |
0 0 |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
0 0 |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
| 52 | Exploitatie van handel in onroerend goed L – |
117 | 24 | N/A | N/A | 0 | 0 | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A |
| 53 | Blootstelling aan andere sectoren (NACE-codes J, M-U) | 231 | 172 | N/A | N/A | 30 | 13 | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A |
| 54 | TOTAAL | 2 273 | 823 | N/A | N/A | 65 | 31 | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 2 | N/A | N/A | N/A |
| interpretatie * Bevat de voor taxonomie in aanmerking komende bedragen (aangepaste |
ten opzichte van het jaarverslag van | 2023) |
p. 342
p. 343
KBC als kredietinstelling –
31-12-2024; Uitsplitsing per sector
(in miljoenen euro)
Landbouw, bosbouw en visserij
1 A –
2 3 4 5 6 7 8 C- Industrie
9 10
11 12 13 14 15 16 17 18 19 20
21 22 23 24 25 26 27 28 29 30
31 32 33 D –
34 35 36 37 38 E – 39 F –
40 41 42 43 G – Groot-
44 H –
45 46 47 48 49 50 I – 51 K- 52 L –
53 54
TOTAAL
H.35 –
Posterijen en koeriers
Verschaffen en accommodatie en maaltijden
Financiële activiteiten en verzekeringen
Exploitatie van handel in onroerend goed
Blootstelling aan andere sectoren (NACE-codes J, M-U)
* Bevat de voor taxonomie in aanmerking komende bedragen (aangepaste
interpretatie
H. 52 –
Opslag en vervoerondersteunende diensten
H. 51 – Luchtvaart
H.50 –
Vervoer over water
H.49 –
Vervoer te land en vervoer via pijpleidingen
Vervoer en opslag
F.43 –
F.42 – Weg-
F.41 –
Bouw van gebouwen
en waterbouw Gespecialiseerde bouwwerkzaamheden
en detailhandel; Reparatie van auto's en motorfietsen
Bouwnijverheid
Distributie van water; afval-
D.35.3 –
D.35.2 –
D.35.11 –
Productie van elektriciteit
Productie en distributie van gas
Productie en distributie van stoom
en gekoelde lucht en afvalwaterbeheer en sanering 0
D35.1 –
C.33 –
C.32 –
Overige industrie
C.31 –
Vervaardiging van meubelen
Reparatie en installatie van machines en apparaten
Productie en distributie van elektriciteit, gas, stoom en gekoelde lucht
Opwekking, transmissie en distributie van elektriciteit
C.30 –
C.29 –
C.28 –
C.27 –
C.24 – C.25 – apparaten
C.26 –
Vervaardiging van metalen in primaire vorm
Vervaardiging van producten van metaal, exclusief machines en
Vervaardiging van informaticaproducten en van elektronische en optische producten
Vervaardiging van elektrische apparatuur
Vervaardiging van machines, apparaten en werktuigen, n.e.g.
Vervaardiging van auto's, aanhangwagens en opleggers
Vervaardiging van andere transportmiddelen
C.22 – C.23 – C.21 –
C.20 –
Vervaardiging van chemische producten
Vervaardiging van farmaceutische grondstoffen en producten
Vervaardiging van producten van rubber of kunststof
Vervaardiging van andere niet-metaalhoudende minerale producten
C.19 –
C.18 –
C.17 –
Vervaardiging van papier en van papierwaren
Drukkerijen, reproductie van opgenomen media
Vervaardiging van cokes en van geraffineerde aardolieproducten
C.15 – C.16 –
C.14 –
Vervaardiging van kleding
Vervaardiging van leer en van producten van leer
Houtindustrie van vervaardiging van artikelen van hout en van kurk, exclusief meubelen; vervaardiging van artikelen van riet en van vlechtwerk
C.13 –
C.12 –
C.11 –
Vervaardiging van dranken
Vervaardiging van tabaksproducten
Vervaardiging van textiel 0
C.10 -
Vervaardiging van voedingsmiddelen
B.09 –
B.08 –
B.07 –
Winning van metaalertsen
Overige winning van delfstoffen
Ondersteunende activiteiten in verband met de mijnbouw
B.06 –
B.05 –
B –
Winning van delfstoffen
Winning van steenkool en bruinkool
Winning van aardolie en aardgas
–
viercijfercode NACE (code en label)
sectorinformatie GAR (gebaseerd op capex) –
q
r Niet-financiële
ondernemingen (NFC's)
(onderworpen aan CSRD)
Brutoboekwaarde* Waarvan
ecologisch
duurzaam
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
N/A ten opzichte van het jaarverslag van
2023)
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
N/A
N/A
N/A
2 340
854
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
262
186
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
117
24
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
372
43
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
24 1 3
0
N/A
N/A
0
N/A
N/A
22
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
5 0
0
N/A
N/A
0
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
501
114
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
531
136
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
200
80
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
22
7
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
43 3
1
N/A
N/A
36
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
67
43
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
4 2
4
N/A
N/A
2
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
224
97
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
99
53
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
224
137
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
452
236
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
23 0 4 0 0 0 0
0
N/A
N/A
0
N/A
N/A
0
N/A
N/A
0
N/A
N/A
1
N/A
N/A
0
N/A
N/A
16
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
0
N/A
N/A
N/A
1
0
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
0
N/A
N/A
N/A
10
5
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
0
N/A
N/A
N/A
110
68
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
0
N/A
N/A
N/A
3
0
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
0 0 0 0 0 0
N/A
N/A
N/A
17
6
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
72 47
0
N/A
N/A
5
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
0 0 3
2
N/A
N/A
0
N/A
N/A
0
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
0
N/A
N/A
N/A
0
0
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
0 0 0 0 0
0
N/A
N/A
0
N/A
N/A
0
N/A
N/A
0
N/A
N/A
0
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
40
0
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
328
103
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
0 3 0 0 0 3 0
0
N/A
N/A
0
N/A
N/A
0
N/A
N/A
0
N/A
N/A
0
N/A
N/A
0
N/A
N/A
0
N/A
N/A
r Verontreiniging (PPC)
Niet aan CSRD
Niet-financiële
ondernemingen (NFC's)
(onderworpen aan CSRD)
Brutoboekwaarde* Waarvan
ecologisch
duurzaam
onderworpen kmo's en
andere NFC's Brutoboekwaarde* Waarvan
ecologisch
duurzaam
t
u
v
w Biodiversiteit en ecosystemen (BIO)
x Niet aan CSRD
Niet-financiële
ondernemingen (NFC's)
(onderworpen aan CSRD)
Brutoboekwaarde* Waarvan
ecologisch
duurzaam
onderworpen kmo's en
andere NFC's Brutoboekwaarde* Waarvan
ecologisch
duurzaam
y
z
aa TOTAAL (KM+KA+WTR+CE+PBV+BIO)
Niet aan CSRD
onderworpen kmo's en
andere NFC's Brutoboekwaarde*
Waarvan
ecologisch
duurzaam
ab
DEEL 2
| r | r | t | u | v | w | x | z | aa | ab | ||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| q | Verontreiniging (PPC) | Biodiversiteit en ecosystemen (BIO) | y | TOTAAL (KM+KA+WTR+CE+PBV+BIO) | |||||||||
| (onderworpen aan CSRD) | Niet-financiële ondernemingen (NFC's) |
onderworpen kmo's en Niet aan CSRD NFC's andere |
Niet-financiële ondernemingen (NFC's) (onderworpen aan CSRD) |
onderworpen kmo's en Niet aan CSRD NFC's andere |
(onderworpen aan CSRD) | Niet-financiële ondernemingen (NFC's) |
onderworpen kmo's en Niet aan CSRD NFC's andere |
||||||
| viercijfercode NACE (code en label) – 31-12-2024; Uitsplitsing per sector |
Brutoboekwaarde* | Brutoboekwaarde* | Brutoboekwaarde* | Brutoboekwaarde* | Brutoboekwaarde* | Brutoboekwaarde* | |||||||
| Waarvan | Waarvan | Waarvan | Waarvan | Waarvan | Waarvan | ||||||||
| (in miljoenen euro) | ecologisch duurzaam |
ecologisch duurzaam |
ecologisch duurzaam |
ecologisch duurzaam |
ecologisch duurzaam |
ecologisch duurzaam |
|||||||
| 1 | Landbouw, bosbouw en visserij A – |
0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | 0 | N/A | N/A |
| 2 | Winning van delfstoffen B – |
0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 3 | 0 | N/A | N/A |
| 3 | Winning van steenkool en bruinkool B.05 – |
0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | 0 | N/A | N/A |
| 4 5 |
Winning van aardolie en aardgas B.06 – B.07 – |
0 0 |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
0 0 |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
0 0 |
0 0 |
N/A N/A |
N/A N/A |
| 6 | Overige winning van delfstoffen Winning van metaalertsen B.08 – |
0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 3 | 0 | N/A | N/A |
| 7 | Ondersteunende activiteiten in verband met de mijnbouw B.09 – |
0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | 0 | N/A | N/A |
| 8 | Industrie C- |
0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 328 | 103 | N/A | N/A |
| 9 | Vervaardiging van voedingsmiddelen C.10 - |
0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 40 | 0 | N/A | N/A |
| 10 11 |
Vervaardiging van dranken C.12 – C.11 – |
0 0 |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
0 0 |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
0 0 |
0 0 |
N/A N/A |
N/A N/A |
| 12 | Vervaardiging van tabaksproducten Vervaardiging van textiel C.13 – |
0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | 0 | N/A | N/A |
| 13 | Vervaardiging van kleding C.14 – |
0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | 0 | N/A | N/A |
| 14 | Vervaardiging van leer en van producten van leer C.15 – |
0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | 0 | N/A | N/A |
| 15 | Houtindustrie van vervaardiging van artikelen van hout en van kurk, exclusief meubelen; vervaardiging van artikelen van riet en van vlechtwerk C.16 – |
0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | 0 | N/A | N/A |
| 16 | Vervaardiging van papier en van papierwaren C.17 – |
0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | 0 | N/A | N/A |
| 17 | Drukkerijen, reproductie van opgenomen media C.18 – |
0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | 0 | N/A | N/A |
| 18 | Vervaardiging van cokes en van geraffineerde aardolieproducten C.19 – |
0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 3 | 2 | N/A | N/A |
| 19 | Vervaardiging van chemische producten C.20 – |
0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 72 | 5 | N/A | N/A |
| 20 | Vervaardiging van farmaceutische grondstoffen en producten C.21 – |
0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 47 | 0 | N/A | N/A |
| 21 | Vervaardiging van andere niet-metaalhoudende minerale Vervaardiging van producten van rubber of kunststof C.22 – C.23 – |
0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 17 | 6 | N/A | N/A |
| 22 | producten | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 3 | 0 | N/A | N/A |
| 23 | Vervaardiging van metalen in primaire vorm C.24 – |
0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 110 | 68 | N/A | N/A |
| 24 | Vervaardiging van producten van metaal, exclusief machines en apparaten C.25 – |
0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 10 | 5 | N/A | N/A |
| 25 | Vervaardiging van informaticaproducten en van elektronische en optische producten C.26 – |
0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 1 | 0 | N/A | N/A |
| 26 | Vervaardiging van elektrische apparatuur C.27 – |
0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 23 | 16 | N/A | N/A |
| 27 | Vervaardiging van machines, apparaten en werktuigen, n.e.g. C.28 – |
0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | 0 | N/A | N/A |
| 28 | Vervaardiging van auto's, aanhangwagens en opleggers C.29 – |
0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 4 | 1 | N/A | N/A |
| 29 | Vervaardiging van andere transportmiddelen C.30 – |
0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | 0 | N/A | N/A |
| 30 31 |
Vervaardiging van meubelen Overige industrie C.32 – C.31 – |
0 0 |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
0 0 |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
0 0 |
0 0 |
N/A N/A |
N/A N/A |
| 32 | Reparatie en installatie van machines en apparaten C.33 – |
0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | 0 | N/A | N/A |
| 33 | Productie en distributie van elektriciteit, gas, stoom en gekoelde lucht D – |
0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 452 | 236 | N/A | N/A |
| 34 | Opwekking, transmissie en distributie van elektriciteit D35.1 – |
0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 224 | 137 | N/A | N/A |
| 35 36 |
Productie en distributie van gas Productie van elektriciteit D.35.11 – D.35.2 – |
0 0 |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
0 0 |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
99 224 |
53 97 |
N/A N/A |
N/A N/A |
| 37 | en gekoelde lucht Productie en distributie van stoom D.35.3 – |
0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 4 | 2 | N/A | N/A |
| 38 | en afvalwaterbeheer en sanering Distributie van water; afval- E – |
0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 2 | 4 | N/A | N/A |
| 39 | Bouwnijverheid F – |
0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 67 | 43 | N/A | N/A |
| 40 | Bouw van gebouwen F.41 – |
0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 43 | 36 | N/A | N/A |
| 42 41 |
Gespecialiseerde bouwwerkzaamheden en waterbouw Weg- F.42 – F.43 – |
0 0 |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
0 0 |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
3 22 |
1 7 |
N/A N/A |
N/A N/A |
| 43 | en detailhandel; Reparatie van auto's en motorfietsen Groot- G – |
0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 200 | 80 | N/A | N/A |
| 44 | Vervoer en opslag H – |
0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 531 | 136 | N/A | N/A |
| 45 | Vervoer te land en vervoer via pijpleidingen H.49 – |
0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 501 | 114 | N/A | N/A |
| 46 | Vervoer over water H.50 – |
0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 5 | 0 | N/A | N/A |
| 47 48 |
Luchtvaart H. 52 – H. 51 – |
0 0 |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
0 0 |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
0 24 |
0 22 |
N/A N/A |
N/A N/A |
| 49 | Opslag en vervoerondersteunende diensten Posterijen en koeriers H.35 – |
0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 1 | 0 | N/A | N/A |
| 50 | Verschaffen en accommodatie en maaltijden I – |
0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 3 | 0 | N/A | N/A |
| 51 | Financiële activiteiten en verzekeringen K- |
0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 372 | 43 | N/A | N/A |
| 52 53 |
Blootstelling aan andere sectoren (NACE-codes J, M-U) Exploitatie van handel in onroerend goed L – |
0 0 |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
0 0 |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
117 262 |
24 186 |
N/A N/A |
N/A N/A |
| 54 | TOTAAL | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 2 340 | 854 | N/A | N/A |
| interpretatie * Bevat de voor taxonomie in aanmerking komende bedragen (aangepaste |
ten opzichte van het jaarverslag van | 2023) |
p. 343
| DEEL 1 |
|---|
| – |
| stand GAR-KPI (gebaseerd op omzet) |
| KBC als kredietinstelling – |
| a | b | c | d | e | f | g | h | i | j | k | l | m | n | o | p | q | ||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Klimaatmitigatie (KM) | Klimaatadaptie | (KA) | Water en mariene hulpbronnen (WTR) | Circulaire economie (CE) | ||||||||||||||
| Aandeel totale bestreken activa ter financiering van | Aandeel totale bestreken activa ter financiering | Aandeel totale bestreken activa ter financiering van | Aandeel totale bestreken activa ter financiering van | |||||||||||||||
| taxonomierelevante sectoren (in aanmerking komend voor | taxonomie) | van taxonomierelevante sectoren (in aanmerking | komend voor taxonomie) | taxonomie-relevante sectoren (in aanmerking komend | voor taxonomie) | taxonomie-relevante sectoren (in aanmerking komend | voor taxonomie) | |||||||||||
| Aandeel totale bestreken activa ter financiering | Aandeel totale bestreken activa ter | Aandeel totale bestreken activa ter | Aandeel totale bestreken activa ter | |||||||||||||||
| % (in verhouding tot totale bestreken activa in noemer)* 31-12-2024 |
van taxonomierelevante sectoren (op taxonomie | afgestemd) | financiering van taxonomierelevante sectoren (op taxonomie afgestemd) |
financiering van taxonomierelevante sectoren (op taxonomie afgestemd) |
financiering van taxonomierelevante sectoren (op taxonomie afgestemd) |
|||||||||||||
| Waarvan | Waarvan | Waarvan | Waarvan | Waarvan | Waarvan | Waarvan | Waarvan | Waarvan | ||||||||||
| gebruik van |
transitie ondersteu |
facilite rend |
gebruik van |
facilite rend |
gebruik van opbreng |
facilite rend |
gebruik van opbreng |
facilite rend |
||||||||||
| sten opbreng |
-nend | opbreng sten |
sten | sten | ||||||||||||||
| in aanmerking genomen activa in teller en GAR - |
||||||||||||||||||
| noemer | ||||||||||||||||||
| 1 | Voor berekening GAR in aanmerking komende leningen voor en voorschotten, schuldbewijzen en eigenvermogensinstrumenten, niet |
95.5% | 1.1% | 0.0% | 0.6% | 0.2% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| handelsdoeleinden aangehouden | ||||||||||||||||||
| 2 | Financiële ondernemingen | 41.8% | 3.3% | 0.0% | 1.0% | 0.1% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| 3 | Kredietinstellingen | 41.5% | 3.4% | 0.0% | 1.0% | 0.1% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| 4 | Leningen en voorschotten | 52.2% | 4.1% | 0.0% | 0.1% | 0.1% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| 5 | Schuldbewijzen, incl. UoP | 39.5% | 3.2% | 0.0% | 1.1% | 0.1% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| 6 | Eigenvermogensinstrumenten | 0.0% | 0.0% | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| 7 | Andere financiële ondernemingen | 69.2% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| 8 | waarvan beleggingsondernemingen | 69.2% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| 9 | Leningen en voorschotten | 71.9% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| 10 | Schuldbewijzen, incl. UoP | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| 11 | Eigenvermogensinstrumenten | 0.0% | 0.0% | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| 12 | waarvan beheersmaatschappijen | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| 13 | Leningen en voorschotten | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| 14 | Schuldbewijzen, incl. UoP | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| 15 | Eigenvermogensinstrumenten | 0.0% | 0.0% | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| 16 | waarvan verzekeringsondernemingen | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| 17 | Leningen en voorschotten | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| 18 | Schuldbewijzen, incl. UoP | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| 19 | Eigenvermogensinstrumenten | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| 20 | Niet-financiële ondernemingen | 38.0% | 17.5% | 0.7% | 9.7% | 3.6% | 0.6% | 0.4% | 0.0% | 0.3% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| 22 21 |
Leningen en voorschotten | 37.8% 40.9% |
18.9% 5.0% |
0.8% 0.0% |
10.7% 0.1% |
3.7% 2.3% |
2.6% 0.4% |
0.2% 2.2% |
0.0% 0.0% |
0.2% 1.6% |
0.0% 0.0% |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
0.0% 0.0% |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
| 23 | Eigenvermogensinstrumenten Schuldbewijzen, incl. UoP |
13.2% | 0.0% | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| 24 | Huishoudens | 100.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| 25 | waarvan door niet-zakelijk onroerend goed | 100.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| zekergestelde leningen | ||||||||||||||||||
| 26 | waarvan leningen voor renovatie gebouwen | 100.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| 27 | waarvan leningen motorvoertuigen | 100.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| 28 | Financiering lokale overheden | 100.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| 29 | Financiering huisvesting | 100.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| 30 | Overige financiering lokale overheden | 100.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| 31 | Door bezitsverkrijging verkregen zekerheden: niet- zakelijk en zakelijk onroerend goed |
100.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| 32 | Totaal GAR activa | 41.0% | 0.5% | 0.0% | 0.3% | 0.1% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| * Noemer per rij met uitzondering van aandeel totale bestreken activa (ten opzichte van | totale activa) |
p. 344
KBC als kredietinstelling –
stand GAR-KPI (gebaseerd op omzet) –
r
s
t Verontreiniging (PBV)
Aandeel totale bestreken activa ter financiering
van taxonomierelevante sectoren (in aanmerking
komend voor taxonomie)
Aandeel totale bestreken activa ter
financiering van taxonomierelevante
sectoren (op taxonomie afgestemd)
Waarvan
Waarvan
gebruik
faciliterend
van
opbrengsten
31-12-2024
GAR - noemer
1
in aanmerking genomen activa in teller en
Voor berekening GAR in aanmerking komende leningen
en voorschotten, schuldbewijzen en
eigenvermogensinstrumenten, niet
handelsdoeleinden aangehouden
2 3 4 5 6 7 8 9 10
11 12 13 14 15 16 17 18 19 20
21 22 23 24 25 26 27 28 29 30
31 32
Totaal GAR activa
Financiering lokale overheden
Financiering huisvesting
Overige financiering lokale overheden
Door bezitsverkrijging verkregen zekerheden: niet-
zakelijk en zakelijk onroerend goed
* Noemer per rij met uitzondering van aandeel totale bestreken activa (ten opzichte van
0.0% 0.0%
N/A
totale activa)
N/A
N/A
0.0%
N/A
N/A
N/A
41.0%
0.5%
0.0%
0.3%
0.1%
61.8%
N/A
N/A
N/A
0.0%
N/A
N/A
N/A
100.0%
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
waarvan door niet-zakelijk onroerend goed zekergestelde leningen waarvan leningen voor renovatie gebouwen
waarvan leningen motorvoertuigen
Huishoudens
Niet-financiële ondernemingen
Leningen en voorschotten
Schuldbewijzen, incl. UoP
Eigenvermogensinstrumenten
Kredietinstellingen Leningen en voorschotten
Schuldbewijzen, incl. UoP
Eigenvermogensinstrumenten
Andere financiële ondernemingen
waarvan beleggingsondernemingen
Leningen en voorschotten
Schuldbewijzen, incl. UoP
Eigenvermogensinstrumenten
waarvan beheersmaatschappijen
Leningen en voorschotten
Schuldbewijzen, incl. UoP
Eigenvermogensinstrumenten
waarvan verzekeringsondernemingen
Leningen en voorschotten
Schuldbewijzen, incl. UoP
Eigenvermogensinstrumenten
Financiële ondernemingen
voor
0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% N/A N/A N/A 0.0% 0.0% 0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
N/A
N/A
N/A
100.0%
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
N/A
N/A
N/A
100.0%
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
0.3%
N/A
N/A
N/A
0.0%
N/A
N/A
N/A
100.0%
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
0.3%
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
100.0%
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
0.3%
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
100.0%
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
1.3%
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
100.0%
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
23.1%
N/A
N/A
N/A
0.0%
N/A
N/A
N/A
100.0%
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
24.3%
N/A
N/A
N/A
0.0%
N/A
N/A
N/A
13.2%
0.0%
N/A
0.0%
0.0%
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
N/A
N/A
N/A
43.9%
7.2%
0.0%
0.1%
4.0%
0.1%
N/A
N/A
N/A
0.0%
N/A
N/A
N/A
38.3%
19.1%
0.8%
10.7%
3.9%
1.5%
N/A
N/A
N/A
0.0%
N/A
N/A
N/A
38.6%
17.9%
0.7%
9.7%
3.9%
1.6%
N/A
N/A
N/A
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
0.0%
N/A
0.0%
0.0%
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
0.0%
N/A
0.0%
0.0%
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
0.0%
N/A
0.0%
0.0%
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
N/A
N/A
N/A
71.9%
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
N/A
N/A
N/A
69.2%
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
N/A
N/A
N/A
69.2%
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
0.0%
N/A
0.0%
0.0%
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
N/A
N/A
N/A
39.5%
3.2%
0.0%
1.1%
0.1%
0.3%
N/A
N/A
N/A
0.0%
N/A
N/A
N/A
52.2%
4.1%
0.0%
0.1%
0.1%
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
N/A
N/A
N/A
41.5%
3.4%
0.0%
1.0%
0.1%
0.3%
N/A
N/A
N/A
0.0%
N/A
N/A
N/A
41.8%
3.3%
0.0%
1.0%
0.1%
0.3%
N/A
N/A
N/A
0.0%
N/A
N/A
N/A
95.5%
1.1%
0.0%
0.6%
0.2%
26.6%
% (in verhouding tot totale bestreken activa in noemer)*
u
v
w
x Biodiversiteit en ecosystemen (BIO)
Aandeel totale bestreken activa ter financiering
van taxonomierelevante sectoren (in aanmerking
komend voor taxonomie)
Aandeel totale bestreken activa ter
financiering van taxonomierelevante
sectoren (op taxonomie afgestemd)
Waarvan
Waarvan
gebruik
faciliterend
van
opbrengsten
z aa
ab
ac
ad TOTAAL (KM+KA+WTR+CE+PBV+BIO)
Aandeel totale bestreken activa ter financiering van
taxonomierelevante sectoren (in aanmerking komend voor
taxonomie)
Aandeel totale bestreken activa ter financiering
van taxonomierelevante sectoren (op taxonomie
Waarvan
Waarvan
Waarvan
gebruik
transitieondersteu
faciliterend
van
opbrengsten
-nend
afgestemd)
bestreken
activa
ae
af
Aandeel
totale
DEEL 2
p. 345
384 Jaarverslag KBC Groep 2024
| r | s | t | u | v | w | x | z | aa | ab | ac | ad | ae | af | ||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Verontreiniging (PBV) | Biodiversiteit en ecosystemen (BIO) | TOTAAL (KM+KA+WTR+CE+PBV+BIO) | |||||||||||||
| Aandeel totale bestreken activa ter financiering | Aandeel totale bestreken activa ter financiering | Aandeel totale bestreken activa ter financiering van | Aandeel | ||||||||||||
| van taxonomierelevante sectoren (in aanmerking | van taxonomierelevante sectoren (in aanmerking | taxonomierelevante sectoren (in aanmerking komend voor | totale | ||||||||||||
| komend voor taxonomie) | komend voor taxonomie) | taxonomie) | bestreken | ||||||||||||
| 31-12-2024 | Aandeel totale bestreken activa ter financiering van taxonomierelevante |
Aandeel totale bestreken activa ter financiering van taxonomierelevante |
Aandeel totale bestreken activa ter financiering van taxonomierelevante sectoren (op taxonomie |
activa | |||||||||||
| % (in verhouding tot totale bestreken activa in noemer)* | sectoren (op taxonomie afgestemd) | sectoren (op taxonomie afgestemd) | afgestemd) | ||||||||||||
| Waarvan | Waarvan | Waarvan | Waarvan | Waarvan | Waarvan | Waarvan | |||||||||
| gebruik | facilite | gebruik | facilite | gebruik | transitie | facilite | |||||||||
| van opbreng |
rend | van opbreng |
rend | van opbreng |
ondersteu -nend |
rend | |||||||||
| sten | sten | sten | |||||||||||||
| in aanmerking genomen activa in teller en GAR - |
|||||||||||||||
| noemer | |||||||||||||||
| Voor berekening GAR in aanmerking komende leningen | |||||||||||||||
| 1 | en voorschotten, schuldbewijzen en | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 95.5% | 1.1% | 0.0% | 0.6% | 0.2% | 26.6% |
| voor eigenvermogensinstrumenten, niet handelsdoeleinden aangehouden |
|||||||||||||||
| 2 | Financiële ondernemingen | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 41.8% | 3.3% | 0.0% | 1.0% | 0.1% | 0.3% |
| 3 | Kredietinstellingen | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 41.5% | 3.4% | 0.0% | 1.0% | 0.1% | 0.3% |
| 4 | Leningen en voorschotten | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 52.2% | 4.1% | 0.0% | 0.1% | 0.1% | 0.0% |
| 5 | Schuldbewijzen, incl. UoP | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 39.5% | 3.2% | 0.0% | 1.1% | 0.1% | 0.3% |
| 6 | Eigenvermogensinstrumenten | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | 0.0% | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% |
| 7 | Andere financiële ondernemingen | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 69.2% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% |
| 8 | waarvan beleggingsondernemingen | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 69.2% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% |
| 9 | Leningen en voorschotten | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 71.9% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% |
| 10 | Schuldbewijzen, incl. UoP | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% |
| 11 | Eigenvermogensinstrumenten | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | 0.0% | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% |
| 12 | waarvan beheersmaatschappijen | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% |
| 13 | Leningen en voorschotten | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% |
| 14 | Schuldbewijzen, incl. UoP | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% |
| 15 | Eigenvermogensinstrumenten | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | 0.0% | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% |
| 16 | waarvan verzekeringsondernemingen | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% |
| 17 | Leningen en voorschotten | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% |
| 18 | Schuldbewijzen, incl. UoP | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% |
| 19 | Eigenvermogensinstrumenten | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | 0.0% | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% |
| 20 | Niet-financiële ondernemingen | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 38.6% | 17.9% | 0.7% | 9.7% | 3.9% | 1.6% |
| 21 | Leningen en voorschotten | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 38.3% | 19.1% | 0.8% | 10.7% | 3.9% | 1.5% |
| 22 23 |
Eigenvermogensinstrumenten Schuldbewijzen, incl. UoP |
0.0% 0.0% |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
0.0% 0.0% |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
43.9% 13.2% |
7.2% 0.0% |
N/A 0.0% |
0.1% 0.0% |
4.0% 0.0% |
0.1% 0.0% |
| 24 | Huishoudens | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 100.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 24.3% |
| 25 | waarvan door niet-zakelijk onroerend goed zekergestelde leningen |
N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | 100.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 23.1% |
| 26 | waarvan leningen voor renovatie gebouwen | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | 100.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 1.3% |
| 27 | waarvan leningen motorvoertuigen | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | 100.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.3% |
| 28 | Financiering lokale overheden | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 100.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.3% |
| 29 | Financiering huisvesting | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 100.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.3% |
| 30 | Overige financiering lokale overheden | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 100.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% |
| 31 | Door bezitsverkrijging verkregen zekerheden: niet- zakelijk en zakelijk onroerend goed |
0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 100.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% |
| 32 | Totaal GAR activa | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 41.0% | 0.5% | 0.0% | 0.3% | 0.1% | 61.8% |
* Noemer per rij met uitzondering van aandeel totale bestreken activa (ten opzichte van
totale activa)
* Vorige interpretatie in het jaarverslag van 2023 met slechts 1 noemervoor alle gerapporteerde percentages
p. 346
KBC als kredietinstelling –
stand GAR-KPI (gebaseerd op omzet) –
r
s
t Verontreiniging (PBV)
Aandeel totale bestreken activa ter financiering
van taxonomierelevante sectoren (in aanmerking
komend voor taxonomie)
Aandeel totale bestreken activa ter
financiering van taxonomierelevante
sectoren (op taxonomie afgestemd)
Waarvan
Waarvan
gebruik
faciliterend
van
opbrengsten
31-12-2023
GAR - noemer
1
in aanmerking genomen activa in teller en
Voor berekening GAR in aanmerking komende leningen
en voorschotten, schuldbewijzen en
eigenvermogensinstrumenten, niet
handelsdoeleinden aangehouden
2 3 4 5 6 7 8 9 10
11 12 13 14 15 16 17 18 19 20
21 22 23 24 25 26 27 28 29 30
31 32
Totaal GAR activa
Financiering lokale overheden
Financiering huisvesting
Overige financiering lokale overheden
Door bezitsverkrijging verkregen zekerheden: niet-
zakelijk en zakelijk onroerend goed
* Vorige interpretatie in het jaarverslag van 2023 met slechts 1 noemer
0.0% 0.0%
N/A voor alle gerapporteerde percentages
N/A
N/A
0.0%
N/A
N/A
N/A
40.8%
0.2%
0,0%
0.0%
0.1%
42,9%
N/A
N/A
N/A
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
waarvan door niet-zakelijk onroerend goed zekergestelde leningen waarvan leningen voor renovatie gebouwen
waarvan leningen motorvoertuigen
Huishoudens
Niet-financiële ondernemingen
Leningen en voorschotten
Schuldbewijzen, incl. UoP
Eigenvermogensinstrumenten
Kredietinstellingen Leningen en voorschotten
Schuldbewijzen, incl. UoP
Eigenvermogensinstrumenten
Andere financiële ondernemingen
waarvan beleggingsondernemingen
Leningen en voorschotten
Schuldbewijzen, incl. UoP
Eigenvermogensinstrumenten
waarvan beheersmaatschappijen
Leningen en voorschotten
Schuldbewijzen, incl. UoP
Eigenvermogensinstrumenten
waarvan verzekeringsondernemingen
Leningen en voorschotten
Schuldbewijzen, incl. UoP
Eigenvermogensinstrumenten
Financiële ondernemingen
voor
0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
0.0%
0,0%
0.0%
0.0%
0.1%
N/A
N/A
N/A
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.5%
0.0%
0,0%
0.0%
0.0%
0.5%
N/A
N/A
N/A
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.5%
0.0%
0,0%
0.0%
0.0%
0.6%
N/A
N/A
N/A
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.3%
0.0%
0,0%
0.0%
0.0%
0.3%
N/A
N/A
N/A
0.0%
N/A
N/A
N/A
2.3%
0.0%
0,0%
0.0%
0.0%
2.3%
N/A
N/A
N/A
0.0%
N/A
N/A
N/A
37.7%
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
37.7%
N/A
N/A
N/A
0.0%
N/A
N/A
N/A
39.8%
0.0%
0,0%
0.0%
0.0%
39.8%
N/A
N/A
N/A
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
0.0%
N/A
0.0%
0.0%
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
0.0%
0,0%
0.0%
0.0%
0.2%
N/A
N/A
N/A
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.4%
0.2%
0,0%
0.0%
0.1%
2.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.4%
0.2%
0,0%
0.0%
0.1%
2.2%
N/A
N/A
N/A
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
0.0%
N/A
0.0%
0.0%
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
0.0%
0,0%
0.0%
0.0%
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
0.0%
0,0%
0.0%
0.0%
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
0.0%
0,0%
0.0%
0.0%
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
0.0%
N/A
0.0%
0.0%
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
0.0%
0,0%
0.0%
0.0%
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
0.0%
0,0%
0.0%
0.0%
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
0.0%
0,0%
0.0%
0.0%
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
0.0%
N/A
0.0%
0.0%
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
0.0%
0,0%
0.0%
0.0%
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
0.0%
0,0%
0.0%
0.0%
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
0.0%
0,0%
0.0%
0.0%
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
0.0%
0,0%
0.0%
0.0%
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
0.0%
N/A
0.0%
0.0%
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
0.0%
0,0%
0.0%
0.0%
0.2%
N/A
N/A
N/A
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
0.0%
0,0%
0.0%
0.0%
0.1%
N/A
N/A
N/A
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.1%
0.0%
0,0%
0.0%
0.0%
0.3%
N/A
N/A
N/A
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.1%
0.0%
0,0%
0.0%
0.0%
0.3%
N/A
N/A
N/A
0.0%
N/A
N/A
N/A
40.8%
0.2%
0,0%
0.0%
0.1%
42.9%
% (in verhouding tot totale bestreken activa in noemer)*
u
v
w
x Biodiversiteit en ecosystemen (BIO)
Aandeel totale bestreken activa ter financiering
van taxonomierelevante sectoren (in aanmerking
komend voor taxonomie)
Aandeel totale bestreken activa ter
financiering van taxonomierelevante
sectoren (op taxonomie afgestemd)
Waarvan
Waarvan
gebruik
faciliterend
van
opbrengsten
z aa
ab
ac
ad TOTAAL (KM+KA+WTR+CE+PBV+BIO)
Aandeel totale bestreken activa ter financiering van
taxonomierelevante sectoren (in aanmerking komend voor
taxonomie)
Aandeel totale bestreken activa ter financiering
van taxonomierelevante sectoren (op taxonomie
Waarvan
Waarvan
Waarvan
gebruik
transitieondersteu
faciliterend
van
opbrengsten
-nend
afgestemd)
bestreken
activa
ae
af
Aandeel
totale
DEEL 4
| 42,9% | 0.1% | 0.0% | 0,0% | 0.2% | 40.8% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | Totaal GAR activa 32 |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | zakelijk en zakelijk onroerend goed 31 |
| 0.1% | 0.0% | 0.0% | 0,0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | Door bezitsverkrijging verkregen zekerheden: niet- Overige financiering lokale overheden 30 |
| 0.5% | 0.0% | 0.0% | 0,0% | 0.0% | 0.5% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | Financiering huisvesting 29 |
| 0.6% | 0.0% | 0.0% | 0,0% | 0.0% | 0.5% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | Financiering lokale overheden 28 |
| 0.3% | 0.0% | 0.0% | 0,0% | 0.0% | 0.3% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | waarvan leningen motorvoertuigen 27 |
| 2.3% | 0.0% | 0.0% | 0,0% | 0.0% | 2.3% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | waarvan leningen voor renovatie gebouwen 26 |
| 37.7% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 37.7% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | waarvan door niet-zakelijk onroerend goed zekergestelde leningen 25 |
| 39.8% | 0.0% | 0.0% | 0,0% | 0.0% | 39.8% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | Huishoudens 24 |
| 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | Eigenvermogensinstrumenten 23 |
| 0.2% | 0.0% | 0.0% | 0,0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | Schuldbewijzen, incl. UoP 22 |
| 2.0% | 0.1% | 0.0% | 0,0% | 0.2% | 0.4% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | Leningen en voorschotten 21 |
| 2.2% | 0.1% | 0.0% | 0,0% | 0.2% | 0.4% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | Niet-financiële ondernemingen 20 |
| 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | Eigenvermogensinstrumenten 19 |
| 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0,0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | Schuldbewijzen, incl. UoP 18 |
| 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0,0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | Leningen en voorschotten 17 |
| 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0,0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | waarvan verzekeringsondernemingen 16 |
| 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0,0% N/A |
0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | Eigenvermogensinstrumenten Schuldbewijzen, incl. UoP 15 |
| 0.0% 0.0% |
0.0% 0.0% |
0.0% 0.0% |
0,0% | 0.0% 0.0% |
0.0% 0.0% |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
0.0% 0.0% |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
0.0% 0.0% |
Leningen en voorschotten 13 14 |
| 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0,0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | waarvan beheersmaatschappijen 12 |
| 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | Eigenvermogensinstrumenten 11 |
| 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0,0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | Schuldbewijzen, incl. UoP 10 |
| 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0,0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | Leningen en voorschotten 9 |
| 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0,0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | waarvan beleggingsondernemingen 8 |
| 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0,0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | Andere financiële ondernemingen 7 |
| 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | Eigenvermogensinstrumenten 6 |
| 0.2% | 0.0% | 0.0% | 0,0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | Schuldbewijzen, incl. UoP 5 |
| 0.1% | 0.0% | 0.0% | 0,0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | Leningen en voorschotten 4 |
| 0.3% | 0.0% | 0.0% | 0,0% | 0.0% | 0.1% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | Kredietinstellingen 3 |
| 0.3% | 0.0% | 0.0% | 0,0% | 0.0% | 0.1% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | Financiële ondernemingen 2 |
| 42.9% | 0.1% | 0.0% | 0,0% | 0.2% | 40.8% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | Voor berekening GAR in aanmerking komende leningen voor en voorschotten, schuldbewijzen en eigenvermogensinstrumenten, niet handelsdoeleinden aangehouden 1 |
| in aanmerking genomen activa in teller en noemer GAR - |
||||||||||||||
| Waarvan facilite rend |
Waarvan transitie ondersteu -nend |
Waarvan gebruik van opbreng sten |
Waarvan facilite rend |
Waarvan gebruik van opbreng sten |
Waarvan facilite rend |
Waarvan gebruik van opbreng sten |
||||||||
| afgestemd) | Aandeel totale bestreken activa ter financiering van taxonomierelevante sectoren (op taxonomie |
financiering van taxonomierelevante sectoren (op taxonomie afgestemd) |
financiering van taxonomierelevante sectoren (op taxonomie afgestemd) |
% (in verhouding tot totale bestreken activa in noemer)* 31-12-2023 |
||||||||||
| bestreken activa |
taxonomie) | Aandeel totale bestreken activa ter komend voor taxonomie) |
Aandeel totale bestreken activa ter komend voor taxonomie) |
|||||||||||
| totale | taxonomierelevante sectoren (in aanmerking komend voor | van taxonomierelevante sectoren (in aanmerking | van taxonomierelevante sectoren (in aanmerking | |||||||||||
| Aandeel | Aandeel totale bestreken activa ter financiering van | Biodiversiteit en ecosystemen (BIO) | Aandeel totale bestreken activa ter financiering | Verontreiniging (PBV) | Aandeel totale bestreken activa ter financiering | |||||||||
| af | ae | TOTAAL (KM+KA+WTR+CE+PBV+BIO) ad |
ac | ab | aa | z | x | w | v | u | t | s | r | |
* Vorige interpretatie in het jaarverslag van 2023 met slechts 1 noemer
voor alle gerapporteerde percentages
| N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.1% | 0.1% | 0.0% | 0.4% | 41.1% | Totaal GAR activa 32 |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 100.0% | Door bezitsverkrijging verkregen zekerheden: niet- zakelijk en zakelijk onroerend goed 31 |
| N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 100.0% | Overige financiering lokale overheden 30 |
| N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 100.0% | Financiering huisvesting 29 |
| N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 100.0% | Financiering lokale overheden 28 |
| N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 100.0% | waarvan leningen motorvoertuigen 27 |
| N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 100.0% | waarvan leningen voor renovatie gebouwen 26 |
| N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 100.0% | waarvan door niet-zakelijk onroerend goed zekergestelde leningen 25 |
| N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 100.0% | Huishoudens 24 |
| N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | 0.0% | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | 0.0% | 0.0% | Eigenvermogensinstrumenten 23 |
| N/A | N/A | N/A | 0.4% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | 1.9% | 0.0% | 2.4% | 3.9% | 3.7% | 0.4% | 0.0% | 10.0% | 45.1% | Schuldbewijzen, incl. UoP 22 |
| N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | 0.2% | 0.0% | 0.4% | 0.9% | 5.8% | 4.5% | 0.8% | 15.4% | 40.8% | Leningen en voorschotten 21 |
| N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | 0.4% | 0.0% | 0.6% | 1.2% | 5.6% | 4.1% | 0.7% | 14.8% | 40.9% | Niet-financiële ondernemingen 20 |
| N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | 0.0% | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | 0.0% | 0.0% | Eigenvermogensinstrumenten 19 |
| N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | Schuldbewijzen, incl. UoP 18 |
| N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | Leningen en voorschotten 17 |
| N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | waarvan verzekeringsondernemingen 16 |
| N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | 0.0% | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | 0.0% | 0.0% | Eigenvermogensinstrumenten 15 |
| N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
0.0% 0.0% |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
0.0% 0.0% |
0.0% 0.0% |
0.0% 0.0% |
0.0% 0.0% |
0.0% 0.0% |
0.0% 0.0% |
0.0% 0.0% |
0.0% 0.0% |
0.0% 0.0% |
0.0% 0.0% |
Leningen en voorschotten Schuldbewijzen, incl. UoP 14 13 |
| N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | waarvan beheersmaatschappijen 12 |
| N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | 0.0% | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | 0.0% | 0.0% | Eigenvermogensinstrumenten 11 |
| N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | Schuldbewijzen, incl. UoP 10 |
| N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 71.9% | Leningen en voorschotten 9 |
| N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 69.2% | waarvan beleggingsondernemingen 8 |
| N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 69.2% | Andere financiële ondernemingen 7 |
| N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | 0.0% | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | 0.0% | 0.0% | Eigenvermogensinstrumenten 6 |
| N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.2% | 1.1% | 0.0% | 3.3% | 41.4% | Schuldbewijzen, incl. UoP 5 |
| N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.1% | 0.0% | 3.6% | 52.9% | Leningen en voorschotten 4 |
| N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.1% | 1.0% | 0.0% | 3.4% | 43.2% | Kredietinstellingen 3 |
| N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.1% | 1.0% | 0.0% | 3.3% | 43.5% | Financiële ondernemingen 2 |
| N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.1% | 0.3% | 0.3% | 0.0% | 1.0% | 95.7% | Voor berekening GAR in aanmerking komende leningen voor en voorschotten, schuldbewijzen en eigenvermogensinstrumenten, niet handelsdoeleinden aangehouden 1 |
| in aanmerking genomen activa in teller en noemer GAR - |
|||||||||||||||||
| rend | opbreng sten |
rend | opbreng sten |
rend | van sten opbreng |
rend | ondersteu -nend |
van opbreng sten |
|||||||||
| Waarvan facilite |
Waarvan gebruik van |
Waarvan facilite |
Waarvan gebruik van |
Waarvan facilite |
Waarvan gebruik |
Waarvan facilite |
Waarvan transitie |
Waarvan gebruik |
|||||||||
| sectoren (op taxonomie afgestemd) | sectoren (op taxonomie afgestemd) | sectoren (op taxonomie afgestemd) | afgestemd) | % (in verhouding tot totale bestreken activa in noemer)* | |||||||||||||
| financiering van taxonomierelevante | financiering van taxonomierelevante | financiering van taxonomierelevante | Aandeel totale bestreken activa ter financiering van taxonomierelevante sectoren (op taxonomie |
31-12-2024 | |||||||||||||
| Aandeel totale bestreken activa ter voor taxonomie) |
voor taxonomie) | Aandeel totale bestreken activa ter | komend voor taxonomie) | Aandeel totale bestreken activa ter | taxonomie) | ||||||||||||
| taxonomie-relevante sectoren (in aanmerking komend | taxonomie-relevante sectoren (in aanmerking komend | van taxonomierelevante sectoren (in aanmerking | taxonomierelevante sectoren (in aanmerking komend voor | ||||||||||||||
| Aandeel totale bestreken activa ter financiering van | Aandeel totale bestreken activa ter financiering van | Aandeel totale bestreken activa ter financiering | Aandeel totale bestreken activa ter financiering van | ||||||||||||||
| Circulaire economie (CE) | Water en mariene hulpbronnen (WTR) | (KA) Klimaatadaptie |
Klimaatmitigatie (KM) | ||||||||||||||
| q | p | o | n | m | l | k | j | i | h | g f |
e | d | c | b | a |
* Noemer per rij met uitzondering van aandeel totale bestreken activa (ten opzichte van
totale activa)
p. 348
KBC als kredietinstelling –
stand GAR-KPI (gebaseerd op capex) –
r
s
t Verontreiniging (PBV)
Aandeel totale bestreken activa ter financiering
van taxonomierelevante sectoren (in aanmerking
komend voor taxonomie)
Aandeel totale bestreken activa ter
financiering van taxonomierelevante
sectoren (op taxonomie afgestemd)
Waarvan
Waarvan
gebruik
faciliterend
van
opbrengsten
31-12-2024
GAR - noemer
1
in aanmerking genomen activa in teller en
Voor berekening GAR in aanmerking komende leningen
en voorschotten, schuldbewijzen en
eigenvermogensinstrumenten, niet
handelsdoeleinden aangehouden
2 3 4 5 6 7 8 9 10
11 12 13 14 15 16 17 18 19 20
21 22 23 24 25 26 27 28 29 30
31 32
Totaal GAR activa
Financiering lokale overheden
Financiering huisvesting
Overige financiering lokale overheden
Door bezitsverkrijging verkregen zekerheden: niet-
zakelijk en zakelijk onroerend goed
* Noemer per rij met uitzondering van aandeel totale bestreken activa (ten opzichte van
0.0% 0.0%
N/A
totale activa)
N/A
N/A
0.0%
N/A
N/A
N/A
41.1%
0.4%
0.0%
0.1%
0.2%
61.8%
N/A
N/A
N/A
0.0%
N/A
N/A
N/A
100.0%
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
waarvan door niet-zakelijk onroerend goed zekergestelde leningen waarvan leningen voor renovatie gebouwen
waarvan leningen motorvoertuigen
Huishoudens
Niet-financiële ondernemingen
Leningen en voorschotten
Schuldbewijzen, incl. UoP
Eigenvermogensinstrumenten
Kredietinstellingen Leningen en voorschotten
Schuldbewijzen, incl. UoP
Eigenvermogensinstrumenten
Andere financiële ondernemingen
waarvan beleggingsondernemingen
Leningen en voorschotten
Schuldbewijzen, incl. UoP
Eigenvermogensinstrumenten
waarvan beheersmaatschappijen
Leningen en voorschotten
Schuldbewijzen, incl. UoP
Eigenvermogensinstrumenten
waarvan verzekeringsondernemingen
Leningen en voorschotten
Schuldbewijzen, incl. UoP
Eigenvermogensinstrumenten
Financiële ondernemingen
voor
0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% N/A N/A N/A N/A 0.0% 0.0% 0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
N/A
N/A
N/A
100.0%
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
N/A
N/A
N/A
100.0%
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
0.3%
N/A
N/A
N/A
0.0%
N/A
N/A
N/A
100.0%
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
0.3%
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
100.0%
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
0.3%
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
100.0%
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
1.3%
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
100.0%
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
23.1%
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
100.0%
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
24.3%
N/A
N/A
N/A
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
0.0%
N/A
0.0%
0.0%
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
N/A
N/A
N/A
49.4%
12.4%
0.0%
0.4%
5.6%
0.1%
N/A
N/A
N/A
0.0%
N/A
N/A
N/A
41.7%
15.8%
0.8%
4.5%
6.0%
1.5%
N/A
N/A
N/A
0.0%
N/A
N/A
N/A
42.1%
15.4%
0.7%
4.1%
5.9%
1.6%
N/A
N/A
N/A
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
0.0%
N/A
0.0%
0.0%
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
0.0%
N/A
0.0%
0.0%
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
0.0%
N/A
0.0%
0.0%
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
N/A
N/A
N/A
71.9%
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
N/A
N/A
N/A
69.2%
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
N/A
N/A
N/A
69.2%
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
0.0%
N/A
0.0%
0.0%
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
N/A
N/A
N/A
41.4%
3.3%
0.0%
1.1%
0.2%
0.3%
N/A
N/A
N/A
0.0%
N/A
N/A
N/A
52.9%
3.6%
0.0%
0.1%
0.0%
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
N/A
N/A
N/A
43.2%
3.4%
0.0%
1.0%
0.1%
0.3%
N/A
N/A
N/A
0.0%
N/A
N/A
N/A
43.5%
3.3%
0.0%
1.0%
0.1%
0.3%
N/A
N/A
N/A
0.0%
N/A
N/A
N/A
95.7%
1.0%
0.0%
0.3%
0.4%
26.6%
% (in verhouding tot totale bestreken activa in noemer)*
u
v
w
x Biodiversiteit en ecosystemen (BIO)
Aandeel totale bestreken activa ter financiering
van taxonomierelevante sectoren (in aanmerking
komend voor taxonomie)
Aandeel totale bestreken activa ter
financiering van taxonomierelevante
sectoren (op taxonomie afgestemd)
Waarvan
Waarvan
gebruik
faciliterend
van
opbrengsten
z aa
ab
ac
ad TOTAAL (KM+KA+WTR+CE+PBV+BIO)
Aandeel totale bestreken activa ter financiering van
taxonomierelevante sectoren (in aanmerking komend voor
taxonomie)
Aandeel totale bestreken activa ter financiering
van taxonomierelevante sectoren (op taxonomie
Waarvan
Waarvan
Waarvan
gebruik
transitieondersteu
faciliterend
van
opbrengsten
-nend
afgestemd)
bestreken
activa
ae
af
Aandeel
totale
DEEL 2
p. 349
388 Jaarverslag KBC Groep 2024
| r | s | t | u | v | w | x | z | aa | ab | ac | ad | ae | af | ||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Verontreiniging (PBV) | Biodiversiteit en ecosystemen (BIO) | TOTAAL (KM+KA+WTR+CE+PBV+BIO) | |||||||||||||
| Aandeel totale bestreken activa ter financiering | Aandeel totale bestreken activa ter financiering | Aandeel totale bestreken activa ter financiering van | Aandeel | ||||||||||||
| van taxonomierelevante sectoren (in aanmerking | komend voor taxonomie) | van taxonomierelevante sectoren (in aanmerking | komend voor taxonomie) | taxonomierelevante sectoren (in aanmerking komend voor | taxonomie) | totale bestreken |
|||||||||
| 31-12-2024 | Aandeel totale bestreken activa ter financiering van taxonomierelevante |
Aandeel totale bestreken activa ter financiering van taxonomierelevante |
Aandeel totale bestreken activa ter financiering van taxonomierelevante sectoren (op taxonomie |
activa | |||||||||||
| % (in verhouding tot totale bestreken activa in noemer)* | sectoren (op taxonomie afgestemd) | sectoren (op taxonomie afgestemd) | afgestemd) | ||||||||||||
| Waarvan | Waarvan | Waarvan | Waarvan | Waarvan | Waarvan | Waarvan | |||||||||
| gebruik | facilite | gebruik | facilite | gebruik | transitie | facilite | |||||||||
| van opbreng |
rend | van opbreng |
rend | van opbreng |
ondersteu -nend |
rend | |||||||||
| sten | sten | sten | |||||||||||||
| in aanmerking genomen activa in teller en GAR - |
|||||||||||||||
| noemer | |||||||||||||||
| Voor berekening GAR in aanmerking komende leningen en voorschotten, schuldbewijzen en |
|||||||||||||||
| 1 | voor eigenvermogensinstrumenten, niet |
0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 95.7% | 1.0% | 0.0% | 0.3% | 0.4% | 26.6% |
| handelsdoeleinden aangehouden | |||||||||||||||
| 2 | Financiële ondernemingen | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 43.5% | 3.3% | 0.0% | 1.0% | 0.1% | 0.3% |
| 3 | Kredietinstellingen | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 43.2% | 3.4% | 0.0% | 1.0% | 0.1% | 0.3% |
| 4 | Leningen en voorschotten | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 52.9% | 3.6% | 0.0% | 0.1% | 0.0% | 0.0% |
| 5 | Schuldbewijzen, incl. UoP | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 41.4% | 3.3% | 0.0% | 1.1% | 0.2% | 0.3% |
| 6 | Eigenvermogensinstrumenten | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | 0.0% | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% |
| 7 | Andere financiële ondernemingen | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 69.2% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% |
| 8 | waarvan beleggingsondernemingen | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 69.2% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% |
| 9 | Leningen en voorschotten | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 71.9% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% |
| 10 | Schuldbewijzen, incl. UoP | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% |
| 11 | Eigenvermogensinstrumenten | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | 0.0% | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% |
| 12 | waarvan beheersmaatschappijen | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% |
| 13 | Leningen en voorschotten | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% |
| 14 | Schuldbewijzen, incl. UoP | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% |
| 15 | Eigenvermogensinstrumenten | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | 0.0% | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% |
| 16 | waarvan verzekeringsondernemingen | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% |
| 17 | Leningen en voorschotten | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% |
| 18 | Schuldbewijzen, incl. UoP | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% |
| 19 | Eigenvermogensinstrumenten | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | 0.0% | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% |
| 20 | Niet-financiële ondernemingen | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 42.1% | 15.4% | 0.7% | 4.1% | 5.9% | 1.6% |
| 21 | Leningen en voorschotten | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 41.7% | 15.8% | 0.8% | 4.5% | 6.0% | 1.5% |
| 22 | Schuldbewijzen, incl. UoP | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 49.4% | 12.4% | 0.0% | 0.4% | 5.6% | 0.1% |
| 23 | Eigenvermogensinstrumenten | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | 0.0% | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% |
| 24 | Huishoudens | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | 100.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 24.3% |
| 25 | waarvan door niet-zakelijk onroerend goed zekergestelde leningen |
N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | 100.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 23.1% |
| 26 | waarvan leningen voor renovatie gebouwen | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | 100.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 1.3% |
| 27 | waarvan leningen motorvoertuigen | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | 100.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.3% |
| 28 | Financiering lokale overheden | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 100.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.3% |
| 29 | Financiering huisvesting | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 100.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.3% |
| 30 | Overige financiering lokale overheden | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 100.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% |
| Door bezitsverkrijging verkregen zekerheden: niet- | |||||||||||||||
| 31 | zakelijk en zakelijk onroerend goed | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 100.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% |
| 32 | Totaal GAR activa | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 41.1% | 0.4% | 0.0% | 0.1% | 0.2% | 61.8% |
* Noemer per rij met uitzondering van aandeel totale bestreken activa (ten opzichte van
totale activa)
| a | b | c | d | e | f | g | h | i | j | k | l | m | n | o | p | q | ||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Klimaatmitigatie (KM) | Klimaatadaptie | (KA) | Water en mariene hulpbronnen (WTR) | Circulaire economie (CE) | ||||||||||||||
| Aandeel totale bestreken activa ter financiering van | Aandeel totale bestreken activa ter financiering | Aandeel totale bestreken activa ter financiering van | Aandeel totale bestreken activa ter financiering van | |||||||||||||||
| taxonomierelevante sectoren (in aanmerking komend voor | taxonomie) | van taxonomierelevante sectoren (in aanmerking | komend voor taxonomie) | taxonomie-relevante sectoren (in aanmerking komend | voor taxonomie) | taxonomie-relevante sectoren (in aanmerking komend | voor taxonomie) | |||||||||||
| Aandeel totale bestreken activa ter financiering | Aandeel totale bestreken activa ter | Aandeel totale bestreken activa ter | Aandeel totale bestreken activa ter | |||||||||||||||
| 31-12-2023 | van taxonomierelevante sectoren (op taxonomie | financiering van taxonomierelevante | financiering van taxonomierelevante | financiering van taxonomierelevante | ||||||||||||||
| % (in verhouding tot totale bestreken activa in noemer)* | Waarvan | Waarvan | Waarvan afgestemd) |
sectoren (op taxonomie afgestemd) Waarvan |
Waarvan | sectoren (op taxonomie afgestemd) Waarvan |
Waarvan | sectoren (op taxonomie afgestemd) Waarvan |
Waarvan | |||||||||
| gebruik | transitie | facilite | gebruik | facilite | gebruik van | facilite | gebruik van | facilite | ||||||||||
| van | ondersteu | rend | van | rend | opbreng | rend | opbreng | rend | ||||||||||
| sten opbreng |
-nend | sten opbreng |
sten | sten | ||||||||||||||
| in aanmerking genomen activa in teller en GAR - |
||||||||||||||||||
| noemer | ||||||||||||||||||
| Voor berekening GAR in aanmerking komende leningen | ||||||||||||||||||
| en voorschotten, schuldbewijzen en | ||||||||||||||||||
| 1 | voor eigenvermogensinstrumenten, niet |
40.9% | 0.3% | 0.0% | 0.1% | 0.1% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| handelsdoeleinden aangehouden | ||||||||||||||||||
| 2 | Financiële ondernemingen | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| 3 | Kredietinstellingen | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| 4 | Leningen en voorschotten | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| 5 | Schuldbewijzen, incl. UoP | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| 6 | Eigenvermogensinstrumenten | 0.0% | 0.0% | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| 7 | Andere financiële ondernemingen | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| 8 | waarvan beleggingsondernemingen | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| 9 | Leningen en voorschotten | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| 10 | Schuldbewijzen, incl. UoP | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| 11 | Eigenvermogensinstrumenten | 0.0% | 0.0% | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| 12 | waarvan beheersmaatschappijen | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| 13 | Leningen en voorschotten | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | ||
| 14 15 |
Eigenvermogensinstrumenten Schuldbewijzen, incl. UoP |
0.0% | 0.0% | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| 16 | waarvan verzekeringsondernemingen | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| 17 | Leningen en voorschotten | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| 18 19 |
Eigenvermogensinstrumenten Schuldbewijzen, incl. UoP |
0.0% 0.0% |
0.0% 0.0% |
N/A 0.0% |
0.0% 0.0% |
0.0% 0.0% |
0.0% 0.0% |
0.0% 0.0% |
0.0% N/A |
0.0% 0.0% |
0.0% 0.0% |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
0.0% 0.0% |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
| 20 | Niet-financiële ondernemingen | 0.5% | 0.3% | 0.0% | 0.1% | 0.1% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| 21 | Leningen en voorschotten | 0.5% | 0.3% | 0.0% | 0.1% | 0.1% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| 22 | Schuldbewijzen, incl. UoP | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| 23 | Eigenvermogensinstrumenten | 0.0% | 0.0% | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| 24 | Huishoudens | 39.8% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| waarvan door niet-zakelijk onroerend goed | ||||||||||||||||||
| 25 | zekergestelde leningen | 37.7% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| 26 | waarvan leningen voor renovatie gebouwen | 2.3% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| 27 | waarvan leningen motorvoertuigen | 0.3% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| 28 | Financiering lokale overheden | 0.5% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| 29 | Financiering huisvesting | 0.5% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| 30 | Overige financiering lokale overheden | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| 31 | Door bezitsverkrijging verkregen zekerheden: niet- | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| zakelijk en zakelijk onroerend goed | ||||||||||||||||||
| 32 | Totaal GAR activa | 40.9% | 0.3% | 0.0% | 0.1% | 0.1% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
* Vorige interpretatie in het jaarverslag van 2023 met slechts 1 noemervoor alle gerapporteerde percentages
p. 350
KBC als kredietinstelling –
stand GAR-KPI (gebaseerd op capex) –
r
s
t Verontreiniging (PBV)
Aandeel totale bestreken activa ter financiering
van taxonomierelevante sectoren (in aanmerking
komend voor taxonomie)
Aandeel totale bestreken activa ter
financiering van taxonomierelevante
sectoren (op taxonomie afgestemd)
Waarvan
Waarvan
gebruik
faciliterend
van
opbrengsten
31-12-2023
GAR - noemer
1
in aanmerking genomen activa in teller en
Voor berekening GAR in aanmerking komende leningen
en voorschotten, schuldbewijzen en
eigenvermogensinstrumenten, niet
handelsdoeleinden aangehouden
2 3 4 5 6 7 8 9 10
11 12 13 14 15 16 17 18 19 20
21 22 23 24 25 26 27 28 29 30
31 32
Totaal GAR activa
Financiering lokale overheden
Financiering huisvesting
Overige financiering lokale overheden
Door bezitsverkrijging verkregen zekerheden: niet-
zakelijk en zakelijk onroerend goed
* Vorige interpretatie in het jaarverslag van 2023 met slechts 1 noemer
0.0% 0.0%
N/A voor alle gerapporteerde percentages
N/A
N/A
0.0%
N/A
N/A
N/A
40.9%
0.3%
0.0%
0.1%
0.1%
42,9%
N/A
N/A
N/A
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
waarvan door niet-zakelijk onroerend goed zekergestelde leningen waarvan leningen voor renovatie gebouwen
waarvan leningen motorvoertuigen
Huishoudens
Niet-financiële ondernemingen
Leningen en voorschotten
Schuldbewijzen, incl. UoP
Eigenvermogensinstrumenten
Kredietinstellingen Leningen en voorschotten
Schuldbewijzen, incl. UoP
Eigenvermogensinstrumenten
Andere financiële ondernemingen
waarvan beleggingsondernemingen
Leningen en voorschotten
Schuldbewijzen, incl. UoP
Eigenvermogensinstrumenten
waarvan beheersmaatschappijen
Leningen en voorschotten
Schuldbewijzen, incl. UoP
Eigenvermogensinstrumenten
waarvan verzekeringsondernemingen
Leningen en voorschotten
Schuldbewijzen, incl. UoP
Eigenvermogensinstrumenten
Financiële ondernemingen
voor
0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
0.1%
N/A
N/A
N/A
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.5%
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
0.5%
N/A
N/A
N/A
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.5%
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
0.6%
N/A
N/A
N/A
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.3%
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
0.3%
N/A
N/A
N/A
0.0%
N/A
N/A
N/A
2.3%
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
2.3%
N/A
N/A
N/A
0.0%
N/A
N/A
N/A
37.7%
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
37.7%
N/A
N/A
N/A
0.0%
N/A
N/A
N/A
39.8%
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
39.8%
N/A
N/A
N/A
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
0.0%
N/A
0.0%
0.0%
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
0.2%
N/A
N/A
N/A
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.5%
0.3%
0.0%
0.1%
0.1%
2.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.5%
0.3%
0.0%
0.1%
0.1%
2.2%
N/A
N/A
N/A
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
0.0%
N/A
0.0%
0.0%
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
0.0%
N/A
0.0%
0.0%
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
0.0%
N/A
0.0%
0.0%
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
0.0%
N/A
0.0%
0.0%
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
0.2%
N/A
N/A
N/A
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
0.1%
N/A
N/A
N/A
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
0.3%
N/A
N/A
N/A
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
0.3%
N/A
N/A
N/A
0.0%
N/A
N/A
N/A
40.9%
0.3%
0.0%
0.1%
0.1%
42.9%
% (in verhouding tot totale bestreken activa in noemer)*
u
v
w
x Biodiversiteit en ecosystemen (BIO)
Aandeel totale bestreken activa ter financiering
van taxonomierelevante sectoren (in aanmerking
komend voor taxonomie)
Aandeel totale bestreken activa ter
financiering van taxonomierelevante
sectoren (op taxonomie afgestemd)
Waarvan
Waarvan
gebruik
faciliterend
van
opbrengsten
z aa
ab
ac
ad TOTAAL (KM+KA+WTR+CE+PBV+BIO)
Aandeel totale bestreken activa ter financiering van
taxonomierelevante sectoren (in aanmerking komend voor
taxonomie)
Aandeel totale bestreken activa ter financiering
van taxonomierelevante sectoren (op taxonomie
Waarvan
Waarvan
Waarvan
gebruik
transitieondersteu
faciliterend
van
opbrengsten
-nend
afgestemd)
bestreken
activa
ae
af
Aandeel
totale
DEEL 4
| r | s | t | u | v | w | x | z | aa | ab | ac | ad | ae | af | ||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Verontreiniging (PBV) | Biodiversiteit en ecosystemen (BIO) | TOTAAL (KM+KA+WTR+CE+PBV+BIO) | |||||||||||||
| Aandeel totale bestreken activa ter financiering | Aandeel totale bestreken activa ter financiering | Aandeel totale bestreken activa ter financiering van | Aandeel | ||||||||||||
| van taxonomierelevante sectoren (in aanmerking | van taxonomierelevante sectoren (in aanmerking | taxonomierelevante sectoren (in aanmerking komend voor | totale | ||||||||||||
| komend voor taxonomie) | komend voor taxonomie) | taxonomie) | bestreken | ||||||||||||
| 31-12-2023 | Aandeel totale bestreken activa ter financiering van taxonomierelevante |
Aandeel totale bestreken activa ter financiering van taxonomierelevante |
Aandeel totale bestreken activa ter financiering van taxonomierelevante sectoren (op taxonomie |
activa | |||||||||||
| % (in verhouding tot totale bestreken activa in noemer)* | sectoren (op taxonomie afgestemd) | sectoren (op taxonomie afgestemd) | afgestemd) | ||||||||||||
| Waarvan | Waarvan | Waarvan | Waarvan | Waarvan | Waarvan | Waarvan | |||||||||
| gebruik | facilite | gebruik | facilite | gebruik | transitie | facilite | |||||||||
| van opbreng |
rend | van opbreng |
rend | van opbreng |
ondersteu -nend |
rend | |||||||||
| sten | sten | sten | |||||||||||||
| in aanmerking genomen activa in teller en GAR - |
|||||||||||||||
| noemer | |||||||||||||||
| Voor berekening GAR in aanmerking komende leningen | |||||||||||||||
| 1 | en voorschotten, schuldbewijzen en | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 40.9% | 0.3% | 0.0% | 0.1% | 0.1% | 42.9% |
| voor eigenvermogensinstrumenten, niet |
|||||||||||||||
| handelsdoeleinden aangehouden | |||||||||||||||
| 2 | Financiële ondernemingen | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.3% |
| 3 | Kredietinstellingen | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.3% |
| 4 | Leningen en voorschotten | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.1% |
| 5 | Schuldbewijzen, incl. UoP | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.2% |
| 6 | Eigenvermogensinstrumenten | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | 0.0% | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% |
| 7 | Andere financiële ondernemingen | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% |
| 8 | waarvan beleggingsondernemingen | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% |
| 9 | Leningen en voorschotten | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% |
| 10 | Schuldbewijzen, incl. UoP | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% |
| 11 | Eigenvermogensinstrumenten | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | 0.0% | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% |
| 12 | waarvan beheersmaatschappijen | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% |
| 13 | Leningen en voorschotten | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% |
| 14 | Schuldbewijzen, incl. UoP | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% |
| 15 | Eigenvermogensinstrumenten | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | 0.0% | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% |
| 16 | waarvan verzekeringsondernemingen | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% |
| 17 | Leningen en voorschotten | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% |
| 18 | Schuldbewijzen, incl. UoP | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% |
| 19 | Eigenvermogensinstrumenten | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | 0.0% | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% |
| 20 | Niet-financiële ondernemingen | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.5% | 0.3% | 0.0% | 0.1% | 0.1% | 2.2% |
| 21 | Leningen en voorschotten | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.5% | 0.3% | 0.0% | 0.1% | 0.1% | 2.0% |
| 22 | Schuldbewijzen, incl. UoP | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.2% |
| 23 | Eigenvermogensinstrumenten | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | 0.0% | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% |
| 24 | Huishoudens | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 39.8% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 39.8% |
| 25 | waarvan door niet-zakelijk onroerend goed | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 37.7% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 37.7% |
| zekergestelde leningen | |||||||||||||||
| 26 | waarvan leningen voor renovatie gebouwen | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 2.3% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 2.3% |
| 27 | waarvan leningen motorvoertuigen | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.3% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.3% |
| 28 | Financiering lokale overheden | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.5% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.6% |
| 29 | Financiering huisvesting | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.5% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.5% |
| 30 | Overige financiering lokale overheden | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.1% |
| 31 | Door bezitsverkrijging verkregen zekerheden: niet- | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% |
| zakelijk en zakelijk onroerend goed | |||||||||||||||
| 32 | Totaal GAR activa | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 40.9% | 0.3% | 0.0% | 0.1% | 0.1% | 42,9% |
* Vorige interpretatie in het jaarverslag van 2023 met slechts 1 noemer
voor alle gerapporteerde percentages
| DEEL 1 |
|---|
| – |
| stroom GAR-KPI (gebaseerd op omzet) |
| KBC als kredietinstelling – |
| a | b | c | d | e | f | g | h | i | j | k | l | m | n | o | p | q | ||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Klimaatmitigatie (KM) | Klimaatadaptie | (KA) | Water en mariene hulpbronnen (WTR) | Circulaire economie (CE) | ||||||||||||||
| Aandeel totale bestreken activa ter financiering van | Aandeel totale bestreken activa ter financiering | Aandeel totale bestreken activa ter financiering van | Aandeel totale bestreken activa ter financiering van | |||||||||||||||
| taxonomierelevante sectoren (in aanmerking komend voor | taxonomie) | van taxonomierelevante sectoren (in aanmerking | komend voor taxonomie) | taxonomie-relevante sectoren (in aanmerking komend | voor taxonomie) | taxonomie-relevante sectoren (in aanmerking komend | voor taxonomie) | |||||||||||
| % (in verhouding tot stroom totale in aanmerking 31-12-2024 |
Aandeel totale bestreken activa ter financiering van taxonomierelevante sectoren (op taxonomie |
Aandeel totale bestreken activa ter financiering van taxonomierelevante |
Aandeel totale bestreken activa ter financiering van taxonomierelevante |
Aandeel totale bestreken activa ter financiering van taxonomierelevante |
||||||||||||||
| komende activa)* | afgestemd) | sectoren (op taxonomie afgestemd) | sectoren (op taxonomie afgestemd) | sectoren (op taxonomie afgestemd) | ||||||||||||||
| Waarvan | Waarvan | Waarvan | Waarvan | Waarvan | Waarvan | Waarvan | Waarvan | Waarvan | ||||||||||
| gebruik van |
transitie ondersteu |
facilite rend |
gebruik van |
facilite rend |
gebruik van opbreng |
facilite rend |
gebruik van opbreng |
facilite rend |
||||||||||
| opbreng sten |
-nend | opbreng sten |
sten | sten | ||||||||||||||
| in aanmerking genomen activa in teller en noemer GAR - |
||||||||||||||||||
| Voor berekening GAR in aanmerking komende leningen | ||||||||||||||||||
| en voorschotten, schuldbewijzen en | ||||||||||||||||||
| 1 | voor eigenvermogensinstrumenten, niet |
89.7% | 3.0% | 0.0% | 1.9% | 0.7% | 0.2% | 0.1% | 0.0% | 0.1% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| handelsdoeleinden aangehouden | ||||||||||||||||||
| 2 | Financiële ondernemingen | 44.3% | 3.9% | 0.0% | 0.8% | 0.1% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| 3 | Kredietinstellingen | 44.3% | 3.9% | 0.0% | 0.8% | 0.1% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| 4 | Leningen en voorschotten | 46.2% | 4.0% | 0.0% | 0.1% | 0.1% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| 5 | Schuldbewijzen, incl. UoP | 42.2% | 3.9% | 0.0% | 1.5% | 0.1% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| 6 | Eigenvermogensinstrumenten | 0.0% | 0.0% | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| 7 | Andere financiële ondernemingen | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| 8 | waarvan beleggingsondernemingen | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| 9 | Leningen en voorschotten | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| 10 | Schuldbewijzen, incl. UoP | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| 11 | Eigenvermogensinstrumenten | 0.0% | 0.0% | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| 12 | waarvan beheersmaatschappijen | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| 13 | Leningen en voorschotten | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| 14 | Schuldbewijzen, incl. UoP | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| 15 | Eigenvermogensinstrumenten | 0.0% | 0.0% | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| 16 | waarvan verzekeringsondernemingen | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| 17 | Leningen en voorschotten | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| 18 | Schuldbewijzen, incl. UoP | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| 19 | Eigenvermogensinstrumenten | 0.0% | 0.0% | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| 20 | Niet-financiële ondernemingen | 35.7% | 20.7% | 0.0% | 13.1% | 4.6% | 1.1% | 0.5% | 0.0% | 0.5% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| 21 | Leningen en voorschotten | 35.3% | 21.5% | 0.0% | 13.7% | 4.9% | 1.2% | 0.5% | 0.0% | 0.5% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| 22 | Schuldbewijzen, incl. UoP | 45.3% | 4.4% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| 23 | Eigenvermogensinstrumenten | 0.0% | 0.0% | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| 24 | Huishoudens | 100.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| 25 | waarvan door niet-zakelijk onroerend goed zekergestelde leningen |
100.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| 26 | waarvan leningen voor renovatie gebouwen | 100.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| 27 | waarvan leningen motorvoertuigen | 100.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| 28 | Financiering lokale overheden | 100.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| 29 | Financiering huisvesting | 100.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| 30 | Overige financiering lokale overheden | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| 31 | Door bezitsverkrijging verkregen zekerheden: niet- zakelijk en zakelijk onroerend goed |
100.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| 32 | Totaal GAR activa | 25.0% | 0.8% | 0.0% | 0.5% | 0.2% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| * Noemer per rij met uitzondering van aandeel totale bestreken activa (ten opzichte van | totale stroom activa) |
* Noemer per rij met uitzondering van aandeel totale bestreken activa (ten opzichte van De EU Taxonomie stroomcijfers voor onze Belgische portefeuille werden geschat op basis van een pro rata berekening, uitgaande van de KPI stand-tabellen. Deze benadering leidt tot een overschatting van de cijfers in de orde van 10% - 20% voor bepaalde activaklassen.
p. 352
KBC als kredietinstelling –
stroom GAR-KPI (gebaseerd op omzet) –
r
s
t Verontreiniging (PBV)
Aandeel totale bestreken activa ter financiering
van taxonomierelevante sectoren (in aanmerking
komend voor taxonomie)
Aandeel totale bestreken activa ter
financiering van taxonomierelevante
sectoren (op taxonomie afgestemd)
Waarvan
Waarvan
gebruik
faciliterend
van
opbrengsten
31-12-2024
% (in verhouding tot stroom totale in aanmerking
komende activa)
GAR - noemer
1
in aanmerking genomen activa in teller en
Voor berekening GAR in aanmerking komende leningen
en voorschotten, schuldbewijzen en
eigenvermogensinstrumenten, niet
handelsdoeleinden aangehouden
2 3 4 5 6 7 8 9 10
11 12 13 14 15 16 17 18 19 20
21 22 23 24 25 26 27 28 29 30
31 32
Totaal GAR activa De EU Taxonomie stroomcijfers voor onze
Belgische portefeuille
Financiering lokale overheden
Financiering huisvesting
Overige financiering lokale overheden
Door bezitsverkrijging verkregen zekerheden: niet-
zakelijk en zakelijk onroerend goed
* Noemer per rij met uitzondering van aandeel totale bestreken activa (ten opzichte van
0.0% 0.0%
N/A
N/A totale stroom activa)
N/A
0.0%
N/A
N/A werden geschat op basis van een pro rata berekening, uitgaande van de KPI stand-tabellen. Deze benadering leidt tot een overschatting van de cijfers in de orde van 10% -
N/A
25.1%
0.9%
0.0%
0.5%
0.2% 20% voor bepaalde activaklassen.
75.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
N/A
N/A
N/A
100.0%
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
waarvan door niet-zakelijk onroerend goed zekergestelde leningen waarvan leningen voor renovatie gebouwen
waarvan leningen motorvoertuigen
Huishoudens
Niet-financiële ondernemingen
Leningen en voorschotten
Schuldbewijzen, incl. UoP
Eigenvermogensinstrumenten
Kredietinstellingen Leningen en voorschotten
Schuldbewijzen, incl. UoP
Eigenvermogensinstrumenten
Andere financiële ondernemingen
waarvan beleggingsondernemingen
Leningen en voorschotten
Schuldbewijzen, incl. UoP
Eigenvermogensinstrumenten
waarvan beheersmaatschappijen
Leningen en voorschotten
Schuldbewijzen, incl. UoP
Eigenvermogensinstrumenten
waarvan verzekeringsondernemingen
Leningen en voorschotten
Schuldbewijzen, incl. UoP
Eigenvermogensinstrumenten
Financiële ondernemingen
voor
0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% N/A N/A N/A N/A 0.0% 0.0% 0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
N/A
N/A
N/A
100.0%
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
N/A
N/A
N/A
100.0%
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
100.0%
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
0.8%
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
100.0%
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
5.3%
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
100.0%
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
100.0%
0.0% 0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
15.1%
0.0%
0.0%
0.0%
17.5%
N/A
N/A
N/A
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
0.0%
N/A
0.0%
0.0%
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
N/A
N/A
N/A
45.3%
4.4%
0.0%
0.0%
0.0%
0.1%
N/A
N/A
N/A
0.0%
N/A
N/A
N/A
36.5%
22.0%
0.0%
13.7%
5.4%
2.9%
N/A
N/A
N/A
0.0%
N/A
N/A
N/A
36.9%
21.2%
0.0%
13.1%
5.2%
3.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
0.0%
N/A
0.0%
0.0%
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
0.0%
N/A
0.0%
0.0%
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
0.0%
N/A
0.0%
0.0%
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
0.0%
N/A
0.0%
0.0%
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
N/A
N/A
N/A
42.2%
3.9%
0.0%
1.5%
0.1%
0.2%
N/A
N/A
N/A
0.0%
N/A
N/A
N/A
46.2%
4.0%
0.0%
0.1%
0.1%
0.2%
N/A
N/A
N/A
0.0%
N/A
N/A
N/A
44.3%
3.9%
0.0%
0.8%
0.1%
0.4%
N/A
N/A
N/A
0.0%
N/A
N/A
N/A
44.3%
3.9%
0.0%
0.8%
0.1%
0.4%
N/A
N/A
N/A
0.0%
N/A
N/A
N/A
89.9%
3.1%
0.0%
1.9%
0.7%
20.9%
u
v
w
x Biodiversiteit en ecosystemen (BIO)
Aandeel totale bestreken activa ter financiering
van taxonomierelevante sectoren (in aanmerking
komend voor taxonomie)
Aandeel totale bestreken activa ter
financiering van taxonomierelevante
sectoren (op taxonomie afgestemd)
Waarvan
Waarvan
gebruik
faciliterend
van
opbrengsten
z aa
ab
ac
ad TOTAAL (KM+KA+WTR+CE+PBV+BIO)
Aandeel totale bestreken activa ter financiering van
taxonomierelevante sectoren (in aanmerking komend voor
taxonomie)
ae
af
Aandeel
totale
nieuwe
bestreken
Aandeel totale bestreken activa ter financiering
van taxonomierelevante sectoren (op taxonomie
Waarvan
Waarvan
Waarvan
gebruik
transitieondersteu
faciliterend
van
opbrengsten
-nend
activa
afgestemd)
DEEL 2
| s | t | u | v | w | x | z | aa | ab | ac | ad | ae | af | |||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Verontreiniging (PBV) | Biodiversiteit en ecosystemen (BIO) | TOTAAL (KM+KA+WTR+CE+PBV+BIO) | |||||||||||||
| Aandeel totale bestreken activa ter financiering | Aandeel totale bestreken activa ter financiering | Aandeel totale bestreken activa ter financiering van | Aandeel | ||||||||||||
| van taxonomierelevante sectoren (in aanmerking | van taxonomierelevante sectoren (in aanmerking | taxonomierelevante sectoren (in aanmerking komend voor | totale | ||||||||||||
| komend voor taxonomie) | komend voor taxonomie) | taxonomie) | nieuwe | ||||||||||||
| 31-12-2024 | Aandeel totale bestreken activa ter | Aandeel totale bestreken activa ter | Aandeel totale bestreken activa ter financiering | bestreken | |||||||||||
| % (in verhouding tot stroom totale in aanmerking | financiering van taxonomierelevante | financiering van taxonomierelevante | van taxonomierelevante sectoren (op taxonomie | activa | |||||||||||
| komende activa) | sectoren (op taxonomie afgestemd) | sectoren (op taxonomie afgestemd) | afgestemd) | ||||||||||||
| Waarvan | Waarvan | Waarvan | Waarvan | Waarvan | Waarvan | Waarvan | |||||||||
| gebruik | facilite | gebruik | facilite | gebruik | transitie | facilite | |||||||||
| van opbreng |
rend | van opbreng |
rend | van opbreng |
ondersteu -nend |
rend | |||||||||
| sten | sten | sten | |||||||||||||
| in aanmerking genomen activa in teller en GAR - |
|||||||||||||||
| noemer | |||||||||||||||
| Voor berekening GAR in aanmerking komende leningen | |||||||||||||||
| voor en voorschotten, schuldbewijzen en eigenvermogensinstrumenten, niet |
0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 89.9% | 3.1% | 0.0% | 1.9% | 0.7% | 20.9% | |
| handelsdoeleinden aangehouden | |||||||||||||||
| 2 | Financiële ondernemingen | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 44.3% | 3.9% | 0.0% | 0.8% | 0.1% | 0.4% |
| 3 | Kredietinstellingen | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 44.3% | 3.9% | 0.0% | 0.8% | 0.1% | 0.4% |
| 4 | Leningen en voorschotten | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 46.2% | 4.0% | 0.0% | 0.1% | 0.1% | 0.2% |
| 5 | Schuldbewijzen, incl. UoP | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 42.2% | 3.9% | 0.0% | 1.5% | 0.1% | 0.2% |
| 6 | Eigenvermogensinstrumenten | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | 0.0% | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% |
| 7 | Andere financiële ondernemingen | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% |
| 8 | waarvan beleggingsondernemingen | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% |
| 9 | Leningen en voorschotten | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% |
| 10 | Schuldbewijzen, incl. UoP | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% |
| 11 | Eigenvermogensinstrumenten | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | 0.0% | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% |
| 12 | waarvan beheersmaatschappijen | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% |
| 13 | Leningen en voorschotten | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% |
| 14 | Schuldbewijzen, incl. UoP | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% |
| 15 | Eigenvermogensinstrumenten | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | 0.0% | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% |
| 16 | waarvan verzekeringsondernemingen | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% |
| 17 | Leningen en voorschotten | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% |
| 18 | Schuldbewijzen, incl. UoP | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% |
| 19 | Eigenvermogensinstrumenten | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | 0.0% | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% |
| 20 | Niet-financiële ondernemingen | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 36.9% | 21.2% | 0.0% | 13.1% | 5.2% | 3.0% |
| 21 | Leningen en voorschotten | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 36.5% | 22.0% | 0.0% | 13.7% | 5.4% | 2.9% |
| 22 | Schuldbewijzen, incl. UoP | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 45.3% | 4.4% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.1% |
| 23 | Eigenvermogensinstrumenten | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | 0.0% | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% |
| 24 | Huishoudens | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | 100.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 17.5% |
| 25 | waarvan door niet-zakelijk onroerend goed zekergestelde leningen |
N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | 100.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 15.1% |
| 26 | waarvan leningen voor renovatie gebouwen | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | 100.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 5.3% |
| 27 | waarvan leningen motorvoertuigen | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | 100.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.8% |
| 28 | Financiering lokale overheden | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 100.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% |
| 29 | Financiering huisvesting | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 100.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% |
| 30 | Overige financiering lokale overheden | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% |
| 31 | Door bezitsverkrijging verkregen zekerheden: niet- | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 100.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% |
| zakelijk en zakelijk onroerend goed | |||||||||||||||
| 32 | Totaal GAR activa | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 25.1% | 0.9% | 0.0% | 0.5% | 0.2% | 75.0% |
* Noemer per rij met uitzondering van aandeel totale bestreken activa (ten opzichte van totale stroom activa) De EU Taxonomie stroomcijfers voor onze Belgische portefeuille werden geschat op basis van een pro rata berekening, uitgaande van de KPI stand-tabellen. Deze benadering leidt tot een overschatting van de cijfers in de orde van 10% - 20% voor bepaalde activaklassen.
| a | b | c | d | e | f | g | h | i | j | k | l | m | n | o | p | q | ||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Klimaatmitigatie (KM) | Klimaatadaptie | (KA) | Water en mariene hulpbronnen (WTR) | Circulaire economie (CE) | ||||||||||||||
| Aandeel totale bestreken activa ter financiering van | Aandeel totale bestreken activa ter financiering | Aandeel totale bestreken activa ter financiering van | Aandeel totale bestreken activa ter financiering van | |||||||||||||||
| taxonomierelevante sectoren (in aanmerking komend voor | taxonomie) | van taxonomierelevante sectoren (in aanmerking komend voor taxonomie) |
taxonomie-relevante sectoren (in aanmerking komend | voor taxonomie) | taxonomie-relevante sectoren (in aanmerking komend | voor taxonomie) | ||||||||||||
| % (in verhouding tot stroom totale in aanmerking 31-12-2024 |
Aandeel totale bestreken activa ter financiering van taxonomierelevante sectoren (op taxonomie |
Aandeel totale bestreken activa ter | Aandeel totale bestreken activa ter | Aandeel totale bestreken activa ter | ||||||||||||||
| komende activa)* | afgestemd) | financiering van taxonomierelevante sectoren (op taxonomie afgestemd) |
financiering van taxonomierelevante sectoren (op taxonomie afgestemd) |
financiering van taxonomierelevante sectoren (op taxonomie afgestemd) |
||||||||||||||
| Waarvan | Waarvan | Waarvan | Waarvan | Waarvan | Waarvan | Waarvan | Waarvan | Waarvan | ||||||||||
| gebruik van |
transitie ondersteu |
facilite rend |
gebruik van |
facilite rend |
gebruik van opbreng |
facilite rend |
gebruik van opbreng |
facilite rend |
||||||||||
| opbreng sten |
-nend | opbreng sten |
sten | sten | ||||||||||||||
| in aanmerking genomen activa in teller en noemer GAR - |
||||||||||||||||||
| Voor berekening GAR in aanmerking komende leningen | ||||||||||||||||||
| 1 | voor en voorschotten, schuldbewijzen en eigenvermogensinstrumenten, niet |
90.4% | 1.9% | 0.0% | 0.7% | 0.8% | 0.3% | 0.1% | 0.0% | 0.1% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| handelsdoeleinden aangehouden | ||||||||||||||||||
| 2 | Financiële ondernemingen | 44.8% | 4.0% | 0.0% | 0.8% | 0.1% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| 3 | Kredietinstellingen | 44.8% | 4.0% | 0.0% | 0.8% | 0.1% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| 4 | Leningen en voorschotten | 47.1% | 4.0% | 0.0% | 0.1% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| 5 | Schuldbewijzen, incl. UoP | 42.4% | 4.0% | 0.0% | 1.5% | 0.1% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| 6 | Eigenvermogensinstrumenten | 0.0% | 0.0% | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| 7 | Andere financiële ondernemingen | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| 8 9 |
waarvan beleggingsondernemingen | 0.0% 0.0% |
0.0% 0.0% |
0.0% 0.0% |
0.0% 0.0% |
0.0% 0.0% |
0.0% 0.0% |
0.0% 0.0% |
0.0% 0.0% |
0.0% 0.0% |
0.0% 0.0% |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
0.0% 0.0% |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
| 10 | Leningen en voorschotten Schuldbewijzen, incl. UoP |
0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| 11 | Eigenvermogensinstrumenten | 0.0% | 0.0% | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| 12 | waarvan beheersmaatschappijen | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| 13 | Leningen en voorschotten | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| 14 | Schuldbewijzen, incl. UoP | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| 15 | Eigenvermogensinstrumenten | 0.0% | 0.0% | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| 16 | waarvan verzekeringsondernemingen | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| 17 | Leningen en voorschotten | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| 18 | Schuldbewijzen, incl. UoP | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| 19 | Eigenvermogensinstrumenten | 0.0% | 0.0% | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| 20 | Niet-financiële ondernemingen | 40.3% | 12.9% | 0.0% | 4.5% | 5.6% | 2.0% | 0.9% | 0.0% | 0.6% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| 22 21 |
Leningen en voorschotten | 40.1% 45.5% |
13.3% 4.5% |
0.0% 0.0% |
4.7% 0.0% |
5.9% 0.0% |
2.1% 0.0% |
1.0% 0.0% |
0.0% 0.0% |
0.6% 0.0% |
0.0% 0.0% |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
0.0% 0.0% |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
| 23 | Eigenvermogensinstrumenten Schuldbewijzen, incl. UoP |
0.0% | 0.0% | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| 24 | Huishoudens | 100.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| 25 | waarvan door niet-zakelijk onroerend goed | 100.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| 26 | waarvan leningen voor renovatie gebouwen zekergestelde leningen |
100.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| 27 | waarvan leningen motorvoertuigen | 100.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 28 | 100.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | |
| Financiering lokale overheden | ||||||||||||||||||
| 29 | Financiering huisvesting | 100.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| 30 | Overige financiering lokale overheden | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| 31 | Door bezitsverkrijging verkregen zekerheden: niet- zakelijk en zakelijk onroerend goed |
100.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| 32 | Totaal GAR activa | 25.2% | 0.5% | 0.0% | 0.2% | 0.2% | 0.1% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| * Noemer per rij met uitzondering van aandeel totale bestreken activa (ten opzichte van | totale stroom activa) |
* Noemer per rij met uitzondering van aandeel totale bestreken activa (ten opzichte van De EU Taxonomie stroomcijfers voor onze Belgische portefeuille werden geschat op basis van een pro rata berekening, uitgaande van de KPI stand-tabellen. Deze benadering leidt tot een overschatting van de cijfers in de orde van 10% - 20% voor bepaalde activaklassen.
p. 354
KBC als kredietinstelling –
stroom GAR-KPI (gebaseerd op capex) –
r
s
t Verontreiniging (PBV)
Aandeel totale bestreken activa ter financiering
van taxonomierelevante sectoren (in aanmerking
komend voor taxonomie)
Aandeel totale bestreken activa ter
financiering van taxonomierelevante
sectoren (op taxonomie afgestemd)
Waarvan
Waarvan
gebruik
faciliterend
van
opbrengsten
31-12-2024
% (in verhouding tot stroom totale in aanmerking
komende activa)
GAR - noemer
1
in aanmerking genomen activa in teller en
Voor berekening GAR in aanmerking komende leningen
en voorschotten, schuldbewijzen en
eigenvermogensinstrumenten, niet
handelsdoeleinden aangehouden
2 3 4 5 6 7 8 9 10
11 12 13 14 15 16 17 18 19 20
21 22 23 24 25 26 27 28 29 30
31 32
Totaal GAR activa De EU Taxonomie stroomcijfers voor onze
Belgische portefeuille
Financiering lokale overheden
Financiering huisvesting
Overige financiering lokale overheden
Door bezitsverkrijging verkregen zekerheden: niet-
zakelijk en zakelijk onroerend goed
* Noemer per rij met uitzondering van aandeel totale bestreken activa (ten opzichte van
0.0% 0.0%
N/A
N/A totale stroom activa)
N/A
0.0%
N/A
N/A werden geschat op basis van een pro rata berekening, uitgaande van de KPI stand-tabellen. Deze benadering leidt tot een overschatting van de cijfers in de orde van 10% -
N/A
25.3%
0.6%
0.0%
0.2%
0.2% 20% voor bepaalde activaklassen.
75.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
N/A
N/A
N/A
100.0%
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
waarvan door niet-zakelijk onroerend goed zekergestelde leningen waarvan leningen voor renovatie gebouwen
waarvan leningen motorvoertuigen
Huishoudens
Niet-financiële ondernemingen
Leningen en voorschotten
Schuldbewijzen, incl. UoP
Eigenvermogensinstrumenten
Kredietinstellingen Leningen en voorschotten
Schuldbewijzen, incl. UoP
Eigenvermogensinstrumenten
Andere financiële ondernemingen
waarvan beleggingsondernemingen
Leningen en voorschotten
Schuldbewijzen, incl. UoP
Eigenvermogensinstrumenten
waarvan beheersmaatschappijen
Leningen en voorschotten
Schuldbewijzen, incl. UoP
Eigenvermogensinstrumenten
waarvan verzekeringsondernemingen
Leningen en voorschotten
Schuldbewijzen, incl. UoP
Eigenvermogensinstrumenten
Financiële ondernemingen
voor
0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% N/A N/A N/A N/A 0.0% 0.0% 0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
N/A
N/A
N/A
100.0%
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
N/A
N/A
N/A
100.0%
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
100.0%
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
0.8%
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
100.0%
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
5.3%
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
100.0%
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
100.0%
0.0% 0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
15.1%
0.0%
0.0%
0.0%
17.5%
N/A
N/A
N/A
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
0.0%
N/A
0.0%
0.0%
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
N/A
N/A
N/A
45.5%
4.5%
0.0%
0.0%
0.0%
0.1%
N/A
N/A
N/A
0.0%
N/A
N/A
N/A
42.3%
14.3%
0.0%
4.7%
6.5%
2.9%
N/A
N/A
N/A
0.0%
N/A
N/A
N/A
42.4%
13.8%
0.0%
4.5%
6.2%
3.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
0.0%
N/A
0.0%
0.0%
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
0.0%
N/A
0.0%
0.0%
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
0.0%
N/A
0.0%
0.0%
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
0.0%
N/A
0.0%
0.0%
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
N/A
N/A
N/A
42.4%
4.0%
0.0%
1.5%
0.1%
0.2%
N/A
N/A
N/A
0.0%
N/A
N/A
N/A
47.1%
4.0%
0.0%
0.1%
0.0%
0.2%
N/A
N/A
N/A
0.0%
N/A
N/A
N/A
44.8%
4.0%
0.0%
0.8%
0.1%
0.4%
N/A
N/A
N/A
0.0%
N/A
N/A
N/A
44.8%
4.0%
0.0%
0.8%
0.1%
0.4%
N/A
N/A
N/A
0.0%
N/A
N/A
N/A
90.7%
2.1%
0.0%
0.7%
0.9%
20.9%
u
v
w
x Biodiversiteit en ecosystemen (BIO)
Aandeel totale bestreken activa ter financiering
van taxonomierelevante sectoren (in aanmerking
komend voor taxonomie)
Aandeel totale bestreken activa ter
financiering van taxonomierelevante
sectoren (op taxonomie afgestemd)
Waarvan
Waarvan
gebruik
faciliterend
van
opbrengsten
z aa
ab
ac
ad TOTAAL (KM+KA+WTR+CE+PBV+BIO)
Aandeel totale bestreken activa ter financiering van
taxonomierelevante sectoren (in aanmerking komend voor
taxonomie)
ae
af
Aandeel
totale
nieuwe
bestreken
Aandeel totale bestreken activa ter financiering
van taxonomierelevante sectoren (op taxonomie
Waarvan
Waarvan
Waarvan
gebruik
transitieondersteu
faciliterend
van
opbrengsten
-nend
activa
afgestemd)
DEEL 2
| s | t | u | v | w | x | z | aa | ab | ac | ad | ae | af | |||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Verontreiniging (PBV) | Biodiversiteit en ecosystemen (BIO) | TOTAAL (KM+KA+WTR+CE+PBV+BIO) | |||||||||||||
| Aandeel totale bestreken activa ter financiering | Aandeel totale bestreken activa ter financiering | Aandeel totale bestreken activa ter financiering van | Aandeel | ||||||||||||
| van taxonomierelevante sectoren (in aanmerking | van taxonomierelevante sectoren (in aanmerking | taxonomierelevante sectoren (in aanmerking komend voor | totale | ||||||||||||
| komend voor taxonomie) | komend voor taxonomie) | taxonomie) | nieuwe | ||||||||||||
| 31-12-2024 | Aandeel totale bestreken activa ter | Aandeel totale bestreken activa ter | Aandeel totale bestreken activa ter financiering | bestreken | |||||||||||
| % (in verhouding tot stroom totale in aanmerking | financiering van taxonomierelevante | financiering van taxonomierelevante | van taxonomierelevante sectoren (op taxonomie | activa | |||||||||||
| komende activa) | sectoren (op taxonomie afgestemd) | sectoren (op taxonomie afgestemd) | afgestemd) | ||||||||||||
| Waarvan | Waarvan | Waarvan | Waarvan | Waarvan | Waarvan | Waarvan | |||||||||
| gebruik | facilite | gebruik | facilite | gebruik | transitie | facilite | |||||||||
| van opbreng |
rend | van opbreng |
rend | van opbreng |
ondersteu -nend |
rend | |||||||||
| sten | sten | sten | |||||||||||||
| in aanmerking genomen activa in teller en GAR - |
|||||||||||||||
| noemer | |||||||||||||||
| Voor berekening GAR in aanmerking komende leningen | |||||||||||||||
| voor en voorschotten, schuldbewijzen en eigenvermogensinstrumenten, niet |
0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 90.7% | 2.1% | 0.0% | 0.7% | 0.9% | 20.9% | |
| handelsdoeleinden aangehouden | |||||||||||||||
| 2 | Financiële ondernemingen | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 44.8% | 4.0% | 0.0% | 0.8% | 0.1% | 0.4% |
| 3 | Kredietinstellingen | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 44.8% | 4.0% | 0.0% | 0.8% | 0.1% | 0.4% |
| 4 | Leningen en voorschotten | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 47.1% | 4.0% | 0.0% | 0.1% | 0.0% | 0.2% |
| 5 | Schuldbewijzen, incl. UoP | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 42.4% | 4.0% | 0.0% | 1.5% | 0.1% | 0.2% |
| 6 | Eigenvermogensinstrumenten | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | 0.0% | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% |
| 7 | Andere financiële ondernemingen | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% |
| 8 | waarvan beleggingsondernemingen | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% |
| 9 | Leningen en voorschotten | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% |
| 10 | Schuldbewijzen, incl. UoP | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% |
| 11 | Eigenvermogensinstrumenten | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | 0.0% | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% |
| 12 | waarvan beheersmaatschappijen | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% |
| 13 | Leningen en voorschotten | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% |
| 14 | Schuldbewijzen, incl. UoP | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% |
| 15 | Eigenvermogensinstrumenten | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | 0.0% | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% |
| 16 | waarvan verzekeringsondernemingen | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% |
| 17 | Leningen en voorschotten | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% |
| 18 | Schuldbewijzen, incl. UoP | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% |
| 19 | Eigenvermogensinstrumenten | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | 0.0% | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% |
| 20 | Niet-financiële ondernemingen | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 42.4% | 13.8% | 0.0% | 4.5% | 6.2% | 3.0% |
| 21 | Leningen en voorschotten | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 42.3% | 14.3% | 0.0% | 4.7% | 6.5% | 2.9% |
| 22 | Schuldbewijzen, incl. UoP | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 45.5% | 4.5% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.1% |
| 23 | Eigenvermogensinstrumenten | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | 0.0% | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% |
| 24 | Huishoudens | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | 100.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 17.5% |
| 25 | waarvan door niet-zakelijk onroerend goed zekergestelde leningen |
N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | 100.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 15.1% |
| 26 | waarvan leningen voor renovatie gebouwen | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | 100.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 5.3% |
| 27 | waarvan leningen motorvoertuigen | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | 100.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.8% |
| 28 | Financiering lokale overheden | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 100.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% |
| 29 | Financiering huisvesting | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 100.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% |
| 30 | Overige financiering lokale overheden | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% |
| 31 | Door bezitsverkrijging verkregen zekerheden: niet- | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 100.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% |
| zakelijk en zakelijk onroerend goed | |||||||||||||||
| 32 | Totaal GAR activa | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 25.3% | 0.6% | 0.0% | 0.2% | 0.2% | 75.0% |
* Noemer per rij met uitzondering van aandeel totale bestreken activa (ten opzichte van totale stroom activa) De EU Taxonomie stroomcijfers voor onze Belgische portefeuille werden geschat op basis van een pro rata berekening, uitgaande van de KPI stand-tabellen. Deze benadering leidt tot een overschatting van de cijfers in de orde van 10% - 20% voor bepaalde activaklassen.
| q | voor taxonomie) | Waarvan | facilite | rend | N/A | N/A | ||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| p | Circulaire economie (CE) | Aandeel totale bestreken activa ter | financiering van taxonomierelevante | sectoren (op taxonomie afgestemd) | Waarvan | gebruik van | opbreng | sten | N/A | N/A | ||||
| o | Aandeel totale bestreken activa ter financiering van | taxonomie-relevante sectoren (in aanmerking komend | N/A | N/A | ||||||||||
| n | 0.0% | N/A | ||||||||||||
| m | voor taxonomie) | Waarvan | facilite | rend | N/A | N/A | ||||||||
| l | Water en mariene hulpbronnen (WTR) | Aandeel totale bestreken activa ter financiering van | taxonomie-relevante sectoren (in aanmerking komend | Aandeel totale bestreken activa ter | financiering van taxonomierelevante | sectoren (op taxonomie afgestemd) | Waarvan | gebruik van | opbreng | sten | N/A | N/A | ||
| k | N/A | N/A | ||||||||||||
| j | 0.0% | N/A | ||||||||||||
| i | (KA) | Waarvan | facilite | rend | 0.0% | N/A | ||||||||
| h | Klimaatadaptie | Aandeel totale bestreken activa ter financiering | van taxonomierelevante sectoren (in aanmerking | komend voor taxonomie) | Aandeel totale bestreken activa ter | financiering van taxonomierelevante | sectoren (op taxonomie afgestemd) | Waarvan | gebruik | van | opbreng | sten | 0.0% | N/A |
| g | 0.0% | N/A | ||||||||||||
| f | 0.0% | N/A | ||||||||||||
| e | Klimaatmitigatie (KM) | Aandeel totale bestreken activa ter financiering van | taxonomierelevante sectoren (in aanmerking komend voor | taxonomie) | Aandeel totale bestreken activa ter financiering | van taxonomierelevante sectoren (op taxonomie | afgestemd) | Waarvan | facilite | rend | 0.3% | N/A | ||
| d | Waarvan | transitie | ondersteu | -nend | 0.0% | N/A | ||||||||
| c | Waarvan | gebruik | van | opbreng | sten | 0.0% | N/A | |||||||
| b | 1.4% | N/A | ||||||||||||
| a | 2.7% | N/A | ||||||||||||
| 31-12-2024 | % (in verhouding tot totale activa buiten balanstelling) | Financiële garanties (FinGuar-KPI)* 1 |
Activa onder beheer (AuM-KPI)** 2 |
|||||||||||
* Noemer is gelijk aan totale financiële garanties
** Activa onder beheer worden vanaf 2025 gerapporteerd in de specifieke templates voorzien voor vermogensbeheerders
| r | s | t | u | v | w | x | z | aa | ab | ac | ad | ae | ||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Verontreiniging (PBV) | Biodiversiteit en ecosystemen (BIO) | TOTAAL (KM+KA+WTR+CE+PBV+BIO) | ||||||||||||
| Aandeel totale bestreken activa ter financiering | Aandeel totale bestreken activa ter financiering | Aandeel totale bestreken activa ter financiering van | ||||||||||||
| van taxonomierelevante sectoren (in aanmerking | van taxonomierelevante sectoren (in aanmerking | taxonomierelevante sectoren (in aanmerking komend voor | ||||||||||||
| komend voor taxonomie) | komend voor taxonomie) | taxonomie) | ||||||||||||
| Aandeel totale bestreken activa ter | Aandeel totale bestreken activa ter | Aandeel totale bestreken activa ter financiering | ||||||||||||
| 31-12-2024 | financiering van taxonomierelevante | financiering van taxonomierelevante | van taxonomierelevante sectoren (op taxonomie | |||||||||||
| % (in verhouding tot totale activa buiten balanstelling) | sectoren (op taxonomie afgestemd) | sectoren (op taxonomie afgestemd) | afgestemd) | |||||||||||
| Waarvan | Waarvan | Waarvan | Waarvan | Waarvan | Waarvan | Waarvan | ||||||||
| gebruik | facilite | gebruik | facilite | gebruik | transitie | facilite | ||||||||
| van | rend | van | rend | van | ondersteu | rend | ||||||||
| opbreng | opbreng | opbreng | -nend | |||||||||||
| sten | sten | sten | ||||||||||||
| 1 | Financiële garanties (FinGuar-KPI)* | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 2.8% | 1.4% | 0.0% | 0.0% | 0.3% |
| 2 | Activa onder beheer (AuM-KPI)** | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
* Noemer is gelijk aan totale financiële garanties
** Activa onder beheer worden vanaf 2025 gerapporteerd in de specifieke templates voorzien voor vermogensbeheerders p. 356
KBC als kredietinstelling –
KPI voor blootstellingen buiten balanstelling (stroom
a
b
c
d Klimaatmitigatie (KM)
Aandeel totale bestreken activa ter financiering van
taxonomierelevante sectoren (in aanmerking komend voor
31-12-2024
balanstelling)
1 2 **
Financiële garanties (FinGuar-KPI)*
Activa onder beheer (AuM-KPI)**
* Noemer is gelijk aan totale financiële garanties
Activa onder beheer worden vanaf 2025 gerapporteerd in de specifieke
KBC als kredietinstelling –
KPI voor blootstellingen buiten balanstelling (stroom
r
s
t Verontreiniging (PBV)
Aandeel totale bestreken activa ter financiering
van taxonomierelevante sectoren (in aanmerking
komend voor taxonomie)
Aandeel totale bestreken activa ter
financiering van taxonomierelevante
sectoren (op taxonomie afgestemd)
Waarvan
Waarvan
gebruik
faciliterend
van
opbrengsten
31-12-2024
balanstelling)
1 2 **
Financiële garanties (FinGuar-KPI)*
Activa onder beheer (AuM-KPI)**
* Noemer is gelijk aan totale financiële garanties
Activa onder beheer worden vanaf 2025 gerapporteerd in de specifieke
0.0% N/A
templates voorzien voor vermogensbeheerders
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
0.0%
N/A
N/A
N/A
2.6%
1.3%
0.0%
0.0%
0.3%
% (in verhouding tot stroom van totale activa buiten
u
v
w
x Biodiversiteit en ecosystemen (BIO)
Aandeel totale bestreken activa ter financiering
van taxonomierelevante sectoren (in aanmerking
komend voor taxonomie)
Aandeel totale bestreken activa ter
financiering van taxonomierelevante
sectoren (op taxonomie afgestemd)
Waarvan
Waarvan
gebruik
faciliterend
van
opbrengsten
z aa
ab
ac
ad TOTAAL (KM+KA+WTR+CE+PBV+BIO)
Aandeel totale bestreken activa ter financiering van
taxonomierelevante sectoren (in aanmerking komend voor
taxonomie)
Aandeel totale bestreken activa ter financiering
van taxonomierelevante sectoren (op taxonomie
Waarvan
Waarvan
Waarvan
gebruik
transitieondersteu
faciliterend
van
opbrengsten
-nend
afgestemd)
ae
-
gebaseerd op omzet) –
DEEL 2
templates voorzien voor vermogensbeheerders
2.6% N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
1.3%
0.0%
0.0%
0.3%
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
N/A
N/A
N/A
% (in verhouding tot stroom van totale activa buiten
taxonomie)
Aandeel totale bestreken activa ter financiering
van taxonomierelevante sectoren (op taxonomie
Waarvan
Waarvan
Waarvan
gebruik
transitieondersteu
faciliterend
van
opbrengsten
-nend
afgestemd)
e
f
g
h Klimaatadaptie (KA) Aandeel totale bestreken activa ter financiering
van taxonomierelevante sectoren (in aanmerking
komend voor taxonomie)
Aandeel totale bestreken activa ter
financiering van taxonomierelevante
sectoren (op taxonomie afgestemd)
Waarvan
Waarvan
gebruik
faciliterend
van
opbrengsten
i
j
k
l Water en mariene hulpbronnen (WTR)
Aandeel totale bestreken activa ter financiering van
taxonomie-relevante sectoren (in aanmerking komend
voor taxonomie)
Aandeel totale bestreken activa ter
financiering van taxonomierelevante
sectoren (op taxonomie afgestemd)
Waarvan
Waarvan
faciliterend
gebruik van
opbrengsten
m n
o
p Circulaire economie (CE)
Aandeel totale bestreken activa ter financiering van
taxonomie-relevante sectoren (in aanmerking komend
voor taxonomie)
Aandeel totale bestreken activa ter
financiering van taxonomierelevante
sectoren (op taxonomie afgestemd)
Waarvan
Waarvan
faciliterend
gebruik van
opbrengsten
q
-
gebaseerd op omzet)
–
DEEL 1
| q | Circulaire economie (CE) | voor taxonomie) | Waarvan | facilite | rend | N/A | N/A | |||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| p | Aandeel totale bestreken activa ter | financiering van taxonomierelevante | sectoren (op taxonomie afgestemd) | Waarvan | gebruik van | opbreng | sten | N/A | N/A | |||||
| o | Aandeel totale bestreken activa ter financiering van | taxonomie-relevante sectoren (in aanmerking komend | N/A | N/A | ||||||||||
| n | 0.0% | N/A | ||||||||||||
| m | voor taxonomie) | Waarvan | facilite | rend | N/A | N/A | ||||||||
| l | Water en mariene hulpbronnen (WTR) | Aandeel totale bestreken activa ter financiering van | taxonomie-relevante sectoren (in aanmerking komend | Aandeel totale bestreken activa ter | financiering van taxonomierelevante | sectoren (op taxonomie afgestemd) | Waarvan | gebruik van | opbreng | sten | N/A | N/A | ||
| k | N/A | N/A | ||||||||||||
| j | 0.0% | N/A | ||||||||||||
| i | (KA) Klimaatadaptie |
Waarvan | facilite | rend | 0.0% | N/A | ||||||||
| h | Aandeel totale bestreken activa ter financiering | van taxonomierelevante sectoren (in aanmerking | komend voor taxonomie) | Aandeel totale bestreken activa ter | financiering van taxonomierelevante | sectoren (op taxonomie afgestemd) | Waarvan | gebruik | van | opbreng | sten | 0.0% | N/A | |
| g | 0.0% | N/A | ||||||||||||
| f | 0.0% | N/A | ||||||||||||
| e | Klimaatmitigatie (KM) | taxonomie) | afgestemd) | Waarvan | facilite | rend | 0.3% | N/A | ||||||
| d | Waarvan | transitie | ondersteu | -nend | 0.0% | N/A | ||||||||
| c | Aandeel totale bestreken activa ter financiering van | taxonomierelevante sectoren (in aanmerking komend voor | Aandeel totale bestreken activa ter financiering | van taxonomierelevante sectoren (op taxonomie | Waarvan | gebruik | van | opbreng | sten | 0.0% | N/A | |||
| b | 1.3% | N/A | ||||||||||||
| a | 2.6% | N/A | ||||||||||||
| 31-12-2024 | % (in verhouding tot stroom van totale activa buiten | balanstelling) | Financiële garanties (FinGuar-KPI)* | Activa onder beheer (AuM-KPI)** |
* Noemer is gelijk aan totale financiële garanties
1 ** Activa onder beheer worden vanaf 2025 gerapporteerd in de specifieke templates voorzien voor vermogensbeheerders
| r | t s |
u | v | w | x | z | aa | ab | ac | ad | ae | ||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Verontreiniging (PBV) | Biodiversiteit en ecosystemen (BIO) | TOTAAL (KM+KA+WTR+CE+PBV+BIO) | |||||||||||||
| Aandeel totale bestreken activa ter financiering | Aandeel totale bestreken activa ter financiering | Aandeel totale bestreken activa ter financiering van | |||||||||||||
| van taxonomierelevante sectoren (in aanmerking | van taxonomierelevante sectoren (in aanmerking | taxonomierelevante sectoren (in aanmerking komend voor | |||||||||||||
| komend voor taxonomie) | komend voor taxonomie) | taxonomie) | |||||||||||||
| 31-12-2024 | Aandeel totale bestreken activa ter | Aandeel totale bestreken activa ter | Aandeel totale bestreken activa ter financiering | ||||||||||||
| % (in verhouding tot stroom van totale activa buiten | financiering van taxonomierelevante | financiering van taxonomierelevante | van taxonomierelevante sectoren (op taxonomie | ||||||||||||
| balanstelling) | sectoren (op taxonomie afgestemd) | sectoren (op taxonomie afgestemd) | afgestemd) | ||||||||||||
| Waarvan | Waarvan | Waarvan | Waarvan | Waarvan | Waarvan | Waarvan | |||||||||
| gebruik | facilite | gebruik | facilite | gebruik | transitie | facilite | |||||||||
| van | rend | van | rend | van | ondersteu | rend | |||||||||
| opbreng | opbreng | opbreng | -nend | ||||||||||||
| sten | sten | sten | |||||||||||||
| 1 | Financiële garanties (FinGuar-KPI)* | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 2.6% | 1.3% | 0.0% | 0.0% | 0.3% | |
| 2 | Activa onder beheer (AuM-KPI)** | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
* Noemer is gelijk aan totale financiële garanties
** Activa onder beheer worden vanaf 2025 gerapporteerd in de specifieke templates voorzien voor vermogensbeheerders
KBC als kredietinstelling – KPI voor blootstellingen buiten balanstelling (stand - gebaseerd op capex) – DEEL 1
| Aandeel totale bestreken activa ter financiering van taxonomie-relevante sectoren (in aanmerking komend Aandeel totale bestreken activa ter Circulaire economie (CE) voor taxonomie) |
financiering van taxonomierelevante | sectoren (op taxonomie afgestemd) | Waarvan Waarvan |
facilite gebruik van |
rend opbreng |
sten | N/A N/A N/A |
N/A N/A N/A |
||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| 0.0% | N/A | |||||||||||||
| voor taxonomie) | Waarvan | facilite | rend | N/A | N/A | |||||||||
| Water en mariene hulpbronnen (WTR) | Aandeel totale bestreken activa ter financiering van | taxonomie-relevante sectoren (in aanmerking komend | Aandeel totale bestreken activa ter | financiering van taxonomierelevante | sectoren (op taxonomie afgestemd) | Waarvan | gebruik van | opbreng | sten | N/A | N/A | |||
| N/A | N/A | |||||||||||||
| 0.0% | N/A | |||||||||||||
| (KA) | Waarvan | facilite | rend | 0.0% | N/A | |||||||||
| Klimaatadaptie | Aandeel totale bestreken activa ter financiering | van taxonomierelevante sectoren (in aanmerking | komend voor taxonomie) | Aandeel totale bestreken activa ter | financiering van taxonomierelevante | sectoren (op taxonomie afgestemd) | Waarvan | gebruik | van | opbreng | sten | 0.0% | N/A | |
| 0.0% | N/A | |||||||||||||
| 0.0% | N/A | |||||||||||||
| Klimaatmitigatie (KM) | Aandeel totale bestreken activa ter financiering van | taxonomierelevante sectoren (in aanmerking komend voor | taxonomie) | Aandeel totale bestreken activa ter financiering | van taxonomierelevante sectoren (op taxonomie | afgestemd) | Waarvan | facilite | rend | 0.4% | N/A | |||
| Waarvan | transitie | ondersteu | -nend | 0.1% | N/A | |||||||||
| Waarvan | gebruik | van | opbreng | sten | 0.0% | N/A | ||||||||
| 2.2% | N/A | |||||||||||||
| 4.1% | N/A | |||||||||||||
| 31-12-2024 | % (in verhouding tot totale activa buiten balanstelling) | Financiële garanties (FinGuar-KPI)* | Activa onder beheer (AuM-KPI)** | |||||||||||
| 1 | 2 |
* Noemer is gelijk aan totale financiële garanties
**Activa onder beheer worden vanaf 2025 gerapporteerd in de specifieke templates voorzien voor vermogensbeheerders
| r | s | t | u | v | w | x | z | aa | ab | ac | ad | ae | |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Verontreiniging (PBV) | Biodiversiteit en ecosystemen (BIO) | TOTAAL (KM+KA+WTR+CE+PBV+BIO) | |||||||||||
| Aandeel totale bestreken activa ter financiering | Aandeel totale bestreken activa ter financiering | Aandeel totale bestreken activa ter financiering van | |||||||||||
| van taxonomierelevante sectoren (in aanmerking | van taxonomierelevante sectoren (in aanmerking | taxonomierelevante sectoren (in aanmerking komend voor | |||||||||||
| komend voor taxonomie) | komend voor taxonomie) | taxonomie) | |||||||||||
| Aandeel totale bestreken activa ter | Aandeel totale bestreken activa ter | Aandeel totale bestreken activa ter financiering | |||||||||||
| 31-12-2024 | financiering van taxonomierelevante | financiering van taxonomierelevante | van taxonomierelevante sectoren (op taxonomie | ||||||||||
| % (in verhouding tot totale activa buiten balanstelling) | sectoren (op taxonomie afgestemd) | sectoren (op taxonomie afgestemd) | afgestemd) | ||||||||||
| Waarvan | Waarvan | Waarvan | Waarvan | Waarvan | Waarvan | Waarvan | |||||||
| gebruik | facilite | gebruik | facilite | gebruik | transitie | facilite | |||||||
| van | rend | van | rend | van | ondersteu | rend | |||||||
| opbreng | opbreng | opbreng | -nend | ||||||||||
| sten | sten | sten | |||||||||||
| Financiële garanties (FinGuar-KPI)* 1 |
0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 4.2% | 2.2% | 0.0% | 0.1% | 0.4% |
| Activa onder beheer (AuM-KPI)** 2 |
N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
* Noemer is gelijk aan totale financiële garanties ** Activa onder beheer worden vanaf 2025 gerapporteerd in de specifieke templates voorzien voor vermogensbeheerders p. 358
KBC als kredietinstelling –
a
b
c
d Klimaatmitigatie (KM)
Aandeel totale bestreken activa ter financiering van
taxonomierelevante sectoren (in aanmerking komend voor
31-12-2024
balanstelling)
1 2 **
Financiële garanties (FinGuar-KPI)*
Activa onder beheer (AuM-KPI)**
* Noemer is gelijk aan totale financiële garanties
Activa onder beheer worden vanaf 2025 gerapporteerd in de specifieke
KBC als kredietinstelling –
KPI voor blootstellingen buiten balanstelling (stroom
r
s
t Verontreiniging (PBV)
Aandeel totale bestreken activa ter financiering
van taxonomierelevante sectoren (in aanmerking
komend voor taxonomie)
Aandeel totale bestreken activa ter
financiering van taxonomierelevante
sectoren (op taxonomie afgestemd)
Waarvan
Waarvan
gebruik
faciliterend
van
opbrengsten
31-12-2024
balanstelling)
1 2 **
Financiële garanties (FinGuar-KPI)*
Activa onder beheer (AuM-KPI)**
* Noemer is gelijk aan totale financiële garanties
Activa onder beheer worden vanaf 2025 gerapporteerd in de specifieke
0.0% N/A
templates voorzien voor vermogensbeheerders
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
0.0%
N/A
N/A
N/A
3.2%
2.0%
0.0%
0.1%
0.3%
% (in verhouding tot stroom totale activa buiten
u
v
w
x Biodiversiteit en ecosystemen (BIO)
Aandeel totale bestreken activa ter financiering
van taxonomierelevante sectoren (in aanmerking
komend voor taxonomie)
Aandeel totale bestreken activa ter
financiering van taxonomierelevante
sectoren (op taxonomie afgestemd)
Waarvan
Waarvan
gebruik
faciliterend
van
opbrengsten
z aa
ab
ac
ad TOTAAL (KM+KA+WTR+CE+PBV+BIO)
Aandeel totale bestreken activa ter financiering van
taxonomierelevante sectoren (in aanmerking komend voor
taxonomie)
Aandeel totale bestreken activa ter financiering
van taxonomierelevante sectoren (op taxonomie
Waarvan
Waarvan
Waarvan
gebruik
transitieondersteu
faciliterend
van
opbrengsten
-nend
afgestemd)
ae
-
gebaseerd op capex) –
DEEL 2
templates voorzien voor vermogensbeheerders
3.2% N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
2.0%
0.0%
0.1%
0.3%
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
N/A
N/A
N/A
0.0%
N/A
N/A
N/A
% (in verhouding tot stroom van totale activa buiten
taxonomie)
Aandeel totale bestreken activa ter financiering
van taxonomierelevante sectoren (op taxonomie
Waarvan
Waarvan
Waarvan
gebruik
transitieondersteu
faciliterend
van
opbrengsten
-nend
afgestemd)
e
f
g
h Klimaatadaptie (KA) Aandeel totale bestreken activa ter financiering
van taxonomierelevante sectoren (in aanmerking
komend voor taxonomie)
Aandeel totale bestreken activa ter
financiering van taxonomierelevante
sectoren (op taxonomie afgestemd)
Waarvan
Waarvan
gebruik
faciliterend
van
opbrengsten
i
j
k
l Water en mariene hulpbronnen (WTR)
Aandeel totale bestreken activa ter financiering van
taxonomie-relevante sectoren (in aanmerking komend
voor taxonomie)
Aandeel totale bestreken activa ter
financiering van taxonomierelevante
sectoren (op taxonomie afgestemd)
Waarvan
Waarvan
faciliterend
gebruik van
opbrengsten
m n
o
p Circulaire economie (CE)
Aandeel totale bestreken activa ter financiering van
taxonomie-relevante sectoren (in aanmerking komend
voor taxonomie)
Aandeel totale bestreken activa ter
financiering van taxonomierelevante
sectoren (op taxonomie afgestemd)
Waarvan
Waarvan
faciliterend
gebruik van
opbrengsten
q
KPI voor blootstellingen buiten balanstelling (stroom -
gebaseerd op capex)
–
DEEL 1
<-- PDF CHUNK SEPARATOR -->
KBC als kredietinstelling – KPI voor blootstellingen buiten balanstelling (stroom - gebaseerd op capex) – DEEL 1
| q | voor taxonomie) | Waarvan | facilite | rend | N/A | N/A | ||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| p | Circulaire economie (CE) | Aandeel totale bestreken activa ter financiering van | taxonomie-relevante sectoren (in aanmerking komend | Aandeel totale bestreken activa ter | financiering van taxonomierelevante | sectoren (op taxonomie afgestemd) | Waarvan | gebruik van | opbreng | sten | N/A | N/A | ||
| o | N/A | N/A | ||||||||||||
| n | 0.0% | N/A | ||||||||||||
| m | voor taxonomie) | Waarvan | facilite | rend | N/A | N/A | ||||||||
| l | Water en mariene hulpbronnen (WTR) | Aandeel totale bestreken activa ter financiering van | taxonomie-relevante sectoren (in aanmerking komend | Aandeel totale bestreken activa ter | financiering van taxonomierelevante | sectoren (op taxonomie afgestemd) | Waarvan | gebruik van | opbreng | sten | N/A | N/A | ||
| k | N/A | N/A | ||||||||||||
| j | 0.0% | N/A | ||||||||||||
| i | (KA) Klimaatadaptie |
Waarvan | facilite | rend | 0.0% | N/A | ||||||||
| h | Aandeel totale bestreken activa ter financiering | van taxonomierelevante sectoren (in aanmerking | komend voor taxonomie) | Aandeel totale bestreken activa ter | financiering van taxonomierelevante | sectoren (op taxonomie afgestemd) | Waarvan | gebruik | van | opbreng | sten | 0.0% | N/A | |
| g f |
0.0% | N/A | ||||||||||||
| 0.0% | N/A | |||||||||||||
| e | Klimaatmitigatie (KM) | taxonomie) | afgestemd) | Waarvan | facilite | rend | 0.3% | N/A | ||||||
| d | Waarvan | transitie | ondersteu | -nend | 0.1% | N/A | ||||||||
| c | Aandeel totale bestreken activa ter financiering van | taxonomierelevante sectoren (in aanmerking komend voor | Aandeel totale bestreken activa ter financiering | van taxonomierelevante sectoren (op taxonomie | Waarvan | gebruik | van | opbreng | sten | 0.0% | N/A | |||
| b | 2.0% | N/A | ||||||||||||
| a | 3.2% | N/A | ||||||||||||
| 31-12-2024 | % (in verhouding tot stroom van totale activa buiten | balanstelling) | Financiële garanties (FinGuar-KPI)* | Activa onder beheer (AuM-KPI)** | ||||||||||
| 1 | 2 |
* Noemer is gelijk aan totale financiële garanties ** Activa onder beheer worden vanaf 2025 gerapporteerd in de specifieke templates voorzien voor vermogensbeheerders
| r | s | t | u | v | w | x | z | aa | ab | ac | ad | ae | |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Verontreiniging (PBV) | Biodiversiteit en ecosystemen (BIO) | TOTAAL (KM+KA+WTR+CE+PBV+BIO) | |||||||||||
| Aandeel totale bestreken activa ter financiering | Aandeel totale bestreken activa ter financiering | Aandeel totale bestreken activa ter financiering van | |||||||||||
| van taxonomierelevante sectoren (in aanmerking | van taxonomierelevante sectoren (in aanmerking | taxonomierelevante sectoren (in aanmerking komend voor | |||||||||||
| komend voor taxonomie) | komend voor taxonomie) | taxonomie) | |||||||||||
| 31-12-2024 | Aandeel totale bestreken activa ter | Aandeel totale bestreken activa ter | Aandeel totale bestreken activa ter financiering | ||||||||||
| % (in verhouding tot stroom totale activa buiten | financiering van taxonomierelevante | financiering van taxonomierelevante | van taxonomierelevante sectoren (op taxonomie | ||||||||||
| balanstelling) | sectoren (op taxonomie afgestemd) | sectoren (op taxonomie afgestemd) | afgestemd) | ||||||||||
| Waarvan | Waarvan | Waarvan | Waarvan | Waarvan | Waarvan | Waarvan | |||||||
| gebruik | facilite | gebruik | facilite | gebruik | transitie | facilite | |||||||
| van | rend | van | rend | van | ondersteu | rend | |||||||
| opbreng | opbreng | opbreng | -nend | ||||||||||
| sten | sten | sten | |||||||||||
| Financiële garanties (FinGuar-KPI)* | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 3.2% | 2.0% | 0.0% | 0.1% | 0.3% |
| Activa onder beheer (AuM-KPI)** | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
* Noemer is gelijk aan totale financiële garanties
1 2
** Activa onder beheer worden vanaf 2025 gerapporteerd in de specifieke templates voorzien voor vermogensbeheerders
| ACTIVITEITEN IN VERBAND MET KERNENERGIE | ||
|---|---|---|
| 1 | De onderneming verricht, financiert of heeft blootstellingen aan onderzoek, ontwikkeling, demonstratie en uitrol van innovatieve installaties voor elektriciteitsopwekking die energie produceren uit nucleaire processen met een minimum aan afval van de splijtstofcyclus. | NEE |
| 2 | De onderneming verricht, financiert of heeft blootstellingen aan de bouw en veilige exploitatie van nieuwe nucleaire installaties voor de productie van elektriciteit of proceswarmte, voor onder meer stadsverwarming of industriële processen zoals de productie van waterstof, alsook verbetering van de veiligheid daarvan, met gebruikmaking van de beste beschikbare technologieën. |
JA |
| 3 | waterstof uit De onderneming verricht, financiert of heeft blootstellingen aan de veilige exploitatie van bestaande nucleaire installaties die elektriciteit of proceswarmte produceren, voor onder meer stadsverwarming of industriële processen zoals de productie van kernenergie, alsook verbetering van de veiligheid daarvan. |
JA |
| ACTIVITEITEN IN VERBAND MET FOSSIEL GAS | ||
| 4 | De onderneming verricht, financiert of heeft blootstellingen aan de bouw of exploitatie van installaties voor elektriciteitsopwekking die elektriciteit produceren uit fossiele gasvormige brandstoffen. | JA |
| 5 | De onderneming verricht, financiert of heeft blootstellingen aan de bouw, renovatie en exploitatie van installaties voor warmte-/koudekrachtkoppeling met behulp van fossiele gasvormige brandstoffen. | JA |
| 6 | De onderneming verricht, financiert of heeft blootstellingen aan de bouw, renovatie en exploitatie van installaties voor warmteopwekking die warmte/koude produceren met behulp van fossiele gasvormige brandstoffen. | JA |
p. 360
KBC als kredietinstelling –
31-12-2024
Economische activiteiten
(bedragen in miljoenen euro)
Bedrag en aandeel van de op de taxonomie afgestemde economische activiteit als bedoeld
in afdeling 4.26 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de
Bedrag en aandeel van de op de taxonomie afgestemde economische activiteit als bedoeld
in afdeling 4.27 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de
Bedrag en aandeel van de op de taxonomie afgestemde economische activiteit als bedoeld
in afdeling 4.28 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de
Bedrag en aandeel van de op de taxonomie afgestemde economische activiteit als bedoeld
in afdeling 4.29 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de
Bedrag en aandeel van de op de taxonomie afgestemde economische activiteit als bedoeld
in afdeling 4.30 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de
Bedrag en aandeel van de op de taxonomie afgestemde economische activiteit als bedoeld
in afdeling 4.31 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de
Bedrag en aandeel van andere op de taxonomie afgestemde economische activiteiten die niet zijn genoemd in de rijen 1 t.e.m. 6 hierboven in de noemer van de toepasselijke KPI
992 1 028
0.5%
0.5%
971
0.5%
21
0.0%
390 390
0.8%
0.8%
381
0.8%
9
0.0%
159 159
1.4%
1.4%
158
1.4%
0
0.0%
Rij
1
2
3
4
5
6
7 8
Totaal Toepasselijke KPI
KBC als kredietinstelling –
31-12-2024
Economische activiteiten
(bedragen in miljoenen euro)
Bedrag en aandeel van de op de taxonomie afgestemde economische activiteit als bedoeld
in afdeling 4.26 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de
Bedrag en aandeel van de op de taxonomie afgestemde economische activiteit als bedoeld
in afdeling 4.27 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de
Bedrag en aandeel van de op de taxonomie afgestemde economische activiteit als bedoeld
in afdeling 4.28 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de
Bedrag en aandeel van de op de taxonomie afgestemde economische activiteit als bedoeld
in afdeling 4.29 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de
Bedrag en aandeel van de op de taxonomie afgestemde economische activiteit als bedoeld
in afdeling 4.30 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de
Bedrag en aandeel van de op de taxonomie afgestemde economische activiteit als bedoeld
in afdeling 4.31 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de
Bedrag en aandeel van andere op de taxonomie afgestemde economische activiteiten die niet zijn genoemd in de rijen 1 t.e.m. 6 hierboven in de noemer van de toepasselijke KPI
835 890
0.4%
0.4%
804
0.4%
31
0.0%
258 258
0.5%
0.5%
241
0.5%
17
0.0%
251 251
2.2%
2.2%
251
2.2%
0
0.0%
Rij
1
2
3
4
5
6
7 8
Totaal Toepasselijke KPI
noemer van de toepasselijke KPI
noemer van de toepasselijke KPI
noemer van de toepasselijke KPI
noemer van de toepasselijke KPI
noemer van de toepasselijke KPI
noemer van de toepasselijke KPI
kernenergie en fossiel gas –
KM+KA
Mitigatie van
klimaatverandering
(KM)
bedrag N/A 0 55 0 0 0
0.0%
0
0.0%
0
0.0%
0
0.0%
0
0.0%
0
0.0%
0
0.0%
0
0.0%
0
0.0%
0.0%
0
0.0%
0
0.0%
0
0.0%
0
0.0%
0
0.0%
0
0.0%
0
0.0%
0
0.0%
0.0%
0
0.0%
0
0.0%
0
0.0%
0
0.0%
0
0.0%
0
0.0%
0
0.0%
0
0.0%
0.0%
55
0.0%
0
0.0%
1
0.0%
1
0.0%
0
0.0%
0
0.0%
0
0.0%
0
0.0%
0.0%
0
0.0%
0
0.0%
0
0.0%
0
0.0%
0
0.0%
0
0.0%
0
0.0%
0
0.0%
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
%
bedrag
%
bedrag
%
bedrag
%
bedrag
%
bedrag
%
bedrag
%
bedrag
%
bedrag
%
op de taxonomie afgestemde economische activiteiten (noemer) (gebaseerd op capex)
Stand GAR-KPI Adaptatie van
KM+KA
Mitigatie van
klimaatverandering
(KM)
klimaatverandering
(KA)
Stroom GAR-KPI Adaptatie van
KM+KA
Mitigatie van
klimaatverandering
(KM)
klimaatverandering
(KA)
KPI Financiële garanties
Adaptatie van
klimaatverandering
(KA)
noemer van de toepasselijke KPI
noemer van de toepasselijke KPI
noemer van de toepasselijke KPI
noemer van de toepasselijke KPI
noemer van de toepasselijke KPI
noemer van de toepasselijke KPI
kernenergie en fossiel gas –
KM+KA
Mitigatie van
klimaatverandering
(KM)
bedrag N/A 0 36 0 0 0
0.0%
0
0.0%
0
0.0%
0
0.0%
0
0.0%
0
0.0%
0
0.0%
0
0.0%
0
0.0%
0.0%
0
0.0%
0
0.0%
0
0.0%
0
0.0%
0
0.0%
0
0.0%
0
0.0%
0
0.0%
0.0%
0
0.0%
0
0.0%
0
0.0%
0
0.0%
0
0.0%
0
0.0%
0
0.0%
0
0.0%
0.0%
36
0.0%
0
0.0%
0
0.0%
0
0.0%
0
0.0%
1
0.0%
1
0.0%
0
0.0%
0.0%
0
0.0%
0
0.0%
0
0.0%
0
0.0%
0
0.0%
0
0.0%
0
0.0%
0
0.0%
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
%
bedrag
%
bedrag
%
bedrag
%
bedrag
%
bedrag
%
bedrag
%
bedrag
%
bedrag
%
op de taxonomie afgestemde economische activiteiten (noemer) (gebaseerd op omzet)
Stand GAR-KPI Adaptatie van
KM+KA
Mitigatie van
klimaatverandering
(KM)
klimaatverandering
(KA)
Stroom GAR-KPI Adaptatie van
KM+KA
Mitigatie van
klimaatverandering
(KM)
klimaatverandering
(KA)
KPI Financiële garanties
Adaptatie van
klimaatverandering
(KA)
| Stand GAR-KPI | Stroom GAR-KPI | KPI Financiële garanties | ||||||||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| KM+KA | Mitigatie van | Adaptatie van | KM+KA | Mitigatie van | Adaptatie van | KM+KA | Mitigatie van | Adaptatie van | ||||||||||
| 31-12-2024 | klimaatverandering | klimaatverandering | klimaatverandering | klimaatverandering | klimaatverandering | klimaatverandering | ||||||||||||
| Economische activiteiten | (KM) | (KA) | (KM) | (KA) | (KM) | (KA) | ||||||||||||
| (bedragen in miljoenen euro) | bedrag | % | bedrag | % | bedrag | % | bedrag | % | bedrag | % | bedrag | % | bedrag | % | bedrag | % | bedrag | % |
| Bedrag en aandeel van de op de taxonomie afgestemde economische activiteit als bedoeld in afdeling 4.26 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de noemer van de toepasselijke KPI |
N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| Bedrag en aandeel van de op de taxonomie afgestemde economische activiteit als bedoeld in afdeling 4.27 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de noemer van de toepasselijke KPI |
0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% |
| Bedrag en aandeel van de op de taxonomie afgestemde economische activiteit als bedoeld in afdeling 4.28 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de noemer van de toepasselijke KPI |
36 | 0.0% | 36 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 1 | 0.0% | 1 | 0.0% | 0 | 0.0% |
| Bedrag en aandeel van de op de taxonomie afgestemde economische activiteit als bedoeld in afdeling 4.29 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de noemer van de toepasselijke KPI |
0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% |
| Bedrag en aandeel van de op de taxonomie afgestemde economische activiteit als bedoeld in afdeling 4.30 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de noemer van de toepasselijke KPI |
0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% |
| Bedrag en aandeel van de op de taxonomie afgestemde economische activiteit als bedoeld in afdeling 4.31 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de noemer van de toepasselijke KPI |
0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% |
| Bedrag en aandeel van andere op de taxonomie afgestemde economische activiteiten die niet zijn genoemd in de rijen 1 t.e.m. 6 hierboven in de noemer van de toepasselijke KPI |
992 | 0.5% | 971 | 0.5% | 21 | 0.0% | 390 | 0.8% | 381 | 0.8% | 9 | 0.0% | 159 | 1.4% | 158 | 1.4% | 0 | 0.0% |
| Totaal Toepasselijke KPI | 1 028 | 0.5% | 390 | 0.8% | 159 | 1.4% |
Rij
1
2
3
4
5
6
7 8
| Stand GAR-KPI | Stroom GAR-KPI | KPI Financiële garanties | |||||||||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| KM+KA | Mitigatie van | Adaptatie van | KM+KA | Mitigatie van | Adaptatie van | KM+KA | Mitigatie van | Adaptatie van | |||||||||||
| 31-12-2024 | klimaatverandering | klimaatverandering | klimaatverandering | klimaatverandering | klimaatverandering | klimaatverandering | |||||||||||||
| Economische activiteiten | (KM) | (KA) | (KM) | (KA) | (KM) | (KA) | |||||||||||||
| Rij | (bedragen in miljoenen euro) | bedrag | % | bedrag | % | bedrag | % | bedrag | % | bedrag | % | bedrag | % | bedrag | % | bedrag | % | bedrag | % |
| Bedrag en aandeel van de op de taxonomie afgestemde economische activiteit als bedoeld in afdeling 4.26 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de |
N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | |
| noemer van de toepasselijke KPI | |||||||||||||||||||
| Bedrag en aandeel van de op de taxonomie afgestemde economische activiteit als bedoeld | |||||||||||||||||||
| in afdeling 4.27 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de noemer van de toepasselijke KPI |
0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | |
| Bedrag en aandeel van de op de taxonomie afgestemde economische activiteit als bedoeld | |||||||||||||||||||
| in afdeling 4.28 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de | 55 | 0.0% | 55 | 0.0% | 0 | 0.0% | 1 | 0.0% | 1 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | |
| noemer van de toepasselijke KPI | |||||||||||||||||||
| Bedrag en aandeel van de op de taxonomie afgestemde economische activiteit als bedoeld | |||||||||||||||||||
| in afdeling 4.29 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | |
| noemer van de toepasselijke KPI | |||||||||||||||||||
| Bedrag en aandeel van de op de taxonomie afgestemde economische activiteit als bedoeld | |||||||||||||||||||
| in afdeling 4.30 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | |
| noemer van de toepasselijke KPI | |||||||||||||||||||
| Bedrag en aandeel van de op de taxonomie afgestemde economische activiteit als bedoeld | |||||||||||||||||||
| in afdeling 4.31 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | |
| noemer van de toepasselijke KPI | |||||||||||||||||||
| Bedrag en aandeel van andere op de taxonomie afgestemde economische activiteiten die | 835 | 0.4% | 804 | 0.4% | 31 | 0.0% | 258 | 0.5% | 241 | 0.5% | 17 | 0.0% | 251 | 2.2% | 251 | 2.2% | 0 | 0.0% | |
| niet zijn genoemd in de rijen 1 t.e.m. 6 hierboven in de noemer van de toepasselijke KPI | |||||||||||||||||||
| 8 | Totaal Toepasselijke KPI | 890 | 0.4% | 258 | 0.5% | 251 | 2.2% |
7
| Stand GAR-KPI | Stroom GAR-KPI | KPI Financiële garanties | |||||||||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| KM+KA | Mitigatie van | Adaptatie van | KM+KA | Mitigatie van | Adaptatie van | KM+KA | Mitigatie van | Adaptatie van | |||||||||||
| Economische activiteiten 31-12-2024 |
klimaatverandering (KM) |
klimaatverandering (KA) |
klimaatverandering | (KM) | klimaatverandering | (KA) | klimaatverandering | (KM) | klimaatverandering | (KA) | |||||||||
| Rij | (bedragen in miljoenen euro) | bedrag | % | bedrag | % | bedrag | % | bedrag | % | bedrag | % | bedrag | % | bedrag | % | bedrag | % | bedrag | % |
| 1 | Bedrag en aandeel van de op de taxonomie afgestemde economische activiteit als bedoeld in afdeling 4.26 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de teller van de toepasselijke KPI |
N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 2 | Bedrag en aandeel van de op de taxonomie afgestemde economische activiteit als bedoeld in afdeling 4.27 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de teller van de toepasselijke KPI |
0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% |
| 3 | Bedrag en aandeel van de op de taxonomie afgestemde economische activiteit als bedoeld in afdeling 4.28 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de teller van de toepasselijke KPI |
36 | 3.5% | 36 | 3.6% | 0 | 0.0% | 0 | 0.1% | 0 | 0.1% | 0 | 0.0% | 1 | 0.5% | 1 | 0.5% | 0 | 0.0% |
| 4 | Bedrag en aandeel van de op de taxonomie afgestemde economische activiteit als bedoeld in afdeling 4.29 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de teller van de toepasselijke KPI |
0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% |
| 5 | Bedrag en aandeel van de op de taxonomie afgestemde economische activiteit als bedoeld in afdeling 4.30 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de teller van de toepasselijke KPI |
0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% |
| 6 | Bedrag en aandeel van de op de taxonomie afgestemde economische activiteit als bedoeld in afdeling 4.31 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de teller van de toepasselijke KPI |
0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% |
| 7 | Bedrag en aandeel van andere op de taxonomie afgestemde economische activiteiten die niet zijn genoemd in de rijen 1 t.e.m. 6 hierboven in de teller van de toepasselijke KPI |
992 | 96.5% | 971 | 96.4% | 21 | 100.0% | 390 | 99.9% | 381 | 99.9% | 9 | 100.0% | 159 | 99.5% | 158 | 99.5% | 0 | 100.0% |
| 8 | Totaal bedrag en aandeel van op de taxonomie afgestemde economische activiteiten in de teller van de toepasselijke KPI's |
1 028 | 100.0% | 1 008 | 100.0% | 21 | 100.0% | 390 | 100.0% | 381 | 100.0% | 9 | 100.0% | 159 | 100.0% | 159 | 100.0% | 0 | 100.0% |
| Stand GAR-KPI | Stroom GAR-KPI | KPI Financiële garanties | |||||||||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| KM+KA | Mitigatie van | Adaptatie van | KM+KA | Mitigatie van | Adaptatie van | KM+KA | Mitigatie van | Adaptatie van | |||||||||||
| Economische activiteiten 31-12-2024 |
klimaatverandering (KM) |
klimaatverandering | (KA) | klimaatverandering | (KM) | klimaatverandering | (KA) | klimaatverandering | (KM) | klimaatverandering | (KA) | ||||||||
| Rij | (bedragen in miljoenen euro) | bedrag | % | bedrag | % | bedrag | % | bedrag | % | bedrag | % | bedrag | % | bedrag | % | bedrag | % | bedrag | % |
| 1 | Bedrag en aandeel van de op de taxonomie afgestemde economische activiteit als bedoeld in afdeling 4.26 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de teller van de toepasselijke KPI |
N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 2 | Bedrag en aandeel van de op de taxonomie afgestemde economische activiteit als bedoeld in afdeling 4.27 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de teller van de toepasselijke KPI |
0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% |
| 3 | Bedrag en aandeel van de op de taxonomie afgestemde economische activiteit als bedoeld in afdeling 4.28 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de teller van de toepasselijke KPI |
55 | 6.2% | 55 | 6.4% | 0 | 0.0% | 1 | 0.3% | 1 | 0.3% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% |
| 4 | Bedrag en aandeel van de op de taxonomie afgestemde economische activiteit als bedoeld in afdeling 4.29 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de teller van de toepasselijke KPI |
0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% |
| 5 | Bedrag en aandeel van de op de taxonomie afgestemde economische activiteit als bedoeld in afdeling 4.30 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de teller van de toepasselijke KPI |
0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% |
| 6 | Bedrag en aandeel van de op de taxonomie afgestemde economische activiteit als bedoeld in afdeling 4.31 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de teller van de toepasselijke KPI |
0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% |
| 7 | Bedrag en aandeel van andere op de taxonomie afgestemde economische activiteiten die niet zijn genoemd in de rijen 1 t.e.m. 6 hierboven in de teller van de toepasselijke KPI |
835 | 93.8% | 804 | 93.6% | 31 | 100.0% | 258 | 99.7% | 241 | 99.7% | 17 | 100.0% | 251 | 100.0% | 251 | 100.0% | 0 | 100.0% |
| 8 | Totaal bedrag en aandeel van op de taxonomie afgestemde economische activiteiten in de teller van de toepasselijke KPI's |
890 | 100.0% | 859 | 100.0% | 31 | 100.0% | 258 | 100.0% | 242 | 100.0% | 17 | 100.0% | 251 | 100.0% | 251 | 100.0% | 0 | 100.0% |
p. 362
KBC als kredietinstelling –
(gebaseerd op omzet)
31-12-2024
Economische activiteiten
(bedragen in miljoenen euro)
Bedrag en aandeel van de voor
taxonomie afgestemde economische activiteit als bedoeld in afdeling 4.26 van de bijlagen I
en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de noemer van de toepasselijke KPI
de taxonomie in aanmerking komende, maar niet op de
van de bijlagen I
0
0.0%
0
0.0%
0
0.0%
0
0.0%
0
0.0%
0
0.0%
0
0.0%
0
0.0%
0
0.0%
de taxonomie in aanmerking komende, maar niet op de
Rij
1
2
3
4
5
6
7
8 KBC als kredietinstelling –
(gebaseerd op capex)
31-12-2024
Economische activiteiten
(bedragen in miljoenen euro)
Bedrag en aandeel van de voor
taxonomie afgestemde economische activiteit als bedoeld in afdeling 4.26 van de bijlagen I
en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de noemer van de toepasselijke KPI
de taxonomie in aanmerking komende, maar niet op de
van de bijlagen I
0
0.0%
0
0.0%
0
0.0%
0
0.0%
0
0.0%
0
0.0%
0
0.0%
0
0.0%
0
0.0%
de taxonomie in aanmerking komende, maar niet op de
Rij
1
2
3
4
5
6
7
8
Bedrag en aandeel van de voor
taxonomie afgestemde economische activiteit als bedoeld in afdeling 4.30
en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de noemer van de toepasselijke KPI
Bedrag en aandeel van de vppr de taxonomie in aanmerking komende, maar niet op de
taxonomie afgestemde economische activiteit als bedoeld in afdeling 4.31
en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de noemer van de toepasselijke KPI
Bedrag en aandeel van andere voor de taxonomie in aanmerking komende, maar niet op
de taxonomie afgestemde economische activiteiten die niet zijn genoemd in de rijen 1
Totaal bedrag en aandeel van voor de taxonomie in aanmerking komende, maar niet op de taxonomie afgestemde economische activiteiten in de noemer van de toepasselijke KPI
85 097
40.7%
85 063
40.7%
34
0.0%
11 127
22.9%
11 116
22.8%
11
0.0%
224
1.9%
224
1.9%
0
0.0%
t.e.m. 6 hierboven in de noemer van de toepasselijke KPI
van de bijlagen I
0 85 017
40.7%
84 983
40.6%
34
0.0%
11 127
22.9%
11 115
22.8%
11
0.0%
220
1.9%
220
1.9%
0
0.0%
0.0%
0
0.0%
0
0.0%
0
0.0%
0
0.0%
0
0.0%
0
0.0%
0
0.0%
0
0.0%
Bedrag en aandeel van de voor
taxonomie afgestemde economische activiteit als bedoeld in afdeling 4.28
en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de noemer van de toepasselijke KPI
Bedrag en aandeel van de voor de taxonomie in aanmerking komende, maar niet op de
taxonomie afgestemde economische activiteit als bedoeld in afdeling 4.29
en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de noemer van de toepasselijke KPI
de taxonomie in aanmerking komende, maar niet op de
van de bijlagen I
1
0.0%
1
0.0%
0
0.0%
0
0.0%
0
0.0%
0
0.0%
0
0.0%
0
0.0%
0
0.0%
van de bijlagen I
76
0.0%
76
0.0%
0
0.0%
0
0.0%
0
0.0%
0
0.0%
3
0.0%
3
0.0%
0
0.0%
Bedrag en aandeel van de voor
taxonomie afgestemde economische activiteit als bedoeld in afdeling 4.27
en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de noemer van de toepasselijke KPI
de taxonomie in aanmerking komende, maar niet op de
van de bijlagen I
3
0.0%
3
0.0%
0
0.0%
0
0.0%
0
0.0%
0
0.0%
1
0.0%
1
0.0%
0
0.0%
kernenergie en fossiel gas –
voor de taxonomie in aanmerking komende, maar niet op de taxonomie afgestemde economische activiteiten
Stand GAR-KPI Adaptatie van
KM+KA
Mitigatie van
klimaatverandering
(KM)
klimaatverandering
(KA)
KM+KA
Mitigatie van
klimaatverandering
(KM)
bedrag N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
%
bedrag
%
bedrag
%
bedrag
%
bedrag
%
bedrag
%
bedrag
%
bedrag
%
bedrag
%
Stroom GAR-KPI Adaptatie van
KM+KA
Mitigatie van
klimaatverandering
(KM)
klimaatverandering
(KA)
KPI Financiële garanties
Adaptatie van
klimaatverandering
(KA)
Bedrag en aandeel van de voor
taxonomie afgestemde economische activiteit als bedoeld in afdeling 4.30
en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de noemer van de toepasselijke KPI
Bedrag en aandeel van de voor de taxonomie in aanmerking komende, maar niet op de
taxonomie afgestemde economische activiteit als bedoeld in afdeling 4.31
en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de noemer van de toepasselijke KPI
Bedrag en aandeel van andere voor de taxonomie in aanmerking komende, maar niet op
de taxonomie afgestemde economische activiteiten die niet zijn genoemd in de rijen 1
Totaal bedrag en aandeel van voor de taxonomie in aanmerking komende, maar niet op de taxonomie afgestemde economische activiteiten in de noemer van de toepasselijke KPI
84 747
40.5%
84 733
40.5%
14
0.0%
10 903
22.4%
10 892
22.4%
11
0.0%
154
1.3%
154
1.3%
0
0.0%
t.e.m. 6 hierboven in de noemer van de toepasselijke KPI
van de bijlagen I
0 84 668
40.5%
84 654
40.5%
14
0.0%
10 892
22.4%
10 881 22.4%
11
0.0%
152
1.3%
152
1.3%
0
0.0%
0.0%
0
0.0%
0
0.0%
0
0.0%
0
0.0%
0
0.0%
0
0.0%
0
0.0%
0
0.0%
Bedrag en aandeel van de voor
taxonomie afgestemde economische activiteit als bedoeld in afdeling 4.28
en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de noemer van de toepasselijke KPI
Bedrag en aandeel van de voor de taxonomie in aanmerking komende, maar niet op de
taxonomie afgestemde economische activiteit als bedoeld in afdeling 4.29
en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de noemer van de toepasselijke KPI
de taxonomie in aanmerking komende, maar niet op de
van de bijlagen I
0
0.0%
0
0.0%
0
0.0%
0
0.0%
0
0.0%
0
0.0%
0
0.0%
0
0.0%
0
0.0%
van de bijlagen I
76
0.0%
76
0.0%
0
0.0%
11
0.0%
11
0.0%
0
0.0%
2
0.0%
2
0.0%
0
0.0%
Bedrag en aandeel van de voor
taxonomie afgestemde economische activiteit als bedoeld in afdeling 4.27
en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de noemer van de toepasselijke KPI
de taxonomie in aanmerking komende, maar niet op de
van de bijlagen I
3
0.0%
3
0.0%
0
0.0%
0
0.0%
0
0.0%
0
0.0%
0
0.0%
0
0.0%
0
0.0%
kernenergie en fossiel gas –
voor de taxonomie in aanmerking komende, maar niet op de taxonomie afgestemde economische activiteiten
Stand GAR-KPI Adaptatie van
KM+KA
Mitigatie van
klimaatverandering
(KM)
klimaatverandering
(KA)
KM+KA
Mitigatie van
klimaatverandering
(KM)
bedrag N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
%
bedrag
%
bedrag
%
bedrag
%
bedrag
%
bedrag
%
bedrag
%
bedrag
%
bedrag
%
Stroom GAR-KPI Adaptatie van
KM+KA
Mitigatie van
klimaatverandering
(KM)
klimaatverandering
(KA)
KPI Financiële garanties
Adaptatie van
klimaatverandering
(KA)
p. 363
1
7 8 1
7
| voor de taxonomie in aanmerking komende, maar niet op de taxonomie afgestemde economische activiteiten | |
|---|---|
| kernenergie en fossiel gas – | |
| KBC als kredietinstelling – | (gebaseerd op omzet) |
| KPI Financiële garanties | Adaptatie van | klimaatverandering (KA) |
% | N/A | 0.0% 0 |
0.0% 0 |
0.0% 0 |
0.0% 0 |
0.0% 0 |
0.0% 0 |
0.0% 0 |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| bedrag | N/A | ||||||||||
| Mitigatie van | klimaatverandering (KM) |
% | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 1.3% | 1.3% | |
| bedrag | N/A | 0 | 0 | 2 | 0 | 0 | 152 | 154 | |||
| KM+KA | % | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 1.3% | 1.3% | ||
| bedrag | N/A | 0 | 0 | 2 | 0 | 0 | 152 | 154 | |||
| Stroom GAR-KPI | Adaptatie van | (KA) | % | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% |
| klimaatverandering | bedrag | N/A | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 11 | 11 | ||
| Mitigatie van | (KM) | % | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 22.4% | 22.4% | |
| klimaatverandering | bedrag | N/A | 0 | 0 | 11 | 0 | 0 | 10 881 | 10 892 | ||
| KM+KA | % | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 22.4% | 22.4% | ||
| bedrag | N/A | 0 | 0 | 11 | 0 | 0 | 10 892 | 10 903 | |||
| (KA) | % | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | ||
| Stand GAR-KPI | Adaptatie van | klimaatverandering | bedrag | N/A | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 14 | 14 |
| (KM) | % | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 40.5% | 40.5% | ||
| Mitigatie van | klimaatverandering | 0 | 3 | 76 | 0 | 0 | |||||
| bedrag | N/A | 84 654 | 84 733 | ||||||||
| KM+KA | % | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 40.5% | 40.5% | ||
| bedrag | N/A | 0 | 3 | 76 | 0 | 0 | 84 668 | 84 747 | |||
| Economische activiteiten 31-12-2024 |
(bedragen in miljoenen euro) | taxonomie afgestemde economische activiteit als bedoeld in afdeling 4.26 van de bijlagen I de taxonomie in aanmerking komende, maar niet op de en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de noemer van de toepasselijke KPI Bedrag en aandeel van de voor |
van de bijlagen I de taxonomie in aanmerking komende, maar niet op de en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de noemer van de toepasselijke KPI taxonomie afgestemde economische activiteit als bedoeld in afdeling 4.27 Bedrag en aandeel van de voor |
van de bijlagen I de taxonomie in aanmerking komende, maar niet op de en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de noemer van de toepasselijke KPI taxonomie afgestemde economische activiteit als bedoeld in afdeling 4.28 Bedrag en aandeel van de voor |
van de bijlagen I Bedrag en aandeel van de voor de taxonomie in aanmerking komende, maar niet op de en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de noemer van de toepasselijke KPI taxonomie afgestemde economische activiteit als bedoeld in afdeling 4.29 |
van de bijlagen I de taxonomie in aanmerking komende, maar niet op de en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de noemer van de toepasselijke KPI taxonomie afgestemde economische activiteit als bedoeld in afdeling 4.30 Bedrag en aandeel van de voor |
van de bijlagen I Bedrag en aandeel van de voor de taxonomie in aanmerking komende, maar niet op de en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de noemer van de toepasselijke KPI taxonomie afgestemde economische activiteit als bedoeld in afdeling 4.31 |
Bedrag en aandeel van andere voor de taxonomie in aanmerking komende, maar niet op de taxonomie afgestemde economische activiteiten die niet zijn genoemd in de rijen 1 t.e.m. 6 hierboven in de noemer van de toepasselijke KPI |
Totaal bedrag en aandeel van voor de taxonomie in aanmerking komende, maar niet op de taxonomie afgestemde economische activiteiten in de noemer van de toepasselijke KPI |
||
| Rij | 1 | 2 | 3 | 4 | 5 | 6 | 7 | 8 |
| Stand GAR-KPI | Stroom GAR-KPI | KPI Financiële garanties | ||||||||||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| 31-12-2024 | KM+KA | klimaatverandering | Mitigatie van | klimaatverandering | Adaptatie van | KM+KA | klimaatverandering | Mitigatie van | klimaatverandering | Adaptatie van | KM+KA | klimaatverandering | Mitigatie van | klimaatverandering | Adaptatie van | |||||
| Economische activiteiten | (KM) | (KA) | (KM) | (KA) | (KM) | (KA) | ||||||||||||||
| Rij | (bedragen in miljoenen euro) | bedrag | % | bedrag | % | bedrag | % | bedrag | % | bedrag | % | bedrag | % | bedrag | % | bedrag | % | bedrag | % | |
| taxonomie afgestemde economische activiteit als bedoeld in afdeling 4.26 van de bijlagen I de taxonomie in aanmerking komende, maar niet op de Bedrag en aandeel van de voor |
N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | ||
| en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de noemer van de toepasselijke KPI | ||||||||||||||||||||
| de taxonomie in aanmerking komende, maar niet op de Bedrag en aandeel van de voor |
||||||||||||||||||||
| 2 | van de bijlagen I taxonomie afgestemde economische activiteit als bedoeld in afdeling 4.27 |
0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | |
| en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de noemer van de toepasselijke KPI | ||||||||||||||||||||
| de taxonomie in aanmerking komende, maar niet op de Bedrag en aandeel van de voor |
||||||||||||||||||||
| 3 | van de bijlagen I taxonomie afgestemde economische activiteit als bedoeld in afdeling 4.28 |
3 | 0.0% | 3 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 1 | 0.0% | 1 | 0.0% | 0 | 0.0% | |
| en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de noemer van de toepasselijke KPI | ||||||||||||||||||||
| Bedrag en aandeel van de voor de taxonomie in aanmerking komende, maar niet op de | ||||||||||||||||||||
| 4 | van de bijlagen I taxonomie afgestemde economische activiteit als bedoeld in afdeling 4.29 |
76 | 0.0% | 76 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 3 | 0.0% | 3 | 0.0% | 0 | 0.0% | |
| en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de noemer van de toepasselijke KPI | ||||||||||||||||||||
| de taxonomie in aanmerking komende, maar niet op de Bedrag en aandeel van de voor |
||||||||||||||||||||
| 5 | van de bijlagen I taxonomie afgestemde economische activiteit als bedoeld in afdeling 4.30 |
1 | 0.0% | 1 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | |
| en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de noemer van de toepasselijke KPI | ||||||||||||||||||||
| Bedrag en aandeel van de vppr de taxonomie in aanmerking komende, maar niet op de | ||||||||||||||||||||
| 6 | van de bijlagen I taxonomie afgestemde economische activiteit als bedoeld in afdeling 4.31 |
0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | |
| en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de noemer van de toepasselijke KPI | ||||||||||||||||||||
| Bedrag en aandeel van andere voor de taxonomie in aanmerking komende, maar niet op | ||||||||||||||||||||
| 7 | de taxonomie afgestemde economische activiteiten die niet zijn genoemd in de rijen 1 | 017 85 |
40.7% | 84 983 | 40.6% | 34 | 0.0% | 11 127 | 22.9% | 11 115 | 22.8% | 11 | 0.0% | 220 | 1.9% | 220 | 1.9% | 0 | 0.0% | |
| t.e.m. 6 hierboven in de noemer van de toepasselijke KPI | ||||||||||||||||||||
| Totaal bedrag en aandeel van voor de taxonomie in aanmerking komende, maar niet op de | ||||||||||||||||||||
| 8 | taxonomie afgestemde economische activiteiten in de noemer van de toepasselijke KPI | 85 097 | 40.7% | 85 063 | 40.7% | 34 | 0.0% | 11 127 | 22.9% | 11 116 | 22.8% | 11 | 0.0% | 224 | 1.9% | 224 | 1.9% | 0 | 0.0% |
| 31-12-2024 | Stand GAR-KPI | Stroom GAR-KPI | KPI Financiële | ||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Economische activiteiten | garanties | ||||||
| Rij | (bedragen in miljoenen euro) | bedrag | % | bedrag | % | bedrag | % |
| 1 | Bedrag en aandeel van de in rij 1 van template 1 genoemde activiteit die niet voor de taxonomie in aanmerking komt overeenkomstig afdeling 4.26 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de noemer van de toepasselijke KPI |
N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 2 | in de noemer van de Bedrag en aandeel van de in rij 2 van template 1 genoemde activiteit die niet voor de taxonomie in aanmerking komt overeenkomstig afdeling 4.27 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 toepasselijke KPI |
0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% |
| 3 | Bedrag en aandeel van de in rij 3 van template 1 genoemde activiteit die niet voor de taxonomie in aanmerking komt overeenkomstig afdeling 4.28 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de noemer van de toepasselijke KPI |
0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 1 | 0.0% |
| 4 | Bedrag en aandeel van de in rij 4 van template 1 genoemde activiteit die niet voor de taxonomie in aanmerking komt overeenkomstig afdeling 4.29 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de noemer van de toepasselijke KPI |
1 | 0.0% | 0 | 0.0% | 3 | 0.0% |
| 5 | Bedrag en aandeel van de in rij 5 van template 1 genoemde activiteit die niet voor de taxonomie in aanmerking komt overeenkomstig afdeling 4.30 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de noemer van de toepasselijke KPI |
0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% |
| 6 | Bedrag en aandeel van de in rij 6van template 1 genoemde activiteit die niet voor de taxonomie in aanmerking komt overeenkomstig afdeling 4.31 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de noemer van de toepasselijke KPI |
0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% |
| 7 | Bedrag en aandeel van andere niet voor de taxonomie in aanmerking komende activiteiten die niet zijn genoemd in de rijen 1 t.e.m. 6 hierboven in de noemer van de toepasselijke KPI | 123 290 | 59.0% | 732 33 |
74.9% | 11 161 | 97.2% |
| 8 | Totaal bedrag en aandeel van niet de voor de taxonomie in aanmerking komende economische activiteiten in de noemer van de toepasselijke KPI | 123 290 | 59.0% | 33 732 | 74.9% | 11 166 | 97.2% |
| KPI Financiële Stroom GAR-KPI |
garanties | % | N/A | |||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 95.8% | 95.8% | ||||
| bedrag | N/A | 0 | 1 | 3 | 0 | 0 | 11 000 | 11 005 | ||
| % | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 74.7% | 74.7% | ||
| bedrag | N/A | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 631 33 |
33 631 | ||
| Stand GAR-KPI | % | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 58.9% | 58.9% | |
| bedrag | N/A | 0 | 0 | 1 | 0 | 0 | 123 078 | 123 078 | ||
| Bedrag en aandeel van de in rij 1 van template 1 genoemde activiteit die niet voor de taxonomie in aanmerking komt overeenkomstig afdeling 4.26 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de noemer van de | Bedrag en aandeel van de in rij 2 van template 1 genoemde activiteit die niet voor de taxonomie in aanmerking komt overeenkomstig afdeling 4.27 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de noemer van de | Bedrag en aandeel van de in rij 3 van template 1 genoemde activiteit die niet voor de taxonomie in aanmerking komt overeenkomstig afdeling 4.28 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de noemer van de | Bedrag en aandeel van de in rij 4 van template 1 genoemde activiteit die niet voor de taxonomie in aanmerking komt overeenkomstig afdeling 4.29 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de noemer van de | in de noemer van de Bedrag en aandeel van de in rij 5 van template 1 genoemde activiteit die niet voor de taxonomie in aanmerking komt overeenkomstig afdeling 4.30 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 |
Bedrag en aandeel van de in rij 6van template 1 genoemde activiteit die niet voor de taxonomie in aanmerking komt overeenkomstig afdeling 4.31 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de noemer van de | noemer van de toepasselijke KPI Bedrag en aandeel van andere niet voor de taxonomie in aanmerking komende economische activiteiten die niet zijn genoemd in de rijen 1 t.e.m. 6 hierboven in de |
Totaal bedrag en aandeel van niet voor de taxonomie in aanmerking komende economische activiteiten in de noemer van de toepasselijke KPI |
p. 364
KBC als (her)verzekeringsonderneming –
KPI m.b.t. verzekeringsactiviteiten
Substantiële bijdrage aan adaptie van
GEAD (Geen ernstige afbreuk doen aan)
klimaatverandering
Absolute
Aandeel
Aandeel
Klimaatmitigatie
Water en
Circulaire
Verontreiniging
Biodiversiteit en
Minimum
garanties
(10)
(8)
ecosystemen
(9)
economie
(7)
mariene
premies
31-12-2023
(5)
hulpbronnen
(6)
premies
31-12-2024
premies
31-12-2024
(2)
in miljoenen
%
%
J/N
J/N
J/N
J/N
J/N
J/N
euro
43
87.5% 100%
85.7% 100%
N/A N/A
N/A N/A
N/A N/A
N/A N/A
N/A N/A
N/A
N/A
10.8%
7.7%
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
1.7% N/A 0.1% N/A
6.6% N/A 0.1% N/A
Y Y Y Y
Y Y Y Y
Y Y Y Y
Y Y Y Y
Y Y Y Y
Y
Y
Y
Y
Economische activiteiten (1)
A.1 Op taxonomie afgestemde schadeverzekerings-
A.1.1 waarvan herverzekerd
A.1.2 Waarvan afkomstig uit herverzekeringsactiviteiten
A.1.2.1. waarvan herverzekerd (retrocessie)
A.2 voor taxonomie in aanmerking komende, maar ecologisch niet duurzame
B Niet voor taxonomie in aanmerking komende schadeverzekerings-
Totaal (A.1+A.2+B)
en schadeherverzekeringsactiviteiten
(niet op taxonomie afgestemde activiteiten)
schadeverzekerings-
en schadeherverzekeringsactiviteiten
en schadeherverzekeringsactiviteiten (ecologisch duurzaam)
(3)
(4)
p. 365
1 2 3 4 5 6 7
| klimaatverandering | |||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Absolute | Aandeel | Aandeel | Klimaat | Water en | Circulaire | Verontreiniging | Biodiversiteit en | Minimum | |
| premies | premies | premies | mitigatie | mariene | economie | (8) | ecosystemen | garanties | |
| 31-12-2024 | 31-12-2024 | 31-12-2023 | (5) | hulpbronnen | (7) | (9) | (10) | ||
| (2) | (3) | (4) | (6) | ||||||
| Economische activiteiten (1) | in miljoenen | % | % | J/N | J/N | J/N | J/N | J/N | J/N |
| euro | |||||||||
| en schadeherverzekeringsactiviteiten (ecologisch duurzaam) A.1 Op taxonomie afgestemde schadeverzekerings- |
43 | 1.7% | 6.6% | Y | Y | Y | Y | Y | Y |
| A.1.1 waarvan herverzekerd | 33 - |
N/A | N/A | Y | Y | Y | Y | Y | Y |
| A.1.2 Waarvan afkomstig uit herverzekeringsactiviteiten | 2 | 0.1% | 0.1% | Y | Y | Y | Y | Y | Y |
| A.1.2.1. waarvan herverzekerd (retrocessie) | -1 | N/A | N/A | Y | Y | Y | Y | Y | Y |
| en schadeherverzekeringsactiviteiten schadeverzekerings- A.2 voor taxonomie in aanmerking komende, maar ecologisch niet duurzame |
277 | 10.8% | 7.7% | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| (niet op taxonomie afgestemde activiteiten) | |||||||||
| en schadeherverzekeringsactiviteiten B Niet voor taxonomie in aanmerking komende schadeverzekerings- |
2 244 | 87.5% | 85.7% | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| Totaal (A.1+A.2+B) | 2 564 | 100% | 100% | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
Substantiële bijdrage aan adaptie van
GEAD (Geen ernstige afbreuk doen aan)
KBC als (her)verzekeringsonderneming – KPI m.b.t. beleggingen
(in miljoenen euro, tenzij anders vermeld) 2024
| of herverzekeringsondernemingen die gericht zijn op de financiering van of verband houden met op de taxonomie afgestemde economische activiteiten, in verhouding tot de waarde van de totale door de KPI bestreken activa, met daaruit voortvloeiende wegingsfactoren voor beleggingen in De gewogen gemiddelde waarde van alle beleggingen van verzekerings- |
of herverzekeringsondernemingen die gericht zijn op de financiering van of verband houden met op de taxonomie afgestemde economische activiteiten, met daaruit voortvloeiende wegingsfactoren voor beleggingen in De gewogen gemiddelde waarde van alle beleggingen van verzekerings- |
|
|---|---|---|
| ondernemingen zoals hieronder: | 1.4% | ondernemingen zoals hieronder: |
| 1.8% Op omzet gebaseerd: Op kapitaaluitgaven gebaseerd: |
Op omzet gebaseerd: 371 479 Op kapitaaluitgaven gebaseerd: |
|
| of herverzekeringsondernemingen (totaal activa onder beheer). Met uitzondering van Het percentage door de KPI bestreken activa in verhouding tot de totale beleggingen van verzekerings- beleggingen in overheidsentiteiten. |
De monetaire waarde van door de KPI bestreken activa. Met uitzondering van beleggingen in overheidsentiteiten. | |
| 97.2% Bestreken aandeel: |
26 533 Bestreken aandeel: |
|
| van de KPI Aanvullende rapportages: uitsplitsing van de noemer |
||
| Het percentage derivaten in verhouding tot de totale door de KPI bestreken activa. | 0.2% | 41 De waarde in geldbedragen van derivaten: |
| financiële ondernemingen die niet aan de artikelen 19 bis en 29 bis van Richtlijn 2013/34/EU zijn onderworpen, in verhouding tot de Het aandeel van blootstellingen aan financiële en niet- totale door de KPI bestreken activa: |
De waarde van blootstellingen met betrekking tot financiële en niet-financiële ondernemingen die niet aan de artikelen 19 bis en 29 bis van Richtlijn 2013/34/EU zijn onderworpen: |
|
| 31.2% Voor niet-financiële ondernemingen: |
Voor niet-financiële ondernemingen: 8 286 | |
| financiële ondernemingen uit niet-EU-landen die niet aan de artikelen 19 bis en 29 bis van Richtlijn 2013/34/EU zijn onderworpen, in Het aandeel van blootstellingen aan financiële en niet- |
15.7% Voor financiële ondernemingen: |
De waarde van blootstellingen met betrekking tot financiële en niet-financiële ondernemingen uit niet-EU-landen die niet aan de artikelen 19 bis 157 Voor financiële ondernemingen: 4 |
| verhouding tot de totale door de KPI bestreken activa: | en 29 bis van Richtlijn 2013/34/EU zijn onderworpen: | |
| 28.4% 13.4% Voor financiële ondernemingen: Voor niet-financiële ondernemingen: |
7 523 Voor niet-financiële ondernemingen: 3 545 Voor financiële ondernemingen: |
|
| financiële ondernemingen die aan de artikelen 19 bis en 29 bis van Richtlijn 2013/34/EU zijn onderworpen, in verhouding tot de totale Het aandeel van blootstellingen aan financiële en niet- door de KPI bestreken activa: |
De waarde van blootstellingen met betrekking tot financiële en niet-financiële ondernemingen die aan de artikelen 19 bis en 29 bis van Richtlijn 2013/34/EU zijn onderworpen: |
|
| 10.4% Voor niet-financiële ondernemingen: |
financiële ondernemingen: 2 749 niet- Voor |
|
| 15.0% Voor financiële ondernemingen: |
3 981 Voor-financiële ondernemingen: |
|
| in verhouding tot de totale door de KPI bestreken activa: Het aandeel van blootstellingen aan andere tegenpartijen en activa |
27.6% | 7 320 Waarde van blootstellingen aan andere tegenpartijen en activa: |
| of herverzekeringsonderneming, met uitzondering van beleggingen die worden aangehouden voor levensverzekeringsovereenkomsten waarbij het beleggingsrisico door de polishouders wordt gedragen. Het aandeel van de beleggingen van de verzekerings- |
37.4% | of herverzekeringsonderneming, met uitzondering van beleggingen die worden aangehouden 9 931 voor levensverzekeringsovereenkomsten waarbij het beleggingsrisico door de polishouders wordt gedragen. De waarde van de beleggingen van de verzekerings- |
| De waarde van alle beleggingen die niet voor de taxonomie in aanmerking komende economische activiteiten financieren, in verhouding tot de waarde van de totale door de KPI bestreken activa: |
85.2% | 22 596 financieren: De waarde van alle beleggingen die niet voor de taxonomie in aanmerking komende economische activiteiten |
| De waarde van alle beleggingen die economische activiteiten financieren die voor de taxonomie in aanmerking komen, doch niet op de taxonomie zijn afgestemd van de totale door de KPI bestreken activa: |
in verhouding tot de waarde 13.4% |
3 567 De waarde van alle beleggingen die voor de taxonomie in aanmerking komend, doch niet op de taxonomie afgestemde economische activiteiten financieren: |
| Aanvullende rapportages: uitsplitsing van de teller van de KPI | ||
| op de taxonomie afgestemde blootstellingen aan financiële en niet-financiële ondernemingen die aan de artikelen 19 bis en 29 bis van Richtlijn 2013/34/EU zijn onderworpen, in verhouding tot de totale door de KPI bestreken activa: Het aandeel van |
De waarde van op de taxonomie afgestemde blootstellingen met betrekking tot financiële en niet-financiële ondernemingen die aan de artikelen 19 bis en 29 bis van Richtlijn 2013/34/EU zijn onderworpen: |
|
| Voor niet-financiële ondernemingen: | Voor niet-financiële ondernemingen: | |
| 1.1% Op omzet gebaseerd: |
292 Op omzet gebaseerd: |
|
| 1.5% Op kapitaaluitgaven gebaseerd: Voor financiële ondernemingen: |
397 Op kapitaaluitgaven gebaseerd: Voor financiële ondernemingen: |
|
| 0.3% Op omzet gebaseerd: |
78 Op omzet gebaseerd: |
|
| 0.3% Op kapitaaluitgaven gebaseerd: |
82 Op kapitaaluitgaven gebaseerd: |
|
| of herverzekeringsonderneming, met uitzondering van beleggingen die worden aangehouden voor levensverzekeringsovereenkomsten waarbij het beleggingsrisico door de polishouders wordt gedragen, en die gericht zijn op de financiering van of verband houden met op de taxonomie afgestemde economische activiteiten: Het aandeel van de beleggingen van de verzekerings- |
voor levensverzekeringsovereenkomsten waarbij het beleggingsrisico door de polishouders wordt gedragen, en die gericht zijn op de financiering of herverzekeringsonderneming, met uitzondering van beleggingen die worden aangehouden van of verband houden met op de taxonomie afgestemde economische activiteiten: De waarde van de beleggingen van de verzekerings- |
|
| 0.6% 0.6% Op omzet gebaseerd: Op kapitaaluitgaven gebaseerd: |
149 169 Op kapitaaluitgaven gebaseerd: Op omzet gebaseerd: |
|
| in verhouding tot de totale door de KPI bestreken activa: Het aandeel van op de taxonomie afgestemde blootstellingen aan andere tegenpartijen en activa |
0 Op omzet gebaseerd: |
0 Op omzet gebaseerd: : en activa De waarde van op de taxonomie afgestemde blootstellingen aan andere tegenpartijen |
| Uitsplitsing van de teller van de KPI per milieudoelstelling | 0 Op kapitaaluitgaven gebaseerd: |
0 Op kapitaaluitgaven gebaseerd: |
| op voorwaarde van een positieve beoordeling voor "geen ernstige afbreuk doen aan" en sociale waarborgen: Op de taxonomie afgestemde activiteiten — |
||
| 5.6% : Omzet Transitieactiviteiten: |
||
| (1) Klimaatmitigatie | 95.0% 96.0% Omzet: CapEx: |
Omzet: 45.5% 41.3% 8.4% Capex: Capex: Faciliterende activiteiten: |
| (2) Klimaatadaptatie | 5.0% 4.0% Omzet: CapEx: |
10.1% 3.5% Omzet: Capex: Faciliterende activiteiten: |
| (3) Duurzaam gebruik en bescherming van water en mariene hulpbronnen | N/A N/A Omzet: CapEx: |
Capex: N/A Omzet: N/A Faciliterende activiteiten: |
| (4) Transitie naar een circulaire economie | N/A N/A Omzet: CapEx: |
Capex: N/A Omzet: N/A Faciliterende activiteiten: |
| (5) Preventie en bestrijding van verontreiniging | N/A N/A Omzet: CapEx: |
Capex: N/A Omzet: N/A Faciliterende activiteiten: |
| (6) Bescherming en herstel biodiversiteit en ecosystemen | N/A N/A Omzet: CapEx: |
Capex: N/A Omzet: N/A Faciliterende activiteiten: |
p. 366
KBC als (her)verzekeringsonderneming –
ACTIVITEITEN IN VERBAND MET KERNENERGIE
1 2 3
alsook verbetering van de veiligheid daarvan, met gebruikmaking van de beste beschikbare technologieën.
kernenergie, alsook verbetering van de veiligheid daarvan.
ACTIVITEITEN IN VERBAND MET FOSSIEL GAS
4 5 6
activiteiten i.v.m. kernenergie en fossiel gas
De onderneming verricht, financiert of heeft blootstellingen aan onderzoek, ontwikkeling, demonstratie en uitrol van innovatieve installaties voor elektriciteitsopwekking die energie produceren uit nucleaire processen met een minimum aan afval van de splijtstofcyclus.
De onderneming verricht, financiert of heeft blootstellingen aan de bouw en veilige exploitatie van nieuwe nucleaire installaties voor de productie van elektriciteit of proceswarmte, voor onder meer stadsverwarming of industriële processen zoals de productie van waterstof,
De onderneming verricht, financiert of heeft blootstellingen aan de veilige exploitatie van bestaande nucleaire installaties die elektriciteit of proceswarmte produceren, voor onder meer stadsverwarming of industriële processen zoals de productie van
De onderneming verricht, financiert of heeft blootstellingen aan de bouw of exploitatie van installaties voor elektriciteitsopwekking die elektriciteit produceren uit fossiele gasvormige brandstoffen.
De onderneming verricht, financiert of heeft blootstellingen aan de bouw, renovatie en exploitatie van installaties voor warmte-/koudekrachtkoppeling met behulp van fossiele gasvormige brandstoffen.
De onderneming verricht, financiert of heeft blootstellingen aan de bouw, renovatie en exploitatie van installaties voor warmteopwekking die warmte/koude produceren met behulp van fossiele gasvormige brandstoffen.
waterstof uit
NEE
JA
JA
JA
JA
JA
(verder gerefereerd als 'template 1')
| ACTIVITEITEN IN VERBAND MET KERNENERGIE |
|---|
| 1 | De onderneming verricht, financiert of heeft blootstellingen aan onderzoek, ontwikkeling, demonstratie en uitrol van innovatieve installaties voor elektriciteitsopwekking die energie produceren uit nucleaire processen met een minimum aan afval van de splijtstofcyclus. | NEE |
|---|---|---|
| 2 | De onderneming verricht, financiert of heeft blootstellingen aan de bouw en veilige exploitatie van nieuwe nucleaire installaties voor de productie van elektriciteit of proceswarmte, voor onder meer stadsverwarming of industriële processen zoals de productie van waterstof, alsook verbetering van de veiligheid daarvan, met gebruikmaking van de beste beschikbare technologieën. |
JA |
| 3 | waterstof uit De onderneming verricht, financiert of heeft blootstellingen aan de veilige exploitatie van bestaande nucleaire installaties die elektriciteit of proceswarmte produceren, voor onder meer stadsverwarming of industriële processen zoals de productie van kernenergie, alsook verbetering van de veiligheid daarvan. |
JA |
| ACTIVITEITEN IN VERBAND MET FOSSIEL GAS | ||
| 4 | De onderneming verricht, financiert of heeft blootstellingen aan de bouw of exploitatie van installaties voor elektriciteitsopwekking die elektriciteit produceren uit fossiele gasvormige brandstoffen. | JA |
| 5 | De onderneming verricht, financiert of heeft blootstellingen aan de bouw, renovatie en exploitatie van installaties voor warmte-/koudekrachtkoppeling met behulp van fossiele gasvormige brandstoffen. | JA |
| 6 | De onderneming verricht, financiert of heeft blootstellingen aan de bouw, renovatie en exploitatie van installaties voor warmteopwekking die warmte/koude produceren met behulp van fossiele gasvormige brandstoffen. | JA |
KBC als (her)verzekeringsonderneming – kernenergie en fossiel gas - op de taxonomie afgestemde economische activiteiten (noemer)
| Adaptatie van | % | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | ||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| bedrag | N/A | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |||
| (KM) | % | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 1.7% | |
| bedrag | N/A | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 460 | ||
| KM+KA | % | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 1.8% | |
| bedrag | N/A | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 479 | ||
| Adaptatie van | % | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.1% | |
| bedrag | N/A | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 19 | ||
| (KM) | % | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 1.3% | |
| bedrag | N/A | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 352 | ||
| KM+KA | % | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 1.4% | |
| bedrag | N/A | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 371 | ||
| Economische activiteiten | (bedragen in miljoenen euro) | Bedrag en aandeel van de op de taxonomie afgestemde economische activiteit als bedoeld in afdeling 4.26 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de noemer van de toepasselijke KPI |
Bedrag en aandeel van de op de taxonomie afgestemde economische activiteit als van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de noemer van de toepasselijke KPI bedoeld in afdeling 4.27 |
Bedrag en aandeel van de op de taxonomie afgestemde economische activiteit als van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de noemer van de toepasselijke KPI bedoeld in afdeling 4.28 |
Bedrag en aandeel van de op de taxonomie afgestemde economische activiteit als van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de noemer van de toepasselijke KPI bedoeld in afdeling 4.29 |
Bedrag en aandeel van de op de taxonomie afgestemde economische activiteit als van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de noemer van de toepasselijke KPI bedoeld in afdeling 4.30 |
Bedrag en aandeel van de op de taxonomie afgestemde economische activiteit als van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de noemer van de toepasselijke KPI bedoeld in afdeling 4.31 |
op de taxonomie afgestemde economische activiteiten die niet zijn genoemd in de rijen 1 t.e.m. 6 hierboven in de noemer van de toepasselijke Bedrag en aandeel van andere |
|
| Mitigatie van kimaatverandering Mitigatie van kimaatverandering |
klimaatverandering (KA) klimaatverandering (KA) |
| GIR (gebaseerd op omzet) | GIR (gebaseerd op capex) | ||||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| 31-12-2024 | KM+KA | Mitigatie van kimaatverandering | Adaptatie van | KM+KA | Mitigatie van kimaatverandering | Adaptatie van | |||||||
| Economische activiteiten | (KM) | klimaatverandering (KA) | (KM) | klimaatverandering (KA) | |||||||||
| Rij | (bedragen in miljoenen euro) | bedrag | % | bedrag | % | bedrag | % | bedrag | % | bedrag | % | bedrag | % |
| 1 | Bedrag en aandeel van de op de taxonomie afgestemde economische activiteit als bedoeld in afdeling 4.26 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) van de toepasselijke KPI 2021/2139 in de teller |
N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 2 | Bedrag en aandeel van de op de taxonomie afgestemde economische activiteit als van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) van de toepasselijke KPI bedoeld in afdeling 4.27 2021/2139 in de teller |
0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% |
| 3 | Bedrag en aandeel van de op de taxonomie afgestemde economische activiteit als van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) van de toepasselijke KPI bedoeld in afdeling 4.28 2021/2139 in de teller |
0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% |
| 4 | Bedrag en aandeel van de op de taxonomie afgestemde economische activiteit als van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) van de toepasselijke KPI bedoeld in afdeling 4.29 2021/2139 in de teller |
0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% |
| 5 | Bedrag en aandeel van de op de taxonomie afgestemde economische activiteit als van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) van de toepasselijke KPI bedoeld in afdeling 4.30 2021/2139 in de teller |
0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% |
| 6 | Bedrag en aandeel van de op de taxonomie afgestemde economische activiteit als van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) van de toepasselijke KPI bedoeld in afdeling 4.31 2021/2139 in de teller |
0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% |
| 7 | op de taxonomie afgestemde economische activiteiten van de toepasselijke KPI die niet zijn genoemd in de rijen 1 t.e.m. 6 hierboven in de teller Bedrag en aandeel van andere |
371 | 100.0% | 352 | 100.0% | 19 | 100.0% | 479 | 100.0% | 460 | 100.0% | 19 | 100.0% |
| 8 | Totaal bedrag en aandeel van op de taxonomie afgestemde economische activiteiten in de teller van de toepasselijke KPI's |
371 | 100.0% | 352 | 100.0% | 19 | 100.0% | 479 | 100.0% | 460 | 100.0% | 19 | 100.0% |
p. 368
KBC als (her)verzekeringsonderneming –
activiteiten
31-12-2024
Economische activiteiten
(bedragen in miljoenen euro)
Bedrag en aandeel van de voor de taxonomie in aanmerking komende, maar niet op de taxonomie afgestemde economische activiteit
Bedrag en aandeel van de voor de taxonomie in aanmerking komende, maar niet op de taxonomie afgestemde economische activiteit
Bedrag en aandeel van de voor de taxonomie in aanmerking komende, maar niet op de taxonomie afgestemde economische activiteit als bedoeld in afdeling 4.28
Bedrag en aandeel van de voor de taxonomie in aanmerking komende, maar niet op de taxonomie afgestemde economische activiteit als bedoeld in afdeling 4.29
Bedrag en aandeel van de voor de taxonomie in aanmerking komende, maar niet op de taxonomie afgestemde economische activiteit als bedoeld in afdeling 4.30
Bedrag en aandeel van de voor de taxonomie in aanmerking komende, maar niet op de taxonomie afgestemde economische activiteit als bedoeld in afdeling 4.31
van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de noemer van de toepasselijke KPI
van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de noemer van de toepasselijke KPI
van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de noemer van de toepasselijke KPI
van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de noemer van de toepasselijke KPI
van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de noemer van de toepasselijke KPI
Bedrag en aandeel van de voor de taxonomie in aanmerking komende, maar niet op de taxonomie afgestemde economische activiteiten die niet zijn genoemd in de rijen 1 t.e.m. 6 hierboven in de noemer van de toepasselijke KPI
Totaal bedrag en aandeel van voor de taxonomie in aanmerking komende, maar niet op de taxonomie afgestemde economische activiteiten in de noemer van de toepasselijke KPI
als bedoeld in afdeling 4.27
als bedoeld in afdeling 4.26 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de noemer van de toepasselijke
Rij
1 2 3 4 5 6 7 8
KPI KBC als (her)verzekeringsonderneming –
31-12-2024
Economische activiteiten
(bedragen in miljoenen euro)
Rij
1 2 3 4 5 6 7 8
kernenergie en fossiel gas -
Bedrag en aandeel van de in rij 1 van template 1 genoemde activiteit die niet voor de taxonomie in aanmerking komt overeenkomstig afdeling 4.26 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de noemer van de toepasselijke KPI
Bedrag en aandeel van de in rij 2 van template 1 genoemde activiteit die niet voor de taxonomie in aanmerking komt overeenkomstig afdeling 4.27 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de noemer van de toepasselijke KPI
Bedrag en aandeel van de in rij 3 van template 1 genoemde activiteit die niet voor de taxonomie in aanmerking komt overeenkomstig afdeling 4.28 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de noemer van de toepasselijke KPI
Bedrag en aandeel van de in rij 4 van template 1 genoemde activiteit die niet voor de taxonomie in aanmerking komt overeenkomstig afdeling 4.29 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de noemer van de toepasselijke KPI
Bedrag en aandeel van de in rij 5 van template 1 genoemde activiteit die niet voor de taxonomie in aanmerking komt overeenkomstig afdeling 4.30 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de noemer van de toepasselijke KPI
Bedrag en aandeel van de in rij 6 van template 1 genoemde activiteit die niet voor de taxonomie in aanmerking komt overeenkomstig afdeling 4.31 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de noemer van de toepasselijke KPI
Bedrag en aandeel van andere niet voor de taxonomie in aanmerking komende economische activiteiten die niet zijn genoemd in de rijen 1 t.e.m. 6 hierboven in de noemer van de toepasselijke KPI
Totaal bedrag en aandeel van niet voor de taxonomie in aanmerking komende economische activiteiten in de noemer van de toepasselijke KPI
niet voor de taxonomie in aanmerking komende activiteiten
GIR (gebaseerd op omzet)
bedrag N/A 0 0 0 0 0 22 596 22 596
85.2% 85.2%
22 791 22 791
85.9%
85.9%
0.0%
0
0.0%
0.0%
0
0.0%
0.0%
0
0.0%
0.0%
0
0.0%
0.0%
0
0.0%
N/A
N/A
N/A
%
bedrag
%
GIR (gebaseerd op Capex)
kernenergie en fossiel gas -
voor de taxonomie in aanmerking komende, maar niet op de taxonomie afgestemde economische
GIR (gebaseerd op omzet)
bedrag N/A 0 1 6 8 0 3 552 3 567
13.4% 13.4%
3 263 3 263
12.3%
12.3%
0.0%
0
0.0%
0.0%
0
0.0%
0.0%
0
0.0%
0.0%
0
0.0%
0.0%
0
0.0%
N/A
N/A
N/A
%
bedrag
%
GIR (gebaseerd op Capex)
KBC als (her)verzekeringsonderneming – kernenergie en fossiel gas - voor de taxonomie in aanmerking komende, maar niet op de taxonomie afgestemde economische activiteiten
| 12.3% | 3 263 | 13.4% | 3 567 | Totaal bedrag en aandeel van voor de taxonomie in aanmerking komende, maar niet op de taxonomie afgestemde economische activiteiten in de noemer van de toepasselijke KPI 8 |
|---|---|---|---|---|
| 12.3% | 3 263 | 13.4% | 3 552 | Bedrag en aandeel van de voor de taxonomie in aanmerking komende, maar niet op de taxonomie afgestemde economische activiteiten die niet zijn genoemd in de rijen 1 t.e.m. 6 hierboven in de noemer van de toepasselijke KPI 7 |
| 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de Bedrag en aandeel van de voor de taxonomie in aanmerking komende, maar niet op de taxonomie afgestemde economische activiteit als bedoeld in afdeling 4.31 noemer van de toepasselijke KPI 6 |
| 0.0% | 0 | 0.0% | 8 | van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de Bedrag en aandeel van de voor de taxonomie in aanmerking komende, maar niet op de taxonomie afgestemde economische activiteit als bedoeld in afdeling 4.30 noemer van de toepasselijke KPI 5 |
| 0.0% | 0 | 0.0% | 6 | van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de Bedrag en aandeel van de voor de taxonomie in aanmerking komende, maar niet op de taxonomie afgestemde economische activiteit als bedoeld in afdeling 4.29 noemer van de toepasselijke KPI 4 |
| 0.0% | 0 | 0.0% | 1 | van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de Bedrag en aandeel van de voor de taxonomie in aanmerking komende, maar niet op de taxonomie afgestemde economische activiteit als bedoeld in afdeling 4.28 noemer van de toepasselijke KPI 3 |
| 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de als bedoeld in afdeling 4.27 Bedrag en aandeel van de voor de taxonomie in aanmerking komende, maar niet op de taxonomie afgestemde economische activiteit noemer van de toepasselijke KPI 2 |
| N/A | N/A | N/A | N/A | als bedoeld in afdeling 4.26 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de Bedrag en aandeel van de voor de taxonomie in aanmerking komende, maar niet op de taxonomie afgestemde economische activiteit KPI noemer van de toepasselijke 1 |
| % | bedrag | % | bedrag | (bedragen in miljoenen euro) Economische activiteiten Rij |
| GIR (gebaseerd op Capex) | GIR (gebaseerd op omzet) | 31-12-2024 |
1
7
1 2 3
5 6 7 8
| 31-12-2024 | GIR (gebaseerd op omzet) | GIR (gebaseerd op Capex) | ||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| Rij | (bedragen in miljoenen euro) Economische activiteiten |
bedrag | % | bedrag | % | |
| 1 | Bedrag en aandeel van de in rij 1 van template 1 genoemde activiteit die niet voor de taxonomie in aanmerking komt overeenkomstig afdeling 4.26 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de noemer van de toepasselijke KPI |
N/A | N/A | N/A | N/A | |
| 2 | Bedrag en aandeel van de in rij 2 van template 1 genoemde activiteit die niet voor de taxonomie in aanmerking komt overeenkomstig afdeling 4.27 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de noemer van de toepasselijke KPI |
0 | 0.0% | 0 | 0.0% | |
| 3 | Bedrag en aandeel van de in rij 3 van template 1 genoemde activiteit die niet voor de taxonomie in aanmerking komt overeenkomstig afdeling 4.28 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de noemer van de toepasselijke KPI |
0 | 0.0% | 0 | 0.0% | |
| 4 | Bedrag en aandeel van de in rij 4 van template 1 genoemde activiteit die niet voor de taxonomie in aanmerking komt overeenkomstig afdeling 4.29 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de noemer van de toepasselijke KPI |
0 | 0.0% | 0 | 0.0% | |
| 5 | Bedrag en aandeel van de in rij 5 van template 1 genoemde activiteit die niet voor de taxonomie in aanmerking komt overeenkomstig afdeling 4.30 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de noemer van de toepasselijke KPI |
0 | 0.0% | 0 | 0.0% | |
| 6 | Bedrag en aandeel van de in rij 6 van template 1 genoemde activiteit die niet voor de taxonomie in aanmerking komt overeenkomstig afdeling 4.31 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de noemer van de toepasselijke KPI |
0 | 0.0% | 0 | 0.0% | |
| 7 | Bedrag en aandeel van andere niet voor de taxonomie in aanmerking komende economische activiteiten die niet zijn genoemd in de rijen 1 t.e.m. 6 hierboven in de noemer van de toepasselijke KPI | 22 596 | 85.2% | 22 791 | 85.9% | |
| 8 | Totaal bedrag en aandeel van niet voor de taxonomie in aanmerking komende economische activiteiten in de noemer van de toepasselijke KPI | 22 596 | 85.2% | 22 791 | 85.9% |
(in miljoenen euro, tenzij anders vermeld)2024
| of herverzekeringsondernemingen die gericht zijn op de financiering van of verband houden met op de taxonomie afgestemde economische activiteiten, in verhouding tot de waarde van de totale door de KPI bestreken activa, met daaruit voortvloeiende wegingsfactoren voor beleggingen in De gewogen gemiddelde waarde van alle beleggingen van verzekerings- |
of herverzekeringsondernemingen die gericht zijn op de financiering van of verband houden met op de taxonomie afgestemde economische activiteiten, met daaruit voortvloeiende wegingsfactoren voor beleggingen in De gewogen gemiddelde waarde van alle beleggingen van verzekerings- |
|
|---|---|---|
| ondernemingen zoals hieronder: | 1.8% | 604 1 ondernemingen zoals hieronder: |
| 2.6% Op omzet gebaseerd: Op kapitaaluitgaven gebaseerd: |
270 2 Op kapitaaluitgaven gebaseerd: Op omzet gebaseerd: |
|
| Het percentage door de KPI bestreken activa in verhouding tot de totale beleggingen (totaal activa onder beheer). Met uitzondering van beleggingen in overheidsentiteiten. | De monetaire waarde van door de KPI bestreken activa. Met uitzondering van beleggingen in overheidsentiteiten. | |
| 100% Bestreken aandeel: |
651 Bestreken aandeel: 87 |
|
| van de KPI Bijkomende, aanvullende rapportage: uitsplitsing van de noemer |
||
| Het percentage derivaten in verhouding tot de totale door de KPI bestreken activa. | 0.9% | 798 De waarde in geldbedragen van derivaten: |
| financiële ondernemingen die niet aan de artikelen 19 bis en 29 bis van Richtlijn 2013/34/EU zijn onderworpen, in financiële en niet- Het aandeel van blootstellingen met betrekking tot |
Waarde van blootstellingen met betrekking tot financiële en niet-financiële ondernemingen die niet aan de artikelen 19 bis en 29 bis van | |
| verhouding tot de totale door de KPI bestreken activa: | Richtlijn 2013/34/EU zijn onderworpen: | |
| 7.2% Voor niet-financiële ondernemingen: |
274 Voor niet-financiële ondernemingen: 6 |
|
| 1.2% Voor financiële ondernemingen: |
037 1 Voor financiële ondernemingen: |
|
| financiële ondernemingen uit niet-EU-landen die niet aan de artikelen 19 bis en 29 bis van Richtlijn 2013/34/EU zijn onderworpen, in verhouding tot de totale door de KPI bestreken activa: Het aandeel van blootstellingen met betrekking tot financiële en niet- |
Waarde van blootstellingen met betrekking tot financiële en niet-financiële ondernemingen uit niet-EU-landen die niet aan de artikelen 19 bis en 29 bis van Richtlijn 2013/34/EU zijn onderworpen: |
|
| 46.5% Voor niet-financiële ondernemingen: |
757 40 Voor financiële ondernemingen: |
|
| 13.3% Voor financiële ondernemingen: |
660 11 Voor niet-financiële ondernemingen: |
|
| financiële ondernemingen die aan de artikelen 19 bis en 29 bis van Richtlijn 2013/34/EU zijn onderworpen, in verhouding financiële en niet- Het aandeel van blootstellingen met betrekking tot tot de totale door de KPI bestreken activa: |
Waarde van blootstellingen met betrekking tot financiële en niet-financiële ondernemingen die aan de artikelen 19 bis en 29 bis van Richtlijn 2013/34/EU zijn onderworpen: |
|
| 15.0% 10.6% Voor niet-financiële ondernemingen: Voor financiële ondernemingen: |
128 330 13 9 Voor-financiële ondernemingen: financiële ondernemingen: niet- Voor |
|
| in verhouding tot de totale door de KPI bestreken activa: Het aandeel van blootstellingen met betrekking tot andere tegenpartijen en activa |
5.3% | 667 4 Waarde van blootstellingen aan andere tegenpartijen en activa: |
| De waarde van alle beleggingen die niet voor de taxonomie in aanmerking komende economische activiteiten financieren, in verhouding tot de waarde van de totale door de KPI bestreken activa: |
91.3% | 982 79 financieren: Waarde van alle beleggingen die niet voor de taxonomie in aanmerking komende economische activiteiten |
| De waarde van alle beleggingen die voor de taxonomie in aanmerking komen, maar niet op de taxonomie afgestemde economische activiteiten de totale door de KPI bestreken activa: |
financieren, in verhouding tot de waarde van 6.9% |
065 niet op de taxonomie afgestemde economische activiteiten 6 Waarde van alle beleggingen die voor de taxonomie in aanmerking komen, maar financieren: |
| Bijkomende, aanvullende rapportage: uitsplitsing van de teller van de KPI | ||
| financiële en niet-financiële ondernemingen die aan de artikelen 19 bis en 29 bis van Richtlijn 2013/34/EU op de taxonomie afgestemde blootstellingen met betrekking tot zijn onderworpen, in verhouding tot de totale door de KPI bestreken activa: Het aandeel van |
Waarde van op de taxonomie afgestemde blootstellingen met betrekking tot financiële en niet-financiële ondernemingen die aan de artikelen 19 bis en 29 bis van Richtlijn 2013/34/EU zijn onderworpen: |
|
| Voor niet-financiële ondernemingen: | Voor niet-financiële ondernemingen: | |
| Op omzet gebaseerd: 1.6% | 403 1 Op omzet gebaseerd: |
|
| 2.3% Op kapitaaluitgaven gebaseerd: |
057 2 Op kapitaaluitgaven gebaseerd: |
|
| Voor financiële ondernemingen: | Voor financiële ondernemingen: | |
| 0.2% 0.2% Op omzet gebaseerd: Op kapitaaluitgaven gebaseerd: |
201 213 Op omzet gebaseerd: Op kapitaaluitgaven gebaseerd: |
|
| in verhouding tot de totale door de KPI bestreken activa: Het aandeel van op de taxonomie afgestemde blootstellingen aan andere tegenpartijen en activa |
: Waarde van op de taxonomie afgestemde blootstellingen aan andere tegenpartijen en activa |
|
| Op omzet gebaseerd: 0 | 0 Op omzet gebaseerd: |
|
| Op kapitaaluitgaven gebaseerd:0 | 0 Op kapitaaluitgaven gebaseerd: |
|
| Uitsplitsing van de teller van de KPI per milieudoelstelling Op de taxonomie afgestemde activiteiten: |
||
| 4.9% : Omzet Transitieactiviteiten: |
||
| (1) Klimaatmitigatie | 96.4% Omzet: |
Capex: 7.0% |
| 95.0% CapEx: |
Omzet: 56.6% Capex: 50.5% Faciliterende activiteiten: |
|
| 3.6% Omzet: |
Omzet: 0.4% Faciliterende activiteiten: |
|
| (2) Klimaatadaptatie | 5.0% CapEx: |
Capex: 0.5% |
| (3) Duurzaam gebruik en bescherming van water en mariene hulpbronnen | N/A N/A Omzet: CapEx: |
Capex: N/A Omzet: N/A Faciliterende activiteiten: |
| (4) Transitie naar een circulaire economie | N/A N/A Omzet: CapEx: |
Capex: N/A Omzet: N/A Faciliterende activiteiten: |
| (5) Preventie en bestrijding van verontreiniging | N/A Omzet: |
Omzet: N/A Faciliterende activiteiten: |
| N/A CapEx: |
Capex: N/A | |
| (6) Bescherming en herstel biodiversiteit en ecosystemen | N/A N/A Omzet: CapEx: |
Capex: N/A Omzet: N/A Faciliterende activiteiten: |
p. 370
KBC als vermogensbeheerder
ACTIVITEITEN IN VERBAND MET KERNENERGIE
1 2 3
alsook verbetering van de veiligheid daarvan, met gebruikmaking van de beste beschikbare technologieën.
kernenergie, alsook verbetering van de veiligheid daarvan.
ACTIVITEITEN IN VERBAND MET FOSSIEL GA
4 5 6
–
activiteiten i.v.m. kernenergie en fossiel gas (verder gerefereerd als 'template 1')
De onderneming verricht, financiert of heeft blootstellingen aan onderzoek, ontwikkeling, demonstratie en uitrol van innovatieve installaties voor elektriciteitsopwekking die energie produceren uit nucleaire processen met een minimum aan afval van de splijtstofcyclus.
De onderneming verricht, financiert of heeft blootstellingen aan de bouw en veilige exploitatie van nieuwe nucleaire installaties voor de productie van elektriciteit of proceswarmte, voor onder meer stadsverwarming of industriële processen zoals de productie van waterstof,
De onderneming verricht, financiert of heeft blootstellingen aan de veilige exploitatie van bestaande nucleaire installaties die elektriciteit of proceswarmte produceren, voor onder meer stadsverwarming of industriële processen zoals de productie van
De onderneming verricht, financiert of heeft blootstellingen aan de bouw of exploitatie van installaties voor elektriciteitsopwekking die elektriciteit produceren uit fossiele gasvormige brandstoffen.
De onderneming verricht, financiert of heeft blootstellingen aan de bouw, renovatie en exploitatie van installaties voor warmte-/koudekrachtkoppeling met behulp van fossiele gasvormige brandstoffen.
De onderneming verricht, financiert of heeft blootstellingen aan de bouw, renovatie en exploitatie van installaties voor warmteopwekking die warmte/koude produceren met behulp van fossiele gasvormige brandstoffen.
waterstof uit
NEE
JA
JA
JA
JA
JA
p. 371
| ACTIVITEITEN IN VERBAND MET KERNENERGIE | ||
|---|---|---|
| 1 | De onderneming verricht, financiert of heeft blootstellingen aan onderzoek, ontwikkeling, demonstratie en uitrol van innovatieve installaties voor elektriciteitsopwekking die energie produceren uit nucleaire processen met een minimum aan afval van de splijtstofcyclus. | NEE |
| 2 | De onderneming verricht, financiert of heeft blootstellingen aan de bouw en veilige exploitatie van nieuwe nucleaire installaties voor de productie van elektriciteit of proceswarmte, voor onder meer stadsverwarming of industriële processen zoals de productie van waterstof, alsook verbetering van de veiligheid daarvan, met gebruikmaking van de beste beschikbare technologieën. |
JA |
| 3 | waterstof uit De onderneming verricht, financiert of heeft blootstellingen aan de veilige exploitatie van bestaande nucleaire installaties die elektriciteit of proceswarmte produceren, voor onder meer stadsverwarming of industriële processen zoals de productie van kernenergie, alsook verbetering van de veiligheid daarvan. |
JA |
| ACTIVITEITEN IN VERBAND MET FOSSIEL GA | ||
| 4 | De onderneming verricht, financiert of heeft blootstellingen aan de bouw of exploitatie van installaties voor elektriciteitsopwekking die elektriciteit produceren uit fossiele gasvormige brandstoffen. | JA |
| 5 | De onderneming verricht, financiert of heeft blootstellingen aan de bouw, renovatie en exploitatie van installaties voor warmte-/koudekrachtkoppeling met behulp van fossiele gasvormige brandstoffen. | JA |
| 6 | De onderneming verricht, financiert of heeft blootstellingen aan de bouw, renovatie en exploitatie van installaties voor warmteopwekking die warmte/koude produceren met behulp van fossiele gasvormige brandstoffen. | JA |
KBC als vermogensbeheerder – kernenergie en fossiel gas - op de taxonomie afgestemde economische activiteiten (noemer)
| (gebaseerd op capex) | Adaptatie van | klimaatverandering (KA) | % | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.1% | 0.1% |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| bedrag | N/A | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 114 | 114 | |||
| KPI Activa onder beheer | (KM) | % | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 2.5% | 2.5% | |
| Mitigatie van kimaatverandering | bedrag | N/A | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 2 156 | 2 156 | ||
| KM+KA | % | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 2.6% | 100.0% | ||
| bedrag | N/A | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 2 270 | 2 270 | |||
| (gebaseerd op omzet) | Adaptatie van | klimaatverandering (KA) | % | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.1% | 0.1% |
| bedrag | N/A | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 58 | 58 | |||
| KPI Activa onder beheer | (KM) | % | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 1.8% | 1.8% | |
| Mitigatie van kimaatverandering | bedrag | N/A | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 1 546 | 1 546 | ||
| KM+KA | % | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 1.8% | 1.8% | ||
| bedrag | N/A | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 1 604 | 1 604 | |||
| 31-12-2024 | Economische activiteiten | (bedragen in miljoenen euro) | Bedrag en aandeel van de op de taxonomie afgestemde economische activiteit als bedoeld in afdeling 4.26 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de noemer van de toepasselijke KPI |
Bedrag en aandeel van de op de taxonomie afgestemde economische activiteit als van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de noemer van de toepasselijke KPI bedoeld in afdeling 4.27 |
Bedrag en aandeel van de op de taxonomie afgestemde economische activiteit als van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de noemer van de toepasselijke KPI bedoeld in afdeling 4.28 |
Bedrag en aandeel van de op de taxonomie afgestemde economische activiteit als van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de noemer van de toepasselijke KPI bedoeld in afdeling 4.29 |
Bedrag en aandeel van de op de taxonomie afgestemde economische activiteit als van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de noemer van de toepasselijke KPI bedoeld in afdeling 4.30 |
Bedrag en aandeel van de op de taxonomie afgestemde economische activiteit als van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de noemer van de toepasselijke KPI bedoeld in afdeling 4.31 |
op de taxonomie afgestemde economische activiteiten die niet zijn genoemd in de rijen 1 t.e.m. 6 hierboven in de noemer van de toepasselijke Bedrag en aandeel van andere KPI |
Totaal toepasselijke KPI |
| KPI Activa onder beheer | (gebaseerd op omzet) | KPI Activa onder beheer | (gebaseerd op capex) | ||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Economische activiteiten | KM+KA | Mitigatie van kimaatverandering (KM) |
Adaptatie van klimaatverandering (KA) |
KM+KA | Mitigatie van kimaatverandering (KM) |
Adaptatie van klimaatverandering (KA) |
|||||||
| (bedragen in miljoenen euro) | bedrag | % | bedrag | % | bedrag | % | bedrag | % | bedrag | % | bedrag | % | |
| Bedrag en aandeel van de op de taxonomie afgestemde economische activiteit als bedoeld in afdeling 4.26 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) van de toepasselijke KPI 2021/2139 in de teller |
N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | |
| Bedrag en aandeel van de op de taxonomie afgestemde economische activiteit als van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) van de toepasselijke KPI bedoeld in afdeling 4.27 2021/2139 in de teller |
0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | |
| Bedrag en aandeel van de op de taxonomie afgestemde economische activiteit als van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) van de toepasselijke KPI bedoeld in afdeling 4.28 2021/2139 in de teller |
0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | |
| Bedrag en aandeel van de op de taxonomie afgestemde economische activiteit als van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) van de toepasselijke KPI bedoeld in afdeling 4.29 2021/2139 in de teller |
0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | |
| Bedrag en aandeel van de op de taxonomie afgestemde economische activiteit als van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) van de toepasselijke KPI bedoeld in afdeling 4.30 2021/2139 in de teller |
0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | |
| Bedrag en aandeel van de op de taxonomie afgestemde economische activiteit als van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) van de toepasselijke KPI bedoeld in afdeling 4.31 2021/2139 in de teller |
0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | |
| die niet zijn genoemd in de rijen 1 t.e.m. 6 hierboven in de teller Bedrag en aandeel van andere |
op de taxonomie afgestemde economische activiteiten van de toepasselijke KPI |
1 604 | 100.0% | 1 546 | 100.0% | 58 | 100.0% | 2 270 | 100.0% | 2 156 | 100.0% | 114 | 5.0% |
| Totaal bedrag en aandeel van op de taxonomie afgestemde economische activiteiten in de teller van de toepasselijke KPI's |
1 604 | 100.0% | 1 546 | 100.0% | 58 | 100.0% | 2 270 | 100.0% | 2 156 | 100.0% | 114 | 5.0% |
p. 372
KBC als vermogensbeheerder
activiteiten
31-12-2024
Economische activiteiten
(bedragen in miljoenen euro)
Bedrag en aandeel van de voor de taxonomie in aanmerking komende, maar niet op de taxonomie afgestemde economische activiteit
Bedrag en aandeel van de voor de taxonomie in aanmerking komende, maar niet op de taxonomie afgestemde economische activiteit
Bedrag en aandeel van de voor de taxonomie in aanmerking komende, maar niet op de taxonomie afgestemde economische activiteit als bedoeld in afdeling 4.28
Bedrag en aandeel van de voor de taxonomie in aanmerking komende, maar niet op de taxonomie afgestemde economische activiteit als bedoeld in afdeling 4.29
Bedrag en aandeel van de voor de taxonomie in aanmerking komende, maar niet op de taxonomie afgestemde economische activiteit als bedoeld in afdeling 4.30
Bedrag en aandeel van de voor de taxonomie in aanmerking komende, maar niet op de taxonomie afgestemde economische activiteit
van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de noemer van de toepasselijke KPI
van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de noemer van de toepasselijke KPI
van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de noemer van de toepasselijke KPI
van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de noemer van de toepasselijke KPI
van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de noemer van de toepasselijke KPI
Bedrag en aandeel van de voor de taxonomie in aanmerking komende, maar niet op de taxonomie afgestemde economische activiteiten die niet zijn genoemd in de rijen 1 t.e.m. 6 hierboven in de noemer van de toepasselijke KPI
Totaal bedrag en aandeel van voor de taxonomie in aanmerking komende, maar niet op de taxonomie afgestemde economische activiteiten in de noemer van de toepasselijke KPI
als bedoeld in afdeling 4.31
als bedoeld in afdeling 4.27
als bedoeld in afdeling 4.26 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de noemer van de toepasselijke KPI
Rij
1 2 3 4 5 6 7 8 KBC als vermogensbeheerder
31-12-2024
Economische activiteiten
(bedragen in miljoenen euro)
Rij
1 2 3 4 5 6 7 8
–
kernenergie en fossiel gas -
Bedrag en aandeel van de in rij 1 van template 1 genoemde activiteit die niet voor de taxonomie in aanmerking komt overeenkomstig afdeling 4.26 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de noemer van de toepasselijke KPI
Bedrag en aandeel van de in rij 2 van template 1 genoemde activiteit die niet voor de taxonomie in aanmerking komt overeenkomstig afdeling 4.27 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de noemer van de toepasselijke KPI
Bedrag en aandeel van de in rij 3 van template 1 genoemde activiteit die niet voor de taxonomie in aanmerking komt overeenkomstig afdeling 4.28 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de noemer van de toepasselijke KPI
Bedrag en aandeel van de in rij 4 van template 1 genoemde activiteit die niet voor de taxonomie in aanmerking komt overeenkomstig afdeling 4.29 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de noemer van de toepasselijke KPI
Bedrag en aandeel van de in rij 5 van template 1 genoemde activiteit die niet voor de taxonomie in aanmerking komt overeenkomstig afdeling 4.30 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de noemer van de toepasselijke KPI
Bedrag en aandeel van de in rij 6 van template 1 genoemde activiteit die niet voor de taxonomie in aanmerking komt overeenkomstig afdeling 4.31 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de noemer
van de toepasselijke KPI
Bedrag en aandeel van andere niet voor de taxonomie in aanmerking komende economische activiteiten die niet zijn genoemd in de rijen 1 t.e.m. 6 hierboven in de noemer van de toepasselijke KPI
Totaal bedrag en aandeel van niet voor de taxonomie in aanmerking komende economische activiteiten in de noemer van de toepasselijke KPI
niet voor de taxonomie in aanmerking komende activiteiten
–
kernenergie en fossiel gas -
voor de taxonomie in aanmerking komende, maar niet op de taxonomie afgestemde economische
KPI Activa onder beheer
KPI Activa onder beheer
(gebaseerd op Capex)
(gebaseerd op omzet)
bedrag N/A 0 2 33 48 0 5.982 6.065 KPI Activa onder beheer
KPI Activa onder beheer
(gebaseerd op Capex)
(gebaseerd op omzet)
bedrag N/A 0 0 0 0 0 79 982 79 982
91.3% 91.3%
79 242 79 242
90.4%
90.4%
0.0%
0
0.0%
0.0%
0
0.0%
0.0%
0
0.0%
0.0%
0
0.0%
0.0%
0
0.0%
N/A
N/A
N/A
%
bedrag
%
6,8% 6,9%
6.139 6.139
7,0%
7,0%
0,0%
0
0,0%
0,1%
0
0,0%
0,0%
0
0,0%
0,0%
0
0,0%
0,0%
0
0,0%
N/A
N/A
N/A
%
bedrag
%
p. 373
Rij
1
2
3
4
5
6
7
| voor de taxonomie in aanmerking komende, maar niet op de taxonomie afgestemde economische | |
|---|---|
| kernenergie en fossiel gas - | |
| – | |
| KBC als vermogensbeheerder | |
| activiteiten | |
| 31-12-2024 | KPI Activa onder beheer | KPI Activa onder beheer | |||
|---|---|---|---|---|---|
| Economische activiteiten | (gebaseerd op omzet) | (gebaseerd op Capex) | |||
| Rij | (bedragen in miljoenen euro) | bedrag | % | bedrag | % |
| 1 | als bedoeld in afdeling 4.26 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de Bedrag en aandeel van de voor de taxonomie in aanmerking komende, maar niet op de taxonomie afgestemde economische activiteit noemer van de toepasselijke KPI |
N/A | N/A | N/A | N/A |
| 2 | van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de als bedoeld in afdeling 4.27 Bedrag en aandeel van de voor de taxonomie in aanmerking komende, maar niet op de taxonomie afgestemde economische activiteit noemer van de toepasselijke KPI |
0 | 0,0% | 0 | 0,0% |
| 3 | van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de Bedrag en aandeel van de voor de taxonomie in aanmerking komende, maar niet op de taxonomie afgestemde economische activiteit als bedoeld in afdeling 4.28 noemer van de toepasselijke KPI |
2 | 0,0% | 0 | 0,0% |
| 4 | van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de Bedrag en aandeel van de voor de taxonomie in aanmerking komende, maar niet op de taxonomie afgestemde economische activiteit als bedoeld in afdeling 4.29 noemer van de toepasselijke KPI |
33 | 0,0% | 0 | 0,0% |
| 5 | van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de Bedrag en aandeel van de voor de taxonomie in aanmerking komende, maar niet op de taxonomie afgestemde economische activiteit als bedoeld in afdeling 4.30 noemer van de toepasselijke KPI |
48 | 0,1% | 0 | 0,0% |
| 6 | van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de als bedoeld in afdeling 4.31 Bedrag en aandeel van de voor de taxonomie in aanmerking komende, maar niet op de taxonomie afgestemde economische activiteit noemer van de toepasselijke KPI |
0 | 0,0% | 0 | 0,0% |
| 7 | Bedrag en aandeel van de voor de taxonomie in aanmerking komende, maar niet op de taxonomie afgestemde economische activiteiten die niet zijn genoemd in de rijen 1 t.e.m. 6 hierboven in de noemer van de toepasselijke KPI | 5.982 | 6,8% | 6.139 | 7,0% |
| 8 | Totaal bedrag en aandeel van voor de taxonomie in aanmerking komende, maar niet op de taxonomie afgestemde economische activiteiten in de noemer van de toepasselijke KPI | 6.065 | 6,9% | 6.139 | 7,0% |
1
7
| KPI Activa onder beheer | KPI Activa onder beheer | ||||
|---|---|---|---|---|---|
| Economische activiteiten | (gebaseerd op omzet) | (gebaseerd op Capex) | |||
| (bedragen in miljoenen euro) | bedrag | % | bedrag | % | |
| Bedrag en aandeel van de in rij 1 van template 1 genoemde activiteit die niet voor de taxonomie in aanmerking komt overeenkomstig afdeling 4.26 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de noemer van de | N/A | N/A | N/A | N/A | |
| Bedrag en aandeel van de in rij 2 van template 1 genoemde activiteit die niet voor de taxonomie in aanmerking komt overeenkomstig afdeling 4.27 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de noemer van de | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | |
| Bedrag en aandeel van de in rij 3 van template 1 genoemde activiteit die niet voor de taxonomie in aanmerking komt overeenkomstig afdeling 4.28 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de noemer van de | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | |
| Bedrag en aandeel van de in rij 4 van template 1 genoemde activiteit die niet voor de taxonomie in aanmerking komt overeenkomstig afdeling 4.29 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de noemer van de | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | |
| Bedrag en aandeel van de in rij 5 van template 1 genoemde activiteit die niet voor de taxonomie in aanmerking komt overeenkomstig afdeling 4.30 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de noemer van de | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | |
| van de Bedrag en aandeel van de in rij 6 van template 1 genoemde activiteit die niet voor de taxonomie in aanmerking komt overeenkomstig afdeling 4.31 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de noemer |
0 | 0.0% | 0 | 0.0% | |
| Bedrag en aandeel van andere niet voor de taxonomie in aanmerking komende economische activiteiten die niet zijn genoemd in de rijen 1 t.e.m. 6 hierboven in de noemer van de toepasselijke KPI | 79 982 | 91.3% | 79 242 | 90.4% | |
| Totaal bedrag en aandeel van niet voor de taxonomie in aanmerking komende economische activiteiten in de noemer van de toepasselijke KPI | 79 982 | 91.3% | 79 242 | 90.4% |
"Ik, Bartel Puelinckx, chief financial officer van de KBC-groep, verklaar namens het Directiecomité van KBC Groep NV dat, voor zover mij bekend, de jaarrekeningen, die zijn opgesteld overeenkomstig de toepasselijke standaarden voor jaarrekeningen, een juist en getrouw beeld geven van het vermogen, de financiële toestand en de resultaten van KBC Groep NV en de in de consolidatie opgenomen ondernemingen, en dat het jaarverslag een getrouw overzicht geeft van de ontwikkeling, de resultaten en de positie van KBC Groep NV en de in de consolidatie opgenomen ondernemingen, alsook een beschrijving van de voornaamste risico's en onzekerheden waarmee ze geconfronteerd worden, en dat het is opgesteld overeenkomstig de in artikel 29ter van Richtlijn 2013/34/EU bedoelde standaarden voor duurzaamheidsrapportage en de op grond van artikel 8, lid 4, van Verordening (EU) 2020/852 van het Europees Parlement en de Raad vastgestelde specificaties." Verklaring van de verantwoordelijke personen "Ik, Bartel Puelinckx, chief financial officer van de KBC-groep, verklaar namens het Directiecomité van KBC Groep NV dat, voor zover mij bekend, de jaarrekeningen, die zijn opgesteld overeenkomstig de toepasselijke standaarden voor jaarrekeningen, een juist en getrouw beeld geven van het vermogen, de financiële toestand en de resultaten van KBC Groep
NV en de in de consolidatie opgenomen ondernemingen, en dat het jaarverslag een getrouw overzicht geeft van de ontwikkeling, de resultaten en de positie van KBC Groep NV en de in de consolidatie opgenomen ondernemingen, alsook een beschrijving van de voornaamste risico's en onzekerheden waarmee ze geconfronteerd worden, en dat het is opgesteld overeenkomstig de in artikel 29ter van Richtlijn 2013/34/EU bedoelde standaarden voor duurzaamheidsrapportage en de op grond van artikel 8, lid 4, van Verordening (EU) 2020/852 van het Europees Parlement en de Raad vastgestelde specificaties."
KBC Global Services NV, Investor Relations Office, Havenlaan 2, 1080 Brussel, België
Investor Relations Office
Pers
Contactadressen en kalender
| Katleen Dewaele (directeur Corporate & Interne Communicatie, woordvoerster KBC Groep) | |
|---|---|
| Investor Relations Office [email protected] |
|
| Kurt De Baenst (directeur Investor Relations Office) KBC Global Services NV, Corporate Communicatie, Havenlaan 2, 1080 Brussel, België |
|
| [email protected] Duurzaam ondernemen |
|
| KBC Global Services NV, Investor Relations Office, Havenlaan 2, 1080 Brussel, België Filip Ferrante (algemeen directeur Corporate Sustainability) |
|
| Pers [email protected] |
|
| Katleen Dewaele (directeur Corporate & Interne Communicatie, woordvoerster KBC Groep) KBC Global Services NV, Corporate Sustainability, Havenlaan 2, 1080 Brussel, België |
|
| [email protected] | |
| Kalender KBC Global Services NV, Corporate Communicatie, Havenlaan 2, 1080 Brussel, België |
|
| Publicatie Jaarverslag 2024, Sustainability Report 2024 en Risk report 2024 Duurzaam ondernemen |
31 maart 2025 |
| Algemene Vergadering (agenda op www.kbc.com) Filip Ferrante (algemeen directeur Corporate Sustainability) |
30 april 2025 |
| Publicatie resultaten 1e kwartaal 2025 [email protected] |
15 mei 2025 |
| Publicatie resultaten 2e kwartaal 2025 KBC Global Services NV, Corporate Sustainability, Havenlaan 2, 1080 Brussel, België |
7 augustus 2025 |
| Publicatie resultaten 3e kwartaal 2025 Kalender |
13 november 2025 |
| De meest actuele versie van de financiële kalender is beschikbaar op www.kbc.com. Publicatie Jaarverslag 2024, Sustainability Report 2024 en Risk report 2024 |
31 maart 2025 |
| Algemene Vergadering (agenda op www.kbc.com) | 30 april 2025 |
| Publicatie resultaten 1e kwartaal 2025 | 15 mei 2025 |
| Publicatie resultaten 2e kwartaal 2025 | 7 augustus 2025 |
| Publicatie resultaten 3e kwartaal 2025 | 13 november 2025 |
De meest actuele versie van de financiële kalender is beschikbaar op www.kbc.com.
Hoofdredactie: KBC Investor Relations, Havenlaan 2, 1080 Brussel, België
Hoofdredactie: KBC Investor Relations, Havenlaan 2, 1080 Brussel, België
Eindredactie, vertaling, concept en vormgeving: KBC Communicatie, Brusselsesteenweg 100, 3000 Leuven, België
Eindredactie, vertaling, concept en vormgeving: KBC Communicatie, Brusselsesteenweg 100, 3000 Leuven, België
p. 374
p. 374
Druk: Van der Poorten, Diestsesteenweg 624, 3010 Leuven, België
Druk: Van der Poorten, Diestsesteenweg 624, 3010 Leuven, België
414 Jaarverslag KBC Groep 2024
Verantwoordelijk uitgever: KBC Global Services NV, Havenlaan 2, 1080 Brussel, België
Verantwoordelijk uitgever: KBC Global Services NV, Havenlaan 2, 1080 Brussel, België Dit jaarverslag is gedrukt op milieuvriendelijk papier voorzien van het FSC®-label. De opmaak, druk en afwerking van dit jaarverslag verloopt 100% klimaatneutraal.
Dit jaarverslag is gedrukt op milieuvriendelijk papier voorzien van het FSC®-label.
De opmaak, druk en afwerking van dit jaarverslag verloopt 100% klimaatneutraal.
p. 374
p. 374
Verklaring van de verantwoordelijke personen
Verklaring van de verantwoordelijke personen
Contactadressen en kalender
Contactadressen en kalender
KBC Global Services NV, Investor Relations Office, Havenlaan 2, 1080 Brussel, België
KBC Global Services NV, Corporate Communicatie, Havenlaan 2, 1080 Brussel, België
KBC Global Services NV, Corporate Sustainability, Havenlaan 2, 1080 Brussel, België
KBC Global Services NV, Corporate Communicatie, Havenlaan 2, 1080 Brussel, België
KBC Global Services NV, Corporate Sustainability, Havenlaan 2, 1080 Brussel, België
KBC Global Services NV, Investor Relations Office, Havenlaan 2, 1080 Brussel, België
De meest actuele versie van de financiële kalender is beschikbaar op www.kbc.com.
De meest actuele versie van de financiële kalender is beschikbaar op www.kbc.com.
Hoofdredactie: KBC Investor Relations, Havenlaan 2, 1080 Brussel, België
Hoofdredactie: KBC Investor Relations, Havenlaan 2, 1080 Brussel, België
Verantwoordelijk uitgever: KBC Global Services NV, Havenlaan 2, 1080 Brussel, België Dit jaarverslag is gedrukt op milieuvriendelijk papier voorzien van het FSC®-label. De opmaak, druk en afwerking van dit jaarverslag verloopt 100% klimaatneutraal.
Verantwoordelijk uitgever: KBC Global Services NV, Havenlaan 2, 1080 Brussel, België Dit jaarverslag is gedrukt op milieuvriendelijk papier voorzien van het FSC®-label. De opmaak, druk en afwerking van dit jaarverslag verloopt 100% klimaatneutraal.
Druk: Van der Poorten, Diestsesteenweg 624, 3010 Leuven, België
Druk: Van der Poorten, Diestsesteenweg 624, 3010 Leuven, België
Eindredactie, vertaling, concept en vormgeving: KBC Communicatie, Brusselsesteenweg 100, 3000 Leuven, België
Eindredactie, vertaling, concept en vormgeving: KBC Communicatie, Brusselsesteenweg 100, 3000 Leuven, België
Katleen Dewaele (directeur Corporate & Interne Communicatie, woordvoerster KBC Groep)
Katleen Dewaele (directeur Corporate & Interne Communicatie, woordvoerster KBC Groep)
Investor Relations Office
Investor Relations Office
Duurzaam ondernemen
Duurzaam ondernemen
Kalender
Kalender
Pers
Pers
Kurt De Baenst (directeur Investor Relations Office)
Kurt De Baenst (directeur Investor Relations Office)
Filip Ferrante (algemeen directeur Corporate Sustainability)
Filip Ferrante (algemeen directeur Corporate Sustainability)
"Ik, Bartel Puelinckx, chief financial officer van de KBC-groep, verklaar namens het Directiecomité van KBC Groep NV dat, voor zover mij bekend, de jaarrekeningen, die zijn opgesteld overeenkomstig de toepasselijke standaarden voor jaarrekeningen, een juist en getrouw beeld geven van het vermogen, de financiële toestand en de resultaten van KBC Groep NV en de in de consolidatie opgenomen ondernemingen, en dat het jaarverslag een getrouw overzicht geeft van de ontwikkeling, de resultaten en de positie van KBC Groep NV en de in de consolidatie opgenomen ondernemingen, alsook een beschrijving van de voornaamste risico's en onzekerheden waarmee ze geconfronteerd worden, en dat het is opgesteld overeenkomstig de in artikel 29ter van Richtlijn 2013/34/EU bedoelde standaarden voor duurzaamheidsrapportage en de op grond van artikel 8, lid 4, van Verordening (EU) 2020/852 van het Europees Parlement en de Raad vastgestelde specificaties."
"Ik, Bartel Puelinckx, chief financial officer van de KBC-groep, verklaar namens het Directiecomité van KBC Groep NV dat, voor zover mij bekend, de jaarrekeningen, die zijn opgesteld overeenkomstig de toepasselijke standaarden voor jaarrekeningen, een juist en getrouw beeld geven van het vermogen, de financiële toestand en de resultaten van KBC Groep NV en de in de consolidatie opgenomen ondernemingen, en dat het jaarverslag een getrouw overzicht geeft van de ontwikkeling, de resultaten en de positie van KBC Groep NV en de in de consolidatie opgenomen ondernemingen, alsook een beschrijving van de voornaamste risico's en onzekerheden waarmee ze geconfronteerd worden, en dat het is opgesteld overeenkomstig de in artikel 29ter van Richtlijn 2013/34/EU bedoelde standaarden voor duurzaamheidsrapportage en de op grond van artikel 8, lid 4, van Verordening (EU) 2020/852 van het Europees Parlement en de Raad vastgestelde specificaties."
Publicatie Jaarverslag 2024, Sustainability Report 2024 en Risk report 2024 31 maart 2025 Algemene Vergadering (agenda op www.kbc.com) 30 april 2025 Publicatie resultaten 1e kwartaal 2025 15 mei 2025 Publicatie resultaten 2e kwartaal 2025 7 augustus 2025 Publicatie resultaten 3e kwartaal 2025 13 november 2025
Publicatie Jaarverslag 2024, Sustainability Report 2024 en Risk report 2024 31 maart 2025 Algemene Vergadering (agenda op www.kbc.com) 30 april 2025 Publicatie resultaten 1e kwartaal 2025 15 mei 2025 Publicatie resultaten 2e kwartaal 2025 7 augustus 2025 Publicatie resultaten 3e kwartaal 2025 13 november 2025

Sustainability Report KBC Group
2024

2024 2024-2025

Building tools?
Free accounts include 100 API calls/year for testing.
Have a question? We'll get back to you promptly.