Annual Report • Mar 28, 2025
Annual Report
Open in ViewerOpens in native device viewer


| Woord van de Voorzitter en de Gedelegeerd Bestuurder |
6 |
|---|---|
| Bekaert in een oogopslag | 8 |
| Over ons | 9 |
| Onze hoogtepunten | 10 |
| Onze strategie | 11 |
| Onze business units | 15 |
| Onze stakeholders | 17 |
| Onze kennis en innovatie | 20 |
| Onze financiële performantie | 25 |
| Ons leiderschap | 31 |
| Corporate governance verklaring | 41 |
|---|---|
| Raad van Bestuur | 43 |
| Comités van de Raad van Bestuur | 44 |
| Evaluatie | 45 |
| Uitvoerend Management | 46 |
| Diversiteit | 47 |
| Regels van behoorlijk gedrag | 47 |
| Remuneratieverslag | 49 |
| Aandelen | 63 |
| Controle en ERM | 68 |
| Financieel Overzicht | 75 |
| Geconsolideerde jaarrekening | 76 |
| Geconsolideerde winst-en verliesrekening |
76 |
| Geconsolideerd overzicht van het volledig perioderesultaat |
77 |
| Geconsolideerde balans | 78 |
| Geconsolideerd mutatieoverzicht van het eigen vermogen |
79 |
| Geconsolideerd kasstroomoverzicht | 81 |
| Toelichtingen bij de geconsolideerde jaarrekening |
82 |
|---|---|
| 1. Algemene informatie | 82 |
| 2. Samenvatting van de belangrijkste grondslagen voor de financiële verslaggeving |
82 |
| 2.1. Conformiteitsverslag | 82 |
| 2.2. Algemene principes | 83 |
| 2.3. Balanselementen | 83 |
| 2.4. Elementen van de winst-en verliesrekening |
89 |
| 2.5. Overzicht van het volledig perioderesultaat en mutatieoverzicht van het eigen vermogen |
89 |
| 2.6. Alternatieve prestatiemaatstaven | 89 |
| 2.7. Diverse | 89 |
| 3. Significante beoordelingen en belangrijkste bronnen van schattingsonzekerheden |
90 |
| 3.1. Significante beoordelingen bij de toepassing van de grondslagen voor financiële verslaggeving |
90 |
| 3.2. Belangrijkste bronnen van schattingsonzekerheden |
91 |
| 3.3. Impact van macro-economische evolutie en klimaat |
91 |
| 4. Segmentrapportering | 93 |
| 4.1. Kerncijfers per rapporteringssegment |
94 |
| 4.2. Omzet per land | 96 |
| 5. Elementen van de winst-en verliesrekening |
96 |
| 5.1. Netto-omzet | 96 |
| 5.2. Bedrijfsresultaat (EBIT) per functie |
97 |
| 5.3. Bedrijfsresultaat (EBIT) per aard van opbrengsten en kosten |
101 |
| 5.4. Renteopbrengsten en -lasten | 101 |
| 5.5. Overige financiële opbrengsten en lasten |
102 |
| 5.6. Winstbelastingen | 102 |
| 5.7. Aandeel in het resultaat van joint ventures en geassocieerde ondernemingen |
103 |
| 5.8. Winst per aandeel | 104 |
| 6. Balanselementen | 105 |
|---|---|
| 6.1. Immateriële activa | 105 |
| 6.2. Goodwill | 106 |
| 6.3. Materiële vaste activa | 110 |
| 6.4. Recht-op-gebruik (RoU) vaste activa |
112 |
| 6.5. Deelnemingen in joint ventures en geassocieerde ondernemingen |
114 |
| 6.6. Overige vaste activa | 116 |
| 6.7. Uitgestelde belastingvorderingen en –verplichtingen |
117 |
| 6.8. Operationeel werkkapitaal | 121 |
| 6.9. Overige vorderingen | 123 |
| 6.10. Geldmiddelen & kasequivalenten en geldbeleggingen |
124 |
| 6.11. Overige vlottende activa | 124 |
| 6.12. Activa geclassificeerd als aangehouden voor verkoop en verplichtingen verbonden met deze activa |
124 |
| 6.13. Gewone aandelen, eigen aandelen en in eigenvermogens instrumenten afgewikkelde, op aandelen gebaseerde betalingen |
125 |
| 6.14. Overgedragen resultaten en overige Groepsreserves |
129 |
| 6.15. Minderheidsbelangen | 131 |
| 6.16. Voorzieningen voor personeelsbeloningen |
133 |
| 6.17. Overige voorzieningen | 141 |
| 6.18. Rentedragende schulden | 142 |
| 6.19. Overige verplichtingen op meer dan een jaar |
145 |
| 6.20. Overige verplichtingen op ten hoogste een jaar |
145 |
| 6.21. Belastingposities | 145 |
| 7. Diverse elementen | 146 |
| 7.1. Toelichting bij het kasstroomoverzicht |
146 |
| 7.2. Effect van bedrijfscombinaties en afgestoten activiteiten |
149 |
| 7.3. Beheer van financiële risico's en financiële instrumenten |
150 |
| 7.4. Voorwaardelijke verplichtingen en toezeggingen, gewaarborgde verplichtingen en activa verpand als waarborg |
160 |
| 7.5. Verbonden partijen | 160 |
| 7.6. Gebeurtenissen na balansdatum | 161 |
| 7.7. Opdrachten uitgevoerd door de commissaris en aanverwante personen |
162 |
| 7.8. Dochterondernemingen, joint ventures en geassocieerde ondernemingen |
162 |
| Informatie met betrekking tot de Moedervennootschap |
166 |
| Jaarverslag van de Raad van Bestuur en jaarrekening van NV Bekaert SA |
166 |
| Voorstel van resultaatverwerking NV Bekaert SA 2023 |
168 |
| Statutaire benoemingen | 168 |
| Alternatieve prestatiemaatstaven | 169 |
|---|---|
| Verslag van de commissaris | 174 |
| Duurzaamheidsinformatie | 181 |
| ESRS 2 Algemene toelichtingen | 182 |
| Milieu-informatie | 195 |
| Sociale informatie | 240 |
| Governance | 266 |
| Content Index | 269 |
| Verslag van de commissaris | 271 |
| Rapporteringsprincipes | 277 |
|---|---|
| Verklarende woordenlijst | 278 |
| Verklaring van de verantwoordelijke | 280 |
| personen |

Beste Aandeelhouder, Beste Lezer,
Het afgelopen jaar, met een afnemende vraag in veel van onze traditionele eindmarkten, bleek lastiger dan verwacht. De vooruitgang in onze strategische transformatie en een brede waaier van initiatieven om kosten te verlagen, hebben Bekaert veerkrachtiger gemaakt en ons in staat gesteld om met succes door de uitdagende bedrijfsomstandigheden te navigeren. Ondanks de lagere omzet hebben we onze EBIT-marge verdedigd en een robuust kasstroom behouden.
Onze aanwezigheid uitbouwen in de groeiende markten van energietransitie, hijsen en verankeren, en duurzaam bouwen blijft een hoge prioriteit. Onze toekomstgerichte investeringen in innovatie, productiecapaciteit en strategische partnerschappen stellen Bekaert in staat om op lange termijn een veerkrachtiger business te worden met een hogere groei en hogere marges.
We blijven duurzaamheid integreren in onze strategie, zowel door focus op onze nieuwe producten en markten, als door het verbeteren van onze operaties en processen. Als gevolg daarvan is de uitstoot van broeikasgassen verder afgenomen en is de omzet uit duurzame oplossingen in 2024 gestegen.
De omzet bereikte € 4,0 miljard in 2024 en de onderliggende EBIT kwam uit op € 348 miljoen, met een robuuste EBITu-marge van 8,8%, waarbij we blijven profiteren van prijszettingsdiscipline, kostenefficiënties en een verbeterde bedrijfsmix. Onze focus op werkkapitaal en kasstroom resulteerde in een netto schuld/onderliggende EBITDA ratio van 0,5x bij jaareinde 2024, wat onze sterke financiële positie verder bekrachtigt.
Op basis van de behaalde resultaten en onze sterke financiële positie heeft de Raad van Bestuur besloten om de inkoop van eigen aandelen in november 2024 te hervatten voor maximaal € 200 miljoen over de komende 2 jaar en zal ze tijdens de komende Algemene Vergadering van Aandeelhouders een brutodividend van € 1,90 per aandeel voorstellen, wat neerkomt op een stijging van 6% ten opzichte van vorig jaar.
Bij de start van 2025 blijft ons streven naar strategische transformatie, duurzame groei en operationele veerkracht standvastig. Met de lopende investeringen leggen we de basis voor toekomstige waardecreatie door onze concurrentiekracht te verbeteren en onze positie in aantrekkelijke groeimarkten te versterken.
Wij zijn onze klanten, zakenpartners en aandeelhouders zeer dankbaar voor hun blijvende vertrouwen en steun tijdens het afgelopen jaar. We willen ook graag al onze medewerkers bedanken voor hun bijdrage, energie en better together geestdrift in de aanloop naar 2025.
Yves Kerstens Jürgen Tinggren Gedelegeerd Bestuurder Voorzitter van de Raad van Bestuur
Bekaerts ambitie is de toonaangevende partner te zijn in het vormgeven van de manier waarop we leven en bewegen veilig, slim en duurzaam.
Bekaert, opgericht in 1880 en met hoofdkwartier in België, is een globale onderneming waarvan de 20 795 medewerkers wereldwijd bijdroegen aan € 4,0 miljard geconsolideerde omzet in 2024.
Als wereldmarkt- en technologieleider in de materiaalkunde van staaldraadtransformatie en deklaagtechnologieën past Bekaert zijn expertise ook toe om nieuwe oplossingen te ontwikkelen met innovatieve materialen en diensten voor markten gerelateerd aan nieuwe mobiliteit, duurzaam bouwen en energietransitie.
Van een positieve impact met duurzame oplossingen tot een diverse en inclusieve toekomst: Bekaert is vastbesloten om het leven te verbeteren en waarde te creëren voor alle stakeholders.
Bekaert verwezenlijkt zijn duurzaamheidsstrategie door het ontwikkelen en aanbieden van duurzame oplossingen, door materialen en energie verantwoordelijk te gebruiken, de hoogste ethische standaarden aan te houden en veiligheidsnormen na te leven en medewerkers en zakenpartners te engageren.


Onze ambitie is om de toonaangevende partner te zijn in het vormgeven van hoe we leven en bewegen - veilig, slim en duurzaam. We willen de voorkeurspartner zijn van onze klanten door de kritische uitdagingen en opportuniteiten waarmee zij geconfronteerd worden aan te pakken.
Hoewel veel van onze markten te maken hebben met aanzienlijke en snelle veranderingen, is het uitvoeren van onze strategie van cruciaal belang om deze uitdagingen het hoofd te bieden en onze algemene ambitie waar te maken. Hoewel wereldwijde economische en geopolitieke factoren voor enige vertraging hebben gezorgd in de voortgang van onze groeiplatformen, blijft onze strategische focus hetzelfde.
Bekaert heeft duidelijke strategische prioriteiten die gericht zijn op versnelde waardecreatie en winstgevende groei. Deze strategische prioriteiten zullen ons in staat stellen om onze ambities voor de middellange tot lange termijn op het gebied van omzetgroei, winstgevendheid, rendement op kapitaal en duurzaamheid te realiseren.
We transformeren de businesses van Bekaert om meer marktgedreven en klantgericht te zijn, waarbij we ons richten op snelgroeiende markten die ondersteund worden door megatrends en hogere marges. Door dichter bij onze klanten en hun ecosystemen te staan, kunnen we innovatie stimuleren, marktkansen benutten en aan de top van onze sector blijven.
Snel veranderende markten met sterkere concurrentie vereisen meer flexibiliteit van elke business unit. Daarom implementeren we een nieuw 'Target Operating Model' (TOM) om zelfvoorzienende en krachtige business units te creëren. Het TOM zal ervoor zorgen dat de middelen worden gericht op de frontlinie om onze marktconnectiviteit en -inzicht te verbeteren. Teams worden gedecentraliseerd en verankerd in businesses om de efficiëntie en verantwoordelijkheid te verbeteren. Ten slotte zijn we de structuur van ons corporate center aan het herontwerpen om actief portefeuillebeheer, kapitaalallocatie en toezicht op de prestaties effectief aan te sturen. Het corporate center zal ook een rol spelen in het selectief ondersteunen van elke business unit op basis van hun behoeften en bedrijfsmaturiteit.
Onze mensen vormen de kern van ons succes. We richten ons op het identificeren van prioritaire vaardigheden en capaciteiten om aan de huidige en toekomstige behoeften te voldoen. We zorgen ervoor dat de basis goed zit om een prestatiegerichte, ambidextere organisatie te
vormen met het vermogen om zich aan te passen en businesses met verschillende behoeften, uitdagingen en technologische maturiteit te beheren. Een mentaliteit die gericht is op topprestaties en krachtige teams zijn essentieel om onze toekomstige groei te stimuleren. We blijven ons sterk focussen op commerciële en operationele uitmuntendheid om veerkrachtige prestaties te bevorderen en te versterken.
Innovatie blijft essentieel voor Bekaerts technologisch en marktleiderschap. Bekaert verankert innovatie meer en meer binnen elke individuele business unit, wat zorgt voor een nauwe band en een goed begrip van de behoeften van de klant. Een goed voorbeeld is ons volledig toegewijde O&O-team voor waterstofprojecten. Deze decentralisatie blijft nog steeds ondersteund door capaciteiten die de verschillende businesses met elkaar delen, in het bijzonder onze metallurgische, elektrochemische en corrosie-expertise.
We bouwen kernposities in elk specifiek businessecosysteem uit. Enkele voorbeelden: onze samenwerking met grote bandenfabrikanten om het gebruik van gerecycleerd staal te verhogen, wat bijdraagt aan de circulaire economie, onze deelname aan technologiegedreven consortia zoals Hydrogen Europe of onze lopende samenwerking met belangrijke leveranciers van verankering- en hijssystemen om een revolutie teweeg te brengen in de inspectie van kabels, wat aanzienlijke voordelen oplevert zoals langere operationele veiligheid, langere levensduur van kabels, hogere productiviteit en duurzaamheid.
Andere voorbeelden van innovatie dankzij een sterke samenwerking tussen ecosystemen zijn onder andere:
Onze geavanceerde staalkernen voor hoogspanningsgeleiders met lage doorzakking op de Noord-Amerikaanse markt, die helpen om de capaciteit van bestaande elektriciteitscorridors te verhogen om de elektrische capaciteit uit te breiden, of onze synthetische BEXCO hijskabels met hoge sterkte, die een snelle en efficiënte installatie mogelijk maken van XXL-monopaalfunderingen voor offshore-windenergie met vaste bodem.
Waar mogelijk zullen we ook gebruik maken van publieke financiering zoals het EU-Innovatiefonds om onze innovatie-inspanningen te ondersteunen.
Duurzaamheid blijft de kern van onze strategie, met een allesomvattende benadering van de dimensies milieu, maatschappij en goed bestuur ('Environmental, Social and Governance', ESG). Het is onze ambitie om erkend te worden als de toonaangevende speler op het gebied van duurzaamheid in onze industrie door in te spelen op de essentiële behoeften van onze klanten op hun eigen duurzaamheidstraject. Daarom blijven we de ontwikkeling en commercialisering van onze
duurzame oplossingen versnellen om de overgang naar een schonere, duurzamere toekomst te ondersteunen.
Op de markten voor duurzaam bouwen en energietransitie hebben onze merken Dramix® en Currento® het Solar Impulse Foundation Label ontvangen, een prijs die wordt toegekend voor de beste duurzame oplossingen die beter presteren dan bestaande alternatieven.
We zorgen ervoor dat ESG is verankerd in alle onderdelen van onze businesses en onze manier van werken, van het verbeteren van de duurzaamheid en CO2e-voetafdruk van onze activiteiten, het bevorderen van genderevenwicht en gelijkheid, tot het streven naar ethische, eerlijke processen en transparant corporate governance.
Raadpleeg de ESG-verklaringen voor bijkomende informatie over duurzaamheid bij Bekaert.
Bekaert blijft zich ontwikkelen tot een marktgedreven organisatie, gericht op eindmarkten, ondersteund door wereldwijde megatrends. We hebben sterke posities in elk van deze eindmarkten, zowel in opkomende als in bestaande technologieën.




Onze klanten bevelen Bekaert aan omwille van onze productkwaliteit, ons hoge serviceniveau en onze merkreputatie. We zullen de marktpositionering van elke business unit blijven versterken via onze globale productmerken, door het Bekaert-merk te versterken en door beter in te spelen op de behoeften van onze klanten. Onze huidige wereldwijde merken zijn Currento® voor groene waterstofproductie, Dramix®-vezels in duurzaam bouwen, Bridon® staalkabels voor de bedrijfskritische segmenten van hijsen en verankeren en Bexco® synthetische touwoplossingen voor offshore hijs- en verankeringssystemen en scheepvaarttoepassingen. Ons doel is om de kritische beslissingen van onze klanten te ondersteunen en te vereenvoudigen met deze gewaardeerde en betrouwbare merken.



Bexco® - Zwaar hijswerk
Bekaert is wereldwijd sterk aanwezig, zowel in productiecapaciteit als in marktdekking. We zullen blijven profiteren van deze globale, maar lokaal verankerde positionering, met name om de uitdagingen van geopolitieke onzekerheid en veranderende handelsstromen als gevolg van toenemende tarieven en handelsspanningen het hoofd te bieden.
Onze strategie bestaat uit het actief beheren van onze activiteitenportefeuille en kapitaalallocatie om concurrentievermogen en differentiatie te garanderen en toekomstige opportuniteiten te maximaliseren. We zullen onze blootstelling aan markten met een beperkte groei, lagere marge, lager differentiatiepotentieel, hogere volatiliteit en kapitaalintensiteit verminderen. Na onze recente desinvesteringen zullen we onze portfolio blijven evalueren om ervoor te zorgen dat we kapitaal toewijzen aan gebieden met hogere groei en marges, terwijl we onze concurrentiekracht behouden en ook in de toekomst 'fit-for-purpose' blijven.
Om onze organische groei te stimuleren, zetten we middelen in voor strategische projecten gericht op duurzaamheid, energietransitie, veiligheid en digitale transformatie. We geven ook prioriteit aan innovatie, meer automatisering en ontwikkeling van onze belangrijkste groeiplatformen.
Bekaert heeft met succes zijn fabriek in Pune, India, uitgebreid in slechts 12 maanden.
Als wereldwijd toonaangevend leverancier van staalkoord onderstreept deze uitbreiding onze toewijding aan de bandenindustrie in India en aan onze partners. Het versterkt Bekaerts lokale aanwezigheid en sluit perfect aan bij het 'Make in India'-initiatief, waardoor we dichter dan ooit bij één van onze belangrijkste groeimarkten staan.

Naast onze organische groei zijn overnames een belangrijke drijfveer om onze posities in geselecteerde eindmarkten te versterken. We zijn op zoek naar marktleiders in aangrenzende sectoren, die een combinatie bieden van synergieën, hogere winstmarges, lagere kapitaalintensiteit, innovatie, toegang tot klanten en een sterke ESG-component.
We zijn actief op zoek naar andere opportuniteiten voor fusies en overnames, vooral voor onze groeiactiviteiten zoals Energietransitie en Duurzaam Bouwen.
Na de overname van Flintstone eind 2023, een technologiebedrijf dat heel geavanceerde connectoren levert voor de verankeringsindustrie, hebben we in 2024 de overname van BEXCO afgerond, een toonaangevende producent van synthetische touwen. We hebben beide bedrijven succesvol geïntegreerd, waardoor we aanzienlijke nieuwe mogelijkheden hebben toegevoegd aan ons aanbod van oplossingen voor offshore hijsen en verankeren.
Bekaert heeft Bexco overgenomen, een toonaangevende wereldspeler met een succesvolle staat van dienst van meer dan 50 jaar in synthetische touwen voor offshore energieproductie (zowel conventioneel als hernieuwbaar) en scheepvaarttoepassingen. De overname, voor een bedrag van € 40 miljoen, maakt deel uit van Bekaerts groeistrategie. Het creëert een leider in synthetische touwtechnologie die een aantrekkelijke combinatie biedt voor klanten in de markt van hijs- en verankeringsoplossingen. Het management van Bekaert verwacht aanzienlijke synergieën en winstmarges door de overname.

Onze groei wordt ondersteund door een evenwichtige strategie voor kapitaalallocatie. Dankzij onze zeer lage financiële hefboom, aanzienlijke liquiditeit en evenwichtige schuldlooptijd, bevinden we ons in een goede positie om zowel organische als anorganische groei na te streven en tegelijkertijd onze groeiende dividendstrategie en substantiële inkoop van eigen aandelen verder uit te bouwen.

Bekaerts Rubberversterkingsbusiness ontwikkelt, produceert en levert staalkoord- en hieldraadproducten en -oplossingen voor de bandensector.
Om de top-30 en andere bandenfabrikanten wereldwijd te bedienen, heeft de business unit een globale aanwezigheid met productie-eenheden in EMEA, de VS, India, Zuidoost-Azië, China en Brazilië.
Ongeveer één op vier banden over de hele wereld is versterkt met Bekaert staalkoord.
| € 1,70 miljard | geconsolideerde omzet |
|---|---|
| € 172 miljoen | omzet joint ventures |
| 8,7% | EBITu-marge |
| 13,5% | EBITDAu-marge |
| 14,3% | ROCEu |

Bekaerts business unit Staaldraadtoepassingen ontwikkelt, produceert en levert een zeer breed gamma van staaldraadproducten en -oplossingen aan klanten in diverse sectoren, waaronder energieen nutsvoorzieningen, mijnbouw, bouw, landbouw, automobiel, medisch materiaal, en consumptiegoederen. De business unit heeft een globale aanwezigheid met productie-eenheden in EMEA, de VS, Latijns-Amerika en Azië, en een wereldwijd verkoop- en distributienetwerk.
| € 1,07 miljard | geconsolideerde omzet |
|---|---|
| € 742 miljoen | omzet joint ventures |
| 10,4% | EBITu-marge |
| 13,1% | EBITDAu-marge |
| 28,2% | ROCEu |
1 De gedetailleerde segmentrapporten zijn opgenomen in Deel II (Financieel Overzicht - 4.1 Kerncijfers per rapporteringssegment) van dit rapport. Alle marge-indicatoren zijn gerelateerd aan onderliggende geconsolideerde resultaten.

Als globale aanbieder van kabel- en advanced cords (A-cords) oplossingen engageert Bridon-Bekaert Ropes Group zich om de leidende innovator en leverancier van hoogperformante kabels en A-Cords te zijn voor klanten wereldwijd. BBRG-Ropes heeft een leidende positie in een breed gamma van sectoren, inclusief dag- en ondergrondse mijnbouw, offshore en onshore energie, hijskraan- en industriële toepassingen, visserij en marine, en structuren. De A-Cords-business van BBRG ontwikkelt en levert fijnkoord voor liften en distributieriemen die respectievelijk in de bouw- en machinebouwmarkten worden gebruikt, in raamsysteem- en verwarmingskabels voor de automobielsector, en Armofor® thermoplastische strips voor lichtgewicht flexibele pijpleidingen in energiemarkten.
€ 552 miljoen geconsolideerde omzet 9,0% EBITu-marge 15,0% EBITDAu-marge
9,1% ROCEu

De business unit Specialty Businesses omvat verschillende subsegmenten die een hoogstaande portefeuille van geavanceerde technologieën, lichtgewichtoplossingen, en milieuvriendelijke toepassingen delen.
Het subsegment Duurzaam Bouwen richt zich op het reduceren van koolstofuitstoot in de bouwsector en ontwikkelt en produceert duurzame producten die beton, metselwerk, pleisterwerk en asfalt verstevigen. De subsegmenten slangendraad- en transportbandversterking, vezeltechnologieën, verbrandingstechnologieën, ultrafijne draad en waterstof (Hydrogen), bedienen markten die de energietransitie beogen.
| € 630 miljoen | geconsolideerde omzet |
|---|---|
| 13,8% | EBITu-marge |
| 17,2% | EBITDAu-marge |
| 23,2% | ROCEu |
1 De gedetailleerde segmentrapporten zijn opgenomen in Deel II (Financieel Overzicht - 4.1 Kerncijfers per rapporteringssegment) van dit rapport. Alle marge-indicatoren zijn gerelateerd aan onderliggende geconsolideerde resultaten.
Bekaert creëert waarde voor zijn stakeholders door de ondernemingsstrategie en doelen te verwezenlijken, zowel wat betreft financiële performantie als in het helpen beantwoorden van maatschappelijke milieu- en sociale opportuniteiten en uitdagingen.

Bekaert heeft een internationaal klantenbestand in mature en groeimarkten. We bedienen zowel globale als lokale klanten met een rijk portfolio aan producten en diensten met toegevoegde waarde. Onze wereldwijde voetafdruk helpt om de klant centraal te zetten en de toeleveringsketen kort te houden.
Onze investeringen in onderzoek & innovatie en in digitale en duurzame oplossingen, leiden tot geavanceerde technologieën die onze klanten in staat stellen hun uitdagingen en ambities te realiseren, en zo klantwaarde te creëren.
Bekaert is een betrouwbare partner in het aanbieden van kwalitatieve producten en oplossingen en toont een hoge graad van wendbaarheid in alle mogelijke omstandigheden.
Onze hogere ambitie is om de toonaangevende partner te zijn in het vormgeven van hoe we leven en bewegen. We willen een voorkeurspartner zijn voor klanten die oplossingen ontwikkelen in nieuwe mobiliteit, duurzaam bouwen, groene energie, en geavanceerd hijsen en verankeren. Samen kunnen we de shift naar duurzame oplossingen in onze eindmarkten aansturen en versnellen.

20 795 Bekaert-medewerkers werken samen als één team om kwaliteitsproducten en -diensten af te leveren en bij te dragen tot onze performantie in veiligheid, digitale toepassingen, duurzaamheid en innovatie.
Verenigd door dezelfde waarden - integriteit, vertrouwen, wendbaarheid en durf - werken we samen om onze business te doen groeien, om te inspireren en engageren, en om resultaten te behalen.
Als onderneming en als individuen willen we integer handelen en verbinden we ons tot de hoogste standaarden van zakelijke ethiek. We promoten gelijke kansen, koesteren diversiteit en inclusie, en creëren een zorgende en veilige werkomgeving doorheen onze organisatie.
Zo motiveren we onze mensen om verder te durven gaan in het ontsluiten van hun volledige potentieel, een impact te hebben op de performantie, en in het verwezenlijken van nieuwe mogelijkheden ('establishing the new possible').
Het werkgevers-waardevoorstel is niet enkel relevant voor onze huidige medewerkers maar richt zich ook op toekomstig talent om ons te vervoegen in ons maatschappelijk doel en onze ambitie.


Bekaert ondersteunt economische ontwikkeling en tewerkstelling door zakenrelaties en -activiteiten met leveranciers overal ter wereld. We werken samen met belangrijke leveranciers bij de ontwikkeling van nieuwe producten en diensten.
We vereisen een formele verbintenis van onze leveranciers om te voldoen aan mensenrechten- en ethische business-standaarden.
Bekaert werkt samen met zakenpartners in joint ventures en in geconsolideerde entiteiten waarvan we mede-eigenaar zijn met minderheidsaandeelhouders. Met of zonder partners: Bekaert past altijd dezelfde hoge standaarden toe in zakelijke ethiek, gezondheid en veiligheid op de werkvloer, en hoogperformante teams en cultuur.
Bekaert werkt samen met technologiepartners om innovaties te stimuleren in doelmarkten. Er zijn verschillende samenwerkingsvormen: via zakenpartnerschappen en consortia met industrieleiders en -associaties, door te investeren in bedrijven die opschalen met veelbelovende nieuwe technologieën, en door samen te werken met onderzoeks- en academische instellingen.

Bekaert streeft ernaar tijdige en nauwkeurige informatie te verstrekken aan alle financiële stakeholders over de strategie, performantie en vooruitzichten van de onderneming.
Deze financiële stakeholders bestaan uit aandeelhouders, institutionele en retail investeerders, en equity research analisten. Zij hebben toegang tot informatie over Bekaert via onze website, regelmatige persberichten, presentaties en webcasts, en individuele en groepsvergaderingen.
De vergaderingen in 2024 omvatten fysieke en virtuele roadshows, beleggersconferenties, presentaties voor analisten en de Gewone Algemene Vergadering van Aandeelhouders.
Momenteel publiceren acht sellside analisten equity research rapporten over Bekaert.

Bekaert streeft ernaar een goede burger te zijn in de gemeenschappen waarin we actief zijn. We bevorderen en passen verantwoordelijke en duurzame bedrijfspraktijken toe in onze relaties met de gemeenschap en onze bedrijfsactiviteiten.
We engageren ons om de impact van onze activiteiten op het milieu te minimaliseren. We investeren in groene energiebronnen en andere emissiebesparende maatregelen om de impact van onze activiteiten koolstofvrij te maken.
We steunen geen politieke organen en nemen een neutrale positie in ten aanzien van politieke kwesties. We veroordelen wel elke daad van geweld en agressie tegen mensen en iedere inbreuk tegen mensenrechten.
We stimuleren economische activiteit en werkgelegenheid op de locaties waar we actief zijn. De belastingen die we betalen dragen bij aan de ontwikkeling van gemeenschappen wereldwijd. Onze teams in meer dan 40 landen zijn er trots op dat ze iets teruggeven aan de gemeenschap. We bepleiten en financieren initiatieven die de sociale en milieuomstandigheden in gemeenschappen over de hele wereld helpen verbeteren. We steunen lokale gemeenschapsprojecten en noodhulpprogramma's bij rampen die een verschil maken in het leven van mensen, vooral in de gemeenschappen waar we actief zijn.

Dit rapport is opgesteld in overeenstemming met de Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD) en de bijbehorende ESRS-standaarden en als referentie met de standaarden van het Global Reporting Initiative (GRI).
De voorbije jaren heeft Bekaert voortdurend vooruitgang geboekt in het verbeteren van haar scores toegekend door belangrijke duurzaamheidsstandaarden zoals MSCI, ISS-ESG, EthiFinance, Sustainalytics en EcoVadis. Bekaert vult ook vragenlijsten van CDP in over Klimaatverandering, Toeleveringsketen en Water.
Een overzicht van onze scores is te vinden op onze website.
Van een positieve impact met duurzame oplossingen tot een diverse en inclusieve toekomst: Bekaert is vastbesloten om het leven te verbeteren en waarde te creëren voor alle stakeholders. We zijn er trots op dat onze prestaties en vooruitgang op het gebied van duurzaamheid worden erkend.

Innovatie is een prioriteit in de Bekaert-strategie. De Technologie- en Innovatie- (T&I) pijplijn is volledig gealigneerd met de prioriteiten die Bekaert vooropgesteld heeft voor zijn groeiplatformen, en dit door uitbreiding van de productportefeuille van duurzame oplossingen in de grote en groeiende eindmarkten gerelateerd aan duurzaam bouwen, de energietransitie, geavanceerd hijsen en verankeren, en e-mobiliteit.
De bruto onderzoeks- en ontwikkelings- (O&O) uitgaven vóór aftrek van subsidies, fiscale voordelen en het kapitalisatie-effect van O&O projecten bedroegen € 74 miljoen in 2024, vergeleken met € 73 miljoen in 2023.
Samenwerking met Toshiba op het gebied van MEA-technologie voor PEM-elektrolyzers om de ontwikkeling naar groene waterstofproductie te versnellen
In februari 2024 gingen Bekaert en Toshiba Energy Systems and Solutions Corporation een wereldwijde samenwerking aan dat een strategische samenwerkingsovereenkomst en een licentie voor productietechnologie omvat voor membraanelektrode-assemblage (MEA), een belangrijke component voor protonuitwisselingsmembraan (PEM) elektrolyzers. Dit partnerschap is gericht op het versnellen van de vooruitgang in de productie van groene waterstof en formaliseert de recente samenwerking om de technologische, productieen commerciële sterke punten van beide bedrijven te benutten sinds de ondertekening van een Memorandum of Understanding in september 2023.
PEM-elektrolyzers gebruiken elektriciteit om water te splitsen in de samenstellende elementen zuurstof en waterstof. Als de elektriciteit afkomstig is van een hernieuwbare energiebron, wordt de waterstof geproduceerd zonder uitstoot van broeikasgassen. De katalysator in PEM anode-elektroden maakt gebruik van iridium, een van de zeldzaamste verhandelde metalen. Bijgevolg vormen oplossingen die het iridiumgehalte verlagen een belangrijke doorbraak naar de toepassing van deze technologieën op grote schaal. Volgens de overeenkomst zal Bekaerts toonaangevende expertise in poreuze transportlagen (PTL), een belangrijke component in de MEA van waterelektrolyzers, gekoppeld worden aan Toshiba's innovatieve iridiumbesparende technologie voor MEA, die een vermindering van 90% in het iridiumgebruik bij de productie van PEM-elektrolyzers mogelijk zal maken. Deze vermindering van iridium zal een stabielere aanvoer van MEA mogelijk maken en de schaalvergroting van de groene waterstofproductie ondersteunen. Toshiba's geavanceerde iridiumbesparende MEA-technologie, gekoppeld aan Bekaerts jarenlange expertise in PTL, vormt een veelbelovende samenwerking die effectief zal inspelen op de snelle groei van de vraag en aanzienlijk zal bijdragen tot de realisatie van een groene waterstofmaatschappij.
Bekaerts poreuze transportlaagtechnologie Currento® ontving het Solar Impulse Efficient Solution label.
De Solar Impulse Foundation is een nonprofitorganisatie die zich inzet voor het ontdekken en promoten van duurzame oplossingen wereldwijd. Ze zijn ervan overtuigd dat het, om een significante impact te hebben op de bescherming van de planeet, cruciaal is om duurzame oplossingen te vinden die niet alleen een lage CO2-voetafdruk hebben, maar ook economisch levensvatbaar zijn voor alle betrokken stakeholders.
Bekaert heeft tot € 23,6 miljoen verkregen uit het EU-Innovatiefonds 2023 om haar 'GRAND PIANO'-project in waterstof te ondersteunen. Deze subsidie zal cruciale innovatie in elektrolyse stack-technologie stimuleren door:
Tegelijkertijd zullen we evolueren van een componentenleverancier naar een leverancier van geïntegreerde oplossingen. Door de baanbrekende MEA-technologie te introduceren, willen we het iridiumgebruik in PEMelektrolyzers met 90% verminderen, waardoor ze kosteneffectiever worden en beter bestand zijn tegen risico's in de toeleveringsketen.

Bekaert behaalde de SFRC-richtlijnen voor Segmental Lining in Delhi (India), een belangrijke mijlpaal om door klanten aanvaard te worden.
Bekaerts Dramix® staalvezelversterkte betonoplossing werd bekroond met de Pioneer Award door de Solar Impulse Foundation. Deze erkenning benadrukt het gebruik van Dramix® vezels bij het versterken van lijn 16.1 van de Grand Paris Express, wat leidde tot een gemiddelde vermindering van 10.000 ton CO2 uitstoot per 10 km tunnel. In vergelijking met traditioneel betonstaal wordt in deze oplossing de helft minder staal en minder beton gebruikt, wat aanzienlijke milieuvoordelen oplevert en de transportemissies vermindert.
Dramix® won de 2024 China Green Point Award georganiseerd door YICAI (China Business Network).
Op de Tire Technology Expo in maart 2024 toonden klanten sterke interesse in Bekaerts certificering voor gerecycleerd staal als de eerste industriestandaard voor bandenversterking, en Goodyear stelde een band voor die voor 90% uit duurzame materialen bestaat, waaronder Bekaerts staalkoord met een hoog gerecycleerd gehalte (HRC, 'High Recycled Content').
We breiden ons aanbod aan versterkingen met een hoog gehalte gerecycleerd materiaal voortdurend uit en bieden nu ook Ultra Tensile aan. Deze doorbraak in het proces stelt ons in staat om hogere prestaties en een lagere koolstofvoetafdruk te leveren.
Bovendien heeft Bekaert, dankzij onze technologische expertise, een doorbraak bereikt in de productie van Mega Tensile - staalkoord met de hoogste treksterkte ooit - op schaal, met nog grotere voordelen op het gebied van rolweerstand, gewicht en duurzaamheid.
Bekaert zal innovatieve verankeringsoplossingen leveren voor 's werelds grootste offshore drijvende zonne-energiepark, het Nautical SUNRISE-project. De resultaten van het project zullen de grootschalige inzet en commercialisering van offshore drijvende zonnesystemen in de toekomst mogelijk maken, zowel als autonome systemen als geïntegreerd in offshore windparken. Het doel van dit project is het ontwerpen, bouwen en demonstreren van een 5 megawatt (MW) offshore drijvend zonneenergiesysteem.
Bekaert trad ook toe tot het TAILWIND-project voor haar expertise in offshore verankeringssystemen, waaronder synthetische touwen. Het TAILWINDproject, gelanceerd in januari 2024, levert een nieuwe generatie synthetische verankeringstouwen, specifiek ontworpen om drijvende offshore windenergieparken op hun plaats te houden.
Duurzaamheid zal de sleutel zijn tot het creëren van waarde voor het TAILWIND-project. Daarom wordt een brede groep stakeholders betrokken bij het verkennen van de acceptatie van potentiële nieuwe technologieën, met als finaal doel het verhogen van betaalbare windenergie in de energiemix.
Het TAILWIND-project, gefinancierd door het Horizonprogramma van de EU, draagt bij tot de doelstellingen van het 'REPowerEU'-plan en het 'Fit for 55'-pakket, met als doel de uitrol van hernieuwbare energie te versnellen, de energievoorziening te diversifiëren en consistente energiebesparingen te stimuleren.
Bekaerts innovatieve Messenger & Guy Strandproduct voldeed aan de 'Buy America'-richtlijnen van de National Telecommunications and Information Administration (NTIA).
Bekaerts Messenger & Guy Strand wordt gebruikt in luchtkabelinstallaties en fungeert als basis of steun voor de communicatielijnen. Door de kabels te verankeren, helpt de streng om overmatige beweging of doorhangen te voorkomen. Dit is vooral belangrijk voor lange overspanningen of gebieden met wisselende terrein- en weersomstandigheden.
Bekaerts Messenger Strand wordt geproduceerd in de fabriek in Van Buren, AR, waar hoogopgeleide werknemers werken en geavanceerde productieprocessen worden gebruikt. Haar streven naar kwaliteit en innovatie heeft van Bekaert een betrouwbare partner gemaakt voor telecommunicatiebedrijven.
Bekaert ontving de prijs 'Reliability and Business Continuity' op de 4e editie van de Nexans Suppliers Day 2024. Op een totaal van 15 000 leveranciers, waarvan er 300 worden beschouwd als strategische partners, werd Bekaert bekroond voor zijn engagement voor het bouwen aan en elektrificeren van de toekomst, samen met Nexans als partners.
Onderzeese stroomkabels spelen een cruciale rol in het efficiënt overbrengen van energie over de oceaanbodem, waarbij offshore windmolenparken, booreilanden en andere onderwaterinstallaties met het vasteland worden verbonden.
Bekaerts Advanced Cords business ontving de 'Global Best Quality Supplier Award' tijdens de recente Otis Global Supplier Conference 2024 in Tianjin (China). Dit is een prestatie die ons streven naar uitmuntendheid onderstreept en een erkenning is van Bekaerts hoge kwaliteitsstandaarden.
Op het einde van 2024, gebaseerd op het aantal productievestigingen van Bekaert, had 97% een ISO 9001-certificatie (kwaliteit) en 87% een ISO 14001-certificatie (milieu), beide onder de koepel van een geïntegreerd managementsysteem op groepsniveau.
Als erkende toeleverancier voor de automobielsector koos Bekaert ervoor om de betrokken productievestigingen te laten certificeren volgens de IATF 16949 vereisten voor kwaliteitsmanagement. Op het einde van 2024 had 35% van de Bekaertfabrieken een IATF 16949-certificatie, en waren ze onderhevig aan een corporate auditschema. Bovendien had 14% van de Bekaert-fabrieken een ISO 50001-certificatie, wat aan de stakeholders de duidelijke ambitie van Bekaert aantoont om energieefficiënter te zijn.
Bekaerts eigen engineeringafdeling neemt een leidende rol op in de ontwikkeling van uitrustingstechnologie. Om dat mogelijk te maken hebben we de samenwerking met andere technologiedepartementen en externe partners versterkt. Tegelijkertijd creëren we een ecosysteem met kennisclusters van engineeringoplossingen en diensten die tot doel hebben de fabrieken te ondersteunen in hun streven naar productie op het hoogste niveau.
Engineering heeft zijn roadmaps afgestemd op de algemene Bekaert-ambitie. Er zijn belangrijke stappen gezet om de groeiplannen van Bekaert in nieuwe of snelgroeiende businessdomeinen aan te pakken. Zo maken we bijvoorbeeld de capaciteitsuitbreiding mogelijk van de productieactiviteiten voor Currento® poreuze transportlagen die gebruikt worden in 'electrolyzer stacks' voor groenewaterstofenergie. De nabijheid van klanten en Bekaert-fabrieken, in combinatie met een uitgebreide marktkennis, stellen ons in staat snel opportuniteiten te onderzoeken en klaar te staan wanneer de markt om oplossingen vraagt.
In 2024 heeft Bekaert zijn IP-portefeuille van meer dan 1 700 octrooien, gebruiksmodellen en ontwerpdossiers en meer dan 1 900 handelsmerkdossiers strategisch geheroriënteerd. Bekaert blijft streven naar innovatie en een holistische benadering van de bescherming van intellectuele eigendommen met betrekking tot nieuwe product- en procestechnologische ontwikkelingen,
waaronder digitale activa en duurzame oplossingen. Tegelijkertijd zorgt de heroriëntatie van onze IPportefeuille ervoor dat deze volledig is afgestemd op onze strategie en onze belangrijkste markten, zodat we onze IP op de meest optimale en effectieve manier kunnen inzetten.
Dit leidde tot een aanzienlijke stijging in aanvragen voor intellectuele eigendomsrechten in 2024 met 29 nieuwe eerste aanvragen voor octrooien, gebruiksmodellen en ontwerpen.
Bij Bekaert zetten we ons in om geavanceerde technologieën te gebruiken om onze businesswaarde te verhogen en onze activiteiten te optimaliseren. Door de kracht van data, AI, automatisering, IoT en cloud te benutten, verbeteren we onze processen en zorgen we voor een veilige en efficiënte structuur om uitzonderlijke waarde te leveren aan onze klanten.
In 2024 waren onze strategische operationele initiatieven gericht op het gebruik van digitale technologie om de efficiëntie te verhogen en waarde te creëren. We blijven met succes MESimplementaties voltooien in prioritaire fabrieken, waarbij we geavanceerde functies integreren om de procesbeheersing en de optimalisatie van middelen te verbeteren. We hebben ook onze mogelijkheden op het gebied van Sales and Operations Planning (S&OP) vergroot door de implementatie van voorspellingsmogelijkheden op basis van statistische optimalisatie en AI. Deze inspanningen hebben niet alleen onze operationele efficiëntie verbeterd, maar stellen ons ook in staat om de komende jaren aanzienlijke waarde te halen uit onze investeringen. Ons streven naar operationele uitmuntendheid werd verder aangetoond door het behalen van een SLA van 99,99% voor gebruikte systemen en door te zorgen voor een naadloze integratie van nieuwe entiteiten in onze infrastructuur.
Onze initiatieven op het gebied van intelligente processen hebben de productie-efficiëntie aanzienlijk verbeterd door het strategische gebruik van AI, met name vision AI. We implementeerden een MVP-model voor de voorspelling van smeermiddelen, dat werd opgeschaald naar negen fabrieken, waarbij meer dan 15 circuits werden geoptimaliseerd. Daarnaast hebben we de ISC Smart Alerting track MVP op meerdere locaties geïmplementeerd, waardoor de realtime monitoring en respons is verbeterd. AI speelde een cruciale rol in deze vooruitgang en maakte nauwkeurige en geautomatiseerde inspectieprocessen mogelijk die fouten verminderden en de verwerkingscapaciteit verhoogden. Deze intelligente processen stroomlijnden niet alleen onze activiteiten, maar vormden ook de basis voor verdere innovaties in onze productiemogelijkheden.
In 2024 hebben we aanzienlijke vooruitgang geboekt met onze digitale verkoopkanalen in verschillende business units om meer omzet te genereren en de kosten te verlagen. Door innovatieve digitale tools en platformen te implementeren, hebben we de klantbetrokkenheid verbeterd en verkoopprocessen gestroomlijnd. Een opmerkelijk voorbeeld is de
introductie van extra rekenmodules op de BBRGvestigingen, waarmee klanten gebruiksvriendelijke hulpmiddelen kregen om eenvoudig de totale eigendomskosten (TCO, 'Total cost of ownership') en duurzaamheidscijfers te berekenen. Deze verbeteringen versterkten niet alleen de klantervaring, maar zorgden ook voor snellere besluitvorming en hogere verkoopconversies. Daarnaast hebben we LCA ('Life Cycle Assessment') capaciteiten geïntegreerd om duurzaamheidsgerichte oplossingen te bieden, ons productaanbod verder te differentiëren en in te spelen op de groeiende vraag naar milieuverantwoorde opties. In het algemeen zijn onze inspanningen op het gebied van digitale verkoopkanalen gericht op meer efficiëntie, hogere verkoopvolumes en een verlaging van de operationele kosten.
De toekomst van productiviteit bij Bekaert is klaar voor een transformatieve sprong door de strategische integratie van AI, Generative AI en automatisering. Deze technologieën bieden ongeëvenaarde mogelijkheden om activiteiten te stroomlijnen, de besluitvorming te verbeteren en de efficiëntie aanzienlijk te verhogen. Ons streven om deze innovaties te omarmen komt tot uiting in ons project om over te stappen op SAP S/4HANA als ERPsysteem. Deze overstap biedt niet alleen een robuuste en toekomstbestendige ERP-basis, maar dient ook als een dynamisch platform voor procesinnovatie. Door gebruik te maken van de geavanceerde mogelijkheden van SAP S/4HANA bevinden we ons in een goede positie om het volledige potentieel van AI en automatisering te benutten en ervoor te zorgen dat onze processen flexibel, schaalbaar en vooruitstrevend blijven. Dit strategische initiatief onderstreept onze toewijding aan voortdurende verbetering en stelt ons in staat in te spelen op nieuwe kansen, om uiteindelijk duurzame productiviteitsstijgingen te realiseren en uitzonderlijke waarde te creëren voor onze stakeholders.
Cyberrisico's kunnen intellectuele eigendomsbescherming en data privacy aantasten. Daarom is informatieveiligheid - het veiligstellen van data, activa en privacy van de onderneming en van onze klanten - kritisch, vooral nu veel teamleden op afstand werken. Onze medewerkers zijn onze sterkste schakel, en de meest effectieve bescherming is hun bewustzijn van de informatie-veiligheidsrisico's en cyberbedreigingen. Onze informatieveiligheidsregels leggen uit welke maatregelen we kunnen treffen om ons te verweren tegen cybercriminelen en te garanderen dat onze informatie beschermd blijft.
Het is onze visie om partnerschappen en samenwerkingsverbanden uit te bouwen en te benutten om te voldoen aan de zakelijke en ecologische behoeften aan technologie en innovatie bij Bekaert. Deze partners ondersteunen Bekaert om:
We werken samen met een brede waaier aan externe partners zoals academische instellingen, research instituten, universiteiten, ingenieursscholen, kmo's en grote industriële spelers om onze visie te ontplooien. Hieronder enkele voorbeelden van academische en research partners in verschillende technologie- en digitale ontwikkelingsdomeinen:
Bekaert heeft actief gezorgd voor nationale en Europese financiering in 2024 voor projecten in verband met waterstoftechnologie, corrosie en metallurgie.
Externe samenwerkingen op het gebied van waterstof, corrosie, metallurgie, sensoren, automatisering, vloeistofdynamica en deklagen zijn ook in 2024 succesvol gebleken en ondersteunen de behoeften van onze stakeholders.
Bekaert ondersteunde belangrijke technologie- en innovatieprojecten door bestaande en nieuwe doctoraats- en masterstudentenprojecten te financieren in 2024.

1 De gezamenlijke omzet is de omzet gerealiseerd door de geconsolideerde ondernemingen plus 100% van de omzet gerealiseerd door joint ventures en geassocieerde ondernemingen na eliminatie van onderlinge verkopen.
2 Onderliggende EBIT; Onderliggende EBITDA; en FCF (vrije kasstroom) zijn gedefinieerd als Alternatieve Prestatie Maatregelen (APM). De volledige lijst van alle APM is te vinden aan het einde van Deel II: Financieel overzicht.
Bekaert leverde een veerkrachtige financiële prestatie in 2024, met stabiele winstmarges (EBITu-marge van 8,8%) en sterke kasstromen (vrije kasstroom van € 193 miljoen). Ondanks de lagere volumes en de zwakkere omstandigheden in veel eindmarkten, blijft de business de succesvolle uitvoering van de strategie van Bekaert benutten op vlak van rationalisatie van de portfolio, handhaving van prijszettingsdiscipline, focus op producten met hogere marge en verdere kostenbesparingen.
Ondanks de steeds zwakkere eindmarkten, vooral in Europa en China, leverde Rubberversterking een veerkrachtige prestatie door te focussen op kosten, productmix en businessselectie.
De divisie rapporteerde een lagere verkoop aan derden (-9,5%) als gevolg van lagere volumes (-2,2%) en lagere doorgerekende materiaal- en energiekosten in de verkoopprijzen (-6,1%). Prijs-mixeffecten waren over het algemeen stabiel (-0,2%) en de wisselkoersschommelingen bedroegen -1,1%. De verkoopvolumes daalden in Europa en Noord-Amerika (-3%) door een lagere vraag en toegenomen bandenimport in deze regio's. In China daalden de volumes tegenover een zeer sterk 2023 (-5%) door een lagere economische activiteit. De volumes stegen in Indonesië en India, waar nu nieuwe productiecapaciteit is geïnstalleerd om aan de toenemende lokale vraag te voldoen.
De concurrentie op de wereldwijde bandenmarkt blijft toenemen, met een zwakke vraag in veel regio's. Daarom focust de divisie Rubberversterking op kosten, voetafdruk en activiteitenmix, terwijl ze selectieve groeikansen benut, zoals in India. De divisie realiseerde een onderliggende EBIT van € 150 miljoen, een daling van € -34 miljoen tegenover vorig jaar. De marges werden het meest beïnvloed in Europa door lagere verkoopvolumes en de daarmee samenhangende bezettingsgraad. De EBITu-marge was veerkrachtig met 8,7%, wat -90 basispunten lager is dan vorig jaar, maar +70 basispunten tegenover 2022 toen de volumes hoger lagen.
De onderliggende EBITDA-marge bedroeg 13,5% vergeleken met 14,0% vorig jaar en de onderliggende ROCE bedroeg 14,3%. De investeringen in materiële activa (PP&E) bedroegen € 84 miljoen en dit was inclusief geselecteerde capaciteitsinvesteringen in Vietnam en India. De eenmalige elementen bedroegen € -18 miljoen en hadden voornamelijk betrekking op herstructureringskosten in België en China en milieukosten voor gesloten vestigingen. De gerapporteerde EBIT bedroeg € 132 miljoen.
De joint venture Rubberversterking in Brazilië behaalde een omzet van € 172 miljoen in 2024, een daling van -9,2%. De volumes stegen met +5,4% als gevolg van een groter marktaandeel, terwijl lagere inkoopkosten en prijseffecten een impact hadden van -7,2% en het wisselkoerseffect -7,3% bedroeg. Inclusief joint ventures bedroeg de gecombineerde omzet van de business unit € 1 873 miljoen tegenover € 2 070 miljoen vorig jaar. De marges van de joint venture verbeterden door hogere verkoopvolumes, een betere operationele leverage en voortdurende kostenbesparingen.
Verwacht wordt dat de wereldwijde bandenmarkt in de eerste helft van 2025 gematigd zal blijven gezien de onzekere economische en politieke vooruitzichten. Veranderingen in invoerrechten zullen een impact hebben op de toeleveringsketens, maar Bekaert is in een goede positie om dit op te vangen dankzij zijn meer lokale voetafdruk en alternatieve bevoorradingsbronnen uit verschillende lagelonenlanden. De business unit blijft sterk focussen op key account management en op kosten, en op de langere termijn op het aansturen van markttrends naar hoogperformante bandenkoorden met een hoger gehalte aan gerecycleerd staal.
2024 was opnieuw een jaar van uitstekende vooruitgang voor de divisie Staaldraadtoepassingen. Ondanks lagere totale volumes en lagere grondstofkosten die de inkomsten hebben gedrukt, heeft de divisie de winstgevendheid en cashgeneratie sterk verbeterd tijdens het jaar. De voordelen van een kleinere voetafdruk, kostenbesparende maatregelen, gedisciplineerd prijsbeheer en een goed momentum in de belangrijkste eindmarkten werden goed benut. De segmenten met hogere marges in energie en nutsvoorzieningen en de auto-industrie waren sterk en compenseerden de zwakkere vraag in eindmarkten met lagere marges in de consumentenmarkt en de bouw.
De geconsolideerde omzet aan derden van Staaldraadtoepassingen bedroeg € 1 068 miljoen voor het volledige jaar 2024, een daling van -8,7% tegenover vorig jaar. De volumes waren -5,9% lager, waarvan twee derde betrekking had op de beëindigde activiteiten in India en Indonesië. De volumes daalden ook in Latijns-Amerika (Colombia en Ecuador). De volumestijging in China, ondersteund door een sterke groei in de automobielsector,
werd tenietgedaan door kleine volumedalingen in Europa en Noord-Amerika, waar de verkoop van bouw- en consumentenproducten daalde terwijl de verkoop van energie- en nutsvoorzieningen steeg. Lagere grondstofkosten die werden doorgerekend aan klanten hadden een impact op de omzet van -2,6%.
De strategische transformatiemaatregelen op het gebied van voetafdruk, kostenbesparingen en bedrijfsselectie hebben de algehele kwaliteit van het bedrijf en de winstgevendheid structureel verbeterd. De EBITu-marge verbeterde met bijna 3 procentpunten tot 10,4% in 2024. De onderliggende EBITDA-marge bedroeg 13,1%, tegenover 10,2% vorig jaar, en de onderliggende ROCE verbeterde tot 28,2%.
De investeringen in materiële activa (PP&E) bedroegen € 35 miljoen en omvatten capaciteitsinvesteringen om te voldoen aan de sterke vraag van energie- en nutsbedrijven. De eenmalige elementen bedroegen € -3 miljoen en de gerapporteerde EBIT kwam uit op € 110 miljoen (+€ 35 miljoen tegenover vorig jaar). In het kader van de optimalisatie van de portfolio is de divisie overeengekomen om haar activiteiten in Costa Rica, Ecuador en Venezuela te verkopen.
De joint venture Steel Wire Solutions in Brazilië rapporteerde een omzet van € 742 miljoen, -10,6% tegenover 2023. Ondanks de toegenomen import leidde een groter marktaandeel tot hogere volumes (+2,8%). Andere invloeden kwamen van wisselkoerseffecten (-7,3%) en lagere prijzen, voornamelijk door lagere walsdraadkosten (-6,0%). Inclusief joint ventures bedroeg de gecombineerde omzet € 1 813 miljoen. De joint venture realiseerde opnieuw een jaar met sterke marges.
De orderboeken voor 2025 zijn sterk in de eindmarkt voor energie en nutsvoorzieningen met volgeboekte capaciteit voor het subsegment van onderzeese kabels in Europa en een succesvolle verlenging van een leveringsovereenkomst op lange termijn in Noord-Amerika. De automarkt blijft sterk in China, maar minder in Europa. Over het geheel genomen zet de divisie haar transformatie voort met focus op de optimalisatie van kosten, prijszetting, optimalisatie van de portefeuille en door innovatie.
De divisie Bridon-Bekaert Ropes Group (BBRG) boekte in het vierde kwartaal goede vooruitgang bij het oplossen van de operationele problemen in de Europese en Noord-Amerikaanse fabrieken, met een terugkeer naar normale productieniveaus. Dit kon echter de impact van de lagere prestaties in de Staalkabeldivisie gedurende het jaar niet compenseren. Het subsegment van synthetisch touw groeide sterk in omzet en winstgevendheid dankzij de overnames van BEXCO en Flintstone. De omzet van Advanced Services in staaldraad groeide, terwijl het subsegment Advanced Cords een zwakkere omzet had in distributieriemen, die gedeeltelijk werd gecompenseerd door een betere omzet van de hijsmarkt voor liften voor het merendeel van het jaar.
De geconsolideerde omzet aan derden daalde met -6,2%, voornamelijk in de eerste helft van 2024. De volumes (-11,7%) daalden vooral in de staalkabelactiviteiten in Europa en Noord-Amerika en in mindere mate in Australië in de mijnbouwsector. De Advanced Cords volumes bleven gelijk. Sterke prijs- en mixeffecten (+2,3%) compenseerden de lagere impact van grondstoffen (-1,4%). Extra omzet uit overnames droeg +5,7% bij aan de omzet en het wisselkoerseffect bedroeg -1,1%. Lagere verkoop en een lagere kostenabsorptie als gevolg van de operationele problemen drukten de onderliggende EBIT-marge van 12,3% naar 9,0%, voornamelijk in de Staalkabeldivisie. Een veel beter vierde kwartaal van de Staalkabeldivisie verbeterde de marge van 7,4% in de eerste helft tot 10,5% in de tweede helft van H2 2024.
De onderliggende EBITDA bedroeg 15,0%, een daling tegenover 17,4% vorig jaar, en de onderliggende ROCE bedroeg 9,1%. De eenmalige kosten van € -8 miljoen hadden voornamelijk betrekking op de herstructurering van de synthetische kabelactiviteiten in Schotland, waar we een fabriek hebben gesloten na een evaluatie van de voetafdruk. BBRG investeerde € 23 miljoen in PP&E, voornamelijk in haar kabelactiviteiten in het VK en de VS, in synthetische touwactiviteiten in België en in advanced cords-fabrieken in China en België.
De achterstand in het orderboek is in het vierde kwartaal aanzienlijk gedaald door de verbeterde operationele prestaties en zal in het eerste kwartaal van 2025 waarschijnlijk terugkeren naar een normaler niveau. Terwijl de marktvooruitzichten in Europa onzeker zijn, zijn de vooruitzichten beter in Noord-Amerika en in de eindmarkt voor mijnbouw in Australië. In Advanced Cords zal de lagere vraag van het vierde kwartaal naar hijskabels aanhouden tot in het eerste kwartaal van 2025.
Specialty Businesses boekte € 630 miljoen geconsolideerde omzet aan derden, -7,0% tegenover 2023. De volumes stegen met 1% in Duurzame Bouw, terwijl de verkoop in het subsegment waterstof met ongeveer 40% toenam. De normalisering van de productprijzen in de bouwsector (vergeleken met de uitzonderlijk hoge niveaus in de afgelopen twee jaar) zorgde voor een lagere omzet. Er was minder vraag naar ultrafijne draad, verbrandingstechnologieën en slang- en transportbandproducten. Het effect van wisselkoersschommelingen bedroeg -0,6%.
De activiteit Duurzame Bouw kende volumegroei in alle regio's, behalve in Noord-Amerika, waar er in 2024 minder grote vloer- en tunnelprojecten waren. De omzet bij constante wisselkoersen daalden met -7,7% als gevolg van doorgerekende lagere grondstofkosten, regionale mixeffecten en genormaliseerde prijsniveaus. De volumes namen vooral toe in groeiregio's zoals India, Latijns-Amerika, Turkije en het Midden-Oosten en ook de mix van gepatenteerde 4D/5D Dramix®-producten overschreed voor het eerst 50% van de totale volumes. De divisie won haar eerste projecten voor Sigmaslab® verhoogde vloeren in Centraal-Amerika en op naadloze vloeren in China, evenals een prestigieus tunnelproject in Saoedi-Arabië.
Het aantal groene waterstofprojecten waarvoor nu een definitieve investeringsbeslissing is genomen, is met meer dan 80% gestegen tegenover 2023 (van 9 GW naar 16 GW). Annulaties van projecten en beleidsonzekerheid hebben de verwachte vooruitgang echter vertraagd. De verkoop van het waterstof subsegment steeg met ongeveer 40% tegenover 2023 en de business heeft kwalificaties en contracten afgerond met verschillende nieuwe klanten. Het opvoeren van de productiecapaciteit en productontwikkeling is zorgvuldig gefaseerd om ervoor te zorgen dat de kostenbasis is afgestemd op de vraag.
De eindmarkten voor filtratie en vezels zijn stabiel gebleven. De vraag naar ultrafijne draden was lager in de tweede helft van 2024 als gevolg van een technologische overgang naar niet op staal gebaseerde alternatieven voor zonne-energietoepassingen, wat gedeeltelijk werd gecompenseerd door hogere volumes voor de halfgeleidersector. De subsegmenten slangendraad en transportbandactiviteiten en verbrandingstechnologieën hadden te maken met een lagere vraag. Alle subsegmenten hebben maatregelen genomen om de kosten te verlagen en de voetafdruk te optimaliseren.
De onderliggende EBIT-marge in Duurzame Bouw daalde naar meer genormaliseerde niveaus na een periode waarin de mix erg sterk was als gevolg van uitzonderlijke leveringsvoorwaarden. De marge in de waterstofactiviteit groeide mee met de omzetstijging, terwijl de marges in de andere subsegmenten werden beïnvloed door zwakkere eindmarkten. Dit leidde tot een marge voor Specialty Businesses van 13,8% tegenover 16,2% vorig jaar. De onderliggende EBITDA-marge bereikte 17,2% en de onderliggende ROCE bedroeg 23,2%. De eenmalige kosten van € -15 miljoen hadden betrekking op de herstructurering van de vezel-, ultrafijne draad- en verbrandingsactiviteiten in België, China en Nederland.
De investeringen in materiële activa (PP&E) bedroegen € 46 miljoen. Dit had voornamelijk betrekking op investeringen in poreuze transportlagen (waterstof) in België.
De wereldwijde infrastructuursector zal naar verwachting groeien in 2025 en er is een goed gevulde pijplijn van tunnel- en vloerprojecten in groeiregio's, ondanks de lagere activiteit in de bouwsector in Europa. Hoewel de divisie een volumegroei verwacht in 2025, ten gevolge van een aanhoudende toename van de projecten buiten Europa, is de zichtbaarheid voor het volledige jaar niet volledig duidelijk. Op korte termijn blijven de eindmarkten voor energietransitie gematigd en onzeker, maar op langere termijn blijven de fundamenten overeind en blijft de divisie een sterke interesse van klanten zien in haar innovatieve producten.
Bekaert realiseerde een geconsolideerde omzet van € 3 958 miljoen in 2024, een daling met -8,6% tegenover vorig jaar. De omzet werd het meest beïnvloed door doorgerekende lagere grondstof- en energiekosten (-3,9%) en lagere volumes (-3,5%). Prijs-mixeffecten (-1,2%) bleven voornamelijk beperkt tot de regionale mix en een meer genormaliseerd prijsklimaat in Duurzame Bouw. Wisselkoerseffecten (-0,7%) werden gecompenseerd door omzet uit overnames (+0,8%) met betrekking tot BEXCO.
De omzet van Bekaerts Braziliaanse joint ventures bedroeg € 914 miljoen, -10,3% lager dan vorig jaar. De volumes stegen met +3,2%, terwijl de omzet daalde door wisselkoerseffecten (-7,3%) in combinatie met doorberekende inkoopkosten en prijs- en mixeffecten (-6,1%). Inclusief joint ventures daalde de gezamenlijke omzet met -9,0% tot € 4 868 miljoen.
De onderliggende brutowinst van de Groep daalde met € -61 miljoen tot € 684 miljoen, terwijl de brutowinstmarge stabiel bleef (17,3% tegenover 17,2% voor het hele jaar 2023). Lagere verkoopvolumes hadden een negatieve impact, terwijl de lagere productie de absorptie van vaste kosten verminderde en er prijserosie was in Duurzame Bouw als gevolg van toegenomen concurrentie in Europa. De Groep heeft acties ondernomen om kostenefficiëntie te realiseren, zowel in de operationele als in de overheadkosten. Samen met een positief toenemend mixeffect door de verkoop van producten met hogere marges in de energie- en nutsmarkten, toonde Bekaert stabiele marges in uitdagende marktomstandigheden.
De onderliggende overheadkosten daalden met € -12 miljoen tegenover 2023 tot € 353 miljoen, door verlagingen in IT- en personeelskosten en een kleine stijging (€ +1,4 miljoen tegenover 2023) in de activering van ontwikkelingsprojecten. Als percentage op de omzet bedroegen de overheadkosten 8,9% (tegenover 8,4% in 2023). De andere bedrijfsopbrengsten en -kosten bedroegen € +18 miljoen (tegenover € +8 miljoen in 2023) en omvatten hogere overheidssubsidies en winsten uit de verkoop van grond en gebouwen.
Bekaert behaalde een bedrijfsresultaat (onderliggende EBIT) van € 348 miljoen (€ 388 miljoen vorig jaar). Dit resulteerde in een EBITu-marge op een omzet van 8,8% (versus 9,0% in 2023). De daling in absolute bedragen heeft te maken met lagere verkoopvolumes (€ -54 miljoen), lagere operationele leverage (€ -22 miljoen) en wisselkoersen (€ -4 miljoen) en werd gedeeltelijk gecompenseerd door verbeterde prijs- en mixeffecten (€ +8 miljoen), lagere organische overheadkosten (€ +14 miljoen) en andere effecten (€ +19 miljoen, inclusief
andere operationele opbrengsten en lagere waardeverminderingen).
De eenmalige posten bedroegen € -52 miljoen tegenover € -54 miljoen in 2023. De eenmalige herstructureringskosten bedroegen € -44 miljoen en deze omvatten ontslagvergoedingen en herstructureringskosten voor de fabrieken in België, het Verenigd Koninkrijk, Nederland en China. Andere eenmalige kosten hadden betrekking op milieuvoorzieningen (€ -5 miljoen) en andere kosten (€ -3 miljoen). Inclusief eenmalige elementen bedroeg de gerapporteerde EBIT € 296 miljoen, met een gerapporteerde EBITmarge op omzet van 7,5% (tegenover € 334 miljoen of 7,7% in 2023). Onderliggende EBITDA was € 520 miljoen (13,1% marge) tegenover € 561 miljoen (13,0%) en gerapporteerde EBITDA bereikte € 457 miljoen, of een marge op omzet van 11,6% (versus 12,1%).
De netto rente-inkomsten en -lasten waren aanzienlijk lager op € -20 miljoen (tegenover € -27 miljoen in 2023), als gevolg van een lagere brutoschuld en hogere rente-inkomsten. Overige financiële opbrengsten en lasten daalden aanzienlijk tot € -19 miljoen (tegenover € -39 miljoen in 2023) ten gevolge van lagere bankkosten, positieve waarderingseffecten op virtuele stroomafnameovereenkomsten en minder negatieve wisselkoersresultaten in vergelijking met vorig jaar.
De winstbelastingen bleven stabiel op € -63 miljoen (tegenover € -62 miljoen in 2023) met een algemene effectieve belastingvoet van 24%. Onder de belastingen valt het gebruik van voorheen niet-opgenomen fiscale verliezen.
Het aandeel in het resultaat van joint ventures en geassocieerde ondernemingen bedroeg € +49 miljoen (tegenover € +47 miljoen in 2023). De joint venture Steel Wire Solutions in Brazilië presteerde goed met een volumestijging van +3%, terwijl de veel kleinere joint venture Rubberversterking ook een volumestijging kende (+5%). Beide divisies verbeterden hun positie in hun respectievelijke binnenlandse eindmarkten. De onderliggende EBIT-marge van de joint ventures verbeterde van 14,5% in 2023 naar 17,9% in 2024.
Het perioderesultaat uit voortgezette activiteiten bedroeg bijgevolg € +244 miljoen, vergeleken met € +253 miljoen in 2023. Het resultaat toerekenbaar aan minderheidsbelangen van derden was € -5 miljoen (€ -2 miljoen in 2023). Na minderheidsbelangen bedroeg het perioderesultaat toerekenbaar aan aandeelhouders van Bekaert € +239 miljoen. De winst per aandeel bedroeg € +4,56, -4% lager dan de € +4,75 van vorig jaar. De winst per aandeel op onderliggende basis liet een vergelijkbare ontwikkeling zien en kwam uit op € +5,55 tegenover € +5,76 vorig jaar.
Het werkkapitaal vertoonde een lichte stijging naar € 653 miljoen tegenover € 641 miljoen vorig jaar met stijgingen in voorraden die slechts gedeeltelijk werden gecompenseerd door hogere handelsschulden. Rekening houdend met het extra werkkapitaal van nieuw verworven entiteiten (€ +10 miljoen) en wisselkoerseffecten (€ +9 miljoen), daalde het werkkapitaal tegenover vorig jaar op vergelijkbare basis tegen constante wisselkoersen. Factoring buiten balans daalde van € 232 miljoen in 2023 naar € 221 miljoen in 2024. Door het gecombineerde effect van een hoger werkkapitaal op een lagere omzet, steeg het gemiddelde werkkapitaal op de omzet van 15,2% naar 16,5%.
Geldmiddelen en kasequivalenten bedroegen € 504 miljoen aan het einde van de periode, een daling van € -128 miljoen vergeleken met € 632 miljoen bij jaareinde 2023. De belangrijkste elementen waren de terugbetaling van een deel van de Schuldschein-leningen (€ -75 miljoen), kasuitgaven voor dividendbetalingen (€ -96 miljoen) en de overname van BEXCO (€ -39 miljoen), gecompenseerd door de cashgeneratie van de activiteiten.
De nettoschuld bedroeg € 283 miljoen, een stijging van € +29 miljoen tegenover € 254 miljoen vorig jaar als gevolg van minder liquide middelen die gedeeltelijk werden gecompenseerd door een lagere brutoschuld. Dit resulteerde in een nettoschuld op onderliggende EBITDA van 0,54 tegenover 0,45 op het einde van 2023.
De kasstromen uit bedrijfsactiviteiten bedroegen € 374 miljoen, vergeleken met € 440 miljoen in 2023 door een lagere generatie van EBITDA.
De vrije kasstroom (FCF) bedroeg € 193 miljoen tegenover € 267 miljoen in 2023, voornamelijk door lagere kasstromen uit bedrijfsactiviteiten. Kleinere gevolgen hebben betrekking op de toename van het werkkapitaal en investeringen om toekomstige groei te ondersteunen.
De kasstromen uit investeringsactiviteiten bedroegen € -200 miljoen (tegenover € -41 miljoen in 2023). Het verschil zit voornamelijk in de kasuitgaven dit jaar voor de overname van BEXCO (€ -39 miljoen) en de opbrengsten van vorig jaar uit de verkoop van de activiteiten in Chili en Peru (€ +109 miljoen). Er was ook een bijkomend maar veel kleiner effect van kasuitgaven voor investeringen in materiële en immateriële vaste activa (€ +12 miljoen).
De kasstromen uit financieringsactiviteiten bedroegen € -307 miljoen, vergeleken met € -482 miljoen vorig jaar. In 2023 betaalde de Groep meer bruto schuld terug voor de Schuldschein-leningen (€ -189 miljoen vorig jaar tegenover € -75 miljoen dit jaar) en ook de transacties rond eigen aandelen en de inkoop van aandelen waren toen groter (€ -99 miljoen vorig jaar tegenover € -30 miljoen dit jaar).
De Raad van Bestuur zet zich in voor een strategisch kapitaalallocatiebeleid, waarbij een balans wordt nagestreefd tussen investeringen in toekomstige groei en innovatie, met behoud van een sterke balans en een stijgend aandeelhoudersrendement doorheen de tijd. De groep zet haar beleid van progressieve jaarlijkse groei van het dividend voort en kondigt vandaag een brutodividend aan van € 1,90 per aandeel (een stijging van 6% JoJ), dat door de Raad van Bestuur zal worden voorgesteld aan de Gewone Algemene Vergadering van Aandeelhouders in mei 2025. Dit voorgestelde dividend aan de aandeelhouders zal parallel lopen met de bestaande inkoop van Bekaert-aandelen ter waarde van € 200 miljoen.
De omstandigheden in veel van onze eindmarkten verslechterden in de tweede helft van 2024. Bekaert ondernam actie om marges en kasstromen te beschermen ondanks dalende volumes en prijzen. Het zwakke bedrijfsklimaat van H2 2024 zal naar verwachting aanhouden tot in 2025. Daarom verwacht de groep een vlakke omzet voor 2025 en op zijn minst stabiele marges, met een gelijkwaardigere verdeling over de eerste en tweede helft van 2025.
| Onderliggend | Gerapporteerd | |||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| in miljoen € | 2023 | H1 2023 | H2 2023 | 2024 | H1 2024 | H2 2024 | 2023 | 2024 |
| Geconsolideerde omzet | 4 328 | 2 318 | 2 010 | 3 958 | 2 060 | 1 898 | 4 328 | 3 958 |
| Bedrijfsresultaat (EBIT) | 388 | 226 | 163 | 348 | 204 | 144 | 334 | 296 |
| EBIT-marge op omzet | 9,0 % | 9,7 % | 8,1 % | 8,8 % | 9,9 % | 7,6 % | 7,7 % | 7,5 % |
| Afschrijvingen, waardeverminderingen en bijzondere waardeverminderingen |
173 | 92 | 81 | 172 | 84 | 88 | 189 | 161 |
| EBITDA | 561 | 317 | 244 | 520 | 288 | 232 | 523 | 457 |
| EBITDA-marge op omzet | 13,0 % | 13,7 % | 12,1 % | 13,1 % | 14,0 % | 12,2 % | 12,1 % | 11,6 % |
| ROCE | 18,2 % | 15,8 % | 15,7 % | 13,5 % | ||||
| Gezamenlijke omzet | 5 347 | 2 852 | 2 495 | 4 868 | 2 511 | 2 357 | 5 347 | 4 868 |
De geconsolideerde jaarrekening overzichten zijn opgenomen in Deel II van dit rapport.
De voornaamste taken van de Raad van Bestuur zijn het bepalen van de strategie en het algemeen beleid van de Groep en het opvolgen van de activiteiten van Bekaert. Dit omvat de duurzaamheidsstrategie van de Groep en het toezicht op de vooruitgang ervan. De Raad van Bestuur is het hoogste beslissingsorgaan van de onderneming. Enkel aangelegenheden die door de wet of de statuten zijn voorbehouden aan de Algemene Vergadering van Aandeelhouders vallen niet onder zijn bevoegdheid. De Raad van Bestuur telt momenteel negen leden. Hun professioneel profiel omvat verschillende vakgebieden, zoals rechten, business, industriële activiteiten, finance & investment banking, HR, consultancy, ESG, innovatie en compliance.
Alle informatie over de Raad van Bestuur (nominatie en selectie, comités, remuneratie) is beschikbaar in Deel II: Corporate Governance Verklaring van dit verslag.
| Jürgen Tinggren, Voorzitter¹ |
|---|
| Yves Kerstens, CEO |
| Henriette Fenger Ellekrog¹ |
| Christophe Jacobs van Merlen |
| Maxime Parmentier |
| Eriikka Söderström¹ |
| Caroline Storme |
| Emilie van de Walle de Ghelcke |
| Henri Jean Velge |
1 Onafhankelijke Bestuurders
Het mandaat van de onafhankelijke Bestuurder Mei Ye liep af op 8 mei 2024. Ze heeft zich niet herkiesbaar gesteld.
Hierdoor daalde het aantal bestuurders van tien naar negen in 2024.

Voorzitter van de Raad van Bestuur Onafhankelijk Bestuurder
Nationaliteit: Zweed
Geboortejaar: 1958
Eerste benoeming: Mei 2019
Stockholm School of Economics New York University Leonard N Stern School of Business
Jürgen Tinggren werd tot onafhankelijk Bestuurder en Voorzitter van de Raad van Bestuur van Bekaert benoemd op 8 mei 2019.
Hij begon zijn carrière in 1981 als Senior Associate bij Booz Allen Hamilton en vervoegde Sika AG in 1985 waar hij verschillende management- en directierollen opnam met toenemende scope en verantwoordelijkheid. In 1997 werd Jürgen Tinggren lid van het Directiecomité van Schindler Holding AG. In 2007 werd hij benoemd tot Chief Executive Officer en Voorzitter van het Group Executive Committee van Schindler. Hij werd er lid van de Raad van Bestuur in 2014.
Andere mandaten: Bestuurder bij Johnson Controls, Inc.
Benoemd tot: Gewone Algemene Vergadering van 2027
Comités: Voorzitter van het Nominatie- en Remuneratiecomité Lid van het Audit, Risk en Finance Comité
Gedelegeerd Bestuurder Bestuurder
Nationaliteit: Belg Geboortejaar: 1966
Eerste benoeming: September 2023
Engineering - Industrial Management Katholieke Universiteit Leuven INSEAD Business School Parijs
Yves Kerstens begon zijn loopbaan in supply chain management voor de productie-industrie alvorens bij Ernst & Young (1996) en later Capgemini (2001) adviseur te worden voor de handels- en industriesector.
In 2005 vervoegde hij Bridgestone Corporation waar hij verschillende directiefuncties opnam met toenemende scope en verantwoordelijkheid in EMEA en Pacifisch Azië, alsook globale corporate governance-rollen zoals Vice President & Senior Officer van Bridgestone Corporation en Voorzitter van het comité voor globale digitale oplossingen en supply chain. In 2018 ging Yves naar Axalta Coating Systems waar zijn meest recente functie Vice President Axalta en President EMEA was.
Yves Kerstens vervoegde Bekaert op 1 april 2021 as Divisie-CEO Specialty Businesses en COO. Hij werd Gedelegeerd Bestuurder van Bekaert op 1 september 2023.
Benoemd tot: Gewone Algemene Vergadering van 2028


Bestuurder Onafhankelijk Bestuurder
Nationaliteit: Deense Geboortejaar: 1966 Eerste benoeming: Mei 2020
Master's degree, Copenhagen Business School
Henriette Fenger Ellekrog is Chief Human Resources Officer bij Ørsted.
Mevrouw Henriette Fenger Ellekrog begon haar carrière bij Peptech A/S waar ze Directeur Administratie en Personeel werd. Vervolgens nam ze consultancy- en managementfuncties op bij Mercuri Urval A/S. Mevrouw Ellekrog zette haar loopbaan verder bij TDC met verschillende HR-directierollen alvorens bij SAS AB als Executive VP HR aangesteld te worden. Meer recentelijk werkte ze als CHRO bij Danske Bank A/S. Momenteel is ze Chief Human Resources Officer bij Ørsted.
Mevrouw Ellekrog zit sinds 2003 in verschillende adviesraden en commissies. Ze is momenteel lid van de Raad van Bestuur van SAS AB, waar ze voorzitter is van het Remuneratiecomité. Ze heeft een MA van Copenhagen Business School en heeft verschillende leiderschaps- en bedrijfsprogramma's gevolgd aan INSEAD, London Business School en Wharton Business School.
Andere mandaten: Lid van de Raad van Bestuur en voorzitter van het Remuneratiecomité van SAS AB Benoemd tot: Gewone Algemene Vergadering van 2025
Comités: Lid van het Nominatie- en Remuneratiecomité
Nationaliteit: Belg Geboortejaar: 1978 Eerste benoeming: Mei 2016
Université Libre de Bruxelles Ecole Centrale Lille (Ingénieur Généraliste)
Christophe Jacobs van Merlen is momenteel Managing Director bij Bain Capital Europe en lid van het leiderschapsteam en van verschillende raad-, audit-, operationele en M&A-comités. Hij heeft een leidende rol in verschillende investeringen bij Bain Capital.
Hij vervoegde Bain Capital Europe, LLP (Londen) in 2004. Voorheen was Christophe Jacobs van Merlen consultant bij Bain & Company in Brussel, Amsterdam en Boston, waar hij instond voor strategische en operationele adviesverlening aan klanten actief in private equity, businessdiensten, industrie en financiële dienstverlening.
Benoemd tot: Gewone Algemene Vergadering van 2028
Comités: Lid van het Nominatie- en Remuneratiecomité
Nationaliteit: Belg Geboortejaar: 1982
Eerste benoeming: Mei 2022
Katholieke Universiteit Leuven Esade-CEMS Business School Barcelona Columbia University in New York
Maxime Parmentier is oprichter en CEO van Birdie Care Services Ltd, een Londense scale-up in de gezondheidszorgtechnologie gericht op het verbeteren van de levenscondities en zorg voor ouderen.
Hij startte zijn loopbaan in 2008 bij McKinsey & Company alvorens bij Riaktr aan de slag te gaan. In 2013 verhuisde Maxime naar The Global Fund dat AIDS, tuberculose en malaria bestrijdt. Daar werkte hij in verschillende rollen met toenemende verantwoordelijkheid. Voor hij Birdie oprichtte in 2017, stichtte en leidde hij Wambo, een e-marktplaats voor gezondheid, en werkte hij voor Kamet Ventures (AXA).
Benoemd tot: Gewone Algemene Vergadering van 2027



Voorzitter van het Audit, Risk en Finance Comité Onafhankelijk Bestuurder
Master of Science in Economics, University of Vaasa
Eriikka Söderström is een onafhankelijk bestuurder met een sterke financiële achtergrond. Ze begon haar loopbaan bij Nokia Networks en werkte daar 14 jaar. Ze bekleedde verschillende leidinggevende financiële functies, waaronder interim CFO van Nokia Networks en Corporate Controller van Nokia Siemens Networks. Ze werkte ook als CFO van verschillende wereldwijd opererende industriële en technologische bedrijven, waaronder Vacon, Kone en F-Secure.
Andere mandaten: Lid van de Raad van Bestuur en Voorzitter van het Auditcomité van Valmet tot april 2024, lid van de Raad van Bestuur en Voorzitter van het Auditcomité van Kempower, lid van de Raad van Bestuur van Amadeus IT Group.
Benoemd tot: Gewone Algemene Vergadering van 2025
Comités: Voorzitter van het Audit, Risk en Finance Comité
Nationaliteit: Belg Geboortejaar: 1977 Eerste benoeming: Mei 2019
Solvay Management School, Université Libre de Bruxelles en INSEAD Frankrijk en Singapore
Caroline Storme is R&D Finance Lead Neurology bij UCB in België.
Ze startte haar carrière bij Deloitte Consulting België in 2000. Van 2004-2006 werkte ze bij Bekaert als financieel controller voor ze verhuisde naar Amtech, IGW in Suzhou, China, waar ze benoemd werd tot CFO. Caroline Storme vervoegde UCB in 2012, eerst in controlfuncties voor ze werd aangesteld als hoofd van de Aziatische global business services in Shanghai, China. Sinds 2017 heeft ze verschillende financiële R&Dfuncties bekleed op het hoofdkantoor van UCB in Brussel, België.
Benoemd tot: Gewone Algemene Vergadering van 2027 Comités: Lid van het Audit, Risk en Finance Comité
Nationaliteit: Belg Geboortejaar: 1981 Eerste benoeming: Mei 2016
Katholieke Universiteit Leuven, Université Libre de Bruxelles en London School of Economics
Emilie van de Walle de Ghelcke is Head of Legal bij Sofina, een op Euronext Brussels beursgenoteerde investerings-vennootschap onder familaal beheer.
Ze vervoegde Sofina in 2016 na meer dan 10 jaar bij de balie van Brussel. Ze was lid van het corporate and finance team bij Freshfields, waar ze adviseerde over fusies en overnames, corporate governance, herstructureringen, joint ventures en financieel recht.
Bij Sofina houdt mevrouw Van de Walle de Ghelcke toezicht op fusies en overnames, corporate governance, compliance, juridische zaken en beursgenoteerde ondernemingen, en is ze actief in het toezicht op de portefeuillebedrijven. Ze speelde ook een leidende rol in de definitie en implementatie van Sofina's duurzaamheidsstrategie.
Benoemd tot: Gewone Algemene Vergadering van 2028



Eerste benoeming: Mei 2020
Nationaliteit: Belg
Geboortejaar: 1956 Eerste benoeming: Mei 2016
Katholieke Universiteit Leuven en IMD
Henri Jean Velge begon zijn carrière in 1981 bij Shell (Nederland) als well-site petroleumingenieur. Hij verhuisde in 1982 naar Brunei als Operations Manager en verliet Shell in 1985 om een MBA-diploma te behalen.
In 1987 vervoegde Henri Jean Velge Bekaert als Executive Director van Industrias Chilenas de Alambre (Chili). In 1991 verhuisde hij naar de VS en werd in 1994 Corporate Vice President Wire Americas. In 2001 werd hij benoemd tot Executive Vice President en werd lid van het Bekaert Group Executive met verantwoordelijkheid voor de wereldwijde draadactiviteiten. Van 2013 tot midden 2014 was hij verantwoordelijk voor alle businessplatformen.
Andere mandaten: Voorzitter van Stichting Administratiekantoor Bekaert dat de belangen van Bekaerts referentie-aandeelhouder behartigt.
Benoemd tot: Gewone Algemene Vergadering van 2028 Comités: Lid van het Audit, Risk en Finance Comité
Het Bekaert Group Executive (BGE) draagt de operationele verantwoordelijkheid voor de activiteiten van de onderneming en treedt op onder toezicht van de Raad van Bestuur. Het BGE wordt voorgezeten door Yves Kerstens, Gedelegeerd Bestuurder.
De samenstelling van het Bekaert Group Executive weerspiegelt de organisatiestructuur met vier business units en vijf globale functionele domeinen. In 2024 werden de business units en globale functies door de volgende Executives geleid.
De business units dragen globale P&Lverantwoordelijkheid voor strategie en oplevering binnen hun bevoegdheden en beschikken over toegewezen productiefaciliteiten en commerciële en technologieteams binnen hun respectievelijke organisaties. Dit helpt hen een aanpak te ontwikkelen waarin de klant centraal staat en die
afgestemd is op de specifieke noden en dynamieken in hun markten.
De functies vervullen de rol van strategische zakenpartners, verantwoordelijk voor het aanleveren van specifieke expertise en diensten doorheen de Groep, zodat de business kan rekenen op de juiste deskundigheid om de korte- en langetermijndoelstellingen waar te maken.
Op 1 mei 2024 vervoegde Eric Peeters Bekaert als Divisie-CEO Duurzaam Bouwen. Duurzaam Bouwen is een onderdeel van de business unit Specialty Businesses.
Op 1 november 2024 werd Seppo Parvi benoemd tot Chief Financial Officer, ter vervanging van Taoufiq Boussaid die het bedrijf op 31 oktober 2024 verliet.
Op 6 december 2024 werd aangekondigd dat Juan Carlos Alonso, Chief Strategy Officer Bekaert zal verlaten op 31 maart 2025. Christophe Nauts start op 14 april 2025 bij Bekaert als Group Strategy & Transformation Officer.


Gedelegeerd Bestuurder
Nationaliteit: Belg Geboortejaar: 1966 Start loopbaan Bekaert: 2021
Engineering - Industrial Management Katholieke Universiteit Leuven INSEAD Business School of Paris
Yves Kerstens begon zijn loopbaan in supply chain management voor de productie-industrie alvorens bij Ernst & Young (1996) en later Capgemini (2001) adviseur te worden voor de handels- en industriesector.
In 2005 vervoegde hij Bridgestone Corporation waar hij verschillende directiefuncties opnam met toenemende scope en verantwoordelijkheid in EMEA en Pacifisch Azië, alsook globale corporate governance-rollen zoals Vice President & Senior Officer van Bridgestone Corporation en Voorzitter van het comité voor globale digitale oplossingen en supply chain. In 2018 ging Yves naar Axalta Coating Systems waar zijn meest recente functie Vice President Axalta en President EMEA was.
Yves Kerstens vervoegde Bekaert op 1 april 2021 als divisie-CEO Specialty Businesses en COO. Hij werd Gedelegeerd Bestuurder van Bekaert op 1 september 2023.

Nationaliteit: Fins Geboortejaar: 1964 Start loopbaan Bekaert: 2024
Master of Science in Economics - University of Vaasa
Seppo begon zijn financiële carrière bij Ahlstrom Corporation in 1989 in thesaurie.
Na een overstap naar Huhtamaki (1993-2006), waar hij aanvankelijk werkte in financiële en sourcingfuncties in Finland, Polen en Turkije, en later als VP Operations en General Manager. In 2006 trad hij toe tot de Raad van Bestuur van Metsa als CFO. In 2009 keerde hij terug naar Ahlstrom.
De volgende vijf jaar breidde Seppo zijn beroepservaring uit en werd hij lid van het uitvoerend managementteam van Ahlstrom, waar hij de functies van Group CFO en business division head bekleedde.
In 2014 trad hij in dienst bij Stora Enso waar hij CFO, plaatsvervanger van de CEO en countrymanager was voor hun activiteiten in Finland.
Seppo Parvi vervoegde Bekaert op 1 november 2024 als Chief Financial Officer.
Nationaliteit: Mexicaans Geboortejaar: 1974
Start loopbaan Bekaert: 2019
Engineering - MBA Universidad Panamericana in Mexico City Stanford Graduate School of Business
Juan Carlos Alonso begon zijn loopbaan in 1998 bij Boston Consulting Group. In 2006 werd hij bij CEMEX Global Corporate Strategic Planning Manager, gebaseerd in Spanje. Hij verhuisde naar Comex Group in 2010 als Vice President Sales & Operations voor de de regio West-Amerika, alvorens bij Lhoist Group verschillende leidinggevende business development en strategiefuncties te bekleden met toenemende scope en verantwoordelijkheid.
In 2017 vervoegde Juan Carlos de Imerys Group als Head of the Americas en ontwikkelingsregio's voor de Monolithic Refractories-divisie, en, parallel daarmee, als Global Head of Strategy, Business Development and Marketing voor de High Temperature Solutions business.
Noot: Op 6 december 2024 werd aangekondigd dat Juan Carlos Alonso, Chief Strategy Officer Bekaert zal verlaten op 31 maart 2025.


Nationaliteit: Duits Geboortejaar: 1972
Start loopbaan Bekaert: 2021
Economie Verre Oosten - Strategisch HR Management Universiteit van Duisburg-Essen University of Applied Sciences in Zürich
Kerstin Artenberg startte haar carrière in communicatie- en marketingrollen met verschillende leidinggevende posities bij Körber AG en Daimler AG.
In 2007 verhuisde Kerstin naar Borealis in Oostenrijk als External Communications Manager en werd daarna Director Communications. Vanaf 2010 breidde ze geleidelijk haar verantwoordelijkheden in HR uit en in 2016 nam ze de rol van Vice President Human Resources & Communications op. In 2020 vervoegde ze het nieuw opgerichte Executive Committee.
Doorheen haar carrière heeft Kerstin culturele transformaties gestimuleerd met een focus op het ontwikkelen van organisaties die zin en diepgaande ontwikkelingsmogelijkheden bieden aan hun medewerkers.
Divisie-CEO Staaldraadtoepassingen en Bridon-Bekaert Ropes Group
Nationaliteit: Frans Geboortejaar: 1971
Start loopbaan Bekaert: 2022
Fysica - MBA - Internationale studies Université de Paris VII, The Wharton School en The Lauder Institute aan de Universiteit van Pennsylvania
François Desné startte zijn carrière in 1996 bij RHODIA waar hij verschillende managementfuncties in kwaliteit en ontwikkeling uitoefende. In 2003 verhuisde hij naar BASF waar hij diverse regionale en globale leiderschapsrollen opnam in Europa en Azië, telkens met toenemende scope en verantwoordelijkheid als SVP van verschillende globale business units.
In 2016 vervoegde François Desné Recticel als Group General Manager van Recticel Engineered Foams en als lid van het Recticel Group Executive Committee.
Divisie-CEO Duurzaam Bouwen Duurzaam Bouwen is een onderdeel van de business unit Specialty Businesses
Nationaliteit: Belg Geboortejaar: 1969 Start loopbaan Bekaert: 2024
Master in de ingenieurswetenschappen: chemische technologie - Katholieke Universiteit Leuven
Eric Peeters begon zijn carrière in 1992 bij Dow Corning met een focus op procestechniek. In 2002 stapte hij over naar de eerste van een reeks functies in algemeen management en uitvoerend leiderschap die zijn ervaring over meerdere eindmarkten en business units in het portfolio van het bedrijf zouden uitbreiden. In 2020 werd hij benoemd tot Vice President Sustainability, Coatings & Performance Materials bij Dow.


Nationaliteit: Amerikaans Geboortejaar: 1962
Start loopbaan Bekaert: 2023
Master of Science en PhD in Chemie – MBA Emory University in Atlanta Harvard University in Cambridge Temple University in Philadelphia
Barry Snyder heeft een sterke staat van dienst in globaal leiderschap met uitgebreide industriële ervaring in gespecialiseerde chemicaliën en materialen.
Barry begon zijn loopbaan in 1990 bij Rohm and Haas Company waar hij functies met toenemende verantwoordelijkheid opnam in marketing en research over verschillende regio's. Van 2007 tot 2014 bekleedde hij leiderschapsposities in technologie en innovatie bij Celanese Corporation en HB Fuller Company (VS) en bij Orion Engineered Carbons (Duitsland). In 2015 vervoegde Barry Snyder Axalta Coating Systems in de VS, eerst als Chief Technology Officer en vervolgens als Chief Operations and Supply Chain Officer. Hij had ook operationele verantwoordelijkheden bij Axalta als Regional Leader EMEA, gevestigd in Zwitzerland.
Chief Digital and Information Officer
Nationaliteit: Belg Geboortejaar: 1970 Start loopbaan Bekaert: 2020
Handelsingenieur - Accountancy en Auditing - Computer Auditing Katholieke Universiteit Leuven Universiteit Antwerpen
Gunter Van Craen begon zijn carrière in interne audit bij KBC. In 2003 vervoegde hij Johnson & Johnson waar hij verschillende IT en finance managementfuncties met toenemende scope en verantwoordelijkheid opnam.
Hoewel oorspronkelijk vooral in finance-rollen verhuisde Gunter naar globale IT-functies en werd hij CIO voor de integratie van Crucell in Janssen Pharmaceutica en vervolgens VP IT Pharma R&D. Zijn laatste positie alvorens bij Bekaert aan de slag te gaan was als SVP IT voor technologiediensten bij J&J, met verantwoordelijkheid voor alle IT-gerelateerde diensten in EMEA, Latijns-Amerika en Azië.
Divisie-CEO Rubberversterking
Geboortejaar: 1975
Start loopbaan Bekaert: 2023
DBA candidate, CEIBS MBA, Master of Business Informatics, Erasmus Universiteit Luchtvaarttechniek, Beijing University of Aeronautics and Astronautics
Annie Xu-Huhmann had meerdere globale en regionale P&L-verantwoordelijkheden in Europa en China, met ruime ervaring in winstgevende groei en turnaround van businesses.
Vooraleer Bekaert te vervoegen, bekleedde Annie verschillende senior management posities bij blue chip multinationals zoals Thyssenkrupp Elevator, SMS Group, Schneider Electric, Siemens AG en General Electric. In totaal heeft ze meer dan 25 jaar ervaring in de industriële engineering, metaal- en energiesector.



Op 1 januari 2020 zijn de Belgische Corporate Governance Code 2020 (de 'Code 2020') en het nieuwe Belgische Wetboek van vennootschappen en verenigingen (het 'WVV') van kracht gegaan en werden deze van toepassing op NV Bekaert SA (de 'vennootschap'). Het Bekaert Corporate Governance Charter en de statuten van de vennootschap werden gewijzigd om beide te laten overeenstemmen met de Code 2020 en het WVV.
De vennootschap leeft de bepalingen van de Code 2020 na, met uitzondering van bepaling 7.6.
In tegenstelling tot bepaling 7.6 van de Code 2020 volgens dewelke niet-uitvoerende Bestuurders een deel van hun remuneratie zouden moeten ontvangen onder de vorm van aandelen van de vennootschap en deze aandelen dienen aan te houden gedurende minstens één jaar na neerlegging van het mandaat en minstens drie jaar vanaf het moment van toekenning, zullen niet-uitvoerende Bestuurders aanbevolen (maar niet verplicht) worden om:
Ondanks het niet-verplichte karakter van deze persoonlijke participatie in aandelen van de vennootschap, is Bekaert van mening dat de langetermijnvisie van de aandeelhouders op een redelijke wijze vertegenwoordigd wordt in de Raad van Bestuur aangezien de Voorzitter vergoed wordt in aandelen dewelke onderworpen zijn aan een blokkeringsperiode van drie jaar, en aangezien de niet-uitvoerende Bestuurders die benoemd worden op voordracht van de referentieaandeelhouder reeds aandelen van de vennootschap bezitten (of certificaten die daarop betrekking hebben).
De Code 2020 is beschikbaar op www.corporategovernancecommittee.be. Het Bekaert Corporate Governance Charter is beschikbaar op www.bekaert.com.
De vennootschap heeft de monistische structuur aangenomen. Op 21 november 2024 evalueerde en bevestigde de Raad van Bestuur dat deze structuur geschikt blijft voor Bekaert.
Het belangrijkste besluitvormingsorgaan is de Raad van Bestuur. De Raad van Bestuur is bevoegd om alle handelingen te verrichten die nodig of dienstig zijn om het doel van de vennootschap te verwezenlijken, behoudens die waarvoor volgens de wet of de statuten de Algemene Vergadering van Aandeelhouders bevoegd is.
Aan het einde van de jaarlijkse Algemene Vergadering van Aandeelhouders op 8 mei 2024 liep het mandaat af van de onafhankelijke Bestuurder Mei Ye. Mei Ye stelde zich niet herkiesbaar. Sindsdien bestaat de Raad van Bestuur uit negen leden, die worden benoemd door de Algemene Vergadering van Aandeelhouders. Vijf van de Bestuurders worden benoemd uit kandidaten voorgedragen door de hoofdaandeelhouder.
Alle Bestuurders worden geselecteerd en voorgedragen op basis van een competentiematrix. Het doel van de matrix is ervoor te zorgen dat de Raad van Bestuur over voldoende diversiteit, vaardigheden en ervaring beschikt om de huidige en toekomstige uitdagingen van Bekaert aan te gaan en eventuele leemtes te identificeren die mogelijk door toekomstige Bestuurders kunnen worden opgevuld. De competentiematrix omvat de volgende gebieden: ervaring bij andere beursgenoteerde bedrijven, wereldwijde CEO/C-suite-ervaring, financiële expertise, leiderschap/HR-expertise, informatietechnologie/digitale expertise, duurzaamheid/ESGexpertise, M&A-ervaring, productie-/industriële ervaring.
Er is een opleidingsprogramma beschikbaar voor de Bestuurders dat zich richt op de doeltreffendheid van Bestuurders, duurzaamheid/ESG-leiderschap en toezicht op cybersecurity.
De functies van Voorzitter en van Gedelegeerd Bestuurder worden nooit door dezelfde persoon uitgeoefend. De Gedelegeerd Bestuurder is het enig lid van de Raad van Bestuur met een uitvoerende functie. Alle andere leden zijn niet-uitvoerende Bestuurders. Drie Bestuurders zijn onafhankelijk op grond van de criteria van artikel 7:87, §1 van het WVV en van bepaling 3.5 van de Code 2020: Henriette Fenger Ellekrog (voor het eerst benoemd in 2020), Eriikka Söderström (voor het eerst benoemd in 2020) en Jürgen Tinggren (voor het eerst benoemd in 2019).
In 2024 kwam de Raad van Bestuur negen keer bijeen (zeven gewone vergaderingen en twee buitengewone vergaderingen). Naast de uitoefening van de bevoegdheden uit hoofde van de statuten en het Bekaert Corporate Governance Charter behandelde de Raad van Bestuur in 2024 onder meer de volgende onderwerpen:
De verantwoordelijkheid voor het toezicht op duurzaamheid/ESG en cybersecurity is geïntegreerd in de bestaande structuur van de Raad van Bestuur en de Comités van de Raad van Bestuur. De algemene verantwoordelijkheid berust bij de Raad van Bestuur, ondersteund door specifieke verantwoordelijkheden die zijn toegewezen aan het Audit, Risk en Finance Comité (proces en controles; assurance; openbaarmakingen en rapportering) en het Benoemings- en Remuneratiecomité (vaardigheden van Bestuurders; talent en bedrijfscultuur; verantwoording en link naar vergoeding van Uitvoerend Management). Hoewel de volledige Raad van Bestuur verantwoordelijk blijft voor het toezicht, heeft de Raad één hoofdbestuurder benoemd voor ESGaangelegenheden en één hoofdbestuurder voor cyberbeveiligingsaangelegenheden. Deze Bestuurders bieden ondersteuning en fungeren als klankbord voor het Uitvoerend Management bij de voorbereiding van bestuursvergaderingen.
| Naam | Aanvang eerste mandaat |
Einde (huidig) mandaat als Bestuurder |
Hoofdfunctie² | Aantal bijgewoonde gewone/ buitengewone vergaderingen |
Aanwezigheids graad |
|---|---|---|---|---|---|
| Voorzitter | |||||
| Jürgen Tinggren¹ | mei 2019 | mei 2027 | NV Bekaert SA | 9/9 | 100% |
| Gedelegeerd Bestuurder | |||||
| Yves Kerstens | september 2023 | mei 2028 | NV Bekaert SA | 9/9 | 100% |
| Leden voorgedragen door de hoofdaandeelhouder | |||||
| Christophe Jacobs van Merlen | mei 2016 | mei 2028 | Partner, Bain Capital (UK) | 9/9 | 100% |
| Maxime Parmentier | mei 2022 | mei 2027 | Chief Executive Officer, Birdie Care Services Ltd (UK) |
9/9 | 100% |
| Caroline Storme | mei 2019 | mei 2027 | R&D Finance Lead Neurology at UCB (Belgium) |
8/9 | 89% |
| Emilie van de Walle de Ghelcke | mei 2016 | mei 2028 | Head of Legal, Sofina (Belgium) |
9/9 | 100% |
| Henri Jean Velge | mei 2016 | mei 2028 | Bestuurder van vennootschappen |
9/9 | 100% |
| Onafhankelijke Bestuurders | |||||
| Henriette Fenger Ellekrog | mei 2020 | mei 2025 | Chief Human Resources Officer, Ørsted (Denemarken) |
9/9 | 100% |
| Eriikka Söderström | mei 2020 | mei 2025 | Onafhankelijk bestuurder van vennootschappen |
9/9 | 100% |
| Mei Ye | mei 2014 | mei 2024 | Onafhankelijk bestuurder van en adviseur voor vennootschappen |
4/4 | 100% |
¹ Jürgen Tinggren is een onafhankelijk Bestuurder.
² De curricula vitae van de Bestuurders zijn terug te vinden in deel I: Leiding van dit rapport.
Sinds 1 januari 2020 heeft de Raad van Bestuur twee adviserende comités.
Het Audit, Risk en Finance Comité is samengesteld in overeenstemming met artikel 7:99 van het WVV en bepaling 4.3 van de Code 2020. Alle leden zijn niet-uitvoerende Bestuurders en twee leden, Eriikka Söderström en Jürgen Tinggren, zijn onafhankelijk. De voorzitter van het Comité, Eriikka Söderström, werd benoemd door de leden van het Comité. De deskundigheid van Eriikka Söderström op het gebied van boekhouding en auditing blijkt uit haar voormalige functie als Chief Financial Officer van F-Secure Corporation, Kone Corporation, en Vacon PLC, alle beursgenoteerd op Nasdaq Helsinki. Daarnaast heeft ze ervaring als voorzitter van het auditcomité van Valmet, Kempower en Comptel. De leden van het Comité beschikken over een collectieve deskundigheid die relevant is voor de sector waarin de vennootschap actief is.
De Gedelegeerd Bestuurder en de Chief Financial Officer worden uitgenodigd om de vergaderingen van het Comité als gast bij te wonen zonder lid te zijn. Deze regeling waarborgt de noodzakelijke interactie tussen de Raad van Bestuur en het Uitvoerend Management.
Het Comité hield in 2024 vier gewone vergaderingen. De commissaris woonde alle vergaderingen bij. Naast de uitoefening van de bevoegdheden uit hoofde van de wet en het Bekaert Corporate Governance Charter besteedde het Comité bijzondere aandacht aan:
| Naam | Einde (huidig) mandaat als Bestuurder |
Aantal bijgewoonde vergaderingen |
Aanwezigheidsgraad |
|---|---|---|---|
| Eriikka Söderström | 2025 | 4/4 | 100% |
| Caroline Storme¹ | 2027 | 2/2 | 100% |
| Jürgen Tinggren | 2027 | 4/4 | 100% |
| Henri Jean Velge | 2028 | 4/4 | 100% |
1 Vanaf 8 mei 2024
Het Benoemings- en Remuneratiecomité wordt samengesteld zoals vereist door artikel 7:100 van het WVV en bepaling 4.3 van de Code 2020: alle drie leden zijn niet-uitvoerende Bestuurders en de meerderheid van de leden is onafhankelijk. Het wordt voorgezeten door de Voorzitter van de Raad van Bestuur. De deskundigheid van het Comité op het gebied van remuneratiebeleid wordt aangetoond door de relevante ervaring van haar leden.
| Naam | Einde huidig mandaat als Bestuurder |
Aantal bijgewoonde vergaderingen |
Aanwezigheidsgraad |
|---|---|---|---|
| Jürgen Tinggren | 2027 | 6/6 | 100% |
| Henriette Fenger Ellekrog | 2025 | 6/6 | 100% |
| Christophe Jacobs van Merlen | 2028 | 6/6 | 100% |
Eén van de door de hoofdaandeelhouder voorgedragen Bestuurders, de Gedelegeerd Bestuurder en de Chief Human Resources Officer worden uitgenodigd om de vergaderingen van het Comité als gast bij te wonen zonder lid te zijn.
Het Comité had vijf gewone vergaderingen en één buitengewone vergadering in 2024. Naast de uitoefening van de bevoegdheden uit hoofde van de wet en het Bekaert Corporate Governance Charter besteedde het Comité bijzondere aandacht aan:
De voornaamste kenmerken van de werkwijze voor de evaluatie van de Raad van Bestuur, zijn Comités en de individuele Bestuurders zijn beschreven in dit hoofdstuk en in paragraaf II.3.4 van het Bekaert Corporate Governance Charter.
De Raad van Bestuur, onder leiding van de Voorzitter, evalueert minstens om de drie jaar zijn eigen prestaties alsook zijn interactie met het Uitvoerend Management, evenals zijn omvang, samenstelling en werking, alsook dat van de Comités. De evaluatie verloopt via een formele procedure, al dan niet extern gefaciliteerd, in overeenstemming met een door de Raad van Bestuur goedgekeurde methodologie.
Aan het einde van het mandaat van elke Bestuurder, evalueert het Benoemings- en Remuneratiecomité de aanwezigheid van de Bestuurder in de vergaderingen van de Raad en de Comités en hun engagement en constructieve betrokkenheid in besprekingen en besluitvorming, conform een vooraf bepaalde en transparante procedure. Het Benoemings- en Remuneratiecomité beoordeelt eveneens of de bijdrage van elke Bestuurder is afgestemd op veranderende omstandigheden.
De Raad van Bestuur handelt op basis van de resultaten van de prestatie-evaluatie. In voorkomend geval houdt dit in dat er nieuwe leden ter benoeming worden voorgedragen, dat wordt voorgesteld om bestaande leden niet te herbenoemen, of dat maatregelen worden genomen die nuttig worden geacht voor de doeltreffende werking van de Raad van Bestuur.
De Voorzitter blijft steeds beschikbaar om suggesties ter verbetering van de werking van de Raad of de Comités van de Raad in overweging te nemen.
De niet-uitvoerende Bestuurders komen minstens eenmaal per jaar bijeen in afwezigheid van de Gedelegeerd Bestuurder om hun interactie met het Uitvoerend Management te beoordelen.
In 2024 hebben de Raad van Bestuur en de comités van de Raad van Bestuur een zelfevaluatie uitgevoerd, waarbij de nadruk lag op de samenstelling en structuur van de Raad van Bestuur, de prestaties en verantwoordelijkheden van de Raad van Bestuur, de doeltreffendheid van de Raad van Bestuur, de opvolging van de actiepunten naar aanleiding van de zelfevaluatie van de Raad van Bestuur in 2023, de rol en verantwoordelijkheden van de comités van de Raad van Bestuur en de doeltreffendheid van de comités van de Raad van Bestuur.
De Raad van Bestuur heeft bijzondere operationele bevoegdheden gedelegeerd aan het Bekaert Group Executive (het 'BGE'), onder leiding van de Gedelegeerd Bestuurder. Het BGE heeft een aantal van deze operationele bevoegdheden gesubdelegeerd aan personen binnen hun functionele of operationele verantwoordelijkheid.
Het BGE bestaat uit leden die de wereldwijde businesses en de wereldwijde functies vertegenwoordigen.
Op 1 mei 2024 vervoegde Eric Peeters Bekaert als Divisie-CEO Duurzaam Bouwen. Duurzaam Bouwen is een onderdeel van de business unit Specialty Businesses.
Op 1 november 2024 vervoegde Seppo Parvi Bekaert als Chief Financial Officer na het vertrek van Taoufiq Boussaid.
| Naam | Functie | Benoeming in BGE |
|---|---|---|
| Yves Kerstens | Gedelegeerd Bestuurder | 2021 |
| Gunter Van Craen | Chief Digital and Information Officer | 2022 |
| Seppo Parvi1 | Chief Financial Officer | 2024 |
| Taoufiq Boussaid2 | Chief Financial Officer | 2019 |
| Kerstin Artenberg | Chief Human Resources Officer | 2021 |
| Barry Snyder | Chief Operating Officer | 2023 |
| Juan Carlos Alonso3 | Chief Strategy Officer | 2019 |
| Annie Xu-Huhmann | Divisie-CEO Rubberversterking | 2023 |
| Eric Peeters4 | Divisie-CEO Duurzaam Bouwen | 2024 |
| François Desné | Divisie-CEO Staaldraadtoepassingen en Bridon-Bekaert Ropes Group | 2022 |
1 Vanaf 1 november 2024.
2 Tot 31 oktober 2024.
3 Tot 31 maart 2025.
4 Vanaf 1 mei 2024.
Als een echt internationaal bedrijf omarmt Bekaert diversiteit op alle niveaus binnen de organisatie, wat wordt beschouwd als een belangrijke bron van kracht. Dit geldt voor diversiteit op het gebied van nationaliteit, culturele achtergrond, leeftijd en geslacht, maar ook op het gebied van vaardigheden, zakelijke ervaring, inzichten en standpunten.
Bekaert biedt tewerkstelling aan mensen van 77 verschillende nationaliteiten in 40 landen over de hele wereld. Deze diversiteit wordt weerspiegeld op alle niveaus van de organisatie en in de samenstelling van de Raad van Bestuur en het BGE.
| 31 december 2024 | Aantal personen | Aantal natio naliteiten |
niet-Belgische nationaliteit | % niet-Belgische nationaliteit |
|---|---|---|---|---|
| Raad van Bestuur | 9 | 4 | 3 | 33 % |
| BGE | 9 | 7 | 6 | 67 % |
De vennootschap voldoet aan de wettelijke vereiste dat minstens een derde van de leden van de Raad van Bestuur van het andere geslacht is.
Bekaert hanteert een aanwervings- en promotiebeleid dat gericht is op het gestaag verhogen van diversiteit, waaronder genderdiversiteit. De doelstelling ter ondersteuning van genderdiversiteit is opgenomen in de ESG statements in sectie S1-5 op pagina 253.
| 31 december 2024 | Aantal personen | % mannen | % vrouwen |
|---|---|---|---|
| Raad van Bestuur | 9 | 56 % | 44 % |
| BGE | 9 | 78 % | 22 % |
| 31 december 2024 | Aantal personen | Leeftijd 30-50 jaar | Leeftijd > 50 jaar |
|---|---|---|---|
| Raad van Bestuur | 9 | 44 % | 56 % |
| BGE | 9 | 11 % | 89 % |
Volgens artikel 7:96 van het WVV moet een lid van de Raad van Bestuur de overige leden vooraf informeren over agendapunten waaromtrent hij/zij rechtstreeks of onrechtstreeks een met de vennootschap strijdig belang van vermogensrechtelijke aard heeft en moet hij/zij zich onthouden van deelname aan de beraadslaging en de stemming daarover. In 2024 was er één keer sprake van een belangenconflict. De bepalingen van artikel 7:96 van het WVV werden nageleefd.
Op 29 februari 2024 had Yves Kerstens een belangenconflict toen de Raad van Bestuur zijn korte termijn variabele vergoeding besprak en moest stemmen over zijn prestaties in 2023 als Divisie-CEO Specialty Businesses en Chief Operating Officer (januari-augustus 2023) en Gedelegeerd Bestuurder (septemberdecember 2023) (€ 431 549 in totaal).
Uittreksel uit de notulen:
BESLUIT
Op aanbeveling van het Benoemings- en Remuneratiecomité keurt de Raad van Bestuur de voorgestelde algemene korte termijn variabele vergoeding aan Yves Kerstens goed voor zijn prestaties in 2023, als Divisie-CEO Specialty Businesses en COO (januari-augustus 2023) en Gedelegeerd Bestuurder (september-december 2023).
Het Bekaert Corporate Governance Charter bevat gedragsregels met betrekking tot rechtstreekse en onrechtstreekse belangenconflicten van de leden van de Raad van Bestuur en het BGE die buiten het toepassingsgebied van artikel 7:96 van het WVV vallen. Deze leden worden geacht met Bekaert verbonden partijen te zijn, en moeten jaarlijks melding maken van rechtstreekse of onrechtstreekse transacties met Bekaert of haar dochterondernemingen.
Bekaert is niet op de hoogte van enig potentieel belangenconflict betreffende dergelijke transacties in 2024 (cfr. Toelichting 7.5 bij de geconsolideerde jaarrekening).
De Raad van Bestuur heeft de Bekaert Gedragscode goedgekeurd, die voor het eerst uitgegeven werd op 1 december 2004 en in december 2023 voor het laatst werd aangepast.
De Bekaert Gedragscode beschrijft hoe de waarden van Bekaert in de praktijk worden gebracht. De Gedragscode verschaft richtlijnen wanneer medewerkers voor ethische keuzes en nalevingskwesties komen te staan.
Bekaert vereist dat alle werknemers, Uitvoerend Management en Bestuurders zich houden aan de Gedragscode. Bekaerts aannemers, leveranciers en andere zakenpartners worden verwacht dezelfde normen te handhaven.
De Bekaert Gedragscode is als Bijlage 3 volledig opgenomen in het Bekaert Corporate Governance Charter.
Op 28 juli 2016 heeft de Raad van Bestuur de Bekaert Dealing Code aangenomen, die van kracht werd op 3 juli 2016. De Bekaert Dealing Code is als Bijlage 4 volledig opgenomen in het Bekaert Corporate Governance Charter.
De Bekaert Dealing Code legt de leden van de Raad van Bestuur, het BGE, het senior management en bepaalde andere personen beperkingen op inzake transacties in financiële instrumenten van Bekaert tijdens gesloten periodes en sperperiodes. De Code bevat ook regels betreffende de openbaarmaking van uitgevoerde transacties door leidinggevenden en hun nauw verbonden personen door middel van een kennisgeving aan de vennootschap en aan de Belgische Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten (FSMA). De Algemeen Secretaris is de Dealing Code Officer voor het doel van de Bekaert Dealing Code.
Beschrijving van de procedure die in 2024 werd gebruikt voor (i) de ontwikkeling van een remuneratiebeleid voor de niet-uitvoerende Bestuurders en het Uitvoerend Management en (ii) de bepaling van de remuneratie van de individuele Bestuurders en het Uitvoerend Management
In overeenstemming met artikel 7:89/1 van het WVV werd het remuneratiebeleid voor de leden van de Raad van Bestuur en het Uitvoerend Management (de leden van het Bekaert Group Executive, 'BGE') ter stemming voorgelegd aan de aandeelhouders tijdens de Algemene Vergadering van Aandeelhouders van 12 mei 2021.
Het remuneratiebeleid ging in op 1 januari 2021 en zal bij elke wezenlijke wijziging ter stemming voorgelegd worden aan de Algemene Vergadering van Aandeelhouders, en in ieder geval minstens om de 4 jaar.
In toepassing van het remuneratiebeleid werd de remuneratie voor de niet-uitvoerende Bestuurders (andere dan de Voorzitter) bepaald door de Algemene Vergadering van Aandeelhouders gehouden op 8 mei 2024, handelend op motie van de Raad van Bestuur. De remuneratie van de Voorzitter van de Raad van Bestuur voor de uitvoering van al zijn taken in het bedrijf voor de periode juni 2023 - mei 2027 is vastgesteld door de Algemene Vergadering van Aandeelhouders op 10 mei 2023 en is een vast bedrag van € 650 000 per jaar (voor de periode juni - mei).
In toepassing van het remuneratiebeleid werd de remuneratie van de Gedelegeerd Bestuurder bepaald door de Raad van Bestuur, die optreedt bij voorstellen van het Benoemings- en Remuneratiecomité ('NRC'). De Gedelegeerd Bestuurder is niet aanwezig bij deze procedure en neemt geen deel aan de stemming en de beraadslaging. Het NRC verzekert de conformiteit van het contract van de Gedelegeerd Bestuurder met het remuneratiebeleid van de vennootschap. Een kopie van het contract van de Gedelegeerd Bestuurder is op verzoek van een Bestuurder bij de Voorzitter beschikbaar.
In toepassing van het remuneratiebeleid werd de remuneratie van de leden van het BGE, andere dan de Gedelegeerd Bestuurder, bepaald door de Raad van Bestuur, die optreedt bij voorstellen van het NRC. De Gedelegeerd Bestuurder heeft een adviserende rol in deze procedure. Het NRC verzekert de conformiteit van het contract van elk BGE-lid met het remuneratiebeleid van de vennootschap. Een kopie van elk contract is op verzoek van een Bestuurder bij de Voorzitter beschikbaar.
Verklaring van het remuneratiebeleid dat in 2024 werd gebruikt voor de Raad van Bestuur en de leden van het BGE
De remuneratie wordt vastgesteld op een niveau dat voldoende is om niet-uitvoerende Bestuurders aan te trekken die beschikken over de competenties die nodig zijn om de internationale ambitie van het bedrijf waar te maken. Ze is vastgesteld om niet-uitvoerende Bestuurders te belonen voor hun rol als lid van de Raad van Bestuur en hun specifieke rol als Voorzitter van de Raad van Bestuur, Voorzitter of lid van de Comités van de Raad van Bestuur, evenals de daaruit voortvloeiende verantwoordelijkheden en de tijd die ze daaraan besteden.
• Vergoedingen kunnen deels uitbetaald in contanten en deels in aandelen van de vennootschap, die onderhevig zijn aan een driejarige blokkeringsperiode vanaf de datum van toekenning.
De remuneratie van de Voorzitter en de overige niet-uitvoerende Bestuurders wordt regelmatig getoetst aan een geselecteerd panel relevante beursgenoteerde Belgische en internationale industriële ondernemingen met een vergelijkbare omvang en complexiteit.
Zonder afbreuk te doen aan de remuneratie in zijn hoedanigheid als lid van het Uitvoerend Management, heeft de Gedelegeerd Bestuurder geen recht op een remuneratie voor zijn mandaat als uitvoerend Bestuurder.
Er wordt een modulaire structuur toegepast voor niet-uitvoerende Bestuurders om ervoor te zorgen dat de remuneratie op een billijke manier hun rol reflecteert als lid van de Raad van Bestuur en hun specifieke rol als Voorzitter van de Raad van Bestuur, Voorzitter of lid van een Comité van de Raad van Bestuur, evenals de daaruit voortvloeiende verantwoordelijkheden en de tijd die ze daaraan besteden.
De remuneratie van de Voorzitter van de Raad van Bestuur wordt als volgt vastgesteld:
• een vast bedrag van € 650 000 bruto per jaar omgezet in een aantal aandelen van de vennootschap.
De remuneratie van elke niet-uitvoerende Bestuurder, met uitzondering van de Voorzitter, wordt als volgt vastgesteld:
De Voorzitter en de andere niet-uitvoerende Bestuurders ontvangen geen prestatiegebonden remuneratie die rechtstreeks verband houdt met de resultaten van de vennootschap. Ze hebben geen recht om deel te nemen aan een van de incentive programma's van de vennootschap en ontvangen geen aandelenopties of voordelen verbonden aan pensioenplannen.
In tegenstelling tot bepaling 7.6 van de Code 2020 volgens dewelke niet-uitvoerende Bestuurders een deel van hun remuneratie zouden moeten ontvangen onder de vorm van aandelen van de vennootschap en deze aandelen dienen aan te houden gedurende minstens één jaar na neerlegging van het mandaat en minstens drie jaar vanaf het moment van toekenning, zullen niet-uitvoerende Bestuurders aanbevolen (maar niet verplicht) worden om
Ondanks het niet-verplichte karakter van deze persoonlijke participatie in aandelen van de vennootschap, is Bekaert van mening dat de langetermijnvisie van de aandeelhouders op een redelijke wijze vertegenwoordigd wordt in de Raad van Bestuur aangezien de Voorzitter vergoed wordt in aandelen dewelke onderworpen zijn aan een blokkeringsperiode van drie jaar, en aangezien de niet-uitvoerende Bestuurders die benoemd worden op voordracht van de referentieaandeelhouder reeds aandelen van de vennootschap bezitten (of certificaten die daarop betrekking hebben). Daarenboven hebben de niet uitvoerende bestuurders de mogelijkheid om een deel van hun vergoeding te ontvangen onder de vorm van aandelen van de vennootschap.
Gedurende het boekjaar 2024 hebben alle niet-uitvoerende Bestuurders ervoor gekozen om een deel van hun vaste vergoeding in aandelen te ontvangen.
Uitgaven die Bestuurders redelijkerwijs in het kader van de uitoefening van hun taken doen, worden terugbetaald op voorlegging van rechtvaardigingsstukken. Bestuurders worden geacht het uitgavenbeleid voor leden van de Raad van Bestuur in acht te nemen bij het doen van uitgaven.
De vennootschap biedt competitieve totale remuneratiepakketten aan met als doel het beste executief en managementtalent aan te trekken en te behouden in elk deel van de wereld waar de Groep aanwezig is. De remuneratie is ingesteld om de leden van het Uitvoerend Management te belonen voor prestaties die leiden tot positieve bedrijfsresultaten op korte en lange termijn evenals waardecreatie voor het bedrijf.
De remuneratie van het Uitvoerend Management bestaat uit een vaste vergoeding, een korte termijn en een lange termijn variabele vergoeding, een pensioenbijdrage en diverse overige componenten. Bovendien worden de leden van het Uitvoerend Management gevraagd om een minimum persoonlijke participatie in aandelen van de vennootschap op te bouwen en aan te houden.
De remuneratie van de leden van het Uitvoerend Management wordt tweejaarlijks getoetst aan een geselecteerd panel relevante beursgenoteerde Belgische en Europese industriële bedrijven.
De remuneratie van de leden van het Uitvoerend Management is afgestemd op het bredere remuneratiebeleid van de Groep.
De remuneratie van de Gedelegeerd Bestuurder (in zijn hoedanigheid als lid van het Uitvoerend Management) en de overige leden van het BGE worden bepaald door de Raad van Bestuur op gemotiveerde aanbeveling van het NRC.
De prestatie van de Groep voor de bepaling van STI in 2024 is gebaseerd op onderstaande prestatiemaatstaven en uitkomsten:
| Doelstellingen Bekaert Groep | Gewicht | Minimum | Doel | Maximum | Bereikte prestatie |
|---|---|---|---|---|---|
| Brutowinst | 20% | 17,0% | 18,0% | 19,0% | 17,3% |
| EBITDA - onderliggend | 50% | € 517 mln | € 574 mln | € 631 mln | € 520 mln |
| Werkkapitaal als % van omzet | 20% | 16,3% | 15,3% | 14,3% | 17,3% |
| Genderdiversiteit | 10% | 28,4% | 28,7% | 29,0% | 29,0% |
| Globale prestatie | 59,1% |
De Raad van Bestuur, handelend op aanbeveling van het NRC, heeft beslist om de globale prestatie van de Groep te beoordelen op 59,1%.
Voor 2025 zijn de volgende maatstaven van toepassing: brutowinst, EBITDA- onderliggend, werkkapitaal en customer net promoter score. Deze doelstellingen worden gecombineerd met specifieke doelstellingen voor de business units en individuele doelstellingen. Gelet op de commerciële gevoeligheid van onze kortetermijndoelstellingen, zullen de specifieke prestatiedoelstellingen worden verduidelijkt in het remuneratieverslag van 2025.
De prestatiecriteria van de performance share units uitgegeven in 2022 met betrekking tot de prestatieperiode 2022-2024 voor leden van het BGE zijn als volgt:
| Doelstellingen Bekaert Groep | Gewicht | Minimum | Doel | Maximum Bereikte prestatie Verwerving | ||
|---|---|---|---|---|---|---|
| EBITDA - onderliggend als % op omzet | 25% | 12,5% | 14,0% | 15,5% | 13,1% | 70% |
| Cum. operationele kasstroom | 25% | € 1,030 mln € 1,180 mln | € 1,380 mln | € 962 mln | —% | |
| Relatieve TSR in vergelijking met een referentiegroep (*) |
50% | ≥25th pct | ≥50th pct | ≥75th pct | -1,38% vs mediaan | 91% |
| Globale prestatie | 63% |
(*) De startprijs van de vergelijkbare index is gebaseerd op het gemiddelde van 30 beursdagen vóór het begin van de prestatiecyclus, en de eindprijs is gebaseerd op het gemiddelde van 30 beursdagen vóór het einde van de prestatiecyclus.
In overeenstemming met het aanbod voor de prestatieperiode 2024-2026, zijn specifieke financiële bedrijfsgebonden criteria geselecteerd voor de prestatieperiode 2025-2027; meer bepaald een groeidoelstelling voor EBITDA-onderliggend als percentage op omzet, een cumulatieve doelstelling voor de kasstroom en Total Shareholder Return (TSR) in vergelijking met een referentiegroep. Een bijkomende ESG-korf zal worden toegevoegd (vermindering van CO2-uitstoot, en een veiligheidsdoelstelling). Gelet op de commerciële gevoeligheid van onze langetermijndoelstellingen, zullen de 2025-2027 doelstellingen worden verduidelijkt op het einde van de drie jaar durende prestatieperiode.
Tegen pari niveau bedraagt de waarde van de variabele vergoeding van de Gedelegeerd Bestuurder en de andere leden van het BGE meer dan 25% van hun totale remuneratie. Meer dan de helft van deze variabele vergoeding is gebaseerd op criteria over een periode van drie jaar.
Er wordt verwacht van de Gedelegeerd Bestuurder en de andere leden van het BGE dat zij een persoonlijke participatie in aandelen van de vennootschap opbouwen binnen vijf jaar vanaf hun aanstelling, en deze ook aanhouden gedurende hun mandaat.
Om dit mogelijk te maken biedt de vennootschap een vrijwillig Share Matching Plan aan. De vennootschap komt iedere persoonlijke investering in aandelen van de vennootschap (tot maximaal 15% van de uitgekeerde korte termijn variabele vergoeding) tegemoet met een directe toekenning van aandelen van de vennootschap in het derde kalenderjaar dat volgt op deze persoonlijke participatie, voor zover de persoonlijke participatie in aandelen van de vennootschap verder werd aangehouden.
Wanneer het BGE-lid de vennootschap verlaat voor het einde van deze periode van aanhouding, zal de vennootschap per gestart kalenderjaar een derde tegemoet komen van de persoonlijke participatie in aandelen van de vennootschap. In geval van vrijwillig vertrek of ontslag om dringende reden zal er geen tegemoetkoming zijn.
De termijn voor het aanhouden van deze matching shares vervalt drie jaar nadat deze aandelen werden toegekend voor zover voldaan is aan de vereiste minimum persoonlijke participatie in aandelen.
Het bedrag van de remuneratie dat rechtstreeks of onrechtstreeks aan de niet-uitvoerende Bestuurders, door de vennootschap of haar dochterondernemingen, wordt toegekend met betrekking tot 2024, wordt hieronder op individuele basis uiteengezet. De niet-uitvoerende Bestuurders ontvangen alleen een vaste remuneratie, gedeeltelijk uitbetaald in contanten en gedeeltelijk in aandelen van de vennootschap (cfr. sectie 4).
| in € | Periode waarop de vaste vergoeding betrekking heeft |
Vaste vergoeding voor de uitvoering van taken als lid van de Raad van Bestuur |
Vaste vergoeding voor lidmaatschap en/of voorzitterschap van een Comité van de Raad van Bestuur |
Totaal |
|---|---|---|---|---|
| Jürgen Tinggren1, 5 | 01.01.2024 - 31.12.2024 | 650 000 | n.v.t. | 650 000 |
| Mei Ye,6 | 01.01.2024 - 08.05.2024 | 40 000 | 40 000 | |
| Emilie van de Walle de Ghelcke | 01.01.2024 - 31.12.2024 | 80 000 | 80 000 | |
| Christophe Jacobs van Merlen4 | 01.01.2024 - 31.12.2024 | 80 000 | 20 000 | 100 000 |
| Henri Jean Velge2 | 01.01.2024 - 31.12.2024 | 80 000 | 20 000 | 100 000 |
| Caroline Storme2 | 01.01.2024 - 31.12.2024 | 80 000 | 10 000 | 90 000 |
| Henriette Fenger Ellekrog4 | 01.01.2024 - 31.12.2024 | 80 000 | 20 000 | 100 000 |
| Eriikka Söderström2, 3 | 01.01.2024 - 31.12.2024 | 80 000 | 25 000 | 105 000 |
| Maxime Parmentier | 01.01.2024 - 31.12.2024 | 80 000 | 80 000 | |
| Totale remuneratie van Bestuurders |
1 345 000 |
¹ Voorzitter, Voorzitter van het Benoemings- en Remuneratiecomité, lid van het Audit, Risk en Finance Comité.
² Lid van het Audit, Risk en Finance Comité. Caroline Storme is lid sinds 8 mei 2024.
³ Voorzitter van het Audit, Risk en Finance Comité.
⁴ Lid van het Benoemings- en Remuneratiecomité.
5 De vaste vergoeding van € 650 000 heeft betrekking op toegekende aandelen op 31 mei 2024 voor de periode juni 2024 - mei 2025. 6 Ambtstermijn is verstreken op 8 mei 2024.
De vaste vergoeding van de Voorzitter wordt volledig vereffend in aandelen van de vennootschap, dewelke worden geblokkeerd voor een periode van drie jaren vanaf de datum van toekenning.
Voor de andere niet-uitvoerende Bestuurders, wordt de vergoeding voor de uitoefening van taken als een lid van de Raad van Bestuur betaald in cash, maar met de optie om elk jaar een deel daarvan (0%, 25% of 50%) te ontvangen onder de vorm van aandelen van de vennootschap. Vaste vergoedingen voor de uitoefening van taken als lid of voorzitter van een Comité van de Raad van Bestuur worden contant betaald.
Hieronder staat het aantal aandelen van de vennootschap vermeld dat in 2024 aan niet-uitvoerende Bestuurders is toegekend. Duidelijkheidshalve, onderstaande bedragen zijn inbegrepen in de remuneratie van de niet-uitvoerende Bestuurders vermeld in sectie 3.
| Niet-uitvoerende Bestuurder | Percentage aandelen |
Brutobedrag in € |
Aantal aandelen na aftrek van belasting |
Einde van de bewaartermijn |
|---|---|---|---|---|
| Voorzitter | ||||
| Jürgen Tinggren¹ | 100 % | 650 000 | 7 211 | 31/5/2027 |
| Niet-uitvoerende Bestuurders benoemd door de hoofdaandeelhouder | ||||
| Christophe Jacobs van Merlen | 50 % | 40 000 | 459 | n.v.t. |
| Maxime Parmentier | 50 % | 40 000 | 418 | n.v.t. |
| Caroline Storme | 50 % | 40 000 | 459 | n.v.t. |
| Emilie van de Walle de Ghelcke | 50 % | 40 000 | 459 | n.v.t. |
| Henri Jean Velge | 50 % | 40 000 | 459 | n.v.t. |
| Niet-uitvoerende Bestuurder | Percentage aandelen |
Brutobedrag in € |
Aantal aandelen na aftrek van belasting |
Einde van de bewaartermijn |
|---|---|---|---|---|
| Onafhankelijke niet-uitvoerende Bestuurders | ||||
| Henriette Fenger Ellekrog | 50 % | 40 000 | 464 | n.v.t. |
| Eriikka Söderström | 25 % | 20 000 | 251 | n.v.t. |
| Mei Ye | 25 % | 20 000 | 143 | n.v.t. |
| Totaal | 930 000 | 10 323 |
¹ De toegekende aandelen van € 650 000 hebben betrekking op de periode juni 2024 - mei 2025.
Per 31 december 2024 bezaten de Stichting Administratiekantoor Bekaert en partijen die in onderling overleg handelen 36% van de aandelen van Bekaert. Vijf leden van de Raad van Bestuur worden benoemd uit kandidaten die door de Stichting Administratiekantoor Bekaert zijn voorgedragen. De onafhankelijke nietuitvoerende bestuurders bezaten het volgende aantal Bekaert-aandelen:
| Bestuurder | Aantal Bekaert-aandelen |
|---|---|
| Jürgen Tinggren | 69 275 |
| Henriette Fenger Ellekrog | 3 299 |
| Eriikka Söderström | 4 220 |
Onverminderd zijn remuneratie in zijn hoedanigheid van Uitvoerend Manager, ontving de Gedelegeerd Bestuurder geen remuneratie voor zijn mandaat als uitvoerend Bestuurder.
Het bedrag van de remuneratie en andere voordelen die rechtstreeks of onrechtstreeks aan de Gedelegeerd Bestuurder door de vennootschap of haar dochterondernemingen worden toegekend met betrekking tot 2024 voor de rol van Gedelegeerd Bestuurder wordt hieronder uiteengezet:
| Gedelegeerd Bestuurder | Opmerkingen | |
|---|---|---|
| Yves Kerstens | ||
| Periode | 01.01.2024-31.12.2024 | |
| Vaste vergoeding | 870 000 | Omvat basissalaris en buitenlandse bestuurdersvergoedingen |
| Korte termijn variabele vergoeding ('STI') | 347 065 | Jaarlijkse korte termijn variabele vergoeding, gebaseerd op prestaties van 2024 als Gedelegeerd Bestuurder |
| Lange termijn variabele vergoeding ('LTI') | 202 359 | Waarde van de verworven performance share units (prestatieperiode 2022 - 2024) |
| Pensioen | 217 500 | Pensioentoezeggingen van het type vaste bijdragen |
| Share matching | 58 822 | Waarde van de toegekende aandelen in 2024 als tegemoetkoming voor persoonlijke participatie in aandelen gedaan in 2022 |
| Diverse overige componenten | 32 880 | Omvat bedrijfswagen en risicoverzekeringen |
| Totale remuneratie | 1 728 626 | |
| Variabele remuneratie uitgedrukt als % van het totaal |
35% | Totaal van STI, LTI en share matching |
| Vaste remuneratie uitgedrukt als % van totaal | 65% | Totaal van vaste vergoeding, pensioen en diverse overige componenten |
De beoordeling van de criteria om de prestaties te evalueren voor de korte termijn variabele vergoeding in 2024 leidt tot een uitbetaling van 53,19% ten opzichte van de korte termijn variabele vergoeding op doelniveau ('target') voor de CEO.
Er was een verwerving met betrekking tot de lange termijn variabele vergoeding aan 63%, met betrekking tot het aanbod gedaan op 4 maart 2022 over de prestatieperiode 2022-2024.
Het remuneratiebeleid voorziet dat de waarde van de lange termijn variabele vergoeding op doelniveau ('target') gelijk is aan 85% van de vaste vergoeding voor de Gedelegeerd Bestuurder. In maart 2024 werden performance share units toegekend met betrekking tot de prestatieperiode 2024-2026 rekening houdend met 85% doelniveau.
Er was in 2024 een tegemoetkoming voor persoonlijke participatie in aandelen van de vennootschap gedaan in 2022 in lijn met het persoonlijk aandelenparticipatieplan.
Het bedrag van de remuneratie en andere voordelen die rechtstreeks of onrechtstreeks aan de BGE-leden anders dan de Gedelegeerd Bestuurder door de vennootschap of haar dochterondernemingen worden toegekend met betrekking tot 2024 wordt hierna op globale basis weergegeven. De vergoeding omvat de pro rata vergoeding van Eric Peeters (per 1 mei 2024), Seppo Parvi (per 1 november 2024) en Taoufiq Boussaid, die op 31 oktober 2024 is vertrokken.
| Remuneratie | Opmerkingen | |
|---|---|---|
| Vaste vergoeding | 3 408 649 | Omvat basissalaris en buitenlandse bestuurdersvergoedingen |
| Korte termijn variabele vergoeding ('STI') | 1 193 022 | Jaarlijkse korte termijn variabele vergoeding, gebaseerd op prestaties van 2024 |
| Lange termijn variabele vergoeding ('LTI') | 946 092 | Waarde van de verworven performance share units (prestatieperiode 2022-2024) |
| Pensioen | 715 104 | Pensioenbijdragen door de werkgever |
| Share matching | 211 863 | Waarde van de toegekende aandelen in 2024 als tegemoetkoming voor persoonlijke participatie in aandelen gedaan in 2022 |
| Diverse overige componenten | 530 200 | Bevat bedrijfswagen, verzekeringen en schooltoeslag |
| Totale remuneratie | 7 004 930 | |
| Variabele remuneratie uitgedrukt als % van het totaal |
34% | Totaal van STI, LTI en share matching |
| Vaste remuneratie uitgedrukt als % van totaal | 66% | Totaal van vaste vergoeding, pensioen en diverse overige componenten |
De beoordeling van de criteria om de prestaties te evalueren voor de korte termijn variabele vergoeding in 2024 leidt tot een uitbetaling van 64,2% (gewogen gemiddelde) ten opzichte van de korte termijn variabele vergoeding op doelniveau ('target'). De STI voor Eric Peeters en Seppo Parvi werd pro rata berekend op basis van hun startdatum. Voor Taoufiq Boussaid is geen STI betaald voor 2024 na zijn vertrek.
63% van de performance share units, die toegekend werden in 2022, definitief verworven in 2024 voor de kwalificerende leden van het BGE (we verwijzen naar sectie 8).
De bijdrage pensioen bestaat uit een combinatie van 2 pensioenregelingen in de verschillende werklocaties van de BGE-leden, met name België en Frankrijk. Het in de bovenstaande tabel vermelde bedrag bestaat uit het toegekend bedrag voor de relevante pensioenregelingen van het type cash balance en de werkgeversbijdrage aan verplichte tweede pijler-pensioenregelingen.
Vanaf 2018 bestaat de lange termijn variabele vergoeding uitsluitend uit de toekenning van performance share units onder het Performance Share Plan 2018-2020, zoals voorgesteld door de Raad van Bestuur en goedgekeurd door de Gewone Algemene Vergadering van Aandeelhouders op 9 mei 2018.
Op aanbeveling van de Raad van Bestuur heeft de Gewone Algemene Vergadering van Aandeelhouders op 12 mei 2021 het Remuneratiebeleid goedgekeurd. Op basis van dit beleid werd een Performance Share Plan geïntroduceerd onder hetwelke een aanbod van performance shares werd gedaan en zal worden aangeboden vanaf 2022 tot en met 2025.
Tot 2017 was de lange termijn variabele vergoeding gebaseerd op een combinatie van aandelenopties (of 'stock appreciation rights', buiten Europa) en performance share units.
Er zijn geen openstaande aandelenopties of 'stock appreciation rights' (of bewegingen gedaan in 2024) met betrekking tot de leden van het BGE.
De Gedelegeerd Bestuurder en de andere leden van het BGE komen in aanmerking voor het vrijwillige Share Matching Plan.
Op 8 maart 2024 werden performance share units met betrekking tot de prestatieperiode 2024-2026 toegekend aan het Uitvoerend Management. Als gevolg van de start van Eric Peeters op 1 mei 2024, werd voorzien in een bijkomende toekenning op 14 mei 2024 en 20 augustus 2024. Als gevolg van de start van Seppo Parvi op 1 november 2024, werd voorzien in een bijkomende toekenning op 25 november 2024.
De financiële maatstaven die weerhouden werden als prestatiedoelstellingen met betrekking tot de prestatieperiode 2024-2026 zijn aangroei in onderliggende EBITDA, elementen van de cumulatieve kasstroom, en relatieve TSR-positie ten opzichte van een peer index. De peer groep is een selectie van 19 beursgenoteerde industriële bedrijven, gebaseerd in Europa met een globaal bereik, gelijklopend in grootte, werknemers en beurswaarde. Daarnaast is er een ESG-maatstaaf toegevoegd, waaronder CO2e-reductie, duurzame oplossingen en veiligheid.
De onderstaande tabellen geven een overzicht van de op aandelen gebaseerde remuneratie die is toegekend aan BGE-leden, inclusief de belangrijkste kenmerken van elk plan.
| Aantal toegekende |
Aantal niet definitief verworven performance share units |
Aantal niet definitief verworven performance share units |
||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Naam van het plan | Prestatie periode |
Prestatiemaatstaven | Toekennings datum |
Verwervings datum |
performance share units |
aan het begin van het jaar |
Toegekend | Verbeurd/ vervallen |
Verworven | aan het einde van het jaar |
| Taoufiq Boussaid - Voormalig Chief Financial Officer | ||||||||||
| PSP 2022-2024 | 2022-2024 | EBITDA Onderliggend, Cum. Kasstroom & TSR |
04/03/2022 | 31/12/2024 | 6 949 | 6 949 | 4 378 | |||
| PSP 2023-2025 | 2023-2025 | EBITDA Onderliggend, Cum. Kasstroom, TSR & ESG |
10/03/2023 | 31/12/2025 | 7 944 | 7 944 | 2 648 | 5 296 | ||
| PSP 2024-2026 | 2024-2026 | EBITDA Onderliggend, Cum. Kasstroom, TSR & ESG |
08/03/2024 | 31/12/2026 | 6 616 | 0 | 6 616 | 4 411 | 2 205 | |
| TOTAAL | 14 893 | 6 616 | 7 059 | 4 378 | 7 501 | |||||
| Kerstin Artenberg - Chief Human Resources Officer | ||||||||||
| PSP 2022-2024 | 2022-2024 | EBITDA Onderliggend, Cum. Kasstroom & TSR |
04/03/2022 | 31/12/2024 | 6 314 | 6 314 | 3 978 | |||
| PSP 2023-2025 | 2023-2025 | EBITDA Onderliggend, Cum. Kasstroom, TSR & ESG |
10/03/2023 | 31/12/2025 | 7 296 | 7 296 | 7 296 | |||
| PSP 2024-2026 | 2024-2026 | EBITDA Onderliggend, Cum. Kasstroom, TSR & ESG |
08/03/2024 | 31/12/2026 | 6 037 | 6 037 | 6 037 | |||
| TOTAAL | 13 610 | 6 037 | 0 | 3 978 | 13 333 | |||||
| Juan Carlos Alonso - Chief Strategy Officer | ||||||||||
| PSP 2022-2024 | 2022-2024 | EBITDA Onderliggend, Cum. Kasstroom & TSR |
04/03/2022 | 31/12/2024 | 5 956 | 5 956 | 3 752 | |||
| PSP 2023-2025 | 2023-2025 | EBITDA Onderliggend, Cum. Kasstroom, TSR & ESG |
10/03/2023 | 31/12/2025 | 6 887 | 6 887 | 6 887 | |||
| TOTAAL | 12 843 | 0 | 0 | 3 752 | 6 887 | |||||
| Yves Kerstens - Gedelegeerd Bestuurder | ||||||||||
| PSP 2022-2024 | 2022-2024 | EBITDA Onderliggend, Cum. Kasstroom & TSR |
04/03/2022 | 31/12/2024 | 7 783 | 7 783 | 4 903 | |||
| PSP 2023-2025 | 2023-2025 | EBITDA-U, Cum. CF, TSR & ESG |
10/03/2023 | 31/12/2025 | 8 988 | 8 988 | 8 988 | |||
| PSP 2024-2026 | 2024-2026 | EBITDA Onderliggend, Cum. Kasstroom, TSR & ESG |
08/03/2024 | 31/12/2026 | 16 555 | 16 555 | 16 555 | |||
| TOTAAL | 16 771 | 16 555 | 0 | 4 903 | 25 543 | |||||
| Eric Peeters - Divisional CEO Sustainable Construction | ||||||||||
| PSP 2024-2026 | 2024-2026 | EBITDA Onderliggend, Cum. Kasstroom, TSR & ESG |
14/05//2024 | 31/12/2026 | 6 092 | 6 092 | 6 092 | |||
| PSP 2024-2026 | 2024-2026 | EBITDA Onderliggend, Cum. Kasstroom, TSR & ESG |
20/08/2024 | 31/12/2026 | 5 645 | 5 645 | 5 645 | |||
| TOTAAL | 0 | 11 737 | 0 | 0 | 11 737 |
| Prestatie | Toekennings | Verwervings | Aantal toegekende performance |
Aantal niet definitief verworven performance share units aan het begin |
Verbeurd/ | Aantal niet definitief verworven performance share units aan het einde |
||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Naam van het plan | periode | Prestatiemaatstaven | datum | datum | share units | van het jaar | Toegekend | vervallen | Verworven | van het jaar |
| François Desné - Div. CEO SWS en BBRG | ||||||||||
| PSP 2022-2024 | 2022-2024 | EBITDA Onderliggend, Cum. Kasstroom & TSR |
26/09/2022 | 31/12/2024 | 12 864 | 12 864 | 8 104 | |||
| PSP 2023-2025 | 2023-2025 | EBITDA Onderliggend, Cum. Kasstroom, TSR & ESG |
10/03/2023 | 31/12/2025 | 7 967 | 7 967 | 7 967 | |||
| PSP 2024-2026 | 2024-2026 | EBITDA Onderliggend, Cum. Kasstroom, TSR & ESG |
8/03/2024 | 31/12/2026 | 7 276 | 7 276 | 7 276 | |||
| TOTAAL | 20 831 | 7 276 | 0 | 8 104 | 15 243 | |||||
| Gunter Van Craen - Chief Digital and Information Officer | ||||||||||
| PSP 2022-2024 | 2022-2024 | EBITDA Onderliggend, Cum. Kasstroom & TSR |
04/03/2022 | 31/12/2024 | 2379 | 2 379 | 1 499 | |||
| PSP 2022-2024 | 2022-2024 | EBITDA Onderliggend, Cum. Kasstroom & TSR |
25/08/2022 | 31/12/2024 | 1926 | 1 926 | 1 213 | |||
| PSP 2023-2025 | 2023-2025 | EBITDA Onderliggend, Cum. Kasstroom, TSR & ESG |
10/03/2023 | 31/12/2025 | 6115 | 6 115 | 6 115 | |||
| PSP 2024-2026 | 2024-2026 | EBITDA Onderliggend, Cum. Kasstroom, TSR & ESG |
8/03/2024 | 31/12/2026 | 5066 | 5 066 | 5 066 | |||
| TOTAAL | 10 420 | 5 066 | 0 | 2 712 | 11 181 | |||||
| Annie Xu-Huhmann - Div. CEO RR | ||||||||||
| PSP 2023-2025 | 2023-2025 | EBITDA Onderliggend, Cum. Kasstroom, TSR & ESG |
10/03/2023 | 31/12/2025 | 9 264 | 9 264 | 9 264 | |||
| PSP 2024-2026 | 2024-2026 | EBITDA Onderliggend, Cum. Kasstroom, TSR & ESG |
8/03/2024 | 31/12/2026 | 7 663 | 7 663 | 7 663 | |||
| TOTAAL | 9 264 | 7 663 | 0 | 0 | 16 927 | |||||
| Barry Snyder - Chief Operating Officer | ||||||||||
| PSP 2023-2025 | 2023-2025 | EBITDA Onderliggend, Cum. Kasstroom, TSR & ESG |
22/08/2023 | 31/12/2025 | 3 495 | 3 495 | 3 495 | |||
| PSP 2024-2026 | 2024-2026 | EBITDA Onderliggend, Cum. Kasstroom, TSR & ESG |
8/03/2024 | 31/12/2026 | 6 548 | 6 548 | 6 548 | |||
| TOTAAL | 3 495 | 6 548 | 0 | 0 | 10 043 | |||||
| Seppo Parvi - Chief Financial Officer | ||||||||||
| PSP 2024-2026 | 2024-2026 | EBITDA Onderliggend, Cum. Kasstroom, TSR & ESG |
25/11/2024 | 31/12/2026 | 9 826 | 9 826 | 9 826 | |||
| TOTAAL | 0 | 9 826 | 0 | 0 | 9 826 |
De onderstaande tabel toont het aantal aandelen toegekend als tegemoetkoming voor de persoonlijke participatie in aandelen van de vennootschap. Er is een tegemoetkoming in 2024 gebeurd met betrekking tot de persoonlijke participatie in aandelen van de vennootschap op 31 maart 2022 na de aanhoudingsperiode van drie jaar.
| Datum persoonlijke |
Einde aanhoudings |
Aantal persoonlijk aangekocht |
Persoonlijk aangekochte aandelen in |
Tegemoetkoming door de vennootschap in |
Verbeurd voor | |||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Naam van het plan | participatie | -periode | e aandelen | 2024 | 2024 | tegemoetkoming | ||
| Taoufiq Boussaid - Voormalig Chief Financial Officer | ||||||||
| 31/3/2022 | 31/12/2024 | 2 054 | 2 054 | |||||
| 31/3/2023 | 31/12/2025 | 611 | 408 | 203 | ||||
| 31/3/2024 | 31/12/2026 | 840 | 280 | 560 | ||||
| Kerstin Artenberg - Chief Human Resources Officer | ||||||||
| 31/3/2022 | 31/12/2024 | 1 711 | 1 711 | |||||
| 31/3/2023 | 31/12/2025 | 561 | ||||||
| 31/3/2024 | 31/12/2026 | 809 | ||||||
| Juan Carlos Alonso - Chief Strategy Officer | ||||||||
| 31/3/2022 | 31/12/2024 | 1 760 | 1 760 | |||||
| 31/3/2023 | 31/12/2025 | 529 | ||||||
| Yves Kerstens - Gedelegeerd Bestuurder | ||||||||
| 31/3/2022 | 31/12/2024 | 1 725 | 1 725 | |||||
| 31/3/2023 | 31/12/2025 | 1 476 | ||||||
| 31/3/2024 | 31/12/2026 | 1 349 | ||||||
| François Desné - Div. CEO SWS en BBRG | ||||||||
| 31/3/2023 | 31/12/2025 | 154 | ||||||
| Gunter Van Craen - Chief Digital & Information Officer | ||||||||
| 31/3/2023 | 31/12/2025 | 343 | ||||||
| 31/3/2024 | 31/12/2026 | 608 | ||||||
| Annie Xu-Huhmann - Div. CEO RR | ||||||||
| 31/3/2024 | 31/12/2026 | 952 | ||||||
| Barry Snyder - Chief Operating Officer | ||||||||
| 31/3/2024 | 31/12/2026 | 400 |
Taoufiq Boussaid was lid van het BGE tot 31 oktober 2024 en heeft Bekaert daarna verlaten. In overeenstemming met de contractuele overeenkomst werd een opzeggingsvergoeding van twaalf maanden betaald.
De Raad van Bestuur heeft de bevoegdheid om een deel of de volledige waarde van toegekende prestatiegebonden vergoedingen aan het Uitvoerend Management te verminderen (malus) of terug te vorderen (claw back) in geval van:
De Raad van Bestuur heeft in 2024 geen gebruik gemaakt van dit recht.
Het belangrijkste verschil in het remuneratiebeleid tussen het Uitvoerend Management en de werknemers in het algemeen is de balans tussen vaste en prestatiegebonden remuneratie zoals korte termijn en lange termijn variabele vergoeding. Over het algemeen is de verhouding tussen prestatie-gebonden remuneratie, en met name de lange termijn variabele vergoeding, hoger voor leden van het Uitvoerend Management. Dit weerspiegelt dat de leden van het Uitvoerend Management meer handelingsvrijheid hebben en dat de gevolgen van hun beslissingen normaalgezien een breder en verregaander effect in de tijd hebben.
De remuneratie voor de leden van het Uitvoerend Management is echter afgestemd op de remuneratiestructuren van de bredere groep werknemers:
De verhouding tussen de remuneratie van de Chief Executive Officer tot de laagste remuneratie van de werknemers van NV Bekaert SA in België bedraagt 34:1.
Onderstaande tabel geeft de remuneratie weer van de leden van de Raad van Bestuur, het Uitvoerend Management, de gemiddelde remuneratie van andere werknemers (uitgedrukt in voltijdse equivalenten) en enkele belangrijke financiële bedrijfsgegevens over de laatste 5 kalenderjaren.
| 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | |
|---|---|---|---|---|---|
| Remuneratie | |||||
| Niet-uitvoerende Bestuurders | |||||
| Gemiddelde remuneratie (€) | 104 000 | 111 458 | 132 273 | 140 609 | 158 235 |
| Verschil ten opzichte van voorgaand jaar (%) | -14,5% | +7.2% | +18,7% | +6.3% | +12.5% |
| Gedelegeerd Bestuurder1 | |||||
| Gemiddelde remuneratie (€) | 1 225 527 | 2 356 337 | 2 911 964 | 5 903 833 | 1 728 626 |
| Verschil ten opzichte van voorgaand jaar (%) | -31,4% | +92.3% | +23.6% | +102.7% | -70,7% |
| Andere BGE-leden | |||||
| Gemiddelde remuneratie (€) | 839 736 | 1 611 657 | 1 288 128 | 1 692 404 | 913 687 |
| Verschil ten opzichte van voorgaand jaar (%) | +12.3% | +91.9% | -20,1% | +31.4% | -46,0% |
| Overige medewerkers | |||||
| Gemiddelde remuneratie (€) | 79 859 | 87 727 | 88 402 | 98 471 | 103 638 |
| Verschil ten opzichte van voorgaand jaar (%) | +2.7% | +9.9% | +0.8% | +11.4% | +5.2% |
| Financiële bedrijfsgegevens | |||||
| EBITDA-onderliggend2 | |||||
| Bedrag in miljoen € | 479 | 686 | 591 | 561 | 520 |
| Verschil ten opzichte van voorgaand jaar (%) | +2.4% | +43.2% | -13,8% | -5,1% | -7,3% |
| Omzet2 | |||||
| Bedrag in miljoen € | 3 772 | 4 840 | 5 004 | 4 328 | 3 958 |
| Verschil ten opzichte van voorgaand jaar (%) | -12,7% | +28.3% | +3,4% | -13,5% | -8,6% |
| Werkkapitaal2 | |||||
| Bedrag in miljoen € | 535 | 678 | 676 | 641 | 653 |
| Verschil ten opzichte van voorgaand jaar (%) | -23,5% | +26.6% | -0,3% | -5,2% | +1,9% |
| Koers aandeel (op 31 december) | |||||
| Koers van het aandeel (in €) | 27,16 | 39,14 | 36,28 | 46,52 | 33,46 |
1 De remuneratie van de Gedelegeerd Bestuurder omvat in 2023 € 4,4 miljoen met betrekking tot de vorige Gedelegeerd Bestuurder Oswald Schmid en € 1,5 miljoen met betrekking tot de huidige Gedelegeerd Bestuurder Yves Kerstens
2De 2022 en 2023 data werden herberekend omwille van de verkoop van de Staaldraadactiviteiten in Chili en Peru
De totale remuneratie van de niet-uitvoerende Bestuurders wordt in detail beschreven in sectie 3 van dit remuneratieverslag. Het wordt bepaald als een vaste vergoeding voor de uitvoering van de taken als Voorzitter en als lid van de Raad van Bestuur, en als een vaste vergoeding voor de uitvoering van de taken als een lid of Voorzitter van een Comité van de Raad van Bestuur.
De remuneratie van de Gedelegeerd Bestuurder en andere BGE-leden bevat de compensatietabellen van sectie 6 en 7 van dit remuneratieverslag. De jaarlijkse wijzigingen worden vooral beïnvloed door de jaarlijkse variabele verloning, alsook de vesting van performance share units die zijn gelinkt aan het resultaat van de onderneming en de prijs van het aandeel van een vested performance share unit.
De gemiddelde remuneratie van de andere werknemers van de onderneming is gebaseerd op het gemiddeld jaarlijks inkomen van alle werknemers van NV Bekaert SA in België, met uitzondering van de BGE-leden en senior management. Dit bruto jaarlijks inkomen bevat het basissalaris, de variabele verloning, de voordelen en performance share units voor de kwalificerende managers. Jaarlijkse wijzigingen worden verklaard door de compositie van de werknemerspopulatie en worden beïnvloed door de jaarlijkse variabele vergoedingen, alsook door de vesting van performance share units die zijn gelinkt aan het resultaat van de onderneming en de prijs van het aandeel van een vested performance share unit.
Bij de aanwerving van Eric Peeters, Divisie-CEO Duurzaam Bouwen (Duurzaam Bouwen is een onderdeel van de business unit Specialty Businesses), en van Seppo Parvi, Chief Financial Officer, werd een sign-on bonus toegekend ter compensatie van het verlies van de lange termijn variabele vergoeding bij hun vorige werkgevers.
Om op een vergelijkbare manier te compenseren, werd verlies van de lange termijn variabele vergoeding gecompenseerd met een toekenning in de vorm van performance share units. Dienovereenkomstig werden 6 092 performance share units toegekend aan Eric Peeters en 9 826 performance share units toegekend aan Seppo Parvi.
Deze toekenningen komen te vervallen in geval van ontslag of in geval van beëindiging om dringende reden.
Het Bekaert-aandeel deed het in 2024 12,5% minder dan de referentie-index, Euronext Brussels BEL-Mid, en verloor met 28,1% ten opzichte van de slotkoers bij jaareinde 2023.
Het Bekaert-aandeel is genoteerd op Euronext Brussels als ISIN BE0974258874 (BEKB) en werd voor het eerst genoteerd in december 1972. De ICB-sectorcode is 2727 Diversified Industrials.
| 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Koers op 31 december (in €) |
28,38 | 38,48 | 36,45 | 21,06 | 26,50 | 27,16 | 39,14 | 36,28 | 46,52 | 33,46 |
| Hoogste koers (in €) | 30,00 | 42,45 | 49,92 | 40,90 | 28,26 | 28,50 | 42,56 | 45,60 | 46,72 | 50,35 |
| Laagste koers (in €) | 22,58 | 26,56 | 33,50 | 17,41 | 19,38 | 13,61 | 27,34 | 24,84 | 36,32 | 31,40 |
| Gemiddelde slotkoers (in €) |
26,12 | 37,06 | 42,05 | 28,21 | 23,96 | 19,95 | 36,33 | 34,02 | 41,56 | 40,30 |
| Dagelijks volume | 120 991 | 123 268 | 121 686 | 154 726 | 96 683 | 72 995 | 68 749 | 69 296 | 49 812 | 38 331 |
| Dagelijkse omzet (in miljoen €) |
3,1 | 4,5 | 5,0 | 4,4 | 2,3 | 1,5 | 2,5 | 2,4 | 2,1 | 1,5 |
| Jaarlijkse omzet (in miljoen €) |
804 | 1147 | 1279 | 1121 | 592 | 386 | 641 | 615 | 528 | 392 |
| Omloopsnelheid (% jaarlijks) |
52 | 53 | 51 | 65 | 41 | 31 | 29 | 30 | 22 | 18 |
| Omloopsnelheid (% aangepaste free float) |
86 | 88 | 86 | 109 | 68 | 52 | 49 | 50 | 34 | 28 |
| Free float (%) | 56,7 | 59,2 | 59,6 | 59,3 | 59,3 | 59,5 | 58,7 | 55,6 | 60,3 | 60,1 |
Het gemiddelde aantal dagelijks verhandelde aandelen was ongeveer 38 331 aandelen in 2024. Het volume bereikte een piek op 1 maart toen 199 531 aandelen werden verhandeld.
Op 31 december 2024 had Bekaert een marktkapitalisatie van € 1,8 miljard en een free float marktkapitalisatie van € 1,1 miljard. De free float was 60,1% en de free float band 65%.
Naar aanleiding van de inwerkingtreding van de wet van 2 mei 2007 op de openbaarmaking van belangrijke deelnemingen (de Transparantiewet) heeft Bekaert in zijn statuten de drempels van 3% en 7,50% ingesteld bovenop de wettelijke drempels van 5% en elk veelvoud van 5%. Een overzicht van de kennisgevingen van deelnemingen van 3% of meer, indien van toepassing, is te vinden in de sectie met informatie over de moedervennootschap van dit jaarverslag (Deelnemingen in het kapitaal).
Op 8 december 2007 maakte de Stichting Administratiekantoor Bekaert overeenkomstig artikel 74 van de Wet van 1 april 2007 op de openbare overnamebiedingen bekend dat zij op 1 september 2007 individueel meer dan 30% van de effecten met stemrechten van de vennootschap bezat.
Op basis van recente analyses van de identificatie van aandeelhouders, transparantieverklaringen en bewegingen van eigen aandelen, bezaten de Stichting Administratiekantoor Bekaert en partijen die met haar in onderling overleg handelen op 31 december 2024 36% van de aandelen van Bekaert en vertegenwoordigden de eigen aandelen 4%. De resterende free float van ongeveer 60% was in handen van een combinatie van institutionele en particuliere beleggers.
Per 31 december 2024 bedroeg het kapitaal van de vennootschap € 159 782 000, vertegenwoordigd door 54 286 986 aandelen zonder vermelding van waarde. De aandelen zijn op naam of gedematerialiseerd. Alle aandelen hebben dezelfde rechten.
De Raad van Bestuur werd gemachtigd door de Algemene Vergadering van Aandeelhouders van 25 februari 2025 om het kapitaal in één of meer malen te verhogen, onder meer door de uitgifte van converteerbare obligaties of inschrijvingsrechten, met een maximumbedrag (exclusief uitgiftepremie) van (i) € 79 891 000 voor kapitaalverhogingen met (al dan niet wettelijke) voorkeurrechten voor de aandeelhouders, en (ii) € 15 978 200 voor elke andere kapitaalverhoging. De Raad van Bestuur kan deze bevoegdheid uitoefenen gedurende vijf jaar te rekenen van de bekendmaking van deze machtiging.
Op 31 december 2023 bezat Bekaert 2 156 137 eigen aandelen. Tussen 1 januari 2024 en 31 december 2024 werden in totaal 23 309 eigen aandelen overgedragen aan (voormalige) werknemers als gevolg van de uitoefening van aandelenopties onder SOP 2010-2014 en SOP 2015-2017. Bekaert verkocht 4 558 aandelen aan leden van het BGE in het kader van het Bekaert Personal Shareholding Requirement en droeg 11 482 aandelen over aan leden van het BGE in het kader van het share-matching plan. Een totaal van 10 323 aandelen werden toegekend aan de Voorzitter en andere niet-uitvoerende Bestuurders als deel van hun vergoeding voor de uitoefening van hun mandaat. In totaal werden 220 965 eigen aandelen overgedragen na de definitieve verwerving van 220 965 performance share units in het kader van het Bekaert Performance Share Plan. Tussen 1 januari 2024 en 31 december 2024 kocht Bekaert in totaal 772 370 aandelen in en vernietigde 463 188 aandelen (zie hieronder). Met inbegrip van de verrichtingen in het kader van de liquiditeitsovereenkomst met Kepler Cheuvreux die startte op 1 juli 2024, bedroeg het saldo van de eigen aandelen gehouden door de vennootschap op 31 december 2024, 2 235 087 (4,12% van het totale aandelenkapitaal).
Op 8 maart 2024 werden 107 976 performance share units (af te handelen in aandelen) toegekend. Daarnaast werden op 14 mei 2024, 20 augustus 2024 en 25 november 2024 in totaal een 23 632 performance share units (af te handelen in aandelen) toegekend aan startende of gepromoveerde managers. Elke performance share unit geeft de begunstigde recht op een performance share aan de voorwaarden van het onderliggende Performance Share Plan.
Deze performance share units zijn definitief verworven ('gevest') na afloop van een verwervingsperiode van drie jaar, mits het bereiken van vooropgestelde prestatiedoelen. De precieze mate waarin de performance share units definitief verworven ('gevest') worden, is afhankelijk van het al dan niet bereiken van deze prestatiedoelen. Indien de vastgelegde minimumdrempel niet behaald wordt, dan is er geen enkele definitieve verwerving ('vesting'). Bij het bereiken van deze minimumdrempel, zal 50% van de performance share units definitief verworven ('gevest') worden; de volledige verwezenlijking van de overeengekomen prestatiedoelen zal leiden tot een 'par vesting' van 100% van de performance share units; terwijl er bij uitzonderlijke prestatie een maximale definitieve verwerving ('vesting') zal zijn van 300% van de performance share units.
Detailgegevens omtrent kapitaal, aandelen, aandelenoptieplannen en performance share plannen zijn te vinden in het Financieel Overzicht (Toelichting 6.13 bij de geconsolideerde jaarrekening).
Op 23 februari 2024 voltooide Bekaert het aandeleninkoopprogramma dat werd gelanceerd op 18 maart 2022. Tussen 1 januari 2024 en 23 februari 2024 kocht Bekaert 383 188 aandelen terug. Het saldo van de aandelen die werden ingekocht in het kader van dit programma, in totaal 463 188 aandelen, werd vernietigd op 6 juni 2024, wat leidde tot een kapitaalvermindering van € 1 363 162. Na deze kapitaalvermindering werd het kapitaal afgerond via een kleine kapitaalverhoging van € 162 zonder uitgifte van nieuwe aandelen, binnen het kader van het toegestane kapitaal.
Op 25 juni 2024 sloot Bekaert een nieuwe liquiditeitsovereenkomst met Kepler Cheuvreux. Deze liquiditeitsovereenkomst voorziet in de aankoop en verkoop van Bekaert-aandelen door Kepler Cheuvreux op de gereguleerde markt van Euronext Brussel, met als doel de liquiditeit van Bekaert-aandelen te ondersteunen. De liquiditeitsovereenkomst is ingegaan op 1 juli 2024 voor een hernieuwbare periode van 12 maanden. Om de liquiditeitsovereenkomst uit te voeren, stelde Bekaert € 3,5 miljoen ter beschikking aan Kepler Cheuvreux
Op 22 november 2024 kondigde Bekaert aan dat haar Raad van Bestuur een nieuw aandeleninkoopprogramma had goedgekeurd voor een totaal bedrag van maximaal € 200 miljoen over een periode van maximaal 24 maanden, onder de machtiging verleend door Bekaerts Buitengewone Algemene Vergadering van 8 mei 2024. Het doel van het programma is om alle ingekochte aandelen te vernietigen. De eerste tranche van het nieuwe programma startte op 22 november 2024 en eindigde op 21 februari 2025. Tijdens de eerste tranche kocht Bekaert 750 093 aandelen voor een totaal bedrag van € 25 miljoen. De tweede tranche begon op 28 februari 2025.
De Raad van Bestuur zal de op 14 mei 2025 te houden Gewone Algemene Vergadering voorstellen een brutodividend van € 1,90 per aandeel uit te keren.
De Raad van Bestuur herbevestigt het dividendbeleid dat, onder voorbehoud van winstgeneratie, gericht is op een groeiend dividend met behoud van een gezonde balans en voldoende kasstroom in de onderneming voor investeringen ter ondersteuning van de groei. Op langere termijn streeft de vennootschap naar een 'pay-out ratio' van 40% van het perioderesultaat toerekenbaar aan aandeelhouders van Bekaert.
| in € | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Totaal brutodividend | 1,100 | 0,700 | 0,350 | 1,000 | 1,500 | 1,650 | 1.800 | 1.9001 |
| Nettodividend² | 0,770 | 0,490 | 0,245 | 0,700 | 1,050 | 1,155 | 1,260 | 1,330 |
| Couponnummer | 9 | 10 | 11 | 12 | 13 | 14 | 15 | 16 |
¹ Dividend onderhevig aan goedkeuring door de Algemene Vergadering van Aandeelhouders 2025.
² Onderhevig aan de toepasselijke belastingwetgeving.
De Gewone Algemene Vergadering werd gehouden op 8 mei 2024.
Op dezelfde dag werd een Buitengewone Algemene Vergadering gehouden. De vergadering heeft de statuten gewijzigd, waardoor de Algemene Vergadering niet langer hoeft te beslissen over het aantal Bestuurders en waardoor een aantal bevoegdheden van de Raad van Bestuur werden verlengd (waaronder de bevoegdheid om eigen effecten te verwerven, in pand te nemen en over te dragen).
De resoluties van de vergaderingen zijn beschikbaar op www.bekaert.com.
Bekaert verbindt zich ertoe om duidelijke, tijdige en accurate informatie te verstrekken aan alle financiële stakeholders.
Het Investor Relations-team van Bekaert staat klaar om informatie en updates te delen over de strategie, zakelijke vooruitzichten, financiële prestaties en duurzaamheidsvoortgang van het bedrijf. Belangrijke informatie is te vinden in de rubriek Investor Relations op de website
De statuten bevatten geen beperkingen inzake de overdraagbaarheid van de Bekaert-aandelen, behoudens ingeval van controlewijziging, voor dewelke conform artikel 9 van de statuten de voorafgaande goedkeuring van de Raad van Bestuur moet worden aangevraagd.
Voor het overige zijn de aandelen vrij overdraagbaar.
De Raad van Bestuur is niet op de hoogte van enige wettelijke beperking op de overdracht van aandelen in hoofde van enige aandeelhouder.
Volgens de statuten geeft elk aandeel de houder het recht op één stem. De statuten bevatten geen beperkingen van het stemrecht en iedere aandeelhouder kan zijn stemrecht uitoefenen op voorwaarde dat hij geldig werd toegelaten tot de Algemene Vergadering en dat zijn rechten niet werden geschorst. De regels inzake de toelating tot de Algemene Vergadering zijn opgenomen in het WVV en in de statuten. Krachtens de statuten kan de vennootschap de uitoefening schorsen van rechten verbonden aan effecten die toebehoren aan verscheidene eigenaars.
Niemand kan op een Algemene Vergadering van Aandeelhouders aan een stemming deelnemen voor stemrechten die verbonden zijn aan effecten waarvan hij/zij niet krachtens de wet tijdig kennis heeft gegeven.
De Raad van Bestuur is niet op de hoogte van enige andere wettelijke beperking inzake de uitoefening van het stemrecht.
De Raad van Bestuur heeft geen kennis van aandeelhoudersovereenkomsten die aanleiding kunnen geven tot beperking van de overdracht van effecten of van de uitoefening van het stemrecht, behalve die welke zijn vermeld in de kennisgevingen die zijn opgenomen in het hoofdstuk 'Informatie met betrekking tot de moedervennootschap' (deelnemingen in het kapitaal).
De statuten en het Bekaert Corporate Governance Charter bevatten specifieke regels inzake de (her)benoeming, vorming en evaluatie van Bestuurders.
De Bestuurders worden voor een maximale duur van vier jaar door de Algemene Vergadering van Aandeelhouders benoemd, die hen ook te allen tijde kan ontslaan. Een besluit tot benoeming of ontslag behoeft de gewone meerderheid van de stemmen. De kandidaten voor de opdracht van Bestuurder, die deze opdracht nog niet vervuld hebben binnen de vennootschap, moeten ten laatste twee maanden vóór de Gewone Algemene Vergadering de Raad van Bestuur op de hoogte brengen van hun kandidatuur.
Enkel wanneer een plaats van Bestuurder vroegtijdig openvalt, kunnen de overblijvende Bestuurders zelf een nieuwe Bestuurder benoemen (coöpteren). In dat geval zal de eerstvolgende Algemene Vergadering de definitieve benoeming doen.
Het benoemingsproces voor Bestuurders wordt geleid door het Benoemings- en Remuneratiecomité, dat een gemotiveerde aanbeveling doet aan de voltallige Raad van Bestuur. Op basis van deze aanbeveling besluit de Raad van Bestuur welke kandidaten aan de Algemene Vergadering voor benoeming zullen worden voorgedragen. Bestuurders zijn in de regel herbenoembaar voor een onbeperkt aantal termijnen, met dien verstande dat Bestuurders ten tijde van hun initiële benoeming niet jonger mogen zijn dan 30 jaar en niet ouder dan 66 jaar. Ze moeten ontslag nemen in het jaar waarin zij de leeftijd van 69 jaar bereiken.
De statuten kunnen door een Buitengewone Algemene Vergadering worden gewijzigd conform het WVV. Elke wijziging van de statuten vereist een quorum van ten minste 50% van het kapitaal (indien niet aan het quorum wordt voldaan, moet een tweede vergadering met dezelfde agenda worden bijeengeroepen, waarvoor geen quorumvereiste van toepassing is) en een gekwalificeerde meerderheid van 75% van de stemmen die tijdens de vergadering worden uitgebracht (een meerderheid van 80% is van toepassing op wijzigingen van het voorwerp of de doelen van de vennootschap en de verandering van de rechtsvorm van de vennootschap).
De Raad van Bestuur is op grond van artikel 41 van de statuten gemachtigd om het kapitaal in één of meer malen te verhogen, onder meer door de uitgifte van converteerbare obligaties of inschrijvingsrechten, met een maximumbedrag (exclusief uitgiftepremie) van (i) € 79 891 000 voor kapitaalverhogingen met (al dan niet wettelijke) voorkeurrechten voor de aandeelhouders, en (ii) € 15 978 200 voor elke andere kapitaalverhoging. De Raad van Bestuur kan deze bevoegdheid uitoefenen gedurende vijf jaar te rekenen van de bekendmaking van deze machtiging toegekend op 25 februari 2025.
De Raad van Bestuur is op grond van Artikel 10 van de statuten gemachtigd om, met inachtneming van de toepasselijke wettelijke voorwaarden, eigen aandelen of certificaten die daarop betrekking hebben, te verkrijgen en in pand te nemen of om in te schrijven op certificaten na de uitgifte van de daarmee overeenstemmende aandelen, zonder dat het totale aantal eigen aandelen en certificaten die daarop betrekking hebben (waarbij elk certificaat wordt meegeteld in verhouding tot het aantal aandelen waarop het betrekking heeft) dat de vennootschap in toepassing van deze machtiging bezit of in pand heeft 20% van het totale aantal aandelen mag overschrijden, tegen een vergoeding van minstens € 1,00 en hoogstens 30% boven het rekenkundig gemiddelde van de slotkoers van het aandeel van de vennootschap gedurende de laatste dertig beursdagen vóór het besluit van de Raad van Bestuur tot verkrijging van respectievelijk inpandneming. Deze machtiging is toegekend voor een periode van vijf jaar te rekenen van de bekendmaking van 17 mei 2024.
De hierboven uiteengezette machtiging doet geen afbreuk aan de mogelijkheden, overeenkomstig de toepasselijke wettelijke bepalingen, voor de Raad van Bestuur om eigen aandelen en certificaten die erop betrekking hebben, te verkrijgen of in pand te nemen of in te schrijven op certificaten na de uitgifte van de daarmee overeenstemmende aandelen indien daartoe geen statutaire machtiging of machtiging van de Algemene Vergadering vereist is.
De Raad van Bestuur is op grond van Artikel 10 van de statuten gemachtigd om eigen aandelen of certificaten die daarop betrekking hebben, te vernietigen.
De vennootschap kan eigen aandelen, winstbewijzen of certificaten die daarop betrekking hebben, slechts vervreemden met inachtneming van de toepasselijke wettelijke voorwaarden.
De Raad van Bestuur is gemachtigd door Artikel 11 van de statuten om eigen aandelen, winstbewijzen of certificaten die daarop betrekking hebben, te vervreemden aan een of meer bepaalde personen, al dan niet personeel.
De hierboven uiteengezette machtigingen doen geen afbreuk aan de mogelijkheden, overeenkomstig de toepasselijke wettelijke bepalingen, voor de Raad van Bestuur om eigen aandelen, winstbewijzen en certificaten die erop betrekking hebben, te vervreemden indien daartoe geen statutaire machtiging of machtiging van de Algemene Vergadering vereist is.
De bevoegdheden van de Raad van Bestuur zijn in detail beschreven in de toepasselijke wettelijke bepalingen terzake, de statuten en het Bekaert Corporate Governance Charter.
De vennootschap is partij bij een aantal belangrijke overeenkomsten die in werking treden, wijzigingen ondergaan of aflopen in geval van een wijziging van controle over de vennootschap, al dan niet na een openbaar overnamebod.
In de mate waarin op grond van deze overeenkomsten aan derden rechten worden toegekend die een aanzienlijke invloed hebben op het vermogen van de vennootschap, dan wel een aanzienlijke schuld of verplichting te haren laste doen ontstaan, werden deze rechten, conform artikel 7:151 van het WVV, goedgekeurd door de Bijzondere Algemene Vergaderingen van 13 april 2006, 16 april 2008, 15 april 2009, 14 april 2010 en 7 april 2011 en door de Gewone Algemene Vergaderingen van 9 mei 2012, 8 mei 2013, 14 mei 2014, 13 mei 2015, 11 mei 2016, 10 mei 2017, 9 mei 2018, 8 mei 2019, 13 mei 2020 12 mei 2021, 10 mei 2023, en 8 mei 2024; de notulen van deze vergaderingen werden neergelegd bij de griffie van de rechtbank van koophandel van Gent, afdeling Kortrijk op 14 april 2006, 18 april 2008, 17 april 2009, 16 april 2010, 15 mei 2011, 30 mei 2012, 23 juni 2013 ,20 mei 2014, 19 mei 2015, 18 juni 2016, 2 februari 2017, 7 mei 2019, 23 juni 2019, 23 juni 2020, 24 juni 2021, 20 februari 2024, en 2 juli 2024 respectievelijk en zijn beschikbaar op www.bekaert.com.
Het betreft in hoofdzaak joint venture-overeenkomsten (die de relaties tussen partijen in het kader van een gemeenschappelijke dochtervennootschap omschrijven), overeenkomsten waarbij door financiële instellingen, particuliere investeerders of andere investeerders geldmiddelen ter beschikking van de vennootschap of van één van haar dochtervennootschappen worden gesteld, en overeenkomsten tot levering van goederen of diensten door of aan de vennootschap. Elk van deze overeenkomsten bevat clausules die, ingeval van wijziging van de controle van de vennootschap, de wederpartij in bepaalde gevallen en onder bepaalde voorwaarden het recht verlenen om de overeenkomst vervroegd te beëindigen, en in het geval van een financiële overeenkomst tevens de vervroegde terugbetaling van de ter beschikking gestelde geldmiddelen te eisen. In het geval van jointventure-overeenkomsten wordt voorzien dat, in het geval van controlewijziging van de vennootschap, de wederpartij de participatie van de vennootschap in de joint venture kan verwerven (met uitzondering van de Chinese vennootschappen, waarbij partijen in overleg dienen te bepalen of een partij de joint venture alleen voortzet, waarna deze de participatie van de andere partij moet kopen), waarbij de waarde tegen dewelke de participatie alsdan is over te dragen wordt bepaald in functie van contractuele formules die beogen een overdracht tegen een arm's length prijs te verzekeren.
De volgende beschrijving van Bekaerts interne controle en risicobeheerssystemen is gebaseerd op het 'Internal Control Integrated Framework' (1992) en het 'Enterprise Risk Management Framework' (2004), gepubliceerd door het Committee of Sponsoring Organizations of the Treadway Commission (COSO).
De Raad van Bestuur heeft een kader goedgekeurd voor interne controle en risicobeheer voor de vennootschap en de Groep dat werd opgesteld door het BGE, en controleert de implementatie daarvan. Het Audit, Risk en Finance Comité controleert de doeltreffendheid van de interne controle- en risicobeheersingssystemen, om ervoor te zorgen dat de belangrijkste risico's correct worden geïdentificeerd, beheerd en bekendgemaakt volgens het door de Raad van Bestuur aangenomen kader. Het Audit, Risk en Finance Comité doet ook aanbevelingen aan de Raad van Bestuur in dit opzicht.
De lokale Financial Controller is verantwoordelijk voor de jaarrekening van de juridische entiteit en de afdeling Group Finance is verantwoordelijk voor de eindcontrole van de financiële informatie van de verschillende juridische entiteiten en voor het opstellen van de geconsolideerde jaarrekening.
De afdeling Interne Audit voert een risicogebaseerd programma uit om de doeltreffendheid van de interne controle in de verschillende processen te valideren op entiteits-, regionaal en groepsniveau, en een betrouwbare financiële rapportering te verzekeren.
De geconsolideerde jaarrekening van Bekaert is opgemaakt in overeenstemming met de 'International Financial Reporting Standards' (IFRS), onderschreven door de Europese Unie. Die jaarrekening is eveneens conform de IFRS uitgegeven door de 'International Accounting Standards Board'.
Alle IFRS-boekhoudnormen, -richtlijnen en -interpretaties, toe te passen door alle juridische entiteiten, zijn opgenomen in het handboek Bekaert Accounting Manual, dat voor alle werknemers die betrokken zijn bij de financiële rapportering beschikbaar is op het intranet van Bekaert. Dit handboek wordt regelmatig aangepast door Group Finance ingeval van relevante wijzigingen in IFRS, of interpretaties ervan, en de gebruikers worden van elke dergelijke wijziging op de hoogte gebracht. IFRS-opleidingen vinden plaats in de verschillende regio's wanneer dit noodzakelijk of geschikt geacht wordt.
De interne controle en risicobeheerssystemen van de statutaire jaarrekening van NV Bekaert SA zijn gelijklopend met de interne controle en risicobeheerssystem van de geconsolideerde jaarrekening.
De meeste vennootschappen van de Groep gebruiken het globale ERP-systeem (Enterprise Resource Planning) van Bekaert; de boekhoudkundige transacties worden ingeboekt in een uniform rekeningenstelsel, waarbij boekhoudkundige manuals de standaardmanier van boeken voor de meest relevante transacties beschrijven. Deze boekhoudkundige manuals worden aan de gebruikers toegelicht tijdens opleidingssessies en zijn beschikbaar op het intranet van Bekaert.
Alle vennootschappen van de Groep gebruiken dezelfde software om de financiële gegevens te rapporteren voor consolidatie- en externe rapporteringsdoeleinden. Een rapporterings-manual is beschikbaar op het intranet van Bekaert en trainingen vinden plaats wanneer dit noodzakelijk of geschikt geacht wordt.
Er worden passende maatregelen genomen om een tijdige en kwalitatieve rapportage te garanderen en om de potentiële risico's in verband met het financiële en duurzaamheids-rapporteringsproces te beperken, waaronder: (i) een goede coördinatie tussen de afdelingen Investor Relations, ESG-rapportage en Group Finance, (ii) een zorgvuldige planning van alle activiteiten, waaronder de eigenaren en tijdschema's, (iii) richtlijnen verdeeld door Group Finance aan de verantwoordelijken voorafgaand aan de kwartaalrapportering, met inbegrip van relevante aandachtspunten en (iv) opvolging en terugkoppeling van de stiptheid, kwaliteit en aandachtspunten om te streven naar continue verbetering.
Materiële wijzigingen aan de IFRS-boekhoudnormen worden gecoördineerd door Group Finance, nagezien door de commissaris, gerapporteerd aan het Audit, Risk en Finance Comité en gemeld aan de Raad van Bestuur.
Materiële wijzigingen aan de statutaire boekhoudnormen van een vennootschap van de Groep worden goedgekeurd door diens Raad van Bestuur.
De correcte toepassing van de boekhoudnormen door de juridische entiteiten zoals beschreven in de boekhoudkundige manual van Bekaert, zowel als de juistheid, de consistentie en de volledigheid van de gerapporteerde informatie, worden op een permanente basis nagezien door de finance-organisatie (zoals hierboven omschreven).
Bijkomend worden alle relevante entiteiten op periodieke basis gecontroleerd door de afdeling Interne Audit. Voor de meest belangrijke onderliggende processen (verkoop, aankoop, investeringen, thesaurie, enz.) bestaan er richtlijnen en procedures.
In het ERP-systeem wordt nauw toezicht gehouden op mogelijke conflicten met betrekking tot scheiding van verantwoordelijkheden.
Bekaert heeft in de meeste vennootschappen van de Groep een globaal ERP-systeemplatform ingevoerd om de efficiënte verwerking van transacties te ondersteunen en het management te voorzien van transparante en betrouwbare informatie om de operationele activiteiten te beheren, te controleren en te sturen.
De voorziening van diensten van informatie-technologie om deze systemen te laten lopen, te onderhouden en te ontwikkelen, is in grote mate uitbesteed aan professionele toeleveranciers van IT-diensten die gestuurd en gecontroleerd worden door geschikte IT-controlestructuren en waarvan de kwaliteit bewaakt wordt door uitgebreide dienstverleningscontracten.
Samen met IT-leveranciers heeft Bekaert adequate managementprocessen geïmplementeerd om te verzekeren dat geschikte maatregelen op dagelijkse basis getroffen worden om de prestaties, de beschikbaarheid en de integriteit van de IT-systemen te behouden. Op regelmatige ogenblikken wordt de geschiktheid van deze procedures nagetrokken en geauditeerd en waar nodig verder geoptimaliseerd.
Gepaste toewijzing van verantwoordelijkheden, en coördinatie tussen de betrokken afdelingen, verzekeren een efficiënt en stipt communicatieproces van periodieke financiële informatie naar de markt. Voor het eerste en het derde kwartaal wordt een trading update gepubliceerd, terwijl alle relevante financiële informatie op halfjaarlijkse en op jaarlijkse basis wordt bekendgemaakt. Vóór de externe rapportering is de omzet- en financiële informatie onderhevig aan (i) gepaste controles door de bovenvermelde controleorganisatie, (ii) nazicht door het Audit, Risk en Finance Comité, en (iii) goedkeuring door de Raad van Bestuur van de vennootschap.
Elke beduidende wijziging aan de IFRS-boekhoudnormen die door Bekaert toegepast worden, wordt onderworpen aan nazicht door het Audit, Risk en Finance Comité en goedkeuring door de Raad van Bestuur van de onderneming.
De leden van de Raad van Bestuur worden op periodieke basis op de hoogte gehouden van de evolutie en belangrijke wijzigingen in de onderliggende IFRS-standaarden. Alle relevante financiële informatie wordt toegelicht aan het Audit, Risk en Finance Comité en de Raad van Bestuur om hen in staat te stellen de jaarrekening te analyseren. Alle gerelateerde persberichten worden goedgekeurd voorafgaand aan hun verspreiding naar de markt.
Relevante bevindingen van de afdeling Interne Audit en/of de Commissaris in verband met de toepassing van de boekhoudnormen, alsook van de richtlijnen en procedures, en scheiding van verantwoordelijkheden worden gerapporteerd aan het Audit, Risk en Finance Comité.
Er wordt ook een periodieke thesaurie-update voorgelegd aan het Audit, Risk en Finance Comité.
Er is een procedure van kracht om het gepaste bestuursorgaan van de Groep op korte termijn samen te roepen wanneer de omstandigheden het nodig achten.
De Raad van Bestuur heeft de Bekaert Gedragscode goedgekeurd, die voor het eerst uitgegeven werd op 1 december 2004 en in december 2023 voor het laatst werd aangepast. De Gedragscode bepaalt de Bekaert missie en waarden, evenals de basisprincipes van hoe Bekaert zaken wenst te doen.
Implementatie van de Gedragscode is verplicht voor alle dochtervennootschappen van de Groep en alle kaderleden en bedienden vernieuwen jaarlijks hun engagement. De procedure voor het melden van integriteitskwesties (klokkenluidersregeling) versterkt en ondersteunt de implementatie ervan. De Gedragscode maakt als Appendix 3 deel uit van het Bekaert Corporate Governance Charter en is beschikbaar op www.bekaert.com.
Daarnaast volgen het hoger management plus specifieke functionele teams een governance-training en zijn ze verplicht om mogelijke bezorgdheden over de integriteit van de financiële en ESG-verklaring van de onderneming te melden, als sub-certificatie van de 'verklaring van de verantwoordelijke personen' in het jaarverslag.
Meer gedetailleerde beleidsplannen en richtlijnen worden indien nodig opgemaakt om de consistente toepassing van de Gedragscode over de hele Groep te verzekeren.
Bekaerts interne controlemodel bestaat uit een reeks groepsprocedures voor de algemene bedrijfsprocessen en is wereldwijd van toepassing. Bekaert heeft diverse middelen om de effectiviteit en efficiëntie van het ontwerp en de werking van het interne controlemodel constant te bewaken.
De afdeling Interne Audit en Risicobeheer ziet toe op de interne controle en risico's op basis van een algemeen kader en brengt op elke vergadering verslag uit aan het Audit, Risk en Finance Comité. De afdeling Compliance brengt op elke vergadering van het Audit, Risk en Finance Comité verslag uit over compliance aangelegenheden.
Het BGE evalueert regelmatig de blootstelling van de Groep aan risico's, de potentiële financiële impact hiervan en de acties om de blootstelling te beheren, beperken en controleren.
Op verzoek van de Raad van Bestuur en het Audit, Risk en Finance Comité heeft het management een kader voor permanent globaal enterprise risk management (ERM) ontwikkeld.
Bekaerts Enterprise Risk Management (ERM) aanpak is geïntegreerd in de strategie van de onderneming en in de daaruit voortvloeiende beslissingen en activiteiten die de implementatie ervan sturen.
Dit permanent ERM-kader helpt onzekerheden in Bekaerts waardecreatiemodel beheren. Het draagt ook bij tot het behalen van de doelstellingen van de onderneming, zowel financiële als niet-financiële, en het naleven van wetten en regels en het naleven van de Bekaert Gedragscode.
Het kader bestaat uit de identificatie, beoordeling en de prioritering van de belangrijkste risico's waarmee Bekaert geconfronteerd wordt en van de voortdurende rapportage en controle van die belangrijke risico's (waaronder de ontwikkeling en implementatie van risicobeperkende plannen).
De risico's worden geïdentificeerd in zeven risicocategorieën: strategische risico's, risico's betreffende mensen/ organisatie, operationele risico's, juridische/compliance risico's, financiële risico's, corporate risico's en geopolitieke/landspecifieke risico's.
De geïdentificeerde risico's worden geclassificeerd op twee assen: waarschijnlijkheid en impact of gevolg. Om de impact en waarschijnlijkheid te beoordelen gebruiken we de volgende risicomatrix.
| Strategisch | Mensen / Organisatie |
Operationeel | Juridisch / Naleving |
Financieel | Groep | Geopolitiek / Landspecifiek |
|---|---|---|---|---|---|---|
| Marktklanten | Organisatie / Structuur |
Leveringsketen / S&OP |
Wetgeving | Markt / Wisselkoers risico |
Aandeelhouder Structuur |
Politiek / Sociaal |
| Markt- concurrentie |
HR / Mensen |
Fabriek / Uitrusting |
Gedragscode | Kredietrisico | Reputatie | Economisch |
| Markt- producten |
Proces / Technologie |
Contractuele verplichtingen |
Liquiditeits- risico |
Duurzaamheid | Natuurlijke gevaren |
|
| Industrie | Kwaliteit | Intellectuee eigendom |
Balans | Balans | ||
| M&A | SH&E | Mensenrechten | Belastings- risico |
Strategie | ||
| Veiligheid | ||||||
| lr / Cyber |
| Waarschijnlijkheid | Impact | |
|---|---|---|
| Zeer laag | Wordt niet verwacht, maar – kan in zeer uitzonderlijke omstandigheden voorkomen |
Zeer beperkt Geen verlies van vertrouwen bij belangrijke belanghebbenden |
| Laag | Wordt niet verwacht, maar kan in uitzonderlijke omstandigheden voorkomen |
Minder dan € 1 mln Gering verlies van vertrouwen bij de voornaamste belanghebbenden |
| Gemiddeld | Kleine kans dat de gebeurtenis zich voordoet |
Tussen € 1 mln - € 10 mln Matig verlies van vertrouwen bij de belangrijkste belanghebbenden |
| Hoog | Redelijke verwachting dat de gebeurtenis zich voordoet |
Tussen € 10 mln - € 50 mln Matig verlies van vertrouwen bij de belangrijkste belanghebbenden |
| Zeer hoog | Hoge verwachting dat de gebeurtenis zich voordoet |
Meer dan € 50 mln Aanzienlijk verlies van vertrouwen bij de voornaamste belanghebbenden |

Er worden beslissingen genomen en actieplannen bepaald om de geïdentificeerde risico's te beperken. Ook de evolutie van de risico-gevoeligheid (afname, toename, stabiel) wordt geëvalueerd.
Hieronder staan de belangrijkste risico's opgenomen in het ERM-rapport 2024 van Bekaert, dat werd gerapporteerd aan het Audit, Risk en Finance Comité en de Raad van Bestuur.
| Risico | Trend | Beperkende maatregelen | ||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| Strategisch risico / Corporate | ||||||
| Te weinig verwachte groei en rendement Organische uitbreidingsinvesteringen zijn onderhevig aan het risico van vertraging en kostenoverschrijdingen ten gevolge van onvoorziene hinder en als zodanig is het mogelijk dat het verwachte rendement van dergelijke projecten niet binnen de beoogde termijn wordt gehaald. Potentiële fusie- en overnameprojecten, met een grotere reikwijdte en dus met een hoger risicopotentieel indien het verwachte rendement niet wordt gehaald, houden het bijkomende risico in van de overname of fusie van ondernemingen die strategisch niet bij Bekaert passen. Significante investeringen met een vertraging in het genereren van het verwachte resultaat kan de cashpositie en de financieringskost van het bedrijf beïnvloeden. Onzekere marktgroei en het opstarten van sectoren, zoals groene energie, kunnen de verwachte groei van de bedrijven ook negatief beïnvloeden. |
Bekaert heeft een rigoureus kader voor kapitaalallocatie en M&A-projectbeheer ingevoerd. Dit kader omvat gedetailleerde criteria en nauwgezette governance, waardoor een kwalitatieve verdedigingslinie ontstaat bij de voorbereiding, uitvoering en opvolgingsdiscipline van groeiprojecten. Er is ook een ervaren en multidisciplinair M&A-team opgericht dat M&A-projecten behandelt. |
|||||
| Technologieverschuiving Impactvolle technologische veranderingen kunnen sectoren beïnvloeden die relevant zijn voor Bekaert, zoals bandenmarkten, energie- en nutsmarkten en de sectoren mijnbouw, bouw en infrastructuur. |
Bekaert neemt actief deel aan scouting- en technologie intelligentienetwerken. Strategische technologische partnerschappen worden gedefinieerd en geïmplementeerd. Daarnaast wordt de innovatiepijplijn periodiek geëvalueerd, worden ontwikkelingen bij onze klanten en in onze markten actief opgevolgd en wordt innovatie steeds meer verankerd in onze afzonderlijke business units. |
|||||
| Onderprestatie inzake duurzaamheidsdoelstellingen Ondermaatse prestaties inzake duurzaamheidsdoelstellingen kunnen ook reputatieschade veroorzaken en Bekaerts positie als voorkeurspartner van klanten en investeerders aantasten. |
Bekaert heeft een ambitieuze duurzaamheidsstrategie en een duidelijke roadmap opgesteld, inclusief investeringsplan om de strategie uit te voeren. De strategie wordt periodiek herzien om ervoor te zorgen dat de belangen van de belanghebbenden en de uitkomst van de beoordeling van de dubbele materialiteit volledig worden verankerd. Er is een robust data governance kader vastgesteld om gegevens van hoge kwaliteit te garanderen en om ons in staat te stellen de voortgang van de duurzaamheidsprestaties nauwlettend op te volgen. |
|||||
| Arbeidsmarktrisico | ||||||
| Arbeidsmarktrisico De concurrerende arbeidsmarkt kan leiden tot tekorten aan specifiek talent, vooral in regio's waar de talentenaanbod beperkt is en waar onze kantoren en fabrieken zich in afgelegen gebieden bevinden. Deze situatie kan leiden tot kosteninflatie of de bedrijfscontinuïteit verstoren. |
Bekaert heeft een kader van strategische talentpools opgezet en een vaardigheidskloofanalyse uitgevoerd met betrekking tot de belangrijkste vaardigheden die de onderneming wil ontwikkelen. Voor de kritische functiegroepen wordt regelmatig een benchmarkstudie inzake verloning en voordelen uitgevoerd Talentacquisitie en leiderschapsprogramma's staan hoog op de agenda. Initiatieven en doelstellingen op het gebied van diversiteit en inclusie zijn ingevoerd om prestaties structureel te verbeteren. |
| Risico | Trend | Beperkende maatregelen |
|---|---|---|
| Operationeel risico | ||
| Risico's voor de toeleveringsketen Bekaert is onderhevig aan de risico's van voortdurende veranderingen in het handelsbeleid wereldwijd en door handelsspanningen tussen specifieke landen en regio's. |
Bekaerts wereldwijde aanwezigheid vermindert het risico van bronafhankelijkheid en een gebrek aan alternatieven om haar bedrijfsactiviteiten verder te zetten, indien één bron niet levert of duur wordt. |
|
| Bekaert is ook onderhevig aan verstoringen in toeleveringsketens door tekorten aan grondstoffen en logistieke diensten. |
Bekaerts proactieve benadering van het beheer van leveranciersrisico's vermindert de waarschijnlijkheid en de impact van het risico. |
|
| Een grotere afhankelijkheid van toeleveringsbronnen kan een impact hebben op Bekaerts bedrijfscontinuïteit op bepaalde locaties en op de |
Vroegtijdige beoordeling van de impact van gewijzigde regelgeving en voorbereiding van actieplannen helpen om het risico te beheersen. |
|
| rentabiliteit, als gevolg van verhoogde kosten en heffingen. |
Als onderdeel van de focus van de Groep op prijsdiscipline is het doorrekenen van de kosteninflatie via de verkoopprijzen een prioriteit om de winstgevendheid te vrijwaren. |
|
| Milieuwetten Bekaert is onderworpen aan milieuwetten en - regelgevingen, die overal ter wereld strenger worden. Veranderingen in het beleid kunnen de milieuverplichtingen van het bedrijf verhogen of kunnen proceswijzigingen vereisen om aan de strengere regelgeving te voldoen. |
Preventie en risicobeheer spelen een belangrijke rol in het milieubeleid van Bekaert. Dit omvat maatregelen tegen bodem en grondwaterverontreiniging, verantwoord gebruik van water en wereldwijde ISO14001-certificering. Bekaerts wereldwijde procedure voor voorzorgsmaatregelen tegen bodem- en grondwaterverontreiniging (ProSoil) wordt continu opgevolgd in relatie tot regelgeving, ISO-certificering, best practices en daadwerkelijke implementatie. De onderneming brengt ook nieuwe of veranderende wetgeving in kaart om potentiële hiaten te definiëren en implementeert stappenplannen om de hiaten aan te pakken. |
|
| Cyberveiligheidsrisico Veel operationele activiteiten van Bekaert zijn afhankelijk van IT-systemen die ontwikkeld en onderhouden worden door interne en externe experts. Door thuiswerk is het aantal eindpunten en verbindingskanalen toegenomen. Een cyberaanval op kritieke IT-systemen kan de bedrijfscontinuïteit van Bekaert onderbreken en de rentabiliteit aantasten. Het kan ook leiden tot risico's in verband met de privacy en vertrouwelijkheid van gegevens. |
Bekaert implementeerde voorbijgaande jaren een uitgebreide roadmap voor cyberveiligheid om het risico te beperken end e veiligheid van onze activa en gegevens te verzekeren. Dit omvat het opzetten van een governance model voor beveiligingsbeheer, voortdurende verbeteringen van onze cyberbeveiligingsoplossingen en een focus op het verbeteren van onze response- en herstelcapaciteiten. We hebben ook geïnvesteerd in next-generation threat management om het evoluerende cyberbeveiligingslandschap voor te blijven. Deze inspanningen dienen om de voortdurende bescherming van onze onderneming en stakeholders te verzekeren. |
|
| Juridisch / naleving | ||
| Reglementaire en nalevingsrisico's Als wereldwijde onderneming is Bekaert onderworpen aan vele wetten en regels in alle landen waar zij actief is of zaken doet. Deze wetten en reglementen worden complexer en strenger en veranderen sneller en vaker dan vroeger. Deze talrijke wetten en reglementen omvatten onder meer vereisten inzake gegevensprivacy (zoals de Europese Algemene Verordening Gegevensbescherming en de California Consumer Privacy Act), wetten inzake intellectuele eigendom, wetten inzake arbeidsverhoudingen, belastingwetten, anti-concurrentieregels, import- en handelsbeperkingen (bijvoorbeeld het handelsbeleid in de VS en de EU), beurstransactiewetten, anti omkoping en anti-corruptieregels, gezondheids- en veiligheidsvoorschriften. Compliance-acties kunnen extra kosten of kapitaaluitgaven vergen, hetgeen de winstresultaten van de groep negatief kan beïnvloeden. Gezien de hoge mate van complexiteit van deze wetten bestaat bovendien het risico dat Bekaert onopzettelijk niet (tijdig) aan de wetgeving voldoet. Inbreuken kunnen leiden tot boetes, strafrechtelijke sancties, stopzetting van bedrijfsactiviteiten en een reputatierisico. |
De Bekaert Gedragscode heeft een klokkenluidersprocedure, en alle managers en bedienden in loondienst wereldwijd verbinden zich jaarlijks tot de Code na een verplichte test. De onderneming heeft ook een ABC-, sanctie-, anti-kartel- en veiligheidsnormenbeleid. De onderneming organiseert regelmatig opleidingen over anti omkoping, anti-trust, veiligheid en andere juridische zaken. Bekaert stuurt de naleving van wet- en regelgeving via een Compliance Committee dat de nodige acties opvolgt en beheert om naleving te verzekeren. Daarnaast zijn meer dan 140 managers (hoger management plus specifieke functionele teams) verplicht om mogelijke bezorgdheden over de integriteit van de financiële en ESG verklaringen van de onderneming te melden, als subcertificatie stap van de 'verklaring van de verantwoordelijke personen' in het jaarverslag. |
|
| Risico inzake intellectuele eigendom Lekken in intellectuele eigendom kunnen Bekaert schaden en de concurrentie helpen, zowel op het vlak van productontwikkeling, procesinnovatie als machinebouw. Bekaert kan niet garanderen dat haar intellectuele eigendom niet zal worden betwist, geschonden of omzeild door derden. Bovendien is het mogelijk dat Bekaert er niet in slaagt met succes een octrooiverlening te verkrijgen, de registratie van octrooien te voltooien of dergelijke octrooien te beschermen, wat een wezenlijke en nadelige invloed kan hebben op onze bedrijfspositie. |
Eind 2024 had Bekaert meer dan 1 700 octrooien, gebruiksmodellen en ontwerpdossiers en meer dan 1 900 handelsmerkdossiers. Bekaert start ook procedures wegens octrooischending tegen concurrenten wanneer dergelijke gevallen worden vastgesteld of gemeld. Daarnaast beschikt Bekaert over een IP-beleid en organiseert het opleidingen. |
|
| Risico | Trend | Beperkende maatregelen |
|---|---|---|
| Financiële risico's | ||
| Wisselkoersrisico Bekaerts activa, inkomsten, winst en kasstromen worden beïnvloed door wisselkoersschommelingen van verschillende valuta. Het valutarisico van de Groep kan worden opgesplitst in twee categorieën: het omzettingsrisico en het transactierisico. Een omzettingsrisico ontstaat wanneer de financiële gegevens van buitenlandse dochterondernemingen worden omgezet in de consolidatievaluta van de Groep, de euro. De Groep is ook blootgesteld aan transactionele valutarisico's die voortvloeien uit haar investerings-, financierings-, verkoop- en operationele activiteiten. |
Bekaert hanteert een indekkingsbeleid om de impact van valutarisico's te beperken. |
|
| Kredietrisico Bekaert is onderhevig aan het risico dat commerciële tegenpartijen hun verplichtingen uitstellen of niet betalen. Hoewel Bekaert een kredietbeleid heeft dat rekening houdt met de risicoprofielen van de klanten en de markten waartoe zij behoren, kan dit beleid het kredietrisico niet volledig uitsluiten. Dit risico kan een impact hebben op de kaspositie en de winstgevendheid van de Groep. |
Bekaert beschikt over een kredietbeheer proces en oplossingen voor risico-overdracht om dergelijke risico's te beperken. Bekaert beschikt over een kredietverzekeringspolis om dergelijke risico's te beperken. De groep heeft ook haar kredietprocedures, rapportering en IT tool versterkt en bijkomende maatregelen genomen. |
|
| Risico op hogere financieringskosten Stijgende rentevoeten kunnen leiden tot hogere financieringskosten. Ook verslechterende financiële prestaties van het bedrijf kunnen leiden tot hogere financieringskosten en/of (meer) beperkende convenanten en/of meer zekerheden. |
Bekaert beheert voortdurend haar nettoschuld door het werkkapitaal te verminderen (vorderingen, voorraden), de Capex te controleren en de uitgaven te controleren. |
|
| Afwaarderingsrisico Overeenkomstig de internationale boekhoudnormen betreffende de bijzondere waardevermindering van activa (d.w.z. IAS36) mag een actief in de jaarrekening van een onderneming niet voor meer dan de hoogste realiseerbare waarde (d.w.z. bij verkoop of gebruik van het actief) worden geboekt. Indien de boekwaarde hoger is dan de realiseerbare waarde, is het actief onderhevig aan afwaardering. Voor meer informatie over de goodwill van Bekaert op de balans (en de daarmee verband houdende bijzondere waardeverminderingsverliezen) wordt verwezen naar toelichting 6.2 (Goodwill) in de jaarrekening van dit verslag. |
Bekaert onderzoekt regelmatig indicaties voor bijzondere waardeverminderingen van de kasstroomgenererende eenheden. |
|
| Niet-verzekerde risico's Voor de meeste risico's gelden beperkingen inzake verzekeringsdekking en de kosten van verzekeringspremies stijgen gestaag, waardoor een risico op onverzekerde verliezen en hogere kosten ontstaat. |
Bekaert focust op operationeel risicobeheer om de risico's te beperken en is voortdurend op zoek naar nieuwe en alternatieve verzekeringsoplossingen om de impact te verminderen. |
|
| Winsterosie door kosteninflatie Walsdraad, Bekaerts belangrijkste grondstof, wordt aangekocht bij staalfabrieken van over de hele wereld. Walsdraad vertegenwoordigt ongeveer 39% van de kostprijs van verkopen. Indien Bekaert er niet in slaagt kostenstijgingen tijdig aan de klanten door te berekenen, kan dit de winstmarges van Bekaert negatief beïnvloeden. Ook de omgekeerde prijsontwikkeling brengt winstrisico's met zich mee: indien de grondstofprijzen aanzienlijk dalen en Bekaert hoger geprijsd materiaal in voorraad heeft, dan kan de winstgevendheid getroffen worden door (non-cash) voorraadwaarderingscorrecties op de balansdatum van een verslagperiode. |
In principe worden prijsschommelingen zo snel mogelijk doorgerekend in de verkoopprijzen, via contractueel overeengekomen prijsmechanismen of via individuele onderhandelingen. Bekaert beschikt ook over tooling om het risico te beperken. |
Het internationale karakter van Bekaerts activiteiten en de snel veranderende internationale fiscale omgeving brengen een aantal fiscale risico's met zich mee. Bekaert is onderworpen aan verschillende belastingwetten in vele landen. Bekaert streeft ernaar haar activiteiten op een fiscaal efficiënte manier te structureren, met inachtneming van de toepasselijke fiscale wetten en voorschriften. Dit sluit het risico niet uit dat een dochteronderneming van Bekaert hoger dan verwachte belastingverplichtingen oploopt, wat een nadelige invloed kan hebben op de effectieve belastingvoet, de bedrijfsresultaten en de financiële positie.
Bekaert-dochterondernemingen kunnen worden onderworpen aan door de overheid opgelegde belastingsinspecties. Dergelijke onderzoeken zijn de laatste jaren regelmatiger geworden en kunnen leiden tot hogere advieskosten en bijkomende verplichtingen.
Impactvolle veranderingen in de vraag kunnen sectoren treffen die relevant zijn voor Bekaert. Een crisis of recessie kan leiden tot een aanzienlijke daling van de vraag onder invloed van een zwak consumentenvertrouwen en uitgestelde investeringen. De daaruit voortvloeiende overcapaciteit stroomopwaarts en stroomafwaarts kan leiden tot prijserosie in de hele toeleveringsketen.
Bekaert is ook aanwezig in landen met politieke en economische risico's, waaronder China, Venezuela, Rusland en Turkije. Indien zich een belangrijk politiek, sociaal of vermogensactiva-incident zou voordoen, dan is een impact op de winst mogelijk.
Schade als gevolg van de klimaatverandering (zware regenval/overstromingen, droogte/watertekorten, hittestress, brandweer, extreme stormen/windschade) kan de continuïteit van Bekaerts activiteiten op de getroffen locaties aantasten.
Risico Trend Beperkende maatregelen
Hoewel Bekaert wordt bijgestaan door belastingconsulenten en specialisten, kan zij niet garanderen dat wijzigingen in de
belastingwetgeving, uiteenlopende interpretaties en inconsistente handhaving geen negatieve invloed kunnen hebben op Bekaerts effectieve belastingtarief, bedrijfsresultaten en financiële toestand. Het is Bekaerts praktijk om voorzieningen (per entiteit) op te nemen voor potentiële belastingverplichtingen.

Als onderdeel van Bekaerts klimaatrisicobeheerstrategie werd een diepgaande klimaatrisicostudie uitgevoerd om de mogelijke impact van fysieke klimaatverandering op Bekaerts wereldwijde activa en activiteiten te beoordelen. De samenvatting van de conclusies van deze studie zijn opgenomen in de ESGverklaringen onder E1 Klimaatverandering.
Een doeltreffend kader voor interne controle en ERM is noodzakelijk om een redelijke zekerheid te kunnen geven omtrent de financiële en duurzaamheids-rapportering van Bekaert en om fraude te voorkomen. Interne controle op financiële en duurzaamheids-rapportering kan niet alle fouten voorkomen of opsporen, wegens beperkingen eigen aan de controle, zoals mogelijke menselijke fouten, het misleiden of omzeilen van controles of fraude. Daarom kan een effectieve interne controle enkel een redelijke garantie bieden voor de voorbereiding en de correcte voorstelling van de financiële informatie. Het niet oppikken van een fout als gevolg van menselijke fouten, het misleiden of omzeilen van controles of fraude kan een negatieve invloed hebben op de reputatie en de financiële resultaten van Bekaert. Dit kan er ook toe leiden dat Bekaert niet voldoet aan haar lopende verplichtingen voor openbaarmaking.

| in duizend € - Jaren afgesloten per 31 december | Toelichting | 2023 | 2024 |
|---|---|---|---|
| Omzet | 5.1 | 4 327 892 | 3 957 814 |
| Kostprijs van verkopen | 5.2 | -3 623 289 | -3 302 558 |
| Marge op omzet | 5.2 | 704 602 | 655 256 |
| Commerciële kosten | 5.2 | -159 907 | -158 521 |
| Administratieve kosten | 5.2 | -158 034 | -150 878 |
| Kosten voor onderzoek en ontwikkeling | 5.2 | -56 587 | -56 670 |
| Andere bedrijfsopbrengsten | 5.2 | 35 151 | 29 487 |
| Andere bedrijfskosten | 5.2 | -30 814 | -22 496 |
| Bedrijfsresultaat (EBIT) | 5.2 | 334 412 | 296 178 |
| waarvan | |||
| EBIT - Onderliggend | 5.2 / 5.3 | 388 328 | 348 156 |
| Eenmalige elementen | 5.2 | -53 917 | -51 978 |
| Renteopbrengsten | 5.4 | 12 983 | 18 299 |
| Rentelasten | 5.4 | -40 092 | -37 998 |
| Overige financiële opbrengsten en lasten | 5.5 | -38 879 | -18 857 |
| Resultaat vóór belastingen | 268 424 | 257 622 | |
| Winstbelastingen | 5.6 | -62 167 | -62 856 |
| Resultaat na belastingen (geconsolideerde ondernemingen) | 206 257 | 194 767 | |
| Aandeel in het resultaat van joint ventures en geassocieerde ondernemingen | 5.7 | 46 623 | 48 799 |
| PERIODERESULTAAT | 252 881 | 243 566 | |
| Toerekenbaar aan | |||
| aandeelhouders van Bekaert | 254 619 | 238 904 | |
| minderheidsbelangen van derden | 6.15 | -1 738 | 4 661 |
| Winst per aandeel | |||
| in € per aandeel | 5.8 | 2023 | 2024 |
| Perioderesultaat toerekenbaar aan aandeelhouders van Bekaert | |||
| Basisberekening | 4,754 | 4,559 | |
| Na verwateringseffect | 4,725 | 4,548 |
De bijgevoegde toelichtingen maken integraal deel uit van deze winst-en-verliesrekening.
| in duizend € - Jaren afgesloten per 31 december | Toelichting | 2023 | 2024 |
|---|---|---|---|
| Perioderesultaat | 252 881 | 243 566 | |
| Andere elementen van het resultaat | 6.14 | ||
| Andere elementen van het resultaat die later geherclassificeerd kunnen worden naar de winst-en-verliesrekening |
|||
| Omrekeningsverschillen | |||
| Omrekeningsverschillen van de periode m.b.t. dochterondernemingen | -49 308 | 43 497 | |
| Omrekeningsverschillen van de periode m.b.t. joint ventures en geassocieerde ondernemingen |
9 925 | -32 393 | |
| Overboekingen naar de winst-en-verliesrekening ingevolge afstotingen of gefaseerde overnames van entiteiten |
8 570 | — | |
| Andere elementen van het resultaat die later geherclassificeerd kunnen worden naar de winst-en-verliesrekening, na belastingen |
-30 813 | 11 104 | |
| Andere elementen van het resultaat die later niet geherclassificeerd kunnen worden naar de winst-en-verliesrekening |
|||
| Herwaarderingen van de nettoverplichting m.b.t. vaste prestatie regelingen | -15 000 | 20 502 | |
| Nettowijziging in reële waarde van deelnemingen aangemerkt als tegen reële waarde via eigen vermogen |
-2 822 | 8 985 | |
| Aandeel in niet-herclassificeerbare andere elementen van het resultaat van joint ventures en geassocieerde ondernemingen |
-85 | 80 | |
| Uitgestelde belastingen met betrekking tot andere elementen van het resultaat die later niet geherclassificeerd kunnen worden naar de winst-en verliesrekening |
6.7 | 3 948 | -4 469 |
| Andere elementen van het resultaat die later niet geherclassificeerd kunnen worden naar de winst-en-verliesrekening, na belastingen |
-13 960 | 25 099 | |
| Andere elementen van het resultaat (opgenomen in het eigen vermogen) | -44 773 | 36 202 | |
| VOLLEDIG PERIODERESULTAAT | 208 108 | 279 768 | |
| Toerekenbaar aan | |||
| aandeelhouders van Bekaert | 210 046 | 274 054 | |
| minderheidsbelangen van derden | 6.15 | -1 938 | 5 714 |
De bijgevoegde toelichtingen maken integraal deel uit van deze winst-en-verliesrekening.
| in duizend € | Toelichting | 2023 | 2024 |
|---|---|---|---|
| Immateriële activa | 6.1 | 68 669 | 92 877 |
| Goodwill | 6.2 | 152 072 | 166 406 |
| Materiële vaste activa | 6.3 | 1 118 063 | 1 199 961 |
| Recht-op-gebruik (RoU) vaste activa | 6.4 | 134 910 | 145 154 |
| Deelnemingen in joint ventures en geassocieerde ondernemingen | 6.5 | 223 623 | 188 620 |
| Overige vaste activa | 6.6 | 68 202 | 101 010 |
| Uitgestelde belastingvorderingen | 6.7 | 120 779 | 116 291 |
| Vaste activa | 1 886 317 | 2 010 319 | |
| Voorraden | 6.8 | 788 506 | 833 987 |
| Ontvangen bankwissels | 6.8 | 55 507 | 29 110 |
| Handelsvorderingen | 6.8 | 552 989 | 580 663 |
| Overige vorderingen | 6.9 / 6.21 | 103 089 | 134 240 |
| Geldbeleggingen | 6.10 | 1 238 | 2 312 |
| Geldmiddelen en kasequivalenten | 6.10 | 631 687 | 504 384 |
| Overige vlottende activa | 6.11 | 49 553 | 57 047 |
| Activa geclassificeerd als aangehouden voor verkoop | 6.12 | 12 337 | 9 825 |
| Vlottende activa | 2 194 907 | 2 151 568 | |
| Totaal | 4 081 224 | 4 161 887 |
| in duizend € | Toelichting | 2023 | 2024 |
|---|---|---|---|
| Kapitaal | 6.13 | 161 145 | 159 782 |
| Uitgiftepremies | 39 517 | 39 517 | |
| Overgedragen resultaten | 6.14 | 2 131 937 | 2 249 232 |
| Eigen aandelen | 6.14 | -76 896 | -81 502 |
| Overige Groepsreserves | 6.14 | -142 838 | -108 950 |
| Eigen vermogen toerekenbaar aan aandeelhouders van Bekaert | 2 112 865 | 2 258 079 | |
| Minderheidsbelangen | 6.15 | 53 164 | 53 689 |
| Eigen vermogen | 2 166 029 | 2 311 768 | |
| Voorzieningen voor personeelsbeloningen | 6.16 | 57 050 | 46 463 |
| Overige voorzieningen | 6.17 | 25 795 | 26 135 |
| Rentedragende schulden | 6.18 | 646 652 | 496 222 |
| Overige verplichtingen op meer dan een jaar | 6.19 | 1 876 | 1 356 |
| Uitgestelde belastingverplichtingen | 6.7 | 35 618 | 31 321 |
| Verplichtingen op meer dan een jaar | 766 991 | 601 497 | |
| Rentedragende schulden | 6.18 | 252 283 | 306 309 |
| Handelsschulden | 6.8 | 632 950 | 668 111 |
| Personeelsbeloningen | 6.8 / 6.16 | 140 325 | 126 820 |
| Overige voorzieningen | 6.17 | 4 344 | 11 387 |
| Verplichtingen met betrekking tot winstbelastingen | 6.21 | 57 780 | 71 530 |
| Overige verplichtingen op ten hoogste een jaar | 6.20 | 60 523 | 64 465 |
| Verplichtingen verbonden met activa geclassificeerd als aangehouden voor verkoop | 6.12 | — | — |
| Verplichtingen op ten hoogste een jaar | 1 148 204 | 1 248 622 | |
| Totaal | 4 081 224 | 4 161 887 |
De bijgevoegde toelichtingen maken integraal deel uit van deze balans.
| Toewijsbaar aan aandeelhouders van Bekaert ¹ | ||||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| in duizend € | Kapitaal | Uitgifte premies |
Overge dragen resultaten |
Eigen aandelen |
Gecumu leerde omreke nings verschillen |
Herwaar deringsreserve voor niet geconsoli deerde deel nemingen |
Herwaar derings reserve voor DB regelingen |
Uitge stelde belasting reserve |
Andere revaluatie reserves |
Totaal | Minder heids belangen ² |
Totaal eigen vermogen |
| Saldo per 1 januari 2023 | 173 737 | 39 519 | 2 115 216 | -139 314 | -93 820 | -8 353 | -12 659 | 18 381 | -1 | 2 092 706 | 136 850 | 2 229 556 |
| Perioderesultaat | 254 619 | 254 619 | -1 738 | 252 881 | ||||||||
| Andere elementen van het resultaat |
-1 | -30 713 | -2 822 | -15 038 | 4 000 | -44 574 | -199 | -44 773 | ||||
| Herclassificeringen | 123 | -123 | — | — | ||||||||
| Overige wijzigingen in Groepsstructuur ³ |
-1 691 | -1 691 | -76 995 | -78 686 | ||||||||
| In eigenvermogens instrumenten afgewikkelde, op aandelen gebaseerde betalingen |
-8 919 | -8 919 | -8 919 | |||||||||
| Uitgifte nieuwe aandelen | 1 | -1 | — | — | — | |||||||
| Transacties eigen aandelen | -12 593 | -140 536 | 62 418 | -90 712 | -90 712 | |||||||
| Dividenden | -88 564 | -88 564 | -4 754 | -93 318 | ||||||||
| Saldo per 31 december 2023 |
161 145 | 39 517 | 2 131 937 | -76 897 | -124 533 | -11 175 | -27 820 | 22 381 | -1 692 | 2 112 865 | 53 164 | 2 166 029 |
¹ Zie toelichting 6.14. 'Overgedragen resultaten en overige Groepsreserves'.
² Zie toelichting 6.15. 'Minderheidsbelangen'.
3 Beëindigde bedrijfsactiviteiten: afstoting van staaldraadtoepassingsactiviteiten in Chili en Peru.
| Toewijsbaar aan aandeelhouders van Bekaert ¹ | ||||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| in duizend € | Kapitaal | Uitgifte premies |
Overge dragen resultaten |
Eigen aandelen |
Gecumu leerde omreke nings verschillen |
Herwaar deringsreserve voor niet geconsoli deerde deel nemingen |
Herwaar derings reserve voor DB regelingen |
Uitge stelde belasting reserve |
Andere revaluatie reserves |
Totaal | Minder heids belangen ² |
Totaal eigen vermogen |
| Saldo per 1 januari 2024 (herwerkt) |
161 145 | 39 517 | 2 131 937 | -76 897 | -124 533 | -11 175 | -27 820 | 22 381 | -1 692 | 2 112 865 | 53 164 | 2 166 029 |
| Perioderesultaat | 238 904 | 238 904 | 4 661 | 243 566 | ||||||||
| Andere elementen van het resultaat |
10 422 | 8 985 | 20 289 | -4 546 | 35 150 | 1 053 | 36 202 | |||||
| Herclassificeringen | — | — | ||||||||||
| Overige wijzigingen in Groepsstructuur |
1 262 | — | -1 262 | — | — | |||||||
| In eigenvermogens instrumenten afgewikkelde, op aandelen gebaseerde betalingen |
-15 170 | -15 170 | -15 170 | |||||||||
| Uitgifte nieuwe aandelen | — | — | — | — | — | |||||||
| Transacties eigen aandelen | -1 363 | -13 943 | -4 606 | -19 912 | -19 912 | |||||||
| Dividenden | -93 758 | -93 758 | -5 189 | -98 947 | ||||||||
| Saldo per 31 december 2024 |
159 782 | 39 517 | 2 249 232 | -81 502 | -114 111 | -3 452 | -7 531 | 17 836 | -1 692 | 2 258 079 | 53 689 | 2 311 768 |
¹ Zie toelichting 6.14. 'Overgedragen resultaten en overige Groepsreserves'.
² Zie toelichting 6.15. 'Minderheidsbelangen'.
| in duizend € - Jaren afgesloten per 31 december | Toelichting | 2023 | 2024 |
|---|---|---|---|
| Bedrijfsactiviteiten | |||
| Bedrijfsresultaat (EBIT) | 334 412 | 296 178 | |
| Posten zonder kasstroomeffect verwerkt in het bedrijfsresultaat | 7.1 | 217 046 | 188 911 |
| Investeringsposten verwerkt in het bedrijfsresultaat | 7.1 | -4 114 | -4 630 |
| Gebruikte bedragen van voorzieningen voor personeelsbeloningen en overige voorzieningen |
7.1 | -36 872 | -36 596 |
| Betaalde winstbelastingen | 5.6 / 7.1 | -79 155 | -69 421 |
| Brutokasstromen uit bedrijfsactiviteiten | 431 316 | 374 441 | |
| Wijzigingen in operationeel werkkapitaal | 6.8 | 12 147 | 37 139 |
| Overige bedrijfskasstromen | 7.1 | -3 628 | -37 610 |
| Nettokasstroom uit bedrijfsactiviteiten | 439 834 | 373 971 | |
| Investeringsactiviteiten | |||
| Nieuwe bedrijfscombinaties | 7.3 | -5 864 | -39 170 |
| Andere verwervingen van deelnemingen | 7.1 | -8 843 | -1 443 |
| Inkomsten uit verkoop van deelnemingen | 7.2 | 109 294 | 1 262 |
| Ontvangen dividenden | 6.5 | 59 886 | 50 939 |
| Aankopen immateriële activa | 6.1 | -18 750 | -25 664 |
| Aankopen materiële vaste activa | 6.3 | -191 260 | -196 074 |
| Aankopen RoU Land | 6.4 | — | -13 |
| Inkomsten uit verkoop van vaste activa | 7.1 | 15 003 | 9 809 |
| Nettokasstroom uit investeringsactiviteiten | -40 534 | -200 355 | |
| Financieringsactiviteiten | |||
| Ontvangen rente | 5.4 | 12 539 | 18 273 |
| Betaalde rente | 5.4 | -35 360 | -28 608 |
| Betaalde brutodividenden aan aandeelhouders van NV Bekaert SA | -88 564 | -93 758 | |
| Betaalde brutodividenden aan minderheidsbelangen | -5 678 | -420 | |
| Inkomsten uit rentedragende langetermijnschulden | 6.18 | 25 | 2 383 |
| Aflossing van rentedragende langetermijnschulden | 6.18 | -217 428 | -107 839 |
| Kasstromen m.b.t. rentedragende kortetermijnschulden | 6.18 | -36 918 | -47 545 |
| Transacties eigen aandelen | 6.13 | -99 373 | -30 065 |
| Overige financieringskasstromen | 7.1 | -11 357 | -19 277 |
| Nettokasstroom uit financieringsactiviteiten | -482 113 | -306 855 | |
| Toename of afname (-) in geldmiddelen en kasequivalenten | -82 813 | -133 239 | |
| Geldmiddelen en kasequivalenten - begin van de periode | 728 095 | 631 687 | |
| Effect van wisselkoersfluctuaties Geldmiddelen en kasequivalenten - einde van de periode |
-13 596 631 687 |
5 936 504 384 |
|
De bijgevoegde toelichtingen maken integraal deel uit van deze winst-en-verliesrekening.
NV Bekaert SA (de 'Onderneming') is een onderneming die in België is opgericht en gedomicilieerd. De Onderneming is een wereldmarkt- en technologisch leider in staaldraadtransformatie en deklaagtechnologieën. De geconsolideerde jaarrekening van de Onderneming omvat de Onderneming en haar dochterondernemingen (samen verder de 'Groep' of 'Bekaert' genoemd) en het belang van de Groep in joint ventures en geassocieerde ondernemingen gewaardeerd volgens de equity-methode. De geconsolideerde jaarrekening werd door de Raad van Bestuur van de Onderneming vrijgegeven voor publicatie op 19 maart 2025.
De geconsolideerde jaarrekening werd opgesteld in overeenstemming met en voldoet aan de International Financial Reporting Standards (IFRS) zoals aanvaard binnen de Europese Unie.
In het huidige jaar heeft de Groep de onderstaande aanpassingen aan IFRS standaarden en interpretaties toegepast. Deze werden van kracht voor verslagperiodes die starten op of na 1 januari 2024. De toepassing van deze aanpassingen had geen materiële impact op de toelichtingen noch op de gerapporteerde bedragen in deze jaarrekening.
Deze aanpassingen hadden geen impact op de geconsolideerde jaarrekening van de Groep.
De Groep heeft niet geopteerd voor vervroegde toepassing van overige standaarden, aanpassingen en interpretaties die nog niet van kracht waren in 2024. Verwacht wordt dat deze nieuwe standaarden, aanpassingen aan standaarden en interpretaties, die na 2024 van kracht worden, geen belangrijke effecten op de jaarrekening zullen hebben.
De Groep is van plan om deze standaarden en interpretaties, indien toepasselijk, toe te passen wanneer ze van kracht worden.
De geconsolideerde rekeningen worden voorgesteld in duizend euro (tenzij anders aangegeven), op basis van de historische kostprijsmethode, behalve voor derivaten, financiële activa aangemerkt als tegen reële waarde via OCI en financiële activa aangemerkt als tegen reële waarde via resultaat, die tegen reële waarde worden opgenomen. Financiële activa waarvoor geen prijsnotering voorhanden is in een actieve markt of waarvan de reële waarde niet op een betrouwbare manier kan bepaald worden, worden tegen historische kostprijs gewaardeerd. Tenzij anders vermeld, werden de grondslagen voor financiële verslaggeving consistent met het vorig boekjaar toegepast. De Groep heeft de jaarrekening opgesteld in de veronderstelling dat zij haar activiteiten in continuïteit zal voortzetten.
Alle dochterondernemingen volgen het kalenderjaar als boekjaar, met uitzondering van de Indiase vennootschappen (van april tot maart) en Scheldestroom NV (van oktober tot september). Deze laatste rapporteren wel per kalenderjaar aan de Groep. De dochterondernemingen passen dezelfde grondslagen voor financiële verslaggeving toe als de Groep.
De jaarrekening van de geassocieerde onderneming of joint venture wordt opgesteld volgens de grondslagen van financiële verslaggeving van de Groep en voor dezelfde verslagperiode als de Groep. Op dit ogenblik heeft Bekaert geen dochterondernemingen die beschouwd worden als geassocieerde onderneming.
Elementen uit de jaarrekening van elk van de Groepsentiteiten worden gewaardeerd in de valuta van de primaire economische omgeving waarin de entiteit werkt (de 'functionele valuta'). De geconsolideerde jaarrekening wordt voorgesteld in euro, de functionele valuta van de onderneming en tevens de presentatievaluta van de Groep. De jaarrekeningen van buitenlandse dochterondernemingen worden als volgt omgerekend:
Immateriële activa verworven in een bedrijfscombinatie worden initieel gewaardeerd tegen reële waarde; afzonderlijk verworven immateriële activa worden initieel gewaardeerd
tegen kostprijs. Na hun initiële opname worden immateriële activa gewaardeerd tegen kostprijs of reële waarde verminderd met gecumuleerde afschrijvingen en gecumuleerde bijzondere waardeverminderingen. Immateriële activa worden lineair afgeschreven over hun naar best vermogen geschatte gebruiksduur. De afschrijvingsduur en methode worden elk jaar opnieuw geëvalueerd bij afsluiting van het boekjaar. Een wijziging in de gebruiksduur van een immaterieel actief wordt prospectief verwerkt als een schattingswijziging.
Uitgaven voor aangekochte licenties, patenten, handelsmerken en soortgelijke rechten worden geactiveerd en lineair afgeschreven over de contractuele looptijd, indien van toepassing, of over de geschatte gebruiksduur, die gewoonlijk ingeschat wordt op hoogstens 10 jaar.
Gekochte on-premises software wordt geïnstalleerd en draait op computers op het terrein van het bedrijf dat de software gebruikt, in plaats van op een externe faciliteit zoals een serverfarm of cloud. Over het algemeen houden dergelijke uitgaven rechtstreeks verband met de aankoop en implementatie van aangekochte ERP-software and opgenomen als immateriële vaste activa. ERPsoftware wordt lineair afgeschreven over tien jaar; alle andere software wordt afgeschreven over een periode van drie tot vijf jaar. Externe (met betrekking tot externe leveranciers en consultants) en interne (met betrekking tot Bekaert-personeel) implementatiekosten komen in aanmerking voor activering.
Kosten gemaakt in de ontwikkeling van websites worden opgenomen als immateriële vaste activa als en slechts als deze voldoen aan de algemene opnamevereisten in IAS 38 en de zes voorwaarden voor opname als ontwikkelingskosten. De belangrijkste voorwaarde is de vereiste om aan te tonen dat de website waarschijnlijke toekomstige economische voordelen zal genereren. Kosten die verband houden met de ontwikkeling van websites, uitsluitend of voornamelijk voor het promoten en adverteren van eigen producten en diensten, worden als kosten geboekt wanneer ze worden gemaakt. Wanneer de website direct of indirect wordt gebruikt in het inkomstengenererende proces, komen de kosten voor activering in aanmerking.
Bij een cloud-oplossing betaalt een klant een vergoeding aan een leverancier in ruil voor toegang tot software via internet. De software wordt door de leverancier gehost op de computerinfrastructuur van de leverancier. Voorbeelden van cloudarrangementen zijn Software-as-a-Service (SaaS), platform as a service, infrastructure as a service. Dit verschilt van een 'on-premise'-overeenkomst waarbij een bedrijf een licentie neemt voor of een kopie van de software koopt van een leverancier en de software op zijn eigen computerinfrastructuur gebruikt. Er worden vaak vooraf kosten gemaakt bij cloud computing-arrangementen om de software te implementeren en configureren. Om in aanmerking
te komen voor activering als een immaterieel vast actief, bepaalt de Groep of het de controle heeft over de software of de configuratie of implementatie zelf. De Groep onderscheidt de volgende soorten cloud-oplossingen:
Commerciële activa omvatten vooral klantenlijsten, contracten met klanten en merknamen, meestal verworven in bedrijfscombinaties, en met een gebruiksduur van 8 tot 15 jaar.
Bij gebrek aan IASB-standaarden en -interpretaties betreffende de administratieve verwerking van CO2 emissierechten, heeft de Groep de 'nettobenadering' gebruikt. Deze methode houdt in dat:
Uitgaven voor onderzoeksactiviteiten met het oog op het verwerven van nieuwe wetenschappelijke of technologische kennis of inzichten worden als kosten in de winst-en-verliesrekening opgenomen op het ogenblik dat ze zich voordoen.
Uitgaven voor ontwikkelingsactiviteiten, waarbij onderzoeksresultaten toegepast worden in een plan of ontwerp voor de productie van nieuwe of substantieel verbeterde producten en processen voorafgaand aan commerciële productie of ingebruikname, worden alleen opgenomen in de balans als aan alle onderstaande voorwaarden is voldaan:
Geactiveerde ontwikkelingskosten worden lineair afgeschreven vanaf de start van de commerciële productie van het product over de verwachte duur van de gegenereerde voordelen. De afschrijvingsduur is normaliter hoogstens vijf jaar. Een lopend onderzoeks- en ontwikkelingsproject verworven in een bedrijfscombinatie wordt afzonderlijk van goodwill geactiveerd als zijn reële waarde betrouwbaar kan bepaald worden.
Overnames van bedrijven worden verwerkt volgens de overnamemethode. De overgedragen overnamevergoeding in een bedrijfscombinatie wordt gewaardeerd tegen reële waarde, die berekend wordt als de som van de reële waardes op de overnamedatum van de activa afgestaan door de Groep, de verplichtingen opgenomen door de Groep tegenover de vorige eigenaars van de overgenomen activiteit en de participaties afgestaan door de Groep in ruil voor de zeggenschap in de overgenomen partij. Uitgaven in verband met de overname worden opgenomen in het resultaat zodra ze zich voordoen. De identificeerbare overgenomen activa en opgelopen verplichtingen worden opgenomen tegen hun reële waarde op de overnamedatum.
Minderheidsbelangen worden initieel gewaardeerd ofwel tegen reële waarde ofwel tegen hun evenredig aandeel in de opgenomen waarde van de identificeerbare nettoactiva van de overgenomen partij. Deze waarderingskeuze kan transactie per transactie gemaakt worden. Wanneer de overnamevergoeding die de Groep verschuldigd is bij een bedrijfscombinatie voorwaardelijke vorderingen of verplichtingen omvat, wordt de voorwaardelijke vergoeding gewaardeerd tegen haar reële waarde op de overnamedatum en opgenomen in de overnamevergoeding voor de bedrijfscombinatie. Latere wijzigingen in reële waarde van de voorwaardelijke vergoeding worden opgenomen in het resultaat.
Wanneer een bedrijfscombinatie in fasen tot stand komt, wordt het belang dat de Groep voorheen had in de overgenomen partij geherwaardeerd tegen de reële waarde op de overnamedatum (d.i. de datum waarop de Groep de zeggenschap verwerft), en wordt de eventuele opbrengst of last opgenomen in het resultaat. Bedragen met betrekking tot belangen in de overgenomen partij vóór de overnamedatum die voorheen rechtstreeks opgenomen werden in het eigen vermogen, worden overgedragen naar de winst-en-verliesrekening indien dat ook van toepassing zou zijn bij afstoting van de betreffende belangen.
Voor het toetsen op bijzondere waardevermindering wordt goodwill toegewezen aan de kasstroomgenererende eenheden van de Groep waarvan verwacht wordt dat zij voordelen zullen halen uit de synergieën van de bedrijfscombinatie. Kasstroomgenererende eenheden waaraan goodwill is toegewezen, worden jaarlijks getoetst op bijzondere waardeverminderingen. Dit gebeurt ook tussentijds wanneer er aanwijzingen zijn dat de boekwaarde van de eenheid hoger zou kunnen zijn dan de realiseerbare waarde. Indien de realiseerbare waarde van een kasstroomgenererende eenheid lager is dan haar boekwaarde, wordt de bijzondere waardevermindering eerst in mindering gebracht
van de boekwaarde van de goodwill die aan de kasstroomgenererende eenheid werd toegewezen. Daarna wordt de bijzondere waardevermindering toegewezen aan de andere vaste activa die tot de eenheid behoren, evenredig met hun boekwaarde. Wanneer een bijzondere waardevermindering voor goodwill eenmaal is opgenomen, wordt deze in een latere periode niet teruggenomen.
De Groep heeft geopteerd voor het historische kostprijsmodel en niet voor het herwaarderingsmodel. Indien belangrijke onderdelen van materiële vaste activa op regelmatige tijdstippen dienen vervangen te worden, worden deze door de Groep afzonderlijk afgeschreven op basis van hun specifieke gebruiksduur. Evenzo wordt de kostprijs van een grote inspectie als vervanging opgenomen in de boekwaarde van de materiële vaste activa op voorwaarde dat aan de opnamecriteria is voldaan. Alle overige reparatie- en onderhoudskosten worden resultaat opgenomen zodra ze zich voordoen.
Materiële vaste activa worden lineair afgeschreven over hun verwachte gebruiksduur, naargelang van hun categorie. De gebruiksduur en de afschrijvingsmethode worden minstens op het einde van elk boekjaar opnieuw geëvalueerd. Tenzij herzien ten gevolge van specifieke wijzigingen in de verwachte gebruiksduur, worden volgende jaarlijkse afschrijvingspercentages toegepast:
De restwaarden, gebruiksduur en
afschrijvingsmethoden van materiële vaste activa worden aan het einde van elk boekjaar herzien en zo nodig prospectief aangepast.
De Groep beoordeelt bij de start van een contract of het contract een lease betreft of een lease bevat. De Groep erkent een recht-op-gebruik actief en een overeenkomstige leaseverplichting voor alle leaseovereenkomsten waarin de Groep leasingnemer is, behalve voor de korte termijn leases (gedefinieerd als leases met een leasetermijn van 12 maanden of minder) of voor leases waar het onderliggend actief een lage waarde heeft (zoals printers, kopieerapparaten en klein kantoormaterieel). Voor deze leases erkent de Groep de leasebetalingen als een operationele kost die lineair wordt gespreid over de leaseperiode.
Recht-op-gebruik activa worden afgeschreven over de leaseperiode of de gebruiksduur van het onderliggende actief, afhankelijk welke van de twee de kortste periode heeft. Indien een leaseovereenkomst de eigendom van het onderliggende actief overdraagt, of de kosten van het recht-opgebruik actief reflecteren dat de Groep verwacht om de aankoopoptie uit te oefenen, dan wordt het gerelateerde recht-op-gebruik actief afgeschreven over de gebruiksduur van het onderliggende actief.
De gebruiksrechten van terreinen worden lineair afgeschreven over de contractuele periode die kan variëren tussen 30 en 100 jaar, maar die in de meeste gevallen 50 jaar bedraagt. De afschrijving begint op de ingangsdatum van de leaseovereenkomst.
De recht-op-gebruik activa worden gepresenteerd als een afzonderlijke regel in het geconsolideerde overzicht van de financiële positie. De Groep past IAS 36 toe om te bepalen of een recht-op-gebruik actief moet worden afgewaardeerd.
Variabele huur die niet gelinkt is aan een index of intrest is niet opgenomen in de waardering van de leaseverplichting en het recht-op-gebruik actief. De gerelateerde betalingen worden opgenomen als een kost in de periode waarin de gebeurtenis of voorwaarde die dergelijke betalingen activeert, plaatsvindt. Als een praktisch hulpmiddel laat IFRS 16 toe dat een leasingnemer geen onderscheid maakt tussen leasecomponenten en nonleasecomponenten, en in plaats daarvan zowel de lease als de geassocieerde non-leasecomponenten als één geheel beschouwd. De Groep heeft deze optie gebruikt voor de contracten met betrekking tot bedrijfswagens en industriële voertuigen, waarbij non-leasecomponenten zoals onderhoud en vervanging van banden niet worden afgezonderd maar inbegrepen zijn in de leasecomponent.
De Groep classificeert zijn financiële activa in volgende categorieën: gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs, tegen reële waarde via het resultaat (RWvR) of tegen reële waarde via OCI (RWvOCI). De classificatie hangt af van de contractuele karakteristieken van de financiële activa en het bedrijfsmodel waaronder zij worden aangehouden. Management bepaalt de classificatie van haar financiële activa bij de initiële opname.
Financiële activa worden aangehouden tegen geamortiseerde kostprijs indien het contract de karakteristieken heeft van een basis leningovereenkomst en indien ze werden verworven met de intentie om de contractuele kasstromen te ontvangen tot aan de vervaldatum. De financiële activa die door de Groep gewaardeerd worden tegen geamortiseerde kostprijs bevatten, tenzij anders vermeld, volgende balanselementen: handelsvorderingen en overige vorderingen, ontvangen bankwissels, geldbeleggingen, geldmiddelen en kasequivalenten. Deze worden gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieve rentemethode, na aftrek van bijzondere waardeverminderingen.
Een financieel actief (of, indien van toepassing, een deel van een financieel actief of een deel van een groep van vergelijkbare financiële activa) wordt voornamelijk niet langer opgenomen (d.w.z. verwijderd uit de geconsolideerde balans van de Groep) wanneer:
te betalen aan een derde partij in het kader van een 'pass-through-overeenkomst'; en ofwel (a) de Groep nagenoeg alle risico's en voordelen van het actief heeft overgedragen, of (b) de Groep niet nagenoeg alle risico's en voordelen van het actief heeft overgedragen of behouden, maar de zeggenschap over het actief heeft overgedragen.
Wanneer de Groep haar rechten op het ontvangen van kasstromen uit een actief heeft overgedragen of een pass-through-overeenkomst is aangegaan, evalueert zij of, en in welke mate, zij de risico's en voordelen van eigendom heeft behouden. Wanneer de Groep nagenoeg alle risico's en voordelen van het actief niet heeft overgedragen of behouden, noch de controle over het actief heeft overgedragen, blijft de Groep het overgedragen actief opnemen in de mate van haar aanhoudende betrokkenheid. In dat geval neemt de Groep ook een gerelateerde verplichting op. Het overgedragen actief en de bijbehorende verplichting worden gewaardeerd op een basis die de rechten en verplichtingen weerspiegelt die de Groep heeft behouden.
Voortdurende betrokkenheid in de vorm van een garantie over het overgedragen actief wordt gewaardeerd tegen de laagste van de oorspronkelijke boekwaarde van het actief en het maximale vergoedingsbedrag dat de Groep mogelijks zou moeten terugbetalen.
Andere schuldinstrumenten en alle eigenvermogensinstrumenten worden gewaardeerd tegen reële waarde. In principe zal Bekaert haar belangrijkste strategische niet-geconsolideerde eigenvermogensinstrumenten waarderen tegen reële waarde via OCI. Derivaten behoren ook tot de categorie tegen RWvR, tenzij ze aangemerkt werden en effectief zijn als afdekking.
Betaling door middel van bankwissels is een wijdverbreide praktijk in China. Ontvangen bankwissels worden ofwel geïnd op de vervaldag, ofwel verdisconteerd voor de vervaldag, ofwel doorgegeven aan een leverancier als betaling van een schuld. Verdisconteren gebeurt ofwel met, ofwel zonder verhaal. Met verhaal betekent dat de verdisconterende bank terugbetaling kan eisen indien de uitgever zijn verplichting niet nakomt. Wanneer een bankwissel verdisconteerd wordt met verhaal, wordt het ontvangen bedrag niet afgeboekt van de uitstaande ontvangen bankwissels, maar wordt een verplichting opgezet onder 'rentedragende schulden op ten hoogste een jaar' tot de vervaldag van de wissel.
Er kan een uitzondering zijn wanneer de wissel, dewelke verhaald kan worden, die wordt verstrekt door een betrouwbare financiële instelling, wordt onderschreven door een verkoper, wat betekent dat de verkoper bij aanvaarding alle risico's en beloningen overneemt die aan die wissel zijn verbonden – in dat geval, na overweging en overeenstemming over de overdracht van risico's en voordelen, kunnen handelsvorderingen worden verwijderd na goedkeuring door de verkoper.
Financiële activa die schuldinstrumenten zijn, behalve deze tegen RWvR, worden getoetst op bijzondere waardevermindering volgens het 'Expected Credit Loss'(ECL)-model. Het bedrag van verwachte kredietverliezen wordt op iedere balansdatum bijgewerkt om wijzigingen in kredietrisico te weerspiegelen sinds de initiële opname van het respectievelijke financiële instrument. Bij de bepaling of het kredietrisico van een financieel actief aanzienlijk is toegenomen sinds initiële opname, en bij de inschatting van ECLs, houdt Bekaert rekening met logische en ondersteunende informatie die relevant en beschikbaar is zonder onnodige extra kosten of moeite. Dit omvat ook kwantitatieve en kwalitatieve informatie uit analyses gebaseerd op historische informatie binnen de Groep, een geïnformeerde kredietbeoordeling met inbegrip van vooruitziende informatie. De Groep neemt steeds levenslange ECLs op voor handelsvorderingen.
Op iedere balansdatum waardeert Bekaert de bijzondere waardevermindering voor financiële activa gewaardeerd aan geamortiseerde kostprijs (bijv. handelsvorderingen en ontvangen bankwissels) als de actuele waarde van de verwachte kastekorten (verdisconteerd aan de originele effectieve rentevoet). Oninbaar geachte bedragen worden afgewaardeerd tegenover de betreffende provisierekening op iedere balansdatum. Bij de beoordeling van een collectieve afwaardering maakt de Groep gebruik van historische informatie over werkelijk geleden verliezen, en corrigeert deze in het geval economische of kredietcondities van dien aard zijn dat de werkelijke verliezen waarschijnlijk groter of kleiner zijn dan gesuggereerd door historische trends. Toevoegingen aan deze provisierekening als terugnames worden gerapporteerd onder 'commerciële kosten' in de winst-en-verliesrekening.
Voorraden worden gewaardeerd tegen kostprijs of tegen opbrengstwaarde indien deze lager is. De kostprijs wordt bepaald volgens de FIFO-methode (first-in, first-out). Van geproduceerde voorraden omvat de kostprijs alle directe en indirecte productiekosten die nodig zijn om de goederen tot hun afwerkingsstadium op balansdatum te brengen. De opbrengstwaarde staat gelijk met de geschatte verkoopprijs in normale marktomstandigheden, verminderd met de kosten die nodig zijn voor afwerking en verkoop.
Bij inkoop van eigen aandelen wordt de aanschaffingsprijs, samen met de direct toewijsbare transactiekosten, opgenomen als een wijziging van het eigen vermogen. Ingekochte eigen aandelen worden in de balans gerapporteerd als een vermindering van het eigen vermogen. Bij annulering of verkoop van eigen aandelen wordt het transactieresultaat opgenomen in de overgedragen resultaten.
Voorzieningen worden opgenomen in de balans indien de Groep op balansdatum een wettelijke of feitelijke verplichting heeft als gevolg van een gebeurtenis in het verleden, waarvoor het
waarschijnlijk nodig zal zijn middelen te besteden die economische voordelen inhouden die op een betrouwbare manier geschat kunnen worden. Elke voorziening is gebaseerd op de beste schatting van de uitgave die nodig is om aan de bestaande verplichting te voldoen op de balansdatum. Indien aangewezen, worden voorzieningen verdisconteerd.
Een voorziening voor herstructurering wordt enkel opgenomen wanneer de Groep een gedetailleerd en formeel herstructureringsplan heeft goedgekeurd en de herstructurering ofwel werd aangevat, ofwel publiekelijk werd aangekondigd vóór balansdatum. Voorzieningen voor herstructurering omvatten enkel uitgaven die een rechtstreeks gevolg zijn van de herstructurering en geen verband houden met de lopende activiteiten van de entiteit.
Voorzieningen voor bodemsanering met betrekking tot vervuilde terreinen worden opgenomen overeenkomstig het door de Groep gepubliceerde milieubeleid en de vigerende wettelijke bepalingen.
Een voorziening voor claims met betrekking tot productgarantieprogramma's of gerelateerde claims met betrekking tot verschillende productkwaliteitsclaims wordt erkend in overeenstemming met het gepubliceerde beleid van de Groep.
De moedervennootschap en verschillende van haar dochterondernemingen voorzien in pensioen-, overlijdens- en gezondheidszorgregelingen ten gunste van een belangrijk deel van hun werknemers.
In de winst-en-verliesrekening worden de pensioenkosten zowel van het dienstjaar als van verstreken diensttijd, met inbegrip van winsten of verliezen uit afwikkelingen, opgenomen in het bedrijfsresultaat (EBIT), terwijl de nettorente op de nettoverplichting (-vordering) in de rentelasten wordt opgenomen, als rentegedeelte van rentedragende voorzieningen. Brugpensioenregelingen in België en gezondheidszorgregelingen in de Verenigde Staten worden ook verwerkt als vaste prestatie regelingen.
In België legt de Belgische pensioenwetgeving een minimumrendement op. Tot voor 2015 werden vaste bijdrage regelingen in België in wezen verwerkt als vaste bijdrage regelingen. De nieuwe wetgeving die van kracht werd in december 2015 bracht de verplichte kwalificatie als vaste prestatie regelingen met zich, waardoor er per jaareinde 2016 een actuariële waardering werd uitgevoerd.
De Groep kent op aandelen gebaseerde, in eigenvermogensinstrumenten en in geldmiddelen afgewikkelde betalingen toe aan bepaalde werknemers. De plannen in eigenvermogensinstrumenten afgewikkeld kennen aan werknemers van de Groep het recht toe om aandelen van NV Bekaert SA te verwerven. Deze omvatten aandelenoptieplannen (SOP), het prestatieaandelenplan (PSP), het personal shareholding requirement plan (PSR) en aandelengiften, allen geëxploiteerd in België. De plannen in geldmiddelen afgewikkeld kennen werknemers van de Groep een bonus in geldmiddelen toe waarvan het bedrag afhankelijk is van de koers van het Bekaertaandeel op de Euronextbeurs. Share appreciation rights (SAR) en prestatieaandeeleenheden (PSU) zijn van dit type, allen geëxploiteerd buiten België.
In eigenvermogensinstrumenten afgewikkelde, op aandelen gebaseerde betalingen worden opgenomen tegen reële waarde op de toekenningsdatum (zonder rekening te houden met het effect van niet-marktgerelateerde toezeggingsvoorwaarden). De reële waarde op de toekenningsdatum van in eigenvermogensinstrumenten afgewikkelde, op aandelen gebaseerde betalingen wordt ten laste genomen van het resultaat met daartegenover een toename van het eigen vermogen. De reële waarde wordt lineair afgeschreven over de wachtperiode tot de definitieve toezegging, gebaseerd op het geschatte aantal aandelenopties van de Groep dat uiteindelijk zal toegezegd worden, en aangepast voor het effect van niet-marktgerelateerde toezeggingsvoorwaarden.
In geldmiddelen afgewikkelde, op aandelen gebaseerde betalingen worden opgenomen als verplichtingen tegen hun reële waarde, die op elke balansdatum en op de datum van afwikkeling herbepaald wordt. Wijzigingen in de reële waarde worden opgenomen in de winst-en-verliesrekening.
De Groep gebruikt een binomiaal model of Monte Carlo simulaties om de reële waarde van op aandelen gebaseerde betalingen te bepalen.
De leaseverplichting wordt initieel gewaardeerd als de actuele waarde van de nog niet-betaalde leasebetalingen bij de start van de overeenkomst, verdisconteerd aan de intrest impliciet vermeld in de lease. Indien deze intrest niet gemakkelijk kan worden bepaald, gebruikt de Groep haar marginale rentevoet.
De Groep herwaardeert de leaseverplichting (en maakt een overeenkomstige aanpassing aan het recht-op-gebruik actief) wanneer:
• Er een wijziging is aan de leasetermijn, of er is een belangrijke gebeurtenis of wijziging in omstandigheden resulterend in een wijziging in de beoordeling tot uitoefening van een aankoopoptie, waarbij bijgevolg de leaseverplichting wordt geherwaardeerd door het verdisconteren van de herziene leasebetalingen aan een herziene disconteringsvoet.
Handelsschulden en overige verplichtingen op ten hoogste een jaar – met uitzondering van derivaten – worden initieel gewaardeerd tegen kostprijs, die overeenkomt met de reële waarde van de te betalen vergoeding, en worden vervolgens gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs De Groep erkent een verplichting om een dividend uit te keren wanneer de uitkering is toegestaan en de uitkering niet langer naar goeddunken van de Vennootschap is.
Tijdens de beoordeling van mogelijke belastingsschulden neemt de Groep aan dat de belastingautoriteiten alle bedragen, waarvoor zij het recht hebben, zullen nakijken en alle gerelateerde informatie ter beschikking hebben tijdens deze controles. De Groep houdt rekening met zowel de inschattingen, beslissingen en uitspraken ontvangen in het kader van belastingscontroles en andere informatiebronnen alsook met andere mogelijke controlemiddelen van belastingautoriteiten. De Groep erkent een schuld indien de Groep oordeelt dat het niet waarschijnlijk is dat de belastingsdiensten de door de Groep ingenomen positie voor de betreffende belastingsbehandeling zal aanvaarden. De Groep berekent de belastingsschuld op basis van de meest waarschijnlijke uitkomst van mogelijke economische uitstromen. De Groep is evenwel van oordeel dat haar positie voor al deze controles verantwoord is.
Uitgestelde belastingvorderingen worden opgenomen in de mate dat het waarschijnlijk is dat er voldoende belastbare winst zal gerealiseerd worden waartegen de tijdelijke verschillen afgezet kunnen worden; dit criterium wordt op elke balansdatum opnieuw geëvalueerd. Uitgestelde belastingen worden ook berekend voor tijdelijke verschillen op deelnemingen in dochterondernemingen, joint ventures en geassocieerde ondernemingen, behalve in het geval dat de Groep kan beslissen over het tijdstip waarop het tijdelijk verschil teruggedraaid wordt en het onwaarschijnlijk is dat het tijdelijk verschil teruggedraaid wordt in de nabije toekomst.
De Groep gebruikt derivaten om valuta- en renterisico's af te dekken die voortvloeien uit bedrijfs-, financierings- en investeringsactiviteiten. Het nettorisico van alle dochterondernemingen van de Groep wordt centraal beheerd door de Groepsdienst Thesaurie in overeenstemming met de doelstellingen en regels die door het management
vastgelegd werden. Het is de politiek van de Groep om geen speculatieve transacties of transacties met een hefboomeffect aan te gaan.
Derivaten worden initieel opgenomen en ook nadien gewaardeerd tegen reële waarde. De reële waarde van verhandelde derivaten is hun marktwaarde. Indien er geen marktwaarde beschikbaar is, wordt de reële waarde berekend op basis van gekende financiële waarderingsmodellen, gebaseerd op relevante marktkoersen op de balansdatum.
De Groep past hedge accounting toe in overeenstemming met IFRS 9 om de volatiliteit in de winst-en-verliesrekening te beperken. Afhankelijk van de aard van het afgedekte risico wordt een onderscheid gemaakt tussen reëlewaardeafdekkingen, kasstroomafdekkingen en afdekkingen van netto-investeringen in buitenlandse entiteiten.
De Groep maakt ook gebruik van derivaten die niet voldoen aan de voorwaarden voor hedge accounting in IFRS 9, maar als effectieve economische afdekkingen fungeren volgens het risicobeheer van de Groep. Wijzigingen in de reële waarde van dergelijke derivaten worden onmiddellijk opgenomen in de winst-en-verliesrekening.
Derivaten besloten in een basiscontract dat geen derivaat is en die geen financiële activa zijn, worden behandeld als afzonderlijke derivaten indien zij voldoen aan de definitie van een derivaat, hun risico's en karakteristieken niet nauw verbonden zijn met het basiscontract en het basiscontract niet gewaardeerd is tegen reële waarde via het resultaat. De Groep identificeerde dergelijke besloten derivaten in de Virtual Power Purchase Agreements (VPPA).
Het besloten derivaat is een onderdeel van een financieel instrument dat de kasstromen van een basiscontract wijzigt op een manier die vergelijkbaar is met een op zichzelf staand derivaat volgens een gespecificeerd rentetarief, index van prijzen of tarieven, kredietwaardigheid of kredietindex, of andere variabele, mits in het geval van een nietfinanciële variabele dat de variabele niet specifiek is voor een partij verbonden aan het contract. De waardering van het in de VPPA's vervatte derivaat is gebaseerd op een waarderingsmodel dat gebruikmaakt van een Monte Carlo-simulatie met geometrische Brownse beweging die productieoutput en energieprijzen simuleert gedurende de looptijd van de VPPA. De waarderingstechniek omvat alle materiële inputs die consistent zijn met de kenmerken van de VPPA en waarmee marktdeelnemers rekening zouden houden bij het bepalen van een transactieprijs voor het in een contract besloten derivaat in een ordelijke markttransactie. Deze VPPAs omvatten de levering van Groenestroomcertificaten waarvoor de waardering is opgenomen in het waarderingsmodel van het besloten derivaat. De ontvangen Groenestroomcertificaten worden niet opgenomen als afzonderlijke financiële activa aangezien de Groep gebruik maakt van de 'eigen gebruik' vrijstelling.
De Groep erkent hoofdzakelijk opbrengsten uit de verkoop van producten. Opbrengsten worden gewaardeerd op basis van de vergoeding waarop de Groep verwacht recht te hebben in een contract met klanten, en sluit bedragen uit ontvangen voor rekening van derden. De Groep erkent opbrengsten uit de verkoop van producten op het ogenblik dat de controle over de producten wordt overgedragen naar de klant. De opbrengsten uit de verkoop van producten worden erkend op een ogenblik in de tijd. Omzet wordt opgenomen na aftrek van omzetbelastingen en kortingen. Rente wordt opgenomen op een tijdsbasis die het effectieve rendement op het actief weerspiegelt. De Groep erkent enkel opbrengsten uit op verkoop of op gebruik gebaseerde royalty's wanneer (of als) de laatste van volgende gebeurtenissen plaatsvindt: de daaropvolgende verkoop of het gebruik vindt plaats; en de prestatieverplichting waaraan een deel of alle royalty's op basis van verkoop of gebruik zijn toegewezen, is voldaan. Opbrengsten van synthetische touwprojecten worden in de tijd opgenomen omdat de prestaties in het kader van deze projecten geen actief creëren met een alternatief gebruik voor de Groep en de Groep een afdwingbaar recht op betaling heeft voor de prestaties die tot dan toe zijn geleverd. De groep gebruikt een inputmethode om de voortgang van het project te meten, omdat er een directe relatie is tussen de inspanningen van de groep en de overdracht van het project aan de klant. Royalty's worden opgenomen op basis van het toerekeningsprincipe volgens de bepalingen van de overeenkomst en hebben betrekking op technologie en managementondersteuning. Dividenden worden opgenomen op het ogenblik dat het recht van de aandeelhouder op ontvangst vastgelegd is.
Het overzicht van het volledig perioderesultaat presenteert een overzicht van alle opbrengsten en kosten die opgenomen werden hetzij in de winst-enverliesrekening hetzij in het eigen vermogen. Volgens IAS 1 'Presentatie van de jaarrekening' kan een entiteit kiezen voor ofwel één enkel overzicht van het volledig perioderesultaat ofwel twee overzichten, namelijk een winst-en-verliesrekening onmiddellijk gevolgd door een overzicht van het volledig perioderesultaat. De Groep heeft voor de tweede mogelijkheid geopteerd. Als gevolg van de presentatie van een overzicht van het volledig perioderesultaat beperkt de inhoud van het mutatieoverzicht van het eigen vermogen zich tot wijzigingen die verband houden met het aandeelhouderschap.
Om de financiële prestaties van de Groep te analyseren, gebruikt Bekaert consequent verschillende non-GAAP metrieken of Alternatieve Prestatiemaatstaven (APMs) zoals gedefinieerd in de Richtlijnen voor alternatieve prestatiemaatregelen van de European Securities
and Markets Authority's (ESMA). In overeenstemming met deze ESMA-richtlijnen worden de definitie en reden voor gebruik, evenals de afstemmingstabellen, van elke van deze APMs opgegeven in het gedeelte 'Alternatieve prestatiemaatstaven' van het Financieel Overzicht. De belangrijkste APMs die in het Financieel Overzicht worden gebruikt, hebben betrekking op onderliggende prestatiemaatstaven.
Bedrijfsopbrengsten en -kosten die verband houden met herstructureringsprogramma's, bijzondere waardeverminderingen, de eerste verwerking van bedrijfscombinaties, afstoting van activiteiten, milieuprovisies of andere gebeurtenissen en transacties met een eenmalig effect, zijn uitgesloten van de onderliggende EBIT(DA)-maatstaven.
Herstructureringsprogramma's omvatten voornamelijk ontslagvergoedingen, winsten en verliezen bij verkoop en bijzondere waardeverminderingen van activa die betrokken zijn bij een shutdown, belangrijke reorganisatie of verplaatsing van activiteiten. Wanneer er geen verband is met herstructureringsprogramma's, komen alleen bijzondere waardeverminderingen als gevolg van het testen van kasstroomgenererende eenheden in aanmerking als eenmalige effecten.
Eenmalige effecten van bedrijfscombinaties omvatten voornamelijk: aan acquisitiegerelateerde uitgaven, negatieve goodwill, winsten en verliezen op step acquisitie en recycling van CTA op de eerder gehouden rente. Eenmalige effecten van afstotingen van activiteiten omvatten winsten en verliezen op de verkoop van activiteiten die niet kwalificeren als beëindigde bedrijfsactiviteiten. Deze afgestoten bedrijfsactiviteiten kunnen bestaan uit integrale of onderdelen (groepen activa die worden afgestoten) van dochterondernemingen, joint ventures en geassocieerde deelnemingen.
Naast milieuprovisies omvatten andere gebeurtenissen of transacties die niet inherent zijn aan het bedrijf en een eenmalig effect hebben, voornamelijk rampen en verkopen van vastgoedbeleggingen.
Een vast actief, of een groep activa die wordt afgestoten, wordt geclassificeerd als aangehouden voor verkoop wanneer de boekwaarde hoofdzakelijk gerealiseerd zal worden via een verkooptransactie eerder dan door het te blijven gebruiken. Deze voorwaarde is enkel vervuld als de verkoop heel waarschijnlijk geacht wordt en als het actief (of de groep activa die wordt afgestoten) klaar is voor onmiddellijke verkoop in zijn huidige staat. Een beëindigde bedrijfsactiviteit is een component van een entiteit die ofwel afgestoten is ofwel geclassificeerd als aangehouden voor verkoop, een afzonderlijke belangrijke bedrijfsactiviteit of geografisch bedrijfsgebied vertegenwoordigt en zowel operationeel als voor de financiële verslaggeving onderscheiden kan worden van de rest van de entiteit.
Er kan pas sprake zijn van een zeer waarschijnlijke verkoop als de entiteit zich verbonden heeft tot een plan voor de verkoop van het actief (of de groep activa die wordt afgestoten) en als een operationeel plan opgestart is om een koper te vinden en het plan tot een goed einde te brengen. Bovendien moet de verkoop van het actief (of van de groep activa die wordt afgestoten) actief gepromoot worden tegen een redelijke prijs in verhouding tot zijn huidige reële waarde en dient de verkoopovereenkomst naar verwachting afgesloten te worden binnen het jaar na de classificatiedatum. Activa die geclassificeerd zijn als aangehouden voor verkoop worden gewaardeerd tegen reële waarde na aftrek van verkoopkosten als
deze lager is dan de boekwaarde. Een eventueel overschot van de boekwaarde tegenover de reële waarde na aftrek van verkoopkosten wordt afgeboekt als een bijzondere waardevermindering. Zodra activa geclassificeerd worden als aangehouden voor verkoop worden ze niet langer afgeschreven. Vergelijkende balansinformatie voor voorgaande perioden wordt niet herwerkt om de nieuwe classificatie in de balans te weerspiegelen.
Bij de toepassing van de grondslagen voor financiële verslaggeving van de Groep is het management genoodzaakt om beoordelingen, schattingen en veronderstellingen over de boekwaarde van activa en verplichtingen te maken die niet onmiddellijk beschikbaar zijn uit enigerlei bronnen. Deze beoordelingen, schattingen en veronderstellingen worden voortdurend opnieuw geëvalueerd.
Hierna volgen de significante beoordelingen, met uitzondering van deze die bestaan uit schattingen (zie toelichting 3.2. 'Belangrijkste bronnen van schattingsonzekerheden'), die een belangrijke invloed hebben op de gerapporteerde bedragen in deze geconsolideerde jaarrekening.
van het land waarin de onderneming opereert. Zie toelichting 7.8. 'Dochterondernemingen, joint ventures en geassocieerde ondernemingen' voor een volledige lijst van entiteiten met hun functionele valuta.
uitvoering van de OESO Pijler 2 modelvoorschriften, en die aanvullende openbaarmakingsvereisten invoeren. Bekaert heeft de uitzondering toegepast op het opnemen en openbaar maken van informatie over uitgestelde belastingvorderingen en verplichtingen met betrekking tot Pijler 2 belastingen. Bekaert heeft een kwalitatieve en kwantitatieve voorlopige beoordeling uitgevoerd van de potentiële blootstelling van de Groep aan de aanvullende belastingen van Pijler 2. Op basis van het beschikbare landenrapport over 2024 wordt verwacht dat de meeste jurisdicties in aanmerking komen voor de tijdelijke veilige havens vrijstelling. De belangrijkste jurisdictie met een potentieel aanvullend belastingrisico is België, de jurisdictie van de uiteindelijke moederentiteit. Op basis van de huidige beoordeling is voor 2024 geen materiële impact van de Pijler 2 wetgeving te verwachten.
Hierna volgt een overzicht van de belangrijkste veronderstellingen omtrent de toekomst en de belangrijkste andere bronnen van schattingsonzekerheden op het einde van de verslagperiode die een risico inhouden op beduidende aanpassingen aan de boekwaarden van activa en verplichtingen in de komende verslagperiode.
opgenomen heeft in haar geconsolideerde jaarrekening. Overeenkomstig acht Bekaert het onwaarschijnlijk dat mogelijke belastingrisico's bovenop de bedragen momenteel opgenomen in de geconsolideerde jaarrekening, een materieel effect zullen hebben op haar financiële positie. Zowel de duurtijd als de positie aangenomen door de belastingautoriteiten geven aanleiding tot onzekerheid en een risico dat kan leiden tot een aanpassing in het volgende boekjaar van de opgenomen bedragen voor belastingschulden gerelateerd aan onzekere belastingposities. Bekaert heeft per jaareinde 2024 onzekere belastingposities opgenomen ten bedrage van € 42,6 miljoen (2023: € 42,7 miljoen). Zie ook toelichting 6.21. 'Belastingposities'.
De evolutie van de macro-economische omgeving heeft ondernemingen overal ter wereld beïnvloed. De Groep heeft de risico's in verband met die ontwikkelingen in kaart gebracht en heeft maatregelen genomen om ze te beperken, zoals beschreven in de Corporate Governance verklaring hoofdstuk 'Algemene interne controle en ERM' van dit verslag.
Impactvolle veranderingen in de vraag kunnen sectoren beïnvloeden die relevant zijn voor Bekaert. Een crisis of recessie kan leiden tot een vraagdaling als gevolg van een zwak consumentenvertrouwen en uitgestelde investeringen. De daaruit voortvloeiende overcapaciteit stroomopwaarts en stroomafwaarts kan leiden tot prijserosie in de hele toeleveringsketen. Om deze risico's te beperken, herpositioneert Bekaert haar activiteiten in de richting van segmenten met hogere waardeproposities die veel minder beïnvloed worden door cycliciteit. De groep implementeert ook maatregelen om kostenconcurrerend te zijn, kosten te verlagen en kosteninflatie door te rekenen.
Hoewel de groei van sommige groeiplatformen vertraging heeft opgelopen, blijft de winstgevendheid in deze segmenten sterk dankzij maatregelen om de kosten te beperken en volumeverminderingen en rationalisaties van de activiteiten te compenseren, wat tot uiting komt in de financiële resultaten voor 2024. Bovendien werd deze vertraging gedeeltelijk gecompenseerd door andere subsegmenten met hoger dan gemiddelde marges binnen de kernplatformen die sneller groeien, bijvoorbeeld de energie- en nutssegmenten in de business unit Steel Wire Solutions.
Bekaert leverde een veerkrachtige financiële prestatie in 2024, met stabiele winstmarges (EBITumarge van 8,8%) en robuuste kasstromen (Vrije Kasstroom van € 193 miljoen). Ondanks lagere volumes en zwakkere omstandigheden in veel van haar eindmarkten, blijft de business profiteren van de succesvolle uitvoering van Bekaerts strategie van portfolio rationalisatie, prijsdiscipline, het verbeteren van de mix van producten met hogere marges en het stimuleren van verdere kostenefficiënties. (zie
toelichting 5.2. Bedrijfsresultaat (EBIT) per functie en persbericht met betrekking tot de jaarrekening van 2024).
Bij de waardering van de vaste prestatie regelingen van de Groep worden de belangrijkste actuariële veronderstellingen ook beïnvloed door de macroeconomische evolutie. De details van deze waarderingen zijn opgenomen in toelichting 6.16. 'Voorzieningen voor personeelsbeloningen'. Wijzigingen geboekt via het eigen vermogen bedroegen in 2024 € 20,5 miljoen en waren het gevolg van een winst van € 9,5 miljoen op fondsbeleggingen die een positief rendement weerspiegelden en € 11,0 miljoen winst op de brutoverplichting. Dit laatste kan worden opgesplitst in winst van € 16,2 miljoen als gevolg van wijzigingen in financiële assumpties die de hogere disconteringsvoeten weerspiegelden, verlies van € 1,2 miljoen als gevolg van wijzigingen in demografische assumpties en een verlies van € 3,9 miljoen aan passiva als gevolg van ervaringsaanpassingen.
Om de markt- en technologiepositionering in groene energiemarkten verder te ondersteunen, bouwt Bekaert sleutelposities uit in elk specifiek business ecosysteem. Bijvoorbeeld, onze samenwerking met belangrijke bandenproducenten om het gebruik van gerecycleerd staal te verhogen dat bijdraagt tot de circulaire economie, onze deelname aan technologiegedreven consortia zoals Hydrogen Europe of onze lopende samenwerkingen met belangrijke leveranciers van afmeer- en hijsmateriaal om een revolutie teweeg te brengen op het vlak van touwinspectie, wat aanzienlijke voordelen oplevert zoals langere operationele veiligheid, langere levensduur van touwen, verhoogde productiviteit en duurzaamheid.
Verder heeft de Groep Virtual Power Purchase Agreements (VPPA) ondertekend (zie toelichting 7.3. Beheer van financiële risico's en financiële instrumenten) in Roemenië en heeft zonnecapaciteit geïnstalleerd op de daken van verschillende Chinese fabrieken om de uitstoot van broeikasgassen te helpen verminderen en compenseren.
kapitaaluitgaven ter ondersteuning van ecologisch duurzame activiteiten (zie toelichting 6.3. Materiële vaste activa en het hoofdstuk 'EU-Taxonomie Key Performance Indicators' in de milieuverklaringen). De Groep verwacht niet dat de klimaatverandering een invloed zal hebben op de waardering of de gebruiksduur van de vlottende vaste activa.
Staaldraad transformeren en bedrijfseigen deklaagoplossingen toepassen, dat zijn onze kernactiviteiten. Afhankelijk van de wensen van onze klanten trekken we draad in diverse diameters en sterktes, zelfs tot ultrafijne vezels van één micron. We bundelen draden tot koord, kabels en strengen, weven of breien ze tot een weefsel of verwerken ze tot een eindproduct. De coatings die we aanbrengen verminderen wrijving, verbeteren de corrosiebestendigheid of bevorderen de adhesie met andere materialen. We ontwikkelen ook producten en oplossingen die zijn gemaakt van andere metalen en materialen. Dit is onderdeel van onze strategie om creativiteit te stimuleren beyond steel.
Bekaert gebruikt een business segmentatie om de aard en de financiële prestaties van het bedrijf als geheel te evalueren, in overeenstemming met de manier waarop de financiële prestaties worden gerapporteerd aan de chief operating decision maker (Bekaert Group Executive (BGE)). De business units (BU) van de Groep worden gekenmerkt door BU-specifieke product- en marktprofielen, industrietrends, kostenfactoren en technologienoden die aangepast zijn aan de specifieke industrievereisten. Meer informatie over de segmenten vindt u in het Strategiehoofdstuk in deel 1 van dit verslag.
De volgende vier segmenten worden gepresenteerd:
Er werden geen segmenten geaggregeerd.

Enkel de elementen van het kapitaalgebruik (immateriële activa, goodwill, materiële vaste activa, recht-opgebruik vaste activa en de elementen van het operationeel werkkapitaal) worden toegewezen aan de verscheidene segmenten. Alle andere activa en verplichtingen worden gerapporteerd als 'niet-toegewezen activa en verplichtingen'. 'Groep' omvat voornamelijk de functionele eenheid innovatie en technologie, engineering en niet-doorgerekende kosten voor groepsmanagement en -diensten; het is geen rapporteerbaar segment op zich. Eventuele verkopen tussen segmenten gebeuren tegen prijzen die beantwoorden aan het arm's length principe. Intersegment omvat voornamelijk eliminaties van vorderingen en schulden, van verkopen en van marges op overdrachten van voorraden en van vaste activa en de bijhorende aanpassingen aan afschrijvingen en waardeverminderingen.
Er worden geen andere materiële rapportage-items dan de hieronder genoemde verstrekt aan de chief operating decision maker.
| in duizend € | Rubber versterking |
Staaldraad toepassingen |
BBRG | Specialty Businesses |
Groep Intersegment Geconsolideerd | ||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Geconsolideerde omzet aan derden |
1 881 453 | 1 168 645 | 588 625 | 677 171 | 11 997 | — | 4 327 892 |
| Geconsolideerde omzet | 1 904 868 | 1 197 893 | 590 204 | 690 272 | 119 677 | -175 023 | 4 327 892 |
| Bedrijfsresultaat (EBIT) | 155 546 | 74 954 | 72 405 | 103 939 | -70 236 | -2 196 | 334 412 |
| EBIT - Onderliggend | 183 591 | 90 261 | 72 770 | 111 941 | -68 038 | -2 196 | 388 328 |
| Afschrijvingen en waardeverminderingen ¹ |
88 846 | 34 494 | 26 698 | 24 597 | 13 100 | -9 804 | 177 932 |
| Bijzondere waardeverminderingen |
4 764 | 3 541 | — | 2 640 | -131 | — | 10 814 |
| EBITDA | 249 156 | 112 990 | 99 103 | 131 176 | -57 267 | -12 001 | 523 157 |
| Activa van het segment | 1 332 908 | 605 057 | 634 263 | 462 622 | -5 701 | -129 721 | 2 899 428 |
| Niet-toegewezen activa | 1 181 796 | ||||||
| Totaal activa | 4 081 224 | ||||||
| Verplichtingen van het segment |
302 430 | 204 519 | 121 813 | 101 344 | 115 922 | -61 475 | 784 554 |
| Niet-toegewezen verplichtingen |
1 130 641 | ||||||
| Totaal verplichtingen | 1 915 195 | ||||||
| Kapitaalgebruik | 1 030 478 | 400 538 | 512 450 | 361 278 | -121 623 | -68 247 | 2 114 874 |
| Gewogen gemiddeld kapitaalgebruik |
1 077 321 | 414 446 | 500 503 | 344 364 | -141 818 | -66 218 | 2 128 598 |
| ROCE | 14,4% | 18,1% | 14,5% | 30,2% | — | — | 15,7% |
| Investeringsuitgaven materiële vaste activa |
81 856 | 33 125 | 37 084 | 40 457 | 8 292 | -12 862 | 187 950 |
| Investeringsuitgaven immateriële activa |
731 | 127 | 5 622 | 35 | 12 898 | -662 | 18 750 |
| Aandeel in het resultaat van joint ventures en geassocieerde ondernemingen |
-4 026 | 50 660 | — | — | -11 | — | 46 623 |
| Deelnemingen in joint ventures en geassocieerde ondernemingen |
51 894 | 171 729 | — | — | — | — | 223 623 |
| Aantal personeelsleden (einde jaar) ² |
10 378 | 4 126 | 2 417 | 2 098 | 1 314 | — | 20 332 |
| in duizend € | Rubber versterking |
Staaldraad toepassingen |
BBRG | Specialty Businesses |
Groep Intersegment Geconsolideerd | ||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Geconsolideerde omzet aan derden |
1 703 011 | 1 067 530 | 552 245 | 629 939 | 5 090 | — | 3 957 814 |
| Geconsolideerde omzet | 1 725 858 | 1 095 538 | 555 232 | 638 036 | 95 597 | -152 448 | 3 957 814 |
| Bedrijfsresultaat (EBIT) | 132 143 | 110 328 | 41 804 | 72 925 | -61 899 | 877 | 296 178 |
| EBIT - Onderliggend | 149 942 | 113 768 | 49 929 | 87 912 | -54 973 | 1 577 | 348 156 |
| Afschrijvingen en waardeverminderingen ¹ |
86 113 | 27 958 | 30 278 | 2 592 | 14 545 | -10 074 | 151 411 |
| Bijzondere waardeverminderingen |
-165 | 1 444 | 3 016 | 5 483 | — | — | 9 779 |
| EBITDA | 218 091 | 139 730 | 75 098 | 81 000 | -47 354 | -9 197 | 457 368 |
| Activa van het segment | 1 378 076 | 634 217 | 688 978 | 500 412 | -13 608 | -114 421 | 3 073 654 |
| Niet-toegewezen activa | 1 088 233 | ||||||
| Totaal activa | 4 161 887 | ||||||
| Verplichtingen van het segment |
314 515 | 228 406 | 115 613 | 105 329 | 99 073 | -46 815 | 816 120 |
| Niet-toegewezen verplichtingen |
1 033 999 | ||||||
| Totaal verplichtingen | 1 850 119 | ||||||
| Kapitaalgebruik | 1 063 562 | 405 811 | 573 365 | 395 083 | -112 681 | -67 605 | 2 257 534 |
| Gewogen gemiddeld kapitaalgebruik |
1 047 368 | 403 303 | 550 798 | 378 292 | -115 744 | -64 724 | 2 199 293 |
| ROCE | 12,6% | 27,4% | 7,6% | 19,3% | — | — | 13,5% |
| Investeringsuitgaven materiële vaste activa |
84 009 | 34 776 | 23 083 | 46 259 | 6 491 | -8 450 | 186 168 |
| Investeringsuitgaven immateriële activa |
4 922 | 754 | 4 171 | 6 807 | 9 527 | -517 | 25 664 |
| Aandeel in het resultaat van joint ventures en geassocieerde ondernemingen |
1 218 | 47 581 | — | — | — | — | 48 799 |
| Deelnemingen in joint ventures en geassocieerde ondernemingen |
43 568 | 145 052 | — | — | — | — | 188 620 |
| Aantal personeelsleden (einde jaar) ² |
10 023 | 3 877 | 2 437 | 2 030 | 1 276 | — | 19 643 |
¹ Afschrijvingen en waardeverminderingen omvatten afwaarderingen / (terugnames van afwaarderingen) op voorraden en handelsvorderingen.
² Aantal personeelsleden: voltijdse equivalenten op Bekaert payroll (exclusief tijdelijke werknemers) in geconsolideerde entiteiten.
De tabel hieronder toont het relatief gewicht van België (land waar de hoofdzetel van de onderneming is gevestigd), China, India, de Verenigde Staten en Slovakije in termen van omzet en elementen van vaste activa (immateriële activa; goodwill; materiële vaste activa; recht-op-gebruik vaste activa; deelnemingen in joint ventures en geassocieerde ondernemingen).
| in duizend € | 2023 | % van totaal | 2024 | % van totaal |
|---|---|---|---|---|
| Geconsolideerde omzet aan derden | ||||
| vanuit België | 413 693 | 9% | 420 886 | 11% |
| vanuit China | 823 291 | 19% | 752 946 | 19% |
| vanuit Indië | 204 581 | 5% | 194 300 | 5% |
| vanuit de VS | 866 132 | 20% | 746 116 | 19% |
| vanuit Slovakije | 425 590 | 10% | 381 840 | 9% |
| vanuit andere landen | 1 594 606 | 37% | 1 461 726 | 37% |
| Totaal geconsolideerde omzet aan derden | 4 327 892 | 100 % | 3 957 814 | 100 % |
| Geselecteerde vaste activa, gelokaliseerd | ||||
| in België | 155 829 | 9% | 247 792 | 14% |
| in China | 274 478 | 16% | 277 359 | 15% |
| in Indië | 59 613 | 4% | 71 753 | 4% |
| in de VS | 166 253 | 10% | 177 997 | 10% |
| in Slovakije | 134 264 | 8% | 136 139 | 8% |
| in andere landen | 906 901 | 53% | 881 979 | 49% |
| Totaal geselecteerde vaste activa | 1 697 336 | 100 % | 1 793 018 | 100 % |
Bekaerts top 5-klanten vertegenwoordigden samen 21% (2023: 23%) van de totale geconsolideerde omzet van de Groep, terwijl de volgende 5 klanten nog eens 6% (2023: 6%) vertegenwoordigden van de totale geconsolideerde omzet van de Groep. Geen enkele individuele klant bracht 10% bij tot de geconsolideerde omzet.
De Groep erkent omzet uit de volgende bronnen: levering van producten en, in beperkte mate, levering van diensten en projecten. Bekaert oordeelt dat de levering van producten de belangrijkste prestatieverplichting is. De Groep erkent omzet op het ogenblik dat de controle over de betrokken producten overgedragen wordt naar de klant. Klanten verwerven controle op het ogenblik van de levering (op basis van de inco terms in voege). Het bedrag dat aan omzet erkend wordt, wordt gecorrigeerd voor volumekortingen. Er wordt geen correctie gemaakt voor teruggaves of garanties of variabele vergoedingen gezien de impact op basis van historische informatie als niet materieel geacht wordt. De groep erkent de opbrengsten van projecten over de tijd, waarbij een inputmethode wordt gebruikt om de voortgang van het project te meten. Voor 2024 zijn de inkomsten uit projecten immaterieel in vergelijking met het totale verkoopcijfer.
De desaggregatie van opbrengsten op basis van het moment waarop opbrengsten worden opgenomen, d.w.z. op een moment in de tijd of over een periode (gebruikelijk voor ontwikkelingsactiviteiten), brengt niet veel toegevoegde waarde aangezien de verkoop van machines aan derden zeer weinig bijdraagt tot de totale omzet.
| in duizend € | 2023 | % van totaal | 2024 | % van totaal |
|---|---|---|---|---|
| Verkoop van goederen | 4 323 497 | 99,9% | 3 956 894 | 100,0% |
| Verkoop van machines door engineering | 4 181 | 0,1% | 910 | —% |
| Andere verkopen | 213 | —% | 9 | —% |
| Netto-omzet | 4 327 892 | 100,0% | 3 957 814 | 100,0% |
In de volgende tabel wordt de netto-omzet gedesaggregeerd per sector inclusief een reconciliatie tussen de netto-omzet per sector en de operationele segmenten van de Groep (zie toelichting 4.1. 'Kerncijfers per rapporteringssegment¹).
2023¹
| in duizend € | RR | SWS | BBRG | SB | Group | Geconsolideerd |
|---|---|---|---|---|---|---|
| Sector | ||||||
| Banden en automobiel | 1 879 494 | 122 952 | 9 445 | 36 188 | — | 2 048 079 |
| Energie en nutsvoorzieningen | — | 274 155 | 115 142 | 31 889 | — | 421 186 |
| Bouw | — | 248 533 | 77 383 | 408 441 | — | 734 357 |
| Consumptiegoederen | — | 79 871 | — | 3 145 | — | 83 016 |
| Landbouw | — | 238 751 | 34 491 | — | — | 273 242 |
| Machinebouw | 1 959 | 94 700 | 153 168 | 106 585 | 11 997 | 368 409 |
| Grondstoffen | — | 109 683 | 198 997 | 90 923 | — | 399 603 |
| Totaal | 1 881 453 | 1 168 645 | 588 626 | 677 171 | 11 997 | 4 327 892 |
2024¹
| in duizend € | RR | SWS | BBRG | SB | Group | Geconsolideerd |
|---|---|---|---|---|---|---|
| Sector | ||||||
| Banden en automobiel | 1 698 691 | 162 652 | 14 734 | 38 011 | — | 1 914 088 |
| Energie en nutsvoorzieningen | — | 293 789 | 130 816 | 25 105 | — | 449 710 |
| Bouw | — | 206 155 | 70 047 | 399 850 | — | 676 052 |
| Consumptiegoederen | — | 86 001 | — | 3 831 | — | 89 832 |
| Landbouw | — | 180 636 | 41 122 | — | — | 221 758 |
| Machinebouw | — | 57 909 | 129 286 | 99 527 | 5 090 | 291 812 |
| Grondstoffen | 4 320 | 80 388 | 166 240 | 63 614 | — | 314 562 |
| Totaal | 1 703 011 | 1 067 530 | 552 245 | 629 938 | 5 090 | 3 957 814 |
¹ RR = Rubber Reinforcement (Rubberversterking); SWS = Steel Wire Solutions (Staaldraadtoepassingen); BBRG = Bridon-Bekaert Ropes Group; SB = Specialty Businesses
| in duizend € | 2023 | 2024 | verschil (%) |
|---|---|---|---|
| Omzet | 4 327 892 | 3 957 814 | -8,6% |
| Kostprijs van verkopen | -3 623 289 | -3 302 558 | -8,9% |
| Marge op omzet | 704 602 | 655 256 | -7,0% |
| Marge op omzet in % van omzet | 16,3% | 16,6% |
Bekaert realiseerde een geconsolideerde omzet van € 3,96 miljard in 2024, een daling van -8,6% in vergelijking met 2023 vooral door de negatieve impact van verrekende grondstofkosten en invoerkosten, lagere volumes, afgenomen prijs-mix effecten en een ongunstig effect van wisselkoersschommelingen. De organische omzetdaling (-8,6%) was het gevolg van negatieve impact van de doorgerekende kosteninflatie (-3,9%), een daling van de volumes (-3,5%) en afgenomen prijs-mix effecten (-1,2%). De wisselkoers-bewegingen waren -0,7% negatief (hoofdzakelijk gerelateerd aan de Chinese renminbi). De aankoop van Bexco NV resulteert in een positieve impact op de omzet van 0,8%.
De marge op omzet van de groep daalde met € 49,3 miljoen in absoluut bedrag (-7.0%), maar het margepercentage op omzet stijgt tot 16,6% (2023: 16,3%). De daling werd voornamelijk veroorzaakt door doorgerekende energieprijzen, negatieve prijsveranderingen en hogere concurrentie op belangrijke markten.
Overheadkosten
| in duizend € | 2023 | 2024 | verschil (%) |
|---|---|---|---|
| Commerciële kosten | -159 907 | -158 521 | -0,9% |
| Administratieve kosten | -158 034 | -150 878 | -4,5% |
| Kosten voor onderzoek en ontwikkeling | -56 587 | -56 670 | 0,1% |
| Totaal | -374 527 | -366 070 | -2,3% |
De overheadkosten dalen met € 8,6 miljoen naar € 366,1 miljoen (9,3% op omzet). De daling in absolute waarde van de administratieve kosten (€ 150,9 miljoen in 2024; € 158,0 miljoen in 2023) houdt voornamelijk verband met de daling van de loonkosten, consultancy en IT kosten, gedeeltelijk gecompenseerd door een stijging van de eenmalige administratieve kosten. Er is een positief valuatakoerseffect van € 1,1 miljoen (voornamelijk gerelateerd aan de impact van wisselkoersresultaten in Chinese renminbi). De daling van de overheadkosten wordt gedeeltelijk gecompenseerd door de overheadkosten verbonden met het nieuw verworven bedrijf, Bexco NV (€ 4,0 miljoen). In 2024 omvatten de verkoopkosten voorzieningen voor oninbare vorderingen (uitgezonderd eenmalige elementen) ten belope van € -4,1 miljoen (2023: € -2,0 miljoen) en terugboekingen van voorzieningen voor oninbare vorderingen (uitgezonderd eenmalige elementen) voor bedragen die wel en niet zijn gebruikt voor € 4,1 miljoen (2023: € 5,1 miljoen).
| in duizend € | 2023 | 2024 | verschil |
|---|---|---|---|
| Ontvangen royalties | 14 651 | 12 990 | -1 662 |
| Winsten op verkoop van immateriële en materiële vaste activa | 740 | 6 508 | 5 768 |
| Terugbetaalde belastingen | — | — | — |
| Overheidssubsidies | 1 569 | 3 333 | 1 764 |
| Ontvangen vergoedingen voor schadeclaims | 2 019 | 1 261 | -758 |
| Herstructurering | 4 456 | 1 062 | -3 394 |
| Milieu | — | 60 | 60 |
| Winsten op afgestoten activiteiten (verkochte belangen) | 5 958 | — | -5 958 |
| Overige opbrengsten | 5 758 | 4 274 | -1 484 |
| Totaal | 35 151 | 29 487 | -5 664 |
De ontvangen royalties namen met -11,3% af ten gevolge van de lagere omzet. Overheidssubsidies hadden voornamelijk betrekking op subsidies in China. Er zijn geen aanwijzingen dat niet aan de voorwaarden voor dergelijke subsidies zal kunnen worden voldaan en dus ook niet dat de subsidies mogelijk teruggestort moeten worden in de toekomst.
In 2024 bevatte de winst op de verkoop van materiële vaste activa en immateriële activa de opbrengsten uit de verkoop van activa die niet waren opgenomen in herstructureringsprogramma's, voornamelijk in België
| in duizend € | 2023 | 2024 | verschil |
|---|---|---|---|
| Betaalde royalties | -942 | -834 | 108 |
| Verliezen op verkoop van immateriële en materiële vaste activa | -1 446 | -1 617 | -171 |
| Afschrijvingen op immateriële activa | -1 500 | -1 500 | — |
| Bankkosten | -2 279 | -2 227 | 52 |
| Aan belastingen gerelateerde kosten (andere dan winstbelastingen) | -3 823 | 584 | 4 408 |
| Bijzondere waardeverminderingen | -320 | -677 | -357 |
| Herstructurering | -1 573 | -6 453 | -4 880 |
| Milieu | -3 273 | -5 664 | -2 391 |
| Verliezen op afgestoten activiteiten | -9 325 | — | 9 325 |
| Overige kosten | -6 333 | -4 108 | 2 225 |
| Totaal | -30 814 | -22 496 | 8 318 |
In 2024 hadden de opbrengsten van Herstructurering voornamelijk betrekking op de herstructurering in Indonesië en de sluiting van de fabriek in Figline (Italië). De andere bedrijfskosten van Herstructurering omvatten daarentegen hoofdzakelijk een deel van de kosten die verband hielden met het herstructureringsprogramma in het Verenigd Koninkrijk en de sluiting van de fabriek in Italië.
In 2023 bestonden de opbrengsten van Herstructurering voornamelijk uit de winst op de sluiting van Figline en de terugdraai van de voorziening van de vordering van douane en BTW in Lonand (India). De andere bedrijfskosten van Herstructurering omvatten een deel van de kosten (ontslagkosten) die verband hileden met herstructureringsprogramma's en fabriekssluitingen.
Het 2023 verlies van € -2,1 miljoen (winst van € 5,9 miljoen en het CTA-verlies van € -8,1 miljoen) op bedrijfsdesinvesteringen hield verband met de verkoop van de Staaldraadtoepassingsactiviteiten in Chili en Peru aan de partners. Daarnaast was er de verkoop van Agro-Bekaert Colombia SAS en Agro-Bekaert Springs met een verlies van € -1,3 miljoen.
De milieukosten in 2024 en 2023 hielden voornamelijk verband met milieuvoorzieningen voor de sluiting van de fabriek in Figline (Italië).
De volgende tabellen combineren de gerapporteerde en onderliggende resultaten en geven een analyse van de eenmalige elementen per categorie (zoals gedefinieerd in toelichting 2.6. 'Alternatieve prestatiemaatstaven), operationele segmenten en elementen in de winst-en-verliesrekening.
| EBIT gerapporteerd en | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| onderliggend | 2023 | 2024 | ||||
| waarvan | waarvan eenmalige |
waarvan | waarvan eenmalige |
|||
| in duizend € | gerapporteerd | onderliggend | elementen | gerapporteerd | onderliggend | elementen |
| Omzet | 4 327 892 | 4 327 892 | — | 3 957 814 | 3 957 814 | — |
| Kostprijs van verkopen | -3 623 289 | -3 582 853 | -40 437 | -3 302 558 | -3 274 039 | -28 518 |
| Marge op omzet | 704 602 | 745 039 | -40 437 | 655 256 | 683 775 | -28 518 |
| Commerciële kosten | -159 907 | -157 076 | -2 831 | -158 521 | -157 427 | -1 094 |
| Administratieve kosten | -158 034 | -152 709 | -5 325 | -150 878 | -142 601 | -8 277 |
| Kosten voor onderzoek en ontwikkeling | -56 587 | -55 375 | -1 212 | -56 670 | -53 409 | -3 262 |
| Andere bedrijfsopbrengsten | 35 151 | 24 663 | 10 488 | 29 487 | 28 177 | 1 310 |
| Andere bedrijfskosten | -30 814 | -16 214 | -14 600 | -22 496 | -10 360 | -12 136 |
| Bedrijfsresultaat (EBIT) | 334 412 | 388 328 | -53 917 | 296 178 | 348 156 | -51 978 |
| Kostprijs | Onderzoek | Andere | Andere | ||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| in duizend € | van verkopen |
Commerciële kosten |
Administratieve kosten |
en ontwikkeling |
bedrijfs opbrengsten |
bedrijfs kosten |
Totaal |
| Herstructureringsprogramma's per segment |
|||||||
| Rubberversterking 1 | -23 478 | -853 | -754 | -307 | 1 629 | -973 -24 736 | |
| Staaldraadtoepassingen 2 | -10 597 | -736 | -145 | — | — | -106 | -11 584 |
| Bridon-Bekaert Ropes Group (BBRG) 3 |
128 | -490 | — | — | -1 | -2 | -365 |
| Specialty Businesses 4 | -5 993 | -752 | — | -904 | 2 | -327 | -7 974 |
| Groep 5 | -160 | — | -2 523 | — | 2 825 | -165 | -22 |
| Totaal herstructureringsprogramma's |
-40 100 | -2 831 | -3 422 | -1 212 | 4 456 | -1 573 -44 682 | |
| Afstoting van activiteiten | |||||||
| Staaldraadtoepassingen 6 | — | — | — | — | 5 958 | -9 325 | -3 368 |
| Totaal afstoting van activiteiten |
— | — | — | — | 5 958 | -9 325 | -3 368 |
| Milieuprovisies/(terugdraai van provisies) |
|||||||
| Rubberversterking 1 | — | — | — | — | — | -3 000 | -3 000 |
| Groep | — | — | — | — | — | -273 | -273 |
| Totaal milieuprovisies/ (terugdraai van provisies) |
— | — | — | — | — | -3 273 | -3 273 |
| Andere gebeurtenissen en transacties |
|||||||
| Rubberversterking 7 | -310 | — | — | — | — | — | -310 |
| Staaldraadtoepassingen 8 | — | — | — | — | 74 | -429 | -355 |
| Specialty Businesses | -27 | — | — | — | — | — | -27 |
| Groep 9 | — | — | -1 903 | — | — | — | -1 903 |
| Totaal andere gebeurtenissen en transacties |
-337 | — | -1 903 | — | 74 | -429 | -2 595 |
| Totaal | -40 437 | -2 831 | -5 325 | -1 212 | 10 488 | -14 600 | -53 917 |
¹ Had voornamelijk betrekking op sluitings- en ontslagkosten in China, ontslagkosten in Indonesië en het saneringsproject van
gebouwen in Rome (VS); milieuprovisies hadden betrekking op de sluiting van de Figline fabriek (Italië).
² Had voornamelijk betrekking op sluitingskosten in Indonesië en ontslagkosten in België en China.
³ Had betrekking op de herstructurering in het Verenigd Koninkrijk en de sluiting van de fabriek in Duitsland.
⁴ Had voornamelijk betrekking op ontslagkosten in Nederland en herstructurering in China.
5 Had voornamelijk betrekking op de terugboeking van een douane-/BTW-voorziening in India en ontslagkosten in China en België. 6 Had betrekking op de verkoop van de Staaldraadtoepassingen in Chili en Peru en de verkoop van Agro-Bekaert Colombia SAS en Agro-
Bekaert Springs, SL. 7 Had betrekking op de fabriek in Rusland.
8 Had betrekking op de vereffening van Bekaert Shah Alam Sdn Bhd in Maleisië.
9 Aan acquisities gerelateerde kosten.
| Kostprijs | Onderzoek | Andere | Andere | ||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| van | Commerciële | Administratieve | en | bedrijfs | bedrijfs | ||
| in duizend € | verkopen | kosten | kosten | ontwikkeling | opbrengsten | kosten | Totaal |
| Herstructureringsprogramma's per segment |
|||||||
| Rubberversterking 1 | -8 010 | 541 | -1 284 | -2 019 | 991 | -2 786 | -12 566 |
| Staaldraadtoepassingen 2 | -2 954 | -357 | -766 | — | 767 | -130 | -3 440 |
| Bridon-Bekaert Ropes Group (BBRG) 3 |
-4 374 | -281 | -504 | — | — | -2 966 | -8 125 |
| Specialty Businesses 4 | -12 816 | -869 | -527 | -306 | — | -471 -14 988 | |
| Groep 5 | -366 | -127 | -2 311 | -938 | 4 | -100 | -3 837 |
| Intersegment | — | — | — | — | -700 | — | -700 |
| Totaal herstructureringsprogramma's |
-28 518 | -1 094 | -5 392 | -3 262 | 1 062 | -6 453 -43 657 | |
| Milieuprovisies/(terugdraai van provisies) |
|||||||
| Rubberversterking 6 | — | — | — | — | — | -5 232 | -5 232 |
| Groep | — | — | — | — | 60 | -432 | -371 |
| Totaal milieuprovisies/ (terugdraai van provisies) |
— | — | — | — | 60 | -5 664 | -5 604 |
| Andere gebeurtenissen en transacties |
|||||||
| Groep 7 | — | — | -2 886 | — | 188 | -20 | -2 717 |
| Totaal andere gebeurtenissen en transacties |
— | — | -2 886 | — | 188 | -20 | -2 717 |
| Totaal | -28 518 | -1 094 | -8 277 | -3 262 | 1 310 | -12 136 | -51 978 |
¹ Had voornamelijk betrekking op de sluiting van de Figline fabriek (Italië), sluitings- en ontslagkosten in China en ontslagkosten in België.
² Had voornamelijk betrekking op bijzondere waardeverminderingen in China, herstructurering in Indonesië en ontslagkosten in Latijns-Amerika en België.
³ Had betrekking op de herstructurering in het Verenigd Koninkrijk.
⁴ Had voornamelijk betrekking op herstructurering in China, Nederland en België.
5 Had voornamelijk betrekking op ontslagkosten in China en België.
6 Had betrekking op de sluiting van de Figline fabriek (Italië).
7 Aan acquisities gerelateerde administratieve kosten.
De onderstaande tabel levert bijkomende informatie over de toewijzing van de voornaamste componenten van het bedrijfsresultaat (EBIT) per aard van de opbrengsten en kosten.
| in duizend € | 2023 | % op omzet | 2024 | % op omzet |
|---|---|---|---|---|
| Omzet | 4 327 892 | 100% | 3 957 814 | 100% |
| Andere bedrijfsopbrengsten | 35 151 | — | 29 487 | — |
| Totaal bedrijfsopbrengsten | 4 363 043 | — | 3 987 302 | — |
| Zelfgeproduceerde materiële vaste activa | 68 033 | 1,6% | 76 194 | 1,9% |
| Grondstoffen | -1 604 328 | -37,1% | -1 434 756 | -36,3% |
| Halfproducten en handelsgoederen | -185 499 | -4,3% | -187 883 | -4,7% |
| Voorraadwijziging goederen in bewerking en gereed product | -97 568 | -2,3% | 7 466 | 0,2% |
| Personeelskosten | -858 594 | -19,8% | -871 625 | -22,0% |
| Afschrijvingen en waardeverminderingen | -177 924 | -4,1% | -151 412 | -3,8% |
| Bijzondere waardeverminderingen | -10 814 | -0,2% | -9 779 | -0,2% |
| Vervoer- en verhandelingskosten gereed product | -193 878 | -4,5% | -208 561 | -5,3% |
| Hulpstoffen en wisselstukken | -295 661 | -6,8% | -277 388 | -7,0% |
| Kosten voor nutsvoorzieningen | -314 937 | -7,3% | -268 285 | -6,8% |
| Onderhouds- en herstellingskosten | -62 317 | -1,4% | -61 890 | -1,6% |
| Leasing en gerelateerde kosten | -40 747 | -0,9% | -43 662 | -1,1% |
| Commissies in commerciële kosten | -4 287 | -0,1% | -3 839 | -0,1% |
| Douane en accijnzen | -12 452 | -0,3% | -15 533 | -0,4% |
| ICT-kosten¹ | -63 096 | -1,5% | -60 215 | -1,5% |
| Reclame- en promotiekosten | -7 715 | -0,2% | -7 195 | -0,2% |
| Reis-, restaurant- en hotelkosten | -18 383 | -0,4% | -17 134 | -0,4% |
| Consultancy en overige honoraria | -39 637 | -0,9% | -39 231 | -1,0% |
| Kantoorbenodigdheden en -uitrusting | -9 591 | -0,2% | -6 548 | -0,2% |
| Durfkapitaalfondsen O&O | — | — | — | — |
| Tijdelijke of externe personeelskosten | -33 025 | -0,8% | -29 223 | -0,7% |
| Verzekeringskosten | -14 394 | -0,3% | -14 544 | -0,4% |
| Diverse bedrijfskosten | -51 816 | -1,2% | -66 081 | -1,7% |
| Totaal bedrijfskosten | -4 028 631 | -93,1% | -3 691 123 | -93,3% |
| Bedrijfsresultaat (EBIT) | 334 412 | 7,7% | 296 178 | 7,5% |
Door de dalende walsdraadprijzen en lagere aangekochte hoeveelheden zijn de totale grondstofkosten in 2024 gedaald ten opzichte van de kosten in 2023.
De bijzondere waardeverminderingen van 2024 hadden voornamelijk betrekking op de bijzondere waardeverminderingen van PP&E in China, Verenigd Koninkrijk en Nederland. In 2023 hadden de bijzondere waardeverminderingen voornamelijk betrekking op de afwaardering van materiële vaste activa in China en Indonesië. De afschrijvingen en waardeverminderingen omvatten waardeverminderingen / (terugnemingen van waardeverminderingen) op voorraden en handelsvorderingen.
| 2023 in duizend € |
2024 |
|---|---|
| Renteopbrengsten van financiële activa niet gewaardeerd tegen RWvR 12 983 |
18 299 |
| Renteopbrengsten 12 983 |
18 299 |
| Rentelasten van financiële verplichtingen niet gewaardeerd tegen RWvR -37 386 |
-33 476 |
| Overige schuldgerelateerde rentelasten -1 109 |
-983 |
| Schuldgerelateerde rentelasten -38 495 |
-34 459 |
| Rentegedeelte van verdisconteerde voorzieningen -1 596 |
-3 539 |
| Rentelasten -40 092 |
-37 998 |
| Totaal -27 108 |
-19 699 |
De rente-inkomsten zijn gestegen in vergelijking met de opbrengsten van 2023, als gevolg van de gestegen rentetarieven en de hogere kaspositie van de groep. De rentelasten zijn gedaald in vergelijking met de kosten van 2023, als gevolg van een lagere uitstaande schuldpositie van de groep.
Rentelasten van financiële verplichtingen niet geclassificeerd als aangehouden als tegen reële waarde via het resultaat (RWvR) hebben betrekking op alle schuldinstrumenten van de Groep, andere dan renterisicobeperkende derivaten aangemerkt als economische afdekkingen.
In het rentegedeelte van verdisconteerde voorzieningen, had € -3,5 miljoen (2023: € -1,6 miljoen) betrekking op de nettoverplichting uit hoofde van vaste prestatie regelingen (zie toelichting 6.16. 'Voorzieningen voor personeelsbeloningen'). In 2024 zijn er geen rentelasten met betrekking tot overige voorzieningen (ook in 2023 was er geen impact op overige voorzieningen) (zie toelichting 6.17. 'Overige voorzieningen').
| 2023 in duizend € |
2024 | ||
|---|---|---|---|
| Waardeaanpassingen van derivaten -3 620 |
8 346 | ||
| Wisselresultaten op afgedekte posities -7 475 |
-914 | ||
| Nettoimpact van derivaten en afgedekte posities -11 095 |
7 432 | ||
| Overige wisselresultaten -14 814 |
-11 326 | ||
| Winsten & verliezen op verkoop van financiële vaste activa — |
|||
| Dividenden van niet-geconsolideerde deelnemingen 908 |
|||
| Bankkosten en heffingen op financiële transacties -16 501 |
-14 379 | ||
| Bijzondere waardeverminderingen op overige vorderingen 304 |
11 | ||
| Overige 2 318 |
-1 085 | ||
| Totaal -38 879 |
-18 857 |
Waardeaanpassingen omvatten de wijzigingen in reële waarde van alle derivaten die niet als kasstroomafdekkingen worden aangemerkt. Wisselresultaten op afgedekte posities hebben ook enkel betrekking op economische afdekkingen. De hier getoonde netto-impact van derivaten en afgedekte posities omvat geen effecten die opgenomen werden in andere rubrieken van de winst-en-verliesrekening zoals rentelasten, kostprijs van verkopen of andere bedrijfsopbrengsten en -kosten.
In 2024 omvatten waardecorrecties op derivaten een reëel waardeverlies van € -5,9 miljoen, echter gecompenseerd met een winst van € 14,2 miljoen, gerelateerd aan een overeenkomst tot virtuele aankoop van energie (Virtual Power Purchase Agreement - VPPA). In 2023 omvatten de waardeaanpassingen aan derivaten een reëel waardeverlies van € 8,3 miljoen, maar gedeeltelijk gecompenseerd met een winst van € 4,7 miljoen, gerelateerd aan een Virtual Power Purchase Agreement (VPPA). Voor meer details betreffende de impact van derivaten en afgedekte posities, zie toelichting 7.3. 'Beheer van financiële risico's en derivaten'.
De overige wisselkoersresultaten in 2024 bedroegen € -11,3 miljoen en hielden voornamelijk verband met de devaluatie van de Turkse lira, de Indische rupee, de Braziliaanse real en de Venezolaanse bolívar, resulterend in niet-gerealiseerde en gerealiseerde valutaresultaten op werkkapitaalposten en intercompany leningen. De bankkosten en belastingen op financiële transacties omvatten kosten die verband houden met de factoringprogramma's (€ 14,8 miljoen).
Alle dividenden van niet-geconsolideerde deelnemingen hebben betrekking op deelnemingen die zijn aangehouden tot op balansdatum aangezien er geen aandelen zijn verkocht gedurende het jaar.
| in duizend € | 2023 | 2024 |
|---|---|---|
| Verschuldigde belastingen over het lopend jaar | -72 594 | -71 752 |
| Verschuldigde belastingen over de voorbije jaren | -8 062 | 1 036 |
| Uitgestelde belastingen - wegens wijzigingen in tijdelijke verschillen | -20 924 | -16 464 |
| Uitgestelde belastingen - wegens wijzigingen in belastingvoeten | -1 079 | -337 |
| Uitgestelde belastingen - aanpassingen inzake overgedragen verliezen van voorbije jaren | -891 | -2 920 |
| Uitgestelde belastingen - aanwending van voorheen niet-opgenomen uitgestelde belastingvorderingen |
41 383 | 27 582 |
| Totale belastinglast | -62 167 | -62 856 |
In onderstaande tabel wordt de winst vóór belastingen getoond als resultaat vóór belastingen.
| in duizend € | 2023 | 2024 |
|---|---|---|
| Resultaat vóór belastingen | 268 424 | 257 622 |
| Belastinglast op resultaten van fiscale entiteiten tegen de theoretische lokale belastingvoet van de betrokken landen |
-67 429 | -64 292 |
| Theoretische belastingvoet 1 | -25,1% | -25,0% |
| Belastingimpact van: | ||
| Fiscaal niet-aftrekbare uitgaven | -8 848 | -13 072 |
| Andere belastingvoeten en speciale belastingregimes 2 | 7 107 | 15 129 |
| Niet-opgenomen uitgestelde belastingvorderingen 3 | -11 518 | -11 673 |
| Aanwending of opname van voorheen niet-opgenomen uitgestelde belastingvorderingen 4 | 41 383 | 27 582 |
| Uitgestelde belastingen wegens wijzigingen in belastingvoeten | -1 079 | -337 |
| Belastingen met betrekking tot voorgaande jaren 5 | -8 953 | -1 884 |
| Fiscaal vrijgestelde inkomsten | 0 | 3 552 |
| Roerende voorheffing i.v.m. dividenden, royalty's, rente en diensten | -7 695 | -13 409 |
| Overige | -5 135 | -4 452 |
| Totale belastinglast | -62 167 | -62 856 |
| Werkelijke belastingvoet | -23,2% | -24,4% |
1 De theoretische belastingvoet wordt berekend als een gewogen gemiddelde, rekening houdend met de resultaten vóór belastingen in verschillende landen met verschillende belastingvoeten.
2 In 2024 hadden de speciale belastingregimes vooral betrekking op belastingstimulansen in België, net zoals in 2023.
3 In 2024 hadden niet-opgenomen uitgestelde belastingvorderingen voornamelijk betrekking op de niet-opname van uitgestelde belastingvorderingen boven de realiseerbaarheidsbeoordeling in België en de niet-opname in fabrieken waarvan de sluiting was aangekondigd, terwijl het in 2023 voornamelijk betrekking had op de niet-opname van uitgestelde belastingvorderingen met betrekking tot verliezen in fabrieken in Azië waarvan de sluiting was aangekondigd.
4 In 2024 was de beweging vooral een gevolg van de opname in China en Canada van uitgestelde belastingvorderingen die voorheen niet erkend werden, alsook het gebruik van overgedragen verliezen.
5 In 2024, hadden de belastingen met betrekking tot voorgaande jaren verband met diverse landen, terwijl in 2023 de belastingen met betrekking tot voorgaande jaren vooral betrekking hadden op het afwikkelen van een belastingcontrole in China.
In 2024 reflecteerde het aandeel in het resultaat van joint ventures en geassocieerde deelnemingen de stijging van de prestaties van de Rubberversterking activiteiten in Brazilië in vergelijking met de zwakke prestaties in 2023, deels gecompenseerd door de lichte daling van de prestaties van de Staaldraadtoepassingen activiteiten in Brazilië in vergelijking met de sterke prestaties in 2023. De verbetering van de performantie kwam er ondanks de daling in waarde van de Braziliaanse real ten opzichte van de euro (gemiddelde koers daalde van 2023 naar 2024 met 7,9%). Deze daling in YTD gemiddelde koers van 2024 ten opzichte van 2023 was vooral het gevolg van een aanzienlijke daling in de loop van 2024 terwijl de koers in 2023 min of meer stabiel bleef.
Aanvullende informatie met betrekking tot de Braziliaanse joint ventures wordt verstrekt onder toelichting 6.5. 'Deelnemingen in joint ventures en geassocieerde ondernemingen'.
| in duizend € | 2023 | 2024 | |
|---|---|---|---|
| Joint ventures | |||
| Agro-Bekaert Colombia SAS | Colombia | -263 | — |
| Agro-Bekaert Springs, SL | Spanje | -11 | — |
| Belgo Bekaert Arames Ltda | Brazilië | 50 885 | 47 751 |
| BMB-Belgo Mineira Bekaert Artefatos de Arame Ltda | Brazilië | -4 026 | 1 218 |
| Servicios Ideal AGF Inttegra Cía Ltda | Ecuador | 37 | -170 |
| Totaal | 46 623 | 48 799 |
| 2023 | Aantal |
|---|---|
| Gewogen gemiddeld aantal gewone aandelen (basisberekening) | 53 559 847 |
| Verwateringseffect van op aandelen gebaseerde betalingsregelingen | 330 248 |
| Gewogen gemiddeld aantal gewone aandelen (na verwateringseffect) | 53 890 095 |
| in duizend € | Basis-berekening | Na verwaterings effect |
|---|---|---|
| Perioderesultaat toerekenbaar aan gewone aandeelhouders | 254 619 | 254 619 |
| Winst | 254 619 | 254 619 |
| Winst per aandeel (in €) | 4,754 | 4,725 |
| 2024 | Aantal | |
| Gewogen gemiddeld aantal gewone aandelen (basisberekening) | 52 403 989 | |
| Verwateringseffect van op aandelen gebaseerde betalingsregelingen | 127 778 | |
| Gewogen gemiddeld aantal gewone aandelen (na verwateringseffect) | 52 531 767 |
| in duizend € | Basis-berekening | Na verwaterings effect |
|---|---|---|
| Perioderesultaat toerekenbaar aan gewone aandeelhouders | 238 904 | 238 904 |
| Winst | 238 904 | 238 904 |
| Winst per aandeel (in €) | 4,559 | 4,548 |
De winst per aandeel (earnings per share, EPS) is het bedrag van de winst na belastingen toewijsbaar aan elk aandeel. De basisberekening van de winst per aandeel komt overeen met het resultaat van de periode toerekenbaar aan aandeelhouders van Bekaert gedeeld door het gewogen gemiddeld aantal uitstaande aandelen gedurende het jaar. De winst per aandeel na verwateringseffect weerspiegelt de verbintenissen van de Groep tot het uitgeven van aandelen in de toekomst. Daartoe behoren in eigenvermogensinstrumenten afgewikkelde, op aandelen gebaseerde plannen (inschrijvingsrechten, opties, prestatieaandelen en matching shares, zie toelichting 6.13. 'Gewone aandelen, eigen aandelen en in eigenvermogensinstrumenten afgewikkelde, op aandelen gebaseerde betalingen'). Inschrijvingsrechten, opties en andere op aandelen gebaseerde regelingen zijn slechts dilutief in de mate dat hun uitoefenprijs lager is dan de gemiddelde slotkoers van de periode, waarbij in de uitoefenprijs ook de reële waarde van nog te leveren diensten tijdens de resterende wachtperiode is inbegrepen. Voorwaardelijke uit te geven aandelen (bijv. prestatieaandelen) zijn alleen dilutief als aan de voorwaarden is voldaan op balansdatum. Het verwateringseffect van op aandelen gebaseerde regelingen beperkt zich tot het gewogen gemiddeld aantal aandelen op te nemen in de noemer van de EPS-ratio; er is geen effect op de winst op te nemen in de teller van de EPS-ratio.
Om de impact van verwatering te berekenen, wordt er verondersteld dat alle potentieel dilutieve aandelen werden uitgeoefend bij het begin van de periode, of, als de instrumenten uitgegeven werden gedurende de periode, op uitgiftedatum. Dit resulteerde in een totaal verwateringseffect van € -0,01 per aandeel (2023: € -0,03).
De gemiddelde slotkoers tijdens 2024 was € 40,30 per aandeel (2023: € 41,56 per aandeel). Er waren geen niet-dilutieve instrumenten tijdens de verslagperiode.
| Aanschaffingswaarde | Licenties, patenten en |
|||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| in duizend € | soortgelijke rechten |
Computer software |
Commerciële activa |
Overige | Totaal | |
| Per 1 januari 2023 | 27 163 | 108 282 | 56 599 | 16 380 | 208 424 | |
| Aanschaffingen | — | 11 436 | — | 7 315 | 18 750 | |
| Verkopen en buitengebruikstellingen | -156 | -809 | — | — | -964 | |
| Overdrachten ¹ | — | 301 | — | — | 301 | |
| Eerste consolidatie | 520 | — | — | — | 520 | |
| Uit consolidatie genomen | — | -4 883 | — | -310 | -5 192 | |
| Omrekeningswinsten en verliezen (-) | 56 | -1 076 | 520 | -1 196 | -1 696 | |
| Per 31 december 2023 | 27 584 | 113 251 | 57 119 | 22 189 | 220 143 | |
| Per1 januari 2024 | 27 584 | 113 251 | 57 119 | 22 189 | 220 143 | |
| Aanschaffingen | 117 | 16 128 | — | 9 419 | 25 664 | |
| Verkopen en buitengebruikstellingen | — | -275 | — | — | -275 | |
| Overdrachten ¹ | 33 | 1 674 | -862 | -646 | 199 | |
| Eerste consolidatie | 10 425 | — | 1 125 | — | 11 550 | |
| Omrekeningswinsten en-verliezen (-) | 185 | 1 079 | 2 779 | 1 191 | 5 233 | |
| Per 31 december 2024 | 38 343 | 131 857 | 60 160 | 32 153 | 262 513 |
¹ Overdrachten vallen op nul wanneer de totalen van 'Immateriële activa' en 'Materiële vaste activa' (zie toelichting 6.3.) en 'Recht-opgebruik (RoU) vaste activa' (zie toelichting 6.4.) worden opgeteld.
De nieuw verworven immateriële vaste activa hadden betrekking op gecapitalizeerde O&O kosten in België, de Toshiba licentie voor groene waterstof productie en de aanschaffingen van software met betrekking tot de omvangrijke implementatie van de 'digital roadmap' in diverse domeinen (verkoop, toeleveringsketen, aankoop, financiën, HR, enz.) en omvatten € 5,8 miljoen interne kosten gelinkt aan ontwikkelde software. Het resterende bedrag werd extern aangekocht. De nieuw in consolidatie opgenomen immateriële vaste activa hadden betrekking op de acquisitie van Bexco en omvatten de economische rechten op het gebruik van de merknaam alsook technologielicenties. Zie ook toelichting 7.2. 'Effect van bedrijfscombinaties en afgestoten activiteiten'.
Op balansdatum waren er geen immateriële activa met een onbepaalde gebruiksduur.
| Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen |
Licenties, patenten en |
||||
|---|---|---|---|---|---|
| in duizend € | soortgelijke rechten |
Computer software |
Commerciële activa |
Overige | Totaal |
| Per 1 januari 2023 | 21 303 | 81 681 | 28 880 | 14 409 | 146 274 |
| Afschrijvingen van het boekjaar | 1 913 | 6 044 | 4 021 | 307 | 12 285 |
| Bijzondere waardeverminderingen | — | 1 | — | — | 1 |
| Verkopen en buitengebruikstellingen | -124 | -809 | — | — | -932 |
| Uit consolidatie genomen | — | -4 139 | — | -250 | -4 389 |
| Omrekeningswinsten (-) en -verliezen | -10 | -1 013 | 75 | -817 | -1 766 |
| Per 31 december 2023 | 23 082 | 81 765 | 32 976 | 13 649 | 151 473 |
| Per 1 januari 2024 | 23 082 | 81 765 | 32 976 | 13 649 | 151 473 |
| Afschrijvingen van het boekjaar | 2 663 | 7 271 | 3 691 | 537 | 14 163 |
| Bijzondere waardeverminderingen | — | — | — | 447 | 447 |
| Verkopen en buitengebruikstellingen | — | -275 | — | — | -275 |
| Omrekeningswinsten (-) en-verliezen | 48 | 990 | 1 712 | 1 077 | 3 828 |
| Per 31 december 2024 | 25 793 | 89 752 | 38 379 | 15 711 | 169 636 |
| Nettoboekwaarde per 31 december 2023 | 4 502 | 31 486 | 24 142 | 8 540 | 68 670 |
| Nettoboekwaarde per 31 december 2024 | 12 550 | 42 105 | 21 781 | 16 442 | 92 877 |
Deze toelichting behelst hoofdzakelijk goodwill op verwerving van dochterondernemingen. Goodwill met betrekking tot joint ventures en geassocieerde ondernemingen zit vervat in toelichting 6.5. 'Deelnemingen in joint ventures en geassocieerde ondernemingen'.
| 2023 in duizend € |
2024 |
|---|---|
| Per 1 januari 157 901 |
157 318 |
| Toenames 2 259 |
13 967 |
| Uit consolidatie genomen -1 822 |
— |
| Omrekeningswinsten en -verliezen (-) -1 021 |
323 |
| Per 31 december 157 318 |
171 608 |
| in duizend € | 2023 | 2024 |
|---|---|---|
| Per 1 januari | 5 334 | 5 246 |
| Omrekeningswinsten (-) en -verliezen | -88 | -45 |
| Per 31 december | 5 246 | 5 202 |
| Nettoboekwaarde per 31 december | 152 072 | 166 406 |
De goodwill verworven ten gevolge van een bedrijfscombinatie wordt bij acquisitie toegewezen aan de kasstroomgenererende eenheden waarvan verwacht wordt dat zij voordeel zullen halen uit deze bedrijfscombinatie. De nettoboekwaarde van de goodwill en de eraan verbonden bewegingen van de periode zijn als volgt toegewezen:
| Groep van kasstroomgenererende |
Nettoboekwaarde | Uit consolidatie |
Omrekenings | Nettoboekwaarde | ||
|---|---|---|---|---|---|---|
| in duizend € Dochterondernemingen |
eenheden | per per 1 januari Toename | genomen | -verschillen | per 31 december | |
| SWS | Bekaert Bradford UK Ltd | 2 523 | — | — | 52 | 2 575 |
| SB | Verbrandingstechnologie - verwarming EMEA |
3 027 | — | — | — | 3 027 |
| SB | Bouwproducten | 71 | — | — | — | 71 |
| RR | Rubberversterkingsproducten | 4 255 | — | — | — | 4 255 |
| SWS | Productie-eenheid Orrville (USA) | 10 998 | — | — | -382 | 10 616 |
| SWS | Inchalam-groep | 699 | — | -699 | — | — |
| SWS | Bekaert Ideal SL vennootschappen |
1 994 | — | -1 123 | — | 871 |
| SWS | Bekaert (Qingdao) Wire Products Co Ltd |
385 | — | — | — | 385 |
| SWS | Bekaert Jiangyin Wire Products Co Ltd |
47 | — | — | — | 47 |
| BBRG | BBRG | 128 567 | 2 259 | — | -603 | 130 224 |
| Subtotaal | 152 567 | 2 259 | -1 822 | -933 | 152 072 | |
| Joint ventures en geassocieerde ondernemingen | ||||||
| SWS | Belgo Bekaert Arames Ltda | 2 666 | — | — | 138 | 2 803 |
| RR | BMB-Belgo Mineira Bekaert Artefatos de Arame Ltda |
1 630 | — | — | 84 | 1 714 |
| Subtotaal | 4 295 | — | — | 222 | 4 517 | |
| Totaal | 156 862 | 2 259 | -1 822 | -711 | 156 589 |
| in duizend € | Groep van kasstroomgenererende eenheden |
Nettoboekwaarde per 1 januari |
Toename | Uit consolidatie genomen |
Omrekenings -verschillen |
Nettoboekwaarde per 31 december |
|
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Dochterondernemingen | |||||||
| SWS | Bekaert Bradford UK Ltd | 2 575 | — | — | 124 | 2 699 | |
| SB | Verbrandingstechnologie - verwarming EMEA |
3 027 | — | — | — | 3 027 | |
| SB | Bouwproducten | 71 | — | — | — | 71 | |
| RR | Rubberversterkingsproducten | 4 255 | — | — | — | 4 255 | |
| SWS | Productie-eenheid Orrville (USA) | 10 616 | — | — | 675 | 11 291 | |
| SWS | Inchalam-groep | — | — | — | — | — | |
| SWS | Bekaert Ideal SL vennootschappen | 871 | — | — | — | 871 | |
| SWS | Bekaert (Qingdao) Wire Products Co Ltd |
385 | — | — | — | 385 | |
| SWS | Bekaert Jiangyin Wire Products Co Ltd |
47 | — | — | — | 47 | |
| BBRG | BBRG | 130 224 | 13 967 | — | -432 | 143 759 | |
| Subtotaal | 152 072 | 13 967 | — | 368 | 166 406 | ||
| Joint ventures en geassocieerde ondernemingen | |||||||
| SWS | Belgo Bekaert Arames Ltda | 2 803 | — | — | -464 | 2 339 | |
| RR | BMB-Belgo Mineira Bekaert Artefatos de Arame Ltda |
1 714 | — | — | -284 | 1 430 | |
| Subtotaal | 4 517 | — | — | -748 | 3 769 | ||
| Totaal | 156 589 | 13 967 | — | -380 | 170 175 |
De toename van de goodwill had betrekking op de overname van Bexco NV (zie toelichting 7.2. Effect van bedrijfscombinaties en desinvesteringen).
De disconteringsvoet is gebaseerd op de (langetermijn-)kapitaalkosten vóór belastingen en de risico's zitten ingebed in de kasstromen. Er wordt een gewogen gemiddelde kapitaalkost (weighted average cost of capital = WACC) bepaald voor de regio's waarin de euro, de Amerikaanse dollar en de Chinese renminbi de dominante valuta's zijn. Voor landen of activiteiten met een hoger ingeschat risico wordt de WACC opgetrokken met een risicopremie die specifiek is voor dit land of deze activiteit. De WACC wordt bepaald na belastingen omdat de relevante kasstromen ook na belastingen bepaald worden. De weging van kapitaalkosten voor schulden en eigen vermogen is gebaseerd op een streefcijfer van 50% gearing (nettoschuld in verhouding tot het eigen vermogen). Voor kasstroommodellen die in reële termen uitgedrukt zijn (zonder inflatie), wordt de nominale WACC aangepast voor de verwachte inflatievoet. Voor kasstroommodellen die in nominale termen uitgedrukt zijn wordt de nominale WACC gebruikt. Alle parameters die de berekening van de disconteringsvoeten beïnvloeden, worden minstens jaarlijks herzien.
In het model voor het toetsen op bijzondere waardevermindering van de goodwill voortvloeiend uit de BBRGbedrijfscombinatie werden volgende karakteristieken verwerkt:
In 2024 werd op vraag van het Bekaert-management een businessplan opgemaakt met een tijdshorizon van 6 jaar in plaats van 5 jaar in lijn met de 2030 ambitie van de Groep. Tijdens het opmaken van het businessplan wordt rekening gehouden met duurzaamheidseffecten.
De bufferruimte voor bijzondere waardeverminderingen op de goodwill van BBRG, d.i. het overschot van de realiseerbare waarde tegenover de boekwaarde van de kasstroomgenererende eenheid van BBRG, wordt geschat op € 345,3 miljoen (2023: € 615,6 miljoen). De daling is het gecombineerd resultaat van een bijgewerkt businessplan op basis van de huidige verwachtingen in de markt, deels gecompenseerd door dalende disconteringsvoeten (€ -206,5 miljoen) en een stijging van het kapitaalgebruik in de business (€ -63,9 miljoen).
Bij wijze van voorbeeld geven de volgende scenario's de gevoeligheid van deze bufferruimte weer voor wijzigingen in de belangrijkste assumpties van het actieplan:
Op basis van de gegevens die op vandaag gekend zijn, zouden redelijkerwijs mogelijke veranderingen in de voornaamste veronderstellingen (waaronder de disconteringsvoet, de omzet- en marge-evolutie) geen aanleiding geven tot bijzondere waardeverminderingen voor kasstroomgenererende eenheden waaraan goodwill werd toegewezen.
| 2023 | EUR regio | USD regio | CNY regio | ||
|---|---|---|---|---|---|
| Streefcijfers voor de Groep | |||||
| Gearing: nettoschuld / eigen vermogen | 50,0% | ||||
| % schulden | 33,0% | ||||
| % eigen vermogen | 67,0% | ||||
| % langetermijnschulden | 75,0% | ||||
| % kortetermijnschulden | 25,0% | ||||
| Schuldkost voor Bekaert | 2,7% | 3,9% | 4,8% | ||
| Langetermijnrentevoet | 3,1% | 4,2% | 4,9% | ||
| Kortetermijnrentevoet | 1,6% | 3,2% | 4,4% | ||
| Eigenvermogenkost voor Bekaert (na belastingen) |
= Rf + b * Em + S | 13,5% | 14,7% | 15,2% | |
| Risicovrije rentevoet = Rf | 3,3% | 4,5% | 4,9% | ||
| Beta = b | 1,3 | ||||
| Marktrisicopremie voor eigen vermogen = Em | 6,8% | ||||
| Size premie = S | 1,4% | ||||
| Belastingvoet | 27,0% | ||||
| Eigenvermogenkost vóór belastingen voor Bekaert |
18,5% | 20,2% | 20,8% | ||
| Bekaert WACC - nominaal | 9,7% | 10,8% | 11,3% | ||
| Verwachte inflatie | 2,0% | 2,0% | 2,3% | ||
| Bekaert WACC in reële termen | 7,7% | 8,8% | 9,0% |
Disconteringsvoeten voor toetsen op bijzondere waardevermindering
| 2024 | EUR regio | USD regio | CNY regio | |
|---|---|---|---|---|
| Streefcijfers voor de Groep | ||||
| Gearing: nettoschuld / eigen vermogen | 50,0% | |||
| % schulden | 33,0% | |||
| % eigen vermogen | 67,0% | |||
| % langetermijnschulden | 75,0% | |||
| % kortetermijnschulden | 25,0% | |||
| Schuldkost voor Bekaert | 2,4% | 4,1% | 4,6% | |
| Langetermijnrentevoet | 2,6% | 4,4% | 4,7% | |
| Kortetermijnrentevoet | 1,8% | 3,2% | 4,2% | |
| Eigenvermogenkost voor Bekaert (na = Rf + b * Em + S belastingen) |
11,9% | 13,2% | 12,5% | |
| Risicovrije rentevoet = Rf | 3,0% | 4,3% | 3,6% | |
| Beta = b | 1,3 | |||
| Marktrisicopremie voor eigen vermogen = Em | 5,8% | |||
| Size premie = S | 1,4% | |||
| Belastingvoet | 27,0% | |||
| Eigenvermogenkost vóór belastingen voor Bekaert |
16,3% | 18,1% | 17,1% | |
| Bekaert WACC - nominaal | 8,5% | 9,8% | 9,5% | |
| Verwachte inflatie | 2,0% | 2,2% | 2,0% | |
| Bekaert WACC in reële termen | 6,5% | 7,6% | 7,5% |
| Aanschaffingswaarde | Terreinen en |
Installaties, Meubilair en machines en rollend |
Overige materiële |
Activa in | |||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| in duizend € | gebouwen | uitrusting | materieel | vaste activa | aanbouw | Totaal | |
| Per 1 januari 2023 | 1 270 838 | 3 041 305 | 116 506 | 17 611 | 184 110 | 4 630 371 | |
| Aanschaffingen | 50 559 | 114 594 | 6 497 | 262 | 16 039 | 187 950 | |
| Verkopen en buitengebruikstellingen |
-1 722 | -43 827 | -4 960 -97 |
-2 348 | -52 954 | ||
| Eerste consolidatie | — | 151 | 1 | — | — | 153 | |
| Uit consolidatie genomen | -95 825 | -95 560 | -10 487 | -319 | -13 628 | -215 820 | |
| Overdrachten ¹ | — | — | — | — | -301 | -301 | |
| Herclassificering als (-) / uit aangehouden voor verkoop ² |
-22 097 | -70 | -521 | -376 | — | -23 064 | |
| Omrekeningswinsten en verliezen (-) |
-39 586 | -107 321 | -3 158 | -1 | -3 446 | -153 512 | |
| Per31 december 2023 | 1 162 167 | 2 909 272 | 103 879 | 17 079 | 180 427 | 4 372 824 | |
| Per 1 januari 2024 | 1 162 167 | 2 909 272 | 103 879 | 17 079 | 180 427 | 4 372 824 | |
| Aanschaffingen | 36 280 | 119 601 | 6 038 | 329 | 23 920 | 186 168 | |
| Verkopen en buitengebruikstellingen |
-8 228 | -30 664 | -3 839 | -408 | — | -43 139 | |
| Eerste consolidatie | 9 207 | 990 | 118 | 8 982 |
11 304 | ||
| Overdrachten ¹ | — | — | — | — | -199 | -199 | |
| Herclassificering als (-) / uit aangehouden voor verkoop ² |
4 588 | 55 | 521 | 210 | — | 5 374 | |
| Omrekeningswinsten en verliezen (-) |
26 494 | 68 377 | 2 023 | 41 | 3 642 | 100 578 | |
| Per31 december 2024 | 1 230 508 | 3 067 631 | 108 739 | 17 259 | 208 772 | 4 632 910 |
¹ Overdrachten vallen op nul wanneer de totalen van 'Immateriële activa' (zie toelichting 6.1. 'Immateriële activa') en 'Recht-op-gebruik vaste activa' (zie toelichting 6.4. 'Recht-op-gebruik (RoU) vaste activa') en materiële vaste activa worden opgeteld.
² In 2023 heeft de herclassificering als aangehouden voor verkoop hoofdzakelijk betrekking op de Ingelmunster site (België) en deel van de Deerlijk site (België) alsook terreinen en gebouwen in Duitsland en Italië; in 2024 heeft dit betrekking op de Ingelmunster site en deel van de Deerlijk site (zie toelichting 6.12.'Activa geclassificeerd als aangehouden voor verkoop en verplichtingen verbonden met deze activa').
| Afschrijvingen en | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| bijzondere waardeverminderingen |
Terreinen | Installaties, | Meubilair en | Overige | ||
| in duizend € | en gebouwen |
machines en uitrusting |
rollend materieel |
materiële vaste activa |
Activa in aanbouw |
Totaal |
| Per 1 januari 2023 | 748 070 | 2 529 033 | 103 682 | 6 531 | — | 3 387 317 |
| Afschrijvingen van het boekjaar | 41 043 | 86 762 | 4 992 | 852 | — | 133 649 |
| Bijzondere waardeverminderingen |
1 304 | 9 672 | 88 | — | — | 11 063 |
| Verkopen en buitengebruikstellingen |
-317 | -43 263 | -4 911 | -98 | — | -48 590 |
| Uit consolidatie genomen | -27 618 | -60 898 | -7 765 | -319 | — | -96 599 |
| Herclassificering als (-) / uit aangehouden voor verkoop ¹ |
-10 820 | -63 | -491 | -103 | — | -11 477 |
| Omrekeningswinsten (-) en - verliezen |
-27 612 | -94 343 | -2 821 | -20 | — | -124 796 |
| Per31 december 2023 | 724 050 | 2 426 900 | 92 774 | 6 844 | — | 3 250 568 |
| Per 1 januari 2024 | 724 050 | 2 426 900 | 92 774 | 6 844 | — | 3 250 568 |
| Afschrijvingen van het boekjaar | 41 765 | 82 891 | 4 815 | 807 | — | 130 279 |
| Bijzondere waardeverminderingen |
619 | 8 857 | 12 | — | — | 9 488 |
| Verkopen en buitengebruikstellingen |
-4 455 | -29 477 | -3 802 | -133 | — | -37 868 |
| Herclassificering als (-) / uit aangehouden voor verkoop¹ |
2 209 | 48 | 491 | 103 | — | 2 852 |
| Omrekeningswinsten (-) en - verliezen |
17 407 | 54 567 | 1 724 | 15 | — | 73 714 |
| Per31 december 2024 | 781 596 | 2 543 786 | 96 015 | 7 636 | — | 3 429 033 |
1 In 2023 heeft de herclassificering als aangehouden voor verkoop hoofdzakelijk betrekking op de Ingelmunster site (België) en deel van de Deerlijk site (België) (zie toelichting 6.20 'Overige verplichtingen op ten hoogste een jaar') alsook gebouwen in Duitsland en Italië,
terwijl in 2024 dit betrekking heeft op de Ingelmunster site en deel van de Deerlijk site (zie toelichting 6.12.'Activa geclassificeerd als aangehouden voor verkoop en verplichtingen verbonden met deze activa').
| Aanschaffingswaarde in duizend € |
Terreinen en gebouwen |
Installaties, machines en uitrusting |
Meubilair en rollend materieel |
Overige materiële vaste activa |
Activa in aanbouw |
Totaal |
|---|---|---|---|---|---|---|
| Nettoboekwaarde per 31 december 2023 vóór investeringssubsidies |
438 117 | 482 373 | 11 105 | 10 234 | 180 427 | 1 122 256 |
| Netto-investeringssubsidies | -3 526 | -667 | — | — | — | -4 193 |
| Nettoboekwaarde per 31 december 2023 |
434 591 | 481 707 | 11 105 | 10 234 | 180 427 | 1 118 063 |
| Nettoboekwaarde per 31 december 2024 vóór investeringssubsidies |
448 912 | 523 845 | 12 724 | 9 624 | 208 772 | 1 203 877 |
| Netto-investeringssubsidies | -3 469 | -447 | — | — | — | -3 916 |
| Nettoboekwaarde per 31 december 2024 |
445 443 | 523 398 | 12 724 | 9 624 | 208 772 | 1 199 961 |
Investeringen in materiële vaste activa omvatten uitbreidingsprogramma's en technologische aanpassingen aan bestaande installaties (zoals het 'You Know Watt' programma) in de ganse groep, maar hoofdzakelijk in Rubberversterking (in de fabrieken in EMEA, India en China, als ook voor de opstart in Vietnam). In de Staaldraadtoepassingen vonden de investeringen voornamelijk plaats in Centraal-Europa en de VS en in mindere mate in Latijns-Amerika en China.
In de Specialty Businesses werd geïnvesteerd in uitbreidingsprogramma's in Centraal-Europa (bouwproducten en staalvezeltechnologieën) en in China (staalvezeltechnologieën), terwijl er technologische aanpassingen plaatsvonden in de Europese vestigingen van verbrandingstechnologie, bouwproducten en slangendraad- en transportband (STB)-activiteiten. Tenslotte vonden de investeringen in BBRG voornamelijk plaats in de kabelentiteiten gevestigd in het VK en de VS en in de advanced cords-vestigingen.
Het saldo van de Activa in Aanbouw op eind 2024 had betrekking op enkele grote expansieprojecten (zoals de uitbreiding in Staaldraadtoepassingen fabrieken in de VS, de Staaldraadtoepassingen en staalvezeltechnologieën fabrieken in Centraal- en Oost-Europa en de uitbreiding in advanced cords), maar voornamelijk op een reeks kleinere investeringsprojecten die nog niet volledig operationeel zijn de betrokken Bekaert-fabrieken.
De verkopen en buitengebruikstellingen hadden in 2024 hoofdzakelijk betrekking op de gebruikelijke vernieuwing van activa.
In 2023 werden door sluitingen van fabrieken bijzondere waardeverminderingen genomen in Rubberversterking (China), Staaldraadtoepassingen (Indonesië) en Specialty Businesses (verbrandingstechnologie in China en Nederland).
In 2024 werden bijzondere waardeverminderingen genomen in BBRG (VK), Staaldraadtoepassingen (China) en Specialty Businesses (staalvezeltechnologie China en verbrandingstechnologie in Nederland).
De in 2023 uit consolidatie genomen materiële vaste activa hebben betrekking op de verkoop van de Staaldraadactiviteiten in Chili en Peru, terwijl de nieuw in consolidatie opgenomen materiële vaste activa in 2024 betrekking hebben op de acquisitie van Bexco. Zie ook toelichting 7.2. 'Effect van bedrijfscombinaties en afgestoten activiteiten'.
Er werden geen materiële vaste activa verpand als waarborg voor leningen.
Deze toelichting verstrekt informatie over lease-overeenkomsten waar de Groep optreedt als een leasingnemer. Over het algemeen treedt de Groep niet op als leasinggever.
De balans van de recht-op-gebruik vaste activa toonde volgende bewegingen gedurende het jaar:
| Aanschaffingswaarde | Recht op gebruik |
Recht op gebruik |
Recht op gebruik installaties, machines en |
Recht op gebruik industriële |
Recht op gebruik bedrijfs |
Recht op gebruik kantoor |
Recht op gebruik overige materiële vaste |
|
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| in duizend € | terreinen | gebouwen | uitrusting | voertuigen | wagens | materieel | activa | Totaal |
| Per 1 januari 2023 | 77 896 | 73 684 | 4 053 | 26 431 | 23 696 | 2 811 | 995 | 209 566 |
| Nieuwe lease overeenkomsten / uitbreidingen |
— | 10 478 | 10 512 | 6 847 | 13 457 | 654 | 23 | 41 971 |
| Beëindigde overeenkomsten / inkorting van de contractduur |
— | -9 138 | -211 | -5 253 | -7 669 | -464 | -30 | -22 765 |
| Uit consolidatie genomen | — | -4 677 | -691 | -2 085 | -36 | -851 | — | -8 341 |
| Omrekeningswinsten en - verliezen (-) |
-4 306 | -1 206 | -49 | -326 | -353 | -63 | -2 | -6 306 |
| Per 31 december 2023 | 73 590 | 69 141 | 13 614 | 25 613 | 29 095 | 2 086 | 986 | 214 126 |
| Per 1 januari 2024 | 73 590 | 69 141 | 13 614 | 25 613 | 29 095 | 2 086 | 986 | 214 126 |
| Nieuwe lease overeenkomsten / uitbreidingen |
13 | 12 091 | 784 | 7 160 | 12 421 | 425 | — | 32 894 |
| Beëindigde overeenkomsten / inkorting van de contractduur |
— | -5 623 | -640 | -5 055 | -7 950 | -361 | — | -19 629 |
| Eerste consolidatie | 1 446 | 2 675 | 488 | — | — | — | — | 4 608 |
| Omrekeningswinsten en - verliezen (-) |
3 215 | 1 918 | 23 | 474 | -65 | 37 | 44 | 5 646 |
| Per 31 december 2024 | 78 264 | 80 201 | 14 269 | 28 192 | 33 501 | 2 188 | 1 030 | 237 645 |
| Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen in duizend € |
Recht op gebruik terreinen |
Recht op gebruik gebouwen |
Recht op gebruik installaties, machines en uitrusting |
Recht op gebruik industriële voertuigen |
Recht op gebruik bedrijfs wagens |
Recht op gebruik kantoor materieel |
Recht op gebruik overige materiële vaste activa |
Totaal |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Per 1 januari 2023 | 21 484 | 27 374 | 2 628 | 12 392 | 13 270 | 1 440 | 227 | 78 816 |
| Afschrijvingen van het boekjaar | 1 396 | 10 535 | 1 646 | 6 211 | 6 658 | 466 | 106 | 27 017 |
| Beëindigde overeenkomsten | — | -7 750 | -211 | -3 994 | -7 163 | -367 | -13 | -19 499 |
| Uit consolidatie genomen | — | -2 500 | -497 | -1 165 | -26 | -504 | — | -4 693 |
| Omrekeningswinsten (-) en verliezen |
-1 298 | -693 | -18 | -158 | -220 | -27 | -10 | -2 425 |
| Per 31 december 2023 | 21 582 | 26 965 | 3 548 | 13 286 | 12 519 | 1 008 | 309 | 79 216 |
| Per 1 januari 2024 | 21 582 | 26 965 | 3 548 | 13 286 | 12 519 | 1 008 | 309 | 79 216 |
| Afschrijvingen van het boekjaar | 1 419 | 11 107 | 2 430 | 6 500 | 7 735 | 453 | 105 | 29 749 |
| Beëindigde overeenkomsten | — | -5 464 | -472 | -4 795 | -7 193 | -361 | — | -18 284 |
| Omrekeningswinsten (-) en - verliezen |
907 | 643 | 26 | 259 | -59 | 19 | 15 | 1 810 |
| Per 31 december 2024 | 23 908 | 33 251 | 5 532 | 15 250 | 13 002 | 1 118 | 429 | 92 490 |
| in duizend € | Recht op gebruik terreinen |
Recht op gebruik gebouwen |
Recht op gebruik installaties, machines en uitrusting |
Recht op gebruik industriële voertuigen |
Recht op gebruik bedrijfs wagens |
Recht op gebruik kantoor materieel |
Recht op gebruik overige materiële vaste activa |
Totaal |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Nettoboekwaarde per 31 december 2023 |
52 008 | 42 176 | 10 066 | 12 328 | 16 576 | 1 079 | 677 | 134 910 |
| Nettoboekwaarde per 31 december 2024 |
54 356 | 46 950 | 8 737 | 12 942 | 20 499 | 1 070 | 601 | 145 154 |
De Groep huurt verscheidene fabrieken, kantoren, opslagplaatsen, industrieel materieel, industriële voertuigen, bedrijfswagens, servers en klein kantoormaterieel zoals printers en computers. Deze contracten kunnen zowel lease als non-leasecomponenten bevatten. De Groep wijst de vergoeding in het contract toe aan lease- en nonleasecomponenten gebaseerd op hun relatieve individuele prijzen. Echter voor de leases van bedrijfswagens en industriële voertuigen, waarbij de Groep optreedt als een leasingnemer, werd gekozen om lease- en nonleasecomponenten niet af te zonderen. In plaats daarvan werd gekozen deze te beschouwen als één enkele leasecomponent. De voornaamste non-leasecomponenten die werden opgenomen in de leasecomponent zijn kosten voor onderhoud en kosten voor de vervanging van banden. De Groep heeft de praktische uitzondering voor activa met lage waarde toegepast op de leases van printers, computers en ander klein kantoormaterieel. De Groep heeft de praktische uitzondering ook toegepast voor korte termijn leases (gedefinieerd als leases met een looptijd van maximum 12 maanden). Er waren geen contracten waarin ontmantelingskosten, restwaardegaranties of initiële directe kosten waren opgenomen, noch contracten met variabele huurkosten andere dan die gekoppeld aan een index of intrest.
Leasecontracten met betrekking tot bedrijfswagens en industriële voertuigen bevatten geen verlengingsmogelijkheden. Contracten met betrekking tot gebouwen bevatten doorgaans ook geen verlengingsmogelijkheden.
Er waren geen toekomstige kasuitstromen als gevolg van verlengings- en beëindigingsopties.
Toevoegingen aan RoU gebouwen omvatten nieuwe contracten voor kantoren, fabrieken en magazijnen, voornamelijk in de Verenigde Staten, België en Nieuw-Zeeland. Sommige contracten eindigden, hoofdzakelijk in de Verenigde Staten en India.
De meeste nieuwe contracten voor bedrijfswagens werden afgesloten in België.
De gemiddelde huurtermijn voor de recht-op-gebruik activa (exclusief ROU terreinen) bedroeg 9,6 jaar (2023: 9,4 jaar). RoU gebouwen hadden een gemiddelde looptijd van 14 jaar (2023: 13 jaar) en de overige categorieën van vaste activa (met uitzondering van terreinen) hadden een gemiddelde looptijd tussen 4 en 6 jaar.
RoU terreinen hebben voornamelijk betrekking op de gebruiksrechten van terreinen die vooraf werden betaald en hadden een gemiddelde gebruiksduur van 54 jaar.
De leasebetalingen worden verdisconteerd op basis van de intrestvoet impliciet vermeld in de lease. Indien deze intrest niet gemakkelijk kan worden bepaald, wat in het algemeen het geval is voor de leases van de Groep, wordt de marginale rentevoet van de leasingnemer gebruikt om de toekomstige leasebetalingen te verdisconteren. De marginale rentevoet is de rente die een individuele leasingnemer zou moeten betalen om de nodige fondsen te ontlenen, om een actief met een vergelijkbare waarde als het recht-op-gebruik actief te verkrijgen in een gelijkaardige economische context met overeenkomstige condities en zekerheden.
De marginale rentevoet wordt bepaald door de Groepsdienst Thesaurie en houdt enerzijds rekening met de marktrente per munt voor verschillende relevante periodes en anderzijds met een kredietmarge voor iedere individuele entiteit gebaseerd op diens kredietwaardigheid. De marginale rentevoet wordt berekend als de som van beide elementen. De gewogen gemiddelde disconteringsvoet per eind 2024 bedroeg 4,78% (2023: 4,48%).
De financiële kost wordt tijdens de leaseperiode toegerekend aan de winst-en-verliesrekening om op die manier een constante periodieke rente te produceren over het resterende saldo van de verplichting voor elke periode. Voor verdere informatie verwijzen we naar toelichting 6.18. 'Rentedragende schulden'.
De Groep is blootgesteld aan mogelijke toekomstige stijgingen in variabele leasebetalingen die gebaseerd zijn op een index of intrest die, zolang ze niet van kracht zijn, niet werden inbegrepen in de leaseverplichting. Op het ogenblik dat de leasebetalingen worden aangepast door wijzigingen in de index of intrest, wordt de leaseverplichting opnieuw beoordeeld en aangepast tegenover het recht-op-gebruik actief.
Recht-op-gebruik vaste activa worden algemeen lineair afgeschreven over de kortste termijn, zijnde de gebruiksduur van het actief of de leasetermijn.
De winst-en-verliesrekening bevatte volgende elementen gelinkt aan leases:
| in duizend € | Recht op gebruik terreinen |
Recht op gebruik gebouwen |
Recht op gebruik installaties , machines en uitrusting |
Recht op gebruik industriële voertuigen |
Recht op gebruik bedrijfs wagens |
Recht op gebruik kantoor materieel |
Recht op gebruik overige materiële vaste activa |
Totaal |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Afschrijvingen van recht op gebruik-activa |
-1 396 | -10 535 | -1 646 | -6 211 | -6 658 | -466 | -106 | -27 017 |
| Rentelasten (inbegrepen in de financiële kosten) |
-3 748 | |||||||
| Kosten gelinkt aan kortlopende lease-overeenkomsten |
-2 113 | |||||||
| Kosten gelinkt aan activa met geringe waarde |
-1 587 | |||||||
| Totaal | -34 465 |
| in duizend € | Recht op gebruik terreinen |
Recht op gebruik gebouwen |
Recht op gebruik installaties , machines en uitrusting |
Recht op gebruik industriële voertuigen |
Recht op gebruik bedrijfs wagens |
Recht op gebruik kantoor materieel |
Recht op gebruik overige materiële vaste activa |
Totaal |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Afschrijvingen van recht op gebruik-activa |
-1 419 | -11 107 | -2 430 | -6 500 | -7 735 | -453 | -105 -29 749 | |
| Rentelasten (inbegrepen in de financiële kosten) |
-4 731 | |||||||
| Kosten gelinkt aan kortlopende lease-overeenkomsten |
-2 563 | |||||||
| Kosten gelinkt aan activa met geringe waarde |
-1 898 | |||||||
| Totaal | -38 940 |
De resterende operationele leasekosten opgenomen in het bedrijfsresultaat hadden voornamelijk betrekking op kosten die gelinkt zijn aan gehuurde activa zoals brandstof voor bedrijfswagens, niet-aftrekbare BTW op bedrijfswagens of onroerende voorheffing op gebouwen.
De totale uitgaande kasstroom voor leases bedroeg in 2024 € 36,2 miljoen (2023: € 31,1 miljoen).
In 2024 en in 2023 had de Groep geen deelnemingen in ondernemingen die worden geclassificeerd als geassocieerde ondernemingen.
| 2023 in duizend € |
2024 |
|---|---|
| Per 1 januari 217 590 |
219 106 |
| Kapitaalsverhogingen en -verminderingen 2 346 |
— |
| Resultaat van het boekjaar 46 623 |
48 799 |
| Dividenden -57 152 |
-49 270 |
| Uit consolidatie genomen -1 179 |
— |
| Omrekeningswinsten en -verliezen 10 963 |
-33 865 |
| Andere elementen van het resultaat -85 |
80 |
| Per 31 december 219 106 |
184 851 |
Voor een analyse van het resultaat van het boekjaar verwijzen we naar toelichting 5.7. 'Aandeel in het resultaat van joint ventures en geassocieerde ondernemingen'.
Omrekeningswinsten en –verliezen hadden voornamelijk te maken met de evolutie van de Braziliaanse real ten opzichte van de euro. In 2024 kende de munt een aanzienlijke waardedaling tegenover de euro (6,4 BRL/EUR eind 2024), terwijl deze een kleine waardestijging tegenover de euro kende in 2023 (5,4 BRL/EUR eind 2023 tegenover 5,6 BRL/EUR eind 2022).
In 2023 hadden de kapitaalverhogingen betrekking op Agro-Bekaert Springs, SL en Agro-Bekaert Colombia SAS in respectievelijk Spanje en Colombia. De uit consolidatie genomen deelnemingen in joint ventures hadden betrekking op de verkoop van het aandeel van de Groep in diezelfde ondernemingen.
| 2023 in duizend € |
2024 |
|---|---|
| Per 1 januari 4 295 |
4 517 |
| Omrekeningswinsten en -verliezen 222 |
-748 |
| Per 31 december 4 517 |
3 769 |
| Nettoboekwaarde van gerelateerde goodwill per 31 december 4 517 |
3 769 |
| Totale nettoboekwaarde van deelnemingen in joint ventures per 31 december 223 623 |
188 620 |
Zie toelichting 6.2. 'Goodwill' voor details per entiteit.
Het aandeel van de Groep in het eigen vermogen van de joint ventures is als volgt samengesteld:
| in duizend € | 2023 | 2024 | |
|---|---|---|---|
| Joint ventures | |||
| Belgo Bekaert Arames Ltda | Brazilië | 168 835 | 142 793 |
| BMB-Belgo Mineira Bekaert Artefatos de Arame Ltda | Brazilië | 50 180 | 42 138 |
| Servicios Ideal AGF Inttegra Cía Ltda | Ecuador | 91 | -80 |
| Totaal joint ventures, exclusief gerelateerde goodwill | 219 106 | 184 850 | |
| Nettoboekwaarde van gerelateerde goodwill | 4 517 | 3 769 | |
| Totaal joint ventures, inclusief gerelateerde goodwill | 223 623 | 188 620 |
In overeenstemming met IFRS 12 'Informatieverschaffing over betrokkenheid in andere entiteiten' wordt de volgende informatie verstrekt voor belangrijke joint ventures. De twee Braziliaanse joint ventures werden samengevoegd om te benadrukken dat de samenwerking met ArcelorMittal doorweegt bij het analyseren van het relatief belang van de joint ventures.
| in duizend € | Land | 2023 | 2024 |
|---|---|---|---|
| Belgo Bekaert Arames Ltda | Brazilië | 45.0% (50.0%) | 45.0% (50.0%) |
| BMB-Belgo Mineira Bekaert Artefatos de Arame Ltda | Brazilië | 44.5% (50.0%) | 44.5% (50.0%) |
Belgo Bekaert Arames Ltda produceert en verkoopt een breed gamma van staaldraadproducten voor meerdere sectoren, en BMB produceert en verkoopt staalkoord en hieldraad voor de rubberversterking van banden.
| in duizend € | 2023 | 2024 |
|---|---|---|
| Omzet | 1 034 383 | 926 798 |
| Bedrijfsresultaat (EBIT) | 135 324 | 152 894 |
| Renteopbrengsten | 9 774 | 10 738 |
| Rentelasten | -11 453 | -10 351 |
| Overige financiële opbrengsten en lasten | -3 882 | -2 638 |
| Winstbelastingen | -14 323 | -30 276 |
| Perioderesultaat | 115 439 | 120 366 |
| Andere elementen van het resultaat | -85 | 79 |
| Volledig perioderesultaat | 115 354 | 120 446 |
| Afschrijvingen en waardeverminderingen | 20 657 | 20 908 |
| EBITDA | 155 981 | 173 801 |
| Dividenden ontvangen van de entiteiten | 57 152 | 49 270 |
| 2023 in duizend € |
2024 |
|---|---|
| Vlottende activa 352 935 |
308 671 |
| Vaste activa 393 529 |
326 996 |
| Verplichtingen op ten hoogste een jaar -125 648 |
-121 144 |
| Verplichtingen op meer dan een jaar -136 815 |
-106 380 |
| Nettoactiva 484 001 |
408 143 |
| in duizend € | 2023 | 2024 |
|---|---|---|
| Rentedragende schulden op meer dan een jaar | 97 496 | 71 099 |
| Rentedragende schulden op ten hoogste een jaar | 19 868 | 21 144 |
| Totaal financiële schulden | 117 363 | 92 243 |
| Financiële vorderingen en kaswaarborgen op meer dan een jaar | -108 311 | -80 188 |
| Geldmiddelen en kasequivalenten | -22 647 | -17 139 |
| Nettoschuld | -13 595 | -5 085 |
De Braziliaanse joint ventures worden geconfronteerd met betwistingen van hun indirecte belastingvorderingen (ICMS) voor een totaal van € 5,6 miljoen (2023: € 7,6 miljoen). Daarnaast zijn er nog meerdere andere belastinggeschillen hangende, waarvan de meeste al jaren teruggaan, voor een totaal nominaal bedrag van € 24,1 miljoen (2023: € 28,3 miljoen). Het spreekt vanzelf dat eventuele winsten en verliezen voortvloeiend uit bovenvermelde voorwaardelijke verplichtingen de Groep slechts zouden affecteren in de mate van hun participatie in de betrokken joint ventures (d.i. 45%).
Niet-opgenomen verbintenissen om materiële vaste activa te verwerven bedroegen € 4,5 miljoen (2023: € 6,1 miljoen), waarvan € 1,8 miljoen (2023: € 2,6 miljoen) tegenover andere Bekaertvennootschappen. Bovendien hadden de Braziliaanse joint ventures ook niet-opgenomen verbintenissen lopen om de komende vijf jaar elektriciteit aan te kopen voor een totaalbedrag van € 8,0 miljoen (2023: € 14,2 miljoen).
Er waren geen beperkingen om geld over te maken in de vorm van contanten en dividenden. Bekaert had geen voorwaardelijke verplichtingen tegenover haar Braziliaanse joint ventures.
Braziliaanse joint ventures: aansluiting met nettoboekwaarde
| in duizend € | 2023 | 2024 |
|---|---|---|
| Nettoactiva van Belgo Bekaert Arames Ltda | 373 874 | 316 111 |
| Deelnemingspercentage van de Groep | 45,0% | 45,0% |
| Proportionele nettoactiva | 168 243 | 142 250 |
| Consolidatie-aanpassingen | 592 | 543 |
| Nettoboekwaarde van de deelneming van de Groep in Belgo Bekaert Arames Ltda | 168 835 | 142 793 |
| Nettoactiva van BMB-Belgo Mineira Bekaert Artefatos de Arame Ltda | 110 126 | 92 032 |
| Deelnemingspercentage van de Groep | 44,5% | 44,5% |
| Proportionele nettoactiva | 49 006 | 40 954 |
| Consolidatie-aanpassingen | 1 174 | 1 184 |
| Nettoboekwaarde van de deelneming van de Groep in BMB-Belgo Mineira Bekaert Artefatos de Arame Ltda |
50 180 | 42 138 |
| Nettoboekwaarde van de deelneming van de Groep in de Braziliaanse joint ventures | 219 016 | 184 931 |
De volgende tabel geeft de geaggregeerde informatie voor de andere joint ventures weer die in deze context niet materieel werden geacht.
| 2023 in duizend € |
2024 |
|---|---|
| Aandeel van de Groep in het resultaat uit voortgezette bedrijfsactiviteiten -236 |
-170 |
| Aandeel van de Groep in andere elementen van het resultaat | — -1 |
| Aandeel van de Groep in het volledig perioderesultaat -237 |
-171 |
| Geaggregeerde nettoboekwaarde van het aandeel van de Groep in deze joint ventures 91 |
-80 |
| in duizend € | 2023 | 2024 |
|---|---|---|
| Financiële vorderingen op meer dan een jaar en kaswaarborgen | 10 005 | 11 186 |
| Restitutierechten en overige vorderingen op meer dan een jaar | 948 | 886 |
| Derivaten (zie toelichting 7.3.) | 15 169 | 28 100 |
| Nettovordering uit vaste prestatie regelingen op meer dan een jaar | 11 019 | 20 217 |
| Eigenvermogensinstrumenten aangehouden tegen RWvOCI | 31 060 | 40 621 |
| Totaal overige vaste activa | 68 202 | 101 010 |
De nettovordering uit vaste prestatie regelingen was gerelateerd aan de pensioenregelingen in het Verenigd Koninkrijk en België. Voor meer informatie hierover verwijzen we naar toelichting 6.16. 'Voorzieningen voor personeelsbeloningen'. Het overschot aan activa kan worden gebruikt ter compensatie van toekomstige bijdragen, maar er bestaat ook de mogelijkheid om het overschot aan de onderneming terug te laten storten.
| 2023 in duizend € |
2024 |
|---|---|
| Per 1 januari 26 023 |
31 060 |
| Aanschaffingen 8 843 |
1 443 |
| Verkopen — |
-1 262 |
| Veranderingen in reële waarde -3 081 |
9 380 |
| Uit consolidatie genomen -725 |
— |
| Per 31 december 31 060 |
40 621 |
De eigenvermogensinstrumenten aangemerkt als tegen reële waarde via eigen vermogen (RWvOCI), in overeenstemming met IFRS 9 'Financiële instrumenten', hadden hoofdzakelijk betrekking op:
De Groep heeft in 2024 de deelneming in Moreda-Rivière Trefilerias SA afgestoten (€ -1,2 miljoen).
De Groep heeft gekozen om de eigenvermogensinstrumenten te waarderen tegen reële waarde via eigen vermogen aangezien het om strategische investeringen gaat die niet worden aangehouden voor handelsdoeleinden. Voor meer informatie over de herwaarderingsreserve voor deelnemingen aangemerkt als tegen reële waarde via eigen vermogen, zie toelichting 6.14. 'Overgedragen resultaten en overige Groepsreserves'.
| Nettoboekwaarde | Vorderingen | Verplichtingen | ||
|---|---|---|---|---|
| in duizend € | 2023 | 2024 | 2023 | 2024 |
| Per 1 januari | 104 372 | 120 779 | 44 018 | 35 618 |
| Toename of afname via resultaat | 22 249 | -260 | 3 759 | -8 121 |
| Toename of afname via OCI | 2 648 | -2 134 | -1 300 | 2 335 |
| Eerste consolidatie | 1 002 | 361 | — | 5 224 |
| Uit consolidatie genomen | -9 992 | — | -13 966 | — |
| Omrekeningswinsten en -verliezen | -3 726 | 3 265 | -1 118 | 1 986 |
| Saldering vorderingen en verplichtingen | 4 226 | -5 720 | 4 226 | -5 720 |
| Per 31 december | 120 779 | 116 291 | 35 618 | 31 321 |
Uitgestelde belastingvorderingen en -verplichtingen waren toe te wijzen aan de volgende rubrieken:
| Vorderingen Verplichtingen |
Nettovorderingen | |||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| in duizend € | 2023 | 2024 | 2023 | 2024 | 2023 | 2024 |
| Immateriële activa | 22 564 | 18 816 | 12 350 | 15 163 | 10 214 | 3 653 |
| Materiële vaste activa | 43 008 | 48 443 | 43 872 | 38 778 | -864 | 9 666 |
| Financiële vaste activa | 64 | — | 25 601 | 32 700 | -25 537 | -32 700 |
| Voorraden | 8 247 | 8 745 | 12 911 | 11 959 | -4 664 | -3 214 |
| Vorderingen | 1 348 | 984 | 3 228 | 3 117 | -1 881 | -2 133 |
| Andere vlottende activa | 537 | 614 | 3 312 | 3 919 | -2 775 | -3 305 |
| Voorzieningen voor personeelsbeloningen |
19 519 | 16 547 | 799 | 273 | 18 720 | 16 275 |
| Overige voorzieningen | 2 830 | 1 945 | 5 134 | 3 972 | -2 303 | -2 027 |
| Overige verplichtingen | 36 344 | 27 418 | 8 071 | 6 821 | 28 273 | 20 597 |
| Overdraagbare fiscaal aftrekbare verliezen, aftrekposten en terugvorderbare belastingen |
65 979 | 78 158 | — | — | 65 979 | 78 158 |
| Belastingvorderingen / - verplichtingen |
200 439 | 201 671 | 115 278 | 116 701 | 85 161 | 84 970 |
| Saldering vorderingen en verplichtingen |
-79 660 | -85 380 | -79 660 | -85 380 | — | — |
| Nettobelastingvorderingen / - verplichtingen |
120 779 | 116 291 | 35 618 | 31 321 | 85 161 | 84 970 |
De uitgestelde belastingverplichtingen met betrekking tot materiële vaste activa kwamen voornamelijk voort uit verschillen qua afschrijvingsmethode tussen IFRS en fiscale boeken, terwijl de uitgestelde belasting gerelateerd aan immateriële activa voornamelijk gegenereerd werd door de eliminatie van intragroepswinsten in de geconsolideerde jaarrekening. De uitgestelde belastingen met betrekking tot voorzieningen voor personeelsbeloningen werden hoofdzakelijk gegenereerd door tijdelijke verschillen als gevolg van de toepassing van IAS 19 'Personeelsbeloningen'. De uitgestelde belastingverplichtingen met betrekking tot financiële vaste activa hadden voornamelijk te maken met tijdelijke verschillen die ontstaan uit niet-uitgekeerde winsten bij dochterondernemingen en joint ventures.
De evolutie van uitgestelde belastingvorderingen en -verplichtingen was als volgt te verklaren:
| in duizend € | Per 1 januari |
Opgenomen via winst-en verlies rekening |
Opgenomen via OCI |
Overnames en afstotingen |
Omrekenings winsten en - verliezen |
Per 31 december |
|---|---|---|---|---|---|---|
| Tijdelijke verschillen | ||||||
| Immateriële activa | 15 361 | -4 946 | — | 31 | -232 | 10 214 |
| Materiële vaste activa | -14 234 | 1 884 | — | 12 494 | -1 007 | -864 |
| Financiële vaste activa | -31 676 | 2 998 | 1 516 | 1 570 | 55 | -25 537 |
| Voorraden | -2 831 | 1 627 | — | -3 774 | 313 | -4 664 |
| Vorderingen | 3 563 | -3 936 | — | -1 565 | 58 | -1 881 |
| Andere vlottende activa | -1 802 | -840 | — | 43 | -175 | -2 775 |
| Voorzieningen voor personeelsbeloningen |
19 894 | 582 | 2 411 | -3 579 | -589 | 18 720 |
| Overige voorzieningen | 3 195 | -5 465 | 21 | -6 | -48 | -2 303 |
| Overige verplichtingen | 31 052 | -1 307 | — | -1 051 | -422 | 28 273 |
| Overdraagbare fiscaal aftrekbare verliezen, aftrekposten en terugvorderbare belastingen |
37 832 | 27 894 | — | 813 | -560 | 65 979 |
| Totaal | 60 355 | 18 490 | 3 948 | 4 976 | -2 607 | 85 161 |
| in duizend € | Per 1 januari |
Opgenomen via winst-en verlies rekening |
Opgenomen via OCI |
Overnames en afstotingen |
Omrekenings winsten en - verliezen |
Per 31 december |
|---|---|---|---|---|---|---|
| Tijdelijke verschillen | ||||||
| Immateriële activa | 10 214 | -3 542 | — | -2 888 | -131 | 3 653 |
| Materiële vaste activa | -864 | 12 270 | — | -2 235 | 495 | 9 666 |
| Financiële vaste activa | -25 537 | -4 250 | -2 569 | — | -344 | -32 700 |
| Voorraden | -4 664 | 2 365 | — | -101 | -813 | -3 214 |
| Vorderingen | -1 881 | -244 | — | — | -8 | -2 133 |
| Andere vlottende activa | -2 775 | -500 | — | — | -30 | -3 305 |
| Voorzieningen voor personeelsbeloningen |
18 720 | -865 | -1 899 | — | 319 | 16 275 |
| Overige voorzieningen | -2 303 | 255 | — | — | 21 | -2 027 |
| Overige verplichtingen | 28 273 | -8 377 | — | 361 | 339 | 20 597 |
| Overdraagbare fiscaal aftrekbare verliezen, aftrekposten en terugvorderbare belastingen |
65 979 | 10 748 | — | — | 1 431 | 78 158 |
| Totaal | 85 161 | 7 861 | -4 469 | -4 862 | 1 279 | 84 970 |
| Voor | Na | ||
|---|---|---|---|
| in duizend € | belastingen | Belastingen | belastingen |
| Omrekeningsverschillen | -30 813 | — | -30 813 |
| Nettowijziging in reële waarde van deelnemingen aangemerkt als tegen reële waarde via eigen vermogen |
-2 822 | — | -2 822 |
| Winsten en verliezen uit herwaardering van vaste prestatie regelingen | -15 000 | 3 948 | -11 052 |
| Aandeel in OCI van joint ventures en geassocieerde ondernemingen | -129 | 44 | -85 |
| Totaal | -48 765 | 3 992 | -44 773 |
| in duizend € | Voor belastingen |
Belastingen | Na belastingen |
|---|---|---|---|
| Omrekeningsverschillen | 11 104 | — | 11 104 |
| Nettowijziging in reële waarde van deelnemingen aangemerkt als tegen reële waarde via eigen vermogen |
8 985 | — | 8 985 |
| Winsten en verliezen uit herwaardering van vaste prestatie regelingen | 20 502 | -4 469 | 16 034 |
| Aandeel in OCI van joint ventures en geassocieerde ondernemingen | 121 | -41 | 80 |
| Totaal | 40 712 | -4 510 | 36 202 |
Uitgestelde belastingvorderingen met betrekking tot tijdelijke verschillen werden niet opgenomen voor een brutobedrag van € 191,7 miljoen (2023: € 206,9 miljoen). De niet-opgenomen belastingvorderingen inzake verliezen en aftrekposten zijn per vervaldatum voorgesteld in onderstaande tabel.
De volgende tabel geeft een overzicht van de brutobedragen van de verliezen en aftrekposten die uitgestelde belastingvorderingen genereren en waarvan sommige niet opgenomen werden.
| 2023 | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| in duizend € | Vervallend binnen 1 jaar |
Vervallend tussen 1 en 5 jaar |
Vervallend na meer dan 5 jaar |
Niet vervallend |
Totaal | |
| Beleggingsverliezen | Bruto | — | — | — | 63 216 | 63 216 |
| Niet opgenomen | — | — | — | -63 216 | -63 216 | |
| Netto | — | — | — | — | — | |
| Operationele verliezen | Bruto | 26 371 | 79 299 | 37 148 | 707 849 | 850 667 |
| Niet opgenomen | -25 215 | -78 337 | -36 658 | -433 166 | -573 376 | |
| Netto | 1 156 | 962 | 490 | 274 683 | 277 291 | |
| Aftrekposten | Bruto | — | — | — | 12 785 | 12 785 |
| Niet opgenomen | — | — | — | -2 941 | -2 941 | |
| Netto | — | — | — | 9 844 | 9 844 | |
| Totaal | Bruto | 26 371 | 79 299 | 37 148 | 783 850 | 926 668 |
| Niet opgenomen |
-25 215 | -78 337 | -36 658 | -499 322 | -639 532 | |
| Netto | 1 156 | 962 | 490 | 284 528 | 287 136 |
| 2024 | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| in duizend € | Vervallend binnen 1 jaar |
Vervallend tussen 1 en 5 jaar |
Vervallend na meer dan 5 jaar |
Niet vervallend |
Totaal | |
| Beleggingsverliezen | Bruto | — | — | — | 65 308 | 65 308 |
| Niet opgenomen | — | — | — | -63 496 | -63 496 | |
| Netto | — | — | — | 1 812 | 1 812 | |
| Operationele verliezen | Bruto | 21 516 | 68 809 | 36 757 | 772 350 | 899 431 |
| Niet opgenomen | -12 700 | -68 459 | -35 975 | -469 007 | -586 141 | |
| Netto | 8 816 | 350 | 782 | 303 343 | 313 290 | |
| Aftrekposten | Bruto | 29 | 10 | — | 5 384 | 5 422 |
| Niet opgenomen | — | — | — | -3 214 | -3 214 | |
| Netto | 29 | 10 | — | 2 169 | 2 208 | |
| Totaal | Bruto | 21 545 | 68 818 | 36 757 | 843 042 | 970 162 |
| Niet opgenomen |
-12 700 | -68 459 | -35 975 | -535 717 | -652 851 | |
| Netto | 8 844 | 359 | 782 | 307 324 | 317 310 |
De netto uitgestelde belastingvorderingen met betrekking tot deze brutobedragen bedroegen € 78,2 miljoen in 2024 (2023: € 66,0 miljoen).
Uitgestelde belastingvorderingen werden enkel geboekt in de mate dat het waarschijnlijk was dat er toekomstige belastbare winsten zouden gemaakt worden, rekening houdend met zowel positieve als negatieve elementen. Deze afweging is gemaakt rekening houdend met voorzichtige schattingen op basis van het businessplan van de betrokken entiteit, meestal gekoppeld aan een tijdshorizon van 5 jaar.
In sommige landen zijn uitgestelde belastingvorderingen op beleggingsverliezen, operationele verliezen en aftrekposten geboekt in de mate van geboekte onzekere belastingposities om aan te tonen dat sommige aanpassingen omwille van belastingcontroles zouden leiden tot een aanpassing van de belastingverliezen in plaats van een betaling van een belastingkost door de betrokken entiteit.
| 2024 | |
|---|---|
| ------ | -- |
| Operationele | |||||
|---|---|---|---|---|---|
| in duizend € | Belggingsverliezen | verliezen Aftrekposten | Totaal | ||
| Australië | 2 894 | — | 39 | 2 933 | |
| België | 1 812 | 323 437 | 1 017 | 326 266 | |
| Brazilië | — | 7 323 | — | 7 323 | |
| Canada | — | 35 056 | — | 35 056 | |
| Chili | 10 083 | — | — | 10 083 | |
| China | — | 70 449 | — | 70 449 | |
| Costa Rica | — | 1 082 | — | 1 082 | |
| Duitsland | — | 103 567 | — | 103 567 | |
| Hong Kong | — | 1 511 | — | 1 511 | |
| Indonesië | — | 1 804 | — | 1 804 | |
| Italië | — | 30 714 | — | 30 714 | |
| Maleisië | 6 120 | 20 297 | 3 214 | 29 631 | |
| Nederland | — | 23 419 | — | 23 419 | |
| Nieuw Zeeland | — | 263 | — | 263 | |
| Noorwegen | — | 18 169 | — | 18 169 | |
| Rusland | — | 338 | — | 338 | |
| Spanje | — | 42 459 | — | 42 459 | |
| Turkije | — | 8 518 | — | 8 518 | |
| Verenigd Koninkrijk | 11 787 | 88 653 | 1 152 | 101 592 | |
| Verenigde Staten | 32 613 | 97 900 | — | 130 513 | |
| Venezuela | — | 647 | — | 647 | |
| Vietnam | — | 23 825 | — | 23 825 | |
| Totaal | 65 308 | 899 431 | 5 422 | 970 162 |
| Per | Organische toename of |
Afwaarderingen en terugname |
Eerste | Uit consolidatie |
Omrekenings -winsten en - |
Per 31 | ||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| in duizend € | 1 januari | afname ¹ | afwaarderingen | consolidatie | genomen | verliezen Overige | december | |
| Grondstoffen | 214 673 | -53 052 | -719 | — | -43 626 | -2 210 | 388 | 115 453 |
| Hulpstoffen en wisselstukken |
119 696 | -2 067 | -4 534 | — | -6 107 | -3 487 | — | 103 502 |
| Goederen in bewerking |
181 834 | -18 603 | -1 537 | — | -6 540 | -3 969 | — | 151 185 |
| Gereed product | 351 445 | -28 449 | -645 | — | -19 899 | -6 459 | -388 | 295 606 |
| Handelsgoederen | 275 448 | -50 357 | 567 | — | -100 017 | -2 882 | — | 122 760 |
| Voorraden | 1 143 096 | -152 528 | -6 868 | — | -176 188 | -19 006 | — | 788 506 |
| Handelsvorderingen | 730 786 | -74 554 | 1 673 | 78 | -84 625 | -20 368 | — | 552 989 |
| Ontvangen bankwissels |
39 764 | 23 967 | — | — | -5 477 | -2 747 | — | 55 507 |
| Betaalde voorschotten | 14 547 | 15 611 | -102 | — | -799 | -545 | — | 28 712 |
| Handelsschulden | -921 113 | 184 483 | — | -568 | 84 151 | 20 096 | — | -632 950 |
| Ontvangen voorschotten |
-24 097 | 4 631 | — | — | 1 205 | 326 | — | -17 935 |
| Schulden m.b.t. verloning en sociale zekerheid |
-122 300 | -12 226 | — | -32 | 7 490 | 2 275 | — | -124 793 |
| Belastingen m.b.t. personeel |
-10 810 | 1 778 | — | — | 76 | 80 | — | -8 876 |
| Operationeel werkkapitaal |
849 872 | -8 837 | -5 296 | -522 | -174 168 | -19 888 | — | 641 161 |
¹ De organische toename of afname vertegenwoordigt de cash-bewegingen van het werkkapitaal. In het kasstroomoverzicht zijn de wijzigingen in operationeel werkkapitaal aangepast ten opzichte van de aankopen voor immateriële en materiële vaste activa voor de variatie van de openstaande handelsschulden op jaareinde gerelateerd aan investeringen (2024: afname van handelsschulden van € 9,9 miljoen (2023: afname van handelsschulden van € 3,3 miljoen)).
| in duizend € | Per 1 januari |
Organische toename of afname ¹ |
Afwaarderingen en terugname afwaarderingen |
Eerste consolidatie |
Uit consolidatie genomen |
Omrekenings -winsten en - verliezen Overige |
Per 31 december |
|
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Grondstoffen | 115 453 | 12 988 | 1 020 | 5 526 | — | 1 782 | — | 136 770 |
| Hulpstoffen en wisselstukken |
103 502 | -10 565 | 1 431 | 79 | — | 1 491 | — | 95 938 |
| Goederen in bewerking |
151 185 | 8 911 | 177 | 7 706 | — | 3 027 | — | 171 006 |
| Gereed product | 295 606 | -1 648 | 208 | 1 025 | — | 4 960 | — | 300 150 |
| Handelsgoederen | 122 760 | 4 583 | 2 375 | 138 | — | 267 | — | 130 123 |
| Voorraden | 788 506 | 14 270 | 5 212 | 14 473 | — | 11 527 | — | 833 987 |
| Handelsvorderingen | 552 989 | -9 123 | 19 927 | 9 765 | — | 7 105 | — | 580 663 |
| Ontvangen bankwissels |
55 507 | -27 563 | — | — | — | 1 166 | — | 29 110 |
| Betaalde voorschotten | 28 712 | -1 737 | -2 783 | 749 | — | 554 | — | 25 495 |
| Handelsschulden | -632 950 | -18 030 | — | -5 671 | — | -11 461 | — | -668 111 |
| Ontvangen voorschotten |
-17 935 | 7 416 | — | -7 230 | — | -417 | — | -18 166 |
| Schulden m.b.t. verloning en sociale zekerheid |
-124 793 | 9 362 | — | -1 215 | — | -1 579 | 105 | -118 121 |
| Belastingen m.b.t. personeel |
-8 876 | -1 829 | — | -938 | — | -78 | — | -11 722 |
| Operationeel werkkapitaal |
641 161 | -27 234 | 22 356 | 9 932 | — | 6 817 | 105 | 653 136 |
¹ De organische toename of afname vertegenwoordigt de cash-bewegingen van het werkkapitaal. In het kasstroomoverzicht zijn de wijzigingen in operationeel werkkapitaal aangepast ten opzichte van de aankopen voor immateriële en materiële vaste activa voor de variatie van de openstaande handelsschulden op jaareinde gerelateerd aan investeringen (2024: afname van handelsschulden van € 9,9 miljoen (2023: afname van handelsschulden van € 3,3 miljoen)).
Het gemiddeld operationeel werkkapitaal, gewogen voor het aantal periodes dat een entiteit bijgedragen heeft tot het geconsolideerd resultaat, vertegenwoordigde 16,5% van de omzet (2023: 15,2%).
• Voorraden
De voorraden stegen met € 45,5 miljoen ten opzichte van eind vorig jaar, waarvan € 14,5 miljoen als gevolg van de acquisitie van Bexco NV (België) en de rest hoofdzakelijk ten gevolge van organische stijgingen en wisselkoerseffecten. De kostprijs van verkopen bevatte vervoer- en verhandelingskosten van gereed product voor € 208,6 miljoen (2023: € 193,9 miljoen), die nooit werden gekapitaliseerd in voorraden. De bewegingen in de voorraden in 2024 omvatten afwaarderingen van € -43,5 miljoen (2023: € -42,4 miljoen) en terugnames van afwaarderingen ten belope van € 48,7 miljoen (2023: € 35,5 miljoen). Net als in 2023 werden in 2024 geen voorraden verpand als waarborg voor leningen.
• Handelsvorderingen en ontvangen bankwissels De € 1,3 miljoen stijging in de handelsvorderingen en ontvangen bankwissels in 2024 omvatte terugnames van afwaarderingen ten belope van € 23,9 miljoen (2023: € 3,9 miljoen). Eind 2024 waren voor € 221,0 miljoen aan handelsvorderingen opgenomen in het factoringprogramma (2023: € 231,5 miljoen). De organische dalingen, acquisitie- en wisselkoerseffecten verklaarden de rest van de beweging.
De volgende tabel stelt de bewegingen in waardeverminderingen op handelsvorderingen voor. Er werden geen waardeverminderingen geboekt voor ontvangen bankwissels.
| 2023 in duizend € |
2024 |
|---|---|
| Brutoboekwaarde 638 165 |
619 786 |
| Waardeverminderingen voor dubieuze vorderingen (afgewaardeerd) -29 669 |
-10 013 |
| specifieke waardevermindering voor dubieuze vorderingen -26 882 |
-7 276 |
| ECL waardevermindering IFRS 9 voor dubieuze vorderingen -2 787 |
-2 737 |
| Nettoboekwaarde 608 497 |
609 773 |
| 2023 in duizend € |
2024 |
|---|---|
| Per 1 januari -39 891 |
-29 669 |
| Opgenomen verliezen in huidig jaar -3 570 |
-4 149 |
| Opgenomen verliezen in vorige jaren - aangewende bedragen 1 359 |
193 |
| Opgenomen verliezen in vorige jaren - terugname van niet-aangewende bedragen 3 884 |
23 883 |
| Uit consolidatie genomen 7 052 |
— |
| Omrekeningswinsten en verliezen (-) 1 498 |
-283 |
| Per 31 december -29 669 |
-10 013 |
In overeenstemming met IFRS 9 'expected credit loss' model voor financiële activa, wordt er op iedere rapporteringsdatum een ECL waardevermindering IFRS 9 voor handelsvorderingen geboekt om het ongekende afwaarderingsrisico af te dekken. Deze algemene waardevermindering bestaat uit een percentage van de handelsvorderingen op iedere rapporteringsdatum. De percentages houden rekening met historische informatie inzake verliezen op handelsvorderingen en worden ieder jaar opnieuw nagekeken. Voor meer informatie over kredietverbeteringstechnieken verwijzen wij naar toelichting 7.3. 'Beheer van financiële risico's en derivaten'.
De handelsschulden stegen met € -35,2 miljoen vergeleken met eind vorig jaar en weerspiegelden voornamelijk een organische evolutie van € -15 miljoen en een negatief FX-translatie-effect van € -14 miljoen. Het effect van inkomende entiteiten was € -6 miljoen.
Als onderdeel van de voortdurende inspanningen van de Groep om zijn werkkapitaalpositie te verbeteren, onderhandelt het voortdurend met klanten en leveranciers over prijszetting, betalingsvoorwaarden en andere voorwaarden. De overeengekomen aankoopvoorwaarden worden bekomen in functie van de aanwezigheid van de Groep in de markt, het gewicht van de Groep als klant en zijn concurrentiepositie. Over het algemeen hebben de handelsschulden van de Groep uiteenlopende looptijden afhankelijk van het soort materiaal, het geografisch gebied waarin de aankooptransactie plaatsvindt en de verschillende contractuele overeenkomsten. De factuurbedragen vloeien voort uit goederen en diensten in de normale cash-operationele cyclus van de Groep en maken daarom integraal deel uit van het werkkapitaal.
De Groep biedt geselecteerde leveranciers aan om deel te nemen aan verschillende financieringsmodellen voor de toeleveringsketen. Dit houdt in dat leveranciers de mogelijkheid krijgen om hun vorderingen te laten voorfinancieren door een financiële instelling. De Groep betaalt op het moment dat de factuur op grond van de reverse factoring-overeenkomst verschuldigd is. Op jaareinde 2024 bedroegen de uitstaande handelsschulden gekoppeld aan dergelijke 'supply chain' financieringsmodellen € 45,0 miljoen. De betalingen worden gepresenteerd in de kasstromen uit bedrijfsactiviteiten omdat ze worden beschouwd als een onderdeel van de normale bedrijfscyclus van de Groep en onderdeel blijven uitmaken van de operationele kosten.
| in duizend € | 2023 | 2024 |
|---|---|---|
| Per 1 januari | 151 426 | 103 089 |
| Toename of afname | -13 007 | 31 764 |
| Waardeverminderingen (-) en terugnemingen van waardeverminderingen | -1 | 23 |
| Eerste consolidatie | 103 | 1 129 |
| Uit consolidatie genomen | -38 179 | — |
| Herclassificeringen | — | 122 |
| Omrekeningswinsten en -verliezen | 2 747 | -1 887 |
| Per 31 december | 103 089 | 134 240 |
Overige vorderingen hadden voornamelijk betrekking op winstbelastingen (€ 48,7 miljoen (2023: € 37,8 miljoen)), BTW en overige belastingen (€ 76,2 miljoen (2023: € 56,4 miljoen)), leningen aan personeel (€ 1,8 miljoen (2023: € 1,7 miljoen)) en dividenden van joint ventures (€ 2,3 miljoen (2023: € 4,3 miljoen). Zie ook toelichting 6.21. 'Belastingposities'. Waardeverminderingen van overige vorderingen zijn opgenomen in toelichting 5.5. 'Overige financiële opbrengsten en lasten'. De in 2023 uit consolidatie genomen overige vorderingen hebben betrekking op de verkoop van de Staaldraadactiviteiten in Chili en Peru.
| in duizend € | 2023 | 2024 |
|---|---|---|
| Geldmiddelen en kasequivalenten | 631 687 | 504 384 |
| Geldbeleggingen | 1 238 | 2 312 |
Het kassaldo binnen de Russische entiteit bedraagt € 7,3 miljoen en wordt voornamelijk gebruikt binnen de dagelijkse kasstroom- en treasury-activiteiten in de lokale operationele activiteiten, en moet voldoen aan de lokale Russische wetgeving in het geval dat de liquide middelen zouden worden gebruikt voor grensoverschrijdende transacties.
Voor de wijzigingen in geldmiddelen en kasequivalenten: zie het geconsolideerd kasstroomoverzicht en toelichting 7.1. 'Toelichtingen bij het kasstroomoverzicht'.
Kasequivalenten en geldbeleggingen omvatten op de balansdatum geen marktgenoteerde schuldinstrumenten of eigenvermogensinstrumenten.
Nettoboekwaarde
| in duizend € | 2023 | 2024 |
|---|---|---|
| Financiële vorderingen en kaswaarborgen | 1 575 | 1 633 |
| Betaalde voorschotten | 28 712 | 25 495 |
| Derivaten (zie toelichting 7.3.) | 1 034 | 437 |
| Overlopende rekeningen (actief) | 18 231 | 29 481 |
| Per 31 december | 49 553 | 57 047 |
De overlopende interestbaten bedroegen € 1,0 miljoen (2023: € 1,0 miljoen). De kaswaarborgen bedroegen € 0,6 miljoen (2023: € 0,6 miljoen).
De betaalde voorschotten in het kader van grote investeringsprojecten en de vooruitbetalingen voor de levering van walsdraad vonden plaats in België, India, China, Vietnam en Tsjechië.
De stijging van de overlopende rekeningen had voornamelijk betrekking op het gehuurde zonnepark in Industrias del Ubierna SA (Spanje).
| in duizend € | 2023 | 2024 | ||
|---|---|---|---|---|
| Per 1 januari | 760 | 12 337 | ||
| Toenames en afnames (-) | 11 586 | -2 522 | ||
| Omrekeningswinsten en -verliezen | -9 | 9 | ||
| Per 31 december | 12 337 | 9 825 | ||
| in duizend € | 2023 | 2024 | ||
| Materiële vaste activa | 12 337 | 9 825 | ||
| Totaal activa geclassificeerd als aangehouden voor verkoop | 12 337 | 9 825 | ||
| Totaal verplichtingen verbonden met activa geclassificeerd als aangehouden voor verkoop — |
De wijziging van de activa geclassificeerd als aangehouden voor verkoop bevatte de classificatie als aangehouden voor verkoop van het onroerend goed in Ingelmunster (België) (€ 0,3 miljoen) en de realisatie van externe verkoop van het onroerend goed in Deerlijk (België) (€ -2,9 miljoen) (zie ook toelichting 6.20 'Overige verplichtingen op ten hoogste een jaar').
Per 31 december 2024 daalde de reële waarde minus verkoopkosten van de activa aangehouden voor verkoop niet onder de boekwaarde, waardoor er geen waardeverminderingen op de boekwaarde van de activa nodig waren.
| Geplaatst kapitaal | 2023 | 2024 | |||
|---|---|---|---|---|---|
| in duizend € | Nominale waarde |
Aantal aandelen |
Nominale waarde |
Aantal aandelen |
|
| 1 | Per 1 januari | 173 737 | 59 029 252 | 161 145 | 54 750 174 |
| Bewegingen van het jaar | |||||
| Uitgifte van nieuwe aandelen | — | — | — | — | |
| Vernietiging van aandelen | -12 592 | -4 279 078 | -1 363 | -463 188 | |
| Per 31 december | 161 145 | 54 750 174 | 159 782 | 54 286 986 | |
| 2 | Structuur | ||||
| 2.1 | Soorten gewone aandelen | ||||
| Gewone aandelen zonder nominale waarde | 161 145 | 54 750 174 | 159 782 | 54 286 986 | |
| 2.2 | Aandelen op naam | 22 256 305 | 21 732 198 | ||
| Gedematerialiseerde aandelen | 32 493 869 | 32 554 788 | |||
| Toegestaan niet-geplaatst kapitaal | 177 792 | 177 792 |
Op 31 december 2023 bezat Bekaert 2 156 137 eigen aandelen. Tussen 1 januari 2024 en 31 december 2024 kocht Bekaert in totaal 772 370 aandelen in en vernietigde 463 188 aandelen. Deze vernietiging leidde tot een kapitaalvermindering van € 1 363 162. Na de kapitaalvermindering werd het kapitaal afgerond via een kleine kapitaalverhoging zonder uitgifte van nieuwe aandelen (met € 162 in totaal en binnen het kader van het toegestaan kapitaal).
Op 22 november 2024 kondigde Bekaert aan dat haar Raad van Bestuur een nieuw aandeleninkoopprogramma had goedgekeurd voor een totaal bedrag van maximaal € 200 miljoen over een periode van maximaal 24 maanden, onder de machtiging verleend door Bekaerts Buitengewone Algemene Vergadering van 8 mei 2024. Het doel van het programma is om alle ingekochte aandelen te vernietigen. De eerste tranche van het nieuwe programma startte op 22 november 2024 en eindigde op 21 februari 2025. Tijdens de eerste tranche kocht Bekaert 750 093 aandelen voor een totaal bedrag van € 25 miljoen. De tweede tranche begon op 28 februari 2025.
In dezelfde periode werden in totaal 23 309 eigen aandelen overgedragen aan werknemers als gevolg van de uitoefening van aandelenopties onder SOP 2010-2014 en SOP 2015-2017. Bekaert verkocht 4 558 aandelen aan leden van het uitvoerend management in het kader van het Bekaert personal shareholding requirement plan en droeg 11 482 aandelen over aan leden van het uitvoerend management in het kader van het share-matching plan. Een totaal van 10 323 aandelen werden toegekend aan de Voorzitter en andere niet-uitvoerende Bestuurders als deel van hun vergoeding voor de uitoefening van hun mandaat. In totaal werden 220 965 eigen aandelen overgedragen na de toekenning van 220 965 performance share units in het kader van het Bekaert performance share plan. Met inbegrip van de verrichtingen in het kader van de liquiditeitsovereenkomst met Kepler Cheuvreux die startte op 1 juli 2024, bedroeg het saldo van de eigen aandelen gehouden door de vennootschap op 31 december 2024 2 235 087 (4,12% van het totale aandelenkapitaal).
In onderstaande tabellen zijn de details van de aandelenoptieplannen weergegeven die hetzij op de balansdatum, hetzij op de vorige balansdatum nog een uitstaand saldo vertoonden:
| Aantal opties | ||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Datum van aanbod |
Datum van toekenning |
Uitoefenprijs (in €) |
Toegekend | Uitgeoefend | Verbeurd verklaard |
Uitstaand | Eerste uitoefenperiode |
Laatste uitoefenperiode |
| 18.12.2014 | 16.02.2015 | 26,055 | 349 810 | 331 300 | 18 510 | — | Eind feb. - 08.04.2018 |
Mid nov. - 17.12.2024 |
| 349 810 | 331 300 | 18 510 | — |
| Aantal opties | ||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Datum van aanbod |
Datum van toekenning |
Uitoefenprijs (in €) |
Toegekend | Uitgeoefend | Verbeurd verklaard |
Uitstaand | Eerste uitoefenperiode |
Laatste uitoefenperiode |
| 17.12.2015 | 15.02.2016 | 26,375 | 227 250 | 175 459 | 28 250 | 23 541 | Eind feb. - 07.04.2019 |
Mid nov. - 16.12.2025 |
| 15.12.2016 | 13.02.2017 | 39,426 | 273 325 | 102 025 | 54 125 | 117 175 | Eind feb. - 12.04.2020 |
Mid nov. - 14.12.2026 |
| 21.12.2017 | 20.02.2018 | 34,600 | 225 475 | 162 250 | 8 375 | 54 850 | Eind feb. - 11.04.2021 |
Mid nov. - 20.12.2027 |
| 726 050 | 439 734 | 90 750 | 195 566 |
| 2023 | 2024 | |||
|---|---|---|---|---|
| Aandelenoptieplan SOP 2010-2014 | Aantal opties | Gewogen gemiddelde uitoefenprijs (in €) |
Aantal opties | Gewogen gemiddelde uitoefenprijs (in €) |
| Uitstaand op 1 januari | 191 800 | 24,300 | 2 100 | 26,055 |
| Uitgeoefend gedurende het jaar | -189 700 | 25,285 | -2 100 | 26,055 |
| Uitstaand op 31 december | 2 100 | 26,055 | — | — |
| 2023 | 2024 | |||
|---|---|---|---|---|
| Aandelenoptieplan SOP 2015-2017 | Aantal opties | Gewogen gemiddelde uitoefenprijs (in €) |
Aantal opties | Gewogen gemiddelde uitoefenprijs (in €) |
| Uitstaand op 1 januari | 447 656 | 35,198 | 216 025 | 36,418 |
| Uitgeoefend gedurende het jaar | -224 631 | 34,738 | -20 459 | 35,625 |
| Uitstaand op 31 december | 216 025 | 36,418 | 195 566 | 36,504 |
| in jaren | 2023 | 2024 |
|---|---|---|
| SOP 2010-2014 | 1,0 | — |
| SOP 2015-2017 | 3,2 | 2,1 |
De gewogen gemiddelde aandelenkoers bij uitoefening in 2024 was € 26,06 voor de SOP 2010-2014-opties (2023: € 25,29) en € 35,63 voor de SOP 2015-2017-opties (2023: € 34,74). De uitoefenprijs van de inschrijvingsrechten en opties is gelijk aan het laagste van (i) de gemiddelde slotkoers van het aandeel van de Onderneming gedurende dertig dagen die de aanboddatum voorafgaan en (ii) de laatste slotkoers van de dag vóór de aanboddatum.
Onder de voorwaarden van het aandelenoptieplan SOP 2010-2014 werden opties tot het verwerven van bestaande aandelen van de Onderneming aangeboden aan de leden van het Bekaert Group Executive, de Senior Vice Presidents en hogere kaderleden gedurende de periode 2010-2014. De toekenningsdata van elk aanbod waren gepland in de periode 2011-2015. De uitoefenprijs van het aandelenoptieplan SOP 2010-2014 werd op dezelfde manier bepaald als van de voorgaande plannen. De toezeggingsvoorwaarden van de SOP 2010-2014 toekenningen zijn zo opgesteld dat de inschrijvingsrechten of opties volledig toegezegd zullen zijn op 1 januari van het vierde jaar na de datum van het aanbod.
De opties toegekend onder SOP 2010-2014 en SOP 2015-2017 worden opgenomen tegen reële waarde op de toekenningsdatum in overeenstemming met IFRS 2 (zie toelichting 6.14. 'Overgedragen resultaten en overige Groepsreserves'). De reële waarde van de opties wordt bepaald door middel van een binomiaal waarderingsmodel.
In de loop van 2024 werden (net als in 2023) geen opties toegekend onder SOP 2015-2017. De Groep heeft geen kosten tegenover het eigen vermogen opgenomen in 2024 (2023: n/a).
De leden van het Bekaert Group Executive, het senior management en een beperkt aantal kaderleden van de Onderneming en van enkele van haar dochtervennootschappen ontvingen prestatieaandeeleenheden die de begunstigde het recht geven prestatieaandelen te ontvangen: gedurende 2019, 2020 en 2021 volgens de voorwaarden van het Performance Share Plan 2018-2020 en in 2022, 2023 en 2024 volgens de voorwaarden van het Performance Share Plan 2022-2024. Deze prestatieaandeeleenheden zullen uitoefenbaar zijn na een wachttijd van drie jaar op voorwaarde dat een vooraf vastgelegde prestatiedoelstelling bereikt wordt. De prestatiedoelstelling werd vastgelegd door de Raad van Bestuur, in lijn met de strategie van de Groep. Het toekenningspercentage kan variëren van 0% tot 300%. Op toekenningsdatum wordt de assumptie genomen dat de toekenning zal gebeuren aan een toekenningspercentage van 100%. Het toekenningspercentage wordt op elke balansdatum opnieuw beoordeeld en indien nodig wordt het aangepast.
Voor meer informatie verwijzen we naar het 'Remuneratieverslag' in het 'Corporate Governance Verklaring' luik van dit rapport.
| Overzicht prestatieaandelenplan | Aantal eenheden | ||||
|---|---|---|---|---|---|
| Datum van toekenning | Toegekend | Geleverd | Verbeurd verklaard |
Uitstaand | Vervaldag |
| 15.01.2021 | 144 708 | 110 651 | 34 057 | — | 31.12.2023 |
| 19.08.2021 | 15 101 | 13 062 | 2 039 | — | 31.12.2023 |
| 09.09.2021 | 7 966 | 7 966 | — | — | 31.12.2023 |
| 04.03.2022 | 131 407 | — | 26 347 | 105 060 | 31.12.2024 |
| 25.08.2022 | 3 209 | — | 238 | 2 971 | 31.12.2024 |
| 26.09.2022 | 12 864 | — | — | 12 864 | 31.12.2024 |
| 10.03.2023 | 139 141 | — | 16 813 | 122 328 | 31.12.2025 |
| 22.08.2023 | 4 843 | — | 1 128 | 3 715 | 31.12.2025 |
| 08.03.2024 | 107 976 | — | 10 041 | 97 935 | 31.12.2026 |
| 14.05.2024 | 6 092 | — | — | 6 092 | 31.12.2026 |
| 20.08.2024 | 7 714 | — | — | 7 714 | 31.12.2026 |
| 25.11.2024 | 9 826 | — | — | 9 826 | 31.12.2026 |
| 590 847 | 131 679 | 90 663 | 368 505 |
De prestatieaandeeleenheden toegekend onder deze plannen worden opgenomen tegen reële waarde op de toekenningsdatum in overeenstemming met IFRS 2 (zie toelichting 6.14. 'Overgedragen resultaten en overige Groepsreserves'). De reële waarde van de prestatieaandeeleenheden wordt bepaald door middel van een binomiaal waarderingsmodel aangezien de prestatiedoelstellingen zowel marktprijsgerelateerde (TSR) als nietmarktprijsgerelateerde voorwaarden zijn (onderliggende EBITDA, ESG en operationele kasstroom). De ESG voorwaarde omvat CO2 reductie, duurzame oplossingen en veiligheid). Voor de in 2024 toegekende tranches worden inputs en uitkomsten van het waarderingsmodel hieronder gedetailleerd:
| Te leveren in december |
Te leveren in december |
Te leveren in december |
Te leveren in december |
|
|---|---|---|---|---|
| Details waarderingsmodel - Performance Share Plan | 2026 Toekenning maart 2024 |
2026 Toekenning mei 2024 |
2026 Toekenning augustus 2024 |
2026 Toekenning november 2024 |
| Inputs van het model | ||||
| Aandelenkoers op startdatum (in €) | 46,88 | 44,14 | 35,74 | 32,98 |
| Historische volatiliteit | 25,05 % | 24,53 % | 23,71 % | 21,4 % |
| Verwacht dividendrendement | 3,99 % | 3,5 % | 4,87% | 5,99% |
| Wachtperiode (jaren) | 3,00 | 3,00 | 3,00 | 3,00 |
| Uitstroom van personeel | 0 % | 0 % | 0 % | 0 % |
| Risicovrije rentevoet | 2,76 % | 3,08 % | 2,56% | 2,11% |
| Uitkomst van het model | ||||
| Reële waarde (in €) | 51,88 | 43,07 | 28,69 | 23,58 |
| Uitstaande PSR-eenheden | 97 935 | 6 092 | 7 714 | 9 826 |
Het aanbod in 2024 vertegenwoordigde een reële waarde van € 6,3 miljoen (2023: € 7,5 miljoen). De Groep heeft een last tegenover het eigen vermogen opgenomen voor een bedrag van € 5,1 miljoen in 2024 (2023: € 7,1 miljoen).
| 2023 | 2024 | |||
|---|---|---|---|---|
| PSP | Aantal eenheden |
Gewogen gemiddelde uitoefenprijs (in €) |
Aantal eenheden |
Gewogen gemiddelde uitoefenprijs (in €) |
| Uitstaand op 1 januari | 389 620 | 29,360 | 387 143 | 35,512 |
| Toegekend gedurende het jaar | 143 984 | 42,584 | 132 348 | 48,000 |
| Geleverd gedurende het jaar | -130 183 | 24,391 | -131 679 | 30,740 |
| Verbeurd verklaard gedurende het jaar | -16 278 | 39,739 | -19 307 | 51,480 |
| Uitstaand op 31 december | 387 143 | 35,512 | 368 505 | 46,530 |
In maart 2016 introduceerde de Onderneming het Personal Shareholding Requirement Plan voor de Chief Executive Officer en de andere leden van het Bekaert Group Executive (BGE), op grond waarvan ze een persoonlijk belang in aandelen van de Onderneming opbouwen en behouden en waarbij de verwerving van het aantal aandelen van de Onderneming wordt ondersteund door een zogenaamd matching-mechanisme door de Onderneming. Het matching-mechanisme van de Onderneming bestaat erin dat de Onderneming de investering van het BGE-lid in aandelen van de Onderneming in jaar x zal evenaren door een gelijk aantal aandelen van de Onderneming als verworven door het BGE-lid toe te kennen op het einde van jaar x+2. Deze PSR eenheden zullen uitoefenbaar zijn na een wachtperiode van drie jaar, afhankelijk van een serviceconditie die onderhevig is aan slechte of goede vertrekomstandigheden. Voor meer informatie verwijzen we naar het 'Remuneratieverslag' in het 'Corporate Governance Verklaring' luik van dit rapport.
| Aantal eenheden | |||||
|---|---|---|---|---|---|
| Toekenningsdatum | Toegekend | Geleverd | Verbeurd verklaard |
Uitstaand | Vervaldag |
| 31.03.2022 | 13 757 | 10 471 | 3 286 | — | 31.12.2024 |
| 31.03.2023 | 4 742 | 865 | 814 | 3 063 | 31.12.2025 |
| 27.03.2024 | 4 958 | 146 | 694 | 4 118 | 31.12.2026 |
| 23 457 | 11 482 | 4 794 | 7 181 |
De matching shares toe te kennen onder het Personal Shareholding Requirement Plan 2016 worden opgenomen tegen reële waarde op de toekenningsdatum in overeenstemming met IFRS 2 (zie toelichting 6.14. 'Overgedragen resultaten en overige Groepsreserves'). De reële waarde van de matching shares wordt bepaald door middel van een binominaal waarderingsmodel. Voor de openstaande tranches worden inputs en uitkomsten van het waarderingsmodel hieronder gedetailleerd:
| Bij te passen december 2024 |
Bij te passen december 2025 |
Bij te passen december 2026 |
|
|---|---|---|---|
| Details waarderingsmodel - Personal Shareholding Requirement (PSR) plan |
Startdatum maart 2022 |
Startdatum maart 2023 |
Startdatum maart 2024 |
| Inputs van het model | |||
| Aandelenkoers op startdatum (in €) | 35,48 | 41,60 | 47,22 |
| Verwachte volatiliteit | 37,37 % | — % | — % |
| Verwacht dividendrendement | 4,89% | 4,17% | 4,45% |
| Wachtperiode (jaren) | 2,75 | 2,75 | 2,75 |
| Uitstroom van personeel | — % | — % | — % |
| Risicovrije rentevoet | 1,27% | 3,19% | 2,83% |
| Uitkomst van het model | |||
| Reële waarde (in €) | 6,48 | 37,02 | 41,68 |
| Uitstaande PSR-eenheden | — | 3 063 | 4 118 |
De toe te kennen matching shares vertegenwoordigen een reële waarde van € 0,3 miljoen (2023: € 0,2 miljoen). De Groep heeft kosten tegenover het eigen vermogen opgenomen voor een bedrag van € 0,1 miljoen (2023: € 0,2 miljoen) voor de aan te bieden matching shares op basis van hun reële waarde en toezeggingsperiode.
| Aantal eenheden - PSR | 2023 | 2024 |
|---|---|---|
| Uitstaand op 1 januari | 17 342 | 16 902 |
| Bijgepast gedurende het jaar | -4 554 | -11 482 |
| Verbeurd verklaard gedurende het jaar | -628 | -3 197 |
| Verworven gedurende het jaar | 4 742 | 4 958 |
| Uitstaand op 31 december | 16 902 | 7 181 |
De vaste vergoeding van de Voorzitter wordt betaald onder de vorm van aandelen van de vennootschap, met een aanhoudingsperiode van drie jaar vanaf de datum van toekenning. Voor andere niet-uitvoerende Bestuurders, wordt de vergoeding voor de uitoefening van taken als een lid van de Raad van Bestuur betaald in cash, maar met de optie om elk jaar een deel daarvan (0%, 25% of 50%) te ontvangen onder de vorm van aandelen van de vennootschap. In overeenstemming met IFRS 2 wordt dit behandeld als op aandelen gebaseerde betalingen met een cash alternatief. De reële waarde van de aandelenvergoeding is berekend op basis van de aandelenkoers op toekenningsdatum, zijnde 31 mei 2024 (€ 43,24) (tegenover 31 mei 2023: € 40,02). Deze vergoeding wordt onmiddellijk toegekend en vertegenwoordigde een reële waarde van
€ 0,4•miljoen (2023: € 0,4 miljoen). De Groep heeft een last tegenover het eigen vermogen opgenomen voor een bedrag € 0,4 miljoen (2023: € 0,4 miljoen).
| in duizend € | 2023 | 2024 |
|---|---|---|
| Herwaarderingsreserve voor niet-geconsolideerde eigenvermogendeelnemingen | -11 175 | -3 452 |
| Herwaarderingsreserve voor vaste prestatie regelingen | -27 820 | -7 531 |
| Put-optiereserve voor minderheidsbelangen | -1 691 | -1 691 |
| Reserve voor uitgestelde belastingen | 22 381 | 17 836 |
| Overige reserves | -18 305 | 5 161 |
| Gecumuleerde omrekeningsverschillen | -124 533 | -114 111 |
| Totaal overige Groepsreserves | -142 838 | -108 950 |
| Eigen aandelen | -76 896 | -81 502 |
| Overgedragen resultaten | 2 131 937 | 2 249 232 |
In de volgende secties van deze toelichting worden de bewegingen in de Groepsreserves en de overgedragen resultaten getoond en becommentarieerd.
| in duizend € | 2023 | 2024 |
|---|---|---|
| Per 1 januari | -8 353 | -11 175 |
| Wijzigingen in Groepsstructuur | — | -1 262 |
| Wijzigingen in reële waarde | -2 822 | 8 985 |
| Per 31 december | -11 175 | -3 452 |
| Waarvan | ||
| Deelneming in Xinyu Xinsteel Metal Products Co Ltd | — | -1 093 |
| Deelneming in Shougang Concord Century Holdings Ltd | -10 541 | -2 674 |
| Overige deelnemingen | -634 | 315 |
De herwaardering van de deelneming in Shougang Concord Century Holdings Ltd is gebaseerd op de slotkoers van het aandeel op de beurs van Hongkong. Zie ook toelichting 6.6. 'Overige vaste activa'.
| 2023 in duizend € |
2024 |
|---|---|
| Per 1 januari -12 660 |
-27 820 |
| Herwaarderingen van de periode -15 038 |
20 289 |
| Herclassificeringen binnen het eigen vermogen -123 |
— |
| Per 31 december -27 820 |
-7 532 |
De herwaarderingen resulteren uit het gebruik van gewijzigde actuariële veronderstellingen bij de bepaling van de vaste prestatie regelingen, uit verschillen tegenover de werkelijke rendementen van fondsbeleggingen op de balansdatum en uit wijzigingen in niet-opgenomen activa omwille van het asset ceiling-principe (zie toelichting 6.16. 'Voorzieningen voor personeelsbeloningen').
De 'Put-optiereserve voor minderheidsbelangen' bestaat uitsluitend uit een verplichting van € 1,7 miljoen die initieel opgezet werd tegen reële waarde via eigen vermogen. Deze verplichting vertegenwoordigt de put-optie die aan de resterende aandeelhouders van Flintstone Technology Ltd verleend werd op hun resterende minderheidsbelangen in diezelfde entiteit. Alle latere reëlewaardewijzigingen met betrekking tot deze financiële verplichting worden in overeenstemming met IFRS opgenomen via de winst-en-verliesrekening.
| in duizend € | 2023 | 2024 |
|---|---|---|
| Per 1 januari | 18 381 | 22 381 |
| Uitgestelde belastingen met betrekking tot andere elementen van het resultaat | 4 000 | -4 546 |
| Per 31 december | 22 381 | 17 836 |
Uitgestelde belastingen met betrekking tot andere elementen van het resultaat ('OCI' = Other Comprehensive Income) worden eveneens opgenomen via OCI (zie toelichting 6.7. 'Uitgestelde belastingvorderingen en verplichtingen').
Gecumuleerde omrekeningsverschillen
| in duizend € | 2023 | 2024 |
|---|---|---|
| Per 1 januari | -93 820 | -124 533 |
| Omrekeningsverschillen op goedgekeurde dividenden | -2 328 | -10 870 |
| Overboekingen naar de winst-en-verliesrekening in verband met afgestoten entiteiten of liquidaties | 8 570 | — |
| Bewegingen ontstaan uit wisselkoersfluctuaties | -36 955 | 21 292 |
| Per 31 december | -124 533 | -114 111 |
| Waarvan gerelateerd aan entiteiten met volgende functionele valuta's | ||
| Chinese renminbi | 97 682 | 113 777 |
| US dollar | 31 605 | 59 047 |
| Braziliaanse real | -178 881 | -220 739 |
| Chileense peso | -8 540 | -9 192 |
| Venezolaanse bolivar soberano ¹ | -59 691 | -59 691 |
| Indische roepie | -13 679 | -10 863 |
| Tsjechische kroon | 11 456 | 10 542 |
| Britse pond | -5 664 | 5 747 |
| Russische roebel | 5 231 | 7 766 |
| Roemeense leu | -4 249 | -4 234 |
| Andere valuta's | 197 | -6 272 |
¹ Als gevolg van de wijziging qua functionele munteenheid naar de US dollar op 1 januari 2019, is het bedrag gerelateerd aan de Venezolaanse bolivar soberano bevroren.
De schommelingen in omrekeningsverschillen weerspiegelden zowel de wisselkoersevolutie als het relatief belang van de nettoactiva opgenomen in de vermelde valuta's.
| in duizend € 2023 |
2024 |
|---|---|
| Per 1 januari -139 314 |
-76 896 |
| Ingekochte aandelen -120 552 |
-37 178 |
| Verkochte aandelen 29 840 |
17 266 |
| Prijsverschillen op verkochte aandelen -6 824 |
-5 921 |
| Schrappingen 159 953 |
21 228 |
| Per 31 december -76 896 |
-81 502 |
Er waren voldoende eigen aandelen zowel om verwatering tegen te gaan als om het kasstroomrisico van op aandelen gebaseerde betalingsregelingen af te dekken. In 2024 werden 961 228 bijkomende aandelen ingekocht, inclusief de transacties uitgevoerd onder het liquiditeitscontract afgesloten met Kepler Cheuvreux (2023: 2 888 601). 463 188 aandelen werden vernietigd. 419 090 eigen aandelen werden verkocht aan de begunstigden van de op aandelen gebaseerde betalingsregelingen van de Groep en onder het liquiditeitscontract afgesloten met Kepler Cheuvreux (2023: 833 861 aandelen). Eigen aandelen worden verwerkt volgens het FIFO-principe (first-in, first-out). Winsten en verliezen op verkopen van eigen aandelen worden rechtstreeks opgenomen in overgedragen resultaten (zie bewegingen in overgedragen resultaten hierna). Zie ook toelichting 6.13. 'Gewone aandelen, eigen aandelen en in eigenvermogensinstrumenten afgewikkelde, op aandelen gebaseerde betalingen'.
| in duizend € | Toelichting | 2023 | 2024 |
|---|---|---|---|
| Per 1 januari | 2 115 216 | 2 131 937 | |
| Toegekende eigenvermogensinstrumenten | 6.13 | -8 919 | -15 170 |
| Resultaat van de periode toerekenbaar aan aandeelhouders van Bekaert | 254 619 | 238 904 | |
| Dividenden | -88 564 | -93 758 | |
| Herclassificeringen binnen het eigen vermogen | 122 | — | |
| Eigenaandelentransacties | 6.13 | -140 536 | -13 943 |
| Wijzigingen in Groepsstructuur | — | 1 262 | |
| Per 31 december | 2 131 937 | 2 249 232 |
Eigenaandelentransacties (€ -13,9 miljoen tegenover € -140,5 miljoen in 2023) vertegenwoordigden het verschil tussen de opbrengsten en de FIFO-boekwaarde van de verkochte en vernietigde aandelen.
Nettoboekwarde
| 2023 in duizend € |
2024 |
|---|---|
| Per 1 januari 136 850 |
53 164 |
| Wijzigingen in Groepsstructuur -76 995 |
— |
| Aandeel in het perioderesultaat -1 738 |
4 661 |
| Aandeel in andere elementen van het resultaat behalve CTA -99 |
371 |
| Uitgekeerde dividenden -4 754 |
-5 189 |
| Omrekeningswinsten en -verliezen (-) -100 |
682 |
| Per 31 december 53 164 |
53 689 |
De wijzigingen in Groepsstructuur in 2023 hadden vooral betrekking op de verkoop van de Staaldraadactiviteiten in Chili en Peru. En in veel mindere mate de verkoop van het belang van de Groep in Agro-Bekaert Colombia en Agro - Bekaert Springs in Spanje, deels gecompenseerd door het minderheidsbelang gerelateerd aan de aankoop van Flintstone Technology Ltd (VK).
Het aandeel in het perioderesultaat van minderheidsbelangen verbeterde aanzienlijk. Vooral de entiteiten in China en in de 'Andina' regio droegen hiertoe bij.
In overeenstemming met IFRS 12 'Informatieverschaffng over belangen in andere entiteiten' wordt volgende informatie verschaft met betrekking tot dochterondernemingen waarin derden minderheidsbelangen aanhouden die van materieel belang zijn voor de Groep. De bedoeling van IFRS 12 is om van een entiteit bijkomende toelichting te vereisen die de lezers van haar jaarrekening toelaten volgende elementen te evalueren: (a) de aard van haar belangen in andere entiteiten en de daaraan verbonden risico's en (b) de effecten van deze belangen op haar financiële positie, winstgevendheid en kasstromen. Bekaert heeft meerdere partnerschappen over de hele wereld, waarvan de meeste individuele entiteiten niet zouden voldoen aan redelijke materialiteitscriteria. Daarom heeft de Groep een groep van entiteiten met minderheidsbelangen geïdentificeerd die onderling verbonden zijn door de aard van hun activiteiten en aandeelhoudersstructuur: de staaldraadentiteiten in de 'Andina' (Andes) regio, waar de minderheidsbelangen hoofdzakelijk in handen zijn van de Ecuadoriaanse familie Kohn en van ArcelorMittal. Bij de groepering van de informatie werden enkel de intragroepseffecten binnen die groep van entiteiten geëlimineerd, terwijl alle andere entiteiten van de Groep als derden werden behandeld.
| Aandeel van minderheidsbelangen op jaareinde |
|||
|---|---|---|---|
| Entiteiten opgenomen in de toelichting m.b.t. materiële minderheidsbelangen |
Land | 2023 | 2024 |
| Staaldraadtoepassingen-entiteiten Andina regio | |||
| Bekaert Ideal SL | Spanje | 20,0% | 20,0 % |
| Bekaert Guatemala SA | Guatemala | 41,6% | 41,6 % |
| Servicios Ideal AGF Inttegra Cia. Ltda | Ecuador | 70,8% | 70,8 % |
| BIA Alambres Costa Rica SA | Costa Rica | 41,6% | 41,6 % |
| Ideal Alambrec SA | Ecuador | 41,6% | 41,6 % |
| InverVicson SA | Venezuela | 20,0% | 20,0 % |
| Productora de Alambres Colombianos Proalco SAS | Colombia | 60,0% | 60,0 % |
| Vicson SA | Venezuela | 20,0% | 20,0 % |
De hoofdactiviteit van de voornaamste entiteiten in bovenstaande lijst is de productie en verkoop van staaldraad en staaldraadproducten, in hoofdzaak voor de lokale markt. Bekaert Ideal SL is in wezen een holding die deelnemingen aanhoudt in de overige entiteiten in de vorige lijst.
De volgende tabel toont het relatief belang van de entiteitgroep met materiële minderheidsbelangen in termen van resultaten en eigen vermogen toerekenbaar aan minderheidsbelangen.
| Materiële en overige minderheidsbelangen | Perioderesultaat toerekenbaar aan minderheidsbelangen |
Eigen vermogen toerekenbaar aan minderheidsbelangen |
||
|---|---|---|---|---|
| in duizend € | 2023 | 2024 | 2023 | 2024 |
| Staaldraadtoepassingen-entiteiten Andina regio | -243 | 2 278 | 22 451 | 22 643 |
| Consolidatieaanpassingen op materiële minderheidsbelangen | -176 | 126 | 319 | 446 |
| Bijdrage van de materiële minderheidsbelangen tot de geconsolideerde minderheidsbelangen |
-419 | 2 404 | 22 770 | 23 089 |
| Overige minderheidsbelangen | -1 319 | 2 257 | 30 394 | 30 600 |
| Totaal minderheidsbelangen | -1 738 | 4 661 | 53 164 | 53 689 |
De onderstaande tabellen geven een beknopt overzicht van de financiële staten voor deze entiteitgroep.
| 2023 in duizend € |
2024 |
|---|---|
| Vlottende activa 91 293 |
97 960 |
| Vaste activa 53 205 |
50 979 |
| Verplichtingen op ten hoogste een jaar 84 170 |
88 903 |
| Verplichtingen op meer dan een jaar 9 572 |
7 797 |
| Eigen vermogen toerekenbaar aan aandeelhouders van Bekaert 28 304 |
29 595 |
| Eigen vermogen toerekenbaar aan minderheidsbelangen 22 451 |
22 643 |
| in duizend € | 2023 | 2024 |
|---|---|---|
| Omzet | 227 279 | 199 367 |
| Kosten | -228 613 | -194 770 |
| Perioderesultaat | -1 334 | 4 597 |
| Perioderesultaat toerekenbaar aan aandeelhouders van Bekaert | -1 090 | 2 319 |
| Perioderesultaat toerekenbaar aan minderheidsbelangen | -243 | 2 278 |
| Andere elementen van het resultaat | 1 773 | 1 132 |
| Andere elementen van het resultaat toerekenbaar aan aandeelhouders van Bekaert | 458 | 892 |
| Andere elementen van het resultaat toerekenbaar aan minderheidsbelangen | 1 315 | 240 |
| Volledig perioderesultaat | 439 | 5 729 |
| Volledig perioderesultaat toerekenbaar aan aandeelhouders van Bekaert | -632 | 3 211 |
| Volledig perioderesultaat toerekenbaar aan minderheidsbelangen | 1 072 | 2 518 |
| Uitbetaalde dividenden aan minderheidsbelangen | -1 646 | -2 178 |
| Nettokasinstroom (-uitstroom) uit bedrijfsactiviteiten | 22 351 | 17 899 |
| Nettokasinstroom (-uitstroom) uit investeringsactiviteiten | -6 040 | -1 501 |
| Nettokasinstroom (-uitstroom) uit financieringsactiviteiten | -18 124 | -13 951 |
| Nettokasinstroom (-uitstroom) | -1 813 | 2 447 |
De omzet van 2024 was 12,3% lager dan vorig jaar. Door een grotere daling van de kostprijs van verkopen, verbeterde de marge van onderliggend bedrijfsresultaat (EBIT) op omzet van 4,7% vorig jaar tot 6,5% dit jaar. Een daling van de rentedragende schulden in combinatie met een daling van het werkkapitaal en een hogere EBITDA leidde tot een daling van de netto schuld positie.
De toestand voor Vicson SA (Venezuela) blijft onder controle. De onderneming slaagt er in om een voldoende hoeveelheid grondstoffen aan te kopen om de activiteiten draaiend te houden, zij het op een lager niveau. Bovendien is in het land de toegang tot US dollar flexibeler geworden zodat de facturaties aan veel klanten in die munt gebeuren. Geldmiddelen & kasequivalenten en geldbeleggingen bedroegen € 1,3 miljoen op 31 december 2024 (tegenover € 0,2 miljoen op 31 december 2023).
Per 31 december 2024 bedroegen de totale nettovoorzieningen voor personeelsbeloningen € 153,1 miljoen (€ 186,4 miljoen per jaareinde 2023), met volgende samenstelling:
| 2023 in duizend € |
2024 |
|---|---|
| Voorzieningen voor | |
| Vaste prestatie regelingen 55 080 |
43 436 |
| Andere langetermijnpersoneelsbeloningen 5 696 |
7 252 |
| In geldmiddelen afgewikkelde, op aandelen gebaseerde betalingen 4 590 |
1 324 |
| Kortetermijnpersoneelsbeloningen 124 793 |
118 121 |
| Ontslagvergoedingen 7 216 |
3 151 |
| Totaal voorzieningen in de balans 197 375 |
173 283 |
| waarvan | |
| Voorzieningen op meer dan een jaar 57 107 |
46 463 |
| Voorzieningen op ten hoogste een jaar 140 269 |
126 820 |
| Activa voor | |
| Vaste prestatie regelingen -11 019 |
-20 217 |
| Totaal activa in de balans -11 019 |
-20 217 |
| Totaal nettovoorzieningen 186 356 |
153 066 |
In overeenstemming met IAS 19, 'Personeelsbeloningen' worden vergoedingsregelingen na uitdiensttreding opgedeeld in vaste bijdrage regelingen en vaste prestatie regelingen.
Bij vaste bijdrage regelingen betaalt Bekaert bijdragen aan publieke of private pensioenfondsen of aan verzekeringsmaatschappijen. Eenmaal de bijdragen zijn betaald, heeft de Groep geen verdere betalingsverplichtingen. Deze bijdragen worden ten laste genomen van de periode waarin de verplichting ontstaat.
De Belgische vaste bijdrage regelingen zijn bij wet onderworpen aan gewaarborgde minimumrendementen. De pensioenwetgeving definieert het minimum gegarandeerd rendement vanaf 1 januari 2016 als een variabel procent dat gelinkt is aan de rendementen op overheidsobligaties die in de markt worden waargenomen. Vanaf 2016 werd het minimum gegarandeerd rendement 1,75% op zowel werkgevers- als werknemersbijdragen. Per 1 januari 2025 gaat het minimum gegarandeerd rendement omhoog naar 2,5%. Deze stijging was al meegenomen in de berekeningen van de toekomstige verplichtingen. De vroegere rendementen (3,25% op werkgeversbijdragen en 3,75% op werknemersbijdragen) worden verder toegepast op de gecumuleerde bijdragen van het verleden aan de groepsverzekering op 31 december 2015. Bijgevolg werden de vaste bijdrage regelingen geherclassificeerd als vaste prestatie regelingen op jaareinde, waarbij een actuariële waardering werd uitgevoerd.
In Nederland neemt Bekaert deel aan een collectieve vaste prestatie regeling van meerdere werkgevers die gefinancierd wordt via het Pensioenfonds Metaal & Techniek (PMT). Deze regeling wordt geclassificeerd als vaste bijdrage regeling omdat er onvoldoende informatie beschikbaar is met betrekking tot de fondsbeleggingen toerekenbaar aan Bekaert om vaste prestatie regeling toe te passen. De bijdragen met betrekking tot deze regeling bedroegen € 0,7 miljoen (2023: € 1 miljoen). De werkgeversbijdragen worden periodiek door PMT vastgelegd, zijn voor alle deelnemende bedrijven gelijk en worden uitgedrukt als een percentage van het pensioengevend salaris. De totale bijdrage van Bekaert vertegenwoordigt minder dan 0,1% van de volledige PMT-bijdrage. De financieringsregels specifiëren dat een werkgever niet verplicht is tot het betalen van verdere bijdragen met betrekking tot eerder opgebouwde uitkeringen. De financieringsstatus van het PMT was 108,6% op 31 december 2024 (2023: 105,5%). Er is geen verplichting voor de deelnemende bedrijven tot financiering van enig tekort van het PMT (of tot het ontvangen van enig overschot).
| in duizend € | 2023 | 2024 |
|---|---|---|
| Opgenomen kosten | 15 599 | 15 551 |
Meerdere ondernemingen van de Groep voorzien in vaste prestatie regelingen voor pensioenen en andere vergoedingen na uitdiensttreding. Dergelijke regelingen gelden meestal voor alle werknemers en zijn gebaseerd op hun bezoldiging en aantal dienstjaren.
De recentste actuariële IAS 19-waarderingen werden voor alle significante vaste prestatie regelingen na uitdiensttreding uitgevoerd op 31 december 2024 door onafhankelijke actuarissen. In België, de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk bevonden zich de belangrijkste vaste prestatie regelingen voor de Groep. Zij vertegenwoordigden 89,9% (2023: 89,2%) van de brutoverplichtingen en 99,4% (2023: 99,4%) van de fondsbeleggingen van de Groep.
De gefinancierde pensioenregelingen in België vertegenwoordigden een brutoverplichting van € 187 miljoen (2023: € 185,6 miljoen) en € 204,9 miljoen activa (2023: € 192,9 miljoen). Deze omvatten de vaste bijdrage regelingen gefinancierd door groepsverzekeringen.
De traditionele vaste prestatie regelingen voorzien in de betaling van een eenmalige kapitaalsuitkering bij pensionering en in risico-uitkeringen in geval van overlijden of invaliditeit vóór de pensionering. Deze regelingen worden extern gefinancierd door twee instellingen voor bedrijfspensioenvoorziening (IBP) in eigen beheer. Op regelmatige basis wordt een Asset Liability Matching (ALM) studie uitgevoerd, waarin de gevolgen van strategische investeringsrichtlijnen worden geanalyseerd in termen van risico- en rendementsprofielen. De laatste ALM studie werd uitgevoerd in 2024. Uit deze studie worden de investeringsprincipes en het financieringsbeleid afgeleid. Het is de bedoeling de beleggingen afdoende te diversifiëren teneinde het risico onder controle te houden. De investerings- en aansprakelijkheidsrisico's worden op kwartaalbasis opgevolgd. De financieringspolitiek heeft als doel om minstens volledig gefinancierd te zijn in termen van statutaire minimumvereisten (dit is een voorzichtige schatting van de pensioenverplichtingen).
De gefinancierde pensioenregelingen in de VS vertegenwoordigden een brutoverplichting van € 96,1 miljoen (2023: € 96,1 miljoen) en € 93,3 miljoen activa (2023: € 87,3 miljoen). De plannen voorzien in levenslange rentebetalingen aan de deelnemers, maar werden gesloten voor nieuwe deelnemers. De activa zijn geïnvesteerd in obligaties en in aandelen. De financieringspolitiek is erop gericht om voldoende gefinancierd te zijn in termen van de vereisten van de Pension Protection Act om te vermijden dat er uitkeringsbeperkingen van kracht worden of dat de regelingen een at risk-status verwerven.
Niet-gefinancierde regelingen omvatten plannen voor medische zorgen (brutoverplichting € 2,5 miljoen (2023: € 2,0 miljoen)).
De gefinancierde pensioenregeling in het Verenigd Koninkrijk is een plan gesloten voor nieuwe deelnemers en verdere opbouw en vertegenwoordigde een brutoverplichting van € 51,3 miljoen (2023: € 55,4 miljoen) en € 54 miljoen activa (2023: € 59,4 miljoen). Met ingang van 1 januari 2023 is de bestuursstructuur gewijzigd en is er een Sole Trustee aangesteld. De Sole Trustee is wettelijk verplicht om te handelen in het belang van alle relevante begunstigden en is verantwoordelijk voor het beleggingsbeleid met betrekking tot de activa en het dagelijkse beheer van de uitkeringen. De ontbinding van de Bridon Scheme Trustees Limited (de afzonderlijke Raad van Bestuur) werd afgerond op 2 januari 2024.
De pensioenverplichting omvat uitsluitend uitkeringen voor gewezen deelnemers (deelnemers wiens dienstverband is beëindigd en nog niet de in aanmerking komende pensioengerechtigde leeftijd hebben bereikt) en gepensioneerden (deelnemers die reeds pensioen ontvangen omdat zij de in aanmerking komende pensioengerechtigde leeftijd hebben bereikt). In grote lijnen is ongeveer 60% van de verplichtingen toe te schrijven aan inactieven en 40% aan gepensioneerden (2023: 40% gepensioneerden).
Er werd geen rekening gehouden met de potentiële impact van de Virgin Media-zaak, aangezien uit juridisch advies blijkt dat wijzigingen in de regeling in overeenstemming zijn met de vereisten van sectie 37 van de Pension Schemes Act 1993.
Britse wetgeving vereist dat pensioenregelingen op prudente wijze worden gefinancierd. De laatste waardering ter bepaling van de financiering werd uitgevoerd door een erkende actuaris per 31 december 2022, gefinaliseerd in 2024, en resulteerde in een overschot van € 0,8 miljoen. Als gevolg hiervan hoeft de onderneming geen premie meer te betalen aan het plan.
De Trustee en de onderneming zijn een langetermijnfinancieringsdoelstelling voor het plan overeengekomen. Op 31 december lag de regeling nog steeds op koers, zodat er geen bedrijfsbijdragen verschuldigd waren om aan deze langetermijnfinancieringsdoelstelling te voldoen.
Administratiekosten worden apart van IAS 19 gerapporteerd.
| in duizend € | 2023 | 2024 |
|---|---|---|
| België | ||
| Contante waarde van gefinancierde verplichtingen | 185 581 | 187 037 |
| Reële waarde van de fondsbeleggingen | -192 972 | -204 948 |
| Deficit / surplus (-) van gefinancierde verplichtingen | -7 391 | -17 911 |
| Contante waarde van niet-gefinancierde verplichtingen | 963 | 816 |
| Totaal deficit / surplus (-) van verplichtingen | -6 428 | -17 095 |
| Verenigde Staten | ||
| Contante waarde van gefinancierde verplichtingen | 96 065 | 96 148 |
| Reële waarde van de fondsbeleggingen | -87 268 | -93 340 |
| Deficit / surplus (-) van gefinancierde verplichtingen | 8 797 | 2 807 |
| Contante waarde van niet-gefinancierde verplichtingen | 6 089 | 4 143 |
| Totaal deficit / surplus (-) van verplichtingen | 14 886 | 6 950 |
| Verenigd Koninkrijk | ||
| Contante waarde van gefinancierde verplichtingen | 55 369 | 51 290 |
| Reële waarde van de fondsbeleggingen | -59 471 | -53 964 |
| Deficit / surplus (-) van gefinancierde verplichtingen | -4 102 | -2 674 |
| Contante waarde van niet-gefinancierde verplichtingen | — | — |
| Totaal deficit / surplus (-) van verplichtingen | -4 102 | -2 674 |
| Andere | ||
| Contante waarde van gefinancierde verplichtingen | 3 644 | 5 101 |
| Reële waarde van de fondsbeleggingen | -2 089 | -2 301 |
| Deficit / surplus (-) van gefinancierde verplichtingen | 1 555 | 2 801 |
| Contante waarde van niet-gefinancierde verplichtingen | 38 150 | 33 237 |
| Totaal deficit / surplus (-) van verplichtingen | 39 705 | 36 038 |
| Totaal | ||
| Contante waarde van gefinancierde verplichtingen | 340 659 | 339 576 |
| Reële waarde van de fondsbeleggingen | -341 800 | -354 553 |
| Deficit / surplus (-) van gefinancierde verplichtingen | -1 141 | -14 977 |
| Contante waarde van niet-gefinancierde verplichtingen | 45 202 | 38 196 |
| Totaal deficit / surplus (-) van verplichtingen | 44 061 | 23 219 |
De evolutie van de brutoverplichting, de fondsbeleggingen en de nettovoorziening en -vordering over het jaar waren als volgt:
| in duizend € | Bruto verplichting |
Fonds beleggingen |
Netto voorzieningen/ vorderingen (-) |
|---|---|---|---|
| Per 1 januari 2023 | 397 441 | -343 724 | 53 717 |
| Aan het dienstjaar toegerekende pensioenkosten | 13 093 | — | 13 093 |
| Pensioenkosten van verstreken diensttijd | 2 733 | — | 2 733 |
| Winsten (-) / verliezen uit afwikkelingen | -8 589 | 6 339 | -2 250 |
| Rentelasten / -opbrengsten (-) | 16 694 | -15 020 | 1 674 |
| Kosten / opbrengsten (-) via het resultaat | 23 931 | -8 681 | 15 250 |
| Componenten opgenomen in EBIT | 13 576 | ||
| Componenten opgenomen in het financieel resultaat | 1 884 | ||
| Herwaarderingen | |||
| Rendement op fondsbeleggingen, met uitzondering van bedragen opgenomen in de rentelasten /-opbrengsten (-) |
— | -5 305 | -5 305 |
| Winsten (-) / verliezen door wijziging in demografische assumpties | -334 | — | -334 |
| Winsten (-) / verliezen door wijziging in financiële assumpties | 7 917 | — | 7 917 |
| Winsten (-) / verliezen bij ervaringsaanpassingen | 12 722 | — | 12 722 |
| Wijzigingen geboekt via het eigen vermogen | 20 305 | -5 305 | 15 000 |
| Bijdragen | |||
| Werkgeversbijdragen / uitbetaalde vergoedingen | — | -17 590 | -17 590 |
| Werknemersbijdragen | 79 | -79 | — |
| Uitbetalingen van het plan | |||
| Uitbetaalde vergoedingen | -31 467 | 31 467 | — |
| Herclassificeringen | -1 516 | — | -1 516 |
| Afstotingen | -15 107 | — | -15 107 |
| Effecten van omrekening van vreemde valuta | -7 805 | 2 112 | -5 693 |
| Per 31 december 2023 | 385 861 | -341 800 | 44 061 |
| in duizend € | Bruto verplichting |
Fonds beleggingen |
Netto voorzieningen/ vorderingen (-) |
|---|---|---|---|
| Per 1 januari 2024 | 385 861 | -341 800 | 44 061 |
| Aan het dienstjaar toegerekende pensioenkosten | 14 857 | — | 14 857 |
| Pensioenkosten van verstreken diensttijd | 1 056 | — | 1 056 |
| Winsten (-) / verliezen uit afwikkelingen | -1 426 | 1 086 | -340 |
| Rentelasten / -opbrengsten (-) | 16 086 | -13 398 | 2 688 |
| Kosten / opbrengsten (-) via het resultaat | 30 573 | -12 313 | 18 260 |
| Componenten opgenomen in EBIT | 15 573 | ||
| Componenten opgenomen in het financieel resultaat | 2 688 | ||
| Herwaarderingen | |||
| Rendement op fondsbeleggingen, met uitzondering van bedragen opgenomen in de rentelasten / -opbrengsten (-) |
— | -9 476 | -9 476 |
| Winsten (-) / verliezen door wijziging in demografische assumpties | 1 279 | — | 1 279 |
| Winsten (-) / verliezen door wijziging in financiële assumpties | -16 179 | — | -16 179 |
| Winsten (-) / verliezen bij ervaringsaanpassingen | 3 873 | — | 3 873 |
| Wijzigingen geboekt via het eigen vermogen | -11 026 | -9 476 | -20 502 |
| Bijdragen | |||
| Werkgeversbijdragen / uitbetaalde vergoedingen | — | -18 757 | -18 757 |
| Werknemersbijdragen | 81 | -81 | — |
| Uitbetalingen van het plan | |||
| Uitbetaalde vergoedingen | -36 207 | 36 207 | — |
| Effecten van omrekening van vreemde valuta | 8 491 | -8 334 | 157 |
| Per 31 december 2024 | 377 773 | -354 554 | 23 219 |
Winsten en verliezen uit afwikkelingen in 2024 hielden vooral verband met de golf van vervroegde uittreding in Turkije, als gevolg van de in 2023 gepubliceerde minder strenge eisen om in aanmerking te komen voor een staatspensioen. Dit heeft ertoe geleid dat een grote groep werknemers vervroegde pensionering heeft aangevraagd. Bovendien waren er afwikkelingsbetalingen in Indonesië gekoppeld aan herstructureringen. De pensioenkosten van verstreken diensttijd hadden betrekking op de herstructurering in Indonesië, wat leidde tot betere vergoedingen.
In de winst-en-verliesrekening worden zowel de pensioenkosten, toegerekend aan het dienstjaar als van verstreken diensttijd, inclusief de winsten en verliezen uit afwikkelingen, opgenomen in het bedrijfsresultaat (EBIT). De rentelast of rente-opbrengst maakt deel uit van de rentelasten, onder rentegedeelte van verdisconteerde voorzieningen.
Wijzigingen geboekt via het eigen vermogen bedroegen in 2024 € 20,5 miljoen en waren het gevolg van een winst van € 9,5 miljoen op fondsbeleggingen die een positief rendement weerspiegelden en € 11,0 miljoen winst op de brutoverplichting. Dit laatste kan worden opgesplitst in winst van € 16,2 miljoen als gevolg van wijzigingen in financiële assumpties die de hogere disconteringsvoeten weerspiegelden, verlies van € 1,2 miljoen als gevolg van wijzigingen in demografische assumpties en een verlies van € 3,9 miljoen aan passiva als gevolg van ervaringsaanpassingen.
Restitutierechten voortkomend uit herverzekeringscontracten met betrekking tot pensioenen, overlijdens- en invaliditeitsvergoedingen bedroegen in Duitsland minder dan € 0,1 miljoen (2023: minder dan € 0,1 miljoen).
Voor 2025 worden volgende bijdragen en uitbetaalde vergoedingen verwacht:
| in duizend € | 2025 |
|---|---|
| Pensioenregelingen | 11 165 |
De reële waarden van de fondsbeleggingen per 31 december waren als volgt samengesteld:
| in duizend € | 2023 | 2024 |
|---|---|---|
| België | ||
| Obligaties | 57 563 | 59 911 |
| Aandelen | 75 714 | 81 496 |
| Geldmiddelen | 2 463 | 5 993 |
| Verzekeringen | 57 232 | 57 548 |
| Totaal België | 192 972 | 204 948 |
| Verenigde Staten | ||
| Obligaties | ||
| USD langetermijnobligaties | 34 810 | 35 275 |
| USD vastrentende effecten | 15 065 | 18 142 |
| USD gewaarborgde deposito's | 4 771 | 1 581 |
| Aandelen | ||
| USD aandelen | 11 606 | 15 393 |
| Niet-USD aandelen | 7 296 | 7 720 |
| Vastgoed | 13 720 | 15 229 |
| Totaal Verenigde Staten | 87 268 | 93 340 |
| Verenigd Koninkrijk | ||
| Obligaties | 12 622 | 19 138 |
| Afgeleide producten | 40 213 | 29 918 |
| Aandelen | 6 208 | 4 735 |
| Geldmiddelen | 428 | 174 |
| Totaal Verenigd Koninkrijk | 59 471 | 53 965 |
| Andere | ||
| Obligaties | 2 089 | 2 301 |
| Totaal Andere | 2 089 | 2 301 |
| Totaal | 341 800 | 354 554 |
In de Verenigde Staten wordt voornamelijk geïnvesteerd via beleggingsfondsen en gekantonneerde fondsen van verzekeringsmaatschappijen in genoteerde aandelen en obligaties. In België wordt voornamelijk belegd via beleggingsfondsen in genoteerde aandelen en obligaties. De beleggingen zijn afdoende gediversifieerd zodat een faling van één enkele belegging geen materiële impact zou hebben op het globale niveau van de activa. In het Verenigd Koninkrijk wordt een groot deel van de activa geïnvesteerd in beleggingen die erop gericht zijn om te voldoen aan toekomstige kasstromen en obligaties.
De fondsbeleggingen van de Groep omvatten geen directe positie in Bekaertaandelen of -obligaties, noch in vastgoed dat wordt gebruikt door een Bekaertentiteit.
De voornaamste actuariële veronderstellingen op balansdatum (gewogen gemiddelden gebaseerd op uitstaande brutoverplichtingen) waren:
| Actuariële veronderstellingen | 2023 | 2024 |
|---|---|---|
| Disconteringsvoet | 4,4% | 4,6% |
| Jaarlijkse verhoging van bezoldigingen | 3,9% | 3,7% |
| Onderliggende inflatie | 2,9% | 2,5% |
| Toename gezondheidszorgkost (initieel) | 7,3% | 7,5% |
| Toename gezondheidszorgkost (uiteindelijk) | 5,0% | 5,0% |
| Gezondheidszorg (jaren voor het bereiken van het uiteindelijke percentage) | 9 | 9 |
De disconteringsvoet voor het Verenigd Koninkrijk, de Verenigde Staten en België is een weerspiegeling van zowel de huidige renteomgeving als van de specifieke karakteristieken van de planverplichtingen. In eerste instantie worden de geprojecteerde toekomstige uitbetalingen gekoppeld aan de toepasselijke contantkoersen, op basis waarvan de contante waarde berekend wordt. Daarna wordt teruggerekend wat de gemiddelde disconteringsvoet is die dezelfde contante waarde oplevert. De contantkoersen worden afgeleid van een rentecurve gebaseerd op hoogwaardige bedrijfsobligaties met een AA-kredietstatus uitgegeven in de munt van de toepasselijke regionale markt.
Dit resulteerde in de volgende disconteringsvoeten:
| Disconteringsvoet | 2023 | 2024 |
|---|---|---|
| België | 3,2% | 3,4% |
| Verenigde Staten | 5,0% | 5,5% |
| Verenigd Koninkrijk | 4,7% | 5,6% |
| Overige | 8,0% | 7,1% |
Dit resulteerde in de volgende inflatievoeten:
| Inflatie 2023 |
2024 |
|---|---|
| België 2,2% |
2,0% |
| Verenigde Staten N/A |
N/A |
| Verenigd Koninkrijk 3,2% |
3,3% |
| Overige 6,9% |
4,3% |
| Totaal 2,9% |
2,5% |
Assumpties met betrekking tot toekomstige sterfte zijn gebaseerd op actuarieel advies in overeenstemming met gepubliceerde statistieken en ervaring voor elke regio. Deze assumpties worden vertaald in een gemiddelde levensverwachting in jaren voor een gepensioneerde die uit dienst treedt op de leeftijd van 65.
| 2023 | 2024 | |
|---|---|---|
| Levensverwachting voor een man van 65 (jaren) op de balansdatum | 20,2 | 20,3 |
| Levensverwachting voor een vrouw van 65 (jaren) op de balansdatum | 22,8 | 22,9 |
| Levensverwachting voor een man van 65 (jaren) tien jaar na de balansdatum | 20,9 | 20,9 |
| Levensverwachting voor een vrouw van 65 (jaren) tien jaar na de balansdatum | 23,6 | 23,9 |
| in duizend € | Wijziging in veronder stelling |
Impact op vaste prestatie regelingen | |||
|---|---|---|---|---|---|
| Disconteringsvoet | -0,50% | Stijging met | 14 891 | 4,7% | |
| Salarisstijging | 0,50% | Stijging met | 3 422 | 1,1% | |
| Gezondheidszorgkost | 0,50% | Stijging met | 81 | —% | |
| Levensverwachting | 1 jaar | Stijging met | 4 302 | 1,4% |
Bij bovenstaande sensitiviteitsanalyse werden alle andere veronderstellingen constant gehouden.
De Groep is door zijn vaste prestatie regelingen blootgesteld aan een aantal risico's, waarvan de belangrijkste hieronder zijn toegelicht:
| Volatiliteit van de activa | De verplichtingen van het plan worden berekend met behulp van een disconteringsvoet gebaseerd op bedrijfsobligatierendementen; wanneer de fondsbeleggingen dit rendement niet behalen, zal dit een tekort veroorzaken. |
|---|---|
| Wijzigingen in obligatierendementen |
Een afname van de rendementen op bedrijfsobligaties leidt tot een toename van de verplichtingen, hoewel dit gedeeltelijk zal worden gecompenseerd door een waardestijging van de obligaties in portefeuille. |
| Salarisrisico | De brutoverplichtingen van de meeste regelingen worden berekend op basis van de toekomstige verloning van de deelnemers. Bijgevolg zal een hoger dan verwachte salarisstijging leiden tot hogere verplichtingen. |
| Langlevenrisico | Belgische pensioenplannen voorzien in de betaling van een éénmalige kapitaalsuitkering bij pensionering. Zodoende is er weinig of geen langlevenrisico. Pensioenplannen in de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk voorzien in voordelen voor de deelnemers zolang zij leven, dus zal een toename in levensverwachting resulteren in een toename van de planverplichtingen. |
De gewogen gemiddelde vervaltermijnen van de brutoverplichtingen waren als volgt:
| 2023 in jaren |
2024 |
|---|---|
| België 11,2 |
10,8 |
| Verenigde Staten 8,5 |
8,8 |
| Verenigd Koninkrijk 15,4 |
14,1 |
| Overige 9,2 |
9,3 |
| Totaal 10,9 |
10,6 |
Ontslagvergoedingen zijn geldmiddelen en andere vergoedingen die aan werknemers worden betaald wanneer hun dienstverband werd beëindigd.
De andere langetermijnpersoneelsbeloningen hadden betrekking op jubileumpremies.
De Groep kent aan bepaalde werknemers Stock Appreciation Rights (SARs) toe die hen het recht geven om op de uitoefendatum de intrinsieke waarde van de SARs te ontvangen. Deze SARs worden verwerkt als in geldmiddelen afgewikkelde, op aandelen gebaseerde betalingen in overeenstemming met IFRS 2. De reële waarde van elke toekenning wordt herberekend op balansdatum, gebruik makend van een binomiaal waarderingsmodel. Gebaseerd op de lokale regulering is de uitoefenprijs voor elke toekenning onder de SARplannen in de VS gelijk aan de gemiddelde slotkoers van het aandeel van de Onderneming gedurende de dertig dagen volgend op de datum van het aanbod. De uitoefenprijs van de andere SAR-plannen is bepaald op dezelfde wijze als voor de in eigenvermogensinstrumenten afgewikkelde aandelenoptieplannen: als de laagste waarde van (i) de gemiddelde slotkoers van het aandeel van de Onderneming gedurende dertig dagen voorafgaand aan de datum van het aanbod, en (ii) de laatste slotkoers voorafgaand aan de datum van het aanbod.
Het model houdt rekening met volgende inputs voor alle toekenningen: de aandelenkoers op balansdatum: € 33,46 (2023: € 46,52), verwachte volatiliteit in een range tussen 20% en 27% (2023: 21%-34%), een verwacht dividend in een range van 6,0% en 7,0% (2023: 3,6%-4,0%), een wachtperiode van 3 jaar en een gemiddelde contractduur van 10 jaar. De input voor de risicovrije rente varieert per toekenning en is gebaseerd op het rendement van de Belgische OLO's (Obligation Linéaire / Lineaire Obligatie) met een looptijd gelijk aan de looptijd van de bewuste SAR-toekenning.
De uitoefenprijzen en reële waardes van de uitstaande SARs per toekenning worden weergegeven in onderstaande tabel:
| in € | Aantal toegekend |
Uitoefenprijs | Reële waarde per 31 december 2023 |
Reële waarde per 31 december 2024 |
|---|---|---|---|---|
| Toekenning 2014 | 36 800 | 25,66 | — | — |
| Toekenning 2015 | 40 200 | 25,45 | 21,07 | — |
| Toekenning 2016 | 20 250 | 28,38 | 18,27 | 5,27 |
| Toekenning 2017 | 26 375 | 38,86 | 10,79 | 1,32 |
| Toekenning 2018 | 16 875 | 37,06 | 14,12 | 3,14 |
| in € | Aantal toegekend |
Uitoefenprijs | Reële waarde per 31 december 2023 |
Reële waarde per 31 december 2024 |
|---|---|---|---|---|
| Toekenning 2014 | 54 800 | 25,38 | — | — |
| Toekenning 2015 | 44 700 | 26,06 | 20,47 | — |
| Toekenning 2016 | 38 500 | 26,38 | 20,15 | 7,09 |
| Toekenning 2017 | 53 000 | 39,43 | 10,79 | 1,22 |
| Toekenning 2018 | 37 500 | 34,60 | 15,39 | 3,86 |
Op 31 december 2024 bedroeg de totale verplichting voor de SAR-plannen in de VS € 0,03 miljoen (2023: € 0,2 miljoen), terwijl de totale verplichting voor andere SAR-plannen € 0,03 miljoen bedroeg (2023: € 0,1 miljoen).
De Groep noteerde een totale opbrengst van € 0,2 miljoen (2023: opbrengst van € 0,0 miljoen) tijdens het jaar in verband met SARs.
De Groep kende aan bepaalde werknemers in geldmiddelen afgewikkelde prestatieaandeeleenheden toe die de begunstigde het recht geven de waarde van de prestatieaandelen te ontvangen: gedurende 2019, 2020 en 2021 volgens de voorwaarden van het Performance Share Plan 2018-2020 en gedurende 2024 volgens de voorwaarden van het Performance Share Plan 2022-2024. Deze prestatieaandeeleenheden zullen uitoefenbaar zijn na een wachttijd van drie jaar afhankelijk van het bereiken van vooraf vastgelegde prestatiedoelstellingen. De prestatiedoelstellingen werden vastgelegd door de Raad van Bestuur, in lijn met de strategie van de Groep en kunnen variëren van 0% tot 300%. Op de toekenningsdatum wordt ervan uitgegaan dat de toekenning onvoorwaardelijk wordt bij een uitoefeningspercentage van 100%, de prestatiedoelstelling wordt op elke
balansdatum opnieuw beoordeeld op de verwachte prestaties, indien nodig wordt het uitoefeningspercentage op basis van die beoordeling aangepast.
Deze prestatieaandeeleenheden worden verwerkt als in geldmiddelen afgewikkelde, op aandelen gebaseerde betalingen in overeenstemming met IFRS 2. De reële waarde van elke toekenning is het gewogen gemiddelde van de reële waarde van de marktprijsgerelateerde voorwaarden en de niet-marktprijsgerelateerde voorwaarden. De reële waarde van de niet-marktprijsgerelateerde voorwaarden (onderliggende EBITDA, ESG en operationele kasstroom) is gelijk aan de aandelenkoers op balansdatum. De reële waarde van de marktgerelateerde voorwaarden (TSR) wordt op balansdatum herberekend op basis van hetzelfde binomiaal waarderingsmodel dat wordt gebruikt voor de prestatieaandeeleenheden (zie toelichting 6.12. Gewone aandelen, eigen aandelen en op aandelen gebaseerde betalingen).
| in € | Aantal toegekend |
Reële waarde per 31 december 2023 |
Reële waarde per 31 december 2024 |
|---|---|---|---|
| Toekenning 2021 | 4 567 | 46,52 | — |
| Toekenning 2022 | 24 832 | 61,89 | 31,12 |
| Toekenning 2023 | 33 974 | 58,61 | 33,36 |
| Toekenning 2024 | 29 336 | — | 23,84 |
Op 31 december 2024 bedroeg de totale verplichting voor de prestatieaandeel-eenheden in de VS € 0,5 miljoen (2023: € 1,2 miljoen), terwijl de totale verplichting voor de andere prestatieaandeeleenheden € 0,8 miljoen bedroeg (2023: € 3,1 miljoen).
De Groep nam een totale kost van € 0,7 miljoen (2023: kost van € 2,8 miljoen) op tijdens het jaar in verband met prestatieaandeeleenheden.
Kortetermijnpersoneelsbeloningen hebben betrekking op verplichtingen voor verloning en sociale zekerheid die volledig betaalbaar zijn binnen de 12 maanden na het einde van de periode waarin werknemers de gerelateerde prestaties verrichten.
| in duizend € | Herstructurering | Geschillen | Milieu | Overige | Totaal |
|---|---|---|---|---|---|
| Per 1 januari 2023 | 30 | 5 565 | 20 053 | 8 430 | 34 079 |
| Bijkomende voorzieningen | 2 771 | 7 030 | 3 597 | 684 | 14 082 |
| Terugnemingen ongebruikte bedragen | -775 | -2 966 | -744 | -4 381 | -8 866 |
| Toename in contante waarde | — | — | — | — | — |
| Opgenomen in de winst-en-verliesrekening | 1 996 | 4 064 | 2 853 | -3 697 | 5 216 |
| Aanwendingen van het jaar | -1 707 | -3 482 | -3 129 | -672 | -8 989 |
| Uit consolidatie genomen | — | — | -24 | — | -24 |
| Omrekeningswinsten (-) en -verliezen | — | -71 | -21 | -51 | -143 |
| Per 31 december 2023 | 319 | 6 077 | 19 733 | 4 010 | 30 138 |
| Waarvan | |||||
| op ten hoogste een jaar | — | 3 356 | 704 | 283 | 4 344 |
| op meer dan 1 en ten hoogste 5 jaar | 319 | 2 721 | 8 128 | 3 651 | 14 818 |
| op meer dan vijf jaar | — | — | 10 900 | 76 | 10 976 |
| in duizend € | Herstructurering | Geschillen | Milieu | Overige | Totaal |
|---|---|---|---|---|---|
| Per 1 januari 2024 | 319 | 6 077 | 19 733 | 4 010 | 30 138 |
| Bijkomende voorzieningen | 9 012 | 6 135 | 2 872 | 2 655 | 20 674 |
| Terugnemingen ongebruikte bedragen | -327 | -2 524 | -2 988 | -772 | -6 611 |
| Toename in contante waarde | — | — | — | — | — |
| Opgenomen in de winst-en-verliesrekening | 8 685 | 3 611 | -116 | 1 883 | 14 063 |
| Aanwendingen van het jaar | -1 442 | -3 645 | -493 | -1 164 | -6 744 |
| Uit consolidatie genomen | — | — | — | — | — |
| Omrekeningswinsten (-) en -verliezen | 26 | 132 | -19 | -74 | 65 |
| Per 31 december 2024 | 7 588 | 6 175 | 19 105 | 4 655 | 37 522 |
| Waarvan | |||||
| op ten hoogste een jaar | 6 398 | 4 148 | 705 | 136 | 11 387 |
| op meer dan 1 en ten hoogste 5 jaar | 1 189 | 2 027 | 7 500 | 4 519 | 15 235 |
| op meer dan vijf jaar | — | — | 10 900 | — | 10 900 |
Na aankondigingen van de reorganisaties van activiteiten in Wetteren (België) en Assen (Nederland) en de beslissing om de productiesite in Grangemouth, Schotland te sluiten, werden voorzieningen voor herstructurering aangelegd.
Voorzieningen voor geschillen hadden voornamelijk betrekking op productgarantieprogramma's en diverse productkwaliteitsclaims in verschillende entiteiten, voornamelijk in China, Verenigd Koninkrijk en Turkije. De stijging in 2024 houdt verband met een toename in kwaliteitsclaims in het Verenigd Koninkrijk, de VS en China en bijkomende claims in Turkije met betrekking tot personeelsgerelateerde zaken.
Milieuvoorzieningen hadden voornamelijk betrekking op vestigingen in EMEA. De verwachte bodemsaneringskosten worden elk jaar opnieuw geschat, gebaseerd op een evaluatie door een extern expert. Het is onzeker wanneer de kosten zullen worden gemaakt, want dit hangt vaak af van beslissingen inzake de bestemming van de sites. De stijging in milieuvoorzieningen had hoofdzakelijk te maken met een nieuwe voorziening gerelateerd aan de verkoop van de fabriek in Figline, geneutraliseerd door het aanwenden en het terugnemen van de voorzieningen die werden aangelegd voor sites in Italië en België.
De volgende tabel toont een analyse van de nettoboekwaarde van de rentedragende schulden van de Groep, per contractuele vervaldatum:
| in duizend € | Vervallend binnen het jaar |
Vervallend over meer dan 1 en ten hoogste 5 jaar |
Vervallend over meer dan 5 jaar |
Totaal |
|---|---|---|---|---|
| Rentedragende schulden | ||||
| Leaseverplichtingen | 21 570 | 44 264 | 20 876 | 86 710 |
| Ontvangen kaswaarborgen | — | 146 | 15 | 160 |
| Kredietinstellingen | 230 713 | 50 000 | — | 280 713 |
| Schuldschein-lening | — | 131 352 | — | 131 352 |
| Obligatieleningen | — | 400 000 | — | 400 000 |
| Totaal financiële schulden | 252 283 | 625 761 | 20 890 | 898 934 |
2024
| in duizend € | Vervallend binnen het jaar |
Vervallend over meer dan 1 en ten hoogste 5 jaar |
Vervallend over meer dan 5 jaar |
Totaal |
|---|---|---|---|---|
| Rentedragende schulden | ||||
| Leaseverplichtingen | 24 262 | 52 972 | 21 977 | 99 212 |
| Ontvangen kaswaarborgen | — | 78 | 57 | 135 |
| Kredietinstellingen | 171 550 | 195 | — | 171 745 |
| Schuldschein-lening | 110 500 | 20 939 | — | 131 439 |
| Obligatieleningen | — | 400 000 | — | 400 000 |
| Totaal financiële schulden | 306 313 | 474 184 | 22 034 | 802 531 |
Een analyse van de contractueel overeengekomen, niet-verdisconteerde kasuitstromen met betrekking tot financiële verplichtingen van de Groep wordt voorgesteld in toelichting 7.3. 'Beheer van financiële risico's en derivaten'. De financiële schuld vervallend binnen het jaar is met € 54,0 miljoen gestegen door de aanstaande terugbetaling van de Schuldschein lening in 2025, gedeeltelijk afgezet met een lagere terugbetaling van lange termijn leningen welke vervallen in 2025.
In principe gaan entiteiten van de Groep leningen aan in hun lokale valuta om valutarisico's te vermijden. Als de financiering in een andere valuta gebeurt, zonder enige compenserende balanspositie, dekken de entiteiten het valutarisico af door middel van derivaten (cross-currency interest-rate swaps of termijnwisselcontracten). Obligatieleningen, commercial paper en schulden tegenover kredietinstellingen zijn niet gewaarborgd, met uitzondering van de factoring-programma's.
Voor meer informatie over het beheer van financiële risico's verwijzen wij naar toelichting 7.3. 'Beheer van financiële risico's en derivaten'.
De volgende tabel geeft een overzicht van de berekening van de nettoschuld.
| 2023 in duizend € |
2024 |
|---|---|
| Rentedragende schulden op meer dan een jaar 646 652 |
496 222 |
| Rentedragende schulden op ten hoogste een jaar 252 283 |
306 309 |
| Totaal financiële schulden 898 934 |
802 531 |
| Financiële vorderingen en kaswaarborgen op meer dan een jaar -10 005 |
-11 186 |
| Financiële vorderingen en kaswaarborgen op ten hoogste een jaar -1 575 |
-1 633 |
| Geldbeleggingen -1 238 |
-2 312 |
| Geldmiddelen en kasequivalenten -631 687 |
-504 384 |
| Nettoschuld 254 430 |
283 015 |
Om tegemoet te komen aan de toelichtingsvereisten van IAS 7 'Het kasstroomoverzicht' toont deze sectie een overzicht van de wijzigingen in verplichtingen die ontstaan uit financieringsactiviteiten. De opdeling in langetermijnschulden en kortetermijnschulden is gebaseerd op de initiële looptijd van de schuld. In het geconsolideerd kasstroomoverzicht worden de kasstromen met betrekking tot rentedragende langetermijnschulden opgedeeld in inkomsten en aflossingen.
De acquisities en desinvesteringen in 2024 hebben voornamelijk betrekking op de acquisitie van de Bexco NV. Overige mutaties in de financiële schulden hadden voornamelijk betrekking op de niet-geldelijke mutaties op de leaseverplichting (€ 36,7 miljoen) (zie toelichting 6.4. 'Recht-op-gebruik (RoU) vaste activa'). De kasstromen bestaan voornamelijk uit de aflossing van de lange termijn leningen in de Belgische entiteit, Bekaert NV (€ -75,0 miljoen). Derivaten die worden aangehouden om financiële schulden af te dekken omvatten swaps en opties die (economische) afdekkingen bieden voor renterisico's, zie toelichting 7.3. 'Beheer van financiële risico's en derivaten'.
De acquisities en desinvesteringen in 2023 hebben voornamelijk betrekking op de verkoop van de Steel Wire Solution-bedrijven in Chili en Peru. Andere wijzigingen in de financiële schulden hadden voornamelijk betrekking op de niet-contante bewegingen van de leaseverplichting (€ 36,8 miljoen) (zie noot 6.4. 'Recht-van-gebruik (RoU) eigendom, plant en apparatuur'). De kasstromen bevatten voornamelijk de aflossing van de Schuldscheinlening die plaatsvond in juni 2023. Derivaten die worden aangehouden om financiële schulden af te dekken, omvatten swaps en opties die (economische) afdekkingen bieden voor renterisico, zie noot 7.3. 'Financieel risicobeheer en financiële derivaten'.
| 2023 | Niet-kasstromen | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| in duizend € | Per 1 | januari Kasstromen | Overnames en afstotingen |
Gecumuleerde omrekenings verschillen |
Reëlewaarde wijzigingen |
Overige wijzigingen |
Per 31 december |
| Financiële schulden | |||||||
| Langetermijnschulden ¹ | 953 618 | -217 332 | -34 954 | -644 | — | 42 534 | 743 221 |
| Ontvangen kaswaarborgen | 210 | -38 | — | -12 | — | — | 160 |
| Leaseverplichtingen | 77 205 | -28 294 | -3 932 | -631 | — | 42 362 | 86 710 |
| Kredietinstellingen | 156 023 | — | -31 023 | — | — | — | 125 000 |
| Schuldschein-lening | 320 179 | -189 000 | — | — | — | 172 | 131 352 |
| Obligatieleningen | 400 000 | — | — | — | — | — | 400 000 |
| Converteerbare obligatieleningen |
— | — | — | — | — | — | — |
| Kortetermijnschulden | 282 378 | -36 918 | -99 713 | 9 965 | — | -1 | 155 713 |
| Totaal financiële schulden | 1 235 996 | -254 250 | -134 667 | 9 322 | — | 42 533 | 898 934 |
| Derivaten aangehouden ter afdekking van financiële schulden |
|||||||
| Interest-rate swaps | -7 178 | — | — | — | 3 818 | — | -3 359 |
| Cross-currency interest-rate swaps |
-2 645 | — | — | — | 2 063 | — | -583 |
| Overige verplichtingen uit financieringsactiviteiten |
— | — | — | — | — | — | — |
| Put-opties op minderheids belangen |
— | — | 1 726 | — | — | — | 1 726 |
| Totaal verplichtingen uit financieringsactiviteiten |
1 226 173 | -254 250 | -132 941 | 9 322 | 5 881 | 42 533 | 896 718 |
¹ Inclusief het deel van de schulden op meer dan een jaar dat binnen het jaar vervalt, nl. € 218,1 miljoen per 1 januari en € 96,6 miljoen per 31 december.
| 2024 | Niet-kasstromen | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| in duizend € | Per 1 | januari Kasstromen | Overnames en afstotingen |
Gecumuleerde omrekenings verschillen |
Reëlewaarde wijzigingen |
Overige wijzigingen |
Per 31 december |
| Financiële schulden | |||||||
| Langetermijnschulden ¹ | 743 221 | -105 456 | 4 873 | 1 551 | — | 36 829 | 681 018 |
| Ontvangen kaswaarborgen | 160 | -30 | — | 5 | — | — | 135 |
| Leaseverplichtingen | 86 710 | -30 401 | 4 619 | 1 546 | — | 36 738 | 99 212 |
| Kredietinstellingen | 125 000 | -75 025 | 253 | — | — | 4 | 50 233 |
| Schuldschein-lening | 131 352 | — | — | — | — | 87 | 131 439 |
| Obligatieleningen | 400 000 | — | — | — | — | — | 400 000 |
| Converteerbare obligatieleningen |
— | — | — | — | — | — | — |
| Kortetermijnschulden | 155 713 | -47 545 | 2 641 | 10 704 | — | — | 121 512 |
| Totaal financiële schulden | 898 934 | -153 001 | 7 514 | 12 255 | — | 36 829 | 802 531 |
| Derivaten aangehouden ter afdekking van financiële schulden |
|||||||
| Interest-rate swaps | -3 359 | — | — | — | 2 399 | — | -961 |
| Cross-currency interest-rate swaps |
-583 | — | — | — | 3 238 | — | 2 655 |
| Overige verplichtingen uit financieringsactiviteiten |
— | — | — | — | — | — | — |
| Put-opties op minderheids belangen |
1 726 | — | — | 71 | -591 | — | 1 206 |
| Totaal verplichtingen uit financieringsactiviteiten |
896 718 | -153 001 | 7 514 | 12 325 | 5 046 | 36 829 | 805 432 |
¹ Inclusief het deel van de schulden op meer dan een jaar dat binnen het jaar vervalt, nl. € 96,6 miljoen per 1 januari en € 184,8 miljoen per 31 december.
| in duizend € | 2023 | 2024 |
|---|---|---|
| Overige schulden op meer dan één jaar | 150 | 150 |
| Derivaten (zie toelichting 7.3.) | — | — |
| Put-opties op minderheidsbelangen (zie toelichting 7.3.) | 1 726 | 1 206 |
| Totaal | 1 876 | 1 356 |
De derivaten gerelateerd aan een interest-rate swap om de variabele rente in enkele van de Schuldscheinleningen af te dekken waren nihil in 2024, net als in 2023. Ook CCIRS'en zijn nihil per eind 2024 (2023: nilhil) (zie toelichting 6.18. 'Rentedragende schulden' en 7.3. 'Beheer van risico's en derivaten'). De putoptie (€ 1,2 miljoen) betreft een minderheidsbelang in een investering.
| 2023 in duizend € |
2024 |
|---|---|
| Overige verplichtingen 3 839 |
5 257 |
| Derivaten (zie toelichting 7.3.) 566 |
3 470 |
| Ontvangen voorschotten 17 935 |
18 166 |
| Overige belastingen 29 574 |
29 596 |
| Overlopende rekeningen (passief) 8 609 |
7 975 |
| Totaal 60 523 |
64 464 |
De stijging in 2024 van Overige schulden was voornamelijk het gevolg van hogere uitstaande nettoschulden voor verzekeringen.
De derivaten bevatten termijnwisselcontracten (€ 0,6 miljoen (2023: € 0,5 miljoen)) en CCIRS'en (€ 2,8 miljoen (2023: € 0,1 miljoen)).
De ontvangen voorschotten zijn in 2024 gestegen als gevolg van de overname van Bexco NV (project business van Bridon-Bekaert Ropes Group (BBRG)), terwijl het bedrag van 2023 een ontvangen voorschot bevatte met betrekking tot de verkoop van een kantoorgebouw in België.
Overige belastingen hadden betrekking op BTW (€ 9,7 miljoen (2023: € 12,3 miljoen)), afhoudingen op lonen en wedden (€ 11,7 miljoen (2023: € 8,9 miljoen)) en andere niet-winstgebaseerde belastingen (€ 8,2 miljoen (2023: € 8,4 miljoen)).
De onderstaande tabel geeft een overzicht van de belastingvorderingen, belastingschulden en onzekere belastingposities opgenomen op balansdatum. De belastingvorderingen en -schulden bevatten zowel inkomstenbelastingen als BTW en overige belastingen.
| in duizend € | 2023 | 2024 |
|---|---|---|
| Belastingvorderingen | 90 115 | 119 301 |
| Vaststaande belastingschulden | 44 650 | 58 516 |
| Onzekere belastingposities | 42 704 | 42 610 |
De vaststaande belastingschulden bevatten ook de saldi inzake overige belastingen opgenomen in de tabel van toelichting 6.20. 'Overige verplichtingen op ten hoogste een jaar'.
| in duizend € | 2023 | 2024 |
|---|---|---|
| EBIT | 334 412 | 296 178 |
| Posten zonder kasstroomeffect opnieuw bijgeteld bij EBIT | 188 745 | 161 190 |
| EBITDA | 523 157 | 457 368 |
| Overige brutokasstromen uit bedrijfsactiviteiten | -91 841 | -82 927 |
| Brutokasstromen uit bedrijfsactiviteiten | 431 316 | 374 441 |
| Wijzigingen in operationeel werkkapitaal¹ | 12 147 | 37 139 |
| Overige bedrijfskasstromen | -3 628 | -37 610 |
| Nettokasstroom uit bedrijfsactiviteiten | 439 834 | 373 971 |
| Nettokasstroom uit investeringsactiviteiten | -40 534 | -200 355 |
| Nettokasstroom uit financieringsactiviteiten | -482 113 | -306 855 |
| Toename of afname in geldmiddelen en kasequivalenten | -82 813 | -133 239 |
¹ Zie toelichting 6.8. 'Operationeel werkkapitaal' voor de aansluiting van de wijzigingen in operationeel werkkapitaal met de organische evolutie van het werkkapitaal.
Het overzicht van de kasstromen uit bedrijfsactiviteiten is opgesteld volgens de indirecte methode, terwijl de directe methode gevolgd werd voor de kasstromen uit andere activiteiten. De directe methode is gericht op het classificeren van brutokasinstromen en brutokasuitstromen per categorie.
| in duizend € | 2023 | 2024 |
|---|---|---|
| Posten zonder kasstroomeffect verwerkt in bedrijfsresultaat (EBIT) | ||
| Afschrijvingen en waardeverminderingen ¹ | 177 932 | 151 411 |
| Bijzondere waardeverminderingen op activa | 10 814 | 9 779 |
| Posten zonder kasstroomeffect opnieuw bijgeteld bij EBIT | 188 745 | 161 190 |
| Winst (-) of verlies op weerhouden belangen in afgestoten activiteiten | — | — |
| Voorzieningen voor personeelsbeloningen: aanleg / terugname (-) van ongebruikte bedragen | 14 772 | 18 676 |
| Overige voorzieningen: aanleg / terugname (-) van ongebruikte bedragen | 5 216 | 14 063 |
| CTA overgeboekt naar resultaat bij afgestoten activiteiten | 8 570 | — |
| In eigenvermogensinstrumenten afgewikkelde, op aandelen gebaseerde betalingen | -258 | -5 017 |
| Overige posten zonder kasstroomeffect verwerkt in bedrijfsresultaat (EBIT) | 28 300 | 27 722 |
| Totaal | 217 046 | 188 911 |
| Investeringsposten verwerkt in bedrijfsresultaat (EBIT) | ||
| Winst (-) of verlies bij verkoop van activiteiten | -4 773 | — |
| Winst (-) of verlies bij verkoop van immateriële en materiële vaste activa | 660 | -4 630 |
| Totaal | -4 114 | -4 630 |
| Terugname gebruikte bedragen op voorzieningen voor personeelsbeloningen en overige voorzieningen |
||
| Voorzieningen voor personeelsbeloningen: gebruikte bedragen | -27 883 | -29 852 |
| Overige voorzieningen: gebruikte bedragen | -8 989 | -6 744 |
| Totaal | -36 872 | -36 596 |
| Betaalde winstbelastingen | ||
| Verschuldigde winstbelastingen | -80 656 | -70 716 |
| Toename of afname (-) in nettoverplichtingen m.b.t. winstbelastingen | 1 501 | 1 295 |
| Totaal | -79 155 | -69 421 |
| Overige bedrijfskasstromen | ||
| Bewegingen in overige vlottende activa en verplichtingen op ten hoogste een jaar | -3 728 | -35 429 |
| Overige | 100 | -2 181 |
| Totaal | -3 628 | -37 610 |
¹ Inclusief € -22,4 miljoen (2023: € 5,3 miljoen) afwaarderingen / (terugnames van afwaarderingen) op voorraden en handelsvorderingen (zie toelichting 6.8. 'Operationeel werkkapitaal').
De bruto kasstromen uit operationele activiteiten zijn met € -56,9 miljoen gedaald als gevolg van een lagere EBITDA (inclusief correcties voor niet-cash elementen in de EBITDA).
De kasinstroom door de afname in werkkapitaal, gedreven door lagere klantenvorderingen, betaalde voorschotten en lagere leveranciersschulden gedeeltelijk gecompenseerd door hogere voorraden en personeelgerelateerde schulden, bedroeg € +37,1 miljoen in 2024 (2023: kasinstroom van € 12,1 miljoen) (zie organische afname in toelichting 6.8. 'Operationeel werkkapitaal').
Overige bedrijfskasstromen hadden voornamelijk te maken met verschuivingen in overige vorderingen en verplichtingen die niet vervat zitten in het werkkapitaal en geen verband houden met investerings- of financieringsactiviteiten.
In 2024 bedroeg de cash-out aan winstbelastingen € -69,4 miljoen. De meeste belastingen werden betaald in China (€ 25,3 miljoen), België (€ 11,4 miljoen), India (€ 8,1 miljoen), Australië (€ 5,1 miljoen), Indonesië (€ 3,7 miljoen), Slovakije (€ 3,7 miljoen), Verenigde Staten (€ 2,7 miljoen), Chili (€ 2,3 miljoen), Turkije (€ 1,9 miljoen) en Ecuador (€ 1,9 miljoen).
De volgende tabel verschaft meer details in verband met welbepaalde investeringskasstromen:
| in duizend € | 2023 | 2024 |
|---|---|---|
| Overige portfolio-investeringen | ||
| Nieuwe bedrijfscombinaties | -5 864 | -39 170 |
| Overige investeringen | -8 843 | -1 443 |
| Totaal | -14 707 | -40 614 |
| Inkomsten uit verkoop van vaste activa | ||
| Inkomsten uit verkoop van immateriële activa | 32 | — |
| Inkomsten uit verkoop van materiële vaste activa | 14 971 | 9 809 |
| Totaal | 15 003 | 9 809 |
De overige investeringen in 2024 hebben betrekking op de investeringen in voornamelijk Zacua Ventures Builders Fund I, LP (€ 0,7 miljoen), Hyve BV (€ 0,5 miljoen) en Emerald Industrial Innovation Fund, LP (€ 0,2 miljoen). Nieuwe bedrijfscombinaties hebben betrekking op de investeringen in nieuwe dochterondernemingen in 2024 (Becxo NV).
Kasuitstromen van investeringen in materiële vaste activa namen toe van € 191,2 miljoen in 2023 tot € 196,1 miljoen in 2024.
De opbrengst uit de verkoop van vaste activa in 2024 had betrekking op verkooptransacties in België en Ecuador. De opbrengsten uit de verkoop van vaste activa in 2023 hadden voornamelijk betrekking op verkooptransacties in Verenigd Koninkrijk.
De volgende tabel verschaft meer details in verband met welbepaalde financieringskasstromen:
| in duizend € | 2023 | 2024 |
|---|---|---|
| Overige financieringsstromen | ||
| Toename (-) of afname van kort- en langlopende leningen en financiële vorderingen | -647 | -2 193 |
| Toename (-) of afname van financiële activa op ten hoogste een jaar | 3 462 | -1 032 |
| Overige financiële opbrengsten en lasten | -14 171 | -16 051 |
| Totaal | -11 357 | -19 277 |
Nieuwe rentedragende langetermijnschulden waren € 2,4 miljoen in 2024 (2023: € 0,03 miljoen). Aflossing van rentedragende langetermijnschulden (€ -107,8 miljoen) hield voornamelijk verband met de terugbetaling van lange termijn leningen in de Belgische entiteit (€ -75,0 miljoen) en de terugbetaling van het kortlopende deel van de langlopende leaseverplichting (€ -31,4 miljoen). Kasuitstroom m.b.t. kortetermijnschulden beliep € -47,5 miljoen in 2024 (2023: kasuitstroom van € -36,9 miljoen), hoofdzakelijk door de terugbetaling van kortetermijnleningen in Belgische, Latijns-Amerikaanse, Chinese en Turkse vennootschappen. Voor een overzicht van de bewegingen in verplichtingen die ontstaan uit financierings-activiteiten, zie toelichting 6.18. 'Rentedragende schulden'.
In 2024 beliepen de transacties in eigen aandelen € -30,1 miljoen (2023: € -99,4 miljoen) en waren voornamelijk gerelateerd aan het inkoopprogramma.
Wat betreft andere financieringskastromen waren er uitgaven gerelateerd aan de stijging van netto-kosten uit leningen en vorderingen (€ -2,2 miljoen tegenover € -0,6 miljoen in 2023) en kasuitstromen uit vlottende financiële activa, voornamelijk kortlopende deposito's (€ -1,0 miljoen tegenover kasinstromen van € 3,5 miljoen in 2023). Overige financiële opbrengsten en lasten omvatten onder andere belastingen en bankkosten op financiële transacties (€ -16,1 miljoen tegenover € -14,2 miljoen in 2023).
Op 21 mei 2024 kondigde Bekaert de overname aan van 100% van de gewone aandelen van Bexco NV, een toonaangevende wereldwijde speler in synthetische touw voor offshore energieproductie, zowel conventioneel als hernieuwbaar. De overname, voor een bedrag van € 40 miljoen in contanten, maakt deel uit van Bekaerts groeistrategie en versterkt haar huidige aanbod in synthetische offshore hijs- en verankeringssystemen. Er zijn geen voorwaardelijke vergoedingen opgenomen in deze acquisitie.
Bexco, met hoofdzetel in Hamme, België, is een gevestigde speler in de markt van hijs- en verankeringsoplossingen voor offshore energie- en scheepvaarttoepassingen, en heeft een uitstekende reputatie en operationele expertise. De combinatie van Bekaerts verankeringsactiviteiten en Bexco leidt tot een wereldwijde leverancier van offshore touwoplossingen die de toekomstige groei van de offshore energieindustrie kan ondersteunen. Het management van Bekaert verwacht dat er belangrijke synergieën zullen zijn en dat de overname de winstmarges zal doen toenemen in het eerste volledige jaar na overname.
De onderstaande tabel toont de reële waarde van de identificeerbare activa en passiva op overnamedatum en de berekening van de goodwill. Het verduidelijkt ook het bedrag dat in het geconsolideerde kasstroomoverzicht wordt getoond als 'nieuwe bedrijfscombinaties'.
| Totaal in duizend € | |
|---|---|
| Reële waarde op datum van verwerving | |
| Vaste activa | 27 543 |
| Vlottende activa | 27 662 |
| Verplichtingen op meer dan een jaar | (9 669) |
| Verplichtingen op ten hoogste een jaar | (19 242) |
| Totaal van de nettoactiva verworven in de bedrijfscombinatie | 26 294 |
| Goodwill | 13 967 |
| Betaalde overnamevergoeding | 40 261 |
| Verworven geldmiddelen en kasequivalenten | 1 091 |
| Nieuwe bedrijfscombinaties | (39 170) |
De overname was op 21 mei afgerond, maar 30 april werd gemakshalve aangewezen als overnamedatum. Er waren geen gebeurtenissen tussen de overnamedatum en de feitelijke overnamedatum die zouden leiden tot materiële wijzigingen in de opgenomen bedragen.
De volgende immateriële activa (€ 11,6 miljoen) zijn geïdentificeerd als afzonderlijk van goodwill te rapporteren: economisch recht op het gebruik van de handelsnaam, klantrelaties en technologie. De bepaling van de reële waarde van materiële vaste activa (€ 14,5 miljoen) is gebaseerd op externe taxaties. Voorraden (€ 14,5 miljoen) zijn gewaardeerd op basis van de verwachte verkoopprijs minus de geschatte verkoopkosten. Handelsvorderingen en overige vorderingen (€ 11,9 miljoen) zijn opgenomen tegen hun nominale waarde, aangezien verwacht wordt dat de volledige contractuele bedragen inbaar zijn.
De Groep heeft de overgenomen leaseverplichtingen (€ 4,4 miljoen) gewaardeerd op basis van de contante waarde van de resterende leasebetalingen op de overnamedatum. De 'Recht-op-gebruik' (RoU) activa zijn gewaardeerd tegen een bedrag dat gelijk is aan de leaseverplichtingen. De uitgestelde belastingverplichting (€ 5,2 miljoen) is gekoppeld aan de step up voor immateriële activa en materiële vaste activa. Kortlopende verplichtingen hebben voornamelijk betrekking op handelsschulden en ontvangen voorschotten van klanten. Er zijn geen voorwaardelijke verplichtingen geïdentificeerd.
De goodwill van € 14,0 miljoen bestaat uit de waarde van verwachte synergieën voortvloeiend uit de overname en is volledig toegerekend aan de kasstroomgenererende eenheid BBRG. Geen van de opgenomen goodwill zal naar verwachting aftrekbaar zijn voor belastingdoeleinden. De transactiekosten bedroegen € 0,9 miljoen en zijn opgenomen in de administratieve kosten (onderdeel van eenmalige elementen).
Vanaf de acquisitiedatum heeft Bexco € 33,4 miljoen bijgedragen aan de omzet. Als Bexco was overgenomen vanaf 1 januari 2024, zou de Groep € 52,0 miljoen aan netto-omzet hebben opgenomen voor het volledige jaar 2024.
De Groep is blootgesteld aan risico's als gevolg van bewegingen in wisselkoersen, rentevoeten en marktrisico's die haar activa en verplichtingen beïnvloeden. Het financieel risicobeheer van de Groep heeft tot doel om de effecten van deze marktrisico's als gevolg van haar operationele en financiële activiteiten te beperken. Naargelang het ingeschatte risico worden daartoe welbepaalde derivaten als afdekkingsinstrumenten ingezet. De Groep dekt voornamelijk risico's af die de kasstromen beïnvloeden. Derivaten worden enkel gebruikt als afdekkingsinstrument en niet voor handels- of speculatieve doeleinden. Om het kredietrisico te beperken, worden afdekkingstransacties over het algemeen enkel aangegaan met financiële instellingen die als langetermijn- kredietrating door Moody's Investors Service Inc., Fitch en S&P tenminste een A-kredietscore hebben.
De richtlijnen en principes van het financieel risicobeheer van Bekaert worden vastgelegd door het Audit, Risk en Finance Comité en gecontroleerd door de Raad van Bestuur van de Groep. De Groepsdienst Thesaurie is verantwoordelijk voor de implementatie van het financieel risicobeleid. Dit houdt in dat gepaste richtlijnen worden gedefinieerd en effectieve controle- en verslaggevingsprocedures worden opgezet. Het Audit, Risk en Finance Comité wordt geregeld geïnformeerd over de blootstelling aan deze risico's.
Het valutarisico van de Groep kan opgedeeld worden in twee categorieën: valutatranslatierisico en valutatransactierisico.
Een valutatranslatierisico ontstaat wanneer de financiële gegevens van buitenlandse dochterondernemingen omgezet worden naar de presentatievaluta van de Groep, de euro. De voornaamste valuta's zijn de Chinese renminbi, de US dollar, de Tsjechische kroon, de Braziliaanse real, de Russische roebel, de Indische roepie en de pond sterling. Aangezien er geen kasstroomeffect is, dekt de Groep dit risico gewoonlijk niet af.
De Groep is blootgesteld aan valutatransactierisico's die voortvloeien uit haar investerings-, financierings- en bedrijfsactiviteiten.
Valutarisico's in het kader van bedrijfsactiviteiten vloeien voort uit commerciële activiteiten met aan- en verkopen in vreemde valuta, alsook betalingen en ontvangsten van royalty's. De Groep gebruikt termijnwisselcontracten om het valutarisico op de verwachte kasinstromen en kasuitstromen voor de volgende drie maanden te beperken. Belangrijke blootstellingen en vaststaande toezeggingen buiten dit tijdskader kunnen ook afgedekt worden.
Valutarisico's op het vlak van investeringen ontstaan uit de overname of de verkoop van deelnemingen in buitenlandse vennootschappen, en soms ook uit te ontvangen dividenden vanuit buitenlandse deelnemingen. Indien materieel geacht, worden deze risico's afgedekt door middel van termijnwisselcontracten.
Valutarisico's op het vlak van financiering ontstaan uit financiële verplichtingen in vreemde valuta's. De Groepsdienst Thesaurie dekt deze risico's af en maakt hiervoor gebruik van cross-currency interest-rate swaps en termijnwissel-contracten om financiële verplichtingen in vreemde valuta's om te zetten naar de functionele valuta van de betrokken entiteit. Op de verslagdatum bestonden de verplichtingen in vreemde valuta waarvoor het valutarisico werd afgedekt voornamelijk uit intragroepsleningen in euro en US dollar.
Volgende tabel geeft een samenvatting van de nettoposities van de Groep voor de belangrijkste valutaparen met betrekking tot bedrijfs-, investerings- en financiële vorderingen en schulden in vreemde valuta op de verslagdatum. De nettoposities van de valuta zijn vóór eliminaties van intragroepsverrichtingen. Een positief bedrag betekent dat de Groep een nettovordering heeft in de eerste valuta. In de tabel vertegenwoordigt de kolom 'Totaal risico' de balanspositie, terwijl de kolom 'Totaal derivaten' alle derivaten omvat ter afdekking van zowel de balanspositie als de verwachte transacties.
| in duizend € | Totaal risico | Totaal derivaten |
Nettopositie |
|---|---|---|---|
| AUD/EUR | -15 942 | -6 807 | -22 749 |
| BRL/EUR | 28 002 | — | 28 002 |
| CLP/EUR | 4 607 | — | 4 607 |
| CAD/EUR | -4 364 | — | -4 364 |
| CZK/EUR | 9 217 | — | 9 217 |
| EUR/CNY | -25 507 | — | -25 507 |
| EUR/GBP | -51 202 | 11 162 | -40 040 |
| EUR/INR | -14 066 | — | -14 066 |
| EUR/MYR | -14 238 | — | -14 238 |
| EUR/RON | -25 030 | — | -25 030 |
| EUR/RUB | -40 022 | — | -40 022 |
| IDR/USD | -2 255 | — | -2 255 |
| JPY/CNY | 3 725 | — | 3 725 |
| USD/BRL | -6 424 | — | -6 424 |
| USD/CAD | 17 754 | 17 195 | 34 949 |
| USD/CNY | 47 136 | — | 47 136 |
| USD/EUR | 74 666 | -43 859 | 30 807 |
| USD/GBP | 5 243 | — | 5 243 |
| USD/INR | -40 409 | — | -40 409 |
| USD/MXN | -4 554 | 855 | -3 699 |
| in duizend € | Totaal risico | Totaal derivaten |
Nettopositie |
|---|---|---|---|
| BRL/EUR | 37 302 | — | 37 302 |
| CZK/EUR | 8 257 | — | 8 257 |
| EUR/CAD | 23 110 | -18 289 | 4 822 |
| EUR/CNY | 45 942 | -4 790 | 41 152 |
| EUR/GBP | -11 352 | 26 532 | 15 180 |
| EUR/HKD | 10 055 | — | 10 055 |
| EUR/INR | -46 238 | — | -46 238 |
| EUR/JPY | -11 470 | 2 876 | -8 594 |
| EUR/MXN | -7 885 | 742 | -7 143 |
| EUR/RON | -21 929 | 8 845 | -13 083 |
| EUR/RUB | -40 988 | — | -40 988 |
| IDR/USD | -4 651 | — | -4 651 |
| TRY/EUR | 7 996 | — | 7 996 |
| USD/CNY | 9 361 | -12 706 | -3 345 |
| USD/EUR | -13 133 | -97 256 | -110 388 |
| USD/GBP | 5 243 | — | 5 243 |
De redelijkerwijs mogelijke schommelingen die gebruikt worden in deze berekening, zijn gebaseerd op de volatiliteit op jaarbasis met betrekking tot de dagelijkse wisselkoersbewegingen gedurende de verslagperiode, met een betrouwbaarheidsinterval van 95%.
Indien de valuta's verzwakt of versterkt zouden geweest zijn met de redelijkerwijs mogelijke procenten en indien alle andere variabelen constant gebleven waren, zou het perioderesultaat vóór belastingen € 15,7 miljoen lager, respectievelijk hoger geweest zijn (2023: € 12,4 miljoen).
De Groep is onderworpen aan renterisico en dit voornamelijk op schulden in US dollar, Chinese renminbi en euro. Om het effect van rentevoetfluctuaties in de betrokken regio's te minimaliseren, wordt het renterisico op de nettoschuld uitgedrukt in deze valuta's afzonderlijk beheerd. De volgende algemene richtlijnen worden toegepast om het renterisico af te dekken:
De Groepsdienst Thesaurie gebruikt interest-rate swaps en cross-currency interest-rate swaps om ervoor te zorgen dat de vaste/variabele renteverhouding van langlopende schulden binnen de limieten blijft.
Het volgende overzicht toont de gewogen gemiddelde rentevoeten, exclusief het effect van swaps, op balansdatum.
| Lange termijn | |||||
|---|---|---|---|---|---|
| 2023 | Vaste rentevoet |
Vlottende rentevoet |
Totaal | Korte termijn | Totaal |
| US dollar | - % | - % | - % | 6,42 % | 6,42 % |
| Chinese renminbi | - % | - % | - % | 3,19 % | 3,19 % |
| Euro | 1,80 % | 5,53 % | 2,33 % | 6,99 % | 2,36 % |
| Overige | - % | - % | - % | 12,77 % | 12,77 % |
| Totaal | 1,80 % | 5,53 % | 2,33 % | 5,82 % | 3,06 % |
| Lange termijn | |||||
|---|---|---|---|---|---|
| 2024 | Vaste rentevoet |
Vlottende rentevoet |
Totaal | Korte termijn | Totaal |
| US dollar | - % | - % | - % | 5,39 % | 5,39 % |
| Chinese renminbi | - % | - % | - % | 2,61 % | 2,61 % |
| Euro | 2,11 % | 4,23 % | 2,46 % | - % | 2,46 % |
| Overige | - % | - % | - % | 8,21 % | 8,21 % |
| Totaal | 2,11 % | 4,23 % | 2,46 % | 4,64 % | 2,99 % |
Zoals vermeld in toelichting 6.18. 'Rentedragende schulden' bedroeg de totale financiële schuld van de Groep € 803 miljoen op 31 december 2024 (2023: € 899 miljoen). De volgende tabel toont het valuta- en renteprofiel, d.i. de procentuele verdeling van de totale financiële schuld per valuta en per type van rentevoet (vast, vlottend), inclusief het effect van swaps.
| Lange termijn | Korte termijn | |||
|---|---|---|---|---|
| 2023 | Vaste rentevoet |
Vlottende rentevoet |
Vlottende rentevoet |
Totaal |
| US dollar | - % | - % | 9,50 % | 9,50 % |
| Chinese renminbi | - % | - % | 8,50 % | 8,50 % |
| Euro | 67,90 % | 11,40 % | 0,40 % | 79,70 % |
| Overige | - % | - % | 2,30 % | 2,30 % |
| Totaal | 67,90 % | 11,40 % | 20,70 % | 100,00 % |
| Lange termijn | Korte termijn | |||
|---|---|---|---|---|
| 2024 | Vaste rentevoet |
Vlottende rentevoet |
Vlottende rentevoet |
Totaal |
| US dollar | - % | - % | 13,50 % | 13,50 % |
| Chinese renminbi | - % | - % | 8,90 % | 8,90 % |
| Euro | 63,20 % | 12,20 % | - % | 75,40 % |
| Overige | - % | - % | 2,20 % | 2,20 % |
| Totaal | 63,20 % | 12,20 % | 24,60 % | 100,00 % |
De volgende tabel toont voor de belangrijkste valuta's de redelijkerwijs mogelijke schommelingen met een 95% betrouwbaarheidsinterval; de cijfers zijn gebaseerd op de volatiliteit op jaarbasis van de dagelijkse noteringen van de Interbank Offered Rate op 3 maanden in 2024 en 2023.
| 2023 | Rentevoet per 31 december |
Redelijkerwijs mogelijke schommelingen (+/-) |
|---|---|---|
| Chinese renminbi ¹ | 2,01% | 0,33% |
| Euro | 4,03% | 0,66% |
| US dollar | 5,59% | 0,70% |
| Redelijkerwijs mogelijke |
||
| 2024 | Rentevoet per 31 december |
schommelingen (+/-) |
| Chinese renminbi ¹ | 1,71% | 0,28% |
| Euro | 2,75% | 0,45% |
| US dollar | 4,69% | 0,75% |
¹ Voor de Chinese renminbi werd de PBOC-referentievoet voor leningen tot 6 maand genomen.
Indien we de geschatte mogelijke renteschommelingen toepassen op de schuld met vlottende rentevoet – in de veronderstelling dat alle andere variabelen constant bleven – zou het perioderesultaat vóór belastingen € 0,1 miljoen hoger/lager (2023: € 0,2 miljoen hoger/lager) geweest zijn.
Kredietrisico is het risico dat een tegenpartij haar verplichtingen uit hoofde van een financieel instrument of klantencontract niet nakomt, wat leidt tot een financieel verlies. De Groep is blootgesteld aan kredietrisico's ten gevolge van haar bedrijfsactiviteiten en bepaalde financieringsactiviteiten, inclusief deposito's bij banken en financiële instellingen. In het kader van haar bedrijfsactiviteiten heeft de Groep een kredietbeleid opgezet dat rekening houdt met het risicoprofiel van de klanten in functie van het marktsegment waartoe zij behoren. Op basis van hun activiteitenplatform, productsegment en regio wordt het kredietrisico van de klanten geanalyseerd en wordt beslist om het kredietrisico af te dekken. De blootstelling aan kredietrisico's wordt continu opgevolgd en de kredietwaardigheid van alle klanten wordt geregeld geëvalueerd. Omwille van het specifieke karakter van sommige staaldraadactiviteiten die slechts een beperkt aantal wereldwijd opererende klanten tellen, wordt het concentratierisico van dichtbij opgevolgd en wordt – overeenkomstig de kredietbeleidslijnen – indien nodig onmiddellijk actie ondernomen. Er dient geen enkele van de volgens IFRS 8 §34 vereiste toelichtingen in verband met individuele klanten (of groepen van klanten onder gezamenlijke zeggenschap) verstrekt, aangezien geen enkele klant van de Groep instaat voor meer dan 10% van de omzet. Op 31 december 2024 was 74,05% (2023: 75,5%) van het kredietrisico afgedekt door kredietverzekeringspolissen en handelsfinancieringsinstrumenten zoals kredietbrieven, documentaire kredieten en bankgaranties. In het kader van financierings-activiteiten worden transacties in principe enkel afgesloten met tegenpartijen die minstens een A-kredietscore hebben. Daarbij worden kredietlimieten vastgelegd voor elke tegenpartij in functie van haar kredietwaardigheid. Dankzij deze aanpak acht de Groep de risico's bij staking van betaling door de tegenpartij beperkt, zowel wat bedrijfsactiviteiten als wat financieringsactiviteiten betreft. In overeenstemming met het in IFRS 9 opgenomen 'verwachte verlies' model voor financiële vorderingen, werd een ECL waardevermindering IFRS 9 voor handelsvorderingen aangelegd met als bedoeling ongekende risico's verbonden aan handelsvorderingen op iedere rapporteringsdatum af te dekken. Deze ECL waardevermindering IFRS 9 voor handelsvorderingen bestaat uit een percentage van openstaande handelsvorderingen op iedere rapporteringsdatum. De percentages weerspiegelen de waarschijnlijkheidsgewogen uitkomst, de tijdswaarde van geld en redelijke en gefundeerde informatie die op de rapporteringsdatum beschikbaar is over gebeurtenissen in het verleden, huidige omstandigheden en prognoses van toekomstige economische omstandigheden en worden jaar-op-jaar herbekeken.
Liquiditeitsrisico betekent het risico dat de Groep haar verplichtingen niet kan nakomen op de vervaldag omdat ze niet in staat is om activa te gelde te maken of de nodige kredieten te bekomen. Om de liquiditeit en de financiële flexibiliteit te allen tijde te garanderen, beschikt de Groep, naast de beschikbare geldmiddelen, over verscheidene kortlopende, niet-toegezegde kredietlijnen in de belangrijkste valuta's en voor bedragen die geacht worden toereikend te zijn voor de huidige en toekomstige financiële behoeften. Deze kredietfaciliteiten hebben meestal een gemengd karakter en kunnen bijvoorbeeld worden gebruikt voor voorschotten, kaskredieten, acceptkredieten en verdisconteringen. De Groep heeft ook toegezegde kredietfaciliteiten ter beschikking voor een maximumbedrag van € 250 miljoen (2023: € 300 miljoen) tegen variabele rentevoeten met vaste marges. Op jaareinde was van deze kredietlijnen niets (2023: nihil) opgenomen. Bovendien beschikt de Groep over een commercial paper & medium-term note program voor een bedrag van € 123,9 miljoen (2023: € 123,9 miljoen). Per jaareinde 2024 waren er geen uitstaande commercial paper notes (2023: nihil). Per jaareinde was er geen externe bankschuld onderworpen aan schuldconvenanten (2023: nihil). De Groep heeft per 31 december 2024 verdisconteerde uitstaande vorderingen voor een totaal bedrag van € 221,0 miljoen (2023: € 231,5 miljoen) in de bestaande factoring-programma's. Onder deze overeenkomsten worden vrijwel alle risico's en voordelen, verbonden aan de eigendom van de vorderingen, overgedragen aan de factor. Bijgevolg werden de gefactorde vorderingen per eind 2024 uitgeboekt.
De volgende tabel toont de contractueel overeengekomen, niet-verdisconteerde kasuitstromen met betrekking tot financiële verplichtingen (inclusief financiële verplichtingen verbonden met activa geclassificeerd als aangehouden voor verkoop). Enkel nettorentebetalingen en aflossingen van de hoofdsom zijn hierin vervat.
| 2024 | 2025 | 2026-2028 | 2029 en verder |
|---|---|---|---|
| -632 950 | — | — | — |
| -3 839 | -150 | -1 726 | — |
| -252 283 | -171 546 | -454 230 | -20 876 |
| -60 432 | — | — | — |
| — | — | — | — |
| -21 432 | -14 287 | -17 557 | — |
| -2 851 | — | — | — |
| -973 787 | -185 982 | -473 514 | -20 876 |
| in duizend € | 2025 | 2026 | 2027-2029 | 2030 en verder |
|---|---|---|---|---|
| Financiële verplichtingen - hoofdsom | ||||
| Handelsschulden | -668 111 | — | — | — |
| Overige verplichtingen | -5 257 | -1 356 | — | — |
| Rentedragende schulden | -306 313 | -217 075 | -257 109 | -22 034 |
| Derivaten - bruto afgewikkeld | -118 900 | — | — | — |
| Financiële verplichtingen - rente | ||||
| Handels- en overige schulden | — | — | — | — |
| Rentedragende schulden | -16 490 | -11 651 | -5 904 | — |
| Derivaten - bruto afgewikkeld | -4 160 | — | — | — |
| Totaal niet-verdisconteerde kasstromen | -1 119 231 | -230 082 | -263 013 | -22 034 |
Hierin zijn alle instrumenten begrepen die aangehouden werden op de balansdatum en waarvoor de betalingen reeds contractueel werden vastgelegd. Prognoses met betrekking tot toekomstige nieuwe verplichtingen zijn niet meegerekend. Bedragen in vreemde valuta werden omgerekend tegen de slotkoers op de balansdatum. Variabele rentebetalingen met betrekking tot financiële instrumenten werden berekend op basis van de toepasselijke termijnrentevoeten.
Alle financiële derivaten die de Groep aangaat, hebben betrekking op een onderliggende transactie of een verwacht risico. In functie van het verwachte effect op de winst-en-verliesrekening en als voldaan is aan de strikte criteria van IFRS 9, beslist de Groep geval per geval of hedge accounting zal toegepast worden. In de volgende secties worden de transacties beschreven waarvoor hedge accounting wordt toegepast en de transacties die niet in aanmerking komen voor hedge accounting, maar als een economische afdekking fungeren.
De Groep heeft geen hedge accounting toegepast in 2024 (2023: geen). Bijgevolg waren er geen reëlewaardeafdekkingen noch kasstroomafdekkingen in 2024 of 2023.
De Groep gebruikt ook financiële instrumenten die als economische afdekking fungeren, maar waarvoor geen hedge accounting wordt toegepast, ofwel omdat niet voldaan is aan de criteria die IFRS 9 'Financiële instrumenten' vooropstelt om in aanmerking te komen voor hedge accounting, ofwel omdat de Groep bewust besloten heeft om geen hedge accounting toe te passen. Deze derivaten worden verwerkt als afzonderlijke instrumenten aangehouden voor handelsdoeleinden.
• De Groep gebruikt cross-currency interest-rate swaps en termijnwisselcontracten om het valutarisico van intragroepsleningen tussen twee entiteiten met verschillende functionele valuta's af te dekken. Tot op heden heeft de Groep ervoor gekozen om geen hedge accounting zoals gedefinieerd in IFRS 9 toe te passen. Aangezien nagenoeg alle cross-currency interest-rate swaps vlottend-vlottend zijn, wordt verwacht dat de wijziging in de reële waarde van het financieel instrument het omrekeningsresultaat als gevolg van de
herwaardering van de intragroepsleningen zal compenseren. De belangrijkste betrokken valuta's zijn de US dollar en Britse pond.
Het volgende overzicht presenteert de notionele bedragen van de derivaten volgens hun looptijd. Indien derivaten worden aangemerkt voor hedge accounting conform IFRS 9 zal worden getoond of deze deel uitmaken van een reëlewaardeafdekking (FVH) of een kasstroomafdekking (CFH). Bekaert maakt per 31 december 2024 geen gebruik van hedge accounting:
| in duizend € | Vervallend binnen het jaar |
Vervallend over meer dan 1 en ten hoogste 5 jaar |
Vervallend over meer dan 5 jaar |
|---|---|---|---|
| Aangehouden voor handelsdoeleinden | |||
| Termijnwisselcontracten | 37 526 | — | — |
| Interest-rate swaps | — | 80 500 | — |
| Cross-currency interest-rate swaps | 60 432 | — | — |
| Totaal | 97 958 | 80 500 | — |
| in duizend € | Vervallend binnen het jaar |
Vervallend over meer dan 1 en ten hoogste 5 jaar |
Vervallend over meer dan 5 jaar |
|---|---|---|---|
| Aangehouden voor handelsdoeleinden | |||
| Termijnwisselcontracten | 67 102 | — | — |
| Interest-rate swaps | 80 500 | — | — |
| Cross-currency interest-rate swaps | 118 900 | — | — |
| Totaal | 266 502 | — | — |
Het volgende overzicht vat de reële waarden van de verschillende derivaten samen. Indien derivaten worden aangemerkt voor hedge accounting conform IFRS 9 zal worden getoond of deze deel uitmaken van een reëlewaardeafdekking (FVH) of een kasstroomafdekking (CFH). Bekaert maakt per 31 december 2024 geen gebruik van hedge accounting:
| Reële waarde van korte- en langetermijnderivaten | Vorderingen | Verplichtingen | ||
|---|---|---|---|---|
| in duizend € | 2023 | 2024 | 2023 | 2024 |
| Financiële instrumenten | ||||
| Aangehouden voor handelsdoeleinden | ||||
| Termijnwisselcontracten | 359 | 271 | 473 | 648 |
| Interest-rate swaps | 3 359 | 961 | — | — |
| Cross-currency interest-rate swaps | 675 | 166 | 93 | 2 822 |
| Put-opties gerelateerd aan minderheidsbelangen | — | — | 1 726 | 1 206 |
| Overige derivaten | 11 810 | 27 140 | — | — |
| Totaal | 16 203 | 28 537 | 2 292 | 4 676 |
| Op meer dan een jaar | 15 169 | 28 100 | 1 726 | 1 206 |
| Op ten hoogste een jaar | 1 034 | 437 | 566 | 3 470 |
| Totaal | 16 203 | 28 537 | 2 292 | 4 676 |
In 2024 hadden de overige derivaatvorderingen betrekking op het VPPA derivaat voor € 27,1 miljoen (2023: € 11,8 miljoen).
De Groep heeft geen financiële activa en verplichtingen die gesaldeerd worden voorgesteld in de balans overeenkomstig IAS 32. De Groep gaat ISDA (Internationale Swaps en Derivaten Associatie) raamovereenkomsten aan met de tegenpartijen voor de meeste van haar derivaten, die de tegenpartijen toelaten om vorderingen uit derivaten te salderen met verplichtingen uit derivaten bij het afwikkelen in geval van wanbetaling. Bij deze overeenkomsten worden geen waarborgen uitgewisseld, noch in geldmiddelen noch in beleggingsinstrumenten.
Het potentieel effect van het salderen van derivatencontracten wordt hierna weergegeven:
| Effect van afdwingbare salderingsovereenkomsten | Vorderingen | Verplichtingen | |||
|---|---|---|---|---|---|
| in duizend € | 2023 | 2024 | 2023 | 2024 | |
| Totaal derivaten opgenomen in de balans | 16 203 | 28 537 | 2 292 | 4 676 | |
| Afdwingbare salderingen | -93 | 166 | -93 | 166 | |
| Nettobedragen | 16 110 | 28 704 | 2 199 | 4 843 |
De volgende tabellen tonen de verschillende klassen van financiële activa en verplichtingen met hun nettoboekwaarde en reële waarde, ingedeeld naargelang hun waarderingscategorie volgens IFRS 9 'Financiële instrumenten'.
Geldmiddelen en kasequivalenten, geldbeleggingen, handelsvorderingen, overige vorderingen, ontvangen bankwissels en leningen en financiële vorderingen vervallen meestal op korte termijn. Daarom benadert hun nettoboekwaarde op de verslagdatum hun reële waarde. Ook handelsschulden en overige verplichtingen vervallen meestal op korte termijn en om dezelfde reden benadert hun nettoboekwaarde hun reële waarde. De Groep heeft overigens geen posities in collateralized debt obligations (CDOs).
Volgende afkortingen voor categorieën onder IFRS 9 worden hierna gebruikt:
| Afkorting | Categorie volgens IFRS 9 |
|---|---|
| GK | Financiële activa en financiële verplichtingen tegen geamortiseerde kostprijs |
| RWvOCI/EV | Eigenvermogensinstrumenten aangemerkt als tegen reële waarde via OCI |
| RWvR/Vpl | Financiële activa verplicht te waarderen tegen reële waarde via het resultaat |
| RWvR | Financiële verplichtingen aangehouden als tegen reële waarde via het resultaat |
| Nettoboekwaarde t.o.v. reële waarde | 31 december 2023 | 31 december 2024 | |||
|---|---|---|---|---|---|
| in duizend € | Categorie volgens IFRS 9 |
Netto boekwaarde |
Reële waarde |
Netto boekwaarde |
Reële waarde |
| Activa | |||||
| Financiële activa op >1 jaar | |||||
| - Financiële & overige vorderingen en kaswaarborgen GK | 10 799 | 10 799 | 11 922 | 11 922 | |
| - Beleggingen in aandelen | RWvOCI/EV | 31 060 | 31 060 | 40 621 | 40 621 |
| - Derivaten | |||||
| - Aangehouden voor handelsdoeleinden | RWvR/Vpl | 15 169 | 15 169 | 28 100 | 28 100 |
| Financiële activa op <= 1 jaar | |||||
| - Financiële & overige vorderingen en kaswaarborgen GK | 1 575 | 1 575 | 1 633 | 1 633 | |
| - Geldmiddelen en kasequivalenten | GK | 631 687 | 631 687 | 504 384 | 504 384 |
| - Geldbeleggingen | GK | 1 238 | 1 238 | 2 312 | 2 312 |
| - Handelsvorderingen | GK | 552 989 | 552 989 | 580 663 | 580 663 |
| - Ontvangen bankwissels | GK | 55 507 | 55 507 | 29 110 | 29 110 |
| - Overige activa op <= 1 jaar | |||||
| - Overige vorderingen | GK | 12 974 | 12 974 | 14 939 | 14 939 |
| - Derivaten | |||||
| - Aangehouden voor handelsdoeleinden | RWvR/Vpl | 1 034 | 1 034 | 437 | 437 |
| Verplichtingen | |||||
| Rentedragende schulden op > 1 jaar | |||||
| - Leaseverplichtingen | GK | 65 140 | 65 140 | 74 950 | 74 950 |
| - Ontvangen kaswaarborgen | GK | 160 | 160 | 135 | 135 |
| - Kredietinstellingen | GK | 50 000 | 50 000 | 199 | 195 |
| - Schuldschein-lening | GK | 131 352 | 131 352 | 20 939 | 20 939 |
| - Obligatieleningen | GK | 400 000 | 366 241 | 400 000 | 378 300 |
| Rentedragende schulden op <= 1 jaar | |||||
| - Leaseverplichtingen | GK | 21 570 | 21 570 | 24 262 | 24 262 |
| - Kredietinstellingen | GK | 230 713 | 230 713 | 171 546 | 171 546 |
| - Schuldschein-lening | GK | — | — | 110 500 | 110 500 |
| - Obligatieleningen | GK | — | — | — | — |
| Overige verplichtingen op > 1 jaar | |||||
| - Putoptie | RWvR | 1 726 | 1 726 | 1 206 | 1 206 |
| - Overige verplichtingen | GK | 150 | 150 | 150 | 150 |
| Handelsschulden | GK | 632 950 | 632 950 | 668 111 | 668 111 |
| Overige verplichtingen op <= 1 jaar | |||||
| - Conversieoptie | RWvR | — | — | — | — |
| - Overige verplichtingen | GK | 21 774 | 21 774 | 23 423 | 23 423 |
| - Derivaten | |||||
| - Aangehouden voor handelsdoeleinden | RWvR | 566 | 566 | 3 470 | 3 470 |
| Getotaliseerd per categorie volgens IFRS 9 | |||||
| Financiële activa | GK | 1 266 770 | 1 266 770 | 1 144 963 | 1 144 963 |
| RWvOCI/EV | 31 060 | 31 060 | 40 621 | 40 621 | |
| RWvR/Vpl | 16 203 | 16 203 | 28 537 | 28 537 | |
| Financiële verplichtingen | GK | 1 553 808 | 1 520 049 | 1 494 211 | 1 472 511 |
| RWvR | 2 292 | 2 292 | 4 676 | 4 676 |
De reële waarde van alle financiële instrumenten aangehouden in de balans tegen geamortiseerde kostprijs werd bepaald door het gebruik van 'Niveau 2'-reëlewaardebepalingstechnieken. Voor de meeste financiële instrumenten benadert de netto-boekwaarde de reële waarde.
De reëlewaardebepaling van financiële activa en verplichtingen kan worden getypeerd op een van de volgende manieren:
| VPPA derivaat | 31 december 2024 | ||
|---|---|---|---|
| Niveau 2-inputs | |||
| Disconteringsvoet | Gewogen gemiddelde van curven van bedrijfsobligaties van beleggingskwaliteit |
||
| Niveau 3-inputs | |||
| Power forward sensitiviteit | Geschatte prijsprognose voor piek- en daluren | ||
| Productie sensitiviteit | Gebaseerd op windstudies in de omgeving | ||
| Uitkomsten van het model (in duizend €) | |||
| Reële waarde van het VPPA derivaat | 27 140 | ||
| Put optie Flintstone | 31 december 2024 | ||
| Niveau 3 inputs | |||
| Discount rate | 12,60% |
De nettoboekwaarde (d.i. de reële waarde) van de niveau-3-verplichtingen/(vorderingen) is als volgt geëvolueerd:
| in duizend € | 2023 | 2024 |
|---|---|---|
| Per 1 januari | -26 910 | -37 569 |
| (Aanschaffingen) / Verkopen | -8 117 | -182 |
| (Winst) / verlies in reële waarde via andere elementen van het resultaat | 1 767 | -1 512 |
| (Winst) / verlies in reële waarde via resultaat | -4 309 | -15 330 |
| Per 31 december | -37 569 | -54 593 |
Winsten en verliezen op de reële waarde worden gerapporteerd in de overige financiële opbrengsten en lasten (€15.3 miljoen), behalve voor eigenvermogensinstrumenten waar bewegingen in reële waarde worden verwerkt via OCI (€ 28,1 miljoen) (zie toelichting 6.6. 'Overige vaste activa').
De volgende tabel toont de sensitiviteit van de reëlewaardeberekening voor het VPPA-derivaat aan de belangrijkste inputs van niveau 3 bij Rockhound Solar D en Vifor RO Wind Project.
| in duizend € | Wijziging | Impact op het VPPA derivaat | ||
|---|---|---|---|---|
| Power forward sensitiviteit | +10% | toename met | 3 311 | |
| -10% | afname met | -3 234 | ||
| Productie sensitiviteit | +5% | toename met | 3 119 | |
| -5% | afname met | -3 138 |
| in duizend € | Wijziging | Impact op het VPPA derivaat | |||
|---|---|---|---|---|---|
| Power forward sensitiviteit | +10% | toename met | 6 696 | ||
| -10% | afname met | -6 692 | |||
| Productie sensitiviteit | +5% | toename met | 315 | ||
| -5% | afname met | -315 | |||
| Beleggingen in aandelen | 31 december 2024 | ||||
| Niveau 3 inputs |
| Disconteringsvoet | Gewogen gemiddelde van de kapitaalkosten na belastingen |
|---|---|
| Resultaat (cash flow projectie) | EBITDA |
De sensitiviteit van de reëlewaardeberekening van het eigenvermogensinstrument in Xinju Metal Products Co Ltd (€ 6,9 miljoen) wordt hierna besproken:
De volgende tabel toont een analyse van financiële instrumenten die tegen reële waarde worden gewaardeerd in de balans volgens de hoger beschreven hiërarchie van reëlewaardebepalingen:
| in duizend € | Niveau 1 | Niveau 2 | Niveau 3 | Totaal |
|---|---|---|---|---|
| Financiële activa verplicht te waarderen tegen reële waarde via het resultaat |
||||
| Vorderingen uit derivaten | — | 4 393 | 11 810 | 16 203 |
| Eigenvermogensinstrumenten aangemerkt als tegen reële waarde via OCI |
||||
| Beleggingen in aandelen | 5 300 | — | 25 760 | 31 060 |
| Totaal activa | 5 300 | 4 393 | 37 569 | 47 263 |
| Financiële verplichtingen aangehouden voor handelsdoeleinden | ||||
| Verplichtingen uit andere derivaten | — | 566 | — | 566 |
| Put-opties gerelateerd aan minderheidsbelangen | — | — | 1 726 | 1 726 |
| Totaal verplichtingen | — | 566 | 1 726 | 2 292 |
| in duizend € | Niveau 1 | Niveau 2 | Niveau 3 | Totaal |
|---|---|---|---|---|
| Financiële activa verplicht te waarderen tegen reële waarde via het resultaat |
||||
| Vorderingen uit derivaten | — | 1 398 | 27 140 | 28 537 |
| Eigenvermogensinstrumenten aangemerkt als tegen reële waarde via OCI |
||||
| Beleggingen in aandelen | 13 168 | — | 27 453 | 40 621 |
| Totaal activa | 13 168 | 1 398 | 54 593 | 69 158 |
| Financiële verplichtingen aangehouden voor handelsdoeleinden | ||||
| Verplichtingen uit andere derivaten | — | 3 470 | — | 3 470 |
| Put-opties gerelateerd aan minderheidsbelangen | — | — | 1 206 | 1 206 |
| Totaal verplichtingen | — | 3 470 | 1 206 | 4 676 |
De Groep beheert haar kapitaal om te verzekeren dat haar entiteiten in staat zullen zijn hun activiteiten verder te zetten, en met de bedoeling de rentabiliteit voor haar aandeelhouders te maximaliseren door de verhouding van nettoschuld tegenover eigen vermogen te optimaliseren. De Groep heeft haar strategie in dit verband niet gewijzigd tegenover 2023.
De kapitaalstructuur van de Groep bestaat uit nettoschuld, zoals gedefinieerd in toelichting 6.18. 'Rentedragende schulden', en eigen vermogen (zowel toerekenbaar aan de Groep als aan minderheidsbelangen).
Het Audit, Risk en Finance Comité van de Groep controleert de kapitaalstructuur op halfjaarlijkse basis. Als onderdeel van deze controle wordt de kapitaalkost herzien en worden de risico's geëvalueerd die verband houden met elke vorm van kapitaalverstrekking. De Groep beoogt een gearing ratio van 50%, gedefinieerd als de verhouding van nettoschuld tegenover eigen vermogen. De Groep hanteert systematisch een aantal richtlijnen om deze doelstelling te realiseren, o.a.
| 2023 in duizend € |
2024 |
|---|---|
| Nettoschuld 254 430 |
283 015 |
| Eigen vermogen 2 166 029 |
2 311 768 |
| Nettoschuld op eigen vermogen 11,7% |
12,2% |
Per 31 december had de Groep de volgende belangrijke voorwaardelijke verplichtingen en toezeggingen:
| in duizend € | 2023 | 2024 |
|---|---|---|
| Voorwaardelijke verplichtingen | 6 083 | 5 429 |
| Toezeggingen tot aankoop van vaste activa | 52 732 | 58 499 |
| Toezeggingen tot deelneming in durfkapitaalfondsen | 4 600 | 4 690 |
Er waren op jaareinde 2024 geen bankgaranties gelinkt aan milieuverplichtingen.
Afgezien van de lease-overeenkomsten zijn er geen beperkingen in de realisatie van activa of het afwikkelen van verplichtingen. De leaseverplichtingen zijn effectief gewaarborgd aangezien de rechten op de geleasde activa die in de jaarrekening zijn opgenomen, in geval van wanbetaling aan de leasinggever toekomen. De voorwaardelijke verplichtingen en toezeggingen en de activa verpand als waarborg voor derden met betrekking tot de joint ventures staan beschreven in toelichting 6.5. 'Deelnemingen in joint ventures en geassocieerde ondernemingen'.
Transacties tussen de Onderneming en haar dochterondernemingen, die verbonden partijen zijn, werden geëlimineerd in de consolidatie en worden bijgevolg niet opgenomen in deze toelichting. Transacties met andere verbonden partijen worden hieronder toegelicht.
| in duizend € | 2023 | 2024 |
|---|---|---|
| Verkopen van goederen | 9 542 | 8 525 |
| Aankopen van goederen | 15 647 | 12 967 |
| Geleverde diensten | 43 | 5 |
| Ontvangen royalty's en managementvergoedingen | 14 220 | 12 578 |
| Rente- en soortgelijke opbrengsten | 20 | 13 |
| Ontvangen dividenden | 57 412 | 47 185 |
| 2023 in duizend € |
2024 |
|---|---|
| Handelsvorderingen 3 664 |
4 797 |
| Overige kortetermijnvorderingen 4 250 |
2 251 |
| Handelsschulden 2 822 |
3 072 |
| Overige kortetermijnverplichtingen | 1 1 |
Geen enkele van de verbonden partijen heeft nog andere transacties aangegaan die voldoen aan de criteria van IAS 24 'Informatieverschaffing over verbonden partijen'. De verkopen aan en aankopen van verbonden partijen vinden plaats onder voorwaarden die gelijkwaardig zijn aan de voorwaarden die gelden in zakelijke transacties. De uitstaande saldi aan het einde van het jaar zijn ongedekt en rentevrij en de afwikkeling vindt plaats in contanten. Voor lopende investeringsprojecten zijn voorschotten ontvangen. Meer informatie over transacties met joint ventures is opgenomen in toelichting 6.5. 'Investeringen in joint ventures en geassocieerde ondernemingen'.
| in duizend € | 2023 | 2024 |
|---|---|---|
| Aantal personen | 33 | 33 |
| Kortetermijnpersoneelsbeloningen | ||
| Basisvergoedingen | 9 135 | 9 592 |
| Variabele vergoedingen | 2 337 | 3 714 |
| Vergoedingen als bestuurders van dochterondernemingen | 473 | 465 |
| Vergoedingen na uitdiensttreding | ||
| Vaste prestatie regelingen | 96 | 123 |
| Vaste bijdrage regelingen | 1 583 | 1 730 |
| Op aandelen gebaseerde betalingen | 5 820 | 3 540 |
| Totaal brutovergoedingen 19 444 |
19 164 | |
| Gemiddelde brutovergoeding per persoon | 589 | 581 |
| Aantal toegekende prestatie-aandeeleenheden (zowel in eigenvermogensinstrumenten als in geldmiddelen afgewikkeld) |
111 109 | 104 058 |
| Aantal toe toe te kennen matching shares | 4 742 | 4 958 |
| Aantal toegekende aandelen | 11 202 | 10 323 |
Het Key Management omvat de CEO, de leden van het Bekaert Group Executive en de Senior Vice Presidents. Ook de leden van de Raad van Bestuur worden als verbonden partijen beschouwd.
Voor de toelichtingen die betrekking hebben op de Belgische Corporate Governance Code verwijzen wij naar het hoofdstuk 'Corporate Governance' in dit jaarverslag.
Gedurende 2024 werden er door de commissaris en met hem beroepshalve in samenwerkingsverband opererende personen bijkomende opdrachten uitgevoerd ten belope van € 852 206.
Deze opdrachten betroffen in essentie verder assurance-opdrachten en juridische opdrachten (€ 431 774) en andere niet-controle diensten (€ 420 433). De bijkomende opdrachten werden goedgekeurd door het Audit, Risk en Finance Comité.
De vergoedingen voor controlediensten voor NV Bekaert SA en haar dochterondernemingen bedroegen € 2 406 622.
| Met industriële activiteit | Adres | FV ¹ | % ² |
|---|---|---|---|
| EMEA | |||
| Bekaert Advanced Cords Aalter NV | Aalter, België | EUR | 100 |
| Bekaert Bohumín sro | Bohumín, Tsjechië | CZK | 100 |
| Bekaert Bradford UK Ltd | Bradford, Verenigd Koninkrijk | GBP | 100 |
| Bekaert Çelik Kord Sanayi ve Ticaret AS | Izmit, Turkije | EUR | 100 |
| Bekaert Combustion Technology BV | Assen, Nederland | EUR | 100 |
| Bekaert Heating Romania SRL | Negoiesti, Brazi Commune, Roemenië | RON | 100 |
| Bekaert Hlohovec as | Hlohovec, Slovakije | EUR | 100 |
| Bekaert Petrovice sro | Petrovice, Tsjechië | CZK | 100 |
| Bekaert Sardegna SpA | Assemini, Italië | EUR | 100 |
| Bekaert Slatina SRL | Slatina, Roemenië | RON | 100 |
| Bekaert Slovakia sro | Sládkovičovo, Slovakije | EUR | 100 |
| Bekintex NV | Wetteren, België | EUR | 100 |
| Bexco NV | Hamme, België | EUR | 100 |
| Bridon International Ltd | Doncaster, Verenigd Koninkrijk | GBP | 100 |
| Industrias del Ubierna SA | Burgos, Spanje | EUR | 100 |
| OOO Bekaert Lipetsk | Gryazi, Rusland | RUB | 100 |
| VisionTek Engineering Srl | Rovereto, Italië | EUR | 100 |
| Noord-Amerika | |||
| Bekaert Corporation | Wilmington (Delaware), Verenigde Staten | USD | 100 |
| Bridon-American Corporation | New York, Verenigde Staten | USD | 100 |
| Latijns-Amerika | |||
| BBRG - Osasco Cabos Ltda | São Paulo, Brazilië | BRL | 100 |
| BIA Alambres Costa Rica SA | San José-Santa Ana, Costa Rica | USD | 58 |
| Ideal Alambrec SA | Quito, Ecuador | USD | 58 |
| Prodinsa SA | Maipú, Chili | CLP | 100 |
| Productora de Alambres Colombianos Proalco SAS ³ | Bogotá, Colombia | COP | 40 |
| Vicson SA | Valencia, Venezuela | USD | 80 |
| Pacifisch Azië | |||
| Bekaert Applied Material Technology (Shanghai) Co Ltd |
Shanghai, China | CNY | 100 |
| Bekaert Binjiang Steel Cord Co Ltd | Jiangyin (provincie Jiangsu), China | CNY | 90 |
| Bekaert (China) Technology Research and Development Co Ltd |
Jiangyin (provincie Jiangsu), China | CNY | 100 |
| Bekaert (Chongqing) Steel Cord Co Ltd | Chongqing, China | CNY | 100 |
| Bekaert Industries Pvt Ltd | Taluka Shirur, District Pune, India | INR | 100 |
| Bekaert (Jiangsu) Advanced Cords Co Ltd | Jiangyin, Wuxi (provincie Jiangsu), China | CNY | 100 |
| Bekaert Jiangyin Wire Products Co Ltd | Jiangyin (provincie Jiangsu), China | CNY | 100 |
| Bekaert (Jining) Steel Cord Co Ltd | Jining, Yanzhou district (provincie Shandong), China | CNY | 60 |
| Bekaert Mukand Wire Industries Pvt Ltd | Pune, India | INR | 100 |
| Met industriële activiteit | Adres | FV ¹ | % ² |
|---|---|---|---|
| Bekaert New Materials (Suzhou) Co Ltd | Suzhou (provincie Jiangsu), China | CNY | 100 |
| Bekaert (Qingdao) Wire Products Co Ltd | Qingdao (provincie Shandong), China | CNY | 100 |
| Bekaert (Shandong) Tire Cord Co Ltd | Weihai (provincie Shandong), China | CNY | 100 |
| Bekaert (Shenyang) Advanced Cords Co Ltd | Shenyang (provincie Liaoning), China | CNY | 100 |
| Bekaert Shenyang Advanced Products Co Ltd | Shenyang (provincie Liaoning), China | CNY | 100 |
| Bekaert Toko Metal Fiber Co Ltd | Tokio, Japan | JPY | 70 |
| Bekaert Vietnam Co Ltd | Son Tinh District, provincie Quang Ngai, Vietnam | USD | 100 |
| Bekaert Wire Ropes Pty Ltd | Mayfield East, Australië | AUD | 100 |
| Bridon (Hangzhou) Ropes Co Ltd | Hangzhou (provincie Zhejiang), China | CNY | 100 |
| China Bekaert Steel Cord Co Ltd | Jiangyin (provincie Jiangsu), China | CNY | 90 |
| PT Bekaert Indonesia | Karawang, Indonesië | USD | 100 |
| PT Bridon | Bekasi, West Java, Indonesië | USD | 100 |
¹ Functionele valuta
² Belangenpercentage
³ Bij de beoordeling van zeggenschap heeft de Groep rekening gehouden met de statuten, met name wat betreft de besluitvorming die betrekking heeft op het dagelijks bestuur van de dochteronderneming, en met specifieke clausules (vetorecht, enz.).
| Verkoopkantoren, magazijnen en andere | Adres | FV ¹ | % ² |
|---|---|---|---|
| EMEA | |||
| Bekaert Emirates LLC | Dubai, Verenigde Arabische Emiraten | AED | 49 |
| Bekaert Figline SpA | Milaan, Italië | EUR | 100 |
| Bekaert France SAS | Rijsel, Frankrijk | EUR | 100 |
| Bekaert Gesellschaft mbH | Wenen, Oostenrijk | EUR | 100 |
| Bekaert GmbH | Neu-Anspach, Duitsland | EUR | 100 |
| Bekaert Middle East LLC | Dubai, Verenigde Arabische Emiraten | AED | 49 |
| Bekaert Norge AS | Oslo, Noorwegen | NOK | 100 |
| Bekaert Poland Sp z oo | Warsaw, Polen | PLN | 100 |
| Bekaert Portugal SA | Porto, Portugal | EUR | 100 |
| Bekaert (Schweiz) AG | Baden, Zwitserland | CHF | 100 |
| Bekaert Svenska AB | Göteborg, Zweden | SEK | 100 |
| Bridon International GmbH | Gelsenkirchen, Duitsland | EUR | 100 |
| Bridon Middle East FZE | Sharjah, Verenigde Arabische Emiraten | AED | 100 |
| Bridon Scheme Trustees Ltd | Doncaster, Verenigd Koninkrijk | GBP | 100 |
| British Ropes Ltd | Doncaster, Verenigd Koninkrijk | GBP | 100 |
| Falconix Engineering GmbH | Neu-Anspach, Duitsland | EUR | 100 |
| Flintstone Technology Ltd | Dundee, Verenigd Koninkrijk | GBP | 75 |
| Leon Bekaert SpA | Milaan, Italië | EUR | 100 |
| OOO Bekaert Wire | Moskou, Rusland | RUB | 100 |
| Rylands-Whitecross Ltd | Bradford, Verenigd Koninkrijk | GBP | 100 |
| Scheldestroom NV | Zwevegem, België | EUR | 100 |
| Twil Company | Bradford, Verenigd Koninkrijk | GBP | 100 |
| Noord-Amerika | |||
| Wire Rope Industries Ltd/Industries de Câbles d'Acier Ltée |
Montréal, Canada | CAD | 100 |
| Latijns-Amerika | |||
| Bekaert Guatemala SA | Ciudad de Guatemala, Guatemala | GTQ | 58 |
| Bekaert Specialty Films de Mexico SA de CV | Monterrey, Mexico | MXN | 100 |
| Bekaert Trade Mexico S de RL de CV | Mexico Stad, Mexico | MXN | 100 |
| Procables SA | Cercado de Lima, Peru | PEN | 96 |
| Specialty Films de Services Company SA de CV | Monterrey, Mexico | MXN | 100 |
| Verkoopkantoren, magazijnen en andere | Adres | FV ¹ | % ² |
|---|---|---|---|
| Pacifisch Azië | |||
| Bekaert Japan Co Ltd | Tokio, Japan | JPY | 100 |
| Bekaert Korea Ltd | Seoel, Zuid-Korea | KRW | 100 |
| Bekaert Malaysia Sdn Bhd | Kuala Lumpur, Maleisië | MYR | 100 |
| Bekaert Management (Shanghai) Co Ltd | Shanghai, China | CNY | 100 |
| Bekaert New Materials Trading (Suzhou) Co Ltd | Suzhou (provincie Jiangsu), China | CNY | 100 |
| Bekaert Taiwan Co Ltd | Taipei Stad | TWD | 100 |
| Bekaert (Thailand) Co Ltd | Rayong,Thailand | USD | 100 |
| BOSFA Pty Ltd | Mayfield East, Australië | AUD | 100 |
| Bridon Hong Kong Ltd | Hong Kong, China | HKD | 100 |
| Bridon New Zealand Ltd | Aukland, Nieuw-Zeeland | NZD | 100 |
| Bridon Singapore Pte Ltd | Singapore | SGD | 100 |
| Bridon (South East Asia) Ltd | Hong Kong, China | HKD | 100 |
| PT Bekaert Trade Indonesia | Karawang, Indonesië | USD | 100 |
| PT Bekaert Wire Indonesia | Karawang, Indonesië | USD | 100 |
¹ Functionele valuta
² Belangenpercentage
| Financiële ondernemingen | Adres | FV ¹ | % ² |
|---|---|---|---|
| Acma Inversiones SA | Santiago, Chili | CLP | 100 |
| BBRG Finance (UK) Ltd | Doncaster, Verenigd Koninkrijk | EUR | 100 |
| Becare DAC | Dublin, Ierland | EUR | 100 |
| Bekaert Building Products Hong Kong Ltd | Hong Kong, China | EUR | 100 |
| Bekaert Coördinatiecentrum NV | Zwevegem, België | EUR | 100 |
| Bekaert do Brasil Ltda | Contagem, Brazilië | BRL | 100 |
| Bekaert Holding Hong Kong Ltd | Hong Kong, China | EUR | 100 |
| Bekaert Ibérica Holding SL | Burgos, Spanje | EUR | 100 |
| Bekaert Ideal SL | Burgos, Spanje | EUR | 80 |
| Bekaert Investments NV | Zwevegem, België | EUR | 100 |
| Bekaert Investments Italia SpA | Milaan, Italië | EUR | 100 |
| Bekaert North America Management Corporation | Wilmington (Delaware), Verenigde Staten | USD | 100 |
| Bekaert Services Hong Kong Ltd | Hong Kong, China | EUR | 100 |
| Bekaert Specialty Wire Products Hong Kong Ltd | Hong Kong, China | EUR | 100 |
| Bekaert Stainless Products Hong Kong Ltd | Hong Kong, China | EUR | 100 |
| Bekaert Steel Cord Products Hong Kong Ltd | Hong Kong, China | EUR | 100 |
| Bekaert Strategic Partnerships Hong Kong Ltd | Hong Kong, China | EUR | 100 |
| Bekaert Wire Products Hong Kong Ltd | Hong Kong, China | EUR | 100 |
| Bekaert Wire Rope Industry NV | Zwevegem, België | EUR | 100 |
| Bridon-Bekaert Ropes Group Ltd | Doncaster, Verenigd Koninkrijk | EUR | 100 |
| Bridon Holdings Ltd | Doncaster, Verenigd Koninkrijk | GBP | 100 |
| Bridon Ltd | Doncaster, Verenigd Koninkrijk | GBP | 100 |
| InverVicson SA | Valencia, Venezuela | USD | 80 |
| Met industriële activiteit | Adres | FV ¹ | % ² |
|---|---|---|---|
| Latijns-Amerika | |||
| Belgo Bekaert Arames Ltda | Contagem, Brazilië | BRL | 45 |
| BMB-Belgo Mineira Bekaert Artefatos de Arame Ltda | Vespasiano, Brazilië | BRL | 45 |
| Servicios Ideal AGF Inttegra Cia Ltda | Quito, Ecuador | USD | 29 |
| Verkoopkantoren, magazijnen en andere | Adres | FV ¹ | % ² |
|---|---|---|---|
| EMEA | |||
| Netlon Sentinel Ltd | Blackburn, Verenigd Koninkrijk | GBP | 50 |
| Pacifisch Azië | |||
| Bekaert Engineering (India) Pvt Ltd | New Delhi, India | INR | 40 |
¹ Functionele valuta
² Belangenpercentage
| Dochterondernemingen | Adres | % ¹ |
|---|---|---|
| Falconix Engineering GmbH | Neu-Anspach, Duitsland | 100 |
| Dochterondernemingen | Adres | % ¹ |
|---|---|---|
| Bexco NV | Hamme, België | 100 |
| Dochterondernemingen | Gefusioneerd met |
|---|---|
| Bekaert Kartepe Çelik Kord Sanayi ve Ticaret AS | Bekaert Izmit Çelik Kord Sanayi ve Ticaret AS |
| Bekaert Singapore Holding Pte Ltd | Bridon Singapore Pte Ltd |
| Bekaert Singapore Pte Ltd | Bridon Singapore Pte Ltd |
| Nieuwe naam | Vorige naam |
|---|---|
| Bekaert Çelik Kord Sanayi ve Ticaret AS | Bekaert Izmit Çelik Kord Sanayi ve Ticaret AS |
| Ondernemingen | Adres |
|---|---|
| Bekaert Carding Solutions Hong Kong Ltd | Kuala Lupur, Maleisië |
In overeenstemming met de Belgische wetgeving geeft onderstaande tabel de kruispuntbanknummers van de Belgische ondernemingen weer.
| Ondernemingen | Kruispuntbanknummer |
|---|---|
| Bekaert Advanced Cords Aalter NV | BTW BE 0645.654.071 RPR Gent, afdeling Gent |
| Bekaert Coördinatiecentrum NV | BTW BE 0426.824.150 RPR Gent, afdeling Kortrijk |
| Bekaert Investments NV | BTW BE 0406.207.096 RPR Gent, afdeling Kortrijk |
| Bekaert Wire Rope Industry NV | BTW BE 0550.983.358 RPR Gent, afdeling Kortrijk |
| Bekintex NV | BTW BE 0452.746.609 RPR Gent, afdeling Dendermonde |
| Bexco NV | BTW BE 0412.623.251 RPR Gent, afdeling Dendermonde |
| NV Bekaert SA | BTW BE 0405.388.536 RPR Gent, afdeling Kortrijk |
| Scheldestroom NV | BTW BE 0403.676.188 RPR Gent, afdeling Kortrijk |
¹ Belangenpercentage
Het jaarverslag van de Raad van Bestuur en de statutaire jaarrekening van de moedervennootschap NV Bekaert SA worden hierna in verkorte vorm weergegeven.
Het verslag van de Raad van Bestuur ex artikel 3:6 van het Wetboek van vennootschappen is niet integraal opgenomen in het verslag ex artikel 3:32.
Exemplaren van het volledig verslag van de Raad van Bestuur en van de volledige statutaire jaarrekening van NV Bekaert SA zijn op verzoek gratis beschikbaar op volgend adres:
NV Bekaert SA Bekaertstraat 2 BE-8550 Zwevegem Belgium www.bekaert.com
De commissaris heeft een goedkeurende verklaring zonder voorbehoud gegeven met betrekking tot de statutaire jaarrekening van NV Bekaert SA.
Conform de wet zullen het jaarverslag van de Raad van Bestuur en de jaarrekening van NV Bekaert SA samen met het verslag van de commissaris worden neergelegd bij de Nationale Bank van België.
| 2023 in duizend € - Jaren afgesloten op 31 december |
2024 |
|---|---|
| Omzet 488 429 |
443 267 |
| Bedrijfsresultaat vóór niet-recurrente resultaten 25 515 |
10 070 |
| Niet-recurrente bedrijfsopbrengsten en -kosten -583 |
20 |
| Bedrijfsresultaat na niet-recurrente resultaten 24 932 |
10 090 |
| Financieel resultaat vóór niet-recurrente resultaten 136 395 |
24 930 |
| Niet-recurrente financiële opbrengsten en -kosten 124 958 |
— |
| Financieel resultaat na niet-recurrente resultaten 261 353 |
24 930 |
| Resultaat voor belastingen 286 284 |
35 020 |
| Belastingen op het resultaat 387 |
2 877 |
| Perioderesultaat 286 671 |
37 897 |
| 2023 in duizend € - 31 december |
2024 |
|---|---|
| Vaste activa 2 017 295 |
2 061 397 |
| Immateriële activa 85 807 |
96 795 |
| Materiële vaste activa 41 565 |
62 680 |
| Financiële vaste activa 1 889 923 |
1 901 922 |
| Vlottende activa 374 957 |
386 453 |
| Totaal der activa 2 392 252 |
2 447 850 |
| Eigen vermogen 1 392 092 |
1 310 832 |
|---|---|
| Kapitaal 161 145 |
159 782 |
| Uitgiftepremies 39 517 |
39 517 |
| Herwaarderingsmeerwaarden 1 995 |
1 995 |
| Wettelijke reserve 17 792 |
17 792 |
| Onbeschikbare reserves 76 899 |
74 786 |
| Beschikbare reserves en overgedragen resultaten 1 094 744 |
1 016 960 |
| Voorzieningen 37 855 |
31 615 |
| Schulden 962 305 |
1 105 404 |
| Schulden op meer dan een jaar 581 650 |
421 150 |
| Schulden op ten hoogste een jaar 380 655 |
684 254 |
| Totaal der passiva 2 392 252 |
2 447 850 |
De waarderings- en omrekeningsregels toegepast in de statutaire jaarrekening van de moedervennootschap zijn gebaseerd op het Belgisch boekhoudrecht.
De omzet van de in België gevestigde vennootschap bedroeg € 443,3 miljoen, een afname met -9% in vergelijking met 2023. De operationele winst vóór niet-recurrente resultaten bedroeg € 10,1 miljoen, vergeleken met € 25,5 miljoen vorig jaar. De daling van het operationeel resultaat was het gecombineerd effect van de lagere omzet en minder terugname van provisies.
De niet-recurrente elementen in de operationele resultaten bedroegen € 0,02 miljoen in 2024 vergeleken met € -0,6 miljoen vorig jaar.
Het financieel resultaat na niet-recurrente resultaten bedroeg € 24,9 miljoen (tegenover € 261,4 miljoen in 2023), hoofdzakelijk toe te schrijven aan lagere dividendinkomsten en de winst uit de verkoop van deelnemingen in 2023.
De belastingen op het resultaat bedroegen € 2,9 miljoen (€ 0,4 miljoen in vorig jaar). Dit resulteerde in een perioderesultaat van € 37,9 miljoen vergeleken met € 286,7 miljoen in 2023.
De voorzieningen voor milieusaneringsprogramma's bedroegen € 15,7 miljoen (2023: € 15,7 miljoen).
Meer informatie omtrent de activiteiten van de Onderneming inzake onderzoek en ontwikkeling is te vinden in hoofdstuk 'Onze kennis en innovatie' in Deel 1 'Strategie & Prestaties'.
Naar aanleiding van de inwerkingtreding van de wet van 2 mei 2007 op de openbaarmaking van belangrijke deelnemingen (de transparantiewet) heeft NV Bekaert SA aan de wettelijke quota van 5% en van elk veelvoud van 5 de statutaire quota van 3% en 7,5% toegevoegd. In 2024 heeft de vennootschap geen kennisgevingen ontvangen. Op 31 december 2024 bedroeg het totale aantal effecten met stemrecht 54 286 986. De stemrechten verbonden aan de eigen aandelen die door de vennootschap worden gehouden, worden geschorst. Op 31 december 2024 bezat de vennootschap 2 235 087 eigen aandelen.
Het resultaat van het boekjaar na belastingen bedroeg € 37 897 268 tegenover € 286 671 406 vorig boekjaar.
De Raad van Bestuur heeft voorgesteld dat de Gewone Algemene Vergadering van 14 mei 2025 het resultaat als volgt zal bestemmen:
| in € | |
|---|---|
| Te bestemmen resultaat van het boekjaar | 37 897 268 |
| Onttrekking aan de reserves | 60 032 185 |
| Uit te keren winst | 97 929 453 |
De Raad van Bestuur heeft voorgesteld dat de Gewone Algemene Vergadering een brutodividend zal uitkeren van € 1,90 per aandeel (2023: € 1,80 per aandeel).
Het dividend is in euro betaalbaar op 20 mei 2025 bij de loketten van:
Het mandaat van de onafhankelijke bestuurders Henriette Fenger Ellekrog en Eriikka Söderström loopt af na afloop van de Gewone Algemene Vergadering van Aandeelhouders op 14 mei 2025.
De Raad van Bestuur stelt voor dat de Algemene Vergadering van Aandeelhouders:
| Maatstaf | Definitie | Reden voor gebruik |
|---|---|---|
| Kapitaalgebruik (CE) | Werkkapitaal + nettoboekwaarde van goodwill, immateriële en materiële vaste activa, en recht op-gebruik activa. Het gemiddeld kapitaalgebruik wordt gewogen met het aantal perioden dat een entiteit bijgedragen heeft tot het geconsolideerd perioderesultaat. |
Kapitaalgebruik omvat de voornaamste balanselementen die het operationeel management actief en effectief kan beheren om de financiële prestaties te optimaliseren en dient als noemer van de ROCE. |
| Financiële autonomie | Eigen vermogen in verhouding tot totaal activa. | Deze ratio reflecteert de mate waarin de Groep met eigen vermogen gefinancierd is. |
| Courante ratio | Vlottende activa in verhouding tot de kortlopende schulden. |
Deze ratio geeft aan of de Groep in staat is om met de kortlopende bezittingen de kortlopende schulden te betalen. |
| Gezamenlijke cijfers | Som van de geconsolideerde vennootschappen plus 100% van de joint ventures en de geassocieerde ondernemingen, na eliminatie van onderlinge transacties (indien van toepassing). Voorbeelden: omzet, investeringen, personeelsaantal. |
Naast geconsolideerde cijfers, die enkel entiteiten omvatten waarin de Groep de zeggenschap heeft, verschaffen gezamenlijke cijfers nuttige inzichten over de reële omvang en prestaties van de Groep met inbegrip van zijn joint ventures en geassocieerde ondernemingen. |
| EBIT | Bedrijfsresultaat (earnings before interest and taxation). |
EBIT omvat de voornaamste elementen van de winst-en-verliesrekening die het operationeel management actief en effectief kan beheren om de rendabiliteit te optimaliseren, en dient o.a. als teller van de ROCE en de EBIT interestdekking. |
| EBIT–onderliggend (EBITu) | Bedrijfsresultaat (earnings before interest and taxation) vóór bedrijfsopbrengsten en –kosten in verband met herstructureringen, bijzondere waardeverminderingen, bedrijfscombinaties, afgestoten activiteiten, milieuvoorzieningen en andere gebeurtenissen en transacties die een eenmalig effect hebben dat niet inherent aan de business is. |
EBIT – onderliggend wordt gerapporteerd om de lezer een beter begrip te geven van de operationele rendabiliteit zonder eenmalige elementen, omdat deze een betere basis voor vergelijking en extrapolatie vormt. |
| EBITDA | Bedrijfsresultaat (EBIT) + afschrijvingen, waardeverminderingen en bijzondere waardeverminderingen van activa en negatieve goodwill. |
EBITDA verschaft een maatstaf van operationele rendabiliteit zonder non-cash effecten van investerings-beslissingen uit het verleden en activa van het werkkapitaal. |
| EBITDA–onderliggend (EBITDAu) |
EBITDA vóór bedrijfsopbrengsten en –kosten in verband met herstructureringen, bijzondere waardeverminderingen, bedrijfscombinaties, afgestoten activiteiten, milieuvoorzieningen en andere gebeurtenissen en transacties die een eenmalig effect hebben dat niet inherent aan de business is. |
EBITDA – onderliggend wordt gerapporteerd om de lezer een beter begrip te geven van de operationele rendabiliteit zonder eenmalige elementen en non-cash effecten van investeringsbeslissingen uit het verleden en activa van het werkkapitaal, omdat deze een betere basis voor vergelijking en extrapolatie vormt. |
| EBIT interestdekking | Bedrijfsresultaat (EBIT) gedeeld door de nettorentelasten. |
De EBIT interestdekking toont in welke mate de Groep in staat is om de interesten op schulden te betalen via zijn operationele rendabiliteit. |
| Gearing | Nettoschuld in verhouding tot het eigen vermogen. |
Gearing reflecteert de verhouding externe financiering tegenover eigen vermogen, en toont in welke mate de operaties gefinancierd zijn door krediet- verstrekkers dan wel aandeelhouders. |
| Marge op omzet | EBIT, EBIT-onderliggend, EBITDA en EBITDA onderliggend op omzet. |
Elk van deze ratio's vertegenwoordigt een specifieke maatstaf van de operationele rendabiliteit uitgedrukt als een percentage op omzet. |
| Nettokapitalisatie | Nettoschuld + eigen vermogen. | Nettokapitalisatie reflecteert het totaal bedrag waarvoor de Groep gefinancierd is door kredietverstrekkers en aandeelhouders. |
| Nettoschuld | Rentedragende schulden na aftrek van financiële vorderingen en kaswaarborgen op meer dan één jaar en op ten hoogste één jaar, geldbeleggingen, geldmiddelen en kasequivalenten. |
Nettoschuld is een maatstaf van schuld na aftrek van financiële activa die kunnen ingezet worden om de brutoschuld af te lossen. |
| Nettoschuld op EBITDA | Nettoschuld gedeeld door EBITDA. | Nettoschuld op EBITDA toont in welke mate (uitgedrukt in aantal jaren) de Groep in staat is om zijn schulden af te lossen via zijn operationele rendabiliteit. |
| Operationele vrije kasstroom | Nettokasstroom uit bedrijfsactiviteiten - investeringen in vaste activa (na aftrek van inkomsten uit de verkoop van vaste activa) |
De operationele vrije kasstroom reflecteert de nettokasstroom die nodig is om de operationele activiteiten te ondersteunen (behoefte aan werkkapitaal en investeringen in vaste activa). |
| Maatstaf | Definitie | Reden voor gebruik |
|---|---|---|
| ROCE | Bedrijfswinst (EBIT) in verhouding tot gewogen gemiddeld kapitaalgebruik (Return On Capital Employed). |
ROCE reflecteert de operationele rendabiliteit van de Groep in verhouding tot de geldmiddelen die ingezet en beheerd worden door het operationeel management. |
| ROE | Perioderesultaat in verhouding tot gemiddeld eigen vermogen (Return On Equity). |
ROE reflecteert de nettorendabiliteit van de Groep in verhouding tot het eigen vermogen dat zijn aandeelhouders ter beschikking gesteld hebben. |
| Vrij kasstroom | Nettokasstroom uit bedrijfsactiviteiten - investeringen in vaste activa + ontvangen dividenden - netto betaalde rente |
De vrije kasstroom vertegenwoordigt de kasstroom die een onderneming ter beschikking heeft voor het terugbetalen van rentedragende schulden of het uitbetalen van dividenden aan beleggers. |
| Onderliggende opbrengst per aandeel |
(EBITu + rentebaten - rentelasten +/- overige financiële baten en lasten - winstbelasting + aandeel in het resultaat van joint ventures en geassocieerde deelnemingen - resultaat toerekenbaar aan minderheidsbelangen) gedeeld door het gewogen gemiddelde aantal gewone aandelen (exclusief treasure aandelen). |
De onderliggende winst per aandeel of onderliggende EPS wordt gepresenteerd om de lezer meer inzicht te geven in de winst per aandeel vóór eenmalige posten, aangezien het een duidelijkere basis biedt voor vergelijking en extrapolatie. |
| WACC | Kost van het vermogen gewogen aan een beoogde gearing ratio van 50% (nettoschuld/ eigen vermogen structuur) na belastingen. |
WACC reflecteert het rendement van een belegging in de Onderneming. |
| Operationeel Werkkapitaal | Voorraden + handelsvorderingen + ontvangen bankwissels + betaalde voorschotten - handelsschulden – ontvangen voorschotten – schulden m.b.t. verloning en sociale zekerheid – belastingen m.b.t. personeel. Het gemiddeld kapitaalgebruik wordt gewogen met het aantal perioden dat een entiteit bijgedragen heeft tot het geconsolideerd perioderesultaat. |
Het werkkapitaal omvat alle vlottende activa en verplichtingen op ten hoogste een jaar die het operationeel management actief en effectief kan beheren om de financiële prestaties te optimaliseren. Het komt overeen met de kortetermijncomponent van het kapitaalgebruik. |
| Interne Bekaert Management Reporting |
Heeft als focus de operationele prestaties van de industriële ondernemingen van de Groep, waarbij financiële ondernemingen en andere niet industriële ondernemingen worden weglaten. In een flash benadering waarin niet alle consolidatieposten opgenomen worden die zijn weerspiegeld in de volledige consolidatie waarop het jaarverslag is gebaseerd. |
Deze pragmatische aanpak maakt een kort opvolgingsproces mogelijk over de operationele prestaties van de onderneming doorheen het jaar. |
| Toelichting in het |
|||
|---|---|---|---|
| in miljoen € | jaarverslag | ||
| Nettoschuld | 2023 | 2024 | |
| Rentedragende schulden op meer dan een jaar | 582 | 421 | |
| Leaseverplichting op meer dan een jaar | 65 | 75 | |
| Rentedragende schulden op ten hoogste een jaar | 231 | 282 | |
| Leaseverplichting op ten hoogste een jaar | 22 | 24 | |
| Totale financiële schuld | 6.18 | 899 | 803 |
| Financiële vorderingen en kaswaarborgen op meer dan een jaar | -10 | -11 | |
| Leningen op ten hoogste een jaar | -2 | -2 | |
| Geldbeleggingen | -1 | -2 | |
| Geldmiddelen en kasequivalenten | -632 | -504 | |
| Nettoschuld | 6.18 | 254 | 283 |
| Kapitaalgebruik | 2023 | 2024 | |
| Immateriële vaste activa | 69 | 93 | |
| Goodwill | 152 | 166 | |
| Materiële vaste activa | 1 118 | 1 200 | |
| Recht-op-gebruik vaste activa | 135 | 145 |
Operationeel werkkapitaal 6.8 641 653 Kapitaalgebruik 2 115 2 258 Gewogen gemiddeld kapitaalgebruik 2 129 2 199
| Operationeel werkkapitaal | 2023 | 2024 | |
|---|---|---|---|
| Voorraden | 789 | 834 | |
| Handelsvorderingen | 553 | 581 | |
| Ontvangen bankwissels | 56 | 29 | |
| Betaalde voorschotten | 29 | 25 | |
| Handelsschulden | -633 | -668 | |
| Ontvangen voorschotten | -18 | -18 | |
| Schulden m.b.t. verloning en sociale zekerheid | -125 | -118 | |
| Belastingen m.b.t. personeel | -9 | -12 | |
| Operationeel werkkapitaal | 6.8 | 641 | 653 |
| Gewogen gemiddeld operationeel werkkapitaal | 658 | 653 | |
| Van EBIT-onderliggend naar EBIT | 5.2 | ||
| EBITDA | 2023 | 2024 | |
| EBIT | 334 | 296 | |
| Waardeverminderingen op immateriële vaste activa | 12 | 14 | |
| Afschrijvingen materiële vaste activa | 133 | 130 | |
| Afschrijvingen recht-op-gebruik vaste activa | 27 | 30 | |
| Waardeverminderingen/(terugname van waardeverminderingen) op voorraden en vorderingen |
5 | -22 | |
| Bijzondere waardeverminderingen/ (terugnames van afschrijvingen of bijzondere waardeverminderingen) op vaste activa |
11 | 10 | |
| EBITDA | 523 | 457 | |
| EBITDA - Onderliggend | 2023 | 2024 | |
| EBIT - Onderliggend | 388 | 348 | |
| Waardeverminderingen op immateriële vaste activa | 12 | 14 | |
| Afschrijvingen materiële vaste activa | 130 | 126 | |
| Afschrijvingen recht-op-gebruik vaste activa | 27 | 30 | |
| Waardeverminderingen/(terugname van waardeverminderingen) op voorraden en vorderingen |
3 | 2 | |
| Bijzondere waardeverminderingen/ (terugnames van afschrijvingen of bijzondere waardeverminderingen) op vaste activa |
— | 1 | |
| EBITDA - Onderliggend | 561 | 520 | |
| ROCE | 2023 | 2024 | |
| EBIT | 334 | 296 | |
| Gewogen gemiddeld kapitaalgebruik | 2 129 | 2 199 | |
| ROCE | 15,7% | 13,5% | |
| EBIT Interestdekking | 2023 | 2024 | |
| EBIT | 334 | 296 | |
| (Renteopbrengsten) | 5.4 | -13 | -18 |
| Rentelasten | 5.4 | 40 | 38 |
| (Rentegedeelte van verdisconteerde voorzieningen) | 5.4 | -2 | -4 |
| Netto rentelasten | 26 | 16 | |
| EBIT interestdekking | 13,1 | 18,3 | |
| ROE (rentabiliteit eigen vermogen) | 2023 | 2024 | |
| Perioderesultaat | 253 | 244 | |
| Gemiddeld eigen vermogen (periode gewogen) ROE |
2 198 11,5% |
2 239 10,9% |
| Kapitalisatie ratio (Financiële autonomie) | 2023 | 2024 |
|---|---|---|
| Eigen vermogen | 2 166 | 2 312 |
| Totaal activa | 4 081 | 4 162 |
| Financiële autonomie | 53,1 % | 55,5 % |
| Gearing (nettoschuld op eigen vermogen) | 2023 | 2024 |
| Nettoschuld | 254 | 283 |
| Eigen vermogen | 2 166 | 2 312 |
| Gearing (nettoschuld op eigen vermogen) | 7.3 11,7% |
12,2% |
| Nettoschuld op EBITDA | 2023 | 2024 |
| Nettoschuld | 254 | 283 |
| EBITDA | 523 | 457 |
| Nettoschuld op EBITDA | 0,49 | 0,62 |
| Nettoschuld op EBITDA - Onderliggend | 2023 | 2024 |
| Nettoschuld | 254 | 283 |
| EBITDA-Onderliggend | 561 | 520 |
| Nettoschuld op EBITDA - Onderliggend | 0,45 | 0,54 |
| Courante Ratio | 2023 | 2024 |
| Vlottende activa | 2 195 | 2 152 |
| Verplichtingen op ten hoogste een jaar | 1 148 | 1 249 |
| Courante ratio | 1,9 | 1,7 |
| Operationele vrije kasstroom | 2023 | 2024 |
| Nettokasstroom uit bedrijfsactiviteiten | 440 | 374 |
| Investeringen in immateriële vaste activa | -19 | -26 |
| Investeringen in materiële vaste activa | -191 | -196 |
| Investeringen in recht-op-gebruik land | — | — |
| Inkomsten uit verkoop van vaste activa | 15 | 10 |
| Operationele vrije kasstroom | 245 | 162 |
| Vrije kasstroom | 2023 | 2024 |
| Nettokasstroom uit bedrijfsactiviteiten | 440 | 374 |
| Investeringen in immateriële vaste activa | -19 | -26 |
| Investeringen in materiële vaste activa | -191 | -196 |
| Investeringen in recht-op-gebruik land | — | — |
| Ontvangen dividenden | 60 | 51 |
| Ontvangen rente | 13 | 18 |
| Betaalde rente | -35 | -29 |
| Vrije kasstroom | 267 | 193 |
| Onderliggende opbrengst per aandeel 2023 |
||
|---|---|---|
| EBITu 388 |
348 | |
| Renteopbrengsten 13 |
18 | |
| (Rentelasten) -40 |
-38 | |
| Overige financiële opbrengsten/(lasten) -39 |
-19 | |
| (Winstbelasting) -62 |
-63 | |
| Aandeel in het resultaat van JVs en geassocieerde deelnemingen 47 |
49 | |
| (Resultaat toerekenbaar aan minderheidsbelangen) 2 |
-5 | |
| Onderliggende opbrengsten toerekenbaar aan aandeelhouders van Bekaert 309 |
||
| Onderliggende winst per aandeel basisberekening 5,76 |
5,55 | |
| Onderliggende winst per aandeel na verwateringseffect 5,73 |







Bekaerts jaarverslag weerspiegelt hoe we de belangen en opvattingen van onze stakeholders integreren in de manier waarop we zaken doen en onze activiteiten beheren. Het is slechts één element van wisselwerking en communicatie tussen ons en onze stakeholders.
Dit rapport omvat de geconsolideerde prestatie-indicatoren voor alle dochterondernemingen van de Bekaert Groep. Geconsolideerde data is van toepassing op de 100%-dochterondernemingen van NV Bekaert SA en deze waarin NV Bekaert SA een meerderheidsparticipatie heeft. Wanneer specifiek vermeld, omvatten (gezamenlijke) verklaringen in het rapport ook de prestatie-indicatoren van joint ventures, beschouwd aan 100% eigendom. Informatie over materiële impacts, risico's en kansen via onze upstream- en downstreamwaardeketen is opgenomen in onze duurzaamheidsinformatie.
Dit rapport beslaat de activiteiten tussen 1 januari 2024 en 31 december 2024, tenzij anders aangegeven en indien relevant voor het rapport.
Bekaert rapporteert halfjaarlijks over de financiële resultaten (halfjaar- en jaarresultaten). Bekaert rapporteert jaarlijks over de duurzaamheidsprestaties van de Groep.
ESRS BP1 §5a, b i, b ii, c, d
Het gebruik van schattingen voor prestatie-indicatoren, ook wanneer data voor de upstream en downstream waardeketen is inbegrepen, is beschreven in de rapportage van de individuele topics. Over het algemeen hebben indicatoren met betrekking tot onze eigen activiteiten een hogere graad van primaire data, terwijl indicatoren over de waardeketen vaak geschat worden en dus een hogere graad van onzekerheid hebben. Alle veronderstellingen en potentiële onzekerheden worden gedocumenteerd in de rapportage van de topics. ESRS 2 BP2 §10, 11
De volgende informatie wordt openbaar gemaakt door middel van verwijzing:
| ESRS | Beschrijving rapportage | Waarnaar wordt verwezen in |
|---|---|---|
| ESRS 2 Algemene toelichtingen | ||
| GOV-1 | De rol van de Raad van Bestuur | Corporate Governance Verklaring Corporate Governance charter op de website van Bekaert |
| GOV-2 | Informatie verstrekt aan en duurzaamheidsthema's behandeld door de Raad van Bestuur |
Corporate Governance Verklaring IRO-1 Dubbele materialiteitsbeoordelingsprocedure |
| GOV-3 | Integratie van duurzaamheidsprestaties in incentiveprogramma's |
Remuneratieverslag S1-5 Doelen om materiële impacts, risico's en kansen te beheersen |
| S1-4 Onze acties om materiële impacts, risico's en kansen met betrekking tot ons eigen personeel te beheren S2-2 Hoe we met werknemers in de waardeketen overleggen |
||
| GOV-4 | Due-diligenceverklaring | |
| SBM-1 | Strategie, businessmodel en waardeketen | Bekaert in een oogopslag: Over ons Financieel overzicht: Segmentrapportering |
| SBM-2 | Belangen en opvattingen van stakeholders | Bekaert in een oogopslag; Onze stakeholders IRO-1 Dubbele materialiteitsbeoordelingsprocedure |
| IRO-1 | Dubbele materialiteitsbeoordelingsprocedure | SBM-1 Strategie, businessmodel en waardeketen SBM-2 Belangen en opvattingen van stakeholders |
| IRO-2 | Rapportage-eisen in ESRS opgenomen in onze duurzaamheidsinformatie |
Content Index |
| Milieu | ||
| EU-Taxonomie | E1 - SBM-3 Materiële impacts, risico's en kansen en hun wisselwerking met de strategie en het businessmodel E1-3 Onze acties en middelen inzake klimaatverandering E3 Water E5-2 Onze acties en middelen inzake materiaalgebruik en circulaire economie S2 Werknemers in de waardeketen EU-Taxonomie E1-3 Onze acties en middelen inzake klimaatverandering E1-4 Onze doelen inzake klimaatverandering |
|
| E1-1 | Ons transitieplan voor klimaatmitigatie | E5-2 Onze acties en middelen inzake materiaalgebruik en circulaire economie |
| E1 - SBM-3 | Materiële impacts, risico's en kansen en hun wisselwerking met de strategie en het businessmodel |
Enterprise Risk Management Dubbele materialiteitsbeoordelingsprocedure E1-6 Bruto scope 1-, 2-, 3- emissies en totale broeikasgasemissies |
| E1 - IRO-1 | Onze processen om materiële klimaatimpact, risico's en kansen te identificeren en te beoordelen |
E1 - SBM-3 Materiële impacts, risico's en kansen en hun wisselwerking met de strategie en het businessmodel |
| E1-2 | Beleid ten aanzien van klimaatmitigatie en klimaatadaptatie | Beleid inzake energie en klimaatverandering op onze website |
| E1-3 | Onze acties en middelen inzake klimaatverandering | EU-Taxonomie |
| E2 - IRO-1 | Onze processen om materiële verontreinigingsimpact, - risico's en -kansen te identificeren en te beoordelen |
IRO-1 Dubbele materialiteitsbeoordelingsprocedure |
| E2-1 | Beleid ten aanzien van zorgwekkende stoffen | Beleid van Bekaert inzake Veiligheid, Gezondheid en Milieu op onze website |
| E3 - IRO-1 | Onze processen om materiële waterimpact, risico's en kansen te identificeren en te beoordelen |
IRO-1 Dubbele materialiteitsbeoordelingsprocedure Risicostudie fysische risico's in E1 - SBM-3 |
| E3-1 | Beleid ten aanzien van water | E3-2 Onze acties en middelen inzake water Waterbeleid op onze website |
| E3-2 | Onze acties en middelen inzake water | E1-3 Onze acties en middelen inzake klimaatverandering |
| E3-3 | Doelen inzaket water | E3-2 Onze acties en middelen inzake water |
| E5 - IRO-1 | Onze processen om materiële impacts, risico's en kansen inzake materiaalgebruik en circulaire economie te identificeren en te beoordelen |
IRO-1 Dubbele materialiteitsbeoordelingsprocedure |
| E5-1 | Beleid ten aanzien van materiaalgebruik en circulaire economie |
Beleid inzake materiaalgebruik en circulaire economie op onze website |
| E5-2 | Onze acties en middelen inzake materiaalgebruik en circulaire economie |
E5-5 Materiaaluitstromen |
| Sociaal | ||
| S1 - SBM-3 | Materiële impacts, risico's en kansen en hun wisselwerking met de strategie en het businessmodel |
SBM-3 Materiële impacts, risico's en kansen en hun wisselwerking met de strategie en het businessmodel |
| S1-1 | Beleid ten aanzien van eigen personeel | Mensenrechtenbeleid, Bekaert Gedragscode en beleid inzake Veiligheid, Gezondheid en Milieu op onze website |
| S1-2 | Hoe we met ons eigen personeel overleggen | S1-1 Beleid ten aanzien van eigen personeel |
| ESRS | Beschrijving rapportage | Waarnaar wordt verwezen in |
|---|---|---|
| S1-4 | Onze acties om materiële impacts, risico's en kansen inzake ons eigen personeel te beheren |
S1-1 Beleid ten aanzien van eigen personeel |
| S1-6 | Kenmerken van onze medewerkers | Segmentrapportering in het Financieel Overzicht |
| S2 - SBM-3 |
Materiële impacts, risico's en kansen en hun wisselwerking met de strategie en het businessmodel |
S2-1 Beleid ten aanzien van werknemers in de waardeketen S2-2 Hoe we met werknemers in de waardeketen overleggen S2-4 Onze acties om materiële impacts, risico's en kansen inzake werknemers in de waardeketen te beheren |
| S2-1 | Beleid ten aanzien van werknemers in de waardeketen | S1-1 Beleid ten aanzien van eigen personeel S1-3 Speak up! Ons processen om negatieve impact te herstellen en het kanaal om bezorgdheid te uiten Bekaert Gedragscode voor leveranciers op onze website S2-2 Hoe we met werknemers in de waardeketen overleggen Het beleid van Bekaert inzake verantwoord aankopen van mineralen op onze website |
| S1-3 Speak up! Ons proces om negatieve impacts te | ||
| S2-3 | Onze processen om negatieve impacts te herstellen en bezorgdheid te uiten |
herstellen en het kanaal om bezorgdheid te uiten S2-1 Beleid ten aanzien van werknemers in de waardeketen |
| S2-4 | Onze acties om materiële impacts, risico's en kansen inzake werknemers in de waardeketen te beheren |
S2-2 Hoe we met werknemers in de waardeketen overleggen over impacts |
| S4 - SBM-3 |
Materiële impacts, risico's en kansen en hun wisselwerking met de strategie en het businessmodel |
IRO-1 Dubbele materialiteitsbeoordelingsprocedure |
| S4-1 | Beleid ten aanzien van consumenten en eindgebruikers | S1-1 Beleid ten aanzien van eigen personeel |
| S4-2 | Processen om met consumenten en eindgebruikers te overleggen |
Bekaert website |
| S4-3 | Processen om negatieve impacts te hertellen en kanalen om bezorgdheid te uiten |
S1-3 Speak up! Ons proces om negatieve impacts te herstellen en het kanaal om bezorgdheid te uiten |
| Governance | ||
| G1 GOV-1 | De rol van de Raad van Bestuur | GOV-1 De rol van de Raad van Bestuur |
| G1-1 | Beleid ten aanzien van zakelijk gedrag en bedrijfscultuur | S1-1 Beleid ten aanzien van eigen personeel S1-4 Onze acties om materiële impacts, risico's en kansen inzake ons eigen personeel te beheren S1-2 Hoe we met ons eigen personeel overleggen S1-3 Speak up! Ons proces om negatieve impacts te herstellen en het kanaal om bezorgdheid te uiten Het Bekaert anti-omkoping- en anticorruptiebeleid op onze website S2-1 Beleid ten aanzien van werknemers in de waardeketen |
| G1-3 | Preventie en opsporing van corruptie en omkoping | G1-1 Beleid ten aanzien van zakelijk gedrag en bedrijfscultuur |
Geen van de EU-wetgevingen volgens Bijlage B van ESRS 2 is van toepassing, met uitzondering van de EU Klimaatwetgeving. We verwijzen naar punt E1-1 op pagina 207 en rubriek E1-7 op pagina 226.
Het aantal uitvoerende en niet-uitvoerende leden van onze Raad van Bestuur wordt beschreven in de Corporate Governance Verklaring, rubriek Raad van Bestuur op pagina 43 van dit verslag. ESRS 2 GOV-1 §21a
In overeenstemming met de Belgische wetgeving heeft NV Bekaert SA geen werknemersvertegenwoordiging in de Raad van Bestuur. ESRS 2 GOV-1 §21b
De ervaring van de leden van de Raad van Bestuur met betrekking tot sectoren, producten en geografische locaties wordt beschreven in de Corporate Governance Verklaring, rubriek Raad van Bestuur op pagina 43 van dit verslag en op onze website. De bestuurders hebben toegang tot een opleidingsprogramma voor de Raad van Bestuur waarin duurzaamheid en leiderschap op het gebied van ESG aan bod komt. ESRS 2 GOV-1 §21c
De gegevens over geslacht, leeftijd en nationaliteit van de Raad van Bestuur zijn beschreven in de Corporate Governance Verklaring, rubriek Diversiteit op pagina 47 van dit verslag. ESRS 2 GOV-1 §21d
33,33% van de bestuurders is onafhankelijk. ESRS 2 GOV-1 §21e
De rol en verantwoordelijkheden van de Raad van Bestuur met betrekking tot duurzaamheidsthema's worden beschreven in de rubrieken Raad van Bestuur (pagina 43) en Audit, Risk en Finance Comité (pagina 44) in dit verslag.
ESRS 2 GOV-1 §22b, ESRS 2 GOV-1 §22c i, c ii, c iii
De verantwoordelijkheid voor het toezicht op duurzaamheid en cybersecurity is geïntegreerd in de bestaande structuur van de Raad van Bestuur en de Comités van de Raad van Bestuur. De algemene verantwoordelijkheid berust bij de Raad van Bestuur, ondersteund door specifieke verantwoordelijkheden die zijn toegewezen aan het Audit, Risk en Finance Comité (proces en controles; audits en deskundige zekerheid en externe rapportering) en het Nominatie- en Remuneratiecomité (vaardigheden van bestuurders; talent en bedrijfscultuur; verantwoording en link naar vergoeding van uitvoerend management). De Dubbele materialiteitsmethodologie, het proces en het resultaat worden beoordeeld en besproken door het Audit, Risk en Finance Comité en gerapporteerd aan de Raad van Bestuur. ESRS 2 GOV-1 §22a
Informatie over de mandaten en verantwoordelijkheden van de Raad van Bestuur en de comités van de Raad van Bestuur, onder andere met betrekking tot impacts, risico's en kansen, is gedetailleerd beschreven in het Corporate Governance Charter dat beschikbaar is op onze website. ESRS 2 GOV-1 §22b
Alle Bestuurders worden geselecteerd en voorgedragen op basis van een competentiematrix. Deze matrix zorgt ervoor dat de leden van de Raad van Bestuur over de nodige vaardigheden en ervaring beschikken om de huidige en toekomstige uitdagingen van Bekaert aan te gaan en dat de samenstelling van de Raad van Bestuur voldoende divers is. De vaardighedenmatrix identificeert ook eventuele hiaten die toekomstige Bestuurders mogelijks kunnen opvullen. Hij omvat verschillende gebieden, waaronder expertise op het gebied van duurzaamheid en cyberbeveiliging. Daarnaast is er een opleidingsprogramma voor de Bestuurders beschikbaar, met programma's over hoe duurzaamheidskwesties op bestuursniveau kunnen worden aangepakt. ESRS 2 GOV-1 §23
De Raad van Bestuur, ondersteund door de comités, beoordeelt regelmatig de ESG-strategie (onder meer het toezicht op de voortgang van de doelen). De belangrijkste onderwerpen die door de Raad van Bestuur en de Comités van de Raad van Bestuur worden beoordeeld, staan vermeld in de Corporate Governance Verklaring, respectievelijk in de subrubrieken Raad van Bestuur (pagina 43) en Comités van de Raad van Bestuur (pagina 44).
Het Bekaert Group Executive implementeert de strategie en volgt de implementatie ervan op (waaronder de voortgang van de doelen) als antwoord op de materiële impacts, risico's en kansen tijdens jaarlijks terugkerende cycli van strategische planning en tijdens specifieke themavergaderingen. De divisie-CEO's van de Business Units zijn verantwoordelijk voor de implementatie van de duurzaamheidsstrategie (waaronder de voortgang ten opzichte van de doelen) binnen hun respectieve bedrijfsstrategieën. ESRS 2 GOV-1 §22d
De belangrijkste onderwerpen die door de Raad van Bestuur en de Comités van de Raad van Bestuur beoordeeld worden en hoe de Raad van Bestuur hiervan op de hoogte wordt gesteld, staan vermeld in de Corporate Governance Verklaring, respectievelijk in de subrubrieken Raad van Bestuur (pagina 43) en Comités van de Raad van Bestuur (pagina 44).
Duurzaamheid en cyberveiligheid zijn een integraal onderdeel geworden van de thema's die door de Raad van Bestuur worden beoordeeld. De Raad van Bestuur houdt rekening met de impacts, risico's en kansen bij het toezicht houden op de strategie, het nemen van beslissingen over grote transacties en het beheren van risico's.
De lijst met materiële impacts, risico's en kansen is opgenomen in onze Dubbele materialiteitsbeoordelingsprocedure (pagina 192) van dit verslag. ESRS 2 GOV-2 §26
Een ESG-korf (vermindering van CO2e uitstoot scope 1 en 2, duurzame oplossingen als % van de omzet en een veiligheidsdoel) met een gewicht van 10% is van toepassing op de lange termijn variabele vergoeding (periode 2024-2026) van de senior managers en het Bekaert Group Executive. Meer informatie is te vinden in het 'Remuneratieverslag' subrubriek 'Verklaring van het remuneratiebeleid dat in 2024 werd gebruikt voor de Raad van Bestuur en de leden van het BGE' op pagina 53 van dit verslag.
Een genderdiversiteitsdoel met een gewicht van 10% werd opgenomen in de korte termijn variabele vergoeding voor het management en het Bekaert Group Executive met betrekking tot 2024. Meer informatie is beschikbaar in rubriek S1-5 op pagina 248 van dit verslag. ESRS 2 GOV-3 §29
Een gedetailleerde beschrijving van ons due diligence proces is beschikbaar in S1-4 op pagina 244 en in S2-2 op pagina 258 van dit verslag. ESRS 2 GOV-4 §30, 32
Bekaert heeft gedetailleerde processtromen gedefinieerd en geïmplementeerd om het verzamelen van ESGgegevens te ondersteunen.
Er is een adequaat risico- en controlekader op basis van het COSO1 -kader opgezet om de tweedelijns controleactiviteiten te versterken. Het kader behandelt alle potentiële risico's met betrekking tot ESGrapportage op het gebied van algemeen aanvaarde risicodomeinen, zoals verouderde processtromen, onvolledige, onnauwkeurige en inconsistente gegevensrapportage, onnauwkeurige afstemming en rapportage, onjuist toegangsbeheer en ongeoorloofde wijziging van gegevens en belangenvermenging en/of onethisch gedrag. Controles zijn gedefinieerd vanuit het perspectief van zowel de organisatie als van de entiteit.
Binnen Bekaert worden het hele jaar door interne audits uitgevoerd om zekerheid te verschaffen over de nauwkeurigheid en volledigheid van onze duurzaamheidsrapportering. Op periodieke basis worden de resultaten van deze audits voorgelegd aan het Bekaert Group Executive en het Bekaert Audit, Risk en Finance-comité. ESRS 2 GOV-5 §36
1 COSO staat voor 'Committee of Sponsoring Organizations of the Treadway Commission', een gezamenlijk initiatief van vijf organisaties uit de privésector, dat gericht is op het leveren van 'thought leadership' door het ontwikkelen van raamwerken en richtlijnen voor interne controle, enterprise risk management en het tegengaan van fraude.
Bekaert is een onderneming met een wereldwijde voetafdruk, die 20 795 mensen tewerkstelt, een waaier van producten levert en diensten aanbiedt aan een breed internationaal klantenbestand in mature en groeimarkten (zie de rubriek Over ons op pagina 9 voor meer informatie alsook de rubriek Segmentrapportering in het Financieel Overzicht op pagina 93 voor een uitsplitsing van de totale omzet per business unit). ESRS 2 SMB-1 §40 a i-iv, b, c, ESRS 2 SBM-1 §42 a-c
Duurzaamheid is een integraal onderdeel van onze bedrijfsstrategie. We zijn vastbesloten om de kwaliteit van leven te verbeteren en waarde te creëren voor al onze stakeholders. We willen een betere toekomst creëren. Onze ambitie is om de toonaangevende partner te zijn in het vormgeven van hoe we leven en bewegen - veilig, slim en duurzaam.
Onze duurzaamheidsstrategie en -doelen zijn gebaseerd op 3 pijlers:

Gedreven door de relevante duurzaamheidsuitdagingen van klimaatverandering, dematerialisatie, uitputting van natuurlijke hulpbronnen, circulariteit, energietransitie, groene technologieën en veranderende trends op het gebied van arbeid, willen we de voorkeurspartner voor onze klanten zijn door oplossingen te ontwikkelen die nieuwe mobiliteit, duurzaam bouwen en de transitie naar schone energie mogelijk maken. We erkennen de relevantie van koolstofneutraliteit, energie- en materiaalefficiëntie, circulariteit en het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen als de hefbomen waarop we ons richten.
We streven ernaar om te voldoen aan de verwachtingen van onze klanten en willen deel uitmaken van de oplossing door duurzame oplossingen aan te bieden. Door onze innovatieagenda in belangrijke sectoren te versnellen en door verantwoord gebruik te maken van materialen en energie, dragen we bij aan een koolstofarme en circulaire economie en sparen we onze natuurlijke hulpbronnen. We zien duurzaamheid als een belangrijke hefboom om onze bedrijfstransformatie te versnellen door onze portfoliomix te veranderen en eindmarkten te bedienen.
Samen stimuleren en versnellen we de verschuiving naar duurzame oplossingen en duurzame eindmarkten.
Daarnaast streven we naar operationele uitmuntendheid door decarbonisatie, afvalvermindering, waterbeheer en door het creëren van een veilige omgeving voor iedereen.

We creëren een diverse, inclusieve en veilige omgeving voor onze medewerkers en maken een positief verschil in de gemeenschappen waarin we actief zijn.
We willen een kracht zijn voor gelijkheid en kansen voor iedereen.
We beseffen dat onze medewerkers belang hechten aan het doel van hun werk. Daarom is onze innovatie- en duurzaamheidsstrategie erg belangrijk voor hen en waarderen ze de kans om bij te dragen aan het creëren van een betere toekomst.
We streven ernaar een maatschappelijk betrokken ondernemer te zijn in de regio's waarin we werken.

We verankeren transparantie, samenwerking en verantwoordelijkheid in onze bedrijfspraktijken.
We engageren ons voor ethische, eerlijke en juridisch conforme processen en voor transparante corporate governance en uitgebreide rapportage.
De wereld is complexer geworden. We begrijpen dat partnerschappen met onze leveranciers en klanten zeer relevant zijn om onze duurzaamheidsdoelen te bereiken en om toekomstig succes duurzaam en veerkrachtig te maken. Wereldwijde toeleveringsketens bieden risico's en kansen. Om de risico's te beperken, hebben we duidelijke governance regels opgesteld en risicobeheerprocessen voor leveranciers in voege.
Samen vormen deze 3 pijlers een antwoord op onze materiële duurzaamheidsimpacts en -risico's en stellen ze ons in staat om de kansen te benutten.
Als onderdeel van onze voortdurende strategische planningscycli beoordeelt en definieert elke business unit zijn impact op duurzaamheid. Op basis van de in kaart gebrachte externe krachten die de duurzaamheidsagenda aansturen, worden opvattingen over verwachte voordelen voor klanten, investeerders en andere stakeholders voortdurend verzameld, aangezien het landschap voortdurend verandert.
We merken op dat decarbonisatie trager verloopt dan verwacht (met inbegrip van gebieden zoals technologie, energietransitie en overheidsbeleid) in sommige regio's. Er zijn fundamentele voorwaarden waarop wij geen invloed hebben, zoals technologische vooruitgang, diversificatie van de energiemix, de marktvraag naar groene oplossingen, veranderende voorkeuren van klanten en leiderschap van de overheid en effectief beleid. Deze randvoorwaarden kunnen van invloed zijn op ons vermogen om sommige van onze doelen te bereiken. We zullen onze ambitie en doelstellingen evalueren als onderdeel van onze volgende strategische planningscyclus.
ESRS 2 SBM-1 §40a, e
Bekaert creëert waarde voor zijn stakeholders door de ondernemingsstrategie en -doelstellingen te verwezenlijken, zowel wat betreft financiële performantie als in het beantwoorden van maatschappelijke milieuen sociale kansen en uitdagingen.
Als beursgenoteerde onderneming met een globale business scope en voetafdruk, onderhouden we relaties met de partijen die belangen hebben in onze onderneming op basis van de resultaten van onze acties.
Informatie over onze stakeholders is beschikbaar in de rubriek 'Onze stakeholders' op pagina 17.
We luisteren naar de opvattingen en verwachtingen van onze belangrijkste stakeholders en willen een effectieve dialoog met hen opbouwen. We geloven dat deze wisselwerking voordelig is voor een positieve vooruitgang op lange termijn voor iedereen.
Betrokkenheid wordt georganiseerd via verschillende kanalen, afhankelijk van de stakeholder. Meer informatie over de opvattingen van stakeholders en hoe we hun belangen integreren in onze strategie is opgenomen in de rapportage van de individuele topics.
Daarnaast is een representatief aantal van onze stakeholders geïnterviewd tijdens ons dubbele materialiteitsbeoordelingsproces om vast te stellen en te bevestigen welke onderwerpen zij als het meest materieel beschouwen.
Meer informatie over ons dubbele materialiteitsbeoordelingproces is beschikbaar in rubriek 'IRO-1 Dubbele materialiteitsbeoordelingsproces' op pagina 192.
We houden tijdens ons strategisch beoordelings- en planningsproces rekening met externe ESG-factoren en verwachtingen van belangrijke stakeholders.
Als onderdeel van de business unit-specifieke strategie deep dive-sessies, wordt onze Raad van Bestuur geïnformeerd over de opvattingen en belangen van stakeholders en verwachtingen op het gebied van duurzaamheid.
Daarnaast werd het resultaat van het dubbele materialiteitsbeoordelingproces beoordeeld en besproken door het Audit, Risk en Finance Comité en gerapporteerd aan de Raad van Bestuur. ESRS 2 SMB-2 §45c, d
Onze duurzaamheidsrapportering is gebaseerd op de beoordeling van duurzaamheidsthema's die het meest materieel zijn voor onze stakeholders en voor Bekaert.
Materiële thema's zijn geïdentificeerd volgens het dubbele materialiteitsbeoordelingsproces, waarbij rekening is gehouden met twee perspectieven:
Het dubbele materialiteitsbeoordelingsproces resulteerde in 8 materiële duurzaamheidsthema's (aangegeven in het oranje), hetzij door het impactmaterialiteitsperspectief of het financiële materialiteitsperspectief, of beide. Deze beoordeling betekent niet dat we niet-materiële thema's als irrelevant beschouwen.

We hebben de resultaten van onze beoordeling gegroepeerd per ESRS-thema, om aan te tonen welke thema's het meest relevant zijn voor Bekaert. Ze houden allemaal verband met en worden behandeld in onze strategie van de planeet beschermen, mensen op de eerste plaats zetten en handelen met integriteit.
De tabel hieronder geeft een korte beschrijving van onze materiële impacts, risico's en kansen (IRO's), de link met ons businessmodel en onze strategie en de huidige effecten, reacties en veerkracht om materiële onderwerpen aan te pakken of op te vangen. In de tabel wordt aangegeven of de impacts, risico's en kansen betrekking hebben op onze eigen activiteiten (E) of op onze upstream- (U) of downstream- (D) waardeketens. Daarnaast hebben we de tijdshorizon en de werkelijke of potentiële impacts aangegeven (aangeduid met W of P) in overeenstemming met de ESRS-vereisten.
Bekaert heeft een impact op mens en milieu via haar activiteiten en acties in de waardeketen. Sommige impacts vloeien voort uit de business waarin we actief zijn en de activiteiten die we uitvoeren (opgenomen als 'inherent' in de tabel), terwijl andere impacts verband houden met en worden aangepakt via onze strategische plannen die we opstellen (opgenomen als 'geïntegreerd' in de tabel).

| Type | Beschrijving, effect, reactie en veerkracht | |
|---|---|---|
| Mitigatie van klimaatverandering | ||
| Negatieve impact | Koolstofintensiteit van onze activiteiten en toeleveringsketen | |
| Onze productieprocessen zijn energie-intensief en we stoten CO2e uit, voornamelijk indirect door ons gebruik van aangekochte elektriciteit, maar ook direct door het gebruik van gas. Onze walsdraadleveranciers (Bekaerts belangrijkste grondstof) hebben een hoge koolstofvoetafdruk. We werken er voortdurend aan om onze eigen activiteiten energie-efficiënt te maken, terwijl we tegelijkertijd werken aan een langetermijnstrategie voor elektrificatie. We kopen hernieuwbare energie in en installeren energieopwekking op onze eigen productiesites (zon en wind) waar dat beschikbaar en technisch/economisch haalbaar is. We pakken de uitstoot van onze leveranciers aan door over te stappen van de inkoop van staal van een productieproces met hoge koolstofuitstoot naar meer staal van een productieproces met lage koolstofuitstoot, waar dit economisch haalbaar is en tegemoet komt aan de eisen van de klant. Door een evenwicht te vinden tussen de kosten en energie die nodig zijn voor onze eigen activiteiten en de grondstoffen voor de toeleveringsketen, zorgen we ervoor dat we financieel weerbaar zijn en tegelijkertijd een verantwoordelijk bedrijf zijn. |
||
| Positieve impact | Duurzame oplossingen bieden voor de markten die essentieel zijn voor de transitie naar een wereld met een net zero uitstoot |
|
| Door de verscheidenheid aan producten en oplossingen die we onze klanten bieden, dragen we bij aan het koolstofvrij maken van de wereld en het terugdringen van de opwarming van de aarde. We streven ernaar om tegen 2030 65% van onze inkomsten te genereren uit duurzame oplossingen, maar we kunnen dit niet alleen. Om dit doel te bereiken, is een duidelijke aantrekking van de markt nodig inclusief de bereidheid om hiervoor te betalen. Daarnaast moeten ook de politieke en economische randvoorwaarden in de landen waar we actief zijn, gunstig zijn. |
||
| Risico | Financiële impact als gevolg van de decarbonisatie van onze activiteiten en toeleveringsketen en van de geldende regelgeving |
|
| De staalindustrie is een moeilijk te vergroenen sector en deze vergroening zal aanzienlijke inspanningen en investeringen vergen. We zijn sterk afhankelijk van hoe de staalsector evolueert en of staal van koolstofarme productieprocessen al dan niet beschikbaar is in de hoeveelheden, kwaliteiten en competitieve prijzen die de waardeketen nodig heeft. Bovendien moet dit alles ondersteund worden door adequate beleidsvorming en internationale, eerlijke handelsprogramma's om een gelijk speelveld te creëren. |
||
| Opportuniteit | Transformatie van portfolio met schone technologieoplossingen | |
| We zien een kans om onze portfoliomix en ons productaanbod verder te transformeren en te ontwikkelen met schone oplossingen die decarbonisatie mogelijk maken en de opwarming van de aarde tegengaan. Om deze kans te kunnen benutten, hebben we echter een duidelijke marktwerking nodig en de bereidheid om ervoor te betalen, evenals gunstige politieke en economische randvoorwaarden in de landen waar we actief zijn. |
||
| Gevaarlijke stoffen en materialen | ||
| Negatieve impact | Zorg voor mens en milieu door goed beheer van chemicaliën Inherent aan de aard van onze activiteiten, gebruikt Bekaert gevaarlijke stoffen en chemicaliën in haar productieprocessen. Bekaert gebruikt gevaarlijke stoffen en materialen op een gecontroleerde manier in haar |
|
| productieproces om de impact op mens en milieu te minimaliseren. | ||
| Risico | Wetgeving met impact op het gebruik van stoffen en chemicaliën in onze productieprocessen Het gebruik van bepaalde stoffen en chemicaliën die momenteel in onze productieprocessen worden gebruikt, kan in de toekomst worden beperkt. We volgen de ontwikkelingen in de regelgeving op en bereiden ons voor op mogelijke wijzigingen door onze voortdurende focus op technologie en onze inspanningen om te blijven innoveren. |
|
| Water | ||
| Negatieve impact | Waterbeheer met verhoogde aandacht voor gebieden met waterstress | |
| We gebruiken water direct in onze productieprocessen en ook indirect voor verdampingskoeling. We focussen op waterbesparende projecten, met name in maar niet uitsluitend in gebieden met waterstress. |
||
| Risico | Impact van wijzigingen in regelgeving en klimaatverandering | |
| Toegang tot water kan in de toekomst worden beïnvloed door klimaatverandering in gebieden met waterstress. Daarnaast kunnen mogelijke toekomstige wijzigingen in de regelgeving voor watergebruik uiteindelijk ook een impact hebben. Eerst en vooral onderneemt Bekaert acties om het gebruik van zoetwater te minimaliseren. Relevante ontwikkelingen in regelgeving worden ook opgevolgd. |
| Type | Beschrijving, effect, reactie en veerkracht | ||
|---|---|---|---|
| Circulaire economie en materiaalgebruik | |||
| Negatieve impact | Verantwoord beheer van hulpbronnen | ||
| De uitputting van natuurlijke hulpbronnen heeft een negatieve impact op de planeet. We streven ernaar om de inkoop van nieuwe grondstoffen te verminderen met als duidelijk doel de hoeveelheid gerecycleerde grondstoffen die we inkopen te verhogen wanneer er vraag is van de klant. In onze inkoopstrategie maken we een afweging tussen de beschikbaarheid van gerecycleerde grondstoffen, prestaties en kosten. Daarnaast werken we aan het verminderen van afval door de principes van de circulaire economie te integreren in onze productieprocessen en producten. |
|||
| Positieve impact | Circulariteit | ||
| Ons doel is om afval te minimaliseren, recyclage en hergebruik te bevorderen, efficiënt materiaalgebruik te verbeteren en de afhankelijkheid van nieuwe materialen te verminderen door middel van innovatief circulair ontwerp, gezamenlijke ontwikkelingen en partnerschappen. Circulaire ontwerpprincipes maken deel uit van onze innovatiestrategie. |
|||
| Risico | Risico in de toeleveringsketen met betrekking tot gerecycleerde grondstoffen en technologische verschuiving |
||
| We zien de beschikbaarheid van voldoende gerecycleerde grondstoffen als een potentieel risico in de toeleveringsketen. Extern aangedreven veranderingen in de vraag van klanten of de vereiste snelheid van technologische veranderingen kunnen onze concurrentiepositie verzwakken. Impactvolle technologische veranderingen kunnen sectoren treffen die relevant zijn voor Bekaert. We streven ernaar onze marktpositie en ons marktaandeel te beschermen door innovatie, gezamenlijke ontwikkeling en partnerschappen. |
|||
| Opportuniteit | Co-ontwikkeling van duurzame oplossingen doorheen de waardeketen | ||
| We streven ernaar onze marktpositie en ons marktaandeel te versterken door innovatie, co ontwikkeling en partnerschappen en duurzame en circulaire oplossingen. |
|||
| Eigen personeel | |||
| Positieve impact | Zet mensen op de eerste plaats We verbeteren het welzijn en de arbeidsomstandigheden van medewerkers door te focussen op |
||
| niemand schade berokkenen, medische plannen, hulpprogramma's en automatiseringsoplossingen. | |||
| Negatieve impact | Een werkomgeving creëren die niemand schade berokkent en divers is | ||
| Door de aard van de businessomgeving waarin we actief zijn, moeten we gezondheids- en veiligheidsrisico's aanpakken en focussen op de diversiteit van ons eigen personeel. We blijven deze topics aanpakken via verschillende programma's en initiatieven. |
|||
| Risico | Veilige werkomstandigheden creëren en talent stimuleren | ||
| Het creëren van veilige werkomstandigheden en het aantrekken en ontwikkelen van talent zijn belangrijke vereisten voor de duurzaamheid van ons bedrijf. We investeren in programma's rond het naleven van veiligheidsvoorschriften en trekken talent aan om onze business te helpen groeien. |
|||
| Opportuniteit | Talent, diversiteit en innovatie stimuleren de groei van mensen en bedrijf | ||
| Innovatie stimuleren door talentontwikkeling, training en culturele diversiteit leidt tot rijkere ideeën, betere besluitvorming en hogere productiviteit. Deze strategie vergroot onze kans om het talent aan te trekken en te behouden dat we nodig hebben om in de toekomst succesvol te zijn. |
|||
| Werknemers in de waardeketen | |||
| Negatieve impact - Positieve impact |
Respect voor mensenrechten doorheen de waardeketen | ||
| Onze upstream toeleveringsketen, voornamelijk voor onze belangrijkste grondstof, kan een harde werkomgeving zijn vanwege het type activiteit (metalen), met sectorspecifieke gezondheids- en veiligheidsrisico's. We promoten respect voor gezondheid, veiligheid en mensenrechten in de hele waardeketen en via de OESO-richtlijnen door de naleving van onze gedragscode voor leveranciers af te dwingen en door onze due diligence-programma's. |
|||
| Risico | Risicobeheer van de toeleveringsketen | ||
| Zoals veel internationale bedrijven kunnen we reputatieschade lijden en het risico lopen aansprakelijk gesteld te worden als gevolg van controverses met leveranciers en niet-naleving van de zich ontwikkelende regelgeving op het gebied van due diligence met betrekking tot mensenrechten. Risicobeheer vindt plaats via ons due diligence programma voor leveranciers, ons programma voor de naleving van mensenrechten en voor de naleving van onze gedragscode voor leveranciers. |
| Type | Beschrijving, effect, reactie en veerkracht |
|---|---|
| Cyber & databeveiliging | |
| Risico | Databeveiliging en beschermen van de privacy |
| Een cyberaanval kan leiden tot operationele en financiële gevolgen, datalekken of veiligheidsproblemen. We hebben robuuste programma's voor de preventie van cyberaanvallen en voor dataprivacy. |
|
| Zakelijke ethiek | |
| Positieve impact - Risico | Ethische bedrijfspraktijken verankeren in alles wat we doen |
| We stimuleren sterke ethische bedrijfspraktijken en ESG maakt deel uit van ons raamwerk voor leveranciersbeheer. Integriteit en vertrouwen zijn kernwaarden van onze bedrijfscultuur en essentieel voor onze ambitie om de toonaangevende partner voor onze klanten te zijn. |
Huidige financiële effecten van duurzame oplossingen en aan duurzame activiteiten gerelateerde risico's en kansen zijn opgenomen in de rubriek EU-Taxonomie Omzet, Capex en Opex en in ons financieel overzicht. Er zijn op dit moment geen materiële risico's en kansen bekend waarvoor een aanzienlijk risico bestaat op een materiële aanpassing in de volgende jaarlijkse rapporteringsperiode.
Alle materiële impacts, risico's en kansen vallen onder de ESRS-rapportagevereisten. Er is geen aanvullende entiteit-specifieke rapportage.
Meer gedetailleerde informatie over hoe we deze impacts, risico's en kansen aanpakken, is beschikbaar in de themarubrieken onder 'Milieu-informatie', 'Sociale informatie', en 'Governance'.
Om de veerkracht en aanpasbaarheid van onze strategische plannen en businessmodellen met betrekking tot materiële thema's te garanderen, integreren we de volgende stappen in ons strategisch plannings- en beoordelingsproces waarbij we kijken naar de impact op de middellange termijn (tot 2030):
ESRS SBM-3 §48 a-d, f-h
Bekaert voerde haar eerste dubbele materialiteitsbeoordeling uit in lijn met de richtlijnen van de CSRD, alsook in overeenstemming met de ESRS'en eind 2023. We hebben in 2024 een kleine update uitgevoerd, voornamelijk om de mate van uitsplitsing te verfijnen, verbanden tussen impacts en afhankelijkheden in kaart te brengen en om het resultaat van de ERM-oefening van 2024 vast te leggen.
We pasten een 5-stappenplan toe om de dubbele materialiteitsanalyse uit te voeren, gebaseerd op de ESRSrichtlijnen:
In Fase 1 bepaalden we het doel en het toepassingsgebied van de analyse, gebaseerd op een goed begrip van de businesscontext. Dit hield in dat we Bekaerts waardeketen, de belangrijkste betrokken stakeholders, en de activiteiten die doorheen de waardeketen worden uitgevoerd, in beeld brachten. Daarnaast werd een aanpak gedefinieerd om stakeholders te betrekken.
Onze volledige waardeketen werd overwogen tijdens de dubbele materialiteitsanalyse en werd afgebakend op het niveau van de Bekaert Groep en in de upstream- en downstreamprocessen (meer informatie is te vinden in rubriek 3 Strategie SBM-1 op pagina 187 en SBM-2 op pagina 188).
In Fase 2 identificeerden we de duurzaamheidsthema's en hun verwante impacts, risico's en kansen (IRO's) door het consulteren van stakeholders en door analyse van ondersteunende documentatie.
We hebben interviews gehouden met betrokken stakeholders of stakeholders die informatie konden geven over hun belangen.
Meer dan 60 interne en externe stakeholders werden geïnterviewd met de hulp van onze externe adviseur.
Interne stakeholders bestonden uit Bekaert-professionals die business- en/of onderwerpspecifieke expertise hebben in bepaalde ESG-thema's en die een grondig begrip hebben van de bredere duurzaamheidsagenda van Bekaert en de link ervan met de Bekaert-strategie.
Externe stakeholders bestonden uit leveranciers, klanten, financiële instellingen en sectororganisaties, waarbij de nadruk werd gelegd op impacts, risico's en kansen in de waardeketen en op potentiële synergieën om duurzaamheid op een gezamenlijke manier te kapitaliseren.
Tijdens het proces werden interne en externe documenten geanalyseerd. Deze omvatten beleidslijnen, strategiedocumenten, sectorrapporten, rapporten van sectorgenoten, vragenlijsten voor klanten, leveranciersinformatie, het resultaat van de ERM-oefening, rapporten van analisten en ratingbureaus, vragen van investeerders en de belangrijkste bevindingen van het due diligence-proces voor leveranciersrisico's.
Bekaert analyseerde de materialiteit van alle duurzaamheidsthema's die onder de sector-overkoepelende ESRS vallen2 . Om de IRO-identificatie te vereenvoudigen, werden verschillende ESRS (sub)topics samengenomen in een op maat gemaakte lijst van duurzaamheidsthema's die relevant zijn voor Bekaerts bedrijfsactiviteiten en stakeholders. Het overzicht van de duurzaamheidsthema's die in de dubbele materialiteitsanalyse zijn opgenomen, wordt hieronder voorgesteld.
| Milieu | Sociaal | Governance |
|---|---|---|
| 1 Klimaatadaptatie | 8 Eigen medewerkers | 13 Zakelijke ethiek |
| 2 Mitigatie van klimaatverandering | 9 Medewerkers in de waardeketen en mensenrechten |
|
| 3 Verontreiniging | 10 Lokale gemeenschappen | |
| Gevaarlijke stoffen en materialen | 11 Cyber- en databeveiliging | |
| 5 Water | 12 Productbeheer | |
| 6 Biodiversiteit | ||
| 7 Circulaire economie |
In Fase 3 analyseerden we in detail de IROs verwant aan elk van deze 13 duurzaamheidsthema's om de impactmaterialiteit en de financiële materialiteit te bepalen en vervolgens te besluiten welke de materiële IROs en duurzaamheidsthema's zijn.
Zoals vereist door ESRS hanteerden we de volgende criteria:
De beschrijving van de materialiteitscriteria werd op maat van Bekaerts bedrijfsactiviteiten gemaakt. De omvang van het financiële effect en de waarschijnlijkheid, alsook de prioritering, werden afgestemd op Bekaerts ERM-methodologie.
Verschillende criteria werden bepaald om de schaalomvang in klassen in te delen (van minimaal tot absoluut), het toepassingsgebied (van beperkt tot globaal), de herstelbaarheid (gemakkelijk herstelbaar op korte termijn tot niet herstelbaar) en de waarschijnlijkheid (van heel laag tot heel hoog, in lijn met ERM).
De criteria voor financiële materialiteitsanalyse werden gebaseerd op Bekaerts ERM-methodologie om gealigneerd te zijn met de bestaande businessprocessen over risicobeheer.
Verschillende bedrijfsrisico's en -kansen zijn gelinkt aan duurzaamheidsthema's en werden in aanmerking genomen in deze dubbele materialiteitsanalyse. We hebben ook het verband in kaart gebracht tussen de impacts en afhankelijkheden en de risico's die kunnen voortvloeien uit die impacts en afhankelijkheden.
Als laatste werd een aanpak bepaald om de materialiteit te berekenen en werden materialiteitsdrempels bepaald zoals vooropgesteld door de European Financial Reporting Advisory Group (EFRAG):
2 ESRS toepassingsvereiste (Application Requirement) 16
Een longlist van IROs werd voorbereid door het Bekaert kernteam en de externe consultant, wat resulteerde in een shortlist gebaseerd op het resultaat van de interviews, de scores volgens de ingestelde evaluatiecriteria, en nazicht en validatie door het kernteam, de geconsulteerde domeinexperten, en de stuurgroep.
Hoewel we in dit stadium nog niet direct in contact zijn getreden met externe stakeholders om het resultaat van onze dubbele materialiteitsbeoordeling te bekijken, hebben we proactief waardevolle inzichten uit onze interviews en van collega's verantwoordelijk voor externe zaken opgenomen, als een geldige maatstaf. Via een voortdurende dialoog met onze belangrijkste stakeholders zorgen we ervoor dat we hun belangen en perspectieven volledig begrijpen.
Daarnaast biedt onze voortdurende betrokkenheid bij de gemeenschappen waarin we actief zijn een solide basis voor het beoordelen van de impacts en risico's die voor ons het meest materieel zijn.
In Fase 4 hebben we het proces herzien en gekalibreerd en het resultaat van de dubbele materialiteitsanalyse gevalideerd met de Stuurgroep, het Bekaert Group Executive (BGE) en de Raad van Bestuur via het Audit, Risk en Finance-comité.
In Fase 5 stelden we het definitieve dubbele materialiteitsrapport op.
ESRS SBM-3 §53 a-c, ESRS IRO-2 §59
Het dubbele materialiteitsproces voor het identificeren, beoordelen en beheren van impacts, risico's en kansen is opgenomen in de ERM-tool (Enterprise Risk Management) voor het verzamelen van gegevens, wat leidt tot consistentie en waardoor de geïdentificeerde impacts, risico's en kansen periodiek kunnen worden bijgewerkt en gemonitord.
Het resultaat van de dubbele materialiteitsanalyse dient als een solide basis om Bekaerts duurzaamheidsagenda en de algemene strategie van de onderneming verder te voeden. Het resultaat werd opgenomen in het strategische planningsproces voor 2025 en 2030, om alignering met de strategische doelstellingen van de organisatie en de verwachtingen van stakeholders te garanderen.
Het monitoren van actuele en potentiële impacts op mens en milieu gebeurt door het beoordelen van de bevindingen van due diligence-processen (zoals due diligence op leveranciersrisico's en bevindingen op het gebied van mensenrechten), Business Unit-specifieke impactbeoordelingen (in het kader van gecombineerde ERM- en dubbele materialiteitsbeoordelingssessies) met een focus op businessspecifieke en geografische verschillen die aanleiding kunnen geven tot een verhoogd risico op negatieve impacts.
De dubbele materialiteitsbeoordeling is een dynamische oefening omdat de bedrijfscontext voortdurend verandert. We zullen onze dubbele materialiteitsbeoordeling herzien en bijwerken als zich belangrijke veranderingen voordoen.
ESRS SBM-3 §53 d-h
De tabel met rapportagevereisten waarover Bekaert rapporteert, is opgenomen in de rubriek 'Content Index' on page 280. ESRS IRO-2 §56
Dit gedeelte heeft betrekking op de belangrijkste prestatie-indicatoren en de begeleidende informatie die krachtens de EU-Taxonomie vereist is. (Verordening EU 2020/8521 en de bijbehorende gedelegeerde Verordeningen2 ).
De EU-Taxonomie wil kapitaal kanaliseren naar duurzame activiteiten, met als einddoel de financiering van duurzame groei en het bereiken van de EU-doelstelling om tegen 2050 klimaatneutraal te worden.
Rapporteren over onze bijdrage aan het milieu via de EU-Taxonomie is in lijn met de ambitie van Bekaert om duurzame waarde te creëren voor alle stakeholders.
In lijn met de vereisten voor EU-Taxonomierapportering rapporteerden we over geschiktheid in 2021 van de eerste twee EU-Taxonomiedoelstellingen, Mitigatie van Klimaatverandering en Adaptatie aan Klimaatverandering.
In 2022 hebben we onze rapportage uitgebreid met alignering over deze twee milieudoelstellingen. Met de publicatie van de gedelegeerde verordening met betrekking tot de resterende vier milieudoelstellingen3 , worden vanaf 2023 alle zes milieudoelstellingen van de EU-Taxonomie meegenomen, evenals de verdere wijzigingen en aanbevelingen van de Europese Commissie. Bepaalde aspecten van de EU-Taxonomieverordening zijn complex en voor interpretatie vatbaar. Bekaert heeft de rapportering over de EU-Taxonomie voor het boekjaar 2024 voorbereid op een 'best effort' basis, waarbij de naleving van de Taxonomiecriteria werd beoordeeld aan de hand van de laatst beschikbare richtlijnen en waarbij - waar nodig - veronderstellingen of schattingen werden gemaakt. De aanpak van Bekaert bij het bepalen van de geschiktheid en de alignering met de EU-Taxonomieverordening wordt verder toegelicht in de onderstaande rubrieken.

1 Verordening EU 2020/852 van het Europees Parlement en de Raad, bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie op 22 juni 2020.
2 De gedelegeerde wet inzake klimaat (Gedelegeerde verordening (EU) 4 van de Commissie van 2021 juni 2021/2139) en de
gedelegeerde wet inzake openbaarmaking (Gedelegeerde verordening (EU) 2021/2178 van de Commissie van 6 juli 2021 3 De verordening van de Commissie (EU) 2023/2486 van 21 november 2023 met betrekking tot vier milieudoelstellingen: "Duurzaam gebruik en bescherming van water en mariene hulpbronnen", "transitie naar een circulaire economie", "preventie en bestrijding van verontreiniging" en "bescherming en herstel van biodiversiteit en ecosystemen".
Taxonomiegeschiktheid en -afstemming voor 2024, uitgedrukt in drie prestatie-indicatoren: ons aandeel van in aanmerking komende/afgestemde, in aanmerking komende/niet-afgestemde en niet in aanmerking komende/niet-afgestemde activiteiten in de Bekaert geconsolideerde omzet van 2024, kapitaalsinvesteringen en "toepasselijke" operationele uitgaven.
Opmerking: geconsolideerde omzet is de terminologie die gebruikt wordt in de geconsolideerde winst- en verliesrekening van Bekaert. Het heeft dezelfde definitie als "nettoomzet" zoals gebruikt in de EU-Taxonomie. Wij verwijzen naar note 2.4 in het Financieel Overzicht op pagina 89 van dit verslag voor meer gedetailleerde informatie over onze principes van omzeterkenning.
Een "in aanmerking komende economische activiteit" is een activiteit die in de EU-Taxonomie wordt beschreven, ongeacht of deze voldoet aan alle technische criteria die voor die activiteit zijn vastgesteld. Om te evalueren of we in aanmerking komen voor EU-Taxonomie, hebben we alle producten die door NV Bekaert SA en haar dochterondernemingen worden vervaardigd, de toepasselijke uitgaven en de gedane investeringen in kaart gebracht en ze afgestemd op de economische activiteiten die in de EU-Taxonomie worden beschreven.
Om deze oefening te vergemakkelijken hebben wij de geschiktheid van onze producten en uitgaven eerst in kaart gebracht aan de hand van de beschrijvingen in die gedelegeerde wet, en de NACEcodes (herziening 2) en andere referentieclassificaties van het platform voor duurzame financiering gebruikt als verdere leidraad.
We hebben met elk van onze vier business units samengewerkt om de inventarisatie uit te voeren. Bij het berekenen van de kernprestatie-indicatoren hebben we wij enkel deze producten in overweging genomen die specifiek gemaakt zijn voor in aanmerking komende activiteiten. Wij hebben rekening gehouden met elk van de elementen in de beschrijving van de activiteiten in de gedelegeerde verordeningen, en bij twijfel hebben wij verwezen naar de technische screeningscriteria en het TEGeindverslag (TEG: Technical Expert Group) technische bijlage voor nadere informatie over welke door Bekaert vervaardigde producten al dan niet als geschikt kunnen worden beoordeeld.
Zoals vermeld zijn bepaalde aspecten van de EU-Taxonomieverordening complex en voor interpretatie vatbaar. Daarom hebben wij de geschiktheid van onze producten bepaald op basis van de meest recente beschikbare richtsnoeren en rekening houdend met de filosofie van de EU-Taxonomie die kapitaal heroriënteert naar duurzame activiteiten die nodig zijn voor een toekomst met net zero uitstoot, waarbij belangrijke leveranciers van componenten zoals Bekaert een belangrijke rol in spelen.
De geschiktheidsanalyse stelde vast dat Bekaerts huidige activiteiten bijdragen aan het doel mitigatie van de klimaatverandering van de EU-Taxonomie voor wat betreft onderstaande activiteiten.
Naarmate de EU-Taxonomie evolueert, zullen we ons blijven inzetten om op de hoogte te blijven van de toekomstige ontwikkelingen, zodat we nieuwe mogelijkheden kunnen onderzoeken om ook verder aan de andere milieudoelstellingen bij te dragen.
Bekaert engageert zich om een duurzamere wereld te creëren door middel van onze duurzame oplossingen. Meer informatie over onze initiatieven en duurzame producten en oplossingen is beschikbaar in rubriek E5-2 op pagina 234.
Voor afstemming op de EU-Taxonomie moet rekening worden gehouden met de volgende factoren:
Bekaerts duurzaamheidsstrategie en door SBTi goedgekeurde doelen reflecteren een holistische aanpak die voldoet aan de EU-Taxonomie afstemmingscriteria (meer informatie is beschikbaar in rubriek SBM-1 van dit verslag).
Gezien de complexiteit van de EU-Taxonomieverordening vereisen sommige criteria extra verduidelijking en interpretatie. In de volgende paragraaf belichten we een aantal belangrijke overwegingen in Bekaerts beoordeling van de EU-Taxonomie:
• Substantiële bijdrage aan activiteit 3.1. 'Fabricage van technologieën voor hernieuwbare energie': Bekaert produceert sleutelcomponenten voor de productie van hernieuwbare energietechnologieën. De criteria voor een wezenlijke bijdrage aan deze activiteit stemmen overeen met de beschrijving van de activiteit. Als een product in het kader van activiteit 3.1 in aanmerking komt voor taxonomie, hebben wij dus vastgesteld dat aan het criterium 'substantiële bijdrage' is voldaan.
te tonen, werd waar mogelijk dezelfde aanpak toegepast als hierboven vermeld voor de substantiële bijdrage van activiteit 3.6. In gevallen waarin de publiek beschikbare informatie beperkt is, hebben wij voor zover bij ons bekend aannames gedaan om te schatten of er potentiële BKG-reducties zouden optreden.
Aangezien de meeste van de door Bekaert in aanmerking komende activiteiten (3.1, 3.2, 3.5, 3.6 en 3.20) vereisen dat aan dezelfde Geen Ernstige Afbreuk Doen (GEAD-vereisten) wordt voldaan, heeft Bekaert een systematische aanpak ontwikkeld om de naleving ervan te beoordelen:
nabijheid tot en potentiële impact op beschermde gebieden en/of gebieden met een hoge biodiversiteitswaarde. De overgrote meerderheid van Bekaert-vestigingen bevinden zich in industriegebieden. Voor zover wij weten, is er tot op heden geen bewijs van enige milieu-impact van Bekaert-activiteiten op deze beschermde gebieden.
Voor producten die zijn opgenomen als in aanmerking komend voor de EU-Taxonomie onder activiteit 9.1, werd een afzonderlijke GEAD-analyse uitgevoerd zoals voorzien in de EU-Taxonomieverordening. Voor zover wij weten, zijn er op dit moment geen potentiële risico's gevonden. Onze analyse is grotendeels gebaseerd op het feit
Bekaert houdt zich aan de OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen, de leidende beginselen van de Verenigde Naties inzake bedrijfsleven en mensenrechten, de fundamentele verdragen van de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO), de International Bill of Human Rights en artikel 18 van de EU-Taxonomieverordening. Voorts hebben wij de naleving van de minimale sociale waarborgen beoordeeld in overeenstemming met het eindverslag van het Platform voor duurzame financiering over minimale sociale waarborgen, dat zich richt op vier kernthema's die van toepassing zijn op Bekaert: mensenrechten met inbegrip van rechten van medewerkers, due diligence en risicobeoordelingsproces, mechanismes voor klachtenbehandeling, omkoping/corruptie, belastingen en eerlijke concurrentie.
Naast andere initiatieven hebben we een mensenrechtenbeleid (meer informatie is beschikbaar op pagina 241), een gedragscode voor leveranciers en een jaarlijks plan voor leveranciersaudits, waarmee we de naleving van mensen-/arbeidsrechten in onze hele toeleveringsketen verder kunnen controleren. In december 2023 hebben we onze bijgewerkte Gedragscode gepubliceerd, die onze nieuwe visie weerspiegelt en ons standpunt over belangrijke onderwerpen versterkt, waaronder duurzaamheid, diversiteit en inclusie, evenals eerlijke concurrentie. We intensiveren ook onze inspanningen om mensenrechten te bevorderen door een nieuw wereldwijd programma voor due diligence te introduceren. Meer informatie over sociale garanties en gerelateerde risico's doorheen de waardeketen van Bekaert is opgenomen in rubriek S2 Werknemers in de waardeketen op pagina 257.
Voor zover wij weten voert Bekaert geen activiteiten in verband met kernenergie of fossiel gas uit, financiert ze deze niet en wordt ze er niet aan blootgesteld zoals bedoeld in "Bijlage II Template 1 Activiteiten in verband met kernenergie of fossiel gas" van de Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2178.
| Activiteiten in verband met kernenergie | Activiteiten in verband met fossiel gas | |||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| O&O, demonstratie en implementatie van innovatieve elektriciteitscentrales die energie opwekken uit nucleaire processen met minimaal afval van de splijtstofcyclus |
Nee | Bouw of exploitatie van elektriciteitscentrales die elektriciteit opwekken met behulp van fossiele gasvormige brandstoffen. |
Nee | |||||||
| Bouw en veilige exploitatie van nieuwe nucleaire installaties |
Nee | Bouw, renovatie en exploitatie van centrales voor warmtekrachtkoppeling en stroomopwekking met behulp van fossiele gasvormige brandstoffen. |
Nee | |||||||
| Veilige exploitatie van bestaande nucleaire installaties | Nee | Bouw, renovatie en exploitatie van thermische centrales die warmte/koude produceren met behulp van fossiele gasvormige brandstoffen |
Nee |
| Boekjaar 2024 Criteria inzake substantiële bijdrage |
GEAD-criteria ("Geen ernstige afbreuk doen aan") |
||||||||||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Economische activiteiten | Code | mzet O |
mzet Aandeel o |
mitigatie maat Kli |
maatadaptie Kli |
Water | Verontreiniging | mie Circulaire econo |
Biodiversiteit | mitigatie maat Kli |
maatadaptie Kli |
Water | Verontreiniging | mie Circulaire econo |
Biodiversiteit | mgaranties mu Mini |
mde (A.1.) of ervoor mie mende Aandeel van op taxono mzet, jaar 2023 merking ko afgeste (A.2.) o in aan |
Categorie faciliterende activiteit |
transitieondersteunende Categorie activiteit |
| In duizend € |
% | J; N; niak |
J; N; niak |
J; N; niak |
J; N; niak |
J; N; niak |
J; N; niak |
J/N J/N J/N J/N J/N J/N J/N | % | F | T | ||||||||
| A. VOOR DE TAXONOMIE IN AANMERKING KOMENDE ACTIVITEITEN | |||||||||||||||||||
| A.1 Ecologisch duurzame activiteiten (op taxonomie afgestemd) | |||||||||||||||||||
| Fabricage van technologieën voor hernieuwbare energie |
CCM 3.1 | 22 717 | 1% | J | Niak | Niak | Niak | Niak | Niak | J | J | J | J | J | J | 1% | F | ||
| Fabricage van andere koolstofarme technologieën | CCM 3.6 | 1 717 098 | 43% | J | Niak | Niak | Niak | Niak | Niak | J | J | J | J | J | J | 41% | F | ||
| Fabricage, installatie en onderhoud van hoog-, midden en laagspanningsapparatuur voor elektrische transmissie en distributie die resulteren in of bijdragen aan een substantiële bijdrage aan klimaatmitigatie |
CCM 3.20 |
60 357 | 2% | J | Niak | Niak | Niak | Niak | Niak | J | J | J | J | J | J | — % | F | ||
| Omzet ecologisch duurzame activiteiten (op taxonomie afgestemd) (A.1) |
1 800 172 | 45% 100% | 0% | 0% | 0% | 0% | 0% | J | J | J | J | J | J | 42% | |||||
| Waarvan faciliterend | 1 800 172 | 45% | —% | 0% | 0% | 0% | 0% | 0% | J | J | J | J | J | J | 42% | F | |||
| Waarvan transitieondersteunend | 0 | 0% | 0% | 0% | T | ||||||||||||||
| A.2 Voor de taxonomie in aanmerking komende, maar ecologisch niet duurzame activiteiten (niet op taxonomie afgestemde activiteiten) |
iak; niak |
iak; niak |
iak; niak |
iak; niak |
iak; niak |
iak; niak |
|||||||||||||
| Fabricage van apparatuur voor de productie en het gebruik van waterstof |
CCM 3.2 | 37 231 | 1% | iak | Niak | Niak | Niak | Niak | Niak | 1% | |||||||||
| Fabricage van energie-efficiënte apparatuur voor gebouwen |
CCM 3.5 | 55 742 | 1% | iak | Niak | Niak | Niak | Niak | Niak | 1% | |||||||||
| Fabricage van andere koolstofarme technologieën | CCM 3.6 | 70 895 | 2% | iak | Niak | Niak | Niak | Niak | Niak | 4% | |||||||||
| Omzet van voor de Taxonomie in aanmerking komende maar niet milieuduurzame activiteiten (niet op de Taxonomie afgestemde activiteiten) (A.2) |
163 868 | 4% | 100% | 0% | 0% | 0% | 0% | 0% | 6% |
| Boekjaar 2024 | Criteria inzake substantiële bijdrage | GEAD-criteria ("Geen ernstige afbreuk doen aan") |
||||||||||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Economische activiteiten | Code | mzet O |
mzet Aandeel o |
mitigatie maat Kli |
maatadaptie Kli |
Water | Verontreiniging | mie Circulaire econo |
Biodiversiteit | mitigatie maat Kli |
maatadaptie Kli |
Water | Verontreiniging | mie Circulaire econo |
Biodiversiteit | mgaranties mu Mini |
mde (A.1.) of ervoor mie mende Aandeel van op taxono mzet, jaar 2023 merking ko afgeste (A.2.) o in aan |
Categorie faciliterende | Categorie activiteit |
transitieondersteunende activiteit |
| In duizend | J; N; | J; N; | J; N; | J; N; | J; N; | J; N; | ||||||||||||||
| A. Omzet van voor de taxonomie in aanmerking komende activiteiten (A.1 + A.2) |
€ 1 964 040 |
% | niak 50% 100% |
niak 0% |
niak 0% |
niak 0% |
niak 0% |
niak 0% |
J/N J/N J/N J/N J/N J/N J/N | % 48% |
F | T | ||||||||
| B. NIET VOOR DE TAXONOMIE IN AANMERKING KOMENDE ACTIVITEITEN |
0 | |||||||||||||||||||
| Omzet niet voor de taxonomie in aanmerking activiteiten |
1 993 775 | |||||||||||||||||||
| Totaal | 3 957 814 |
J - Ja: is een voor de taxonomie in aanmerking komende en gealigneerde activiteit voor de desbetreffende milieudoelstelling, N – Nee: is een voor de taxonomie in aanmerking komende maar niet gealigneerde activiteit voor de desbetreffende milieudoelstelling, niak: niet in aanmerking komend; deze activiteit komt niet voor de taxonomie in aanmerking voor de desbetreffende milieudoelstelling, iak: voor de taxonomie in aanmerking komende activiteit voor de desbetreffende doelstelling.
De teller bestaat uit de geconsolideerde omzet van Bekaert in 2024 die verband houdt met de in de bovenstaande tabel vermelde economische activiteiten (de cijfers verwijzen naar het deel in bijlage I van de Gedelegeerde Klimaatwet dat met die activiteit overeenstemt). We houden enkel rekening met de inkomsten uit specifieke producten en klanten met betrekking tot de EU-Taxonomie activiteit. Transacties tussen entiteiten werden uitgesloten door alle verkopen tussen business units te elimineren, zodat alleen externe verkopen mee werden opgenomen in de uiteindelijke geconsolideerde cijfers.
Alle bovenstaande activiteiten worden beschouwd als in aanmerking komende activiteiten, zoals bedoeld in artikel 10, lid 1, onder i), van Verordening (EU) 2020/852.
Elke business unit heeft de geschiktheidsanalyse afzonderlijk uitgevoerd, voor de producten die binnen de bedrijfseenheid worden vervaardigd. Om dubbeltellingen te vermijden, werd deze informatie vervolgens samengevoegd en gevalideerd
door Group Finance, volgens dezelfde principes als voor de geconsolideerde financiële rapportering.
Voorbeelden van in aanmerking komende en gealigneerde producten en oplossingen zijn te vinden in rubriek E1-3 op pagina 215.
De noemer bestaat uit de geconsolideerde omzet zoals gerapporteerd in het Financieel Overzicht van dit rapport.
| Boekjaar 2024 | Criteria inzake substantiële bijdrage | GEAD-criteria ("Geen ernstige afbreuk doen aan") |
||||||||||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Economische activiteiten | Code | Capex | Aandeel Opex | mitigatie maat Kli |
maatadaptie Kli |
Water | Verontreiniging | mie Circulaire econo |
Biodiversiteit | mitigatie maat Kli |
maatadaptie Kli |
Water | Verontreiniging | mie Circulaire econo |
Biodiversiteit | mgaranties mu Mini |
mde (A.2.) CapEx, jaar 2023 mende mie afgeste (A.1.) of ervoor in Aandeel van op merking ko taxono aan |
Categorie faciliterende activiteit |
transitieondersteunende Categorie activiteit |
|
| in duizend € |
% | J; N; niak |
J; N; niak |
J; N; niak |
J; N; niak |
J; N; niak |
J; N; niak |
J/N J/N J/N J/N J/N J/N J/N | % | F | T | |||||||||
| A. VOOR DE TAXONOMIE IN AANMERKING KOMENDE ACTIVITEITEN | ||||||||||||||||||||
| A.1 Ecologisch duurzame activiteiten (op taxonomie afgestemd) | ||||||||||||||||||||
| Fabricage van technologieën voor hernieuwbare energie |
CCM 3.1 | 6 189 | 3% | J | Niak | Niak | Niak | Niak | Niak | J | J | J | J | J | J | 4% | F | |||
| Fabricage van andere koolstofarme technologieën | CCM 3.6 | 69 210 | 33% | J | Niak | Niak | Niak | Niak | Niak | J | J | J | J | J | J | 31% | F | |||
| Fabricage, installatie en onderhoud van hoog-, midden en laagspanningsapparatuur voor elektrische transmissie en distributie die resulteren in of bijdragen aan een substantiële bijdrage aan klimaatmitigatie |
CCM 3.20 |
1 911 | 1% | J | Niak | Niak | Niak | Niak | Niak | J | J | J | J | J | J | —% | F | |||
| Fabricage, installatie en onderhoud van hoog-, midden en laagspanningsapparatuur voor elektrische transmissie en distributie die resulteren in of bijdragen aan een substantiële bijdrage aan klimaatmitigatie |
CCM 7.4 | 104 | 0% | J | Niak | Niak | Niak | Niak | Niak | J | J | J | J | J | J | —% | F | |||
| Installatie, onderhoud en reparatie van hernieuwbare energietechnologieën |
CCM 7.6 | 5 | 0% | J | Niak | Niak | Niak | Niak | Niak | J | J | J | J | J | J | —% | F | |||
| Dicht bij de markt aansluitend(e) onderzoek, ontwikkeling en innovatie |
CCM 9.1 | 8 980 | 4% | J | Niak | Niak | Niak | Niak | Niak | J | J | J | J | J | J | 3% | F | |||
| CapEx van ecologisch duurzame activiteiten (op taxonomie afgestemd) (A.1) | ||||||||||||||||||||
| Waarvan faciliterend | 86 399 | 41% | 100 % | 0 % | 0 % | 0 % | 0 % | 0 % | J | J | J | J | J | J | 39% | F | ||||
| Waarvan transitieondersteunend | — | —% | 0 % | 0% | T | |||||||||||||||
| A.2 Voor de taxonomie in aanmerking komende, maar ecologisch niet duurzame activiteiten (niet op taxonomie afgestemde activiteiten) |
iak; niak |
iak; niak |
iak; niak |
iak; niak |
iak; niak |
iak; niak |
||||||||||||||
| Fabricage van apparatuur voor de productie en het gebruik van waterstof |
CCM 3.2 | 22 781 | 10,8% | iak | Niak | Niak | Niak | Niak | Niak | 7% | ||||||||||
| Fabricage van energie-efficiënte apparatuur voor gebouwen |
CCM 3.5 | 832 | —% | iak | Niak | Niak | Niak | Niak | Niak | 1% | ||||||||||
| Fabricage van andere koolstofarme technologieën | CCM 3.6 | 2 154 | 1,0% | iak | Niak | Niak | Niak | Niak | Niak | 2% |
| Boekjaar 2024 | Criteria inzake substantiële bijdrage | GEAD-criteria ("Geen ernstige afbreuk doen aan") |
||||||||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Economische activiteiten | Code | Capex | Aandeel Opex | mitigatie maat Kli |
maatadaptie Kli |
Water | Verontreiniging | mie Circulaire econo |
Biodiversiteit | mitigatie maat Kli |
maatadaptie Kli |
Water | Verontreiniging | mie Circulaire econo |
Biodiversiteit | mgaranties mu Mini |
mde (A.2.) CapEx, jaar 2023 mende mie afgeste (A.1.) of ervoor in Aandeel van op merking ko taxono aan |
transitieondersteunende Categorie faciliterende Categorie activiteit activiteit |
| in duizend € |
% | J; N; niak |
J; N; niak |
J; N; niak |
J; N; niak |
J; N; niak |
J; N; niak |
J/N J/N J/N J/N J/N J/N J/N | % | F T |
||||||||
| Opslag van elektriciteit Bouw, uitbreiding en exploitatie van systemen voor winning, behandeling en distributie van water |
CCM 4.1 CCM 5.1 |
404 83 |
0% 0,0% |
iak iak |
Niak Niak |
Niak Niak |
Niak Niak |
Niak Niak |
Niak Niak |
0% —% |
||||||||
| Vernieuwing van systemen voor winning, behandeling en distributie van water |
CCM 5.2 | 531 | 0,3% | iak | Niak | Niak | Niak | Niak | Niak | 0,0% | ||||||||
| Bouw, uitbreiding en exploitatie van systemen voor opvang en behandeling van afvalwater |
CCM 5.3 | 293 | 0% | iak | Niak | Niak | Niak | Niak | Niak | 0,5% | ||||||||
| Materiaalherwinning uit niet-gevaarlijk afval | CCM 5.9 | 60 | 0% | iak | Niak | Niak | Niak | Niak | Niak | —% | ||||||||
| Renovatie van bestaande gebouwen | CCM 7.2 | 14 659 | 7% | iak | Niak | Niak | Niak | Niak | Niak | 3,0% | ||||||||
| Installatie, onderhoud en reparatie van energie efficiënte uitrusting |
CCM 7.3 | 4 904 | 2% | iak | Niak | Niak | Niak | Niak | Niak | 4% | ||||||||
| Installatie, onderhoud en reparatie van instrumenten en apparaten voor het meten, regelen en controleren van de energieprestaties van gebouwen |
CCM 7.5 | 91 | —% | iak | Niak | Niak | Niak | Niak | Niak | 1,0% | ||||||||
| Gegevensverwerking, hosting en bijbehorende activiteiten |
CCM 8.1 | 1 679 | 1% | iak | Niak | Niak | Niak | Niak | Niak | —% | ||||||||
| Capex voor de taxonomie in aanmerking komende, maar ecologisch niet duurzame activiteiten (niet op taxonomie afgestemde activiteiten) (A.2) |
48 471 | 23% | 100% | 0% | 0% | 0% | 0% | 19% | ||||||||||
| A. CapEx van voor de taxonomie in aanmerking komende activiteiten (A.1 + A.2) |
134 870 | 64% | 0% | 0% | 0% | 0% | 0% | 0% | 58% | |||||||||
| B. NIET VOOR DE TAXONOMIE IN AANMERKING KOMENDE ACTIVITEITEN | ||||||||||||||||||
| Capex niet voor de taxonomie in aanmerking activiteiten (B) |
76 962 | |||||||||||||||||
| Totaal | 211 832 |
J - Ja: is een voor de taxonomie in aanmerking komende en gealigneerde activiteit voor de desbetreffende milieudoelstelling, N – Nee: is een voor de taxonomie in aanmerking komende maar niet gealigneerde activiteit voor de desbetreffende milieudoelstelling, niak: niet in aanmerking komend; deze activiteit komt niet voor de taxonomie in aanmerking voor de desbetreffende milieudoelstelling, iak: voor de taxonomie in aanmerking komende activiteit voor de desbetreffende doelstelling.
Decimaal alleen gebruikt voor minder dan 1%.
De teller bestaat uit (i) capex gerelateerd aan Taxonomie-geschikte en gealigneerde oplossingen van Bekaert en (ii) investeringen in verband met andere voor de taxonomie in aanmerking komende economische activiteiten die niet direct gelinkt zijn aan Taxonomie gealigneerde oplossingen van Bekaert (in beide gevallen gaat het om investeringen in het boekjaar 2024), zoals beschreven in punt 1.1.2.2 van bijlage I bij de Gedelegeerde verordening. De totale voor EU-Taxonomie in aanmerking komende capex wordt berekend op basis van de economische activiteiten die in de bovenstaande tabel zijn opgenomen. Van bovenstaande activiteiten worden de activiteiten 3.1, 3.2, 3.5, 3.6, 3.20, 7.3, 7.5 en 9.1 beschouwd als (toekomstig gealigneerde) faciliterende activiteiten, zoals bedoeld in artikel 10, lid 1, onder i), van Verordening (EU) 2020/852, terwijl de activiteiten 7.2 en 8.1 worden beschouwd als (toekomstig gealigneerde) transitie ondersteunende activiteiten, zoals bedoeld in artikel 10, lid 2, onder i), van Verordening (EU) 2020/852. In bepaalde scenario's waar investeringen in activa worden gebruikt om zowel in aanmerking komende als niet in aanmerking komende producten te vervaardigen, hebben wij een toewijzingsregel toegepast gebaseerd op het percentage in aanmerking komende inkomsten van producten die worden vervaardigd in de specifieke fabriek waar het capexproject werd uitgevoerd teneinde de in aanmerking komende investeringen te berekenen. Een soortgelijke aanpak werd gevolgd voor gealigneerde en niet-gealigneerde producten.
Elke business unit heeft haar kapitaaluitgaven in verband met de door Bekaert vervaardigde in aanmerking komende/gealigneerde producten afzonderlijk vastgesteld (letter (a) en (b) van punt 1.1.2.2 van bijlage I van de Gedelegeerde handeling inzake rapportage, met inbegrip van investeringen die voortvloeien uit een plan om het aandeel van de in aanmerking komende/gealigneerde activiteiten binnen 5 jaar te verhogen). In een tweede fase heeft elke business unit de investeringen die bij de vorige stap werden weggelaten, verder gescreend om de investeringen te identificeren die verband houden met de aankoop van output van economische activiteiten die in aanmerking komen voor de taxonomie (letter (c) van het genoemde punt 1.1.2.2). Los daarvan identificeerde de afdeling Financiën van de groep de investeringen in verband met andere voor de taxonomie in aanmerking komende economische activiteiten, die niet in de boekhouding van de business units waren opgenomen. Om dubbeltellingen te vermijden, werd deze informatie vervolgens samengevoegd en gevalideerd door Group Finance, volgens dezelfde principes als voor de geconsolideerde financiële rapportering.
Onze hogere geschiktheidsscore voor capex-uitgaven, ten opzichte van onze omzet-KPI, toont aan dat we strategische investeringen doen om het aandeel van onze in aanmerking komende en gealigneerde economische activiteiten voortdurend uit te breiden.
De noemer bestaat uit de totale investeringen van Bekaert in het boekjaar 2024 zoals bekendgemaakt in het Financieel Overzicht van dit verslag, met inbegrip
van de toevoegingen aan materiële en immateriële activa vóór afschrijvingen en eventuele waardeaanpassingen.
| Boekjaar 2024 | Criteria inzake substantiële bijdrage |
GEAD-criteria ("Geen ernstige afbreuk doen aan") |
|||||||||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Economische activiteiten | Code | Absolute OpEx | Aandeel OpEx | mitigatie maat Kli |
maatadaptie Kli |
Water | Verontreiniging | mie Circulaire econo |
Biodiversiteit | mitigatie maat Kli |
maatadaptie Kli |
Water | Verontreiniging | mie Circulaire econo |
Biodiversiteit | mgaranties mu Mini |
mde mende (A.2.) OpEx, jaar 2023 mie afgeste (A.1.) of ervoor in Aandeel van op merking ko taxono aan |
Categorie faciliterende activiteit |
transitieondersteunend e activiteit Categorie |
| In duizend € |
% | J; N; niak |
J; N; niak |
J; N; niak |
J; N; niak |
J; N; niak |
J; N; niak |
J/N J/N J/N J/N J/N | % | F | T | ||||||||
| A. VOOR DE TAXONOMIE IN AANMERKING KOMENDE ACTIVITEITEN | |||||||||||||||||||
| A.1 Ecologisch duurzame activiteiten (op taxonomie afgestemd) | |||||||||||||||||||
| Fabricage van technologieën voor hernieuwbare energie | CCM 3.1 | 1 036 | 1% | J | Niak Niak Niak Niak Niak | J | J | J | J | J | J | 1% | F | ||||||
| Fabricage van andere koolstofarme technologieën | CCM 3.6 | 61 615 | 35% | J | Niak Niak Niak Niak Niak | J | J | J | J | J | J | 0% | F | ||||||
| Productie, installatie en onderhoud van hoog-, midden- en laagspanningsapparatuur voor elektrische transmissie en distributie die resulteren in of bijdragen aan een substantiële bijdrage aan klimaatmitigatie |
CCM 3.20 |
114 | 0,1% | J | Niak Niak Niak Niak Niak | J | J | J | J | J | J | —% | F | ||||||
| Vervoer met motorfietsen, personenauto's en lichte bedrijfsvoertuigen |
CCM 9.1 | 1 143 | 1% | J | Niak Niak Niak Niak Niak | J | J | J | J | J | J | 3% | F | ||||||
| Dicht bij de markt aansluitend(e) onderzoek, ontwikkeling en innovatie |
CCM 6.5 | 2 795 | 2% | J | Niak Niak Niak Niak Niak | J | J | J | J | J | J | 0,3% | F | T | |||||
| Opex ecologisch duurzame activiteiten (op taxonomie afgestemd) (A.1) |
66 704 | 38% 100% | 0% | 0% | 0% | 0% | 0% | J | J | J | J | J | J | 4% | |||||
| Waarvan faciliterend | 63 909 | 37% 97% | 0% | 0% | 0% | 0% | 0% | J | J | J | J | J | J | 4% | F | ||||
| Waarvan transitieondersteunend | 2 795 | 2% | 3% | J | J | J | J | J | J | 0,3% | T | ||||||||
| A.2 Voor de taxonomie in aanmerking komende, maar ecologisch niet duurzame activiteiten (niet op taxonomie afgestemde activiteiten) | |||||||||||||||||||
| Fabricage van apparatuur voor de productie en het gebruik van waterstof |
CCM 3.2 | 5 970 | iak | Niak Niak Niak Niak Niak | 0,4% | ||||||||||||||
| Fabricage van energie-efficiënte apparatuur voor gebouwen | CCM 3.5 | 2 412 | 3% iak | Niak Niak Niak Niak Niak | 2% | ||||||||||||||
| Fabricage van andere koolstofarme technologieën | CCM 3.6 | 4 101 | 1% iak | Niak Niak Niak Niak Niak | 34% | ||||||||||||||
| Vervoer met motorfietsen, personenauto's en lichte bedrijfsvoertuigen |
CCM 6.5 | 10 834 | 2% iak | Niak Niak Niak Niak Niak | 3% |
| Boekjaar 2024 | bijdrage | Criteria inzake substantiële | GEAD-criteria ("Geen ernstige afbreuk doen aan") |
||||||||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Economische activiteiten | Code | Absolute OpEx | Aandeel OpEx | mitigatie maat Kli |
maatadaptie Kli |
Water | Verontreiniging | mie Circulaire econo |
Biodiversiteit | mitigatie maat Kli |
maatadaptie Kli |
Water | Verontreiniging | mie Circulaire econo |
Biodiversiteit | mgaranties mu Mini |
mde mende (A.2.) OpEx, jaar 2023 mie afgeste (A.1.) of ervoor in Aandeel van op merking ko taxono aan |
Categorie faciliterende activiteit |
transitieondersteunend e activiteit Categorie |
| In duizend € |
% | J; N; niak |
J; N; niak |
J; N; niak |
J; N; niak |
J; N; niak |
J; N; niak |
J/N J/N J/N J/N J/N | % | F | T | ||||||||
| Opex voor de taxonomie in aanmerking komende, maar ecologisch niet duurzame activiteiten (niet op taxonomie afgestemde activiteiten) (A.2) |
23 318 | 6% 100% | 0% | 0% | 0% | 0% | 0% | 39% | |||||||||||
| OpEx van voor de taxonomie in aanmerking komende activiteiten (A.1 + A.2) |
90 021 | 13% 100% | 0% | 0% | 0% | 0% | 0% | 43% | |||||||||||
| B. NIET VOOR DE TAXONOMIE IN AANMERKING KOMENDE ACTIVITEITEN |
52% | ||||||||||||||||||
| Opex niet voor de taxonomie in aanmerking activiteiten | 84 080 | ||||||||||||||||||
| Totaal | 174 101 |
J - Ja: is een voor de taxonomie in aanmerking komende en gealigneerde activiteit voor de desbetreffende milieudoelstelling, N – Nee: is een voor de taxonomie in aanmerking komende maar niet gealigneerde activiteit voor de desbetreffende milieudoelstelling, niak: niet in aanmerking komend; deze activiteit komt niet voor de taxonomie in aanmerking voor de desbetreffende milieudoelstelling, iak: voor de taxonomie in aanmerking komende activiteit voor de desbetreffende doelstelling.
Decimaal alleen gebruikt voor minder dan 1%.
Het begrip opex in de EU-Taxonomie is niet gelijk aan één post in de winst- en verliesrekening. De EU-Taxonomie heeft een specifiek toepassingsgebied voor de te rapporteren operationele kosten (beschreven in het deel over de noemer hieronder), daarom verwijzen wij naar dit gereduceerde concept als "toepasselijke" opex om het duidelijk te onderscheiden van de door Bekaert gerapporteerde lijnen in de resultatenrekening.
De teller bestaat uit (i) "toepasselijke" opex met betrekking tot activiteiten die in aanmerking komen voor en gealigneerd met de taxonomie (ii) "toepasselijke" opexkosten in verband met andere economische activiteiten die voor de taxonomie in aanmerking komen, zoals beschreven in punt 1.1.3.2 van bijlage I bij de Gedelegeerde handeling inzake rapportage. De totale voor de EU-Taxonomie in aanmerking komende en gealigneerde "toepasselijke" opex wordt berekend op basis van de in bovenstaande tabel genoemde economische activiteiten.
Alle bovenstaande activiteiten worden beschouwd als (toekomstig gealigneerde) ondersteunende activiteiten, als bedoeld in artikel 10, lid 1, onder i), van Verordening (EU) 2020/852, met uitzondering van activiteit 6.5 "Vervoer per motorfiets, personenwagens en lichte bedrijfsvoertuigen".
In bepaalde scenario's waarin het onmogelijk is de opexkosten toe te kennen aan individuele productlijnen, hebben wij een toewijzingsregel toegepast op basis van het percentage in aanmerking komende omzet van producten die binnen de business unit of het segment worden geproduceerd om de in aanmerking komende O&O-uitgaven, de renovatiemaatregelen voor gebouwen en de onderhouds- en reparatiekosten te berekenen.
Elke business unit heeft de uitgaven die voldoen aan de definitie van de EU-Taxonomie met betrekking tot de in aanmerking komende en gealigneerde producten afzonderlijk geëxtraheerd. Onze centrale inkoopafdeling identificeerde afzonderlijk de "toepasselijke" opexkosten in verband met de inkoop van andere voor de Taxonomie in aanmerking komende economische activiteiten, die niet in de boekhouding van de business units waren opgenomen. Op dezelfde manier identificeerde onze centrale afdeling Technologie en Innovatie de Oe&O-uitgaven met betrekking tot de in aanmerking komende en gealigneerde producten, die niet in de boekhouding van de business units waren opgenomen. Om dubbeltellingen te vermijden, werd deze informatie vervolgens samengevoegd en gevalideerd door Group Finance, volgens dezelfde principes als voor de geconsolideerde financiële rapportering.
Opex wordt in de gedelegeerde wet inzake rapportage gedefinieerd als directe niet-gekapitaliseerde kosten die betrekking hebben op onderzoek en ontwikkeling, renovatiemaatregelen voor gebouwen, kortlopende huurcontracten, onderhoud en reparatie, en alle andere directe uitgaven in verband met het dagelijkse beheer van materiële vaste activa. De noemer omvat de uitgaven die binnen deze definitie van opex passen.
Elke business unit haalde de onderhouds- en reparatiekosten (waaronder nietgeactiveerde uitgaven voor renovatiemaatregelen aan gebouwen) uit interne rapportagesystemen.
Bekaert integreert duurzaamheidsgerelateerde prestaties in haar lange termijn variabele vergoeding. In lijn met de toekenning voor de prestatieperiode 2023-2025, geldt voor de prestatieperiode 2024-2026 een ESG-korf (scope 1- en 2 CO2e -emissiereductie, duurzame oplossingen als % van de omzet en een veiligheidsdoelstelling) voor 10% van het gewicht. ESRS 2 E1 - GOV3 §13
Bij Bekaert geloven we dat het onze verantwoordelijkheid is om een betere toekomst te creëren.
Onze wetenschappelijk onderbouwde doelen voor de vermindering van broeikasgassen werden onafhankelijk gevalideerd door het Science Based Targets-initiatief (SBTi). Door hieraan deel te nemen en ons te verbinden tot doelen in overeenstemming met SBTi, zijn wij lid geworden van de Race to Zero van de UN Climate Champions en daarmee willen wij een aanzienlijke impact uitoefenen in de strijd tegen klimaatverandering.
We hebben ons het doel gesteld om onze scope 1- en 2- broeikasgasemissies (BKG) – die voor het grootste deel afkomstig zijn van de elektriciteit die we inkopen en van het gas dat in onze fabrieken wordt gebruikt - tegen 2030 met 46,2% te verminderen (ten opzichte van 2019) en we hebben de ambitie om een net zero koolstofuitstoot te bereiken tegen 2050.
Naast onze eigen activiteiten is het ook ons doel om onze scope 3-emissies van aangekochte goederen en diensten tegen 2035 met 19,7% te verminderen (ten opzichte van 2019).
Ons doel en onze ambitie moeten worden ondersteund door beleidsvorming, voldoende beschikbaar staal van koolstofarme productieprocessen en alle actoren in de waardeketen en naties om dienovereenkomstig te handelen.
We hebben een roadmap ontwikkeld om onze decarbonisatiedoelen te behalen en kunnen vooruitgang aantonen. We hebben een 2030 transitieplan waarin de stappen en acties staan die de business units en de verschillende functies moeten nemen om onze milieudoelen te behalen. Het 2030 transitieplan werd goedgekeurd door zowel het Bekaert Group Executive als de Raad van Bestuur.
Het 2030 transitieplan is geïntegreerd in de 2030 businessplannen van elke business unit van Bekaert, waaronder de financiële middelen die nodig zijn om de doelen te behalen.
Meer informatie over de vooruitgang die we in 2024 hebben geboekt ten opzichte van onze doelen (waaronder de hefbomen) is beschikbaar in rubriek E1-4 on page 218.
Ten tweede zijn we vastbesloten het leven te verbeteren en waarde te creëren voor alle stakeholders door een positieve impact te creëren met onze duurzame oplossingen. We streven ernaar om in 2030 65% van onze omzet te halen uit duurzame oplossingen, een bewijs van onze toewijding om de manier waarop we leven en bewegen vorm te geven. Bij het definiëren van milieuvriendelijke oplossingen houden we ons aan de definities van de EU-Taxonomie en maken we gebruik van door derden geverifieerde levenscyclusanalyses (LCA's) voor op feiten gebaseerde vergelijkingen. Onze met EU-Taxonomie gealigneerde inkomsten zijn in 2024 gestegen tot 45%. Voor meer informatie over de belangrijkste prestatie-indicatoren van de met de taxonomie gealigneerde inkomsten, capex en opex verwijzen we naar de gedetailleerde EU -Taxonomie sectie op pagina 195.
Met deze doelen denken wij verder dan morgen, maken we verbetering mogelijk door innovatie en baseren wij onze initiatieven op de nieuwste wetenschappelijke inzichten die bijdragen tot een duurzame toekomst op langere termijn.
We hebben de bestaande belangrijke activa in onze fabrieken wereldwijd geanalyseerd en zijn tot de conclusie gekomen dat de activa met een potentiële carbon lock-in voornamelijk beperkt zijn tot gasgestookte ovens of baden. Door deze ovens en baden te elektrificeren, kunnen we het gebruik van gas verminderen of elimineren.
We kunnen te maken krijgen met een carbon lock-in als activa aangedreven door fossiele brandstoffen niet worden vervangen door activa aangedreven door groene technologieën, een transitie die afhangt van toekomstige kosteneffectieve technologische vooruitgang en ondersteunende beleidsmaatregelen. ESRS E1-1 §16d
In het kader van het transitieplan hebben we meerdere hefbomen geïdentificeerd om op kortere termijn koolstofarmer te worden: we verhogen het gebruik van hernieuwbare elektriciteit door opwekking in onze fabrieken en externe (virtuele) PPA's, en we verlagen de energie die nodig is in onze productieprocessen. Met een blik op de toekomst hebben we duidelijke kansen voor de komende jaren geïdentificeerd, die momenteel verder worden onderzocht, met een primaire focus op initiatieven die additionaliteit stimuleren.
Voor het opwekken van hernieuwbare energie richten we ons op zonne- en windenergie. Meer informatie over onze maatregelen is beschikbaar in rubriek E1-3 on page 214.
Naarmate de technologie vordert, zullen we elektrificatie, het gebruik van biobrandstoffen en/of groene waterstof verder onderzoeken en evalueren.
Kortom, onze decarbonisatie roadmap bestaat momenteel uit meer dan 1000 afzonderlijke projecten die betrekking hebben op de bovengenoemde hefbomen voor decarbonisatie en op het verkennen van oplossingen op langere termijn. ESRS E1-1 §16b, j
De beste manier om de toekomst te voorspellen, is deze zelf creëren', een beroemde uitspraak van managementconsultant en auteur Peter Drucker, inspireert ons om het voortouw te nemen bij de ontwikkeling van duurzame producten en processen. Bij Bekaert engageren we ons om de vooruitgang in nieuwe mobiliteit, duurzaam bouwen en de energietransitie te versnellen. Bij het ontwerp van onze producten en oplossingen staat duurzaamheid centraal, zodat duurzame praktijken geïntegreerd zijn in hun hele levenscyclus en in onze waardeketen.
Onze duurzame oplossingen dragen bij aan het beperken van klimaatverandering door groenere eindmarkten mogelijk te maken en/of de uitstoot van broeikasgassen GHG) gedurende de levenscyclus te verminderen in vergelijking met gangbare alternatieven. Dit laatste bereiken we door bepaalde traditionele staalproducten te vervangen door koolstofarme of lichtgewicht alternatieven en/of door beter presterende producten aan te bieden die de total cost of ownership (TCO) verlagen.
Bekaert engageert zich om het voortouw te nemen in het creëren van een groenere wereld door duurzame oplossingen aan te bieden die de transitie in verschillende sectoren ondersteunen. Van groene waterstofproductie via onze Currento® metaalvezelmedia tot offshore wind- en zonne-energie met onze verankeringsoplossingen en duurzame betonversterking met onze Dramix® vezels, Bekaerts innovaties bevorderen de overgang naar een groenere, duurzamere toekomst.
Bekaert werd geselecteerd voor een financiering tot € 23,6 miljoen uit het EU-Innovatiefonds 2023 voor haar project 'GRAND PIANO', dat de productie van groene technologie in Europa veilig stelt. Het feit dat Bekaert geselecteerd is voor deze subsidie zal essentiële product- en procesinnovatie mogelijk maken voor elektrolysestacks, het hart van groene waterstofproductiesystemen.
Meer details zijn beschikbaar in ons persbericht.
Over het EU-innovatiefonds
Het Innovatiefonds is een van 's werelds grootste financieringsprogramma's voor de inzet van innovatieve net zero uitstoot- en koolstofarme technologieën en is bedoeld om bedrijven te helpen investeren in groene energie en technologieën op de markt te brengen die de Europese industrie kunnen decarboniseren.
"Deze subsidie versnelt onze bijdrage aan competitieve groene waterstofproductie op schaal."
Meer informatie over de bijdrage van onze duurzame oplossingen in de circulaire economie en hoe we levenscyclusanalyses (LCA's) gebruiken om onze inspanningen te sturen, is beschikbaar in rubriek E5-2 on page 235. ESRS E1-1§16a,b
De klimaatgerelateerde impacts, risico's en kansen zijn geïdentificeerd en beoordeeld in het kader van het dubbele materialiteitsbeoordelingsproces (zie rubriek IRO-1 op pagina 192), met inbegrip van de conclusies van de 2024 ERM-oefening (zie Enterprise Risk Management in de Corporate Governance Verklaring op pagina 69), evenals de inzichten uit de risicostudie fysische klimaatverandering (see page 210)
De volgende materiële thema's met betrekking tot de klimaatverandering werden geïdentificeerd voor Bekaert:
| Negatieve impact |
Onze productieprocessen zijn energie-intensief en we stoten CO2e uit, voornamelijk indirect door ons gebruik van aangekochte elektriciteit, maar ook direct door het gebruik van gas. Onze walsdraadleveranciers (Bekaerts belangrijkste grondstof) hebben een hoge koolstofvoetafdruk. We werken er voortdurend aan om onze eigen activiteiten energie-efficiënt te maken, terwijl we tegelijkertijd werken aan een langetermijnstrategie voor elektrificatie. We kopen hernieuwbare energie in en installeren energieopwekking op onze eigen productiesites (zon en wind) waar dat beschikbaar en technisch/economisch haalbaar is. We pakken de uitstoot van onze leveranciers aan door over te stappen van de inkoop van staal van een productieproces met hoge koolstofuitstoot naar meer staal van een productieproces met lage koolstofuitstoot, waar dit economisch haalbaar is en tegemoet komt aan de eisen van de klant. Door een evenwicht te vinden tussen de kosten en energie die nodig zijn voor onze eigen activiteiten en de grondstoffen voor de toeleveringsketen, zorgen we ervoor dat we financieel weerbaar zijn en tegelijkertijd een verantwoordelijk bedrijf zijn. |
|---|---|
| Positieve impact |
Door de verscheidenheid aan producten en oplossingen die we onze klanten bieden, dragen we bij aan het koolstofvrij maken van de wereld en het terugdringen van de opwarming van de aarde. We streven ernaar om tegen 2030 65% van onze inkomsten te genereren uit duurzame oplossingen, maar we kunnen dit niet alleen. Om dit doel te bereiken, is een duidelijke aantrekking van de markt nodig inclusief de bereidheid om hiervoor te betalen. Daarnaast moeten ook de politieke en economische randvoorwaarden in de landen waar we actief zijn, gunstig zijn. |
| Risico | De staalindustrie is een moeilijk te vergroenen sector en deze vergroening zal aanzienlijke inspanningen en investeringen vergen. We zijn sterk afhankelijk van hoe de staalsector evolueert en of staal van koolstofarme productieprocessen al dan niet beschikbaar is in de hoeveelheden, kwaliteiten en competitieve prijzen die de waardeketen nodig heeft. Bovendien moet dit alles ondersteund worden door adequate beleidsvorming en internationale, eerlijke handelsprogramma's om een gelijk speelveld te creëren. |
| Opportuniteit | We zien een kans om onze portfoliomix en ons productaanbod verder te transformeren en te ontwikkelen met schone oplossingen die decarbonisatie mogelijk maken en de opwarming van de aarde tegengaan. Om deze kans te kunnen benutten, hebben we echter een duidelijke marktwerking nodig en de bereidheid om ervoor te betalen, evenals gunstige politieke en economische randvoorwaarden in de landen waar we actief zijn. |
Meer informatie over onze broeikasgasemissies is beschikbaar in rubriek E1-6 on page 220. ESRS E1-IRO 1 §20a
Klimaatgerelateerde kansen en risico's zijn in kaart gebracht volgens het classificatieraamwerk van de Task Force on Climate-related Financial Disclosures (TCFD), dat zowel transitie- als fysische risico's en kansen omvat.
| Kansen van klimaatverandering | |||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Efficiënt materiaalgebruik |
Duurzame producten en diensten |
Hernieuwbare energiebronnen |
Veerkracht | Nieuwe financiële bronnen |
|||||
| We optimaliseren onze productieprocessen door middel van programma's voor energie-efficiëntie, emissiereductie, water en afvalbeheer. |
Onze oplossingen zijn essentieel voor het koolstofvrij maken van andere sectoren en bieden ons toegang tot nieuwe zakelijke kansen. |
Ons plan voor hernieuwbare energie stelt ons in staat om de koolstofuitstoot te verminderen door energieopwekking in onze fabrieken en overeenkomsten voor stroom uit hernieuwbare bronnen ((v)PPA's). |
Dankzij onze strategische planning en actieve benadering van risicobeheer kunnen we risico's en kansen opnemen in de bedrijfsstrategie. |
Onze duurzaamheidsstrategie maakt het bedrijf aantrekkelijk voor investeerders en creëert toegang tot nieuwe financiële bronnen. |
| Transitierisico's door klimaatverandering | Fysische risico's door klimaatverandering |
|||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| Regelgeving | Technologie | Markt | Reputatie | Acuut | Chronisch | |
| De evoluerende klimaatregelgeving en koolstofprijsmecha nismen kunnen een strategische impact hebben en/ of kosten en prijzen verhogen. |
Kosten als gevolg van technologische veranderingen die nodig zijn voor de transitie naar een koolstofarme economie. Geleidelijke vervanging van productaanbod en productieprocessen door oplossingen met een lagere koolstofuitstoot en/of meer circulaire opties. |
Veranderend gedrag van klanten in de richting van duurzamere keuzes, verschuivingen in inkoop en onzekerheden en/of vertragingen in de transitie van de energiemarkt kunnen een risico vormen voor sommige bestaande producten en/of de kosten beïnvloeden. |
Hogere eisen van belangrijke stakeholders (klanten, investeerders, ) die de duurzaamheidsagen da en onze prestaties sturen. |
Het vaker voorkomen van extreme weersomstandighed en (voornamelijk overstromingen, zware regenval en windstormen) kan een impact hebben op onze activiteiten en toeleveringsketen. |
Toenemende blootstelling aan hittestress, droogte en ongunstige weersomstandighed en kan een impact hebben op de arbeidsomstandighe den. |
In onze strategische plannings- en risicobeheerprocessen evalueren we voortdurend risico's en kansen aan de hand van relevante criteria. Dit stelt ons in staat om onze strategie, waar nodig, aan te passen als zich nietingeschatte externe gebeurtenissen zouden voordoen De scenario's waarop onze klimaatgerelateerde scenarioanalyse is gebaseerd, worden beschreven in de rubrieken "Veerkracht met betrekking tot klimaatverandering" en "Risicostudie fysische klimaatverandering". ESRS E1 - SBM3 §16h §18, AR8b
We hebben doelen en uitgebreide plannen opgesteld om onze eigen activiteiten duurzamer te maken en ons portfolio voortdurend aan te passen aan de behoeften van de markt door duurzame oplossingen aan te bieden. Het feit dat we doelen hebben gesteld voor onze eigen activiteiten op basis van een scenario van 1,5 graden, terwijl het huidige overheidsbeleid een stijging van meer dan 2 graden impliceert1 , toont aan dat veerkracht in de kern van onze strategie zit.
Om de veerkracht en de aanpasbaarheid van onze strategische plannen en businessmodellen in het licht van de klimaatverandering te garanderen, integreren we de volgende stappen in ons strategische plannings- en beoordelingsproces waarbij we kijken naar de impact op middellange termijn (tot 2030):
Om de geïdentificeerde klimaatgerelateerde risico's en kansen aan te pakken, hebben we voor elke business unit specifieke, uitvoerbare stappen gedefinieerd, die een proactieve en veerkrachtige benadering van duurzaamheid verzekeren.
ESRS E1 - SBM3 §19, AR7b, IRO1 §20c, §21
In het kader van Bekaerts strategie naar klimaatrisicobeheer werd in 2022 samen met WTW (voorheen Willis Towers Watson) een diepgaande klimaatrisico-studie uitgevoerd om de mogelijke impact van fysische klimaatverandering op Bekaerts wereldwijde activa en operaties te beoordelen. In 2023 en 2024 heeft Bekaert deze studie verder verfijnd met de nadruk op het verder verhogen van het bewustzijn bij de verschillende teams, het identificeren van adaptatieoplossingen, het uitwerken van een aanpak voor mitigatieplannen en het in kaart brengen van de belangrijkste blootstellingen van belangrijke leveranciers.
De klimaatrisicostudie was gericht op het identificeren van potentiële toekomstige kwetsbaarheden, gevolgen hiervan te kwantificeren en het bepalen van risicobeheersmaatregelen voor Bekaerts activiteiten ten gevolge van de blootstelling aan fysische klimaatverandering.
Drie klimaatveranderingsscenario's (representatieve concentratiepaden (RCP) 2.6, 4.5 en 8.5) werden in beschouwing genomen op basis van het vijfde evaluatieverslag (AR5) van het IPCC (Intergovernmental Panel on
1 referentie Verslag van 2024 van de Verenigde Naties over de hiaten in emissies
Climate Change), en die in kaart zijn gebracht met de meest recente 'Shared Social Economic Pathways' (SSPs) uit het zesde IPPC Assessment Report (AR6).
De scenario's gaan uit van een opwarming van de aarde met 1,5°C, 2°C-3°C en > 4°C van de wereldwijde gemiddelde oppervlaktetemperatuur tegen 2100 (zie ook de door het IPCC gepubliceerde grafiek).
Voor elke locatie werd de evolutie in materiële acute en chronische fysische gevaren van klimaatverandering beoordeeld voor elk traject en voor de belangrijkste tijdshorizonten, met de nadruk op de huidige en nabije "startbasis" en een toekomstige middellangetermijnhorizon naar het midden van de eeuw (2040-2050).

Verandering van de wereldwijde oppervlaktetemperatuur ten opzichte van 1850-1900 (uit het rapport Climate Change 2021 van het IPCC).
De volgende klimaatrisico's en potentiële blootstellingen werden als materieel beschouwd voor Bekaerts fysische activa en activiteiten.
| Acuut gevaar | Rivieroverstroming | Kustoverstroming | Windstorm | ||
|---|---|---|---|---|---|
| Waarschijnlijkheid en omvang van overstroming door mogelijke zware rivieroverstromingen |
Waarschijnlijkheid en omvang van overstroming door mogelijke zware kustoverstromingen en zeespiegelstijging |
Schadelijke windvlagen door zware windstormen |
|||
| Chronisch gevaar |
Hittestress | Droogtestress | Neerslag | Brandgevaarlijk weer |
|
| Jaarlijks aantal hittegolfdagen met aanhoudende hoge temperaturen van meer dan 30°C |
Jaarlijks aantal periodes met langdurige droogte (maanden) |
Jaarlijks aantal dagen met zware regenval van meer dan 30 mm |
Gebieden die blootstaan aan meteorologische brandomstandighed en en duur van het brandseizoen (maanden) |
We gaan ervan uit dat deze ook van toepassing zijn op bedrijven in vergelijkbare sectoren in dezelfde geografische gebieden waar we actief zijn.
WTW werkte nauw samen met Bekaert en hun belangrijkste stakeholders om de onderliggende aannames van de beoordelingsstudie te valideren. Deze varieerden van een diagnose op een hoger niveau van de toekomstige blootstelling aan klimaatrisico's (bijvoorbeeld of activa zich bevinden in zones die zijn blootgesteld aan klimaatrisico's) tot een beoordeling van potentiële kwetsbaarheden. Vervolgens hebben we de potentiële financiële risicowaarde ten gevolge van deze potentiële kwetsbaarheden gekwantificeerd met behulp van door de verzekeringsmarkt erkende klimaatrisicomodellen voor ernstige gebeurtenissen met een lage waarschijnlijkheid, zoals overstromingen en windstormen.
De methodologie gebruikt voor de ruimere beoordeling van de klimaatblootstelling en -kwetsbaarheid omvatte een analyse per activa voor een reeks blootstellingen aan klimaatrisico's zowel nu als voor de toekomst in de geselecteerde scenario's waarvoor gegevens beschikbaar waren. Dit werd verder aangevuld met een value-atrisk analyse van de geïdentificeerde potentiële kwetsbaarheden, waaronder de berekening van directe fysische schade en bedrijfsonderbreking door extreme klimaatgebeurtenissen zoals overstromingen en windstormen en chronische gevaren zoals hittestress en droogte.
De voor deze analyse gebruikte data en modellen omvatten geavanceerde klimaatmodellen en databanken die in de verzekeringssector worden gebruikt voor de premiebepaling van risico's, alsmede gepubliceerd onderzoek en informatiemateriaal van het Intergouvernementeel Panel inzake klimaatverandering (IPCC). De klimaatrisico's werden bepaald uit een aantal gegevensbronnen, waaronder WTW's eigen Global Peril Diagnostic en Climate Diagnostic modellen, gegevens van Munich Re hazard-databases en onderzoeksresultaten van het IPCC.
Bekaert heeft een blootstellingsanalyse- en zelfbeoordelingstool uitgerold naar alle productievestigingen om het bewustzijn over klimaatverandering te vergroten en inzichten te verzamelen over de paraatheid en haalbaarheid van mitigatieplannen. Het resultaat van deze beoordeling helpt ons bij het verder ontwikkelen van onze adaptatieaanpak en ons adaptatieplan. Bij projectevaluaties wordt ook rekening gehouden met blootstelling aan klimaatrisico's.
ESRS E1-IRO 1 §20bi,ii
Hieronder volgt een samenvatting van de potentiële klimaatrisico's voor Bekaerts fysieke activa en operaties, samen met de huidige en toekomstige adaptatie- en beschermingsmaatregelen. In het algemeen is de impact op onze voetafdruk het grootst voor overstromingen, regenval en hittestress, matig voor droogte en brandgevaarlijk weer, en gering voor windstormen (hoewel ze vaker voorkomen) op middellange tot lange termijn. Het resultaat van onze beoordeling wordt gebruikt om mitigatie- en adaptatieoplossingen te definiëren en te prioriteren om de blootstelling aan fysieke klimaatrisico's te verminderen.
De adaptatie-aanpak van Bekaert zal verder worden ontwikkeld op basis van zowel specifieke lokaal gerichte maatregelen, lokale inzichten (voortkomend uit de uitgevoerde zelfbeoordeling) als overkoepelende maatregelen voor een breder spectrum van plausibele geïdentificeerde risico's, en volgens de kernbeginselen 'geen significante schade berokkenen' overeenkomstig de richtlijnen van de EU-Taxonomie.
Naast de hieronder samengevatte conclusies worden de vastgestelde potentiële kwetsbaarheden nader in detail geëvalueerd om de meest blootgestelde operaties te valideren en/of verder aan te passen en hun veerkracht te versterken. De ontwerpnormen en operationele parameters worden onder meer aangepast aan de klimaatverandering.
Zoals uiteengezet in de tabel, onderneemt Bekaert reeds actie om de huidige en toekomstige fysische klimaatrisico's te beperken, maar in dit stadium kunnen we de totale kost hiervan niet kwantificeren.
Het is aannemelijk dat ernstige gebeurtenissen met een lage waarschijnlijkheid ook regionale infrastructuren die geen eigendom van Bekaert zijn, kunnen treffen. Bekaert zal nauw blijven samenwerken met de lokale autoriteiten en zal waar nodig haar nood- en operationele continuïteitsplanning verder aanpassen aan deze van de lokale autoriteiten, vóór, tijdens en na potentiële incidenten.
| Huidig klimaatrisico | Klimaatrisico's voor 2050 in het hoge-emissiescenario (RCP 8.5) |
Bescherming en adaptatie aanpak |
|
|---|---|---|---|
| Droogte | |||
| Momenteel bevinden sommige van Bekaerts activiteiten zich in een omgeving met grote droogtestress, met gemiddeld meer dan 4 maanden droogte per jaar. Deze omstandigheden gaan gepaard met problemen van waterschaarste in de regio's en in sommige gebieden met een onderbreking van de elektriciteitsvoorziening uit waterkrachtbronnen. In 2024 heeft dit niet geleid tot materiële of onverwachte gevolgen voor de business. |
De bestaande droogtestress zou in dit scenario nog worden verergerd door langere droogteperioden en doordat nieuwe regio's en installaties aan deze omstandigheden worden blootgesteld. Dit kan leiden tot watertekorten en mogelijk de operaties verstoren van installaties met waterafhankelijke processen. De beschikbaarheid van waterkracht zou verder kunnen worden aangetast. |
Bekaert neemt vandaag reeds maatregelen om het zoet watergebruik in de productie tot een minimum te beperken, wat de toekomstige potentiële risico's zou helpen verminderen. Er worden verdere plannen ontwikkeld met betrekking tot de opbouw van interne reserves en verlaging van de water- en stroomvoorzieningsafhankelijkheid. |
| Huidig klimaatrisico | Klimaatrisico's voor 2050 in het hoge-emissiescenario (RCP 8.5) |
Bescherming en adaptatie aanpak |
|
|---|---|---|---|
| Hittestress | |||
| Een deel van de wereldwijde activiteiten vindt reeds plaats in gebieden met matige en grote hitte. Dit brengt een risico met zich mee van een beperkt productiviteitsverlies tijdens hitteperiodes en een hoger verbruik van airconditioning/energie op locaties met strenge luchtkwaliteitseisen. Onze productievestigingen werden in 2024 niet getroffen door materiële incidenten. |
Het aantal hittegolfdagen en de geografische spreiding van hittezones neemt toe, wat een impact heeft op bijkomende activiteiten en het risico voor bestaande activiteiten waarschijnlijk zou verhogen. |
Bekaert implementeert reeds maatregelen ter aanpassing aan hittestress in zijn activiteiten met betrekking tot ventilatie- en koelingsoplossingen gericht op productkwaliteit, gezondheid en veiligheid. Er wordt rekening gehouden met mogelijke negatieve impact, zoals de impact op het energieverbruik. Aanvullende maatregelen zullen worden onderzocht om de efficiëntie van HVAC-systemen, nieuwe technologieën en automatisering verder te verbeteren. |
|
| Neerslag | |||
| Delen van de wereldwijde operaties bevinden zich reeds in gebieden met zware regenval. Hierdoor ontstaat het risico van plaatselijke overstromingen en plasvorming rond productiefaciliteiten en van lekkende daken. De gevolgen kunnen schade aan de omliggende infrastructuur omvatten, zoals toegangswegen, uitrusting en materiaal, alsook verstoring van de werking van essentiële nutsvoorzieningen. Onze productievestigingen werden in 2024 niet getroffen door materiële incidenten. |
Het aantal dagen met zware regenval neemt toe, wat de omstandigheden schept voor frequentere gevolgen. |
Bekaert heeft reeds een beschermingsniveau ingebouwd in het ontwerp van gebouwen en door onderhoudsregimes van daken en drainagesystemen. Verdere stappen zullen worden overwogen om de weerstand tegen dit gevaar te vergroten door bijkomende evaluaties van de kwetsbaarheden van de site om het beschermingsniveau waar nodig te versterken of te verhogen. |
|
| Brandgevaarlijk weer | |||
| Matige brandgevaarlijke weersomstandigheden zijn voor een klein deel van alle activa relevant. Dit kan leiden tot materiële schade en verstoring van de nutsvoorzieningen door plaatselijke branden. Onze productievestigingen werden in 2024 niet getroffen door materiële incidenten. |
Ongunstige omstandigheden nemen toe en het aantal locaties dat overgaat naar gematigde omstandigheden en een langer brandseizoen verdubbelt. |
Bekaert neemt reeds maatregelen om een goed niveau van brandbeveiliging voor zijn activa en activiteiten te handhaven. Het is redelijk te veronderstellen dat de bestaande maatregelen voor brandcontrole en -preventie de kans op ernstige gevolgen in de toekomst zullen verminderen. |
|
| Overstroming | |||
| Delen van de operaties van Bekaert bevinden zich in zones waar ernstige overstromingen met een lage waarschijnlijkheid kunnen voorkomen. De gevolgen voor die activa kunnen schade aan infrastructuur, uitrusting en materiaal omvatten, alsook verstoring van de werking van essentiële nutsvoorzieningen. In 2024 liep onze productievestiging in Bohumin (CZ) schade op door regionale overstromingen als gevolg van de cycloon Boris. |
Geen substantiële veranderingen in de blootstelling aan kust- of rivieroverstromingen, maar op sommige locaties is de blootstelling reeds zeer hoog. |
Een preventie- en beschermingsaanpak voor blootgestelde gebieden is in voege. Waar nodig zal Bekaert bijkomende stappen ondernemen om de bescherming te verhogen en het risico te beperken. |
| Huidig klimaatrisico | Klimaatrisico's voor 2050 in het hoge-emissiescenario (RCP 8.5) |
Bescherming en adaptatie aanpak |
|
|---|---|---|---|
| Windstorm | |||
| Sommige sites van Bekaert worden matig door windstormen getroffen, terwijl de meerderheid van hun activa niet materieel zijn blootgesteld. Er is een risico op windschade aan blootgestelde sites en verstoring van de werking van essentiële nutsvoorzieningen. Onze productievestigingen werden in 2024 niet getroffen door materiële incidenten. |
Geen wezenlijke veranderingen in de blootstelling aan windstormen. |
Bij het ontwerp van bestaande gebouwen en installaties wordt reeds rekening gehouden met zware wind. Redelijkerwijs kan worden aangenomen dat een goed onderhouds- en inspectieregime van de huidige locaties, alsmede het volgen van de beste praktijken inzake windontwerpspecificaties, noodplannen en bedrijfscontinuïteitsplannen significante impact op de activiteiten zouden moeten helpen voorkomen en beperken. |
| Heel hoog | Hoog | Gematigd | Laag | Heel laag |
|---|---|---|---|---|
| ----------- | ------ | ---------- | ------ | ----------- |
De informatie over de processen voor het identificeren en beoordelen van klimaatgerelateerde materiële impacts, risico's en kansen is te vinden in rubriek E1 SBM-3 op pagina 189.
Ons doel is om de planeet te beschermen met twee aandachtspunten in het achterhoofd: van Bekaert een duurzamer bedrijf maken en bijdragen tot een duurzamere wereld met onze duurzame oplossingen. Het is onze ambitie om onze ecologische voetafdruk te verkleinen door meer hernieuwbare energie te gebruiken en onze energie-efficiëntie te verbeteren.
Ons beleid inzake energie en klimaatverandering is ontworpen om onze organisatie af te stemmen op onze decarbonisatie roadmap. Het beleid is van toepassing op alle geconsolideerde activiteiten en entiteiten van Bekaert. De Chief Operating Officer (COO) houdt toezicht op het formuleren van het beleid. De divisie-CEO's zijn,met ondersteuning van de relevante bedrijfsfuncties, verantwoordelijk voor de implementiate van dit beleid in hun respectievelijke business unit en activiteiten. De Engelse versie van het beleid is beschikbaar op onze website.
ESRS E1-2 §24, 25
We hebben een decarbonisatie roadmap ontwikkeld voor de periode van ons referentiejaar 2019 tot 2030, in lijn met het eindjaar van onze door de SBTi goedgekeurd scope 1- en 2 CO2e-doel. Onze strategie maakt gebruik van verschillende belangrijke hefbomen: het verbeteren van de energie-efficiëntie in onze vestigingen door middel van You Know Watt-projecten, het installeren van duurzame energieopwekking in onze fabrieken en het aankopen van groene stroom via (v)PPA's.
In de periode 2019-2024 hebben onze acties geleid tot een vermindering van de CO2e-uitstoot met ongeveer 333 000 ton.
In de toekomst verwachten we een verdere decarbonisatie van het elektriciteitsnet tegen 2030 naarmate er meer hernieuwbare capaciteit beschikbaar wordt in de landen waar we actief zijn.
Tegen 2030 willen we nog eens 380 000 ton CO2e-uitstoot verminderen via verschillende hefbomen.
Om ons doel voor 2030 te halen, schatten we dat we meer dan € 30 miljoen aan kapitaaluitgaven zullen doen en meer dan € 10 miljoen aan operationele uitgaven (cumulatief). ESRS E1-3 §29a, b, c, AR21

In 2024 hebben we verdere stappen gezet in ons portfolio van duurzame oplossingen in alle markten waarin we actief zijn. Zo hebben we ons aanbod in synthetische offshore hijs- en verankeringsoplossingen uitgebreid met de overname van BEXCO, een toonaangevende wereldwijde speler met meer dan 50 jaar succes in synthetisch touw voor zowel conventionele als hernieuwbare offshore energieproductie. Daarnaast zijn we een partnershapsovereenkomst met Toshiba aangegaan rond Membraan Electrode Assemblage (MEA) technologie voor Proton Exchange Membraan (PEM) elektrolyzers om de vooruitgang van groene waterstofproductie op schaal te versnellen. Dit partnerschap zal de elektrolyzerindustrie helpen op te schalen en de energietransitie te bewerkstelligen die nodig is voor de net zero uitstoot-toekomst.
Op het gebied van bandenversterking hebben we onze leidende positie in de sector behouden door onze portfolio van staalkoordgamma voor bandenversterking met super- (ST) en ultrahoge treksterktee (UT) uit te breiden, en we boeken tastbare vooruitgang bij het invoeren van een hoog gehalte gerecycleerd staal in onze ST/UT-portfolio.
Een andere belangrijke doorbraak is dat we klaar zijn voor de Mega Tensile (MT – megahoge treksterkte) technologie, die bandenfabrikanten in staat stelt om het gewicht verder te verlagen en de rolweerstand te verminderen, dankzij de nieuwe generatie versterkingskracht. Door het gewicht van het staal tot 20% en het rubber tot 10% te verminderen, draagt MT bij tot een betere brandstofefficiëntie of een groter bereik van elektrische voertuigen - zonder afbreuk te doen aan de kwaliteit.
Twee van onze duurzame oplossingen om de klimaatverandering tegen te gaan zijn bekroond met het Solar Impulse Efficient Solution Label, dat wordt toegekend aan producten, diensten en processen die geloofwaardige ecologische en economische prestaties combineren en tegelijkertijd beter presteren dan de gangbare marktopties. Begin 2023 werd Bekaert partner van de Solar Impulse Foundation, een belangrijke nonprofitorganisatie opgericht door Bertrand Piccard, toegewijd aan het promoten van duurzame en winstgevende oplossingen. Dramix® staalvezel voor koolstofarme betonversterking was de eerste Bekaert-oplossing die het Solar Impulse Foundation Label kreeg in 2023, gevolgd door Currento® poreuze transportlaag voor waterstofproductie in 2024. Gedurende het hele jaar hebben we samengewerkt met de Solar Impulse Foundation en haar partners om te pleiten voor de invoering van duurzame oplossingen om het traject naar net zero uitstoot te versnellen.
Door het materiaalgebruik te verminderen met behoud van prestaties (dematerialisatie) of door gerecycleerde, herbruikbare of hernieuwbare materialen te gebruiken, dragen onze duurzame oplossingen bij aan het verlagen van onze scope 3-upstreamemissies.
We verwijzen naar de rubriek EU-Taxonomie op pagina 195 voor meer informatie over onze in aanmerking komende en gealigneerde inkomsten, capex en opex, die onze roadmap voor duurzame activiteiten en oplossingen ondersteunen.
Verdere groei in duurzame oplossingen zal afhangen van de groei van de vraag naar hijs- en verankeringsoplossingen en de decarbonisatie van de bouwsector, waarvoor we momenteel een herfasering zien. We zien ook een vertraging in de transitie naar groene energie.
ESRS E1-3 §29 b,c
Een katalysator om broeikasgasemissies te beperken is het gebruik van hernieuwbare elektriciteit, waar die beschikbaar is. In totaal was 40% van de elektriciteit die we in 2024 verbruikt hebben afkomstig van hernieuwbare bronnen. In Colombia, Ecuador, Venezuela, Roemenië, en de VS is het elektriciteitsverbruik van Bekaert al grotendeels afkomstig van hernieuwbare energiebronnen.
Voor het opwekken van hernieuwbare energie richten we ons op zonne- en windenergie. We zoeken voortdurend naar investeringsmogelijkheden in zonne- en windenergie. In 2022 hebben we wereldwijd het potentieel onderzocht van het opwekken van zonne-energie in al onze fabrieken, op basis van technische haalbaarheid en economische criteria. Op basis van deze analyse hebben we de afgelopen jaren geïnvesteerd in verschillende zonnepanelenparken in onze productievestiging in Burgos (Spanje) en in Aalter (België). In 2024 installeerden we onze grootste zonnepanelen-capaciteit van 29 MegaWatt peak (MWp) op onze campus in Jiangyin (China). We hebben de intentie om de komende jaren extra zonne-energiecapaciteit toe te voegen volgens onze roadmap. Onze analyse wordt jaarlijks bijgewerkt.
Gezien de aard van onze activiteiten is stroomopwekking in onze fabrieken niet voldoende om aan onze vraag te voldoen. Hoewel we er voortdurend naar streven om onze activiteiten energie-efficiënter te maken, zien we het ook als onze rol om bij te dragen aan de algemene vergroening van het elektriciteitsnet door te investeren in nieuwe activa die extra hernieuwbare capaciteit genereren.
Hieronder volgt een overzicht van de deals die we hebben gesloten. In lijn met onze roadmap hebben we plannen voor extra PPA's in 2025 en daarna.
| Hefboom | Beschrijving | Energieprodu ctie (GWh/ jaar) |
Ton CO2e vermindering per jaar |
|---|---|---|---|
| Windturbines in Zwevegem (België), geïnstalleerd in 2012 | 13 | 1 800 | |
| Zonnepanelen op het dak in Aalter (België) geïnstalleerd in 2020 | 1 | 140 | |
| Investeringen in on-site hernieuwbare energie |
Zonnepanelenpark (op de grond gemonteerd) in Burgos (Spanje) geïnstalleerd in 2023 |
16 | 1 500 |
| Zonnepanelen op het dak in Jiangyin (China) geïnstalleerd in 2024 | 29 | 17 000 | |
| Toekomstig zonnepanelenpark (op de grond gemonteerd) in Italië, installatie voorzien in 2025 |
11 | 2 800 | |
| Toekomstig zonnepanelenpark in China, installatie voorzien in 2025 | 22 | 12 900 | |
| Power Purchase Agreements ((v)PPAs) |
Kings Plain, VS (windmolenpark) geïnstalleerd in 2020 | 125 | 41 500 |
| P1&2, India (zonnepanelenpark) geïnstalleerd in 2021 | 54 | 40 400 | |
| P3, India (zonnepanelenpark) geïnstalleerd in 2023 | 14 | 10 500 | |
| Rockhound, VS (zonnepanelenpark) naar verwachting geïnstalleerd in 2026 |
75 | 24 900 | |
| Vifor, Roemenië (windmolenpark) naar verwachting geïnstalleerd in 2026 |
100 | 20 800 |
We ontwikkelen en implementeren standaardoplossingen en -initiatieven die als doel hebben het energieverbruik en de broeikasgasemissies te beperken. Het Bekaert Manufacturing System (BMS), een gevestigd transformatieprogramma gericht op productieuitmuntendheid, voorziet in een lijst met richtlijnen en best practices rond energie- en uitstootbeperkende maatregelen.
Zoals eerder aangegeven, analyseren wij verschillende opties om onze thermische energie (voornamelijk gas) tegen 2050 volledig koolstofvrij te maken. Eén initiatief betreft het onderzoeken van de mogelijkheid om onze warmtebehandelingsprocessen te elektrificeren via een proefproject dat we momenteel uitvoeren.
Gezien onze ambitie om de koolstofvoetafdruk te beperken en het belang van energieconsumptie hierin, wordt onze energie-intensiteitsaanpak binnen het Bekaert Manufacturing System (BMS) verder opgekrikt via het 'You Know Watt' programma.
Omdat we ons ervan bewust zijn dat de productie van onze producten en oplossingen gepaard gaat met een aanzienlijke koolstof- en ruimere ecologische voetafdruk, is ons wereldwijde programma 'You Know Watt' erop gericht het energie- en waterverbruik en de afvalproductie op gestructureerde wijze verder terug te dringen.
Wij geloven in de kracht van al doende leren. Daarom hebben wij op basis van verschillende pilootprojecten, een specifiek en uitgebreid verbeteringsprogramma voor energie, water en afval ontworpen en geïmplementeerd. Het wordt fabriek na fabriek uitgerold volgens een gestructureerd proces gedurende een periode van twee tot drie maanden per locatie. We brengen 'You Know Watt' naar de lokale teams, evalueren de bevindingen, voeren efficiëntieverbeteringen door en delen verbeterideeën en best practices doorheen de onderneming.
'You Know Watt' richt zich op:
Zoals aangegeven in de tabel hebben we ons You Know Watt energie-efficiëntie programma verder uitgerold in Bekaerts belangrijkste productiefabrieken in 2024. Elk jaar worden fabrieken geselecteerd op basis van hun emissies, grootte van de fabriek en haalbaarheid van implementatie.
| KPI | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 |
|---|---|---|---|---|
| Aantal deelnemende productiefabrieken | 1 | 6 | 9 | 5 |
| Aantal medewerkers die training gevolgd hebben | 530 | 5 988 | 4 241 | 2 590 |
| Aantal nieuwe energiebesparingsinitiatieven | 30 | 418 | 527 | 520 |
| Bijkomende nieuwe geïdentificeerde energiebesparingen (GWh) | 25 | 249 | 190 | 209 |
| Aantal geïmplementeerde energiebesparingsinitiatieven | 111 | 128 | 246 | 257 |
| CO2e besparing (kt CO2e) | 20 | 14 | 36 | 49 |
Daarnaast worden de belangrijkste geïdentificeerde energie-efficiëntie hefbomen door You Know Watt in de volgende tabel opgesomd.
| Belangrijkste energie-efficiëntie hefbomen | Beschrijving |
|---|---|
| Vervanging van motoren | (1) Vervanging van oude en inefficiënte motoren door nieuwe motoren met een hoge efficiëntie (2) Het aanpassen van motoren en aandrijvingen aan de vereiste belasting |
| Warmte recuperatie en hergebruik | Recuperatie en hergebruik van afvalwarmte vanuit verschillende productieruimtes, zoals ovens, baden voor gesmolten metaal en compressorruimtes |
| Omleiden van processen | Reduceren van energie-intensiteit van bepaalde processen door over te stappen van grote, trager werkende machines naar de nieuwste machines met een laag energieverbruik door het optimaliseren van procesomleiding |
| Geoptimaliseerde torsie op kabel- en bundelmachines |
Upgrade van torsieschijven met de nieuwste Bekaert-technologie om de luchtwrijving in kableer- en bundelmachines te verlagen |
Deze projecten hebben, samen met diverse andere, geleid tot aanzienlijke besparingen op het gebied van energie-efficiëntie. De warmterecuperatie-units die zijn geïnstalleerd op 5 van onze ovens in een van onze Chinese fabrieken hebben bijvoorbeeld geleid tot een vermindering van 28,4% van de stoomintensiteit in de fabriek. Dankzij een goede samenwerking tussen onze experts van het engineeringteam en de energieteams in ons wereldwijde BMS-team en in de fabrieken, waren we in staat om dit project wereldwijd uit te breiden naar meerdere productielijnen bij Bekaert, te beginnen met 9 lijnen in 2024 en een verdere uitrol vanaf 2025. ESRS E1-3 §29 a, b, c, AR21
Bij het vaststellen van onze doelen voor klimaatverandering volgen we de definitie van het Greenhouse Gas Protocol zoals gedefinieerd door het World Resources Institute (WRI).
Het is ons doel om onze gecombineerde absolute scope 1 (directe emissies van bronnen die we in eigendom hebben of beheren) en scope 2 (indirecte emissies van aangekochte elektriciteit, verwarming en koeling) tegen 2030 met 46,2% te verminderen ten opzichte van 2019. Dit doel is in lijn met de doelstelling van 1,5 graad die is vastgelegd in de Overeenkomst van Parijs van 2015.
Het grootste deel van deze uitstoot is afkomstig van gas dat in onze fabrieken wordt gebruikt en van de elektriciteit die we aankopen.
Wij hebben ook als doel onze scope 3-emissies gerelateerd aan aangekochte goederen en diensten tegen 2035 met 19,7% te verminderen (ten opzichte van 2019).
Onze doelstellingen zijn gevalideerd door het Science-Based Targets Initiative (SBTi).
Daarnaast streven we naar net zero koolstofuitstoot in 2050.
Onze data over broeikasgasemissies en reductiedoelen hebben betrekking op emissies van CO2-equivalenten. De betreffende broeikasgassen voor Bekaert zijn CO2, methaan en HFK's2 , waarbij de uitstoot van alle andere broeikasgassen nul is.
In overeenstemming met de wetenschappelijk onderbouwde doelstellingen zijn onze doelen absoluut en gebaseerd op klimaatwetenschap, ongeacht toekomstige ontwikkelingen zoals veranderingen in verkoopvolumes of regelgevende factoren.
Met deze doelen, in overeenstemming met ons beleid inzake energie en klimaatverandering, denken wij verder dan morgen, maken we verbetering mogelijk door innovatie en baseren wij onze initiatieven op de nieuwste wetenschappelijke inzichten die bijdragen tot een duurzame toekomst op langere termijn. De hefbomen die we gebruiken om onze uitstoot te verminderen zijn in detail beschreven in de vorige rubrieken en hun impact is hieronder samengevat.
In 2024 verminderde Bekaerts geconsolideerde scope 1- en marktgebaseerde scope 2-broeikasgasemissies met -5,1 %ten opzichte van 2023 en met -20,2% ten opzichte van 2019, wat betekent dat we op schema zitten om ons doel van -46,2% tegen 2030 ten opzichte van de baseline te bereiken.
| Basisjaar (2019) | 2030 doel | 2035 doel | |
|---|---|---|---|
| BKG emissies Scope 1+2 (ktCO2e) | 1 652 835 | 889 225 | n.a. |
| BKG emissies Scope 3 Gekochte goederen & diensten | |||
| (ktCO2e) | 5 119 630 | n.a. | 4 111 063 |
ESRS E1-4 §33, 34
2 Fluorkoolwaterstoffen: synthetische organische verbindingen die fluor- en waterstofatomen bevatten.
| Energieverbruik en energiemix (in MWh) | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 |
|---|---|---|---|---|---|---|
| Brandstofverbruik uit ruwe olie en petroleumproducten | 143 478 | 135 171 | 154 443 | 65 950 | 59 977 | 66 550 |
| Brandstofverbruik uit aardgas | 1 324 556 | 1 225 855 | 1 271 363 | 1 293 915 | 1 215 832 | 1 188 561 |
| Brandstofverbruik uit andere fossiele bronnen | 30 774 | 29 213 | 30 475 | 28 879 | 28 882 | 26 047 |
| Verbruik ingekochte of verworven elektriciteit, warmte, stoom en koeling uit fossiele bronnen |
1 780 736 | 1 639 706 | 1 806 877 | 1 549 283 | 1 445 666 | 1 357 825 |
| Totaal verbruik fossiele energie | 3 279 544 | 3 029 946 | 3 263 159 | 2 938 027 | 2 750 358 | 2 638 984 |
| Aandeel fossiele bronnen in totale energieverbruik (%) | 73% | 74% | 73% | 70% | 69% | 68% |
| Totaal verbruik uit nucleaire bronnen | 174 105 | 270 208 | 304 966 | 328 346 | 289 725 | 262 709 |
| Aandeel verbruik uit nucleaire bronnen in totale energieverbruik (%) |
4% | 7% | 7% | 8% | 7% | 7% |
| Brandstofverbruik uit hernieuwbare bronnen, incl. biomassa (ook industrieel en gemeentelijk afval van biologische oorsprong, biogas, waterstof uit hernieuwbare bronnen) |
0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Verbruik ingekochte of verworven elektriciteit, warmte, stoom en koeling uit hernieuwbare bronnen |
1 016 134 | 792 791 | 852 295 | 911 450 | 946 173 | 952 539 |
| Verbruik zelfopgewekte hernieuwbare energie uit andere bronnen dan brandstof (non-fuel) |
13 791 | 16 279 | 12 825 | 12 601 | 19 877 | 32 774 |
| Totaal verbruik hernieuwbare energie | 1 029 925 | 809 070 | 865 120 | 924 051 | 966 050 | 985 313 |
| Aandeel hernieuwbare bronnen in totale energieverbruik (%) |
23% | 20% | 19% | 22% | 24% | 25% |
| Totale energieverbruik | 4 483 575 | 4 109 263 | 4 444 755 | 4 190 913 | 4 006 133 | 3 887 005 |
We verbruiken geen brandstof uit steenkool en steenkoolproducten. Daarom is deze lijn niet opgenomen in de tabel hierboven.
| Totale energieproductie (in MWh) | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 |
|---|---|---|---|---|---|---|
| Niet-hernieuwbare energieproductie | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Hernieuwbare energieproductie | 13 791 | 16 279 | 12 825 | 12 601 | 19 877 | 32 774 |
ESRS E1-5 §37-38, AR34
In het kader van ons engagement om de uitstoot van broeikasgassen (GHG) te verminderen, hebben we belangrijke contractuele elementen geïntegreerd om transparantie, verantwoordelijkheid en verifieerbare reducties van broeikasgasemissies te garanderen. In 2024 was 12,6% van de aangekochte elektriciteit afkomstig van contractuele elementen zoals opwekking PPAs op eigen site, offsite (v)PPA's en groene tarieven.
Alle activiteiten van Bekaert zijn geclassificeerd als sectoren met een grote impact op het klimaat, aangezien onze activiteiten behoren tot sector 'C Productie' van Bijlage I van Verordening (EG) nr. 1893/2006.' ESRS E1-5 §41, 42, 43, AR45
Hernieuwbare elektriciteit: in 2024 was 40% van onze elektriciteit afkomstig van hernieuwbare energiebronnen.
Onze methodologie voor het berekenen van het percentage van de elektriciteitsbehoefte uit hernieuwbare bronnen omvat verschillende stappen. Met ons datamodel kunnen we de hernieuwbare elektriciteit identificeren die ter plaatse wordt opgewekt en verbruikt, en onze hernieuwbare elektriciteit die afkomstig is van (v)PPA's en groene tarieven. Het resterende elektrische verbruik is afkomstig van het elektriciteitsnet. We schatten de hoeveelheid hernieuwbare elektriciteit in de elektriciteit die afkomstig is van het elektriciteitsnet op basis van gemiddelde landspecifieke cijfers die zijn gepubliceerd door de open source data van'Ember3 '. Om het energieverbruik (en de CO2e-uitstoot) van brandstof in te schatten, baseren we ons op geschatte waarden. Deze zijn gebaseerd op gedetailleerde facturen van een representatieve Bekaert-fabriek in 2022-2024. De gegevens van deze fabriek worden geëxtrapoleerd naar alle andere fabrieken en naar de jaren vóór 2022, gewogen op basis van het energieverbruik in elke fabriek in het overeenkomstige jaar. De energie- en CO2e data omvatten alle productievestigingen van Bekaert, het hoofdkantoor in België, het technologiecentrum in België, en de bedrijfswagens. Ze omvatten niet de kleine kantoren en magazijnen van Bekaert.
| Energie-intensiteit in MWh per netto omzet (mln €) | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 |
|---|---|---|---|---|---|---|
| Totaal energieverbruik van activiteiten in sectoren met een grote klimaatimpact per netto-opbrengst van activiteiten in sectoren met een grote klimaatimpact |
1 168 | 1 226 | 1 066 | 838 | 926 | 982 |
3 Ember is een wereldwijde denktank op het gebied van energie die de transitie naar schone energie wil versnellen met data en beleidsvoering. Hij biedt open data over elektriciteitsopwekking, energie-emissiefactoren en prijzen.
| Energie-intensiteit in MWh per netto omzet (mln €) | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 |
|---|---|---|---|---|---|---|
| Totale energie-intensiteit van fossiele bronnen | 854 | 904 | 782 | 587 | 635 | 667 |
| Totale energie-intensiteit van nucleaire bronnen | 45 | 81 | 73 | 66 | 67 | 66 |
| Totale energie-intensiteit van hernieuwbare energie bronnen | 268 | 241 | 207 | 185 | 223 | 249 |
| Totale energie-intensiteit | 1 168 | 1 226 | 1 066 | 838 | 926 | 982 |
| % van elektriciteitsnoden uit hernieuwbare bronnen | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | |
| 32% | 31% | 35% | 38% | 40% |
| 247 | 224 | 239 | 208 | 187 | 179 |
|---|---|---|---|---|---|
| 84 | 69 | 74 | 68 | 61 | 61 |
| 148 | 139 | 149 | 126 | 112 | 105 |
| 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| 15 | 15 | 15 | 15 | 13 | 12 |
| 1 851 | 1 748 | 1 792 | 1 650 | 1 701 | 1 632 |
| 1 223 | 1 170 | 1 196 | 1 096 | 1 148 | 1 089 |
| 414 | 375 | 375 | 356 | 358 | 359 |
| 208 | 197 | 215 | 192 | 188 | 178 |
| 7 | 6 | 6 | 6 | 7 | 6 |
| 137 | 133 | 180 | 182 | 177 | 183 |
| 112 | 108 | 148 | 148 | 144 | 148 |
| 24 | 25 | 31 | 33 | 32 | 34 |
| 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| 0 | 0 | 1 | 1 | 1 | 1 |
| 305 | 281 | 308 | 270 | 268 | 236 |
| 213 | 193 | 215 | 186 | 187 | 176 |
| 91 | 87 | 92 | 83 | 80 | 59 |
| 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| 1 | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 |
| 445 | 409 | 460 | 451 | 395 | 386 |
| 226 | 195 | 224 | 222 | 188 | 181 |
| 216 | 213 | 234 | 227 | 206 | 203 |
| 1 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| 2 | 1 | 2 | 2 | 2 | 1 |
| 475 | 382 | 390 | 414 | 361 | 344 |
| 242 | 181 | 196 | 217 | 189 | 176 |
| 231 | 200 | 192 | 196 | 171 | 167 |
| 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| 2 | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 |
| Basisjaar | Vergelijkende informatie |
2024 | %N/N-1 | |
|---|---|---|---|---|
| Scope 1-emissies | ||||
| Bruto scope 1-emissies (ton CO2-e) | 299 964 | 257 251 | 252 727 | 98% |
| Percentage scope 1-emissies van gereglementeerde emissiehandelssystemen (%) |
0 | 0 | 0 | 0% |
| Scope 2-emissies | ||||
| Bruto locatiegebaseerde scope 2-emissies (ton CO2-e) | 1 407 252 | 1 227 061 | 1 123 825 | 92% |
| Bruto marktgebaseerde scope 2-emissies (ton CO2-e) | 1 352 871 | 1 132 696 | 1 066 791 | 94% |
| Significante scope 3-emissies | ||||
| Totaal bruto indirecte (scope 3) emissies (ton CO2-e) | 6 094 234 | 5 823 554 | 5 408 832 | 93% |
| 1 Gekochte goederen en diensten | 5 119 630 | 4 823 756 | 4 478 390 | 93% |
| 2 Kapitaalgoederen | 55 749 | 117 813 | 110 826 | 94% |
| 3 Brandstof- en energieactiviteiten (niet opgenomen in scope 1 of scope 2) |
417 123 | 344 750 | 311 874 | 90% |
| 4 Upstreamvervoer en -distributie | 112 119 | 130 370 | 136 353 | 105% |
| 5 Afval geproduceerd bij activiteiten | 29 009 | 25 511 | 25 666 | 101% |
| 6 Zakelijk reisverkeer | 2 740 | 5 500 | 6 125 | 111% |
| 7 Woon-werkverkeer werknemers | 17 354 | 15 430 | 15 227 | 99% |
| 8 Upstream geleasede activa | 0 | 0 | 0 | |
| 9 Downstreamvervoer | 47 230 | 101 601 | 110 418 | 109% |
| 10 Verwerking verkochte producten | 190 185 | 165 988 | 120 448 | 73% |
| 11 Gebruik verkochte producten | 61 469 | 61 469 | 61 469 | 100% |
| 12 End-of-life-verwerking verkochte producten | 3 987 | 3 565 | 3 417 | 96% |
| 13 Downstream geleasede activa | 0 | 0 | 0 | |
| 14 Franchises | 0 | 0 | 0 | |
| 15 Investeringen | 37 639 | 27 801 | 28 619 | 103% |
| Totale broeikasgasemissies | ||||
| Totale broeikasgasemissies (locatiegebaseerd) (ton CO2-e) | 7 801 450 | 7 307 866 | 6 785 384 | 93% |
| Totale broeikasgasemissies (marktgebaseerd) (ton CO2-e) | 7 747 069 | 7 213 501 | 6 728 351 | 93% |
| Doelen en mijlpalen in ton CO2e | 2019 (basisjaar) |
2030 | 2035 | %doel/ basisjaar |
|---|---|---|---|---|
| Scope 1 + marktgebaseerde Scope 2 | 1 652 835 | 889 225 | n.v.t. | -46,2 % |
| Scope 3 Gekochte goederen en diensten | 5 119 630 | n.v.t. | 4 111 063 | -19,7 % |
| ESRS E1-6 §52 |
| Totale Scope 1 & 2 BKG emissies in ton CO2e | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 |
|---|---|---|---|---|---|---|
| Scope 1 & locatiegebaseerde scope 2 BKG emissies | 1 707 216 | 1 543 052 | 1 669 845 | 1 537 393 | 1 484 312 | 1 376 552 |
| Scope 1 & marktgebaseerde scope 2 BKG emissies | 1 652 835 | 1 508 598 | 1 635 163 | 1 472 145 | 1 389 947 | 1 319 519 |
Onze scope 1- en 2-broeikasgasemissies daalden met -7,3% in 2024 in vergelijking met 2023 en lagen -19,4% lager dan ons referentiebasisjaar 2019.
Onze scope 1- en marktgebaseerde 2-broeikasgasemissies daalden met -5,1% in 2024 ten opzichte van 2023 en lagen -20,2% lager dan ons referentiebasisjaar 2019, waarmee we verdere vooruitgang boeken naar ons doel toe.
| Totale Scope 1 & 2 BKG intensiteitsratio in ton CO2e/netto omzet (mln €) | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | |
| Totale BKG intensiteitsratio locatie gebaseerd | 445 | 460 | 400 | 307 | 343 | 348 |
| Total BKG intensiteitsratio markt gebaseerd | 430 | 450 | 392 | 294 | 321 | 333 |
ESRS E1-6 §53
Scope 1-emissies zijn directe broeikasgasemissies die gelinkt zijn aan onze operaties.
| Scope 1 BKG emissie aardgas, LPG, andere BKG emissie en brandstof (in ton CO2e) | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | |
| BKG emissies aardgas & LPG | 274 291 | 254 390 | 265 989 | 250 337 | 234 809 | 231 202 |
| BKG emissies aardgas | 243 520 | 225 398 | 232 863 | 236 191 | 221 962 | 216 948 |
| BKG emissies LPG | 30 772 | 28 992 | 33 127 | 14 146 | 12 847 | 14 254 |
| Andere BKG emissies | 17 897 | 16 002 | 17 595 | 16 311 | 15 628 | 15 381 |
| BKG emissies brandstof | 7 775 | 7 384 | 7 711 | 7 312 | 6 814 | 6 144 |
| 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | |
|---|---|---|---|---|---|---|
| BKG intensiteitsratio aardgas & LPG | 71 | 76 | 64 | 50 | 54 | 58 |
| Andere BKG intensiteitsratio | 5 | 5 | 4 | 3 | 4 | 4 |
| BKG intensiteitsratio brandstof | 2 | 2 | 2 | 1 | 2 | 2 |
Globale Scope 1 emissies van aardgas, LPG, andere BKG emissies en brandstof in ton CO2e per belangrijke locatie (> 1000 medewerkers: eigen personeel)
| 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | |
|---|---|---|---|---|---|---|
| België | 48 954 | 45 482 | 48 788 | 42 918 | 39 181 | 37 395 |
| China | 77 715 | 70 612 | 70 292 | 66 423 | 67 047 | 66 898 |
| India | 5 373 | 5 468 | 6 891 | 7 256 | 7 028 | 7 394 |
| Indonesië | 19 747 | 18 969 | 20 034 | 15 431 | 14 895 | 10 943 |
| Slovakije | 40 159 | 39 460 | 43 305 | 41 899 | 37 943 | 37 462 |
| VS | 42 924 | 37 054 | 35 487 | 36 074 | 31 653 | 30 860 |
| 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | |
|---|---|---|---|---|---|---|
| Rubberversterking | 156 158 | 141 958 | 152 750 | 139 471 | 134 812 | 131 399 |
| Staaldraadtoepassingen | 103 401 | 97 601 | 99 584 | 99 871 | 90 453 | 88 288 |
| Bridon-Bekaert Ropes Group | 16 609 | 16 206 | 15 351 | 13 878 | 12 737 | 14 295 |
| Speciality Businesses | 720 | 985 | 1 027 | 831 | 609 | 663 |
| Corporate | 23 076 | 21 026 | 22 584 | 19 908 | 18 639 | 18 082 |
We vallen niet onder een gereguleerd emissiehandelssysteem (ETS). Daarom zijn er geen scope 1 broeikasgasemissies van gereguleerde ETS.
Scope 2 emissies zijn indirecte emissies van aangekochte elektriciteit, stoom en hitte, die worden berekend op basis van data over energieverbruik en landspecifieke conversiefactoren zoals voorgeschreven door 'International Energy Agency'.
| Scope 2 BKG emissies van aangekochte electriciteit en andere types van energie in ton CO2e | ||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | |||
| Locatiegebaseerd | ||||||||
| Elektrische energie (inclusief koeling) | 1 354 392 | 1 212 060 | 1 323 828 | 1 217 481 | 1 182 363 | 1 080 993 | ||
| Thermische energie aangekochte hitte | 5 163 | 5 416 | 4 893 | 4 673 | 4 292 | 4 524 | ||
| Thermische energie aangekochte stoom | 47 697 | 47 801 | 49 828 | 41 279 | 40 406 | 38 307 | ||
| Marktgebaseerd | ||||||||
| Elektrische energie (inclusief koeling) | 1 303 738 | 1 181 976 | 1 292 823 | 1 155 712 | 1 091 357 | 1 027 361 | ||
| Thermische energie aangekochte hitte | 1 436 | 1 046 | 1 215 | 1 194 | 933 | 1 122 | ||
| Thermische energie aangekochte stoom | 47 697 | 47 801 | 49 828 | 41 279 | 40 406 | 38 307 |
| 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2,024 | |
|---|---|---|---|---|---|---|
| Elektrische energie (inclusief koeling) | 340 | 353 | 310 | 231 | 252 | 260 |
| Thermische energie aangekochte hitte | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Thermische energie aangekochte stoom | 12 | 14 | 12 | 8 | 9 | 10 |
Globale Scope 2 emissies in ton CO2e (marktgebaseerd) per belangrijke locatie (> 1000 medewerkers: eigen personeel)
| 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | |
|---|---|---|---|---|---|---|
| België | 288 | 8 653 | 8 308 | 8 140 | 6 491 | 6 647 |
| China | 806 247 | 761 234 | 775 164 | 686 671 | 711 842 | 672 438 |
| India | 80 236 | 76 153 | 106 334 | 81 394 | 53 547 | 55 765 |
| Indonesië | 161 691 | 148 368 | 166 936 | 146 463 | 145 360 | 137 162 |
| Slovakije | 163 | 25 267 | 30 490 | 27 057 | 19 022 | 18 356 |
| VS | 92 650 | 59 109 | 72 214 | 41 947 | 26 014 | 24 035 |
| 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | |
|---|---|---|---|---|---|---|
| Rubberversterking | 1 228 665 | 1 095 051 | 1 190 779 | 1 046 221 | 995 231 | 934 067 |
| Staaldraadtoepassingen | 72 460 | 81 522 | 88 751 | 88 286 | 78 503 | 78 091 |
| Bridon-Bekaert Ropes Group | 17 503 | 21 694 | 22 369 | 22 357 | 19 139 | 17 633 |
| Speciality Businesses | 30 938 | 29 598 | 38 531 | 38 232 | 36 944 | 35 916 |
| Corporate | 3 306 | 2 958 | 3 438 | 3 089 | 2 879 | 1 084 |
ESRS E1-6 §49a, b, §53, AR41
Onze methode om CO2e gerelateerd cijfers te berekenen (zoals absolute CO2e uitstoot en CO2e intensiteit) is ontwikkeld volgens het BKG-protocol.
Om scope 1-emissies van aardgas, LPG en brandstof te berekenen, gebruiken we de emissiefactoren die jaarlijks door het 'Department for Environment, Food & Rural Affairs' van het Verenigd Koninkrijk (DEFRA) worden gepubliceerd en we passen onze data aan op het moment dat de aangepaste emissiefactoren over voorbije jaren beschikbaar zijn.
Om scope 2-emissies van aangekochte stoom en warmte te berekenen, leiden we de emissiefactor af van die voor aardgas, terwijl we voor elektriciteit de emissiefactoren toepassen die jaarlijks door IEA worden gepubliceerd. Deze factoren worden jaarlijks herzien en worden met een vertraging van 2,5 jaar gepubliceerd. Daarom zijn onze berekeningen gebaseerd op de meest recente cijfers op het moment van publicatie van ons rapport en werken we onze cijfers bij wanneer het IEA de officiële emissiefactor voor het betreffende jaar bijwerkt. Dit proces kan leiden tot wijzigingen in de gerapporteerde cijfers na de initiële publicatie.
We hebben twee verschillende methodes ontwikkeld om onze scope 2 CO2e-gerelateerde cijfers te berekenen: de marktgebaseerde methode en de locatiegebaseerde methode.
Bekaert heeft weet van twee broeikasgasemissies naast CO2: lekkage van metaangastransmissie en lekkage van HFC koelvloeistofgas. De eerste bevat lekkage van aardgas tijdens het transport door pijpleidingen. We ramen dit verlies op basis van een Nederlandse studie door Royal HaskoningDHV over broeikasgasemissies van aardgasketens (referentie: BI4005IBRP001F01; gepubliceerd 05/01/2022). De tweede bevat lekkage van koelvloeistofgas (gebruikt in koelinstallaties), gebaseerd op een in-house studie over koelinstallaties. Beide types CO2 equivalent gas werden toegevoegd voor alle jaren.
De kwantificering van BKG'en is onderheving aan inherente onzekerheid te wijten aan onvolledige wetenschappelijke kennis om exacte emissiefactoren te bepalen.
Sommige cijfers voor de laatste maanden van het jaar 2024 werden geschat (< 7% van de data) omdat we sommige energiefacturen met vertraging ontvangen. De gepubliceerde 2024 Energie en CO2e data zijn gebaseerd op alle beschikbare energiefacturen tot en met 22 januari 2025.
Bij de berekening van de intensiteitsratio's hebben we het totale omzetbedrag (zoals vermeld in de jaarrekening) als noemer gebruikt.
Scope 3-emissies zijn de indirecte emissies (niet opgenomen in scope 2) die plaatsvinden in onze waardeketen, waaronder zowel upstream- als downstreamemissies.
| Scope 3 emissies in ton CO2e | 20191 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 |
|---|---|---|---|---|---|---|
| 1 Gekochte goederen en diensten | 5 119 630 | 4 836 483 | 5 437 819 | 4 766 371 | 4 823 756 | 4 478 390 |
| 2 Kapitaalgoederen | 55 749 | 61 577 | 88 437 | 98 471 | 117 813 | 110 826 |
| 3 Brandstof- en energieactiviteiten (niet opgenomen in scope 1 of scope 2) |
417 123 | 369 263 | 405 226 | 358 921 | 344 750 | 311 874 |
| 4 Upstreamvervoer en -distributie | 112 119 | 146 238 | 135 306 | 143 383 | 130 370 | 136 353 |
| 5 Afval geproduceerd bij activiteiten | 29 009 | 34 092 | 27 015 | 30 208 | 25 511 | 25 666 |
| 6 Zakelijk reisverkeer | 2 740 | 1 700 | 1 000 | 2 100 | 5 500 | 6 125 |
| 7 Woon-werkverkeer werknemers | 17 354 | 17 783 | 16 329 | 16 329 | 15 430 | 15 227 |
| 8 Upstream geleasede activa | ||||||
| 9 Downstreamvervoer | 47 230 | 52 939 | 66 941 | 116 899 | 101 601 | 110 418 |
| 10 Verwerking verkochte producten | 190 185 | 162 562 | 152 945 | 156 948 | 165 988 | 120 448 |
| 11 Gebruik verkochte producten | 61 469 | 61 469 | 61 469 | 61 469 | 61 469 | 61 469 |
| 12 End-of-life-verwerking verkochte producten |
3 987 | 3 675 | 3 972 | 3 704 | 3 565 | 3 417 |
| 13 Downstream geleasede activa | ||||||
| 14 Franchises | ||||||
| 15 Investeringen | 37 639 | 34 662 | 46 775 | 31 807 | 27 801 | 28 619 |
| Total Scope 3 emissions | 6 094 234 | 5 782 443 | 6 443 235 | 5 786 611 | 5 823 554 | 5 408 832 |
12019 is het referentiejaar voor SBTi-berekening
2 Ons toepassingsgebied voor de berekening van de emissies van transport is de afgelopen jaren uitgebreid, wat de stijging verklaart. ESRS E1-6 §51
Onze scope 3-broeikasgasemissies van aangekochte producten en diensten bedroegen -7% in 2024 ten opzichte van 2023 en -16% ten opzichte van 2019, waarmee we verdere vooruitgang boeken naar ons doel toe.
Onze scope 3-broeikasgasemissies van aangekochte walsdraad waren -7% lager dan in 2024 en -16% lager dan in 2019.
| 20191 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | |
|---|---|---|---|---|---|---|
| Scope 3 emissies van gekochte walsdraad2 | 4 628 000 | 4 356 000 | 4 796 000 | 3 953 000 | 4 186 000 | 3 909 000 |
| Scope 3 emissies van andere gekoche goederen3 | 491 630 | 480 483 | 641 819 | 813 371 | 637 756 | 569 390 |
12019 is het referentiejaar voor SBTi-berekening
2Berekeningsmethode: gebaseerd op ton aangekochte walsdraad en gemiddelde tCO2e/t staaldata verkregen via leverancier of gebaseerd op CRU dataset indien geen leveranciersdata beschikbaar zijn.
3Berekening gebaseerd op emissiefactoren verwant aan uitgaven via de Makersite schattingstool. Bijgevolg weerspiegelen deze ramingen niet noodzakelijk werkelijke veranderingen in emissies. In de toekomst willen we verbeterde methodologieën onderzoeken die beter de actuele situatie weergeven (zie hierboven voor meer informatie).
Broeikasgasverwijderingen en projecten voor broeikasgasmitigatie gefinancierd uit carbon credits zijn niet van toepassing op Bekaert. ESRS E1-6 AR39, §46g, i, h
We hebben een interne koolstofprijs ontwikkeld binnen ons interne wereldwijde investeringsprogramma en zullen deze vanaf 2025 gaan gebruiken. Een interne koolstofprijs van € 100/TonCO2e wordt gebruikt als schaduwprijs bij het berekenen van de business case voor investeringsprojecten en wordt toegepast voor scope 1 en 2. We hebben een analyse uitgevoerd van onze peers om de huidige gepaste interne koolstofprijs voor Bekaert te bepalen. Omdat het merendeel van onze scope 1- en 2-emissies gerelateerd is aan onze productieprocessen, passen we de interne koolstofprijs alleen toe op investeringsprojecten, omdat deze de grootste impact hebben op onze koolstofvoetafdruk. ESRS E-1-8 §62, §63
De materiële verontreinigingsimpacts, -risico's en -kansen zijn geïdentificeerd in het kader van de overkoepelende dubbele materialiteitsbeoordeling door het analyseren van interne en externe documenten en het voeren van gesprekken met belangrijke interne en externe stakeholders.
Voor Bekaert werden volgende materiële thema's met betrekking tot verontreiniging geïdentificeerd:
| Negatieve impact | Inherent aan de aard van onze activiteiten, gebruikt Bekaert gevaarlijke stoffen en chemicaliën in haar productieprocessen. Bekaert gebruikt gevaarlijke stoffen en materialen op een gecontroleerde manier in haar productieproces om de impact op mens en milieu te minimaliseren. |
|---|---|
| Risico | Het gebruik van bepaalde stoffen en chemicaliën die momenteel in onze productieprocessen worden gebruikt, kan in de toekomst worden beperkt. We volgen de ontwikkelingen in de regelgeving op en bereiden ons voor op mogelijke wijzigingen door onze voortdurende focus op technologie en onze inspanningen om te blijven innoveren. |
Het materialiteitsbeoordelingsproces wordt beschreven in rubriek IRO-1 op pagina 192. ESRS E2 - IRO-1 §11a, b, AR 9
We geloven dat zorg dragen voor mensen en milieu fundamenteel bijdraagt aan het succes van de business. Hiervoor stimuleren we een cultuur van respect en naleving, ondersteund door een vastgelegde reeks normen, waaronder principes en processen.
Via ons beleid inzake Veiligheid, Gezondheid en Milieu engageert Bekaert zich om mens en milieu te beschermen, onder andere door verontreiniging te voorkomen. Het beleid van Bekaert inzake Veiligheid, Gezondheid en Milieu is van toepassing op alle medewerkers en iedereen die in onze vestigingen werkt of er een bezoek brengt. Rollen en verantwoordelijkheden zijn duidelijk beschreven. Het beleid van Bekaert inzake Veiligheid, Gezondheid en Milieu is beschikbaar in het Engels op onze website. ESRS E2-1 §14
Om dezelfde mate van zorg te garanderen voor al onze medewerkers wereldwijd, hebben we een globale norm geïmplementeerd met interne blootstellingslimieten voor een reeks relevante gevaarlijke chemicaliën en agentia. Deze interne blootstellingslimieten zijn in overeenstemming met, en gaan soms zelfs verder dan, de strengste limieten in de landen waar we actief zijn.
Onze productievestigingen functioneren in overeenstemming met hun milieuvergunning en het milieubeheersysteem van het bedrijf. We beheren onze operaties wereldwijd in overeenstemming met ISO 14001 en, waar van toepassing, ISO 45001. ESRS E2-1 §15 b, c
We hebben een productstewardshipkader in voege met daaraan gerelateerd de vereiste ontwikkeling van vaardigheden. Het kader omvat:
We hebben een wereldwijde norm voor chemicaliënbeheer en een wereldwijde softwaretool voor chemicaliënbeheer die een efficiënte implementatie van de norm, een strikt governance proces, voorraadbeheer en een meer proactief chemisch product beheerssysteem mogelijk maakt.
Onze softwaretool voor chemicaliënbeheer wordt in alle productievestigingen gebruikt om het gebruik en de controle van chemicaliën bij te houden, waaronder zorgwekkende stoffen.
Als onderdeel van de norm voor chemische blootstelling, die van toepassing is op een aantal relevante gevaarlijke chemische stoffen en agentia, controleren we ten minste eenmaal per jaar de blootstelling van medewerkers aan deze stoffen om ervoor te zorgen dat de blootstelling tot een minimum beperkt blijft. Indien nodig worden aanvullende risicobeperkende en/of beschermende maatregelen genomen.
In lijn met de ISO 14001-vereisten werd op groepsniveau een proces voor levenscyclusbeheer ontwikkeld. Het proces is gericht op het identificeren van potentieel significante milieu-impacts in de volledige toeleveringsketen en is van toepassing op alle fases in de levenscyclus van onze afgewerkte producten en hoe ze op de juiste manier moeten worden behandeld.
Bij Bekaert volgen we de EU REACH-regelgeving nauwlettend op om naleving proactief te garanderen, zowel voor de grondstoffen die we gebruiken als voor onze afgewerkte producten. We verwachten van onze leveranciers dat ze hun REACH-naleving verifiëren in het toeleveringsproces van grondstoffen. Bovendien identificeren we mogelijk zorgwekkende stoffen en starten een proactieve uitfasering op. Als we belangrijke regionale verschillen identificeren op het vlak van gevarenclassificatie en blootstellingslimieten, passen we onze eigen bedrijfsspecifieke gevarenclassificatie en blootstellingslimieten toe die moeten worden nageleefd als er geen strengere regelgeving van toepassing is.
Binnen de organisatie voor Veiligheid, Gezondheid en Milieu is een specifiek regelgevend team opgezet om het bedrijf te ondersteunen bij het behalen van deze doelstellingen.
ESRS E2 - IRO-1 §11a, b, AR 9
Bekaerts globale veiligheidsaanpak is gericht op het creëren van een werkomgeving die niemand schade berokkent.
We hebben geen specifieke externe doelen gesteld voor zorgwekkende stoffen.
We hebben echter interne blootstellingslimieten gedefinieerd voor een reeks relevante gevaarlijke chemicaliën en agentia om dezelfde mate van zorg te garanderen voor al onze medewerkers wereldwijd. ESRS E2-3 §23d
| Type (enkel van toepassing op producten, niet op diensten) | Chronisch gevaar voor het aquatisch milieu |
Voortplantings toxiciteit |
|---|---|---|
| Totale hoeveelheid aangekochte zorgwekkende stoffen (ton) | 17 986 | 1 033 |
| Hoeveelheid zorgwekkende stoffen die onze faciliteiten verlaten als deel van producten (ton) | 14 579 | — |
| Totale hoeveelheid aangekochte zeer zorgwekkende stoffen (ton) | 1 033 | 1 033 |
| Hoeveelheid zeer zorgwekkende stoffen die onze faciliteiten verlaten als deel van producten (ton) | — | — |
Onze gegevensverzameling heeft betrekking op de hoeveelheden aangekochte basismetalen en de hoeveelheden van deze metalen die achterblijven in onze geproduceerde producten. Deze metalen vertegenwoordigen het grootste deel van het gewicht van de (zeer) zorgwekkende stoffen die we gebruiken en verwerken. Basismetalen worden gebruikt om een specifieke deklaag op staaldraad aan te brengen of als productiehulpmiddel.
De gerapporteerde hoeveelheden van (zeer zorgwekkende) stoffen omvatten alleen zuivere stoffen die tot één van beide categorieën behoren en niet die in (meestal kleine concentraties in) mengsels. We rapporteren het gehalte aan (zeer) zorgwekkende stoffen per gevarenclassificatie, gebaseerd op de informatie in de veiligheidsdatasheets van de stoffen. De hoeveelheid stoffen die onze fabrieken verlaat, is berekend door de ingekochte hoeveelheden te vermenigvuldigen met de gemiddelde uitvalpercentages voor de producten waarin deze stoffen worden gebruikt.
Gezien de specifieke aard van ons bedrijf en de producten die we gebruiken, geeft deze aanpak een zeer goede inschatting van de totale hoeveelheden die zowel worden ingekocht als onze vestigingen verlaten.
We willen ook benadrukken dat de gevarenklasse van de gerapporteerde stoffen niet het werkelijke risico voor het milieu of de menselijke gezondheid weergeeft. De classificatie 'chronisch risico voor het aquatisch milieu' houdt bijvoorbeeld geen rekening met het feit dat de stoffen die we kopen en versturen vaste metalen zijn en geen in water oplosbare zouten. Ook onze preventieve en beschermende maatregelen om de blootstelling aan bepaalde chemicaliën en stoffen te beperken, worden niet weergegeven in de gevarenclassificatietabel.
Opmerking: zeer zorgwekkende stoffen zijn een deelgroep van zorgwekkende stoffen. Daarom worden stoffen die tot beide gevarenklassen behoren in elke categorie in de bovenstaande tabel vermeld. ESRS E2-5 §32, §34, §35
De watergerelateerde materiële impacts, risico's en kansen zijn geïdentificeerd in het kader van de dubbele materialiteitsbeoordeling. De materialiteitsbeoordeling wordt beschreven in rubriek IRO-1 op pagina 192.
Als onderdeel van de beoordeling van de fysische gevolgen van klimaatverandering zijn daarnaast waterstress en droogte beoordeeld op niveau van onze activa. Het resultaat van de Beoordelingsstudie van fysische risico's is beschikbaar op pagina 210.
Er vond geen direct overleg plaats met mogelijk getroffen gemeenschappen, maar er werden onrechtstreeks inzichten verzameld via gevolmachtigden die een goed geïnformeerde visie hebben op de mogelijk getroffen gemeenschappen. In dit stadium en voor zover wij weten, zijn er geen materiële impacts van water op gemeenschappen geïdentificeerd.
De volgende watergerelateerde materiële IRO's zijn geïdentificeerd:
| Negatieve impact We gebruiken water direct in onze productieprocessen en ook indirect voor verdampingskoeling. We focussen op waterbesparende projecten, met name in maar niet uitsluitend in gebieden met waterstress. |
|
|---|---|
| Riscio | Toegang tot water kan in de toekomst worden beïnvloed door klimaatverandering in gebieden met waterstress. Daarnaast kunnen mogelijke toekomstige wijzigingen in de regelgeving voor watergebruik uiteindelijk ook een impact hebben. Eerst en vooral onderneemt Bekaert acties om het gebruik van zoetwater te minimaliseren. Relevante ontwikkelingen in regelgeving worden ook opgevolgd. |
ESRS E3 - IRO-1 §8a, b
Waterbehoud is van cruciaal belang omdat het zoetwaterbronnen in stand houdt, ecosystemen ondersteunt, het watergebruik vermindert en een duurzame watervoorziening voor toekomstige generaties garandeert. Bij Bekaert engageren we ons om onze impact op wateronttrekking, -verbruik en -lozing te verminderen, vooral in gebieden met waterstress, via:
Na veelvuldig gebruik en hergebruik wordt water dat niet verder gerecycleerd kan worden, behandeld volgens de beste industriële praktijken en in overeenstemming met de lokale wettelijke vereisten voordat het ons vestigingen verlaat. Bovendien hebben we een risicobeheerprogramma om waterverontreiniging als gevolg van onze activiteiten te voorkomen (meer informatie hierover is beschikbaar in rubriek E3-2 op pagina 229).
Ons waterbeleid is ontworpen om de organisatie te aligneren met onze waterdoelen. Het is van toepassing op alle geconsolideerde activiteiten en entiteiten. De Chief Operating Officer houdt toezicht op het formuleren van het beleid. De divisie-CEO's zijn, met ondersteuning van de relevante bedrijfsfuncties, verantwoordelijk voor de implementatie van dit beleid in hun respectievelijke business en activiteiten. Het beleid is intern beschikbaar via het Bekaert Document Management Systeem (BDMS). De Engelse versie van het beleid is ook beschikbaar op onze website.
ESRS E3-1 §11 §12 §13
We gebruiken water in onze productieprocessen en willen elke overbodige druppel sparen. We bekijken ons waterverbruik grondig en implementeren programma's om ons waterverbruik te verminderen, specifiek, maar niet enkel, in gebieden met waterstress.
Voorkomen is beter dan genezen. Onze preventie- en risicomanagement-gerelateerde activiteiten omvatten onder meer:
Om ons waterverbruik te verminderen, vooral maar niet uitsluitend in gebieden met waterschaarste, richten we onze aandacht op:
Sinds 2021 hebben we 30 waterbesparingsprojecten geïmplementeerd en 0,26m 3 per ton product bespaard.
Omdat we ons ervan bewust zijn dat de productie van onze producten en oplossingen gepaard gaat met een aanzienlijke koolstof- en ruimere ecologische voetafdruk, is ons wereldwijde programma 'You Know Watt' erop gericht het energie- en waterverbruik en de afvalproductie op gestructureerde wijze verder terug te dringen. Meer informatie over ons "You Know Watt"-programma is beschikbaar in rubriek E1-3 op pagina 216.
Ons programma "You Know Watt" gaat van fabriek naar fabriek en ondersteunt lokale teams bij het creëren van bewustzijn over waterbesparing en het identificeren van mogelijkheden om te besparen op het waterverbruik. Waterbesparingsprogramma's zijn geprioriteerd met de nadruk op gebieden met waterstress en opgenomen in onze capex-roadmap.
ESRS E3-2 §17, §18, §19
Het is onze ambitie om onze relatieve4 opname van zoetwater in gebieden met waterstress met -15% te verminderen tegen 2030 ten opzichte van 3,87 m3 /ton in 2019. Dit doel is op vrijwillige basis vastgesteld. Eind 2024 bereikten we 3,56 m3 /ton of een reductie van -8% versus 2019, vergeleken met 3,69 m3 /ton eind 2023 of -5% ten opzichte van 2019.
Een van de belangrijkste hefbomen voor deze vermindering is onze praktijk om water meerdere keren te recycleren en te hergebruiken totdat het niet meer gerecycleerd kan worden.
Ons doel samen met de maatregelen gedefinieerd in rubriek E3-2 op pagina 229, is gericht op het verminderen van de impact van onze activiteiten, in het bijzonder, maar niet beperkt tot, gebieden met waterstress en op het vrijwaren van de waterkwaliteit via de behandeling van water voordat het onze faciliteiten verlaat. ESRS E3-3 §22, §23a, c, §25, AR23a
Verandering van toepassingsgebied: we publiceren alleen watergegevens voor onze geconsolideerde fabrieken, in lijn met ons doel inzake water en CSRD-rapportage (in vergelijking met waterdata inclusief JV's in eerdere jaarverslagen).
Waterverbruik = totale wateronttrekking - totale lozing van afvalwater.
Het totale waterverbruik bedroeg 3 477 816 m3 waarvan 1 756 768 m3 uit gebieden met waterstress5
4 berekend ten opzicht van geproduceerd ton eindproduct
5Waterstress: in gebieden met waterstress is de verhouding tussen de totale jaarlijkse wateropname en de totale jaarlijkse beschikbare hernieuwbare watertoevoer hoog (40-80%) of extreem hoog (>80%)
| Waterverbruik (in m3 ) |
2021 | 2022 | 2023 | 2024 |
|---|---|---|---|---|
| Totaal waterverbruik | 3 920 629 | 3 870 611 | 3 386 448 | 3 477 816 |
| Van gebieden met water stress | 1 510 132 | 1 728 473 | 1 693 203 | 1 756 768 |
| Totaal water gerecycleerd en hergebruikt | 112 314 | |||
| Totaal opgeslagen water | 2 800 | |||
| Wijzigingen in opslag | 0 |
Het totale gerecycleerde en hergebruikte water is alleen voor fabrieken zonder lozing van vloeistoffen.
Totaal opgeslagen water en veranderingen in de opslag zijn volumes van onze belangrijkste opslagtanks.
| Waterverbruik intensiteit in m3 per miljoen € netto |
|||||
|---|---|---|---|---|---|
| omzet | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | |
| Totale waterverbruik intensiteit | 940 | 774 | 782 | 879 | |
| Opname van water (in m3 ) |
2019 (baseline) |
2021 | 2022 | 2023 | 2024 |
|---|---|---|---|---|---|
| Totale wateropname | 7 960 995 | 7 595 565 | 7 276 222 | 6 533 703 | 6 588 020 |
| uit gebieden met waterstress | 3 393 081 | 3 380 791 | 3 247 638 | 3 022 796 | 2 974 932 |
| Water opname intensiteit (in m3 per miljoen € netto omzet) |
2019 (basisjaar) |
2021 | 2022 | 2023 | 2024 |
|---|---|---|---|---|---|
| Totale wateropname | 2 073 | 1 821 | 1 454 | 1 487 | 1 664 |
| uit gebieden met waterstress | 884 | 811 | 649 | 698 | 752 |
| Opname van zoetwater per bron (in m3 ) |
2019 (basisjaar) |
2021 | 2022 | 2023 | 2024 |
|---|---|---|---|---|---|
| Oppervlaktewater | 571 820 | 626 152 | 557 911 | 456 066 | 458 901 |
| uit gebieden met waterstress | 559 415 | 604 732 | 546 179 | 447 387 | 458 901 |
| Grondwater | 1 719 278 | 1 712 431 | 1 758 522 | 1 544 234 | 1 653 351 |
| uit gebieden met waterstress | 669 753 | 705 207 | 727 599 | 682 440 | 731 452 |
| Water van derden | 5 669 897 | 5 256 983 | 4 959 790 | 4 533 403 | 4 475 768 |
| uit gebieden met waterstress | 2 163 913 | 2 070 852 | 1 973 860 | 1 862 305 | 1 784 579 |
| 2019 | |||||
|---|---|---|---|---|---|
| Water van derden per bron (in m3 ) |
(basisjaar) | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 |
| Water van derden van oppervlaktewater | 5 198 266 | 4 548 478 | 4 141 280 | 4 025 550 | 4 188 422 |
| uit gebieden met waterstress | 1 954 801 | 1 782 727 | 1 687 450 | 1 686 665 | 1 622 466 |
| Water van derden van grondwater | 471 630 | 708 505 | 818 510 | 507 852 | 287 346 |
| uit gebieden met waterstress | 209 112 | 288 125 | 286 410 | 175 639 | 162 113 |
| Lozing van afvalwater (in m3 ) |
2021 | 2022 | 2023 | 2024 |
|---|---|---|---|---|
| Het totale volume geloosd afvalwater na afvalwaterzuivering | 3 674 936 | 3 405 611 | 3 147 255 | 3 110 204 |
| naar gebieden met waterstress | 1 870 659 | 1 519 165 | 1 329 593 | 1 218 164 |
| Bestemming van het geloosde afvalwater (in m3 ) |
2021 | 2022 | 2023 | 2024 |
| Oppervlaktewater | 1 239 916 | 1 194 334 | 985 393 | 892 212 |
| Zoetwater | 1 685 | 32 893 | 9 007 | 5 455 |
| Ander water | 1 238 231 | 1 161 441 | 976 386 | 886 757 |
| Grondwater | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Zeewater | 44 635 | 16 432 | 25 596 | 22 292 |
| Zoetwater | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Ander water | 44 635 | 16 432 | 25 596 | 22 292 |
| Water van derden | 2 390 386 | 2 194 846 | 2 136 265 | 2 195 700 |
| Zoetwater | 45 965 | 56 212 | 11 932 | 204 385 |
| Ander water | 2 344 421 | 2 138 634 | 2 124 333 | 1 991 314 |
| Lozing van afvalwater naar gebieden met waterstress | 1 870 659 | 1 519 165 | 1 329 593 | 1 218 164 |
| Zoetwater | 9 464 | 19 652 | 15 300 | 43 324 |
| Ander water | 1 861 195 | 1 499 513 | 1 314 293 | 1 174 840 |
Gegevens over wateronttrekking en waterafvoer werden berekend op basis van facturen of watermeterstanden.
De materiële impacts, risico's en kansen met betrekking tot materiaalgebruik en circulaire economie zijn geïdentificeerd in het kader van de dubbele materialiteitsbeoordeling. De beoordeling van de materialiteit wordt beschreven in rubriek IRO-1 op pagina 192.
De beoordeling werd uitgevoerd aan de hand van analyses van interne en externe documenten en interviews met de belangrijkste interne en externe stakeholders. Er vond geen direct overleg plaats met mogelijk getroffen gemeenschappen, maar er werden onrechtstreeks inzichten verzameld via gevolmachtigden die een goed geïnformeerde visie hebben op de mogelijk getroffen gemeenschappen.
De volgende materiële impacts, risico's en kansen zijn geïdentificeerd met betrekking tot materiaalgebruik en circulaire economie:
| Negatieve impact |
De uitputting van natuurlijke hulpbronnen heeft een negatieve impact op de planeet. We streven ernaar om de inkoop van nieuwe grondstoffen te verminderen met als duidelijk doel de hoeveelheid gerecycleerde grondstoffen die we inkopen te verhogen wanneer er vraag is van de klant. In onze inkoopstrategie maken we een afweging tussen de beschikbaarheid van gerecycleerde grondstoffen, prestaties en kosten. Daarnaast werken we aan het verminderen van afval door de principes van de circulaire economie te integreren in onze productieprocessen en producten. |
|---|---|
| Positieve impact |
Ons doel is om afval te minimaliseren, recyclage en hergebruik te bevorderen, efficiënt materiaalgebruik te verbeteren en de afhankelijkheid van nieuwe materialen te verminderen door middel van innovatief circulair ontwerp, gezamenlijke ontwikkelingen en partnerschappen. Circulaire ontwerpprincipes maken deel uit van onze innovatiestrategie. |
| Risico | We zien de beschikbaarheid van voldoende gerecycleerde grondstoffen als een potentieel risico in de toeleveringsketen. Extern aangedreven veranderingen in de vraag van klanten of de vereiste snelheid van technologische veranderingen kunnen onze concurrentiepositie verzwakken. Impactvolle technologische veranderingen kunnen sectoren treffen die relevant zijn voor Bekaert. We streven ernaar onze marktpositie en ons marktaandeel te beschermen door innovatie, gezamenlijke ontwikkeling en partnerschappen. |
| Opportuniteit | We streven ernaar onze marktpositie en ons marktaandeel te versterken door innovatie, co-ontwikkeling en partnerschappen en duurzame en circulaire oplossingen. |
Alle business units focussen op materiaalgebruik en de principes van de circulaire economie.
Op basis van onze emissiegegevens voor 2019 is onze belangrijkste grondstof walsdraad verantwoordelijk voor meer dan 80% van onze totale scope 3-upstream CO2e-emissies. Daarom geven we prioriteit aan deze topic en zijn we sinds onze eerste duurzaamheidscampagne in 2021 actief in gesprek met onze leveranciers. We verankeren circulariteit in onze inkoopstrategie door circulaire strategieën toe te passen bij de innovatie van producten en processen. Daarnaast nemen we maatregelen om materiaalgebruik tijdens onze activiteiten tot een minimum te beperken.
ESRS E5 IRO-1 §11a-b
Bekaerts beleid inzake materiaalgebruik en circulaire economie reflecteert ons engagement om het gebruik van nieuwe materialen te minimaliseren, materiaalefficiëntie te verbeteren en circulariteit te integreren doorheen onze waardeketen. Onze aanpak is gebaseerd op twee belangrijke pijlers:
• Duurzame activiteiten:
We geven prioriteit aan het gebruik van gerecycleerde materialen in de productie om de afhankelijkheid van nieuwe grondstoffen te verminderen. Door systemen te implementeren die materialen zoals water en verpakkingsmateriaal recycleren en hergebruiken en samen te werken met lokale recyclagebedrijven om staalschroot 100% te kunnen recycleren, minimaliseren we afval en optimaliseren we materiaalgebruik. Deze operationele aanpak ondersteunt rechtstreeks onze duurzaamheidsdoelstellingen.
• Duurzame oplossingen:
We ontwerpen onze producten met duurzaamheid, recycleerbaarheid en aanpasbaarheid in gedachten, waardoor zowel het afval als de ecologische voetafdruk van onze klanten wordt verminderd. Hoewel we geen controle hebben over het einde van de levensduur van onze oplossingen, stelt onze focus op circulariteit ons in staat om samen te werken met partners in de waardeketen om circulaire businessmodellen te ontwikkelen en te implementeren die recyclage en hergebruik vergemakkelijken. Producten gemaakt van staal kunnen aanzienlijk bijdragen aan een circulaire, koolstofarme toekomst omdat staal wereldwijd het meest gerecycleerde materiaal is.
Door deze inspanningen, die gebaseerd zijn op het 9R-kader (Refuse, Rethink, Reduce, Repair, Refurbish, Remanufacture, Repurpose, Recycle en Recover), pakt Bekaert materiële impacts en risico's aan terwijl ze waardecreatie op lange termijn voor alle stakeholders stimuleert en de principes van de circulaire economie bevordert.
Ons beleid inzake materiaalgebruik en circulaire economie is van toepassing op alle geconsolideerde activiteiten en bedrijven. De Chief Operating Officer houdt toezicht op het formuleren van het beleid. De divisie-CEO's zijn, met ondersteuning van de relevante bedrijfsfuncties, verantwoordelijk voor de implementatie van dit beleid in hun respectievelijke business en activiteiten. De Engelse versie van het beleid is beschikbaar op onze website. ESRS E5-1 §14, §15, §16
In de loop van het jaar hebben we belangrijke partnerschappen en initiatieven gelanceerd om de circulariteit en het duurzaam grondstoffenbeheer gedurende de hele levenscyclus van onze producten en doorheen de waardeketen te verbeteren.
In 2024 bleef Bekaert vooruitgang boeken op het vlak van duurzaamheid dankzij onze innovatieve oplossingen. Hier zijn een paar voorbeelden:
• Een van onze belangrijkste producten, Dramix® staalvezels, heeft een belangrijke rol gespeeld bij het verminderen van de milieu-impact van bouwprojecten door het gebruik van minder beton, minder staal en minder water mogelijk te maken in vergelijking met traditionele wapeningsoplossingen zoals wapeningsstaal en gaas, waardoor de koolstofvoetafdruk van bouwprojecten aanzienlijk kleiner wordt. Deze duurzame aanpak verbetert niet alleen de bestendigheid en prestaties van betonconstructies, maar ondersteunt ook de circulaire economie door de behoefte aan nieuwe grondstoffen te verminderen en afval te minimaliseren. De voordelen van Dramix® werden erkend met twee prestigieuze prijzen in 2024. Ten eerste werd Dramix® bekroond op het Pioneers Forum 2024 voor zijn bijdrage aan duurzaamheid in de bouwsector, in samenwerking met Société du Grand Paris en Eiffage. Door Dramix® staalvezels te gebruiken voor de versterking van lijn 16.1 van de Grand Paris Express, kon Société du Grand Paris de CO2e-emissies met gemiddeld 10 000 ton per 10 km tunnel verminderen in vergelijking met traditionele wapening met wapeningsstaal. Daarnaast ontving de Dramix®-oplossing de 2024 China Green Point Award van YICAI (China Business Network) voor haar rol in de decarbonisatie van de bouwsector. Bovendien werd Dramix® als duurzame oplossing gepresenteerd op de tentoonstelling City of Tomorrow in Tour en Taxis in Brussel. Naast de voordelen voor duurzaam bouwen hebben we ook de recycleerbaarheid van Dramix® staalvezels aan het einde van hun levenscyclus onderzocht. Ons onderzoek in samenwerking met het departement "Burgerlijk Ingenieur Bouwkunde" van de KU Leuven onderzocht het recyclagepotentieel van beton dat met 4D Dramix® staalvezels is versterkt en toonde aan dat de meeste gerecycleerde vezels 75% van hun oorspronkelijke treksterkte behouden en dat hergebruik veelbelovende resultaten oplevert.
Deze onderscheidingen weerspiegelen de focus van Bekaert op het benutten van innovatie en partnerschappen om de circulaire economie te ondersteunen en een positieve impact op het milieu te creëren.
Bij Bekaert is Levenscyclusanalyse (LCA) een cruciale berekeningstool die onze business- en duurzaamheidsstrategie stuurt. We voeren LCAs uit om transparantie te verzekeren, om onze impact te kwantificeren en om de duurzaamheid van onze producten aan onze klanten aan te tonen. We maken daarbij gebruik van een AI-gestuurde tool voor maximale schaalbaarheid. Dit helpt ons ook om materiaalgebruik te optimaliseren en mogelijkheden te definiëren om bij te dragen aan een circulaire economie.
We integreren LCA's en Environmental Product Declarations (EPD's) in onze discussies over business strategie en besluitvormingsprocessen. Deze aanpak stelt ons in staat om waardevolle gesprekken aan te gaan met onze klanten over nieuwe productontwikkelingen en partnerschappen, waarbij we LCA's gebruiken als kompas om initiatieven te identificeren die aansluiten bij onze bedrijfsdoelstellingen op korte en lange termijn en tegelijkertijd bijdragen aan de duurzaamheidsdoelstellingen van onze klanten.
LCAs zijn ook geïntegreerd in ons technologie- en innovatieproces, om te verzekeren dat elk nieuw product, nieuwe dienst of technologie die we ontwikkelen, bijdraagt aan duurzaamheid en de circulaire economie ondersteunt. Door te focussen op het ontwerpen van producten met een hogere bestendigheid, recycleerbaarheid en aanpasbaarheid, willen we productontwerpen verbeteren om de koolstofvoetafdruk van onze klanten en hun eindgebruikers te minimaliseren en samen te werken in de waardeketen om circulaire businessmodellen te ontwikkelen en te implementeren, waardoor de kringloop in onze waardeketen wordt gesloten.
In 2024 hebben we ons streven naar duurzaamheid opnieuw versterkt door aanzienlijke vooruitgang te boeken bij het verhogen van de transparantie door middel van LCA's en door waar nodig verificatie door derden te verkrijgen. Onze hijsproducten voor liften bijvoorbeeld, zoals Flexisteel® , werden gecontroleerd op hun potentieel van broeikasgasreductie in vergelijking met traditionele staaldraadoplossingen en voldoen aan de strenge criteria van de EU-Taxonomie.
We geven ook prioriteit aan voortdurend leren en ontwikkelen. In 2024 hebben we meer dan 20 uur specifieke trainingssessies voor onze medewerkers georganiseerd over het belang van LCA's en EPD's voor waardecreatie en hoe deze berekeningen moeten worden uitgevoerd.
Voor ons dienen LCA's en EPD's als leidraad bij ons engagement voor duurzaamheid en circulaire economie.
In 2024 bereikten we een hoog hergebruik van spoelen: 97% van de staalkoordspoelen werd hergebruikt. 100% van de kartonnen dozen die we aankopen en gebruiken in de staalkoord-vestigingen in China, India, en Indonesië, zijn gemaakt van gerecycleerd papier. We hebben daarenboven inspanningen geleverd om de hoeveelheid verpakking te verlagen. Een voorbeeld: we verminderden de kartonnen tussenlagen, wat resulteerde in een besparing van meer dan 100 ton. We hebben gelijktijdig een pilootproject opgestart om de dikte van plastic zakken te verminderen met 20% en het gerecycleerd gehalte ervan te verhogen met 30%.
Omdat er geen algemeen erkende internationale norm bestaat over hoe de gerecycleerde inhoud in staaldraadproducten berekend moet worden en hoe dit verder in de toeleveringsketen gecommuniceerd moet worden, heeft Bekaert haar eigen norm opgesteld. Deze norm combineert de definities voor gerecycleerde inhoud van ISO 14021 met die van gecontroleerd mengen zoals beschreven in ISO 22095. Het document is beschikbaar voor het grote publiek en kan gratis worden gedownload van onze website op de volgende locatie: www.bekaert.com > Sustainability > Policies > Recycled Content Steel Wire Products. Met deze norm is het nu ook mogelijk voor een derde onafhankelijke partij om elke staalproducerende of staalverwerkende fabriek te controleren en te certificeren op gerecycleerd materiaal.
ESRS E5-2 §19, §20b-c-d-f
In 2024 hebben we met succes een recyclage-unit voor afvalzuur geïmplementeerd in een van onze belangrijkste productievestigingen in Weihai (China), waardoor de afvoer van gevaarlijk afvalzuur van deze fabriek met meer dan 75% wordt verminderd. Tegelijkertijd optimaliseren we onze procesinstellingen om een nog hoger hergebruik van het geregenereerde zuur mogelijk te maken en streven we naar geen afvalzuur.
Voor afval richten we onze aandacht op drie hoofdcategorieën die samen ~80% van ons totaal geproduceerd gevaarlijk afval vertegenwoordigen:
Sinds 2022 hebben we verschillende projecten om afval te verminderen geïmplementeerd die hebben geleid tot een aanzienlijke vermindering van gevaarlijk afval:
| KPI | 2022 | 2023 | 2024 |
|---|---|---|---|
| Aantal geïmplementeerde projecten die afval verminderen* | 4 | 12 | 21 |
| Vermindering gevaarlijk afval (kg/ton eindproduct)* | 2,20 | 3,90 | 5,44 |
*gecumuleerde cijfers (2022+2023+2024)
In 2024 werd in totaal € 1,45 miljoen uitgegeven aan projecten die afval verminderen. Er zijn nog bijkomende projecten gepland. ESRS E5-2 §19, §20 e-f
Ons streven naar efficiënt materiaalgebruik en de principes van de circulaire economie zijn gereflecteerd in onze ambitieuze doelen voor de komende jaren.
We streven ernaar om in 2030 65% van onze omzet uit duurzame oplossingen te halen6 . In 2024 hebben we 45% behaald. Deze oplossingen worden gedefinieerd en geclassificeerd volgens de EU-Taxonomie, waarin circulaire economie is opgenomen als een van de zes milieudoelstellingen. Deze afstemming zorgt ervoor dat onze producten en diensten bijdragen aan duurzaamheid en de overgang naar een circulaire economie ondersteunen, rekening houdend met de in- en uitstromen van materiaal, waaronder afval en producten en materialen.
Om dit te bereiken richten we ons op:
Bovendien streeft Bekaert naar het integreren van duurzame praktijken in haar activiteiten.
Bekaert heeft als doel gesteld om tegen 2030 de hoeveelheid van haar drie hoofdcategorieën van afgevoerd gevaarlijk afval, relatief aan de hoeveelheid eindproduct met 25% te verminderen, vergeleken met 37,7 kg/ton in het basisjaar 2019. Eind 2024 bereikten we 31,4 kg/ton wat neerkomt op een reductie van -16,6% vergeleken met 2019.
Dit doel is gericht op laag 1, afvalpreventie, van de afvalhiërarchie cfr. Artikel 4, lid 1, van Richtlijn 2008/98/EG betreffende afvalstoffen. Dit doel is op vrijwillige basis vastgelegd.
Andere aandachtsgebieden zijn:
Deze doelen leiden ons samen naar meer materiaalefficiëntie en een milieubewustere toekomst, en versterken onze inzet voor duurzaamheid en de principes van de circulaire economie. ESRS E5-3 §24, §25, §27
Onze belangrijkste materiaalinstromen bestaan uit walsdraad, basismetalen (voornamelijk koper en zink) en verpakkingsmateriaal. Dit zijn de materialen die we het meest relevant vonden om op te volgen qua circulariteit, omdat ze de basismaterialen zijn die worden gebruikt in de meeste producten die we aan onze klanten leveren, verbonden zijn met eindige grondstoffen en een hoog potentieel hebben voor recyclage en hergebruik. Andere materialen die in onze productieprocessen worden verbruikt, zijn smeermiddelen en andere chemicaliën, evenals polymeren en kunststoffen die in een kleiner aantal deklaagtoepassingen worden gebruikt.
Voor de berekening van het aandeel gerecycleerd staal in de walsdraad die wij aankopen, gebruiken wij waar mogelijk gedetailleerde data die we rechtstreeks van onze leveranciers verkregen . Om onze analyse te vervolledigen raadplegen wij ook internationaal erkende databanken en houden wij rekening met generieke waarden op basis van de toegepaste staalproductietechnologie. De kwaliteit van de data is belangrijk en daarom werken wij nauw samen met onze strategische leveranciers en internationale organisaties om de weg vrij te maken voor een meer gestandaardiseerde en gecertificeerde rapportering. Om het gehalte aan gerecycleerde grondstoffen te verhogen, passen wij in ons product- en procesontwerp technieken toe die het gebruik van walsdraad op basis van schroot ondersteunen. Berekend op basis van de ISO 14021-definitie bedroeg het totaal van de gerecycleerde inhoud voor en na consumptie in walsdraad 24%% in 2024. Dit is een stijging van 4% ten opzichte van 2023 door een duidelijke verschuiving naar staal met een aanzienlijk hoger gehalte aan gerecycleerd materiaal.
6We zullen onze ambities en doelen evalueren als onderdeel van onze volgende strategische planningscyclus. We verwijzen naar de laatste paragraaf in rubriek SBM-1.
In 2024 vroegen we onze leveranciers van basismetalen om informatie over gerecycleerde inhoud op basis van de ISO 14021-definitie aan te leveren. Door deze inputs te combineren met intern beschikbare gegevensbronnen (zoals technische informatiebladen), is 95% van het volume aan basismetalen gedekt. Door de verkregen data te analyseren, zullen we kansen identificeren om het gerecycleerd gehalte in 2025 en erna te verhogen. ESRS E5-4 §30 §32
| Materiaalinstromen | In ton product | |
|---|---|---|
| Algeheel totaalgewicht van gebruikte materialen | ||
| Walsdraad | 2 004 683 | |
| Basismetalen | 17 928 | |
| Verpakking | 36 008 | |
| Materiaalinstromen | In ton product | In % |
| Gewicht van secundaire gerecycleerde onderdelen | ||
|---|---|---|
| Walsdraad | 476 513 | 24% |
| Basismetalen | 5 230 | 29% |
| Verpakking | 1 687 | 5% |
Verpakking bestaat uit ijzerhoudend metaal (spoelen), papier en karton, plastic en hout. We kopen geen biologische materialen aan. ESRS E5-4 §31
Bekaert levert een breed portfolio van producten aan verschillende eindmarkten. We integreren de principes van de circulaire economie in het ontwerp van onze productieprocessen en producten. Meer details, waaronder voorbeelden van belangrijke processen en producten, zijn beschikbaar in andere rubrieken van dit hoofdstuk.
Bestendigheid: Het merendeel van onze producten is geïntegreerd in eindproducten, waardoor het een uitdaging is om voor elke productgroep algemeen beschikbare sectorgemiddelden te geven. We zorgen er echter wel voor dat onze producten ontworpen zijn voor duurzaamheid op lange termijn en dat ze waar nodig voldoen aan de industriële normen of deze zelfs overtreffen.
Repareerbaarheid: Door de aard van onze producten, die vaak integrale onderdelen zijn van grotere systemen of producten, hebben we geen controle over de repareerbaarheid van het eindproduct of de eindoplossing. Daarom bestaat er voor onze producten geen vast ratingssysteem voor repareerbaarheid.
Recycleerbare inhoud: Hoewel we geen directe controle hebben over het einde van de levensduur van onze oplossingen, streven we ernaar om samen te werken in de waardeketen met circulariteit in gedachten. Onze belangrijkste grondstof, staal, is het meest gerecycleerde materiaal ter wereld. Het zou technisch mogelijk moeten zijn om onze staalproducten aan het einde van hun levenscyclus te recycleren, zelfs als ze geïntegreerd zijn in het eindproduct of de eindoplossing. Voor meer informatie over onze lopende initiatieven om de recycleerbaarheid te verbeteren, verwijzen we naar rubriek E5-2.
ESRS E5-5 §35, §36
Al het staalschroot dat in onze processen ontstaat, wordt gerecycleerd en gaat terug naar staalfabrieken voor hergebruik. Deze aanpak onderstreept ons streven naar efficiënt materiaalgebruik en minimalisering van afval, die fundamentele principes zijn van de circulaire economie. 82% van het afval dat we genereren wordt gerecycleerd.
| Totale hoeveelheid geproduceerd afval (in ton product) | Gevaarlijk afval |
Niet gevaarlijk afval |
|---|---|---|
| 90 860 | 100 549 | |
| Totale hoeveelheid die niet wordt afgevoerd naar afvalverwijdering | ||
| Voorbereiding voor hergebruik | 2 014 | 1 927 |
| Recycling | 61 760 | 92 436 |
| Verbranding met energierecuperatie | 931 | 171 |
| Totale hoeveelheid die wordt afgevoerd naar afvalverwijdering | ||
| Verbranding zonder energierecuperatie | 3 565 | 78 |
| Gestort afval | 22 590 | 5 937 |
| Totaal niet-gerecycleerd afval | ||
| absoluut getal | 33 272 | |
| in % | 17% |
De belangrijkste stromen aan gevaarlijk afval zijn:
Het ongevaarlijke afval bestaat voornamelijk uit schroot en verpakkingsmateriaal.
De hierboven vermelde hoeveelheden zijn berekend op basis van de hoeveelheden die onze vestigingen in 2024 hebben afgevoerd, zoals vermeld op facturen van afvalverwerkingsbedrijven of certificaten van lokale overheden.
ESRS E5-5 §38, §40
In het kader van onze dubbele beoordeling van de materialiteit hebben we de volgende materiële gevolgen, risico's en kansen met betrekking tot ons eigen personeelsbestand geïdentificeerd:
| Positieve impact |
We verbeteren het welzijn en de arbeidsomstandigheden van medewerkers door te focussen op niemand schade berokkenen, medische plannen, hulpprogramma's en automatiseringsoplossingen. |
|---|---|
| Negatieve impact |
Door de aard van de businessomgeving waarin we actief zijn, moeten we gezondheids- en veiligheidsrisico's aanpakken en focussen op de diversiteit van ons eigen personeel. We blijven deze topics aanpakken via verschillende programma's en initiatieven. |
| Risico | Het creëren van veilige werkomstandigheden en het aantrekken en ontwikkelen van talent zijn belangrijke vereisten voor de duurzaamheid van ons bedrijf. We investeren in programma's rond het naleven van veiligheidsvoorschriften en trekken talent aan om onze business te helpen groeien. |
| Opportuniteit | Innovatie stimuleren door talentontwikkeling, training en culturele diversiteit leidt tot rijkere ideeën, betere besluitvorming en hogere productiviteit. Deze strategie vergroot onze kans om het talent aan te trekken en te behouden dat we nodig hebben om in de toekomst succesvol te zijn. |
De volgende subthema's zijn voor Bekaert materieel:
• Arbeidsomstandigheden: werkzekerheid, werktijden, werk-privé balans en gezondheid en veiligheid • Gelijke behandeling en kansen voor iedereen: gendergelijkheid, opleiding en ontwikkeling van vaardigheden, diversiteit
Bepaalde materiële impacts, zoals gezondheids- en veiligheidsrisico's en diversiteitsratio's, zijn inherent aan de productieomgeving en de sectoren waarin we actief zijn. Andere impacts worden aangepakt via onze strategische plannen (zie ook ESRS 2 SBM3). ESRS S1 SBM-3 §13
Onze rapportage heeft betrekking op alle individuen binnen ons eigen personeel die materieel geïmpacteerd zouden kunnen worden. Ons eigen personeel wordt in dit rapport als volgt ingedeeld:
Potentiële materiële negatieve impacts kunnen zich voordoen over regio's heen (zoals impacts met betrekking tot onze productieprocessen) of meer gelinkt zijn aan specifieke regio's waar we actief zijn (zoals diversiteitsratio's). We analyseren regelmatig onze prestaties op het gebied van gezondheid en veiligheid, talent- en personeelsbehoeften en diversiteitsratio's om vakgebieden of groepen mensen te identificeren die specifieke aandacht nodig hebben. ESRS S1.SBM-3 §14a,b §15 §16
Met deze maatregelen willen we positieve impacts genereren voor alle medewerkers in alle regio's. Tot nu toe hebben we geen materiële risico's of kansen geïdentificeerd die voortkomen uit de impacts en afhankelijkheden van ons eigen personeel. Verder hebben onze transitieplannen geen materiële impacts gehad op ons personeel. ESRS S1.SBM-3 §14c,d,e
Op basis van onze huidige processen hebben we geen eigen activiteiten geïdentificeerd die een aanzienlijk risico lopen op incidenten met dwangarbeid, verplichte arbeid of kinderarbeid. ESRS S1.SBM -3§14f i, ii, g i, g ii
In de loop van 2024 formaliseerde Bekaert haar voortdurende engagement om mensenrechten te respecteren: we rolden het mensenrechtenbeleid uit en publiceerden dit op onze website. Via ons engagement implementeren we de naleving van artikel 18 van de EU-Taxonomieverordening, wat betekent dat we in overeenstemming zijn met de OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen en de leidende beginselen van de Verenigde Naties inzake bedrijfsleven en mensenrechten, waaronder de principes en rechten die zijn vastgelegd in de acht fundamentele conventies die zijn geïdentificeerd in de Verklaring van de Internationale Arbeidsorganisatie inzake de Fundamentele Principes en Rechten op het Werk en de International Bill of Human Rights.
Zoals beschreven in het beleid, zorgen we ervoor dat
Bekaerts mensenrechtenbeleid is beschikbaar op onze website en is van toepassing op alle medewerkers van Bekaert en alle personen die Bekaert vertegenwoordigen. Bovendien bevorderen we de beleidsprincipes in onze toeleveringsketen en zijn we van plan om deze principes met klanten te bespreken. Het mensenrechtenbeleid werd goedgekeurd door het Bekaert Group Executive. De rollen en verantwoordelijkheden worden duidelijk beschreven in ons beleid.
In 2024 hebben we al onze medewerkers gevraagd om zich te engageren voor ons mensenrechtenbeleid via de nieuwe e-learning voor onze gedragscode, die door alle kaderleden en bedienden is voltooid, en ook via live bewustmakingssessies over de gedragscode voor de arbeiders.
ESRS S1-1 §19, ESRS S1-1 §20a, b, c, ESRS S1-1 §21, ESRS S1-1 §22
De Bekaert Gedragscode beschrijft hoe we onze Bekaert-waarden in de praktijk omzetten en welk leiderschapsgedrag we verwachten van elke Bekaert-medewerker. Onze gedragscode omvat, naast andere elementen, belangrijke thema's met betrekking tot mensenrechten, non-discriminatie, kinderarbeid en dwangarbeid, ethiek en integriteitsprincipes op de werkplek en bij het zakendoen.
De gedragscode geeft expliciet aan dat deze van toepassing is op al onze medewerkers: we bevorderen gelijke kansen en discrimineren niet tegen medewerkers of sollicitanten, of tegen groepen die een bijzonder risico lopen of kwetsbaar zijn.
De gedragscode van Bekaert geldt voor alle medewerkers, executive officers en bestuurders en we verwachten van onze leveranciers en zakenpartners dat ze dezelfde normen hanteren. Rollen en verantwoordelijkheden zijn duidelijk beschreven. De Bekaert Gedragscode werd goedgekeurd door de Raad van Bestuur.
De Bekaert Gedragscode beschrijft ook de klachtenprocedures die we hebben ingesteld. Ons Speak Up-proces wordt voortdurend gepromoot: deze klachtenprocedure is openbaar beschikbaar en kan door iedereen worden gebruikt om bezorgdheden te uiten. De inkomende meldingen geven ons informatie over mogelijke thema's en verbeterpunten. Daarnaast worden er binnen Bekaert meerdere initiatieven geïmplementeerd om te communiceren over bezorgdheden van groepen die een bijzonder risico lopen of kwetsbaar zijn, bv. via de jaarlijkse enquête naar de betrokkenheid van de medewerkers, vertrouwenspersoon, lijnmanagement, vakbondsafgevaardigden, Employee Assistant Program (EAP) enz.
De gedragscode van Bekaert is beschikbaar op onze website in de taal van de landen waar we actief zijn.
Via de jaarlijkse verplichte training over de gedragscode en de andere live opleidingen en e-learnings met betrekking tot naleving verhogen we het bewustzijn rond risico's en de bestaande beleidsregels en processen voor het beheren van de risico's.
ESRS S1-1 §19, ESRS S1-1 §20a, b, c, ESRS S1-1 §21, ESRS S1-1 §22, ESRS S1-1 §24a, b, c, d
Bekaert heeft een wereldwijde richtlijn voor hybride werken die werken vanuit een Bekaert-vestiging combineert met werken op afstand of vanuit een thuiskantoor. Het hybride werkmodel draagt bij aan het verhogen van de betrokkenheid, het welzijn en de productiviteit met meer flexibiliteit om werk en privéleven te organiseren, terwijl de band met collega's en de bedrijfscultuur sterk blijft.
In principe geldt het voor alle medewerkers, met dien verstande dat hybride werken voor bepaalde groepen medewerkers op de werkvloer alleen mogelijk is als de activiteiten dat toelaten.
Het beleid voor hybride werken is goedgekeurd door de Chief Human Resources Officer. Het is in het Engels beschikbaar op ons intern intranet en wordt lokaal uitgerold.
In 2024 startte Bekaert met de implementatie van een wereldwijd ouderschapsprogramma. Onze nieuwe standaard voor ouderschapsverlof is ontworpen om een minimumnorm te bepalen voor ouderschapsverlof in alle landen waar Bekaert actief is. Het doel is om het speelveld voor werkende ouders gelijk te maken en de gelijke verantwoordelijkheden van beide ouders in de zorg voor en de band met hun kind te omarmen. Het zal gelden voor Bekaert medewerkers wereldwijd, ongeacht of het kind verwelkomd wordt door geboorte of door adoptie. Dankzij deze minimumnorm kunnen onze medewerkers vrij nemen om voor hun pas verwelkomd kind te zorgen zonder dat ze zich zorgen hoeven te maken over hun werkzekerheid of financiële beperkingen.
Onze aanpak bestaat uit het vaststellen van een wereldwijde ambitie die wordt vertaald naar lokaal beleid, waarbij de lokale wetgeving en bepalingen inzake sociale zekerheid worden nageleefd, terwijl de basisprincipes van onze minimumnorm worden gehandhaafd.
Het wereldwijde ouderschapsprogramma werd goedgekeurd door het Bekaert Group Executive.
Bekaerts wereldwijde opleidings- en ontwikkelingsprocedure is ontworpen om de groei van onze medewerkers te ondersteunen. Ze beschrijft het doel, de opzet en de richtlijnen van onze ontwikkelingsprogramma's en zorgt voor een consistente en gestructureerde aanpak van leren doorheen het hele bedrijf. Deze procedure is gealigneerd met de bedrijfsstrategie, biedt duidelijke normen voor het leerproces en de systemen die we gebruiken, en is toegankelijk voor alle medewerkers via het documentbeheersysteem van Bekaert.
Bovendien hebben we lokale leer- en ontwikkelingsprocedures die voortbouwen op de globale procedure, zodat alle medewerkers, inclusief arbeiders, gebruik kunnen maken van een gestructureerde en consistente opleidingsaanpak. De lokale procedures zijn afgestemd op de specifieke behoeften van elk land en zijn beschikbaar in de lokale taal via het documentbeheersysteem van Bekaert, zodat elke medewerker toegang heeft tot relevante opleidings- en ontwikkelingsmogelijkheden.
De wereldwijde opleidings- en ontwikkelingsprocedure van Bekaert werd goedgekeurd door de VP Talent, Diversity & Inclusion en Organization Effectiveness.
De principes voor diversiteit en inclusie (D&I) zijn opgenomen in de gedragscode van Bekaert. Meer informatie over de gedragscode is beschikbaar in deze rubriek op pagina 241.
Focussen op D&I is belangrijk voor Bekaert omdat het ons helpt ons perspectief te verbreden, meer een weerspiegeling te zijn van de samenlevingen waarin we leven en werken, een cultuur van respect aan te moedigen, tegemoet te komen aan de behoeften van onze stakeholders en onze innovatie-inspanningen te versterken.
De D&I-filosofie en -initiatieven van Bekaert worden gedeeld op ons intern intranet. Ons D&I-traject is een voortdurend engagement dat deel uitmaakt van onze bedrijfscultuur en identiteit, om onze diversiteit te omarmen en anderen te behandelen zoals zij behandeld willen worden. We streven naar een omgeving waarin iedereen zich verwacht, weerspiegeld en gerespecteerd voelt. De D&I-filosofie vertaalt onze bedrijfswaarden in D&I-specifieke gedragingen en denkwijzen:
Onze principes voor diversiteit en inclusie zijn goedgekeurd door de Chief Human Resources Officer.
Bekaert heeft een wereldwijd beleid rond Veiligheid, Gezondheid en Milieu dat de basis legt voor de implementatie van een cultuur van respect en naleving. Het beschrijft de principes, normen en processen die we volgen om risico's te verminderen of te elimineren en veilige en gezonde werkomstandigheden te creëren en legt alignering met internationaal erkende managementsystemen uit.
Het beleid van Bekaert inzake Veiligheid, Gezondheid en Milieu is goedgekeurd door de Chief Executive Officer en is van toepassing op alle medewerkers en iedereen die in onze vestigingen werkt of er een bezoek brengt. Rollen en verantwoordelijkheden zijn duidelijk beschreven.
Het beleid van Bekaert inzake Veiligheid, Gezondheid en Milieu is beschikbaar in het Engels op onze website. Lokale taalversies zijn beschikbaar op ons intranet en in ons documentbeheersysteem.
ESRS S1-1 §19, ESRS S1-1 §23
Het engageren en empoweren van onze medewerkers is altijd belangrijk geweest binnen Bekaert. We empoweren onze teams met verantwoordelijkheid, autoriteit en aansprakelijkheid en rekenen op het engagement van elke Bekaert-medewerker om de prestaties te verbeteren.
De Chief Human Resources Officer heeft de operationele verantwoordelijkheid voor initiatieven op het gebied van werknemersbetrokkenheid. ESRS S1-2 §27c
Communicatie omvat ook het uitwisselen van informatie en onderhandelen met vakbonden. We erkennen het recht van iedere medewerker om zich al dan niet bij een vakbond aan te sluiten. 75% van onze medewerkers wereldwijd valt onder een collectieve arbeidsovereenkomst.
Overeenkomsten met vakbonden worden lokaal gesloten en omvatten gewoonlijk de volgende elementen:
Met betrekking tot mensenrechten heeft Bekaert een mensenrechtenbeleid dat ontworpen is om de organisatie te aligneren met ons engagement om mensenrechten te respecteren. Meer informatie is beschikbaar in rubriek S1-1 op pagina 241. ESRS S1-2 §27d
Ons voltallige personeel is vertegenwoordigd in ons Comité voor Veiligheid, Gezondheid en Milieu dat bestaat uit formele commissies bestaande uit management en medewerkers die zich bezighouden met gezondheids-, veiligheids- en milieuthema's. Deze commissies helpen bij het monitoren, verzamelen van inzichten en formuleren van advies over programma's voor gezondheid en veiligheid op het werk en over milieuprogramma's. ESRS S1-2 §27a
In 2024 bleef Bekaert de centrale Speak Up-rapporteringstool promoten. Alle stakeholders, zoals medewerkers en externe stakeholders, waaronder leden van lokale gemeenschappen en werknemers uit de waardeketen van Bekaert, hebben toegang tot de tool en worden aangemoedigd om hun integriteitskwesties en/of grieven te melden via de Speak Up-tool.
Alle meldingen worden vertrouwelijk behandeld door de specifieke afdeling 'Ethics & Compliance' van Bekaert. De tool is één van de communicatiemiddelen om vragen te stellen of bezorgdheden te uiten. De tool maakt vertrouwelijke tweerichtingscommunicatie mogelijk tussen Group Ethics and Compliance en een anonieme of bij naam genoemde melder in 15 talen. Medewerkers worden aangemoedigd om hun bezorgdheid te uiten op de manier die zij het comfortabelst vinden. Ze kunnen ook contact opnemen met hun HR-vertegenwoordiger, Internal Audit of hun directe manager of supervisor. ESRS S1-3 §32a, b, c, d
De bekendheid van het Speak Up-programma wordt op meerdere manieren versterkt: Het Speak Up-proces is sterk aanwezig in de nieuwe e-learning over de gedragscode die in ongeveer 15 talen wordt aangeboden aan alle medewerkers met toegang tot ons Learning Management System. Andere medewerkers, voornamelijk arbeiders, worden tijdens onboarding geïnformeerd en daarna regelmatig herinnerd. Om de drie jaar krijgen ze een mondelinge update van de gedragscode. Speak Up maakt ook periodiek deel uit van de communicatie van de CEO en het senior management. Daarnaast voert Bekaert voortdurend een Speak Up-campagne via communicatiemateriaal dat in haar kantoren en fabrieken wordt opgehangen. ESRS S1-3 §33
Ons Onderzoeksprotocol waarborgt de kwaliteit en consistentie van onze onderzoeken en interne rapportageverplichtingen met betrekking tot geuite bezorgdheden. Elke aantijging wordt grondig onderzocht. Er worden corrigerende maatregelen genomen voor alle gegronde gevallen en voor die gevallen waarin verbeterpunten aan het licht komen. Alle binnenkomende meldingen worden behandeld met de hoogste graad van confidentialiteit. Bekaert neemt alle nodige maatregelen om medewerkers te beschermen tegen elke vorm van vergelding bij het melden van een bezorgdheid. Om de mogelijke negatieve impacts op de mensenrechten van de eigen medewerkers en de werknemers in de waardeketen te herstellen, controleert Group Ethics and Compliance de uitvoering van de actieplannen voor mogelijke gegronde bezorgdheden en rapporteert intern over de gevallen met een hoger risico of negatieve impacts aan het Regional and Group Compliance Committee. ESRS S1-3 §32e
In 2024 werden 165 integriteitsaantijgingen gemeld via onze kanalen voor integriteitsrapportage.
Geen enkele van de aantijgingen vormde een schending door Bekaert-medewerkers van integriteitsinbreuken met betrekking tot discriminatie, omkoping of corruptie.
In de loop van 2024 voerde Bekaert een beoordeling uit van de impact op de mensenrechten en de tekortkomingen. De beoordelingen identificeerden, in overeenstemming met de vereisten van de leidende beginselen van de Verenigde Naties inzake bedrijfsleven en mensenrechten, de potentiële en feitelijke meest ernstige negatieve ("salient") impacts op de mensenrechten in de activiteiten en waardeketen van Bekaert.
Deze "salient" risico's zijn inherent aan:
Uit deze studie bleek dat we al een sterke nalevingspraktijk en -cultuur hebben. Ze stelt verbeterpunten voor die door Group Ethics en Compliance zullen worden opgevolgd.
ESRS S1-4 §39
Bekaerts engagement op vlak van integriteit, ethiek en naleving begint bij de Raad van Bestuur (Raad) en het Bekaert Group Executive (BGE). Het Audit, Risk en Finance Comité (ARFC) van de Raad komt elk kwartaal samen om Bekaerts nalevingsprogramma met betrekking tot de Gedragscode te evalueren. Bekaert rapporteert tweemaal per jaar integriteitscijfers aan het BGE en ARFC. Bekaerts CEO en andere senior leiders communiceren regelmatig met de medewerkers over het belang van compliance. Door middel van town hallvergaderingen, personeelsvergaderingen, boodschappen die via hun rechtstreekse medewerkers worden
verspreid, in e-mailcommunicatie naar medewerkers en verplichte compliance opleidingen, benadrukt het senior leiderschap het belang van integriteit en naleving en de verantwoordelijkheid van elke medewerker om het juiste te doen.
Bestaande risicogebieden worden voortdurend gemonitord door het senior management en het Ethics & Compliance-team en herzien aan de hand van periodieke risicobeoordelingen, die hebben geleid tot het bijwerken van beleidsregels, digitalisering van processen en nieuwe beleidsregels, zoals mensenrechten en belangenvermenging.
Ons aanwervingsbeleid schrijft voor dat elke nieuwe medewerker een exemplaar van onze gedragscode ontvangt. Elk jaar wordt van onze bedienden en kaderleden verwacht dat ze de gedragscode lezen en hun engagement voor de principes van de code en de Bekaert-waarden herbevestigen. 100% van de managers en 100% van de bedienden hernieuwden hun engagement aan de Gedragscode in 2024. Door middel van informatiesessies in de loop van 2024 heeft het lokale management de arbeiders opnieuw geïnformeerd over de Gedragscode.
De globale veiligheidsaanpak van Bekaert is erop gericht een werkomgeving te creëren die niemand schade berokkent. We geloven dat zorg dragen voor mensen fundamenteel bijdraagt aan het succes van de business. Om dit te bereiken hanteren we een set van standaarden, gebaseerd op interne en externe principes en reglementeringen, en moedigen we een cultuur van leiderschap en verantwoordelijkheidszin aan.
De veiligheidsprogramma's van Bekaert zorgen ervoor dat alle medewerkers wereldwijd eenzelfde veiligheidsmentaliteit en -gedrag aannemen.
BeCare, het wereldwijde veiligheidsprogramma van Bekaert dat in 2016 werd gelanceerd, richt zich op het creëren van een veiligheidscultuur met onderlinge afhankelijkheid, het promoten van een sterk risicobewustzijn, het uitschakelen van risicotolerantie en het investeren in de middelen en uitrusting die nodig zijn voor een veiliger werkomgeving. BeCare heeft het gedrag veranderd in onze fabrieken en kantoren en in onze ontmoetingen met businesspartners.
Aangezien voortdurende verbetering ook van toepassing is op ons BeCare-programma, werd in 2024 een analyse uitgevoerd om te zoeken naar mogelijkheden om het programma verder te verbeteren.
Bekaert lanceerde ook een ontwikkelingsprogramma voor sitemanagers en regionale leiders van operaties, BeCare Pro, dat bewustzijn, kennis en begrip van veiligheids- en wettelijke nalevingsverplichtingen opbouwt. Het programma is afgestemd op ons BeCare-veiligheidsprogramma. In 2024 hebben we het ontwikkelingsprogramma BeCare Pro wereldwijd verder uitgerold.
Elk jaar organiseren we een wereldwijde Gezondheids- en veiligheidsweek voor al onze medewerkers om hen voortdurend bewust te maken van gezondheids- en veiligheidsrisico's. In 2024 lag de focus op vinger- en brandveiligheid.
Ons management benadrukt voortdurend het belang van veiligheid: elke Global Town Hall begint met een veiligheidsupdate om veiligheidsbewustzijn een topprioriteit te houden. Veiligheid is ook een terugkerend thema op de agenda van onze senior leaders: tijdens elke vergadering van het Bekaert Group Executive in 2024 werden twee plant managers uitgenodigd om hun prestaties en best practices te delen.
Bekaert heeft verscheidene veiligheidsprocedures en -standaarden ontwikkeld die gelden in alle fabrieken wereldwijd. Ze zijn erop gericht een coherente en gestandaardiseerde aanpak te creëren voor alle processen en acties doorheen de groep.
In overeenstemming met ons BeCare-veiligheidsprogramma, en om meer nadruk te leggen op veiligheid in specifieke situaties, moeten onze medewerkers de Regels die Levens Redden volgen. In 2024 zijn deze Regels die Levens Redden verder verbeterd en nu gekoppeld aan het gewenste gedrag in 10 gevaarlijke situaties die het grootste risico op een dodelijke afloop hebben. Ze zijn van toepassing op iedereen: medewerkers, aannemers en bezoekers. Bovendien gelden ze niet enkel op de werkplek, maar zijn ze ook thuis en op de weg sterk aanbevolen. Het naleven van deze regels is een voorwaarde voor tewerkstelling en toegang tot onze vestigingen. Het volgen van deze regels en anderen helpen om dit te doen zal levens redden. Daarom zijn er gevolgen van toepassing voor wie de Regels die Levens Redden niet volgt.
We zijn er ons van bewust dat, naast de gedragscomponent, de veiligheid van uitrusting van het hoogste belang is in onze inspanningen om onze veiligheidsprestaties te verbeteren. Daarom hebben we een veiligheidsstandaard voor uitrusting die de vereisten beschrijft waaraan alle nieuwe en bestaande uitrusting moet voldoen.
Bekaert heeft een investeringsprogramma voor veiligheid goedgekeurd. Het programma wordt tussen 2022 en 2025 uitgerold als een extra middel om een veilige werkomgeving voor alle medewerkers te creëren.
Naast de initiatieven van BeCare en de veiligheidsinvesteringen gericht op het verminderen en voorkomen van veiligheidsrisico's, willen we ook een gezonde werkplek voor onze medewerkers creëren en behouden.
We controleren werkplekomstandigheden zoals lawaai, stof, ergonomie en temperatuur. We hebben normen gedefinieerd en verbeteren onze apparatuur voortdurend.
Alle medewerkers en onderaannemers die wereldwijd in de fabrieken van Bekaert werken, dragen de veiligheids- en gezondheidsuitrusting om de risico's op verwondingen en gezondheidsschade te vermijden. Deze omvat uniformen, stoffilters, oog- en gehoorbescherming, en hijs- en takelapparatuur om spoelen, haspels en paletten ergonomisch te heffen en te verplaatsen.
Er wordt binnen het bedrijf speciale aandacht besteed aan het omgaan met en opslaan van chemicaliën. Een databank houdt alle chemicaliën bij die in onze fabrieken gebruikt worden en er gelden strenge gezondheids- en veiligheidsrichtlijnen voor alle medewerkers. Medewerkers die worden blootgesteld aan potentieel gevaarlijke materialen doorlopen een verplichte medische controle. We ontwikkelen en optimaliseren technieken en processen die de nood aan gevaarlijke chemicaliën tijdens warmtebehandelingen elimineert.
Al onze eigen medewerkers vallen onder ons managementsysteem voor gezondheid en veiligheid dat is gebaseerd op wettelijke vereisten en/of erkende normen of richtlijnen en dat intern wordt gecontroleerd en/of gecontroleerd of gecertificeerd door een externe partij. ESRS S1-14 § 88a, ESRS S1-14 §90
We willen dat Bekaert een fijne werkplek is. Een plek die inspireert, creativiteit opwekt en waar iedereen zich veilig en welkom voelt. We willen dat onze medewerkers actief deelnemen aan het bouwen van een inclusieve werkplek voor iedereen. Met de steun van het Bekaert Group Executive (BGE) en de Diversity en Inclusion (D&I) Council worden medewerkers aangemoedigd om verwantschapsgroepen te vormen en samen te werken om inspirerende ideeën te bedenken die positieve verandering teweegbrengen.
Hier zijn enkele van de initiatieven en programma's die al een verschil maken en onze collega's bij Bekaert ondersteunen.
We streven ernaar om D&I een belangrijk onderdeel te maken van onze opleidings- en ontwikkelingsaanpak, ontworpen om inclusie te ondersteunen. Onze programma's bieden gerichte opleiding en mentorschap om medewerkers in staat te stellen succesvol te zijn in leidinggevende functies.
We hanteren onbevooroordeelde en inclusieve praktijken om een diverse talentenpool aan te trekken en te behouden, naar ons beste vermogen. Dit omvat het promoten van genderneutrale functiebeschrijvingen en het verminderen van onbewuste vooroordelen tijdens het hele wervings- en selectieproces.
Bekaert heeft een wereldwijd hulpverleningsprogramma voor medewerkers opgezet dat zich richt op medewerkers en hun gezinnen en emotionele steun, financiële en juridische begeleiding biedt. 100% van de medewerkers in de dochterondernemingen van Bekaert (tegenover 77% in 2023) hebben toegang tot dit programma. In verschillende entiteiten lopen er bovendien bijkomende programma's voor mentaal welzijn.
In 2024 hebben we een reeks van 12 webinars over verschillende welzijnsthema's gegeven aan een globaal publiek in 3 talen: Engels, Chinees en Spaans. Opnames van webinars zijn beschikbaar voor alle medewerkers.
Er werd speciale aandacht besteed aan het thema burn-out, via het geven van webinars voor medewerkers en leidinggevenden en het beschikbaar stellen en promoten van online materiaal over de preventie van burn-out.
Bekaert heeft een wereldwijd hybride werkmodel. We verwijzen naar S1-1 op pagina 241 voor meer informatie.
Bekaert implementeert een wereldwijd ouderschapsprogramma dat een minimumstandaard voor ouderschapsverlof vastlegt in alle landen waar Bekaert actief is. Meer informatie is beschikbaar in rubriek S1-1 op pagina 242.
Bekaert voert jaarlijks een enquête rond medewerkersbetrokkenheid uit. Meer informatie over de enquête en de resultaten voor 2024 is beschikbaar in rubriek S1-2 op pagina 243.
In 2024 organiseerden we om de twee weken Learning Friday-sessies. Via boeiende webinars brachten we verschillende onderwerpen onder de aandacht van onze medewerkers in het Engels, Spaans en Chinees. Alle webinars worden opgenomen en beschikbaar gesteld aan al onze medewerkers.
Onze Bekaert University biedt meer dan 400 cursussen aan over verschillende thema's, georganiseerd in 11 actieve Bekaert Academies, die onze medewerkers helpen om hun capaciteiten te vergroten en nieuwe vaardigheden te ontwikkelen.
Bijvoorbeeld: de Safety, Health and Environment Academy richt zich op operationele leiders en helpt hen de vaardigheden te verwerven die nodig zijn om de veiligheid in onze activiteiten te verbeteren. De Leadership Academy biedt een breed scala aan nieuwe programma's gericht op drie niveaus van leiderschap: hoe leid je jezelf, hoe leid je anderen en hoe leid je de activiteit. De Leadership Academy biedt ook specifieke ontwikkelingsprogramma's voor medewerkers met een hoog potentieel. De Sustainability Academy biedt expertise, kennis en vaardigheden voor onze medewerkers die werkzaam zijn in specifieke businesses. Naast het rijke bestaande portfolio voegde de Technology Academy in 2024 sessies toe die gericht zijn op innovatie.
Om effectieve samenwerking tussen landen en regio's te bevorderen, investeert Bekaert in de ontwikkeling van de talenkennis van haar medewerkers.
In de wereld van vandaag is duurzaamheid een cruciaal aspect van zakendoen geworden. Klanten willen steeds vaker samenwerken met leveranciers die kunnen bijdragen aan hun duurzaamheidsdoelen voor een duurzamere toekomst.
Via het nieuwe SustainAbility-programma krijgen klantgerichte functies, zoals commerciële teams, meer inzicht in onze duurzaamheidsambities, doelstellingen en initiatieven en de tastbare vooruitgang die we hebben geboekt. Door hen uit te rusten met de nodige kennis en het nodige zelfvertrouwen, kunnen ze ons streven naar duurzaamheid onder de aandacht brengen, de milieuvoordelen van onze duurzame oplossingen benadrukken en dit vertalen naar een waardepropositie die voldoet aan de behoeften van hun klanten. Dit stelt hen in staat om duurzaamheid in te zetten als een onderscheidende factor en samenwerkingsmogelijkheden met hun klanten te ontdekken.
In 2024 hebben meer dan 150 medewerkers van twee business units deze opleiding gevolgd, waardoor hun vaardigheden op het gebied van klantrelaties aanzienlijk zijn verbeterd en ze duurzaamheid beter kunnen integreren in hun waardeproposities. Vergelijkbare opleidingen zullen in 2025 worden voortgezet, aangezien dit een continue oefening is.
Bekaert hanteert een goed gestructureerd en eerlijk tewerkstellingsbeleid dat het gebruik van tijdelijke en vaste contracten in evenwicht houdt. In de meeste gevallen biedt Bekaert contracten van onbepaalde duur (vast) aan. Tijdelijke contracten worden aangeboden in specifieke omstandigheden, zoals projectgebaseerde behoeften, seizoensgebonden of fluctuerende vraag en rollen die specifieke vaardigheden vereisen.
In bepaalde landen of entiteiten is het de gangbare praktijk dat alle medewerkers of medewerkersgroepen starten met een tijdelijk Bekaert-contract of een tijdelijk contract via een uitzendkantoor alvorens over te schakelen naar een contract van onbepaalde duur. Dit beleid is duidelijk en wordt consequent toegepast op alle rollen waarop deze regel van toepassing is. Bekaert doet haar best om tijdelijke contractuelen of uitzendkrachten aan te werven voor functies van onbepaalde duur als de kansen zich voordoen, zodat deze medewerkers een traject hebben naar een vaste tewerkstelling op lange termijn.
Bekaert engageert zich om waar mogelijk stabiele tewerkstellingskansen te bieden. Daarom worden tijdelijke medewerkers regelmatig geëvalueerd voor conversie naar een vast contract op basis van verschillende factoren, zoals prestaties en vaardigheden, de vraag van de business en wettelijke en regelgevende kaders.
Via deze maatregelen zorgt Bekaert voor een evenwicht tussen de flexibiliteit die tijdelijke contracten bieden en de zekerheid en voordelen van een vaste tewerkstelling.
Bekaert blijft zich inzetten voor de volledige naleving van internationale arbeidsnormen en lokale regelgeving met betrekking tot werktijden, contracttypes en werknemersrechten. Alle beleidsregels worden duidelijk gecommuniceerd naar de werknemers en in al onze activiteiten toegepast. Daarnaast voeren onze human resources- en interne auditteams regelmatig controles en audits uit om ervoor te zorgen dat potentiële gevallen van niet-naleving snel worden aangepakt en dat we eerlijke arbeidsomstandigheden blijven bevorderen.
Bij herstructureringen streeft Bekaert ernaar om de impact op de betrokken medewerkers tot een minimum te beperken. Waar mogelijk overweegt het bedrijf herplaatsing binnen haar eigen personeel. Daarnaast worden outplacementdiensten en loopbaanbegeleiding aangeboden. Bekaert biedt ook een wereldwijd hulpverleningsprogramma aan dat emotionele en psychische bijstand omvat voor alle medewerkers, dat beschikbaar blijft tot 3 maanden na het einde van het arbeidscontract.
Bij de uitvoering van dergelijke maatregelen streeft het management ernaar de sociale impact voor de betrokken medewerkers te beperken door herindustrialisatie te overwegen, en hulp bij wedertewerkstelling en een billijke ontslagvergoeding aan te bieden.
We hebben specifieke teams die zich focussen op Ethiek en Naleving, Veiligheid, Gezondheid en Milieu, terwijl andere topics zoals Welzijn en Diversiteit & Inclusie binnen het toepassingsgebied van de lokale HR functies vallen.
ESRS S1 1-4 §43
ESRS 1-4 §38a, b, c, d ESRS 1-4\$40 a, b ESRS S1 1-4 §41
We engageren ons om onze medewerkers en hun gezinnen te ondersteunen bij het maken van positieve keuzes voor hun gezondheid en welzijn. We willen ervoor zorgen dat ze toegang hebben tot uitgebreide ondersteuning, zodat ze zich persoonlijk en professioneel kunnen ontplooien. Daarom heeft Bekaert een hulpverleningsprogramma voor medewerkers. We willen dat 100% van de medewerkers in de dochterondernemingen van Bekaert toegang hebben tot dit hulpverleningsprogramma voor medewerkers. Sinds april 2024 hebben we dit doel bereikt. Het programma biedt een breed scala aan ondersteuningsmogelijkheden, zodat het welzijn van onze medewerkers in elk aspect van hun leven wordt gewaarborgd.
We stimuleren talent door loopbaanontwikkeling en levenslang leren. We hechten veel belang aan het creëren van uitdagende carrière- en persoonlijke ontwikkelingskansen voor onze medewerkers. Bekaert engageert zich om jaarlijks gemiddeld minimum 30 uur opleiding per medewerker te voorzien. In 2024 kreeg elke medewerker gemiddeld 37 uur opleiding.
Het aantal opleidingsuren en de impact worden bijgehouden via het management systeem voor opleiding en lokale rapportagelijnen en wordt op kwartaalbasis geconsolideerd. Naast de portfolio met compliance opleidingen zijn er tal van leermogelijkheden waar medewerkers nieuwe vaardigheden kunnen ontwikkelen, kennis kunnen opdoen en hun bewustzijn over verschillende thema's kunnen vergroten, zowel online als klassikaal.
Bekaert hanteert een wervings- en promotiebeleid dat gericht is op het gestaag verhogen van diversiteit, waaronder genderdiversiteit. Dit past binnen het Diversiteits- en Inclusieprogramma van het bedrijf. We verbinden ons ertoe om dit aandeel te verhogen en zo gendergelijkheid te steunen. Het is ons doel om een ratio van 40% te bereiken tegen 20307 . Dit doel werd ook toegevoegd in de incentive-doelstellingen op korte termijn voor 2024 voor de managers en het Uitvoerend Management. 29% van de managers en bedienden van Bekaerts dochterondernemingen zijn vrouwen (per jaareinde 2024).
De veiligheidsaanpak van Bekaert is erop gericht een werkomgeving te creëren die niemand schade berokkent.
We volgen onze prestaties ten opzichte van deze doelstelling via een centraal beheersysteem op. Veiligheidsprestaties maken deel uit van ons prestatie dashboard en staan vast op de agenda tijdens lokale en globale town halls en tijdens terugkerende bijeenkomsten op de werkvloer.
ESRS S1-5 §47a, b, c
| Aantal medewerkers (head count) | |||
|---|---|---|---|
| 16 961 | |||
| 2 740 | |||
| 19 701 | |||
De categorie "andere" en "niet gerapporteerd" zijn niet van toepassing. ESRS S1-6 §50
7 We willen onze ambities en doelen evalueren als onderdeel van onze volgende strategische planningscyclus. We verwijzen naar de laatste paragraaf onder rubriek SBM-1.
| Land | Aantal medewerkers (head count) |
|---|---|
| China | 6 506 |
| Slovakije | 2 095 |
| ESRS S1-6 §50 |
| EMEA | Noord Amerika |
Latijns Amerika |
Pacifisch Azië | TOTAAL | |
|---|---|---|---|---|---|
| Aantal medewerkers (totale aantal) | 7 684 | 1 510 | 1 369 | 9 138 | 19 701 |
| Mannen | 6 152 | 1 305 | 1 171 | 8 333 | 16 961 |
| Vrouwen | 1 532 | 205 | 198 | 805 | 2 740 |
| Aantal vaste medewerkers (totale aantal) | 7 488 | 1 509 | 1 365 | 7 369 | 17 731 |
| Mannen | 6 007 | 1 304 | 1 168 | 6 872 | 15 351 |
| Vrouwen | 1 481 | 205 | 197 | 497 | 2 380 |
| Aantal tijdelijke medewerkers (totale aantal) | 196 | 1 | 4 | 1 769 | 1 970 |
| Mannen | 146 | 1 | 3 | 1 461 | 1 611 |
| Vrouwen | 50 | 0 | 1 | 308 | 359 |
| Aantal oproepkrachten (totale aantal) | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Mannen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Vrouwen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Aantal voltijdse medewerkers (totale aantal) | 7 454 | 1 503 | 1 369 | 9 130 | 19 456 |
| Mannen | 6 014 | 1 303 | 1 171 | 8 331 | 16 819 |
| Vrouwen | 1 440 | 200 | 198 | 799 | 2 637 |
| Aantal part-time medewerkers (totale aantal) | 230 | 7 | 0 | 8 | 245 |
| Mannen | 138 | 2 | 0 | 2 | 142 |
| Vrouwen | 92 | 5 | 0 | 6 | 103 |
| ESRS S1-6 §50a, b, b ii, b iii |
| EMEA | Noord Amerika |
Latijns Amerika |
Pacifisch Azië | TOTAAL | |
|---|---|---|---|---|---|
| Arbeiders | 5 481 | 1 110 | 888 | 6 935 | 14 414 |
| Mannen | 4 633 | 1 036 | 852 | 6 688 | 13 209 |
| Vrouwen | 848 | 74 | 36 | 247 | 1 205 |
| Bedienden | 1 382 | 248 | 404 | 1 581 | 3 615 |
| Mannen | 888 | 157 | 261 | 1 172 | 2 478 |
| Vrouwen | 494 | 91 | 143 | 409 | 1 137 |
| Management | 821 | 152 | 77 | 622 | 1 672 |
| Mannen | 631 | 112 | 58 | 473 | 1 274 |
| Vrouwen | 190 | 40 | 19 | 149 | 398 |
| Totaal mannen | 6 152 | 1 305 | 1 171 | 8 333 | 16 961 |
| Totaal vrouwen | 1 532 | 205 | 198 | 805 | 2 740 |
| Algemeen totaal | 7 684 | 1 510 | 1 369 | 9 138 | 19 701 |
Landen met > 1000 medewerkers 2024 (exclusief medewerkers die niet op de loonlijst staan)
| China | Slovakije | België | VS | Indonesië | |
|---|---|---|---|---|---|
| Arbeiders | 5 147 | 1 610 | 775 | 1 115 | 971 |
| Mannen | 4 947 | 1 262 | 681 | 1 041 | 966 |
| Vrouwen | 200 | 348 | 94 | 74 | 5 |
| Bedienden | 969 | 391 | 393 | 248 | 153 |
| Mannen | 677 | 217 | 264 | 158 | 133 |
| Vrouwen | 292 | 174 | 129 | 90 | 20 |
| Management | 390 | 94 | 422 | 145 | 33 |
| Mannen | 277 | 72 | 322 | 107 | 31 |
| Vrouwen | 113 | 22 | 100 | 38 | 3 |
| Totaal Mannen | 5 901 | 1 551 | 1 267 | 1 306 | 1 130 |
| Totaal Vrouwen | 605 | 544 | 323 | 202 | 28 |
| Algemeen totaal | 6 506 | 2 095 | 1 590 | 1 508 | 1 158 |
ESRS S1-6 §50a, S1-6 §51 (VRIJWILLIG)
90% van de medewerkers van Bekaert heeft een contract van onbepaalde duur, 10% heeft een tijdelijk contract (= contract van bepaalde duur). Medewerkers met een tijdelijk contract staan op de payroll van Bekaert, maar hebben een contract met een einddatum.
99% van de Bekaert-medewerkers werkt voltijds. ESRS S1-6 §52a, b (VRIJWILLIG)
Bekaert geconsolideerde vestigingen exclusief medewerkers met een contract van bepaalde duur en exclusief collectieve ontslagen:
| Medewerkers turnover in 2024 | |||
|---|---|---|---|
| Totaal | Mannen | Vrouwen | |
| turnover (aantal) vrijwillig vertrek | 773 | 639 | 134 |
| turnover (aantal) alle personeel exits (vrijwillig vertrek – ontslag – pensioen – overlijden tijdens in dienst) |
1 433 | 1 211 | 222 |
| turnover (%) vrijwillig vertrek | 4,3 % | 4,1 % | 5,6 % |
| turnover (%) alle personeel exits (vrijwillig vertrek – ontslag – pensioen – overlijden tijdens in dienst) |
7,9 % | 7,7 % | 9,3 % |
We verzamelen, bewaren en houden al onze personeelsgegevens bij in het centrale HR-systeem en gebruiken business intelligence voor analyse, gegevenskwaliteit en het identificeren van fluctuaties. Onze interne rapporten bevatten zowel gegevens in headcount (het aantal mensen in ons personeelsbestand) als in FTE (Full-Time Equivalent: aantal contractuele uren gedeeld door het maximum aantal contractuele uren in een voltijds rooster).
ESRS S1-6 §50d, d ii, d iii, ESRS S1-7 55b
Een verwijzing naar het aantal voltijdse equivalenten is opgenomen in rubriek 'Segmentrapportering' van het Financieel Overzicht op pagina 94. ESRS S1-6 §50f
Medewerkers niet in loondienst - 31 december 2024
| EMEA | Noord Amerika |
Latijns Amerika |
Pacifisch Azië | TOTAAL | |
|---|---|---|---|---|---|
| Arbeiders | 114 | 5 | 25 | 864 | 1 008 |
| Mannen | 76 | 5 | 23 | 760 | 864 |
| Vrouwen | 38 | 0 | 2 | 104 | 144 |
| Bedienden | 31 | 4 | 5 | 29 | 69 |
| Mannen | 17 | 2 | 5 | 10 | 34 |
| Vrouwen | 14 | 2 | 0 | 19 | 35 |
| Management | 14 | 0 | 0 | 3 | 17 |
| Mannen | 12 | 0 | 0 | 0 | 12 |
| Vrouwen | 2 | 0 | 0 | 3 | 5 |
| Totaal mannen | 105 | 7 | 28 | 770 | 910 |
| Totaal vrouwen | 54 | 2 | 2 | 126 | 184 |
| Algemeen totaal | 159 | 9 | 30 | 896 | 1 094 |
S1-7 §55a, bi, bii
Medewerkers niet in loondienst zijn medewerkers die niet op onze payroll staan, maar die onze medewerkers aanvullen. Ze leveren tijdelijke diensten meestal via uitzendkantoren of adviesbureaus.
99% van de medewerkers niet in loondienst werkt voltijds. ESRS S1-7 §56
Genderdiversiteit in de Raad van Bestuur en het hoger management van Bekaert:
| Gender diversiteit Top management 31 december 2024 | |||
|---|---|---|---|
| # Mensen | % Mannen | % Vrouwen | |
| Raad van Bestuur | 9 | 56% | 44% |
| Bekaert Group Executive (BGE) | 9 | 78% | 22% |
| Senior Vice Presidents (B16-B18) | 14 | 93% | 7% |
| Next leadership level (B13-B15) | 76 | 75% | 25% |
| Totaal leadership team | 108 | 78% | 22% |
ESRS S1-9 §66a, AR71
Leeftijdsdiversiteit medewerkers 31 december 2024 (in %)
| < 30 jaar | 30-50 jaar | > 50 jaar | |
|---|---|---|---|
| Arbeiders | 13% | 70% | 16% |
| Bedienden | 10% | 69% | 21% |
| Management | 3% | 67% | 31% |
| Totaal Bekaert medewerkers | 12% | 70% | 18% |
ESRS S1-9 §66b
We bieden competitieve salarissen en beloningen om het financiële, fysieke en algemene welzijn van onze medewerkers en hun gezinnen te verbeteren. Ons aanbod verschilt van land tot land en is veelal afgestemd op het socialezekerheidsbeleid in het betreffende land. Wij bieden een heel scala aan personeelsvoordelen, waaronder pensioenuitkeringen, ziektekostenregelingen, beloningen voor langdurig dienstverband, arbeidsongevallen-/invaliditeitsverzekering en betaald verlof. Voor gedetailleerde informatie over vergoedingen en voordelen, verwijzen we naar het Financieel overzicht rubriek 6.16. ESRS S1-11 §74a, b, c, d, e
| Voordeel | België | China | Indonesië | Slovakije | VS |
|---|---|---|---|---|---|
| Levensverzekering | Ja | Ja | Ja | Ja | Ja |
| Gezondheidszorg | Ja | Ja | Ja | Nee | Ja |
| Invaliditeitsverzekering | Ja | Ja | Ja | Ja | Ja |
| Ouderschapsverlof | Ja | Ja | Ja | Ja | Ja |
| Pensioenregeling | Ja | Ja | Ja | Ja | Ja |
| Aandeelhouderschap | Nee | Nee | Nee | Nee | Nee |
Deze voordelen worden toegekend aan medewerkers op de payroll – niet aan medewerkers die niet op de payroll staan.
Belangrijke bedrijfslocaties hebben > 1 000 medewerkers op de loonlijst (deeltijds, voltijds, bepaalde duur, onbepaalde duur).
Om sterke prestaties, inzet en voortdurende ontwikkeling van al onze medewerkers te stimuleren, worden de doelstellingen van de groep omgezet in team- en persoonlijke doelstellingen.
Bekaert heeft een People Performance Management (PPM)-programma ontwikkeld en uitgerold. PPM is onze manier om de prestaties van mensen te beoordelen en te bekijken hoe we onze doelstellingen in de toekomst beter kunnen bereiken. Als zodanig maakt PPM deel uit van een grotere inspanning om een prestatiegerichte organisatie te zijn.
Het performantieopvolgingsproces omvat persoonlijke ontwikkelingsbeoordelingsgesprekken, transparantie, feedforward en leiderschapsgedrag.
Hulpmiddelen voor de prestatiemanagementaanpak zijn: een duidelijke afstemming van team- en individuele doelstellingen met de businessprioriteiten; het regelmatig sturen en coachen van prestaties; een billijke erkenning in lijn met de bereikte prestaties; en betere tools waarmee medewerkers hun prestaties en feedforward-acties gedurende het jaar kunnen bijhouden.
| Medewerkerscategorie | Percentage |
|---|---|
| Managers | 98% |
| Mannen | 98% |
| Vrouwen | 98% |
| Bedienden | 98% |
| Mannen | 98% |
| Vrouwen | 97% |
Arbeiders volgen niet het People Performance Process dat geldt voor onze bedienden. De arbeiders bespreken hun prestaties zeer regelmatig tijdens lokale bijeenkomsten. Deze lokale bijeenkomsten zijn teamsessies om mogelijkheden te vinden voor kwaliteits-, veiligheids- en procesverbeteringen, en één-op-één gesprekken tussen arbeiders en hun ploegleiders over persoonlijke prestaties en gedrag. ESRS S1-13 §83a, ESRS S1-13 §84
Gemiddeld kreeg elke werknemer 37 uur opleiding in 2024, waarvan 34 voor vrouwelijke werknemers en 37 oor mannelijke medewerkers.
| Gemiddeld aantal uur training per | |||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| medewerker per regio | 2022 | 2023 | 2024 | ||||
| Mannen | Vrouwen | Mannen | Vrouwen | Mannen | Vrouwen | ||
| EMEA | |||||||
| Arbeiders | 41 | 32 | 57 | 36 | 53 | 42 | |
| Bedienden | 37 | 26 | 32 | 30 | 20 | 21 | |
| Management | 18 | 22 | 29 | 44 | 32 | 33 | |
| Latijns Amerika | |||||||
| Arbeiders | 72 | 105 | 75 | 52 | 56 | 95 | |
| Bedienden | 28 | 33 | 51 | 51 | 40 | 39 | |
| Management | 42 | 33 | 49 | 86 | 35 | 44 | |
| Noord Amerika | |||||||
| Arbeiders | 71 | 100 | 20 | 21 | 27 | 26 | |
| Bedienden | 7 | 6 | 19 | 16 | 34 | 27 | |
| Management | 14 | 11 | 23 | 22 | 36 | 51 | |
| Pacifisch Azië | |||||||
| Arbeiders | 23 | 29 | 36 | 63 | 32 | 47 | |
| Bedienden | 25 | 22 | 28 | 25 | 28 | 21 | |
| Management | 25 | 22 | 33 | 34 | 31 | 32 |
ESRS S1-13 §83b
In 2024 kreeg elke medewerker gemiddeld 4 uur verplichte training.
In 2024 kreeg elke medewerker gemiddeld 11 uur veiligheidstraining.
In 2024 kreeg elke medewerker gemiddeld 1 uur welzijnstraining.
Gegevens voor 2024 voor de belangrijkste prestatie-indicatoren met betrekking tot veiligheid toonden een daling in frequentiegraad (-3,7%), ernstgraad (-33,3 ) en gerapporteerde incidentengraad (-0,5). Het aantal ernstige incidenten met levensingrijpende verwondingen daalde van negen in 2023 naar zes in 2024. Deze hadden allemaal betrekking op hand- en vingerletsels. Bekaert zet haar veiligheidsprogramma kracht bij door middel van bewustmakingscampagnes, training, prestatie-evaluaties en gerichte investeringen, om veilige werkomstandigheden voor iedereen te garanderen.
Gerapporteerde incidentengraad: Total Recordable Injury Rate (aantal incidenten per miljoen gewerkte uren)
Frequentiegraad: Lost Time Incident Frequency Rate (frequentiegraad: aantal incidenten met werkverlet per miljoen gewerkte uren) SI: Serious Injury (incidenten met levensingrijpende letsels)
De veiligheidsdata die wij rapporteren omvatten zowel Bekaert-medewerkers als onderaannemers op onze sites in de geconsolideerde entiteiten en de joint ventures.
In 2024 waren 13 vestigingen 1 jaar vrij van veiligheidsincidenten. 6 vestigingen waren 2 jaar vrij van veiligheidsincidenten. 2 vestigingen bereikten 5 jaar zonder veiligheidsincidenten, en 2 vestigingen zijn erin geslaagd om al 10 jaar of langer geen veiligheidsincidenten te hebben. Zij zijn Bekaerts veiligheidskampioenen en effenen het pad naar een werkomgeving die niemand schade berokkent.
In 2024 Bekaert breidde Bekaert, zoals gepland, haar certificaties uit in gerenommeerde internationale managementsysteemstandaarden voor veiligheid. Bekaert heeft een geïntegreerd managementsysteem op groepsniveau. Dit centraal beheerd managementsysteem is de basis van ISO 45001 certificatie (veiligheid) van 35 sites (51% van de productiefabrieken). ESRS S1-14 §88a
In 2024 deden er zich geen ongevallen met dodelijke afloop voor op onze sites (medewerkers op de payroll, medewerkers die niet op de payroll staan en onderaannemers). Het aantal dagen dat verloren ging door dodelijke ongevallen was dus nul.
Er gebeurden geen dodelijke ongevallen tijdens woon-werk verkeer in 2024. ESRS S1-14 §88b, e
In 2024 waren er 251 werkgerelateerde ongevallen (inclusief JVs). Het aantal verloren dagen als gevolg van werkgerelateerde verwondingen in 2024 bedroeg 5 668 dagen (inclusief JV's). ESRS S1-14 §88c, e, ESRS S1-14 §89
| Belangrijkste veiligheidsperformantie indicatoren Bekaert eigen | |||
|---|---|---|---|
| personeel (geconsolideerde vestigingen) + aannemers op onze sites | 2022 | 2023 | 2024 |
| Gerapporteerde incidentengraad | 3,88 | 4,84 | 4,62 |
| Frequentiegraad | 2,46 | 3,01 | 2,91 |
| Ernstgraad | 0,12 | 0,14 | 0,08 |
| Belangrijkste veiligheidsperformantie indicatoren Bekaert eigen | |||
| personeel (geconsolideerde vestigingen + joint ventures) + aannemers | |||
| op onze sites | 2022 | 2023 | 2024 |
| Gerapporteerde incidentengraad | 3,40 | 4,29 | 4,27 |
| Frequentiegraad | 2,09 | 2,67 | 2,57 |
ESRS S1-14 §88c
| Groepsdata per geslacht (eigen personeel) | Mannen | Vrouwen | ||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| 2022 | 2023 | 2024 | 2022 | 2023 | 2024 | |
| Frequentiegraad1 | 2,36 | 3,08 | 2,76 | 2,31 | 3,33 | 3,75 |
| Ernstgraad2 | 0,07 | 0,17 | 0,15 | 0,17 | 0,00 | 0,00 |
| Gerapporteerde incidentengraad3 | 3,97 | 4,91 | 4,72 | 3,49 | 4,73 | 4,77 |
¹ Frequentiegraad: Lost Time Incident Frequency Rate (frequentiegraad: aantal incidenten met werkverlet per miljoen gewerkte uren)
² Ernstgraad (SI-graad: Serious Injuries): aantal ongevallen met levensveranderende letsels per miljoen gewerkte uren.
³ Incidentengraad (TRIR: Total Recordable Injury Rate: aantal incidenten per miljoen gewerkte uren.
| Groepsdata per regio 2022 | EMEA | Latijns Amerika |
Noord Amerika |
Pacifisch Azië |
JV's | Bekaert Geconsolideerd |
Bekaert Gezamenlijk |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Frequentiegraad1 | |||||||
| Totaal (Bekaert eigen personeel + aannemers op onze sites) |
5,74 | 2,17 | 1,59 | 0,82 | 0,00 | 2,46 | 2,09 |
| Bekaert eigen personeel | 5,98 | 1,57 | 1,79 | 0,93 | 0,00 | 2,76 | 2,39 |
| Aannemers op onze sites | 3,72 | 4,08 | 0,00 | 0,52 | 0,00 | 1,31 | 1,05 |
| Ernstgraad1 | |||||||
| Totaal (Bekaert eigen personeel + aannemers op onze sites) |
0,13 | 0,48 | 0,27 | 0,04 | 0,00 | 0,12 | 0,10 |
| Bekaert eigen personeel | 0,14 | 0,63 | 0,00 | 0,00 | 0,00 | 0,10 | 0,08 |
| Aannemers op onze sites | 0,00 | 0,00 | 2,46 | 0,13 | 0,00 | 0,19 | 0,15 |
| Gerapporteerde incidentengraad1 | |||||||
| Totaal (Bekaert eigen personeel + aannemers op onze sites) |
7,04 | 3,37 | 11,68 | 1,17 | 0,66 | 3,88 | 3,40 |
| Bekaert eigen personeel | 7,35 | 3,15 | 11,90 | 1,32 | 0,93 | 4,38 | 3,91 |
| Aannemers op onze sites | 4,34 | 4,08 | 9,83 | 0,78 | 0,00 | 1,97 | 1,57 |
| JV's in | |||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Groepsdata per regio 2023 | Latijns | Noord | Pacifisch | Brazilië en | Bekaert | Bekaert | |
| EMEA | Amerika | Amerika | Azië | Colombia | Geconsolideerd | Gezamenlijk | |
| Frequentiegraad1 | |||||||
| Totaal (Bekaert eigen personeel + aannemers op onze sites) |
7,80 | 3,75 | 3,19 | 0,55 | 0,60 | 3,01 | 2,67 |
| Bekaert eigen personeel | 8,10 | 4,74 | 3,46 | 0,52 | 0,51 | 3,49 | 3,11 |
| Aannemers op onze sites | 5,07 | 0,96 | 0,00 | 0,63 | 0,79 | 1,22 | 1,14 |
| Ernstgraad1 | |||||||
| Totaal (Bekaert eigen personeel + aannemers op onze sites) |
0,14 | 0,25 | 0,29 | 0,10 | 0,24 | 0,14 | 0,15 |
| Bekaert eigen personeel | 0,16 | 0,34 | 0,31 | 0,09 | 0,17 | 0,15 | 0,15 |
| Aannemers op onze sites | 0,00 | 0 | 0 | 0,13 | 0,40 | 0,09 | 0,15 |
| Gerapporteerde incidentengraad1 | |||||||
| Totaal (Bekaert eigen personeel + aannemers op onze sites) |
9,63 | 5,51 | 15,39 | 1,17 | 0,95 | 4,84 | 4,29 |
| Bekaert eigen personeel | 9,66 | 7,10 | 15,72 | 1,13 | 1,02 | 5,45 | 4,89 |
| Aannemers op onze sites | 9,42 | 0,96 | 11,40 | 1,25 | 0,79 | 2,53 | 2,20 |
| Groepsdata per regio 2024 | EMEA | Latijns Amerika |
Noord Amerika |
Pacifisch Azië |
JV's in Brazilië |
Bekaert Geconsolideerd |
Bekaert Gezamenlijk |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Frequentiegraad1 | |||||||
| Totaal (Bekaert eigen personeel + aannemers op onze sites) |
7,99 | 3,48 | 1,54 | 0,52 | 0,48 | 2,91 | 2,57 |
| Bekaert eigen personeel | 7,45 | 4,30 | 1,65 | 0,56 | 0,67 | 3,24 | 2,89 |
| Aannemers op onze sites | 13,44 | 1,00 | 0 | 0,43 | 0 | 1,86 | 1,56 |
| Ernstgraad1 | |||||||
| Totaal (Bekaert eigen personeel + aannemers op onze sites) |
0,28 | 0 | 0 | 0 | 0,24 | 0,08 | 0,10 |
| Bekaert eigen personeel | 0,31 | 0 | 0 | 0 | 0,33 | 0,10 | 0,13 |
| Aannemers op onze sites | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Gerapporteerde incidentengraad1 | |||||||
| Totaal (Bekaert eigen personeel + aannemers op onze sites) |
10,53 | 3,48 | 10,49 | 1,24 | 2,17 | 4,62 | 4,27 |
| Bekaert eigen personeel | 9,78 | 4,30 | 10,22 | 1,27 | 2,66 | 5,05 | 4,73 |
| Aannemers op onze sites | 18,19 | 1,00 | 14,35 | 1,17 | 0,88 | 3,21 | 2,83 |
1 Aannemers: externe werknemers op de locatie die geen eigen personeel zijn, zoals dienstverleners in onderaanneming (bijv. catering, beveiliging), ad-hocdiensten (bijv. tuinonderhoud, strategische consultants) en werknemers in de waardeketen op de locatie (bijv. transportbedrijf, leverancier van machines)
ESRS S1-14 §88c
Hoewel dit thema niet materieel is voor Bekaert, rapporteren we onderstaande informatie omwille van de transparantie die klanten, ratings en investeerders vragen.
De genderloonkloofratio omvat de loonkloof voor bedienden en kaderleden, en houdt geen rekening met arbeiders.
De genderloonkloof voor bedienden en kaderleden wordt opgevolgd op twee niveaus: op het niveau van vertegenwoordiging en op het niveau van gelijke behandeling.
De onderstaande tabel toont de vertegenwoordiging van vrouwen in de verschillende salarisbanden in de onderneming, gebaseerd op een functieklassificatiesysteem.
| % Vrouwen | % Mannen |
|---|---|
| 22% | 78% |
| 7% | 93% |
| 25% | 75% |
| 19% | 81% |
| 25% | 75% |
| 31% | 69% |
| 29% | 71% |
De onderstaande tabel toont de behandeling van vrouwen in de verschillende salarisbanden op vlak van verloning. Het basisloon van elke medewerker (in lokale munteenheid) wordt vergeleken met het middelpunt van hun respectievelijke salarisband (middelpunt van salarisband in lokale munteenheid), wat resulteert in een percentage van basisloon ten opzichte van het middelpunt. (% compa ratio). De mediaan van de daaruit voortvloeiende compa ratios voor vrouwen ten opzichte van de mediaan van de compa ratios voor mannen worden vergeleken, en het verschil vormt het loonkloof percentage. Het middelpunt van elke salarisband wordt vastgelegd in overeenstemming met het competitieve marktniveau en relevante functieklassificatieniveau.
De tabel hieronder toont het verschil in mediaan compa-ratio tussen vrouwen en mannen:
| Regio | Gender pay gap (%) |
|---|---|
| EMEA | -4,51 % |
| Latijns Amerika | -4,51 % |
| Noord-Amerika | -7,40 % |
| Pacifisch Azië | -5,35 % |
| Totaal | -3,85 % |
De globale loonkloof tussen mannen en vrouwen bij Bekaert bedraagt -3,85%, met verschillen tussen landen en een aanzienlijk aantal landen zonder loonkloof. Dit percentage is lager dan het wereldwijde, Europese en sectorgemiddelde. In het algemeen zijn er maatregelen genomen om deze loonkloof te controleren en te voorkomen.
ESRS S1-16 §97a
Ondanks dat dit duurzaamheidsthema niet materieel is voor Bekaert, willen we mensenrechten voortdurend respecteren. We rapporteren deze informatie omwille van transparantie redenen.
Bekaert beschikt over een centrale tool voor rapporterings- en onderzoeksbeheer. Het Speak Up-kanaal, dat alle medewerkers en ook derden de mogelijkheid biedt om bezorgdheden te melden of vragen te stellen, is één van de verschillende communicatiemiddelen om vragen te stellen of kwesties aan te kaarten. De tool maakt vertrouwelijke tweerichtingscommunicatie mogelijk tussen Group Ethics and Compliance en anonieme melders en met degenen die hun identiteit hebben gedeeld in de gerapporteerde melding. Medewerkers worden aangemoedigd om hun bezorgdheid te uiten op de manier die zij het comfortabelst vinden. Ze kunnen ook terecht bij hun HR-vertegenwoordiger, bij Group Legal, bij Interne Audit of hun directe manager of leidinggevende. Ons onderzoeksprotocol waarborgt de kwaliteit en consistentie van onze onderzoeken en de bijbehorende rapportagevereisten.
Alle binnenkomende meldingen worden behandeld met de hoogste graad van confidentialiteit. Elke aantijging wordt grondig onderzocht. Bekaert neemt alle nodige maatregelen om medewerkers te beschermen tegen elke vorm van vergelding bij het melden van een bezorgdheid. In de gevallen waarin verbeterpunten aan het licht kwamen, werden waar nodig corrigerende maatregelen genomen.
In 2024 werden 165 integriteitsaantijgingen gemeld via onze kanalen voor integriteitsrapportage. Geen enkele van de aantijgingen vormde een schending door Bekaert-medewerkers van integriteitsinbreuken met betrekking tot discriminatie, omkoping of corruptie. ESRS S1-17 §103a, ESRS S1-17 §103b
Er zijn ons geen schendingen van mensenrechten gemeld die betrekking hadden op ons eigen personeel. ESRS S1-17 §104a
We hebben de volgende materiële impacts, risico's en kansen geïdentificeerd met betrekking tot werknemers in de waardeketen, die voornamelijk verband houden met de sector waarin we werken en de bedrijfsomgeving waarin we actief zijn:
| Negatieve impact Positieve impact |
Onze upstream toeleveringsketen, voornamelijk voor onze belangrijkste grondstof, kan een harde werkomgeving zijn vanwege het type activiteit (metalen), met sectorspecifieke gezondheids- en veiligheidsrisico's. We promoten respect voor gezondheid, veiligheid en mensenrechten in de hele waardeketen en via de OESO richtlijnen door de naleving van onze gedragscode voor leveranciers af te dwingen en door onze due diligence programma's. |
|---|---|
| Risico | Zoals veel internationale bedrijven kunnen we reputatieschade lijden en het risico lopen aansprakelijk gesteld te worden als gevolg van controverses met leveranciers en niet-naleving van de zich ontwikkelende regelgeving op het gebied van due diligence met betrekking tot mensenrechten. Risicobeheer vindt plaats via ons due diligence programma voor leveranciers, ons programma voor de naleving van mensenrechten en voor de naleving van onze gedragscode voor leveranciers. |
Onze duurzame aankoopstrategie en mensenrechtenprogramma's zijn bedoeld om deze materiële thema's aan te pakken.
De werknemers in de waardeketen van Bekaert die een materiële impact kunnen ondervinden van Bekaerts acties zijn onderaannemers die in onze vestigingen werken, werknemers van onze leveranciers en onrechtstreekse leveranciers (upstream waardeketen), werknemers in de logistieke sector in onze downstream waardeketen en werknemers van joint ventures. ESRS S2 SBM-3 §11a i-v
Bekaert engageert zich om grondstoffen van legale en duurzame oorsprong te gebruiken. Bekaert onthoudt zich van de aankoop van mineralen uit conflictgebieden omdat deze een hoog risico inhouden om gewapende conflicten te financieren en mensenrechtenschendingen mogelijk te maken. Bekaert vermijdt ook strikt de aankoop van materialen die geproduceerd zijn via kinder- of dwangarbeid. Om dit engagement na te leven, handhaaft Bekaert due diligence-processen en vraagt ze alle betrokken leveranciers om volledig mee te werken om dit te bereiken. Meer informatie over ons Conflict Minerals-beleid is beschikbaar in rubriek S2-1 op pagina 258.
ESRS S2 SBM-3 §11b
Potentiële negatieve impacts kunnen betrekking hebben op onze upstream toeleveringsketen, voornamelijk bij de aankoop van onze belangrijkste grondstoffen. De metaalsector is een sector waar medewerkers kunnen worden blootgesteld aan sectorspecifieke gezondheids- en veiligheidsrisico's. Om een lokale toeleveringsketen voor onze wereldwijde voetafdruk te behouden, moeten we mogelijk samenwerken met leveranciers op locaties met een hoger inherent risico. ESRS S2 SBM-3 §11c
We focussen op social supply en het bevorderen van de OESO-richtlijnen voor al onze activiteiten en werkzaamheden.
Bekaert betrekt strategische leveranciers, leveranciers in de bovenste drie segmenten van onze leverancierssegmentatie, bij haar duurzaamheidsagenda via EcoVadis, een erkend platform dat de duurzaamheidsprestaties weergeeft inclusief de verbeterpunten. Meer informatie over leveranciersbetrokkenheid is beschikbaar in rubriek S2-2 op pagina 260.
Strategische leveranciers worden ook jaarlijks formeel geëvalueerd en er worden corrigerende actieplannen opgesteld wanneer de door Bekaert vereiste minimumniveaus niet behaald worden. Deze actieplannen worden nauwgezet gecontroleerd om de focus op verbetering te verzekeren. ESRS S2 SBM-3 §11d
Op basis van onze bestaande processen hebben we geen materiële risico's en kansen geïdentificeerd die voortkomen uit de impacts en afhankelijkheden van werknemers in de waardeketen. ESRS S2 SBM-3 §11e
Ons begrip van de werknemers in de waardeketen en hoe zij kunnen worden blootgesteld aan een groter risico op schade is gebaseerd op ons due diligence-programma dat wordt beschreven in rubriek S2-2 op pagina 258. ESRS S2 SBM-3 §12, ESRS S2 SBM-3 §13
In 2024 formaliseerde Bekaert haar voortdurende engagement om de mensenrechten te respecteren: we ontwikkelden en implementeerden het mensenrechtenbeleid. Meer informatie is te vinden in rubriek S1-1 op pagina 241 van dit verslag. Dit beleid is zeer relevant voor de manier waarop we onze upstream toeleveringsketen betrekken bij onze duurzaamheidsagenda. ESRS S2-1 §16, ESRS S2-1 §17a, ESRS S2-1 §19
De Bekaert Gedragscode voor Leveranciers legt de vereisten op het vlak van milieu, werkomstandigheden en governance vast waaraan leveranciers moeten voldoen. De vereisten met betrekking tot kinder- en dwangarbeid zijn erin opgenomen. De Bekaert Gedragscode voor Leveranciers is van toepassing op alle leveranciers. De Chief Operating Officer (COO) houdt toezicht op het formuleren van het beleid. De centrale aankoopafdeling is verantwoordelijk voor de implementatie van dit beleid in de toeleveringsketen. Het maakt integraal deel uit van het Supplier Relationship Management van Bekaert en de evaluatieprocedure. Het is beschikbaar op onze website in 15 talen. Eind 2024 vertegenwoordigde dit engagement 94% van de bestedingen. ESRS S2-1 §16, ESRS S2-1 §17, ESRS S2-1 §18
Onze aanpak inzake betrokkenheid van werknemers in de toeleveringsketen wordt beschreven in rubriek S2-2 op pagina 258.
ESRS S2-1 §17b
Via ons Speak Up-kanaal en ons due diligence-programma voor de toeleveringsketen bieden en faciliteren we oplossingen voor de impacts op de mensenrechten van werknemers in de waardeketen. Meer informatie over ons Speak Up-kanaal is beschikbaar in rubriek S1-3 op pagina 244. Meer informatie over ons due diligenceprogramma voor de toeleveringsketen is te vinden in rubriek S2-2 op pagina 258.
Bekaert erkent het belang van verantwoord aankopen. Het beleid van Bekaert inzake verantwoord aankopen van mineralen beschrijft ons engagement en onze acties en vereisten tegenover leveranciers. Het is van toepassing op alle leveranciers die mineralen leveren aan de Bekaert Groep die mogelijk afkomstig zijn uit conflictgebieden en gebieden met een hoog risico. Het beleid van Bekaert inzake verantwoord aankopen van mineralen is van toepassing op alle dochterondernemingen en dochterondernemingen met een meerderheidsbelang van Bekaert. Joint ventures waarin Bekaert een minderheidsaandeel heeft, worden sterk aangemoedigd om de procedure toe te passen die beschikbaar is op onze website. De rollen en verantwoordelijkheden worden duidelijk beschreven in het beleid. Onze klachtenprocedure staat vermeld in het beleid.
ESRS S2-1 §16, ESRS S2-1 §17a, c, ESRS S2-1 §19
In 2024 hebben alle leveranciers onder het Responsible Minerals Initiative (RMI) de Bekaert Gedragscode voor Leveranciers ondertekend (of bewijs geleverd dat ze de principes ervan naleven). 100% ondertekende het beleid van Bekaert inzake verantwoord aankopen van mineralen en 100% van onze tin- en wolfraamleveranciers hebben een Conflict Minerals Reporting Template (CMRT) ingevuld, waarmee ze informatie delen over de smelterijen upstream. Dit is een belangrijk thema, aangezien deze groep leveranciers een hoog risico loopt op kinder- en/of dwangarbeid. RMI is een initiatief van de Responsible Business Alliance (RBA), en het Global e-Sustainability Initiative (GeSi), die ondernemingen uit verschillende sectoren helpen om problemen met conflictmineralen in hun toeleveringsketen aan te pakken. ESRS S2-1 §19
Bekaert beheert de duurzaamheid van de toeleveringsketen via een gelaagde aanpak die afgestemd is op ons Supplier Relationship Management-kader (SRM). Due diligence in de toeleveringsketen is van toepassing op alle rechtstreekse leveranciers, inclusief naleving van het beleid en risicobeoordeling. Met strategische leveranciers worden de duurzaamheidsprestaties beheerd en met onze partners worden gezamenlijke innovatie- en ontwikkelingsprojecten opgezet. Door deze aanpak beperken en beheersen we in grote lijnen de negatieve impacts, terwijl we door middel van gerichte initiatieven de positieve impacts stimuleren.
Sinds 2023 heeft de aankoopafdeling een verbeterd due diligence-proces voor duurzaamheid in de toeleveringsketen geïmplementeerd om ervoor te zorgen dat het gedrag van potentiële en bestaande leveranciers afgestemd is op onze waarden. Ons robuust proces evalueert, prioriteert en beperkt upstream risico's in de toeleveringsketen met betrekking tot milieu-, sociale en governance factoren. De Chief Operating Officer heeft de operationele verantwoordelijkheid om ervoor te zorgen dat het nodige engagement er is en dat het resultaat onze aankooppolitiek stuurt.
Het proces begint met een brede screening en opvolging van alle nieuwe en bestaande rechtstreekse leveranciers van Bekaert. De huidige oplossing is gericht op het identificeren van actuele gegevenspunten voor elke juridische entiteit van de leverancier, om te bepalen waar er aantoonbare risico's zijn die aanvullend onderzoek vereisen. De leveranciers waarmee we in zee gaan, worden gerangschikt op basis van een combinatie van de geïdentificeerde risico's en de afhankelijkheid in de relatie tussen onze twee bedrijven. Door afhankelijkheid als factor toe te voegen, focussen we onze inspanningen daar waar de impact voor Bekaert en onze eindklanten het grootst is en waar we de mogelijkheid hebben om een betekenisvolle verandering teweeg te brengen in de activiteiten van onze leveranciers. De toegepaste risicobeperkende maatregelen worden afgestemd op het specifieke risico. Na de risicovalidatie worden leveranciers meestal uitgenodigd om een Ecovadis-beoordeling of SEDEX-vragenlijst (Supplier Ethical Data Exchange) in te vullen.
Op basis van het resultaat van deze zelfbeoordelingen worden samen met de leverancier gedetailleerde actieplannen ontwikkeld of worden, indien relevant, audits op locatie gepland. Naast verificatie van de voltooiing van individuele acties, kunnen we ook zien hoe het ESG-risico van de leverancier zich ontwikkelt door middel van voortdurende monitoring.
Onze aanpak is voornamelijk gericht op het identificeren van direct aantoonbare risico's voor individuele leveranciers. Hoewel er dus gebieden zijn met een verhoogd inherent risico, evalueren we elke leverancier afzonderlijk. Als er een concreet risico wordt geïdentificeerd met een hoge waarschijnlijkheid van relevantie voor andere leveranciers in dezelfde geografische locatie of sector, starten we een gerichte beoordeling met de bredere groep.
Een groot deel van de informatie die we uit de toeleveringsketen verzamelen voor risicobeoordeling is afkomstig van officiële communicatiekanalen met leveranciers, negatieve berichten in de media of extern beschikbare gestructureerde datasets. De twee belangrijkste manieren waarop we rechtstreeks in contact komen met werknemers in de waardeketen is via ons Speak Up-kanaal en via audits ter plaatse (2e en 3e partij).

Bekaert betrekt strategische leveranciers, leveranciers in de top-drie segmenten van onze leveranciersegmentatie bij haar duurzaamheidsagenda via EcoVadis. Strategische leveranciers zijn Partners, Voorkeursleveranciers en leveranciers uit het gecontroleerd segment van Bekaerts framework voor relatiebeheer. Deze groep omvat alle leveranciers met een belangrijke commerciële of andere business impact, inclusief factoren als besteding binnen de categorie, mate waarin de materialen of diensten kritiek zijn voor onze business, risicoblootstelling van de leverancier en het samenwerkingsniveau. Strategische leveranciers worden verwacht een EcoVadis score hoger dan 45 te behalen op basis van een analyse in de afgelopen 3 jaar. 51% van onze strategische leveranciersbestedingen in 2024 gebeurde bij leveranciers die aan deze verwachtingen voldeden, een verbetering van 10% ten opzichte van 2023. Het platform geeft inzicht in de duurzaamheidsprestaties van onze belangrijke leveranciers en waar ruimte voor verbetering is. EcoVadisbeoordelingen zijn geïntegreerd in onze aankoopprocessen. EcoVadis-ratings worden gevraagd tijdens de onboarding van leveranciers via ons digitaal aankoopplatform eBuy. Deze beoordelingen worden gebruikt tijdens de jaarlijkse evaluatie van de leveranciersperformantie en hun beoordelingsscores zijn opgenomen in ons Supplier Relationship Management-kader (SRM) als basis voor een betere samenwerking met potentiële en bestaande voorkeursleveranciers- en partners.
We hebben een globale aanpak die zich richt op de specifieke regionale en sectorale kwetsbaarheden van leveranciers die zijn geïdentificeerd als leveranciers met een hoog risico. Als bijvoorbeeld wordt vastgesteld dat een leverancier een risico heeft met betrekking tot arbeidsrechten en we hem uitnodigen om een SEDEXvragenlijst voor zelfbeoordeling in te vullen, zullen we het resultaat evalueren en overeenkomstige maatregelen bepalen door de inherente en locatiegebonden risico's te vergelijken met het niveau van beheerscontroles dat de leverancier heeft opgegeven. SEDEX is een toonaangevend platform voor het delen van duurzaamheidsgegevens in de toeleveringsketen, ter voorbereiding van audits door derden bij leveranciers ter plaatse volgens het SMETA8 raamwerk.
ESRS S2-2 §22a-e, ESRS S2-2 §23
De Bekaert Gedragscode voor Leveranciers legt de vereisten op het vlak van milieu, werkomstandigheden en governance vast waaraan leveranciers moeten voldoen. De vereisten inzake kinder- en dwangarbeid zijn erin opgenomen. De Bekaert Gedragscode voor Leveranciers is van toepassing op alle leveranciers. Meer informatie is beschikbaar in rubriek S2-1 op pagina 258 van dit verslag.
Bekaert heeft een centrale Speak Up-rapporteringstool, die voor iedereen beschikbaar is om een bezorgdheid te uiten. Alle individuen, met inbegrip van werknemers uit de waardeketen van Bekaert, kunnen en worden aangemoedigd om hun integriteitskwesties en/of grieven te melden via de Speak Up-tool. Meer informatie is beschikbaar in rubriek S1-3 op pagina 244 van dit verslag. . ESRS S2-3 §27 a-d, ESRS S2-3 §28
Bekaert heeft een robuust proces voor het evalueren, prioriteren en beperken van risico's in de toeleveringsketen met betrekking tot milieu-, sociale en governance factoren. Meer informatie over dit proces is te vinden in rubriek S2-2 op pagina 258 van dit verslag.
De centrale aankoopafdeling is verantwoordelijk voor due diligence in de upstream-toeleveringsketen, waaronder het ondernemen van actie op het vlak van materiële impact op werknemers in de waardeketen. Het "procurement center of excellence" (COE) is de eigenaar van het due diligence-proces voor de toeleveringsketen, identificeert de risico's en coördineert het hele proces. Waar nodig is de betrokken leveranciersmanager, gebaseerd op de categorie, het segment en de regio van de leverancier, verantwoordelijk om samen met de leverancier acties te ondernemen om geïdentificeerde risico's of gevolgen te beperken. Leveranciersmanagers kunnen lokale aankopers zijn of deel uitmaken van globale categorie-managementteams. Group Compliance en het centrale sustainability team worden waar nodig geraadpleegd. ESRS S2-4 §32a-d, ESRS S2-4 §33a-c, ESRS S2-4 §34a, b, ESRS S2-4 §35, ESRS S2-4 §36, ESRS S2-4 §38
Bekaert stelt jaarlijks een auditplanning op voor leveranciersaudits. We hebben 104 leveranciersaudits uitgevoerd in 2024, vergeleken met 74 in 2023. Leveranciersaudits worden gepland en geprioriteerd volgens kwaliteitsgaranties, veranderingen of uitbreidingen aan kritische leveranciersprocessen, en het risico dat geldende doelcriteria niet behaald worden.
8 SMETA (SEDEX Members Ethical Trade Audit) is het eigen controleraamwerk van SEDEX (Supplier Ethical Data Exchange) en wordt beschouwd als een toonaangevende methodologie voor duurzaamheidsaudits in de waardeketen.
Contracten afsluiten met onze belangrijkste leveranciers (Key Supplier Agreements) blijft zeer belangrijk in de aankoop van walsdraad en andere toeleveringscategorieën omdat ze doeltreffende partnerschappen helpen ontwikkelen waarin duurzaamheid, supply chain-integratie en innovatie centraal staan.
Eind juni 2024 organiseerde Bekaert een online evenement om de details van onze duurzaamheidsvereisten voor walsdraadleveranciers te delen en te bespreken. Het doel was om het begrip en de snelheid van de implementatie van duurzame praktijken bij onze leveranciers te vergroten. We bespraken de noodzaak en praktische aspecten van gecertificeerde CO2e-emissie-intensiteit. Daarnaast werd een diepgaande uitleg gegeven over de betreffende normen en hoe Bekaert verwacht dat ze toegepast zullen worden binnen onze industriële context. Er werden twee sessies gehouden om de deelname en betrokkenheid te maximaliseren. We nodigden 42 staalleveranciers uit, met een lovenswaardige opkomst van 30 deelnemers in beide sessies, wat de grote betrokkenheid bij duurzaamheid binnen onze toeleveringsketen weerspiegelt. Dit evenement maakt deel uit van Bekaerts voortdurende inspanningen om onze leveranciers te betrekken en met hen samen te werken, waarbij het toepassingsgebied van de vorige jaren wordt uitgebreid en ervoor wordt gezorgd dat duurzaamheid diep verankerd is in de aankoopprocessen.

We verwachten van onze leveranciers dat ze zich aansluiten bij onze duurzaamheidstraject door:
We streven ernaar om tegen 2030 100% van onze uitgaven te doen bij leveranciers die onze Gedragscode voor Leveranciers hebben ondertekend9 . We vragen onze strategische leveranciers om transparant te zijn over duurzaamheid door een minimale score van 45 op het Ecovadis self-assessment te behalen. Leveranciers die lager dan 45 scoren, moeten een actieplan indienen dat we monitoren via het Ecovadis-platform. 51% van onze strategische leveranciersbestedingen in 2024 gebeurde bij leveranciers die aan deze verwachtingen voldeden, een verbetering van 10% ten opzichte van 2023.
We eisen van onze leveranciers dat ze alleen onderdelen, componenten of materialen leveren die tantalium, tin, wolfraam, goud, kobalt en/of natuurlijk mica bevatten uit gebieden waar geen conflicten heersen, of die vrij zijn van kinder- of dwangarbeid. We werken samen met leveranciers die tijdig reageren op onze verzoeken om bewijs van naleving en die toestaan dat hun due diligence-praktijken en relevante bedrijfsdocumenten worden geauditeerd. Wij eisen van onze leveranciers dat ze de laatste versie van de Conflict Minerals Reporting Template (CMRT) en Extended Mineral Reporting Template (EMRT) invullen, die zijn aangemaakt door het Responsible Minerals Initiative (RMI), waarbij gegevens worden gedeeld over de smelterijen die upstream worden gebruikt. In 2024 voldeden alle leveranciers waar deze regelgeving op van toepassing is aan deze vereisten. We eisen van alle leveranciers die onder het RMI vallen dat ze de Bekaert Gedragscode voor Leveranciers ondertekenen (of het bewijs leveren dat ze de principes ervan volgen) en het beleid van Bekaert inzake verantwoord aankopen van mineralen ondertekenen.
ESRS S2-5 §41, ESRS S2-5 §42a-c
9We zullen onze ambities en doelen evalueren als onderdeel van onze volgende strategische planningscyclus. We verwijzen naar de laatste paragraaf van rubriek SBM-1.
Het beschermen en beveiligen van gegevens en privacy maakt deel uit van onze strategie om negatieve impacts op eindgebruikers en klanten te voorkomen. Voor specifieke businesses en producten biedt Bekaert online platformen voor klantenbetrokkenheid en verkoop aan. Bekaert hecht wereldwijd veel belang aan de gegevensbeveiliging en -privacy van haar interne en externe stakeholders.
Het enige geïdentificeerde potentiële materiële risico heeft betrekking op cyberbedreigingen die een impact hebben op de veiligheid van onze databronnen en de bedrijfsprocessen van ons bedrijf beïnvloeden:
Risico Een cyberaanval kan leiden tot operationele en financiële gevolgen, datalekken of veiligheidsproblemen. We hebben robuuste programma's voor de preventie van cyberaanvallen en voor dataprivacy.
Er zijn geen specifieke eindgebruikers en consumentengroepen die mogelijks een groter risico op schade lopen. ESRS S4 SBM-3 §9, §10a i-iv, §10d, §11
Meer informatie over materiële risico's en kansen voor onze business die voortvloeien uit de impacts en afhankelijkheden van consumenten en/of eindgebruikers wordt beschreven in rubriek IRO-1 Dubbele materialiteitsbeoordelingsprocedure op pagina 192. ESRS S4 SBM-3 §12
De Bekaert Gedragscode beschrijft hoe we onze Bekaert-waarden in de praktijk omzetten en welk leiderschapsgedrag we verwachten van elke Bekaert-medewerker. Onze Gedragscode omvat, naast andere elementen, belangrijke onderwerpen met betrekking tot de bescherming van de data privacy en cyberbeveiligingsprincipes op de werkplek en bij het zakendoen. De Bekaert Gedragscode werd goedgekeurd door de Raad van Bestuur. Meer informatie over de Bekaert Gedragscode is beschikbaar in rubriek S1-1 op pagina 241 van dit verslag.
Bekaert hecht wereldwijd belang aan de privacy van elk individu.
De privacyrechten van individuen worden beschermd door een uitgebreid privacybeleid, processen en een governancestructuur die is opgebouwd rond een specifiek data privacy office. Dit data privacy office wordt geleid door de Global Data Privacy Officer, die de dataprivacy-activiteiten beheert met ondersteuning van de global privacy manager en privacy champions op afdelingsniveau in verschillende regio's en landen.
Iedereen kan bij ons privacy office een verzoek indienen voor data inzage via verschillende kanalen, zoals een speciale privacy e-mailbox, ons Speak Up-rapportagekanaal en het rapportagekanaal voor informatiebeveiligingsincidenten.
De volgende beleidslijnen van Bekaert geven voldoende informatie over hoe we persoonlijke informatie verwerken en de privacy van personen beschermen:
Deze beleidslijnen zijn goedgekeurd door de Chief Digital and Information Officer. ESRS S4-1 §15
Bekaert heeft een uitgebreid cyberbeveiligingsprogramma geïmplementeerd dat voldoet aan de beste industriële normen zoals ISO 27001, NIST CSF, IEC 62443 en COBIT (Control Objectives for Information Technologies). Bekaert heeft een Hoofd Cyberbeveiliging (Chief Information Security Officer) en een specifiek cyberbeveiligingsteam om haar cyberbeveiligingsprogramma te implementeren en te beheren. Dit programma voor het beheer van informatiebeveiliging zorgt ervoor dat wordt voldaan aan wettelijke, regelgevende en contractuele vereisten, waarbij intellectuele eigendom, handelsgeheimen en gegevens van medewerkers worden beschermd. Het zorgt voor de juiste gegevenstoegang, beschermt klantgegevens en wekt vertrouwen op bij klanten, partners en stakeholders door een sterke toewijding aan beveiliging te tonen. Daarnaast ondersteunt het de creatie van veilige en duurzame producten en diensten. Het cyberbeveiligingsbeleid, zoals de "Cyber Resiliency Policy", "Data Classification Policy", "Incident Management", "Password Policy" en "Identity en Access Management Policy" zijn goedgekeurd door de Chief Digital and Information Officer en zijn van toepassing op al onze medewerkers. Ze zijn afgestemd op de zakelijke doelstellingen om de beveiliging in de hele organisatie te verbeteren. Alle beleidsregels zijn beschikbaar op het Bekaert Intranet. ESRS S4-1 §17
In 2024 formaliseerde Bekaert haar voortdurende engagement om de mensenrechten te respecteren: we ontwikkelden en implementeerden het mensenrechtenbeleid. Meer informatie is beschikbaar in rubriek S1-1 op pagina 241 van dit verslag. ESRS S4-1 §16 a-c
Er zijn geen mensenrechtenschendingen vastgesteld met betrekking tot consumenten en eindgebruikers. ESRS S4-1 §17
Bekaert heeft privacyverklaringen gepubliceerd voor externe stakeholders met informatie over de dataverwerking en hoe ze contact kunnen opnemen met de Data Protection Office van Bekaert om hun rechten uit te oefenen en/of privacygerelateerde vragen en bezorgdheden te uiten. Het proces voor data inzage begint met de validatie van de externe persoon en/of eventuele gemachtigde(n) om ervoor te zorgen dat alleen een legitieme aanvrager de gevraagde informatie krijgt.
Naast de reguliere kanalen voor klantenbetrokkenheid zijn er geen specifieke processen voor dataprivacy en/of beveiligingsgerelateerde betrokkenheid.
Bekaert heeft digitale kanalen geïmplementeerd (intern via Solve, ons Bekaert serviceportaal en extern via de Bekaert website)om alle veiligheidsproblemen, risico's, incidenten en kwetsbaarheden te melden. Er zijn specifieke teams en processen om dergelijke gebeurtenissen 24 uur per dag, 7 dagen per week te behandelen. Het proces voor het melden van inbreuken op de privacy definieert duidelijk de stappen die nodig zijn voor het forensisch onderzoek van inbreuken en het rapportageproces.
ESRS S4-2 §20, §21
Bekaert heeft een robuust proces voor het beheer van privacyincidenten opgesteld dat het forensisch onderzoek van inbreuken, risicobeoordeling, rapportering aan de regelgevende instanties en herstelprocessen omvat.
Er zijn meerdere kanalen waarlangs een een inbreuk kan worden gemeld bij het Data Privacy Office, zoals een specifieke privacy e-mailbox, het Speak Up-rapportagekanaal en het rapportagekanaal voor informatiebeveiligingsincidenten.
Het incidentbeheerproces begint met een voorlopig risico- en impactonderzoek en een analyse van de wettelijke rapportage. Elk incident in verband met inbreuken wordt doorgegeven aan het information security team voor een beveiligingsbeoordeling en een herstelplanning.
De rapporten over inbreuken worden bewaard in een centraal rapportagemechanisme dat vervolgens wordt samengevat voor governance vergaderingen. Elk incident en de herstelacties worden bijgehouden tot ze worden afgesloten.
Het Data Privacy Office heeft een technologische oplossing voor dataprivacy geïmplementeerd voor systematische beoordelingen, verzamelen van reacties, risicocategorisering, herstelplanning en afsluiting van observaties. ESRS S4-3 §25d, ESRS S4-3 §26
Bekaert heeft 24/7 detectie- en reactiediensten voor incidentenbeheer. We hebben een specifiek team dat verantwoordelijk is voor het beheer van incidenten en om cyberbeveiligingsincidenten te detecteren, te monitoren, erop te reageren en te herstellen. Bekaert heeft een goed gedefinieerd cybersecurity crisismanagement plan met de juiste rollen en verantwoordelijkheden gedefinieerd en gedocumenteerd. Het senior management en andere noodzakelijke stakeholders worden regelmatig getraind in het crisismanagementproces.
Bekaert heeft een robuus databeveiligingsprogramma geïmplementeerd om de vertrouwelijkheid, integriteit en beschikbaarheid van haar gegevens te beschermen. Het programma richt zich op het beschermen van gevoelige informatie tegen ongeautoriseerde toegang, verlies, corruptie en beveiligingsbedreigingen. Het verzekert naleving van de betrokken wet- en regelgeving en beperkt risico's door middel van uitgebreide beleidsdocumenten, procedures en controles. Tot de belangrijkste maatregelen behoren dataclassificatie, veilige omgang met data, versleuteling, toegangsbeheer, training van medewerkers over de beste beveiligingsmethoden en een proactieve aanpak voor een snelle reactie in het geval van een datalek. ESRS S4-3 §25a, c
Bekaert heeft een centrale Speak Up-rapporteringstool. Alle individuen, zoals medewerkers en externe stakeholders, waaronder leden van lokale gemeenschappen en werknemers uit de waardeketen van Bekaert, kunnen en worden aangemoedigd om hun bezorgdheden inzake integriteit en/of grieven te melden via de Speak Up-tool. Meer informatie is beschikbaar in rubriek S1-3 op pagina 244 van dit rapport. ESRS S4-3 §25b
Het Data Privacy Office heeft een speciaal budget voor opleiding en bewustwordingssessies, waaronder tweejaarlijkse e-learningprogramma's, opleidingen die het bewustzijn verhogen voor het information security team, inclusief de externe leden, gepersonaliseerde opleidingen en op risicogebaseerde opleidingen.
De opleidings- en bewustmakingsinitiatieven zijn gepland met een primaire focus op de behoeften van interne en externe stakeholders inzake bewustzijn van dataprivacy.
Bekaerts Dataprivacyprogramma is stevig verankerd en omvat 4 belangrijke pijlers - Governance en Cultuur; Opleiden; Onderzoeken en Handhaven. De voortgang van het programmaniveau wordt bijgehouden aan de hand van vastgestelde KPI's. Dit zijn:
Daarnaast heeft het Data Privacy Office een specifieke medewerker die verantwoordelijk is voor het beheer van de activiteiten op programmaniveau met betrokkenheid van stakeholders op wereldwijd, regionaal en afdelingsniveau door gebruik te maken van sterke privacy-automatiseringstechnologie.
Informatieveiligheid - het veiligstellen van data, activa en privacy van de onderneming en van onze klanten – is kritisch, vooral omdat veel teamleden op afstand werken. Onze medewerkers zijn onze sterkste schakel, en de meest effectieve bescherming is hun bewustzijn van de informatie-veiligheidsrisico's en cyberbedreigingen. Onze informatiebeveiligingsregels leggen uit welke maatregelen we kunnen treffen om ons te verweren tegen cybercriminelen en te garanderen dat onze informatie beschermd blijft.
Bekaert heeft een jaarlijks opleidings- en bewustzijnsprogramma rond cyberbeveiliging om ervoor te zorgen dat alle stakeholders op de hoogte blijven en proactief blijven in het onderhouden van sterke cyberbeveiligingspraktijken. Het programma wordt beheerd door het Corporate Cybersecurity-team en maakt gebruik van meerdere communicatiekanalen om kritieke informatie te delen. Daarnaast worden elk kwartaal bewustzijnstrainingen en -simulaties rond phishing uitgevoerd voor alle medewerkers en medewerkers die niet op de payroll staan -, waarbij de resultaten worden bijgehouden via een specifieke oplossing. Het doel van dit programma is om mensen te informeren over het belang van het beschermen van organisatiegegevens, het herkennen van beveiligingsrisico's zoals phishing, malware en social engineering, en het bevorderen van de beste beveiligingspraktijken. Het zorgt ervoor dat beleidsregels en voorschriften worden nageleefd, vermindert menselijke fouten en bevordert een cultuur van beveiligingsbewustzijn, waardoor risico's worden beperkt en gevoelige informatie in de hele organisatie wordt beschermd.
Er zijn geen schendingen van de mensenrechten vastgesteld met betrekking tot consumenten en eindgebruikers. ESRS S4-4 §35
Bekaert heeft geen externe doelen inzake dataprivacy en -beveiliging, behalve de transparante zichtbaarheid van gegevensverwerkingsdetails voor externe stakeholders.
Het data privacy office heeft interne tijdgebonden en resultaatgerichte KPI's opgesteld om ervoor te zorgen dat wereldwijd wordt voldaan aan de best practice-normen en toepasselijke wetten. De vastgestelde KPI's worden regelmatig opgevolgd tijdens globale governance vergaderingen. De privacy KPI's zijn gericht op
Daarnaast zijn er interne doelen om Bekaerts niveau van databeveiliging jaar na jaar te verbeteren, met mijlpalen en opvolging van de voortgang. ESRS S4-5 §38, §41
De informatie over de rol van de Raad van Bestuur is beschikbaar in hoofdstuk 2 Governance / GOV 1 op pagina 185 van dit verslag. ESRS G1 GOV 1 §5a, b
In december 2023 Bekaert publiceerde Bekaert haar nieuwe Gedragscode die goedgekeurd is door de Raad van Bestuur. De bijgewerkte Code weerspiegelt onze vernieuwde waarden, ambitie, doelstelling, onze nieuwe merkidentiteit en omvat nieuwe en bijgewerkte risicogebieden en onderwerpen zoals duurzaamheid, antitrust, diversiteit en inclusie. Meer informatie over de Bekaert Gedragscode is beschikbaar in rubriek S1-1 op pagina 241 en in rubriek S1-4 op pagina 244.
Bekaert heeft een anti-omkoop- en anticorruptiebeleid dat van toepassing is op alle Bekaert-medewerkers en op diegenen die Bekaert vertegenwoordigen. Het beschrijft de principes waarvan we verwachten dat iedereen ze naleeft om te werken volgens de hoogste normen van bedrijfsethiek en naleving van de wet. Het beleid werd goedgekeurd door het Bekaert Group Executive en is beschikbaar op onze website.
Bekaert heeft een Gedragscode voor leveranciers die de principes uiteenzet die alle leveranciers moeten volgen. Meer informatie is beschikbaar in rubriek S2-1 op pagina 258.
ESRS G1-1 §7
Bekaert voorziet uitgebreide compliance training voor medewerkers over een aantal belangrijke topics inclusief maar niet gelimiteerd tot anti-omkoping en anticorruptie, antitrust, data-privacy, compliance bewustwording, speak-up-cultuur en compliance met betrekking tot handel voeren (economische sancties). Bekaerts trainingsprogramma bestaat uit een combinatie van klassikale/live opleidingen en online trainingsmodules. We gebruiken een risicogebaseerde aanpak en maken training op maat voor geselecteerde functies gebaseerd op de risico's die geassocieerd zijn met hun rol. Bekaert past haar trainingsplan doorheen het jaar aan om trends in compliance te volgen en lessen getrokken uit interne onderzoeken aan te pakken.
In 2024 hebben we een verplichte anti-omkoping- en anticorruptieopleiding heringevoerd voor alle managers bij Bekaert en voor bedienden in afdelingen met frequent contact met derden. Alle kaderleden en medewerkers in landen met een hoger risico hebben ook een nieuwe e-learning over belangenvermenging gevolgd. Een gerichte training over anti-trust werd toegewezen aan en gevolgd door een specifiek doelpubliek van managers, gebaseerd op Hay-classificatieniveau en -functie. Er werden ook regionale e-opleidingen gegeven over naleving op het gebied van anti-intimidatie.
Live trainingen over specifieke compliance risico's en -beleid worden ook gegeven aan specifieke functionele groepen. Bovendien doet de afdeling Group Internal Audit regelmatig audits op de naleving van de respectieve beleidsregels en procedures en beveelt correctieve acties aan waar nodig. Alle beleidsregels zijn beschikbaar op het Bekaert Intranet.
ESRS G1-1§9, §10g, h
Bekaerts CEO en andere senior leiders communiceren regelmatig met de medewerkers over het belang van compliance. Door middel van town hall-vergaderingen, personeelsvergaderingen, boodschappen die via hun rechtstreekse medewerkers worden verspreid en in e-mailcommunicatie naar medewerkers, benadrukt het senior leiderschap het belang van integriteit en naleving en de verantwoordelijkheid van elke medewerker om het juiste te doen.
De Global en Local Town Halls worden elk kwartaal georganiseerd.
Bekaert voert jaarlijks een wereldwijde enquête rond medewerkersbetrokkenheid uit om de medewerkersbetrokkenheid op alle niveaus en locaties van de organisatie te meten. Deze enquête meet onder andere de ethiek binnen de verschillende afdelingen binnen de organisatie.
Meer informatie over de Town Halls en de enquête is beschikbaar in S1-2 op pagina 243.
In 2024 bleef Bekaert de centrale Speak Up-rapporteringstool promoten. Alle individuen, zoals medewerkers en externe stakeholders, waaronder leden van lokale gemeenschappen en werknemers uit de waardeketen van Bekaert, kunnen en worden aangemoedigd om hun bezorgdheden inzake integriteit en/of grieven te melden via de Speak Up-tool. Meer informatie over onze Speak Up-tool is beschikbaar in rubriek S1-3 op pagina 244.
Ons onderzoeksprotocol waarborgt de kwaliteit en consistentie van onze onderzoeken en interne rapportageverplichtingen met betrekking tot geuite bezorgdheden. Bekaert neemt alle nodige maatregelen om medewerkers te beschermen tegen elke vorm van vergelding bij het melden van een bezorgdheid. Meer informatie over ons onderzoeksprotocol is beschikbaar in rubriek S1-3 op pagina 244.
ESRS G1-1 §10a, c, e
Ondanks dat dit duurzaamheidsthema niet materieel is voor Bekaert, rapporteren we deze informatie omwille van transparantievereisten van onze klanten, ratings en investeerders.
Bekaert voorziet uitgebreide compliance training voor medewerkers over een aantal belangrijke topics inclusief maar niet gelimiteerd tot anti-omkoping en anticorruptie, antitrust, data-privacy, compliance bewustwording, speak-up-cultuur en compliance met betrekking tot handel voeren (economische sancties). 100% van de risicofuncties vallen onder de verplichte e-learnings; bijvoorbeeld Algemeen Management, Financiën, Aankoop, Verkoop, Toeleveringsketen, Fabrieksonderhoud. Bekaerts trainingsprogramma bestaat uit een combinatie van klassikale/live opleidingen en online trainingsmodules. We gebruiken een risicogebaseerde aanpak en maken training op maat voor geselecteerde functies gebaseerd op de risico's die geassocieerd zijn met hun rol. Bekaert past haar trainingsplan doorheen het jaar aan om trends in compliance te volgen en lessen getrokken uit interne onderzoeken aan te pakken.
We hebben een verplichte anti-omkoping- en anticorruptieopleiding die alle managers bij Bekaert en bedienden in afdelingen met frequent contact met derden moeten volgen. Meer informatie over deze en andere trainingen rond zakelijk gedrag is beschikbaar in rubriek G1-1 op pagina 266.
Bekaerts engagement op vlak van integriteit, ethiek en compliance begint bij de Raad van Bestuur (Raad) en het Bekaert Group Executive (BGE). Het Audit, Risk en Finance Comité (ARFC) van de Raad ontvangt kwartaalrapporten over Bekaerts nalevingsprogramma van de Gedragscode. Zaken met een hoger risico die gegrond werden bevonden worden gerapporteerd aan het Audit, Risk en Finance comité. Zaken met een hoog risico en zaken met een gemiddeld risico, die gegrond werden bevonden, worden op kwartaalbasis gerapporteerd aan het Compliance Committee, dat bestaat uit specifieke leden van het Bekaert Group Executive.
ESRS G1-3 §18b, c
Bekaerts CEO en andere senior leiders communiceren regelmatig met de medewerkers over het belang van compliance. Door middel van town hall-vergaderingen, personeelsvergaderingen, boodschappen die via hun rechtstreekse medewerkers worden verspreid en in e-mailcommunicatie naar medewerkers, benadrukt het senior leiderschap het belang van integriteit en naleving en de verantwoordelijkheid van elke medewerker om het juiste te doen.
ESRS G1-3 §20
Ondanks dat dit duurzaamheidsthema niet materieel is voor Bekaert, rapporteren we deze informatie omwille van transparantievereisten van onze klanten, ratings en investeerders.
In 2023 implementeerde Bekaert een nieuwe centrale tool voor rapporterings- en onderzoeksbeheer. De tool, die alle medewerkers en ook derden de mogelijkheid biedt om bezorgdheden te melden of vragen te stellen, is één van de verschillende communicatiemiddelen om vragen te stellen of bezorgdheden aan te kaarten. De tool maakt vertrouwelijke tweerichtingscommunicatie mogelijk tussen Group Ethics and Compliance en anonieme melders en met degenen die hun identiteit hebben gedeeld in de uitgebrachte melding. Medewerkers worden aangemoedigd om hun bezorgdheid te uiten op de manier die zij het comfortabelst vinden. Ze kunnen ook terecht bij hun HR-vertegenwoordiger, bij Group Legal of Group Ethics and Compliance, bij Interne Audit of hun directe manager of leidinggevende. Ons onderzoeksprotocol waarborgt de kwaliteit en consistentie van onze onderzoeken en de bijbehorende rapportagevereisten.
In 2024 werden 165 integriteitsaantijgingen gemeld via onze kanalen voor integriteitsrapportage. Geen enkele van de aantijgingen vormde een schending door Bekaert-medewerkers van integriteitsinbreuken met betrekking tot discriminatie, omkoping of corruptie. Elke aantijging werd grondig onderzocht. Indien nodig werden corrigerende maatregelen genomen voor alle gegronde gevallen en voor die gevallen waar verbeterpunten aan het licht kwamen. Alle binnenkomende meldingen worden behandeld met de hoogste graad van confidentialiteit. Bekaert neemt alle nodige maatregelen om medewerkers te beschermen tegen elke vorm van vergelding bij het melden van een bezorgdheid.
ESRS G1-4 §24a, 25a
Op basis van de uitkomst van de dubbele materialiteitsoefening en in lijn met de overeenkomstige ESRS standaarden rapporteert Bekaert over de volgende rapporteringsvereisten:
| Nummer rapporterings vereiste |
Rapporteringsvereiste | Pagina |
|---|---|---|
| ESRS 2 | Algemene toelichtingen | |
| BP-1 | Algemene grondslag voor het opstellen van duurzaamheidsinformatie | 182 |
| BP-2 | Rapportage over specifieke omstandigheden | 182 |
| GOV-1 | De rol van de bestuurs-, leidinggevende en toezichthoudende organen | 185 |
| GOV-2 | Informatie verschaft aan en omgang met duurzaamheidsthema's door bestuurs-, leidinggevende en toezichthoudende organen van de onderneming |
186 |
| GOV-3 | Integratie van duurzaamheidsprestaties in beloningsregelingen | 186 |
| GOV-4 | Due-diligenceverklaring | 186 |
| GOV-5 | Risicobeheersing en interne controles voor duurzaamheidsrapportage | 186 |
| SMB-1 | Strategie, businessmodel en waardeketen | 187 |
| SMB-2 | Belangen en opvattingen van stakeholders | 188 |
| SMB-3 | Materiële impacts, risico's en kansen en de wisselwerking daarvan met strategie en businessmodel | 189 |
| IRO-1 | Beschrijving van de processen om materiële impacts, risico's en kansen in kaart te brengen en te analyseren |
192 |
| IRO-2 | Rapportage-eisen in ESRS opgenomen in de duurzaamheidsverklaring van de onderneming | 194 |
| Milieustandaarden | ||
| EU-Taxonomie | ||
| EU-Taxonomie | 195 | |
| ESRS E1 | Klimaatverandering | |
| ESRS 2 - GOV-3 | Integratie van duurzaamheidsprestaties in beloningsregelingen | 207 |
| E1-1 | Transitieplan voor klimaatmitigatie | 207 |
| ESRS 2 - SBM-3 | Materiële impacts, risico's en kansen en de wisselwerking daarvan met strategie en businessmodel | 208 |
| ESRS 2 - IRO-1 | Beschrijving van de processen om materiële klimaatimpacts, -risico's en -kansen in kaart te brengen en te analyseren |
214 |
| E1-2 | Beleid ten aanzien van klimaatmitigatie en klimaatadaptatie | 214 |
| E1-3 | Maatregelen en middelen wat betreft beleid ten aanzien van klimaatverandering | 214 |
| E1-4 | Doelen inzake klimaatmitigatie en klimaatadaptatie | 218 |
| E1-5 | Energieverbruik en energiemix | 218 |
| E1-6 | Bruto scope 1-, 2-, 3-emissies en totale broeikasgasemissies | 220 |
| E1-7 | Broeikasgasverwijderingen en projecten voor broeikasgasmitigatie gefinancierd uit carbon credits | 226 |
| E1-8 | Interne koolstofbeprijzing | 226 |
| ESRS E2 | Verontreiniging | |
| ESRS 2 - IRO-1 | Beschrijving van de processen om materiële verontreinigingsimpacts, -risico's en -kansen in kaart te brengen en te analyseren |
227 |
| E2-1 | Beleid ten aanzien van verontreiniging | 227 |
| E2-2 | Maatregelen en middelen wat betreft verontreiniging | 227 |
| E2-3 | Doelen wat betreft verontreiniging | 228 |
| E2-5 | Zorgwekkende stoffen en zeer zorgwekkende stoffen | 228 |
| ESRS E3 | Water & marine hulpbronnen | |
| E3 - IRO-1 | Beschrijving van de processen om voor water en mariene hulpbronnen materiële impacts, risico's en kansen in kaart te brengen en te analyseren |
229 |
| E3-1 | Beleid ten aanzien van water en mariene hulpbronnen | 229 |
| E3-2 | Maatregelen en middelen wat betreft water en mariene hulpbronnen | 229 |
| E3-3 | Doelen wat betreft water en mariene hulpbronnen | 230 |
| E3-4 | Waterverbruik | 230 |
| ESRS E5 | Materiaalgebruik en circulaire economie | |
| ESRS 2 - IRO-1 | Beschrijving van de processen om voor materiaalgebruik en circulaire economie materiële impacts, risico's en kansen in kaart te brengen en te analyseren |
233 |
| E5-1 | Beleid ten aanzien van materiaalgebruik en circulaire economie | 233 |
| E5-2 | Maatregelen en middelen inzake materiaalgebruik en circulaire economie | 234 |
| E5-3 | Doelen wat betreft materiaalgebruik en circulaire economie | 236 |
| E5-4 | Materiaalinstromen | 237 |
|---|---|---|
| E5-5 | Materiaaluitstromen | 238 |
| Sociale standaarden | ||
| ESRS S1 | Eigen personeel | |
| ESRS 2 - SBM-3 | Materiële impacts, risico's en kansen en de wisselwerking daarvan met strategie en businessmodel | 240 |
| S1-1 | Beleid ten aanzien van eigen personeel | 241 |
| S1-2 | Processen om met eigen werknemers en werknemersvertegenwoordigers te overleggen over impacts | 243 |
| S1-3 | Herstelprocessen voor negatieve impacts en kanalen voor eigen werknemers om zorgen kenbaar te maken |
243 |
| S1-4 | Acteren op materiële impacts op eigen personeel, en benaderingen om wat eigen personeel betreft materiële risico's te mitigeren en materiële kansen te benutten, en de effectiviteit van die maatregelen |
244 |
| S1-5 | Doelen wat betreft het beheersen van materiële negatieve impacts, het bevorderen van positieve impacts en het beheersen van materiële risico's en kansen |
248 |
| S1-6 | Kenmerken van de werknemers van de onderneming | 248 |
| S1-7 | Kenmerken van medewerkers niet in loondienst onder het eigen personeel van de onderneming | 250 |
| S1-9 | Diversiteitsmaatstaven | 251 |
| S1-11 | Sociale bescherming | 252 |
| S1-13 | Maatstaven voor opleiding en ontwikkeling van vaardigheden | 252 |
| S1-14 | Veiligheids- en gezondheidsmaatstaven | 253 |
| S1-16 | Beloningsmaatstaven (geen materieel IRO topic) | 255 |
| S1-17 | Incidenten, klachten en ernstige impacts op het gebied van mensenrechten (geen materieel IRO topic) | 256 |
| ESRS S2 | Werknemers in de waardeketen | |
| ESRS 2 - SBM-3 | Materiële impacts, risico's en kansen en de wisselwerking daarvan met strategie en businessmodel | 257 |
| S2-1 | Beleid ten aanzien van werknemers in de waardeketen | 258 |
| S2-2 | Processen om met werknemers in de waardeketen te overleggen over impacts | 258 |
| S2-3 | Herstelprocessen voor negatieve impacts en kanalen voor werknemers in de waardeketen om zorgen kenbaar te maken |
260 |
| S2-4 | Acteren op materiële impacts op werknemers in de waardeketen, en benaderingen om wat betreft werknemers in de waardeketen materiële risico's te beheersen en materiële kansen te benutten, en de effectiviteit van die maatregelen |
260 |
| S2-5 | Doelen wat betreft het beheersen van materiële negatieve impacts, het bevorderen van positieve impacts en het beheersen van materiële risico's en kansen |
261 |
| ESRS S4 | Consumenten & eindgebruikers | |
| S4 - SBM-3 | Materiële impacts, risico's en kansen en de wisselwerking daarvan met strategie en businessmodel | 262 |
| S4-1 | Beleid ten aanzien van consumenten en eindgebruikers | 262 |
| S4-2 | Processen om met consumenten en eindgebruikers te overleggen over impacts | 263 |
| S4-3 | Herstelprocessen voor negatieve impacts en kanalen voor consumenten en eindgebruikers om zorgen kenbaar te maken |
263 |
| S4-4 | Acteren op materiële impacts op consumenten en/of eindgebruikers en benaderingen om met betrekking tot consumenten en eindgebruikers materiële risico's te beheersen en materiële kansen te benutten, en de effectiviteit van die maatregelen |
264 |
| S4-5 | Doelen wat betreft het beheersen van materiële negatieve impacts, het bevorderen van positieve impacts en het beheersen van materiële risico's en kansen |
265 |
| Governance standaarden | ||
| ESRS G1 | Zakelijk gedrag | |
| G1 - GOV-1 | De rol van de bestuurs-, leidinggevende en toezichthoudende organen | 266 |
| G1-1 | Beleid ten aanzien van zakelijk gedrag en bedrijfscultuur | 266 |
| G1-3 | Preventie en opsporing van corruptie of omkoping (geen materieel IRO topic) | 267 |
| G1-4 | Bevestigde incidenten van corruptie of omkoping (geen materieel IRO topic) | 268 |




-
-
-

Bekaert Jaarverslag 2024 − 276 −
Dit rapport omvat de geconsolideerde prestatieindicatoren voor alle dochterondernemingen van de Bekaert Groep. Geconsolideerde data is van toepassing op de 100%-dochterondernemingen van NV Bekaert SA en deze waarin NV Bekaert SA een meerderheidsparticipatie heeft. Wanneer specifiek vermeld, omvatten (gezamenlijke) verklaringen in het rapport ook de prestatiemetingen van joint ventures, beschouwd aan 100% eigendom.
Dit rapport beslaat de activiteiten tussen 1 januari 2024 en 31 december 2024, tenzij anders aangegeven en indien relevant voor het rapport.
Bekaert rapporteert halfjaarlijks over de financiële resultaten (halfjaar- en jaarresultaten). Bekaert rapporteert jaarlijks over de duurzaamheidsprestaties van de Groep.
De inhoud van dit rapport is vastgesteld aan de hand van de belangrijkste indicatoren van onze activiteiten, de impact van en betrokkenheid bij de belangengroepen van de onderneming, de inspanningen om de duurzaamheid te verbeteren en het detailniveau dat is vastgesteld door de CSRD (Corporate Sustainability Reporting Directive).
Dit rapport voldoet aan de iXBRL/ESEF-wetgeving en bevat de uitkomst van de EU-Taxonomie geschiktheids- en afstemmingsverklaringsvereisten.
De geconsolideerde jaarrekening werd opgesteld in overeenstemming met de International Financial Reporting Standards (IFRS) zoals van kracht binnen de Europese Unie.
Onze belangengroepen zijn de medewerkers, leveranciers, klanten, aandeelhouders en partners van Bekaert, lokale overheden en de gemeenschappen waar we actief zijn.
| Begrip | Definitie | |||
|---|---|---|---|---|
| Corporate governance verklaring woordenlijst | ||||
| BCCA | Belgian Code on Companies and Associates | |||
| BGE | Bekaert Group Executives | |||
| Code 2020 | 2020 Belgian Code on Corporate Governance (the "Code 2020") | |||
| COSO | Committee of Sponsoring Organizations of the Treadway Commission | |||
| ESG | Environment, Social, Governance | |||
| ERM | Enterprise Risk Management | |||
| IFRS | International Financial Reporting Standards | |||
| M&A | Mergers & Acquisitions | |||
| NRC | Nomination and Remuneration Committee | |||
| SH&E | Safety, Health & Environment | |||
| ESG verklarende woordenlijst | ||||
| (V)PPA's | (Virtual) Power Purchase Agreements | |||
| CO2e | Koolstofdioxide equivalent: een gestandaardiseerde eenheid die gebruikt wordt om de impact op het klimaat van verschillende broeikasgassen te meten. |
|||
| CSRD | Richtlijn betreffende duurzaamheidsrapportage door ondernemingen (Corporate Sustainability Reporting Directive) |
|||
| D&I | Diversiteit & Inclusie | |||
| GEAD | Geen ernstige afbreuk doen | |||
| EAP | Hulpverleningsprogramma voor medewerkers | |||
| EFRAG | European Financial Reporting Advisory Group | |||
| Medewerkers | Medewerkers op de payroll met inbegrip van arbeiders, bedienden en kaderleden | |||
| EPD | Milieuproductverklaringen (Environmental Product Declarations) | |||
| ERM | Enterprise risk management | |||
| ESG | Milieu, Sociaal, Governance (Environment, Social, Governance) | |||
| ESRS | European Sustainability Reporting Standards | |||
| ETS | Gereglementeerde emissiehandelssystemen | |||
| BKG | Broeikasgassen | |||
| IEA | International Energy Agency | |||
| ILO | International Labour Organisation | |||
| IPCC | Intergovernmental Panel on Climate Change | |||
| IRO's | Impacts, risico's en kansen | |||
| LCA | Levenscyclusanalyse | |||
| Frequentiegraad | Aantal incidenten met werkverlet per miljoen gewerkte uren | |||
| MSS | Minimale sociale waarborgen | |||
| Medwerkers niet in loondienst onder het eigen personeel |
Medewerkers die niet op onze payroll staan, maar onze medewerkers op de payroll aanvullen |
| Begrip | Definitie |
|---|---|
| ESG verklarende woordenlijst | |
| OECD | Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (Organisation for Economic Co-operation and Development) |
| Eigen personeel | Medewekers + Medewerkers niet in loondienst onder het eigen personeel |
| SBTi | Science Based Targets initiatief |
| SC | Substantiële bijdrage |
| SI | Serious Injury (incidenten met levensingrijpende letsels) |
| Ernstgraad | Aantal ongevallen met levensveranderende letsels per miljoen gewerkte uren |
| SRM | Beheer van leveranciersrelaties |
| Strategische leveranciers |
Strategische leveranciers zijn Partners, Voorkeursleveranciers en leveranciers uit het gecontroleerd segment van Bekaerts framework voor relationshipbeheer. Deze groep omvat alle leveranciers met een belangrijke commerciële of andere business impact, inclusief factoren als besteding binnen de categorie, mate waarin de materialen of diensten kritiek zijn voor onze business, risicoblootstelling van de leverancier en het samenwerkingsniveau. |
| Duurzame oplossingen |
Producten en oplossingen die volgens het EU-Taxonomie kader gedefineerd en geklassificeerd zijn |
| TCFD | Task Force on Climate-related Financial Disclosures |
| Gerapporteerde incidentengraad |
Aantal incidenten per miljoen gewerkte uren |
De ondertekenende personen verklaren dat, voor zover hen bekend:
Namens de Raad van Bestuur:
Chief Executive Officer Chairman of the Board of Directors
Dit rapport kan toekomstgerichte verklaringen bevatten. Die verklaringen reflecteren de huidige inzichten van de bedrijfsleiding aangaande toekomstige gebeurtenissen, en zijn onderhevig aan bekende en onbekende risico's, onzekerheden en andere factoren die ertoe kunnen leiden dat de werkelijke resultaten aanzienlijk verschillen van toekomstige resultaten of prestaties die door die toekomstgerichte verklaringen worden uitgedrukt of die daaruit zouden kunnen worden afgeleid. Bekaert verstrekt de in dit rapport opgenomen informatie per huidige datum en neemt geen enkele verplichting op om de toekomstgerichte verklaringen in het licht van nieuwe informatie, toekomstige gebeurtenissen of anderszins te actualiseren. Bekaert wijst elke aansprakelijkheid af voor verklaringen die door derden worden afgelegd of gepubliceerd, en neemt geen enkele verplichting op om onnauwkeurige gegevens, informatie, conclusies of opinies te corrigeren die door derden worden gepubliceerd met betrekking tot dit of enig ander rapport of persbericht dat door Bekaert wordt verspreid.
Het geïntegreerd jaarverslag betreffende het boekjaar 2024 is beschikbaar in het Engels en het Nederlands op onze website
Isabelle Vander Vekens
EY
De audit-opinie over de financiële informatie is opgenomen in het Financieel Overzicht van dit jaarverslag.
De audit-opinie over niet-financiële rapportage (assurance opdracht met beperkte mate van zekerheid) is opgenomen in de duurzaamheidsinformatie. Het verwijst naar de audits die zijn uitgevoerd op rapportage in overeenstemming met de CSRD en de ESRSnormen.
Guy Marks, VP Investor Relations

Building tools?
Free accounts include 100 API calls/year for testing.
Have a question? We'll get back to you promptly.