Annual Report • Sep 7, 2022
Annual Report
Open in ViewerOpens in native device viewer
Duurzame waarde creëren door te investeren in de infrastructuur voor de wereld van morgen
Activiteiten 12 Publieke Infrastructuur 13 Energie Infrastructuur 24 Digitale Infrastructuur 37 Selectief Vastgoed 43
| Resultaten 2021-2022 | 52 |
|---|---|
| Corporate governance verklaring |
61 |
| Duurzaamheid | 76 |
| Jaarrekening | 84 |
| Colofon | 144 |
Eigen vermogen (NAV) 464 TINC IN EEN OOGOPSLAG KERNCIJFERS 2021-2022 TINC IN EEN OOGOPSLAG KERNCIJFERS 2021-2022 KERNCIJFERS 2021-2022 KERNCIJFERS 2021-2022
Reële waarde (FV) portefeuille
415 (in miljoen €)
(in miljoen €)
Gewogen gemiddelde verdisconteringsvoet 7,81%
Portefeuilleresultaat
30,44 (in miljoen €)
Netto-resultaat per aandeel € 0,69
Uitkering per aandeel € 0,54
Beurskoers per einde boekjaar € 13,16 200
Marktkapitalisatie 479
Publieke Infrastructuur Energie Infrastructuur Digitale Infrastructuur Selectief Vastgoed België Nederland Ierland
28%
Jun 2021
Jun 2018
Jun2022
397
243
Jun 2020
2020
Jun 2022
Jun 2017
Jun 2021
340
Jun 2019
Jun 2021
Jun 2020
267
340
117
200 250
267
Jun 2018
Jun 2020
Jun 2019
243
Groei van de portefeuille (FV)
340
267
Jun 2017
Jun 2019
Jun 2018
Jun
Jun
243
(in miljoen €)
450
177
177
267
243
177
Jun 2022
Jun 2019
415
51 52
267
415
Groei uitkering per aandeel
(in miljoen €)
| Kerncijfers (in '000 €) | Jun 2018 | Jun 2019 | Jun 2020 | Jun 2021 | Jun 2022 |
|---|---|---|---|---|---|
| Marktkapitalisatie | 327.273 | 347.727 | 469.091 | 454.545 | 478.545 |
| Eigen vermogen (NAV) | 325.072 | 331.321 | 445.697 | 457.863 | 463.624 |
| Reële waarde portefeuille (FV) | 243.428 | 267.106 | 340.317 | 396.890 | 415.437 |
| Gewogen gemiddelde verdisconteringsvoet | 8,26% | 7,94% | 7,82% | 7,59% | 7,81% |
| Liquide middelen | 75.710 | 61.728 | TINC IN EEN OOGOPSLAG 103.269 |
60.257 | 48.436 |
| Investeringen | 65.459 | 17.496 | VIJFJAREN OVERZICHT 86.077 |
47.871 | 23.951 |
| Portefeuilleresultaat | 20.275 | 24.807 | 22.503 | 36.479 | 30.444 |
| Kasontvangsten uit portefeuille | 19.510 | 18.626 | 35.418 | 27.778 | 35.848 |
| Netto resultaat | 19.334 | 20.259 | 17.842 | 31.071 | 24.974 |
| Totale uitkering | 13.364 | 13.636 | 18.545 | 18.909 | 19.636 |
| Kostenratio | 1,01% | 1,14% | 0,87% | 0,98% | 1,05% |
| Per aandeel | Jun 2018 | Jun 2019 | Jun 2020 | Jun 2021 | Jun 2022 |
| Aantal aandelen (einde periode) | 27.272.728 | 27.272.728 | 36.363.637 | 36.363.637 | 36.363.637 |
| NAV per aandeel | 11,92 | 12,15 | 12,26 | 12,59 | 12,75 |
| Netto resultaat per aandeel | 0,87 | 0,74 | 0,55 | 0,85 | 0,69 |
| Uitkering per aandeel (gewogen) | 0,49 | 0,50 | 0,51 | 0,52 | 0,54 |
| Beurskoers per einde periode | 12,00 | 12,75 | 12,90 | 12,50 | 13,16 |
| Bruto rendement uitkering t.o.v. beurskoers | 4,08% | 3,92% | 3,95% | 4,16% | 4,10% |
| Bruto rendement op eigen vermogen (NAV) | 6,21% | 6,03% | 5,01% | 6,89% | 5,39% |
TINC participeert in bedrijven die actief zijn in het realiseren en uitbaten van infrastructuur. TINC wil duurzame waarde creëren door te investeren in de infrastructuur voor de wereld van morgen.
TINC werd opgericht in 2007 en noteert sedert 12 mei 2015 op Euronext Brussels. Als beursgenoteerde investeringsmaatschappij beschikt TINC over een platform voor de verdere financiering van haar groei. Dit platform is toegankelijk voor zowel particuliere als institutionele beleggers en laat hen toe om op een liquide, transparante en gediversifieerde wijze te beleggen in kapitaalintensieve infrastructuur.
TINC is momenteel actief in België, Nederland en Ierland, en beoogt een verdere geografische expansie naar andere Europese regio's, bij voorkeur via gevestigde en beproefde samenwerkingsverbanden met industriële, operationele of financiële partners.
We zijn verheugd om U het jaarverslag van TINC voor te stellen na een jaar vol activiteit tegen een achtergrond van een gezondheidscrisis, geopolitieke onzekerheid en economische turbulenties. De diversificatie van de participaties heeft de impact van deze factoren op de portefeuille van TINC alleszins beperkt. TINC kan bijgevolg goede jaarresultaten aankondigen met voor het zesde jaar op rij een verhoging van de uitkering aan de aandeelhouders tot € 0,54 per aandeel.
Ondanks de Covid-19 crisis, de oplopende geopolitieke onzekerheid en economische turbulenties, hebben de participaties van TINC operationeel overwegend sterk gepresteerd. De spreiding van de portefeuille over participaties in verschillende focusgebieden en landen – elk met hun eigen dynamiek – versterkt aantoonbaar de robuustheid van de portefeuille.
De goede operationele prestaties resulteren in een portefeuilleresultaat over het voorbije boekjaar van € 30,4 miljoen (een rendement op de portefeuille van 7,67% ). Dit portefeuilleresultaat vertaalt zich in een nettowinst over het voorbije boekjaar van € 25,0 miljoen of € 0,69 per aandeel.
Op basis van dit goede jaarresultaat stelt TINC een uitkering aan haar aandeelhouders voor van € 0,54 per aandeel. Dit is een toename van 3,85% ten opzichte van het vorige boekjaar en van 15,51% ten opzichte van de eerste uitkering na de beursgang in 2015. De uitkering vertegenwoordigt een bruto rendement van 4,10% op de slotkoers van het aandeel op het einde van het boekjaar, en is volledig gedekt door kasstromen die TINC ontvangt uit de investeringsportefeuille.
Het investeringsbeleid van TINC is ingebed in een aantal ingrijpende maatschappelijke evoluties. Deze omvatten de overgang naar een koolstofarme samenleving, de ambitie om betere publieke infrastructuur te realiseren, de doorgedreven digitalisering van de maatschappij en de groeiende aandacht voor zorg en welzijn. Deze evoluties vormen voor TINC het kader voor investeringen met impact in publieke infrastructuur, energie infrastructuur, digitale infrastructuur en selectief vastgoed.
TINC bouwde ook het voorbije jaar verder aan de groei en diversificatie van haar portefeuille met € 62,3 miljoen aan nieuwe investeringstoezeggingen en € 24,0 miljoen aan effectieve investeringen in bestaande en nieuwe participaties onder gecontracteerde investeringstoezeggingen.
Deze nieuwe investeringstoezeggingen betreffen een uitbreiding van het investeringsprogramma voor de realisatie van onshore windparken in België met Storm (B), de verwerving van een 50% belang in een portefeuille van operationele zonnestroominstallaties (B), de uitbreiding van de geografische aanwezigheid van haar participatie Datacenter United door de overname van drie
datacentra van DC Star (B), de verwerving van een bijkomend belang in het PPS project Prinses Beatrixsluis (NL), het partnership met Zelfstroom voor de uitrol van zonnestroominstallaties via een huurmodel (NL) en het partnership met Garage-Park voor de uitbouw en uitbating van een netwerk van innovatieve opslag- en werkruimtes (NL).
Uit deze nieuwe toezeggingen blijkt de ambitie van TINC om verder te blijven inzetten op de diversificatie van haar portefeuille, met aandacht voor participaties met een inkomstenmodel dat potentieel een positieve correlatie vertoont met de evolutie van inflatie.
De reële waarde van de investeringsportefeuille neemt toe met 4,67% ten opzichte van vorig boekjaar en bedraagt € 415,4 miljoen op het einde van het boekjaar. Deze toename is het resultaat van investeringen in bestaande en nieuwe participaties (€ 24,0 miljoen), terugbetalingen uit participaties (€ 15,6 miljoen) en een stijging van de reële waarde van de portefeuille (€ 10,1 miljoen). De reële waarde van de investeringsportefeuille wordt bepaald door toepassing van een verdisconteringsvoet op de toekomstige kasstromen van elke individuele participatie. De gewogen gemiddelde verdisconteringsvoet bedraagt 7,81% op het einde van het boekjaar (7,59% op het einde van het vorige boekjaar). De verdisconteringsvoeten die
gebruikt worden voor de waardering van de participaties zijn nagenoeg ongewijzigd gebleven. Wel werd de toepasselijke verdisconteringsvoet voor zonnestroomprojecten in Vlaanderen verhoogd om het verhoogd risicoprofiel te reflecteren en dit naar aanleiding van het wetgevend initiatief van de Vlaamse Regering dat beoogt de steunmaatregelen voor bepaalde, oudere zonnestroominstallaties sterk af te bouwen.
De verhouding tussen de vier focusgebieden in de portefeuille vertoont een mooie spreiding met 32% Publieke Infrastructuur, 28% Energie Infrastructuur, 21% Digitale Infrastructuur en 19% Selectief Vastgoed.
TINC heeft op het einde van het boekjaar nog voor € 63,3 miljoen gecontracteerde investeringstoezeggingen uitstaan waaraan op termijn uitvoering wordt gegeven. Door de combinatie van de huidige participaties en de uitstaande gecontracteerde investeringstoezeggingen evolueert de portefeuille op termijn tot circa € 480 miljoen.
De kasmiddelen bedragen € 48,4 miljoen op het einde van het boekjaar en zijn beschikbaar om te voldoen aan de uitvoering van uitstaande gecontracteerde investeringstoezeggingen, voor algemene investeringsdoeleinden en voor de uitkering aan aandeelhouders. Met een solide balans beoogt TINC haar financieringsstructuur verder te ontwikkelen ter ondersteuning van de groei-ambities en dit met aandacht voor duurzaamheid. In dit kader heeft TINC een raamwerk (sustainable finance framework) uitgewerkt voor het aantrekken van schuldfinanciering voor investeringen met een duurzaam karakter binnen de focusgebieden van TINC.
Maatschappelijke relevantie en duurzaamheid zijn belangrijke overwegingen voor TINC als uitgesproken lange-termijn investeerder in infrastructuur die gestalte geeft aan de wereld van morgen. Via haar investeringsbeleid en haar participaties ambieert TINC bij te dragen aan een koolstofarme, gezonde, verbonden, veilige en welvarende samenleving. TINC concretiseert deze ambitie verder in de uitwerking van haar duurzaamheidsstrategie bij de identificatie van opportuniteiten en de opvolging van haar participaties. TINC werd tijdens het voorbije jaar onder meer ondertekenaar van de United Nations Principles of Responsible Investment (UN PRI). Met het sustainable finance framework beoogt TINC te voorzien in de financiering van investeringen die bijdragen tot de duurzame ontwikkelingsdoelstellingen, specifiek met betrekking tot sociale en milieu-aspecten.
Brief aan de aandeelhouders
In juni eindigde definitief het mandaat van de heer Jean-Pierre Dejaeghere als onafhankelijk bestuurder en voorzitter van het auditcomité. We danken hem van harte voor zijn bijdrage aan de ontwikkeling van TINC reeds sinds de beursgang in 2015. De raad van toezicht telt voortaan 8 leden met een goede balans op vlak van onafhankelijkheid en genderdiversificatie.
Met een robuuste portefeuille en de nodige middelen ter beschikking voor de realisatie van verdere groei, kijken we in deze uitdagende tijden de toekomst met vertrouwen tegemoet. TINC dankt daarbij al haar aandeelhouders voor het gestelde vertrouwen.
Philip Maeyaert (rechts op de foto) Chairman of the Supervisory Board
Manu Vandenbulcke CEO
Investeringsthema's
Onze activiteiten
Digitale Infrastructuur
Publieke Infrastructuur
TINC investeert sinds haar oprichting in Publieke Infrastructuur zoals wegen, openbaar vervoer, sociale woningen en detentiecentra. Publieke Infrastructuur vormt de noodzakelijke ruggengraat voor het goed functioneren van elke moderne samenleving. TINC geeft hiermee vorm aan de ambitie om toekomstgerichte publieke infrastructuur te realiseren.
Investeringen in Publieke Infrastructuur nemen gebruikelijk de vorm aan van een participatie in een publiek-privaat samenwerkingsverband (PPS) waarbij een consortium van industriële en financiële partners Publieke Infrastructuur ontwerpt, bouwt en financiert en gedurende een contractueel vastgelegde periode onderhoudt en ter beschikking stelt aan een publieke partner tegen een vergoeding. Op het einde van de overeenkomst wordt de verantwoordelijkheid voor de infrastructuur overgedragen aan de publieke partner.
De PPS-participaties ontvangen gedurende de looptijd van de overeenkomst een vaste vergoeding van publieke overheden voor de beschikbaarheid van de infrastructuur. Deze vergoeding is niet gekoppeld aan het effectieve gebruik van de infrastructuur. De periodieke vergoeding dekt, naast de operationele kosten voor de instandhouding van de infrastructuur, tevens de kosten voor de financiering van de realisatie van de infrastructuur.
De financiering omvat zowel vreemd vermogen van leninggevers als de inbreng van eigen vermogen door TINC.
Dit laatste is een wezenlijk onderdeel van de PPSstructuur, waarmee TINC haar partners in deze projecten in staat stelt om zich te concentreren op de ontwikkeling, de realisatie en het onderhoud.
In een complexe en uitdagende maatschappij moet Publieke Infrastructuur noodzakelijk mee-evolueren. Dit vereist belangrijke investeringen en biedt groeimogelijkheden voor TINC.
Daartoe volgt TINC de ontwikkelingen rond publieke aanbestedingen en publiek-private financiering nauw op in samenwerking met haar partners.
Huisvesting
TINC is actief als investeerder tijdens de volledige levenscyclus van Publieke Infrastructuur: van ontwikkeling en ontwerp, over de bouw, tot het onderhoud en de operaties. Voor de realisatie en het onderhoud werkt TINC samen met lokale en internationale aannemersgroepen.
Alle projecten betreffen publiek-private samenwerkingen op basis van beschikbaarheidsvergoedingen, meestal in een DBFM(O)-contractvorm. Op deze manier heeft TINC tot op heden bijgedragen tot de realisatie van ongeveer € 2 miljard aan vitale Publieke Infrastructuur.
| Land | Participatie | Categorie | Publieke tegenpartij |
Status | Resterende contractduur |
Industriële partners |
|---|---|---|---|---|---|---|
| VIA A11 | Vlaams Gewest | operationeel | 25 | Jan De Nul NV, Willemen NV (Franki, Aswebo), Aclagro NV en Algemene Aannemingen Van Laere NV |
||
| VIA R4 GENT | Vlaams Gewest | operationeel | 20 | Besix NV, Stadsbader NV en Eiffage SA | ||
| België | Brabo I | Vlaams Gewest | operationeel | 25 | Besix NV, Frateur-De-Pourcq NV en Willemen NV (Franki) |
|
| L'Hourgnette | Federale overheid | operationeel | 16 | Eiffage SA en Sodexo | ||
| Prinses Beatrixsluis | De Staat der Nederlanden |
operationeel | 24 | Besix NV, Jan De Nul NV, Heijmans Infra BV, Agidens Infra Automation NV en Martens & Van Oord Aannemingsbedrijf BV |
||
| Nederland | A15 Maasvlakte Vaanplein |
De Staat der Nederlanden |
operationeel | 14 | Ballast Nedam Infra BV, Strukton BV en Strabag |
|
| Ierland | Sociale Huisvesting Ierland |
Dublin City Council | operationeel | 24 | Choice Ltd en John Sisk & Son |
In een complexe en uitdagende maatschappij moet Publieke Infrastructuur noodzakelijk mee-evolueren. Dit vereist belangrijke investeringen en biedt groeimogelijkheden voor TINC.
in de tweede jaarhelft van 2022. TINC zal dan tevens het resterende 50% belang overnemen van haar partner om finaal 100% van de participatie aan te houden;
| (IN '000 €) | 30 juni 2021 | 30 juni 2022 |
|---|---|---|
| Portefeuilleresultaat | 15.347 | 12.381 |
| Kasstromen uit participaties | 10.579 | 11.804 |
| Reële waarde (FV) participaties | 131.966 | 133.043 |
| Gewogen gemiddelde verdisconteringsvoet | 7,00% | 7,00% |
| 30 juni 2021 | 30 juni 2022 | |
| Gewogen gemiddelde schuldgraad (%) | 75,0 | 75,4 |
| Gewogen gemiddelde resterende looptijd schuld (in jaren)1 |
22 | 21 |
| Gewogen gemiddelde resterende contractduur (in jaren) |
23 | 22 |
1 Volledig afbouwend met vaste interestvoet
Uitgelichte participatie
De Prinses Beatrixsluis is de grootste, monumentale binnenvaartsluis van Nederland en ligt in het Lekkanaal dat de belangrijkste verbinding is tussen de havens van Rotterdam en Amsterdam. Jaarlijks passeren er zo'n 50.000 schepen.
Door het toegenomen waterverkeer en de schaalvergroting in de binnenvaart (ter ontlasting van verkeer over de weg) dreigde de Prinses Beatrixsluis een knelpunt te worden. Door de renovatie van de twee bestaande kolken en de aanleg en ingebruikname van een derde kolk zijn de wachttijden voor schippers sindsdien tot nagenoeg nul teruggebracht.
Belang 40,63%
De tram- en weginfrastructuur van Brabo 1 verlaagt de mobiliteitsdruk rond Antwerpen. Het project is gerealiseerd tussen 2009 en 2012 en was het eerste PPS-project voor mobiliteit in Vlaanderen (B) binnen een DBFM structuur.
Brabo 1 is een publiek-private samenwerking opgericht voor de realisatie van traminfrastructuur in het oostelijke deel van Antwerpen (uitbreidingen tot Wijnegem en Mortsel/Boechout) en een onderhoudsdepot van trams in Wijnegem. Brabo 1 zorgt voor een vlottere tramverbinding tussen het stadscentrum en de meer afgelegen gemeenten. De tramlijn loopt bijvoorbeeld tot aan het winkelcentrum in Wijnegem, dat op die manier vlot vanuit het centrum van Antwerpen bereikbaar is. Het project met een realisatiewaarde van circa € 125 miljoen ontvangt gedurende 30 jaar een vergoeding voor de terbeschikkingstelling van de infrastructuur van de openbare vervoermaatschappij De Lijn en het Agentschap Wegen en Verkeer.
TINC investeert met haar participatie in Sociale Huisvesting Ierland in de eerste bundel van het Sociale Huisvestingsprogramma dat de Ierse overheid aankondigde in 2015 en dat de realisatie van 1.500 bijkomende sociale wooneenheden beoogt.
De publiek-private samenwerking met het departement van huisvesting en Dublin City Council omvat 534 wooneenheden op 6 verschillende locaties aan de oostkust van Ierland, in de omgeving van Dublin. Het project met een realisatiewaarde van circa € 120 miljoen ontvangt een vergoeding voor de terbeschikkingstelling van de wooneenheden tijdens de 25-jarige looptijd van de overeenkomst. De bouw werd in 2021 afgerond.
Belang 47,5%
De hernieuwbare energie participaties halen inkomsten uit de verkoop van de geproduceerde stroom, vergoedingen uit steunmaatregelen of een combinatie van beiden. Het resultaat wordt sterk bepaald door de stroomproductie, de evolutie van de korte en lange-termijn stroomprijzen en de hoogte van de vergoeding uit steunmaatregelen. Er is een trend bij de ontwikkeling van toekomstige wind en zonneparken richting een afname van steunmechanismes voor groene stroom en een groter aandeel van inkomsten die voortkomen uit de verkoop van de geproduceerde groene stroom.
De verwachting is tevens dat in de toekomst de verkoop van de geproduceerde stroom vaker dan voorheen gebeurt via afname van contracten met industriële of andere gebruikers eerder dan via het louter injecteren van de stroom op het elektriciteitsnet.
Een sterk en ondersteunend Europees en nationaal beleid vormt het kader voor belangrijke investerings- en groei- mogelijkheden op het vlak van energie infrastructuur.
De energietransitie vergt enorm veel investeringen zowel op het vlak van de uitbouw van een groen productiepark en de omgang met traditionele vormen van energieopwekking als de opslag en distributie van de geproduceerde stroom.
United Nations Sustainable Development Goals
TINC is een actieve investeerder in de energietransitie. De participaties omvatten windparken op land en zonneparken in België, Nederland en Ierland met een vermogen van circa 400 MW (waarvan 38 MW zonneparken). Dit is het equivalent van het jaarlijks stroomverbruik van circa 275.000 huishoudens. TINC financiert ook via een achtergestelde lening twee off-shore windparken in België met een geïnstalleerd vermogen van in totaal circa 380 MW.
TINC volgt de ontwikkelingen rond hernieuwbare energie van nabij op, en heeft de ambitie om ook in de toekomst hierin een actieve investeerder te blijven. TINC werkt hierbij samen met gerenommeerde ontwikkelaars en uitbaters binnen de wereld van de energietransitie.
| Windparken op land in Vlaanderen ontvangen voor windparken van voor 1 januari 2013 één groenestroomcertificaat per MWh geprodu ceerd, met een gegarandeerde minimumprijs per certificaat (niet-geïndexeerd), en dit bovenop de marktprijs. Voor windparken op land van na 2013 wordt een deel van zo'n groenestroomcertificaat per MWh geproduceerd toegekend, zijnde de "bandingfactor", waarbij de bandingfactor elk jaar wordt herzien in functie van de evolutie van de elektriciteitsprijzen in de markt, zijnde lager indien de marktprijs hoger is, en omgekeerd. |
|
|---|---|
| België | Windparken op zee in België ontvangen een gegarandeerde prijs per MWh geproduceerd bovenop de marktprijs. |
| Zonneparken in Vlaanderen in portefeuille ontvangen één groenestroomcertificaat per MWh (niet-geïndexeerd) geproduceerd, met een gegarandeerde minimumprijs per certificaat, en dit bovenop de prijs overeengekomen met de lokale afnemer en de marktprijs voor het geïnjecteeerde resterend deel. |
|
| Nederland | Windparken op land in Nederland vallen onder de "Subsidie Duurzame Energie" of "SDE" waarbij een variabel bedrag wordt toegekend per MWh geproduceerd tot een vastgelegd maximaal productieniveau, en dit bovenop een minimale marktprijs. Zolang de marktprijs hoger is dan of gelijk is aan deze minimale marktprijs en lager dan een bepaalde maximum marktprijs, wordt in totaal een vast bedrag per MWh (niet-geïndexeerd) ontvangen. |
| Ierland | Windparken op land in Ierland ontvangen een "Renewable Energy Feed-In Tariff" of "REFIT"-prijs per MWh geproduceerd (geïndexeerd) waarbij de elektriciteit wordt verkocht in de markt, en het verschil tussen de marktprijs en de REFIT-prijs wordt bijgepast. |
376 GWh. Dit is licht minder dan verwacht omwille van een aantal relatief windluwe maanden. De stroomproductie van de zonneparken lag daarentegen met 30 GWh in lijn met de verwachting;
| (IN '000 €) | 30 juni 2021 | 30 juni 2022 |
|---|---|---|
| Portefeuilleresultaat | 9.182 | 3.856 |
| Kasstromen uit participaties | 10.150 | 17.753 |
| Reële waarde (FV) participaties | 117.025 | 117.116 |
| Gewogen gemiddelde verdisconteringsvoet | 7,29% | 8,35% |
| 30 juni 2021 | 30 juni 2022 | |
| Gewogen gemiddelde schuldgraad (%) (exclusief offshore) |
43,4 | 49,5 |
| Gewogen gemiddelde resterende looptijd |
schuld (in jaren) (exclusief offshore) 12,0 13,0
| Inflatie boekjaar 2022-2023 |
4% |
|---|---|
| nadien | 2% |
| Gewogen gemiddelde verdisconteringsvoet |
8,35% |
| Energieproductie | Het P50-probabiliteitscenario komt overeen met een geschatte productie (afhankelijk van toekomstige instraling of windkracht) die met 50% kans daadwerkelijk gerealiseerd wordt. |
| Energieprijzen | Assumpties op basis van toekom stige marktprijzen en projecties van onafhankelijke adviseurs. |
Sensitiviteitsanalyse waardering
Zelfstroom is de grootste aanbieder in verhuur van zonnepanelen aan particuliere eigenaars in Nederland. Met het partnership met Zelfstroom verstrekt TINC kapitaal voor de uitrol van zonnestroominstallaties via een huurkoop concept. Zo ondersteunt TINC innovatieve oplossingen die de energietransitie versnellen en de energieonafhankelijkheid bevorderen.
Sinds 2014 heeft Zelfstroom via een verhuurcirca 20.000 particuliere eigenaars van woningen (www.zelfstroom.nl). Zelfstroom helpt particuliewerking met TINC is er langjarig toegang tot extra middelen om bij te dragen aan de energietransitie in Nederland. TINC verstrekt initieel € 5 miljoen aan eigen vermogen voor de verdere uitrol van tering past binnen de ambitie van TINC om als
cept van Zelfstroom beantwoordt aan de sterke
Storm versnelt de transitie naar een klimaatneutrale samenleving. Dit wordt gerealiseerd door in België windparken op land te ontwikkelen, te bouwen en te exploiteren tegen een zo laag mogelijke maatschappelijke kost.
TINC investeert sinds 2011 in meerworden gerealiseerd en uitgebaat in België.
Uitgelichte participatie
Belang 39,47%-45%
Totaal vermogen 207 MW
Aantal turbines 61
Windpark Kroningswind is een windpark dat wordt gerealiseerd op het eiland Goeree-Overflakkee in Zuid-Holland, Nederland, in agrarisch gebied tussen Stellendam en Middelharnis.
Belang 73%
Geïnstalleerd vermogen 80 MW
Aantal turbines
Tinc in een oogopslag Voorwoord Thema's Activiteiten Duurzaamheid Resultaten 2021-2022 Resultaten 2020-2021 Governance Duurzaamheid GovernanceJaarrekening
Digitale Infrastructuur staat voor een brede waaier van activa die de ruggengraat vormen van een steeds beter geconnecteerde wereld en waarmee allerhande digitale diensten worden geleverd.
Het zijn de fysieke activa die de digitale wereld onderbouwen, zoals performante glasvezelnetwerken, zendmasten voor mobiele netwerken en faciliteiten voor databeheer en -opslag. De ontwikkeling van Digitale Infrastructuur wordt sterk aangedreven door de niet-aflatende vraag naar technologische diensten en dataopslag.
Digitale Infrastructuur is vaak een belangrijk instrument voor de optimalisatie van klassieke infrastructuur, bijvoorbeeld met smart mobility via geconnecteerde netwerken met real-time gegevensuitwisseling. De maatschappelijke bijdrage van Digitale Infrastructuur is als dusdanig potentieel een meerwaarde voor veel activiteiten, ook voor klassieke infrastructuur. Het kan leiden tot een beter gebruik en benutting.
Het verdienmodel van Digitale Infrastructuur bestaat over het algemeen uit inkomsten uit de verhuur van netwerk- of opslagcapaciteit aan een waaier van klanten en gebruikers.
Dit vereist belangrijke investeringen en is een speerpunt bij de investerings- en groeiambities van TINC.
Datanetwerken Datacentra
United Nations Sustainable Development Goals
GlasDraad werd in 2017 opgericht op initiatief van TINC met de ambitie om bewoners en ondernemers in het buitengebied in Nederland toegang te geven tot een supersnel, betrouwbaar én betaalbaar glasvezelnetwerk.
GlasDraad ambieert een prominente rol bij de verdere uitrol van het supersnelle internet in Nederland en heeft hiertoe samenwerkingen aangegaan met o.a. KPN en Rekam.
GlasDraad realiseert netwerkaansluitingen in functie van de effectieve marktvraag door bewoners en ondernemers die nog niet beschikken over breedband internet. GlasDraad baat deze netwerken uit op basis van een "open netwerk"-model. Meerdere dienstverleners kunnen aldus op maat gemaakte "content" en pakketten via het netwerk van GlasDraad aanbieden aan hun klanten. Voor het gebruik van de aansluitingen ontvangt GlasDraad vergoedingen van dienstverleners (Internet Service Providers) die hun diensten over het netwerk aan de eindgebruiker leveren en een vergoeding van de eindgebruiker.
Uitgelichte participatie
Belang 100%
GlasDraad is geografisch aanwezig doorheen Nederland en omvat netwerken die zich in verschillende stadia bevinden (gebouwd, in aanbouw en in vraagbundeling) en alvast meer dan 60.000 huishoudens zullen voorzien van supersnel internet. GlasDraad heeft het voorbije boekjaar eveneens het resterende belang van haar partner Rekam in hun gezamenlijke joint-venture overgenomen.
Glasvezel is een toekomstbestendige technologie en sluit naadloos aan bij de langetermijninvesteringshorizon van TINC.
Datacenter United is eigenaar en uitbater van intussen zes datacentra in België na het partnership met DC Star in januari 2022. Deze datacentra bieden aan een ruime waaier van klanten schaalbare en betrouwbare datacenter colocatie diensten en aanhorende diensten zoals connectiviteit.
Klanten huren bij Datacenter United niet alleen ruimte om hun bedrijfs-kritische applicaties en data in optimale omstandigheden te laten functioneren in beveiligde server racks (colocatie diensten), maar rekenen ook op garanties omtrent beschikbaarheid (uptime) van de infrastructuur. Datacenter United biedt in haar centra in onder meer Antwerpen, Oostkamp, Gent en Brussel haar klanten een volledig dienstenpakket aan, gaande van de fysieke migratie naar het datacenter tot en met alle bijhorende diensten (energievoorziening inclusief back-up, connectiviteit via glasvezel, remote hands & eyes). Klanten betalen hiervoor een vergoeding op basis van contracten met variërende looptijden.
75%
Datacenter United behaalde een belangrijke mijlpaal met de certificering van het design van het datacenter in Antwerpen als enige operator in België met het Tier-IV veiligheidsniveau, het hoogst bereikbare niveau.
Datacenter United heeft onder meer geïnvesteerd in toestellen voor de recuperatie van warmte en beschikt over 3.500 m2 aan zonnepanelen in Oostkamp.
Uitgelichte participatie
| (IN '000 €) | 30 juni 2021 | 30 juni 2022 |
|---|---|---|
| Portefeuilleresultaat | 4.848 | 5.034 |
| Kasstromen uit participaties | 360 | 88 |
| Reële waarde (FV) participaties | 76.434 | 86.581 |
| Gewogen gemiddelde verdisconteringsvoet | 8,69% | 8,68% |
| 30 juni 2021 | 30 juni 2022 | |
| Gewogen gemiddelde schuldgraad (%) | 8,3 | 29,7 |
| Gewogen gemiddelde resterende looptijd schuld (in jaren) |
6,0 | 5,4 |
Tinc in een oogopslag Voorwoord Thema's Activiteiten Duurzaamheid Governance Resultaten 2021-2022 Jaarrekening
Selectief vastgoed omvat een verscheidenheid aan gebouwen die een rol van maatschappelijk belang vervullen in onder meer de gezondheidssector of op het vlak van welzijn, huisvesting en mobiliteit of ter bevordering van wetenschappelijk onderzoek.
De investering door TINC in selectief vastgoed ontzorgt vaak bedrijven, organisaties en gebruikers. Deze kunnen zich dan toeleggen op de kwaliteit van hun dienstverlening of op hun kernactiviteit. Hierdoor versterkt de investering door TINC in
selectief vastgoed het maatschappelijk rendement van dit vastgoed.
Het verdienmodel van selectief vastgoed bestaat overwegend uit relatief voorspelbare vergoedingen die vaak meegroeien met de evolutie van inflatie.
Development Goals
GaragePark is een ontwikkelaar en exploitant van innovatieve multifunctionele opslag- en werkruimtes met hoofdkantoor in Blaricum (NL). Via het partnership met GaragePark verstrekt TINC samen met de aandeelhouders van GaragePark kapitaal voor de financiering voor de verdere uitrol van het concept en het beheer voor eigen rekening van toekomstige realisaties.
GaragePark heeft in Nederland meer dan 50 parken gerealiseerd en in ontwikkeling met circa 5.000 individuele garageboxen. De boxen worden door het midden- en kleinbedrijf als een ideale plek gezien om er veilig bedrijfsmaterialen in op te slaan of om enige werkzaamheden in uit te voeren. Met haar inzet op nabijheid, 24/7 toegankelijkheid, beveiligde en onderhoudsarme ruimtes die zelfvoorzienend zijn in energie door zonnepanelen, is het concept van GaragePark onderscheidend van garageboxen in de wijk, van kleine bedrijfsruimtes en van klassieke opslag. Het concept van GaragePark is een op maat gemaakte oplossing voor het klein zakelijk gebruik, zoals stukadoors, schilders, loodgieters, maar ook web-
shops, eventbureaus, stadslogistiek en in het algemeen voor alle ondernemers in het midden- en kleinbedrijf (MKB) die hun voorraad, gereedschap en bedrijfsmaterialen veilig willen opslaan en 24/7 toegankelijkheid wensen. Aan de buitenkant is het een garagebox maar vanbinnen een stukje bedrijfsruimte.
TINC heeft een investeringsbedrag van € 25 miljoen toegezegd, een bedrag dat in de periode 2022-2025 effectief zal worden geïnvesteerd in functie van de realisatie door GaragePark van nieuwe parken.
62,5%
Nieuwe participatie
Réseau Abilis omvat een groeiend netwerk van gespecialiseerde residenties die levenslange woonzorg verstrekken aan personen met bijzondere noden op 26 locaties in België (Wallonië en Brussel), Frankrijk en Nederland.
De residenties huisvesten een 1.100-tal bewoners met een breed spectrum aan mentale beperkingen. De bewoners verblijven in zorgeenheden gaande van éénpersoonsappartementen tot grotere wooneenheden, afhankelijk van hun autonomie. De ambitie is om de bewoners te integreren in de lokale gemeenschap, hen goede banden te laten onderhouden met familie en verwanten en een kwalitatieve zorg te verzekeren.
De uitbating van de residenties gebeurt door Réseau Abilis dat hiervoor beroep doet op een 800-tal voltijdse medewerkers. Voor de vaak levenslange opvang van de bewoners, ontvangt Réseau Abilis bijdragen van publieke overheden. Réseau Abilis betaalt vervolgens een huurvergoeding aan TINC voor het gebruik van de residenties op basis van een langjarige overeenkomst. Deze vergoeding is gekoppeld aan inflatie.
Belang 67,5%
Uitgelichte participatie
Het voorbije jaar heeft TINC onder lopende investeringstoezeggingen geïnvesteerd in een aantal bestaande en bijkomende nieuwe residenties uitgebaat door Réseau Abilis. TINC bezit tevens een minderheidsparticipatie in de uitbater Réseau Abilis, wat onder meer toelaat om de kwaliteit van de zorgverstrekking te bewaken.
Uitgelichte participatie
Selectief Vastgoed
Het bedrijvencentrum Bioversneller is een initiatief van TINC en werd ontwikkeld in nauwe samenwerking met het Vlaams Instituut voor Biotechnologie (VIB) en de Universiteit Gent.
Bioversneller biedt aan biotech- en lifescience bedrijven met belangrijke onderzoeksactiviteiten 18.000 m2 kantoren, laboratoria, vergaderzalen en bijhorende diensten aan op de wetenschapscampus Ardoyen in Zwijnaarde, België.
Het bedrijvencentrum kent historisch een uitstekende bezettingsgraad van zo goed als 100% en huisvest momenteel de bedrijven Sanofi (Ablynx), Eastman en Aphea.Bio die samen circa 500 personen tewerkstellen in het bedrijvencentrum. Deze gebruikers betalen een vergoeding voor de huisvesting en bijhorende diensten verleend door Bioversneller op basis van een langjarige terbeschikkingstellingsovereenkomst. Deze vergoeding is gekoppeld aan de inflatie.
Belang 50%
48 TINC Jaarverslag 2021-2022
Uitgelichte participatie
De Haan Vakantiehuizen is eigenaar van 347 vakantiehuisjes in het vakantiepark Center Parcs in De Haan.
Het vakantiepark is gelegen in de Belgische kustgemeente De Haan, op 500 meter van het strand, en omvat een domein van 333 hectare met een groot tropisch waterpark en vrijetijdsactiviteiten zoals winkelen, dineren, bowlen en vele buitensporten. Het vakantiepark wordt operationeel uitgebaat door Pierre & Vacances, de Europese leider op het gebied van toerisme accommodatie en dit onder het label Center Parcs in De Haan.
De Haan Vakantiehuizen ontvangt op basis van een lange-termijn overeenkomst een vaste huurvergoeding van Pierre & Vacances, die voor eigen rekening instaat voor de uitbating, het onderhoud en herstellingen van de vakantiehuisjes. De huurvergoeding is gekoppeld aan de inflatie.
Belang 12,5%
Parkeergararage Eemplein is gelegen in het Nederlandse Amersfoort en heeft 625 ondergrondse parkeerplaatsen. Het bovenliggende plein heeft een combinatie van winkels, kantoren, appartementen en recreatie.
Boven de parkeergarage bevinden zich onder meer een Pathé-bioscoop, een Albert Heijn, een Mediamarkt en meerdere appartementen complexen. APCOA is verantwoordelijk voor het operationeel en financieel beheer van de parkeergarage.
De inkomsten komen voort uit de verkoop van tickets voor kort parkeren, prepaid parkeerkaarten en abonnementen voor bewoners en bedrijven. De variëteit aan bovenliggende functies te midden van een omgeving in volle ontwikkeling maken de parkeergarage een aantrekkelijke participatie.
Om nu en in de toekomst te kunnen inspelen op de externe factoren die van invloed zijn op de parkeergarage onderneemt Parkeergarage Eemplein verschillende initiatieven op vlak van duurzaamheid. Zo werd het voorbije jaar geïnvesteerd in de uitbreiding van laadinfrastructuur voor elektrische wagens. De parkeergarage neemt ook voor 100% groene stroom af. Het voorbije boekjaar stond sterk in het teken van de Covid-19 gezondheidscrisis, met name het laatste deel van 2021.
Er werd snel operationeel ingespeeld op de impact van Covid-19 voor de gezondheid van medewerkers en klanten. Ondanks een tijdelijke terugval in omzet tijdens de periodes van strenge lockdown, heeft de parkeergarage zich financieel weerbaar getoond.
| (IN '000 €) | 30 juni 2021 | 30 juni 2022 |
|---|---|---|
| Portefeuilleresultaat | 7.102 | 9.173 |
| Kasstromen uit participaties | 6.688 | 6.204 |
| Reële waarde (FV) participaties | 71.464 | 78.696 |
| Gewogen gemiddelde verdisconteringsvoet | 8,02% | 7,57% |
| 30 juni 2021 | 30 juni 2022 | |
| Gewogen gemiddelde schuldgraad (%) | 47,3 | 45,1 |
| Gewogen gemiddelde resterende looptijd schuld (in jaren) |
16,0 | 15,9 |
Reële waarde in '000 €
De nettowinst over het afgelopen boekjaar bedraagt € 25,0 miljoen of € 0,69 per aandeel, en is gebaseerd op een portefeuilleresultaat van € 30,4 miljoen of een portefeuille rendement van 7,67%. De lichte daling van het portefeuilleresultaat en de nettowinst in vergelijking met het vorige boekjaar is voornamelijk het gevolg van een verlaging van de verdisconteringsvoeten op het einde van het vorige boekjaar, terwijl deze op het einde van het afgelopen boekjaar nagenoeg gelijk zijn gebleven en voor sommige participaties zijn verhoogd.
De waardering van alle participaties aan hun reële waarde wordt uitgevoerd op semestriële basis en gebeurde tijdens het afgelopen boekjaar op 31 december 2021 en bij de afsluiting van het boekjaar op 30 juni 2022 en dit volgens de toepasselijke waarderingsregels. De waarderingen op tussentijdse basis worden aan een beperkt nazicht onderworpen door de commissaris.
De basis voor de waarderingen zijn de verwachte toekomstige kasstromen gerelateerd aan elke participatie. Deze verwachte kasstromen worden periodiek geëvalueerd aan de hand van algemene en specifieke parameters die eigen zijn aan elke participatie. Vervolgens worden ze waar nodig geactualiseerd. Een belangrijk deel van de kasstromen kan vrij goed worden ingeschat op basis van afgesloten langetermijncontracten, het toepasselijk regelgevend kader of de strategische positie van de infrastructuur. De reële waarde van een participatie is het resultaat van de verdiscontering van deze verwachte toekomstige kasstromen aan een marktconforme verdisconteringsvoet.
Op 30 juni 2022 bedraagt de gewogen gemiddelde verdisconteringsvoet van de portefeuille 7,81% (7,59% op 30 juni 2021).
De interesse in kwaliteitsvolle infrastructuur in de markt blijft hoog, waardoor de verdisconteringsvoeten in het algemeen niet zijn gestegen ondanks de gestegen marktrentes. De toepasselijke verdisconteringsvoet voor de participaties in zonnestroomprojecten in Vlaanderen werd verhoogd naar aanleiding van het wetgevend initiatief van de Vlaamse Regering om de steunmaatregelen voor welbepaalde zonnestroominstallaties sterk af te bouwen. Afhankelijk of dit initiatief finaal wet wordt en, in voorkomend geval, van de exacte uitvoeringsmodaliteiten, kunnen er positieve of negatieve waarderingsaanpassingen aan de betreffende participaties (Solar Finance, Lowtide en Sunroof) plaatsvinden. Op het einde van het boekjaar bedraagt de reële waarde van deze participaties € 20,6 miljoen.
| Periode eindigend op: | 30 juni 2021 |
30 juni 2022 |
|---|---|---|
| Publieke Infrastructuur | 7,00% | 7,00% |
| Energie Infrastructuur | 7,29% | 8,35% |
| Digitale Infrastructuur | 8,69% | 8,68% |
| Selectief Vastgoed | 8,02% | 7,57% |
| Gewogen gemiddelde verdisconteringsvoet | 7,59% | 7,81% |
De grafiek hieronder geeft de evolutie weer van de reële waarde (FV) van de portefeuille in het afgelopen boekjaar (in k€).
In het boekjaar is de reële waarde van de portefeuille toegenomen met € 18,5 miljoen tot € 415,4 miljoen, of een stijging van 4,67%. Deze stijging is voornamelijk het resultaat van:
DIVERSIFICATIE VAN DE PORTEFEUILLE DIVERSIFICATIE VAN DE PORTEFEUILLE DIVERSIFICATIE VAN DE PORTEFEUILLE Resultaten 2021-2022
Publieke Infrastructuur Energie Infrastructuur Digitale Infrastructuur Selectief Vastgoed
Het portefeuilleresultaat over het boekjaar van € 30,4 miljoen bestaat uit twee componenten:
Na aftrek van kosten resulteert dit in een nettoresultaat van € 25,0 miljoen.
Publieke Infrastructuur Energie Infrastructuur Digitale Infrastructuur Selectief Vastgoed
TINC heeft tijdens het boekjaar in totaal € 35,9 miljoen aan kasontvangsten vanuit haar participaties gekregen:
De kas-ontvangsten dekken ruimschoots de voorgestelde uitkering van € 19,6 miljoen aan de aandeelhouders.
| Periode eindigend op: Balans (k€) |
30 juni 2021 12 maanden |
30 juni 2022 12 maanden |
|---|---|---|
| Reële waarde portefeuillevennootschappen (FV) | 396.890 | 415.437 |
| Uitgestelde belastingen | 1.163 | 410 |
| Kasmiddelen | 60.257 | 48.436 |
| Overige | (446) | (658) |
| Netto-actief waarde (NAV) | 457.863 | 463.624 |
| Netto-actief waarde per aandeel (€)* | 12,59 | 12,75 |
* Gebaseerd op het totaal aantal uitstaande aandelen op 30/06/2022 (36.363.637) en 30/06/2021 (36.363.637)
De netto-actief waarde (NAV) bedraagt € 463,6 miljoen of € 12,75 per aandeel (een stijging van 1,3% ten opzichte van de NAV per aandeel van € 12,59 op 30 juni 2021), en dit na de uitkering van € 0,52 per aandeel of 4,1% ten opzichte van de NAV per aandeel op 30 juni 2021. De NAV is de som van de reële waarde (FV) van de portefeuille (€ 415.437 miljoen), een uitgestelde belastingvordering (€ 0,4 miljoen), netto kasmiddelen (€ 48,4 miljoen) en ander werkkapitaal (€ -0,7 miljoen).
Tijdens het boekjaar nam de reële waarde van de portefeuille toe met € 18,5 miljoen tot € 415,4 miljoen, of een stijging van 4,67%.
De daling van de uitgestelde belastingen is het resultaat van afschrijvingen in BGAAP van een aantal geactiveerde kosten gerelateerd aan de beursgang en de daaropvolgende kapitaalverhogingen, en van de aanwending van het saldo van de nog uitstaande overgedragen fiscale verliezen.
TINC is schuldenvrij. Met een solide en schuldenvrije balans, beoogt TINC haar kapitaalstructuur verder te ontwikkelen ter ondersteuning van de groei-ambities met aandacht voor duurzaamheidsoverwegingen. In dit kader heeft TINC een raamwerk uitgewerkt voor het aantrekken van schuldfinanciering met een duurzaam karakter met het oog op de aanwending ervan voor investeringen binnen de focusgebieden van TINC.
Op de algemene vergadering van 19 oktober 2022 wordt een uitkering aan de aandeelhouders voorgesteld ten belope van € 0,54 per aandeel. Deze uitkering neemt de vorm van een combinatie van een dividend en een kapitaalvermindering. Het voorgestelde bedrag van het dividend is gelijk aan € 0,09 per aandeel (of 16,7% van de uitkering), dat van de kapitaalvermindering gelijk aan € 0,45 per aandeel (of 83,3% van het totale uitgekeerde bedrag). De kapitaalvermindering behoeft een beslissing van de buitengewone algemene vergadering met een quorum en bijzondere meerderheid.
De totale voorgestelde uitkering bedraagt € 19.636.637, bestaande uit een dividend van € 3.272.727 en een kapitaalvermindering van € 16.363.637.
Na afloop van het boekjaar verkocht TINC haar belang in Bioversneller en realiseerde daarbij een rendement gelijk aan 2,5 keer haar investeringsbedrag en een meerwaarde van € 4,04 miljoen ten aanzien van de reële waarde van de
portefeuille per einde boekjaar. De kaspositie van TINC bedraagt circa € 65 miljoen op datum van publicatie van dit jaarverslag.
In de uitvoering van haar activiteiten als investeringsmaatschappij is TINC onderhevig aan risico's zowel op het niveau van TINC zelf als op het niveau van de participaties waarin TINC investeert.
Binnen het raamwerk uitgewerkt door de Raad van Toezicht, op voorstel van de Directieraad en op advies van het Audit Comité, voor risicobeheer, interne controle en de naleving van wetten en regels, is de Directieraad verantwoordelijk voor het risicobeheer. Risico's worden beheerd via een proces van doorlopende identificatie, inschatting, evaluatie en mitigatie. Minstens éénmaal per jaar rapporteert de Directieraad aan de Raad van Toezicht over de algemene en financiële risico's en de beheers- en controlesystemen.
De volgende, belangrijkste risico's kunnen worden onderscheiden.
TINC heeft als doel waarde te creëren door te investeren in infrastructuurbedrijven die kasstromen genereren voor TINC. TINC is daarbij afhankelijk van de mogelijkheden die haar participaties hebben om de verwachte kasstromen te realiseren en effectief uit te keren aan TINC. Macro-economische en
conjuncturele omstandigheden, wijzigende regelgeving of politieke ontwikkelingen kunnen dit beperken of verhinderen. TINC besteedt de nodige aandacht aan het opvolgen van de algemene economische situatie en marktevoluties om de impact op haar inkomsten tijdig te kunnen inschatten en waar mogelijk te voorkomen. Een verdere diversificatie qua geografie, subsectoren en verdienmodellen van haar participaties moet verhinderen dat TINC in te grote mate afhankelijk wordt van wijzigingen in het beleids- en wettelijk kader of conjuncturele factoren in één bepaalde regio, sector of business.
Voor nieuwe participaties is TINC aangewezen op de aanwezigheid van investeringsopportuniteiten in de markt tegen voldoende aantrekkelijke voorwaarden. Het risico bestaat dat dergelijke opportuniteiten onvoldoende of op een onvoldoende gediversifieerde wijze aanwezig zijn.
TINC heeft zich op contractuele wijze verbonden tot een aantal financiële engagementen bij bestaande en toekomstige participaties. Dit betreft enerzijds toezeggingen om bijkomend te investeren in bestaande participaties, en anderzijds toezeggingen om op een later tijdstip nieuwe participaties te verwerven. Hieraan is een zeker liquiditeitsrisico verbonden.
TINC stemt haar financiering af op de lopende financiële toezeggingen. De financiering van investeringen kan gebeuren onder de vorm van uitgifte van nieuwe aandelen en/of een kredietfaciliteit (of een combinatie van beiden) die haar de flexibiliteit biedt om soepel in te spelen op investeringsopportuniteiten.
De participaties waarin TINC investeert zijn in meer of mindere mate onderhevig aan onder meer financiële, operationele, regulatoire en commerciële risico's.
Wat betreft de financiële risico's zijn de participaties onder meer onderhevig aan een kredietrisico ten aanzien van de tegenpartijen waarvan ze hun inkomsten moeten ontvangen. In vele gevallen is de tegenpartij de overheid of een met de overheid gelieerde partij (PPS, energie-subsidieregelingen) of een bedrijf van een aanzienlijke omvang, waardoor het risico beperkt wordt.
Het liquiditeitsrisico, met name het niet voor handen zijn van benodigde kasmiddelen, en het renterisico, waarbij kasstromen naar TINC ten gevolge van stijgende rentevoeten aangetast zouden worden door een hogere rentelast, worden opgevangen door de financiering zoveel mogelijk vast te leggen voor een langere duur (o.a. via indekkingsstrategieën).
Wisselkoersrisico is vandaag niet aanwezig bij de participaties aangezien alle ontvangsten en financiële verplichtingen in euro zijn.
Wijzigingen in de regelgeving omtrent steunregelingen, of in de fiscale of juridische behandeling van (investeringen in) infrastructuur kunnen een negatieve invloed hebben op de resultaten van de participaties en bijgevolg ook op de kasstromen richting TINC.
Een belangrijk deel van de participaties is actief in een gereguleerde omgeving (bijvoorbeeld energie-infrastructuur, publiek-private samenwerkingen en zorg) en geniet van ondersteunende mechanismes (bijvoorbeeld groenstroomcertificaten). Infrastructuur is verder onderworpen aan specifieke regelgeving zoals gezondheids-, veiligheids- en milieuregels.
Aan zorginstellingen zoals gespecialiseerde residenties voor personen met bijzondere noden zijn specifieke risico's verbonden. Bestaande vergunningen zouden mogelijks niet-hernieuwd, opgeschort of ingetrokken kunnen worden. Voorts zijn de aangerekende tarieven gereguleerd waardoor een ongunstige wijziging van het sociale en uitkeringsbeleid een negatieve impact kan hebben op de resultaten.
De participaties zijn onderworpen aan verschillende fiscale wetgevingen. TINC structureert en beheert haar bedrijfsactiviteiten op basis van de geldende fiscale wetgeving en boekhoudkundige praktijken en normen.
Een wijziging, verstrenging of striktere handhaving van deze regelgeving kan een impact hebben op de inkomsten of kunnen bijkomende kapitaaluitgaven of bedrijfskosten met zich brengen, en kan bijgevolg de resultaten, de kasstromen naar TINC en het rendement aantasten.
Zowat het grootste operationele risico is dat de infrastructuur niet of niet voldoende beschikbaar is, of niet of niet voldoende produceert. Om dit te voorkomen doen de participaties een beroep op toeleveranciers en onderaannemers die zorgvuldig geselecteerd worden op basis van onder meer hun ervaring, kwaliteit van geleverd werk, solvabiliteit, enzovoort. TINC let er waar mogelijk ook op met voldoende verschillende tegenpartijen te werken, om risicoconcentratie en een te grote afhankelijkheid te voorkomen. Verder worden de nodige verzekeringen waar mogelijk voorzien om bijvoorbeeld bedrijfsonderbrekingen te dekken.
In de zorgsector bestaat bovendien het risico dat er zich moeilijkheden voordoen met betrekking tot het handhaven van een passende kwaliteit van dienstverlening en het aanwerven en behouden van deskundig zorgpersoneel, wat een negatieve invloed zou kunnen hebben op het imago en de groeivooruitzichten van de zorginstelling of de kostenstructuur.
Het is niet uitgesloten dat infrastructuur, eenmaal operationeel, gebreken vertoont en niet (volledig) beschikbaar is. Hoewel de verantwoordelijkheid hiervoor grotendeels bij de partijen wordt gelegd waarop de participaties een beroep gedaan hebben voor de realisatie en het onderhoud van de infrastructuur, is het mogelijk dat deze partijen in gebreke blijven om bepaalde technische problemen op te lossen omwille van technische, organisatorische of financiële redenen. In dat geval kunnen de resultaten van de participaties nadelig beïnvloed worden.
De portefeuille bevat participaties waarvan het verdienmodel afhankelijk is van de vraag door klanten en zorgbehoevenden of waarbij het verdienmodel onderhevig is aan evoluties in de prijszetting (bv. elektriciteitsprijzen). Indien de vraag (en bijgevolg de inkomsten) zou dalen onder de huidige verwachtingen, kan dit de kasstromen naar TINC en de waardering van de participatie nadelig beïnvloeden.
Investeren in de ontwikkeling van infrastructuur houdt bijkomende risico's in. Bij infrastructuur in ontwikkeling, moet TINC meestal financiering verstrekken vanaf de vroege ontwikkelingsfase, terwijl de kasstromen die uit deze infrastructuur voortvloeien slechts op een later ogenblik ontstaan wanneer de infrastructuur operationeel is. Verbonden risico's omvatten mogelijke kostenoverschrijdingen en vertragingen in de voltooiing (waarvan vele vaak worden veroorzaakt door factoren die niet rechtstreeks onder de controle van TINC vallen), gemaakte ontwikkelingskosten voor het ontwerp en het onderzoek, zonder dat er kan worden gegarandeerd dat de ontwikkeling voltooiing zal bereiken.
Wanneer TINC overweegt om te investeren in de ontwikkeling van infrastructuur, zal zij bepaalde inschattingen doen van de economische, markten andere omstandigheden inclusief inschattingen met betrekking tot de (potentiële) waarde van de infrastructuur. Het zou kunnen blijken dat deze inschattingen onjuist zijn, met alle negatieve gevolgen van dien voor de bedrijfsactiviteit, de financiële toestand, de bedrijfsresultaten en de vooruitzichten van de infrastructuur.
De Covid-19 gezondheidscrisis kan investeringen in infrastructuur negatief beïnvloeden.
Infrastructuur in ontwikkeling en realisatie kan vertragingen, tijdelijke werkonderbrekingen en/of verhoogde kosten ervaren, omwille van maatregelen opgelegd in de strijd tegen Covid-19 en omwille van gewijzigde beschikbaarheid
van derde partijen en materialen. In voorkomend geval kan de rentabiliteit en de waardering van de infrastructuur nadelig beïnvloed worden.
Infrastructuur wordt gebruikelijk gerealiseerd met schuldfinanciering. De Covid-19 gezondheidscrisis kan de beschikbaarheid en de kostprijs van schuldfinanciering negatief beïnvloeden, met hogere kosten en een lager rendement tot gevolg.
Operationele infrastructuur dient te worden onderhouden om optimaal te functioneren. Hiertoe worden overeenkomsten met allerhande onderhoudspartijen, onderaannemers en leveranciers gesloten die vaak ook onderhoudsgaranties bevatten. Covid-19, en maatregelen opgelegd in de strijd ertegen, kunnen de goede uitvoering van deze overeenkomsten beperken of onmogelijk maken, of kunnen ertoe leiden dat tegenpartijen hun (financiële) verplichtingen niet langer kunnen nakomen, met de eventuele onbeschikbaarheid van de infrastructuur of kostenverhogingen tot gevolg.
Maatregelen opgelegd in de strijd tegen Covid-19 kunnen de vraag naar diensten van infrastructuur met een vraag-gestuurd verdienmodel voor een korte of langere termijn negatief beïnvloeden met lagere inkomsten en hogere kosten tot gevolg. De prijs die gebruikers bereid zijn te betalen voor deze diensten kan eveneens negatief worden beïnvloed waardoor de inkomsten lager zijn.
TINC (hierna ook: de "Vennootschap") is een holding in de zin van artikel 3, 48° van de Belgische wet van 19 april 2014 betreffende alternatieve instellingen voor collectieve beleggingen en hun beheerders, en is als zodanig niet onderworpen aan de bepalingen van deze wet.
Deze Verklaring behandelt het corporate governance beleid van TINC en is opgesteld overeenkomstig de artikelen 3:6 en 3:32 van het wetboek van vennootschappen en verenigingen.
TINC hanteert de Corporate Governance Code voor beursgenoteerde ondernemingen (2020) (de "Code 2020") als referentiecode voor de organisatie van haar corporate governance structuur, zoals wettelijk voorgeschreven. De Code 2020 is gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad (B.S., 17 mei 2019) en is ook terug te vinden op corporategovernancecommittee.be. TINC heeft de voornaamste aspecten van haar corporate governance beleid in het Corporate Governance Charter opgenomen. Het Corporate Governance Charter is te vinden op haar website (www.tincinvest.com) en is vrij te verkrijgen op haar maatschappelijke zetel.
Belgische beursgenoteerde vennootschappen dienen de Code 2020 na te leven, maar kunnen, met uitzondering van de principes, afwijken van de bepalingen en richtlijnen voor zover dit wordt aangegeven, samen met de redenen daartoe, in de verklaring inzake deugdelijk bestuur (het "pas toe of leg uit"-principe).
In het afgelopen boekjaar afgesloten op 30 juni 2022 heeft TINC de Corporate Governance Code toegepast, maar gelet op de specifieke situatie van TINC, is afgeweken van de volgende aanbevelingen:
Onderstaande tabel geeft, op basis van ontvangen transparantiemeldingen, de aandeelhoudersstructuur van TINC weer:
| Aandeelhouder (30/06/2022) |
Aantal aandelen |
% |
|---|---|---|
| Belfius Insurance NV | 4.097.037 | 11,27 |
| Gimv NV | 3.881.597 | 10,67 |
| Overige aandelen | 28.385.003 | 78,06 |
| Totaal | 36.363.637 | 100,00 |
Conform de bepaling van de Wet van 2 mei 2007 (de "Transparantiewet") voorzien de statuten van TINC in de wettelijke drempels voor transparantiemeldingen (5% en veelvouden van 5% van het totaal aantal stemrechten).
TINC ontving in het afgelopen boekjaar geen transparantiemeldingen. Transparantiemeldingen zijn te raadplegen op de website van TINC (www.tincinvest.com).
De aandelen van de Vennootschap zijn vrij overdraagbaar en hebben alle dezelfde rechten, zonder statutaire beperkingen aan de uitoefening van het stemrecht.
Op het einde van het boekjaar bedroeg het statutaire kapitaal van TINC € 151.814.226,56 vertegenwoordigd door 36.363.637 aandelen. In de loop van het boekjaar vond een kapitaalvermindering plaats (oktober 2021). Het kapitaal werd verminderd met € 16.363.636,65 zonder annulering van de bestaande aandelen. Er werden geen andere effecten uitgegeven die een invloed zouden kunnen hebben op het kapitaal of het aantal aandelen. Alle aandelen betreffen aandelen met stemrecht.
Bij besluit van de buitengewone algemene vergadering van 21 oktober 2021 werd de machtiging aan het bestuur vernieuwd om gedurende 5 jaar vanaf de datum van bekendmaking van deze bevoegdheid (d.i. tot 16 november 2025) het maatschappelijk kapitaal van TINC te verhogen met een bedrag gelijk aan € 168.177.863,21 door inbreng in geld, in natura of door omzetting van reserves, uitgiftepremies of door uitgifte van converteerbare obligaties en warrants. Het bestuur kan daarbij het voorkeurrecht beperken of opheffen. De Vennootschap heeft in het voorbije boekjaar geen gebruik gemaakt van deze machtiging.
Bij besluit van de buitengewone algemene vergadering van 21 oktober 2020 werd eveneens de machtiging aan het bestuur vernieuwd om gedurende 5 jaar vanaf de datum van bekendmaking van deze bevoegdheid (d.i. tot 16 november 2025) over te gaan tot verwerving, inpandneming of vervreemding van aandelen van de Vennootschap, zonder voorafgaandelijke goedkeuring van de algemene vergadering. Dit kan gebeuren aan een prijs per aandeel die niet lager mag zijn dan 80% noch hoger dan 120% van de beurskoers van de slotnotering van de dag vóór de datum van de transactie, en tot een maximum van 20% van het totaal aantal uitgegeven aandelen. De Vennootschap heeft in het voorbije boekjaar geen gebruik gemaakt van deze machtiging.
Bij besluit van de buitengewone algemene vergadering van 21 oktober 2020 werd bepaald dat de machtiging inzake toegestaan kapitaal (zie hoger) tevens gebruikt kan worden bij
ontvangst van de mededeling van een openbaar overnamebod op de Vennootschap.
Bij besluit van dezelfde datum werd het bestuur ook gemachtigd om over te gaan tot de verkrijging van eigen effecten zonder besluit van de algemene vergadering wanneer die verkrijging noodzakelijk is om de Vennootschap te vrijwaren tegen een dreigend ernstig nadeel.
Beide machtigingen zijn geldig voor een periode van 3 jaar na de bekendmaking van de machtiging (d.i. tot 16 november 2023).
De Vennootschap is geen partij bij overeenkomsten die specifieke gevolgen bevatten in geval van een controlewijziging. Evenmin heeft de Vennootschap met haar mandatarissen overeenkomsten afgesloten die vergoedingen voorzien bij een beëindiging naar aanleiding van een openbaar overnamebod.
De jaarlijkse gewone algemene vergadering vindt in overeenstemming met de statuten van de Vennootschap plaats op de derde woensdag van de maand oktober om 10 uur. In 2022 zal dit op 19 oktober zijn.
De regels voor de bijeenroeping, de deelname, het verloop van de vergadering, de uitoefening van het stemrecht en andere details zijn opgenomen in de statuten van de Vennootschap en in het Corporate Governance Charter, die beide beschikbaar zijn op de website van de Vennootschap (www.tincinvest.com).
De aandelen van TINC zijn sedert 12 mei 2015 genoteerd op de continumarkt van Euronext Brussel (ISIN code BE0974282148).
De financiële dienstverlening wordt verzorgd door Belfius Bank.
TINC werkt aan het op peil houden van de liquiditeit van het aandeel door deel te nemen aan roadshows en events voor beleggers met zowel institutionele als particuliere beleggers. TINC onderhoudt ook een correcte communicatie met de analisten die het aandeel opvolgen. Gedurende het afgelopen boekjaar betrof dit Belfius Bank, Degroof Petercam, KBC Securities, Kempen en Vlaamse Federatie van Beleggers (VFB). Daarnaast heeft TINC KBC Securities aangesteld als liquidity provider met het oog op het toezien op
een voldoende actieve markt in het aandeel TINC door het handhaven van een adequate liquiditeit in normale marktomstandigheden.
De website van TINC bevat een afzonderlijk luik met informatie bestemd voor de beleggers en aandeelhouders van TINC (www.tincinvest.com).
TINC is een naamloze vennootschap naar Belgisch recht met een enige bestuurder.
TINC Manager NV werd benoemd als statutaire bestuurder voor onbepaalde duur.
In de statuten van TINC is TINC Manager benoemd als enige bestuurder (de "Statutaire Bestuurder"). TINC Manager is een naamloze vennootschap naar Belgisch recht waarvan de aandelen, onrechtstreeks, worden aangehouden door Gimv en Belfius.
In overeenstemming met artikel 2:55, eerste lid en tweede lid van het wetboek van vennootschappen en verenigingen heeft de Statutaire Bestuurder de heer Manu Vandenbulcke, voorzitter van de directieraad, aangesteld als haar vaste vertegenwoordiger.
De Statutaire Bestuurder heeft een dualistisch bestuur, samengesteld uit een raad van toezicht en een directieraad die samen het mandaat van statutaire, enige bestuurder van TINC uitoefenen.
In de uitvoering van hun mandaat, handelen de Raad van Toezicht en de Directieraad van TINC Manager in overeenstemming met de corporate governance regels die van toepassing zijn op beursgenoteerde vennootschappen. Binnen de Raad van Toezicht van TINC Manager zijn er twee comités opgericht: het Auditcomité en het Benoemings- en Remuneratiecomité.
Op datum van dit jaarverslag, telt de Raad van Toezicht van TINC Manager, als Statutaire Bestuurder, acht bestuurders, waarvan vier onafhankelijke bestuurders en vier niet-uitvoerende bestuurders.
De vier niet-uitvoerende bestuurders worden, overeenkomstig de statuten van de Statutair Bestuurder, benoemd op voordracht van Gimv en Belfius Bank die elk het recht hebben om kandidaten voor te dragen voor twee niet‐uitvoerende bestuurders van de Raad van Toezicht van de Statutaire Bestuurder, zolang zij samen minstens 10% van de stemrechten in TINC bezitten. Indien het gezamenlijke aandeelhouderschap van Gimv en Belfius Bank daalt tot onder 10% van de stemrechten in TINC, zullen zij elk afstand doen van hun respectieve rechten met betrekking tot één van de twee bestuurders. Dit zal ertoe leiden dat Gimv en Belfius Bank elk kandidaten voor nog slechts één bestuursmandaat zullen kunnen voordragen aan de algemene vergadering van aandeelhouders van de Statutaire Bestuurder. In dat geval zal het Benoemings‐ en Remuneratiecomité, onder het toezicht van de voorzitter van
de Raad van Toezicht, kandidaat‐leden kunnen identificeren, aanbevelen en voordragen, voor de aanstelling door de algemene vergadering van aandeelhouders van twee nieuwe bestuurders.
Daarnaast bestaat de Raad van Toezicht uit vier bestuurders die voldoen aan de criteria voor onafhankelijkheid overeenkomstig artikel 7:87 van het wetboek van vennootschappen en verenigingen. Vier van de acht bestuurders behoren tot een ander geslacht dan de andere bestuurders.
De huidige samenstelling weerspiegelt een diversiteit qua competenties, achtergronden, leeftijden en geslachten. TINC is van oordeel dat deze diversiteit een gedegen besluitvorming bevordert en zal er over waken dat deze ook voor de toekomst behouden blijft.
Bestuurders worden benoemd voor een duur van vier jaar overeenkomstig de statuten (onverminderd de mogelijkheid tot herbenoeming).
Tijdens het voorbije boekjaar eindigde het mandaat van vijf bestuurders met name dat van Jean Pierre Dejaeghere, Elvira Haezendonck, Kristof Vande Capelle, Marc Vercruysse en Peter Vermeiren. De laatste vier genoemden werden, na advies overeenkomstig artikel 7.3.2. van het Corporate Governance Charter, herbenoemd door de algemene vergadering van de statutaire bestuurder. Het mandaat van de heer Jean Pierre Dejaeghere werd niet verlengd wegens het bereiken van de leeftijdsgrens.
Bij afsluiting van het voorbije boekjaar, is de Raad van Toezicht van de Statutaire Bestuurder als volgt samengesteld:
| Naam | Geboorte jaar |
Functie | Termijn | Comités |
|---|---|---|---|---|
| Philip Maeyaert | 1961 | Onafhankelijk bestuurder - voorzitter | 2024 | Voorzitter van het Benoemings- en Remuneratiecomité |
| Kathleen Defreyn | 1970 | Onafhankelijk bestuurder | 2023 | Voorzitter van het Auditcomité |
| Elvira Haezendonck | 1973 | Onafhankelijk bestuurder | 2026 | Lid van het Benoemings- en Remuneratiecomité |
| Helga Van Peer | 1973 | Onafhankelijk bestuurder | 2024 | Lid van het Benoemings- en Remuneratiecomité |
| Kristof Vande Capelle | 1969 | Niet-uitvoerend bestuurder | 2026 | |
| Marc Vercruysse | 1959 | Niet-uitvoerend bestuurder | 2026 | Lid van het Auditcomité Lid van het Benoemings- en Remuneratiecomité |
| Peter Vermeiren | 1965 | Niet-uitvoerend bestuurder | 2026 | Lid van het Auditcomité Lid van het Benoemings- en Remuneratiecomité |
| Katja Willems | 1983 | Niet-uitvoerend bestuurder | 2023 |
Raad van Toezicht (vlnr): Kristof Vande Capelle Helga Van Peer Elvira Haezendonck Marc Vercruysse Philip Maeyaert Jean Pierre Dejaeghere* Kathleen Defreyn. Katja Willems Peter Vermeiren
* mandaat is beeïndigd op 15/06/2022
Philip Maeyaert behaalde een diploma licentiaat in de Rechten aan de Vrije Universiteit Brussel en een MBA aan de Vlerick Management School. Hij werkte quasi zijn hele loop-
baan bij Deloitte als (bank)revisor, onder meer ook voor energiebedrijven, zowel in België als Frankrijk, vanaf 1999 als partner. Hij geeft les aan de Faculteit Economie van de Katholieke Universiteit Leuven en aan de EHSAL Management School.
Kathleen Defreyn behaalde een diploma van licentiaat in de Economie, Accounting en Finance aan de Lessius hogeschool Antwerpen. Zij startte haar loopbaan bij Ernst & Young
België. Vanaf 1999 was zij achtereenvolgens werkzaam als financial controller bij Willemen Groep, financieel directeur bij Franki en CFO bij Willemen Groep en Viabuild!. Sedert midden 2022 is zij CFO van de bouwgroep Van Laere.
Prof. dr. Elvira Haezendonck behaalde een doctoraat in de Toegepaste Economische Wetenschappen aan de Vrije Universiteit Brussel (VUB). Zij is voltijds hoogleraar aan de VUB,
gastprofessor aan de Universiteit van Antwerpen (UA) en gast lector aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Ze geeft les over management, (concurrentie) strategie, projectmanagement en havenstrategie en is promotor van een leerstoel Infrastructure Asset Management (VUB/ULB). Haar onderzoek situeert zich op het gebied van (haven en infrastructuur) management, strategie en beleid: complexe project evaluatie, circulaire economie, milieustrategie, concurrentieanalyse en stakeholder management. Elvira bekleedt daarnaast ook diverse bestuursfuncties binnen en buiten de academische wereld.
Helga Van Peer behaalde een diploma van licentiaat in de Rechten aan de Katholieke Universiteit Leuven. Ze is advocate gespecialiseerd in projecten en publiek recht, erkend
bemiddelaar, onafhankelijk bestuurder bij een aantal entiteiten en als onafhankelijk procurement oversight member ESM (European Stability Mechanism). Van 1996 tot 2020 werkte zij als advocate bij Allen & Overy België, sedert 2007 als partner. Zij is gastdocente aan de Rechtsfaculteit van de Katholieke Universiteit Leuven.
Kristof Vande Capelle behaalde een Master in TEW (specialisatie in Corporate Finance) en een Master of Arts in Economics, beide aan de KU Leuven. Hij is momenteel CFO van Gimv. Voor hij bij Gimv
aan de slag ging in september 2007, werkte hij bij Mobistar als Directeur Strategische Planning en Investor Relations. Verder werkte hij als Kredietanalist bij KBC en als academisch assistent aan de Universiteit van Leuven.
Marc Vercruysse behaalde een diploma licentiaat in de Toegepaste Economie aan de Universiteit van Gent. Sedert 1982 werkt Marc voor Gimv, opeenvolgend als Interne Audi-
tor, Investeringsbeheerder, Hoofd van het Departement Gestructureerde Financieringen, Chief Financial Officer (1998‐2012) en hoofd van het Departement Financiering (2012‐2015). Momenteel is hij adviseur van de CEO van Gimv. Vanuit zijn verschillende functies bij Gimv heeft Marc veel ervaring met betrekking tot beursgenoteerde vennootschappen en hun functioneren.
69 TINC Jaarverslag 2021-2022
Peter Vermeiren behaalde een diploma licentiaat in Commerciële en Financiële Wetenschappen aan de Lessius Hogeschool Antwerpen (KU Leuven) in 1992, een Certification
Advanced Valuation aan het Amsterdam Institute of Finance (2007 & 2009) een MBA Lead an organization in de context van Dexia Corporate University aan de Vlerick Leuven Gent Management School (2011) en volgde diverse cursussen met betrekking tot bedrijfswaardering (1992‐heden). Peter werkte
achtereenvolgens voor Paribas Banque Belgium, Artesia Bank en Belfius in verschillende adviserende en managementfuncties. Momenteel is hij Directeur Wealth Management Vlaanderen nadat hij 4 jaar Directeur Corporate Banking was voor zone Brussels/Brabant bij Belfius. Peter is verder bestuurder in vennootschappen, alsook van Voka Metropolitan.
Katja Willems behaalde een masterdiploma in toegepaste economische wetenschappen aan de KU Leuven. Ze startte haar carrière bij Dexia als business analist voor de
financiële management rapportering. In 2013 ging ze bij Belfius Insurance NV achtereenvolgens aan de slag als adviseur voor de Chief Commercial Officer en in een corporate office functie voor de CEO inzake strategisch project management. Momenteel is Katja werkzaam bij Belfius Bank NV als verantwoordelijke van de afdeling Strategic Planning & Performance Management, verantwoordelijk voor de ondersteuning van het management van Belfius Bank & Verzekeringen bij de uitvoering van de Belfius Strategie.
De Raad van Toezicht is bevoegd voor het algemeen beleid en de strategie van TINC en voor alle handelingen die op grond van wettelijke bepalingen specifiek aan een raad van toezicht zijn voorbehouden. De Raad van Toezicht is verder verantwoordelijk voor de aanstelling van en het houden van toezicht op de Directieraad.
Daarnaast werd aan de Raad van Toezicht door de statuten van TINC Manager uitdrukkelijk de bevoegdheid toegekend om beslissingen te nemen inzake investeringen, desinvesteringen en kapitaaloperaties van bedrijven die reeds tot de investeringsportefeuille behoren.
Tijdens het afgelopen boekjaar heeft de Raad van Toezicht in de uitoefening van zijn mandaat van Statutaire Bestuurder van TINC vier keer vergaderd. De aanwezigheid van de bestuurders op de vergaderingen en in de comités wordt weergegeven verderop in het remuneratieverslag.
In zijn vergaderingen in het voorbije boekjaar boog de Raad van Toezicht zich voornamelijk over de volgende onderwerpen:
Voor een overzicht van de aanwezigheden van de individuele bestuurders, zie hoofdstuk 6.7.2 in het Remuneratieverslag.
Bij de behandeling van deze onderwerpen is de toepassing van de procedure inzake belangenconflicten in hoofde van de individuele bestuurders niet aan de orde geweest.
De Raad van Toezicht houdt er aan om om de twee jaar een evaluatie te maken van zijn werking en doeltreffendheid. Dit gebeurde laatst in het boekjaar 2019-2020 en zal opnieuw gebeuren in de loop van het nieuwe boekjaar.
Binnen de Raad van Toezicht worden in de nieuwe organisatiestructuur van de Statutaire Bestuurder de twee voordien bestaande comités, met name het Auditcomité en het Benoemings- en Remuneratiecomité behouden.
Het Auditcomité bestaat uit één onafhankelijke bestuurder en twee niet-uitvoerende bestuurders van de Statutaire Bestuurder. De voorzitter is een onafhankelijk bestuurder die niet de voorzitter van de Raad van Toezicht is. In het voorbije boekjaar bestond het Auditcomité uit de voorzitter, Jean Pierre Dejaeghere (tot 15 juni), Kathleen Defreyn, Marc Vercruysse en Peter Vermeiren. Vanaf 15 juni 2022, dag ook waarop het bestuursmandaat van Jean Pierre Dejaeghere eindigt, neemt Kathleen Defreyn de rol van voorzitter van het Auditcomité op zich. Met een voorzitter die als CFO bij ver-
schillende bedrijven een jarenlange accounting en audit-ervaring heeft, en andere leden met een bancaire of CFO achtergrond beschikt het Auditcomité ook in haar nieuwe samenstelling over de nodige ervaring en expertise voor het waarnemen van zijn taak.
In het voorbije boekjaar vergaderde het Auditcomité driemaal, telkens in (quasi) volledige aanwezigheid van de leden. De commissaris van de vennootschap was aanwezig wanneer de semestriële en jaarrapportering werden besproken en deelde het comité zijn bevindingen mee inzake het controleproces van deze rapportering.
Het Auditcomité boog zich over het proces van financiële rapportering, de waardering van de investeringsportefeuille, de semestriële en jaarresultaten en de onafhankelijkheid van de commissaris.
Het Benoemings- en Remuneratiecomité is samengesteld uit drie onafhankelijke bestuurders en twee niet-uitvoerende bestuurders. Het Benoemings- en Remuneratiecomité bestond in het voorbije boekjaar uit Philip Maeyaert (de voorzitter) , Jean Pierre Dejaeghere, Elvira Haezendonck, Marc Vercruysse en Peter Vermeiren. Met ingang van 15 juni 2022, dag ook waarop het bestuursmandaat van Jean Pierre Dejaeghere eindigt, treedt Helga Van Peer toe als lid van het Benoemings- en remuneratiecomité.
In het afgelopen boekjaar vergaderde het Benoemings- en Remuneratiecomité tweemaal. Het Benoemings- en Remuneratiecomité behandelde daarbij het ontwerp van remuneratieverslag overeenkomstig artikel 3:6, §3 WVV, advies over de herbenoeming van leden en over de samenstelling van de Raad van Toezicht en de naleving van de corporate governance code.
De Directieraad bestaat uit minstens drie leden, die geen bestuurder mogen zijn. De leden worden benoemd en ontslagen door de Raad van Toezicht, na advies van de CEO (met uitzondering voor zichzelf), voor onbepaalde duur.
De Directieraad is, in uitvoering van het mandaat van TINC Manager als Statutair Bestuurder, bevoegd om alle handelingen te verrichten die nodig of dienstig zijn tot verwezenlijking van het voorwerp van de vennootschap en die niet bij wet of de statuten aan de Raad van Toezicht zijn voorbehouden. Zo voorzien de statuten van TINC Manager dat de bevoegdheid voor het nemen van beslissingen inzake investeringen, desinvesteringen en kapitaaloperaties van bedrijven die reeds tot de investeringsportefeuille behoren, wordt toevertrouwd aan de Raad van Toezicht.
De voorzitter van de Directieraad is de CEO die de Directieraad leidt en de organisatie en de correcte werking ervan verzekert. Onverminderd het feit dat de Directieraad een collegiaal orgaan is en collectieve verantwoordelijkheid heeft, heeft elk lid van de Directieraad specifieke taken en verantwoordelijkheden.
De Directieraad is op datum van dit jaarverslag samengesteld als volgt:
Manu Vandenbulcke behaalde een diploma licentiaat in de Rechten aan de KU Leuven in 1995, een LLM aan de Universiteit van Stellenbosch (Zuid‐
Afrika) in 1997 en een postgraduaat Vastgoed (1999) en Economie (2000) aan de KU Leuven. In 1998 vatte hij zijn loopbaan aan bij Petercam Securities in Brussel. Vanaf 2000 was hij actief bij Macquarie Bank Ltd. in London, alwaar hij
opeenvolgend werkte in de teams structured finance en corporate finance. Sinds 2007 is Manu Vandenbulcke CEO van TDP NV.
Manu Vandenbulcke is sinds 2015 voorzitter van de Directieraad en CEO van de Statutaire Bestuurder en is verantwoordelijk voor het algemeen management.
Filip Audenaert behaalde een diploma Computerwetenschappen en een diploma Handelsingenieur aan de KU Leuven en startte zijn loopbaan in 1994 bij KBC, waar hij
onder meer werkte in de afdeling Corporate Banking. Voor hij in 2010 TDP NV vervoegde, heeft hij ook gewerkt in de afdeling Corporate Finance van KBC Securities.
Filip Audenaert is sinds 2015 lid van de Directieraad van de Statutair Bestuurder en verantwoordelijk voor het financieel beheer.
Bruno Laforce behaalde een diploma licentiaat in de Rechten aan de KU Leuven in 1992 en een LLM aan de Universiteit van Californië, Los Angeles (VS) in 1997. Hij vatte zijn loop-
baan aan als advocaat gespecialiseerd in corporate, M&A en kapitaalmarkttransacties. Hij trad ook op als adviseur en juridische projectmanager bij private equity investeringen en beurstransacties. Hij vervulde verder de functie van corporate counsel bij Telenet. Voordat hij TDP vervoegde, werkte hij bij Gimv opeenvolgend als Senior Legal Counsel en Fund Manager.
Bruno Laforce is sinds 2015 lid van de Directieraad en secretaris van de Statutaire Bestuurder en verantwoordelijk voor risico‐ en compliance kwesties, juridische aangelegenheden en de relaties met investeerders.
TINC heeft naar aanleiding van de beursgang een samenwerkingsovereenkomst afgesloten met TDP NV. TDP NV is actief in het ontwikkelen en beheren van en investeren in infrastructuur, en heeft als aandeelhouders Belfius en Gimv.
De samenwerkingsovereenkomst voorziet dat TDP fungeert als een centraal platform voor investeringsopportuniteiten en bevat principes met betrekking tot de toewijzing van investeringsopportuniteiten. Van elke investeringsopportuniteit die bij TDP gecentraliseerd wordt, heeft TINC de mogelijkheid om voor 50% te investeren. De overige 50% van dergelijke Investeringsopportuniteit is beschikbaar voor investering door TDP en/of door met TDP verbonden vennootschappen, voor zover dit beantwoordt aan de toepasselijke investeringscriteria.
De samenwerkingsovereenkomst beoogt een synergie tot stand te brengen waaruit een sterkere marktpositie inzake infrastructuurinvesteringen voortvloeit. Het laat onder meer toe om grotere investeringsmogelijkheden via co-investering te kunnen aangaan.
In de mate investeringsopportuniteiten voor TINC betrekking hebben op de overname van participaties rechtstreeks van TDP of met haar verbonden partijen, zal de wettelijke procedure voor belangenconflicten toegepast worden. In het voorbije boekjaar diende deze procedure niet te worden nageleefd.
De gewone algemene vergadering van 21 oktober 2020 heeft EY Bedrijfsrevisoren BV vertegenwoordigd door de heer Ronald Van den Ecker, bedrijfsrevisor, herbenoemd tot commissaris. Het mandaat vervalt onmiddellijk na de gewone algemene vergadering die betrekking heeft op het boekjaar dat aanvangt op 1 juli 2022. De totale honoraria van EY met betrekking tot het voorbije boekjaar bedroegen € 103.172 samengesteld uit honoraria voor de uitoefening van het commissarismandaat in TINC en haar dochtervennootschappen voor een bedrag van € 100.272 en voor non-audit diensten voor een bedrag van € 2.900.
De Raad van Toezicht heeft beslist om voorlopig geen interne auditfunctie te creëren, aangezien de omvang van de bedrijfsactiviteiten geen voltijdse functie rechtvaardigt, maar beoordeelt jaarlijks de noodzaak daartoe.
Dit belet evenwel niet dat TINC, als beursgenoteerde vennootschap, aandacht besteedt aan ondernemingsrisicomanagement. Dit is een proces waarbij alle geledingen van de onderneming betrokken zijn bij het identificeren van potentiële gebeurtenissen die een invloed kunnen hebben op de onderneming. TINC waakt erover deze te beheren, zodat ze binnen de risicoacceptatiegraad vallen en zo een redelijke zekerheid kan worden geboden voor het behalen van de ondernemingsdoelstellingen (cfr. de definitie gehanteerd door COSO, Committee of Sponsoring Organisation of the Treadway Commission).
Aansluitend bij het COSO-raamwerk voor ondernemingsrisicomanagement gaat TINC onder andere als volgt te werk met betrekking tot
de volgende categorieën van ondernemingsdoelstellingen:
• Toezicht: in lijn met de Corporate Governance Code heeft de Raad van Toezicht een compliance officer (Bruno Laforce) aangesteld en belast met het toezicht op het verhandelingsreglement (Dealing Code) met betrekking tot effecten uitgegeven door TINC en de interne Gedragscode (Code of Conduct).
Een overzicht van de voornaamste risico's waaraan TINC onderhevig is, wordt beschreven elders in dit jaarverslag.
De Statutaire Bestuurder heeft recht op een jaarlijkse vergoeding die vastgelegd is in de statuten van TINC en bestaat uit de volgende componenten:
a. Een variabel bedrag gelijk aan 4% van het nettoresultaat van de Vennootschap vóór de vergoeding van de Statutaire Bestuurder, vóór de belastingen, met uitsluiting van variaties in de reële waarde van de financiële activa en passiva (te vermeerderen met de BTW, indien van toepassing); en
b. een over-performantievergoeding, afhankelijk van het overschrijden van bepaalde dividendrendementsdoelstellingen, met name wanneer het dividendrendement van de aandeelhouder, berekend als het brutodividend per aandeel uitgekeerd in een bepaald boekjaar gedeeld door de uitgifteprijs bij de beursgang (IPO), een bepaald niveau overschrijdt (zie statuten). Deze vergoeding is inclusief BTW (indien van toepassing). Deze over-performantievergoeding is in voege sedert de beursgang maar werd dusver nog geen enkele keer uitgekeerd wegens het niet vervuld zijn van de voorwaarden.
De algemene vergadering van aandeelhouders van de Statutaire Bestuurder beslist of het mandaat van bestuurder zal worden bezoldigd en heeft overeenkomstig de bezoldiging voor de leden van de Raad van Toezicht vastgesteld als volgt:
i. Enkel de onafhankelijke bestuurders ontvangen een bestuursvergoeding; aan de niet-onafhankelijke bestuurders wordt geen bestuurdersvergoeding toegekend.
iii. De voorzitter van de Raad van Toezicht ontvangt een vaste jaarlijkse vergoeding van
€ 20.000 en aanvullend een vergoeding van € 1.000 voor elke bijgewoonde vergadering van de Raad van Toezicht.
De leden van de Directieraad worden niet vergoed voor het mandaat dat zij uitoefenen binnen TINC Manager.
Voor het voorbije boekjaar werden de volgende aanwezigheden geregistreerd en bijhorende vergoedingen uitgekeerd:
| Bestuurder | Vaste vergoeding* | Raad van Bestuur | Comités | Totale vergoeding* | ||
|---|---|---|---|---|---|---|
| Aanwezigheid | Zitpenning* | Aanwezigheid | Zitpenning* | |||
| Philip Maeyaert (vz.) | 20.000 | 4/4 | 4.000 | 2/2 | 1.000 | 25.000 |
| Kathleen Defreyn | 9.000 | 4/4 | 4.000 | 3/3 | 13.000 | |
| Jean Pierre Dejaeghere | 9.000 | 4/4 | 4.000 | 5/5 | 1.500 | 14.500 |
| Elvira Haezendonck | 9.000 | 4/4 | 4.000 | 2/2 | - | 13.000 |
| Helga Van Peer | 9.000 | 4/4 | 4.000 | - | - | 13.000 |
| Kristof Vande Capelle | - | 4/4 | - | - | - | - |
| Marc Vercruysse | - | 4/4 | - | 5/5 | - | - |
| Peter Vermeiren | - | 4/4 | - | 4/5 | - | - |
| Katja Willems | - | 3/4 | - | - | - | - |
| * In €. | 78.500 |
Infrastructuur vormt de ruggengraat van een moderne samenleving. Het is de combinatie van basisvoorzieningen die allerlei vormen van ontwikkeling (economisch, sociaal persoonlijk) mogelijk maken.
TINC wil als investeerder bijdragen aan de infrastructuur van de wereld van morgen. De wereld van morgen is onmiskenbaar één waar duurzaamheid centraal staat.
TINC laat zich bij het uitvoeren van haar investeringsstrategie inspireren door een aantal ingrijpende maatschappelijke evoluties die duurzaam handelen belichamen. Deze omvatten de ambitie om (ver)nieuw(d)e publieke infrastructuur op een meer efficiënte, en duurzame manier te realiseren, de overgang naar een koolstofarme samenleving, doorgedreven digitalisering als een motor voor ontwikkeling en meer aandacht voor zorg en welzijn.
Deze maatschappelijke tendensen vormen voor TINC het kader voor investeringen met impact in specifieke focusgebieden, zoals publieke infrastructuur, energie infrastructuur, digitale infrastructuur en selectief vastgoed.
Vertrekkend vanuit deze activiteiten werd in 2020 een analyse gemaakt van de duurzaamheidsthema's die op materiële wijze raken aan de organisatie en activiteiten van TINC.
De belangrijkste domeinen inzake duurzaamheid waar TINC in de uitvoering van haar activiteiten mee geconfronteerd wordt
| Environmental | • Emissie van broeikasgassen • Zorgzaam beheer van energie en grondstoffen • Klimaatverandering - risico's en opportuniteiten |
|---|---|
| Social | • Het welzijn en de veiligheid van medewerkers |
| Governance | • Goed bestuur (mbt eigen organisatie en participaties) • Detectie, mitigatie en beheer van risico's • Beheer van bevoorradingsketen |
In het voorbije boekjaar heeft TINC op een aantal vlakken verder uitvoering gegeven aan haar stappenplan inzake duurzaamheid op basis van de materialiteitsanalyse.
Duurzaamheid wordt treffend vorm gegeven door de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen van de Verenigde Naties (UN Sustainable Development Goals of UN SDG's), een omvattend geheel van doelstellingen die een duurzame ontwikkeling beogen en tevens een referentiemodel zijn. Vanuit haar activiteit als lange-termijn investeerder in bedrijven die infrastructuur realiseren en uitbaten met vaak een maatschappelijke functie, draagt TINC bij tot de invulling van een heel aantal van deze ontwikkelingsdoelen.
TINC heeft voor elk van de segmenten waarin ze investeert een analyse gemaakt van de impact (positief of negatief) op de Duurzame Ontwikkelingsdoelen.
Deze analyse stelt TINC in staat om de impact op te volgen en acties te ondernemen om negatieve invloeden te vermijden of positieve invloeden te versterken.
Hieronder volgt een voorbeeld voor een sluizencomplex in de investeringsportefeuille (onderdeel van het segment Publieke Infrastructuur).
Bij de analyse of nieuwe investeringsopportuniteiten passen binnen het investeringsbeleid van TINC wordt ook nagegaan of er geen uitsluitingsgronden van toepassing zijn. Deze uitsluitingsgronden zijn beschreven in de principes van Verantwoord Investeren zoals opgenomen in het Duurzaamheidsbeleid en verhinderen investeringen in bedrijven of projecten die zich schuldig maken aan of geassocieerd zijn met bijvoorbeeld sociale uitbuiting, corruptie, witwassen enz.
In een volgende fase wordt de investeringsopportuniteit aan een grondig onderzoek onderworpen ('due diligence'). Als deel van dit onderzoek wordt gebruik gemaakt van vragenlijsten die peilen naar het ESG-gehalte van de investeringsopportuniteit. Deze vragenlijsten werden in het voorbije boekjaar uitgewerkt.
| Inputs | Outputs | Resultaat | Bijdrage aan SDG's |
|---|---|---|---|
| Investering in een sluis Partners & aannemers (i.e. Besix, Heijmans, |
Prinses Beatrixsluis: Sluis in het Lekkanaal • Restauratie van 2 be staande sluiskamers |
• Faciliteert maritieme verbinding tussen Rotterdam en Amsterdam waardoor een flessenhals in verkeer over water tussen belangrijke havens wordt opgelost |
Ontwikkeling van kwaliteitsvolle en betrouwbare infrastructuur ter onder steuning van economische ontwikkeling |
| Jan de Nul) Bouwmaterialen (bijv. beton, staal) Grondstoffen |
• Toevoeging van een nieuwe sluiskamer Maakt doorgang mogelijk voor zo'n 50.000 schepen per jaar |
• Wijzging in gebruik van grond en verstoring van lokale mariene biodiversiteit (bijv. tijdens bouw, onderhouden en uitbating) • Indirecte uitstoot in water door toegenomen transport over water |
Degradatie en mogelijk verlies van mariene biodiversiteit |
| (bijv. energie) | • Toename in transport over water resulterend in afname van nood aan wegtransport met hogere uitstoot |
Indirecte reductie van CO2 -uitstoot |
|
| • CO2 -uitstoot en andere luchtemissies (bijv. upstream, direct en downstream CO2, NOx en SOx emissies) |
Toename van CO2 -uitstoot |
||
| • Energieverbruik tijdens de restauratie/bouwwerk zaamheden en operationele fase (incl. hernieuwbare energie voor werking sluisdeuren) • Productie van bouwafval |
Toename van gebruik van grondstoffen | ||
| • Creatie van werk voor aannemers en operationele dienstenverstrekkers |
WAARDIG Mogelijk risico op ongelukken (afhankelijk van werkomstandigheden) |
De analyse die blijkt uit deze vragenlijst wordt meegenomen in de finale beoordeling van het investeringsvoorstel in het kader van de besluitvorming.
Ook in de participaties die reeds tot de portefeuille behoren wordt gewerkt rond duurzaamheid. Het voorbije boekjaar vond een systematische bevraging van de participaties plaats over de aandacht voor duurzaamheid in de uitvoering van de activiteiten. Dit is een continu proces dat verder opvolging krijgt via de rol van TINC als aandeelhouder en de vertegenwoordiging via de raden van bestuur van de participaties om verdere bewustwording en actie te stimuleren.
Een belangrijk domein inzake duurzaamheid is de aandacht voor de uitstoot van broeikasgassen.
Om zicht te krijgen op de CO2 -voetafdruk van TINC en haar activiteiten werden in een eerste fase de scope 1, 2 en, gedeeltelijk, de scope 3 emissies van TINC als organisatie in kaart gebracht in overeenstemming met de richtlijnen van het Greenhouse Gas Protocol.
Aangezien TINC niet beschikt over eigen personeel, voor haar investeringsactiviteiten een exclusief beroep doet op derden (voornamelijk TDP NV) en geen kantoorgebouwen heeft, is er bijgevolg geen scope 1 en 2 uitstoot. Dit heeft ook als gevolg dat een groot aantal scope 3 categorieën niet van toepassing is (zie footnote voor compleet overzicht1 ).
Voor scope 3 werd, in een eerste fase, de uitstoot berekend verbonden aan de diensten die TINC afneemt bij TDP (Categorie 3 – Purchased goods and services). TDP zelf heeft zich als ambitie gesteld om, mits een overgangsperiode, naar een volledige elektrificatie van het wagenpark te gaan. Het gebouw waarin TDP kantoor houdt, is voorzien van zonnepanelen en een groenestroomcontract, waardoor de CO2 -uitstoot reeds aanzienlijk gereduceerd wordt:
| TINC ALS ORGANISATIE (in ton CO2 ) |
emissie 2021 |
|---|---|
| Scope 1 | 0 |
| Scope 2 | 0 |
| Scope 3 (gedeeltelijk) | 52,15 |
| Totale uitstoot | 52,15 |
1 De volgende scope 3 categoriëen zijn niet van toepassing voor TINC: 2. Capital goods, 3. Fuel- and energy-related activities (not included in scope 1 or scope 2), 4. Upstream transportation and distribution, 5. Waste generated in operations, 6. Business travel, 7. Employee commuting, 8. Upstream leased assets, 9. Downstream transportation and distribution, 10. Processing of sold products, 11. Use of sold products, 12. End-of-life treatment of sold products, 13. Downstream leased assets, 14. Franchises
Onvermijdelijk is er sprake van uitstoot van CO2 bij de bouw, realisatie en uitbating van de infrastructuur waarin TINC investeert. Maar tegelijk zijn er ook vele participaties waar de functionaliteit van de infrastructuur net de uitstoot van CO2 vermindert, wat het geval is bij de productie van hernieuwbare energie door wind- en zonneparken maar evenzo bijvoorbeeld bij de Prinses Beatrixsluis in Nederland waar door de restauratie van de bestaande sluiskolken en het toevoegen van een nieuwe sluiskolk het vervoer over water gestimuleerd wordt (waardoor als zij-effect vrachtwagens van de weg worden gehaald).
Vermeldenswaard in dat verband is verder dat een groot aantal van de participaties vennootschappen betreffen waarin de infrastructuur werd ondergebracht voor uitbating zonder dat er activiteiten plaats vinden die een scope 1 of 2 uitstoot produceren.
Dit is bijvoorbeeld het geval voor de participaties in Publieke Infrastructuur waar de activiteit, eens de infrastructuur gebouwd, bestaat uit de terbeschikkingstelling van de infrastructuur aan een overheid.
Hetzelfde is het geval met de participaties in de hernieuwbare energie waar er eveneens geen scope 1 en 2 uitstoot is voor de uitbating van de participaties.
Voor de instandhouding, onderhoud, herstellingen van de infrastructuur doen deze participaties een beroep op derde partijen (scope 3).
Daar waar in participaties wel operationele activiteiten plaatsvinden, werkt TINC aan het creëren van bewustwording omtrent CO2 -uitstoot en mogelijkheden tot reductie ervan.
In een volgende fase beoogt TINC te rapporteren over de CO2 uitstoot bij de belangrijkste participaties in portefeuille (Scope 3 categorie 15. Investments).
Om in de financiering van de verdere groei van de portefeuille te voorzien, heeft TINC een raamwerk uitgewerkt voor het aantrekken van schuldfinanciering met een duurzaam karakter met het oog op de aanwending ervan voor investeringen binnen het investeringsbeleid en de focusgebieden van TINC (het "Sustainable Finance Framework").
Beoogd worden investeringen die bijdragen tot de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen, specifiek met betrekking tot sociale en milieuaspecten.
Het Sustainable Finance Framework ("SFF") werd opgesteld in lijn met de ICMA Green Bond Principles 2021, de Social Bond Principles 2021, de Sustainability Bond Guidelines 2021 en de LMA Green Loan Principles 2021 en Social Loan Principles 2021. Het kader van het SFF werd beoordeeld door een onafhankelijke organisatie (ISS Corporate Services).
Op basis van het Sustainable Finance Framework kan TINC in de volgende 2 jaar schuldinstrumenten uitgeven zoals handelspapier (commercial paper), schuldbewijzen, leningen, obligaties etc. specifiek bedoeld voor investeringen met een duurzaam karakter.
Zowel het Sustainable Finance Framework als de onafhankelijke beoordeling ervan zijn beschikbaar op de website van TINC.
| Duurzaam heidsbeleid |
TINC hanteert een duurzaamheidsbeleid met o.a. uitsluiting van investeringen in bedrijven actief in of betrokken bij schendingen van mensenrechten (slavernij, sociale uitbuiting, …) en milieuwetgeving, corruptie, wapenhandel, etc. |
|---|---|
| CO2-uitstoot | De scope 1, 2 en 3 (gedeeltelijk met betrekking tot diensten) uitstoot van C02 werd in kaart gebracht. |
| Arbeids omgeving |
TINC heeft geen eigen personeel, TINC doet voor haar activiteiten een beroep op TDP NV; binnen TDP wordt de sociale wetgeving strikt nageleefd. |
| Respect en integriteit |
De medewerkers van TDP onderschrijven een gedragscode met richtlijnen in zake respect en integriteit, confidentialiteit, anti-corruptie, eerlijke concurrentie, etc. Daarnaast onderschrijven medewerkers van TDP, bestuurders en directie een gedragscode met betrekking tot de verhandeling van aandelen TINC (Code of Dealing). |
| Bestuur van participaties |
TINC streeft ernaar vertegenwoordigd te zijn in de raden van bestuur van haar participaties (met aandelenkapitaal). |
| Risicobeheer | Vanuit de raden van bestuur zijn TINC en haar vertegenwoordigers goed geplaatst om tijdig risico's te detecteren, analyseren en mitigeren. |
| Diversiteit | De raad van toezicht van de enige bestuurder van TINC bestaat voor de helft uit bestuurders van een ander geslacht als de andere helft. De helft van de bestuur ders is onafhankelijk bestuurder. De bestuurders hebben diverse achtergronden (bedrijfsleven, investeerders, bancair, revisoraat, academisch, advocatuur). |
In de uitvoering van haar activiteiten treedt TINC in dialoog met diverse van haar stakeholders in het kader van een transparante communicatie en wederzijdse stimulerende gedachtewisseling in het belang van de samenwerking.
| Belanghebbende/stakeholder | Beschrijving van de interactie |
|---|---|
| Aandeelhouders | TINC treedt in interactie met haar aandeelhouders; dit gebeurt niet alleen op de jaarlijkse algemene vergadering, open voor alle aandeelhouders maar ook op contactmomenten zowel met institutionele aandeelhouders (op roadshows) als met de particuliere belegger op beurzen of beleggersdagen. |
| Raad van Toezicht (bestuurders) |
TINC heeft een enige bestuurder met een duale bestuur, bestaande uit een raad van toezicht en een directieraad (zie Corporate Governance Verklaring). Deze structuur en het feit dat de raad van toezicht ook bevoegd is voor de investeringsbeslissingen, zorgt voor een goede interactie tussen enerzijds de bestuurders met een diversiteit in achtergrond, ervaring en vaardigheden en anderzijds de leden van de directieraad in wiens handen de operationele verantwoordelijkheid ligt en die op dagdagelijkse basis met de activiteiten bezig zijn. |
| Participaties | In de meeste participaties is TINC vertegenwoordigd in de raad van bestuur, van waaruit het in interactie treedt met de overige bestuurders en aandeel houders (waar van toepassing) en externe aangestelden. |
| Schuldfinanciers | TINC heeft zelf geen schuldpositie ten aanzien van financiers. Niettemin heeft TINC via het Sustainable Finance Framework voorzien in de mogelijkheid om financiering aan te trekken binnen een duurzaam kader. Voor de totstandkoming ervan trad TINC in interactie met ISS Corporate Solutions die een onaf hankelijke opinie uitbrachten. De participaties in de portefeuille maken doorgaans gebruik van schuldfinanciering verstrekt door verschillende banken of bankconsortia. Via o.a. periodieke en ad hoc rapporteringen vanuit de participaties worden contacten met hen onderhouden. |
| Financiële instellingen | TINC en haar participaties communiceren frequent met de financiële instellingen waarmee relaties werden aangeknoopt in het kader van de toepassing van de regels ter voorkoming van witwassen. |
| Sectororganisaties | TINC houdt voeling met wat er leeft in de sector van de infrastructuur en hecht belang aan de uitwisseling van ideeën; TINC en/of TDP zijn lid van o.a. IPFA (International Project Finance Association), BVA (Belgian Venturing Association), GLIO (Global Listed Infrastructure Organisation) |
| Overheid en administratie | Als beursgenoteerde vennootschap valt TINC onder het toezicht van de FSMA en onderhoudt het regelmatig contact. |
| Analisten | Naar aanleiding van de aankondiging van de (half-)jaarresultaten en andere persberichten onderhoudt TINC een periodieke en correcte relatie met de analisten die het aandeel opvolgen. |
Binnen de schoot van de directieraad ziet het Duurzaamheidscomité toe op duurzaamheid bij TINC als organisatie en als investeerder in de participaties in portefeuille. Het Duurzaamheidscomité rapporteert op geregelde tijdstippen aan het Auditcomité.
1 Geauditeerd geconsolideerd overzicht van gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten
| Periode eindigend op: (€) |
Notes | 30 juni 2022 12 maanden |
30 juni 2021 12 maanden |
|---|---|---|---|
| Operationele opbrengsten | 39.819.732 | 40.000.989 | |
| Interesten | 11 | 8.622.572 | 8.945.736 |
| Dividenden | 11 | 11.239.840 | 14.555.026 |
| Meerwaarde op realisatie van investeringen | 11 | - | - |
| Niet-gerealiseerde opbrengsten uit financiële vaste activa | 11 | 19.435.515 | 15.979.274 |
| Vergoedingen | 11 | 521.806 | 520.953 |
| Operationele kosten (-) | (14.233.888) | (8.016.756) | |
| Niet-gerealiseerde kosten uit financiële vaste activa | 11 | (9.376.128) | (3.522.072) |
| Diensten en diverse goederen | 11 | (4.709.641) | (4.406.974) |
| Afschrijvingen en waardeverminderingen | (3.663) | (1.933) | |
| Overige operationele kosten | 11 | (144.455) | (85.778) |
| Operationeel resultaat, winst (verlies) | 25.585.844 | 31.984.233 | |
| Financiële opbrengsten | 12 | 196.020 | 200.742 |
| Financiële kosten (-) | 12 | (175.887) | (90.376) |
| Resultaat voor belasting, winst (verlies) | 25.605.977 | 32.094.599 | |
| Belastingen (-) | 13 | (632.465) | (1.023.222) |
| Totaal geconsolideerd resultaat | 24.973.512 | 31.071.376 | |
| Niet-gerealiseerd resultaat | - | - | |
| Totaal gerealiseerd en niet-gerealiseerd resultaat | 14 | 24.973.512 | 31.071.376 |
| Winst op aandeel (€) | |||
| 1. Gewone winst per aandeel* | 14 | 0,69 | 0,85 |
| 2. Verwaterde winst per aandeel** | 14 | 0,69 | 0,85 |
| Het gewogen gemiddeld aantal gewone aandelen | 14 | 36.363.637 | 36.363.637 |
* Gebaseerd op het gewogen gemiddeld aantal aandelen: 36.363.637 (30/06/2022) en 36.363.637 (30/06/2021).
** Veronderstellende dat alle aandelenopties/warranten die in the money waren op het einde van het boekjaar uitgeoefend zouden worden. De Vennootschap heeft geen uitstaande opties/warranten gedurende de gerapporteerde boekjaren.
| Periode eindigend op: (€) |
Notes | 30 juni 2022 12 maanden |
30 juni 2021 12 maanden |
|---|---|---|---|
| I. VASTE ACTIVA | 415.860.071 | 398.066.731 | |
| Immateriële activa | 13.040 | 14.296 | |
| Investeringen aan reële waarde met verwer king van waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening |
16 | 415.436.602 | 396.889.556 |
| Belastinglatenties | 13 | 410.430 | 1.162.879 |
| II. VLOTTENDE ACTIVA | 48.779.322 | 60.683.581 | |
| Handelsvorderingen en overige vorderingen | 17 | 343.515 | 426.724 |
| Liquide middelen en bankdeposito's | 4, 18 | 48.435.807 | 60.256.857 |
| Andere vlottende activa | - | - | |
TOTAAL VAN DE ACTIVA 464.639.394 458.750.312
| Boekjaar eindigend op: (€) |
Notes | 30 juni 2022 12 maanden |
30 juni 2021 12 maanden |
|---|---|---|---|
| I. EIGEN VERMOGEN | 463.624.416 | 457.863.119 | |
| Geplaatst kapitaal | 3, 19 | 151.814.227 | 168.177.863 |
| Uitgiftepremies | 3 | 174.688.537 | 174.688.537 |
| Reserves | 3 | 30.424.719 | (6.522.108) |
| Overgedragen resultaat | 3 | 106.696.933 | 121.518.827 |
| II. VERPLICHTINGEN | 1.014.978 | 887.193 | |
| A. Verplichtingen op lange termijn | - | - | |
| B. Verplichtingen op korte termijn | 1.014.978 | 887.193 | |
| Financiële verplichtingen | - | - | |
| Handels- en overige schulden | 718.351 | 877.342 | |
| Belastingsschulden | 20 | 264.559 | - |
| Overige schulden | 32.069 | 9.851 | |
| TOTAAL VAN DE PASSIVA | 464.639.394 | 458.750.312 |
| Boekjaar 2021-2022 (€) |
Notes | Geplaatst kapitaal |
Uitgifte premies |
Reserves | Overgedragen resultaat |
Eigen vermogen |
|---|---|---|---|---|---|---|
| Per 30 juni 2021 | 2 | 168.177.863 | 174.688.537 | (6.522.108) | 121.518.827 | 457.863.119 |
| Totaal gerealiseerd en niet-gerealiseerd resultaat van het boekjaar | 1 | - | - | - | 24.973.512 | 24.973.512 |
| Kapitaalverhoging | 4, 19 | - | - | - | - | - |
| Uitkering aan aandeelhouders | (16.363.637) | - | (2.545.455) | - | (18.909.091) | |
| Andere wijzigingen | - | - | 39.492.282 | (39.795.406) | (303.125) | |
| Per 30 juni 2022 | 151.814.227 | 174.688.537 | 30.424.719 | 106.696.933 | 463.624.416 |
De toename van de reserves tijdens het afgelopen boekjaar (ten opzichte van 30 juni 2021) bedraagt € 36.946.827. Deze toename is het gecombineerd resultaat van:
In vergelijking met 30 juni 2021 daalde het overgedragen resultaat met € 14.821.894. Deze daling is samengesteld uit het gerealiseerd en niet-gerealiseerd resultaat van de periode voor een bedrag van € 24.973.512, verminderd met de toevoeging aan de reserves voor een bedrag van € 39.795.406.
De volgende tabel geeft ter vergelijking de wijzigingen in het eigen vermogen weer van het vorige boekjaar.
| Boekjaar 2020-2021 (€) |
Notes | Geplaatst kapitaal |
Uitgifte premies |
Reserves | Overgedragen resultaat |
Eigen vermogen |
|---|---|---|---|---|---|---|
| 30 juni 2020 | 2 | 184.905.136 | 174.688.537 | (4.839.591) | 90.943.318 | 445.697.401 |
| Totaal gerealiseerd en niet-gerealiseerd resultaat van het boekjaar | 1 | - | - | - | 31.071.376 | 31.071.376 |
| Kapitaalverhoging | 4, 19 | - | - | - | - | - |
| Uitkering aan aandeelhouders | (16.727.273) | - | (1.818.182) | - | (18.545.455) | |
| Andere wijzigingen | - | - | 135.664 | (495.868) | (360.203) | |
| 30 juni 2021 | 168.177.863 | 174.688.537 | (6.522.108) | 121.518.827 | 457.863.119 |
| Periode eindigend op: (€) Notes |
30 juni 2022 12 maanden |
30 juni 2021 12 maanden |
|---|---|---|
| Liquide middelen bij het begin van de rapporteringsperiode | 60.256.857 | 103.269.294 |
| Kasstromen uit financieringsactiviteiten | (18.909.091) | (18.545.455) |
| Ontvangsten uit kapitaalverhoging | - | - |
| Ontvangsten uit leningen | - | - |
| Terugbetaling van leningen | - | - |
| Betaalde interesten | - | - |
| Uitkering aan aandeelhouders | (18.909.091) | (18.545.455) |
| Andere kasstromen uit financieringsactiviteiten | - | - |
| Kasstromen uit investeringsactiviteiten | 11.986.672 | (20.009.924) |
| Investeringen in FVA | (23.951.493) | (47.871.458) |
| Ontvangsten uit FVA | 15.552.131 | 4.302.333 |
| Ontvangen interesten | 8.331.436 | 8.826.399 |
| Ontvangen dividenden | 11.448.990 | 14.137.530 |
| Andere kasstromen uit investeringsactiviteiten | 605.608 | 595.271 |
| Kasstromen uit operationele activiteiten | (4.898.631) | (4.457.058) |
| Managementvergoeding | (5.283.195) | (4.720.804) |
| Operationele kosten | (516.239) | (158.170) |
| Terugvordering BTW | 788.779 | 681.916 |
| Betaalde winstbelasting | 112.025 | (260.000) |
| Liquide middelen op het einde van de rapporteringsperiode 2, 18 |
48.435.807 | 60.256.857 |
De geconsolideerde jaarrekening van TINC NV (hierna 'TINC') voor het boekjaar eindigend op 30 juni 2022 werd voor publicatie goedgekeurd bij besluit van de Statutaire Bestuurder op 5 september 2022. TINC is een naamloze vennootschap die opgericht en gevestigd is in België. De maatschappelijke zetel is gevestigd op Karel Oomsstraat 37, 2018 Antwerpen, België.
TINC is een investeringsmaatschappij die belangen neemt in participaties die actief zijn in het realiseren en uitbaten van infrastructuur.
De geconsolideerde jaarrekening van TINC werd voorbereid in overeenstemming met de International Financial Reporting Standards (IFRS) zoals uitgevaardigd door de International Accounting Standards Board (IASB) en zoals goedgekeurd door de Europese Unie.
De participaties opgenomen in de geconsolideerde jaarrekening worden gewaardeerd aan reële waarde met verwerking van waardewijzigingen in de resultatenrekening. De geconsolideerde jaarrekening wordt voorgesteld in euro, de functionele munt van TINC en alle waarden worden afgerond tot de dichtstbijzijnde euro, behalve indien anders vermeld. TINC stelt haar balans voor in volgorde van langlopende en kortlopende activa en passiva.
Bij de eerste toepassing van IFRS zoals goedgekeurd door de Europese Unie, analyseerde TINC de toepassing van de wijzigingen aan IFRS 10 (Geconsolideerde Jaarrekening), IFRS 12 (Informatieverschaffing over Belangen in Andere Entiteiten) en IAS 27 (Geconsolideerde en Enkelvoudige Jaarrekening) betreffende investeringsentiteiten (de 'Wijzigingen') en werd besloten dat TINC voldoet aan de definitie van een investeringsentiteit zoals gedefinieerd binnen IFRS 10. Per einde boekjaar op 30 juni 2022 is dit nog steeds het geval.
Volgens IFRS 10 is een investeringsentiteit een entiteit die:
Wanneer een entiteit beoordeelt of ze voldoet aan de definitie van een investeringsentiteit, moet ze overwegen of ze de volgende typische kenmerken van een investeringsentiteit heeft:
TINC past de wijzigingen toe sinds het boekjaar eindigend per 31 december 2014 als gevolg van een beoordeling gebaseerd op de volgende feiten:
Dit is het geval met betrekking tot alle DBFM/PPS-participaties (waarbij de infrastructuur op het eind van de levensduur van het project zal terugkeren naar de publieke overheid) en ook voor de participaties in energie (waarbij de infrastructuur op het eind van de levensduur van het project zal overgedragen worden aan de eigenaar van het perceel of zal worden verwijderd) en in grote mate voor de Digitale Infrastructuur en Selectief Vastgoed participaties (waarbij, in het geval van Bioversneller, de infrastructuur op het eind van de levensduur van het project ook zal overgedragen worden aan de eigenaar van de grond).
Zodra een investeringsprogramma binnen een bepaalde portefeuillevennootschap voltooid is, zal TINC geen bijkomende infrastructuuractiva aan dergelijke portefeuillevennootschap toevoegen, tenzij ze onlosmakelijk verbonden zijn met het onderliggende infrastructuuractief (waaronder: onderhoud, aanpassingen of op voorhand overeengekomen/geplande uitbreidingen van het bestaande infrastructuuractief). Wanneer alle rechten in verband met de
onderliggende infrastructuuractiva definitief verstreken zijn en/of de infrastructuuractiva van het perceel verwijderd zijn, zal de vennootschap die eigenaar is van die infrastructuuractiva worden ontbonden en vereffend.
Daardoor waardeert TINC, als een investeringsentiteit, alle participaties (met inbegrip van dochtervennootschappen daarvan die ze controleert en joint ventures en geassocieerde deelnemingen) aan hun reële waarde met verwerking van waardenwijzigingen in de resultatenrekening in overeenstemming met IAS 39 Financiële Instrumenten; Opname en Waardering.
De reële waarde wordt berekend door de toekomstige kasstromen gerelateerd aan elke participatie van TINC, en die door de bedrijven waarin TINC participeert worden gegenereerd, te verdisconteren aan een gepaste verdisconteringsvoet. De gebruikte verdisconteringsvoeten zijn gebaseerd op de marktconforme verdisconteringsvoeten voor vergelijkbare activa, aangepast met een geschikte premie of discount om specifieke risico's te weerspiegelen.
Zie hieronder ('bepaling van reële waarde') voor meer informatie rond de waardering.
Geassocieerde deelnemingen zijn ondernemingen waarin TINC een aanzienlijke invloed uitoefent op het financiële en operationele beleid, maar waarover het geen controle uitoefent. Aangezien TINC een investeringsmaatschappij is, worden in toepassing van IAS 28, par. 18, deze participaties op de balans gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van niet-gerealiseerde winsten of verliezen via de resultatenrekening. Veranderingen in de reële waarde worden opgenomen in het resultaat van het boekjaar waarin de wijziging zich voordoet.
Financieringskosten worden opgenomen in de resultatenrekening zodra ze worden gemaakt.
De financiële vaste activa worden gewaardeerd in overeenstemming met IFRS 10 aan reële waarde.
Wanneer TINC participeert in het kapitaal van een bedrijf, betreft dit een deelname in het eigen vermogen van dat bedrijf, vaak gepaard met een deelname in de aandeelhouderslening van dat bedrijf. Zowel de participatie in het eigen vermogen als in de aandeelhoudersleningen worden opgenomen onder de post 'Investeringen aan reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening'. Een participatie in het eigen vermogen en in de aandeelhouderslening van een bedrijf worden vanuit een waarderingsperspectief steeds samengenomen omdat ze economisch één geheel vormen.
Wanneer TINC een lening geeft aan een bedrijf zonder deel te nemen in het kapitaal, wordt ook deze lening gewaardeerd aan reële waarde en opgenomen onder de post 'Investeringen aan reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening'.
Alle courante aankopen en verkopen van financiële vaste activa worden erkend op transactiedatum. Een courante aankoop of verkoop van een financieel vast actief vereist de levering van het actief binnen de algemeen aanvaarde termijn in de markt als gevolg van regelgeving of handelspraktijk.
TINC hanteert de volgende hiërarchie bij het bepalen en vermelden van de reële waarde van financiële instrumenten, per gebruikte waarderingsmethode.
Alle participaties van TINC worden geclassificeerd als activa van niveau 3 in de hiërarchie van de reële waarde.
TINC past de IFRS boekhoudprincipes toe voor de waardering van de reële waarde en ten behoeve van verslaggeving. De waarde van de participaties wordt halfjaarlijks bepaald. De definitie van reële waarde volgens IFRS 13 is: 'De prijs die zou worden ontvangen om een actief te verkopen of betaald om een verplichting over te dragen in een regelmatige transactie tussen marktdeelnemers op de waarderingsdatum'. Bij gebrek aan een actieve markt voor de financiële instrumenten waarin TINC investeert, wordt er gebruik gemaakt van eigen waarderingsmodellen voor haar participaties. Hier volgt TINC de International Private Equity and Venture Capital Valuation Guidelines. De waarderingsmethodes worden consistent toegepast van periode tot periode, tenzij een wijziging zou leiden tot een betere inschatting van de reële waarde.
Infrastructuurbedrijven worden vaak gekenmerkt door een hoge mate van visibiliteit op lange termijn op verwachte toekomstige kasstromen, en dit dankzij langetermijncontracten, een gereguleerd kader, en/of de strategische positie van de infrastructuur. Bij elke waardering worden per participatie de verwachte toekomstige kasstromen op lange termijn van het onderliggende bedrijf, en daaraan gekoppeld de verwachte toekomstige kasstromen op lange termijn gerelateerd aan de participatie van TINC in dat bedrijf, geactualiseerd, en dit onder meer aan de hand van recente financiële cijfers en geactualiseerde assumpties.
De geactualiseerde verwachte toekomstige kasstromen op lange termijn gerelateerd aan de participatie van TINC worden vervolgens per participatie verdisconteerd aan een marktconforme verdisconteringsvoet. Deze marktconforme verdisconteringsvoet hangt af van het risico van de participatie, dat afhankelijk is van het profiel van het bedrijf enerzijds en van het investeringsinstrument anderzijds. Het profiel van een bedrijf actief in infrastructuur wordt onder meer bepaald door de mogelijke schommelingen van de inkomsten en de kosten, de aanwezigheid en robuustheid van langetermijncontracten en de kwaliteit van de tegenpartijen hierbij, het herfinancieringsrisico van de schuldfinanciering, enz. Recente transacties tussen marktdeelnemers kunnen een indicatie geven van een marktconforme verdisconteringsvoet.
Bij een participatie in het kapitaal van een bedrijf, waarbij zowel in het eigen vermogen als in de aandeelhouderslening van het bedrijf wordt geïnvesteerd, worden alle verwachte toekomstige kasstromen gerelateerd aan beide investeringsinstrumenten samen verdisconteerd aan een marktconforme verdisconteringsvoet.
De reële waarde die men verkrijgt bij het verdisconteren van verwachte toekomstige kasstromen aan een marktconforme verdisconteringsvoet, wordt aangeduid als de 'FV' (of 'Fair Value') van de betreffende participatie of van (een deel van) de investeringsportefeuille en wordt opgenomen onder de post 'Investeringen aan reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening'. Wanneer TINC recent een transactie heeft gedaan, wordt in eerste instantie de transactiewaarde als reële waarde gehanteerd.
Veranderingen in reële waarde worden in de resultatenrekening opgenomen als niet-gerealiseerde winst of verlies.
Bij het verkopen van een participatie wordt de winst of het verlies op de verkoop, berekend als het verschil tussen de verkoopprijs en de reële waarde op de balans op het moment van verkoop, als gerealiseerde winst of verlies in de resultatenrekening opgenomen.
Financiële activa en schulden worden niet langer in de balans opgenomen wanneer TINC de contractuele rechten die hieraan verbonden zijn, niet langer beheerst. Dit doet zich voor wanneer de financiële activa en schulden verkocht worden of wanneer de kasstromen toerekenbaar aan deze activa worden overgedragen aan een derde, onafhankelijke partij.
Een financiële verplichting wordt niet langer in de balans opgenomen als de schuld is afgelost, geannuleerd of vervallen.
Courante aan- en verkopen van financiële activa worden verwerkt op transactiedatum.
Andere vaste en vlottende activa worden gewaardeerd aan geamortiseerde kostprijs
Actuele belastingen zijn gebaseerd op de resultaten van TINC en worden berekend volgens de lokale belastingregels.
Uitgestelde belastingen worden geboekt op basis van de liability-methode, voor alle tijdelijke verschillen tussen de belastbare basis van activa en passiva en hun boekwaarde voor financiële rapporteringsdoeleinden.
Voor uitgestelde belastingverplichtingen wordt een voorziening gevormd op basis van de tijdelijke verschillen tussen de belastinggrondslag voor activa en verplichtingen en hun commerciële boekwaarde per de verslagdatum. Uitgestelde belastingverplichtingen worden opgenomen voor alle belastbare tijdelijke verschillen, behalve:
Uitgestelde belastingvorderingen worden geboekt voor de aftrekbare tijdelijke verschillen.
Een uitgestelde belastingvordering zal worden opgenomen voor fiscale verliezen en fiscaal verrekenbare tegoeden in zoverre het waarschijnlijk is dat er toekomstige fiscale winst beschikbaar zal zijn waarmee de fiscale verliezen en fiscaal verrekenbare tegoeden kunnen worden verrekend.
Geldmiddelen en kasequivalenten zijn cash, bankdeposito's en liquide middelen. Deze omvatten alle thesauriemiddelen die in cash of op een bankdeposito worden aangehouden. Deze producten worden dan ook aan nominale waarde weergegeven.
Voorzieningen worden aangelegd wanneer TINC verplichtingen is aangegaan (in rechte afdwingbaar of feitelijk) als gevolg van gebeurtenissen in het verleden, wanneer het waarschijnlijk is dat voor de afwikkeling van die verplichtingen een uitstroom van middelen noodzakelijk is en wanneer een betrouwbare schatting kan worden gemaakt van de omvang van deze verplichtingen. Als TINC een terugbetaling verwacht van een bedrag dat werd voorzien, wordt deze terugbetaling pas geboekt als een actief indien de terugbetaling bijna zeker is.
Omzet wordt erkend wanneer het waarschijnlijk is dat TINC de economische baten zal ontvangen en de opbrengst op betrouwbare wijze kan worden berekend.
Mandaatvergoedingen of vergoedingen in het kader van transacties worden als omzet erkend op het tijdstip waarop de betreffende prestatieverplichtingen werden vervuld.
Dividendopbrengsten worden toegerekend op de datum waarop het recht van TINC om de betaling te ontvangen, wordt gevestigd. Dividendopbrengsten worden bruto weergegeven, inclusief alle niet-terugvorderbare roerende voorheffing die afzonderlijk worden vermeld in de resultatenrekening.
Interesthoudende leningen worden initieel gewaardeerd aan reële waarde. Vervolgens worden ze opgenomen aan geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieve rentemethode.
Dividenden voorgesteld door de Bestuurder worden niet geboekt in de jaarrekening tot zij zijn goedgekeurd door de aandeelhouders op de jaarlijkse Algemene Vergadering van Aandeelhouders.
TINC berekent zowel de gewone winst als de verwaterde winst per aandeel in overeenstemming met IAS 33. De gewone winst per aandeel wordt berekend op basis van het gewogen gemiddelde aantal uitstaande aandelen tijdens het boekjaar. De verwaterde winst per aandeel wordt berekend volgens het gemiddelde aantal uitstaande aandelen tijdens het boekjaar plus het verwateringseffect van warrants en aandelenopties (indien van toepassing) uitstaand tijdens het boekjaar.
TINC maakt meestal verscheidene kosten bij de uitgifte of verwerving van haar aandeleninstrumenten. Die kosten kunnen registratie- en andere regelgevingskosten omvatten, bedragen betaald aan juridische, boekhoudkundige en andere professionele adviseurs, drukkosten en zegelrechten. De transactiekosten van een aandelentransactie worden in mindering gebracht van het eigen vermogen (inclusief het verbonden belastingvoordeel) voor zover ze incrementele kosten zijn die rechtstreeks toe te schrijven zijn aan de aandelentransactie die anders zouden zijn vermeden. Overige kosten in verband met openbare aanbiedingen van aandeleninstrumenten (zoals road shows en andere marketinginitiatieven) worden als kost verwerkt.
Operationele segmenten worden consistent met de interne rapportering gerapporteerd aan de chief operating decision-maker, zijnde de Raad van Bestuur. De Raad van Bestuur is verantwoordelijk voor de toewijzing van middelen en de beoordeling van de resultaten van de operationele segmenten. Op dit moment is er sprake van 4 segmenten, Publieke Infrastructuur, Energie Infrastructuur, Digitale Infrastructuur en Selectief Vastgoed.
TINC heeft bepaalde nieuwe en gewijzigde standaarden interpretaties voor het eerst toegepast. TINC heeft standaarden, interpretaties en wijzigingen die gepubliceerd maar nog niet van toepassing zijn, niet vervroegd toegepast.
De nieuwe standaarden, wijzigingen en interpretaties zijn in 2021/2022 voor het eerst van toepassing, maar hebben geen impact op de geconsolideerde jaarrekening van de Groep. Hieronder worden de aard en het effect van de nieuwe en gewijzigde standaarden en interpretaties toegelicht:
De wijziging aan IFRS 4 voorziet een tijdelijk uitstel dat de gekwalificeerde verzekeraar toelaat, maar niet vereist, om IAS 39 Financiële Instrumenten: opname en waardering toe te passen in plaats van IFRS 9 voor boekjaren beginnend voor 1 januari 2023. Deze standaard is niet van toepassing op TINC.
De wijzigingen voorzien in tijdelijke verlichtingen die de gevolgen voor de financiële verslaglegging adresseren wanneer een interbancaire aangeboden rente (IBOR) wordt vervangen door een alternatieve bijna risicovrije rente (RFR).
Standaarden die gepubliceerd maar nog niet van toepassing zijn
De wijzigingen bevatten de volgende praktische vereenvoudigingen:
Deze wijzigingen hadden geen impact op de geconsolideerde jaarrekening van TINC.
De wijzigingen voorzien in een verlichting voor huurders bij de toepassing van de richtlijnen onder IFRS 16 aangaande de boekhoudkundige verwerking van wijzigingen aan huurcontracten ten gevolge van huurconcessies die het directe gevolg zijn van de Covid-19 pandemie. Als praktische vereenvoudiging is het voor een huurder toegestaan om geen inschatting te maken of een huurconcessie door een verhuurder ten gevolge van Covid-19 al dan niet een wijziging aan huurcontracten is. Een huurder die voor deze keuze opteert zal elke wijziging in huurbetalingen, resulterend van een huurconcessie ten gevolge van Covid-19, op dezelfde boekhoudkundige wijze verwerken als hoe deze wijziging onder IFRS 16 zou verwerkt worden indien deze wijziging niet resulteerde uit een wijziging aan een huurcontract. Door deze wijziging wordt de vrijstelling met een jaar verlengd, zodat zij ook geldt voor huurconcessies die alleen huurbetalingen verminderen die op of vóór 30 juni 2022 verschuldigd zijn.
• Wijziging aan IAS 1 Presentatie van de Jaarrekening en IFRS Practice Statement 2: Toelichtingen van Waarderingsregels, van toepassing per 1 januari 2023;
De nieuwe en gewijzigde standaarden en interpretaties die op de datum van publicatie van de jaarrekening van TINC wel waren uitgegeven maar nog niet van toepassing waren, worden hieronder toegelicht. TINC is van plan deze standaarden en interpretaties toe te passen wanneer deze van toepassing zijn. • Wijzigingen aan IAS 1 Presentatie van de Jaarrekening – Classificatie van
Deze wijzigingen hadden geen impact op de geconsolideerde jaarrekening van TINC.
* Nog niet goedgekeurd door de Europese Unie per 6 september 2022.
De wijzigingen verduidelijken de criteria om te bepalen of een schuld op korte of lange termijn dient geclassifieerd te worden. De wijzigingen verduidelijken:
TINC verwacht dat de wijzigingen geen impact zullen hebben op haar geconsolideerde jaarrekening.
De wijziging verduidelijkt de toepassing van beoordelingen rond materialiteit met betrekking tot toelichtingen van waarderingsregels. De wijziging aan IAS 1 vervangt de verplichting tot toelichting van 'belangrijke' waarderingsregels met de verplichting tot toelichting van 'materiële' waarderingsregels. Bijkomende verduidelijkingen en voorbeelden werden ook toegevoegd aan de Practice Statement om de toepassing van het concept van materialiteit verder te ondersteunen in het kader van het toelichten van de waarderingsregels.
Ondernemingen zijn vereist om de wijzigingen toe te passen op boekjaren die starten op of na 1 januari 2023.
TINC verwacht dat de wijzigingen geen impact zullen hebben op haar geconsolideerde jaarrekening.
De wijzigingen introduceren een nieuwe definite van schatting. Schattingen worden gedefinieerd als 'monetaire bedragen in jaarrekeningen die onderhevig zijn aan waarderingsonzekerheid'.
De wijzigingen verduidelijken wat veranderingen van schattingen zijn en hoe deze verschillen van veranderingen in waarderingsregels en verbeteringen van fouten.
Ondernemingen zijn vereist om de wijzigingen toe te passen op boekjaren die starten op of na 1 januari 2023.
TINC verwacht dat de wijzigingen geen impact zullen hebben op haar geconsolideerde jaarrekening.
De wijzigingen beperken de toepassing van de uitzondering op de eerste verwerking in IAS 12 Winstbelastingen, door te verduidelijken dat deze niet kan worden toegepast op transacties die aanleiding geven tot eenzelfde bedrag aan belastbare en aftrekbare tijdelijke verschillen.
De wijzigingen verduidelijken bovendien dat wanneer betalingen ter vereffening van een schuld fiscaal aftrekbaar zijn, de entiteit moet beoordelen (rekening houdende met de fiscale wetgeving) of deze aftrek betrekking heeft op de verwerkte schuld (en rentekosten) of op het betrokken actief (en afschrijvingskosten). Deze beoordeling is belangrijk om te besluiten of tijdelijke verschillen bestaan bij de eerste verwerking van het actief en de schuld.
Ondernemingen zijn vereist om de wijzigingen toe te passen op boekjaren die starten op of na 1 januari 2023.
TINC verwacht dat de wijzigingen geen impact zullen hebben op haar geconsolideerde jaarrekening.
De wijzigingen verbieden ondernemingen om van de kost van een item van materiële vaste activa alle opbrengsten uit de verkoop van geproduceerde items af te trekken terwijl dat actief naar de locatie en in de staat gebracht werd die nodig zijn om te kunnen functioneren op de door het management beoogde manier. In plaats daarvan neemt een entiteit de opbrengsten uit de verkoop van dergelijke items en de productiekosten van deze items op in winst- of verliesrekening.
Ondernemingen zijn vereist om de wijzigingen toe te passen op boekjaren die starten op of na 1 januari 2022. De wijzigingen moeten retroactief worden toegepast, maar enkel tot op items van materiële vaste activa die op de locatie en in de staat werden gebracht die nodig zijn om te kunnen functioneren op de door het management beoogde manier op of na het begin van de vroegste periode die wordt gepresenteerd in de jaarrekening waarin de entiteit de wijzigingen voor het eerst toepast. Vroegtijdige toepassing is toegestaan.
TINC verwacht dat de wijzigingen geen impact zullen hebben op haar geconsolideerde jaarrekening.
De wijzigingen specifiëren welke kosten een entiteit dient op te nemen bij het beoordelen of een contract bezwarend of verliesmakend is. De wijzigingen
passen een 'direct gerelateerde kost-benadering' toe. De kosten die direct gerelateerd zijn aan een contract om goederen en diensten te leveren omvatten zowel incrementele kosten en een toewijzing van kosten die direct gerelateerd zijn aan contract-gerelateerde activiteiten. Algemene en administratieve kosten zijn niet direct gerelateerd aan een contract en worde uitgesloten tenzij zij uitdrukkelijk ten laste van de tegenpartij zijn onder het contract.
Ondernemingen zijn vereist om de wijzigingen toe te passen op boekjaren die starten op of na 1 januari 2022. Vroegtijdige toepassing is toegestaan. Een onderneming zal de wijzigingen toepassen voor contracten waarvoor ze nog niet alle verplichtingen heeft voldaan op het begin van het boekjaar waarin de wijzigingen voo het eerst worden toegepast (de datum van initiële toepassing). De onderneming zal vergelijkende informatie niet aanpassen.
TINC verwacht dat de wijzigingen geen impact zullen hebben op haar geconsolideerde jaarrekening.
De wijzigingen vervangen de referentie naar een oude versie van het Conceptueel Kader van de IASB door een referentie naar het huidig kader dat in maart 2018 werd uitgegeven (het Conceptueel Kader). De wijzigingen hebben tevens een uitzondering aan de opname criteria in IFRS 3 toegevoegd. Meer bepaald, voor schulden en voorwaardelijke schulden die binnen het toepassingsgebied van IAS 37 of IFRIC 21 zouden vallen indien deze afzonderlijk warden opgelopen, zal de overnemende partij zou IAS 37 of IFRIC 21 toepassen in plaats van het Conceptueel Kader ten einde de verplichtingen te identificeren die ze bij een bedrijfscombinatie verondersteld heeft. De wijzigingen hebben daarnaast een expliciete stelling toegevoegd aan de standaard dat een overnemende partij voorwaardelijke activa overgenomen in een bedrijfscombinatie niet kan erkennen.
Ondernemingen zijn vereist om de wijzigingen rond bedrijfscombinaties toe te passen op boekjaren die starten op of na 1 januari 2022. Vroegtijdige toepassing is toegestaan indien op dat ogenblik, of vroeger, de onderneming eveneens alle andere wijzigingen toepast van de Wijzigingen aan Referenties naar het Conceptueel Kader, uitgegeven in maart 2018.
TINC verwacht dat de wijzigingen geen impact zullen hebben op haar geconsolideerde jaarrekening.
Deze standaard is niet van toepassing op de Groep, aangezien TINC geen verzekeringscontracten uitgeeft.
Deze standaard is niet van toepassing op de Groep, aangezien TINC geen verzekeringscontracten uitgeeft.
De IASB heeft de '2018-2020 cyclus' met verbeteringen van de standaarden en interpretaties uitgegeven met als doel inconsistenties weg te nemen en teksten te verduidelijken. Het betreft de volgende verbeteringen:
De wijzigingen zullen geen impact hebben op TINC.
TINC is een investeringsmaatschappij met 25 participaties.
| Portefeuillebedrijf | Land | Type | Belang | Status |
|---|---|---|---|---|
| Publieke Infrastructuur | ||||
| A15 Maasvlakte-Vaanplein | NL | Aandeelhouder | 24,00% | Operationeel |
| Sociale Huisvesting Ierland | IER | Aandeelhouder | 47,50% | Operationeel |
| L'Hourgnette | BE | Aandeelhouder | 81,00% | Operationeel |
| Prinses Beatrixsluis | NL | Aandeelhouder | 40,63% | Operationeel |
| Brabo I | BE | Aandeelhouder | 52,00% | Operationeel |
| Via A11 | BE | Aandeelhouder | 39,06% | Operationeel |
| Via R4 Gent | BE | Aandeelhouder | 74,99% | Operationeel |
| Energie Infrastructuur | ||||
| Berlare Wind | BE | Aandeelhouder | 49,00% | Operationeel |
| Kroningswind | NL | Aandeelhouder | 72,73% | In Realisatie |
| Lowtide | BE | Aandeelhouder | 99,99% | Operationeel |
| Nobelwind | BE | Leninggever | N.v.t. | Operationeel |
| Northwind | BE | Leninggever | N.v.t. | Operationeel |
| Solar Finance | BE | Aandeelhouder | 87,43% | Operationeel |
| Storm Ierland | IER | Aandeelhouder | 95,60% | Operationeel |
| Storm | BE | Aandeelhouder | 39,47% - 45% | Oper. / In Real. |
| Kreekraksluis | NL | Aandeelhouder | 43,65% | Operationeel |
| Sunroof | BE | Aandeelhouder | 50,00% | Operationeel |
| Zelfstroom | NL | Aandeelhouder | 90,00% | In Realisatie |
| Portefeuillebedrijf | Land | Type | Belang | Status |
|---|---|---|---|---|
| Digitale Infrastructuur | ||||
| GlasDraad | NL | Aandeelhouder | 100,00% | Oper. / In Real. |
| Datacenter United | BE | Aandeelhouder | 75,00% | Operationeel |
| Selectief Vastgoed | ||||
| Bioversneller | BE | Aandeelhouder | 50,00% | Operationeel |
| De Haan Vakantiehuizen | BE | Aandeelhouder | 12,50% | Operationeel |
| Réseau Abilis | BE | Aandeelhouder | 67,50% | Operationeel |
| Eemplein | NL | Aandeelhouder | 100,00% | Operationeel |
| Garagepark | NL | Aandeelhouder | 62,50% | In Realisatie |
| Dochteronderneming | Projectnaam | Stad / Land | Ondernemings nummer |
% stemrechten | Wijziging t.o.v. vorig jaar |
Reden waarom > 50% niet leidt tot consolidatie |
|---|---|---|---|---|---|---|
| Bio-Versneller NV | Bioversneller | Antwerpen, België | 807.734.044 | 50,00% | 0,00% | IFRS 10 |
| C.H.I.M. | Sociale Huisvesting Ierland |
Antwerpen, België | 746.772.712 | 50,00% | 0,00% | IFRS 10 |
| DCU Invest NV | Datacenter United | Antwerpen, België | 748.969.860 | 75,00% | 0,00% | IFRS 10 |
| DG Infra+ Parkinvest BV | Eemplein | s-Gravenhaege, Nederland |
27.374.495 | 100,00% | 0,00% | IFRS 10 |
| G.P. Invest BV | Garagepark | Amsterdam, Nederland | 86.623.141 | 62,50% | 62,50% | IFRS 10 |
| GlasDraad | GlasDraad | s-Gravenhaege, Nederland |
69.842.043 | 100,00% | 0,00% | IFRS 10 |
| Kroningswind BV | Kroningswind | Den Haag, Nederland | 64.761.479 | 72,73% | 0,00% | IFRS 10 |
| L'Hourgnette NV | L'Hourgnette | Sint-Gillis, België | 835.960.054 | 81,00% | 0,00% | IFRS 10 |
| Lowtide NV | Lowtide/Hightide | Antwerpen, België | 883.744.927 | 99,99% | 0,00% | IFRS 10 |
| Silvius NV | Brabo I | Antwerpen, België | 817.542.229 | 99,99% | 0,00% | IFRS 10 |
| Solar Finance NV | Solar Finance | Antwerpen, België | 829.649.116 | 87,43% | 0,00% | IFRS 10 |
| Storm Holding 4 NV | Storm Ierland | Antwerpen, België | 666.468.192 | 95,60% | 0,00% | IFRS 10 |
| Sunroof BV | Sunroof | Antwerpen, België | 778.974.930 | 50,00% | 50,00% | IFRS 10 |
| T&D Invest NV | Réseau Abilis | Antwerpen, België | 689.769.968 | 67,50% | 0,00% | IFRS 10 |
| Via Brugge NV | Via A11 | Aalst, België | 547.938.350 | 64,37% | 0,00% | IFRS 10 |
| Via R4-Gent NV | Via R4 Gent | Brussel, België | 843.425.886 | 74,99% | 0,00% | IFRS 10 |
| Zelfstroom Invest BV | Zelfstroom | s-Hertogenbosch, Nederland |
86.344.072 | 90,00% | 90,00% | IFRS 10 |
| Geassocieerde deelnemingen |
Projectnaam | Stad / Land | Ondernemings nummer |
% stemrechten | Wijziging t.o.v. vorig jaar |
|---|---|---|---|---|---|
| A-Lanes A15 BV | A15 Maasvlakte Vaanplein |
Nieuwegein, Nederland | 51.161.400 | 24,00% | 0,00% |
| De Haan Vakantiehuizen NV | De Haan Vakantiehuizen | Sint-Lambrechts Woluwe, België |
707.946.778 | 12,50% | 0,00% |
| Elicio Berlare NV | Berlare Wind | Oostende, België | 811.412.621 | 49,00% | 0,00% |
| SAS Invest BV | Prinses Beatrixsluis | s-Gravenhaege, Nederland |
64.761.479 | 40,63% | 3,13% |
| Storm Holding NV | Storm | Antwerpen, België | 841.641.086 | 39,47% | 0,00% |
| Storm Holding 2 NV | Storm | Antwerpen, België | 627.685.789 | 39,47% | 0,00% |
| Storm Holding 3 NV | Storm | Antwerpen, België | 716.772.293 | 39,47% | 0,00% |
| Storm Holding 5 NV | Storm | Antwerpen, België | 787.877.154 | 45,00% | 45,00% |
| Windpark Kreekraksluis Holding BV | Kreekraksluis | s-Gravenhaege, Nederland |
63.129.337 | 43,65% | 0,00% |
Een overzicht van de contractuele verplichtingen of huidige intenties om financiële of andere steun te verlenen aan haar dochtervennootschappen en geassocieerde deelnemingen wordt verstrekt in note 22: Buitenbalansverplichtingen.
TINC ontvangt opbrengsten uit haar participaties hoofdzakelijk in de vorm van dividenden en interesten.
Sommige van de participaties kunnen worden onderworpen aan beperkingen op hun mogelijkheid om betalingen of uitkeringen te doen aan TINC, inclusief ten gevolge van restrictieve covenanten die vervat zitten in schuldovereenkomsten, beperkingen op het gebied van belastingen en vennootschapsrecht op de uitkering van dividenden of andere uitbetalingen, die ook vervat kunnen zitten in overeenkomsten met dergelijke andere partijen. Daarnaast kan elke verandering in de waarderingsregels, in de werkwijze of in de richtlijnen die relevant zijn voor TINC of voor diens participaties, de kasstromen naar TINC verminderen of vertragen.
Per 30 juni 2022 zijn de participaties van TINC niet onderworpen aan specifieke beperkingen inzake kasstromen aan TINC die het gevolg zijn van het niet voldoen aan bepaalde overeenkomsten.
TINC rapporteert de investeringsactiviteiten volgens vier segmenten. De managementrapportering volgt eveneens deze structuur conform de vereisten onder IFRS 8. Er is geen sprake van transacties tussen segmenten.
De vier segmenten betreffen:
Een overzicht van de evolutie van de reële waarde van de portefeuille per segment kan teruggevonden worden onder note 16.
| Periode eindigend op 30 juni 2022 (€) |
Publieke Infrastructuur |
Energie Infrastructuur |
Digitale Infrastructuur |
Selectief Vastgoed |
Business Services & General |
Totaal |
|---|---|---|---|---|---|---|
| Interesten | 5.885.257 | 2.610.085 | - | 127.231 | - | 8.622.572 |
| Dividenden | 2.426.254 | 2.422.580 | 325.000 | 6.066.006 | - | 11.239.840 |
| Meerwaarde op realisatie van investeringen | - | - | - | - | - | - |
| Niet-gerealiseerde opbrengsten/kosten uit financiële vaste activa |
3.928.629 | (1.389.820) | 4.671.415 | 2.849.161 | - | 10.059.386 |
| Vergoedingen | 140.378 | 212.996 | 37.500 | 130.931 | - | 521.806 |
| Portefeuilleresultaat: winst (verlies) | 12.380.518 | 3.855.841 | 5.033.915 | 9.173.329 | - | 30.443.603 |
| Diensten en diverse goederen | - | - | - | - | (4.709.641) | (4.709.641) |
| Afschrijvingen en waarderverminderingen | - | - | - | - | (3.663) | (3.663) |
| Overige operationele kosten | - | - | - | - | (144.455) | (144.455) |
| Operationeel resultaat: winst (verlies) | 12.380.518 | 3.855.841 | 5.033.915 | 9.173.329 | (4.857.760) | 25.585.843 |
| Financieel resultaat | - | - | - | - | 20.133 | 20.133 |
| Belastingen | - | - | - | - | (632.465) | (632.465) |
| Nettoresultaat van het jaar: winst (verlies) | 12.380.518 | 3.855.841 | 5.033.915 | 9.173.329 | (5.470.091) | 24.973.512 |
| Activa en verplichtingen | ||||||
| Activa | 133.043.372 | 117.116.299 | 86.580.631 | 78.696.298 | 49.202.793 | 464.639.394 |
| Passiva | - | - | - | - | 464.639.394 | 464.639.394 |
| Overige segmentinformatie | ||||||
| Kasstromen | 11.803.671 | 17.753.372 | 87.500 | 6.203.928 | - | 35.848.472 |
|---|---|---|---|---|---|---|
| Kas-inkomsten | 8.822.195 | 5.232.718 | 37.500 | 6.203.928 | - | 20.296.340 |
| Terugbetalingen | 2.981.476 | 12.520.655 | 50.000 | - | - | 15.552.131 |
| Periode eindigend op 30 juni 2021 (€) |
Publieke Infrastructuur |
Energie Infrastructuur |
Digitale Infrastructuur |
Selectief Vastgoed |
Business Services & General |
Totaal |
|---|---|---|---|---|---|---|
| Interesten | 5.930.013 | 2.888.493 | - | 127.231 | - | 8.945.736 |
| Dividenden | 4.333.161 | 3.459.579 | 325.000 | 6.437.285 | - | 14.555.026 |
| Meerwaarde op realisatie van investeringen | - | - | - | - | - | - |
| Niet-gerealiseerde opbrengsten/kosten uit financiële vaste activa |
4.943.104 | 2.622.196 | 4.485.705 | 406.198 | - | 12.457.202 |
| Vergoedingen | 140.696 | 211.825 | 37.500 | 130.931 | - | 520.953 |
| Portefeuilleresultaat: winst (verlies) | 15.346.974 | 9.182.094 | 4.848.205 | 7.101.645 | - | 36.478.917 |
| Diensten en diverse goederen | - | - | - | - | (4.406.974) | (4.406.974) |
| Afschrijvingen en waarderverminderingen | - | - | - | - | (1.933) | (1.933) |
| Overige operationele kosten | - | - | - | - | (85.778) | (85.778) |
| Operationeel resultaat: winst (verlies) | 15.346.974 | 9.182.094 | 4.848.205 | 7.101.645 | (4.494.684) | 31.984.233 |
| Financieel resultaat | - | - | - | - | 110.366 | 110.366 |
| Belastingen | - | - | - | - | (1.023.222) | (1.023.222) |
| Nettoresultaat van het jaar: winst (verlies) | 15.346.974 | 9.182.094 | 4.848.205 | 7.101.645 | (5.407.541) | 31.071.376 |
| Activa en verplichtingen | ||||||
| Activa | 131.966.105 | 117.024.839 | 76.434.215 | 71.464.397 | 61.860.756 | 458.750.312 |
| Passiva | - | - | - | - | 458.750.312 | 458.750.312 |
| Overige segmentinformatie | |
|---|---|
| Kasstromen | 10.579.084 | 10.150.205 | 360.000 | 6.688.456 | - | 27.777.746 |
|---|---|---|---|---|---|---|
| Kas-inkomsten | 9.987.623 | 6.439.334 | 360.000 | 6.688.456 | - | 23.475.412 |
| Terugbetalingen | 591.461 | 3.710.872 | - | - | - | 4.302.333 |
| (€) | België | Nederland | Ierland | Totaal |
|---|---|---|---|---|
| Interesten | 6.842.680 | 1.779.892 | - | 8.622.572 |
| Dividenden | 7.194.536 | 4.045.304 | - | 11.239.840 |
| Meerwaarde op realisatie van investeringen | - | - | - | - |
| Niet-gerealiseerde opbrengsten/kosten uit financiële vaste activa |
1.857.712 | 8.177.691 | 23.983 | 10.059.386 |
| Vergoedingen | 385.151 | 112.608 | 24.047 | 521.806 |
| Portefeuilleresultaat: winst (verlies) | 16.280.079 | 14.115.494 | 48.029 | 30.443.603 |
| Diensten en diverse goederen | (4.709.641) | - | - | (4.709.641) |
| Afschrijvingen en waarderverminderingen | (3.663) | - | - | (3.663) |
| Overige operationele kosten | (144.455) | - | - | (144.455) |
| Operationeel resultaat: winst (verlies) | 11.422.320 | 14.115.494 | 48.029 | 25.585.843 |
| Financieel resultaat | 20.133 | - | - | 20.133 |
| Belastingen | (632.465) | - | - | (632.465) |
| Nettoresultaat van het jaar: winst (verlies) | 10.809.988 | 14.115.494 | 48.029 | 24.973.512 |
| Activa en verplichtingen | ||||
|---|---|---|---|---|
| Activa | 307.238.246 | 143.594.696 | 13.806.451 | 464.639.394 |
| Passiva | 464.639.394 | - | - | 464.639.394 |
| Kasstromen | 29.836.966 | 5.989.564 | 21.941 | 35.848.472 |
|---|---|---|---|---|
| Kas-inkomsten | 14.284.835 | 5.989.564 | 21.941 | 20.296.340 |
| Terugbetalingen | 15.552.131 | - | - | 15.552.131 |
| (€) | België | Nederland | Ierland | Totaal |
|---|---|---|---|---|
| Interesten | 7.175.110 | 1.770.626 | - | 8.945.736 |
| Dividenden | 11.726.485 | 2.493.941 | 334.600 | 14.555.026 |
| Meerwaarde op realisatie van investeringen | - | - | - | - |
| Niet-gerealiseerde opbrengsten/kosten uit financiële vaste activa |
6.478.315 | 8.038.000 | (2.059.113) | 12.457.202 |
| Vergoedingen | 384.859 | 112.673 | 23.421 | 520.953 |
| Portefeuilleresultaat: winst (verlies) | 25.764.769 | 12.415.240 | (1.701.092) | 36.478.917 |
| Diensten en diverse goederen | (4.406.974) | - | - | (4.406.974) |
| Afschrijvingen en waarderverminderingen | (1.933) | - | - | (1.933) |
| Overige operationele kosten | (85.778) | - | - | (85.778) |
| Operationeel resultaat: winst (verlies) | 21.270.085 | 12.415.240 | (1.701.092) | 31.984.233 |
| Financieel resultaat | 110.366 | - | - | 110.366 |
| Belastingen | (1.023.222) | - | - | (1.023.222) |
| Nettoresultaat van het jaar: winst (verlies) | 20.357.228 | 12.415.240 | (1.701.092) | 31.071.376 |
| Activa en verplichtingen | ||||
|---|---|---|---|---|
| Activa | 312.478.095 | 132.492.275 | 13.779.942 | 458.750.312 |
| Passiva | 458.750.312 | - | - | 458.750.312 |
| Kasstromen | 23.222.828 | 4.199.114 | 355.804 | 27.777.746 |
|---|---|---|---|---|
| Kas-inkomsten | 18.920.494 | 4.199.114 | 355.804 | 23.475.412 |
| Terugbetalingen | 4.302.333 | - | - | 4.302.333 |
| Boekjaar eindigend op: (€) |
Notes | 30 juni 2022 12 maanden |
30 juni 2021 12 maanden |
|---|---|---|---|
| Interesten | 1 | 8.622.572 | 8.945.736 |
| Dividenden | 1 | 11.239.840 | 14.555.026 |
| Vergoedingen | 1 | 521.806 | 520.953 |
| TOTAAL | 20.384.217 | 24.021.715 |
De som van de interesten, dividenden en vergoedingen vertonen over het afgelopen boekjaar een daling van € 3.637.498 ten opzichte van het boekjaar eindigend op 30 juni 2021.
De dividenden daalden met € 3.315.186 ten opzichte van het vorige boekjaar maar liggen in lijn met de verwachtingen. Vorig jaar ontving TINC hogere dividenden uit een aantal van haar participaties.
Opbrengsten uit interesten omvatten (i) gekapitaliseerde interesten die opgenomen zijn in de reële waarde van de participaties en (ii) interesten, ofwel ontvangen in cash, ofwel voorzien om kort na het einde van het afgelopen boekjaar te worden ontvangen in cash. De interesten daalden met € 323.164 ten opzichte van het vorige boekjaar. Deze daling is het gevolg van een lager totaal uitstaand bedrag aan leningen, zowel aandeelhoudersleningen als achtergestelde leningen.
De rubriek vergoedingen bestaat uit vergoedingen uit participaties waaronder mandaatvergoedingen of vergoedingen in het kader van transacties. Over het afgelopen boekjaar bedroegen de vergoedingen € 521.806. Dit ligt in lijn met het vorige boekjaar.
Niet-gerealiseerde resultaten uit financiële vaste activa gewaardeerd aan reële waarde met verwerking van de waardeverandering in de resultatenrekening
| Boekjaar eindigend op: (€) |
Notes | 30 juni 2022 12 maanden |
30 juni 2021 12 maanden |
|---|---|---|---|
| Niet-gerealiseerde opbrengsten uit financiële vaste activa |
1 | 19.435.515 | 15.979.274 |
| Niet-gerealiseerde kosten uit financiële vaste activa |
1 | (9.376.128) | (3.522.072) |
| TOTAAL | 10.059.386 | 12.457.202 |
Het netto niet-gerealiseerde resultaat (niet-gerealiseerde opbrengsten minus niet-gerealiseerde kosten) bedroeg € 10.059.386 voor het afgelopen boekjaar.
De netto niet-gerealiseerde toename van de reële waarde van € 10.059.386 over het afgelopen boekjaar bestaat uit € 19.435.515 niet-gerealiseerde opbrengsten en € 9.376.128 niet-gerealiseerde kosten. Dit bedrag is het resultaat van een actualisatie van de verdisconteringsvoeten en van de generieke en specifieke assumpties onderliggend aan de door TINC verwachte kasstromen uit de participaties, en van de wijziging van de tijdswaarde van deze kasstromen.
In het afgelopen boekjaar steeg aldus de reële waarde van de investeringsportefeuille met € 10.059.386 zonder rekening te houden met de investeringen en met de terugbetalingen uit participaties.
De kosten van diensten en diverse goederen stegen met € 302.668 in vergelijking met het vorige boekjaar.
| Boekjaar eindigend op: (€) |
Notes | 30 juni 2022 12 maanden |
30 juni 2021 12 maanden |
|---|---|---|---|
| Managementvergoedingen | (4.195.827) | (4.211.505) | |
| Andere operationele kosten | (513.815) | (195.468) | |
| TOTAAL | 1 | (4.709.641) | (4.406.974) |
De kosten over het afgelopen boekjaar omvatten het volgende:
| Boekjaar eindigend op: (€) |
Notes | 30 juni 2022 12 maanden |
30 juni 2021 12 maanden |
|---|---|---|---|
| Belastingen en bedrijfskosten | 1 | (144.455) | (85.778) |
| TOTAAL | (144.455) | (85.778) |
De andere bedrijfskosten bedragen € 144.455 en omvatten voornamelijk niet-aftrekbare BTW voor een bedrag van € 139.663.
De kostenratio voor het huidige boekjaar bedraagt 1,05%.
| Boekjaar eindigend op: (€) |
Notes | 30 juni 2021 12 maanden |
|
|---|---|---|---|
| Financiële opbrengsten | 1 | 196.020 | 200.742 |
| Financiële kosten | 1 | (175.887) | (90.376) |
| TOTAAL | 20.133 | 110.366 |
Het financiële resultaat is met € 90.233 gedaald in vergelijking met het vorige boekjaar.
Financiële opbrengsten van het afgelopen boekjaar betreffen onder meer financiële diensten aan participaties. De financiële opbrengsten daalden met € 4.722 ten opzichte van het vorige boekjaar.
De financiële kosten stegen met € 85.511. Deze kosten omvatten interesten op kredieten en leningen, kosten ten gevolge van negatieve interesten op cashbalansen en andere bankkosten.
| Periode eindigend op: (€) |
Notes | 30 juni 2022 12 maanden |
30 juni 2021 12 maanden |
|---|---|---|---|
| Resultaat voor belasting, winst (verlies) | 25.605.977 | 32.094.599 | |
| Niet-gerealiseerde opbrengsten / kosten uit financiële vaste activa | (10.059.386) | (12.457.202) | |
| Afschrijvingen en waardeverminderingen, oprichtingskosten, IMVA en MAV | (1.212.498) | (1.440.812) | |
| Resultaat voor belasting BGAAP | 14.334.093 | 18.196.584 | |
| Verworpen uitgaven | 1.000 | 37 | |
| belastbare moratoriuminteresten | 24.070 | - | |
| Definitief belaste inkomsten en vrijgestelde roerende inkomsten | (10.931.090) | (14.103.732) | |
| Notionele interestaftrek (NIA) | - | - | |
| Compensatie belastingsverliezen uit het verleden | (1.797.298) | (3.165.023) | |
| Belastbare basis tegen het normaal tarief | 1.630.777 | 927.867 | |
| Van toepassing zijnde belastingtarief | 25,00% | 25,00% | |
| Volgens het lokaal statutair winstbelastingstarief | 407.694 | 231.967 | |
| Vermeerdering voor onvoldoende voorafbetaling | 7.402 | - | |
| Waardering uitgestelde belasting | - | 449.324 | |
| Aanwending uitgestelde belastingen | 449.324 | 791.256 | |
| Herwaardering fiscaal verrekenbare verliezen | - | - | |
| Afname uitgestelde belastingsvordering | 449.324 | 791.256 | |
| Belastingen | 1 | 864.420 | 1.023.223 |
| Effectieve belastingsvoet | 3,38% | 3,19% |
| Periode eindigend op: (€) |
Notes | 30 juni 2022 12 maanden |
30 juni 2021 12 maanden |
|---|---|---|---|
| Winstbelasting | |||
| Winstbelasting van het huidige jaar | 415.096 | 231.967 | |
| Aanpassing aan de winstbelasting van een voorgaand jaar |
(231.955) | - | |
| Uitgestelde belasting | |||
| Betrekking hebbende op tijdelijke verschillen | - | - | |
| Actieve belastinglatentie op fiscaal overdraag bare verliezen |
449.324 | 791.256 | |
| Belastingen | 632.465 | 1.023.223 |
| Periode eindigend op: (€) |
Notes | 30 juni 2022 12 maanden |
30 juni 2021 12 maanden |
|---|---|---|---|
| Fiscaal verlies per begin boekjaar | 1.797.297 | 4.962.320 | |
| Mutatie van het jaar | (1.797.298) | (3.165.023) | |
| Mutatie van het jaar - correctie | - | - | |
| Fiscaal verlies per einde boekjaar | - | 1.797.297 |
| Periode eindigend op: (€) |
Notes | 30 juni 2022 12 maanden |
30 juni 2021 12 maanden |
|---|---|---|---|
| Beginsaldo (per 1 juli) | 1.162.879 | 2.314.338 | |
| Erkend als belasting in de huidige periode | (449.324) | (791.256) | |
| Aanpassing in het eigen vermogen | (303.125) | (360.203) | |
| Eindsaldo (per 30 juni) | 2 | 410.430 | 1.162.879 |
Momenteel zijn een deel van de inkomsten van TINC fiscaal vrijgestelde opbrengsten:
Een uitgestelde belastingvordering is in boekjaar 2017-2018 opgenomen voor fiscale verliezen en fiscaal verrekenbare tegoeden in zoverre het waarschijnlijk is dat er toekomstige fiscale winst beschikbaar zal zijn waarmee de fiscale verliezen en fiscaal verrekenbare tegoeden kunnen worden verrekend. Het bedrag van de uitgestelde belastingvordering gerelateerd aan de overgedragen fiscale verliezen bedraagt per einde boekjaar € 0, aangezien het resterende bedrag ten belope van € 449.324 volledig werd verrekend.
| Boekjaar eindigend op: (€) |
Notes | 30 juni 2022 12 maanden |
30 juni 2021 12 maanden |
|---|---|---|---|
| Nettowinst toe te rekenen aan gewone aandelen |
1 | 24.973.512 | 31.071.376 |
| Gewogen gemiddeld aantal gewone aandelen (exclusief ingekochte eigen aandelen) voor gewone winst per aandeel |
36.363.637 | 36.363.637 | |
| Verwateringseffect | - | - | |
| Aandelenopties | - | - | |
| Aflosbare preferente aandelen | - | - | |
| Gewogen gemiddeld aantal gewone aandelen (exclusief ingekochte eigen aandelen) gecorrigeerd voor het verwateringseffect |
36.363.637 | 36.363.637 | |
| Winst per aandeel | 0,69 | 0,85 | |
| Winst per aandeel, rekening houdend met het verwateringseffect |
0,69 | 0,85 |
| Boekjaar eindigend op: (€) |
Notes | 30 juni 2022 12 maanden |
30 juni 2021 12 maanden |
|---|---|---|---|
| Betaalde uitkering | 1 | ||
| Slotuitkering: (totale waarde) | 18.909.091 | 18.545.455 | |
| Slotuitkering: (waarde per aandeel) | 0,5200 | 0,5100 | |
| Voorgestelde uitkering | |||
| Uitkering: totale waarde | 19.636.364 | 18.909.091 | |
| Uitkering: waarde per aandeel | 0,54 | 0,52 | |
| Kapitaalvermindering | 0,4500 | 0,4500 | |
| Dividend | 0,0900 | 0,0700 |
Aan de aandeelhouders zal in oktober 2022 een uitkering voorgesteld worden ten belope van € 0,54 per aandeel. De voorgestelde uitkering neemt de vorm aan van een combinatie van een dividend en een kapitaalvermindering. Het voorgestelde bedrag van het dividend zal gelijk zijn aan € 0,09 per aandeel (of 16,7% van de uitkering), dat van de kapitaalvermindering aan € 0,45 per aandeel (of 83,3% van het totale uitgekeerde bedrag). De kapitaalvermindering behoeft een beslissing van de buitengewone algemene vergadering met een quorum en bijzondere meerderheid.
De totale uitkering bedraagt € 19.636.364, bestaande uit een dividend van € 3.272.727 en een kapitaalvermindering van € 16.363.637.
De reële waarde of Fair Value ('FV') van de investeringsportefeuille is als volgt geëvolueerd tussen begin en einde van het afgelopen boekjaar:
| Boekjaar eindigend op: (€) |
30 juni 2022 12 maanden |
30 juni 2021 12 maanden |
|---|---|---|
| Openingsbalans | 396.889.556 | 340.316.550 |
| + Investeringen | 23.951.493 | 47.871.458 |
| - Terugbetalingen uit investeringen (-) | (15.552.131) | (4.302.333) |
| +/- Netto niet-gerealiseerde winsten/(verliezen) | 10.059.386 | 12.457.202 |
| +/- Korte termijn vorderingen | 88.299 | 546.679 |
| Eindbalans* | 415.436.602 | 396.889.556 |
| Wijziging in reële waarde verwerkt in de resultaten rekening gedurende het boekjaar |
10.059.386 | 12.457.202 |
* Inclusief aandeelhoudersleningen voor een nominaal uitstaand bedrag van: € 88.278.088 (30/06/2022) en € 96.310.366 (30/06/2021).
Op 30 juni 2022 bedroeg de FV van de portefeuille € 415.436.602.
Tijdens het afgelopen boekjaar werd € 23.951.493 geïnvesteerd in bestaande en nieuwe participaties: Storm, Zelfstroom, Sunroof, Prinses Beatrixsluis, Datacenter United, Garagepark en Réseau Abilis.
Over het afgelopen boekjaar ontving TINC € 15.552.131 in het kader van terugbetalingen van het geïnvesteerde kapitaal van volgende participaties: Nobelwind, Northwind, Solar Finance, Storm, Lowtide/Hightide, Via R4 Gent, Via A11 en L'Hourgnette, Project Brabo I, Sunroof en Berlare Wind.
De netto niet-gerealiseerde toename van de reële waarde van € 10.059.386 over het afgelopen boekjaar bestaat uit € 19.435.515 niet-gerealiseerde opbrengsten en € 9.376.128 niet-gerealiseerde kosten.
Het resterende bedrag van € 88.299 betreft een toename van het uitstaande bedrag aan inkomsten uit de portefeuille die reeds verworven waren op het einde van de verslagperiode maar nog niet werden ontvangen.
TINC hanteert de volgende hiërarchie bij het bepalen en vermelden van de reële marktwaarde van financiële instrumenten, per gebruikte waarderingsmethode.
| 30 juni 2022 | ||||
|---|---|---|---|---|
| Niveau 1 | Niveau 2 | Niveau 3 | Totaal | |
| Investeringsportefeuille | - | - | 415.436.602 | 415.436.602 |
| 30 juni 2021 | ||||
| Niveau 1 | Niveau 2 | Niveau 3 | Totaal | |
| Investeringsportefeuille | - | - | 396.889.556 | 396.889.556 |
Alle participaties van TINC worden geclassificeerd als activa van niveau 3 in de hiërarchie van de reële waarde. Alle participaties, met uitzondering van Sociale Huisvesting Ierland, Zelfstroom en Garagepark worden gewaardeerd volgens een verdisconteerd cash flow model, waarbij de verwachte toekomstige kasstromen van de participaties die ten goede komen aan TINC, verdisconteerd worden aan een marktconforme verdisconteringsvoet. Deze waarderingstechniek werd consistent gebruikt voor alle investeringen. Voor Sociale Huisvesting Ierland, Zelfstroom en Garagepark wordt de transactieprijs beschouwd als de reële waarde.
Geprojecteerde toekomstige kasstromen voor elke participatie worden gegenereerd via gedetailleerde project-specifieke financiële modellen. De verwachte kasstromen zijn vaak duurzaam en gebaseerd op langetermijncontracten, een gereguleerd kader, en/of de strategische positie van de infrastructuur. De verwachte kasstromen zijn gedeeltelijk gebaseerd op inschattingen van het management, die betrekking hebben op zowel algemene veronderstellingen toepasbaar op alle participaties als op specifieke veronderstellingen die van toepassing zijn voor één enkele participatie of een beperkte groep participaties.
TINC definieert de volgende categorieën van investeringen:
Het verdienmodel van Publieke Infrastructuur participaties is gebaseerd op beschikbaarheid. Het verdienmodel van Energie Infrastructuur participaties is gebaseerd op productievolumes, toepasselijke steunmaatregelingen en elektriciteitsprijzen in de markt. Leningen aan energiebedrijven, die productie- en prijs gerelateerde inkomsten hebben, ondervinden minder impact van veranderingen in inkomsten dankzij de buffer van het eigen vermogen. Het verdienmodel van Digitale Infrastructuur en Selectief Vastgoed gerelateerde participaties zijn hoofdzakelijk vraag-gerelateerd en hebben elk afzonderlijk een specifiek business model. Deze zijn toegelicht in de hoofstukken over de betreffende segmenten.
Bij Publieke Infrastructuur participaties wordt uitgegaan van de concrete projectduur die gewoonlijk 20 tot 35 jaar bedraagt. Na het verstrijken van de projectduur wordt de infrastructuur overgedragen aan de concessieverlener(s)/publieke partner(s).
Voor Energie Infrastructuur participaties wordt doorgaans een levensduur
van 20 tot 25 jaar gehanteerd. Dat komt overeen met de gemiddelde looptijd van gebruiksrechten met betrekking tot de grond waarop de infrastructuur is opgetrokken en/of met de technische levensduur van de installaties. Na het verstrijken van deze termijn wordt de energie-infrastructuur verwijderd of gaat ze over naar de grondeigenaar(s).
Voor de Digitale infrastructuur en Selectief Vastgoed gerelateerde participaties wordt telkens een infrastructuur-specifieke looptijd gehanteerd. Voor de waardering wordt een resterende levensduur van minimum 15 jaar weerhouden, waarbij er op het einde van de levensduur geen, of slechts in beperkte mate, rekening wordt gehouden met een restwaarde.
De berekening van de reële marktwaarde van de participaties van TINC is gebaseerd op de volgende belangrijke 'niet-waarneembare inputs' op portefeuilleniveau:
De verwachte toekomstige kasstromen naar TINC zijn kasstromen na betaling van alle operationele kosten en schuldverplichtingen op de onderliggende participaties. Schuldverplichtingen worden typisch vastgelegd voor de ganse looptijd van de onderliggende infrastructuur zonder herfinancieringsrisico. De interest op de schuldverplichtingen wordt, via indekking, typisch vastgelegd voor de ganse looptijd van de financiering, om te vermijden dat toekomstige kasstromen voor TINC aangetast zouden worden door stijgende rentevoeten.
De verschillende soorten participaties genereren kasstromen over verschillende tijdsperiodes en geven zo de typische levensduur van de onderliggende infrastructuur weer.
Participaties in Publieke Infrastructuur hebben een levensduur tussen 20 en 35 jaar. De sterke stijging van de verwachte kasstromen (zie grafiek verder) op het einde van de levensduur is het resultaat van beperkingen opgelegd door de verschaffers van vreemd vermogen, waardoor kas-uitkeringen vanuit de participaties aan de aandeelhouders zijn achtergesteld aan alle andere kasstromen binnen de participaties. Na terugbetaling van de schuldfinanciering, komen de beschikbare kasmiddelen ten volle toe aan de aandeelhouders.
Participaties in Energie Infrastructuur hebben typisch een levensduur van 20 tot 25 jaar, wat de dalende trend in de kasstromen vanaf 2033 verklaart (zie grafiek verder), aangezien vanaf dat moment sommige participaties op het einde van hun veronderstelde levensduur komen.
Participaties in Digitale Infrastructuur en Selectief Vastgoed hebben een levensduur van minstens 15 jaar. De schuldenlasten hebben een kortere looptijd dan de levensduur van de onderliggende infrastructuur.
Over het afgelopen boekjaar heeft TINC € 35.848.472 aan kasstromen ontvangen in de vorm van dividenden, interesten, vergoedingen en terugbetaling van kapitaal. Deze kasstromen onderbouwen het uitkeringsbeleid van TINC.
De portefeuille van TINC heeft een positieve inflatiecorrelatie van ongeveer 0,4x. Dit betekent dat het rendement van de portefeuille met ongeveer 0,4 procentpunt toeneemt bij toepassing van een inflatievoet die 1 procentpunt hoger is dan de basis inflatieassumptie die voor waarderingsdoeleinden wordt gehanteerd.
De grafieken hieronder geven een indicatief overzicht van de som van de kasstromen die TINC verwacht te ontvangen over de segmenten Publieke Infrastructuur en Energie Infrastructuur over de verwachte eindige levensduur 35
van de infrastructuur, berekend op 30 juni 2022 en 30 juni 2021. Deze grafieken houden geen rekening met gecontracteerde buitenbalans investeringstoezeggingen ten aanzien van zowel bestaande participaties als gecontracteerde nieuwe participaties, noch met enig andere mogelijke nieuwe bijkomende investering. INDICATIEVE JAARLIJKSE KAS-ONTVANGSTEN PER SOORT INFRASTRUCTUUR
De geschatte toekomstige kasstromen voor elke participatie vloeien voort uit gedetailleerde en project-specifieke financiële modellen. De verwachte kasstromen zijn gebaseerd op langetermijncontracten, een gereguleerde omgeving en/of een strategische positie.
Bij het bepalen van de geschatte toekomstige kasstromen in functie van de waardering van de participaties worden onder andere volgende assumpties gebruikt:
De onderstaande grafiek geeft de verwachte elektriciteitsprijzen weer berekend als het gewogen gemiddelde op basis van de productie capaciteit van de huidige portefeuille, zoals gebruikt als assumptie voor de waarderingen van 30 juni 2022 en van 30 juni 2021.
Verder wordt er rekening gehouden met een 'balancing discount' van 20%, hoger dan de 15% die voordien werd toegepast, en dit omwille van de evolutie die in de markt wordt vastgesteld. De balancing discount is een korting die de koper van elektriciteit uit hernieuwbare energie in mindering brengt van de marktelektriciteitsprijs. Deze korting is onder meer gerelateerd aan de onzekere hoeveelheid wind en zon op elk ogenblik en aldus de onzekere hoeveelheid elektriciteit die er op elk ogenblik wordt geproduceerd. De koper dient ervoor te zorgen dat het elektriciteitsnetwerk op elk ogenblik 'gebalanceerd' of in evenwicht blijft.
Bovenop de verkoopprijs van de stroomproductie kunnen de producenten van hernieuwbare energie ook genieten van steunmaatregelen in Vlaanderen, Nederland en Ierland. De steun uit zich in groenestroomcertificaten (Vlaanderen), inkomsten van SDE-subsidieregimes (Nederland) of in een gegarandeerde REFIT-prijs (Ierland):
variëren de verwachte prijzen van € 90 tot € 93 per groenestroomcertificaat gebaseerd op de minimale garanties, met een gewogen gemiddelde van € 92 gewogen naar capaciteit.
De verdisconteringsvoet wordt gebruikt voor de verdiscontering van de verwachte toekomstige kasstromen om de reële marktwaarde van de participaties te berekenen. Deze verdisconteringsvoet weerspiegelt het risico dat inherent is aan het investeringsinstrument, het investeringsbelang, de fase in de levenscyclus van de infrastructuur en andere relevante risicofactoren. Bij de bepaling van de verdisconteringsvoet kunnen recente transacties tussen marktdeelnemers een indicatie geven voor de marktconformiteit.
Op 30 juni 2022 bedraagt de gewogen gemiddelde verdisconteringsvoet van de portefeuille 7,81% (7,59% op 30 juni 2021).
De interesse in kwaliteitsvolle infrastructuur in de markt blijft hoog, waardoor de verdisconteringsvoeten in het algemeen niet zijn gestegen ondanks de gestegen marktrentes. De toepasselijke verdisconteringsvoet voor de participaties in zonnestroomprojecten in Vlaanderen werd verhoogd naar aanleiding van het wetgevend initiatief van de Vlaamse Regering om de steunmaatregelen voor welbepaalde zonnestroominstallaties sterk af te bouwen. Afhankelijk van of dit initiatief finaal wet wordt en, in voorkomend geval, van de exacte uitvoeringsmodaliteiten, kunnen er positieve of negatieve waarderingsaanpassingen aan de betreffende participaties (Solar Finance, Lowtide en Sunroof) plaatsvinden. Op het einde van het boekjaar bedraagt de reële waarde van deze participaties € 20.595.342.
| Periode eindigend op: | 30 juni 2022 | 30 juni 2021 |
|---|---|---|
| Publieke Infrastructuur | 7,00% | 7,00% |
| Energie Infrastructuur | 8,35% | 7,29% |
| Digitale Infrastructuur | 8,68% | 8,69% |
| Selectief Vastgoed | 7,57% | 8,02% |
| Gewogen gemiddelde verdisconteringsvoet | 7,81% | 7,59% |
De onderstaande tabellen tonen de reële waarde (FV) van de portefeuille ingedeeld volgens soort infrastructuur op 30 juni 2022 en op 30 juni 2021.
| FV op 30 juni 2022 (€) |
Publieke Infrastructuur |
Energie Infrastructuur |
Digitale Infrastructuur |
Selectief Vastgoed |
Totaal |
|---|---|---|---|---|---|
| Investeringen in Eigen Vermogen* | 133.043.372 | 109.668.448 | 86.580.633 | 78.696.298 | 407.988.752 |
| Gewogen gemiddelde verdisconteringsvoet | 7,00% | 8,41% | 8,68% | 7,57% | 7,82% |
| Investeringen in Leningen | - | 7.447.851 | - | - | 7.447.851 |
| Gewogen gemiddelde verdisconteringsvoet | - | 6,87% | - | - | 6,87% |
| Reële waarde met verwerking van waardeveranderin gen in de winst- en verliesrekening |
133.043.372 | 117.116.299 | 86.580.633 | 78.696.298 | 415.436.602 |
| Gewogen gemiddelde verdisconteringsvoet | 7,00% | 8,35% | 8,68% | 7,57% | 7,81% |
| * Inclusief aandeelhoudersleningen voor een nominaal uitstaand bedrag van: |
67.066.840 | 18.902.934 | 338.750 | 1.969.563 | 88.278.088 |
| Nominaal uitstaand bedrag Leningen: | - | 7.349.587 | - | - | - |
| FV op 30 juni 2021 (€) |
Publieke Infrastructuur |
Energie Infrastructuur |
Digitale Infrastructuur |
Selectief Vastgoed |
Totaal |
|---|---|---|---|---|---|
| Investeringen in Eigen Vermogen* | 131.966.105 | 108.595.381 | 76.434.215 | 71.464.397 | 316.995.701 |
| Gewogen gemiddelde verdisconteringsvoet | 7,00% | 7,30% | 8,69% | 8,02% | 7,48% |
| Investeringen in Leningen | - | 8.429.457 | - | - | 8.429.457 |
| Gewogen gemiddelde verdisconteringsvoet | - | 6,88% | - | - | 6,88% |
| Reële waarde met verwerking van waardeveranderin gen in de winst- en verliesrekening |
131.966.105 | 117.024.839 | 76.434.215 | 71.464.397 | 396.889.556 |
| Gewogen gemiddelde verdisconteringsvoet | 7,00% | 7,29% | 8,69% | 8,02% | 7,59% |
| * Inclusief aandeelhoudersleningen voor een nominaal uitstaand bedrag van: |
70.134.867 | 24.912.425 | 13.750 | 1.849.324 | 96.910.366 |
| Nominaal uitstaand bedrag Leningen: | - | 8.318.092 | - | - | - |
De onderstaande tabellen geven de evolutie weer van de reële waarde van de portefeuille over de afgelopen verslagperiodes per soort infrastructuur en per investeringsinstrument:
| Evolutie FV 30 juni 2022 (€) |
Publieke Infrastructuur |
Energie Infrastructuur |
Digitale Infrastructuur |
Selectief Vastgoed |
Totaal |
|---|---|---|---|---|---|
| Investeringen in Eigen Vermogen | |||||
| Beginsaldo (30/06/2021) | 131.966.105 | 108.595.381 | 76.434.215 | 71.464.397 | 388.460.098 |
| + Investeringen* | 500.000 | 13.988.992 | 5.200.001 | 4.262.500 | 23.951.493 |
| - Terugbetalingen | (2.981.476) | (11.665.316) | (50.000) | - | (14.696.792) |
| +/- Niet-gerealiseerde waardeschommelingen | 3.928.629 | (1.376.718) | 4.671.415 | 2.849.161 | 10.072.487 |
| +/- Overige | (369.885) | 126.109 | 325.000 | 120.241 | 201.465 |
| Eindsaldo (30/06/2022) | 133.043.372 | 109.668.448 | 86.580.631 | 78.696.300 | 407.988.751 |
| Investeringen in Leningen | |||||
| Beginsaldo (30/06/2021) | - | 8.429.458 | - | - | 8.429.458 |
| + Investeringen* | - | - | - | - | - |
| - Terugbetalingen | - | (855.339) | - | - | (855.339) |
| +/- Niet-gerealiseerde waardeschommelingen | - | (13.102) | - | - | (13.102) |
| +/- Overige | - | (113.166) | - | - | (113.166) |
| Eindsaldo (30/06/2022) | - | 7.447.851 | - | - | 7.447.851 |
| Portefeuille | |||||
| Beginsaldo (30/06/2021) | 131.966.105 | 117.024.839 | 76.434.215 | 71.464.397 | 396.889.556 |
| + Investeringen* | 500.000 | 13.988.992 | 5.200.001 | 4.262.500 | 23.951.493 |
| - Terugbetalingen | (2.981.476) | (12.520.655) | (50.000) | - | (15.552.131) |
| +/- Niet-gerealiseerde waardeschommelingen | 3.928.629 | (1.389.820) | 4.671.415 | 2.849.161 | 10.059.386 |
| +/- Overige | (369.885) | 12.942 | 325.000 | 120.241 | 88.299 |
| Eindsaldo (30/06/2022) | 133.043.372 | 117.116.299 | 86.580.631 | 78.696.300 | 415.436.602 |
* Investeringen in het eigen vermogen: inclusief aandeelhoudersleningen.
| Evolutie FV 30 juni 2021 (€) |
Publieke Infrastructuur |
Energie Infrastructuur |
Digitale Infrastructuur |
Selectief Vastgoed |
Totaal |
|---|---|---|---|---|---|
| Investeringen in Eigen Vermogen | |||||
| Beginsaldo (30/06/2020) | 123.627.805 | 93.174.095 | 51.652.613 | 62.613.708 | 331.068.221 |
| + Investeringen* | 3.570.000 | 15.570.561 | 20.293.397 | 8.437.500 | 47.871.458 |
| - Terugbetalingen | (591.461) | (2.855.533) | - | - | (3.446.994) |
| +/- Niet-gerealiseerde waardeschommelingen | 4.943.103 | 2.635.304 | 4.485.705 | 406.198 | 12.470.309 |
| +/- Overige | 416.659 | 70.955 | 2.500 | 6.992 | 497.105 |
| Eindsaldo (30/06/2021) | 131.966.105 | 108.595.381 | 76.434.215 | 71.464.397 | 388.460.098 |
| Investeringen in Leningen | |||||
| Beginsaldo (30/06/2020) | - | 9.248.330 | - | - | 9.248.330 |
| + Investeringen* | - | - | - | - | - |
| - Terugbetalingen | - | (855.339) | - | - | (855.339) |
| +/- Niet-gerealiseerde waardeschommelingen | - | (13.102) | - | - | (13.102) |
| +/- Overige | - | 49.568 | - | - | 49.568 |
| Eindsaldo (30/06/2021) | - | 8.429.457 | - | - | 8.429.457 |
| Portefeuille | |||||
| Beginsaldo (30/06/2020) | 123.627.805 | 102.422.424 | 51.652.613 | 62.613.708 | 340.316.550 |
| + Investeringen* | 3.570.000 | 15.570.561 | 20.293.397 | 8.437.500 | 47.871.458 |
| - Terugbetalingen | (591.461) | (3.710.872) | - | - | (4.302.333) |
| +/- Niet-gerealiseerde waardeschommelingen | 4.943.103 | 2.622.202 | 4.485.705 | 406.198 | 12.457.202 |
| +/- Overige | 416.659 | 120.523 | 2.500 | 6.992 | 546.679 |
| Eindsaldo (30/06/2021) | 131.966.105 | 117.024.839 | 76.434.215 | 71.464.397 | 396.889.556 |
* Investeringen in het eigen vermogen: inclusief aandeelhoudersleningen.
Tijdens het afgelopen boekjaar investeerde TINC in totaal voor een bedrag van € 23.951.493, en dit in bestaande participaties en nieuwe participaties (Storm, Zelfstroom, Sunroof, Prinses Beatrixsluis, Datacenter United, Garagepark en Réseau Abilis). Over diezelfde periode ontving TINC van haar participaties terugbetalingen (Nobelwind, Northwind, Solar Finance, Storm, Lowtide/Hightide, Via R4 Gent, Via A11, L'Hourgnette, Project Brabo I, Sunroof en Berlare Wind) voor een bedrag van € 15.552.131.
De reële waarde van de portefeuille is toegenomen met € 18.547.046 tot € 415.436.602, een stijging van 4,67% ten opzichte van 30 juni 2021. Deze stijging is het resultaat van investeringen voor een bedrag van € 23.951.493 enerzijds en terugbetalingen voor een bedrag van € 15.552.131 anderzijds. De portefeuille nam ook toe in waarde voor een bedrag van € 10.059.386. De stijging van de post 'Overige' met € 88.299 betreft een toename in de verworven inkomsten op het einde van de verslagperiode, die op dat moment nog niet zijn ontvangen.
De volgende grafiek toont de sensitiviteit van de reële waarde van de portefeuille voor veranderingen in de energieprijzen, energieproductie, inflatie en verdisconteringsvoet. Deze analyse geeft een beeld van de sensitiviteit van de reële waarde voor een bepaald criterium, terwijl alle andere variabelen gelijk blijven. Deze sensitiviteiten worden immers verondersteld onafhankelijk te zijn van elkaar. Gecombineerde sensitiviteiten worden hier niet weergegeven.
| Sensitiviteiten FV 30 juni 2022 | Publieke Infrastructuur |
Energie Infrastructuur |
Digitale Infrastructuur |
Selectief Vastgoed |
Totaal |
|---|---|---|---|---|---|
| Verdisconteringsvoet | |||||
| Verdisconteringsvoet: -0,5% | ▲ 7.267.326 | ▲ 3.250.167 | ▲ 4.391.230 | ▲ 4.167.714 | ▲ 19.076.437 |
| Verdisconteringsvoet: +0,5% | ▼ 6.687.110 | ▼ 3.050.594 | ▼ 4.054.837 | ▼ 3.869.508 | ▼ 17.662.049 |
| Inflatie | |||||
| Inflatie: -0,5% | ▼ 480.741 | ▲ 2.687.284 | ▼ 5.628.979 | ▼ 3.726.794 | ▼ 7.149.231 |
| Inflatie: +0,5% | ▲ 528.236 | ▼ 2.857.472 | ▲ 6.079.837 | ▲ 4.011.251 | ▲ 7.761.851 |
| Energieprijzen | |||||
| Energieprijzen: -10% | - | ▼ 3.946.543 | - | - | ▼ 3.946.543 |
| Energieprijzen: +10% | - | ▲ 12.371.252 | - | - | ▲ 12.371.252 |
| Energieproductie | |||||
| Energieproductie: -5% | - | ▼ 10.983.048 | - | - | ▼ 10.983.048 |
| Energieproductie: +5% | - | ▲ 11.037.851 | - | - | ▲ 11.037.851 |
| Looptijd | <1 jaar | 1 - 5 jaar | > 5 jaar | Totaal |
|---|---|---|---|---|
| 6.088.337 | 17.504.139 | 72.035.198 | 95.627.675 | |
| Toegepaste rentevoet | Variabele Rente | Vaste rente | Totaal | |
| - | 95.627.675 | 95.627.675 | ||
| Gewogen Gem rentevoet | 8,58% | 8,58% |
| Looptijd | <1 jaar | 1 - 5 jaar | > 5 jaar | Totaal |
|---|---|---|---|---|
| 5.092.980 | 18.087.252 | 82.159.592 | 105.339.824 | |
| Toegepaste rentevoet | Variabele Rente | Vaste rente | Totaal | |
| - | 105.339.824 | 105.339.824 | ||
| Gewogen Gem rentevoet | 8,63% | 8,63% |
Alle achtergestelde leningen die uitstaan op 30 juni 2022 zijn aan vaste rente. Ze bestaan zowel uit aandeelhoudersleningen als uit gewone leningen waarbij TINC niet deelneemt in het aandeelhouderschap.
De interestbetalingen en terugbetalingen in hoofdsom van achtergestelde leningen zijn meestal onderhevig aan voorwaarden opgelegd door de senior schuldfinanciers. De interestbetalingen op achtergestelde leningen vinden periodiek plaats. Indien de interest niet kan betaald worden, wordt deze gekapitaliseerd en aldus bijgeteld bij de hoofdsom. Terugbetalingen van aandeelhoudersleningen zijn typisch flexibel. Er is wel de verplichting om, indien van toepassing, de aandeelhouderslening terug te betalen vóór het einde van de verwachte levensduur van de infrastructuur. Terugbetalingen van achtergestelde leningen die geen aandeelhoudersleningen zijn, gebeuren volgens een vast periodiek terugbetalingsschema. Indien dit schema niet kan gevolgd worden, dienen achterstallige terugbetalingen zo snel mogelijk te gebeuren. De overeengekomen eindvervaldag van een dergelijke lening is typisch enkele jaren vroeger dan de verwachte levensduur van de infrastructuur in de vennootschap die deze lening heeft uitgegeven.
| Boekjaar eindigend op: (€) |
Notes | 30 juni 2022 12 maanden |
30 juni 2021 12 maanden |
|---|---|---|---|
| Handelsvorderingen | 3.885 | 18.500 | |
| Te vorderen belasting | 287.425 | 361.981 | |
| Overige vorderingen | 52.205 | 46.243 | |
| TOTAAL | 2 | 343.515 | 426.724 |
De handelsvorderingen voor het boekjaar eindigend op 30 juni 2022 bedragen € 343.515.
| Boekjaar eindigend op: (€) |
Notes | 30 juni 2022 12 maanden |
30 juni 2021 12 maanden |
|---|---|---|---|
| Kortetermijnbankdeposito's | 14.334.511 | 34.894.555 | |
| Contant | 34.101.296 | 25.362.302 | |
| TOTAAL | 2, 4 | 48.435.807 | 60.256.857 |
Banksaldi en -deposito's omvat alle thesauriemiddelen, vrij opneembaar, die in contanten of op een bankdeposito worden aangehouden. Tijdens het afgelopen boekjaar daalde de kaspositie met € 11.821.050 ten gevolge van € 18.909.091 uitkering aan de aandeelhouders, € 23.951.493 uitgaande kasstroom ten gevolge van investeringsactiviteiten en € 4.898.631 uitgaande kasstroom ten gevolge van de kosten voor de exploitatie. Deze uitgaande kasstromen worden deels gecompenseerd door € 15.552.131 inkomende kasstromen ten gevolge van terugbetalingen uit de participaties en € 20.386.034 inkomende kasstromen onder de vorm van dividenden, interesten en vergoedingen vanuit de participaties.
| Aantal | Bedrag | ||||
|---|---|---|---|---|---|
| Uitstaand kapitaal & Reserves | 30 juni 2022 | 30 juni 2021 | 30 juni 2022 | 30 juni 2021 | |
| Toegestaan aantal aandelen | 36.363.637 | 36.363.637 | 151.814.227 | 168.177.863 | |
| Uitgegeven en volledig volgestorte aandelen bij het begin van het boekjaar | 36.363.637 | 36.363.637 | 168.177.863 | 184.905.136 | |
| Toename/afname | - | - | -16.363.637 | -16.727.273 | |
| Uitgegeven en volledig volgestorte aandelen bij het einde van het boekjaar | 36.363.637 | 36.363.637 | 151.814.227 | 168.177.863 |
Op 30 juni 2022 bedroeg het aantal volgestorte aandelen 36.363.637. Er vonden geen wijzigingen plaats ten opzichte van het vorige boekjaar. De afname van het uitstaand kapitaal ten belope van 16.363.637 is het gevolg van de kapitaalvermindering als onderdeel van de uitkering tijdens het afgelopen boekjaar.
Op 30 juni 2022 bedroegen de handels- en overige schulden € 718.351. De voornaamste post hierin bestaat uit de vergoeding aan TINC Manager voor een bedrag van € 647.775.
| Boekjaar eindigend op: (€) |
Notes | 30 juni 2022 12 maanden |
30 juni 2021 12 maanden |
|---|---|---|---|
| Aantal uitstaande aandelen | 36.363.637 | 36.363.637 | |
| Netto-actief waarde (NAV) | 463.624.416 | 457.863.119 | |
| NAV per aandeel* | 12,75 | 12,59 | |
| Reële waarde portefeuille (FV) | 415.436.602 | 396.889.556 | |
| FV per aandeel* | 11,42 | 10,91 | |
| Netto cash | 48.435.807 | 60.256.857 | |
| Netto cash per aandeel* | 1,33 | 1,66 | |
| Uitgestelde belastingen | 410.430 | 1.162.879 | |
| Uitgestelde belastingen per aandeel* | 0,01 | 0,03 | |
| Overige vorderingen & schulden | -671.463 | -446.173 | |
| Overige vorderingen & schulden per aandeel* | -0,02 | -0,01 | |
| Nettowinst/Winst | 24.973.512 | 31.071.376 | |
| Winst per aandeel** | 0,69 | 0,85 |
* Gebaseerd op het aantal uistaande aandelen op het einde van de periode.
** Gebaseerd op het gewogen gemiddeld aantal uitstaande aandelen.
De uitgestelde belastingvordering op de IFRS balans daalde van € 1.162.879 naar € 410.430, zijnde een netto afname van € 752.449. De daling van de uitgestelde belastingen is het resultaat van afschrijvingen in BGAAP van een aantal geactiveerde kosten gerelateerd aan kapitaalverhogingen, en van de aanwending van het saldo van de uitstaande overgedragen fiscale verliezen.
| Periode eindigend op: | 30 juni 2022 | 30 juni 2021 |
|---|---|---|
| 1. Verbintenissen ten aanzien van participaties | 55.360.411 | 17.036.505 |
| 2. Verbintenissen voor gecontracteerde participaties | 7.944.195 | 7.944.195 |
| Totaal | 63.304.606 | 24.980.700 |
| 1. Cash verbintenissen Eigen Vermogen | 63.304.606 | 24.980.700 |
| 2. Cash verbintenissen Aandeelhouders Leningen | - | - |
| 3. Cash verbintenissen Leningen | - | - |
| TOTAAL | 63.304.606 | 24.980.700 |
Verbintenissen van TINC ten aanzien van nieuwe en bestaande participaties (GlasDraad, Datacenter United, Sociale Huisvesting Ierland, Kroningswind, Storm, Garagepark en Zelfstroom) en gerelateerde financieringsverplichtingen van TINC zullen worden geïnvesteerd overeenkomstig de contractuele bepalingen. Het totaal bedrag aan verbintenissen is tijdens de verslagperiode toegenomen, en is het resultaat van bijkomende verbintenissen voor Storm, Garagepark en Zelfstroom.
Verbintenissen van TINC voor gecontracteerde participaties en de daaraan gerelateerde financieringsverplichtingen zullen worden geïnvesteerd overeenkomstig de toekomstige verwerving van nieuwe bijkomende participaties die reeds gecontracteerd zijn (met name Sociale Huisvesting Ierland).
Op 30 juni 2022 bedraagt het totale bedrag aan investeringstoezeggingen € 63.304.606, samengesteld uit € 63.304.606 eigen vermogen en € 0 aandeelhoudersleningen.
In de uitvoering van haar activiteiten als investeringsmaatschappij is TINC onderhevig aan risico's zowel op het niveau van TINC zelf als op het niveau van de participaties waarin TINC investeert.
Binnen het raamwerk uitgewerkt door de Raad van Toezicht, op voorstel van de Directieraad en op advies van het Audit Comité, voor risicobeheer, interne controle en de naleving van wetten en regels, is de Directieraad verantwoordelijk voor het risicobeheer. Risico's worden beheerd via een proces van doorlopende identificatie, inschatting, evaluatie en mitigatie. Minstens éénmaal per jaar rapporteert de Directieraad aan de Raad van Toezicht over de algemene en financiële risico's en de beheers- en controlesystemen.
De volgende, belangrijkste risico's kunnen worden onderscheiden.
TINC heeft als doel waarde te creëren door te investeren in infrastructuurbedrijven die kasstromen genereren voor TINC. TINC is daarbij afhankelijk van de mogelijkheden die haar participaties hebben om de verwachte kasstromen te realiseren en effectief uit te keren aan TINC. Macro-economische en conjuncturele omstandigheden, wijzigende regelgeving of politieke ontwikkelingen kunnen dit beperken of verhinderen. TINC besteedt de nodige aandacht aan het opvolgen van de algemene economische situatie en marktevoluties om de impact op haar inkomsten tijdig te kunnen inschatten en waar mogelijk te voorkomen. Een verdere diversificatie qua geografie, subsectoren en verdienmodellen van haar participaties moet verhinderen dat TINC in te grote mate afhankelijk wordt van wijzigingen in het beleids- en wettelijk kader of conjuncturele factoren in één bepaalde regio, sector of business.
Voor nieuwe participaties is TINC aangewezen op de aanwezigheid van investeringsopportuniteiten in de markt tegen voldoende aantrekkelijke voorwaarden. Het risico bestaat dat dergelijke opportuniteiten onvoldoende of op een onvoldoende gediversifieerde wijze aanwezig zijn.
TINC heeft zich op contractuele wijze verbonden tot een aantal financiële engagementen bij bestaande en toekomstige participaties. Dit betreft enerzijds toezeggingen om bijkomend te investeren in bestaande participaties, en anderzijds toezeggingen om op een later tijdstip nieuwe participaties te verwerven. Hieraan is een zeker liquiditeitsrisico verbonden.
TINC stemt haar financiering af op de lopende financiële toezeggingen. De financiering van investeringen kan gebeuren onder de vorm van uitgifte van nieuwe aandelen en/of een kredietfaciliteit (of een combinatie van beiden) die haar de flexibiliteit biedt om soepel in te spelen op investeringsopportuniteiten.
De participaties waarin TINC investeert zijn in meer of mindere mate onderhevig aan onder meer financiële, operationele, regulatoire en commerciële risico's.
Wat betreft de financiële risico's zijn de participaties onder meer onderhevig aan een kredietrisico ten aanzien van de tegenpartijen waarvan ze hun inkomsten moeten ontvangen. In vele gevallen is de tegenpartij de overheid of een met de overheid gelieerde partij (PPS, energie-subsidieregelingen) of een bedrijf van een aanzienlijke omvang, waardoor het risico beperkt wordt. Het liquiditeitsrisico, m.n. het niet voor handen zijn van benodigde kasmiddelen, en het renterisico, waarbij kasstromen naar TINC ten gevolge van stijgende rentevoeten aangetast zouden worden door een hogere rentelast, worden opgevangen door de financiering zoveel mogelijk vast te leggen voor een langere duur (o.a. via indekkingsstrategieën).
Wisselkoersrisico is vandaag niet aanwezig bij de participaties aangezien alle ontvangsten en financiële verplichtingen in euro zijn.
Wijzigingen in de regelgeving omtrent steunregelingen, of in de fiscale of juridische behandeling van (investeringen in) infrastructuur kunnen een negatieve invloed hebben op de resultaten van de participaties en bijgevolg ook op de kasstromen richting TINC.
Een belangrijk deel van de participaties is actief in een gereguleerde omgeving (bijvoorbeeld energie-infrastructuur, publiek-private samenwerkingen en zorg) en geniet van Selectiefe mechanismes (bijvoorbeeld groenstroomcertificaten). Infrastructuur is verder onderworpen aan specifieke regelgeving zoals gezondheids-, veiligheids- en milieuregels.
Aan zorginstellingen zoals gespecialiseerde residenties voor personen met bijzondere noden zijn specifieke risico's verbonden. Bestaande vergunningen zouden mogelijks niet-hernieuwd, opgeschort of ingetrokken kunnen worden. Voorts zijn de aangerekende tarieven gereguleerd waardoor een ongunstige wijziging van het sociale en uitkeringsbeleid een negatieve impact kan hebben op de resultaten.
De participaties zijn onderworpen aan verschillende fiscale wetgevingen. TINC structureert en beheert haar bedrijfsactiviteiten op basis van de geldende fiscale wetgeving en boekhoudkundige praktijken en normen.
Een wijziging, verstrenging of striktere handhaving van deze regelgeving kan een impact hebben op de inkomsten of kunnen bijkomende kapitaaluitgaven of bedrijfskosten met zich brengen, en kan bijgevolg de resultaten, de kasstromen naar TINC en het rendement aantasten.
Zowat het grootste operationele risico is dat de infrastructuur niet of niet voldoende beschikbaar is, of niet of niet voldoende produceert. Om dit te voorkomen doen de participaties een beroep op toeleveranciers en onderaannemers die zorgvuldig geselecteerd worden op basis van onder meer hun ervaring, kwaliteit van geleverd werk, solvabiliteit, enzovoort. TINC let er waar mogelijk ook op met voldoende verschillende tegenpartijen te werken, om risicoconcentratie en een te grote afhankelijkheid te voorkomen. Verder worden de nodige verzekeringen waar mogelijk voorzien om bijvoorbeeld bedrijfsonderbrekingen te dekken.
In de zorgsector bestaat bovendien het risico dat er zich moeilijkheden voordoen met betrekking tot het handhaven van een passende kwaliteit van dienstverlening en het aanwerven en behouden van deskundig zorgpersoneel, wat een negatieve invloed zou kunnen hebben op het imago en de groeivooruitzichten van de zorginstelling of de kostenstructuur.
Het is niet uitgesloten dat infrastructuur, eenmaal operationeel, gebreken vertoont en niet (volledig) beschikbaar is. Hoewel de verantwoordelijkheid hiervoor grotendeels bij de partijen wordt gelegd waarop de participaties een beroep gedaan hebben voor de realisatie en het onderhoud van de infrastructuur, is het mogelijk dat deze partijen in gebreke blijven om bepaalde technische problemen op te lossen omwille van technische, organisatorische of financiële redenen. In dat geval kunnen de resultaten van de participaties nadelig beïnvloed worden.
De portefeuille bevat participaties waarvan het verdienmodel afhankelijk is van de vraag door klanten en zorgbehoevenden of waarbij het verdienmodel onderhevig is aan evoluties in de prijszetting (bv. elektriciteitsprijzen). Indien de vraag (en bijgevolg de inkomsten) zou dalen onder de huidige verwachtingen, kan dit de kasstromen naar TINC en de waardering van de participatie nadelig beïnvloeden.
Investeren in de ontwikkeling van infrastructuur houdt bijkomende risico's in. Bij infrastructuur in ontwikkeling, moet TINC meestal financiering verstrekken vanaf de vroege ontwikkelingsfase, terwijl de kasstromen die uit deze infrastructuur voortvloeien slechts op een later ogenblik ontstaan wanneer de infrastructuur operationeel is. Verbonden risico's omvatten mogelijke kostenoverschrijdingen en vertragingen in de voltooiing (waarvan vele vaak worden veroorzaakt door factoren die niet rechtstreeks onder de controle van TINC vallen), gemaakte ontwikkelingskosten voor het ontwerp en het onderzoek, zonder dat er kan worden gegarandeerd dat de ontwikkeling voltooiing zal bereiken.
Wanneer TINC overweegt om te investeren in de ontwikkeling van infrastructuur, zal zij bepaalde inschattingen doen van de economische, markten andere omstandigheden inclusief inschattingen met betrekking tot de (potentiële) waarde van de infrastructuur. Het zou kunnen blijken dat deze inschattingen onjuist zijn, met alle negatieve gevolgen van dien voor de bedrijfsactiviteit, de financiële toestand, de bedrijfsresultaten en de vooruitzichten van de infrastructuur.
De Covid-19 gezondheidscrisis kan investeringen in infrastructuur negatief beïnvloeden.
Infrastructuur in ontwikkeling en realisatie kan vertragingen, tijdelijke werkonderbrekingen en/of verhoogde kosten ervaren, omwille van maatregelen opgelegd in de strijd tegen Covid-19 en omwille van gewijzigde beschikbaarheid van derde partijen en materialen. In voorkomend geval kan de rentabiliteit en de waardering van de infrastructuur nadelig beïnvloed worden.
Infrastructuur wordt gebruikelijk gerealiseerd met schuldfinanciering. De Covid-19 gezondheidscrisis kan de beschikbaarheid en de kostprijs van schuldfinanciering negatief beïnvloeden, met hogere kosten en een lager rendement tot gevolg.
Operationele infrastructuur dient te worden onderhouden om optimaal te functioneren. Hiertoe worden overeenkomsten met allerhande onderhoudspartijen, onderaannemers en leveranciers gesloten die vaak ook onderhoudsgaranties bevatten. Covid-19, en maatregelen opgelegd in de strijd ertegen, kunnen de goede uitvoering van deze overeenkomsten beperken of onmogelijk maken, of kunnen ertoe leiden dat tegenpartijen hun (financiële) verplichtingen niet langer kunnen nakomen, met de eventuele onbeschikbaarheid van de infrastructuur of kostenverhogingen tot gevolg.
Maatregelen opgelegd in de strijd tegen Covid-19 kunnen de vraag naar diensten van infrastructuur met een vraag-gestuurd verdienmodel voor een korte of langere termijn negatief beïnvloeden met lagere inkomsten en hogere kosten tot gevolg. De prijs die gebruikers bereid zijn te betalen voor deze diensten kan eveneens negatief worden beïnvloed waardoor de inkomsten lager zijn.
| Bedragen verschuldigd door verbonden partijen (€) |
Dochtervennootschappen | Geassocieerde Ondernemingen |
Overige verbonden partijen |
Totaal | ||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| 30/06/2022 | 30/06/2021 | 30/06/2022 | 30/06/2021 | 30/06/2022 | 30/06/2021 | 30/06/2022 | 30/06/2021 | |
| I. Financiële activa | 58.409.641 | 65.403.492 | 29.868.447 | 31.506.874 | 7.447.851 | 8.429.458 | 95.725.938 | 105.339.824 |
| 1. Financiële activa - achtergestelde leningen | 57.072.645 | 64.316.392 | 29.665.160 | 31.081.188 | 7.214.177 | 8.082.617 | 93.951.981 | 103.480.197 |
| 2. Financiële activa - achtergestelde leningen KT | 1.185.015 | 1.055.358 | 203.287 | 425.686 | 233.674 | 346.840 | 1.621.977 | 1.827.885 |
| 3. Financiële activa - overige | 151.981 | 31.742 | - | - | - | - | 151.981 | 31.742 |
| II. Bedragen verschuldigd aan verbonden partijen | - | - | - | - | - | - | - | - |
| 1. Financiële verplichtingen | - | - | - | - | - | - | - | - |
| 2. Schulden | - | - | - | - | - | - | - | - |
| III. Transacties met verbonden partijen | 13.124.766 | 17.809.047 | 6.413.812 | 4.996.963 | 4.953.589 | 4.880.909 | 24.492.167 | 27.686.918 |
| 1. Vergoeding TDP | - | - | - | - | 3.548.052 | 3.393.281 | 3.548.052 | 3.393.281 |
| 2. Vergoeding TINC Manager | - | - | - | - | 647.775 | 818.225 | 647.775 | 818.225 |
| 3. Dividenden, interesten & vergoedingen | 13.124.766 | 17.809.047 | 6.413.812 | 4.996.963 | 757.762 | 669.403 | 20.296.340 | 23.475.412 |
Na afloop van het boekjaar verkocht TINC haar belang in Bioversneller en realiseerde daarbij een rendement gelijk aan 2,5 keer haar investeringsbedrag en een meerwaarde van € 4,04 miljoen ten aanzien van de reële waarde van de portefeuille per einde boekjaar. De kaspositie van TINC bedraagt circa € 65 miljoen op datum van publicatie van dit jaarverslag.
Overeenkomstig de wettelijke en statutaire bepalingen, brengen wij u verslag uit in het kader van ons mandaat van commissaris van TINC NV (de "Vennootschap") en van de dochterondernemingen (samen de "Groep"). Dit verslag omvat ons oordeel over de geconsolideerde balans op 30 juni 2022, het geconsolideerd overzicht van gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten, het geconsolideerd overzicht van wijzigingen in het eigen vermogen en de geconsolideerde kasstromentabel van het boekjaar afgesloten op 30 juni 2022 en over de toelichting (alle stukken gezamenlijk de "Geconsolideerde Jaarrekening") en omvat tevens ons verslag betreffende overige door weten regelgeving gestelde eisen. Deze verslagen zijn één en ondeelbaar.
Wij werden als commissaris benoemd door de algemene vergadering op 21 oktober 2020, overeenkomstig het voorstel van het bestuursorgaan uitgebracht op aanbeveling van het auditcomité. Ons mandaat loopt af op de datum van de algemene vergadering die zal beraadslagen over de Geconsolideerde Jaarrekening afgesloten op 30 juni 2023. We hebben de wettelijke controle van de Geconsolideerde Jaarrekening van de Groep uitgevoerd gedurende 8 opeenvolgende boekjaren.
Wij hebben de wettelijke controle uitgevoerd van de Geconsolideerde Jaarrekening van TINC NV, die de geconsolideerde balans op 30 juni 2022 omvat, alsook het geconsolideerd overzicht van gerealiseerde en nietgerealiseerde resultaten, het geconsolideerd overzicht van wijzigingen in het eigen vermogen en de geconsolideerde kasstromentabel van het boekjaar afgesloten op 30 juni 2022 en de toelichting, met een geconsolideerd balanstotaal van € 464.639.394 en waarvan de geconsolideerde resultatenrekening afsluit met een winst van het boekjaar van € 24.973.512.
Naar ons oordeel geeft de Geconsolideerde Jaarrekening een getrouw beeld van het geconsolideerde eigen vermogen en van de geconsolideerde financiële positie van de Groep op 30 juni 2022, alsook van de geconsolideerde resultaten en de geconsolideerde kasstromen voor het boekjaar dat op die datum is afgesloten, in overeenstemming met de International Financial Reporting Standards zoals goedgekeurd door de Europese Unie ("IFRS") en met de in België van toepassing zijnde wettelijke en reglementaire voorschriften.
We hebben onze controle uitgevoerd in overeenstemming met de International Standards on Auditing ("ISA's") die van toepassing zijn in België. Wij hebben bovendien de door International Auditing and Assurance Standards Board ("IAASB") goedgekeurde ISA's toegepast die van toepassing zijn op huidige afsluitingsdatum en nog niet goedgekeurd zijn op nationaal niveau. Onze verantwoordelijkheden uit hoofde van die standaarden zijn nader beschreven in het gedeelte "Onze verantwoordelijkheden voor de controle van de Geconsolideerde Jaarrekening" van ons verslag.
Wij hebben alle deontologische vereisten die relevant zijn voor de controle van de Geconsolideerde Jaarrekening in België nageleefd, met inbegrip van deze met betrekking tot de onafhankelijkheid.
Wij hebben van het bestuursorgaan en van de aangestelden van de Vennootschap de voor onze controle vereiste ophelderingen en inlichtingen verkregen.
Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel.
De kernpunten van onze controle betreffen die aangelegenheden die volgens ons professioneel oordeel het meest significant waren bij onze controle van de Geconsolideerde Jaarrekening van de huidige verslagperiode. Deze aangelegenheden werden behandeld in de context van onze controle van de Geconsolideerde Jaarrekening als een geheel en bij het vormen van ons oordeel hieromtrent en derhalve formuleren wij geen afzonderlijk oordeel over deze aangelegenheden.
De Vennootschap is actief in het beheer van diverse investeringen, dewelke worden gewaardeerd aan reële waarde en worden gepresenteerd in de post "Investeringen aan reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening". Deze vertegenwoordigen 89% van het geconsolideerd balanstotaal. Door de afwezigheid van waarneembare marktgegevens, worden deze investeringen gewaardeerd via methoden waarbij niet-waarneembare inputs worden gehanteerd die een significant effect kunnen hebben op de alzo bepaalde reële waarde. Deze niet-waarneembare inputs zijn deels ook gebaseerd op assumpties en inschattingen (waaronder de verdisconteringsvoet, de inflatie, de energieprijzen en de energieproductie) van het management. Dit is een kernpunt van de controle aangezien het gebruik van een andere waarderingsmethode enerzijds en/of een wijziging in de onderliggende assumpties en inschattingen anderzijds zou kunnen leiden tot een significante afwijking van de reële waarde.
Ten aanzien van voormeld kernpunt hebben wij additionele procedures uitgevoerd met betrekking tot gebieden met een verhoogd risico op subjectiviteit in het waarderingsproces. Dit omvatte, onder meer, dat wij:
evalueren op hun redelijkheid, zoals de gebruikte verdisconteringsvoet, die sterkt afhangt van het type activiteit en industrie waarin wordt geïnvesteerd, en andere assumpties zoals de verwachte inflatie en de verwachte belastingvoet;
Het bestuursorgaan is verantwoordelijk voor het opstellen van de Geconsolideerde Jaarrekening die een getrouw beeld geeft in overeenstemming met IFRS en met de in België van toepassing zijnde wettelijke en reglementaire voorschriften, alsook voor een systeem van interne beheersing die het bestuursorgaan noodzakelijk acht voor het opstellen van de Geconsolideerde Jaarrekening die geen afwijking van materieel belang bevat die het gevolg is van fraude of van fouten.
In het kader van de opstelling van de Geconsolideerde Jaarrekening is het bestuursorgaan verantwoordelijk voor het inschatten van de mogelijkheid van de Vennootschap om haar continuïteit te handhaven, het toelichten, indien van toepassing, van aangelegenheden die met continuïteit verband houden
en het gebruiken van de continuïteitsveronderstelling tenzij het bestuursorgaan het voornemen heeft om de Vennootschap te vereffenen of om de bedrijfsactiviteiten stop te zetten of geen realistisch alternatief heeft dan dit te doen.
Onze doelstellingen zijn het verkrijgen van een redelijke mate van zekerheid over de vraag of de Geconsolideerde Jaarrekening als geheel geen afwijking van materieel belang bevat die het gevolg is van fraude of van fouten en het uitbrengen van een commissarisverslag waarin ons oordeel is opgenomen. Een redelijke mate van zekerheid is een hoog niveau van zekerheid, maar is geen garantie dat een controle die overeenkomstig de ISA's is uitgevoerd altijd een afwijking van materieel belang ontdekt wanneer die bestaat. Afwijkingen kunnen zich voordoen als gevolg van fraude of fouten en worden als van materieel belang beschouwd indien redelijkerwijs kan worden verwacht dat zij, individueel of gezamenlijk, de economische beslissingen genomen door gebruikers op basis van de Geconsolideerde Jaarrekening, beïnvloeden.
Bij de uitvoering van onze controle leven wij het wettelijk, reglementair en normatief kader dat van toepassing is op de controle van de Geconsolideerde Jaarrekening in België na. De wettelijke controle biedt geen zekerheid omtrent de toekomstige levensvatbaarheid van de Vennootschap en van de Groep, noch omtrent de efficiëntie of de doeltreffendheid waarmee het bestuursorgaan de bedrijfsvoering van de Vennootschap en van de Groep ter hand heeft genomen of zal nemen. Onze verantwoordelijkheden inzake de door het bestuursorgaan gehanteerde continuïteitsveronderstelling staan hieronder beschreven.
Als deel van een controle uitgevoerd overeenkomstig de ISAs, passen wij professionele oordeelsvorming toe en handhaven wij een professioneelkritische instelling gedurende de controle. We voeren tevens de volgende werkzaamheden uit:
• het evalueren van de algehele presentatie, structuur en inhoud van de Geconsolideerde Jaarrekening, en of deze Geconsolideerde Jaarrekening de onderliggende transacties en gebeurtenissen weergeeft op een wijze die leidt tot een getrouw beeld.
Wij communiceren met het auditcomité binnen het bestuursorgaan, onder andere over de geplande reikwijdte en timing van de controle en over de significante controlebevindingen, waaronder eventuele significante tekortkomingen in de interne beheersing die we identificeren gedurende onze controle.
Omdat we de eindverantwoordelijkheid voor ons oordeel dragen, zijn we ook verantwoordelijk voor het organiseren, het toezicht en het uitvoeren van de controle van de dochterondernemingen van de Groep. In die zin hebben wij de aard en omvang van de controleprocedures voor deze entiteiten van de Groep bepaald.
We verstrekken aan het auditcomité binnen het bestuursorgaan een verklaring dat we de relevante deontologische vereisten inzake onafhankelijkheid naleven en we melden hierin alle relaties en andere aangelegenheden die redelijkerwijs onze onafhankelijkheid zouden kunnen beïnvloeden, alsook, voor zover van toepassing, de bijbehorende maatregelen die we getroffen hebben om onze onafhankelijkheid te waarborgen.
Aan de hand van de aangelegenheden die met het auditcomité binnen het bestuursorgaan besproken worden, bepalen we de aangelegenheden die het meest significant waren bij de controle van de Geconsolideerde Jaarrekening over de huidige periode en die daarom de kernpunten van onze controle uitmaken. We beschrijven deze aangelegenheden in ons verslag, tenzij het openbaar maken van deze aangelegenheden is verboden door wet- of regelgeving.
Het bestuursorgaan is verantwoordelijk voor het opstellen en de inhoud van het jaarverslag over de Geconsolideerde Jaarrekening en de andere informatie opgenomen in het jaarrapport.
In het kader van ons mandaat en overeenkomstig de Belgische bijkomende norm (Herzien) bij de in België van toepassing zijnde ISAs, is het onze verantwoordelijkheid om, in alle van materieel belang zijnde opzichten, het jaarverslag over de Geconsolideerde Jaarrekening, de andere informatie opgenomen in het jaarrapport te verifiëren, alsook verslag over deze aangelegenheden uit te brengen.
Naar ons oordeel, na het uitvoeren van specifieke werkzaamheden op het jaarverslag over de Geconsolideerde Jaarrekening, stemt dit jaarverslag over de Geconsolideerde Jaarrekening overeen met de Geconsolideerde Jaarrekening voor hetzelfde boekjaar, enerzijds, en is dit jaarverslag over de Geconsolideerde Jaarrekening opgesteld overeenkomstig artikel 3:32 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen, anderzijds.
In de context van onze controle van de Geconsolideerde Jaarrekening zijn wij tevens verantwoordelijk voor het overwegen, op basis van de kennis verkregen in de controle, of het jaarverslag over de Geconsolideerde Jaarrekening en de andere informatie opgenomen in het jaarrapport, zijnde:
een afwijking van materieel belang bevatten, hetzij informatie die onjuist vermeld is of anderszins misleidend is. In het licht van de werkzaamheden die wij hebben uitgevoerd, hebben wij geen afwijking van materieel belang te melden.
Ons bedrijfsrevisorenkantoor en ons netwerk hebben geen opdrachten verricht die onverenigbaar zijn met de wettelijke controle van de Geconsolideerde Jaarrekening en zijn in de loop van ons mandaat onafhankelijk gebleven tegenover de Vennootschap.
De honoraria voor de bijkomende opdrachten die verenigbaar zijn met de wettelijke controle van de Jaarrekening bedoeld in artikel 3:65 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen werden correct vermeld en uitgesplitst in de toelichting bij de Geconsolideerde Jaarrekening.
Wij hebben, overeenkomstig de norm inzake de controle van de overeenstemming van de financiële overzichten met het Europees uniform elektronisch formaat (hierna "ESEF"), de controle uitgevoerd van de overeenstemming van het ESEF-formaat met de technische reguleringsnormen vastgelegd door de Europese Gedelegeerde Verordening nr. 2019/815 van 17 december 2018 (hierna: "Gedelegeerde Verordening").
Het bestuursorgaan is verantwoordelijk voor het opstellen, in overeenstemming met de ESEF-vereisten, van de geconsolideerde financiële overzichten in de vorm van een elektronisch bestand in ESEF-formaat (hierna "de digitale geconsolideerde financiële overzichten") opgenomen in het jaarlijks financieel verslag beschikbaar op het portaal van de FSMA (https://www.fsma.be/nl/data-portal).
Het is onze verantwoordelijkheid voldoende en geschikte onderbouwende informatie te verkrijgen om te concluderen dat het formaat en de markeertaal van de digitale geconsolideerde financiële overzichten in alle van materieel belang zijnde opzichten voldoen aan de ESEF-vereisten krachtens de Gedelegeerde Verordening.
Op basis van de door ons uitgevoerde werkzaamheden zijn wij van oordeel dat het formaat en de markering van informatie in de digitale geconsolideerde financiële overzichten van TINC per 30 juni 2022 opgenomen in het jaarlijks financieel verslag beschikbaar op het portaal van de FSMA (https://www.fsma.be/nl/data-portal) in alle van materieel belang zijnde opzichten in overeenstemming zijn met de ESEF-vereisten krachtens de Gedelegeerde Verordening.
• Huidig verslag is consistent met onze aanvullende verklaring aan het auditcomité bedoeld in artikel 11 van de verordening (EU) nr. 537/2014.
Antwerpen, 6 september 2022
EY Bedrijfsrevisoren BV Commissaris
Vertegenwoordigd door
Ronald Van den Ecker * Partner * Handelend in naam van een BV
23RVE0068
| Periode eindigend op: (€) |
30 juni 2022 12 maanden |
30 juni 2021 12 maanden |
|---|---|---|
| Opbrengsten | 20.580.238 | 24.222.457 |
| Opbrengsten uit financiële vaste activa | 19.862.411 | 23.500.762 |
| Dividenden | 11.239.840 | 14.555.026 |
| Interesten | 8.622.572 | 8.945.736 |
| Opbrengsten uit vlottende activa | 195.803 | 200.721 |
| Andere financiële opbrengsten | 218 | 21 |
| Omzet | 521.806 | 520.953 |
| Andere lopende opbrengsten | - | - |
| Terugnemingen van waardeverminderingen op financiële vaste activa | - | - |
| Meerwaarden bij realisaties van financiële vaste activa | - | - |
| Kosten | (6.429.286) | (6.257.839) |
| Andere financële kosten | (175.887) | (90.375) |
| Diensten en diverse goederen | (4.709.641) | (4.406.974) |
| Diverse lopende kosten | (144.455) | (85.778) |
| Afschrijvingen en waardeverminderingen, oprichtingskosten, IMVA en MAV | (1.216.161) | (1.442.745) |
| Minwaarden bij realisaties | - | - |
| op financiële vaste activa | - | - |
| Belastingen | (183.141) | (231.967) |
| Resultaat van het boekjaar | 14.150.952 | 17.964.618 |
| Periode eindigend op: (€) |
30 juni 2022 12 maanden |
30 juni 2021 12 maanden |
|---|---|---|
| VASTE ACTIVA | 339.687.565 | 335.126.486 |
| Immateriële vaste activa | 1.654.832 | 2.868.587 |
| Verbonden ondernemingen | 287.434.396 | 267.175.856 |
| Deelnemingen | 213.827.605 | 199.459.447 |
| Vorderingen | 73.606.791 | 67.716.410 |
| Ondernemingen waarmee een deelnemings verhouding bestaat |
43.482.370 | 57.110.738 |
| Deelnemingen | 30.351.357 | 29.429.567 |
| Vorderingen | 13.131.013 | 27.681.170 |
| Andere financiële vaste activa | 7.115.966 | 7.971.305 |
| Deelnemingen | 53 | 53 |
| Vorderingen | 7.115.913 | 7.971.252 |
| VLOTTENDE ACTIVA | 50.553.280 | 62.543.207 |
| Vorderingen op maximum 1 jaar | 1.880.978 | 2.059.711 |
| Handelsvorderingen | 57.095 | 69.290 |
| Overige vorderingen | 1.823.883 | 1.990.421 |
| Geldbeleggingen | 14.334.511 | 34.894.555 |
| Liquide middelen | 34.101.296 | 25.362.302 |
| Overlopende rekeningen | 236.494 | 226.640 |
| TOTAAL VAN DE ACTIVA | 390.240.845 | 397.669.693 |
| Boekjaar eindigend op: (€) |
30 juni 2022 12 maanden |
30 juni 2021 12 maanden |
|---|---|---|
| EIGEN VERMOGEN | 389.225.867 | 393.984.005 |
| Kapitaal | 151.814.227 | 168.177.863 |
| Uitgiftepremies | 174.688.537 | 174.688.537 |
| Reserves | 42.723.103 | 5.663.835 |
| Overgedragen winst | 20.000.000 | 45.453.771 |
| SCHULDEN | 1.014.978 | 3.685.688 |
|---|---|---|
| Financiële schulden | - | - |
| Handelsschulden | 718.351 | 877.342 |
| Leveranciers | 718.351 | 877.342 |
| Fiscale, salariële en sociale lasten | 264.559 | - |
| Belastingen | 264.559 | - |
| Dividend huidig boekjaar | - | - |
| Overige diverse schulden | 32.069 | 2.808.346 |
TOTAAL VAN DE PASSIVA 390.240.845 397.669.693
De Statutaire Bestuurder, TINC Manager NV, brengt hierbij verslag uit over de activiteiten van TINC NV (de "Vennootschap") met betrekking tot de enkelvoudige jaarrekening over het boekjaar dat liep van 1 juli 2021 tot en met 30 juni 2022.
Het geplaatst kapitaal bedraagt per einde boekjaar € 151.814.226,56 en is bij afsluiting van het boekjaar volledig volgestort.
We verwijzen hiervoor naar het geconsolideerde jaarverslag van de statutaire bestuurder.
We verwijzen hiervoor naar het geconsolideerde jaarverslag van de statutaire bestuurder.
Er zijn op datum van dit verslag geen specifieke omstandigheden die de ontwikkeling van de Vennootschap aanmerkelijk kunnen beïnvloeden.
De Vennootschap verricht geen werkzaamheden op het gebied van onderzoek en ontwikkeling.
De Vennootschap heeft geen bijkantoren.
De Vennootschap maakt zelf geen gebruik van financiële instrumenten ter beheersing van risico's (hedging) die van betekenis kunnen zijn op de beoordeling van haar activa, passiva, financiële positie en resultaat.
We verwijzen hiervoor naar het geconsolideerde jaarverslag van de statutaire bestuurder.
We verwijzen hiervoor naar het geconsolideerde jaarverslag van de statutaire bestuurder.
We verwijzen hiervoor naar het geconsolideerde jaarverslag van de statutaire bestuurder.
We verwijzen hiervoor naar het geconsolideerde jaarverslag van de statutaire bestuurder.
Overeenkomstig de wet en de statuten zullen de aandeelhouders op de algemene vergadering van de vennootschap verzocht worden kwijting te verlenen aan de statutaire bestuurder en commissaris voor het in het boekjaar 2021- 2022 door hen uitgeoefende mandaat.
Dit verslag zal worden neergelegd overeenkomstig de wettelijke bepalingen en ligt ter inzage op de zetel van de vennootschap.
| Afkorting | Toelichting | Afkorting | Toelichting | |
|---|---|---|---|---|
| €000 / €k | In duizend euro | Gewogen gemiddelde | Totale netto schuld ten aanzien van derden (exclusief | |
| €m | In miljoen euro | schuldgraad (%) | aandeelhoudersleningen) per einde van het afgelopen | |
| BGAAP | Belgische algemeen aanvaarde boekhoudregels | boekjaar gedeeld door reële waarde plus totale netto schuld ten aanzien van derden (exclusief aandeelhou |
||
| CEO | Chief Executive Officer | dersleningen) per einde van het afgelopen boekjaar, | ||
| CFO | Chief Financial Officer | gewogen volgens reële waarde. | ||
| CLO | Chief Legal Officer | IFRS International Financial Reporting Standards |
||
| DBFM(O) | Design, Build, Finance, Maintain en (Operate) | IPO Initial Public Offering / beursintroductie Kostenratio Totale operationele kosten gedurende de periode ge deeld door het eigen vermogen (NAV) aan het einde |
||
| DSRA | Debt Service Reserve Account | |||
| ESG | Environmental, Social and Governance / Milieu, Maat schappij en Bestuur MW |
van de periode | ||
| Megawatt | ||||
| EV | Eigen vermogen | MWh | Megawattuur | |
| FV | Reële waarde van de portefeuille volgens IFRS | NAV Eigen vermogen van TINC volgens IFRS |
||
| FY | Financieel jaar | PPS | Publiek-private samenwerking | |
| Gewogen gemiddelde con tractduur |
Looptijd DBFM contracten gewogen op basis van reële waarde |
Rendement op eigen vermo gen (NAV) |
Uitgekeerde distributie per aandeel tijdens het af gelopen boekjaar plus groei NAV over het afgelopen |
|
| Gewogen gemiddelde loop tijd schulden |
Looptijd schulden ten aanzien van derden (exclusief aandeelhoudersleningen) van de participaties op het einde van het afgelopen boekjaar, gewogen op basis van het bedrag aan openstaande schulden ten aan zien van derden (exclusief aandeelhoudersleningen) in elke participatie op het einde van het afgelopen boekjaar pro rata het belang van TINC (in %) in die participatie |
boekjaar gedeeld door NAV aan het begin van het afgelopen boekjaar |
||
| Rendement uitkering t.o.v. beurskoers |
Voorgestelde distributie per aandeel gedeeld door beurskoers op einde van het afgelopen boekjaar |
|||
| Portefeuillerendement | Portefeuilleresultaat van het afgelopen boekjaar gedeeld door de reële waarde aan het begin van het afgelopen boekjaar |
Wij verklaren dat, voor zover ons bekend:
Namens de Vennootschap
De Raad van Toezicht van TINC Manager Statutair Bestuurder
Philip Maeyaert Kathleen Defreyn Elvira Haezendonck Helga Van Peer
Kristof Vande Capelle Marc Vercruysse Peter Vermeiren Katja Willems
Karel Oomsstraat 37 2018 Antwerpen België
T +32 3 290 21 73 [email protected]
| Homepage of reporting entity | https://www.tincinvest.com/nl-be/ the-infrastructure-company/ |
|---|---|
| LEI code of reporting entity | 5493008FE9JCTSEEPD19 |
| Name of reporting entity or other means of identification |
TINC |
| Domicile of entity | Belgium |
| Legal form of entity | NV |
| Country of incorporation | Belgium |
| Address of entity's registered office | Karel Oomsstraat 37, 2018 Antwerpen |
| Principal place of business | Belgium – the Netherlands – Ireland |
| Description of nature of entity's operations and principal activities |
Investment company |
| Name of parent entity | TDP NV |
| Name of ultimate parent of group | TDP NV |
| Explanation of change in name of reporting entity or other means of identification from end of preceding reporting period |
No change |
Building tools?
Free accounts include 100 API calls/year for testing.
Have a question? We'll get back to you promptly.