Annual Report • Mar 25, 2016
Annual Report
Open in ViewerOpens in native device viewer
| Definities | ||
|---|---|---|
| 1. | Informatie over het bedrijf | ||
|---|---|---|---|
| 1,1 | Overzicht | 10 | |
| 1,2 | Basiskabeltelevisie | 10 | |
| 1,3 | Digitale en premiumtelevisie | 11 | |
| 1,4 | Breedbandinternet | 11 | |
| 1,5 | Telefonie | 11 | |
| 1,6 | Bedrijfsdiensten | 13 | |
| 1,7 | Netwerk | 13 | |
| 1,8 | Strategie | 14 |
| 2.1 | Opbrengsten per dienst | 16 | ||
|---|---|---|---|---|
| 2.2 | Bedrijfskosten | 17 | ||
| 2.3 | Kosten per type | 17 | ||
| 2.4 | Adjusted EBITDA | 18 | ||
| 2.5 | Bedrijfswinst | 19 | ||
| 2.6 | Netto financiële kosten | 19 | ||
| 2.7 | Winstbelastingen | 19 | ||
| 2.8 | Nettoresultaat | 19 | ||
| 2.9 | Kasstroom en liquide middelen | 19 | ||
| 2.10 | Schuldproefiel, kassaldo en netto hefboomratio |
20 | ||
| 2.11 | Bedrijfsinvesteringen | 21 | ||
| 3. | Risicofactoren | 22 | ||
| 3.1 | Algemene informatie | 22 | ||
| 3.2 | Jurdische geschillen | 23 |
| 4. | Informatie over gebeurtenissen na balansdatum 24 |
|||
|---|---|---|---|---|
| 5. | Informatie over onderzoek en ontwikkeling |
25 | ||
| 6. | Gebruik van financiële instrumenten | 26 | ||
| 7. | Verklaring van deugdelijk bestuur | 27 | ||
| 7.1 | Referentiecode | 27 | ||
| 7.2 | Regelgevende ontwikkelingen en hun impact op Telenet |
27 | ||
| 7.3 | Kapitaal en aandeelhouders | 28 | ||
| 7.4 | Interne controle en risicobeheersystemen |
32 | ||
| 7.5 | Raad van bestuur | 34 | ||
| 7.6 | Dagelijks bestuur | 42 | ||
| 7.7 | Remuneratieverslag | 45 | ||
| 7.8 | Controle van de vennootschap | 52 | ||
| 1. | Geconsolideerde balans | 55 | ||
|---|---|---|---|---|
| 2. | Geconsolideerde staat van het resultaat over de verslagperiode en het nettoresultaat rechtstreeks verwerkt in |
57 | ||
| 3. | vermogen | Geconsolideerde staat van het eigen | 59 | |
| 4. | Geconsolideerde kasstroomovericht | 63 | ||
| 5. | Toelichtingen bij de geconsolideerde jaarrekening voor het jaar afgesloten op 31 december 2015 |
65 | ||
| 5.1 | Verlsaggevende entiteit en gehanteerde grondslagen |
65 | ||
| 5,2 | Belangrijke grondslagen voor de financiële verslaggeving |
66 | ||
| 5,4 | Materiële vaste activa | 85 |
|---|---|---|
| 5,5 | Goodwill | 86 |
| 5,6 | Overige materiële vaste activa | 87 |
| 5,7 | Investeringen in en leningen aan geassocieerde deelnemingen |
88 |
| 5,8 | Handelsvorderingen | 89 |
| 5.9 | Overige activa | 91 |
| 5.10 | Voorraden | 91 |
| 5.11 | Geldmiddelen en kasequivalenten | 92 |
| 5.12 | Eigen vermogen | 92 |
| 5.13 | Leningen en overige financieringsverplichtingen |
102 |
| 5.14 | Afgeleide financiële instrumenten | 109 |
| 5.15 | Uitgestelde belastingen | 111 |
| 5.16 | Overige langlopende verplichtingen | 113 |
| 5.17 | Personeelsvoordelen en soortgelijke verplichtingen |
114 |
| 5.18 | Toe te rekenen kosten en overige kortlopende verplichtingen |
117 |
| 5.19 | Opbrengsten | 118 |
| 5.20 | Kosten per type | 119 |
| 5.21 | Financiële opbrengsten en kosten | 119 |
| 5.22 | Winstbelastingen | 120 |
| 5.23 | Winst per aandeel | 121 |
| 5.24 | Overname van dochtervennootschappen |
122 |
| 5.25 | Investerings- en financieringstransacties zonder kasstroom |
123 |
| 5.26 | Toezeggingen en voorwaardelijke verplichtingen |
124 |
| 5.27 | Verbonden partijen | 127 |
| 5.28 | Dochtervennootschap | 130 |
| 5.29 | Gebeurtenissen na balansdatum | 133 |
| 5.30 | Externe controle | 134 |
| 1. | Verkorte niet-geconsolideerde balans | 137 | ||
|---|---|---|---|---|
| 2. | Verkorte niet-geconsolideerde resultatenrekening |
139 | ||
| 3. | Staat van het kapitaal | 140 | ||
| 4. | Samenvatting van de belangrijkste waarderingsregels |
141 | ||
| 4.1 | Algemene waarderingsregels | 141 | ||
| 4.2 | Verkorte bijzondere regels | 141 | ||
| 5. | Verkort jaarverslag over de statutaire niet-geconsolideerde jaarrekening |
143 | ||
| 5.1 | Bespreking van de balans | 143 | ||
| 5.2 | Bespreking van de resultatenrekening | 146 | ||
| 5.3 | Werkzaamheden omtrent onderzoek en ontwikkeling |
147 | ||
| 5.4 | Voornaamste risico's en onzekerheden | 147 | ||
| 5.5 | Belangrijke gebeurtenissen na balansdatum |
147 | ||
| 5.6 | Continuïteit van de onderneming | 147 | ||
| 5.7 | Belangenconflicten van bestuurders | 147 | ||
| 5.8 | Bijkantoren van de vennootschap | 147 | ||
| 5.9 | Uitzonderlijke werkzaamheden van de commissaris |
147 | ||
| 5.10 | Het gebruik van financiële instrumenten in het kader van indekking tegen rente- en wisselkoersrisico bij Telenet |
147 | ||
| 5.11 | Kwijting aan de bestuurders en aan de commissaris |
147 | ||
| 5.12 | Informatieverplichtingen conform artikel 34 van het koninklijk besluit van 14 november 2007 en de wet van 6 april 2010 |
147 |
De raad van bestuur van Telenet Group Holding NV heeft de eer u hierbij het geconsolideerde jaarverslag voor te leggen over het jaar afgesloten op 31 december 2015 en dit in overeenstemming met artikelen 96 en 119 van het Belgisch Wetboek van Vennootschappen.
In dit verslag brengt de raad van bestuur tevens verslag uit over alle relevante gebeurtenissen op het vlak van deugdelijk bestuur alsook bepaalde ontwikkelingen op het vlak van remuneratie. In overeenstemming met artikel 3 van de Wet van 6 april 2010 en met het Koninklijk Besluit van 6 juni 2010 heeft de raad van bestuur de Belgische Corporate Governance Code (versie 2009) overgenomen als de referentiecode voor aangelegenheden op het vlak van deugdelijk bestuur.
Bij contractuele verbintenissen in het kader van het "Choose Your Device" programma, met aparte contracten voor mobiele telefoontoestellen en de eigenlijke dienstverlening ('airtime'), erkent Telenet de volledige verkoopprijs van het mobiele telefoontoestel als 'Overige' opbrengsten meteen na levering, ongeacht of de verkoopprijs voorafgaand werd ontvangen of door middels van gespreide betalingen. De opbrengsten uit de eigenlijke dienstverlening worden erkend als opbrengsten uit mobiele telefonie en gespreid over de contractuele termijn van het contract. Voor de lancering van het "Choose Your Device" programma in juli 2015 werden mobiele telefoontoestellen doorgaans ter beschikking gesteld van klanten op een gesubsidieerde basis. Daardoor werd enkel het gedeelte dat geldelijk werd ontvangen op het moment van de verkoop erkend als opbrengsten, waarbij de maandelijkse bedragen voor zowel het telefoontoestel alsook de eigenlijke dienstverlening erkend werden als opbrengsten uit mobiele telefonie gedurende de duurtijd van het contract. De kosten voor mobiele telefoontoestellen onder het "Choose Your Device" programma worden geheel ten laste genomen van het totaalresultaat bij de eigenlijke verkoop.
EBITDA wordt gedefinieerd als winst vóór netto financiële kosten, het aandeel in het resultaat van geassocieerde deelnemingen, belastingen, afschrijvingen en waardeverminderingen. Adjusted EBITDA wordt gedefinieerd als EBITDA exclusief vergoedingen op basis van aandelen en herstructureringslasten, en exclusief operationele kosten of opbrengsten betreffende succesvolle of onsuccesvolle overnames of desinvesteringen. Operationele kosten of opbrengsten betreffende overnames of desinvesteringen omvatten (i) winst en verliezen op de verkoop van activa met lange levensduur en (ii) due diligence, juridische, advies- en andere kosten aan derden betreffende de inspanningen van de Vennootschap om een controlebelang in ondernemingen te verwerven of te verkopen. Adjusted EBITDA is een bijkomende parameter gebruikt door het management om het onderliggende resultaat van de Vennootschap aan te tonen en zou niet beschouwd mogen worden als een vervanging van de andere parameters in overeenstemming met EU IFRS om het resultaat van de Vennootschap te beoordelen, maar zou echter moeten gehanteerd worden samen met de dichtst vergelijkbare EU IFRS parameter.
De toe te rekenen bedrijfsinvesteringen worden omschreven als toevoegingen aan terreinen, uitrusting en immateriële vaste activa, inclusief toevoegingen van financiële leases en overige financieringsovereenkomsten, zoals op basis van het toe te rekenen bedrag geboekt in de geconsolideerde balans van de Vennootschap.
Vrije kasstroom wordt gedefinieerd als de netto kasmiddelen afkomstig uit continue bedrijfsactiviteiten plus (i) de geldelijke betalingen aan derden betreffende succesvolle of niet-succesvolle overnames en desinvesteringen en (ii) kosten gefinancierd door een derde partij, minus (i) de verwerving van materiële vaste activa en de verwerving van immateriële vaste activa van de continue activiteiten van de Vennootschap, (ii) kapitaalaflossingen op verplichtingen uit hoofde van leverancierskrediet, en (iii) kapitaalaflossingen op financiële leases (uitgezonderd netwerkgerelateerde leases die werden erkend als gevolg van overnames), en (iv) kapitaalaflossingen op toevoegingen aan netwerkgerelateerde leases na overname, elk zoals gerapporteerd in het geconsolideerd kasstroomoverzicht. Vrije kasstroom is een bijkomende parameter gebruikt door het management om de schuldaflossings- en financieringscapaciteit van de Vennootschap aan te tonen en zou niet beschouwd mogen worden als een vervanging van de andere parameters in overeenstemming met EU IFRS om het resultaat van de Vennootschap te beoordelen, maar zou echter moeten gehanteerd worden samen met de dichtst vergelijkbare EU IFRS parameter.
Een abonnee op basiskabeltelevisie is een woning, een wooneenheid in een gebouw met meerdere wooneenheden of een eenheid in een commercieel gebouw die via een analoog of digitaal videosignaal over het Gecombineerde Netwerk Telenets videodienst ontvangt zonder abonnement op een terugkerende maandelijkse dienst die het gebruik van encryptietechnologie vereist. Encryptietechnologie omvat smartcards en andere geïntegreerde of virtuele technologieën die Telenet gebruikt om zijn verbeterd dienstenaanbod te leveren. Telenet telt opbrengstgenererende eenheden op basis van het aantal panden. Een abonnee met meerdere aansluitingen in één pand wordt dus als één opbrengstgenererende eenheid geteld. Een abonnee met twee huizen die voor elk van die huizen een abonnement op Telenets kabeltelevisiedienst heeft, wordt als twee opbrengstgenererende eenheden geteld.
Een abonnee op premiumkabeltelevisie is een woning, een wooneenheid in een gebouw met meerdere wooneenheden of een eenheid in een commercieel gebouw die via een digitaal videosignaal over het Gecombineerde Netwerk Telenets kabeltelevisiedienst ontvangt op basis van een abonnement op een terugkerende maandelijkse dienst die het gebruik van encryptietechnologie vereist. Abonnees voor premiumkabeltelevisie worden geteld op basis van het aantal panden. Zo wordt een abonnee met één of meer settopboxen die Telenets videodienst in één gebouw ontvangt over het algemeen geteld als één abonnee. Een abonnee op premiumkabeltelevisie wordt niet geteld als een abonnee op basisvideo. Naarmate Telenets klanten overstappen van basiskabeltelevisiediensten naar premiumkabeltelevisie rapporteert Telenet een afname van het aantal abonnees voor basiskabeltelevisie die gelijk is aan de toename van het aantal abonnees voor premiumkabeltelevisie.
Een internetabonnee is een woning, een wooneenheid in een gebouw met meerdere wooneenheden of een eenheid in een commercieel gebouw die internetdiensten ontvangt over het Gecombineerde Netwerk.
Een vaste-telefonieabonnee is een woning, een wooneenheid in een gebouw met meerdere wooneenheden of een eenheid in een commercieel gebouw die spraakdiensten ontvangt over het Gecombineerde Netwerk. Vaste-telefonieabonnees omvatten geen mobiele-telefonieabonnees.
Het aantal mobiele-telefonieabonnees vertegenwoordigt het aantal actieve SIM-kaarten die in gebruik zijn, niet het aantal geleverde diensten. Als bijvoorbeeld een mobiele-telefonieabonnee zowel een data- als spraakplan voor een smartphone heeft, wordt die persoon beschouwd als één mobiele-telefonieabonnee. Een abonnee met een spraak- en dataplan voor een smartphone en een dataplan voor een laptop (via een dongle) wordt echter als twee mobieletelefonieabonnees geteld. Klanten die geen terugkerende maandelijkse vergoeding betalen, worden na 90 dagen inactiviteit niet langer opgenomen in het aantal mobiele-telefonieabonnees.
Klantenrelaties zijn klanten die ten minste één van Telenets video-, internet- of vaste-telefoniediensten ontvangen en die Telenet telt als opbrengstgenererende eenheden, ongeacht op welke of op hoeveel diensten ze geabonneerd zijn. Klantenrelaties worden over het algemeen geteld op basis van het aantal panden. Als iemand Telenets diensten in twee panden ontvangt (bijvoorbeeld in zijn hoofdwoning en in een vakantiehuisje), wordt die persoon over het algemeen als twee klantenrelaties geteld. Mobieletelefonieklanten worden niet geteld als klantrelaties.
ARPU verwijst naar de gemiddelde maandelijkse opbrengst per klantenrelatie en wordt berekend door de gemiddelde maandelijkse opbrengsten uit abonnementen (exclusief opbrengsten uit mobiele telefonie, bedrijfsdiensten ("B2B"), interconnectie, transport- en distributievergoedingen, opbrengsten uit de verkoop van mobiele handsets en installatievergoedingen) voor de aangeduide periode te delen door het gemiddelde aantal klantenrelaties aan het begin en aan het einde van de betreffende periode.
Aansluitbare huizen zijn woningen, wooneenheden in een gebouw met meerdere wooneenheden of eenheden in een commercieel gebouw die op het Gecombineerde Netwerk kunnen worden aangesloten zonder de distributiecentrale materieel uit te breiden. Het aantal aansluitbare huizen is gebaseerd op censusgegevens die kunnen veranderen op basis van herzieningen van die gegevens of op basis van nieuwe censusresultaten.
Een opbrengstgenererende eenheid is een individuele abonnee op basiskabeltelevisie, een individuele abonnee op premiumkabeltelevisie, een individuele internetabonnee of een individuele vaste telefonieabonnee. Een woning, een wooneenheid in een gebouw met meerdere wooneenheden of een eenheid in een commercieel gebouw kan één of meer opbrengstgenererende eenheden omvatten. Als bijvoorbeeld een residentiële abonnee geabonneerd is op Telenets premiumkabel-televisiedienst, vaste-telefoniedienst en breedbandinternetdienst, vertegenwoordigt die klant drie opbrengstgenererende eenheden. Het totale aantal opbrengstgenererende eenheden is de som van het aantal abonnees voor basiskabeltelevisie, premiumkabeltelevisie, internet en vaste telefonie. Het aantal opbrengstgenererende eenheden wordt over het algemeen geteld op basis van het aantal panden, zodat een bepaald pand voor een bepaalde dienst niet als meer dan één opbrengstgenererende eenheid wordt geteld. Als iemand Telenets diensten in twee panden ontvangt (bijvoorbeeld in zijn hoofdwoning en in een vakantiehuisje), wordt die persoon daarentegen als twee opbrengstgenererende eenheden geteld. Elke kabel-, internet- of vastetelefoniedienst in een productbundel wordt geteld als een afzonderlijke opbrengstengenererende eenheid, ongeacht de aard van een eventuele bundelkorting of promotie. Nietbetalende abonnees worden als abonnees geteld tijdens de periode gedurende welke ze bij wijze van promotie een gratis dienst ontvangen. Sommige van deze abonnees haken na die gratis periode af. Diensten die langdurig kosteloos worden aangeboden (bijv. aan VIP's of werknemers) worden over het algemeen niet als opbrengstgenererende eenheden geteld. Abonnementen op mobieletelefoniediensten worden niet opgenomen in het extern gerapporteerde aantal opbrengstgenererende eenheden.
Het klantverloop vertegenwoordigt de snelheid waarmee klanten hun abonnementen beëindigen. Het jaarlijks voortschrijdend gemiddelde wordt berekend door het aantal beëindigingen in de voorgaande 12 maanden te delen door het gemiddelde aantal klantenrelaties. Bij de berekening van het klantverloop wordt een beëindiging geacht te hebben plaatsgevonden indien de klant geen enkele dienst meer van Telenet ontvangt en Telenets apparatuur dient terug te geven. Een gedeeltelijke overschakeling naar een lager product, wat meestal wordt toegepast om klanten aan te moedigen een openstaande factuur te betalen en te voorkomen dat alle diensten worden afgekoppeld, wordt bij de berekeningen van het klantverloop niet als een beëindiging beschouwd. Klanten die binnen Telenets kabelgebied verhuizen en klanten die overschakelen naar hogere of lagere diensten worden bij de berekening van het klantverloop evenmin als beëindigingen beschouwd.
De netto hefboomratio wordt berekend volgens de definitie in de 2010 Gewijzigde Senior Credit Facility, door de totale nettoschuld, uitgezonderd (a) achtergestelde aandeelhoudersleningen, (b) geactiveerde elementen van de schulden onder de clientèle- en annuïteitenvergoedingen, (c) en alle andere financiële leases die op of voor 1 augustus 2007 werden aangegaan, en (d) alle schuld onder de netwerklease afgesloten met de zuivere intercommunales tot een maximum totaalbedrag van €195,0 miljoen, te delen door de Geconsolideerde EBITDA op jaarbasis van de laatste twee kwartalen.
Bedrijfsopbrengsten volgens aard: In de drie maanden afgesloten op 31 maart 2015 heeft Telenet de wijze waarop het de toelichting over de bedrijfsopbrengsten presenteert gewijzigd om zich verder te aligneren met zijn meerderheidsaandeelhouder en om meer transparantie te verschaffen in de onderliggende evolutie van (i) de traditionele opbrengsten uit kabelabonnementen, (ii) de opbrengsten die worden gegenereerd door Telenets mobiele-telefonieklanten, (iii) de opbrengsten uit bedrijfsdiensten en (iv) de overige opbrengsten, die onder andere bestaan uit de opbrengsten uit de verkoop van settopboxen, gsm's en smartphones, interconnectieopbrengsten en transport- en distributievergoedingen. Telenet heeft deze wijzigingen ook retroactief toegepast op de kwartalen van het voorgaande jaar.
Aanpassing van opbrengstgenererende eenheden: In de drie maanden afgesloten op 31 maart 2015 heeft Telenet de wijze waarop het bepaalde belangrijke operationele prestatieindicatoren berekent gewijzigd, om zich verder te aligneren met zijn meerderheidsaandeelhouder. Vanaf 1 januari 2015 wordt het aantal opbrengstgenererende eenheden geteld op basis van het uniek adres, zodat een gegeven adres niet tweemaal in rekening wordt genomen als opbrengstgenererende eenheid voor een bepaalde dienst. Anderzijds zal een individu dat één van onze diensten afneemt op twee verschillende adressen (bijvoorbeeld een eerste en een tweede woning) als twee opbrengstgenererende eenheden in rekening worden genomen voor die dienst. Deze definitieaanpassing is ook van invloed op bepaalde andere afgeleide operationele parameters, waaronder de penetratiegraden van Telenets productbundels, het aantal diensten per klantenrelatie en de onderliggende gemiddelde opbrengst per klantenrelatie. Gedurende de drie maanden afgesloten op 31 maart 2015 heeft Telenet ook bepaalde definities voor televisie-abonnees aangepast om deze definities beter te laten aansluiten bij de onderliggende diensten ontvangen door Telenets klanten en heeft Telenet de definities voor "digitale kabeltelevisie" en "analogie kabeltelevisie" vervangen door respectievelijk "premiumkabel-tv" en "basiskabel-tv". Telenet heeft deze wijzigingen ook retroactief toegepast op de kwartalen van het voorgaande jaar.
Vrije kasstroom: In de drie maanden afgesloten op 31 maart 2015 heeft Telenet zijn definitie van vrije kasstroom gewijzigd door de geldelijke betalingen aan derden betreffende succesvolle of nietsuccesvolle overnames en desinvesteringen toe te voegen aan de netto kasmiddelen afkomstig uit continue bedrijfsactiviteiten. Telenet heeft deze wijzigingen ook retroactief toegepast op de kwartalen van het voorgaande jaar. Daarnaast heeft Telenet in de drie maanden afgesloten op 30 september 2015 zijn definitie van vrije kasstroom gewijzigd, om zich verder te aligneren met zijn meerderheidsaandeelhouder. Vanaf 1 juli 2015 wordt vrije kasstroom gedefinieerd als de netto kasmiddelen afkomstig uit continue bedrijfsactiviteiten plus (i) de geldelijke betalingen aan derden betreffende succesvolle of niet-succesvolle overnames en desinvesteringen en (ii) kosten gefinancierd door een derde partij, minus (i) de verwerving van materiële vaste activa en de verwerving van immateriële vaste activa van de continue activiteiten van de Vennootschap, (ii) kapitaalaflossingen op verplichtingen uit hoofde van leverancierskrediet, en (iii) kapitaalaflossingen op financiële leases (uitgezonderd netwerkgerelateerde leases die werden erkend als gevolg van overnames), en (iv) kapitaalaflossingen op toevoegingen aan netwerkgerelateerde leases na overname, elk zoals gerapporteerd in het geconsolideerd kasstroomoverzicht. Deze aanpassing had geen impact op de vrije kasstroom van de Vennootschap in de voorgaande kwartalen.
ARPU per klantenrelatie: In de drie maanden afgesloten op 31 december 2015 heeft Telenet de wijze waarop het de ARPU per klantenrelatie berekent gewijzigd, om zich verder te aligneren met zijn meerderheidsaandeelhouder. Zo worden transport- en distributievergoedingen voortaan niet langer opgenomen, terwijl de opbrengsten die door zakelijke klanten uit het kleinbedrijf ("SoHo") worden gegenereerd voortaan worden opgenomen. Vanaf de drie maanden afgesloten op 31 december 2015 wordt de ARPU per klantenrelatie berekend door de gemiddelde maandelijkse opbrengsten uit abonnementen (exclusief opbrengsten uit mobiele telefonie, bedrijfsdiensten, interconnectie, transport- en distributievergoedingen, opbrengsten uit de verkoop van mobiele handsets en installatievergoedingen) voor de aangeduide periode te delen door het gemiddelde aantal klantenrelaties aan het begin en aan het einde van de betreffende periode. Telenet heeft deze wijzigingen ook retroactief toegepast op de kwartalen van het voorgaande jaar.
Op 31 december 2015 had Telenet 2.177.500 klantenrelaties, wat overeenkomt met ongeveer 74% van de 2.935.700 woningen die op het toonaangevende HFC-netwerk kunnen worden aangesloten. Op 31 december 2015 leverde Telenet 4.846.300 diensten (exclusief Telenets mobiele-telefonieabonnees), wat een stijging van 2% vertegenwoordigde ten opzichte van 31 december 2014. Het totale aantal abonnees op 31 december 2015 omvatte 2.054.800 abonnees voor kabeltelevisie, 1.570.500 abonnees voor breedbandinternet en 1.221.000 abonnees voor vaste telefonie. Bovendien was op 31 december 2015 ongeveer 83% van Telenets abonnees voor kabeltelevisie overgestapt naar premiumkabeltelevisie. Op 31 december 2015 bediende Telenet ook 1.001.200 mobiele-telefonieabonnees met een postpaidabonnement, een forse stijging met 12% vergeleken met 31 december 2014 ondanks een zeer concurrentiële omgeving. Voor het jaar afgesloten op 31 december 2015 bedroegen Telenets bedrijfsopbrengsten €1.808,4 miljoen, een stijging met 6% ten opzichte van het jaar afgesloten op 31 december 2014 en Telenets Adjusted EBITDA steeg met 5% in vergelijking met het jaar afgesloten op 31 december 2014 tot €943,7 miljoen. Telenets Adjusted EBITDA voor het jaar afgesloten op 31 december 2015 en 2014 weerspiegelde een gunstige impact van respectievelijk €7,6 miljoen en €12,5 miljoen uit de afhandeling van bepaalde voorwaardelijke verplichtingen.
Het Gecombineerde Netwerk is volledig bidirectioneel, ondersteunt de EuroDocsis 3.0 standaard, en biedt een spectrumbandbreedte van 600 MHz. In augustus 2014 kondigde Telenet aan dat het de komende vijf jaar €500,0 miljoen plant te investeren om de bandbreedtecapaciteit van zijn kabelnetwerk te verhogen tot 1 GHz, wat in de toekomst downloadsnelheden van tenminste 1 Gbps mogelijk zal maken. Op 31 december 2015 waren er per optisch knooppunt gemiddeld 480 huizen aangesloten in vergelijking met ongeveer 1.400 huizen in 2010 bij de start van het project dat erop gericht was om optische knoppunten te splitsen ("node splitting"). Hierdoor heeft Telenet de download- en uploadsnelheden kunnen verhogen alsook nieuwe internettoepassingen en vernieuwende diensten helpen ondersteunen. Aangezien niet alle aangesloten huizen geabonneerd zijn op een breedbandverbinding van Telenet bedroeg het aantal huizen met een actieve breedbandverbinding per optisch knooppunt gemiddeld 260
per 31 december 2015.
Telenet spitst zich meer en meer toe op het aanbieden van breedbandinternet- en telefoniediensten samen met kabeltelevisie in de vorm van aantrekkelijk geprijsde bundels. Hoewel Telenet al aanzienlijke voordelen heeft geplukt van deze stijgende trend naar productbundels, waardoor het meer producten en diensten kan verkopen aan individuele klanten, blijft Telenet van mening dat deze trend in de toekomst nog meer voordelen kan opleveren. Hierdoor slaagt Telenet erin om een hogere gemiddelde opbrengst per klantenrelatie en een verdere verlaging van het klantenverloop te realiseren. Voor het jaar afgesloten op 31 december 2015 bedroeg de gemiddelde opbrengst per klantenrelatie €50,6, een stijging met 6% in vergelijking met het jaar afgesloten op 31 december 2014 toen de gemiddelde opbrengst per klantenrelatie €47,8 bedroeg. De groei van de gemiddelde opbrengst per klantenrelatie was te danken aan (i) het grotere aandeel van de abonnees voor productbundels in de totale klantenmix, (ii) het grotere aandeel van klanten voor premiumkabeltelevisie met een abonnement op premiumentertainmentdiensten "Play", "Play More" en "Play Sports" en (iii) het voordeel van de selectieve prijsstijgingen voor bepaalde vaste diensten sinds 25 januari 2015. Deze gunstige effecten werden deels tenietgedaan door het groeiende aandeel van bundelkortingen en andere kortingen.
Basiskabeltelevisie is het belangrijkste medium voor het aanbieden van televisiediensten in Vlaanderen en Telenet is de grootste aanbieder van kabeltelevisie in België. Bijna alle Vlaamse gezinnen kunnen op het Gecombineerde Netwerk aangesloten worden. De hoge penetratie van Telenets kabeltelevisiediensten resulteerde in een stabiele bron van bedrijfsopbrengsten en kasstromen. Per 31 december 2015 bedroeg het totale aantal abonnees voor basiskabeltelevisie 2.054.800 of circa 70% van het totale aantal huizen die op het Gecombineerde Netwerk konden worden aangesloten. Alle abonnees voor basiskabeltelevisie hebben doorgaans toegang tot minstens 21 analoge televisiekanalen en een gemiddelde van 26 analoge radiokanalen. Telenet biedt doorgaans basiskabeltelevisie aan in de vorm van een individueel abonnement per klant en het leeuwendeel van Telenets klanten betaalt maandelijks voor deze dienstverlening.
Abonnees voor basiskabeltelevisie die tevens een settopbox of een CI+ module geïnstalleerd hebben, én een smart card geactiveerd hebben, krijgen toegang tot een totaal van meer dan 70 digitale televisiekanalen, waaronder 15 televisiekanalen in hoge definitie ("HD"), en ongeveer 36 digitale radiokanalen. Telenet biedt zijn basiskabeltelevisiediensten aan in digitaal formaat zonder meerprijs om klanten ertoe aan te zetten over te schakelen naar premiumkabeltelevisie zodat ze kunnen genieten van een rijkere kijkervaring, waaronder toegang tot een elektronische programmagids ("EPG"), extra pakketten met themakanalen, exclusieve film- en sportkanalen en een uitgebreide bibliotheek met zowel lokale als internationale films en programma's à la carte ("VOD").
Telenets premiumkabeltelevisiediensten omvatten een combinatie van betalende sport- en filmkanalen, een brede waaier aan themakanalen, een selectie films en series op aanvraag en een reeks interactieve applicaties. Deze premiumkabeltelevisiediensten zijn beschikbaar voor alle klanten die op het Gecombineerde Netwerk aangesloten kunnen worden. Per 31 december 2015 had Telenet 1.714.200 abonnees voor premiumkabeltelevisie, een stijging van 2% in vergelijking met 31 december 2014. Telenets digitalisatieratio, die het totale aantal abonnees voor premiumkabeltelevisie meet ten opzichte van het totale aantal abonnees voor basiskabeltelevisie, steeg verder en bereikte ongeveer 83% op 31 december 2015 in vergelijking met ongeveer 81% op 31 december 2014.
Abonnees voor premiumkabeltelevisie kunnen dankzij Telenets "Yelo Play" platform hun kijkervaring uitbreiden van het traditionele televisiescherm naar hun smartphones, tablets, laptops of pc's. Begin december 2014 vernieuwde Telenet zijn "Yelo Play" applicatie door een nieuwe gebruikersinterface te introduceren en functionaliteit toe te voegen, zoals een verbeterde zoekfunctie, swipe-tv en een aanbevelingssysteem. Op 31 december 2015 gebruikte ongeveer 26% van Telenets abonnees voor premiumkabeltelevisie deze applicatie actief.
In december 2014 lanceerde Telenet "Play" en "Play More", twee onbeperkte abonnementsformules voor films en programma's à la carte ter vervanging van de vroegere "Rex" en "Rio" pakketten. Met zijn prijs van €10 per maand (inclusief BTW) is "Play" een aantrekkelijk instappunt voor premiumtelevisieklanten die volledige controle wensen over wanneer, waar en hoe ze tv kijken. Momenteel bundelt Telenet als enige operator in België de programma's van lokale omroepen, een uitgebreide reeks internationale films en series, en tvfunctionaliteiten, zoals de mogelijkheid om gemiste programma's van de afgelopen 7 dagen te bekijken. Op 31 december 2015 waren 298.600 klanten geabonneerd op "Play" en "Play More", hetgeen meer dan een verdubbeling betekent ten opzichte van 31 december 2014 en deels gedreven werd door tijdelijke promoties.
In juni 2011 verwierf Telenet bepaalde exclusieve uitzendrechten voor de Belgische voetbalcompetitie (de "Jupiler Pro League") voor drie seizoenen vanaf juli 2011. Sinds het 2012-2013 voetbalseizoen zendt Telenet alle competitiewedstrijden van de Jupiler Pro League uit, wat resulteerde in bijkomende abonneegroei. In juni 2014 kende de Jupiler Pro League aan Telenet niet-exclusieve uitzendrechten toe voor drie bijkomende seizoenen tot het 2016-2017 seizoen. Hierdoor zal Telenet alle wedstrijden van de Belgische voetbalcompetitie rechtstreeks kunnen uitzenden tot het 2016-2017 voetbalseizoen. In juli 2015 lanceerde Telenet "Play Sports" als vervanging van de vroegere "Sporting Telenet" betalende sportzenders. "Play Sports" combineert binnenlands en buitenlands voetbal met andere belangrijke sporten zoals golf, Formule 1-wedstrijden, volleybal, basketbal en hockey. Bovendien biedt "Play Sports" onbeperkt 7 dagen terugkijk-tv aan en kunnen de abonnees met de bijbehorende applicatie overal en om het even wanneer televisie kijken op tal van toestellen en ecosystemen, verrijkt met live geüpdatete statistieken en samenvattingen van wedstrijden. Per 31 december 2015 hadden 223.500 klanten zich geabonneerd op Telenets betalende sportkanalen, een stijging van 9% in vergelijking met 31 december 2014, één van de sterkste stijgingen van de laatste kwartalen.
Telenet is een toonaangevende aanbieder van residentiële breedbandinternetdiensten in Vlaanderen. Telenets huidig aanbod voor de particuliere markt omvat verscheidene productsegmenten, gaande van "Basic Internet", dat eindgebruikers toestaat data van het internet te ontvangen tegen een downloadsnelheid tot 30 Mbps, tot "Internet Fiber 200", wat eindgebruikers downloadsnelheden tot 200 Mbps biedt. Alle nieuwe breedbandinternetklanten, die breedbandinternet combineren met een productbundel, kunnen downloaden aan snelheden van minstens 100 Mbps, wat meer is dan de basisdownloadsnelheden van Telenets directe concurrenten. De gemiddelde downloadsnelheid van Telenets breedbandinternetklanten bedroeg ongeveer 114 Mbps per 31 december 2015 ten opzichte van ongeveer 43 Mbps vóór de lancering van de bundels "Whop" en "Whoppa" in juni 2013. Per 31 december 2015 had Telenet 1.570.500 abonnees voor breedbandinternet, een stijging van 3% in vergelijking met 31 december 2014. Ongeveer 53,5% van de huizen die op het Gecombineerde Netwerk kunnen worden aangesloten was geabonneerd op één van Telenets breedbandinternetproducten per 31 december 2015, tegenover 52,2% per 31 december 2014.
Door voortdurende investeringen in zijn toonaangevend HFC netwerk kan Telenet zijn klanten een uitstekende breedbandinternetervaring blijven bieden, zowel thuis als onderweg. In dit verband heeft Telenet verdere vooruitgang geboekt met de implementatie van WiFihomespots in zijn hele verkoopgebied. Op 31 december 2015 had Telenet bijna 1,3 miljoen actieve WiFi-homespots en ongeveer 2.000 WiFi-hotspots in openbare ruimtes. Door de samenwerking met de Waalse kabeloperator Nethys, die onder het merk "VOO" actief is, kunnen breedbandinternetklanten van beide operatoren gratis gebruik maken van elkaars WiFi-homespots.
Telenet biedt zijn particuliere klanten lokale, nationale en internationale vaste telefoniediensten aan alsook een waaier van bijkomende toepassingen. In Vlaanderen is Telenet de voornaamste concurrent van Proximus, de historische operator (voorheen Belgacom NV/SA genaamd). Dit komt deels door Telenets focus op dienstverlening aan klanten en innoverende forfaitaire tariefplannen. Nagenoeg alle vaste telefonieklanten van Telenet gebruiken het voice-over-internet protocol ("VoIP") die het open standaard EuroDocsis protocol gebruikt en waardoor Telenet in staat is om zowel breedbandinternet- als telefoniediensten aan te bieden. Op 31 december 2015 had Telenet 1.221.000 abonnees voor vaste telefonie. Op 31 december 2015 was ongeveer 41,6% van het totale aantal huizen die op het Gecombineerde Netwerk konden worden aangesloten geabonneerd op vaste telefonie, in vergelijking met 39,8% per 31 december 2014.
Telenet biedt zijn mobiele telefoniediensten aan als een mobiele virtuele netwerkoperator ("MVNO") via een partnership met Mobistar NV, de op één na grootste mobiele operator in België. Deze MVNO Overeenkomst loopt tot eind 2017. Middels de MVNO Overeenkomst biedt Telenet zijn klanten mobiele spraak- en datadiensten aan, met inbegrip van 4G/LTE ("Long-Term Evolution"), door gebruik te maken van het mobiele telecommunicatienetwerk van Mobistar.
De Waalse kabeloperator Nethys maakt via een partnership met Telenet ook gebruik van deze MVNO Overeenkomst om mobiele diensten aan te bieden aan zijn kabelklanten. De MVNO Overeenkomst kan stopgezet worden in geval van aanzienlijke contractbreuk en bepaalde gebeurtenissen, waaronder een verandering in de controle van de Vennootschap en regelgeving. In geval van stopzetting zal er een uitstapplan in werking treden, dat Telenet zal toelaten om zijn mobieletelefonieklanten te migreren naar het radionetwerk van een andere mobiele operator. Telenet heeft de intentie om zijn huidige en toekomstige mobiele-telefonieabonnees te migreren naar het netwerk van BASE Company NV ("BASE Company" of "BASE") na afloop van de MVNO Overeenkomst op het einde van 2017, zoals hieronder in meer detail beschreven wordt.
In maart 2014 verbeterde en breidde Telenet zijn bestaand "King" en "Kong" mobiele-telefonieaanbod uit, waarbij Telenets mobieletelefonieabonnees ook gratis toegang tot 4G krijgen. In oktober 2014 kondigde Telenet de uitrol van EAP ("Extensible Authentication Protocal") op zijn WiFi-routers aan, waardoor klanten automatisch en naadloos een verbinding kunnen maken met Telenets WiFi-netwerk. Telenet is van mening dat de uitrol van deze nieuwe technologie de Vennootschap in staat stelt om het volledige potentieel van WiFi offloading (d.w.z. een deel van het mobiele dataverkeer via het WiFinetwerk laten verlopen) beter te benutten. In april 2015 lanceerde Telenet het "Familie Deal"-aanbod, waarbij zowel nieuwe als bestaande "Whop" of "Whoppa" klanten met een abonnement op twee of meer mobiele diensten maandelijks een korting van respectievelijk €1 en €2 op hun tariefplannen voor mobiele telefonie krijgen. Op 31 december 2015 had Telenet 1.001.200 abonnees met een post-paidabonnement, een stijging van 12% in vergelijking met het jaar afgesloten op 31 december 2014.
Op 18 april 2015 sloot een dochtervennootschap van Telenet een koopen verkoopovereenkomst af om alle uitstaande aandelen van BASE Company over te nemen van dochtervennootschapppen van Koninklijke KPN N.V. ("KPN") voor €1.324,4 miljoen. Op 4 februari 2016 keurde de Europese Commissie de overname van BASE Company door Telenet goed en op 11 februari 2016 vond de overname van BASE Company plaats. Op 19 november 2015 bevestigde Telenet dat het voorwaardelijke overeenkomsten had afgesloten met MEDIALAAN voor, onder andere, de verkoop door BASE Company van alle JIM Mobile klanten en van haar 50% belang in VikingCo NV, de entiteit die het "Mobile Vikings" merk uitbaat in België, aan MEDIALAAN. Deze overeenkomsten werden aangegaan in het kader van het onderzoek van de Europese Commissie naar de voorgestelde overname van BASE Company. Door het groen licht van de Europese Commissie en de recente goedkeuring van de transactie met MEDIALAAN door de Belgische Mededingingsautoriteit, zal de verkoop door BASE Company van haar 50% belang in VikingCo NV aan MEDIALAAN kunnen voltooid worden nadat de overname van BASE Company door Telenet afgerond is. Op termijn zal BASE ook de JIM Mobile klanten overdragen aan MEDIALAAN en zal MEDIALAAN een 'full MVNO' speler worden op het BASE netwerk, voor zowel de JIM Mobile als de Mobile Vikings klanten. De transactie creëert voor MEDIALAAN het platform om een nieuwe, performante MVNO-speler te worden. Deze overname zal Telenet lange termijntoegang bieden tot een mobiel netwerk. Hierdoor zal Telenet effectief kunnen meedingen naar de groeiopportuniteiten in de markt voor mobiele communicatie.
Via interconnectie kunnen gebruikers van een telefonienetwerk communiceren met de gebruikers van een ander telefonienetwerk. Om een abonnee van een telefonienetwerk in staat te stellen een telefoongesprek te voeren met een ontvanger op een ander netwerk, moet de netwerkaanbieder van de abonnee een verbinding aangaan met het netwerk van de ontvanger. Het netwerk dat de ontvanger bedient, rekent normaal aan de netwerkaanbieder van de abonnee een vergoeding aan om de communicatie op zijn netwerk te beëindigen. De vergoeding is gebaseerd op een vaste gesprekskost en kosten op basis van de gespreksduur. De voornaamste interconnectieovereenkomsten van de Vennootschap werden afgesloten met Proximus en de voornaamste telecommunicatieoperatoren in België en Luxemburg. Op het einde van 2014 had Proximus een geschat marktaandeel van 61% op de markt voor vaste telefonie in België op basis van het meest recente 2014 Jaarverslag van het Belgische Instituut voor Post en Telecommunicatie ("BIPT"). Telenets MVNO Overeenkomst met Mobistar maakte een aantal nieuwe interconnectieovereenkomsten noodzakelijk om andere binnenlandse operatoren toe te laten een verbinding te maken met Telenets core netwerk. Momenteel zijn er interconnectieovereenkomsten met de voornaamste telecommunicatieoperatoren in België. Tijdens onderhandelingen met Proximus omtrent mobiele interconnectietarieven werd een definitieve overeenkomst bereikt. Een aantal andere binnenlandse vaste-telefonieoperatoren heeft reeds interesse getoond om een directe interconnectieovereenkomst met Telenet af te sluiten. Om mobiele-telefonieklanten in het buitenland te ondersteunen heeft Telenet een roamingovereenkomst afgesloten met een internationale aanbieder, die optreedt als centrale operator voor roamingdiensten. Wat premiumdiensten voor mobiele telefonie betreft, linkt Telenet meteen met de contentaanbieders, waardoor mobiele-telefonieklanten toegang krijgen tot premium SMS-diensten en andere multimediadiensten.
De interconnectieopbrengsten en -kosten hebben een aanzienlijke impact op de financiële resultaten van de Vennootschap. Zodoende levert Telenet ernstige inspanningen om deze kosten onder controle te houden. Voor het jaar afgesloten op 31 december 2015 boekte Telenet €170,9 miljoen aan interconnectiekosten (€160,4 miljoen voor het jaar afgesloten op 31 december 2014) en ontving het €99,8 miljoen (€92,8 miljoen voor het jaar afgesloten op 31 december 2014) aan interconnectieopbrengsten. Telenet boekt zijn interconnectieopbrengsten onder 'Overige opbrengsten', terwijl de interconnectiekosten opgenomen worden als 'Kosten voor exploitatie van het netwerk en voor diensten'.
Telenets interconnectiepraktijken zijn onderworpen aan de reglementering van het BIPT. De mobiele terminatietarieven werden voor elke mobiele operator bepaald op €1,08 cent per minuut vanaf januari 2013, aangepast voor inflatie ten opzichte van het referentiejaar. Dit weerspiegelt een daling van 60% in vergelijking met het gemiddelde tarief van €2,67 cent per minuut, dat sinds 1 januari 2012 van toepassing was. Op 14 september 2015 publiceerde het BIPT zijn voorlopig besluit betreffende de relevante markt voor de beëindiging van gesprekken op individuele mobiele netwerken. Als gevolg van Telenets MVNO Overeenkomst, en de toenemende controle over de terminatietarieven die Telenet aanrekent voor de beëindiging van gesprekken op zijn virtueel netwerk, werd Telenet in het voorlopig besluit bestempeld als een operator met significante marktinvloed ("SMP"). In zijn voorlopig besluit gebruikt het BIPT een bottom-up kostenmodel op basis van incrementele kosten op lange termijn om de tarieven voor de beëindiging van gesprekken op individuele mobiele netwerken te bepalen. Dit resulteerde in een nominaal tarief van €0,81 cent per minuut in 2015, dat verder zal dalen tot 2020 op basis van een afnemende schaal. Het BIPT heeft een publieke consultatieronde gehouden, die op 14 november 2015 werd afgerond. Een definitieve beslissing werd tot op heden nog niet gepubliceerd.
Onder het merk "Telenet Business" biedt Telenet een waaier van spraak-, data- en internetproducten en diensten aan die op maat gesneden zijn van elke klant. Daarnaast biedt Telenet Business zijn zakelijke klanten ook een uitgebreid aanbod van betrouwbare waardetoevoegende diensten aan, zoals onder meer hosting, beveiligingsbeheer en cloud computing. Het verkoopgebied bestrijkt heel België en delen van Luxemburg. De zakelijke klanten van Telenet omvatten KMOs met een werknemersbestand tot honderd werknemers; grotere bedrijven; de overheid; de gezondheidssector; onderwijsinstellingen en carrierklanten zoals internationale aanbieders van spraak-, data- en internetdiensten. Voor het jaar afgesloten op 31 december 2015 genereerden Telenets zakelijke activiteiten €118,1 miljoen aan opbrengsten, een stijging met 12% in vergelijking met het jaar afgesloten op 31 december 2014.
In 1996 verwierf Telenet het exclusieve recht om zogenaamde 'pointto-point' diensten aan te bieden, met inbegrip van breedbandinternet en vaste-telefoniediensten, en het recht om een deel van de capaciteit van het breedbandcommunicatienetwerk te gebruiken waarvan de Zuivere Intercommunales (de "PICs") eigenaar zijn (het "Partner Netwerk"). Als gevolg van de PICs Overeenkomst verwierf Telenet via Telenet NV en Telenet Vlaanderen NV in 2008 alle gebruiksrechten op het Partner Netwerk onder een leaseovereenkomst op lange termijn (erfpacht) voor een initiële periode van 38 jaar. Onder de PICs Overeenkomst dient Telenet een periodieke vergoeding te betalen bovenop de te betalen vergoedingen onder bepaalde voorheen afgesloten overeenkomsten met de Zuivere Intercommunales.
Telenet verwijst naar het Gecombineerde Netwerk wanneer het de combinatie van zijn eigen netwerk en het Partner Netwerk bedoelt. Via het Gecombineerde Netwerk biedt Telenet kabeltelevisie aan in analoge, digitale en HD beeldkwaliteit, breedbandinternet en vaste telefonie aan zowel particuliere als bedrijfsklanten die zich bevinden in Telenets verkoopgebied. Het Gecombineerde Netwerk bestaat uit een glasvezelbackbone-netwerk met lokale coaxlussen met een minimumcapaciteit van 600 MHz. Het Gecombineerde Netwerk gebruikt de EuroDocsis 3.0 technologie, waardoor Telenet vandaag aan bepaalde zakelijke klanten downloadsnelheden tot 240 Mbps kan aanbieden. Het Gecombineerde Netwerk omvat een glasvezel-backbone-netwerk van 12.000 kilometer, waarvan Telenet 7.300 kilometer in eigendom heeft, 2.600 kilometer ter beschikking heeft als gevolg van langetermijnleaseverplichtingen en bijkomend toegang heeft tot 2.100 kilometer dankzij de overeenkomsten met de Zuivere Intercommunales. Het glasvezelbackbone-netwerk is verbonden met ongeveer 68.000 kilometer lokale coaxlussen, waarvan 50.000 kilometer in het Telenet Netwerk en de rest op het Partner Netwerk. Telenet bezit de eerste en tweede glasvezelbackbone van het Gecombineerde Netwerk en de glasvezel- en coaxkabels op het Telenet Netwerk. De Zuivere Intercommunales bezitten de bijkomende glasvezel- en coaxkabels die vervat zitten in de HFC toegangslussen op het Partner Netwerk.
Naast het HFC-netwerk levert Telenet ook diensten aan zakelijke klanten binnen België en in delen van Luxemburg, door een combinatie van eigen netwerkcomponenten en glasvezel die hoofdzakelijk geleased wordt. Telenet heeft verder ook netwerkapparatuur geïnstalleerd om spraak-, data- en internetdiensten aan te bieden over een Digital Subscriber Line verbinding ("DSL"). Door middel van DSL-verbindingen kan Telenet op een meer kostefficiënte manier allerhande diensten aanbieden aan zakelijke klanten die zich niet in de nabijheid van het Gecombineerde Netwerk bevinden.
Telenets glasvezel-backbone-netwerk gebruikt het All-IP protocol en draagt al het communicatieverkeer. Telenet gebruikt daarnaast MPLS (multi protocol label switching) voor het routeren van het IP-verkeer, wat de Vennootschap in staat stelt om data efficiënter te labelen om de trafiek op het Gecombineerde Netwerk beter te beheren. Dat betekent bijvoorbeeld dat er prioriteit kan gegeven worden aan spraakpakketten over datapakketten om een onderbreking in de spraakcommunicaties te vermijden.
Door middel van een coaxverbinding van één van Telenets optische knooppunten (node) verbinden klanten zich met het Gecombineerde Netwerk. Versterkers worden in het coaxiale netwerk gebruikt om de downstream- en return path-signalen op de lokale lus te versterken. De kwaliteit van het netwerk verslechtert doorgaans wanneer de penetratie op een bepaalde node stijgt. Mocht dit noodzakelijk zijn, dan stelt de schaalbaarheid van het netwerk Telenet in staat om dit probleem, binnen bepaalde grenzen, op te lossen door nodes te splitsten. Telenet past het splitsen van nodes ondermeer toe om mogelijke verzadiging in bepaalde delen van hetGecombineerde Netwerk op te vangen. Telenet heeft het aantal aansluitbare huizen per optisch knooppunt teruggebracht van gemiddeld 1.400 in 2010 bij de start van het node-splitting project tot gemiddeld 480 per 31 december 2015. Aangezien niet alle aangesloten huizen geabonneerd zijn op een breedbandverbinding van Telenet, bedroeg het aantal huizen met een actieve breedbandverbinding per optisch knooppunt gemiddeld 260 per 31 december 2015.
Telenets netwerkbeheerscenter in Mechelen (België) bewaakt voortdurend de prestatieniveaus op het Gecombineerde Netwerk. Telenet beschikt over een aparte back-upsite voor back office systemen in geval van nood en het netwerk werd zo ontworpen teneinde het risico van netwerkpannes en rampen te minimaliseren. Zo kunnen de glasvezelringen dataverkeer in de tegenoverstelde richting omleiden indien een bepaald deel van de ring zou worden doorgesneden. Telenet heeft zijn gebouwen, kopstations, nodes en aanverwante netwerkcomponenten verzekerd tegen brand, overstromingen, aardbevingen en andere natuurrampen. Telenet is echter niet verzekerd tegen oorlog, terrorisme (uitgezonderd in beperkte mate onder de algemene inboedelverzekering) en cyberrisico's. Het glasvezelnetwerk is tot een vastgesteld bedrag verzekerd voor schade, maar het coaxnetwerk zelf is niet verzekerd voor schade.
In augustus 2014 kondigde Telenet aan dat het de komende vijf jaar €500,0 miljoen plant te investeren om de bandbreedtecapaciteit van het Gecombineerde Netwerk te verhogen van 600 MHz tot 1 GHz. Dit moet in de toekomst downloadsnelheden van tenminste 1 Gbps mogelijk maken met als doel om Vlaanderen toe te laten om een digitale infrastructuur aan te bieden met één van de hoogste capaciteiten in Europa.
Telenets strategie bestaat erin de beste en geprefereerde aanbieder te zijn van premiumkabeltelevisie, breedbandinternetdiensten en vaste telefonie en in parallel zijn bedrijfsopbrengsten, winstgevendheid en kasstroom te verbeteren. Telenet wil dit bereiken door de kwaliteit van zijn netwerk te verbeteren en door toonaangevende technologieën en innovatieve diensten aan te bieden aan zijn klanten. De belangrijkste componenten van Telenets strategie zijn:
De beste en meest betrouwbare technologie en een geweldige klantenervaring aanbieden. Telenet wil zijn klanten de beste en meest betrouwbare technologie aanbieden zodat ze thuis en onderweg van hun digitale levensstijl kunnen genieten. Door hen innovatieve en concurrentiële vaste en mobiele producten aan te bieden en door klanten centraal te stellen weet Telenet dit te realiseren. Telenets bewezen langetermijnstrategie inzake multiple-play laat Telenet toe de gemiddelde opbrengst per klantenrelatie te verhogen doordat meer klanten voor al hun digitale diensten voor Telenet kiezen. Tegelijkertijd zorgt Telenets niet-aflatende focus op klantentevredenheid ervoor dat klanten minder geneigd zijn hun diensten op te zeggen. Telenets focus is om toonaangevende breedbandinternetdiensten en vaste telefonie met forfaitaire tariefplannen aan te bieden naast een volledig interactief en aantrekkelijk digitaal tv-platform. Telenet zal daarom blijven investeren in zijn hybride netwerk van glasvezel en coaxiale kabel om de voorsprong ten aanzien van andere platformen te behouden en om betere prestaties te leveren dan concurrerende productaanbiedingen. Tegelijk wil Telenet uitblinken in de dienstlevering aan klanten en klantentrouw. Daarom zal Telenet blijven de klemtoon leggen op het verder optimaliseren van haar processen en platformen en zijn klanten centraal stellen. Hierdoor kan Telenet zijn kostenbasis beter onder controle houden, waardoor het verder kan investeren in de toekomstige groei van zijn activiteiten.
Behoud van leiderschap op vlak van snelheid en dienstverlening versus concurrerende technologieën. Vandaag is Telenet in staat om downloadsnelheden aan te bieden tot 200 Mbps voor bepaalde residentiële klanten en tot 240 Mbps voor bepaalde zakelijke klanten. Telenet is vol vertrouwen dat de combinatie van een optimalisatie van de netwerkbandbreedte en de invoering van EuroDocsis 3.1 er voor zal zorgen dat Telenet nog steeds het best geplaatst blijft om de volgende jaren supersnel breedband aan te bieden. Telenet zal nauwgezet de bedrijfsinvesteringen opvolgen en ervoor zorgen dat deze investeringen de bedrijfsopbrengsten incrementeel doen stijgen.
Klanten met een abonnement op slechts één product blijven omzetten naar Telenets aantrekkelijke multiple-play aanbiedingen. Telenet ziet nog steeds veel mogelijkheden om klanten die vandaag enkel op één product geabonneerd zijn (28% van het klantenbestand per 31 december 2015) warm te maken voor triple-play en quadruple-play diensten en om de resterende abonnees voor basiskabeltelevisie (17% van het totale aantal kabeltelevisieklanten per
14 | Telenet | Jaarverslag 2015 |
31 december 2015) te laten overschakelen naar het premiumkabeltelevisieplatform, waar een hogere gemiddelde omzet per klantenrelatie wordt gegenereerd. Tegelijkertijd wil Telenet het totale aantal premiumkabeltelevisieklanten die intekenen op bijkomende contentpakketten doen stijgen. Per 31 december 2015 nam ongeveer 17% van Telenets premiumkabeltelevisieklanten een bijkomend contentpakket (uitgezonderd "Play Sports"). De lancering in december 2014 van "Play" en "Play More", Telenets twee onbeperkte abonnementsformules voor films en programma's à la carte, verbeterde Telenets unieke en leidinggevende positie op het vlak van lokale en internationale premiumcontent. Op 31 december 2015 waren 298.600 klanten geabonneerd op "Play" en "Play More", hetgeen meer dan verdubbeling was in vergelijking met 31 december 2014 en deels gedreven werd door tijdelijke promoties.
Aanbieden van aantrekkelijke entertainmentdiensten, met inbegrip van premiumcontent en sportuitzendingen, aan Telenets klanten. In juni 2014 hernieuwde Telenet met succes de uitzendrechten voor de Jupiler Pro League voor de komende drie seizoenen. Deze verlenging op een niet-exclusieve basis laat Telenet toe om alle wedstrijden van de Jupiler Pro League te blijven aanbieden, samen met de belangrijkste internationale voetbalwedstrijden en andere internationale sportevenementen. Hierdoor wil Telenet zijn klantenbestand verder uitbreiden en in parallel de investeringskosten optimaliseren. In februari 2015 verwierf Telenet een strategische participatie van 50% in het Vlaamse mediabedrijf De Vijver Media voor €58,0 miljoen. De Vijver Media is eigenaar van twee commerciële omroepen ("VIER" en "VIJF") en een programmaproductiehuis ("Woestijnvis"). Telenet gelooft dat zijn participatie een nieuwe manier inhoudt om innovatie in lokale programma's te bereiken. Samen met Telenets bestaand sterk programma-aanbod zal Telenet Vlaamse kijkers multimedia entertainment kunnen aanbieden van hoge kwaliteit, en in parallel strategische toegang tot lokale programma's veiligstellen. In september 2014 kondigde Telenet aan dat het zijn eigen televisieserie, genaamd "Chaussée d'amour", zal produceren in samenwerking met het lokale productiebedrijf deMENSEN. De serie zal bestaan uit 10 afleveringen die in 2016 allemaal tegelijk beschikbaar zullen zijn voor "Play" en "Play More" klanten.
Aanwezigheid en marktaandeel in de zakelijke markt verhogen. Telenet blijft tevens enthousiast over de groeiopportuniteiten in de zakelijke markt voor breedbanddiensten door een combinatie van aanhoudend leiderschap op vlak van product en snelheid en dienstverlening aan de klant. Telenet heeft recent significant geïnvesteerd in zijn afdeling voor zakelijke dienstverlening "Telenet Business", om het in staat te stellen de zakelijke markt te benaderen met een geïntegreerde waaier van toonaangevende diensten en oplossingen op het vlak van connectiviteit, beveiligingsbeheer en hosting met een sterke focus op onze coaxproducten.
Mobiele telefoniediensten verkopen aan zijn omvangrijke klantenbasis. Telenet gelooft dat zijn succesvolle herpositionering in de markt voor mobiele telefonie en zijn focus op een meer effectieve klantverwerving zal bijdragen tot de groei van de bedrijfsopbrengsten en de Adjusted EBITDA. Telenet gelooft dat zijn klanten een simpel, transparant en concurrentieel mobiel aanbod waarderen. Dit geeft Telenet de mogelijkheid om mobiele-telefoniediensten door te verkopen aan zijn bestaande klantenbasis voor vaste diensten. Per 31 december 2015 nam 20% van Telenets bestaande klantenbasis ook mobiele telefoniediensten af. Dit geeft volgens Telenet een indicatie van de omvangrijke groeiopportuniteit om het aantal klanten met een mobiel abonnement te verhogen. De overname van BASE Company zal Telenet lange termijntoegang bieden tot een mobiel netwerk. Hierdoor zal Telenet effectief kunnen meedingen naar de groeiopportuniteiten in de mobiele communicatie. Bijgevolg zal Telenet kunnen voldoen aan de stijgende vraag van zowel particuliere als zakelijke klanten naar het volledige scala van vaste en mobiele diensten.
Investeren in Vlaamse innovatie. Innovatie is belangrijk voor Telenet en het bedrijf gelooft dan ook dat het een belangrijke rol kan spelen in het promoten van innovatie in Vlaanderen. Daarom wil het bedrijf investeren in beloftevol Vlaams digitaal ondernemingstalent. Dit gebeurt via een partnership met Idealabs. In maart 2015 kondigde Telenet de oprichting aan van Idealabs Telenet Fund NV, waarbij NIKEVENTURES BVBA en Telenet Service Center BVBA elk 50% van de aandelen van Idealabs Telenet Fund aanhouden. Idealabs Telenet Fund werd opgericht om een start-up incubator en accelerator programma te organiseren. Daarnaast werkt Telenet ook met iMinds aan het iStart programma en in dit verband biedt Telenet een allesomvattende zakelijke oplossing aan voor één jaar aan nieuwe geselecteerde bedrijven, waaronder hogesnelheidsconnectiviteitsdiensten, telefonie en Cloudoffice voor de medewerkers.
Voor het jaar afgesloten op 31 december 2015 genereerde Telenet bedrijfsopbrengsten ten bedrage van €1.808,4 miljoen, of 6% meer dan de €1.707,1 miljoen voor het jaar afgesloten op 31 december 2014. De groei van de bedrijfsopbrengsten voor het jaar afgesloten op 31 december 2015 was geheel organisch en was direct te danken aan (i) de solide groei van het aantal klanten met een productbundel (op 31 december 2015 had Telenet 6% meer tripleplayabonnees dan op 31 december 2014), (ii) het voordeel van de selectieve prijsverhoging van bepaalde vaste diensten in januari 2015, (iii) de stijging van de bijdrage van Telenets mobiele activiteiten met €22,4 miljoen dankzij de robuuste groei van het aantal mobiele-telefonieabonnees met een postpaidabonnement, en (iv) de stijging van de opbrengsten uit bedrijfsdiensten met 12%.
Voor verdere informatie, refereren we naar toelichting 5.19, bij de geconsolideerde jaarrekening van de Vennootschap.
De opbrengsten uit kabel-tv vertegenwoordigen de maandelijkse vergoeding die Telenets kabeltelevisieabonnees betalen voor de kanalen die ze in het basispakket ontvangen, alsmede de opbrengsten die worden gegenereerd door Telenets abonnees voor premiumkabeltelevisie. Deze bestaan onder meer uit (i) terugkerende huurgelden voor settopboxen, (ii) de vergoedingen voor extra premiumcontent die Telenet aanbiedt, inclusief de abonnementspakketten voor films en programma's à la carte "Play", "Play More" en "Play Sports", en (iii) transactionele en on-demand functies. Voor het jaar afgesloten op 31 december 2015 bedroegen de opbrengsten uit kabeltelevisie €552,1 miljoen, vergeleken met €542,9 miljoen voor het jaar afgesloten op 31 december 2014. Deze bescheiden stijging met 2% was te danken aan hogere terugkerende huurgelden voor settopboxen en de groei van onze premiumabonnementsdiensten à la carte, gedeeltelijk tenietgedaan door de geleidelijke daling van het totale aantal abonnees voor kabeltelevisie en de lagere opbrengsten uit transactionele diensten à la carte.
De opbrengsten die voor het jaar afgesloten op 31 december 2015 door Telenets particuliere klanten en kleine bedrijven met een breedbandinternetabonnement werden gegenereerd, bedroegen €546,0 miljoen, of 6% meer dan voor het jaar afgesloten op 31 december 2014 toen de opbrengsten uit breedbandinternet €513,9 miljoen bedroegen. De groei van de bedrijfsopbrengsten was te danken aan de groei van het aantal abonnees met 3% en het voordeel van de hiervoor genoemde prijsverhoging die eind januari 2015 inging, deels tenietgedaan door het grotere aandeel van bundelkortingen.
De opbrengsten uit vaste telefonie omvatten de terugkerende opbrengsten uit abonnementsgelden die door Telenets vastetelefonieabonnees worden betaald alsook variabele verbruiksgerelateerde opbrengsten, maar omvatten niet de door deze klanten gegenereerde interconnectieopbrengsten, die onder 'Overige' opbrengsten worden gerapporteerd. Voor het jaar afgesloten op 31 december 2015 stegen de opbrengsten uit vaste telefonie met 7% tot €226,9 miljoen , vergeleken met €211,1 miljoen voor het jaar afgesloten op 31 december 2014. Deze stijging was te danken aan de groei van het aantal vastetelefonieabonnees met 5% en het voordeel van de bovenvermelde prijsverhoging in januari 2015, deels tenietgedaan door het groeiende aandeel van bundelkortingen.
De opbrengsten uit mobiele telefonie vertegenwoordigen de opbrengsten uit abonnementsgelden die door Telenets mobieletelefonieabonnees worden gegenereerd alsook niet-bundelgerelateerde opbrengsten, maar omvatten niet de interconnectieopbrengsten die door deze klanten worden gegenereerd noch de opbrengsten uit de verkoop van smartphones. Voor het jaar afgesloten op 31 december 2015 bedroegen de opbrengsten uit mobiele telefonie €203,4 miljoen, een stijging van €22,4 miljoen in vergelijking met het jaar afgesloten op 31 december 2014. Deze robuuste stijging van de opbrengsten met 12% ten opzichte van het jaar afgesloten op 31 december 2014 weerspiegelt de aanhoudende dubbelcijferige groei van het aantal abonnees met een post-paidabonnement, deels tenietgedaan door de daling van de verbruiksgerelateerde opbrengsten per gebruiker.
De onder bedrijfsdiensten gerapporteerde opbrengsten betreffen de opbrengsten die worden gegenereerd op niet-coaxproducten, inclusief glasvezel- en geleasede DSL-lijnen, Telenets 'carrier'-diensten, maar ook diensten met toegevoegde waarde zoals hostingdiensten en beheerde beveiligingsdiensten. Opbrengsten uit zakelijke klanten op alle coaxgerelateerde producten worden toegerekend aan één van de bovengenoemde opbrengstenregels en worden niet gerapporteerd binnen Telenet Business, Telenets B2B-afdeling. Voor het jaar afgesloten op 31 december 2015 genereerde Telenet Business €118,1 miljoen aan
opbrengsten, een stijging met 12% vergeleken met het jaar afgesloten op 31 december 2014 toen Telenets bedrijfsdiensten opbrengsten ten bedrage van €105,5 miljoen genereerden. De stijging van de opbrengsten uit bedrijfsdiensten was vooral te danken aan (i) hogere beveiligingsgerelateerde opbrengsten, (ii) hogere opbrengsten uit bedrijfsconnectiviteitsoplossingen en (iii) hogere opbrengsten uit mobiele carrierdiensten.
De overige bedrijfsopbrengsten bestaan voornamelijk uit onder andere (i) opbrengsten uit de verkoop van smartphones, (ii) transport- en distributievergoedingen, (iii) interconnectieopbrengsten uit zowel vaste als mobiele telefonie, (iv) vergoedingen voor de activering en installatie van producten en (v) opbrengsten uit de verkoop van settopboxen. Voor het jaar afgesloten op 31 december 2015 bedroegen de overige bedrijfsopbrengsten €161,9 miljoen, een stijging van 6% ten opzichte van het jaar afgesloten op 31 december 2014. De groei van de overige bedrijfsopbrengsten was vooral te danken aan de introductie van Telenets smartphonefinancieringsprogramma tijdens de drie maanden afgesloten op 30 september 2015 en de hogere interconnectieopbrengsten die door Telenets klanten voor mobiele telefonie werden gegenereerd, deels tenietgedaan door de lagere opbrengsten uit de verkoop van settopboxen in vergelijking met het jaar afgesloten op 31 december 2014 toen Telenet zijn SD-videoplatform uitfaseerde.
Voor het jaar afgesloten op 31 december 2015 bedroegen de totale bedrijfskosten €1.265,3 miljoen, of 8% meer dan de €1.174,9 miljoen voor het jaar afgesloten op 31 december 2014. Voor het jaar afgesloten op 31 december 2015 omvatten de bedrijfskosten een gunstige impact van €13,8 miljoen uit de terugneming van herstructureringskosten als gevolg van een akkoord met Norkring België in verband met de licentie voor DTT-spectrum en een gunstige impact van €7,6 miljoen uit de afhandeling van een voorwaardelijke verplichting in verband met universele dienstverlening, deels tenietgedaan door een schikking van €3,9 miljoen met de Belgische telecomregulator BIPT met betrekking tot de licentie voor het mobiele 2G-spectrum. De bedrijfskosten voor het jaar afgesloten op 31 december 2014 weerspiegelden een gunstige impact van €12,5 miljoen uit de afhandeling van bepaalde voorwaardelijke verplichtingen. Zonder deze eenmalige voordelen voor het jaar afgesloten op 31 december 2015 en 2014 was de onderliggende stijging van de totale bedrijfskosten iets hoger geweest. Deze stijging was vooral toe te schrijven aan (i) hogere kosten voor de exploitatie van het netwerk en voor diensten, inclusief hogere programmeringskosten als gevolg van Telenets "connected entertainment"-strategie, (ii) de stijging van de afschrijvings- en waardeverminderingskosten met 10%, (iii) een stijging van de advertentie-, verkoop- en marketingkosten met €7,1 miljoen, en (iv) hogere directe overnamekosten en overige kosten die in de eerste plaats verband houden met de overname en integratie van BASE Company NV.
Voor het jaar afgesloten op 31 december 2015 kwam de kostprijs van geleverde diensten overeen met ongeveer 54% van de bedrijfsopbrengsten versus ongeveer 55% voor het jaar afgesloten op 31 december 2014.
Voor het jaar afgesloten op 31 december 2015 vertegenwoordigden de verkoop-, algemene en beheerskosten ongeveer 16% van de totale bedrijfsopbrengsten, tegenover ongeveer 14% voor het jaar afgesloten op 31 december 2014. Deze stijging is het gevolg van hogere kosten in verband met de overname en integratie van BASE Company.
Voor het jaar afgesloten op 31 december 2015 bedroegen de personeelskosten €155,8 miljoen, of €2,0 miljoen meer dan voor het jaar afgesloten op 31 december 2014, waarbij de bescheiden groei van Telenets personeelsbestand werd gecompenseerd door lagere voorzieningen voor bonussen.
De afschrijvingen en waardeverminderingen, inclusief winsten op de verkoop van materiële vaste activa en overige immateriële vaste activa, bedroegen voor het jaar afgesloten op 31 december 2015 €390,4 miljoen vergeleken met €355,5 miljoen voor het jaar afgesloten op 31 december 2014. Deze stijging met 10% ten opzichte van het jaar afgesloten op 31 december 2014 was voornamelijk toe te schrijven aan de hogere afschrijvingskosten in verband met settopboxen en IT.
De kosten voor de exploitatie van het netwerk en voor diensten blijven het grootste gedeelte van Telenets totale bedrijfskosten vertegenwoordigen en omvatten alle directe kosten, zoals kosten in verband met de verkoop en subsidiëring van smartphones, interconnectie-, programmerings-, auteursrecht- en callcenterkosten en netwerkgerelateerde kosten. De kosten voor de exploitatie van het netwerk en voor diensten stegen met €44,5 miljoen van €524,5 miljoen voor het jaar afgesloten op 31 december 2014 tot €569,0 miljoen voor het jaar afgesloten op 31 december 2015. Deze stijging met 8% ten opzichte van het jaar afgesloten op 31 december 2014 was voornamelijk toe te schrijven aan (i) hogere auteursrechten en contentgerelateerde kosten, (ii) hogere interconnectiekosten als gevolg van de aanhoudende groei van het aantal abonnees voor zowel vaste als mobiele telefonie en (iii) hogere kosten in verband met de verkoop van smartphones, deels gecompenseerd door lagere kosten in verband met gesubsidieerde smartphones in vergelijking met het jaar afgesloten op 31 december2014. Ter herinnering: voor het jaar afgesloten op 31 december 2014 weerspiegelden de kosten voor de exploitatie van het netwerk en voor diensten een eenmalige gunstige impact van €12,5 miljoen uit de afhandeling van bepaalde voorwaardelijke verplichtingen, zonder welke de stijging van de kosten voor de exploitatie van het netwerk en voor diensten lager was geweest.
De advertentie-, verkoop- en marketingkosten bedroegen €74,2 miljoen voor het jaar afgesloten op 31 december 2015, of 11% meer dan voor het jaar afgesloten op 31 december 2014 als gevolg van timingverschillen in sommige marketingcampagnes en promotieactiviteiten rond de nieuwe "Vollenbak voordelen"-campagnes waarin de verschillende financiële voordelen die nieuwe en bestaande Telenetklanten genieten worden belicht.
Voor het jaar afgesloten op 31 december 2015 realiseerde Telenet een Adjusted EBITDA van €943,7 miljoen, of 5% meer dan de €900,0 miljoen voor het jaar afgesloten op 31 december 2014. Telenets Adjusted EBITDA voor het jaar afgesloten op 31 december 2015 en 2014 omvatte een gunstige impact van respectievelijk €7,6 miljoen en €12,5 miljoen, zoals hierboven vermeld, en werd niet beïnvloed door de terugneming van de hierboven vermelde herstructureringskosten. De forse groei van de Adjusted EBITDA was voornamelijk te danken aan de waardeverhogende groei van het aantal klanten met een productbundel, inclusief de impact van de prijsverhogingen in januari 2015 en Telenets voortdurende focus op kostenefficiëntie en operationele leverage, deels tenietgedaan door (i) hogere contentgerelateerde kosten, (ii) hogere interconnectiekosten als gevolg De overige kosten, inclusief operationele kosten in verband met overnames of desinvesteringen en herstructureringskosten, bedroegen €65,5 miljoen voor het jaar afgesloten op 31 december 2015, wat grotendeels stabiel was in vergelijking met de €65,7 miljoen voor het jaar afgesloten op 31 december 2014. Voor het jaar afgesloten op 31 december 2015 omvatten de overige kosten een gunstige impact van €13,8 miljoen uit de terugneming van herstructureringskosten als gevolg van een akkoord met Norkring België in verband met de licentie voor het DTT-spectrum en een eenmalig voordeel van €7,6 miljoen uit de afhandeling van een voorwaardelijke verplichting in verband met universele dienstverlening, deels tenietgedaan door een schikking van €3,9 miljoen met de Belgische telecomregulator BIPT met betrekking tot de licentie voor het mobiele 2G-spectrum. Als gevolg van deze schikking met het BIPT heeft de Vennootschap geen uitstaande verplichtingen meer onder de licentie voor het mobiele 2G-spectrum. Zonder deze impact waren de overige kosten gestegen ten opzichte van het jaar afgesloten op 31 december 2014. De onderliggende stijging weerspiegelde hogere kosten voor businessondersteunend bedrijfsadvies en juridische kosten, inclusief die voor de overname en integratie van BASE Company.
Voor verdere informatie verwijzen we naar artikel 5.20, bij de geconsolideerde jaarrekening van de Vennootschap.
van de aanhoudende groei van het aantal abonnees voor zowel vaste als mobiele telefonie en (iii) hogere kosten in verband met de integratie van BASE Company. Voor het jaar afgesloten op 31 december 2015 bedroeg de Adjusted EBITDA-marge 52,2%, in vergelijking met 52,7% voor het jaar afgesloten op 31 december 2014. Deze daling werd vooral veroorzaakt door het grotere aandeel van bedrijfsopbrengsten met een lagere marge uit mobiele telefonie en premiumcontent in de totale mix en hogere kosten in verband met de integratie van BASE Company die Telenet voornamelijk voor de zes maanden afgesloten op 31 december 2015 is beginnen op te lopen.
| (in duizend euro) | Voor het jaar afgesloten op 31 december | ||
|---|---|---|---|
| 2015 | 2014 | ||
| Adjusted EBITDA | 943.658 | 900.031 | |
| Adjusted EBITDA-marge | 52,2% | 52,7% | |
| Vergoeding op basis van aandelen | 10.370 | 8.311 | |
| Operationele kosten betreffende overnames of desinvesteringen | 9.736 | 2.135 | |
| Herstructureringskosten | (9.932) | 1.938 | |
| EBITDA | 933.484 | 887.647 | |
| Afschrijvingen en waardeverminderingen | (390.398) | (355.410) | |
| Resultaat uit de bedrijfsactiviteit | 543.086 | 532.237 | |
| Netto financiële kosten | (263.696) | (331.658) | |
| Overige opbrengsten | (4.076) | 444 | |
| Belastingen | (99.652) | (91.758) | |
| WInst over de verslagperiode | 175.662 | 109.265 |
Voor het jaar afgesloten op 31 december 2015 genereerde Telenet een bedrijfswinst van €543,1 miljoen, wat €10,9 miljoen of 2% meer was dan de bedrijfswinst van €532,2 miljoen voor het jaar afgesloten op 31 december 2014. De stijging van de operationele winst was te danken aan de solide groei van de bedrijfsopbrengsten met 6%, deels tenietgedaan door (i) hogere contentgerelateerde kosten en advertentie-, verkoop- en marketingkosten, (ii) hogere kosten in verband met de overname en integratie van BASE Company, en (iii) een stijging van de afschrijvings- en waardeverminderingskosten met 10%.
Voor het jaar afgesloten op 31 december 2015 bedroegen de netto financiële kosten €263,7 miljoen tegenover €331,6 miljoen voor het jaar afgesloten op 31 december 2014. Ondanks een verlies van €30,8 miljoen bij de vervroegde aflossing in augustus 2015 van €500,0 miljoen aan Senior Secured Notes met vervaldag in 2020, daalden de netto financiële kosten voor het jaar afgesloten op 31 december 2015 met 20% ten opzichte van het jaar afgesloten op 31 december 2014 omdat de Vennootschap voor het jaar afgesloten op 31 december 2015 op haar derivaten een niet-geldelijke winst van €13,8 miljoen realiseerde versus een verlies van €67,4 miljoen voor het jaar afgesloten op 31 december 2014. Bovendien daalden de netto interestkosten met €9,8 miljoen als gevolg van de vervroegde aflossing van de resterende uitstaande bedragen onder bepaalde termijnleningen na de herfinanciering in april 2014 en de gunstige effecten van de gedeeltelijke afbouw van de derivatenportefeuille in december 2014. Deze gunstige effecten werden deels tenietgedaan door iets hogere toe te rekenen interestkosten als gevolg van de reserveringsvergoeding voor de nietopgenomen financieringsfaciliteiten in verband met de overname van BASE Company, die sinds de drie maanden afgesloten op 30 september 2015 begon op te lopen.
Voor verdere informatie, verwijzen we naar artikel 5.21 bij de geconsolideerde jaarrekening van de Vennootschap.
Voor het jaar afgesloten op 31 december 2015 boekte de Vennootschap belastingkosten ten bedrage van €99,6 miljoen , wat 9% meer is dan de €91,7 miljoen voor het jaar afgesloten op 31 december 2014.
Voor verdere informatie verwijzen we naar toelichting 5.22, bij de geconsolideerde jaarrekening van de Vennootschap.
Voor het jaar afgesloten op 31 december 2015 realiseerde de Vennootschap een nettoresultaat van €175,7 miljoen, wat aanzienlijk meer was dan de €109,3 miljoen voor het jaar afgesloten op 31 december 2014. Het hogere nettoresultaat was ondermeer te danken aan een nettowinst van €13,8 miljoen op afgeleide financiële instrumenten, terwijl de Vennootschap voor het jaar afgesloten op 31 december 2014 een nettoverlies van €67,4 miljoen op afgeleide financiële instrumenten boekte.
Voor verdere informatie verwijzen naar de geconsolideerde cashflowrekening van het bedrijf.
Voor het jaar afgesloten op 31 december 2015 resulteerden de activiteiten van de Vennootschap in een nettokasstroom van €665,5 miljoen, wat meer is dan de €571,6 miljoen voor het jaar afgesloten op 31 december 2014. Ondanks aanzienlijk hogere betaalde winstbelastingen voor het jaar afgesloten op 31 december 2015 steeg de nettokasstroom uit bedrijfsactiviteiten met 16% ten opzichte van het jaar afgesloten op 31 december 2014 als gevolg van (i) de robuuste groei van de Adjusted EBITDA, (ii) de daling van de geldelijke interestkosten met €34,8 miljoen na bepaalde herfinancieringen en de gedeeltelijke optimalisatie van de rentederivatenportefeuille, en (iii) de duidelijke verbetering van het werkkapitaal dankzij het striktere beheer ervan.
Voor het jaar afgesloten op 31 december 2015 gebruikte de Vennootschap een nettokasstroom van €433,1 miljoen in investeringsactiviteiten, wat 36% meer is dan voor het jaar afgesloten op 31 december 2014. De nettokasstroom die gebruikt werd in investeringsactiviteiten omvatte geldelijke betalingen van de bedrijfsinvesteringen van de Vennootschap. Daarnaast, betaalde de Vennootschap voor de drie maanden afgesloten op 31 maart 2015 en de drie maanden afgesloten op 30 september 2015 respectievelijk €15,7 miljoen en €23,4 miljoen voor de uitzendrechten voor de Belgische voetbalcompetitie voor respectievelijk het tweede deel van het seizoen 2014-2015 en het eerste deel van het seizoen 2015-2016. Ten slotte werd de nettokasstroom die werd gebruikt in investeringsactiviteiten voor het jaar afgesloten op 31 december 2015 beïnvloed door de investering van 50% in het lokale mediabedrijf De Vijver Media voor €58,0 miljoen.
Voor het jaar afgesloten op 31 december 2015 genereerde de Vennootschap een vrije kasstroom van €279,0 miljoen, wat meer is dan de €237,5 miljoen voor het jaar afgesloten op 31 december 2014. Deze stijging van 17% ten opzichte van het jaar afgesloten op 31 december 2014 kwam er ondanks aanzienlijk hogere betaalde winstbelastingen en hogere geldelijke bedrijfsinvesteringen (zoals hierboven vermeld) voor het jaar afgesloten op 31 december 2015. De stijging van de vrije kasstroom was vooral te danken aan (i) de solide groei van de Adjusted EBITDA, (ii) de lagere geldelijke interestkosten en (iii) de verbetering van het werkkapitaal.
| (in duizend euro) | Voor het jaar afgesloten op 31 december | ||
|---|---|---|---|
| 2015 | 2014 | ||
| Nettokasstroom uit bedrijfsactiviteiten | 665.533 | 571.605 | |
| Operationele kosten betreffende overnames of desinvesteringen | 6.893 | 2.200 | |
| Verwerving van materiële vaste activa | (245.988) | (210.884) | |
| Verwerving van immateriële vaste activa | (132.987) | (110.873) | |
| Kapitaalaflossingen op leaseverplichtingen (uitgezonderd netwerkgerelateerde leases) | (1.800) | (4.944) | |
| Kapitaalaflossingen op toevoegingen aan netwerkgerelateerde leases na overname | (12.617) | (9.566) | |
| Vrije kasstroom | 279.034 | 237.538 |
De nettokasstroom gebruikt in financieringsactiviteiten bedroeg voor het jaar afgesloten op 31 december 2015 €144,2 miljoen (voor het jaar afgesloten op 31 december 2014: €278,0 miljoen) en bestond hoofdzakelijk uit (i) een nettokasstroom van €73,0 miljoen gebruikt voor de vervroegde beëindiging van bepaalde rentederivaten, (ii) uitgaven ten bedrage van €48,0 miljoen in het kader van het Aandeleninkoopprogramma 2015, na aftrek van de ontvangen opbrengsten uit de verkoop van eigen aandelen, (iii) €29,2 miljoen aan kosten voor schulduitgifte en vervroegde afbetaling, inclusief de afkoopsom voor de vervroegde aflossing van de Senior Secured Fixed Rate Notes die in november 2020 vervallen en (iv) een nettotoename van kredieten en leningen met €35,3 miljoen. De rest van de nettokasstroom gebruikt in financieringsactiviteiten bestond hoofdzakelijk uit terugbetalingen van financiële leases en andere financieringskosten.
Op 31 december 2015 bedroeg de totale schuld (inclusief toe te rekenen interest) €3.793,9 miljoen, waarvan een hoofdsom van €1.357,0 miljoen verschuldigd is onder de 2010 Gewijzigde Senior Credit Facility en een hoofdsom van €1.930,0 miljoen verband houdt met de Senior Secured Notes die in 2021 tot en met 2027 vervallen. Op 31 december 2015 omvatte de totale schuld ook een bedrag van €31,1 miljoen voor het uitstaande deel van het mobiele 3G-spectrum, inclusief toe te rekenen interest. De rest vertegenwoordigt voornamelijk de verplichtingen uit hoofde van financiële leases in verband met de overname van Interkabel.
In april 2015 gaf de Vennootschap in verband met de overname van BASE Company twee nieuwe kredietfaciliteiten voor een totaal bedrag van €1.000,0 miljoen uit onder de 2010 Gewijzigde Senior Credit Facility. Via Telenet International Finance S.à.r.l., dat fungeert als financieringscentrum van de groep, heeft de Vennootschap een termijnlening van €800,0 miljoen met variabele interestvoet ("Termijnlening AA") uitgegeven die op 30 juni 2023 vervalt, met een marge van 3,50% boven EURIBOR. Daarnaast heeft de Vennootschap een bijkomend wentelkrediet van €200,0 miljoen ("Faciliteit Z") verkregen dat op 30 juni 2018 vervalt, met een marge van 2,25% boven EURIBOR. Aangezien de overname van BASE Company nog niet afgerond was per 31 december 2015, waren beide faciliteiten nog niet opgenomen op dat ogenblik.
In juli 2015 gaf de Vennootschap €530,0 miljoen aan Senior Secured Fixed Rate Notes tegen 4,875% uit die in 2027 vervallen. De nettoopbrengst uit deze uitgifte werd in augustus 2015 aangewend om €500,0 miljoen aan Senior Secured Notes met vervaldag in 2020 vervroegd af te lossen. In juli 2015 verhoogde de Vennootschap de beschikbare toezeggingen onder het wentelkrediet ("Faciliteit X") met €85,0 miljoen tot een totaal bedrag van €381,0 miljoen en in september 2015 annuleerde de Vennootschap €26,9 miljoen aan beschikbare kortetermijntoezeggingen onder het wentelkrediet ("Faciliteit S"). Als zodanig, en exclusief de niet-opgenomen kredietfaciliteiten met betrekking tot de overname van BASE Company zoals hierboven besproken, had de Vennootschap op 31 december 2015 volledige toegang tot een toegezegd wentelkrediet van €381,0 miljoen, mits aan bepaalde convenanten en schuldaflossingsverplichtingen is voldaan zoals hieronder vermeld.
Voor bijkomende informatie over de schuldinstrumenten en het betalingsschema van de Vennootschap per 31 december 2015 verwijzen we naar toelichting 5.13.3, bij de geconsolideerde jaarrekening van de Vennootschap.
Op 31 december 2015 hield de Vennootschap €277,3 miljoen aan geldmiddelen en kasequivalenten aan vergeleken met €189,1 miljoen op 31 december 2014. Om het tegenpartijrisico zoveel mogelijk te beperken, plaatst de Vennootschap haar kasequivalenten, depositocertificaten en geldmarktfondsen bij Europese en Amerikaanse financiële instellingen met een hoge kredietwaardigheid. Voor het jaar afgesloten op 31 december 2015 genereerde de Vennootschap een nettokasstroom van €88,2 miljoen, waarbij de negatieve impact als gevolg van (i) een betaling van €77,6 miljoen aan geldelijke belastingen, (ii) geldelijke betalingen van de uitzendrechten voor het tweede deel van seizoen 2014-2015 en het eerste deel van seizoen 2015-2016 van de Belgische voetbalcompetitie, (iii) de verwerving van een belang van 50% in De Vijver Media NV en (iv) de volledige uitvoering van het Aandeleninkoopprogramma van 2015 voor €50,0 miljoen en (v) een nettokasuitstroom van €73,0 miljoen in verband met de gedeeltelijke afwikkeling van de rentederivatenportefeuille ruimschoots werd gecompenseerd door de robuuste nettokasstroom uit bedrijfsactiviteiten. Op 31 december 2015 had de Vennootschap toegang tot twee toegezegde wentelkredieten van €581,0 miljoen, mits de hieronder vermelde convenanten worden nageleefd en exclusief Termijnlening AA van €800,0 miljoen waarvan nog niets was opgenomen op 31 december 2015.
Voor verdere informatie verwijzen we naar de toelichting 5.11, bij de geconsolideerde jaarrekening van de Vennootschap.
Per 31 december 2015 resulteerden het uitstaande saldo van de 2015 Gewijzigde Senior Credit Facility en het uitstaande kassaldo in een netto hefboomratio (zijnde de verhouding tussen onze totale nettoschuld en de Geconsolideerde EBITDA op jaarbasis) van 3,4x. In vergelijking met 31 december 2014 daalde de netto hefboomratio met 0,3x als gevolg van de solide groei van de EBITDA en de afwezigheid van betekenisvolle uitkeringen aan aandeelhouders buiten het Aandeleninkoopprogramma 2015. Ter herinnering: de netto hefboomratio weerspiegelde nog niet de overname van BASE Company, die nog niet formeel was afgerond op 31 december 2015. Op 31 december 2015 lag de netto hefboomratio ruim onder het convenant van 6,0x en de beschikbaarheidstest van 5,0x.
Voor het jaar afgesloten op 31 december 2015 bedroegen de toe te rekenen bedrijfsinvesteringen €383,6 miljoen, wat neerkomt op ongeveer 21% van de bedrijfsopbrengsten versus ongeveer 23% voor het jaar afgesloten op 31 december 2014. Vergeleken met het het jaar afgesloten op 31 december 2014 namen de toe te rekenen bedrijfsinvesteringen licht af als gevolg van aanzienlijk lagere settopboxgerelateerde bedrijfsinvesteringen, gedeeltelijk tenietgedaan door hogere netwerkgerelateerde investeringen in verband met proactieve klantbezoeken en Telenets investeringsprogramma "Grote Netwerf". De toe te rekenen bedrijfsinvesteringen voor zowel het jaar afgesloten op 31 december 2015 als het jaar afgesloten op 31 december 2014 weerspiegelden de opname van de uitzendrechten voor de Jupiler Pro League voor het seizoen 2015-2016 respectievelijk 2014-2015. Overeenkomstig EU IFRS zijn deze niet-exclusieve uitzendrechten geactiveerd als immateriële vaste activa en worden ze pro rata afgeschreven naarmate het voetbalseizoen vordert. Zonder deze uitzendrechten vertegenwoordigden de toe te rekenen bedrijfsinvesteringen ongeveer 20% van de bedrijfsopbrengsten voor het jaar afgesloten op 31 december 2015 en ongeveer 21% voor het jaar afgesloten op 31 december 2014.
De settopboxgerelateerde bedrijfsinvesteringen daalden met €36,5 miljoen van €49,1 miljoen voor het jaar afgesloten op 31 december 2014 tot €12,6 miljoen voor het jaar afgesloten op 31 december 2015 als gevolg van de bescheiden groei van het aantal abonnees voor premiumkabel-tv, terwijl het jaar afgesloten op 31 december 2014 werd geïmpacteerd door de uitfasering van het SD-videoplatform. Voor het jaar afgesloten op 31 december 2015 vertegenwoordigden de settopboxgerelateerde bedrijfsinvesteringen ongeveer 4% van de totale toe te rekenen bedrijfsinvesteringen, exclusief de uitzendrechten voor het seizoen 2015-2016 van de Belgische voetbalcompetitie.
Voor het jaar afgesloten op 31 december 2015 bedroegen de totale bedrijfsinvesteringen voor installaties bij de klant €63,6 miljoen, of circa 18% van de totale toe te rekenen bedrijfsinvesteringen exclusief de uitzendrechten voor het seizoen 2015-2016 van de Belgische voetbalcompetitie. De bedrijfsinvesteringen voor installaties bij de klant daalden met 2% ten opzichte van het jaar afgesloten op 31 december 2014. Dit kwam door de lagere nettogroei van het aantal abonnees voor Telenets geavanceerde vaste diensten in vergelijking met het jaar afgesloten op 31 december 2014 en door efficiëntieverbeteringen, aangezien klanten er meer en meer voor opteerden om hun diensten zelf te installeren, deels tenietgedaan door hogere kosten in verband met proactieve klantbezoeken.
De toe te rekenen bedrijfsinvesteringen voor de uitbreiding en upgrade van het netwerk stegen voor het jaar afgesloten op 31 december 2015 met 45% tot €142,4 miljoen en vertegenwoordigden ongeveer 40% van de totale toe te rekenen bedrijfsinvesteringen exclusief de uitzendrechten voor het seizoen 2015-2016 van de Belgische voetbalcompetitie. De stijging van de bedrijfsinvesteringen ten opzichte van het jaar afgesloten op 31 december 2014 was voornamelijk het gevolg van grotere investeringen in het HFC-netwerk in het kader van "De Grote Netwerf", Telenets netwerkinvesteringsprogramma met een looptijd van vijf jaar en een budget van €500,0 miljoen.
De rest van de toe te rekenen bedrijfsinvesteringen omvatte reparaties en vervangingen van netwerkapparatuur, kosten voor de aankoop van sportcontent en terugkerende investeringen in het IT-platform en ITsystemen. Deze daalden van €175,1 miljoen voor het jaar afgesloten op 31 december 2014 tot €165,0 miljoen voor het jaar afgesloten op 31 december 2015 en omvatten de uitzendrechten voor het seizoen 2015-2016 respectievelijk 2014-2015 van de Belgische voetbalcompetitie, zoals hierboven vermeld.
Dit impliceert dat ongeveer 62% van de toe te rekenen bedrijfsinvesteringen voor het jaar afgesloten op 31 december 2015 schaalbaar was en gerelateerd was aan de groei van het abonneebestand, exclusief de uitzendrechten voor de Belgische voetbalcompetitie. Telenet zal er nauwlettend op blijven toezien dat zijn bedrijfsinvesteringen de opbrengsten incrementeel doen stijgen.
De Vennootschap is actief in een snel veranderende omgeving en dat geeft aanleiding tot talrijke risico's en onzekerheden waarover de Vennootschap geen controle heeft. Deze risico's en onzekerheden omvatten, maar zijn niet beperkt tot:
Negatieve ontwikkelingen op het vlak van regelgeving of andere domeinen waardoor de efficiëntie en het gebruik van Telenets netwerk of uitrusting wordt aangetast of verhinderd;
De uitkomst van lopende of dreigende rechtszaken;
22 | Telenet | Jaarverslag 2015 |
Bijkomende risico's en onzekerheden die de Vennootschap momenteel onbekend zijn of die de Vennootschap momenteel onbelangrijk acht, kunnen de Vennootschap eveneens schade berokkenen.
We verwijzen naar toelichting 5.26.1, bij de geconsolideerde jaarrekening van de Vennootscshap.
We verwijzen naar toelichting 5.29, bij de geconsolideerde jaarrekening van de Vennootschap.
Telenet wil zijn klanten nieuwe producten en diensten aanbieden om zijn activiteiten te laten groeien, het Telenet-merk verder te versterken en de klantentevredenheid te verhogen. Telenet tracht doorgaans nieuwe technologieën pas over te nemen nadat adequate normen met succes op een commerciële schaal zijn geïmplementeerd. Deze aanpak vergroot de kans dat de kosten van benodigde apparatuur zal afnemen in de tijd en vermindert risico's met betrekking tot de prestaties, betrouwbaarheid, compatibiliteit en het aanbod. Telenet spitst zich toe op nieuwe technologieën die het gebruik van een coaxiale aansluiting in plaats van een DSL-verbinding, die Telenet huurt van de historische operator, bevorderen. Hierdoor tracht Telenet de vaste kosten voor zijn divisie Bedrijfsdiensten te verminderen. Onder bepaalde omstandigheden kan Telenet overwegen om bepaalde aanvullende technologieën met een korte ontwikkelingsgeschiedenis over te nemen, op voorwaarde dat Telenet in staat is om op een juiste manier de potentiële risico's in te schatten.
Telenet geniet van een trackrecord voor wat de groei van zijn klantenbasis betreft, met een voortdurende focus op kostenbeheersing en een toename van de vrije kasstroom. Telenet is van mening dat product- en technologische innovatie cruciaal is om zijn marktpositie te behouden. Telenet beschikt over een departement dat volledig gericht is op onderzoek en ontwikkeling. Dit departement houdt zich bezig met het beoordelen en testen van nieuwe producten en technologieën, waarvan verwacht wordt dat ze de klantbeleving verder zullen ondersteunen.
De activiteiten van de Vennootschap zijn blootgesteld aan schommelingen van de wisselkoersen en de interestvoeten.
De Vennootschap probeert haar blootstelling te beperken door bepaalde afgeleide financiële instrumenten te gebruiken om haar blootstelling aan schommelingen in wisselkoers en interestvoet resulterend uit activiteiten en financiering op te vangen. Het gebruik van derivaten valt onder de beleidslijnen van de Vennootschap die goedgekeurd zijn door de raad van bestuur en die schriftelijke principes bevatten met betrekking tot het gebruik van derivaten in overeenstemming met de risicobeheerstrategie van de Vennootschap.
De Vennootschap heeft gebruik gemaakt van verschillende afgeleide instrumenten om de blootstelling aan de rentevoet en de wisselkoers te beheren. De Vennootschap past geen hedge accounting toe op haar afgeleide instrumenten. De wijzigingen in reële waarde van alle andere afgeleide instrumenten worden bijgevolg rechtstreeks in de geconsolideerde staat van het resultaat over de verslagperiode en het netto resultaat rechtstreeks verwerkt in het eigen vermogen geboekt.
Derivaten opgenomen in andere financiële instrumenten of andere onderliggende overeenkomsten worden behandeld als afzonderlijke derivaten als hun risico's en eigenschappen niet nauw gerelateerd zijn met die van onderliggende overeenkomsten en als de onderliggende overeenkomsten niet geboekt worden tegen reële waarde met rapportering van niet-gerealiseerde winsten of verliezen in de geconsolideerde staat van het resultaat over de verslagperiode en het netto resultaat rechtstreeks verwerkt in het eigen vermogen.
Voor meer informatie verwijzen we naar toelichting 5.14, bij de geconsolideerde jaarrekening van de Vennootschap.
Deugdelijk bestuur ("corporate governance") kan gedefinieerd worden als een geheel van regels (wetten, instellingen en richtlijnen) en praktijken (processen en gebruiken) die de wijze bepalen waarop een vennootschap wordt gestuurd, geleid en gecontroleerd. Deugdelijk bestuur omvat ook de relaties met de vele betrokken belanghebbenden van de onderneming en de doelen die gelden voor de onderneming. De belangrijkste belanghebbenden zijn de aandeelhouders, de raad van bestuur, het management, de werknemers, de klanten, de schuldeisers, de leveranciers, de overheid en de samenleving in zijn geheel.
In dit hoofdstuk bespreekt de raad van bestuur de feitelijke informatie over het gevoerde beleid inzake deugdelijk bestuur binnen Telenet en relevante gebeurtenissen die plaatsvonden in het boekjaar 2015, eindigend op 31 december 2015.
Het Corporate Governance Charter van de Vennootschap werd laatst bijgewerkt op 24 juli 2015, en kan geraadpleegd worden op de website voor investeerders van de Vennootschap (http://investors.telenet.be). Conform artikel 3 van de Wet van 6 april 2010 en het Koninklijk Besluit van 6 juni 2010 heeft de Vennootschap beslist om de Belgische Corporate Governance Code 2009 als referentiecode toe te passen (http://www.corporategovernancecommittee.be). Met uitzondering van een kleine afwijking met betrekking tot de bepalingen 7.17 en 7.18 past de Vennootschap de bepalingen van de Belgische Corporate Governance Code 2009 volledig toe. De afwijkingen zijn aangegeven en uitgelegd in de relevante secties van deze Verklaring.
In 2011 legde het BIPT en de regionale media regulatoren, zijnde de Vlaamse Regulator voor de Media voor Vlaanderen, de Conseil Supérieur de l'Audiovisuel voor Wallonië en de Medienrat voor de Duitstalige Gemeenschap (samen met het BIPT, de "Belgische Regelgevende Authoriteiten"), nieuwe regelgeving op met betrekking tot de breedband- en omroepmarkt in België, onder meer om derde partijen toegang te verlenen tot het (de) kabelnetwerk(en). De volgende ontwikkelingen hebben zich voorgedaan, waarvan enkele in 2014, die een impact hebben of kunnen hebben op deze regelgeving.
België heeft in grote mate het Europese regelgevende kader in verband met communicatieregelgeving, bestaand uit een veelheid aan juridische instrumenten en gedragsrichtlijnen, omgezet in wetgeving. Conform de wet van 13 juni 2005 op de elektronische communicatie, moest het BIPT een marktanalyse uitvoeren om vast te stellen of er al dan niet een operator of dienstverlener was met Significante Markt Macht ("SMM"). Bovendien heeft het federaal parlement wetgeving opgesteld om de herzieningen die in 2009 werden aangebracht aan het Europees regelgevend kader om te zetten, die van kracht werd op 4 augustus 2012.
Telenet werd aangeduid als een operator met SMM op de markt voor vaste telefonie terminatie op een individueel vast publiek telefonienetwerk. Sinds 1 april 2012 worden er wederkerige terminatietarieven opgelegd, die ertoe leiden dat Telenet het interconnectietarief van de historische telecommunicatieoperator Proximus aanrekent.
Hoewel niet is vastgesteld of Telenet SMM heeft op de markt voor mobiele terminatie op een individueel mobiel netwerk, zullen de toegepaste tarieven beïnvloed worden door tariefbeperkingen die door het BIPT werden opgelegd. De mobiele terminatietarieven werden voor elke mobiele operator bepaald op €1,08 cent per minuut vanaf januari 2013, aangepast voor inflatie ten opzichte van het referentiejaar. Dit weerspiegelt een daling van 60% in vergelijking met het gemiddelde tarief van €2,67 cent per minuut, dat sinds 1 januari 2012 van toepassing was. Op 14 september 2015 publiceerde het BIPT zijn voorlopig besluit betreffende de relevante markt voor de beëindiging van gesprekken op individuele mobiele netwerken. Als gevolg van Telenets MVNO Overeenkomst, en de toenemende controle over de terminatietarieven die Telenet aanrekent voor de beëindiging van gesprekken op zijn virtueel netwerk, werd Telenet in het voorlopig besluit bestempeld als een operator met significante marktinvloed ("SMP"). In zijn voorlopig besluit gebruikt het BIPT een bottom-up kostenmodel op basis van incrementele kosten op lange termijn om de tarieven voor de beëindiging van gesprekken op individuele mobiele netwerken te bepalen. Dit resulteerde in een nominaal tarief van €0,81 cent per minuut in 2015, dat verder zal dalen tot 2020 op basis van een afnemende schaal. Het BIPT heeft een publieke consultatieronde gehouden, die op 14 november 2015 werd afgerond. Een definitieve beslissing werd tot op heden nog niet gepubliceerd.
In december 2010 maakten de Belgische Regelgevende Autoriteiten hun respectievelijke ontwerpbesluiten bekend, die de resultaten van hun gezamenlijke analyse van de televisie-omroepmarkt in België reflecteerden. De Belgische Regelgevende Autoriteiten namen een finale beslissing op 1 juli 2011 (de "juli 2011 Beslissing") met enkele minimale correcties. De regelgevende verplichtingen opgelegd door de juli 2011 Beslissing omvatten (i) een verplichting om een doorverkoop aanbod voor analoge televisie te doen aan andere operatoren (inclusief Proximus) tegen een "retail minus" kostprijs; (ii) een verplichting om aan andere operatoren (exclusief Proximus) toegang te verlenen tot haar digitale televisieplatform (inclusief het basis digitale televisiepakket) tegen een "retail minus" kostprijs, en (iii) een verplichting om een groothandelaanbod voor breedband internet te doen tegen "retail minus" kostprijs aan begunstigden van de digitale televisie toegangverplichting, die gecombineerde pakketten van digitale televisie en breedband internet willen aanbieden aan hun klanten (exclusief Proximus).
In februari 2012 diende Telenet ontwerp referentieaanbiedingen in m.b.t. de hierboven beschreven verplichtingen en de Belgische Regelgevende Autoriteiten maakten hun definitieve beslissing bekend op 9 september 2013. Telenet heeft haar toegangsverplichtingen vermeld in haar referentieaanbiedingen uitgevoerd en vanaf 23 juni 2014 werd de toegang tot het Telenet netwerk operationeel en kan het door de mobiele operator Mobistar worden toegepast. Bovendien, naar aanleiding van het hieronder vermeld arrest dat het Brusselse Hof van Beroep in november 2014 heeft uitgesproken, heeft Proximus Telenet verzocht om de toegangsonderhandelingen aan te vatten. Telenet betwist dit verzoek en heeft de Belgische Regelgevende Autoriteiten gevraagd om de redelijkheid van het verzoek van Proximus te beoordelen. De timing voor een beslissing betreffende deze beoordeling door de Belgische Regelgevende Autoriteiten is niet gekend.
Op 14 december 2015 hebben de Belgische Regelgevende Autoriteiten een ontwerpbeslissing uitgebracht ter wijziging van de voorheen uitgegeven beslissing betreffende de "retail minus" tarieven van min 26% voor basis televisie (basis analoog en digitaal videopakket) en min 18% voor de bundel van basis televisie en breedband internetdiensten gedurende een initiële periode van twee jaar. Na deze tweejarige periode zouden de tarieven worden gewijzigd naar respectievelijk min 15% en 7%. De ontwerpbeslissing werd aan de Europese Commissie meegedeeld en een definitieve beslissing werd genomen op 19 februari 2016.
Telenet heeft beroep ingesteld tegen de juli 2011 Beslissing bij het Brusselse Hof van Beroep. Op 12 november 2014 heeft het Brusselse Hof het beroep de juli 2011 Beslissing verworpen en de vordering van Proximus dat het toegang dient te krijgen tot het digitaal televisieplatform van Telenet en andere operatoren en de wederverkoop van bundels van digitale video en breedband internettoegang aanvaard. Op 30 november 2015 heeft Telenet tegen deze beslissing beroep ingesteld bij het Belgische Hof van Cassatie. In 2015 hebben Telenet en mobiele operator Mobistar elk een beroep ingesteld bij het Brusselse Hof van Beroep tegen de beslissing over de kwantitatieve aspecten van het de referentieaanbiedingen. Een uitspraak over deze beroepen wordt verwacht in de loop van 2016. Het is niet zeker of deze beroepen van Telenet succesvol zullen zijn.
De juli 2011 Beslissing heeft tot doel en kan in zijn toepassing tot gevolg hebben dat de concurrenten van Telenet versterkt worden, door hen toegang te verlenen tot het netwerk van Telenet om competitieve producten en diensten aan te bieden, ondanks de aanzienlijke historische financiële uitgaven die Telenet heeft gedaan ter ontwikkeling van de infrastructuur. Bijkomend kan elke toegang verleend aan concurrenten (i) de bandbreedte beperken die beschikbaar is voor Telenet om nieuwe of uitgebreidere producten en diensten aan te bieden aan de klanten bediend door haar netwerk, en (ii) een nadelige invloed hebben op de mogelijkheid van Telenet om haar inkomsten en kasstroom te behouden of verhogen. De mate van dergelijke negatieve impact zal ultiem afhangen van de mate waarin concurrenten erin slagen voordeel te halen uit de toegang die hen uiteindelijk wordt toegekend tot het netwerk van Telenet en van andere concurrentiële factoren of marktontwikkelingen.
Op 31 december 2015 bedroeg het maatschappelijk kapitaal van de Vennootschap € 12.751.468,11 en was het vertegenwoordigd door 117.278.706 aandelen zonder vermelding van nominale waarde. Alle aandelen zijn gewone aandelen, opgenomen in de notering van NYSE Euronext Brussels, met uitzondering van 30 Gouden Aandelen en 94.843 Liquidatie Dispreferentie Aandelen waaraan specifieke rechten of verplichtingen zijn verbonden, zoals beschreven in de statuten en in het Corporate Governance Charter.
Details over de diverse optieplannen voor werknemers en de Chief Executive Officer ("CEO"), uitgegeven voor 31 december 2014, zijn beschikbaar in het Telenet jaarverslag 2014.
Op 13 maart 2015 heeft de raad van bestuur 180.000 aandelenopties toegekend aan de CEO van de Vennootschap ingevolge het specifieke aandelenoptieplan (het "CEO SOP 2015"). De CEO heeft deze aandelenopties aanvaard op 11 mei 2015. Elke aandelenoptie geeft recht om één bestaand aandeel van de Vennootschap te verwerven overeenkomstig de voorwaarden van het CEO SOP 2015. Deze aandelenopties worden in drie schijven (één per jaar) toegekend in functie van het behalen van bepaalde prestatiecriteria. Alle aandelenopties die worden toegekend ingevolge het CEO SOP 2015 worden uitoefenbaar tijdens bepaalde uitoefenperiodes na 13 maart 2018. Alle aandelenopties ingevolge het CEO SOP 2015 vervallen op 13 maart 2020. Meer details over de uitstaande aandelenopties onder het CEO SOP 2015 kan men vinden in toelichting 5.12.2 van de geconsolideerde jaarrekening van de Vennootschap en in sectie 7.7.2.3 b) van deze Verklaring.
Op 27 oktober 2015 heeft de raad van bestuurders een nieuw algemeen aandelenoptieplan voor werknemers goedgekeurd, voor een totaal aantal van 873.000 aandelenopties op bestaande aandelen (het "ESOP 2015") om aan geselecteerde deelnemers onder het ESOP 2015 te worden toegekend. Elke aandelenoptie geeft recht om één bestaand aandeel van de Vennootschap te verwerven overeenkomstig de voorwaarden van het ESOP 2015. De toekenning van deze aandelenopties gebeurt per kwartaal over een periode van 4 jaar, waarbij 10% van de totale aandelenopties tijdens elk van de eerste 4 kwartalen en 5% van de totale aandelenopties tijdens elk van de volgende 12 kwartalen worden toegekend. De raad van bestuur en het Remuneratieen Nominatiecomité kan de aandelenopties aan geselecteerde begunstigden toekennen. Op 2 november 2015 heeft de raad van bestuur een toekenning onder het ESOP 2015 aan bepaalde begunstigden toegestaan. Meer details over de uitstaande aandelenopties onder het ESOP 2015 kan men vinden in toelichting 5.11 van de geconsolideerde jaarrekening van de Vennootschap en in sectie 7.7.2.4 b) van deze Verklaring.
Op 24 juli 2015 heeft de raad van bestuur een Bijzonder Prestatieaandelenoptieplan 2015 bis voor een geselecteerde deelnemer van de Vennootschap goedgekeurd. Overeenkomstig deze beslissing zijn 18.750 aandelenopties toegekend aan de geselecteerde deelnemer van de Vennootschap onder het Bijzonder Prestatieaandelenoptieplan 2015 bis (het "Bijzonder Prestatiegericht ESOP 2015 bis). De geselecteerde deelnemer heeft deze aandelenopties op 15 januari 2016 aanvaard. Elke aandelenoptie geeft recht om één bestaand aandeel van de Vennootschap te verwerven overeenkomstig de voorwaarden van het Bijzonder Prestatiegericht ESOP 2015 bis. Deze aandelenopties worden in drie schijven toegekend in functie van het behalen van bepaalde prestatiecriteria. Alle aandelenopties onder het SSOP 2015 vervallen op 28 december 2020. Meer details over de uitstaande aandelenopties onder het SSOP 2015 kan men vinden in toelichting 5.12.2 van de geconsolideerde jaarrekening van de Vennootschap.
Op 18 juni 2015 kende Telenet aan bepaalde leden van haar Senior Leadership ("SLT") Team (uitgezonderd de CEO) en één andere manager een totaal van 26.104 prestatieaandelen toe (de "Telenet Prestatieaandelen 2015"). Het prestatiecriterium van toepassing op de Telenet Prestatieaandelen 2015 is het behalen van samengestelde jaarlijkse groei van Operationele Cash Flow over de prestatieperiode startend op 1 januari 2015 en eindigend op 31 december 2017 (op basis van US GAAP). Het bereiken van 75% tot 150% van een samengestelde jaarlijkse groei van Operationele Cash Flow zou in het algemeen leiden tot de toekenning aan de begunstigden van tussen 50% en 150% van hun Telenet Prestatieaandelen 2015, rekening houdend met vermindering of verval gebaseerd op individuele prestatie- en dienstvereisten. De toegekende Telenet Prestatieaandelen 2015 zullen definitief verworven worden op 18 juni 2018, op voorwaarde dat de vooropgestelde prestatievoorwaarden zijn vervuld. Meer details over de uitstaande Telenet Prestatieaandelen 2015 kan men vinden in sectie 7.7.2.4 b) van deze Verklaring.
Meer details over eerdere toekenningen, uitgegeven voor 31 december 2014 aan leden van het SLT staan in Telenets jaarverslag 2014.
De volgende kapitaalbewegingen vonden plaats in het financieel jaar eindigend op 31 december 2015:
waarbij 11.813 nieuwe gewone aandelen werden gecreëerd. Een bedrag van € 220.736,70 werd geboekt als uitgiftepremie.
In de loop van het financieel jaar eindigend op 31 december 2015 ontving de Vennootschap de volgende transparantiemeldingen:
Op 21 augustus 2015 ontving de Vennootschap een kennisgeving vanwege Liberty Global Plc en verbonden vennootschap Binan Investments B.V. overeenkomstig artikel 74, §8 van de Wet van 1 april 2007 op de openbare overnamebiedingen. In deze kennisgeving verstrekken Liberty Global Plc en Binan Investments B.V. een bijwerking van hun kennisgeving dd. 22 augustus 2014 volgens dewelke Binan Investments B.V. verklaarde een belang aan te houden in Telenet dat 30% van de effecten met stemrechten overstijgt. In deze kennisgeving verklaren Liberty Global Plc en Binan Investments B.V., inter alia, dat er tijdens de periode tussen 22 augustus 2014 en 20 augustus 2015 geen effecten met stemrechten van Telenet werden overgedragen door of aan Binan Investments B.V.
Deze melding kan geraadpleegd worden op de investor relations website van de Vennootschap: http://investors.telenet.be.
Op 12 februari 2015 kondigde de Vennootschap de start aan van een nieuw aandelen inkoopprogramma (het "Aandelen Inkoopprogramma 2015"). Onder dit programma kon de Vennootschap van tijd tot tijd uitstaande gewone aandelen van de Vennootschap verwerven, tot maximum 1,1 miljoen aandelen en voor een maximumbedrag van € 50,0 miljoen, binnen een periode van zes maanden na 12 februari 2015. Alle ingekochte aandelen worden door de Vennootschap aangehouden om de verplichtingen van de Vennootschap onder bestaande aandelenoptieplannen na te komen.
Tot en met 12 augustus 2015 had de Vennootschap 989.381 eigen aandelen verworven onder het Aandelen Inkoopprogramma 2015 voor een totaal bedrag van € 49,9 miljoen, hetzij 0,95% van het totale aantal uitstaande aandelen op dat moment. Rekening houdend met een fractiewaarde van € 0,11 per aandeel op 31 december 2015, vertegenwoordigt dit een bedrag van € 108.831 in het maatschappelijk kapitaal van de Vennootschap. Meer informatie over de eigen aandelen aangehouden door de Vennootschap op 31 december 2015 kan gevonden worden in Toelichting 5.12.1 van de geconsolideerde jaarrekening van de Vennootschap.
Op 10 februari 2016 kondigde de Vennootschap de start aan van een nieuw aandelen inkoopprogramma (het "Aandelen Inkoopprogramma 2016") vanaf 15 februari 2016. Onder dit programma kan de Vennootschap van tijd tot tijd uitstaande gewone aandelen van de Vennootschap verwerven, tot maximum 1,1 miljoen aandelen en voor een maximumbedrag van € 50,0 miljoen, binnen een periode van zes maanden na 15 februari 2016. Alle ingekochte aandelen worden door de Vennootschap aangehouden om de verplichtingen van de Vennootschap onder bestaande aandelenoptieplannen na te komen.
Tot en met 18 maart 2016 had de Vennootschap 277.190 eigen aandelen verworven onder het Aandelen Inkoopprogramma 2016 voor een totaal bedrag van € 12,9 miljoen, hetzij 0,89% van het totale aantal uitstaande aandelen op dat moment. Rekening houdend met een fractiewaarde van € 0,11 per aandeel op 31 december 2015, vertegenwoordigt dit een bedrag van € 30.491 in het maatschappelijk kapitaal van de Vennootschap.
Op 17 december 2014 leende de Vennootschap 200.000 aandelen van haar meerderheidsaandeelhouder Binan Investments B.V. (de "Aandelenleningsovereenkomst"). Alle aandelen geleend onder deze Aandelenleningsovereenkomst worden door de Vennootschap aangehouden om de verplichtingen van de Vennootschap onder bestaande aandelenoptieplannen na te komen.
Na de levering van 200.000 aandelen door de Vennootschap aan de begunstigden die aandelenopties hebben uitgeoefend onder het SSOP 2010-2013 op 19 december 2014, hield de Vennootschap geen enkele van de aandelen aan onder deze Aandelenleningsovereenkomst. Op 17 juni 2015 gaf de Vennootschap deze 200.000 aandelen terug aan haar hoofdaandeelhouder Binan Investments B.V.
Op 31 december 2015 is de aandeelhoudersstructuur van de Vennootschap, rekening houdend met (i) het register van aandelen van de Vennootschap, (ii) alle transparantiemeldingen ontvangen door de Vennootschap, (iii) en de laatste kennisgeving van elke relevante aandeelhouder zoals gemeld aan de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten (FSMA), de volgende:
| Aandeelhouders | Aantal aandelen | Percentage | Warranten | Totaal (volledig verwaterd) |
Percentage (volledig verwaterd) |
|---|---|---|---|---|---|
| Liberty Global Group (*) | 66.342.037 | 56,57% | 66.342.037 | 56,54% | |
| Norges Bank (**) | 5.297.087 | 4,52% | 5.297.087 | 4,51% | |
| BNP Paribas Investment Partners SA | 3.832.819 | 3,27% | 3.832.819 | 3,27% | |
| Werknemers | 374,926 | 0,32% | 56,917 | 431,843 | 0,37% |
| Eigen aandelen | 766,059 | 0,65% | 766,059 | 0,65% | |
| Publiek (***) | 40.665.778 | 34,67% | 40.665.778 | 34,66% | |
| Totaal | 117.278.706 | 100,00% | 56,917 | 117.335.623 | 100,00% |
(*) Hierin zijn 94.827 Liquidatie Dispreferentie Aandelen inbegrepen
(**) Hierin zijn 1.755.475 aandelen inbegrepen die Norges Bank heeft uitgeleend en die ze op elk moment kan terugvragen
(***) Hierin zijn 16 Liquidatie Dispreferentie Aandelen inbegrepen aangehouden door Interkabel Vlaanderen CVBA en 30 Gouden Aandelen aangehouden door de financieringsintercommunales
Zie Toelichting 5.27 van de geconsolideerde jaarrekening van de Vennootschap voor een overzicht van de relaties van de Vennootschap met aandeelhouders. Verder, heeft de Vennootschap geen weet van enige overeenkomst tussen haar aandeelhouders.
De jaarlijkse gewone algemene vergadering vindt in overeenstemming met de statuten van de Vennootschap plaats op de laatste woensdag van de maand april, om 15.00 uur. In 2016 zal dit op 27 april zijn.
De regels voor de bijeenroeping, de deelname, het verloop van de vergadering, de uitoefening van het stemrecht en andere details zijn opgenomen in de statuten van de Vennootschap en in het Corporate Governance Charter, die beschikbaar zijn op de investor relations website van de Vennootschap (http://investors.telenet.be).
Artikel 34 van het Koninklijk Besluit van 14 november 2007 schrijft voor dat beursgenoteerde vennootschappen relevante informatie moeten bekendmaken die een impact kan hebben in het geval van een openbaar overnamebod. De raad van bestuur geeft hierbij de volgende verklaringen met betrekking tot de elementen die bedoeld worden door deze regelgeving:
kunnen slechts overgedragen worden per lot van drie Gouden Aandelen.
Bestuurders worden verkozen of ontslagen bij meerderheid van stemmen op de jaarlijkse gewone algemene vergadering van aandeelhouders. Iedere wijziging van de statuten moet door de raad van bestuur voorgelegd worden aan de algemene vergadering ter goedkeuring. Voor wijzigingen van de statuten moet de algemene vergadering voldoen aan de aanwezigheids- en meerderheidsvereisten zoals voorgeschreven in de statuten en in het Wetboek van vennootschappen.
De raad van bestuur is gemachtigd door de algemene vergadering van aandeelhouders van 30 april 2014 om eigen aandelen van de Vennootschap in te kopen tot het maximale aantal toegelaten in overeenstemming met de artikelen 620 en volgende van het Wetboek van vennootschappen. De aankoopprijs per aandeel van de Vennootschap mag maximaal 20% boven, en niet meer dan 20% onder de gemiddelde slotprijs van de aandelen van de Vennootschap liggen, per aandeel bekeken, zoals verhandeld op NYSE Euronext Brussel (of elke andere gereglementeerde markt of verhandelplatform waarop de aandelen van de Vennootschap dan worden verhandeld op initiatief van de Vennootschap) gedurende een periode van 30 kalenderdagen voor de verwerving van de aandelen door de Vennootschap. Deze machtiging is geldig gedurende 5 jaar, d.i. tot 30 april 2019.
arbeidsovereenkomsten beëindigd zouden worden naar aanleiding van een publiek overnamebod.
De Vennootschap is blootgesteld aan diverse risico's binnen de context van haar normale handelsactiviteiten, die een negatieve invloed van materieel belang zouden kunnen hebben op haar activiteiten, vooruitzichten, resultaten van activiteiten en financiële toestand. Daarom is controle over deze risico's zeer belangrijk voor de Vennootschap. Om haar groei te ondersteunen en het SLT en het Auditcomité te helpen om te gaan met de uitdagingen waaraan de Vennootschap wordt blootgesteld, heeft de Vennootschap een interne controle- en risicobeheersysteem opgezet. De bedoeling van dit interne controle- en risico- beheersysteem is om de Vennootschap toe te laten haar doelstellingen te verwezenlijken. De belangrijkste onderdelen van dit systeem worden beschreven in deze sectie.
De raad van bestuur heeft de missie, de strategie en de waarden van de Vennootschap vastgesteld (zie ook sectie 1 "Informatie over de Vennootschap" van het geconsolideerde jaarverslag van de raad van bestuur. Het algemene risicoprofiel van de Vennootschap en de mate waarin risico's getolereerd worden, worden besproken op het niveau van de raad van bestuur en het Auditcomité.
Naar aanleiding van de beslissing van de raad van bestuur op 29 juli 2014, die in werking trad vanaf 2015, werd de interne auditfunctie uitgeoefend door de onafhankelijke interne auditafdeling van Liberty Global. De interne auditor rapporteert niet alleen over problemen, maar voorziet de Vennootschap ook van informatie over de effectiviteit van de controles, formuleert aanbevelingen en ondersteunt het opstarten van actieplannen voor punten die verbetering vereisen.
De risico en compliance afdeling is gefocust op controlemaatregelen die de integriteit van de financiële rapportering waarborgen, het bewaken van de inkomstenstroom en het afdekken van risico's met betrekking tot fraude. Bovendien ontwikkelt en onderhoudt dit team ook de nodige instrumenten teneinde de bescherming te verzekeren van persoonlijke gegevens van de klanten, medewerkers, bezoekers en leveranciers van Telenet. Er werden specifieke teams opgezet om activiteiten in andere risicogebieden te overzien, te coördineren en te vergemakkelijken (bv. Gezondheid & Veiligheid, Bedrijfscontinuïteit en Informatiebeveiliging). Het Auditcomité ziet toe op de effectiviteit van het interne controle- en risicobeheersysteem van de Vennootschap, en herbekijkt dit ieder jaar. In 2014 heeft de Vennootschap een akkoord bereikt over een benadering voor risicobeheersing teneinde de risicobeheersingsactiviteiten in de belangrijkste risicogebieden, waar gepast, op één lijn te brengen en een draaiboek voor risicobeheer op te stellen en uit te voeren.
Liberty Global, waarvan de Vennootschap een dochtervennootschap is, is onderworpen aan de verplichtingen opgelegd door de Amerikaanse Sarbanes-Oxley Wet van 2002 ("SOX"). De Vennootschap maakt deel uit van Liberty Global's beoordeling van interne controle over financiële rapportering ("ICoFR") sinds 2008, en heeft sindsdien geen enkele materiële tekortkoming gemeld. De SOX-wetgeving bewaakt in hoofdzaak risico's die relevant zijn voor financiële rapportering. Het toepassingsgebied voor interne audit is ruimer, en beoogt ook andere doelstellingen in het "COSO 2013" raamwerk (Committee of Sponsoring Organizations of the Treadway Commission), zoals voldoen aan regels en wetgevingen, efficiëntie en effectiviteit van activiteiten.
De interne controleomgeving omvat (i) de uitgifte van een handboek met betrekking tot een Dealing Code, (ii) een handleiding in verband met een Code of Conduct voor het Senior Leadership Team en hoger management, (iii) een Corporate Governance Charter (consulteerbaar op de investor relations website investors.telenet.be), (iv) regels betreffende bevoegdheidsdelegaties en (v) een selectie- en performantie evaluatiesysteem voor werknemers.
Sinds 2008 is een klokkenluiderprocedure in werking. Dit mechanisme laat de werknemers van de Vennootschap toe om hun bezorgdheden over mogelijke onjuistheden in boekhouding, interne controle of audit aangelegenheden op vertrouwelijke wijze te uiten via een telefoonlijn of een website waar ze deze kunnen rapporteren. De werknemers kunnen anoniem blijven indien ze dit verzoeken. Alle klachten die ontvangen worden via de telefoonlijn of de website worden behandeld door de Compliance Officer van de Vennootschap en de voorzitter van het Auditcomité. Op het einde van 2012 werd een Vendor Disclosure Form ingevoerd, om te verzekeren dat leveranciers de Telenet Code of Conduct naleven (o.a. het bekendmaken van belangenconflicten) alsook de Telenet anti-corruptie policy. Deze anti-corruptie policy werd ook meegedeeld aan alle werknemers en bekendgemaakt op het intranet van de onderneming.
De boekhoudkundige principes toegepast door de Vennootschap, en iedere wijziging hieraan, worden voorgelegd aan het Auditcomité en goedgekeurd door de raad van bestuur.
In het kader van het naleven van de SOX-wetgeving op het niveau van Liberty Global, wordt het toepassingsgebied met het oog op ICoFR meerdere malen per jaar geëvalueerd door Liberty Global, om aldus vast te stellen of bijkomende risico's of controles bij de Vennootschap geëvalueerd en beoordeeld moeten worden. Bijkomend wordt, bij iedere wijziging in producten, diensten, processen en systemen, de impact op het bredere controle-raamwerk van de Vennootschap formeel onderzocht door het management en waar nodig gepaste actie ondernomen.
Op het domein van het bewaken van de inkomstenstroom werd een Georganiseerde Risicobeheersingaanpak opgezet op basis van een formele risicoanalyse. Deze aanpak laat de Vennootschap toe om prioriteiten te stellen bij het grondig onderzoek van risicogebieden, en doelstellingen, risico's en controles goed te documenteren. Het risk governance project heeft ertoe geleid dat dezelfde aanpak wordt aangehouden voor andere risicovolle deelgebieden zoals veiligheid, fraude en de bedrijfscontinuïteit.
Liberty Global heeft een raamwerk opgezet voor de evaluatie en de analyse van ICoFR. Hierin worden op niveau van de entiteit, op transactie- en op procesniveau de componenten van het COSO 2013 model evenals relevante informatietechnologie-componenten opgenomen. De Vennootschap heeft zijn interne controlemaatregelen voor financiële rapportering afgestemd op dit model.
De controlemaatregelen voor financiële rapportering zijn formeel gedocumenteerd in een Governance, Risk & Compliance toepassing. De Vennootschap heeft eveneens een toepassing geïmplementeerd genaamd TRACE ("Track and Assure Control Execution"), die de verantwoordelijken voor de controle informatie bezorgt over alle controlemaatregelen gerelateerd aan financiële rapportering en hun bijhorende taken en die door middel van workflow-technieken de tijdige uitvoering van de controles aanstuurt en waarborgt.
Liberty Global heeft een kader opgemaakt met daarin de definities van de belangrijkste elementen van een privacyrisico en een controlekader. De Vennootschat heeft al controles ingevoerd om de risico's te verkleinen op het vlak van privacy by design, incident management, 3rd party management en internationale transfers van data. De Vennootschap blijft investeren in het verbeteren van het controlekader waar nodig.
De Vennootschap heeft een centraal geleide toepassing voor risicobeheer opgezet, om formele documentatie en het delen van informatie over objectieven, risico's en controles in verband met het bewaken van de Inkomstenstroom en fraude te ondersteunen.
Voor andere risicodomeinen, heeft iedere afdeling specifieke controleprocedures uitgewerkt die de risico's in hun domein afdekken. Zo heeft de Vennootschap TIM ("Telenet Identity Management") geïmplementeerd om management van gebruikers en geautomatiseerd aanvragen van toegang mogelijk te maken en een periodieke certificatie van toegangsrechten voor belangrijke toepassingen te ondersteunen. Een ISMS ("information Security Management System") werd opgezet om het risicomanagement van activiteiten te ondersteunen dat verband houdt met beveiliging van informatie.
De Vennootschap heeft een data warehouse en rapporteringplatform opgezet, waarin alle soorten van relevante transactionele data worden verzameld. Het business intelligence competence center van de Vennootschap voorziet het SLT van periodieke en ad hoc operationele en management rapporteringen op basis van deze informatie.
De Vennootschap beschikt over een centrale databank met daarin een beschrijving van alle tekortkomingen met betrekking tot interne controle en de actieplannen hieraan verbonden om op die manier een tijdige oplossing te verzekeren. Bovendien zijn alle tekortkomingen en actieplannen beschikbaar op een beveiligde Sharepoint website en voorzien de eigenaars van actieplannen op maandelijkse basis het management van een status update.
Het resultaat van iedere interne audit of interne controle analyse en de vooruitgang die erop volgt wordt gerapporteerd aan het SLT en het Auditcomité via een uitgebreide scorekaart.
Op kwartaalbasis rapporteert de "risk and compliance" afdeling aan het SLT en aan het Auditcomité over de volledigheid en tijdigheid van het oplossen van de tekortkomingen.
Er bestaat een formeel toezichtproces op de controlemaatregelen voor financiële rapportering: op kwartaalbasis wordt het ontwerp en de effectiviteit van de controles door het management zelf beoordeeld, op kwartaalbasis wordt deze beoordeling gevalideerd door de "risk and compliance" afdeling en op jaarlijkse basis doorloopt de Vennootschap een directe testcyclus door de "Internal Audit" en "Group Compliance" afdeling van Liberty Global.
Voor sommige specifieke risicodomeinen (bv. het bewaken van de inkomstenstroom, "Revenue Assurance") is er ook een tweedelijns toezicht. Daarnaast werd een formele zelfevaluatie aanpak voor risicoen controlemanagement geïmplementeerd in 2012.
Bovendien wordt er ieder jaar een intern auditplan voorgesteld door de interne auditor van Liberty Global, dat focust op significante risico's in belangrijke risicodomeinen. Het auditplan wordt na goedkeuring door het Auditcomité van de Vennootschap door de interne auditor van Liberty Global uitgevoerd. Dit interne auditplan wordt opgesteld op basis van de Telenet Risk Assurance Map en van een onderzoek bij alle leden van het SLT en op basis van punten aangehaald door het Auditcomité, de raad van bestuur en de interne auditor van Liberty Global zelf.
Hoewel de hierboven beschreven maatregelen ontworpen zijn om zoveel als mogelijk de risico's te beperken die eigen zijn aan de handelsactiviteiten en de werking van de Vennootschap, levert het opstellen van een risico-raamwerk en het opzetten van de controlesystemen redelijke maar geen absolute zekerheid dat geen van deze risico's zich effectief zal materialiseren.
Voor een overzicht van de belangrijkste risico's waaraan de Vennootschap is blootgesteld, zie sectie 3 "Risicofactoren" in het geconsolideerd jaarverslag van de raad van bestuur.Voor een overzicht van de belangrijkste financiële risico's waaraan de Vennootschap is blootgesteld en de manier waarop de Vennootschap omgaat met deze risico's, zie toelichting 5.3 "Risicobeheer bij de geconsolideerde jaarrekening.
Op 31 december 2015 was de raad van bestuur van de Vennootschap samengesteld uit 10 leden. Met uitzondering van de Gedelegeerd Bestuurder (CEO) zijn alle bestuurders niet-uitvoerende bestuurders.
Er zijn momenteel drie onafhankelijke bestuurders in de zin van artikel 526ter van het Wetboek van vennootschappen, de Belgische Corporate Governance Code en de statuten van de Vennootschap: (i) IDw Consult BVBA (vertegenwoordigd door haar vaste vertegenwoordiger, de heer Bert De Graeve), (ii) Mevrouw Christiane Franck en (iii) JoVB BVBA (vertegenwoordigd door haar vaste vertegenwoordiger, de heer Jo Van Biesbroeck).
Deze bestuurders (evenals hun vaste vertegenwoordigers) worden geacht onafhankelijke bestuurders te zijn, aangezien zij allen voldoen aan de onafhankelijkheidsvereisten zoals bepaald in de statuten van de Vennootschap en in artikel 526ter van het Wetboek van vennootschappen.
De mandaten van JoVB BVBA (vertegenwoordigd door haar vaste vertegenwoordiger, de heer Jo Van Biesbroeck) en Mevrouw Suzanne Schoettger, beiden gecoöpteerd in de loop van het financieel jaar 2015, eindigend op 31 december, tot aan de volgende algemene aandeelhoudersvergadering, en het mandaat van de heer Charles Bracken, lopen af op de jaarlijkse algemene vergadering van aandeelhouders in 2016. Het mandaat van de heer John Porter loopt af op de jaarlijkse algemene vergadering van aandeelhouders in 2017. Het mandaat van IDw Consult BVBA (vertegenwoordigd door haar vaste vertegenwoordiger, de heer Bert De Graeve), de heer Jim Ryan en Mevrouw Christiane Franck looptn af op jaarlijkse algemene vergadering van aandeelhouders in 2018. De mandaten van de overige bestuurders lopen af op de jaarlijkse vergadering van aandeelhouders in 2019.
Op de vergadering van de raad van bestuur van 9 februari 2016 heeft de heer Balan Nair ontslag genomen als lid van de raad van bestuur. Op dezelfde vergadering werd Mevrouw Dana Strong met onmiddellijke ingang gecoöpteerd als bestuurder van de Vennootschap. Op de jaarlijkse vergadering van aandeelhouders in 2016 zal worden beslist over haar definitieve benoeming.
Op advies van het Remuneratie- en Nominatiecomité zal de raad van bestuur de volgende voorstellen voorleggen ter goedkeuring aan de algemene vergadering van aandeelhouders:
De heer André Sarens werd benoemd als "waarnemer" bij de raad van bestuur met ingang op de algemene aandeelhoudersvergadering van 25 april 2012.
De bestuurders zijn benoemd voor een periode van maximum vier jaar. In principe eindigt het mandaat van de bestuurders op de datum van de jaarlijkse algemene vergadering van aandeelhouders waarop hun mandaat vervalt. De bestuurders zijn herbenoembaar.
De algemene vergadering van aandeelhouders kan bij gewone meerderheid bestuurders op elk ogenblik ontslaan.
Als het mandaat van een bestuurder vacant wordt, kan de raad van bestuur de vacante plaats tijdelijk invullen, in overeenstemming met de regels inzake voordracht. Tijdens de eerstvolgende algemene vergadering van aandeelhouders zullen de aandeelhouders beslissen over de definitieve benoeming, in principe voor de resterende looptijd van het mandaat van de bestuurder die vervangen wordt.
Uitgezonderd in bijzondere, gemotiveerde gevallen, zal het mandaat van bestuurders eindigen tijdens de eerste algemene vergadering van aandeelhouders nadat ze de leeftijd van 70 jaar bereikt hebben.
Op 31 december 2015 was de raad van bestuur van de Vennootschap samengesteld als volgt:
| Naam | Functie | Voorgedragen door: |
|---|---|---|
| Bert De Graeve (IDw Consult BVBA) | Voorzitter Bekaert NV | Onafhankelijk bestuurder - VZ |
| Jo Van Biesbroeck (JoVB BVBA) | Bestuurder van Vennootschappen | Onafhankelijk bestuurder |
| Christiane Franck | Bestuurder van Vennootschappen | Onafhankelijk bestuurder |
| John Porter | Chief Executive Officer & Managing Director Telenet | |
| Charles H. Bracken | Executive Vice President & Co-Chief Financial Officer (Principal Financial Officer) of Liberty Global |
Liberty Global Group |
| Diederik Karsten | Executive Vice President, European Broadband Operations of Liberty Global |
Liberty Global Group |
| Balan Nair | Executive Vice President & Chief Technology Officer of Liberty Global |
Liberty Global Group |
| Manuel Kohnstamm | Senior Vice President & Chief Policy Officer of Liberty Global | Liberty Global Group |
| Jim Ryan | Senior Vice President & Chief Strategy Officer of Liberty Global | Liberty Global Group |
| Suzanne Schoettger | Chief Audit and Compliance Officer of Liberty Global | Liberty Global Group |
De heer Bart van Sprundel, Legal Manager van de Vennootschap, treedt op als secretaris van de raad van bestuur en zijn comités.
De Vennootschap streeft naar verscheidenheid binnen de raad van bestuur, door een gezond evenwicht te creëren tussen uitvoerende bestuurders, niet-uitvoerende bestuurders en onafhankelijke bestuurders, hun diverse competenties en ervaring, hun leeftijd en nationaliteit en hun specifieke kennis van de telecommunicatie- en mediasector.
Op 31 december 2015 telde de raad van bestuur twee vrouwelijke leden: Mevrouw Christiane Franck en Mevrouw Suzanne Schoettger. Op de vergadering van de raad van bestuur van 9 februari 2016 nam de heer Balan Nair ontslag als lid van de raad van bestuur. Op hetzelfde ogenblik werd Mevrouw Dana Strong gecoöpteerd als lid van de Raad. Op de vergadering van aandeelhouders van 27 april 2016 zal er worden beslist over haar definitieve benoeming. Telenet had als doel om uiterlijk begin 2017 in lijn te zijn met de vereisten op het vlak van de gendersamenstelling - minstens 1/3 van het andere geslacht - van haar raad van bestuur. Door de benoeming van Mevrouw Dana Strong zal Telenet dit doel bereikt hebben in het begin van 2016.
De volgende paragrafen geven biografische informatie over de huidige leden van de raad van bestuur van de Vennootschap, met inbegrip van informatie over de leden die door de raad van bestuur worden gecoöpteerd en van wie de benoeming zou moeten worden bevestigd op de volgende algemene vergadering van aandeelhouders, evenals informatie over andere bestuursmandaten die door de leden van de raad van bestuur van de Vennootschap worden aangehouden.
Voor de biografie van de heer Porter verwijzen we naar sectie 7.6 c) van deze Verklaring.
Bert De Graeve is bestuurder van de Vennootschap en voorzitter van de raad van bestuur sinds april 2014. Van 1982 tot 1991 had de heer De Graeve diverse financiële verantwoordelijkheden op internationaal niveau bij Alcatel-Bell. Van 1991 tot 1996 leidde hij Shanghai Bell Telephone Equipment Manufacturing Company, een Chinese jointventure van Alcatel-Bell, gevolgd door een functie als Directeur Internationale Relaties op de hoofdzetel van Alcatel in Parijs. In 1996 werd de heer De Graeve CEO van de BRTN (nu VRT), de Vlaamse openbare omroepvennootschap, die hij reorganiseerde tot een modern en innovatief staatsbedrijf. In 2002 vervoegde de heer De Graeve de Bekaert Groep als Chief Financial & Administration Officer en General Secretary. Hij werd benoemd tot CEO in 2006, waarbij hij de heer Julien De Wilde opvolgde. In mei 2014 werd hij Voorzitter van Bekaert. Hij is ook bestuurder bij onder meer UCB en bestuurder van Guberna tot 2010. De heer De Graeve behaalde een diploma Rechten aan de Universiteit van Gent, een Master na Master in Financieel Management, IPO aan de Unversiteit van Antwerpen Management School en een Master in Tax Management aan de Vlekho in Brussel.
Sinds 2014 was Jo Van Biesbroeck (59) Chief Strategy Officer van Anheuser-Busch InBev NV (voorheen gekend als InBev NV en Interbrew) waar hij zijn carrière startte in 1978. Anheuser-Busch InBev is 's werelds grootste bierbrouwer en behoort tot 's werelds top vijf van bedrijven die actief zijn in consumptiegoederen. De heer Van Biesbroeck had verschillende functies op het vlak van toezicht en financiën en was opeenvolgend Senior Vice-President of Corporate Strategy, Chief Business Development Officer, Chief Strategy and Business Development Officer, Chief Sales Officer en Zone President Western Europe.
Vanaf 1 september 2015 is Jo Van Biesbroeck manager van RSC Anderlecht. Jo Van Biesbroeck behaalde een Masterdiploma Economie aan de Katholieke Universiteit Leuven. Hij is eveneens een onafhankelijke en niet-uitvoerende bestuurder van Kinepolis Groep NV.
Christiane Franck is sinds 2005 CEO van Vivaqua in Brussel, waar ze ook haar carrière begon. Achtereenvolgens was ze bij Vivaqua ICT-manager, Commercieel Manager Distributie en secretaris-generaal. Vivaqua, gespecialiseerd in de waterproductie en -distributie, bedient meer dan twee miljoen inwoners in België door middel van nauwe samenwerking met de overheid op gemeentelijk, regionaal en federaal niveau. Christiane Franck brengt een sterke ervaring uit een dienstenbedrijf mee naar Telenet. Christiane Franck behaalde een Master in Wiskunde aan de Université Libre de Bruxelles (ULB). Ze is lid van de raad van bestuur van de ULB en van het raadgevend comité van Ethias Gemeenrecht Onderlinge Verzekeringsvereniging.
Charles Bracken is bestuurder van de Vennootschap sinds juli 2005. De heer Bracken is Executive Vice President en Co-Chief Financial Officer bij LG, functies die hij bekleedt sinds respectievelijk januari 2012 en juni 2005, met verantwoordelijkheid voor Group treasury, fiscale - en financiële planning, alsook strategie en Corporate Development. Voordien was hij Senior Vice President van april 2005 tot januari 2012. Bovendien is de heer Bracken lid van de raad van bestuur van Liberty Global Europe Holding B.V. en directeur en/of bestuurder van diverse dochterondernemingen van LG in Europa en de V.S. De heer Bracken is afgestudeerd aan de universiteit van Cambridge.
Diederik Karsten is bestuurder van de Vennootschap sinds mei 2007. De heer Karsten werd de Uitvoerende Bestuurder van de Europese Breedband Operaties van de UPC breedband divisie, de grootste afdeling van Liberty Global, op 1 januari 2011, en werd benoemd tot Executive Vice President van de Europese Breedband Operaties van Liberty Global, Inc. in januari 2012. Daarvoor was hij Gedelegeerd Bestuurder van UPC Nederland B.V., een dochteronderneming van LG, en deel uitmakend van haar UPC breedband afdeling. De heer Karsten heeft een diploma in zakelijke economie van de Erasmus Universiteit Rotterdam, met specialisaties in Marketing en Boekhouden.
Manuel Kohnstamm is bestuurder van de Vennootschap sinds mei 2007. De heer Kohnstamm werkt al sinds 1999 bij Liberty Global Europe Holding B.V. en haar voorgangers en heeft verschillende functies betrokken in corporate affairs, public policy en communicatie. Momenteel is hij Senior Vice President en Chief Policy Officer, verantwoordelijk voor het ontwikkelen en invoeren van Liberty Global's strategie op het vlak van regelgeving, openbaar optreden en relaties met overheden. Hij is lid van de raad van bestuur van VECAI, de Nederlandse Vereniging van Kabelbedrijven, de European Cable Communications Association en International Communications Round Table. Hij is ook voorzitter van Cable Europe. De heer Kohnstamm heeft een doctoraatsdiploma in internationaal en Europees recht van de universiteit van Rotterdam en een Master na Master diploma in
36 | Telenet | Jaarverslag 2015 |
internationale betrekkingen van de Clingendael Diplomatie School in Den Haag. Hij volgde ook het Cable Executive Management programma aan de Harvard Business School in Boston, MA.
Jim Ryan was bestuurder van de Vennootschap van mei 2007 tot april 2013. De heer Ryan werd benoemd tot bestuurder tijdens de algemene vergadering van aandeelhouders van 30 april 2014 voor een termijn van vier jaar. De heer Ryan werkte sinds 2000 bij Liberty Global Europe Holding B.V. en zijn voorgangers als Managing Director Strategie en Corporate Development tot december 2011. Sinds januari 2012 is hij Senior Vice President en Chief Strategy Officer en is hij verantwoordelijk voor strategische planning en groepsstrategie in alle regio's waar Liberty Global actief is. Sinds juni 2005 is Jim Ryan globaal verantwoordelijk voor de strategie en de strategische planning in alle regio's van LG's activiteiten. Hij heeft een diploma in politiek, filosofie en economie van het St. Johns college, universiteit van Oxford.
Balan Nair is bestuurder van de Vennooschap sinds april 2011. De heer Nair is Executive Vice President en de Chief Technology Officer van Liberty Global, posities die hij respectievelijk bekleedt sinds januari 2012 en juli 2007. Voordat hij werd benoemd tot Executive Vice President, was de heer Nair Senior Vice President van juli 2007 tot januari 2012. Vooraleer hij Liberty Global vervoegde, was de heer Nair Chief Technology Officer en Executive Vice President bij AOL LLC, een wereldwijde internet dienstenexploitant sinds 2006. Daarvoor werkte de heer Nair meer dan vijf jaar bij Qwest Communications International Inc., laatst als Chief Information Officer en Chief Technology Officer. De heer Nair is bestuurder van Adtran Inc. en Charter Communications, inc., beiden in de Verenigde Staten genoteerde vennootschappen. Hij is verder bestuurder van de Northern Virginia Technology Council en zetelt in de raad van de gouverneur voor IT in de gezondheidszorg van Virginia. Hij is eigenaar van een patent in systeemontwikkeling en is een vergunde professionele ingenieur in Colorado. Balan Nair behaalde een Master in bedrijfsbeheer en een wetenschappelijke Bachelor in Elektrotechniek, beide van Iowa State University.
Suzanne Schoettger is werkzaam bij Liberty Global en haar voorgangers sedert april 1999. Momenteel is Mevrouw Schoettger Managing Director, Chief of Staff voor de CEO Office. Voordien bekleedde zij de functie van Chief Audit & Compliance Officer van Liberty Global. Eerder had zij verschillende functies in het domein van de financiële verslaggeving, auditing en interne controle binnen de wereldwijde afdelingen van Liberty Global. Alvorens zij in dienst trad bij Liberty Global, was Mevrouw Schoettger werkzaam in de auditpraktijk van Arthur Andersen. Mevrouw Schoettger behaalde een Masterdiploma Professional Accounting aan de Universiteit van Texas te Austin en een Bachelordiploma Arts in Economics aan het Hastings College. Bovendien voltooide zij het Harvard Business School's General Management Programma.
Dana Strong vatte haar carrière aan bij de Liberty Global Groep in 1999, alwaar zij verschillende functies uitoefende alvorens er Chief Transformation Officer te worden. Ze was COO bij Virgin Media, CEO bij UPC Ierland en COO bij AUSTAR Entertainment in Australië. In haar huidige functie als Chief Transformation Officer bij Liberty Global identificeert zij strategische en operationele opportuniteiten in samenwerking met de CEO, Mike Fries.
André Sarens was bestuurder van de Vennootschap sinds december 2003. Sinds april 2012 is hij aangesteld als "waarnemer" bij de raad van bestuur. De heer Sarens is momenteel Grid Participations Manager bij Electrabel, nadat hij eerder verschillende hoge financiële en administratieve functies bekleed had in activiteiten gerelateerd aan de verdeling van nutsvoorzieningen door Electrabel in België. In die hoedanigheden vertegenwoordigt hij al sinds 1999 Electrabel en de gemengde intercommunales voor hun zakelijke contacten met Telenet NV. André Sarens zetelde in de raad van bestuur van verschillende gemengde intercommunales in België en is lid van diverse raden van bestuur van vennootschappen van Electrabel onder meer van Electrabel Green Projects Flanders.
De raad van bestuur bepaalt de waarden en de strategie van de Vennootschap, houdt toezicht op de organisatie en uitvoering ervan, beslist over het risicoprofiel en de belangrijkste beleidslijnen van de Vennootschap, beslist over de structuur van het uitvoerend management en bepaalt de machten en taken toevertrouwd aan het uitvoerend management.
De raad van bestuur komt samen zo vaak als het belang van de Vennootschap vereist en in elk geval minstens vier maal per jaar. De werking van de raad van bestuur wordt geregeld door de statuten en de bepalingen van het Corporate Governance Charter.
De raad van bestuur heeft een aantal comités ingesteld om de raad bij te staan bij de analyse van specifieke punten. Deze comités geven advies aan de raad van bestuur over relevante punten, maar de beslissingsmacht blijft in de handen van de raad van bestuur in zijn geheel.
In het financieel jaar 2015, eindigen op 31 december, vonden zes geplande vergaderingen van de raad van bestuur plaats en vijf niet geplande vergaderingen van de raad van bestuur. Twee vergaderingen werden telefonisch gehouden.
De beslissingen worden in principe genomen bij gewone meerderheid van stemmen. De raad van bestuur streeft er echter naar beslissingen te nemen bij consensus.
In overeenstemming met het Corporate Governance Charter wordt gevraagd aan de bestuurders om, voor zoveel als mogelijk, te vermijden dat ze daden stellen, bepaalde standpunten verdedigen en bepaalde belangen nastreven, als dit in strijd zou zijn met, of de indruk zou wekken om in strijd te zijn met de belangen van Telenet. Als dergelijke belangenconflicten zich zouden voordoen, moet de bestuurder in kwestie onmiddellijk de voorzitter hierover informeren. De bestuurders zullen dan de toepasselijke wettelijke bepalingen van het Wetboek van vennootschappen naleven, en in het bijzonder, voor zover wettelijk vereist, zich onthouden van de beraadslaging en de stemming over de transactie waarin de conflictsituatie zich voordoet. De bestuurder zal de commissaris schriftelijk inlichten over het belangenconflict. De notulen van de vergadering zullen de verplichte informatie bevatten en een uittreksel zal bekendgemaakt worden in het jaarverslag. In 2015 werd artikel 523 van het Wetboek van vennootschappen één keer toegepast. Meer informatie hierover kan gevonden worden in sectie 7.5.6 van deze Verklaring.
In overeenstemming met het Corporate Governance Charter moeten transacties en/of zakelijke contacten tussen bestuurders en één of meerdere vennootschappen van de Telenet Groep, die strikt gezien niet onder de toepassing vallen van artikel 523 van het Wetboek van vennootschappen, steeds plaatsvinden tegen gebruikelijke marktvoorwaarden. De betrokken bestuurder licht de voorzitter van de raad van bestuur vooraf in over dergelijke transacties.
Om de twee jaar evalueert de raad van bestuur zijn werking en zijn relatie met het uitvoerend management. De evaluatieoefening wordt gewoonlijk uitgevoerd via een vragenlijst, die door alle leden van de raad van bestuur dient ingevuld te worden. De vervolledigde vragenlijsten worden verzameld door de secretaris van de raad van bestuur van de Vennootschap, en de resultaten hiervan worden voorgelegd aan het Remuneratie- en Nominatiecomité en de raad van bestuur. Gepaste actie wordt ondernomen op de punten die om verbetering vragen. De laatste evaluatie vond plaats in december 2015. Eenmaal per jaar evalueren de niet-uitvoerende bestuurders hun interactie met het uitvoerend management, waarbij ze vergaderen in afwezigheid van de uitvoerende bestuurder en het management van de vennootschap.
Het Remuneratie- en Nominatiecomité onderzoekt regelmatig de samenstelling, de omvang en de werking van de raad van bestuur van de Vennootschap, haar belangrijkste dochtervennootschappen en de verschillende comités binnen de raad van bestuur. Het laatste onderzoek dat plaatsvond in 2013, hield rekening met verschillende elementen, onder meer de samenstelling en werking van de raad van bestuur en zijn comités, de grondigheid waarmee belangrijke onderwerpen en beslissingen werden voorbereid en besproken, de effectieve inbreng van elke bestuurder in termen van aanwezigheid op vergaderingen van de raad van bestuur en/of comités en de constructieve betrokkenheid in de beraadslaging en beslissingen, de evaluatie of de feitelijke samenstelling overeenkwam met de gewenste of ideale samenstelling, de toepassing van de beginselen van deugdelijk bestuur binnen de Vennootschap en haar organen, en een evaluatie van de specifieke functies zoals voorzitter van de raad van bestuur en voorzitter of lid van een comité van de raad van bestuur.
Om rekening te houden met de toenemende impact en belangrijkheid van de sociale verantwoordelijkheid van de Vennootschap en duurzaamheid op de operaties van Telenet, heeft de raad van bestuur in 2013 besloten dat alle aangelegenheden in verband met het uittekenen, de invoering en de controle op het corporate and social responsibility program ("CSR") van Telenet zullen besproken en goedgekeurd worden op niveau van de volledige raad van bestuur. De raad van bestuur kijkt ook formeel het duurzaamheidsverslag van de Vennootschap na en keurt het goed en verzekert dat alle materiële aspecten worden afgedekt.
In overeenstemming met de statuten van de Vennootschap en bepaalde wettelijke verplichtingen, heeft de raad van bestuur de volgende comités opgericht: een Auditcomité en een Remuneratie- en Nominatiecomité. Op 31 december 2015 waren de twee comités van de raad van bestuur samengesteld als volgt:
| Naam | Auditcomité | Remuneratie- en Nominatiecomité |
|---|---|---|
| Bert De Graeve (IDw Consult BVBA) |
VZ | |
| Jo Van Biesbroeck (JoVB BVBA) | VZ | • |
| Charles H. Bracken | • | |
| Christiane Franck | • | |
| Suzanne Schoettger | • |
VZ: Voorzitter
De voornaamste taken van het Auditcomité houden in dat het geregeld samenkomt om de raad van bestuur bij te staan en te adviseren met betrekking tot het toezicht op het financiële verslaggevingproces door de Vennootschap en haar dochtervennootschappen, het toezicht op de doeltreffendheid van de systemen voor interne controle en risicobeheer van de Vennootschap, het toezicht op de interne controle en haar doeltreffendheid, het toezicht op de controle door de commissaris van de jaarrekening en de geconsolideerde jaarrekening inclusief de opvolging van de vragen en aanbevelingen geformuleerd door de commissaris en de beoordeling van en het toezicht op het onafhankelijke karakter van de commissaris, rekening houdend met de verlening van bijkomende diensten aan de Vennootschap. Het Auditcomité komt ook minstens eenmaal per jaar samen met de commissaris zonder dat het uitvoerend management hierbij aanwezig is.
Het Auditcomité is samengesteld uit drie leden waaronder twee onafhankelijke bestuurders van de Vennootschap waarvan er één het voorzitterschap waarneemt. Alle leden zijn niet uitvoerende bestuurders. Eén bestuurder wordt benoemd op voordracht van Liberty Global. Alle leden hebben een ruime ervaring en bekwaamheden in financiële aangelegenheden, wat een positieve impact heeft op de werking van het comité. Deze samenstelling is in overeenstemming met artikel 526bis §1 van het Wetboek van vennootschappen aangaande de samenstelling van Auditcomités binnen beursgenoteerde vennootschappen zoals ingevoerd in december 2008, en met de Corporate Governance Code 2009. De vergaderingen van het Auditcomité worden eveneens bijgewoond door de heer André Sarens in zijn hoedanigheid van waarnemer bij de raad van bestuur. Met betrekking tot de financiële competenties van de leden van het Auditcomité, wordt in het bijzonder verwezen naar de biografie van de heer Jo Van Biesbroeck, voorzitter van Telenet's Auditcomité, in sectie 7.5.1c) van deze Verklaring. Tevens wordt verwezen naar de biografie van Mevrouw Suzanne Schoettger, lid van het Auditcomité, in sectie 7.5.1. c) van deze Verklaring.
In het financieel jaar 2015, eindigend op 31 december, kwam het Auditcomité vijf maal samen om de kwartaal-, halfjaar- en jaarcijfers te onderzoeken en te bespreken telkens voordat zij voorgelegd werden aan de raad van bestuur en daarna publiek bekend gemaakt werden. Bij al deze vergaderingen werden de commissaris en de interne auditor uitgenodigd om zaken te bespreken in verband met interne controle, risicobeheersing en mogelijke problemen opgedoken bij het controleproces. Verder heeft het Auditcomité overlegd met en advies gegeven aan de raad van bestuur over de procedures voor financiële rapportering aan haar meerderheidsaandeelhouder Liberty Global.
De Vennootschap heeft een klokkenluiderprocedure uitgewerkt, die werd onderzocht door het Auditcomité en goedgekeurd door de raad van bestuur. De Vennootschap heeft de klokkenluiderprocedure in december 2008 ingevoerd. Deze regeling laat werknemers van de Vennootschap toe hun bezorgdheden over mogelijke onregelmatigheden in accounting, interne controle of audit aangelegenheden op een confidentiële wijze te melden via een telefoonlijn of een website. De werknemers kunnen anoniem blijven indien gevraagd. Klachten ontvangen via de telefoonlijn of de website worden behandeld door de Compliance Officer van de Vennootschap en de voorzitter van het Auditcomité.
De voorzitter van het Auditcomité brengt na elke vergadering verslag uit aan de raad van bestuur over de aangelegenheden die besproken werden in het Auditcomité en formuleert de aanbevelingen van het Auditcomité aan de raad van bestuur voor besluitvorming.
Tot de voornaamste taken van het Remuneratie- en Nominatiecomité behoren het formuleren van voorstellen aan de raad van bestuur in verband met het remuneratiebeleid van niet-uitvoerende bestuurders en het uitvoerend management (en de hieruit voortvloeiende voorstellen die door de raad van bestuur aan de aandeelhouders voorgelegd moeten worden), de individuele vergoeding en opzegvergoeding van bestuurders en uitvoerend management, met inbegrip van variabele vergoeding en lange termijn prestatie bonussen, al dan niet gekoppeld aan aandelen, aandelenopties, warrants of andere financiële instrumenten (en de hieruit voortvloeiende voorstellen die door de raad van bestuur desgevallend aan de aandeelhouders voorgelegd moeten worden), het beleid inzake aanwerving- en personeelsbehoud, de benoeming van de CEO, het bijstaan van de CEO bij de benoeming en de opvolging van het uitvoerend management, de voorbereiding van het remuneratierapport dat moet ingevoegd worden in de verklaring van deugdelijk bestuur door de raad van bestuur en het voorleggen van dit remuneratieverslag aan de jaarlijkse algemene vergadering van aandeelhouders.
Daarnaast heeft het Remuneratie- en Nominatiecomité als taken het uitwerken van een objectieve en professionele (her) benoemingsprocedure voor bestuurders, de periodieke evaluatie van de omvang en samenstelling van de raad van bestuur, het zoeken van kandidaat-bestuurders en het voorleggen van hun kandidatuur aan de raad van bestuur en het doen van aanbevelingen over kandidaatbestuurders.
Het Remuneratie- en Nominatiecomité is volledig samengesteld uit nietuitvoerende bestuurders, en bestaat uit drie leden. Twee van de leden zijn onafhankelijke bestuurders van de Vennootschap. De voorzitter van de raad van bestuur treedt ook op als voorzitter van het Remuneratieen Nominatiecomité. De leden van het Comité hebben ruime ervaring in de materie van bezoldiging, onder meer omdat ze in andere fases van hun carrières senior uitvoerende rollen in grote ondernemingen hebben opgenomen.
Op vandaag zijn de leden van het Remuneratie- en Nominatiecomité de volgende: (i) IDw Consult BVBA (vertegenwoordigd door haar vast vertegenwoordiger, de heer Bert De Graeve), voorzitter; (ii) de heer Charles Bracken en (iii) JoVB BVBA (vertegenwoordigd door haar vast vertegenwoordiger, de heer Jo Van Biesbroeck).
In het financieel jaar 2015, eindigend op 31 december, kwam het Remuneratie- en Nominatiecomité zes maal samen, in aanwezigheid van de CEO (met uitzondering van aangelegenheden waar de CEO een belangenconflict had). Het Comité behandelde onder meer de evaluatie van de werking van de raad van bestuur en zijn relatie met het SLT, de bepaling van het remuneratiepakket van de CEO en het SLT, de zoektocht naar nieuwe onafhankelijke bestuurders, evaluatie van de kandida(a)t(en) en de voorgestelde vergoeding, de samenstelling van de verschillende comités van de raad van bestuur, het toekennen van aandelenopties aan de CEO, de toekenning van aandelenopties en prestatieaandelen aan het SLT, de toekenning van aandelenopties aan geselecteerde werknemers en de mogelijkheid tot het betalen van bonussen aan werknemers door middel van warranten.
De voorzitter van het Remuneratie- en Nominatiecomité rapporteert over de aangelegenheden die in het Comité besproken worden na de vergadering aan de raad van bestuur en stelt de aanbevelingen van het Remuneratie- en Nominatiecomité voor aan de raad van bestuur voor besluitvorming.
Hieronder vindt u een overzicht van aanwezigheden op de vergaderingen van de raad van bestuur en de vergaderingen van de comités. In dit overzicht zijn alle vergaderingen opgenomen (dus niet enkel de jaarlijks vooraf geplande vergaderingen).
| Naam | Raad van Bestuur (11) | Auditcomité (5) | Remuneratie- en Nomintatiecomité (6) |
|---|---|---|---|
| Bert De Graeve (IDw Consult BVBA) | 11 van (11) HVZ | 6 van (6) HVZ | |
| John Porter | 10 van (11) | ||
| Michel Delloye (Cytifinance NV / Cytindus NV) | 5 van (5) | 3 van (3) VVZ1 | 3 van (3) |
| Stéfan Descheemaeker (SDS INVEST NV) | 7 van (7) | 4 van (4) VVZ2 | 2 van (4) |
| Jo Van Biesbroeck (JoVB BVBA) | 3 van (4) | 1 van (1) HVZ | 2 van (2) |
| Christiane Franck | 6 van (6) | 2 van (2) | |
| Charles H. Bracken | 11 van (11) | 6 van (6) | |
| Diederik Karsten | 7 van (11) | ||
| Balan Nair | 2 van (11) | ||
| Manuel Kohnstamm | 8 van (11) | ||
| Jim Ryan | 6 van (11) | ||
| Angela Mc. Mullen | 6 van (11) | 4 van (5) | |
| Suzanne Schoettger | nvt | nvt | |
| André Sarens (*) | 11 van (11) | 5 van (5) |
VVZ: Voormalige Voorzitter HVZ: Huidige Voorzitter nvt: Niet van toepassing (*) waarnemer
Tijdens de vergadering van de raad van bestuur van 10 februari 2015 en 9 februari 2016 werd artikel 523 van het Wetboek van vennootschappen toegepast.
Tijdens de vergadering van 10 februari 2015 besprak de raad van bestuur onder meer de vaststelling van de bonus 2014 en merites van de CEO en de bepaling van de verwezenlijking van de prestatiecriteria voor 2014, met betrekking tot de opties toegekend aan de CEO ingevolge CEO SOP 2013 en CEO SOP 2014 bis. De notulen van deze vergadering vermelden hierover het volgende:
"Alvorens overgegaan wordt tot de verslaggeving betreffende de besprekingen tijdens het Remuneratie- en Nominatiecomité van 10 februari 2015 en het beraadslagen en nemen van een besluit over sommige van deze punten (in het bijzonder het vastleggen van de bonus 2014 en merites van de CEO en de bepaling van de verwezenlijking van de prestatiecriteria (voor 2014) voor de opties toegekend aan de CEO onder het CEO SOP 2013 en het CEO SOP 2014 bis, deelt de heer John Porter (CEO en Gedelegeerd Bestuurder) aan de raad van bestuur mee dat hij een (potentieel) financieel belangenconflct heeft met betrekking tot dit besluit in de zin van artikel 523 van het Wetboek van vennootschappen.
De CEO verklaart dat hij de commissaris van de vennootschap van dit belangenconflict op de hoogte zal brengen. Voor dit specifieke agendapunt verlaat hij de vergadering. De Voorzitter vraagt ook aan de andere leden van het Senior Leadership Team de vergadering te verlaten."
De Voorzitter van het Remuneratie- en Nominatiecomité brengt vervolgens verslag uit over de besprekingen die gehouden zijn tijdens de vergadering van het comité van 10 februari 2015:
Na bespreking, en op aanbeveling van het Remuneratie- en Nominatiecomité, beslist de raad van bestuur het volgende:
40 | Telenet | Jaarverslag 2015 | Tijdens de vergadering van 9 februari 2016 besprak de raad van bestuur onder meer de vaststelling van de bonus en merites van de CEO en de bepaling van de verwezenlijking van de prestatiecriteria met betrekking tot de opties toegekend aan de CEO ingevolge CEO SOP 2013, CEO SOP 2014, CEO SOP 2014 bis en CEO SOP 2015. De notulen van deze vergadering vermelden hierover het volgende:
"Alvorens overgegaan wordt tot de verslaggeving betreffende de besprekingen tijdens het Remuneratie- en Nominatiecomité van 8 februari 2016 en 9 februari 2016 en het beraadslagen en nemen van een besluit over sommige van deze punten (in het bijzonder het vastleggen van de bonus en merites van de CEO en de bepaling van de verwezenlijking van de prestatiecriteria voor de opties toegekend aan de CEO onder het CEO SOP 2013, CEO SOP 2014, CEO SOP 2014 bis en CEO SOP 2015, deelt de heer John Porter (CEO en Gedelegeerd Bestuurder) aan de raad van bestuur mee dat hij een (potentieel) financieel belangenconflict heeft met betrekking tot dit besluit in de zin van artikel 523 van het Wetboek van vennootschappen.
De Voorzitter van het Remuneratie- en Nominatiecomité brengt vervolgens verslag uit over de besprekingen over de bonus en merites van de CEO die gehouden zijn tijdens de vergadering van het comité van 9 februari 2016. Het Comité nam over dit punt volgende beslissingen:
Na discussie, en rekening houdend met de aanbevelingen van het Remuneratie- en Nominatiecomité, beslist de raad van bestuur om de beslissingen van het Remuneratie- en Nominatiecomité te bevestigen, goed te keuren en te onderschrijven.
De Voorzitter van het Remuneratie- en Nominatiecomité brengt vervolgens verslag uit over de besprekingen die gehouden zijn tijdens de vergadering van het comité van 9 februari 2016 over de verwezenlijking van de prestatiecriteria voor de opties toegekend aan de CEO onder het CEO SOP 2013, CEO SOP 2014, CEO SOP 2014 bis en CEO SOP 2015. Het Comité nam over dit punt volgende beslissingen:
Overeenkomstig de bevoegdheid toegekend aan het Remuneratie- en Nominatiecomité in het kader van de relevante optieplannen van het management en de verwezenlijking van de prestatiecriteria, adviseert het Remuneratie- en Nominatiecomité aan de raad van bestuur dat de criteria voor 2015 zijn behaald voor de plannen CEO SOP 2013, CEO SOP 2014, CEO SOP 2014bis en CEO SOP 2015.
Na discussie en rekening houdend met het advies van het Remuneratieen Nominatiecomité, beslist de raad van bestuur om de beslissing van het Remuneratie- en Nominatiecomité over de verwezenlijking van de prestatiecriteria voor de CEO SOP 2013, CEO SOP 2014, CEO SOP 2014bis en CEO 2015 goed te keuren, te bevestigen en te onderschrijven.
De Vennootschap heeft een gedragscode aangenomen in verband met voorkennis en de handel in financiële instrumenten voor bestuurders, hogere kaderleden en andere personeelsleden die mogelijk toegang kunnen hebben tot voorkennis. De gedragscode zet uiteen wat de ongeoorloofde gedragingen zijn en welke de mogelijke sancties zijn. Transacties mogen niet plaatsvinden tijdens bepaalde sperperiodes en dienen zo snel mogelijk gemeld te worden aan de Compliance Officer van de Vennootschap. Daarnaast moeten transacties in effecten van de Vennootschap door bestuurders en leden van het SLT eveneens gemeld worden aan de FSMA met de toepasselijke Belgische regelgeving. De Gedragscode van de Vennootschap werd laatst herzien op 16 september 2015.
De CEO is verantwoordelijk voor het dagelijkse bestuur van de Vennootschap. De CEO wordt daarin bijgestaan door het uitvoerend management ("Senior Leadership Team"), waarvan hij de voorzitter is, en dat geen directiecomité is in de zin van artikel 524bis van het Wetboek van vennootschappen.
De heer John Porter werd benoemd als CEO van de Vennootschap op 1 april 2013.
Op 29 april 2015 heeft de Vennootschap de heer Patrick Vincent, de voormalige Chief Customer Officer ("CCO") benoemd tot Chief Transformation Officer om het transformatieprogramma voor de integratie van BASE Company met Telenet te beheren. Als Chief Transformation Officer blijft de heer Vincent lid van het SLT. Zijn verantwoordelijkheden als CCO werden overgenomen door Benedikte Paulissen. Zij heeft het SLT vervoegd als nieuwe CCO.
Op 30 juli 2015 werd het vertrek aangekondigd van Mevrouw Inge Smidts. Ze werd vervangen door de heer Jeroen Bronselaer die benoemd werd tot nieuwe Senior Vice President Residential Marketing en lid van het SLT.
Als gevolg van deze wijzigingen, is het SLT op 31 december 2015 samengesteld als volgt:
| Naam | Geboor tejaar |
Functie |
|---|---|---|
| John Porter | 1.957 Chief Executive Officer | |
| Birgit Conix | 1.965 Chief Financial Officer | |
| Luc Machtelinckx | 1.962 Executive Vice President - General | |
| Micha Berger | Counsel 1.970 Chief Technology Officer |
|
| Veenod Kurup | 1.965 Chief Information Officer | |
| Patrick Vincent | 1.963 Chief Transformation Officer | |
| Jeroen Bronselaer | 1.978 Senior Vice President Residential Marketing |
|
| Martine Tempels | 1.961 Senior Vice President Telenet Business | |
| Claudia Poels | 1.967 Senior Vice President Human Resources | |
| Dieter Nieuwdorp | 1.975 Senior Vice President Strategy & | |
| Ann Caluwaerts | Corporate Development 1.966 Senior Vice President Public Affairs & Media Management |
|
| Benedikte Paulissen |
1.969 Chief Customer Officer |
De Chief Executive Officer kan, binnen de perken van het dagelijkse bestuur, de Vennootschap alléén verbinden en voor bepaalde bevoegdheden die hem zijn verleend door de raad van bestuur. Daarnaast zijn er door de raad van bestuur aan bepaalde personen binnen de Telenet groep specifieke vertegenwoordigingsbevoegdheden gegeven. De laatste delegatie van bevoegdheden is bekendgemaakt in de Bijlagen bij het Belgisch Staatsblad op 28 augustus 2015.
Overeenkomstig het Corporate Governance Charter wordt gevraagd aan de leden van het SLT om, voor zoveel als mogelijk, te vermijden dat ze daden stellen, bepaalde standpunten verdedigen en bepaalde belangen nastreven, als dit in strijd zou zijn met, of de indruk zou wekken om in strijd te zijn met de belangen van de Vennootschap. Als dergelijke belangenconflicten zich zouden voordoen, moet het betrokken lid van het SLT onmiddellijk de CEO hierover informeren, die op zijn beurt de voorzitter van de raad van bestuur zal op de hoogte brengen.
Transacties en/of zakelijke contacten tussen leden van het SLT en één of meerdere vennootschappen van de Telenet Groep, moeten steeds plaatsvinden tegen gebruikelijke marktvoorwaarden.
De volgende paragrafen geven biografische informatie weer over de huidige leden van het Senior Leadership Team van de Vennootschap:
John Porter werd Chief Executive Officer bij Telenet in april 2013. Hij is momenteel voorzitter van de raad van bestuur en niet-uitvoerende bestuurder van de genoteerde vennootschap Enero en OOh!media, de grootste "outdoor media" vennootschap van Australië. Van 1995 tot mei 2012 was hij Chief Executive Officer van AUSTAR United Communications, een toonaangevende leverancier van betaaltelevisie en gerelateerde producten in regionaal Australië. De vennootschap werd volledig overgenomen door Foxtel, een joint venture tussen News Corp en Telstra, in mei 2012. De heer Porter leidde de groei van Austar sinds de oprichting en werd er CEO naar aanleiding van de beursgang in 1999. Daarvoor was de heer Porter Chief Operating Officer Azië Pacific voor United International Holdings, de voorganger van het latere Liberty Global. Van 1989 tot 1994 was John Porter president van de Ohio divisie van Time Warner Communications. Hij begon zijn carrière bij Group W Broadcasting and Cable, als directeur Government Relations voor hij General Manager werd van Westinghouse Cable Systems in Texas en Alabama.
Birgit Conix trad in oktober 2013 in dienst bij Telenet als Chief Financial Officer (CFO). Mevr. Conix heeft meer dan 20 jaar financiële ervaring in diverse sectoren zoals de fast moving consumer goods, medische hulpmiddelen en farmacie. Voordat ze aan de slag ging bij Telenet, was mevr. Conix Regionaal Financieel Directeur voor de West-Europese tak van Heineken en zetelde ze ook in Heinekens West-Europese managementteam en in het Global Finance Leadership Team. Voordat ze in 2011 aan de slag ging bij Heineken, vervulde mevr. Conix verschillende internationale topfuncties bij Johnson & Johnson op vlak van finance, strategie en business operations. Voor Johnson & Johnson, werkte ze bij Tenneco en Reed-Elsevier. Mevr. Conix verwierf een Master of Science in Business Economics aan de universiteit van Tilburg in Nederland en een MBA aan de University of Chicago Booth School of Business in de VS.
Luc Machtelinckx trad in dienst bij Telenet als Directeur Juridische Zaken in februari 1999. In deze functie was hij nauw betrokken bij de eerste commerciële stappen alsook de verdere ontwikkeling van het telefonieen internetaanbod van Telenet. Na de overname van de kabelactiviteiten van de gemengde intercommunales, heeft de heer Machtelinckx zich gespecialiseerd in kabeltelevisie en meer specifiek een belangrijke rol gespeeld in het iDTV project. Op 1 januari 2007 werd de heer Machtelinckx benoemd tot Vice President en General Counsel, vanaf januari 2008 is hij benoemd als Senior Vice President en General Counsel. Sinds april 2009 werd hij benoemd tot Executive Vice President en General Counsel. Voor hij Telenet vervoegde werkte de heer Machtelinckx gedurende 11 jaar bij Esso Benelux in diverse juridische en HR functies alsook drie jaar bij BASF Antwerpen als Legal Manager en als Communication Manager.
Micha Berger trad in juli 2013 in dienst bij de Telenet groep en hij staat sindsdien aan het hoofd van het engineering departement, de service assurance-groep en de afdeling mobiele diensten. Op 1 juli 2013 trad hij eveneens toe tot het Senior Leadership Team van de Vennootschap en rapporteert hij rechtstreeks aan de CEO van de Vennootschap. De heer Berger werkte sinds 2006 voor Liberty Global, eerst als Manager van het Engineering Department bij UPC Nederland. Sinds 2010 was hij als Vice President bij Liberty Global verantwoordelijk voor de Horizon Next Generation digitale televisie-ontwikkeling en product uitrol. Daarvoor deed de heer Berger zijn eerste ervaring in de kabelindustrie op bij HOT Israël, waar hij verantwoordelijk was voor de ontwikkeling van het interactieve digitale serviceplatform en de uitrol van video-ondemand.
Veenod Kurup trad in mei 2013 in dienst bij Telenet als Chief Information Officer en hij staat sindsdien aan het hoofd van Telenets informaticaafdeling. In mei 2013 trad hij eveneens toe tot het Senior Leadership Team van de Vennootschap en rapporteert hij rechtstreeks aan de CEO van de Vennootschap. De heer Kurup is van Maleisische afkomst en heeft de Amerikaanse nationaliteit. Hij is een specialist in de kabelindustrie en heeft de afgelopen veertien jaar diverse functies opgenomen in IT, Operaties en Engineering bij Cox Communications Inc. Voordat hij bij Telenet in dienst trad, werkte hij voor Gandeeva, een gereputeerd technologie consultancy bedrijf dat onder andere ook Liberty Global plc op zijn internationale klantenlijst heeft staan. Zijn affiniteit met telecommunicatie, zijn brede technologische kennis, strategische visie en sterke leiderschapskwaliteiten maken van hem de ideale persoon om het IT-team te leiden.
Patrick Vincent trad in dienst bij Telenet in september 2004 als Customer Service & Delivery Director. Hij is momenteel Chief Transformation Officer, verantwoordelijk voor het transformatieprogramma voor de samensmelting van Base Company met Telenet. De heer Vincent begon zijn carrière in 1989 in de voedingsindustrie bij NV Huyghebaert waar hij Business Unit Manager was voor de cash & carry divisie. Van 1994 tot 1998 was hij verantwoordelijk voor de verkoopsafdeling en in 1998 werd hij bevorderd tot commercieel directeur. Van 2000 tot 2004 werkte hij bij Tech Data, een bedrijf dat zich specialiseerde in IT distributie en diensten, als Directeur Verkoop voor België en Luxemburg. In 2002 werd hij er benoemd tot Country Manager voor België en Luxemburg.
Jeroen Bronselaer vervoegde de Telenet Groep in september 2010 en was de eerste verantwoordelijke voor de onderhandelingen en relaties met omroepen en Content leveranciers. Hij werd binnen de entertainmentindustrie regelmatig bevorderd, tot hij Vice President Product Entertainment werd die verslag uitbrengt aan de Senior Vice President - Residential Marketing (Inge Smidts). Alvorens hij de Telenet Groep vervoegde, werkte Jeroen Bronselaer gedurende 7 jaar voor de Vlaamse publieke omroep VRT, alwaar hij begon als tv-producent maar snel evolueerde naar meer bedrijfsgerichte functies binnen het Media departement van de VRT. Jeroen Bronselaer behaalde een Masterdiploma als Commercieel Ingenieur en een Postgraduaatdiploma in Communicatie aan de KU Leuven.
Martine Tempels begon haar carrière bij de Telenet Group in januari 2009. Zij is verantwoordelijk voor de business-to-business divisie van de Telenet Group en vervoegde het Senior Leadership Team in oktober 2010. Mevr. Tempels begon haar carrière bij NCR (AT&T) en verhuisde in 1996 naar EDS om Account Manager te worden om daarna verschillende bijkomende verantwoordelijkheden als Business Unit Manager voor de financiële en commerciële sector op te nemen. In 2007 werd Mevr. Tempels benoemd tot Application Service Executive voor de Noordelijke en Centrale regio EMEA. Mevr. Tempels behaalde een Master in Economie en Bedrijfsleven aan de Vrije Universiteit Brussel.
Claudia Poels trad in dienst bij Telenet in mei 2008 als Vice President Human Resources. Sinds 15 juni 2009 maakt zij deel uit van het Senior Leadership Team als Senior Vice President Human Resources. Voor zij de Telenet Groep vervoegde, werkte mevrouw Poels sinds 1992 bij EDS, waar zij ruime ervaring opdeed in verschillende human resources disciplines. In 2002 werd mevrouw Poels gepromoveerd tot HR Directeur van de Belgische en Luxemburgse entiteit en in 2006 werd zij HR Operations Directeur voor Noord Europa. Mevr. Poels behaalde een Master in de Rechten aand de KULeuven en een DEA & DESS diploma in Europees Recht aan de Université Nancy II (Frankrijk).
Dieter Nieuwdorp begon zijn carrière als advocaat bij Loeff Claeys Verbeke in 1998. In 2001 stapte hij mee over naar Allen & Overy. De heer Nieuwdorp vervoegde Telenet in 2007 en werd benoemd tot Corporate Counsel, verantwoordelijk voor het juridische aspect van alle fusies en overnames en andere corporate transacties en partnerships van de Telenet groep en werd tot Corporate Secretary benoemd. In 2010 werd hij VP Corporate Counsel & Insurance en nam hij meer verantwoordelijkheden op als hoofd van de afdeling verzekering. Met ingang van 1 mei 2014 vervoegde hij het Senior Leadership Team als Senior Vice President Strategy & Corporate Development. De heer Nieuwdorp behaalde een Master in de Rechten aan de Katholieke Universiteit Leuven en een LL.M aan de University of Pennsylvania Law School.
Ann Caluwaerts heeft het Senior Leadership Team van de Telenet Group vervoegd vanaf 1 april 2011, als Senior Vice President Media & Public Affairs. Met ingang van 1 mei 2014 werd ze ook verantwoordelijk voor de corporate communications afdeling, als Senior Vice President Corporate Affairs & Communication. Ze heeft meer dan 25 jaar internationale ervaring in de technologie- en telecommunicatiesector. Tussen 1996 en 2011 bekleedde mevr. Caluwaerts diverse internationale functies binnen British Telecom (BT), een van 's werelds grootste leveranciers van telecommunicatie oplossingen en diensten. Haar laatste functie bij BT was Senior Vice President Strategy, verantwoordelijk voor de herstructurering en strategie van BT Global Services. Mevr. Caluwaerts behaalde een Master in de ingenieurswetenschappen elektrotechniek aan de KULeuven.
Benedikte Paulissen (°1969) volgde een opleiding Toegepaste Economie aan de KU Leuven en behaalde een postgraduaatdiploma in Europees recht aan de UCL. Ze werkte eveneens voor Flanders Technology International, een non-profitorganisatie opgericht door de Vlaamse overheid ter bevordering van de technologie, innovatie en wetenschap. In 1998 is zij overgestapt naar Telenet, waar ze werkte op het departement communicatie en de afdeling marketing om Telenet bij het algemene publiek te promoten. In 2004 werd zij verantwoordelijk voor alle rechtstreekse verkoopkanalen zoals de televerkoop en de verkoop via onrechtstreekse verkoopkanalen zoals eigen winkels, verdelers en Telenet Centra. Vanaf 2011 werd zij tevens verantwoordelijk voor alle activiteiten van de klantendienst.
De algemene vergadering van aandeelhouders van de Vennootschap keurde de principes voor vergoeding van bestuurders goed tijdens de algemene vergaderingen van 28 april 2010, 24 april 2013 en 29 april 2015. Alle niet-uitvoerende bestuurders ontvangen een jaarlijkse vaste vergoeding, verhoogd met zitpenningen per bijgewoonde vergadering van de raad van bestuur. Alle bestuurders, met uitzondering van de CEO en de bestuurders benoemd op voordracht van de Liberty Global Groep, ontvangen een jaarlijkse vaste vergoeding van € 45.000 elk. De voorzitter van de raad van bestuur ontvangt een jaarlijkse vaste vergoeding van € 100.000. Voor elke vergadering van de raad van bestuur die bestuurders bijwonen, ontvangen zij zitpenningen voor een bedrag van € 2.500. De bestuurders benoemd op voordracht van de Liberty Global Groep ontvangen een jaarlijkse vaste vergoeding van € 12.000 elk. Voor iedere vergadering van de raad van bestuur die ze bijwonen, ontvingen ze zitpenningen voor een bedrag van € 2.000. De jaarlijkse vaste vergoedingen zijn enkel verschuldigd indien de bestuurder tenminste de helft van de geplande vergaderingen van de raad van bestuur bijwoont. Voor (het bijwonen van) de vergaderingen van de comités worden geen bijkomende vergoedingen toegekend. De waarnemer bij de raad van bestuur van Telenet NV wordt op dezelfde wijze vergoed als de onafhankelijke bestuurders van de Vennootschap.
De CEO, die de enige uitvoerende bestuurder is, ontvangt geen vergoeding voor de uitoefening van zijn mandaat als bestuurder van Telenet vennootschappen.
Voor het financieel jaar 2015, eindigend op 31 december, belopen de vergoedingen aan bestuurders (en de waarnemer) in totaal € 458.500 voor de Vennootschap (zie overzichtstabel hieronder voor individuele vergoedingen).
Geen enkele bestuurder (uitgezonderd de CEO van de Vennootschap) ontvangt: variabele vergoeding in de zin van de Wet van 6 april 2010 en winstgerelateerde vergoedingen, opties, aandelen of andere vergoedingen.
Overeenkomstig de Belgische wetgeving worden gegevens van (transacties in) aandelenopties en aandelen die gehouden worden door bestuurders (of personen die nauw met hen verbonden zijn of vennootschappen die zij volledig controleren) gemeld aan de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten.
U vindt hieronder een overzicht van de individuele vergoedingen, betaald in 2015, van elke bestuurder en van de waarnemer bij de raad van bestuur.
| Naam | Vergoeding 2015 |
|---|---|
| Bert De Graeve (IDw Consult BVBA) (HVZ) | €115.000 |
| John Porter | — |
| Michel Delloye (Cytindus NV) | €27.500 |
| Stéfan Descheemaeker (SDS INVEST NV) | €43.750 |
| Christiane Franck | €37.500 |
| Jo Van Biesbroeck ( JoVB BVBA) | €26.250 |
| Charles H. Bracken | €34.000 |
| Diederik Karsten | €26.000 |
| Manuel Kohnstamm | €28.000 |
| Balan Nair | €4.000 |
| Jim Ryan | €24.000 |
| Angela McMullen | €20.000 |
| Suzanne Schoettger | nvt |
| André Sarens (*) | €72.500 |
HVZ: Huidige Voorzitter - in functie vanaf 30/04/2014 (*): Waarnemer
De Vennootschap verwacht dat de principes voor vergoeding van de bestuurders van de Vennootschap de volgende twee boekjaren in lijn zullen blijven met het huidige remuneratiebeleid.
De bepaling en de evolutie van het remuneratiebeleid van de Vennootschap hangt nauw samen met de groei, de resultaten en het succes van de Vennootschap in zijn geheel. Het remuneratiebeleid van de Vennootschap is gebaseerd op interne billijkheid en externe marktcompetitiviteit. Deze principes vinden we terug in HRtoepassingen zoals functieclassificaties, loopbaanpaden en externe benchmarking. De strategie van de Vennootschap stemt competitieve verloning af op de belangen van de aandeelhouders en andere belanghebbenden, en streeft naar een optimale balans tussen het aanbieden van competitieve salarissen en het vermijden van buitensporige vergoedingen, met een blijvende focus op prestaties en resultaten. Dit houdt in dat het beleid van de Vennootschap op periodieke wijze wordt herzien en aangepast waar nodig.
De Vennootschap streeft naar een optimale mix tussen verschillende onderdelen van het vergoedingspakket, dat bestaat uit elementen van vaste vergoeding en elementen van variabele vergoeding. Als voorbeelden hiervan kunnen we vermelden dat het beleid van de Vennootschap inzake aanvullende voordelen een goede sociale ondersteuning nastreeft inzake extralegaal pensioen en verzekeringen voor medische kosten, leven en invaliditeit. Alle werknemers van de Vennootschap kunnen genieten van kortingen of bijkomende voordelen op Telenet producten; en aandeelhouderschap van de Vennootschap wordt aangemoedigd via aandelenaankoopprogramma's voor werknemers en andere lange termijn aanmoedigingsplannen. Telenet ervaart dat dit uitgebalanceerd vergoedingsbeleid helpt om toptalent aan te trekken en te behouden.
Prestatiemanagement en het bereiken van resultaten is een ander ankerpunt in de totale remuneratiestrategie van de Vennootschap: het merendeel van onze werknemers wordt geëvalueerd op en beloond in functie van (i) het behalen van individuele doelstellingen en/of doelstellingen voor de hele onderneming en (ii) hun functioneren conform het Competentie- en Leiderschapsmodel van de Vennootschap. In het vergoedingsbeleid van de Vennootschap speelt klantenloyaliteit (gemeten door een Net Promotor Score ("NPS") - zie verder hierna) een cruciale rol.
Het Remuneratie- en Nominatiecomité bereidt een voorstel voor m.b.t. de remuneratieprincipes en het vergoedingsniveau van de CEO en maakt dit voor akkoord over aan de raad van bestuur.
De Senior Vice President Human Resources bereidt een voorstel voor over de bepaling van de remuneratieprincipes en het remuneratieniveau van de leden van het SLT (uitgezonderd de CEO) en maakt dit over aan het Remuneratie- en Nominatiecomité. Het Remuneratie- en Nominatiecomité bespreekt dit voorstel (en brengt mogelijk wijzigingen aan), en maakt dit voor akkoord over aan de raad van bestuur.
Het remuneratiebeleid van de CEO en de leden van het SLT is gebaseerd op interne billijkheid en externe marktcompetitiviteit. De Vennootschap probeert te verzekeren dat de remuneratie van het Senior Leadership Team bestaat uit een optimale mix van diverse remuneratie-elementen.
Elk lid van het SLT wordt vergoed in functie van (i) zijn of haar persoonlijk functioneren en (ii) vooraf overeengekomen doelstellingen (zowel individueel als op ondernemingsniveau). Voor het financieel jaar 2015, eindigend op 31 december, was 50% van de bonus van het management (uitgezonderd de CEO) afhankelijk van financiële en operationele doelstellingen, de overige 50% was afhankelijk van individuele en departementele doelstellingen. Het functioneren van elk lid van het SLT wordt beoordeeld op basis van het Competentie- en Leiderschapsmodel van de Vennootschap en klantenloyaliteit.
Binnen de grenzen van de bestaande optie- en warrantplannen goedgekeurd door de algemene aandeelhoudersvergadering, kan de raad van bestuur, op aanbeveling van het Remuneratie- en Nominatiecomité, ook warranten en/of opties toekennen aan de leden van het SLT.
De Aandelen Prestatieplannen 2015, 2014 en 2013 voor de leden van het SLT voorzien in een bepaling over een terugvorderingrecht van de toegekende variabele vergoeding, in geval van herziening van de jaarrekening van de Vennootschap. Geen enkele van de andere op aandelen gebaseerde vergoedingsplannen, met inbegrip van deze met de CEO, bevatten soortgelijke terugvorderingrechten.
Overeenkomstig de Belgische wetgeving worden gegevens van (transacties in) aandelenopties en aandelen die gehouden worden door leden van het SLT (of personen die nauw met hen verbonden zijn of vennootschappen die zij volledig controleren) gemeld aan de FSMA.
46 | Telenet | Jaarverslag 2015 |
In 2011 werd de variabele vergoeding van de CEO en de leden van het SLT van de Vennootschap herzien, in het licht van de dwingende bepalingen van de Wet van 6 april 2010 en de relevante principes van de Belgische Corporate Governance Code over vergoeding van uitvoerende personen. De algemene aandeelhoudersvergadering van 27 april 2011 keurde deze vergoedingprincipes goed van de CEO en de leden van het SLT.
De Vennootschap verwacht dat de principes voor vergoeding van de leden van het SLT van de Vennootschap de volgende twee boekjaren in lijn zullen zijn met het huidige remuneratiebeleid. Met dien verstande dat het Remuneratie- en Nominatiecomité het remuneratiebeleid aan het herzien is.
Het jaarlijkse remuneratiepakket van de CEO bestaat uit een vaste vergoeding, een variabele vergoeding, gestorte premies voor groepsverzekering en voordelen in natura.
De variabele vergoeding in geld van de CEO is afhankelijk van zijn algemene prestaties gedurende het jaar. Ieder jaar formuleert het Remuneratie- en Nominatiecomité een voorstel voor bonus en loonsverhoging en legt dit voor ter goedkeuring aan de raad van bestuur. Voor 2015 stelde het Remuneratie- en Nominatiecomité voor aan de raad van bestuur om (i) een bonus in cash toe te kennen aan de CEO voor 2015 gelijk aan € 630.000; (ii) om zijn vaste vergoeding voor 2016 vast te leggen op € 630.000 op jaarbasis; (iii) om de maximale bonus in cash voor 2016 vast te leggen op 100% van zijn jaarlijkse vaste vergoeding voor 2016.
Er kan een op aandelen gebaseerde vergoeding toegekend worden aan de CEO. Voor details over de op aandelen gebaseerde vergoeding van de CEO (inclusief de op aandelen gebaseerde vergoeding ontvangen in 2015) wordt verwezen naar sectie 3 b) hierna.
De jaarlijkse remuneratie van de leden van het SLT (uitgezonderd de CEO) bestaat uit een vast loon (inclusief vakantiegeld en dertiende maand), een variabele vergoeding, gestorte premies voor groepsverzekering en voordelen in natura.
De overeenkomsten met de leden van het SLT (uitgezonderd de CEO) bevatten geen specifieke verwijzingen naar de criteria die in aanmerking worden genomen voor de berekening van de variabele vergoeding, wat afwijkt van bepaling 7.17 van de Belgische Corporate Governance Code 2009. De Vennootschap zet de principes van variabele vergoeding uiteen in een algemeen beleid, omdat het gelooft dat er voldoende flexibiliteit moet kunnen zijn in de bepaling van de principes inzake variabele vergoeding in functie van wijzigende marktomstandigheden.
De variabele vergoeding in geld is afhankelijk van prestatiecriteria m.b.t. het relevante boekjaar. De bonus van elk lid van het SLT (uitgezonderd de CEO) was voor het prestatiejaar 2015 voor 50% afhankelijk van de financiële en operationele doelstellingen van de Vennootschap, de overige 50% was afhankelijk van individuele en departementele doelstellingen. Na advies van de CEO beslist het Remuneratie- en Nominatiecomité over het bereiken van de prestatiecriteria door ieder lid van het SLT als leider van hun departement en als individu.
Voor het financieel jaar 2015, eindigend op 31 december, keurde de raad van bestuur een totale variabele remuneratie goed aan de leden van het SLT (uitgezonderd de CEO) en een andere manager, bestaande uit een cash bonus en "Prestatieaandelen" (de "2015 Telenet Prestatieaandelen"). Deze prestatieaandelen zullen pas definitief verworven zijn door de begunstigden na een periode van drie jaar en indien bepaalde vooraf bepaalde prestatiecriteria werden behaald over een periode van drie jaar. Deze prestatieaandelen zijn contractuele rechten om, afhankelijk van bepaalde prestatiecriteria, bestaande gewone aandelen van de Vennootschap gratis te ontvangen.
Bijkomend zal de uitbetaling van de bonus in geld aan leden van het SLT (uitgezonderd de CEO) onderworpen zijn aan het behalen van bepaalde vooraf bepaalde prestatiecriteria over één jaar. Wanneer aan deze prestatiecriteria wordt voldaan, zal de verworven cash bonus uitbetaald worden in het jaar volgend op het prestatiejaar (en niet langer gespreid over een periode van 3 jaar zoals dit het geval was tot in 2013). Alle prestatiecriteria worden vastgelegd door de CEO en het Remuneratie- en Nominatiecomité en gevalideerd door de raad van bestuur.
Er kan een op aandelen gebaseerde vergoeding toegekend worden aan de leden van het SLT (uitgezonderd de CEO). Voor details over de op aandelen gebaseerde vergoeding van de leden van het SLT (inclusief de op aandelen gebaseerde vergoeding ontvangen in 2015) wordt verwezen naar sectie 4 b) hierna.
De algemene aandeelhoudersvergadering van de Vennootschap keurde de relevante bepalingen van dit vergoedingspakket goed op 27 april 2011, in overeenstemming met de bepalingen van de Wet van 6 april 2010.
De CEO van de Vennootschap, de heer John Porter, werd de volgende vergoeding toegekend in het financieel jaar 2015, eindigend op 31 december: (i) een vaste vergoeding van € 630.000, (ii) een variabele vergoeding van € 630.000 en (iii) voordelen in natura gewaardeerd op € 148.396. Zoals vermeld in sectie 7.7.1 wordt de CEO niet vergoed voor de uitoefening van zijn mandaat als bestuurder van de Vennootschap of van andere vennootschappen van de Telenet Groep.
Het relatieve belang van deze componenten is de volgende: vaste vergoeding 44,73%, variabele vergoeding 44,73% en voordelen in natura 10,54%.
Zoals goedgekeurd door de algemene aandeelhoudersvergadering van 27 april 2011, vormt deze variabele vergoeding in geld samen met de op aandelen gebaseerde vergoeding onder het CEO SOP 2013, het CEO SOP 2014,het CEO SOP 2014 bis en het CEO SOP 2015 (zie hieronder), de totale variabele vergoeding van de CEO voor doeleinden van de Wet van 6 april 2010.
De voordelen in natura omvatten verzekeringen voor medische kosten, leven en invaliditeit, een bedrijfswagen, schoolgelden voor zijn kinderen, en reiskostenvergoedingen tot bepaalde maximum bedragen op jaarbasis. Verder ontvangt de CEO een korting op Telenet producten en diensten die hij bestelt.
Hij ontvangt geen bonus in geld verbonden aan een prestatieperiode van meer dan één jaar.
De CEO van de Vennootschap ontving geen aandelen noch warranten van de Vennootschap tijdens het laatste boekjaar.
Op 4 juli 2013 werden 200.000 aandelenopties toegekend aan de CEO onder het CEO Aandelenoptieplan 2013 (het "CEO SOP 2013"). Deze aandelenopties zijn van contractuele aard om bestaande aandelen te verwerven, die de CEO het recht geven om bestaande aandelen van de Vennootschap te verwerven op een één-voor-één basis.
De looptijd van de aandelenopties bedraagt vijf jaar. Bijgevolg vervallen alle definitief verworven aandelenopties onder het CEO SOP 2013 op 4 juli 2018. De aandelenopties worden definitief verworven in 3 schijven, respectievelijk op 4 juli 2014, 4 juli 2015 en 4 juli 2016, afhankelijk van het behalen van bepaalde prestatiecriteria.
De uitoefenprijs van de aandelenopties is gelijk aan € 34,33.
De definitieve verwerving van de aandelenopties (de "vesting") is gebaseerd op het verwezenlijken van bepaalde prestatie gebonden criteria. De jaarlijkse prestatiecriteria werden bepaald door het Remuneratie- en Nominatiecomité, in samenspraak met de CEO. Bij een wijziging van de controle over de Vennootschap, indien de aandelen van de Vennootschap niet langer worden genoteerd op een gereglementeerde markt of bij de start van een verplicht uitkoopbod op de aandelen van de Vennootschap, worden alle aandelenopties onmiddellijk en automatisch definitief verworven.
De aandelen die verkregen kunnen worden bij de uitoefening van de aandelenopties zijn verder onderworpen aan de volgende retentievoorwaarden (van toepassing op elke afzonderlijk uitgeoefende tranche): (i) in de 90 dagen volgend op de uitoefening van de opties, kunnen aandelen verkocht worden tot aan een bedrag dat gelijk is aan de som van de belastingen die verschuldigd was op het moment van de toekenning van de opties en de uitoefenprijs van de uitgeoefende aandelenopties, (ii) in de daaropvolgende periode van 270 dagen, kan maximaal 50% van de resterende aandelen, verkregen bij de uitoefening van de aandelenopties, verkocht worden en (iii) het saldo van de aandelen mag pas verkocht worden na het einde van de 18de maand volgend op de maand waarin de respectieve uitoefenperiode eindigde.
De prestatiegebonden criteria houden verband met de Adjusted EBITDA van de Telenet groep op geconsolideerde basis, de klantenloyaliteit/ tevredenheid bereikt door de Telenet groep en de product- en diensteninnovatie binnen de Telenet groep. Op 11 februari 2014 stelde het Remuneratie- en Nominatiecomité vast dat de toepasselijke prestatiecriteria waren behaald voor 2013, zodat een eerste schijf van 50.000 aandelenopties definitief werden verworven op 4 juli 2014. Op 10 februari 2015 stelde het Remuneratie- en Nominatiecomité vast dat de prestatiecriteria ook waren behaald voor 2014, zodat een tweede schijf van 100.000 aandelenopties definitief verworven werd op 4 juli 2015. Op 9 februari 2016 besliste het Remuneratie- en Nominatiecomité dat de prestatiecriteria voor 2015 werden behaald, zodat een derde schijf van 50.000 aandelenopties definitief verworven zullen worden op 4 juli 2016.
Op 8 november 2013 werden 185.000 aandelenopties toegekend aan de CEO onder het CEO Aandelenoptieplan 2014 (het "CEO SOP 2014"). Deze aandelenopties zijn van contractuele aard om bestaande aandelen te verwerven, die de CEO het recht geven om bestaande aandelen van de Vennootschap te verwerven op een één-op- één-basis.
De looptijd van de aandelenopties bedraagt zeven jaar, en alle aandelenopties toegekend onder het CEO SOP 2014 vervallen op 26 juni 2020. De aandelenopties worden definitief verworven in 2 schijven, respectievelijk op 26 juni 2016 en 1 maart 2017, afhankelijk van het behalen van bepaalde prestatiecriteria. Alle aandelenopties die onder het CEO SOP 2014 definitief verworven worden, worden uitoefenbaar tijdens bepaalde uitoefenperiodes na 26 juni 2016.
De uitoefenprijs van de aandelenopties is gelijk aan € 38,88.
De definitieve verwerving van de aandelenopties is gebaseerd op het verwezenlijken van bepaalde prestatie gebonden criteria. De jaarlijkse prestatiecriteria werden bepaald door het Remuneratie- en Nominatiecomité, in samenspraak met de CEO. Bij een wijziging van de controle over de Vennootschap, indien de aandelen van de Vennootschap niet langer worden genoteerd op een gereglementeerde markt of bij de start van een verplicht uitkoopbod op de aandelen van de Vennootschap, worden alle aandelenopties onmiddellijk en automatisch definitief verworven
De aandelen die verkregen kunnen worden bij de uitoefening van de aandelenopties zijn verder onderworpen aan de volgende retentievoorwaarden (van toepassing op elke afzonderlijk uitgeoefende tranche): (i) in de 90 dagen volgend op de uitoefening van de opties, kunnen aandelen verkocht worden tot aan een bedrag dat gelijk is aan de som van de belastingen die verschuldigd was op het moment van de toekenning van de opties en de uitoefenprijs van de uitgeoefende aandelenopties, (ii) in de daaropvolgende periode van 270 dagen, kan maximaal 50% van de resterende aandelen, verkregen bij de uitoefening van de aandelenopties, verkocht worden, en (iii) het saldo van de aandelen mag pas verkocht worden na het einde van de 18de maand volgend op de maand waarin de respectieve uitoefenperiode eindigde.
De prestatiegebonden criteria voor de eerste schijf van 138.750 aandelenopties houden verband met de Adjusted EBITDA van de Telenet groep op geconsolideerde basis en de klantenloyaliteit/tevredenheid bereikt door de Telenet groep gedurende de periode beginnend op 1 januari 2014 en eindigend op 31 december 2014 en de periode beginnend op 1 januari 2015 en eindigend op 31 december 2015. De prestatiegebonden criteria voor de tweede schijf van 46.250 aandelenopties houden verband met de Adjusted EBITDA van de Telenet groep op geconsolideerde basis en de klantenloyaliteit/tevredenheid bereikt door de Telenet groep gedurende (i) de periode van 1 januari 2014 tot 31 december 2015 en (ii) de periode beginnend op 1 januari 2016 en eindigend op 31 december 2016. Op 9 februari 2016 stelde het Remuneratie- en Nominatiecomité vast dat de prestatiecriteria met betrekking tot de eerste schijf waren behaald voor 2015. Dit resulteerde in de definitieve verwerving van de eerste schijf van 138.750 aandelenopties op 26 juni 2016. Eveneens op 9 februari 2016 heeft het Remuneratie- en Nominatiecomité vastgesteld dat de prestatiecriteria in het kader van de tweede schijf voor de periode van 1 januari 2015 tot 31 december 2015 zijn behaald.
48 | Telenet | Jaarverslag 2015 | Op 15 juli 2014 kreeg de CEO 180.000 aandelenopties onder het CEO Stock Option Plan 2014 bis ("CEO SOP 2014 bis"). Deze aandelenopties zijn opties van contractuele aard om bestaande aandelen te verwerven; zij geven de CEO het recht bestaande aandelen van de Vennootschap te verwerven, op een één-op-één-basis.
De duurtijd van de aandelenopties is vijf jaar; bijgevolg hebben alle aandelenopties die zijn toegekend onder het CEO SOP 2014 bis als vervaldatum 15 juli 2019. De aandelenopties zijn definitief verworven in drie schijven, respectievelijk op 15 juli 2015, 15 juli 2016 en 15 juli 2017, afhankelijk van het behalen van bepaalde prestatiecriteria. Alle aandelenopties die definitief verworven zijn ingevolge het CEO SOP 2014 bis zijn uitoefenbaar gedurende welbepaalde uitoefenperiodes vanaf 15 juli 2017.
De uitoefenprijs van deze aandelenopties bedraagt € 39,38.
De definitieve verwerving van de aandelenopties is gebaseerd op het verwezenlijken van bepaalde prestatie gebonden criteria. De jaarlijkse prestatiecriteria werden bepaald door het Remuneratie- en Nominatiecomité, in samenspraak met de CEO. Bij een wijziging van de controle over de Vennootschap, indien de aandelen van de Vennootschap niet langer worden genoteerd op een gereglementeerde markt of bij de start van een verplicht uitkoopbod op de aandelen van de Vennootschap, worden alle aandelenopties onmiddellijk en automatisch definitief verworven.
De aandelen die verkregen kunnen worden bij de uitoefening van de aandelenopties zijn verder onderworpen aan de volgende retentievoorwaarden (van toepassing op elke afzonderlijk uitgeoefende tranche): (i) in de 90 dagen volgend op de uitoefening van de opties, kunnen aandelen verkocht worden tot aan een bedrag dat gelijk is aan de som van de belastingen die verschuldigd was op het moment van de toekenning van de opties en de uitoefenprijs van de uitgeoefende aandelenopties, (ii) in de daaropvolgende periode van 270 dagen, kan maximaal 50% van de resterende aandelen, verkregen bij de uitoefening van de aandelenopties, verkocht worden en (iii) het saldo van de aandelen mag pas verkocht worden na het einde van de 18de maand volgend op de maand waarin de respectieve uitoefenperiode eindigde.
De prestatiegerelateerde voorwaarden hebben betrekking op de Adjusted EBITDA van de Telenet Groep op een geconsolideerde basis. Op 10 februari 2015 heeft het Remuneratie- en Nominatiecomité bepaald dat de prestatiecriteria voor 2014 behaald waren, hetgeen resulteerde in de definitieve verwerving van een eerste schijf van 45.000 aandelenopties op 15 juli 2015. Op 9 februari 2016 heeft het Remuneratie- en Nominatiecomité vastgesteld dat de prestatiecriteria voor 2015 behaald waren, zodat de tweede schijf van 67.500 aandelenopties definitief verworven zullen worden op 15 juli 2016.
Op 13 maart 2015 ontving de CEO 180.000 aandelenopties ingevolge het CEO Aandelenoptieplan 2015 ("CEO SOP 2015"). Deze aandelenopties zijn opties van contractuele aard om bestaande aandelen te verwerven; zij geven de CEO het recht om bestaande aandelen van de Vennootschap, op een één-op-één-basis, te verwerven. De duurtijd van de aandelenopties is vijf jaar; bijgevolg hebben alle aandelenopties die zijn toegekend onder het CEO SOP 2015 als vervaldatum 13 maart 2020. De aandelenopties zijn definitief verworven in drie schijven, respectievelijk op 13 maart 2016, 13 maart 2017 en 13 maart 2018, steeds afhankelijk van het behalen van bepaalde prestatiecriteria. Alle aandelenopties die definitief verworven zijn ingevolge het CEO SOP 2015 zijn uitoefenbaar gedurende welbepaalde uitoefenperiodes vanaf 13 maart 2018.
De uitoefenprijs van deze aandelenopties bedraagt € 50,57.
De definitieve verwerving van de aandelenopties is gebaseerd op het verwezenlijken van bepaalde prestatiecriteria. De jaarlijkse prestatiecriteria werden bepaald door het Remuneratie- en Nominatiecomité, in samenspraak met de CEO. Bij een wijziging van de controle over de Vennootschap worden alle aandelenopties onmiddellijk en automatisch definitief verworven.
De aandelen die verkregen kunnen worden bij de uitoefening van de aandelenopties zijn verder onderworpen aan de volgende retentievoorwaarden (van toepassing op elke afzonderlijk uitgeoefende schijf): binnen een termijn van 90 dagen volgend op de uitoefening van de opties, kunnen de aandelen enkel verkocht worden tot aan een bedrag dat vereist is om de som van de belastingen en de uitoefenprijs van de uitgeoefende aandelenopties terug te winnen; in de daaropvolgende periode van 270 dagen, kan maximaal 50% van de resterende aandelen, verkregen bij de uitoefening van de aandelenopties, verkocht worden; ten slotte mag het saldo van de aandelen pas verkocht worden na het einde van de 18e maand volgend op de maand waarin de respectievelijke uitoefenperiode is verstreken.
De prestatiegebonden voorwaarden hebben betrekking op de Operationele Cash Flow onder US GAAP van de Telenet Groep op een geconsolideerde basis. Op 9 februari 2016 heeft het Remuneratie- en Nominatiecomité bepaald dat de prestatiecriteria voor 2015 behaald waren, hetgeen resulteert in de definitieve verwerving van een eerste schijf van 55.000 aandelenopties op 13 maart 2016.Tijdens 2015 heeft de CEO geen aandelenopties uitgeoefend noch zijn er aandelenopties van hem vervallen verklaard.
Op 31 december 2015 bezat de CEO de volgende aandelenopties:
| Naam Plan | Aantal uitstaande aandelenopties |
Uitoefenprijs | Verwerving | Vervaldatum |
|---|---|---|---|---|
| CEO SOP 2013 | ||||
| eerste schijf | 50.000 | €34,33 | 4 juli 2014 | 4 juli 2018 |
| tweede schijf | 100.000 | €34,33 | 4 juli 2015 | 4 juli 2018 |
| derde schijf | 50.000 | €34,33 | 4 juli 2016 | 4 juli 2018 |
| CEO SOP 2014 | ||||
| eerste schijf | 138.750 | €38,88 | 26 juni 2016 | 26 juni 2020 |
| tweede schijf | 46.250 | €38,88 | 1 maart 2017 (*) | 26 juni 2020 |
| CEO SOP 2014 bis | ||||
| eerste schijf | 45.000 | €39,38 | 15 juli 2015 | 15 juli 2019 |
| tweede schijf | 67.500 | €39,38 | 15 juli 2016 | 15 juli 2019 |
| derde schijf | 67.500 | €39,38 | 15 juli 2017 (*) | 15 juli 2019 |
| CEO SOP 2015 | ||||
| eerste schijf | 55.000 | €50,57 | 13 maart 2016 | 13 maart 2020 |
| tweede schijf | 63.000 | €50,57 | 13 maart 2017 | 13 maart 2020 |
| derde schijf | 62.000 | €50,57 | 13 maart 2018 | 13 maart 2020 |
(*) Definitieve verwerving is afhankelijk van het behalen van prestatiecriteria tijdens voorafgaande boekjaar/boekjaren
De CEO heeft een beëindigingregeling in zijn overeenkomst met de Vennootschap, die voorziet dat in geval van vroegtijdige beëindiging, hij een maximale totale vergoeding in geld zal ontvangen gelijk aan 12 maanden vergoeding.
In 2015 bedroeg de totale vergoeding betaald aan de andere leden van het SLT (uitgezonderd de CEO), € 6.003.530. Alle leden van het SLT (uitgezonderd de CEO), hebben een arbeidsovereenkomst met Telenet NV.
Dit bedrag is samengesteld als volgt (voor alle leden samen, uitgezonderd de CEO): een vaste vergoeding van € 2.768.143, een variabele vergoeding van € 2.631.281 (zijnde 100% van de totale bonus in geld van 2015 en 25% van de totale bonus in geld van 2013, zie hierboven onder punt 2.c), gestorte premies voor groepsverzekering voor een bedrag van € 355.606 en voordelen in natura gewaardeerd op € 248.500. Al deze bedragen zijn bruto, zonder patronale sociale zekerheidsbijdragen.
De leden van het SLT (uitgezonderd de CEO) hebben een pensioenplan van het type "te bereiken doel". Dit plan wordt gefinancierd door zowel werkgevers- als werknemersbijdragen. De aan het boekjaar toegekende pensioenkost "service cost" (zonder werknemersbijdragen) bedraagt € 237.867.
De voordelen in natura omvatten verzekeringen voor medische kosten, een bedrijfswagen, een representatievergoeding en maaltijdcheques en voor sommige leden verblijf- en reisvergoedingen.
Verder ontvangen de leden van het SLT (uitgezonderd de CEO) een korting op Telenet producten en diensten die zij bestellen.
Zij ontvangen geen bonus in geld verbonden aan een prestatieperiode van meer dan één jaar.
De leden van het SLT (uitgezonderd de CEO) ontvingen prestatieaandelen van de Vennootschap in de loop van 2015 (de Telenet Prestatieaandelen 2015). Het prestatiecriterium van toepassing op de Telenet Prestatieaandelen 2015 is het behalen van een Operationele Cash Flow onder US GAAP. Het bereiken van 75% tot 150% van de beoogde samengestelde jaarlijkse groei voor de Adjusted EBITDA zou er in het algemeen toe leiden dat de begunstigden tussen 50% tot 150% van hun Telenet Prestatieaandelen 2015 verwerven, rekening houdend met vermindering of verval gebaseerd op individuele prestatieen dienstvereisten.
Het Telenet Prestatieaandelen 2015 plan bevat een bepaling over een terugvorderingrecht van de toegekende variabele vergoeding, in geval van herziening van de jaarrekening van de Vennootschap.
Een overzicht van de aantallen Telenet Prestatieaandelen 2015 toegekend in 2015 aan (en aanvaard door) de leden van het SLT kan hieronder gevonden worden:
| Naam | Aantal toegekende en aanvaarde prestatieaandelen |
|---|---|
| Berger Micha | 2.602 |
| Kurup Veenod | 2.602 |
| Caluwaerts Ann | 1.969 |
| Conix Birgit | 2.582 |
| Machtelinckx Luc | 2.252 |
| Poels Claudia | 1.910 |
| Smidts Inge (*) | 2.171 |
| Tempels Martine | 1.902 |
| Vincent Patrick | 2.475 |
| Nieuwdorp Dieter | 1.822 |
| Paulissen Benedikte | 1.631 |
| Bronselaer Jeroen | - |
(*) Inge Smidts verliet de Vennootschap in 2015. Zij blijft gerechtigd op de prestatieaandelen
Er dient ook opgemerkt te worden dat de Telenet Prestatieaandelen 2012 aangepast werden na de betaling van het buitengewoon dividend in 2013, waarbij het aantal prestatieaandelen werd verhoogd met dezelfde factor 0,811905 zoals gebruikt voor de aanpassing van warranten en aandelenopties.
Op 10 februari 2015 stelde de raad van bestuur vast dat de prestatiecriteria, van toepassing op de Telenet Prestatieaandelen 2012 behaald waren, hetgeen resulteerde in de definitieve verwerving van deze prestatieaandelen op 24 oktober 2015. Het Remuneratie- en Nominatiecomité van 27 oktober 2015 maakte gebruik van haar discretionaire bevoegdheid en besliste om de prestatieaandelen af te rekenen in contanten. Besloten werd dat de afwikkeling in cash van deze toegekende effecten in het bijzonder, geen wijziging van de kwalificatie als effecten tot gevolg heeft voor wat alle uitstaande prestatieaandelen betreft.
Een overzicht van de aantallen van de Telenet Prestatieaandelen 2013, definitief verworven voor de (huidige) leden van het SLT kan hieronder gevonden worden:
| Naam | Aantal verworven prestatieaandelen 2013 |
|---|---|
| Berger Micha | 3.478 |
| Conix Birgit | 3.451 |
| Caluwaerts Ann | 2.631 |
| Kurup Veenod | 3.478 |
| Machtelinckx Luc | 3.009 |
| Poels Claudia | 2.552 |
| Smidts Inge (*) | 2.737 |
| Tempels Martine | 2.542 |
| Vincent Patrick | 3.308 |
(*) Inge Smidts verliet het SLT vanaf 1 oktober 2015. Ze werd vervangen door Jeroen Bronselaer
Een overzicht van de aantallen van de Telenet Prestatieaandelen 2014, definitief verworven voor de (huidige) leden van het Senior Leadership Team kan hieronder gevonden worden:
| Naam | Aantal verworven prestatieaandelen 2014 |
|---|---|
| Caluwaerts Ann | 2.245 |
| Conix Birgit | 2.944 |
| Poels Claudia | 2.178 |
| Nieuwdorp Dieter | 1.888 |
| Smidts Inge (*) | 2.476 |
| Machtelinckx Luc | 2.568 |
| Tempels Martine | 2.169 |
| Berger Micha | 2.968 |
| Vincent Patrick | 2.822 |
| Kurup Veenod | 2.968 |
(*) Inge Smidts verliet de Vennootschap in 2015. Zij blijft gerechtigd op de prestatieaandelen
Op 31 december 2015 bezaten de huidige leden van het SLT (uitgezonderd de CEO en met inbegrip van Jeroen Bronselaer die Inge Smidts heeft vervangen vanaf 1 oktober 2015) in totaal 3.917 warranten onder het ESOP 2010. Elke warrant kan uitgeoefend worden voor één aandeel. De definitieve verwerving van deze warranten gebeurt geleidelijk (per kwartaal) over een periode van vier jaar. Nadat ze definitief verworven zullen zijn, zullen de warranten meteen uitoefenbaar zijn.
Op 31 december 2015 bezaten de huidige leden van het SLT (uitgezonderd de CEO en met inbegrip van Jeroen Bronselaer die Inge Smidts heeft vervangen vanaf 1 oktober 2015) gezamenlijk 242.650 aandelenopties onder het ESOP 2013 en 335.000 aandelenopties onder het ESOP 2014. Elke aandelenoptie kan uitgeoefend worden voor één aandeel. De definitieve verwerving van deze aandelenopties gebeurt op progressieve wijze (per kwartaal) over een periode van vier jaar.
In 2015 werden ook aandelenopties toegekend aan de leden van het SLT onder het ESOP 2015. Een overzicht van de aandelenopties aangeboden aan (en geaccepteerd door) de huidige leden van het SLT (uitgezonderd de CEO) in de loop van 2015 kan u vinden in de onderstaande tabel:
Naam Toekenning Aantal toegekende aandelenopties Aantal aanvaarde aandelenopties Uitoefenprijs Berger Micha ESOP 2015 35.000 35.000 €50,87 Bronsealaer Jeroen (*) ESOP 2015 35.000 15.000 €50,87 Caluwaerts Ann ESOP 2015 35.000 15.000 €50,87 Conix Birgit ESOP 2015 35.000 17.500 €50,87 Kurup Veenod ESOP 2015 35.000 - €50,87 Machtelinckx Luc ESOP 2015 35.000 17.500 €50,87 Nieuwdorp Dieter ESOP 2015 35.000 35.000 €50,87 Paulissen Benedikte ESOP 2015 35.000 15.000 €50,87 Poels Claudia ESOP 2015 35.000 20.000 €50,87 Tempels Martine ESOP 2015 35.000 17.500 €50,87 Vincent Patrick ESOP 2015 35.000 15.000 €50,87
(*) Jeroen Bronselaer heeft het SLT vervoegd vanaf 1 oktober 2015
Een overzicht van de warranten en aandelenopties die door de leden van het SLT (uitgezonderd de CEO) in de loop van 2015 werden uitgeoefend terwijl ze deel uitmaakten van het SLT, vindt u hieronder:
| Naam | Aantal uitgeoefende warranten / opties |
Uitoefenprijs | Plan |
|---|---|---|---|
| Caluwaerts Ann | 6.500 | €19,37 | ESOP 2010 ter |
| Machtelinckx Luc | 16.099 | €15,21 | ESOP 2010 primo |
| 2.000 | €34,33 | ESOP 2013 primo | |
| Nieuwdorp Dieter | 13.535 | €15,21 | ESOP 2007 septies |
| 15.954 | €15,21 | ESOP 2010 primo | |
| Poels Claudia | 61.876 | €15,21 | ESOP 2010 primo |
| Tempels Martine | 21.480 | €15,21 | ESOP 2010 primo |
| Inge Smidts (*) | 14.635 | €15,21 | ESOP 2010 primo |
| 10.000 | €34,33 | ESOP 2013 primo |
*Inge Smidts verliet het SLT op 1 oktober 2015. De tabel bevat de uitoefeningen tot en met deze datum
De arbeidsovereenkomsten met sommige leden van het SLT, alle afgesloten voor juli 2009, bevatten beëindigingregelingen die voorzien in een opzegtermijn die 12 maanden kan overstijgen in geval van beëindiging door Telenet NV (behalve omwille van dringende reden):
De heer Luc Machtelinckx heeft een contractuele beëindigingclausule, die, in geval van beëindiging door Telenet NV (behalve omwille van dringende reden), voorziet in een opzegtermijn te berekenen op basis van de "formule Claeys". Deze opzegtermijn kan, mits akkoord van de heer Luc Macthelinckx, worden vervangen door een verbrekingsvergoeding zonder prestaties.
De arbeidsovereenkomst met mevrouw Martine Tempels, afgesloten toen ze nog geen lid was van het SLT (en voor 4 mei 2010, d.i. de datum waarop de Wet van 6 april 2010 van kracht werd), bevat specifieke bepalingen in verband met vroegtijdige beëindiging, alhoewel ze niet voorzien in een bepaling die specificeert dat de opzegvergoeding in geval van vroegtijdige beëindiging 12 maanden vergoeding niet mag overschrijden. Dit laatste punt wijkt af van bepaling 7.18 van de Belgische Corporate Governance Code 2009. De Vennootschap sloot geen nieuwe overeenkomsten af met haar ter gelegenheid van hun aanstelling tot leden van het SLT.
De arbeidsovereenkomsten met de heer Dieter Nieuwdorp en mevrouw Benedikte Paulissen, afgesloten wanneer zij nog geen lid waren van het SLT (en voor 4 mei 2010, d.i. de datum waarop de Wet van 6 april 2010 van kracht werd) bevatten geen specifieke bepalingen in verband met vroegtijdige beëindiging.
De arbeidsovereenkomsten met de heer Patrick Vincent, de heer Jeroen Bronselaer en mevrouw Claudia Poels bevatten geen specifieke bepalingen in verband met vroegtijdige beëindiging.
De overeenkomsten met mevrouw Ann Caluwaerts, de heer Veenod Kurup, de heer Micha Berger en mevrouw Birgit Conix, allen afgesloten na 4 mei 2010, bevatten een bepaling die specificeert dat de opzegvergoeding in het geval van vroegtijdige beëindiging het maximum bedrag voorzien bij wet niet mag overschrijden.
Elke nieuwe overeenkomst die werd afgesloten met een lid van het SLT na 4 mei 2010, is dus in regel met de wettelijke bepalingen van de Wet van 6 april 2010 en de Corporate Governance Code 2009.
Voor meer informatie over de vergoeding die voor het jaar afgesloten op 31 december 2015 aan de commissaris werd betaald voor controleen andere werkzaamheden, verwijzen we naar toelichting 5.30 van de Geconsolideerde jaarrekening van de Vennootschap.
In 2015 was de interne auditfunctie waargenomen door het interne auditdepartement van Liberty Global. De interne controleactiviteiten worden uitgevoerd op basis van een door het auditcomité jaarlijks goedgekeurd en opgevolgd plan. Deze interne controleactiviteiten omvatten een uiteenlopende reeks onderwerpen en zijn gericht op de evaluatie en verbetering van de specifieke controlesystemen.
Mechelen, 22 maart 2016
Namens de raad van bestuur
John Porter Chief Executive Officer
Bert De Graeve Chairman
| (in duizend euro) | Toelichting | 31 december 2015 | 31 december 2014 |
|---|---|---|---|
| Activa | |||
| Vaste activa: | |||
| Materiële vaste activa | 5.4 | 1.411.933 | 1.417.539 |
| Goodwill | 5.5 | 1.241.813 | 1.241.813 |
| Overige immateriële activa | 5.6 | 241.061 | 248.386 |
| Uitgestelde belastingsvorderingen | 5.15 | 108.493 | 101.984 |
| Deelnemingen in en leningen aan geassocieerde deelnemingen | 5.7 | 57.651 | 1.395 |
| Derivaten | 5.14 | 7.556 | 9 |
| Handelsvorderingen | 5.8 | 4.739 | — |
| Overige activa | 5.9 | 13.235 | 2.292 |
| Totaal vaste activa | 3.086.481 | 3.013.418 | |
| Vlottende activa: | |||
| Voorraden | 5.10 | 19.261 | 17.060 |
| Handelsvorderingen | 5.8 | 145.907 | 111.665 |
| Overige vlottende activa | 5.9 | 69.563 | 77.869 |
| Geldmiddelen en kasequivalenten | 5.11 | 277.273 | 189.076 |
| Totaal vlottende activa | 512.004 | 395.670 | |
| Totaal activa | 3.598.485 | 3.409.088 |
| Geplaatst kapitaal | 5.12 | 12.751 | 12.711 |
|---|---|---|---|
| Uitgiftepremies en overige reserves | 5.12 | 1.001.302 | 1.019.107 |
| Overgedragen verlies | 5.12 | (2.224.874) | (2.394.309) |
| Herwaarderingen | 5.12 | (9.286) | (10.545) |
| Eigen vermogen toe te rekenen aan de eigenaars van de vennootschap |
(1.220.107) | (1.373.036) | |
| Minderheidsbelangen | 5.12 | 16.648 | 10.757 |
| Totaal eigen vermogen | (1.203.459) | (1.362.279) | |
| Langlopende verplichtingen: | |||
| Leningen en overige financieringsverplichtingen | 5.13 | 3.683.320 | 3.654.731 |
| Derivaten | 5.14 | 57.786 | 114.152 |
| Over te dragen opbrengsten | 5.19 | 648 | 1.709 |
| Totaal langlopende verplichtingen | 3.925.328 | 3.986.573 | |
|---|---|---|---|
| Overige schulden | 5.16 | 59.062 | 82.533 |
| Uitgestelde belastingverplichtingen | 5.15 | 124.512 | 133.448 |
| Leningen en overige financieringsverplichtingen | 5.13 | 110.558 | 78.757 |
|---|---|---|---|
| Handelsschulden | 133.512 | 114.377 | |
| Toe te rekenen kosten en overige kortlopende verplichtingen | 5.18 | 350.313 | 325.190 |
| Over te dragen opbrengsten | 5.19 | 73.572 | 73.048 |
| Derivaten | 5.14 | 6.181 | 28.421 |
| Kortlopende belastingschuld | 5.15 | 202.480 | 165.001 |
| Totaal kortlopende verplichtingen | 876.616 | 784.794 | |
| Totaal verplichtingen | 4.801.944 | 4.771.367 | |
| Totaal eigen vermogen en verplichtingen | 3.598.485 | 3.409.088 |
De toelichting is een integraal onderdeel van deze geconsolideerde jaarrekening.
| (in duizend euro, behalve aandeleninformatie) | Voor het jaar afgesloten op 31 december | |||
|---|---|---|---|---|
| Toelichting | 2015 | 2014 | ||
| Winst over de verslagperiode | ||||
| Opbrengsten | 5.19 | 1.808.387 | 1.707.097 | |
| Kostprijs van geleverde diensten | 5.20 | (984.511) | (934.808) | |
| Brutowinst | 823.876 | 772.289 | ||
| Verkoop-, algemene en beheerskosten | 5.20 | (280.790) | (240.052) | |
| Resultaten uit bedrijfsactiviteiten | 543.086 | 532.237 | ||
| Financiële opbrengsten | 16.543 | 2.386 | ||
| Netto interestopbrengsten en wisselkoerswinsten | 5.21 | 2.754 | 2.386 | |
| Netto winst op afgeleide financiële instrumenten | 5.14 | 13.789 | — | |
| Financiële kosten | (280.239) | (334.044) | ||
| Netto interestkosten, wisselkoersverliezen en overige financiële kosten | 5.21 | (249.392) | (259.262) | |
| Netto verlies op afgeleide financiële instrumenten | 5.14 | — | (67.370) | |
| Verlies bij vervroegde aflossing van schulden | 5.21 | (30.847) | (7.412) | |
| Netto financiële kosten | 5.21 | (263.696) | (331.658) | |
| Aandeel in het resultaat van geassocieerde deelnemingen | (4.076) | 444 | ||
| Winst vóór belastingen | 275.314 | 201.023 | ||
| Belastingen | 5.22 | (99.652) | (91.758) | |
| Winst over de verslagperiode | 175.662 | 109.265 |
| (in duizend euro, behalve aandeleninformatie) | Voor het jaar afgesloten op 31 december | ||
|---|---|---|---|
| Toelichting | 2015 | 2014 |
| Elementen die niet naar de geconsolideerde staat van het resultaat gerecycleerd zullen worden |
|||
|---|---|---|---|
| Herwaardering van verplichtingen /(tegoeden) uit te bereiken doel pensioenplannen |
5.17 | 1.259 | (2.303) |
| Uitgestelde belastingen | 5.15 | — | (744) |
| Nettoresultaat rechtstreeks verwerkt in het eigen vermogen | 1,259 | (3.047) | |
| Totaalresultaat voor de periode | 176.921 | 106.218 | |
| Winst toe te rekenen aan: | 175.662 | 109.265 | |
| Eigenaars van de Vennootschap | 175.639 | 109.262 | |
| Minderheidsbelangen | 23 | 3 | |
| Totaalresultaat voor de periode, toe te rekenen aan: | 176.921 | 106.218 | |
| Eigenaars van de Vennootschap | 176.898 | 106.215 | |
| Minderheidsbelangen | 23 | 3 | |
| Winst per aandeel | |||
| Gewone winst per aandeel in € | 5.23 | 1,51 | 0,94 |
| Verwaterde winst per aandeel in € | 5.23 | 1,51 | 0,94 |
De toelichting is een integraal onderdeel van deze geconsolideerde jaarrekening.
| Toewijsbaar aan aandeelhouders van de Vennootschap |
Toelichting | Aantal aandelen | Geplaatst kapitaal | Kapitaalreserve | Reserve voor vergoedingen o.b.v. aandelen |
|---|---|---|---|---|---|
| (in duizend euro, behalve aandeleninformatie) |
|||||
| 1 januari 2014 | 115.719,152 | 12.582 | 32.686 | 54.380 | |
| Totaalresultaat voor de periode | |||||
| Winst over de periode | — | — | — | — | |
| Nettoresultaat rechtstreeks verwerkt in het eigen vermogen |
— | — | — | — | |
| Totaalresultaat voor de periode |
— | — | — | — |
Transacties met eigenaars, rechtstreeks verwerkt in het eigen vermogen
| Kapitaaltransacties met eigenaars | ||
|---|---|---|
| Toewijzing van winst van vorig boekjaar aan de wettelijke reserve |
5.12 | — | — | — | — |
|---|---|---|---|---|---|
| Op aandelen gebaseerde vergoedingen |
5.12 | — | — | — | 8.311 |
| Kosten kapitaaltransactie |
5.12 | — | — | — | — |
| Verplichting tot inkoop eigen aandelen |
5.12 | — | — | — | — |
| Uitoefeningen van warranten en aandelenopties |
5.12 | 836.237 | 91 | 10.345 | — |
| Uitgifte van aandelen m.b.t. aandelen aankoopprogramma voor werknemers |
5.12 | 352.650 | 38 | 12.534 | — |
| Totaal kapitaaltransactie met eigenaars |
1.188.887 | 129 | 22.879 | 8.311 |
| Kapitaalbijdragen door minderheidsbelangen |
— | — | — | — |
|---|---|---|---|---|
| Totaal transacties met eigenaars |
1.188.887 | 129 | 22.879 | 8.311 |
| 31 december 2014 | 116.908.039 | 12.711 | 55.565 | 62.691 |
| Wettelijke reserve |
Reserve eigen aandelen |
Overige reserve | Overgedragen verlies |
Herwaardering en |
Totaal | Minderheids belangen |
Totaal Eigen Vermogen |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| 72.447 | (5.713) | 828.363 | (2.465.933) | (7.498) | (1.478.686) | 8.292 | (1.470.394) |
| — | — | — | 109.262 | — | 109.262 | 3 | 109.265 |
| — | — | — | — | (3.047) | (3.047) | — | (3.047) |
| — | — | — | 109.262 | (3.047) | 106.215 | 3 | 106.218 |
| 1.949 | — | — | (1.949) | — | — | — | — |
| — | — | — | — | — | 8.311 | — | 8.311 |
| — | — | (33) | — | — | (33) | — | (33) |
| — | — | — | — | — | — | — | — |
| — | — | — | — | — | — | — | — |
| — | (48.205) | — | — | — | (48.205) | — | (48.205) |
| — | 52.470 | (427) | (26.401) | — | 25.642 | — | 25.642 |
| — | — | — | (9.288) | — | (9.288) | — | (9.288) |
| — | — | — | — | — | 10.436 | — | 10.436 |
| — | — | — | — | — | 12.572 | — | 12.572 |
| 1.949 | 4.265 | (460) | (37.638) | — | (565) | — | (565) |
| — | — | — | — | — | — | 2.462 | 2.462 |
| 1.949 | 4.265 | (460) | (37.638) | — | (565) | 2.462 | 1.897 |
| 74.396 | (1.448) | 827.903 | (2.394.309) | (10.545) | (1.373.036) | 10.757 | (1.362.279) |
| Toewijsbaar aan aandeelhouders van de Vennootschap |
Toelichting | Aantal aandelen | Geplaatst kapitaal | Kapitaalreserve | Reserve voor vergoedingen o.b.v. aandelen |
|---|---|---|---|---|---|
| (in duizend euro, behalve aandeleninformatie) |
|||||
| 1 januari 2015 | 116.908.039 | 12.711 | 55.565 | 62.691 | |
| Totaalresultaat voor de periode | |||||
| Winst over de periode | — | — | — | — | |
| Netto resultaat rechtstreeks verwerkt in het eigen vermogen |
— | — | — | — | |
| Totaalresultaat voor de periode |
— | — | — | — |
| Toewijzing van winst van vorig boekjaar aan de wettelijke reserve |
5.12 | — | — | — | — |
|---|---|---|---|---|---|
| Op aandelen gebaseerde vergoedingen |
5.12 | — | — | — | 10.370 |
| Prestatieaandelen | — | — | — | (1.715) | |
| Ingekochte eigen aandelen |
5.12 | — | — | — | — |
| Verkochte eigen aandelen |
5.12 | — | — | — | — |
| Uitoefening van Warranten en Opties |
5.12 | 370.667 | 40 | 5.706 | — |
| Totaal kapitaaltransacties met eigenaars |
370.667 | 40 | 5.706 | 8.655 |
| Kapitaalbijdragen door minderheidsbelangen |
— | — | — | — |
|---|---|---|---|---|
| Totaal transacties met eigenaars |
370.667 | 40 | 5.706 | 8.655 |
| 31 december 2015 | 117.278.706 | 12.751 | 61.271 | 71.346 |
De toelichting is een integraal onderdeel van deze geconsolideerde jaarrekening.
| Wettelijke reserve |
Reserve eigen aandelen |
Overige reserve | Overgedragen verlies |
Herwaarderingen | Totaal | Minderheids belangen |
Totaal eigen vermogen |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| 74.396 | (1.448) | 827.903 | (2.394.309) | (10.545) | (1.373.036) | 10.757 | (1.362.279) |
| — | — | — | 175.639 | — | 175.639 | 23 | 175.662 |
| — | — | — | — | 1.259 | 1.259 | — | 1.259 |
| — | — | — | 175.639 | 1.259 | 176.898 | 23 | 176.921 |
| 4.873 | — | — | (4.873) | — | — | — | — |
| — | — | — | — | — | 10.370 | — | 10.370 |
| (1.715) | - | (1.715) | |||||
| — | (50.017) | — | — | — | (50.017) | — | (50.017) |
| — | 12.978 | — | (1.331) | — | 11.647 | — | 11.647 |
| — | — | — | - | — | 5.746 | — | 5.746 |
| 4.873 | (37.039) | — | (6.204) | — | (23.969) | — | (23.969) |
| — | — | — | — | — | — | 5.868 | 5.868 |
| 4.873 | (37.039) | — | (6.204) | — | (23.969) | 5.868 | (18.101) |
79.269 (38.487) 827.903 (2.224.874) (9.286) (1.220.107) 16.648 (1.203.459)
| (in duizend euro) | Voor het jaar afgesloten op 31 december | ||
|---|---|---|---|
| Toelichting | 2015 | 2014 | |
| Kasstroom uit bedrijfsactiviteiten: |
| Winst over de periode | 175.662 | 109.265 | |
|---|---|---|---|
| Aanpassingen voor: | |||
| Afschrijvingen, bijzondere waardeverminderingen en herstructureringen | 5.20 | 382.828 | 359.397 |
| Winst op verkoop van materiële vaste activa en overige immateriële activa | 5.20 | (2.362) | (2.049) |
| Winstbelastingen | 5.22 | 99.652 | 91.758 |
| Mutatie waardevermindering dubieuze debiteuren | 5.8 | 5.154 | (1.397) |
| Netto interestopbrengsten en wisselkoerswinsten | 5.21 | (2.754) | (2.386) |
| Netto interestkosten, wisselkoersverliezen en overige financiële kosten | 5.21 | 249.392 | 259.262 |
| Netto verlies (winst) op derivaten | 5.14 & 5.21 | (13.789) | 67.370 |
| Verlies bij vervroegde aflossing van schulden | 5.21 | 30.847 | 7.412 |
| Aandeel in het resultaat van geassocieerde deelnemingen | 4.076 | (444) | |
| Op aandelen gebaseerde vergoeding | 5.20 | 10.370 | 8.311 |
| Mutatie in: | |||
| Handelsvorderingen | (44.136) | 8.402 | |
| Overige vlottende activa | 19.939 | (3.784) | |
| Over te dragen opbrengsten | (537) | (6.910) | |
| Handelsschulden | 19.135 | (25.749) | |
| Overige verplichtingen | (35.443) | (9.279) | |
| Toe te rekenen kosten en overige kortlopende verplichtingen | 46.835 | (39.272) | |
| Betaalde interesten | (201.879) | (236.978) | |
| 166 | 519 | ||
| Ontvangen interesten | (77.623) | (11.843) | |
| Betaalde winstbelastingen | |||
| Nettokasstroom uit bedrijfsactiviteiten | 665.533 | 571.605 |
| (in duizend euro) | Voor het jaar afgesloten op 31 december | ||
|---|---|---|---|
| Toelichting | 2015 | 2014 |
| Verwerving van materiële vaste activa | (245.988) | (210.884) |
|---|---|---|
| Verwerving van immateriële activa | (132.987) | (110.873) |
| Verwerving van dochterondernemingen en deelnemingen, na aftrek van verworven geldmiddelen |
(57.218) | (75) |
| Ontvangsten uit verkoop van materiële vaste activa en overige immateriële activa |
3.126 | 3.237 |
| Verwerving van uitzendrechten voor doorverkoop | (3.765) | (11.301) |
| Opbrengsten uit de verkoop van uitzendrechten voor doorverkoop | 3.765 | 11.301 |
| Nettokasstroom gebruikt voor investeringsactiviteiten | (433.067) | (318.595) |
| Aflossing van leningen en overige financieringsverplichtingen | 5.13 | (507.401) | (728.756) |
|---|---|---|---|
| Ontvangsten uit opname van leningen en overige financieringsverplichtingen | 5.13 | 542.740 | 573.683 |
| Betaling uit hoofde van financiële leaseverplichtingen | (35.498) | (35.428) | |
| Betaling van transactiekosten bij uitgifte van leningen en vergoedingen voor vervroegde terugbetaling van leningen |
(29.244) | (12.773) | |
| Betaling voor vervroegde beëindiging van derivaten | 5.14 | (72.973) | (75.548) |
| Betaling van andere financiële kosten | (1.716) | — | |
| Inkoop eigen aandelen | 5.12 | (50.017) | (48.205) |
| Verkoop eigen aandelen | 5.12 | 2.025 | 25.643 |
| Ontvangsten uit uitoefening van opties en warrants | 5.12 | 5.746 | 10.436 |
| Ontvangsten uit kapitaaltransacties met minderheidsaandelhouders | 2.092 | 344 | |
| Ontvangsten uit aandelenaankoopprogramma | 5.12 | — | 12.572 |
| Terugbetaling van kapitaal en dividenden | (23) | (5) | |
| Nettokasstroom gebruikt in financieringsactiviteiten | (144.269) | (278.037) | |
| Netto toename (afname) in geldmiddelen en kasequivalenten | 88.197 | (25.027) | |
| Geldmiddelen en kasequivalenten | |||
| per 1 januari | 5.11 | 189.076 | 214.103 |
| per 31 december | 5.11 | 277.273 | 189.076 |
De toelichting is een integraal onderdeel van deze geconsolideerde jaarrekening.
In de begeleidende geconsolideerde jaarrekening worden de resultaten voorgesteld van Telenet Group Holding NV, zijn dochtervennootschappen en overige geconsolideerde bedrijven (hierna gezamenlijk de "Vennootschap" of "Telenet" genoemd). Via haar breedbandnetwerk biedt de Vennootschap kabeltelevisie aan, inclusief betaaltelevisiediensten, breedbandinternet- en vaste telefoniediensten aan particuliere abonnees in Vlaanderen en bepaalde Brusselse gemeenten. Daarnaast voorziet de Vennootschap zakelijke klanten in België en delen van Luxemburg van breedbandinternet, data- en spraakdiensten. De Vennootschap biedt tevens mobiele telefoniediensten aan door middel van een MVNO-partnership met Mobistar. Telenet Group Holding NV en zijn belangrijkste dochtervennootschappen zijn naamloze vennootschappen naar Belgisch recht. Dochtervennootschappen en gestructureerde entiteiten werden in Luxemburg opgericht met als doel om de financieringsactiviteiten van de Vennootschap te structureren.
Overeenkomstig Verordening 1606/2002 van de Europese Unie van 19 juli 2002 werd de geconsolideerde jaarrekening opgesteld in overeenstemming met de International Financial Reporting Standards zoals die zijn goedgekeurd door de Europese Unie ("EU IFRS"). De jaarrekening is opgesteld op basis van historische kosten, behalve voor bepaalde financiële instrumenten die tegen reële waarde worden gewaardeerd. De methoden voor de bepaling van de reële waarde zijn nader besproken in toelichting 5.2.8. De belangrijkste gehanteerde grondslagen voor financiële rapportering worden in sectie 5.2 hieronder uiteengezet.
De jaarrekening wordt gepresenteerd in euro ("€"), die fungeert als de functionele valuta van de Vennootschap, afgerond naar het dichtstbijzijnde duizendtal tenzij anders vermeld.
De opstelling van de jaarrekening in overeenstemming met EU IFRS vereist dat het management oordelen vormt, schattingen en veronderstellingen maakt die van invloed zijn op de toepassing van grondslagen en op de gerapporteerde waarde van activa en verplichtingen, de toelichting van voorwaardelijke activa en verplichtingen, en op de gerapporteerde opbrengsten en kosten. De domeinen die complexer zijn of waarvoor meer ramingen worden gemaakt, evenals de domeinen waarvoor veronderstellingen en ramingen significant zijn voor de geconsolideerde jaarrekening, worden besproken in de volgende toelichtingen:
Een aantal grondslagen voor de financiële verslaggeving van de Vennootschap en toelichtingen vereisen de bepaling van de reële waarde, zowel voor financiële als niet-financiële activa en verplichtingen. Bij het bepalen van de reële waarde van een actief of een verplichting maakt de Vennootschap zo veel mogelijk gebruik van op de markt waarneembare gegevens.
De reële waarde wordt ingedeeld in verscheidene categorieën van reële waarde op basis van de input die gebruikt wordt voor de waarderingsmethode. De verscheidene categorieën worden als volgt gedefinieerd:
• categorie 3: inputs voor het actief of de verplichting die niet gebaseerd zijn op observeerbare marktgegevens (nietobserveerbare inputs).
Voor meer informatie in verband met de gehanteerde assumpties voor de bepaling van de reële waarde verwijzen we naar toelichting 5.3.6 Financiële instrumenten - reële waarde en toelichting 5.12.2 Op aandelen gebaseerde personeelsverloning.
De geconsolideerde jaarrekening vertoonde per 31 december 2015 een negatief geconsolideerd eigen vermogen van €1.203,5 miljoen. Dit was hoofdzakelijk het gevolg van het historische aandeelhoudersvergoedingsbeleid van de Vennootschap, met inbegrip van enkele kapitaalverminderingen.
De Vennootschap beoordeelt haar meest optimale kapitaalstructuur op geconsolideerde basis door middel van een bepaalde netto hefboomratio zoals verder besproken in toelichting 5.3.5, zelfs in geval van een negatief eigen vermogen op geconsolideerde basis.
De raad van bestuur heeft de stand van het eigen vermogen van de Vennootschap besproken en de geconsolideerde jaarrekening voorbereid door de grondslagen voor financiële rapportering consistent toe te passen op basis van voortgezette bedrijfsvoering. Hierbij werd ondermeer rekening gehouden met:
Deze geconsolideerde jaarrekening is door de raad van bestuur op 22 maart 2016 goedgekeurd voor publicatie.
De grondslagen voor de financiële verslaggeving, die hieronder worden toegelicht, werden consistent toegepast op alle in deze geconsolideerde jaarrekening vermelde perioden.
Er werden geen wijzigingen aan deze grondslagen doorgevoerd, met uitzondering van die wijzigingen zoals verduidelijkt in toelichting 5.2.19 betreffende nieuwe standaarden, interpretaties, aanpassingen en verbeteringen.
Dochtervennootschappen zijn die entiteiten waarover de Vennootschap controle heeft. Er is sprake van controle als de Vennootschap blootgesteld is aan of recht heeft op variabele voordelen uit haar betrokkenheid met de entiteit en de mogelijkheid heeft om die die voordelen te beïnvloeden door haar controle over deze entiteit. De jaarrekeningen van dochtervennootschappen zijn in de geconsolideerde jaarrekening opgenomen vanaf de datum waarop voor het eerst sprake is van controle, tot aan het moment waarop deze controle eindigt. De grondslagen voor financiële verslaggeving van dochtervennootschappen zijn waar nodig aangepast aan de door de Vennootschap gehanteerde grondslagen. De geconsolideerde jaarrekening omvat de rekeningen van Telenet Group Holding NV en alle entiteiten die de Vennootschap rechtstreeks of onrechtstreeks controleert. Intragroepssaldi en -transacties, alsmede winsten en verliezen op transacties binnen de groep, worden bij de opstel-ling van de geconsolideerde jaarrekening geëlimineerd.
Veranderingen in het eigendomsbelang van de Vennootschap in dochtervennootschappen die niet leiden tot een verlies van controle worden erkend als transacties in het eigen vermogen. Winst of verlies en elke component van het overige totaalresultaat worden toegewezen aan de eigenaars van de Vennootschap en aan minderheidsbelangen, zelfs indien dit voor minderheidsbelangen zou leiden tot een negatief saldo.
De Vennootschap heeft gestructureerde entiteiten ("GEs") opgericht voor financieringsdoeleinden. De Vennootschap bezit geen rechtstreekse of onrechtstreekse deelneming in het aandelenkapitaal van deze entiteiten. Een GE wordt geconsolideerd indien de Vennootschap besluit dat ze controle heeft over de GE na een beoordeling van de relatie tussen de GE en de Vennootschap alsook de risico's en baten van de GE.
De deelnemingen van de vennootschap verwerkt via de vermogensmutatiemethode omvatten zowel geassocieerde deelnemingen als joint ventures.
Geassocieerde deelnemingen zijn die entiteiten waarin de Vennootschap invloed van betekenis heeft op het financiële en operationele beleid, maar waarover de Vennootschap geen controle of gemeenschappelijke controle heeft. Een joint venture is een overeenkomst waarbij de Vennootschap gemeenschappelijke controle heeft en waarbij de Vennootschap rechten heeft op de netto activa van de overeenkomst, eerder dan rechten op de activa en verplichtingen voor de passiva.
Zowel deelnemingen in geassocieerde deelnemingen als joint ventures worden verwerkt volgens de vermogensmutatiemethode en worden initieel opgenomen tegen kostprijs, met inbegrip van transactiekosten. Na de initiële opname omvat de geconsolideerde jaarrekening het aandeel van de Vennootschap in het totaalresultaat tot aan de datum waarop voor het laatst sprake is van invloed van betekenis of gezamenlijke controle.
Operationele segmenten zijn de individuele activiteiten van de Vennootschap, die door de belangrijkste operationele besluitvormende functionaris van de Vennootschap (chief operating decision maker, "CODM"), op regelmatige basis beoordeeld worden om middelen toe te kennen aan deze segmenten en de ontwikkeling van elk segment te beoordelen. De segmentrapportage van de Vennootschap wordt getoond zoals de interne financiële informatie van de Vennootschap georganiseerd en gerapporteerd wordt aan de CEO (Gedelegeerd Bestuurder), die de CODM is van de Vennootschap, het uitvoerende management ("Senior Leadership Team" zoals besproken in sectie 7.0 Verklaring van deugdelijk bestuur) en de raad van bestuur.
De Gedelegeerd Bestuurder, het Senior Leadership Team en de raad van bestuur besturen de telecommunicatieactiviteit van de Vennootschap als één enkele activiteit. Ze beoordelen de ontwikkeling van de Vennootschap en kennen middelen toe op basis van een algemene winst- en verliesrekening. Deze winst- en verliesrekening wordt minstens één keer per maand beoordeeld, waarbij enkel opbrengsten en directe kosten worden toegewezen aan individuele product- en dienstenclusters. De voornaamste winstmaatstaf in deze winst- en verliesrekening, zoals die door de CODM beoordeeld wordt om de prestaties van de Vennootschap te beoordelen, is Adjusted EBITDA. De winst- en verliesrekening toont geen Adjusted EBITDA per individuele product- en dienstencluster. Ondanks het feit dat de Vennootschap zowel opbrengsten als directe kosten toewijst aan de individuele product- en dienstenclusters heeft de Vennootschap geoordeeld dat haar activiteiten één enkel operationeel segment omvatten omwille van het feit dat een aparte winst- en verliesrekening niet door de CODM wordt gebruikt om de activiteiten van de Vennootschap te besturen, de prestaties te beoordelen of middelen toe te kennen.
Met betrekking tot de 50% investering in De Vijver Media NV, bepaalde de Vennootschap dat De Vijver Media business een afzonderlijk operationeel segment is dat geen rapportagesegment is.
De materiële vaste activa worden geboekt tegen kostprijs, verminderd met de gecumuleerde afschrijvingen en gecumuleerde bijzondere waardeverminderingen. Wanneer materiële vaste activa bestaan uit onderdelen met een ongelijke gebruiksduur worden deze als afzonderlijke posten (belangrijke componenten) onder de materiële vaste activa opgenomen. In de kostprijs zijn de kosten begrepen die direct toerekenbaar zijn aan de verwerving van het actief. De kostprijs van zelfvervaardigde activa omvatten materiaalkosten, directe arbeidskosten en eventuele andere kosten die rechtstreeks toerekenbaar zijn aan het gebruiksklaar maken van het actief, de eventuele kosten van ontmanteling en verwijdering van het actief en de herstelkosten van de locatie waar het actief zich bevindt.
Afschrijvingen worden ten laste van de staat van het resultaat en het netto resultaat rechtstreeks verwerkt in het eigen vermogen gebracht volgens de lineaire methode op basis van de geschatte gebruiksduur van ieder onderdeel van een materieel vast actief.
De geschatte gebruiksduur van materiële vaste activa luidt als volgt:
Afschrijvingsmethoden, gebruiksduur en restwaarden worden iedere rapportagedatum opnieuw geëvalueerd.
Overheidssubsidies met betrekking tot activa worden geboekt als een vermindering van de kostprijs om de boekwaarde van het actiefbestanddeel te bepalen. De subsidie wordt ten gunste van de staat van het resultaat gebracht over de levensduur van een afschrijfbaar actief, als een vermindering van de afschrijvingskost.
Financieringskosten die direct toewijsbaar zijn aan de verwerving, constructie of productie van een in aanmerking komend actief, worden geactiveerd als onderdeel van de kost van dat actief.
De kostprijs van de vervanging van een deel van een materieel vast actief wordt in de boekwaarde van dat actief opgenomen indien het waarschijnlijk is dat de toekomstige economische voordelen met betrekking tot het actief aan de Vennootschap zullen toekomen en de kostprijs van het actief betrouwbaar kan worden bepaald. De boekwaarde van het vervangen onderdeel wordt niet langer in de balans opgenomen. De kosten voor herstellingen en onderhoud van materiële vaste activa worden als kost in de staat van het resultaat en het netto resultaat rechtstreeks verwerkt in het eigen vermogen opgenomen in de periode waarin ze zich voordoen.
De reële waarde van materiële vaste activa die ten gevolge van een bedrijfscombinatie zijn opgenomen, is gebaseerd op de marktwaarde. De marktwaarde van onroerende activa is de geschatte waarde waarvoor een onroerend goed op de waarderingsdatum kan worden verhandeld tussen een koper en verkoper die ter zake goed zijn geïnformeerd in een transactie op zakelijke, objectieve grondslag waarin beide partijen zorgvuldig en zonder dwang hebben gehandeld. De marktwaarde van overige materiële vaste activa is gebaseerd op de genoteerde marktprijzen van vergelijkbare activa.
Wanneer de geschatte gebruiksduur van een actief bereikt is en het actief niet langer door de Vennootschap gebruikt wordt, behalve wanneer het actief wordt aangehouden met het oogmerk om het te verkopen, worden de brutowaarde van het actief en de gecumuleerde afschrijvingen uitgeboekt.
Immateriële activa met een eindige gebruiksduur worden gewaardeerd tegen kostprijs verminderd met gecumuleerde lineaire afschrijvingen over de gebruiksduur, als volgt:
• Netwerkgebruiksrechten: Levensduur van het contractuele recht
Afschrijvingsmethoden, gebruiksduur en restwaarden worden iedere rapportagedatum opnieuw geëvalueerd en aangepast indien noodzakelijk.
Kosten verbonden met het onderhoud van softwareprogramma's worden in resultaat genomen wanneer ze zich voordoen. Kosten die rechtstreeks verband houden met de productie van identificeerbare en unieke softwareproducten die worden beheerd door de Vennootschap, en die waarschijnlijke economische voordelen zullen genereren over een periode langer dan één jaar die de kosten overtreffen, worden geactiveerd als immateriële activa.
Geactiveerde softwarekosten voor intern gebruik omvatten enkel externe rechtstreekse kosten van materialen en diensten die worden gebruikt bij de ontwikkeling of verwerving van de software, alsook bezoldigingen en andere personeelskosten voor werknemers die rechtstreeks verbonden zijn met, en die arbeidstijd besteden aan het project. Deze kosten worden geactiveerd tot het moment waarop het project nagenoeg afgerond is en klaar is voor gebruik op de manier zoals oorspronkelijk bedoeld. Intern gegenereerde immateriële activa worden lineair afgeschreven over hun gebruiksduur. Als er geen intern gegenereerde immateriële activa erkend kunnen worden, worden de betreffende ontwikkelingskosten ten laste genomen in de periode waarin ze zich voordoen.
Uitzendrechten worden geactiveerd als immateriële activa als de waarde van het contract bepaald kan worden bij de ondertekening van de overeenkomst. Voor films worden de afschrijvingen op uitzendrechten tijdens de eerste drie maanden van de licentieperiode gebaseerd op het effectieve aantal vertoningen om zo het verbruikspatroon van de economische waarde vervat in de uitzendrechten correct te weerspiegelen. Voor de resterende looptijd van de licentieperiode kan het verbruikspatroon van de toekomstige economische waarde niet langer op een betrouwbare manier vastgesteld worden, zodat een lineaire afschrijving wordt gebruikt tot op het einde van de licentieperiode. Uitzendrechten met betrekking tot sportcontracten worden lineair afgeschreven over het sportseizoen.
Uitgaven na eerste opname voor geactiveerde immateriële activa worden uitsluitend geactiveerd wanneer hierdoor de toekomstige economische voordelen toenemen die zijn besloten in het specifieke actief waarop zij betrekking hebben. Alle overige uitgaven, inclusief deze voor intern gegenereerde handelsmerken, worden als kost in de staat van het resultaat en het netto resultaat rechtstreeks verwerkt in het eigen vermogen opgenomen wanneer ze zich voordoen.
De reële waarde van klantenlijsten die als onderdeel van een bedrijfscombinatie zijn verworven, wordt bepaald op basis van de geschatte winsten die zullen gerealiseerd worden over de geschatte resterende duur van de klantenrelatie, waarbij ook de kostprijs van andere activa die nodig zijn om dergelijke kasstromen te genereren in rekening wordt gebracht.
De reële waarde van handelsnamen die als onderdeel van een bedrijfscombinatie zijn verworven, wordt bepaald op basis van de verdisconteerde verwachte betalingen aan auteursrechten die werden vermeden omdat de handelsnaam verworven werd.
De reële waarde van andere immateriële activa is gebaseerd op de verwachte contante waarde van de kasstroom uit het gebruik en de uiteindelijke verkoop van de activa.
Wanneer de geschatte gebruiksduur van een actief bereikt is en het actief niet langer door de Vennootschap gebruikt wordt, behalve wanneer het actief wordt aangehouden met het oogmerk om het te verkopen, worden de brutowaarde van het actief en de gecumuleerde afschrijvingen uitgeboekt.
Op iedere verslagdatum wordt voor een financieel actief beoordeeld of er objectieve aanwijzingen bestaan dat het actief een bijzondere waardevermindering heeft ondergaan. Een financieel actief wordt verondersteld onderhevig te zijn aan een bijzondere waardevermindering indien er objectieve aanwijzingen zijn dat één of meerdere gebeurtenissen een negatief effect hebben gehad op de verwachte toekomstige kasstromen van dat actief.
Een bijzonder waardeverminderingsverlies met betrekking tot een op geamortiseerde kostprijs gewaardeerd financieel actief wordt berekend als het verschil tussen de boekwaarde en de contante waarde van de verwachte toekomstige kasstromen, verdisconteerd tegen de oorspronkelijke effectieve interest. Een bijzonder waardeverminderingsverlies met betrekking tot een voor verkoop beschikbaar financieel actief wordt berekend aan de hand van de reële waarde.
Belangrijke financiële activa worden individueel op bijzondere waardevermindering getoetst. De overige financiële activa worden ondergebracht in groepen met vergelijkbare kredietrisicokenmerken en collectief beoordeeld. Alle bijzondere waardeverminderingsverliezen worden als kost in de staat van het resultaat en het netto resultaat rechtstreeks verwerkt in het eigen vermogen opgenomen. Een gecumuleerd verlies met betrekking tot een voor verkoop beschikbaar financieel actief dat voorheen als kost in het eigen vermogen was opgenomen, wordt erkend in de winst of het verlies over de verslagperiode.
Voor de deelnemingen van de Vennootschap in geassocieerde deelnemingen wordt op iedere verslagdatum beoordeeld of er objectieve aanwijzingen bestaan dat het actief een bijzondere waardevermindering heeft ondergaan.
Objectieve aanwijzingen betreffende een bijzondere waardevermindering omvatten:
Een bijzonder waardeverminderingsverlies betreffende deelnemingen in geassocieerde deelnemingen wordt bepaald door de realiseerbare waarde te vergelijken met de boekwaarde. Een bijzonder waardeverminderingsverlies wordt in de winst of het verlies erkend, en wordt tegengedraaid, indien er gunstige ontwikkelingen zijn in de schattingen die gebruikt worden om de realiseerbare waarde te bepalen.
De boekwaarde van de niet-financiële activa van de Vennootschap, uitgezonderd voorraden en uitgestelde belastingvorderingen, wordt op iedere verslagdatum opnieuw beoordeeld om te bepalen of er aanwijzingen zijn voor bijzondere waardeverminderingen. Indien dergelijke aanwijzingen bestaan, wordt een schatting gemaakt van de realiseerbare waarde van het actief. Van immateriële activa met een onbepaalde gebruiksduur of die nog niet gebruiksklaar zijn, wordt ieder jaar op een zelfde datum een schatting gemaakt van de realiseerbare waarde.
Voor een actief of een kasstroomgenererende eenheid is de realiseerbare waarde gelijk aan de hoogste van de bedrijfswaarde of de reële waarde minus verkoopkosten. Bij het bepalen van de bedrijfswaarde wordt de contante waarde van de geschatte toekomstige kasstromen berekend met behulp van een disconteringsvoet vóór belasting die een afspiegeling is van zowel de actuele markttaxaties van de tijdswaarde van geld als van de specifieke risico's met betrekking tot het actief.
Voor de toetsing op bijzondere waardeverminderingen worden activa samengevoegd in de kleinste te onderscheiden groep activa die uit voortgaand gebruik kasstromen genereert die in grote lijnen onafhankelijk zijn van andere activa en groepen (de "kasstroomgenererende eenheid"). Een bijzonder waardeverminderingsverlies wordt opgenomen indien de boekwaarde van een actief of de kasstroomgenererende eenheid waartoe het actief behoort, hoger is dan de geschatte realiseerbare waarde. Bijzondere waardeverminderingsverliezen worden in de staat van het resultaat en het netto resultaat rechtstreeks verwerkt in het eigen vermogen opgenomen. Bijzondere waardeverminderingsverliezen opgenomen met betrekking tot kasstroomgenererende eenheden worden eerst in mindering gebracht op de boekwaarde van eventueel aan de eenheden toegerekende goodwill, en vervolgens naar rato in mindering gebracht op de boekwaarde van de overige activa van de eenheid of groep van eenheden.
Voor activa, uitgezonderd goodwill, worden bijzondere waardeverminderingsverliezen opgenomen in voorgaande perioden bij elke verslagdatum beoordeeld op indicaties dat het verlies afgenomen is of niet langer bestaat. Een bijzonder waardeverminderingsverlies wordt teruggenomen als de schattingen zijn veranderd aan de hand waarvan de realiseerbare waarde was bepaald. Een bijzonder waardeverminderingsverlies wordt uitsluitend teruggenomen voor zover de boekwaarde van het actief niet hoger is dan de boekwaarde, na aftrek van afschrijvingen, die zou zijn bepaald als geen bijzonder waardeverminderingsverlies was opgenomen.
Bedrijfscombinaties worden verwerkt volgens de acquisitiemethode op de datum van de overname. De overnamedatum is de datum waarop de overnemende vennootschap controle verwerft. Met controle wordt het recht bedoeld om het financieel en operationeel beleid van een entiteit te bepalen zodat er voordelen kunnen gehaald worden uit de activiteiten van die entiteit. Bij de bepaling of er sprake is van controle houdt de Vennootschap rekening met potentiële stemrechten die op dat ogenblik uitoefenbaar zijn.
De Vennootschap bepaalt de goodwill op de datum van de overname als:
Voor deelnemingen verwerkt volgens de vermogensmutatiemethode wordt de boekwaarde van goodwill opgenomen in de boekwaarde van de investering. De kost van deelnemeningen verwerkt volgens de vermogensmutatiemethode bevat de aankoopprijs en andere direct toewijsbare kosten.
Goodwill wordt initieel als een actief gewaardeerd tegen kostprijs en wordt daarna verminderd met mogelijke bijzondere waardeverminderingen.
Goodwill wordt jaarlijks getoetst op bijzondere waardevermindering, of frequenter wanneer er een aanwijzing is voor dergelijke bijzondere waardevermindering. De Vennootschap heeft één kasstroomgenererende eenheid geïdentificeerd waaraan alle goodwill werd toegewezen. Als de realiseerbare waarde van de kasstroomgenererende eenheid lager is dan de boekwaarde, wordt het verlies van de bijzondere waardevermindering eerst aan de boekwaarde van de goodwill toegewezen en vervolgens toegepast op de andere activa in verhouding tot hun respectievelijke boekwaarde. Een geboekte bijzondere waardevermindering voor goodwill wordt niet teruggenomen in een latere periode.
De kosten die betrekking hebben op de overname, andere dan die verband houden met de uitgifte van obligaties of aandelen, die de Vennootschap oploopt in verband met een bedrijfscombinatie worden meteen ten laste genomen van het resultaat.
De functionele valuta en de presentatievaluta van de Vennootschap is de euro, tevens de functionele munt van alle dochtervennootschappen van de Vennootschap. Transacties in andere valuta dan de euro worden geboekt tegen de wisselkoers die geldt op de datum van de transactie. In vreemde valuta luidende monetaire activa en verplichtingen worden per balansdatum omgerekend tegen de op die datum geldende wisselkoers. De bij omrekening optredende valutakoersverschillen worden in de winst of het verlies van de verslagperiode opgenomen.
Niet-afgeleide financiële instrumenten omvatten geldmiddelen en kasequivalenten, handelsvorderingen en overige vorderingen, leningen en overige financieringsverplichtingen, en handelsschulden en overige kortlopende verplichtingen.
Kasequivalenten bestaan in hoofdzaak uit geldmarktfondsen, handelspapier en deposito's met een resterende looptijd van drie maanden of minder op datum van de verwerving. Met uitzondering van geldmarktfondsen, die tegen reële waarde gewaardeerd worden en waarvan de veranderingen in reële waarde via de staat van het resultaat en het netto resultaat rechtstreeks verwerkt in het eigen vermogen lopen, worden geldmiddelen en kasequivalenten gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieve interestmethode, desgevallend verminderd met bijzondere waardeverminderingsverliezen.
De boekwaarde van geldmiddelen en kasequivalenten benadert de reële waarde wegens hun korte looptijd.
Handelsvorderingen dragen geen interest en worden opgenomen aan hun geamortiseerde kostprijs met aftrek van eventuele waardeverminderingen voor dubieuze bedragen.
De reële waarde van handelsvorderingen en overige vorderingen wordt bepaald als de contante waarde van toekomstige kasstromen, verdisconteerd aan een marktconforme interestvoet op de rapportagedatum. De boekwaarde van handelsvorderingen benadert de reële waarde wegens hun korte looptijd.
Interestdragende leningen worden in de geconsolideerde jaarrekening opgenomen voor een bedrag gelijk aan de ontvangsten uit de opname van deze leningen en overige financieringsverplichtingen, na aftrek van rechtstreekse uitgiftekosten. De financieringskosten, met inbegrip van premies betaalbaar bij aanzuivering of vroegtijdige aflossing evenals rechtstreekse uitgiftekosten, worden erkend in de staat van het resultaat aan de hand van de effectieve interestmethode. Deze financieringskosten worden opgenomen in het bedrag van de onderliggende schuld in de mate dat ze niet betaald worden in de periode waarin ze ontstaan.
De Vennootschap erkent schuldinstrumenten initieel op de dag van uitgifte. Zulke verplichtingen worden initieel erkend tegen hun reële waarde, verminderd met direct toewijsbare transactiekosten. Na de initiële erkenning worden deze verplichtingen opgenomen aan hun geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieve interestmethode.
Uitgestelde financiëringskosten die betrekking hebben op nietopgenomen faciliteiten worden als langlopende verplichting erkend indien het waarschijnlijk wordt geacht dat de faciliteit zal opgenomen worden.
Handelsschulden dragen geen interest en worden geboekt aan geamortiseerde kostprijs. De boekwaarde van handelsschulden benadert de reële waarde wegens hun korte looptijd.
De activiteiten van de Vennootschap zijn onderhevig aan schommelingen van de wisselkoersen van vreemde valuta en van de interestvoeten.
De Vennootschap tracht de risico's uit schommelingen van wisselkoersen en interestvoeten, resulterend uit haar operationele en financieringsactiviteiten, te beheren door gebruik te maken van bepaalde afgeleide financiële instrumenten.
Het gebruik van deze afgeleide financiële instrumenten valt onder de beleidslijnen van de Vennootschap die goedgekeurd zijn door de raad van bestuur. Deze beleidslijnen omvatten de schriftelijke principes met betrekking tot het gebruik van afgeleide financiële instrumenten in overeenstemming met de algemene risicobeheerstrategie van de Vennootschap.
Afgeleide financiële instrumenten worden gewaardeerd tegen hun reële waarde. De Vennootschap past geen hedge accounting toe op haar afgeleide financiële instrumenten. Bijgevolg worden wijzigingen in de reële waarde van afgeleide financiële instrumenten onmiddellijk erkend in de staat van het resultaat en het netto resultaat rechtstreeks verwerkt in het eigen vermogen.
70 | Telenet | Jaarverslag 2015 |
Derivaten besloten in contracten of andere financiële instrumenten worden erkend als afzonderlijk afgeleid financieel instrument indien de eraan verbonden risico's en karakteristieken niet nauw verbonden zijn met het onderliggende contract, en in geval het onderliggende contract niet opgenomen wordt aan reële waarde via de staat van het resultaat en het netto resultaat rechtstreeks verwerkt in het eigen vermogen.
De geldelijke bedragen die betaald of verkregen worden naar aanleiding van het stopzetten voor vervaldag van interestderivaten en die betrekking hebben tot toekomstige periodes, worden geboekt als een financieringsactiviteit in het geconsolideerd kasstroomoverzicht.
Gewone aandelen worden geclassificeerd als eigen vermogen. Bijkomende kosten die rechtstreeks toerekenbaar zijn aan de uitgifte van gewone aandelen en aandelenopties worden verwerkt als aftrekpost op het eigen vermogen, na aftrek van eventuele belastingeffecten.
Wanneer geplaatst kapitaal erkend als eigen vermogen wordt ingekocht, dan wordt het bedrag van de betaalde vergoeding, met inbegrip van direct toerekenbare kosten en na aftrek van eventuele belastingen, erkend als een vermindering van het eigen vermogen. Ingekochte aandelen worden getoond in de reserve eigen aandelen. Wanneer eigen aandelen verkocht worden of later terug uitgegeven worden, dan wordt het ontvangen bedrag erkend als een toename van het eigen vermogen, en de daaruit voortvloeiende meerwaarde of minwaarde op de transactie wordt verwerkt in de kapitaalreserve.
Abonnementsbijdragen voor telefonie, internet en premiumkabeltelevisie worden door de abonnees maandelijks vooruitbetaald en erkend als opbrengsten naarmate de diensten werden geleverd, zijnde de maand nadien. Abonnementsbijdragen voor basiskabeltelevisie worden door de abonnees voornamelijk op jaarbasis vooruitbetaald en worden lineair over de volgende twaalf maanden erkend als opbrengsten. Opbrengsten uit het gebruik van premiumtelevisie, vaste en mobiele telefoniediensten en internetactiviteit worden als opbrengst erkend op het moment van gebruik.
Installatievergoedingen, die aan particuliere klanten worden aangerekend, worden als opbrengst erkend naarmate de installatiewerken vorderen. Gezien de doorgaans korte installatieperiode, worden opbrengsten uit installaties doorgaans erkend op het moment van voltooiing van de installatie. Omwille van de specifieke kenmerken van transacties met zakelijke klanten worden de installatievergoedingen die aan zakelijke klanten worden aangerekend verondersteld een onderdeel te zijn van de geïntegreerde oplossing. Aangezien in dergelijk geval deze installatievergoeding afzonderlijk geen waarde heeft, worden de installatievergoedingen die aan zakelijke klanten worden aangerekend erkend naarmate de onderliggende diensten worden geleverd, dit wil zeggen dat ze uitgesteld worden en erkend worden over de gemiddelde duur van de overeenkomst.
Naast de abonnementsbijdragen betalen de abonnees op basiskabeltelevisie een auteursrechtenvergoeding, aangerekend voor de programma's die zij ontvangen van openbare omroepen die worden uitgezonden over het netwerk van de Vennootschap. Deze vergoedingen dragen bij tot de auteursrechtenvergoedingen die de Vennootschap draagt, en die ze betaalt aan agentschappen die instaan voor de inning van rechten voor bepaalde inhoud verstrekt door de openbare omroepen en andere houders van auteursrechten. De Vennootschap presenteert de auteursrechten die zij ontvangt van de basiskabelabonnees op een bruto basis als een onderdeel van de opbrengsten, aangezien de Vennootschap als een hoofdschuldenaar optreedt in de betrekkingen met de openbare omroepen en de houders van de auteursrechten, en omdat deze betrekkingen niet het karakter van een loutere doorgeefregeling hebben. De Vennootschap neemt immers substantiële risico's, zowel bij de bepaling van het niveau van de auteursrechtenvergoedingen die worden aangerekend aan de abonnees, als bij de inning van deze bijdragen.
Betreffende overeenkomsten die uit meerdere componenten bestaan, wordt de erkenning van de opbrengsten toegepast op de afzonderlijk te identificeren componenten van de transactie. Een component uit een overeenkomst wordt afgezonderd indien de component zelf een waarde vertegenwoordigt voor de klant en indien de reële waarde ervan op een betrouwbare manier kan bepaald worden. De reële waarde van de ontvangen of nog te ontvangen vergoeding wordt toegewezen aan de afzonderlijke componenten van de overeenkomst op basis van de residuele reële waarde-methode. De toewijzing van de overeenkomstvergoeding naar geleverde items is beperkt tot de opbrengsten die niet afhankelijk zijn van de toekomstige prestaties van de Vennootschap.
De opbrengsten uit verbrekingsvergoedingen worden erkend op het moment van de opzegging van het contract enkel indien de inning van de verbrekingsvergoeding op redelijke wijze verzekerd is. Indien de inning van de verbrekingsvergoeding niet op redelijke wijze verzekerd kan worden op het moment van de facturatie zullen de opbrengsten geboekt worden als over te dragen opbrengsten totdat de contante betaling werd ontvangen.
Klanten dienen mogelijk een vergoeding te betalen indien ze opteren voor een goedkoper product. Doorgaans wordt er van uitgegaan dat deze verlaging op zich geen waarde heeft voor de klant en deze vergoedingen worden derhalve gezien als onderdeel van de totale vergoeding voor de bestaande dienstverlening. De opbrengsten uit dit type vergoedingen worden lineair geboekt over de langst mogelijke duurtijd tussen enerzijds het betreffende contract of anderzijds de verwachte resterende levensduur van de klantenrelatie.
Klanten voor digitale televisie kunnen een settopbox huren van Telenet. Indien klanten hun huidige settopbox die ze huren van Telenet willen veranderen, kunnen ze een omruilvergoeding aangerekend krijgen. Deze omruilvergoeding naar een nieuw type settopbox wordt geacht afzonderlijk geen waarde te hebben voor de klant en bijgevolg worden opbrengsten uit zulke omruilvergoedingen lineair erkend over het kortste van (i) de verwachte resterende duur van de klantenrelatie of (ii) de gebruiksduur van de settopbox.
De gefactureerde opbrengsten die verbonden zijn aan bepaalde marketingnummers en -sms worden niet gerapporteerd als opbrengsten maar verrekend met de kosten, vermits Telenet niet wettelijk verantwoordelijk is voor de inning van deze diensten en enkel optreedt namens de externe contentaanbieders.
Opbrengsten uit de verkoop van gsm's en smartphones, waarbij de klant een overeenkomst voor consumentenkrediet heeft aangegaan met de Vennootschap en waarvoor aparte betalingen verschuldigd zijn naast de vergoedingen die verschuldigd zijn voor de eigenlijke dienstverlening, worden erkend op het ogenblik dat het toestel wordt verkocht aan de klant. De klant wordt immers juridisch eigenaar van het toestel en het realiseren van opbrengsten die gerelateerd zijn aan het toestel zijn niet afhankelijk van de eigenlijke dienstverlening. Deze opbrengsten worden erkend op het moment dat het toestel wordt verkocht, doch enkel als de inning van de maandelijkse betalingen redelijkerwijs kan worden gegarandeerd.
Bedrijfskosten bestaan uit interconnectiekosten, kosten voor het beheer, het onderhoud en de herstelling van het netwerk, en kabelprogrammeringskosten, met inbegrip van loonkosten en aanverwante kosten van afschrijvingen en waardeverminderingen. De Vennootschap activeert de meeste installatiekosten, met inbegrip van directe loonkosten. Auteursrechten en licentievergoedingen betaald aan de houders van deze rechten en hun agenten, vormen het hoofdbestanddeel van de kabelprogrammeringskosten van de Vennootschap. Andere directe kosten hebben betrekking op kosten die de Vennootschap oploopt bij het verstrekken van haar diensten aan residentiële en professionele klanten, zoals interconnectiekosten en kosten met betrekking tot dubieuze debiteuren. Netwerkkosten omvatten kosten met betrekking tot het beheer, het onderhoud en het herstel van het breedbandnetwerk van de Vennootschap, en kosten in verband met klantendiensten die nodig zijn voor het beheer van het klantenbestand.
Voorzieningen worden geboekt als de Vennootschap een huidige in rechte afdwingbare of feitelijke verplichting heeft als gevolg van een gebeurtenis in het verleden, én het waarschijnlijk is dat de Vennootschap aan die verplichting zal moeten voldoen én het bedrag betrouwbaar kan worden ingeschat. Voor het bepalen van het bedrag van de voorzieningen maakt de Vennootschap haar beste inschatting van de uitgaven die vereist zullen zijn om aan de verplichting te voldoen. Het bedrag van voorzieningen wordt verdisconteerd naar contante waarde indien zulks een wezenlijk effect heeft.
Een voorziening voor herstructureringen wordt geboekt wanneer de Vennootschap een gedetailleerd en formeel herstructureringsplan heeft goedgekeurd en wanneer de herstructurering ofwel reeds begonnen is of werd aangekondigd aan de betrokkenen. Voor toekomstige operationele verliezen worden er geen voorzieningen aangelegd.
72 | Telenet | Jaarverslag 2015 | Een voorziening voor verlieslatende contracten wordt erkend wanneer de verwachte voordelen die de Vennootschap behaalt uit de uitoefening van het contract lager zijn dan de onvermijdelijke kosten die de Vennootschap maakt om de verplichtingen van het contract na te komen. De voorziening wordt bepaald tegen de reële waarde van enerzijds de verwachte kost voor de beëindiging van het contract en anderzijds de verwachte nettokost voor de verderzetting van het contract, afhankelijk welk van de twee het laagste resultaat oplevert. Vooraleer een voorziening wordt aangelegd, boekt de Vennootschap een bijzondere waardevermindering op de activa die betrekking hebben op dat contract.
Bij de aanvang van een overeenkomst, met inbegrip van overeenkomsten die de Vennootschap het recht geven om apparatuur, glasvezel of capaciteit voor een overeengekomen periode te gebruiken in ruil voor een reeks betalingen, bepaalt de Vennootschap of een dergelijke overeenkomst een lease is of inhoudt. Een bepaald actief wordt als het voorwerp van een lease beschouwd indien de naleving van de overeenkomst afhankelijk is van het gebruik van dat bepaald actief. Een overeenkomst geeft het recht om het actief te gebruiken indien de overeenkomst aan de Vennootschap het recht geeft om het gebruik van het onderliggend actief te controleren.
Bij de aanvang of bij de herziening van de overeenkomst scheidt de Vennootschap betalingen en andere vergoedingen vereist door een dergelijke overeenkomst in die voor de lease en die voor andere elementen op basis van hun relatieve reële waarde.
Leaseovereenkomsten waarbij de groep vrijwel alle aan de eigendom verbonden risico's en voordelen op zich neemt, worden geclassificeerd als financiële leases. Geleasde activa worden gewaardeerd aan de laagste van hun reële waarde en de contante waarde van de minimale leasebetalingen bij aanvang van de lease, na aftrek van afschrijvingen en eventuele bijzondere waardeverminderingen. Elke leasebetaling wordt toegewezen aan de afbouw van de leaseverplichting en aan financieringskost, zodanig dat een constant interestpercentage bereikt wordt op het uitstaande financieringssaldo. De leaseverplichtingen, exclusief de financiële kosten, worden opgenomen in de langlopende verplichtingen. Het interestelement van de financiële kosten wordt ten laste van de staat van het resultaat en het netto resultaat rechtstreeks verwerkt in het eigen vermogen genomen over de leaseperiode. Alle andere leases worden geclassificeerd als operationele leases en worden ten laste van de staat van het resultaat en het netto resultaat rechtstreeks verwerkt in het eigen vermogen genomen op lineaire basis over de leaseperiode.
Activa die geleased worden, worden afgeschreven over de kortst mogelijke duurtijd, enerzijds de termijn van de lease of anderzijds gebruiksduur, tenzij dat het redelijk zeker is dat de Vennootschap op het einde van de leasetermijn de eigenaar zal worden van het actief. In dit geval worden de geleasede activa afgeschreven over hun gebruiksduur.
Winstbelasting omvat de over het boekjaar verschuldigde en verrekenbare winstbelastingen, en uitgestelde winstbelastingen.
De over het boekjaar verschuldigde en verrekenbare winstbelasting is de naar verwachting te betalen winstbelasting over de belastbare winst over het boekjaar, berekend aan de hand van belasting-tarieven die zijn vastgesteld op verslagdatum, dan wel waartoe materieel al op verslagdatum is besloten, en eventuele correcties op de over voorgaande jaren verschuldigde belasting.
Uitgestelde belastingen worden verwerkt op basis van de balansmethode, waarbij boekhoudkundig uitdrukking wordt gegeven aan tijdelijke verschillen tussen de boekwaarde van activa en verplichtingen ten behoeve van de financiële verslaggeving en de fiscale boekwaarde van die posten. Uitgestelde belastingverplichtingen worden doorgaans opgenomen voor alle belastbare tijdelijke verschillen, en uitgestelde belastingvorderingen worden opgenomen voor zover het waarschijnlijk is dat er in de toekomst belastbare winsten beschikbaar zullen zijn die voor de realisatie van de tijdelijke verschillen kunnen worden aangewend. Uitgestelde belastingen worden niet opgenomen voor tijdelijke verschillen die ontstaan uit de initiële erkenning van goodwill, of uit de initiële erkenning van activa of verplichtingen in een transactie die geen bedrijfs-combinatie betreft en die noch de boekhoudkundige noch de fiscale winst beïnvloedt.
Uitgestelde belastingschulden worden erkend voor belastbare tijdelijke verschillen die verband houden met investeringen in dochtervennootschappen, behalve als de Vennootschap in staat is om het tijdstip te bepalen waarop het tijdelijke verschil wordt afgewikkeld én het waarschijnlijk is dat het tijdelijke verschil in de toekomst niet zal worden afgewikkeld.
Een uitgestelde belastingvordering wordt erkend voor de overdracht van niet-opgenomen overdraagbare belastingverliezen voor zover het waarschijnlijk is dat er toekomstige belastbare winst voorhanden zal zijn om deze niet-opgenomen belastingverliezen te gebruiken. De boekwaarde van de uitgestelde belastingvorderingen wordt op elke balansdatum beoordeeld en verminderd voor zover het niet langer waarschijnlijk is dat voldoende belastbare winst voorhanden zal zijn om het geheel of een gedeelte van de uitgestelde belastingvordering te recupereren.
Uitgestelde belastingen worden gewaardeerd op basis van de belastingtarieven die naar verwachting van toepassing zullen zijn bij afwikkeling van de tijdelijke verschillen, op basis van de wetten die per verslagdatum zijn vastgesteld of materieel zijn vastgesteld. Winstbelasting wordt in de staat van het resultaat en het netto resultaat rechtstreeks verwerkt in het eigen vermogen opgenomen, behoudens voor zover deze betrekking heeft op posten die rechtstreeks in het eigen vermogen worden opgenomen, in welk geval de belasting in het eigen vermogen wordt verwerkt.
Bij de bepaling van verschuldigde en verrekenbare winstbelastingen en uitgestelde winstbelastingen houdt de Vennootschap rekening met de impact van onzekere belastingposities en of bijkomende belastingen en interest verschuldigd zouden zijn. De Vennootschap is van mening dat zijn voorzieningen voor belastingverplichtingen voor alle openstaande aanslagjaren correct zijn. Deze voorzieningen weerspiegelen de beoordeling van verscheidene factoren door de Vennootschap, waaronder interpretaties van de belastingwetgeving en ervaringen uit het verleden. Deze beoordeling gaat uit van schattingen en veronderstellingen en kunnen derhalve een aantal beoordelingen inhouden over toekomstige gebeurtenissen. Nieuwe informatie kan ontstaan waardoor de Vennootschap zijn beoordeling over de accuraatheid van bestaande belastingverplichtingen dient te herzien. Zulke veranderingen aan de belastingverplichtingen zullen de winstbelasting beïnvloeden in de periode dat een dergelijke vaststelling wordt gemaakt.
Uitgestelde belastingvorderingen en -verplichtingen worden gesaldeerd indien er een wettelijk afdwingbaar recht bestaat om de verschuldigde belastingvorderingen en -verplichtingen te salderen en deze vorderingen en verplichtingen samenhangen met door dezelfde belastingautoriteit opgelegde winstbelasting aan dezelfde belastingplichtige entiteit.
De Vennootschap voorziet zowel in te-bereiken-doel plannen als vastebijdrage plannen voor haar werknemers, bestuurders en bepaalde leden van het management.
De Vennootschap betaalt voor vaste-bijdrage plannen vaste bijdragen aan een afzonderlijke entiteit. De Vennootschap heeft geen verplichting om bijkomende bedragen te betalen in geval het pensioenfonds onvoldoende activa zou hebben om alle personeelsvoordelen te dekken. Verplichtingen voor bijdragen aan vaste-bijdrage plannen worden als een personeelskost erkend in de staat van het resultaat in de periode wanneer de prestaties door de werknemers geleverd werden.
Als gevolg van de door de wet opgelegde gegarandeerde minimumrendementen, worden deze plannen als te-bereiken-doel plannen gekwalificeerd.
Voor plannen waarbij de gegarandeerde minimumrendementen, zoals bij wet voorgeschreven, niet volledig verzekerd zijn, wordt de netto verplichting (indien toepasbaar) in de balans erkend op basis van het mogelijke tekort tussen de pensioenverplichting van de Vennootschap (op basis van de wettelijk opgelegde gegarandeerde minimumrendementen) en de geaccumuleerde bijdragen op basis van de gecrediteerde rendementen op de balansdatum. Dit wil zeggen dat de netto verplichting gebaseerd is op het tekort dat tegen intrinsieke waarde wordt bepaald. Een te-bereiken-doel plan is een pensioenplan dat geen vaste-bijdrage plan is.
Voor te-bereiken-doel plannen wordt de kost van de toegezegde voordelen bepaald volgens de Projected Unit Creditmethode, waarbij op elke balansdatum actuariële waarderingen worden uitgevoerd. De disconteringsvoet is het rendement per verslagdatum van obligaties met hoge kredietwaardigheid (gemiddeld rendement van bedrijfsobligaties met een AA kredietwaardigheid in euro ten opzichte van de iBoxx € AA Corporates Index), waarvan de looptijd de termijn van de verplichtingen van de groep benadert.
De netto verplichting/(tegoed) met betrekking tot te-bereiken-doel plannen opgenomen in de balans komt overeen met het verschil tussen de verplichtingen van te-bereiken-doel plannen en de activa van het fonds. In het geval van een surplus is het netto tegoed uit te-bereikendoel plannen beperkt tot de contante waarde van de toekomstige economische voordelen in de vorm van een vermindering in bijdragen of een geldelijke terugbetaling.
Herwaarderingen van de netto verplichtingen / (tegoeden) uit hoofde van toegezegde pensioenrechten omvatten actuariële winsten en verliezen op de verplichtingen inzake toegezegde pensioenrechten, afwijkingen op het verwachte rendement en wijzigingen in het effect van de limiet van de op te nemen pensioenvordering. Deze worden opgenomen in het netto resultaat rechtstreeks verwerkt in het eigen vermogen.
De Vennootschap bepaalt de netto interestkost/ (opbrengst) op de netto verplichtingen / (tegoeden) uit hoofde van toegezegde pensioenrechten voor de periode door de disconteringsvoet aan het begin van de verslagperiode toe te passen het saldo op jaareinde rekening houdende met de verwachte mutatie van het pensioensaldo als gevolg van premiebetalingen of uitkeringen. Deze netto interestlast wordt in de geconsolideerde staat van het resultaat opgenomen.
De pensioenkosten als gevolg van het beëindigen of wijzigen van de pensioenrechten worden opgenomen in het resultaat.
De Vennootschap kent ook andere voordelen toe die samenhangen met een langdurig dienstverband zoals premies inzake medische zorgen. De verwachte kost van deze voordelen wordt erkend over de periode van tewerkstelling analoog aan te-bereiken-doel plannen.
De Vennootschap kent haar werknemers voordelen toe die samenhangen met een langdurig dienstverband. De verwachte kosten van deze voordelen worden toegerekend over de tewerkstellingsperiode op basis van een methode die vergelijkbaar is met die voor te-bereikendoel plannen. Actuariële winsten en verliezen die voortvloeien uit ervaringsaanpassingen en wijzigingen in actuariële veronderstellingen worden onmiddellijk in resultaat genomen.
De Vennootschap kent aan bepaalde werknemers op aandelen gebaseerde verloningen toe die gewaardeerd worden tegen reële waarde op de datum van toekenning. De reële waarde van de aandelenopties wordt op de datum van toekenning bepaald op basis van het Black-Scholes waarderingsmodel, en wordt in resultaat genomen als op aandelen gebaseerde personeelsverloning, met een overeenkomstige stijging in het eigen vermogen, over de periode tijdens dewelke werknemers het onvoorwaardelijk recht verwerven op de verloning. Gegevens die in het waarderingsmodel gebruikt worden zijn onder andere de aandelenkoers op de datum van toekenning, de uitoefenprijs van het instrument, de verwachte volatiliteit, de gewogen gemiddelde looptijd van de instrumenten, de verwachte dividenden en de risicovrije interestvoet. Het model wordt tevens gevoed met ramingen door het management inzake de effecten van niet-overdraagbaarheid, uitoefenbeperkingen en gedragsmatige overwegingen.
Op elke balansdatum herziet de Vennootschap haar raming van het aantal opties dat naar verwachting uitoefenbaar zal worden. De cumulatieve impact van de herziening van de originele ramingen wordt erkend, indien van toepassing, in de staat van het resultaat en het netto resultaat rechtstreeks verwerkt in het eigen vermogen, met een overeenkomstige aanpassing in het eigen vermogen. De ontvangsten
74 | Telenet | Jaarverslag 2015 |
bij uitoefening van de opties, verminderd met alle rechtstreeks toewijsbare transactiekosten, worden bijgeschreven bij het geplaatst kapitaal (nominale waarde) en de uitgiftepremies.
Personeelsverloningen op korte termijn worden op niet-verdisconteerde basis gewaardeerd, en worden opgenomen wanneer de daarmee verband houdende diensten worden gepresteerd.
Er wordt een verplichting erkend voor het bedrag dat naar verwachting in het kader van bonusplannen op korte termijn zal worden uitbetaald, indien de groep een in rechte afdwingbare of feitelijke verplichting heeft als gevolg van verstreken diensttijd van werknemers en indien deze verplichting betrouwbaar kan worden bepaald.
De voorraden worden opgenomen tegen kostprijs, of netto opbrengstwaarde indien deze lager is. De kostprijs van de voorraden is gebaseerd op het 'eerst in, eerst uit'-beginsel ("fifo") en omvat de uitgaven gedaan bij verwerving van de voorraden en de overige kosten die zijn gemaakt bij het naar de bestaande locatie en in de bestaande toestand brengen daarvan. De netto opbrengstwaarde is de geschatte verkoopprijs in het kader van de normale bedrijfsvoering, verminderd met de geschatte verkoopkosten.
De Vennootschap presenteert gewone en verwaterde winst per aandeel (wpa) voor het gewone aandelenkapitaal. De gewone winst per aandeel wordt berekend aan de hand van de aan de aandeelhouders van de groep toe te rekenen winst of het verlies gedeeld door het gewogen gemiddelde aantal gewone aandelen die gedurende de verslagperiode uitstaan. Bij de berekening van de verwaterde winst per aandeel worden de aan de aandeelhouders van de groep toe te rekenen winst of het verlies en het gewogen gemiddelde aantal gewone aandelen die gedurende de verslagperiode uitstaan gecorrigeerd voor alle potentiële verwaterende effecten op de gewone aandelen, welke betrekking hebben op aan medewerkers en aan de Gedelegeerd Bestuurder toegekende aandelenopties.
Financiële opbrengsten omvatten voornamelijk interestopbrengsten uit belegde tegoeden, veranderingen in de reële waarde van financiële instrumenten en netto winsten op financiële instrumenten. Interestopbrengsten worden aan de staat van het resultaat en het netto resultaat rechtstreeks verwerkt in het eigen vermogen toegerekend naarmate ze verdiend worden, op basis van de effectieve interestmethode.
Financiële kosten omvatten voornamelijk interestkosten op leningen en andere financieringsverplichtingen, wijzigingen in de reële waarde van financiële instrumenten en netto verliezen op financiële instrumenten.
Winsten en verliezen uit wisselkoersverschillen worden netto gepresenteerd.
Kosten verbonden aan het verwerven van klanten zijn de direct toewijsbare kosten die de Vennootschap maakt voor het verwerven van een nieuwe klantenrelatie. Deze kosten kunnen onder andere omvatten: bonussen aan kleinhandelaars, commissies aan zelfstandige verkopers en commissies aan eigen werknemers.
Vergoedingen betaald aan een derde partij die niet de klant is, worden enkel gekapitaliseerd als immateriële activa indien de criteria voor erkenning van een immaterieel vast actief voldaan zijn, indien de vergoedingen specifiek en incrementeel zijn voor het bekomen van het klantencontract, en indien zij op betrouwbare wijze kunnen bepaald worden. Aangezien doorgaans niet voldaan wordt aan deze criteria worden kosten verbonden aan het verwerven van klanten doorgaans ten laste genomen van het resultaat.
Cash-vergoedingen betaald aan klanten worden niet beschouwd als kosten verbonden aan het verwerven van klanten, maar worden in mindering van de gerelateerde opbrengst erkend.
Voordelen in natura die aan klanten gegeven worden, voor zover deze niet als een aparte component van de verkoopstransactie dienen aangemerkt te worden, worden als kost erkend in de overeenkomstige periode.
De volgende wijzigingen in de grondslagen voor de financiële verslaggeving worden geacht toegepast te worden op de geconsolideerde jaarrekening van de Vennootschap per einde van en voor het jaar dat afgesloten wordt op 31 december 2015.
De toepassing van deze standaarden en interpretaties hadden geen noemenswaardig effect op het financiële resultaat of de financiële positie van de Vennootschap.
Standaarden, jaarlijkse verbeteringen, aanpassingen en interpretaties aan bestaande standaarden die nog niet toepasbaar zijn voor het jaar afgesloten op 31 december 2015 en nog niet vervroegd werden toegepast door de Vennootschap
De volgende standaarden, aanpassingen en interpretaties aan bestaande standaarden werden gepubliceerd en zijn verplicht vanaf 1 januari 2016 of later toepasbaar op de verslaggevingsperiode van de Vennootschap, en de Vennootschap heeft deze standaarden, aanpassingen en interpretaties aan bestaande standaarden niet vervroegd toegepast. De toepassing van deze standaarden, aanpassingen en interpretaties aan bestaande standaarden zal geen noemenswaardig effect hebben op het financiële resultaat of de financiële positie van de Vennootschap, met uitzondering van IFRS 15.
IFRS 9 Financiële Instrumenten (toepasbaar voor boekjaren beginnend op of na 1 januari 2018). Deze standaard werd nog niet goedgekeurd door de EU.
IFRS 15 Opbrengsten uit contracten met klanten, waardoor een entiteit verplicht wordt om het bedrag aan opbrengsten te erkennen waarop ze meent recht te hebben als gevolg van de transfer van beloofde goederen of diensten aan klanten. Deze standaard zou toepasbaar zijn voor boekjaren beginnend op of na 1 januari 2018. Deze standaard werd nog niet goedgekeurd door de EU.
De Vennootschap heeft noch een overgangsmethode uitgekozen, noch heeft het bepaald wat de impact van de standaard zal op de lopende financiële verslaggeving.
Aanpassingen aan IRFS 11 - Verantwoording van verwerving van belangen in gezamenlijke bedrijfsactiviteiten (toepasbaar voor boekjaar beginnend op of na 1 januari 2016).
Aanpassingen aan IAS 16 en IAS 38 - Verklaring betreffende aanvaardbare afschrijvingsmethoden (toepasbaar voor boekjaar beginnend op of na 1 januari 2016).
Jaarlijkse verbeteringen aan IFRS 2012-2014 cyclus is een verzameling van kleine verbeteringen aan vier bestaande standaarden.
Het rapporteringsinitiatief (Aanpassingen aan IAS 1) is bedoeld om vennootschappen ertoe aan te zetten professioneel oordeelkundigheid toe te passen om te bepalen welke informatie ze wensen te tonen in hun financiële staten. De aanpassingen aan IAS 1 Presentatie van Financiële Staten verduidelijkt eerder bestaande verplichtingen onder IAS 1 dan ze grondig te veranderen. De aanpassingen hebben ondermeer betrekking op het volgende: materialiteit, volgorde van de toelichtingen, subtotalen, grondslagen voor financiële verslaggeving, en uitsplitsingen. Deze aanpassingen zijn toepasbaar voor boekjaren op of na 1 januari 2016, waarbij een eerdere toepassing is toegelaten.
De Vennootschap is blootgesteld aan diverse risico's binnen de context van haar normale handelsactiviteiten, die een negatieve invloed van materieel belang zouden kunnen hebben op haar activiteiten, vooruitzichten, operationele resultaten en financiële positie. Daarom is het beheersen van deze risico's zeer belangrijk voor het bestuur van de Vennootschap. Om haar groei te ondersteunen en het management en het auditcomité te helpen om te gaan met de uitdagingen waaraan de Vennootschap is blootgesteld, heeft de Vennootschap een intern controle- en risicobeheersysteem opgezet. De bedoeling van dit intern controle- en risicobeheersysteem is om de Vennootschap toe te laten haar doelstellingen te verwezenlijken. De belangrijkste componenten worden beschreven in onze Verklaring deugdelijk bestuur onder 7.4 Interne controle- en risicobeheersysteem.
De Vennootschap is actief in een snel veranderende omgeving en dat geeft aanleiding tot talrijke risico's en onzekerheden waarover de Vennootschap geen controle heeft. Wij verwijzen naar 3 Risicofactoren voor meer gedetailleerde informatie.
De Vennootschap is betrokken bij een aantal juridische procedures die zijn ontstaan in het normale verloop van de activiteiten, gezien de Vennootschap opereert binnen een zeer competitieve omgeving. Juridische procedures zouden kunnen ontstaan in verband met onder meer intellectuele eigendom, reclame campagnes, productaanbiedingen en bij overname-opportuniteiten. Telenet licht bepaalde lopende juridische geschillen, waaraan het is blootgesteld, toe in toelichting 5.26.1. Buiten de procedures, beschreven in toelichting 5.26.1, verwacht de Vennootschap niet dat de juridische procedures waarin ze betrokken is of waarmee ze wordt bedreigd, een materieel nadelig effect zullen hebben op de activiteiten of geconsolideerde financiële positie. De Vennootschap merkt echter op dat het resultaat van juridische procedures soms uitzonderlijk moeilijk te voorspellen is, en de Vennootschap biedt hierover dan ook geen garanties.
De Vennootschap hanteert een gedecentraliseerde benadering van het risicobeheer. Het Senior Leadership Team is verantwoordelijk voor de identificatie en het beheren van de risico's die gerelateerd zijn aan de belangrijkste bedrijfsactiviteiten. De Vennootschap heeft een centraal risicobeheer ingesteld teneinde haar risicobeheer te versterken door de belangrijkste ondersteunende risicobeheersfuncties te identificeren (2e lijn van verdediging), een overzicht op te stellen van haar maturiteit en de invoering van een gemeenschappelijk risicobeheer teneinde processen, analyses, bewaking en rapportering op mekaar af te stemmen.
Een overzicht van de verschillende risicodomeinen wordt in kaart gebracht op basis van vier risicogroepen:
Bestuur, Risico & Naleving beslaat verscheidene onderwerpen zoals de structuur van de raad van bestuur, ethiek, duurzaamheid, Telenets 2e lijn van verdediging en naleving van de wetgeving.
Strategie & Planning concentreert zich op externe factoren (competitie, kredietrating, kapitaal, economische condities,...) strategie (fusies & overnames, innovatie, technologie,...) en bedrijfsplanning.
Alle operationele processen (marketing to sales, order to bill, bill to cash, klantendienst, infrastructuuractiviteiten) en alle ondersteunende processen (build, programmering, financiën & administratie, HR, Weten Regelgeving,...) vallen onder de risicogroep Activiteiten.
Tenslotte, beslaat de risicogroep Rapportering alle risico's gerelateerd aan interne en externe, financiële en niet-financiële rapportering.
Een centraal systeem wordt gebruikt voor het vooropstellen van interne controles uitgevoerd door de interne controlefunctie (3de lijn van verdediging) en de controles uitgevoerd door Telenets risico managers en om de resultaten te visualiseren. Alle risico's en actieplannen die uit deze controles voortvloeien zijn gehandhaafd en opgevolgd in een centrale opslagruimte. De resolutie van de openstaande kwesties wordt gecontroleerd door zelfevaluatie van het management en een driemaandelijkse opvolging van de voornaamste kwesties met de betrokken verantwoordelijke. Het Senior Leadership Team en het auditcomité ontvangt een driemaandelijkse stand van zaken over alle kwesties.
Dit risico betreft alle vormen van blootstelling aan kredietrisico verbonden aan tegenpartijen, nl. wanneer tegenpartijen hun verplichtingen aan de Vennootschap met betrekking tot leningen, hedging, betalingen en andere financiële activiteiten niet zouden nakomen. De Vennootschap is onderhevig aan kredietrisico via haar operationele en thesaurieactiviteiten.
Het grootste deel van de activa onderhevig aan kredietrisico uit operationele activiteiten zijn handelsvorderingen ten aanzien van particulieren en kleine professionele klanten in heel België en delen van Luxemburg. De Vennootschap heeft bijgevolg geen belangrijke concentratie van kredietrisico. De kans op materieel verlies resulterend uit niet-betalingen door deze klanten wordt niet waarschijnlijk geacht. Er worden waardeverminderingen voor niet-inbare vorderingen geboekt die de mogelijke verliezen wegens niet-betaling door deze klanten dekken.
Wat het kredietrisico met betrekking tot financiële instrumenten betreft, werkt de Vennootschap met kredietrisicobeleidslijnen tegenover de tegenpartijen om het totale kredietrisico te verminderen. Deze beleidslijnen omvatten een beoordeling van de financiële toestand van een potentiële tegenpartij, de kredietwaardering en andere kredietcriteria en risicobeperkende maatregelen. De Vennootschap voert een beleid om enkel dergelijke transacties aan te gaan met Europese en Amerikaanse financiële instellingen met een hoge kredietwaardering. Om de concentratie van kredietrisico tot een minimum te beperken, gaat de Vennootschap afgeleide transacties aan met een aantal verschillende financiële instellingen. Ook geldmiddelen en kasequivalenten, en commercieel papier worden geplaatst bij financiële instellingen met een hoge kredietwaardigheid.
De Vennootschap evalueert haar maximale blootstelling aan kredietrisico als volgt:
| (in duizend euro) | 31 december 2015 |
31 december 2014 |
|---|---|---|
| Geldmiddelen en kasequivalenten (inclusief geldmarktfondsen / depositocertificaten) |
277.273 | 189.076 |
| Handelsvorderingen | 157.762 | 113.626 |
| Derivaten | 8.496 | 9 |
| Vorderingen n.a.v. de verkoop van sportuitzendrechten |
1.691 | 3.465 |
| Uitstaande waarborgen bij derden voor eigen verplichtingen (contant betaald) |
987 | 888 |
| Leningen aan geassocieerde deelnemingen |
1,0,35 | — |
| Totaal | 447.244 | 307.064 |
Meer gedetailleerde financiële informatie is opgenomen in de respectievelijke toelichtingen bij de geconsolideerde jaarrekening van de Vennootschap.
De belangrijkste risico's voor Telenets bronnen van liquiditeit zijn operationele risico's, inclusief risico's in verband met dalende prijzen, een verminderde groei van het aantal abonnees, hogere marketingkosten en andere gevolgen van de toenemende concurrentie, en mogelijke nadelige gevolgen van de juridische procedures van de Vennootschap, zoals beschreven in toelichting 5.26.1. Telenets capaciteit om zijn schuld terug te betalen en zijn lopende activiteiten te financieren zal afhankelijk zijn van de capaciteit van de Vennootschap om liquiditeiten te genereren. Hoewel Telenet verwacht dat het een positieve kasstroom zal genereren na aftrek van interest en belastingen, kan de Vennootschap niet garanderen dat dit het geval zal zijn. Het is mogelijk dat de Vennootschap niet voldoende kasstroom kan genereren om zijn bedrijfsinvesteringen, lopende activiteiten en schuldverplichtingen te financieren.
Telenet Group Holding NV is een holdingbedrijf zonder bron van operationele inkomsten. Voor het genereren van fondsen is Telenet Group Holding NV dus afhankelijk van het vermogen van dochtervennootschappen om kapitaal bijeen te brengen en van dividendbetalingen. De voorwaarden van de 2015 Gewijzigde Senior Credit Facility bevatten een aantal belangrijke convenanten, die de capaciteit van de Vennootschap en van haar dochtervennootschappen, om onder andere dividenden of andere uitkeringen te betalen, bedrijfsinvesteringen te doen, bijkomende schulden aan te gaan en waarborgen te verstrekken, beperken. De overeenkomsten en instrumenten in verband met Telenets schuld bevatten beperkingen die de capaciteit van de Vennootschap om haar activiteiten uit te voeren, nadelig zouden kunnen beïnvloeden.
Telenet is van mening dat zijn kasstroom uit bedrijfsactiviteiten en zijn huidige liquide middelen, samen met het beschikbare krediet onder de 2015 Gewijzigde Senior Credit Facility, zullen volstaan om aan de huidige verwachte behoeften voor bedrijfskapitaal, bedrijfsinvesteringen en schuldaflossing te voldoen.
De 2015 Gewijzigde Senior Credit Facility wordt meer uitgebreid behandeld in toelichting 5.13.1 van de geconsolideerde jaarrekening van de Vennootschap.
De Vennootschap heeft een beleid voor financieel risicobeheer ingevoerd. Met betrekking tot liquiditeits- en financieringsrisico's kunnen de belangrijkste doelstellingen als volgt worden samengevat:
Er wordt een minimaal niveau aan geldmiddelen en kasequivalenten behouden om onvoorziene uitgaven te betalen. De financieringsvereisten en -strategie van de Vennootschap worden jaarlijks herzien.
Er werd een grens ingesteld voor het maximumbedrag dat per type derivaatproduct kan worden geïnvesteerd. Naast deze grens werden de toegelaten financiële tegenpartijen bepaald en werden er limietbedragen ingesteld voor elke tegenpartij, gebaseerd op hun respectievelijke kredietwaardigheidswaardering op lange termijn.
De totale contractuele verplichtingen van de Vennootschap op 31 december 2015 en 2014 waren als volgt:
Situatie op 31 december 2015 Verschuldigde betalingen per periode
| (in duizend euro) | |||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Contractuele verplichtingen | Totaal | Minder dan 1 jaar |
2 jaar | 3 jaar | 4 jaar | 5 jaar | Na 5 jaar |
| Langlopende leningen (1) (3) | 5.121.487 | 205.929 | 194.903 | 194.217 | 202.394 | 196.566 | 4.127.478 |
| Financiële leaseverplichtingen (1) (3) | 455.612 | 58.499 | 55.518 | 53.555 | 44.775 | 42.162 | 201.103 |
| Operationele leaseverplichtingen | 44.174 | 17.781 | 8.086 | 6.230 | 3.741 | 2.398 | 5.938 |
| Andere contractuele verplichtingen (2) | 1.259.836 | 241.252 | 113.828 | 60.475 | 54.975 | 36.615 | 752.691 |
| Interestderivaten (3) | 125.591 | 5.365 | 9.683 | 22.109 | 22.091 | 22.097 | 44.246 |
| Wisselkoersderivaten | 45.080 | 45.080 | — | — | — | — | — |
| Toe te rekenen kosten en overige kortlopende verplichtingen (4) |
281.542 | 281.542 | — | — | — | — | — |
| Handelsschulden | 133.512 | 133.512 | — | — | — | — | — |
| Totaal contractuele verplichtingen | 7.466.834 | 988.960 | 382.018 | 336.586 | 327.976 | 299.838 | 5.131.456 |
Situatie op 31 december 2014 Verschuldigde betalingen per periode (in duizend euro) Contractuele verplichtingen Totaal Minder dan 1 jaar 2 jaar 3 jaar 4 jaar 5 jaar Na 5 jaar Langlopende leningen (1) (3) 4.854.119 168.237 168.207 167.830 167.626 176.933 4.005.286 Financiële leaseverplichtingen (1) (3) 492.067 58.466 57.217 55.737 52.944 44.297 223.406 Operationele leaseverplichtingen 42.788 20.087 8.706 6.391 2.992 1.833 2.779 Andere contractuele verplichtingen (2) 1.303.129 190.146 156.714 97.754 48.004 44.541 765.970 Interestderivaten (3) 205.616 25.895 27.064 26.569 24.494 24.494 77.100 Toe te rekenen kosten en overige kortlopende verplichtingen (4) 248.329 248.329 — — — — — Handelsschulden 114.377 114.377 — — — — — Totaal contractuele verplichtingen 7.260.425 825.537 417.908 354,281 296,060 292,098 5,074,541
1 Inclusief interest.
2 Vertegenwoordigt vaste minimumverbintenissen onder bepaalde programmerings- en aankoopovereenkomsten, bepaalde bedrijfskosten verbonden aan de Interkabelacquisitie, verbintenissen onder de overeenkomst met Norkring (toelichting 5.13.5), alsook verbintenissen in het kader van de 3G mobiele spectrumlicentie (toelichting 5.6).
3 Contractuele verplichtingen met een vlottende intrestvoet worden gebaseerd op de rentevoet per 31 december.
4 Uitgezonderd verloning en personeelsvoordelen, BTW en roerende voorheffing.
De Vennootschap is blootgesteld aan marktrisico's met betrekking tot schommelingen in interestvoeten en wisselkoersen, voornamelijk tussen de Amerikaanse dollar en de euro. De Vennootschap maakt gebruik van afgeleide financiële instrumenten om haar blootstelling aan interest- en wisselkoersschommelingen te beheren. Elk van deze risico's wordt hieronder besproken.
De Vennootschap realiseert bepaalde transacties in vreemde valuta. Hieruit ontstaat een blootstelling aan fluctuaties in wisselkoersen. Dit risico wordt binnen goedgekeurde beleidsparameters beheerd met valutatermijncontracten.
De functionele valuta van de Vennootschap is de euro. Telenet voert echter transacties uit in andere valuta dan euro, vooral in Amerikaanse dollar, en zal deze blijven uitvoeren. Ongeveer 3,9% (2014: 2,8%) van Telenets bedrijfskosten (vooral de kosten van hardware-uitrusting voor het netwerk, software en kabeltelevisierechten) waren in Amerikaanse dollar uitgedrukt, terwijl al de opbrengsten van de Vennootschap in euro werden gegenereerd. Telenet heeft belangrijke verplichtingen in Amerikaanse dollar in verband met de contracten die het afsloot voor het leveren van premium content. Een waardedaling van de euro ten opzichte van de Amerikaanse dollar zou de kosten in euro van de in Amerikaanse dollar uitgedrukte kosten en uitgaven verhogen, een stijging van de waarde van de euro ten opzichte van de Amerikaanse dollar zou het omgekeerde effect hebben.
De Vennootschap heeft een gedeelte van haar kasuitstromen voor verwachte en toegezegde aankopen in Amerikaanse dollar historisch steeds ingedekt via valutatermijncontracten om het wisselkoersrisico te beheren dat ontstaat uit:
Hoewel de Vennootschap stappen onderneemt om zich te beschermen tegen de volatiliteit van wisselkoersen, bestaat er een residueel valutarisico als gevolg van de volatiliteit van de wisselkoersen dat een materieel negatief effect zou kunnen hebben op de financiële situatie en de bedrijfsresultaten van de Vennootschap.
Zoals hierboven vermeld, wordt er in toelichting 5.14 bij de geconsolideerde jaarrekening van de Vennootschap meer gedetailleerde informatie verstrekt over de valutaderivaten per 31 december 2015 en 2014.
De Vennootschap is voornamelijk onderhevig aan interestrisico uit leningen aan een vlottende interestvoet, interestdragende investeringen en financiële leases. De Vennootschap beperkt de blootstelling aan vlottende interestvoeten door het gebruik van derivaten. Het risico wordt beheerd door een passende mix van interestswap-, interestcapen interestcollarcontracten.
De Vennootschap implementeerde een beleid voor financieel risicobeheer. Met betrekking tot het interestrisico kunnen de belangrijkste doelstellingen als volgt worden samengevat:
• alleen langlopende (+1 jaar) blootstellingen met betrekking tot interestvoeten worden beheerd;
• alle derivaten die worden gebruikt zijn bestemd voor de reële interestrisico's en zijn toegelaten onder het beleid;
Zoals hoger vermeld, worden de uitstaande interestderivaten op 31 december 2015 en 2014 meer gedetailleerd besproken in toelichting 5.14 van de geconsolideerde jaarrekening van de Vennootschap.
Voor afgeleide financiële instrumenten en schuldverplichtingen met vlottende interestvoet heeft de Vennootschap een gevoeligheidsanalyse gemaakt die de wijziging in de reële waarde of interestkosten van deze financiële instrumenten meet op basis van hypothetische wijzigingen in de relevante toepasselijke basisinterest op het einde van het jaar, waarbij alle andere factoren constant worden gehouden.
De gevoeligheidsanalyse is uitsluitend ter illustratie bedoeld - in de praktijk wijzigen de marktinteresten zelden alleen en meestal zijn ze afhankelijk van elkaar. Een stijging (daling) van de marktinterest met 25 basispunten op de rapporteringdatum zou de winst over de verslagperiode hebben doen toenemen (dalen) en de reële waarde van de afgeleide financiële instrumenten van de Vennootschap hebben veranderd zoals weergegeven in onderstaande tabel:
| (in duizend euro) | 2015 | 2014 | ||
|---|---|---|---|---|
| +0.25% | -0.25% | +0.25% | -0.25% | |
| Interest | ||||
| 2015 Gewijzigde Senior Credit Facility | 2.763 | (207) | 3.427 | (3.427) |
| Senior Secured Floating Rate Notes | 1.014 | (1.014) | 1.011 | (1.011) |
| Financiële leases | 5 | (5) | 10 | (10) |
| Interestderivaten | (4.448) | 4.448 | (4.422) | 4.422 |
| (666) | 3.222 | 26 | (26) | |
| Wijzigingen in reële waarde | ||||
| Swaps | 30.852 | (30.852) | 31.455 | (31.455) |
| Caps | 61 | — | 51 | (4) |
| Collars | — | — | 3.233 | (4.333) |
| 30.913 | (30.852) | 34.739 | (35.792) | |
| Totaal | 30.247 | (27.630) | 34.765 | (35.818) |
De onderstaande tabel geeft een overzicht van de interestverplichtingen van de Vennootschap onder de uitstaande schulden met vlottende interestvoet en de rentederivaten. De bedragen die afkomstig zijn van de gevoeligheidsanalyse zijn prospectieve ramingen ("forward-looking estimates") van het marktrisico uitgaande van bepaalde marktvoorwaarden. De reële toekomstige resultaten kunnen materieel verschillen van deze geprojecteerde resultaten als gevolg van de inherente onzekerheden in de wereldwijde financiële markten.
| Situatie op 31 december 2015 | Verschuldigde interestbetalingen per periode | |||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| +0,25% (in duizend euro) |
Minder dan 1 jaar |
2 jaar | 3 jaar | 4 jaar | 5 jaar | Na 5 jaar |
| 2015 Gewijzigde SCF Termijnlening W | 16.592 | 16.506 | 16.506 | 16.506 | 16.506 | 27.496 |
| 2015 Gewijzigde SCF Termijnlening Y | 33.150 | 32.978 | 32.978 | 32.978 | 32.978 | 87.914 |
| €400 miljoen Senior Secured Notes met vervaldag 2021 |
16.252 | 16.210 | 16.293 | 16.168 | 16.210 | 8.084 |
| Financiële leases | 8 | 4 | — | — | — | — |
| Interestderivaten | 917 | 5.233 | 17.656 | 17.638 | 17.644 | 35.771 |
| Totaal | 66.919 | 70.931 | 83.433 | 83.290 | 83.338 | 159.265 |
| Situatie op 31 december 2015 | Verschuldigde interestbetalingen per periode | |||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| -0,25% (in duizend euro) |
Minder dan 1 jaar |
2 jaar | 3 jaar | 4 jaar | 5 jaar | Na 5 jaar |
| 2015 Gewijzigde SCF Termijnlening W | 15.707 | 15.622 | 15.622 | 15.622 | 15.622 | 26.022 |
| 2015 Gewijzigde SCF Termijnlening Y | 31.503 | 31.331 | 31.331 | 31.331 | 31.331 | 83.521 |
| €400 miljoen Senior Secured Notes met vervaldag 2021 |
14.224 | 14.182 | 14.266 | 14.141 | 14.943 | 7.070 |
| Financiële leases | 1 | 1 | — | — | — | — |
| Interestderivaten | 9.814 | 14.132 | 26.563 | 26.545 | 26.551 | 52.722 |
| Totaal | 71.249 | 75.268 | 87.782 | 87.639 | 88.447 | 169.335 |
| Situatie op 31 december 2014 | Verschuldigde interestbetalingen per periode | |||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| +0,25% (in duizend euro) |
Minder dan 1 jaar |
2 jaar | 3 jaar | 4 jaar | 5 jaar | Na 5 jaar |
| 2010 Gewijzigde SCF Termijnlening W | 16.910 | 16.956 | 16.910 | 16.910 | 16.910 | 42.252 |
| 2010 Gewijzigde SCF Termijnlening Y | 33.730 | 33.823 | 33.730 | 33.730 | 33.730 | 118.010 |
| €400 miljoen Senior Secured Notes met vervaldag 2021 |
17.046 | 17.092 | 17.046 | 17.046 | 17.046 | 25.592 |
| Financiële leases | 12 | 8 | 4 | — | — | — |
| Interestderivaten | 21.825 | 22.654 | 22.147 | 20.102 | 20.102 | 64.926 |
| Totaal | 89.523 | 90.533 | 89.837 | 87.788 | 87.788 | 250.780 |
| Situatie op 31 december 2014 | Verschuldigde interestbetalingen per periode | |||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| -0,25% (in duizend euro) |
Minder dan 1 jaar |
2 jaar | 3 jaar | 4 jaar | 5 jaar | Na 5 jaar |
| 2010 Gewijzigde SCF Termijnlening W | 14.507 | 14.546 | 14.507 | 14.507 | 14.507 | 36.247 |
| 2010 Gewijzigde SCF Termijnlening Y | 29.254 | 29.335 | 29.254 | 29.254 | 29.254 | 102.350 |
| €400 miljoen Senior Secured Notes met vervaldag 2021 |
15.018 | 15.059 | 15.018 | 15.018 | 15.018 | 22.547 |
| Financiële leases | 2 | 1 | 1 | — | — | — |
| Interestderivaten | 29.965 | 31.474 | 30.991 | 28.887 | 28.887 | 89.904 |
| Totaal | 88.746 | 90.415 | 89.771 | 87.666 | 87.666 | 251.048 |
Voor schulden met vaste interestvoet beïnvloeden de interestwijzigingen in het algemeen de reële waarde van het schuldinstrument, maar niet de resultaten of kasstromen van de Vennootschap. Momenteel heeft de Vennootschap geen enkele verplichting om schulden met vaste interestvoet vóór het einde van de looptijd af te lossen en bijgevolg zullen het interestrisico en de wijzigingen in reële marktwaarde geen belangrijk effect hebben op de schuld met vaste interestvoet tot de Vennootschap deze schuld zou moeten herfinancieren.
De Vennootschap is vooral onderhevig aan marktrisico's met betrekking tot schommelingen in wisselkoersen tussen de Amerikaanse dollar en de euro.
De volgende tabel toont de gevoeligheid van de Vennootschap voor een stijging en daling met 10% van de betreffende wisselkoers. Deze 10% is de gevoeligheid die wordt gebruikt bij de interne rapportering van het valutarisico en geeft de beoordeling van het management weer van de redelijke mogelijke wijziging in wisselkoersen. De gevoeligheidsanalyse omvat het effect op de in Amerikaanse dollar uitgedrukte kosten en uitgaven (vooral de kosten van hardwareuitrusting voor het netwerk, software en kabeltelevisierechten).
| 31 december 2015 | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| Valuta | Bedrag in vreemde munt |
10% stijging | 10% daling | |||
| Handelsschulden | USD | 7.724 | (564) | Op resultaat | 689 | Op resultaat |
| 31 december 2014 | ||||||
| Valuta | Bedrag in vreemde munt |
10% stijging | 10% daling | |||
| Handelsschulden | USD | 4.540 | (417) | Op resultaat | 341 | Op resultaat |
De Vennootschap beheert haar kapitaal zodanig dat de Vennootschap en haar dochtervennootschappen in staat zullen zijn verder te werken om duurzame en aantrekkelijke meerwaarden te realiseren voor de aandeelhouders en voordelen voor de andere belanghebbenden, en een optimale kapitaalstructuur te behouden om de kapitaalkosten te verminderen. Om de kapitaalstructuur te behouden of aan te passen, kan de Vennootschap het bedrag van de dividenden die aan de aandeelhouders worden uitgekeerd aanpassen, nieuwe aandelen uitgeven of activa verkopen om de schuld te verminderen.
De Vennootschap beheert het kapitaalrisico op basis van de netto hefboomratio. De netto hefboomratio wordt berekend volgens de definitie in de 2015 Gewijzigde Senior Credit Facility, door de totale nettoschuld, uitgezonderd (a) achtergestelde aandeelhoudersleningen, (b) geactiveerde elementen van de schulden onder de clientèle- en annuïteitenvergoedingen, (c) en alle andere financiële leases die op of voor 1 augustus 2007 werden aangegaan, en (d) alle schuld onder de netwerklease afgesloten met de zuivere intercommunales tot een maximum totaalbedrag van €195.0 miljoen, te delen door de EBITDA op jaarbasis van de laatste twee kwartalen.
Per 31 december 2015 resulteerden het uitstaande saldo van de 2015 Gewijzigde Senior Credit Facility en het uitstaande kassaldo in een nettohefboomratio van 3,4x. In vergelijking met 31 december 2014 daalde de netto hefboomratio met 0,3x als gevolg van de solide groei van de EBITDA en de afwezigheid van betekenisvolle uitkeringen aan aandeelhouders buiten het Aandeleninkoopprogramma 2015. Ter herinnering: de netto hefboomratio per 31 december 2015 weerspiegelde nog niet de overname van BASE Company, die nog niet formeel was afgerond op 31 december 2015. De netto hefboomratio per 31 december 2015 lag ruim onder het convenant van 6,0x en de beschikbaarheidstest van 5,0x.
Boekwaarde versus reële waarde
De reële waarde van financiële activa en financiële verplichtingen, samen met hun boekwaarde in de geconsolideerde balans en hun plaats in de categorieën van reële waarde, wordt in onderstaande tabel getoond. De bepaling van de reële waarde wordt ingedeeld in verscheidene categorieën van reële waarde op basis van de inputs gebruikt bij de waarderingstechnieken.
| 31 december 2015 | Toelichting | Boekwaarde | Reële waarde |
|||
|---|---|---|---|---|---|---|
| (in duizend euro) | Categorie 1 | Categorie 2 | Categorie 3 | |||
| Financiële activa | ||||||
| Financiële activa gewaardeerd tegen reële waarde | ||||||
| Geldmarktfondsen | 5.11 | 196.000 | 196.000 | 196.000 | — | — |
| Derivaten | 5.14 | 8.496 | 8.496 | — | 8.496 | — |
| Totaal financiële activa gewaardeerd tegen reële waarde |
204.496 | 204.496 | 196.000 | 8.496 | — | |
| Financiële verplichtingen | ||||||
| Financiële verplichtingen gewaardeerd tegen reële waarde |
||||||
| Derivaten | 5.14 | 63.967 | 63.967 | — | 63.967 | — |
| Totaal financiële verplichtingen gewaardeerd tegen reële waarde |
63.967 | 63.967 | — | 63.967 | — | |
| Financiële verplichtingen gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs |
||||||
| Leningen en overige financieringsverplichtingen (exclusief uitgestelde financieringskosten) |
5.13 | |||||
| - 2015 Gewijzigde Senior Credit Facility | 1.381.726 | 1.352.713 | — | 1.352.713 | — | |
| - Senior Secured Fixed Rate Notes | 1.565.776 | 1.619.243 | 1.619.243 | — | — | |
| - Senior Secured Floating Rate Notes | 400.708 | 401.208 | 401.208 | — | — | |
| - Global Handset Finco Ltd Loan | 12.779 | 12.779 | — | 12.779 | — | |
| - Financiële leaseverplichtingen | 346.042 | 306.569 | — | 306.569 | — | |
| - Cliëntele vergoeding > 20 jaar | 97.743 | 88.945 | — | 88.945 | — | |
| - 3G Mobiel Spectrum | 31.079 | 26.735 | — | 26.735 | — | |
| Totaal financiële verplichtingen gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs |
3.835.853 | 3.808.192 | 2.020.451 | 1.787.741 | — |
| 31 december 2014 | Toelichting | Boekwaarde | Reële waarde |
|||
|---|---|---|---|---|---|---|
| (in duizend euro) | Categorie 1 | Categorie 2 | Categorie 3 | |||
| Financiële activa | ||||||
| Financiële activa gewaardeerd tegen reële waarde |
||||||
| Derivaten | 5.14 | 9 | 9 | — | 9 | — |
| Totaal financiële activa gewaardeerd tegen reële waarde |
9 | 9 | — | 9 | — | |
| Financiële verplichtingen | ||||||
| Financiële verplichtingen gewaardeerd tegen reële waarde |
||||||
| Derivaten | 5.14 | 142.573 | 142.573 | — | 142.573 | — |
| Totaal financiële verplichtingen gewaardeerd tegen reële waarde |
142.573 | 142.573 | — | 142.573 | — | |
| Financiële verplichtingen gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs |
||||||
| Leningen en overige financieringsverplichtingen (exclusief uitgestelde financieringskosten) |
5.13 | |||||
| - 2010 Gewijzigde Senior Credit Facility | 1.357.903 | 1.350.837 | — | 1.350.837 | — | |
| - Senior Secured Fixed Rate Notes | 1.528.581 | 1.651.240 | 1.651.240 | — | — | |
| - Senior Secured Floating Rate Notes | 400.748 | 403.248 | 403.248 | — | — | |
| - Financiële leaseverplichtingen | 370.427 | 327.426 | — | 327.426 | — | |
| - Cliëntele vergoeding > 20 jaar | 90.123 | 80.384 | — | 80.384 | — | |
| - 3G Mobiel Spectrum | 38.479 | 32.406 | — | 32.406 | — | |
| Totaal financiële verplichtingen gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs |
3.786.261 | 3.845.541 | 2.054.488 | 1.791.053 | — |
De volgende tabellen tonen de waarderingstechnieken gebruikt voor de bepaling van de reële waarde van categorie 2, alsook de belangrijke niet-waarneembare inputs die werden gebruikt.
| Type | Waarderingsmethode | Belangrijke niet-observeerbare inputs |
Impact van niet-observeerbare input op de reële waardeberekening |
|---|---|---|---|
| Interestderivaten | Verdisconteerde kasstromen: de reële waarde van de interestderivaten wordt door de Vennootschap berekend op basis van rentefutures en swaprentes, rekening houdend met het kredietrisico van de Vennootschap en de respectievelijke contractuele tegenpartijen van deze instrumenten. Voor de validatie van de interne berekeningen worden bevestigingen van de reële waarde gebruikt die worden ontvangen van de contractuele tegenpartijen, die allemaal commerciële banken zijn. |
Het kredietrisico van de Vennootschap en de respectievelijke contractuele tegenpartijen van deze instrumenten. |
De ingeschatte reële waarde stijgt (daalt) als: - het kredietrisico van de Vennootschap lager (hoger) is - het kredietrisico van de tegenpartij hoger (lager) is. |
| Valutaderivaten en in contracten besloten derivaten |
Verdisconteerde kasstromen: de reële waarde van de valutaderivaten wordt door de Vennootschap berekend als verdiscontering tegen de risico-vrije interestvoet van het verschil tussen de contractuele koers en de huidige marktkoers voor de resterende looptijd van het contract. Deze berekening wordt vergeleken met de marktkoers, indien beschikbaar. |
Niet van toepassing. | Niet van toepassing. |
| Type | Waarderingsmethodes | Belangrijke niet-observeerbare inputs |
Impact van niet-observeerbare input op de reële waardeberekening |
|---|---|---|---|
| Langlopende schulden (inclusief kortlopend gedeelte): - 2015 Gewijzigde Senior Credit Facility |
Marktvergelijkingstechniek: de reële waarden zijn gebaseerd op noteringen van financiële makelaars/traders. De financiële makelaars/traders die deze noteringen aanbieden, behoren tot de meest actieve wat de verhandeling van de Senior Credit Facility betreft, en verschaffen op regelmatige basis noteringen aan de markt. Geen aanpassingen aan deze prijsbepaling zijn noodzakelijk. |
Niet van toepassing. | Niet van toepassing. |
| Langlopende schulden (inclusief kortlopend gedeelte): - Global Handset Finco Ltd Loan - Finance leaseverplichtingen - Clientèlevergoeding > 20 years - 3G Mobiel spectrum |
Verdisconteerde kasstromen. | Verdisconteringsvoet. | De ingeschatte reële waarde stijgt (daalt) als: -de verdisconteringsvoet lager (hoger) is. |
Tijdens het jaar afgesloten op 31 december 2015 veranderden er geen financiële activa of verplichtingen gewaardeerd aan reële waarde van categorie reële waarde.
| (in duizend euro) | Terreinen, gebouwen en verbeteringen aan gehuurde gebouwen |
Netwerk | Activa in aanbouw |
Meubilair, uitrusting en rollend materiaal |
Totaal |
|---|---|---|---|---|---|
| Kost | |||||
| Per 1 januari 2014 | 112.125 | 2.362.362 | 63.779 | 51.207 | 2.589.473 |
| Toevoegingen | 723 | 568 | 280.120 | 44 | 281.455 |
| Overdrachten | 4.261 | 270.182 | (278.549) | 4.106 | — |
| Uitgeboekt bij verkoop en buitengebruikstelling | (1.506) | (2.642) | — | (35) | (4.183) |
| Uitboeking van volledig afgeschreven activa | (399) | (197.201) | — | (4.982) | (202.582) |
| Per 31 december 2014 | 115.204 | 2.433.269 | 65.350 | 50.340 | 2.664.163 |
| Toevoegingen | 447 | 977 | 265.002 | 32 | 266.458 |
| Overdrachten | 5.510 | 238.376 | (251.481) | 7.621 | 26 |
| Uitgeboekt bij verkoop en buitengebruikstelling | — | (8.624) | (345) | (2.083) | (11.052) |
| Uitboeking van volledig afgeschreven activa | (515) | (222.337) | — | (4.699) | (227.551) |
| Per 31 december 2015 | 120.646 | 2.441.661 | 78.526 | 51.211 | 2.692.044 |
| Gecumuleerde afschrijvingen | |||||
| Per 1 januari 2014 | 40.865 | 1.124.050 | — | 38.505 | 1.203.420 |
| Afschrijvingskosten voor het boekjaar | 6.092 | 238.021 | — | 5.065 | 249.178 |
| Uitgeboekt bij verkoop en buitengebruikstelling | (784) | (2.587) | — | (21) | (3.392) |
| Uitboeking van volledig afgeschreven activa | (399) | (197.201) | — | (4.982) | (202.582) |
| Per 31 december 2014 | 45.774 | 1.162.283 | — | 38.567 | 1.246.624 |
| Afschrijvingskosten voor het boekjaar | 7.119 | 258.002 | — | 5.677 | 270.798 |
| Uitgeboekt bij verkoop en buitengebruikstelling | — | (7.695) | — | (2.065) | (9.760) |
| Uitboeking van volledig afgeschreven activa | (515) | (222.337) | — | (4.699) | (227.551) |
| Per 31 december 2015 | 52.378 | 1.190.253 | — | 37.480 | 1.280.111 |
| Boekwaarde |
| Per 31 december 2015 | 68.268 | 1.251.408 | 78.526 | 13.731 | 1.411.933 |
|---|---|---|---|---|---|
| Per 31 december 2014 | 69.430 | 1.270.986 | 65.350 | 11.773 | 1.417.539 |
| Per 31 december 2015 | 24.073 | 286.528 | — | — | 310.601 |
|---|---|---|---|---|---|
| Per 31 december 2014 | 26.729 | 290.196 | — | — | 316.925 |
Toe te rekenen bedrijfsinvesteringen op materiële vaste activa bedroegen €266,5 miljoen voor het jaar afgesloten op 31 december 2015 en bestonden uit de volgende toevoegingen:
• bedrijfsinvesteringen betreffende settopboxen voor een totaalbedrag van €12,6 miljoen.
Voor het jaar afgesloten op 31 december 2015 nam de Vennootschap niet langer €227,6 miljoen aan brutowaarde en gecumuleerde afschrijvingen op, die betrekking hadden op activa die volledig afgeschreven waren en niet langer door de Vennootschap gebruikt. (€202,6 miljoen voor het jaar afgesloten op 31 december 2014).
De verkopen en buitengebruikstellingen van materiële vaste activa voor het jaar afgesloten op 31 december 2015 hadden een boekwaarde van €1,3 miljoen en resulteerden in een nettowinst bij buitengebruikstelling van €2,3 miljoen en bestaan hoofdzakelijk uit:
De verkopen en buitengebruikstellingen van materiële vaste activa voor het jaar afgesloten op 31 december 2014 hadden voornamelijk betrekking op:
De Vennootschap stelt de geschatte levenstijd van het materiële vaste activa, elke rapporteringsperiode, vast om te bepalen of gebeurtenissen en omstandigheden een herziening van deze geschatte levenstijd vereisen. Geen aanpassingen werden vereist op basis van de herbeoordeling.
Voor verdere informatie betreffende financiële leaseverplichtingen, verwijzen we naar toelichting 5.13.5 de geconsolideerde jaarrekening van de Vennootschap.Voor verdere informatie betreffende activa die als waarborg dient, verwijzen we naar toelichting 5.13.4.
De goodwill bleef onveranderd gedurende het jaar afgesloten op 31 december 2015 en bedroeg €1.241,8 miljoen.
De Vennootschap deed haar jaarlijkse toetsing op bijzondere waardevermindering in de loop van het derde kwartaal van respectievelijk 2015 en 2014. Goodwill werd toegewezen aan één enkele kasstroomgenererende eenheid. De realiseerbare waarde van de kasstroomgenererende eenheid was gebaseerd op zijn gebruikswaarde en werd berekend door de toekomstige kasstromen uit het voortdurend gebruik van de kasstroomgenererende eenheid te verdisconteren. De gebruikswaarde van de kasstroomgenererende eenheid voor het jaar afgesloten op 31 december 2015 werd op een gelijkaardige manier bepaald als voor het jaar afgesloten op 31 december 2014.
De belangrijkste assumpties voor de berekening van de realiseerbare waarde zijn de disconteringsvoet, de verwachte trends in verkoopprijzen, productaanbod, directe kosten, EBITDA marges en inschattingen betreffende de langetermijngroei. De gebruikte disconteringsvoet is vóór winstbelastingen en werd bepaald op basis van ervaringen uit het verleden en de gewogen kapitaalkost binnen de sector. Verwachte wijzigingen in verkoopprijzen en directe kosten zijn gebaseerd op ervaringen uit het verleden en de inschattingen over toekomstige evoluties in de markt. De berekeningen maken gebruik van de voorspellingen van kasstromen uit de financiële budgetten goedgekeurd door het management, het langetermijnplan van de Vennootschap tot 2020, en een disconteringsvoet vóór winstbelastingen van 8,8% (voor het jaar afgesloten op 31 december 2014 werd een disconteringsvoet vóór winstbelastingen van 8,7% gebruikt). Die disconteringsvoet is gebaseerd op actuele marktinschattingen van de tijdswaarde van geld alsook op de specifieke risico's eigen aan de Vennootschap. De ontwikkeling van het langetermijnplan van de Vennootschap steunt op een aantal veronderstellingen waaronder:
De veronderstellingen werden voornamelijk afgeleid van:
Voor het jaar afgesloten op 31 december 2015, net zoals voor het jaar afgesloten op 31 december 2014, werd er voor de raming van kasstromen voor periodes na vijf jaar een extrapolatie gemaakt, waarbij geen groei verondersteld werd, en dit op basis van historische gegevens en de macro-economische omstandigheden. Dit groeiritme is niet hoger dan het gemiddelde langetermijngroeiritme voor de sector, zoals gepubliceerd in de rapporten van de Europese Centrale Bank (ECB).
De berekeningsmethode voor het verdisconteren van toekomstige kasstromen om de gebruikswaarde en de realiseerbare waarde te bepalen, zoals hierboven toegelicht, werd door de Vennootschap getest op redelijkheid door het resultaat van de berekening te vergelijken met de marktkapitalisatie van de Vennootschap.
De voornaamste veronderstellingen worden jaarlijks door het management van de Vennootschap herbekeken en bijgewerkt. Rekening houdend met het aanzienlijke positieve verschil tussen enerzijds de realiseerbare waarde van de kasstroomgenererende eenheid en anderzijds de boekwaarde van de goodwill is het management van de Vennootschap van mening dat wijzigingen in de belangrijkste veronderstellingen waarop de berekening gebaseerd is en die redelijkerwijs mogelijk zijn, niet tot de conclusie zouden leiden dat de boekwaarde van de goodwill de realiseerbare waarde overstijgt op 31 december 2015.
| (in duizend euro) |
Netwerk gebruiks rechten |
Handels naam |
Software | Klanten lijsten |
Uitzend rechten |
Overige | Subtotaal | Uitzend rechten voor doorverkoop |
Totaal |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Kost | |||||||||
| Per 1 januari 2014 |
102.222 | 121.514 | 366.813 | 212.776 | 129.052 | 21.125 | 953.502 | — | 953.502 |
| Toevoeging | — | — | 59.476 | — | 46.535 | — | 106.011 | 114 | 106.125 |
| Uitgeboekt bij verkoop en buiten gebruikstelling |
— | — | (1.463) | — | — | — | (1.463) | (114) | (1.577) |
| Uitboeking van volledig afgeschreven activa |
— | — | (8.852) | — | (98.107) | — | (106.959) | — | (106.959) |
| Per 31 december 2014 |
102.222 | 121.514 | 415.974 | 212.776 | 77.480 | 21.125 | 951.091 | — | 951.091 |
| Toevoegingen | — | — | 69.803 | — | 47.242 | — | 117.045 | 1.360 | 118.405 |
| Uitgeboekt bij verkoop en buiten gebruikstelling |
(71.525) | — | (3.256) | — | — | — | (74.781) | (1.360) | (76.141) |
| Transfers | — | — | (26) | — | — | — | (26) | — | (26) |
| Uitboeking van volledig afgeschreven activa |
— | — | (4.165) | — | (46.032) | — | (50.197) | — | (50.197) |
| Per 31 december 2015 |
30.697 | 121.514 | 478.330 | 212.776 | 78.690 | 21.125 | 943.132 | — | 943.132 |
| Per 1 januari 2014 |
102.222 | 103.331 | 273.167 | 135.197 | 84.859 | 2.810 | 701.586 | — | 701.586 |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Afschrijvings kosten voor het boekjaar |
— | 8.089 | 32.874 | 18.753 | 48.303 | 262 | 108.281 | — | 108.281 |
| Uigeboekt bij verkoop en buiten gebruikstelling |
— | — | (203) | — | — | — | (203) | — | (203) |
| Uitboeking van volledig afgeschreven activa |
— | — | (8.852) | — | (98.107) | — | (106.959) | — | (106.959) |
| Per 31 december 2014 |
102.222 | 111.420 | 296.986 | 153.950 | 35.055 | 3.072 | 702.705 | — | 702.705 |
| Afschrijvings kosten voor het boekjaar |
— | 8.076 | 46.859 | 17.729 | 49.008 | 290 | 121.962 | — | 121.962 |
| Uitgeboekt bij verkoop en buiten gebruikstelling |
(71.525) | — | (874) | — | — | — | (72.399) | — | (72.399) |
Telenet | Jaarverslag 2015 | 87
| Uitboeking van volledig afgeschreven activa |
— | — | (4.165) | — | (46.032) | — | (50.197) | — | (50.197) |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Per 31 december 2015 |
30.697 | 119.496 | 338.806 | 171.679 | 38.031 | 3.362 | 702.071 | — | 702.071 |
| Per 31 december 2015 |
— | 2.018 | 139.524 | 41.097 | 40.659 | 17.763 | 241.061 | — | 241.061 |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Per 31 december 2014 |
— | 10.094 | 118.988 | 58.826 | 42.425 | 18.053 | 248.386 | — | 248.386 |
De immateriële activa van de Vennootschap, andere dan goodwill, hebben een eindige levensduur en bestaan voornamelijk uit handelsnaam, kosten met betrekking tot softwareontwikkeling en verwerving, klantenlijsten, uitzendrechten, gunstige voorwaarden van toekomstige leases en contracten met leveranciers.
De Vennootschap beoordeelt de geschatte gebruiksduur van haar immateriële activa met een eindige levensduur voor elke rapporteringperiode, om te bepalen of gebeurtenissen of omstandigheden een herziene schatting van de gebruiksduur rechtvaardigen. De beoordeling, uitgevoerd in 2014 en 2015, heeft niet geleid tot een aanpassing van de verwachte levensduur van immateriële activa.
De Vennootschap verwierf in juni 2014 de niet-exclusieve uitzendrechten voor de Belgische voetbalcompetitie voor de komende drie seizoenen. De rechten voor het tweede jaar (2015-2016) voldoen aan de erkenningscriteria voor immateriële activa, wat resulteerde in een toevoeging van uitzendrechten voor €28,6 miljoen. In de overeenkomst behoudt de Pro League zich het recht om de uitzendrechten voor het volgend seizoen (2016-2017) op een andere manier toe te kennen.
De uitboeking van volledig afgeschreven activa bestaat hoofdzakelijk uit de uitzendrechten gerelateerd aan het seizoen 2014-2015. Deze waren afgeschreven op het einde van het seizoen, eind mei 2015 (€28,0 miljoen).
Als gevolg van een veiling in maart 2011 door het BIPT, verwierf Telenet Tecteo BidCo NV, een dochtervennootschap van de Vennootschap waarin de Waalse kabeloperator Tecteo SCRL een belang van 25% aanhoudt, de vierde licentie van 3G mobiel spectrum in België. De Vennootschap erkende het verworven spectrum als een immaterieel actief voor een bedrag van €71,5 miljoen, wat overeenstemde met de netto contante waarde op de datum van verwerving van de jaarlijkse betalingen. In december 2013, bepaalde het management van de Vennootschap dat het niet in staat zou zijn om de spectrum rechten te gebruiken en dat het recupereerbaar bedrag beschouwd wordt gelijk te zijn aan nul. Vervolgens werd de licentie voor 3G mobiel spectrum tegen eind 2013 volledig afgeschreven. Van zodra deze spectrumlicentie werd teruggegeven aan het BIPT, werd deze volledig afgeschreven spectrumlicentie uit de boeken genomen in 2015.
Ten tijde van de verwerving van de 3G licentie voor mobiele telefonie opteerde de Vennootschap ervoor om de overeenstemmende vergoeding in jaarlijkse schijven te betalen. Op 31 december 2015 was
88 | Telenet | Jaarverslag 2015 |
de Vennootschap niet vrijgesteld van deze contractuele verplichtingen en als gevolg hield de Vennootschap de overeenstemmende verplichting (€31,1 miljoen) aan in de geconsolideerde balans op 31 december 2015 (toelichting 5.13).
Samen met de verwerving van de 3G licentie oefende de Vennootschap ook haar calloptie uit om een bepaald aantal kanalen te verwerven in de 2G spectrumband voor een totaalbedrag van €31,5 miljoen. Deze kanalen zouden beschikbaar worden in november 2015.
Op 15 december 2014 publiceerde het BIPT de resultaten van haar oproep tot biedingen voor de 2G-spectrumfrequenties die voor Telenet bestemd waren. In december 2015 bereikten de Vennootschap en het BIPT, die in naam van de Belgische staat handelde, een overeenkomst met betrekking tot de niet-toegewezen 2G frequenties voor een totaal bedrag van €3,9 miljoen, dat betaald werd op 30 december 2015. De overeenstemmende kost werd erkend als een herstructureringskost (zie toelichting 5.20).
Voor verdere informatie betreffende de financiële leases van immateriële activa, zie toelichting 5.13.5 bij de geconsolideerde jaarrekening van de Vennootschap.
De volgende tabel toont de componenten van de investeringen van de Vennootschap in geassocieerde deelnemingen:
| (in duizend euro) | De Vijver Media NV |
Overige | Totaal |
|---|---|---|---|
| Verwerving van geassocieerde deelnemingen | |||
| Per 1 januari 2015 | — | 1.556 | 1.556 |
| Toevoegingen | 58.000 | — | 58.000 |
| Directe kosten betreffende overnames |
1.013 | 178 | 1.191 |
| Per 31 december 2015 | 59.013 | 1.734 | 60.747 |
| Per 1 januari 2015 | — | (161) | (161) |
|---|---|---|---|
| Aandeel in het resultaat van geassocieerde deelnemingen |
(4.093) | 17 | (4.076) |
| Per 31 december 2015 | (4.093) | (144) | (4.237) |
| Per 1 januari 2015 | — | — | — |
|---|---|---|---|
| Nieuwe leningen | — | 1.135 | 1.135 |
| Voorziene intresten | — | 6 | 6 |
| Per 31 december 2015 | — | 1.141 | 1.141 |
| Boekwaarde | |||
| Per 31 december 2015 | 54.920 | 2.481 | 57.401 |
| Per 1 januari 2015 | — | 1.395 | 1.395 |
Op 16 juni 2014 tekende Telenet een overeenkomst voor de verwerving van een participatie van 50% in het Belgische mediabedrijf De Vijver Media NV. De Vijver Media is eigenaar van twee commerciële omroepen ("VIER" en "VIJF") en een programmaproductiehuis ("Woestijnvis"). De Europese Commissie keurde de investering in februari 2015 goed en de participatie van 50% werd verworven door de combinatie van een overname van aandelen (€26,0 miljoen) en een kapitaalverhoging (€32,0 miljoen). De resterende 50% van de aandelen zijn in handen van Waterman & Waterman NV (het bedrijf van Wouter Vandenhaute en zijn zakenpartner Erik Watté) en Corelio NV (een Belgische mediagroep).
De 50% participatie in De Vijver Media voldoet aan de voorwaarden van een joint venture en wordt verwerkt via de vermogensmutatiemethode. De initiële boekwaarde van de participatie was €59,0 miljoen en bevatte voor €1,0 miljoen aan direct toewijsbare transactiekosten. Telenet erkende zijn deel van €4,1 miljoen in het nettoverlies van De Vijver Media sinds de verwervingsdatum, hetgeen resulteerde in een boekwaarde van de investering van €54,9 miljoen op 31 december 2015.
De aanpassing aan de reële waarde van de overname kan als volgt worden samengevat:
| (in duizend euro) | |
|---|---|
| Overgedragen vergoeding | 58.000 |
| Directe kosten betreffende overnames | 1.013 |
| Aandeel in het netto actief van De Vijver Media per 28 februari 2015 (50%) |
18.462 |
| Goodwill | 40.551 |
| Bedrag opgenomen als geassocieerde deelneming |
59.013 |
De volgende tabel vat de financiële informatie samen van De Vijver Media NV, die zoals in zijn eigen jaarrekening inbegrepen is, aangepast voor reële waarde aanpassingen bij overname en verschillen in de grondslagen van financiële verslaggeving.
De tabel reconcilieert ook de samengevatte financiële informatie met de boekwaarde van het aandeel van de Vennootschap in De Vijver Media NV.
| (in duizend euro) | 2015 |
|---|---|
| Netto actief | |
| Vaste activa | 120.084 |
| Vlottende activa | 59.419 |
| Langlopende verplichtingen | (77.737) |
| Kortlopende verplichtingen | (73.029) |
| Netto actief (100%) | 28.737 |
| Aandeel van de groep in het netto actief (50%) |
|
| Aandeel van de groep in het netto actief (50%) |
14.369 |
| Goodwill | 40.551 |
| Boekwaarde van het aandeel in de joint venture |
54.920 |
| Winst en totaalresultaat | |
| Opbrengsten | 101.052 |
| Afschrijvingen | (7.416) |
| Interestkosten | (4.679) |
| Winst en totaalresultaat voor de 10 | |
| maanden afgesloten op 31 december 2015 (100%) |
(8.186) |
| Netto verlies (100%) | (7.522) |
| Netto resultaat rechtstreeks verwerkt in het eigen vermogen (100%) |
— |
| Aandeel van de groep in het totaalresultaat (50%) |
|
| Aandeel van de groep in het totaalresultaat (50%) |
(4.093) |
| (in duizend euro) | 31 december 2015 | 31 december 2014 |
|---|---|---|
| Handelsvorderingen | 4.841 | - |
| Minus: Waardervermindering voor dubieuze vorderingen | (102) | - |
| Handelsvorderingen, netto | 4.739 | - |
Langlopende handelsvorderingen omvatten verkopen betreffende de financieringscontracten voor gsm's en smartphones op lange termijn met klanten.
| (in duizend euro) | december 31, 2015 | december 31, 2014 |
|---|---|---|
| Handelsvorderingen | 153.023 | 113.626 |
| Minus: Waardevermindering voor dubieuze vorderingen | (7.116) | (1.961) |
| Handelsvorderingen, netto | 145.907 | 111.665 |
Per 31 december 2015 en per 31 december 2014 kan de ouderdom van de handelsvorderingen van de Vennootschap respectievelijk als volgt worden gedetailleerd:
| Vervallen | |||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| (in duizend euro) | Niet vervallen | 1-30 dagen |
31-60 dagen | 61-90 dagen | 91-120 dagen | >120 dagen |
Totaal |
| 31 december 2015 | 95.264 | 29.727 | 8.596 | 1.972 | 1.468 | 15.996 | 153.023 |
| 31 december 2014 | 60.394 | 37.110 | 3.865 | 2.141 | 1.612 | 8.504 | 113.626 |
Alle facturen met betrekking tot residentiële klanten zijn betaalbaar binnen de 20 dagen. Voor andere klanten bedraagt de betalingstermijn 30 of 60 dagen. In overeenstemming met de waarderingsregels van de Vennootschap en op basis van ervaring worden handelsvorderingen die minder dan 120 dagen in overschrijding zijn, niet als dubieus beschouwd en dus niet in waarde verminderd. Op 31 december 2015 was er een totaal bedrag van €41,8 miljoen (2014: €44,7 miljoen) aan reeds vervallen vorderingen waarvoor nog geen waardevermindering werd opgenomen. Met betrekking tot deze handelsvorderingen zijn er geen indicaties dat de schuldenaars niet aan hun betalingsverplichtingen zullen voldoen. De kredietwaardigheid van handels- en andere vorderingen wordt beoordeeld en de Vennootschap volgt nauwlettend het kredietrisico van klanten op op basis van de door het management van de Vennootschap opgestelde kredietpolitiek.
Uitstaande handelsvorderingen van meer dan 120 dagen na vervaldag worden beschouwd als mogelijk in waarde verminderd, en worden op klantniveau aan een gedetailleerde analyse onderworpen. Er wordt een voorziening voor de waardevermindering van handelsvorderingen aangelegd op basis van objectief bewijs dat de Vennootschap de bedragen niet zal kunnen innen. Belangrijke financiële moeilijkheden van de schuldenaar, het niet nakomen van aflossingsverplichtingen en andere negatieve aanwijzingen worden beschouwd als indicatoren dat de handelsvordering in waarde is verminderd. Op basis van de vereiste en gepaste onderliggende documentatie worden de vorderingen van meer dan 120 dagen na vervaldag, maar waarvan het bedrag vermoedelijk zal kunnen worden geïnd, niet in de berekening van de voorziening voor dubieuze debiteuren opgenomen. Voor de overige vorderingen die meer dan 120 dagen in overschrijding zijn, wordt een voorziening voor dubieuze debiteuren aangelegd aan 100%.
Op 31 december 2015 liepen de vlottende en langlopende handelsvorderingen gerelateerd aan verkoop van gsm's en smartphones met een klantenkredietovereenkomst op tot respectievelijk €5,7 miljoen en €4,7 miljoen.
De concentratie van kredietrisico is beperkt omdat de Vennootschap een groot aantal niet-verwante klanten heeft. We zijn bijgevolg van mening dat er naast de provisie voor dubieuze debiteuren geen verdere voorziening voor kredietrisico vereist is.
De onderstaande tabel geeft de evolutie weer in de waardevermindering voor dubieuze handelsvorderingen:
| (in duizend euro) | 31 december 2015 |
31 december 2014 |
|---|---|---|
| Waardevermindering voor dubieuze vorderingen bij aanvang van het jaar |
(1.961) | (3.358) |
| Toevoegingen | (4.938) | (2.718) |
| Terugnames en aanwendingen | (217) | 4.115 |
| Waardevermindering voor dubieuze vorderingen op het einde van het jaar |
(7.116) | (1.961) |
Als een handelsvordering oninbaar is, wordt ze afgeschreven en wordt de aangelegde waardevermindering voor handelsvorderingen overeenkomstig aangewend. De kost voor waardevermindering van handelsvorderingen wordt opgenomen in de kostprijs van geleverde diensten in de staat van het resultaat en het netto resultaat rechtstreeks verwerkt in het eigen vermogen. De Vennootschap heeft geen handelsvorderingen in vreemde valuta.
| (in duizend euro) | 31 december 2015 | 31 december 2014 |
|---|---|---|
| Uitstaande waarborgen bij derden voor eigen verplichtingen (contant betaald) | 982 | 888 |
| Vooruitbetaalde kosten met betrekking tot licenties | 2.026 | — |
| Over te dragen financieringskosten | 10.228 | — |
| Vorderingen n.a.v. de verkoop van sportuitzendrechten | — | 1.404 |
| Overige vaste activa | 13.236 | 2.292 |
De Vennootschap presenteert de over te dragen financieringskosten die gerelateerd zijn aan de niet-opgenomen Termijnlening AA en de Wentelkredieten X en Z als overige vaste activa.
| (in duizend euro) | 31 december 2015 | 31 december 2014 |
|---|---|---|
| Terug te vorderen roerende voorheffing | 284 | 279 |
| Vooruitbetaalde uitzendrechten | 7.455 | 7.004 |
| Overige vooruitbetalingen | 15.663 | 22.900 |
| Toe te rekenen opbrengsten | 40.811 | 41.688 |
| Vorderingen n.a.v. de verkoop van sportuitzendrechten | 1.446 | 2.061 |
| Overige | 3.904 | 3.937 |
| Overige vlottende activa | 69.563 | 77.869 |
Toe te rekenen opbrengsten zijn doorgaans opbrengsten waarvoor de Vennootschap reeds een dienst of product heeft geleverd in
Per 31 december 2015 bedroegen de voorraden €19,3 miljoen (2014: €17,1 miljoen). Deze voorraden bestonden hoofdzakelijk uit mobiele telefoontoestellen en tablets, HD Digiboxen, overige apparaten die betrekking hebben op digitale televisie, draadloze modems en powerline adaptors. De stijging van de voorraden ten opzichte van 31 december 2014 met €2,2 miljoen was voornamelijk toe te schrijven aan een €4,4 miljoen hogere voorraad van mobiele telefoontoestellen, een stijging van de voorraad tablets met €1,5 miljoen, deels tenietgedaan door een daling van de voorraad van HD Digiboxen met €1,3 miljoen en overige apparaten die betrekking hebben op digitale televisie voor een totaal van €1,2 miljoen.
overeenstemming met de klantovereenkomst, maar waarvoor de klant nog niet gefactureerd werd.
Voor het jaar afgesloten op 31 december 2015 werden voorraden ten bedrage van €73,3 miljoen (2014: €79,3 miljoen) geboekt als kost tijdens de periode en opgenomen in "kosten van geleverde diensten".
De netto boekwaarde van de voorraden houdt eveneens rekening met de afwaarderingen van de boekwaarde van de voorraden tot de netto realiseerbare waarde. Deze afwaarderingen van de voorraden bedroegen respectievelijk €1,1 miljoen en €0,7 miljoen voor het jaar afgesloten op 31 december 2015 en voor het jaar afgesloten op 31 december 2014.
| (in duizend euro) | 31 december 2015 |
31 december 2014 |
|---|---|---|
| Banktegoeden en kasmiddelen | 80.083 | 155.158 |
| Depositocertificaten | 1.190 | 33.918 |
| Geldmarktfondsen | 196.000 | — |
| Geldmiddelen en kasequivalenten |
277.273 | 189.076 |
Per 31 december 2015 hadden de depositocertificaten een gewogen gemiddelde interestvoet van 0,13% (2014: 0,45%) en een dagelijkse liquiditeit (2014: 60 dagen). De geldmiddelen en kasequivalenten van de Vennootschap worden geplaatst bij gereputeerde financiële instellingen met een sterke kredietwaardigheid om zo het kredietrisico te minimaliseren. De beleggingen van de geldmiddelen en kasequivalenten van de Vennootschap op 31 december 2015 en 2014 werden gedaan in overeenstemming met de richtlijnen van de Vennootschap inzake risicobeheer. In lijn met de aangepaste thesauriepolitiek van de Vennootschap, zoals goedgekeurd door het auditcomité in maart 2015, is de blootstelling aan bankrisico beperkt tot 29% van de totale geconsolideerde geldmiddelen en kasequivalenten. De investeringen in geldmarktfondsen zijn toegenomen om het totale kredietrisico te minimaliseren.
Per 31 december 2015 hadden de geldmarktfondsen een gewogen gemiddelde interestvoet van (0,13%) en een dagelijkse liquiditeit, terwijl de depositocertificaten een gewogen gemiddelde opbrengst van 0,45% hadden in 2014 met een gemiddelde maturiteit van 60 dagen. De geldmiddelen en kasequivalenten van de Vennootschap worden geplaatst bij gereputeerde financiële instellingen met een sterke kredietwaardigheid om zo het kredietrisico te minimaliseren. De beleggingen van de geldmiddelen en kasequivalenten van de Vennootschap op 31 december 2015 en 2014 werden gedaan in overeenstemming met de richtlijnen van de Vennootschap inzake risicobeheer.
Per 31 december 2015, had Telenet Group Holding NV de volgende aandelen uitstaan, die allemaal behandeld worden als één klasse in de berekening van de winst per aandeel:
117.278.706 gewone aandelen (2014: 116.813.166 aandelen), inclusief;
• 94.843 Liquidatie Dispreferentie Aandelen (2014: 94.843 aandelen) in het bezit van Interkabel en Binan Investments B.V. (een dochtervennootschap van Liberty Global plc), die dezelfde rechten verlenen als de gewone aandelen, behalve dat zij onderworpen zijn aan een liquidatie dispreferentie van €8,02, zodat in geval van vereffening van Telenet Group Holding NV de Liquidatie Dispreferentie Aandelen enkel deel zouden hebben aan het deel van de opbrengsten uit de vereffening, dat hoger is dan €8,02 per aandeel. Liquidatie Dispreferentie Aandelen
kunnen worden omgezet in gewone aandelen in een verhouding van 1,04 Liquidatie Dispreferentie Aandeel voor 1 gewoon aandeel; en
• 30 Gouden Aandelen (2014: 30 Gouden Aandelen) in het bezit van de financieringsintercommunales die momenteel de Gouden Aandelen aanhouden, zijn: IFIGGA, FINEA, FINGEM, IKA, FINILEK, FINIWO en FIGGA., die dezelfde rechten hebben als de gewone aandelen en die de houders ervan eveneens recht geven om vertegenwoordigers te benoemen in de Regulatoire Raad, die toezicht houdt op het garanderen van de algemene belangen met betrekking tot Telenets aanbod van digitale televisie.
Het geplaatst kapitaal bedroeg per 31 december 2015 €12,8 miljoen (2013: €12,7 miljoen).
Op 12 februari 2015 maakte de Vennootschap de start bekend van een nieuw aandeleninkoopprogramma (het "Aandeleninkoopprogramma 2015"). Onder dit programma, kan de Vennootschap van tijd tot tijd eigen aandelen inkopen, met een maximum van 1,1 miljoen gewone aandelen, voor een maximaal bedrag van € 50,0 miljoen binnen een periode van zes maanden vanaf 12 februari 2015. De Vennootschap heeft 989.381 eigen aandelen verworven onder het Aandeleninkoopprogramma 2015, voor een totaalbedrag van €50,0 miljoen. Alle ingekochte aandelen zullen door de Vennootschap worden aangehouden om haar verplichtingen na te komen onder bestaande aandelenoptieplannen. In 2014, werd een totaal van 1.100.000 aandelen ingekocht voor een totaal bedrag van €48,2 miljoen onder een soortgelijk aandeleninkoopprogramma.
Op 17 december 2014 leende de Vennootschap 200.000 aandelen van haar meerderheidsaandeelhouder Binan Investments B.V., onder een "Aandelenleningsovereenkomst". Deze aandelen werden geleend om de aan verplichtingen van de Vennootschap onder bestaande aandelenoptieplannen te voldoen. Op 15 juni 2015 gaf de Vennootschap de 200.00 aandelen terug aan Binan Investments B.V.
Nadat de Vennootschap 57.800 eigen aandelen leverde aan de begunstigden na uitoefening van aandelenopties onder het ESOP 2013 en onder het ESOP 2014 plan tijdens het jaar afgesloten op 31 december 2015 (zie hieronder), betaalde de Vennootschap €38,5 miljoen om haar eigen aandelen onder het Aandeleninkoopprogramma 2015 te verhogen van 34.478 naar 766.059, wat 0,65% vertegenwoordigt van het totaal aantal uitstaande aandelen per 31 december 2015. Rekening houdend met een nominale waarde van €0,11 per aandeel op 31 december 2015, vertegenwoordigt dit een totaal van €84.266,49 in het aandelenkapitaal van de Vennootschap.
Details over het Warrantenplan 2010 uitgegeven door de Vennootschap met uitstaande warranten per 31 december 2015, zijn samengevat in onderstaande tabel:
| Uitgifte van warranten | Toegekende warranten | |||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Warrantenplan | Datum goedkeuring door de buitengewone algemene vergadering van aandeelhouders |
Totaal aantal uitgegeven warranten |
Naam van het aangeboden plan |
Datum aanbod |
Aantal warranten aangeboden |
Aantal warranten aanvaard |
Begunstigden | |
| Warrantenplan 2010 |
28 april 2010 | 2.800.000 | Warranten Plan 2010 ter |
11 augustus 2011 |
184.500 | 147.500 | bepaalde werknemers |
Warranten onder alle voormelde plannen worden definitief verworven in gelijke schijven per kwartaal over een periode van vier jaar, en geven de houder van elke warrant het recht om in te schrijven op één nieuw aandeel van de Vennootschap.
Sedert 29 september 2015, staan er geen warranten meer uit onder het Warrantenplan 2007 septies en het Warrantenplan 2010 primo. Per 11 december 2015, waren er geen warranten die nog uitstonden onder het Warrantenplan 2010 bis.
Op 22 april 2013 keurde de raad van bestuur een algemeen aandelenoptieplan goed voor werknemers voor een totaal van 1.200.000 aandelenopties op bestaande aandelen, mits goedkeuring en binnen de grenzen van het toegestane kapitaal zoals goedgekeurd door de algemene aandeelhoudersvergadering van 24 april 2013 (het "Werknemers Aandelenoptieplan 2013" of "ESOP 2013"). Elk van deze aandelenopties geeft de houder ervan het recht om een bestaand aandeel van de Vennootschap te verwerven.
In 2013 keurde de raad van bestuur twee toekenningen (ESOP 2013 primo en ESOP 2013 bis) onder dit plan goed aan bepaalde begunstigden.
De definitieve verwerving van deze aandelenopties gebeurt per kwartaal en over een tijdspanne van vier jaar. Hierbij zal de eerste vier kwartalen telkens 10% van de totale toegekende aandelenopties definitief verworven zijn en de volgende 12 kwartalen zal telkens 5% van de toegekende aandelenopties definitief verworven zijn.
Tijdens 2015 oefenden begunstigden van het ESOP 2013 in totaal 54.500 aandelenopties uit, wat heeft geleid tot een levering van 54.500 eigen aandelen door de Vennootschap.
Op 5 december 2014 keurde de raad van bestuur een algemeen aandelenoptieplan goed voor werknemers voor een totaal van 830.500 aandelenopties op bestaande aandelen, mits goedkeuring en binnen de grenzen van het toegestane kapitaal zoals goedgekeurd door de algemene aandeelhoudersvergadering van 24 april 2013 (het "Werknemers Aandelenoptieplan 2014" of "ESOP 2014"). Elk van deze aandelenopties geeft de houder ervan het recht om een bestaand aandeel van de Vennootschap te verwerven.
Op 12 december 2014 keurde de raad van bestuur een toekenning onder dit plan goed aan bepaalde begunstigden. Op 31 januari 2015 waren in totaal 766.500 aandelenopties geaccepteerd.
De definitieve verwerving van deze aandelenopties gebeurt per kwartaal en over een tijdspanne van vier jaar. Hierbij zal de eerste vier kwartalen telkens 10% van de totale toegekende aandelenopties definitief verworven zijn en de volgende 12 kwartalen zal telkens 5% van de toegekende aandelenopties definitief verworven zijn. De details omtrent de aandelenoptieplannen uitgegeven door de Vennootschap worden in onderstaande tabel samengevat:
Tijdens 2015, oefende de begunstigden onder het ESOP 2014 plan een totaal van 3.300 aandelenopties uit, resulterend in de levering van een totaal van 3.300 eigen aandelen aangehouden door de Vennootschap.
Op 27 oktober 2015 keurde de raad van bestuur het algemeen werknemers aandelenoptieplan voor een totaal van 873.000 aandelenopties op bestaande aandelen, onder de voorwaarde van goedkeuring en binnen de grenzen van het toegestande kapitaal zoals goedgekeurd door de algemene vergadering van de aandeelhouders op 29 april 2015 (het "Werknemers Aandelenoptieplan 2015" of"ESOP 2015"). Elk van deze aandelenopties geeft de houder ervan het recht om een bestaand aandeel van de Vennootschap te verwerven,
Op 2 november 2015 keurde de raad van bestuur een toekenning onder dit plan goed aan bepaalde begunstigden. Op 15 december 2015 waren in totaal 402.350 aandelenopties goedgekeurd.
De definitieve verwerving van deze aandelenopties gebeurt per kwartaal en over een tijdspanne van vier jaar. Hierbij zal de eerste vier kwartalen telkens 10% van de totale toegekende aandelenopties definitief verworven zijn en de volgende 12 kwartalen zal telkens 5% van de toegekende aandelenopties definitief verworven zijn.
Op 24 juli 2015 keurde de raad van bestuur een bijzonder prestatieaandelenoptieplan goed voor een specifieke werknemer voor een totaal van 18.750 aandelenopties op bestaande aandelen (het "Bijzonder Prestatieaandelenoptieplan 2015 bis" of "SSOP 2015 bis"). Elk van deze aandelenopties geeft de houder ervan het recht om een bestaand aandeel van de Vennootschap te verwerven,
De toekenning van deze 18.750 aandelenopties, met een uitoefenprijs van €48,83 per optie, werd aan bepaalde begunstigde aangeboden op 28 december 2015, die dit op 15 januari 2016 aanvaard heeft.
De definitieve verwerving van deze aandelenopties onder het Bijzonder Prestatiegericht ESOP 2015 bis is afhankelijk van het behalen van bepaalde prestatiecriteria voor een periode van drie jaar, in een eerste schijf van 75% of 14.055 opties en een tweede schijf van de resterende 25% of 4.693 aandelenopties.
Elk van deze aandelenopties die definitief verworven worden onder het Bijzonder Prestatiegericht ESOP 2015 bis worden uitoefenbaar tijdens gedefinieerde uitoefenperiodes, volgend op 28 december 2018 voor de eerste schijf en 11 februari 2019 voor de tweede schijf en hebben 28 december 2020 als vervaldatum.
Op 22 april 2013 keurde de raad van bestuur ook een specifiek aandelenoptieplan goed voor de Gedelegeerd Bestuurder van de Vennootschap. Het betrof een totaal van 200.000 aandelenopties op bestaande aandelen (het CEO Aandelenoptieplan 2013 of CEO SOP 2013). Elk van deze aandelenopties geeft de houder ervan het recht om een bestaand aandeel van de Vennootschap te verwerven. Op 24 april 2013 keurde de buitengewone algemene vergadering van aandeelhouders voorafgaandelijk bepaalde voorwaarden van het CEO Aandelenplan 2013 goed.
De toekenning van deze 200.000 aandelenopties, met een uitoefenprijs van €34,33 per optie, aan de Gedelegeerd Bestuurder gebeurde op 4 juli 2013. De Gedelegeerd Bestuurder aanvaardde dit aanbod op 2 oktober 2013.
De definitieve verwerving van de aandelenopties onder CEO SOP 2013 is afhankelijk van het behalen van bepaalde (cumulatieve) prestatiecriteria voor een periode van drie jaar, met inbegrip van het behalen van een minimaal niveau aan Adjusted EBITDA. Het remuneratiecomité bepaalde op 3 oktober 2013 voor elke schijf in samenspraak met de Gedelegeerd Bestuurder de prestatiecriteria en het remuneratiecomité zal beslissen of deze criteria al dan niet behaald werden. Aangezien de toepasbare prestatiecriteria voor 2013 en 2014 behaald werden, werd de eerste schijf van 50.000 aandelenopties definitief verworven op 4 juli 2014 en is de tweede schijf van 100.000 aandelenopties definitief verworven op 4 juli 2015.
Aangezien de bijkomende prestatiecriteria over 2015 zijn behaald, besliste het remuneratiecomité op 9 februari 2016 dat de laatste schijf van 50.000 aandelenopties definitief verworven zal worden op 4 juli 2016.
Alle aandelenopties die in het kader van CEO SOP 2013 definitief verworven zullen worden kunnen vanaf 4 juli 2016 tijdens bepaalde periodes uitgeoefend worden. Alle aandelenopties onder CEO SOP 2013 vervallen op 4 juli 2018.
Op 8 november 2013 keurde de raad van bestuur een specifiek aandelenoptieplan goed voor de Gedelegeerd Bestuurder van de Vennootschap. Het betrof een totaal van 185.000 aandelenopties op bestaande aandelen (het CEO Aandelenoptieplan 2014 of CEO SOP 2014). Elk van deze aandelenopties geeft de houder ervan het recht om een bestaand aandeel van de Vennootschap te verwerven.
De toekenning van deze 185.000 aandelenopties, met een uitoefenprijs van €38,88 per optie, aan de Gedelegeerd Bestuurder gebeurde op 8 De definitieve verwerving van de aandelenopties onder CEO SOP 2014 is afhankelijk van het behalen van bepaalde (cumulatieve) prestatiecriteria voor een periode van drie jaar, met inbegrip van het behalen van een minimaal niveau aan Adjusted EBITDA. Het remuneratiecomité bepaalt voor elke schijf in samenspraak met de Gedelegeerd Bestuurder de prestatiecriteria en het remuneratiecomité zal beslissen of deze criteria al dan niet behaald werden.
Op 10 februari 2015 besliste het remuneratiecomité dat de toepasbare prestatiecriteria voor 2014 zijn behaald. Afhankelijk van het behalen van de cumulatieve prestatiecriteria over 2014 en 2015, zoals bepaald in het Aandelenoptieplan 2014 voor de Gedelegeerd Bestuurder, kan de eerste schijf van 138.750 aandelenopties definitief verworven worden op 26 juni 2016. De tweede schijf van 46.250 aandelenopties kan definitief verworven worden op 1 maart 2017, afhankelijk van het behalen van de prestatiecriteria over 2016 zoals bepaald door het remuneratiecomité. Op 9 februari 2016 besliste het remuneratiecomité dat de eerste schijf van 138.750 aandelenopties definitief verworven zal worden op 26 juni 2016 aangezien de toepasbare prestatiecriteria over 2015 zijn behaald.
Alle aandelenopties die in het kader van CEO SOP 2014 definitief verworven zullen worden kunnen vanaf 26 juni 2016 tijdens bepaalde periodes uitgeoefend worden. Alle aandelenopties onder CEO SOP 2014 vervallen op 26 juni 2020.
Op 26 juni 2014 keurde de raad van bestuur een specifiek aandelenoptieplan goed voor de Gedelegeerd Bestuurder van de Vennootschap. Het betrof een totaal van 180.000 aandelenopties op bestaande aandelen (het CEO Aandelenoptieplan 2014 bis of CEO SOP 2014bis). Elk van deze aandelenopties geeft de houder ervan het recht om een bestaand aandeel van de Vennootschap te verwerven.
De toekenning van deze 180.000 aandelenopties, met een uitoefenprijs van €39,38 per optie, aan de Gedelegeerd Bestuurder gebeurde op 15 juli 2014. De Gedelegeerd Bestuurder aanvaardde dit aanbod op 13 september 2014.
De definitieve verwerving van de aandelenopties onder CEO SOP 2014 bis is afhankelijk van het behalen van bepaalde (cumulatieve) prestatiecriteria voor een periode van drie jaar, met inbegrip van het behalen van een minimaal niveau aan Adjusted EBITDA. Het remuneratiecomité bepaalde op 26 juni 2014 voor elke schijf in samenspraak met de Gedelegeerd Bestuurder de prestatiecriteria en het remuneratiecomité zal beslissen of deze criteria al dan niet behaald werden. Op 10 februari 2015 besliste het remuneratiecomité dat de eerste schijf van 45.000 aandelenopties definitief verworven zal worden op 15 juli 2015.
Afhankelijk van het behalen van de prestatiecriteria over 2014 en 2015, zoals bepaald door het remuneratiecomité, kan de tweede schijf van 67.500 aandelenopties definitief verworven worden op 15 juli 2016. De laatste schijf van 67.500 aandelenopties kan definitief verworven worden op 15 juli 2017 als de prestatiecriteria voor 2014, 2015 en 2016 worden behaald. Op 9 februari 2016 besliste het remuneratiecomité dat de tweede schijf van 67.500 aandelenopties definitief verworven zal worden op 15 juli 2016.
Alle aandelenopties die in het kader van CEO SOP 2014 bis definitief verworven zullen worden kunnen vanaf 15 juli 2017 tijdens bepaalde periodes uitgeoefend worden. Alle aandelenopties onder CEO SOP 2014 bis vervallen op 15 juli 2019.
Op 10 februari 2015 keurde de raad van bestuur een specifiek aandelenoptieplan goed voor de CEO van de Vennootschap voor een totaal van 180.000 opties op bestaande aandelen (het "CEO Aandelenoptieplan 2015" of "CEO SOP 2015"). Elk van deze aandelenopties geeft de houder ervan het recht om een bestaand aandeel van de Vennootschap te verwerven.
De toekenning van deze 180.000 aandelenopties, met een uitoefenprijs van €50,57 per optie, aan de Gedelegeerd Bestuurder gebeurde op 13 maart 2015. De Gedelegeerd Bestuurder aanvaardde dit aanbod op 11 mei 2015.
De definitieve verwerving van de aandelenopties onder CEO SOP 2015 is afhankelijk van het behalen van bepaalde (cumulatieve) prestatiecriteria voor een periode van drie jaar, met inbegrip van het behalen van een minimaal niveau aan Adjusted EBITDA. Het remuneratiecomité bepaalde op 10 februari 2015 voor elke schijf in samenspraak met de Gedelegeerd Bestuurder de prestatiecriteria en het remuneratiecomité zal beslissen of deze criteria al dan niet behaald werden. Op 9 februari 2016 besliste het remuneratiecomité dat de eerste schijf van 55.000 aandelenopties definitief verworven zal worden op 13 maart 2016.
Afhankelijk van het behalen van de prestatiecriteria over 2016 zoals bepaald door het remuneratiecomité, kan de tweede schijf van 63.000 aandelenopties definitief verworven worden op 13 maart 2017, als de prestatiecriteria behaald werden voor 2015 en 2016.
Afhankelijk van het behalen van de prestatiecriteria over 2016 zoals bepaald door het remuneratiecomité, kan de laatste schijf van 62.000 aandelenopties definitief verworven worden op 13 maart 2018, als de prestatiecriteria behaald werden voor 2015, 2016 en 2017.
Alle aandelenopties die in het kader van CEO SOP 2015 definitief verworven zullen worden kunnen vanaf 13 maart 2018 tijdens bepaalde periodes uitgeoefend worden en vervallen op 13 maart 2020.
De details aangaande de aandelenoptieplannen die door de Vennootschap toegekend werden, worden als volgt samengevat in de volgende tabel:
| Uitgifte van opties | Toegekende opties | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Optieplan | Datum goedkeuring door raad van |
Totaal aantal uitgegeven opties |
Naam van het aangeboden plan |
Datum aanbod |
Aantal opties aangeboden |
Aantal opties aanvaard |
Begunstigden |
| Specifiek Optieplan 2010-2014 |
bestuur 24 maart 2010 |
850.000 | SSOP 2010-2014 |
4 september 2010 |
850.000 | 850.000 | Voormalige CEO |
| Werknemers Optieplan 2013 |
22 april 2013 | 1.200.000 | ESOP 2013 primo |
4 juli 2013 | 985.000 | 741.448 | bepaalde werknemers |
| ESOP 2013 bis | 22 oktober 2013 |
58.000 | 58.000 | bepaalde werknemers |
|||
| CEO Optieplan 2013 |
22 april 2013 | 200.000 | CEO SOP 2013 | 4 juli 2013 | 200.000 | 200.000 | CEO |
| CEO Optieplan 2014 |
8 november 2013 |
185.000 | CEO SOP 2014 | 8 november 2013 |
185.000 | 185.000 | CEO |
| CEO Optieplan 2014 bis |
26 juni 2014 | 180.000 | CEO SOP 2014 bis |
15 juli 2014 | 180.000 | 180.000 | CEO |
| Werknemers Optieplan 2014 |
5 december 2014 |
830.500 | ESOP 2014 | 12 december 2014 |
830.500 | 766.500 | bepaalde werknemers |
| CEO Optieplan 2015 |
10 februari 2015 |
180.000 | CEO SOP 2015 | 13 maart 2015 | 180.000 | 180.000 | CEO |
| Werknemers Optieplan 2015 |
27 oktober 2015 |
873.000 | ESOP 2015 | November 2, 2015 |
873.000 | 402.350 | bepaalde werknemers |
| Bjizonder Prestatiegericht Optieplan 2015 |
24 juli 2015 | 18.750 | SSOP 2015 bis | 28 december 2015 |
18.750 | 18.750 | bepaalde werknemer |
Voor rapporteringdoeleinden werden de toekenningsdata voor alle voornoemde toekenningen bepaald als de data waarop de begunstigden het aanbod aanvaardden, behalve voor het CEO SOP 2014 bis, het CEO SOP 2015 en het Bijzonder Prestatiegericht ESOP 2015 bis, vanwege de toepasselijke beslissingsbevoegdheid van het remuneratie- en nominatiecomité over de prestatiecriteria van het plan. Voor deze plannen wordt de boekhoudkundige datum van toekenning nog niet geacht bereikt te zijn en aldus wordt de reële waarde van de opties periodiek geherwaardeerd totdat de clausule van beslissingsbevoegdheid is verwijderd. De reële waarde van de warranten en de aandelenopties werd bepaald op basis van het Black-Scholes waarderingsmodel.
De toekenningsdata voor rapporteringdoeleinden en de onderliggende veronderstellingen voor de bepaling van de reële waarde op de toekenningsdatum kunnen samengevat worden als volgt:
| Uitgifte van warranten | Toegekende warranten | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Warrantenplan | Datum goedkeuring door de buitengewone algemene vergadering van aandeelhouders |
Totaal aantal uitgegeven warranten |
Naam van het aangeboden plan |
Datum aanbod |
Aantal warranten aangeboden |
Aantal warranten aanvaard |
Begunstigden |
| Warrantenplan 2007 | 27 december 2007 |
3.300.000 | Warrantenplan 2007 septies |
28 september 2010 |
189.900 | 189.900 | bepaalde werknemers |
| Warrantenplan 2010 | 28 april 2010 | 2.800.000 | Warrantenplan 2010 primo |
28 september 2010 |
1.147.600 | 1.006.700 | bepaalde werknemers |
| " | Warrantenplan 2010 bis |
10 december 2010 |
70.500 | 50.500 | bepaalde werknemers |
||
| " | Warrantenplan 2010 ter |
11 augustus 2011 |
184.500 | 147.500 | bepaalde werknemers |
| Boekhoud kundige |
Reële waarde op |
Aan delenko |
Uitoefenprijs (in euro) |
Verwachte volatiliteit |
Verwachte levensduur |
Verwachte dividenden |
Risicovrije interestvoe |
||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| datum van toekenning |
datum van toekenning |
ers (in euro) |
Initieel | Aangepast | optie | t | |||
| ESOP 2013 primo opties |
31 juli 2013 | 5,99 - 8,45 | 36,4 | 34,33 | - | 21,0% - 23,3% |
4,4 jaar | 0,0% | 0,47% - 1,07% |
| ESOP 2013 bis opties |
30 november 2013 |
7,25 - 9,81 | 40,5 | 36,75 | - | 20,2% - 22,6% |
4,4 jaar | 0,0% | 0,36% - 0,89% |
| ESOP 2014 opties | 31 januari 2015 |
8,54 - 10,57 | 49,21 | 45,27 | - | 20,9% - 22,1% |
4,3 jaar | 0,0% (*) | -0,01% - 0,00% |
| ESOP 2015 opties | 15 december 2015 |
4,58 - 6,63 | 46,89 | 50,87 | - | 20,7% - 21,8% |
4,3 jaar | 0,0% (*) | -0,25% - -0,01% |
| CEO SOP 2013 opties |
2 oktober 2013 |
7,91 - 10,01 | 36,85 - 39,13 |
34,33 | - | 20,5% - 22,6% |
4,0 jaar | 0,0% | 1,03% - 1,07% |
| CEO SOP 2014 opties |
5 februari 2014 |
12,12 | 44,13 | 38,88 | - | 22,3% | 5,0 jaar | 0,0% | 1,05% |
| " | 11 maart 2014 |
12,31 | 45,64 | 38,88 | - | 22,2% | 5,2 jaar | 0,0% | 1,06% |
| CEO SOP 2014 bis opties |
10 februari 2015 |
13,41 | 49,32 | 39,38 | - | 21,8% | 3,9 jaar | 0,0% | 0,02% |
| " | 31 december 2015 (*) |
12.51 (*) | 49.77 (*) | 39,38 | - | 22,2% (*) | 2,9 jaar (*) | 0,0% (*) | -0,11% (*) |
| " | 31 december 2015 (*) |
12.21 (*) | 49.77 (*) | 39,38 | - | 21,3% (*) | 2,9 jaar (*) | 0,0% (*) | -0,11% (*) |
| CEO SOP 2015 opties |
31 december 2015 (*) |
7.40 (*) | 49.77 (*) | 50,57 | - | 21,8% (*) | 3,5 jaar (*) | 0,0% (*) | 0,00% (*) |
| " | 31 december 2015 (*) |
7.24 (*) | 49.77 (*) | 50,57 | - | 21,4% (*) | 3,5 jaar (*) | 0,0% (*) | 0,00% (*) |
| " | 31 december 2015 (*) |
6.96 (*) | 49.77 (*) | 50,57 | - | 20,6% (*) | 3,5 jaar (*) | 0,0% (*) | 0,00% (*) |
* De Raad van Bestuur heeft de bevoegdheid om een afwijking van 5% toe te staan op de vastgestelde absolute prestatiecriteria. Als gevolg hiervan is de boekhoudkundige toekenningsdatum niet voldaaan en wordt dit plan derhalve periodiek geherevalueerd tot de onzekerheid m.b.t. de afwijking niet langer bestaat. De in de hoger vermelde tabel opgenomen assumpties weerspiegelen de reële waarde berekening per 31 december 2015.
Hierna volgt een overzicht van het verloop van de aandelenopties en warranten van de Vennootschap voor de boekjaren afgesloten op 31 december 2015 en op 31 december 2014:
| Uitgeoefende opties Werknemers Aandelenoptieplan 2014 | (3.300) | 45,27 |
|---|---|---|
| Vervallen | ||
| Vervallen opties Werknemers Aandelenoptieplan 2013 primo | (4.250) | 34,33 |
| Vervallen opties Werknemers Aandelenoptieplan 2014 | (3.100) | 45,27 |
| Verstreken | ||
| Verstreken warranten Warrantenplan 2010 primo | (1.540) | 15,21 |
| 31 december 2015 | 2.558.815 | 41,71 |
De opties en warranten in onderstaande tabel werden uitgeoefend, wat resulteerde in de ontvangst van betalingen van respectievelijk €7,8 miljoen en €36,1 miljoen voor het jaar afgesloten op 31 december 2015 en op 31 december 2014. De warranten van het Warrantenplan 2007 en van het Warrantenplan 2010 werden op een één-voor-één basis omgezet naar nieuwe gewone aandelen. De aandelenopties onder ESOP 2013 en ESOP 2014 werden op een één-voor-één basis omgezet naar bestaande gewone aandelen van de Vennootschap.
| Klasse van opties en warranten | Aantal uitgeoefende opties en warranten |
Datum van uitoefening |
Uitoefenprijs op datum van uitoefening (in euro) |
Aandelenkoers op datum van uitoefening (in euro) |
|---|---|---|---|---|
| Warrantenplan 2007 septies | 8.535 | 13/07/2015 | 15,21 | 48,69 |
| warranten | 29.879 | 5/10/2015 | 15,21 | 51,50 |
| Warrantenplan 2010 primo | 81.847 | 13/04/2015 | 15,21 | 54,53 |
| warranten | 32.246 | 13/07/2015 | 15,21 | 48,69 |
| 190.446 | 5/10/2015 | 15,21 | 51,50 | |
| Warrantenplan 2010 bis warranten | 5.962 | 21/12/2015 | 18,23 | 47,43 |
| Warrantenplan 2010 ter warranten | 6.207 | 13/04/2015 | 19,37 | 54,53 |
| 300 | 13/07/2015 | 19,37 | 48,69 | |
| 9.394 | 5/10/2015 | 19,37 | 51,50 | |
| 5.851 | 21/12/2015 | 19,37 | 47,43 | |
| ESOP 2013 primo opties | 41.750 | 13/04/2015 | 34,33 | 54,53 |
| 1.650 | 13/07/2015 | 34,33 | 48,69 | |
| 3.300 | 5/10/2015 | 34,33 | 51,50 | |
| 5.800 | 21/12/2015 | 34,33 | 47,43 | |
| ESOP 2013 bis opties | 2.000 | 13/04/2015 | 36,75 | 54,53 |
| ESOP 2014 opties | 2.700 | 5/10/2015 | 45,27 | 51,50 |
| 600 | 21/12/2015 | 45,27 | 47,43 | |
| TOTAAL: | 428.467 |
Onderstaande tabel vat de informatie samen betreffende het aantal uitstaande en uitoefenbare aandelenopties en warranten op datum op 31 december 2015:
| Klasse van opties en warranten | Aantal uitstaande opties en warranten |
Aantal uitoefenbare opties en warranten |
Gewogen gemiddelde resterende levensduur |
Huidige uitoefenprijs (in euro) |
|---|---|---|---|---|
| Warrantenplan 2010 ter warranten | 56.917 | 56.917 | 7 maanden | 19,37 |
| ESOP 2013 primo opties | 552.748 | 301.736 | 30 maanden | 34,33 |
| ESOP 2013 bis opties | 417.000 | 18.500 | 34 maanden | 36,75 |
| ESOP 2014 opties | 760.100 | 303.300 | 47 maanden | 45,27 |
| ESOP 2015 opties | 402.350 | — | 58 maanden | 50,87 |
| SOP 2013 opties | 200.000 | — | 30 maanden | 34,33 |
| SOP 2014 opties | 185.000 | — | 54 maanden | 38,88 |
| SOP 2014 bis opties | 180.000 | — | 42 maanden | 39,38 |
| SOP 2015 opties | 180.000 | — | 50 maanden | 50,57 |
| TOTAAL UITSTAAND | 2.558.815 |
De totale verloningskost verbonden aan de optie- en warrantplannen van de Vennootschap bedroeg €9,2 miljoen in 2015 (2014: €8,3 miljoen).
In oktober 2012 kende Telenet aan de leden van zijn Senior Leadership Team (andere dan de Gedelegeerd Bestuurder) en één andere manager een totaal van 33.896 prestatieaandelen toe (de "Telenet Prestatieaandelen 2012"). Het prestatiecriterium van toepassing op de Telenet Prestatieaandelen 2012 is het behalen van een samengestelde jaarlijkse groei voor operationele vrije kasstroom, waarbij de operationele vrije kasstroom van 2014 wordt vergeleken met de operationele vrije kasstroom van 2011. Het behalen van 75% tot 150% van de beoogde samengestelde jaarlijkse groei voor operationele vrije kasstroom zou er in het algemeen toe leiden dat de begunstigden tussen 50% en 150% van hun Telenet Prestatieaandelen 2012 verwerven, afhankelijk van vermindering of verlies van deze rechten op basis van individuele prestatie- en dienstvereisten. Op 10 februari 2015 stelden het remuneratie- en nominatiecomité en de raad van bestuur vast dat de prestatiecriteria voor de Telenet Prestatieaandelen 2012 werden behaald en bijgevolg zullen de verdiende Telenet Prestatieaandelen 2012 definitief verworven worden op 24 oktober 2015. Op 27 oktober 2015 besliste het remuneratie- en nominatiecomité om de definitief verworven prestatieaandelen in cash af te handelen in plaats van door toekenningen van aandelen van de Vennootschap. Dit prestatieaandelenplan werd in cash uitbetaald voor een totaalbedrag van €1,7 miljoen na het hierboven vermeld besluit van het remuneratieen nominatiecomité. De geldelijke uitbetaling van dit prestatieaandelenplan leidde niet tot een aanpassing van de aandelenclassificatie van de uitstaande prestatieaandelen omdat de beslissing tot uitbetaling in cash een eenmalige beslissing was als gevolg van specifieke omstandigheden. Vermits de prestatieaandelen tegen hun reële waarde werden gewaardeerd, oversteeg de cash die werd gebruikt om de Telenet Prestatieaandelen 2012 te betalen niet de reële waarde op de uitbetalingsdatum. Verder werd de cash die gebruikt werd om de aandelentoekenning terug te kopen gewijzigd naar eigen vermogen en aldus getoond als een kasstroom gebruikt voor financieringsactiviteiten in de geconsolideerde staat van de kasstromen.
In oktober 2013 kende Telenet aan de leden van zijn Senior Leadership Team (andere dan de Gedelegeerd Bestuurder) en één andere manager een totaal van 28.949 prestatieaandelen toe (de "Telenet Prestatieaandelen 2013"). Het prestatiecriterium van toepassing op de Telenet Prestatieaandelen 2013 is het behalen van een samengestelde jaarlijkse groei voor Adjusted EBITDA, waarbij de Adjusted EBITDA bij de start van de periode op 1 januari 2013 wordt vergeleken met de Adjusted EBITDA op het einde van de periode op 31 december 2015. Het behalen van 75% tot 150% van de beoogde samengestelde jaarlijkse groei voor Adjusted EBITDA zou er in het algemeen toe leiden dat de begunstigden tussen 50% en 150% van hun Telenet Prestatieaandelen 2013 verwerven, afhankelijk van vermindering of verlies van deze rechten op basis van individuele prestatie- en dienstvereisten. De verdiende Telenet Prestatieaandelen 2013 zullen definitief verworven worden op 25 oktober 2016. Alle verloningskosten toerekenbaar aan de Telenet Prestatieaandelen 2013 worden erkend over de vereiste dienstperiode van de voordelen en worden opgenomen onder de personeelsverloning in de geconsolideerde staat van het resultaat en het netto resultaat rechtstreeks verwerkt in het eigen vermogen.
In mei 2014 kende Telenet aan de leden van zijn Senior Leadership Team (andere dan de Gedelegeerd Bestuurder) en één andere manager een totaal van 27.694 prestatieaandelen toe (de "Telenet Prestatieaandelen 2014"). Het prestatiecriterium van toepassing op de Telenet Prestatieaandelen 2014 is het behalen van een samengestelde jaarlijkse groei voor Aangepaste EBITDA, waarbij de Adjusted EBITDA over de periode die startte op 1 januari 2014 en eindigt op 31 december 2016 wordt vergeleken met de Adjusted EBITDA over de periode die begon op 1 januari 2013 en eindigde op 31 december 2013. Het behalen van 75% tot 150% van de beoogde samengestelde jaarlijkse groei voor Adjusted EBITDA zou er in het algemeen toe leiden dat de begunstigden tussen 50% en 150% van hun Telenet Prestatieaandelen 2014 verwerven, afhankelijk van vermindering of verlies van deze rechten op basis van individuele prestatie- en dienstvereisten. De verdiende Telenet Prestatieaandelen 2014 zullen definitief verworven worden op 22 mei 2017. Alle verloningskosten toerekenbaar aan de Telenet Prestatieaandelen 2014 worden erkend over de vereiste dienstperiode van de voordelen en opgenomen onder de personeelsverloning in de geconsolideerde staat van het resultaat en het netto resultaat rechtstreeks verwerkt in het eigen vermogen.
In juni 2015, kende Telenet een totaal van 26.104 prestatieaandelen toe aan de leden van het Senior Leadership Team (andere dan de Gedelegeerde Bestuurder) en aan één andere manager. Het prestatiecriterium van toepassing op de Telenet Prestatieaandelen 2015 is het behalen van een samengestelde jaarlijkse groei voor Adjusted EBITDA, waarbij de Adjusted EBITDA voor de periode van 1 januari 2015 tot 31 december 2017 wordt vergeleken met de Adjusted EBITDA voor de periode van 1 januari 2014 tot 31 december 2014. Het behalen van 75% tot 150% van de beoogde samengestelde jaarlijkse groei voor Adjusted EBITDA zou er in het algemeen toe leiden dat de begunstigden tussen 50% en 150% van hun Telenet Prestatieaandelen 2015 verwerven, afhankelijk van vermindering of verlies van deze rechten op basis van individuele prestatie- en dienstvereisten. De verdiende Telenet Prestatieaandelen 2015 zullen definitief verworven worden op 18 juni 2018. Alle verloningskosten toerekenbaar aan de Telenet Prestatieaandelen 2015 worden erkend over de vereiste dienstperiode van de voordelen en worden opgenomen onder de personeelsverloning in de geconsolideerde staat van het resultaat en het netto resultaat rechtstreeks verwerkt in het eigen vermogen.
In 2015 boekte Telenet €1,2 miljoen op aandelen gebaseerde personeelsverloning met betrekking tot de Telenet Prestatieaandelen (2014: €0,4 miljoen).
In 2014 keurde de raad van bestuur de uitgifte goed van een nieuw aandele aankoopprogramma voor werknemers ("Werknemer Aandelenaankoopplan 2014" of "ESPP 2014") binnen de grenzen van het toegestaan kapitaal zoals goedgekeurd door de buitengewone aandeelhoudersvergadering van 25 april 2012 voor een maximumbedrag van €5,0 miljoen (exclusief uitgiftepremie). In maart 2014 gaf de raad van bestuur alle Telenet werknemers de mogelijkheid om in te tekenen op nieuwe aandelen van Telenet Group Holding NV onder de voorwaarden van het ESPP 2014, tegen een korting van 16,67% op de gemiddelde aandelenkoers van Telenet Group Holding NV over 20 werkdagen volgend op 31 maart 2014. Gelet op de gemiddelde aandelenkoers van €42,78 tijdens deze periode van 20 werkdagen werden de aandelen aan de werknemers aangeboden tegen een intekenprijs van €35,65. Aangezien de aandelen volledig en onherroepelijk waren verworven op het tijdstip van de transactie boekte de Vennootschap een verloningskost van €3,0 miljoen tijdens het jaar afgesloten op 31 december 2014 voor de 352.650 aandelen waarop ingetekend werd.
Deze toelichting geeft informatie over de contractuele voorwaarden van de rentedragende leningen en overige financieringsverplichtingen van de Vennootschap, die opgenomen worden tegen geamortiseerde
kostprijs. Voor verdere informatie over de blootstelling van de Vennootschap aan risico's, inclusief renteschommelingen en het liquiditeitsrisico, zie toelichting 5.3.
De onderstaande bedragen omvatten de toe te rekenen interest op datum van 31 december 2015 en 2014.
| (in duizend euro) | 31 december 2015 | 31 december 2014 |
|---|---|---|
| 2015 Gewijzigde Senior Credit Facility: | ||
| Wentelkrediet S | — | 74 |
| Wentelkrediet X | 943 | 699 |
| Wentelkrediet Z | 240 | — |
| Termijnlening W | 476.781 | 474.128 |
| Termijnlening Y | 888.323 | 883.002 |
| Termijnlening AA | 15.439 | — |
| Senior Secured Fixed Rate Notes: | ||
| €500 miljoen Senior Secured Notes met vervaldag 2020 | — | 504.073 |
| €300 miljoen Senior Secured Notes met vervaldag 2021 | 307.508 | 307.508 |
| €450 miljoen Senior Secured Notes met vervaldag 2022 | 460.625 | 460.625 |
| €250 miljoen Senior Secured Notes met vervaldag 2024 | 256.375 | 256.375 |
| €530 miljoen Senior Secured Notes met vervaldag 2027 | 541.268 | — |
| Senior Secured Floating Rate Notes: | ||
| €400 miljoen Senior Secured Notes met vervaldag 2021 | 400.708 | 400.748 |
| Global Handset Finco Ltd Lening | 12.779 | — |
| Financiële leaseverplichtingen | 346.042 | 370.427 |
| 3G Mobiel Spectrum | 31.079 | 38.479 |
| Clientèlevergoeding > 20 jaar | 97.743 | 90.123 |
| 3.835.853 | 3.786.261 | |
| Minus: Over te dragen financieringskosten | (41.975) | (52.773) |
| 3.793.878 | 3.733.488 | |
| Minus: Kortlopend gedeelte | (110.558) | (78.757) |
| Totale langlopende leningen en financieringsverplichtingen | 3.683.320 | 3.654.731 |
Op datum van 31 december 2015 en 2014 waren alle leningen en overige financieringsverplichtingen uitgedrukt in euro. Voor 52,09% van de totale leningen en overige financieringsverplichtingen (2014: 51,94%) geldt een vaste interestvoet. De gewogen gemiddelde interestvoet op 31 december 2015 bedroeg 5,92% voor leningen met vaste interestvoet (2014: 6,37%) en 3,49% voor leningen met vlottende interestvoet (2014: 3,55%).
Gedurende het jaar afgesloten op 31 december 2015 wijzigde de Vennootschap de 2010 Senior Credit Facility, met inbegrip van onder andere wijzigingen aan bepaalde garanties en covenanten.
In maart 2014 kondigde de Vennootschap een verlenging aan voor de Termijnleningen Q, R en T onder de 2015 Gewijzigde Senior Credit Facility en de terugbetaling van de Senior Secured Notes met vervaldag 2016 ("Faciliteit N").
Ten gevolge van de hierboven vermelde herfinanciering, die in april 2014 werd afgerond, gaf de Vennootschap een nieuwe Termijnlening met variabele interestvoet (3,25% marge boven EURIBOR) uit ten belope van €474,1 miljoen met looptijd tot 30 juni 2022 ("Faciliteit W"). Hiernaast gaf de Vennootschap ook een nieuwe Termijnlening met variabele interestvoet (3,50% marge boven EURIBOR) uit ten belope van €882,9 miljoen met een looptijd tot 30 juni 2023 ("Faciliteit Y"). De netto opbrengsten van deze transactie werden samen met beschikbare geldmiddelen en kasequivalenten gebruikt om de uitstaande bedragen onder Termijnleningen Q, R en T en de €100,0 miljoen onder de Senior Secured Notes met vervaldag 2016 volledig af te lossen.
Verder werden partijen in het bestaande Wentelkrediet S ("Faciliteit S") verzocht hun verplichtingen te verlengen in een nieuw wentelkrediet ("Faciliteit X"). Hierdoor daalden de toegezegde bedragen onder Faciliteit S tot €36,9 miljoen (met beschikbaarheid tot 31 december 2016) en werd er een nieuwe Faciliteit X gemaakt van €286,0 miljoen (met beschikbaarheid tot 30 september 2020).
De niet-afgeschreven uitgestelde financieringskosten met betrekking tot Termijnleningen Q, R en T die vervroegd afgelost werden, bedroegen €3,9 miljoen en werden opgenomen in 2014 als een verlies bij de vervroegde aflossing van schulden. De niet-afgeschreven uitgestelde financierings-kosten met betrekking tot de Senior Secured Notes due in 2016 vervallen, bedroegen €3,5 miljoen en werden in 2014 opgenomen als een verlies bij de vervroegde aflossing van schulden.
In april 2015 gaf de Vennootschap in verband met de overname van BASE Company twee nieuwe kredietfaciliteiten voor een totaal bedrag van €1.000,0 miljoen uit onder de 2015 Gewijzigde Senior Credit Facility. Via Telenet International Finance S.à.r.l., dat fungeert als financieringscentrum van de groep, heeft de Vennootschap een termijnlening van €800,0 miljoen met variabele interestvoet ("Termijnlening AA") uitgegeven die op 30 juni 2023 vervalt, met een marge van 3,50% boven EURIBOR. Daarnaast heeft de Vennootschap een bijkomend wentelkrediet van €200,0 miljoen ("Faciliteit Z") verkregen dat op 30 juni 2018 vervalt, met een marge van 2,25% boven EURIBOR. op 31 december 2015 waren beide faciliteiten niet opgenomen.
In juli 2015 verhoogde de Vennootschap de beschikbare toezeggingen onder Faciliteit X met €95,0 miljoen tot een totaal bedrag van €381,0 miljoen door €10,0 miljoen aan toezeggingen onder Faciliteit S te transfereren en voor €85,0 miljoen nieuwe toezeggingen aan te trekken. In september 2015 annuleerde de Vennootschap de resterende €26,9 miljoen aan beschikbare toezeggingen onder Faciliteit S.
Termijnlening AA (€800,0 miljoen), Faciliteit Z (€200,0 miljoen) en een deel van Faciliteit X (€217,0 miljoen) werden opgenomen voor een totaal van €1.217,0 miljoen op 11 februari 2016 om de overname van BASE Company, na de goedkeuring van de Europese Commissie op 4 februari 2016, te financieren.
Uitgifte van €300,0 miljoen Senior Secured Fixed Rate Notes met vervaldag 2021
Telenet Finance II Luxembourg S.C.A (hierna verwezen als "TFL III") werd opgericht op 28 januari 2011 naar Groothertogdom Luxemburgs recht als een financieringsvennootschap met als hoofddoel de uitgifte van Senior Secured Notes.
Op 9 februari 2011 kondigde TFL III de uitgifte aan van Senior Secured Notes met vervaldag 2021. TFL III werd opgericht als een commanditaire vennootschap op aandelen en is voor 99,99% eigendom van een stichting en voor 0,01% van Telenet Finance III Luxembourg S.à r.l., een vennootschap die onafhankelijk is van de Telenet Group.
TFL III is een GE die opgericht werd voor financieringsdoeleinden, op uitdrukkelijk verzoek van de Vennootschap. Ondanks het feit dat de Vennootschap geen rechtstreekse of onrechtstreekse deelneming bezit in het aandelenkapitaal van deze entiteit, wordt ervan uitgegaan dat de Vennootschap deze GE controleert gelet op de aard en inhoud van hun relatie. Derhalve is TFL III opgenomen in de geconsolideerde jaarrekening van de Vennootschap.
De opbrengsten die voortvloeiden uit de uitgifte van de Senior Secured Fixed Rate Notes (ten belope van €300,0 miljoen) werden door TFL III gebruikt om een bijkomende faciliteit in euro te financieren onder de 2010 Gewijzigde Senior Credit Facility (de "Finco lening" of "Faciliteit O"), die ontleend werd door Telenet International Finance S.à r.l. ('TIF").
De Senior Secured Fixed Rate Notes werden uitgegeven op 9 februari 2011 en alle opbrengsten werden ontvangen op 15 februari 2011. De Senior Secured Fixed Rate Notes hebben als hoofdsom €300,0 miljoen en werden tegen pari uitgegeven. De interestvoet op de Senior Secured Fixed Rate Notes bedraagt 6,625% op jaarbasis en de toe te rekenen interest wordt halfjaarlijks betaald op 15 februari en 15 augustus, te beginnen op 15 augustus 2011. De vervaldag van deze Senior Secured Fixed Rate Notes is 15 februari 2021.
De netto opbrengsten van deze uitgifte werden hoofdzakelijk aangewend om de uitstaande bedragen onder de Termijnleningen K en L1 onder de 2015 Gewijzigde Senior Credit Facility vervroegd terug te betalen voor een totaalbedrag van €286,5 miljoen.
Telenet Finance Luxembourg IV S.C.A. (hierna verwezen als "TFL IV") werd opgericht op 23 mei 2011 naar Groothertogdom Luxemburgs recht als een financieringsvennootschap met als hoofddoel de uitgifte van de Senior Secured Notes.
Op 8 juni 2011 kondigde TFL IV de uitgifte aan van Senior Secured Notes met vervaldag 2021. TFL IV werd opgericht als een commanditaire vennootschap op aandelen en is voor 99,99% eigendom van een stichting en voor 0,01% van Telenet Finance IV Luxembourg S.à r.l., een vennootschap die onafhankelijk is van de Telenet Group.
TFL IV is een GE die opgericht werd voor financieringsdoeleinden, op uitdrukkelijk verzoek van de Vennootschap. Ondanks het feit dat de Vennootschap geen rechtstreekse of onrechtstreekse deelneming bezit in het aandelenkapitaal van deze entiteit, wordt ervan uitgegaan dat de Vennootschap deze GE controleert gelet op de aard en inhoud van hun relatie. Derhalve is TFL IV opgenomen in de geconsolideerde jaarrekening van de Vennootschap.
De opbrengsten die voortvloeiden uit de uitgifte van de Senior Secured Floating Rate Notes (ten belope van €400,0 miljoen) werden door TFL IV gebruikt om een bijkomende faciliteit in euro te financieren onder de 2015 Gewijzigde Senior Credit Facility (de "Proceeds lening" of "Faciliteit P"), die ontleend werd door Telenet International Finance S.à r.l. ('TIF").
De Senior Secured Floating Rate Notes werden uitgegeven op 8 juni 2011 en alle opbrengsten werden ontvangen op 15 juni 2011. De Senior Secured Floating Rate Notes hebben als hoofdsom €400,0 miljoen en werden tegen pari uitgegeven. De vlottende interestvoet op de Senior Secured Floating Rate Notes bedraagt 3,875% op jaarbasis bovenop de driemaands-Euribor-rente en de toe te rekenen interest wordt per kwartaal betaald op 15 maart, 15 juni, 15 september en 15 december, te beginnen op 15 september 2011. De vervaldag van deze Senior Secured Floating Rate Notes is 15 juni 2021.
De netto opbrengsten van deze uitgifte werden aangewend om de uitstaande bedragen ten belope van €400,1 miljoen onder de Termijnleningen G en J onder de 2015 Gewijzigde Senior Credit Facility vervroegd terug te betalen.
Telenet Finance V Luxembourg S.C.A. (hierna verwezen als "TFL V") werd opgericht op 16 november 2011 naar Groothertogdom Luxemburgs recht als een financieringsvennootschap met als hoofddoel de uitgifte van de Senior Secured Notes.
Op 13 augustus 2012 kondigde TFL V de uitgifte aan van twee Senior Secured Notes (de "Senior Secured Notes met vervaldag 2022" en de "Senior Secured Notes met vervaldag 2024"). TFL V werd opgericht als een commanditaire vennootschap op aandelen en is voor 99,99% eigendom van een stichting en voor 0,01% van Telenet Finance V Luxembourg S.à r.l., een vennootschap die onafhankelijk is van de Telenet Group.
TFL V is een GE die opgericht werd voor financieringsdoeleinden, op uitdrukkelijk verzoek van de Vennootschap. Ondanks het feit dat de Vennootschap geen rechtstreekse of onrechtstreekse deelneming bezit in het aandelenkapitaal van deze entiteit, wordt ervan uitgegaan dat de Vennootschap deze GE controleert gelet op de aard en inhoud van hun relatie. Derhalve is TFL V opgenomen in de geconsolideerde jaarrekening van de Vennootschap.
De opbrengsten die voortvloeiden uit de uitgifte van de Senior Secured Fixed Rate Notes met vervaldag 2022 (ten belope van €450,0 miljoen) en de Senior Secured Fixed Rate Notes met vervaldag 2024 (ten belope van €250,0 miljoen) werden door TFL V gebruikt om twee bijkomende faciliteiten in euro te financieren onder de 2015 Gewijzigde Senior Credit Facility (de "Finco lening" of "Faciliteiten U en V"), die ontleend werden door Telenet International Finance S.à r.l. ('TIF").
De Senior Secured Fixed Rate Notes met vervaldag 2022 en 2024 werden uitgegeven op 13 augustus 2012 en alle opbrengsten werden ontvangen op 16 augustus 2012. De Senior Secured Fixed Rate Notes met vervaldag 2022 en 2024 hebben als hoofdsom respectievelijk €450,0 miljoen en €250,0 miljoen en werden beide tegen pari uitgegeven.
De interestvoet op de Senior Secured Fixed Rate Notes met vervaldag 2022 bedraagt 6,25% op jaarbasis en de toe te rekenen interest wordt halfjaarlijks betaald op 15 augustus en 15 februari, te beginnen op 15 februari 2013. De vervaldag van deze Senior Secured Fixed Rate Notes is 15 augustus 2022. De interestvoet op de Senior Secured Fixed Rate Notes met vervaldag 2024 bedraagt 6,75% op jaarbasis en de toe te rekenen interest wordt halfjaarlijks betaald op 15 augustus en 15 februari, te beginnen op 15 februari 2013. De vervaldag van deze Senior Secured Fixed Rate Notes is 15 augustus 2024.
De netto opbrengsten van deze schulduitgifte zouden worden aangewend voor de financiering van de voorgestelde inkoop van eigen aandelen in de vorm van een vrijwillig openbaar aanbod tot inkoop van eigen aandelen. Als gevolg van het feit dat de voorgestelde inkoop van eigen aandelen in de vorm van een vrijwillig openbaar aanbod tot inkoop van eigen aandelen werd geannuleerd op 20 september 2012 werden de opbrengsten van deze schulduitgifte nog steeds aangehouden als geldmiddelen en kasequivalenten per 31 december 2012.
Telenet Finance VI Luxembourg S.C.A. (hierna verwezen als "TFL VI") werd opgericht op 14 augustus 2012 naar Groothertogdom Luxemburgs recht als een financieringsvennootschap met als hoofddoel de uitgifte van de Senior Secured Notes.
Op 21 juli 2015 kondigde TFL VI de uitgifte aan van Senior Secured Notes met vervaldag 2027. TFL VI werd opgericht als een commanditaire vennootschap op aandelen en is voor 99,99% eigendom van een stichting en voor 0,01% van Telenet Finance VI Luxembourg S.à r.l., een vennootschap die onafhankelijk is van de Telenet Group.
TFL VI is een GE die opgericht werd voor financieringsdoeleinden, op uitdrukkelijk verzoek van de Vennootschap. Ondanks het feit dat de Vennootschap geen rechtstreekse of onrechtstreekse deelneming bezit in het aandelenkapitaal van deze entiteit, wordt ervan uitgegaan dat de Vennootschap deze GE controleert gelet op de aard en inhoud van hun relatie. Derhalve is TFL VI opgenomen in de geconsolideerde jaarrekening van de Vennootschap.
In juli 2015, gaf TFL VI €530,0 miljoen 4,875% Senior Secured Fixed Rate Notes uit met vervaldag 2027. De netto opbrengsten van deze schulduitgifte werden gebruikt om de €500,0 miljoen Senior Secured Notes met vervaldag 2020 vervroegd te betalen. Dit leidde tot een verlies van €30,8 miljoen door de vervroegde terugbetaling van schulden, bestaande uit €30,8 miljoen toe te rekenen financieringskosten en een wederbeleggingsvergoeding van €23,1 miljoen.
De interestvoet op de Senior Secured Fixed Rate Notes met vervaldag 2027 bedraagt 4,875% op jaarbasis en de toe te rekenen interest wordt halfjaarlijks betaald op 15 januari en 15 juli. De vervaldag van deze Senior Secured Fixed Rate Notes is 15 juli 2027.
De obligatielening werd beneden pari uitgegeven (98,55%), maar het verschil tussen deze discount en de waarde tegen pari werd betaald door de ondertekende banken, resulterend in geldelijke ontvangsten van €530,0 miljoen.
De totale toekomstige betalingen in hoofdsom voor alle leningen en financieringsverplichtingen van de Vennootschap, uitgezonderd de financiële leases op 31 december 2015, worden weergegeven in de volgende tabel.
| (in duizend euro) | Totale faciliteit per |
Opgenomen bedrag |
Beschikbaar bedrag |
Vervaldag | Intrestvoet | Intrestbetaling verschuldigd |
|---|---|---|---|---|---|---|
| 31 december 2015 | ||||||
| 2015 Gewijzigde Senior Credit Facility: |
||||||
| Termijnlening W | 474.084 | 474.084 | - | 30 juni 2022 | Vlottend 3- maand EURIBOR + 3,25% |
Kwartaal (jan., apr., jul., oct.) |
| Termijnlening Y | 882.916 | 882.916 | - | 30 juni 2023 | Vlottend 3- maand EURIBOR + 3,50% |
Kwartaal (jan., apr., jul., oct.) |
| Termijnlening AA | 800.000 | - | 800.000 | 30 juni 2023 | Vlottend 3- maand EURIBOR + 3,50% |
Niet van toepassing |
| Wentelkrediet (Faciliteit X) | 381.000 | - | 381.000 | 30 september 2020 |
Vlottend 1- maand EURIBOR + 2,75% |
Niet van toepassing |
| Wentelkrediet (Faciliteit Z) | 200.000 | - | 200.000 | 30 juni 2018 | Vlottend 1- maand EURIBOR + 2,25% |
Niet van toepassing |
| Senior Secured Fixed Rate Notes: |
||||||
| €300 miljoen Senior Secured Notes met vervaldag 2021 |
300.000 | 300.000 | — | 15 februari 2021 |
Vast 6,625% | Halfjaarlijks (feb. en aug.) |
| €450 miljoen Senior Secured Notes met vervaldag 2022 |
450.000 | 450.000 | — | 15 augustus 2022 |
Vast 6,25% | Halfjaarlijks (feb. en aug.) |
| €250 miljoen Senior Secured Notes met vervaldag 2024 |
250.000 | 250.000 | — | 15 augustus 2024 |
Vast 6,75% | Halfjaarlijks (feb. en aug.) |
| €530 miljoen Senior Secured Notes met vervaldag 2027 |
530.000 | 530.000 | - | 15 juli 2027 | Vast 4,875% | Halfjaarlijks (jan. en jul.) |
| Senior Secured Floating Rate Notes: |
||||||
| €400 miljoen Senior Secured Notes met vervaldag 2021 |
400.000 | 400.000 | — | 15 juni 2021 | Vlottend 3- maand EURIBOR +3,875% |
Kwartaal (maart, juni, sep. en dec.) |
| Totaal nominaal bedrag | 4.668.000 | 3.287.000 | 1.381.000 |
Op 31 december 2015 waarborgden Telenet NV en Telenet International Finance S.à r.l. de verplichtingen van zowel Telenet NV en Telenet International Finance S.à r.l. onder de 2015 Gewijzigde Senior Credit Facility, voor zover dit door de wet is toegelaten en onder voorbehoud van toepasbare garantiebeperkingen.
Daarenboven hebben Telenet Group Holding NV, Telenet Service Center BVBA, Telenet NV, Telenet Vlaanderen NV en Telenet International Finance S.à r.l. onder de 2015 Gewijzigde Senior Credit Facility waarborg gegeven over vrijwel al hun activa.
De bovengenoemde waarborgen omvatten:
hypotheken van (i) €800 miljoen toegekend door de voormalige Telenet Operaties NV (overgenomen door Telenet NV), (ii) €625 miljoen toegekend door de voormalige MixtICS NV (overgenomen door Telenet NV), (iii) €625 miljoen toegekend door Telenet Vlaanderen NV en (iv) €50 miljoen toegekend door de voormalige Telenet Solutions NV (overgenomen door Telenet NV); een gedeelte van de hypotheken is toegekend op een niet-gezamenlijke manier (niet-cumulatief) met bepaalde andere hypotheken en pand op handelszaak;
niet-uitgeoefende hypotheekmandaten van (i) €650 miljoen toegekend door Telenet NV (voordien Telenet BidCo NV genoemd), (ii) €450 miljoen toegekend door voormalige Telenet Operaties NV (overgenomen door Telenet NV), (iii) €450 miljoen toegekend door de voormalige MixtICS NV (overgenomen door Telenet NV), en (iv) €450 miljoen toegekend door Telenet Vlaanderen NV;
De totale uit te oefenen hoofdsom onder de hypotheken en pand op handelszaak, rekening houdend met het niet-cumulatief karakter van en tussen hypotheken en pand op handelszaak, bedroeg €2.375.000.000 per 31 december 2015.
Op datum van 31 december 2015 voldeed de Vennootschap aan alle geldende financiële convenanten.
Ten aanzien van de verplichtingen uit hoofde van de obligaties uitgegeven door Telenet Finance III Luxembourg S.C.A. werden zekerheden verstrekt aan de trustee onder de obligaties namens zichzelf en de obligatiehouders:
De betalingsverplichtingen onder de commissiebrief en de dienstenovereenkomst van Telenet International Finance S.à r.l. worden door Telenet NV aan Telenet Finance III Luxembourg S.C.A. gegarandeerd.
Ten aanzien van de verplichtingen uit hoofde van de obligaties uitgegeven door Telenet Finance Luxembourg IV S.A. werden zekerheden verstrekt aan de trustee onder de obligaties voor ondermeer de obligatiehouders:
De betalingsverplichtingen onder de commissiebrief en de dienstenovereenkomst van Telenet International Finance S.à r.l. worden door Telenet NV aan Telenet Finance IV Luxembourg S.C.A. gegarandeerd.
Ten aanzien van de verplichtingen uit hoofde van de obligaties uitgegeven door Telenet Finance Luxembourg V S.A. werden zekerheden verstrekt aan de trustee onder de obligaties voor ondermeer de obligatiehouders:
De betalingsverplichtingen onder de commissiebrief en de dienstenovereenkomst van Telenet International Finance S.à r.l. worden door Telenet NV aan Telenet Finance V Luxembourg S.C.A. gegarandeerd.
Ten aanzien van de verplichtingen uit hoofde van de obligaties uitgegeven door Telenet Finance Luxembourg VI S.A. werden zekerheden verstrekt aan de trustee onder de obligaties voor ondermeer de obligatiehouders:
alle uitgegeven aandelen van Telenet Finance VI Luxembourg S.à r.l. (de algemene partner van Telenet Finance VI Luxembourg S.C.A.);
alle rechten, eigendommen en belangen van Telenet Finance VI Luxembourg S.C.A. onder de 2010 Gewijzigde Senior Credit Facility, de overeenkomst tussen crediteuren van 10 oktober 2007, de bijkomende toetredingsovereenkomst voor Faciliteit AB waardoor Telenet Finance VI Luxembourg S.C.A. een kredietverstrekker werd onder de 2010 Gewijzigde Senior Credit Facility;
De betalingsverplichtingen onder de commissiebrief en de dienstenovereenkomst van Telenet International Finance S.à r.l. worden door Telenet NV aan Telenet Finance VI Luxembourg S.C.A. gegarandeerd.
Op 11 februari 2016 was de overname van BASE Company NV door Telenet Group Holding NV voltooid. Per 11 februari 2016 waarborgt BASE Company NV de verplichtingen van zowel Telenet NV, BASE Company NV en Telenet International Finance S.à r.l. onder de 2015 Gewijzigde Senior Credit Facility, voor zover dit door de wet is toegelaten en onder voorbehoud van toepasbare garantiebeperkingen. Daarenboven werden de volgende zekerheden op deze datum toegekend betreffende substantieel alle activa van BASE Company NV:
Onderstaande tabel geeft een overzicht van de financiële leaseverplichtingen:
| (in duizend euro) | Minimale toekomstige leasebetalingen |
Interest | Contante waarde van minimale toekomstige leasebetalingen |
|||
|---|---|---|---|---|---|---|
| 31 december 2015 |
31 december 2014 |
31 december 2015 |
31 december 2014 |
31 december 2015 |
31 december 2014 |
|
| Op ten hoogste één jaar | 58.499 | 58.466 | 21.230 | 22.487 | 37.269 | 35.979 |
| Van twee tot en met vijf jaar | 196.009 | 210.196 | 58.462 | 65.205 | 137.547 | 144.991 |
| Na 5 jaar | 201.104 | 223.405 | 34.518 | 39.095 | 166.586 | 184.310 |
| Totaal minimale leasebetalingen | 455.612 | 492.067 | 114.210 | 126.787 | 341.402 | 365.280 |
Telenet | Jaarverslag 2015 | 107
Onderstaande tabel vat de verplichtingen per type financiële leaseverplichting samen:
| (in duizend euro) | Minimale toekomstige Interest leasebetalingen |
Contante waarde van minimale toekomstige leasebetalingen |
|||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| 31 december 2015 |
31 december 2014 |
31 december 2015 |
31 december 2014 |
31 december 2015 |
31 december 2014 |
||
| Gebouwen | 20.261 | 22.365 | 3.377 | 3.681 | 16.884 | 18.684 | |
| Canon | 435.351 | 438.077 | 110.833 | 115.305 | 324.518 | 322.772 | |
| Norkring (Digitale ethertelevisie, DDT) | — | 31.625 | — | 7.801 | — | 23.824 | |
| Totaal minimale leasebetalingen | 455.612 | 492.067 | 114.210 | 126.787 | 341.402 | 365.280 |
In 1996 verwierf de Vennootschap de exclusieve gebruiksrechten om één-op-één diensten, met inbegrip van breedbandinternet en telefoniediensten, aan te bieden alsook het recht om deels de capaciteit van het breedbandnetwerk te gebruiken dat in eigendom was en gecontroleerd werd door de Zuivere Intercommunales ("PICs"). In ruil voor deze toegang tot een deel van het PICs netwerk betaalde de Vennootschap zogenaamde Clientèle- en Annuïteitenvergoedingen. De contante waarde van de te betalen Clientèle- en Annuïteitenvergoedingen over de eerste 20 jaar (zijnde de gebruiksduur van de activa met de langste levensduur die onderdeel waren van de HFC-upgrade) werden initieel erkend als netwerkgebruiksrechten onder immateriële activa en werden afgeschreven over 10 of 20 jaar in functie van de gebruiksduur van de onderliggende activa die samen behoren tot de HFC-upgrade.
Na de afronding van de overname van Interkabel in 2008 verwierf de Vennootschap de economische eigendom en controle over het volledige netwerk en behield daarenboven ook de verplichting tot het betalen van de Clientèlevergoeding voor de jaren 21 tot 50 onder de bestaande Clientèleovereenkomst. Als gevolg heeft de Vennootschap het gebruiksrecht op de volledige capaciteit van het PICs netwerk. De termijn van de Canonleaseovereenkomst bedraagt 38 jaar, waarvan nog 32 jaar overbleef per einde 2014. Onder deze overeenkomst betaalt de Vennootschap periodieke vergoedingen voor de Canonlease, die samen met de Clientèle- en Annuïteitenvergoedingen, volledige toegang tot het PICs netwerk garanderen. De activa die geactiveerd werden onder de Canonovereenkomst worden afgeschreven over een periode van 15 jaar. De volledige gebruiksrechten onder de Canon-, Clientèle- en Annuïteitenvergoedingen worden sinds oktober 2008 opgenomen als materiële vaste activa (netwerk) (zie toelichting 5.4).
Voor de bijkomende gebruiksrechten op het netwerk van de PICs, die in het kader van de Canonovereenkomst werden overgenomen, werd er een contractuele interestvoet afgesproken die op dat ogenblik gunstiger was dan de marktrente. Als gevolg werd deze gunstige component afgezonderd in de toewijzing van de aankoopprijs en netto erkend van de verplichting van de onderliggende bestaande Canonleaseverplichting. De gunstige "out-of-market" component op de toekomstige Canonleaseverplichtingen, die als onderdeel van de bedrijfscombinatie werd verworven, werd opgenomen als netwerkgebruiksrechten onder immateriële vaste activa (zie toelichting 5.6).
Voor het jaar afgesloten op 31 december 2015 bedroeg de gemiddelde reële interestvoet voor de drie hierboven vermelde vergoedingen 6,32% (2014: 6,51%).
De Clientèlevergoedingen die na het 20e jaar verschuldigd zijn, worden opgenomen als niet-lease gerelateerde schulden.
Per 31 december 2015 en 2014 kunnen de uitstaande verplichtingen betreffende de Interkabelovereenkomsten, alsook de nettoboekwaarde van de immateriële activa, als volgt samengevat worden:
| (in duizend euro) | 31 december 2015 | 31 december 2014 |
|---|---|---|
| Uitstaande leaseverplichtingen Annuity / Cliëntele / Canon | ||
| Annuïteitenovereenkomst | 12.621 | 15.123 |
| Cliëntele overeenkomst | 15.757 | 19.940 |
| Canon overeenkomst | 299.774 | 292.385 |
| Gunstige voorwaarden van leaseverplichtingen als onderdeel van een bedrijfscombinatie verworven - initiële Canon leaseverplichtingen |
(3.634) | (4.676) |
| 324.518 | 322.772 | |
| Uitstaande niet-lease gerelateerde Clientele verplichting | ||
| Clientèlevergoeding > 20 jaar | 97.743 | 90.123 |
| Immateriële activa m.b.t. de Canon overeenkomst | ||
| Gunstige voorwaarden van leaseverplichtingen als onderdeel van een bedrijfscombinatie verworven - toekomstige Canon leaseverplichtingen |
17.762 | 18.055 |
Op 4 mei 2010 tekende de Vennootschap een overeenkomst met Norkring België NV voor het gebruik van capaciteit op het uitzendnetwerk van Norkring. Deze overeenkomst stelt Telenet in staat om digitale televisie- en radiodiensten ("DTT") aan te bieden via de digitale frequentiekanalen van Norkring in Vlaanderen en Brussel. Doorgaans zijn Telenets diensten beschikbaar via zijn kabelnetwerk. Dankzij deze overeenkomst kan Telenet digitale televisie- en radiodiensten aanbieden buiten de traditionele woning, meer bepaald in afgelegen huizen, caravans, vakantiehuizen en wagens.
De overeenkomst met Norkring voorzag in een gebruiksrecht van Norkrings frequentiekanalen, die vervat zitten in drie van hun multiplexers (MUX) en dit op een exclusieve en niet-exclusieve basis. Deze overeenkomst omvatte een lease met betrekking tot bepaalde capaciteit waarvan de Vennootschap de exclusieve gebruiksrechten kreeg, de zogenaamde "MUX 1 capaciteit". Voor deze MUX 1 capaciteit werd oorspronkelijk een immaterieel leaseactief geboekt onder "netwerkgebruiksrechten" voor een netto boekwaarde van €30,1 miljoen op 31 december 2010. In 2011 boekte de Vennootschap een bijzondere waardevermindering van €28,5 miljoen met betrekking tot dit actief, waarbij de waarde op 31 december 2011 tot nul werd herleid. Voor het jaar afgesloten op 31 december 2015 bedroeg de gemiddelde reële interestvoet voor de Norkring lease 6,23% (2014: 6,23%). Betalingen onder de overeenkomst met Norkring, die geen verband houden met de "MUX 1 capaciteit" worden opgenomen als operationele kosten en meteen ten laste worden genomen van het resultaat.
Met betrekking tot de beslissing van de Vennootschap in het vierde kwartaal van 2013 om niet langer DTT-diensten aan te bieden, en de daaruit voortvloeiende herstructureringskosten geboekt op 31 december 2013 en 2014, verwijzen we naar toelichting 5.16.
Als gevolg van de aanpassing van het DDT-capaciteitscontract in december 2015, waarbij de Vennootschap afstapte van haar exclusieve rechten voor de "MUX 1 capaciteit", kwalificeerde de bovenvermelde leaseverplichting niet langer als leaseverplichting en werd bijgevolg erkend en toegevoegd aan de bestaande herstructureringsschuld.
De Vennootschap huurt bepaalde activa, zoals gebouwen en bepaalde voertuigen, door middel van financiële leasecontracten met een gemiddelde looptijd van respectievelijk 20 en 5 jaar.
Voor het jaar afgesloten op 31 december 2015 bedroeg de gemiddelde reële interestvoet 4,30% (2014: 4,36%). Voor alle leases wordt een vast terugbetalingschema bepaald, en er zijn geen overeenkomsten afgesloten voor voorwaardelijke huurbetalingen. De verplichtingen van de Vennootschap in het kader van de financiële leases worden gewaarborgd door de aanspraak die de verhuurder kan maken op de gehuurde activa.
Na een veilingprocedure georganiseerd door het BIPT in maart 2011 verwierf Telenet Tecteo BidCo NV, een dochtervennootschap van de Vennootschap waarin de Waalse kabeloperator Tecteo SCRL een belang van 25% aanhoudt, de vierde 3G licentie in België (zie toelichting 5.6). Voor de jaren afgesloten op 31 december 2014 en 2013 bedroeg de gemiddelde reële interestvoet voor het 3G mobiel spectrum 2,75%.
Met betrekking tot de bijzondere waardevermindering op het immaterieel actief dat betrekking heeft op dit 3G spectrum, die geboekt werd in het vierde kwartaal van 2013, en voor details met betrekking tot de call optie om een bepaald aantal 2G mobiele spectrumfrequenties te verwerven, verwijzen we naar toelichting 5.6.
Op 4 december 2015 ontleende Telenet Finance BVBA €12,7 miljoen van Global Handset Finco Limited om de financiering van gsm's en smartphones te verzekeren via de "Global Handset Finco Loan".
De Vennootschap maakt gebruik van diverse afgeleide financiële instrumenten om het interestrisico en het wisselkoersriciso te beheren.
De uitstaande valutaderivaten per 31 december 2015 en 2014 zijn als volgt:
| (in duizend euro) | 31 december 2015 | 31 december 2014 |
|---|---|---|
| Valutatermijncontracten | ||
| Notioneel bedrag in US dollar | 49.550 | — |
| Gewogen gemiddelde uitoefenprijs (US dollar per euro) | 1,099 | — |
| Looptijd | Van januari tot december 2016 |
— |
De uitstaande interestderivaten per 31 december 2015 en 2014 zijn als volgt:
| (in duizend euro) | 31 december 2015 | 31 december 2014 |
|---|---|---|
| Interestcontracten | ||
| Notioneel bedrag | 2.557.000 | 1.957.000 |
| Gemiddelde te betalen interestvoet | 0,76% | 1,68% |
| Gemiddelde te ontvangen interestvoet | EURIBOR 3M | EURIBOR 3M |
| Looptijd | Van 2015 tot 2023 | Van 2015 tot 2023 |
| Caps | ||
| Notioneel bedrag | 50.000 | 51.239 |
| Gemiddelde hoogste interestvoet | 4,5% | 4,53% |
| Looptijd | 2017 | 2017 |
| Collars | ||
| Notioneel bedrag | 1.389 | 650.000 |
| Gemiddelde laagste interestvoet | 5,50% | 2,00% |
| Gemiddelde hoogste interestvoet | 6,50% | 4,00% |
| Looptijd | 2017 | 2017 |
Onderstaande tabel geeft een gedetailleerde weergave van de reële waarde van de financiële en afgeleide instrumenten van de Vennootschap opgenomen op balans:
| (in duizend euro) | 31 december 2015 | 31 december 2014 |
|---|---|---|
| Vlottende activa | 940 | — |
| Vaste activa | 7.556 | 9 |
| Kortlopende verplichtingen | (6.181) | (28.421) |
| Langlopende verplichtingen | (57.786) | (114.152) |
| (55.471) | (142.564) | |
| Interestderivaten | (55.737) | (142.478) |
| Valutaderivaten | 307 | — |
| In contracten besloten derivaten | (41) | (86) |
| (55.471) | (142.564) |
De gerealiseerde en niet-gerealiseerde winsten (verliezen) op financiële en afgeleide financiële instrumenten bestaan uit de volgende bedragen:
| (in duizend euro) | 31 december 2015 | 31 december 2014 |
|---|---|---|
| Vervroegde beëindiging van derivaten | (72.973) | (75.548) |
| Wijziging in reële waarde van derivaten | ||
| Interestderivaten | 86.410 | 7.582 |
| Valutaderivaten | 307 | 689 |
| In contracten besloten derivaten | 45 | (93) |
| Totale verandering in reële waarde | 86.762 | 8.178 |
| Netto meerwaarde (minwaarde) op derivaten | 13.789 | (67.370) |
Om de indekking van het interestrisico te optimaliseren, betaalde de Vennootschap €73,0 miljoen voor het jaar afgesloten op 31 december 2015 voor de vervroegde beëindiging van interestderivaten die out of the money waren. De vernoemde contracten werden vervangen door nieuwe contracten met een lagere basisinterestvoet, hetgeen de geldelijke interestkost van de Vennootschap voor afgeleide financiêle
Telenet Group Holding NV en zijn geconsolideerde dochtervennootschappen dienen ieder een afzonderlijke belastingaangifte in, overeenkomstig de geldende lokale fiscale wetgeving, met uitzondering van Telenet International Finance S.à r.l., Finance Center Telenet S.à r.l. en Telenet Luxembourg Finance Center S.à r.l., die een Luxemburgse fiscale eenheid vormen. Voor financiële rapporteringsdoeleinden berekenen Telenet Group instrumenten voor het jaar eindigend op 31 december 2016 zal verminderen.
Holding NV en zijn dochtervennootschappen hun respectievelijke belastingvorderingen en -schulden op basis van een afzonderlijke belastingaangifte, met uitzondering van eerder genoemde Luxemburgse fiscale eenheid. Deze vorderingen en schulden worden samengevoegd in de geconsolideerde jaarrekening.
De bewegingen in uitgestelde belastingvorderingen en -schulden tijdens dit en vorig jaar, zonder rekening te houden met de compensatie van saldi binnen eenzelfde belastbare entiteit, zijn als volgt:
| (in duizend euro) | 1 januari 2015 | Opgenomen in de staat van het resultaat en het netto resultaat rechtstreeks verwerkt in het eigen vermogen |
31 december 2015 |
|---|---|---|---|
| Uitgestelde belastingvorderingen: | |||
| Financiële instrumenten | 41.796 | (25.499) | 16.297 |
| Leaseverplichtingen | 7.272 | (7.272) | — |
| Pensioenen | — | — | — |
| Vorderingen | 7.273 | 7.273 | |
| Fiscaal overdraagbare verliezen | 51.726 | 34.135 | 85.861 |
| Overige | 9.990 | (1.320) | 8.670 |
| Uitgestelde belastingvorderingen | 110.784 | 7.317 | 118.101 |
| Leaseverplichtingen | — | (464) | (464) |
|---|---|---|---|
| Materiële vaste activa | (60.766) | (6.776) | (67.542) |
| Voorzieningen | (45.229) | 25.391 | (19.838) |
| Goodwill | (27.028) | (394) | (27.422) |
| Immateriële activa | (1.130) | (10.378) | (11.508) |
| Vorderingen | (1.178) | 1.178 | — |
| Leningen | (6.311) | (575) | (6.886) |
| Overige | (605) | 145 | (460) |
| Uitgestelde belastingverplichtingen | (142.247) | 8.127 | (134.120) |
| (in duizend euro) | Opgenomen in de staat van het resultaat en het netto resultaat rechtstreeks verwerkt in het eigen vermogen |
Balans |
|---|---|---|
| Uitgestelde belastingvorderingen | 7.317 | 118.101 |
| Uitgestelde belastingverplichtingen | 8.127 | (134.120) |
| 15.444 | (16.019) |
| Uitgestelde belastingen verwerkt in het resultaat (zie toelichting 5.22) | (15.444) | |
|---|---|---|
| Totale uitgestelde belastingen | (15.444) | |
| Winstbelastingen voor het boekjaar (zie toelichting 5.22) | 115.096 | |
| Totaalresultaat en netto resultaat rechtstreeks verwerkt in het eigen vermogen |
99.652 | |
| Totale resultaat | 99.652 | |
| Balans | ||
| Uitgestelde belastingvorderingen | 108.493 | |
| Uitgestelde belastingverplichtingen | (124.512) | |
| (16.019) |
| (in duizend euro) | 1 januari 2014 | Opgenomen in de staat van het resultaat en het netto resultaat rechtstreeks verwerkt in het eigen vermogen |
31 december 2014 |
|---|---|---|---|
| Uitgestelde belastingvorderingen: | |||
| Financiële instrumenten | 44.213 | (2.417) | 41.796 |
| Leaseverplichtingen | 8.521 | (1.249) | 7.272 |
| Fiscaal overdraagbare verliezen | 32.756 | 18.970 | 51.726 |
| Overige | 15.584 | (5.594) | 9.990 |
| Uitgestelde belastingvorderingen | 101.074 | 9.710 | 110.784 |
| Materiële vaste activa | (47.503) | (13.263) | (60.766) |
|---|---|---|---|
| Voorzieningen | (36.572) | (8.657) | (45.229) |
| Goodwill | (25.858) | (1.170) | (27.028) |
| Immateriële activa | (4.571) | 3.441 | (1.130) |
| Vorderingen | (5.372) | 4.194 | (1.178) |
| Leningen | (5.587) | (724) | (6.311) |
| Overige | (2.930) | 2.325 | (605) |
| Uitgestelde belastingverplichtingen | (128.393) | (13.854) | (142.247) |
| het resultaat en het netto resultaat rechtstreeks verwerkt in het eigen vermogen |
Balans |
|---|---|
| 9.710 | 110.784 |
| (13.854) | (142.247) |
| Geconsolideerde staat van |
| Uitgestelde belastingen verwerkt in het resultaat (zie toelichting 5.22) | 3.400 | |
|---|---|---|
| Uitgestelde belastingen rechtstreeks verwerkt in het eigen vermogen | 744 | |
| Totale uitgestelde belastingen | 4.144 | |
| Winstbelastingen voor het boekjaar (zie toelichting 5.22) | 88.358 | |
| Totaalresultaat en netto resultaat rechtstreeks verwerkt in het eigen vermogen |
92.502 | |
| Uitgestelde belastingen rechtstreeks verwerkt in het eigen vermogen | (744) | |
| Totale resultaat | 91.758 | |
| Uitgestelde belastingvorderingen | 101.984 |
|---|---|
| Uitgestelde belastingverplichtingen | (133.448) |
| (31.464) |
Op 31 december 2015 hadden Telenet Group Holding NV en zijn dochtervennootschappen gecumuleerde fiscaal overdraagbare verliezen van €819,9 miljoen (2014: €581,8 miljoen). In overeenstemming met de huidige Belgische en Luxemburgse belastingwetgeving hebben deze gecumuleerde fiscaal overdraagbare verliezen een onbeperkte levensduur en kunnen zij worden gebruikt voor verrekening van de toekomstige belastbare inkomsten van Telenet Group Holding NV en zijn dochtervennootschappen.
Voor fiscaal overdraagbare verliezen worden uitgestelde belastingvorderingen erkend voor zover het waarschijnlijk is dat er
toekomstige belastbare winsten voorhanden zullen zijn om de compenseerbare verliezen aan te wenden.
(4.144) (31.464)
Telenet heeft ten belope van €171,7 miljoen geen uitgestelde belastingvorderingen opgenomen (2014: €129,6 miljoen) resulterend uit fiscaal overdraagbare verliezen voor een totaal bedrag van €505,2 miljoen (2014: €381,3 miljoen) aangezien het niet waarschijnlijk wordt geacht dat deze uitgestelde belastingvorderingen zullen gerealiseerd worden in de voorzienbare toekomst.
| (in duizend euro) | Toelichting | 31 december 2015 | 31 december 2014 |
|---|---|---|---|
| Personeelsvoordelen en soortgelijke verplichtingen | 5.17 | 15.640 | 16.184 |
| Verplichtingen mbt personeelsvoordelen na uitdiensttreding | 829 | 1.012 | |
| Verplichtingen uit langetermijnpersoneelsbeloningen | 5.17 | 8.060 | 7.670 |
| Verplichtingen mbt ongunstige voorwaarden Interkabel | 14.604 | 14.065 | |
| Voorziening voor ontmantelingskosten | 1.913 | 1.912 | |
| Schulden mbt sportuitzendrechten | 5.6 | 4.192 | 8.342 |
| Voorziening herstructurering Norkring | 12.412 | 29.385 | |
| Overige | 1.412 | 3.963 | |
| Totaal overige langlopende verplichtingen | 59.062 | 82.533 |
Tijdens het vierde kwartaal van 2013 besliste de Vennootschap om niet langer DTT-diensten aan te bieden. Deze diensten werden in de eerste helft van 2014 beëindigd. Na deze beslissing oordeelde de Vennootschap dat het DTT-capaciteitscontract met Norkring België NV op 31 december 2013 een verlieslatend contract was. De vereiste provisie werd door de Vennootschap bepaald als de netto contante waarde van de resterende betalingen onder dit DTT-capaciteitscontract dat verband hield met de zogenaamde "MUX 2 en MUX 3 capaciteit". Op 31 december 2013 boekte de Vennootschap herstructureringskosten ten belope van €33,9 miljoen. De resterende langlopende en kortlopende verplichtingen ten aanzien van deze herstructureringsprovisie bedroegen respectievelijk €29,4 miljoen en €4,5 miljoen per 31 december 2014 (toelichting 5.18).
Als gevolg van een aanpassing aan het DTT-capaciteitscontract dat in 2016 afgesloten werd, deed de Vennootschap afstand van haar exclusieve rechten op de "MUX 1 capaciteit". De voorheen erkende leaseverplichting voldeed niet langer aan de voorwaarden van een leaseverplichting en werd daardoor erkend als en toegevoegd aan de bestaande herstructureringsprovisie. De herstructureringsprovisie werd opnieuw bepaald eind december 2015 op basis van de netto huidige waarde van de resterende betalingen onder het contract. De resterende langlopende en kortlopende verplichtingen betreffende de capaciteit onder de 3 niet-exclusieve MUX'en bedroegen respectievelijk €12,4 miljoen en €25,8 miljoen op 31 december 2015 (toelichting 5.18). De afname in de totale verplichting als gevolg van de aangepaste toekomstige betalingen werd erkend als een positieve herstructureringskost ten belope van €13,2 miljoen (toelichting 5.20).
De totale langlopende en kortlopende verplichtingen ten aanzien van sportuitzendrechten bedroegen €4,2 miljoen, respectievelijk €17,4 miljoen per 31 december 2015 (zie toelichting 5.18 - 2014: €8,3 miljoen, respectievelijk €18,8 miljoen), waarvan respectievelijk €1,3 miljoen en €12,4 miljoen betrekking had op de uitzendrechten van de Belgische voetbalcompetitie voor het 2015-2016 seizoen en respectievelijk €0,3 miljoen en €1,0 miljoen betrekking had op de uitzendrechten van de Belgische voetbalcompetitie voor het 2014-2015 seizoen .
De operationele kosten, die door Interkabel aangerekend worden voor het onderhoud van zijn netwerk, zijn hoger dan referentiekosten van de Vennootschap voor gelijkaardige werkzaamheden. Als gevolg is er sprake van ongunstige voorwaarden. Ten tijde van de overname van Interkabel werd de grootte van deze ongunstige voorwaarden tegen reële waarde gewaardeerd. De onderliggende verplichting op 31 december 2015 bedroeg €14,6 miljoen (2014: €14,1 miljoen).
Activa en verplichtingen met betrekking tot personeelsvoordelen en soortgelijke verplichtingen, opgenomen in de geconsolideerde balans, kunnen als volgt worden samengevat:
| (in duizend euro) | Toe lichting |
31 december 2015 | 31 december 2014 | ||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Totaal personeels voordelen |
Te-bereiken doel pensioen plannen |
Voordelen na uitdienst treding |
Totaal personeels voordelen |
Te-bereiken doel pensioen plannen |
Voordelen na uitdienst treding |
||
| toelichting 5.17 | toelichting 5.17 | ||||||
| Te-bereiken-doel pensioenplannen |
2.351 | 2.351 | — | 2.521 | 2.521 | — | |
| Voordelen na uitdiensttreding | 13.289 | — | 13.289 | 13.663 | — | 13.663 | |
| Totaal personeelsvoordelen en soortgelijke verplichtingen |
5.16 | 15.640 | 2.351 | 13.289 | 16.184 | 2.521 | 13.663 |
| Verplichtingen uit langetermijnpersoneels beloningen |
5.16 | 8.060 | — | — | 7.670 | — | — |
| Totaal personeelsvoordelen en soortgelijke verplichtingen |
23.700 | 2.351 | 13.289 | 23.854 | 2.521 | 13.663 |
De meeste werknemers van Telenet nemen deel aan het Telenet Pensioenplan gefinancierd door middel van een pensioenplan. De bijdragen die in het pensioenfonds gestort worden zijn afhankelijk van het salaris van de respectievelijke werknemers.
Wettelijk voorzien deze regelingen in een gemiddeld minimum gewaarborgd rendement over de loopbaan van de werknemer. Per 1 januari 2016, zal het minimum rendement gelijk zijn aan 65% van het gemiddeld rendement op 10-jarige overheidsobligaties met een minimum van 1,75% en een maximum van 3,75% (voorheen 3,25% op werkgeversbijdrage en 3,75% op werknemersbijdrage). De 65% zou kunnen toenemen tot 75% voor 2018 en 85% in 2020 onderhevig aan een positief advies van de Belgische Centrale Bank. Als gevolg is er een risico dat de Vennootschap bijkomende bijdragen dient te betalen op voorbije dienstjaren. Zulke additionele bijdragen zullen afhangen van het werkelijk rendement van de fondsbeleggingen alsook van de toekomstige evolutie van het gemiddeld minimum gewaarborgd rendement.
Vermits de verplichtingen van de toegekende pensioenrechten, rekening houdend met het minimum gewaarborgd rendement, volledig gedekt waren door fondsbeleggingen en er geen terug te vorderen bijdragen waren, werden er geen bedragen opgenomen in de geconsolideerde balans voor de jaren afgesloten op 31 december 2015 en 2014.
De reële waarde van de fondsactiva en de bedragen opgenomen in de geconsolideerde balans kunnen voor dit plan als volgt samengevat worden:
| (in duizend euro) | Reële waarde van fondsbeleggingen | ||
|---|---|---|---|
| 2015 | 2014 | ||
| Per 1 januari | 53.969 | 46.212 | |
| Bijdragen betaald door de werkgever (incl. belastingen) | 3.814 | 3.569 | |
| Bijdragen betaald door de werknemer | 1.651 | 1.545 | |
| Rendement op fondsbeleggingen | 1.613 | 3.357 | |
| Betaalde vergoedingen (incl. heffingen) | (796) | (714) | |
| Per 31 december | 60.251 | 53.969 | |
| Te vergelijken met: | |||
| Gegarandeerde minimumreserves | 47.386 | 42.062 | |
| Som van individuele tekorten (intrinsieke waarde) | — | — |
Het pensioenplan van de Vennootschap wordt actief beheerd door twee onafhankelijke financiële instellingen. De investeringsstrategie is gebaseerd op een neutraal risicoprofiel en een investeringshorizon op lange termijn. Het pensioenplan van de Vennootschap investeert hoofdzakelijk in fondsen, zowel actieve als passieve fondsen, met daarbij een evenwichtige strategische allocatie tussen aandelen (49%), obligaties (43%), vastgoed (2%) en kortetermijninvesteringen (5%). De prestaties van het pensioenplan van de Vennootschap worden op een maandelijkse basis opgevolgd en geanalyseerd door de eigen beleggingsspecialist van het pensioenplan. Op kwartaalbasis wordt deze besproken en beoordeeld door de raad van bestuur van het pensioenplan.
De verwachte totale bijdrage van de werkgever voor het pensioenfonds voor 2016 wordt geraamd op €3,9 miljoen (met inbegrip van belastingen).
De gemiddelde leeftijd van deelnemers aan het pensioenplan bedroeg 45,3 per 31 december 2015 op basis van hun gewogen verworven bijdrages.
De Vennootschap heeft in haar geconsolideerde balans een verplichting opgenomen van €8,1 miljoen op 31 december 2015 (2014: €7,7 miljoen) voor personeelsvoordelen die samenhangen met een langdurig dienstverband.
De voormalige werknemers van Electrabel (ICS), en bepaalde overige werknemers, genieten van te-bereiken-doel pensioenplannen, die op basis van anciënniteit en het salaris van de werknemer op het einde van de actieve loopbaan voordelen oplevert. In lijn met de lokale toepassing worden deze voordelen doorgaans in één keer uitbetaald.
De te-bereiken-doel pensioenplannen worden gefinancierd door middel van verzekeringscontracten met gewaarborgd rendement. De pensioenplannen zijn onderworpen aan een minimale dekkingsvereiste, die gebaseerd is op de verworven reserves waarop de deelnemers aan het plan recht hebben in geval van vertrek. De fondsbeleggingen omvatten geen aandelen uitgegeven door Telenet of activa die door Telenet gebruikt worden.
De Vennootschap voorziet ook plannen op het vlak van gezondheidszorg na uitdiensttreding voor voormalige werknemers van Electrabel (ICS). Deze verplichtingen worden rechtstreeks gefinancierd door de Vennootschap. Deze plannen stellen de Vennootschap bloot aan diverse risico's zoals interestvoeten (een daling van de obligatierendementen zal de verplichtingen doen toenemen), investeringsrisico (een lager rendement op fondsbeleggingen zal de dekking van het fonds verminderen), levensduurrisico (een toename van de levensverwachting zal de verplichtingen voor gezondheidszorg na uitdiensttreding verhogen) en inflatierisico (een hoger-dan-verwachte stijging van de salarissen of medische kosten zal de verplichtingen doen toenemen).
De verplichting voor te-bereiken-doel pensioenplannen, de reële waarde van de fondsbeleggingen en de verplichting/(tegoed) uit te-bereikendoel pensioenplannen kan als volgt worden samengevat (exclusief het Telenet Pensioenplan):
| (in duizend euro) | Bruto verplichtingen inzake toegezegde pensioenrechten |
Reële waarde van de fondsbeleggingen |
Netto verplichtingen (vorderingen) inzake toegezegde pensioenrechten |
|||
|---|---|---|---|---|---|---|
| 2015 | 2014 | 2015 | 2014 | 2015 | 2014 | |
| Per 1 januari | 30.956 | 25.755 | (14.772) | (12.355) | 16.184 | 13.400 |
| Opgenomen in het resultaat | ||||||
| Aan het boekjaar toegerekende pensioenkosten (incl beheerskosten) |
1.934 | 1.669 | 16 | 1.934 | 1.685 | |
| Interestkost / (opbrengst) | 609 | 831 | (267) | (441) | 342 | 390 |
| 2.543 | 2.500 | (267) | (425) | 2.276 | 2.075 | |
| Opgenomen in het nettoresultaat rechstreeks verwerkt in het eigen vermogen Herwaarderingen |
||||||
| Actuarieel verlies (winst) tengevolge van wijzigingen in : |
||||||
| Demografische assumpties | (238) | — | (238) | |||
| Financiële assumpties | (1.317) | 4.497 | (1.317) | 4.497 | ||
| Ervaringsaanpassingen | (1.626) | (1.588) | (1.626) | (1.588) | ||
| Rendement met abstractie van interestopbrengst |
1.922 | (605) | 1.922 | (605) | ||
| (3.181) | 2.909 | 1.922 | (605) | (1.259) | 2.304 | |
| Overige | ||||||
| Bijdragen door de werknemer | 200 | 333 | (200) | (333) | — | — |
| Bijdragen door de werkgever | (1.428) | (1.595) | (1.428) | (1.595) | ||
| Betaalde vergoedingen (incl. heffingen) | (1.043) | (541) | 910 | 541 | (133) | — |
| (843) | (208) | (718) | (1.387) | (1.561) | (1.595) | |
| Per 31 december | 29.475 | 30.956 | (13.835) | (14.772) | 15.640 | 16.184 |
| Bestaande uit : | 2015 | 2014 | ||||
| Nettoverplichting te-bereiken-doel pensioenplannen |
2.351 | 2.521 |
Nettoverplichting andere voordelen na uitdiensttreding 13.289 13.663 Totaal 15.640 16.184 De voornaamste veronderstellingen gebruikt voor de actuariële
waardering zijn als volgt:
| Te-bereiken-doel pensioenplannen |
Andere voordelen na uitdiensttreding |
|||
|---|---|---|---|---|
| 2015 | 2014 | 2015 | 2014 | |
| Disconteringsvoet | 2,25% | 2,00% | 2,25% | 2,00% |
| Toekomstige loon- en salarisverhogingen | 2,75% | 2,85% | — | — |
| Onderliggende inflatievoet | 1,75% | 1,75% | 1,75% | 1,75% |
| Evolutie in medische kosten | — | — | 4,00% | 4,00% |
| Sterftetafel | IA BE | MR/FR-3 | IA BE | MR/FR-3 |
De onderstaande tabel geeft een senitiviteitsanalyse voor de voornaamste veronderstellingen:
| Sensitiviteitsanalyse | |||||
|---|---|---|---|---|---|
| (in duizend euro) | Wijziging | Verplichtingen inzake toegezegde pensioenrechten | |||
| (-) / (+) | afname (-) | toename (+) | |||
| Disconteringsvoet | 0,25% | 30.777 | 28.227 | ||
| Toekomstige loon- en salarisverhogingen | 0,25% | 28.384 | 30.607 | ||
| Evolutie in medische kosten | 0,25% | 28.746 | 30.222 | ||
| Sterftetafel | 1 jaar | 28.861 | 30.101 |
De senitiviteitsnanalyse weerspiegelt de impact van de verandering in één enkele veronderstelling, terwijl alle andere veronderstellingen ongewijzigd blijven. In de praktijk zal dit echter doorgaans niet het geval zijn aangezien meerdere veronderstellingen gecorreleerd kunnen zijn.
De gewogen gemiddelde looptijd van de verplichtingen bedraagt 15 jaar.
De verwachte bijdragen voor de te-bereiken-doel pensioenplannen voor 2015 worden geraamd op €1,6 miljoen.
| (in duizend euro) | 31 december 2015 |
31 december 2014 |
|---|---|---|
| Ontvangen waarborgen van klanten | 21.984 | 22.797 |
| Personeelskosten | 55.302 | 51.272 |
| Verschuldigde BTW en roerende voorheffing | 13.469 | 25.589 |
| Auteursrechten | ||
| Te betalen dividend | 989 | 1.012 |
| Kortlopende verplichtingen uit ongunstige voorwaarden mbt Interkabel | ||
| Toe te rekenen programmatiekosten | 54.199 | 44.676 |
| Te ontvangen facturen voor investeringen | 28.661 | 31.213 |
| Overige toe te rekenen kosten - te ontvangen facturen m.b.t.: | ||
| Ontvangen goederen en gepresteerde diensten | 37.710 | 35.538 |
| Honoraria | 10.408 | 15.571 |
| Ontvangen magazijngoederen | 3.480 | 3.814 |
| Interconnectie | 21.383 | 20.172 |
| Advertenties, Marketing en Public Relations | 3.818 | 7.231 |
| Infrastructuur | 7.128 | 9.933 |
| Andere | 17.596 | 19.463 |
| Toe te rekenen interesten op derivaten | 516 | 4.193 |
| Voorziening uitgiftekosten lening | 7.780 | — |
| Handelsvorderingen met credit saldo | 21.460 | — |
| Voorziening herstructurering Norkring | 25.750 | 4.480 |
| Schulden mbt sportuitzendrechten | 17.430 | 18.812 |
| Schulden mbt lenen van aandelen | 4 | 9.288 |
| Overige kortlopende verplichtingen | 1.246 | 136 |
| Totaal toe te rekenen kosten en overige kortlopende verplichtingen | 350.313 | 325.190 |
Totaal toe te rekenen uitgaven en andere lopende verplichtingen stegen met €25,1 miljoen tot €350,3 miljoen per 31 december 2015.
Dit was voornamelijk te wijten aan (i) een stijging van €21,3 miljoen in herstructureringsvoorzieningen gerelateerd aan de Norkring DDT spectrum licentie, (ii) toe te rekenen uitgestelde financieringskosten van €7,8 miljoen en (iii) een stijging van €4,0 miljoen in toe te rekenen vergoeding en personeelkosten.
De toename met €21,3 miljoen van de korte termijn herstructureringsvoorziening gerelateerd aan het DDTcapaciteitscontract met Norkring was het resultaat van het amendement van 2015 voor het contract zoals afgesproken in december 2015 en hetgeen resulteerde in een hogere eenmalige betaling verschuldigd in het jaar afgesloten op 31 december 2016 en lagere overgebleven betaling verschuldigd voor de resterende jaren (toelichting 5.16).
De toe te rekenen uitgestelde financieringskosten (€7,8 miljoen) zijn hoofdzakelijk gerelateerd aan de Original Issue Discount ("OID") prestatievergoeding en de overeenkomstenvergoeding verschuldigd aan de niet-opgenomen €800,0 miljoen Termijnlening AA onder het 2015 Gewijzigde Senior Credit Facility gezien deze niet voorwaardelijk De opbrengsten van de Vennootschap bestaan uit:
zijn voor het afsluiten van de overname van BASE CompanyDe toename van €33,1 miljoen zoals hierboven beschreven werd gedeeltelijk gecompenseerd door een daling van €9,3 miljoen in verplichtingen gerelateerd aan de overeenkomst betreffende de aandelenlening met Binan Investments B.V. gezien de Vennootschap haar uitstaande verplichtingen afloste door de teruggave van de 200.000 aandelen die geleend werden op 17 december 2014 van de grootste aandeelhouder Binan Investments B.V. met als bedoeling om de verplichtingen onder het bestaande aandelenoptieplan op 15 juni 2015 te dekken.
| (in duizend euro) | Voor de twaalf maanden afgesloten op 31 december | |
|---|---|---|
| 2015 | 2014 | |
| Opbrengsten uit abonnementen | ||
| Televisie | 552.087 | 542.885 |
| Breedbandinternet | 546.007 | 509.964 |
| Vaste telefonie | 226.889 | 211.133 |
| Opbrengsten uit kabelgerelateerde abonnementen |
1.324.983 | 1.263.982 |
| Mobiele telefonie | 203.408 | 181.070 |
| Totaal opbrengsten uit abonnementen | 1.528.391 | 1.445.052 |
| Bedrijfsdiensten | 118.058 | 109.382 |
| Overige | 161.938 | 152.663 |
| Totaal bedrijfsopbrengsten | 1.808.387 | 1.707.097 |
Voor het jaar afgesloten op 31 december 2015 genereerde Telenet bedrijfsopbrengsten ten bedrage van €1.808,4 miljoen, of 6% meer dan de €1.707,1 miljoen voor het jaar afgesloten op 31 december 2014. De groei van de bedrijfsopbrengsten voor het jaar afgesloten op 31 december 2015 was geheel organisch en was direct te danken aan (i) de solide groei van het aantal klanten met een productbundel (op 31 december 2015 had Telenet 6% meer tripleplayabonnees dan op 31 december 2014), (ii) het voordeel van de selectieve prijsverhoging van bepaalde vaste diensten in januari 2015, (iii) de stijging van de bijdrage van Telenets mobiele activiteiten met €22,4 miljoen dankzij de robuuste groei van het aantal mobiele-telefonieabonnees met een postpaidabonnement, en (iv) de stijging van de opbrengsten uit bedrijfsdiensten met 12%.
De over te dragen opbrengsten van de Vennootschap kunnen uitgesplitst worden als volgt:
| (in duizend euro) | ||
|---|---|---|
| 31 december 2015 | 31 december 2014 | |
| Opbrengsten uit abonnementen | ||
| Televisie | 25.752 | 28.893 |
| Breedbandinternet | 12.657 | 12.213 |
| Vaste telefonie | 7.870 | 7.540 |
| Opbrengsten uit kabelgerelateerde abonnementen | 46.279 | 48.646 |
| Mobiele telefonie | 6.961 | 6.382 |
| Totaal opbrengsten uit abonnementen | 53.240 | 55.028 |
| Bedrijfsdiensten | 10.936 | 8.701 |
| Overige | 10.044 | 11.028 |
| Totaal over te dragen opbrengsten | 74.220 | 74.757 |
Over te dragen opbrengsten betreffen doorgaans door klanten vooruitbetaalde vergoedingen, zoals toegelicht in toelichting 5.2.9 van de geconsolideerde jaarrekening van de Vennootschap. Deze worden lineair in opbrengsten opgenomen over de van toepassing zijnde periode van dienstverlening.
| (in duizend euro) Toelichting |
Voor het jaar afgesloten op 31 december | ||
|---|---|---|---|
| 2015 | 2014 | ||
| Personeelskosten: | |||
| Lonen, salarissen, commissies en sociale lasten | 131.845 | 130.881 | |
| Overige personeelsvoordelen | 23.923 | 22.880 | |
| 155.768 | 153.761 | ||
| Afschrijvingen en waardeverminderingen | 5.4 | 270.798 | 249.178 |
| Afschrijvingen | 5.6 | 72.954 | 59.978 |
| Afschrijvingen op uitzendrechten | 5.6 | 49.008 | 48.303 |
| Herstructureringskosten DDT | (13.870) | 1.938 | |
| Winst op verkoop van materiële vaste activa en overige immateriële activa | (2.362) | (2.049) | |
| Kosten voor exploitatie van het netwerk en voor diensten | 569.044 | 524.523 | |
| Kosten voor reclame, verkoop en marketing | 74.215 | 67.055 | |
| Op aandelen gebaseerde vergoedingen van bestuurders en werknemers | 10.370 | 8.311 | |
| Operationele kosten voor overnames of desinvesteringen | 9.736 | 2.135 | |
| Overige kosten | 65.702 | 61.727 | |
| Totaal kosten | 1.265.301 | 1.174.860 |
Voor het jaar afgesloten op 31 december 2015 bedroegen de totale bedrijfskosten €1.265,3 miljoen, of 8% meer dan de €1.174,9 miljoen voor het jaar afgesloten op 31 december 2014. Voor het jaar afgesloten op 31 december 2015 omvatten de bedrijfskosten een gunstige impact van €13,8 miljoen uit de terugneming van herstructureringskosten als gevolg van een akkoord met Norkring België in verband met de licentie voor DTT-spectrum en een gunstige impact van €7,6 miljoen uit de afhandeling van een voorwaardelijke verplichting in verband met universele dienstverlening, deels tenietgedaan door een schikking van €3,9 miljoen met de Belgische telecomregulator BIPT met betrekking tot de licentie voor het mobiele 2G-spectrum. De bedrijfskosten voor het jaar afgesloten op 31 december 2014 weerspiegelden een gunstige impact van €12,5 miljoen uit de afhandeling van bepaalde voorwaardelijke verplichtingen. Zonder deze eenmalige voordelen voor het jaar afgesloten op 31 december 2015 en 2014 was de onderliggende stijging van de totale bedrijfskosten iets hoger geweest. Deze stijging was vooral toe te schrijven aan (i) hogere kosten voor de exploitatie van het netwerk en voor diensten, inclusief hogere programmeringskosten als gevolg van Telenets "connected entertainment"-strategie, (ii) de stijging van de afschrijvings- en waardeverminderingskosten met 10%, (iii) een stijging van de advertentie-, verkoop- en marketingkosten met €7,1 miljoen, en (iv) hogere directe overnamekosten en overige kosten die in de eerste plaats verband houden met de overname en integratie van BASE Company NV.
Het gemiddeld aantal werknemers uitgedrukt in voltijdse equivalenten tewerkgesteld door de Vennootschap voor het jaar afgesloten op 31 december 2015 bedroeg 2.318 (2014: 2.262).
| Voor het jaar afgesloten op 31 december | |||
|---|---|---|---|
| Toelichting | 2015 | 2014 | |
| Opgenomen in de staat van het resultaat en het netto resultaat rechtstreeks verwerkt in het eigen vermogen |
|||
| Financiële opbrengsten | |||
| Netto interestopbrengsten en wisselkoerswinsten | |||
| Interestopbrengsten op geldmiddelen en kasequivalenten | 561 | 715 | |
| Interestopbrengsten op vorderingen | 93 | 248 | |
| Netto wisselkoerswinsten | 2.100 | 1.423 | |
| 2.754 | 2.386 | ||
| Netto winst op derivaten | |||
| Wijziging in reële waarde 5.14 |
86.762 | — | |
| Vervroegde beëindiging van derivaten | (72.973) | ||
| 13.789 | — | ||
| Financiële kosten | |||
| Netto interestkosten, wisselkoersverliezen en overige financiële kosten | |||
| Interestkosten op financiële verplichtingen opgenomen aan de geamortiseerde kostprijs, en overige financiële kosten |
(217.127) | (208.613) | |
| Netto interestkosten op afgeleide financiële instrumenten opgenomen aan reële waarde via het nettoresultaat |
(25.481) | (44.169) | |
| Afschrijving van financieringskosten | (6.784) | (6.480) | |
| Netto wisselkoersverliezen | — | — | |
| (249.392) | (259.262) | ||
| Netto verlies op derivaten | |||
| Vervroegde beëindiging van derivaten | — | (75.548) | |
| Wijziging in reële waarde | — | 8.178 | |
| Verlies bij vervroegde aflossing van schulden | (30.847) | (7.412) |
Netto financiêle kosten opgenomen in de geconsolideerde staat van het resultaat en het netto resultaat rechtstreeks verwerkt in het eigen vermogen (263.696) (331.658)
Voor het jaar afgesloten op 31 december 2015 bedroegen de netto financiële kosten €263,7 miljoen tegenover €331,6 miljoen voor het jaar afgesloten op 31 december 2014. Ondanks een verlies van €30,8 miljoen bij de vervroegde aflossing in augustus 2015 van €500,0 miljoen aan Senior Secured Notes met vervaldag in 2020, daalden de netto financiële kosten voor het jaar afgesloten op 31 december 2015 met 20% ten opzichte van het jaar afgesloten op 31 december 2014 omdat de Vennootschap voor het jaar afgesloten op 31 december 2015 op haar derivaten een niet-geldelijke winst van €13,8 miljoen realiseerde versus een verlies van €67,4 miljoen voor het jaar afgesloten op 31 december 2014. Bovendien daalden de netto interestkosten met €9,8 miljoen als gevolg van de vervroegde aflossing van de resterende uitstaande bedragen onder bepaalde termijnleningen na de herfinanciering in april 2014 en de gunstige effecten van de gedeeltelijke afbouw van de derivatenportefeuille in december 2014. Deze gunstige effecten werden deels tenietgedaan door iets hogere toe te rekenen interestkosten als gevolg van de reserveringsvergoeding voor de nietopgenomen financieringsfaciliteiten in verband met de overname van BASE Company, die sinds de drie maanden afgesloten op 30 september 2015 begon op te lopen.
| (in duizend euro) | Voor het jaar afgesloten op 31 december | ||
|---|---|---|---|
| 2015 | 2014 | ||
| Winstbelastingen voor het boekjaar | 115.096 | 88.358 | |
| Uitgestelde belastingen (Toelichting 5.15) | (15.444) | 3.400 | |
| Winstbelastingen | 99.652 | 91.758 | |
| Effectieve belastingvoet | 36,20% | 45,65% |
De werkelijke belastingsvoet voor het jaar afgesloten op 31 december 2015 bedroeg 36,20%, hetgeen lager was dan de werkelijke belastingsvoet van 45,65% voor het jaar afgesloten op 31 december 2014. De winstbelastingen hierboven werden berekend conform de Belgische en internationale belastingwetgeving.
De winstbelasting opgenomen in de geconsolideerde staat van het resultaat van de Vennootschap verschilt van de theoretische winstbelasting op basis van het Belgische wettelijke belastingtarief dat van toepassing is op de Vennootschap. Het effectieve belastingtarief kan als volgt verklaard worden:
120 | Telenet | Jaarverslag 2015 |
| (in duizend euro) | Voor het jaar afgesloten op 31 december | |
|---|---|---|
| 2015 | 2014 | |
| Winst vóór belastingen | 275.314 | 201.023 |
| Winstbelasting aan het Belgische wettelijk belastingtarief van 33,99% | 93.579 | 68.328 |
| Niet-belastbare inkomsten | (41.251) | (47.892) |
| Niet-aftrekbare kosten en verworpen uitgaven | 9.861 | 26.379 |
| Investeringsaftrek | (6.464) | (5.557) |
| Erkenning van niet eerder erkende uitgestelde belastingvorderingen | — | (4.020) |
| Aanwending van niet eerder erkende fiscale verliezen | — | (1) |
| Fiscale verliezen en tijdelijke verschillen waarvoor geen uitgestelde belastingvorderingen werden erkend |
42.080 | 54.620 |
| Vervallen fiscale verliezen | 908 | 920 |
| Aanpassingen opgenomen in de actuele verslagperiode met betrekking tot voorgaande boekjaren |
3.648 | 1.360 |
| Impact van andere belastingtarieven | (3.993) | (3.833) |
| Meerwaardebelasting op aandelen | — | — |
| Verhoging wegens onvoldoende voorafbetaald | 1.284 | 1.453 |
| Winstbelastingen voor het boekjaar | 99.652 | 91.758 |
De fiscale verliezen en tijdelijke verschillen waarvoor geen uitgestelde belastingvorderingen werden erkend bedroegen €42,1 miljoen voor het jaar afgesloten op 31 december 2015 (€54,6 miljoen voor het jaar afgesloten op 31 december 2014) en bestonden uit posities die aanleiding gaven tot uitgestelde belastingen, die echter niet erkend werden aangezien het niet zeker wordt geacht dat er belastbare winst zal zijn voor de welke de ongebruikte fiscale verliezen kunnen gebruikt worden in de toekomst.
Er is geen aanwending van niet eerder erkende fiscale verliezen voor het jaar afgesloten op 31 december 2015 (€4,0 miljoen voor het jaar afgesloten op 31 december 2014) met betrekking tot posities waarvoor in het verleden geen uitgestelde belastingen erkend werden.
De aanwending van niet eerder erkende fiscale verliezen (€4,0 miljoen voor het jaar afgesloten op 31 december 2014) hadden betrekking op posities waarvoor in het verleden geen uitgestelde belastingen erkend werden aangezien het niet zeker werd geacht dat er belastbare winst zal zijn voor de welke de ongebruikte fiscale verliezen kunnen gebruikt worden in de toekomst. Deze uitgestelde belastingen werden in het huidige jaar erkend aangezien het, op basis van de meest recente resultaten, voldoende duidelijk werd dat ze gebruikt kunnen worden.
Bij de berekening van de gewone winst per aandeel is de winst en het gewogen gemiddelde aantal aandelen als volgt berekend:
| (in duizend euro, behalve aandeleninformatie) | Voor het jaar afgesloten op 31 december | |
|---|---|---|
| 2015 | 2014 | |
| Aan gewone aandeelhouders toe te rekenen winst | 175.639 | 109.262 |
| Gewogen gemiddelde aantal gewone aandelen | 116.492.339 | 115.940.077 |
| Gewogen gemiddelde aantal aandelen voor de berekening van de gewone winst per aandeel |
116.492.339 | 115.940.077 |
| Gewone winst per aandeel in € | 1,51 | 0,94 |
Bij de berekening van de verwaterde winst per aandeel, door middel van de eigen aandelen methode, worden de aan de aandeelhouders van de groep toe te rekenen winst en het gewogen gemiddelde aantal gewone aandelen die gedurende het jaar uitstaan, gecorrigeerd voor alle potentiële verwaterende effecten op de gewone aandelen.
Voor het jaar afgesloten op 31 december 2015, had de Vennootschap vier categorieën van potentieel verwaterde effecten op de gewone aandelen:
Voor het jaar afgesloten op 31 december 2014,, had de Vennootschap zes categorieën van potentieel verwaterde effecten op de gewone aandelen:
Warrantenplan 2007 septies
Warrantenplan 2010 primo
De winst in de berekening van de verwaterde winst per aandeel is hetzelfde als de winst voor de berekening van de gewone winst per aandeel, zoals hierboven toegelicht.
| Voor het jaar afgesloten op 31 december | |||
|---|---|---|---|
| 2015 | 2014 | ||
| Gewogen gemiddelde aantal aandelen voor de berekening van de gewone winst per aandeel | 116.492.339 | 115.940.077 | |
| Aanpassingen voor: | |||
| Warrantenplan 2007 quater Warranten | — | 142.333 | |
| Warrantenplan 2007 sexies warranten | — | 2.878 | |
| Warrantenplan 2007 septies warranten | 19.048 | 52.503 | |
| Warrantenplan 2010 primo warranten | 130.044 | 330.333 | |
| Warrantenplan 2010 bis warranten | 3.704 | 9.342 | |
| Warrantenplan 2010 ter warranten | 44.156 | 55.456 | |
| Gewogen gemiddelde aantal aandelen voor de berekening van de verwaterde winst per aandeel |
116.689.291 | 116.532.922 | |
| Verwaterde winst per aandeel in € | 1,51 | 0,94 |
Op 18 april 2015 bereikte Telenet een definitief akkoord (het "BASE Akkoord") om BASE Company NV over te nemen voor een aankoopprijs van €1.324,4 miljoen met de bedoeling om zijn toekomst als een toonaangevende aanbieder van geïntegreerde telecommunicatiediensten veilig te stellen. BASE is de derde grootste netwerkoperator in België. Deze overname zal Telenet lange termijntoegang bieden tot een mobiel netwerk. Hierdoor zal Telenet effectief kunnen meedingen naar de groeiopportuniteiten in de mobiele communicatie. Bijgevolg zal het bedrijf kunnen voldoen aan de stijgende vraag van zowel particuliere als zakelijke klanten naar het volledige scala van vaste en mobiele diensten. Op 4 februari 2016 kondigde de Europese Commissie aan dat het de voorgestelde overname van BASE Company NV door Telenet had goedgekeurd. Aansluitend op de goedkeuring van de Europese Commissie werd de overname van BASE Company afgesloten op 11 februari 2016.
Op 19 november 2015 bevestigde Telenet dat het een voorwaardelijke overeenkomst is aangegaan met MEDIALAAN voor onder andere, de verkoop door BASE Company aan MEDIALAAN van alle JIM Mobile klanten en het aandeel van 50% in VikingCo NV, de entiteit die het Mobile Vikings merk exploiteert. Deze overeenkomsten werden inbegrepen, in kader van het onderzoek door de Europese Commissie, in de voorgestelde overname van BASE Company. Als gevolg van de goedkeuring van de Europese Commissie, en de recente goedkeuring van de Belgische mededigingsautoriteit betreffende de transactie met MEDIALAAN, werd de verkoop van het 50% aandeel in VikingCo NV door BASE Company aan MEDIALAAN afgesloten op 11 februari 2016, als vervolg op de overname van BASE Company door Telenet. In de loop der tijd, zal BASE ook de JIM Mobile klanten overbrengen naar MEDIALAAN, en MEDIALAAN zal een volledige 'MVNO speler' worden op het netwerk van BASE, voor zowel de JIM Mobile en de Mobile Vikings klanten. De transactie creëert een platform voor MEDIALAAN om een nieuwe en hoog presterende MVNO speler te worden.
De totale aankoopprijs van €1.324,4 miljoen werd op 11 februari 2016 afgehandeld door de betaling van een geldelijke vergoeding.
De Vennootschap boekte een overname gelelateerde kost van €9,2 miljoen op wettelijke vergoedingen en due diligence kosten. Deze werden in 'Verkoop-, algemene en beheerskosten' inbegrepen.
De volgende tabel vat de in resultaat genomen overgenomen activakosten en verplichtingen op de overnamedatum:
| Activa | (in duizend euro) |
|---|---|
| Vaste activa: | |
| Materiële vaste activa | 475.281 |
| Goodwill | 55.755 |
| Overige immateriële activa | 277.402 |
| Uitgestelde belastingvorderingen | 66.065 |
| Overige activa | 32.146 |
| Totaal vaste activa | 906.649 |
| Vlottende activa: | |
| Voorraden | 9.571 |
| Handelsvorderingen | 61.954 |
| Overige vlottende activa | 42.786 |
| Geldmiddelen en kasequivalenten | 132.824 |
| Activa bedoeld voor verkoop | 1.304 |
| Totaal vlottende activa | 248.439 |
| Totaal activa | 1.155.088 |
| Eigen vermogen en verplichtingen |
|
| Eigen vermogen: | |
| Geplaatst kapitaal | 484.958 |
| Uitgiftepremies en overige reserves | 72.624 |
| Overgedragen winst | 265.759 |
| Totaal eigen vermogen | 823.341 |
| Langlopende verplichtingen: | |
| Over te dragen opbrengsten | 14.768 |
| Uitgestelde belastingsverplichtingen |
17.600 |
| Overige schulden | 33.801 |
| Totaal langlopende verplichtingen |
66.169 |
| Kortlopende verplichtingen: | |
| Handelsschulden | 98.978 |
| Toe te rekenen kosten en overige kortlopende verplichtingen |
119.217 |
| Over te dragen opbrengsten | 38.044 |
| Overige schulden | 9.339 |
| Totaal kortlopende verplichtingen |
265.578 |
| Totaal verplichtingen | 331.747 |
| Totaal eigen vermogen en verplichtingen |
1.155.088 |
De financiële verslaggeving van de overname zal herzien worden op basis van de toekenning van de overnameprijs. Deze zal binnen het jaar na de overnamedatum afgerond worden.
De voorlopige goodwill die voortvloeit uit deze overname is als volgt:
| Voorlopige goodwill voortvloeiend uit de overname |
498.522 |
|---|---|
| Reële waarde van identificeerbare netto activa |
823.341 |
| Overgedragen vergoeding | 1.321.863 |
| (in duizend euro) |
| (in duizend euro) | Voor het jaar afgesloten op 31 december | |
|---|---|---|
| 2015 | 2014 | |
| Verwerving van materiële vaste activa in ruil voor leaseverplichtingen | 31.280 | 44.845 |
| Verwerving van sportrechten in ruil voor investeringsverplichtingen | 35.906 | 34.271 |
Op 26 november 2007 ondertekende Telenet een niet-bindend principeakkoord met de zuivere intercommunale kabelmaatschappijen betreffende een overdracht van analoge en digitale tv-diensten van de zuivere intercommunale kabelmaatschappijen, inclusief alle bestaande klanten, aan Telenet. Daarna sloten Telenet en de zuivere intercommunale kabelmaatschappijen een bindende overeenkomst (de Interkabel Overeenkomst 2008), met ingang op 1 oktober 2008. Vanaf december 2007 heeft Proximus NV/SA (Proximus), de historische telecommunicatie operator in België, verschillende procedures aangespannen om de tenuitvoerlegging van deze overeenkomsten te verhinderen.
Proximus spande een procedure in kort geding aan bij de Voorzitter van de Rechtbank van Eerste Aanleg te Antwerpen met het verzoek om een voorlopige voorziening om de zuivere intercommunale kabelmaatschappijen te beletten het principeakkoord ten uitvoer te leggen en leidde een burgerlijke procedure in over de zaak ten gronde strekkende tot nietigverklaring van het principeakkoord. In maart 2008 sprak de Voorzitter van de Antwerpse Rechtbank van Eerste Aanleg zich in kort geding uit in het voordeel van Proximus. Deze beslissing werd echter door het Hof van Beroep te Antwerpen ongedaan gemaakt in juni 2008. Proximus bracht deze uitspraak in beroep voor het Hof van Cassatie, dat deze beslissing in beroep bevestigde in september 2010. Op 6 april 2009 heeft de Rechtbank van Eerste Aanleg te Antwerpen een vonnis uitgesproken in het voordeel van de zuivere intercommunale kabelmaatschappijen en Telenet in de burgerlijke procedure over de zaak ten gronde, waarbij de vordering van Proximus tot ontbinding van het principeakkoord en de Interkabel Overeenkomst 2008 werd afgewezen. Op 12 juni 2009 heeft Proximus beroep aangetekend tegen deze beslissing bij het Hof van Beroep te Antwerpen. In deze beroepsprocedure vordert Proximus nu ook schadevergoeding voor het geval de Interkabel Overeenkomst 2008 niet zou worden ontbonden. Deze procedures werden voor onbepaalde duur opgeschort.
Andere procedures werden ingeleid, hetgeen resulteerde in een arrest van de Belgische Raad van State in mei 2014 tot vernietiging van (i) de beslissing van de zuivere intercommunale kabelmaatschappijen om geen openbare marktconsultatie te organiseren en (ii) de beslissing van de raad van bestuur van de zuivere intercommunale kabelmaatschappijen om de 2008 Interkabel Overeenkomst goed te keuren. In december 2015 heeft Proximus de burgerrechtelijke procedures voor het Hof van Beroep te Antwerpen voortgezet teneinde de nietigverklaring te bekomen van de Interkabel Overeenkomst 2008 evenals een schadevergoeding van € 1,4 miljard (\$ 1,5 miljard).
Telenet bevindt zich in het beoordelingsproces van de vermelde procedures en vorderingen tot schadevergoeding en is van plan om zichzelf daadkrachtig te verdedigen. Er kan geen zekerheid worden gegeven over het resultaat van deze of andere procedures. Nochtans zou een negatieve uitspraak in de lopende of toekomstige procedures potentieel kunnen leiden tot een nietigverklaring van de Interkabel
124 | Telenet | Jaarverslag 2015 |
Overeenkomst 2008 en/of een verplichting van Telenet tot betaling van schadevergoeding, conform de relevante bepalingen van de Interkabel Overeenkomst 2008 die bepalen dat Telenet slechts aansprakelijk is voor schadevergoedingen boven € 20,0 miljoen (\$ 21,7 miljoen). Wij verwachten evenwel niet dat de uiteindelijke afhandeling van deze zaak een wezenlijke impact zal hebben op ons bedrijfsresultaat, onze geldstromen of financiële situatie. Wij hebben geen voorzieningen aangelegd in het kader van deze kwestie aangezien de kans op een verlies niet waarschijnlijk wordt geacht.
In december 2010 maakten de leden van de CRC (BIPT, VRM, CSA en Medienrat) hun respectievelijke ontwerpbesluiten bekend, die de resultaten van hun analyse van de televisie-omroepmarkt in België reflecteerden. Op hetzelfde ogenblik publiceerde het BIPT haar ontwerpbeslissing betreffende de analyse van de breedbandmarkt in België.Na een publieke raadpleging, werden de ontwerpbesluiten door de CRC ter kennis gegeven aan de Europese Commissie. De Europese Commissie bracht een mededeling uit over de ontwerpbesluiten die de analyse van de televisieomroepmarkt bekritiseerde op meerdere punten, waaronder het feit dat de CRC geen analyse had gemaakt van de upstream groothandelsmarkten. Verder uitte de Commissie ook twijfels wat betreft de noodzaak en de proportionaliteit van de verschillende oplossingen.
De CRC nam niettemin een finale beslissing op 1 juli 2011 (de "juli 2011 Beslissing") met enkele minimale correcties. De regelgevende verplichtingen opgelegd door de juli 2011 Beslissing omvatten (i) een verplichting om een doorverkoopaanbod voor analoge televisie te doen aan andere operatoren (inclusief Proximus) tegen een "retail minus" kostprijs; (ii) een verplichting om aan andere operatoren (uitgezonderd Proximus) toegang te verlenen tot haar digitale televisieplatform (inclusief het basis digitaal videopakket) tegen een "retail minus" kostprijs, en (iii) een verplichting om een doorverkoop aanbod voor breedband internet te doen tegen "retail minus" kostprijs aan begunstigden van de digitale televisie toegangverplichting, die gecombineerde pakketten van digitale televisie en breedband internet willen aanbieden aan hun klanten (exclusief Proximus). Een "retail minus"-methode van prijszetting gaat uit van een groothandeltarief, gebaseerd op de kleinhandelprijs van de aangeboden dienst door Telenet, exclusief btw en auteursrechten, en die verder de kleinhandelkosten die worden vermeden door het aanbieden van de groothandeldienst in mindering brengt (zoals de kosten voor facturatie, franchising, klantenservice, marketing en verkoop).
Nadat Telenet in februari 2012 ontwerp referentieaanbiedingen indiende om de drie hierboven beschreven verplichtingen zowel in Vlaanderen als in Brussel na te leven, gaf de CRC haar bemerkingen en startte het een nationaal consultatieproces op en nam het contact op met de Europese Commissie. Hoewel de Europese Commissie haar twijfels uitdrukte m.b.t. de proportionaliteit van het analoog doorverkoopaanbod op 8 augustus 2013, had de Europese Commissie geen bezwaar tegen de ontwerpbeslissing van de CRC over de referentieaanbiedingen. Op 9 september 2013 maakte de CRC haar definitieve beslissing bekenddie zij had uitgegeven op 3 september 2013. Overeenkomstig de beslissing van de CRC, moeten de gereguleerde groothandel diensten beschikbaar zijn binnen een termijn van zes maanden nadat een andere operator een intentieverklaring hiertoe doet en een voorschot betaalt aan elke kabelmaatschappij.
Op 2 april 2013 heeft de CRC een ontwerpbeslissing uitgebracht over de "retail minus" tarieven van min 35% voor basis televisie (basis analoog en digitaal videopakket) en min 30% voor de bundel van basis televisie en breedband internetdiensten. Op 8 oktober 2013 heeft de CRC een ontwerp van kwantitatieve beslissing ingediend bij de Europese Commissie, waarin ze de "retail minus" tarieven wijzigde naar min 30% voor basis televisie (basis analoog en digitaal videopakket) en naar min 23% voor de bundel van basis televisie en breedband internetdiensten. Hoewel de Europese Commissie een aantal opmerkingen heeft gemaakt over de geschiktheid van bepaalde veronderstellingen in de voorgestelde methode van kostenberekening, heeft de CRC deze "retail minus" tarieven aangenomen op 11 december 2013.
Op 27 december 2013 heeft de mobiele operator Mobistar een intentieverklaring neergelegd om toegang te krijgen tot de drie gereguleerde producten van Telenet: (i) de doorverkoop van het analoog televisieaanbod; (ii) toegang tot het digitale televisieplatform; en (iii) doorverkoop van het aanbod van toegang tot breedband. Mobistar betaalde het voorschot op 10 januari 2014. Telenet heeft de toegangsverplichtingen vermeld in haar referentieaanbiedingen uitgevoerd en heeft haar uitvoeringsverplichting ten aanzien van Mobistar tijdig uitgevoerd, nl. binnen een termijn van zes maanden zoals bepaald door de regelgever. Vanaf 23 juni 2014 werd de toegang tot het Telenet netwerk operationeel en kan het door Mobistar worden toegepast om analoge televisie, digitale televisie en bundel televisie met breedband internet aan haar klanten aan te bieden (zij heeft dit echter nog niet gedaan). Op 14 november 2014 heeft Proxiums eveneens een verzoek neergelegd tot het aanvatten van de toegangsonderhandelingen. De VRM en het BIPT overwegen momenteel de redelijkheid van dit verzoek.
Op 14 december 2015 hebben de Belgische Regelgevende Autoriteiten een ontwerpbeslissing uitgebracht ter wijziging van de voorheen uitgegeven beslissingen betreffende de "retail minus" tarieven van min 26% voor basis televisie (basis analoog en digitaal videopakket) en min 18% voor de bundel van basis televisie en breedband internetdiensten gedurende een initiële periode van twee jaar. Na deze tweejarige periode zouden de tarieven worden gewijzigd naar respectievelijk min 15% en 7%. De ontwerpbeslissing werd aan de Europese Commissie meegedeeld en een definitieve beslissing werd genomen op 19 februari 2016.
Telenet heeft beroep ingesteld tegen de juli 2011 Beslissing bij het Brusselse Hof van Beroep. Op 12 november 2014 heeft het Brusselse Hof van Beroep het beroep van Telenet verworpen en de vordering van Proximus aanvaard waarbij aan Proximus toegang moet verleend worden tot het breedbandnetwerk en digitaal televisieplatform van Telenet (naast andere operatoren). Telenet is tegen deze beslissing in beroep gegaan bij het Belgische Hof van Cassatie op 30 november 2015. Op 20 februari 2014 heeft Telenet ook beroep ingesteld bij het Brusselse Hof van Beroep tegen de beslissing over de kwalitatieve en kwantitatieve aspecten (i.e. tarieven) van het referentieaanbod. Telenet en de CRC zijn ondertussen overeengekomen om de procedure met betrekking tot de kwalitatieve aspecten te beëindigen (de zaak werd ingetrokken op 24 mei 2015). Een beslissing met betrekking tot de kwantitatieve aspecten wordt niet verwacht vóór het tweede kwartaal van 2016.
De juli 2011 Beslissing heeft tot doel en kan in zijn toepassing tot gevolg hebben dat de concurrenten van Telenet versterkt worden, door hen toegang via doorverkoop te verlenen tot het netwerk van Telenet om competitieve producten en diensten aan te bieden, ondanks de aanzienlijke historische financiële uitgaven die Telenet heeft gedaan ter ontwikkeling van de infrastructuur. Bijkomend kan elke toegang via doorverkoop verleend aan concurrenten (i) de bandbreedte beperken die beschikbaar is voor Telenet om nieuwe of uitgebreidere producten en diensten aan te bieden aan klanten bediend door haar netwerk, en (ii) een nadelige invloed hebben op de mogelijkheid van Telenet om haar inkomsten en kasstroom te behouden of verhogen. De mate van dergelijke negatieve impact zal ultiem afhangen van de mate waarin concurrenten erin slagen voordeel te halen uit de toegang via doorverkoop die hen uiteindelijk wordt toegekend tot het netwerk van Telenet en van andere concurrentiële factoren of marktontwikkelingen.
In 1971 kende de gemeente Sint-Lambrechts-Woluwe aan WoluTV vzw ("WoluTV") het recht toe om het kabelnetwerk op haar eigen grondgebied te beheren. Telenet verstrekte een aantal technische diensten aan WoluTV in overeenstemming met de bepalingen van de overeenkomsten van 11 februari 1998 (analoge televisie) en 3 september 2007 (digitale televisie). Telenet en WoluTV hebben eveneens twee overeenkomsten afgesloten op respectievelijk 7 mei en 3 september 2007 volgens dewelke Telenet, in haar eigen naam en voor haar eigen rekening, internet- en telefoniediensten verstrekte op het kabelnetwerk van de gemeente. Op 16 december 2014 beëindigde WoluTV de overeenkomsten met Telenet met ingang van 31 december 2015.
De overeenkomsten die door WoluTV werden beëindigd voorzien dat WoluTV Telenet moet schadeloosstellen voor alle kosten en verliezen ten gevolge van de beëindiging van de overeenkomsten. WoluTV betwistte dat deze bepaling geldig is onder het Belgisch recht en weigerde daarom om een deskundige aan te stellen die het bedrag van de schadevergoeding verschuldigd aan Telenet zou vaststellen. Telenet heeft tegen WoluTV een vordering ingesteld voor de Rechtbank van Koophandel van Brussel op 10 november 2015 waarbij Telenet een provisionele schadevergoeding vorderde van € 1 miljoen (te vermeerderen met de intresten) evenals de aanstelling van een deskundige om de schadevergoeding verschuldigd door WoluTV te bepalen. De zaak is momenteel hangende voor de Rechtbank van Koophandel van Brussel.
Daarnaast besliste de gemeente Sint-Lambrechts-Woluwe op 28 april 2015 om haar kabelnetwerk te verkopen. Op 29 juni 2015 kende de gemeente de aankoopovereenkomst toe aan Coditel Brabant voor € 18 miljoen. Telenet, die eveneens een bod heeft ingediend ter aankoop van het kabelnetwerk, heeft voor de Raad van State een vordering ingesteld ter nietigverklaring van de beslissing van de gemeente. De zaak is momenteel hangende.
Het probleem van auteursrechten en naburige rechten te betalen voor televisiedistributie heeft gedurende de laatste twee decennia aanleiding gegeven tot een aantal rechtszaken. Reeds in 1994 was de Belgische Beroepsvereniging voor Radio- en Televisiedistributie (de "RTD", waarvan de naam later is gewijzigd in "Cable Belgium") betrokken in geschillen met diverse agentschappen voor de inning van auteursrechten over de vergoedingen die moeten betaald worden voor het analoog uitzenden van diverse televisieprogramma's. In november 2002 bereikte de RTD, samen met bepaalde Belgische kabelmaatschappijen (waaronder Telenet), overeenkomsten met de agentschappen voor de inning van auteursrechten en de omroepen. Ingevolge deze overeenkomsten, waarmee Telenet had ingestemd, ging Telenet ermee akkoord om bepaalde vooruitbetalingen te verrichten en de vergoedingen geleidelijk te verhogen. Bijgevolg heeft Telenet in augustus 2003 de vergoeding voor auteursrechten verhoogd die het aan de abonnees aanrekent. In juli 2004 diende de CVBA Vereniging voor de inning, repartitie en de verdediging van de vertolkende en uitvoerende kunstenaars ("Uradex", waarvan de naam later werd gewijzigd in "Playright") een vordering in tegen de RTD voor €55 miljoen, vermeerderd met de interesten, inzake naburige rechten die verschuldigd waren door de leden van de RTD aan kunstenaars en uitvoerders, vertegenwoordigd door Uradex, tijdens de periode van augustus 1994 tot einde juli 2004.
Na de uitrol van digitale televisie, startte Telenet in 2006 een gerechtelijke procedure tegen een aantal beheersvennootschappen. Deze procedure hangt samen met een discussie tussen Telenet en deze beheersvennootschappen over de juridische kwalificatie van (i) gelijktijdige uitzending (d.i. kanalen uitgezonden zowel in analoge als digitale kwaliteit), (ii) onmiddellijke injectie (d.i. kanalen geleverd aan de dienstverlener over een niet openbaar toegankelijk transmissiekanaal) en (iii) contracten waarin alle rechten zijn begrepen (dat wil zeggen contracten waarin omroepen zich ertoe verbinden om hun signalen en programma's te leveren nadat zij alle noodzakelijke rechten noodzakelijk voor de distributie van de communicatie naar het publiek via het netwerk van de dienstenverdelers hebben afgedekt).
Op 12 april 2011 velde de Rechtbank van Eerste Aanleg te Mechelen een gunstig vonnis in de rechtszaak tegen Sabam, Agicoa, Uradex en andere beheersvennootschappen. In het kader van deze procedure hebben een aantal beheersvennootschappen (Sabam niet inbegrepen) tegenvorderingen ingesteld tegen Telenet voor de betaling van de facturen die Telenet betwistte. De Rechtbank bevestigde de argumenten van Telenet in elk van de vorderingen en tegenvorderingen die het onderwerp van de procedure vormden, waardoor: (i) geen retransmissie vergoedingen betaald moeten worden door Telenet in geval van onmiddellijke injectie van omroepsignalen in het netwerk van Telenet, (ii) geen retransmissie vergoedingen betaald moeten worden in het geval van gelijktijdige uitzending van analoge en digitale signalen (en bijgevolg Telenet niet extra moet betalen voor de verdeling van lineaire digitale televisiesignalen) en (iii) overeenkomsten waarin alle rechten zijn inbegrepen, worden geldig geacht, wat betekent dat als Telenet met een omroep overeenkomt dat deze laatste verantwoordelijk is voor de clearing van auteursrechten, Telenet niet aansprakelijk is tegenover de beheersvennootschappen. De beheersvennootschappen hebben hoger beroep ingesteld (zie verder).
Aangezien Sabam geen enkele tegenvordering had ingesteld voor de betaling van facturen als deel van voormeld vonnis, is Sabam (zonder de overige beheersvennootschappen) op 6 april 2011 een gerechtelijke procedure gestart voor de Rechtbank van Koophandel te Antwerpen, waarin ze betaling eisen door Telenet van de facturen in verband met: a) vergoedingen voor het basis digitaal televisiepakket van Telenet voor de periode van 1 januari 2005 tot 31 december 2010, en b) voorschotfacturen voor het eerste semester van 2011 voor Telenet's basis en optionele digitale televisiepakketten. De vorderingen hielden voornamelijk verband met (i) onmiddellijke injectie en (ii) overeenkomsten waarin alle rechten zijn inbegrepen. De eis van Sabam is gebaseerd op argumenten die grotendeels gelijkaardig zijn aan deze die verworpen werden door de Rechtbank van Eerste Aanleg van Mechelen op 12 april 2011. Tegelijkertijd startte Sabam een procedure in kort geding voor de Voorzitter van de Rechtbank van Koophandel te Antwerpen om provisionele betaling te bekomen van de betwiste vergoedingen en voorschotten op vergoedingen. Op 30 juni 2011 sprak de Voorzitter van de Rechtbank van Koophandel een gunstig vonnis uit voor Telenet in deze procedure. Sabam stelde hoger beroep in. Op 27 juni 2012 bevestigde het Hof van Beroep te Antwerpen dit vonnis en wees ze de vordering van Sabam in kort geding af.
In de beroepsprocedure tegen het vonnis van 12 april 2011 van de Rechtbank van Eerste Aanleg te Mechelen heeft het Hof van Beroep te Antwerpen een tussentijdsarrest uitgesproken op 4 februari 2013. Het Hof van Beroep wees de vorderingen van de beheersvennootschappen af met betrekking tot de gelijktijdige uitzending en bevestigde dat onmiddellijke injectie één enkele verrichting is op het vlak van auteursrechten (waardoor royalties slechts eenmaal zouden moeten worden betaald). De zaak werd heropend opdat de beheersvennootschappen verder bewijs zouden kunnen aanleveren voor hun huidige vorderingen. Op 20 januari 2014 en op 5 mei 2014 hebben Numéricable (voorheen Coditel) en Telenet beroep aangetekend tegen dit tussentijds arrest bij het Hof van Cassatie, voornamelijk omwille van de onjuiste kwalificatie van de vergoedingen die betaald moeten worden voor de communicatie naar het publiek alsof het "retransmissie" rechten zouden zijn. Het Hof van Cassatie heeft in deze zaak nog geen arrest uitgesproken. Ondertussen heeft Numéricable een dading gesloten met de beheersvennootschappen en heeft zij haar beroep ingetrokken.
Telenet verwacht niet dat de ultieme afhandeling van deze zaak een nadelig materieel effect zal hebben op zijn activiteiten of financiële resultaten.
Telenet en Mobistar hebben momenteel een geschil over de bedragen die betaalbaar zijn aan Mobistar met betrekking tot bepaalde bepalingen van de MVNO Overeenkomst. Als onderdeel van dit geschil heeft Mobistar een gerechtelijke procedure aanhangig gemaakt tegen Telenet waarbij zij onder meer vorderde dat de migratieperiode na beëindiging of verstrijken van de MVNO Overeenkomst zou moet worden verkort van 24 maanden naar 6 maanden. Telenet meent dat het sterke argumenten heeft tegen de vorderingen van Mobistar en is van plan om zichzelf krachtdadig te verdedigen. Momenteel kunnen we de uitkomst van deze procedure niet voorspellen. Echter, in het onwaarschijnlijke geval dat de migratieperiode zou worden verkort, zou de mobiele bedrijvigheid van Telenet negatief kunnen worden beïnvloed. De hoorzitting werd vastgesteld op 23 september 2016.
In juli 2013 nam het Vlaams Parlement een nieuwe regelgeving aan die aan dienstenverdelers strikte integriteitsverplichtingen aangaande omroepsignalen oplegt evenals de verplichting om toestemming te vragen aan omroepen wanneer zij overwegen om onder meer opname via de elektronische programmagids aan te bieden. De aanzet voor deze regelgeving bestond uit de argumenten van televisieomroepen dat de hoge penetratie van decoders met opnamemogelijkheden in Vlaanderen resulteerde in het feit dat kijkers grote volumes reclame doorspoelen, hetgeen de inkomsten van de televisieomroepen ondermijnt. De wetgeving vereist dat omroepen en dienstenverdelers moeten proberen tot een commerciële oplossing te komen. Als dit niet lukt, voorziet de wetgeving een bemiddelingsprocedure die, indien zonder succes, kan worden gevolgd door een burgerlijke rechtszaak.
Het risico bestaat dat deze wetgeving een negatieve impact heeft op het vermogen van Telenet om nieuwe innovatieve diensten te lanceren en dat de financiële bijdrage van Telenet aan de televisieomroepen verhoogt. De huidige distributieovereenkomsten met SBS, VRT en Medialaan die in 2014 in werking traden stellen Telenet in staat om het signaal van de omroepen te verdelen op een ongewijzigde manier. De betrokken omroepen hebben aan Telenet het recht gegeven om hun klanten "licht uitgesteld te laten kijken" en hen een functie aan te bieden van een persoonlijke videorecorder (PVR). Telenet moet een hogere kost betalen voor elke klant die deze functies gebruikt.
Naast het bovenstaande, heeft Telenet ook voorwaardelijke verplichtingen in verband met aangelegenheden van normale bedrijfsuitoefening met inbegrip van (i) gerechtelijke procedures, (ii) aangelegenheden betreffende BTW en loonbelasting, eigendomsbelasting en andere belastingaangelegenheden, (iii) geschillen betreffende bepaalde contracten en (iv) geschillen betreffende programmatierechten en auteursrechten. Terwijl wij in het algemeen verwachten dat de bedragen nodig om deze voorwaardelijke verplichtingen af te handelen niet materieel zullen afwijken van de geschatte bedragen waarvoor Telenet een voorziening heeft aangelegd, kan er geen zekerheid worden gegeven dat de afhandeling van deze voorwaardelijke verplichtingen niet zal resulteren in een nadelig materieel effect op de bedrijfsresultaten of de kasstroom van Telenet in een bepaalde periode. In het algemeen, omwille van de complexiteit van deze aangelegenheden en, in bepaalde gevallen, het ontbreken van een duidelijke basis voor het voorspellen van uitkomsten, kunnen wij geen zinvolle orde van grootte van mogelijke verliezen of uitstromen van kasmiddelen opgeven die kunnen volgen uit bepaalde ongunstige uitkomsten.
5.27.1 Balans
De Vennootschap huurt bedrijfsinstallaties, rollend materieel en uitrusting op basis van opzegbare en niet-opzegbare operationele leaseovereenkomsten. Onderstaande tabel toont de toekomstige verschuldigde bedragen uit hoofde van opzegbare en niet-opzegbare leaseovereenkomsten op 31 december 2015 en 2014:
| (in duizend euro) | 31 december 2015 | 31 december 2014 |
|---|---|---|
| Op ten hoogste één jaar | 17.781 | 20.087 |
| Van één tot vijf jaar | 20.455 | 19.922 |
| Na vijf jaar | 5.938 | 2.779 |
| Totaal minimale toekomstige betalingen voor operationele leaseovereenkomsten |
44.174 | 42.788 |
| Kosten uit hoofde van operationele leaseovereenkomsten opgenomen in de staat van het resultaat en netto resultaat rechtstreeks verwerkt in het eigen vermogen |
25.411 | 24.638 |
De operationele leaseovereenkomsten van de Vennootschap op 31 december 2015 en 31 december 2014 bevatten geen voorwaardelijke leasebetalingen.
Tot de verbonden partijen van de Vennootschap behoren hoofdzakelijk zijn aandeelhouders die een aanzienlijke invloed kunnen uitoefenen. Zowel voor 2015 als voor 2014 betreft dit het Liberty Global Consortium. Transacties met verbonden partijen omvatten tevens transacties met Pebble Media NV, Doccle CVBA en Doccle.Up NV, Idealabs Telenet Fund NV, De Vijver Media NV.
Onderstaande tabellen geven een overzicht van belangrijke verhoudingen en transacties met verbonden partijen:
| (in duizend euro) | 31 december 2015 | 31 december 2014 |
|---|---|---|
| Handelsvorderingen | ||
| Liberty Global Consortium (moederonderneming) | 2.946 | 2.650 |
| Geassocieerde deelnemingen | 399 | 453 |
| Handelsschulden | ||
| Liberty Global Consortium (moederonderneming) | 20.764 | 28.057 |
| Geassocieerde deelnemingen | 472 | 454 |
| Toe te rekenen kosten en overige kortlopende verplichtingen | ||
| Liberty Global Consortium (moederonderneming) | — | 9.288 |
| Schulden van leningen en financieringsverplichtingen | ||
| Liberty Global Consortium (moederonderneming) | 12.740 | — |
| Vorderingen op lange termijn | ||
| Geassocieerde deelnemingen | 400 | — |
| Materiële vaste activa | ||
| Liberty Global Consortium (moederonderneming) | 66.784 | 31.677 |
De transacties met de entiteiten van het Liberty Global Consortium bestaan vooral uit de aankoop van bepaalde materiële vaste activa en andere diensten die kaderen in de normale bedrijfsvoering van Liberty Global Services B.V. Alle transacties met verbonden partijen gebeurden tegen gebruikelijke marktconforme voorwaarden.
| (in duizend euro) | Voor het jaar afgesloten op 31 december | |
|---|---|---|
| 2015 | 2014 | |
| Opbrengsten | ||
| Liberty Global Consortium (moederonderneming) |
2.946 | 1.313 |
| Geassocieerde deelnemingen |
925 | 1.385 |
| Bedrijfskosten | ||
| Liberty Global Consortium (moederonderneming) |
2.356 | 2.063 |
| Geassocieerde deelnemingen |
1.394 | 1.603 |
In het kader van deze toelichting wordt "management op sleutelposities" gedefinieerd als personeel betrokken bij de strategische oriëntatie van de Vennootschap.
| (in duizend euro) | Voor het jaar afgesloten op 31 december |
|
|---|---|---|
| 2015 | 2014 | |
| Bezoldigingen en andere personeelsvoordelen op korte termijn |
7.006 | 6.949 |
| Vergoedingen na uitdiensttreding | 508 | 479 |
| Op aandelen gebaseerde vergoedingen |
6.561 | 4.778 |
| 14.075 | 12.206 |
De gegevens van de Vennootschap en haar dochtervennootschappen op 31 december 2015 waren als volgt:
| Vennootschap | Ondernemings-/ Handelsregister nummer |
Maatschappelijke zetel | % in bezit |
Consolidatie methode |
|---|---|---|---|---|
| Telenet Group Holding NV | 0477.702.333 | Liersesteenweg 4, 2800 Mechelen, Belgium | — | Moedermaatschapp ij |
| Telenet NV | 0473.416.418 | Liersesteenweg 4, 2800 Mechelen, Belgium | 100% | Integraal geconsolideerd |
| Telenet Vlaanderen NV | 0458.840.088 | Liersesteenweg 4, 2800 Mechelen, Belgium | 100% | Integraal geconsolideerd |
| T-VGAS NV | 0808.321.289 | Liersesteenweg 4, 2800 Mechelen, Belgium | 100% | Integraal geconsolideerd |
| Telenet Mobile NV | 0813.219.195 | Liersesteenweg 4, 2800 Mechelen, Belgium | 100% | Integraal geconsolideerd |
| TELENET TECTEO BIDCO NV | 0835.821.779 | Liersesteenweg 4, 2800 Mechelen, Belgium | 74,99% | Integraal geconsolideerd |
| Telenet Service Center BVBA | 0842.132.719 | Liersesteenweg 4, 2800 Mechelen, Belgium | 100% | Integraal geconsolideerd |
| Telenet Solutions Luxembourg S.A. |
B-73.305 | 2, rue Peternelchen, L-2370 Howald, Luxembourg | 100% | Integraal geconsolideerd |
| Telenet International Finance S.à r.l. |
B-155.066 | 2, rue Peternelchen, L-2370 Howald, Luxembourg | 100% | Integraal geconsolideerd |
| Telenet Luxembourg Finance Center S.à r.l. |
B-155.088 | 2, rue Peternelchen, L-2370 Howald, Luxembourg | 100% | Integraal geconsolideerd |
| Finance Center Telenet S.à r.l. | B-165.944 | 2, rue Peternelchen, L-2370 Howald, Luxembourg | 100% | Integraal geconsolideerd |
| Magrina S. à r.l. | B-182.173 | 40, Avenue Monterey, L-2163 Luxembourg, Luxembourg |
100% | Integraal geconsolideerd |
| Ulana Business Management Ltd. | 536635 | Commercial House, Millbank Business Park, Lucan, Co. Dublin, Ireland (*) |
100% | Integraal geconsolideerd |
* Maatschappelijke zetel overgebracht naar Building P2, Eastpoint Business Park, Clontarf, Dublin 3, Ierland op 16 januari 2014
De organisatiestructuur op 31 december 2015 was als volgt:
5.28.2 Overige geconsolideerde bedrijven
| Vennootschap | Handelsregister nummer |
Adres | % in bezit | Consolidatie methode |
|---|---|---|---|---|
| Telenet Finance Luxembourg S.C.A. (1) | RCS B.155.894 | 2, rue Peternelchen, L-2370 Howald, Luxemburg |
0% | Integraal geconsolideerd |
| Telenet Finance Luxembourg II S.A. (2) | RCS B.156.414 | 2, rue Peternelchen, L-2370 Howald, Luxemburg |
0% | Integraal geconsolideerd |
| Telenet Finance III Luxembourg S.C.A. (3) | RCS B.158.666 | 2, rue Peternelchen, L-2370 Howald, Luxemburg |
0% | Integraal geconsolideerd |
| Telenet Finance IV Luxembourg S.C.A. (4) | RCS B.161.083 | 2, rue Peternelchen, L-2370 Howald, Luxemburg |
0% | Integraal geconsolideerd |
| Telenet Finance V Luxembourg S.C.A. (5) | RCS B.164.890 | 2, rue Peternelchen, L-2370 Howald, Luxemburg |
0% | Integraal geconsolideerd |
| Telenet Finance VI Luxembourg S.C.A. (6) | RCS B.171.030 | 2, rue Peternelchen, L-2370 Howald, Luxemburg |
0% | Integraal geconsolideerd |
| Telenet Finance VII Luxembourg S.C.A. (7) | RCS B 199.998 | 2, rue Peternelchen, L-2370 Howald, Luxembourg |
0% | Integraal geconsolideerd |
| Telenet Finance BVBA (8) | 0628.452.013 | Liersesteenweg 4, 2800 Mechelen, Belgium |
0% | Integraal geconsolideerd |
(1) Telenet Finance Luxembourg S.C.A. werd opgericht op 28 september 2010 als een special purpose financieringsvennootschap met als voornaamste doel de uitgifte van een High Yield Obligatie. Deze vennootschap werd opgericht op vraag van de Telenet Groep, naar Luxemburgs recht, en wordt 99,99% gehouden door een Nederlandse stichting, genaamd Stichting Telenet Finance Luxembourg en 0,01% door Telenet Finance Luxembourg S.à.r.l., een 100% dochtervennootschap van dezelfde Stichting. De Indenture verbiedt de Uitgever andere activiteiten aan te gaan dan enkele zeer gelimiteerde toegelaten activiteiten. De opzet van de SPE voor de uitgifte van de High Yield Obligatie is uitgetekend om op een vooraf bepaalde wijze te werken, zodanig dat geen enkele entiteit expliciete beslissingsmacht heeft over de activiteiten van de SPE na de oprichting (d.i. deze werkt op 'autopilot'). Nagenoeg alle rechten, verplichtingen en aspecten van activiteiten die te controleren zijn, zijn op voorhand vastgelegd en beperkt door contractuele bepalingen, gedefinieerd en vastgelegd bij de oprichting. Er werd besloten dat de Vennootschap beslissingsmacht heeft over de SPE, afhankelijk is van of recht heeft of variabele opbrengsten uit haar betrokkenheid bij de SPE en het vermogen bezit deze opbrengsten via haar beslissingsmacht te beïnvloeden. Daarom werd geconcludeerd dat Telenet Group Holding de SPE moet consolideren, die werd gecreëerd om de High Yield Obligatie uit te geven.
(2) Telenet Finance Luxembourg II S.A. werd opgericht op 28 oktober 2010 als een special purpose financieringsvennootschap met als voornaamste doel de uitgifte van een Private Placement Obligatie. Deze vennootschap werd opgericht op vraag van de Telenet Groep, naar Luxemburgs recht, en wordt 100,00% gehouden door een Nederlandse stichting, genaamd Stichting Telenet Finance Luxembourg II. De Trust Overeenkomst verbiedt de Uitgever andere activiteiten aan te gaan dan enkele zeer gelimiteerde toegelaten activiteiten. De opzet van de SPE voor de uitgifte van de Private Placement Obligatie is uitgetekend om op een vooraf bepaalde wijze te werken, zodanig dat geen enkele entiteit expliciete beslissingsmacht heeft over de activiteiten van de SPE na de oprichting (d.i. deze werkt op 'autopilot'). Nagenoeg alle rechten, verplichtingen en aspecten van activiteiten die te controleren zijn, zijn op voorhand vastgelegd en beperkt door contractuele bepalingen, gedefinieerd en vastgelegd bij de oprichting. Er werd besloten dat de Vennootschap beslissingsmacht heeft over de SPE, afhankelijk is van of recht heeft of variabele opbrengsten uit haar betrokkenheid bij de SPE en het vermogen bezit deze opbrengsten via haar beslissingsmacht te beïnvloeden. Daarom werd geconcludeerd dat Telenet Group Holding de SPE moet consolideren, die werd gecreëerd om de Private Placement Obligatie uit te geven.
(3) Telenet Finance III Luxembourg S.C.A. werd opgericht op 28 januari 2011 als een special purpose financieringsvennootschap met als voornaamste doel de uitgifte van een High Yield Obligatie. Deze vennootschap werd opgericht op vraag van de Telenet Groep, naar Luxemburgs recht, en wordt 99,99% gehouden door een Nederlandse stichting, genaamd Stichting Telenet Finance III Luxembourg en 0,01% door Telenet Finance III S.à.r.l., een 100% dochtervennootschap van dezelfde Stichting. De Indenture verbiedt de Uitgever andere activiteiten aan te gaan dan enkele zeer gelimiteerde toegelaten activiteiten. De opzet van de SPE voor de uitgifte van de High Yield Obligatie is uitgetekend om op een vooraf bepaalde wijze te werken, zodanig dat geen enkele entiteit expliciete beslissingsmacht heeft over de activiteiten van de SPE na de oprichting (d.i. deze werkt op 'autopilot'). Nagenoeg alle rechten, verplichtingen en aspecten van activiteiten die te controleren zijn, zijn op voorhand vastgelegd en beperkt door contractuele bepalingen, gedefinieerd en vastgelegd bij de oprichting. In combinatie met andere sterke indicatoren van controle over de SPE, is besloten dat Telenet Group Holding de SPE moet consolideren, die werd gecreëerd om de High Yield Obligatie uit te geven.
(4) Telenet Finance IV Luxembourg S.C.A. werd opgericht op 23 mei 2011 als een special purpose financieringsvennootschap met als voornaamste doel de uitgifte van een High Yield Obligatie. Deze vennootschap werd opgericht op vraag van de Telenet Groep, naar Luxemburgs recht, en wordt 99,99% gehouden door een Nederlandse stichting, genaamd Stichting Telenet Finance IV Luxembourg en 0,01% door Telenet Finance IV S.à.r.l., een 100% dochtervennootschap van dezelfde Stichting. De Indenture verbiedt de Uitgever andere activiteiten aan te gaan dan enkele zeer gelimiteerde toegelaten activiteiten. De opzet van de SPE voor de uitgifte van de High Yield Obligatie is uitgetekend om op een vooraf bepaalde wijze te werken, zodanig dat geen enkele entiteit expliciete beslissingsmacht heeft over de activiteiten van de SPE na de oprichting (d.i. deze werkt op 'autopilot'). Nagenoeg alle rechten, verplichtingen en aspecten van activiteiten die te controleren zijn, zijn op voorhand vastgelegd en beperkt door contractuele bepalingen, gedefinieerd en vastgelegd bij de oprichting. Er werd besloten dat de Vennootschap beslissingsmacht heeft over de SPE, afhankelijk is van of recht heeft of variabele opbrengsten uit haar betrokkenheid bij de SPE en het vermogen bezit deze opbrengsten via haar beslissingsmacht te beïnvloeden. Daarom werd geconcludeerd dat Telenet Group Holding de SPE moet consolideren, die werd gecreëerd om de High Yield Obligatie uit te geven.
(5) Telenet Finance V Luxembourg S.C.A. werd opgericht op 16 november 2011 als een special purpose financieringsvennootschap met als voornaamste doel de uitgifte van een High Yield Obligatie. Op 10 augustus 2012 werden de statuten aangepast om het mogelijk te maken meerdere High Yield obligaties uit te geven. Deze vennootschap werd opgericht op vraag van de Telenet Groep, naar Luxemburgs recht, en wordt 99,99% gehouden door een Nederlandse stichting, genaamd Stichting Telenet Finance V Luxembourg en 0,01% door Telenet Finance V S.à.r.l., een 100% dochtervennootschap van dezelfde Stichting. De Indentures m.b.t. de obligatieuitgiften verbieden de Uitgever andere activiteiten aan te gaan dan enkele zeer gelimiteerde toegelaten activiteiten. De opzet van de SPE voor de uitgifte van de High Yield Obligaties is uitgetekend om op een vooraf bepaalde wijze te werken, zodanig dat geen enkele entiteit expliciete beslissingsmacht heeft over de activiteiten van de SPE na de oprichting (d.i. deze werkt op 'autopilot'). Nagenoeg alle rechten, verplichtingen en aspecten van activiteiten die te controleren zijn, zijn op voorhand vastgelegd en beperkt door contractuele bepalingen, gedefinieerd en vastgelegd bij de oprichting. Er werd besloten dat de Vennootschap beslissingsmacht heeft over de SPE, afhankelijk is van of recht heeft of variabele opbrengsten uit haar betrokkenheid bij de SPE en het vermogen bezit deze opbrengsten via haar beslissingsmacht te beïnvloeden. Daarom werd geconcludeerd dat Telenet Group Holding de SPE moet consolideren, die werd gecreëerd om de High Yield Obligatie uit te geven.
(6) Telenet Finance VI Luxembourg S.C.A. werd opgericht op 14 augustus 2012 als een special purpose financieringsvennootschap met als voornaamste doel de uitgifte van één of meer High Yield Obligaties. Deze vennootschap werd opgericht op vraag van de Telenet Groep, naar Luxemburgs recht, en wordt 99,99% gehouden door een Nederlandse stichting, genaamd Stichting Telenet Finance VI Luxembourg en 0,01% door Telenet Finance VI S.à.r.l., een 100% dochtervennootschap van dezelfde Stichting. De Indenture(s) m.b.t. de obligatieuitgiften zal/zullen de Uitgever verbieden andere activiteiten aan te gaan dan enkele zeer gelimiteerde toegelaten activiteiten. De opzet van de SPE voor de uitgifte van de High Yield Obligatie(s) is uitgetekend om op een vooraf bepaalde wijze te werken, zodanig dat geen enkele entiteit expliciete beslissingsmacht heeft over de activiteiten van de SPE na de oprichting (d.i. deze werkt op 'autopilot'). Nagenoeg alle rechten, verplichtingen en aspecten van activiteiten die te controleren zijn, zijn op voorhand vastgelegd en beperkt door contractuele bepalingen, gedefinieerd en vastgelegd bij de oprichting. Er werd besloten dat de Vennootschap beslissingsmacht heeft over de SPE, afhankelijk is van of recht heeft of variabele opbrengsten uit haar betrokkenheid bij de SPE en het vermogen bezit deze opbrengsten via haar beslissingsmacht te beïnvloeden. Daarom werd geconcludeerd dat Telenet Group Holding de SPE moet consolideren, die werd gecreëerd om de High Yield Obligatie(s) uit te geven.
(7) Telenet Finance VII Luxembourg S.C.A. werd opgericht op 4 september 2015 als een special purpose financieringsvennootschap met als voornaamste doel de uitgifte van één of meer High Yield Obligaties. Deze vennootschap werd opgericht op vraag van de Telenet Groep, naar Luxemburgs recht, en wordt 99,99% gehouden door een Nederlandse stichting, genaamd Stichting Telenet Finance VII Luxembourg en 0,01% door Telenet Finance VII S.à.r.l., een 100% dochtervennootschap van dezelfde Stichting. De Indenture(s) m.b.t. de obligatieuitgiften zal/zullen de Uitgever verbieden andere activiteiten aan te gaan dan enkele zeer gelimiteerde toegelaten activiteiten. De opzet van de SPE voor de uitgifte van de High Yield Obligatie(s) is uitgetekend om op een vooraf bepaalde wijze te werken, zodanig dat geen enkele entiteit expliciete beslissingsmacht heeft over de activiteiten van de SPE na de oprichting (d.i. deze werkt op 'autopilot'). Nagenoeg alle rechten, verplichtingen en aspecten van activiteiten die te controleren zijn, zijn op voorhand vastgelegd en beperkt door contractuele bepalingen, gedefinieerd en vastgelegd bij de oprichting. Er werd besloten dat de Vennootschap beslissingsmacht heeft over de SPE, afhankelijk is van of recht heeft of variabele opbrengsten uit haar betrokkenheid bij de SPE en het vermogen bezit deze opbrengsten via haar beslissingsmacht te beïnvloeden. Daarom werd geconcludeerd dat Telenet Group Holding de SPE moet consolideren, die werd gecreëerd om de High Yield Obligatie(s) uit te geven.
(8) Telenet Finance BVBA werd opgericht op 27 maart 2015 als een financieringsvennootschap ("finco") met als voornaamste doel om rechtstreeks aan consumenten handset financiering aan te bieden. Deze entiteit werd op verzoek van de Telenet Group opgericht naar Belgisch recht en haar aandelen worden voor 99% aangehouden door Global Handset Finco Limited en voor 1% door Liberty Global Europe 2 Limited. Vastgesteld werd dat de Vennootschap controle heeft over de Finco blootstelling of de rechten op variabele rendementen ingevolge haar betrokkenheid bij de Finco en de mogelijkheid heeft om deze rendementen te beïnvloeden door middel van haar controle, waardoor werd besloten dat Telenet Group Holding de gecreëerde Finco dient te consolideren om de handset financiering te kunnen uitoefenen voor de Telenet Group.
Op 4 februari 2016 kondigde de Europese Commissie aan dat het de voorgestelde overname van BASE Company door Telenet had goedgekeurd. In april 2015 bereikte Telenet een definitief akkoord (het "BASE Akkoord") om BASE Company NV over te nemen voor een aankoopprijs van €1.324,4 miljoen met de bedoeling om zijn toekomst als een toonaangevende aanbieder van geïntegreerde telecommunicatie-diensten veilig te stellen. BASE is de derde grootste netwerkoperator in België. Deze overname zal Telenet lange termijntoegang bieden tot een mobiel netwerk. Hierdoor zal Telenet effectief kunnen meedingen naar de groeiopportuniteiten in de mobiele communicatie. Bijgevolg zal het bedrijf kunnen voldoen aan de stijgende vraag van zowel particuliere als zakelijke klanten naar het volledige scala van vaste en mobiele diensten. Aansluitend op de goedkeuring van de Europese Commissie werd de overname van BASE Company afgesloten op 11 februari 2016.
Op 19 november 2015 bevestigde Telenet dat het een voorwaardelijke overeenkomst is aangegaan met MEDIALAAN voor onder andere, de verkoop door BASE Company aan MEDIALAAN van alle JIM Mobile klanten en het aandeel van 50% in VikingCo NV, de entiteit die het Mobile Vikings merk exploiteert. Deze overeenkomsten werden inbegrepen, in kader van het onderzoek door de Europese Commissie, in de voorgestelde overname van BASE Company. Als gevolg van de goedkeuring van de Europese Commissie, en de recente goedkeuring van de Belgische mededigingsautoriteit betreffende de transactie met MEDIALAAN, werd de verkoop van het 50% aandeel in VikingCo NV door BASE Company aan MEDIALAAN afgesloten op 11 februari 2016, als vervolg op de overname van BASE Company door Telenet. In de loop der tijd, zal BASE ook de JIM Mobile klanten overbrengen naar MEDIALAAN, en MEDIALAAN zal een volledige 'MVNO speler' worden op het netwerk van BASE, voor zowel de JIM Mobile en de Mobile Vikings klanten. De transactie creëert een platform voor MEDIALAAN om een nieuwe en hoog presterende MVNO speler te worden.
De algemene vergadering van aandeelhouders van 27 april 2015 heeft KPMG Bedrijfsrevisoren CVBA ("KPMG"), vertegenwoordigd door Filip De Bock, benoemd als commissaris van de Vennootschap voor een periode van drie jaar.
De honoraria met betrekking tot de controle van de (geconsolideerde) jaarrekening van Telenet Group Holding NV en zijn dochterondernemingen worden goedgekeurd door de algemene vergadering van aandeelhouders, na controle en goedkeuring door het auditcomité en het bestuursorgaan.
De totale honoraria van KPMG Bedrijfsrevisoren met betrekking tot boekjaar 2015 bedroegen EUR 709.400 (2014: EUR 645.800), samengesteld uit enerzijds honoraria voor de uitoefening van het commissarismandaat ten bedrage van EUR 597.800 (2014: EUR 571.900) en anderzijds honoraria voor uitzonderlijke of bijzondere opdrachten uitgevoerd voor de groep ten bedrage van EUR 111.600 (2014: EUR 73.900). Deze laatst vermelde opdrachten hadden voornamelijk betrekking op professionele diensten verleend in het kader van andere controleopdrachten voorzien door het Wetboek van Vennootschappen alsook diverse ad hoc attestatieverslagen.
De totale honoraria met betrekking tot prestaties geleverd tijdens boekjaar 2015 door andere kantoren van het KPMG netwerk bedroegen EUR 82.500 (2014: EUR 81.500) betreffende honoraria voor de uitoefening van het commissarismandaat.
Overeenkomstig de wettelijke bepalingen, brengen wij u verslag uit in het kader van ons mandaat van commissaris. Dit verslag omvat ons verslag over de geconsolideerde jaarrekening voor het boekjaar afgesloten op 31 december 2015, zoals hieronder gedefinieerd, en omvat tevens ons verslag betreffende overige door wet- en regelgeving gestelde eisen.
Wij hebben de controle uitgevoerd van de geconsolideerde jaarrekening van Telenet Group Holding NV ("de Vennootschap") en haar dochterondernemingen (samen "de Groep") opgesteld in overeenstemming met International Financial Reporting Standards (IFRS) zoals goedgekeurd door de Europese Unie en met de in België van toepassing zijnde wettelijke en reglementaire voorschriften. Deze geconsolideerde jaarrekening omvat de geconsolideerde balans op 31 december 2015, de geconsolideerde staat van het resultaat en het netto resultaat rechtstreeks verwerkt in het eigen vermogen, de geconsolideerde staat van wijzigingen in het eigen vermogen en het geconsolideerde kasstroomoverzicht voor het boekjaar afgesloten op die datum, evenals een toelichting die een overzicht van de voornaamste gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en overige informatieverschaffing bevat. Het geconsolideerde balanstotaal bedraagt EUR'000 3.598.485 en de geconsolideerde staat van het resultaat en het netto resultaat rechtstreeks verwerkt in het eigen vermogen sluit af met een winst van het boekjaar van EUR'000 175.662.
Het bestuursorgaan is verantwoordelijk voor het opstellen van de geconsolideerde jaarrekening die een getrouw beeld geeft in overeenstemming met International Financial Reporting Standards (IFRS), zoals goedgekeurd door de Europese Unie en met de in België van toepassing zijnde wettelijke en reglementaire voorschriften, alsook voor het implementeren van een interne beheersing die het bestuursorgaan noodzakelijk acht voor het opstellen van een geconsolideerde jaarrekening die geen afwijkingen van materieel belang bevat, die het gevolg zijn van fraude of van fouten.
Het is onze verantwoordelijkheid een oordeel over deze geconsolideerde jaarrekening tot uitdrukking te brengen op basis van onze controle. Wij hebben onze controle volgens de internationale controlestandaarden (ISA's) uitgevoerd. Die standaarden vereisen dat wij aan de deontologische vereisten voldoen alsook de controle plannen en uitvoeren om een redelijke mate van zekerheid te verkrijgen dat de geconsolideerde jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat.
Een controle omvat werkzaamheden ter verkrijging van controleinformatie over de in de geconsolideerde jaarrekening opgenomen bedragen en toelichtingen. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de beoordeling door de commissaris, met inbegrip van diens inschatting van de risico's van een afwijking van materieel belang in de geconsolideerde jaarrekening als gevolg van fraude of van fouten. Bij het maken van die risico-inschatting neemt de commissaris de interne beheersing van de Groep in aanmerking die relevant is voor het opstellen door de Vennootschap van de geconsolideerde jaarrekening, die een getrouw beeld geeft, teneinde controlewerkzaamheden op te zetten die in de gegeven omstandigheden geschikt zijn maar die niet gericht zijn op het geven van een oordeel over de effectiviteit van de interne beheersing van de Groep. Een controle omvat tevens een evaluatie van de geschiktheid van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en van de redelijkheid van door het bestuursorgaan gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van de presentatie van de geconsolideerde jaarrekening als geheel.
Wij hebben van de verantwoordelijken en van het bestuursorgaan van de Vennootschap de voor onze controle vereiste ophelderingen en inlichtingen verkregen.
Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om daarop ons oordeel zonder voorbehoud te baseren.
Naar ons oordeel geeft de geconsolideerde jaarrekening, een getrouw beeld van het vermogen en de geconsolideerde financiële toestand van de Groep op 31 december 2015 evenals van haar geconsolideerde resultaten en geconsolideerde kasstromen voor het boekjaar eindigend op die datum, in overeenstemming met International Financial Reporting Standards (IFRS) zoals goedgekeurd door de Europese Unie en met de in België van toepassing zijnde wettelijke en reglementaire voorschriften.
Het bestuursorgaan is verantwoordelijk voor het opstellen en de inhoud van het jaarverslag over de geconsolideerde jaarrekening.
In het kader van ons mandaat en overeenkomstig de Belgische bijkomende norm bij de in België van toepassing zijnde internationale controlestandaarden, is het onze verantwoordelijkheid om, in alle van materieel belang zijnde opzichten, de naleving van bepaalde wettelijke en bestuursrechtelijke voorschriften na te gaan. Op grond hiervan doen wij de volgende bijkomende verklaring die niet van aard is om de draagwijdte van ons oordeel over de geconsolideerde jaarrekening te wijzigen:
• Het jaarverslag over de geconsolideerde jaarrekening behandelt de door de wet vereiste inlichtingen, stemt in alle van materieel belang zijnde opzichten overeen met de geconsolideerde jaarrekening en bevat geen van materieel belang zijnde inconsistenties ten aanzien van de informatie waarover wij beschikken in het kader van ons mandaat.
Brussel, 22 maart 2016
KPMG Bedrijfsrevisoren Commissaris vertegenwoordigd door
Filip De Bock Bedrijfsrevisor
Dit hoofdstuk bevat een verkorte versie van de statutaire enkelvoudige jaarrekening en het jaarverslag van Telenet Group Holding NV (TGH).
De commissaris heeft een verklaring zonder voorbehoud afgeleverd over de statutaire enkelvoudige jaarrekening van Telenet Group Holding voor het boekjaar afgesloten op 31 december 2015. Het tweede deel van het verslag van de commissaris bevat specifieke additionele paragrafen in overeenstemming met artikel 523 van het Wetboek van Vennootschappen (belangenconflicten gemeld door een lid van de raad van bestuur).
De integrale versie van de jaarrekening en het jaarverslag zullen neergelegd worden bij de Nationale Bank en zijn verder beschikbaar op de website van de vennootschap (http://investors.telenet.be).
| (in duizend euro) | Voor het jaar afgesloten op 31 december | |
|---|---|---|
| 2015 | 2014 | |
| Activa | ||
| Vaste activa: | ||
| Financiële vaste activa | 6.823.349 | 6.823.349 |
| Totaal vaste activa | 6.823.349 | 6.823.349 |
| Vlottende activa: | ||
| Vorderingen op ten hoogste een jaar | 34.746 | 26.709 |
| Geldbeleggingen | 39.487 | 15.276 |
| Liquide middelen | 540 | 839 |
| Overlopende rekeningen | 1 | — |
| Totaal vlottende activa | 74.774 | 42.824 |
| Totaal activa | 6.898.123 | 6.866.173 |
| (in duizend euro) | Voor het jaar afgesloten op 31 december | |
|---|---|---|
| 2015 | 2014 |
| Eigen vermogen: | ||
|---|---|---|
| Kapitaal | 12.752 | 12.711 |
| Uitgiftepremies | 61.271 | 55.565 |
| Reserves | 106.330 | 69.291 |
| Overgedragen winst | 4.052.163 | 4.220.056 |
| Totaal eigen vermogen | 4.232.516 | 4.357.623 |
| Verplichtingen: | ||
| Voorzieningen | 19.310 | 12.315 |
| Schulden op meer dan een jaar | 2.400.148 | 2.276.659 |
| Schulden op ten hoogste een jaar | 2.915 | 30.545 |
| Overlopende rekeningen | 243.234 | 189.031 |
| Totaal verplichtingen | 2.665.607 | 2.508.550 |
| Totaal eigen vermogen en verplichtingen | 6.898.123 | 6.866.173 |
| Voor het jaar afgesloten op 31 december (in duizend euro) |
||
|---|---|---|
| 2015 | 2014 | |
| Bedrijfsopbrengsten | 22.188 | 2.200 |
| Bedrijfskosten | (9.111) | 31.235 |
| Bedrijfsresultaat | 13.077 | 33.435 |
| Financiële opbrengsten | 5 | 3.185 |
| Financiële kosten | (143.936) | (204.688) |
| Belasting op het resultaat | — | (260) |
| Te bestemmen winst/(verlies) van het boekjaar | (130.854) | (168.328) |
| 2015 | |
|---|---|
| (in duizend euro) | (aantal aandelen) |
| 1 januari 2015 | 12.711 | 116.908.039 |
|---|---|---|
| 13/04/15 Kapitaalverhoging door uitoefening warranten 2010 primo | 9 | 81.847 |
| 13/04/15 Kapitaalverhoging door uitoefening warranten 2010 ter | — | 6.207 |
| 13/07/15 Kapitaalverhoging door uitoefening warranten 2007 | 1 | 8.535 |
| 13/07/15 Kapitaalverhoging door uitoefening warranten 2010 primo | 3 | 32.246 |
| 13/07/15 Kapitaalverhoging door uitoefening warranten 2010 ter | — | 300 |
| 05/10/15 Kapitaalverhoging door uitoefening warranten 2007 | 1 | 9.394 |
| 05/10/15 Kapitaalverhoging door uitoefening warranten 2010 primo | 21 | 190.446 |
| 05/10/15 Kapitaalverhoging door uitoefening warranten 2010 ter | 3 | 29.879 |
| 21/12/15 Kapitaalverhoging door uitoefening warranten 2010 bis | 1 | 5.962 |
| 21/12/15 Kapitaalverhoging door uitoefening warranten 2010 ter | 1 | 5.851 |
| 31 december 2015 | 12.751 | 117.278.706 |
| Dispreferentiële aandelen | 10 | 94.843 |
|---|---|---|
| Gouden aandelen | — | 30 |
| Gewone aandelen zonder vermelding van nominale waarde | 12.741 | 117.183.833 |
De waarderingsregels werden vastgesteld overeenkomstig de bepalingen van hoofdstuk II van het Koninklijk Besluit van 30 januari 2001 met betrekking tot de jaarrekening van ondernemingen.
Elk bestanddeel van het vermogen wordt afzonderlijk gewaardeerd. De afschrijvingen werden tot 2001 berekend op jaarbasis en vanaf
De geactiveerde uitgiftekosten met betrekking tot de Senior Notes worden gespreid over de looptijd van de lening en in resultaat genomen naar rato van het maandelijkse interestbedrag. Vanaf 2011 worden uitgiftekosten onmiddellijk ten laste van het resultaat genomen.
Investeringen worden geboekt aan aanschaffingswaarde. Voor de deelnemingen en de aandelen die in de rubriek "Financiële vaste activa" zijn opgenomen wordt tot waardevermindering overgegaan in geval van duurzame minderwaarde of ontwaarding, verantwoord door de toestand, de rentabiliteit of de vooruitzichten van de vennootschap waarin de deelnemingen of de aandelen worden aangehouden.
Vorderingen worden in de balans opgenomen tegen de nominale waarde. Er wordt een gepaste waardevermindering toegepast indien de betaling op de vervaldag geheel of gedeeltelijk onzeker is, of wanneer de realisatiewaarde op de datum van de jaarafsluiting lager is dan hun boekwaarde.
Vorderingen in vreemde valuta worden omgerekend aan de officiële koers in voege op datum van de boeking van de factuur. Op het einde van het boekjaar worden ze omgerekend aan de officiële koers op balansdatum.
2002 op maandbasis. Als algemene regel geldt dat elk actief bestanddeel wordt gewaardeerd tegen aanschaffingswaarde en voor dat bedrag in de balans wordt opgenomen, onder aftrek van de desbetreffende afschrijvingen en waardeverminderingen. Evenwel worden de vorderingen in principe gewaardeerd tegen hun nominale waarde.
Tegoeden bij financiële instellingen worden gewaardeerd aan nominale waarde.
Effecten worden gewaardeerd aan aanschaffingswaarde. Liquide middelen worden geboekt tegen hun nominale waarde.
De bijkomende kosten worden onmiddellijk ten laste van het resultaat geboekt. Er worden waardeverminderingen geboekt indien de realisatiewaarde op balansdatum lager is dan het voordien geboekte bedrag.
De schulden worden in de balans opgenomen voor hun nominale waarde. De handelsschulden in vreemde valuta worden omgerekend tegen de koers op de dag van de boeking van de inkomende factuur. Op het einde van het boekjaar worden ze herberekend aan de officiële koers op balansdatum.
De financieringskosten, met inbegrip van premies betaalbaar bij aanzuivering of vroegtijdige aflossing evenals rechtstreekse uitgiftekosten, worden onmiddellijk ten laste van het resultaat genomen.
Kosten en opbrengsten worden toegerekend op de periode waarop ze betrekking hebben.
De deelnemingen in verbonden ondernemingen bedroegen €6.823,3 miljoen (2014: €6.823,3 miljoen) en bestonden uit:
| (in euro) | Voor het jaar afgesloten op 31 december | |
|---|---|---|
| 2015 | 2014 | |
| Deelnemingen in verbonden ondernemingen | ||
| Telenet Vlaanderen NV | 249.438 | 249.438 |
| Telenet Service Center BVBA | 6.823.061.412 | 6.823.061.412 |
| Telenet Mobile NV | 38.062 | 38.062 |
| T-VGAS NV | 11 | 11 |
| Deelnemingen in verbonden ondernemingen | 6.823.348.923 | 6.823.348.923 |
In overeenstemming met advies 2012/3 van de CBN met betrekking tot de boekhoudkundige verwerking van aandelenoptieplannen erkende de Vennootschap een voorziening ten belope van €19,3 miljoen (2014: €12,3 miljoen) voor het verwachte toekomstige prijsverschil op het moment dat de aandelenopties verwacht worden uitgeoefend te worden. Deze kost werd doorgerekend aan Telenet NV, de entiteit waar de begunstigden tewerkgesteld zijn en waar alle personeelskosten worden geboekt. Per 31 december 2015 bedroeg de uitstaande vordering op Telenet NV €31,4 miljoen (2014: €24,3 miljoen). Samen met de €3,2 miljoen doorgerekende andere kosten aan Telenet NV beloopt de totale openstaande vordering op Telenet NV per 31 december 2015 €34,6 miljoen (2014: €26,5 miljoen)
De overige vorderingen op ten hoogste één jaar belopen per jaareinde 2015 €0,2 miljoen (2014: €0,2 miljoen) en omvatten voornamelijk terug te vorderen roerende voorheffing.
De investeringen, zoals gerapporteerd op jaareinde 2015, voor een bedrag van €39,5 miljoen bestonden vooral uit eigen aandelen. Het bedrag op einde 2014 van €15,3 miljoen bestond vooral uit termijnrekeningen en deposito's op ten hoogste één jaar. De samenstelling van deze investeringen kan als volgt worden samengevat:
| (in euro) | Voor het jaar afgesloten op 31 december | |
|---|---|---|
| 2015 | 2014 |
| Eigen aandelen | 38.487.325 | 1.448.016 |
|---|---|---|
| Korte termijn beleggingen | 1.000.000 | 13.828.000 |
| Geldbeleggingen | 39.487.325 | 15.276.016 |
De eigen aandelen worden door de Vennootschap gehouden om haar verplichtingen onder de bestaande aandelenoptieplannen te dekken. Zolang deze aandelen worden aangehouden door de Vennootschap, zullen deze geen recht geven op de uitkering van dividenden. In 2015 heeft de Vennootschap naar aanleiding van de uitoefening van aandelenopties 57.800 eigen aandelen (2014: 1.283.974 aandelen) aangeboden.
De mutaties in het kapitaal in 2015 kunnen als volgt worden samengevat:
| (in euro) | |
|---|---|
| 13/04/15 Kapitaalverhoging door uitoefening warranten 2010 primo | 8.897 |
| 13/04/15 Kapitaalverhoging door uitoefening warranten 2010 ter | 675 |
| 13/07/15 Kapitaalverhoging door uitoefening warranten 2007 | 928 |
| 13/07/15 Kapitaalverhoging door uitoefening warranten 2010 primo | 3.505 |
| 13/07/15 Kapitaalverhoging door uitoefening warranten 2010 ter | 33 |
| 05/10/15 Kapitaalverhoging door uitoefening warranten 2007 | 3.249 |
| 05/10/15 Kapitaalverhoging door uitoefening warranten 2010 primo | 20.707 |
| 05/10/15 Kapitaalverhoging door uitoefening warranten 2010 ter | 1.021 |
| 21/12/15 Kapitaalverhoging door uitoefening warranten 2010 bis | 648 |
| 21/12/15 Kapitaalverhoging door uitoefening warranten 2010 ter | 636 |
| 40.299 |
Naar aanleiding van de uitoefening in 2015 van warranten werd een bedrag van €5,7 miljoen ontvangen als zijnde uitgiftepremie (2014: €22,9 miljoen).
5.1.6 Reserves
144 | Telenet | Jaarverslag 2015 |
De totale reserves op jaareinde 2015 bedroegen €106,3 miljoen (2014: €69,3 miljoen):
| (in euro) | 31 december 2015 | 31 december 2014 |
|---|---|---|
| Reserves | ||
| Wettelijke reserve | 64.798.289 | 64.798.289 |
| Onbeschikbare reserves | ||
| - voor eigen aandelen | 38.487.325 | 1.448.016 |
| - andere | ||
| Belastingvrije reserves | 3.044.394 | 3.044.394 |
| Reserves | 106.330.008 | 69.290.699 |
De belastingvrije reserve van €3,0 miljoen heeft betrekking op de kapitaalvermindering van €3,25 zoals beslist door de algemene vergadering van aandeelhouders in april 2012 van toepassing op de 648.584 eigen aandelen in handen van de Vennootschap op de betaaldatum, zijnde 31 augustus 2012. De €2,1 miljoen is niet uitbetaald maar werd terug aan het eigen vermogen van de Vennootschap toegewezen als belastingvrije reserve. Het recht op het 2012 dividend en kapitaalvermindering (van respectievelijk €3,25 en €1,0) verbonden aan de 220.352 eigen aandelen aangehouden door de Vennootschap om haar verplichtingen te dekken onder de bestaande aandelenoptieplannen van de Vennootschap werd ingetrokken in 2013. Als gevolg hiervan werd de andere onbeschikbare reserve van €0,9 miljoen geherklasseerd naar belastingvrije reserves.
In overeenstemming met advies 2012/3 van de CBN met betrekking tot de boekhoudkundige verwerking van aandelenoptieplannen boekte de Vennootschap een voorziening ten belope van €19,3 miljoen (2014: €12,3 miljoen) voor het verwachte toekomstige prijsverschil op het moment dat de aandelenopties verwacht worden uitgeoefend te worden.
De schulden op meer dan één jaar bedroegen €2,400,1 miljoen per jaareinde 2015 (2014: 2.276,6 miljoen) en bestaan uit:
| (in euro) | Voor het jaar afgesloten op 31 december | |
|---|---|---|
| 2015 | 2014 | |
| Schulden op meer dan één jaar | ||
| Telenet International Finance S.à r.l. | 1.580.052.110 | 1.456.563.024 |
| Finance Center Telenet S.à r.l. | 820.096.297 | 820.096.297 |
| Schulden op meer dan één jaar | 2.400.148.407 | 2.276.659.321 |
De schulden op ten hoogste één jaar bedroegen €2,9 miljoen in vergelijking met €30,5 miljoen op jaareinde 2014 en kunnen als volgt samengevat worden:
| (in euro) | Voor het jaar afgesloten op 31 december | ||
|---|---|---|---|
| 2015 | 2014 | ||
| Schulden op ten hoogste één jaar |
| Handelsschulden | 625.205 | 9.441.893 |
|---|---|---|
| Schulden m.b.t. belastingen, bezoldigingen en sociale lasten | 1.300.774 | 20.090.836 |
| Overige schulden | 988.633 | 1.011.938 |
| Schulden op ten hoogste één jaar | 2.914.612 | 30.544.667 |
De handelsschulden omvatten bestaan voornamelijk uit een voorziening voor te ontvangen facturen ten bedrage van €0,6miljoen (2014: €9,4 miljoen).
De schulden met betrekking tot belastingen, bezoldigingen en sociale lasten per einde december 2015 bedragen €1,3 miljoen (2014: €20,1 miljoen) en bestaan in hoofdzaak uit sociale lasten gerelateerd aan de prestatieaandelen die betaalbaar zijn na definitieve verwerving van de onderliggende prestatieaandelen en die €0,8 miljoen bedragen (2014: €0,9 miljoen).
De openstaande belastingen, bezoldigingen en sociale lasten per 31 december 2014 bestonden hoofdzakelijk uit de 0,412% vermogenswinstbelasting op de door de Vennootschap in 2013 gerealiseerde meerwaarde op haar Telenet NV aandelen welke betaald werd in 2015.
De andere overige schulden ten belope van €1,0 miljoen per jaareinde 2015 (2014: €1,0 miljoen) bestaan voornamelijk uit in het verleden toegekende dividenden en kapitaalverminderingen, doch welke op 31 december 2015 nog steeds niet werden opgevraagd.
De toe te rekenen kosten bedroegen €243,2 miljoen (2014: €189 miljoen) en kunnen als volgt samengevat worden:
| (in euro) | Voor het jaar afgesloten op 31 december | ||
|---|---|---|---|
| 2015 | 2014 | ||
| - Telenet International Finance S.à r.l. | 168.691.615 | 158.239.611 |
|---|---|---|
| - Finance Center Telenet S.à r.l. | 74.542.770 | 30.790.979 |
| Overlopende rekeningen | 243.234.385 | 189.030.590 |
De toe te rekenen kosten bestaan integraal uit de maandelijks erkende intrestvoorzieningen op de lange termijn schuld van respectievelijk €168,7 miljoen tegenover Telenet International Finance S.à r.l. (2014: €158,2 miljoen) en van €74,5 miljoen tegenover Finance Center Telenet S.à r.l. (2014: €30,8 miljoen).
De resultatenrekening toont een verlies van €130.853.622,08 voor het boekjaar beëindigd op 31 december 2015 (tegenover een verlies van €168.328.273,93 in 2014). De netto bedrijfswinst van het jaar bedraagt €13.077.369,13 (in vergelijking met een verlies van €33.434.398,30 in 2014).
De financiële kosten beliepen €143,9 miljoen voor het jaar eindigend op 31 december 2015 tegenover €204,7 miljoen vorig jaar. Deze kosten kunnen als volgt gedetailleerd worden:
| (in euro) | Voor het jaar afgesloten op 31 december | |
|---|---|---|
| 2015 | 2014 | |
| Financiële kosten | ||
| Kosten van schulden | ||
| - Bank | 16.264 | 2.990 |
| - Telenet International Finance S.à r.l. | 97.941.090 | 99.719.900 |
| - Finance Center Telenet S.à r.l. | 43.751.791 | 63.000.508 |
| Verkoop eigen aandelen | 2.075.744 | 35.704.917 |
| Afschrijving van financieringskosten | 54.407 | 6.229.431 |
| Andere financiële schulden | 96.232 | 30.087 |
| Financiële kosten | 143.935.528 | 204.687.833 |
146 | Telenet | Jaarverslag 2015 |
Wij stellen de Algemene Vergadering voor om:
Aldus bedraagt de overgedragen winst per 31 december 2015 €4.052.163.220,04
We verwijzen hiervoor naar het geconsolideerde jaarverslag van de raad van bestuur.
We verwijzen hiervoor naar het geconsolideerde jaarverslag van de raad van bestuur.
We verwijzen hiervoor naar het geconsolideerde jaarverslag van de raad van bestuur.
De continuïteit van de Vennootschap is volledig afhankelijk van de Telenet groep.
De Telenet Groep heeft nog steeds substantieel (geconsolideerd) overgedragen verliezen staan op zijn (geconsolideerde) balans, maar slaagde erin solide Adjusted EBITDA marges en stijgende kasstromen uit zijn bedrijfsactiviteiten te realiseren. Dit is volledig in overeenstemming met het businessplan van de Vennootschap op lange termijn, dat voorziet in een continue ontwikkeling van de winstgevende activiteiten die op termijn deze overgedragen verliezen zullen absorberen. Door de sterke groei in het aantal klanten in residentiële producten, waaronder telefonie, internet en digitale televisie, en een verdere focus op kostencontrole en procesoptimalisaties slaagde de Vennootschap er dit jaar opnieuw in om zijn operationeel resultaat sterk te laten groeien.
Per 31 december 2015 bedroeg Telenets totale schuld €3.793,9 miljoen, waarvan €1.365,0 miljoen verschuldigd is onder de 2015 Gewijzigde Senior Credit Facility (bestaande uit Termijnleningen W en Y uitgegeven in april 2014), en €1.983,0 miljoen verband houdt met de vier obligaties. De schuld van de Telenet groep per 31 december 2015 omvat ook het uitstaande deel van het mobiele 3G-spectrum inclusief intresten (€31.079,0 miljoen). De rest van de totale schuld bestaat voornamelijk uit financiële leaseverplichtingen in verband met de overname van Interkabel.
Rekening houdend met de groeiende positieve Adjusted EBITDAresultaten van het huidige jaar, verwacht de raad van bestuur dat de groep in staat is om voldoende financiële middelen te genereren om zijn activiteiten verder uit te bouwen en tegelijk aan zijn verplichtingen te voldoen. De raad van bestuur is aldus van mening dat de huidige waarderingsregels, zoals toegevoegd bij de jaarrekening en waarbij uitgegaan wordt van de continuïteit van de onderneming, correct en verantwoord zijn in de huidige omstandigheden.
We verwijzen hiervoor naar het geconsolideerde jaarverslag van de raad van bestuur.
Telenet Group Holding NV heeft geen bijkantoren.
We verwijzen hiervoor naar de toelichting bij de geconsolideerde jaarrekening van de raad van bestuur.
We verwijzen hiervoor naar het geconsolideerde jaarverslag van de raad van bestuur.
Ingevolge de wet en de statuten, zullen de aandeelhouders op de algemene vergadering van aandeelhouders op 27 april 2016 verzocht worden aan de bestuurders en de commissaris kwijting te verlenen voor het in het boekjaar 2015 door hen uitgeoefend mandaat.
We verwijzen hiervoor naar het geconsolideerde jaarverslag van de raad van bestuur.
Dit verslag zal worden neergelegd overeenkomstig de wettelijke bepalingen terzake en ligt ter inzage op de zetel van de Vennootschap.
Mechelen, 22 maart 2016
Voor de raad van bestuur,
John Porter Bert De Graeve Chief Executive Officer Chairman
T. 015 33 30 00 - www.telenet.be
Telenet, Rob Goyens Liersesteenweg 4, 2800 Mechelen
Building tools?
Free accounts include 100 API calls/year for testing.
Have a question? We'll get back to you promptly.