Earnings Release • Oct 27, 2016
Earnings Release
Open in ViewerOpens in native device viewer
►Bijgaande informatie betreft gereglementeerde informatie zoals gedefinieerd in het Koninklijk Besluit van 14 november 2007 betreffende de verplichtingen van emittenten van financiële instrumenten die zijn toegelaten tot de verhandeling op een gereglementeerde markt.
Brussel, 27 oktober 2016 – Telenet Group Holding NV ("Telenet" of de "Vennootschap") (Euronext Brussel: TNET) maakt zijn niet-geauditeerde verkorte geconsolideerde resultaten voor de negen maanden afgesloten op 30 september 2016 bekend. De resultaten zijn conform de door de Europese Unie goedgekeurde International Financial Reporting Standards ("EU IFRS").
| Voor de negen maanden afgesloten op 30 september | 2016 | 2015 | % Verschil | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| FINANCIËLE KERNCIJFERS (in € miljoen, uitgezonderd bedragen per aandeel) | |||||||||
| Bedrijfsopbrengsten (2) | 1.799,9 | 1.359,7 | 32 % | ||||||
| Bedrijfswinst | 416,3 | 420,7 | (1)% | ||||||
| Nettowinst | 41,6 | 135,4 | (69)% | ||||||
| Gewone winst per aandeel | 0,36 | 1,16 | (69)% | ||||||
| Verwaterde winst per aandeel | 0,36 | 1,16 | (69)% | ||||||
| Adjusted EBITDA (3) | 847,8 | 724,2 | 17 % | ||||||
| Adjusted EBITDA marge % | 47,1% | 53,3% | |||||||
| Toe te rekenen Bedrijfsinvesteringen (4) | 417,6 | 248,6 | 68 % | ||||||
| Bedrijfsinvesteringen als % van de bedrijfsopbrengsten | 23,2% | 18,3% | |||||||
| Vrije kasstroom (5) | 166,7 | 225,2 | (26)% | ||||||
| OPERATIONELE KERNCIJFERS (Geleverde diensten) | |||||||||
| Kabeltelevisie | 2.028.600 | 2.059.700 | (2)% | ||||||
| Basiskabeltelevisie (6) | 297.600 | 356.200 | (16)% | ||||||
| Premiumkabeltelevisie (7) | 1.731.000 | 1.703.500 | 2 % | ||||||
| Breedbandinternet (8) | 1.594.300 | 1.556.800 | 2 % | ||||||
| Vaste telefonie (9) | 1.251.000 | 1.204.000 | 4 % | ||||||
| Mobiele telefonie (10) | 3.020.000 | 977.200 | 209 % | ||||||
| Postpaid | 2.078.000 | 977.200 | 113 % | ||||||
| Prepaid | 942.000 | — | —% | ||||||
| Triple-playklanten | 1.128.600 | 1.076.300 | 5 % | ||||||
| Diensten per klantenrelatie (11) | 2,26 | 2,21 | 2 % | ||||||
| ARPU per klantenrelatie (€ / maand) (11) (12) | 53,2 | 50,5 | 5 % | ||||||
| N.M. - Not Meaningful (Niet Betekenisvol) |
"We vierden in oktober de 20ste verjaardag van onze oprichting, en zijn bij het terugkijken erg trots op de evolutie van Telenet voor al onze stakeholders. Vele malen waren we voortrekkers op het vlak van innovatie, waarbij we ons groeiende klantenbestand kennis lieten maken met nieuwe en fascinerende producten die erop gericht zijn de digitale levensstijl van onze klanten te verrijken en hen in staat te stellen ten volle te profiteren van al hun producten. Dankzij voortdurende procesverbeteringen en investeringen in onze klantgerichte en ondersteunende activiteiten, zoals onze proactieve klantbezoeken in het kader van de 'Helemaal Mee Tournee', hebben we excellente klantenservice gebracht. En dat blijven we ook in de toekomst doen. We zaten ook heel vaak in de voorhoede van de technologische innovatie en blijven vandaag het voortouw nemen met de upgrade van ons HFC-netwerk naar een 1 GHz-netwerk en met de gerichte upgrade van het radiotoegangsnetwerk ('RAN') van BASE. Als onderdeel van ons eerder aangekondigd investeringsplan ten belope van €250 miljoen willen we tegen het einde van het eerste kwartaal van 2018 2.800 macrosites moderniseren, waarvan 400 sites tegen het einde van dit jaar. Ook hebben we de markt meermaals door elkaar geschud, zoals met de invoering van digitale tv in 2005, de lancering van onze productbundels in 2008, de introductie van onze innovatieve tariefplannen voor mobiele telefonie 'King' en 'Kong' in 2012, de lancering van 'Yelo Play' voor een tv-ervaring op meerdere schermen, en meer recent de lancering van ons innovatieve quad-playaanbod 'WIGO'. 'WIGO', dat vlak voor de zomer werd geïntroduceerd, is een combinatie van onze triple-playbundels in het hogere segment met een aantal simkaarten voor mobiele telefonie en een toegestane hoeveelheid mobiele data die over de verschillende leden van een gezin kan worden verdeeld. Eind september 2016 telden we al 99.900 'WIGO' klanten, versus ongeveer 13.000 aan het eind van KW2 2016. Hoewel 'WIGO' vooral geliefd is bij onze bestaande klantrelaties, zien we ook een zeer robuuste netto-instroom van mobiele-telefonieabonnees met een postpaidabonnement. Hierdoor was KW3 2016 Telenets beste kwartaal wat betreft de nettogroei van het aantal mobiele-telefonieabonnees met een postpaidabonnement (+64,700) sinds begin 2013 toen we nog volop profiteerden van de lancering van "King" en "Kong", deels tenietgedaan door afnames bij BASE als gevolg van kannibalisatie door "WIGO" en structurele afnames in prepaid. Het totale aantal mobiele-telefonieabonnees met een postpaidabonnement , met inbegrip van BASE, bedroeg 52,200 in KW3 2016. Wat onze vaste diensten betreft, weerspiegelde de nettogroei van ons klantenbestand het iets hogere klantverloop als gevolg van de hevige concurrentie.
Wat het financiële betreft, genereerden we in de eerste negen maanden van 2016 €1.800 miljoen aan bedrijfsopbrengsten, een stijging van 32% j-o-j die vooral toe te schrijven was aan de overname van BASE in februari van dit jaar. Indien we corrigeren voor overnames, bedroeg onze 'rebased' opbrengstengroei in de eerste negen maanden van dit jaar 3%. Onze kabelactiviteit bleef het goed doen met een midden-eencijferige groei van de bedrijfsopbrengsten, deels tenietgedaan door de aanhoudende regelgevende druk en concurrentiedruk op onze verworven mobiele activiteit. Conform onze vooruitzichten voor het volledige jaar 2016 begon onze 'rebased' groei van de bedrijfsopbrengsten in KW3 2016 te vertragen als gevolg van de tegenwind vanuit de regelgeving, de hevige concurrentie en de lagere bijdrage van onze 'Choose Your Device'-programma's, die sinds H2 2015 bijdragen aan onze resultaten. In KW3 2016 stegen de bedrijfsopbrengsten met 1% op 'rebased' basis tot €621 miljoen in vergelijking met KW3 2015. Tot nu toe dit jaar realiseerden we een Adjusted EBITDA van €848 miljoen, een stijging van 17% op gerapporteerde basis en 2% op 'rebased' basis. In de eerste negen maanden van zowel 2016 als 2015 omvatte de Adjusted EBITDA respectievelijk €6 miljoen en €8 miljoen aan eenmalige baten in verband met de afhandeling van bepaalde operationele voorwaardelijke verplichtingen. Daarnaast liepen we €3 miljoen hogere integratie- en omvormingskosten op als gevolg van de overname van BASE. Laten we de eenmalige baten in beide perioden alsmede de eerder genoemde integratiekosten buiten beschouwing, dan was de 'rebased' Adjusted EBITDA-groei hoger geweest. In KW3 2016 steeg de Adjusted EBITDA met 3% op 'rebased' basis tot €295 miljoen dankzij lagere directe kosten, lagere kosten in verband met uitbestede arbeidsdiensten en professionele diensten en onze voortdurende focus op uitmuntend kostenbeheer. Wat onze vooruitzichten voor het volledige jaar 2016 betreft, verwachten we een lagere Adjusted EBITDAbijdrage in KW4 2016, aangezien de marge doorgaans het laagst is in het laatste kwartaal van het jaar als gevolg van seizoenspatronen in onze sector. Aan de investeringskant bedroegen de toe te rekenen investeringsuitgaven €418 miljoen, wat overeenkomt met 23% van de bedrijfsopbrengsten. Dit bedrag weerspiegelt de opname van de uitzendrechten voor de voetbalwedstrijden van de Belgische eerste klasse en de Britse Premier League, die overeenkomstig EU-IFRS werden geactiveerd in de loop van 2016. Als we deze impact buiten beschouwing laten, kwamen de toe te rekenen investeringsuitgaven in de eerste negen maanden van 2016 overeen met ongeveer 19% van de bedrijfsopbrengsten. Deze uitgaven weerspiegelden hogere netwerkinvesteringen in vergelijking met vorig jaar als gevolg van het programma voor het upgraden van ons HFC-netwerk en de start van ons programma voor het upgraden van ons mobiele radiotoegangsnetwerk ('RAN') in KW3 2016. Tot slot genereerden we in de eerste negen maanden van 2016 een vrije kasstroom van €167 miljoen. In vergelijking met de negatieve vrije kasstroom die we in KW1 2016 genereerden als gevolg van gefaseerde geldelijke betalingen voor interestbetalingen en belastingen, een ongunstige trend in het werkkapitaal bij BASE en de kasuitstroom als gevolg van een gunstige herziening van een contract was onze vrije kasstroom in KW3 2016 €107 miljoen. Dit was bijna even robuust als in KW2 2016 (€128 miljoen).
Met een 'rebased' groei van de bedrijfsopbrengsten en Adjusted EBITDA van respectievelijk 3% en 2% over de eerste negen maanden van het jaar zijn we van oordeel dat we op weg zijn om onze vooruitzichten voor het volledige jaar 2016 waar te maken. Nu de integratie van BASE goed op schema zit, gegeven onze nieuwe gezamenlijke organisatie en het RAN-upgradeprogramma, menen we dat we goed voorbereid zijn om tegen 2020 jaarlijkse geëxtrapoleerde synergieën van €220 miljoen te realiseren. Daarom mikken we voor de periode 2015-2018 nog steeds op een samengestelde jaarlijkse groei van de Adjusted EBITDA "tussen 5-7%".
Vrije kasstroom: In het derde kwartaal van 2015 wijzigden we onze definitie van vrije kasstroom om een betere afstemming met onze meerderheidsaandeelhouder te bereiken. Sinds 1 juli 2015 wordt vrije kasstroom gedefinieerd als de netto kasmiddelen afkomstig uit de voortgezette bedrijfsactiviteiten van de Vennootschap plus (i) contante betalingen van kosten van derden die rechtstreeks verband houden met geslaagde en niet-geslaagde overnames en desinvesteringen en (ii) door een derde gefinancierde kosten, minus (i) aankopen van materiële en immateriële vaste activa van haar voortgezette bedrijfsactiviteiten, (ii) kapitaalaflossingen op kapitaalgerelateerde verplichtingen uit hoofde van leverancierskrediet, en (iii) kapitaalaflossingen op financiële leases (exclusief netwerkgerelateerde leases die bij een overname zijn overgenomen), en (iv) kapitaalaflossingen op bijkomende netwerkleases na overname, elk zoals gerapporteerd in het geconsolideerde kasstroomoverzicht van de Vennootschap. Deze aanpassing had geen impact op de vrije kasstroom van de Vennootschap in de kwartalen van het voorgaande jaar.
ARPU per klantenrelatie: In het vierde kwartaal van 2015 wijzigden we de manier waarop we de gemiddelde opbrengst per klantenrelatie ("ARPU") berekenen om een betere afstemming met onze meerderheidsaandeelhouder te bereiken door opbrengsten uit transport- en distributievergoedingen niet langer op te nemen en opbrengsten uit kleine ondernemingen met maximaal 10 werknemers voortaan wel op te nemen ("SoHo"). Sinds het vierde kwartaal van 2015 wordt de gemiddelde opbrengst per klantenrelatie berekend door de gemiddelde maandelijkse opbrengsten uit abonnementen (exclusief opbrengsten uit mobiele telefonie, bedrijfsdiensten, interconnectie, transport- en distributievergoedingen, de verkoop van smartphones en installatievergoedingen) voor de betrokken periode te delen door het gemiddelde aantal klantenrelaties aan het begin en einde van die periode. We hebben deze wijzigingen ook retroactief toegepast op de kwartalen van het voorgaande jaar.
Aanmaningskosten en transport- en distributievergoedingen: In het eerste kwartaal van 2016 wijzigden we de wijze waarop we aanmaningskosten en transport- en distributievergoedingen voorstellen om een betere afstemming met onze meerderheidsaandeelhouder te bereiken. Sinds 1 januari 2016 worden transport- en distributievergoedingen niet langer opgenomen als opbrengsten maar verrekend met de directe kosten, omdat we aangerekende transport- en distributievergoedingen en onze aankoop van distribueerbare content voortaan als één enkele transactie beschouwen. Daarnaast worden aanmaningskosten sinds 1 januari 2016 opgenomen als opbrengsten, aangezien ze worden beschouwd als een afzonderlijk identificeerbare opbrengstenstroom, terwijl aanmaningskosten vroeger netto van de gerelateerde kosten werden opgenomen onder indirecte kosten. De twee voornoemde wijzigingen verhoogden de bedrijfsopbrengsten voor de eerste negen maanden van 2016 met €11,0 miljoen (KW1 2016: €3,6 miljoen, KW2 2016: €3,7 miljoen en KW3 2016: €3,7 miljoen) en over het boekjaar 2015 met €13,4 miljoen (KW1 2015: €3,1 miljoen, KW2 2016: €3,5 miljoen en KW3 2015: €3,4 miljoen), maar hadden geen impact op de Adjusted EBITDA en kasstromen. We hebben deze wijzigingen ook retroactief toegepast op de kwartalen van het voorgaande jaar.
Bedrijfskosten volgens aard: In het eerste kwartaal van 2016 wijzigden we de wijze waarop we de totale bedrijfskosten presenteren om een betere afstemming met onze interne verslaggeving te bereiken. Als gevolg daarvan verstrekken we nu meer gedetailleerde informatie over onze bedrijfskosten, terwijl het overgrote deel van onze bedrijfskosten voorheen voornamelijk werd gerapporteerd onder "Kosten voor de exploitatie van het netwerk en voor diensten". Zie deel 5.1 op pagina 22 voor meer informatie. De presentatie van onze bedrijfskosten had geen invloed op de Adjusted EBITDA en bedrijfswinst. We hebben deze wijzigingen ook retroactief toegepast op de kwartalen van het voorgaande jaar.
Aan het eind van KW3 2016 hadden we 2.156.300 unieke klanten met 4.873.900 abonnementsdiensten ("opbrengstgenererende eenheden') in ons verkoopgebied van 2.973.700 aansluitbare huizen in Vlaanderen en delen van Brussel. Op productniveau bestonden onze opbrengstgenererende eenheden uit 2.028.600 kabeltelevisieabonnementen, 1.594.300 breedbandinternetabonnementen en 1.251.000 vaste-telefonieabonnementen. Op 30 september 2016 was ongeveer 85% van onze kabel-tv-abonnees overgestapt op ons premiumkabel-tv-platform, zodat ze kunnen genieten van een veel rijkere kijkervaring, inclusief toegang tot een groter aanbod van digitale zenders, HD-zenders en betalende sportzenders, een enorme bibliotheek van binnen- en buitenlandse films en programma's à la carte op zowel transactiebasis als abonnementsbasis, en ons 'over-the-top'-platform ('OTT') 'Yelo Play'. Op 30 september 2015 hadden we in totaal 4.873.900 opbrengstgenererende eenheden (exclusief mobiele telefonie), een stijging met 53.400 of 1% j-oj. Aan het eind van KW3 2016 hadden we een bundelverhouding van 2,26 opbrengstgenererende eenheden per klantenrelatie (KW3 2015: 2,21), waarbij 52% van onze klanten geabonneerd was op een triple-playproduct, 21% op een double-playproduct en 27% op een single-playproduct. Dit biedt verdere mogelijkheden om bestaande klanten ervan te overtuigen over te stappen naar een hoger product.
Met de lancering van 'WIGO', ons eerste geconvergeerde all-in-one pakket voor gezinnen en bedrijven, op 20 juni 2016 bereikten we een belangrijke mijlpaal in de commerciële integratie van Telenet en BASE met de combinatie van zowel vaste als mobiele diensten in een enkel abonnement. Elk van de drie 'WIGO'-bundels, waarvan de prijs tussen €100,0 en €140,0 (inclusief 21% btw) per maand ligt, omvat een supersnelle breedbandverbinding, WiFi-toegang, onbeperkte oproepen naar vaste en mobiele nummers in België en een bepaalde hoeveelheid mobiele data die kan worden gedeeld tussen de leden van een gezin. Met een actief bestand op 30 september 2016 van 99.900 'WIGO'-abonnees, waarvan de meesten voorheen al tot onze klanten behoorden, zijn onze 'WIGO'-bundels goed ontvangen op de markt.
In KW3 2016 steeg het aantal abonnees voor onze geavanceerde vaste diensten (premiumkabeltelevisie, breedbandinternet en vaste telefonie) netto met 15.000 (9M 2016: 70.600). Onze toonaangevende multiple-playbundels bleven het bijzonder goed doen in KW3 2016 dankzij onze succesvolle marketingcampagnes en meer specifiek de lancering van 'WIGO' eind juni 2016. In KW3 2016 steeg het aantal triple-playabonnees netto met 6.200 tot een totaal van 1.128.600 (+5% j-oj). Op 30 september 2016 hadden we 3.020.000 actieve klanten voor mobiele telefonie, in vergelijking met 977.200 een jaar eerder, inclusief iets meer dan 2 miljoen abonnees met een postpaidabonnement. Deze grote stijging is het gevolg van de overname van BASE op 11 februari 2016.
De gemiddelde opbrengst per klantenrelatie, die geen rekening houdt met de opbrengsten uit mobiele telefonie en bepaalde andere soorten opbrengsten, bedroeg €53,2 over de eerste negen maanden van 2016, een stijging van €2,7 of 5% ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar. Ten opzichte van KW3 2015 steeg de gemiddelde opbrengst per klantenrelatie in KW3 2016 met 5% tot €53,5. De groei van de gemiddelde opbrengst per klantenrelatie was te danken aan (i) het grotere aandeel van abonnees voor productbundels in onze totale klantenmix, (ii) het grotere aandeel van premiumkabel-tvabonnees voor onze premiumcontentdiensten 'Play', 'Play More' en 'Play Sports' en (iii) het voordeel van de selectieve prijsverhoging voor bepaalde vaste diensten die midden februari 2016 inging. Deze gunstige effecten werden deels tenietgedaan door het groeiende aandeel van bundelkortingen en andere kortingen.
Op 30 september 2016 hadden we 1.594.300 abonnees voor breedbandinternet (+2% j-o-j), wat overeenkomt met 53,6% van de woningen die op ons toonaangevende HFC-netwerk kunnen worden aangesloten, tegenover 53,1% aan het eind van KW3 2015. In KW3 2016 kregen we er netto 7.600 abonnees voor breedbandinternet bij (9M 2016: 23.800). Het op jaarbasis uitgedrukte klantverloop bedroeg 7,9% in KW3 2016 ten opzichte van de 7,3% in KW3 2015, te wijten aan de hevige concurrentie. Vandaag bieden we downloadsnelheden aan van maximaal 200 Mbps voor onze particuliere 'Whoppa'- en 'WIGO'-klanten en maximaal 240 Mbps voor onze 'Business Fibernet 240 Plus'-klanten. De gemiddelde downloadsnelheid steeg van ongeveer 43 Mbps vóór de lancering van onze nieuwe triple-playbundels drie jaar geleden tot ongeveer 117 Mbps eind september 2016. In het kader van ons upgradeprogramma voor het netwerk van de volgende generatie, waarbij we over een periode van vijf jaar €500,0 miljoen investeren, willen we de capaciteit van ons netwerk vergroten van de huidige 600 MHz tot 1 GHz. Dit moet in de toekomst downloadsnelheden van minstens 1 Gbps mogelijk maken. Aangezien klanten steeds meer een naadloze supersnelle verbinding verwachten, niet alleen thuis maar ook op het werk en onderweg, blijft WiFi een van de hoekstenen van onze connectiviteitsstrategie. Vandaag hebben we bijna 1,3 miljoen WiFi-homespots en ongeveer 2.000 WiFi-hotspots op openbare plaatsen. Door onze samenwerking met VOO in Wallonië kunnen breedbandinternetklanten van beide kabelbedrijven gratis gebruikmaken van de WiFi-homespots op het netwerk van beide bedrijven. In juni 2016 gingen we een strategisch partnerschap aan met onze meerderheidsaandeelhouder Liberty Global. Voortaan kunnen Telenet-klanten ook in bepaalde andere Europese landen WiFi-hotspots gebruiken die worden aangeboden door andere netwerken van Liberty Global. Dit is onder meer het geval in Duitsland en in Nederland.
Op 30 september 2016 hadden we 1.251.000 vaste-telefonieabonnees (+4% j-o-j), wat overeenkomt met 42,1% van de huizen die op ons netwerk kunnen worden aangesloten, tegenover 41,1% op 30 september 2015. In KW3 2016 kenden we een netto-instroom van 4.500 abonnees voor vaste telefonie (9M 2016: 30.000), geïmpacteerd door een hoger klantverloop gedurende het kwartaal als gevolg van de hevige concurrentie. Het op jaarbasis uitgedrukte klantverloop bedroeg 8,5% in KW3 2016, een stijging van 90 basispunten j-o-j.
In februari 2016 voltooiden we de overname van de Belgische mobiele operator BASE. Hierdoor hebben we nu in totaal 3.020.000 actieve mobiele-telefonieabonnees, van wie 2.078.000 met een postpaidabonnement. Het resterende aantal klanten voor mobiele telefonie zijn abonnees met een prepaidkaart onder het merk BASE en verscheidene contracten via 'branded resellers' (wederverkopers onder eigen merknaam), waaronder JIM Mobile. Het aantal abonnees met een postpaidabonnement steeg netto met 52.200 in KW3 2016 (9M 2016: 101.500), ondanks de zeer felle concurrentie. Dankzij de sterke groei van onze 'WIGO' bundels, had Telenet zijn beste kwartaal in termen van netto toevoegingen aan het aantal postpaid abonnees (64.700) sinds het begin van 2013, toen we nog genoten van de lancering van "King" en "Kong". Deze robuuste groei werd deels tenietgedaan door negatieve abonneegroei bij BASE, beïnvloed door het succes van onze 'WIGO' bundels en de voortgezette structurele daling van onze prepaid business. Inclusief mobiele-telefonieabonnees met een prepaidkaart steeg het totale aantal mobiele-telefonieabonnees in KW3 2016 met 12.100 ten opzichte van KW2 2016, dankzij solide nettogroei in het aantal mobiele-telefonieabonnees met een postpaidkaart (52.200), slechts deels teniet gedaan door een nettoverlies van 40.100 mobiele-telefonieabonnees met een prepaidkaart.
In KW3 2016 bedroeg de gewogen gemiddelde opbrengst per klant voor mobiele telefonie €21,4, inclusief interconnectie. De daling met 3,5% ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar was voornamelijk het gevolg van (i) de lancering van 'WIGO', (ii) de aanhoudende druk op het gebruik van sms en de opbrengsten buiten bundel, en (iii) de lagere gemiddelde opbrengsten per klant met een prepaidkaart.
Op 30 september 2016 was ongeveer 85% van onze abonnees voor kabel-tv geabonneerd op onze premiumkabel-tvdiensten, zodat ze toegang hebben tot een veel rijkere kijkervaring. Dit betekent dat we op 30 september 2016 1.731.000 premiumkabel-tv-abonnees hadden, of een netto-instroom van 2.900 abonnees in KW3 2016 (9M 2016: 16.800). Op 30 september 2016 maakte ongeveer 26% van onze abonnees voor premiumkabel-tv actief gebruik van onze app 'Yelo Play', waarmee ze thuis en buitenshuis via onze WiFi-homespots en -hotspots een unieke contentervaring kunnen beleven op meerdere verbonden apparaten. Op 30 september 2016 telden onze abonnementspakketten voor films en programma's à la carte 'Play' en 'Play More' 340.700 abonnees, een stijging van 39% ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar, wat onder meer te danken was aan tijdelijke promoties en het aanhoudende succes van onze eigen lokale tv-serie 'Chaussée d'Amour'. 'Chaussée d'Amour' werd meer dan 1,1 miljoen keer gedownload sinds de lancering medio mei en is daarmee het populairste seizoen ooit van een fictiereeks die via Telenets diensten voor films en programma's à la carte is uitgezonden. Ongeveer 60% van de streamers bekeek de volledige reeks, terwijl 23% ze in amper één week uitkeek. In oktober 2016 kondigde Telenet 'De Dag' aan, zijn volgende grote lokale fictieproject, dat eerst bij Telenet en later (in de loop van 2018) op de commerciële zender VIER wordt uitgezonden.
'Play Sports' combineert binnen- en buitenlands voetbal met andere belangrijke disciplines, zoals golf, Formule 1, volleybal, basketbal en hockey. Bovendien biedt 'Play Sports' de mogelijkheid om gemiste programma's van de afgelopen 7 dagen te bekijken ('Terugkijk TV') en kunnen abonnees met de bijbehorende app 'Play Sports' om het even waar en wanneer tvkijken op tal van apparaten en systemen, verrijkt met live geüpdatete statistieken en wedstrijdsamenvattingen. In KW1 2016 verlengden we de exclusieve uitzendrechten voor de Britse Premier League met drie seizoenen en recent verlengden we de exclusieve uitzendrechten voor de Formule 1 voor de komende vier seizoenen tot en met 2019. Op 30 september 2016 waren 229.600 klanten geabonneerd op onze betalende sportzender, een stijging met 7% ten opzichte van een jaar eerder. In vergelijking met het vorige kwartaal nam het klantenbestand voor 'Play Sports' licht toe dankzij de start van het Belgische voetbalseizoen eind juli 2016.
Vergeleken met 30 juni 2016 daalde het totale aantal abonnees voor basiskabel-tv en premiumkabel-tv met 8.400 (9M 2016: 26.200) tot 2.028.600 op 30 september 2016. De k-o-k daling weerspiegelt de impact van de toegenomen concurrentie en het feit dat Q3 traditiegetrouw een hoger klantverloop kent als gevolg van de "Terug naar school" campagnes in de markt. Het hierboven genoemde organische verlies omvat geen overschakelingen naar onze premiumkabel-tv-diensten; het vertegenwoordigt klanten die zijn overgestapt naar platformen van de concurrentie, zoals andere aanbieders van digitale tv, OTT en satelliet, of klanten die hun tv-abonnement hebben opgezegd of die naar een locatie buiten ons servicegebied zijn verhuisd. Gezien het historisch hoge niveau van de kabel-tv-penetratie in ons gebied, de beperkte uitbreiding van het aantal aansluitbare woningen en de sterke concurrentie op de tv-markt, verwachten we een verder verloop van onze abonnees voor kabel-tv. Dit verloop zal echter worden gecompenseerd door de aanhoudende groei van het aantal multiple-playabonnees, die een hogere gemiddelde opbrengst per klant genereren dan klanten met een abonnement op basiskabel-tv.
In de eerste negen maanden van 2016 genereerden we €1.799,9 miljoen aan bedrijfsopbrengsten, of 32% meer dan de €1.359,7 miljoen in dezelfde periode vorig jaar. De gerapporteerde opbrengstenstijging was vooral te danken aan de bijdrage van BASE, dat we op 11 februari 2016 overnamen. Op een 'rebased' basis, kwam de groei van de bedrijfsopbrengsten in de eerste negen maanden van 2016 uit op 3%. De kabelactiviteit kende in de eerste negen maanden van 2016 een solide midden-eencijferige opbrengstengroei die te danken was aan (i) de stijging van de opbrengsten uit kabelabonnementen met 4% als gevolg van de toename van het aantal triple-playabonnees met 5%, de gestage groei van ons entertainmentaanbod en de gunstige impact van de prijsaanpassingen in februari 2016, deels tenietgedaan door het groeiende aandeel van bundelgerelateerde kortingen, (ii) de stijging van de opbrengsten uit bedrijfsdiensten en (iii) de stijging van andere opbrengsten, voornamelijk dankzij de toegenomen verkoop van losse smartphones in vergelijking met dezelfde periode vorig jaar en de impact van onze 'Choose Your Device'-programma's die we medio 2015 lanceerden. De aanhoudend sterke prestaties van onze kabelactiviteit werden deels tenietgedaan door de aanhoudende druk op onze verworven mobiele activiteit, die de impact voelt van (i) lagere gebruiksgerelateerde opbrengsten uit abonnees met een prepaidkaart, (ii) lagere opbrengsten uit roaming als gevolg van de nieuwe EU-regelgeving en (iii) lagere interconnectieopbrengsten.
In KW3 2016 bedroegen de bedrijfsopbrengsten €621,3 miljoen, een stijging van 35% j-o-j op gerapporteerde basis, als gevolg van de impact van de overname van BASE in februari 2016. Berekend op de 'rebased' basis stegen de bedrijfsopbrengsten in KW3 met 1% ten opzichte van KW3 2015. In lijn met onze vooruitzichten voor het volledige jaar 2016 vertraagde de 'rebased' opbrengstengroei in KW3 2016 ten opzichte van de 4% in H1 2016 als gevolg van de ongunstige impact van regelgeving en de felle concurrentie, maar ook omdat de opbrengsten in dezelfde periode vorig jaar al in stijgende lijn gingen dankzij de invoering van onze 'Choose Your Device'-programma's.
De opbrengsten uit kabel-tv vertegenwoordigen de maandelijkse vergoeding die onze kabeltelevisieabonnees betalen voor de kanalen die ze in het basispakket ontvangen, alsmede de opbrengsten die worden gegenereerd door onze abonnees voor premiumkabeltelevisie. Deze bestaan onder meer uit (i) terugkerende huurgelden voor settopboxen, (ii) vergoedingen voor extra premiumcontent die wij aanbieden, inclusief onze abonnementspakketten voor films en programma's à la carte 'Play', 'Play More' en 'Play Sports', en (iii) transactionele en on-demandfuncties. In de eerste negen maanden van 2016 bedroegen de opbrengsten uit kabeltelevisie €425,0 miljoen (KW3 2016: €141,0 miljoen) vergeleken met €412,6 miljoen in dezelfde periode vorig jaar. Deze stijging met 3% was te danken aan hogere terugkerende huurgelden voor settopboxen en de groei van onze premiumabonnementsdiensten à la carte, gedeeltelijk tenietgedaan door de geleidelijke daling van het totale aantal abonnees voor kabeltelevisie en de iets lagere opbrengsten uit transactionele diensten à la carte.
De opbrengsten die in de eerste negen maanden van 2016 door onze particuliere klanten en kleine bedrijven met een breedbandinternetabonnement werden gegenereerd, bedroegen in totaal €426,3 miljoen (KW3 2016: €144,1 miljoen), of 5% meer dan in dezelfde periode vorig jaar toen de opbrengsten uit breedbandinternet €407,8 miljoen bedroegen. De groei van de opbrengsten was te danken aan de groei van het aantal abonnees met 2% en aan het voordeel van de hiervoor genoemde prijsverhoging in februari 2016, deels tenietgedaan door het grotere aandeel van bundelkortingen.
De opbrengsten uit vaste telefonie omvatten de terugkerende opbrengsten uit abonnementsgelden die door onze vastetelefonieabonnees worden betaald, alsook aan variabel verbruik gerelateerde opbrengsten, maar omvatten niet de door deze klanten gegenereerde interconnectieopbrengsten, die onder overige opbrengsten worden gerapporteerd. In de eerste negen maanden van 2016 bedroegen de opbrengsten uit vaste telefonie €182,5 miljoen (KW3 2016: €61,2 miljoen), of 7% meer dan de €169,8 miljoen in dezelfde periode vorig jaar. Deze stijging was te danken aan de groei van het aantal vaste-telefonieabonnees met 4% en aan het voordeel van de hiervoor genoemde prijsverhoging in februari 2016, deels tenietgedaan door het groeiende aandeel van bundelkortingen en de afname van het verkeer.
De opbrengsten uit mobiele telefonie vertegenwoordigen de opbrengsten uit abonnementsgelden die door onze mobieletelefonieabonnees worden gegenereerd alsook niet-bundelgerelateerde opbrengsten, maar omvatten niet de interconnectieopbrengsten die door deze klanten worden gegenereerd noch de opbrengsten uit de verkoop van smartphones en de opbrengsten uit onze 'Choose Your Device'-programma's. In de eerste negen maanden van 2016 bedroegen de opbrengsten uit mobiele telefonie €413,0 miljoen (KW3 2016: €155,6 miljoen), een stijging van €259,8 miljoen in vergelijking met dezelfde periode vorig jaar. Deze robuuste stijging van de opbrengsten met 170% j-o-j weerspiegelt de overname van BASE op 11 februari 2016. Op een 'rebased' basis, daalden de opbrengsten uit mobiele telefonie met 1%, waarbij de aanhoudende groei van het aantal abonnees met een postpaidabonnement werd tenietgedaan door (i) de daling van de gebruiksgerelateerde opbrengsten per gebruiker, (ii) de lagere opbrengsten uit roaming als gevolg van gewijzigde EU-regelgeving, en (iii) de impact van onze 'Choose Your Device'-programma's aangezien deze opbrengsten onder overige opbrengsten worden gerapporteerd.
De onder bedrijfsdiensten gerapporteerde opbrengsten betreffen (i) de opbrengsten die worden gegenereerd op nietcoaxproducten, inclusief glasvezel- en geleasede DSL-lijnen, (ii) onze 'carrier'-diensten en (iii) diensten met toegevoegde waarde zoals hostingdiensten en beheerde beveiligingsdiensten. Opbrengsten uit zakelijke klanten op alle coaxgerelateerde producten worden toegerekend aan een van de bovengenoemde opbrengstenregels en worden niet gerapporteerd binnen Telenet Business, onze B2B-afdeling. In de eerste negen maanden van 2016 genereerde Telenet Business €90,3 miljoen aan opbrengsten (KW3 2016: €29,7 miljoen), een 'rebased' stijging met 9% vergeleken met dezelfde periode vorig jaar. De stijging van de opbrengsten uit bedrijfsdiensten was vooral te danken aan (i) de hogere opbrengsten uit mobiele carrierdiensten, (ii) de hogere beveiligingsgerelateerde opbrengsten en (iii) de hogere opbrengsten uit bedrijfsconnectiviteitsoplossingen.
De overige opbrengsten bestaan voornamelijk uit (i) interconnectieopbrengsten uit zowel vaste als mobiele telefonie, (ii) opbrengsten uit de verkoop van smartphones, inclusief de opbrengsten die worden gegenereerd door onze 'Choose Your Device'-programma's, (iii) vergoedingen voor de activering en installatie van producten en (iv) opbrengsten uit de verkoop van settopboxen. In de eerste negen maanden van 2016 bedroegen de overige opbrengsten €262,8 miljoen (KW3 2016: €89,7 miljoen), een 'rebased' stijging van 2% die te danken is aan de hogere opbrengsten uit de verkoop van losse smartphones in vergelijking met dezelfde periode vorig jaar, grotendeels als gevolg van de impact van onze 'Choose Your Device'-programma's die medio 2015 werden gelanceerd.
In de eerste negen maanden van 2016 bedroegen de totale bedrijfskosten €1.383,6 miljoen, of 47% meer dan de €939,0 miljoen in dezelfde periode vorig jaar. Op een 'rebased' basis, stegen de totale bedrijfskosten met 5% in de eerste negen maanden van 2016. In de eerste negen maanden van 2016 en 2015 omvatten de totale bedrijfskosten respectievelijk €6,0 miljoen en €7,6 miljoen aan eenmalige baten in verband met respectievelijk de afhandeling van bepaalde operationele voorwaardelijke verplichtingen met betrekking tot de afwikkeling van onze Full MVNO-overeenkomst met Orange België in KW2 2016 en de afhandeling van een voorwaardelijke verplichting in verband met universele dienstverlening in KW2 2015. Daarnaast lagen de integratie- en omvormingskosten in de eerste negen maanden van 2016 €2,9 miljoen hoger dan in dezelfde periode vorig jaar als gevolg van de overname van BASE. De totale bedrijfskosten kwamen overeen met ongeveer 77% van de bedrijfsopbrengsten in de eerste negen maanden van 2016. In de eerste negen maanden van 2016 kwam de kostprijs van geleverde diensten overeen met ongeveer 57% van de opbrengsten en kwamen de verkoop-, algemene en beheerskosten overeen met ongeveer 20% van de totale opbrengsten.
In KW3 2016 bedroegen de totale bedrijfskosten €476,7 miljoen, een stijging van 50% j-o-j als gevolg van de impact van de overname van BASE. Berekend op de 'rebased' basis stegen de totale bedrijfskosten met een bescheiden 2%, waarbij de hogere afschrijvings- en waardeverminderingskosten en de hogere netwerkexploitatiekosten gedeeltelijk werden gecompenseerd door de daling van de directe kosten en de daling van de kosten in verband met uitbestede arbeidsdiensten en professionele diensten.
De netwerkexploitatiekosten bedroegen €104,6 miljoen in de eerste negen maanden van 2016 (KW3 2016: €39,7 miljoen), versus €51,0 miljoen in de eerste negen maanden van 2015 (+105% j-o-j) en weerspiegelden vooral de impact van de overname van BASE. Berekend op de 'rebased' basis stegen de netwerkexploitatiekosten in de eerste negen maanden van 2016 met 11% j-o-j als gevolg van (i) het toegenomen onderhoud van netwerkapparatuur, (ii) de hogere elektriciteitskosten (deels te wijten aan veranderingen in de lokale wetgeving) en (iii) de hogere kosten voor het huren van zendmasten. Naast deze elementen werden de netwerkexploitatiekosten in het derde kwartaal beïnvloed door een eenmalige voorziening voor de vroegtijdige beëindiging van een contract betreffende uitbestede diensten, zonder welke de 'rebased' groei van de netwerkexploitatiekosten lager was geweest.
De directe kosten omvatten alle directe kosten zoals (i) interconnectiekosten, (ii) kosten in verband met de verkoop en subsidiëring van smartphones en (iii) programmering en auteursrechten. In de eerste negen maanden van 2016 bedroegen de directe kosten €445,0 miljoen (KW3 2016: €153,2 miljoen), een stijging van 42% j-o-j die vooral het gevolg was van de overname van BASE. Berekend op de 'rebased' basis bleven de directe kosten min of meer stabiel in de eerste negen maanden van 2016, inclusief het eerder genoemde eenmalige voordeel van €6,0 miljoen in verband met de afwikkeling van onze Full MVNO-overeenkomst met Orange België in KW2 2016. Als we deze positieve impact buiten beschouwing laten, zouden de directe kosten gestegen zijn ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar als gevolg van de hogere contentgerelateerde kosten (in verband met onze 'connected entertainment'-strategie) en de hogere kosten in verband met de verkoop van smartphones, gedeeltelijk gecompenseerd door aanzienlijk lagere kosten in verband met gesubsidieerde smartphones en lagere interconnectiekosten, inclusief onze MVNO-gerelateerde kosten. Berekend op de 'rebased' basis daalden de directe kosten in KW3 2016 met 3% ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar, waarbij de hogere contentgerelateerde kosten zoals hierboven vermeld ruimschoots gecompenseerd werden door de lagere interconnectiekosten en de lagere kosten in verband met de verkoop en subsidiëring van smartphones in vergelijking met dezelfde periode vorig jaar.
De personeelsgerelateerde kosten stegen met €57,1 miljoen tot €187,5 miljoen in de eerste negen maanden van 2016 (KW3 2016: €63,4 miljoen) en weerspiegelden (i) de overname van BASE, (ii) het effect van de verplichte loonindexering sinds begin 2016 en (iii) de bescheiden groei van ons gecombineerde personeelsbestand.
In de eerste negen maanden van 2016 bedroegen de verkoop- en marketingkosten €68,9 miljoen (KW3 2016: €21,5 miljoen), in vergelijking met €48,4 miljoen in dezelfde periode vorig jaar. Berekend op de 'rebased' basis stegen de verkoopen marketingkosten in de eerste negen maanden van 2016 met €2,3 miljoen j-o-j als gevolg van (i) onze 'Vollenbak Voordelen'-campagnes in de eerste helft van 2016, (ii) de succesvolle lancering van ons innovatieve quad-playaanbod 'WIGO' per einde juni dit jaar, en (iii) de gerichte marketingcampagnes voor mobiele telefonie bij BASE. In vergelijking met KW3 2015 daalden de verkoop- en marketingkosten in KW3 2016 met 9% op een 'rebased' basis, voornamelijk als gevolg van fasering in sommige van onze campagnes ten opzichte van vorig jaar.
In de eerste negen maanden van 2016 bedroegen de kosten in verband met uitbestede arbeidsdiensten en professionele diensten €35,1 miljoen (KW3 2016: €9,1 miljoen), in vergelijking met €29,0 miljoen in de eerste negen maanden van 2015. Berekend op de 'rebased' basis stegen de kosten in verband met uitbestede arbeidsdiensten en professionele diensten in de eerste negen maanden van 2016 met €2,5 miljoen, of 8% j-o-j, inclusief onder andere €2,9 miljoen hogere kosten in verband met de integratie van BASE. Berekend op de 'rebased' basis daalden de kosten in verband met uitbestede arbeidsdiensten en professionele diensten in KW3 2016 met €3,9 miljoen, of 30% j-o-j. Dit is vooral het gevolg van lagere consultancykosten en €2,2 miljoen lagere integratie- en transformatiekosten in vergelijking met KW3 2015.
De overige indirecte kosten bedroegen €111,0 miljoen in de eerste negen maanden van 2016 (KW3 2016: €39,1 miljoen), een stijging van 77% in vergelijking met dezelfde periode vorig jaar als gevolg van de overname van BASE. Bovendien omvatten de overige indirecte kosten in de eerste negen maanden van 2015 een eenmalig voordeel van €7,6 miljoen uit de afwikkeling van een voorwaardelijke verplichting in verband met universele dienstverlening. Op een 'rebased' basis, bleven de overige indirecte kosten in de eerste negen maanden van 2016 min of meer stabiel ten opzichte van de periode van negen maanden eindigend op 30 september 2015. In de eerste negen maanden van 2016 kwamen de overige indirecte kosten overeen met ongeveer 6% van de totale opbrengsten.
De afschrijvingen en waardeverminderingen, inclusief winsten op de verkoop van materiële vaste activa en overige immateriële vaste activa, bedroegen in de eerste negen maanden van 2016 €414,3 miljoen (KW3 2016: 144,4 miljoen) in vergelijking met €288,9 miljoen voor de eerste negen maanden van 2015. Deze stijging weerspiegelde voornamelijk de impact van de overname van BASE en de hogere afschrijvingskosten in verband met settopboxen en IT.
In de eerste negen maanden van 2016 realiseerden we een Adjusted EBITDA van €847,8 miljoen, of 17% meer dan de €724,2 miljoen in dezelfde periode vorig jaar. De Adjusted EBITDA in de eerste negen maanden van 2016 omvatte de effecten van BASE sinds 11 februari 2016, zoals hierboven vermeld. Op een 'rebased' basis, kwam de Adjusted EBITDAgroei in de eerste negen maanden van 2016 uit op 2%. De Adjusted EBITDA in de eerste negen maanden van zowel 2016 als 2015 omvatte eenmalige baten ten bedrage van respectievelijk €6,0 miljoen en €7,6 miljoen, zoals hierboven vermeld. De Adjusted EBITDA-groei in de eerste negen maanden van 2016 werd negatief beïnvloed door €2,9 miljoen hogere kosten in verband met de integratie en omvorming van BASE in vergelijking met vorig jaar. Als we de impact van de eenmalige baten in beide perioden alsmede de eerder genoemde integratiekosten buiten beschouwing laten, zou de 'rebased' Adjusted EBITDA-groei hoger zijn geweest. In de eerste negen maanden van 2016 bedroeg de Adjusted EBITDA-marge 47,1%, versus 53,3% op gerapporteerde basis in de eerste negen maanden van 2015. Deze daling werd vooral veroorzaakt door het grotere aandeel van opbrengsten met een lagere marge uit mobiele telefonie (inclusief de bijdrage van BASE sinds de overname) en premiumcontent in onze totale mix en door de hogere kosten in verband met de integratie van BASE.
In KW3 2016 genereerden we een Adjusted EBITDA van €295,3 miljoen, wat 22% meer is dan de €242,8 miljoen in KW3 2015. Op een 'rebased' basis, realiseerden we een Adjusted EBITDA-groei van 3% in KW3 2016. Zowel ten opzichte van KW1 als KW2 2016 steeg de 'rebased' Adjusted EBITDA-groei dankzij lagere directe kosten, een fasering van onze verkoopen marketingkosten en lagere kosten in verband met uitbestede arbeidsdiensten en professionele diensten, met inbegrip van €2,2 miljoen lagere integratie- en transformatiekosten ten opzichte van Q3 vorig jaar. Conform onze vooruitzichten voor het volledige jaar 2016 verwachten we dat de 'rebased' groei van de Adjusted EBITDA zal afnemen in KW4, wat doorgaans het kwartaal met de laagste marge is als gevolg van seizoenspatronen in onze sector. In KW3 2016 bedroeg de Adjusted EBITDA-marge 47,5%, versus 53,1% op gerapporteerde basis in KW3 2015.
| (in € miljoen) | Voor de drie maanden afgesloten op 30 september |
Voor de negen maanden afgesloten op 30 september |
||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| 2016 | 2015 | % Verschil | 2016 | 2015 | % Verschil | |
| Adjusted EBITDA | 295,3 | 242,8 | 22 % | 847,8 | 724,2 | 17 % |
| Adjusted EBITDA-marge | 47,5% | 53,1% | 47,1% | 53,3% | ||
| Vergoeding op basis van aandelen | (3,3) | (1,9) | 74 % | (8,0) | (8,6) | (7)% |
| Operationele kosten betreffende overnames of desinvesteringen |
(0,7) | (2,3) | (70)% | (7,1) | (6,4) | 11 % |
| Herstructureringsopbrengsten (kosten) | (2,3) | (0,1) | N.M. | (2,1) | 0,4 | N.M. |
| EBITDA | 289,0 | 238,5 | 21 % | 830,6 | 709,6 | 17 % |
| Afschrijvingen en waardeverminderingen | (144,4) | (95,9) | 51 % | (414,3) | (288,9) | 43 % |
| Resultaat uit bedrijfsactiviteiten | 144,6 | 142,6 | 1 % | 416,3 | 420,7 | (1)% |
| Netto financiële kosten | (79,2) | (118,1) | (33)% | (325,9) | (196,7) | 66 % |
| Aandeel in het resultaat van geassocieerde deelnemingen | (0,7) | (1,5) | (53)% | (2,6) | (3,7) | (30)% |
| Belastingen | (3,5) | (11,9) | (71)% | (46,2) | (84,9) | (46)% |
| Winst over de verslagperiode | 61,2 | 11,1 | 451 % | 41,6 | 135,4 | -69 % |
N.M. - Not Meaningful (Niet Betekenisvol)
De bedrijfswinst bedroeg €416,3 miljoen in de eerste negen maanden van 2016 (KW3 2016: €144,6 miljoen), wat €4,4 miljoen of 1% minder was dan de €420,7 miljoen in dezelfde periode vorig jaar. Deze daling was het gevolg van de stijging van de afschrijvings- en waardeverminderingskosten met 43%.
In de eerste negen maanden van 2016 bedroegen de nettofinancieringslasten in totaal €325,9 miljoen, tegenover €196,7 miljoen in de eerste negen maanden van 2015. In de eerste negen maanden van 2015 boekten we een nietgeldelijke winst van €19,8 miljoen op onze derivaten, maar in de eerste negen maanden van 2016 liepen we een nietgeldelijk verlies van €117,0 miljoen op als gevolg van een aanhoudende daling van de prospectieve € swapcurve. Daarnaast leden we ook een verlies van €16,9 miljoen bij de vervroegde aflossing van schulden na de terugbetaling in juni 2016 van bepaalde Senior Secured Notes met vervaldag in 2021 voor een totaalbedrag van €700,0 miljoen, terwijl we in 2015 een verlies van €30,8 miljoen bij de vervroegde aflossing van schulden opliepen na de terugbetaling van €500,0 miljoen aan Senior Secured Notes met vervaldag in 2020. Onze nettorentelasten, wisselkoersverliezen en andere financieringslasten stegen met 3% van €187,3 miljoen in de eerste negen maanden van 2015 tot €192,3 miljoen in de eerste negen maanden van 2016. Deze stijging was toe te schrijven aan de impact van het hogere gemiddelde uitstaande schuldsaldo in vergelijking met dezelfde periode vorig jaar.
In KW3 2016 bedroegen de nettofinancieringslasten €79,2 miljoen, versus €118,1 miljoen in KW3 2015 toen we een verlies van €30,8 miljoen leden bij de vervroegde aflossing van schulden na de vervroegde terugbetaling in augustus 2015 van €500,0 miljoen aan Senior Secured Notes met vervaldag in 2020.
In de eerste negen maanden van 2016 boekten we lasten uit hoofde van winstbelastingen ten bedrage van €46,2 miljoen (KW3 2016: €3,5 miljoen), versus lasten uit hoofde van winstbelastingen ten bedrage van €84,9 miljoen in de eerste negen maanden van 2015 - een daling van 46% j-o-j als gevolg van een verdere verbetering van onze financiële structuur en tijdelijke verschillen op derivaten.
In de eerste negen maanden van 2016 boekten we een nettowinst van €41,6 miljoen, vergeleken met een nettowinst van €135,4 miljoen in dezelfde periode vorig jaar. Het nettoresultaat werd beïnvloed door een nettoverlies van €117,0 miljoen op onze afgeleide financiële instrumenten versus een winst van €19,8 miljoen op onze derivaten in de eerste negen maanden van 2015. In KW3 2016 boekten wij een nettowinst van €61,2 miljoen, versus €11,1 miljoen in KW3 2015 toen we een verlies van €30,8 miljoen leden bij de vervroegde aflossing van schulden na de vervroegde terugbetaling in augustus 2015 van €500,0 miljoen aan Senior Secured Notes met vervaldag in 2020.
In de eerste negen maanden van 2016 resulteerden onze operationele activiteiten in een nettokasstroom van €518,3 miljoen, versus €498,3 miljoen in dezelfde periode vorig jaar. De nettokasstroom uit operationele activiteiten steeg met 4% j-o-j als gevolg van de sterke onderliggende groei van de Adjusted EBITDA en de verbeterde trend in het werkkapitaal. Deze verbetering werd deels teniet gedaan door (i) de stijging van de geldelijke rentelasten met €29,3 miljoen ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar als gevolg van onze toegenomen schuldenlast en de betaling van €18,7 miljoen aan reserveringsvergoedingen in verband met de overname van BASE in KW1 2016, (ii) de stijging van de betaalde geldelijke belastingen met €14,4 miljoen ten opzichte van vorig jaar en (iii) een eenmalige kasuitstroom van €23,5 miljoen in KW1 2016 na een gunstige contractherziening. In KW3 2016 realiseerden we een nettokasstroom uit operationele activiteiten van €233,3 miljoen, wat 3% minder is dan in het voorgaande kwartaal. Dit resultaat was te wijten aan hogere geldelijke rentelasten als gevolg van bepaalde herfinancieringstransacties die we afgerond hebben in het tweede kwartaal van 2016, waardoor de solide Adjusted EBITDA-groei en de verbeterde trend in het werkkapitaal tijdens het kwartaal meer dan tenietgedaan werden.
In de eerste negen maanden van 2016 bedroeg de nettokasstroom die werd gebruikt in investeringsactiviteiten €1.527,7 miljoen (KW3 2016: €121,6 miljoen), tegenover €323,6 in de eerste negen maanden van 2015. De sterke jaar-op-jaar stijging van de nettokasstroom gebruikt in investeringsactiviteiten werd voornamelijk veroorzaakt door de op 11 februari 2016 afgeronde overname van BASE voor €1.180,6 miljoen na aftrek van verworven geldmiddelen. De nettokasstroom die werd gebruikt in investeringsactiviteiten voor de eerste negen maanden van 2016 omvatte geldelijke betalingen voor onze investeringsuitgaven, inclusief een geldelijke betaling voor de uitzendrechten voor de Belgische voetbalcompetitie die het tweede deel van het vorige seizoen 2015-2016 en het eerste deel van het huidige seizoen 2016-2017 dekten. In KW3 2016 implementeerden we ook een leverancierskredietprogramma waardoor we onze betalingstermijnen voor bepaalde tegen aantrekkelijke all-inkosten konden verlengen tot 360 dagen. Op 30 september 2016 was €7,6 miljoen aan uitgaven gefinancierd via het voornoemde programma, hetgeen een positief effect had op onze nettokasstroom gebruikt in investeringsactiviteiten voor eenzelfde bedrag. Zie Deel 2.7 - Investeringsuitgaven voor gedetailleerde informatie over de onderliggende toe te rekenen investeringsuitgaven.
In de eerste negen maanden van 2016 genereerden we een vrije kasstroom van €166,7 miljoen, met inbegrip van een totaalvoordeel van €9,4 miljoen als gevolg van het leverancierskredietprogramma, tegenover €225,2 miljoen in de eerste negen maanden van 2015. Tot nu toe dit jaar werd de vrije kasstroom beïnvloed door de hogere geldelijke investeringsuitgaven als gevolg van de consolidatie van BASE, die de solide groei van de nettokasstroom uit operationele activiteiten tenietdeden. In KW3 2016 bedroeg de vrije kasstroom €107,4 miljoen, wat 34% hoger was dan de €80,1 miljoen in KW3 2015. Ten opzichte van het voorgaande kwartaal daalde de vrije kasstroom als gevolg van de hogere rentelasten (zoals hierboven vermeld) en de hogere geldelijke investeringsuitgaven ten opzichte van KW2 2016.
De nettokasstroom uit financieringsactiviteiten bedroeg €755,0 miljoen in de eerste negen maanden van 2016, in vergelijking met een nettokasstroom gebruikt in financieringsactiviteiten van €67,6 miljoen in de eerste negen maanden van 2015. De nettokasstroom uit financieringsactiviteiten in de eerste negen maanden van 2016 bestond voornamelijk uit de opname van een totaalbedrag van €1.217,0 miljoen uit bepaalde kredietfaciliteiten in februari 2016 in verband met de overname van BASE en de uitgifte van een nieuwe termijnlening van USD 850,0 miljoen in mei 2016. De netto-opbrengst uit deze nieuwe termijnlening werd in juni 2016 aangewend voor de terugbetaling van de €300,0 miljoen aan Senior Secured Fixed Rate Notes met vervaldag in februari 2021 en de €400,0 miljoen aan Senior Secured Floating Rate Notes met vervaldag in juni 2021. Naast de eerder genoemde terugbetaling van €700,0 miljoen aan schulden, betaalden we in KW2 en KW3 2016 ook €382,0 miljoen aan uitstaande bedragen onder onze doorlopende kredietfaciliteiten terug vanuit onze cashoverschotten. Verder werd de nettokasstroom uit financieringsactiviteiten in de eerste negen maanden van 2016 beïnvloed door (i) de uitgave van €47,8 miljoen in het kader van het Aandeleninkoopprogramma van 2016, (ii) een eenmalige impact van €9,9 miljoen in verband met de callpremie voor de vrijwillige terugbetaling van Senior Secured Notes en (iii) de betaling van €10,7 miljoen voor de vroegtijdige beëindiging van bepaalde afgeleide financiële contracten in verband met de €400,0 miljoen aan Senior Secured Floating Rate Notes die hierboven zijn vermeld. De rest van de nettokasstroom gebruikt in financieringsactiviteiten bestond hoofdzakelijk uit terugbetalingen van financiële leases en andere financiële betalingen.
In KW3 2016 bedroeg de nettokasstroom gebruikt in financieringsactiviteiten €105,0 miljoen, versus €18,5 miljoen in KW3 2015. Dit weerspiegelde onder meer de vrijwillige netto terugbetaling van €85,0 miljoen aan uitstaande bedragen onder onze doorlopende kredietfaciliteiten en een bedrag van €7,8 miljoen dat werd gebruikt voor het Aandeleninkoopprogramma van 2016 dat in augustus eindigde. De rest van de nettokasstroom gebruikt in financieringsactiviteiten bestond hoofdzakelijk uit terugbetalingen van financiële leases en andere financiële betalingen.
Op 30 september 2016 bedroeg de totale schuld (inclusief toe te rekenen rente) €4.656,6 miljoen, waarvan (i) een hoofdsom van €2.949,0 miljoen verschuldigd is onder onze 2015 Gewijzigde Senior Credit Facility, inclusief €35,0 miljoen dat uitstaat onder onze doorlopende kredietfaciliteiten in verband met bedragen die zijn opgenomen voor de overname van BASE in februari 2016, en (ii) een hoofdsom van €1.230,0 miljoen verband houdt met de Senior Secured Notes die in 2022 tot en met 2027 vervallen. Op 30 september 2016 omvatte onze totale schuld ook een bedrag van (i) €31,1 miljoen voor het uitstaande deel van het mobiele 3G-spectrum, inclusief toe te rekenen rente en (ii) €9,4 miljoen aan kortlopende schuld in verband met ons leverancierskredietprogramma zoals hierboven vermeld. De rest vertegenwoordigt voornamelijk de verplichtingen uit hoofde van financiële leases in verband met de overname van Interkabel.
In februari 2016 namen we onder de 2015 Gewijzigde Senior Credit Facility drie kredietfaciliteiten op ter financiering van de overname van BASE voor een totaalbedrag van €1.217,0 miljoen, inclusief (i) €800,0 miljoen onder Termijnlening AA met een looptijd tot 30 juni 2023 en een marge van 3,50% boven Euribor, (ii) €217,0 miljoen onder Doorlopende Kredietfaciliteit X met een looptijd tot 30 september 2020 en een marge van 2,75% boven Euribor, en (iii) €200,0 miljoen onder Doorlopende Kredietfaciliteit Z met een looptijd tot 30 juni 2018 en een marge van 2,25% boven Euribor. In KW2 2016 betaalden we €217,0 miljoen terug onder Doorlopende Kredietfaciliteit X, waarmee we de in februari opgenomen bedragen volledig terugbetaalden. Daarnaast gingen we in KW2 2016 over tot de terugbetaling gevolgd door de annulering van €80,0 miljoen onder Doorlopende Kredietfaciliteit Z en betaalden we in KW3 2016 nog eens €85,0 miljoen terug onder deze faciliteit. Het saldo van €35,0 miljoen werd in oktober terugbetaald. Als zodanig zijn alle uitstaande bedragen onder de doorlopende kredietfaciliteiten die we voor de overname van BASE hebben gebruikt inmiddels volledig terugbetaald.
In mei 2016 gaven we met succes een termijnlening van USD 850,0 miljoen uit ('Faciliteit AD') die vervalt op 30 juni 2024. Faciliteit AD heeft een rentevoet van 3,50% boven LIBOR (met een minimum van 75 basispunten) en werd uitgegeven aan 99,5% van de nominale waarde. Op 14 juni 2016 namen we Termijnlening AD op en gingen we verschillende 'crosscurrency'-renteswaptransacties aan om zowel onze onderliggende wisselkoersblootstelling als de blootstelling aan de variabele rente af te dekken. Op 15 juni 2016 gebruikten we de netto-opbrengst van deze transacties om de volgende kredietfaciliteiten onder de bestaande Senior Credit Facility vervroegd af te lossen: (i) Faciliteit O, waarvan Telenet Finance III Luxembourg S.C.A. ('TFL III') de financier was, en (ii) Faciliteit P, waarvan Telenet Finance IV Luxembourg S.C.A. ('TFL IV') de financier was. TFL III en TFL IV wendden op hun beurt de opbrengst uit de vervroegde aflossing van Faciliteit O en Faciliteit P aan om de daarmee verband houdende €300,0 miljoen aan Senior Secured Notes met vervaldag in 2021 respectievelijk de €400,0 miljoen aan Senior Secured Notes met vervaldag in 2021 af te lossen. Als gevolg daarvan hebben we vóór juni 2022 geen schulden die vervallen aangezien we de uitstaande bedragen onder het wentelkrediet eind oktober volledige hebben terugbetaald.
De tabel hieronder geeft een overzicht van onze schuldinstrumenten en ons betalingsschema op 30 september 2016.
| Totale faciliteit per |
Opge nomen bedrag |
Beschik baar bedrag |
Vervaldag | Interestvoet | Interestbetaling verschuldigd |
|
|---|---|---|---|---|---|---|
| 30 september 2016 | ||||||
| (in miljoen euro) | ||||||
| 2015 Gewijzigde Senior Credit Facility |
||||||
| Termijnlening W | 474,1 | 474,1 | — | 30 juni 2022 | Vlottend 3-maand EURIBOR (0% bodem) + 3,25% |
Kwartaal (jan., april, juli en okt.) |
| Termijnlening Y | 882,9 | 882,9 | — | 30 juni 2023 | Vlottend 3-maand EURIBOR (0% bodem) + 3,50% |
Kwartaal (jan., april, juli en okt.) |
| Termijnlening AA | 800,0 | 800,0 | — | 30 juni 2023 | Vlottend 3-maand EURIBOR (0% bodem) + 3,50% |
Kwartaal (jan., april, juli en okt.) |
| Termijnlening AD | 757,0 | 757,0 | — | 30 juni 2024 | Vlottend 3-maand USD LIBOR (0,75% bodem) + 3,50% |
Kwartaal (maart, juni, sep. en dec.) |
| Wentelkrediet (Faciliteit X) | 381,0 | — | 381,0 | 30 september 2020 | Vlottend 1-maand EURIBOR (0% bodem) + 2,75% |
Niet van toepassing |
| Wentelkrediet (Faciliteit Z) | 120,0 | 35,0 | 85,0 | 30 juni 2018 | Vlottend 1-maand EURIBOR (0% bodem) + 2,25% |
Wekelijks |
| Overdraft Facility | 25,0 — | — | 25,0 | Niet bepaald | Vlottend 1-maand EURIBOR (0% floor) + 1,60% |
Kwartaal (jan., april, juli en okt.) |
| Senior Secured Fixed Rate Notes |
||||||
| €450 miljoen Senior Secured Notes met vervaldag 2022 |
450,0 | 450,0 | — | 15 augustus 2022 | Vast 6,25% | Halfjaarlijks (feb. en aug.) |
| €250 miljoen Senior Secured Notes met vervaldag 2024 |
250,0 | 250,0 | — | 15 augustus 2024 | Vast 6,75% | Halfjaarlijks (feb. en aug.) |
| €530 miljoen Senior Secured Notes met vervaldag 2027 |
530,0 | 530,0 | — | 15 juli 2027 | Vast 4,875% | Halfjaarlijks (jan. en juli) |
| Totaal nominaal bedrag | 4.670,0 | 4.179,0 | 491,0 |
Op 30 september 2016 hielden we €22,9 miljoen aan geldmiddelen en kasequivalenten aan, vergeleken met €277,3 miljoen op 31 december 2015. De sterke daling van ons kassaldo ten opzichte van 31 december 2015 werd voornamelijk veroorzaakt door de terugbetaling van uitstaande bedragen onder onze doorlopende kredietfaciliteiten voor een totaalbedrag van €382,0 miljoen, zoals hierboven vermeld. Daarnaast gebruikten we €137,6 miljoen aan nettogeldmiddelen voor de overname van BASE, met inbegrip van de afwikkeling in geldmiddelen van financieringsgerelateerde reserveringsvergoedingen en bijbehorende transactiekosten die voortvloeiden uit de uitgifte van bepaalde kredietfaciliteiten in april 2015, tenietgedaan door €141,3 miljoen aan verworven geldmiddelen. We betaalden ook €92,0 miljoen aan geldelijke belastingen over de eerste negen maanden van het jaar en gebruikten €47,8 miljoen aan nettogeldmiddelen voor inkopen van eigen aandelen in het kader van ons Aandeleninkoopprogramma van 2016, terwijl we €23,5 miljoen betaalden aan een tegenpartij als gevolg van een contractherziening in 2015. Momenteel hebben we toegang tot €381,0 miljoen en €120,0 miljoen aan beschikbare toezeggingen onder Doorlopende Kredietfaciliteit X respectievelijk Doorlopende Kredietfaciliteit Z, mits de hieronder vermelde convenanten worden nageleefd. Daarnaast gingen we in september 2016 een kaskredietfaciliteit van €25,0 miljoen aan bij een bank, wat ons toelaat om de onder onze doorlopende kredietfaciliteiten opgenomen bedragen sneller terug te betalen.
Per 30 september 2016 resulteerde het uitstaande saldo van geconsolideerde leningen en geldmiddelen en kasequivalenten - zoals gedefinieerd in onze 2015 Gewijzigde Senior Credit Facility - in een nettohefboomratio (zijnde de verhouding tussen onze totale nettoschuld en de Geconsolideerde Geannualiseerde EBITDA) van 3,4x. Zoals gedefinieerd in onze 2015 Gewijzigde Senior Credit Facility omvat onze Geconsolideerde Geannualiseerde EBITDA vanaf het derde kwartaal van 2016 bepaalde niet-gerealiseerde synergieën met betrekking tot de overname van BASE. Op een sequentiële basis verbeterde onze netto hefboomratio van 3,9x per 30 juni 2016 tot 3,4x per 30 september 2016 dankzij de opname van de niet-gerealiseerde synergieën en de groei van de Geconsolideerde Geannualiseerde EBITDA zoals hierboven vermeld. Onze huidige nettohefboomratio ligt ruim onder het convenant van 6,0x en de beschikbaarheidstest van 5,0x. Zie voetnoot 17 op pagina 28 voor meer informatie over de definitie van onze nettohefboomratio.
De toe te rekenen investeringsuitgaven bedroegen €417,6 miljoen in de eerste negen maanden van 2016, wat overeenkomt met ongeveer 23% van de bedrijfsopbrengsten, versus ongeveer 18% in de eerste negen maanden van 2015, en omvatten €77,7 miljoen aan recurrente toe te rekenen investeringsuitgaven voor BASE. De toe te rekenen investeringsuitgaven voor de eerste negen maanden van zowel 2016 als 2015 weerspiegelden de opname van de uitzendrechten voor de Jupiler Pro League voor het seizoen 2016-2017 respectievelijk 2015-2016. In de eerste negen maanden van 2016 weerspiegelden de toe te rekenen investeringsuitgaven eveneens de verlenging van de exclusieve uitzendrechten voor de Britse Premier League-wedstrijden voor de volgende drie seizoenen vanaf het seizoen 2016-2017. Overeenkomstig EU IFRS zijn deze uitzendrechten geactiveerd als immateriële vaste activa en worden ze pro rata afgeschreven naarmate de voetbalseizoenen vorderen. Zonder deze uitzendrechten kwamen de toe te rekenen investeringsuitgaven overeen met ongeveer 19% van de bedrijfsopbrengsten in de eerste negen maanden van 2016 en ongeveer 16% in dezelfde periode vorig jaar.
De settopboxgerelateerde investeringsuitgaven stegen met €12,2 miljoen van €7,3 miljoen in de eerste negen maanden van 2015 tot €19,5 miljoen in de eerste negen maanden van 2016 als gevolg van de onderliggende groei van het aantal abonnees voor premiumkabel-tv en onderliggende voorraadeffecten. In de eerste negen maanden van 2016 vertegenwoordigden de settopboxgerelateerde investeringsuitgaven ongeveer 6% van de totale toe te rekenen investeringsuitgaven, exclusief de voornoemde voetbaluitzendrechten.
In de eerste negen maanden van 2016 bedroegen de totale investeringsuitgaven voor installaties bij de klant €54,5 miljoen, of circa 16% van de totale toe te rekenen investeringsuitgaven exclusief de voornoemde voetbaluitzendrechten. De stijging van de investeringsuitgaven voor installaties bij de klant met 21% j-o-j weerspiegelde de aanhoudende nettogroei van het aantal abonnees voor onze geavanceerde diensten (breedbandinternet, premiumkabeltelevisie en vaste telefonie) en omvatte hogere kosten in verband met onze proactieve klantbezoeken.
De toe te rekenen investeringsuitgaven voor de uitbreiding en upgrade van het netwerk bedroegen €147,3 miljoen in de eerste negen maanden van 2016 en vertegenwoordigden ongeveer 44% van de totale toe te rekenen investeringsuitgaven exclusief de voornoemde voetbaluitzendrechten. De stijging van 75% ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar weerspiegelde de effecten van de overname van BASE en de start van het programma voor het upgraden van ons mobiele radiotoegangsnetwerk ('RAN') aan het eind van KW3 2016. Daarnaast waren de hogere uitgaven in vergelijking met dezelfde periode vorig jaar ook het gevolg van grotere investeringen in ons HFC-netwerk in het kader van 'De Grote Netwerf', ons netwerkinvesteringsprogramma met een looptijd van vijf jaar en een budget van €500,0 miljoen.
De rest van de toe te rekenen investeringsuitgaven omvatte herstellingen en vervangingen van netwerkapparatuur, kosten voor de aankoop van sportcontent en terugkerende investeringen in ons IT-platform en onze IT-systemen. Deze stegen van €112,1 miljoen in de eerste negen maanden van 2015 tot €196,3 miljoen in de eerste negen maanden van 2016 als gevolg van de opname van de hiervoor genoemde voetbaluitzendrechten.
Dit impliceert dat ongeveer 66% van de toe te rekenen investeringsuitgaven in de eerste negen maanden van 2016 schaalbaar was en gerelateerd was aan de groei van het abonneebestand, exclusief de voornoemde voetbaluitzendrechten. We zullen er nauwlettend op blijven toezien dat onze investeringsuitgaven de opbrengsten incrementeel doen stijgen.
De toe te rekenen investeringsuitgaven bedroegen in KW3 2016 €114,1 miljoen, versus €87,5 miljoen in KW3 2015, en weerspiegelden de overname van BASE op 11 februari 2016 (KW3 2016: €42,8 miljoen). Onze investeringsuitgaven in KW3 2016 kwamen overeen met ongeveer 18% van de bedrijfsopbrengsten. In vergelijking met het voorgaande kwartaal bleven de toe te rekenen investeringsuitgaven min of meer stabiel in KW3 2016, waarbij de grotere investeringen in de upgrade van het mobiele netwerk van BASE werden gecompenseerd door lagere settopboxgerelateerde investeringsuitgaven en lagere uitgaven voor installaties bij de klant.
2016 wordt een cruciaal jaar in de geschiedenis van ons bedrijf: we moeten doorgaan met het stimuleren van de verdere groei en tegelijk de vlotte integratie van BASE verzekeren en de verdere basis leggen voor een gezonde winstgevende groei in de toekomst. Samen met de aankondiging van onze cijfers voor het eerste kwartaal en onze 'Capital Markets Day' eind april 2016 hebben we onze Visie 2020 toegelicht. In het kader van onze Visie 2020 streven we ernaar om de toonaangevende aanbieder van geconvergeerd "connected entertainment" en businessoplossingen in België te zijn.
Ons strategisch plan richt zich op vier pijlers.
Ons strategisch plan vertaalt zich in een gezonde organische 'rebased' groei van de Adjusted EBITDA over de komende jaren, waarbij we streven naar een 5-7% groei over de periode 2015-2018. De 'rebased' groei van onze Adjusted EBITDA zal ondersteund worden door (i) de hogere bijdrage van onze vaste- en mobiele-connectiviteitsdiensten, (ii) onze aanhoudende focus op uitmuntend kostenbeheer en operationele leverage, en (iii) de eerder genoemde synergieën als gevolg van de BASE overname. Aangezien ongeveer 70% van de beoogde synergieën MVNO-gerelateerd is, zullen ze zich pas echt beginnen te manifesteren zodra de huidige MVNO-overeenkomst afgelopen is, waarna ze de groei van de Adjusted EBITDA zullen versnellen.
Dit jaar zal onze 'rebased' groei geïmpacteerd worden door (i) de consolidatie van de dalende mobiele-telefonieoperaties van BASE, (ii) een toegenomen concurrentiële en regelgevende omgeving, en (iii) de kosten verbonden aan de BASE overname. Nu we over de eerste negen maanden van 2016 een 'rebased' groei van onze bedrijfsopbrengsten en Adjusted EBITDA van respectievelijk 3% en 2% hebben gerealiseerd, herbevestigen we onze vooruitzichten voor het volledige jaar 2016 zoals gepresenteerd op 28 april 2016 en zoals weergegeven in onderstaande tabel. Wij zijn van mening dat de groei van zowel de bedrijfsopbrengsten als de Adjusted EBITDA in KW4 2016 lager zal uitvallen dan de 'rebased' groei in de eerste negen maanden van 2016 als gevolg van (i) de tegenwind vanuit de regelgeving en de concurrentiedruk, (ii) de lagere bijdrage van onze 'Choose Your Device'-programma's, die sinds H2 2015 bijdragen aan onze resultaten, en (iii) de seizoensgebonden hogere verkoop- en marketingkosten in het laatste kwartaal van het jaar.
| Prognose boekjaar 2016 | |
|---|---|
| Groei van de bedrijfsopbrengsten ('rebased') | Tot 2% |
| Groei van de Adjusted EBITDA ('rebased') | Stabiel |
| Toe te rekenen bedrijfsinvesteringen, als % van de bedrijfsopbrengsten | Ongeveer 23%(1) |
| Vrije kasstroom | €175,0 - €200,0 miljoen(2) |
(1) Exclusief de opname van de uitzendrechten voor de Belgische voetbalcompetitie en de Britse Premier League.
(2) In de veronderstelling dat de verschuldigde belastingen op onze aangifte van 2015 pas begin 2017 zullen worden betaald.
Na 30 september 2016 vonden er geen significante gebeurtenissen plaats die een aanpassing van of vermelding in de boekhoudkundige gegevens in dit persbericht zouden vereisen.
| Voor de drie maanden afgesloten op | september 2016 | september 2015 | % Verschil |
|---|---|---|---|
| Geleverde diensten | |||
| Aansluitbare huizen (13) | 2.973.700 | 2.930.800 | 1 % |
| Televisie | |||
| Basiskabeltelevisie (6) | 297.600 | 356.200 | (16 )% |
| Premiumkabeltelevisie (7) | 1.731.000 | 1.703.500 | 2 % |
| Totaal kabeltelevisie | 2.028.600 | 2.059.700 | (2)% |
| Internet | |||
| Residentieel breedbandinternet | 1.480.300 | 1.489.400 | (1 )% |
| Breedbandinternet aan bedrijven | 114.000 | 67.400 | 69 % |
| Totaal breedbandinternet (8) | 1.594.300 | 1.556.800 | 2 % |
| Vaste telefonie | |||
| Residentiële vaste telefonie | 1.181.600 | 1.161.600 | 2 % |
| Vaste telefonie aan bedrijven | 69.400 | 42.400 | 64 % |
| Totaal vaste telefonie (9) | 1.251.000 | 1.204.000 | 4 % |
| Totaal geleverde diensten (14) | 4.873.900 | 4.820.500 | 1 % |
| Klantenverloop (15) | |||
| Kabeltelevisie | 7,6% | 7,0% | |
| Breedbandinternet | 7,9% | 7,3% | |
| Vaste telefonie | 8,5% | 7,6% | |
| Informatie over klantenrelaties | |||
| Triple play klanten | 1.128.600 | 1.076.300 | 5 % |
| Totaal klantenrelaties (11) | 2.156.300 | 2.180.000 | (1 )% |
| Diensten per klantenrelatie (11) | 2,26 | 2,21 | 2 % |
| ARPU per klantenrelatie (€ / maand) (11) (12) | 53,5 | 50,9 | 5 % |
In 2015 werden 85.000 en 44.700 klanten voor respectievelijk residentieel breedbandinternet en residentiële vaste telefonie geherclassificeerd naar breedbandinternet aan bedrijven en vaste telefonie aan bedrijven, waarvan respectievelijk 25.100 en 24.000 in KW2 2015. We hebben deze herclassificatie niet geheel toegepast op voorgaande kwartalen.
| Voor de drie maanden afgesloten op | september 2016 | september 2015 | % Verschil |
|---|---|---|---|
| Gegevens mobiele telefonie | |||
| Mobiele telefonie | |||
| Postpaidabonnement | 2.078.000 | 977.200 | 113% |
| Prepaidkaarten | 942.000 | — | —% |
| Totaal mobiele telefonie (10) | 3.020.000 | 977.200 | 209% |
N.M. - Not Meaningful (Niet Betekenisvol)
| (in € miljoen, uitgezonderd aandelen en bedragen per aandeel) |
Voor de drie maanden afgesloten op 30 september |
Voor de negen maanden afgesloten op 30 september |
||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| 2016 | 2015 | % verschil | 2016 | 2015 | % Verschil | |
| Winst over de verslagperiode | ||||||
| Bedrijfsopbrengsten | ||||||
| Bedrijfsopbrengsten | 621,3 | 461,0 | 35 % | 1.799,9 | 1.359,7 | 32 % |
| Bedrijfskosten | ||||||
| Kostprijs van geleverde diensten | (354,4) | (249,9) | 42 % | (1.021,6) | (748,5) | 36 % |
| Brutowinst | 266,9 | 211,1 | 26 % | 778,3 | 611,2 | 27 % |
| Verkoop-, algemene en beheerskosten | (122,3) | (68,5) | 79 % | (362,0) | (190,5) | 90 % |
| Resultaat uit bedrijfsactiviteiten | 144,6 | 142,6 | 1 % | 416,3 | 420,7 | (1)% |
| Financiële opbrengsten | — | 0,7 | (100)% | 0,3 | 21,4 | (99 )% |
| Netto interestopbrengsten en wisselkoerswinsten |
— | 0,7 | (100)% | 0,3 | 1,6 | (81 )% |
| Netto winst op derivaten | — | — | —% | — | 19,8 | (100 )% |
| Financiële kosten | (79,2) | (118,8) | (33)% | (326,2) | (218,1) | 50 % |
| Netto interestkosten, wisselkoersverliezen en overige financiële kosten |
(48,4) | (67,8) | (29)% | (192,3) | (187,3) | 3 % |
| Netto verlies op derivaten | (30,8) | (20,2) | 52 % | (117,0) | — | —% |
| Verlies bij vervroegde aflossing van schulden |
— | (30,8) | (100)% | (16,9) | (30,8) | (45 )% |
| Netto financiële kosten | (79,2) | (118,1) | (33)% | (325,9) | (196,7) | 66 % |
| Aandeel in het resultaat van geassocieerde deelnemingen |
(0,7) | (1,5) | (53)% | (2,6) | (3,7) | (30 )% |
| Winst vóór winstbelastingen | 64,7 | 23,0 | 181 % | 87,8 | 220,3 | (60)% |
| Belastingen | (3,5) | (11,9) | (71)% | (46,2) | (84,9) | (46 )% |
| Winst over de verslagperiode | 61,2 | 11,1 | 451 % | 41,6 | 135,4 | (69)% |
Netto resultaat rechtstreeks verwerkt in het eigen vermogen
Elementen die niet naar de geconsolideerde staat van het resultaat gerecycleerd zullen worden
| Herwaardering van verplichtingen /(tegoeden) uit te-bereiken-doel pensioenplannen |
— | — | —% | — | — | —% |
|---|---|---|---|---|---|---|
| Uitgestelde belastingen | — | — | —% | — | — | —% |
| Netto resultaat rechtstreeks verwerkt in het eigen vermogen |
— | — | —% | — | — | —% |
| Totaalresultaat voor de periode | 61,2 | 11,1 | 451 % | 41,6 | 135,4 | (69)% |
| Winst toe te rekenen aan: | 61,2 | 11,1 | 451 % | 0 41,6 |
135,4 | (69)% |
| Eigenaars van de Vennootschap | 61,2 | 11,1 | 451 % | , 41,6 |
135,4 | (69 )% |
| Minderheidsbelangen | — | — | —% | — | — | —% |
| Totaalresultaat toe te rekenen aan: | 61,2 | 11,1 | 451 % | 41,6 | 135,4 | (69)% |
| Eigenaars van de Vennootschap | 61,2 | 11,1 | 451 % | 41,6 | 135,4 | (69 )% |
| Minderheidsbelangen | — | — | —% | — | — | —% |
| Voor de drie maanden afgesloten op |
Voor de negen maanden afgesloten op |
|||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| (in € miljoen, uitgezonderd aandelen en bedragen per aandeel) |
30 september | 30 september | ||||
| 2016 | 2015 | % verschil | 2016 | 2015 | % Verschil | |
| Gew. gem. uitstaande aandelen | 115.485.135 | 116.301.028 | 115.949.561 | 116.495.294 | ||
| Gewone winst per aandeel | 0,53 | 0,09 | 0,36 | 1,16 | ||
| Verwaterde winst per aandeel | 0,53 | 0,09 | 0,36 | 1,16 | ||
| Bedrijfsopbrengsten per type | ||||||
| Opbrengsten uit abonnementen: | ||||||
| Televisie | 141,0 | 137,7 | 2 % | 425,0 | 412,6 | 3 % |
| Breedbandinternet | 144,1 | 137,2 | 5 % | 426,3 | 407,8 | 5 % |
| Vaste telefonie | 61,2 | 57,3 | 7 % | 182,5 | 169,8 | 7 % |
| Opbrengsten uit kabelgerelateerde abonnementen |
346,3 | 332,2 | 4 % | 1.033,8 | 990,2 | 4 % |
| Mobiele telefonie | 155,6 | 54,3 | 187 % | 413,0 | 153,2 | 170 % |
| Totaal opbrengsten uit abonnementen | 501,9 | 386,5 | 30 % | 1.446,8 | 1.143,4 | 27 % |
| Bedrijfsdiensten | 29,7 | 29,2 | 2 % | 90,3 | 87,6 | 3 % |
| Overige | 89,7 | 45,3 | 98 % | 262,8 | 128,7 | 104 % |
| Totaal bedrijfsopbrengsten | 621,3 | 461,0 | 35 % | 1.799,9 | 1.359,7 | 32 % |
| Bedrijfskosten per type | ||||||
| Netwerkexploitatiekosten | (39,7) | (17,0) | 134 % | (104,6) | (51,0) | 105 % |
| Directe kosten (programmering en auteursrechten, interconnectie en andere) |
(153,2) | (106,4) | 44 % | (445,0) | (313,9) | 42 % |
| Personeelsgerelateerde kosten | (63,4) | (43,3) | 46 % | (187,5) | (130,4) | 44 % |
| Verkoop- en marketingkosten | (21,5) | (17,4) | 24 % | (68,9) | (48,4) | 42 % |
| Uitbestede arbeidsdiensten en professionele diensten |
(9,1) | (11,5) | (21)% | (35,1) | (29,0) | 21 % |
| Overige indirecte kosten | (39,1) | (22,6) | 73 % | (111,0) | (62,8) | 77 % |
| Herstructureringsopbrengsten (kosten) | (2,3) | (0,1) | N.M. | (2,1) | 0,4 | N.M. |
| Operationele kosten betreffende overnames of desinvesteringen |
(0,7) | (2,3) | (70)% | (7,1) | (6,4) | 11 % |
| Op aandelen gebaseerde vergoedingen | (3,3) | (1,9) | 74 % | (8,0) | (8,6) | (7 )% |
| Afschrijvingen en waardeverminderingen op materiële vaste activa |
(92,6) | (67,8) | 37 % | (265,8) | (201,8) | 32 % |
| Afschrijvingen en waardeverminderingen op immateriële vaste activa |
(41,8) | (18,7) | 124 % | (113,5) | (53,4) | 113 % |
| Afschrijving op uitzendrechten | (12,5) | (10,0) | 25 % | (38,4) | (34,8) | 10 % |
| Winst op verkoop van materiële vaste activa en overige immateriële activa |
2,5 | 0,6 | 317 % | 3,4 | 1,1 | 209 % |
| Totaal bedrijfskosten | (476,7) | (318,4) | 50 % | (1.383,6) | (939,0) | 47 % |
N.M. - Not Meaningful (Niet Betekenisvol)
| Voor de drie maanden afgesloten op |
Voor de negen maanden afgesloten op |
|||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| (in € miljoen) | 30 september | 30 september | ||||
| 2016 | 2015 | % Verschil | 2016 | 2015 | % Verschil | |
| Kasstroom uit bedrijfsactiviteiten | ||||||
| Winst over de verslagperiode | 61,2 | 11,1 | 451 % | 41,6 | 135.4 | (69)% |
| Afschrijvingen, waardeverminderingen en herstructureringskosten |
146,7 | 96,0 | 53 % | 416,6 | 288,5 | 44 % |
| Veranderingen in werkkapitaal en overige niet-kasitems | 16,6 | 6,7 | 148 % | (21,4) | 39,7 | N.M. |
| Belastingen | 3,5 | 11,9 | (71 )% | 46,2 | 84,9 | (46)% |
| Netto interestkosten, valutaverliezen en overige financiële kosten | 48,4 | 67,1 | (28 )% | 192,0 | 185,7 | 3 % |
| Netto verlies op afgeleide financiële instrumenten | 30,8 | 20,2 | 52 % | 117,0 | (19,8) | N.M. |
| Verlies bij vervroegde aflossing van schulden | — | 30,8 | (100 )% | 16,9 | 30,8 | (45)% |
| Betaalde interesten en betalingen voor derivaten | (73,9) | (73,7) | — % | (198,6) | (169,3) | 17 % |
| Betaalde winstbelastingen | — | — | —% | (92,0) | (77,6) | 19 % |
| Nettokasstroom uit bedrijfsactiviteiten | 233,3 | 170,1 | 37 % | 518,3 | 498,3 | 4 % |
| Kasstroom uit investeringsactiviteiten | ||||||
| Verwerving van materiële vaste activa | (64,1) | (47,1) | 36 % | (185,3) | (164,2) | 13 % |
| Verwerving van immateriële vaste activa | (58,2) | (40,9) | 42 % | (163,4) | (102,2) | 60 % |
| Verwerving van overige investeringen | — | — | —% | (1,8) | — | —% |
| Verwerving van en leningen aan geassocieerde deelnemingen | — | 0,2 | (100 )% | (0,5) | (59,6) | (99)% |
| Verwerving van een dochtervennootschap, netto van verworven geldmiddelen |
— | — — | —% | (1.180,6) | — | —% |
| Ontvangsten uit de verkoop van materiële vaste activa | 0,7 | 0,5 | 40 % | 3,9 | 2,4 | 63 % |
| Verwerving van uitzendrechten voor doorverkoop | (0,1) | (2,1) | (95 )% | (0,3) | (2,1) | (86)% |
| Opbrengsten uit de verkoop van uitzendrechten voor doorverkoop |
0,1 | 2,1 | (95 )% | 0,3 | 2,1 | (86)% |
| Nettokasstroom gebruikt in investeringsactiviteiten | (121,6) | (87,3) | 39 % | (1.527,7) | (323,6) | 372 % |
| Kasstroom uit financieringsactiviteiten | ||||||
| Aflossing van leningen en overige financieringsverplichtingen | (115,0) | (500,0) | (77 )% | (1.112,0) | (500,0) | 122 % |
| Ontvangsten uit opname van leningen en overige financieringsverplichtingen |
30,0 | 530,0 | (94 )% | 1.986,6 | 530,0 | 275 % |
| Inkoop eigen aandelen | (7,8) | (10,0) | (22 )% | (47,8) | (50,0) | (4)% |
| Verkoop eigen aandelen | — | 0,1 | (100 )% | — | 1,6 | (100)% |
| Betalingen voor vervroegde beëindiging van derivaten | — | — | —% | (10,7) | — | —% |
| Betaling voor vervroegde beëindiging van leningen en overige financieringsverplichtingen |
— | — | —% | (9,9) | — | —% |
| Betaling voor schulduitgiftekosten | (0,4) | — | —% | (28,2) | — | —% |
| Overige (incl. financiële leaseverplichtingen) | (11,8) | (38,6) | (69 )% | (23,0) | (49,2) | (53)% |
| Nettokasstroom uit (gebruikt in) financieringsactiviteiten |
— (105,0) |
(18,5) | 468 % | 755,0 | (67,6) | N.M. |
| Netto toename (afname) in geldmiddelen en kasequivalenten |
||||||
| Geldmiddelen en kasequivalenten aan het begin van de verslagperiode |
16,2 | 231,9 | (93 )% | 277,3 | 189,1 | 47 % |
| Geldmiddelen en kasequivalenten aan het einde van de verslagperiode |
22,9 | 296,2 | (92 )% | 22,9 | 296,2 | (92)% |
| Netto toename (afname) in geldmiddelen en kasequivalenten |
6,7 | 64,3 | (90)% | (254,4) | 107,1 | N.M. |
| Voor de drie maanden afgesloten op |
Voor de negen maanden afgesloten op |
|||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| (in € miljoen) | 30 september | 30 september | ||||
| 2016 | 2015 | % Verschil | 2016 | 2015 | % Verschil | |
| Vrije kasstroom | ||||||
| Nettokasstroom uit bedrijfsactiviteiten | 233,3 | 170,1 | 37 % | 518,3 | 498,3 | 4 % |
| Geldelijke kosten betreffende overnames of desinvesteringen | 1,1 | 1,7 | (35)% | 9,6 | 3,6 | 167 % |
| Verwerving van materiële vaste activa | (64,1) | (47,1) | 36 % | (185,3) | (164,2) | 13 % |
| Verwerving van immateriële vaste activa | (58,2) | (40,9) | 42 % | (163,4) | (102,2) | 60 % |
| Kapitaalaflossingen op leaseverplichtingen (uitgezonderd netwerkgerelateerde leases) |
(0,5) | (0,5) | — % | (1,4) | (1,4) | — % |
| Kapitaalaflossingen op toevoegingen aan netwerkgerelateerde leases na overname |
(4,2) | (3,2) | 31 % | (11,1) | (8,9) | 25 % |
| Vrije kasstroom | 107,4 | 80,1 | 34 % | 166,7 | 225,2 | (26)% |
N.M. - Not Meaningful (Niet Betekenisvol)
| 30 september | 31 december | ||
|---|---|---|---|
| (in € miljoen) | 2016 | 2015 | % Verschil |
| ACTIVA | |||
| Vaste activa: | |||
| Materiële vaste activa | 1.996,3 | 1.411,9 | 584,4 |
| Goodwill | 1.555,6 | 1.241,8 | 313,8 |
| Overige immateriële vaste activa | 727,9 | 241,1 | 486,8 |
| Uitgestelde belastingvorderingen | 162,8 | 108,5 | 54,3 |
| Deelnemingen in en leningen aan geassocieerde deelnemingen | 55,4 | 57,7 | (2,3) |
| Overige investeringen | 1,8 | — | 1,8 |
| Derivaten | — | 7,6 | (7,6) |
| Handelsvorderingen | 4,6 | 4,7 | (0,1) |
| Overige activa Totaal vaste activa |
12,8 4.517,2 |
13,2 3.086,5 |
(0,4) 1.430,7 |
| Vlottende activa: | |||
| Voorraden | 22,4 | 19,3 | 3,1 |
| Handelsvorderingen | 201,5 | 145,9 | 55,6 |
| Overige vlottende activa | 152,3 | 68,6 | 83,7 |
| Geldmiddelen en kasequivalenten | 22,9 | 277,3 | (254,4) |
| Derivaten | 7,7 | 0,9 | 6,8 |
| Totaal vlottende activa | 406,8 | 512,0 | (105,2) |
| TOTAAL ACTIVA | 4.924,0 | 3.598,5 | 1.325,5 |
| EIGEN VERMOGEN EN VERPLICHTINGEN | |||
| Eigen vermogen: | |||
| Geplaatst kapitaal | 12,8 | 12,8 | — |
| Uitgiftepremies en overige reserves | 961,3 | 1.001,3 | (40,0) |
| Overgedragen verlies | (2.183,1) | (2.224,9) | 41,8 |
| Herwaarderingen | (9,3) | (9,3) | — |
| Totaal eigen vermogen, toe te rekenen aan eigenaars van de Vennootschap |
(1.218,3) | (1.220,1) | 1,8 |
| Minderheidsbelangen | 16,5 | 16,7 | (0,2) |
| Totaal eigen vermogen | (1.201,8) | (1.203,4) | 1,6 |
| Langlopende verplichtingen: | |||
| Leningen en overige financieringsverplichtingen | 4.534,6 | 3.683,3 | 851,3 |
| Derivaten | 154,4 | 57,8 | 96,6 |
| Over te dragen opbrengsten | 1,0 | 0,6 | 0,4 |
| Uitgestelde belastingsverplichtingen | 160,2 | 124,5 | 35,7 |
| Overige schulden | 100,4 | 59,1 | 41,3 |
| Totaal langlopende verplichtingen | 4.950,6 | 3.925,3 | 1.025,3 |
| Kortlopende verplichtingen: | |||
| Leningen en overige financieringsverplichtingen | 122,0 | 110,6 | 11,4 |
| Handelsschulden | 151,8 | 133,5 | 18,3 |
| Toe te rekenen kosten en overige kortlopende verplichtingen | 552,8 | 350,2 | 202,6 |
| Over te dragen opbrengsten | 100,3 | 73,6 | 26,7 |
| Derivaten | 11,1 | 6,2 | 4,9 |
| Kortlopende belastingschuld | 237,2 | 202,5 | 34,7 |
| Totaal kortlopende verplichtingen | 1.175,2 | 876,6 | 298,6 |
| Totaal verplichtingen | 6.125,8 | 4.801,9 | 1.323,9 |
| TOTAAL EIGEN VERMOGEN EN VERPLICHTINGEN | 4.924,0 | 3.598,5 | 1.325,5 |
(8) Een internetabonnee is een woning, een wooneenheid in een gebouw met meerdere wooneenheden of een eenheid in een commercieel gebouw die internetdiensten ontvangt over het Gecombineerde Netwerk.
(9) Een vaste-telefonieabonnee is een woning, een wooneenheid in een gebouw met meerdere wooneenheden of een eenheid in een commercieel gebouw die spraakdiensten ontvangt over het Gecombineerde Netwerk. Vaste-telefonieabonnees omvatten geen mobiele-telefonieabonnees.
Investor & Analyst Conference Call – Telenet zal op 27 oktober 2016 om 15:00 uur MET een conference call houden voor institutionele beleggers en analisten. De webcastkoppelingen vindt u op http://investors.telenet.be
| Investor Relations: | Rob Goyens | [email protected] | Telefoon: +32 15 333 054 |
|---|---|---|---|
| Thomas Deschepper | [email protected] | Telefoon: +32 15 366 645 | |
| Press & Media Relations: | Stefan Coenjaerts | [email protected] | Telefoon: +32 15 335 006 |
Over Telenet – Telenet is een toonaangevende aanbieder van media- en telecommunicatiediensten. Zijn activiteiten bestaan uit het aanbieden van kabel-tv, breedbandinternet, vaste telefonie en mobiele telefonie, hoofdzakelijk aan particuliere klanten in Vlaanderen en Brussel. Daarnaast biedt Telenet onder de merknaam Telenet Business diensten aan zakelijke klanten in heel België. Telenet is genoteerd op Euronext Brussel onder het symbool TNET en maakt deel uit van de BEL20-beursindex.
Meer informatie – Meer informatie over Telenet en zijn producten vindt u op de website http://www.telenet.be. Nadere informatie over de operationele en financiële gegevens in dit document kan worden gedownload in het deel van de website van de Vennootschap, dat bedoeld is voor beleggers. Het geconsolideerde jaarverslag van 2015 en de niet-geauditeerde geconsolideerde tussentijdse financiële staten en presentaties in verband met de financiële resultaten over de negen maanden afgesloten op 30 september 2016 zijn beschikbaar in het deel van de website van de Vennootschap, dat bedoeld is voor beleggers (http://investors.telenet.be).
Safe Harbor Statement van de Amerikaanse Private Securities Litigation Reform Act van 1995 – Verschillende verklaringen in dit document zijn "forward-looking statements" (toekomstgerichte verklaringen) zoals die term is gedefinieerd in de Amerikaanse Private Securities Litigation Reform Act van 1995. Deze toekomstgerichte verklaringen met betrekking tot onze financiële en operationele vooruitzichten, onze groeiverwachtingen, strategie, product-, netwerk- en technologielanceringen, en de verwachte impact van de overname van BASE op onze gecombineerde activiteiten en financiële prestaties zijn te herkennen aan het gebruik van woorden als "denkt", "voorziet", "zou moeten", "is voornemens", "plant", "zal", "verwacht", "schat", "raamt", "positie", "strategie", en soortgelijke uitdrukkingen, en omvatten bekende en onbekende risico's, onzekerheden en andere factoren die ertoe kunnen leiden dat onze werkelijke resultaten, prestaties, verwezenlijkingen of sectorresultaten wezenlijk verschillen van die welke in deze toekomstgerichte verklaringen expliciet of impliciet worden verwacht, geraamd, voorspeld, geschat of gebudgetteerd. Deze factoren zijn onder meer: mogelijke ongunstige ontwikkelingen met betrekking tot onze liquiditeit of bedrijfsresultaten; mogelijke ongunstige ontwikkelingen op het gebied van de concurrentie, economie of regelgeving; onze aanzienlijke schuldaflossingen en andere contractuele verplichtingen; ons vermogen om ons businessplan te financieren en uit te voeren; ons vermogen om voldoende liquiditeit te genereren voor de aflossing van onze schulden; rente- en wisselkoersschommelingen; de impact van nieuwe zakelijke opportuniteiten die aanzienlijke voorafgaande investeringen vereisen; ons vermogen om klanten aan te trekken en te behouden en om onze globale marktpenetratie te vergroten; ons vermogen om met andere bedrijven in de communicatie- en contentdistributiesector te concurreren; ons vermogen om contracten te behouden die essentieel zijn voor onze activiteiten; ons vermogen om een adequaat antwoord te bieden op technologische ontwikkelingen; ons vermogen om een back-up te ontwikkelen en te onderhouden van onze kritieke systemen; ons vermogen om door te gaan met het ontwerpen van netwerken, plaatsen van installaties, verkrijgen en behouden van de vereiste vergunningen of goedkeuringen van de overheid, en het financieren van bouw en ontwikkeling, op een tijdige manier, tegen een redelijke kostprijs en onder bevredigende voorwaarden; ons vermogen om een impact te hebben of een doeltreffend antwoord te bieden op nieuwe of gewijzigde wet- of regelgeving, ons vermogen om waardetoevoegende investeringen te maken, en ons vermogen om de uitkeringen aan de aandeelhouders in de toekomst aan te houden of op te trekken. We verbinden ons er niet toe om de toekomstgerichte verklaringen in dit document te actualiseren teneinde de werkelijke resultaten, wijzigingen in veronderstellingen of veranderingen in factoren die deze verklaringen beïnvloeden te weerspiegelen.
Financiële informatie – De geconsolideerde jaarrekening van Telenet Group Holding per en voor het boekjaar afgesloten op 31 december 2015 werd opgesteld in overeenstemming met EU IFRS, tenzij anders vermeld, en kan op de website van de Vennootschap worden geraadpleegd.
Niet-GAAP-maatstaven – "Adjusted EBITDA" en "Vrije kasstroom" zijn niet-GAAP-maatstaven zoals bedoeld in Regulation G van de Amerikaanse Securities and Exchange Commission. Voor aanverwante definities en aansluitingen verwijzen we naar het deel Investor Relations op de website van Liberty Global plc (http://www.libertyglobal.com/). Liberty Global plc is de controlerende aandeelhouder van de Vennootschap.
Dit document werd vrijgegeven op 27 oktober 2016 om 7:00 uur MET.
Building tools?
Free accounts include 100 API calls/year for testing.
Have a question? We'll get back to you promptly.