AI Terminal

MODULE: AI_ANALYST
Interactive Q&A, Risk Assessment, Summarization
MODULE: DATA_EXTRACT
Excel Export, XBRL Parsing, Table Digitization
MODULE: PEER_COMP
Sector Benchmarking, Sentiment Analysis
SYSTEM ACCESS LOCKED
Authenticate / Register Log In

Telenet Group Holding NV

Interim / Quarterly Report Aug 1, 2019

4008_rns_2019-08-01_23963ed7-3ed2-4bee-9bb1-c6272357eba7.pdf

Interim / Quarterly Report

Open in Viewer

Opens in native device viewer

Inhoud

Inleiding 4

Definities 5
1 Informatie over het bedrijf 9
1.1 Overzicht 9
1.2 Basiskabeltelevisie 10
1.3 Premiumkabeltelevisie 10
1.4 Breedbandinternet 10
1.5 Telefonie 11
1.6 Bedrijfsdiensten 12
1.7 Netwerk 12
1.8 Strategie 13
2 Bespreking van de geconsolideerde
jaarrekening
14
2.1 Opbrengsten per dienst 14
2.2 Bedrijfskosten 16
2.3 Kosten per type 16
2.4 Adjusted EBITDA 18
2.5 Bedrijfswinst 15
2.6 Netto financiële kosten 17
2.7 Winstbelastingen 18
2.8 Nettoresultaat 18
2.9 Kasstroom en liquide middelen 19
2.10 Schuldprofiel, kassaldo en netto
hefboomratio
21
2.11 Bedrijfsinvesteringen 23
3 Risicofactoren 24
3.1 Algemene informatie 24
4. Verklaring van juiste weergave door het
management van de Vennootschap
26
Verkorte geconsolideerde
tussentijdse financiële staten
27
1. balans Verkorte geconsolideerde tussentijdse 25
2. Verkorte geconsolideerde tussentijdse
staat van het resultaat over de
verslagperiode en het nettoresultaat
rechtstreeks verwerkt in het eigen
vermogen 27
3. Verkorte geconsolideerde tussentijdse
staat van het eigen vermogen
29
4. Verkort geconsolideerd tussentijds
kasstroomoverzicht
31
5. Toelichtingen bij de verkorte
geconsolideerde tussentijdse financiële
staten voor de zes maanden afgesloten
op 30 juni 2019
33
5.1 Verslaggevende entiteit en
gehanteerde grondslagen
33
5.2 Belangrijke grondslagen voor de
financiële verslaggeving
42
5.3 Financiële instrumenten 38
5.4 Materiële vaste activa 42
5.5 Goodwill 42
5.6 Overige materiële vaste activa 44
5.7 Investeringen in en leningen aan
geassocieerde deelnemingen
45
5.8 Handelsvorderingen 46
5.9 Overige activa 47
5.10 Voorraden 48
5.11 Geldmiddelen en kasequivalenten 49
5.12 Eigen vermogen 49
5.13 Leningen en overige
financieringsverplichtingen
52
5.14 Afgeleide financiële instrumenten 53
5.15 Winstbelastingen 55
5.16 Overige langlopende verplichtingen 55
5.17 Toe te rekenen kosten en overige
kortlopende verplichtingen
56
5.18 Opbrengsten 57
5.19 Kosten per type 58
5.20 Financiële opbrengsten en kosten 59
5.21 Winst per aandeel 60
5.22 Overname van
dochtervennootschappen
61
5.23 Toezeggingen en voorwaardelijke
verplichtingen
64
5.24 Verbonden partijen 69
5.25 Impact van toepassing IFRS 16 76
5.26 Gebeurtenissen na balansdatum 74

Verklaring van de commissaris over de tussentijdse financiële staten 79

Inleiding

Telenet Group Holding NV (hierna de "Vennootschap" of "Telenet" genoemd) is een vennootschap naar Belgisch recht. Verdere aanduidingen en definities in dit document gelden zoals vermeld in het Jaarverslag 2018 van de Vennootschap, dat gepubliceerd werd op 22 maart 2019 (het "Jaarverslag") en dat beschikbaar is op de website van de Vennootschap http://investors.telenet.be.

Presentatie van financiële en andere informatie

De verkorte geconsolideerde tussentijdse financiële staten van Telenet Group Holding NV per en voor de periodes afgesloten op 30 juni 2019 en 2018 en de geauditeerde geconsolideerde jaarrekening voor het jaar afgesloten op 31 december 2018 zijn elk opgesteld volgens de International Financial Reporting Standards zoals goedgekeurd door de Europese Unie ("EU IFRS"). De financiële informatie vermeld in dit verslag is niet bedoeld te voldoen aan de SEC-rapporteringvereisten.

Toekomstgerichte verklaringen

Verschillende verklaringen in dit document zijn "forward-looking statements" (toekomstgerichte verklaringen) zoals die term is gedefinieerd in de Amerikaanse Private Securities Litigation Reform Act van 1995. Deze toekomstgerichte verklaringen met betrekking tot onze financiële en operationele vooruitzichten, onze groeiverwachtingen, strategie, product-, netwerk- en technologielanceringen, en de verwachte impact van overnames op onze gecombineerde activiteiten en financiële prestaties zijn te herkennen aan het gebruik van woorden als "denkt", "voorziet", "zou moeten", "is voornemens", "plant", "zal", "verwacht", "schat", "raamt", "positie", "strategie", en soortgelijke uitdrukkingen, en omvatten bekende en onbekende risico's, onzekerheden en andere factoren die ertoe kunnen leiden dat onze werkelijke resultaten, prestaties, verwezenlijkingen of sectorresultaten wezenlijk verschillen van die welke in deze toekomstgerichte verklaringen expliciet of impliciet worden verwacht, geraamd, voorspeld, geschat of gebudgetteerd. Deze factoren zijn onder meer: mogelijke ongunstige ontwikkelingen met betrekking tot onze liquiditeit of bedrijfsresultaten; mogelijke ongunstige ontwikkelingen op het gebied van de concurrentie, economie of regelgeving; onze aanzienlijke schuldaflossingen en andere contractuele verplichtingen; ons vermogen om ons businessplan te financieren en uit te voeren; ons vermogen om voldoende liquiditeit te genereren voor de aflossing van onze schulden; rente- en wisselkoersschommelingen; de impact van nieuwe zakelijke opportuniteiten die aanzienlijke voorafgaande investeringen vereisen; ons vermogen om klanten aan te trekken en te behouden en om onze globale marktpenetratie te vergroten; ons vermogen om met andere bedrijven in de communicatie- en contentdistributiesector te concurreren; ons vermogen om contracten te behouden die essentieel zijn voor onze activiteiten; ons vermogen om een adequaat antwoord te bieden op technologische ontwikkelingen; ons vermogen om een back-up te ontwikkelen en te onderhouden van onze kritieke systemen; ons vermogen om door te gaan met het ontwerpen van netwerken, plaatsen van installaties, verkrijgen en behouden van de vereiste vergunningen of goedkeuringen van de overheid, en het financieren van bouw en ontwikkeling, op een tijdige manier, tegen een redelijke kostprijs en onder bevredigende voorwaarden; ons vermogen om een impact te hebben of een doeltreffend antwoord te bieden op nieuwe of gewijzigde wet- of regelgeving, ons vermogen om waardetoevoegende investeringen te maken, en ons vermogen om de uitkeringen aan de aandeelhouders in de toekomst aan te houden of op te trekken. We verbinden ons er niet toe om de toekomstgerichte verklaringen in dit document te actualiseren teneinde de werkelijke resultaten, wijzigingen in veronderstellingen of veranderingen in factoren die deze verklaringen beïnvloeden te weerspiegelen.

Over Telenet

Als aanbieder van entertainment- en telecommunicatiediensten in België is Telenet steeds op zoek naar de perfecte beleving in de digitale wereld voor zijn klanten. Het bedrijf spitst zich onder de merknaam Telenet toe op het aanbieden van digitale televisie, hogesnelheidsinternet en vaste en mobiele telefoniediensten aan residentiële klanten in Vlaanderen en Brussel. Onder de merknaam BASE levert het mobiele telefonie in België. De afdeling Telenet Business bedient de zakelijke markt in België en Luxemburg met connectiviteits-, hosting- en security oplossingen. Meer dan 3000 medewerkers hebben samen 1 doel voor ogen: leven en werken eenvoudiger en aangenamer maken. Telenet Group is een onderdeel van Telenet Group Holding nv en Telenet Group Holding nv is genoteerd op Euronext Brussel onder ticker symbool TNET. Voor meer informatie, surf naar www.telenet.be. Liberty Global - 's werelds grootste internationale tv- en breedbandbedrijf, investeert, innoveert en versterkt mensen in 6 Europese landen om optimaal gebruik te maken van de digitale revolutie - bezit een rechtstreeks belang van 57,3% in Telenet Group Holding nv (exclusief eventuele eigen aandelen die deze laatste van tijd tot tijd in zijn bezit heeft).

Definities

Om de 'rebased' groeicijfers te berekenen op een vergelijkbare basis voor de zes maanden afgesloten op 30 juni 2019 hebben we onze historische bedrijfsopbrengsten en Adjusted EBITDA aangepast om de bedrijfsopbrengsten en Adjusted EBITDA van Nextel (volledig geconsolideerd sinds 31 mei 2018) en De Vijver Media (volledig geconsolideerd sinds 3 juni 2019) voor de overname op te nemen en de impact van IFRS 16 in onze herzienbare bedragen voor de zes maanden afgesloten op 30 juni 2018 voor zover dat de bedrijfsopbrengsten en Adjusted EBITDA deel uitmaken van onze resultaten voor de zes maanden afgesloten op 30 juni 2019. We hebben de bedrijfsopbrengsten en Adjusted EBITDA van Nextel en De Vijver Media opgenomen in onze 2018 'rebased' bedragen op basis van de meest betrouwbare informatie die momenteel voorhanden is (doorgaans financiële staten voor de overname) zoals aangepast voor de verwachte effecten van (i) alle belangrijke effecten als gevolg van aanpassingen aan de financiële verslaggeving door overname, (ii) alle belangrijke verschillen tussen onze grondslagen voor de financiële verslaggeving en deze van verworven dochtervennootschappen en (iii) overige elementen die we relevant achten. Wij hebben geen aanpassingen gedaan aan de periodes voor de overname om nietrecurrente elementen te elimineren of om retroactief aanpassingen aan schattingen te doen die kunnen geïmplementeerd worden na de overname. Aangezien we de overgenomen activiteiten noch bezaten, noch controleerden gedurende de periodes voor de overname kan er geen garantie worden gegeven dat (i) we alle noodzakelijke aanpassingen hebben geïdentificeerd om de bedrijfsopbrengsten en Adjusted EBITDA van deze entiteiten voor te stellen op een manier die vergelijkbaar is met de overeenstemmende bedragen na de overname die zijn opgenomen in onze historische resultaten of dat (ii) de financiële staten voor de overname waarop we ons gebaseerd hebben geen niet-gedetecteerde fouten zouden bevatten. Daarnaast zijn 'rebased' groeicijfers niet noodzakelijk indicatief voor de bedrijfsopbrengsten en Adjusted EBITDA die we zouden gerealiseerd hebben indien deze transacties zich hadden voorgedaan op de datum die we gebruikt hebben voor de berekening van 'rebased' groei of de bedrijfsopbrengsten en Adjusted EBITDA voor de toekomst. De 'rebased' groeicijfers worden hier getoond om toe te laten de groeivoeten op een vergelijkbare basis te kunnen inschatten, en worden niet voorgesteld als een maatstaf van onze pro forma financiële prestaties.

EBITDA wordt gedefinieerd als winst vóór netto financiële kosten, het aandeel in het resultaat van geassocieerde deelnemingen, belastingen, afschrijvingen en waardeverminderingen. Adjusted EBITDA wordt gedefinieerd als EBITDA exclusief vergoedingen op basis van aandelen, aanpassingen na de erkenningsperiode door overnames en herstructureringslasten, en exclusief operationele kosten of opbrengsten betreffende succesvolle of onsuccesvolle overnames of desinvesteringen. Operationele kosten of opbrengsten betreffende overnames of desinvesteringen omvatten (i) winst en verliezen op de verkoop van activa met lange levensduur, (ii) due diligence, juridische, advies- en andere kosten aan derden betreffende de inspanningen van de Vennootschap om een controlebelang in ondernemingen te verwerven of te verkopen, en (iii) overige overnamegerelateerde elementen waaronder winsten en verliezen op de schikking van een voorwaardelijke vergoeding. Adjusted EBITDA is een bijkomende parameter gebruikt door het management om het onderliggende resultaat van de Vennootschap aan te tonen en zou niet beschouwd mogen worden als een vervanging van de andere parameters in overeenstemming met EU IFRS om het resultaat van de Vennootschap

te beoordelen, maar zou echter moeten gehanteerd worden samen met de dichtst vergelijkbare EU IFRS parameter. Een vergelijking tussen deze parameter en de dichtst vergelijkbare EU IFRS parameter is terug te vinden in de tabel op pagina 16.

De toe te rekenen bedrijfsinvesteringen worden omschreven als toevoegingen aan terreinen, uitrusting en immateriële vaste activa, inclusief toevoegingen van leases en overige financieringsovereenkomsten, zoals op basis van het toe te rekenen bedrag geboekt in de geconsolideerde balans van de Vennootschap. De toe te rekenen bedrijfsinvesteringen omvatten niet de erkenning van uitzendrechten voor voetbal en mobiele spectrum licenties.

Operationele vrije kasstroom wordt gedefinieerd als Adjusted EBITDA, minus toe te rekenen investeringsuitgaven zoals gerapporteerd in de geconsolideerde financiële staten van de Vennootschap.

Aangepaste vrije kasstroom wordt gedefinieerd als de netto kasmiddelen afkomstig uit continue bedrijfsactiviteiten plus (i) de geldelijke betalingen aan derden betreffende succesvolle of nietsuccesvolle overnames en desinvesteringen en (ii) kosten gefinancierd door een derde partij, minus (i) de verwerving van materiële vaste activa en de verwerving van immateriële vaste activa van de continue activiteiten van de Vennootschap, (ii) kapitaalaflossingen op bedragen gefinancierd door leveranciers en tussenpersonen, en (iii) kapitaalaflossingen op leases (uitgezonderd netwerkgerelateerde leases die werden erkend als gevolg van overnames), en (iv) kapitaalaflossingen op toevoegingen aan netwerkgerelateerde leases na overname, elk zoals gerapporteerd in het geconsolideerd kasstroomoverzicht. Aangepaste vrije kasstroom is een bijkomende parameter gebruikt door het management om de schuldaflossings- en financieringscapaciteit van de Vennootschap aan te tonen en zou niet beschouwd mogen worden als een vervanging van de andere parameters in overeenstemming met EU IFRS om het resultaat van de Vennootschap te beoordelen, maar zou echter moeten gehanteerd worden samen met de dichtst vergelijkbare EU IFRS parameter.

Een abonnee op basiskabeltelevisie is een woning, een wooneenheid in een gebouw met meerdere wooneenheden of een eenheid in een commercieel gebouw die via een analoog of digitaal videosignaal over het Gecombineerde Netwerk Telenets videodienst ontvangt zonder abonnement op een terugkerende maandelijkse dienst die het gebruik van encryptietechnologie vereist. Encryptietechnologie omvat smartcards en andere geïntegreerde of virtuele technologieën die Telenet gebruikt om zijn verbeterd dienstenaanbod te leveren. Telenet telt opbrengstgenererende eenheden op basis van het aantal panden. Een abonnee met meerdere aansluitingen in één pand wordt dus als één opbrengstgenererende eenheid geteld. Een abonnee met twee huizen die voor elk van die huizen een abonnement op Telenets kabeltelevisiedienst heeft, wordt als twee opbrengstgenererende eenheden geteld.

Een abonnee op premiumkabeltelevisie is een woning, een wooneenheid in een gebouw met meerdere wooneenheden of een eenheid in een commercieel gebouw die via een digitaal videosignaal over het Gecombineerde Netwerk Telenets kabeltelevisiedienst ontvangt op basis van een abonnement op een terugkerende maandelijkse dienst die het gebruik van encryptietechnologie vereist. Abonnees voor premiumkabeltelevisie worden geteld op basis van het aantal panden. Zo wordt een abonnee met één of meer settopboxen die Telenets videodienst in één gebouw ontvangt over het algemeen geteld als één abonnee. Een abonnee op premiumkabeltelevisie wordt niet geteld als een abonnee op basisvideo. Naarmate Telenets klanten overstappen van basiskabeltelevisiediensten naar premiumkabeltelevisie rapporteert Telenet een afname van het aantal abonnees voor basiskabeltelevisie die gelijk is aan de toename van het aantal abonnees voor premiumkabeltelevisie.

Een internetabonnee is een woning, een wooneenheid in een gebouw met meerdere wooneenheden of een eenheid in een commercieel gebouw die internetdiensten ontvangt over het Gecombineerde Netwerk.

Een vastetelefonieabonnee is een woning, een wooneenheid in een gebouw met meerdere wooneenheden of een eenheid in een commercieel gebouw die spraakdiensten ontvangt over het Gecombineerde Netwerk. Vastetelefonieabonnees omvatten geen mobieletelefonieabonnees.

Het aantal mobieletelefonieabonnees vertegenwoordigt het aantal actieve SIM-kaarten die in gebruik zijn, niet het aantal geleverde diensten. Als bijvoorbeeld een mobieletelefonieabonnee zowel een data- als spraakplan voor een smartphone heeft, wordt die persoon beschouwd als één mobieletelefonieabonnee. Een abonnee met een spraak- en dataplan voor een smartphone en een dataplan voor een laptop (via een dongle) wordt echter als twee mobieletelefonieabonnees geteld. Klanten die geen terugkerende maandelijkse vergoeding betalen, worden na 90 dagen inactiviteit niet langer opgenomen in het aantal mobieletelefonieabonnees.

Klantenrelaties zijn klanten die ten minste één van Telenets video-, internet- of vaste-telefoniediensten ontvangen en die Telenet telt als opbrengstgenererende eenheden, ongeacht op welke of op hoeveel diensten ze geabonneerd zijn. Klantenrelaties worden over het algemeen geteld op basis van het aantal panden. Als iemand Telenets diensten in twee panden ontvangt (bijvoorbeeld in zijn hoofdwoning en in een vakantiehuisje), wordt die persoon over het algemeen als twee klantenrelaties geteld. Mobieletelefonieklanten worden niet geteld als klantrelaties.

ARPU verwijst naar de gemiddelde maandelijkse opbrengst per klantenrelatie en wordt berekend door de gemiddelde maandelijkse opbrengsten uit abonnementen (exclusief opbrengsten uit mobiele telefonie, bedrijfsdiensten ("B2B"), interconnectie, transport- en distributievergoedingen, opbrengsten uit de verkoop van mobiele handsets en installatievergoedingen) voor de aangeduide periode te delen door het gemiddelde aantal klantenrelaties aan het begin en aan het einde van de betreffende periode.

Aansluitbare huizen zijn woningen, wooneenheden in een gebouw met meerdere wooneenheden of eenheden in een commercieel gebouw die op het Gecombineerde Netwerk kunnen worden aangesloten zonder de distributiecentrale materieel uit te breiden. Het aantal aansluitbare huizen is gebaseerd op censusgegevens die kunnen veranderen op basis van herzieningen van die gegevens of op basis van nieuwe censusresultaten.

Een opbrengstgenererende eenheid is een individuele abonnee op basiskabeltelevisie, een individuele abonnee op premiumkabeltelevisie, een individuele internetabonnee of een individuele vaste telefonieabonnee. Een woning, een wooneenheid in een gebouw met meerdere wooneenheden of een eenheid in een commercieel gebouw kan één of meer opbrengstgenererende eenheden omvatten. Als bijvoorbeeld een residentiële abonnee geabonneerd is op Telenets premiumkabel-televisiedienst, vaste-telefoniedienst en breedbandinternetdienst, vertegenwoordigt die klant drie opbrengstgenererende eenheden. Het totale aantal opbrengstgenererende eenheden is de som van het aantal abonnees voor basiskabeltelevisie, premiumkabeltelevisie, internet en vaste telefonie. Het aantal opbrengstgenererende eenheden wordt over het algemeen geteld op basis van het aantal panden, zodat een bepaald pand voor een bepaalde dienst niet als meer dan één opbrengstgenererende eenheid wordt geteld. Als iemand Telenets diensten in twee panden ontvangt (bijvoorbeeld in zijn hoofdwoning en in een vakantiehuisje), wordt die persoon daarentegen als twee opbrengstgenererende eenheden geteld. Elke kabel-, internet- of vastetelefoniedienst in een productbundel wordt geteld als een afzonderlijke opbrengstengenererende eenheid, ongeacht de aard van een eventuele bundelkorting of promotie. Nietbetalende abonnees worden als abonnees geteld tijdens de periode gedurende welke ze bij wijze van promotie een gratis dienst ontvangen. Sommige van deze abonnees haken na die gratis periode af. Diensten die langdurig kosteloos worden aangeboden (bijv. aan VIP's of werknemers) worden over het algemeen niet als opbrengstgenererende eenheden geteld. Abonnementen op mobieletelefoniediensten worden niet opgenomen in het extern gerapporteerde aantal opbrengstgenererende eenheden.

Het klantverloop vertegenwoordigt de snelheid waarmee klanten hun abonnementen beëindigen. Het jaarlijks voortschrijdend gemiddelde wordt berekend door het aantal beëindigingen in de voorgaande 12 maanden te delen door het gemiddelde aantal klantenrelaties. Bij de berekening van het klantverloop wordt een beëindiging geacht te hebben plaatsgevonden indien de klant geen enkele dienst meer van Telenet ontvangt en Telenets apparatuur dient terug te geven. Een gedeeltelijke overschakeling naar een lager product, wat meestal wordt toegepast om klanten aan te moedigen een openstaande factuur te betalen en te voorkomen dat alle diensten worden afgekoppeld, wordt bij de berekeningen van het klantverloop niet als een beëindiging beschouwd. Klanten die binnen Telenets kabelgebied verhuizen en klanten die overschakelen naar hogere of lagere diensten worden bij de berekening van het klantverloop evenmin als beëindigingen beschouwd.

Telenets ARPU per mobieletelefonieabonnee, exclusief interconnectieopbrengsten, verwijst naar de gemiddelde maandelijkse opbrengst uit mobiele telefonie per gemiddelde actieve gebruiker en wordt berekend door de gemiddelde opbrengsten uit mobiele telefonie (met uitzondering van activatievergoedingen, opbrengsten uit de verkoop van gsm's en smartphones en aanmaningskosten) voor een bepaalde periode te delen met gemiddelde van het totale aantal actieve mobieletelefonieabonnees aan het begin en aan het einde van een bepaalde periode. Voor de berekening van Telenets ARPU per mobieletelefonieabonnee, met inbegrip van interconnectieopbrengsten, verhoogt de teller uit de hierboven toegelichte berekening met het bedrag aan mobiele interconnectieopbrengsten over die periode.

De netto totale hefboomratio wordt gedefiniëerd als de som van korte - en lange termijn verplichtingen van de Vennootschap, verminderd met geldmiddelen en kasequivalenten, zoals opgenomen op de balans van de Vennootschap, te delen door de Geconsolideerde EBITDA op jaarbasis van de laatste twee kwartalen.

De netto convenant hefboomratio wordt berekend volgens de definitie in de 2018 Gewijzigde Senior Credit Facility, door de totale nettoschuld, uitgezonderd (i) achtergestelde aandeelhoudersleningen, (ii) geactiveerde elementen van de schulden onder de clientèle- en annuïteitenvergoedingen, (iii) en alle andere leases die op of voor 1 augustus 2007 werden aangegaan, en (iv) alle schuld onder de netwerklease afgesloten met de zuivere intercommunales en (v) elke verplichting gerelateerd aan het leverancierskredietplatform, te delen door de Geconsolideerde EBITDA op jaarbasis van de laatste twee kwartalen, inclusief bepaalde niet-gerealiseerde kostensynergieën gerelateerd aan de acquisities van BASE en SFR Belux.

Belangrijke wijzigingen in de financiële verslaggeving

Aanneming van IFRS 16 Lease-overeenkomsten: Vanaf 1 januari 2019 heeft de Vennootschap IFRS 16 Lease-overeenkomsten aangenomen zoals vermeld in haar Jaarverslag 2018 (zie Sectie 5.2.20 - Toekomstige vereisten). Bij de toepassing van IFRS 16 heeft de Vennootschap nieuwe activa en passiva opgenomen voor die leases die zijn geclassificeerd als operationele leases, zijnde operationele leases van (i) verhuur van sites, (ii) onroerend goed, (iii) wagens en (iv) dark fibre. IFRS 16 veranderde ook de aard van de kosten met betrekking tot die leaseovereenkomsten, omdat de Vennootschap een afschrijvingslast voor activa voor gebruiksrechten en rentelasten op leaseverplichtingen opneemt. Voorheen erkende de onderneming operationele leasekosten op lineaire basis gedurende de leaseperiode, en erkende activa en passiva alleen voor zover er een tijdverschil bestond tussen werkelijke leasebetalingen en de opgenomen kosten. Bovendien erkent de Vennootschap niet langer voorzieningen voor operationele leases die zij als verlieslatend beschouwt. In plaats daarvan neemt de Vennootschap de verschuldigde betalingen onder de lease op in haar leaseverplichting en boekt een waardevermindering op de overeenstemmende gebruiksrechten. De toepassing van IFRS 16 had een gunstig effect van € 20,0 miljoen op de Aangepaste EBITDA van de Vennootschap gedurende de eerste helft van 2019 en wanneer toegepast vanaf 1 januari 2018, zou de toepassing van IFRS 16 de Aangepaste EBITDA van de Vennootschap over het volledige jaar 2018 hebben verbeterd met € 42,3 miljoen.

Aankoopprijsallocatie voor de overname van Nextel: Onze balans van 31 december 2018 is herwerkt, met een weerspiegeling van de retroactieve impact van de aankoopprijsallocatie ("PPA") voor de overname van Nextel, die jaareinde 2018 nog niet bekend was. De aanpassing van de reële waarde van de immateriële activa (€ 25,7 miljoen) had voornamelijk betrekking op de verworven klantenrelaties (€ 16,5 miljoen), handelsnamen (€ 6,8 miljoen) en technologie (€ 2,4 miljoen). De beoordeling van het sales en lease back-model en het huurmodel resulteerde in de verwijdering van over te dragen opbrengsten (€ 2,7 miljoen) en materiële vaste activa (€ 7,1 miljoen) die werden vervangen door een leasevordering (€ 8,9 miljoen). Samen met de uitgestelde belastingimpact van de bovengenoemde aanpassingen (€ 7,8 miljoen) werd de goodwill verminderd met € 22,3 miljoen. De opname van de reële waarde van de immateriële activa en de impact van het sales en lease backmodel en het huurmodel en alignering van het boekhoudbeleid van Nextel resulteerde in extra afschrijvingskosten (€ 2,1 miljoen), een daling van de afschrijvingskosten (€ 1,8 miljoen), een vermindering van de opbrengsten (€ 1,0 miljoen) en een stijging van de kosten van verkochte goederen (€ 0,7 miljoen) opgenomen voor de periode tussen de overnamedatum (31 mei 2018) en 31 december 2018, waarvoor de geconsolideerde winst- en verliesrekening en nietgerealiseerde resultaten voor de twaalf maanden afgelopen op 31 december 2018 werden herwerkt.

Voorstelling van de postpaid mobiele-telefonieabonnees: Wij hebben de voorstelling van de mobiele postpaidabonnees op 30 juni 2018 en 31 december 2018 aangepast na de verwijdering van inactieve 'pay as you go' abonnees. Deze abonnees betalen geen maandelijkse abonnementsvergoeding en worden uitsluitend volgens hun effectieve gebruik gefactureerd. Als gevolg van de inactieve status van bepaalde simkaarten hebben wij zowel onze mobiele postpaidabonnees als de totale basis mobiele abonnees verminderd met respectievelijk 108.200 en 99.800 voor de voornoemde periodes. Deze aanpassing had geen invloed op onze opbrengsten uit mobiele telefonie.

Voorstelling van de kmo-klanten voor mobiele telefonie: Vanaf 1 april 2018 worden mobiele kmo-klanten beschouwd als zakelijke klanten en niet langer opgenomen in onze telling van de mobiele abonnees.

Aanpassing van de voorstelling van de opbrengstgenererende eenheden (RGU) voor kabel: Wij hebben de voorstelling van de opbrengstgenererende eenheden van onze diensten voor kabeltelevisie, premium kabeltelevisie, breedbandinternet en vaste telefonie op 30 juni 2018 aangepast om de migraties van de voormalige klanten van SFR Belux naar onze producten en diensten onder het merk Telenet correct te weerspiegelen. Om vergelijkbare redenen hebben wij het aantal abonnees van KW2 2018 aangepast.

1. Informatie over het bedrijf

De volgende bespreking en analyse is gebaseerd op de tussentijdse financiële staten van Telenet per en voor de zes maanden afgesloten op 30 juni 2019 en 2018, en de geauditeerde geconsolideerde jaarrekening van Telenet voor de periode afgesloten op 31 december 2018, telkens opgesteld overeenkomstig EU IFRS. Voor alle relevante periodes hebben wij geselecteerde financiële informatie van Telenet opgenomen. U dient deze tussentijdse financiële staten, met inbegrip van de toelichtingen daarbij, samen met de volgende bespreking en analyse te lezen.

1.1 Overzicht

Telenet is de grootste aanbieder van kabeltelevisiediensten in België. Telenets hybride netwerk van glasvezel -en coaxtechnologie ("HFC") strekt zich uit over Vlaanderen, dekt ongeveer 66% van het aantal aansluitbare huizen in België en omvat de stedelijke gebieden van Antwerpen, Gent en ongeveer twee derde van Brussel. De aandelen van Telenet Group Holding NV worden verhandeld op Euronext Brussel onder het kenteken TNET en Telenet maakt deel uit van de Bel20 aandelenindex.

Telenet biedt particuliere abonnees binnen zijn afzetgebied basiskabeltelevisie en digitale televisie aan, met inbegrip van hoge definitie ("HD") televisie en diensten op aanvraag ("VOD"), breedbandinternet en vaste en mobiele telefoniediensten. Telenet biedt zijn diensten aan in pakketten, of bundels, waardoor klanten kabeltelevisie-, breedbandinternet- en telefoniediensten kunnen afnemen van één enkele aanbieder tegen een aantrekkelijke goedkopere prijs. Onder het merk "BASE" biedt Telenet ook mobiele telefoniediensten aan aan zowel particuliere als zakelijke klanten binnen heel België. Daarnaast levert Telenet ook spraak- en datadiensten, evenals waardetoevoegende diensten zoals cloudopslagdiensten, hosting en beveiligingsdiensten aan kleine en middelgrote ondernemingen ("KMO's") en grote ondernemingen binnen heel België en delen van Luxemburg. Door de overname van de lokale mediagroep De Vijver Media NV op 3 juni 2019 bezit Telenet nu ook drie commerciële basiszenders ("VIER", "VIJF" en "ZES"), evenals een bekend lokaal productiehuis ("Woestijnvis").

Op 30 juni 2019 had Telenet ongeveer 2.091.600 unieke klanten, wat overeenstemt met ongeveer 62% van het verkoopgebied van ongeveer 3.366.100 aansluitbare huizen. Op 30 juni 2019 waren er ongeveer 1.902.200 kabeltelevisieabonnementen, ongeveer 1.661.100 breedbandinternetabonnementen en ongeveer 1.234.800 vastetelefonieabonnementen. Op 30 juni 2019 had Telenet ook ongeveer 2,748,300 actieve klanten voor mobiele telefonie, waaronder ongeveer 466.300 klanten met een prepaidkaart. Op 30 juni 2019 was ongeveer 90% van Telenets kabeltelevisie-abonnees overgestapt op het premiumkabel-tv-platform. Over de zes maanden afgelopen op 30 juni 2019 genereerde Telenet € 1.261,6 miljoen opbrengsten, 1% meer vergeleken met dezelfde periode van vorig jaar. Over de zes maanden afgesloten op 30 juni 2019 realiseerde Telenet een Adjusted EBITDA van € 664,8 miljoen, 3% meer vergeleken met dezelfde periode van vorig jaar.

Het Gecombineerde Netwerk (zie sectie 1.7 Netwerk) is volledig bidirectioneel, ondersteunt de EuroDocsis 3.0 standaard, en biedt een spectrumbandbreedte van 600 MHz. In augustus 2014 kondigde Telenet aan dat het de komende vijf jaar €500,0 miljoen plant te investeren om de bandbreedtecapaciteit van zijn kabelnetwerk te verhogen tot 1 GHz. Dit zal in de toekomst downloadsnelheden van tenminste 1 Gbps mogelijk maken en zal Vlaanderen toelaten om één van de beste digitale netwerken te kennen binnen Europa als het gaat over bandbreedtecapaciteit. Op 30 juni 2019 had Telenet ongeveer 96% van alle knooppunten in zijn kabelnetwerk geüpgraded. Naast het vaste netwerk heeft Telenet ook zijn mobiel netwerk geüpgraded. Eind juni 2019 waren ongeveer alle macrosites gemoderniseerd en 466 nieuwe sites in gebruik genomen.

Telenet spitst zich meer en meer toe op het aanbieden van breedbandinternet- en telefoniediensten samen met kabeltelevisie in de vorm van aantrekkelijk geprijsde bundels. Hoewel Telenet al aanzienlijke voordelen heeft geplukt van deze stijgende trend naar productbundels, waardoor het meer producten en diensten kan verkopen aan individuele klanten, blijft Telenet van mening dat deze trend in de toekomst nog meer voordelen kan opleveren. Hierdoor slaagt Telenet erin om een hogere gemiddelde opbrengst per klantenrelatie en een verdere verlaging van het klantenverloop te realiseren. Voor de eerste zes maanden van 2019 bereikte de gemiddelde opbrengst per klantrelatie € 57,2, een forse stijging met 4% jaar-op-jaar. De groei van de gemiddelde opbrengst per klantrelatie werd bevorderd door (i) een grotere verhouding abonnees op productbundels in Telenets totale klantenmix, (ii) een groter aandeel premiumkabel-tv-abonnees in Telenets mix en (iii) het voordeel van de prijsaanpassing in juli 2018, gedeeltelijk geneutraliseerd door een groter aandeel bundelkortingen (met inbegrip van tijdelijke promoties) en lagere verbruiksgerelateerde opbrengsten.

1.2 Basiskabeltelevisie

Basiskabeltelevisie is het belangrijkste medium voor het aanbieden van televisiediensten in Vlaanderen en Telenet is de grootste aanbieder van kabeltelevisie in België. Bijna alle Vlaamse gezinnen kunnen op het Gecombineerde Netwerk aangesloten worden. De hoge penetratie van Telenets kabeltelevisiediensten resulteerde in een stabiele bron van bedrijfsopbrengsten en kasstromen. Op 30 juni 2019 had Telenet in totaal ongeveer 1,902,200 kabeltelevisieabonnees, of 57% van de aansluitbare huizen via zijn netwerk. Alle abonnees voor basiskabeltelevisie hebben doorgaans toegang tot minstens 21 analoge televisiekanalen en een gemiddelde van 26 analoge radiokanalen. Telenet biedt doorgaans basiskabeltelevisie aan in de vorm van een individueel abonnement per klant en het leeuwendeel van Telenets klanten betaalt maandelijks voor deze dienstverlening. Abonnees voor basiskabeltelevisie die tevens een settopbox of een CI+ module geïnstalleerd hebben, én een smart card geactiveerd hebben, krijgen toegang tot een totaal van meer dan 80 digitale televisiekanalen, waaronder 40 HD-televisiekanalen, en ongeveer 36 digitale radiokanalen. Telenet biedt zijn basiskabeltelevisiediensten aan in digitaal formaat zonder meerprijs om klanten ertoe aan te zetten over te schakelen naar premiumkabeltelevisie zodat ze kunnen genieten van een rijkere kijkervaring, waaronder toegang tot een elektronische programmagids ("EPG"), extra pakketten met themakanalen, exclusieve film- en sportkanalen en een uitgebreide bibliotheek met zowel lokale als internationale films en programma's à la carte.

Over de zes maanden afgesloten op 30 juni 2019 daalde het totale aantal abonnees voor basiskabeltelevisie met 37.700. Het nettoverlies omvat geen overschakelingen naar Telenets premium kabeltelevisiediensten en vertegenwoordigt klanten die zijn overgestapt naar concurrerende platformen, zoals andere aanbieders van digitale tv, OTT en satelliet, of klanten die hun tv-abonnement hebben opgezegd of die naar een locatie buiten Telenets servicegebied zijn verhuisd.

1.3 Premiumkabeltelevisie

De premiumkabeltelevisiediensten van Telenet omvatten een combinatie van betalende sport- en filmkanalen, een brede waaier aan themakanalen, een selectie films en series op aanvraag en een reeks interactieve applicaties. Deze premiumkabeltelevisiediensten zijn beschikbaar voor alle klanten die op het Gecombineerde Netwerk aangesloten kunnen worden. Op 30 juni 2019 waren in totaal ongeveer 1,718,500 klanten geabonneerd op premiumkabel-tv-diensten, een daling van 3% ten opzichte van 30 juni 2018. Telenets digitalisatieratio, die het totale aantal abonnees voor premiumkabeltelevisie meet ten opzichte van het totale aantal abonnees voor basiskabeltelevisie, bereikte iets meer dan 90% op 30 juni 2019 in vergelijking met ongeveer 89% op 30 juni 2018. Alle abonnees voor premiumkabeltelevisie hebben toegang tot de 'Yelo Play' applicatie, waarmee ze thuis en buitenshuis via Telenets WiFi-homespots en -hotspots een unieke contentervaring kunnen beleven op meerdere verbonden apparaten.

De abonnementspakketten van Telenet voor films en programma's à la carte 'Play' en 'Play More' telden op 30 juni 2019 427.100 abonnees, een stijging met 7% tegenover dezelfde periode van vorig jaar. De forse groei was te danken aan Telenets blijvende investering in veelbelovende lokale content, zowel via producties met Telenets commerciële zenders in vol eigendom 'VIER', 'VIJF' en 'ZES' als met bepaalde eigen content. Begin juni 2019 verwierf Telenet het resterende aandeel van 50% in het plaatselijke mediabedrijf De Vijver Media NV, wat de positionering in het lokale media-ecosysteem versterkte.

Telenet biedt bovendien in zijn servicegebied het breedste sportaanbod aan met 'Play Sports', dat binnen- en buitenlands voetbal, inclusief het Britse Premier League, combineert met andere belangrijke sporten zoals golf, ATP-tennis, Formule 1, volleybal, basketbal en hockey. Op het eind van juni 2019 bediende Telenet 227.300 'Play Sports'-klanten, evenveel als in dezelfde periode van vorig jaar.

1.4 Breedbandinternet

Telenet is een toonaangevende aanbieder van residentiële breedbandinternetdiensten in Vlaanderen. Vandaag biedt Telenet consumenten en bedrijven downloadsnelheden van respectievelijk 400 en 750 Mbps en uploadsnelheden van respectievelijk 20 en 75 Mbps. Met 'Grote Netwerf', een programma waarbij Telenet over een periode van vijf jaar €500,0 miljoen investeert en dat begin 2015 van start ging en grotendeels medio 2019 werd afgerond, wil Telenet de capaciteit van zijn netwerk vergroten van 600 MHz tot 1 GHz. Dit moet in de toekomst downloadsnelheden van minstens 1 Gbps mogelijk maken. Aangezien klanten steeds vaker een naadloze connectiviteitservaring verwachten, niet enkel thuis maar ook op het werk en onderweg, blijft WiFi één van de hoekstenen van Telenets connectiviteitsstrategie. Telenets merk campagne, 'Go With The Good Flow', die het in de zomer van 2018 lanceerde, was een groot succes, met de distributie van 452.000 WiFiboosters eind juni 2019. Dit vertegenwoordigt al bijna een derde van zijn totale klantenbasis voor breedbandinternet, in één jaar tijd.

Op 30 juni 2019, heeft Telenet ongeveer 1,5 miljoen wifi-homespots ingezet en bijna 2000 publieke wifi-hotspots beheerd. Via partnerships met zijn meerderheidsaandeelhouder Liberty Global en een aantal van zijn gelieerde ondernemingen, evenals met de Waalse kabelexploitant Nethys, kunnen breedbandinternetklanten van beide kabelbedrijven de WiFi-homespots vrij gebruiken op het netwerk van beide bedrijven in Wallonië en in bepaalde andere Europese landen waar diensten worden verleend, aangeboden via andere Liberty Global en bepaalde aangesloten netwerken.

Op 30 juni 2019 had Telenet 1.661.100 abonnees voor breedbandinternet, wat neerkomt op een bescheiden daling van 1% tegenover 30 juni 2018 en omvat ongeveer 49% van de huizen die door het HFC-netwerk worden bediend. Over de eerste zes maanden van 2019 won Telenet 3.300 abonnees voor breedband internet. Telenets geannualiseerd klantenverloop steeg met 150 basispunten naar 10.4% op 30 juni 2019, vergeleken met 30 juni 2018 en weerspiegelde de migratie van SFR Belux klanten die grotendeels was afgerond op het einde van het eerste kwartaal van 2019.

1.5 Telefonie

1.5.1 Vaste telefonie

Telenet biedt zijn particuliere klanten lokale, nationale en internationale vaste telefoniediensten aan alsook een waaier van bijkomende toepassingen. In Vlaanderen is Telenet de voornaamste concurrent van Proximus, de historische operator. Dit komt deels door Telenets focus op dienstverlening aan klanten en innoverende forfaitaire tariefplannen. Nagenoeg alle vaste telefonieklanten van Telenet gebruiken het voiceover-internet protocol ("VoIP") die het open standaard EuroDocsis protocol gebruikt en waardoor Telenet in staat is om zowel breedbandinternet- als telefoniediensten aan te bieden.

Op 30 juni 2019 had Telenet ongeveer 1.234.800 abonnees voor vaste telefonie (een daling met 5% jaar-op-jaar), gelijk aan 37% van de aansluitbare huizen in zijn netwerkgebied. In vergelijking met de eerste zes maanden van juni 2018 steeg het op jaarbasis uitgedrukte klantverloop van 11.5% tot 12,6%, wat de hevige concurrentie en een algemene dalende markt trend weerspiegelde.

1.5.2 Mobiele telefonie

Telenets basis van actieve mobiele abonnees, die de abonnees van Telenets commerciële wholesale-partners en KMO klanten niet omvat, bereikte op 30 juni 2019, een totaal van 2.748.300 simkaarten, inclusief 2.282.000 abonnees voor postpaid. De resterende 466.300 mobiele abonnees ontvangen prepaiddiensten onder het merk BASE. Begin 2019 heeft Telenet zijn afzonderlijke mobiele aanbiedingen vernieuwd, met hogere dataspecificaties voor zowel nieuwe als bestaande klanten en met de introductie van een plan met onbeperkte mobiele data voor de merken Telenet en BASE. Over de zes maanden afgesloten op 30 juni 2019 is de netto groei van het aantal postpaidabonnees versneld naar 87.500 simkaarten, gedreven door (i) de voornoemde productverbeteringen, (ii) aantrekkelijke promoties met vaste termijn, (iii) de versnelde groei van Telenets FMC-abonneebasis en (iv) een verbeterde trend in het klantenverloop voor Telenets afzonderlijke mobiele activiteit onder het merk BASE.

1.5.3 Interconnectie

Via interconnectie kunnen gebruikers van een telefonienetwerk communiceren met de gebruikers van een ander telefonienetwerk. Om een abonnee van een telefonienetwerk in staat te stellen een telefoongesprek te voeren met een ontvanger op een ander netwerk, moet de netwerkaanbieder van de abonnee een verbinding aangaan met het netwerk van de ontvanger. Het netwerk dat de ontvanger bedient, rekent normaal aan de netwerkaanbieder van de abonnee een vergoeding aan om de communicatie op zijn netwerk te beëindigen. De vergoeding is gebaseerd op een vaste gesprekskost en kosten op basis van de gespreksduur.

De voornaamste interconnectieovereenkomsten van Telenet werden afgesloten met Proximus en de voornaamste telecommunicatieoperatoren in België. Proximus heeft een geschat marktaandeel van 50-60% op de markt voor residentiële vaste telefonie in België en van 70-80% op de markt voor vaste telefonie aan bedrijven op basis van het meest recente Jaarverslag (2018) van het Belgische Instituut voor Post en Telecommunicatie ("BIPT").

Wat premiumdiensten voor mobiele telefonie betreft, linken Telenet en Telenet Group meteen met de contentaanbieders, waardoor mobieletelefonieklanten toegang krijgen tot premiumdiensten. Om mobieletelefonieklanten in het buitenland te ondersteunen, heeft Telenet Group meer dan 600 bilaterale roamingovereenkomsten afgesloten. Op dit vlak heeft Telenet een roamingovereenkomst afgesloten met een internationale aanbieder, die optreedt als centrale operator voor roamingdiensten.

De interconnectieopbrengsten en -kosten hebben een aanzienlijke impact op de financiële resultaten van de Vennootschap. Zodoende levert Telenet ernstige inspanningen om deze kosten onder controle te houden. Voor de zes maanden afgesloten op 30 juni 2019, maakte Telenet interconnectiekosten van € 91,4 miljoen (€ 102,7 miljoen voor

10 | Telenet | Halfjaarverslag 2019 |

de zes maanden afgesloten op 30 juni 2018). Voor de zes maanden afgesloten op 30 juni 2019 ontving Telenet interconnectie-inkomsten van € 97,8 miljoen (€ 103,9 miljoen de zes maanden afgesloten op 30 juni 2018). Telenet boekt zijn interconnectieopbrengsten onder 'Overige opbrengsten', terwijl de interconnectiekosten opgenomen worden als 'Directe kosten'.

Telenet wordt gezien als een operator met significant marktaandeel op de markt voor gespreksafgifte op een individueel vast openbaar telefoonnetwerk. Sinds 1 april 2012 zijn wederzijdse terminatie tarieven opgelegd, waardoor Telenet de interconnectietarieven van Proximus in rekening brengt. Na een nietigverklaring door de rechtbank van een definitieve beslissing over wholesaletarieven die het BIPT in 2016 heeft uitgevaardigd, heeft het BIPT in november 2018 een nieuw besluit gecommuniceerd met een wholesaletarief van €0,116 cent per minuut vanaf 1 januari 2019.

1.6 Bedrijfsdiensten

Onder het merk "Telenet Business" biedt Telenet een waaier van spraak-, data- en internetproducten en diensten aan die op maat gesneden zijn van elke klant. Daarnaast biedt Telenet Business zijn zakelijke klanten ook een uitgebreid aanbod van betrouwbare waardetoevoegende diensten aan, zoals onder meer hosting, beveiligingsbeheer en cloud computing. Het verkoopgebied bestrijkt heel België en delen van Luxemburg. De zakelijke klanten van Telenet omvatten kmo's met een werknemersbestand tot honderd werknemers; grotere bedrijven; de overheid; de gezondheidssector; onderwijsinstellingen en carrierklanten zoals internationale aanbieders van spraak-, data- en internetdiensten. De Vennootschap breidde zijn aanbod uit door de overname van de lokale ICT-integrator Nextel op 31 mei 2018. Deze overname heeft Telenet Business in een sterkere positie geplaatst om meer concurrentie op de zakelijke markt te creëren en biedt alles-in-één oplossingen aan voor middelgrote en grote bedrijven. De opbrengsten van Telenet Business bedroegen €102,7 miljoen voor de zes maanden afgesloten op 30 juni 2019, een stijging met 19% tegenover dezelfde periode in 2018. De groei van B2B-opbrengsten voor Telenet was voornamelijk te danken aan de anorganische bijdrage van Nextel, die de Vennootschap consolideert vanaf 31 mei 2018. Op rebased basis daalden de opbrengsten in de zes maanden afgesloten op 30 juni 2019 met 2% in vergelijking met de zes maanden afgesloten op 30 juni 2018. Dit was voornamelijk het gevolg van het seizoensgebonden karakter van Telenets beveiligings- en ICTintegratoractiviteiten.

1.7 Netwerk

In 1996 verwierf Telenet het exclusieve recht om zogenaamde 'pointto-point' diensten aan te bieden, met inbegrip van breedbandinternet en vaste-telefoniediensten, en het recht om een deel van de capaciteit van het breedbandcommunicatienetwerk te gebruiken waarvan de Zuivere Intercommunales (de "PICs") eigenaar zijn (het "Partner Netwerk"). Als gevolg van de PICs Overeenkomst verwierf Telenet via Telenet BVBA en Telenet Vlaanderen NV in 2008 alle gebruiksrechten op het Partner Netwerk onder een leaseovereenkomst op lange termijn (erfpacht) voor een initiële periode van 38 jaar. Onder de PICs Overeenkomst dient Telenet een periodieke vergoeding te betalen bovenop de te betalen vergoedingen onder bepaalde voorheen afgesloten overeenkomsten met de Zuivere Intercommunales.

Telenet verwijst naar het Gecombineerde Netwerk wanneer het de combinatie van zijn eigen netwerk en het Partner Netwerk bedoelt. Via het Gecombineerde Netwerk biedt Telenet kabeltelevisie aan in analoge, digitale en HD beeldkwaliteit, breedbandinternet en vaste telefonie aan zowel particuliere als bedrijfsklanten die zich bevinden in Telenets verkoopgebied. Het Gecombineerde Netwerk bestaat uit een glasvezelbackbone-netwerk met lokale coaxlussen met een minimumcapaciteit van 600 MHz. Het Gecombineerde Netwerk gebruikt de EuroDocsis 3.0 technologie, waardoor Telenet vandaag aan bepaalde zakelijke klanten downloadsnelheden tot 750 Mbps kan aanbieden. Het Gecombineerde Netwerk omvat een glasvezel-backbone-netwerk van ongeveer 12.000 kilometer, waarvan Telenet 7.300 kilometer in eigendom heeft, 2.600 kilometer ter beschikking heeft als gevolg van langetermijnleaseverplichtingen en bijkomend toegang heeft tot 2.100 kilometer dankzij de overeenkomsten met de Zuivere Intercommunales. Het glasvezel-backbone-netwerk is verbonden met ongeveer 68.000 kilometer lokale coaxlussen, waarvan 50.000 kilometer in het Telenet Netwerk en de rest op het Partner Netwerk. Telenet bezit de eerste en tweede glasvezel-backbone van het Gecombineerde Netwerk en de glasvezel- en coaxkabels op het Telenet Netwerk. De Zuivere Intercommunales bezitten de bijkomende glasvezel- en coaxkabels die vervat zitten in de HFC toegangslussen op het Partner Netwerk.

Naast het HFC-netwerk levert Telenet ook diensten aan zakelijke klanten binnen België en in delen van Luxemburg, door een combinatie van eigen netwerkcomponenten en glasvezel die hoofdzakelijk geleased wordt. Telenet heeft verder ook netwerkapparatuur geïnstalleerd om spraak-, data- en internetdiensten aan te bieden over een Digital Subscriber Line verbinding ("DSL"). Door middel van DSLverbindingen kan Telenet op een meer kostefficiënte manier allerhande diensten aanbieden aan zakelijke klanten die zich niet in de nabijheid van het Gecombineerde Netwerk bevinden.

Telenets glasvezel-backbone-netwerk gebruikt het All-IP protocol en draagt al het communicatieverkeer. Telenet gebruikt daarnaast MPLS (multi protocol label switching) voor het routeren van het IP-verkeer, wat de Vennootschap in staat stelt om data efficiënter te labelen om de trafiek op het Gecombineerde Netwerk beter te beheren. Dat betekent bijvoorbeeld dat er prioriteit kan gegeven worden aan spraakpakketten over datapakketten om een onderbreking in de spraakcommunicaties te vermijden.

Door middel van een coaxverbinding van één van Telenets optische knooppunten (node) verbinden klanten zich met het Gecombineerde Netwerk. Versterkers worden in het coaxiale netwerk gebruikt om de downstream- en return path-signalen op de lokale lus te versterken. De kwaliteit van het netwerk verslechtert doorgaans wanneer de penetratie op een bepaalde node stijgt. Mocht dit noodzakelijk zijn, dan stelt de schaalbaarheid van het netwerk Telenet in staat om dit probleem, binnen bepaalde grenzen, op te lossen door nodes te splitsten. Telenet past het splitsen van nodes ondermeer toe om mogelijke verzadiging in bepaalde delen van het Gecombineerde Netwerk op te vangen.

Telenets netwerkbeheerscenter in Mechelen (België) bewaakt voortdurend de prestatieniveaus op het Gecombineerde Netwerk. Telenet beschikt over een aparte back-upsite voor back office systemen in geval van nood en het netwerk werd zo ontworpen teneinde het risico van netwerkpannes en rampen te minimaliseren. Zo kunnen de glasvezelringen dataverkeer in de tegenoverstelde richting omleiden indien een bepaald deel van de ring zou worden doorgesneden. Telenet heeft zijn gebouwen, kopstations, nodes en aanverwante netwerkcomponenten verzekerd tegen brand, overstromingen, aardbevingen en andere natuurrampen. Telenet is echter niet verzekerd tegen oorlog, terrorisme (uitgezonderd in beperkte mate onder de algemene inboedelverzekering) en cyberrisico's. Het glasvezelnetwerk is tot een vastgesteld bedrag verzekerd voor schade, maar het coaxnetwerk zelf is niet verzekerd voor schade.

In augustus 2014 kondigde Telenet aan dat het de komende vijf jaar €500,0 miljoen plant te investeren om de bandbreedtecapaciteit van het Gecombineerde Netwerk te verhogen van 600 MHz tot 1 GHz. Dit moet in de toekomst downloadsnelheden van tenminste 1 Gbps mogelijk maken met als doel om Vlaanderen toe te laten om een digitale infrastructuur aan te bieden met één van de hoogste capaciteiten in Europa. Op 30 juni 2019 had Telenet ongeveer 96% van alle knooppunten in zijn kabelnetwerk geüpgraded.

Voor de continue modernisering van het mobiele netwerk heeft de Vennootschap alle 2.800 macro sites opgewaardeerd en 466 nieuwe sites geïmplementeerd. Telenet lanceerde ook met succes nieuwe Voiceover-WiFi-en Voice-over-LTE-diensten, waardoor de dekking binnenshuis is verbeterd en de geluidskwaliteit in HD wordt geleverd.

1.8 Strategie

De strategie van Telenet is om de beste en meest geprefereerde aanbieder van verbeterde video-, breedbandinternet- en telefoniediensten te zijn en tegelijkertijd zijn omzet, winstgevendheid en cashflow te verbeteren. Telenet wil dit bereiken door de kwaliteit van zijn netwerk te blijven verbeteren en geavanceerde technologieën en innovatieve diensten aan zijn klanten aan te bieden.

In de afgelopen drie jaar heeft Telenet cumulatief ongeveer € 2,0 miljard geïnvesteerd in zijn vaste en mobiele netwerken, zijn producten en zijn klanten om zijn geconvergeerde netwerkleiderschap op de Belgische markt verder te verstevigen. Telenet is ook succesvol begonnen met het inzetten op het potentieel van bedrijfsoplossingen, terwijl het verder doorgaat als aanbieder van geconvergeerd en geconnecteerd entertainment zodat klanten het maximale uit hun digitale levensstijl kunnen halen.

De hoekstenen van Telenets strategie voor de komende drie jaar vormen een uitbreiding van het vorige strategische plan. Na ongeveer 96% van zijn HFC-netwerk te hebben geüpgraded en de modernisering van het verworven mobiele netwerk volledig te hebben voltooid, is Telenet binnenkort klaar om gegevensdownloadsnelheden van minstens 1 Gbps te bieden, aangevuld met een toonaangevend mobiel netwerk in heel België. Gezien de voortdurende groei in zowel vast als mobiel dataverkeer, is Telenet ervan overtuigd dat het een lagere kapitaalintensiteit kan behouden in de komende drie jaar, terwijl het blijft innoveren in het Belgische telecomlandschap.

Telenet heeft de fundamenten voor groei op de zakelijke markt verder versterkt door de overname van SFR Belux en de lokale ICT-integrator Nextel. Deze acquisities stimuleren groei door de uitbreiding naar aangrenzende ICT-diensten met toegevoegde waarde en tegemoetkomen aan de toenemende klantenbehoefte voor one-stopshop oplossingen.

In de residentiële markt wil Telenet zijn sterke merken en geweldige klantenervaring benutten. Telenet heeft een unieke positionering opgebouwd in geconvergeerd geconnecteerd entertainment en het bedrijf streeft naar verdere klantwaarde voor zijn klantenbestand. Als onderdeel van het driejarenplan vergroot Telenet de penetratie in de verworven SFR Belux-voetafdruk, terwijl het gegevens en digitalisering toepast om zeer gepersonaliseerde klantcontactpunten te creëren.

Ten slotte wil Telenet de klantervaring verder verbeteren door de manier waarop ze met het bedrijf omgaan te vereenvoudigen via meer digitale toepassingen. Samen met een radicale vereenvoudiging van het ITlandschap van Telenet en een vereenvoudiging van het operationele model, zullen deze initiatieven naar verwachting leiden tot aanzienlijke kostenbesparingen tot 15% in IT- en residentiële klanten diensten tegen 2021. Deze kostenbesparingen zullen gedeeltelijk opnieuw worden geïnvesteerd om de groei te versnellen in 2020 en 2021.

2. Bespreking van de geconsolideerde jaarrekening

2.1 Opbrengsten per dienst

Over de zes maanden afgesloten op 30 juni 2019 genereerde Telenet € 1.261,6 miljoen bedrijfsopbrengsten, een stijging met 1% tegenover € 1.250,5 miljoen in dezelfde periode van vorig jaar. De bedrijfsopbrengsten over de zes maanden afgesloten op 30 juni 2019 omvatten een bijdrage voor een volledige periode van zes maanden van de lokale ICT-integrator Nextel, die de Vennootschap op 31 mei 2018 verwierf, in vergelijking met een bijdrage van enkel één maand in de eerste helft van vorig jaar hetgeen resulteerde in een incrementele bijdrage van € 23,5 miljoen aan de bedrijfsopbrengsten ten opzichte van de zes maanden afgesloten op 30 juni 2018. Daarnaast omvatten de bedrijfsopbrengsten van de zes maanden eindigend op 30 juni 2019 eveneens voor één maand de opbrengsten van het lokale mediabedrijf De Vijver Media nv (€ 7,9 miljoen), waarvan Telenet op 3 juni 2019 de resterende aandelen van 50% verwierf en dat nu volledig wordt geconsolideerd.

De voornoemde niet-organische effecten buiten beschouwing gelaten, daalden de bedrijfsopbrengsten op rebased basis over de zes maanden afgesloten op 30 juni 2019 licht met 1%, aangezien de hogere opbrengsten uit kabelabonnementen, met inbegrip van een hogere bijdrage van zakelijke klanten door de 'FLUO' en 'WIGO Business' bundels, meer dan werden geneutraliseerd door (i) lagere opbrengsten als gevolg van het verlies van het MVNO-contract met MEDIALAAN, dat sinds begin april een negatieve impact heeft op de wholesaleopbrengsten, (ii) lagere opbrengsten uit mobiele telefonie als weerspiegeling van lagere opbrengsten uit het gebruik, in het kader van het aanhoudende succes van Telenets forfaitaire 'WIGO' quadplaybundels en verbeterde mobiele aanbod, met inbegrip van grotere hoeveelheden mobiele data en (iii) lagere niet-coax B2B-opbrengsten vanwege het seizoensgebonden karakter van de beveiligings- en ICTintegrator activiteiten.

Voor verdere informatie refereren we naar toelichting 5.18 bij de tussentijdse financiële staten van de Vennootschap.

2.1.1 Kabeltelevisie

Telenets opbrengsten uit kabeltelevisie vertegenwoordigen de maandelijkse vergoeding die de kabeltelevisieabonnees betalen voor de kanalen die ze in het basispakket ontvangen, alsook de opbrengsten die door abonnees op premiumkabel-tv worden gegenereerd en die voornamelijk bestaan uit (i) recurrente huurgelden voor settopboxen, (ii) vergoedingen voor extra premium content die Telenet aanbiedt, inclusief abonnementspakketten voor films en programma's à la carte

'Play', 'Play More' en 'Play Sports', en (iii) transactionele en on-demand diensten. Over de zes maanden afgesloten op 30 juni 2019 bedroegen de opbrengsten uit kabeltelevisie € 287,9 miljoen, een daling met 1% tegenover de zes maanden afgesloten op 30 juni 2018, zowel op gerapporteerde als op rebased basis. De lichte terugval jaar-op-jaar was vooral te wijten aan de aanhoudende geleidelijke afname van Telenets totale aantal abonnees voor kabeltelevisie en aan iets lagere opbrengsten uit transactionele VOD-diensten, gedeeltelijk gecompenseerd door het voordeel van de prijsaanpassing in juli 2018 en een hoger aandeel klanten voor premium entertainment.

2.1.2 Breedbandinternet

De opbrengsten genegereerd door Telenets residentiële klanten en kleine ondernemingen met een breedband internetabonnement bedroegen € 323,1 miljoen over de zes maanden afgesloten op 30 juni 2019, een stijging met 4% tegenover de zes maanden afgesloten op 30 juni 2018, zowel op gerapporteerde als op rebased basis. Dit werd gedreven door (i) het aanhoudende succes van de 'WIGO'-producten, dat het aandeel premium breedbandinternet abonnees in de mix verhoogde, (ii) een sterke prestatie in het segment van de kleine ondernemingen en (iii) de gunstige impact van de al vermelde prijsaanpassing, gedeeltelijk geneutraliseerd door de impact van de concurrentiedruk op de klantenbasis.

2.1.3 Vaste telefonie

Telenets opbrengsten uit vaste telefonie omvatten de recurrente opbrengsten uit abonnementsgelden die door de abonnees op vaste telefonie worden betaald alsook variabele verbruiksgerelateerde opbrengsten, maar niet de door deze klanten gegenereerde interconnectieopbrengsten, die onder overige opbrengsten worden gerapporteerd. Over de zes maanden afgesloten op 30 juni 2019 daalden de opbrengsten uit vaste telefonie met 6% naar € 109,8 miljoen vergeleken met € 117,2 miljoen over de zes maanden afgesloten op 30 juni 2018. De gunstige impact van de al vermelde prijsaanpassing werd meer dan geneutraliseerd door (i) een aanhoudende geleidelijke daling van de totale basis van opbrengstgenererende eenheden voor residentiële vaste telefonie in een uitdagende marktcontext en een algemeen dalende markttrend en (ii) lagere verbruiksgerelateerde opbrengsten als gevolg van een aanhoudende verschuiving naar onbeperkt bellen.

2.1.4 Mobiele telefonie

Telenets opbrengsten uit mobiele telefonie vertegenwoordigen de opbrengsten uit abonnementsgelden die door de directe abonnees voor mobiele telefonie worden gegenereerd alsook opbrengsten buiten bundel, maar omvatten niet (i) de interconnectieopbrengsten die door deze klanten worden gegenereerd, (ii) de opbrengsten uit de verkoop van smartphones en (iii) de opbrengsten uit de 'Choose Your Device' programma's, die alle onder overige opbrengsten worden gerapporteerd. Over de zes maanden afgesloten op 30 juni 2019 bedroegen de opbrengsten uit mobiele telefonie € 217,3 miljoen, een daling met 4% jaar-op-jaar op zowel gerapporteerde als rebased basis. De aanhoudend forse nettogroei van het aantal abonnees met een postpaidabonnement werd meer dan geneutraliseerd door (i) lagere opbrengsten die de abonnees op mobiele telefonie buiten hun maandelijkse bundel genereerden, als gevolg van Telenets verbeterde 'WIGO'-quad-playbundels en de overstap naar de afzonderlijke onbeperkte mobiele aanbiedingen van zowel Telenet als BASE, (ii) hogere bundelgerelateerde kortingen na het succes van de 'WIGO' quad-playbundels en (iii) een aanhoudende daling van het aantal klanten met een prepaidkaart.

2.1.5 Bedrijfsdiensten

De onder bedrijfsdiensten gerapporteerde opbrengsten betreffen (i) de opbrengsten die worden gegenereerd op niet-coaxproducten, inclusief glasvezel- en geleasede DSL-lijnen, (ii) door kmo-klanten gegenereerde opbrengsten uit mobiele telefonie, (iii) de 'carrier'-diensten en (iv) diensten met toegevoegde waarde zoals hostingdiensten en beheerde data beveiligingsdiensten. Telenets opbrengsten uit zakelijke klanten omvatten ook de opbrengsten gegenereerd door de lokale ICTintegrator Nextel, die het op 31 mei 2018 overnam. De opbrengsten uit zakelijke klanten op alle coaxgerelateerde producten, zoals het hoofdproduct 'WIGO Business', worden toegerekend aan de opbrengsten uit kabelabonnementen en worden niet gerapporteerd binnen Telenet Business, Telenets B2B-afdeling.

De opbrengsten van Telenet Business bedroegen € 102,7 miljoen voor de zes maanden afgesloten op 30 juni 2019, een stijging met 19% tegenover de zes maanden afgesloten op 30 juni 2018, vooral dankzij de al vermelde bijdrage van Nextel sinds de overname op 31 mei 2018. Op rebased basis daalden de opbrengsten over de zes maanden afgesloten op 30 juni 2019 met 2% vergeleken met de zes maanden afgesloten op 30 juni 2018. Dit was voornamelijk het gevolg van het seizoensgebonden karakter van Telenets beveiligings- en ICT-integrator activiteiten.

2.1.6 Overige

14 | Telenet | Halfjaarverslag 2019 | De overige opbrengsten omvatten (i) interconnectieopbrengsten uit zowel vaste als mobiele telefonie, (ii) wholesale-opbrengsten uit zowel Telenets commerciële als gereguleerde wholesale-activiteiten, (iii) opbrengsten uit de verkoop van smartphones, inclusief de opbrengsten die voortvloeien uit Telenets 'Choose Your Device'-programma's, (iv) vergoedingen voor de activering en installatie van producten, (v) opbrengsten uit de verkoop van settopboxen en (vi) de bijdrage van De Vijver Media NV, dat op 3 juni 2019 volledig werd geconsolideerd. De overige opbrengsten bedroegen € 220,8 miljoen voor de zes maanden afgesloten op 30 juni 2019, grotendeels stabiel jaar-op-jaar op gerapporteerde basis, aangezien lagere interconnectieopbrengsten en lagere wholesale-opbrengsten na het verlies van het MVNO-contract met MEDIALAAN werden gecompenseerd door een hogere CPE-omzet en al vermelde bijdrage voor één maand van De Vijver Media. Op rebased basis daalden de overige opbrengsten met 2% jaar-op-jaar als gevolg van lagere interconnectieopbrengsten na een daling van de gereguleerde vaste afgiftetarieven en lagere wholesale-opbrengsten na het verlies van het MVNO-contract met MEDIALAAN.

2.2 Bedrijfskosten

Over de zes maanden afgesloten op 30 juni 2019 bedroegen de totale bedrijfskosten € 937,0 miljoen, 2% minder dan de € 960,3 miljoen over de zes maanden afgesloten op 30 juni 2018. De negatieve nietorganische impact van de overname van Nextel en De Vijver Media op Telenets kostenbasis over de zes maanden afgesloten op 30 juni 2019 werd meer dan gecompenseerd door lagere afschrijvingen, aangezien het leeuwendeel van de programma's voor de verbetering van de vaste en mobiele infrastructuur nu voltooid is, en lagere overige indirecte kosten. De totale bedrijfskosten kwamen overeen met ongeveer 74% van de bedrijfsopbrengsten over de zes maanden afgesloten op 30 juni 2019 (over de zes maanden afgesloten op 30 juni 2018: ongeveer 77%). Over de zes maanden afgesloten op 30 juni 2019 kwam de kostprijs van geleverde diensten overeen met ongeveer 54% van de totale opbrengsten (over de zes maanden afgesloten op 30 juni 2018: ongeveer 57%) en kwamen de verkoop-, algemene en beheerskosten overeen met ongeveer 21% van de totale bedrijfsopbrengsten over de zes maanden afgesloten op 30 juni 2019 (over de zes maanden afgesloten op 30 juni 2019: ongeveer 19%).

Telenets operationele kosten, het totaal van (i) de netwerk exploitatiekosten, (ii) directe kosten, (iii) personeelskosten, (iv) verkoopen marketingkosten, (v) uitbestede arbeidsdiensten en professionele diensten en (vi) overige indirecte kosten, daalden met 1% jaar-op-jaar op gerapporteerde basis over de zes maanden afgesloten op 30 juni 2019. Op rebased basis, met aanpassing van de kosten voor de zes maanden afgesloten op 30 juni 2018 voor de niet-organische impact van de overname en voor IFRS 16, kon Telenet de totale kosten voor de zes maanden afgesloten op 30 juni 2019 met 1% verminderen tegenover de zes maanden afgesloten op 30 juni 2018. Dit was voornamelijk het gevolg van (i) een vermindering van de personeelskosten met 6%, de weerspiegelig van de transfer van Telenets field services naar Unit-T in KW3 2018, gedeeltelijk geneutraliseerd door hogere kosten van uitbestede arbeidsdiensten en professionele diensten en hogere netwerk kosten, (ii) een daling met 2% van de directe kosten, aangezien hogere programmeringskosten bij De Vijver Media en hogere kosten voor de verkoop van telefoons ruimschoots werden gecompenseerd door beduidend lagere interconnectiekosten en (iii) een daling met 5% van de overige indirecte kosten, het gevolg van Telenets aanhoudende focus op operationele leverage en een strakke kostenbeheersing.

2.3 Kosten per type

2.3.1 Netwerkexploitatiekosten

Telenets netwerk exploitatiekosten bedroegen € 101,9 miljoen voor de zes maanden afgesloten op 30 juni 2019 vergeleken met € 97,0 miljoen voor de zes maanden afgesloten op 30 juni 2018. Op rebased basis stegen de netwerkexploitatiekosten met 6% jaar-op-jaar. In KW3 2018 voltooide Telenet de transfer van zijn field services naar Unit-T, waarin het een participatie van 30% heeft genomen. Via deze joint venture haalt de Vennootschap voordeel uit de groeiende markt van field services in domeinen zoals nieuwe digitale technologieën en het Internet of Things ('IoT'). Deze transactie resulteert in hogere netwerk exploitatiekosten en hogere kosten van uitbestede arbeidsdiensten en professionele diensten, terwijl ze een positieve impact heeft op de personeelskosten, aanzien de ingenieurs op het terrein en hun gerelateerde kosten naar deze nieuwe onderneming overgebracht zijn.

2.3.2 Directe kosten (programmering en auteursrechten, interconnectie en andere)

Telenets directe kosten omvatten alle directe kosten zoals (i) interconnectiekosten, met inbegrip van de MVNO-kosten, (ii) programmerings- en auteursrechten en (iii) de verkoop en subsidiëring van smartphones. Over de zes maanden afgesloten op 30 juni 2019 bedroegen de directe kosten € 255,3 miljoen, grotendeels stabiel vergeleken met de zes maanden afgesloten op 30 juni 2018 ondanks de al vermelde niet-organische impact. Op rebased basis daalden de directe kosten met 2% jaar-op-jaar aangezien hogere programmeringskosten voor De Vijver Media en hogere kosten in verband met de verkoop van telefoons ruimschoots werden gecompenseerd door beduidend lagere interconnectiekosten.

2.3.3 Personeelsgerelateerde kosten

De personeelskosten voor de zes maanden afgesloten op 30 juni 2019 stegen met 2% vergeleken met de zes maanden afgesloten op 30 juni 2018 naar € 128,4 miljoen als gevolg van de reeds vermelde nietorganische impacten en de negatieve kosten impact van de loonindexering in januari van dit jaar. Op rebased basis daalden de personeelskosten over de zes maanden afgesloten op 30 juni 2019 met 6% tegenover de zes maanden afgesloten op 30 juni 2018, een weerspiegeling van de al vermelde transfer van Telenets field services naar Unit-T.

2.3.4 Verkoop en marketingkosten

Vergeleken met de zes maanden afgesloten op 30 juni 2018 bleven de verkoop- en marketingkosten voor de zes maanden afgesloten op 30 juni 2019 grotendeels stabiel, zowel op gerapporteerde als op rebased basis, op € 44,4 miljoen.

2.3.5 Uitbestede arbeidsdiensten en professionele diensten

De kosten in verband met uitbestede arbeidsdiensten en professionele diensten bedroegen € 17,4 miljoen voor de zes maanden afgesloten op 30 juni 2019, een stijging met 19% jaar-op-jaar en een weerspiegeling van de reeds vermelde transfer van Telenets field services naar Unit-T. Op rebased basis stegen de kosten in verband met uitbestede arbeidsdiensten en professionele diensten met 18% tegenover de zes maanden afgesloten op 30 juni 2018.

2.3.6 Overige indirecte kosten

De overige indirecte kosten bedroegen € 49,4 miljoen voor de zes maanden afgesloten op 30 juni 2019, een forse daling met 30% tegenover de zes maanden afgesloten op 30 juni 2018, voornamelijk toe te schrijven aan de al vermelde toepassing van IFRS 16. Op rebased basis daalden de overige indirecte kosten met 5% jaar-op-jaar, een weerspiegeling van de aanhoudende focus op operationele leverage en een strakke kostenbeheersing.

2.3.7 Afschrijvingen en waardeverminderingen, inclusief winsten op de verkoop van materiële vaste activa en overige immateriële vaste activa

De afschrijvingen, met inbegrip van de bijzondere waardevermindering van vaste activa, verlies (winst) uit de verkoop van dochterondernemingen en herstructureringskosten, bedroegen € 332,7 miljoen over de zes maanden afgesloten op 30 juni 2019, vergeleken met € 350,9 miljoen voor de zes maanden afgesloten op 30 juni 2018. Vergeleken met de zes maanden afgesloten op 30 juni 2018 noteerde Telenet, ondanks de toepassing van IFRS 16, lagere afschrijvingen, aangezien het leeuwendeel van de programma's voor de verbetering van zijn vaste en mobiele infrastructuur nu voltooid is.

2.4 Netto financiële kosten

Over de zes maanden afgesloten op 30 juni 2019 bedroegen Telenets netto financiële kosten € 230,7 miljoen, vergeleken met € 149,0 miljoen voor de zes maanden afgesloten op 30 juni 2018. De financiële opbrengsten voor de zes maanden afgesloten op 30 juni 2019 bedroegen € 0,5 miljoen, vergeleken met € 56,1 miljoen voor de zes maanden afgesloten op 30 juni 2018, een bedrag dat een niet-geldelijke winst van € 55,9 miljoen op zijn derivaten bevatte. De netto rentelasten, wisselkoersverliezen en andere financiële kosten daalden met 16% van € 180,5 miljoen voor de zes maanden afgesloten op 30 juni 2018 naar € 152,5 miljoen voor de zes maanden afgesloten op 30 juni 2019, door een significant kleiner niet-gerealiseerd wisselkoersverlies op de uitstaande in USD luidende schuld in vergelijking de zes maanden afgesloten op 30 juni 2018, die ruimschoots een stijging met 19% jaarop-jaar van de toe te rekenen rentekosten als gevolg van een hoger schuldsaldo gerelateerd aan de buitengewone dividenduitkering van oktober 2018 compenseerde.

Voor verdere informatie, verwijzen we naar toelichting 5.20 bij de tussentijdse financiële staten van de Vennootschap.

2.7 Adjusted EBITDA

Over de zes maanden afgesloten op 30 juni 2019 realiseerde Telenet een Adjusted EBITDA van € 664,8 miljoen, of 3% meer dan de € 645,1 miljoen Adjusted EBITDA over de zes maanden afgesloten op 30 juni 2018. De Adjusted EBITDA over de zes maanden afgesloten op 30 juni 2019 weerspiegelde de toepassing van IFRS 16 vanaf januari 2019, met een gunstige impact op de Adjusted EBITDA in de periode met € 20,0 miljoen tegenover de zes maanden afgesloten op 30 juni 2018. Bovendien weerspiegelde de Adjusted EBITDA over de zes maanden afgesloten op 30 juni 2019 de reeds vermelde niet-organische impact van de overname van zowel Nextel als De Vijver Media, waarbij dat laatste € 1,9 miljoen bijdroeg aan de Adjusted EBITDA voor de zes maanden afgesloten op 30 juni 2019. Op gerapporteerde basis verbeterde Telenets Adjusted EBITDA-marge met 110 basispunten naar 52,7% voor de zes maanden afgesloten op 30 juni 2019, vergeleken

2.5 Winstbelastingen

Over de zes maanden afgesloten op 30 juni 2019 noteerde Telenet € 36,6 miljoen winstbelastingen vergeleken met € 32,2 miljoen over de zes maanden afgesloten op 30 juni 2018.

Voor verdere informatie verwijzen we naar toelichting 5.15, bij de tussentijdse financiële staten van de Vennootschap.

2.6 Nettoresultaat

Over de zes maanden afgesloten op 30 juni 2019 boekte Telenet een netto winst van € 56,0 miljoen, vergeleken met een netto winst van € 108,4 miljoen voor de zes maanden afgesloten op 30 juni 2018. De daling van de netto winst met 48% werd voornamelijk gedreven door hogere netto financieringslasten in de periode, die een sterke stijging met 12% jaar-op-jaar van de bedrijfswinst meer dan neutraliseerden. Over de zes maanden afgesloten op 30 juni 2019 realiseerde Telenet een netto winstmarge van 4,4%, vergeleken met een netto winstmarge van 8,7% over de zes maanden afgesloten op 30 juni 2018.

met 51,6% voor de zes maanden afgesloten op 30 juni 2018 op gerapporteerde basis.

Op rebased basis daalde de Adjusted EBITDA voor de zes maanden afgesloten op 30 juni 2019 licht met 1% vergeleken met de zes maanden afgesloten op 30 juni 2018, een weerspiegeling van het verlies van het MVNO-contract met MEDIALAAN en bepaalde regulatoire tegenwinden. Op rebased basis kon Telenet de onderliggende Adjusted EBITDA-marge ove de zes maanden afgesloten op 30 juni 2019 stabiel houden, gedreven door een aanhoudend strakke kostenbeheersing.

(in € miljoen) Voor de zes maanden afgesloten op 30 juni
2019 2018 - restated (*)
Winst over de verslagperiode 56,0 108,4
Belastingen 1
36,6
32,2
Aandeel in het resultaat van geassocieerde deelnemingen 1,4 0,6
Verlies (winst) uit de afstand van activa aan een joint venture (0,1)
Netto financiële kosten 230,7 149,0
Afschrijvingen en waardeverminderingen 331,6 345,5
EBITDA 656,2 635,7
Vergoeding op basis van aandelen 6,9 1,5
Operationele kosten betreffende overnames of desinvesteringen 0,6 2,5
Herstructureringskosten 1,1 5,4
Adjusted EBITDA 664,8 645,1
Adjusted EBITDA-marge 52,7% 51,6%
Nettowinst (verlies) marge 4,4% 8,7%

(*) We verwijzen naar 5.1.6 Wijzigingen in de financiële verslaggeving.

2.8 Bedrijfsinvesteringen

De toe te rekenen investeringsuitgaven voor de zes maanden afgesloten op 30 juni 2019 bedroegen € 307,8 miljoen, een stijging met 2% tegenover de zes maanden afgesloten op 30 juni 2018, en omvatten de opname van de uitzendrechten van de Britse Premier League voor een periode van drie seizoenen. Overeenkomstig de EU IFRS zijn deze uitzendrechten geactiveerd als immateriële vaste activa en worden ze pro rata afgeschreven naarmate de voetbalseizoenen vorderen. Met inbegrip van de voornoemde voetbaluitzendrechten, vertegenwoordigden de toe te rekenen investeringsuitgaven ongeveer 24% van de opbrengsten voor de zes maanden afgesloten op 30 juni 2019, wat hetzelfde was vergeleken met de zes maanden afgesloten op 30 juni 2018.

De opname van de voetbaluitzendrechten voor de zes maanden afgesloten op 30 juni 2019 buiten beschouwing gelaten, daalden Telenets toe te rekenen investeringsuitgaven met 12% jaar-op-jaar naar ongeveer 21% van de opbrengsten, gedreven door beduidend lagere investeringen in zijn netwerk als gevolg van de grote vooruitgang tot heden van de uitbreiding van de capaciteiten van de vaste en mobiele infrastructuur. Op 30 juni 2019 had Telenet vrijwel al zijn macrosites gemoderniseerd, 466 nieuwe sites in gebruik genomen en ongeveer 96% van de HFC-knooppunten in zijn servicegebied geüpgraded. Zo kon het de modernisering van het mobiele netwerk grotendeels afronden en verwacht Telenet zijn project 'Grote Netwerf' medio 2019 te voltooien.

De investeringsuitgaven met betrekking tot installaties bij klanten, die Telenets uitgaven in verband met settopboxen, modems en WiFipowerlines omvatten, vertegenwoordigden € 59,0 miljoen over de zes maanden afgesloten op 30 juni 2019. De stijging met 18% ten opzichte van de zes maanden afgesloten op 30 juni 2018 was het gevolg van Telenets succesvolle campagnes voor connectiviteit in huis om de draadloze ervaring van Telenets klanten thuis huis te verbeteren, met onder meer de verhuring van WiFi-powerline boosters. Tegelijkertijd zijn wij begonnen met de uitrol van Telenets in de cloud gebaseerde settopboxen, waarmee wij verder vooruitlopen in innovatie en Telenets klanten een superieure entertainmentbeleving aanbieden. Voor de zes maanden afgesloten op 30 juni 2019 vertegenwoordigden de investeringsuitgaven voor installaties bij klanten ongeveer 22% van Telenets totale toe te rekenen investeringsuitgaven (met uitsluiting van de opname van de voetbaluitzendrechten).

De toe te rekenen investeringsuitgaven voor de uitbreiding en upgrades van het netwerk bedroegen € 54,3 miljoen over de zes maanden afgesloten op 30 juni 2019, een daling met 49% tegenover de zes maanden afgesloten op 30 juni 2018 en voornamelijk een weerspiegeling van de voornoemde vooruitgang in termen van de verbetering van de netwerken. In de zes maanden afgesloten op 30 juni 2019 vertegenwoordigden de netwerkgerelateerde investeringsuitgaven ongeveer 20% van Telenets totale toe te rekenen investeringsuitgaven (met uitsluiting van de opname van de voetbaluitzendrechten).

De investeringsuitgaven voor producten en diensten, die onder meer de investeringen in productontwikkeling en de upgrade van de ITplatformen en -systemen weerspiegelen, bedroegen in totaal € 58,2 miljoen over de zes maanden afgesloten op 30 juni 2019. Dit is een bescheiden stijging met 1% jaar-op-jaar en weerspiegelt de vooruitgang van het IT-upgradeprogramma. De investeringsuitgaven voor producten en diensten vertegenwoordigden ongeveer 22% van de totale toe te rekenen investeringsuitgaven (met uitsluiting van de opname van de uitzendrechten het voetbal) voor de zes maanden afgesloten op 30 juni 2019.

De rest van de toe te rekenen investeringsuitgaven omvatte herstellingen en vervangingen van netwerkapparatuur, kosten voor de aankoop van sport en programmering en bepaalde recurrente investeringen in het IT-platform en IT-systemen. Ze bedroegen € 136,3 miljoen voor de zes maanden afgesloten op 30 juni 2019, met inbegrip van de al vermelde opname van de uitzendrechten van de Britse Premier League en de nietorganische impact van de overname van De Vijver Media.

Het bovenstaande impliceert dat ongeveer 64% van de toe te rekenen investeringsuitgaven (met uitsluiting van de opname van de uitzendrechten het voetbal) voor de zes maanden afgesloten op 30 juni 2019 schaalbaar was en gerelateerd was aan de groei van het abonneebestand. Telenet zal er nauwlettend op blijven toezien dat zijn investeringsuitgaven de opbrengsten incrementeel doen stijgen.

Reconciliatie tussen toe te rekenen bedrijfsinvesteringen en geldelijke bedrijfsinvesteringen:

(in € miljoen) Voor de zes maanden afgesloten op 30 juni
2019 2018 - restated (*)
Totaal verwerving van materiële vaste activa 307,8 301,7
Activa verworven via kapitaalgerelateerde financieringsregelingen met leveranciers 1
(107,8)
(145,8)
Activa verworven onder leases (38) (12,7)
Veranderingen in kortlopende verplichtingen gerelateerd aan bedrijfsinvesteringen 28,9 61,7
Totaal geldelijke bedrijfsinvesteringen, netto 190,9 204,9

(*) We verwijzen naar 5.1.6 Wijzigingen in de financiële verslaggeving.

2.9 Operationele vrije kasstroom

In de zes maanden afgesloten op 30 juni 2019 leverde de som van Telenets Adjusted EBITDA en toe te rekenen investeringsuitgaven, de opname van de voetbaluitzendrechten buiten beschouwing gelaten, een operationele vrije kasstroom van € 398,3 miljoen op. Vergeleken met de zes maanden afgesloten op 30 juni 2018 verbeterde de operationele vrije kasstroom met 16%, voornamelijk dankzij een daling met 12% van onze toe te rekenen investeringsuitgaven (de opname van de voetbaluitzendrechten buiten beschouwing gelaten) en de reeds vermelde stijging van de Adjusted EBITDA.

Reconciliatie tussen adjusted EBITDA en Operating Free Cash Flow:

(in € miljoen) Voor de zes maanden afgesloten op 30 juni
2019 2018 - restated (*)
Adjusted EBITDA 664,8 645,1
Toe te rekenen bedrijfsinvesteringen (307,8) (301,7)
Opname van voetbaluitzendrechten 41,3
Toe te rekenen bedrijfsinvesteringen, exclusief de opname van
voetbaluitzendrechten en licenties voor het mobiele spectrum
(266,5) (301,7)
Operationele vrije kasstroom 398,3 343,4

(*) We verwijzen naar 5.1.6 Wijzigingen in de financiële verslaggeving.

2.10 Kasstroom en liquide middelen

2.10.1 Nettokastroom uit bedrijfsactiviteiten

In de zes maanden afgesloten op 30 juni 2019 genereerden Telenets activiteiten een netto kasstroom van € 499,2 miljoen, vergeleken met € 519,1 miljoen over de zes maanden afgesloten op 30 juni 2018. De netto kasstroom uit de operationele activiteiten over de zes maanden afgesloten op 30 juni 2019 omvatte de niet-organische impact van de overname van Nextel en De Vijver Media en de toepassing van de nieuwe lease-standaard IFRS 16, die wordt gecompenseerd door de netto kasstromen die worden gebruikt bij financieringsactiviteiten. De netto operationele kasstroom daalde met 4% jaar-op-jaar en omvatte (i) € 53,4 miljoen hogere geldelijke betalingen van belastingen vergeleken met vorig jaar, (ii) € 38,3 miljoen hogere geldelijke rentelasten en kasderivaten als gevolg van de timingverschillen, vergeleken met de zes maanden afgesloten op 30 juni 2018 en (iii) de positieve impact van de toepassing van IFRS 16.

2.10.2 Nettokasstroom gebruikt in investeringsactiviteiten

In de zes maanden afgesloten op 30 juni 2019 bedroeg de netto kasstroom die werd gebruikt in investeringsactiviteiten € 206,6 miljoen, tegenover € 265,8 miljoen voor de zes maanden afgesloten op 30 juni 2018. De netto kasstroom gebruikt in investeringsactiviteiten voor de zes maanden afgesloten op 30 juni 2019 weerspiegelde de overname van het resterende aandeel van 50% in het lokale mediabedrijf De Vijver Media in juni 2019, terwijl de netto kasstroom gebruikt in investeringsactiviteiten voor de zes maanden afgesloten op 30 juni 2018 de volledige overname van de lokale ICT-integrator Nextel in mei 2018 weerspiegelde. In KW3 2016 implementeerde Telenet zijn leverancierskredietprogramma, waardoor het zijn betalingstermijnen voor bepaalde leveranciers tegen aantrekkelijke all-in kosten kon verlengen tot 360 dagen. Over de zes maanden afgesloten op 30 juni 2019 verwierf de Vennootschap € 107,8 miljoen aan activa via regelingen voor kapitaalgerelateerd leverancierskrediet, met een positieve impact op de netto kasstroom gebruikt in investeringsactiviteiten voor eenzelfde bedrag. Dit weerspiegelde een jaar-op-jaar daling van 26% voor de zes maanden afgesloten op 30 juni 2019. Zie Deel 2.8 - Investeringsuitgaven voor een aansluiting tussen toe te rekenen kapitaaluitgaven en kapitaaluitgaven in contanten.

2.10.3 Nettokasstroom uit financieringsactiviteiten

In de zes maanden afgesloten op 30 juni 2019 bedroeg de netto kasstroom die werd gebruikt in financieringsactiviteiten € 241,3 miljoen, tegenover € 165,9 miljoen netto kasstroom gebruikt in financieringsactiviteiten voor zes maanden afgesloten op 30 juni 2018. De netto kasstroom gebruikt in financieringsactiviteiten over zes maanden afgesloten op 30 juni 2019 weerspiegelde een daling met € 168,0 miljoen van Telenets leningen en kredieten als gevolg van de geplande aflossingen van zijn kortlopende verplichtingen voor leverancierskredieten. Over zes maanden afgesloten op 30 juni 2019 gaf het ook € 101,1 miljoen uit aan de inkoop van eigen aandelen in het kader van het Aandeleninkoopprogramma 2018bis van €300,0 miljoen, dat eind juni 2019 volledig voltooid was. In dit programma slaagde Telenet erin om ongeveer 6,8 miljoen eigen aandelen in te kopen, waarvan ongeveer 1,9 miljoen werden geschrapt na de Buitengewone Aandeelhoudersvergadering van april 2019. De rest van de netto kasstroom gebruikt in financieringsactiviteiten bestond hoofdzakelijk uit terugbetalingen van leases en andere financiële betalingen.

2.10.4 Aangepaste vrije kasstroom

In de zes maanden afgesloten op 30 juni 2019 genereerde Telenet een aangepaste vrije kasstroom van € 206,7 miljoen. Dit vertegenwoordigde een daling van 23% ten opzichte van de € 268,3 miljoen die het over zes maanden afgesloten op 30 juni 2018 genereerde die een aanzienlijk hogere bijdrage van zijn leveranciersfinancierings-programma omvatte vergeleken met zes maanden afgesloten op 30 juni 2019 (€66,8 miljoen). Exclusief deze impact in beide periodes, steeg de aangepaste vrije kasstroom met 3% op jaarbasis, ondanks aanzienlijk hogere betaalde belastingen en rentelasten in vergelijking met zes maanden afgesloten op 30 juni 2018.

(in € miljoen) Voor de zes maanden afgesloten op 30 juni
2019 2018 - restated (*)
Nettokasstroom uit bedrijfsactiviteiten 499,2 519,1
Geldelijke kosten betreffende overnames of desinvesteringen 0,3 1,9
Kosten gefinancierd door een derde partij 116,2 68,8
Verwerving van materiële vaste activa (134,7) (132,2)
Verwerving van immateriële vaste activa (56,2) (72,7)
Kapitaalaflossingen op bedragen gefinancierd door leveranciers en tussenpersonen (180,1) (103,9)
Kapitaalaflossingen op leaseverplichtingen (uitgezonderd netwerkgerelateerde leases) (25,4) (2,3)
Kapitaalaflossingen op toevoegingen aan netwerkgerelateerde leases na overname (12,6) (10,4)
Aangepaste vrije kasstroom 206,7 268,3

(*) We verwijzen naar 5.1.6 Wijzigingen in de financiële verslaggeving.

2.11 Schuldprofiel, kassaldo en netto hefboomratio

2.11.1 Schuldprofiel

Op 30 juni 2019 bedroeg Telenets totale schuld (inclusief toe te rekenen rente) € 5.871,4 miljoen, waarvan een hoofdsom van € 1.957,4 miljoen verband houdt met de Senior Secured Fixed Rate Notes die in de periode 2027 tot 2028 vervallen en een hoofdsom van € 2.761,7 miljoen verschuldigd is onder zijn Amended Senior Credit Facility 2018 die van augustus 2026 tot december 2027 vervalt . De totale schuld op 30 juni 2019 omvatte ook een hoofdsom van € 399,2 miljoen in verband met het leverancierskredietprogramma, die vrijwel volledig binnen de 12 maanden vervalt, en € 23,8 miljoen voor het uitstaande gedeelte van de licenties voor het 2G en 3G mobiele spectrum. Het restant vertegenwoordigt voornamelijk de verplichtingen uit hoofde van leases in verband met de overname van Interkabel en operationele leaseverplichtingen na de toepassing van IFRS 16.

In mei 2019 heeft de Vennootschap een nieuwe kortlopende doorlopende kredietfaciliteit ("RCF AP") uitgegeven voor een totaalbedrag van € 60,0 miljoen. Deze faciliteit vervalt op 31 december 2021 en heeft een marge van 2,25% boven EURIBOR (met een bodem van 0%) en kan worden gebruikt voor algemene bedrijfsdoeleinden van de groep. Op 30 juni 2019 was deze faciliteit volledig ongebruikt.

Op 3 juni 2019 verwierf Telenet het resterende aandeel van 50% in het lokale mediabedrijf De Vijver Media nv. Onmiddellijk na de afronding van deze transactie betaalde het de schuld van De Vijver Media (€62,0 miljoen) ten aanzien van derde partijen terug en beëindigde de bestaande renteswaps op zijn schuld met variabele rente, wat resulteerde in een geldelijke betaling van €1,1 miljoen. Alle transacties werden vereffend met beschikbare geldmiddelen op de balans.

De kortlopende verplichtingen voor het leverancierskredietprogramma buiten beschouwing gelaten, heeft Telenet op 30 juni 2019 geen vervallende schulden voor augustus 2026 met een gewogen gemiddelde looptijd van 8,0 jaar. Daarnaast had de Vennootschap op 30 juni 2019 ook volledig toegang tot € 505,0 miljoen niet-opgenomen verbintenissen onder zijn wentelkredietfaciliteiten, beschikbaar tot juni 2023.

2.11.2 Schuldoverzicht en betalingsschema's

Voor bijkomende informatie over de schuldinstrumenten en het betalingsschema van de Vennootschap per 30 juni 2019 verwijzen we naar toelichting 5.13, bij de tussentijdse financiële staten van de Vennootschap.

2.11.3 Kassaldo en beschikbaarheid van middelen

Op 30 juni 2019 hield Telenet € 139,5 miljoen aan geldmiddelen en kasequivalenten vergeleken met € 88,2 miljoen op 31 december 2018. Om het tegenpartijrisico zoveel mogelijk te beperken, plaatst de Vennootschap zijn kasequivalenten en geldmarktfondsen met een AAArating bij Europese en Amerikaanse financiële instellingen met een hoge kredietwaardigheid. Vergeleken met 31 december 2018 nam Telenet's kassaldo op 30 juni 2019 beduidend toe met € 51,3 miljoen, gedreven door een forse groei van de aangepaste vrije kasstroom in KW2, meestal het sterkste kwartaal voor het bedrijf. Dit werd gedeeltelijk geneutraliseerd door de al vermelde verwerving van het resterende aandeel van 50% in De Vijver Media en de aanverwante vrijwillige schuldaflossing. Daarnaast voerde Telenet het restant uit van zijn Aandeleninkoopprogramma 2018bis van € 300,0 miljoen, met een uitgave van € 101,1 miljoen in de eerste helft van 2019. In de loop van het volledige programma heeft Telenet bijna 6,8 miljoen aandelen ingekocht en op 30 juni 2019 hield het iets meer dan 5,8 miljoen eigen aandelen, wat de schrapping weerspiegelt van bijna 1,9 miljoen eigen aandelen eind april 2019 na de goedkeuring door de Buitengewone Algemene Aandeelhoudersvergadering. Op 30 juni 2019 had de Vennootschap naast zijn beschikbare kassaldo toegang tot € 505,0 miljoen aan beschikbare toezeggingen onder de Amended Senior Credit Facility 2018 en andere wentelkredietfaciliteiten, mits de hierna vermelde convenanten worden nageleefd.

Voor verdere informatie verwijzen we naar de toelichting 5.11, bij de tussentijdse financiële staten van de Vennootschap.

2.11.4 Netto hefboomratio

Tijdens de Capital Markets Day in december 2018 herbevestigde Telenet zijn kader voor de schuldgraad, die behouden blijft op 3,5x tot 4,5x netto totale schuld tegenover geconsolideerde EBITDA op jaarbasis ('netto totale schuldgraad'). Zonder wezenlijke overnames en/of beduidende wijzingen van zijn activiteiten of van de regelgeving, wil de Vennootschap met een aantrekkelijk en houdbaar niveau van de uitkeringen aan aandeelhouders met een schuldgraad van 4,0x in het midden van de range blijven. Op 30 juni 2019 bereikte de netto totale schuldgraad 4,3x.

De netto convenant schuldgraad, berekend volgens de Amended Senior Credit Facility 2018, met inbegrip van bepaalde niet-gerealiseerde kostensynergieën in verband met fusies en overnamen en met uitsluiting van zowel leasegerelateerde verplichtingen als aan leverancierskredieten gerelateerde kortlopende verplichtingen, bereikte 3,5x op 30 juni 2019. De huidige netto convenant schuldgraad ligt beduidend onder het 'springing maintenance covenant' van 6,0x en de beschikbaarheidstest van 4,5x netto senior leverage.

3. Risicofactoren

3.1 Algemene informatie

Bepaalde uitspraken in dit Halfjaarverslag zijn uitspraken betreffende de toekomst zoals bepaald in de Private Securities Litigation Reform Act van 1995. Voor zover dat uitspraken in dit Halfjaarverslag geen herhalingen zijn van historische feiten, zijn het uitspraken betreffende de toekomst. Deze uitspraken omvatten per definitie risico's en onzekerheden waardoor de eigenlijke resultaten sterk kunnen verschillen van deze uitgesproken of bedoeld door dergelijke uitspraken. Uitspraken onder Sectie 1. Informatie over het bedrijf kunnen uitspraken betreffende de toekomst bevatten, met inbegrip van uitspraken betreffende Telenets activiteiten, producten, wisselkoersen en financiële strategieën voor 2019, alsook klantgroei en retentieratio's, concurrentiële, regelgevende en economische factoren, de timing en impacten van voorgestelde transacties, de maturiteit van Telenets markten, de verwachte impacten van nieuwe regelgeving (of veranderingen aan bestaande regelgeving), verwachte veranderingen in de opbrengsten, kosten of groeivoeten, de liquiditeit, kredietrisico's, wisselkoersrisico's, toekomstige netto hefboomratio's, de toekomstige verwachte contractuele verbintenissen en kasstromen en overige informatie en uitspraken die geen historische feiten zijn. Telkens wanneer Telenet in elke uitspraak betreffende de toekomst een verwachting of geloof aanhaalt met betrekking tot toekomstige resultaten of gebeurtenissen heeft het zulke verwachting of geloof naar best vermogen en op een redelijke basis ingeschat. Er is echter geen zekerheid dat deze verwachting of geloof ook zal gerealiseerd worden. De Vennootschap verwijst dan ook naar de risico's en onzekerheden besproken in toelichting 5.3 Risicobeheer van Telenets Jaarverslag 2018, alsook naar onderstaande niet-exhaustieve lijst van bepaalde factoren die ervoor kunnen zorgen dat de werkelijke resultaten in een belangrijke mate kunnen verschillen van de verwachte resultaten of gebeurtenissen:

  • Economische ontwikkelingen en sectorspecifieke trends;
  • De concurrentiële omgeving waarin Telenet en zijn dochtervennootschappen actief zijn, waaronder het antwoord van concurrenten op Telenets producten en diensten;
  • Wisselkoers- en renteschommelingen;
  • De instabiliteit in wereldwijde financiële markten, met inbegrip van de schuldencrisis en de daarmee samenhangende fiscale hervormingen;
  • Het beschikbaar inkomen van consumenten en de hoogte van consumentenuitgaven, inclusief de beschikbaarheid en hoogte van consumentenschuld;
  • Veranderingen op televisievlak met betrekking tot de voorkeuren en gewoontes van consumenten;
  • De aanvaarding door consumenten van Telenets bestaande dienstenaanbod, inclusief kabeltelevisie, breedbandinternet, vaste en mobiele telefonie en bedrijfsdiensten, en van nieuwe technologieën, veranderingen in programmering en van breedbandinternetdiensten die Telenet mogelijk kan aanbieden;
  • Telenets vermogen om snelle technologische veranderingen op te vangen;
  • Telenets vermogen om het aantal abonnementen op kabeltelevisie, breedbandinternet, vaste en mobiele telefonie, alsook de gemiddelde opbrengst per klantenrelatie te behouden en te vergroten;
  • Telenets vermogen om een goede dienstverlening aan klanten aan te bieden, met inbegrip van ondersteuning voor nieuwe en veranderende producten en diensten;
  • Telenets vermogen om abonnementsgelden te verhogen of te behouden, alsook zijn vermogen om hogere kosten door te rekenen naar zijn abonnees;
  • De impact van Telenets toekomstige financiële prestaties, of marktomstandigheden in het algemeen, op de beschikbaarheid, voorwaarden en de inzet van kapitaal;
  • Wijzigingen in, of het niet kunnen voldoen aan, regelgeving van de overheid in België en nadelige resultaten van de regelgevende procedure;
  • De tussenkomst van de overheid die het breedband- en televisienetwerk van Telenet openstelt voor concurrenten;
  • Telenets vermogen om goedkeuringen te verkrijgen van de regelgevende autoriteiten en om te voldoen aan overige voorwaarden om overnames en desinvesteringen af te ronden en de impact van de voorwaarden die gesteld worden door de regelgevende autoriteiten in overeenstemming met overnames;
  • Telenets vermogen om op een succesvolle manier nieuwe bedrijven over te nemen en, indien overgenomen, deze te integreren en verwachte efficiëntieverbeteringen te realiseren en zijn businessplan te implementeren;
  • Veranderingen in wetten of verdragen betreffende de belasting, of de intepretatie daarvan, in België;
  • Veranderingen in wetten of regulering, die de beschikbaarheid en de kost van schulden kunnen beïnvloeden, en de derivaten die bepaalde financiële risico's indekken;

21 | Telenet | Halfjaarverslag 2019 |

  • Het vermogen van leveranciers en verkopers om tijdig kwaliteitsvolle producten, apparatuur, software, diensten en toegang te leveren;
  • De beschikbaarheid van aantrekkelijke programmering voor Telenets kabeltelevisie tegen redelijke kosten, met inbegrip van retransmissie- en auteursrechtenvergoedingen aan publieke en private omroepen;
  • Onzekerheden die inherent zijn aan de ontwikkeling en integratie van nieuwe business lines en bedrijfsstrategieën;
  • Telenets vermogen om correct toekomstige netwerkbehoeftes te voorspellen en te plannen;
  • De beschikbaarheid van kapitaal voor de verwerving en/of ontwikkeling van telecommunicatienetwerken en diensten;
  • Problemen die we kunnen ontdekken met betrekking tot de activiteiten van bedrijven die we hebben overgenomen, met inbegrip van interne controles en financiële rapportering;
  • Het lekken van gevoelige klantgegevens;
  • De uitkomst van lopende of dreigende rechtszaken;
  • Het verlies van belangrijke medewerkers en de beschikbaarheid van gekwalificeerd personeel;
  • Veranderingen in de aard van de belangrijkste strategische relaties met partners en joint ventures; en
  • Elementen die buiten de controle van Telenet vallen, zoals politieke onrust op de internationale markten, terreuraanslagen, natuurrampen, pandemieën en andere soortgelijke evenementen.
  • De substantiële schuldgraad van Telenet zou het vermogen van Telenet kunnen beperken om aanvullende financiering te verkrijgen en andere negatieve effecten hebben; en
  • Telenet is onderhevig aan stijgende bedrijfskosten en inflatierisico's, wat een nadelige invloed kan hebben op de bedrijfsresultaten van Telenet.

Bijkomende risico's en onzekerheden die de Vennootschap momenteel onbekend zijn of die de Vennootschap momenteel onbelangrijk acht, kunnen de Vennootschap eveneens schade berokkenen.

3.2 Juridische geschillen en ontwikkelingen op het vlak van regelgeving

De Vennootschap is betrokken bij een aantal juridische procedures die zijn ontstaan in het normale verloop van haar activiteiten. In het Jaarverslag 2018 bespreekt de Vennootschap een aantal procedures, die nog in behandeling zijn en waarbij de Vennootschap betrokken is, en die in het recente verleden al dan niet een aanzienlijke impact kunnen hebben gehad op de financiële situatie of winstgevendheid van de Vennootschap. In toelichting 5.23 bespreekt de Vennootschap bepaalde voorwaardelijke verplichtingen en regelgevende gebeurtenissen. Er zijn geen nieuwe of gewijzigde juridische procedures dan deze vermeld in het Jaarverslag 2018 of toelichting 5.23, waarvan de Vennootschap een nadelig materieel effect zou kunnen verwachten op haar activiteiten of geconsolideerde financiële situatie. De Vennootschap merkt echter op dat het resultaat van juridische procedures soms uitzonderlijk moeilijk te voorspellen is en de Vennootschap biedt hierover dan ook geen garanties.

4. Verklaring van juiste weergave door het management van de Vennootschap

Wij, de ondergetekenden, John Porter, Chief Executive Officer van Telenet Group Holding NV, en Erik Van den Enden, Chief Financial Officer van Telenet Group Holding NV, verklaren dat naar ons weten:

  • De verkorte geconsolideerde tussentijdse financiële staten, die zijn opgesteld overeenkomstig de toepasselijke standaarden voor tussentijdse financiële staten (IAS 34 zoals aanvaard door de Europese Unie), een getrouw beeld geven van de activa, de verplichtingen, de financiële toestand en van de resultaten van de emittent en de in de consolidatie opgenomen ondernemingen;
  • De tussentijdse bespreking en analyse door het management een getrouw overzicht geeft van de ontwikkeling en de resultaten van het bedrijf over de eerste zes maanden van het jaar en van de positie van de emittent en de in de consolidatie opgenomen ondernemingen, alsmede een beschrijving van de voornaamste risico's en onzekerheden waaraan de emittent blootgesteld is.

CEO CFO

John Porter Erik Van den Enden

1. Verkorte geconsolideerde tussentijdse balans

(in € miljoen) Toelichting 30 juni 2019 31 december 2018,
herzien (*)
Activa
Vaste activa:
Materiële vaste activa 5.4 2.381,6 2.230,8
Goodwill 5.5 1.874,7 1.807,8
Overige immateriële activa 5.6 841,5 753,5
Uitgestelde belastingsvorderingen 5.15 280,6 247,1
Deelnemingen in en leningen aan geassocieerde deelnemingen 5.7.1 15,6 67,3
Overige investeringen 5.7.2 5,9 5,0
Derivaten 5.14 25,3 6,0
Handelsvorderingen 5.8.1 0,1 0,9
Overige activa 5.9.1 14,9 17,3
Totaal vaste activa 5.440,2 5.135,7
Vlottende activa:
Voorraden 5.10 29,1 28,0
Handelsvorderingen 5.8.2 219,8 201,9
Overige vlottende activa 5.9.2 147,2 142,7
Geldmiddelen en kasequivalenten 5.11 139,5 88,2
Derivaten 5.14 62,5 62,8
Totaal vlottende activa 598,1 523,6
Totaal activa 6.038,3 5.659,3
(in € miljoen) Toelichting 30 juni 2019 31 december 2018,
herzien (*)
-- ---------------- ------------- -------------- ----------------------------------

Eigen vermogen en verplichtingen

Eigen vermogen:

Geplaatst kapitaal 5.12 12,8 12,8
Uitgiftepremies en overige reserves 5.12 764,0 799,9
Overgedragen verliezen 5.12 (2.401,8) (2.446,0)
Herwaarderingen 5.12 (16,5) (16,5)
Eigen vermogen toe te rekenen aan de eigenaars van de
vennootschap
(1.641,5) (1.649,8)
Minderheidsbelangen 5.12 23,1 22,9
Totaal eigen vermogen (1.618,4) (1.626,9)

Langlopende verplichtingen:

Leningen en overige financieringsverplichtingen 5.13 5.286,7 5.161,0
Derivaten 5.14 319,9 211,3
Over te dragen opbrengsten 5.18 2,4 2,9
Uitgestelde belastingverplichtingen 5.15 168,3 163,4
Overige schulden 5.16 90,5 74,4
Totaal langlopende verplichtingen 5.867,8 5.613,0

Kortlopende verplichtingen:

Leningen en overige financieringsverplichtingen 5.13 584,7 504,1
Handelsschulden 245,9 184,7
Toe te rekenen kosten en overige kortlopende verplichtingen 5.17 575,8 535,3
Over te dragen opbrengsten 5.18 120,5 101,3
Derivaten 5.14 72,0 64,3
Kortlopende belastingschuld 5.15 190,0 283,5
Totaal kortlopende verplichtingen 1.788,9 1.673,2
Totaal verplichtingen 7.656,7 7.286,2
Totaal eigen vermogen en verplichtingen 6.038,3 5.659,3

(*) We verwijzen naar toelichting 5.22.2 en 5.1.6 voor gedetailleerde informatie over de impact van de afronding van de toewijzing van de aankoopprijs van Nextel en de alignering van de grondslagen voor de financiële verslaggeving van de Nextel-overname.

De Vennootschap heeft IFRS 16 voor het eerst toegepast op 1 januari 2019, met behulp van de aangepaste retro-actieve benadering. Volgens deze methode wordt vergelijkende informatie niet aangepast en wordt het cumulatieve effect van de eerste toepassing van IFRS 16 opgenomen in het overgedragen resultaat op de datum van eerste toepassing. Zie toelichting 5.25.

De toelichting is een integraal onderdeel van deze verkorte geconsolideerde tussentijdse financiële staten.

2. Verkorte geconsolideerde tussentijdse staat van het resultaat over de verslagperiode en het netto resultaat rechtstreeks verwerkt in het eigen vermogen

(in € miljoen, behalve aandeleninformatie) Voor de zes maanden afgesloten op 30 juni
Toelichting 2019 2018 als herzien (*)
Winst over de verslagperiode
Opbrengsten 5.18 1.261,6 1.250,5
Kostprijs van geleverde diensten 5.19 (677,1) (718,8)
Brutowinst 584,5 531,7
Verkoop-, algemene en beheerskosten 5.19 (259,9) (241,5)
Resultaat uit bedrijfsactiviteiten 324,6 290,2
Financiële opbrengsten 0,5 56,1
Netto interestopbrengsten en wisselkoerswinsten 5.20 0,5 0,2
Netto winst op afgeleide financiële instrumenten 5.20 55,9
Financiële kosten (231,2) (205,1)
Netto interestkosten, wisselkoersverliezen en overige financiële kosten 5.20 (152,5) (180,5)
Netto verlies op afgeleide financiële instrumenten 5.14 & 5.20 (78,7)
Verlies bij vervroegde aflossing van schulden 5.20 (24,6)
Netto financiële kosten 5.20 (230,7) (149,0)
Aandeel in het resultaat van geassocieerde deelnemingen 5.7 (1,4) (0,6)
Winst vóór belastingen 92,6 140,6
Belastingen 5.15 (36,6) (32,2)
Winst over de verslagperiode 56,0 108,4
(in miljoenen euro, behalve aandeleninformatie) Voor de zes maanden afgesloten op 30 juni
Toelichting 2019 2018 als herzien (*)

Netto resultaat rechtstreeks verwerkt in het eigen vermogen

Elementen die niet naar de geconsolideerde staat van
het resultaat gerecycleerd zullen worden
Herwaardering van verplichtingen /(tegoeden) uit te bereiken doel
pensioenplannen
(6,8)
Uitgestelde belastingen 2,0
Nettoresultaat rechtstreeks verwerkt in het eigen vermogen, netto
van belastingen
(4,8)
Totaalresultaat voor de periode 56,0 103,6
Winst toe te rekenen aan: 56,0 108,4
Eigenaars van de Vennootschap 55,9 109,1
Minderheidsbelangen 0,1 (0,7)
Totaalresultaat voor de periode, toe te rekenen aan: 56,0 103,6
Eigenaars van de Vennootschap 55,9 104,3
Minderheidsbelangen 0,1 (0,7)
Winst per aandeel
Gewone winst per aandeel in €
5.21
0,5 1,0
Verwaterde winst per aandeel in €
5.21
0,5 1,0

(*) We verwijzen naar toelichting 5.22.2 en 5.1.6 voor gedetailleerde informatie over de impact van de afronding van de toewijzing van de aankoopprijs van Nextel en de alignering van de grondslagen voor de financiële verslaggeving van de Nextel-overname.

De Vennootschap heeft IFRS 16 voor het eerst toegepast op 1 januari 2019, met behulp van de aangepaste retro-actieve benadering. Volgens deze methode wordt vergelijkende informatie niet aangepast en wordt het cumulatieve effect van de eerste toepassing van IFRS 16 opgenomen in het overgedragen resultaat op de datum van eerste toepassing. Zie toelichting 5.25.

De toelichting is een integraal onderdeel van deze verkorte geconsolideerde tussentijdse financiële staten.

3. Verkorte geconsolideerde tussentijdse staat van wijzigingen in het eigen vermogen

Toewijsbaar aan aandeelhouders van de
Vennootschap
Toelichting Geplaatst
kapitaal
Kapitaal
reserve
Reserve voor
vergoedingen
o.b.v.
aandelen
Wettelijke
reserve
Reserve
eigen
aandelen
Overige
reserve
Overgedra
gen
verliezen
Herwaardering
en
Totaal Minderheids
-belangen
Totaal
Eigen
Vermogen
(in € miljoen, behalve aandeleninformatie)
31 december 2018 zoals gerapporteerd 12,8 80,7 104,6 64,8 (312,5) 862,3 (2.444,6) (16,5) (1.648,4) 22,9 (1.625,5)
Nextel PPA aanpassing1 (1,5) (1,5) (1,5)
1 januari 2019 na impact finalisatie PPA Nextel 12,8 80,7 104,6 64,8 (312,5) 862,3 (2.446,1) (16,5) (1.649,9) 22,9 (1.627,0)
Impact of wijziging in waarderingsregels 1 0,1 0,1 0,1
1 januari 2019 zoals herzien 12,8 80,7 104,6 64,8 (312,5) 862,3 (2.446,0) (16,5) (1.649,8) 22,9 (1.626,9)
Totaalresultaat voor de periode
Winst (verlies) over de periode 56,0 56,0 0,1 56,1
Totaalresultaat voor de periode 56,0 56,0 0,1 56,1
Transacties met eigenaars, rechtstreeks verwerkt in het eigen vermogen
Kapitaaltransacties met eigenaars
Toewijzing van winst van vorig boekjaar aan de
overige reserve
5,12 0,1 (0,1)
Op aandelen gebaseerde vergoedingen 5,12 9,5 9,5 9,5
Ingekochte eigen aandelen 5,12 (101,1) (101,1) (101,1)
Verkoop eigen aandelen 5,12 55,6 (11,7) 43,9 43,9
Cash van eigen aandelen 5,12 86,7 (86,7)
Totaal kapitaaltransacties met eigenaars 9,5 41,2 (86,6) (11,8) (47,7) (47,7)
Veranderingen in eigendomsbelangen in dochterondernemingen
Kapitaalbijdragen door minderheidsbelangen 0,1 0,1
Totaal transacties met eigenaars 9,5 41,2 (86,6) (11,8) (47,7) 0,1 (47,6)
30 juni 2019 12,8 80,7 114,1 64,8 (271,3) 775,7 (2.401,8) (16,5) (1.641,5) 23,1 (1.618,4)

1 We verwijzen naar toelichting 5.22.2 en 5.1.6 voor gedetailleerde informatie over de impact van de afronding van de toewijzing van de aankoopprijs en de alignering van de grondslagen voor de financiële verslaggeving van de Nextel-overname.

29 | Telenet | Halfjaarverslag 2019 |

Toewijsbaar aan aandeelhouders van de
Vennootschap
Toelichting Geplaatst
kapitaal
Kapitaal
reserve
Reserve voor
vergoedingen
o.b.v.
aandelen
Wettelijke
reserve
Reserve
eigen
aandelen
Overige
reserve
Overgedra
gen
verliezen
Herwaardering
en
Totaal Minderheids
-belangen
Totaal
Eigen
Vermogen
(in € miljoen, behalve aandeleninformatie)
31 december 2017 zoals gerapporteerd 12,8 80,7 87,8 99,3 (108,7) 827,9 (2.099,7) (13,5) (1.113,3) 21,9 (1.091,5)
1 januari 2018 na impact finalisatie PPA SFR
Belux
12,8 80,7 87,8 99,3 (108,7) 827,9 (2.101,9) (13,5) (1.115,6) 21,9 (1.093,8)
Impact of wijziging in waarderingsregels 8,6 8,6 8,6
1 januari 2018 zoals herzien 12,8 80,7 87,8 99,3 (108,7) 827,9 (2.093,3) (13,5) (1.107,0) 21,9 (1.085,1)
Totaalresultaat voor de periode
Winst (verlies) over de periode 109,5 109,5 (0,7) 108,9
Nettoresultaat rechtstreeks verwerkt in het eigen
vermogen 1
(4,8) (4,8) (4,8)
Totaalresultaat voor de periode 109,5 (4,8) 104,8 (0,7) 104,1
Transacties met eigenaars, rechtstreeks verwerkt in het eigen vermogen
Kapitaaltransacties met eigenaars
Toewijzing van winst van vorig boekjaar aan de
wettelijke reserve
5.12 (0,2) 0,2
Op aandelen gebaseerde vergoedingen 5.12 2,3 2,3 2,3
Ingekochte eigen aandelen 5.12 (36,9) (36,9) (36,9)
Uitoefeningen van warranten en aandelenopties 5.12 6,2 (2,0) 4,2 4,2
Dividend
Andere (0,2) 0,2 0,1 0,1 0,1
Totaal kapitaaltransacties met eigenaars 2,3 (0,4) (30,7) 0,2 (1,7) (30,3) (30,3)
Veranderingen in eigendomsbelangen in dochterondernemingen
Kapitaalbijdragen door minderheidsbelangen
Totaal transacties met eigenaars 2,3 (0,4) (30,7) 0,2 (1,7) (30,3) (30,3)
30 juni 2018 12,8 80,7 90,1 98,9 (139,4) 828,1 (1.985,5) (18,3) (1.032,5) 21,2 (1.011,3)

1 Herwaarderingen van te bereiken doel passiva/(activa), na belastingen.

De Vennootschap heeft IFRS 16 voor het eerst toegepast op 1 januari 2019, met behulp van de aangepaste retro-actieve benadering. Volgens deze methode wordt vergelijkende informatie niet aangepast en wordt het cumulatieve effect van de eerste toepassing van IFRS 16 opgenomen in het overgedragen resultaat op de datum van eerste toepassing. Zie toelichting 5.25.

De toelichting is een integraal onderdeel van deze verkorte geconsolideerde tussentijdse financiële staten.

4. Verkort geconsolideerd tussentijds kasstroomoverzicht

(in € miljoen) Voor de zes maanden afgesloten op 30 juni
Toelichting 2019 2018 als herzien (*)

Kasstroom uit bedrijfsactiviteiten:

Winst (verlies) over de periode 56,0 108,4
Aanpassingen voor:
Afschrijvingen, bijzondere waardeverminderingen en herstructureringen 5.19 332,7 350,9
Winst op verkoop van materiële vaste activa en overige immateriële activa 5.19 (1,1) (1,0)
Winstbelastingen 5.15 36,6 32,2
Mutatie waardevermindering dubieuze debiteuren 5.8 1,3 (1,1)
Winst op verkoop van activa aan een joint venture (0,1)
Netto interestopbrengsten en wisselkoerswinsten 5.20 (0,5) (0,2)
Netto interestkosten, wisselkoersverliezen en overige financiële kosten 5.20 150,4 180,5
Aangroei kosten IFRS 16 5,1 2,1
Netto verlies (winst) op derivaten 5.14 & 5.20 78,7 (55,9)
Verlies bij vervroegde aflossing van schulden 5.20 24,6
Andere verliezen 5.7 1,4 0,6
Op aandelen gebaseerde vergoeding 5.12 6,9 2,1
Mutatie in:
Handelsvorderingen 3,8 (22,4)
Overige vlottende activa 16,7 (8,8)
Over te dragen opbrengsten 13,2 4,0
Handelsschulden 22,2 26,9
Overige verplichtingen 18,3 (30,6)
Toe te rekenen kosten en overige kortlopende verplichtingen 20,0 76,6
Betaalde interesten (101,2) (82,0)
Ontvangen interesten 0,1 19,2
Betaalde winstbelastingen 5.15 (158,3) (104,9)
Nettokasstroom uit bedrijfsactiviteiten 499,2 519,1
(in € miljoen) Voor de zes maanden afgesloten op 30 juni
Toelichting 2019 2018 als herzien (*)

Kasstroom gebruikt in investeringsactiviteiten:

Verwerving van materiële vaste activa 5,4 (134,7) (132,2)
Verwerving van immateriële activa 5,6 (56,2) (72,7)
Verwerving van en leningen aan geassocieerde deelnemingen (0,9)
Verwerving van dochterondernemingen, na aftrek van verworven geldmiddelen 5.22.1 (16,0) (61,5)
Ontvangsten uit verkoop van materiële vaste activa en overige immateriële
activa
1,2 1,2
Opbrengsten uit de verkoop van uitzendrechten voor doorverkoop (0,6)
Nettokasstroom gebruikt in investeringsactiviteiten (206,6) (265,8)

Kasstroom gebruikt in financieringsactiviteiten:

Aflossing van leningen en overige financieringsverplichtingen 5.13 (366,2) (409,8)
Ontvangsten uit opname van leningen en overige financieringsverplichtingen 5.13 211,2 315,3
Aflossing van leningen aan verbonden partijen 5.24 (13,0)
Betaling uit hoofde van leaseverplichtingen (16,1) (23,7)
Betaling van transactiekosten bij uitgifte van leningen 5.13 (25,4)
Inkoop eigen aandelen 5.12 (101,1) (28)
Ontvangsten uit uitoefening van opties en warrants 5.12 43,8 4,2
Ontvangsten uit kapitaaltransacties met minderheidsaandeelhouders 0,1 1,5
Nettokasstroom gebruikt in financieringsactiviteiten (241,3) (165,9)
Netto toename in geldmiddelen en kasequivalenten 51,3 87,4
Geldmiddelen en kasequivalenten
per 1 januari 5.11 88,2 39,1
per 30 juni 5.11 139,5 126,5

(*) We verwijzen naar toelichting 5.22.2 en 5.1.6 voor gedetailleerde informatie over de impact van de afronding van de toewijzing van de aankoopprijs en de alignering van de grondslagen van financiële verslaggeving van de Nextel-overname.

De Vennootschap heeft IFRS 16 voor het eerst toegepast op 1 januari 2019, met behulp van de aangepaste retro-actieve benadering. Volgens deze methode wordt vergelijkende informatie niet aangepast en wordt het cumulatieve effect van de eerste toepassing van IFRS 16 opgenomen in het overgedragen resultaat op de datum van eerste toepassing. Zie toelichting 5.25.

De toelichting is een integraal onderdeel van deze verkorte geconsolideerde tussentijdse financiële staten.

5. Toelichting bij de verkorte geconsolideerde tussentijdse financiële staten voor de zes maanden afgesloten op 30 juni 2019

5.1 Verslaggevende entiteit en gehanteerde grondslagen

5.1.1 Verslaggevende entiteit

In de begeleidende verkorte geconsolideerde tussentijdse financiële staten ("tussentijds financiële staten") worden de resultaten voorgesteld van Telenet Group Holding NV, zijn dochtervennootschappen en overige geconsolideerde bedrijven (hierna gezamenlijk de "Vennootschap" of "Telenet" genoemd). Via haar breedbandnetwerk biedt de Vennootschap kabeltelevisie aan, inclusief betaaltelevisiediensten, breedbandinternet- en vaste telefoniediensten aan particuliere abonnees in Vlaanderen en bepaalde Brusselse gemeenten. Daarnaast voorziet de Vennootschap zakelijke klanten in België en delen van Luxemburg van breedbandinternet, data- en spraakdiensten. De Vennootschap biedt tevens mobiele telefoniediensten aan via zijn eigen mobiele netwerk.

Op 31 mei 2018 verwierf de Vennootschap TelelinQ NV en haar dochterondernemingen (hierna "Nextel" genoemd), die optreedt als een Belgische integrator en aanvullende expertise biedt voor het ontwerpen, bouwen en beheren van alles-in-één oplossingen voor bedrijven.

Op 3 juni 2019 verwierf het bedrijf de resterende 50% van De Vijver Media, wat voordien werd aangehouden investering in een geassocieerde deelneming. Dit Belgisch mediabedrijf is actief in de freeto-air-uitzending (via zijn tv-kanalen "Vier", "Vijf" en "Zes") en de productie van programma's (via het productiebedrijf "Woestijnvis").

Telenet Group Holding NV en zijn belangrijkste dochtervennootschappen zijn naamloze vennootschappen naar Belgisch recht. Dochtervennootschappen en gestructureerde entiteiten ("GEs") werden in Luxemburg opgericht met als doel om de financieringsactiviteiten van de Vennootschap te structureren.

5.1.2 Gehanteerde grondslagen

De bijgevoegde tussentijdse financiële staten werden opgesteld in overeenstemming met IAS 34 "Interim Financial Reporting" zoals goedgekeurd door de EU ("EU IFRS"). Ze omvatten niet alle voor een volledige jaarrekening vereiste informatie en moeten samen met de geconsolideerde jaarrekening van de Vennootschap per einde van en voor het jaar afgesloten op 31 december 2018 gelezen worden. De resultaten voor de zes maanden afgesloten op 30 juni 2019 zijn niet noodzakelijk een indicatie voor toekomstige resultaten.

De tussentijdse financiële staten zijn opgesteld op basis van historische kosten, behalve voor bepaalde financiële instrumenten en de nettoactiva die werden verworven door de overname van Nextel op 31 mei 2018 en van De Vijver Media op 3 juni 2019, die tegen reële waarde zijn gewaardeerd. De methoden voor de bepaling van de reële waarde zijn nader besproken in toelichting 5.3.2. Deze tussentijdse financiële staten werden door de raad van bestuur op 26 september 2019 goedgekeurd.

5.1.3 Functionele valuta en presentatievaluta

De jaarrekening wordt gepresenteerd in euro (""), die fungeert als de functionele valuta van de Vennootschap, afgerond naar het dichtstbijzijnde duizendtal tenzij anders vermeld.

5.1.4 Gebruik van schattingen en beoordelingen

De opstelling van de jaarrekening in overeenstemming met EU IFRS vereist dat het management oordelen vormt, schattingen en veronderstellingen maakt die van invloed zijn op de toepassing van grondslagen en op de gerapporteerde waarde van activa en verplichtingen, de toelichting van voorwaardelijke activa en verplichtingen, en op de gerapporteerde opbrengsten en kosten. De domeinen die complexer zijn of waarvoor meer ramingen worden gemaakt, evenals de domeinen waarvoor veronderstellingen en ramingen significant zijn voor de geconsolideerde jaarrekening, worden besproken in de volgende toelichtingen:

  • toelichting 5.3.2: Financiële instrumenten reële waarde
  • toelichting 5.4: Materiële vaste activa
  • toelichting 5.5: Goodwill
  • toelichting 5.6: Overige immateriële activa
  • toelichting 5.7.1: Investeringen in en leningen aan geassocieerde deelnemingen
  • toelichting 5.8: Handelsvorderingen: dubieuze debiteuren
  • toelichting 5.14: Afgeleide financiële instrumenten
  • toelichting 5.15: Uitgestelde belastingen
  • toelichting 5.16: Overige langlopende verplichtingen Voorziening voor ontmantelingskosten
  • toelichting 5.17 Toe te rekenen kosten en overige kortlopende verplichtingen - Verplichtingen voor belastingen op sites
  • toelichting 5.22 Overname van een dochtervennootschap - Toewijzing van de overnameprijs
  • toelichting 5.25 Impact van IFRS 16 Leaseovereenkomsten

De belangrijke beoordelingen door het management bij de toepassing van de financiële grondslagen en de belangrijkste bronnen van onzekerheid bij de schatting ervan waren dezelfde als die toegepast voor het jaar afgesloten op 31 december 2018. Naast deze belangrijke beoordelingen maakte het management van de Vennootschap bijkomende belangrijke schattingen betreffende de financiële verslaggeving voor de overname van De Vijver Media en Nextel in de verkorte geconsolideerde tussentijdse financiële staten voor de zes maanden afgesloten op 30 juni 2019 en 30 juni 2018.

Een aantal grondslagen voor de financiële verslaggeving van de Vennootschap en toelichtingen vereisen de bepaling van de reële waarde, zowel voor financiële als niet-financiële activa en verplichtingen. Bij het bepalen van de reële waarde van een actief of een verplichting maakt de Vennootschap zo veel mogelijk gebruik van op de markt waarneembare gegevens.

De reële waarde wordt ingedeeld in verscheidene categorieën van reële waarde op basis van de input die gebruikt wordt voor de waarderingsmethode. De verscheidene categorieën worden als volgt gedefinieerd:

  • Categorie 1: (onaangepaste) prijsnoteringen in actieve markten voor identieke activa of verplichtingen, waartoe de Vennootschap toegang heeft op de datum van waardebepaling;
  • Categorie 2: andere inputs dan de prijsnoteringen in Categorie 1, die direct of indirect observeerbaar zijn voor het actief of de verplichting;
  • Categorie 3: inputs voor het actief of de verplichting die niet gebaseerd zijn op observeerbare marktgegevens (nietobserveerbare inputs).

Voor meer informatie in verband met de gehanteerde assumpties voor de bepaling van de reële waarde verwijzen we naar toelichting 5.3.2 Financiële instrumenten.

5.1.5 Segmentrapportage

Operationele segmenten zijn de individuele activiteiten van de Vennootschap, die door de belangrijkste operationele besluitvormende functionaris van de Vennootschap (chief operating decision maker, "CODM"), op regelmatige basis beoordeeld worden om middelen toe te kennen aan deze segmenten en de ontwikkeling van elk segment te beoordelen. De segmentrapportage van de Vennootschap wordt getoond zoals de interne financiële informatie van de Vennootschap georganiseerd en gerapporteerd wordt aan de CEO (Gedelegeerd Bestuurder), die de CODM is van de Vennootschap, het uitvoerende management ("Senior Leadership Team") en de raad van bestuur.

De Gedelegeerd Bestuurder, het Senior Leadership Team en de raad van bestuur besturen de telecommunicatieactiviteit van de Vennootschap, inclusief de recente overnames van Nextel en De Vijver Media, als één enkele activiteit gedreven door de door de Vennootschap gehanteerde convergentie- en connectiestrategie tussen vaste en mobiele telecommunicatiediensten inclusief entertainment voor zowel de residentiële als de zakelijke markten via onder andere de all-in formule, genaamd WIGO. Ze beoordelen de ontwikkeling van de Vennootschap en kennen middelen toe op basis van een algemene winst- en verliesrekening. Deze winst- en verliesrekening wordt minstens één keer per maand beoordeeld, waarbij enkel opbrengsten en directe kosten worden toegewezen aan individuele product- en dienstenclusters. De voornaamste winstmaatstaf in deze winst- en verliesrekening, zoals die door de CODM beoordeeld wordt om de prestaties van de Vennootschap te beoordelen, is Adjusted EBITDA. De winst- en verliesrekening toont geen Adjusted EBITDA per individuele product- en dienstencluster. Ondanks het feit dat de Vennootschap zowel opbrengsten als directe kosten toewijst aan de individuele product- en dienstenclusters heeft de Vennootschap geoordeeld dat haar activiteiten één enkel operationeel segment omvatten omwille van het feit dat een aparte winst- en verliesrekening niet door de CODM wordt gebruikt om de activiteiten van de Vennootschap te besturen, de prestaties te beoordelen of middelen toe te kennen.

5.1.6 Wijzigingen in de financiële verslaggeving

IFRS 16 Lease-overeenkomsten: Vanaf 1 januari 2019 heeft de Vennootschap IFRS 16 Lease-overeenkomsten aangenomen zoals vermeld in haar Jaarverslag 2018 (zie Sectie 5.2.20 - Toekomstige vereisten). Bij de toepassing van IFRS 16 heeft de Vennootschap nieuwe activa en passiva opgenomen voor die leases die zijn geclassificeerd als operationele leases, zijnde operationele leases van (i) verhuur van sites, (ii) onroerend goed, (iii) wagens en (iv) dark fibre. IFRS 16 veranderde ook de aard van de kosten met betrekking tot die leaseovereenkomsten, omdat de Vennootschap een afschrijvingslast voor activa voor gebruiksrechten en rentelasten op leaseverplichtingen opneemt. Voorheen erkende de onderneming operationele leasekosten op lineaire basis gedurende de leaseperiode, en erkende activa en passiva alleen voor zover er een tijdverschil bestond tussen werkelijke leasebetalingen en de opgenomen kosten. Bovendien erkent de Vennootschap niet langer voorzieningen voor operationele leases die zij als verlieslatend beschouwt. In plaats daarvan neemt de Vennootschap de verschuldigde betalingen onder de lease op in haar leaseverplichting en boekt een waardevermindering op de overeenstemmende gebruiksrechten.

Aankoopprijsallocatie voor de overname van Nextel: De geconsolideerde balans van de Vennootschap van 31 december 2018 is herwerkt, met een weerspiegeling van de retroactieve impact van de aankoopprijsallocatie ("PPA") voor de overname van Nextel, welke per jaareinde 2018 nog niet bekend was. De aanpassing van de reële waarde van de immateriële activa (€25,7 miljoen) had voornamelijk betrekking op de verworven klantenrelaties (€ 16,5 miljoen), handelsnamen (€6,8 miljoen) en technologie (€2,4 miljoen). De beoordeling van het sales en lease back-model en het huurmodel resulteerde in de verwijdering van over te dragen opbrengsten (€2,7 miljoen) en materiële vaste activa (€7,1 miljoen) die werden vervangen door een leasevordering (€8,9 miljoen). Samen met de uitgestelde belastingimpact van de bovengenoemde aanpassingen (€7,8 miljoen) werd de goodwill verminderd met €22,3 miljoen. De opname van de reële waarde van de immateriële activa en de impact van het sales en lease back-model en het huurmodel en alignering van het boekhoudbeleid van Nextel resulteerde in extra afschrijvingskosten (€2,1 miljoen), een daling van de afschrijvingskosten (€1,8 miljoen), een vermindering van de opbrengsten (€1,0 miljoen) en een stijging van de kosten van verkochte goederen (€0,7 miljoen) opgenomen voor de periode tussen de overnamedatum (31 mei 2018) en 31 december 2018, waarvoor de geconsolideerde winst- en verliesrekening en niet-gerealiseerde resultaten voor de twaalf maanden afgelopen op 31 december 2018 werden herwerkt (Toelichting 5.22.2).

5.2 Belangrijke grondslagen voor de financiële verslaggeving

De door de Vennootschap gebruikte grondslagen voor de financiële verslaggeving zijn consistent met die gebruikt in de geconsolideerde jaarrekening van de Vennootschap per einde van en voor het jaar afgesloten op 31 december 2018, met uitzondering van de volgende wijzigingen en interpretaties die van toepassing werden op de Telenet groep gedurende de zes maanden afgesloten op 30 juni 2019:

Jaarlijkse verbeteringen aan IFRS (Cyclus 2015-2017), uitgegeven op 12 december 2017, heeft betrekking op de volgende kleine wijzigingen:

  • IFRS 3 Bedrijfscombinaties: de wijzigingen verduidelijken dat de entiteit een voorheen aangehouden deelneming in een gezamenlijke bedrijfsactiviteit moet herwaarderen wanneer zij controle hierover verwerft.
  • IFRS 11 Gezamenlijke Overeenkomsten: de wijzigingen verduidelijken dat de entiteit een voorheen aangehouden deelneming in een gezamenlijke bedrijfsactiviteit niet moet herwaarderen wanneer zij gezamenlijke controle hierover verwerft.
  • IAS 12 Winstbelastingen: de wijzigingen verduidelijken dat een entiteit alle fiscale gevolgen van dividenduitkeringen consistent met de transacties die aanleiding gaven tot de uitkeerbare winst, moet verwerken, zijnde in de winst- en verliesrekening, in het netto resultaat rechtstreeks verwerkt in het eigen vermogen of in het eigen vermogen.
  • IAS 23 Financieringskosten: de wijzigingen verduidelijken dat een entiteit de middelen, ontleend met het specifieke doel een

bepaald in aanmerking komend actief te verwerven, moet behandelen als een algemene ontlening

Deze wijzigingen zijn van kracht voor boekjaren die aanvangen op of na 1 januari 2019. Deze verbeteringen hebben geen materiële impact op de geconsolideerde jaarrekening.

IFRS 16 Lease-overeenkomsten maakt een onderscheid tussen een dienstencontract en een huur gebaseerd op het feit of het contract het recht van controle over het gebruik van een geïdentificeerd actief overdraagt en introduceert voor leases een enkel on-balance sheet boekhoudmodel voor huurders. Een huurder erkent een actief dat het recht om het onderliggend actief te gebruiken vertegenwoordigt alsook een leaseverplichting die de plicht om de huurbetalingen te maken vertegenwoordigt.

Er zijn vrijstellingen voor kortlopende huurovereenkomsten en leases van activa met een lage waarde. De boekhoudregels vanuit het standpunt van de verhuurder blijven vergelijkbaar met de huidige standaard. Dat wil zeggen dat verhuurders leases classificeren als financiële of operationele leases. De Vennootschap bepaalde dat IFRS 16 van toepassing is op volgende categorieën van huurcontracten: (i) sites en masten, (ii) gebouwen, (iii) rollend materieel, en (iv) fiber netwerk. De toepassing van IFRS 16 vereist een belangrijke mate van veronderstellingen en ramingen, meer bepaald met betrekking tot de inschatting van de van toepassing zijnde huurtermijnen en met betrekking tot de inschatting of de uitoefening van de optie tot verlenging van de huurtermijn als 'redelijk zeker' kan beschouwd worden. Meer specifiek voor de huur van sites en masten heeft Telenet bepaald dat bij toepassing de uitoefening van de opties tot verlenging niet 'redelijk zeker' is en deze derhalve niet in rekening worden gebracht bij het bepalen van de huurperiode.

IFRS 16 vervangt IAS 17 Leaseovereenkomst, IFRIC 4 Vaststelling of een overeenkomst een leaseovereenkomst bevat, SIC 15 Operationele leases - incentives en SIC 27 Evaluatie van de economische realiteit van transacties in de juridische vorm van een leaseovereenkomst.

i. Huurovereenkomsten waarbij de Groep een huurder is

De Vennootschap heeft nieuwe activa en verplichtingen erkend voor die huurovereenkomsten die onder de vroegere IFRS waarderingsgrondslagen geclassificeerd werden als operationele leases , zijnde:

  • Operationele leases van sites en masten
  • Operationele leases van onroerend goederen
  • Operationele lease van rollend materieel
  • Operationele leases van 'dark fiber'

De aard van de uitgaven in verband met deze huurovereenkomsten is veranderd aangezien de Vennootschap voortaan een afschrijvingslast voor gebruiksrechten en rentelasten op leaseverplichtingen erkent. Voorheen erkende de Vennootschap operationele huurlasten op lineaire basis over de leaseperiode en erkende ze alleen activa en verplichtingen voor zover er een tijdsverschil was tussen de daadwerkelijke leasebetalingen en de erkende kosten.

Bovendien erkent de Vennootschap niet langer voorzieningen voor operationele leases die volgens haar als verlieslatend worden beschouwd. In plaats daarvan neemt de Vennootschap de betalingen die in het kader van de leaseovereenkomst verschuldigd zijn, op onder haar huurverplichtingen.

De Vennootschap erkent een actief voor gebruiksrechten en een leaseverplichting op de ingangsdatum van de lease. Het actief voor gebruiksrechten wordt aanvankelijk gewaardeerd tegen kostprijs en vervolgens tegen kostprijs verminderd met eventuele gecumuleerde afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingsverliezen, en gecorrigeerd voor bepaalde herwaarderingen van de leaseverplichting. De leaseverplichting wordt initieel gewaardeerd tegen de contante waarde van de leasebetalingen die op de ingangsdatum nog niet werden betaald, verdisconteerd aan de rentevoet die impliciet is in de lease of, als die rentevoet niet gemakkelijk kan worden bepaald, de marginale rentevoet van de Vennootschap. Over het algemeen gebruikt de onderneming haar incrementele rentevoet als disconteringsvoet. De leaseverplichting wordt vervolgens verhoogd met de rentekosten op de leaseverplichting en verlaagd met gemaakte leasebetalingen. De leaseverplichting wordt opnieuw beoordeeld wanneer er een wijziging is in toekomstige leasebetalingen als gevolg van een wijziging in een index of rentevoet, een wijziging in de schatting van het bedrag dat naar verwachting zal worden betaald onder een restgarantie, of, in voorkomend geval, wijzigingen in de beoordeling of een koop of optie tot verlenging redelijk zeker is om te worden uitgeoefend of een optie tot beëindiging redelijk zeker is om niet te worden uitgeoefend.

De toepassing van IFRS 16 had geen significant effect voor de leases van de Vennootschap die voorheen conform IAS 27 Leaseovereenkomsten werden gerapporteerd.

De toepassing van IFRS 16 heeft geen invloed op de mogelijkheid van de onderneming om te voldoen aan de herziene maximale hefboomgrens van de lening covenanten.

Naar aanleiding van bepaalde specifieke transacties draagt de Vennootschap (handelend als 'verkoper-huurder') een actief over aan een andere entiteit ('koper-verhuurder') dat vervolgens door de Vennootschap terug wordt gehuurd. Overeenkomstig IFRS 15 heeft de Vennootschap bepaald dat zij niet aan een prestatieverplichting voldoet, aangezien de controle over het onderliggende actief niet wordt overgedragen aan de koper-verhuurder. Als gevolg hiervan worden deze transacties verwerkt als een financieringstransactie.

ii. Huurovereenkomsten waarbij de Groep een verhuurder is

Voor andere huurovereenkomsten waarbij de Groep een verhuurder is, heeft de Vennootschap vastgesteld dat er geen significante impact was.

iii. Overgang

De Vennootschap paste de gewijzigde retrospectieve benadering en heeft bijgevolg een cumulatieve aanpassing van het effect geregistreerd in de beginbalans van de overgedragen winst per 1 januari 2019, zonder herwerking van vergelijkende informatie.

Bij de overgang werden de leaseverplichtingen gewaardeerd tegen de contante waarde van de resterende leasebetalingen, verdisconteerd tegen de marginale rentevoet van de Vennootschap op 1 januari 2019. Activa voor gebruiksrecht werden gewaardeerd tegen een bedrag gelijk aan de leaseverplichting, aangepast met het bedrag van de vooruitbetaalde of opgebouwde leasebetalingen.

Bij de transitie heeft de Vennootschap volgende overgangsmaatregelen toegepast:

  • Toepassing van IFRS 16 op alle contracten die vóór 1 januari 2019 werden gesloten en geïdentificeerd als leases in overeenstemming met IAS 17 en IFRIC 4 ;
  • Voor leaseovereenkomsten met een looptijd van 12 maanden of minder werden geen activa voor gebruiksrechten of leaseverplichtingen opgenomen ;
  • In de overgang heeft de Vennootschap de overgangsmaatregelen toegepast die de Vennootschap toestond om niet opnieuw te beoordelen of verlopen of bestaande contracten een leaseovereenkomst bevatten onder de nieuwe standaard. Daarenboven heeft de Vennootschap geen nadien opgedane kennis gebruikt tijdens de overgang.

De Vennootschap heeft de overgangsmaatregel die een huurder toestaat om lease- en niet-leasecomponenten in een contract als één enkele leasecomponent te verwerken niet toegepast. Dienovereenkomstig heeft de Vennootschap deze componenten afzonderlijk blijven boeken. De Vennootschap heeft initiële directe kosten niet uitgesloten van de waardering van het actief voor gebruiksrechten op de datum van eerste toepassing.

Onmiddellijk vóór de datum van eerste toepassing, en overeenkomstig IAS 37 Voorzieningen, voorwaardelijke verplichtingen en voorwaardelijke activa vertrouwt Telenet op zijn beoordeling over het feit of leaseovereenkomsten al dan niet verlieslatend zijn, als alternatief voor het uitvoeren van een onderzoek naar bijzondere waardeverminderingen. Het erkende gebruiksrecht op de datum van eerste toepassing werd aangepast met het bedrag van een eventuele voorziening voor verlieslatende lease-overeenkomsten.

De financiële impact van IFRS 16 op de openingsbalans kan als volgt worden samengevat:

1 januari 2019
(in € miljoen)
Activa voor gebruiksrechten 163,8
Overige vlottende activa (0,7)
Leaseverplichtingen (163,1)

Met betrekking tot de lease-overeenkomsten die voorheen werden geclassificeerd als operationele lease heeft de onderneming, als gevolg van de initiële toepassing van IFRS 16, per 1 januari 2019 €163,8 miljoen aan activa voor gebruiksrechtenen, -€0.7 miljoen overige vlottende activa en €163,1 miljoen lease-verplichtingen erkend. Eveneens gerelateerd aan deze leaseovereenkomsten heeft de onderneming afschrijvingen en aangroeikosten opgenomen in plaats van huurkosten. Gedurende de zes maanden eindigend op 30 juni 2019 heeft de Vennootschap €22,5 miljoen aan afschrijvingslasten en €2,1 miljoen aan aangroeikosten uit deze leases erkend.

Langetermijnbelangen in geassocieerde deelnemingen en joint ventures (Wijzigingen in IAS 28) uitgegeven op 12 oktober 2017, verduidelijkt hoe bedrijven langetermijnbelangen in een geassocieerde onderneming of joint venture, waarop de vermogensmutatiemethode niet wordt toegepast, dienen te erkennen onder toepassing van IFRS 9. De wijzigingen zijn van kracht voor boekjaren die beginnen op of na 1 januari 2019. Deze amendementen zijn in februari 2019 goedgekeurd door de EU en hadden geen materiële impact op de geconsolideerde jaarrekening.

IFRIC 23 Onzekerheid over de behandeling van inkomstenbelastingen uitgegeven op 7 juni 2017, verduidelijkt hoe de erkennings- en waarderingsvereisten toegepast moeten worden onder IAS 12 wanneer er onzekerheid bestaat over de behandeling van inkomstenbelasting. In dergelijk geval moet een entiteit zijn huidige of uitgestelde belastingvordering of -verplichting erkennen en waarderen met toepassing van de vereisten in IAS 12 op basis van belastbare winst (vrijgesteld verlies), belastinggrondslagen, ongebruikte fiscale verliezen, ongebruikte belastingkredieten en belastingtarieven die van toepassing zijn in deze interpretatie. Een entiteit moet er vanuit gaan dat een belastingautoriteit die het recht heeft om belastingbehandelingen te onderzoeken en aan te vechten, die behandelingen zal ondezoeken en over een volledige kennis van alle gerelateerde informatie zal beschikken. Het detectierisico wordt niet meegenomen bij de erkenning en waardering van onzekere belastingbehandelingen. De entiteit moet de impact van de onzekerheid meten met behulp van de methode die het best de uitkomst van de onzekerheid voorspelt; ofwel met de methode van het meest waarschijnlijke bedrag of de verwachte waarde methode. De interpretatie is van kracht voor boekjaren vanaf of na 1 januari 2019. Deze interpretatie is goedgekeurd door de EU. De wijzigingen hebben geen materiële impact op de geconsolideerde jaarrekening van de Vennootschap.

IFRS 9 Vooruitbetalingsfuncties met negatieve compensatie

Onder IFRS 9 kan een schuldinstrument gewaardeerd worden tegen geamortiseerde kostprijs of tegen reële waarde via het netto resultaat rechtstreeks verwerkt in het eigen vermogen, op voorwaarde dat de contractuele kasstromen 'alleen betalingen van hoofdsom en rente op het uitstaande hoofdbedrag' (het SPPI-criterium) zijn en het instrument gehouden wordt binnen het toepasselijke bedrijfsmodel voor die classificatie. De wijzigingen in IFRS 9 verduidelijken dat een financieel actief aan het SPPI criterium voldoet ongeacht de gebeurtenis of omstandigheid die de beëindiging van het contract vervroegd veroorzaakt en ongeacht welke partij een redelijke vergoeding voor de vroegtijdige beëindiging van de contract betaalt of ontvangt.

De wijzigingen dienden met terugwerkende kracht te worden toegepast en traden in werking vanaf 1 januari 2019. Deze wijzigingen zijn nog niet goedgekeurd door de EU en hebben geen impact op de geconsolideerde jaarrekening van de Vennootschap.

Planwijziging, inperking of afwikkeling (wijzigingen in IAS 19) De wijzigingen in IAS 19 hebben betrekking op de boekhouding wanneer een wijziging van het plan, inperking of afwikkeling plaatsvindt tijdens een rapportageperiode. In de amendementen wordt bepaald dat wanneer er een wijziging van het plan, een inperking of afwikkeling plaatsvindt tijdens de jaarlijkse rapportageperiode, een entiteit verplicht is om:

– de huidige kosten van de dienstverlening te bepalen voor de resterende periode na de wijziging van het plan, de inperking of afwikkeling, met behulp van de actuariële veronderstellingen die gebruikt zijn om de gedefinieerde netto te bereiken doel verplichting (actief) te herwaarderen om de aangeboden voordelen te weerspiegelen en de activa van het plan na die gebeurtenis.

– de netto rente te bepalen voor de resterende periode na de wijziging, inperking of afwikkeling van het plan met behulp van: het netto te bereiken doel verplichting (actief) die de aangeboden voordelen weerspiegelen onder het plan en de fondsbeleggingen na die gebeurtenis; en de disconteringsvoet gebruikt om die netto te bereiken doel verplichting (actief) te herwaarderen.

De wijzigingen verduidelijken ook dat een entiteit eerst historische kosten van dienstverlening, winsten of verliezen moet bepalen bij afwikkeling, zonder rekening te houden met het effect op het activaplafond. Dit bedrag wordt opgenomen in winst of verlies. Een entiteit bepaalt vervolgens het effect van het activaplafond na de plan wijziging, inperking of afwikkeling. Elke verandering, exclusief de bedragen die zijn opgenomen in de nettorente, wordt opgenomen in het netto resultaat rechtstreeks verwerkt in het eigen verogen.

De wijzigingen zijn van toepassing op wijzigingen van het plan, inperkingen, of afwikkelingen die plaatsvinden op of na het begin van de eerste jaarlijkse verslagperiode die begint op of na 1 januari 2019. Deze wijzigingen zijn alleen van toepassing op elke toekomstige wijziging, inperking of afwikkeling in de Vennootschap.

Nieuwe standaarden en interpretaties die nog niet van toepassing zijn

Definitie van een bedrijf (wijziging in IFRS 3), uitgegeven op 22 oktober 2018, geeft bijkomende richtlijnen over de toepassing van de definitie van een bedrijf. De wijziging biedt de mogelijkheid tot het gebruik van een "concentratietest". Dit betreft een vereenvoudigde beoordeling die zal resulteren in een verwerving van activa indien de reële waarde van de bruto-activa vrijwel volledig geconcentreerd is in één enkel identificeerbaar actief of een groep vergelijkbare identificeerbare activa. Als een entiteit de concentratietest niet toepast, of de test is negatief, verduidelijkt de wijziging dat de beoordeling zich dient te richten op het al dan niet bestaan en de verwerving van substantiële processen. De wijziging is van toepassing op bedrijven die zijn verworven in boekjaren die aanvangen op of na 1 januari 2020, waarbij eerdere toepassing is toegestaan. De wijziging is nog niet goedgekeurd door de EU.

Definitie van materieel (wijzigingen in IAS 1 en IAS 8) werd uitgegeven op 31 oktober 2018 en verduidelijkt de definitie van 'materieel' en stemt de definitie van 'materieel' af op deze die wordt gehanteerd over de normen heen. De nieuwe definitie stelt dat "informatie als materieel wordt beschouwd, indien redelijkerwijs te verwachten valt dat weglating, verkeerde voorstelling of onduidelijkheid invloed heeft op beslissingen die de primaire gebruikers van financiële overzichten voor algemene doeleinden maken op basis van die financiële overzichten, die informatie verschaffen over een specifieke rapporterende entiteit". De wijzigingen verduidelijken dat materialiteit zal afhangen van de aard en omvang van de informatie. De wijzigingen zijn prospectief van kracht voor boekjaren die beginnen op of na 1 januari 2020, waarbij eerdere toepassing is toegestaan. De wijzigingen zijn nog niet goedgekeurd door de EU.

Wijzigingen in referenties naar het conceptueel kader in IFRSstandaarden, werden door de IASB uitgegeven op 29 maart 2018. Het conceptueel kader beschrijft de fundamentele concepten van financiële verslaggeving die de IASB begeleidt bij de ontwikkeling van IFRS-normen. Het helpt ervoor te zorgen dat de standaarden conceptueel consistent zijn en dat vergelijkbare transacties op dezelfde manier worden behandeld, waardoor nuttige informatie aan beleggers en anderen belanghebbenden wordt verstrekt. Het conceptueel kader helpt entiteiten ook bij het ontwikkelen van boekhoudprincipes voor financiële verslaggeving wanneer er geen IFRS-standaard van toepassing is op een bepaalde transactie en het helpt belanghebbenden om de standaarden beter te begrijpen en te interpreteren. Belangrijke veranderingen zijn onder meer:

  • Benadrukken van het belang van het verstrekken van informatie die nodig is om het gebruik van de middelen van de entiteit door het management te kunnen evalueren.
  • Het herintroduceren van het voorzichtigheidsprincipe als onderdeel van neutraliteit. Voorzichtigheid dient te worden uitgeoefend bij het oordelen onder onzekere omstandigheden.
  • • Het definiëren van een rapporterende entiteit, die een juridische entiteit of een deel van een juridische entiteit kan zijn.
  • Herziening van de definitie van een actief als een actueel middel dat de mogelijkheid bevat om economische voordelen te produceren en waarover de entiteit zeggenschap heeft als gevolg van een gebeurtenis in het verleden.
  • Herziening van de definitie van een verplichting als een bestaande verplichting van de entiteit die voortvloeit uit gebeurtenissen in het verleden waarvan de afwikkeling resulteert in een uitstroom uit de entiteit van middelen die economische voordelen in zich bergen.
  • Het verwijderen van de waarschijnlijkheidsdrempel voor erkenning van activa en passiva en het toevoegen van richtlijnen voor het niet langer opnemen in de balans.

5.3.2 Financiële instrumenten: reële waarde

Boekwaarde versus reële waarde

De reële waarde van financiële activa en financiële verplichtingen, samen met hun boekwaarde in de geconsolideerde balans en hun plaats in de categorieën van reële waarde, wordt in onderstaande tabel getoond. De bepaling van de reële waarde wordt ingedeeld in verscheidene

  • Het beschrijven van de informatie die wordt verstrekt door verschillende basissen voor waardering en het uitleggen van factoren waar rekening mee moet worden gehouden bij het selecteren van een waarderingsbasis.
  • Onderlijnen dat winst of verlies de primaire prestatie-indicator is en dat inkomsten en uitgaven in niet-gerealiseerde resultaten in principe moeten worden gerecycleerd als de relevantie of getrouwe weergave van de financiële overzichten hierdoor zou worden verbeterd. Het gebruik van niet-gerealiseerde resultaten dient beperkt te zijn tot specifieke gevallen.

De wijzigingen zijn voor entiteiten die IFRS toepassen van kracht voor boekjaren die beginnen op of na 1 januari 2020, terwijl de IASB het herziene conceptuele kader onmiddellijk zal toepassen bij de ontwikkeling van nieuwe of gewijzigde standaarden en interpretaties. Deze wijzigingen zijn nog niet goedgekeurd door de EU.

5.3 Financiële instrumenten

5.3.1 Financieel risicobeleid

Gedurende de zes maanden afgesloten op 30 juni 2019 heeft de Vennootschap haar doelstellingen of principes inzake financieel risicobeleid niet gewijzigd en dientengevolge zijn ze nog steeds consistent met de toelichtingen in de geconsolideerde jaarrekening per einde van en voor het jaar afgesloten op 31 december 2018.

categorieën van reële waarde op basis van de inputs gebruikt bij de waarderingstechnieken. Voor de zes maanden afgesloten op 30 juni 2019 is de toelichting van de reële waarde van leaseverplichtingen niet vereist.

30 juni 2019 Toelichting Boekwaarde Reële
waarde
(in € miljoen) Categorie 1 Categorie 2 Categorie 3
Financiële activa
Financiële activa gewaardeerd tegen reële waarde
Geldmarktfondsen 5.11 57,0 57,0 57,0
Derivaten 5.14 87,8 87,8 87,8
Totaal financiële activa gewaardeerd tegen
reële waarde
144,8 144,8 57,0 87,8
Financiële verplichtingen
Financiële verplichtingen gewaardeerd
tegen reële waarde
Derivaten 5.14 (391,9) (391,9) (391,9)
Totaal financiële verplichtingen
gewaardeerd tegen reële waarde
(391,9) (391,9) (391,9)
Financiële verplichtingen gewaardeerd
tegen geamortiseerde kostprijs
Leningen en overige financieringsverplichtingen
(exclusief uitgestelde financieringskosten en
5.13
leasingschulden)
- 2018 Gewijzigde Senior Credit Facility
2.764,0 2.763,5 2.763,5
- Senior Secured Fixed Rate Notes 2.000,2 2.033,5 2.033,5
- Nextel Kredieten 2,4 2,1 2,1
- Nextel renting 4,1 4,1 4,1
- Voorschotten rekening courant 0,1 0,1 0,1
- Coditel recht op gebruik netwerk 4,0 1,7 1,7
- Vendor financing 403,5 403,5 403,5
- Cliëntele vergoeding > 20 jaar 129,0 125,2 125,2
- 2G & 3G Mobiel Spectrum 23,8 22,8 22,8
Totaal financiële verplichtingen
gewaardeerd tegen geamortiseerde
kostprijs
5.331,1 5.356,5 2.033,5 3.323,0
31 december 2018 Toelichting Boekwaarde Reële
waarde
(in € miljoen) Categorie 1 Categorie 2 Categorie 3
Financiële activa
Financiële activa gewaardeerd tegen reële
waarde Geldmarktfondsen 5.11 53,2 53,2 53,2
Derivaten 5.14 68,8 68,8 68,8
Totaal financiële activa gewaardeerd tegen
reële waarde
122,0 122,0 53,2 68,8
Financiële verplichtingen
Financiële verplichtingen gewaardeerd
tegen reële waarde
Derivaten 5.14 275,6 275,6 275,6
Totaal financiële verplichtingen
gewaardeerd tegen reële waarde
275,6 275,6 275,6
Financiële verplichtingen gewaardeerd
tegen geamortiseerde kostprijs
Leningen en overige financieringsverplichtingen
(exclusief uitgestelde financieringskosten)
5.13
- 2018 Gewijzigde Senior Credit Facility 2.748,1 2.646,1 2.646,1
- Senior Secured Fixed Rate Notes 1.992,1 1.893,9 1.893,9
- Nextel kredieten 3,0 2,9 2,9
- Global Handset Finco Ltd Loan 12,7 12,7 12,7
- Coditel recht op gebruik netwerk 4,1 4,1 4,1
- Vendor financing 359,0 359,0 359,0
- Leaseverplichtingen 416,1 373,9 373,9
- Cliëntele vergoeding > 20 jaar 124,7 119,3 119,3
- 2G & 3G Mobiel Spectrum 23,8 21,8 21,8
Totaal financiële verplichtingen
gewaardeerd tegen geamortiseerde
kostprijs
5.683,6 5.433,7 1.893,9 3.539,8

Waarderingstechnieken en belangrijke niet-waarneembare inputs

De volgende tabellen tonen de waarderingstechnieken gebruikt voor de bepaling van de reële waarde van categorie 2, alsook de belangrijke nietwaarneembare inputs die werden gebruikt.

Financiële instrumenten gewaardeerd tegen reële waarde

Type Waarderingsmethode Belangrijke niet-observeerbare
inputs
Impact van niet-observeerbare
input op de reële
waardeberekening
Interestderivaten Verdisconteerde kasstromen: de reële
waarde van de cross-currency en
interestderivaten wordt door de
Vennootschap berekend op basis van
rentefutures en swaprentes, rekening
houdend met het kredietrisico van de
Vennootschap en de respectievelijke
contractuele tegenpartijen van deze
instrumenten. Voor de validatie van de
interne berekeningen worden
bevestigingen van de reële waarde
gebruikt die worden ontvangen van de
contractuele tegenpartijen.
Het kredietrisico van de
Vennootschap en de respectievelijke
contractuele tegenpartijen van deze
instrumenten.
De ingeschatte reële waarde stijgt
(daalt) als:
- het kredietrisico van de
Vennootschap lager (hoger) is
- het kredietrisico van de tegenpartij
hoger (lager) is.
Valutaderivaten en in
contracten besloten derivaten
Verdisconteerde kasstromen: de reële
waarde van de valutaderivaten wordt door
de Vennootschap berekend als
verdiscontering tegen de risico-vrije
interestvoet van het verschil tussen de
contractuele koers en de huidige
marktkoers voor de resterende looptijd
van het contract. Deze berekening wordt
vergeleken met de marktkoers, indien
beschikbaar.
Niet van toepassing. Niet van toepassing.

Financiële instrumenten niet gewaardeerd tegen reële waarde

Type Waarderingsmethodes Belangrijke niet-observeerbare
inputs
Impact van niet-observeerbare
input op de reële
waardeberekening
Langlopende schulden :
- 2018 Gewijzigde Senior
Credit Facility
- geldmarktfondsen
- Voorschotten in
rekening-courant
Marktvergelijkingstechniek: de reële
waarden zijn gebaseerd op noteringen van
financiële makelaars/traders. De financiële
makelaars/traders die deze noteringen
aanbieden, behoren tot de meest actieve
wat de verhandeling van de Senior Credit
Facility betreft, en verschaffen op
regelmatige basis noteringen aan de
markt. Geen aanpassingen aan deze
prijsbepaling zijn noodzakelijk.
Niet van toepassing. Niet van toepassing.
Langlopende schulden :
- Clientèlevergoeding > 20
years
- 2G en 3G Mobiel
spectrum
- Vendor financing
- Coditel
netwerkgebruiksrechten
- Nextel renting
- Nextel credit facility
Verdisconteerde kasstromen. Verdisconteringsvoet. De ingeschatte reële waarde stijgt
(daalt) als:
-de verdisconteringsvoet lager
(hoger) is.

Voor de zes maanden afgesloten op 30 juni 2019 veranderden er geen financiële activa of verplichtingen gewaardeerd aan reële waarde van categorie reële waarde.

5.4 MATERIËLE VASTE ACTIVA

(in € miljoen) Terreinen,
gebouwen en
verbeteringen
aan gehuurde
gebouwen
Netwerk Activa in
aanbouw
Meubilair,
uitrusting en
rollend
materiaal
Activa voor
gebruiksrecht
en
Totaal
Kost
Per 31 december 2018 zoals
gerapporteerd
176,5 3.456,1 178,0 89,9 3.900,5
Verwerving van Nextel - PPA (zie toelichting
5.22.2)
(7,8) (7,8)
Per 1 januari 2019 zoals herzien 168,7 3.456,1 178,0 89,9 3.892,7
IFRS 16 (zie toelichting 5.25) 163,8 163,8
Toevoegingen 2,5 160,7 14,6 5,9 3,4 187,1
Overname van De Vijver Media (zie
toelichting 5.22.1)
2,9 1,3 0,2 3,5 7,9
Overdrachten 49,9 (49,9)
Uitgeboekt bij verkoop en
buitengebruikstelling
(4,4) (0,8) (4,1) (9,3)
Uitboeking van volledig afgeschreven activa (0,3) (1,0) (1,3)
Per 30 juni 2019 174,1 3.663,3 142,7 94,2 166,6 4.240,9

Gecumuleerde afschrijvingen

Per 31 december 2018 zoals
gerapporteerd
83,4 1.543,6 36,1 1.663,1
Verwerving van Nextel - PPA (zie toelichting
5.22.2)
(1,2) (1,2)
Per 1 januari 2019 zoals herzien 82,2 1.543,6 36,1 1.661,9
Afschrijvingskosten voor het boekjaar 5,6 176,6 4,1 22,5 208,8
Uitgeboekt bij verkoop en
buitengebruikstelling
(0,5) (5,5) (0,3) (4,1) (10,4)
Uitboeking van volledig afgeschreven activa (0,3) (1,0) (1,3)
Duurzame waardevemindering 0,3 0,3
Per 30 juni 2019 87,3 1.714,7 38,9 18,4 1.859,3

Boekwaarde

Per 30 juni 2019 86,8 1.948,6 142,7 55,3 148,2 2.381,6
Per 1 januari 2019 zoals herzien 86,5 1.912,5 178,0 53,8 2.230,8

Als gevolg van de overname van De Vijver Media stegen de materiële vaste activa met €7,9 miljoen, wat vooral bestond uit activa voor gebruiksrechten. We verwijzen naar toelichting 5.22.1 voor meer gedetailleerde informatie omtrent de impact van de voorlopige toewijzing van de overnameprijs.

De toe te rekenen bedrijfsinvesteringen voor de zes maanden afgesloten op 30 juni 2019 bedroegen €184,3 miljoen en bestonden uit de volgende toevoegingen:

  • • toe te rekenen bedrijfsinvesteringen voor de groei van onze breedband- en mobiele netwerken en upgrades voor een totaalbedrag van €160,4 miljoen;
  • bedrijfsinvesteringen voor installaties bij de klant voor een totaalbedrag van €8,0 miljoen;

• bedrijfsinvesteringen betreffende settopboxen voor een totaalbedrag van €15,3 miljoen.

Voor de zes maanden afgesloten op 30 juni 2019 nam de Vennootschap niet langer €1,3 miljoen aan brutowaarde en toe te rekenen afschrijvingen op, die betrekking hadden op activa die volledig afgeschreven waren en niet langer door de Vennootschap gebruikt worden.

5.5 GOODWILL

De goodwill per 30 juni 2019 bedroeg €1.874,7 miljoen (31 december 2018: €1.807,9 miljoen zoals herzien). De stijging met €66,8 miljoen is toe te wijzen aan de verwerving van De Vijver Media (€67,2 miljoen) en de alignering van de grondslagen voor de financiële verslaggeving van Nextel (€-0,3 miljoen).

(in € miljoen)
Per 31 december 2018 zoals
gerapporteerd
1.830,1
Toewijzing van de aankoopprijs - Nextel (22,3)
Per 31 december 2018 zoals herzien 1.807,8
Overname van dochtervennootschappen -
De vijver Media
67,2
Alignering van de grondslagen voor de
financiële verslaggeving - Nextel
(0,3)
Per 30 juni 2019 1.874,7

Voor gedetailleerde informatie betreffende de overname van De Vijver Media en de toewijzing van de aankoopprijs van Nextel verwijzen we naar toelichting 5.22.1 en 5.22.2 respectievelijk.

5.6 OVERIGE IMMATERIËLE ACTIVA

(in € miljoen) Netwerk
gebruiks
rechten
Handels
naam
Software Klanten
lijsten
Uitzend
rechten
Overige Totaal
Kost
Per 31 december 2018
zoals gerapporteerd
294,6 155,9 722,2 186,8 184,4 19,5 1.563,4
Verwerving van Nextel -
PPA (zie toelichting 5.22.2)
6,7 2,5 16,5 25,7
Per 1 januari 2019
zoals herzien
294,6 162,6 724,7 203,3 184,4 19,5 1.589,1
Verwerving De Vijver
Media - PPA (zie toelichting
5.22.1)
27,3 1,0 12,2 50,4 90,9
Toevoegingen 61,4 59,5 120,9
Uitgeboekt bij verkoop en
buiten-gebruik-stelling
(56,4) (56,4)
Per 30 juni 2019 294,6 189,9 787,1 215,5 237,9 19,5 1.744,5

Gecumuleerde afschrijvingen

Per 31 december 2018
zoals gerapporteerd
150,0 126,0 377,2 74,3 103,5 2,4 833,4
Verwerving van Nextel -
afschrijvingskost PPA (zie
toelichting 5.22.2)
0,8 0,3 1,1 2,2
Per 1 januari 2019
zoals herzien
150,0 126,8 377,5 75,4 103,5 2,4 835,6
Afschrijvings-kosten voor
het boekjaar
12,6 1,9 57,6 12,5 39,0 0,2 123,8
Uigeboekt bij verkoop en
buiten-gebruik-stelling
(56,4) (56,4)
Per 30 juni 2019 162,6 128,7 435,1 87,9 86,1 2,6 903,0

Boekwaarde

Per 1 januari 2019 zoals
herzien
144,6 35,8 347,2 127,9 80,9 17,1 753,5
Per 30 juni 2019 132,0 61,2 352,0 127,6 151,8 16,9 841,5

De immateriële activa van de Vennootschap, andere dan goodwill, hebben een eindige levensduur en bestaan voornamelijk uit netwerkgebruiksrechten (vooral mobiel spectrum), handelsnaam, kosten met betrekking tot softwareontwikkeling en -verwerving, klantenlijsten, uitzendrechten, gunstige voorwaarden van toekomstige leases en contracten met leveranciers.

De toevoegingen in Software voor de zes maanden afgesloten op 30 juni 2019 belopen €61,4 miljoen en zijn voornamelijk gerelateerd aan:

  • investeringen in IT Mobile Business (€8,9 miljoen);
  • een nieuwe OTC applicatie (€21,0 miljoen);
  • Residentiële marketing (€6,3 miljoen);
  • Infrastructuur en ondersteuning (€9,5 miljoen);
  • Interne IT projecten (€5,4 miljoen); en

– Residentiële verkoop en nazorg (€5,3 miljoen).

De toevoegingen in de klantenlijsten ten belope van €12.2 miljoen is gerelateerd aan de verwerving van De Vijver Media (see Note 5.22.1).

Toevoegingen van uitzendrechten belopen €59,5 miljoen, en zijn voornamelijk toe te schrijven aan UK Soccer Premier League, seizoen 2019-2022.

Uitboekingen omwille van verkoop en buitengebruikstelling bedragen €56,4 miljoen, wat voornamelijk gerelateerd is aan de uitboeking van UK Soccer Premier League , seizoen 2016-2019.

5.7 INVESTERINGEN IN EN LENINGEN AAN GEASSOCIEERDE DEELNEMINGEN EN OVERIGE INVESTERINGEN

5.7.1 Investeringen in en leningen aan geassocieerde deelnemingen

De volgende tabel toont de componenten van de investeringen van de Vennootschap in geassocieerde deelnemingen:

(in € miljoen) De Vijver
Media NV
Overige Totaal
Verwerving van geassocieerde deelnemingen
Per 1 januari 2019 51,1 14,4 65,5
Overname De Vijver Media 0,5 0,5
Herklassering naar volledig
geconsolideerde dochter
(51,1) (51,1)

Per 30 juni 2019 — 14,9 14,9

Aandeel in het resultaat van geassocieerde deelnemingen

Per 1 januari 2019 1,1 (0,6) 0,5
Aandeel in het resultaat van
geassocieerde deelnemingen
(1,3) (1,3)
Herklassering naar volledig
geconsolideerde dochter
0,2 0,2
Per 30 juni 2019 (0,6) (0,6)

Leningen toegekend aan geassocieerde deelnemingen

Per 1 januari 2019
1,3
1,3
Per 30 juni 2019
1,3
1,3

Boekwaarde

Per 1 januari 2019 52,2 15,1 67,3
Per 30 juni 2019 15,6 15,6

De toevoegingen van €0,5 miljoen hebben betrekking op de participaties die De Vijver Media aanhoudt in haar geassocieerde deelnemingen.

De Vijver Media

Op 7 maart 2018 sloot Telenet een overeenkomst met de twee andere aandeelhouders van De Vijver Media NV om hun respectieve belangen van 30% en 20% te verkopen aan Telenet, die de enige aandeelhouder zou worden. Na goedkeuring door de bevoegde mededingingsautoriteiten verwierf de Vennootschap de resterende 50% van de aandelen op 3 juni 2019. Als gevolg hiervan werd De Vijver Media, dat voorheen voldeed aan de voorwaarden van een joint venture en verwerkt werd via de vermogensmutatiemethode, vanaf dat moment een volledig geconsolideerde entiteit (zie toelichting 5.22.1).

Unit-T

Op 26 april 2018 ondertekenden Telenet BVBA en Solutions 30 Group, een toonaangevende leverancier in Europa van oplossingen voor nieuwe technologieën, een overeenkomst om een nieuwe joint venture ("Unit-T") te vormen die velddiensten (inclusief installatie, reparatie en onderhoud) levert aan Telenet en mogelijk andere telecommunicatiebedrijven op de markt. De nieuwe JV werd opgericht op 1 juli 2018 door de buitendienstactiviteiten van Telenet en Janssens Field Services ("JFS") te consolideren. Dit bedrijf is in handen van de JV partner Solutions 30. JFS levert diensten en logistiek op het gebied van Telecom, Beveiliging, Utilities en ICT-markten en is een van de field service providers van Telenet.

Als compensatie voor de bijdrage ontving Telenet een aandelenbelang van 30% in de joint venture (tegenover 70% voor de bijdrage van Solutions 30), dat door een externe deskundige werd gewaardeerd op €10,5 miljoen en resulteerde in een winst op verkoop voor een vergelijkbaar bedrag (aangezien de netto boekwaarde van de overgedragen activa en passiva nul was).

Recneps NV

Op 30 maart 2017 nam Telenet Group Holding NV een deelneming van 10% in het aandelenkapitaal van Recneps NV, een bestaande onderneming die eerder was opgericht door 1105 NV ("Eleven Five"). Telenet droeg €0,3 miljoen bij in contanten en ontving in ruil daarvoor 10% van de aandelen van het bedrijf. In oktober 2017 droeg de Vennootschap nog eens €0,3 miljoen bij in contanten, waardoor haar belang in Recneps NV toenam tot 19%. Op 18 oktober 2018 nam de Vennootschap deel aan de kapitaalverhoging en droeg €1,3 miljoen in contanten bij, waardoor haar participatie steeg tot 31,17%.

5.7.2 Overige investeringen

Belgian Mobile ID

Telenet Group nam in juni 2016 een deelneming van €1,8 miljoen in Belgian Mobile ID NV (f.k.a. Belgian Mobile Wallet NV). Belgian Mobile Wallet NV lanceerde in het voorjaar van 2014 een Belgische standaard voor betalingen via smartphones, waarmee consumenten hun smartphones in de toekomst kunnen gebruiken om goederen en diensten te betalen, kortingsbonnen in te wisselen of hun klantenkaarten te gebruiken. De Vennootschap verhoogde haar belang tijdens 2017 met €1,5 miljoen tijdens een kapitaalsverhoging. In 2018 droeg de Vennootschap bijkomend €0,9 miljoen bij zodanig dat de totale investering €4,2 miljoen bedraagt (of een belang van 15%).

5.8 HANDELSVORDERINGEN

5.8.1 Langlopende handelsvorderingen

(in € miljoen) 30 juni 2019 31
december
2018
Handelsvorderingen 0,1 0,9
Handelsvorderingen, netto 0,1 0,9

Langlopende handelsvorderingen omvatten verkopen betreffende de financieringscontracten voor gsm's en smartphones op lange termijn met klanten.

5.8.2 Vlottende handelsvorderingen

(in € miljoen) 30 juni 2019 31 december
2018
Handelsvorderingen 227,7 210,8
Minus: Waardevermindering voor
dubieuze vorderingen
(7,9) (8,9)
Handelsvorderingen, netto 219,8 201,9

De vlottende handelsvorderingen van €219.8 miljoen op 30 juni 2019 bevatten ook deels handelsvorderingen die toe te wijzen zijn aan de overname van De Vijver Media voor een totaalbedrag van €27.2 miljoen per 30 juni 2019. Dit is dan ook de belangrijkste reden voor de stijging van de uitstaande balans.

Als een handelsvordering oninbaar is, wordt ze afgeschreven en wordt de aangelegde waardevermindering voor handelsvorderingen overeenkomstig aangewend. De kost voor waardevermindering van handelsvorderingen wordt opgenomen in de kostprijs van geleverde diensten in de verkorte staat van het resultaat en het netto resultaat rechtstreeks verwerkt in het eigen vermogen. De voorzieningen voor dubieuze vorderingen daalden met €1.0 miljoen.

De Vennootschap heeft geen handelsvorderingen in vreemde valuta.

Imec.istart Fund

Op 15 maart, 2017 verwierf Telenet Group Holding NV een deelneming van 8% in het aandelenkapitaal van Imec.istart Fund voor een bedrag van €0,2 miljoen. Dit fonds werd opgericht om te investeren in opportuniteiten in jonge niet-publieke technologiebedrijven die geselecteerd werden voor het imec.istart programma en die potentieel hebben voor een belangrijke waardecreatie in snel groeiende marktsegmenten in of buiten de Europese Unie.

5.9 OVERIGE ACTIVA

5.9.1 Overige vaste activa

toelichting 30 juni 2019 31 december 2018,
(in € miljoen) zoals herzien (*)
Uitstaande waarborgen bij derden voor eigen verplichtingen (contant
betaald)
1,3 3,9
Over te dragen financieringskosten 2,6 3,0
Contract activa 1,7 1,4
Vorderingen n.a.v. de verkoop van sportuitzendrechten 0,5
Financiering plannen na uitdiensttreding 1,9 1,3
Voorafbetaalde kosten 4,3 3,5
Langlopende leasevorderingen 5.22.2 3,1 3,8
Overige vaste activa 14,9 17,3

(*) We verwijzen naar 5.1.6 Wijzigingen in de financiële verslaggeving.

De over te dragen financieringskosten die gerelateerd zijn aan de nietopgenomen Wentelkredieten worden gepresenteerd onder overige vaste activa.

5.9.2 Overige vlottende activa

(in € miljoen) toelichting 30 juni 2019 31 december 2018,
zoals herzien (*)
Terug te vorderen roerende voorheffing 0,4 0,4
Vooruitbetaalde uitzendrechten 10,2 6,3
Vooruitbetalingen 40,0 29,8
Toe te rekenen opbrengsten 60,1 70,6
Vorderingen n.a.v. de verkoop van sportuitzendrechten 1,5 1,2
Te ontvangen schadeloosstelling in het kader van acquisities 18,5 18,3
Contract activa 6,0 7,2
Vorderingen uit settlements 0,2 0,5
Kortlopende Leasevorderingen 5.22.2 4,9 4,5
Overige 5,4 3,9
Overige vlottende activa 147,2 142,7

(*) We verwijzen naar 5.1.6 Wijzigingen in de financiële verslaggeving.

De stijging in de vooruitbetalingen is toe te schrijven aan (i) BIPT Spectrum bijdragen, dewelke over het algemeen vooruitbetaald worden in de eerste zes maanden van het jaar voor het aankomende jaar, en (ii) toegenomen voorafbetalingen programmakosten (€3.9 miljoen).

Toe te rekenen opbrengsten zijn doorgaans opbrengsten waarvoor de Vennootschap reeds een dienst of product heeft geleverd in overeenstemming met de klantovereenkomst, maar waarvoor de klant nog niet gefactureerd werd en waarvoor een onvoorwaardelijk recht op tegenprestatie bestaat.

De Schadeloosstellingen naar aanleiding van overnames bedragen € 18.5 miljoen en omvatten de vordering op KPN gerelateerd aan belastingen op antennes (€13.3 miljoen) en een vordering op de voormalige aandeelhouders van SFR Belux (€5.2 miljoen).

De contract activa van €6.0 miljoen hebben betrekking op de omzet die verwacht wordt te worden toegekend en is voornamelijk gerelateerd aan meerdere component-overeenkomsten.

5.10 VOORRADEN

Per 30 juni 2019 bedroegen de voorraden €29,1 miljoen (december 2018: €28,0 miljoen). Deze voorraden bestonden hoofdzakelijk uit mobiele telefoontoestellen, tablets, draadloze modems, powerline adapters en overige apparaten die betrekking hebben op digitale televisie.

De voorraden van mobiele telefoontoestellen en accessoires namen toe met €2,0 miljoen en bedroegen in totaal €24,6 miljoen op 30 juni 2019.

De telefonie en internet apparatuur bij klanten vertegenwoordigde een totaalbedrag van €8,3 miljoen, wat in lijn is met de uitstaande balans op het einde van het jaar 2018.

De netto boekwaarde van de voorraden omvat eveneens de afwaarderingen teneinde de boekwaarde van de voorraden te herleiden tot de netto realiseerbare waarde. Deze afwaarderingen van de voorraden bedroegen €3,8 miljoen voor de zes maanden afgesloten op 30 juni 2019 ten opzichte van €2,7 miljoen voor het jaar afgesloten op 31 december 2018.

5.11 GELDMIDDELEN EN KASEQUIVALENTEN

(in € miljoen) 30 juni 2019 31 december
2018
Banktegoeden en kasmiddelen 82,5 35,0
Geldmarktfondsen 57,0 53,2
Geldmiddelen en
kasequivalenten
139,5 88,2

Op 30 juni 2019 hield Telenet €139,5 miljoen aan geldmiddelen en kasequivalenten aan, vergeleken met €88,2 miljoen op 31 december 2018. Om het tegenpartijrisico zoveel mogelijk te beperken, plaatst de Vennootschap zijn kasequivalenten en geldmarktfondsen met een AAArating bij Europese en Amerikaanse financiële instellingen met een hoge kredietwaardigheid. De Vennootschap had positieve kasstroom uit bedrijfsactiviteiten van €499,2 miljoen, dit werd gedeeltelijk geneutraliseerd door de al vermelde verwerving van het resterende aandeel van 50% in De Vijver Media en de aanverwante vrijwillige schuldaflossing. Daarnaast voerde Telenet het restant uit van zijn Aandeleninkoopprogramma 2018bis van €300,0 miljoen, met een uitgave van €101,1 miljoen in de eerste helft van 2019.

Telenet betaalde ook €158,3 miljoen aan belastingen gedurende de zes maanden eindigend op 30 juni 2019.

5.12 EIGEN VERMOGEN

5.12.1 Eigen vermogen

Op 30 juni 2019 bedroeg het maatschappelijk kapitaal €12,8 miljoen (op 31 december 2018: €12,8 miljoen).

Op 24 april 2019 heeft de buitengewone algemene aandeelhoudersvergadering de annulering goedgekeurd van 1.881.040 door de Vennootschap in het kader van haar Aandeleninkoopprogramma 2018bis ingekochte eigen aandelen. Na de gedeeltelijke annulering van de aandelen bedraagt het totale aantal uitstaande aandelen dalen van 117.716.323 naar 115.835.283.

De tussentijdse financiële staten per 30 juni 2019 vertonen een negatief (geconsolideerd) eigen vermogen van €1,618.4 miljoen, voornamelijk als gevolg van het vroegere uitkeringsbeleid van de Vennootschap, inclusief kapitaalverminderingen in voorgaande jaren.

De Vennootschap plant haar optimale vermogensstructuur op geconsolideerd niveau, gebaseerd op een bepaalde verhouding tussen eigen en vreemd vermogen, ondanks een negatief eigen vermogen op geconsolideerd niveau en rekening houdend met het feit dat de kortlopende verplichtingen meer bedragen dan de vlottende activa.

De raad van bestuur heeft rekening gehouden met het eigen vermogen van de Vennootschap en heeft de tussentijdse financiële staten opgemaakt met consistente toepassing van de grondslagen voor financiële verslaggeving waarbij uitgegaan wordt van het continuïteitsbeginsel, rekening houdend met ondermeer:

  • de verwachte inkomsten voor het volgend jaar,
  • een voorziene continue sterke positieve kasstroom voor het volgend jaar,
  • de vervaldagen van de financiële verplichtingen, zoals verder toegelicht in toelichting 5.13.

Eigen aandelen

Aandeleninkoopprogramma

Op 25 juni 2018 kondigde de Vennootschap de start aan van een aandeleninkoopprogramma voor een bedrag van €300 miljoen euro (het "Aandeleninkoopprogramma 2018bis"). Dit programma vervangt het Aandeleninkoopprogramma 2018 dat startte op 13 februari 2018.

Onder het Aandeleninkoopprogramma 2018bis kon Telenet tot 28 juni 2019 van tijd tot tijd aandelen kunnen inkopen, ten belope van maximum 7,5 miljoen aandelen, voor een maximaal bedrag van €300 miljoen. Dit programma werd gefinancierd met bestaande liquide middelen en ongetrokken liquiditeiten onder haar beschikbare wentelkrediet.

In het kader van dit programma werden in 2019 2.332.478 aandelen ingekocht voor een totaal bedrag van €101,1 miljoen. Met deze aankoop voltooide de Vennootschap het eerder genoemde aandeleninkoopprogramma.

Eigen aandelen

Op 30 juni 2019 bezat de Vennootschap 5.853.089 eigen aandelen. Aandelenopties uitgeoefend gedurende de zes maanden afgesloten op 30 juni 2019, resulteerde in de levering van 1.120.279 eigen aandelen door de Vennootschap aan de houders van aandelenopties. De bij de uitoefening van de opties ontvangen kasliquiditeiten bedroegen €43,82 miljoen. Aangezien de kosten van de geleverde eigen aandelen €55,5 miljoen bedroegen, boekte de Vennootschap een verlies van €11,7 miljoen. Meer details van de uitoefeningen zijn terug te vinden in onderstaande tabel:

Klasse van
opties
Aantal
uitgeoefende
opties
Uitoefendatum
(datum levering
aandelen)
Aandelenprijs
op
uitoefendatum
(slotprijs)
ESOP 2014 95.899 1ste kwartaal 2019 40,18
CEO SOP 2014
bis
101.406 1ste kwartaal 2019 34,95
ESOP 2014 362.299 2de kwartaal 2019 40,18
CEO SOP 2014 108.446 2de kwartaal 2019 34,51
ESOP 2015 101.319 2de kwartaal 2019 45,15
CEO SOP 2015 100.000 2de kwartaal 2019 44,88
SSOP 2015 bis 21.126 2de kwartaal 2019 43,34
ESOP 2016 82.023 2de kwartaal 2019 40,36
ESOP 2016 bis 54.001 2de kwartaal 2019 41,68
ESOP 2018 93.760 2de kwartaal 2019 37,91
1.120.279

5.12.2 Op aandelen gebaseerde personeelsverloning

Telenet Aandelenplan 2019

Op 11 februari 2019 keurde de raad van bestuur een nieuw algemeen aandelenoptieplan goed voor de Chief Executive Officer ("CEO"), het Senior Leadership Team ("SLT") en een geselecteerd aantal werknemers (het "Aandelenoptieplan 2019" of "ESOP 2019"). Elk van deze aandelenopties geeft de houder ervan het recht om één bestaand aandeel van de Vennootschap te kopen.

De toekenning van deze aandelenopties gebeurde op 6 mei 2019. Op 24 juni 2019 werden in totaal 713,286 van de 808,724 aangeboden aandelenopties aanvaard.

De definitieve verwerving van de aandelenopties onder het ESOP 2019 gebeurt per kwartaal over een periode van 4 jaar, waarbij 10% van de totale aandelenopties tijdens elk van de eerste 4 kwartalen en 5% van de totale aandelenopties tijdens elk van de volgende 12 kwartalen worden verworven.

De details aangaande het aandelenoptieplan ESOP 2019 kan als volgt worden samengevat in de volgende tabel:

Boekhoud
kundige
datum van
toekenning
Reële
waarde op
datum van
toekenning
(in €)
Aandelen
koers (in €)
Uitoefen
prijs (in €)
Verwachte
volatiliteit
Verwachte
levensduur
optie
Verwachte
dividenden
Risicovrije
interestvoet
ESOP 2019 24 juni 2019 5,50 - 5,95 48,80 46,54 24,44% -
25,93%
4,3 jaar 4,3% (0,66%) -
(0,53)%

Prestatieaandelen

Op 11 februari 2019 besliste het Remuneratie- en Benoemingscomité en de Raad van Bestuur dat de prestatiecriteria voor de 'Telenet Prestatieaandelen 2016' werden behaald, en als gevolg daarvan werden de verdiende 'Telenet Prestatieaandelen 2016' verworven ten belope van 199% op 15 april 2019. Dit specifieke aandelenplan werd op nettobasis uitbetaald in aandelen.

Aangezien dit het tweede jaar op rij was dat een soortgelijk prestatieaandelenplan werd afgewikkeld in aandelen, werd besloten dat deze 'historische manier' van afwikkeling in aandelen van deze specifieke aandelenbeloningen aanleiding gaf tot een wijziging van classificatie als schulden van alle bestaande prestatieaandelenplannen. Als gevolg hiervan worden alle gelijkaardige prestatieaandelenplannen beschouwd als op aandelen gebaseerde betalingsregelingen. Derhalve erkent de Vennootschap de gerelateerde op aandelen gebaseerde vergoedingen in het eigen vermogen en niet langer als een schuld. Aangezien de prestatieaandelen tot de afwikkelingsdatum gewaardeerd werden tegen reële waarde, diende geen incrementele op aandelen gebaseerde vergoedingen te worden opgenomen met betrekking tot de prestatieaandelen plannen 2016 en 2018.

Op 6 mei 2019 kende de Vennootschap in totaal 113.291 presatieaandelen toe aan zijn CEO, leden van het Senior Leadership Team en een geselecteerd aantal werknemers (de "Telenet Prestatieaandelen 2019"). Op 24 juni 2019 werden in totaal 111.466 van de 113.291 aangeboden prestatieaandelen aanvaard. De prestatiedoelstelling van toepassing op de Telenet Prestatieaandelen 2019 is het behalen van een samengestelde jaarlijkse groei voor de vrije kasstrom uit bedrijfsactiviteiten (OFCF) overeenkomstig US GAAP, wanneer de vrije kasstroom uit bedrijfsactiviteiten in de periode die begon op 1 januari 2019 en eindigt op december 31, 2021 vergeleken wordt met de vrije kasstroom uit bedrijfsactiviteiten voor de periode die begon op 1 januari 2018 en eindigde op 31 december 2018. Een prestatiebereik van 50% tot 122% van de beoogde samengestelde jaarlijkse groei van de vrije kasstroom uit bedrijfsactiviteiten zou er doorgaans toe leiden dat de begunstigden van de toekenningen 50% tot 150% van hun 'Telenet Prestatieaandelen 2019' zouden verdienen, onder voorbehoud van de vermindering of verbeurdverklaring op basis van individuele prestaties en dienstverlening. De verdiende 'Telenet Prestatieaandelen 2019' zullen definitief verworven worden op 6 mei 2022. Alle verloningskosten toerekenbaar aan de 'Telenet Prestatieaandelen 2019' worden erkend over de vereiste dienstperiode van de voordelen en worden opgenomen onder de personeelsverloning in de geconsolideerde staat van het resultaat en het netto resultaat rechtstreeks verwerkt in het eigen vermogen.

Beperkte aandelen

Op 6 mei 2019 heeft de Vennootschap aan een welbepaald deel van het management in totaal 106.786 beperkte aandelen toegekend (de "Telenet Beperkte Aandelen 2019"). Op 24 juni 2019 werden in totaal 94.556 van de 106.786 aangeboden beperkte aandelen aanvaard. De definitieve verwerving van deze beperkte aandelen vindt jaarlijks plaats over een periode van 2 jaar, waarbij 40% van de beperkte aandelen definitief verworven wordt op 6 mei 2020 en de resterende 60% op 6 mei 2021, onder voorbehoud van vermindering of verbeurdverklaring op basis van individuele prestatievereisten. Bij verwerving blijven de overgedragen Telenet-aandelen evenwel geblokkeerd voor verhandeling gedurende een periode van 2 jaar, zijnde respectievelijk tot 6 mei 2021 en 6 mei 2022. De verloningskosten toerekenbaaraan de 'Telenet Beperkte Aandelen Telenet 2019' worden erkend over de vereiste dienstperiode van de toekenningen en worden opgenomen onder de personeelsverloning in de geconsolideerde staat van het resultaat en het netto resultaat rechtstreeks verwerkt in het eigen vermogen.

Gedurende de zes maanden afgesloten op 30 juni 2019 heeft Telenet €6,9 miljoen kosten met betrekking tot op aandelen gebaseerde vergoedingen aangaande de Telenet Prestatieaandelenplannen erkend in de tussentijdse financiële staten, waarvan €3,7 miljoen betrekking heeft op optieplannen van de Vennootschap, €3.0 miljoen op de Telenet Prestatie Aandelenplannen en €0.2 miljoen op het Beperkte Aandelenplan. De totale kosten met betrekking tot op aandelen gebaseerde vergoeding voor de zes maanden afgesloten op 30 juni 2018 bedroeg €1,5 miljoen.

5.13 Leningen en overige financieringsverplichtingen

De onderstaande bedragen omvatten de toe te rekenen interest op datum van 30 juni 2019 en 31 december 2018.

(in € miljoen) 30 juni 2019 31 december 2018,
herzien (*)
2018 Gewijzigde Senior Credit Facility:
Wentelkrediet AG 0,5 0,5
Termijnlening AN 1.822,4 1.807,7
Termijnlening AO 941,1 939,9
Senior Secured Fixed Rate Notes
€530 miljoen Senior Secured Notes met vervaldag 2027 488,6 487,7
USD1000 miljoen Senior Secured Notes met vervaldag 2028 902,2 894,9
€600 miljoen Senior Secured Notes met vervaldag 2028 609,4 609,5
Nextel banklening 2,4 3,0
Nextel verhuur schuld 4,1 5,1
Voorschotten in rekening-courant 0,1
Global Handset Finco Ltd lening 12,7
Coditel recht op gebruik netwerk 4,0 4,1
Vendor financing 403,5 359,0
Leaseverplichtingen 558,4 410,9
3G Mobiel Spectrum 23,8 23,8
Clientèlevergoeding > 20 jaar 129,0 124,7
5.889,4 5.683,5
Minus: Over te dragen financieringskosten (18,1) (18,5)
Totale lang- en kort lopende leningen en financieringsverplichtingen 5.871,3 5.665,0
Minus: Kortlopend gedeelte (584,7) (504,1)
Totale langlopende leningen en financieringsverplichtingen 5.286,7 5.160,9

(*) We verwijzen naar 5.1.6 Wijzigingen in de financiële verslaggeving.

Op 30 juni 2019 bedroeg Telenets totale schuld (inclusief toe te rekenen rente) €5.871,4 miljoen, waarvan een hoofdsom van €1.957,4 miljoen verband houdt met de Senior Secured Fixed Rate Notes die in de periode juli 2027 tot maart 2028 vervallen en een hoofdsom van €2.761,7 miljoen verschuldigd is onder de 2018 Gewijzigde Senior Credit Facility die van augustus 2026 tot december 2027 vervalt. De Vennootschap's totale schuld op 30 juni 2019 omvatte ook een hoofdsom van €403.5 miljoen in verband met Telenet's leverancierskredietprogramma, die vrijwel volledig binnen de 12 maanden vervalt, en €23,8 miljoen voor het uitstaande gedeelte van de licenties voor het 2G en 3G mobiele spectrum. Het restant vertegenwoordigt voornamelijk de verplichtingen uit hoofde van leases in verband met de overname van Interkabel en leaseverplichtingen na toepassing van IFRS 16.

In mei 2019 heeft Telenet een nieuwe kortlopende doorlopende kredietfaciliteit ("RCF AP") uitgegeven voor een totaalbedrag van €60,0 miljoen. Deze faciliteit vervalt op 31 december 2021 en heeft een marge van 2,25% boven EURIBOR (met een bodem van 0%) en kan worden gebruikt voor algemene bedrijfsdoeleinden van de groep. Op 30 juni 2019 was deze faciliteit volledig ongebruikt.

Op 3 juni 2019 verwierf de Vennootschap het resterende aandeel van 50% in het lokale mediabedrijf De Vijver Media nv. Onmiddellijk na de afronding van deze transactie betaalde Telenet de schuld van € 62,0 miljoen van De Vijver Media terug en beëindigde de bestaande renteswaps op haar schulden met variabele rente, wat resulteerde in een cash betaling van € 1,1 miljoen. Alle transacties werden afgewikkeld met beschikbare cash op de balans. het bedrijf heeft geen betekenisvolle kosten gemaakt met betrekking tot deze transactie. Voor meer informatie verwijzen we naar toelichting 5.22.1.

De (i) opgebouwde intrest, (ii) leaseverplichtingen en (iii) kortlopende verplichtingen voor Telenets leverancierskrediet-programma buiten beschouwing gelaten, heeft de Vennootschap op 30 juni 2019 geen vervallende schulden voor augustus 2026 met een gewogen gemiddelde looptijd van 8,0 jaar. Daarnaast had Telenet op 30 juni 2019 ook volledig toegang tot €505,0 miljoen niet-opgenomen verbintenissen onder de wentelkredietfaciliteiten, beschikbaar tot juni 2023.

De totale toekomstige betalingen in hoofdsom voor alle leningen en financieringsverplichtingen van de Vennootschap, uitgezonderd de leases en andere financieringen op 30 juni 2019, worden weergegeven in de volgende tabel.

(in € miljoen) Totale
faciliteit per
Opgenomen
bedrag
Beschikbaar
bedrag
Vervaldag Intrestvoet Intrestbetaling
verschuldigd
30 juni 2019
2018 Gewijzigde Senior
Credit Facility:
Termijnlening AO 935,0 935,0 15 december
2027
Vlottend 6-
maand EURIBOR
(0% floor) +
2,50%
Halfjaarlijks (jan.
en juli)
Termijnlening AN (2.075 miljoen USD) 1.826,7 1.826,7 15 augustus
2026
Vlottend 6-
maand EURIBOR
(0% floor) +
2,25%
Halfjaarlijks (jan.
en juli)
Wentelkrediet (Faciliteit AG) 400,0 400,0 30 juni 2023 Vlottend 1-
maand EURIBOR
(0% floor) +
2,75%
Maandelijks
Wentelkrediet (Faciliteit AP) 60,0 60,0 31 december
2021
Vlottend 1-
maand Euribor +
2,25%
Maandelijks
Wentelkredietfaciliteiten:
Wentelkredietfaciliteiten 20,0 20,0 30 september
2021
Vlottend 1-
maand EURIBOR
(0% floor) +
2,00%
Maandelijks
BNP voorschotten in
rekening-courant
BNP voorschotten in rekening-courant 25,0 25,0 31 december
2019
Vlottend 1-
maand EURIBOR
+ 1,60%
Niet van
toepassing
Senior Secured Fixed Rate
Notes:
USD 1.000 miljoen Senior Secured Notes
met vervaldag 2028 (Faciliteit AJ)
880,4 880,4 1 maart 2028 Vast 5,50% Halfjaarlijks (jan.
en juli)
€600 miljoen Senior Secured Notes met
vervaldag 2028 (Faciliteit AK)
600,0 600,0 1 maart 2028 Vast 3,50% Halfjaarlijks (jan.
en juli)
€530 miljoen Senior Secured Notes met
vervaldag 2027 (Faciliteit AB)
477,0 477,0 15 juli 2027 Vast 4,875% Halfjaarlijks (jan.
en juli)
Totaal nominaal bedrag 5.224,1 4.719,1 505,0

5.14 AFGELEIDE FINANCIËLE INSTRUMENTEN

De Vennootschap maakt gebruik van diverse afgeleide financiële instrumenten om het interestrisico en het wisselkoersriciso te beheren. Onderstaande tabel geeft een gedetailleerde weergave van de reële waarde van de financiële en afgeleide instrumenten van de Vennootschap opgenomen op balans:

(in € miljoen) 30 juni 2019 31 december 2018
Vlottende activa 62,5 62,8
Vaste activa 25,3 6,0
Kortlopende verplichtingen (72,0) (64,3)
Langlopende verplichtingen (319,9) (211,3)
(304,1) (206,8)
Interestderivaten (168,6) (133,7)
Cross currency interestderivaten (137,2) (75,1)
Valutaderivaten 1,7 2,1
In contracten besloten derivaten (0,1)
(304,1) (206,8)

De gerealiseerde en niet-gerealiseerde winsten (verliezen) op financiële en afgeleide financiële instrumenten bestaan uit de volgende bedragen:

(in € miljoen) 30 juni 2019 30 juni 2018
Wijziging in reële waarde van derivaten
Cross currency interestderivaten (62,1) 60,4
Interestderivaten (35,2) (28,3)
Valutaderivaten (0,4) 4,6
Totale verandering in reële waarde (97,7) 36,7
Gerealiseerd resultaat van derivaten
Cross currency interestderivaten 25,9 (0,2)
Interestderivaten (7,5) 22,1
Valutaderivaten 0,6 (2,7)
Totaal gerealiseerd resultaat van derivaten 19,0 19,2
Netto meerwaarde (minderwaarde) op derivaten (78,7) 55,9

Het verlies voor de zes maanden afgesloten op 30 juni 2019 van €97,9 miljoen was vooral het gevolg van een neerwaartse evolutie van de euro swapcurve, die een negatief effect had op de waardering tegen reële waarde van de afgeleide financiële instrumenten van de Vennootschap.

Voor interestderivaten en cross currency interestderivaten bevat de verandering in reële waarde niet de verandering in de toe te rekenen rente.

5.15 BELASTINGEN

(in € miljoen) Voor de zes maanden
afgesloten op 30 juni
2019 2018, zoals
herzien
Winstbelastingen (65,8) (85,0)
Uitgestelde belastingen 29,2 52,8
Belastingen (36,6) (32,2)

De Vennootschap erkende winstbelastingen van €65,8 miljoen voor de zes maanden afgesloten op 30 juni 2019. Samen met de effectieve betaling van €158,3 miljoen aan winstbelastingen voor de zes maanden afgesloten op 30 juni 2019 bracht dit de belastingverplichtingen per 30 juni 2019 op €190,0 miljoen (31 december 2018: €283,5 miljoen).

Telenet Group Holding NV en zijn dochtervennootschappen hadden gecumuleerde fiscaal overdraagbare verliezen van €1.409,1 miljoen op 30 juni 2019 (31 december 2018: €1.326,0 miljoen). Onder de huidige Belgische en Luxemburgse belastingwetgeving hebben deze gecumuleerde fiscaal overdraagbare verliezen een onbeperkte levensduur en kunnen zij worden gebruikt voor verrekening van de toekomstige belastbare inkomsten van Telenet Group Holding NV en zijn dochtervennootschappen.

Voor fiscaal overdraagbare verliezen worden uitgestelde belastingvorderingen erkend voor zover het waarschijnlijk is dat er toekomstige belastbare winsten voorhanden zullen zijn om de compenseerbare verliezen aan te wenden.

Op 30 juni 2019 had de Vennootschap geen uitgestelde belastingvorderingen opgenomen ten belope van €135,1 miljoen (31 december 2018 €123,9 miljoen), resulterend uit fiscaal overdraagbare verliezen, aangezien het niet waarschijnlijk wordt geacht dat deze uitgestelde belastingvorderingen zullen gerealiseerd worden in de voorzienbare toekomst.

5.16 OVERIGE LANGLOPENDE VERPLICHTINGEN

(in € miljoen) 30 juni 2019 31 december 2018
Personeelsvoordelen en soortgelijke verplichtingen 18,5 18,8
Andere verplichtingen betreffende personeel 0,2 0,2
Verplichtingen uit langetermijnpersoneelsbeloningen 7,4 6,6
Verplichtingen mbt ongunstige voorwaarden Interkabel 16,9 16,5
Voorziening voor ontmantelingskosten 10,7 10,7
Schulden mbt sportuitzendrechten 23,8 5,5
Schulden betreffende herstructurering Norkring 7,4 8,3
Schulden betreffende belastingen voor pylonen 1,4
Schulden naar aanleiding van overnames 4,7 4,7
Overige 0,9 1,7
Totaal overige langlopende verplichtingen 90,5 74,4

De overige langlopende- en kortlopende verplichtingen bestaan voornamelijk uit schulden met betrekking tot sportuitzendrechten die respectievelijk €23,8 miljoen en €54,7 miljoen bedragen (zie ook toelichting 5.17) per 30 juni 2019 (per 31 december 2018 respectievelijk €5,5 miljoen en €46,4 miljoen). De stijging in de overige langlopendeen kortlopende verplichtingen in de 6 maanden eindigend op 30 juni 2019 is toe te schrijven aan de hogere schulden voor de sportuitzendrechten van de Premier League UK Soccer (zie toelichting 5.6) per 30 juni 2019.

De operationele kosten, die door Interkabel aan Telenet aangerekend worden voor het onderhoud van zijn netwerk, zijn hoger dan referentiekosten van de Vennootschap voor gelijkaardige werkzaamheden. Als gevolg is er sprake van ongunstige voorwaarden. Ten tijde van de overname van Interkabel werd de grootte van deze ongunstige voorwaarden tegen reële waarde gewaardeerd. De onderliggende verplichting op 30 juni 2019 bedroeg €16,9 miljoen.

De voorziening voor ontmantelingskosten bestaat uit verplichtingen met betrekking tot de kosten van ontmanteling van sites en het herstellen ervan in de oorspronkelijke staat. Deze verplichting bedroeg €10,7 miljoen op 30 juni 2019.

De acquisitiegerelateerde schulden hebben betrekking op de Nextelacquisitie (toelichting 5.22.2).

5.17 TOE TE REKENEN KOSTEN EN OVERIGE KORTLOPENDE VERPLICHTINGEN

(in € miljoen) Toelichting 30 juni 2019 31 december
2018
Ontvangen waarborgen van klanten 20,1 21,3
Personeelskosten 74,4 68,2
Verschuldigde BTW en roerende voorheffing 54,1 17,7
Te betalen dividend 1,2 1,2
Toe te rekenen programmatiekosten 52,5 48,8
Te ontvangen facturen voor investeringen 38,8 62,6
Overige toe te rekenen kosten:
Ontvangen goederen en gepresteerde diensten 20,1 47,9
Honoraria 16,5 15,9
Magazijngoederen 25,5 11,6
Interconnectie 17,8 19,6
Advertenties, Marketing en Public Relations 4,1 3,9
Infrastructuur 26,7 18,1
Uitrustingen 6,2 7,7
Andere 38,2 29,9
Op te stellen creditnota's 14,4 22,9
Voorziening kosten aandelenoptieplannen 8,9
Andere voorwaardelijke verplichtingen erkend in het kader van overnames (IFRS 3) 5,2 5,2
Schulden betreffende belastingen voor pylonen 44,3 38,1
Handelsvorderingen met credit saldo 23,4 18,8
Schulden betreffende herstructurering Norkring 2,3 2,3
Schulden betreffende herstructurering SFR 2,8 5,6
Schulden voor andere herstructureringskosten 1,4 0,9
Schulden mbt sportuitzendrechten 54,7 46,4
Toe te rekenen commissies 20,2 4,2
Overige kortlopende verplichtingen 10,9 7,6
Totaal toe te rekenen kosten en overige kortlopende verplichtingen 575,8 535,3

Ten opzichte van 31 december 2018 stegen de totaal toe te rekenen kosten en andere lopende verplichtingen met €40,5 miljoen tot €575,8 miljoen per 30 juni 2019, voornamelijk omwille van de verwerving Van De Vijver Media, die €22,5 miljoen uitmaakt van de totaal toe te rekenen kosten en andere langlopende verplichtingen per 30 juni 2019.

De verschuldigde BTW en roerende voorheffing stegen met €36,4 miljoen per 30 juni 2019, in vergelijking met 31 december 2018, omwille van een voorafbetaling van de december BTW in november, hetgeen resulteerde in een lager te betalen bedrag aan BTW per jaareinde. De toe te rekenen commissies stegen met €4,2 miljoen op 31 december 2018 tot €20.2 miljoen per 30 juni 2019, wat voornamelijk te verklaren is door De Vijver Media, die een bijdrage heeft van €17,3 miljoen in de balans per eind juni 2019. Bovendien stegen in de zes maanden afgesloten op 30 juni 2019 de toe te rekenen kosten met betrekking tot infrastructuur en ontvangen magazijngoederen met respectievelijk €8,6 miljoen en €13,9 miljoen, in vergelijking met 31 december 2018.

Deze stijgingen werden gedeeltelijk gecompenseerd door i) een daling van €23,7 miljoen in de te ontvangen facturen voor investeringen, en ii) een daling in de toe te rekenen kosten voor ontvangen goederen en gepresteerde diensten ten belope van €27,8 miljoen per 30 juni 2019 in vergelijking met 31 december 2018.

De andere voorwaardelijke verplichtingen erkend in het kader van overnames (IFRS 3) houden verband met een ingeschat risico voor de roerende voorheffing bij SFR Belux (€5,2 miljoen) voor de vijf jaar voorafgaand aan de overname. Voor hetzelfde bedrag is een vordering op de voormalige aandeelhouder erkend. (zie toelichting 5.9.2).

5.18 OPBRENGSTEN

De opbrengsten van de Vennootschap bestaan uit:

(in € miljoen) Voor de zes maanden afgesloten op 30 juni
2019 2018, zoals herzien (*)
Opbrengsten uit abonnementen
Televisie 287,9 289,9
Breedbandinternet 323,1 309,8
Vaste telefonie 109,8 117,2
Opbrengsten uit kabelgerelateerde abonnementen 720,8 716,9
Mobiele telefonie 217,3 226,8
Totaal opbrengsten uit abonnementen 938,1 943,7
Bedrijfsdiensten 102,7 86,3
Overige 220,8 220,5
Totaal bedrijfsopbrengsten 1.261,6 1.250,5

(*) We verwijzen naar 5.1.6 Wijzigingen in de financiële verslaggeving.

Over de zes maanden afgesloten op 30 juni 2019 genereerde Telenet €1.261,6 miljoen bedrijfsopbrengsten, een stijging met 1% tegenover €1.250,5 miljoen in dezelfde periode van vorig jaar. De bedrijfsopbrengsten over de zes maanden afgesloten op 30 juni 2019 omvatten een bijdrage voor een volledige periode van zes maanden van de lokale ICT-integrator Nextel, die de Vennootschap op 31 mei 2018 verwierf, in vergelijking met een bijdrage van slechts één maand in de eerste helft van vorig jaar, hetgeen resulteerde in een incrementele bijdrage van €23,5 miljoen aan de bedrijfsopbrengsten ten opzichte van de zes maanden afgesloten op 30 juni 2018. Daarnaast omvatten de bedrijfsopbrengsten eveneens voor één maand de opbrengsten van het lokale mediabedrijf De Vijver Media NV (€7,9 miljoen), waarvan Telenet op 3 juni 2019 de resterende 50% van de aandelen verwierf en dat sindsdien volledig wordt geconsolideerd. De voornoemde nietorganische effecten buiten beschouwing gelaten, daalden Telenets bedrijfsopbrengsten over de zes maanden afgesloten op 30 juni 2019 licht met 1%, aangezien de hogere opbrengsten uit kabelabonnementen, met inbegrip van een hogere bijdrage van zakelijke klanten door de 'FLUO' en 'WIGO Business' bundels, meer dan werden geneutraliseerd door (i) lagere opbrengsten als gevolg van het verlies van het MVNO-contract met MEDIALAAN, dat sinds begin april een negatieve impact heeft op onze groothandelsopbrengsten, (ii) lagere opbrengsten uit mobiele telefonie als weerspiegeling van lagere opbrengsten uit het gebruik, in het licht van het aanhoudende succes van onze forfaitaire 'WIGO' quad-playbundels en verbeterde mobiele aanbod, met inbegrip van grotere hoeveelheden mobiele data en (iii) lagere niet-coax B2B-opbrengsten vanwege het seizoensgebonden karakter van onze beveiligings- en ICT-integratoractiviteiten.

De overige opbrengsten omvatten voornamelijk (i) interconnectieopbrengsten uit zowel vaste als mobiele telefonie, (ii) groothandelsopbrengsten uit zowel onze commerciële als gereguleerde groothandelsactiviteiten, (iii) opbrengsten uit de verkoop van smartphones, inclusief de opbrengsten die voortvloeien uit de 'Choose Your Device'-programma's van de Vennootschap, (iv) vergoedingen voor de activering en installatie van producten, (v) opbrengsten uit de verkoop van settopboxen en (vi) de bijdrage van De Vijver Media NV, dat sinds 3 juni 2019 volledig werd geconsolideerd.

De over te dragen opbrengsten van de Vennootschap kunnen uitgesplitst worden als volgt:

(in miljoenen euro)
30 juni 2019 31 december 2018,
zoals herzien
Opbrengsten uit abonnementen
Televisie 19,8 20,9
Breedbandinternet 23,0 20,3
Vaste telefonie 14,5 13,3
Opbrengsten uit kabelgerelateerde abonnementen 57,3 54,5
Mobiele telefonie 26,3 23,3
Totaal opbrengsten uit abonnementen 83,6 77,8
Bedrijfsdiensten 26,2 15,6
Overige 5,3 2,6
Totaal over te dragen opbrengsten uit abonnementen 115,1 96,0
Overige contract verplichtingen 7,8 8,1
Totaal over te dragen opbrengsten 122,9 104,1

5.19 KOSTEN PER TYPE

(in € miljoen) Voor de zes maanden afgesloten op 30 juni
2019 2018, zoals herzien
Netwerkexploitatiekosten 101,9 97,0
Directe kosten (programmering en auteursrechten, interconnectie en andere) 255,3 253,6
Personeelsgerelateerde kosten 128,4 126,1
Verkoop- en marketingkosten 44,4 44,0
Uitbestede arbeidsdiensten en professionele diensten 17,4 14,6
Overige indirecte kosten 49,4 70,1
Operationele kosten 596,8 605,4
Herstructureringskosten 1,1 5,4
Operationele kosten betreffende overnames of desinvesteringen 0,6 2,5
Op aandelen gebaseerde vergoedingen 6,9 1,5
Afschrijvingen en waardeverminderingen op materiële vaste activa 208,8 216,2
Afschrijvingen en waardeverminderingen op immateriële vaste activa 84,5 94,1
Afschrijving op uitzendrechten 39,0 34,9
Waardeverminderingen op langlopende activa - materiële vaste activa en overige immateriële activa 0,3 1,3
Winst op verkoop van materiële vaste activa en overige immateriële activa (1,0) (1,0)
Niet-geldelijke en niet-recurrente elementen 340,2 354,9
Totaal kosten 937,0 960,3

In de zes maanden afgesloten op 30 juni 2019 bedroegen de totale bedrijfskosten €937,0 miljoen, hetzij 2% minder dan de €960,3 miljoen in dezelfde periode vorig jaar. De negatieve niet-organische impact van de overname van Nextel en De Vijver Media op Telenet's kostenbasis voor de zes maanden eindigend op 30 juni 2019, werd meer dan gecompenseerd door lagere afschrijvingen, aangezien het leeuwendeel van de programma's voor de verbetering van Telenet's vaste en mobiele infrastructuur nu voltooid is, wat resulteert in lagere overige indirecte kosten. De totale bedrijfskosten vertegenwoordigden ongeveer 74% van de bedrijfsopbrengsten in de zes maanden afgesloten op 30 juni 2019 (voor de zes maanden eindigend 30 juni 2018: ongeveer 77%).

In de zes maanden afgesloten op 30 juni 2019 kwam de kostprijs van geleverde diensten overeen met ongeveer 54% van de totale opbrengsten (voor de zes maanden eindigend op 30 juni 2018: ongeveer 57%) en kwamen de verkoop-, algemene en beheerskosten overeen met ongeveer 21% van de totale bedrijfsopbrengsten voor de zes maanden afgesloten

5.20 FINANCIËLE OPBRENSTEN EN KOSTEN

Voor de zes maanden afgesloten op 30 juni (in € miljoen) Toelichting 2019 2018 Opgenomen in de staat van het resultaat en het netto resultaat rechtstreeks verwerkt in het eigen vermogen Financiële opbrengsten Netto interestopbrengsten en wisselkoerswinsten Interestopbrengsten op geldmiddelen, kasequivalenten en overige financiële opbrengsten 0,5 0,1 Interestopbrengsten op vorderingen — 0,1 0,5 0,2 Netto winst op derivaten Wijziging in reële waarde 5.14 — 55,9 — 55,9 Financiële kosten Netto interestkosten, wisselkoersverliezen en overige financiële kosten Interestkosten op financiële verplichtingen opgenomen aan de geamortiseerde kostprijs, en overige financiële kosten (132,8) (111,9) Afschrijving van financieringskosten (1,4) (1,9) Netto wisselkoersverliezen (18,3) (66,7) (152,5) (180,5) Netto verlies op derivaten Wijziging in reële waarde 5.14 (78,7) — (78,7) — Verlies bij vervroegde aflossing van schulden — (24,6) Netto financiële kosten (230,7) (149,0)

Over de zes maanden afgesloten op 30 juni 2019 bedroegen de netto financiële kosten €230,7 miljoen, in vergelijking met € 149,0 miljoen voor de zes maanden afgesloten op 30 juni 2018. De financiële opbrengsten voor de zes maanden afgesloten op 30 juni 2019 bedroegen €0,5 miljoen, vergeleken met €56,1 miljoen voor de zes maanden afgesloten op 30 juni 2018, dat een bedrag dat een nietgeldelijke winst van €55,9 miljoen op zijn derivaten bevatte. De netto rentelasten, wisselkoersverliezen en andere financiële kosten daalden met 16% van €180,5 miljoen voor de zes maanden afgesloten op 30 juni 2018 naar €152,5 miljoen voor de zes maanden afgesloten op 30 juni 2019. Dit wordt verklaard door een significant kleiner nietgerealiseerd wisselkoersverlies op de uitstaande schuld in USD in

59 | Telenet | Halfjaarverslag 2019 |

vergelijking met de zes maanden afgesloten op 30 juni 2018, die ruimschoots een stijging met 19% jaar-op-jaar van de toe te rekenen rentekosten als gevolg van een hoger schuldsaldo gerelateerd aan de buitengewone dividenduitkering van oktober 2018 compenseerde.

op 30 juni 2019 (voor de zes maanden afgesloten op 30 juni 2018: ongeveer 19%).

Telenet's operationele kosten, bestaande uit (i) netwerkexploitatiekosten, (ii) directe kosten, (iii) personeelskosten, (iv) verkoopen marketingkosten, (v) uitbestede arbeidsdiensten en professionele diensten en (vi) overige indirecte kosten, daalden licht met 1% jaar-opjaar op gerapporteerde basis in de zes maanden afgesloten op 30 juni 2019.

5.21 WINST PER AANDEEL

5.21.1 Gewone winst per aandeel

Bij de berekening van de gewone winst per aandeel is de winst en het gewogen gemiddelde aantal aandelen als volgt berekend:

(in € miljoen, behalve aandeleninformatie) Voor de zes maanden afgesloten op 30 juni
2019 2018, zoals herzien
Aan gewone aandeelhouders toe te rekenen winst 55,9 109,1
Gewogen gemiddelde aantal gewone aandelen 110.014.822 115.247.512
Gewogen gemiddelde aantal aandelen voor de berekening van de gewone winst per
aandeel
110.014.822 115.247.512
Gewone winst per aandeel in € 0,51 0,95

5.21.2 Verwaterde winst per aandeel

Bij de berekening van de verwaterde winst per aandeel, door middel van de eigen aandelen methode, worden de aan de aandeelhouders van de groep toe te rekenen winst en het gewogen gemiddelde aantal gewone aandelen die gedurende het jaar uitstaan, gecorrigeerd voor alle potentiële verwaterende effecten op de gewone aandelen.

Voor de periode eindigend op 30 juni 2019 had de Vennootschap de volgende lopende optie plannen.

  • ESOP 2014 aandelenopties
  • ESOP 2015 aandelenopties
  • CEO SOP 2014 aandelenopties
  • CEO SOP 2015 aandelenopties
  • ESOP 2016 aandelenopties
  • ESOP 2016bis aandelenopties
  • ESOP 2017 aandelenopties
  • ESOP 2017bis aandelenopties
  • ESOP 2018 aandelenopties
  • ESOP 2018bis aandelenopties
  • ESOP 2019 aandelenopties

De winst in de berekening van de verwaterde winst per aandeel is hetzelfde als de winst voor de berekening van de gewone winst per aandeel, zoals hierboven toegelicht.

Voor de zes maanden afgesloten op 30 juni
2019 2018
Gewogen gemiddelde aantal aandelen voor de berekening van de gewone winst per aandeel 110.014.822 115.247.512
Aangepast voor :
ESOP 2014 aandelenopties 34.403
ESOP 2016 aandelenopties 43.102
ESOP 2016bis aandelenopties 4.480
ESOP 2018 aandelenopties 39.142
CEO SOP 2014 aandelenopties 42.619
CEO SOP 2014bis aandelenopties 8.231
Gewogen gemiddelde aantal aandelen voor de berekening van de verwaterde winst
per aandeel
110.186.799 115.247.512
Verwaterde winst per aandeel in € 0,51 0,95

5.22 VERWERVING VAN DOCHTERVENNOOTSCHAPPEN

5.22.1 De Vijver Media

In februari 2015 verwierf de Vennootschap 50% van het kapitaal van De Vijver Media NV ("DVM"), een Belgisch mediabedrijf dat actief is in free-to-air-uitzendingen (via zijn tv-kanalen "VIER" en "VIJF") en contentproductie (via het productiebedrijf 'Woestijnvis') voor een cash overname bedrag van €52,5 miljoen.

De initiële 50%-investering in De Vijver Media voldeed aan de voorwaarden van een joint venture en werd verwerkt volgens de vermogensmutatiemethode. De boekwaarde van deze initiële investering in geassocieerde deelnemingen bedroeg op 3 juni 2019 €50,9 miljoen. Op 3 juni 2019 verwierf de onderneming de resterende 50% aangehouden door Waterman & Waterman en Corelio NV. Als onderdeel van de boekhoudkundige verwerking van de bedrijfscombinatie heeft de Vennootschap haar eerder gehouden investering in de geassocieerde deelneming opnieuw gewaardeerd tegen reële waarde. Deze waarde werd gebruikt voor het bepalen van de goodwill. Deze waardering tegen reële waarde leidde niet tot enig resultaat en het netto resultaat rechtstreeks verwerkt in het eigen vermogen.

De overname werd onmiddellijk gevolgd door een vrijwillige terugbetaling van de uitstaande schulden van De Vijver Media ten bedrage van €62,0 miljoen.

Voor de zes maanden eindigend op 30 juni 2019 en 2018 maakte de Vennootschap acquisitiegerelateerde kosten van respectievelijk €0,1 miljoen en €0,5 miljoen aan juridische adviesverlening en waarderingen. Deze werden opgenomen in "Verkoop-, algemene en beheerskosten'.

De Vennootschap verwerkte de acquisitie van De Vijver Media met behulp van de acquisitiemethode, waarbij de totale aankoopprijs werd toegewezen aan de verworven identificeerbare netto activa van De Vijver Media op basis van inschattingen van hun respectieve reële waarde. Het verschiltussen de aankoopprijs enerzijds en de overgenomen identificeerbare netto activa anderzijds werd toegewezen aan goodwill. Door de beperkte toegang tot financiële en operationele gegevens voorafgaand aan de afsluiting van de overname op 3 juni 2019, was de Vennootschap nog niet in staat om een gedetailleerde toewijzing van de totale aankoopprijs uit te voeren op 30 juni 2019. De voorlopige openingsbalans kan daarom nog wijzigen op basis van verdere inschattingen van de reële waarden van de overgenomen identificeerbare activa en passiva. De elementen met de hoogste waarschijnlijkheid van verandering in het kader van het waarderingsproces omvatten immateriële vaste activa met bretkking tot handelsnaamen, klantenlijsten, hangende opdrachten, uitgestelde belastingen en goodwill.

Een samenvatting van de aankoopprijs en de voorlopige identificeerbare verworven activa en veronderstelde verplichtingen in het kader van de overname van De Vijver Media op de overnamedatum wordt weergegeven in de volgende tabel:

IFRS openingsbalans Reële waarde
aanpassingen
Reële waarde van netto
identificeerbare activa
(in € miljoen)
Activa
Totaal vaste activa
Materiële vaste activa 7,9 7,9
Goodwill 67,2 (67,2)
Overige immateriële activa 90,5 90,5
Uitgestelde belastingsvorderingen 10,2 10,2
Deelnemingen in en leningen aan geassocieerde deelnemingen 0,5 0,5
Derivaten 1,5 1,5
Overige activa 3,0 3,0
Totaal vaste activa 180,8 (67,2) 113,6
Vlottende activa
Voorraden
Handelsvorderingen 24,4 24,4
Overige vlottende activa 11,5 11,5
Geldmiddelen en kasequivalenten 36,5 36,5
Totaal vlottende activa 72,4 72,4
Totale activa 253,2 (67,2) 186,0
Verplichtingen
Langlopende verplichtingen
Leningen en overige financieringsverplichtingen (64,1) (64,1)
Uitgestelde belastingsverplichtingen (11,5) (11,5)
Overige schulden (2,4) (2,4)
Totaal langlopende verplichtingen (78,0) (78,0)
Kortlopende verplichtingen
Leningen en overige financieringsverplichtingen (1,4) (1,4)
Handelsschulden (39,9) (39,9)
Toe te rekenen kosten en overige kortlopende verplichtingen (23,9) (23,9)
Over te dragen opbrengsten (4,3) (4,3)
Derivaten (1,1) (1,1)
Kortlopende belastingschuld (1,2) (1,2)
Totaal kortlopende verplichtingen (71,8) (71,8)
Totaal voorwaardelijke verplichtingen (149,8) 0,0 (149,8)
Reële waarde van de identificeerbare verworven 36,2
netto activa
Reële waarde van de voorheen aangehouden investering in
geassocieerde ondernemingen ( initiële 50% participatie)
50,9
Verwervingsprijs van de overige 50% 52,5
Totale verwervingsprijs 103,4
Voorlopige goodwill voortvloeiend uit de 67,2
verwerving

De boekhoudkundige verwerking van de overname zal herzien worden op basis van de toewijzing van de aankoopprijs die

gefinalizeerd zal worden binnen één jaar na de datum van de overname.

In de periode van 3 juni 2019 tot 30 juni 2019 droeg De Vijver Media €7,9 miljoen bij aan omzet €1,6 miljoen verlies aan het resultaat van de Vennootschap. Indien de overname had plaatsgevonden op 1 januari 2019, schat het management dat de geconsolideerde omzet €1.314,2 miljoen en het geconsolideerd bedrijfsresultaat €314,2 miljoen geweest zou zijn voor de periode afgesloten op 30 juni 2019.

5.22.2 Nextel

Op 31 mei 2018 verwierf Telenet op basis van een definitieve overeenkomst en na goedkeuring door de toezichthouder 100% van de aandelen van TelelinQ NV met dochterondernemingen Nextel NV, Nextel Telecom Solutions NV en TelelinQ D&F NV voor een cash overnamebedrag van €77,2 miljoen (de "Nextel" acquisitie). Totale vergoeding na aftrek van verworven middelen bedraagt €68,2 miljoen. Rekeninghoudend met de uitgestelde betalingen, heeft de Vennootschap in totaal €62,5 miljoen cash overgemaakt.

Nextel is een Belgische integrator die diensten aanbiedt aan grote -en middelgrote ondernemingen, gezondheidsinstellingen, non-profit organisaties en publieke autoriteiten. Nextel heeft kantoren in Wommelgem en Zaventem en stelt 340 mensen te werk. Door de verwerving van Nextel versterkt de Vennootschap haar mogelijkheden om geïntegreerde diensten aan te bieden, samen met alles-in-een oplossingen voor grote-, en middelgrote bedrijven.

De Vennootschap heeft in 2018 kosten opgelopen van €0,2 miljoen voor juridische en due diligence adviesverlening. Deze werden opgenomen onder de "Verkoop, algemene en beheerskosten".

Voor de Nextel overname gebruikte de Vennootschap de methode waarbij de totale aankoopprijs wordt toegewezen aan de overgenomen identificeerbare netto activa van Nextel op basis van inschattingen van hun respectievelijke reële waarde. Het verschil tussen de aankoopprijs enerzijds en de overgenomen identificeerbare netto activa anderzijds werd toegewezen aan goodwill.

Het bedrijf boekte de acquisitie van Nextel met behulp van de acquisitiemethode, waarbij de totale aankoopprijs wordt toegewezen aan de overgenomen identificeerbare netto-activa van Nextel op basis van beoordelingen van hun respectieve reële waarden en het overschot Bij het bepalen van deze bedragen is het management er van uitgegaan dat de voorlopig bepaalde reële waarde-aanpassingen op de overnamedatum dezelfde zouden zijn geweest als wanneer de acquisitie zou plaatsgevonden hebben op 1 januari 2019.

van de aankoopprijs boven de reële waarden van deze identificeerbare netto activa werden toegewezen aan goodwill. Per 31 december 2018 was de Vennootschap nog bezig met het uitvoeren van een gedetailleerde toewijzing van de totale aankoopprijs en rapporteerde een voorlopige openingsbalans, onder voorbehoud van aanpassingen op basis van de beoordeling van de reële waarden van de overgenomen identificeerbare activa en passiva. Per 30 juni 2019 was de toewijzing van de aankoopprijs voltooid.

De aanpassing van de reële waarde van de immateriële activa (€25,7 miljoen) had voornamelijk betrekking op de verworven klantenrelaties (€16,5 miljoen), handelsnamen (€6,8 miljoen) en technologie (€2,4 miljoen). De beoordeling van het verkoop- en terughuurmodel en het verhuurmodel resulteerde in de verwijdering van uitgestelde opbrengsten (€2,7 miljoen) en materiële vaste activa (€7,1 miljoen) die werden vervangen door een leasevordering (€8,9 miljoen). Samen met de uitgestelde belastingimpact van de bovengenoemde aanpassingen (€7,8 miljoen) werd de goodwill verminderd met €22,3 miljoen.

De erkenning van de reële waarde van de immateriële activa en de aanpassing van het verkoop- en terughuurmodel en het verhuurmodel van Nextel resulteerde in bijkomende afschrijvingen op immateriële vaste activa (€2,1 miljoen), een daling van de afschrijvingskosten (€1,8 miljoen), een vermindering van de opbrengsten (€1,0 miljoen) en een stijging van de kosten van verkochte goederen (€0,7 miljoen) voor de periode tussen de overnamedatum (31 mei 2018) en 31 december 2018. Hiervoor werd de vergelijkende financiële informatie aangepast.

Een samenvatting van de aankooprijs en de identificeerbare activa en veronderstelde passiva in het kader van de Nextel overname zijn voorgesteld in de volgende tabel:

(in € miljoen) Initiële IFRS
openingsbalans
Openingbalans
aanpassingen
Finale IFRS
openingsbalans
Reële waarde
aanpassingen
Reële waarde van
netto
identificeerbare
activa
Activa
Totaal vaste activa
Materiële vaste activa 12,8 (7,1) 5,7 5,7
Goodwill 71,0 (71,0)
Overige immateriële activa 0,1 0,1 25,7 25,8
Overige activa 4,8 4,8 4,8
Totaal vaste activa 83,8 (73,2) 10,6 25,7 36,3
Vlottende activa:
Voorraden 4,4 4,4 4,4
Handelsvorderingen 7,2 (0,1) 7,1 7,1
Overige vlottende activa 2,5 3,5 6,0 6,0
Geldmiddelen en
kasequivalenten
9,1 9,1 9,1
Totaal vlottende activa 23,2 3,4 26,6 0,0 26,6
Totale activa 107,0 (69,8) 37,2 25,7 62,9
Verplichtingen
Langlopende
verplichtingen
Leningen en overige
financieringsverplichtingen
(9,0) (9,0) (9,0)
Uitgestelde
belastingsverplichtingen
1,0 0,2 1,2 (7,6) (6,4)
Overige schulden (3,4) (3,4) (3,4)
Totaal langlopende
verplichtingen
(11,4) 0,2 (11,2) (7,6) (18,8)
Kortlopende
verplichtingen
Leningen en overige
financieringsverplichtingen
(4,3) (4,3) (4,3)
Handelsschulden (2,6) (2,6) (2,6)
Toe te rekenen kosten en
overige kortlopende
verplichtingen
(5,9) 0,5 (5,4) (5,4)
Over te dragen opbrengsten (5,5) 2,7 (2,8) (2,8)
Totaal kortlopende
verplichtingen
(18,3) 3,2 (15,1) 0,0 (15,1)
Totale verplichtingen (29,7) 3,4 (26,3) (7,6) (33,9)
Reële waarde van de
identificeerbare
verworven netto activa
29,0
Totale verwervingsprijs 77,2
Goodwill voortvloeiend
uit de verwerving
48,2

5.23 Toezeggingen en voorwaardelijke verplichtingen

5.23.1 Juridische procedures

Overname Interkabel

Op 26 november 2007 ondertekende Telenet een niet-bindend principeakkoord met de zuivere intercommunale kabelmaatschappijen betreffende een overdracht van analoge en digitale tv-diensten van de zuivere intercommunale kabelmaatschappijen, inclusief alle bestaande abonnees, aan Telenet. Daarna sloten Telenet en de zuivere intercommunale kabelmaatschappijen een bindende overeenkomst (de "Interkabel Overeenkomst 2008"), met ingang op 1 oktober 2008. Vanaf december 2007 heeft Proximus NV/SA ("Proximus"), de historische telecommunicatie operator in België, verschillende procedures aangespannen om de tenuitvoerlegging van deze overeenkomsten te verhinderen.

Proximus spande een procedure in kort geding aan bij de Voorzitter van de Rechtbank van Eerste Aanleg te Antwerpen met het verzoek om een voorlopige voorziening om de zuivere intercommunale kabelmaatschappijen te beletten het principeakkoord ten uitvoer te leggen en leidde een burgerlijke procedure in over de zaak ten gronde strekkende tot nietigverklaring van het principeakkoord. In maart 2008 sprak de Voorzitter van de Antwerpse Rechtbank van Eerste Aanleg zich in kort geding uit in het voordeel van Proximus. Deze beslissing werd echter door het Hof van Beroep te Antwerpen ongedaan gemaakt in juni 2008. Proximus bracht deze uitspraak in beroep voor het Hof van Cassatie, dat deze beslissing in beroep bevestigde in september 2010. Op 6 april 2009 heeft de Rechtbank van Eerste Aanleg te Antwerpen een vonnis uitgesproken in het voordeel van de zuivere intercommunale kabelmaatschappijen en Telenet in de burgerlijke procedure over de zaak ten gronde, waarbij de vordering van Proximus tot ontbinding van het principeakkoord en de Interkabel Overeenkomst 2008 werd afgewezen. Op 12 juni 2009 heeft Proximus beroep aangetekend tegen deze beslissing bij het Hof van Beroep te Antwerpen. In deze beroepsprocedure vordert Proximus nu ook schadevergoeding voor het geval de Interkabel Overeenkomst 2008 niet zou worden ontbonden. Terwijl deze procedures voor onbepaalde duur werden opgeschort, werden andere procedures ingeleid, hetgeen resulteerde in een arrest van de Belgische Raad van State in mei 2014 tot vernietiging van (i) de beslissing van de zuivere intercommunale kabelmaatschappijen om geen openbare marktconsultatie te organiseren en (ii) de beslissing van de raad van bestuur van de zuivere intercommunale kabelmaatschappijen om de Interkabel Overeenkomst 2008 goed te keuren. In december 2015 heeft Proximus de burgerrechtelijke procedures voor het Hof van Beroep te Antwerpen voortgezet teneinde de nietigverklaring te bekomen van de Interkabel Overeenkomst 2008 evenals een schadevergoeding van €1,4 miljard. Op 18 december 2017 heeft het Hof van Beroep te Antwerpen de vordering ingesteld door Proximus in haar geheel verworpen. Op 28 juni 2019 heeft Proximus deze uitspraak voor het Hof van Cassatie gebracht.

Er kan geen zekerheid worden gegeven over het resultaat van deze of andere procedures. Nochtans zou een negatieve uitspraak in de lopende of toekomstige procedures potentieel kunnen leiden tot een nietigverklaring van de Interkabel Overeenkomst 2008 en/of een verplichting van Telenet tot betaling van schadevergoeding, conform de relevante bepalingen van de Interkabel Overeenkomst 2008 die bepalen dat Telenet slechts aansprakelijk is voor schadevergoedingen boven €20,0 miljoen. Wij verwachten evenwel niet dat de uiteindelijke afhandeling van deze zaak een wezenlijke impact zal hebben op ons bedrijfsresultaat, onze geldstromen of financiële situatie. Wij hebben geen voorzieningen aangelegd in het kader van deze kwestie aangezien de kans op een verlies niet waarschijnlijk wordt geacht. Echter, geen zekerheid kan worden geboden dat de uiteindelijke beslechting van dit geschil geen wezenlijke negatieve impact zal hebben op de bedrijfsresultaten, geldstromen of financiële situatie van Telenet (hoewel we verwachten dat dit niet het geval zal zijn). Wij hebben in het kader van dit geschil geen voorzieningen aangelegd aangezien de kans op een verlies niet waarschijnlijk wordt geacht.

Geschillen in verband met toegang tot de kabel

IIn juni 2018 hebben het Belgisch Instituut voor Post en Telecommunicatie en de regionale toezichthouders voor de mediasector (samen, de Belgische regelgevende instanties) een nieuwe beslissing genomen waarin wordt geconstateerd dat Telenet een aanzienlijke marktpositie heeft op de wholesale-breedbandmarkt (de 2018- Beschikking). De 2018 Beschikking legt Telenet de verplichtingen op om (i) externe exploitanten toegang te verlenen tot het digitale televisieplatform (inclusief elementaire digitale video en analoge video) en (ii) om exploitanten van derden een bitstreamaanbieding van breedbandinternet aan te bieden toegang (inclusief vaste telefonie als optie). Anders dan bij eerdere beslissingen, is de 2018-Beschikking niet langer van toepassing op retail-minus prijzen op Telenet; vanaf 1 augustus 2018 legt dit besluit echter een 17% reductie op van de toegangskosten voor de maandelijkse wholesale-kabel voor een tussentijdse periode. De Belgische regelgevende instanties hebben op 5 juli 2019 een ontwerpbeslissing ter consultatie gepubliceerd met een voorstel van "redelijke toegangstarieven" die deze tussentijdse prijzen zullen vervangen. Deze voorgestelde "redelijke toegangstarieven" vertegenwoordigen voor Telenet een bijkomende daling 25% in vergelijking met de tussentijdse prijzen. Telenet is ervan overtuigd sterke argumenten te hebben tegen dit voorstel van "redelijke toegangstarieven" en heeft haar commentaar op de consultatie gegeven op 6 september 2019. Vervolgens zal de Europese Commissie advies moeten uitbrengen over de ontwerpbeslissing. De Belgische regelgevende instanties hebben het voornemen geuit om in Q4 2019 een definitieve beslissing aangaande de "redelijke toegangstarieven" te zullen nemen, met een toepassing van de nieuwe tarieven vanaf begin 2020.

De 2018 Beschikking heeft tot doel, en in haar toepassing, om de concurrenten van Telenet te versterken door ze toegang tot het netwerk van Telenet te verlenen om concurrerende producten en diensten aan te bieden, ondanks de aanzienlijke historische financiële uitgaven van Telenet bij de ontwikkeling van de infrastructuur. Bovendien zou elke doorverkochte toegang die aan concurrenten wordt verleend (i) de beschikbare bandbreedte voor Telenet kunnen beperken om nieuwe of uitgebreide producten en diensten aan te bieden aan de klanten die door zijn netwerk worden bediend en (ii) een negatieve impact hebben op het vermogen van Telenet om zijn inkomsten en kasstromen te behouden of te verhogen. De omvang van dergelijke negatieve effecten zal uiteindelijk afhangen van de mate waarin concurrenten voordeel halen uit de toegang die het netwerk van Telenet, de vergoedingen die Telenet ontvangt voor dergelijke toegang en andere concurrentiefactoren of marktontwikkelingen. Telenet beschouwt het besluit van 2018 als inconsistent met het beginsel van technologisch neutrale regelgeving en de "Europese Single market"-strategie om verdere investeringen in breedbandnetwerken te stimuleren. Telenet heeft de 2018 Beschikking voor het Brusselse Hof van Beroep aangevochten en heeft ook een procedure bij het Europese Hof van Justitie ingeleid tegen het besluit van de Europese Commissie om de 2018 Beschikking niet aan te vechten. De procedure bij het Europese Hof van Justitie werd inmiddels ingetrokken door Telenet teneinde de procedure voor het Hof van Beroep niet nodeloos te vertragen. In een arrest van 4 september 2019 verwierp het Hof van Beroep te Brussel echter het beroep ingesteld door Telenet tegen de 2018 Beschikking.

Orange verzoek voor toegang tot Coditel netwerk

Op 11 februari 2016 diende Orange Belgium SA ("Orange") een officieel verzoek in om toegang te verkrijgen tot het kabelnetwerk van Coditel, dat op 19 juni 2017 door Telenet Group werd verworven. Op 19 februari 2016 heeft Orange een bedrag van €600.000 aan Coditel overgemaakt, zoals vereist om de implementatieperiode van zes maanden te starten om de nodige maatregelen te nemen om Orange toegang te verlenen tot het kabelnetwerk overeenkomstig het Besluit van juli 2011. In principe eindigde de implementatieperiode op 19 augustus 2016. Aangezien Orange in december 2016 nog geen effectieve toegang verkregen had tot het Coditel-netwerk, diende Orange op 29 december 2016 een vordering voor schadevergoeding in tegen Coditel voor de Franstalige Handelsrechtbank van Brussel. Orange vorderde een verlies van €8.973 per dag vertraging te hebben geleden. Op 16 januari 2017 heeft Orange ook een kort geding aanhangig gemaakt, maar dit werd inmiddels opnieuw ingetrokken. Coditel beschouwt dat Orange intussen ook effectieve toegang tot het Coditel kabelnetwerk heeft.

De procedure voor de Franstalige Handelsrechtbank in Brussel loopt nog. Coditel beschouwt dat Orange intussen ook effectieve toegang tot het Coditel kabelnetwerk heeft.

Geschillen in verband met auteursrechten

Het probleem van auteursrechten en naburige rechten te betalen voor televisiedistributie heeft gedurende de laatste twee decennia aanleiding gegeven tot een aantal rechtszaken. Reeds in 1994 was de Belgische Beroepsvereniging voor Radio- en Televisiedistributie (de "RTD", waarvan de naam later is gewijzigd in "Cable Belgium") betrokken in geschillen met diverse agentschappen voor de inning van auteursrechten over de vergoedingen die moeten betaald worden voor het analoog uitzenden van diverse televisieprogramma's. In november 2002 bereikte de RTD, samen met bepaalde Belgische kabelmaatschappijen (waaronder Telenet), overeenkomsten met de agentschappen voor de inning van auteursrechten en de omroepen. Ingevolge deze overeenkomsten, waarmee Telenet had ingestemd, ging Telenet ermee akkoord om bepaalde vooruitbetalingen te verrichten en de vergoedingen geleidelijk te verhogen. Bijgevolg heeft Telenet in augustus 2003 de vergoeding voor auteursrechten verhoogd die het aan de abonnees aanrekent. In juli 2004 diende de CVBA Vereniging voor de inning, repartitie en de verdediging van de vertolkende en uitvoerende kunstenaars ("Uradex", waarvan de naam later werd gewijzigd in "Playright") een vordering in tegen de RTD voor €55 miljoen, vermeerderd met de interesten, inzake naburige rechten die verschuldigd waren door de leden van de RTD aan kunstenaars en uitvoerders, vertegenwoordigd door Uradex, tijdens de periode van augustus 1994 tot einde juli 2004.

Na de uitrol van digitale televisie, startte Telenet in 2006 een gerechtelijke procedure tegen een aantal beheersvennootschappen. Deze procedure hangt samen met een discussie tussen Telenet en deze beheersvennootschappen over de juridische kwalificatie van (i) gelijktijdige uitzending (d.i. kanalen uitgezonden zowel in analoge als digitale kwaliteit), (ii) onmiddellijke injectie (d.i. kanalen geleverd aan de dienstverlener over een niet openbaar toegankelijk transmissiekanaal) en (iii) contracten waarin alle rechten zijn begrepen (dat wil zeggen contracten waarin omroepen zich ertoe verbinden om hun signalen en programma's te leveren nadat zij alle rechten noodzakelijk voor de distributie van de communicatie naar het publiek via het netwerk van de dienstenverdelers hebben afgedekt).

Op 12 april 2011 velde de Rechtbank van Eerste Aanleg te Mechelen een gunstig vonnis in de rechtszaak tegen Sabam, Agicoa, Uradex en andere beheersvennootschappen. In het kader van deze procedure hebben een aantal beheersvennootschappen (Sabam niet inbegrepen) tegenvorderingen ingesteld tegen Telenet voor de betaling van de facturen die Telenet betwistte. De Rechtbank bevestigde de argumenten van Telenet in elk van de vorderingen en tegenvorderingen die het onderwerp van de procedure vormden, waardoor: (i) geen retransmissie vergoedingen betaald moeten worden door Telenet in geval van onmiddellijke injectie van omroepsignalen in het netwerk van Telenet, (ii) geen retransmissie vergoedingen betaald moeten worden in het geval van gelijktijdige uitzending van analoge en digitale signalen (en bijgevolg Telenet niet extra moet betalen voor de verdeling van lineaire digitale televisiesignalen) en (iii) overeenkomsten waarin alle rechten zijn inbegrepen, worden geldig geacht, wat betekent dat als Telenet met een omroep overeenkomt dat deze laatste verantwoordelijk is voor de clearing van auteursrechten, Telenet niet aansprakelijk is tegenover de beheersvennootschappen. De beheersvennootschappen hebben hoger beroep ingesteld (zie verder).

Aangezien Sabam geen enkele tegenvordering had ingesteld voor de betaling van facturen als deel van voormeld vonnis, is Sabam (zonder de overige beheersvennootschappen) op 6 april 2011 een gerechtelijke procedure gestart voor de Rechtbank van Koophandel te Antwerpen, waarin ze betaling eisen door Telenet van de facturen in verband met: a) vergoedingen voor het basis digitaal televisiepakket van Telenet voor de periode van 1 januari 2005 tot 31 december 2010, en b) voorschotfacturen voor het eerste semester van 2011 voor Telenets basis en optionele digitale televisiepakketten. De vorderingen hielden voornamelijk verband met (i) onmiddellijke injectie en (ii) overeenkomsten waarin alle rechten zijn inbegrepen. De eis van Sabam is gebaseerd op argumenten die grotendeels gelijkaardig zijn aan deze die verworpen werden door de Rechtbank van Eerste Aanleg van Mechelen op 12 april 2011. Zoals hieronder besproken, heeft Sabam de Rechtbank van Koophandel te Antwerpen verzocht deze vorderingen in te trekken, aangezien Sabam soortgelijke vorderingen heeft ingediend in de aanhangige procedure voor het Brusselse hof van beroep. Tegelijkertijd heeft Sabam een kortgedingprocedure aangespannen bij de Voorzitter van de Rechtbank van Koophandel van Antwerpen om voorlopige betaling van de gecontesteerde honoraria en honorariumvoorschotten te ontvangen. Op 30 juni 2011 heeft de Voorzitter van de Rechtbank van Koophandel van Antwerpen in deze procedure een positief oordeel uitgesproken voor Telenet. Sabam heeft hoger beroep ingesteld. Op 27 juni 2012 bevestigde het Hof van Beroep van Antwerpen dit vonnis en verwierp het de vordering in kort geding van Sabam.

In de beroepsprocedure tegen het vonnis van 12 april 2011 van de Rechtbank van Eerste Aanleg te Mechelen heeft het Hof van Beroep te Antwerpen een tussentijds arrest uitgesproken op 4 februari 2013. Het Hof van Beroep wees de vorderingen van de beheersvennootschappen af met betrekking tot de gelijktijdige uitzending en bevestigde dat onmiddellijke injectie één enkele verrichting is op het vlak van auteursrechten (waardoor royalty's slechts eenmaal zouden moeten worden betaald). De zaak werd heropend opdat de beheersvennootschappen verder bewijs zouden kunnen aanleveren voor hun vorderingen. Op 20 januari 2014 en op 5 mei 2014 hebben Numéricable (voorheen Coditel) en Telenet beroep aangetekend tegen dit tussentijds arrest bij het Hof van Cassatie, voornamelijk omwille van de onjuiste kwalificatie van de vergoedingen die betaald moeten worden voor de communicatie naar het publiek alsof het "retransmissie" rechten zouden zijn. Op 30 september 2016 heeft het Hof van Cassatie in deze zaak een arrest uitgesproken. Het Hof van Cassatie heeft Telenets argument aanvaard dat onmiddellijke injectie slechts één communicatie inhoudt naar het publiek en bijgevolg geen "retransmissie" kan uitmaken aangezien dit twee communicaties naar het publiek vereist. Het Hof van Cassatie heeft de zaak naar het Hof van Beroep van Brussel verwezen, alwaar de procedure werd hernomen op verzoek van Sabam. In het kader van deze procedure heeft Sabam nu een tegenvordering ingesteld voor auteursrechten die verschuldigd zijn vanaf 2005 tot 2016 (alle vorderingen samen), waarbij de vorderingen die voor de Handelsrechtbank van Antwerpen aanhangig waren, werden ingetrokken. De proceskalender is gepland op 23, 24 en 30 september 2019. De partijen kwamen overeen dat eerst de juridische principes zullen worden behandeld. De concrete toepassing van deze beginselen zal het voorwerp uitmaken van een nieuwe reeks conclusies en een afzonderlijke hoorzitting. Een definitief oordeel kan in 2020 worden verwacht, tenzij de zaak wordt verwezen naar het Hof van Justitie van de Europese Unie, zoals gevraagd door de auteursrechtenorganisaties. Coditel heeft al eerder overeenstemming bereikt met de auteursrechtenorganisaties en heeft zijn beroep al ingetrokken.

De wet van 25 november 2018 bevestigt dat, behalve in gevallen waarbij de distributeur slechts een technische aanbieder van de omroep is, directe injectie één mededeling aan het publiek vormt, die echter wordt uitgevoerd door zowel de omroeporganisatie als de distributeur (die beiden aansprakelijk zijn voor hun respectieve bijdragen aan dergelijke communicatie). De nieuwe wet legt bovendien transparantie op met betrekking tot auteursrechtenbetalingen en heffingen. De voorbereidende werkzaamheden van de wet bepalen dat omroepen en distributeurs contractuele regelingen kunnen treffen met betrekking tot de goedkeuring en betaling van het recht op directe injectie, en bevestigt tevens dat dubbele betalingen en 'anomalieën' moeten worden vermeden. De wet is in werking getreden op 1 juli 2019 en is niet met terugwerkende kracht van toepassing (hoewel de auteursrechtenorganisaties beweren dat de wet louter een verduidelijking van de bestaande situatie bevat en daarom van toepassing moet zijn op directe injectie die onderwerp is van de lopende procedure voor het Hof van Beroep van Brussel).

Telenet verwacht niet dat de uiteindelijke beslechting van dit geschil een materiële impact zal hebben op haar bedrijfsresultaat of financiële situatie.

Cyclocross

Telenet verwierf in 2015 exclusieve uitzendrechten met betrekking tot de UCI Worldcup cyclocross-races en de Superprestige cyclocross-races. Op 16 september 2015 diende Proximus een klacht in bij de Belgische mededingingsautoriteit ("BMA"). In de klacht beweert Proximus dat uitzendrechten voor uitzendrechten premiumrechten zijn en dat de verwerving door Telenet van dergelijke exclusieve uitzendrechten op UCI Wereldcup-races en Superprestige-races, zonder een concurrerend biedproces, concurrerende tv-distributeurs afschermt. Tegelijkertijd diende Proximus een verzoek in voor voorlopige maatregelen met betrekking tot de Superprestige-races.

Op 5 november 2015 heeft de BMA het verzoek om voorlopige maatregelen gedeeltelijk ingewilligd door twee alternatieven te bieden met betrekking tot de Superprestige-races. Telenet en de organisatoren van de Superprestige-races kunnen ofwel (i) afzien van de exclusiviteitsen schenkingslicenties of (ii) een concurrerend biedproces organiseren. Telenet heeft beroep aangetekend tegen het besluit van de BMA met betrekking tot voorlopige maatregelen bij het Hof van Beroep te Brussel. Het beroep van Telenet werd echter op 7 september 2016 afgewezen.

Telenet en de organisatoren van de Superprestige stemden ermee in af te zien van de exclusiviteit van de Superprestige-uitzendrechten en Proximus verkreeg vanaf het seizoen 2016/2017 een niet-exclusieve licentie van de organisatoren. Bovendien heeft Telenet vrijwillig een sublicentie verleend aan Proximus met betrekking tot de UCI Wereldbekerwedstrijden.

Het onderzoek van de BMA ten gronde met betrekking tot de klacht van Proximus loopt nog.

Belastingen op pylonen

Sinds de tweede helft van de jaren '90, heffen bepaalde gemeenten (voornamelijk in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en het Waals Gewest) en bepaalde provincies en het Waalse Gewest op jaarbasis lokale belastingen op pylonen, masten en/of antennes die worden aangewend voor mobiele telecommunicatiediensten en die op hun grondgebied gevestigd zijn en dit op basis van diverse gemeentelijke, provinciale en gewestelijke regelgevingen. Deze belastingen werden systematisch betwist door Telenet Group NV (voorheen BASE Company NV) ("Telenet Group") ten overstaan van de Rechtbanken en dit op uiteenlopende gronden. In het bijzonder heeft Telenet Group geargumenteerd dat dergelijke belastingen discriminerend zijn omdat zij alleen van toepassing zijn op pylonen, masten en antennes die worden aangewend voor mobiele telecommunicatiediensten en niet op vergelijkbare uitrusting die voor andere doeleinden wordt gebruikt (ongeacht of deze verband houdt met telecommunicatie). Telenet is van mening dat er geen objectieve en redelijke verantwoording is voor dergelijke gedifferentieerde fiscale behandeling. Telenet is bijgevolg van mening dat de betwiste belastingen het algemeen beginsel van nietdiscriminatie schenden.

De rechtbanken hebben in een aantal gevallen dit argument aanvaard (bijvoorbeeld de positieve arresten van het Hof van Cassatie van 25 september 2015 en 20 december 2018)), hoewel het Hof van Beroep van Brussel het argument van discriminatie ook in andere zaken heeft verworpen (bijvoorbeeld in procedures met Proximus, Orange Belgium en de gemeente Schaarbeek en een procedure met Telenet Group en de provincie Waals-Brabant). Er zijn ook verschillende procedures bij het Hof van Cassatie aanhangig om de reikwijdte van het nondiscriminatieargument te verduidelijken.

Telenet Group is ook van mening dat sommige van de betwiste belastingregels haar eigendomsrecht schenden. De rechtbank van eerste aanleg in Brussel heeft dit argument op 7 december 2018 aanvaard in een zaak met betrekking tot Orange Belgium en de gemeente Ukkel.

De vraag deed zich eveneens voor of artikel 98 § 2 van de Belgische wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven (de "Wet van 1991") de gemeenten verbiedt om de economische activiteit van telecomoperatoren op hun grondgebied te belasten door de aanwezigheid (ongeacht of op het openbaar of privaat domein) van pylonen, masten of antennes die worden aangewend voor mobiele telefonie. Het Belgisch Grondwettelijk Hof was op 15 december 2011 van oordeel dat dit niet het geval was. Deze interpretatie werd bevestigd door het Belgische Hof van Cassatie in haar arresten van 30 maart 2012.

In de zaak tussen Telenet Group NV en de Stad Mons (Bergen), heeft het Europese Hof van Justitie op 6 oktober 2015 bepaald dat de gemeentebelasting op zendpylonen voor mobiele telefonie geheven door de Stad Mons (Bergen), zoals betwist door Telenet Group NV, niet onder het toepassingsgebied van Artikel 13 van Richtlijn 2002/20/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 maart 2002 betreffende de machtiging voor elektronische communicatienetwerken en -diensten de "Machtigingsrichtlijn") en bijgevolg niet verboden is op grond van Artikel 13 van de Machtigingsrichtlijn.

Het Waalse Gewest heeft bij Decreet van 11 december 2013 (het "Waals Decreet van 2014") een jaarlijkse belasting op masten, pylonen en antennes voor mobiele operatoren ingevoerd, met ingang van 1 januari 2014. Op grond van dit Decreet, werden alle gemeentelijke belastingen op pylonen, masten en antennes in het Waalse Gewest afgeschaft. Dit Decreet laat gemeenten evenwel toe om heffingen op te leggen. De belasting bedraagt EUR 8.000 per locatie. Op grond van dit Decreet zijn alle gebruikers van 'locaties' hoofdelijk aansprakelijk ten aanzien van het Waalse Gewest voor de belasting die verband houdt met gedeelde locaties. Op 12 december 2014 werd een Waals Decreet goedgekeurd die deze belasting handhaaft voor 2015 en navolgende jaren, met hetzelfde toepassingsgebied en verschuldigde belasting (EUR 8.000 per 'locatie', met toepassing van indexatie vanaf 2015) (het "Waals Decreet van 2015"). De drie Belgische mobiele netwerkoperatoren dienden een verzoek tot nietigverklaring van deze Decreten in voor het Grondwettelijk Hof. Het Grondwettelijk Hof heeft op 16 juli 2015 het Waals Decreet van 2014 vernietigd, maar besloot om de gevolgen ervan te handhaven. Bij arrest van 25 mei 2016, heeft het Grondwettelijk Hof ook het Waals Decreet van 2015 vernietigd, zonder de gevolgen ervan te handhaven. Op 22 december 2016 hebben Telenet en de andere mobiele operatoren een dading gesloten met het Waals Gewest. Naast de betaling van een dadingsvergoeding om het geschil dat verband houdt met het Waals Decreet van 2014 te beëindigen, bevat deze dading ook een verbintenis van het Waals Gewest om geen belastingen te heffen op telecom infrastructuur en een toezegging van Telenet om 20 miljoen euro te investeren tegen 2019 naast de reeds geplande investeringen in het Waals Gewest.

Telenet is van plan om alle lokale belastingen die van toepassing zijn op haar mobiele telecom uitrusting te blijven betwisten. Per 30 juni 2019 heeft Telenet een provisie van €44,3 miljoen in dit verband opgenomen. Telenet en de KPN Group zijn bovendien bepaalde regresregelingen overeengekomen met betrekking tot bepaalde pyloonbelastingen (daterend van vóór 2015) in hun koop-verkoopovereenkomst met betrekking tot Telenet Group. Het valt evenwel niet uit te sluiten dat in de toekomst andere belastingen op telecom uitrusting zullen worden opgelegd, die aanmerkelijke negatieve gevolgen kunnen hebben op Telenet.

Lucerne

Vanaf mei 2018 heeft Lucerne Capital, een aandeelhouder van Telenet Group Holding NV die een belang van 3,06% rapporteert, door middel van vaak openbare correspondentie en berichtgeving van bepaalde beleidsvoorstellen aan Telenet Group Holding NV bekendgemaakt, alsook bepaalde beschuldigingen gericht tegen de bestuurders van Telenet, de CEO en meerderheidsaandeelhouder, Liberty Global plc. Dergelijke voorstellen en beschuldigingen gingen ook gepaard met de (poging tot) uitoefening door Lucerne van bepaalde aandeelhoudersrechten in het kader van de aandeelhoudersvergaderingen van Telenet Group Holding NV. Op 12 november 2018 diende Lucerne Capital Management LP een dagvaarding in bij Telenet Group Holding NV, waarbij de handelsrechtbank werd verzocht een deskundige te benoemen voor het onderzoeken van bepaalde aangelegenheden met betrekking tot governance, informatie-uitwisseling en transacties met verbonden partijen, in overeenstemming met artikel 168 van het Belgisch Wetboek van Vennootschappen. Artikel 168 van het Wetboek van vennootschappen vereist dat de eiser (Lucerne) onder meer ernstige aanwijzingen aantoont dat het belang van de onderneming wordt geschaad of mogelijk wordt geschaad. De Raad van Bestuur van Telenet Group Holding NV heeft zich op een constructieve manier consequent geëngageerd met Lucerne Capital en ontkent elke aantijging van wandaden en stelt dat de claim om een expert te benoemen zoals hierboven bedoeld, niet ontvankelijk en zonder verdienste is in het geval van Telenet.

5.23.2 Andere voorwaardelijke verplichtingen

Regelgeving over signaalintegriteit

In juli 2013 keurde het Vlaams Parlement een nieuwe regelgeving goed die aan dienstenverdelers strikte integriteitsverplichtingen aangaande omroepsignalen oplegt evenals de verplichting om toestemming te vragen aan omroepen wanneer zij overwegen om onder meer opname via de elektronische programmagids aan te bieden. De aanzet voor deze regelgeving bestond uit de argumenten van televisieomroepen dat de hoge penetratie van decoders met opnamemogelijkheden in Vlaanderen resulteerde in het feit dat kijkers grote volumes reclame doorspoelen, hetgeen de inkomsten van de televisieomroepen ondermijnt. De wetgeving vereist dat omroepen en dienstenverdelers moeten proberen tot een commerciële oplossing te komen. Als dit niet lukt, voorziet de wetgeving een bemiddelingsprocedure die, indien zonder succes, kan worden gevolgd door een burgerlijke rechtszaak.

Het risico bestaat dat deze wetgeving een negatieve impact heeft op het vermogen van Telenet om nieuwe innovatieve diensten te lanceren en dat de financiële bijdrage van Telenet aan de televisieomroepen verhoogt. De huidige distributieovereenkomsten met SBS, VRT en Medialaan die in 2014 in werking traden stellen Telenet in staat om het signaal van de omroepen te verdelen op een ongewijzigde manier. De betrokken omroepen hebben aan Telenet het recht gegeven om hun klanten "licht uitgesteld te laten kijken" en hen een functie aan te bieden van een persoonlijke videorecorder (PVR). Telenet moet een hogere kost betalen voor elke klant die deze functies gebruikt.

Andere

Naast de voorgaande items heeft Telenet voorwaardelijke verplichtingen gerelateerd aan zaken die voortvloeien uit de normale gang van zaken, met inbegrip van (i) juridische procedures, (ii) kwesties met betrekking tot BTW en loon, eigendom en andere belastingaangelegenheden, (iii) geschillen over bepaalde contracten en (iv) geschillen over programmering, auteursrechten en vermeende patentinfrigements. Terwijl we over het algemeen verwachten dat de bedragen die nodig zijn om aan deze onvoorziene gebeurtenissen te voldoen niet wezenlijk zullen verschillen van de voorziene bedragen. Er kan geen garantie worden gegeven dat het zich voordoen van een of meer van deze onvoorziene omstandigheden geen materiële impact zullen hebben op de bedrijfsresultaten of kasstromen van Telenet in een bepaalde periode. Over het algemeen genomen vanwege de complexiteit van de betrokken problemen en in bepaalde gevallen, het ontbreken van een duidelijke basis voor het voorspellen van resultaten, kunnen we niet zorgen voor een zinvolle reeks mogelijke verliezen of uitgaande kasstromen.

5.24 VERBONDEN PARTIJEN

Tot de verbonden partijen van de Vennootschap behoren hoofdzakelijk zijn aandeelhouders die een aanzienlijke invloed of controle kunnen uitoefenen. Zowel voor 2019 als voor 2018 betreft dit het Liberty Global Consortium. Transacties met verbonden partijen omvatten tevens transacties met Pebble Media NV, Doccle CVBA en Doccle.Up NV, Idealabs Telenet Fund NV, Unit-T BVBA, en De Vijver Media NV (voor deze laatste kwalificeren enkel de transacties voor verwervingsdatum als transacties met verbonden partijen).

Onderstaande tabellen geven een overzicht van belangrijke verhoudingen en transacties met verbonden partijen voor de periode:

5.24.1 Balans

(in € miljoen) 30 juni 2019 31 december 2018
Handelsvorderingen
Liberty Global Consortium (moederonderneming) 2,2 5,9
Geassocieerde deelnemingen 6,2 10,4
Handelsschulden
Liberty Global Consortium (moederonderneming) 14,1 10,1
Geassocieerde deelnemingen 9,8 12,5
Toe te rekenen kosten en overige kortlopende verplichtingen
Liberty Global Consortium (moederonderneming) 12,7
Vorderingen op lange termijn
Geassocieerde deelnemingen 1,3 1,3
Materiële vaste activa
Liberty Global Consortium (moederonderneming) 4,9 4,1
Overige immateriële activa
Liberty Global Consortium (moederonderneming) 1,4

De transacties met de entiteiten van het Liberty Global Consortium bestonden vooral uit de aankoop van bepaalde materiële vaste activa en andere diensten die kaderen in de normale bedrijfsvoering van Liberty Global Services B.V., waaronder kosten voor centraal beheerde onderhoudscontracten, IT kosten, personeelskosten en kosten voor tresorie diensten. Op 28 februari 2019 heeft de Vennootschap de Global Handset Finco lening, inclusief interesten, terugbetaald.

Alle transacties met verbonden partijen gebeurden tegen gebruikelijke marktconforme voorwaarden.

5.24.2 Staat van het resultaat en het netto resultaat rechtstreeks verwerkt in het eigen vermogen

(in € miljoen) Voor de zes maanden afgesloten op 30
juni
2019 2018
Opbrengsten
Liberty Global
Consortium
(moederonderneming)
0,3 0,9
Geassocieerde
deelnemingen
1,5 2,3
Bedrijfskosten
Liberty Global
Consortium
(moederonderneming)1
2,1 (1,4)
Geassocieerde
deelnemingen
30,4 12,1

1 Inclusief doorrekening van kosten ten belope van €1,3 miljoen voor de zes maanden afgesloten op 30 juni 2019.

De bedrijfskosten voor transacties met geassocieerde deelnemingen belopen €30,4 miljoen voor de zes maanden afgesloten op 30 juni 2019, wat een stijging van €18,3 miljoen betekent in vergelijking met de vergelijkende periode. Het bedrag van €30,4 miljoen voor de zes maanden afgesloten op 30 juni 2019 bestaat voornamelijk uit i) transacties met Unit-T BVBA (zie toelichting 5.7) voor een bedrag van

5.24.3 Vergoedingen van management op sleutelposities

In het kader van deze toelichting wordt "management op sleutelposities" gedefinieerd als personeel betrokken bij de strategische oriëntatie van de Vennootschap.

(in € miljoen) Voor de zes maanden
afgesloten op 30 juni
2019 2018
Bezoldigingen en andere
personeelsvoordelen op korte
termijn
3,7 3,6
Vergoedingen na uitdiensttreding 0,3 0,3
Op aandelen gebaseerde
vergoedingen
4,6 0,6
8,6 4,5

5.25 Impact van IFRS 16 Leaseovereenkomsten

Vanaf 1 januari 2019 heeft de Vennootschap IFRS 16 Leaseovereenkomsten aangenomen zoals vermeld in haar Jaarverslag 2018 (zie Sectie 5.2.20 - Komende vereisten). Bij de toepassing van IFRS 16 heeft de Vennootschap nieuwe activa en verplichtingen opgenomen €18.8 miljoen en ii) transacties met De Vijver Media voor een bedrag van €11,0 miljoen (voornamelijk productiekosten en kosten voor Digital Basic) voor de periode voor de verwervingsdatum. De stijging in bedrijfskosten van €18,3 miljoen is gerelateerd aan de transacties met Unit-T BVBA, die niet bestonden in de vergelijkende periode.

De bedrijfskosten uit transacties met het Liberty Global Consortium hebben voornamelijk betrekking op de doorrekening van centraal beheerde onderhoudscontracten (€1,7 miljoen), tresorie diensten (€0,2 miljoen), personeelskosten (€0,2 miljoen) en kosten voor IT (€0,2 miljoen), welke gedeeltelijk gecompenseerd worden door de doorrekening van kosten voor EOS (€-1,0 miljoen).

De opbrengsten uit transacties met het Liberty Global Consortium belopen €0,3 miljoen voor de zes maanden afgesloten op 30 juni 2019, welke voornamelijk betrekking hebben op IP peering (€0,1 miljoen) en transacities met Virgin Media (€0,2 miljoen).

Opbrengsten uit transacties met geassocieerde deelnemingen belopen €1,5 miljoen, wat voornamelijk toe te schrijven is aan transacties met De Vijver Media (voor de verwervingsdatum), gerelateerd aan reclame inkomsten en de doorrekening van productiekosten, gedeeltelijk gecompenseerd door Telenets aandeel in het resultaat (€-1,3 miljoen) van de periode voor verwerving.

voor die huurovereenkomsten die onder vroegere IFRS waarderingsgrondslagen geclassificeerd werden als operationele leases, zijnde (i) sites en masten, (ii) gebouwen, (iii) rollend materieel, en (iv) fiber netwerk.

IFRS 16 heeft ook de aard van de uitgaven in verband met deze huurovereenkomsten veranderd aangezien de Vennootschap voortaan een afschrijvingslast voor gebruiksrechten en rentelasten op leaseverplichtingen erkent. Voorheen erkende de Vennootschap operationele huurlasten op lineaire basis over de leaseperiode en erkende ze alleen activa en verplichtingen voor zover er een tijdsverschil was tussen de daadwerkelijke leasebetalingen en de erkende kosten.

Bovendien erkent de Vennootschap niet langer voorzieningen voor operationele leases die volgens haar als verlieslatend worden beschouwd. In plaats daarvan neemt de Vennootschap de betalingen die in het kader van de leaseovereenkomst verschuldigd zijn, op onder haar huurverplichtingen.

De toepassing van IFRS 16 had een impact op de materiële vaste activa van de Vennootschap die voor de zes maanden eindigend op 30 juni 2019 een nettoboekwaarde omvatten voor activa voor gebruiksrechten voor een totaal bedrag van €148,1 miljoen. De toevoegingen van activa voor gebruiksrechten in 2019 bedroegen €2,1 miljoen. De afschrijvingskosten en aangroeikosten voor de zes maanden eindigend op 30 juni 2019 bedroegen respectievelijk €22,4 miljoen en €2,1 miljoen.

Per 30 juni 2019 kan de vervaldagenanalyse van de leaseverplichtingen die zijn opgenomen als gevolg van de toepassing van IFRS 16 als volgt worden samengevat:

(in € miljoen) 30 juni 2019
Vervaldaganalyse - contractuele niet
verdisconteerde kasstromen
Minder dan één jaar 47,7
Eén tot 5 jaar 87,1
Meer dan vijf jaar 28,4
Total niet verdisconteerde leaseverplichtingen 163,2

Leaseverplichtingen opgenomen in de balans

Kortlopende verplichtingen 35,1
Langlopende verplichtingen 112,9
Totaal leaseverplichtingen 148,0

Met betrekking tot specifieke activa biedt het bedrijf zijn B2B-klanten de keuze om het actief te kopen of te huren. Onder IFRS 16 resulteert een lease van een actief door een fabrikant of dealer-verhuurder op de ingangsdatum van de lease in der erkenning van:

  • een vordering voor een bedrag dat gelijk is aan de nettoinvestering in de lease
  • opbrengsten
  • kostprijs van de geleverde goederen

Per 30 juni 2019 heeft de Vennootschap de volgende lease vorderingen op haar balans:

(in € miljoen) 30 juni 2019
Lease vorderingen erkend in de balans
Kortlopend 4,8
Langlopend 3,1
Totale lease vorderingen 7,9
(in € miljoen) 30 juni 2019 Toepassing
IFRS 16
30 juni 2019
zonder toepassing van
IFRS 16

Activa

Vaste activa:

Materiële vaste activa 2.381,6 (148,1) 2.233,5
Goodwill 1.874,7 1.874,7
Overige immateriële activa 841,5 841,5
Uitgestelde belastingsvorderingen 280,6 280,6
Deelnemingen in en leningen aan geassocieerde
deelnemingen
15,6 15,6
Overige investeringen 5,9 5,9
Derivaten 25,3 25,3
Handelsvorderingen 0,1 0,1
Overige activa 14,9 14,9
Totaal vaste activa 5.440,2 (148,1) 5.292,1
Vlottende activa:
Voorraden 29,1 29,1
Handelsvorderingen 219,8 219,8
Totaal activa 6.038,3 (143,1) 5.895,2
Totaal vlottende activa 598,1 5,0 603,1
Derivaten 62,5 62,5
Geldmiddelen en kasequivalenten 139,5 139,5
Overige vlottende activa 147,2 5,0 152,2
(in € miljoen) 30 juni 2019 Toepassing
IFRS 16
30 juni 2019
zonder toepassing van
IFRS 16
Eigen vermogen en
verplichtingen
Eigen vermogen:
Geplaatst kapitaal 12,8 12,8
Uitgiftepremies en overige reserves 764,0 764,0
Overgedragen verliezen (2.401,8) 1,5 (2.400,3)
Herwaarderingen (16,5) (16,5)
Eigen vermogen toe te rekenen aan de eigenaars
van de vennootschap
(1.641,5) 1,5 (1.640,0)
Minderheidsbelangen 23,1 23,1
Totaal eigen vermogen (1.618,4) 1,5 (1.616,9)
Langlopende verplichtingen
Leningen en overige financieringsverplichtingen 5.286,7 (112,9) 5.173,8
Derivaten 319,9 319,9
Over te dragen opbrengsten 2,4 2,4
Uitgestelde belastingverplichtingen 168,3 168,3
Overige schulden 90,5 90,5
Totaal langlopende verplichtingen 5.867,8 (112,9) 5.754,9
Kortlopende verplichtingen:
Leningen en overige financieringsverplichtingen 584,7 (35,1) 549,6
Handelsschulden 245,9 245,9
Toe te rekenen kosten en overige kortlopende verplichtingen 575,8 3,4 579,2
Over te dragen opbrengsten 120,5 120,5
Derivaten 72,0 72,0
Kortlopende belastingschuld 190,0 190,0
Totaal kortlopende verplichtingen 1.788,9 (31,7) 1.757,2
Totaal verplichtingen 7.656,7 (144,6) 7.512,1
Totaal eigen vermogen en
verplichtingen
6.038,3 (143,1) 5.895,2
(in € miljoen)
30 juni 2019
Toepassing
IFRS 16
30 juni 2019
zonder toepassing
van IFRS 16
-------------------------------- ----------------------- --------------------------------------------------

Winst over de verslagperiode

Opbrengsten 1.261,6 1.261,6
Kostprijs van geleverde diensten (677,1) (677,1)
Brutowinst 584,5 584,5
Verkoop-, algemene en beheerskosten (259,9) (0,6) (260,5)
Resultaat uit bedrijfsactiviteiten 324,6 (0,6) 324,0
Financiële opbrengsten 0,5 0,5
Netto interestopbrengsten en wisselkoerswinsten 0,5 0,5
Financiële kosten (231,2) 2,1 (229,1)
Netto interestkosten, wisselkoersverliezen en overige financiële
kosten
(152,5) 2,1 (150,4)
Verlies bij vervroegde aflossing van schulden (78,7) (78,7)
Netto financiële kosten (230,7) 2,1 (228,6)
Aandeel in het resultaat van geassocieerde deelnemingen (1,4) (1,4)
Winst op verkoop van activa aan een joint venture 0,1 0,1
Winst vóór belastingen 92,6 1,5 94,1
Belastingen (36,6) (36,6)
Winst over de verslagperiode 56,0 1,5 57,5

5.26 GEBEURTENISSEN NA BALANSDATUM

Vrijwillige terugbetaling van 4,875% Secured Fixed Rate Notes met vervaldag in 2027

In maart 2018 loste Telenet een eerste schijf van 10% af van zijn 4,875% Senior Secured Fixed Rate Notes voor €530,0 miljoen met vervaldag in juli 2027, zodat de uitstaande hoofdsom effectief werd verlaagd naar €477,0 miljoen. In juli 2019 loste de Vennootschap nogmaals 20% van de voornoemde Notes af voor een totaal bedrag van €109,2 miljoen, met inbegrip van een afkoopsom van €3,2 miljoen voor de 103% callpremie. Aangezien deze transactie gedeeltelijk werd gefinancierd met cashoverschotten op de balans en een tijdelijke opname van Telenet's wentelkredietfaciliteiten, vertegenwoordigt de algemene aflossing een aantrekkelijke afbetalingsperiode en beperkt ze de uitstaande hoofdsom voor deze 2027 Notes tot €371,0 miljoen.

Verslag van de commissaris aan de raad van bestuur van Telenet Group Holding NV omtrent de beoordeling van de tussentijdse verkorte geconsolideerde financiële informatie over de periode van 6 maanden afgesloten op 30 juni 2019

Inleiding

Wij hebben de beoordeling uitgevoerd van de bijgevoegde verkorte geconsolideerde tussentijdse balans van Telenet Group Holding NV per 30 juni 2019, alsmede van de verkorte geconsolideerde tussentijdse staat van het resultaat en het netto resultaat rechtstreeks verwerkt in het eigen vermogen, de verkorte geconsolideerde tussentijdse staat van wijzigingen in het eigen vermogen en het verkort geconsolideerd tussentijds kasstroomoverzicht over de periode van 6 maanden die op die datum is beëindigd, evenals van de toelichtingen ("de tussentijdse verkorte geconsolideerde financiële informatie"). De raad van bestuur is verantwoordelijk voor het opstellen en het weergeven van de tussentijdse verkorte geconsolideerde financiële informatie in overeenstemming met IAS 34 "Tussentijdse Financiële Verslaggeving" zoals goedgekeurd door de Europese Unie. Het is onze verantwoordelijkheid een conclusie te formuleren bij de tussentijdse verkorte geconsolideerde financiële informatie op basis van onze beoordeling.

Reikwijdte van een beoordeling

We hebben onze beoordeling uitgevoerd overeenkomstig ISRE 2410, "Beoordeling van tussentijdse financiële informatie, uitgevoerd door de onafhankelijke auditor van de entiteit". Een beoordeling van tussentijdse financiële informatie bestaat uit het vragen van inlichtingen, hoofdzakelijk aan financiële en boekhoudkundige verantwoordelijken, en het uitvoeren van cijferanalyses en andere beoordelingsprocedures. De reikwijdte van een beoordeling is aanzienlijk geringer dan die van een controle uitgevoerd in overeenstemming met de Internationale Controlestandaarden (ISA). Om die reden stelt de beoordeling ons niet in staat de zekerheid te verkrijgen dat wij kennis hebben van alle aangelegenheden van materieel belang die naar aanleiding van een controle mogelijk worden geïdentificeerd. Bijgevolg brengen wij dan ook geen controle-oordeel tot uitdrukking.

Conclusie

Op basis van onze beoordeling is niets onder onze aandacht gekomen dat ons er toe aanzet van mening te zijn dat de bijgevoegde tussentijdse verkorte geconsolideerde financiële informatie over de periode van 6 maanden afgesloten op 30 juni 2019 niet in alle van materieel belang zijnde opzichten is opgesteld in overeenstemming met IAS 34 "Tussentijdse Financiële Verslaggeving" zoals goedgekeurd door de Europese Unie.

Brussel, 30 september 2019

KPMG Bedrijfsrevisoren Commissaris vertegenwoordigd door

Filip De Bock Bedrijfsrevisor

Götwin Jackers Bedrijfsrevisor

and the commend of the comments of the comments of the comments of the comments of the comments of the comments of the comments of the contraction of the contribution of the
------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

to be updated

Talk to a Data Expert

Have a question? We'll get back to you promptly.