Earnings Release • Aug 1, 2019
Earnings Release
Open in ViewerOpens in native device viewer
Versnelde adoptie van onze vast-mobiel geconvergeerde bundels 'WIGO' en 'YUGO' in KW2 (+38,700) naar 467,800 abonnees op 30 juni 2019, ons beste resultaat sinds KW3 2017.
Aanhoudende verbetering van onze operationele prestaties in KW2, dankzij ons vernieuwde aanbod en het afronden van de SFR-klantmigratie in Brussel eind KW1 2019.
Lagere toe te rekenen investeringsuitgaven (exclusief de opname van voetbaluitzendrechten) leidde tot een robuuste 16%-stijging van de operationele vrije kasstroom(4) naar € 398,3 miljoen.
? Bijgaande informatie betreft gereglementeerde informatie zoals gedefinieerd in het Koninklijk Besluit van 14 november 2007 betreffende de verplichtingen van emittenten van financiële instrumenten die zijn toegelaten tot de verhandeling op een gereglementeerde markt.
Brussel, 1 augustus 2019 – Telenet Group Holding NV ("Telenet" of de "Vennootschap") (Euronext Brussel: TNET) maakt zijn niet-geauditeerde geconsolideerde resultaten voor de zes maanden afgesloten op 30 juni 2019 bekend. De resultaten zijn conform de door de Europese Unie goedgekeurde International Financial Reporting Standards ("EU IFRS").
(a) Wij geven geen aansluiting van de samengestelde jaarlijkse groei van de operationele vrije kasstroom in de periode 2018-2021 met een EU IFRS-maatstaf, omdat bepaalde elementen van de aansluiting aanzienlijk kunnen variëren van periode tot periode en bijgevolg niet worden voorspeld tijdens ons prognoseproces.
| Voor de zes maanden afgesloten op 30 juni | 2019 | 2018 - restated | % Verschil | |||
|---|---|---|---|---|---|---|
| FINANCIËLE KERNCIJFERS (in € miljoen, uitgezonderd bedragen per aandeel) | ||||||
| Bedrijfsopbrengsten | 1.261,6 | 1.250,5 | 1 % | |||
| Bedrijfswinst | 324,6 | 290,2 | 12 % | |||
| Nettowinst | 56,0 | 108,4 | (48)% | |||
| Nettowinstmarge | 4,4% | 8,7% | ||||
| Gewone winst per aandeel | 0,51 | 0,95 | (46)% | |||
| Verwaterde winst per aandeel | 0,51 | 0,95 | (46)% | |||
| Adjusted EBITDA (2) | 664,8 | 645,1 | 3 % | |||
| Adjusted EBITDA marge % | 52,7% | 51,6% | ||||
| Toe te rekenen bedrijfsinvesteringen (uitgezonderd de opname van uitzendrechten voor voetbal en licenties voor het mobiele spectrum) (3) |
266,5 | 301,7 | (12)% | |||
| Toe te rekenen bedrijfsinvesteringen als % van de bedrijfsopbrengsten (uitgezonderd de opname van uitzendrechten voor voetbal en licenties voor het mobiele spectrum) |
21,1% | 24,1% | ||||
| Operationele vrije kasstroom (4) | 398,3 | 343,4 | 16 % | |||
| Nettokasstroom uit bedrijfsactiviteiten | 499,2 | 519,1 | (4)% | |||
| Nettokasstroom gebruikt in investeringsactiviteiten | (206,6) | (265,8) | (22)% | |||
| Nettokasstroom gebruikt in financieringsactiviteiten | (241,3) | (165,9) | 45 % | |||
| Aangepaste Vrije kasstroom (5) | 206,7 | 268,3 | (23)% | |||
| OPERATIONELE KERNCIJFERS (Geleverde diensten) | ||||||
| Kabeltelevisie | 1.902.200 | 2.003.200 | (5)% | |||
| Basiskabeltelevisie (6) | 183.700 | 220.200 | (17)% | |||
| Premiumkabeltelevisie (7) | 1.718.500 | 1.783.000 | (4)% | |||
| Breedbandinternet (8) | 1.661.100 | 1.679.400 | (1)% | |||
| Vaste telefonie (9) | 1.234.800 | 1.295.500 | (5)% | |||
| Mobiele telefonie (10) | 2.748.300 | 2.724.900 | 1 % | |||
| Postpaid | 2.282.000 | 2.223.900 | 3 % | |||
| Prepaid | 466.300 | 501.000 | (7)% | |||
| Triple-playklanten | 1.128.600 | 1.178.600 | (4)% | |||
| Diensten per klantenrelatie (11) | 2,29 | 2,31 | (1)% | |||
| ARPU per klantenrelatie (€ / maand) (11) (12) | 57,2 | 55,0 | 4 % |
In een reactie op de resultaten zei John Porter, Chief Executive Officer van Telenet:
"Ik ben erg tevreden over onze prestaties in de eerste helft van 2019, zowel operationeel als voor onze belangrijkste financiële maatstaven. Telenet is goed op weg met de realisatie van onze verwachtingen voor 2019 en ambities op middellange termijn die tijdens de Capital Markets Day van vorig jaar werden voorgesteld.
Wij zijn erin geslaagd de resterende impact van de migratie van de klanten van SFR volledig te absorberen en weer te groeien, zoals blijkt uit een netto groei van 3.000 breedbandabonnees in het tweede kwartaal. We zagen een vergelijkbare verbetering van de trend voor premium televisie, waar het netto verlies van abonnees de helft kleiner was dan het eerste kwartaal van dit jaar, ondanks een aanhoudende context van sterke concurrentie. Het aanbieden van de beste volledig geconvergeerde vaste-mobiele producten blijft de kern van onze strategie en onze uitstekende prestatie in dit verband toont duidelijk dat dit de juiste koers is: we zagen in KW2 een netto groei van 38.700 abonnees op vast-mobiele geconvergeerde producten, onze beste prestatie sinds bijna twee jaar (KW3 2017). Bovendien noteerden we in KW2 2019 een forse netto 53.900 mobiele postpaidabonnees, een stijging van 60% ten opzichte van het eerste kwartaal van dit jaar, voornamelijk als gevolg van de aanhoudende aantrekkingskracht van onze geconvergeerde aanbiedingen en een verbeterde trend in onze zelfstandige mobiele activiteit onder het merk BASE. De lancering van onze "YUGO"-aanbieding zonder settopbox, de uitbreiding en upgrade van onze "WIGO"-portfolio en de opname van meer data in de zelfstandige mobiele producten van Telenet en BASE zijn duidelijk vruchtbaar gebleken.
Telenet Business blijft één van onze toekomstige groeimotoren en ik ben tevreden met de goede prestaties van onze flagship B2B-bundels, terwijl onze andere beveiligings- en ICT-integrator activiteiten een seizoensgebonden zwakkere groei lieten zien in het kwartaal. Dankzij de integratie van Nextel en de opname van ICT-diensten in onze B2B-productportfolio hebben we verschillende nieuwe grote klanten in het zakelijke segment kunnen winnen. De verkoop in zowel het SOHO- als het SME-segment heeft aan tractie gewonnen, ook in het bijzonder in de regio Brussel dankzij de acquisitie van SFR en versterkte commerciële initiatieven.
Eind april hebben wij ons gloednieuwe hightech settopboxplatform gelanceerd, dat we geleidelijk aan naar het geheel van onze klantenbasis uitrollen. Het bevat nieuwe functies zoals stembediening op afstand, opslag in de cloud van de opgenomen programma's en integratie van Netflix en YouTube, en ik ben erg enthousiast over de uitstekende klantenfeedback die we tot op heden hebben ontvangen. Een andere mijlpaal in het kwartaal was de goedkeuring door de regulator van de overname van het resterende aandeel van 50% in het lokale mediabedrijf De Vijver Media. Deze overname versterkt onze strategie voor geconnecteerd entertainment en zal ons in staat stellen om nog sneller te reageren op innovaties in de domeinen van de kijkervaring en van de reclame.
Wij blijven focussen op het aanbieden van de beste vaste en mobiele ervaring, en op de investering in de upgrade van onze netten. Wij hebben ongeveer 96% van de knooppunten van ons HFC-net geüpgraded, zodat ons "Grote Netwerf"-programma van € 0,5 miljard vrijwel voltooid is. Ons 4G+-net is met 466 nieuwe antennesites aangevuld. Wij hebben nota genomen van de intentie van Proximus en Orange Belgium, onze directe concurrenten, om een samenwerkingsakkoord te ondertekenen eind dit jaar voor het delen van hun mobiele netten. In dit stadium kennen wij de details van dit voorgestelde akkoord niet, maar wij zouden er graag aan deelnemen en de mogelijkheid om ons bij het initiatief aan te sluiten bespreken.
Begin juli publiceerden het BIPT, de nationale telecomregulator, en de lokale mediaregulators hun ontwerpbeslissing over het voorstel van nieuwe maandelijkse wholesale-tarieven voor de toegang tot de netten van de kabeloperators. Wij zijn diep ontgoocheld over het huidige resultaat, dat geen rekening houdt met onze input en commentaar. Rapporten van externe analisten hebben aangetoond dat Telenet de hoogste verhouding investeringen op omzet heeft, vergeleken met zijn belangrijkste Europese tegenhangers, als basis voor onze investeringen in een toekomstbestendig HFC-netwerk van de volgende generatie. De voorgestelde prijzen voor wholesale kabeltoegang weerspiegelen deze inspanningen evenwel volstrekt niet en zijn niet bevorderlijk voor een investeringsvriendelijke omgeving in de toekomst. Wij zullen daarom dit voorstel betwisten tijdens de consultatieperiode."
In een reactie op de resultaten zei Erik Van den Enden, Chief Financial Officer van Telenet:
"Aangezien 2019 een overgangsjaar is, ben ik tevreden dat Telenet in H1 een stevige financiële prestatie heeft neergezet, dankzij een verbeterd commercieel momentum in al onze productcategorieën. In de eerste zes maanden van het jaar boekten wij € 1,262 miljoen bedrijfsopbrengsten, 1% meer dan in dezelfde periode van vorig jaar en vooral geïmpacteerd door acquisitie-gerelateerde bewegingen zoals een bijdrage voor de volledige zes maanden van Nextel (tegenover een bijdrage voor één maand in H1 van vorig jaar) en een bijdrage voor één maand van De Vijver Media, dat vanaf 3 juni 2019 in onze boekhouding volledig geconsolideerd is. Op rebased basis daalden onze bedrijfsopbrengsten met een bescheiden 1%, aangezien hogere opbrengsten uit kabelabonnementen, inclusief een hoger aandeel van abonnementsinkomsten gegenereerd door onze business klanten via "FLUO" en "WIGO Business" bundels meer dan werden geneutraliseerd door (i) lagere wholesaleopbrengsten als gevolg van het verlies van het MVNO-contract met MEDIALAAN, (ii) lagere verbruiksgerelateerde opbrengsten en (iii) lagere non-coax B2B inkomsten gezien de seizoensgebondenheid van onze beveiligingsen ICT-integrator activiteiten. Ten opzichte van KW1 2019 verzwakte de trend in onze rebased omzet zoals verwacht als gevolg van het verlies van het MEDIALAAN MVNO-contract, dat vanaf april een negatieve invloed op onze activiteiten begon te hebben, resulterend in een omzet van €636 miljoen in het kwartaal.
Op gerapporteerde basis steeg onze Adjusted EBITDA in de eerste helft van 2019 met 3% jaar-op-jaar naar € 665 miljoen, inclusief de impact van de overname van Nextel en De Vijver Media en de toepassing van de nieuwe lease-standaard IFRS 16 vanaf 1 januari 2019. Laatstgenoemde had een gunstige impact van € 20 miljoen op onze Adjusted EBITDA in de eerste helft van 2019. Op een rebased basis, exclusief de bovengenoemde anorganische effecten en de impact van IFRS 16, daalde onze Adjusted EBITDA een bescheiden 1% jaar-opjaar, een weerspiegeling van het verlies van het MEDIALAAN MVNO-contract en bepaalde regelgevende tegenwinden. In KW2 2019 realiseerden we een Adjusted EBITDAvan € 345 miljoen, wat neerkomt op een daling van bijna 2% jaar-op-jaar op een rebased basis en als gevolg van het eerder genoemde MVNO contractverlies. Op rebased basis zijn we erin geslaagd onze onderliggende Adjusted EBITDA-marge in H1 op 52,7% te houden, aangedreven door voortdurende strakke kostenbeheersing.
Wij slaagden erin de intensiteit van onze investeringen beduidend te verlagen vergeleken met vorig jaar. Onze toe te rekenen investeringsuitgaven bereikten € 308 miljoen in H1 2019 en weerspiegelden de opname van de voetbaluitzendrechten van de Britse Premier League, die wij in het eerste kwartaal voor nogmaals drie seizoenen konden vernieuwen. Deze impact buiten beschouwing gelaten, daalden onze toe te rekenen investeringsuitgaven met 12% jaar-op-jaar naar 21% van de bedrijfsopbrengsten in de periode. De beduidende daling van onze toe te rekenen investeringsuitgaven (exclusief de opname van de voetbaluitzendrechten) leidde tot een stijging van onze operationele vrije kasstroom met 16% naar € 398 miljoen, waarvan € 210 miljoen in KW2 2019.
Onze aangepaste vrije kasstroom bereikte € 207 miljoen over de eerste zes maanden van 2019, wat een daling van 23% betekent ten opzichte van de periode van het voorgaande jaar dat een aanzienlijk hogere bijdrage van ons leverancierskredietprogramma omvatte tegenover H1 dit jaar. Exclusief deze impact in beide periodes, steeg onze aangepaste vrije kasstroom met 3% op jaarbasis, ondanks aanzienlijk hogere betaalde belastingen en rentelasten in vergelijking met dezelfde periode vorig jaar. In het tweede kwartaal van 2019 bedroeg onze aangepaste vrije kasstroom €187 miljoen, wat een forse stijging betekent ten opzichte van het voorgaande kwartaal en een stijging van 1% jaar-op-jaar Onze aangepaste vrije kasstroom in het kwartaal bevatte geen bijdrage van ons leverancierskredietprogramma tegenover een voordeel van bijna € 31 miljoen in het tweede kwartaal van vorig jaar.
Nadat we in H1 2019 solide financiële prestaties hebben geleverd, herbevestigen we onze vooruitzichten voor het volledige jaar 2019 zoals gepresenteerd midden februari. Ten opzichte van de eerste helft van het jaar verwachten we een zwakkere trend voor onze bedrijfsopbrengsten en Adjusted EBITDA op rebased basis in H2 na onder andere het verlies van het MEDIALAAN-contract, zoals weerspiegeld in onze financiële vooruitzichten voor het jaar. Dit zou ons in een sterke positie moeten brengen om onze financiële doelstellingen op middellange termijn te realiseren, zoals gedetailleerd beschreven tijdens de Capital Markets Day van vorig jaar.
In juni hebben wij het restant van onze Aandeleninkoopprogramma 2018bis van € 300 miljoen met succes uitgevoerd. Sinds juni 2018 hebben wij ongeveer 6,8 miljoen aandelen ingekocht, waarvan inmiddels ongeveer 1,9 miljoen geschrapt zijn. Ondanks de terugkoop van eigen aandelen, de contant betaalde overname van De Vijver Media en de terugbetaling van haar schulden, is onze netto totale hefboomratio licht verbeterd, van 4,4x op 31 maart 2019 naar 4,3 x op 30 juni 2019, dankzij de sterke cashflowgeneratie van onze onderliggende
activiteiten. We zijn van plan om dit jaar een eerste tussentijds dividend uit te keren in KW4, op voorwaarde dat we tegen die tijd terug kunnen keren naar het 4.0x-middelpunt. In dit verband zal de raad van bestuur de financiële prestaties van het bedrijf eind oktober beoordelen, in samenhang met de publicatie van onze KW3 2019 resultaten."
Voorstelling van de postpaid mobiele-telefonieabonnees: Wij hebben de voorstelling van de mobiele postpaidabonnees op 31 maart 2018, 30 juni 2018, 30 september 2018 en 31 december 2018 aangepast na de verwijdering van inactieve 'pay as you go' abonnees. Deze abonnees betalen geen maandelijkse abonnementsvergoeding en worden uitsluitend volgens hun effectieve gebruik gefactureerd. Als gevolg van de inactieve status van bepaalde simkaarten hebben wij zowel onze mobiele postpaidabonnees als de totale basis mobiele abonnees verminderd met respectievelijk 49.400, 58.800, 52.700 en 47.100 voor de voornoemde periodes. Deze aanpassing had geen invloed op onze opbrengsten uit mobiele telefonie.
Voorstelling van de kmo-klanten voor mobiele telefonie: Vanaf 1 april 2018 worden mobiele kmo-klanten beschouwd als zakelijke klanten en niet langer opgenomen in onze telling van de mobiele abonnees. Om vergelijkbare redenen hebben wij onze mobiele telefonieabonnees van 31 maart 2018 aangepast door 127.300 kmo-abonnees op mobiele telefonie te verwijderen.
Aanpassing van de voorstelling van de opbrengstgenererende eenheden (RGU) voor kabel: Wij hebben de voorstelling van de opbrengstgenererende eenheden van onze diensten voor kabeltelevisie, premium kabeltelevisie, breedbandinternet en vaste telefonie op 31 maart 2018 en 30 juni 2018 aangepast om de migraties van de voormalige klanten van SFR Belux naar onze producten en diensten onder het merk Telenet correct te weerspiegelen. Om vergelijkbare redenen hebben wij het aantal abonnees van KW1 2018 en KW2 2018 aangepast.
Vergeleken met de drie laatste gerapporteerde kwartalen is de commerciële dynamiek van onze vaste kabeldiensten met premium kabeltelevisie, breedbandinternet, vaste telefonie alsook mobiele telefonie sterk verbeterd vermits de migratie van de voormalige klanten van SFR Belux in Brussel vrijwel voltooid was op het eind van vorig kwartaal. Bovendien plukken wij de vruchten van ons verbeterd productaanbod, dat we sinds eind vorig jaar hebben versterkt voor zowel het merk Telenet als BASE en voor zowel onze afzonderlijke als onze gebundelde aanbiedingen.
Op 30 juni 2019 hadden wij 2.091.600 unieke klantrelaties, dat ongeveer 62% vertegenwoordigde van de 3.366.100 woningen over ons toonaangevende HFC-netwerk in ons servicegebied in Vlaanderen en Brussel. Op 30 juni 2019 leverden wij 4.798.100 vaste diensten ('RGU's'), bestaande uit 1.902.200 kabeltelevisieabonnementen, 1.661.100 breedbandinternetabonnementen en 1.234.800 vaste-telefonieabonnementen. Daarnaast was op 30 juni 2019 ongeveer 90% van onze kabeltelevisieklanten geüpgraded naar ons premium kabeltelevisieplatform met hogere gemiddelde opbrengst per klantrelatie (ARPU). De abonnees van het premium kabeltelevisieplatform genieten een rijkere kijkervaring met onbeperkte toegang tot een groter aanbod van digitale zenders, HD-zenders en betalende sportzenders, series- en filmkanalen, een enorme bibliotheek van binnen- en buitenlandse films en programma's à la carte ('VOD') en toegang tot ons 'over-the-top'-platform ('OTT') 'Yelo Play'. Op 30 juni 2019 bedienden wij ook 2.748.300 mobiele abonnees, van wie ongeveer 83% geabonneerd is op een van onze aantrekkelijke mobiele of vaste-mobiele geconvergeerde tariefplannen. Wij bereikten een bundelratio van 2,29 opbrengstgenererende eenheden per unieke klantrelatie op het einde van KW2 2019, grotendeels stabiel tegenover dezelfde periode van vorig jaar. Op 30 juni 2019 was ongeveer 29% van onze kabelklanten geabonneerd op een quad-play bundel (de mobiele abonnementen onder het merk BASE niet meegeteld), een stijging met 2 procentpunten vergeleken met dezelfde periode van vorig jaar, als teken van het aanhoudende succes van onze strategie voor de convergentie van vast en mobiel.
Onze volledig geconvergeerde aanbiedingen 'WIGO' en 'WIGO Business' zijn nu al 2,5 jaar beschikbaar voor veel gezinnen en ondernemingen en worden regelmatig uitgebreid om te verzekeren dat de klanten het maximum uit hun digitale lifestyle blijven halen. Begin december vorig jaar verhoogden wij de limieten voor mobiele data van alle 'WIGO'-abonnementen beduidend. In februari 2019 lanceerden we 'YUGO', het eerste FMC-aanbod zonder settopbox in België, dat superieure vaste en mobiele connectiviteit combineert met toegang tot basic en premium entertainment via de 'Yelo Play'-app. Begin mei 2019 breidden we de 'WIGO'-productfamilie uit met de lancering van 'WIGO S', dat ons in staat stelt om te groeien in nog niet aangeboorde klantensegmenten zoals kleinere gezinnen, terwijl voorheen onze 'WIGO'-productaanbod vooral was gericht op grotere families met meerdere SIM-kaarten. Tegelijkertijd lanceerden we 'WIGO'-bundels zonder mobiele optie: 'WIGO home' en 'WIGO home S'. Bovendien is 36-uur terugkijk-TV nu standaard inbegrepen in de volledige 'WIGO'-portfolio.
In een competitieve marktcontext versnelde de netto groei van het aantal abonnees op onze FMC-bundels in KW2 2019 dankzij het succes van de voornoemde verbeteringen van ons 'WIGO'-aanbod. Op 30 juni 2019 bereikten we in totaal 467.800 FMC-klanten als gevolg van een verbeterde netto instroom van 38.700 abonnees in het kwartaal. Dit was ons beste resultaat sinds KW3 2017. Op het eind van KW2 2019 vertegenwoordigden de vast-mobiel geconvergeerde abonnees ongeveer 22% van het totale aantal klantrelaties, tegenover ongeveer 16% een jaar geleden.
De gemiddelde opbrengst per klantrelatie (ARPU), die de opbrengsten uit mobiele telefonie en bepaalde andere soorten opbrengsten buiten beschouwing laat, is een van onze belangrijkste operationele statistieken, aangezien wij naar een groter aandeel van de telecommunicatie- en contentuitgaven van onze klanten streven. In H1 2019 bereikten wij een gemiddelde opbrengst per klantenrelatie van € 57,2, een forse stijging met 4% tegenover H1 2018. In KW2 2019 bedroeg de gemiddelde opbrengst per klantrelatie € 57,2, eveneens een stijging met 4% jaar-op-jaar. De groei van de gemiddelde opbrengst per klantrelatie werd bevorderd door (i) een grotere verhouding abonnees op productbundels in onze totale klantenmix, (ii) een groter aandeel premiumkabel-tvabonnees in onze mix en (iii) het voordeel van de prijsaanpassing in 2018, gedeeltelijk geneutraliseerd door een groter aandeel bundelkortingen (met inbegrip van tijdelijke promoties) en lagere verbruiksgerelateerde opbrengsten.
Op 30 juni 2019 hadden we 1.661.100 abonnees op breedbandinternet, een lichte daling met 1% tegenover 30 juni 2018, als gevolg van de voornoemde impact van de migratie van de klanten van SFR Belux in Brussel, die in de voorbije drie gerapporteerde kwartalen de onderliggende dynamiek van onze activiteit breedbandinternet heeft vertekend. Vergeleken met KW1 2019 is onze commerciële prestatie beduidend verbeterd, gesteund door een sterke groei van onze FMC-abonnees en een aanhoudend succes op de zakelijke markt. Wij konden in het kwartaal netto 3.000 nieuwe abonnees op breedbandinternet aantrekken, ons beste kwartaalresultaat sinds KW4 2017. Na de wezenlijke voltooiing van de migratie van de klanten van SFR Belux eind KW1 2019 verbeterde het klantverloop op jaarbasis met 430 basispunten in het kwartaal tot 8,3% in KW2 2019 en was zelfs lager dan de 8,9% in hetzelfde kwartaal een jaar eerder. Onze campagne voor het volledige merk, 'Go With The Good Flow', die wij in de zomer van 2018 lanceerden, was een groot succes, met de distributie van meer dan 452.000 WiFi-boosters eind KW2 2019. Dit vertegenwoordigt al bijna een derde van onze totale klantenbasis voor breedbandinternet, in één jaar tijd.
Op 30 juni 2019 hadden we 1.234.800 abonnees op vaste telefonie, een daling met 5% tegenover dezelfde periode van vorig jaar. Vergeleken met KW1 2019 daalde ons aantal abonnees op vaste telefonie met 8.400 RGU's. Dit weerspiegelde een algemene dalende markttrend, ook al verbeterde het onderliggende klantverloop op jaarbasis in vergelijking met de vorige kwartalen dankzij de wezenlijk voltooide migratie van de klanten van SFR Belux eind KW1 2019. Net als voor breedbandinternet noteerden we een sterke verbetering van het klantverloop op jaarbasis voor de vaste telefonie met 440 basispunten in KW2 2019 naar 10,4%. Hierdoor was het klantverloop op jaarbasis grotendeels terug op hetzelfde niveau als KW2 vorig jaar.
Onze basis van mobiele abonnees, die de abonnees van onze commerciële wholesalepartners en onze KMOklanten niet omvat, bereikte een totaal van 2.748.300 simkaarten op het eind van KW2 2019, met inbegrip van 2.282.000 postpaidabonnees. De resterende 466.300 mobiele abonnees zijn prepaidabonnees onder het merk BASE. Begin 2019 hebben wij onze afzonderlijke mobiele aanbiedingen vernieuwd, met hogere dataspecificaties voor zowel nieuwe als bestaande klanten en met de introductie van een plan met onbeperkte mobiele data voor de merken Telenet en BASE. Vergeleken met de vorige kwartalen is de netto groei van het aantal postpaidabonnees versneld naar 53.900 simkaarten in KW2 2019, gedreven door (i) de voornoemde productverbeteringen, (ii) aantrekkelijke promoties met vaste termijn, (iii) de versnelde groei van onze FMCabonneebasis en (iv) een verbeterde trend in het klantenverloop voor onze afzonderlijke mobiele activiteit onder het merk BASE.
Op 30 juni 2019 telden wij in totaal 1.902.200 klanten voor onze basic en premium televisiediensten. Op sequentiële basis verloren wij in KW2 2019 netto 14.600 televisieabonnees. Het nettoverlies omvat geen overschakelingen naar onze premium kabeltelevisiediensten en vertegenwoordigt klanten die zijn overgestapt naar concurrerende platformen, zoals andere aanbieders van digitale tv, OTT en satelliet, of klanten die hun tvabonnement hebben opgezegd of die naar een locatie buiten ons servicegebied zijn verhuisd.
Op 30 juni 2019 waren 1.718.500 van onze kabeltelevisieabonnees geüpgraded naar ons premiumplatform met hogere ARPU, dat hen toegang geeft tot een veel rijkere televisiebeleving, met inbegrip van gratis onbeperkte toegang tot onze app 'Yelo Play' waarmee ze thuis en buitenshuis een unieke contentervaring kunnen beleven op meerdere verbonden apparaten. Dit omvat ons nieuwste digitale televisieplatform, met inbegrip van onze in de cloud gebaseerde settopbox van de volgende generatie met spraakherkenning, die wij eind april van dit jaar lanceerden. In KW2 2019 verloren wij netto 6.900 premium kabeltelevisieabonnees. Vergeleken met de vorige kwartalen verbeterde de trend van het netto aantal abonnees, naar het voorbeeld van onze andere geavanceerde vaste diensten, zoals reeds vermeld.
Onze abonnementspakketten voor films en programma's à la carte 'Play' en 'Play More' telden 427.100 abonnees in KW2 2019, een stijging met 7% tegenover dezelfde periode van vorig jaar. De forse groei was te danken aan onze blijvende investering in veelbelovende lokale content, zowel via producties met onze commerciële zenders in vol eigendom 'VIER', 'VIJF' en 'ZES' als met bepaalde eigen content. Begin juni 2019 verwierven wij het resterende aandeel van 50% in het plaatselijke mediabedrijf De Vijver Media NV, wat onze positionering in het lokale media-ecosysteem versterkte.
Wij bieden bovendien in ons servicegebied het breedste sportaanbod aan met 'Play Sports', dat binnen- en buitenlands voetbal, inclusief het Britse Premier League, combineert met andere belangrijke sporten zoals golf, ATP-tennis, Formule 1, volleybal, basketbal en hockey. Op het eind van KW2 2019 bedienden wij 227.300 'Play Sports'-klanten, evenveel als in dezelfde periode van vorig jaar.
Aanneming van IFRS 16 Lease-overeenkomsten: Vanaf 1 januari 2019 heeft de Vennootschap IFRS 16 Lease-overeenkomsten aangenomen zoals vermeld in haar Jaarverslag 2018 (zie Sectie 5.2.20 - Toekomstige vereisten). Bij de toepassing van IFRS 16 heeft de Vennootschap nieuwe activa en passiva opgenomen voor die leases die zijn geclassificeerd als operationele leases, zijnde operationele leases van (i) verhuur van sites, (ii) onroerend goed, (iii) wagens en (iv) dark fibre. IFRS 16 veranderde ook de aard van de kosten met betrekking tot die leaseovereenkomsten, omdat de Vennootschap een afschrijvingslast voor activa voor gebruiksrechten en rentelasten op leaseverplichtingen opneemt. Voorheen erkende de onderneming operationele leasekosten op lineaire basis gedurende de leaseperiode, en erkende activa en passiva alleen voor zover er een tijdverschil bestond tussen werkelijke leasebetalingen en de opgenomen kosten. Bovendien erkent de Vennootschap niet langer voorzieningen voor operationele leases die zij als verlieslatend beschouwt. In plaats daarvan neemt de Vennootschap de verschuldigde betalingen onder de lease op in haar leaseverplichting en boekt een waardevermindering op de overeenstemmende gebruiksrechten. De toepassing van IFRS 16 had een gunstig effect van € 20,0 miljoen op de Aangepaste EBITDA van de Vennootschap gedurende de eerste helft van 2019 en wanneer toegepast vanaf 1 januari 2018, zou de toepassing van IFRS 16 de Aangepaste EBITDA van de Vennootschap over het volledige jaar 2018 hebben verbeterd met € 42,3 miljoen.
Aankoopprijsallocatie voor de overname van Nextel: Onze balans van 31 december 2018 is herwerkt, met een weerspiegeling van de retroactieve impact van de aankoopprijsallocatie ("PPA") voor de overname van Nextel, die jaareinde 2018 nog niet bekend was. De aanpassing van de reële waarde van de immateriële activa (€ 25,7 miljoen) had voornamelijk betrekking op de verworven klantenrelaties (€ 16,5 miljoen), handelsnamen (€ 6,8 miljoen) en technologie (€ 2,4 miljoen). De beoordeling van het sales en lease back-model en het huurmodel resulteerde in de verwijdering van over te dragen opbrengsten (€ 2,7 miljoen) en materiële vaste activa (€ 7,1 miljoen) die werden vervangen door een leasevordering (€ 8,9 miljoen). Samen met de uitgestelde belastingimpact van de bovengenoemde aanpassingen (€ 7,8 miljoen) werd de goodwill verminderd met € 22,3 miljoen. De opname van de reële waarde van de immateriële activa en de impact van het sales en lease backmodel en het huurmodel en alignering van het boekhoudbeleid van Nextel resulteerde in extra afschrijvingskosten (€ 2,1 miljoen), een daling van de afschrijvingskosten (€ 1,8 miljoen), een vermindering van de opbrengsten (€ 1,0 miljoen) en een stijging van de kosten van verkochte goederen (€ 0,7 miljoen) opgenomen voor de periode tussen de overnamedatum (31 mei 2018) en 31 december 2018, waarvoor de geconsolideerde winst- en verliesrekening en niet-gerealiseerde resultaten voor de twaalf maanden afgelopen op 31 december 2018 werden herwerkt.
In de zes eerste maanden afgesloten op 30 juni 2019 genereerden wij € 1.261,6 miljoen bedrijfsopbrengsten, een stijging met 1% tegenover € 1.250,5 miljoen in dezelfde periode van vorig jaar. Onze bedrijfsopbrengsten in H1 2019 omvatten een bijdrage voor een volledige periode van zes maanden van de lokale ICT-integrator Nextel, die wij op 31 mei 2018 verwierven, in vergelijking met een bijdrage van enkel één maand in de eerste helft van vorig jaar hetgeen resulteerde in een incrementele bijdrage van € 23,5 miljoen aan onze bedrijfsopbrengsten ten opzichte van H1 2018. Daarnaast omvatten onze bedrijfsopbrengsten eveneens voor één maand de opbrengsten van het lokale mediabedrijf De Vijver Media nv (€ 7,9 miljoen), waarvan wij op 3 juni 2019 de resterende aandelen van 50% verwierven en dat nu volledig wordt geconsolideerd. De voornoemde niet-organische effecten buiten beschouwing gelaten, daalden onze bedrijfsopbrengsten op rebased basis in H1 2019 licht met 1%, aangezien de hogere opbrengsten uit kabelabonnementen, met inbegrip van een hogere bijdrage van zakelijke klanten door de 'FLUO' en 'WIGO Business' bundles, meer dan werden geneutraliseerd door (i) lagere opbrengsten als gevolg van het verlies van het MVNO-contract met MEDIALAAN, dat sinds begin april een negatieve impact heeft op onze wholesaleopbrengsten, (ii) lagere opbrengsten uit mobiele telefonie als weerspiegeling van lagere opbrengsten uit het gebruik, in het licht van het aanhoudende succes van onze forfaitaire 'WIGO' quad-playbundels en verbeterde mobiele aanbod, met inbegrip van grotere hoeveelheden mobiele data en (iii) lagere niet-coax B2B-opbrengsten vanwege het seizoensgebonden karakter van onze beveiligings- en ICT-integratoractiviteiten.
In KW2 2019 genereerden we € 635,6 miljoen bedrijfsopbrengsten, een stijging met 1% tegenover € 632,1 miljoen in dezelfde periode van vorig jaar. De jaar-op-jaar vergelijking van de bedrijfsopbrengsten werd echter vertekend door de voornoemde niet-organische factoren. Op rebased basis, na de aanpassing van onze opbrengsten in de periode van vorig jaar met de niet-organische overname van Nextel en De Vijver Media, daalden onze opbrengsten in KW2 2019 met iets meer dan 1%, gedreven door de al vermelde factoren. Zoals verwacht was de terugval van onze rebased opbrengsten in het kwartaal groter dan in KW1 2019, als gevolg van het al vermelde verlies van het MVNO-contract met MEDIALAAN. Dit zal ook onze opbrengsten in de drie volgende kwartalen beïnvloeden.
Onze opbrengsten uit kabeltelevisie vertegenwoordigen de maandelijkse vergoeding die onze kabeltelevisieabonnees betalen voor de kanalen die ze in het basispakket ontvangen, alsook de opbrengsten die door onze abonnees op premiumkabel-tv worden gegenereerd en die voornamelijk bestaan uit (i) recurrente huurgelden voor settopboxen, (ii) vergoedingen voor extra premiumcontent die wij aanbieden, inclusief onze abonnementspakketten voor films en programma's à la carte 'Play', 'Play More' en 'Play Sports', en (iii) transactionele en on-demanddiensten. In de zes maanden afgesloten op 30 juni 2019 bedroegen onze opbrengsten uit kabeltelevisie € 287,9 miljoen (KW2 2019: € 143,0 miljoen), een daling met 1% tegenover dezelfde periode van vorig jaar, zowel op gerapporteerde als op rebased basis. De bescheiden terugval jaarop-jaar was vooral te wijten aan de aanhoudende geleidelijke afname van onze totale abonneebasis voor kabeltelevisie en aan iets lagere opbrengsten uit transactionele VOD-diensten, gedeeltelijk gecompenseerd door het voordeel van de prijsaanpassing in juli 2018 en een hoger aandeel klanten voor premium entertainment.
De opbrengsten uit onze residentiële klanten en kleine ondernemingen met een breedbandinternetabonnement bedroegen € 323,1 miljoen in H1 2019 (KW2 2019: € 161,9 miljoen), een stijging met 4% tegenover dezelfde periode van vorig jaar, zowel op gerapporteerde als op rebased basis. Dit werd gedreven door (i) het aanhoudende succes van onze 'WIGO'-voorstellen, dat het aandeel premium breedbandinternet abonnees in onze mix verhoogde, (ii) een sterke prestatie in het segment van de kleine ondernemingen en (iii) de gunstige impact van de al vermelde prijsaanpassing, gedeeltelijk geneutraliseerd door de impact van de concurrentiedruk op de klantenbasis.
Onze opbrengsten uit vaste telefonie omvatten de recurrente opbrengsten uit abonnementsgelden die door onze abonnees op vaste telefonie worden betaald alsook variabele verbruiksgerelateerde opbrengsten, maar niet de door deze klanten gegenereerde interconnectieopbrengsten, die onder overige opbrengsten worden gerapporteerd. In de zes maanden afgesloten op 30 juni 2019 daalden onze opbrengsten uit vaste telefonie met 6% naar € 109,8 miljoen (KW2 2019: € 54,2 miljoen) vergeleken met € 117,2 miljoen in dezelfde periode van vorig jaar. De gunstige impact van de al vermelde prijsaanpassing werd meer dan geneutraliseerd door (i) een aanhoudende geleidelijke daling van onze totale basis van opbrengstgenererende eenheden voor residentiële vaste telefonie in een uitdagende marktcontext en een algemeen dalende markttrend en (ii) lagere verbruiksgerelateerde opbrengsten als gevolg van een aanhoudende verschuiving naar onbeperkt bellen.
Onze opbrengsten uit mobiele telefonie vertegenwoordigen de opbrengsten uit abonnementsgelden die door onze directe abonnees voor mobiele telefonie worden gegenereerd alsook opbrengsten buiten bundel, maar omvatten niet (i) de interconnectieopbrengsten die door deze klanten worden gegenereerd, (ii) de opbrengsten uit de verkoop van smartphones en (iii) de opbrengsten uit onze 'Choose Your Device'-programma's, die alle onder overige opbrengsten worden gerapporteerd. In de zes maanden afgesloten op 30 juni 219 bedroegen de opbrengsten uit mobiele telefonie € 217,3 miljoen (KW2 2019: € 110,1 miljoen), een daling met 4% jaar-op-jaar op zowel gerapporteerde als rebased basis. De aanhoudend forse nettogroei van het aantal abonnees met een postpaidabonnement werd meer dan geneutraliseerd door (i) lagere opbrengsten die onze abonnees op mobiele telefonie buiten hun maandelijkse bundel genereerden, als gevolg van onze verbeterde 'WIGO'-quadplaybundels en de overstap naar de zelfstandige onbeperkte mobiele aanbiedingen van zowel Telenet als BASE, (ii) hogere bundelgerelateerde kortingen na het succes van onze 'WIGO'-quad-playbundels en (iii) een aanhoudende daling van het aantal klanten met een prepaidkaart.
De onder bedrijfsdiensten gerapporteerde opbrengsten betreffen (i) de opbrengsten die worden gegenereerd op niet-coaxproducten, inclusief glasvezel- en geleasede DSL-lijnen, (ii) door onze kmo-klanten gegenereerde opbrengsten uit mobiele telefonie, (iii) onze 'carrier'-diensten en (iv) diensten met toegevoegde waarde zoals hostingdiensten en beheerde data beveiligingsdiensten. Onze opbrengsten uit zakelijke klanten omvatten ook de opbrengsten gegenereerd door de lokale ICT-integrator Nextel, die wij op 31 mei 2018 overnamen. De opbrengsten uit zakelijke klanten op alle coaxgerelateerde producten, zoals onze vlaggenschipbundel 'WIGO Business', worden toegerekend aan onze opbrengsten uit kabelabonnementen en worden niet gerapporteerd binnen Telenet Business, onze B2B-afdeling.
De opbrengsten van Telenet Business bedroegen € 102,7 miljoen voor de zes maanden afgesloten op 30 juni 2019 (KW2 2019: € 50,6 miljoen), een stijging met 19% tegenover de periode van vorig jaar, vooral dankzij de al vermelde bijdrage van Nextel sinds de overname op 31 mei 2018. Op rebased basis daalden onze opbrengsten in H1 2019 met 2% vergeleken met dezelfde periode van vorig jaar. Dit was voornamelijk het gevolg van het seizoensgebonden karakter van onze beveiligings- en ICT-integratoractiviteiten.
De overige opbrengsten omvatten (i) interconnectieopbrengsten uit zowel vaste als mobiele telefonie, (ii) wholesale-opbrengsten uit zowel onze commerciële als gereguleerde wholesale-activiteiten, (iii) opbrengsten uit de verkoop van smartphones, inclusief de opbrengsten die voortvloeien uit onze 'Choose Your Device' programma's, (iv) vergoedingen voor de activering en installatie van producten, (v) opbrengsten uit de verkoop van settopboxen en (vi) de bijdrage van De Vijver Media NV, dat op 3 juni 2019 volledig werd geconsolideerd. Onze overige opbrengsten bedroegen € 220,8 miljoen voor de zes maanden afgesloten op 30 juni 2019 (KW2 2019: € 115,8 miljoen), grotendeels stabiel jaar-op-jaar op gerapporteerde basis, aangezien lagere interconnectieopbrengsten en lagere wholesale-opbrengsten na het verlies van het MVNO-contract met MEDIALAAN werden gecompenseerd door een hogere CPE-omzet en al vermelde bijdrage voor één maand van De Vijver Media. Op rebased basis daalden de overige opbrengsten met 2% jaar-op-jaar als gevolg van lagere interconnectieopbrengsten na een daling van de gereguleerde vaste afgiftetarieven en lagere wholesaleopbrengsten na het verlies van het MVNO-contract met MEDIALAAN.
In de zes maanden afgesloten op 30 juni 2019 bedroegen de totale bedrijfskosten € 937,0 miljoen, 2% minder dan de € 960,3 miljoen in dezelfde periode vorig jaar. De negatieve niet-organische impact van de overname van Nextel en De Vijver Media op onze kostenbasis in H1 2019 werd meer dan gecompenseerd door lagere afschrijvingen, aangezien het leeuwendeel van de programma's voor de verbetering van onze vaste en mobiele infrastructuur nu voltooid is, en lagere overige indirecte kosten. De totale bedrijfskosten kwamen overeen met ongeveer 74% van de bedrijfsopbrengsten in de zes maanden afgesloten op 30 juni 2019 (H1 2018: ongeveer 77%). In de zes maanden afgesloten op 30 juni 2019 kwam de kostprijs van geleverde diensten overeen met ongeveer 54% van de totale opbrengsten (H1 2018: ongeveer 57%) en kwamen de verkoop-, algemene en beheerskosten overeen met ongeveer 21% van de totale bedrijfsopbrengsten voor de zes maanden afgesloten op 30 juni 2019 (H1 2018: ongeveer 19%). In KW2 2019 stegen onze totale kosten met 2% jaar-op-jaar naar € 461,9 miljoen, voornamelijk als gevolg van de voornoemde niet-organische evoluties.
Onze operationele kosten, het totaal van (i) onze netwerkexploitatiekosten, (ii) directe kosten, (iii) personeelskosten, (iv) verkoop- en marketingkosten, (v) uitbestede arbeidsdiensten en professionele diensten en (vi) overige indirecte kosten, daalden met 1% jaar-op-jaar op gerapporteerde basis in de zes maanden afgesloten op 30 juni 2019. (KW2 2019: -2% jaar-op-jaar op gerapporteerde basis). Op rebased basis, met aanpassing van onze kosten voor de periode van vorig jaar voor de niet-organische impact van de overname en voor IFRS 16, konden we onze totale kosten voor de zes maanden afgesloten op 30 juni 2019 met 1% verminderen tegenover de periode van vorig jaar. Dit was voornamelijk het gevolg van (i) een vermindering van onze personeelskosten met 6%, de weerspiegelig van de transfer van onze field services naar Unit-T in KW3 2018, gedeeltelijk geneutraliseerd door hogere kosten van uitbestede arbeidsdiensten en professionele diensten en hogere netwerkkosten, (ii) een daling met 2% van onze directe kosten, aangezien hogere programmeringskosten bij De Vijver Media en hogere kosten voor de verkoop van telefoons ruimschoots werden gecompenseerd door beduidend lagere interconnectiekosten en (iii) een daling met 5% van onze overige indirecte kosten, het gevolg van onze aanhoudende focus op operationele leverage en een strakke kostenbeheersing. In KW2 2019 daalden de operationele kosten met 1% jaar-op-jaar op rebased basis, voornamelijk als gevolg van de voornoemde factoren.
Onze netwerkexploitatiekosten bedroegen € 101,9 miljoen voor de zes maanden afgesloten op 30 juni 2019 (KW2 2019: € 47,6 miljoen) vergeleken met € 97,0 miljoen in H1 2018. Op rebased basis stegen onze netwerkexploitatiekosten met 6% jaar-op-jaar. In KW3 2018 voltooiden wij de transfer van onze field services naar Unit-T, waarin wij een participatie van 30% hebben genomen. Via deze joint venture zullen wij delen in de baten van de groeiende markt van field services in domeinen zoals nieuwe digitale technologieën en het Internet of Things ('IoT'). Deze transactie resulteert in hogere netwerkexploitatiekosten en hogere kosten van uitbestede arbeidsdiensten en professionele diensten, terwijl ze een positieve impact heeft op onze personeelskosten, aanzien onze ingenieurs op het terrein en hun gerelateerde kosten naar deze nieuwe onderneming overgebracht zijn.
Onze directe kosten omvatten alle directe kosten zoals (i) interconnectiekosten, met inbegrip van onze MVNOkosten, (ii) programmerings- en auteursrechten en (iii) de verkoop en subsidiëring van smartphones. In de zes maanden afgesloten op 30 juni 2019 bedroegen onze directe kosten € 255,3 miljoen (KW2 2019: € 128,3 miljoen), grotendeels stabiel vergeleken met dezelfde periode van vorig jaar ondanks de al vermelde niet-organische impact. Op rebased basis daalden onze directe kosten met 2% jaar-op-jaar aangezien hogere programmeringskosten voor De Vijver Media en hogere kosten in verband met de verkoop van telefoons ruimschoots werden gecompenseerd door beduidend lagere interconnectiekosten.
De personeelskosten voor de zes maanden afgesloten op 30 juni 2019 stegen met 2% vergeleken met de periode van vorig jaar naar € 128,4 miljoen (KW2 2019: € 63,9 miljoen) als gevolg van de reeds vermelde nietorganische impacts en de negatieve kostenimpact van de loonindexering in januari van dit jaar. Op rebased basis daalden de personeelskosten in de eerste helft met 6% tegenover dezelfde periode van vorig jaar, een weerspiegeling van de al vermelde transfer van onze field services naar Unit-T.
Vergeleken met H1 van vorig jaar bleven onze verkoop- en marketingkosten voor de zes maanden afgesloten op 30 juni 2019 grotendeels stabiel, zowel op gerapporteerde als op rebased basis, op € 44,4 miljoen (KW2 2019: € 20,9 miljoen). In KW2 2019 daalden onze verkoop- en marketingkosten met 6% jaar-op-jaar op rebased basis, een weerspiegeling van de fasering van sommige van onze marketingcampagnes en van hogere uitgaven in KW1 om de lancering van onze nieuwe productvoorstellen te steunen.
De kosten in verband met uitbestede arbeidsdiensten en professionele diensten bedroegen € 17,4 miljoen voor de zes maanden afgesloten op 30 juni 2019 (KW2 2019: € 8,4 miljoen), een stijging met 19% jaar-op-jaar en een weerspiegeling van de reeds vermelde transfer van onze field services naar Unit-T. Op rebased basis stegen de kosten in verband met uitbestede arbeidsdiensten en professionele diensten met 18% tegenover de periode van vorig jaar.
De overige indirecte kosten bedroegen € 49,4 miljoen voor de zes maanden afgesloten op 30 juni 2019 (KW2 2019: € 21,2 miljoen), een forse daling met 30% tegenover de periode van vorig jaar, voornamelijk toe te schrijven aan de al vermelde toepassing van IFRS 16. Op rebased basis daalden de overige indirecte kosten met 5% jaar-op-jaar, een weerspiegeling van onze aanhoudende focus op operationele leverage en een strakke kostenbeheersing
De afschrijvingen, met inbegrip van de bijzondere waardevermindering van vaste activa, verlies (winst) uit de verkoop van dochterondernemingen en herstructureringskosten, bedroegen € 332,7 miljoen in de zes maanden afgesloten op 30 juni 2019, vergeleken met € 350,9 miljoen in de periode van vorig jaar. Vergeleken met de periode van vorig jaar noteerden we lagere afschrijvingen, aangezien het leeuwendeel van de programma's voor de verbetering van onze vaste en mobiele infrastructuur nu voltooid is.
In de zes maanden afgesloten op 30 juni 2019 bedroegen onze netto financiële kosten € 230,7 miljoen, vergeleken met € 149,0 miljoen in de periode van vorig jaar. De financiële opbrengsten voor de zes maanden afgesloten op 30 juni 2019 bedroegen € 0,5 miljoen, vergeleken met € 56,1 miljoen voor dezelfde periode van vorig jaar, een bedrag dat een niet-geldelijke winst van € 55,9 miljoen op onze derivaten bevatte. Onze netto rentelasten, wisselkoersverliezen en andere financiële kosten daalden met 16% van € 180,5 miljoen in H1 2018 naar € 152,5 miljoen in H1 2019, door een significant kleiner niet-gerealiseerd wisselkoersverlies op onze uitstaande in USD luidende schuld in vergelijking met vorig jaar, die ruimschoots een stijging met 19% jaar-op-jaar van onze toe te rekenen rentekosten als gevolg van een hoger schuldsaldo gerelateerd aan de buitengewone dividenduitkering van oktober 2018 compenseerde.
In KW2 2019 noteerden wij € 115,7 miljoen netto financiële kosten, een stijging met 49% jaar-op-jaar. De netto financieringskosten in KW2 2019 weerspiegelden een gerealiseerde wisselkoerswinst van € 35,2 miljoen op onze in USD uitgedrukte schuld (tegenover een gerealiseerd verlies van € 66,7 miljoen in het tweede kwartaal van 2018) en een gerealiseerd verlies van € 82,5 miljoen op onze derivaten (tegenover een winst van € 114,1 miljoen in dezelfde periode van vorig jaar).
In H1 2019 noteerden wij € 36,6 miljoen winstbelastingen (KW2 2019: € 15,7 miljoen) vergeleken met € 32,2 miljoen in H1 van vorig jaar.
In H1 2019 boekten we een netto winst van € 56,0 miljoen, vergeleken met een netto winst van € 108,4 miljoen in de periode van vorig jaar. De daling van onze netto winst met 48% werd voornamelijk gedreven door hogere netto financieringslasten in de periode, die een sterke stijging met 12% jaar-op-jaar van onze bedrijfswinst meer dan neutraliseerden. In de zes maanden afgesloten op 30 juni 2019 realiseerden we een netto winstmarge van 4,4%, vergeleken met een netto winstmarge van 8,7% in dezelfde periode van vorig jaar. In KW2 2019 boekten we een netto winst van € 42,0 miljoen, een daling met 47% jaar-op-jaar, grotendeels als gevolg van de al vermelde factoren. Onze netto winstmarge in KW2 2019 bedroeg 6,6%, vergeleken met een netto winstmarge van 12,5% in KW2 van vorig jaar.
In de zes maanden afgesloten op 30 juni 2019 realiseerden we een Adjusted EBITDA van € 664,8 miljoen, of 3% meer dan de € 645,1 miljoen Adjusted EBITDA in de periode van vorig jaar. Onze Adjusted EBITDA in H1 2019 weerspiegelde de toepassing van IFRS 16 vanaf januari 2019, met een gunstige impact op onze Adjusted EBITDAin de periode met € 20 miljoen tegenover H1 vorig jaar. Bovendien weerspiegelde onze Adjusted EBITDA in H1 2019 de reeds vermelde niet-organische impact van de overname van zowel Nextel als De Vijver Media, waarbij dat laatste € 1,9 miljoen bijdroeg aan onze Adjusted EBITDAvoor het eerste halfjaar. Op gerapporteerde basis verbeterde onze Adjusted EBITDA-marge met 110 basispunten naar 52,7% voor H1 2019, vergeleken met 51,6% voor H1 2018 op gerapporteerde basis.
Op rebased basis daalde onze Adjusted EBITDAvoor H1 2019 met een bescheiden 1% vergeleken met dezelfde periode van vorig jaar, een weerspiegeling van het verlies van het MVNO-contract met MEDIALAAN en bepaalde regulatoire tegenwinden. Op rebased basis konden wij onze onderliggende Adjusted EBITDA-marge in het eerste halfjaar stabiel houden, gedreven door een aanhoudend strakke kostenbeheersing.
In KW2 2019 realiseerden we een Adjusted EBITDA van € 345,3 miljoen, 2% meer dan in dezelfde periode van vorig jaar, toen onze Adjusted EBITDA € 337,3 miljoen bedroeg. In KW2 2019 weerspiegelde onze Adjusted EBITDA de voornoemde toepassing van IFRS 16 vanaf januari 2019 en de voornoemde niet-organische evoluties. Onze Adjusted EBITDA-marge verbeterde in KW2 2019 naar 54,3%, een stijging met 90 basispunten vergeleken met 53,4% in KW2 2018 op gerapporteerde basis. Op rebased basis daalde onze Adjusted EBITDA in KW2 2019 met bijna 2% tegenover dezelfde periode van vorig jaar. Vergeleken met KW1 2019 werden wij geconfronteerd met een ongunstige trend van onze rebased EBITDA als gevolg van het verwachte verlies van het MEDIALAAN MVNO contract.
| (in € miljoen) | Voor de drie maanden afgesloten op |
Voor de zes maanden afgesloten op |
||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| 30 juni | 30 juni | |||||
| 2019 | 2018 | % Verschil | 2019 | 2018 | % Verschil | |
| Winst over de verslagperiode | 42,0 | 78,7 | (47)% | 56,0 | 108,4 | (48)% |
| Belastingen | 15,7 | 23,7 | (34 )% | 36,6 | 32,2 | 14 % |
| Aandeel in het resultaat van geassocieerde deelnemingen |
0,3 | (0,1) | N.M. | 1,4 | 0,6 | 133 % |
| Verlies (winst) uit de afstand van activa aan een joint venture |
— | — | —% | (0,1) | — | N.M. |
| Netto financiële kosten | 115,7 | 77,5 | 49 % | 230,7 | 149,0 | 55 % |
| Afschrijvingen en waardeverminderingen | 166,3 | 157,4 | 6 % | 331,6 | 345,5 | (4 )% |
| EBITDA | 340,0 | 337,2 | 1 % | 656,2 | 635,7 | 3 % |
| Vergoeding op basis van aandelen | 4,4 | (1,7) | N.M. | 6,9 | 1,5 | 360 % |
| Operationele kosten betreffende overnames of desinvesteringen |
0,2 | 1,5 | (87 )% | 0,6 | 2,5 | (76 )% |
| Herstructureringskosten | 0,7 | 0,3 | 133 % | 1,1 | 5,4 | (80 )% |
| Adjusted EBITDA | 345,3 | 337,3 | 2 % | 664,8 | 645,1 | 3 % |
| Adjusted EBITDA-marge | 54,3% | 53,4% | 52,7% | 51,6% | ||
| Nettowinstmarge | 6,6% | 12,5% | 4,4% | 8,7% |
N.M. - Not Meaningful (Niet Betekenisvol)
De toe te rekenen investeringsuitgaven voor de zes maanden afgesloten op 30 juni 2019 bedroegen € 307,8 miljoen, een stijging met 2% tegenover de periode van vorig jaar, en omvatten de opname van de uitzendrechten van de Britse Premier League voor een periode van drie seizoenen. Overeenkomstig de EU IFRS zijn deze uitzendrechten geactiveerd als immateriële vaste activa en worden ze pro rata afgeschreven naarmate de voetbalseizoenen vorderen. Met inbegrip van de voornoemde voetbaluitzendrechten, vertegenwoordigden onze toe te rekenen investeringsuitgaven ongeveer 24% van de opbrengsten in H1 2019, wat hetzelfde was vergeleken met dezelfde periode van vorig jaar.
De opname van de voetbaluitzendrechten in H1 2019 buiten beschouwing gelaten, daalden onze toe te rekenen investeringsuitgaven met 12% jaar-op-jaar naar ongeveer 21% van de opbrengsten, gedreven door beduidend lagere investeringen in ons netwerk als gevolg van de grote vooruitgang tot heden van de uitbreiding van de capaciteiten van onze vaste en mobiele infrastructuur. Op 30 juni 2019 hadden we vrijwel al onze macrosites gemoderniseerd, 466 nieuwe sites in gebruik genomen en ongeveer 96% van onze HFC-knooppunten in ons servicegebied geüpgraded. Zo konden we de modernisering van het mobiele netwerk grotendeels afronden en verwachten wij ons project 'Grote Netwerf' medio 2019 te voltooien.
De investeringsuitgaven met betrekking tot installaties bij klanten, die onze uitgaven in verband met settopboxen, modems en WiFi-powerlines omvatten, vertegenwoordigden € 59,0 miljoen in H1 2019 (KW2 2019: € 24,9 miljoen). De stijging met 18% ten opzichte van dezelfde periode van vorig jaar was het gevolg van onze succesvolle campagnes voor connectiviteit in huis om de draadloze ervaring van onze klanten thuis huis te verbeteren, met onder meer de verhuring van WiFi-powerline boosters. Tegelijkertijd zijn wij begonnen met de uitrol van onze in de cloud gebaseerde settopboxen, waarmee wij verder vooruitlopen in innovatie en onze klanten een superieure entertainmentbeleving aanbieden. In H1 2019 vertegenwoordigden de investeringsuitgaven voor installaties bij klanten ongeveer 22% van onze totale toe te rekenen investeringsuitgaven (met uitsluiting van de opname van de voetbaluitzendrechten).
De toe te rekenen investeringsuitgaven voor de uitbreiding en upgrades van het netwerk bedroegen € 54,3 miljoen in H1 2019 (KW2 2019: € 25,8 miljoen), een daling met 49% tegenover de periode van vorig jaar en voornamelijk een weerspiegeling van de voornoemde vooruitgang in termen van de verbetering van de netwerken. In de zes maanden afgesloten op 30 juni 2019 vertegenwoordigden de netwerkgerelateerde investeringsuitgaven ongeveer 20% van onze totale toe te rekenen investeringsuitgaven (met uitsluiting van de opname van de voetbaluitzendrechten).
De investeringsuitgaven voor producten en diensten, die onder meer onze investeringen in productontwikkeling en de upgrade van onze IT-platformen en -systemen weerspiegelen, bedroegen in totaal € 58,2 miljoen in H1 2019 (KW2 2019: € 32,5 miljoen). Dit is een bescheiden stijging met 1% jaar-op-jaar en weerspiegelt de vooruitgang van ons IT-upgradeprogramma. De investeringsuitgaven voor producten en diensten vertegenwoordigden ongeveer 22% van de totale toe te rekenen investeringsuitgaven (met uitsluiting van de opname van de uitzendrechten het voetbal) voor de zes maanden afgesloten op 30 juni 2019.
De rest van onze toe te rekenen investeringsuitgaven omvatte herstellingen en vervangingen van netwerkapparatuur, kosten voor de aankoop van sport en programmering en bepaalde recurrente investeringen in ons IT-platform en onze IT-systemen. Ze bedroegen € 136,3 miljoen voor de zes maanden afgesloten op 30 juni 2019 (KW2 2019: € 51,9 miljoen), met inbegrip van de al vermelde opname van de uitzendrechten van de Britse Premier League en de niet-organische impact van de overname van De Vijver Media.
Het bovenstaande impliceert dat ongeveer 64% van onze toe te rekenen investeringsuitgaven (met uitsluiting van de opname van de uitzendrechten het voetbal) in H1 2019 schaalbaar was en gerelateerd was aan de groei van het abonneebestand. We zullen er nauwlettend op blijven toezien dat onze investeringsuitgaven de opbrengsten incrementeel doen stijgen.
Onze toe te rekenen investeringsuitgaven bedroegen € 135,1 miljoen in KW 2019, een daling met 7% tegenover de periode van vorig jaar en voornamelijk toe te schrijven aan de al vernoemde factoren. Op relatieve basis vertegenwoordigen onze toe te rekenen investeringsuitgaven ongeveer 21% van de opbrengsten in KW2 2019 tegenover ongeveer 23% in KW2 van vorig jaar.
| (in € miljoen) | Voor de drie maanden afgesloten op 30 juni |
Voor de zes maanden afgesloten op 30 juni |
||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| 2019 | 2018 | % Verschil | 2019 | 2018 | % Verschil | |
| Totaal verwerving van materiële vaste activa |
135,1 | 145,1 | (7)% | 307,8 | 301,7 | 2% |
| Activa verworven via kapitaalgerelateerde financieringsregelingen met leveranciers |
(39,7) | (63,8) | (38 )% | (107,8) | (145,8) | (26 )% |
| Activa verworven onder financiële leases | (18,9) | (7,0) | 170 % | (38,0) | (12,7) | 199 % |
| Veranderingen in kortlopende verplichtingen gerelateerd aan bedrijfsinvesteringen |
11,8 | 29,3 | (60%) | 28,9 | 61,7 | (53%) |
| Totaal geldelijke bedrijfsinvesteringen, netto |
88,3 | 103,6 | (15)% | 190,9 | 204,9 | (7)% |
In de zes maanden afgesloten op 30 juni 2019 leverde de som van onze Adjusted EBITDA en toe te rekenen investeringsuitgaven, de opname van de voetbaluitzendrechten buiten beschouwing gelaten, een operationele vrije kasstroom van € 398,3 miljoen op. Vergeleken met H1 2018 verbeterde onze operationele vrije kasstroom met 16%, voornamelijk dankzij een daling met 12% van onze toe te rekenen investeringsuitgaven (de opname van de voetbaluitzendrechten buiten beschouwing gelaten) en de reeds vermelde stijging van onze Adjusted EBITDA. Onze operationele vrije kasstroom in KW2 2019 bereikte € 210,2 miljoen, een stijging met 9% tegenover de periode van vorig jaar.
| Voor de drie maanden afgesloten op |
Voor de zes maanden afgesloten op |
|||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| (in € miljoen) | 30 juni | 30 juni | ||||
| 2019 | 2018 | % Verschil | 2019 | 2018 | % Verschil | |
| Adjusted EBITDA | 345,3 | 337,3 | 2 % | 664,8 | 645,1 | 3% |
| Toe te rekenen bedrijfsinvesteringen | (135,1) | (145,1) | (7 )% | (307,8) | (301,7) | 2 % |
| Opname van voetbaluitzendrechten | — | — | —% | 41,3 | — | —% |
| Opname van licenties voor het mobiele spectrum | — | — | —% | — | — | —% |
| Toe te rekenen bedrijfsinvesteringen, exclusief de opname van voetbaluitzendrechten en licenties voor het mobiele spectrum |
(135,1) | (145,1) | (7%) | (266,5) | (301,7) | (12%) |
| Operationele vrije kasstroom | 210,2 | 192,2 | 9 % | 398,3 | 343,4 | 16 % |
In de zes maanden afgesloten op 30 juni 2019 genereerden onze activiteiten een netto kasstroom van € 499,2 miljoen, vergeleken met € 519,1 miljoen in de periode van vorig jaar. De netto kasstroom uit onze operationele activiteiten in H1 2019 omvatte de niet-organische impact van de overname van Nextel en De Vijver Media en de toepassing van de nieuwe lease-standaard IFRS 16, die wordt gecompenseerd door de netto kasstromen die worden gebruikt bij financieringsactiviteiten. Onze netto operationele kasstroom daalde met 4% jaar-op-jaar en omvatte (i) € 53,4 miljoen hogere geldelijke betalingen van belastingen vergeleken met vorig jaar, (ii) € 57,3 miljoen hogere geldelijke rentelasten en kasderivaten als gevolg van de timingverschillen, vergeleken met H1 van vorige jaar en (iii) de positieve impact van de toepassing van IFRS 16. In KW2 2019 genereerden wij € 333,9 miljoen netto kasstroom uit bedrijfsactiviteiten, een stijging met 2% jaar-op-jaar.
In de zes maanden afgesloten op 30 juni 2019 bedroeg de netto kasstroom die werd gebruikt in investeringsactiviteiten € 206,6 miljoen, tegenover € 265,8 miljoen in H1 2018. De netto kasstroom gebruikt in investeringsactiviteiten in H1 2019 weerspiegelde de overname van het resterende aandeel van 50% in het lokale mediabedrijf De Vijver Media in juni 2019, terwijl de netto kasstroom gebruikt in investeringsactiviteiten in H1 2018 de volledige overname van de lokale ICT-integrator Nextel in mei 2018 weerspiegelde. In KW3 2016 implementeerden we ons leverancierskredietprogramma, waardoor we onze betalingstermijnen voor bepaalde leveranciers tegen aantrekkelijke all-in kosten konden verlengen tot 360 dagen. In H1 2019 verwierven wij € 107,8 miljoen aan activa via regelingen voor kapitaalgerelateerd leverancierskrediet (waarvan € 39,7 miljoen in KW2 2019), met een positieve impact op de netto kasstroom gebruikt in investeringsactiviteiten voor eenzelfde bedrag. Dit weerspiegelde een jaar-op-jaar daling van respectievelijk 26% en 38% voor H1 and KW2 2019. Zie Deel 2.5 - Investeringsuitgaven voor een aansluiting tussen toe te rekenen kapitaaluitgaven en kapitaaluitgaven in contanten. In KW2 2019 gebruikten we een netto kasstroom van € 104,3 miljoen in investeringsactiviteiten, een daling met 37% jaar-op-jaar, grotendeels als gevolg van de al vermelde factoren.
In de zes maanden afgesloten op 30 juni 2019 bedroeg de netto kasstroom die werd gebruikt in financieringsactiviteiten € 241,3 miljoen, tegenover € 165,9 miljoen netto kasstroom gebruikt in financieringsactiviteiten in H1 2018. De netto kasstroom gebruikt in financieringsactiviteiten in H1 2019 weerspiegelde een daling met € 168,0 miljoen van onze leningen en kredieten als gevolg van de geplande aflossingen van onze kortlopende verplichtingen voor leverancierskredieten. In H1 2019 gaven wij ook € 101,1 miljoen uit aan de inkoop van eigen aandelen in het kader van ons Aandeleninkoopprogramma 2018bis van €300,0 miljoen, dat eind juni 2019 volledig voltooid was. In dit programma slaagden wij erin om ongeveer 6,8 miljoen eigen aandelen in te kopen, waarvan ongeveer 1,9 miljoen werden geschrapt na de Buitengewone Aandeelhoudersvergadering van april 2019. De rest van de netto kasstroom gebruikt in financieringsactiviteiten bestond hoofdzakelijk uit terugbetalingen van financiële leases en andere financiële betalingen. In KW2 2019 gebruikten wij een netto kasstroom in financieringsactiviteiten van € 137,1 miljoen, vergeleken met een netto kasstroom van € 72,2 miljoen in KW2 2018.
In de zes maanden afgesloten op 30 juni 2019 genereerden we een aangepaste vrije kasstroom van € 206,7 miljoen. Dit vertegenwoordigde een daling van 23% ten opzichte van de € 268,3 miljoen die we in dezelfde periode van vorig jaar genereerden en die een aanzienlijk hogere bijdrage van ons leveranciersfinancieringsprogramma omvatte vergeleken met H1 dit jaar (€66,8 miljoen). Exclusief deze impact in beide periodes, steeg onze aangepaste vrije kasstroom met 3% op jaarbasis, ondanks aanzienlijk hogere betaalde belastingen en rentelasten in vergelijking met dezelfde periode vorig jaar. In het tweede kwartaal van 2019 bedroeg onze aangepaste vrije kasstroom € 187,1 miljoen, een stijging van 1% jaar-op-jaar ondanks een € 30,6 miljoen lagere bijdrage van ons leveranciersfinancieringsprogramma omdat het programma in het kwartaal stabiel bleef in vergelijking met KW1 2019.
Op 30 juni 2019 bedroeg onze totale schuld (inclusief toe te rekenen rente) € 5.871,4 miljoen, waarvan een hoofdsom van € 1.957,4 miljoen verband houdt met de Senior Secured Fixed Rate Notes die in de periode 2027 tot 2028 vervallen en een hoofdsom van € 2.761,7 miljoen verschuldigd is onder onze Amended Senior Credit Facility 2018 die van augustus 2026 tot december 2027 vervalt . Onze totale schuld op 30 juni 2019 omvatte ook een hoofdsom van € 399,2 miljoen in verband met ons leverancierskredietprogramma, die vrijwel volledig binnen de 12 maanden vervalt, en € 23,8 miljoen voor het uitstaande gedeelte van de licenties voor het 2G en 3G mobiele spectrum. Het restant vertegenwoordigt voornamelijk de verplichtingen uit hoofde van financiële leases in verband met de overname van Interkabel en operationele leaseverplichtingen na de toepassing van IFRS 16.
In mei 2019 hebben we een nieuwe kortlopende doorlopende kredietfaciliteit ("RCF AP") uitgegeven voor een totaalbedrag van € 60,0 miljoen. Deze faciliteit vervalt op 31 december 2021 en heeft een marge van 2,25% boven EURIBOR (met een bodem van 0%) en kan worden gebruikt voor algemene bedrijfsdoeleinden van de groep. Op 30 juni 2019 was deze faciliteit volledig ongebruikt.
Op 3 juni 2019 verwierven wij het resterende aandeel van 50% in het lokale mediabedrijf De Vijver Media nv. Onmiddellijk na de afronding van deze transactie betaalden wij de schuld van De Vijver Media (€60,2 miljoen) ten aanzien van derde partijen terug en beëindigden wij de bestaande renteswaps op zijn schuld met variabele rente, wat resulteerde in een geldelijke betaling van €1,1 miljoen. Alle transacties werden vereffend met beschikbare geldmiddelen op onze balans.
De kortlopende verplichtingen voor ons leverancierskredietprogramma buiten beschouwing gelaten, hebben wij op 30 juni 2019 geen vervallende schulden voor augustus 2026 met een gewogen gemiddelde looptijd van 8,0 jaar. Daarnaast hadden wij op 30 juni 2019 ook volledig toegang tot € 505,0 miljoen niet-opgenomen verbintenissen onder onze wentelkredietfaciliteiten, beschikbaar tot juni 2023.
De tabel hieronder geeft een overzicht van onze schuldinstrumenten en ons betalingsschema op 30 juni 2019.
| Totale faciliteit per |
Opge nomen bedrag |
Niet opgeno men bedrag |
Vervaldag | Interestvoet | Interestbetaling verschuldigd |
|
|---|---|---|---|---|---|---|
| 30 juni 2019 | ||||||
| (in € miljoen) | ||||||
| 2018 Gewijzigde Senior Credit Facility |
||||||
| Termijnlening AN | 1.826,7 | 1.826,7 | — | 15 augustus 2026 |
Vlottend 6-maand LIBOR (0% bodem) + 2,25% |
Halfjaarlijks (jan. en juli) |
| Termijnlening AO | 935,0 | 935,0 | — | 15 december 2027 |
Vlottend 6-maand EURIBOR (0% bodem) + 2,50% |
Halfjaarlijks (jan. en juli) |
| Wentelkrediet (Faciliteit AG) | 400,0 | — | 400,0 | 30 juni 2023 | Vlottend 1-maand EURIBOR (0% bodem) + 2,75% |
Maandelijks |
| Wentelkrediet (Faciliteit AP) | 60,0 | — | 60,0 | 31 december 2021 |
Vlottend 1-maand EURIBOR (0% bodem) + 2,25% |
Maandelijks |
| Senior Secured Fixed Rate Notes |
||||||
| €530 miljoen Senior Secured Notes met vervaldag 2027 (Faciliteit AB) |
477,0 | 477,0 | — | 15 juli 2027 | Vast 4,875% | Halfjaarlijks (jan. en juli) |
| €600 miljoen Senior Secured Notes met vervaldag 2028 (Faciliteit AK) |
600,0 | 600,0 | — | 1 maart 2028 | Vast 3,50% | Halfjaarlijks (jan. en juli) |
| USD 1 miljard Senior Secured Notes met vervaldag 2028 (Faciliteit AJ) |
880,4 | 880,4 | — | 1 maart 2028 | Vast 5,50% | Halfjaarlijks (jan. en juli) |
| Overige | ||||||
| Wentelkrediet | 20,0 | — | 20,0 | 30 september 2021 |
Vlottend 1-maand EURIBOR (O% bodem) + 2,00% |
Maandelijks |
| Overdraft-faciliteit | 25,0 | — | 25,0 | 31 december 2019 |
Vlottend 1-maand EURIBOR (0% floor) + 1,60% |
Niet van toepassing |
| Totaal nominaal bedrag | 5.224,1 | 4.719,1 | 505,0 |
Op 30 juni 2019 hielden wij € 139,5 miljoen aan geldmiddelen en kasequivalenten aan, vergeleken met € 47,2 miljoen op 31 maart 2019 en € 88,2 miljoen op 31 december 2018. Om het tegenpartijrisico zoveel mogelijk te beperken, plaatsen we onze kasequivalenten en geldmarktfondsen met een AAA-rating bij Europese en Amerikaanse financiële instellingen met een hoge kredietwaardigheid. Vergeleken met 31 maart 2019 nam ons kassaldo op 30 juni 2019 beduidend toe, gedreven door een forse groei van onze aangepaste vrije kasstroom in KW2, meestal het sterkste kwartaal voor ons bedrijf. Dit werd gedeeltelijk geneutraliseerd door de al vermelde verwerving van het resterende aandeel van 50% in De Vijver Media en de aanverwante vrijwillige schuldaflossing. Daarnaast voerden wij het restant uit van ons Aandeleninkoopprogramma 2018bis van € 300,0 miljoen, met een uitgave van € 101,1 miljoen in de eerste helft van 2019. In de loop van het volledige programma hebben wij bijna 6,8 miljoen aandelen ingekocht en op 30 juni 2019 hielden wij iets meer dan 5,8 miljoen eigen aandelen, wat de schrapping weerspiegelt van bijna 1,9 miljoen eigen aandelen eind april 2019 na de goedkeuring door de Buitengewone Algemene Aandeelhoudersvergadering. Op 30 juni 2019 hadden we naast ons beschikbare kassaldo toegang tot € 505,0 miljoen aan beschikbare toezeggingen onder onze Amended Senior Credit Facility 2018 en andere wentelkredietfaciliteiten, mits de hierna vermelde convenanten worden nageleefd.
Tijdens de Capital Markets Day in december 2018 herbevestigden wij ons kader voor de schuldgraad, die behouden blijft op 3,5x tot 4,5x netto totale schuld tegenover geconsolideerde EBITDAop jaarbasis ('netto totale schuldgraad'). Zonder wezenlijke overnames en/of beduidende wijzingen van onze activiteiten of van de regelgeving, willen wij met een aantrekkelijk en houdbaar niveau van de uitkeringen aan aandeelhouders met een schuldgraad van 4,0 in het midden van de range blijven. Op 30 juni 2019 bereikte onze netto totale schuldgraad 4,3x versus 4,4x op 31 maart 2019. De verwachte bescheiden daling van onze netto totale schuldgraad weerspiegelde de beduidende stijging van ons kassaldo op 30 juni 2019.
Onze netto convenant schuldgraad, berekend volgens de Amended Senior Credit Facility 2018, met inbegrip van bepaalde niet-gerealiseerde kostensynergieën in verband met fusies en overnamen met betrekking tot de verwerving van SFR Belux in juni 2017 en met uitsluiting van zowel leasegerelateerde verplichtingen als aan leverancierskredieten gerelateerde kortlopende verplichtingen, bereikte 3,5x op 30 juni 2019 (31 maart 2019, 2018: 3,5x). Onze huidige netto convenant schuldgraad ligt beduidend onder het 'springing maintenance covenant' van 6,0x en de beschikbaarheidstest van 4,5x netto senior leverage.
Zoals wij tijdens de Capital Markets Day in december 2018 hebben aangekondigd, willen wij in de periode 2018-2021 een duurzame winstgevende groei leveren, mikkend op een gezonde samengestelde jaarlijkse groei van de operationele vrije kasstroom(a) van 6,5 tot 8,0% in de drie volgende jaren (de erkenning van voetbaluitzendrechten en de licenties voor het mobiele spectrum buiten beschouwing gelaten en met uitsluiting van de impact van IFRS 16 op onze toe te rekenen investeringsuitgaven).
Na een sterke financiële prestatie in H1 2019 herbevestigen wij de vooruitzichten voor ons boekjaar 2019 die we medio februari hebben voorgesteld. Vergeleken met de eerste helft van het jaar verwachten wij een zwakkere trend voor de rebased opbrengsten en Adjusted EBITDAin H2, na het verlies van het contract met MEDIALAAN en andere factoren, zoals uiteengezet in onze financiële oriëntatie voor het jaar. Voor het volledige jaar 2019 verwachten wij nog altijd een daling van de opbrengsten met ongeveer 2,5% jaar-op-jaar op rebased basis. In de context van een dalende omzet en de realisatie van vrijwel alle MVNO-gerelateerde synergieën uit de overname van BASE in 2018, verwachten wij dat onze Adjusted EBITDA(b) in 2019 met 1 tot 2% jaar-op-jaar zal inkrimpen op rebased basis. De lagere bijdrage van onze MVNO-activiteit buiten beschouwing gelaten, zouden zowel onze verwachte opbrengsten als Adjusted EBITDA in 2019 in grote lijnen stabiel geweest zijn op rebased basis.
Zoals reeds vermeld, was 2018 een piekjaar in onze investeringscyclus, vanwege de doorlopende upgrade van onze vaste en mobiele infrastructuur. Gelet op de beduidend lagere kapitaalintensiteit in 2019 mikken wij op een forse groei van de operationele vrije kasstroom(a) met 16-18%(c) jaar-op-jaar in 2019. Voor 2019 verwachten wij een aangepaste vrije kasstroom(d) van € 380,0 tot € 400,0 miljoen. Onze aangepaste vrije kasstroom in 2019 zal worden beïnvloed door (i) een wezenlijk lagere bijdrage van ons platform voor leverancierskredieten, aangezien wij het platform willen stabiliseren tegenover een netto positieve bijdrage van € 93,7 miljoen in 2018, (ii) een negatieve impact op het werkkapitaal omwille van de afgenomen investeringsintensiteit, (iii) hogere geldelijke belastingen als gevolg van onze hogere winsten voor belastingen en (iv) hogere geldelijke rentelasten vergeleken met 2018 als gevolg van hogere schuldsaldi in verband met het buitengewone dividend van vorig jaar, en ook omdat 2018 werd beïnvloed door de timingverschillen in de betalingen van onze rentelasten en betalingen m.b.t. onze afgeleide financiële instrumenten.
| Vooruitzichten boekjaar 2019 | Zoals gepresenteerd op 14 februari 20191 | ||||
|---|---|---|---|---|---|
| Afname van de bedrijfsopbrengsten ('rebased') | Ongeveer 2.5% (FY 2018 rebased: € 2.615,1 miljoen) |
||||
| Afname van de Adjusted EBITDA(b) ('rebased') | Tussen 1% en 2% (FY 2018 rebased: € 1.399,8 miljoen, incl impact IFRS 16) |
||||
| Groei van Operationele vrije kasstroom(a) ('rebased') | Tussen 16% en 18% (FY 2018 rebased: €708,7 miljoen) |
||||
| Aangepaste vrije kasstroom(d) | €380,0 - €400,0 miljoen(e) |
1 Onze rebased omzet voor het boekjaar 2018, de aangepaste EBITDA en de operationele vrije kasstroom zijn gewijzigd ten opzichte van 2 mei 2019 en omvatten een bijdrage van zeven maanden van De Vijver Media van respectievelijk € 2.553,9 miljoen, € 1.368,2 miljoen en € 712,4 miljoen.
(a) Onze operationele vrije kasstroom CAGR voor 2018-2021 wordt niet afgestemd op een EU IFRS-maatstaf, aangezien niet alle elementen van de afstemming worden voorspeld in het kader van ons prognoseproces; bepaalde posten kunnen immers aanzienlijk verschillen van periode tot periode.
(b) De leidraad voor onze Adjusted EBBITDA voor 2019 wordt niet afgestemd op een EU IFRS-maatstaf, aangezien niet alle elementen van de afstemming worden voorspeld in het kader van ons prognoseproces; bepaalde posten kunnen immers aanzienlijk verschillen van periode tot periode.
(c) Dit omvat niet de opname van uitzendrechten voor voetbal en licenties voor het mobiele spectrum en evenmin de impact van IFRS 16 op onze toe te rekenen investeringsuitgaven.
(d) De leidraad voor onze aangepaste vrije kasstroom voor 2019 wordt niet afgestemd op een EU IFRS-maatstaf, aangezien niet alle elementen van de afstemming worden voorspeld in het kader van ons prognoseproces; bepaalde posten kunnen immers aanzienlijk verschillen van periode tot periode.
(e) In de veronderstelling dat bepaalde betalingen voor onze huidige licenties voor het 2G- en 3G mobiele spectrum in KW4 2019 zullen plaatsvinden en dat de geldelijke betaling van onze belastingaangifte 2018 pas begin 2020 zal plaatsvinden.
In maart 2018 losten wij een eerste schijf van 10% af van onze 4,875% Senior Secured Fixed Rate Notes voor € 530,0 miljoen met vervaldag in juli 2027, zodat de uitstaande hoofdsom effectief werd verlaagd naar € 477,0 miljoen. In juli 2019 losten wij nogmaals 20% van de voornoemde Notes af voor een totaal bedrag van € 109,2 miljoen, met inbegrip van een afkoopsom van € 3,2 miljoen voor de 103% callpremie. Aangezien deze transactie gedeeltelijk werd gefinancierd met cashoverschotten op de balans en een tijdelijke opname van onze wentelkredietfaciliteiten, vertegenwoordigt de algemene aflossing een aantrekkelijke afbetalingsperiode en beperkt ze de uitstaande hoofdsom voor deze 2027 Notes tot € 371,0 miljoen.
De commissaris, KPMG Bedrijfsrevisoren - Réviseurs d'Entreprises CVBA, vertegenwoordigd door Filip De Bock, heeft bevestigd dat ziin nazicht, dat wezenlijk voltooid is, geen significante aangelegenheden hebben onthuld die aanpassing vereisen van de verkorte geconsolideerde tussentijdse financiële informatie die in dit persbericht is opgenomen voor de zes maanden afgesloten op 30 juni 2019.
| Voor de drie maanden afgesloten op 30 juni | 2019 | 2018 | % Verschil |
|---|---|---|---|
| Geleverde diensten | |||
| Aansluitbare huizen (13) | 3.366.100 | 3.333.300 | 1 % |
| Televisie | |||
| Basiskabeltelevisie (6) | 183.700 | 220.200 | (17 )% |
| Premiumkabeltelevisie (7) | 1.718.500 | 1.783.000 | (4 )% |
| Totaal kabeltelevisie | 1.902.200 | 2.003.200 | (5)% |
| Internet | |||
| Residentieel breedbandinternet | 1.453.900 | 1.503.000 | (3 )% |
| Breedbandinternet aan bedrijven | 207.200 | 176.400 | 17 % |
| Totaal breedbandinternet (8) | 1.661.100 | 1.679.400 | (1)% |
| Vaste telefonie | |||
| Residentiële vaste telefonie | 1.104.000 | 1.184.300 | (7 )% |
| Vaste telefonie aan bedrijven | 130.800 111.200 |
18 % | |
| Totaal vaste telefonie (9) | 1.234.800 | 1.295.500 | (5)% |
| Totaal opbrengstgenererende eenheden (14) | 4.798.100 | 4.978.100 | (4)% |
| Klantenverloop (15) | |||
| Kabeltelevisie | 8,6% | 9,2% | |
| Breedbandinternet | 8,3% | 8,9% | |
| Vaste telefonie | 10,4% | 10,8% | |
| Informatie over klantenrelaties | |||
| Triple play klanten | 1.128.600 | 1.178.600 | (4 )% |
| Totaal klantenrelaties (11) | 2.091.600 | 2.159.200 | (3 )% |
| Diensten per klantenrelatie (11) | 2,29 | 2,31 | (1 )% |
| ARPU per klantenrelatie (€ / maand) (11) (12) | 57,2 | 55,2 | 4 % |
| Voor de drie maanden afgesloten op 30 juni | 2019 | 2018 | % Verschil |
| Gegevens mobiele telefonie | |||
| Mobiele telefonie | |||
| Postpaidabonnement | 2.282.000 | 2.223.900 | 3 % |
| Prepaidkaarten | 466.300 | 501.000 | (7)% |
| Totaal mobiele telefonie (10) | 2.748.300 | 2.724.900 | 1 % |
Voorstelling van de postpaid mobiele-telefonieabonnees: Wij hebben de voorstelling van de mobiele postpaidabonnees op 31 maart 2018, 30 juni 2018, 30 september 2018 en 31 december 2018 aangepast na de verwijdering van inactieve 'pay as use' abonnees. Deze abonnees betalen geen maandelijkse abonnementsvergoeding en worden uitsluitend volgens hun effectieve gebruik gefactureerd. Als gevolg van de inactieve status van bepaalde simkaarten hebben wij zowel onze mobiele postpaidabonnees als de totale basis mobiele abonnees verminderd met respectievelijk 49.400, 58.800, 52.700 en 47.100 voor de voornoemde periodes. Deze aanpassing had geen invloed op onze opbrengsten uit mobiele telefonie.
Voorstelling van de kmo-klanten voor mobiele telefonie: Vanaf 1 april 2018 worden mobiele kmo-klanten beschouwd als zakelijke klanten en niet langer opgenomen in onze telling van de mobiele abonnees. Om vergelijkbare redenen hebben wij onze mobiele telefonieabonnees van 31 maart 2018 aangepast door 127.300 kmo-abonnees op mobiele telefonie te verwijderen.
Aanpassing van de voorstelling van de opbrengstgenererende eenheden (RGU) voor kabel: Wij hebben de voorstelling van de opbrengstgenererende eenheden van onze diensten voor kabeltelevisie, premium kabeltelevisie, breedbandinternet en vaste telefonie op 31 maart 2018 en 30 juni 2018 aangepast om de migraties van de voormalige klanten van SFR Belux naar onze producten en diensten onder het merk Telenet correct te weerspiegelen. Om vergelijkbare redenen hebben wij het aantal abonnees van KW1 2018 en KW2 2018 aangepast.
| (in € miljoen, uitgezonderd aandelen en bedragen per aandeel) |
Voor de drie maanden afgesloten op 30 juni |
Voor de zes maanden afgesloten op 30 juni |
||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| 2019 | 2018 - restated |
% verschil | 2019 | 2018 - restated |
% Verschil |
|
| Winst over de verslagperiode | ||||||
| Bedrijfsopbrengsten | ||||||
| Bedrijfsopbrengsten | 635,6 | 632,1 | 1 % | 1.261,6 | 1.250,5 | 1 % |
| Bedrijfskosten | ||||||
| Kostprijs van geleverde diensten | (332,3) | (335,5) | (1 )% | (677,1) | (718,8) | (6 )% |
| Brutowinst | 303,3 | 296,6 | 2 % | 584,5 | 531,7 | 10 % |
| Verkoop-, algemene en beheerskosten | (129,6) | (116,8) | 11 % | (259,9) | (241,5) | 8 % |
| Resultaat uit bedrijfsactiviteiten | 173,7 | 179,8 | (3)% | 324,6 | 290,2 | 12 % |
| Financiële opbrengsten | 0,3 | 114,1 | N.M. | 0,5 | 56,1 | (99 )% |
| Netto interestopbrengsten en wisselkoerswinsten |
0,3 | — | N.M. | 0,5 | 0,2 | 150 % |
| Netto winst op derivaten | — | 114,1 | N.M. | — | 55,9 | (100 )% |
| Financiële kosten | (116,0) | (191,6) | (39 )% | (231,2) | (205,1) | 13 % |
| Netto interestkosten, wisselkoersverliezen en overige financiële kosten |
(33,5) | (169,0) | (80 )% | (152,5) | (180,5) | (16 )% |
| Netto verlies op derivaten | (82,5) | — | N.M. | (78,7) | — | N.M. |
| Verlies bij vervroegde aflossing van schulden |
— | (22,6) | (100 )% | — | (24,6) | (100 )% |
| Netto financiële kosten | (115,7) | (77,5) | 49 % | (230,7) | (149,0) | 55 % |
| Aandeel in het resultaat van geassocieerde deelnemingen |
(0,3) | 0,1 | N.M. | (1,4) | (0,6) | 133 % |
| Winst uit de verkoop van activa aan een joint venture |
— | — | —% | 0,1 | — | N.M. |
| Winst vóór winstbelastingen | 57,7 | 102,4 | (44)% | 92,6 | 140,6 | (34)% |
| Belastingen | (15,7) | (23,7) | (34 )% | (36,6) | (32,2) | 14 % |
| Winst over de verslagperiode | 42,0 | 78,7 | (47)% | 56,0 | 108,4 | (48)% |
| Netto resultaat rechtstreeks verwerkt in het eigen vermogen | ||||||
| Elementen die niet naar de geconsolideerde staat van het resultaat geherclassificeerd zullen worden | ||||||
| Herwaardering van verplichtingen / (tegoeden) uit te-bereiken-doel pensioenplannen |
— | (6,8) | (100 )% | — | (6,8) | (100 )% |
| Uitgestelde belastingen | — | 2,0 | (100 )% | — | 2,0 | (100 )% |
| Netto resultaat rechtstreeks verwerkt in het eigen vermogen |
— | (4,8) | (100)% | — | (4,8) | (100)% |
| Totaalresultaat voor de periode | 42,0 | 73,9 | (43)% | 56,0 | 103,6 | (46)% |
| Winst toe te rekenen aan: | 42,0 | 78,7 | (47)% | 56,0 | 108,4 | (48)% |
Eigenaars van de Vennootschap 42,0 79,2 (47 )% 55,9 109,1 (49 )% Minderheidsbelangen — (0,5) (100 )% 0,1 (0,7) N.M.
| Voor de drie maanden afgesloten op |
Voor de zes maanden afgesloten op |
|||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| (in € miljoen, uitgezonderd aandelen en bedragen per aandeel) |
30 juni | 30 juni | ||||
| 2019 | 2018 - restated |
% verschil | 2019 | 2018 - restated |
% Verschil |
|
| Totaalresultaat toe te rekenen aan: | 42,0 | 73,9 | (43)% | 56,0 | 103,6 | (46)% |
| Eigenaars van de Vennootschap | 42,0 | 74,4 | (44 )% | 55,9 | 104,3 | (46 )% |
| Minderheidsbelangen | — | (0,5) | (100 )% | 0,1 | (0,7) | N.M. |
| Gewogen gemiddeld uitstaande aandelen | 109.613.988 | 115.066.536 | 110.014.822 | 115.247.512 | ||
| Gewone winst per aandeel | 0,39 | 0,69 | (43 )% | 0,51 | 0,95 | (46 )% |
| Verwaterde winst per aandeel | 0,39 | 0,69 | (43 )% | 0,51 | 0,95 | (46 )% |
| Bedrijfsopbrengsten per type | ||||||
| Opbrengsten uit abonnementen: | ||||||
| Televisie | 143,0 | 144,2 | (1 )% | 287,9 | 289,9 | (1 )% |
| Breedbandinternet | 161,9 | 155,9 | 4 % | 323,1 | 309,8 | 4 % |
| Vaste telefonie | 54,2 | 57,9 | (6 )% | 109,8 | 117,2 | (6 )% |
| Opbrengsten uit kabelgerelateerde abonnementen |
359,1 | 358,0 | — % | 720,8 | 716,9 | 1 % |
| Mobiele telefonie | 110,1 | 116,6 | (6 )% | 217,3 | 226,8 | (4 )% |
| Totaal opbrengsten uit abonnementen |
469,2 | 474,6 | (1)% | 938,1 | 943,7 | (1)% |
| Bedrijfsdiensten | 50,6 | 46,4 | 9 % | 102,7 | 86,3 | 19 % |
| Overige | 115,8 | 111,1 | 4 % | 220,8 | 220,5 | — % |
| Totaal bedrijfsopbrengsten | 635,6 | 632,1 | 1 % | 1.261,6 | 1.250,5 | 1 % |
| Bedrijfskosten per type | ||||||
| Netwerkexploitatiekosten | (47,6) | (43,5) | 9 % | (101,9) | (97,0) | 5 % |
| Directe kosten (programmering en auteursrechten, interconnectie en andere) |
(128,3) | (126,7) | 1 % | (255,3) | (253,6) | 1 % |
| Personeelsgerelateerde kosten | (63,9) | (61,0) | 5 % | (128,4) | (126,1) | 2 % |
| Verkoop- en marketingkosten | (20,9) | (21,9) | (5 )% | (44,4) | (44,0) | 1 % |
| Uitbestede arbeidsdiensten en professionele diensten |
(8,4) | (7,1) | 18 % | (17,4) | (14,6) | 19 % |
| Overige indirecte kosten | (21,2) | (34,6) | (39 )% | (49,4) | (70,1) | (30 )% |
| Herstructureringskosten | (0,7) | (0,3) | 133 % | (1,1) | (5,4) | (80 )% |
| Operationele kosten betreffende overnames of desinvesteringen |
(0,2) | (1,5) | (87 )% | (0,6) | (2,5) | (76 )% |
| Op aandelen gebaseerde vergoedingen | (4,4) | 1,7 | N.M. | (6,9) | (1,5) | 360 % |
| Afschrijvingen op materiële vaste activa | (105,3) | (94,1) | 12 % | (208,8) | (216,2) | (3 )% |
| Afschrijvingen op immateriële vaste activa | (42,5) | (47,7) | (11 )% | (84,5) | (94,1) | (10 )% |
| Afschrijving op uitzendrechten | (19,0) | (14,8) | 28 % | (39,0) | (34,9) | 12 % |
| Waardevermindering op immateriële activa met een lange levensduur en goodwill |
— | 0,2 | (100 )% | — | — | —% |
| Winst op verkoop van dochtervennootschappen |
0,6 | 0,3 | 100 % | 1,0 | 1,0 | — % |
| Waardevermindering op materiële activa met een lange levensduur |
(0,1) | (1,3) | (92 )% | (0,3) | (1,3) | (77 )% |
| Totaal bedrijfskosten | (461,9) | (452,3) | 2 % | (937,0) | (960,3) | (2)% |
N.M. - Not Meaningful (Niet Betekenisvol)
| Voor de drie maanden afgesloten op |
Voor de zes maanden afgesloten op |
|||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| (in € miljoen) | 30 juni | 30 juni | ||||
| 2019 | 2018 - restated |
% Verschil | 2019 | 2018 - restated |
% Verschil | |
| Kasstroom uit bedrijfsactiviteiten | ||||||
| Winst over de verslagperiode | 42,0 | 78,7 | (47 )% | 56,0 | 108,4 | (48 )% |
| Afschrijvingen, waardeverminderingen en herstructureringskosten |
167,0 | 157,7 | 6 % | 332,7 | 350,9 | (5 )% |
| Veranderingen in werkkapitaal en overige niet-kasitems |
4,7 | 12,4 | (62 )% | 102,2 | 46,1 | 122 % |
| Belastingen | 15,7 | 23,7 | (34 )% | 36,6 | 32,2 | 14 % |
| Netto interestkosten, valutaverliezen en overige financiële kosten |
34,9 | 169,2 | (79 )% | 152,5 | 180,5 | (16 )% |
| Netto verlies (winst) op afgeleide financiële instrumenten |
82,5 | (114,1) | N.M. | 78,7 | (55,9) | N.M. |
| Verlies bij vervroegde aflossing van schulden |
— | 22,6 | (100 )% | — | 24,6 | (100 )% |
| Verlies (winst) uit de afstand van activa aan een joint venture |
— | — | —% | (0,1) | — | N.M. |
| Betaalde interesten en betalingen voor derivaten |
(11,0) | (21,3) | (48 )% | (101,1) | (62,8) | 61 % |
| Betaalde winstbelastingen | (1,9) | (1,1) | 73 % | (158,3) | (104,9) | 51 % |
| Nettokasstroom uit bedrijfsactiviteiten |
333,9 | 327,8 | 2 % | 499,2 | 519,1 | (4)% |
| Kasstroom uit investeringsactiviteiten |
||||||
| Verwerving van materiële vaste activa | (61,6) | (69,3) | (11 )% | (134,7) | (132,2) | 2 % |
| Verwerving van immateriële vaste activa | (26,7) | (34,3) | (22 )% | (56,2) | (72,7) | (23 )% |
| Verwerving van en leningen aan geassocieerde deelnemingen |
(0,7) | — | N.M. | (0,9) | — | N.M. |
| Verwerving van een dochtervennootschap, netto van verworven geldmiddelen |
(16,0) | (61,5) | (74 )% | (16,0) | (61,5) | (74 )% |
| Ontvangsten uit de verkoop van materiële vaste activa |
0,7 | 0,5 | 40 % | 1,2 | 1,2 | — % |
| Opbrengsten uit de verkoop van uitzendrechten voor doorverkoop |
— | (0,6) | (100 )% | — | (0,6) | (100 )% |
| Nettokasstroom gebruikt in investeringsactiviteiten |
(104,3) | (165,2) | (37)% | (206,6) | (265,8) | (22)% |
| Kasstroom uit financieringsactiviteiten |
||||||
| Aflossing van leningen en overige financieringsverplichtingen |
(185,4) | (320,6) | (42 )% | (379,2) | (409,8) | (7 )% |
| Ontvangsten uit opname van leningen en overige financieringsverplichtingen |
56,9 | 281,8 | (80 )% | 211,2 | 315,3 | (33 )% |
| Inkoop eigen aandelen | (50,7) | (2,0) | 2.435 % | (101,1) | (28,0) | 261 % |
| Verkoop eigen aandelen | 37,6 | 3,9 | 864 % | 43,8 | 4,2 | 943 % |
| Betaling voor schulduitgiftekosten | — | (23,2) | (100 )% | — | (25,4) | (100 )% |
| Overige financieringsactiviteiten (incl. financiële leaseverplichtingen) |
4,5 | (12,1) | (137 )% | (16,0) | (22,2) | (28 )% |
| Nettokasstroom gebruikt in financieringsactiviteiten |
(137,1) | (72,2) | 90 % | (241,3) | (165,9) | 45 % |
| Netto toename in geldmiddelen en kasequivalenten |
||||||
| Geldmiddelen en kasequivalenten aan het begin van de verslagperiode |
47,2 | 36,1 | 31 % | 88,2 | 39,1 | 126 % |
| Geldmiddelen en kasequivalenten aan het einde van de verslagperiode |
139,7 | 126,5 | 10 % | 139,5 | 126,5 | 10 % |
| Netto toename in geldmiddelen en kasequivalenten |
92,5 | 90,4 | 2 % | 51,3 | 87,4 | (41)% |
| Voor de drie maanden afgesloten op |
Voor de zes maanden afgesloten op |
|||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| (in € miljoen) | 30 juni | 30 juni | ||||
| 2019 | 2018 - restated |
% Verschil | 2019 | 2018 - restated |
% Verschil | |
| Aangepaste vrije kasstroom | ||||||
| Nettokasstroom uit bedrijfsactiviteiten | 333,9 | 327,8 | 2 % | 499,2 | 519,1 | (4 )% |
| Geldelijke kosten betreffende overnames of desinvesteringen |
0,1 | 1,2 | (92)% | 0,3 | 1,9 | (84 )% |
| Kosten gefinancierd door een derde partij | 56,9 | 35,3 | 61 % | 116,2 | 68,8 | 69 % |
| Verwerving van materiële vaste activa | (61,6) | (69,3) | (11)% | (134,7) | (132,2) | 2 % |
| Verwerving van immateriële vaste activa | (26,7) | (34,3) | (22)% | (56,2) | (72,7) | (23 )% |
| Kapitaalaflossingen op bedragen gefinancierd door leveranciers en tussenpersonen |
(96,6) | (68,4) | 41 % | (180,1) | (103,9) | 73 % |
| Kapitaalaflossingen op leaseverplichtingen (uitgezonderd netwerkgerelateerde leases) |
(12,1) | (1,3) | 831 % | (25,4) | (2,3) | 1.004 % |
| Kapitaalaflossingen op toevoegingen aan netwerkgerelateerde leases na overname |
(6,8) | (5,7) | 19 % | (12,6) | (10,4) | 21 % |
| Aangepaste vrije kasstroom | 187,1 | 185,3 | 1 % | — 206,7 |
268,3 | (23)% |
N.M. - Not Meaningful (Niet Betekenisvol)
| 30 juni | 31 december | Verschil | |
|---|---|---|---|
| (in € miljoen) | 2019 | 2018 - herwerkt | |
| ACTIVA | |||
| Vaste activa: | |||
| Materiële vaste activa | 2.381,6 | 2.230,8 | 150,8 |
| Goodwill | 1.874,7 | 1.807,8 | 66,9 |
| Overige immateriële vaste activa | 841,5 | 753,5 | 88,0 |
| Uitgestelde belastingvorderingen | 280,6 | 247,1 | 33,5 |
| Deelnemingen in en leningen aan geassocieerde deelnemingen | 15,6 | 67,3 | (51,7) |
| Overige investeringen | 5,9 | 5,0 | 0,9 |
| Derivaten | 25,3 | 6,0 | 19,3 |
| Handelsvorderingen | 0,1 | 0,9 | (0,8) |
| Overige activa | 14,9 | 17,3 | (2,4) |
| Totaal vaste activa | 5.440,2 | 5.135,7 | 304,5 |
| Vlottende activa: | |||
| Voorraden | 29,1 | 28,0 | 1,1 |
| Handelsvorderingen | 219,8 | 201,9 | 17,9 |
| Overige vlottende activa | 147,2 | 142,7 | 4,5 |
| Geldmiddelen en kasequivalenten | 139,5 | 88,2 | 51,3 |
| Derivaten | 62,5 | 62,8 | (0,3) |
| Totaal vlottende activa | 598,1 | 523,6 | 74,5 |
| TOTAAL ACTIVA | 6.038,3 | 5.659,3 | 379,0 |
| EIGEN VERMOGEN EN VERPLICHTINGEN | |||
| Eigen vermogen: | |||
| Geplaatst kapitaal | 12,8 | 12,8 | — |
| Uitgiftepremies en overige reserves | 764,0 | 799,9 | (35,9) |
| Overgedragen verlies | (2.401,8) | (2.446,0) | 44,2 |
| Herwaarderingen | (16,5) | (16,5) | — |
| Totaal eigen vermogen, toe te rekenen aan eigenaars van de Vennootschap |
(1.641,5) | (1.649,8) | 8,3 |
| Minderheidsbelangen | 23,1 | 22,9 | 0,2 |
| Totaal eigen vermogen | (1.618,4) | (1.626,9) | 8,5 |
| Langlopende verplichtingen: | |||
| Leningen en overige financieringsverplichtingen | 5.286,7 | 5.161,0 | 125,7 |
| Derivaten | 319,9 | 211,3 | 108,6 |
| Over te dragen opbrengsten | 2,4 | 2,9 | (0,5) |
| Uitgestelde belastingsverplichtingen | 168,3 | 163,4 | 4,9 |
| Overige schulden | 90,5 | 74,4 | 16,1 |
| Totaal langlopende verplichtingen | 5.867,8 | 5.613,0 | 254,8 |
| Kortlopende verplichtingen: | |||
| Leningen en overige financieringsverplichtingen | 584,7 | 504,1 | 80,6 |
| Handelsschulden | 245,9 | 184,7 | 61,2 |
| Toe te rekenen kosten en overige kortlopende verplichtingen | 575,8 | 535,3 | 40,5 |
| Over te dragen opbrengsten | 120,5 | 101,3 | 19,2 |
| Derivaten | 72,0 | 64,3 | 7,7 |
| Belastingsschulden | 190,0 | 283,5 | (93,5) |
| Totaal kortlopende verplichtingen | 1.788,9 | 1.673,2 | 115,7 |
| Totaal verplichtingen | 7.656,7 | 7.286,2 | 370,5 |
| TOTAAL EIGEN VERMOGEN EN VERPLICHTINGEN | 6.038,3 | 5.659,3 | 379,0 |
rapporteert Telenet een afname van het aantal abonnees voor basiskabeltelevisie die gelijk is aan de toename van het aantal abonnees voor premiumkabeltelevisie.
Investor & Analyst Conference Call – Telenet zal op 1 augustus 2019 om 15:00 uur MET een video webcast en conference call houden voor institutionele beleggers en analisten. De webcastkoppelingen vindt u op https:// investors.telenet.be.
| Investor Relations: | Rob Goyens | [email protected] | Telefoon: +32 15 333 |
|---|---|---|---|
| Bart Boone | [email protected] | 054 Telefoon: +32 15 333 699 |
|
| Dennis Dendas | [email protected] | Telefoon: +32 15 332 142 |
|
| Press & Media Relations: | Stefan Coenjaerts | [email protected] | Telefoon: +32 15 335 006 |
Over Telenet – Als aanbieder van entertainment- en telecommunicatiediensten in België is Telenet Group steeds op zoek naar de perfecte beleving in de digitale wereld voor zijn klanten. Het bedrijf spitst zich onder de merknaam Telenet toe op het aanbieden van digitale televisie, hogesnelheidsinternet en vaste en mobiele telefoniediensten aan residentiële klanten in Vlaanderen en Brussel. Onder de merknaam BASE levert het mobiele telefonie in België. De afdeling Telenet Business bedient de zakelijke markt in België en Luxemburg met connectiviteits-, hosting- en security oplossingen. Meer dan 3000 medewerkers hebben samen 1 doel voor ogen: leven en werken eenvoudiger en aangenamer maken. Telenet Group is een onderdeel van Telenet Group Holding nv en is genoteerd op Euronext Brussel onder ticker symbool TNET. Voor meer informatie, surf naar www.telenet.be. Liberty Global - 's werelds grootste internationale tv- en breedbandbedrijf, investeert, innoveert en versterkt mensen in meer dan 10 landen in Europa om optimaal gebruik te maken van de digitale revolutie - bezit een rechtstreeks belang van 57,3% in Telenet Group Holding SA / NV (exclusief eventuele eigen aandelen die deze laatste van tijd tot tijd in zijn bezit heeft).
Meer informatie – Meer informatie over Telenet en zijn producten vindt u op de website https://www.telenet.be. Nadere informatie over de operationele en financiële gegevens in dit document kan worden gedownload in het deel van de website van de Vennootschap, dat bedoeld is voor beleggers. Het geconsolideerde jaarverslag van 2018 en de niet-geauditeerde geconsolideerde tussentijdse financiële staten en presentaties in verband met de financiële resultaten over de zes maanden afgesloten op 30 juni 2019 zijn beschikbaar in het deel van de website van de Vennootschap, dat bedoeld is voor beleggers (https://investors.telenet.be).
Safe Harbor Statement van de Amerikaanse Private Securities Litigation Reform Act van 1995 – Verschillende verklaringen in dit document zijn "forward-looking statements" (toekomstgerichte verklaringen) zoals die term is gedefinieerd in de Amerikaanse Private Securities Litigation Reform Act van 1995. Deze toekomstgerichte verklaringen met betrekking tot onze financiële en operationele vooruitzichten, onze groeiverwachtingen, strategie, product-, netwerk- en technologielanceringen, en de verwachte impact van overnames op onze gecombineerde activiteiten en financiële prestaties zijn te herkennen aan het gebruik van woorden als "denkt", "voorziet", "zou moeten", "is voornemens", "plant", "zal", "verwacht", "schat", "raamt", "positie", "strategie", en soortgelijke uitdrukkingen, en omvatten bekende en onbekende risico's, onzekerheden en andere factoren die ertoe kunnen leiden dat onze werkelijke resultaten, prestaties, verwezenlijkingen of sectorresultaten wezenlijk verschillen van die welke in deze toekomstgerichte verklaringen expliciet of impliciet worden verwacht, geraamd, voorspeld, geschat of gebudgetteerd. Deze factoren zijn onder meer: mogelijke ongunstige ontwikkelingen met betrekking tot onze liquiditeit of bedrijfsresultaten; mogelijke ongunstige ontwikkelingen op het gebied van de concurrentie, economie of regelgeving; onze aanzienlijke schuldaflossingen en andere contractuele verplichtingen; ons vermogen om ons businessplan te financieren en uit te voeren; ons vermogen om voldoende liquiditeit te genereren voor de aflossing van onze schulden; rente- en wisselkoersschommelingen; de impact van nieuwe zakelijke opportuniteiten die aanzienlijke voorafgaande investeringen vereisen; ons vermogen om klanten aan te trekken en te behouden en om onze globale marktpenetratie te vergroten; ons vermogen om met andere bedrijven in de communicatie- en contentdistributiesector te concurreren; ons vermogen om contracten te behouden die essentieel zijn voor onze activiteiten; ons vermogen om een adequaat antwoord te bieden op technologische ontwikkelingen; ons vermogen om een back-up te ontwikkelen en te onderhouden van onze kritieke systemen; ons vermogen om door te gaan met het ontwerpen van netwerken, plaatsen van installaties, verkrijgen en behouden van de vereiste vergunningen of goedkeuringen van de overheid, en het financieren van bouw en ontwikkeling, op een tijdige manier, tegen een redelijke kostprijs en onder bevredigende voorwaarden; ons vermogen om een impact te hebben of een doeltreffend antwoord te bieden op nieuwe of gewijzigde wet- of regelgeving, ons vermogen om waardetoevoegende investeringen te maken, en ons vermogen om de uitkeringen aan de aandeelhouders in de toekomst aan te houden of op te trekken. We verbinden ons er niet toe om de toekomstgerichte verklaringen in dit document te actualiseren teneinde de werkelijke resultaten, wijzigingen in veronderstellingen of veranderingen in factoren die deze verklaringen beïnvloeden te weerspiegelen.
Financiële informatie – De geconsolideerde jaarrekening van Telenet Group Holding per en voor het boekjaar afgesloten op 31 december 2018 werd opgesteld in overeenstemming met EU IFRS, tenzij anders vermeld, en kan op de website van de Vennootschap worden geraadpleegd.
Niet-GAAP-maatstaven – "Adjusted EBITDA", "Operationele vrije kasstroom" en "Aangepaste vrije kasstroom" zijn niet-GAAP-maatstaven zoals bedoeld in Regulation G van de Amerikaanse Securities and Exchange Commission. Voor aanverwante definities en aansluitingen verwijzen we naar het deel Investor Relations op de website van Liberty Global plc (https://www.libertyglobal.com). Liberty Global plc is de controlerende aandeelhouder van de Vennootschap.
Dit document werd vrijgegeven op 1 augustus 2019 om 7:00 uur MET.
Building tools?
Free accounts include 100 API calls/year for testing.
Have a question? We'll get back to you promptly.