Quarterly Report • Oct 31, 2019
Quarterly Report
Open in ViewerOpens in native device viewer
Robuuste netto groei van onze vast-mobiel geconvergeerde bundels 'WIGO' en 'YUGO' in KW3 (+40,400), een stijging van 4% tegenover KW2, ondanks de seizoensgebondenheid en ons beste resultaat sinds KW3 2017.
Aanscherping van de verwachte evolutie in onze bedrijfsopbrengsten voor FY 2019 op een rebased basis met een afname van ongeveer 2% versus aanvankelijk ongeveer 2,5%. Alle andere financiële doelstellingen onveranderd voor het volledige jaar.
Voldoen aan onze tijdslijn voor aandeelhoudersvergoedingen: (i) een bruto tussentijds dividend van € 63,2 miljoen (€ 0,57 per aandeel) en (ii) de vernietiging van 1.178.498 eigen aandelen.
? Bijgaande informatie betreft gereglementeerde informatie zoals gedefinieerd in het Koninklijk Besluit van 14 november 2007 betreffende de verplichtingen van emittenten van financiële instrumenten die zijn toegelaten tot de verhandeling op een gereglementeerde markt.
Brussel, 31 oktober 2019 – Telenet Group Holding NV ("Telenet" of de "Vennootschap") (Euronext Brussel: TNET) maakt zijn niet-geauditeerde geconsolideerde resultaten voor de negen maanden afgesloten op 30 september 2019 bekend. De resultaten zijn conform de door de Europese Unie goedgekeurde International Financial Reporting Standards ("EU IFRS").
(a) Wij geven geen aansluiting van de samengestelde jaarlijkse groei van de operationele vrije kasstroom in de periode 2018-2021 met een EU IFRS-maatstaf, omdat bepaalde elementen van de aansluiting aanzienlijk kunnen variëren van periode tot periode en bijgevolg niet worden voorspeld tijdens ons prognoseproces.
| Voor de negen maanden afgesloten op 30 september | 2019 | 2018 - restated | % Verschil | ||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| FINANCIËLE KERNCIJFERS (in € miljoen, uitgezonderd bedragen per aandeel) | |||||||
| Bedrijfsopbrengsten | 1.910,6 | 1.891,7 | 1 % | ||||
| Bedrijfswinst | 513,2 | 475,7 | 8 % | ||||
| Nettowinst | 142,9 | 205,6 | (30)% | ||||
| Nettowinstmarge | 7,5% | 10,9% | |||||
| Gewone winst per aandeel | 1,30 | 1,80 | (28)% | ||||
| Verwaterde winst per aandeel | 1,30 | 1,80 | (28)% | ||||
| Adjusted EBITDA (2) | 1.024,5 | 989,9 | 3 % | ||||
| Adjusted EBITDA marge % | 53,6% | 52,3% | |||||
| Toe te rekenen bedrijfsinvesteringen (uitgezonderd de opname van uitzendrechten voor voetbal en licenties voor het mobiele spectrum) (3) |
397,2 | 451,2 | (12)% | ||||
| Toe te rekenen bedrijfsinvesteringen als % van de bedrijfsopbrengsten (uitgezonderd de opname van uitzendrechten voor voetbal en licenties voor het mobiele spectrum) |
20,8% | 23,9% | |||||
| Operationele vrije kasstroom (4) | 627,3 | 538,7 | 16 % | ||||
| Nettokasstroom uit bedrijfsactiviteiten | 754,0 | 822,8 | (8)% | ||||
| Nettokasstroom gebruikt in investeringsactiviteiten | (304,5) | (376,6) | (19)% | ||||
| Nettokasstroom gebruikt in financieringsactiviteiten | (455,3) | (401,5) | 13 % | ||||
| Aangepaste Vrije kasstroom (5) | 270,1 | 334,3 | (19)% | ||||
| OPERATIONELE KERNCIJFERS (Geleverde diensten) | |||||||
| Kabeltelevisie | 1.881.700 | 1.966.200 | (4)% | ||||
| Basiskabeltelevisie (6) | 176.400 | 209.700 | (16)% | ||||
| Premiumkabeltelevisie (7) | 1.705.300 | 1.756.500 | (3)% | ||||
| Breedbandinternet (8) | 1.659.200 | 1.666.500 | — % | ||||
| Vaste telefonie (9) | 1.221.200 | 1.275.500 | (4)% | ||||
| Mobiele telefonie (10) | 2.778.900 | 2.676.400 | 4 % | ||||
| Postpaid | 2.324.800 | 2.180.400 | 7 % | ||||
| Prepaid | 454.100 | 496.000 | (8)% | ||||
| Triple-playklanten | 1.117.000 | 1.163.400 | (4)% | ||||
| Diensten per klantenrelatie (11) | 2,29 | 2,30 | — % | ||||
| ARPU per klantenrelatie (€ / maand) (11) (12) | 57,4 | 55,4 | 4 % |
In een reactie op de resultaten zei John Porter, Chief Executive Officer van Telenet:
"Ik ben erg trots wanneer ik terugblik op het derde kwartaal, want Telenet heeft zijn positie als snelste ISP op de Belgische markt opnieuw bevestigd, met ons nieuwe GIGA-internetaanbod met downloadsnelheden van 1 gigabit per seconde in heel Vlaanderen en Brussel. Het was een enorme onderneming, met een investering van € 500 miljoen in de voorbije vijf jaar, maar we hebben ons onderscheiden: dit netwerk is uniek in Europa. We hebben meer dan vijf jaar voorsprong op de Europese Digitale Agenda en leggen de lat hoger voor de nog ambitieuzere plannen die België heeft aangekondigd. Wij zijn klaar voor de toekomst: het GIGA-netwerk wordt de motor voor toekomstige innovaties zoals virtuele realiteit, zelfsturende auto's en gezondheidszorg op afstand. Het zal de bijbehorende sociale en economische toegevoegde waarde voor België stimuleren. Binnenkort beginnen wij met de uitrol van Docsis 3.1, de nieuwste standaard in onze sector. Deze uitrol ligt aan de basis van de netwerkstrategie die wij tijdens onze Capital Markets Day in december 2018 hebben uiteengezet, met de belofte dat wij met een superieure connectiviteit en dito platformen de leider willen blijven.
In dezelfde context hebben wij in oktober onze campagne 'Signal Switch' aangekondigd. Om het voortdurend toenemende gegevensverkeer op onze netwerken te kunnen bijbenen, hebben wij beslist om tussen eind 2020 en eind 2021 de analoge video- en radiosignalen geleidelijk aan af te bouwen, na bepaalde lokale tests eind dit jaar en begin volgend jaar. Wij zullen onze resterende analoge klanten diverse technologische oplossingen en ondersteuning aanbieden, zodat zij in veel gevallen hun vertrouwde kanalen kunnen blijven volgen door de instellingen van hun televisietoestel aan te passen.
Ondanks een wat zwakkere operationele prestatie in KW3, als gevolg van seizoengebonden factoren en een tijdelijk hoger verloop na de tariefaanpassing van augustus, neemt de adoptie van onze vast-mobiel geconvergeerde kernproducten weer toe, met netto 40.400 bijkomende FMC-abonnees, zodat wij nu in totaal 508.200 FMC-klanten hebben. Dat is een stijging met 35% jaar-op-jaar, de beste prestatie sinds KW3 2017. De in mei gelanceerde uitbreiding van onze 'WIGO'-portfolio, die beter inspeelt op verschillende types huishoudens, groot of klein, ondersteunt dit succes. Recenter hebben wij ook een kleinere FMC-versie van het bestaande 'YUGO'-aanbod gelanceerd ('YUGO S'), die met dezelfde logica de meer digibewuste segmenten aanspreekt. Dankzij het aanhoudende succes van onze FMC-bundels noteerden wij opnieuw een sterke groei van het aantal mobiele postpaidabonnees, met 42.800 nieuwe klanten. Ik ben ook erg blij met de lancering van 'KLIK', ons nieuwe ecosysteem voor B2B-producten. Telenet Business zet een belangrijke stap om de persoonlijke dienstverlening aan al zijn klanten te verbeteren. Zelfstandigen en kleine ondernemingen die vragen of een probleem hebben, kunnen 24/7 contact opnemen met de klantendienst van Telenet Business. Een persoonlijke expert zal elk verzoek van begin tot eind volgen, tot de klant bevestigt dat zijn vraag beantwoord of zijn probleem opgelost is. Tot slot hebben wij onze ambitie om altijd in de voorhoede van de innovatie te staan bevestigd met de introductie van 'TADAAM', een combinatie van een tv-app en een 4G modem.
Duurzaamheid is een integraal onderdeel van de strategie en businessvisie op lange termijn van Telenet. Ik ben dan ook erg blij dat wij voor de zevende maal een duurzaamheidsleider zijn in de categorie Global Media Sector van de Dow Jones Sustainabiity Index. Ons gloednieuwe concept #TelenetGO past in die context. Het overkoepelt verscheidene initiatieven, allemaal met hetzelfde doel: verzekeren dat mensen de technologie optimaal benutten en hun schermen slim gebruiken. Alle soorten informatie, tips en trucs zijn te vinden op het platform www.telenetgo.be en via een eigen 'Phub'd'-app."
In een reactie op de resultaten zei Erik Van den Enden, Chief Financial Officer van Telenet:
"Ik ben tevreden over onze sterke financiële resultaten in het derde kwartaal, ondanks het verwachte verlies van het MVNO-contract met MEDIALAAN, wat een negatief effect had op het volledige kwartaal. Deze impact buiten beschouwing gelaten, zouden zowel onze bedrijfsopbrengsten als onze Adjusted EBITDA grotendeels stabiel zijn gebleven voor zowel de eerste negen maanden van het jaar als het derde kwartaal van 2019 ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar. In de negen eerste maanden van het jaar boekten wij € 1.911 miljoen opbrengsten, 1% meer dan in dezelfde periode van vorig jaar, vooral dankzij een bijdrage voor de volledige negen maanden van Nextel (tegenover een bijdrage voor vier maanden in de vergelijkbare periode van vorig jaar) en een bijdrage voor vier maanden van De Vijver Media, dat sinds 3 juni 2019 in onze boekhouding volledig geconsolideerd is. Op rebased basis daalde onze omzet met 1,4% sinds het begin van het jaar, aangezien vrijwel stabiele opbrengsten uit kabelabonnementen ruimschoots ongedaan werden gemaakt door (i) lagere wholesale-opbrengsten wegens het verlies van het MVNO-contract met MEDIALAAN, (ii) lagere interconnectieopbrengsten als gevolg van lagere vaste afgiftetarieven en dalende sms-volumes en (iii) lagere opbrengsten uit mobiele telefonie wegens lagere opbrengsten uit het gebruik. Vergeleken met zowel KW1 als KW2 van dit jaar verslechterde de trend van onze rebased opbrengsten zoals verwacht als gevolg van het voornoemde verlies van het MVNO-contract; dit leidde tot € 649 miljoen opbrengsten in het kwartaal (-2% jaar-op-jaar op rebased basis).
Op gerapporteerde basis steeg onze Adjusted EBITDA in de eerste helft van 2019 met 3% jaar-op-jaar naar € 1.025 miljoen, een weerspiegeling van de reeds vermelde niet-organische impacten van Nextel en De Vijver Media en de toepassing van de nieuwe lease-standaard IFRS 16 vanaf 1 januari 2019. Deze laatste had een positieve impact van € 31 miljoen op onze Adjusted EBITDA in de negen eerste maanden van 2019. Op rebased basis en de voornoemde niet-organische impact van IFRS 16 buiten beschouwing gelaten, daalde onze Adjusted EBITDA licht met 1% jaar-op-jaar. In KW3 2019 bedroeg onze Adjusted EBITDA € 360 miljoen, een daling met 1% jaar-op-jaar op rebased basis, een verbetering tegenover de -2% van KW2. Dankzij een strakke kostenbeheersing en onze aanhoudende focus op het maximaliseren van positieve operationele leverage slaagden wij erin onze Adjusted EBITDA marge op rebased basis met 150 basispunten te verhogen tegenover vorig jaar, naar iets meer dan 55%.
Wij konden de intensiteit van onze investeringen beduidend verlagen tegenover vorig jaar. Onze toe te rekenen investeringsuitgaven bereikten € 428 miljoen in de negen eerste maanden van 2019 en weerspiegelden de opname van de voetbaluitzendrechten van de Britse Premier League, die wij in het eerste kwartaal voor nogmaals drie seizoenen konden vernieuwen. Deze impact en de opname van de verlenging van de licentie voor het 2G mobiele spectrum in KW3 2018 buiten beschouwing gelaten, daalden onze toe te rekenen investeringsuitgaven met 12% jaar-op-jaar, het equivalent van ongeveer 21% van de opbrengsten in de periode. De beduidende daling van onze toe te rekenen investeringsuitgaven (exclusief de opname van de voetbaluitzendrechten en de licentie voor het mobiele spectrum) leidde tot een stijging van onze operationele vrije kasstroom met 16% jaar-op-jaar naar € 627 miljoen, waarvan € 229 miljoen in KW3 2019.
Onze aangepaste vrije kasstroom bedroeg € 270 miljoen in de eerste negen maanden van 2019, met inbegrip van € 63 miljoen in het derde kwartaal. Dit was een daling met 19% tegenover de periode van vorig jaar, als gevolg van (i) € 56 miljoen hogere geldelijke betalingen van belastingen, (ii) € 53 miljoen hogere geldelijke rentelasten als gevolg van een relatief hogere schuldgraad in vergelijking met vorig jaar en (iii) een € 41 miljoen lagere bijdrage van ons leverancierskredietprogramma.
Na een sterke financiële prestatie in de negen eerste maanden van 2019, kijken wij de toekomst vol vertrouwen tegemoet en kunnen wij onze prognose voor de opbrengsten voor het volledige jaar verhogen. Hoewel de trend van onze rebased opbrengsten in het derde kwartaal verslechterd is tegenover KW1 en KW2, als gevolg van de impact voor het volledige kwartaal van het verlies van het MVNO-contract met MEDIALAAN en bepaalde regulatoire tegenwinden, hebben onze rebased opbrengsten in de negen eerste maanden van het jaar relatief goed standgehouden, met een daling van 1,4% jaar-op-jaar. Wij verwachten bijgevolg een minder uitgesproken daling van de rebased opbrengsten met ongeveer 2% voor het volledige jaar, tegenover de aanvankelijke 2,5%. Alle andere financiële doelstellingen voor het volledige jaar blijven onveranderd, met inbegrip van een daling van de rebased Adjusted EBITDA met 1-2%, een stijging van de operationele vrije kasstroom met 16-18% en een aangepaste vrije kasstroom tussen € 380 en € 400 miljoen. Volgens onze vooruitzichten verwachten we een meer negatieve Adjusted EBITDA-trend in KW4 2019 vanwege seizoensgebonden hogere contentkosten bij De Vijver Media en een moeilijkere vergelijkingsbasis ten opzichte van een sterk vierde kwartaal vorig jaar.
Onze netto totale schuldgraad bleef verder verbeteren en bereikte 4,0x op 30 september 2019, tegenover 4,3x eind juni. Na de terugkeer naar het midden van ons kader voor de totale netto schuldgraad heeft de raad van bestuur een bruto tussentijds dividend goedgekeurd van € 63,2 miljoen, het equivalent van € 0,57 per aandeel. Wij hebben de intentie om, mits goedkeuring door de aandeelhouders, het tussentijdse dividend begin december uit te betalen, gebruikmakend van cashoverschotten op onze balans. Daarnaast zal de raad in februari van volgend jaar, in samenhang met de publicatie van onze resultaten voor het boekjaar 2019, beslissen over het slotdividend dat mits goedkeuring door de aandeelhouders in mei van volgend jaar zal worden uitbetaald. Zo houden wij ons consequent aan het beleid voor de aandeelhoudersvergoeding en de tijdlijn die tijdens de Capital Markets Day in december 2018 werden voorgesteld."
Voorstelling van de postpaid mobiele-telefonieabonnees: Wij hebben de voorstelling van de mobiele postpaidabonnees op 31 maart 2018, 30 juni 2018, 30 september 2018 en 31 december 2018 aangepast na de verwijdering van inactieve 'pay as you go' abonnees. Deze abonnees betalen geen maandelijkse abonnementsvergoeding en worden uitsluitend volgens hun effectieve gebruik gefactureerd. Als gevolg van de inactieve status van bepaalde simkaarten hebben wij zowel onze mobiele postpaidabonnees als de totale basis mobiele abonnees verminderd met respectievelijk 49.400, 58.800, 52.700 en 47.100 voor de voornoemde periodes. Deze aanpassing had geen invloed op onze opbrengsten uit mobiele telefonie.
Op 30 september 2019 hadden wij 2.079.000 unieke klantrelaties, die ongeveer 62% vertegenwoordigden van de 3.375.300 woningen langs ons toonaangevende HFC-netwerk in ons servicegebied in Vlaanderen en Brussel. Op 30 september 2019 leverden wij 4.762.100 vaste diensten ('RGU's'), bestaande uit 1.881.700 kabeltelevisieabonnementen, 1.659.200 breedbandinternetabonnementen en 1.221.200 vaste-telefonieabonnementen. Daarnaast was op 30 september 2019 ongeveer 91% van onze kabeltelevisieabonnementen geüpgraded naar ons premium kabeltelevisieplatform met hogere gemiddelde opbrengst per klantrelatie (ARPU). De abonnees van het premium kabeltelevisieplatform genieten een rijkere kijkervaring met onbeperkte toegang tot een groter aanbod van digitale zenders, HD-zenders en betalende sportzenders, series- en filmkanalen, een enorme bibliotheek van binnen- en buitenlandse films en programma's à la carte ('VOD') en toegang tot ons 'over-thetop'-platform ('OTT') 'Yelo Play'. Op 30 september 2019 bedienden wij ook 2.778.900 mobiele abonnees, van wie ongeveer 84% geabonneerd zijn op een van onze aantrekkelijke mobiele of vaste-mobiele ('FMC') tariefplannen. Wij bereikten een bundelratio van 2,29 opbrengstgenererende eenheden per unieke klantrelatie op het einde van KW3 2019, grotendeels stabiel tegenover dezelfde periode van vorig jaar. Op 30 september 2019 was ongeveer 30% van onze kabelklanten geabonneerd op een quad-playbundel (de mobiele abonnementen onder het merk BASE niet meegeteld), een stijging met 3 procentpunten vergeleken met dezelfde periode van vorig jaar, als teken van het aanhoudende succes van onze strategie voor de convergentie van vast en mobiel.
In het derde kwartaal van 2019 hebben we onze FMC-portefeuille verder uitgebreid om nieuwe klantensegmenten te bedienen. Op de residentiële markt introduceerden wij 'YUGO S', een kleinere bundel dan het standaard 'YUGO' voorstel, met één in plaats van twee simkaarten en lagere downloadsnelheden voor vast breedband. Voor B2B lanceerden we een volledig nieuw FMC-aanbod, 'KLIK'. 'KLIK' vervangt de vorige productbundels 'WIGO Business' en 'FLUO' en combineert de beste FMC-bundel met een unieke persoonlijke bijstand. Zelfstandigen en kleine bedrijven, die een vraag of probleem hebben, kunnen vanaf nu 24/7 contact opnemen met de Telenet Business-klantenservice. Een vast contactpersoon per klantenvraag zal dit van A tot Z opvolgen. Het directe contact wordt pas beëindigd als de klant aangeeft dat de vraag is beantwoord of het probleem is opgelost. In de tussentijd houdt de contactpersoon bij Telenet Business de klant proactief op de hoogte. Hierdoor hoeft een klant zijn verhaal maar één keer te vertellen en hij of zij ontvangt aangepaste informatie.
De netto groei van het aantal abonnees op onze FMC-bundels versnelde verder in KW3 2019 dankzij de voornoemde verruiming van ons FMC-aanbod. Op 30 september 2019 bereikten wij een totaal van 508.200 FMC-klanten, een stijging met 35% jaar-op-jaar. Onze FMC-bundels trokken in het derde kwartaal netto 40.400 abonnees aan, de beste prestatie sinds KW3 2017. Op het eind van KW3 2019 vertegenwoordigden de vastmobiel geconvergeerde abonnees ongeveer 24% van het totale aantal klantrelaties, tegenover ongeveer 16% een jaar geleden.
De gemiddelde opbrengst per klantrelatie (ARPU), die de opbrengsten uit mobiele telefonie en bepaalde andere soorten opbrengsten buiten beschouwing laat, is een van onze belangrijkste operationele statistieken, aangezien wij naar een groter aandeel van de telecommunicatie- en contentuitgaven van onze klanten streven. In de negen maanden afgesloten op 30 september 2019 bereikten wij een gemiddelde opbrengst per klantrelatie van € 57,4, een solide stijging met 4% tegenover de periode van vorig jaar.
In KW3 2019 bedroeg de gemiddelde opbrengst per klantrelatie € 57,8, een stijging met 2% tegenover KW3 2018. De groei van de gemiddelde opbrengst per klantrelatie in beide periodes werd bevorderd door (i) een grotere verhouding abonnees op productbundels in onze totale klantenmix, (ii) een groter aandeel premiumkabeltv-abonnees in onze mix en (iii) het voordeel van bepaalde prijsaanpassingen, gedeeltelijk geneutraliseerd door een grotere verhouding bundelkortingen (met inbegrip van promoties met vaste termijn) en lagere gebruiksgerelateerde opbrengsten buiten de bundels.
Op 30 september 2019 hadden we 1.659.200 abonnees voor breedbandinternet, een bescheiden daling met tegenover 30 september 2018. Zoals verwacht was onze commerciële prestatie in het derde kwartaal wat zwakker dan in het sterke KW2 2019, als gevolg van de seizoengebonden patronen in onze sector en een tijdelijk hoger verloop na de implementatie van de aangekondigde prijsverhoging in augustus 2019. Dit resulteerde in een netto verlies van 1.900 abonnees op breedbandinternet in het kwartaal. Het verloop op jaarbasis steeg in het kwartaal licht met 140 basispunten en bereikte 9,7% in KW3 2019, 390 basispunten lager dan de 13,6% van KW3 2018, dat werd beïnvloed door de migratie van de klanten van SFR Belux in die periode.
Onze campagne voor het volledige merk, 'Go With The Good Flow', die wij in de zomer van 2018 lanceerden, was een groot succes, met de distributie van meer dan 498.000 wifi-boosters eind KW3 2019, een stijging met 10% vergeleken met het vorig kwartaal. Vijf jaar na de start van 'De Grote Netwerf', ons programma voor de upgrade van het vaste net, zijn we begonnen met de commercialisering van downloadsnelheden van 1 gigabit per seconde in ons volledige servicegebied in Vlaanderen Brussel; dit herbevestigt onze status als snelste ISP op de markt. Wij hebben ook de snelheid van alle bestaande internetaanbiedingen gemiddeld verhoogd met 50% tot 150% voor meer dan 1,2 miljoen klanten en hebben een nieuwe optie 'GIGA Speedboost' gelanceerd, die voor een extra € 15 per maand de topsnelheid van 1 gigabit per seconde beschikbaar maakt
Op 30 september 2019 hadden we 1.221.200 abonnees voor vaste telefonie, een daling met 4% tegenover dezelfde periode van vorig jaar. Vergeleken met 30 juni 2019 kromp onze abonneebasis voor vaste telefonie met netto 13.600 abonnees als gevolg van een algemeen dalende markttrend en de impact van de prijsaanpassing van augustus 2019. Net als voor het breedbandinternet verbeterde het verloop op jaarbasis voor onze vaste telefonie beduidend vergeleken met dezelfde periode van vorig jaar, met 440 basispunten in KW3 2019 of 11,0%, dankzij het afnemende effect van de migratie van de klanten van SFR Belux.
Onze basis van abonnees voor mobiele telefonie, die de abonnees van onze commerciële wholesalepartners en onze KMO-klanten niet omvat, bereikte een totaal van 2.778.900 simkaarten op het eind van KW3 2019, met inbegrip van 2.324.800 postpaidabonnees. De resterende 454.100 mobiele abonnees zijn prepaidabonnees onder het merk BASE. Vergeleken met de vorige kwartalen is de netto groei van het aantal postpaidabonnees sterk gebleven, met 42.800 bijkomende simkaarten in KW3 2019, gedreven door (i) de versnelde groei van onze FMC-abonneebasis, (ii) de voornoemde productverbeteringen in H1 2019, (iii) aantrekkelijke promoties met vaste termijn en (iv) een aanhoudende betere trend in het verloop van onze zelfstandige mobiele activiteit onder het merk BASE.
Op 30 september 2019 telden wij in totaal 1.881.700 klanten voor onze basic en premium televisiediensten. Op sequentiële basis verloren wij in KW3 2019 netto 20.500 televisieabonnees. Het nettoverlies omvat geen overschakelingen naar onze premium kabeltelevisiediensten en vertegenwoordigt klanten die zijn overgestapt naar concurrerende platformen, zoals andere aanbieders van digitale tv, OTT en satelliet, of klanten die hun tvabonnement hebben opgezegd of die naar een locatie buiten ons servicegebied zijn verhuisd.
Begin oktober 2019 lanceerden we onze 'Signaal Switch'-campagne om de afschakeling van de analoge radioen videosignalen tussen 2020 en 2021 voor te bereiden. Dit zal op het netwerk capaciteit vrijmaken voor het steeds toenemende digitale verkeer. De uitschakeling van analoge video zal in het najaar van 2020 beginnen en eind 2021 voltooid zijn, terwijl het analoge radiosignaal vanaf februari 2020 wordt afgebouwd.
Op 30 september 2019 waren 1.705.300 van onze kabeltelevisieabonnees geüpgraded naar onze kabeltelevisiediensten met hogere ARPU, die hen toegang geven tot een veel rijkere televisiebeleving, met inbegrip van gratis onbeperkte toegang tot onze app 'Yelo Play' waarmee ze thuis en buitenshuis een unieke contentervaring kunnen beleven op meerdere verbonden apparaten. Dit omvat ons nieuwste digitale televisieplatform, met inbegrip van onze in de cloud gebaseerde settopbox van de volgende generatie met spraakherkenning, die wij eind april van dit jaar lanceerden. In KW3 2019 verloren wij netto 13.200 premium kabeltelevisieabonnees. Vergeleken met het vorige kwartaal verzwakte de trend van het netto verlies enigszins, als gevolg van de seizoengebonden patronen in onze sector en het tijdelijk hogere verloop na de implementatie van de aangekondigde prijsverhoging in augustus 2019.
Onze abonnementspakketten voor films en programma's à la carte 'Play' en 'Play More' bereikten 416.700 abonnees in KW3 2019, een stijging met 2% tegenover dezelfde periode van vorig jaar. Wij bieden bovendien in ons servicegebied het breedste sportaanbod aan met 'Play Sports', dat binnen- en buitenlands voetbal, inclusief het Britse Premier League, combineert met andere belangrijke sporten zoals golf, ATP-tennis, Formule 1, volleybal, basketbal en hockey. Op het eind van KW3 2019 bedienden wij 234.000 'Play Sports'-klanten, 1% meer dan in dezelfde periode van vorig jaar.
Aanneming van IFRS 16 Lease-overeenkomsten: Vanaf 1 januari 2019 heeft de Vennootschap IFRS 16 Lease-overeenkomsten aangenomen zoals vermeld in haar Jaarverslag 2018 (zie Sectie 5.2.20 - Toekomstige vereisten). Bij de toepassing van IFRS 16 heeft de Vennootschap nieuwe activa en passiva opgenomen voor die leases die zijn geclassificeerd als operationele leases, zijnde operationele leases van (i) huur van sites, (ii) onroerend goed, (iii) wagens en (iv) dark fibre. IFRS 16 veranderde ook de aard van de kosten met betrekking tot die leaseovereenkomsten, omdat de Vennootschap een afschrijvingslast voor activa voor gebruiksrechten en rentelasten op leaseverplichtingen opneemt. Voorheen erkende de onderneming operationele leasekosten op lineaire basis gedurende de leaseperiode, en erkende activa en passiva alleen voor zover er een tijdverschil bestond tussen werkelijke leasebetalingen en de opgenomen kosten. Bovendien erkent de Vennootschap niet langer voorzieningen voor operationele leases die zij als verlieslatend beschouwt. In plaats daarvan neemt de Vennootschap de verschuldigde betalingen onder de lease op in haar leaseverplichting en boekt een waardevermindering op de overeenstemmende gebruiksrechten. De toepassing van IFRS 16 had een gunstig effect van € 30,8 miljoen op de Aangepaste EBITDAvan de Vennootschap gedurende de eerste negen maanden van 2019 (KW 3 2019: €10,8 miljoen) en wanneer toegepast vanaf 1 januari 2018, zou de toepassing van IFRS 16 de Aangepaste EBITDA van de Vennootschap over het volledige jaar 2018 hebben verbeterd met € 42,3 miljoen.
Aankoopprijsallocatie voor de overname van Nextel: Onze balans van 31 december 2018 is herwerkt, met een weerspiegeling van de retroactieve impact van de aankoopprijsallocatie ("PPA") voor de overname van Nextel, die jaareinde 2018 nog niet bekend was. De aanpassing van de reële waarde van de immateriële activa (€ 25,7 miljoen) had voornamelijk betrekking op de verworven klantenrelaties (€ 16,5 miljoen), handelsnamen (€ 6,8 miljoen) en technologie (€ 2,4 miljoen). De beoordeling van het sales en lease back-model en het huurmodel resulteerde in de verwijdering van over te dragen opbrengsten (€ 2,7 miljoen) en materiële vaste activa (€ 7,1 miljoen) die werden vervangen door een leasevordering (€ 8,9 miljoen). Samen met de uitgestelde belastingimpact van de bovengenoemde aanpassingen (€ 7,8 miljoen) werd de goodwill verminderd met € 22,3 miljoen. De opname van de reële waarde van de immateriële activa en de impact van het sales en lease backmodel en het huurmodel en alignering van het boekhoudbeleid van Nextel resulteerde in extra afschrijvingskosten op immateriële vaste activa (€ 2,1 miljoen), een daling van de afschrijvingskosten op materiële vaste activa (€ 1,8 miljoen), een vermindering van de opbrengsten (€ 1,0 miljoen) en een stijging van de kosten van verkochte goederen (€ 0,7 miljoen) opgenomen voor de periode tussen de overnamedatum (31 mei 2018) en 31 december 2018, waarvoor de geconsolideerde winst- en verliesrekening en niet-gerealiseerde resultaten voor de twaalf maanden afgelopen op 31 december 2018 werden herwerkt.
In de negen maanden afgesloten op 30 september 2019 genereerden wij € 1.910,6 miljoen aan bedrijfsopbrengsten, een stijging met 1% tegenover € 1.891,7 miljoen in dezelfde periode van vorig jaar. Onze bedrijfsopbrengsten in 9M 2019 omvatten een bijdrage aan de bedrijfsopbrengsten voor de volledige negen maanden van de lokale ICT-integrator Nextel, die we op 31 mei 2018 overnamen, tegenover een bijdrage voor vier maanden in de periode van vorig jaar; dit verhoogde onze bedrijfsopbrengsten in 9M 2019 met € 17,0 miljoen. Daarnaast omvatten onze bedrijfsopbrengsten in 9M 2019 een bijdrage voor een periode van vier maanden van het lokale mediabedrijf De Vijver Media nv, waarvan wij op 3 juni 2019 het resterende aandeel van 50% verwierven en dat nu volledig geconsolideerd is en € 30,1 miljoen bijdroeg aan onze bedrijfsopbrengsten in 9M 2019. De voornoemde niet-organische effecten buiten beschouwing gelaten, daalden onze bedrijfsopbrengsten op rebased basis in 9M 2019 met -1,4%, aangezien grotendeels stabiele opbrengsten uit kabelabonnementen meer dan werden geneutraliseerd door (i) lagere overige opbrengsten als gevolg van het verlies van het MVNO-contract met MEDIALAAN, dat sinds begin april een negatieve impact heeft op onze wholesale-opbrengsten, (ii) lagere interconnectieopbrengsten als gevolg van lagere vaste afgiftetarieven en dalende sms-volumes en (iii) lagere opbrengsten uit mobiele telefonie als weerspiegeling van lagere opbrengsten uit het gebruik, in het licht van het aanhoudende succes van onze forfaitaire 'WIGO' quad-playbundels en ons verbeterde mobiele aanbod, met inbegrip van grotere mobiele datategoeden.
In KW3 2019 genereerden wij € 649,0 miljoen bedrijfsopbrengsten, een stijging met 1% tegenover € 641,2 miljoen in de periode van vorig jaar, die nog geen bijdrage van het recent overgenomen De Vijver Media omvatte. Deze impact buiten beschouwing gelaten, daalden onze rebased bedrijfsopbrengsten in KW3 2019 met 2% jaar-op-jaar, gedreven door de al vermelde factoren. Zoals verwacht was de terugval van onze rebased bedrijfsopbrengsten in het kwartaal groter dan in KW1 en KW2 2019, als gevolg van het al vermelde verlies van het MVNO-contract met MEDIALAAN en wij verwachten dat deze trend zich de komende twee kwartalen zal voortzetten omdat het contractverlies een impact heeft op onze wholesale omzet sinds begin april 2019. Deze impact buiten beschouwing gelaten, zouden onze bedrijfsopbrengsten grotendeels stabiel zijn gebleven voor zowel de eerste negen maanden van het jaar als het derde kwartaal van 2019 ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar.
Onze opbrengsten uit kabeltelevisie vertegenwoordigen de maandelijkse vergoeding die onze kabeltelevisieabonnees betalen voor de kanalen die ze in het basispakket ontvangen, alsmede de opbrengsten die door onze abonnees op premiumkabel-tv worden gegenereerd en die voornamelijk bestaan uit (i) terugkerende huurgelden voor settopboxen, (ii) vergoedingen voor extra premiumcontent die wij aanbieden, inclusief onze abonnementspakketten voor films en programma's à la carte 'Play', 'Play More' en 'Play Sports', en (iii) transactionele en on-demand diensten. In de negen maanden afgesloten op 30 september 2019 bedroegen onze opbrengsten uit kabeltelevisie € 430,8 miljoen (KW3 2019: € 142,9 miljoen), een daling met 1% tegenover dezelfde periode van vorig jaar, zowel op gerapporteerde als op rebased basis. De bescheiden terugval jaar-op-jaar was vooral te wijten aan de aanhoudende geleidelijke afname van onze totale abonneebasis voor kabeltelevisie en aan iets lagere opbrengsten uit transactionele VOD-diensten, gedeeltelijk gecompenseerd door het voordeel van onze prijsaanpassingen en een hoger aandeel klanten voor premium entertainment.
De opbrengsten uit onze residentiële klanten en kleine ondernemingen met een breedbandinternetabonnement bedroegen € 486,8 miljoen in 9M 2019 (KW3 2019: € 163,7 miljoen), een stijging met 4% tegenover dezelfde periode van vorig jaar, zowel op gerapporteerde als op rebased basis. Dit werd gedreven door (i) het aanhoudende succes van onze 'WIGO'-bundels, dat het aandeel internetabonnees op een hogere databundel in onze mix verhoogde, (ii) een aanhoudend sterke prestatie in het segment van de kleine ondernemingen en (iii) de gunstige impact van de al vermelde prijsaanpassingen, gedeeltelijk geneutraliseerd door een lichte daling van onze RGU's voor breedband als gevolg van de competitieve marktomgeving.
Onze opbrengsten uit vaste telefonie omvatten de terugkerende opbrengsten uit abonnementsgelden die door onze abonnees op vaste telefonie worden betaald alsook variabele verbruiksgerelateerde opbrengsten, maar niet de door deze klanten gegenereerde interconnectieopbrengsten, die onder overige opbrengsten worden gerapporteerd. In de negen maanden afgesloten op 30 september 2019 daalden onze opbrengsten uit vaste telefonie op zowel gerapporteerde als rebased basis met 6% naar € 164,5 miljoen (KW3 2019: € 54,7 miljoen) vergeleken met € 175,7 miljoen in dezelfde periode van vorig jaar. De gunstige impact van de al vermelde prijsaanpassingen werd meer dan geneutraliseerd door (i) een aanhoudende geleidelijke daling van onze totale basis van opbrengstgenererende eenheden voor residentiële vaste telefonie in de context van een uitdagende markt en een algemeen dalende markttrend en (ii) lagere verbruiksgerelateerde opbrengsten als gevolg van een aanhoudende verschuiving naar onbeperkt bellen.
Onze opbrengsten uit mobiele telefonie vertegenwoordigen de opbrengsten uit abonnementsgelden die door onze directe abonnees voor mobiele telefonie worden gegenereerd alsook opbrengsten buiten bundel, maar omvatten niet (i) de interconnectieopbrengsten die door deze klanten worden gegenereerd, (ii) de opbrengsten uit de verkoop van telefoons en (iii) de opbrengsten uit onze 'Choose Your Device'-programma's, die alle onder overige opbrengsten worden gerapporteerd. In de negen maanden afgesloten op 30 september 2019 bedroegen de opbrengsten uit mobiele telefonie € 332,4 miljoen (KW3 2019: € 115,1 miljoen), een daling met 4% jaar-opjaar op zowel gerapporteerde als rebased basis. De aanhoudend forse nettogroei van het aantal abonnees met een postpaidabonnement werd meer dan geneutraliseerd door (i) lagere opbrengsten die onze abonnees op mobiele telefonie buiten hun maandelijkse bundel genereerden, als gevolg van onze verbeterde 'WIGO'-quadplaybundels en de overstap naar de zelfstandige onbeperkte mobiele aanbiedingen van zowel Telenet als BASE, (ii) hogere bundelgerelateerde kortingen na het succes van onze 'WIGO'-quad-playbundels en (iii) een aanhoudende daling van het aantal klanten met een prepaidkaart.
De onder bedrijfsdiensten gerapporteerde opbrengsten betreffen (i) de opbrengsten die worden gegenereerd op niet-coaxproducten, inclusief glasvezel- en geleasede DSL-lijnen, (ii) door onze KMO-klanten gegenereerde opbrengsten uit mobiele telefonie, (iii) onze 'carrier'-diensten en (iv) diensten met toegevoegde waarde zoals hostingdiensten en beheerde beveiligingsdiensten. Onze opbrengsten uit zakelijke klanten omvatten ook de opbrengsten gegenereerd door de lokale ICT-integrator Nextel, die wij op 31 mei 2018 overnamen. De opbrengsten uit zakelijke klanten op alle coaxgerelateerde producten, zoals onze vlaggenschipbundel 'WIGO Business' (die nu 'KLIK' heet), worden toegerekend aan onze opbrengsten uit kabelabonnementen en worden niet gerapporteerd binnen Telenet Business, onze B2B-afdeling.
De opbrengsten van Telenet Business bedroegen € 152,6 miljoen voor de negen maanden afgesloten op 30 september 2019 (KW3 2019: € 49,9 miljoen), een stijging met 9% tegenover de periode van vorig jaar, vooral dankzij de al vermelde bijdrage van Nextel sinds de overname op 31 mei 2018. Op rebased basis daalden onze opbrengsten in 9M 2019 met 2% vergeleken met dezelfde periode van vorig jaar. De daling werd voornamelijk veroorzaakt door (i) een lagere bijdrage van onze activiteiten beveiliging en ICT integrator en (ii) en lagere buiten-bundel opbrengsten gegeneerd door onze KMO-klanten.
De overige opbrengsten omvatten (i) interconnectieopbrengsten uit zowel vaste als mobiele telefonie, (ii) wholesale-opbrengsten uit zowel onze commerciële als gereguleerde wholesale-activiteiten, (iii) opbrengsten uit de verkoop van telefoons, inclusief de opbrengsten die voortvloeien uit onze 'Choose Your Device' programma's, (iv) vergoedingen voor de activering en installatie van producten, (v) opbrengsten uit de verkoop van settopboxen en (vi) de bijdrage van De Vijver Media nv, dat op 3 juni 2019 volledig werd geconsolideerd. Onze overige opbrengsten bedroegen € 343,5 miljoen voor de negen maanden afgesloten op 30 september 2019 (KW3 2019: € 122,7 miljoen), een stijging met 5% jaar-op-jaar op gerapporteerde basis, aangezien lagere interconnectieopbrengsten en lagere wholesale-opbrengsten na het verlies van het MVNO-contract met MEDIALAAN ruimschoots werden gecompenseerd door de bijdrage voor vier maanden van De Vijver Media en door hogere opbrengsten uit de verkoop van telefoons. Op rebased basis daalden onze overige opbrengsten met 3% jaar-op-jaar als gevolg van lagere wholesale-opbrengsten na het verlies van het MVNO-contract met MEDIALAAN en lagere interconnectieopbrengsten na een daling van de gereguleerde vaste afgiftetarieven, gedeeltelijk gecompenseerd door hogere opbrengsten uit de verkoop van telefoons vergeleken met vorig jaar en een hogere bijdrage van De Vijver Media.
In de negen maanden afgesloten op 30 september 2019 bedroegen de totale bedrijfskosten € 1.397,4 miljoen, meer dan 1% minder dan de € 1.416,0 miljoen totale bedrijfskosten in de periode van vorig jaar. De negatieve niet-organische impact van de overname van Nextel en De Vijver Media op onze kostenbasis in 9M 2019 werd ruimschoots gecompenseerd door (i) lagere directe kosten, (ii) onze aanhoudende focus op operationele uitmuntendheid en (iii) een strakke beheersing van onze vaste kosten. De totale bedrijfskosten kwamen overeen met ongeveer 73% van de bedrijfsopbrengsten in de negen maanden afgesloten op 30 september 2019 (9M 2018: ongeveer 75%). In de negen maanden afgesloten op 30 september 2019 kwam de kostprijs van geleverde diensten overeen met ongeveer 52% van de totale opbrengsten (9M 2018: ongeveer 56%) en vertegenwoordigden de verkoop-, algemene en beheerskosten ongeveer 21% van de totale bedrijfsopbrengsten voor de negen maanden afgesloten op 30 september 2019 (9M 2018: ongeveer 19%). In KW3 2019 stegen onze totale kosten met 1% jaar-op-jaar naar € 460,4 miljoen, voornamelijk als gevolg van de niet-organische impact van de overname van De Vijver Media, dat deels werd tenietgedaan door dezelfde redenen als hierboven vermeld.
Onze operationele kosten omvatten het totaal van (i) onze netwerkexploitatiekosten, (ii) directe kosten, (iii) personeelskosten, (iv) verkoop- en marketingkosten, (v) uitbestede arbeidsdiensten en professionele diensten en (vi) overige indirecte kosten. Onze operationele kosten daalden met 2% jaar-op-jaar op gerapporteerde basis in de negen maanden afgesloten op 30 september 2019 (KW3 2019: -2% jaar-op-jaar op gerapporteerde basis). Op rebased basis, met aanpassing van onze operationele kosten voor de periode van vorig jaar voor de nietorganische impact van de overnames en voor IFRS 16, konden we onze operationele kosten voor de negen maanden afgesloten op 30 september 2019 met bijna 2% verlagen tegenover de periode van vorig jaar. Dit was voornamelijk het gevolg van (i) een vermindering van onze personeelskosten met 5%, de weerspiegeling van de transfer van onze field services naar Unit-T in KW3 2018, gedeeltelijk geneutraliseerd door hogere kosten van uitbestede arbeidsdiensten en professionele diensten en hogere netwerkkosten, (ii) een daling met 3% van onze directe kosten, aangezien hogere contentkosten bij De Vijver Media en hogere kosten voor de verkoop van telefoons ruimschoots werden gecompenseerd door beduidend lagere interconnectiekosten en (iii) een daling met 9% van onze overige indirecte kosten, het gevolg van onze aanhoudende focus op operationele leverage en een strakke kostenbeheersing. In KW3 2019 daalden de operationele kosten met 3% jaar-op-jaar, voornamelijk als gevolg van de voornoemde factoren.
Onze netwerkexploitatiekosten bedroegen € 148,8 miljoen voor de negen maanden afgesloten op 30 september 2019 (KW3 2019: € 46,9 miljoen) vergeleken met € 144,5 miljoen voor 9M 2018. Op rebased basis stegen onze netwerkexploitatiekosten met bijna 4% jaar-op-jaar. In KW3 van vorig jaar voltooiden wij de transfer van onze field services naar Unit-T, waarin wij een participatie van 30% hebben genomen. Via deze joint venture zullen wij deel hebben aan de voordelen van de groeiende markt van field services in domeinen zoals nieuwe digitale technologieën en het Internet of Things ('IoT'). Deze transactie resulteert in hogere netwerkexploitatiekosten en hogere kosten van uitbestede arbeidsdiensten en professionele diensten, terwijl ze een positieve impact heeft op onze personeelskosten, aanzien onze ingenieurs op het terrein en hun gerelateerde kosten naar deze nieuwe onderneming overgebracht zijn.
Onze directe kosten omvatten alle directe kosten zoals (i) interconnectiekosten, met inbegrip van onze MVNOkosten, (ii) content- en auteursrechten en (iii) de verkoop en subsidiëring van telefoons. In de negen maanden afgesloten op 30 september 2019 bedroegen onze directe kosten € 381,7 miljoen (KW3 2019: € 126,4 miljoen), grotendeels stabiel vergeleken met dezelfde periode van vorig jaar op gerapporteerde basis ondanks de al vermelde niet-organische impact. Op rebased basis daalden onze directe kosten met 3% jaar-op-jaar aangezien hogere contentkosten voor De Vijver Media en hogere kosten in verband met de verkoop van telefoons ruimschoots werden gecompenseerd door beduidend lagere interconnectiekosten.
De personeelskosten voor de negen maanden afgesloten op 30 september 2019 waren € 191,5 miljoen (KW3 2019: € 63,1 miljoen), een stijging van 3% tegenover vorig jaar op gerapporteerde basis als gevolg van de reeds vermelde niet-organische impacts en de negatieve kostenimpact van de loonindexering in januari van dit jaar. Op rebased basis daalden de personeelskosten in de negen eerste maanden met 5% tegenover dezelfde periode van vorig jaar, een weerspiegeling van een lager personeelsbestand in vergelijking met vorig jaar.
Vergeleken met 9M van 2018 stegen onze verkoop- en marketingkosten voor de negen maanden afgesloten op 30 september 2019 zowel op gerapporteerde als op rebased basis met 5% naar € 64,9 miljoen (KW3 2019: € 20,5 miljoen), als gevolg van de lancering van verscheidene nieuwe producten en gerelateerde marketingcampagnes Op rebased basis bleven onze verkoop- en marketingkosten grotendeels stabiel jaarop-jaar.
De kosten in verband met uitbestede arbeidsdiensten en professionele diensten bedroegen € 27,7 miljoen voor de negen maanden afgesloten op 30 september 2019 (KW3 2019: € 10,3 miljoen), een stijging met 20% jaarop-jaar en een weerspiegeling van de reeds vermelde transfer van onze field services naar Unit-T. Op rebased basis stegen de kosten in verband met uitbestede arbeidsdiensten en professionele diensten met 20% tegenover de periode van vorig jaar.
De overige indirecte kosten bedroegen € 71,5 miljoen voor de negen maanden afgesloten op 30 september 2019 (KW3 2019: € 22,1 miljoen), een forse daling met 31% tegenover de periode van vorig jaar, voornamelijk toe te schrijven aan de al vermelde toepassing van IFRS 16. Op rebased basis daalden de overige indirecte kosten met 9% jaar-op-jaar, een weerspiegeling van onze aanhoudende focus op operationele leverage en een strakke kostenbeheersing.
De afschrijvingen, met inbegrip van de bijzondere waardevermindering van vaste activa, verlies (winst) uit de afstoting van dochterondernemingen en herstructureringskosten, bedroegen € 499,9 miljoen in de negen maanden afgesloten op 30 september 2019, vergeleken met € 503,3 miljoen in de periode van vorig jaar. Vergeleken met de periode van vorig jaar noteerden we ondanks de impact van de toepassing van IFRS 16 lagere afschrijvingskosten, aangezien het leeuwendeel van de programma's voor de verbetering van onze vaste en mobiele infrastructuur nu voltooid is.
In de negen maanden afgesloten op 30 september 2019 bedroegen onze netto financiële kosten € 295,0 miljoen, vergeleken met € 204,6 miljoen in dezelfde periode van vorig jaar. De financiële opbrengsten voor de negen maanden afgesloten op 30 september 2019 daalden tot € 40,9 miljoen, vergeleken met € 65,1 miljoen voor dezelfde periode van vorig jaar, voornamelijk door een lagere nettowinst op onze derivaten. Financiële kosten voor de negen maanden afgesloten op 30 september 2019 stegen met 36% tot € 332,7 miljoen, vergeleken met € 245,1 miljoen voor dezelfde periode vorig jaar. Deze stijging was te wijten aan een toename van onze netto rentelasten, wisselkoersverliezen en andere financieringskosten van € 87,6 miljoen, voornamelijk als gevolg van een € 53,0 miljoen hoger non-cash wisselkoersverlies op onze uitstaande in USD-luidende schuld in vergelijking met vorig jaar en een € 33,7 miljoen jaar-op-jaar toename van onze opgebouwde rentelasten na een hoger schuldsaldo gerelateerd aan de buitengewone dividenduitkering van oktober 2018, gedeeltelijk gecompenseerd door een afname van het verlies bij vervroegde aflossing van schulden met € 21,4 miljoen. In KW3 2019 bedrogen de netto financiële kosten € 64,3 miljoen een stijging met 16% ten opzichte van KW3 vorig jaar en weerspiegelden de reeds hierboven opgenoemde elementen.
In 9M 2019 noteerden wij € 73,8 miljoen winstbelastingen (KW3 2019: € 37,2 miljoen) vergeleken met € 75,2 miljoen in 9M van vorig jaar.
In 9M 2019 boekten we een netto winst van € 142,9 miljoen, vergeleken met een netto winst van € 205,6 miljoen in de periode van vorig jaar. De daling van onze netto winst met 30% werd voornamelijk gedreven door hogere netto financiële kosten in de periode, die een sterke stijging met 8% jaar-op-jaar van onze bedrijfswinst meer dan neutraliseerden. In de negen maanden afgesloten op 30 september 2019 realiseerden we een netto winstmarge van 7,5%, vergeleken met een netto winstmarge van 10,9% in dezelfde periode van vorig jaar. In KW3 2019 boekten we een netto winst van € 86,9 miljoen, een daling met 11% jaar-op-jaar, grotendeels als gevolg van de al vermelde factoren. Onze netto winstmarge in KW3 2019 bedroeg 13,4%, vergeleken met een netto winstmarge van 15,2% in KW3 van vorig jaar.
In de negen maanden afgesloten op 30 september 2019 realiseerden we een Adjusted EBITDA van € 1.024,5 miljoen, of 3% meer dan de € 989,9 miljoen Adjusted EBITDAin de periode van vorig jaar. Onze Adjusted EBITDA in 9M 2019 weerspiegelde de toepassing van IFRS 16 vanaf januari 2019, met een gunstige impact op onze Adjusted EBITDA in de periode van € 30,8 miljoen tegenover dezelfde periode van vorig jaar. Bovendien weerspiegelde onze Adjusted EBITDA in 9M 2019 de reeds vermelde niet-organische impact van de overname van zowel Nextel als De Vijver Media, waarbij dat laatste € 8,2 miljoen bijdroeg aan onze Adjusted EBITDA in 9M 2019. Op gerapporteerde basis bedroeg onze Adjusted EBITDA-marge 53,6% voor 9M 2019, vergeleken met 52,3% voor 9M 2018.
Op rebased basis daalde onze Adjusted EBITDAvoor 9M 2019 met een bescheiden 1% vergeleken met dezelfde periode van vorig jaar, een weerspiegeling van het verlies van het MVNO-contract met MEDIALAAN en bepaalde regulatoire tegenwinden. Op rebased basis konden wij onze Adjusted EBITDA-marge in 9M 2019 grotendeels stabiel houden, gedreven door een aanhoudend strakke kostenbeheersing. De impact van het verlies van het MVNO-contract buiten beschouwing gelaten, zou onze Adjusted EBITDAgrotendeels stabiel zijn gebleven voor zowel de eerste negen maanden van het jaar als het derde kwartaal van 2019 ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar
In KW3 2019 realiseerden we een Adjusted EBITDA van € 359,7 miljoen, 4% meer dan in dezelfde periode van vorig jaar, toen onze Adjusted EBITDA € 344,8 miljoen bedroeg. Onze Adjusted EBITDA in KW3 weerspiegelde de al vermelde toepassing van IFRS 16 vanaf januari 2019 en de al vermelde overname van De Vijver Media, die onze Adjusted EBITDA in KW3 2019 met respectievelijk € 10,8 miljoen en € 6,3 miljoen verhoogden. Op gerapporteerde basis bedroeg onze Adjusted EBITDA-marge 55,4% in KW3 2019, vergeleken met 53,8% in KW3 van vorig jaar. Op rebased basis daalde onze Adjusted EBITDA in KW3 2019 met 1% tegenover dezelfde periode van vorig jaar. Toch slaagden wij erin onze onderliggende Adjusted EBITDA-marge op rebased basis met 150 basispunten te verhogen tegenover vorig jaar. Sinds KW2 2019 worden wij geconfronteerd met een versnelde ongunstige trend van onze rebased Adjusted EBITDA als gevolg van het verlies van het MVNOcontract met MEDIALAAN. Wij verwachten dat deze trend in KW4 2019 meer uitgesproken zal zijn vanwege de seizoensgebonden hogere contentkosten bij De Vijver Media en de meer uitdagende vergelijkingsbasis na het sterke KW4 van vorig jaar.
| (in € miljoen) | Voor de drie maanden afgesloten op |
Voor de negen maanden afgesloten op |
||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| 30 september | 30 september | |||||
| 2019 | 2018 - restated |
% Verschil | 2019 | 2018 - restated |
% Verschil | |
| Winst over de verslagperiode | 86,9 | 97,2 | (11)% | 142,9 | 205,6 | (30)% |
| Belastingen | 37,2 | 43,0 | (13 )% | 73,8 | 75,2 | (2 )% |
| Aandeel in het resultaat van geassocieerde deelnemingen |
0,2 | 0,5 | (60 )% | 1,6 | 1,1 | 45 % |
| Verlies (winst) uit de overdracht van activa aan een joint venture |
— | (10,8) | (100 )% | (0,1) | (10,8) | (99 )% |
| Netto financiële kosten | 64,3 | 55,6 | 16 % | 295,0 | 204,6 | 44 % |
| Afschrijvingen en waardeverminderingen | 167,1 | 151,5 | 10 % | 498,7 | 497,0 | — % |
| EBITDA | 355,7 | 337,0 | 6 % | 1.011,9 | 972,7 | 4 % |
| Vergoeding op basis van aandelen | 3,9 | 5,6 | (30 )% | 10,8 | 7,1 | 52 % |
| Operationele kosten betreffende overnames of desinvesteringen |
(0,1) | 1,3 | N.M. | 0,5 | 3,8 | (87 )% |
| Herstructureringskosten | 0,2 | 0,9 | (78 )% | 1,3 | 6,3 | (79 )% |
| Adjusted EBITDA | 359,7 | 344,8 | 4 % | 1.024,5 | 989,9 | 3 % |
| Adjusted EBITDA-marge | 55,4% | 53,8% | 53,6% | 52,3% | ||
| Nettowinstmarge | 13,4% | 15,2% | 7,5% | 10,9% |
N.M. - Not Meaningful (Niet Betekenisvol)
De toe te rekenen investeringsuitgaven voor de negen maanden tot 30 september 2019 bedroegen € 428,2 miljoen, een daling met 12% tegenover de periode van vorig jaar en het equivalent van ongeveer 22% van de opbrengsten. Onze toe te rekenen investeringsuitgaven voor de negen eerste maanden van 2019 omvatten de opname van de uitzendrechten van de Britse Premier League voor drie seizoenen. Overeenkomstig de EU IFRS zijn deze uitzendrechten geactiveerd als immateriële vaste activa en worden ze afgeschreven naarmate de voetbalseizoenen vorderen. Onze toe te rekenen investeringsuitgaven voor de periode van vorig jaar weerspiegelden de verlenging van de licentie voor het 2G mobiele spectrum tot maart 2021, die in jaarlijkse aflossingen zal worden betaald tot ze vervalt. De opname van de licentie voor het mobiele spectrum en de voetbaluitzendrechten in beide periodes buiten beschouwing gelaten, vertegenwoordigden onze toe te rekenen investeringsuitgaven ongeveer 21% van onze opbrengsten in 9M 2019, tegenover ongeveer 24% in 9M 2018.
De investeringsuitgaven voor installaties bij klanten, die onze uitgaven in verband met settopboxen, modems en wifi-powerlines omvatten, vertegenwoordigden € 75,1 miljoen in 9M 2019 (KW3 2019: € 16,1 miljoen). De daling met 13% tegenover de periode van vorig jaar was voornamelijk het gevolg van beduidend lagere uitgaven in KW3 2019 tegenover KW3 2018, die de impact van onze succesvolle campagnes voor connectiviteit in huis en de lancering van onze settopbox van de volgende generatie ruimschoots ongedaan maakten. In 9M 2019 vertegenwoordigden de investeringsuitgaven voor installaties bij klanten ongeveer 19% van onze totale toe te rekenen investeringsuitgaven (met uitsluiting van de opname van de voetbaluitzendrechten).
De toe te rekenen investeringsuitgaven voor de uitbreiding en upgrades van het netwerk bedroegen € 78,8 miljoen in 9M 2019 (KW3 2019: € 24,5 miljoen), een daling met 49% tegenover de periode van vorig jaar en voornamelijk een weerspiegeling van de vrijwel volledige voltooiing van onze programma's voor de verbetering van onze vaste en mobiele netwerkinfrastructuur. In de negen maanden tot 30 september 2019 vertegenwoordigden de netwerkgerelateerde investeringsuitgaven ongeveer 20% van de totale toe te rekenen investeringsuitgaven (met uitsluiting van de opname van de voetbaluitzendrechten).
De investeringsuitgaven voor producten en diensten, die onder meer onze investeringen in productontwikkeling en de upgrade van onze IT-platformen en -systemen weerspiegelden, bedroegen in totaal € 82,1 miljoen in 9M 2019 (KW3 2019: € 23,9 miljoen). Dit is een bescheiden stijging met 2% jaar-op-jaar en weerspiegelt de in ons IT-upgradeprogramma geboekte vooruitgang. De investeringsuitgaven voor producten en diensten vertegenwoordigden ongeveer 21% van de totale toe te rekenen investeringsuitgaven (met uitsluiting van de opname van de voetbaluitzendrechten) voor de negen maanden tot 30 september 2019.
De rest van onze toe te rekenen investeringsuitgaven omvatte herstellingen en vervangingen van netwerkapparatuur, kosten voor de aankoop van sport en programmering en bepaalde recurrente investeringen in ons IT-platform en onze IT-systemen. Ze bedroegen € 192,2 miljoen voor de negen maanden tot 30 september 2019 (KW3 2019: € 55,9 miljoen), met inbegrip van de al vermelde opname van de uitzendrechten van de Britse Premier League en de niet-organische impact van de overname van De Vijver Media.
Het bovenstaande impliceert dat ongeveer 60% van onze toe te rekenen investeringsuitgaven (met uitsluiting van de opname van de uitzendrechten het voetbal) in 9M 2019 schaalbaar was en gerelateerd was aan de groei van het abonneebestand. We zullen er nauwlettend op blijven toezien dat onze investeringsuitgaven de opbrengsten incrementeel doen stijgen.
Onze toe te rekenen investeringsuitgaven bedroegen € 120,4 miljoen in KW3 2019, een daling met 34% tegenover de periode van vorig jaar en voornamelijk toe te schrijven aan de al vermelde verlenging van de licentie voor het 2G mobiele spectrum. De opname van de licentie voor het mobiele spectrum buiten beschouwing gelaten, daalden onze toe te rekenen investeringsuitgaven met 19% jaar-op-jaar, grotendeels als gevolg van de al vermelde factoren. Op relatieve basis vertegenwoordigden onze toe te rekenen investeringsuitgaven ongeveer 19% van de opbrengsten in KW3 2019, tegenover ongeveer 29% in KW3 van vorig jaar (ongeveer 23% met de opname van de licentie voor het mobiele spectrum buiten beschouwing gelaten).
| (in € miljoen) | Voor de drie maanden afgesloten op 30 september |
Voor de negen maanden afgesloten op 30 september |
||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| 2019 | 2018 | % Verschil | 2019 | 2018 | % Verschil | |
| Totaal verwerving van materiële vaste activa |
120,4 | 183,0 | (34)% | 428,2 | 484,7 | (12%) |
| Activa verworven via kapitaalgerelateerde financieringsregelingen met leveranciers |
(79,5) | (90,7) | (12 )% | (187,3) | (236,5) | (21 )% |
| Activa verworven onder financiële leases | (14,9) | (8,0) | 86 % | (52,9) | (20,7) | 156 % |
| Veranderingen in kortlopende verplichtingen gerelateerd aan bedrijfsinvesteringen |
71,3 | 25,2 | 183% | 100,2 | 86,9 | 15% |
| Totaal geldelijke bedrijfsinvesteringen, netto |
97,3 | 109,5 | (11)% | 288,2 | 314,4 | (8)% |
In de negen maanden tot 30 september 2019 leverde de som van onze Adjusted EBITDA en toe te rekenen investeringsuitgaven, de opname van de voetbaluitzendrechten buiten beschouwing gelaten, een operationele vrije kasstroom van € 627,3 miljoen op. Vergeleken met 9M 2018 verbeterde onze operationele vrije kasstroom met 16%, voornamelijk als gevolg van een daling met 12% van onze toe te rekenen investeringsuitgaven (de opname van de licentie voor het 2G mobiele spectrum en de voetbaluitzendrechten buiten beschouwing gelaten) en van de al vermelde stijging van onze Adjusted EBITDA. Onze operationele vrije kasstroom in KW3 2019 bereikte € 229.0 miljoen, een stijging met 17% tegenover de periode van vorig jaar.
| Voor de drie maanden afgesloten op |
Voor de negen maanden afgesloten op |
|||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| (in € miljoen) | 30 september | 30 september | ||||
| 2019 | 2018 - restated |
% Verschil | 2019 | 2018 - restated |
% Verschil | |
| Adjusted EBITDA | 359,7 | 344,8 | 4 % | 1.024,5 | 989,9 | 3% |
| Toe te rekenen bedrijfsinvesteringen | (120,4) | (183,0) | (34 )% | (428,2) | (484,7) | (12 )% |
| Opname van voetbaluitzendrechten | (10,3) | — | —% | 31,0 | — | 100 % |
| Opname van licenties voor het mobiele spectrum | — | 33,5 | (100%) | — | 33,5 | (100%) |
| Toe te rekenen bedrijfsinvesteringen, exclusief de opname van voetbaluitzendrechten en licenties voor het mobiele spectrum |
(130,7) | (149,5) | (13%) | (397,2) | (451,2) | (12%) |
| Operationele vrije kasstroom | 229,0 | 195,3 | 17 % | 627,3 | 538,7 | 16 % |
In de negen maanden tot 30 september 2019 genereerden onze activiteiten een netto kasstroom van € 754,0 miljoen, tegenover € 822,8 miljoen in de periode van vorig jaar. De netto kasstroom uit onze operationele activiteiten in 9M 2019 omvatte de niet-organische impact van de overname van Nextel en De Vijver Media en de toepassing van IFRS 16, gecompenseerd door de netto kasstroom gebruikt in financieringsactiviteiten. Onze netto operationele kasstroom daalde met 8% jaar-op-jaar, aangezien een stijging met 3% van onze Adjusted EBITDAruimschoots ongedaan werd gemaakt door (i) € 56 miljoen hogere geldelijke betalingen van belastingen, (ii) € 53 miljoen hogere geldelijke rentelasten als gevolg van een relatief hogere schuldgraad in vergelijking met vorig jaar. In KW3 2019 genereerden wij een € 254,8 miljoen netto kasstroom uit bedrijfsactiviteiten, een daling met 16% jaar-op-jaar en weerspiegelde een negatieve trend in ons werkkapitaal ten opzichte van KW3 vorig jaar.
In de negen maanden tot 30 september 2019 bedroeg de netto kasstroom die werd gebruikt in investeringsactiviteiten € 304,5 miljoen, tegenover € 376,6 miljoen in 9M 2018. De netto kasstroom gebruikt in investeringsactiviteiten in 9M 2019 weerspiegelde de overname van het resterende aandeel van 50% in het lokale mediabedrijf De Vijver Media in juni 2019, terwijl de netto kasstroom gebruikt in investeringsactiviteiten in 9M 2018 de volledige overname van de lokale ICT-integrator Nextel in mei 2018 weerspiegelde. We gebruiken een leverancierskredietprogramma, waardoor we onze betalingstermijnen voor bepaalde leveranciers tegen aantrekkelijke all-in kosten konden verlengen tot 360 dagen. In 9M 2019 verwierven wij € 187,3 miljoen aan activa via regelingen voor kapitaalgerelateerd leverancierskrediet (waarvan € 79,5 miljoen in KW3 2019), met een positieve impact op de netto kasstroom gebruikt in investeringsactiviteiten voor eenzelfde bedrag. Dit vertegenwoordigde een daling met 21% en 12% jaar op jaar voor respectievelijk 9M en KW3 2019. Raadpleeg Sectie 2.5 - Investeringsuitgaven voor een aansluiting tussen de toe te rekenen investeringsuitgaven en de contante investeringsuitgaven. In KW3 2019 gebruikten we een netto kasstroom van € 97,9 miljoen in investeringsactiviteiten, een daling met 27% jaar-op-jaar, grotendeels als gevolg van de al vermelde factoren.
In de negen maanden tot 30 september 2019 bedroeg de netto kasstroom die werd gebruikt in financieringsactiviteiten € 455,3 miljoen, tegenover € 401,5 miljoen netto kasstroom gebruikt in financieringsactiviteiten in 9M 2018. De netto kasstroom gebruikt in financieringsactiviteiten in 9M 2019 weerspiegelde een daling met € 363,2 miljoen van onze leningen als gevolg van de gedeeltelijke aflossing van onze 4,875% Senior Secured Fixed Rate Notes in juli 2019 voor een totaalbedrag van € 109,2 miljoen (inclusief een premie van € 3,2 miljoen) en als gevolg van de geplande aflossingen van onze kortlopende verplichtingen voor leverancierskredieten. In 9M 2019 gaven wij ook € 101,1 miljoen uit aan de inkoop van eigen aandelen in het kader van ons Aandeleninkoopprogramma 2018bis van € 300,0 miljoen, dat eind juni 2019 volledig voltooid was. In dit programma kochten wij ongeveer 6,8 miljoen eigen aandelen in, waarvan ongeveer 1,9 miljoen werden geschrapt na de Buitengewone Aandeelhoudersvergadering van april 2019. Zoals uiteengezet in Sectie 3.2 Gebeurtenissen na balansdatum, zullen wij op de volgende Buitengewone Aandeelhoudersvergadering voorstellen om een bijkomende 1.178.498 aandelen te schrappen. Wij zullen dan alle in dit programma ingekochte aandelen boven 3,7 miljoen hebben geschrapt, terwijl het restant wordt gebruikt in de huidige en toekomstige op aandelen gebaseerde incentiveplannen voor het management. De rest van de netto kasstroom gebruikt in financieringsactiviteiten bestond hoofdzakelijk uit terugbetalingen van financiële leases en andere financiële betalingen. In KW3 2019 gebruikten wij een netto kasstroom in financieringsactiviteiten van € 214,0 miljoen, tegenover een netto kasstroom van € 235,6 miljoen in KW3 2018.
In de negen maanden tot 30 september 2019 genereerden we een aangepaste vrije kasstroom van € 270,1 miljoen. Dit vertegenwoordigde een daling met 19% tegenover de € 334,3 miljoen die wij in dezelfde periode van vorig jaar genereerden door (i) € 55,6 miljoen hogere betaalde belastingen, (ii) € 53,0 miljoen hogere rentelasten als gevolg van een hogere schuldenlast ten opzichte van vorig jaar en (iii) een € 40,6 miljoen lagere bijdrage van ons leverancierskredietprogramma. In KW3 2019 bedroeg onze aangepaste vrije kasstroom € 63,4 miljoen, een daling met 4% jaar-op-jaar.
Op 30 september 2019 bedroeg onze totale schuld (inclusief toe te rekenen rente) € 5.858,4 miljoen, waarvan een hoofdsom van € 1.888,2 miljoen verband houdt met de Senior Secured Fixed Rate Notes die in de periode juli 2027 tot maart 2028 vervallen en een hoofdsom van € 2.838,1 miljoen die verschuldigd is onder onze Amended Senior Credit Facility 2018 die van augustus 2026 tot december 2027 vervalt. Onze totale schuld op 30 september 2019 omvatte ook een hoofdsom van € 394,7 miljoen in verband met ons leverancierskredietprogramma, die vrijwel volledig binnen de 12 maanden vervalt, en € 23,8 miljoen voor het uitstaande gedeelte van de licenties voor het 2G en 3G mobiele spectrum. Het restant bestaat voornamelijk uit verplichtingen uit hoofde van financiële leases in verband met de overname van Interkabel, en verplichtingen uit hoofde van operationele leases na de toepassing van IFRS 16.
In mei 2019 gaven wij een nieuwe kortlopende wentelkredietfaciliteit uit ('RCF AP') voor een totaal bedrag van € 60,0 miljoen. Deze faciliteit vervalt op 31 december 2021, heeft een marge van 2,25% boven de EURIBOR (minimale rente 0%) en kan worden gebruikt voor de algemene doeleinden van de groep. Op 30 september 2019 was deze faciliteit volledig niet-opgenomen.
Op 3 juni 2019 verwierven wij het resterende aandeel van 50% in het lokale mediabedrijf De Vijver Media nv. Onmiddellijk na de afronding van deze transactie betaalden wij de schuld van € 62,0 miljoen van De Vijver Media aan een derde partij en beëindigden wij de bestaande renteswaps op zijn schuld met variabele rente, wat resulteerde in een geldelijke betaling van € 1,1 miljoen. Alle transacties werden vereffend met beschikbare geldmiddelen op onze balans.
In juli 2019 losten wij 20% af van onze € 530,0 miljoen 4,875% Senior Secured Fixed Rate Notes met vervaldag in juli 2027, voor een totaal bedrag van € 109,2 miljoen, met inbegrip van een afkoopsom van € 3,2 miljoen voor de 103% callpremie. Deze aflossing volgde op een eerste vrijwillige terugbetaling van 10% in maart 2018 en werd gedeeltelijk gefinancierd met cashoverschotten op de balans en een tijdelijke opname van onze wentelkredietfaciliteiten.
In oktober 2019 gaven we met succes een termijnlening van USD 220,0 miljoen en een termijnlening van € 175,0 miljoen uit. De netto opbrengsten van deze uitgiften werden gebruikt voor de aflossing van het volledige uitstaande bedrag van € 371,0 miljoen van de voornoemde Notes met vervaldatum in juli 2027, na de gedeeltelijke aflossing in juli 2019. Zie 3.2 Gebeurtenissen na balansdatum voor meer details.
De kortlopende verplichtingen voor ons leverancierskredietprogramma buiten beschouwing gelaten, hadden wij op 30 september 2019 geen vervallende schulden voor augustus 2026 met een gewogen gemiddelde looptijd van 7,7 jaar. Daarnaast hadden wij op 30 september 2019 ook volledig toegang tot € 505,0 miljoen nietopgenomen verbintenissen onder onze wentelkredietfaciliteiten, met bepaalde beschikbaarheden tot juni 2023.
De tabel hieronder geeft een overzicht van onze schuldinstrumenten en ons betalingsschema op 30 september 2019.
| Totale faciliteit per |
Opge nomen bedrag |
Niet opgeno men |
Vervaldag | Interestvoet | Interestbetaling verschuldigd |
|
|---|---|---|---|---|---|---|
| bedrag 30 september 2019 |
||||||
| (in € miljoen) | ||||||
| 2018 Gewijzigde Senior Credit Facility |
||||||
| Termijnlening AN | 1.903,1 | 1.903,1 | — | 15 augustus 2026 |
Vlottend 6-maand LIBOR (0% bodem) + 2,25% |
Halfjaarlijks (jan. en juli) |
| Termijnlening AO | 935,0 | 935,0 | — | 15 december 2027 |
Vlottend 6-maand EURIBOR (0% bodem) + 2,50% |
Halfjaarlijks (jan. en juli) |
| Wentelkrediet (Faciliteit AG) | 400,0 | — | 400,0 | 30 juni 2023 | Vlottend 1-maand EURIBOR (0% bodem) + 2,75% |
Maandelijks |
| Wentelkrediet (Faciliteit AP) | 60,0 | — | 60,0 | 31 december 2021 |
Vlottend 1-maand EURIBOR (0% bodem) + 2,25% |
Maandelijks |
| Senior Secured Fixed Rate Notes |
||||||
| €530 miljoen Senior Secured Notes met vervaldag 2027 (Faciliteit AB) |
371,0 | 371,0 | — | 15 juli 2027 | Vast 4,875% | Halfjaarlijks (jan. en juli) |
| €600 miljoen Senior Secured Notes met vervaldag 2028 (Faciliteit AK) |
600,0 | 600,0 | — | 1 maart 2028 | Vast 3,50% | Halfjaarlijks (jan. en juli) |
| USD 1 miljard Senior Secured Notes met vervaldag 2028 (Faciliteit AJ) |
917,2 | 917,2 | — | 1 maart 2028 | Vast 5,50% | Halfjaarlijks (jan. en juli) |
| Overige | ||||||
| Wentelkrediet | 20,0 | — | 20,0 | 30 september 2021 |
Vlottend 1-maand EURIBOR (O% bodem) + 2,00% |
Maandelijks |
| Overdraft-faciliteit | 25,0 | — | 25,0 | 30 september 2020 |
Vlottend 1-maand EURIBOR (0% floor) + 1,60% |
Niet van toepassing |
| Totaal nominaal bedrag | 5.231,3 | 4.726,3 | 505,0 |
Toelichting: In bovenstaande tabel werd Telenets USD-luidende schuld omgerekend naar € op basis van de EUR/USD wisselkoers op 30 september 2019. Aangezien Telenet verscheidende derivaatcontracten heeft afgesloten om zowel de onderliggende variabele interestvoet als de wisselkoersrisico's af te dekken bedroeg het overeenkomstige €-ingedekte bedrag respectievelijk € 1.840,7 miljoen (USD 2,1 miljard Termijnlening AN) en € 882,8 miljoen (USD 1,0 miljard Senior Secured Notes die in 2028 vervallen). Voor de berekening van de netto totale schuldgraad gebruikt Telenet het overeenkomstige € ingedekte bedrag gelet op de onderliggende blootstelling aan de werkelijke economische risico's.
Op 30 september 2019 hielden wij € 82,4 miljoen aan geldmiddelen en kasequivalenten aan, vergeleken met € 139,5 miljoen op 30 juni 2019 en € 88,2 miljoen op 31 december 2018. Om het tegenpartijrisico zoveel mogelijk te beperken, plaatsen we onze kasequivalenten en geldmarktfondsen met een AAA-rating bij Europese en Amerikaanse financiële instellingen met een hoge kredietwaardigheid. Vergeleken met 30 juni 2019 daalde ons kassaldo op 30 september 2019 beduidend, na de voornoemde gedeeltelijke aflossing van onze Notes met vervaldag in juli 2027 en de halfjaarlijkse geldelijke rentelasten op bepaalde schuldinstrumenten in juli.
Op 30 september 2019 hadden we naast ons beschikbare kassaldo toegang tot € 505,0 miljoen aan beschikbare toezeggingen onder onze Amended Senior Credit Facility 2018 en andere wentelkredietfaciliteiten, mits naleving van de hierna vermelde convenanten.
Tijdens de Capital Markets Day in december 2018 herbevestigden wij ons schuldgraadkader, dat behouden blijft op 3,5x tot 4,5x netto totale schuld tegenover geconsolideerde EBITDA op jaarbasis ('netto totale schuldgraad'). Zonder wezenlijke overnamen en/of beduidende wijzigingen van onze activiteiten of van de regelgeving, willen wij met een aantrekkelijk en houdbaar niveau van de uitkeringen aan aandeelhouders in de buurt van het middelpunt van 4,0x blijven. Op 30 september 2019 daalde onze netto totale schuldgraad tot 4,0x versus 4,3x op 30 juni 2019. De verwachte daling van onze netto totale schuldgraad op sequentiële basis werd gedreven door een lagere bruto schuld na de voornoemde gedeeltelijke aflossing van de Notes in juli en een sterke prestatie van de geconsolideerde EBITDA op jaarbasis in het derde kwartaal.
Onze netto convenant schuldgraad, berekend volgens de Amended Senior Credit Facility 2018, met inbegrip van bepaalde niet-gerealiseerde kostensynergieën in verband met fusies en overnamen met betrekking tot de verwerving van SFR Belux in juni 2017 en met uitsluiting van zowel leasegerelateerde verplichtingen als aan leverancierskredieten gerelateerde kortlopende verplichtingen, daalde naar 3,2x op 30 september 2019 (30 juni 2019: 3,5x). Onze huidige netto convenant schuldgraad ligt beduidend onder het 'springing maintenance covenant' van 6,0x en de beschikbaarheidstest van 4,5x netto senior leverage.
Na een sterke financiële prestatie in de negen eerste maanden van 2019, kijken wij de toekomst vol vertrouwen tegemoet en kunnen wij onze prognose voor de opbrengsten voor het volledige jaar verhogen. Hoewel de trend van onze rebased opbrengsten in het derde kwartaal verslechterd is tegenover KW1 en KW2, als gevolg van de impact voor het volledige kwartaal van het verlies van het MVNO-contract met MEDIALAAN en bepaalde regulatoire tegenwinden, hebben onze rebased opbrengsten in de negen eerste maanden van het jaar relatief goed standgehouden, met een daling van 1,4% jaar-op-jaar. Wij verwachten bijgevolg een minder uitgesproken daling van de rebased opbrengsten met ongeveer 2% voor het volledige jaar, tegenover de aanvankelijke 2,5%. Alle andere financiële doelstellingen voor het volledige jaar blijven onveranderd, met inbegrip van een daling van de rebased Adjusted EBITDA met 1-2%(b) , een stijging van de operationele vrije kasstroom met 16-18%(c) en een aangepaste vrije kasstroom tussen € 380 en € 400 miljoen(d, e) .
Onze Adjusted EBITDA is sinds het begin van het jaar licht gedaald, met 1% op rebased basis. In lijn met de trend van onze rebased omzet worden wij sinds KW2 2019 geconfronteerd met een versnelde ongunstige trend van onze rebased Adjusted EBITDA. Wij verwachten dat deze trend in de twee volgende kwartalen zal aanhouden, aangezien het voornoemde verlies van het contract sinds april 2019 een impact begint te hebben op onze opbrengsten en Adjusted EBITDA. Bovendien verwachten wij dat de daling jaar-op-jaar van onze Adjusted EBITDA meer uitgesproken zal zijn in KW4 2019, als gevolg van seizoengebonden hogere programmeringskosten bij De Vijver Media en een meer uitdagende vergelijkingsbasis na het sterke KW4 van vorig jaar. Voor het volledige jaar verwachten wij nog altijd dat onze Adjusted EBITDA in 2019 met 1 tot 2% jaarop-jaar zal dalen op rebased basis. De lagere bijdrage van onze MVNO-activiteit buiten beschouwing gelaten, zou onze Adjusted EBITDA in 2019 in grote lijnen stabiel geweest zijn op rebased basis.
Zoals reeds vermeld, was 2018 een piekjaar in onze investeringscyclus, met de doorlopende upgrade van onze vaste en mobiele infrastructuur. Gelet op de beduidend lagere kapitaalintensiteit in 2019 mikken wij op een forse groei van de operationele vrije kasstroom met 16-18% jaar-op-jaar in 2019. Voor 2019 verwachten wij een aangepaste vrije kasstroom van € 380,0 tot € 400,0 miljoen. Onze aangepaste vrije kasstroom in 2019 zal worden beïnvloed door (i) een wezenlijk lagere bijdrage van ons platform voor leverancierskredieten, aangezien wij het platform willen stabiliseren tegenover een netto positieve bijdrage van € 93,7 miljoen in 2018, (ii) een negatieve impact van de afgenomen kapitaalintensiteit op het werkkapitaal, (iii) hogere geldelijke belastingen als gevolg van onze hogere winsten voor belastingen en (iv) hogere geldelijke rentelasten vergeleken met 2018 als gevolg van hogere schuldsaldi in verband met het buitengewone dividend van vorig jaar, en ook omdat 2018 werd beïnvloed door de fasering van onze rentelasten en afgeleide betalingen.
Tot slot blijven wij, zoals aangekondigd tijdens de Capital Markets Day van december 2018, mikken op een gezonde samengestelde jaarlijkse groei van de operationele vrije kasstroom(a) met 6,5% tot 8,0% in de drie volgende jaren (de erkenning van voetbaluitzendrechten, de licenties voor het mobiele spectrum en de impact van IFRS 16 op onze toe te rekenen investeringsuitgaven buiten beschouwing gelaten).
| Vooruitzichten boekjaar 2019 | Zoals gepresenteerd op 14 februari 20191 |
Zoals gepresenteerd op 31 oktober 2019 |
|---|---|---|
| Afname van de bedrijfsopbrengsten ('rebased') |
Ongeveer 2.5% (FY 2018 rebased: € 2.615,1 miljoen) |
Ongeveer 2.0% (FY 2018 rebased: € 2.615,1 miljoen) |
| Afname van de Adjusted EBITDA(b) ('rebased') |
Tussen 1% en 2% (FY 2018 rebased: € 1.399,8 miljoen, incl impact IFRS 16) |
Tussen 1% en 2% (FY 2018 rebased: € 1.399,8 miljoen, incl impact IFRS 16) |
| Groei van Operationele vrije kasstroom(a) ('rebased') |
Tussen 16% en 18% (FY 2018 rebased: €708,7 miljoen) |
Tussen 16% en 18% (FY 2018 rebased: €708,7 miljoen) |
| Aangepaste vrije kasstroom(d) | €380,0 - €400,0 miljoen(e) | €380,0 - €400,0 miljoen(e) |
1 Onze rebased omzet voor het boekjaar 2018, de aangepaste EBITDA en de operationele vrije kasstroom zijn gewijzigd ten opzichte van 2 mei 2019 en omvatten een bijdrage van zeven maanden van De Vijver Media van respectievelijk € 2.553,9 miljoen, € 1.368,2 miljoen en € 712,4 miljoen.
(a) Onze operationele vrije kasstroom CAGR voor 2018-2021 wordt niet afgestemd op een EU IFRS-maatstaf, aangezien niet alle elementen van de afstemming worden voorspeld in het kader van ons prognoseproces; bepaalde posten kunnen immers aanzienlijk verschillen van periode tot periode.
(b) De leidraad voor onze Adjusted EBITDA voor 2019 wordt niet afgestemd op een EU IFRS-maatstaf, aangezien niet alle elementen van de afstemming worden voorspeld in het kader van ons prognoseproces; bepaalde posten kunnen immers aanzienlijk verschillen van periode tot periode.
(c) Dit omvat niet de opname van uitzendrechten voor voetbal en licenties voor het mobiele spectrum en evenmin de impact van IFRS 16 op onze toe te rekenen investeringsuitgaven.
(d) De leidraad voor onze aangepaste vrije kasstroom voor 2019 wordt niet afgestemd op een EU IFRS-maatstaf, aangezien niet alle elementen van de afstemming worden voorspeld in het kader van ons prognoseproces; bepaalde posten kunnen immers aanzienlijk verschillen van periode tot periode.
(e) In de veronderstelling dat bepaalde betalingen voor onze huidige licenties voor het 2G- en 3G mobiele spectrum in KW4 2019 zullen plaatsvinden en dat de geldelijke betaling van onze belastingaangifte 2018 pas begin 2020 zal plaatsvinden.
Geslaagde uitgifte van een termijnlening van USD 220,0 miljoen en een termijnlening van € 175,0 miljoen In oktober 2019 gaf Telenet met succes een bijkomende termijnlening van USD 220,0 miljoen uit ('Faciliteit AN3') en een bijkomende termijnlening van € 175,0 miljoen ('Faciliteit AO3'). Telenet gebruikte de netto opbrengst van deze uitgiften voor een vervroegde aflossing van de uitstaande hoofdsom van € 371,0 miljoen van de 4,875% Senior Secured Fixed Rate Notes met vervaldag in juli 2027 (de 'Notes'). Telenet verwacht dat deze transactie vanaf volgend jaar incrementele besparingen op de geldelijke rentelasten van ongeveer € 10,0 miljoen per jaar zal genereren tot de vervaldatum. In parallel hiermee noteerde de Vennootschap in oktober 2019 een eenmalige afkoopsom ('make-whole premium') die werd vereffend met cashoverschotten op de balans. De herfinancieringstransactie had geen impact op de verwachte aangepaste vrije kasstroom van de Vennootschap voor het boekjaar 2019.
Telenet Financing USD LLC is de ontlenende entiteit onder Facility AN3. Faciliteit AN3 heeft dezelfde kenmerken als de initiële Faciliteit AN die op 24 mei 2018 werd uitgegeven. Faciliteit AN3 heeft dus (i) een rentevoet van 2,25% boven de LIBOR, (ii) een minimale rente van 0% LIBOR en (iii) een looptijd tot 15 augustus 2026. Faciliteit AN3 werd met succes tegen pari uitgegeven.
Telenet International Finance S.à r.l. is de ontlenende entiteit onder Faciliteit AO3. Faciliteit AO3 heeft dezelfde kenmerken als de initiële Faciliteit AO die op 25 mei 2018 werd uitgegeven. Faciliteit AO3 heeft dus (i) een rentevoet van 2,50% boven de LIBOR, (ii) een minimale rente van 0% LIBOR en (iii) een looptijd tot 15 december 2027. Faciliteit AO3 werd met succes tegen 100,25% uitgegeven.
De raad van bestuur van Telenet zal een bruto tussentijds dividend van € 63,2 miljoen, het equivalent van € 0,57 per aandeel, voorstellen aan haar aandeelhouders op de Bijzondere Algemene Vergadering van 4 december 2019. Deze bekendmaking is in lijn met het tijdens de Capital Markets Day van december 2018 uiteengezette beleid voor de aandeelhoudersvergoedingen en zal worden gevolgd door de uitkering van een slotdividend in mei 2020 (afhankelijk van goedkeuring door de raad van bestuur en goedkeuring tijdens de Algemene Aandeelhoudersvergadering van april 2020). Het tussentijdse dividend zal worden uitbetaald door gebruik te maken van beschikbare geldmiddelen en kasequivalenten die € 82,4 miljoen bedroegen op 30 september 2019. Telenet zal op 4 december 2019 een Bijzondere Algemene Vergadering samenroepen en zal kort daarna het tussentijdse dividend uitbetalen (mits goedkeuring door de aandeelhouders). Zie 3.3 Aandeelhoudersvergoeding voor meer informatie.
Op de Buitengewone Aandeelhoudersvergadering van 4 december 2019 zal Telenet de schrapping voorstellen van 1.178.498 eigen aandelen die de Vennootschap onder het Aandeleninkoopprogramma 2018bis heeft verworven. De gedeeltelijke schrapping van aandelen volgt op de eerdere schrapping van 1.881.040 eigen aandelen in april van dit jaar en is in lijn met de in het verleden aangekondigde intentie om alle onder het voornoemde programma verworven eigen aandelen boven 3,7 miljoen aandelen te schrappen en het restant te gebruiken om aan de verplichtingen van de aandelenoptieplannen voor de werknemers van de Vennootschap te voldoen. Pro forma voor de voornoemde gedeeltelijke schrapping van aandelen in december 2019 zal het totale aantal uitstaande aandelen dalen van 115.835.283 naar 114.656.785, waarvan de Vennootschap op 31 oktober 2019 5.773.920 eigen aandelen hield.
De raad van bestuur van Telenet zal een bruto tussentijds dividend van € 63,2 miljoen, het equivalent van € 0,57 per aandeel (op basis van 110.061.363 dividendgerechtigde aandelen op 31 oktober 2019, met uitsluiting van 5.773.920 niet-dividendgerechtigde eigen aandelen) voorstellen aan haar aandeelhouders op de Bijzondere Algemene Vergadering van 4 december 2019. Deze bekendmaking is in lijn met het tijdens de Capital Markets Day van december 2018 uiteengezette beleid voor de aandeelhoudersvergoedingen en zal worden gevolgd door de uitkering van een slotdividend in mei 2020 (afhankelijk van goedkeuring door de raad van bestuur en goedkeuring door de aandeelhouders tijdens de Algemene Aandeelhoudersvergadering van april 2020). Het tussentijdse dividend zal worden uitbetaald uit beschikbare geldmiddelen en kasequivalenten ten bedrage van € 82,4 miljoen op 30 september 2019.
Zonder wezenlijke overnames en/of beduidende wijzigingen van de activiteiten van Telenet of van de regulatoire omgeving, wenst Telenet de netto totale schuldgraad in de buurt van 4,0x te houden, het midden van de vork van 3,5x tot 4,5x. Op 30 september 2019 bereikte de netto totale schuldgraad van Telenet 4,0x, een verdere daling tegenover de 4,3x op 30 juni 2019. Op pro forma basis, in de veronderstelling dat het voornoemde tussentijdse dividend al in KW3 2019 zou zijn uitbetaald, zou de netto totale schuldgraad van Telenet 4,1x bedragen.
Als onderdeel van Telenets kader voor kapitaalallocatie wil Telenet 50% tot 70% van de aangepaste vrije kasstroom van vorig jaar in de vorm van tussentijdse en slotdividenden aan de aandeelhouders uitkeren. Binnen de grenzen van het voornoemde kader voor de netto totale schuldgraad en bij ontstentenis van de bovenstaande factoren, kan het restant van de aangepaste vrije kasstroom van Telenet in aanmerking komen voor de incrementele inkoop van aandelen, buitengewone dividenden, een verlaging van de schuldgraad, waardetoevoegende overnames of een combinatie daarvan.
Telenet zal op 4 december 2019 een Bijzondere Algemene Vergadering samenroepen en de aandeelhouders verzoeken de uitbetaling van het tussentijdse dividend goed te keuren. Indien de goedkeuring wordt verkregen, zal het tussentijdse dividend worden uitbetaald op 9 december 2019, terwijl de Telenet-aandelen vanaf de opening van de Brusselse beurs op 5 december 2019 ex-coupon zullen worden verhandeld.
Bruto tussentijds dividend per aandeel van € 0,57 (netto € 0,40 per aandeel): Het bruto tussentijds dividend per aandeel werd vastgesteld op € 0,57 op basis van het aantal uitstaande dividendgerechtigde aandelen op 31 oktober 20191 en vertegenwoordigt in totaal € 63,2 miljoen.
Ex-dividenddatum 5 december 2019: Vanaf de opening van de Brusselse beurs op 5 december 2019 noteren de Telenet-aandelen ex-dividend.
Betalingsdatum 9 december 2019: De effectieve uitbetaling van het tussentijds dividend aan zowel de geregistreerde aandeelhouders als de aandeelhouders van gedematerialiseerde aandelen volgt op 9 december 2019. Op de betaling van het tussentijds dividend is 30% roerende voorheffing verschuldigd conform de Belgische wetgeving. Het bedrag van het ontvangen nettodividend per aandeel van € 0,40 kan echter variëren in het geval van buitenlandse aandeelhouders, afhankelijk van het bestaan van dubbelbelastingverdragen tussen België en een aantal andere landen. Om van de verlaagde roerende voorheffing te genieten, moeten aandeelhouders uiterlijk 10 kalenderdagen na de effectieve betaaldatum een fiscaal attest overmaken aan ING België, dat namens de Vennootschap als betaalagent optreedt.
| Voor de drie maanden afgesloten op 30 september | 2019 | 2018 | % Verschil |
|---|---|---|---|
| Geleverde diensten | |||
| Aansluitbare huizen (13) | 3.375.300 | 3.341.700 | 1 % |
| Televisie | |||
| Basiskabeltelevisie (6) | 176.400 | 209.700 | (16 )% |
| Premiumkabeltelevisie (7) | 1.705.300 | 1.756.500 | (3 )% |
| Totaal kabeltelevisie | 1.881.700 | 1.966.200 | (4)% |
| Internet | |||
| Residentieel breedbandinternet | 1.448.100 | 1.486.900 | (3 )% |
| Breedbandinternet aan bedrijven | 211.100 | 179.600 | 18 % |
| Totaal breedbandinternet (8) | 1.659.200 | 1.666.500 | — % |
| Vaste telefonie | |||
| Residentiële vaste telefonie | 1.088.600 | 1.162.700 | (6 )% |
| Vaste telefonie aan bedrijven | 132.600 | 112.800 | 18 % |
| Totaal vaste telefonie (9) | 1.221.200 | 1.275.500 | (4)% |
| Totaal opbrengstgenererende eenheden (14) | 4.762.100 | 4.908.200 | (3)% |
| Klantenverloop (15) | |||
| Kabeltelevisie | 9,4% | 13,1% | |
| Breedbandinternet | 9,7% | 13,6% | |
| Vaste telefonie | 11,0% | 15,4% | |
| Informatie over klantenrelaties | |||
| Triple play klanten | 1.117.000 | 1.163.400 | (4 )% |
| Totaal klantenrelaties (11) | 2.079.000 | 2.135.700 | (3 )% |
| Diensten per klantenrelatie (11) | 2,29 | 2,30 | — % |
| ARPU per klantenrelatie (€ / maand) (11) (12) | 57,8 | 56,5 | 2 % |
| Voor de drie maanden afgesloten op 30 september | 2019 | 2018 | % Verschil |
| Gegevens mobiele telefonie | |||
| Mobiele telefonie | |||
| Postpaidabonnement | 2.324.800 | 2.180.400 | 7 % |
| Prepaidkaarten | 454.100 | 496.000 | (8)% |
| Totaal mobiele telefonie (10) | 2.778.900 | 2.676.400 | 4 % |
Voorstelling van de postpaid mobiele-telefonieabonnees: Wij hebben de voorstelling van de mobiele postpaidabonnees op 31 maart 2018, 30 juni 2018, 30 september 2018 en 31 december 2018 aangepast na de verwijdering van inactieve 'pay as use' abonnees. Deze abonnees betalen geen maandelijkse abonnementsvergoeding en worden uitsluitend volgens hun effectieve gebruik gefactureerd. Als gevolg van de inactieve status van bepaalde simkaarten hebben wij zowel onze mobiele postpaidabonnees als de totale basis mobiele abonnees verminderd met respectievelijk 49.400, 58.800, 52.700 en 47.100 voor de voornoemde periodes. Deze aanpassing had geen invloed op onze opbrengsten uit mobiele telefonie.
| (in € miljoen, uitgezonderd aandelen en bedragen per aandeel) |
Voor de drie maanden afgesloten op 30 september |
Voor de negen maanden afgesloten op 30 september |
||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| 2019 | 2018 - restated |
% verschil | 2019 | 2018 - restated |
% Verschil |
|
| Winst over de verslagperiode | ||||||
| Bedrijfsopbrengsten | ||||||
| Bedrijfsopbrengsten | 649,0 | 641,2 | 1 % | 1.910,6 | 1.891,7 | 1 % |
| Bedrijfskosten | ||||||
| Kostprijs van geleverde diensten | (325,6) | (339,5) | (4 )% | (1.002,7) | (1.058,3) | (5 )% |
| Brutowinst | 323,4 | 301,7 | 7 % | 907,9 | 833,4 | 9 % |
| Verkoop-, algemene en beheerskosten | (134,8) | (116,2) | 16 % | (394,7) | (357,7) | 10 % |
| Resultaat uit bedrijfsactiviteiten | 188,6 | 185,5 | 2 % | 513,2 | 475,7 | 8 % |
| Financiële opbrengsten | 119,1 | 9,0 | 1.223 % | 40,9 | 65,1 | (37 )% |
| Netto interestopbrengsten en wisselkoerswinsten |
0,2 | 0,1 | 100 % | 0,7 | 0,3 | 133 % |
| Netto winst op derivaten | 118,9 | 8,9 | 1.236 % | 40,2 | 64,8 | (38 )% |
| Financiële kosten | (183,4) | (64,6) | 184 % | (335,9) | (269,7) | 25 % |
| Netto interestkosten, wisselkoersverliezen en overige financiële kosten |
(180,2) | (64,6) | 179 % | (332,7) | (245,1) | 36 % |
| Verlies bij vervroegde aflossing van schulden |
(3,2) | — | —% | (3,2) | (24,6) | (87 )% |
| Netto financiële kosten | (64,3) | (55,6) | 16 % | (295,0) | (204,6) | 44 % |
| Aandeel in het resultaat van geassocieerde deelnemingen |
(0,2) | (0,5) | (60 )% | (1,6) | (1,1) | 45 % |
| Winst uit de overdracht van activa aan een joint venture |
— | 10,8 | (100 )% | 0,1 | 10,8 | (99 )% |
| Winst vóór winstbelastingen | 124,1 | 140,2 | (11)% | 216,7 | 280,8 | (23)% |
| Belastingen | (37,2) | (43,0) | (13 )% | (73,8) | (75,2) | (2 )% |
| Winst over de verslagperiode | 86,9 | 97,2 | (11)% | 142,9 | 205,6 | (30)% |
| Netto resultaat rechtstreeks verwerkt in het eigen vermogen | ||||||
| Elementen die niet naar de geconsolideerde staat van het resultaat geherclassificeerd zullen worden | ||||||
| Herwaardering van verplichtingen / (tegoeden) uit te-bereiken-doel pensioenplannen |
— | 1,9 | (100 )% | — | (4,9) | (100 )% |
| Uitgestelde belastingen | — | — | —% | — | 2,0 | (100 )% |
| Netto resultaat rechtstreeks verwerkt in het eigen vermogen |
— | 1,9 | (100)% | — | (2,9) | (100)% |
| Totaalresultaat voor de periode | 86,9 | 99,1 | (12)% | 142,9 | 202,7 | (30)% |
|---|---|---|---|---|---|---|
| Winst toe te rekenen aan: | 86,9 | 97,2 | (11)% | 142,9 | 205,6 | (30)% |
| Eigenaars van de Vennootschap | 86,9 | 97,5 | (11 )% | 142,8 | 206,6 | (31 )% |
| Minderheidsbelangen | — | (0,3) | (100 )% | 0,1 | (1,0) | N.M. |
| Voor de drie maanden afgesloten op |
Voor de negen maanden afgesloten op |
|||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| (in € miljoen, uitgezonderd aandelen en bedragen per aandeel) |
30 september | 30 september | ||||
| 2019 | 2018 - restated |
% verschil | 2019 | 2018 - restated |
% Verschil |
|
| Totaalresultaat toe te rekenen aan: | 86,9 | 99,1 | (12)% | 142,9 | 202,7 | (30)% |
| Eigenaars van de Vennootschap | 86,9 | 99,4 | (13 )% | 142,8 | 203,7 | (30 )% |
| Minderheidsbelangen | — | (0,3) | (100 )% | 0,1 | (1,0) | N.M. |
| Gewogen gemiddeld uitstaande aandelen | 110.007.109 | 114.127.729 | 110.012.141 | 114.871.854 | ||
| Gewone winst per aandeel | 0,79 | 0,85 | (7 )% | 1,30 | 1,80 | (28 )% |
| Verwaterde winst per aandeel | 0,79 | 0,85 | (7 )% | 1,30 | 1,80 | (28 )% |
| Bedrijfsopbrengsten per type | ||||||
| Opbrengsten uit abonnementen: | ||||||
| Televisie | 142,9 | 146,2 | (2 )% | 430,8 | 436,1 | (1 )% |
| Breedbandinternet | 163,7 | 158,6 | 3 % | 486,8 | 468,4 | 4 % |
| Vaste telefonie | 54,7 | 58,5 | (6 )% | 164,5 | 175,7 | (6 )% |
| Opbrengsten uit kabelgerelateerde abonnementen |
361,3 | 363,3 | (1)% | 1.082,1 | 1.080,2 | — % |
| Mobiele telefonie | 115,1 | 119,3 | (4 )% | 332,4 | 346,1 | (4 )% |
| Totaal opbrengsten uit abonnementen |
476,4 | 482,6 | (1)% | 1.414,5 | 1.426,3 | (1)% |
| Bedrijfsdiensten | 49,9 | 53,1 | (6 )% | 152,6 | 139,4 | 9 % |
| Overige | 122,7 | 105,5 | 16 % | 343,5 | 326,0 | 5 % |
| Totaal bedrijfsopbrengsten | 649,0 | 641,2 | 1 % | 1.910,6 | 1.891,7 | 1 % |
| Bedrijfskosten per type | ||||||
| Netwerkexploitatiekosten | (46,9) | (47,5) | (1 )% | (148,8) | (144,5) | 3 % |
| Directe kosten (programmering en auteursrechten, interconnectie en andere) |
(126,4) | (129,3) | (2 )% | (381,7) | (382,9) | — % |
| Personeelsgerelateerde kosten | (63,1) | (60,0) | 5 % | (191,5) | (186,1) | 3 % |
| Verkoop- en marketingkosten | (20,5) | (17,6) | 16 % | (64,9) | (61,6) | 5 % |
| Uitbestede arbeidsdiensten en professionele diensten |
(10,3) | (8,4) | 23 % | (27,7) | (23,0) | 20 % |
| Overige indirecte kosten | (22,1) | (33,6) | (34 )% | (71,5) | (103,7) | (31 )% |
| Herstructureringskosten | (0,2) | (0,9) | (78 )% | (1,3) | (6,3) | (79 )% |
| Operationele kosten betreffende overnames of desinvesteringen |
0,1 | (1,3) | N.M. | (0,5) | (3,8) | (87 )% |
| Op aandelen gebaseerde vergoedingen | (3,9) | (5,6) | (30 )% | (10,8) | (7,1) | 52 % |
| Afschrijvingen op materiële vaste activa | (100,8) | (93,4) | 8 % | (309,6) | (309,6) | — % |
| Afschrijvingen op immateriële vaste activa | (43,2) | (44,2) | (2 )% | (127,7) | (138,3) | (8 )% |
| Afschrijving op uitzendrechten | (23,2) | (14,7) | 58 % | (62,2) | (49,6) | 25 % |
| Winst op verkoop van dochtervennootschappen |
0,6 | 1,0 | (40 )% | 1,6 | 2,0 | (20 )% |
| Waardevermindering op materiële activa met een lange levensduur |
(0,5) | (0,2) | 150 % | (0,8) | (1,5) | (47 )% |
| Totaal bedrijfskosten | (460,4) | (455,7) | 1 % | (1.397,4) | (1.416,0) | (1)% |
N.M. - Not Meaningful (Niet Betekenisvol)
| Voor de drie maanden afgesloten op |
Voor de negen maanden afgesloten op |
|||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| (in € miljoen) | 30 september | 30 september | ||||
| 2019 | 2018 - restated |
% Verschil | 2019 | 2018 - restated |
% Verschil | |
| Kasstroom uit bedrijfsactiviteiten | ||||||
| Winst over de verslagperiode | 86,9 | 97,2 | (11 )% | 142,9 | 205,6 | (30 )% |
| Afschrijvingen, waardeverminderingen en herstructureringskosten |
167,3 | 152,4 | 10 % | 500,0 | 503,3 | (1 )% |
| Veranderingen in werkkapitaal en overige niet-kasitems |
(4,6) | 46,1 | (110 )% | 97,6 | 92,2 | 6 % |
| Belastingen | 37,2 | 43,0 | (13 )% | 73,8 | 75,2 | (2 )% |
| Netto interestkosten, valutaverliezen en overige financiële kosten |
180,2 | 64,3 | 180 % | 332,7 | 244,8 | 36 % |
| Netto verlies (winst) op afgeleide financiële instrumenten |
(118,9) | (8,9) | 1.236 % | (40,2) | (64,8) | (38 )% |
| Verlies bij vervroegde aflossing van schulden |
3,2 | — | —% | 3,2 | 24,6 | (87 )% |
| Verlies (winst) uit de afstand van activa aan een joint venture |
— | (10,8) | (100 )% | (0,1) | (10,8) | (99 )% |
| Betaalde interesten en betalingen voor derivaten |
(96,3) | (81,6) | 18 % | (197,4) | (144,4) | 37 % |
| Betaalde winstbelastingen | (0,2) | 2,0 | N.M. | (158,5) | (102,9) | 54 % |
| Nettokasstroom uit bedrijfsactiviteiten |
254,8 | 303,7 | (16)% | 754,0 | 822,8 | (8)% |
| Kasstroom uit investeringsactiviteiten |
||||||
| Verwerving van materiële vaste activa | (53,5) | (70,8) | (24 )% | (188,2) | (203,0) | (7 )% |
| Verwerving van immateriële vaste activa Verwerving van en leningen aan |
(43,8) | (38,7) | 13 % | (100,0) | (111,4) | (10 )% |
| geassocieerde deelnemingen | (0,3) | (0,7) | (57 )% | (1,2) | (0,7) | 71 % |
| Verwerving van een dochtervennootschap, netto van verworven geldmiddelen |
— | — | 100% | (16,0) | (61,5) | (74 )% |
| Ontvangsten uit de verkoop van materiële vaste activa |
(0,3) | 0,6 | N.M. | 0,9 | 1,8 | (50 )% |
| Opbrengsten uit de verkoop van uitzendrechten voor doorverkoop |
— | (1,2) | (100 )% | — | (1,8) | (100 )% |
| Nettokasstroom gebruikt in investeringsactiviteiten |
(97,9) | (110,8) | (12)% | (304,5) | (376,6) | (19)% |
| Kasstroom uit financieringsactiviteiten |
||||||
| Aflossing van leningen en overige financieringsverplichtingen |
(360,1) | (160,0) | 125 % | (739,3) | (569,8) | 30 % |
| Ontvangsten uit opname van leningen en overige financieringsverplichtingen |
164,9 | 36,0 | 358 % | 376,1 | 351,3 | 7 % |
| Inkoop eigen aandelen | — | (113,2) | (100 )% | (101,1) | (141,2) | (28 )% |
| Verkoop eigen aandelen | 2,7 | 8,6 | (69 )% | 46,5 | 12,8 | 263 % |
| Betalingen voor vervroegde beëindiging van leningen en overige financieringsverplichtingen |
(3,2) | — | —% | (3,2) | — | —% |
| Betaling voor schulduitgiftekosten | — | 2,0 | N.M. | — | (23,4) | (100 )% |
| Overige financieringsactiviteiten (incl. financiële leaseverplichtingen) |
(18,3) | (9,0) | 103 % | (34,3) | (31,2) | 10 % |
| Nettokasstroom gebruikt in financieringsactiviteiten |
(214,0) | (235,6) | (9)% | (455,3) | (401,5) | 13 % |
| Netto toename (afname) in geldmiddelen en kasequivalenten |
||||||
| Geldmiddelen en kasequivalenten aan het begin van de verslagperiode |
139,5 | 126,5 | 10 % | 88,2 | 39,1 | 126 % |
| Geldmiddelen en kasequivalenten aan het einde van de verslagperiode |
82,4 | 83,8 | (2 )% | 82,4 | 83,8 | (2 )% |
| Netto toename (afname) in geldmiddelen en kasequivalenten |
(57,1) | (42,7) | 34 % | (5,8) | 44,7 | (113)% |
| (in € miljoen) | Voor de drie maanden afgesloten op 30 september |
Voor de negen maanden afgesloten op 30 september |
||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| 2019 | 2018 - restated |
% Verschil | 2019 | 2018 - restated |
% Verschil | |
| Aangepaste vrije kasstroom | ||||||
| Nettokasstroom uit bedrijfsactiviteiten | 254,8 | 303,7 | (16 )% | 754,0 | 822,8 | (8 )% |
| Geldelijke kosten betreffende overnames of desinvesteringen |
0,6 | 1,2 | (50 )% | 0,9 | 3,1 | (71 )% |
| Kosten gefinancierd door een tussenpersoon |
54,9 | 36,0 | 53 % | 171,1 | 104,8 | 63 % |
| Verwerving van materiële vaste activa | (53,5) | (70,8) | (24 )% | (188,2) | (203,0) | (7 )% |
| Verwerving van immateriële vaste activa | (43,8) | (38,7) | 13 % | (100,0) | (111,4) | (10 )% |
| Kapitaalaflossingen op bedragen gefinancierd door leveranciers en tussenpersonen |
(134,7) | (157,4) | (14 )% | (314,8) | (261,3) | 20 % |
| Kapitaalaflossingen op leaseverplichtingen (uitgezonderd netwerkgerelateerde leases) |
(8,1) | (2,3) | 252 % | (33,5) | (4,6) | 628 % |
| Kapitaalaflossingen op toevoegingen aan netwerkgerelateerde leases na overname |
(6,8) | (5,7) | 19 % | (19,4) | (16,1) | 20 % |
| Aangepaste vrije kasstroom | 63,4 | 66,0 | (4)% | — 270,1 |
334,3 | (19)% |
N.M. - Not Meaningful (Niet Betekenisvol)
| 30 september | 31 december | Verschil | |
|---|---|---|---|
| (in € miljoen) | 2019 | 2018 - restated | |
| ACTIVA | |||
| Vaste activa: | |||
| Materiële vaste activa | 2.367,9 | 2.230,8 | 137,1 |
| Goodwill | 1.874,7 | 1.807,8 | 66,9 |
| Overige immateriële vaste activa | 809,2 | 753,5 | 55,7 |
| Uitgestelde belastingvorderingen | 278,6 | 247,1 | 31,5 |
| Deelnemingen in en leningen aan geassocieerde deelnemingen | 15,7 | 67,3 | (51,6) |
| Overige investeringen | 6,0 | 5,0 | 1,0 |
| Derivaten | 60,5 | 6,0 | 54,5 |
| Handelsvorderingen | — | 0,9 | (0,9) |
| Overige activa | 22,0 | 17,3 | 4,7 |
| Totaal vaste activa | 5.434,6 | 5.135,7 | 298,9 |
| Vlottende activa: | |||
| Voorraden | 24,5 | 28,0 | (3,5) |
| Handelsvorderingen | 199,4 | 201,9 | (2,5) |
| Overige vlottende activa | 154,9 | 142,7 | 12,2 |
| Geldmiddelen en kasequivalenten | 82,4 | 88,2 | (5,8) |
| Derivaten | 59,7 | 62,8 | (3,1) |
| Totaal vlottende activa | 520,9 | 523,6 | (2,7) |
| TOTAAL ACTIVA | 5.955,5 | 5.659,3 | 296,2 |
| EIGEN VERMOGEN EN VERPLICHTINGEN | |||
| Eigen vermogen: | |||
| Geplaatst kapitaal | 12,8 | 12,8 | — |
| Uitgiftepremies en overige reserves | 770,2 | 799,9 | (29,7) |
| Overgedragen verlies | (2.315,9) | (2.446,0) | 130,1 |
| Herwaarderingen | (16,5) | (16,5) | — |
| Totaal eigen vermogen, toe te rekenen aan eigenaars van de Vennootschap |
(1.549,4) | (1.649,8) | 100,4 |
| Minderheidsbelangen | 23,3 | 22,9 | 0,4 |
| Totaal eigen vermogen | (1.526,1) | (1.626,9) | 100,8 |
| Langlopende verplichtingen: | |||
| Leningen en overige financieringsverplichtingen | 5.292,4 | 5.161,0 | 131,4 |
| Derivaten | 248,7 | 211,3 | 37,4 |
| Over te dragen opbrengsten | 1,9 | 2,9 | (1,0) |
| Uitgestelde belastingsverplichtingen | 173,4 | 163,4 | 10,0 |
| Overige schulden | 83,3 | 74,4 | 8,9 |
| Totaal langlopende verplichtingen | 5.799,7 | 5.613,0 | 186,7 |
| Kortlopende verplichtingen: | |||
| Leningen en overige financieringsverplichtingen | 566,0 | 504,1 | 61,9 |
| Handelsschulden | 212,7 | 184,7 | 28,0 |
| Toe te rekenen kosten en overige kortlopende verplichtingen | 514,5 | 535,3 | (20,8) |
| Over te dragen opbrengsten | 118,7 | 101,3 | 17,4 |
| Derivaten | 50,3 | 64,3 | (14,0) |
| Belastingsschulden | 219,7 | 283,5 | (63,8) |
| Totaal kortlopende verplichtingen | 1.681,9 | 1.673,2 | 8,7 |
| Totaal verplichtingen | 7.481,6 | 7.286,2 | 195,4 |
| TOTAAL EIGEN VERMOGEN EN VERPLICHTINGEN | 5.955,5 | 5.659,3 | 296,2 |
rapporteert Telenet een afname van het aantal abonnees voor basiskabeltelevisie die gelijk is aan de toename van het aantal abonnees voor premiumkabeltelevisie.
(18) De netto convenant hefboomratio wordt berekend volgens de definitie in de 2018 Gewijzigde Senior Credit Facility, door de totale nettoschuld (op basis van het overeenkomstige €-ingedekte bedrag voor de USD-luidende schuld zoals hierboven toegelicht), uitgezonderd (a) achtergestelde aandeelhoudersleningen, (b) geactiveerde elementen van de schulden onder de clientèle- en annuïteitenvergoedingen, (c) en alle andere financiële leases die op of voor 1 augustus 2007 werden aangegaan, en (d) alle schuld onder de netwerklease afgesloten met de zuivere intercommunales, te delen door de Geconsolideerde EBITDA op jaarbasis van de laatste twee kwartalen met inbegrip van bepaalde nietgerealiseerde synergiën uit de overnames van BASE en SFR Belux.
Investor & Analyst Conference Call – Telenet zal op 31 oktober 2019 om 15:00 uur MET een video webcast en conference call houden voor institutionele beleggers en analisten. De webcastkoppelingen vindt u op https:// investors.telenet.be.
| Investor Relations: | Rob Goyens | [email protected] | Telefoon: +32 15 333 054 |
|---|---|---|---|
| Bart Boone | [email protected] | Telefoon: +32 15 333 738 | |
| Press & Media Relations: | Stefan Coenjaerts | [email protected] | Telefoon: +32 15 335 006 |
Over Telenet – Als aanbieder van entertainment- en telecommunicatiediensten in België is Telenet Group steeds op zoek naar de perfecte beleving in de digitale wereld voor zijn klanten. Het bedrijf spitst zich onder de merknaam Telenet toe op het aanbieden van digitale televisie, hogesnelheidsinternet en vaste en mobiele telefoniediensten aan residentiële klanten in Vlaanderen en Brussel. Onder de merknaam BASE levert het mobiele telefonie in België. De afdeling Telenet Business bedient de zakelijke markt in België en Luxemburg met connectiviteits-, hosting- en security oplossingen. Meer dan 3000 medewerkers hebben samen 1 doel voor ogen: leven en werken eenvoudiger en aangenamer maken. Telenet Group is een onderdeel van Telenet Group Holding nv en is genoteerd op Euronext Brussel onder ticker symbool TNET. Voor meer informatie, surf naar www.telenet.be. Liberty Global - 's werelds grootste internationale tv- en breedbandbedrijf, investeert, innoveert en versterkt mensen in zes Europese landen om optimaal gebruik te maken van de digitale revolutie - bezit een rechtstreeks belang van 57,3% in Telenet Group Holding nv (exclusief eventuele eigen aandelen die deze laatste van tijd tot tijd in zijn bezit heeft).
Meer informatie – Meer informatie over Telenet en zijn producten vindt u op de website https://www.telenet.be. Nadere informatie over de operationele en financiële gegevens in dit document kan worden gedownload in het deel van de website van de Vennootschap, dat bedoeld is voor beleggers. Het geconsolideerde jaarverslag van 2018 en de niet-geauditeerde geconsolideerde tussentijdse financiële staten en presentaties in verband met de financiële resultaten over de negen maanden afgesloten op 30 september 2019 zijn beschikbaar in het deel van de website van de Vennootschap, dat bedoeld is voor beleggers (https://investors.telenet.be).
Safe Harbor Statement van de Amerikaanse Private Securities Litigation Reform Act van 1995 – Verschillende verklaringen in dit document zijn "forward-looking statements" (toekomstgerichte verklaringen) zoals die term is gedefinieerd in de Amerikaanse Private Securities Litigation Reform Act van 1995. Deze toekomstgerichte verklaringen met betrekking tot onze financiële en operationele vooruitzichten, onze groeiverwachtingen, strategie, product-, netwerk- en technologielanceringen, en de verwachte impact van overnames op onze gecombineerde activiteiten en financiële prestaties zijn te herkennen aan het gebruik van woorden als "denkt", "voorziet", "zou moeten", "is voornemens", "plant", "zal", "verwacht", "schat", "raamt", "positie", "strategie", en soortgelijke uitdrukkingen, en omvatten bekende en onbekende risico's, onzekerheden en andere factoren die ertoe kunnen leiden dat onze werkelijke resultaten, prestaties, verwezenlijkingen of sectorresultaten wezenlijk verschillen van die welke in deze toekomstgerichte verklaringen expliciet of impliciet worden verwacht, geraamd, voorspeld, geschat of gebudgetteerd. Deze factoren zijn onder meer: mogelijke ongunstige ontwikkelingen met betrekking tot onze liquiditeit of bedrijfsresultaten; mogelijke ongunstige ontwikkelingen op het gebied van de concurrentie, economie of regelgeving; onze aanzienlijke schuldaflossingen en andere contractuele verplichtingen; ons vermogen om ons businessplan te financieren en uit te voeren; ons vermogen om voldoende liquiditeit te genereren voor de aflossing van onze schulden; rente- en wisselkoersschommelingen; de impact van nieuwe zakelijke opportuniteiten die aanzienlijke voorafgaande investeringen vereisen; ons vermogen om klanten aan te trekken en te behouden en om onze globale marktpenetratie te vergroten; ons vermogen om met andere bedrijven in de communicatie- en contentdistributiesector te concurreren; ons vermogen om contracten te behouden die essentieel zijn voor onze activiteiten; ons vermogen om een adequaat antwoord te bieden op technologische ontwikkelingen; ons vermogen om een back-up te ontwikkelen en te onderhouden van onze kritieke systemen; ons vermogen om door te gaan met het ontwerpen van netwerken, plaatsen van installaties, verkrijgen en behouden van de vereiste vergunningen of goedkeuringen van de overheid, en het financieren van bouw en ontwikkeling, op een tijdige manier, tegen een redelijke kostprijs en onder bevredigende voorwaarden; ons vermogen om een impact te hebben of een doeltreffend antwoord te bieden op nieuwe of gewijzigde wet- of regelgeving, ons vermogen om waardetoevoegende investeringen te maken, en ons vermogen om de uitkeringen aan de aandeelhouders in de toekomst aan te houden of op te trekken. We verbinden ons er niet toe om de toekomstgerichte verklaringen in dit document te actualiseren teneinde de werkelijke resultaten, wijzigingen in veronderstellingen of veranderingen in factoren die deze verklaringen beïnvloeden te weerspiegelen.
Financiële informatie – De geconsolideerde jaarrekening van Telenet Group Holding per en voor het boekjaar afgesloten op 31 december 2018 werd opgesteld in overeenstemming met EU IFRS, tenzij anders vermeld, en kan op de website van de Vennootschap worden geraadpleegd.
Niet-GAAP-maatstaven – "Adjusted EBITDA", "Operationele vrije kasstroom" en "Aangepaste vrije kasstroom" zijn niet-GAAP-maatstaven zoals bedoeld in Regulation G van de Amerikaanse Securities and Exchange Commission. Voor aanverwante definities en aansluitingen verwijzen we naar het deel Investor Relations op de website van Liberty Global plc (https://www.libertyglobal.com). Liberty Global plc is de controlerende aandeelhouder van de Vennootschap.
Dit document werd vrijgegeven op 31 oktober 2019 om 7:00 uur MET.
Building tools?
Free accounts include 100 API calls/year for testing.
Have a question? We'll get back to you promptly.