AI Terminal

MODULE: AI_ANALYST
Interactive Q&A, Risk Assessment, Summarization
MODULE: DATA_EXTRACT
Excel Export, XBRL Parsing, Table Digitization
MODULE: PEER_COMP
Sector Benchmarking, Sentiment Analysis
SYSTEM ACCESS LOCKED
Authenticate / Register Log In

Telenet Group Holding NV

Earnings Release Feb 12, 2020

4008_er_2020-02-12_a06612a0-3b13-44ba-998c-ca29ebcdfccb.pdf

Earnings Release

Open in Viewer

Opens in native device viewer

Resultaten volledig jaar 2019

Vooruitzichten voor ons volledige boekjaar bereikt, goede start van de realisatie van ons strategische driejarenplan voor een samengestelde jaarlijkse groei van de operationele vrije kasstroom(a) met 6,5 tot 8,0% in 2018-2021.(a)

Adjusted EBITDA groeit weer in 2020, opbrengsten grotendeels stabiel op rebased basis. Verwachting van een robuuste aangepaste vrije kasstroom van € 415,0-435,0 miljoen in 2020.

Tijdlijn voor onze aandeelhoudersvergoeding wordt gevolgd: (i) bruto slotdividend van € 143,2 miljoen (€ 1,30 per aandeel) en (ii) aandeleninkoopprogramma van € 55,0 miljoen in 2020.

Bijgaande informatie betreft gereglementeerde informatie zoals gedefinieerd in het Koninklijk Besluit van 14 november 2007 betreffende de verplichtingen van emittenten van financiële instrumenten die zijn toegelaten tot de verhandeling op een gereglementeerde markt. Voorwetenschap.

Brussel, 12 februari 2020 – Telenet Group Holding NV ("Telenet" of de "Vennootschap") (Euronext Brussel: TNET) maakt zijn niet-geauditeerde geconsolideerde resultaten voor het jaar afgesloten op 31 december 2019 bekend. De resultaten zijn conform de door de Europese Unie goedgekeurde International Financial Reporting Standards ("EU IFRS").

BELANGRIJKSTE PUNTEN IN EEN NOTENDOP

  • Aanhoudende sterke FMC-groei naar 547.400 klanten eind KW4 2019, een groei met 37% jaar-op-jaar naar ongeveer 26% van de totale klantrelaties. In het vaste segment noteerden we een verbeterde trend van de netto abonnees voor alle producten tegenover KW3, dankzij onze vernieuwde productportfolio en aantrekkelijke eindejaarspromoties.
  • Opnieuw een sterk kwartaal in termen van de netto groei van het aantal mobiele postpaid abonnees in KW4 (+39.000), voornamelijk dankzij de aanhoudende groei in FMC.
  • Een groter aandeel abonnees op productbundels en premium breedbandklanten leidde samen met het voordeel van bepaalde prijsaanpassingen in 2019 tot een gezonde groei van 3% jaar-op-jaar van de fixed ARPU per klantrelatie naar € 57,7.
  • € 2.583,9 miljoen opbrengsten in FY 2019, een stijging met 2% jaar-op-jaar als gevolg van de nietorganische impact van de overnamen van Nextel en De Vijver Media. Op rebased(1) basis kromp onze omzet met net iets meer dan 1% (-1,2%), beduidend beter dan onze neerwaarts herziene prognose van ongeveer -2%. De beter dan verwachte opbrengstprestatie hield voornamelijk verband met een hogere verkoop van telefoons in KW4 2019 en hogere productieopbrengsten van De Vijver Media. € 673,3 miljoen opbrengsten in KW4 2019, +5% jaar-op-jaar op gerapporteerde basis en bijna stabiel tegenover vorig jaar (-0,7%).
  • € 234,6 miljoen nettowinst in FY 2019 (KW4 2019: € 91,7 miljoen), een daling met 6% jaar-op-jaar als gevolg van hogere netto financieringslasten in de periode, die een sterke stijging met 15% jaar-op-jaar van onze bedrijfswinst meer dan neutraliseerden.
  • € 1.375,4 miljoen Adjusted EBITDA in FY 2019, +4% jaar-op-jaar, met inbegrip van de impact van de overnamen van Nextel en De Vijver Media en de toepassing van IFRS 16 vanaf 1 januari 2019. Op rebased basis daalde onze Adjusted EBITDA voor FY 2019 met bijna 2% jaar-op-jaar (-1,7%). Onze rebased Adjusted EBITDA-marge bleef met 53,2% in 2019 grotendeels stabiel tegenover 2018, dankzij een aanhoudend strakke kostenbeheersing en ons vermogen om in al onze activiteiten operationele leverage te genereren. € 350,9 miljoen Adjusted EBITDA in KW4 2019, +6% jaar-op-jaar op gerapporteerde basis en -4% jaar-op-jaar op rebased basis, als gevolg van het verlies van (i) het MVNOcontract met MEDIALAAN, (ii) hogere verkoop- en marketingkosten en (iii) een ongunstige vergelijkingsbasis tegenover het sterke KW4 van vorig jaar.
  • € 586,9 miljoen toe te rekenen investeringsuitgaven(3) in FY 2019, met inbegrip van de opname van de uitzendrechten van de Britse Premier League voor de drie volgende seizoenen, een daling met 15% tegenover vorig jaar. Deze impact buiten beschouwing gelaten, vertegenwoordigden onze toe te rekenen investeringsuitgaven 21% van de opbrengsten in de periode.
  • Lagere toe te rekenen investeringsuitgaven en een sterke groei van de Adjusted EBITDA leidden tot een forse stijging met 23% van de operationele vrije kasstroom(4) naar € 821,3 miljoen voor FY 2019, een groei met 18% op rebased basis en zonder de impact van IFRS 16.
  • De netto kasstroom uit operationele activiteiten, netto kasstroom gebruikt in investeringsactiviteiten en netto kasstroom gebruikt in financieringsactiviteiten bedroegen respectievelijk € 1.092,5 miljoen, € 432,0

(a) Wij geven geen aansluiting van de samengestelde jaarlijkse groei van de operationele vrije kasstroom in de periode 2018-2021 met een EU IFRS-maatstaf, omdat bepaalde elementen van de aansluiting aanzienlijk kunnen variëren van periode tot periode en bijgevolg niet worden voorspeld tijdens ons prognoseproces.

miljoen en € 647,3 miljoen in het boekjaar 2019. € 391,0 miljoen aangepaste vrije kasstroom(5) voor FY 2019 (KW4 2019: € 120,9 miljoen), -7% tegenover het jaar voordien. Onze aangepaste vrije kasstroom voor 2019 omvatte een € 94,2 miljoen lagere bijdrage van ons leverancierskredietprogramma. Deze impact buiten beschouwing gelaten, steeg onze onderliggende aangepaste vrije kasstroom met 19% jaarop-jaar.

■ Wij hebben het volste vertrouwen in de uitvoering van ons strategisch driejarenplan, met een groei van de rebased Adjusted EBITDA en de operationele vrije kasstroom met respectievelijk ongeveer 1% en ongeveer 2% in 2020, bij grotendeels stabiele opbrengsten. Voor 2020 mikt Telenet op een forse aangepaste vrije kasstroom van € 415,0 tot € 435,0 miljoen en een aantrekkelijk profiel van de aandeelhoudersvergoedingen, zoals vanochtend in een afzonderlijke mededeling werd aangekondigd.

Voor het jaar afgesloten op 31 december 2019 2018 - restated % Verschil
FINANCIËLE KERNCIJFERS (in € miljoen, uitgezonderd bedragen per aandeel)
Bedrijfsopbrengsten 2.583,9 2.533,8 2 %
Bedrijfswinst 685,5 597,6 15 %
Nettowinst 234,6 250,8 (6)%
Nettowinstmarge 9,1 % 9,9 %
Gewone winst per aandeel 2,13 2,21 (4)%
Verwaterde winst per aandeel 2,13 2,21 (4)%
Adjusted EBITDA (2) 1.375,4 1.322,4 4 %
Adjusted EBITDA marge % 53,2 % 52,2 %
Toe te rekenen bedrijfsinvesteringen (uitgezonderd de opname van
uitzendrechten voor voetbal en licenties voor het mobiele spectrum) (3)
554,1 654,2 (15)%
Toe te rekenen bedrijfsinvesteringen als % van de bedrijfsopbrengsten
(uitgezonderd de opname van uitzendrechten voor voetbal en licenties
voor het mobiele spectrum)
21,4 % 25,8 %
Operationele vrije kasstroom (4) 821,3 668,2 23 %
Nettokasstroom uit bedrijfsactiviteiten 1.092,5 1.075,6 2 %
Nettokasstroom gebruikt in investeringsactiviteiten (432,0) (466,4) (7)%
Nettokasstroom gebruikt in financieringsactiviteiten (647,3) (560,1) 16 %
Aangepaste Vrije kasstroom (5) 391,0 421,9 (7)%
OPERATIONELE KERNCIJFERS (Geleverde diensten)
Kabeltelevisie 1.866.600 1.939.900 (4)%
Basiskabeltelevisie (6) 164.700 201.200 (18)%
Premiumkabeltelevisie (7) 1.701.900 1.738.700 (2)%
Breedbandinternet (8) 1.664.400 1.657.800 — %
Vaste telefonie (9) 1.212.500 1.256.100 (3)%
Mobiele telefonie (10) 2.808.400 2.683.900 5 %
Postpaid 2.363.800 2.194.500 8 %
Prepaid 444.600 489.400 (9)%
Triple-playklanten 1.110.300 1.145.800 (3)%
Diensten per klantenrelatie (11) 2,29 2,29 — %
ARPU per klantenrelatie (€ / maand) (11) (12) 57,7 55,9 3 %

Aankoopprijsallocatie voor de overname van Nextel: Onze balans van 31 december 2018 is herwerkt, met een weerspiegeling van de retroactieve impact van de aankoopprijsallocatie ("PPA") voor de overname van Nextel, die jaareinde 2018 nog niet bekend was. Wij verwijzen naar Sectie 2 Belangrijkste financiële ontwikkelingen voor meer informatie.

In een reactie op de resultaten zei John Porter, Chief Executive Officer van Telenet:

"Ik ben erg tevreden dat we opnieuw al onze prognoses voor het volledige jaar 2019 hebben waargemaakt. Dat is te danken aan een solide reeks operationele KPI's, de basis van de sterke start van ons strategische groeiplan 2019-2021. Dankzij onze geslaagde eindejaarspromoties en vernieuwde productportfolio verbeterde de trend van de netto aanwinst voor al onze producten tegenover de vorige kwartalen. In het vierde kwartaal van 2019 wonnen we netto 39.200 nieuwe vast-mobiel geconvergeerde ("FMC") abonnees, wat de totale klantenbasis voor FMC op 547.400 bracht, een stijging met 37% jaar-opjaar. Bijgevolg vertegenwoordigde de penetratie van de FMC-abonnees ongeveer 26% van het totale aantal klantrelaties op het eind van KW4 2019, vergeleken met ongeveer 19% een jaar geleden. In het breedbandsegment noteerden we een netto stijging met 5.200 RGU's in het kwartaal, onze beste kwartaalprestatie sinds KW1 2017. In het kabeltelevisiesegment zagen we eveneens een verbeterde trend, bevorderd door de bewustmakingscampagne rond de "Signal Switch", die analoge televisieabonnees naar een digitaal aanbod deed migreren.

In termen van waarde konden we in 2019 de vaste ARPU per klantrelatie met 3% jaar-op-jaar verhogen naar bijna € 58. Dit is vooral te danken aan ons "WIGO"-productaanbod, dat we in juni 2019 hebben uitgebreid om de tier mix te verbeteren. Onze mobiele attach rate steeg met 7 procentpunten jaar-op-jaar naar 59% voor triple-play, aangezien meer en meer klanten voor bundels kiezen. Dat verklaart ook onze aanhoudende groei in de postpaid mobiele telefonie, met 39.000 nieuwe abonnees in het vierde kwartaal. In het B2B-segment hebben we verscheidene nieuwe grote accounts verworven en ik ben ook buitengewoon tevreden over de sterke aanvaarding van ons gloednieuwe FMC-voorstel "KLIK" (vroeger "WIGO Business"), dat de groei in het segment van de kleine ondernemingen stimuleert.

Met de lancering van snelheden van 1 gigabit op ons HFC-netwerk, in september 2019, hebben wij ons leiderschap in de infrastructuur opnieuw bevestigd. Het vaste verkeer van onze Gigabit-abonnees is meer dan verdrievoudigd, een bewijs van de behoefte aan snelheid. Eind KW4 2019 hadden we meer dan 544.000 wifi-boosters gedistribueerd, een toename met 9% kwartaal-op-kwartaal en een sterke motor voor de klanttevredenheid en onze Net Promotor Score. Uit de drive-tests van het BIPT in septemberoktober 2019 blijkt dat wij ook in het mobiele segment de leider zijn, met de hoogste up- en downloadsnelheden. De downloadsnelheid van ons 4G mobiele net komt zelfs in de buurt van de gemiddelde VDSL-downloadsnelheden.

De combinatie van de beste FMC-producten met het boeiendste entertainment heeft altijd centraal gestaan in onze premium entertainmentpakketten "Play" en "Play More", met de nieuwste populaire series. Onze commerciële uitzendkanalen, die via SBS België worden beheerd, hebben een goed jaar achter de rug, met een nieuw historisch record: "VIER", "VIJF" en "ZES" sloten 2019 af met een markaandeel van bijna 21% in de commerciële doelgroep van 18-54 jaar.

Wat de grote thema's van 2020 betreft, zullen wij focussen op de verdere groei van FMC en de verbetering van onze productmix. We zullen ons leiderschap in vast-mobiele connectiviteit benutten, ons productaanbod blijven verbeteren en op B2B en nieuwe initiatieven focussen om de groei verder te versnellen. Ik ben er dan ook zeker van dat wij zowel onze hierna uiteengezette doelstellingen voor het volledige jaar 2020 als ons strategische driejarenplan zullen realiseren."

In een reactie op de resultaten zei Erik Van den Enden, Chief Financial Officer van Telenet:

"Telenet kan terugblikken op een succesvol jaar, waarin we de basis hebben gelegd voor een gezonde toekomstige winstgevende groei, onze productportfolio hebben hervormd, al onze financiële streefdoelen hebben bereikt en de tijdens de Capital Markets Day in december 2018 voorgestelde tijdlijn voor de aandeelhoudersvergoedingen hebben gevolgd.

In het volledige jaar boekten we bijna € 2,6 miljard opbrengsten, een stijging met 2% jaar-op-jaar, vooral beïnvloed door de niet-organische gevolgen van de overname van Nextel en De Vijver Media, zoals toegelicht in de rubriek Bedrijfsopbrengsten. Op rebased basis daalde onze omzet in 2019 bescheiden met net iets meer dan 1% (-1,2%), wat beduidend beter was dan onze herziene prognose van ongeveer -2%. De beter dan verwachte opbrengstprestatie hield voornamelijk verband met een hogere verkoop van telefoons in KW4 2019 en hogere productieopbrengsten van De Vijver Media. Wij konden bovendien onze opbrengsten uit kabelabonnementen grotendeels stabiel houden voor het volledige jaar 2019, ondanks bepaalde competitieve en regulatoire tegenwinden. Aan de negatieve kant werden onze rebased opbrengsten beïnvloed door het verlies van het MVNO-contract met MEDIALAAN, lagere interconnectieopbrengsten en lagere opbrengsten uit mobiele telefonie. Het voornoemde verlies van het MVNO-contract buiten beschouwing gelaten, zouden onze rebased opbrengsten jaar-op-jaar in grote lijn stabiel geweest zijn in 2019.

Op gerapporteerde basis steeg onze Adjusted EBITDA in 2019 met 4% jaar-op-jaar naar bijna € 1,4 miljard, met inbegrip van de impact van de overname van Nextel en De Vijver Media en de toepassing van de nieuwe lease-standaard IFRS 16 vanaf 1 januari 2019. Deze laatste had een positieve impact van € 42 miljoen op onze Adjusted EBITDA in 2019. Op rebased basis, de voornoemde niet-organische gevolgen en de impact van IFRS 16 buiten beschouwing gelaten, daalde onze Adjusted EBITDA met bijna 2% (-1,7%) vergeleken met vorig jaar, een weerspiegeling van het verlies van het MVNO-contract met MEDIALAAN en bepaalde regulatoire tegenwinden. Zoals verwacht was de daling van onze rebased Adjusted EBITDA meer uitgesproken in KW4 (-4% jaar-op-jaar) wegens (i) het verlies van het MVNOcontract met MEDIALAAN, (ii) hogere verkoop- en marketingkosten en (iii) een meer uitdagende vergelijkingsbasis na het sterke KW4 van vorig jaar.

Wij slaagden erin de intensiteit van onze investeringen beduidend te verlagen tegenover vorig jaar. Onze toe te rekenen investeringsuitgaven bereikten € 587 miljoen in 2019 en weerspiegelden de opname van de voetbaluitzendrechten van de Britse Premier League, die wij in het eerste kwartaal voor nogmaals drie seizoenen konden vernieuwen. Deze impact en de opname van de verlenging van de licentie voor het 2G mobiele spectrum in KW3 2018 buiten beschouwing gelaten, daalden onze toe te rekenen investeringsuitgaven met 15% jaar-op-jaar, het equivalent van ongeveer 21% van de opbrengsten in de periode. De beduidende daling van onze toe te rekenen investeringsuitgaven (exclusief de opname van de voetbaluitzendrechten en de licentie voor het mobiele spectrum) leidde tot een stijging van onze operationele vrije kasstroom met 23% jaar-op-jaar naar € 821 miljoen. Op rebased basis en met de impact van IFRS 16 buiten beschouwing gelaten, steeg onze operationele vrije kasstroom met 18%, aan de hoge kant van ons vooruitzicht.

Onze aangepaste vrije kasstroom bereikte in 2019 € 391 miljoen, met inbegrip van een forse € 121 miljoen in het vierde kwartaal. Onze prognose voor het volledige jaar van € 380 tot € 400,0 miljoen werd dus waargemaakt. Vergeleken met 2018 weerspiegelde onze aangepaste vrije kasstroom voor FY 2019 een € 94,2 miljoen lagere bijdrage van ons leverancierskredietprogramma. Deze impact buiten beschouwing gelaten, steeg onze onderliggende aangepaste vrije kasstroom zelfs met 19% jaar-op-jaar, dankzij de forse groei van onze netto operationele kasstroom en een positieve trend van het werkkapitaal in KW4.

Tijdens de Capital Markets Day in december 2018 stelden we ons strategisch plan voor de drie jaren tot 2021 voor. Aangezien wij in 2019 al onze financiële doelstellingen hebben bereikt, nemen wij een sterke start om in de periode 2018-2021 een duurzame winstgevende groei tot stand te brengen. Ter herinnering, wij mikken op een samengestelde jaarlijkse groei van onze operationele vrije kasstroom met 6,5 tot 8,0% voor de periode 2018-2021 (de opname van de voetbaluitzendrechten en de licenties voor het mobiele spectrum en de impact van IFRS 16 vanaf 1 januari 2019 buiten beschouwing gelaten). Voor 2020 verwachten wij een verbetering van zowel onze rebased opbrengsten als onze Adjusted EBITDA, in weerwil van bepaalde gevolgen van de regelgeving en de aanhoudende impact in KW1 2020 van het verlies van het MVNO-contract met MEDIALAAN. Voor het volledige jaar verwachten wij grotendeels stabiele opbrengsten en een groei van de Adjusted EBITDA met ongeveer 1% op rebased basis. Aangezien wij onze kapitaalintensiteit in 2019 beduidend hebben verlaagd tegenover 2018, zal de groei van onze operationele vrije kasstroom in 2020 lager zijn dan vorig jaar, met een streefdoel van ongeveer 2% groei op rebased basis. Dankzij (i) een hogere operationele vrije kasstroom, (ii) lagere geldelijke belastingen en (iii) lagere geldelijke rentelasten, verwachten wij een forse stijging van onze aangepaste vrije kasstroom van € 391 miljoen in 2019 naar € 415-435 miljoen in 2020.

Eind december 2019 bereikten we een netto totale schuldgraad van 4,0x, in het midden van ons streefdoel voor de netto totale schuldgraad. Zoals we tijdens de Capital Markets Day in december 2018 aankondigden, willen wij rond het midden van de vork blijven, behoudens wezenlijke overnamen en/of beduidende wijzigingen van onze activiteiten of van de regulatoire omgeving. Als onderdeel van ons beleid voor de kapitaalallocatie willen wij 50% tot 70% van de aangepaste vrije kasstroom van vorig jaar in de vorm van tussentijdse en slotdividenden aan de aandeelhouders uitkeren. Binnen de grenzen van het voornoemde kader voor de netto totale schuldgraad en bij ontstentenis van de bovenstaande factoren, kan het restant van onze aangepaste vrije kasstroom in aanmerking komen voor de incrementele inkoop van aandelen, buitengewone dividenden, een verlaging van de schuldgraad, aangroeiende overnamen of een combinatie daarvan. In het licht van het in december 2019 uitgekeerde tussentijdse dividend en de sterke aangepaste vrije kasstroom die we in 2019 genereerden, zal de raad van bestuur tijdens de Jaarlijkse Algemene Aandeelhoudersvergadering op 29 april 2020 de aandeelhouders de uitkering voorstellen van een bruto slotdividend van € 143,2 miljoen (bruto € 1,30 per aandeel). Als dit slotdividend wordt goedgekeurd, zal het begin mei 2020 worden uitbetaald. Het slotdividend per aandeel zal eind maart worden bepaald op basis van het aantal op dat ogenblik uitstaande dividendgerechtigde aandelen. Als aanvulling van het totale over FY 2019 uitgekeerde dividend heeft de raad van bestuur ook een nieuw aandeleninkoopprogramma voor maximaal 1,1 miljoen aandelen voor een maximaal bedrag van € 55 miljoen goedgekeurd dat eind februari 2020 zal ingaan. Op die manier houden wij ons aan onze voorspelde tijdlijn voor de aandeelhoudersvergoeding en combineren wij aantrekkelijke uitkeringen aan de aandeelhouders met een solide onderliggende aangepaste vrije kasstroom."

1 Belangrijkste operationele ontwikkelingen

BELANGRIJKE WIJZIGINGEN IN DE OPERATIONELE VERSLAGGEVING:

Voorstelling van de postpaid mobiele-telefonieabonnees: Wij hebben de voorstelling van de mobiele postpaidabonnees op 31 maart 2018, 30 juni 2018, 30 september 2018 en 31 december 2018 aangepast na de verwijdering van inactieve 'pay as you go' abonnees. Deze abonnees betalen geen maandelijkse abonnementsvergoeding en worden uitsluitend volgens hun effectieve gebruik gefactureerd. Als gevolg van de inactieve status van bepaalde simkaarten hebben wij zowel onze mobiele postpaidabonnees als de totale basis mobiele abonnees verminderd met respectievelijk 49.400, 58.800, 52.700 en 47.100 voor de voornoemde periodes. Deze aanpassing had geen invloed op onze opbrengsten uit mobiele telefonie gedurende KW4 2019.

1.1 Productbundels

OVERZICHT EN PRODUCTBUNDELS

Op 31 december 2019 hadden wij 2.072.100 unieke klantrelaties, die ongeveer 61% vertegenwoordigden van de 3.385.200 woningen langs ons toonaangevende HFC-netwerk in ons servicegebied in Vlaanderen en Brussel. Ons kabelnetwerk bestaat uit een dens glasvezel backbone netwerk met lokale lusverbindingen die bestaan uit coaxkabel met een minimum capaciteit van 1,2 GHz, aangedreven door de EuroDocsis 3.0 en 3.1-technologie met download-snelheden tot 1 Gbps over het gehele servicegebied. lOp 31 december 2019 leverden wij 4.743.500 vaste diensten ('RGU's'), bestaande uit 1.866.600 kabeltelevisieabonnementen, 1.664.400 breedbandinternetabonnementen en 1.212.500 vaste-telefonieabonnementen. Daarnaast was op 31 december 2019 ongeveer 91% van onze kabeltelevisieabonnementen geüpgraded naar ons premium kabeltelevisieplatform met hogere gemiddelde opbrengst per klantrelatie (ARPU). De abonnees van het premium kabeltelevisieplatform genieten een rijkere kijkervaring, met onbeperkte toegang tot een groter aanbod van digitale zenders, HD-zenders en betalende sportzenders, series- en filmkanalen, een enorme bibliotheek van binnen- en buitenlandse films en programma's à la carte ('VOD') en toegang tot ons 'over-the-top'-platform ('OTT') 'Yelo Play'. Op 31 december 2019 bedienden wij ook 2.808.400 mobiele abonnees, van wie ongeveer 84% geabonneerd is op een van onze aantrekkelijke mobiele of vaste-mobiele ('FMC') tariefplannen. Wij bereikten een bundelratio van 2,29 opbrengstgenererende eenheden per unieke klantrelatie op het eind van KW4 2019, stabiel tegenover dezelfde periode van vorig jaar. Op 31 december 2019 was ongeveer 31% van onze kabelklanten geabonneerd op een quad-playbundel (de mobiele abonnementen onder het merk BASE niet meegeteld), een forse stijging met 4 procentpunten vergeleken met dezelfde periode van vorig jaar, als teken van het aanhoudende succes van onze strategie voor de convergentie van vast en mobiel.

Onze promotiecampagnes op het eind van het jaar, die WIGO, onze vaste-mobiele convergeerde ('FMC') vlaggenschipbundel, combineerden met een keuze uit drie toestellen, waren een groot succes. De netto groei van het aantal abonnees op onze FMC-bundels bleef fors in KW4 2019, met netto 39.200 abonnees in het kwartaal. Dit verschilde nauwelijks van KW3 2019, toen we onze beste kwartaalprestatie sinds KW3 2017 neerzetten. Op 31 december 2019 bereikte onze FMC-klantenbasis, die zowel onze 'WIGO' als onze 'YUGO' klanten omvat, een totaal van 547.400 FMC-klanten, een stijging met 37% jaar-op-jaar. Bijgevolg bedroeg de penetratie van de FMCabonnees ongeveer 26% van het totale aantal klantrelaties op het eind van KW4 2019, vergeleken met ongeveer 19% een jaar geleden.

GEMIDDELDE OPBRENGST PER KLANTENRELATIE

De gemiddelde opbrengst per klantrelatie (ARPU), die de opbrengsten uit mobiele telefonie en bepaalde andere soorten opbrengsten buiten beschouwing laat, is een van onze belangrijkste operationele statistieken, aangezien wij naar een groter aandeel van de telecommunicatie- en contentuitgaven van onze klanten streven. Voor het jaar tot 31 december 2019 bereikten wij een gemiddelde opbrengst per klantrelatie van € 57,7, een sterke stijging met 3% tegenover vorig jaar. In KW4 2019 bedroeg de gemiddelde opbrengst per klantrelatie € 58,4, een stijging met 2% tegenover KW4 2018. De groei van de gemiddelde opbrengst per klantrelatie werd bevorderd door (i) een grotere verhouding abonnees op productbundels in onze totale klantenmix, (ii) een groter aandeel premium kabeltelevisieabonnees in onze mix en (iii) het voordeel van bepaalde prijsaanpassingen, gedeeltelijk geneutraliseerd door een grotere verhouding bundelkortingen (met inbegrip van promoties met vaste termijn) en lagere gebruiksgerelateerde opbrengsten buiten de bundels.

1.2 Breedbandinternet

Op 31 december 2019 hadden we 1.664.400 abonnees voor breedbandinternet, een netto stijging met 5.200 opbrengstgenererende eenheden tegenover 30 september 2019. Dit was onze beste kwartaalprestatie sinds KW1 2017 en hield vooral verband met (i) een hogere FMC-verkoop als gevolg van de geslaagde eindejaarspromoties, (ii) ons verbeterde zelfstandig breedbandaanbod, met een upgrade van de specificaties in alle breedbandcategorieën en (iii) een lager verloop dankzij de afnemende impact van de prijsaanpassing in augustus. Het verloop op jaarbasis bedroeg 9,8% in KW4 2019 en lag 430 basispunten lager dan de 14,1% van KW4 2018, dat werd beïnvloed door de migratie van de klanten van SFR Belux in die periode.

Terwijl wij blijven focussen op een maximale connectiviteit voor de thuisbeleving van de klant, hadden we eind KW4 2019 meer dan 544.000 wifi-boosters gedistribueerd, een stijging met 9% tegenover het vorige kwartaal en een sterke stimulans voor de klanttevredenheid en onze Net Promotor Score ('NPS)'. Vijf jaar na de start van 'De Grote Netwerf', ons programma voor de upgrade van het vaste net, zijn we begonnen met de commercialisering van downloadsnelheden van 1 gigabit per seconde in ons volledige servicegebied in Vlaanderen en Brussel; dit herbevestigt onze status als snelste ISP op de markt. In KW3 2019 verhoogden we bovendien de snelheid van alle bestaande internetaanbiedingen met 50% tot 150% voor meer dan 1,2 miljoen klanten en lanceerden we een nieuwe optie 'GIGA Speedboost', die voor € 15 extra per maand de topsnelheid van 1 gigabit per seconde beschikbaar maakt.

1.3 Vaste telefonie

Op 31 december 2019 hadden we 1.212.500 abonnees voor vaste telefonie, een daling met 3% tegenover dezelfde periode van vorig jaar en een weerspiegeling van een algemeen dalende markttrend. Onze abonneebasis voor vaste telefonie daalde met 8.700 netto RGU's tegenover 30 september 2019, een verbetering vergeleken met het netto organische verlies van 13.600 in KW3. Net als voor het breedbandinternet verbeterde het verloop op jaarbasis voor onze vaste telefonie beduidend vergeleken met dezelfde periode van vorig jaar, met 590 basispunten of 10,7% in KW4 2019.

1.4 Mobiele telefonie

Onze abonneebasis voor mobiele telefonie, die de abonnees van onze commerciële wholesalepartners en onze KMO-klanten niet omvat, bereikte een totaal van 2.808.400 simkaarten op het eind van KW4 2019, met inbegrip van 2.363.800 postpaid abonnees. De resterende 444.600 mobiele abonnees zijn prepaid abonnees onder het merk BASE. Vergeleken met de vorige kwartalen is de netto groei van het aantal postpaid abonnees sterk gebleven, met 39.000 bijkomende simkaarten in KW4 2019, vooral dankzij de versnelde groei van onze FMC-abonneebasis en attractieve promoties met een bepaalde duur.

1.5 Televisie

TOTAAL TELEVISIE

Op 31 december 2019 telden wij in totaal 1.866.600 klanten voor onze basic en premium kabeltelevisiediensten. Op sequentiële basis verloren wij in KW4 2019 netto 15.100 televisieabonnees, een verbetering van de trend tegenover het vorige kwartaal, vooral door de verbeterde trend bij onze premium kabeltelevisie klanten. Het nettoverlies omvat geen overschakelingen naar onze premium kabeltelevisiediensten en vertegenwoordigt klanten die zijn overgestapt naar concurrerende platformen, zoals andere aanbieders van digitale tv, OTT en satelliet, of klanten die hun tv-abonnement hebben opgezegd of die buiten ons servicegebied zijn verhuisd.

Begin oktober 2019 lanceerden we onze campagne 'Signal Switch' als voorbereiding op de uitschakeling van de analoge radio- en videosignalen tussen 2020 en 2021. Dit zal netwerkcapaciteit vrijmaken voor het altijd toenemende digitale verkeer. De uitschakeling van analoge video zal in het najaar van 2020 beginnen en eind 2021 voltooid zijn, terwijl het analoge radiosignaal vanaf februari 2020 wordt afgebouwd.

PREMIUM KABELTELEVISIE

Op 31 december 2019 waren 1.701.900 van onze kabeltelevisieabonnees geüpgraded naar onze kabeltelevisiediensten met hogere ARPU, die hen toegang geven tot een veel rijkere televisiebeleving, met inbegrip van gratis onbeperkte toegang tot onze app 'Yelo Play' waarmee ze thuis en buitenshuis een unieke contentervaring kunnen beleven op meerdere verbonden apparaten. Dit omvat ons nieuwste digitale televisieplatform, met inbegrip van onze in de cloud gebaseerde settopbox van de volgende generatie met spraakherkenning, die wij eind april 2019 lanceerden. In KW4 2019 daalde onze abonneebasis voor premium televisie licht met netto 3.400 RGU's, een beduidende verbetering tegenover het vorige kwartaal, toen we netto 13.200 RGU's verloren. Dit was onze beste kwartaalprestatie sinds KW2 2018. De verbeterde trend in het kwartaal was te danken aan (i) de reeds vermelde versnelde FMC-verkoop en (ii) de bewustmakingscampagne rond 'Signal Switch', die analoge televisieabonnees naar een digitaal aanbod deed migreren.

Onze abonnementspakketten voor video on demand, 'Play' en 'Play More', bereikten 431.300 abonnees in KW4 2019, een stijging met 14.600 abonnementen tegenover 30 september 2019. Wij bieden bovendien in ons servicegebied het breedste sportaanbod aan met 'Play Sports', dat binnen- en buitenlands voetbal, inclusief de Britse Premier League, combineert met andere belangrijke sporten zoals golf, ATP-tennis, Formule 1, volleybal, basketbal en hockey. Eind KW4 2019 bedienden wij 238.700 'Play Sports'-klanten, 3% meer dan op 31 december 2018.

2 Belangrijkste financiële ontwikkelingen

BELANGRIJKE WIJZIGINGEN IN DE VERSLAGGEVING:

Aanneming van IFRS 16 Lease-overeenkomsten: Vanaf 1 januari 2019 heeft de Vennootschap IFRS 16 Lease-overeenkomsten aangenomen zoals vermeld in haar Jaarverslag 2018 (zie Sectie 5.2.20 - Toekomstige vereisten). Bij de toepassing van IFRS 16 heeft de Vennootschap nieuwe activa en passiva opgenomen voor die leases die zijn geclassificeerd als operationele leases, zijnde operationele leases van (i) huur van sites, (ii) onroerend goed, (iii) wagens en (iv) dark fibre. IFRS 16 veranderde ook de aard van de kosten met betrekking tot die leaseovereenkomsten, omdat de Vennootschap een afschrijvingslast voor activa voor gebruiksrechten en rentelasten op leaseverplichtingen opneemt. Voorheen erkende de onderneming operationele leasekosten op lineaire basis gedurende de leaseperiode, en erkende activa en passiva alleen voor zover er een tijdverschil bestond tussen werkelijke leasebetalingen en de opgenomen kosten. Bovendien erkent de Vennootschap niet langer voorzieningen voor operationele leases die zij als verlieslatend beschouwt. In plaats daarvan neemt de Vennootschap de verschuldigde betalingen onder de lease op in haar leaseverplichting en boekt een waardevermindering op de overeenstemmende gebruiksrechten. De toepassing van IFRS 16 had een gunstig effect van € 41.7 miljoen op de Aangepaste EBITDA van de Vennootschap voor de twaalf maanden eindigend op 31 december 2019 (KW 4 2019: €10,9 miljoen) en wanneer toegepast vanaf 1 januari 2018, zou de toepassing van IFRS 16 de Aangepaste EBITDA van de Vennootschap over het volledige jaar 2018 hebben verbeterd met € 42,3 miljoen.

Aankoopprijsallocatie voor de overname van Nextel: Onze balans van 31 december 2018 is herwerkt, met een weerspiegeling van de retroactieve impact van de aankoopprijsallocatie ("PPA") voor de overname van Nextel, die jaareinde 2018 nog niet bekend was. De aanpassing van de reële waarde van de immateriële activa (€ 25,7 miljoen) had voornamelijk betrekking op de verworven klantenrelaties (€ 16,5 miljoen), handelsnamen (€ 6,8 miljoen) en technologie (€ 2,4 miljoen). De beoordeling van het sales en lease backmodel en het huurmodel resulteerde in de verwijdering van over te dragen opbrengsten (€ 2,7 miljoen) en materiële vaste activa (€ 7,1 miljoen) die werden vervangen door een leasevordering (€ 8,9 miljoen). Samen met de uitgestelde belastingimpact van de bovengenoemde aanpassingen (€ 7,8 miljoen) werd de goodwill verminderd met € 22,3 miljoen. De opname van de reële waarde van de immateriële activa en de impact van het sales en lease back-model en het huurmodel en alignering van het boekhoudbeleid van Nextel resulteerde in extra afschrijvingskosten op immateriële vaste activa (€ 2,1 miljoen), een daling van de afschrijvingskosten op materiële vaste activa (€ 1,8 miljoen), een vermindering van de opbrengsten (€ 1,0 miljoen) en een stijging van de kosten van verkochte goederen (€ 0,7 miljoen) opgenomen voor de periode tussen de overnamedatum (31 mei 2018) en 31 december 2018, waarvoor de geconsolideerde winst- en verliesrekening en niet-gerealiseerde resultaten voor de twaalf maanden afgelopen op 31 december 2018 werden herwerkt.

2.1 Bedrijfsopbrengsten

Voor het jaar tot 31 december 2019 genereerden wij € 2.583,9 miljoen opbrengsten, een stijging met 2% tegenover € 2.533,8 miljoen in het vorige jaar. Onze opbrengsten voor FY 2019 omvatten een bijdrage aan de opbrengsten voor het volledige jaar van de lokale ICT-integrator Nextel, die we op 31 mei 2018 overnamen, tegenover een bijdrage voor zeven maanden in 2018; dit verhoogt onze opbrengsten in FY 2019 met € 50,1 miljoen. Daarnaast omvatten onze opbrengsten in FY 2019 een bijdrage voor een periode van zeven maanden van het lokale mediabedrijf De Vijver Media nv, waarvan wij op 3 juni 2019 het resterende aandeel van 50% verwierven en dat nu volledig geconsolideerd is en € 71,4 miljoen bijdraagt aan onze opbrengsten in FY 2019. De voornoemde niet-organische effecten buiten beschouwing gelaten, daalden onze rebased opbrengsten voor FY 2019 licht met 1,2%, een beduidende verbetering tegenover onze al opwaarts aangepaste opbrengstverwachting van ongeveer -2%. De beter dan verwachte opbrengstprestatie hield voornamelijk verband met een hogere verkoop van telefoons gedurende KW4 2019 en hogere productieopbrengsten van De Vijver Media. Wij konden bovendien onze opbrengsten uit kabelabonnementen grotendeels stabiel houden voor het volledige jaar 2019, ondanks bepaalde competitieve en regulatoire tegenwinden. Onze rebased opbrengsten voor FY 2019 werden nadelig beïnvloed door (i) lagere overige opbrengsten als gevolg van het verlies van het MVNO-contract met MEDIALAAN, dat sinds begin april een negatieve impact heeft op onze wholesale-opbrengsten, (ii) lagere interconnectieopbrengsten als gevolg van lagere vaste afgiftetarieven en dalende sms-volumes en (iii) lagere opbrengsten uit mobiele telefonie als weerspiegeling van lagere opbrengsten uit het gebruik, in het licht van het aanhoudende succes van onze forfaitaire 'WIGO' quad-playbundels en ons verbeterde mobiele aanbod, met inbegrip van grotere mobiele datategoeden. Het voornoemde verlies van het MVNO-contract buiten beschouwing gelaten, zouden onze rebased opbrengsten voor 2019 grotendeels stabiel geweest zijn jaar-op-jaar.

In KW4 2019 genereerden wij € 673,3 miljoen opbrengsten, een stijging met 5% tegenover € 642,1 miljoen in de periode van vorig jaar, die nog geen kwartaalbijdrage van het recent overgenomen De Vijver Media omvatte. Deze niet-organische impact buiten beschouwing gelaten, waren onze rebased opbrengsten in KW4 2019 nagenoeg stabiel vergeleken met vorig jaar (-0,7%), gedreven door de al vermelde factoren. Vergeleken met KW3 2019 verbeterde de trend voor onze rebased opbrengsten beduidend in het kwartaal, gedreven door (i) de hogere verkoop van telefoons dankzij het succes van onze eindejaarpromoties, (ii) hogere omzet via programmering bij De Vijver Media.

KABELTELEVISIE

Onze opbrengsten uit kabeltelevisie vertegenwoordigen de maandelijkse vergoeding die onze televisieabonnees betalen voor de kanalen die ze in het basispakket ontvangen, alsmede de opbrengsten die door onze abonnees op premium tv worden gegenereerd en die voornamelijk bestaan uit (i) terugkerende huurgelden voor settopboxen, (ii) vergoedingen voor extra premium content die wij aanbieden, inclusief onze video on demand pakketten 'Play', 'Play More' en 'Play Sports', en (iii) transactionele en broadcasting ondemanddiensten. Voor het jaar tot 31 december 2019 bedroegen onze opbrengsten uit kabeltelevisie € 574,4 miljoen (KW4 2019: € 143,6 miljoen), een daling met 1% tegenover vorig jaar, zowel op gerapporteerde als op rebased basis. De verwachte terugval van onze televisieopbrengsten was vooral te wijten aan de aanhoudende geleidelijke afname van onze totale abonneebasis voor kabeltelevisie, gedeeltelijk gecompenseerd door het voordeel van onze prijsaanpassingen en een groter aandeel van premium kabeltelevisie klanten

BREEDBANDINTERNET

De opbrengsten uit onze residentiële klanten en kleine ondernemingen met een breedbandinternetabonnement bedroegen € 651,7 miljoen voor FY 2019 (KW4 2019: € 164,9 miljoen), een stijging met bijna 4% tegenover vorig jaar, zowel op gerapporteerde als op rebased basis. Dit werd gedreven door (i) het aanhoudende succes van onze 'WIGO'-voorstellen, dat het aandeel premium kabelabonnees in onze mix verhoogde, (ii) een aanhoudend sterke prestatie in het segment van de kleine ondernemingen dankzij het succes van het in september 2019 gelanceerde aanbod 'KLIK' (voorheen "WIGO Business" genaamd) en (iii) de gunstige impact van de al vermelde prijsaanpassingen. Na de recente vernieuwing van onze portfolio voor zelfstandige breedband, zal het aandeel van de opbrengsten van onze vaste en FMCbundels in onze breedbandinkomsten vanaf 1 januari 2020 afnemen. Dit zal een nadelige impact hebben op onze opbrengsten uit breedbandinternet, volledig gecompenseerd door een toename van onze opbrengsten uit televisie, vaste telefonie en mobiele telefonie. Deze wijziging zal ook een impact hebben op de ARPU per klantrelatie, zoals reeds uiteengezet, maar zal ons onderliggend omzetprofiel niet beïnvloeden.

VASTE TELEFONIE

Onze opbrengsten uit vaste telefonie omvatten de terugkerende opbrengsten uit abonnementsgelden die door onze abonnees op vaste telefonie worden betaald alsook variabele verbruiksgerelateerde opbrengsten, maar niet de door deze klanten gegenereerde interconnectieopbrengsten, die onder overige opbrengsten worden gerapporteerd. Voor het jaar tot 31 december 2019 daalden onze opbrengsten uit vaste telefonie op zowel gerapporteerde als rebased basis met 6% naar € 219,0 miljoen (KW4 2019: € 54,5 miljoen) vergeleken met € 232,9 miljoen vorig jaar. De gunstige impact van de al vermelde prijsaanpassingen werd meer dan geneutraliseerd door (i) een aanhoudende geleidelijke daling van onze totale basis van opbrengstgenererende eenheden voor residentiële vaste telefonie, in de context van een uitdagende markt en een algemeen dalende markttrend en (ii) lagere verbruiksgerelateerde opbrengsten als gevolg van een aanhoudende verschuiving naar onbeperkt bellen.

MOBIELE TELEFONIE

Onze opbrengsten uit mobiele telefonie vertegenwoordigen de opbrengsten uit abonnementsgelden die door onze directe abonnees voor mobiele telefonie worden gegenereerd alsook opbrengsten buiten bundel, maar omvatten niet (i) de interconnectieopbrengsten die door deze klanten worden gegenereerd, (ii) de opbrengsten uit de verkoop van telefoons en (iii) de opbrengsten uit onze 'Choose Your Device' programma's, die alle onder overige opbrengsten worden gerapporteerd. Voor het jaar tot 31 december 2019 bedroegen de opbrengsten uit mobiele telefonie € 444,7 miljoen (KW4 2019: € 112,3 miljoen), een daling met meer dan 3% jaar-op-jaar op zowel gerapporteerde als rebased basis. De aanhoudend forse netto groei van het aantal abonnees met een postpaid abonnement werd meer dan geneutraliseerd door (i) lagere opbrengsten die onze abonnees op mobiele telefonie buiten hun maandelijkse bundel genereerden, als gevolg van onze verbeterde 'WIGO'-quad-playbundels en de overstap naar de zelfstandige onbeperkte mobiele aanbiedingen van zowel Telenet als BASE, (ii) hogere bundelgerelateerde kortingen na het succes van onze 'WIGO'-quad-playbundels en (iii) een aanhoudende daling van het aantal klanten met een prepaid kaart.

BEDRIJFSDIENSTEN

De onder bedrijfsdiensten gerapporteerde opbrengsten betreffen (i) de opbrengsten die worden gegenereerd op niet-coaxproducten, inclusief glasvezel- en geleasede DSL-lijnen, (ii) door onze KMO-klanten gegenereerde opbrengsten uit mobiele telefonie, (iii) onze 'carrier'-diensten en (iv) diensten met toegevoegde waarde zoals hostingdiensten en beheerde beveiligingsdiensten. Onze opbrengsten uit bedrijfsdiensten omvatten ook de opbrengsten gegenereerd door de lokale ICT-integrator Nextel, die wij op 31 mei 2018 overnamen. De opbrengsten uit zakelijke klanten op alle coaxgerelateerde producten, zoals onze vlaggenschipbundel "KLIK" (voorheen 'WIGO Business' genaamd), worden toegerekend aan onze opbrengsten uit kabelabonnementen en worden niet gerapporteerd binnen Telenet Business, onze B2Bafdeling.

De opbrengsten van Telenet Business bedroegen € 205,8 miljoen voor het jaar eindigend op 31 december 2019 (KW4 2019: € 53,2 miljoen), een stijging met 7% tegenover vorig jaar op gerapporteerde basis, vooral dankzij de al vermelde bijdrage van Nextel sinds de overname op 31 mei 2018. Op rebased basis daalden onze B2B-opbrengsten voor het volledige jaar 2019 met 2% vergeleken met vorig jaar. De daling werd voornamelijk veroorzaakt door (i) een lagere bijdrage van onze activiteiten beveiliging en ICT integrator en (ii) lagere buiten-bundel opbrengsten gegenereerd door onze KMO klanten.

OVERIGE

De overige opbrengsten omvatten (i) interconnectieopbrengsten uit zowel vaste als mobiele telefonie, (ii) wholesale-opbrengsten uit zowel onze commerciële als gereguleerde wholesale-activiteiten, (iii) opbrengsten uit de verkoop van telefoons, inclusief de opbrengsten uit onze 'Choose Your Device'-programma's, (iv) de bijdrage van De Vijver Media nv, dat op 3 juni 2019 volledig werd geconsolideerd, (v) vergoedingen voor de activering en installatie van producten, (vi) opbrengsten uit de verkoop van settopboxen. Onze overige opbrengsten bedroegen € 488,3 miljoen voor het jaar tot 31 december 2019 (KW4 2019: € 144,8 miljoen), een stijging met 11% jaar-op-jaar op gerapporteerde basis, aangezien lagere interconnectieopbrengsten en lagere wholesale-opbrengsten na het verlies van het MVNO-contract met MEDIALAAN ruimschoots werden gecompenseerd door de bijdrage voor zeven maanden van De Vijver Media en door hogere opbrengsten uit de verkoop van telefoons. Op rebased basis daalden onze overige opbrengsten met iets meer dan 2% jaarop-jaar als gevolg van lagere wholesale-opbrengsten na het verlies van het MVNO-contract met MEDIALAAN en lagere interconnectieopbrengsten na een daling van de gereguleerde vaste afgiftetarieven, gedeeltelijk gecompenseerd door hogere opbrengsten uit de verkoop van telefoons vergeleken met vorig jaar en een hogere bijdrage van De Vijver Media.

2.2 Bedrijfskosten

In het jaar tot 31 december 2019 bedroegen onze totale bedrijfskosten € 1.898,4 miljoen, een daling met 2% tegenover vorig jaar. De totale bedrijfskosten voor het boekjaar 2019 weerspiegelden de voornoemde nietorganische impact van de overname van Nextel en De Vijver Media en de toepassing van de nieuwe IFRS 16 lease accounting standaard vanaf begin 2019, terwijl de totale bedrijfskosten in 2018 een bijzondere waardevermindering van € 36,8 miljoen op onze kabelactiviteiten in Luxemburg omvatten. De totale bedrijfskosten kwamen overeen met ongeveer 73% van de bedrijfsopbrengsten in het jaar tot 31 december 2019 (FY 2018: ongeveer 76%). Voor het jaar tot 31 december 2019 kwam de kostprijs van geleverde diensten als percentage van de opbrengsten overeen met ongeveer 52% (FY 2018: ongeveer 55%) en vertegenwoordigden de verkoop-, algemene en beheerskosten ongeveer 21% van de totale bedrijfsopbrengsten (FY 2018: ongeveer 21%).

Onze operationele kosten, het totaal van (i) onze netwerkexploitatiekosten, (ii) directe kosten, (iii) personeelskosten, (iv) verkoop- en marketingkosten, (v) uitbestede arbeidsdiensten en professionele diensten en (vi) overige indirecte kosten, bleven voor het jaar tot 31 december 2019 grotendeels stabiel op gerapporteerde basis en weerspiegelden de reeds vermelde niet-organische impact van de overnames en IFRS 16. Op rebased basis, met aanpassing van onze kosten voor de periode van vorig jaar voor de nietorganische impact van de overnames en voor IFRS 16, daalden onze operationele kosten voor het jaar tot 31 december 2019 met bijna 1% tegenover vorig jaar. Dit was voornamelijk te danken aan (i) een daling van 13% van de indirecte kosten en (ii) een daling met meer dan 4% van onze personeelskosten als gevolg van de overdracht van onze field services aan Unit-T in KW3 2018, gedeeltelijk geneutraliseerd door (i) hogere operationele netwerkkosten, (ii) hogere kosten van uitbestede arbeidsdiensten en professionele diensten, (iii) een stijging met 1% van onze directe kosten, voornamelijk als gevolg van hogere programmeringskosten bij De Vijver Media en hogere kosten voor de aankoop van telefoons en (iv) hogere verkoop- en marketingkosten in verband met de intensieve promotie in KW4 2019.

In KW4 daalden onze totale bedrijfskosten met 4% jaar-op-jaar naar € 501.0 miljoen op gerapporteerde basis. Onze totale kosten in KW4 weerspiegelden de niet-organische impact van de overname van De Vijver Media en de impact van IFRS 16, waarbij de totale kosten in KW4 van het jaar voordien de reeds vermelde bijzondere waardevermindering reflecteerden. Onze operationele kosten stegen met 4% in KW4 2019 op gerapporteerde basis, hoofdzakelijk door dezelfde factoren als hierboven vermeld. In KW4 2019 stegen de operationele kosten met 3% jaar-op-jaar op rebased basis, voornamelijk als gevolg van hogere programmeringskosten bij De Vijver Media en hogere kosten voor de aankoop van telefoons, niet volledig gecompenseerd door lagere indirecte kosten en lagere personeelskosten.

NETWERKEXPLOITATIEKOSTEN

Onze netwerkexploitatiekosten bedroegen € 196,9 miljoen voor het jaar tot 31 december 2019 (KW4 2019: € 48,1 miljoen) vergeleken met € 192,0 miljoen voor FY 2018, op gerapporteerde basis. Op rebased basis stegen onze netwerkexploitatiekosten met 3% jaar-op-jaar. In KW3 van vorig jaar voltooiden wij de overdracht van onze field services naar Unit-T, waarin wij een participatie van 30% hebben genomen. Via deze joint venture zullen wij deel hebben aan de voordelen van de groeiende markt van field services in domeinen zoals nieuwe digitale technologieën en het Internet of Things ('IoT'). Deze transactie resulteerde in hogere netwerkexploitatiekosten en hogere kosten van uitbestede arbeidsdiensten en professionele diensten, terwijl ze een positieve impact heeft op onze personeelskosten, aanzien onze ingenieurs op het terrein en hun gerelateerde kosten naar Unit-T overgebracht zijn.

DIRECTE KOSTEN (PROGRAMMERING EN AUTEURSRECHTEN, INTERCONNECTIE EN ANDERE)

Onze directe kosten omvatten alle directe kosten zoals (i) interconnectiekosten, met inbegrip van onze MVNO-kosten, (ii) programmerings- en auteursrechten en (iii) de verkoop en subsidiëring van telefoons. Voor het jaar tot 31 december 2019 bedroegen onze directe kosten € 525,4 miljoen (KW4 2019: € 143,7 miljoen), een stijging met 4% tegenover het jaar voordien op gerapporteerde basis. Op rebased basis stegen onze directe kosten licht met 1% jaar-op-jaar, als gevolg van hogere programmeringskosten bij De Vijver Media en hogere kosten in verband met de aankoop van telefoons, bijna volledig gecompenseerd door beduidend lagere interconnectiekosten en copyrightkosten. Dezelfde factoren resulteerden in een stijging van 12% van onze directe kosten in KW4 2019 vergeleken met dezelfde periode vorig jaar.

PERSONEELSKOSTEN

De personeelskosten voor het jaar tot 31 december 2019 bedroegen € 261,1 miljoen (KW4 2019: € 69,6 miljoen) een stijging met 3% tegenover vorig jaar op gerapporteerde basis, als gevolg van de reeds vermelde niet-organische impact en de nadelige kostenimpact van de loonindexering sinds januari 2019. Op rebased basis daalden de personeelskosten voor het jaar tot 31 december 2019 met meer dan 4% tegenover vorig jaar, als gevolg van de impact van de reeds vermelde transactie met Unit-T en een kleiner personeelsbestand vergeleken met vorig jaar.

VERKOOP- EN MARKETINGKOSTEN

Onze verkoop- en marketingkosten voor het jaar tot 31 december 2019 bedroegen € 96,8 miljoen (KW4 2019: € 31,9 miljoen), een stijging met 7% op gerapporteerde basis tegenover vorig jaar. Op rebased basis stegen onze verkoop- en marketingkosten in dezelfde periode met bijna 3%, voornamelijk vanwege meer intensieve promotieactiviteiten en de lancering van nieuwe producten

UITBESTEDE ARBEIDSDIENSTEN EN PROFESSIONELE DIENSTEN

De kosten in verband met uitbestede arbeidsdiensten en professionele diensten bedroegen € 38,2 miljoen voor het jaar tot 31 december 2019 (KW4 2019: € 10,5 miljoen), een stijging met 19% jaar-op-jaar op gerapporteerde basis en een weerspiegeling van de reeds vermelde overdracht van onze field services naar Unit-T. Op rebased basis stegen de kosten in verband met uitbestede arbeidsdiensten en professionele diensten met 18% vergeleken met vorig jaar.

OVERIGE INDIRECTE KOSTEN

De overige indirecte kosten bedroegen € 90,1 miljoen voor het jaar tot 31 december 2019 (KW4 2019: € 18,6 miljoen), een forse daling met 35% tegenover vorig jaar, voornamelijk toe te schrijven aan de al vermelde toepassing van IFRS 16. Op rebased basis daalden de overige indirecte kosten met 13% jaar-op-jaar, een weerspiegeling van onze aanhoudende focus op operationele leverage en een strakke kostenbeheersing.

AFSCHRIJVINGEN EN HERSTRUCTURERINGEN, INCLUSIEF WAARDEVERMINDERINGEN OP ACTIVA MET LANGE LEVENSDUUR EN VERLIES OP VERKOOP (WINST) VAN DOCHTERVENNOOTSCHAPPEN

De waardeverminderingen en afschrijvingen, met inbegrip van de bijzondere waardevermindering op vaste activa, verlies (winst) uit de afstoting van dochterondernemingen en herstructureringskosten, bedroegen € 676,2 miljoen voor het jaar tot 31 december 2019, vergeleken met € 706,1 miljoen vorig jaar en met inbegrip van de voornoemde bijzondere waardevermindering. Vergeleken met vorig jaar noteerden we ondanks de impact van de toepassing van IFRS 16 lagere waardeverminderingen en afschrijvingskosten, aangezien het leeuwendeel van onze programma's voor de verbetering van onze vaste en mobiele infrastructuur nu voltooid is.

2.3 Nettoresultaat

FINANCIËLE OPBRENGSTEN EN KOSTEN

Voor het jaar tot 31 december 2019 bedroegen onze netto financiële kosten € 332,2 miljoen, vergeleken met € 263,3 miljoen vorig jaar. De financiële opbrengsten voor het jaar tot 31 december 2019 daalden naar € 24,7 miljoen, vergeleken met € 112,2 miljoen vorig jaar, voornamelijk als gevolg van een lagere niet-geldelijke winst op onze derivaten. De financiële kosten voor het jaar tot 31 december 2019 daalden met 5% naar € 356,9 miljoen, vergeleken met € 375,5 miljoen vorig jaar. Deze daling was voornamelijk te danken aan een € 71,8 miljoen lager niet-geldelijk wisselkoersverlies op onze uitstaande in USD luidende schuld vergeleken met 2018, gedeeltelijk geneutraliseerd door een € 24,9 miljoen hoger verlies op de aflossing van schuld door bepaalde herfinancieringen. Deze impact buiten beschouwing gelaten, stegen onze netto financiële kosten jaar-op-jaar vanwege een hoger schuldsaldo in verband met de buitengewone dividenduitkering in oktober 2018.

In KW4 2019 bedroegen onze netto financiële kosten € 37,2 miljoen, een daling met 37% jaar-op-jaar, grotendeels als gevolg van de al vermelde factoren.

WINSTBELASTINGEN

In FY 2019 noteerden wij € 117,9 miljoen winstbelastingen (KW4 2019: € 44,1 miljoen) vergeleken met € 118,1 miljoen vorig jaar.

NETTO WINST

In FY 2019 boekten we een netto winst van € 234,6 miljoen, vergeleken met een netto winst van € 250,8 miljoen verleden jaar. De daling van onze netto winst met 6% was voornamelijk het gevolg van hogere netto financieringslasten in de periode, die een sterke stijging met 15% jaar-op-jaar van onze bedrijfswinst meer dan neutraliseerden. Onze netto winst in 2018 omvatte ook een gunstige impact van € 22,7 miljoen uit de terugneming van een bijzondere waardevermindering op een volgens de 'equity'-methode verwerkte deelneming en een winst van € 10,5 miljoen op de verkoop van activa aan een joint venture. Voor het jaar tot 31 december 2019 realiseerden we een netto winstmarge van 9,1%, vergeleken met een netto winstmarge van 9,9% vorig jaar.

In KW4 2019 boekten we een netto winst van € 91,7 miljoen, een stijging met 103% jaar-op-jaar, dankzij een hogere bedrijfswinst en lagere netto financiële kosten. Onze netto winstmarge in KW4 2019 bedroeg 13,6%, vergeleken met een netto winstmarge van 7,0% in KW4 van vorig jaar.

2.4 Adjusted EBITDA

Voor het jaar tot 31 december 2019 realiseerden we een Adjusted EBITDA van € 1.375,4 miljoen, 4% meer dan de € 1.322,4 miljoen Adjusted EBITDA van vorig jaar. Onze Adjusted EBITDA in FY 2019 weerspiegelde de toepassing van IFRS 16 vanaf januari 2019, met een gunstige impact op onze Adjusted EBITDA in de periode van € 41,7 miljoen tegenover vorig jaar. Bovendien weerspiegelde onze Adjusted EBITDA in FY 2019 de reeds vermelde niet-organische impact van de overname van Nextel en De Vijver Media, waarbij dat laatste € 22,8 miljoen bijdroeg aan onze Adjusted EBITDA in FY 2019. Op gerapporteerde basis bedroeg onze aangepaste EBITDA-marge 53,2% voor FY 2019, vergeleken met 52,2% voor FY 2018.

Op rebased basis daalde onze Adjusted EBITDA voor FY 2019 met bijna 2% (-1,7%) vergeleken met vorig jaar, een weerspiegeling van het verlies van het MVNO-contract met MEDIALAAN en bepaalde regulatoire tegenwinden. Op rebased basis konden wij onze Adjusted EBITDA-marge in FY 2019 grotendeels stabiel houden, dankzij een aanhoudend strakke kostenbeheersing en ons vermogen om operating leverage te behalen in het hele bedrijf.

In KW4 2019 realiseerden we een Adjusted EBITDA van € 350,9 miljoen, 6% meer dan in dezelfde periode van vorig jaar, toen onze Adjusted EBITDA op gerapporteerde basis € 332.5 miljoen bedroeg. Onze Adjusted EBITDA in KW4 2019 weerspiegelde de voornoemde toepassing van IFRS 16 vanaf januari 2019 en de al vermelde overname van De Vijver Media, die onze Adjusted EBITDA in KW4 2019 met respectievelijk € 10,9 miljoen en € 14,5 miljoen verhoogden. Op gerapporteerde basis bedroeg onze Adjusted EBITDA-marge 52,1% in KW4 2019, vergeleken met 51,8% in KW4 van vorig jaar. Op rebased basis daalde onze Adjusted EBITDA in KW4 2019 met bijna 4% tegenover dezelfde periode van vorig jaar. Deze verwachte terugval was te wijten aan (i) het verlies van het MVNO-contract met MEDIALAAN, (ii) hogere verkoop- en marketingkosten en (iii) een meer uitdagende vergelijkingsbasis na het sterke KW4 van vorig jaar.

(in € miljoen) Voor de drie maanden
afgesloten op
31 december
Voor het jaar afgesloten
op
31 december
2019 2018 -
restated
% Verschil 2019 2018 -
restated
% Verschil
Winst over de verslagperiode 91,7 45,2 103 % 234,6 250,8 (6)%
Belastingen 44,1 42,9 3 % 117,9 118,1 — %
Aandeel in het resultaat van geassocieerde
deelnemingen
(0,7) (2,5) (72)% 0,9 (1,4) (164)%
Terugname van bijzondere waardevermindering in
investeringen in geassocieerde deelnemingen
(22,7) (100)% (22,7) (100)%
Verlies (winst) uit de overdracht van activa aan
een joint venture
0,3 (100)% (0,1) (10,5) (99)%
Netto financiële kosten 37,2 58,7 (37)% 332,2 263,3 26 %
Afschrijvingen en waardeverminderingen 176,8 197,5 (10)% 675,5 694,5 (3)%
EBITDA 349,1 319,4 9 % 1.361,0 1.292,1 5 %
Vergoeding op basis van aandelen 2,2 10,4 (79)% 13,0 17,5 (26)%
Operationele kosten betreffende overnames of
desinvesteringen
0,2 0,6 (67)% 0,7 4,4 (84)%
Herstructureringskosten (0,6) 5,3 N.M. 0,7 11,6 (94)%
Aanpassingen van toewijzingsverschillen na de
erkenningsperiode m.b.t. overnames
(3,2) (100)% (3,2) (100)%
Adjusted EBITDA 350,9 332,5 6 % 1.375,4 1.322,4 4 %
Adjusted EBITDA-marge 52,1 % 51,8 % 53,2 % 52,2 %
Nettowinstmarge 13,6 % 7,0 % 9,1 % 9,9 %

Tabel 1: Reconciliatie tussen winst over de verslagperiode en Adjusted EBITDA (niet geauditeerd)

N.M. - Not Meaningful (Niet Betekenisvol)

2.5 Investeringsuitgaven

De toe te rekenen investeringsuitgaven voor het jaar tot 31 december 2019 bedroegen € 586,9 miljoen, een daling met 15% tegenover de periode van vorig jaar en het equivalent van ongeveer 23% van de opbrengsten. Onze toe te rekenen investeringsuitgaven in 2019 omvatten de opname van de uitzendrechten van de Britse Premier League voor drie seizoenen. Overeenkomstig de EU IFRS zijn deze uitzendrechten geactiveerd als immateriële vaste activa en worden ze afgeschreven naarmate de voetbalseizoenen vorderen. Onze toe te rekenen investeringsuitgaven in 2018 weerspiegelden de verlenging tot maart 2021 van de licentie voor het 2G mobiele spectrum, die in jaarlijkse aflossingen zal worden betaald tot ze vervalt. De opname van de licentie voor het mobiele spectrum en de voetbaluitzendrechten in beide periodes buiten beschouwing gelaten, vertegenwoordigden onze toe te rekenen investeringsuitgaven ongeveer 21% van onze opbrengsten in 2019, vergeleken met ongeveer 26% in 2018. Wij zijn er bijgevolg in geslaagd onze kapitaalintensiteit beduidend te verlagen tegenover de vorige jaren, nu de modernisering van zowel onze vaste als onze mobiele infrastructuur vrijwel volledig voltooid is.

De investeringsuitgaven voor installaties bij klanten, die onze uitgaven in verband met settopboxen, modems en wifi-powerlines omvatten, vertegenwoordigden € 95,7 miljoen in 2019 (KW4 2019: € 20,6 miljoen). De daling met 9% tegenover vorig jaar was voornamelijk het gevolg van seizoensgebonden beduidend hogere uitgaven in het laatste deel van 2018, die de impact van onze succesvolle campagnes voor connectiviteit in huis en de lancering van onze settopbox van de volgende generatie ruimschoots neutraliseerden. In FY 2019 vertegenwoordigden de investeringsuitgaven voor installaties bij klanten ongeveer 17% van onze totale toe te rekenen investeringsuitgaven (met uitsluiting van de opname van de voetbaluitzendrechten).

De toe te rekenen investeringsuitgaven voor de uitbreiding en upgrades van het netwerk bedroegen € 109,1 miljoen in 2019 (KW4 2019: € 30,3 miljoen), een daling met 50% tegenover vorig jaar en voornamelijk een weerspiegeling van de vrijwel volledige voltooiing van onze programma's voor de verbetering van onze vaste en mobiele netwerkinfrastructuur. In het jaar tot 31 december 2019 vertegenwoordigden de netwerkgerelateerde investeringsuitgaven ongeveer 20% van onze totale toe te rekenen investeringsuitgaven (met uitsluiting van de opname van de voetbaluitzendrechten).

De investeringsuitgaven voor producten en diensten, die onder meer onze investeringen in productontwikkeling en de upgrade van onze IT-platformen en -systemen weerspiegelen, bedroegen in totaal € 112,3 miljoen in 2019 (KW4 2019: € 30,2 miljoen). Dit is een daling met 6% jaar-op-jaar en weerspiegelt de in ons IT-upgradeprogramma geboekte vooruitgang. De investeringsuitgaven voor producten en diensten vertegenwoordigden ongeveer 20% van de totale toe te rekenen investeringsuitgaven (met uitsluiting van de opname van de voetbaluitzendrechten) voor het jaar tot 31 december 2019.

De rest van onze toe te rekenen investeringsuitgaven omvatte (i) herstellingen en vervangingen van netwerkapparatuur, (ii) kosten voor de aankoop van sport en programmering, (iii) bepaalde recurrente investeringen in ons IT-platform en onze It-systemen en (iv) leasetoevoegingen onder IFRS 16. Deze bedroegen € 269,8 miljoen voor het jaar tot 31 december 2019 (KW4 2019: € 77,6 miljoen), met inbegrip van de al vermelde opname van de uitzendrechten van de Britse Premier League en de niet-organische impact van de overname van De Vijver Media.

Het bovenstaande impliceert dat ongeveer 57% van onze toe te rekenen investeringsuitgaven (met uitsluiting van de opname van de voetbaluitzendrechten) in 2019 schaalbaar was en gerelateerd was aan de groei van het abonneebestand. We zullen er nauwlettend op blijven toezien dat onze investeringsuitgaven de opbrengsten incrementeel doen stijgen.

Onze toe te rekenen investeringsuitgaven bedroegen € 158,7 miljoen in KW4 2019. Dit is een daling met 22% tegenover de periode van vorig jaar, die werd gekenmerkt door de overname van het kabelnetwerk in de Brusselse gemeente Etterbeek en de doorlopende uitgaven voor de upgrade van ons HFC-netwerk naar een Gigabit-netwerk. Op relatieve basis vertegenwoordigden onze toe te rekenen investeringsuitgaven ongeveer 24% van de opbrengsten in KW4 2019 tegenover ongeveer 32% in KW4 van vorig jaar.

Tabel 2: Reconciliatie tussen toe te rekenen bedrijfsinvesteringen en geldelijke bedrijfsinvesteringen (niet geauditeerd)

(in € miljoen) Voor de drie maanden
afgesloten op
31 december
Voor het jaar afgesloten
op
31 december
2019 2018 % Verschil 2019 2018 % Verschil
Toe te rekenen bedrijfsinvesteringen 158,7 203,0 (22)% 586,9 687,7 (15)%
Activa verworven via kapitaalgerelateerde
financieringsregelingen met leveranciers
(23,3) (57,0) (59)% (210,6) (293,5) (28)%
Activa verworven onder leases (11,2) (7,4) 51 % (64,1) (28,1) 128 %
Veranderingen in kortlopende verplichtingen
gerelateerd aan bedrijfsinvesteringen
(0,5) (49,3) (99)% 99,7 37,6 165 %
Geldelijke bedrijfsinvesteringen, netto 123,7 89,3 39 % 411,9 403,7 2 %

2.6 Operationele vrije kasstroom

In het jaar tot 31 december 2019 leverde de som van onze Adjusted EBITDA en toe te rekenen investeringsuitgaven, de opname van de voetbaluitzendrechten buiten beschouwing gelaten, een operationele vrije kasstroom van € 821,3 miljoen op. Vergeleken met FY 2018 verbeterde onze operationele vrije kasstroom met 23%, voornamelijk als gevolg van een daling met 15% van onze toe te rekenen investeringsuitgaven (de opname van de licentie voor het 2G mobiele spectrum en de voetbaluitzendrechten buiten beschouwing gelaten) en van de al vermelde stijging van onze Adjusted EBITDA. Exclusief het effect van de toepassing van IFRS 16 op onze toe te rekenen bedrijfsinvesteringen, zou onze operationele vrije kasstroom voor FY 2019 18% hoger zijn geweest dan vorig jaar op rebased basis en dus aan de bovenkant van onze vooruitzichten van 16-18% voor FY 2019.

Onze operationele vrije kasstroom in KW4 2019 bereikte € 194,0 miljoen, een stijging met 15% tegenover de periode van vorig jaar.

Voor de drie maanden
afgesloten op
Voor het jaar afgesloten
op
(in € miljoen) 31 december 31 december
2019 2018 -
restated
% Verschil 2019 2018 -
restated
% Verschil
Adjusted EBITDA 350,9 332,5 6 % 1.375,4 1.322,4 4 %
Toe te rekenen bedrijfsinvesteringen (158,7) (203,0) (22)% (586,9) (687,7) (15)%
Opname van voetbaluitzendrechten 1,8 100% 32,8 100 %
Opname van licenties voor het mobiele spectrum —% 33,5 (100)%
Toe te rekenen bedrijfsinvesteringen,
exclusief de opname van
voetbaluitzendrechten en licenties
voor het mobiele spectrum
(156,9) (203,0) (23)% (554,1) (654,2) (15)%
Operationele vrije kasstroom 194,0 129,5 50 % 821,3 668,2 23%

Tabel 3: Reconciliatie operationele vrije kasstroom (niet geauditeerd)

2.7 Kasstroom en liquiditeit

NETTOKASSTROOM UIT BEDRIJFSACTIVITEITEN

In het jaar tot 31 december 2019 genereerden onze activiteiten een netto kasstroom van € 1.092,5 miljoen, vergeleken met € 1.075,6 miljoen vorig jaar. De netto kasstroom uit onze operationele activiteiten in FY 2019 omvatte de niet-organische impact van de overname van Nextel en De Vijver Media en de toepassing van IFRS 16, gecompenseerd door de netto kasstroom gebruikt in financieringsactiviteiten. Onze netto operationele kasstroom steeg met 2% jaar-op-jaar door een eenmalig positieve trend in ons werkkapitaal als gevolg van de alignering van welbepaalde klantenfacturatiecycli en een toename van onze Adjusted EBITDA met 4%. Deze meewinden werden vrijwel geneutraliseerd werd door € 56,0 miljoen hogere geldelijke rentelasten als gevolg van ons hogere schuldsaldo en tijdsvariaties in onze geldelijke rentebetalingen na bepaalde herfinancieringstransacties en € 55,9 miljoen hogere geldelijke betalingen van belastingen dan vorig jaar.

In KW4 2019 genereerden wij € 338,5 miljoen netto kasstroom uit bedrijfsactiviteiten. Dit was een stijging met 34% jaar-op-jaar en weerspiegelde een verbeterde trend van ons werkkapitaal tegenover KW4 van vorig jaar.

NETTOKASSTROOM GEBRUIKT IN INVESTERINGSACTIVITEITEN

In het jaar tot 31 december 2019 bedroeg de netto kasstroom gebruikt in investeringsactiviteiten € 432,0 miljoen, tegenover € 466,4 miljoen in FY 2018. De netto kasstroom gebruikt in investeringsactiviteiten in FY 2019 weerspiegelde de overname van het resterende aandeel van 50% in het lokale mediabedrijf De Vijver Media in juni 2019, terwijl de netto kasstroom gebruikt in investeringsactiviteiten in FY 2018 de volledige overname van de lokale ICT-integrator Nextel in mei 2018 weerspiegelde. Wij gebruiken een leverancierskredietprogramma waarmee we onze betalingstermijnen voor bepaalde leveranciers tegen aantrekkelijke all-in kosten konden verlengen tot 360 dagen. In FY 2019 verwierven we € 210,6 miljoen aan activa via kapitaalgerelateerd leverancierskrediet (Q4 2019: € 23,3 miljoen), met een positief effect op de netto kasstroom gebruikt in investeringsactiviteiten voor eenzelfde bedrag. Dit vertegenwoordigde een daling met 28% en 59% jaar op jaar voor respectievelijk FY en KW4 2019. Raadpleeg Sectie 2.5 – Investeringsuitgaven voor een aansluiting tussen de toe te rekenen investeringsuitgaven en de contante investeringsuitgaven.

In KW4 2019 gebruikten we een netto kasstroom van € 127,5 miljoen in investeringsactiviteiten, een stijging met 42% jaar-op-jaar als gevolg van een lager niveau van leverancierskrediet dan in dezelfde periode van vorig jaar.

NETTOKASSTROOM GEBRUIKT IN FINANCIERINGSACTIVITEITEN

In het jaar tot 31 december 2019 bedroeg de netto kasstroom gebruikt in financieringsactiviteiten € 647,3 miljoen, tegenover € 560,1 miljoen netto kasstroom gebruikt in financieringsactiviteiten in FY 2018. De netto kasstroom gebruikt in financieringsactiviteiten in FY 2019 weerspiegelde een daling van onze leningen en kredieten met netto € 412,7 miljoen als gevolg van (i) de gedeeltelijke aflossing van onze 4,875% Senior Secured Fixed Rate Notes in oktober 2019 voor een totaalbedrag van € 413,3 miljoen (met inbegrip van een afkooppremie van € 42,3 miljoen), (ii) de gedeeltelijke aflossing van onze 4,875% Senior Secured Fixed Rate Notes in juli 2019 voor een totaalbedrag van € 109,2 miljoen (met inbegrip van een afkooppremie van € 3,2 miljoen), (iii) de vrijwillge terugbetaling van de externe schuld van De Vijver Media en (iv) geplande aflossingen van onze kortlopende verplichtingen voor leverancierskredieten. In de eerste helft van 2019 gaven wij € 101,1 miljoen uit aan de inkoop van eigen aandelen in het kader van ons Aandeleninkoopprogramma 2018bis van € 300,0 miljoen, dat eind juni 2019 volledig voltooid was. In dit programma kochten wij ongeveer 6,8 miljoen eigen aandelen in, waarvan ongeveer 3,1 miljoen in de loop van 2019 werden geschrapt. In december 2019 keerden wij een eerste bruto tussentijds dividend van € 62,8 miljoen (bruto € 0,57 per aandeel) uit als onderdeel van het beleidskader voor de aandeelhoudersvergoedingen dat wij op de Capital Markets Day in december 2018 voorstelden. De rest van de netto kasstroom gebruikt in financieringsactiviteiten bestond hoofdzakelijk uit terugbetalingen van financiële leases en andere financiële betalingen.

In KW4 2019 gebruikten wij een netto kasstroom in financieringsactiviteiten van € 192,0 miljoen, met inbegrip van de voornoemde tussentijdse dividenduitkering, vergeleken met een netto kasstroom van € 158,6 miljoen in KW4 2018.

AANGEPASTE VRIJE KASSTROOM

In het jaar tot 31 december 2019 genereerden we een aangepaste vrije kasstroom van € 391,0 miljoen, tegenover € 421,9 miljoen vorig jaar. Onze prognose voor het volledige jaar van € 380 tot € 400 miljoen werd dus waargemaakt. Vergeleken met 2018 omvatte onze aangepaste vrije kasstroom voor FY 2019 een € 94,2 miljoen lagere bijdrage van ons leverancierskredietprogramma. Deze impact buiten beschouwing gelaten, steeg onze onderliggende aangepaste vrije kasstroom zelfs met 19% jaar-op-jaar.

In KW4 2019 bedroeg onze aangepaste vrije kasstroom € 120,9 miljoen, een stijging met 38% jaar-op-jaar ondanks een € 53,6 lagere bijdrage van ons leverancierskredietprogramma in het kwartaal. De sterke prestatie van de aangepaste vrije kasstroom in het kwartaal was gedeeltelijk te danken aan een gunstige trend in ons werkkapitaal, die in het eerste kwartaal van 2020 gedeeltelijk zou kunnen omkeren.

2.8 Schuldprofiel, kassaldo en netto hefboomratio

SCHULDPROFIEL

Op 31 december 2019 bedroeg onze totale schuld (inclusief toe te rekenen rente) € 5.733,0 miljoen, waarvan een hoofdsom van € 1.490,6 miljoen verband houdt met de Senior Secured Fixed Rate Notes die in maart 2028 vervallen en een hoofdsom van € 3.153,8 miljoen die verschuldigd is onder onze Amended Senior Credit Facility 2018 die van augustus 2026 tot december 2027 vervalt. Onze totale schuld op 31 december 2019 omvatte ook een hoofdsom van € 354,9 miljoen in verband met ons leveranciers-kredietprogramma, die volledig binnen de 12 maanden vervalt, en € 4,0 miljoen voor het uitstaande gedeelte van de licenties voor het 2G en 3G mobiele spectrum. Het restant bestaat voornamelijk uit verplichtingen uit hoofde van financiële leases in verband met de overname van Interkabel, en verplichtingen uit hoofde van leases na de toepassing van IFRS 16.

Gedurende 2019 hebben we verschillende (her)financieringstransacties uitgevoerd met het oog op zowel verbetering van onze totale financieringskosten als uitbreiding van ons schuldprofiel. In mei 2019 gaven wij een nieuwe kortlopende wentelkredietfaciliteit uit ('RCF AP') voor een totaal bedrag van € 60,0 miljoen. Deze faciliteit vervalt op 31 december 2021, heeft een marge van 2,25% boven de EURIBOR (minimale rente 0%) en kan worden gebruikt voor de algemene doeleinden van de groep. Op 31 december 2019 was deze faciliteit volledig niet-opgenomen.

Op 3 juni 2019 verwierven wij het resterende aandeel van 50% in het lokale mediabedrijf De Vijver Media nv. Onmiddellijk na de afronding van deze transactie betaalden wij de schuld van € 62,0 miljoen van De Vijver Media aan een derde partij en beëindigden wij de bestaande renteswaps op zijn schuld met variabele rente, wat resulteerde in een geldelijke betaling van € 1,1 miljoen. Alle transacties werden vereffend met beschikbare geldmiddelen op onze balans.

In juli 2019 losten wij 20% af van onze € 530,0 miljoen 4,875% Senior Secured Fixed Rate Notes met vervaldag in juli 2027, voor een totaal bedrag van € 109,2 miljoen, met inbegrip van een afkoopsom van € 3,2 miljoen. Deze aflossing volgde op een eerste vrijwillige terugbetaling van 10% in maart 2018 en werd gedeeltelijk gefinancierd met cashoverschotten op de balans en een tijdelijke opname van onze wentelkredietfaciliteiten.

In oktober 2019 gaven we met succes een termijnlening van USD 220,0 miljoen en een termijnlening van € 175,0 miljoen uit als een toevoeging aan onze termijn lening faciliteiten. De netto opbrengsten van deze uitgiften werden gebruikt voor de aflossing van het volledige uitstaande bedrag van € 371,0 miljoen van de voornoemde Notes met vervaldatum in juli 2027, na de gedeeltelijke aflossing in juli 2019, met inbegrip van de betaling van € 42,3 miljoen voor de vervroegde beëindiging van leningen.

In januari 2020 hebben we een nieuwe 8,25-jaar USD 2,295 miljoen Termijnlening en een nieuwe 9,25-jaar € 1,110 miljoen Termijnlening uitgegeven om de equivalente bedragen af te lossen onder de bovengenoemde termijnleningfaciliteiten. Door deze positieve hefboomneutrale transactie zijn we erin geslaagd aantrekkelijke langetermijnrentetarieven vast te leggen en onze looptijd te verlengen. Zie 3.2 Gebeurtenissen na balansdatum voor meer informatie.

De kortlopende verplichtingen voor ons leverancierskredietprogramma buiten beschouwing gelaten, hadden wij op 31 december 2019 geen vervallende schulden voor augustus 2026 met een gewogen gemiddelde looptijd van 7,4 jaar. Daarnaast hadden wij op 31 december 2019 ook volledig toegang tot € 505,0 miljoen niet-opgenomen verbintenissen onder onze wentelkredietfaciliteiten, met bepaalde beschikbaarheden tot juni 2023.

SCHULDPROFIEL EN BETALINGSSCHEMA

De tabel hieronder geeft een overzicht van onze schuldinstrumenten en ons betalingsschema op 31 december 2019.

Tabel 4: Schuldoverzicht per 31 december 2019

Totale
faciliteit
per
Opge
nomen
bedrag
Niet
opgeno
men
Vervaldag
Interestvoet
Interestbetaling
verschuldigd
31 december 2019 bedrag
(in € miljoen)
2018 Gewijzigde Senior
Credit Facility
Termijnlening AN 2.043,8 2.043,8 15 augustus
2026
Vlottend 6-maand
LIBOR (0% bodem)
+ 2,25%
Halfjaarlijks (jan. en juli)
Termijnlening AO 1.110,0 1.110,0 15 december
2027
Vlottend 6-maand
EURIBOR (0%
bodem) + 2,50%
Halfjaarlijks (jan. en juli)
Wentelkrediet (Faciliteit AG) 400,0 400,0 30 juni 2023 Vlottend 1-maand
EURIBOR (0%
bodem) + 2,75%
Maandelijks
Wentelkrediet (Faciliteit AP) 60,0 60,0 31 december
2021
Vlottend 1-maand
EURIBOR (0%
bodem) + 2,25%
Maandelijks
Senior Secured Fixed
Rate Notes
€600 miljoen Senior Secured
Notes met vervaldag 2028
(Faciliteit AK)
600,0 600,0 1 maart 2028 Vast 3,50% Halfjaarlijks (jan. en juli)
USD 1 miljard Senior
Secured Notes met
vervaldag 2028 (Faciliteit AJ)
890,6 890,6 1 maart 2028 Vast 5,50% Halfjaarlijks (jan. en juli)
Overige
Wentelkrediet 20,0 20,0 30 september
2021
Vlottend 1-maand
EURIBOR (O%
bodem) + 2,00%
Maandelijks
Overdraft-faciliteit 25,0 25,0 31 december
2020
Vlottend 1-maand
EURIBOR (0% floor)
+ 1,60%
Niet van toepassing
Totaal nominaal bedrag 5.149,4 4.644,4 505,0

Toelichting: In bovenstaande tabel werd Telenets USD-luidende schuld omgerekend naar € op basis van de EUR/USD wisselkoers op 31 december 2019. Aangezien Telenet verscheidende derivaatcontracten heeft afgesloten om zowel de onderliggende variabele interestvoet als de wisselkoersrisico's af te dekken bedroeg het overeenkomstige €-ingedekte bedrag respectievelijk € 2.041,5 miljoen (USD 2,3 miljard Termijnlening AN) en € 882,8 miljoen (USD 1,0 miljard Senior Secured Notes die in 2028 vervallen). Voor de berekening van de netto totale schuldgraad gebruikt Telenet het overeenkomstige €-ingedekte bedrag gelet op de onderliggende blootstelling aan de werkelijke economische risico's.

KASSALDO EN BESCHIKBAARHEID VAN MIDDELEN

Op 31 december 2019 hielden wij € 101,4 miljoen aan geldmiddelen en kasequivalenten aan, vergeleken met € 88,2 miljoen op 31 december 2018 en € 82,4 miljoen op 30 september 2019. Om het tegenpartijrisico zoveel mogelijk te beperken, plaatsen we onze kasequivalenten en geldmarktfondsen met een AAA-rating bij Europese en Amerikaanse financiële instellingen met een hoge kredietwaardigheid. Vergeleken met 30 september 2019 steeg ons kassaldo, dankzij de robuste performantie van onze aangepaste vrije kasstroom in KW4 2019, gedeeltelijk geneutraliseerd door het €62,8 miljoen bruto dividend betaald in december 2019 en door de betaling van €42,3 miljoen gerelateerd aan de aflossing van onze 4,875% Senior Secured Fixed Rate Notes. Op 31 december 2019 hadden we naast ons beschikbare kassaldo toegang tot € 505,0 miljoen aan beschikbare toezeggingen onder onze Amended Senior Credit Facility 2018 en andere wentelkredietfaciliteiten, mits naleving van de hierna vermelde convenanten.

NETTOHEFBOOMRATIO

Tijdens de Capital Markets Day in december 2018 herbevestigden wij ons schuldgraadkader, dat behouden blijft op 3,5x tot 4,5x netto totale schuld tegenover geconsolideerde EBITDA op jaarbasis ('netto totale schuldgraad'). Zonder wezenlijke overnamen en/of beduidende wijzigingen van onze activiteiten of van de regelgeving, willen wij met een aantrekkelijk en houdbaar niveau van de uitkeringen aan aandeelhouders in de buurt van het middelpunt van 4,0x blijven. Op 31 december 2019 hadden we een netto totale schuldgraad van 4,0x, stabiel vergeleken met 30 september 2019 en een lichte daling vergeleken met de 4,3x op het einde van 2018. De lichte daling van onze netto totale schuldgraad jaar-op-jaar werd gedreven door een robuuste kasstroom realisatie doorheen het jaar en was behaald, ondanks een aantrekkelijke aandeelhoudersvergoeding uitbetaling in 2019, inclusief de €101,0 miljoen inkoop van eigen aandelen en een €62,8 miljoen bruto dividend.

Onze netto convenant schuldgraad, berekend volgens de Amended Senior Credit Facility 2018, met uitsluiting van zowel leasegerelateerde verplichtingen als aan leverancierskredieten gerelateerde kortlopende verplichtingen, was 3,2x op 31 december 2019. Dit was stabiel vergeleken met het vorige kwartaal en betekende een daling vergeleken met de 3,4x van eind 2018. Onze huidige netto convenant schuldgraad ligt beduidend onder het 'springing maintenance covenant' van 6,0x en de beschikbaarheidstest van 4,5x netto senior leverage.

3 Vooruitzichten en bijkomende informatie

3.1 Vooruitzichten

Tijdens de Capital Markets Day in december 2018 stelden we ons strategisch plan voor de drie jaren tot 2021 voor. Aangezien wij in 2019 al onze financiële doelstellingen hebben bereikt, nemen wij een sterke start om in de periode 2018-2021 een duurzame winstgevende groei tot stand te brengen. Ter herinnering, wij mikken op een samengestelde jaarlijkse groei van onze operationele vrije kasstroom met 6,5 tot 8,0% voor de periode 2018-2021 (de opname van de voetbaluitzendrechten en de licenties voor het mobiele spectrum en de impact van IFRS 16 vanaf 1 januari 2019 buiten beschouwing gelaten).

In 2020 zullen onze financiële resultaten een bijdrage voor twaalf maanden omvatten van het overgenomen lokale mediabedrijf De Vijver Media, tegenover een bijdrage voor zeven maanden in 2019. Bijgevolg presenteren wij net als in 2019 onze richtlijn op rebased basis alsof De Vijver Media vanaf 1 januari in onze resultaten voor 2019 was opgenomen. Wij verwachten dat het profiel van onze rebased opbrengsten in 2020 zal verbeteren na de bescheiden terugval (-1,2%) in 2019. Enerzijds verwachten wij dat onze opbrengsten uit kabelabonnementen goed zullen presteren, met een groei van de ARPU met enkele procentpunten dankzij (i) een groeiend aandeel van abonnees op premium breedbandinternet in onze mix, (ii) een sterke FMCverkoop en (iii) het voordeel van bepaalde tariefaanpassingen. Anderzijds blijven we gezonde groeikansen zien bij de bedrijven, zowel op de SOHO- als op de KMO-markt, dankzij onze verbeterde marktpositie na de overname van Nextel. Deze rugwinden werden in grote lijnen geneutraliseerd door twee externe factoren met een weerslag op onze overige opbrengsten. Eerst is er de aanhoudende impact van het verlies van het MVNO-contract met MEDIALAAN, dat vanaf april 2019 een negatieve impact op ons bedrijf begon te hebben. Onze rebased opbrengsten in KW1 2020 zullen hierdoor negatief worden beïnvloed, tot het effect vanaf KW2 2020 wordt geannualiseerd. Ten tweede zal onze rebased omzet worden beïnvloed door de door de regulator voorgestelde daling van wholesale-tarieven later dit jaar. Al deze elementen in aanmerking genomen, verwachten wij dat onze rebased opbrengen in 2020 grotendeels stabiel zullen blijven tegenover 2019.

Wat onze Adjusted EBITDA betreft, blijven wij focussen op een strakke kostenbeheersing en het genereren van operationele leverage in al onze activiteiten. De transitie naar een op elke schaal soepel bedrijfsmodel en de gunstige dynamiek van het digitale transformatieproject die we tijdens de Capital Markets Day in december 2018 belichtten, steunen deze ambitie. Deze elementen zullen meer dan opwegen tegen de reeds vermelde tegenwinden voor de opbrengsten, die ook een negatieve impact zullen hebben op onze Adjusted EBITDA in 2020. Op rebased basis verwachten wij bijgevolg dat onze Adjusted EBITDA in 2020 weer zal groeien, waarbij we op een rebased groei van ongeveer 1% voor het volledige jaar 2020 mikken.

Een van onze belangrijkste financiële maatstaven is de operationele vrije kasstroom, de som van onze Adjusted EBITDA en toe te rekenen bedrijfsinvesteringen (de opname van de voetbaluitzendrechten en de licenties voor het mobiele spectrum en de impact van IFRS 16 op onze toe te rekenen investeringsuitgaven buiten beschouwing gelaten). Nadat we in 2019 met een dalende kapitaalintensiteit een sterke rebased groei van 18% hebben gerealiseerd, verwachten wij in 2020 een meer gematigde prestatie. Zoals reeds vermeld, blijven wij ons volledig verbinden tot een samengestelde jaarlijkse groei van onze operationele vrije kasstroom over drie jaar met 6,5% tot 8,0%. Voor 2020 mikken wij op een rebased groei van onze operationele vrije kasstroom met ongeveer 2% tegenover 2019. Vergeleken met 2019 zou onze aangepaste vrije kasstroom in 2020 begunstigd moeten worden door (i) de reeds vermelde groei van de operationele vrije kasstroom, (ii) lagere geldelijke belastingen versus de € 159,4 miljoen die wij in 2019 betaalden en (iii) lagere geldelijke rentelasten dankzij bepaalde herfinancieringen eind 2019 en begin dit jaar. Wij verwachten dat ons leverancierskredietprogramma in grote lijnen stabiel zal blijven tegenover vorig jaar, met kortlopende verplichtingen van ongeveer € 355,0 miljoen. Zo mikken wij op een sterke aangepaste vrije kasstroom van € 415,0 tot € 435,0 miljoen, tegenover de € 391,0 miljoen van 2019.

Tabel 5: Vooruitzichten boekjaar 2020

Vooruitzichten boekjaar 2020 Zoals gepresenteerd op 12 februari 2020
Bedrijfsopbrengsten ('rebased') Grotendeels stabiel (FY 2019 rebased: €2.634,4 miljoen)
Groei van de Adjusted EBITDA(a)
('rebased')
Rond 1% (FY 2019 rebased: €1.397,5 miljoen)
Groei van operationele vrije kasstroom(b, c)
('rebased')
Rond 2% (FY 2019 rebased: €839,7 miljoen)
Aangepaste vrije kasstroom(d, e) €415.0 - 435.0 miljoen

(a) De leidraad voor onze Adjusted EBITDA voor 2020 wordt niet afgestemd op een EU IFRS-maatstaf, aangezien niet alle elementen van de afstemming worden voorspeld in het kader van ons prognoseproces; bepaalde posten kunnen immers aanzienlijk verschillen van periode tot periode.

(b) Dit omvat niet de opname van uitzendrechten voor voetbal en licenties voor het mobiele spectrum en evenmin de impact van IFRS 16 op onze toe te rekenen investeringsuitgaven.

(c) De leidraad voor onze operationele vrije kasstroom voor 2020 wordt niet afgestemd op een EU IFRS-maatstaf, aangezien niet alle elementen van de afstemming worden voorspeld in het kader van ons prognoseproces; bepaalde posten kunnen immers aanzienlijk verschillen van periode tot periode.

(d) De leidraad voor onze aangepaste vrije kasstroom voor 2020 wordt niet afgestemd op een EU IFRS-maatstaf, aangezien niet alle elementen van de afstemming worden voorspeld in het kader van ons prognoseproces; bepaalde posten kunnen immers aanzienlijk verschillen van periode tot periode.

(e) In de veronderstelling dat bepaalde betalingen voor onze huidige licenties voor het 2G- en 3G mobiele spectrum in KW4 2020 zullen plaatsvinden en dat de geldelijke betaling van onze belastingaangifte 2019 pas begin 2021 zal plaatsvinden.

3.2 Gebeurtenissen na balansdatum

Geslaagde uitgifte van een nieuwe termijnlening op 8,25 jaar van USD 2.295 miljoen en een nieuwe termijnlening op 9,25 jaar van € 1.110 miljoen

In januari 2020 gaf Telenet met succes een nieuwe termijnlening op 8,25 jaar van USD 2.295 miljoen uit ('Faciliteit AR') en een nieuwe termijnlening op 9,25 jaar van € 1.110 miljoen ('Faciliteit AQ'). Telenet heeft de netto opbrengst van deze uitgiften gebruikt voor de volledige aflossing van de vorige termijnleningen AN en AO van respectievelijk USD 2.295 miljoen en € 1.110 miljoen. Deze herfinanciering vond plaats op 31 januari 2020.

Met deze hefboom-neutrale transacties is Telenet erin geslaagd om de rentevoet op beide leningen met 25 basispunten te verlagen, wat het profiel van de vrije kasstroom van de Vennootschap verder zal versterken na de herfinanciering in oktober 2019 van de 4,875% Senior Secured Notes die in 2027 vervallen. Tegelijkertijd zal Telenet haar schuldvervalprofiel verder verbeteren, van de huidige 7,4 jaar naar 8,5 jaar. De kortlopende verplichtingen voor het leverancierskredietprogramma buiten beschouwing gelaten, heeft de Vennootschap geen vervallende schulden voor maart 2028.

Telenet Financing USD LLC is de ontlenende entiteit onder Faciliteit AR, met (i) een rentevoet van 2,0% boven de LIBOR, (ii) een minimale rente van 0% LIBOR en (iii) een looptijd tot 30 april 2028. Faciliteit AR werd met succes tegen 99,75% uitgegeven. Telenet International Finance S.à r.l. is de ontlenende entiteit onder Faciliteit AQ, met (i) een rentevoet van 2,25% boven de EURIBOR, (ii) een minimale rente van 0% EURIBOR en (iii) een looptijd tot 30 april 2029. Faciliteit AQ werd met succes tegen pari uitgegeven.

De raad van bestuur van Telenet stelt de Algemene Aandeelhoudersvergadering van april 2020 een bruto slotdividend van € 1,30 per aandeel voor

De raad van bestuur van Telenet zal tijdens de Jaarlijkse Algemene Aandeelhoudersvergadering van 29 april 2020 de aandeelhouders een bruto slotdividend van € 143,2 miljoen (€ 1,30 per aandeel) voorstellen. Als dit slotdividend wordt goedgekeurd, zal het begin mei 2020 worden uitbetaald. Het voorgestelde bruto slotdividend is gebaseerd op 110.143.643 dividendgerechtigde aandelen op de datum van deze publicatie, met uitsluiting van 4.513.142 niet dividendgerechtigde eigen aandelen. Het bruto slotdividend per aandeel zal eind maart 2020 worden meegedeeld in het oproepingsbericht voor de Jaarlijkse Algemene Aandeelhoudersvergadering en zal gebaseerd zijn op het aantal op dat ogenblik uitstaande dividendgerechtigde aandelen. Momenteel zou de som van het tussentijdse en het slotdividend (bruto) € 1,87 per aandeel bedragen, het equivalent van een totaal van € 206,0 miljoen.

De raad van bestuur van Telenet keurt een Aandeleninkoopprogramma 2020 goed voor maximaal 1,1 miljoen uitstaande aandelen voor een maximaal bedrag van € 55,0 miljoen

Als aanvulling van het totale over het boekjaar 2019 uitgekeerde dividend heeft de raad van bestuur ook een nieuw aandeleninkoopprogramma voor maximaal € 55,0 miljoen goedgekeurd (het 'Aandeleninkoopprogramma 2020') dat eind februari 2020 zal ingaan. In het kader van dit programma mag Telenet tot 31 oktober 2020 voor maximaal € 55,0 miljoen maximaal 1,1 miljoen eigen gewone aandelen inkopen. De inkopen van eigen aandelen zullen plaatsvinden volgens de voorwaarden die werden goedgekeurd door de buitengewone algemene aandeelhoudersvergadering van de Vennootschap op 24 april 2019. Ze zullen worden gebruikt om de toekomstige verplichtingen in de aandelenoptieplannen van de Vennootschap te dekken.

DPG Media en Telenet slaan de handen in elkaar voor een nieuwe video streaming service

DPG Media en Telenet kondigen vandaag aan de intentie te hebben om samen een volwaardig streamingaanbod met lokale en internationale content te lanceren via een joint venture tussen de twee bedrijven. Op die manier willen ze maximaal inspelen op het veranderende kijkgedrag en een lokaal alternatief bieden in de wereld van streamingdiensten. Telenet en DPG Media verwachten dat het nieuwe bedrijf actief zal zijn in het najaar van 2020, na goedkeuring door de mededingingsautoriteiten.

3.3 Aandeelhoudersvergoeding

Tijdens onze Capital Markets Day in december 2018 schetsten we ons strategisch plan voor de drie jaren tot 2021 en zetten we ons beleid voor de kapitaalallocatie en de aandeelhoudersvergoeding uiteen. Zonder wezenlijke overnames en/of beduidende wijzigingen van onze activiteiten of van de regulatoire omgeving, zijn wij van plan de totale schuldgraad in de buurt van 4,0x te houden, in het midden van de vork van 3,5x tot 4,5x. Op 31 december 2019 bedroeg onze netto totale schuldgraad 4,0x ondanks (i) de inkoop van eigen aandelen voor € 101,0 miljoen in de eerste helft van 2019 in het kader van ons Aandeleninkoopprogramma 2018bis van € 300,0 miljoen en (ii) de uitkering in december 2019 van een eerste tussentijds dividend van € 62,8 miljoen (bruto € 0,57 per aandeel).

Als onderdeel van ons beleid voor de kapitaalallocatie willen wij 50% tot 70% van de aangepaste vrije kasstroom van vorig jaar in de vorm van tussentijdse en slotdividenden aan de aandeelhouders uitkeren. Binnen de grenzen van het voornoemde kader voor de netto totale schuldgraad en bij ontstentenis van de bovenstaande factoren, kan het restant van onze aangepaste vrije kasstroom in aanmerking komen voor de incrementele inkoop van aandelen, buitengewone dividenden, een verlaging van de schuldgraad, aangroeiende overnamen of een combinatie daarvan.

In het licht van het in december 2019 uitgekeerde tussentijds dividend en de sterke aangepaste vrije kasstroom die we in 2019 genereerden, zal de raad van bestuur tijdens de jaarlijkse Algemene Aandeelhoudersvergadering op 29 april 2020 de aandeelhouders een bruto slotdividend van € 143,2 miljoen (€ 1,30 per aandeel) voorstellen. Als dit slotdividend wordt goedgekeurd, zal het begin mei 2020 worden uitbetaald. Het voorgestelde bruto slotdividend is gebaseerd op 110.143.643 dividendgerechtigde aandelen op de datum van deze publicatie, met uitsluiting van 4.513.142 niet dividendgerechtigde eigen aandelen. Het bruto slotdividend per aandeel zal eind maart 2020 worden meegedeeld in het oproepingsbericht voor de jaarlijkse Algemene Aandeelhoudersvergadering en zal gebaseerd zijn op het aantal op dat ogenblik uitstaande dividendgerechtigde aandelen. Momenteel zou de som van het tussentijdse en het slotdividend (bruto) € 1,87 per aandeel bedragen, het equivalent van een totaal van € 206,0 miljoen.

Als aanvulling op het totale over het boekjaar 2019 uitgekeerde dividend heeft de raad van bestuur ook een nieuw aandeleninkoopprogramma voor maximaal € 55,0 miljoen goedgekeurd (het 'Aandeleninkoopprogramma 2020') dat eind februari 2020 zal ingaan. In het kader van dit programma mag Telenet tot 31 oktober 2020 voor maximaal € 55,0 miljoen maximaal 1,1 miljoen eigen gewone aandelen inkopen. De inkopen van eigen aandelen zullen plaatsvinden volgens de voorwaarden die werden goedgekeurd door de buitengewone algemene aandeelhoudersvergadering van de Vennootschap op 24 april 2019. Het programma zal worden uitgevoerd in overeenstemming met industry best practices en de toepasselijke regelgeving omtrent inkoop van eigen aandelen. Daartoe zal een onafhankelijke financiële tussenpersoon aandelen inkopen op basis van een discretionair mandaat. De exacte tijdstippen van inkoop van aandelen onder dit programma zullen afhankelijk zijn van een aantal factoren, waaronder de marktvoorwaarden. Tijdens de looptijd van het inkoopprogramma zal de Vennootschap op geregelde tijdstippen persberichten publiceren met de geboekte vooruitgang (indien er inkopen zijn geweest), zoals bij wet vereist. Deze informatie zal ook beschikbaar worden gesteld op de investor relations pagina's van onze website (investors.telenet.be) onder de sectie Aandeelhouders. De ingekochte aandelen onder dit programma zullen worden gebruikt om de toekomstige verplichtingen uit de aandelenoptieplannen van de Vennootschap te dekken of om te schrappen in zoverre de ingekochte aandelen zulke verplichtingen zouden overstijgen. Telenet zal haar huidige en toekomstige verplichtingen in het kader van deze plannen doorlopend monitoren om een toereikend niveau van eigen aandelen aan te houden en het surplus vervolgens te schrappen, zoals dat in april en december 2019 is gebeurd.

3.4 Procedures van de commissaris

De commissaris, KPMG Bedrijfsrevisoren - Réviseurs d'Entreprises, vertegenwoordigd door Filip De Bock en Götwin Jackers, heeft bevestigd dat de controlewerkzaamheden, die nagenoeg zijn afgerond, geen materiële onjuistheden hebben aan het licht gebracht in de boekhoudkundige informatie opgenomen in de jaarlijkse aankondiging van Telenet Group Holding NV.

4 Telenet Group Holding NV – Geconsolideerde staat van bedrijfsactiviteiten

Voor de drie maanden afgesloten op 31 december 2019 2018 % Verschil
Geleverde diensten
Aansluitbare huizen (13) 3.385.200 3.350.700 1 %
Televisie
Basiskabeltelevisie (6) 164.700 201.200 (18)%
Premiumkabeltelevisie (7) 1.701.900 1.738.700 (2)%
Totaal kabeltelevisie 1.866.600 1.939.900 (4)%
Internet
Residentieel breedbandinternet 1.447.100 1.476.200 (2)%
Breedbandinternet aan bedrijven 217.300 181.600 20 %
Totaal breedbandinternet (8) 1.664.400 1.657.800 — %
Vaste telefonie
Residentiële vaste telefonie 1.077.200 1.141.700 (6)%
Vaste telefonie aan bedrijven 135.300 114.400 18 %
Totaal vaste telefonie (9) 1.212.500 1.256.100 (3)%
Totaal opbrengstgenererende eenheden (14) 4.743.500 4.853.800 (2)%
Klantenverloop (15)
Kabeltelevisie 9,8 % 13,6 %
Breedbandinternet 9,8 % 14,1 %
Vaste telefonie 10,7 % 16,6 %
Informatie over klantenrelaties
Triple play klanten 1.110.300 1.145.800 (3)%
Totaal klantenrelaties (11) 2.072.100 2.115.000 (2)%
Diensten per klantenrelatie (11) 2,29 2,29 — %
ARPU per klantenrelatie (€ / maand) (11) (12) 58,4 57,1 2 %
Voor de drie maanden afgesloten op 31 december 2019 2018 % Verschil
Gegevens mobiele telefonie
Mobiele telefonie
Postpaidabonnement 2.363.800 2.194.500 8 %
Prepaidkaarten 444.600 489.400 (9)%
Totaal mobiele telefonie (10) 2.808.400 2.683.900 5 %

Voorstelling van de postpaid mobiele-telefonieabonnees: Wij hebben de voorstelling van de mobiele postpaidabonnees op 31 maart 2018, 30 juni 2018, 30 september 2018 en 31 december 2018 aangepast na de verwijdering van inactieve 'pay as you go' abonnees. Deze abonnees betalen geen maandelijkse abonnementsvergoeding en worden uitsluitend volgens hun effectieve gebruik gefactureerd. Als gevolg van de inactieve status van bepaalde simkaarten hebben wij zowel onze mobiele postpaidabonnees als de totale basis mobiele abonnees verminderd met respectievelijk 49.400, 58.800, 52.700 en 47.100 voor de voornoemde periodes. Deze aanpassing had geen invloed op onze opbrengsten uit mobiele telefonie.

5 Telenet Group Holding NV – Geselecteerde gegevens uit de EU IFRS geconsolideerde financiële staten

5.1 EU IFRS geconsolideerde staat van het resultaat en het netto resultaat rechtstreeks verwerkt in het eigen vermogen (niet geauditeerd)

(in € miljoen, uitgezonderd aandelen en
bedragen per aandeel)
Voor de drie maanden
afgesloten op
31 december
Voor het jaar afgesloten op
31 december
2019 2018 -
restated
% verschil 2019 2018 -
restated
% Verschil
Winst over de verslagperiode
Bedrijfsopbrengsten 673,3 642,1 5 % 2.583,9 2.533,8 2 %
Bedrijfskosten
Kostprijs van geleverde diensten (350,6) (342,9) 2 % (1.353,3) (1.401,2) (3)%
Brutowinst 322,7 299,2 8 % 1.230,6 1.132,6 9 %
Verkoop-, algemene en beheerskosten (150,4) (177,3) (15)% (545,1) (535,0) 2 %
Resultaat uit bedrijfsactiviteiten 172,3 121,9 41 % 685,5 597,6 15 %
Financiële opbrengsten (16,2) 47,1 N.M. 24,7 112,2 (78)%
Netto interestopbrengsten en
wisselkoerswinsten
0,1 0,1 — % 0,8 0,4 100 %
Netto winst op derivaten (16,3) 47,0 N.M. 23,9 111,8 (79)%
Financiële kosten (21,0) (105,8) (80)% (356,9) (375,5) (5)%
Netto interestkosten, wisselkoersverliezen
en overige financiële kosten
25,3 (105,8) N.M. (307,4) (350,9) (12)%
Netto verlies op derivaten —% —%
Verlies bij vervroegde aflossing van
schulden
(46,3) —% (49,5) (24,6) 101 %
Netto financiële kosten (37,2) (58,7) (37)% (332,2) (263,3) 26 %
Aandeel in het resultaat van geassocieerde
deelnemingen
0,7 2,5 (72)% (0,9) 1,4 (164)%
Terugname van bijzondere
waardevermindering in investeringen in
geassocieerde deelnemingen
22,7 (100)% 22,7 (100)%
Winst uit de overdracht van activa aan een
joint venture
(0,3) (100)% 0,1 10,5 (99)%
Winst vóór winstbelastingen 135,8 88,1 54 % 352,5 368,9 (4)%
Belastingen (44,1) (42,9) 3 % (117,9) (118,1) — %
Winst over de verslagperiode 91,7 45,2 103 % 234,6 250,8 (6)%
Netto resultaat rechtstreeks verwerkt in het eigen vermogen

Elementen die niet naar de geconsolideerde staat van het resultaat geherclassificeerd zullen worden

Herwaardering van verplichtingen /
(tegoeden) uit te-bereiken-doel
pensioenplannen
4,2 100% 4,2 (4,9) (186)%
Uitgestelde belastingen (1,2) (0,1) N.M. (1,2) 1,9 (163)%
Netto resultaat rechtstreeks
verwerkt in het eigen vermogen
3,0 (0,1) N.M. 3,0 (3,0) N.M.
Totaalresultaat voor de periode 94,7 45,1 110 % 237,6 247,8 (4)%
Winst toe te rekenen aan: 91,7 45,2 103 % 234,6 250,8 (6)%
Eigenaars van de Vennootschap 91,7 45,4 102 % 234,5 252,0 (7)%
Minderheidsbelangen (0,2) (100)% 0,1 (1,2) N.M.
(in € miljoen, uitgezonderd aandelen en
bedragen per aandeel)
Voor de drie maanden
afgesloten op
31 december
Voor het jaar afgesloten op
31 december
2019 2018 -
restated
% verschil 2019 2018 -
restated
% Verschil
Totaalresultaat toe te rekenen aan: 94,7 45,1 110 % 237,6 247,8 (4)%
Eigenaars van de Vennootschap 94,7 45,3 109 % 237,5 249,0 (5)%
Minderheidsbelangen (0,2) (100)% 0,1 (1,2) N.M.
Gewogen gemiddeld uitstaande aandelen 110.092.632 111.468.310 110.032.405 114.022.603
Gewone winst per aandeel 0,83 0,41 102 % 2,13 2,21 (4)%
Verwaterde winst per aandeel 0,83 0,41 102 % 2,13 2,21 (4)%
Bedrijfsopbrengsten per type
Opbrengsten uit abonnementen:
Televisie 143,6 146,3 (2)% 574,4 582,4 (1)%
Breedbandinternet 164,9 160,0 3 % 651,7 628,4 4 %
Vaste telefonie 54,5 57,2 (5)% 219,0 232,9 (6)%
Opbrengsten uit kabelgerelateerde
abonnementen
363,0 363,5 — % 1.445,1 1.443,7 — %
Mobiele telefonie 112,3 113,6 (1)% 444,7 459,7 (3)%
Totaal opbrengsten uit
abonnementen
475,3 477,1 — % 1.889,8 1.903,4 (1)%
Bedrijfsdiensten 53,2 52,8 1 % 205,8 192,2 7 %
Overige 144,8 112,2 29 % 488,3 438,2 11 %
Totaal bedrijfsopbrengsten 673,3 642,1 5 % 2.583,9 2.533,8 2 %
Bedrijfskosten per type
Netwerkexploitatiekosten (48,1) (47,5) 1 % (196,9) (192,0) 3 %
Directe kosten (programmering en
auteursrechten, interconnectie en andere)
(143,7) (123,7) 16 % (525,4) (506,6) 4 %
Personeelsgerelateerde kosten (69,6) (66,2) 5 % (261,1) (252,3) 3 %
Verkoop- en marketingkosten (31,9) (28,8) 11 % (96,8) (90,4) 7 %
Uitbestede arbeidsdiensten en professionele
diensten
(10,5) (9,2) 14 % (38,2) (32,2) 19 %
Overige indirecte kosten (18,6) (34,2) (46)% (90,1) (137,9) (35)%
Herstructureringskosten 0,6 (5,3) (111)% (0,7) (11,6) (94)%
Aanpassingen van toewijzingsverschillen na
de erkenningsperiode m.b.t. overnames
3,2 (100)% 3,2 (100)%
Operationele kosten betreffende overnames
of desinvesteringen
(0,2) (0,6) (67) (0,7) (4,4) (84)%
Op aandelen gebaseerde vergoedingen (2,2) (10,4) (79)% (13,0) (17,5) (26)%
Afschrijvingen op materiële vaste activa (101,4) (94,8) 7 % (411,0) (404,4) 2 %
Afschrijvingen op immateriële vaste activa (44,3) (45,7) (3)% (172,0) (184,0) (7)%
Afschrijving op uitzendrechten (30,3) (20,3) 49 % (92,5) (69,9) 32 %
Waardevermindering op immateriële activa
met een lange levensduur en goodwill
(36,7) (100)% (36,7) (100)%
Winst op verkoop van
dochtervennootschappen
0,3 1,0 (70)% 1,9 3,0 (37)%
Waardevermindering op materiële activa met
een lange levensduur
(1,1) (1,0) 10 % (1,9) (2,5) (24)%
Totaal bedrijfskosten (501,0) (520,2) (4)% (1.898,4) (1.936,2) (2)%

N.M. - Not Meaningful (Niet Betekenisvol)

Aankoopprijsallocatie voor de overname van Nextel: Onze balans van 31 december 2018 is herwerkt, met een weerspiegeling van de retroactieve impact van de aankoopprijsallocatie ("PPA") voor de overname van Nextel, die jaareinde 2018 nog niet bekend was. Wij verwijzen naar Sectie 2 Belangrijkste financiële ontwikkelingen voor meer informatie.

5.2 EU IFRS geconsolideerd kasstroomoverzicht (niet geauditeerd)

Voor de drie maanden
afgesloten op
Voor het jaar afgesloten op
(in € miljoen) 31 december 31 december
2019 2018 -
restated
% Verschil 2019 2018 -
restated
% Verschil
Kasstroom uit bedrijfsactiviteiten
Winst over de verslagperiode 91,7 45,2 103 % 234,6 250,8 (6)%
Afschrijvingen, waardeverminderingen en
herstructureringskosten
179,4 202,8 (12)% 679,4 706,1 (4)%
Veranderingen in werkkapitaal en overige
niet-kasitems
(0,2) (64,7) (100)% 97,4 27,5 254 %
Belastingen 44,1 42,9 3 % 117,9 118,1 — %
Netto interestkosten, valutaverliezen en
overige financiële kosten
(26,2) 105,7 N.M. 306,5 350,5 (13)%
Netto verlies (winst) op afgeleide financiële
instrumenten
16,4 (47,0) N.M. (23,8) (111,8) (79)%
Verlies bij vervroegde aflossing van
schulden
46,3 —% 49,5 24,6 101 %
Terugname van bijzondere
waardevermindering in investeringen in
geassocieerde deelnemingen
(22,7) (100)% (22,7) (100)%
Verlies (winst) uit de afstand van activa aan
een joint venture
0,3 (100)% (0,1) (10,5) (99)%
Betaalde interesten en betalingen voor
derivaten
(12,1) (9,1) 33 % (209,5) (153,5) 36 %
Betaalde winstbelastingen (0,9) (0,6) 50 (159,4) (103,5) 54 %
Nettokasstroom uit
bedrijfsactiviteiten
338,5 252,8 34 % 1.092,5 1.075,6 2 %
Kasstroom uit investeringsactiviteiten
Verwerving van materiële vaste activa (73,5) (42,8) 72 % (261,7) (245,8) 6 %
Verwerving van immateriële vaste activa (50,2) (46,5) 8 % (150,2) (157,9) (5)%
Verwerving van en leningen aan
geassocieerde deelnemingen
(0,1) (2,1) (95)% (1,3) (2,8) (54)%
Verwerving van een dochtervennootschap,
netto van verworven geldmiddelen
(3,6) (1,0) 260 % (19,6) (62,5) (69)%
Ontvangsten uit de verkoop van materiële
vaste activa
(0,1) 0,8 N.M. 0,8 2,6 (69)%
Opbrengsten uit de verkoop van
uitzendrechten voor doorverkoop
1,8 (100)% —%
Nettokasstroom gebruikt in
investeringsactiviteiten
(127,5) (89,8) 42 % (432,0) (466,4) (7)%
Kasstroom uit financieringsactiviteiten
Aflossing van leningen en overige
financieringsverplichtingen
(517,4) (124,6) 315 % (1.228,6) (694,4) 77 %
Ontvangsten uit opname van leningen en
overige financieringsverplichtingen
439,8 658,2 (33)% 815,9 1.009,5 (19)%
Inkoop eigen aandelen 0,1 (87,3) N.M. (101,0) (228,5) (56)%
Verkoop eigen aandelen 3,1 5,8 (47)% 49,6 18,6 167 %
Betalingen voor kapitaalverminderingen en
dividenden
(62,8) (598,9) (90)% (62,8) (598,9) (90)%
Betalingen voor vervroegde beëindiging van
leningen en overige
financieringsverplichtingen
(42,3) 100% (45,5) 100%
Betaling voor schulduitgiftekosten (1,4) (2,3) (39) (1,4) (25,7) (95)%
Overige financieringsactiviteiten (incl.
financiële leaseverplichtingen)
(11,1) (9,5) 17 % (73,5) (40,7) 81 %
Nettokasstroom gebruikt in
financieringsactiviteiten
(192,0) (158,6) 21 % (647,3) (560,1) 16 %
Netto toename (afname) in geldmiddelen en kasequivalenten
Geldmiddelen en kasequivalenten aan het
begin van de verslagperiode
82,4 83,8 (2)% 88,2 39,1 126 %
Geldmiddelen en kasequivalenten aan het
einde van de verslagperiode
101,4 88,2 15 % 101,4 88,2 15 %
Netto toename (afname) in
geldmiddelen en kasequivalenten
19,0 4,4 332 % 13,2 49,1 (73)%
Voor de drie maanden
afgesloten op
Voor het jaar afgesloten op
(in € miljoen) 31 december 31 december
2019 2018 -
restated
% Verschil 2019 2018 -
restated
% Verschil
Aangepaste vrije kasstroom
Nettokasstroom uit bedrijfsactiviteiten 338,5 252,8 34 % 1.092,5 1.075,6 2 %
Geldelijke kosten betreffende overnames of
desinvesteringen
0,2 0,8 (75)% 1,1 3,9 (72)%
Kosten gefinancierd door een
tussenpersoon
62,3 53,9 16 % 233,4 158,7 47 %
Verwerving van materiële vaste activa (73,5) (42,8) 72 % (261,7) (245,8) 6 %
Verwerving van immateriële vaste activa (50,2) (46,5) 8 % (150,2) (157,9) (5)%
Kapitaalaflossingen op licenties voor mobiel
spectrum
(19,8) (19,8) — % (19,8) (19,8) — %
Kapitaalaflossingen op bedragen
gefinancierd door leveranciers en
tussenpersonen
(125,4) (103,4) 21 % (440,2) (364,7) 21 %
Kapitaalaflossingen op leaseverplichtingen
(uitgezonderd netwerkgerelateerde leases)
(11,2) (1,1) 918 % (44,7) (5,7) 684 %
Kapitaalaflossingen op toevoegingen aan
netwerkgerelateerde leases na overname
(6,3) (100)% (19,4) (22,4) (13)%
Aangepaste vrije kasstroom 120,9 87,6 38 %
391,0
421,9 (7)%

N.M. - Not Meaningful (Niet Betekenisvol)

5.3 EU IFRS geconsolideerde balans (niet geauditeerd)

31 december 31 december Verschil
(in € miljoen) 2019 2018 - restated
ACTIVA
Vaste activa:
Materiële vaste activa 2.366,8 2.230,8 136,0
Goodwill 1.874,6 1.807,8 66,8
Overige immateriële vaste activa 790,3 753,5 36,8
Uitgestelde belastingvorderingen 261,4 247,1 14,3
Deelnemingen in en leningen aan geassocieerde deelnemingen 16,3 67,3 (51,0)
Overige investeringen 6,1 5,0 1,1
Derivaten 55,3 6,0 49,3
Handelsvorderingen 0,9 (0,9)
Overige activa 27,9 17,3 10,6
Totaal vaste activa 5.398,7 5.135,7 263,0
Vlottende activa:
Voorraden 25,2 28,0 (2,8)
Handelsvorderingen 204,5 201,9 2,6
Overige vlottende activa 130,4 142,7 (12,3)
Geldmiddelen en kasequivalenten 101,4 88,2 13,2
Derivaten 61,7 62,8 (1,1)
Totaal vlottende activa 523,2 523,6 (0,4)
TOTAAL ACTIVA 5.921,9 5.659,3 262,6
EIGEN VERMOGEN EN VERPLICHTINGEN
Eigen vermogen:
Geplaatst kapitaal 12,8 12,8
Uitgiftepremies 80,7 80,7
Overige reserves 695,7 719,2 (23,5)
Overgedragen verlies (2.287,8) (2.446,0) 158,2
Herwaarderingen (13,5) (16,5) 3,0
Totaal eigen vermogen, toe te rekenen aan eigenaars van de
Vennootschap
(1.512,1) (1.649,8) 137,7
Minderheidsbelangen 25,1 22,9 2,2
Totaal eigen vermogen (1.487,0) (1.626,9) 139,9
Langlopende verplichtingen:
Leningen en overige financieringsverplichtingen 5.206,0 — 5.161,0 45,0
Derivaten
Over te dragen opbrengsten
261,4 —
3,8 —
211,3
2,9
50,1
0,9
Uitgestelde belastingsverplichtingen 172,4 — 163,4 9,0
Overige schulden 80,7 — 74,4 6,3
Totaal langlopende verplichtingen 5.724,3
5.613,0
111,3
Kortlopende verplichtingen:
Leningen en overige financieringsverplichtingen 527,0 — 504,1 22,9
Handelsschulden 247,7 — 184,7 63,0
Toe te rekenen kosten en overige kortlopende verplichtingen 489,3 — 535,3 (46,0)
Over te dragen opbrengsten 107,8 — 101,3 6,5
Derivaten 69,5 — 64,3 5,2
Belastingsschulden 243,3 — 283,5 (40,2)
Totaal kortlopende verplichtingen 1.684,6
1.673,2
11,4
Totaal verplichtingen 7.408,9 7.286,2 122,7
TOTAAL EIGEN VERMOGEN EN VERPLICHTINGEN 5.921,9 5.659,3 262,6
    1. Om de 'rebased' groeicijfers te berekenen op een vergelijkbare basis voor de twaalf maanden afgesloten op 31 december 2019 hebben we onze historische bedrijfsopbrengsten en Adjusted EBITDA aangepast om de bedrijfsopbrengsten en Adjusted EBITDA van Nextel (volledig geconsolideerd sinds 31 mei 2018) en De Vijver Media (volledig geconsolideerd sinds 3 juni 2019) voor de overname op te nemen en de impact van IFRS 16 in onze herzienbare bedragen voor de negen maanden afgesloten op 30 september 2018 voor zover dat de bedrijfsopbrengsten en Adjusted EBITDA deel uitmaken van onze resultaten voor de twaalf maanden afgesloten op 31 december 2019. We hebben de bedrijfsopbrengsten en Adjusted EBITDA van Nextel en De Vijver Media opgenomen in onze 2018 'rebased' bedragen op basis van de meest betrouwbare informatie die momenteel voorhanden is (doorgaans financiële staten voor de overname) zoals aangepast voor de verwachte effecten van (i) alle belangrijke effecten als gevolg van aanpassingen aan de financiële verslaggeving door overname, (ii) alle belangrijke verschillen tussen onze grondslagen voor de financiële verslaggeving en deze van verworven dochtervennootschappen en (iii) overige elementen die we relevant achten. Wij hebben geen aanpassingen gedaan aan de periodes voor de overname om niet-recurrente elementen te elimineren of om retroactief aanpassingen aan schattingen te doen die kunnen geïmplementeerd worden na de overname. Aangezien we de overgenomen activiteiten noch bezaten, noch controleerden gedurende de periodes voor de overname kan er geen garantie worden gegeven dat (i) we alle noodzakelijke aanpassingen hebben geïdentificeerd om de bedrijfsopbrengsten en Adjusted EBITDA van deze entiteiten voor te stellen op een manier die vergelijkbaar is met de overeenstemmende bedragen na de overname die zijn opgenomen in onze historische resultaten of dat (ii) de financiële staten voor de overname waarop we ons gebaseerd hebben geen niet-gedetecteerde fouten zouden bevatten. Daarnaast zijn 'rebased' groeicijfers niet noodzakelijk indicatief voor de bedrijfsopbrengsten en Adjusted EBITDA die we zouden gerealiseerd hebben indien deze transacties zich hadden voorgedaan op de datum die we gebruikt hebben voor de berekening van 'rebased' groei of de bedrijfsopbrengsten en Adjusted EBITDA voor de toekomst. De 'rebased' groeicijfers worden hier getoond om toe te laten de groeivoeten op een vergelijkbare basis te kunnen inschatten, en worden niet voorgesteld als een maatstaf van onze pro forma financiële prestaties.
    1. EBITDA wordt gedefinieerd als winst vóór netto financiële kosten, het aandeel in het resultaat van geassocieerde deelnemingen, belastingen, afschrijvingen en waardeverminderingen. Adjusted EBITDA wordt gedefinieerd als EBITDA exclusief vergoedingen op basis van aandelen, aanpassingen na de erkenningsperiode door overnames en herstructureringslasten, en exclusief operationele kosten of opbrengsten betreffende succesvolle of onsuccesvolle overnames of desinvesteringen. Operationele kosten of opbrengsten betreffende overnames of desinvesteringen omvatten (i) winst en verliezen op de verkoop van activa met lange levensduur, (ii) due diligence, juridische, adviesen andere kosten aan derden betreffende de inspanningen van de Vennootschap om een controlebelang in ondernemingen te verwerven of te verkopen, en (iii) overige overnamegerelateerde elementen waaronder winsten en verliezen op de schikking van een voorwaardelijke vergoeding. Adjusted EBITDA is een bijkomende parameter gebruikt door het management om het onderliggende resultaat van de Vennootschap aan te tonen en zou niet beschouwd mogen worden als een vervanging van de andere parameters in overeenstemming met EU IFRS om het resultaat van de Vennootschap te beoordelen, maar zou echter moeten gehanteerd worden samen met de dichtst vergelijkbare EU IFRS parameter. Een vergelijking tussen deze parameter en de dichtst vergelijkbare EU IFRS parameter is terug te vinden in Tabel 1 op pagina 16.
    1. De toe te rekenen bedrijfsinvesteringen worden omschreven als toevoegingen aan terreinen, uitrusting en immateriële vaste activa, inclusief toevoegingen van financiële leases en overige financieringsovereenkomsten, zoals op basis van het toe te rekenen bedrag geboekt in de geconsolideerde balans van de Vennootschap.
    1. Operationele vrije kasstroom wordt gedefinieerd als Adjusted EBITDA, minus toe te rekenen investeringsuitgaven zoals gerapporteerd in de geconsolideerde financiële staten van de Vennootschap. De toe te rekenen investeringsuitgaven omvatten niet de opname van uitzendrechten voor het voetbal en licenties voor het mobiele spectrum.
    1. Aangepaste vrije kasstroom wordt gedefinieerd als de netto kasmiddelen afkomstig uit continue bedrijfsactiviteiten plus (i) de geldelijke betalingen aan derden betreffende succesvolle of niet-succesvolle overnames en desinvesteringen en (ii) kosten gefinancierd door een derde partij, minus (i) de verwerving van materiële vaste activa en de verwerving van immateriële vaste activa van de continue activiteiten van de Vennootschap, (ii) kapitaalaflossingen op bedragen gefinancierd door leveranciers en tussenpersonen, en (iii) kapitaalaflossingen op financiële leases (uitgezonderd netwerkgerelateerde leases die werden erkend als gevolg van overnames), en (iv) kapitaalaflossingen op toevoegingen aan netwerkgerelateerde leases na overname, elk zoals gerapporteerd in het geconsolideerd kasstroomoverzicht. Aangepaste vrije kasstroom is een bijkomende parameter gebruikt door het management om de schuldaflossings- en financieringscapaciteit van de Vennootschap aan te tonen en zou niet beschouwd mogen worden als een vervanging van de andere parameters in overeenstemming met EU IFRS om het resultaat van de Vennootschap te beoordelen, maar zou echter moeten gehanteerd worden samen met de dichtst vergelijkbare EU IFRS parameter.
    1. Een abonnee op basiskabeltelevisie is een woning, een wooneenheid in een gebouw met meerdere wooneenheden of een eenheid in een commercieel gebouw die via een analoog of digitaal videosignaal over het Gecombineerde Netwerk Telenets videodienst ontvangt zonder abonnement op een terugkerende maandelijkse dienst die het gebruik van encryptietechnologie vereist. Encryptietechnologie omvat smart-cards en andere geïntegreerde of virtuele technologieën die Telenet gebruikt om zijn verbeterd dienstenaanbod te leveren. Telenet telt opbrengstgenererende eenheden op basis van het aantal panden. Een abonnee met meerdere aansluitingen in één pand wordt dus als één opbrengstgenererende eenheid geteld. Een abonnee met twee huizen die voor elk van die huizen een abonnement op Telenets kabeltelevisiedienst heeft, wordt als twee opbrengstgenererende eenheden geteld.
    1. Een abonnee op premiumkabeltelevisie is een woning, een wooneenheid in een gebouw met meerdere wooneenheden of een eenheid in een commercieel gebouw die via een digitaal videosignaal over het Gecombineerde Netwerk Telenets kabeltelevisiedienst ontvangt op basis van een abonnement op een terugkerende maandelijkse dienst die het gebruik van encryptietechnologie vereist. Abonnees voor premiumkabeltelevisie worden geteld op basis van het aantal panden. Zo wordt een abonnee met één of meer settopboxen die Telenets videodienst in één gebouw ontvangt over het algemeen geteld als één abonnee. Een abonnee op premiumkabeltelevisie wordt niet geteld als een

abonnee op basisvideo. Naarmate Telenets klanten overstappen van basiskabeltelevisiediensten naar premiumkabeltelevisie rapporteert Telenet een afname van het aantal abonnees voor basiskabeltelevisie die gelijk is aan de toename van het aantal abonnees voor premiumkabeltelevisie.

    1. Een internetabonnee is een woning, een wooneenheid in een gebouw met meerdere wooneenheden of een eenheid in een commercieel gebouw die internetdiensten ontvangt over het Gecombineerde Netwerk.
    1. Een vastetelefonieabonnee is een woning, een wooneenheid in een gebouw met meerdere wooneenheden of een eenheid in een commercieel gebouw die spraakdiensten ontvangt over het Gecombineerde Netwerk. Vastetelefonieabonnees omvatten geen mobieletelefonieabonnees.
    1. Het aantal mobieletelefonieabonnees vertegenwoordigt het aantal actieve SIM-kaarten die in gebruik zijn, niet het aantal geleverde diensten. Als bijvoorbeeld een mobieletelefonieabonnee zowel een data- als spraakplan voor een smartphone heeft, wordt die persoon beschouwd als één mobieletelefonieabonnee. Een abonnee met een spraak- en dataplan voor een smartphone en een dataplan voor een laptop (via een dongle) wordt echter als twee mobieletelefonieabonnees geteld. Klanten die geen terugkerende maandelijkse vergoeding betalen, worden na 90 dagen inactiviteit niet langer opgenomen in het aantal mobieletelefonieabonnees.
    1. Klantenrelaties zijn klanten die ten minste één van Telenets video-, internet- of vaste-telefoniediensten ontvangen en die Telenet telt als opbrengstgenererende eenheden, ongeacht op welke of op hoeveel diensten ze geabonneerd zijn. Klantenrelaties worden over het algemeen geteld op basis van het aantal panden. Als iemand Telenets diensten in twee panden ontvangt (bijvoorbeeld in zijn hoofdwoning en in een vakantiehuisje), wordt die persoon over het algemeen als twee klantenrelaties geteld. Mobieletelefonieklanten worden niet geteld als klantrelaties.
    1. ARPU verwijst naar de gemiddelde maandelijkse opbrengst per klantenrelatie en wordt berekend door de gemiddelde maandelijkse opbrengsten uit abonnementen (exclusief opbrengsten uit mobiele telefonie, bedrijfsdiensten ("B2B"), interconnectie, transport- en distributievergoedingen, opbrengsten uit de verkoop van mobiele handsets en installatievergoedingen) voor de aangeduide periode te delen door het gemiddelde aantal klantenrelaties aan het begin en aan het einde van de betreffende periode.
    1. Aansluitbare huizen zijn woningen, wooneenheden in een gebouw met meerdere wooneenheden of eenheden in een commercieel gebouw die op het Gecombineerde Netwerk kunnen worden aangesloten zonder de distributiecentrale materieel uit te breiden. Het aantal aansluitbare huizen is gebaseerd op censusgegevens die kunnen veranderen op basis van herzieningen van die gegevens of op basis van nieuwe censusresultaten.
    1. Een opbrengstgenererende eenheid is een individuele abonnee op basiskabeltelevisie, een individuele abonnee op premiumkabeltelevisie, een individuele internetabonnee of een individuele vaste telefonieabonnee. Een woning, een wooneenheid in een gebouw met meerdere wooneenheden of een eenheid in een commercieel gebouw kan één of meer opbrengstgenererende eenheden omvatten. Als bijvoorbeeld een residentiële abonnee geabonneerd is op Telenets premiumkabel-televisiedienst, vaste-telefoniedienst en breedbandinternetdienst, vertegenwoordigt die klant drie opbrengstgenererende eenheden. Het totale aantal opbrengstgenererende eenheden is de som van het aantal abonnees voor basiskabeltelevisie, premiumkabeltelevisie, internet en vaste telefonie. Het aantal opbrengstgenererende eenheden wordt over het algemeen geteld op basis van het aantal panden, zodat een bepaald pand voor een bepaalde dienst niet als meer dan één opbrengst-genererende eenheid wordt geteld. Als iemand Telenets diensten in twee panden ontvangt (bijvoorbeeld in zijn hoofdwoning en in een vakantiehuisje), wordt die persoon daarentegen als twee opbrengstgenererende eenheden geteld. Elke kabel-, internet- of vaste-telefoniedienst in een productbundel wordt geteld als een afzonderlijke opbrengstengenererende eenheid, ongeacht de aard van een eventuele bundelkorting of promotie. Nietbetalende abonnees worden als abonnees geteld tijdens de periode gedurende welke ze bij wijze van promotie een gratis dienst ontvangen. Sommige van deze abonnees haken na die gratis periode af. Diensten die langdurig kosteloos worden aangeboden (bijv. aan VIP's of werknemers) worden over het algemeen niet als opbrengstgenererende eenheden geteld. Abonnementen op mobieletelefoniediensten worden niet opgenomen in het extern gerapporteerde aantal opbrengstgenererende eenheden.
    1. Het klantverloop vertegenwoordigt de snelheid waarmee klanten hun abonnementen beëindigen. Het jaarlijks voortschrijdend gemiddelde wordt berekend door het aantal beëindigingen in de voorgaande 12 maanden te delen door het gemiddelde aantal klantenrelaties. Bij de berekening van het klantverloop wordt een beëindiging geacht te hebben plaatsgevonden indien de klant geen enkele dienst meer van Telenet ontvangt en Telenets apparatuur dient terug te geven. Een gedeeltelijke overschakeling naar een lager product, wat meestal wordt toegepast om klanten aan te moedigen een openstaande factuur te betalen en te voorkomen dat alle diensten worden afgekoppeld, wordt bij de berekeningen van het klantverloop niet als een beëindiging beschouwd. Klanten die binnen Telenets kabelgebied verhuizen en klanten die overschakelen naar hogere of lagere diensten worden bij de berekening van het klantverloop evenmin als beëindigingen beschouwd.
    1. Telenets ARPU per mobieletelefonieabonnee, exclusief interconnectieopbrengsten, verwijst naar de gemiddelde maandelijkse opbrengst uit mobiele telefonie per gemiddelde actieve gebruiker en wordt berekend door de gemiddelde opbrengsten uit mobiele telefonie (met uitzondering van activatievergoedingen, opbrengsten uit de verkoop van gsm's en smartphones en aanmaningskosten) voor een bepaalde periode te delen met gemiddelde van het totale aantal actieve mobieletelefonieabonnees aan het begin en aan het einde van een bepaalde periode. Voor de berekening van Telenets ARPU per mobieletelefonieabonnee, met inbegrip van interconnectieopbrengsten, verhoogt de teller uit de hierboven toegelichte berekening met het bedrag aan mobiele interconnectie-opbrengsten over die periode.
    1. De netto totale hefboomratio wordt gedefiniëerd als de som van korte en lange termijn verplichtingen van de Vennootschap, verminderd met geldmiddelen en kasequivalenten, zoals opgenomen op de balans van de Vennootschap, te delen door de Geconsolideerde EBITDA op jaarbasis van de laatste twee kwartalen. In de balans werd Telenets USD-luidende schuld omgerekend naar € op basis van de EUR/USD wisselkoers op 31 december 2019. Aangezien Telenet verscheidende derivaatcontracten heeft afgesloten om zowel de onderliggende variabele interestvoet als de wisselkoers-risico's af te dekken bedroeg het overeenkomstige €-ingedekte bedrag respectievelijk € 1.840,7 miljoen (USD 2,1 miljard Termijnlening AN) en € 882,8 miljoen (USD 1,0 miljard Senior Secured Notes die in

2028 vervallen). Voor de berekening van de netto totale schuldgraad gebruikt Telenet het overeenkomstige € ingedekte bedrag gelet op de onderliggende blootstelling aan de werkelijke economische risico's.

  1. De netto convenant hefboomratio wordt berekend volgens de definitie in de 2018 Gewijzigde Senior Credit Facility, door de totale nettoschuld (op basis van het overeenkomstige €-ingedekte bedrag voor de USD-luidende schuld zoals hierboven toegelicht), uitgezonderd (a) achtergestelde aandeelhoudersleningen, (b) geactiveerde elementen van de schulden onder de clientèle- en annuïteitenvergoedingen, (c) en alle andere financiële leases die op of voor 1 augustus 2007 werden aangegaan, en (d) alle schuld onder de netwerklease afgesloten met de zuivere intercommunales, te delen door de Geconsolideerde EBITDA op jaarbasis van de laatste twee kwartalen met inbegrip van bepaalde niet-gerealiseerde synergiën uit de overnames van BASE en SFR Belux.

Investor & Analyst Conference Call – Telenet zal op 12 februari 2020 om 15:00 uur MET een video webcast en conference call houden voor institutionele beleggers en analisten. De webcastkoppelingen vindt u op https:// investors.telenet.be.

Contactgegevens

Investor Relations: Rob Goyens [email protected] Telefoon: +32 15 333 054
Bart Boone [email protected] Telefoon: +32 15 333 738
Press & Media Relations: Stefan Coenjaerts [email protected] Telefoon: +32 15 335 006

Over Telenet – Als aanbieder van entertainment- en telecommunicatiediensten in België is Telenet Group steeds op zoek naar de perfecte beleving in de digitale wereld voor zijn klanten. Het bedrijf spitst zich onder de merknaam Telenet toe op het aanbieden van digitale televisie, hogesnelheidsinternet en vaste en mobiele telefoniediensten aan residentiële klanten in Vlaanderen en Brussel. Onder de merknaam BASE levert het mobiele telefonie in België. De afdeling Telenet Business bedient de zakelijke markt in België en Luxemburg met connectiviteits-, hosting- en security oplossingen. Meer dan 3000 medewerkers hebben samen 1 doel voor ogen: leven en werken eenvoudiger en aangenamer maken. Telenet Group is een onderdeel van Telenet Group Holding nv en is genoteerd op Euronext Brussel onder ticker symbool TNET. Voor meer informatie, surf naar www.telenet.be. Liberty Global - 's werelds grootste internationale tv- en breedbandbedrijf, investeert, innoveert en versterkt mensen in zes Europese landen om optimaal gebruik te maken van de digitale revolutie - bezit een rechtstreeks belang van 57,9% in Telenet Group Holding nv (exclusief eventuele eigen aandelen die deze laatste van tijd tot tijd in zijn bezit heeft).

Meer informatie – Meer informatie over Telenet en zijn producten vindt u op de website https://www.telenet.be. Nadere informatie over de operationele en financiële gegevens in dit document kan worden gedownload in het deel van de website van de Vennootschap, dat bedoeld is voor beleggers. Het geconsolideerde jaarverslag van 2018 en de niet-geauditeerde geconsolideerde financiële staten en presentaties in verband met de financiële resultaten over de twaalf maanden afgesloten op 31 december 2019 zijn beschikbaar in het deel van de website van de Vennootschap, dat bedoeld is voor beleggers (https://investors.telenet.be).

Safe Harbor Statement van de Amerikaanse Private Securities Litigation Reform Act van 1995 – Verschillende verklaringen in dit document zijn "forward-looking statements" (toekomstgerichte verklaringen) zoals die term is gedefinieerd in de Amerikaanse Private Securities Litigation Reform Act van 1995. Deze toekomstgerichte verklaringen met betrekking tot onze financiële en operationele vooruitzichten, onze groeiverwachtingen, strategie, product-, netwerk- en technologielanceringen, en de verwachte impact van overnames op onze gecombineerde activiteiten en financiële prestaties zijn te herkennen aan het gebruik van woorden als "denkt", "voorziet", "zou moeten", "is voornemens", "plant", "zal", "verwacht", "schat", "raamt", "positie", "strategie", en soortgelijke uitdrukkingen, en omvatten bekende en onbekende risico's, onzekerheden en andere factoren die ertoe kunnen leiden dat onze werkelijke resultaten, prestaties, verwezenlijkingen of sectorresultaten wezenlijk verschillen van die welke in deze toekomstgerichte verklaringen expliciet of impliciet worden verwacht, geraamd, voorspeld, geschat of gebudgetteerd. Deze factoren zijn onder meer: mogelijke ongunstige ontwikkelingen met betrekking tot onze liquiditeit of bedrijfsresultaten; mogelijke ongunstige ontwikkelingen op het gebied van de concurrentie, economie of regelgeving; onze aanzienlijke schuldaflossingen en andere contractuele verplichtingen; ons vermogen om ons businessplan te financieren en uit te voeren; ons vermogen om voldoende liquiditeit te genereren voor de aflossing van onze schulden; rente- en wisselkoersschommelingen; de impact van nieuwe zakelijke opportuniteiten die aanzienlijke voorafgaande investeringen vereisen; ons vermogen om klanten aan te trekken en te behouden en om onze globale marktpenetratie te vergroten; ons vermogen om met andere bedrijven in de communicatieen contentdistributiesector te concurreren; ons vermogen om contracten te behouden die essentieel zijn voor onze activiteiten; ons vermogen om een adequaat antwoord te bieden op technologische ontwikkelingen; ons vermogen om een back-up te ontwikkelen en te onderhouden van onze kritieke systemen; ons vermogen om door te gaan met het ontwerpen van netwerken, plaatsen van installaties, verkrijgen en behouden van de vereiste vergunningen of goedkeuringen van de overheid, en het financieren van bouw en ontwikkeling, op een tijdige manier, tegen een redelijke kostprijs en onder bevredigende voorwaarden; ons vermogen om een impact te hebben of een doeltreffend antwoord te bieden op nieuwe of gewijzigde wet- of regelgeving, ons vermogen om waardetoevoegende investeringen te maken, en ons vermogen om de uitkeringen aan de aandeelhouders in de toekomst aan te houden of op te trekken. We verbinden ons er niet toe om de toekomstgerichte verklaringen in dit document te actualiseren teneinde de werkelijke resultaten, wijzigingen in veronderstellingen of veranderingen in factoren die deze verklaringen beïnvloeden te weerspiegelen.

Financiële informatie – De geconsolideerde jaarrekening van Telenet Group Holding per en voor het boekjaar afgesloten op 31 december 2019 werd opgesteld in overeenstemming met EU IFRS, tenzij anders vermeld, en kan vanaf 27 maart 2020 op de website van de Vennootschap worden geraadpleegd.

Niet-GAAP-maatstaven – "Adjusted EBITDA", "Operationele vrije kasstroom" en "Aangepaste vrije kasstroom" zijn niet-GAAP-maatstaven zoals bedoeld in Regulation G van de Amerikaanse Securities and Exchange Commission. Voor aanverwante definities en aansluitingen verwijzen we naar het deel Investor Relations op de website van Liberty Global plc (https://www.libertyglobal.com). Liberty Global plc is de controlerende aandeelhouder van de Vennootschap.

Dit document werd vrijgegeven op 12 februari 2020 om 7:00 uur MET

Talk to a Data Expert

Have a question? We'll get back to you promptly.