AI Terminal

MODULE: AI_ANALYST
Interactive Q&A, Risk Assessment, Summarization
MODULE: DATA_EXTRACT
Excel Export, XBRL Parsing, Table Digitization
MODULE: PEER_COMP
Sector Benchmarking, Sentiment Analysis
SYSTEM ACCESS LOCKED
Authenticate / Register Log In

Telenet Group Holding NV

Annual Report Apr 29, 2020

4008_10-k_2020-04-29_2033a393-2624-40ae-b76e-9462cb617b2e.pdf

Annual Report

Open in Viewer

Opens in native device viewer

FINANCIEEL VERSLAG 2019

Deze pagina werd bewust leeg gelaten.

Conformiteitsverklaring

Ondergetekenden verklaren dat voor zover hen bekend:

  • De geconsolideerde jaarrekening, die is opgesteld overeenkomstig de toepasselijke standaarden voor jaarrekeningen, een getrouw beeld geeft van het vermogen, van de financiële toestand en van de resultaten van de Vennootschap en de in de consolidatie opgenomen ondernemingen;
  • Het jaarverslag van de Raad van Bestuur een getrouw beeld geeft van de ontwikkeling en de resultaten van het bedrijf en van de positie van de Vennootschap en de in de consolidatie opgenomen ondernemingen, alsmede een beschrijving van de voornaamste risico's en onzekerheden waarmee zij geconfronteerd worden.

John Porter Bert De Graeve

Chief Executive Officer Voorzitter van de raad van bestuur

Inhoudstafel

Geconsolideerd jaarverslag van de raad van bestuur voor 2019 aan de aandeelhouders van Telenet Group Holding NV

Definities 7
Belangrijke wijzigingen in de financiële
verslaggeving
7
1. Informatie over het bedrijf
1.1 Overzicht 11
1.2 Basiskabeltelevisie 12
1.3 Premiumkabeltelevisie 12
1.4 Breedbandinternet 12
1.5 Telefonie 13
1.6 Bedrijfsdiensten 14
1.7 Netwerk 14
1.8 Strategie 15

6

11

16

25

2. Bespreking van de geconsolideerde jaarrekening

2.1 Opbrengsten per dienst 16
2.2 Bedrijfskosten 17
2.3 Kosten per type 18
2.4 Nettoresultaat 19
2.5 Adjusted EBITDA #Sec
2.6 Bedrijfsinvesteringen tion
19
2.7 Operationele vrije kasstroom 19
2.8 Kasstroom en liquide middelen 19
2.9 Schuldprofiel, kassaldo en netto
hefboomratio
21
2.10 Aandeelhoudersvergoeding 23
3. Risicofactoren
3.1 Algemene informatie 25
3.2 Juridische geschillen 25
4. Informatie over gebeurtenissen na balansdatum 26
5. Informatie over onderzoek en ontwikkeling 27
6. Gebruik van financiële instrumenten 28
7. Niet-financiële informatie 28
7.1 Introductie 28
7.2 Personeelsbeleid 29
7.3 Milieu 30
7.4 Mensenrechten 31
7.5 Bestrijding van omkoping en corruptie 32
7.6 Niet-financiële indicatoren 34
7.7 Duurzaamheid: vooruitzichten voor
2020
34
8. Verklaring van deugdelijk bestuur 38
8.1 Referentiecode 38
8.2 Regelgevende ontwikkelingen en hun
impact op Telenet
38
8.3 Kapitaal en aandeelhouders 39
8.4 Interne controle en
risicobeheersystemen
44
8.5 Raad van bestuur 49
8.6 Dagelijks bestuur 59
8.7 Remuneratieverslag 61
8.8 Controle van de vennootschap 70

Telenet Group Holding NV geconsolideerde jaarrekening

  1. Geconsolideerde balans 2. Geconsolideerde staat van het resultaat over de verslagperiode en het nettoresultaat rechtstreeks verwerkt in het eigen vermogen 3. Geconsolideerde staat van het eigen vermogen 4. Geconsolideerd kasstroomoverzicht 72 74 76 79 71
5. Toelichtingen bij de geconsolideerde
jaarrekening voor het jaar afgesloten op
31 december 2019
5.1 Verslaggevende entiteit en
gehanteerde grondslagen
81
5.2 Belangrijke grondslagen voor de
financiële verslaggeving
83
5.3 Risicobeheer 99
5.4 Materiële vaste activa 108
5.5 Goodwill 109
5.6 Overige immateriële activa 112
5.7 Investeringen in en leningen aan
geassocieerde deelnemingen
113
5.8 Handelsvorderingen 116
5.9 Overige activa 117
5.10 Voorraden 118
5.11 Geldmiddelen en kasequivalenten 118
5.12 Eigen vermogen 119
5.13 Leningen en overige
financieringsverplichtingen
131
5.14 Afgeleide financiële instrumenten 139
5.15 Uitgestelde belastingen 144
5.16 Overige langlopende verplichtingen 147
5.17 Personeelsvoordelen en soortgelijke
verplichtingen
148
5.18 Toe te rekenen kosten, overige
kortlopende verplichtingen en provisies.
152
5.19 Opbrengsten 154
5.20 Kosten per type 157
5.21 Financiële opbrengsten en kosten 159
5.22 Winstbelastingen 160
5.23 Winst per aandeel 161
5.24 Overname van
dochtervennootschappen
162
5.25 Investerings- en financieringstransacties
zonder kasstroom
168
5.26 Toezeggingen en voorwaardelijke
verplichtingen
168
5.27 Verbonden partijen 172
5.28 Dochtervennootschappen 175
5.29 Gebeurtenissen na balansdatum 187
5.30 Externe controle 188

Verkort jaarverslag van de raad van bestuur aan de algemene vergadering van aandeelhouders

81

1. Verkorte niet-geconsolideerde balans 194
2. Verkorte niet-geconsolideerde
resultatenrekening
195
3. Staat van het kapitaal 196
4. Waarderingsregels 197
4.1 Algemene waarderingsregels 197
4.2 Bijzondere waarderingsregels 197
5. Verkort jaarverslag over de statutaire
niet-geconsolideerde jaarrekening van
Telenet Group Holding NV
199
5.1 Bespreking van de balans 199
5.2 Bespreking van de resultatenrekening 201
5.3 Werkzaamheden omtrent onderzoek
en ontwikkeling
202
5.4 Voornaamste risico's en onzekerheden . 202
5.5 Informatie over belangrijke
gebeurtenissen na balansdatum
202
5.6 Continuïteit van de onderneming 202
5.7 Belangenconflicten van bestuurders 203
5.8 Bijkantoren van de vennootschap 203
5.9 Uitzonderlijke werkzaamheden van de
commissaris
203
5.10 Het gebruik van financiële
instrumenten in het kader van
indekking tegen rente- en
wisselkoersrisico bij Telenet
203
5.11 Kwijting aan de bestuurders en aan de
commissaris
203
5.12 Informatieverplichtingen conform
artikel 34 van het koninklijk besluit van
14 november 2007 en de wet van 6
april 2010
203

Geconsolideerd jaarverslag van de raad van bestuur voor 2019 aan de aandeelhouders van Telenet Group Holding NV

De raad van bestuur van Telenet Group Holding NV heeft de eer u zijn geconsolideerd jaarverslag voor het jaar eindigend op 31 december 2019 voor te leggen overeenkomstig de artikelen 3: 6 en 3:32 (voorheen artikelen 96 en 119) van de Belgische Wetboek van vennootschappen en verenigingen.

In dit rapport rapporteert de raad van bestuur ook over relevante corporate governance-aangelegenheden, evenals bepaalde bezoldigingsaangelegenheden. In overeenstemming met artikel 3: 6, §2, 1 ° van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen en het Koninklijk Besluit van 12 mei 2019 heeft de raad van bestuur beslist om de Belgische Corporate Governance Code 2020 toe te passen als referentiecode voor corporate governance aangelegenheden.

Inleiding

Definities

(1) Om de 'rebased' groeicijfers te berekenen op een vergelijkbare basis voor de twaalf maanden afgesloten op 31 december 2019 heeft Telenet haar historische bedrijfsopbrengsten en Adjusted EBITDA aangepast om de bedrijfsopbrengsten en Adjusted EBITDA van Nextel (volledig geconsolideerd sinds 31 mei 2018) en De Vijver Media (volledig geconsolideerd sinds 3 juni 2019) voor de overname op te nemen en de impact van de "International Financial Reporting Standards" ("IFRS") 16 in onze rebased bedragen voor het jaar afgesloten op 31 december 2018 voor zover dat de bedrijfsopbrengsten en Adjusted EBITDA deel uitmaken van haar resultaten voor de twaalf maanden afgesloten op 31 december 2019. Telenet heeft de bedrijfsopbrengsten en Adjusted EBITDA van Nextel en De Vijver Media opgenomen in haar 2018 'rebased' bedragen op basis van de meest betrouwbare informatie die momenteel voorhanden is (doorgaans financiële staten voor de overname) zoals aangepast voor de verwachte effecten van (i) alle belangrijke effecten als gevolg van aanpassingen aan de financiële verslaggeving door overname, (ii) alle belangrijke verschillen tussen onze grondslagen voor de financiële verslaggeving en deze van verworven dochtervennootschappen en (iii) overige elementen die de Vennootschap relevant acht. Telenet heeft geen aanpassingen gedaan aan de periodes voor de overname om niet-recurrente elementen te elimineren of om retroactief aanpassingen aan schattingen te doen die kunnen geïmplementeerd worden na de overname. Aangezien de Vennootschap de overgenomen activiteiten noch bezat, noch controleerde gedurende de periodes voor de overname kan er geen garantie worden gegeven dat (i) Telenet alle noodzakelijke aanpassingen heeft geïdentificeerd om de bedrijfsopbrengsten en Adjusted EBITDA van deze entiteiten voor te stellen op een manier die vergelijkbaar is met de overeenstemmende bedragen na de overname die zijn opgenomen in haar historische resultaten of dat (ii) de financiële staten voor de overname waarop Telenet zich heeft gebaseerd geen nietgedetecteerde fouten zouden bevatten. Daarnaast zijn 'rebased' groeicijfers niet noodzakelijk indicatief voor de bedrijfsopbrengsten en Adjusted EBITDA die Telenet zou gerealiseerd hebben indien deze transacties zich hadden voorgedaan op de datum die het gebruikt heeft voor de berekening van 'rebased' groei of de bedrijfsopbrengsten en Adjusted EBITDA voor de toekomst. De 'rebased' groeicijfers worden hier getoond om toe te laten de groeivoeten op een vergelijkbare basis te kunnen inschatten, en worden niet voorgesteld als een maatstaf van onze pro forma financiële prestaties.

  • (2) EBITDA wordt gedefinieerd als winst vóór netto financiële kosten, het aandeel in het resultaat van geassocieerde deelnemingen, belastingen, afschrijvingen en waardeverminderingen. Adjusted EBITDA wordt gedefinieerd als EBITDA exclusief vergoedingen op basis van aandelen, aanpassingen na de erkenningsperiode gerelateerd aan overnames en herstructureringslasten, en exclusief operationele kosten of opbrengsten betreffende succesvolle of onsuccesvolle overnames of desinvesteringen. Operationele kosten of opbrengsten betreffende overnames of desinvesteringen omvatten (i) winst en verliezen op de verkoop van activa met lange levensduur, (ii) due diligence, juridische, advies- en andere kosten aan derden betreffende de inspanningen van de Vennootschap om een controlebelang in ondernemingen te verwerven of te verkopen, en (iii) overige overnamegerelateerde elementen waaronder winsten en verliezen op de schikking van een voorwaardelijke vergoeding. Adjusted EBITDA is een bijkomende parameter gebruikt door het management om het onderliggende resultaat van de Vennootschap aan te tonen en zou niet beschouwd mogen worden als een vervanging van de andere parameters in overeenstemming met EU IFRS om het resultaat van de Vennootschap te beoordelen, maar zou echter moeten gehanteerd worden samen met de dichtst vergelijkbare EU IFRS parameter.
  • (3) De toe te rekenen bedrijfsinvesteringen worden omschreven als toevoegingen aan terreinen, uitrusting en immateriële vaste activa, inclusief toevoegingen van financiële leases en overige financieringsovereenkomsten, zoals op basis van het toe te rekenen bedrag geboekt in de geconsolideerde balans van de Vennootschap.
  • (4) Operationele vrije kasstroom wordt gedefinieerd als Adjusted EBITDA, minus toe te rekenen investeringsuitgaven zoals gerapporteerd in de geconsolideerde financiële staten van de Vennootschap. De toe te rekenen investeringsuitgaven omvatten niet de opname van uitzendrechten voor het voetbal en licenties voor het mobiele spectrum.
  • (5) Aangepaste vrije kasstroom wordt gedefinieerd als de netto kasmiddelen afkomstig uit continue bedrijfsactiviteiten plus (i) de geldelijke betalingen aan derden betreffende succesvolle of nietsuccesvolle overnames en desinvesteringen en (ii) kosten

gefinancierd door een derde partij, minus (i) de verwerving van materiële vaste activa en de verwerving van immateriële vaste activa van de continue activiteiten van de Vennootschap, (ii) kapitaalaflossingen op bedragen gefinancierd door leveranciers en tussenpersonen, en (iii) kapitaalaflossingen op financiële leases (uitgezonderd netwerkgerelateerde leases die werden erkend als gevolg van overnames), en (iv) kapitaalaflossingen op toevoegingen aan netwerkgerelateerde leases na overname, elk zoals gerapporteerd in het geconsolideerd kasstroomoverzicht. Aangepaste vrije kasstroom is een bijkomende parameter gebruikt door het management om de schuldaflossings- en financieringscapaciteit van de Vennootschap aan te tonen en zou niet beschouwd mogen worden als een vervanging van de andere parameters in overeenstemming met EU IFRS om het resultaat van de Vennootschap te beoordelen, maar zou echter moeten gehanteerd worden samen met de dichtst vergelijkbare EU IFRS parameter.

  • (6) Een abonnee op basiskabeltelevisie is een woning, een wooneenheid in een gebouw met meerdere wooneenheden of een eenheid in een commercieel gebouw die via een analoog of digitaal videosignaal over het Gecombineerde Netwerk Telenets videodienst ontvangt zonder abonnement op een terugkerende maandelijkse dienst die het gebruik van encryptietechnologie vereist. Encryptietechnologie omvat smart-cards en andere geïntegreerde of virtuele technologieën die Telenet gebruikt om zijn verbeterd dienstenaanbod te leveren. Telenet telt opbrengstgenererende eenheden op basis van het aantal panden. Een abonnee met meerdere aansluitingen in één pand wordt dus als één opbrengstgenererende eenheid geteld. Een abonnee met twee huizen die voor elk van die huizen een abonnement op Telenets kabeltelevisiedienst heeft, wordt als twee opbrengstgenererende eenheden geteld.
  • (7) Een abonnee op premiumkabeltelevisie is een woning, een wooneenheid in een gebouw met meerdere wooneenheden of een eenheid in een commercieel gebouw die via een digitaal videosignaal over het Gecombineerde Netwerk Telenets kabeltelevisiedienst ontvangt op basis van een abonnement op een terugkerende maandelijkse dienst die het gebruik van encryptietechnologie vereist. Abonnees voor premiumkabeltelevisie worden geteld op basis van het aantal panden. Zo wordt een abonnee met één of meer settopboxen die Telenets videodienst in één gebouw ontvangt over het algemeen geteld als één abonnee. Een abonnee op premiumkabeltelevisie wordt niet geteld als een abonnee op basisvideo. Naarmate Telenets klanten overstappen van basiskabeltelevisiediensten naar premiumkabel-televisie rapporteert Telenet een afname van het aantal abonnees voor basiskabeltelevisie die gelijk is aan de toename van het aantal abonnees voor premiumkabeltelevisie.
  • (8) Een internetabonnee is een woning, een wooneenheid in een gebouw met meerdere wooneenheden of een eenheid in een commercieel gebouw die internetdiensten ontvangt over het Gecombineerde Netwerk.
  • (9) Een vastetelefonieabonnee is een woning, een wooneenheid in een gebouw met meerdere wooneenheden of een eenheid in een commercieel gebouw die spraakdiensten ontvangt over het Gecombineerde Netwerk. Vaste-telefonieabonnees omvatten geen mobieletelefonieabonnees.
  • (10) Het aantal mobieletelefonieabonnees vertegenwoordigt het aantal actieve SIM-kaarten die in gebruik zijn, niet het aantal

geleverde diensten. Als bijvoorbeeld een mobieletelefonieabonnee zowel een data- als spraakplan voor een smartphone heeft, wordt die persoon beschouwd als één mobieletelefonieabonnee. Een abonnee met een spraak- en dataplan voor een smartphone en een dataplan voor een laptop (via een dongle) wordt echter als twee mobieletelefonieabonnees geteld. Klanten die geen terugkerende maandelijkse vergoeding betalen, worden na 90 dagen inactiviteit niet langer opgenomen in het aantal mobieletelefonieabonnees.

  • (11) Klantenrelaties zijn klanten die ten minste één van Telenets video-, internet- of vaste-telefoniediensten ontvangen en die Telenet telt als opbrengstgenererende eenheden, ongeacht op welke of op hoeveel diensten ze geabonneerd zijn. Klantenrelaties worden over het algemeen geteld op basis van het aantal panden. Als iemand Telenets diensten in twee panden ontvangt (bijvoorbeeld in zijn hoofdwoning en in een vakantiehuisje), wordt die persoon over het algemeen als twee klantenrelaties geteld. Mobieletelefonieklanten worden niet geteld als klantrelaties.
  • (12) ARPU verwijst naar de gemiddelde maandelijkse opbrengst per klantenrelatie en wordt berekend door de gemiddelde maandelijkse opbrengsten uit abonnementen (exclusief opbrengsten uit mobiele telefonie, bedrijfsdiensten ("B2B"), interconnectie, transport- en distributievergoedingen, opbrengsten uit de verkoop van mobiele handsets en installatievergoedingen) voor de aangeduide periode te delen door het gemiddelde aantal klantenrelaties aan het begin en aan het einde van de betreffende periode.
  • (13) Aansluitbare huizen zijn woningen, wooneenheden in een gebouw met meerdere wooneenheden of eenheden in een commercieel gebouw die op het Gecombineerde Netwerk kunnen worden aangesloten zonder de distributiecentrale materieel uit te breiden. Het aantal aansluitbare huizen is gebaseerd op censusgegevens die kunnen veranderen op basis van herzieningen van die gegevens of op basis van nieuwe censusresultaten.
  • (14) Een opbrengstgenererende eenheid is een individuele abonnee op basiskabeltelevisie, een individuele abonnee op premiumkabeltelevisie, een individuele internetabonnee of een individuele vaste telefonieabonnee. Een woning, een wooneenheid in een gebouw met meerdere wooneenheden of een eenheid in een commercieel gebouw kan één of meer opbrengstgenererende eenheden omvatten. Als bijvoorbeeld een residentiële abonnee geabonneerd is op Telenets premiumkabel-televisiedienst, vastetelefoniedienst en breedbandinternetdienst, vertegenwoordigt die klant drie opbrengstgenererende eenheden. Het totale aantal opbrengstgenererende eenheden is de som van het aantal abonnees voor basiskabeltelevisie, premiumkabeltelevisie, internet en vaste telefonie. Het aantal opbrengstgenererende eenheden wordt over het algemeen geteld op basis van het aantal panden, zodat een bepaald pand voor een bepaalde dienst niet als meer dan één opbrengst-genererende eenheid wordt geteld. Als iemand Telenets diensten in twee panden ontvangt (bijvoorbeeld in zijn hoofdwoning en in een vakantiehuisje), wordt die persoon daarentegen als twee opbrengstgenererende eenheden geteld. Elke kabel-, internet- of vaste-telefoniedienst in een productbundel wordt geteld als een afzonderlijke opbrengstengenererende eenheid, ongeacht de aard van een eventuele bundelkorting of promotie. Nietbetalende abonnees worden als abonnees geteld tijdens de periode gedurende welke ze bij wijze van promotie een gratis dienst ontvangen. Sommige van deze abonnees haken na

die gratis periode af. Diensten die langdurig kosteloos worden aangeboden (bijv. aan VIP's of werknemers) worden over het algemeen niet als opbrengstgenererende eenheden geteld. Abonnementen op mobieletelefoniediensten worden niet opgenomen in het extern gerapporteerde aantal opbrengstgenererende eenheden.

  • (15) Het klantverloop vertegenwoordigt de snelheid waarmee klanten hun abonnementen beëindigen. Het jaarlijks voortschrijdend gemiddelde wordt berekend door het aantal beëindigingen in de voorgaande 12 maanden te delen door het gemiddelde aantal klantenrelaties. Bij de berekening van het klantverloop wordt een beëindiging geacht te hebben plaatsgevonden indien de klant geen enkele dienst meer van Telenet ontvangt en Telenets apparatuur dient terug te geven. Een gedeeltelijke overschakeling naar een lager product, wat meestal wordt toegepast om klanten aan te moedigen een openstaande factuur te betalen en te voorkomen dat alle diensten worden afgekoppeld, wordt bij de berekeningen van het klantverloop niet als een beëindiging beschouwd. Klanten die binnen Telenets kabelgebied verhuizen en klanten die overschakelen naar hogere of lagere diensten worden bij de berekening van het klantverloop evenmin als beëindigingen beschouwd.
  • (16) Telenets ARPU per mobieletelefonieabonnee, exclusief interconnectieopbrengsten, verwijst naar de gemiddelde maandelijkse opbrengst uit mobiele telefonie per gemiddelde actieve gebruiker en wordt berekend door de gemiddelde opbrengsten uit mobiele telefonie (met uitzondering van activatievergoedingen, opbrengsten uit de verkoop van gsm's en smartphones en aanmaningskosten) voor een bepaalde periode te delen door het gemiddelde van het totale aantal actieve mobieletelefonieabonnees aan het begin en aan het einde van een bepaalde periode. Voor de berekening van Telenets ARPU per mobieletelefonieabonnee, met inbegrip van interconnectieopbrengsten, verhoogt de teller uit de hierboven toegelichte berekening met het bedrag aan mobiele interconnectie-opbrengsten over die periode.
  • (17) De netto totale hefboomratio wordt gedefiniëerd als de som van korte - en lange termijn verplichtingen van de Vennootschap, verminderd met geldmiddelen en kasequivalenten, zoals opgenomen op de balans van de Vennootschap, te delen door de Geconsolideerde EBITDA op jaarbasis van de laatste twee kwartalen. In de balans werd Telenets USD-luidende schuld omgerekend naar € op basis van de EUR/USD wisselkoers op 31 december 2019. Aangezien Telenet verscheidende derivaatcontracten heeft afgesloten om zowel de onderliggende variabele interestvoet als de wisselkoers-risico's af te dekken bedroeg het overeenkomstige €-ingedekte bedrag respectievelijk € 2.041,5 miljoen (USD 2,3 miljard Termijnlening AN) en € 882,8 miljoen (USD 1,0 miljard Senior Secured Notes die in 2028 vervallen). Voor de berekening van de netto totale schuldgraad gebruikt Telenet het overeenkomstige €-ingedekte bedrag gelet op de onderliggende blootstelling aan de werkelijke economische risico's.
  • (18) De netto convenant hefboomratio wordt berekend volgens de definitie in de 2018 Gewijzigde Senior Credit Facility, door de totale nettoschuld (op basis van het overeenkomstige €-ingedekte bedrag voor de USD-luidende schuld zoals hierboven toegelicht), uitgezonderd (a) achtergestelde aandeelhoudersleningen, (b) geactiveerde elementen van de schulden onder de clientèle- en

annuïteitenvergoedingen, (c) en alle andere leases die op of voor 1 augustus 2007 werden aangegaan, en (d) alle schuld onder de netwerklease afgesloten met de zuivere intercommunales, te delen door de Geconsolideerde EBITDA op jaarbasis van de laatste twee kwartalen met inbegrip van bepaalde niet-gerealiseerde synergiën uit de overnames van BASE en SFR Belux.

Belangrijke wijzigingen in de financiële verslaggeving

Presentatie van de postpaid mobiele-telefonieabonnees: Telenet heeft de presentatie van de mobiele postpaidabonnees op 31 maart 2018, 30 juni 2018, 30 september 2018 en 31 december 2018 aangepast na de verwijdering van inactieve 'pay as you go' abonnees. Deze abonnees betalen geen maandelijkse abonnementsvergoeding en worden uitsluitend volgens hun effectieve gebruik gefactureerd. Als gevolg van de inactieve status van bepaalde simkaarten heeft de Vennootschap zowel haar mobiele postpaidabonnees als de totale basis mobiele abonnees verminderd met respectievelijk 49.400, 58.800, 52.700 en 47.100 voor de voornoemde periodes. Deze aanpassing had geen invloed op de opbrengsten uit mobiele telefonie gedurende het jaar afgesloten op 31 december 2019.

Aanneming van IFRS 16 Lease-overeenkomsten: Vanaf 1 januari 2019 heeft de Vennootschap IFRS 16 Lease-overeenkomsten aangenomen zoals vermeld in haar Jaarverslag 2018 (zie Sectie 5.2.20 - Toekomstige vereisten). Bij de toepassing van IFRS 16 heeft de Vennootschap nieuwe activa en passiva opgenomen voor die leases die voorheen werden geclassificeerd als operationele leases, zijnde operationele leases van (i) huur van sites, (ii) onroerend goed, (iii) wagens en (iv) dark fibre. IFRS 16 veranderde ook de aard van de kosten met betrekking tot die leaseovereenkomsten, omdat de Vennootschap een afschrijvingslast voor activa voor gebruiksrechten en rentelasten op leaseverplichtingen opneemt. Voorheen erkende de onderneming operationele leasekosten op lineaire basis gedurende de leaseperiode, en erkende activa en passiva alleen voor zover er een tijdverschil bestond tussen werkelijke leasebetalingen en de opgenomen kosten. Bovendien erkent de Vennootschap niet langer voorzieningen voor operationele leases die zij als verlieslatend beschouwt. In plaats daarvan neemt de Vennootschap de verschuldigde betalingen onder de lease op in haar leaseverplichting en boekt een waardevermindering op de overeenstemmende gebruiksrechten. De toepassing van IFRS 16 had een gunstig effect van € 41.7 miljoen op de Aangepaste EBITDA van de Vennootschap voor het jaar afgesloten op 31 december 2019 en wanneer toegepast vanaf 1 januari 2018, zou de toepassing van IFRS 16 de Aangepaste EBITDA van de Vennootschap voor het jaar afgesloten op 31 december 2018 hebben verbeterd met € 42,3 miljoen.

Aankoopprijsallocatie voor de overname van Nextel: De balans van 31 december 2018 is herwerkt, met een weerspiegeling van de retroactieve impact van de aankoopprijsallocatie ("PPA") voor de overname van Nextel, die jaareinde 2018 nog niet bekend was. De aanpassing van de reële waarde van de immateriële activa (€ 25,7 miljoen) had voornamelijk betrekking op de verworven klantenrelaties (€ 16,5 miljoen), handelsnamen (€ 6,8 miljoen) en technologie (€ 2,4 miljoen). De beoordeling van het sales en lease back-model en het huurmodel resulteerde in de verwijdering van over te dragen opbrengsten (€ 2,7 miljoen) en materiële vaste activa (€ 7,1 miljoen) die werden vervangen door een leasevordering (€ 8,9 miljoen). Samen met de uitgestelde belastingimpact van de bovengenoemde aanpassingen (€ 7,8 miljoen) werd de goodwill verminderd met € 22,3 miljoen. De opname van de reële waarde van de immateriële activa en de impact van het sales en lease back-model en het huurmodel en alignering van het boekhoudbeleid van Nextel resulteerde in extra afschrijvingskosten op immateriële vaste activa (€ 2,1 miljoen), een daling van de afschrijvingskosten op materiële vaste activa (€ 1,8 miljoen), een vermindering van de opbrengsten (€ 1,0 miljoen) en een stijging van de kosten van verkochte goederen (€ 0,7 miljoen) opgenomen voor de periode tussen de overnamedatum (31 mei 2018) en 31 december 2018, waarvoor de geconsolideerde winst- en verliesrekening en nietgerealiseerde resultaten voor het jaar afgesloten op 31 december 2018 werden herwerkt.

1. Informatie over het bedrijf

1.1 Overzicht

Telenet is de grootste aanbieder van kabeltelevisiediensten in België. Telenets hybride netwerk van glasvezel -en coaxtechnologie ("HFC") strekt zich uit over Vlaanderen, dekt ongeveer 61% van het aantal aansluitbare huizen in België en omvat de stedelijke gebieden van Antwerpen, Gent en ongeveer twee derde van Brussel na de overname van SFR Belux op 19 juni 2017. Het kabelnetwerk (het "Gecombineerde Netwerk") bestaat uit een dicht glasvezel backbone netwerk met lokale lusverbindingen die bestaan uit coaxkabel met een minimum capaciteit van 1,2 GHz, aangedreven door de EuroDocsis 3.0 en 3.1-technologie met download-snelheden tot 1 Gbps over het gehele servicegebied. De aandelen van Telenet Group Holding NV worden verhandeld op Euronext Brussel onder het kenteken TNET en Telenet maakt deel uit van de Bel20 aandelenindex.

Telenet biedt particuliere abonnees binnen zijn afzetgebied basiskabeltelevisie en digitale televisie aan, met inbegrip van hoge definitie ("HD") televisie en diensten op aanvraag ("VOD"), breedbandinternet en vaste en mobiele telefoniediensten. Telenet biedt zijn diensten aan in pakketten, of bundels, waardoor klanten kabeltelevisie-, breedbandinternet- en telefoniediensten kunnen afnemen van één enkele aanbieder tegen een aantrekkelijke goedkopere prijs. Onder het merk "BASE" biedt Telenet ook mobiele telefoniediensten aan aan zowel particuliere als zakelijke klanten binnen heel België. Daarnaast levert Telenet ook spraak- en datadiensten, evenals waardetoevoegende diensten zoals cloudopslagdiensten, hosting en beveiligingsdiensten aan kleine en middelgrote ondernemingen ("kmo's") en grote ondernemingen binnen heel België en delen van Luxemburg.

Op 31 december 2019 had Telenet 2.072.100 unieke klantrelaties, die ongeveer 61% vertegenwoordigden van de 3.385.200 woningen langs het toonaangevende HFC-netwerk in Telenets servicegebied in Vlaanderen en Brussel. Op 31 december 2019 leverde Telenet 4.743.500 vaste diensten ("RGU's"), bestaande uit 1.866.600 kabeltelevisieabonnementen, 1.664.400 breedbandinternetabonnementen en 1.212.500 vaste-telefonieabonnementen. Daarnaast was op 31 december 2019 ongeveer 91% van de kabeltelevisieabonnementen geüpgraded naar het premium kabeltelevisieplatform met hogere gemiddelde opbrengst per klantrelatie ("ARPU"). De abonnees van het premium kabeltelevisieplatform genieten een rijkere kijkervaring, met onbeperkte toegang tot een groter aanbod van digitale zenders, HD-zenders en betalende sportzenders, series- en filmkanalen, een enorme bibliotheek van binnen- en buitenlandse films en programma's à la carte en toegang tot het 'over-the-top'-platform ('OTT') 'Yelo Play'. Op 31 december 2019 bediende Telenet ook 2.808.400 mobiele abonnees, van wie ongeveer 84% geabonneerd is op een van de aantrekkelijke mobiele of vaste-mobiele ("FMC") tariefplannen. Telenet bereikte een bundelratio van 2,29 opbrengstgenererende eenheden per unieke klantrelatie per 31 december 2019, stabiel tegenover 31 december 2018. Op 31 december 2019 was ongeveer 31% van de kabelklanten geabonneerd op een quadplaybundel (de mobiele abonnementen onder het merk BASE niet meegeteld), een forse stijging met 4 procentpunten vergeleken met 31 december 2018, als teken van het aanhoudende succes van Telenets strategie voor de convergentie van vast en mobiel. Op 31 december 2019 bereikte de FMC-klantenbasis, die zowel "WIGO" als "YUGO" klanten omvat, een totaal van 547.400 FMC-klanten, een stijging met 37% jaar-op-jaar. Bijgevolg bedroeg de penetratie van de FMCabonnees ongeveer 26% van het totale aantal klantrelaties op 31 december 2019, vergeleken met ongeveer 19% op 31 december 2018. Alle"WIGO" -bundels van Telenet omvatten een supersnelle breedbandverbinding, WiFi-toegang, onbeperkt vast en mobiel bellen in België en een mobiele databundel die kan worden gedeeld tussen individuele familieleden. Over het jaar afgesloten op 31 december 2019 genereerde de Vennootschap € 2.583,9 miljoen bedrijfsopbrengsten, een stijging met 2% tegenover € 2.533,8 miljoen miljoen voor het jaar afgesloten op 31 december 2018. Over het jaar afgesloten op 31 december 2019 realiseerde Telenet een Adjusted EBITDA van € 1.375,4 miljoen, 4% meer dan het jaar afgesloten op 31 december 2018.

Telenet spitst zich meer en meer toe op het aanbieden van breedbandinternet- en telefoniediensten samen met kabeltelevisie in de vorm van aantrekkelijk geprijsde bundels. Hoewel Telenet al aanzienlijke voordelen heeft geplukt van deze stijgende trend naar productbundels, waardoor het meer producten en diensten kan verkopen aan individuele klanten, blijft Telenet van mening dat deze trend in de toekomst nog meer voordelen kan opleveren. Hierdoor slaagt Telenet erin om een hogere gemiddelde opbrengst per klantenrelatie en een verdere verlaging van het klantenverloop te realiseren. Over het jaar afgesloten op 31 december 2019 bereikte de gemiddelde opbrengst per klantrelatie € 57,7, een solide stijging van 3% ten opzichte van het jaar afgesloten op 31 december 2018. De groei van de gemiddelde opbrengst per klantrelatie werd bevorderd door (i) een grotere verhouding abonnees op productbundels in de totale klantenmix, (ii) een groter aandeel premium kabeltelevisieabonnees in de mix en (iii) het voordeel van bepaalde prijsaanpassingen, gedeeltelijk geneutraliseerd door een grotere verhouding bundelkortingen (met inbegrip van promoties met vaste termijn) en lagere gebruiksgerelateerde opbrengsten buiten de bundels.

1.2 Basiskabeltelevisie

Basiskabeltelevisie is het belangrijkste medium voor het aanbieden van televisiediensten in Vlaanderen en Telenet is de grootste aanbieder van kabeltelevisie in België. Bijna alle Vlaamse gezinnen kunnen op het Gecombineerde Netwerk aangesloten worden. De hoge penetratie van Telenets kabeltelevisiediensten resulteerde in een stabiele bron van bedrijfsopbrengsten en kasstromen. Op 31 december 2019 had Telenet in totaal ongeveer 1.866.600 kabeltelevisie abonnees. Alle abonnees voor basiskabeltelevisie hebben doorgaans toegang tot minstens 21 analoge televisiekanalen en een gemiddelde van 26 analoge radiokanalen. Telenet biedt doorgaans basiskabeltelevisie aan in de vorm van een individueel abonnement per klant en het leeuwendeel van Telenets klanten betaalt maandelijks voor deze dienstverlening. Abonnees voor basiskabeltelevisie die tevens een settopbox of een CI+ module geïnstalleerd hebben, én een smart card geactiveerd hebben, krijgen toegang tot een totaal van meer dan 80 digitale televisiekanalen, waaronder 40 HD-televisiekanalen, en ongeveer 36 digitale radiokanalen. Telenet biedt zijn basiskabeltelevisiediensten aan in digitaal formaat zonder meerprijs om klanten ertoe aan te zetten over te schakelen naar premiumkabeltelevisie zodat ze kunnen genieten van een rijkere kijkervaring, waaronder toegang tot een elektronische programmagids ("EPG"), extra pakketten met themakanalen, exclusieve film- en sportkanalen en een uitgebreide bibliotheek met zowel lokale als internationale films en programma's à la carte.

Begin oktober 2019 lanceerde Telenet de campagne 'Signal Switch' als voorbereiding op de uitschakeling van de analoge radio- en videosignalen tussen 2020 en 2021. Dit zal netwerkcapaciteit vrijmaken voor het altijd toenemende digitale verkeer. De uitschakeling van analoge video zal in het najaar van 2020 beginnen en eind 2021 voltooid zijn, terwijl het analoge radiosignaal vanaf februari 2020 wordt afgebouwd.

Over het jaar afgesloten op 31 december 2019 daalde het totale aantal abonnees voor basiskabeltelevisie netto met 73.300 (91.400 over het jaar afgesloten op 31 december 2018), als gevolg van het hogere klantenverloop in het overgenomen afzetgebied van SFR Belux alsook de toegenomen concurrentie. Het hierboven genoemde organische verlies omvat geen overschakelingen naar Telenets premiumkabel-tvdiensten; het vertegenwoordigt klanten die zijn overgestapt naar platformen van de concurrentie, zoals andere aanbieders van digitale tv, OTT en satelliet, of klanten die hun tv-abonnement hebben opgezegd of die naar een locatie buiten Telenets servicegebied zijn verhuisd.

1.3 Premiumkabeltelevisie

De premiumkabeltelevisiediensten van Telenet omvatten een combinatie van betalende sport- en filmkanalen, een brede waaier aan themakanalen, een selectie films en series op aanvraag en een reeks interactieve applicaties. Deze premiumkabeltelevisiediensten zijn beschikbaar voor alle klanten die op het Gecombineerde Netwerk aangesloten kunnen worden. Op 31 december 2019 waren 1.701.900 van de kabeltelevisieabonnees geüpgraded naar kabeltelevisiediensten met hogere ARPU, die hen toegang geven tot een veel rijkere televisiebeleving, met inbegrip van gratis onbeperkte toegang tot onze app 'Yelo Play' waarmee ze thuis en buitenshuis een unieke contentervaring kunnen beleven op meerdere verbonden apparaten. Dit omvat het nieuwste digitale televisieplatform, met inbegrip van de in de cloud gebaseerde settopbox van de volgende generatie met spraakherkenning, die Telenet eind april 2019 lanceerde. Over het jaar afgesloten op 31 december 2019 verloor Telenet netto 36.800 abonnees voor premiumkabeltelevisie (47.900 voor het jaar afgesloten op 31 december 2018), geïmpacteerd door een hoger verloop in het verworven gebied van SFR Benelux zoals hierboven vermeld en de intense concurrentie op de markt. Telenets digitalisatieratio, die het totale aantal abonnees voor premiumkabeltelevisie meet ten opzichte van het totale aantal abonnees voor basiskabeltelevisie, steeg verder en bereikte ongeveer 91% op 31 december 2019 in vergelijking met ongeveer 90% op 31 december 2018.

De abonnementspakketten van Telenet voor films en programma's à la carte 'Play' en 'Play More' telden op 31 december 2019 431.300 abonnees. Telenet blijft investeren in veelbelovende lokale content, zowel via coproducties met zijn commerciële zenders 'VIER', 'VIJF' en 'ZES' als met bepaalde eigen content. In december 2018 heeft Telenet zijn contract met de Amerikaanse zender HBO verlengd en uitgebreid. Dankzij het nieuwe akkoord was vanaf 2019 het volledige gamma topseries van HBO beschikbaar. Telenet biedt in zijn servicegebied het breedste sportaanbod met 'Play Sports', dat binnen- en buitenlands voetbal combineert, inclusief o.a. de UK Premier League. met andere belangrijke sporten zoals golf, ATP-tennis, Formule 1, volleybal, basketbal en hockey. Op 31 december 2019 had Telenet 238.700 'Play Sports'-klanten.

1.4 Breedbandinternet

Telenet is een toonaangevende aanbieder van residentiële breedbandinternetdiensten in Vlaanderen en delen van Brussel. Vandaag biedt Telenet aan consumenten en bedrijven downloadsnelheden tot 1 Gbps en uploadsnelheden tot 75 Mbps. Dankzij 'Grote Netwerf', een programma waarbij Telenet over een periode van vijf jaar € 500,0 miljoen investeerde en dat begin 2015 van start ging en medio 2019 werd afgerond, heeft Telenet de capaciteit van zijn netwerk vergroot van 600 MHz tot 1 GHz. Dit maakt downloadsnelheden van minstens 1 Gbps mogelijk. Aangezien klanten steeds vaker een naadloze connectiviteitservaring verwachten, niet enkel thuis maar ook op het werk en onderweg, blijft WiFi één van de hoekstenen van Telenets connectiviteitsstrategie. Telenets merkcampagne, 'Go With The Good Flow', die het in de zomer van 2018 lanceerde, was een groot succes, met de distributie van 544.000 WiFi-boosters eind 2019. Dit vertegenwoordigt al meer dan een derde van zijn totale klantenbasis voor breedbandinternet, in slechts achttien maanden tijd.

Op 31 december 2019 heeft Telenet ongeveer 1,5 miljoen wifihomespots ingezet en bijna 2000 publieke wifi-hotspots beheerd. Via partnerships met zijn meerderheidsaandeelhouder Liberty Global en een aantal van zijn gelieerde ondernemingen, evenals met de Waalse kabelexploitant Nethys, kunnen breedbandinternetklanten van beide kabelbedrijven de WiFi-homespots vrij gebruiken op het netwerk van beide bedrijven in Wallonië en in bepaalde andere Europese landen waar diensten worden verleend, aangeboden via andere Liberty Global en bepaalde aangesloten netwerken.

Op 31 december 2019 had Telenet 1.664.400 abonnees voor breedbandinternet, wat grotendeels stabiel was tegenover 31 december 2018. Dit komt overeen met ongeveer 49% van de huizen die door het HFC-netwerk worden bediend. Voor het jaar afgesloten op 31 december 2019 verloor Telenet 6.600 abonnees voor breedbandinternet (16.300 voor het jaar afgesloten op 31 december 2018), beïnvloed door de hevig concurrerende marktomgeving. Telenets geannualiseerd klantenverloop bereikte 10,1% voor het jaar afgesloten op 31 december 2019 vergeleken met 11,6% voor het jaar afgesloten op 31 december 2018, geïmpacteerd door de migratie van voormalige SFR abonnees.

1.5 Telefonie

1.5.1 Vaste telefonie

Telenet biedt zijn particuliere klanten lokale, nationale en internationale vaste telefoniediensten aan alsook een waaier van bijkomende toepassingen. In Vlaanderen is Telenet de voornaamste concurrent van Proximus, de historische operator. Dit komt deels door Telenets focus op dienstverlening aan klanten en innoverende forfaitaire tariefplannen. Nagenoeg alle vaste telefonieklanten van Telenet gebruiken het voiceover-internet protocol ("VoIP") die het open standaard EuroDocsis protocol gebruikt en waardoor Telenet in staat is om zowel breedbandinternet- als telefoniediensten aan te bieden.

Op 31 december 2019 bediende Telenet 1.212.500 vaste telefonieabonnees, wat een daling van 3% betekent ten opzichte van 31 december 2018. Voor het jaar afgesloten op 31 december 2019 verloor Telenet 43.600 netto vaste telefonieabonnees (voor het jaar afgesloten op 31 december 2018: 46.500), beïnvloed door een algemene dalende markttrend. Daardoor bereikte het geannualiseerd klantenverloop van Telenet 11,7% voor het jaar afgesloten op 31 december 2019, vergeleken met 13,7% voor het jaar afgesloten op 31 december 2018.

1.5.2 Mobiele telefonie

In februari 2016 rondde Telenet de overname van de Belgische mobiele operator BASE Company NV af. Telenet biedt zijn mobiele telefoniediensten aan onder de merken "Telenet" en "BASE" en heeft daarnaast ook verschillende groothandelsovereenkomsten afgesloten, zoals met de Waalse kabeloperator Nethys en de internationale aanbieder van prepaiddiensten Lycamobile. Voor de overname van BASE opereerde Telenet als een mobiele virtuele netwerk-operator ("MVNO") via een partnership met Orange Belgium, de derde grootste mobiele operator in België. (de "MVNO Overeenkomst"). Op 31 maart 2018 had Telenet al zijn MVNO-klanten gemigreerd van het gehuurde Orange Belgiumnetwerk naar zijn eigen mobiele netwerk, waardoor belangrijke MVNOsynergieën zijn gerealiseerd. Telenet biedt via zijn eigen mobiele netwerk mobiele spraak en data diensten aan voor zijn kabelabonnees, inclusief 4G/LTE ("Long Term Evolution").

Telenets abonneebasis voor mobiele telefonie, die de abonnees van commerciële wholesalepartners en Telenets KMO-klanten niet omvat, bereikte een totaal van 2.808.400 simkaarten op 31 december 2019, met inbegrip van 2.363.800 postpaid abonnees. De resterende 444.600 mobiele abonnees zijn prepaid abonnees onder het merk BASE. Ondanks de concurrentiële marktomgeving, gekenmerkt door tijdelijke prijspromoties en verbeterde aanbiedingen door Telenets naaste concurrenten, tekende Telenet een netto groei op van het aantal postpaid abonnees met 169.300 (92.100 voor het jaar afgesloten op 31 december 2018). Dit werd vooral gedreven dankzij de versnelde groei van de FMC-abonneebasis en attractieve promoties met een bepaalde duur.

1.5.3 Interconnectie

Via interconnectie kunnen gebruikers van een telefonienetwerk communiceren met de gebruikers van een ander telefonienetwerk. Om een abonnee van een telefonienetwerk in staat te stellen een telefoongesprek te voeren met een ontvanger op een ander netwerk, moet de netwerkaanbieder van de abonnee een verbinding aangaan met het netwerk van de ontvanger. Het netwerk dat de ontvanger bedient, rekent normaal aan de netwerkaanbieder van de abonnee een vergoeding aan om de communicatie op zijn netwerk te beëindigen. De vergoeding is gebaseerd op een vaste gesprekskost en kosten op basis van de gespreksduur.

De interconnectieopbrengsten en -kosten van Telenet worden doorbelast via Telenet Group (voormalig BASE Company NV). De voornaamste interconnectieovereenkomsten van Telenet werden afgesloten met Proximus en de voornaamste telecommunicatieoperatoren in België. Proximus heeft een geschat marktaandeel van 50-60% op de markt voor residentiële vaste telefonie in België en van 70-80% op de markt voor vaste telefonie aan bedrijven op basis van het meest recente Jaarverslag (2018) van het Belgische Instituut voor Post en Telecommunicatie ("BIPT").

Wat premiumdiensten voor mobiele telefonie betreft, linken Telenet en Telenet Group meteen met de contentaanbieders, waardoor mobieletelefonieklanten toegang krijgen tot premiumdiensten. Om mobieletelefonieklanten in het buitenland te ondersteunen, heeft Telenet Group meer dan 600 bilaterale roamingovereenkomsten afgesloten. Op dit vlak heeft Telenet een roamingovereenkomst afgesloten met een internationale aanbieder, die optreedt als centrale operator voor roamingdiensten.

De interconnectieopbrengsten en -kosten hebben een aanzienlijke impact op de financiële resultaten van de Vennootschap. Zodoende levert Telenet ernstige inspanningen om deze kosten onder controle te houden. Voor het jaar afgesloten op 31 december 2019 boekte Telenet €189.7 miljoen aan interconnectiekosten (€208.5 miljoen voor het jaar afsloten op 31 december 2018). Voor het jaar afsloten op 31 december 2019 ontving de Vennootschap €193.7 miljoen (€210.6 miljoen voor het jaar afgesloten op 31 december 2018) aan interconnectieopbrengsten. Telenet boekt zijn interconnectieopbrengsten onder 'Overige opbrengsten', terwijl de interconnectiekosten opgenomen worden als 'Directe kosten'.

Telenet wordt gezien als een operator met significant marktaandeel op de markt voor gespreksafgifte op een individueel vast openbaar telefoonnetwerk. Sinds 1 april 2012 zijn wederzijdse terminatie tarieven opgelegd, waardoor Telenet de interconnectietarieven van Proximus in rekening brengt. Na een nietigverklaring door de rechtbank van een definitieve beslissing over wholesaletarieven die het BIPT in 2016 heeft uitgevaardigd, heeft het BIPT in november 2018 een nieuw besluit gecommuniceerd met een wholesaletarief van €0,116 cent per minuut van 1 januari 2019.

In mei 2017 publiceerde het BIPT zijn laatste beslissing over de relevante markt voor "gespreksafgifte op individuele mobiele netwerken". Telenet, als exploitant van een mobiel netwerk, is door het BIPT in het besluit ook gezien als een operator met aanzienlijk marktaandeel. In de beslissing hanteert het BIPT een bottom-up langlopend incrementeel kostenmodel om de tarieven voor gespreksafgifte op individuele mobiele netwerken te berekenen, resulterend in een nominale waarde van €0,99 cent per minuut vanaf 1 juli 2017.

1.6 Bedrijfsdiensten

Onder het merk "Telenet Business" biedt Telenet een waaier van spraak-, data- en internetproducten en diensten aan die op maat gesneden zijn van elke klant. Daarnaast biedt Telenet Business zijn zakelijke klanten ook een uitgebreid aanbod van betrouwbare waardetoevoegende diensten aan, zoals onder meer hosting, beveiligingsbeheer en cloud computing. Het verkoopgebied bestrijkt heel België en delen van Luxemburg. De zakelijke klanten van Telenet omvatten kmo's met een werknemersbestand tot honderd werknemers; grotere bedrijven; de overheid; de gezondheidssector; onderwijsinstellingen en carrierklanten zoals internationale aanbieders van spraak-, data- en internetdiensten. Telenet breidde haar dienstenaanbod uit door de overname van de lokale ICT-integrator Nextel op 31 mei 2018. Deze overname versterkt de comcurrentiële positie van Telenet Business in de bedrijvenmarkt en laat Telenet toe om allesomvattende oplossingen aan te bieden aan kmo's en grote bedrijven.

De opbrengsten van Telenet Business bedroegen € 205,8 miljoen voor het jaar afgesloten op 31 december 2019, een stijging met 7% tegenover het jaar afgesloten op 31 december 2018 op gerapporteerde basis, vooral dankzij de al vermelde bijdrage van Nextel sinds de overname op 31 mei 2018. Op rebased basis daalden de B2Bopbrengsten voor het jaar afgesloten op 31 december 2019 met 2% vergeleken met het jaar afgesloten op 31 december 2018. De daling werd voornamelijk veroorzaakt door (i) een lagere bijdrage van Telenets activiteiten beveiliging en ICT integrator en (ii) lagere buiten-bundel opbrengsten gegenereerd door kmo-klanten.

1.7 Netwerk

In 1996 verwierf Telenet het exclusieve recht om zogenaamde 'pointto-point' diensten aan te bieden, met inbegrip van breedbandinternet en vaste-telefoniediensten, en het recht om een deel van de capaciteit van het breedbandcommunicatienetwerk te gebruiken waarvan de Zuivere Intercommunales (de "PICs") eigenaar zijn (het "Partner Netwerk"). Als gevolg van de PICs Overeenkomst verwierf Telenet via Telenet BVBA en Telenet Vlaanderen NV in 2008 alle gebruiksrechten op het Partner Netwerk onder een leaseovereenkomst op lange termijn (erfpacht) voor een initiële periode van 38 jaar. Onder de PICs Overeenkomst dient Telenet een periodieke vergoeding te betalen bovenop de te betalen vergoedingen onder bepaalde voorheen afgesloten overeenkomsten met de Zuivere Intercommunales.

Telenet verwijst naar het Gecombineerde Netwerk wanneer het de combinatie van zijn eigen netwerk en het Partner Netwerk bedoelt. Via het Gecombineerde Netwerk biedt Telenet kabeltelevisie aan in analoge, digitale en HD beeldkwaliteit, breedbandinternet en vaste telefonie aan zowel particuliere als bedrijfsklanten die zich bevinden in Telenets verkoopgebied. Het Gecombineerde Netwerk bestaat uit een dicht glasvezel backbone netwerk met lokale lusverbindingen die bestaan uit coaxkabel met een minimum capaciteit van 1,2 GHz, aangedreven door de EuroDocsis 3.0 en 3.1-technologie met download-snelheden tot 1 Gbps over het gehele servicegebied. Hierdoor kan Telenet vandaag downloadsnelheden tot 1 Gbps aanbieden aan zowel residentiële als zakelijke klanten over heel zijn afzetgebied. Het Gecombineerde Netwerk omvat een glasvezel-backbone-netwerk van ongeveer 12.000 kilometer, waarvan Telenet 7.300 kilometer in eigendom heeft, 2.600 kilometer ter beschikking heeft als gevolg van langetermijnleaseverplichtingen en bijkomend toegang heeft tot 2.100 kilometer dankzij de overeenkomsten met de Zuivere Intercommunales. Het glasvezel-backbone-netwerk is verbonden met ongeveer 68.000 kilometer lokale coaxlussen, waarvan 50.000 kilometer in het Telenet Netwerk en de rest op het Partner Netwerk. Telenet bezit de eerste en tweede glasvezel-backbone van het Gecombineerde Netwerk en de glasvezel- en coaxkabels op het Telenet Netwerk. De Zuivere Intercommunales bezitten de bijkomende glasvezel- en coaxkabels die vervat zitten in de HFC toegangslussen op het Partner Netwerk.

Naast het HFC-netwerk levert Telenet ook diensten aan zakelijke klanten binnen België en in delen van Luxemburg, door een combinatie van eigen netwerkcomponenten en glasvezel die hoofdzakelijk geleased wordt. Telenet heeft verder ook netwerkapparatuur geïnstalleerd om spraak-, data- en internetdiensten aan te bieden over een Digital Subscriber Line verbinding ("DSL"). Door middel van DSLverbindingen kan Telenet op een meer kostefficiënte manier allerhande diensten aanbieden aan zakelijke klanten die zich niet in de nabijheid van het Gecombineerde Netwerk bevinden.

Telenets glasvezel-backbone-netwerk gebruikt het All-IP protocol en draagt al het communicatieverkeer. Telenet gebruikt daarnaast MPLS (multi protocol label switching) voor het routeren van het IP-verkeer, wat de Vennootschap in staat stelt om data efficiënter te labelen om de trafiek op het Gecombineerde Netwerk beter te beheren. Dat betekent bijvoorbeeld dat er prioriteit kan gegeven worden aan spraakpakketten over datapakketten om een onderbreking in de spraakcommunicaties te vermijden.

Door middel van een coaxverbinding van één van Telenets optische knooppunten (node) verbinden klanten zich met het Gecombineerde Netwerk. Versterkers worden in het coaxiale netwerk gebruikt om de downstream- en return path-signalen op de lokale lus te versterken. De kwaliteit van het netwerk verslechtert doorgaans wanneer de penetratie op een bepaalde node stijgt. Mocht dit noodzakelijk zijn, dan stelt de schaalbaarheid van het netwerk Telenet in staat om dit probleem, binnen bepaalde grenzen, op te lossen door nodes te splitsten. Telenet past het splitsen van nodes ondermeer toe om mogelijke verzadiging in bepaalde delen van het Gecombineerde Netwerk op te vangen.

Telenets netwerkbeheerscenter in Mechelen (België) bewaakt voortdurend de prestatieniveaus op het Gecombineerde Netwerk. Telenet beschikt over een aparte back-upsite voor back office systemen in geval van nood en het netwerk werd zo ontworpen teneinde het risico van netwerkpannes en rampen te minimaliseren. Zo kunnen de glasvezelringen dataverkeer in de tegenoverstelde richting omleiden indien een bepaald deel van de ring zou worden doorgesneden. Telenet heeft zijn gebouwen, kopstations, nodes en aanverwante netwerkcomponenten verzekerd tegen brand, overstromingen, aardbevingen en andere natuurrampen. Telenet is echter niet verzekerd tegen oorlog, terrorisme (uitgezonderd in beperkte mate onder de algemene inboedelverzekering) en cyberrisico's. Het glasvezelnetwerk is tot een vastgesteld bedrag verzekerd voor schade, maar het coaxnetwerk zelf is niet verzekerd voor schade.

In augustus 2014 kondigde Telenet aan dat het de komende vijf jaar €500,0 miljoen plant te investeren om de bandbreedtecapaciteit van het Gecombineerde Netwerk te verhogen tot 1 GHz, waardoor downloadsnelheden mogelijk zijn van minstens 1 Gbps in de toekomst, met als doel Vlaanderen te positioneren als één van de hoogste digitale capaciteitsinfrastructuren van Europa. In september 2019 kondigde Telenet de voltooiing van het investeringsprogramma aan en lanceerde het als eerste in België 1 Gigabit-snelheden. Door het netwerk uit te breiden naar alle drie miljoen woningen en bedrijven in Vlaanderen en Brussel, creëerde Telenet het grootste 1 Gbps internet netwerk in Europa.

Voor de continue modernisering van het mobiele netwerk heeft de Vennootschap alle 2.800 macro sites opgewaardeerd en 501 nieuwe sites geïmplementeerd. Telenet lanceerde ook met succes nieuwe Voiceover-WiFi-en Voice-over-LTE-diensten, waardoor de dekking binnenshuis is verbeterd en de geluidskwaliteit in HD wordt geleverd.

1.8 Strategie

De strategie van Telenet is om de beste en meest geprefereerde aanbieder van verbeterde video-, breedbandinternet- en telefoniediensten te zijn en tegelijkertijd zijn omzet, winstgevendheid en cashflow te verbeteren. Telenet wil dit bereiken door de kwaliteit van zijn netwerk te blijven verbeteren en geavanceerde technologieën en innovatieve diensten aan zijn klanten aan te bieden.

In de afgelopen drie jaar heeft Telenet cumulatief ongeveer € 2,1 miljard geïnvesteerd in zijn vaste en mobiele netwerken, zijn producten en zijn klanten om zijn geconvergeerde netwerkleiderschap op de Belgische markt verder te verstevigen. Telenet is ook succesvol begonnen met het inzetten op het potentieel van bedrijfsoplossingen, terwijl het verder doorgaat als aanbieder van geconvergeerd en geconnecteerd entertainment zodat klanten het maximale uit hun digitale levensstijl kunnen halen.

De hoekstenen van Telenets strategie voor de komende drie jaar vormen een uitbreiding van het vorige strategische plan. Na ongeveer 98% van de knooppunten in zijn HFC-netwerk te hebben geüpgraded en de modernisering van het verworven mobiele netwerk volledig te hebben voltooid, kan Telenet downloadsnelheden aanbieden van minstens 1 Gbps, aangevuld met een toonaangevend mobiel netwerk in heel België. Gezien de voortdurende groei in zowel vast als mobiel dataverkeer, is Telenet ervan overtuigd dat het een lagere kapitaalintensiteit kan behouden in de komende drie jaar, terwijl het blijft innoveren in het Belgische telecomlandschap.

Telenet heeft de fundamenten voor groei op de zakelijke markt verder versterkt door de overname van SFR Belux en de lokale ICT-integrator Nextel. Deze acquisities stimuleren groei door de uitbreiding naar aangrenzende ICT-diensten met toegevoegde waarde en tegemoetkomen aan de toenemende klantenbehoefte voor one-stopshop oplossingen.

In de residentiële markt wil Telenet zijn sterke merken en geweldige klantenervaring benutten. Telenet heeft een unieke positionering opgebouwd in geconvergeerd geconnecteerd entertainment en het bedrijf streeft naar verdere klantwaarde voor zijn klantenbestand. Als onderdeel van het driejarenplan vergroot Telenet de penetratie in de verworven SFR Belux-voetafdruk, terwijl het gegevens en digitalisering toepast om zeer gepersonaliseerde klantcontactpunten te creëren.

Ten slotte wil Telenet de klantervaring verder verbeteren door de manier waarop ze met het bedrijf omgaan te vereenvoudigen via meer digitale toepassingen. Samen met een radicale vereenvoudiging van het ITlandschap van Telenet en een vereenvoudiging van het operationele model, zullen deze initiatieven naar verwachting leiden tot aanzienlijke kostenbesparingen tot 15% in IT- en residentiële klanten diensten tegen

  1. Deze kostenbesparingen zullen gedeeltelijk opnieuw worden geïnvesteerd om de groei te versnellen in 2020 en 2021.

2. Bespreking van de geconsolideerde jaarrekening

2.1 Opbrengsten per dienst

Voor het jaar tot 31 december 2019 genereerde de Vennootschap € 2.583,9 miljoen opbrengsten, een stijging met 2% tegenover € 2.533,8 miljoen in het vorige jaar. Telenets opbrengsten voor het jaar afgesloten op 31 december 2019 omvatten een bijdrage aan de opbrengsten voor het volledige jaar van de lokale ICT-integrator Nextel, die Telenet op 31 mei 2018 overnam, tegenover een bijdrage voor zeven maanden in 2018; dit verhoogt onze opbrengsten voor het jaar afgesloten op 31 december 2019 met € 50,1 miljoen. Daarnaast omvatten de opbrengsten voor het jaar afgesloten op 31 december 2019 een bijdrage voor een periode van zeven maanden van het lokale mediabedrijf De Vijver Media nv, waarvan Telenet op 3 juni 2019 het resterende aandeel van 50% verwierf en dat nu volledig geconsolideerd is en € 71,4 miljoen bijdraagt aan onze opbrengsten voor het jaar afgesloten op 31 december 2019. De voornoemde niet-organische effecten buiten beschouwing gelaten, daalden onze rebased opbrengsten voor het jaar afgesloten op 31 december 2019 licht met 1,2%, een beduidende verbetering tegenover de al opwaarts aangepaste opbrengstverwachting van ongeveer -2%. De Vennootschap kon bovendien de opbrengsten uit kabelabonnementen grotendeels stabiel houden voor het jaar afgesloten op 31 december 2019, ondanks bepaalde competitieve en regulatoire tegenwinden. Telenets rebased opbrengsten voor het jaar afgesloten op 31 december 2019 werden nadelig beïnvloed door (i) lagere overige opbrengsten als gevolg van het verlies van het MVNO-contract met MEDIALAAN, dat sinds begin april een negatieve impact heeft op de wholesale-opbrengsten, (ii) lagere interconnectieopbrengsten als gevolg van lagere vaste afgiftetarieven en dalende sms-volumes en (iii) lagere opbrengsten uit mobiele telefonie als weerspiegeling van lagere opbrengsten uit het gebruik, in het licht van het aanhoudende succes van Telenets forfaitaire 'WIGO' quadplaybundels en zijn verbeterde mobiele aanbod, met inbegrip van grotere mobiele datategoeden. Het voornoemde verlies van het MVNOcontract buiten beschouwing gelaten, zouden de Vennootschap's rebased opbrengsten voor het jaar afgesloten op 31 december 2019 grotendeels stabiel geweest zijn jaar-op-jaar.

Voor meer informatie over de 'rebased' financiële resultaten verwijzen we naar Definities en de Investor & Analyst Toolkit, die kan geraadpleegd worden via de investor relations website van de Vennootschap.

Voor meer informatie verwijzen we naar toelichting 5.19 bij de geconsolideerde jaarrekening jaarrekeningen van de Vennootschap.

2.1.1 Kabeltelevisie

De opbrengsten uit kabel-tv vertegenwoordigen de maandelijkse vergoeding die kabeltelevisieabonnees betalen voor de kanalen die ze in het basispakket ontvangen alsmede de opbrengsten die door abonnees voor premiumkabel-tv worden gegenereerd en die voornamelijk bestaan uit (i) terugkerende huurgelden voor settopboxen, (ii) vergoedingen voor extra premiumcontent die Telenet aanbiedt, inclusief abonnementspakketten voor films en programma's à la carte 'Play', 'Play More' en 'Play Sports' en (iii) transactionele en ondemandfuncties. Voor het jaar afgesloten op 31 december 2019 bedroegen de opbrengsten uit kabeltelevisie € 574,4 miljoen, een daling met 1% tegenover vorig jaar, zowel op gerapporteerde als op rebased basis. De verwachte terugval van de televisieopbrengsten was vooral te wijten aan de aanhoudende geleidelijke afname van Telenets totale abonneebasis voor kabeltelevisie, gedeeltelijk gecompenseerd door het voordeel van de prijsaanpassingen en een groter aandeel van premium kabeltelevisie klanten.

2.1.2 Breedbandinternet

De opbrengsten uit Telenets residentiële klanten en kleine ondernemingen met een breedbandinternetabonnement bedroegen € 651,7 miljoen voor het jaar afgesloten op 31 december 2019, een stijging met bijna 4% tegenover vorig jaar, zowel op gerapporteerde als op rebased basis. Dit werd gedreven door (i) het aanhoudende succes van Telenets 'WIGO'-voorstellen, dat het aandeel premium kabelabonnees in zijn mix verhoogde, (ii) een aanhoudend sterke prestatie in het segment van de kleine ondernemingen dankzij het succes van het in september 2019 gelanceerde aanbod 'KLIK' (voorheen "WIGO Business" genaamd) en (iii) de gunstige impact van de al vermelde prijsaanpassingen.

Na de recente opfrissing van Telenets standalone-breedbandportfolio zal vanaf 1 januari 2020 een lager inkomsten aandeel van Telenets vaste en FMC-bundels worden toegewezen aan de inkomsten uit breedbandinternet. Dit zal een negatieve invloed hebben op de inkomsten uit breedbandinternet van Telenet, volledig gecompenseerd door een hogere toewijzing aan Telenets inkomsten uit video, vaste telefonie en mobiele telefonie. De bovengenoemde wijziging zal ook van invloed zijn op de ARPU per klantrelatie zoals hierboven besproken, maar heeft geen invloed op het onderliggende inkomstenprofiel.

2.1.3 Vaste telefonie

De opbrengsten uit vaste telefonie omvatten de terugkerende opbrengsten uit abonnementsgelden die door abonnees voor vaste telefonie worden betaald alsook variabele verbruiksgerelateerde opbrengsten, maar omvatten niet de door deze klanten gegenereerde interconnectieopbrengsten, die onder overige opbrengsten worden gerapporteerd. Voor het jaar afgesloten op 31 december 2019 daalden de opbrengsten uit vaste telefonie op zowel gerapporteerde als rebased basis met 6% naar € 219,0 miljoen vergeleken met € 232,9 miljoen vorig jaar. De gunstige impact van de al vermelde prijsaanpassingen werd meer dan geneutraliseerd door (i) een aanhoudende geleidelijke daling van Telenets totale basis van opbrengstgenererende eenheden voor residentiële vaste telefonie, in de context van een uitdagende markt en een algemeen dalende markttrend en (ii) lagere verbruiksgerelateerde opbrengsten als gevolg van een aanhoudende verschuiving naar onbeperkt bellen.

2.1.4 Mobiele telefonie

De opbrengsten uit mobiele telefonie vertegenwoordigen de opbrengsten uit abonnementsgelden die door Telenets directe abonnees voor mobiele telefonie worden gegenereerd alsook opbrengsten buiten bundel, maar omvatten niet (i) de interconnectieopbrengsten die door deze klanten worden gegenereerd, (ii) de opbrengsten uit de verkoop van smartphones en (iii) de opbrengsten uit 'Choose Your Device'-programma's, die alle onder 'Overige opbrengsten' zijn opgenomen. Voor het jaar afgesloten op 31 december 2019 bedroegen de opbrengsten uit mobiele telefonie € 444,7 miljoen, een daling met meer dan 3% jaar-op-jaar op zowel gerapporteerde als rebased basis. De aanhoudend forse netto groei van het aantal abonnees met een postpaid abonnement werd meer dan geneutraliseerd door (i) lagere opbrengsten die Telenets abonnees op mobiele telefonie buiten hun maandelijkse bundel genereerden, als gevolg van zijn verbeterde 'WIGO'-quad-playbundels en de overstap naar de zelfstandige onbeperkte mobiele aanbiedingen van zowel Telenet als BASE, (ii) hogere bundelgerelateerde kortingen na het succes van de 'WIGO'-quad-playbundels en (iii) een aanhoudende daling van het aantal klanten met een prepaid kaart.

2.1.5 Bedrijfsdiensten

De onder bedrijfsdiensten gerapporteerde opbrengsten betreffen (i) de opbrengsten die worden gegenereerd op niet-coaxproducten, inclusief glasvezel- en geleasede DSL-lijnen, (ii) door Telenets KMO-klanten gegenereerde opbrengsten uit mobiele telefonie, (iii) de 'carrier' diensten en (iv) diensten met toegevoegde waarde zoals hostingdiensten en beheerde beveiligingsdiensten. Telenets opbrengsten uit bedrijfsdiensten omvatten ook de opbrengsten gegenereerd door de lokale ICT-integrator Nextel, die het op 31 mei 2018 overnam. De opbrengsten uit zakelijke klanten op alle coaxgerelateerde producten, zoals het vlaggenschipbundel "KLIK" (voorheen 'WIGO Business' genaamd), worden toegerekend aan de opbrengsten uit kabelabonnementen en worden niet gerapporteerd binnen Telenet Business, Telenets B2B-afdeling.

De opbrengsten van Telenet Business bedroegen € 205,8 miljoen voor het jaar afgesloten op 31 december 2019, een stijging met 7% tegenover het jaar afgesloten op 31 december 2018 op gerapporteerde basis, vooral dankzij de al vermelde bijdrage van Nextel sinds de overname op 31 mei 2018. Op rebased basis daalden de B2Bopbrengsten voor het jaar afgesloten op 31 december 2019 met 2% vergeleken met het jaar afgesloten op 31 december 2018. De daling werd voornamelijk veroorzaakt door (i) een lagere bijdrage van Telenets activiteiten beveiliging en ICT integrator en (ii) lagere buiten-bundel opbrengsten gegenereerd door KMO-klanten.

2.1.6 Overige

De overige opbrengsten bestaan voornamelijk uit (i) interconnectieopbrengsten uit zowel vaste als mobiele telefonie, (ii) opbrengsten uit de verkoop van smartphones, inclusief de opbrengsten die voortvloeien uit Telenets 'Choose Your Device'-programma's, (iii) wholesaleopbrengsten uit zowel commerciële als gereguleerde wholesaleactiviteiten, (iv) vergoedingen voor de activering en installatie van producten en (v) opbrengsten uit de verkoop van settopboxen. Telenets overige opbrengsten bedroegen € 488,3 miljoen voor het jaar afgesloten op 31 december 2019, een stijging met 11% jaar-op-jaar op gerapporteerde basis, aangezien lagere interconnectieopbrengsten en lagere wholesale-opbrengsten na het verlies van het MVNO-contract met MEDIALAAN ruimschoots werden gecompenseerd door de bijdrage voor zeven maanden van De Vijver Media en door hogere opbrengsten uit de verkoop van telefoons. Op rebased basis daalden de overige opbrengsten met iets meer dan 2% jaar-op-jaar als gevolg van lagere wholesale-opbrengsten na het verlies van het MVNO-contract met MEDIALAAN en lagere interconnectieopbrengsten na een daling van de gereguleerde vaste afgiftetarieven, gedeeltelijk gecompenseerd door hogere opbrengsten uit de verkoop van telefoons vergeleken met vorig jaar en een hogere bijdrage van De Vijver Media.

2.2 Bedrijfskosten

Voor het jaar afgesloten op 31 december 2019 bedroegen Telenets totale bedrijfskosten € 1.898,4 miljoen, een daling met 2% tegenover vorig jaar. De totale bedrijfskosten voor het boekjaar 2019 weerspiegelden de voornoemde niet-organische impact van de overname van Nextel en De Vijver Media, terwijl de totale bedrijfskosten in 2018 een bijzondere waardevermindering van € 36,8 miljoen op onze kabelactiviteiten in Luxemburg omvatten. De totale bedrijfskosten kwamen overeen met ongeveer 73% van de bedrijfsopbrengsten voor het jaar afgesloten op 31 december 2019 (voor het jaar afgesloten op 31 december 2018: ongeveer 76%).

Telenets operationele kosten, het totaal van (i) de netwerkexploitatiekosten, (ii) directe kosten, (iii) personeelskosten, (iv) verkoop- en marketingkosten, (v) uitbestede arbeidsdiensten en professionele diensten en (vi) overige indirecte kosten, bleven voor het jaar afgesloten op 31 december 2019 grotendeels stabiel op gerapporteerde basis en weerspiegelden de reeds vermelde nietorganische impact van de overnames en IFRS 16. Op rebased basis, met aanpassing van de kosten voor de periode van vorig jaar voor de nietorganische impact van de overnames en voor IFRS 16, daalden Telenets operationele kosten voor het jaar afgesloten op 31 december 2019 met bijna 1% tegenover vorig jaar. Dit was voornamelijk te danken aan (i) een daling van 13% van de indirecte kosten en (ii) een daling met meer dan 4% van de personeelskosten als gevolg van de overdracht van Telenets field services aan Unit-T in KW3 2018, gedeeltelijk geneutraliseerd door (i) hogere operationele netwerkkosten, (ii) hogere kosten van uitbestede arbeidsdiensten en professionele diensten, (iii) een stijging met 1% van de directe kosten, voornamelijk als gevolg van hogere programmeringskosten bij De Vijver Media en hogere kosten voor de aankoop van telefoons.

Voor meer informatie over de 'rebased' financiële resultaten verwijzen we naar Definities en de Investor & Analyst Toolkit, die kan geraadpleegd worden via de investor relations website van de Vennootschap.

2.2.1 Kostprijs van geleverde diensten

Voor het jaar afgesloten op 31 december 2019 kwam de kostprijs van geleverde diensten als percentage van de opbrengsten overeen met ongeveer 52% (voor het jaar afgesloten op 31 december 2018: ongeveer 55%).

2.2.2 Verkoop-, algemene en beheerskosten

Voor het jaar afgesloten op 31 december 2019 kwamen de verkoop-, algemene en beheerskosten overeen met ongeveer 21% van de totale bedrijfsopbrengsten (voor het jaar afgesloten op 31 december 2018: ongeveer 21%).

2.3 Kosten per type

2.3.1 Netwerkexploitatiekosten

Telenets netwerkexploitatiekosten bedroegen € 196,9 miljoen voor het jaar afgesloten op 31 december 2019 vergeleken met € 192,0 miljoen voor het jaar afgesloten op 31 december 2018, op gerapporteerde basis. Op rebased basis stegen de netwerkexploitatiekosten met 3% jaar-opjaar. In KW3 van vorig jaar voltooide Telenet de overdracht van zijn field services naar Unit-T, waarin het een participatie van 30% heeft genomen. Via deze joint venture zal de Vennootschap deel hebben aan de voordelen van de groeiende markt van field services in domeinen zoals nieuwe digitale technologieën en het Internet of Things ('IoT'). Deze transactie resulteerde in hogere netwerkexploitatiekosten en hogere kosten van uitbestede arbeidsdiensten en professionele diensten, terwijl ze een positieve impact heeft op de personeelskosten, aanzien Telenets ingenieurs op het terrein en hun gerelateerde kosten naar Unit-T overgebracht zijn.

2.3.2 Directe kosten (programmering en auteursrechten, interconnectie en andere)

Telenets directe kosten omvatten alle directe kosten zoals (i) interconnectiekosten, met inbegrip van de MVNO-kosten, (ii) programmerings- en auteursrechten en (iii) de verkoop en subsidiëring van telefoons. Voor het jaar afgesloten op 31 december 2019 bedroegen de directe kosten € 525,4 miljoen, een stijging met 4% tegenover het jaar voordien op gerapporteerde basis. Op rebased basis stegen de directe kosten licht met 1% jaar-op-jaar, als gevolg van hogere programmeringskosten bij De Vijver Media en hogere kosten in verband met de aankoop van telefoons, bijna volledig gecompenseerd door beduidend lagere interconnectiekosten en copyrightkosten.

2.3.3 Personeelsgerelateerde kosten

De personeelskosten voor het jaar afgesloten op 31 december 2019 bedroegen € 261,1 miljoen een stijging met 3% tegenover vorig jaar op gerapporteerde basis, als gevolg van de reeds vermelde nietorganische impact en de nadelige kostenimpact van de loonindexering sinds januari 2019. Op rebased basis daalden de personeelskosten voor het jaar afgesloten op 31 december 2019 met meer dan 4% tegenover vorig jaar, als gevolg van de impact van de reeds vermelde transactie met Unit-T en een kleiner personeelsbestand vergeleken met vorig jaar.

2.3.4 Verkoop en marketingkosten

Telenets verkoop- en marketingkosten voor het jaar afgesloten op 31 december 2019 bedroegen € 96,8 miljoen, een stijging met 7% op gerapporteerde basis tegenover vorig jaar. Op rebased basis stegen de verkoop- en marketingkosten in dezelfde periode met bijna 3%, voornamelijk vanwege meer intensieve promotieactiviteiten en de lancering van nieuwe producten

2.3.5 Uitbestede arbeidsdiensten en professionele diensten

De kosten in verband met uitbestede arbeidsdiensten en professionele diensten bedroegen € 38,2 miljoen voor het jaar afgesloten op 31 december 2019, een stijging met 19% jaar-op-jaar op gerapporteerde basis en een weerspiegeling van de reeds vermelde overdracht van zijn field services naar Unit-T. Op rebased basis stegen de kosten in verband met uitbestede arbeidsdiensten en professionele diensten met 18% vergeleken met vorig jaar.

2.3.6 Overige indirecte kosten

De overige indirecte kosten bedroegen € 90,1 miljoen voor het jaar afgesloten op 31 december 2019, een forse daling met 35% tegenover vorig jaar, voornamelijk toe te schrijven aan de al vermelde toepassing van IFRS 16. Op rebased basis daalden de overige indirecte kosten met 13% jaar-op-jaar, een weerspiegeling van Telenets aanhoudende focus op operationele leverage en een strakke kostenbeheersing.

2.3.7 Afschrijvingen en waardeverminderingen, inclusief winsten op de verkoop van materiële vaste activa en overige immateriële vaste activa

De waardeverminderingen en afschrijvingen, met inbegrip van de bijzondere waardevermindering op vaste activa, verlies (winst) uit de afstoting van dochterondernemingen en herstructureringskosten, bedroegen € 676,2 miljoen voor het jaar afgesloten op 31 december 2019, vergeleken met € 706,1 miljoen vorig jaar en met inbegrip van de voornoemde bijzondere waardevermindering. Vergeleken met vorig jaar noteerde de Vennootschap ondanks de impact van de toepassing van IFRS 16 lagere waardeverminderingen en afschrijvingskosten, aangezien het leeuwendeel van zijn programma's voor de verbetering van de vaste en mobiele infrastructuur nu voltooid is.

Voor meer informatie over de 'rebased' financiële resultaten verwijzen we naar Definities en de Investor & Analyst Toolkit, die kan geraadpleegd worden via de investor relations website van de Vennootschap.

Voor verdere informatie verwijst Telenet naar toelichting 5.20 bij de geconsolideerde jaarrekening van de Vennootschap.

2.4 Netto resultaat

2.4.1 Financiële opbrengsten en kosten

Voor het jaar afgesloten op 31 december 2019 bedroegen de netto financieringslasten in totaal €332.2 miljoen, tegenover €263.3 miljoen netto financieringslasten over het jaar afgesloten op 31 december 2018. Financiële inkomsten voor het jaar eindigend op 31 december 2019 daalden tot € 24,7 miljoen in vergelijking met € 112,2 miljoen voor het jaar eindigend op 31 december 2018, voornamelijk als gevolg van een lagere niet-contante winst op derivaten. Financieringskosten voor het jaar eindigend op 31 december 2019 daalden 5% tot € 356,9 miljoen

2.5 Adjusted EBITDA

Voor het jaar afgesloten op 31 december 2019 realiseerde Telenet een Adjusted EBITDA van € 1.375,4 miljoen, 4% meer dan de € 1.322,4 miljoen Adjusted EBITDA van vorig jaar. De Adjusted EBITDA voor het jaar afgesloten op 31 december 2019 weerspiegelde de toepassing van IFRS 16 vanaf januari 2019, met een gunstige impact op de Adjusted EBITDA in de periode van € 41,7 miljoen tegenover vorig jaar. Bovendien weerspiegelde Telenets Adjusted EBITDA voor het jaar afgesloten op 31 december 2019 de reeds vermelde niet-organische impact van de overname van Nextel en De Vijver Media, waarbij dat laatste € 22,8 miljoen bijdroeg aan de Adjusted EBITDA voor het jaar afgesloten op 31 december 2019. Op gerapporteerde basis bedroeg Telenets aangepaste EBITDA-marge 53,2% voor het jaar afgesloten op 31 december 2019, vergeleken met 52,2% voor het jaar afgesloten op 31 december 2018.

vergeleken met € 375,5 miljoen voor het jaar eindigend op 31 december 2018. Deze daling was voornamelijk het gevolg van een € 71,8 miljoen lager niet-contant wisselkoersverlies op Telenets In USD luidende schuld in vergelijking met het jaar eindigend op 31 december 2018, gedeeltelijk gecompenseerd door een hoger verlies van € 24,9 miljoen bij het aflossen van schulden na bepaalde herfinancieringstransacties. Exclusief deze effecten stegen de netto financieringslasten op jaarbasis na een hoger schuldsaldo in verband met de buitengewone dividenduitkering van oktober 2018.

Voor verdere informatie, verwijst Telenet naar toelichting 5.21 bij de geconsolideerde jaarrekening van de Vennootschap.

2.4.2 Winstbelastingen

Voor het jaar afgesloten op 31 december 2019 boekte Telenet €117.9 miljoen belastingkosten, vergeleken met €118.1 miljoen belastingkosten over het jaar afgesloten op 31 december 2018.

Voor verdere informatie verwijst Telenet naar toelichting 5.22, bij de geconsolideerde jaarrekening van de Vennootschap.

2.4.3 Nettoresultaat

Telenet boekte voor het jaar afgesloten op 31 december 2019 een netto winst van € 234,6 miljoen, vergeleken met een netto winst van € 250,8 miljoen verleden jaar. De daling van de netto winst met 6% was voornamelijk het gevolg van hogere netto financieringslasten in de periode, die een sterke stijging met 15% jaar-op-jaar van Telenets bedrijfswinst meer dan neutraliseerden. De netto winst in 2018 omvatte ook een gunstige impact van € 22,7 miljoen uit de terugneming van een bijzondere waardevermindering op een volgens de 'equity' methode verwerkte deelneming en een winst van € 10,5 miljoen op de verkoop van activa aan een joint venture.Voor het jaar afgesloten op 31 december 2019 realiseerde de Vennootschap een netto winstmarge van 9,1%, vergeleken met een netto winstmarge van 9,9% vorig jaar.

Op rebased basis daalde Telenet's Adjusted EBITDA voor het jaar afgesloten op 31 december 2019 met bijna 2% (-1,7%) vergeleken met vorig jaar, een weerspiegeling van het verlies van het MVNO-contract met MEDIALAAN en bepaalde regulatoire tegenwinden. Op rebased basis kon de Vennootschap de Adjusted EBITDA-marge voor het jaar afgesloten op 31 december 2019 grotendeels stabiel houden, dankzij een aanhoudend strakke kostenbeheersing en zijn vermogen om operating leverage te behalen in het hele bedrijf.

Voor meer informatie over de 'rebased' financiële resultaten verwijzen we naar Definities en de Investor & Analyst Toolkit, die kan geraadpleegd worden via de investor relations website van de Vennootschap.

(in miljoen euro) Voor het jaar afgesloten op 31 december
2019 2018 - herzien
Winst over de verslagperiode 234,6 250,8
Belastingen 117,9 118,1
Aandeel in het resultaat van geassocieerde deelnemingen 0,9 (1.4)
Bijzondere waardevermindering op een investering in een geassocieerde deelneming (22.7)
Winst uit de afstand van activa aan een joint venture (0,1) (10.5)
Netto financiële kosten 332,2 263,3
Afschrijvingen, waardeverminderingen en verlies (winst) op verkoop van dochterondernemingen 675,5 694,5
EBITDA 1.361,0 1,292.1
Vergoeding op basis van aandelen
13,0 17,5
Operationele kosten betreffende overnames of desinvesteringen 0,7 4,4
Herstructureringskosten (opbrengsten) 0,7 11,6
Aanpassingen van toewijzingsverschillen
na de erkenningsperiode m.b.t. overnames
(3.2)
Adjusted EBITDA 1.375,4 1,322.4
Adjusted EBITDA-marge 53,2% 52.2%

2.6 Investeringsuitgaven

De toe te rekenen investeringsuitgaven voor het jaar afgesloten op 31 december 2019 bedroegen € 586,9 miljoen, een daling met 15% tegenover de periode van vorig jaar en het equivalent van ongeveer 23% van de opbrengsten. De toe te rekenen investeringsuitgaven in 2019 omvatten de opname van de uitzendrechten van de Britse Premier League voor drie seizoenen. Overeenkomstig de EU IFRS zijn deze uitzendrechten geactiveerd als immateriële vaste activa en worden ze afgeschreven naarmate de voetbalseizoenen vorderen. Telenets toe te rekenen investeringsuitgaven in 2018 weerspiegelden de verlenging tot maart 2021 van de licentie voor het 2G mobiele spectrum, die in jaarlijkse aflossingen zal worden betaald tot ze vervalt. De opname van de licentie voor het mobiele spectrum en de voetbaluitzendrechten in beide periodes buiten beschouwing gelaten, vertegenwoordigden de toe te rekenen investeringsuitgaven ongeveer 21% van onze opbrengsten voor het jaar afgesloten op 31 december 2019, vergeleken met ongeveer 26% voor het jaar afgesloten op 31 december 2018. Telenet is er bijgevolg in geslaagd zijn kapitaalintensiteit beduidend te verlagen tegenover de vorige jaren, nu de modernisering van zowel zijn vaste als zijn mobiele infrastructuur vrijwel volledig voltooid is.

De investeringsuitgaven voor installaties bij klanten, die de uitgaven in verband met settopboxen, modems en wifi-powerlines omvatten, vertegenwoordigden € 95,7 miljoen voor het jaar afgesloten op 31 december 2019. De daling met 9% tegenover vorig jaar was voornamelijk het gevolg van seizoensgebonden beduidend hogere uitgaven in het laatste deel van 2018, die de impact van de succesvolle campagnes voor connectiviteit in huis en de lancering van de settopbox van de volgende generatie ruimschoots neutraliseerden. Voor het jaar afgesloten op 31 december 2019 vertegenwoordigden de investeringsuitgaven voor installaties bij klanten ongeveer 17% van de totale toe te rekenen investeringsuitgaven (met uitsluiting van de opname van de voetbaluitzendrechten).

De toe te rekenen investeringsuitgaven voor de uitbreiding en upgrades van het netwerk bedroegen € 109,1 miljoen voor het jaar afgesloten

voornamelijk een weerspiegeling van de vrijwel volledige voltooiing van Telenets programma's voor de verbetering van zijn vaste en mobiele netwerkinfrastructuur. Voor het jaar afgesloten op 31 december 2019 vertegenwoordigden de netwerkgerelateerde investeringsuitgaven ongeveer 20% van de totale toe te rekenen investeringsuitgaven (met uitsluiting van de opname van de voetbaluitzendrechten). De investeringsuitgaven voor producten en diensten, die onder meer de

op 31 december 2019, een daling met 50% tegenover vorig jaar en

investeringen in productontwikkeling en de upgrade van Telenets ITplatformen en -systemen weerspiegelen, bedroegen in totaal € 112,3 miljoen voor het jaar afgesloten op 31 december 2019. Dit is een daling met 6% jaar-op-jaar en weerspiegelt de in zijn IT-upgradeprogramma geboekte vooruitgang. De investeringsuitgaven voor producten en diensten vertegenwoordigden ongeveer 20% van de totale toe te rekenen investeringsuitgaven (met uitsluiting van de opname van de voetbaluitzendrechten) voor het jaar afgesloten op 31 december 2019.

De rest van onze toe te rekenen investeringsuitgaven omvatte (i) herstellingen en vervangingen van netwerkapparatuur, (ii) kosten voor de aankoop van sport en programmering, (iii) bepaalde recurrente investeringen in zijn IT-platform en zijn It-systemen en (iv) leasetoevoegingen onder IFRS 16. Deze bedroegen € 269,8 miljoen voor het jaar afgesloten op 31 december 2019, met inbegrip van de al vermelde opname van de uitzendrechten van de Britse Premier League en de niet-organische impact van de overname van De Vijver Media.

Het bovenstaande impliceert dat ongeveer 57% van de toe te rekenen investeringsuitgaven (met uitsluiting van de opname van de voetbaluitzendrechten) voor het jaar afgesloten op 31 december 2019 schaalbaar was en gerelateerd was aan de groei van het abonneebestand. Telenet zal er nauwlettend op blijven toezien dat zijn investeringsuitgaven de opbrengsten incrementeel doen stijgen.

(in miljoen euro) Voor het jaar
afgesloten op 31
december,
2019 2018 -
herzien
Toe te rekenen bedrijfsinvesteringen 586,9 687,7
Activa verworven via kapitaalgerelateerde
financieringsregelingen met leveranciers
(210,6) (293,5)
Activa verworven onder leases (64,1) (28,1)
Veranderingen in kortlopende verplichtingen
gerelateerd aan bedrijfsinvesteringen
99,7 37,6
Geldelijke bedrijfsinvesteringen,
netto
411,9 403,7

2.7 Operationele vrije kasstroom

Voor het jaar afgesloten op 31 december 2019 leverde de som van Telenets Adjusted EBITDA en toe te rekenen investeringsuitgaven, de opname van de voetbaluitzendrechten buiten beschouwing gelaten, een operationele vrije kasstroom van € 821,3 miljoen op. Vergeleken met het jaar afgesloten op 31 december 2018 verbeterde Telenets operationele vrije kasstroom met 23%, voornamelijk als gevolg van een daling met 15% van Telenets toe te rekenen investeringsuitgaven (de opname van de licentie voor het 2G mobiele spectrum en de voetbaluitzendrechten buiten beschouwing gelaten) en van de al vermelde stijging van onze Adjusted EBITDA. Exclusief het effect van de toepassing van IFRS 16 op de toe te rekenen bedrijfsinvesteringen, zou onze operationele vrije kasstroom voor het jaar afgesloten op 31 december 2019 18% hoger zijn geweest dan vorig jaar op rebased basis.

(in millions of euro) Voor het jaar afgesloten op 31 december,
2019 2018
Adjusted EBITDA 1.375,4 1.322,4
Toe te rekenen bedrijfsinvesteringen (586,9) (687,7)
Opname van voetbaluitzendrechten 32,8
Opname van spectrumlicenties 33,5
Opname van licenties voor het mobiele spectrum (554,1) (654,2)
Toe te rekenen bedrijfsinvesteringen, exclusief de opname van
voetbaluitzendrechten en licenties voor het mobiele spectrum
821,3 668,2

2.8 Kasstroom en liquide middelen

Voor verdere informatie verwijzen we naar de geconsolideerde cashflowrekening van het bedrijf.

2.8.1 Nettokastroom uit bedrijfsactiviteiten

Voor het jaar afgesloten op 31 december 2019 genereerden Telenets activiteiten een netto kasstroom van € 1.092,5 miljoen, vergeleken met € 1.075,6 miljoen voor het jaar afgesloten op 31 december 2018. De netto kasstroom uit de operationele activiteiten voor het jaar afgesloten op 31 december 2019 omvatte de niet-organische impact van de overname van Nextel en De Vijver Media en de toepassing van IFRS 16, gecompenseerd door de netto kasstroom gebruikt in financieringsactiviteiten. Telenets netto operationele kasstroom steeg met 2% jaar-op-jaar door een eenmalig positieve trend in zijn werkkapitaal van €69,9 miljoen als gevolg van de alignering van welbepaalde klantenfacturatiecycli en een toename van de Adjusted EBITDA met 4%. Deze meewinden werden vrijwel geneutraliseerd werd door € 56,0 miljoen hogere geldelijke rentelasten als gevolg van het hogere schuldsaldo en tijdsvariaties in de geldelijke rentebetalingen na bepaalde herfinancieringstransacties en € 55,9 miljoen hogere geldelijke betalingen van belastingen dan vorig jaar..

2.8.2 Nettokasstroom gebruikt in investeringsactiviteiten

Voor het jaar afgesloten op 31 december 2019 bedroeg de netto kasstroom gebruikt in investeringsactiviteiten € 432,0 miljoen, tegenover € 466,4 miljoen voor het jaar afgesloten op 31 december 2018. De netto kasstroom gebruikt in investeringsactiviteiten voor het jaar afgesloten op 31 december 2019 weerspiegelde de overname van het resterende aandeel van 50% in het lokale mediabedrijf De Vijver Media in juni 2019, terwijl de netto kasstroom gebruikt in investeringsactiviteiten voor het jaar afgesloten op 31 december 2018 de volledige overname van de lokale ICT-integrator Nextel in mei 2018 weerspiegelde. Telenet gebruikt een leverancierskredietprogramma waarmee het zijn betalingstermijnen voor bepaalde leveranciers tegen aantrekkelijke all-in kosten kon verlengen tot 360 dagen. Voor het jaar afgesloten op 31 december 2019 verwierf Telenet € 210,6 miljoen aan activa via kapitaalgerelateerd leverancierskrediet , met een positief effect op de netto kasstroom gebruikt in investeringsactiviteiten voor eenzelfde bedrag. Dit vertegenwoordigde een daling met 28% jaar op jaar voor het jaar afgesloten op 31 december 2019. Raadpleeg Sectie 2.5 - Investeringsuitgavenvoor een reconciliatie tussen toe te rekenen investeringsuitgaven en geldelijke investeringsuitgaven.

2.8.3 Nettokasstroom gebruikt in financieringsactiviteiten

Voor het jaar afgesloten op 31 december 2019 bedroeg de netto kasstroom gebruikt in financieringsactiviteiten € 647,3 miljoen, tegenover € 560,1 miljoen netto kasstroom gebruikt in financieringsactiviteiten voor het jaar afgesloten op 31 december 2018. De netto kasstroom gebruikt in financieringsactiviteiten voor het jaar afgesloten op 31 december 2019 weerspiegelde een daling van Telenets leningen en kredieten met netto € 412,7 miljoen als gevolg van (i) de gedeeltelijke aflossing van de 4,875% Senior Secured Fixed Rate Notes in oktober 2019 voor een totaalbedrag van € 413,3 miljoen (met inbegrip van een afkooppremie van € 42,3 miljoen), (ii) de gedeeltelijke aflossing van de 4,875% Senior Secured Fixed Rate Notes in juli 2019 voor een totaalbedrag van € 109,2 miljoen (met inbegrip van een afkooppremie van € 3,2 miljoen), (iii) de vrijwillge terugbetaling van de externe schuld van De Vijver Media en (iv) geplande aflossingen van de kortlopende verplichtingen voor leverancierskredieten. In de eerste helft van 2019 gaf Telenet € 101,1 miljoen uit aan de inkoop van eigen aandelen in het kader van ons Aandeleninkoopprogramma 2018bis van € 300,0 miljoen, dat eind juni 2019 volledig voltooid was. In dit programma kocht de Vennootschap ongeveer 6,8 miljoen eigen aandelen in, waarvan ongeveer 3,1 miljoen in de loop van 2019 werden geschrapt. In december 2019 keerde Telenet een eerste bruto tussentijds dividend van € 62,8 miljoen (bruto € 0,57 per aandeel) uit als onderdeel van het beleidskader voor de aandeelhoudersvergoedingen dat Telenet op de Capital Markets Day in december 2018 voorstelde. De rest van de netto kasstroom gebruikt in financieringsactiviteiten bestond hoofdzakelijk uit terugbetalingen van financiële leases en andere financiële betalingen.

2.8.4 Aangepaste vrije kasstroom

Voor het jaar afgesloten op 31 december 2019 genereerde Telenet een aangepaste vrije kasstroom van € 391,0 miljoen, tegenover € 421,9 miljoen vorig jaar. Telenets prognose voor het volledige jaar van € 380 tot € 400 miljoen werd dus waargemaakt. Vergeleken met het jaar afgesloten op 31 december 2018 omvatte onze aangepaste vrije kasstroom voor het jaar afgesloten op 31 december 2019 een € 94,2 miljoen lagere bijdrage van Telenets leverancierskredietprogramma. Deze impact buiten beschouwing gelaten, steeg de onderliggende aangepaste vrije kasstroom zelfs met 19% jaar-op-jaar.

(in miljoen euro) Voor het jaar afgesloten op 31 december
2019 2018
Nettokasstroom uit bedrijfsactiviteiten 1.092,5 1.075,6
Geldelijke kosten betreffende overnames of desinvesteringen 1,1 3,9
Kosten gefinancierd door een derde partij 233,4 158,7
Verwerving van materiële vaste activa (261,7) (245,8)
Verwerving van immateriële vaste activa (150,2) (157,9)
Kapitaalaflossingen voor mobile spectrum licenties (19,8) (19,8)
Kapitaalaflossingen op bedragen gefinancierd door leveranciers en tussenpersonen (440,2) (364,7)
Kapitaalaflossingen op leaseverplichtingen (uitgezonderd netwerkgerelateerde leases) (44,7) (5,7)
Kapitaalaflossingen op toevoegingen aan netwerkgerelateerde leases na overname (19,4) (22,4)
Vrije kasstroom 391,0 421,9

2.9 Schuldprofiel, kassaldo en netto hefboomratio

2.9.1 Schuldprofiel

Op 31 december 2019 bedroeg de totale schuld (inclusief toe te rekenen rente) € 5.733,0 miljoen, waarvan een hoofdsom van € 1.490,6 miljoen verband houdt met de Senior Secured Fixed Rate Notes die in maart 2028 vervallen en een hoofdsom van € 3.153,8 miljoen die verschuldigd is onder de Amended Senior Credit Facility 2018 die van augustus 2026 tot december 2027 vervalt. De totale schuld op 31 december 2019 omvatte ook een hoofdsom van € 354,9 miljoen in verband met het leverancierskredietprogramma, die volledig binnen de 12 maanden vervalt, en € 4,0 miljoen voor het uitstaande gedeelte van de licenties voor het 2G en 3G mobiele spectrum. Het restant bestaat voornamelijk uit verplichtingen uit hoofde van leases in verband met de overname van Interkabel, en verplichtingen uit hoofde van leases na de toepassing van IFRS 16.

Gedurende 2019 hebben we verschillende (her)financieringstransacties uitgevoerd met het oog op zowel verbetering van de totale financieringskosten als uitbreiding van het schuldprofiel. In mei 2019 gaf de Vennootschap een nieuwe kortlopende wentelkredietfaciliteit uit ('RCF AP') voor een totaal bedrag van € 60,0 miljoen. Deze faciliteit vervalt op 31 december 2021, heeft een marge van 2,25% boven de EURIBOR (minimale rente 0%) en kan worden gebruikt voor de algemene doeleinden van de groep. Op 31 december 2019 was deze faciliteit volledig niet-opgenomen.

Op 3 juni 2019 verwierf de Vennootschap het resterende aandeel van 50% in het lokale mediabedrijf De Vijver Media nv. Onmiddellijk na de afronding van deze transactie betaalde de Vennootschap de schuld van € 62,0 miljoen van De Vijver Media aan een derde partij en beëindigde de Vennootschap de bestaande renteswaps op de schuld met variabele rente, wat resulteerde in een geldelijke betaling van € 1,1 miljoen. Alle transacties werden vereffend met beschikbare geldmiddelen op de balans.

In juli 2019 loste de Vennootschap 20% af van de € 530,0 miljoen 4,875% Senior Secured Fixed Rate Notes met vervaldag in juli 2027, voor een totaal bedrag van € 109,2 miljoen, met inbegrip van een afkoopsom van € 3,2 miljoen. Deze aflossing volgde op een eerste vrijwillige terugbetaling van 10% in maart 2018 en werd gedeeltelijk gefinancierd met cashoverschotten op de balans en een tijdelijke opname van de wentelkredietfaciliteiten.

In oktober 2019 gaf de Vennootschap met succes een termijnlening van USD 220,0 miljoen en een termijnlening van € 175,0 miljoen uit als een toevoeging aan de termijnleningfaciliteiten. De netto opbrengsten van deze uitgiften werden gebruikt voor de aflossing van het volledige uitstaande bedrag van € 371,0 miljoen van de voornoemde Notes met vervaldatum in juli 2027, na de gedeeltelijke aflossing in juli 2019, met inbegrip van de betaling van € 42,3 miljoen voor de vervroegde beëindiging van leningen.

In januari 2020 heeft de Vennootschap een nieuwe 8,25-jaar USD 2,295 miljoen Termijnlening en een nieuwe 9,25-jaar € 1,110 miljoen Termijnlening uitgegeven om de equivalente bedragen af te lossen onder de bovengenoemde termijnleningfaciliteiten. Door deze positieve hefboomneutrale transactie is de Vennootschap erin geslaagd aantrekkelijke langetermijnrentetarieven vast te leggen en de looptijd te verlengen. Zie toelichting 5.30 Gebeurtenissen na balansdatum voor meer informatie.

De kortlopende verplichtingen voor het leverancierskredietprogramma buiten beschouwing gelaten, had de Vennootschap op 31 december 2019 geen vervallende schulden voor augustus 2026 met een gewogen gemiddelde looptijd van 7,4 jaar. Daarnaast had de Vennootschap op 31 december 2019 ook volledig toegang tot € 505,0 miljoen nietopgenomen verbintenissen onder de wentelkredietfaciliteiten, met bepaalde beschikbaarheden tot juni 2023.

2.9.2 Schuldoverzicht en betalingsschema's

Voor bijkomende informatie over de schuldinstrumenten en het betalingsschema van de Vennootschap per 31 december 2019 verwijst Telenet naar toelichting 5.13.3, bij de geconsolideerde jaarrekening van de Vennootschap.

2.9.3 Kassaldo en beschikbaarheid van middelen

Op 31 december 2019 hield de Vennootschap € 101,4 miljoen aan geldmiddelen en kasequivalenten aan, vergeleken met € 88,2 miljoen op 31 december 2018. Om het tegenpartijrisico zoveel mogelijk te beperken, plaatst de Vennootschap haar kasequivalenten en geldmarktfondsen met een AAA-rating bij Europese en Amerikaanse financiële instellingen met een hoge kredietwaardigheid. Op 31 december 2019 had de Vennootschap naast het beschikbare kassaldo toegang tot € 505,0 miljoen aan beschikbare toezeggingen onder de Amended Senior Credit Facility 2018 en andere wentelkredietfaciliteiten, mits naleving van de hierna vermelde convenanten.

Voor verdere informatie verwijst Telenet naar de toelichting 5.11, bij de geconsolideerde jaarrekening van de Vennootschap.

2.9.4 Netto hefboomratio

Tijdens de Capital Markets Day in december 2018 herbevestigde de Vennootschap haar schuldgraadkader, dat behouden blijft op 3,5x tot 4,5x netto totale schuld tegenover geconsolideerde EBITDA op jaarbasis ('netto totale schuldgraad'). We verwijzen naar Definities voor meer toelichting en vooral voor het verschil tussen de netto totale schuldgraad en de netto convenant schuldgraad. De gedetailleerde berekeningen zijn beschikbaar in de Investor & Analyst Toolkit, die beschikbaar is op de investor relations website van de Vennootschap.

Zonder wezenlijke overnames en/of beduidende wijzigingen van de activiteiten of van de regelgeving, wil de Vennootschap met een aantrekkelijk en houdbaar niveau van de uitkeringen aan aandeelhouders in de buurt van het middelpunt van 4,0x blijven. Op 31 december 2019 had de Vennootschap een netto totale schuldgraad van 4,0x, een lichte daling vergeleken met de 4,1x op 31 december 2018. De lichte daling van de netto totale schuldgraad jaar-op-jaar werd gedreven door een robuuste kasstroom realisatie doorheen het jaar en was behaald, ondanks een aantrekkelijke aandeelhoudersvergoedinguitbetaling over het jaar afgesloten op 31 december 2019, inclusief de €101,0 miljoen inkoop van eigen aandelen en een €62,8 miljoen bruto dividend.

De netto convenant schuldgraad, berekend volgens de Amended Senior Credit Facility 2018, met uitsluiting van zowel leasegerelateerde verplichtingen als aan leverancierskredieten gerelateerde kortlopende verplichtingen, was 3,2x op 31 december 2019. Dit was een daling vergeleken met de 3,4x op 31 december 2018. De huidige netto convenant schuldgraad ligt beduidend onder het 'springing maintenance covenant' van 6,0x en de beschikbaarheidstest van 4,5x netto senior leverage. De voornoemde 'maintenance covenant' is echter enkel van toepassing indien de Vennootschap 40% of meer heeft getrokken onder de wentelkredieten. Per 31 december 2019 waren de wentelkredieten van de Vennootschap volledig beschikbaar.

2.10 Aandeelhoudersvergoeding

Tijdens de Capital Markets Day in december 2018 schetste de Vennootschap haar strategisch plan voor de drie jaren tot 2021 en zette de Vennootschap haar beleid voor de kapitaalallocatie en de aandeelhoudersvergoeding uiteen. Zonder wezenlijke overnames en/of beduidende wijzigingen van Telenets activiteiten of van de regulatoire omgeving, is de Vennootschap van plan de totale schuldgraad in de buurt van 4,0x te houden, in het midden van de vork van 3,5x tot 4,5x. Op 31 december 2019 bedroeg de netto totale schuldgraad 4,0x ondanks (i) de inkoop van eigen aandelen voor € 101,0 miljoen over het jaar afgesloten op 31 december 2019 in het kader van het Aandeleninkoopprogramma 2018bis van € 300,0 miljoen en (ii) de uitkering in december 2019 van een eerste tussentijds dividend van € 62,8 miljoen (bruto € 0,57 per aandeel).

Als onderdeel van Telenets beleid voor de kapitaalallocatie wil de Vennootschap 50% tot 70% van de aangepaste vrije kasstroom van vorig jaar in de vorm van tussentijdse en slotdividenden aan de aandeelhouders uitkeren. Binnen de grenzen van het voornoemde kader voor de netto totale schuldgraad en bij ontstentenis van de bovenstaande factoren, kan het restant van de aangepaste vrije kasstroom in aanmerking komen voor de incrementele inkoop van aandelen, buitengewone dividenden, een verlaging van de schuldgraad, aangroeiende overnames of een combinatie daarvan.

In het licht van het in december 2019 uitgekeerde tussentijds dividend en de sterke aangepaste vrije kasstroom die de Vennootschap over het boekjaar afgesloten op 31 december 2019 genereerde, zal de raad van bestuur tijdens de jaarlijkse Algemene Aandeelhoudersvergadering op 29 april 2020 de aandeelhouders een bruto slotdividend van € 143,2 miljoen (€ 1,3050 per aandeel) voorstellen. Als dit slotdividend wordt goedgekeurd, zal het begin mei 2020 worden uitbetaald. Het voorgestelde bruto slotdividend is gebaseerd op 109.733.247 dividendgerechtigde aandelen op 20 maart 2020, met uitsluiting van 4.923.538 niet-dividendgerechtigde eigen aandelen. De som van het tussentijdse en het slotdividend (bruto) bedraagt € 1,8750 per aandeel, het equivalent van een totaal van € 206,0 miljoen.

nieuw aandeleninkoopprogramma voor maximaal € 55,0 miljoen goedgekeurd (het 'Aandeleninkoopprogramma 2020') dat eind februari 2020 zal ingaan. In het kader van dit programma mag Telenet tot 31 oktober 2020 voor maximaal € 55,0 miljoen maximaal 1,1 miljoen eigen gewone aandelen inkopen. De inkopen van eigen aandelen zullen plaatsvinden volgens de voorwaarden die werden goedgekeurd door de buitengewone algemene aandeelhoudersvergadering van de Vennootschap op 24 april 2019. Het programma zal worden uitgevoerd in overeenstemming met industry best practices en de toepasselijke regelgeving omtrent inkoop van eigen aandelen. Daartoe zal een onafhankelijke financiële tussenpersoon aandelen inkopen op basis van een discretionair mandaat gedurende een periode van drie maanden vanaf 2 maart 2020. De exacte tijdstippen van inkoop van aandelen onder dit programma zullen afhankelijk zijn van een aantal factoren, waaronder de marktvoorwaarden. Tijdens de looptijd van het inkoopprogramma zal de Vennootschap op geregelde tijdstippen persberichten publiceren met de geboekte vooruitgang (indien er inkopen zijn geweest), zoals bij wet vereist. Deze informatie zal ook beschikbaar worden gesteld op de investor relations pagina's van Telenets website (investors.telenet.be) onder de sectie Aandeelhouders. De ingekochte aandelen onder dit programma zullen worden gebruikt om de toekomstige verplichtingen uit de aandelenoptieplannen van de Vennootschap te dekken of om te schrappen in zoverre de ingekochte aandelen zulke verplichtingen zouden overstijgen. Telenet zal haar huidige en toekomstige verplichtingen in het kader van deze plannen doorlopend monitoren om een toereikend niveau van eigen aandelen aan te houden.

Als aanvulling op het totale uitgekeerde dividend over het boekjaar afgesloten op 31 december 2019 heeft de raad van bestuur ook een

3. Risicofactoren

3.1 Algemene informatie

Bepaalde uitspraken in dit Jaarverslag zijn uitspraken betreffende de toekomst zoals bepaald in de Private Securities Litigation Reform Act van 1995. Voor zover dat uitspraken in dit Jaarverslag geen herhalingen zijn van historische feiten, zijn het uitspraken betreffende de toekomst. Deze uitspraken omvatten per definitie risico's en onzekerheden waardoor de eigenlijke resultaten sterk kunnen verschillen van deze uitgesproken of bedoeld door dergelijke uitspraken. Uitspraken onder Sectie 1. Informatie over het bedrijf kunnen uitspraken betreffende de toekomst bevatten, met inbegrip van uitspraken betreffende Telenets activiteiten, producten, wisselkoersen en financiële strategieën voor 2020, alsook klantgroei en retentieratio's, concurrentiële, regelgevende en economische factoren, de timing en impacten van voorgestelde transacties, de maturiteit van de markten, de verwachte impacten van nieuwe regelgeving (of veranderingen aan bestaande regelgeving), verwachte veranderingen in Telenets opbrengsten, kosten of groeivoeten, zijn liquiditeit, kredietrisico's, wisselkoersrisico's, toekomstige netto hefboomratio's, zijn toekomstige verwachte contractuele verbintenissen en kasstromen en overige informatie en uitspraken die geen historische feiten zijn. Telkens wanneer Telenet in elke uitspraak betreffende de toekomst een verwachting of geloof aanhaalt met betrekking tot toekomstige resultaten of gebeurtenissen heeft Telenet zulke verwachting of geloof naar best vermogen en op een redelijke basis ingeschat. Er is echter geen zekerheid dat deze verwachting of geloof ook zal gerealiseerd worden. Telenet verwijst dan ook naar de risico's en onzekerheden besproken onder Sectie 8.4 Interne controle en risicobeheersystemen.

3.2 Juridische geschillen en ontwikkelingen op het vlak van regelgeving

We verwijzen naar toelichting 5.26.1, bij de geconsolideerde jaarrekening van de Vennootscshap.

4. Informatie over gebeurtenissen na balansdatum

We verwijzen naar toelichting 5.30 bij de geconsolideerde jaarrekening van de Vennootschap.

5. Informatie over onderzoek en ontwikkeling

In een wereld van snelle technologische ontwikkelingen vormen voortdurende investeringen in innovatie de levensader van Telenet. Telenet staat voor innovatie in samenwerking met partners en Telenet werkt actief samen met industriële partners, academische instellingen en start-ups. Telenet investeert in innovatie in verschillende activiteitsdomeinen.

Bouwen aan hoog-performante vaste & mobiele netwerkoplossingen

Het alsmaar stijgende dataverbruik in vast en mobiel internet vereist dat de capaciteit van het netwerk voortdurend uitgebreid wordt. Dankzij de voortdurende strategische investeringen van Telenet in zijn netwerk heeft het bedrijf het snelste vaste gigaspeed-netwerk in België, dat meer dan 98% van de voetafdruk omvat. Bovendien is Telenet ook een toonaangevende mobiele netwerk aanbieder in België, ondersteund door de meest recente "drive"-testen van het BIPT uitgevoerd in de periode september-oktober 2019.

Inspelen op veranderend klantgedrag

Telenet biedt een antwoord op het veranderd gedrag van zijn klanten door best-in-class, gebruiksvriendelijke producten aan te bieden via eenvoudige, transparante bundels. Dankzij aanbiedingen zoals "WIGO", "YUGO" en "Based on You" kunnen klanten producten eenvoudig vergelijken en zo een snelle, doordachte keuze maken die het best aan hun behoeften en verwachtingen voldoet.

Onvergetelijke klantervaringen creëren

Een positieve klantervaring vormt de basis voor een duurzame groei. Telenet optimaliseert zijn klantenservicemodel voortdurend door in te zetten op een 'Digital First' attitude. Zo zorgt Telenet voor onvergetelijke ervaringen die de klanttevredenheid aanscherpen.

Innovatie in samenwerking met partners stimuleren

Telenet bouwt strategische partnerships die de telecom-, media- en entertainmentsector veranderen. Telenet staat voor innovatie in samenwerking met partners om strategische initiatieven te leveren die zijn klanten ten goede komen. Die inspanningen resulteren in nieuwe, disruptieve businessmodellen en innovatieve producten en oplossingen die de digitale maatschappij vormgeven. Sinds oktober 2017 stuurt het Telenet Innovation Center de ontwikkeling van nieuwe technologieën voor connectiviteit, entertainment, diensten met toegevoegde waarde en klantervaringen aan. Het Telenet Innovation Center richt zich hoofdzakelijk op 5G en het internet der dingen (IoT).

6. Gebruik van financiële instrumenten

De activiteiten van de Vennootschap zijn blootgesteld aan schommelingen van wisselkoersen en interestvoeten.

De Vennootschap probeert haar blootstelling te beperken door bepaalde afgeleide financiële instrumenten te gebruiken om haar blootstelling aan schommelingen in wisselkoers en interestvoet resulterend uit activiteiten en financiering op te vangen. Het gebruik van derivaten valt onder de beleidslijnen van de Vennootschap die goedgekeurd zijn door de raad van bestuur en die schriftelijke principes bevatten met betrekking tot het gebruik van derivaten in overeenstemming met de risicobeheerstrategie van de Vennootschap.

De Vennootschap heeft gebruik gemaakt van verschillende afgeleide instrumenten om de blootstelling aan de rentevoet en de wisselkoers te beheren. De Vennootschap past geen hedge accounting toe op haar afgeleide instrumenten. De wijzigingen in reële waarde van alle andere afgeleide instrumenten worden bijgevolg rechtstreeks in de geconsolideerde staat van het resultaat over de verslagperiode en het netto resultaat rechtstreeks verwerkt in het eigen vermogen geboekt.

Derivaten opgenomen in andere financiële instrumenten of andere onderliggende overeenkomsten worden behandeld als afzonderlijke derivaten als hun risico's en eigenschappen niet nauw gerelateerd zijn met die van onderliggende overeenkomsten en als de onderliggende overeenkomsten niet geboekt worden tegen reële waarde met rapportering van niet-gerealiseerde winsten of verliezen in de geconsolideerde staat van het resultaat over de verslagperiode en het netto resultaat rechtstreeks verwerkt in het eigen vermogen.

Voor meer informatie verwijzen we naar toelichting 5.14, bij de geconsolideerde jaarrekening van de Vennootschap.

7. Niet-financiële informatie

De niet-financiële informatie vereist door artikel 3:32 §2 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen is opgesteld op basis van de Global Reporting Initiative (GRI) Core -normen.

7.1 Introductie

Telenet streeft naar duurzame groei met een goed evenwicht tussen operationele uitmuntendheid en maatschappelijke verantwoordelijkheid. De onderneming houdt daarbij rekening met de sociale, economische en milieu-impact van haar bedrijfsactiviteiten, zoals beschreven in rubriek 1, 'Informatie over de onderneming'.

Het duurzaamheidsprogramma van Telenet benadrukt het engagement van de onderneming ten aanzien van de voornaamste stakeholders en weerspiegelt hun belangen zoals die door de materialiteiten worden gedefinieerd.

In het voorjaar van 2019 paste Telenet, in nauwe samenspraak met zijn belangrijkste stakeholders, zijn materialiteitsindex aan, zodat deze beter de uitgebreide bedrijfsactiviteiten en geografische voetafdruk van Telenet in alle regio's in België en het Groothertogdom Luxemburg weerspiegelt. De nieuwe materialiteitsindex omvat elf materiële kwesties. Vijf ervan worden beschouwd als belangrijke focusdomeinen: (I) Bedrijfsethiek en transparantie; (ii) Verantwoordelijke werkgever; (iii) Duurzaamheid van producten; (iv) Bescherming van privacy en data; en (v) Digitale inclusie en ontwikkeling van vaardigheden. Telenet heeft voor elk van de materiële kwesties de belangrijkste bedrijfsrisico's en kansen geïdentificeerd en een beheersaanpak uitgewerkt.

Het duurzaamheidsprogramma van Telenet onderstreept het engagement van de onderneming om mensen en bedrijven te helpen om steeds voorop te blijven in de digitale wereld en de eindeloze mogelijkheden van de digitalisering maximaal te benutten voor een betere levenskwaliteit. Het programma steunt op vier pijlers: (i) Digitale samenleving, (ii) Amazing Customer Experience, (iii) Goede werkplek, en (iv) Verantwoordelijke bedrijfsvoering. Voor meer informatie over het duurzaamheidskader en de duurzaamheidsactiviteiten van de onderneming, verwijzen we naar de rubriek 'Duurzaamheid' op de corporate website van Telenet.

In 2019 werden het engagement en de inspanningen van Telenet om de hoogste standaarden op het gebied van ESG-praktijken (Environmental, Social & Governance) te handhaven door verschillende externe beoordelings- en benchmarkingbureaus beloond. Telenet bevestigde met name zijn leiderschap op het vlak van duurzaamheid in de Dow Jones Sustainability Index: de onderneming werd, voor de zevende keer, bekroond als beste presteerder in de wereldwijde mediasector, met sterke economische, ecologische en sociale prestaties. De Dow Jones Sustainability Indices (DJSI) omvatten uitsluitend toonaangevende bedrijven die het best zijn uitgerust om nieuwe opportuniteiten en risico's als gevolg van wereldwijde duurzaamheidstrends te herkennen en erop in te spelen. Daarnaast heeft Telenet in 2019 ook zijn Gold EcoVadis MVO-rating behouden, een rating die gebruikt wordt door grote bedrijfsklanten die de duurzaamheidsprestaties van de onderneming willen evalueren.

Het Duurzaamheidsverslag 2019 van Telenet zal meer inzicht bieden in de programmatorische benadering van de onderneming op het vlak van duurzame ontwikkeling en zal bijzondere aandacht besteden aan de geboekte vooruitgang in het jaar dat op 31 december 2019 werd afgesloten. In dit rapport belichten we de aanpak van Telenet op het vlak van personeelsbeleid, milieu en klimaat, maatschappelijke betrokkenheid, mensenrechten en de bestrijding van corruptie en omkoping, conform de bepalingen van de Belgische wet betreffende de bekendmaking van niet-financiële informatie (2017/20487). Alle gegevens in deze verklaring hebben betrekking op de bedrijfsactiviteiten van Telenet aan het einde van het jaar, met inbegrip van de overnames van BASE Company, SFR België en Luxemburg en Nextel. In juni 2019 kreeg Telenet de goedkeuring van de Belgische Mededingingsautoriteit om het volledige eigendom van De Vijver Media te verwerven. Dit nietfinanciële hoofdstuk omvat relevante MVO-gegevens van De Vijver Media, voor zover beschikbaar.

7.2 Personeelsbeleid

Telenets materiële kwesties: voornaamste risico's

Volgens de huidige materialiteitsmatrix is het de belangrijkste materialiteit voor Telenet op het vlak van personeelsbeleid om 'een verantwoordelijke werkgever te zijn'. Dit omvat verschillende aspecten: werknemersrelaties, bezoldigingen en voordelen voor werknemers, vrijheid van vereniging en collectieve arbeidsovereenkomsten, duurzame werkgelegenheid en veiligheid, gezondheid en welzijn op het werk. Verder werden ook 'de betrokkenheid van medewerkers' en het aantrekken en behouden van talent als centrale materiële kwesties op het vlak van personeelsbeleid geïdentificeerd, net als diversiteit en gelijke kansen.

De aanpak van het bedrijf: beleidsstrategieën en due diligence

Als verantwoordelijke werkgever stelt Telenet alles in het werk om een diverse en inclusieve werkomgeving te creëren waarin het talent en de betrokkenheid van de medewerkers worden gestimuleerd. De onderneming voert een personeelsbeleid dat investeert in vorming en ontwikkeling, diversiteit, gezondheid en welzijn, en dat via interne communicatie en sociale dialoog bijdraagt tot een open en transparante bedrijfscultuur.

Due diligence wordt verzekerd dankzij de continue dialoog en het voortdurende overleg met diverse platforms zoals het Comité voor Preventie en Bescherming op het Werk (CPBW) en de Ondernemingsraad. Deze raad beschikt over een paritaire vertegenwoordiging en telt evenveel werknemers- als werkgeversvertegenwoordigers. De Ondernemingsraad wordt betrokken bij de sociale, economische en financiële beleidsstrategieën van de onderneming. Daarnaast richtte Telenets hoofdaandeelhouder, Liberty Global plc, ook een Europese Ondernemingsraad op waarin twee vertegenwoordigers van Telenet zetelen.

Voor meer informatie over de beleidsstrategieën en programma's van Telenet op het vlak van personeelsbeleid, verwijzen we naar de rubriek 'Duurzaamheid' op de corporate website van Telenet.

Resultaten: belangrijkste ontwikkelingen op het vlak van personeelsbeleid in 2019

Telenet is een onderneming in volle verandering. De afdeling Human Resources is één van de hoekstenen in het transformatieproces en moet waken over het welzijn van de werknemers in tijden van verandering. De afdeling focust op de ontwikkeling van een geïntegreerde en eengemaakte werkomgeving met geoptimaliseerde HRbedrijfsprocessen en IT-systemen die het personeelsbeleid van de onderneming ondersteunen.

Eén van de pijlers van deze transformatiecyclus is de omschakeling in de hele organisatie naar een nieuwe, efficiëntere en doelgerichtere manier van werken, waarbij een 'digital first' attitude centraal staat. De onderneming wil haar werknemers in staat stellen om slimmer en vlotter te werken dankzij digitale communicatie- en samenwerkingstools en door het opzetten van nieuwe werkomgevingen die meer op samenwerking gericht zijn. In de loop van 2019 startte Telenet zijn transformatie-traject naar een flexibelere ('agile') organisatie met meer autonome, productieve en expertise-gedreven teams en personen. De transformatie begon met twee pilots waarbij de residentiële marketing en de IT- en Engineering teams van de onderneming betrokken zijn. Het transformatie-traject zal vanaf het voorjaar van 2020 uitgebreid worden naar de bredere organisatie. Deze transitie zal het bedrijf in staat stellen om snel en accuraat te blijven reageren op het snel veranderende gedrag van de klanten en stakeholders. De transformatie gebeurt in nauwe samenwerking met de sociale partners en zal op een open en transparante manier geïmplementeerd worden door middel van regelmatige bedrijfsbrede interne communicatie en persoonlijke afstemming tussen medewerkers en leidinggevenden. Telenet investeert fors in opleiding en coaching, zodat medewerkers zich snel kunnen aanpassen aan deze nieuwe flexibele ('agile') manier van werken.

Om de actieve betrokkenheid van zijn medewerkers te meten en op te volgen, houdt Telenet om de twee jaar zijn Zoom enquête die de betrokkenheid van de medewerkers meet. In tussentijd maakt het bedrijf gebruik van de Employee Net Promoter Score (E-NPS). De meest recente Zoom-enquête werd in september 2019 uitgevoerd. De enquête had een respons van 76% en liet sterke scores zien voor duurzame betrokkenheid (78%) en welzijn (81 procent). De belangrijkste aandachtspunten waren het vermogen om te veranderen (47%), het werven en behouden van talent (50%) en loon en voordelen (57%). Parallel aan de Zoom-enquête werd de betrokkenheid van de medewerkers gemeten via E-NPS. Deze peiling resulteerde in een score van +3. Dat is een bedrijfsbrede daling met 9 punten ten opzichte van de E-NPS-meting in januari 2019.

Aandacht voor het welzijn van de werknemers in tijden van verandering is voor Telenet van essentieel belang. Het Resilience-programma verhoogt de weerbaarheid van leidinggevenden en medewerkers en leert hen omgaan met onzekerheid, onverwachte veranderingen en stress. Daarbij wordt bijzondere aandacht besteed aan de aanpak en preventie van (langdurige) afwezigheid via opleidingen, persoonlijke coaching en praktische ondersteuning op het werk.

In het najaar van 2018 hield de onderneming haar zesde enquête rond het welzijn van haar medewerkers. In 2019 heeft het Safety, Health and Environment (SHE)-team, team, dat zorgt voor de dagelijkse opvolging van alle welzijnsinitaitieven verschillende acties ondernomen om de veerkracht, de betrokkenheid en de fysieke en mentale gezondheid van de medewerkers te versterken. Naast het Employee Assistance Program werden twee tools voor welzijnsbeheer ontwikkeld - HiBrain en Happy Care - en werden een aantal informatiesessies rond welzijn georganiseerd. Het SHE-team heeft ook een gecentraliseerd, digitaal informatiepunt over welzijn, gezondheid, veiligheid, milieu en risicobeheersing uitgebouwd dat geraadpleegd kan worden op de interne communicatieportal. Er werd een speciale toolkit ontwikkeld om psychosociale risico's op het werk aan te pakken, en medewerkers van de afdeling Telenet Retail kunnen deelnemen aan een opleiding over hoe ze beter kunnen omgaan met de emotionele stress die gepaard gaat met contacten met assertieve klanten.

Tot slot bood de onderneming alle medewerkers ouder dan vijftig een gratis medische controle aan in het kader van de collectieve arbeidsovereenkomst (cao 104) en het 'Welzijn op het Werk' programma. De medische controle zal om de drie jaar opgezet worden.

Een trend die niet alleen Telenet maar de hele economie raakt, is de groeiende digitalisering die leidt tot nieuwe werkmethoden en die de jacht op talent scherp stelt. Net als heel wat andere ondernemingen en organisaties heeft Telenet het moeilijk om technische experts aan te trekken, zoals datawetenschappers en specialisten op het vlak van informatiebeveiliging. Om ook in de toekomst op voldoende arbeidskrachten te kunnen rekenen, stimuleert Telenet de ontwikkeling van STEM-vaardigheden (Science, Technology, Engineering & Mathematics) via onderwijs en vorming. In januari 2020 kondigde de onderneming de oprichting aan van een Academy for Digital & Data Talent, in samenwerking met de universiteiten KU Leuven, VUB, ULB en de programmeerschool BeCode. Het partnerschap heeft tot doel de digitale kennis en technische vaardigheden van de huidige medewerkers van Telenet te versterken door middel van opleiding, omscholing en bijscholing, en tegelijkertijd nieuw digitaal talent aan te trekken. De Academy is gebaseerd op een gedeelde visie van alle partners dat levenslang leren een voorwaarde is om flexibel ('agile') te blijven in een snel veranderende digitale economie.

Telenet begrijpt dat, om de voordelen van diversiteit en inclusie ten volle te kunnen benutten, er verdere investeringen nodig zijn. De onderneming voert een inclusief beleid op het vlak van talentbeheer met bijzondere aandacht voor diversiteit in elke fase van de tewerkstellingscyclus: van rekrutering over opleiding en ontwikkeling tot en met loopbaanplanning. Toch blijft gendergelijkheid een belangrijk aandachtspunt voor Telenet. Equileap, een onafhankelijke organisatie die gendergelijkheid op de werkvloer stimuleert, beoordeelde de prestaties van Telenet op het gebied van gendergelijkheid: waar het bedrijf in 2018 de 34e plaats bereikte met een score van 60 procent, zakte Telenet in 2019 naar de 85e plaats, met een score van 58 procent. De onderneming erkent het belang van de versterking van haar benadering van diversiteit en gendergelijkheid. Telenet verbindt zich ertoe in het voorjaar van 2020 een diversiteits- en gendergelijkheidshandvest op te stellen op basis van de Women's Empowerment Principles van de VN, dat in het najaar van 2020 gevolgd zal worden door een formeel diversiteits-, inclusie- en gendergelijkheidsbeleid.

7.3 Milieu

Telenets materiële kwesties: voornaamste risico's

Gezien hun bedrijfsmodellen, die sterk afhankelijk zijn van de vraag naar energie, is de informatie- en communicatietechnologie (ICT)-sector een bron van wereldwijde uitstoot van broeikasgassen. De sector heeft echter het potentieel om de wereldwijde koolstofuitstoot te verminderen door bedrijven en consumenten te helpen om energie slimmer te gebruiken en te besparen, en afval te verminderen.

Het evalueren en beheren van milieurisico's, met name van die risico's die verband houden met de klimaatverandering, is een prioriteit voor Telenet. De onderneming erkent dat zij blootgesteld wordt aan verschillende risico's zoals (1) beleids- en wettelijke risico's in verband met uitgebreide rapportageverplichtingen inzake emissies en mogelijke regulering van bestaande producten en diensten, (2) fysieke risico's voor installaties als gevolg van stijgende temperaturen en een toenemende frequentie van extreme temperaturen, en (3) overgangsrisico's in verband met het veranderende gedrag van klanten, en met name de toename van het elektriciteitsverbruik, de afvalproductie en de koolstofuitstoot als gevolg van de toegenomen vraag naar producten. Inspanningen om de klimaatverandering te beperken en zich eraan aan te passen, leveren ook opportuniteiten op voor Telenet, zoals een efficiënt gebruik van grondstoffen, de ontwikkeling van koolstofarme producten en diensten, toegang tot nieuwe markten en het versterken van de weerbaarheid in de hele toeleveringsketen.

Telenet identificeerde zijn belangrijkste milieurisico's en ecologische opportuniteiten aan de hand van de huidige materialiteitsmatrix. Telenet beschouwt onderstaande thema's als zijn prioriteiten op het vlak van milieu en klimaat:

1. Energie-efficiëntie verbeteren: Telenet investeert in verscheidene initiatieven om zowel het energieverbruik van zijn eigen activiteiten als dat bij de klanten thuis verder te verminderen.

2. De koolstofuitstoot verminderen: Telenet beschouwt de klimaatverandering als een potentiële dreiging en pakt het probleem bijgevolg aan als een bedrijfsrisico. Telenet schakelt zoveel mogelijk over op hernieuwbare energiebronnen en compenseert emissies door te investeren in koolstofcompensatieprogramma's.

3. Materiaalgebruik en afvalproductie verminderen: Binnen zijn benadering van de afvalproblematiek focust Telenet op een beperking van het materiaalgebruik, recyclage en hergebruik van customer premise equipment ('CPE'), en een correcte afvalverwijdering en verwerking. Omdat de onderneming wil bijdragen tot de kringloopeconomie maakt ze werk van circulaire toeleveringsketens, recycleert en hergebruikt ze materialen, en verlengt ze de levenscyclus van producten door CPE te herwerken en producten als dienst aan te leveren.

Telenets aanpak: beleidsstrategieën en due diligence

De Milieubeleidsverklaring van Telenet schetst de aanpak van de onderneming op het vlak van milieubeheer. Deze verklaring beklemtoont ons engagement voor een milieuvriendelijke bedrijfsvoering en is in overeenstemming met de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen van de Verenigde Naties en de principes die in het Akkoord van Parijs inzake klimaatactie worden uiteengezet.

Voor een succesvolle integratie en een doeltreffend beheer van duurzaamheid en met name klimaatverandering is een geëngageerd leiderschap nodig, met een duidelijke koers en duidelijke besluitvormingsprocessen. De Raad van Bestuur van Telenet heeft het ontwerp, de uitvoering en de controle van het duurzaamheidsprogramma als een belangrijk punt opgenomen in zijn agenda. Daarnaast stuurt het Senior Leadership Team (SLT) structurele duurzaamheidsinitiatieven en -programma's aan en bespreekt het regelmatig de voortgang ervan.

Telenet brengt bij zijn hoofdaandeelhouder Liberty Global verslag uit over zijn milieuprestaties en gebruikt daarvoor het Credit360-systeem. Liberty Global evalueert jaarlijks de milieugegevens van Telenet. Op groepsniveau doet Liberty Global een beroep op KPMG dat op basis van de ISAE 3000 en ISAE 3410 assurance-standaarden een beperkte mate van zekerheid biedt voor Liberty Global plc over de energieverbruiksgegevens en de cijfers betreffende broeikasgasemissies die in het Jaarverslag en de Jaarrekening van Liberty Global worden opgenomen.

Telenet koopt elektriciteit aan van hernieuwbare bronnen die op basis van de federale en regionale Belgische en Europese standaarden en normen gecertificeerd zijn. Over de belangrijkste afvalstromen wordt op zeer regelmatige basis verslag uitgebracht.

Resultaten: belangrijkste ontwikkelingen op het vlak van milieu in 2019

In 2018 herdefinieerde Telenet zijn doelstellingen en verbintenissen op het vlak van energie-efficiëntie en de reductie van koolstofemissies gezien zijn grotere ecologische voetafdruk. De doelstellingen houden rekening met de grotere omvang van de mobiele en vaste netwerkinfrastructuur, het grotere klantenbestand, en de stijgende complexiteit van de operationele systemen en van de processen binnen de toeleveringsketen.

Telenet | Jaarverslag 2019 | 31 Het is onze doelstelling om de elektriciteitsefficiëntie tot en met 2025 jaarlijks met 15 procent te verbeteren. Telenet streeft er ook naar om zijn koolstofefficiëntie tegen 2025 met een factor 5 te verbeteren. Voor beide doelstellingen gebruiken we 2016 als het referentiejaar. Om een betekenisvolle invulling te kunnen geven aan deze doelstellingen, meten we ons energieverbruik en onze broeikasgasemissies per terabyte (TB) gegevens die via onze netwerken wordt vervoerd.

Een doorlichting van de milieuprestaties van 2018 noopte Telenet tot het verhogen van zijn ambities op het vlak van inspanningen voor koolstofefficiëntie, door een bijkomende, absolute doelstelling vast te leggen voor de vermindering van de emissies afkomstig van mobiele verbranding, die 49% van de totale emissies in de prestaties van 2018 en 39% in de prestaties van 2019 vertegenwoordigen (nota: voorlopige resultaten) vertegenwoordigen. Telenet heeft een voorlopige doelstelling vastgesteld voor de absolute vermindering van de koolstofuitstoot door mobiele verbranding met 60 procent tegen 2030, met 2017 als basisjaar, wat aansluit op het scenario van een vermindering met 1,5 graad van het Akkoord van Parijs. Maatregelen zullen focussen op het uitbouwen van een groener wagenpark (maximum 95 gr/km) en een vermindering van het aantal gereden kilometers met 5 procent vanaf 2021. Het einddoel en de onderliggende tussentijdse doelstellingen, evenals een actieplan voor de vermindering van mobiele verbranding, zullen in de loop van het voorjaar van 2020 in detail worden uitgewerkt, in nauwe samenwerking met het senior management en de sociale partners. De doelstellingen en het actieplan zullen toegelicht worden in het Duurzaamheidsverslag 2019, dat in juni 2020 verschijnt.

Het doel van Telenet is om zijn absolute koolstofemissies door mobiele verbranding te verminderen tot 40% tegen 2030, met 2017 als basisjaar, wat overeenkomt met het reductiescenario van de Overeenkomst van Parijs met 1,5 graden. Concreet ging het om de ontwikkeling van een actieplan voor werknemersmobiliteit met investeringen in een zuiniger wagenpark, de plaatsing van extra oplaadpunten voor elektrische voertuigen, de installatie van bijkomende fietsenstallingen en de actieve bevordering van alternatieve mobiliteitsoplossingen zoals het openbaar vervoer en de fiets.

Telenet onderzoekt ook de vermindering van de emissies die voortvloeien uit het vervoer door derden in het algemeen en de 'last mile' levering van goederen in stedelijke omgevingen in het bijzonder. Gedurende medio 2009 ondertekende Telenet een Green Deal 'Logistiek in stedelijke omgevingen', een initiatief van de Vlaamse Gemeenschap in samenwerking met academische instellingen, het bedrijfsleven en lokale overheden. De onderneming voert momenteel samen met de stad Mechelen een 'proof of concept' uit voor de levering van goederen aan de Telenet- en BASE-shop met behulp van elektrische voertuigen en fietsen. Het 'proof of concept' zal in de loop van 2020 geëvalueerd worden.

Naast investeringen in groene mobiliteitsoplossingen heeft de onderneming haar netwerk- en datacenteractiviteiten in 2019 verder verbeterd. Er werd een free cooling-project opgestart. Dit zorgt ervoor dat de maximale temperaturen in de technische zones hoger mogen oplopen zodat de behoefte aan koeling afneemt, wat de energieefficiëntie ten goede komt.

Telenet investeerde ook in innovatieve producten en oplossingen, en ontwikkelde onder meer een nieuwe generatie van setopboxen die een stuk energiezuiniger zijn. Deze nieuwe modellen werden in de loop van 2019 op de markt gebracht.

Om minder materiaal te gebruiken en minder afval te genereren, bestendigde Telenet zijn jarenlange samenwerking met de sociale onderneming Vlotter (IMSIR cbva) die setopboxen en modems opnieuw op punt stelt en recycleert. Via deze samenwerking slaagde Telenet erin om in 2019 maar liefst 378 ton minder afval te produceren. Naast het milieuvoordeel biedt Vlotter / IMSIR banen aan particulieren met beperkte toegang tot de arbeidsmarkt.

In 2019 investeerde Telenet meer in het opknappen en hergebruiken van computer-, netwerk- en elektrische apparatuur. Bovendien werd het door verpakkingen gegenereerde afval met meer dan 20% verminderd.

Bij de aanpak van deze milieu- en klimaatprioriteiten is het voor Telenet een steeds grotere uitdaging om te beantwoorden aan veranderingen in de lokale wetgeving waarbij een steeds uitgebreidere milieurapportage wordt vereist. Bovendien bemoeilijken de regionale verschillen op het vlak van stralingsnormen zowel de operationele werking als de innovatiemogelijkheden van de projecten die de dekking van onze netwerken moeten uitbreiden en verbeteren.

7.4 Maatschappelijke betrokkenheid

Telenets materiële kwesties: voornaamste risico's

Een van de belangrijkste materiële issues voor Telenet is 'digitale inclusie en de ontwikkeling van vaardigheden'. Toegang hebben tot digitaal vaardig personeel is cruciaal voor de succesvolle uitvoering van de bedrijfsstrategie, zoals omschreven in sectie 2 van deze verklaring. De verantwoordelijkheid van de Onderneming reikt echter verder dan het invullen van haar eigen directe bedrijfsnoden. Stakeholders verwachten immers dat Telenet ook een actieve rol opneemt in het uitbouwen van een digitale maatschappij die toegankelijk is voor iedereen en die de ontwikkeling van digitale vaardigheden van burgers binnen de lokale gemeenschappen bevordert. Deze maatschappelijke verantwoordelijkheid niet opnemen zou een risico kunnen betekenen voor de reputatie van de Onderneming.

Telenets aanpak: beleidsstrategieën en due diligence

Als een leidinggevende telecommunicatie- en mediaspeler in België, is Telenet zich bewust van zijn belangrijke maatschappelijke rol. De Onderneming voert een maatschappelijk betrokkenheidsbeleid dat focust op digitale innovatie als motor voor een rijkere levenskwaliteit, duurzame economische groei, and grotere opleidings-en werkgelegenheidsopportuniteiten. Telenet is zich echter ook bewust van de maatschappelijke uitdagingen die de digitalisering met zich meebrengt. Daarom focust de Onderneming in haar beleid op de volgende maatschappelijke issues: (1) het potentieel van digitaal ontsluiten voor iedereen; (2) een digitale boost geven aan de generaties van morgen; (3) digitaal ondernemerschap versnellen; (4) de juiste digitale balans vinden. Voor meer informatie over het maatschappelijk betrokkenheidsbeleid verwijzen we naar de rubriek 'Duurzaamheid' op de corporate website van Telenet.

Telenet monitort en beheert zijn maatschappelijke investeringen op jaarlijkse basis volgens de richtlijnen van de London Benchmark Group. De Onderneming stemt ook op regelmatige basis af met de NGOs en de maatschappelijke initiatieven die een structurele ondersteuning genieten, om hun impact in kaart te brengen en - waar nodig - de investeringen bij te sturen en de samenwerking te verfijnen.

Resultaten: belangrijkste ontwikkelingen op het vlak van maatschappelijke betrokkenheid voor het jaar eindigend op 31 december, 2019

In 2019 voerde Deloitte een socio-economische impactstudie uit van Telenet in de periode 2014-2019: de totale impact gemeten naar brutoopbrengst was 26,7 miljard euro, en de impact gemeten naar bruto toegevoegde waarde was 16 miljard euro. Bovendien investeerde Telenet actief in technologische innovaties en netwerkverbeteringen ten voordele van haar klanten en de evolutie van de digitale samenleving. In 2019 vertegenwoordigden deze investeringen 587 miljoen euro. Telenet investeert dagelijks 1,6 miljoen euro.

Als geëngageerd lid van de lokale gemeenschap droeg Telenet ook bij aan structurele initiatieven voor de digitale samenleving en aan gemeenschapsinvesteringen. Deze investeringen zijn gericht op het stimuleren van innovatie, creativiteit en ondernemerschap, het bevorderen van digitale vaardigheden, het verkleinen van de digitale kloof en het stimuleren van de juiste digitale balans. In de periode 2014-2019 heeft de Onderneming 89 miljoen euro geïnvesteerd in initiatieven op het gebied van de digitale samenleving en maatschappelijke betrokkenheid. In 2019 bedroeg de financiële bijdrage van Telenet aan goede doelen en maatschappelijke initiatieven 2.023.405 euro. Daarnaast hebben de werknemers van Telenet in 2019 1.170 uur als vrijwilliger gewerkt.

In 2019 lanceerde Telenet een nieuw initiatief, #TelenetGo, dat consumenten inspireert over de eindeloze mogelijkheden van digitaal via workshops in de Telenet-shops en online Expert Talks met deskundigen op de website. Als telecom- en entertainmentprovider wil Telenet een digitale levensstijl mogelijk maken en bevorderen en tegelijkertijd mensen helpen om de juiste digitale balans te vinden: digitale technologieën mogen de persoonlijke relaties niet in gevaar brengen en geen ernstig risico vormen voor het welzijn of de gezondheid van mensen. Het #TelenetGo-initiatief verhoogt daarom het publieke bewustzijn rond belangrijke maatschappelijke issues op het vlak van de digitale levensstijl, zoals cyberpesten en sexting, en bevordert actief de onlineveiligheid en -beveiliging.

De afdeling Telenet Business zette dan weer haar investeringen in de Digitale Versnelling van kmo's voort door gratis advies te geven over ecommerce, sociale media en onlinebeveiliging. In 2019 lanceerde Telenet Business een online matchmakingplatform dat kmo's verbindt met digitale experts en coaches. In 2019 bereikte het Digitale Versnelling-programma meer dan 1.000 kmo's in Vlaanderen en Brussel.

7.5 Mensenrechten

Telenets materiële kwesties: voornaamste risico's

Telenets engagement op het vlak van mensenrechten blijft niet beperkt tot de eigen activiteiten maar geldt ook ten aanzien van de verschillende stakeholdergroepen die deel uitmaken van de hele waardeketen. De onderneming identificeerde de belangrijkste mensenrechtenrisico's aan de hand van zijn materialiteitsmatrix en op basis van een evaluatie van de implicaties van het VN-kader en de leidende beginselen van de Verenigde Naties over zakendoen en mensenrechten:

Werknemers: De bedrijfsactiviteiten van Telenet zijn voor 100 procent in België en het Groothertogdom Luxemburg gevestigd, waar ze aan een strikte wet- en regelgeving onderworpen zijn. Naast de wettelijk vastgelegde verplichtingen houden de voornaamste mensenrechtenrisico's voor werknemers van Telenet verband met gelijke kansen, privacy, en veiligheid en gezondheid.

Klanten: De klanten van Telenet bevinden zich voor 100 procent in België en het Groothertogdom Luxemburg, waar ze aan een strikte weten regelgeving onderworpen zijn. Naast de wettelijk vastgelegde verplichtingen werden privacy en vrijheid van meningsuiting geïdentificeerd als belangrijkste mensenrechtenrisico's voor de klanten van de onderneming.

Leveranciers: Telenet onderzocht welke implicaties het VN-kader en de leidende beginselen van de Verenigde Naties over zakendoen en mensenrechten voor zijn activiteiten hebben. Het risico dat de mensenrechten niet worden nageleefd of worden geschonden, is volgens deze evaluatie significant groter in de toeleveringsketen. De voornaamste mensenrechtenrisico's binnen de toeleveringsketen houden verband met kinderarbeid, dwangarbeid, arbeidstijden en lonen, discriminatie, vrijheid van vereniging, en veiligheid en gezondheid.

Telenets aanpak: beleidsstrategieën en due diligence

Telenet beschikt over verscheidene beleidsstrategieën die zijn engagement op het vlak van mensenrechten bevestigen. De onderneming onderschrijft de principes van de UN Global Compact en neemt strenge normen in acht op het gebied van mensenrechten, personeelsbeleid, milieu en corruptiebestrijding. Waar dit relevant was, nam Telenet de principes van de OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen ook op in zijn Gedragscode en zijn leverancierscontracten.

Werknemers: De Gedragscode van Telenet bevat de elementaire richtlijnen, normen en gedragsregels die noodzakelijk zijn om op een eerlijke en integere manier zaken te doen, in overeenstemming met strenge ethische en juridische standaarden. De Gedragscode is het voornaamste beleidskader voor werknemers waarin ook de mensenrechten aan bod komen, inclusief gelijke kansen, privacy en veiligheid en gezondheid. Hij verbiedt elke vorm van discriminatie en intimidatie. Dit engagement geldt voor alle aspecten van het personeelsbeleid, inclusief rekrutering, aanwerving, evaluatie, promotie, verloning, opleiding, ontwikkeling en contractbeëindiging. Werknemers kunnen overtredingen van en problemen met de naleving van de Gedragscode melden via een klokkenluidersprocedure of de compliance mailbox. Klachten worden behandeld door het Complianceteam.

Elk jaar wordt een interne controle uitgevoerd met behulp van het Algemeen Preventieplan (APP). Het APP is een vijfjarenplan voor een systematisch en thematisch beheer van de risico's op het vlak van veiligheid en gezondheid op het werk, ergonomie, hygiëne, psychosociaal welzijn en milieu. Deze risico's werden geïdentificeerd door middel van audits, risicoanalyses, ongeval- en incidentanalyses en veiligheidsrondes. Zij bleken ook uit de behandeling van klachten, resultaten of meldingen, kwamen aan het licht bij de invoering van nieuwe of gewijzigde reglementeringen of werden vastgesteld bij medische onderzoeken. Het APP wordt jaarlijks geüpdatet. Bij die gelegenheid wordt het geëvalueerd en aangevuld met doelstellingen voor de risico's die in de loop van het kalenderjaar werden geïdentificeerd of die met nieuwe/bijgewerkte regels verband houden. Elk jaar worden deze doelstellingen uitgewerkt in een jaarlijks actieplan. De Algemene Preventieplannen en de jaarlijkse actieplannen zijn van toepassing op de hele organisatie.

Klanten: Conform alle toepasselijke wetten beschikt Telenet over een Privacy Policy. Deze beschrijft het verzamelen, het gebruik, de opslag en de bescherming van de klantengegevens, bepaalt met welke instellingen de klant het gebruik van zijn/haar persoonsgegevens moet kunnen regelen en op welke manier Telenet met de klant contact mag opnemen. De policy bevat ook richtlijnen voor het doorgeven van persoonsgegevens aan derden. Interne richtlijnen geven aan hoe dit privacybeleid in de praktijk moet worden toegepast en de werknemers krijgen een opleiding om de implementering te verzekeren. Telenet stemt zijn privacybeleid ook nauw af met de Belgische Gegevensbeschermingsautoriteit met het oog op de praktische implementatie en op mogelijke bijsturingen, indien dit nodig zou zijn.

Als toonaangevend aanbieder van internetdiensten draagt Telenet een bijzondere maatschappelijke verantwoordelijkheid op het vlak van vrijheid van meningsuiting. De onderneming gaat uit van het algemene principe dat deze vrijheid op geen enkele manier mag worden beperkt, tenzij wanneer een gemachtigde instantie hierom verzoekt. Samen met andere Belgische internetproviders ondertekende Telenet een Protocol met de Belgische Kansspelcommissie. Daarin verbindt Telenet zich ertoe om in samenwerking met de Federale en Regionale Computer Crime Unit maatregelen te nemen tegen websites die illegale kansspelen aanbieden. Ook de gerechtelijke instanties kunnen de onderneming verzoeken om websites te blokkeren die auteursrechten schenden of illegaal pornografisch materiaal verspreiden. Als lid van de Belgische Vereniging van Aanbieders van Internetdiensten (ISPA) leeft Telenet tot slot de gedragscode van deze organisatie na en verleent het zijn medewerking aan de preventie en bestrijding van kindermisbruik via chatapplicaties en websites.

Leveranciers:De Gedragscode voor leveranciers geeft expliciet aan wat Telenet verwacht van organisaties waarmee de onderneming samenwerkt. De code bevat een aantal principes die gebaseerd zijn op alle toepasselijke lokale en internationale wet- en regelgeving op het gebied van milieu, gezondheid en veiligheid en werkgelegenheid. Hij onderschrijft internationale arbeidsnormen zoals de basisverdragen van de IAO en het VN-verdrag inzake de rechten van de mens.

Telenet eist niet alleen dat zijn normen binnen de toeleveringsketen worden nageleefd, maar evalueert en monitort de prestaties van zijn leveranciers ook met behulp van het EcoVadis-platform. De EcoVadisevaluatie bestrijkt 21 MVO-criteria die focussen op diverse mensenrechtendomeinen zoals kinderarbeid en dwangarbeid, nietdiscriminatie en de fundamentele rechten van de mens (burgerrechten, politieke, sociale en culturele rechten, rechten van inheemse volkeren, recht op collectieve onderhandelingen, eigendom en privacy). Indien leveranciers als 'zeer risicovol' worden geïdentificeerd, worden bijsturingsplannen geïmplementeerd.

Resultaten: belangrijkste ontwikkelingen op het vlak van mensenrechten in 2019

Werknemers: De Gedragscode van Telenet werd bijgewerkt en goedgekeurd door de Raad van Bestuur en het Senior Leadership Team in het najaar van 2018. Hij werd in 2019 door middel van een uitgebreide interne communicatie over de hele organisatie uitgerold.

Klanten: Telenet is in overeenstemming met de Algemene Verordening Gegevensbescherming 2016/679 ('AVG') en heeft de volgende maatregelen genomen om de naleving van de AVG te waarborgen:

• de aanstelling van een functionaris voor gegevensbescherming (Data Protection Officer);

• de oprichting van verscheidene interne werkgroepen om de implementering van de AVG in alle business units aan te sturen;

• de aanpassing van de interne procedures en IT-systemen.

Telenet leeft de regels van de AVG na voor wat betreft de klantencommunicatie over het beleid van Telenet inzake klantengegevens. De onderneming blijft verdere acties nemen om de volledige naleving van de AVG in de hele klantenwaardeketen te verzekeren.

Voor meer informatie over de aanpak van Telenet op het vlak van privacy en gegevensbescherming verwijzen we naar de rubriek 'Duurzaamheid' op de corporate website van Telenet.

Leveranciers: Telenet heeft zijn gedragscode voor leveranciers bijgewerkt zodat deze in overeenstemming is met het leveranciersbeleid van zijn meerderheidsaandeelhouder Liberty Global. De leveranciers werden op de hoogte gebracht van de nieuwe gedragscode voor leveranciers en er zijn acties ondernomen om de formele aanvaarding van de gedragscode voor leveranciers op te nemen in het onboardingproces van nieuwe leveranciers. De resultaten van de jaarlijkse leveranciersevaluaties van Telenet en Liberty Global 2019 via het EcoVadis-platform zullen in het voorjaar van 2020 worden verzameld en gerapporteerd in het komende Telenet Duurzaamheidsverslag 2019.

7.6 Bestrijding van omkoping en corruptie

Telenets materiële kwesties: voornaamste risico's

Het anticorruptiebeleid van Telenet verdeelt de corruptie- en omkopingsrisico's in drie categorieën:

  • Actieve publieke corruptie: Een overheidsambtenaar (of een persoon die zich als dusdanig voorstelt) rechtstreeks of via een tussenpersoon benaderen met een voorstel, een belofte of een gunst van eender welke aard voor deze ambtenaar zelf of voor een andere persoon, met het doel deze ambtenaar te doen handelen op een welbepaalde manier die een of ander commercieel voordeel zou kunnen opleveren.
  • Actieve private corruptie: Eender welke andere persoon (zakenpartner, leverancier, ...) rechtstreeks of via een tussenpersoon benaderen met een voorstel, een belofte of een gunst van eender welke aard voor hemzelf of voor iemand anders, om deze persoon een bepaalde handeling te laten uitvoeren of niet te laten uitvoeren vanuit de positie die hij in

zijn onderneming bekleedt, zonder medeweten en zonder de toestemming van zijn onderneming.

Passieve private corruptie: Rechtstreeks of via een tussenpersoon, zonder medeweten en zonder de toestemming van de onderneming, een voorstel, een belofte of een gunst van eender welke aard vragen aan of aanvaarden van een andere persoon in ruil voor het uitvoeren of niet uitvoeren van een welbepaalde handeling vanuit een bepaalde positie binnen de onderneming.

Telenet heeft een aantal departementen met verhoogd risico geïdentificeerd: Finance, Corporate Public & Regulatory Affairs, Procurement en Telenet Business. Zij stellen voor deze vormen van corruptie een hoger risico dan de rest van de organisatie.

Telenets aanpak: beleidsstrategieën en due diligence

Het anticorruptiebeleid van Telenet is in overeenstemming met de internationale regelgeving, de Belgische wetgeving en het beleid van Liberty Global. Het anticorruptiebeleid werd herzien in 2019 en goedgekeurd door de Raad van Bestuur en het Auditcomité. Daarnaast werd een apart beleid inzake geschenken en gastvrijheid gepubliceerd. Dit beleid bevat een verbod op het geven en aannemen van steekpenningen, een beperking op het geven en aannemen van geschenken, een aansporing tot het in acht nemen van de wet- en regelgeving, en een verplichting tot transparantie inzake politieke giften. De beleidslijnen worden toegelicht aan de hand van specifieke voorbeelden en praktische richtlijnen. Het anticorruptiebeleid wordt uitgebreid gecommuniceerd naar alle werknemers en medewerkers, onderaannemers en leveranciers. Zo werd in 2019 een klassikale opleiding rond de bestrijding van corruptie aangeboden aan het Leadership Team van Telenet. De bestrijding van omkoping en corruptie komt ook uitgebreid aan bod in de Gedragscode van Telenet.

Resultaten: belangrijkste ontwikkelingen op het vlak van de bestrijding van omkoping en corruptie in 2019

Telenet is vastbesloten om een verantwoordelijke onderneming te zijn die rekening houdt met de bredere impact van haar bedrijfsactiviteiten en -beslissingen op de gemeenschap waarin zij actief is. Telenet werkt via overleg en dialoog samen met stakeholders van de onderneming, inclusief de publieke overheden. Telenet heeft een charter voor zijn engagement met de stakeholders opgesteld met een aantal principes die de onderneming in staat stellen om op een open en transparante manier duurzame vertrouwensrelaties met zijn corporate stakeholders te ontwikkelen.

7.7 Niet-financiële indicatoren conform de GRI Core Standards

Voor de jaren afgesloten
op 31 december
GRI-richtlijn Meetgegevens 2019 2018
Personeelsbeleid
Werknemers Personeelsbestand, jaareinde 3,611 3,310
Werknemers volgens type contract
Vaste contracten
Tijdelijke contracten
Personeelsbestand, jaareinde
Personeelsbestand, jaareinde
3,555
56
3,245
65
102-8 Werknemers volgens type contract
Voltijds
Halftijds
Personeelsbestand, jaareinde
Personeelsbestand, jaareinde
3,343
268
3,084
226
102-41 Percentage van alle werknemers gedekt door
collectieve arbeidsovereenkomsten
% 92 96
401-1 Nieuwe aanwervingen Personeelsbestand, totaal aantal
nieuwe aanwervingen in de loop
van het jaar
510 335
403-2 Werkgerelateerde overlijdens #
Percentage personen die in bestuursorganen
van de organisatie zetelen
Raad van Bestuur
Mannen
Vrouwen
Senior Leadership Team
%, jaareinde
%, jaareinde
67
33
67
33
405-1 Mannen
Vrouwen
%, jaareinde
%, jaareinde
64
36
58
42
Milieu1
302-1 Totaal energieverbruik binnen
de organisatie
mWh 198.694 218.145
305-1 Rechtstreekse broeikasgasemissies (Scope 1) Ton CO2e 9.661 8.155
305-2 Onrechtstreekse broeikasgasemissies (Scope 2) -
marktgebaseerd
Ton CO2e 3.301 2.069
305-2 Onrechtstreekse broeikasgasemissies (Scope 2) -
locatiegebaseerd
Ton CO2e 28.951 31.910
305-3 Andere onrechtstreekse broeikasgasemissies
(Scope 3)
Ton CO2e 3.405 3.666
Broeikasgaskredieten Ton CO2e (8.627) (8.627)
Mensenrechten
412-1 Totaal percentage activiteiten onderworpen aan
controles op de mensenrechten of evaluaties
van de impact op de mensenrechten
% 100 100
Bestrijding van corruptie en
omkoping
205-3 Bevestigde corruptie-incidenten #

1 De definitieve milieugegevens zullen opgenomen worden in het Duurzaamheidsverslag 2019 van Telenet, dat in juni 2020 verschijnt. Dit verslag zal ook gedetailleerdere informatie over de GRI-richtlijnen bevatten.

7.8 Duurzaamheid: vooruitzichten voor 2020

In 2020 zal Telenet zijn beleidsstrategieën voortzetten en blijven inzetten op duurzame groei.

In het dagelijkse beheer van het duurzaamheidsprogramma van de onderneming zal Telenet zich richten op de uitwerking van een actieplan om de langetermijndoelstelling van de onderneming voor de vermindering van mobiele verbrandingsemissies te bereiken. Het actieplan zal zich richten op de implementatie van duurzamere oplossingen voor de mobiliteit van werknemers, beleidslijnen en technologische investeringen die het woon-werkverkeer helpen verminderen en een strategische reflectie over gebouwen en kantoren. Telenet zal zijn tussentijdse doelstelling voor 2025 en finale doelstelling voor 2030 voor de reductie van zijn absolute CO2-emissiedoelstelling door mobiele verbrandingsemissies in het Duurzaamheidsverslag 2019 aangeven.

Telenet zal verder investeren in de vermindering van de emissies die voortvloeien uit het transport door derden in het algemeen en de 'last mile' levering van goederen in stedelijke omgevingen in het bijzonder. De onderneming zal het 'proof of concept' voor de levering van goederen aan de Telenet- en BASE-shop met behulp van elektrische voertuigen en fietsen, dat het momenteel uitvoert met de stad Mechelen, evalueren.

Wat milieuduurzaamheid betreft, zal Telenet ook zijn afvalbeheerprocessen verder herzien en optimaliseren door de mogelijkheden van circulaire economie te onderzoeken en door het verpakkingsafval te verminderen, met speciale aandacht voor wegwerpplastic. Daarnaast zal het inkoopteam de eco-efficiëntie bij de leveranciers bevorderen en de criteria voor de selectie en evaluatie van leveranciers op het gebied van milieuverantwoordelijkheid aanscherpen.

Op het vlak van arbeid zal Telenet zijn 'agile' transformatietraject voortzetten door ervoor te zorgen dat alle belangrijke personeelsprocessen zoals functiebeschrijvingen, functieclassificaties en prestatiebeheerprocedures de 'agile' manier van werken weerspiegelen. Er zal uitgebreid geïnvesteerd worden in opleiding, vorming en ontwikkeling om alle medewerkers van Telenet volledig op de hoogte te brengen van de basisprincipes van een wendbare organisatie. Telenet zal ook zijn partnerschap met de universiteiten KU Leuven, VUB, ULB en de programmeerschool BeCode benutten om digitaal en datatalent te ontwikkelen en te laten groeien.

Telenet verbindt zich ertoe in het voorjaar van 2020 een diversiteits- en gendergelijkheidshandvest op te stellen op basis van de Women's Empowerment Principles van de VN, dat in het najaar van 2020 gevolgd zal worden door een formeel diversiteits-, inclusie- en gendergelijkheidsbeleid.

Op het vlak van mensenrechten zal Telenet bijzondere aandacht blijven besteden aan de implementering van de AVG-richtsnoeren bij al zijn activiteiten om een volledige naleving te garanderen. De naleving met betrekking tot privacy, bestrijding van omkoping en corruptie zal gegarandeerd worden via interne bewustmakingscampagnes en een compliance-opleiding voor de afdelingen met een verhoogd risico. Vanaf medio-2020 zal een bedrijfsbrede tweejaarlijkse onlineopleiding uitgerold worden. Deze opleiding is verplicht voor alle medewerkers en zal een uitgebreide reeks compliance topics zoals privacy, cyberveiligheid, mensenrechten en omkoping behandelen.

Voor meer details over de duurzaamheidsresultaten voor het werkjaar 2019 en bijkomende informatie over de plannen voor duurzame ontwikkeling voor het werkjaar 2020 verwijzen we naar het Duurzaamheidsverslag 2019 dat Telenet in juni 2020 zal publiceren.

Voor alle informatie over het engagement van de onderneming op het vlak van duurzaamheid verwijzen we naar de rubriek 'Duurzaamheid' op de corporate website van Telenet. U vindt er ook alle Duurzaamheidsverslagen die Telenet sinds 2010 publiceerde.

8. Verklaring van deugdelijk bestuur

Deugdelijk bestuur ("corporate governance") kan gedefinieerd worden als een geheel van regels (wetten, instellingen en richtlijnen) en praktijken (processen en gebruiken) die de wijze bepalen waarop een vennootschap wordt gestuurd, geleid en gecontroleerd. Deugdelijk bestuur omvat ook de relaties met de vele betrokken belanghebbenden van de Vennootschap en de doelen die gelden voor de Vennootschap. De belangrijkste belanghebbenden zijn de aandeelhouders, de raad van bestuur, het management, de werknemers, de klanten, de schuldeisers, de leveranciers, de overheid en de samenleving in zijn geheel.

In dit hoofdstuk bespreekt de raad van bestuur de feitelijke informatie over het gevoerde beleid inzake deugdelijk bestuur binnen Telenet en relevante gebeurtenissen die plaatsvonden in het boekjaar afgesloten op 31 december 2019.

8.1 Referentiecode

Bij beslissing van de raad van bestuur werd het Corporate Governance Charter van de Vennootschap bijgewerkt op 10 februari 2020 om de nieuwe Belgische Corporate Governance Code 2020, zoals aangenomen bij Koninklijk Besluit van 12 mei 2019, als referentiecode toe te passen en dit binnen de betekenis van artikel 3:6, §2, 1° van het Belgisch Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen (www.corporategovernancecommittee.be). De meest recente versie van het Corporate Governance Charter kan worden geraadpleegd op de website voor investeerders van de Vennootschap (https:// investors.telenet.be). Met uitzondering van een beperkt aantal afwijkingen met betrekking tot de vergoeding van niet-uitvoerende bestuurders en leden van het uitvoerend management, zoals uiteengezet in de principes 7.6, 7.9, 7.11 en 7.12 voldoet de Vennootschap volledig aan de bepalingen van de Belgische Corporate Governance Code 2020. De afwijkingen zijn aangegeven en uitgelegd in de relevante secties van deze Verklaring.

8.2 Regelgevende ontwikkelingen en hun impact op Telenet

België heeft het Europees regelgevend kader in grote lijnen omgezet in nationale wetgeving. Volgens de wet op de elektronische communicatie van 13 juni 2005 moet het Belgisch Instituut voor Post en Telecommunicatie (het "BIPT"), de Belgische NRI, een marktanalyse uitvoeren om te bepalen welke operator of dienstverlener eventueel over aanmerkelijke marktmacht beschikt. Daarnaast heeft het federaal parlement wetgeving voorbereid om de herzieningen van 2009 om te zetten in het regelgevend kader, die van kracht werden op 4 augustus 2012.

Telenet is uitgeroepen tot een operator met aanmerkelijke marktmacht op de markt voor gespreksafgifte op een individueel vast openbaar telefoonnetwerk. Sinds 1 april 2012 worden wederzijdse afgiftetarieven opgelegd, wat ertoe leidt dat Telenet het interconnectietarief van de historische telecomoperator, Proximus, aanrekent. Na de nietigverklaring door de rechtbank van een definitief besluit van het BIPT over de wholesaletarieven die in 2016 door het BIPT werden uitgevaardigd, heeft het BIPT in november 2018 een nieuw besluit uitgevaardigd dat een wholesaletarief van 0,11603 eurocent per minuut van toepassing maakt vanaf 1 januari 2019.

In mei 2017 publiceerde het BIPT zijn laatste besluit over de relevante markt voor "gespreksafgifte op individuele mobiele netwerken". Telenet, als operator van een mobiel netwerk, werd in het besluit ook door het BIPT aangeduid als een operator met aanmerkelijke marktmacht. In het besluit neemt het BIPT een bottom-up incrementeel kostenmodel voor de lange termijn om de tarieven voor gespreksafgifte op individuele mobiele netwerken te berekenen, wat resulteert in een nominale waarde van €0,99 cent per minuut vanaf 1 juli 2017.

Op 7 juli 2017 publiceerden de Belgische Regulerende Instanties een ontwerpbesluit inzake markt analyse (het "Ontwerpbesluit van 2017"). Het ontwerpbesluit van 2017 werd op 27 april 2018 aan de Europese Commissie meegedeeld. De Europese Commissie heeft op 25 mei 2018 haar opmerkingen gemaakt ("Opmerkingenbrief"). Het ontwerpbesluit van 2017, dat op 29 juni 2018 is aangenomen (het "besluit van 2018"), vervangt het besluit van 2011. Het besluit van 2018 bevestigt de bevinding dat Telenet aanmerkelijke marktmacht heeft op de groothandelsbreedbandmarkt en omroepmarkt. De verplichtingen omvatten i) derde exploitanten toegang verlenen tot het digitale televisieplatform (met inbegrip van digitale basisvideo en analoge video) en ii) derde exploitanten een bitstreamaanbod van breedbandinternettoegang (met inbegrip van vaste spraak als optie) ter beschikking stellen. Het besluit van 2018 past niet langer een retail minus prijs toe op Telenet, maar legt vanaf 1 augustus 2018 gedurende een interim-periode maandelijkse groothandelsprijzen voor toegang via de kabel op, alvorens "redelijke toegangsprijzen" vast te stellen met een link naar het kabelkostenmodel dat door de BRI wordt ontwikkeld, van €20,29 (voor diensten inclusief breedbandsnelheden tot 149Mbps download) en van €30,12 (voor diensten met inbegrip van breedbandsnelheden van 150Mbps download en hoger). De BRI hebben op 5 juli 2019 een ontwerpbeslissing ter consultatie gepubliceerd met een voorstel van "redelijke toegangstarieven" die deze tussentijdse prijzen zullen vervangen. Deze voorgestelde "redelijke toegangstarieven" vertegenwoordigen voor Telenet een bijkomende daling 25% in vergelijking met de tussentijdse prijzen.

Telenet is ervan overtuigd sterke argumenten te hebben tegen dit voorstel van "redelijke toegangstarieven" en heeft haar commentaar op de consultatie gegeven op 6 september 2019. Telenet heeft in september 2019 inhoudelijk commentaar geleverd. De volgende stap voor de Belgische regelgevende instanties is de kennisgeving van een definitief ontwerpbesluit aan de Europese Commissie. Voorafgaand aan de kennisgeving heeft Telenet zijn opmerkingen ingediend bij de Europese Commissie tegen de "redelijke toegangstarieven". De Belgische regelgevende instanties hadden aangegeven dat ze van plan waren een definitief besluit te nemen in het vierde kwartaal van 2019, met de toepassing van nieuwe tarieven begin 2020, maar de kennisgeving aan de Europese Commissie moet nog steeds plaatsvinden, waarna de Europese Commissie een advies zal uitbrengen.

Telenet is van mening dat het besluit van 2018 niet strookt met het beginsel van technologie neutrale regelgeving en de Europese strategie voor de interne markt om verdere investeringen in breedbandnetwerken te stimuleren. Om deze redenen heeft Telenet beroep aangetekend bij het Marktenhof te Brussel. In een arrest van 4 september 2019 verwierp het Hof van Beroep te Brussel echter het beroep ingesteld door Telenet tegen de 2018 Beschikking. Telenet heeft de intentie beroep aan te tekenen bij het Hof van Cassatie tegen dit arrest.

Het besluit van 2018 heeft tot doel en kan in hun aanvraag de concurrenten van Telenet versterken door hen toegang te verlenen tot het netwerk van Telenet om concurrerende producten en diensten aan te bieden, ondanks Telenets aanzienlijke historische financiële uitgaven voor de ontwikkeling van de infrastructuur. Bovendien zou elke wederverkooptoegangsverlening aan concurrenten (i) de voor Telenet beschikbare bandbreedte kunnen beperken om nieuwe of uitgebreide producten en diensten aan te bieden aan de klanten die door haar netwerk worden bediend en (ii) een negatieve impact kunnen hebben op het vermogen van Telenet om haar inkomsten en kasstromen te handhaven of te verhogen.

8.3 Kapitaal en aandeelhouders

8.3.1 Kapitaal en effecten

8.3.1.1 Aandelenkapitaal

Op 31 december 2019 bedroeg het maatschappelijk kapitaal van de Vennootschap €12.799.049,40 en was het vertegenwoordigd door 114.656.785 aandelen zonder vermelding van nominale waarde. Alle aandelen zijn gewone aandelen, opgenomen in de notering van Euronext Brussels, met uitzondering van 30 Gouden Aandelen en 94.843 Liquidatie Dispreferentie Aandelen waaraan specifieke rechten of verplichtingen zijn verbonden, zoals beschreven in de statuten en in het Corporate Governance Charter.

Op 24 april 2019 heeft de buitengewone algemene aandeelhoudersvergadering de vernietiging goedgekeurd van 1.881.040 eigen aandelen, ingekocht door de Vennootschap in het kader van haar Aandeleninkoopprogramma 2018bis. Na de gedeeltelijke vernietiging van de aandelen is het totale aantal uitstaande aandelen gedaald van 117.716.323 naar 115.835.283.

Op 4 december 2019 heeft de buitengewone algemene aandeelhoudersvergadering de vernietiging goedgekeurd van 1.178.498 eigen aandelen, ingekocht door de Vennootschap in het kader van haar Aandeleninkoopprogramma 2018bis. Na de gedeeltelijke vernietiging van de aandelen is het totale aantal uitstaande aandelen gedaald van 115.835.283 naar 114.656.785.

8.3.1.2 Andere effecten

Details over de diverse optieplannen voor een geselecteerd aantal werknemers, het Senior Leadership Team ("SLT") en de Chief Executive Officer ("CEO"), uitgegeven vóór 31 december 2018, zijn beschikbaar in het Telenet financieel verslag 2018.

Op 11 februari 2019 heeft de raad van bestuur het Telenet Long Term Incentive Plan goedgekeurd, op basis waarvan Telenet aan haar CEO, haar Senior Leadership Team en een geselecteerd aantal werknemers (i) aandelenopties, (ii) prestatieaandelen en (iii) restricted shares kan toekennen.

Op 11 februari 2019 keurde de raad van bestuur een nieuw algemeen aandelenoptieplan goed voor de CEO, het Senior Leadership Team en een geselecteerd aantal werknemers (het "Aandelenoptieplan 2019" of "ESOP 2019"). Elk van deze aandelenopties geeft de houder ervan het recht om één bestaand aandeel van de Vennootschap te kopen. De toekenning van deze aandelenopties gebeurde op 6 mei 2019 met een uitoefenprijs van €46,54 per aandelenoptie. Op 24 juni 2019 werden in totaal 713,286 van de 808,724 aangeboden aandelenopties aanvaard. De definitieve verwerving van de aandelenopties onder het ESOP 2019 gebeurt per kwartaal over een periode van 4 jaar, waarbij 10% van de totale aandelenopties tijdens elk van de eerste 4 kwartalen en 5% van de totale aandelenopties tijdens elk van de volgende 12 kwartalen worden verworven.

Op 6 mei 2019 kende de Vennootschap in totaal 113.291 presatieaandelen toe aan zijn CEO, leden van het Senior Leadership Team en een geselecteerd aantal werknemers (de "Telenet Prestatieaandelen 2019"). Op 24 juni 2019 werden in totaal 111.466 van de 113.291 aangeboden prestatieaandelen aanvaard. De prestatiedoelstelling van toepassing op de Telenet Prestatieaandelen 2019 is het behalen van een samengestelde jaarlijkse groei voor de vrije kasstroom uit bedrijfsactiviteiten (OFCF) overeenkomstig US GAAP, wanneer de vrije kasstroom uit bedrijfsactiviteiten in de periode die begon op 1 januari 2019 en eindigt op december 31, 2021 vergeleken wordt met de vrije kasstroom uit bedrijfsactiviteiten voor de periode die begon op 1 januari 2018 en eindigde op 31 december 2018. Een prestatiebereik van 50% tot 122% van de beoogde samengestelde jaarlijkse groei van de vrije kasstroom uit bedrijfsactiviteiten zou er doorgaans toe leiden dat de begunstigden van de toekenningen 50% tot 150% van hun Telenet Prestatieaandelen 2019 zouden verdienen, onder voorbehoud van de vermindering of verbeurdverklaring op basis van individuele prestaties en dienstverlening. De verdiende Telenet Prestatieaandelen 2019 zullen definitief verworven worden op 6 mei 2022. Meer details over de prestatieaandelen kunnen worden gevonden in sectie 8.7.2.4 b).

Meer details over eerdere prestatieaandelenplannen, uitgegeven vóór 31 december 2018 aan leden van het SLT en de CEO, staan in het Telenet financieel verslag 2018.

Op 6 mei 2019 heeft de Vennootschap aan de CEO, het Senior Leadership Team en een geselecteerd aantal werknemers in totaal 106.786 restricted shares toegekend (de "Telenet Restricted Shares 2019"). Op 24 juni 2019 werden in totaal 94.556 van de 106.786 aangeboden restricted shares aanvaard. De definitieve verwerving van dit type aandelen vindt jaarlijks plaats over een periode van 2 jaar, waarbij 40% van deze aandelen definitief verworven wordt op 6 mei 2020 en de resterende 60% op 6 mei 2021, onder voorbehoud van vermindering of verbeurdverklaring op basis van individuele prestatievereisten. Bij verwerving blijven de overgedragen aandelen evenwel geblokkeerd voor verhandeling gedurende een periode van 2 jaar, zijnde respectievelijk tot 6 mei 2021 en 6 mei 2022.

8.3.2 Evolutie van het maatschappelijk kapitaal van Telenet Group Holding NV

Er vonden geen kapitaalbewegingen plaats in het jaar afgesloten op 31 december 2019.

8.3.3 Aandeelhouders

Belangrijke bewegingen in aandelenparticipaties

Transparantiemeldingen

In de loop van het jaar afgesloten op 31 december 2019 ontving de Vennootschap de volgende transparantiemeldingen:

Op 3 januari 2019 heeft Telenet een transparantiekennisgeving ontvangen vanwege Liberty Global plc overeenkomstig artikels 6 en 18 van de Wet van 2 mei 2007. In deze kennisgeving van 2 januari 2019 meldt Liberty Global plc (i) enkele wijzigingen per 28 december 2018 aan de controleketen via dewelke zij haar participatie in Telenet houdt alsook dat (ii) als gevolg van inkopen van eigen aandelen door Telenet, Telenet in de week van 13 augustus 2018 de 3% drempel, en in de week van 22 oktober 2018 de 5% drempel overschreed alsook dat Liberty Global plc in de week van 10 september 2018 de drempel van 60% overschreed. De stemrechten verbonden aan aandelen in Telenet, gehouden door Telenet als gevolg van inkopen van eigen aandelen, zijn, in overeenstemming met dwingend recht, geschorst.

Op 20 maart 2019 heeft Telenet een transparantiekennisgeving ontvangen vanwege BlackRock, Inc. overeenkomstig artikels 6 en 18 van de Wet van 2 mei 2007. In deze kennisgeving van 20 maart 2019 meldt BlackRock, Inc. dat haar uiteindelijke deelneming in Telenet (rekening houdende met de deelnemingen van haar dochterondernemingen) boven de 3% drempel is gestegen op 18 maart 2019.

Op 21 maart 2019 heeft Telenet een transparantiekennisgeving ontvangen vanwege BlackRock, Inc. overeenkomstig artikels 6 en 18 van de Wet van 2 mei 2007. In deze kennisgeving van 21 maart 2019 meldt BlackRock, Inc. dat haar uiteindelijke deelneming in Telenet (rekening houdende met de deelnemingen van haar dochterondernemingen) beneden de 3% drempel is gedaald op 19 maart 2019.

Op 16 april 2019 heeft Telenet een transparantiekennisgeving ontvangen vanwege BlackRock, Inc. overeenkomstig artikels 6 en 18 van de Wet van 2 mei 2007. In deze kennisgeving van 16 april 2019 meldt BlackRock, Inc. dat haar uiteindelijke deelneming in Telenet (rekening houdende met de deelnemingen van haar dochterondernemingen) boven de 3% drempel is gestegen op 15 april 2019.

Op 18 april 2019 heeft Telenet een transparantiekennisgeving ontvangen vanwege BlackRock, Inc. overeenkomstig artikels 6 en 18 van de Wet van 2 mei 2007. In deze kennisgeving van 18 april 2019 meldt BlackRock, Inc. dat haar uiteindelijke deelneming in Telenet (rekening houdende met de deelnemingen van haar dochterondernemingen) onder de 3% drempel is gedaald op 17 april 2019.

Op 25 april 2019 heeft Telenet een transparantiekennisgeving ontvangen vanwege BlackRock, Inc. overeenkomstig artikels 6 en 18 van de Wet van 2 mei 2007. In deze kennisgeving van 25 april 2019 meldt BlackRock, Inc. dat (i) stemrechten verbonden aan aandelen Telenet die zij houdt (rekening houdende met haar dochterondernemingen hierboven opgelijst) boven de 3% drempel zijn gestegen op 23 april 2019, alsook dat (ii) haar totale deelneming in Telenet (rekening houdende met haar dochterondernemingen hierboven opgelijst) gestegen is boven de 3% drempel op 23 april 2019.

Op 26 april 2019 heeft Telenet een transparantiekennisgeving ontvangen vanwege BlackRock, Inc. overeenkomstig artikels 6 en 18 van de Wet van 2 mei 2007. In deze kennisgeving van 26 april 2019 meldt BlackRock, Inc. dat stemrechten verbonden aan aandelen Telenet die zij houdt (rekening houdende met haar dochterondernemingen hierboven opgelijst) onder de 3% drempel zijn gedaald op 24 april 2019.

Op 30 april 2019 heeft Telenet een transparantiekennisgeving ontvangen vanwege BlackRock, Inc. overeenkomstig artikels 6 en 18 van de Wet van 2 mei 2007. In deze kennisgeving van 30 april 2019 meldt BlackRock, Inc. dat stemrechten verbonden aan aandelen Telenet die zij houdt (rekening houdende met de deelnemingen van haar dochterondernemingen) boven de 3% drempel is gestegen op 29 april 2019.

Op 3 juni 2019 heeft Telenet een transparantiekennisgeving ontvangen vanwege BlackRock, Inc. overeenkomstig artikels 6 en 18 van de Wet van 2 mei 2007. In deze kennisgeving van 3 juni 2019 meldt BlackRock, Inc. dat haar uiteindelijke deelneming alsook de stemrechten verbonden aan aandelen die zij houdt in Telenet (rekening houdende met de deelnemingen van haar dochterondernemingen) onder de 3% drempel is gedaald op 29 mei 2019.

Op 5 juni 2019 heeft Telenet een transparantiekennisgeving ontvangen vanwege BlackRock, Inc. overeenkomstig artikels 6 en 18 van de Wet van 2 mei 2007. In deze kennisgeving van 5 juni 2019 meldt BlackRock, Inc. dat haar uiteindelijke deelneming in Telenet (rekening houdende met de deelnemingen van haar dochterondernemingen) boven de 3% drempel is gestegen op 30 mei 2019.

Op 12 juni 2019 heeft Telenet een transparantiekennisgeving ontvangen vanwege BlackRock, Inc. overeenkomstig artikels 6 en 18 van de Wet van 2 mei 2007. In deze kennisgeving van 12 juni 2019 meldt BlackRock, Inc. dat het aantal door haar gehouden stemrechten verbonden aan aandelen in Telenet (rekening houdende met de deelnemingen van haar dochterondernemingen) boven de 3% drempel is gestegen op 3 juni 2019.

Op 13 juni 2019 heeft Telenet een transparantiekennisgeving ontvangen vanwege BlackRock, Inc. overeenkomstig artikels 6 en 18 van de Wet van 2 mei 2007. In deze kennisgeving van 13 juni 2019 meldt BlackRock, Inc. dat het aantal door haar gehouden stemrechten verbonden aan aandelen in Telenet (rekening houdende met de deelnemingen van haar dochterondernemingen) beneden de 3% drempel is gedaald op 11 juni 2019.

Op 17 juni 2019 heeft Telenet een transparantiekennisgeving ontvangen vanwege BlackRock, Inc. overeenkomstig artikels 6 en 18 van de Wet van 2 mei 2007. In deze kennisgeving van 17 juni 2019 meldt BlackRock, Inc. dat het aantal door haar gehouden stemrechten verbonden aan aandelen in Telenet (rekening houdende met de deelnemingen van haar dochterondernemingen) boven de 3% drempel is gestegen op 13 juni 2019.

Op 18 juni 2019 heeft Telenet een transparantiekennisgeving ontvangen vanwege BlackRock, Inc. overeenkomstig artikels 6 en 18 van de Wet van 2 mei 2007. In deze kennisgeving van 18 juni 2019 meldt BlackRock, Inc. dat het aantal door haar gehouden stemrechten verbonden aan aandelen in Telenet (rekening houdende met de deelnemingen van haar dochterondernemingen) beneden de 3% drempel is gedaald op 14 juni 2019.

Op 20 juni 2019 heeft Telenet een transparantiekennisgeving ontvangen vanwege BlackRock, Inc. overeenkomstig artikels 6 en 18 van de Wet van 2 mei 2007. In deze kennisgeving van 20 juni 2019 meldt BlackRock, Inc. dat het aantal door haar gehouden stemrechten verbonden aan aandelen in Telenet (rekening houdende met de deelnemingen van haar dochterondernemingen) boven de 3% drempel is gestegen op 18 juni 2019.

Op 4 juli 2019 heeft Telenet een transparantiekennisgeving ontvangen vanwege BlackRock, Inc. overeenkomstig artikels 6 en 18 van de Wet van 2 mei 2007. In deze kennisgeving van 4 juli 2019 meldt BlackRock, Inc. Dat haar totale deelneming in en het aantal door haar gehouden stemrechten verbonden aan aandelen in Telenet (rekening houdende met de deelnemingen van haar dochterondernemingen) beneden de 3% drempel is gedaald op 3 juli 2019.

Op 16 juli 2019 heeft Telenet een transparantiekennisgeving ontvangen vanwege BlackRock, Inc. overeenkomstig artikels 6 en 18 van de Wet van 2 mei 2007. In deze kennisgeving van 16 juli 2019 meldt BlackRock, Inc. dat haar totale deelneming in Telenet (rekening houdende met de deelnemingen van haar dochterondernemingen) boven de 3% drempel is gestegen op 15 juli 2019.

Op 18 juli 2019 heeft Telenet een transparantiekennisgeving ontvangen vanwege BlackRock, Inc. overeenkomstig artikels 6 en 18 van de Wet van 2 mei 2007. In deze kennisgeving van 18 juli 2019 meldt BlackRock, Inc. dat stemrechten verbonden aan aandelen in Telenet (rekening houdende met de deelnemingen van haar dochterondernemingen) onder de 3% drempel zijn gedaald op 17 juli 2019.

Op 23 juli 2019 heeft Telenet een transparantiekennisgeving ontvangen vanwege BlackRock, Inc. overeenkomstig artikels 6 en 18 van de Wet van 2 mei 2007. In deze kennisgeving van 23 juli 2019 meldt BlackRock, Inc. dat haar totale deelneming in Telenet (rekening houdende met de deelnemingen van haar dochterondernemingen) onder de 3% drempel is gestegen op 22 juli 2019.

Op 30 juli 2019 heeft Telenet een transparantiekennisgeving ontvangen vanwege BlackRock, Inc. overeenkomstig artikels 6 en 18 van de Wet van 2 mei 2007. In deze kennisgeving van 30 juli 2019 meldt BlackRock, Inc. dat haar totale deelneming in Telenet (rekening houdende met de deelnemingen van haar dochterondernemingen) boven de 3% drempel is gestegen op 26 juli 2019.

Op 31 juli 2019 heeft Telenet een transpantiekennisgeving ontvangen vanwege BlackRock, Inc. overeenkomstig artikels 6 en 18 van de Wet van 2 mei 2007. In deze kennisgeving van 31 juli 2019 meldt BlackRock, Inc. dat haar totale deelneming in Telenet (rekening houdende met de deelnemingen van haar dochterondernemingen) beneden de 3% drempel is gedaald op 30 juli 2019.

Op 2 augustus 2019 heeft Telenet een transparantiekennisgeving ontvangen vanwege BlackRock, Inc. overeenkomstig artikels 6 en 18 van de Wet van 2 mei 2007. In deze kennisgeving van 2 augustus 2019 meldt BlackRock, Inc. dat haar totale deelneming in Telenet (rekening houdende met de deelnemingen van haar dochterondernemingen) boven de 3% drempel is gestegen op 1 augustus 2019.

Op 8 augustus 2019 heeft Telenet een transparantiekennisgeving ontvangen vanwege BlackRock, Inc. overeenkomstig artikels 6 en 18 van de Wet van 2 mei 2007. In deze kennisgeving van 8 augustus 2019 meldt BlackRock, Inc. Dat haar totale deelneming in en het aantal door haar gehouden stemrechten verbonden aan aandelen in Telenet (rekening houdende met de deelnemingen van haar dochterondernemingen) beneden de 3% drempel is gedaald op 7 augustus 2019.

Op 16 augustus 2019 heeft Telenet een kennisgeving ontvangen vanwege Liberty Global plc en haar verbonden vennootschap Binan Investments B.V. in overeenstemming met artikel 74, § 8 van de wet van 1 april 2007 op de openbare overnamebiedingen. Deze kennisgeving betreft een actualisatie van de kennisgeving overgemaakt door Liberty Global plc en haar verbonden vennootschap Binan Investments B.V. op 17 augustus 2018.

Op 26 september 2019 heeft Telenet een transparantiekennisgeving bekend gemaakt vanwege Liberty Global plc, Binan Investments BV en Telenet Group Holding SA/NV overeenkomstig artikels 6 en 18 van de Wet van 2 mei 2007. In deze kennisgeving van 25 september 2019 melden Liberty Global plc, Binan Investments BV en Telenet Group Holding SA/NV dat het aantal door Telenet Group Holding SA/NV gehouden eigen aandelen beneden de 5% drempel is gedaald op 20 september 2019. Andere dan het onderschrijden van de 5% drempel door Telenet Group Holding SA/NV, werden er geen aandelen Telenet Group Holding SA/NV overgedragen of verworven door Liberty Global plc en haar dochterondernemingen.

Op 4 oktober 2019 heeft Telenet een transparantiekennisgeving ontvangen vanwege BlackRock, Inc. overeenkomstig artikels 6 en 18 van de Wet van 2 mei 2007. In deze kennisgeving van 3 oktober 2019 meldt BlackRock, Inc. dat haar totale deelneming in en het aantal door haar gehouden stemrechten verbonden aan aandelen in Telenet (rekening houdende met de deelnemingen van haar dochterondernemingen) boven de 3% drempel is gestegen op 2 oktober 2019.

Op 8 oktober 2019 heeft Telenet een transparantiekennisgeving ontvangen vanwege BlackRock, Inc. overeenkomstig artikels 6 en 18 van de Wet van 2 mei 2007. In deze kennisgeving van 7 oktober 2019 meldt BlackRock, Inc. dat haar totale deelneming in en het aantal door haar gehouden stemrechten verbonden aan aandelen in Telenet (rekening houdende met de deelnemingen van haar dochterondernemingen) beneden de 3% drempel is gedaald op 4 oktober 2019.

Op 28 november 2019 heeft Telenet een transparantiekennisgeving ontvangen vanwege BlackRock, Inc. overeenkomstig artikels 6 en 18 van de Wet van 2 mei 2007. In deze kennisgeving van 27 november 2019 meldt BlackRock, Inc. dat haar totale deelneming in en het aantal door haar gehouden stemrechten verbonden aan aandelen in Telenet (rekening houdende met de deelnemingen van haar dochterondernemingen) boven de 3% drempel is gestegen op 26 november 2019.

Op 2 december 2019 heeft Telenet een transparantiekennisgeving ontvangen vanwege BlackRock, Inc. overeenkomstig artikels 6 en 18 van de Wet van 2 mei 2007. In deze kennisgeving van 29 november 2019 meldt BlackRock, Inc. dat het aantal door haar gehouden stemrechten verbonden aan aandelen in Telenet (rekening houdende met de deelnemingen van haar dochterondernemingen) beneden de 3% drempel is gedaald op 28 november 2019.

Op 9 december 2019 heeft Telenet twee transparantiekennisgevingen ontvangen vanwege BlackRock, Inc. overeenkomstig artikels 6 en 18 van de Wet van 2 mei 2007. In haar eerste kennisgeving van 6 december 2019 meldt BlackRock, Inc. dat haar totale participatie in stemrechten in Telenet (rekening houdende met de deelnemingen van haar dochterondernemingen) beneden de 3% drempel is gedaald op 5 december 2019. In haar tweede kennisgeving van 9 december 2019 meldt BlackRock, Inc. dat haar totale participatie in stemrechten in Telenet (rekening houdende met de deelnemingen van haar dochterondernemingen) boven de 3% drempel is gestegen op 6 december 2019.

Op 11 december 2019 heeft Telenet een transparantiekennisgeving ontvangen vanwege BlackRock, Inc. overeenkomstig artikels 6 en 18 van de Wet van 2 mei 2007. In haar kennisgeving van 11 december 2019 meldt BlackRock, Inc. dat de stemrechten in Telenet die zij houdt (rekening houdende met de deelnemingen van haar dochterondernemingen) boven de 3% drempel zijn gestegen op 10 december 2019.

Deze meldingen kunnen worden geraadpleegd op de investor relations website van de Vennootschap: https://investors.telenet.be.

Aandeleninkoopprogramma 2018bis

Op 25 juni 2018 kondigde de Vennootschap de start aan van een aandeleninkoopprogramma voor een bedrag van €300 miljoen euro (het "Aandeleninkoopprogramma 2018bis"). Dit programma vervangt het Aandeleninkoopprogramma 2018 dat startte op 13 februari 2018.

Onder het Aandeleninkoopprogramma 2018bis kon Telenet tot 28 juni 2019 van tijd tot tijd aandelen inkopen, ten belope van maximum 7,5 miljoen aandelen, voor een maximaal bedrag van €300 miljoen. Dit programma werd gefinancierd met bestaande liquide middelen en ongetrokken liquiditeiten onder haar beschikbare wentelkrediet.

In het kader van dit programma werden in het jaar afgesloten op 31 december 2019 2.332.478 aandelen ingekocht voor een totaal bedrag van €101,0 miljoen. Met deze aankoop voltooide de Vennootschap het eerder genoemde aandeleninkoopprogramma.

Aandeleninkoopprogramma 2020

Op 12 februari 2020 kondigde de Vennootschap de start aan van een aandeleninkoopprogramma voor een bedrag van 55,0 miljoen (het 'Aandeleninkoopprogramma 2020') dat eind februari 2020 zal ingaan.

In het kader van dit programma mag Telenet tot 31 oktober 2020 voor maximaal € 55,0 miljoen maximaal 1,1 miljoen eigen gewone aandelen inkopen. De inkopen van eigen aandelen zullen plaatsvinden volgens de voorwaarden die werden goedgekeurd door de buitengewone algemene aandeelhoudersvergadering van de Vennootschap op 24 april 2019. Het programma zal worden uitgevoerd in overeenstemming met industry best practices en de toepasselijke regelgeving omtrent inkoop van eigen aandelen. Daartoe zal een onafhankelijke financiële tussenpersoon aandelen inkopen op basis van een discretionair mandaat gedurende een periode van drie maanden vanaf 2 maart 2020. De exacte tijdstippen van inkoop van aandelen onder dit programma zullen afhankelijk zijn van een aantal factoren, waaronder de marktvoorwaarden. De ingekochte aandelen onder dit programma zullen worden gebruikt om de toekomstige verplichtingen uit de aandelenoptieplannen van de Vennootschap te dekken of zullen geschrapt worden indien het aantal ingekochte aandelen deze verplichtingen zou overstijgen. Telenet zal haar huidige en toekomstige verplichtingen in het kader van deze plannen doorlopend monitoren om een toereikend niveau van eigen aandelen aan te houden.

Aandeelhoudersstructuur

Op 31 december 2019 is de aandeelhoudersstructuur van de Vennootschap, rekening houdend met (i) het register van aandelen van de Vennootschap, (ii) alle transparantiemeldingen ontvangen door de Vennootschap, (iii) en de laatste kennisgeving van elke relevante aandeelhouder zoals gemeld aan de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten (FSMA), de volgende:

Aandeelhouders Aantal aandelen Percentage
Liberty Global Group (*) 66.342.037 57,86%
Eigen Aandelen (***) 4.513.142 3,94%
BlackRock, Inc. 3.784.052 3,3%
Lucerne Capital Management, L.P. 3.540.452 3,09%
Werknemers 755.626 0,66%
Publiek (**) 35.721.476 31,16%
Totaal (****) 114.656.785 100,00%

(*) Hierin zijn 94.827 Liquidatie Dispreferentie Aandelen inbegrepen

(**) Hierin zijn 16 Liquidatie Dispreferentie Aandelen inbegrepen aangehouden door Interkabel Vlaanderen CVBA en 30 Gouden Aandelen aangehouden door de financieringsintercommunales

(***) Overeenkomstig het Belgische vennootschapsrecht worden de stemrechten op eigen aandelen geschorst en vervallen alle dividendrechten (indien van toepassing) op dergelijke aandelen zolang deze in het bezit blijven van de Vennootschap. Derhalve bedroeg het aantal aandelen van de Vennootschap, exclusief de eigen aandelen gelet op de volledige schorsing van de stemrechten en het vervallen van de dividendrechten, 110.143.643 op 31 december 2019.

(****) Inclusief de vernietiging van (i) 1.881.040 eigen aandelen op 24 april 2019 en (ii) 1.178.498 eigen aandelen op 4 december 2019, beiden zoals goedgekeurd door de Buitengewone Algemene Vergadering

Relatie met en tussen aandeelhouders

Zie Toelichting 5.27 van de geconsolideerde jaarrekening van de Vennootschap voor een overzicht van de relaties van de Vennootschap met aandeelhouders. Verder heeft de Vennootschap geen weet van enige overeenkomsten tussen haar aandeelhouders.

8.3.4 Algemene vergadering van aandeelhouders

De jaarlijkse gewone algemene vergadering vindt in overeenstemming met de statuten van de Vennootschap plaats op de laatste woensdag van de maand april, om 10.00 uur. In 2020 zal dit op 29 april zijn.

De regels voor de bijeenroeping, de deelname, het verloop van de vergadering, de uitoefening van het stemrecht en andere details zijn opgenomen in de statuten van de Vennootschap en in het Corporate Governance Charter, die beschikbaar zijn op de investor relations website van de Vennootschap (https://investors.telenet.be).

8.3.5 Geconsolideerde informatie met betrekking tot de elementen voorgeschreven door artikel 34 van het Koninklijk Besluit van 14 november 2007

Artikel 34 van het Koninklijk Besluit van 14 november 2007 schrijft voor dat beursgenoteerde vennootschappen relevante elementen moeten bekendmaken, voor zover die elementen van aard zijn een gevolg te hebben in geval van een openbaar overnamebieding. De raad van bestuur geeft hierbij de volgende verklaringen met betrekking tot de respectievelijke elementen die bedoeld worden door deze regelgeving:

  • Een volledig overzicht van de kapitaalstructuur van de Vennootschap is opgenomen in toelichting 5.12 van de geconsolideerde jaarrekening van de Vennootschap.
  • Beperkingen op de overdracht van aandelen gelden enkel voor de 30 Gouden Aandelen. De statuten van de Vennootschap voorzien dat de Gouden Aandelen enkel overgedragen kunnen worden aan andere samenwerkingsverbanden tussen intercommunales en aan intercommunales, provincies of andere entiteiten van publiek recht of private vennootschappen die direct of indirect gecontroleerd worden door entiteiten van publiek recht. De Gouden Aandelen kunnen slechts overgedragen worden per lot van drie Gouden Aandelen.
  • Alle belangrijke aandelenparticipaties van derden die de door de wet en de statuten voorgeschreven drempels

overschrijden, zijn opgenomen in Sectie 8.3.3 van deze Verklaring.

  • Op 31 december 2019 had de Vennootschap 94.843 Liquidatie Dispreferentie Aandelen en 30 Gouden Aandelen uitstaan. De Liquidatie Dispreferentie Aandelen kunnen omgezet worden in gewone aandelen aan een ratio van 1,04 tegen 1,00.
  • De Gouden Aandelen verlenen het recht aan de financieringsintercommunales (die samen alle 30 Gouden Aandelen bezitten) om vertegenwoordigers aan te duiden in de regulatoire raad, die toeziet op de zogenaamde "algemeen (publiek) belangwaarborgen", en het recht om een waarnemer in de raad van bestuur van de Vennootschap aan te stellen, zoals verder beschreven in de statuten en in het Corporate Governance Charter van de Vennootschap. n de praktijk is de regulatoire raad niet ingesteld, maar woont een waarnemer de raad van bestuur bij.
  • De aandelenoptieplannen zijn beschreven in toelichting 5.12 van de geconsolideerde jaarrekening van de Vennootschap. Het CEO SOP 2014 en CEO SOP 2014bis voorzien dat alle aandelenopties onder deze plannen onmiddellijk definitief verworven worden ingeval van een wijziging van de controle over de Vennootschap, een schrapping van de notering en verhandeling van de aandelen van de Vennootschap op een gereglementeerde markt of een uitkoopbod op de aandelen van de Vennootschap. Het ESOP 2014, CEO SOP 2015, SSOP 2015, ESOP 2015, ESOP 2016, ESOP 2016 bis, ESOP 2017, ESOP 2017 bis, ESOP 2018, ESOP 2018bis en ESOP 2019 voorzien dat alle uitstaande aandelenopties onmiddellijk definitief verworven worden ingeval van een wijziging van de controle. Al deze bepalingen werden goedgekeurd of zullen voorgelegd worden ter goedkeuring aan de buitengewone algemene vergadering van aandeelhouders overeenkomstig artikel 7:151 (voormalig artikel 556) van het Belgisch Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen.
  • De Vennootschap is niet op de hoogte van enige overeenkomsten tussen aandeelhouders die de overdracht van aandelen of de uitoefening van stemrechten kunnen beperken.
  • Bestuurders worden verkozen of ontslagen bij meerderheid van stemmen op de jaarlijkse gewone algemene vergadering van aandeelhouders. Iedere wijziging van de statuten moet door de raad van bestuur voorgelegd worden aan de algemene vergadering ter goedkeuring. Voor wijzigingen van de statuten moet de algemene vergadering voldoen aan de aanwezigheids- en meerderheidsvereisten zoals

voorgeschreven in de statuten en in het Belgisch Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen.

  • • De raad van bestuur is gemachtigd door de algemene vergadering van aandeelhouders van 24 april 2019 om eigen aandelen van de Vennootschap in te kopen tot het maximale aantal toegelaten in overeenstemming met de artikelen 7:215 en volgende (voormalige artikelen 620 en volgende) van het Belgisch Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen. De aankoopprijs per aandeel van de Vennootschap mag maximaal 20% boven, en niet meer dan 20% onder de gemiddelde slotprijs van de aandelen van de Vennootschap liggen, per aandeel bekeken, zoals verhandeld op NYSE Euronext Brussel (of elke andere gereglementeerde markt of verhandelplatform waarop de aandelen van de Vennootschap dan worden verhandeld op initiatief van de Vennootschap) gedurende een periode van 30 kalenderdagen voor de verwerving van de aandelen door de Vennootschap. Deze machtiging is geldig gedurende 5 jaar, d.i. tot 30 april 2024.
  • Bepaalde regelingen in de financieringsovereenkomsten van de dochtervennootschappen van de Vennootschap treden in werking of worden beëindigd in geval van een wijziging van controle over de Vennootschap. De relevante bepalingen werden goedgekeurd door de buitengewone algemene vergadering van aandeelhouders van de relevante dochtervennootschappen van de Vennootschap in overeenstemming met artikel 556 van het Wetboek van vennootschappen en zal in de toekomst worden onderworpen aan artikel 7:152 van het Belgisch Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen.
  • Het Telenet Prestatatieaandelenplan 2016, het Telenet Prestatieaandelenplan 2018 en het Telenet Prestatieaandelenplan 2019 (meer details over deze Prestatieaandelen onder punt 8.7.2.4. b) bevatten eveneens bepalingen in verband met een wijziging van controle. Het Telenet Prestatieaandelen Plan 2016 en 2018 zijn aangeboden aan de leden van het Senior Leadership Team, een andere manager alsook de CEO. Het Telenet Prestatieaandelenplan 2019 is aangeboden geweest aan de CEO, de leden van het Senior Leadership Team en een geselecteerd aantal werknemers. De relevante bepalingen werden goedgekeurd of zullen voorgelegd worden ter goedkeuring door de buitengewone algemene vergadering van aandeelhouders in overeenstemming met artikel 7:151 (voormalig artikel 556) van het Belgisch Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen.
  • De Vennootschap is verder geen partij bij een belangrijke overeenkomst die in werking zou treden, gewijzigd zou worden en/of beëindigd zou worden in geval van een wijziging van controle over de Vennootschap na een openbaar overnamebod. De Vennootschap merkt wel op dat bepaalde operationele overeenkomsten bepalingen in verband met een wijziging van controle bevatten, die de contracterende partij het recht geven om, onder bepaalde omstandigheden, de overeenkomst te beëindigen zonder schadevergoeding.
  • Met uitzondering van de bepalingen in verband met aandelenopties zoals hierboven uiteengezet, heeft de

44 | Telenet | Jaarverslag 2019 |

Vennootschap geen enkele overeenkomst met haar bestuurders of werknemers gesloten die enige bijzondere opzegvergoedingen toestaan wanneer arbeidsovereenkomsten beëindigd zouden worden naar aanleiding van een openbaar overnamebod.

8.4 Interne controle en risicobeheersystemen

8.4.1 Algemeen

Binnen de context van haar normale handelsactiviteiten is de Vennootschap blootgesteld aan diverse risico's, die belangrijke ongunstige gevolgen zouden kunnen hebben op haar activiteiten, vooruitzichten, geconsolideerde bedrijfsresultaten en financiële toestand. Daarom is het beheren van deze risico's zeer belangrijk voor de Vennootschap. Om haar groei te ondersteunen en het management en de bestuurders te helpen bij het omgaan met de uitdagingen waaraan de Vennootschap wordt blootgesteld, heeft de Vennootschap een intern risico- en controle beheersysteem opgezet. De doelstelling van dit interne risico- en controle beheersysteem is om de Vennootschap in staat te stellen haar doelstellingen te verwezenlijken. De onderstaande secties bieden een overzicht van de belangrijkste componenten in dit systeem en de belangrijkste risicogebieden waaraan de Vennootschap wordt blootgesteld.

8.4.2 Controle en Risicobeheer

8.4.2.1 Raad van bestuur

De raad van bestuur bepaalt de waarden en de strategie van de Vennootschap, houdt toezicht op en bewaakt de organisatie en uitvoering hiervan, beslist over het risicoprofiel en de belangrijkste richtlijnen van de vennootschap, beslist over de structuur van het uitvoerend management en bepaalt de bevoegdheden en verantwoordelijkheden toevertrouwd aan het uitvoerend management (zie ook sectie 8.5 "Raad van bestuur").

De raad van bestuur heeft een aantal comités opgericht om de raad bij te staan bij de analyse van specifieke punten. Deze comités geven advies aan de raad van bestuur over relevante punten, maar de beslissingsmacht blijft in de handen van de raad van bestuur in zijn geheel. Als onderdeel van het interne risico- en controle beheersysteem, heeft de raad van bestuur een Audit- en Risicocomité opgericht in lijn met de relevante wettelijke vereisten.

8.4.2.2 Audit- en Risicocomité

De voornaamste taken van het Audit- en Risicocomité (zie ook sectie 8.5 "Raad van bestuur") bestaan uit het geregeld samenkomen om de raad van bestuur bij te staan en te adviseren met betrekking tot het toezicht op het financiële verslaggevingsproces van de Vennootschap en haar dochtervennootschappen, het toezicht op de effectiviteit van de systemen voor interne controle en risicobeheer van de Vennootschap, het toezicht op de interne audit en haar effectiviteit, het toezicht op de statutaire audit van de jaarrekening en de geconsolideerde jaarrekening, inclusief de opvolging van vragen en aanbevelingen geformuleerd door de commissaris en de beoordeling van en het toezicht op het onafhankelijke karakter van de commissaris, rekening houdend met de verlening van bijkomende diensten aan de Vennootschap.

Het Audit- en Risicocomité is samengesteld uit drie leden, waaronder twee onafhankelijke bestuurders van de Vennootschap, waarvan er één het voorzitterschap waarneemt. Alle leden zijn niet uitvoerende bestuurders en hebben een ruime ervaring en bekwaamheden in financiële aangelegenheden. De voorzitter van het Audit- en Risicocomité brengt na elke vergadering verslag uit aan de raad van bestuur over de aangelegenheden die besproken werden in het Auditen Risicocomité en formuleert de aanbevelingen van het Audit- en Risicocomité aan de raad van bestuur voor besluitvorming.

8.4.2.3 Treasury

Het Treasury departement heeft als algemeen doel de Vennootschap te ondersteunen om te groeien en te investeren. De Vennootschap moet toegang hebben tot voldoende contante middelen om aan haar financiële verplichtingen te voldoen op het ogenblik dat deze opeisbaar worden met inbegrip van leveranciersbetalingen, belastingen, schuldaflossingen en het beschikbaar stellen van gelden voor investeringsuitgaven -mogelijkheden op het moment dat ze zich voordoen, naast mogelijke uitbetalingen door aandeelhouders, waaronder dividenden en / of inkoop van eigen aandelen. Op permanente basis zal de Treasury afdeling toezicht houden op de leverage-doelstellingen voor de onderneming op geconsolideerd niveau en de naleving daarvan in het kader van de 2018 Amended Senior Credit Facility. Het Treasury departement zal de financiële omstandigheden op de kapitaalmarkten op constante basis evalueren, de vraag-, aanboden kredietrisico-spreads nauwlettend opvolgen en waar mogelijk opportunistisch toegang krijgen tot de kapitaalmarkten.

Het Treasury departement is verantwoordelijk voor het afdekken van de onderliggende valuta en blootstelling aan variabele rentevoeten. De Vennootschap neemt een risico averse benadering van niet-functionele valutaposities met een sterke focus op het verminderen van de impact van wisselkoersschommelingen. Wat de blootstelling aan variabele rentevoeten betreft, streeft de Vennootschap ernaar de toekomstige volatiliteit van de rentevoeten te verminderen en zal ze daarom over het algemeen haar blootstelling volledig afdekken als onderdeel van een (her) financieringstransactie.

Verder bepaalt het Treasury departement van de Vennootschap de kasstroomplanning op en belegt ze de geldmiddelen en kasequivalenten van de Vennootschap volgens het treasurybeleid van de Vennootschap. Dit beleid wordt besproken, beoordeeld en goedgekeurd door het Audit- en Risicocomité van de Vennootschap. Om deze beleggingen uit te voeren en te beheren, werkt de Vennootschap uitsluitend samen met hoog aangeschreven internationale financiële instellingen en belegt het alleen in fondsen met een triple-A-rating voor geldmarktfondsen.

8.4.2.4 Risk and Compliance

Het Risk & Compliance team helpt de Vennootschap haar missie te bereiken door ondersteuning, advies en redelijke zekerheid aan te bieden om risico's te beheren en processen te verbeteren. Het Risk & Compliance team helpt de vennootschap meer bepaald bij het verwezenlijken van haar objectieven door een risico-georiënteerde, pragmatische en systematische aanpak aan te bieden voor het beheer van risico's, compliance en voor de evaluatie van bestuur- en bedrijfsprocessen. Op deze manier ondersteunt het Risico en Compliance team het Audit- en Risicocomité in haar toezicht op de operationele, financiële, compliance en strategische risico's van de Vennootschap.

Binnen het Risk & Compliance team, zorgt het SOX team voor de lokale coördinatie en het testen van het interne controle raamwerk over de financiële rapportering ("ICoFR", zie ook sectie 8.4.3.2 "Financiële rapportering risico's").

Het Compliance team richt zich op de uitvoering van het compliance programma van de Vennootschap, dit behelst onder andere de identificatie van de belangrijkste bedrijfsrichtlijnen en hun eigenaar, de communicatie en publicatie van richtlijnen, de organisatie van bewustmakingscampagnes en trainingssessies en de implementatie van controles om de navolging van deze richtlijnen te verzekeren (zie ook sectie 8.4.3.3 "Compliance risico's").

Het Enterprise Risk Management ("ERM") team assisteert het management van de vennootschap bij het identificeren, beoordelen en beheren van de belangrijkste risico's die de strategische en operationele doelstellingen van de Vennootschap bedreigen (zie ook sectie 8.4.3.4 "Andere bedrijfsrisico's"). Het team coördineert en ondersteunt ook de interne audit activiteiten uitgevoerd door Liberty Global en volgt de vooruitgang van de openstaande audit bevindingen op (zie ook sectie 8.4.2.5 "Interne audit").

Voor sommige specifieke risicodomeinen (bv. "revenue assurance" en fraude), assisteert het Risk & Compliance team de Vennootschap bij de identificatie en het beheer van de betreffende risico's en kijkt het team toe op de werking van de betreffende controle omgeving. Bijkomend worden analyses van de interne controle omgeving uitgevoerd om ontbrekende elementen in het interne controleraamwerk te identificeren en de Vennootschap te ondersteunen bij de remediëring hiervan.

Het Risico en Compliance team rapporteert op kwartaalbasis over de voortuitgang en resultaten van de bovenstaande activiteiten aan het SLT en het Audit- en Risicocomité.

Naast het Risk & Compliance team, zijn er specifieke teams opgericht om toezicht te houden op het beheer van andere risicogebieden, en om dit risicobeheer te coördineren en te faciliteren (bv. gezondheid en veiligheid, bedrijfscontinuïteit en cyberbeveiliging). Het Risk & Compliance team ondersteund deze gedecentraliseerde teams om ervoor te zorgen dat risico's en controles op een consistente manier worden beoordeeld over de ganse Vennootschap.

8.4.2.5 Interne audit

Naar aanleiding van de beslissing van de raad van bestuur op 29 juli 2014, die in werking trad vanaf 2015, wordt de interne auditfunctie uitgeoefend door de onafhankelijke interne auditafdeling van Liberty Global. Op basis van een kwaliteitsmeting en vergelijking met andere auditbedrijven, werd door het Audit- en Risicocomité op 29 juli 2019 beslist om het interne audit mandaat van Liberty Global te verlengen voor één jaar. Deze benchmark wordt uitgevoerd op jaarlijkse basis.

Het interne audit team van Liberty Global stelt jaarlijks een intern auditplan voor, dat gericht is op de belangrijke risicodomeinen. Het auditplan wordt goedgekeurd door het Audit- en Risicocomité van de Vennootschap. Dit interne auditplan wordt opgesteld op basis van de "Telenet Risk Assurance Map" (welk een overzicht biedt van de risicodomeinen van de Vennootschap en de dekking en resultaten van het risicobeheer op de betreffende domeinen), een rondvraag bij alle leden van het SLT en alle elementen aangebracht door het Audit- en Risicocomité, de raad van bestuur en het interne audit team van Liberty Global zelf. Het auditplan wordt uitgevoerd door het interne audit team van Liberty Global.

De interne auditor rapporteert niet enkel bevindingen, maar geeft de Vennootschap ook een zicht op de effectiviteit van controles, formuleert aanbevelingen en stimuleert management om actieplannen op te stellen voor de geïdentificeerde verbeterpunten. De opvolging van deze actieplannen wordt vervolgens uitgevoerd door het Risk & Compliance team tot ze gesloten kunnen worden. Het interne audit team van Liberty Global voert de finale validatie uit vooraleer de actieplannen effectief gesloten worden.

Het Liberty Global interne audit team rapporteert op kwartaalbasis over de vooruitgang en de resultaten van de bovenstaande activiteiten aan het Audit- en Risicocomité.

8.4.2.6 Externe audit

De algemene vergadering van aandeelhouders van 26 April 2017 heeft KPMG Bedrijfsrevisoren CVBA ("KPMG") herbenoemd als commissaris van de Vennootschap voor een periode van drie jaar.

KPMG rapporteert op kwartaalbasis over de vooruitgang en de resultaten van hun audit procedures (inclusief accounting en audit bevindingen, en afwijkingen in de financiële rapportering) aan het Audit- en Risicocomité. Hiernaast rapporteert KPMG eveneens over haar onafhankelijkheid en over niet-audit gerelateerde honoraria (die op voorhand door het Audit- en Risicocomité goedgekeurd moeten worden).

8.4.3 Risicogebieden

8.4.3.1 Financiële risico's

8.4.3.1.1 Kredietrisico

Kredietrisico omvat alle vormen van tegenpartijblootstelling, d.w.z. wanneer tegenpartijen hun verplichtingen jegens de Vennootschap met betrekking tot leningen, afdekkingstransacties, afwikkelingen en andere financiële activiteiten niet kunnen nakomen. De onderneming is blootgesteld aan kredietrisico's door haar operationele activiteiten en treasury-activiteiten.

Voor meer informatie verwijzen wij naar toelichting 5.3.2 in de geconsolideerde jaarrekening van de Vennootschap.

8.4.3.1.2 Liquiditeitsrisico

De belangrijkste risico's voor de liquiditeitsbronnen van de Vennootschap zijn operationele risico's, inclusief risico's die samenhangen met toegenomen concurrentie, lagere prijzen, verminderde groei van abonnees, hogere marketingkosten en andere gevolgen van toenemende concurrentie, nieuwe regelgeving en mogelijk nadelige resultaten met betrekking tot de geschillen van de Vennootschap zoals beschreven in toelichting 5.26.1. Het vermogen van Telenet om zijn schulden af te lossen en zijn lopende activiteiten te financieren, is afhankelijk van zijn vermogen om contanten te genereren. Hoewel de onderneming anticipeert op het genereren van een positieve kasstroom na aftrek van rente en belastingen, kan het bedrijf niet garanderen dat dit het geval zal zijn. De Vennootschap genereert mogelijk niet voldoende kasstroom om haar investeringsuitgaven, lopende activiteiten en schuldverplichtingen te financieren.

Voor meer informatie verwijzen wij naar toelichting 5.3.3 in de geconsolideerde jaarrekening van de Vennootschap.

8.4.3.1.3 Marktrisico

De onderneming is blootgesteld aan marktrisico's met betrekking tot schommelingen in rentevoeten en wisselkoersen, voornamelijk tussen de Amerikaanse dollar en de euro. De Vennootschap gebruikt financiële instrumenten om haar blootstelling aan rente- en wisselkoersschommelingen te beheersen.

Voor meer informatie verwijzen wij naar toelichting 5.3.4 in de geconsolideerde jaarrekening van de Vennootschap.

8.4.3.1.4 Kapitaalrisico

De Vennootschap beheert haar kapitaal om ervoor te zorgen dat de Vennootschap en haar dochterondernemingen in staat zullen zijn om verder te gaan om duurzame en aantrekkelijke opbrengsten voor aandeelhouders en voordelen voor andere belanghebbenden te verzekeren en om een optimale kapitaalstructuur te behouden om de kosten van kapitaal te verminderen. Om de kapitaalstructuur te behouden of aan te passen, kan de Vennootschap het bedrag aan dividenden dat aan aandeelhouders wordt uitgekeerd aanpassen, kapitaal terugstorten aan aandeelhouders, nieuwe aandelen uitgeven of activa verkopen om schulden te verminderen.

Voor meer informatie verwijzen wij naar toelichting 5.3.5 in de geconsolideerde jaarrekening van de Vennootschap.

8.4.3.2 Financiële rapporteringsrisico's

Liberty Global, de hoofdaandeelhouder van de Vennootschap, is onderworpen aan de verplichtingen opgelegd door de Amerikaanse Sarbanes-Oxley Wet van 2002 ("SOX"). De Vennootschap maakt deel uit van Liberty Global's beoordeling van interne controle over financiële rapportering ("ICoFR") sinds 2008, en heeft sindsdien geen enkele materiële tekortkoming gemeld.

In het kader van de naleving van de SOX-wetgeving door Liberty Global, wordt de reikweidte van de interne controle over financiele rapportering meerdere malen per jaar geëvalueerd door Liberty Global, om aldus vast te stellen of bijkomende risico's of controles bij de Vennootschap geëvalueerd en beoordeeld moeten worden. Bijkomend wordt voor iedere wijziging inzake producten, diensten, processen en systemen, de impact op het bredere controleraamwerk van de Vennootschap formeel onderzocht door het management en worden, waar nodig, gepaste maatregelen ondernomen. Er werden formele processen geimplementeerd om toezicht te houden over ICoFR: een periodieke zelf-evaluatie door management over het ontwerp en de effectiviteit van de controles op basis van de frequentie van de controle, een validatie van deze zelf-evaluaties en een jaarlijkse testcyclus door het Risico en Compliance team, het Liberty Global interne audit team en het Liberty Global compliance team.

De boekhoudkundige principes toegepast door de Vennootschap, en elke wijziging hiervan, worden voorgelegd aan het Audit- en Risicocomité en goedgekeurd door de raad van bestuur.

8.4.3.3 Compliance risico's

De Vennootschap past een risico-gebaseerde werkwijze toe voor compliance. Elk domein (t.t.z. richtlijn) krijgt een prioriteitsscore op basis van het huidige risico niveau en de bestaande mitigerende maatregelen. Op basis van deze prioritisatie werd de compliance roadmap voor 2019-2020 opgesteld. Het Compliance team verzekert dat elk compliance domein (t.t.z. richtlijn) is toegewezen aan een eigenaar. De verantwoordelijkheden van deze richtlijn eigenaren en andere belanghebbenden (Legal, Regulatory en SLT) zijn opgenomen in de compliance 'Rollen & Verantwoordelijkheden' matrix.

Het compliance team verzekert dat nieuwe of geüpdatete richtlijnen worden goedgekeurd en ondersteunt de verantwoordelijken bij de communicatie en publicatie van de richtlijnen en de organisatie van trainingen en bewustzijnscampagnes. De Gedragscode en verschillende andere belangrijke Vennootschapsrichtlijnen zijn gepubliceerd op het intranet van de Vennootschap. Elke werknemer wordt geacht de principes die worden uiteengezet in de Gedragscode en andere Vennootschapsrichtlijnen (waaronder anti-corruptie richtlijnen, reis- en onkosten beleid, dealing code, Chinese walls richtlijnen enzovoort) na te leven. Om naleving van deze Vennootschapsrichtlijnen te verzekeren, zijn controles en meetpunten geïmplementeerd. Hierop wordt een monitoring uitgevoerd om het niveau van naleving te meten en correctieve acties te definiëren indien nodig. Hiernaast is het Compliance team ook verantwoordelijk voor het Klokkenluiderproces dat werknemers toelaat om ongepast gedrag zoals schendingen van de Gedragscode of andere Vennootschapsrichtlijnen die van toepassing zijn te rapporteren. Klachten kunnen in vertrouwen gerapporteerd worden via telefoon of website en werknemers kunnen anoniem blijven indien ze dit wensen. Alle klachten die ontvangen worden via de telefoon of de rapporteringswebsite worden behandeld door het Compliance team in overleg met de voorzitter van het Audit- en Risicocomité.

8.4.3.4. Andere bedrijfsrisico's

De Vennootschap heeft een specifiek programma om de belangrijkste risico's die de strategische en operationele doelstellingen van de Vennootschap bedreigen te identificeren, beoordelen en beheren. Als onderdeel van dit programma hebben de SLT leden de belangrijkste strategische risicodomeinen geprioriteerd. Elk van deze risicodomeinen is toegewezen aan een SLT lid. Het ERM team ondersteunt deze SLT leden bij het identificeren en beoordelen van de belangrijkste onderliggende risicofactoren en, indien nodig, bij het identificeren of definiëren van initiatieven om de risicodekking te verbeteren.

In 2018 heeft de Vennootschap de volgende 5 risicogebieden geïdentificeerd als prioriteit: (i) Marktdynamiek, (ii) Bedrijfstransformaties en programma's, (iii) Veiligheid en veerkracht, (iv) Klantenervaring en (v) Wet- en regelgeving. Deze geprioritiseerde risicogebieden werden tijdens 2019 verder opgevolgd. Daarnaast werden ook de volgende risicogebieden beoordeeld: (i) Talent en cultuur, (ii) Supply chain en (iii) Strategie, planning, informatie en communicatie. De 5 geprioriteerde risicogebieden worden hieronder verder uitgewerkt.

8.4.3.4.1 Marktdynamiek

Telenet is werkzaam in een zeer volatiele omgeving die gekenmerkt wordt door onder andere de volgende factoren: voortdurende en snelle technologische veranderingen, evoluerend klantengedrag (zoals wijzigingen in het kijkgedrag van de klanten, wat kan leiden tot het opzeggen van het TV kabelabonnement), sterke bestaande en opkomende/nieuwe competitie (zowel van telecommunicatie- als andere bedrijven), productconvergentie, regelgevende wijzigingen, gebeurtenissen waarop wij geen invloed hebben, zoals politieke onrust op internationale markten, terroristische aanslagen, criminele menselijke handelingen, natuurrampen, pandemieën of epidemieën (zoals het coronavirus (COVID-19) - zie 8.4.3.5 voor meer informatie) en andere soortgelijke gebeurtenissen, enzovoort. Telenet moet deze factoren identificeren, beheren en beantwoorden om competitief te blijven in de telecommunicatie- en entertainmentmarkt.

Telenet is voortdurend op zoek naar innovatieve manieren om producten en diensten aan te bieden die voldoen aan de noden van alle klanten (residentiële klanten, bedrijfsklanten, wholesale klanten) tegemoet te komen en om innovatie in de bredere zin van het woord te stimuleren. Het Strategie team definieert en stuurt de strategische agenda van de Vennootschap om het lange termijn succes van de Vennootschap te verzekeren. Dit gebeurt door het identificeren en analyseren van grote strategische uitdagingen en opportuniteiten en door het prioritiseren van strategische thema's. Bovendien wordt de concurrentiële omgeving waarin de Vennootschap actief is of wenst te zijn, van nabij opgevolgd om de Vennootschap toe te laten tijdig en gepast te reageren op belangrijke wijzigingen.

Lange termijn markttrends en strategische projecten worden vertaald in korte termijn projecten en acties, die onderbouwd worden door diepgaande analyses naar de verwachtingen van de klanten van de Vennootschap. Deze sturen de verdere uitwerking van het Telenet product- en dienstenaanbod aan om te verzekeren dat de connectiviteits- en entertainmentproducten en -diensten die worden aangeboden, overeenstemmen met de (veranderende) klantenverwachtingen. De Vennootschap investeert ook continue in haar vaste en mobiele netwerken om optimale diensten te kunnen aanbieden aan haar klanten, rekening houdend met het voortdurend toenemende dataverbruik.

Naast de meer traditionele telecommunicatieproducten en -diensten, is Telenet voortdurend op zoek naar en aan het investeren in nieuwe groeiopportuniteiten (bijvoorbeeld IoT) en innovatieve initiatieven (bijvoorbeeld The Park) om op voorsprong te blijven in een zeer competitieve markt. Waar nodig, gaat de onderneming strategische samenwerkingsverbanden aan om de Telenet ambitie verder vorm te geven of gaat ze zoek naar opportuniteiten voor overnames.

Telenet kent verder een robuust financieel profiel met € 101,4 miljoen aan geldmiddelen en kasequivalenten per 31 december 2019. Na de succesvolle herfinanciering van de Termijnleningen (zowel in euro als US dollar) in januari dit jaar heeft Telenet - de kortlopende verplichtingen voor het leverancierskredietprogramma buiten beschouwing gelaten geen vervallende schulden voor maart 2028. Bovendien is alle schuld met een vlottende interestvoet geheel ingedekt tot het einde van de looptijd, hetgeen het solide financieel profiel versterkt.

8.4.3.4.2 Bedrijfstransformaties en programma's

Telenet onderneemt voortdurend belangrijke initiatieven om de systemen, producten, processen en organisatiestructuren van de Vennootschap te laten evolueren om haar strategische en operationele doelstellingen te bereiken. Dit wordt verwezenlijkt door de oplevering van belangrijke investeringsprogramma's. Als deze programma's niet goed worden beheerd, kunnen strategische bedrijfsdoelstellingen van de Vennootschap mogelijk niet worden bereikt en kunnen er onnodige kosten opgelopen worden.

Om te verzekeren dat deze programma's goed beheerd worden, heeft Telenet traditioneel een raamwerk voor projectbeheer uitgewerkt, bestaande uit een sterke projectmethodologie en wordt ondersteund door gelaagde project forums en een overkoepelend Project Portfolio Management Office, dat als een virtueel team samenwerkt met departementale Project Management Offices. De omgeving waarin Telenet werkzaam is, wordt echter steeds complexer en onzekerder en is steeds meer aan verandering onderhevig, Een fundamentele wijziging in de manier van werken drong zich dan ook op om het hoofd te kunnen bieden aan de wijzigende omgeving en om de efficiëntie en doeltreffendheid van de Vennootschap te verbeteren. Hiertoe werd een overkoepelend programma opgestart in 2019 met als doel de Vennootschap om te vormen tot een "agile" organizatie. Dit programma startte begin 2019 met twee "tribes", die vervolgens vanaf midden 2019 uitgebreid werden tot de Residentiële organizatie, gevolg door een verdere uitbreiding naar alle relevante afdelingen. De Vennootschap hoopt deze uitbreiding te laten ingaan vanaf het tweede kwartaal van 2020.

Teneinde de risico's met betrekking tot deze nieuwe manier van werken tijdig en correct te kunnen identificeren en beoordelen, heeft het Risk & Compliance team een nieuwe "risk by design" methodologie uitgewerkt. Hierbij worden experten van de belangrijkste risicogebieden (ICoFR, revenue assurance, fraude, privacy, wet- en regelgeving, veiligheid, enzovoort) actief betrokken bij de nieuwe manier van werken om ervoor te zorgen dat deze nieuwe activiteiten binnen de grenzen blijven die de risico-experten bepaald hebben. Deze methodologie is complementair aan het project risico screening proces dat van toepassing blijft om de risico's met betrekking tot de meer traditionele projecten te identificeren en beoordelen..

8.4.3.4.3 Veiligheid en veerkracht

Telenet beschikt over een aanzienlijke hoeveelheid informatie die cruciaal is voor de Vennootschap. De integriteit, beschikbaarheid en vertrouwelijkheid van deze informatie kan bedreigd worden door gevaren zoals cyberaanvallen, malware, enzovoort. Hiernaast bestaan er ook vele gevaren die de diensten van de Vennootschap aan haar klanten of de continuïteit van haar bedrijfsactiviteiten significant zouden kunnen verstoren. De netwerken, systemen en fysieke middelen van de Vennootschap kunnen blootgesteld worden aan externe (cyber) aanvallen of andere bedreigingen. Het niet tijdig voorkomen of detecteren, of het niet tijdig en effectief reageren op de impact van zulke gevaren, zou kunnen leiden tot de onderbreking van de dienstverlening, het verlies van klantendata of ongeautoriseerde toegang tot commercieel gevoelige informatie.

Om deze risico's correct te beheren, heeft de Vennootschap een specifiek Cyber Security team en een Business Continuity Management team. Zowel diepgaande proactieve veiligheidstesten als detectieve penetratietesten, kwetsbaarheidsscans en ethische hacks worden uitgevoerd. Specifieke cyber security audit worden eveneens uitgevoerd, en een Security Incident & Event Monitoring tool is voorzien om potentiele veiligheidsinbreuken tijdig te identificeren. Indien nodig, worden er vanuit deze tool alarmen gegenereerd, die voortdurend opgevolgd worden. De Vennootschap heeft eveneens TIM ("Telenet Identity Management") geïmplementeerd ter ondersteuning van het gebruikersbeheer en het beheer van toegangsaanvragen. Voor de belangrijkste toepassingen wordt er ook een periodieke certificatie van de toegangsrechten uitgevoerd. Hiernaast zijn er eveneens een Privileged Access Management oplossing geïmplementeerd, waarmee alle krachtige toegangsrechten tot de systemen van de Vennootschap beveiligd en beheerd worden, en een specifieke tool voor logging op de belangrijkste databanken. Verder lanceerde de Vennootschap in 2019 een verbeterd proces om risico's (waaronder veiligheid en veerkracht) met betrekking tot leveranciers te identificeren en beheren.

Vanuit het perspectief van bedrijfscontinuïteit, zijn er veerkrachtige netwerken en systemen gebouwd die periodiek onderworpen worden aan High Availability testen. Hiernaast worden periodieke Business Impact Analyses en Risk Assessments uitgevoerd over de volledige Vennootschap.

8.4.3.4.4 Klantenervaring

Het voortdurend aanbieden van een verbazingwekkende klantenervaring is een belangrijke strategische pijler voor de Vennootschap. Het niet aanbieden van een superieure en gedifferentieerde ervaring aan de klanten (bijvoorbeeld door het leveren van minderwaardige producten of een slechte dienstverlening, of door het niet gepast reageren op klantenverwachtingen (in verband met prijzen, klantentrouw, enzovoort) zal de klantenrelaties van de Vennootschap beschadigen en een negatieve impact hebben op het imago en de bedrijfsgroei van de Vennootschap.

Een specifiek Customer Journey Design en Management team is hiervoor opgericht. Customer Journey Managers beoordelen of de klantenervaring voldoende in overweging wordt genomen doorheen de belangrijkste processen van de Vennootschap. Customer Journey Design was reeds ingebed in het projectbeheer van de Vennootschap om ervoor te zorgen dat het perspectief van de klant tijdig en voldoende wordt opgenomen in alle projecten, en werd uitgebreid naar de nieuwe agile activiteiten. Bovendien werd de voortdurende aandacht om een goede klantenervaring aan te bieden eveneens weerspiegeld in de nieuwe organisatorische structuur van de Vennootschap naar aanleiding van de hogervermelde transformatie.

Klantenervaringen met betrekking tot de producten en diensten van de Vennootschap worden voortdurend gemeten om pijnpunten in de klantenervaring tijdig te identificeren en initiatieven te bepalen om de klantenervaring te herstellen of te verbeteren. Om voldoende focus te behouden op het verbeteren van de klantenervaring doorheen de ganse Vennootschap is de feedback van de klanten expliciet opgenomen in de doelstellingen van de Vennootschap.

8.4.3.4.5 Wet- en regelgeving

Telenet moet voldoen aan een groot aantal lokale en internationale weten regelgevingen. Deze omvatten, maar zijn niet gelimiteerd tot, klantenregistratie, gegevensbescherming, telecommunicatiewet, regelgeving in verband met het openstellen van de kabel, mededingingsrecht, anti-corruptie, anti-witwassen, boekhoudkundige en BTW-wetten, enzovoort. Het niet voldoen aan deze wetten en regelgevingen stelt de Vennootschap bloot aan financiële en reputatierisico's. Zie sectie 8.4.3.3 "Compliance risks" voor een omschrijving van het beheer van deze risico's binnen de Vennootschap.

Hiernaast kan het zich niet tijdig en effectief aanpassen aan wijzigingen in de wet- en regelgeving Telenet bloot stellen aan dezelfde financiële en reputatierisico's. Hiertoe zorgen de Legal en Regulatory teams ervoor dat, indien nodig, specifieke projecten worden opgezet voor de implementatie van nieuwe wet- en regelgevingen. Beide teams zijn ook actief betrokken in het hogervermelde "risk by design" proces en in het project risico screening proces om te verzekeren dat de impact van de agile activities en de meer traditionele sprojecten tijdig wordt geïdentificeerd en beoordeeld. Waar nodig, worden vereisten met betrekking tot wet- en regelgeving gedefinieerd voor verwerking in de agile activiteiten of projecten en worden deze opgevolgd tot aan hun implementatie.

8.4.3.5 Corona virus (COVID-19)

Ten gevolge van de COVID-19 pandemie heeft Telenet haar crisisteam geactiveerd. Dit team volgt de evolutie van de verdere uitbraak van het virus dagelijks op. Telenet stemt haar maatregelen en communicatie eveneens af op het advies van het Liberty Global crisisteam.

Om de impact van het virus op de werking van Telenet te beperken, werden reeds verschillende voorzorgsmaatregelen genomen op de volgende gebieden:

  • Veiligheid van de medewerkers (o.a. reisbeperkingen, maatregelen met betrekking tot hygiëne, uitbreiding van thuiswerk, enz)
  • Supply chain (o.a. opvolging van leveringen die in gedrang kunnen komen, om belangrijke onderbrekingen in de kritische supply chain processen te vermijden)
  • Operationele activiteiten (o.a. het opsplitsen van afdelingen die kritische taken uitvoeren om de continue beschikbaarheid van deze afdelingen te kunnen garanderen)

Het crisisteam van Telenet beoordeelt dagelijks in welke mate bijkomende maatregelen noodzakelijk zijn.

8.4.4 Garantie

Hoewel de hierboven beschreven maatregelen ontworpen zijn om zoveel als mogelijk de risico's te beperken die eigen zijn aan de handelsactiviteiten en de werking van de Vennootschap, levert het opstellen van een risico-raamwerk en het opzetten van de controlesystemen redelijke maar geen absolute zekerheid dat geen van deze risico's zich effectief zal materialiseren.

8.5 Raad van bestuur

8.5.1 Samenstelling

a) Algemeen

Op 31 december 2019 was de raad van bestuur van de Vennootschap samengesteld uit 9 leden. Met uitzondering van de Gedelegeerd Bestuurder ("CEO") zijn alle bestuurders niet-uitvoerende bestuurders.

Er zijn momenteel drie onafhankelijke bestuurders in de zin van artikel 7:87§1 (voormalig artikel 526ter) van het Belgisch Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen, de Belgische Corporate Governance Code 2020 en de statuten van de Vennootschap: (i) IDw Consult BV (vertegenwoordigd door haar vaste vertegenwoordiger, de heer Bert De Graeve), (ii) mevrouw Christiane Franck en (iii) JoVB BV (vertegenwoordigd door haar vaste vertegenwoordiger, de heer Jo Van Biesbroeck).

Deze bestuurders (evenals hun vaste vertegenwoordigers) worden geacht onafhankelijke bestuurders te zijn, aangezien zij allen voldoen aan de onafhankelijkheidsvereisten zoals bepaald in de statuten van de Vennootschap, de Belgische Corporate Governance Code 2020 en in artikel 7:87§1 (voormalig artikel 526ter) van het Belgisch Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen.

Het mandaat van de heer Charles H. Bracken eindigt op de jaarlijkse algemene vergadering van aandeelhouders in 2020. Het mandaat van de heer John Porter eindigt op de jaarlijkse algemene vergadering van aandeelhouders in 2021. Het mandaat van IDw Consult BV (vertegenwoordigd door haar vaste vertegenwoordiger, de heer Bert De Graeve), mevrouw Christiane Franck, mevrouw Severina Pascu en mevrouw Amy Blair eindigt op de jaarlijkse algemene vergadering van aandeelhouders in 2022. Het mandaat van JoVB BV (vertegenwoordigd door haar vaste vertegenwoordiger, de heer Jo Van Biesbroeck) en de heer Manuel Kohnstamm eindigt op de jaarlijkse algemene vergadering van aandeelhouders in 2023.

Op de vergadering van de raad van bestuur van 12 februari 2019 heeft de heer Diederik Karsten aangekondigd ontslag te nemen als bestuurder van de Vennootschap met ingang vanaf 15 februari 2019.

Op advies van het Remuneratie- en Nominatiecomité zal de raad van bestuur het volgende voorstel voorleggen ter goedkeuring aan de algemene vergadering van aandeelhouders:

• de (her)benoeming van de heer Charles H. Bracken als bestuurder van de Vennootschap.

De heer André Sarens werd benoemd als "waarnemer" bij de raad van bestuur met ingang op de algemene aandeelhoudersvergadering van 25 april 2012.

De bestuurders zijn benoemd voor een periode van maximum vier jaar. In principe eindigt het mandaat van de bestuurders op de datum van de jaarlijkse algemene vergadering van aandeelhouders waarop hun mandaat vervalt. De bestuurders zijn herbenoembaar.

De algemene vergadering van aandeelhouders kan bij gewone meerderheid bestuurders op elk ogenblik ontslaan.

Als het mandaat van een bestuurder vacant wordt, kan de raad van bestuur de vacante plaats tijdelijk invullen, in overeenstemming met de regels inzake voordracht. Tijdens de eerstvolgende algemene vergadering van aandeelhouders zullen de aandeelhouders vervolgens beslissen over de definitieve benoeming, in principe voor de resterende looptijd van het mandaat van de bestuurder die vervangen wordt.

Uitgezonderd in uitzonderlijke, gemotiveerde gevallen, zal het mandaat van bestuurders eindigen tijdens de eerste algemene vergadering van aandeelhouders nadat ze de leeftijd van 70 jaar bereikt hebben.

Op 31 december 2019 was de raad van bestuur van de Vennootschap samengesteld als volgt:

Naam Functie Voorgedragen door:
Onafhankelijk bestuurder - VZ
Bert De Graeve (IDw Consult BV) Bestuurder van Vennootschappen
Jo Van Biesbroeck (JoVB BV) Bestuurder van Vennootschappen Onafhankelijk bestuurder
Christiane Franck Bestuurder van Vennootschappen Onafhankelijk bestuurder
John Porter Chief Executive Officer & Managing Director Telenet
Charles H. Bracken Executive Vice President & Chief Financial Officer van Liberty
Global
Liberty Global Group
Enrique Rodriguez Executive Vice President & Chief Technology Officer van
Liberty Global
Liberty Global Group
Manuel Kohnstamm Senior Vice President & Chief Corporate Affairs Officer van
Liberty Global
Liberty Global Group
Amy Blair Senior Vice President & Chief People Officer van Liberty Global Liberty Global Group
Severina Pascu Chief Financial Officer and Deputy Chief Executive Officer van
Virgin Media
Liberty Global Group

VZ: Voorzitter

De heer Bart van Sprundel, Director Legal Affairs van de Vennootschap, treedt op als secretaris van de raad van bestuur en haar comités.

b) Diversiteit

De Vennootschap streeft naar verscheidenheid binnen de raad van bestuur, door een gezond evenwicht te creëren tussen uitvoerende bestuurders, niet-uitvoerende bestuurders en onafhankelijke bestuurders, hun diverse competenties en ervaring, hun leeftijd en nationaliteit en hun specifieke kennis van de telecommunicatie- en mediasector.

Op 31 december 2019 telde de raad van bestuur drie vrouwelijke leden: mevrouw Christiane Franck, mevrouw Amy Blair en mevrouw Severina Pascu. Telenet is op heden in lijn met de vereisten op het vlak van de gendersamenstelling.

c) Biografieën van de bestuurders

De volgende paragrafen geven biografische informatie over de leden van de raad van bestuur van de Vennootschap op 31 december 2019 evenals de leden die zijn voorgedragen voor benoeming en van wie de benoeming zou moeten worden (her)bevestigd op de volgende algemene vergadering van aandeelhouders, evenals informatie over andere bestuursmandaten die door de leden van de raad van bestuur van de Vennootschap worden aangehouden.

John Porter, Chief Executive Officer en gedelegeerd bestuurder (°1957)

Voor de biografie van de heer Porter verwijzen we naar sectie 8.6.c van deze Verklaring.

Bert De Graeve, voorzitter van de raad van bestuur en onafhankelijk bestuurder (vaste vertegenwoordiger van IDw Consult BV) (°1955)

Bert De Graeve startte zijn loopbaan in 1980 bij Arthur Andersen & Co en in 1982 vervoegde hij Alcatel Bell. In 1991 werd hij General Manager bij Shanghai Bell Telephone Equipment Mfg. Cy in Shanghai. In 1994 werd hij benoemd tot Vice President, Director Operations, Alcatel Trade International en later Director International Affairs, Alcatel Alstom in Parijs. In 1996 werd hij Managing Director van de Vlaamse Openbare Radio- en TV-omroep (VRT) en in 2002 vervoegde hij Bekaert als CFO, om er CEO te zijn vanaf 2006 en voorzitter van 2014 tot 2019. De heer De Graeve behaalde een diploma Rechten aan de Universiteit van Gent (1980), studeerde Financieel Management, IPO aan de Universiteit van Antwerpen en behaalde een diploma Master in Tax Management aan de Vlekho in Brussel. De heer Bert De Graeve is eveneens Voorzitter van de Raad van Bestuur van Sibelco NV, Onafhankelijk Bestuurder van UCB, Onafhankelijk Bestuurder van Euroclear Holding en Lid van de Raad van Bestuur van de Koningin Elisabethwedstrijd.

Jo Van Biesbroeck, onafhankelijk bestuurder (vertegenwoordiger van JoVB BV), (°1956)

Tot 2015 was Jo Van Biesbroeck Chief Strategy Officer en Chief International Business Development van Anheuser-Busch InBev NV (voorheen gekend als InBev NV en Interbrew) waar hij zijn carrière startte in 1978. Anheuser-Busch InBev is 's werelds grootste bierbrouwer en behoort tot 's werelds top vijf van bedrijven die actief zijn in consumptiegoederen. De heer Van Biesbroeck had verschillende functies op het vlak van toezicht en financiën en was opeenvolgend Senior Vice-President of Corporate Strategy, Chief Business Development Officer, Chief Strategy and Business Development Officer, Chief Sales Officer en Zone President Western Europe. Vanaf 1 september 2015 is Jo Van Biesbroeck manager en lid van de raad van bestuur van RSC Anderlecht. Vanaf 1 april 2020 zal de heer Van Biesbroeck enkel nog zetelen in de raad van bestuur van RSC Anderlecht. Jo Van Biesbroeck behaalde een Master diploma Economie aan de Katholieke Universiteit Leuven. Hij is voorzitter van de raad van bestuur van Matexi Group. Hij is eveneens een onafhankelijke en nietuitvoerende bestuurder van Etex nv, Inno.com en SFI, een investeringsmaatschappij in Luxemburg en in diverse nonprofitorganisaties: ACF kankerfonds, Kick kankerfonds, Franklinea fonds in Zwitserland. Jo Van Biesbroeck is verder voorzitter van auditen remuneratiecomités en voorzitter van het strategisch comité van Puratos. Voorts is de heer Van Biesbroeck voorzitter van het EIT Food iVZW.

Mevrouw Christiane Franck, onafhankelijk bestuurder (°1951)

Tot februari 2017 was Christiane Franck CEO (2005 -2017) van Vivaqua in Brussel, waar ze ook haar carrière begon. Achtereenvolgens was ze bij Vivaqua ICT-manager, Commercieel Manager Distributie en secretaris-generaal. Vivaqua, gespecialiseerd in de waterproductie en distributie, bedient meer dan twee miljoen inwoners in België door middel van nauwe samenwerking met de overheid op gemeentelijk, regionaal en federaal niveau. Christiane Franck brengt een sterke ervaring uit een dienstenbedrijf mee naar Telenet. Christiane Franck behaalde een Master in Wiskunde aan de Université Libre de Bruxelles (ULB). Tot 2018 was zij ook lid van de raad van bestuur van de ULB. Mevrouw Franck is lid van het raadgevend comité van Ethias Gemeenrecht Onderlinge Verzekeringsvereniging. Voort is zij lid van de raad van bestuur van Artsen zonder Vakantie. In 2019 werd zij hier ook benoemd tot ondervoorzitster. Verder is zij Voorzitster van Hydralis, één van de grootste Belgische pensioenfondsen en is zij Voorzitster van Virteo NV (sinds 2018).

Charles Bracken, bestuurder (°1966)

Charles Bracken is Executive Vice President en Chief Financial Officer bij Liberty Global. In die functie is hij verantwoordelijk voor de Group Finance en Treasury Operations. Daarin zijn begrepen fiscale en financiële planning, aankoop en vastgoed alsook kapitaaltoewijzing en financieringsactiviteiten van de Groep en toezicht houden op de boekhouding, externe rapportering en Investor Relations functies. Hij is verantwoordelijk voor het toezicht houden op het globaal business plan van Liberty Global en de dienstverlening aan de klant. Hij is verder Executive Officer van Liberty Global en lid van het Executive Leadership Team en het Investment Committee.

Manuel Kohnstamm, bestuurder (°1962)

Manuel Kohnstamm is Senior Vice President en Chief Corporate Affairs Officer bij Liberty Global, verantwoordelijk voor de regelgevinsgstrategie, overheidsaangelegenheden en interne en externe communicatie. De heer Kohnstamm is Executive Officer bij Liberty Global en zetel in het Executive Leadership Team en het Regelgevingscomité van Liberty Global. De heer Kohnstamm vervoegde de Europese afdeling van de voorganger van Liberty Global in september 1999, in verschillende functies inzake bedrijfsaangelegenheden, openbaar beleid en communicatie; hij werd in januari 2012 benoemd in zijn huidige functie van Executive Officer van Liberty Global. Alvorens toe te treden tot Liberty Global, werkte de heer Kohnstamm bij Time Warner Inc., als Vice President Public Affaires in Brussel voor de dochterondernemingen Time Inc., Warner Bros., en Turner Broadcasting en bij de consulting groep European Research Associates in Brussel, waar hij macro-economische en beleidsstudies over de telecommunicatie- en defensie-industrie uitvoerde. De heer Kohnstamm is lid van de Supervisory Board van VodafoneZiggo, alsook lid van de Raad van Bestuur van Liberty Global's dochteronderneming Telenet Group Holding NV. De heer Kohnstamm is co-voorzitter van GIGAEurope, een industrievereniging die onafhankelijke private telecombedrijven samenbrengt. Ook is de heer Kohnstamm beheerder van de non-profit organisatie Street Child, een liefdadigheidsorganisatie die zich richt op het verbeteren van de levens van de armste en kwetsbaarste kinderen in de wereld.

De heer Kohnstamm behaalde een diploma in de Politieke Wetenschappen en heeft een doctoraatsdiploma in internationaal en Europees recht van de universiteit van Amsterdam en een Master na Master diploma in internationale betrekkingen van de Clingendael Diplomatie School in Den Haag. Hij volgde ook het Cable Executive Management programma aan de Harvard Business School in Boston, MA.

Severina Pascu, bestuurder (°1972)

Severina Pascu is Chief Financial Officer en Deputy Chief Executive Officer van Virgin Media. In deze hoedanigheid is ze verantwoordelijk voor de financiën bij Virgin Media, maar ook de klantendienst en service, de logistiek, de toelevering en buitendienst (field operations).

Daarvoor was zij, sinds september 2018, Chief Executive Officer voor de Liberty Global business in Zwitserland. Voor die functie was ze Chief Operating Officer voor centraal Europa, bovenop haar rol als Managing Director voor Liberty Global Central Eastern Europe. Deze laatste functie bekleedde ze sinds 2015. Mevrouw Pascu begon haar carrière bij Liberty Global in 2008 als Chief Financial Officer van UPC Romania en werd in 2010 ook CEO van UPC Romania en later ook van UPC Hongarije.

Daarvoor bekleedde ze een aantal senior management posities in vooraanstaande internationale bedrijven. Tussen 2005 en 2008 was ze Manager bij CAIB Romania, één van de belangrijkste investeringsbanken in centraal £uropa. Van 2000 tot 2005 was mevrouw Pascu lid van het management van het Amerikaanse kabel- en telecombedrijf Metromedia International. In 1996 startte ze haar carrière bij KPMG Romania waarna ze haar functie verderzette in Groot-Brittannië. Ms Pascu studeerde af aan de Academy of Economic Studies van de Roemeense hoofdstad Boekarest.

Amy Blair, bestuurder (°1966)

Amy Blair is Senior Vice President en Chief People Officer bij Liberty Global. Ze vervult hierbij de global people function, waarbij ze het beleid uitstippelt voor werkgelegenheid, retentie, compensatie en groei, de organisatiestructuur uittekent en programma's leidt voor talentontwikkeling, werknermersbetrokkenheid en compliance.

Sinds 1991 heeft mevrouw Blair verschillende sleutelposities bekleed zowel in het domein van operationeel management, als in het domein van human resource management binnen Liberty Global en haar voorafgaande bedrijven. Tussen 1999 en 2006 was mevrouw Blair gevestigd in Amsterdam, alwaar zij eerst de positie van Vice Presiden van Operations Management bekleedde en daarna die van Managing Director van Human Resources voor de Europese operaties. Daarnaast is mevrouw Blair ook Executive Officer voor Liberty Global en zetelt ze in het Executive Leadership Team van de groep.

In 2013 werd ze uitgeroepen tot Vrouw van het Jaar door de Rocky Mountain afdeling van Women in Cable Television, en in januari 2015 werd ze lid van de National Board for Women in Cable Television.

Mevrouw Blair heeft een bachelor diploma van Kunst & Wetenschappen van het Colorado College en een master diploma van business administratie van de Universiteit van Denver.

Enrique Rodriguez, bestuurder (°1962)

Enrique Rodriguez is sinds juli 2018 de Executive Vice President en Chief Technology Officer van Liberty Global, 's werelds grootste internationale tv- en breedbandbedrijf. Voorafgaand aan deze functie was Enrique de Voorzitter, CEO en lid van de Raad van Bestuur van TiVo. Voordat hij CEO werd, was Enrique van augustus 2015 tot november 2017 Executive Vice President en Chief Technology Officer van de AT & T Entertainment Group. Van januari 2013 tot juli 2015 was hij Executive Vice President, Operations and Products voor Sirius XM en was hij Group Vice President van Sirius XM van oktober 2012 tot januari 2013. Voor hij in dienst trad bij Sirius XM, was Enrique de Senior Vice President en General Manager van de Service Provider Video Technology Group van Cisco Systems. Enrique bekleedde ook verschillende managementfuncties bij Microsoft van 2003 tot 2010, waaronder Corporate Vice President voor de TVdivisie en als Vice President van Xbox Partnerships. Voordat hij bij Microsoft kwam, werkte Enrique meer dan 20 jaar bij Thomson / RCA in verschillende technische en uitvoerende functies waar hij meer dan 25 Amerikaanse octrooien en internationale derivaten ontving. Enrique heeft een B.S. in elektrotechniek van het Mexicaanse Instituto Tecnologico de Monterrey.

André Sarens, waarnemer (°1952)

André Sarens was bestuurder van de Vennootschap van december 2003 tot april 2012. Sinds april 2012 is hij aangesteld als "waarnemer" bij de raad van bestuur. De heer Sarens bekleedde tot oktober 2017 de functie van Grid Participations Manager bij Engie, nadat hij eerder verschillende hoge financiële en administratieve functies bekleed had in activiteiten gerelateerd aan de verdeling van nutsvoorzieningen door Engie Electrabel in België. In die hoedanigheden vertegenwoordigde hij sinds 1999 Electrabel en de gemengde intercommunales voor hun zakelijke contacten met Telenet. André Sarens zetelde in de raad van bestuur van verschillende gemengde intercommunales in België en bekleedde diverse

52 | Telenet | Jaarverslag 2019 |

bestuurdersfuncties in raden van bestuur van vennootschappen van Engie Electrabel onder meer van Electrabel Green Projects Flanders en van Electrabel Customers Solutions.

8.5.2 Werking van de raad van bestuur

De raad van bestuur streeft naar duurzame waardecreatie door Telenet en dit door de strategie van Telenet te bepalen, doeltreffend, verantwoordelijk en ethisch leiderschap op te zetten en toezicht te houden op de prestaties van de Vennootschap. Om dergelijke duurzame waardecreatie na te streven, hanteert de raad van bestuur een inclusieve benadering die het evenwicht houdt tussen de legitieme belangen en verwachtingen van aandeelhouders en andere stakeholders, zoals klanten, werknemers, en in het algemeen de samenleving waarin Telenet actief is. Verder adviseert, ondersteunt en houdt de raad van bestuur toezicht op het Senior Leadership Team bij de uitvoering van zijn taken en daagt het Senior Leadership Team op constructieve wijze uit wanneer dat aangewezen is. De bestuurders zijn beschikbaar om advies te geven, ook buiten de raadsvergaderingen.

Telenet heeft gekozen voor een monistische structuur. Bijgevolg is de raad van bestuur bevoegd om alle acties uit te voeren die noodzakelijk of nuttig zijn om het maatschappelijk doel van Telenet te vervullen, behalve die zaken die uitdrukkelijk zijn voorbehouden aan de algemene vergadering van aandeelhouders bij wet, of zoals gespecificeerd in de statuten van de Vennootschap. In het bijzonder vertegenwoordigt de raad van bestuur Telenet en voert zij de verantwoordelijkheden uit die haar bij wet zijn toevertrouwd, inclusief, maar niet beperkt tot, het budget, belangrijke commerciële contracten, samenwerkingsverbanden en overnames, boekhoudregels, goedkeuring van de periodieke financiële rapportering, financieringstransacties, het doen van voorstellen aan de algemene aandeelhoudersvergadering en externe communicatie naar aandeelhouders en andere belanghebbenden. Voor meer informatie hierover wordt verwezen naar het Corporate Governance Charter 2020.

De raad van bestuur komt samen zo vaak als het belang van de Vennootschap vereist en in elk geval minstens vier keer per jaar. De werking van de raad van bestuur wordt geregeld door de statuten van de Vennootschap en de bepalingen van het Corporate Governance Charter.

De raad van bestuur wordt bijgestaan door twee permanente comités: (i) het Audit- en Risicocomité en (ii) het Remuneratie- en Nominatiecomité. Bovendien kan de Raad op ad-hoc basis gespecialiseerde comités oprichten om de raad van bestuur te adviseren over te nemen beslissingen, om de raad van bestuur het noodzakelijke comfort te geven dat bepaalde dossiers adequaat zijn aangepakt, en indien noodzakelijk, om specifieke kwesties onder de aandacht van de raad van bestuur te brengen. Het bestaan van de comités doet niets af aan de verantwoordelijkheid van de raad van bestuur als geheel en de comités zijn niet bevoegd om bindende beslissingen te nemen, aangezien de besluitvorming de collegiale verantwoordelijkheid van de raad van bestuur blijft, noch zullen de comités Telenet's strategie bepalen.

In het jaar afgesloten op 31 december 2019, vonden zes geplande vergaderingen van de raad van bestuur plaats en drie niet geplande vergaderingen van de raad van bestuur.

In principe worden de beslissingen genomen bij gewone meerderheid van stemmen. De raad van bestuur streeft er echter naar beslissingen te nemen bij consensus.

In overeenstemming met het Corporate Governance Charter hebben de bestuurders de plicht om de belangen van Telenet boven hun eigen belang(en) te stellen. Bestuurders zullen derhalve vermijden om acties te ondernemen, bepaalde posities en/of visies te verdedigen en bepaalde belangen na te streven, als dit in strijd zou zijn of de indruk zou wekken in strijd te zijn met de belangen van Telenet. Wanneer de raad van bestuur een beslissing neemt, zullen de bestuurders hun potentiële persoonlijke belangen opzij zetten en zich ervan onthouden om zakelijke opportuniteiten voor en van Telenet te gebruiken voor hun eigen voordeel.

Bestuurders moeten de raad van bestuur informeren over elk belangenconflict dat naar hun mening hun beoordelingsvermogen zou kunnen beïnvloeden. In het bijzonder geven de bestuurders aan het begin van elke bestuurs- of comitévergadering aan of zij een belangenconflict hebben met betrekking tot één of meerdere agendapunten. Elke bestuurder is in het bijzonder attent op belangenconflicten die kunnen ontstaan tussen de Vennootschap, haar bestuurders, haar belangrijkste aandeelhouders en meerderheidsaandeelhouder en andere aandeelhouders.

In het geval van een belangenconflict van financiële aard in de zin van artikel 7:96 van het Belgisch Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen, neemt de relevante bestuurder niet deel aan enige beraadslaging of stemming dienaangaande. Elke onthouding van stemmen als gevolg van een belangenconflict wordt bekendgemaakt in overeenstemming met de relevante wettelijke bepalingen. Als het conflict niet binnen de reikwijdte van artikel 7:96 van het Belgisch Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen valt, zal de raad van bestuur, onder leiding van zijn voorzitter, beslissen welke procedure hij zal volgen om de belangen van de Vennootschap en haar aandeelhouders te beschermen. In het volgende jaarverslag zal de raad van bestuur uitleggen waarom deze procedure werd gekozen. In geval van een wezenlijk belangenconflict zal de raad van bestuur overwegen zo snel mogelijk te communiceren over de gevolgde procedure, de belangrijkste overwegingen en de conclusies.

In 2019 werd artikel 7:96 (voorheen artikel 523) van het Belgisch Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen eenmaal toegepast. In 2020 is artikel 7:96 (voorheen artikel 523) van het Belgisch Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen tot nu toe eenmaal toegepast. Meer informatie is te vinden in sectie 8.5.6 van deze Verklaring.

De leden van de raad van bestuur behartigen verder de belangen van alle aandeelhouders op gelijkwaardige basis en zijn verplicht te handelen volgens de principes van redelijkheid en billijkheid. Aangezien de meerderheid van de Telenet-aandelen in handen is van de Liberty Global Group, maakt de raad van bestuur gebruik van zijn positie en besteedt zij bijzondere aandacht aan het voorkomen van belangenconflicten en het respecteren van de rechten en belangen van minderheidsaandeelhouders. Elke voorgestelde transactie of regeling met een verbonden partij die binnen het toepassingsgebied van artikel 7:97 van het Belgisch Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen valt, wordt voorgelegd aan een comité van drie onafhankelijke bestuurders in overeenstemming met dit artikel en wordt pas aangegaan na beoordeling door het comité van onafhankelijke bestuurders voorzien in artikel 7:97 van het Belgisch Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen.

8.5.3 Evaluatie van de raad van bestuur

Op initiatief van de voorzitter, beoordeelt de raad van bestuur haar efficiëntie minstens om de drie jaar en dit om mogelijke verbeteringen in haar eigen prestaties en haar interactie met het management te bereiken. In dit verband wordt bijzondere aandacht besteed aan:

  • i. de omvang, samenstelling en werking van de raad van bestuur en haar comités;
  • ii. de grondigheid waarmee materiële onderwerpen en beslissingen worden voorbereid en besproken;
  • iii. de feitelijke bijdrage van elke bestuurder in termen van aanwezigheid op de raad van bestuur en / of comitévergaderingen en de constructieve betrokkenheid bij de beraadslaging en besluiten;
  • iv. de toepassing van de corporate governance-regels binnen Telenet en haar organen.

De evaluatieoefening wordt gewoonlijk uitgevoerd via een vragenlijst, die door alle leden van de raad van bestuur dient ingevuld te worden. De ingevulde vragenlijsten worden verzameld door de secretaris van de Vennootschap, en de resultaten hiervan worden voorgelegd aan het Remuneratie- en Nominatiecomité en de raad van bestuur. De laatste evaluatie vond plaats in februari 2018. In de raad van bestuur van april 2018 zijn de bevindingen beoordeeld en besproken.

Bovendien past de raad van bestuur een transparante procedure toe waarbij het aan het einde van de termijn van een bestuurder, het Remuneratie- en Nominatiecomité de aanwezigheid van de bestuurder op de vergaderingen van de raad en / of het comité, hun inzet en hun constructieve betrokkenheid bij de besprekingen en besluitvorming evalueert. Het comité beoordeelt hierbij ook of de bijdrage van elk bestuurslid is aangepast aan de veranderende (maatschappelijke) omstandigheden.

Eenmaal per jaar evalueren de niet-uitvoerende bestuurders hun interactie met het uitvoerend management, waarbij ze vergaderen in afwezigheid van de uitvoerende bestuurder en het management van de vennootschap.

Tot slot, gezien de toenemende impact en het belang van maatschappelijk verantwoord ondernemen en duurzaamheid op de activiteiten van Telenet, besloot de raad van bestuur in 2013 dat het ontwerp, de implementatie en de monitoring van het programma voor maatschappelijk verantwoord en duurzaam ondernemen van Telenet op het niveau van de raad van bestuur zou worden besproken en goedgekeurd. De raad van bestuur beoordeelt en keurt ook het duurzaamheidsverslag van de Vennootschap goed en zorgt ervoor dat alle materiële aspecten aan bod komen. Op 30 juli 2019, keurde de raad van bestuur van Telenet het Duurzaamheidsverslag 2018 goed.

De raad van bestuur verbindt zich ertoe gevolg te geven aan de resultaten van de prestatie-evaluaties. In bepaalde gevallen zal dit tot gevolg hebben dat nieuwe bestuurders voor benoeming worden voorgesteld in plaats van bestaande en alle andere maatregelen die nodig of nuttig zouden zijn voor de goede werking van de raad van bestuur.

8.5.4 Comités van de raad van bestuur

In overeenstemming met de statuten van de Vennootschap en de wettelijke verplichtingen terzake, heeft de raad van bestuur de volgende comités opgericht: een Audit- en Risicocomité en een Remuneratie- en Nominatiecomité. Op 31 december 2019 waren de twee comités van de raad van bestuur samengesteld als volgt:

Naam Audit- en
Risicocomité
Remuneratie- en
Nominatiecomité
Bert De Graeve (IDw Consult BV) VZ
Jo Van Biesbroeck (JoVB BV) VZ
Amy Blair
Christiane Franck
Severina Pascu

VZ: Voorzitter

Het Audit- en Risicocomité

Het Audit- en Risicocomité ondersteunt de raad van bestuur bij het vervullen van zijn verantwoordelijkheden inzake monitoring met het oog op een controle in de ruimste zin, inclusief de risico's. De primaire taken van het Audit- en Risicocomité bestaan uit:

  • monitoring van het financiële verslaggevingsproces door de Telenet Group en aanbevelingen of voorstellen doen om de integriteit van het proces te waarborgen;
  • toezicht houden op een consequente toepassing van de boekhoudregels voor de Telenet Group en de consolidatiecriteria van de rekeningen van de Telenet Group;
  • toezicht houden op de wettelijke controle van de jaarrekening en de geconsolideerde jaarrekening inclusief opvolging van vragen en aanbevelingen van de commissaris;
  • identificatie, opvolging en beoordeling van potentiële transacties met verbonden partijen en waarborging van de naleving van artikel 7:97 van het Belgisch Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen;
  • de beoordeling en nazicht van de verklaringen met betrekking tot interne audit en risicobeheer, zoals opgenomen in het jaarverslag;
  • de raad van bestuur informeren over de resultaten van de wettelijke controle van de jaarrekening en de geconsolideerde jaarrekening en toelichten hoe de wettelijke controle van de jaarrekening en de geconsolideerde jaarrekening heeft

bijgedragen tot de integriteit van de financiële rapportering en de rol van het Audit- en Risicocomité hierbij;

  • toezicht houden op de doeltreffendheid van de systemen voor interne controle en risicobeheer van Telenet en, in geval de interne auditfunctie wordt uitbesteed, selectie van het externe auditkantoor die de rol van interne auditor zal opnemen, goedkeuring van het interne audit charter dat onder meer de samenstelling, organisatie, rol, doelstellingen, verantwoordelijkheden en rapportering van de interne auditfunctie vaststelt, toezicht houden op de interne audit en de doeltreffendheid ervan, rekening houdend met de vraag of een extern auditkantoor beschikt over de nodige middelen en vaardigheden aangepast aan Telenet's aard, omvang en complexiteit;
  • de beoordeling van het onafhankelijke karakter van de commissaris, met name de beoordeling of de verstrekking van bijkomende diensten aan de Telenet Group passend is. Het Audit- en Risicocomité analyseert hierbij, samen met de commissaris, de bedreigingen voor diens onafhankelijkheid en de maatregelen die zijn genomen om die bedreigingen te beperken wanneer de totale vergoedingen voor nietauditdiensten hoger zijn dan de wettelijk bepaalde criteria. Het Audit- en Risicocomité doet verder aanbevelingen aan de raad van bestuur voor de benoeming van de commissaris en bepaalt het beleid met betrekking tot de niet-audit diensten;
  • de beoordeling van de bestaande regelingen op basis waarvan de personeelsleden op vertrouwelijke wijze hun bezorgdheid kunnen uiten over mogelijke onregelmatigheden met betrekking tot de financiële rapportering of andere aangelegenheden binnen Telenet, evenals het evenredige en onafhankelijke onderzoek van dergelijke aangelegenheden en de passende opvolgingsacties. Deze bezorgdheden kunnen rechtstreeks worden gericht aan de voorzitter van het Audit- en Risicocomité;
  • de beoordeling van de systemen voor interne audit en risicobeheer, zoals vastgesteld door het Senior Leadership Team (minstens eenmaal per jaar), evenals de actiebereidheid van het Senior Leadership Team met betrekking tot de bevindingen van de interne auditfunctie en op de aanbevelingen door het Audit- en Risicocomité en in de managementletter van de commissaris; en
  • de beoordeling van de installatie en de werking van een interne auditstructuur (waaronder aanbevelingen doen over de selectie, (her) benoeming of aftreden van het hoofd van de interne audit en de selectie en benoeming van gespecialiseerde externe consultants en over het toegewezen budget daarbij).

Het Audit- en Risicocomité rapporteert regelmatig aan de raad van bestuur over de uitoefening van zijn taken en in elk geval wanneer de raad van bestuur de jaarrekening, de geconsolideerde jaarrekening en de verkorte jaarrekening voor publicatie opmaakt.

Het Audit- en Risicocomité is samengesteld uit drie leden waaronder twee onafhankelijke bestuurders van de Vennootschap waarvan er één het voorzitterschap waarneemt. Alle leden zijn niet uitvoerende bestuurders. Eén bestuurder wordt benoemd op voordracht van Liberty Global.

Alle huidige leden hebben een ruime ervaring en bekwaamheden in financiële aangelegenheden, wat een positieve impact heeft op de werking van het comité. Deze samenstelling is in overeenstemming met artikel 7:99 §2 (voormalig artikel 526bis §1) van het Belgisch Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen en met de Corporate Governance Code 2020. De vergaderingen van het Audit- en Risicocomité worden eveneens bijgewoond door de heer André Sarens in zijn hoedanigheid van waarnemer bij de raad van bestuur.

Met betrekking tot de financiële competenties van de leden van het Audit- en Risicocomité, wordt in het bijzonder verwezen naar de biografie van de heer Jo Van Biesbroeck, voorzitter van Telenets Auditen Risicocomité, in sectie 8.5.1c) van deze Verklaring. Tevens wordt verwezen naar de biografie van Mevrouw Severina Pascu en Mevrouw Christiane Franck, leden van het Audit- en Risicocomité, in sectie 8.5.1. c) van deze Verklaring.

Het Audit- en Risicocomite komt voldoende regelmatig, en minstens vier keer per jaar bijeen, om zijn taken correct uit te voeren. Het Auditen Risicocomité vergadert ook minstens jaarlijks met de commissaris zonder de aanwezigheid van het uitvoerend management. Elk jaar herziet het Audit- en Risicocomité zijn interne regelgeving, evalueert het zijn eigen efficiëntie en doet het aanbevelingen aan de raad van bestuur als wijzigingen nuttig of vereist zijn.

In het jaar afgesloten op 31 december 2019, kwam het Audit- en Risicocomité zes keer samen om de kwartaal-, halfjaar- en jaarcijfers te onderzoeken en te bespreken telkens voordat zij voorgelegd werden aan de raad van bestuur en daarna publiek bekend gemaakt werden. Bij al deze vergaderingen werden de commissaris en de interne auditor uitgenodigd om zaken te bespreken in verband met interne controle, risicobeheersing en mogelijke problemen opgedoken bij het controleproces. Verder heeft het Audit- en Risicocomité overlegd met en advies gegeven aan de raad van bestuur over de procedures voor financiële rapportering aan haar meerderheidsaandeelhouder Liberty Global.

De Vennootschap heeft een klokkenluiderprocedure uitgewerkt, die werd onderzocht door het Audit- en Risicocomité en goedgekeurd door de raad van bestuur. Deze regeling laat werknemers van de Vennootschap toe hun bezorgdheden te uiten over mogelijke onregelmatigheden in accounting, interne controle of audit aangelegenheden en/of inbreuken op de Telenet Gedragscode ("Code of Conduct") of andere codes binnen de Vennootschap te melden. Klachten kunnen op een confidentiële wijze gemeld worden via een telefoonlijn of een website. De werknemers kunnen, indien gewenst, anoniem blijven. Klachten ontvangen via de telefoonlijn of de website worden behandeld door het compliance team van de Vennootschap in samenspraak met de voorzitter van het Audit- en Risicocomité.

De voorzitter van het Audit- en Risicocomité brengt na elke vergadering verslag uit aan de raad van bestuur over de aangelegenheden die besproken werden in het Audit-en Risicocomité en formuleert de aanbevelingen van het Audit-en Risicocomité aan de raad van bestuur voor besluitvorming.

Het Remuneratie- en Nominatiecomité

De belangrijkste taken van het Remuneratie- en Nominatiecomité met betrekking tot vergoeding omvatten:

  • i. het formuleren van voorstellen aan de raad van bestuur met betrekking tot het remuneratiebeleid van niet-uitvoerende bestuurders en uitvoerend management (en de daaruit voortvloeiende voorstellen die door de raad van bestuur aan de aandeelhouders moeten worden gepresenteerd);
  • ii. het remuneratiebeleid voor het Senior Leadership Team (en de voorstellen die door de raad van bestuur aan de aandeelhouders moeten worden voorgesteld) inclusief met betrekking tot de belangrijkste contractuele bepalingen (bijv. pensioen- en beëindigingsregelingen), de relatie en het evenwicht tussen vaste en variabele beloning, de prestatiecriteria, extralegale voordelen en de toekenning van op aandelen gebaseerde verloning;
  • iii. de individuele beloning van bestuurders en leden van het Senior Leadership Team, inclusief variabele beloning en langetermijn aanmoedigingsprogramma's, al dan niet gerelateerd aan effecten, aandelenopties of andere financiële instrumenten, evenals ontslagvergoedingen (en de voorstellen die moeten worden gepresenteerd door de raad van bestuur aan de aandeelhouders), evenals de regelmatige beoordeling daarvan; en
  • iv. de jaarlijkse evaluatie van de prestaties van het Senior Leadership Team en het bereiken van Telenets strategie tegen de achtergrond van overeengekomen prestatiemaatstaven en doelstellingen.

De belangrijkste taken van het Remuneratie- en Nominatiecomité met betrekking tot benoeming zijn:

  • i. de periodieke evaluatie van de omvang en samenstelling van de raad van bestuur en het doen van relevante aanbevelingen aan de raad van bestuur met betrekking tot wijzigingen daaraan;
  • ii. de (her) benoeming van bestuurders en het opstellen van plannen voor de ordelijke opvolging van bestuurders, alsmede het leiden van het (her) benoemingsproces van bestuurders, onder meer door (i) het zoeken naar potentiële bestuurders en het voorstellen van potentiële kandidaten aan de raad van bestuur, (ii) het opstellen van een objectieve en professionele (her) benoemingsprocedure voor bestuurders, (iii) het doen van aanbevelingen met betrekking tot kandidaatbestuurders, en (iv) het maken voorstellen en aanbevelingen die door de raad van bestuur aan de aandeelhouders moet worden voorgelegd;
  • iii. de benoeming en opvolging van de leden van het Senior Leadership Team, inclusief de CEO, waardoor ook wordt gezorgd voor passende programma's voor talentontwikkeling en programma's om diversiteit in leiderschap te bevorderen; en
  • iv. het wervings- en retentiebeleid.

Het Remuneratie- en Nominatiecomité stelt verder het remuneratieverslag op dat moet worden opgenomen in de verklaring van deugdelijk bestuur. Het remuneratieverslag wordt door de raad van bestuur voorgelegd aan de jaarlijkse algemene aandeelhoudersvergadering.

Het Remuneratie- en Nominatiecomité is volledig samengesteld uit nietuitvoerende bestuurders, en bestaat uit drie leden. Twee van de leden zijn onafhankelijke bestuurders van de Vennootschap. De voorzitter van de raad van bestuur treedt ook op als voorzitter van het Remuneratieen Nominatiecomité. De leden van het Comité hebben ruime ervaring in de materie van bezoldiging, onder meer omdat ze in andere fases van hun carrières senior uitvoerende rollen in grote ondernemingen hebben opgenomen.

Het Remuneratie- en Nominatiecomité komt voldoende regelmatig bijeen om zijn taken effectief uit te voeren en minstens twee keer per jaar . De CEO neemt met raadgevende stem deel aan de vergaderingen van het comité wanneer het comité de vergoeding van de leden van het SLT bespreekt.

In het jaar afgesloten op 31 december 2019, kwam het Remuneratieen Nominatiecomité vijf keer samen, in aanwezigheid van de CEO (met uitzondering van aangelegenheden waar de CEO een belangenconflict had). Het Comité behandelde onder meer de evaluatie van de werking van de raad van bestuur en zijn relatie met het SLT, de bepaling van het remuneratiepakket van de CEO en het SLT, de samenstelling van de verschillende comités van de raad van bestuur, het hertekenen van Long Term Incentive Plan ("LTI") en de toekenning ervan aan de CEO, het SLT en geselecteerde werknemers van de Vennootschap.

De voorzitter van het Remuneratie- en Nominatiecomité rapporteert over de aangelegenheden die in het Remuneratie- en Nominatiecomité besproken worden na de vergadering aan de raad van bestuur en stelt de aanbevelingen van het Remuneratie- en Nominatiecomité voor aan de raad van bestuur voor besluitvorming.

8.5.5 Aanwezigheid

Hieronder vindt u een overzicht van aanwezigheden op de vergaderingen van de raad van bestuur en de vergaderingen van de comités. In dit overzicht zijn alle vergaderingen opgenomen (dus niet enkel de jaarlijks vooraf geplande vergaderingen).

Naam Raad van Bestuur (9) Audit- en Risicocomité (6) Remuneratie- en
Nomintatiecomité (5)
Bert De Graeve (IDw Consult BV) 9 van (9) VZ 5 van (5) VZ
John Porter 6 van (9)
Jo Van Biesbroeck (JoVB BV) 9 van (9) 6 van (6) VZ 5 van (5)
Christiane Franck 9 van (9) 6 van (6)
Charles H. Bracken 8 van (9)
Diederik Karsten* N/A
Manuel Kohnstamm 8 van (9)
Enrique Rodriguez** 5 van (5)
Severina Pascu 5 van (9) 2 van (6)
Amy Blair 7 van (9) 4 van (5)
André Sarens (waarnemer) 9 van (9) 6 van (6)

VZ: Voorzitter

* De heer Diederik Karsten heeft ontslag genomen van de raad van bestuur van Telenet Group Holding NV met ingang vanaf 15 februari 2019.

**De heer Enrique Rodriguez is benoemd tot bestuurder van Telenet Group Holding NV op de algemene vergadering van aandeelhouders van 24 april 2019.

8.5.6 Toepassing van de wettelijke regels inzake belangenconflicten

8.5.6.1 Belangenconflicten in de zin van artikel 7:96 van het Belgisch Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen / artikel 523 van het (vroegere) Wetboek van vennootschappen

Tijdens de vergadering van de raad van bestuur van 12 februari 2019, werd artikel 7:96 (voormalig artikel 523) van het Belgisch Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen toegepast.

Tijdens de vergadering van 12 februari 2019 besprak de raad van bestuur onder meer de bonus en verdienste van de CEO en het behalen van de prestatiecriteria 2018 onder het Telenet Prestatieaandelenplan 2016 voor het SLT (met inbegrip van de CEO). De notulen van deze vergadering vermelden hierover het volgende:

"Voorafgaand aan de rapportering van de besprekingen binnen het Remuneratie- en Nominatiecomité van 11 februari 2019, en de beraadslaging en beslissing met betrekking tot bepaalde van deze onderwerpen (in het bijzonder wat betreft (i) de bepaling van de bonus en verdienste van de CEO en (ii) het behalen van de prestatiecriteria 2018 onder het Telenet Prestatieaandelenplan 2016 voor het SLT (met inbegrip van de CEO), informeerde Dhr John Porter (CEO en Managing Director) de Raad van Bestuur dat hij een (mogelijk) financieel belangenconflict heeft ten aanzien van deze beslissingen, zoals bedoeld in artikel 523 van het Belgische Wetboek van vennootschappen.

Dhr John Porter verklaart dat hij de commissaris van de Vennootschap zal inlichten omtrent dit belangenconflict. Hij verlaat dan de vergadering voor dit specifiek onderwerp op de agenda. De Voorzitter vraagt ook de andere leden van het Senior Leadership Team om de vergadering te verlaten voor de rapportering van het Remuneratie- en Nominatiecomité."

De voorzitter van het Remuneratie- en Nominatiecomité rapporteert omtrent de besprekingen gehouden omtrent de bepaling van de bonus en verdienste van de CEO tijdens de vergadering van het Remuneratieen Nominatiecomité gehouden op 11 februari 2019. Het Comité besloot:

  • dat de CEO de maximale bonus van 150% van zijn jaarlijkse remuneratie, m.n. een bonus van 938.385 EUR toegekend krijgt; en
  • de raad van bestuur te adviseren zulk bonusbedrag voor de CEO goed te keuren.

Na beraadslaging en met inachtname van de aanbeveling van het Remuneratie- en Nominatiecomité besluit de raad van bestuur voor zover nodig de bovenstaande besluiten van het Comité te bevestigen, goed te keuren en te bekrachtigen.

De voorzitter van het Remuneratie- en Nominatiecomité rapporteert omtrent de besprekingen gehouden omtrent het behalen van de prestatiecriteria 2018 onder het Telenet Prestatieaandelenplan 2016 voor het SLT (met inbegrip van de CEO) tijdens de vergadering van het Remuneratie- en Nominatiecomité gehouden op 11 februari 2019. Het Comité besloot:

  • dat de relevante prestatiecriteria voor het prestatiejaar 2018 resulteerden in een overschrijding onder het Telenet Prestatieaandelenplan 2016 (199%); en
  • de raad van bestuur te adviseren dit goed te keuren.

Na beraadslaging en met inachtname van de aanbeveling van het Remuneratie- en Nominatiecomité besluit de raad van bestuur voor zover nodig de bovenstaande besluiten van het Comité te bevestigen, goed te keuren en te bekrachtigen.

Tijdens de vergadering van 10 februari 2020 besprak de raad van bestuur onder meer de bonus en verdienste van de CEO. De notulen van deze vergadering vermelden hierover het volgende:

"Voorafgaand aan de rapportering van de besprekingen binnen het Remuneratie- en Nominatiecomité van 6 februari 2020, en de beraadslaging en beslissing met betrekking tot bepaalde van deze onderwerpen (in het bijzonder wat betreft de bepaling van de bonus en verdienste van de CEO, informeerde Dhr. John Porter (CEO en Managing Director) de Raad van Bestuur dat hij een (mogelijk) financieel belangenconflict heeft ten aanzien van deze beslissing, zoals bedoeld in artikel 7:96 (voormalig artikel 523) van het Belgische Wetboek van vennootschappen.

Dhr. John Porter verklaart dat hij de commissaris van de Vennootschap zal inlichten omtrent dit belangenconflict. Hij verlaat dan de vergadering voor dit specifiek onderwerp op de

agenda. De Voorzitter vraagt ook de andere leden van het Senior Leadership Team om de vergadering te verlaten voor de rapportering van het Remuneratie- en Nominatiecomité."

De voorzitter van het Remuneratie- en Nominatiecomité rapporteert omtrent de besprekingen gehouden omtrent de bepaling van de bonus en verdienste van de CEO tijdens de vergadering van het Remuneratieen Nominatiecomité gehouden op 6 februari 2020. Het Comité besloot:

  • dat de CEO de maximale bonus van 150% van zijn jaarlijkse remuneratie, m.n. een bonus van 948.591 EUR toegekend krijgt; en
  • de raad van bestuur te adviseren zulk bonusbedrag voor de CEO goed te keuren.

Na beraadslaging en met inachtname van de aanbeveling van het Remuneratie- en Nominatiecomité besluit de raad van bestuur voor zover nodig de bovenstaande besluiten van het Comité te bevestigen, goed te keuren en te bekrachtigen.

8.5.6.2 Belangenconflicten in de zin van artikel artikel 524 van het (vroegere) Wetboek van vennootschappen (artikel 7:97 van het Belgisch Wetboek van Vennootschappen en verenigingen)

Tijdens de vergadering van de raad van bestuur van 5 april 2019 werd artikel 524 van het Wetboek van vennootschappen (huidig artikel 7:97 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen) toegepast.

Op de vergadering van 5 april 2019 besprak de raad van bestuur onder meer een transactie bestaande uit het sluiten van een overeenkomst door Telenet Group NV en Telenet BV met Liberty Global B.V. waarbij het Horizon 4 video platform en de bijhorende Horizon Go applicatie, beschikbaar wordt voor Telenet, voornamelijk door middel van licenties.

Deze overeenkomst kwalificeert als een beslissing of verrichting die verband houdt met betrekkingen tussen een genoteerde vennootschap (en/of haar dochtervennootschappen) aan de ene kant, en vennootschappen die verbonden zijn met de genoteerde vennootschap, met uitzondering van betrekkingen tussen de genoteerde vennootschap en haar dochtervennootschappen, aan de andere kant, zoals uiteengezet in artikel 524 van het Wetboek van vennootschappen (heden artikel 7:97 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen).

De beslissing van het comité van onafhankelijke bestuurders luidt als volgt:

"Advies. Ondersteund door het verslag aangeleverd door de Onafhankelijk Expert, is het advies van het Comité dat de EOS Programma Term Sheet de Vennootschap voorwaarden biedt (inclusief, ter verduidelijking, financiële voorwaarden zoals prijs) die in overeenstemming met de marktpraktijk zijn, en de Vennootschap toelaten om, in haar vennootschapsbelang, haar doel te bewerkstelligen om aan haar klanten een videoplatform aan te bieden dat, in overeenstemming met haar entertainment strategie, high-end en rijk aan functionaliteiten is, ontwikkeld en verspreid is op grote schaal en voldoende flexibel is om toekomstbestendig te zijn. Vaststelling of de beslissing of verrichting al dan niet van aard is de vennootschap een nadeel te berokkenen dat, in het licht van het beleid dat de vennootschap voert, kennelijk onrechtmatig is. Na overweging van het bovenstaande en na beraadslaging, oordeelt het Comité dat de Voorgestelde Verrichting: (1) niet van aard is om de Vennootschap een nadeel te berokkenen dat, in het licht van het beleid dat de Vennootschap voert, kennelijk onrechtmatig is; en (2) het in het belang is van de Vennootschap en geen nadeel berokkent aan de Vennootschap dat niet gecompenseerd wordt door de voordelen voor de Vennootschap."

Het relevante deel van de notulen van de vergadering van de raad van bestuur luidt als volgt:

"Onder het EOS programma wordt voorgesteld dat Telenet een nieuw video entertainment platform en de bijhorende applicatie zou lanceren waarbij, in tegenstelling tot de huidige en vorige generaties ervan, Telenet niet zou optreden als de integrator van het platform, maar LG deze rol zou opnemen, door haar HZN 4 video platform en de bijhorende HZN Go applicatie, ontwikkeld, beheerd en geïntegreerd door LG, ter beschikking te stellen van Telenet (het EOS Programma). De voorwaarden voor de deelname van Telenet in zulk programma, zoals heden neergelegd in de Documentatie (...) en voorgelegd ter goedkeuring aan de Raad van Bestuur, vormen de Voorgestelde Verrichting.

(...)

"De Raad van Bestuur bevestigde ontvangst en begrip van het Advies en beraadslaagde en besloot omtrent de Voorgestelde Verrichting na het Advies en de inhoud ervan grondig door te nemen, alsook het te hebben besproken. De Raad van Bestuur deelt het Advies van het Comité, bijgestaan door de Onafhankelijk Expert: "Ondersteund door het verslag aangeleverd door de Onafhankelijk Expert, is het advies van het Comité dat de EOS Programma Term Sheet de Vennootschap voorwaarden biedt (inclusief, ter verduidelijking, financiële voorwaarden zoals prijs) die in overeenstemming met de marktpraktijk zijn, en de Vennootschap toelaten om, in haar vennootschapsbelang, haar doel te bewerkstelligen om aan haar klanten een videoplatform aan te bieden dat, in overeenstemming met haar entertainment strategie, high-end en rijk aan functionaliteiten is, ontwikkeld en verspreid is op grote schaal en voldoende flexibel is om toekomstbestendig te zijn.

Na overweging van het bovenstaande en na beraadslaging, oordeelt het Comité dat de Voorgestelde Verrichting: (i) niet van aard is om de Vennootschap een nadeel te berokkenen dat, in het licht van het beleid dat de Vennootschap voert, kennelijk onrechtmatig is; en (ii) het in het belang is van de Vennootschap en geen nadeel berokkent aan de Vennootschap dat niet gecompenseerd wordt door de voordelen voor de Vennootschap."

Na beraadslaging in overeenstemming met artikel 524 W.Venn. zoals hoger uitgezet, besloot de Raad van Bestuur zoals unaniem om de Voorgestelde Verrichting en de Documentatie goed te keuren."

Het besluit van het verslag van de commissaris luidt als volgt:

"Tot besluit verklaren wij dat dit nazicht niet resulteerde in bevindingen die een belangrijke invloed zouden kunnen hebben op de getrouwheid van de gegevens vermeld in het advies van het Comité van onafhankelijke bestuurders dd. 5 april 2019 en in de notulen van de Raad van Bestuur dd. 5 april 2019. Onze opdracht werd uitsluitend uitgevoerd in het kader van de bepalingen van art. 524 van het Wetboek van vennootschappen en ons verslag kan daardoor geenszins gebruikt worden in een andere context."

8.5.7 Toelichtingen bij de maatregelen genomen om in overeenstemming te zijn met de wetgeving in verband met handel met voorkennis en marktmanipulatie (marktmisbruik)

De rechtsgrond voor de regelgeving inzake marktmisbruik van toepassing op Telenet en haar stakeholders bestaat voornamelijk uit Verordening Nr. 596/2014 betreffende marktmisbruik (de Verordening Marktmisbruik) samen met de regelgeving ter uitvoering ervan en toepasselijke ESMA- en FSMA-richtlijnen (de Regelgeving inzake Marktmisbruik). Een belangrijk concept in het kader van de Verordening Marktmisbruik betreft "Voorkennis". Voor Telenet betreft dit informatie betreffende de Telenet Group of de effecten en schuldinstrumenten van Telenet welke concreet is, niet openbaar is gemaakt en die, indien zij openbaar zou worden gemaakt, een significante invloed zou kunnen hebben op de koers van de effecten of schuldinstrumenten van Telenet (of de prijs van gerelateerde afgeleide financiële instrumenten).

Telenet heeft de Regelgeving inzake Marktmisbruik geïmplementeerd via haar Dealing Code (zoals van tijd tot tijd gewijzigd) welke beschikbaar wordt gesteld aan alle werknemers, tijdelijk personeel, bestuursleden, managers, consultants en adviseurs van de Telenet Groep, evenals aan beleggers door middel van de website van Telenet bestemd voor investeerders (https://investors.telenet.be). De Dealing Code strekt ertoe dat personen die op enig moment in het bezit zijn van Voorwetenschap , geen misbruik maken van Voorkennis, en zich niet verdacht maken aan dergelijk misbruik (bijvoorbeeld door aandelen of andere effecten van Telenet op basis van Voorkennis te kopen of verkopen) en om ervoor te zorgen dat deze personen de vertrouwelijkheid van dergelijke Voorkennis handhaven en zich onthouden van marktmanipulatie. De Dealing Code bevat verder ook specifieke regels die van toepassing zijn op de leden van de raad van bestuur en het Senior Leadership Team, alsook op met hun nauw gelieerde personen en juridische entiteiten.

De Vennootschap heeft ervoor gezorgd dat de Dealing Code, samen met ondersteunend trainingsmateriaal, beschikbaar is voor alle werknemers, tijdelijke medewerkers, leden van de raden van bestuur (of gelijkwaardig), managers, consultants en adviseurs van de Telenet Groep. Daarnaast organiseert Telenet regelmatig trainingssessies voor personen die mogelijk in het bezit kunnen komen van Voorkennis om verder te zorgen voor naleving van de regels en voorschriften inzake marktmisbruik en de Dealing Code.

Verder zijn er overeenkomstig met het permanente beleid van Telenet informatiebarrières voorzien. Dit beleid is bedoeld om ervoor te zorgen dat vertrouwelijke informatie die mogelijk als voorkennis kan worden gekwalificeerd, alleen bekend is aan personen die:

  • rechtstreeks betrokken bij de relevante kwestie; of
  • verantwoordelijk zijn voor het vaststellen of een verplichting tot het bekendmaken van de informatie is ontstaan en/of het bepalen of een dergelijke openbaarmaking kan worden uitgesteld.

Bovendien zijn alle personen waaraan enige vertrouwelijke informatie die mogelijks als Voorwetenschap kan kwalificeren wordt toevertrouwd in de normale uitoefening van hun tewerkstelling, beroep of functie gebonden door een geheimhoudingsplicht, hetzij op wettelijke basis, op basis van voorschriften, een contract of op enige andere wijze.

Tevens wordt iedere verhandeling van effecten in Telenet door personen met leidinggevende verantwoordelijkheden en de hiermee nauw verbonden personen zo snel mogelijk gemeld aan de FSMA, evenals aan de General Counsel als compliance officer die verantwoordelijk is voor het toezicht op de naleving van de regels en voorschriften inzake marktmisbruik en de Telenet Dealing Code.

Tot slot maakt de Vennootschap gebruik van gespecialiseerde software voor het aanmaken, bijhouden en rapporteren aan de FSMA van (i) logboeken van gebeurtenissen die mogelijks als voorwetenschap kunnen kwalificeren, alsook (ii) lijsten van personen waaraan enige vertrouwelijke informatie die mogelijks als voorwetenschap kan kwalificeren wordt toevertrouwd.

De Telenet Dealing Code werd voor het laatst herzien op 13 december 2017.

8.6 Dagelijks bestuur

8.6.1 Algemeen

De CEO is verantwoordelijk voor het dagelijkse bestuur van de Vennootschap. De CEO wordt daarin bijgestaan door het uitvoerend management (het Senior Leadership Team of "SLT"), waarvan hij de voorzitter is, en dat geen directiecomité is in de zin van artikel 7:104 (voormalig artikel 524bis) van het Belgisch Wetboek van vennootschappen.

De heer John Porter werd benoemd als CEO van de Vennootschap op 1 april 2013. Op 31 december 2019 telde het SLT 4 vrouwen.

Op 31 december 2019 was het SLT samengesteld als volgt:

Naam Geboor
tejaar
Functie
John Porter 1957 Chief Executive Officer
Erik Van den
Enden
1978 Chief Financial Officer
Luc Machtelinckx* 1962 Executive Vice President - General
Counsel
Micha Berger 1970 Chief Technology Officer
Patrick Vincent 1963 Chief Transformation Officer
Jeroen Bronselaer 1978 Senior Vice President Residential
Marketing
Martine Tempels 1961 Senior Vice President Telenet Business
Claudia Poels* 1967 Senior Vice President Human Resources
Dieter Nieuwdorp 1975 Senior Vice President Strategy &
Corporate Development
Ann Caluwaerts 1966 Chief Corporate Affairs
Benedikte
Paulissen
1969 Chief Customer Officer

* De heer Luc Machtelinckx en mevrouw Claudia Poels zullen geen deel meer uitmaken van het Senior Leadership Team met ingang vanaf 31 maart 2020.

De Chief Executive Officer kan, binnen de perken van het dagelijkse bestuur, de Vennootschap alléén verbinden en voor bepaalde bevoegdheden die hem zijn verleend door de raad van bestuur. Daarnaast zijn er door de raad van bestuur aan bepaalde personen binnen de Telenet groep specifieke bevoegdheden gegeven. De laatste delegatie van bevoegdheden is bekendgemaakt in de Bijlagen bij het Belgisch Staatsblad op 28 februari 2020.

8.6.2 Belangenconflicten

Overeenkomstig het Corporate Governance Charter hebben de leden van de SLT de plicht om de belangen van Telenet boven hun eigen belangen te stellen en te vermijden enige acties te ondernemen, bepaalde posities te verdedigen of bepaalde belangen na te streven, als dit in strijd zou zijn, of de indruk zou geven in strijd te zijn, met de belangen van Telenet. Wanneer de leden van het SLT een beslissing nemen, houden zij hierbij geen rekening met hun potentiële persoonlijke belangen en onthouden ze zich van zakelijke opportuniteiten die bestemd zijn voor Telenet in hun eigen voordeel te gebruiken.

Leden van het SLT zijn verplicht de CEO te informeren over elk belangenconflict dat naar hun mening hun beoordelingsvermogen zou kunnen aantasten. De CEO stelt op zijn beurt de voorzitter van de raad van bestuur hiervan in kennis.

Indien er enige transacties en / of zakelijke relaties tussen leden van de SLT en een of meer bedrijven van de Telenet Group zouden plaatsvinden, zullen dergelijke transacties en / of zakelijke relaties in ieder geval onder normale marktvoorwaarden moeten plaatsvinden.

Leden van de SLT die het lidmaatschap van een bestuursorgaan in een rechtspersonen buiten de Telenet Groep willen aanvaarden, zullen het Telenet-beleid inzake bijkomende externe functies naleven. Dit beleid vereist dat leden van het SLT de voorafgaande goedkeuring van het Remuneratie- en Benoemingscomité verkrijgen alvorens een dergelijk mandaat of deze functie te aanvaarden. Bij het nemen van haar beslissing, zal het Remuneratie- en Benoemingscommissie onder andere de afweging maken en de mogelijkheden overwegen voor het lid van het SLT om zich verder professioneel te ontwikkelen tegen de mogelijke tijdsdruk en belangenconflicten die zich hierbij kunnen voordoen.

8.6.3 Biografieën van de leden van het Senior Leadership Team

De volgende paragrafen geven biografische informatie weer over de huidige leden van het Senior Leadership Team van de Vennootschap:

John Porter, Chief Executive Officer

John Porter is de Chief Executive Officer van Telenet. Het bedrijf streeft ernaar de leider te zijn op het vlak van geconvergeerde en geconnecteerde entertainment- en bedrijfsoplossingen in België. Als CEO is de heer Porter verantwoordelijk voor de dagelijkse activiteiten van Telenet. Alvorens Telenet te vervoegen in 2013, was hij CEO van AUSTAR United Communications, op dat ogenblik een dochtervennootschap van Liberty Global en een Australisch beursgenoteerd bedrijf, een toonaangevende leverancier van betaaltelevisie en gerelateerde producten in regionaal Australië. Hij bekleedde deze functie tot AUSTAR werd overgenomen door Foxtel, een joint venture tussen News Corporation en Telstra, in mei 2012. De heer Porter leidde de groei van Austar sinds de oprichting en werd er CEO bij de beursgang van het bedrijf in 1999. Daarvoor was de heer Porter Chief Operating Officer Azië Pacific voor een voorganger van het latere Liberty Global. Van 1989 tot 1994 was John Porter President van de Ohio divisie van Time Warner Communications. Hij begon zijn carrière bij Group W Broadcasting and Cable, als directeur Government Relations voor hij General Manager werd van Westinghouse Cable Systems in Texas en Alabama. Tot eind 2019 was de heer Porter Voorzitter van de raad van bestuur van Enero, een gediversifieerd marketing services bedrijf. De heer Porter behaalde het diploma Bachelor of Arts aan het Kenyon College en studeerde Political Economy aan de universiteit van Zagreb.

Erik Van Den Enden, Chief Financial Officer

Erik Van den Enden, CFO van Telenet sinds augustus 2018, heeft meer dan 15 jaar financiële ervaring in de fast moving consumer goods - en telecomsector. Hij heeft een brede achtergrond in financieel management en vulde de afgelopen jaren topposities in voor strategische en financiële planning, controlling, treasury en risk management. Erik werkte als Vice-President "Finance Transformation and Carve-Outs" voor AB InBev. Daarbij leidde hij de wereldwijde integratie en transformatie van SAB Miller's financiële processen en was hij verantwoordelijk voor de opvolging van het synergieprogramma als gevolg van de overname van SAB Miller. Eerder was Erik de drijvende kracht achter het uitwerken en implementeren van een nieuwe strategie voor de Europese markt van AB InBev, waardoor vanaf 2015 terug aangeknoopt kon worden met omzetgroei. Voor hij in 2007 startte bij AB InBev, werkte Erik Van den Enden drie jaar bij Telenet, als Interconnect Manager en Product Manager internet en telefonie voor residentiële diensten.

Erik Van den Enden is Burgerlijk Ingenieur Elektronica (KU Leuven) en behaalde ook een Master in General Management aan Vlerick

Luc Machtelinckx, Executive Vice President en General Counsel

Luc Machtelinckx trad in dienst bij Telenet als Directeur Juridische Zaken in februari 1999. In deze functie was hij nauw betrokken bij de eerste commerciële stappen alsook de verdere ontwikkeling van het telefonieen internetaanbod van Telenet. Na de overname van de kabelactiviteiten van de gemengde intercommunales, heeft de heer Machtelinckx zich gespecialiseerd in kabeltelevisie en meer specifiek een belangrijke rol gespeeld in het iDTV project. Op 1 januari 2007 werd de heer Machtelinckx benoemd tot Vice President en General Counsel, vanaf januari 2008 is hij benoemd als Senior Vice President en General Counsel. Sinds april 2009 werd hij benoemd tot Executive Vice President en General Counsel. Voor hij Telenet vervoegde werkte de heer Machtelinckx gedurende 11 jaar bij Esso Benelux in diverse juridische en HR functies alsook drie jaar bij BASF Antwerpen als Legal Manager en als Communication Manager.

Micha Berger, Chief Technology Officer

Micha Berger trad in juli 2013 in dienst bij de Telenet groep als Chief Technology Officer ("CTO"). In die functie leidt hij het Technology en Innovation Team bij Telenet, is hij verantwoordelijk voor Mobile en HFC Network Build en expansies, Network Operations voor de HFC en Mobile services, Field Operations, Converged Fixed & Mobile Engineering and Innovations. Ook is hij verantwoordelijk voor het leveren van Telenet diensten zoals video platform, … Mr. Berger leidt ook verschillende programma's zodat Telenet toonaangevend blijft op gebied van superieure connectiviteit met een geconvergeerd vast en mobiel netwerk. Op 1 juli 2013 trad hij eveneens toe tot het Senior Leadership Team van de Vennootschap en rapporteert hij rechtstreeks aan de CEO van de Vennootschap. De heer Berger werkte sinds 2006 voor Liberty Global, eerst als Manager van het Engineering Department bij UPC Nederland. Sinds 2010 was hij als Vice President bij Liberty Global verantwoordelijk voor de Horizon Next Generation digitale televisie-ontwikkeling en product uitrol. Daarvoor deed de heer Berger zijn eerste ervaring in de kabelindustrie op bij HOT Israël, waar hij onder meer verantwoordelijk was voor de ontwikkeling van het interactieve digitale serviceplatform en de uitrol van video-on-demand.

Patrick Vincent, Chief Transformation Officer

Patrick Vincent trad in dienst bij Telenet in september 2004 als Customer Service & Delivery Director. In 2007 werd hij EVP Sales & Customer Operations. In 2013 werd hij benoemd tot Chief Customer Officer. Sinds 2015 is hij Chief Transformation Officer, verantwoordelijk voor de integratie van Base en SFR, inclusief het begeleiden van operationele modellen, digitale transformatie en nieuwe manieren van werken. De heer Vincent begon zijn carrière in 1989 in de voedingsindustrie bij NV Huyghebaert waar hij Business Unit Manager was voor de cash & carry divisie. Van 1994 tot 1998 was hij verantwoordelijk voor de verkoopsafdeling en in 1998 werd hij bevorderd tot commercieel directeur. Van 2000 tot 2004 werkte hij bij Tech Data, een bedrijf dat zich specialiseerde in IT-distributie en diensten, als Directeur Verkoop voor België en Luxemburg. In 2002 werd hij er benoemd tot Country Manager voor België en Luxemburg.

Jeroen Bronselaer, Senior Vice President Residential Marketing

Jeroen Bronselaer vervoegde de Telenet Group in september 2010 en was eerst verantwoordelijk voor de onderhandelingen en relaties met omroepen en content leveranciers. Later heeft hij bredere functies waargenomen bij het leiden van de premium sport en de filmkanalen van Telenet en hij werd benoemd tot Vice President Product Entertainment, verantwoordelijk voor het volledige entertainment portfolio van Telenet. In september 2015 vervoegde Jeroen het Senior Leadership Team als Senior Vice President Residential marketing. Alvorens hij de Telenet Group vervoegde, werkte Jeroen Bronselaer voor de Vlaamse publieke omroep VRT, alwaar hij begon als tv-producent maar snel evolueerde naar meer bedrijfsgerichte functies binnen het Media departement van de VRT. Jeroen Bronselaer behaalde een Master diploma als Handelsingenieur en een Postgraduaat diploma in Communicatie aan de KU Leuven.

Martine Tempels, Senior Vice President Telenet for Business

Martine Tempels begon haar carrière bij de Telenet Group in januari 2009. Zij is verantwoordelijk voor de business-to-business divisie van de Telenet Groep en vervoegde het Senior Leadership Team in oktober 2010. Mevr. Tempels begon haar carrière in de IT-sector bij NCR (AT&T) en verhuisde in 1996 naar EDS om bijkomende verantwoordelijkheden als Business Unit Manager voor de financiële en commerciële sector op te nemen. In 2007 werd Mevr. Tempels benoemd tot Application Service Executive voor de Noordelijke en Centrale regio EMEA. Mevr. Tempels behaalde een Master in Economie en Bedrijfsleven aan de Vrije Universiteit Brussel.

Claudia Poels, Senior Vice President Human Resources

Claudia Poels trad in dienst bij Telenet in mei 2008 als Vice President Human Resources. Sinds 15 juni 2009 maakt zij deel uit van het Senior Leadership Team als Senior Vice President Human Resources. Voor zij de Telenet Groep vervoegde, werkte mevrouw Poels sinds 1992 bij EDS, waar zij ruime ervaring opdeed in verschillende human resources disciplines. In 2002 werd mevrouw Poels gepromoveerd tot HR Directeur van de Belgische en Luxemburgse entiteit en in 2006 werd zij HR Operations Directeur voor Noord Europa. Mevr. Poels behaalde een Master in de Rechten aan de KU Leuven en een DEA & DESS diploma in Europees Recht aan de Université Nancy II (Frankrijk)

Dieter Nieuwdorp, Senior Vice President Strategy & Corporate Development

Dieter Nieuwdorp vervoegde het SLT op 1 mei 2014 als Senior Vice President Strategy & Corporate Development. Naast de ontwikkeling van de algemene strategie van Telenet, omvat zijn functie ook de structurering van M&A-transacties en andere partnerships. Hij leidt eveneens het Telenet Innovatie Center en hij beheert de CEO Office. Hij is ook bestuurder bij verschillende vennootschappen binnen de Telenet groep.De heer Nieuwdorp trad in dienst bij Telenet in 2007 als Corporate Counsel en Corporate Secretary en in 2010 werd hij benoemd tot VP Corporate Counsel & Insurance. Hij begon zijn carrière in 1998 als advocaat bij Loeff Claeys Verbeke (later Allen & Overy). De heer Nieuwdorp behaalde een Master in de Rechten aan de Katholieke Universiteit Leuven en een LL.M aan de University of Pennsylvania Law School.

Ann Caluwaerts, Chief Corporate Affairs

Ann Caluwaerts, Chief Corporate Affairs, heeft meer dan 25 jaar ervaring in de wereldwijde telecom en lokale media industrie. Alvorens te starten bij Telenet, heeft ze ervaring opgedaan bij BT en Lernout & Hauspie Speech Products. Haar deskundigheid is hoofdzakelijk gericht op strategische communicatie, regelgeving, strategieontwikkeling, change management, stakeholder management alsook managing P&L's. Bij Telenet is zij momenteel verantwoordelijk voor zowel de groothandel-divisie als de afdelingen communicatie en regelgeving. Ann behaalde het diploma Burgerlijk Ingenieur (KUL) en volgende verschillende opleidingen o.a. aan INSEAD, de London Business School, Colombia University en Guberna Zij geeft regelmatig voordrachten op conferenties en academische organisaties.

Benedikte Paulissen, Chief Customer Officer

Benedikte Paulissen volgde een opleiding Toegepaste Economie aan de KU Leuven en behaalde een postgraduaat diploma in Europees recht aan de UCL. Ze werkte eveneens voor Flanders Technology International, een non-profitorganisatie opgericht door de Vlaamse overheid ter bevordering van de technologie, innovatie en wetenschap. In 1998 is zij overgestapt naar Telenet, waar ze werkte op het departement communicatie en de afdeling marketing om Telenet bij het algemene publiek te promoten. In 2004 werd zij verantwoordelijk voor alle rechtstreekse verkoopkanalen zoals de televerkoop en de verkoop via onrechtstreekse verkoopkanalen zoals eigen winkels, verdelers en Telenet Centra. Vanaf 2011 werd zij tevens verantwoordelijk voor alle activiteiten van de klantendienst. De laatste jaren is zij ook de drijvende kracht achter de digitale transformatie en customer centric experience.

8.7 Remuneratieverslag

8.7.1 Vergoeding van bestuurders

De algemene vergadering van aandeelhouders van de Vennootschap keurde de principes voor vergoeding van de niet-uitvoerende bestuurders goed tijdens de algemene vergaderingen van 28 april 2010, 24 april 2013, 29 april 2015, 27 april 2016 en 26 april 2017. De vergoeding van de onafhankelijke bestuurders is als volgt: Een vaste jaarlijkse vergoeding voor de voorzitter van de raad van bestuur van €120.000, een zitpenning voor de onafhankelijke bestuurders voor de vergaderingen van de raad van bestuur van € 3.500, maar met een maximum van € 24.500 per jaar, een zitpenning van € 4.000 per vergadering voor de voorzitter van het Audit- en Risicocomité, een zitpenning voor de andere onafhankelijke bestuurders die zetelen in het Audit- en Risicocomité van € 3.000 per vergadering, en een zitpenning voor de onafhankelijke bestuurders die zetelen in het Remuneratie- en Nominatiecomité van € 2.000 per vergadering.

Alle niet-uitvoerende bestuurders ontvangen een jaarlijkse vaste vergoeding, verhoogd met zitpenningen per bijgewoonde vergadering van de raad van bestuur. Alle bestuurders, met uitzondering van de CEO, de voorzitter van de raad van bestuur en de bestuurders benoemd op voordracht van de Liberty Global Group, ontvangen een jaarlijkse vaste vergoeding van € 45.000 elk. De bestuurders benoemd op voordracht van de Liberty Global Group ontvangen een jaarlijkse vaste vergoeding van € 12.000 elk. Voor iedere vergadering van de raad van bestuur die ze bijwonen, ontvangen ze zitpenningen voor een bedrag van € 2.000. De vergoeding die de onafhankelijke bestuurders per bijgewoonde vergadering ontvangen is hierboven toegelicht. De jaarlijkse vaste vergoedingen zijn enkel verschuldigd indien de bestuurder tenminste de helft van de geplande vergaderingen van de raad van bestuur bijwoont. De onafhankelijke bestuurders ontvangen een vergoeding voor de vergaderingen van de comités.

De waarnemer bij de raad van bestuur van Telenet wordt op dezelfde wijze vergoed als de onafhankelijke bestuurders van de Vennootschap maar ontvangt geen zitpenning voor deelname aan de comitévergaderingen.

De CEO, die de enige uitvoerende bestuurder is, ontvangt geen vergoeding voor de uitoefening van zijn mandaat als bestuurder van de Vennootschap.

Voor het jaar afgesloten op 31 december 2019, belopen de vergoedingen aan bestuurders (en de waarnemer) in totaal € 459.000 voor de Vennootschap (zie overzichtstabel hieronder voor individuele vergoedingen).

Op aanbeveling van het Remuneratie- en Nominatiecomité heeft de Vennootschap vooralsnog unaniem besloten om geen prestatiegerelateerde vergoedingen, aandelen of andere effecten uitgegeven door Telenet, noch opties, bonussen, vergoedingen, voordelen in natura of pensioenplannen toe te kennen aan haar bestuurders.

Rekening houdend met de samenstelling van de raad van bestuur (bestaande uit één uitvoerend bestuurder, drie onafhankelijke nietuitvoerende bestuurders en vijf niet-uitvoerende bestuurders benoemd op voorstel van de meerderheidsaandeelhouder van de Vennootschap), werd op aanbeveling van het Remuneratie- en Nominatiecomité besloten om de aanbeveling uiteengezet in principe 7.6 van de Corporate Governance Code 2020 niet toe te passen op de Vennootschap. Hoewel de Vennootschap streeft naar de afstemming van belangen van al haar bestuurders, is zij van oordeel dat het aanhouden van effecten in de vennootschap door niet-uitvoerende bestuurders aanleiding kan geven tot een debat over een (schijnbaar) belangenconflict, en dit ongeacht de gegrondheid van een dergelijk debat. Hoewel de raad van bestuur niet gelooft dat het houden van effecten in de Vennootschap door bestuurders aanleiding geeft tot een dergelijk belangenconflict , streeft de raad van bestuur naar snelheid en eenvoud in een snel veranderende omgeving zoals diegene waarin de Vennootschap actief is en wenst ze niet dat iedere besluitvorming door de raad van bestuur wordt vertraagd ingevolge dergelijke aanvullende debatten. De raad van bestuur zal deze regelmatig evalueren.

Overeenkomstig de Belgische wetgeving worden gegevens van (transacties in) aandelenopties en aandelen die gehouden worden door bestuurders (of personen die nauw met hen verbonden zijn of vennootschappen die zij volledig controleren) gemeld aan de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten.

U vindt hieronder een overzicht van de individuele vergoedingen, betaald in 2019, van elke bestuurder en van de waarnemer bij de raad van bestuur.

Naam Vergoeding 2019
Bert De Graeve (IDw Consult BV) (VZ)** €144.500
John Porter
Christiane Franck** €69.500
Jo Van Biesbroeck ( JoVB BV)** €69.500
Charles H. Bracken €24.000
Diederik Karsten*** N/A
Amy Blair €24.000
Severina Pascu €18.000
Manuel Kohnstamm €26.000
Enrique Rodriguez €14.000
André Sarens (*) €69.500

VZ: Voorzitter - in functie vanaf 30/04/2014

(*): Waarnemer

(**): Vergoeding exclusief de vergoeding voor de bijgewoonde vergadering van van de comités

(***): Diederik Karsten nam ontslag uit de raad van bestuur van Telenet Group Holding NV met ingang vanaf 15 februari 2019 en ontvangt geen remuneratie voor 2019

De Vennootschap verwacht dat de principes voor vergoeding van de bestuurders van de Vennootschap de volgende twee boekjaren in lijn zullen blijven met de huidige principes van vergoeding.

8.7.2. Vergoeding van het Executive Management (Senior Leadership Team)

1. Algemene remuneratieprincipes

De bepaling en de evolutie van het remuneratiebeleid van de Vennootschap hangt nauw samen met de groei, de resultaten en het succes van de Vennootschap in haar geheel. Het remuneratiebeleid van de Vennootschap is gebaseerd op interne billijkheid en externe marktcompetitiviteit. Deze principes vinden we terug in HRtoepassingen zoals functieclassificaties, loopbaanpaden en externe benchmarking. De strategie van de Vennootschap stemt competitieve verloning af op de belangen van de aandeelhouders en andere belanghebbenden, en streeft naar een optimale balans tussen het aanbieden van competitieve salarissen en het vermijden van buitensporige vergoedingen, met een blijvende focus op prestaties en resultaten. Dit houdt in dat het beleid van de Vennootschap op periodieke wijze wordt herzien en aangepast waar nodig.

De Vennootschap streeft naar een optimale mix tussen verschillende onderdelen van het vergoedingspakket, dat bestaat uit elementen van vaste vergoeding en elementen van variabele vergoeding. Als voorbeelden hiervan kunnen we vermelden dat het beleid van de Vennootschap inzake aanvullende voordelen een goede sociale ondersteuning nastreeft inzake extralegaal pensioen en verzekeringen voor medische kosten, leven en invaliditeit. Alle werknemers van de Vennootschap kunnen genieten van kortingen of bijkomende voordelen op Telenet producten; en aandeelhouderschap van de Vennootschap wordt aangemoedigd via aandelenaankoopprogramma's voor werknemers en andere lange termijn aanmoedigingsplannen. Telenet ervaart dat dit uitgebalanceerd vergoedingsbeleid helpt om toptalent aan te trekken en te behouden.

Prestatiemanagement en het bereiken van resultaten is een ander ankerpunt in de totale remuneratiestrategie van de Vennootschap: het merendeel van de werknemers wordt geëvalueerd op en beloond in functie van (i) het behalen van individuele doelstellingen en/of doelstellingen voor de hele onderneming en (ii) hun functioneren conform het Competentie- en Leiderschapsmodel van de Vennootschap. In het vergoedingsbeleid van de Vennootschap speelt klantenloyaliteit (gemeten door een Net Promotor Score ("NPS") - zie verder hierna) een cruciale rol.

2. Remuneratieprincipes voor het uitvoerend management (Senior Leadership Team)

a) Algemeen

Het Remuneratie- en Nominatiecomité bereidt een voorstel voor m.b.t. de remuneratieprincipes en het vergoedingsniveau van de CEO en maakt dit voor akkoord over aan de raad van bestuur.

De Senior Vice President Human Resources bereidt een voorstel voor over de bepaling van de remuneratieprincipes en het remuneratieniveau van de leden van het SLT (uitgezonderd de CEO) en maakt dit over aan het Remuneratie- en Nominatiecomité. Het Remuneratie- en Nominatiecomité bespreekt dit voorstel (en brengt mogelijk wijzigingen aan), en maakt dit voor akkoord over aan de raad van bestuur.

Het remuneratiebeleid van de leden van het SLT is gebaseerd op interne billijkheid en externe marktcompetitiviteit. De Vennootschap probeert te verzekeren dat de remuneratie van het Senior Leadership Team bestaat uit een optimale mix van diverse remuneratie-elementen.

Elk lid van het SLT wordt vergoed in functie van (i) zijn of haar persoonlijk functioneren en (ii) vooraf overeengekomen doelstellingen (zowel individueel als op ondernemingsniveau), waardoor vergoedingen worden gekoppeld aan bedrijfs- en individuele prestaties en de belangen van de leden van de SLT worden afgestemd op de duurzame waardecreatie-doelstellingen van de Vennootschap. Voor het jaar afgesloten op 31 december 2019, was 100% van de bonussen van het management (uitgezonderd de CEO) afhankelijk van financiële en operationele doelstellingen, waarbij individuele en departementale doelstellingen de multiplier van de bonus bepaalden. Het functioneren van elk lid van het SLT wordt beoordeeld op basis van het Competentieen Leiderschapsmodel van de Vennootschap en klantenloyaliteit.

Overeenkomstig de Belgische wetgeving worden gegevens van (transacties in) aandelenopties en aandelen die gehouden worden door leden van het SLT (of personen die nauw met hen verbonden zijn of vennootschappen die zij volledig controleren) gemeld aan de FSMA in België.

b) Remuneratieprincipes voor de CEO

Het jaarlijkse remuneratiepakket van de CEO bestaat uit een vaste vergoeding, een variabele vergoeding, gestorte premies voor groepsverzekering en voordelen in natura.

De variabele vergoeding in geld van de CEO is afhankelijk van zijn algemene prestaties gedurende het jaar. Ieder jaar formuleert het Remuneratie- en Nominatiecomité een voorstel voor bonus en loon en legt dit voor ter goedkeuring aan de raad van bestuur. Voor 2019 stelde het Remuneratie- en Nominatiecomité voor aan de raad van bestuur om (i) een bonus in cash toe te kennen aan de CEO voor 2019 gelijk aan € 948.591, (ii) om zijn vaste vergoeding voor 2019 vast te leggen op € 630.000 op jaarbasis; (iii) om de maximale bonus in cash voor 2019 vast te leggen op 150% van zijn jaarlijkse vaste vergoeding voor 2019.

Er kan een op aandelen gebaseerde vergoeding toegekend worden aan de CEO. Voor details over de op aandelen gebaseerde vergoeding van de CEO (inclusief de op aandelen gebaseerde vergoeding ontvangen in 2019) wordt verwezen naar sectie 3 b) hierna.

c) Remuneratieprincipes voor de leden van het SLT(uitgezonderd de CEO)

De jaarlijkse remuneratie van de leden van het SLT (uitgezonderd de CEO) bestaat uit een vast loon (inclusief vakantiegeld en dertiende maand), een variabele vergoeding, gestorte premies voor groepsverzekering en voordelen in natura.

De Vennootschap zet de principes van variabele vergoeding uiteen in een algemeen beleid, omdat het gelooft dat er voldoende flexibiliteit moet kunnen zijn in de bepaling van de principes inzake variabele vergoeding in functie van wijzigende marktomstandigheden.

De variabele vergoeding in geld is afhankelijk van prestatiecriteria m.b.t. het relevante boekjaar. De bonus van elk lid van het SLT (uitgezonderd de CEO) was voor het prestatiejaar 2019 voor 100% afhankelijk van de financiële en operationele doelstellingen van de Vennootschap, een bijkomende multiplicator was gelinkt aan de individuele evaluatiescore gebaseerd op het realiseren van het beoogde succes van de individuele en departementale doelstellingen. Na advies van de CEO beslist het Remuneratie- en Nominatiecomité over het bereiken van de prestatiecriteria door ieder lid van het SLT als leider van hun departement en als individu.

Voor het jaar afgesloten op 31 december 2019, keurde de raad van bestuur een totale variabele remuneratie goed aan de CEO en de leden van het SLT, bestaande uit:

  • Een cash bonus afhankelijk van prestatiecriteria en doelstellingen over een periode van 1 jaar, beperkt tot een bepaald percentage van het respectieve basissalaris, en
  • Een lange termijn incentiveringsplan, zorgvuldig ontworpen op aanbeveling van het Nominatie- en Remuneratiecomité en binnen de grenzen van de bestaande aandelenoptieplannen goedgekeurd door de algemene aandeelhoudersvergadering, bestaande uit 1/3 aandelenopties, 1/3 prestatie-aandelen en 1/3 restricted shares (tijdelijk niet-overdraagbare aandelen):
    • De prestatie-aandelen bieden een potentiële toekenning van aandelen in de Vennootschap op basis van het behalen van belangrijke prestatieindicatoren over een periode van drie jaar. De Prestatie-Aandelen Plannen 2019, 2018 en 2016 voor leden van het SLT bevatten een bepaling met betrekking tot de terugvordering van variabele beloning toegekend in welbepaalde omstandigheden, waaronder bij aanpassingen aan de jaarrekening van de Vennootschap of ingeval van fraude. Geen van de andere op aandelen gebaseerde incentiveringsplannen van de Vennootschap, inclusief die met de CEO, hebben dergelijke terugvorderingskenmerken.
    • De aandelenoptieplannen voorzien in een theoretische toewijzing van aandelenopties in de Vennootschap over een periode van vier jaar, welke vesten aan een bepaald percentage per kwartaal. De individuele deelnemer is verplicht de totale belastingen op het volledige theoretische pakket te betalen bij toewijzing (grant). Vanwege de volatiliteit van het aandeel over de afgelopen jaren heeft de raad van bestuur besloten om een clausule op te nemen in de algemene voorwaarden van specifieke plannen die de deelnemer beschermt tot het bedrag van het potentiële fiscale verlies. Deze clausule kan alleen worden ingeroepen voor zover de deelnemer vijf jaar na de toekenningsdatum nog in dienst is bij Telenet. De Vennootschap wijkt hierbij mogelijkerwijze af van principe 7.11 van de Corporate Governance Code 2020, met als enig doel echter om de acceptatiegraad van de deelnemers te stimuleren en zo te verzekeren dat hun belangen zoveel mogelijk in lijn zijn met de langetermijnvisie van de Vennootschap.

The restricted shares zijn aandelenrechten die voorzien in een vesting periode van twee jaar, gevolgd door een verplichte aanhoudingsperiode van twee jaar alvorens ze beschikbaar worden voor de deelnemer.

Zie sectie 4.b) hieronder voor meer informatie hierover.

Ingevolge het ontwerp van het variabele verloningsplan bouwen de leden van de SLT een aandeelhouderschap in de Vennootschap op dat ten minste 1/3 van hun variabele beloning doorheen de loop der jaren vormt. Niettegenstaande dat in de praktijk een minimumdrempel voorhanden is voor wat betreft het aandeelhouderschap door de SLT-leden, wordt deze minimumdrempel niet uitgedrukt in een vast bedrag. Telenet wijkt daardoor mogelijkerwijze af van principe 7.9 van de Corporate Governance Code 2020 teneinde voldoende flexibiliteit te behouden voor het SLT om het hoofd te bieden aan bijzondere omstandigheden die zich van tijd tot tijd kunnen voordoen.

Met uitzondering van bepaalde prestatie-aandelenplannen en in afwijking van principe 7.12 van de Corporate Governance Code 2020, bevat de variabele beloning (cash bonus en lange termijn incentiveringsplannen) van de leden van de SLT, die allen werknemers zijn (behalve de CEO), geen bepalingen die de Vennootschap in staat stellen om betaalde variabele verloning terug te vorderen. Met name de toepasselijke arbeidsrechtelijke bepalingen staan niet toe dat de arbeidsovereenkomsten eenzijdig worden gewijzigd om terugvorderingsclausules in te voeren met betrekking tot de geldbonus. Met betrekking tot lange termijn incentiveringsplannen is de opzet van de plannen zodanig dat het Remuneratie- en Nominatiecomité van oordeel is dat aanvullende terugvorderingsclausules op dit ogenblik niet geschikt zijn.Telenet zal principe 7.12 van de Corporate Governance Code 2020 waar nodig verder evalueren.

Bijkomend zal de uitbetaling van de bonus in geld aan leden van het SLT onderworpen zijn aan het behalen van bepaalde vooraf bepaalde prestatiecriteria over één jaar. Wanneer aan deze prestatiecriteria wordt voldaan, zal de verworven cash bonus uitbetaald worden in het jaar volgend op het prestatiejaar. Alle prestatiecriteria worden vastgelegd door de CEO en het Remuneratie- en Nominatiecomité en gevalideerd door de raad van bestuur.

De algemene aandeelhoudersvergadering van de Vennootschap keurde de relevante bepalingen van dit vergoedingspakket goed op 27 april 2011 en april 2014, in overeenstemming met de bepalingen van de Wet van 6 april 2010.

3. Vergoeding van de CEO

a) Vergoeding in geld

De CEO van de Vennootschap werd de volgende vergoeding toegekend in het jaar afgesloten op 31 december 2019: (i) een vaste vergoeding van € 630.000, (ii) een variabele vergoeding van € 948.591 en (iii) voordelen in natura gewaardeerd op € 81.866. Zoals vermeld in sectie 8.7.1 wordt de CEO niet vergoed voor de uitoefening van zijn mandaat als bestuurder van de Vennootschap of van andere Telenet vennootschappen.

Het relatieve belang van deze componenten voor het jaar afgesloten op 31 december 2019 is het volgende: vaste vergoeding 37,9%, variabele vergoeding 57,1% en voordelen in natura 5%.

Deze op cash gebaseerde variabele verloning, samen met het relevante deel van de op aandelen gebaseerde variabele verloning onder de CEO SOP 2014, CEO SOP 2015, ESOP 2016, ESOP 2017 en ESOP 2018 (zie hieronder) en de prestatie-aandelen onder de PS 2016, PS 2018 en PS 2019 vormen de totale variabele verloning van de CEO in de zin van de wet van 6 april 2010, zoals goedgekeurd door de algemene vergadering van aandeelhouders van 27 april 2011.

Als gevolg van het ontwerp van het variabele verloningsplan, bouwt de CEO in de loop der jaren een aandeelhouderschap in de Vennootschap op, niettegenstaande dat niet wordt voorzien in een minimumdrempel uitgedrukt in een vast bedrag, waardoor mogelijkerwijze wordt afgeweken van principe 7.9 van de Corporate Governance Code 2020.

Met uitzondering van bepaalde prestatie-aandelenplannen en in afwijking van principe 7.12 van de Corporate Governance Code 2020, bevat de variabele vergoeding (cash bonus en lange termijn verloning) van de CEO geen bepalingen die de Vennootschap in staat stellen om betaalde variabele vergoeding terug te vorderen.

De voordelen in natura omvatten verzekeringen voor medische kosten, leven en invaliditeit, een bedrijfswagen en reiskostenvergoedingen tot bepaalde maximum bedragen op jaarbasis. Verder ontvangt de CEO een korting op Telenet producten en diensten die hij bestelt.

Hij ontvangt geen bonus in geld verbonden aan een prestatieperiode van meer dan één jaar.

b) Op aandelen gebaseerde vergoeding

Aandelenoptieplannen

Op 8 november 2013 werden 185.000 aandelenopties toegekend aan de CEO onder het CEO Aandelenoptieplan 2014 (het "CEO SOP 2014"). Deze aandelenopties zijn van contractuele aard om bestaande aandelen te verwerven, die de CEO het recht geven om bestaande aandelen van de Vennootschap te verwerven op een één-op- één-basis.

De looptijd van de aandelenopties bedraagt zeven jaar, en alle aandelenopties toegekend onder het CEO SOP 2014 vervallen op 26 juni 2020. De aandelenopties worden definitief verworven in 2 schijven, respectievelijk op 26 juni 2016 en 1 maart 2017, afhankelijk van het behalen van bepaalde prestatiecriteria. Alle aandelenopties die onder het CEO SOP 2014 definitief verworven worden, worden uitoefenbaar tijdens bepaalde uitoefenperiodes na 26 juni 2016.

De definitieve verwerving van de aandelenopties is gebaseerd op het verwezenlijken van bepaalde prestatiegebonden criteria over een periode van drie jaar, met inbegrip van het bereiken van een minimum niveau van Adjusted EBITDA. De jaarlijkse prestatiecriteria werden bepaald door het Remuneratie- en Nominatiecomité, in samenspraak met de CEO. Het Remuneratie- en Nominatiecomité stelde vervolgens vast of deze prestatiecriteria werden behaald. Aangezien de prestatiecriteria werden behaald voor 2014 en 2015, werd de eerste schijf van 138.750 aandelenopties definitief verworven op 26 juni 2016. De tweede schijf van 46.250 aandelenopties werd definitief verworven op 1 maart 2017.

Bij een wijziging van de controle over de Vennootschap, indien de aandelen van de Vennootschap niet langer worden genoteerd op een gereglementeerde markt of bij de start van een verplicht uitkoopbod op de aandelen van de Vennootschap, worden alle aandelenopties onmiddellijk en automatisch definitief verworven.

De CEO zal het algemeen belang van de Vennootschap in overweging nemen bij het uitoefenen van aandelenopties en / of het verkopen van de aandelen die zijn verkregen bij de uitoefening van aandelenopties.

Op 15 juli 2014 kreeg de CEO 180.000 aandelenopties onder het CEO Stock Option Plan 2014 bis ("CEO SOP 2014 bis"). Deze aandelenopties zijn opties van contractuele aard om bestaande aandelen te verwerven; zij geven de CEO het recht bestaande aandelen van de Vennootschap te verwerven, op een één-op-één-basis.

De duurtijd van de aandelenopties is vijf jaar; bijgevolg hebben alle aandelenopties die zijn toegekend onder het CEO SOP 2014 bis als vervaldatum 15 juli 2019. De aandelenopties zijn definitief verworven in drie schijven, respectievelijk op 15 juli 2015, 15 juli 2016 en 15 juli 2017, afhankelijk van het behalen van bepaalde prestatiecriteria. Alle aandelenopties die definitief verworven zijn ingevolge het CEO SOP 2014 bis zijn uitoefenbaar gedurende welbepaalde uitoefenperiodes vanaf 15 juli 2017.

De definitieve verwerving van de aandelenopties is gebaseerd op het verwezenlijken van bepaalde prestatiegebonden criteria over een periode van drie jaar, met inbegrip van het bereiken van een minimum niveau van Adjusted EBITDA. De jaarlijkse prestatiecriteria werden bepaald door het Remuneratie- en Nominatiecomité, in samenspraak met de CEO. Het Remuneratie- en Nominatiecomité stelde vervolgens vast of deze prestatiecriteria werden behaald. Aangezien de prestatiecriteria werden behaald voor 2014, 2015 en 2016, werd de eerste schijf van 45.000 aandelenopties definitief verworven op 15 juli 2016. De tweede schijf van 67.500 aandelenopties werd definitief verworven op 15 juli 2015 en de derde schijf van 67.500 aandelenopties werd definitief verworven op 15 juli 2017.

Bij een wijziging van de controle over de Vennootschap, indien de aandelen van de Vennootschap niet langer worden genoteerd op een gereglementeerde markt of bij de start van een verplicht uitkoopbod op de aandelen van de Vennootschap, worden alle aandelenopties onmiddellijk en automatisch definitief verworven.

De CEO zal het algemeen belang van de Vennootschap in overweging nemen bij het uitoefenen van aandelenopties en / of het verkopen van de aandelen die zijn verkregen bij de uitoefening van aandelenopties.

Op 13 maart 2015 ontving de CEO 180.000 aandelenopties ingevolge het CEO Aandelenoptieplan 2015 ("CEO SOP 2015"). Deze aandelenopties zijn opties van contractuele aard om bestaande aandelen te verwerven; zij geven de CEO het recht om bestaande aandelen van de Vennootschap, op een één-op-één-basis, te verwerven.

De duurtijd van de aandelenopties is vijf jaar; bijgevolg hebben alle aandelenopties die zijn toegekend onder het CEO SOP 2015 als vervaldatum 13 maart 2020. De aandelenopties zijn definitief verworven in drie schijven, respectievelijk op 13 maart 2016, 13 maart 2017 en 13 maart 2018, steeds afhankelijk van het behalen van bepaalde prestatiecriteria. Alle aandelenopties die definitief verworven zijn ingevolge het CEO SOP 2015 zijn uitoefenbaar gedurende welbepaalde uitoefenperiodes vanaf 13 maart 2018.

De definitieve verwerving van de aandelenopties onder CEO SOP 2015 is gebaseerd op het verwezenlijken van bepaalde prestatiecriteria. De jaarlijkse prestatiecriteria werden bepaald door het Remuneratie- en Nominatiecomité, in samenspraak met de CEO.

De prestatiegebonden voorwaarden hebben betrekking op de Operationele Cash Flow onder US GAAP van de Telenet Group op een geconsolideerde basis. Op 10 februari 2015 heeft het Remuneratie- en Nominatiecomité bepaald dat de prestatiecriteria voor 2015 behaald waren, hetgeen resulteert in de definitieve verwerving van een eerste schijf van 55.000 aandelenopties op 13 maart 2016. Op 14 februari 2017 heeft het Remuneratie- en Nominatiecomité bepaald dat de prestatiecriteria voor 2015 en 2016 behaald waren, hetgeen resulteert in de definitieve verwerving van een tweede schijf van 63.000 aandelenopties op 13 maart 2017. Op 7 februari 2018 heeft het Remuneratie- en Nominatiecomité bepaald dat de prestatiecriteria voor 2015, 2016 en 2017 behaald waren, hetgeen resulteert in de definitieve verwerving van 62.000 aandelenopties op 13 maart 2018.

Bij een wijziging van de controle over de Vennootschap worden alle aandelenopties onmiddellijk en automatisch definitief verworven.

De CEO zal het algemeen belang van de Vennootschap in overweging nemen bij het uitoefenen van aandelenopties en / of het verkopen van de aandelen die zijn verkregen bij de uitoefening van aandelenopties.

Op 15 april 2016 heeft de CEO 244.209 aandelenopties verworven onder het ESOP 2016 plan ("ESOP 2016") (zie ook 8.3.1). Deze aandelenopties zijn contractueel van aard om reeds bestaande aandelen te verwerven en waarbij de CEO het recht heeft reeds bestaande aandelen van de Vennootschap te verwerven op een één-op-één basis.

De duurtijd van de aandelenopties is vijf jaar; bijgevolg hebben alle aandelenopties die zijn toegekend onder het ESOP 2016 plan als vervaldatum 15 april 2021. De aandelenopties zijn definitief verworven in kwartaaltermijnen.

Op 8 juni 2017 heeft de CEO 177.680 aandelenopties verworven onder het ESOP 2017 plan ("ESOP 2017") (zie ook 8.3.1). Deze aandelenopties zijn contractueel van aard om reeds bestaande aandelen te verwerven en waarbij de CEO het recht heeft reeds bestaande aandelen van de Vennootschap te verwerven op een één-op-één basis.

De duurtijd van de aandelenopties is vijf jaar; bijgevolg hebben alle aandelenopties die zijn toegekend onder het ESOP 2017 plan als vervaldatum 8 juni 2022. De aandelenopties zijn definitief verworven in kwartaaltermijnen.

Op 6 juni 2018 heeft de CEO 204.942 aandelenopties verworven onder het ESOP 2018 plan ("ESOP 2018") (zie ook 8.3.1). Deze aandelenopties zijn contractueel van aard om reeds bestaande aandelen te verwerven en waarbij de CEO het recht heeft reeds bestaande aandelen van de Vennootschap te verwerven op een één-op-één basis.

De duurtijd van de aandelenopties is vijf jaar; bijgevolg hebben alle aandelenopties die zijn toegekend onder het ESOP 2018 plan als vervaldatum 6 juni 2023. De aandelenopties zijn definitief verworven in kwartaaltermijnen.

Op 6 mei 2019 heeft de CEO 185.611 aandelenopties verworven onder het ESOP 2019 plan ("ESOP 2019") (zie ook 8.3.1). Deze aandelenopties zijn contractueel van aard om reeds bestaande aandelen te verwerven en waarbij de CEO het recht heeft reeds bestaande aandelen van de Vennootschap te verwerven op een één-op-één basis.

De duurtijd van de aandelenopties is vijf jaar; bijgevolg hebben alle aandelenopties die zijn toegekend onder het ESOP 2019 plan als vervaldatum 6 mei 2024. De aandelenopties zijn definitief verworven in kwartaaltermijnen.

Tijdens 2019, heeft de begunstigde van het CEO SOP 2014, 208.446 definitief verworven aandelenopties uitgeoefend, resulterend in de levering van in totaal 208.446 eigen aandelen in het bezit van de Vennootschap. Vanaf 25 november 2019, waren er geen uitstaande aandelenopties meer onder het CEO SOP 2014.

Tijdens 2019, heeft de begunstigde van het CEO SOP 2014bis, 101.406 definitief verworven aandelenopties uitgeoefend, resulterend in de levering van in totaal 101.406 eigen aandelen van de Vennootschap. Vanaf 14 maart 2019, waren er geen uitstaande aandelenopties meer onder het CEO SOP 2014bis.

Tijdens 2019, heeft de begunstigde van het CEO SOP 2015, 100.000 definitief verworven aandelenopties uitgeoefend, resulterend in de levering van in totaal 100.000 eigen aandelen in het bezit van de Vennootschap.

66 | Telenet | Jaarverslag 2019 |

Op 31 december 2019 bezat de CEO, de heer Porter, de volgende aandelenopties:

Naam Plan Aantal uitstaande
aandelenopties
Huidige Uitoefenprijs* Verwerving Vervaldatum
CEO SOP 2014**
eerste schijf __ €34,51 26 juni 2016 26 juni 2020
tweede schijf __ €34,51 1 maart 2017 26 juni 2020
CEO SOP 2014bis***
eerste schijf __ €34,95 15 juli 2015 15 juli 2019
tweede schijf __ €34,95 15 juli 2016 15 juli 2019
derde schijf __ €34,95 15 juli 2017 15 juli 2019
CEO SOP 2015*
eerste schijf __ €44,88 13 maart 2016 13 maart 2020
tweede schijf 32.954 €44,88 13 maart 2017 13 maart 2020
derde schijf 69.857 €44,88 13 maart 2018 13 maart 2020
ESOP 2016*
275.159 €40,36 driemaandelijks 15 april 2021
ESOP 2017*
200.198 €51,60 driemaandelijks 8 juni 2022
ESOP 2018*
230.915 €37,91 driemaandelijks 6 juni 2023
ESOP 2019
185.611 €46,54 driemaandelijks 6 mei 2024

(*) Als gevolg van de betaling van het buitengewoon dividend op 4 oktober 2018 heeft de Vennootschap alle uitstaande aandelenopties aangepast. Dit om te garanderen dat dat de voordelen die aan de aandelenoptiehouders toekwamen niet verminderd werden. Het aantal aandelenopties werd verhoogd en de uitoefenprijs werd verminderd. Meer details over het buitengewoon dividend en de respectievelijke aanpassingen kunnen gevonden worden in toelichting 5.12 bij de geconsolideerde jaarrekening. (**) Vanaf 25 november 2019, waren er geen uitstaande aandelenopties meer onder het CEO SOP 2014.

(***) Vanaf 14 maart 2019, waren er geen uitstaande aandelenopties meer onder het CEOP SOP 2014bis.

Prestatieaandelen

In 2016 kende Telenet prestatieaandelen ("2016 Prestatieaandelen") toe aan de CEO. Het prestatiecriterium van toepassing op deze Telenet Prestatieaandelen is het behalen van een samengestelde jaarlijkse groei voor Operationele Cash Flow (overeenkomstig USGAAP) voor een periode van 3 jaar vanaf 1 januari van het jaar van aanvaarding. Het behalen van 75% tot 160% van de beoogde samengestelde jaarlijkse groei voor Operationele Cash Flow zou er in het algemeen toe leiden dat de begunstigden tussen 75% en 300% van hun Telenet prestatieaandelen verwerven, afhankelijk van vermindering of verlies van deze rechten op basis van individuele prestatie- en dienstvereisten. De verdiende Telenet Prestatieaandelen worden definitief verworven 3 jaar na de toekennningsdatum.

In 2018 kende Telenet prestatieaandelen ("2018 Prestatieaandelen") toe aan de CEO. Het prestatiecriterium van toepassing op deze Telenet Prestatieaandelen is het behalen van een samengestelde jaarlijkse groei voor Operationele Cash Flow (overeenkomstig USGAAP) voor een periode van 3 jaar vanaf 1 januari van het jaar van aanvaarding. Het behalen van 75% tot 130% van de beoogde samengestelde jaarlijkse groei voor Operationele Cash Flow zou er in het algemeen toe leiden dat de begunstigden tussen 75% en 200% van hun Telenet prestatieaandelen verwerven, afhankelijk van vermindering of verlies van deze rechten op basis van individuele prestatie- en dienstvereisten. De verdiende Telenet Prestatieaandelen worden definitief verworven 3 jaar na de toekennningsdatum

In 2019 kende Telenet prestatieaandelen ("2019 Prestatieaandelen") toe aan de CEO. Het prestatiecriterium van toepassing op deze Telenet Prestatieaandelen is het behalen van een samengestelde jaarlijkse groei voor Operationele Free Cash Flow voor een periode van 3 jaar vanaf 1 januari van het jaar van aanvaarding (overeenkomstig USGAAP). Het behalen van 75% tot 120% van de beoogde samengestelde jaarlijkse groei voor Operationele Cash Flow zou er in het algemeen toe leiden dat de begunstigden tussen 75% en 150% van hun Telenet prestatieaandelen verwerven, afhankelijk van vermindering of verlies van deze rechten op basis van individuele prestatie- en dienstvereisten. De verdiende Telenet Prestatieaandelen worden definitief verworven 3 jaar na de toekennningsdatum.

Op 11 februari 2019 stelde de raad van bestuur vast dat de prestatiecriteria, van toepassing op de Telenet Prestatieaandelen 2016 behaald waren, hetgeen resulteerde in de definitieve verwerving van deze prestatieaandelen op 15 april 2019. Het Remuneratie- en Nominatiecomité van 11 februari 2019 besliste de definitief verworven prestatieaandelen af te rekenen in aandelen van de Vennootschap. In navolging van de beslissing van het Remuneratie- en Nominatiecomité werden 77.562 aandelen uitgekeerd.

Restricted Shares

In 2019 kende Telenet 19.222 restricted shares toe aan de CEO. Deze aandelen hebben geen prestatiecriterium. 40% van de toegekende aandelen worden verworven op 6 mei 2021. De overige 60% van deze aandelen worden verworven op 6 mei 2020.

Deze aandelen hebben een blokkeringstermijn van 2 jaar, dewelke telkens aanvangt op de respectieve datum van Verwerving van de toegekende Aandelen. Tijdens deze blokkeringstermijn is het niet toegestaan om de toegekende aandelen rechtstreeks of onrechtstreeks over te dragen, optierechten erop toe te kennen, te verpanden, te schenken of te verkopen.

c) Beëindigingsregelingen

De CEO heeft een beëindigingregeling in zijn overeenkomst met de Vennootschap, die voorziet dat in geval van vroegtijdige beëindiging, hij een maximale totale vergoeding in geld zal ontvangen gelijk aan 12 maanden vergoeding.

4. Vergoeding van het Senior Leadership Team

a) Vergoeding in geld

In 2019 bedroeg de totale vergoeding betaald aan de andere leden van het SLT (uitgezonderd de CEO), € 5.323.197. Alle leden van het SLT (uitgezonderd de CEO), hebben een arbeidsovereenkomst met Telenet BV.

Dit bedrag is samengesteld als volgt (voor alle leden samen, uitgezonderd de CEO): (i) een vaste vergoeding van € 2.989.070, (ii) een variabele vergoeding van € 1.718.168 (zijnde 100% van de totale bonus in geld van 2019), (iii) gestorte premies voor groepsverzekering voor een bedrag van € 386.070 en (iv) voordelen in natura gewaardeerd op €229.890 . Al deze bedragen zijn bruto, zonder patronale sociale zekerheidsbijdragen.

De leden van het SLT (uitgezonderd de CEO) hebben een pensioenplan van het type "te bereiken doel". Dit plan wordt gefinancierd door zowel werkgevers- als werknemersbijdragen. De aan het boekjaar toegekende pensioenkost "service cost" (zonder werknemersbijdragen) bedraagt € 269.917.

De voordelen in natura omvatten verzekeringen voor medische kosten, een bedrijfswagen, een representatievergoeding en maaltijdcheques en voor sommige leden verblijf- en reisvergoedingen.

Verder ontvangen de leden van het SLT (uitgezonderd de CEO) een korting op Telenet producten en diensten die zij bestellen.

Zij ontvangen geen bonus in geld verbonden aan een prestatieperiode van meer dan één jaar.

b) Op aandelen gebaseerde vergoeding

Prestatieaandelen

Op 11 februari 2019 stelde de raad van bestuur vast dat de prestatiecriteria, van toepassing op de Telenet Prestatieaandelen 2016 behaald waren, hetgeen resulteerde in de definitieve verwerving van deze prestatieaandelen op 15 april 2019. Het Remuneratie- en Nominatiecomité van 11 februari 2019 besliste de definitief verworven prestatieaandelen af te rekenen in aandelen van de Vennootschap. In navolging van de beslissing van het Remuneratie- en Nominatiecomité werden 132.303 aandelen uitgekeerd.

Een overzicht van de aantallen van de Telenet Prestatieaandelen 2016, definitief verworven voor de (huidige) leden van het SLT kan hieronder gevonden worden.

Naam Aantal verworven prestatieaandelen 2016
Berger Micha 25.854
Bronselaer Jeroen 14.221
Caluwaerts Ann 10.631
Machtelinckx Luc 10.631
Poels Claudia 10.631
Tempels Martine 10.631
Nieuwdorp Dieter 10.631
Paulissen Benedikte 14.221
Vincent Patrick 14.221

In 2019 kende Telenet 27.124 prestatieaandelen ("de 2019 Telenet Prestatieaandelen") toe aan het SLT. Het prestatiecriterium van toepassing op deze Telenet Prestatieaandelen is het behalen van een samengestelde jaarlijkse groei voor Operationele Free Cash Flow voor een periode van 3 jaar vanaf 1 januari van het jaar van aanvaarding (overeenkomstig USGAAP). Het behalen van 75% tot 120% van de beoogde samengestelde jaarlijkse groei voor Operationele Cash Flow zou er in het algemeen toe leiden dat de begunstigden tussen 75% en 150% van hun Telenet prestatieaandelen verwerven, afhankelijk van vermindering of verlies van deze rechten op basis van individuele prestatie- en dienstvereisten. De verdiende Telenet Prestatieaandelen worden definitief verworven 3 jaar na de toekennnings datum

Aandelenopties

Op 31 december 2019 bezaten de huidige leden van het SLT (uitgezonderd de CEO) gezamenlijk 152.040 aandelenopties onder het ESOP 2015, 257.458 aandelenopties onder het ESOP 2016, 162.886 onder het ESOP 2017, 108.238 onder het ESOP 2018 en 42.770 onder het ESOP 2019. Elke aandelenoptie kan uitgeoefend worden voor één aandeel. De definitieve verwerving van deze aandelenopties gebeurt op progressieve wijze (per kwartaal) over een periode van vier jaar. De aandelenopties kunnen uitgeoefend worden na de definitieve verwerving ervan.

aangeboden aan (en geaccepteerd door) de huidige leden van het SLT (uitgezonderd de CEO) in de loop van 2019 kan u vinden in de onderstaande tabel:

In 2019 werden ook aandelenopties toegekend aan de leden van het SLT onder het ESOP 2019. Een overzicht van de aandelenopties

Naam Toekenning Aantal toegekende
aandelenopties
Aantal aanvaarde
aandelenopties
Huidige
Uitoefenprijs
Berger Micha ESOP 2019 42.262 42.262 €46,54
Bronsealaer Jeroen ESOP 2019 23.244 23.244 €46,54
Caluwaerts Ann ESOP 2019 17.207 17.207 €46,54
Erik Van den Enden ESOP 2019 31.697 31.697 €46,54
Nieuwdorp Dieter ESOP 2019 17.207 17.207 €46,54
Paulissen Benedikte ESOP 2019 23.244 23.244 €46,54
Tempels Martine ESOP 2019 34.029 34.029 €46,54
Vincent Patrick ESOP 2019 34.029 25.000 €46,54

Een overzicht van de aandelenopties die door de leden van het SLT (uitgezonderd de CEO) in de loop van 2019 werden uitgeoefend terwijl ze deel uitmaakten van het SLT, vindt u hieronder:

Naam Aantal uitgeoefende
opties
Huidige Uitoefenprijs Plan
Berger Micha 39.436 €40,18 ESOP 2014
Bronselaer Jeroen 5.000 €45,15 ESOP 2015
10.000 €40,36 ESOP 2016
6.000 €37,91 ESOP 2018
Caluwaerts Ann 24.436 €40,18 ESOP 2014
15.211 €45,15 ESOP 2015
6.000 €37,91 ESOP 2018
Machtelinckx Luc 13.168 €40,18 ESOP 2014
18.900 €40,36 ESOP 2016
6.760 €37,91 ESOP 2018
Nieuwdorp Dieter 39.436 €40,18 ESOP 2014
10.000 €45,15 ESOP 2015
Poels Claudia 39.436 €40,18 ESOP 2014
Tempels Martine 13.436 €40,18 ESOP 2014
17.746 €45,15 ESOP 2015
22.956 €40,36 ESOP 2016
13.520 €37,91 ESOP 2018
Vincent Patrick 20.000 €40,18 ESOP 2014
21.126 €43,34 ESOP 2015

Restricted Shares

In 2019 kende Telenet 30.526 restricted shares toe aan het SLT. Deze aandelen hebben geen prestatiecriterium. 40% van de toegekende aandelen worden verworven op 6 mei 2021. De overige 60% van deze aandelen worden verworven op 6 mei 2020.

toegekende Aandelen. Tijdens deze blokkeringstermijn is het niet toegestaan om de toegekende aandelen rechtstreeks of onrechtstreeks over te dragen, optierechten erop toe te kennen, te verpanden, te schenken of te verkopen

Deze aandelen hebben een blokkeringstermijn van 2 jaar, dewelke telkens aanvangt op de respectieve datum van Verwerving van de

c) Beëindigingsregelingen

De arbeidsovereenkomsten met sommige leden van het SLT, alle afgesloten voor juli 2009, bevatten beëindigingregelingen die voorzien in een opzegtermijn die 12 maanden kan overstijgen in geval van beëindiging door Telenet BVBA (behalve omwille van dringende reden).

De meeste arbeidsovereenkomsten bevatten echter geen specifieke bepalingen met betrekking tot (tussentijdse) beëindiging, aangezien deze overeenkomsten werden gesloten voorafgaand aan de implementatie van de Corporate Governance Code 2020 op 1 januari 2020. Als gevolg hiervan wijken de arbeidsovereenkomsten van bepaalde leden van de SLT af van principe 7.12 van de Corporate Governance Code.

De heer Luc Machtelinckx heeft een contractuele beëindigingclausule, die, in geval van beëindiging door Telenet NV (behalve omwille van dringende reden), voorziet in een opzegtermijn te berekenen op basis van de "formule Claeys". Deze opzegtermijn kan, mits akkoord van de heer Luc Machtelinckx, worden vervangen door een verbrekingsvergoeding zonder prestaties.

De arbeidsovereenkomst met mevrouw Martine Tempels, afgesloten toen ze nog geen lid was van het SLT (en voor 4 mei 2010, d.i. de datum waarop de Wet van 6 april 2010 van kracht werd), bevat specifieke bepalingen in verband met vroegtijdige beëindiging, alhoewel ze niet voorzien in een bepaling die specificeert dat de opzegvergoeding in geval van vroegtijdige beëindiging 12 maanden vergoeding niet mag overschrijden. De Vennootschap sloot geen nieuwe overeenkomsten af met mevrouw Tempels ter gelegenheid van haar aanstelling tot lid van het SLT.

De arbeidsovereenkomsten met de heer Dieter Nieuwdorp en mevrouw Benedikte Paulissen, afgesloten wanneer zij nog geen lid waren van het SLT (en voor 4 mei 2010, d.i. de datum waarop de Wet van 6 april 2010 van kracht werd) bevatten geen specifieke bepalingen in verband met vroegtijdige beëindiging.

De arbeidsovereenkomsten met de heer Patrick Vincent, de heer Jeroen Bronselaer en mevrouw Claudia Poels bevatten geen specifieke bepalingen in verband met vroegtijdige beëindiging.

De overeenkomsten met mevrouw Ann Caluwaerts en de heer Micha Berger, allen afgesloten na 4 mei 2010, bevatten een bepaling die specificeert dat de opzegvergoeding in het geval van vroegtijdige beëindiging het maximum bedrag voorzien bij wet niet mag overschrijden.

Elke nieuwe overeenkomst die werd afgesloten met een lid van het SLT na 4 mei 2010, is dus in regel met de wettelijke bepalingen van de Wet van 6 april 2010. Alle toekomstige overeenkomsten zullen in regel zijn met de Corporate Governance Code 2020.

8.8 CONTROLE VAN DE VENNOOTSCHAP

8.8.1 Externe controle door de commissaris

Voor meer informatie over de vergoeding die voor het jaar afgesloten op 31 december 2019 aan de commissaris werd betaald voor controleen andere werkzaamheden, verwijzen we naar toelichting 5.31 van de Geconsolideerde jaarrekening van de Vennootschap.

8.8.2 Interne audit

Voor meer informatie over de interne auditfunctie verwijzen we naar toelichting 8.4.2.5 van de Verklaring Deugdelijk Bestuur.

Mechelen, 24 maart 2020

Namens de raad van bestuur

John Porter Gedelegeerd Bestuurder

Bert De Graeve Voorzitter van de raad van bestuur

Telenet Group Holding NV

Geconsolideerde jaarrekening

1. Geconsolideerde balans

(in € miljoen) Toelichting 31 december 2019 31 december 2018,
herzien (*)
Activa
Vaste activa:
Materiële vaste activa 5.4 2.366,8 2.230,8
Goodwill 5.5 1.874,6 1.807,8
Overige immateriële activa 5.6 790,3 753,5
Uitgestelde belastingsvorderingen 5.15 261,4 247,1
Deelnemingen in en leningen aan geassocieerde deelnemingen 5.7.1 16,3 67,3
Overige investeringen 5.7.2 6,1 5,0
Derivaten 5.14 55,3 6,0
Handelsvorderingen 5.8.1 0,9
Overige activa 5.9.1 27,9 17,3
Totaal vaste activa 5.398,7 5.135,7
Vlottende activa:
Voorraden 5.10 25,2 28,0
Handelsvorderingen 5.8.2 204,5 201,9
Overige vlottende activa 5.9.2 130,4 142,7
Geldmiddelen en kasequivalenten 5.11 101,4 88,2
Derivaten 5.14 61,7 62,8
Totaal vlottende activa 523,2 523,6
Totaal activa 5.921,9 5.659,3

Eigen vermogen en verplichtingen

Eigen vermogen:

Geplaatst kapitaal 5.12 12,8 12,8
Uitgiftepremies 5.12 80,7 80,7
Overige reserves 5.12 695,7 719,2
Overgedragen verlies 5.12 (2.287,8) (2.446,0)
Herwaarderingen 5.12 (13,5) (16,5)
Eigen vermogen toe te rekenen aan de eigenaars van de
vennootschap
(1.512,1) (1.649,8)
Minderheidsbelangen 5.12 25,1 22,9
Totaal eigen vermogen (1.487,0) (1.626,9)

Langlopende verplichtingen:

Leningen en overige financieringsverplichtingen 5.13 5.206,0 5.161,0
Derivaten 5.14 261,4 211,3
Over te dragen opbrengsten 5.19 3,8 2,9
Uitgestelde belastingverplichtingen 5.15 172,4 163,4
Overige schulden 5.16 63,1 55,4
Voorzieningen 5.18.2 17,6 19,0
Totaal langlopende verplichtingen 5.724,3 5.613,0

Kortlopende verplichtingen:

Leningen en overige financieringsverplichtingen 5.13 527,0 504,1
Handelsschulden 247,7 184,7
Toe te rekenen kosten en overige kortlopende verplichtingen 5.18.1 418,4 463,2
Voorzieningen 5.18.2 70,9 72,1
Over te dragen opbrengsten 5.19 107,8 101,3
Derivaten 5.14 69,5 64,3
Kortlopende belastingschuld 5.22 243,3 283,5
Totaal kortlopende verplichtingen 1.684,6 1.673,2
Totaal verplichtingen 7.408,9 7.286,2
Totaal eigen vermogen en verplichtingen 5.921,9 5.659,3

(*) We verwijzen naar Toelichting 5.1.6 Wijzigingen in financiële verslaggeving en Toelichting 5.24.2 Nextel voor verdere informatie met betrekking tot de impact van de voltooiing van de toewijzing van de totale koopprijs, en de alignering van de grondslagen voor de financiële verslaggeving van de Nextel-overname.

De Vennootschap heeft IFRS 16 voor het eerst toegepast op 1 januari 2019, met behulp van de aangepaste retro-actieve benadering. Volgens deze methode wordt vergelijkende informatie niet aangepast en wordt het cumulatieve effect van de eerste toepassing van IFRS 16 opgenomen in het overgedragen resultaat op de datum van eerste toepassing. Zie toelichting 5.29.

De toelichting is een integraal onderdeel van deze geconsolideerde jaarrekening.

2. Geconsolideerde staat van het resultaat over de verslagperiode en het netto resultaat rechtstreeks verwerkt in het eigen vermogen

(in € miljoen, behalve aandeleninformatie) Voor het jaar afgesloten op 31 december
Toelichting 2019 2018, herzien (*)
Winst over de verslagperiode
Opbrengsten 5.19 2.583,9 2.533,8
Kostprijs van geleverde diensten 5.20 (1.353,3) (1.401,2)
Brutowinst 1.230,6 1.132,6
Verkoop-, algemene en beheerskosten 5.20 (545,1) (535,0)
Resultaten uit bedrijfsactiviteiten 685,5 597,6
Financiële opbrengsten 24,7 112,2
Netto interestopbrengsten en wisselkoerswinsten 5.21 0,8 0,4
Netto winst op afgeleide financiële instrumenten 5.14 & 5.21 23,9 111,8
Financiële kosten (356,9) (375,5)
Netto interestkosten, wisselkoersverliezen en overige financiële kosten 5.21 (307,4) (350,9)
Verlies bij vervroegde aflossing van schulden 5.21 (49,5) (24,6)
Netto financiële kosten 5.21 (332,2) (263,3)
Aandeel in het resultaat van geassocieerde deelnemingen 5.7.1 (0,9) 1,4
Bijzondere waardevermindering op deelnemingen in geassocieerde
deelnemingen
5.7.1 22,7
Winst op verkoop van activa aan een joint venture 5.7.1 0,1 10,5
Winst vóór belastingen 352,5 368,9
Belastingen 5.22 (117,9) (118,1)
Winst over de verslagperiode 234,6 250,8
(€ in miljoen, behalve aandeleninformatie) Voor het jaar afgesloten op 31 december
Toelichting 2019 2018, herzien (*)

Netto resultaat rechtstreeks verwerkt in het eigen vermogen

Elementen die niet naar de geconsolideerde staat van
het resultaat gerecycleerd zullen worden
Herwaardering van verplichtingen /(tegoeden) uit te bereiken doel
pensioenplannen
5.17 4,2 (4,9)
Uitgestelde belastingen (1,2) 1,9
Nettoresultaat rechtstreeks verwerkt in het eigen vermogen 3,0 (3,0)
Totaalresultaat voor de periode 237,6 247,8
Winst (verlies) toe te rekenen aan: 234,6 250,8
Eigenaars van de Vennootschap 234,5 252,0
Minderheidsbelangen 0,1 (1,2)
Totaalresultaat voor de periode, toe te rekenen aan: 237,6 247,8
Eigenaars van de Vennootschap 237,5 249,0
Minderheidsbelangen 0,1 (1,2)
Winst per aandeel
Gewone winst per aandeel in € 5.23 2,13 2,21
Verwaterde winst per aandeel in € 5.23 2,13 2,21

(*) We verwijzen naar Toelichting 5.1.6 Wijzigingen in financiële verslaggeving en Toelichting 5.24.2 Nextel voor verdere informatie met betrekking tot de impact van de voltooiing van de toewijzing van de totale koopprijs, en de alignering van de grondslagen voor de financiële verslaggeving van de Nextel-overname.

De Vennootschap heeft IFRS 16 voor het eerst toegepast op 1 januari 2019, met behulp van de aangepaste retro-actieve benadering. Volgens deze methode wordt vergelijkende informatie niet aangepast en wordt het cumulatieve effect van de eerste toepassing van IFRS 16 opgenomen in het overgedragen resultaat op de datum van eerste toepassing. Zie toelichting 5.29.

De toelichting is een integraal onderdeel van deze geconsolideerde jaarrekening.

3. Geconsolideerde staat van het eigen vermogen

Toewijsbaar aan de aandeelhouders van de
vennootschap
Toelichting Aantal aandelen Geplaatst
kapitaal
Kapitaal
reserve
Reserve voor
vergoeding
o.b.v. aandelen
Wettelijke
reserve
Reserve
eigen
aandelen
Overige
reserve
Overgedragen
verliezen
Herwaard
eringen
Totaal Minderheids
belangen
Totaal eigen
vermogen
(€ in miljoen, behalve
aandeleninformatie)
31 december, 2018 zoals
gerapporteerd
117.716.323 12,8 80,7 104,6 64,8 (312,5) 862,3 (2.444,6) (16,5) (1.648,4) 22,9 (1.625,5)
Nextel PPA aanpassing 1 (1,5) (1,5) (1,5)
Nextel - impact van de verandering in
grondslagen van de financiële
verslaggeving 1
0,1 0,1 0,1
1 januari, 2019 zoals herzien (*) 117.716.323 12,8 80,7 104,6 64,8 (312,5) 862,3 (2.446,0) (16,5) (1.649,8) 22,9 (1.626,9)
Totaalresultaat voor de periode
Winst over de periode 234,5 234,5 0,1 234,6
Netto resultaat rechtstreeks
verwerkt in het eigen vermogen²
3,0 3,0 3,0
Totaalresultaat voor de periode 234,5 3,0 237,5 0,1 237,6
Transacties met eigenaars, rechtstreeks verwerkt in het eigen vermogen
Kapitaaltransacties met eigenaars
Herklassificatie wettelijke reserves 5,12 0,2 (0,1) 0,1 0,1
Op aandelen gebaseerde 5,12 14,3 14,3 14,3
vergoedingen
Ingekochte eigen aandelen
5,12 (101,0) (101,0) (101,0)
Gerealiseerd verlies op verkoop
eigen aandelen
5,12 63,0 (13,4) 49,6 49,6

76 | Telenet | Jaarverslag 2019 |

Schrapping eigen aandelen 5,12 (3.059.538) 141,3 (141,3)
Dividend 5,12 (62,8) (62,8) (62,8)
Totaal kapitaaltransacties met
eigenaars
(3.059.538) 14,3 103,3 (141,1) (76,3) (99,8) (99,8)
Veranderingen in eigendomsbelangen in dochterondernemingen
Kapitaalbijdragen voor
minderheidsbelangen
2,1 2,1
Totaal transacties met
eigenaars
(3.059.538) 14,3 103,3 (141,1) (76,3) (99,8) 2,1 (97,7)
31 december, 2019 114.656.785 12,8 80,7 118,9 64,8 (209,2) 721,2 (2.287,8) (13,5) (1.512,1) 25,1 (1.487,0)

1We verwijzen naar Toelichting 5.1.6 Wijzigingen in financiële verslaggeving en Toelichting 5.24.2 Nextel voor verdere informatie met betrekking tot de impact van de voltooiing van de toewijzing van de totale koopprijs, en de alignering van de grondslagen voor de financiële verslaggeving van de Nextel-overname.

2 Herwaarderingen van te bereiken doel passiva/(activa), na belastingen

Toewijsbaar aan de aandeelhouders van de
vennootschap
Toelichtin
g
Aantal aandelen Geplaatst
kapitaal
Kapitaal
reserve
Reserve
voor
vergoeding
o.b.v.
aandelen
Wettelijke
reserve
Reserve
eigen
aandelen
Overige
reserve
Overgedra
gen
verliezen
Herwaarde
ringen
Totaal Minderheid
sbelangen
Totaal
eigen
vermogen
(€ in miljoen behalve
aandeleninformatie)
31 december 2017 zoals
gerapporteerd
117.716.323 12,8 80,7 87,8 99,3 (108,7) 827,9 (2.099,7) (13,5) (1.113,4) 21,9 (1.091,5)
1 januari 2018 na impact
finalizatie PPA SFR Belux
12,8 80,7 87,8 99,3 (108,7) 827,9 (2.101,9) (13,5) (1.115,6) 21,9 (1.093,7)
Impact van verandering in de
grondslagen voor financiële
verslaggeving
8,6 8,6 8.622,0
Herklassificatie wettelijke reserves (34,5) 34,5
1 januari 2018, zoals herzien 12,8 80,7 87,8 64,8 (108,7) 862,4 (2.093,3) (13,5) (1.107,0) 21,9 (1.085,1)
Totaalresultaat over de periode
Winst over de periode 253,4 253,4 (1,2) 252,2
Nettoresultaat rechtstreeks
verwerkt in het eigen vermogen
(3,0) (3,0) (3,0)
Totaalresultaat voor de periode 253,4 (3,0) 250,4 (1,2) 249,2
Transacties met eigenaars, rechtstreeks verwerkt in het eigen vermogen
Kapitaaltransacties met eigenaars
Op aandelen gebaseerde
vergoedingen
5.12 16,8 16,8 16,8
Ingekochte eigen aandelen 5.12 (228,0) (228,0) (228,0)
Gerealiseerd verlies op verkoop
eigen aandelen
5.12 24,2 (5,7) 18,5 18,5
Dividend 5.12 (599,1) (599,1) (599,1)
Other 5.12 (0,1) 0,1
Totaal kapitaaltransacties met
eigenaars
16,8 (203,8) (0,1) (604,7) (791,8) (791,8)
Veranderingen in eigendomsbelangen in dochterondernemingen
Kapitaalbijdragen voor
minderheidsbelangen
2,2 2,2
Totaal transacties met
eigenaars
16,8 (203,8) (0,1) (604,7) (791,8) 2,2 (789,6)
31 december 2018 117.716.323 12,8 80,7 104,6 64,8 (312,5) 862,3 (2.444,6) (16,5) (1.648,4) 22,9 (1.625,5)

4. Geconsolideerd kasstroomoverzicht

(€ in miljoen) Voor het jaar afgesloten op 31 december
Toelichting 2019 2018 als herzien (*)

Kasstroom uit bedrijfsactiviteiten:

Winst over de periode 234,6 250,8
Aanpassingen voor:
Afschrijvingen, bijzondere waardeverminderingen en herstructureringen 5.20 681,3 709,4
Winst op verkoop van materiële vaste activa en overige immateriële activa 5.20 (1,9) (3,0)
Winstbelastingen 5.22 117,9 118,1
Mutatie waardevermindering dubieuze debiteuren 5.8 2,1 (1,4)
Winst op verkoop van activa aan een joint venture 5.7.1 (0,1) (10,5)
Netto interestopbrengsten en wisselkoerswinsten 5.21 (0,8) (0,4)
Netto interestkosten, wisselkoersverliezen en overige financiële kosten 5.21 307,3 350,9
Netto winst op derivaten 5.14 & 5.21 (23,8) (111,8)
Verlies bij vervroegde aflossing van schulden 5.21 49,5 24,6
Aandeel in het resultaat van geassocieerde ondernemingen 5.7.1 0,9 (1,4)
Terugneming bijzondere waardevermindering op deelnemingen in
geassocieerde deelnemingen
5.7.1 (22,7)
Op aandelen gebaseerde vergoeding 5.12 & 5.20 13,0 16,8
Mutatie in:
Handelsvorderingen 24,6 21,6
Overige activa 4,8 11,7
Over te dragen opbrengsten 1,7 (0,7)
Handelsschulden 24,3 18,9
Overige verplichtingen 31,5 (59,9)
Toe te rekenen kosten en overige kortlopende verplichtingen 26,0 21,5
Betaalde interesten 5.13.4 (241,1) (188,4)
Ontvangen interesten 0,1 35,0
Betaalde winstbelastingen (159,4) (103,5)
Nettokasstroom uit bedrijfsactiviteiten 1.092,5 1.075,6
(€ in miljoen) Voor het jaar afgesloten op 31 december
Toelichting 2019 2018 als herzien (*)

Kasstroom uit investeringsactiviteiten:

Verwerving van materiële vaste activa (261,7) (245,8)
Verwerving van immateriële activa (150,2) (157,9)
Verwerving van en leningen aan geassocieerde deelnemingen 5.7.1 (1,3) (2,8)
Verwerving van dochterondernemingen, na aftrek van verworven middelen 5.24 (19,6) (62,5)
Ontvangsten uit verkoop van materiële vaste activa en overige immateriële
activa
0,8 2,6
Nettokasstroom gebruikt voor investeringsactiviteiten (432,0) (466,4)

Kasstroom uit financieringsactiviteiten:

Aflossing van leningen en overige financieringsverplichtingen 5.13 (1.215,6) (694,4)
Ontvangsten uit opname van leningen en overige financieringsverplichtingen 5.13 815,9 1.009,5
Aflossing van leningen aan verbonden partijen 5.13 (13,0)
Betaling uit hoofde van financiële leaseverplichtingen 5.13 (73,8) (45,2)
Betaling van transactiekosten bij uitgifte van leningen 5.13 (1,4) (25,7)
Betaling voor vervroegde beeïndiging van leningen 5.13 (45,5)
Inkoop eigen aandelen 5.12 (101,0) (228,5)
Verkoop eigen aandelen 5.12 49,6 18,6
Betaling van kapitaalverminderingen en dividenden 5.12 (62,8) (598,9)
Ontvangsten uit kapitaaltransacties met minderheidsaandeelhouders 0,3 4,5
Nettokasstroom gebruikt in financieringsactiviteiten 5.13.4 (647,3) (560,1)
Netto toename in geldmiddelen en kasequivalenten 13,2 49,1
Geldmiddelen en kasequivalenten
per 1 januari 5.11 88,2 39,1
per 31 december 5.11 101,4 88,2

(*) We verwijzen naar Toelichting 5.1.6 Wijzigingen in financiële verslaggeving en Toelichting 5.24.2 Nextel voor verdere informatie met betrekking tot de impact van de voltooiing van de toewijzing van de totale koopprijs, en de alignering van de grondslagen voor de financiële verslaggeving van de Nextel-overname.

De Vennootschap heeft IFRS 16 voor het eerst toegepast op 1 januari 2019, met behulp van de aangepaste retro-actieve benadering. Volgens deze methode wordt vergelijkende informatie niet aangepast en wordt het cumulatieve effect van de eerste toepassing van IFRS 16 opgenomen in het overgedragen resultaat op de datum van eerste toepassing. Zie toelichting 5.29.

De toelichting is een integraal onderdeel van deze geconsolideerde jaarrekening.

5. Toelichting bij de geconsolideerde jaarrekening voor het jaar afgesloten op 31 december 2019

5.1 Verslaggevende entiteit en gehanteerde grondslagen

5.1.1 Verslaggevende entiteit

In de begeleidende geconsolideerde jaarrekening worden de resultaten voorgesteld van Telenet Group Holding NV, haar dochtervennootschappen en overige geconsolideerde bedrijven (hierna gezamenlijk de "Vennootschap" of "Telenet" genoemd). Via haar breedbandnetwerk biedt de Vennootschap kabeltelevisie aan, inclusief betaaltelevisie-diensten, breedbandinternet- en vaste telefoniediensten aan particuliere abonnees in Vlaanderen en bepaalde Brusselse gemeenten. Daarnaast voorziet de Vennootschap zakelijke klanten in België en delen van Luxemburg van breedbandinternet, data- en spraakdiensten. De Vennootschap biedt tevens mobiele telefoniediensten aan via haar eigen mobiele netwerk.

Op 1 mei 2018 verwierf de Vennootschap TelelinQ NV en haar dochterondernemingen (hierna "Nextel" genoemd, die optreedt als een Belgische integrator en die aanvullende expertise biedt in het ontwerpen, bouwen en beheren van alles-in-één oplossingen voor bedrijven.

Op 3 juni 2019 verwierf Telenet de resterende 50% van De Vijver Media, wat voordien werd aangehouden investering in een geassocieerde deelneming. Dit Belgisch mediabedrijf is actief in de freeto-air-uitzending (via zijn tv-kanalen "Vier", "Vijf" en "Zes") en de productie van programma's (via het productiebedrijf "Woestijnvis").

Op 18 oktober 2019 verwierf de Vennootschap Native Nation en Stream 32, actief in de markt van influencer marketing en online PRcampagnes.

Telenet Group Holding NV en haar belangrijkste operationele dochterondernemingen zijn ondernemingen met beperkte aansprakelijkheid naar Belgische recht. Dochterondernemingen en gestructureerde entiteiten ("GEs") werden opgericht in Luxemburg met als doel de financieringsactiviteiten van de Vennootschap te structureren.

5.1.2 Gehanteerde grondslagen

Overeenkomstig Verordening 1606/2002 van de Europese Unie van 19 juli 2002 werd de geconsolideerde jaarrekening opgesteld in overeenstemming met de International Financial Reporting Standards zoals die zijn goedgekeurd door de Europese Unie ("EU") ("EU IFRS"). De jaarrekening is opgesteld op basis van historische kosten, behalve voor bepaalde financiële instrumenten en de netto activa verworven naar aanleiding van een bedrijfscombinatie die tegen reële waarde worden gewaardeerd. De methoden voor de bepaling van de reële waarde zijn nader besproken in toelichting 5.3.6. De belangrijkste gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving worden in sectie 5.2 hieronder uiteengezet.

5.1.3 Functionele valuta en presentatievaluta

De geconsolideerde jaarrekening wordt gepresenteerd in euro (""), die fungeert als de functionele valuta van de Vennootschap, afgerond naar het dichtstbijzijnde honderd duizendtal (€0.1 miljoen) tenzij anders vermeld.

5.1.4 Gebruik van schattingen en beoordelingen

De opstelling van de jaarrekening in overeenstemming met EU IFRS vereist dat het management oordelen vormt, schattingen en veronderstellingen maakt die van invloed zijn op de toepassing van grondslagen en op de gerapporteerde waarde van activa en verplichtingen, de toelichting van voorwaardelijke activa en verplichtingen, en op de gerapporteerde opbrengsten en kosten. De domeinen die complexer zijn of waarvoor meer ramingen worden gemaakt, evenals de domeinen waarvoor veronderstellingen en ramingen significant zijn voor de geconsolideerde jaarrekening, worden besproken in de volgende toelichtingen:

  • toelichting 5.3.6: Financiële instrumenten reële waarde
  • toelichting 5.4: Materiële vaste activa bepaling van de gebruiksduur
  • toelichting 5.5: Waardeverminderingstest op Goodwill
  • toelichting 5.6: Overige immateriële activa bepaling van de gebruiksduur

Telenet | Jaarverslag 2019 | 81

  • toelichting 5.7.1: Investeringen in en leningen aan geassocieerde deelnemingen
  • toelichting 5.8: Handelsvorderingen: dubieuze debiteuren
  • toelichting 5.14: Afgeleide financiële instrumenten
  • toelichting 5.15: Uitgestelde belastingen toewijzing van de aankoopprijs bij overnames en erkenning van uitgestelde belastingvorderingen met betrekking tot overgedragen fiscale verliezen
  • toelichting 5.16: Overige langlopende verplichtingen verplichting uit hoofde van de buitengebruikstelling van activa
  • toelichting 5.18.2: Voorzieningen

toelichting 5.24: Overname van dochteronderneming - Toerekening van de overnameprijs

• toelichting 5.29: Impact van de toepassing van IFRS 16 Leaseovereenkomsten - huurtermijn / opties tot verlenging

Een aantal grondslagen voor de financiële verslaggeving van de Vennootschap en de toelichtingen vereisen de bepaling van de reële waarde, zowel voor financiële als niet-financiële activa en verplichtingen. Bij het bepalen van de reële waarde van een actief of een verplichting maakt de Vennootschap zo veel mogelijk gebruik van op de markt waarneembare gegevens.

De reële waarde wordt ingedeeld in verscheidene categorieën van reële waarde op basis van de input die gebruikt wordt voor de waarderingsmethode. De verscheidene categorieën worden als volgt gedefinieerd:

  • categorie 1: (onaangepaste) prijsnoteringen in actieve markten voor identieke activa of verplichtingen, waartoe de Vennootschap toegang heeft op de datum van waardebepaling;
  • categorie 2: andere inputs dan de prijsnoteringen in Categorie 1, die direct of indirect observeerbaar zijn voor het actief of de verplichting;
  • categorie 3: inputs voor het actief of de verplichting die niet gebaseerd zijn op observeerbare marktgegevens (nietobserveerbare inputs).

Voor meer informatie in verband met de gehanteerde assumpties voor de bepaling van de reële waarde verwijzen we naar toelichting:

  • 5.3.6 Financiële instrumenten reële waarde en toelichting
  • 5.12.2 Op aandelen gebaseerde personeelsverloning, en
  • 5.24 Overname van dochtervennootschappen.

5.1.5 Continuïteit van de Vennootschap

De geconsolideerde jaarrekening vertoonde per 31 december 2019 een negatief geconsolideerd eigen vermogen van €1.487,0 miljoen. Dit was hoofdzakelijk het gevolg van het historische aandeelhoudersvergoedingsbeleid van de Vennootschap, met inbegrip van enkele kapitaalverminderingen.

De Vennootschap beoordeelt haar meest optimale kapitaalstructuur op geconsolideerde basis door middel van een bepaalde netto hefboomratio zoals verder besproken in toelichting 5.3.5, zelfs in geval van een negatief eigen vermogen op geconsolideerde basis.

De raad van bestuur heeft de stand van het eigen vermogen van de Vennootschap besproken en de geconsolideerde jaarrekening voorbereid door de grondslagen voor financiële rapportering consistent toe te passen op basis van voortgezette bedrijfsvoering. Hierbij werd ondermeer rekening gehouden met het volgende:

  • de verwachte winsten voor het komende jaar;
  • een gebudgetteerde sterk positieve kasstroom voor het komende jaar;
  • vervaldagen van de financiële verplichtingen zoals besproken in toelichting 5.3.3.

5.1.6 Wijzigingen in financiële verslaggeving

IFRS 16 Lease-overeenkomsten: Vanaf 1 januari 2019 heeft de Vennootschap IFRS 16 Lease-overeenkomsten aangenomen zoals vermeld in haar Jaarverslag 2018 (zie Sectie 5.2.20 - Toekomstige vereisten). Bij de toepassing van IFRS 16 heeft de Vennootschap nieuwe activa en passiva opgenomen voor die leases die voorheen geclassificeerd werden als operationele leases, zijnde leases van (i) verhuur van sites, (ii) onroerend goed, (iii) wagens en (iv) dark fibre. IFRS 16 veranderde ook de aard van de kosten met betrekking tot die leaseovereenkomsten, omdat de Vennootschap een afschrijvingslast voor activa voor gebruiksrechten en rentelasten op leaseverplichtingen opneemt. Voorheen erkende de onderneming operationele leasekosten op lineaire basis gedurende de leaseperiode, en erkende activa en passiva alleen voor zover er een tijdverschil bestond tussen werkelijke leasebetalingen en de opgenomen kosten. Bovendien erkent de Vennootschap niet langer voorzieningen voor leases die zij als verlieslatend beschouwt. In plaats daarvan neemt de Vennootschap de verschuldigde betalingen onder de lease op in haar leaseverplichting en boekt een waardevermindering op de overeenstemmende gebruiksrechten.

Aankoopprijsallocatie voor de overname van Nextel: De geconsolideerde balans van de Vennootschap van 31 december 2018 is herwerkt, met een weerspiegeling van de retroactieve impact van de aankoopprijsallocatie ("PPA") voor de overname van Nextel, welke per jaareinde 2018 nog niet bekend was. De aanpassing van de reële waarde van de immateriële activa (€25,7 miljoen) had voornamelijk betrekking op de verworven klantenrelaties (€ 16,5 miljoen), handelsnamen (€6,8 miljoen) en technologie (€2,4 miljoen). De beoordeling van het sale en lease back-model en het huurmodel resulteerde in de verwijdering van over te dragen opbrengsten (€2,7 miljoen) en materiële vaste activa (€7,1 miljoen) die werden vervangen door een leasevordering (€8,9 miljoen). Samen met de uitgestelde belastingimpact van de bovengenoemde aanpassingen (€7,8 miljoen) werd de goodwill verminderd met €22,3 miljoen. De opname van de reële waarde van de immateriële activa en de impact van het sale en lease back-model en het huurmodel en alignering van de boekhoudgrondslagen van Nextel resulteerde in extra afschrijvingskosten op materiële vaste activa (€2,1 miljoen), een daling van de afschrijvingskosten op materiële vaste activa (€1,8 miljoen), een vermindering van de opbrengsten (€1,0 miljoen) en een stijging van de kosten van verkochte goederen (€0,7 miljoen) opgenomen voor de periode tussen de overnamedatum (31 mei 2018) en 31 december 2018, waarvoor de geconsolideerde winst- en verliesrekening en niet-gerealiseerde resultaten voor het jaar afgelopen op 31 december 2018 werden herwerkt (Toelichting 5.24.2).

Presentatie van voorzieningen: Voorzieningen werden per 31 december 2019 als een afzonderlijke post in de geconsolideerde balans gepresenteerd, terwijl deze voorheen werden gepresenteerd als onderdeel van (i) overige langlopende verplichtingen, en (ii) toe te rekenen kosten en overige kortlopende verplichtingen. De Vennootschap heeft deze wijziging ook met terugwerkende kracht toegepast op het voorgaande jaar. Dienovereenkomstig werden €19,0 miljoen overige langlopende verplichtingen en €72,1 miljoen toe te rekenen kosten en overige kortlopende verplichtingen per 31 december 2018 geherclassificeerd naar respectievelijk langlopende en kortlopende voorzieningen (zie Toelichting 5.18.2).

5.1.7 Goedkeuring door raad van bestuur

Deze geconsolideerde jaarrekening is door de raad van bestuur op 24 maart 2020 goedgekeurd voor publicatie.

5.2 Belangrijke grondslagen voor de financiële verslaggeving

De grondslagen voor de financiële verslaggeving, die hieronder worden toegelicht, werden consistent toegepast op alle in deze geconsolideerde jaarrekening vermelde perioden.

Er werden geen wijzigingen aan deze grondslagen doorgevoerd, met uitzondering van die wijzigingen zoals verduidelijkt in toelichting 5.2.19 betreffende nieuwe standaarden, interpretaties, aanpassingen en verbeteringen.

5.2.1 Grondslagen voor consolidatie

Dochtervennootschappen

Dochtervennootschappen zijn die entiteiten waarover de Vennootschap controle heeft. Er is sprake van controle als de Vennootschap blootgesteld is aan of recht heeft op variabele voordelen uit haar betrokkenheid met de entiteit en de mogelijkheid heeft om die voordelen te beïnvloeden door haar controle over deze entiteit. De jaarrekeningen van dochtervennootschappen zijn in de geconsolideerde jaarrekening opgenomen vanaf de datum waarop voor het eerst sprake is van controle, tot aan het moment waarop deze controle eindigt. De grondslagen voor financiële verslaggeving van dochtervennootschappen zijn waar nodig aangepast aan de door de Vennootschap gehanteerde grondslagen. De geconsolideerde jaarrekening omvat de rekeningen van Telenet Group Holding NV en alle entiteiten die de Vennootschap rechtstreeks of onrechtstreeks controleert. Intragroepssaldi en -transacties, alsmede winsten en verliezen op transacties binnen de groep, worden bij de opstelling van de geconsolideerde jaarrekening geëlimineerd.

Veranderingen in het eigendomsbelang van de Vennootschap in dochtervennootschappen die niet leiden tot een verlies van controle worden erkend als transacties in het eigen vermogen. Winst of verlies en elke component van het overige totaalresultaat worden toegewezen aan de eigenaars van de Vennootschap en aan minderheidsbelangen, zelfs indien dit voor minderheidsbelangen zou leiden tot een negatief saldo.

Gestructureerde entiteiten (GEs)

De Vennootschap heeft gestructureerde entiteiten ("GEs") opgericht voor financieringsdoeleinden. De Vennootschap bezit geen rechtstreekse of onrechtstreekse deelneming in het aandelenkapitaal van deze entiteiten. Een GE wordt geconsolideerd indien de Vennootschap besluit dat ze controle heeft over de GE na een beoordeling van de relatie tussen de GE en de Vennootschap alsook de risico's en baten van de GE.

Geassocieerde deelnemingen en joint ventures

De deelnemingen van de vennootschap verwerkt via de vermogensmutatiemethode omvatten zowel geassocieerde deelnemingen als joint ventures.

Geassocieerde deelnemingen zijn die entiteiten waarin de Vennootschap invloed van betekenis heeft op het financiële en operationele beleid, maar waarover de Vennootschap geen controle of gemeenschappelijke controle heeft. Een joint venture is een overeenkomst waarbij de Vennootschap gemeenschappelijke controle heeft en waarbij de Vennootschap rechten heeft op de netto activa van de overeenkomst, eerder dan rechten op de activa en verplichtingen voor de passiva.

Zowel deelnemingen in geassocieerde deelnemingen als joint ventures worden verwerkt volgens de vermogensmutatiemethode en worden initieel opgenomen tegen kostprijs, met inbegrip van transactiekosten. Na de initiële opname omvat de geconsolideerde jaarrekening het aandeel van de Vennootschap in het totaalresultaat tot aan de datum waarop voor het laatst sprake is van invloed van betekenis of gezamenlijke controle.

5.2.2 Segmentrapportage

Operationele segmenten zijn de individuele activiteiten van de Vennootschap, die door de belangrijkste operationele besluitvormende functionaris van de Vennootschap (chief operating decision maker, "CODM"), op regelmatige basis beoordeeld worden om middelen toe te kennen aan deze segmenten en de ontwikkeling van elk segment te beoordelen. De segmentrapportage van de Vennootschap wordt getoond zoals de interne financiële informatie van de Vennootschap georganiseerd en gerapporteerd wordt aan de CEO (Gedelegeerd Bestuurder), die de CODM is van de Vennootschap, het uitvoerende management ("Senior Leadership Team") en de raad van bestuur.

De Gedelegeerd Bestuurder, het SLT en de raad van bestuur besturen de telecommunicatieactiviteit van de Vennootschap, inclusief de recente overnames van Nextel en De Vijver Media als één enkele activiteit, gestuurd door Telenets vaste- en mobiele-convergentiestrategie voor zowel de particuliere als bedrijfsmarkt, wat tot uiting komt in Telenets alles-in-één aanbod WIGO en YUGO. Ze beoordelen de prestaties van de Vennootschap en kennen middelen toe op basis van een algemene winst- en verliesrekening. Deze winst- en verliesrekening wordt minstens één keer per maand beoordeeld, waarbij enkel opbrengsten en directe kosten worden toegewezen aan individuele product- en dienstenclusters. De voornaamste winstmaatstaf in deze winst- en verliesrekening, zoals die door de CODM beoordeeld wordt om de prestaties van de Vennootschap te beoordelen, is Adjusted EBITDA. De winst- en verliesrekening toont geen Adjusted EBITDA per individuele product- en dienstencluster. Ondanks het feit dat de Vennootschap zowel opbrengsten als directe kosten toewijst aan de individuele product- en dienstenclusters heeft de Vennootschap geoordeeld dat haar activiteiten één enkel operationeel segment omvatten omwille van het feit dat een aparte winst- en verliesrekening niet door de CODM wordt gebruikt om de activiteiten van de Vennootschap te besturen, de prestaties te beoordelen of middelen toe te kennen.

Voor de verwerving van de resterende 50% van de aandelen in De Vijver Media bepaalde de onderneming dat haar 50% aandeel in deze activiteit beschouwd werd als een afzonderlijk operationeel segment dat geen rapporteerbaar segment was, aangezien het de kwantitatieve criteria niet overschreed. Na de verwerving van de resterende 50% van de aandelen in De Vijver Media op 3 juni 2019 werd De Vijver Media een volledige dochteronderneming die werd geconsolideerd. Rekening houdend met de onderlinge afhankelijkheden en synergieën tussen De Vijver Media en de activiteiten van Telenet inzake uitzendrechten, werd de De Vijver Media activiteit mee geïntegreerd in de geaggregeerde en geconsolideerde rapportering van de Vennootschap waarop de CODM de prestaties van de Vennootschap beoordeelt en de noodzakelijke toewijzing van middelen beslist.

Voor een overzicht van de inkomsten van de onderneming per hoofdcategorie verwijzen we naar toelichting 5.19. De onderstaande tabel geeft een overzicht van de:

  • inkomsten van de onderneming voor het jaar eindigend op 31 december 2019 en 2018 afkomstig van externe klanten verdiend in het thuisland en in het buitenland, en
  • vaste activa van de onderneming, exclusief financiële instrumenten, uitgestelde belastingvorderingen, activa met betrekking tot voordelen na uitdiensttreding en rechten die voortvloeien uit verzekeringscontracten, gelokaliseerd in het thuisland en in het buitenland per 31 december 2019 en 2018.
31 december 2019 31 december 2018, herzien
(in € miljoen) België buitenland TOTAAL België buitenland TOTAAL
Materiële vaste activa 2.358,3 8,5 2.366,8 2.222,6 8,2 2.230,8
Overige immateriële vaste activa 770,6 19,7 790,3 730,8 22,7 753,5
Totaal vaste activa 3.128,9 28,2 3.157,1 2.953,4 30,9 2.984,3
voor het jaar afgesloten op 31 december 2019 voor het jaar afgesloten op 31 december 2018,
herzien
(in € miljoen) België buitenland TOTAAL België buitenland TOTAAL
Totaal inkomsten 2.574,7 9,2 2.583,9 2.523,3 10,5 2.533,8

Voor de jaren eindigend op 31 december 2019 en 31 december 2018 vertegenwoordigde geen enkele externe klant 10 procent of meer van de totale inkomsten van het bedrijf.

5.2.3 Materiële vaste activa

De materiële vaste activa worden geboekt tegen kostprijs, verminderd met de gecumuleerde afschrijvingen en gecumuleerde bijzondere waardeverminderingen. Wanneer materiële vaste activa bestaan uit onderdelen met een ongelijke gebruiksduur worden deze als afzonderlijke posten (belangrijke componenten) onder de materiële vaste activa opgenomen. In de kostprijs zijn de kosten begrepen die direct toerekenbaar zijn aan de verwerving van het actief. De kostprijs van zelfvervaardigde activa omvatten materiaalkosten, directe arbeidskosten en eventuele andere kosten die rechtstreeks

84 | Telenet | Jaarverslag 2019 |

toerekenbaar zijn aan het gebruiksklaar maken van het actief, de eventuele kosten van ontmanteling en verwijdering van het actief en de herstelkosten van de locatie waar het actief zich bevindt.

Afschrijvingen worden ten laste van de staat van het resultaat en het netto resultaat rechtstreeks verwerkt in het eigen vermogen gebracht volgens de lineaire methode op basis van de geschatte gebruiksduur van ieder onderdeel van een materieel vast actief.

De geschatte gebruiksduur van materiële vaste activa luidt als volgt:

  • Gebouwen en verbeteringen aan gebouwen 10-33 jaar
  • Netwerk 3-30 jaar
  • Meubilair, uitrusting en rollend materieel 2-10 jaar

Afschrijvingsmethoden, gebruiksduur en restwaarden worden iedere rapportagedatum opnieuw geëvalueerd.

Overheidssubsidies met betrekking tot activa worden geboekt als een vermindering van de kostprijs om de boekwaarde van het actiefbestanddeel te bepalen. De subsidie wordt ten gunste van de staat van het resultaat gebracht over de levensduur van een afschrijfbaar actief, als een vermindering van de afschrijvingskost.

Financieringskosten die direct toewijsbaar zijn aan de verwerving, constructie of productie van een in aanmerking komend actief, worden geactiveerd als onderdeel van de kost van dat actief.

De kostprijs van de vervanging van een deel van een materieel vast actief wordt in de boekwaarde van dat actief opgenomen indien het waarschijnlijk is dat de toekomstige economische voordelen met betrekking tot het actief aan de Vennootschap zullen toekomen en de kostprijs van het actief betrouwbaar kan worden bepaald. De boekwaarde van het vervangen onderdeel wordt niet langer in de balans opgenomen. De kosten voor herstellingen en onderhoud van materiële vaste activa worden als kost in de staat van het resultaat en het netto resultaat rechtstreeks verwerkt in het eigen vermogen opgenomen in de periode waarin ze zich voordoen.

De reële waarde van materiële vaste activa die ten gevolge van een bedrijfscombinatie zijn opgenomen, is gebaseerd op de marktwaarde. De marktwaarde van onroerende activa is de geschatte waarde waarvoor een onroerend goed op de waarderingsdatum kan worden verhandeld tussen een koper en verkoper die ter zake goed zijn geïnformeerd in een transactie op zakelijke, objectieve grondslag waarin beide partijen zorgvuldig en zonder dwang hebben gehandeld. De marktwaarde van overige materiële vaste activa is gebaseerd op de genoteerde marktprijzen van vergelijkbare activa.

Wanneer de geschatte gebruiksduur van een actief bereikt is en het actief niet langer door de Vennootschap gebruikt wordt, behalve wanneer het actief wordt aangehouden met het oogmerk om het te verkopen, worden de brutowaarde van het actief en de gecumuleerde afschrijvingen uitgeboekt.

5.2.4 Immateriële vaste activa

Immateriële activa met een eindige gebruiksduur worden gewaardeerd tegen kostprijs verminderd met gecumuleerde lineaire afschrijvingen over de gebruiksduur, als volgt:

  • Netwerkgebruiksrechten: Levensduur van het contractuele recht
  • Handelsnaam: 10 tot 20 jaar
  • Klantenlijsten en toeleveringscontracten: 5 tot 10 jaar
  • Uitzendrechten: Levensduur van het contractuele recht
  • Kosten voor de ontwikkeling van software: 3 tot 4 jaar

• Gunstige voorwaarden van leaseverplichtingen verworven tijdens een bedrijfscombinatie: Duur van de leaseovereenkomst

Afschrijvingsmethoden, gebruiksduur en restwaarden worden iedere rapporteringsdatum opnieuw geëvalueerd en aangepast indien noodzakelijk.

Kosten verbonden met het onderhoud van softwareprogramma's worden in resultaat genomen wanneer ze zich voordoen. Kosten die rechtstreeks verband houden met de productie van identificeerbare en unieke softwareproducten die worden beheerd door de Vennootschap, en die waarschijnlijke economische voordelen zullen genereren over een periode langer dan één jaar die de kosten overtreffen, worden geactiveerd als immateriële activa.

Geactiveerde softwarekosten voor intern gebruik omvatten enkel externe rechtstreekse kosten van materialen en diensten die worden gebruikt bij de ontwikkeling of verwerving van de software, alsook bezoldigingen en andere personeelskosten voor werknemers die rechtstreeks verbonden zijn met, en die arbeidstijd besteden aan het project. Deze kosten worden geactiveerd tot het moment waarop het project nagenoeg afgerond is en klaar is voor gebruik op de manier zoals oorspronkelijk bedoeld. Intern gegenereerde immateriële activa worden lineair afgeschreven over hun gebruiksduur. Als er geen intern gegenereerde immateriële activa erkend kunnen worden, worden de betreffende ontwikkelingskosten ten laste genomen in de periode waarin ze zich voordoen.

Uitzendrechten worden geactiveerd als immateriële activa als de waarde van het contract bepaald kan worden bij de ondertekening van de overeenkomst. Voor films worden de afschrijvingen op uitzendrechten op lineaire basis gespreid over de licentieperiode. Voor films en programma's met het oog op uitzending ervan via de publieke TV zenders van de Vennootschap, worden de afschrijvingen op uitzendrechten voor de licentieperiode gebaseerd op het effectieve aantal vertoningen om zo het verbruikspatroon van de economische waarde vervat in de uitzendrechten correct te weerspiegelen. Uitzendrechten met betrekking tot sportcontracten worden lineair afgeschreven over het sportseizoen.

Uitgaven na eerste opname voor geactiveerde immateriële activa worden uitsluitend geactiveerd wanneer hierdoor de toekomstige economische voordelen toenemen die zijn besloten in het specifieke actief waarop zij betrekking hebben. Alle overige uitgaven, inclusief deze voor intern gegenereerde handelsmerken, worden als kost in de staat van het resultaat en het netto resultaat rechtstreeks verwerkt in het eigen vermogen opgenomen wanneer ze zich voordoen.

De reële waarde van klantenlijsten die als onderdeel van een bedrijfscombinatie zijn verworven, wordt bepaald op basis van de geschatte winsten die zullen gerealiseerd worden over de geschatte resterende duur van de klantenrelatie, waarbij ook de kostprijs van andere activa die nodig zijn om dergelijke kasstromen te genereren in rekening wordt gebracht.

De reële waarde van handelsnamen die als onderdeel van een bedrijfscombinatie zijn verworven, wordt bepaald op basis van de verdisconteerde verwachte betalingen van royalties die werden vermeden omdat de handelsnaam verworven werd.

De reële waarde van in een bedrijfscombinatie verworven mobielspectrumlicenties wordt gebaseerd op de marktbenadering, waarbij de prijsopgave van de recentste relevante veilingen van spectrumlicenties wordt gebruikt.

De reële waarde van andere immateriële activa is gebaseerd op de verwachte contante waarde van de kasstroom uit het gebruik en de uiteindelijke verkoop van de activa.

Wanneer de geschatte gebruiksduur van een actief bereikt is en het actief niet langer door de Vennootschap gebruikt wordt, behalve wanneer het actief wordt aangehouden met het oogmerk om het te verkopen, worden de brutowaarde van het actief en de gecumuleerde afschrijvingen uitgeboekt.

5.2.5 Bijzondere waardeverminderingen op financiële en niet-financiële activa

Financiële activa

De onderneming erkent waardeverminderingen voor verwachte kredietverliezen (ECL's) op:

  • Financiële activa gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs;
  • Schuldinstrumenten gewaardeerd tegen reële waarde via het netto resultaat rechtstreeks erkend in het eigen vermogen (FVOCI);
  • Contractactiva

De Vennootschap bepaalt waardeverminderingen voor haar handelsvorderingen, nog niet gefactureerde opbrengsten en contractactiva voor een bedrag gelijk aan het levenslang verwacht kredietverlies.

Bij het bepalen of het kredietrisico van een financieel actief aanzienlijk is toegenomen sinds de eerste erkenning en bij het inschatten van verwachte kredietverliezen beschouwt de Vennootschap redelijke en onderbouwende informatie dat relevant is en beschikbaar zonder onnodige kosten of moeite. Dit omvat zowel kwantitatieve als kwalitatieve informatie en analyse, gebaseerd op de historische ervaring van het bedrijf en geïnformeerde kredietbeoordeling en inclusief toekomstgerichte informatie.

Verwachte kredietverliezen zijn een waarschijnlijkheid-gewogen schatting van kredietverliezen. Kredietverliezen worden gemeten als de contante waarde van alle liquide tekortkomingen, d.w.z. het verschil tussen de kasstromen die de entiteit in overeenstemming met het contract toekomen en de kasstromen die het bedrijf verwacht te ontvangen.

Verwachte kredietverliezen worden verdisconteerd tegen de effectieve rente van het financieel actief.

Op elke verslagdatum beoordeelt de Vennootschap of financiële activa tegen geamortiseerde kostprijs te maken hebben met een verminderde kredietwaardigheid. Een financieel actief heeft verminderde kredietwaardigheid wanneer een of meerdere gebeurtenissen hebben plaatsgevonden die een nadelige invloed hebben op de geschatte toekomstige kasstromen van het financieel actief.

Het bewijs dat een financieel actief een verminderde kredietwaardigheid heeft, omvat de volgende waarneembare gegevens:

  • aanzienlijke financiële moeilijkheden van de kredietnemer of emittent;
  • een contractbreuk zoals een faillissement of meer dan 90 dagen na vervaldag zijn;
  • de herstructurering van een lening of voorschot door de Vennootschap op voorwaarden die de Vennootschap anders niet zou overwegen;
  • het is waarschijnlijk dat de kredietnemer failliet of in financiële reorganisatie gaat; of
  • het verdwijnen van een actieve markt voor een waardepapier omwille van financiële moeilijkheden.

Waardeverminderingen voor financiële activa gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs worden in mindering gebracht van de bruto boekwaarde van de activa.

De bruto boekwaarde van een financieel actief wordt afgeschreven wanneer de Vennootschap geen redelijke verwachtingen heeft met betrekking tot het geheel of gedeeltelijk recupereren van een financieel actief.

Voor de deelnemingen van de Vennootschap in geassocieerde deelnemingen wordt op iedere verslagdatum beoordeeld of er objectieve aanwijzingen bestaan dat het actief een bijzondere waardevermindering heeft ondergaan in lijn met IAS 28.

Objectieve aanwijzingen betreffende een bijzondere waardevermindering omvatten:

  • Faillissement of plichtsverzaking door een schuldenaar;
  • Herstructurering van een bedrag verschuldigd aan de Vennootschap tegen voorwaarden die de Vennootschap anders niet in aanmerking zou nemen;
  • Indicaties dat een schuldenaar of emittent in faling zou gaan;
  • Verslechtering in de betalingsstatus van kredietverstrekkers of emittenten;
  • Het verdwijnen van een actieve markt voor een actief omwille van financiële moeilijkheden;
  • Waarneembare gegevens dat er een meetbare daling is in de verwachte kasstromen van een groep van financiële activa.

Een bijzonder waardeverminderingsverlies betreffende deelnemingen in geassocieerde deelnemingen wordt bepaald door de realiseerbare waarde te vergelijken met de boekwaarde conform IAS 36. Een bijzonder waardeverminderingsverlies wordt in de winst of het verlies erkend, en wordt tegengedraaid wanneer er gunstige ontwikkelingen zijn in de schattingen die gebruikt worden om de realiseerbare waarde te bepalen.

Een bijzonder waardeverminderingsverlies wordt tegengedraaid als deze terugdraaiing kan gerelateerd worden aan een gebeurtenis die dateert nadat het bijzonder waardeverminderingsverlies werd genomen.

Niet-financiële activa

De boekwaarde van de niet-financiële activa van de Vennootschap, uitgezonderd voorraden en uitgestelde belastingvorderingen, wordt op iedere verslagdatum opnieuw beoordeeld om te bepalen of er aanwijzingen zijn voor bijzondere waardeverminderingen. Indien dergelijke aanwijzingen bestaan, wordt een schatting gemaakt van de realiseerbare waarde van het actief. Van immateriële activa met een onbepaalde gebruiksduur of die nog niet gebruiksklaar zijn, wordt ieder jaar op een zelfde datum een schatting gemaakt van de realiseerbare waarde.

Voor een actief of een kasstroomgenererende eenheid is de realiseerbare waarde gelijk aan de hoogste van de bedrijfswaarde of de reële waarde minus verkoopkosten. Bij het bepalen van de bedrijfswaarde wordt de contante waarde van de geschatte toekomstige kasstromen berekend met behulp van een disconteringsvoet vóór belasting die een afspiegeling is van zowel de actuele marktinschattingen van de tijdswaarde van geld als van de specifieke risico's met betrekking tot het actief.

Voor de toetsing op bijzondere waardeverminderingen worden activa samengevoegd in de kleinste te onderscheiden groep activa die uit voortgaand gebruik kasstromen genereert die in grote lijnen onafhankelijk zijn van andere activa en groepen (de "kasstroomgenererende eenheid"). Een bijzonder waardeverminderingsverlies wordt opgenomen indien de boekwaarde van een actief of de kasstroomgenererende eenheid waartoe het actief behoort, hoger is dan de geschatte realiseerbare waarde. Bijzondere waardeverminderingsverliezen worden in de staat van het resultaat en het netto resultaat rechtstreeks verwerkt in het eigen vermogen opgenomen. Bijzondere waardeverminderingsverliezen opgenomen met betrekking tot kasstroomgenererende eenheden worden eerst in mindering gebracht op de boekwaarde van eventueel aan de eenheden toegerekende goodwill, en vervolgens naar rato in mindering gebracht op de boekwaarde van de overige activa van de eenheid of groep van eenheden.

Voor activa, uitgezonderd goodwill, worden bijzondere waardeverminderingsverliezen opgenomen in voorgaande perioden bij elke verslagdatum beoordeeld op indicaties dat het verlies afgenomen is of niet langer bestaat. Een bijzonder waardeverminderingsverlies wordt teruggenomen als de schattingen zijn veranderd aan de hand waarvan de realiseerbare waarde was bepaald. Een bijzonder waardeverminderingsverlies wordt uitsluitend teruggenomen voor zover de boekwaarde van het actief niet hoger is dan de boekwaarde, na aftrek van afschrijvingen, die zou zijn bepaald als geen bijzonder waardeverminderingsverlies was opgenomen.

5.2.6 Bedrijfscombinaties en goodwill

Bedrijfscombinaties worden verwerkt volgens de acquisitiemethode op de datum van de overname. De overnamedatum is de datum waarop de overnemende vennootschap controle verwerft. Een overnemende vennootschap heeft controle over een overgenomen vennootschap wanneer de overnemende vennootschap, ingevolge haar betrokkenheid bij de overgenomen vennootschap, blootgesteld is aan (recht heeft op) variabele opbrengsten, alsook de mogelijkheid heeft die opbrengsten te beïnvloeden door middel van haar vermogen tot impact op de overgenomen vennootschap. Controle verreist vermogen tot impact, blootstelling aan de variabiliteit van opbrengsten en een verband tussen beide. Bij de bepaling of er sprake is van controle houdt de Vennootschap rekening met potentiële stemrechten die op dat ogenblik uitoefenbaar zijn.

De Vennootschap bepaalt de goodwill op de datum van de overname als:

  • de reële waarde van de overgedragen vergoeding; vermeerderd met
  • het opgenomen bedrag van een niet-controlerend belang in de overgenomen partij; vermeerderd met
  • de reële waarde van de bestaande deelneming in het aandelenkapitaal van de overgenomen partij indien de bedrijfscombinatie in stukken wordt bereikt; verminderd met
  • het netto geboekte bedrag (doorgaans reële waarde) van de verworven identificeerbare activa en verplichtingen.

Voor deelnemingen verwerkt volgens de vermogensmutatiemethode wordt de boekwaarde van goodwill opgenomen in de boekwaarde van de investering. De kost van deelnemeningen verwerkt volgens de vermogensmutatiemethode bevat de aankoopprijs en andere direct toewijsbare kosten.

Goodwill wordt initieel als een actief gewaardeerd tegen kostprijs en wordt daarna verminderd met mogelijke bijzondere waardeverminderingen.

Goodwill wordt jaarlijks getoetst op bijzondere waardevermindering, of frequenter wanneer er een aanwijzing is voor dergelijke bijzondere waardevermindering. Goodwill die voortvloeit uit een bedrijfscombinatie wordt toegerekend aan de kasstroomgenererende eenheden die naar verwachting voordeel zullen halen uit de synergieën van de bedrijfscombinatie waaruit de goodwill is ontstaan. Dit is ongeacht of andere activa of verplichtingen van de overgenomen partij aan die eenheden zijn toegewezen. Als de realiseerbare waarde van de kasstroomgenererende eenheid lager is dan de boekwaarde, wordt het verlies van de bijzondere waardevermindering eerst aan de boekwaarde van de goodwill toegewezen en vervolgens toegepast op de andere activa in verhouding tot hun respectievelijke boekwaarde. Een geboekte bijzondere waardevermindering voor goodwill wordt niet teruggenomen in een latere periode.

De kosten die betrekking hebben op de overname, andere dan die verband houden met de uitgifte van obligaties of aandelen, die de Vennootschap oploopt in verband met een bedrijfscombinatie worden meteen ten laste genomen van het resultaat.

5.2.7 Transacties in vreemde valuta

De functionele valuta en de presentatievaluta van de Vennootschap is de euro, tevens de functionele munt van alle dochtervennootschappen van de Vennootschap. Transacties in andere valuta dan de euro worden geboekt tegen de wisselkoers die geldt op de datum van de transactie. In vreemde valuta luidende monetaire activa en verplichtingen worden per balansdatum omgerekend tegen de op die datum geldende wisselkoers. De bij omrekening optredende valutakoersverschillen worden in de winst of het verlies van de verslagperiode opgenomen.

5.2.8 Financiële instrumenten

Niet-afgeleide financiële instrumenten

Niet-afgeleide financiële instrumenten omvatten geldmiddelen en kasequivalenten, handelsvorderingen en overige vorderingen, verstrekte en aangegane leningen, handelsschulden en overige schulden, en investeringen in en leningen aan volgens de equitymethode verwerkte deelnemingen.

Geldmiddelen en kasequivalenten

Contanten en kasequivalenten bestaan in hoofdzaak uit banktegoeden en geldmarkt-fondsen met een resterende looptijd van drie maanden of minder op datum van de verwerving. Met uitzondering van geldmarktfondsen, die tegen reële waarde gewaardeerd worden en waarvan de veranderingen in reële waarde via de staat van het resultaat en het netto resultaat rechtstreeks verwerkt in het eigen vermogen lopen, worden geldmiddelen en kasequivalenten gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieve interestmethode, desgevallend verminderd met bijzondere waardeverminderingsverliezen.

De boekwaarde van geldmiddelen en kasequivalenten benadert de reële waarde wegens hun korte looptijd.

Handelsvorderingen

Handelsvorderingen dragen geen interest en worden opgenomen aan hun geamortiseerde kostprijs met aftrek van eventuele waardeverminderingen voor dubieuze bedragen.

De reële waarde van handelsvorderingen en overige vorderingen wordt bepaald als de contante waarde van toekomstige kasstromen, verdisconteerd aan een marktconforme interestvoet op de rapportagedatum.

Leningen en overige financieringsverplichtingen

Interestdragende leningen worden in de geconsolideerde jaarrekening opgenomen voor een bedrag gelijk aan de ontvangsten uit de opname van deze leningen en overige financieringsverplichtingen, na aftrek van rechtstreekse uitgiftekosten. De financieringskosten, met inbegrip van premies betaalbaar bij aanzuivering of vroegtijdige aflossing evenals rechtstreekse uitgiftekosten, worden erkend in de staat van het resultaat aan de hand van de effectieve interestmethode. Deze financieringskosten worden opgenomen in het bedrag van de onderliggende schuld in de mate dat ze niet betaald worden in de periode waarin ze ontstaan.

De Vennootschap erkent schuldinstrumenten initieel op de dag van uitgifte. Zulke verplichtingen worden initieel erkend tegen hun reële waarde, verminderd met direct toewijsbare transactiekosten. Na de initiële erkenning worden deze verplichtingen opgenomen aan hun geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieve interestmethode.

Uitgestelde financieringskosten die betrekking hebben op nietopgenomen faciliteiten worden als langlopende verplichting erkend indien het waarschijnlijk wordt geacht dat de faciliteit zal opgenomen worden.

In geval van een wijziging of ruil van een schuldinstrument wordt een substantiële wijziging verwerkt als een vervroegde aflossing. Om te bepalen of een wijziging substantieel is, vergelijkt Telenet de contante waarde van de resterende kasstromen van het oude schuldinstrument met de contante waarde van de kasstromen van het gewijzigde instrument (inclusief hoofdsom, rente en andere aan de schuldeisers betaalde of van de schuldeisers ontvangen bedragen). Als het verschil tussen deze contante waarden groter is dan 10%, wordt de wijziging substantieel geacht. In dat geval worden de daarmee samenhangende niet-afgeschreven uitgestelde financieringskosten in verband met het oude schuldinstrument ten laste genomen als een verlies bij vervroegde aflossing van schulden. Indien de ruil geen substantiële wijziging was, blijven de resterende niet-afgeschreven uitgestelde financieringskosten van de oude schuld geactiveerd en worden ze volgens de effectieverentemethode afgeschreven over de looptijd van de overeenkomstige nieuwe schulden. Een wijziging of ruil van een schuldinstrument die resulteert in een nieuwe schuld die in een andere valuta luidt, wordt als een substantiële wijziging behandeld.

Handelsschulden

Handelsschulden dragen geen interest en worden geboekt aan geamortiseerde kostprijs. De boekwaarde van handelsschulden benadert de reële waarde wegens hun korte looptijd.

Met bepaalde leveranciers wordt een leverancierskredietprogramma opgezet bij een financiële instelling. Leveranciers die aan een dergelijk programma deelnemen krijgen hun facturen door de bank betaald, hetzij vóór het einde van hun gebruikelijke betalingstermijnen met een korting, hetzij aan het einde van hun gebruikelijke betalingstermijnen zonder een korting, terwijl Telenet de bank pas na 360 dagen hoeft te betalen. Bijgevolg worden verplichtingen uit hoofde van leverancierskrediet in de balans verwerkt als kortlopend deel van opgenomen en verstrekte leningen (toelichting 5.13). Wat betreft de classificatie van leverancierskrediet in het geconsolideerde kasstroomoverzicht van de Vennootschap, boekt de Vennootschap:

• voor facturen die verband houden met operationele kosten ("OPEX"): uitgaande kasstromen uit bedrijfsactiviteiten en een bijbehorende inkomende kasstroom in financieringsactiviteiten wanneer de kosten worden gemaakt. Wanneer de Vennootschap de bank betaalt, boekt ze uitgaande kasstromen in verband met financieringsactiviteiten;

• voor facturen die verband houden met investeringsuitgaven ("CAPEX"): gebruikte kasstromen in financieringsactiviteiten bij betaling van de kortlopende schuld door de Vennootschap aan de bank na 360 dagen.

Afgeleide financiële instrumenten

De activiteiten van de Vennootschap zijn onderhevig aan schommelingen van de wisselkoersen van vreemde valuta en van de interestvoeten.

De Vennootschap tracht de risico's uit schommelingen van wisselkoersen en interestvoeten, resulterend uit haar operationele en financieringsactiviteiten, te beheren door gebruik te maken van bepaalde afgeleide financiële instrumenten.

Het gebruik van deze afgeleide financiële instrumenten valt onder de beleidslijnen van de Vennootschap die goedgekeurd zijn door de raad van bestuur. Deze beleidslijnen omvatten de schriftelijke principes met betrekking tot het gebruik van afgeleide financiële instrumenten in overeenstemming met de algemene risicobeheerstrategie van de Vennootschap.

Afgeleide financiële instrumenten worden gewaardeerd tegen hun reële waarde. De Vennootschap past geen hedge accounting toe op haar afgeleide financiële instrumenten. Bijgevolg worden wijzigingen in de reële waarde van afgeleide financiële instrumenten onmiddellijk erkend in de staat van het resultaat en het netto resultaat rechtstreeks verwerkt in het eigen vermogen.

Derivaten besloten in contracten of andere financiële instrumenten worden erkend als afzonderlijk afgeleid financieel instrument indien de eraan verbonden risico's en karakteristieken niet nauw verbonden zijn met het onderliggende contract, en in geval het onderliggende contract niet opgenomen wordt aan reële waarde via de staat van het resultaat en het netto resultaat rechtstreeks verwerkt in het eigen vermogen.

De geldelijke bedragen die betaald of verkregen worden naar aanleiding van het stopzetten voor vervaldag van 'cross currency' -en interestderivaten en die betrekking hebben op toekomstige periodes, worden geboekt als een financieringsactiviteit in het geconsolideerd kasstroomoverzicht.

Geplaatst kapitaal

Gewone aandelen worden geclassificeerd als eigen vermogen. Bijkomende kosten die rechtstreeks toerekenbaar zijn aan de uitgifte van gewone aandelen en aandelenopties worden verwerkt als aftrekpost op het eigen vermogen, na aftrek van eventuele belastingeffecten.

Wanneer geplaatst kapitaal erkend als eigen vermogen wordt ingekocht, dan wordt het bedrag van de betaalde vergoeding, met inbegrip van direct toerekenbare kosten en na aftrek van eventuele belastingen, erkend als een vermindering van het eigen vermogen. Ingekochte aandelen worden getoond in de reserve eigen aandelen. Wanneer eigen aandelen verkocht worden of later terug uitgegeven worden, dan wordt het ontvangen bedrag erkend als een toename van het eigen vermogen, en de daaruit voortvloeiende meerwaarde of minwaarde op de transactie wordt verwerkt in de kapitaalreserve.

5.2.9 Erkenning van opbrengsten

Abonnementsbijdragen voor telefonie, internet en premiumkabeltelevisie worden door de abonnees maandelijks vooruitbetaald en erkend als opbrengsten naarmate de diensten werden geleverd, zijnde de maand nadien. Abonnementsbijdragen voor basiskabeltelevisie worden door de abonnees voornamelijk op jaarbasis vooruitbetaald en worden lineair over de volgende twaalf maanden erkend als opbrengsten. Opbrengsten uit het gebruik van premiumtelevisie, vaste en mobiele telefoniediensten en internetactiviteit worden als opbrengst erkend op het moment van gebruik.

Installatie- en andere vergoedingen die aan klanten worden aangerekend, worden niet beschouwd een afzonderllijke waarde te hebben. Inkomsten uit dergelijke vooraf aangerekende vergoedingen worden over het algemeen uitgesteld en erkend als opbrengsten over de contractperiode, of langer als de vooruitbetaling resulteert in een materieel hernieuwingsrecht .

Naast de abonnementsbijdragen betalen de abonnees op basiskabeltelevisie een auteursrechtenvergoeding, aangerekend voor de programma's die zij ontvangen van openbare omroepen die worden uitgezonden over het netwerk van de Vennootschap. Deze vergoedingen dragen bij tot de auteursrechtenvergoedingen die de Vennootschap draagt, en die ze betaalt aan agentschappen die instaan voor de inning van rechten voor bepaalde inhoud verstrekt door de openbare omroepen en andere houders van auteursrechten. De Vennootschap presenteert de auteursrechten die zij ontvangt van de basiskabelabonnees op een bruto basis als een onderdeel van de opbrengsten, aangezien de Vennootschap als een hoofdschuldenaar optreedt in de betrekkingen met de openbare omroepen en de houders van de auteursrechten, en omdat deze betrekkingen niet het karakter van een loutere doorgeefregeling hebben. De Vennootschap neemt immers substantiële risico's, zowel bij de bepaling van het niveau van de auteursrechtenvergoedingen die worden aangerekend aan de abonnees, als bij de inning van deze bijdragen, hetgeen bepaalt dat de Vennootschap controle heeft over de gerelateerde dienst vooraleer deze getransfereerd wordt naar de klant.

De erkenning van de opbrengsten uit meerdere componentovereenkomstenalgemeen gebeurt op basis van de levering van goederen en/of diensten waarbij de transactieprijs wordt toegewezen aan elke prestatieverplichting op basis van hun afzonderlijke verkoopprijzen.

Opbrengsten uit prepaidkaarten voor smartphones worden tegen nominale waarde opgenomen als uitgestelde opbrengsten op het moment van verkoop en worden in de opbrengsten opgenomen bij verbruik van de belwaarde.

De opbrengsten uit verbrekingsvergoedingen worden erkend op het moment van de opzegging van het contract enkel indien de inning van de verbrekingsvergoeding op redelijke wijze verzekerd is. Indien de inning van de verbrekingsvergoeding niet op redelijke wijze verzekerd kan worden op het moment van de facturatie wordt de erkenning van de opbrengsten uitgesteld tot de contante betaling ontvangen wordt.

Klanten dienen mogelijk een vergoeding te betalen indien ze opteren voor een goedkoper product. Doorgaans wordt er van uitgegaan dat deze verlaging op zich geen waarde heeft voor de klant en deze vergoedingen worden derhalve gezien als onderdeel van de totale vergoeding voor de bestaande dienstverlening. De opbrengsten uit dit type vergoedingen worden lineair geboekt over de langst mogelijke duurtijd tussen enerzijds het betreffende contract of anderzijds de verwachte resterende levensduur van de klantenrelatie.

Klanten voor digitale televisie kunnen een settopbox huren van Telenet. Indien klanten hun huidige settopbox die ze huren van Telenet willen veranderen, kunnen ze een omruilvergoeding aangerekend krijgen. De omruiling naar een nieuw type settopbox wordt geacht afzonderlijk geen waarde te hebben voor de klant en bijgevolg worden opbrengsten uit zulke omruilvergoedingen lineair erkend over het kortste van (i) de verwachte resterende duur van de klantenrelatie of (ii) de gebruiksduur van de settopbox.

De gefactureerde opbrengsten die verbonden zijn aan bepaalde marketingnummers en -sms worden niet gerapporteerd als opbrengsten maar verrekend met de kosten, vermits Telenet niet wettelijk verantwoordelijk is voor de inning van deze diensten en enkel optreedt namens de externe contentaanbieders.

Opbrengsten uit de verkoop van gsm's en smartphones, waarbij de klant een overeenkomst voor consumentenkrediet heeft aangegaan met de Vennootschap en waarvoor afzonderlijke diensten en betalingen verschuldigd zijn naast deze die verschuldigd zijn voor de eigenlijke dienstverlening, worden erkend op het ogenblik dat het toestel wordt verkocht aan de klant aangezien de klant op dat ogenblik juridisch eigenaar van het toestel wordt. Deze opbrengsten worden erkend op het moment dat het toestel wordt verkocht, doch enkel en alleen als de inning van de maandelijkse betalingen redelijkerwijze gegarandeerd is.

Groothandelsopbrengsten die in het kader van MVNO-overeenkomsten worden gegenereerd, worden op maandelijkse basis gefactureerd en worden opgenomen als opbrengsten in overeenstemming met het verbruik van de onderliggende diensten overeenkomstig de contractueel overeengekomen specificaties.

Interconnectieopbrengsten betaald door andere telecomoperatoren voor het gebruik van het netwerk van Telenet, evenals opbrengsten uit roaming resulterend uit het opgebeld worden of zelf bellen in het buitenland worden opgenomen als opbrengsten in overeenstemming met het verbruik.

Opbrengsten uit aanmaningskosten worden geacht een afzonderlijk identificeerbare opbrengstenstroom te vertegenwoordigen en worden bijgevolg opgenomen als opbrengsten.

5.2.10 Bedrijfskosten

Bedrijfskosten bestaan uit interconnectie- en roamingkosten, kosten voor het beheer, het onderhoud en de herstelling van het netwerk, en kabelprogrammeringskosten, met inbegrip van loonkosten en aanverwante kosten van afschrijvingen en waardeverminderingen. De Vennootschap activeert de meeste installatiekosten, met inbegrip van directe loonkosten. Auteursrechten en licentievergoedingen betaald aan de houders van deze rechten en hun agenten, vormen het hoofdbestanddeel van de kabelprogrammeringskosten van de Vennootschap. Andere directe kosten hebben betrekking op kosten die de Vennootschap oploopt bij het verstrekken van haar diensten aan residentiële en professionele klanten, zoals interconnectiekosten en kosten met betrekking tot dubieuze debiteuren. Netwerkkosten omvatten kosten met betrekking tot het beheer, het onderhoud en het herstel van het breedbandnetwerk van de Vennootschap, en kosten in verband met klantendiensten die nodig zijn voor het beheer van het klantenbestand.

Bepaalde gemeenten en provincies heffen op jaarbasis lokale belastingen op masten, pylonen en antennes. Deze belastingen komen niet in aanmerking als winstbelastingen en worden als operationele belastingen geboekt. Gezien de onzekerheid rond de wettigheid blijft de Vennootschap dit als een risico verwerken in overeenstemming met IAS 37. Aangezien de heffing wordt geactiveerd op basis van de pylonen aan het begin van elk boekjaar, worden aan het begin van elk jaar verplichtingen en de daarmee verband houdende lasten opgenomen in overeenstemming met IFRIC 21. De rentelasten in verband met de nietbetaling van deze belasting worden maandelijks opgenomen en geboekt.

5.2.11 Voorzieningen

Voorzieningen worden geboekt als de Vennootschap een huidige in rechte afdwingbare of feitelijke verplichting heeft als gevolg van een gebeurtenis in het verleden, én het waarschijnlijk is dat de Vennootschap aan die verplichting zal moeten voldoen én het bedrag betrouwbaar kan worden ingeschat. Voor het bepalen van het bedrag van de voorzieningen maakt de Vennootschap haar beste inschatting van de uitgaven die vereist zullen zijn om aan de verplichting te voldoen. Het bedrag van voorzieningen wordt verdisconteerd naar contante waarde indien zulks een wezenlijk effect heeft.

Een voorziening voor herstructureringen wordt geboekt wanneer de Vennootschap een gedetailleerd en formeel herstructureringsplan heeft goedgekeurd en wanneer de herstructurering ofwel reeds begonnen is of werd aangekondigd aan de betrokkenen. Voor toekomstige operationele verliezen worden er geen voorzieningen aangelegd.

Een voorziening voor verlieslatende contracten wordt erkend wanneer de verwachte voordelen die de Vennootschap behaalt uit de uitoefening van het contract lager zijn dan de onvermijdelijke kosten die de Vennootschap maakt om de verplichtingen van het contract na te komen. De voorziening wordt bepaald tegen de reële waarde van enerzijds de verwachte kost voor de beëindiging van het contract en anderzijds de verwachte nettokost voor de verderzetting van het contract, afhankelijk welk van de twee het laagste resultaat oplevert. Vooraleer een voorziening wordt aangelegd, boekt de Vennootschap een bijzondere waardevermindering op de activa die betrekking hebben op dat contract.

De verplichting met betrekking tot de ontmanteling van netwerksites wordt opgenomen als een materieel vast actief en een overeenkomstige verplichting die wordt bepaald met behulp van gepaste inflatiepercentages en disconteringsvoeten.

5.2.12 Leases

Beleid van toepassing vanaf 1 januari 2019 ingevolge eerste toepassing van IFRS 16

Bij de aanvang van een overeenkomst bepaalt de Vennootschap of een dergelijke overeenkomst een lease is of inhoudt. De Vennootschap maakt een onderscheid tussen (i) een dienstencontract en (ii) een huurovereenkomst op basis van het feit of het contract het recht van controle over het gebruik van een geïdentificeerd actief verleent, en erkent deze componenten afzonderlijk.

Om te beoordelen of een contract het recht van controle over het gebruik van een geïdentificeerd actief verleent, beoordeelt de Vennootschap of:

  • het contract het gebruik van een geïdentificeerd actief omvat. Dit kan expliciet of impliciet worden gespecificeerd en dient fysiek afzonderlijk te zijn of substantieel de volledige capaciteit van een fysiek afzonderlijk actief te vertegenwoordigen. Wanneer de leverancier een substantieel vervangingsrecht heeft, wordt het actief als "niet geïdentificeerd" beschouwd;
  • de Vennootschap het recht heeft om nagenoeg alle economische voordelen te verkrijgen uit het gebruik van het actief gedurende de gebruiksperiode; en
  • de Vennootschap het recht van controle over het gebruik van het actief heeft. De Vennootschap heeft dit recht wanneer zij beschikt over de beslissingsrechten die het meest relevant zijn om te wijzigen hoe en met welk doel het actief wordt gebruikt. In zeldzame gevallen waarin de beslissing vooraf is bepaald hoe en voor welk doel het actief wordt gebruikt, heeft de Vennootschap het recht van controle over het gebruik van het actief wanneer de Vennootschap:
    • het recht heeft om het actief te exploiteren, of
    • het actief ontworpen heeft op een manier die vooraf bepaalde hoe en met welk doel het zal worden gebruikt.

Hoger vermeld beleid wordt toegepast op contracten die zijn gesloten op of gewijzigd na 1 januari 2019.

i. Huurovereenkomsten waarbij de Groep een huurder is

De Vennootschap heeft nieuwe activa en verplichtingen erkend voor die huurovereenkomsten die onder de vroegere IFRS waarderingsgrondslagen geclassificeerd werden als operationele leases , zijnde:

  • leases van sites en masten
  • leases van onroerend goederen
  • lease van rollend materieel
  • leases van 'dark fiber'

De huur van sites en masten omvat het recht om het eigendom van een derde te gebruiken waarop de Vennootschap zijn masten en mobiele apparatuur bouwt. Het delen van sites bestaat uit mobiele apparatuur van Telenet die wordt geplaatst op pylonen die eigendom zijn van andere operatoren. De Vennootschap ontvangt in ruil voor de periodieke vergoeding een specifieke en toegewijde plaats op de betreffende pyloon. In beide gevallen hebben we vastgesteld dat het bestaat uit gespecificeerde activa waarvan de Vennootschap nagenoeg alle economische voordelen verkrijgt alsook het recht heeft om het gebruik te sturen en bijgevolg zijn overeenkomstige activa en leaseverplichtingen erkend.

Inzake overeenkomsten met betrekking tot netwerkapparatuur heeft de Vennootschap bepaald dat voor 'dark fiber'-regelingen een geïdentificeerd actief bestaat, aangezien de specifieke streng fysiek gescheiden is en geïdentificeerd wordt in het contract, waarvoor de onderneming nagenoeg alle economische voordelen verkrijgt en het recht heeft om het gebruik van het geïdentificeerde actief te sturen. Dientengevolge voldoen 'dark fiber'-leaseovereenkomsten aan de definitie van een leaseovereenkomst. 'Lit fiber'-overeenkomsten omvatten een bepaalde hoeveelheid geleverde capaciteit, maar identificeren geen individuele vezelstrengen en voldoen derhalve niet aan de definitie van een geïdentificeerd actief en worden dan ook niet als een lease beschouwd. Voor 'duct'-overeenkomsten waarbij we geen exclusieve toegang hebben, bestaan deze regelingen niet uit een lease.

De Vennootschap beoordeelt de toepasselijke leaseperiode en of opties om de leaseperiode te verlengen als 'redelijke zeker' dienen beschouwd te worden om te worden uitgeoefend of niet. Specifiek voor de huur van sites heeft de Vennootschap bepaald dat de opties tot verlenging niet 'redelijk zeker' zijn om te worden uitgeoefend en derhalve niet in aanmerking worden genomen bij de bepaling van de leaseperiode. Specifiek met betrekking tot deze huurcontracten voor van sites, herziet de Vennootschap regelmatig de overeenkomsten waarvoor de minimaal afdwingbare termijn binnen twee jaar eindigt en voert een beoordeling uit of het redelijk zeker is of de optie zal worden uitgeoefend. Indien dit laatste het geval is, wijzigt de Vennootschap dienovereenkomstig het onderliggende contract actief en de verplichting.

De Vennootschap erkent een actief voor het gebruiksrecht en een leaseverplichting op de ingangsdatum van de lease. Het actief wordt initieel gewaardeerd tegen kostprijs, inclusief directe kosten, en vervolgens tegen kostprijs verminderd met eventuele gecumuleerde afschrijvingen en waardeverminderingen, en gecorrigeerd voor bepaalde herwaarderingen van de leaseverplichting. Het actief wordt afgeschreven volgens de lineaire methode vanaf de ingangsdatum tot het einde van de gebruiksduur van het actief of het einde van de leaseperiode. De geschatte gebruiksduur van activa voor gebruiksrechten wordt bepaald op dezelfde basis als die voor eigendommen en apparatuur.

De leaseverplichting wordt initieel gewaardeerd tegen de contante waarde van de leasebetalingen die niet worden betaald op de ingangsdatum, exclusief de niet-lease componenten en variabele leasebetalingen. Die leaseverplichting wordt verdisconteerd aan de rentevoet die impliciet is in de lease of, als die rentevoet niet gemakkelijk kan worden bepaald, de incrementele rentevoet van de Vennootschap. Over het algemeen gebruikt de Vennootschap haar incrementele rentevoet als disconteringsvoet. Na de initiële erkenning wordt de leaseverplichting vervolgens verhoogd met de rentekosten op de leaseverplichting en verlaagd met gemaakte leasebetalingen. De leaseverplichting wordt opnieuw gewaardeerd wanneer er een wijziging is in toekomstige leasebetalingen als gevolg van een wijziging in een index of rentevoet, een wijziging in de schatting van het verwachte te betalen bedrag onder een restgarantie, of, in voorkomend geval, wijzigingen in de beoordeling of een koop- of verlengingsoptie redelijk zeker is om te worden uitgeoefend of wanneer een beëindigingsoptie redelijk zeker is om niet te worden uitgeoefend.

Bij het bepalen van de incrementele rentevoet bepaalt en past de onderneming het volgende toe:

  • de referentierente;
  • een aanpassing van de financieringsspreiding; en
  • een lease specifieke aanpassing.

De referentierente is gebaseerd op de lokale valuta (EUR) en de leaseperiode en wordt bepaald op basis van marktconforme rentevoeten voor een onderpand. Voor deze gegevens wordt van Bloomberg gebruik gemaakt voor de volgende reeksen:

  • Minder dan 1 jaar
  • 1 jaar tot minder dan 3 jaar
  • 3 jaar tot minder dan 5 jaar
  • 5 jaar tot minder dan 10 jaar
  • 10 jaar tot minder dan 20 jaar
  • 20 jaar of ouder

De betreffende referentie rentevoet wordt maandelijks ge-update. De belangrijkste factoren die de aanpassing van de financieringsspreiding van de referentierente bepalen, zijn het kredietprofiel en de waardering van de onderneming. De kredietwaardigheid van de onderneming wordt verstrekt door Moody's. Het referentie rentevoet wordt aangepast om de aankoop van een actief weer te geven en wordt niet als niet-onderpand beschouwd. Met betrekking tot een aanpassing voor het specifieke type van activa van het onderliggende onderpand, specificeert IFRS 16 niet welk type activum gebruikt moet worden; enkel dat het actief van vergelijkbare waarde moet zijn als het actief voor het gebruiksrecht. Derhalve heeft de Vennootschap bepaald dat een leasespecifieke aanpassing niet nodig is. Op basis van de bovenstaande bespreking van de waardering hebben we er rekening mee gehouden dat de rating op onderpand-basis gebeurt.

Gezien de omvang van Telenet's leaseportefeuille, past de Vennootschap een enkele disconteringsvoet toe op een portefeuille van leaseovereenkomsten met redelijk vergelijkbare kenmerken (zoals leaseovereenkomsten met een vergelijkbare resterende leaseperiode voor een vergelijkbare klasse van onderliggende activa in een vergelijkbare economische omgeving). Aangezien de incrementele rentevoet van de Vennootschap op maandelijkse basis wordt bepaald door de leaseperiode, gecorrigeerd voor de krediet- en activawaarderingen, leidt dit tot homogene portefeuilles waarin de disconteringsvoet niet materieel zou verschillen van het toepassen van een lease-per-lease-benadering.

Met betrekking tot bepaalde specifieke transacties draagt de Vennootschap (handelend als 'verkoper-huurder') een actief over aan een andere entiteit ('koper-verhuurder') dat vervolgens door de Vennootschap wordt teruggehuurd. De Vennootschap heeft bepaald dat, overeenkomstig IFRS 15, deze transactie niet voldoet aan een prestatieverplichting aangezien de controle over de onderliggende activa niet aan de koper-verhuurder wordt overgedragen. Als gevolg hiervan worden deze transacties geboekt als een financieringstransactie.

ii. Huurovereenkomsten waarbij de Groep een verhuurder is

Leaseovereenkomsten waarbij de onderneming optreedt als verhuurder worden nog steeds verwerkt op een manier die vergelijkbaar is met de voorheen toepasbare boekhoudkundige richtlijnen, d.w.z. bij aanvang van de leaseovereenkomst bepaalt de Vennootschap of elke leaseovereenkomst een financiële lease of een operationele lease is. Met betrekking tot deze classificatie beoordeelt de Vennootschap of de leaseovereenkomst nagenoeg alle risico's en voordelen verbonden aan het eigendom van de onderliggende activa overdraagt. Als dit het geval is, is de lease een financiële lease; zo niet, dan is het een operationele lease.

Overeenkomsten voor het delen van sites waarbij andere operatoren de masten gebruiken die eigendom zijn van Telenet, bevatten een lease waarvan werd bepaald dat het operationele leases zijn. Als gevolg hiervan wordt onderliggende actief niet uit de balans van de Vennootschap verwijderd. Toekomstige contractuele huurbetalingen van de huurder worden over de leaseperiode als opbrengsten en vorderingen erkend naarmate de betalingen te ontvangen zijn.

Met betrekking tot "customer premise equipment" ("CPE"), waaronder de settopboxen en modems die worden aangeboden aan particuliere klanten, concludeerden we dat deze contracten geen lease bevatten omdat de klant (i) niet nagenoeg alle economische voordelen van het actief ontvangt en (ii) niet duidelijk het gebruik van de apparaten stuurt. Als gevolg wordt het recht van controle over om het gebruik van het actief niet overgedragen.

Bepaalde aanbiedingen voor zakelijke klanten met betrekking tot op maat gemaakte apparatuur kwalificeren als lease-overeenkomsten van fabrikanten of dealers. Met betrekking tot deze financiële leases erkent de Vennootschap bij aanvang van de leaseovereenkomst (i) opbrengsten, (ii) verkoopkosten, en (iii) verkoopwinsten in overeenstemming met haar beleid voor rechtstreekse verkopen. Op de ingangsdatum van de leaseovereenkomst erkent de Vennootschap voor deze activa onder financiële lease een vordering voor een bedrag dat gelijk is aan de netto-investering in de leaseovereenkomst.

Beleid van toepassing voor 1 januari 2019

Voor contracten, met inbegrip van overeenkomsten die de Vennootschap het recht gaven om apparatuur, glasvezel of capaciteit voor een overeengekomen periode te gebruiken in ruil voor een reeks betalingen, die werden aangegaan voor 1 januari 2019, wordt, bij de aanvang van een overeenkomst bepaald of een dergelijke overeenkomst een lease was of inhield. Een bepaald actief werd als het voorwerp van een lease beschouwd indien de uitvoering van de overeenkomst afhankelijk was van het gebruik van dat bepaald actief. Een overeenkomst droeg het recht om het actief te gebruiken over indien de overeenkomst aan de Vennootschap het recht gaf om het gebruik van het onderliggend actief te controleren.

Bij de aanvang of bij de herziening van de overeenkomst onderscheidde de Vennootschap betalingen en andere vergoedingen vereist door een dergelijke overeenkomst in die voor de lease en die voor andere elementen op basis van hun relatieve reële waarde.

Leaseovereenkomsten waarbij de groep vrijwel alle aan de eigendom verbonden risico's en voordelen op zich nam, werden geclassificeerd als financiële leases. Geleasde activa werden gewaardeerd aan de laagste van hun reële waarde en de contante waarde van de minimale leasebetalingen bij aanvang van de lease, na aftrek van afschrijvingen en eventuele bijzondere waardeverminderingen. Elke leasebetaling werd toegewezen aan de afbouw van de leaseverplichting en aan financieringskost, zodanig dat een constant interestpercentage bereikt werd op het uitstaande financieringssaldo. De leaseverplichtingen, exclusief de financiële kosten, werden opgenomen in de langlopende verplichtingen. Het interestelement van de financiële kosten werd ten laste van de staat van het resultaat en het netto resultaat rechtstreeks verwerkt in het eigen vermogen genomen over de leaseperiode. Alle andere leases werden geclassificeerd als operationele leases en werden ten laste van de staat van het resultaat en het netto resultaat rechtstreeks verwerkt in het eigen vermogen genomen op lineaire basis over de leaseperiode.

Geleasede activa werden afgeschreven over de kortst mogelijke duurtijd, enerzijds de termijn van de lease of anderzijds gebruiksduur, tenzij dat het redelijk zeker was dat de Vennootschap op het einde van de leasetermijn de eigenaar zou worden van het actief. In dit geval werden de geleasede activa afgeschreven over hun gebruiksduur.

5.2.13 Winstbelastingen

Winstbelasting omvat de over het boekjaar verschuldigde en verrekenbare winstbelastingen, en uitgestelde winstbelastingen.

De over het boekjaar verschuldigde en verrekenbare winstbelasting is de naar verwachting te betalen winstbelasting over de belastbare winst over het boekjaar, berekend aan de hand van belastingtarieven die zijn vastgesteld op verslagdatum, dan wel waartoe materieel al op verslagdatum is besloten, en eventuele correcties op de over voorgaande jaren verschuldigde belasting.

Uitgestelde belastingen worden verwerkt op basis van de balansmethode, waarbij boekhoudkundig uitdrukking wordt gegeven aan tijdelijke verschillen tussen de boekwaarde van activa en verplichtingen ten behoeve van de financiële verslaggeving en de fiscale boekwaarde van die posten. Uitgestelde belastingverplichtingen worden doorgaans opgenomen voor alle belastbare tijdelijke verschillen, en uitgestelde belastingvorderingen worden opgenomen voor zover het waarschijnlijk is dat er in de toekomst belastbare winsten beschikbaar zullen zijn die voor de realisatie van de tijdelijke verschillen kunnen worden aangewend. Zulke uitgestelde belastingschulden worden niet opgenomen voor tijdelijke verschillen die ontstaan uit de initiële erkenning van goodwill, of uit de initiële erkenning van activa of verplichtingen in een transactie die geen bedrijfscombinatie betreft en die noch de boekhoudkundige noch de fiscale winst beïnvloedt.

Uitgestelde belastingschulden worden erkend voor belastbare tijdelijke verschillen die verband houden met investeringen in dochtervennootschappen, behalve als de Vennootschap in staat is om het tijdstip te bepalen waarop het tijdelijke verschil wordt afgewikkeld én het waarschijnlijk is dat het tijdelijke verschil in de toekomst niet zal worden afgewikkeld.

Een uitgestelde belastingvordering wordt erkend voor de overdracht van niet-opgenomen overdraagbare belastingverliezen voor zover het waarschijnlijk is dat er toekomstige belastbare winst voorhanden zal zijn om deze niet-opgenomen belastingverliezen te gebruiken. De boekwaarde van de uitgestelde belastingvorderingen wordt op elke balansdatum beoordeeld en verminderd voor zover het niet langer waarschijnlijk is dat voldoende belastbare winst voorhanden zal zijn om het geheel of een gedeelte van de uitgestelde belastingvordering te recupereren.

Uitgestelde belastingen worden gewaardeerd op basis van de belastingtarieven die naar verwachting van toepassing zullen zijn bij afwikkeling van de tijdelijke verschillen, op basis van de wetten die per verslagdatum zijn vastgesteld of materieel zijn vastgesteld. Winstbelasting wordt in de staat van het resultaat en het netto resultaat rechtstreeks verwerkt in het eigen vermogen opgenomen, behoudens voor zover deze betrekking heeft op posten die rechtstreeks in het eigen vermogen worden opgenomen, in welk geval de belasting in het eigen vermogen wordt verwerkt.

Bij de bepaling van verschuldigde en verrekenbare winstbelastingen en uitgestelde winstbelastingen houdt de Vennootschap rekening met de impact van onzekere belastingposities en of bijkomende belastingen en interest verschuldigd zouden zijn. De Vennootschap is van mening dat zijn voorzieningen voor belastingverplichtingen voor alle openstaande aanslagjaren correct zijn. Deze voorzieningen weerspiegelen de beoordeling van verscheidene factoren door de Vennootschap, waaronder interpretaties van de belastingwetgeving en ervaringen uit het verleden. Deze beoordeling gaat uit van schattingen en veronderstellingen en kunnen derhalve een aantal beoordelingen inhouden over toekomstige gebeurtenissen. Nieuwe informatie kan ontstaan waardoor de Vennootschap zijn beoordeling over de accuraatheid van bestaande belastingverplichtingen dient te herzien. Zulke veranderingen aan de belastingverplichtingen zullen de winstbelasting beïnvloeden in de periode dat een dergelijke vaststelling wordt gemaakt.

Uitgestelde belastingvorderingen en -verplichtingen worden gesaldeerd als er een wettelijk afdwingbaar recht is om actuele belastingverplichtingen en -activa te salderen, en deze betrekking hebben op inkomstenbelastingen die door dezelfde belastingautoriteit worden geheven bij dezelfde belastbare entiteit.

5.2.14 Personeelsvergoedingen

Pensioenverplichtingen en overige verplichtingen na opruststelling

De Vennootschap voorziet zowel in te-bereiken-doel plannen als vastebijdrage plannen voor haar werknemers, bestuurders en bepaalde leden van het management.

Voor vaste-bijdrage plannen betaalt de Vennootschap vaste bijdragen aan een afzonderlijke entiteit. De Vennootschap heeft geen verplichting om bijkomende bedragen te betalen indien de fondsbeleggingen niet volstaan om alle personeelsvoordelen te dekken. Verplichtingen voor bijdragen aan vaste-bijdrage plannen worden als een personeelskost erkend in de staat van het resultaat in de periode wanneer de prestaties door de werknemers geleverd werden.

Als gevolg van gegarandeerde minimumrendementen die door de wet worden opgelegd, bestaat het risico dat de Vennootschap aanvullende bijdragen moet betalen. Daarom worden de Belgische toegezegdebijdrageregelingen geclassificeerd als te-bereiken-doel plannen. Als gevolg van een wijziging in de wetgeving per einde 2015 met betrekking tot de gegarandeerde minimumrendementen, verwerkt de Vennootschap haar toegezegde-bijdrageregelingen vanaf 2016 als tebereiken-doel plannen.

Een te-bereiken-doel plan is een regeling inzake rechten na uitdiensttreding die geen toegezegde-bijdrageregeling is. Voor toegezegde-pensioenregelingen zijn de kosten van het verstrekken van voordelen bepaald met behulp van de Projected Unit Credit Methode waarbij actuariële waarderingen worden uitgevoerd op elke balansdatum. De disconteringsvoet is gebaseerd op het rendement op de rapportagedatum op bedrijfsobligaties van hoge kwaliteit (gemiddeld rendement op bedrijfsobligaties van AA in euro, afgezet tegen de iBoxx € AA Corporates-index) rekening houdend met de duur van de verplichtingen van de Vennootschap.

Voor de toegezegde-bijdrageregelingen die onderworpen zijn aan gegarandeerde minimumrendementen wordt de verplichting van tebereiken-doel plannen gebaseerd op het hoogste van (1) de bijdragen verhoogd met de gegarandeerde minimumrendementen en de werkelijke opgebouwde reserves (regelingen gefinancierd via een pensioenfonds) of (2) de volledig betaalde verzekerde vergoedingen (verzekerde regelingen). Voor regelingen waarbij de bijdragen stijgen met de leeftijd, worden de potentiële voordelen lineair toegekend over de loopbaan van de werknemer.

De netto verplichting/(tegoed) met betrekking tot te-bereiken-doel plannen opgenomen in de balans komt overeen met het verschil tussen de verplichtingen van te-bereiken-doel plannen en de reële waarde van de fondsbeleggingen. In het geval van een surplus is het netto tegoed uit te-bereiken-doel plannen beperkt tot de contante waarde van de toekomstige economische voordelen in de vorm van een vermindering in bijdragen of een geldelijke terugbetaling.

Voor verzekerde regelingen is de reële waarde van de verzekeringspolissen gebaseerd op de verzekeringsreserves.

Herwaarderingen van de netto verplichtingen/(tegoeden) uit hoofde van toegezegde pensioenrechten omvatten actuariële winsten en verliezen op de verplichtingen inzake toegezegde pensioenrechten, afwijkingen op het verwachte rendement en wijzigingen in het effect van de limiet van de op te nemen pensioenvordering. Deze worden opgenomen in het netto resultaat rechtstreeks verwerkt in het eigen vermogen.

De Vennootschap bepaalt de netto interestkost/ (opbrengst) op de netto verplichtingen / (tegoeden) uit hoofde van toegezegde pensioenrechten voor de periode door de disconteringsvoet aan het begin van de verslagperiode toe te passen het saldo op jaareinde, rekening houdende met de verwachte mutatie van het pensioensaldo als gevolg van premiebetalingen of uitkeringen. Deze netto interestlast wordt in de geconsolideerde staat van het resultaat opgenomen.

De pensioenkosten als gevolg van het beëindigen of wijzigen van de pensioenrechten worden opgenomen in het resultaat.

De Vennootschap kent ook andere voordelen toe die samenhangen met een langdurig dienstverband zoals premies inzake medische zorgen. De verwachte kost van deze voordelen wordt erkend over de periode van tewerkstelling analoog aan te-bereiken-doel plannen.

Overige personeelsverloningen op lange termijn

De Vennootschap kent haar werknemers voordelen toe die samenhangen met een langdurig dienstverband. De verwachte kosten van deze voordelen worden toegerekend over de tewerkstellingsperiode op basis van een methode die vergelijkbaar is met die voor te-bereikendoel plannen. Actuariële winsten en verliezen die voortvloeien uit ervaringsaanpassingen en wijzigingen in actuariële veronderstellingen worden onmiddellijk in resultaat genomen.

Op aandelen gebaseerde betalingen

De Vennootschap kent aan bepaalde werknemers op aandelen gebaseerde betalingen toe die gewaardeerd worden tegen reële waarde op de datum van toekenning. De reële waarde van de aandelenopties wordt op de datum van toekenning bepaald op basis van het Black-Scholes waarderingsmodel, en wordt in resultaat genomen als op aandelen gebaseerde betalingen, met een overeenkomstige stijging in het eigen vermogen, over de periode tijdens dewelke werknemers het onvoorwaardelijk recht verwerven op de aandelenopties. Gegevens die in het waarderingsmodel gebruikt worden zijn onder andere de aandelenkoers op de datum van toekenning, de uitoefenprijs van het instrument, de verwachte volatiliteit, de gewogen gemiddelde looptijd van de instrumenten, de verwachte dividenden en de risicovrije interestvoet. Het model wordt tevens gevoed met ramingen door het management inzake de effecten van niet-overdraagbaarheid, uitoefenbeperkingen en gedragsmatige overwegingen.

Op elke balansdatum herziet de Vennootschap haar raming van het aantal opties dat naar verwachting uitoefenbaar zal worden. De cumulatieve impact van de herziening van de originele ramingen wordt erkend, indien van toepassing, in de staat van het resultaat en het netto resultaat rechtstreeks verwerkt in het eigen vermogen, met een overeenkomstige aanpassing in het eigen vermogen. De ontvangsten bij uitoefening van de opties, verminderd met alle rechtstreeks toewijsbare transactiekosten, worden bijgeschreven bij het geplaatst kapitaal (nominale waarde) en de uitgiftepremies.

Uitgegeven in geldmiddelen afgewikkelde op aandelen gebaseerde betalingen worden gewaardeerd tegen reële waarde en worden als lasten uit hoofde van op aandelen gebaseerde betalingen opgenomen, met een overeenkomstige verhoging van de overige lang- en kortlopende verplichtingen, over de periode dat de werknemers onvoorwaardelijk recht krijgen op de opties.

Personeelsverloningen op korte termijn

Personeelsverloningen op korte termijn worden op niet-verdisconteerde basis gewaardeerd, en worden opgenomen wanneer de daarmee verband houdende diensten worden gepresteerd.

Er wordt een verplichting erkend voor het bedrag dat naar verwachting in het kader van bonusplannen op korte termijn zal worden uitbetaald, indien de groep een in rechte afdwingbare of feitelijke verplichting heeft als gevolg van verstreken diensttijd van werknemers en indien deze verplichting betrouwbaar kan worden bepaald.

5.2.15 Voorraden

De voorraden worden opgenomen tegen kostprijs, of netto opbrengstwaarde indien deze lager is. De kostprijs van de voorraden is gebaseerd op het 'eerst in, eerst uit'-beginsel ("fifo") en omvat de uitgaven gedaan bij verwerving van de voorraden en de overige kosten die zijn gemaakt bij het naar de bestaande locatie en in de bestaande toestand brengen daarvan. De netto opbrengstwaarde is de geschatte verkoopprijs in het kader van de normale bedrijfsvoering, verminderd met de geschatte verkoopkosten.

5.2.16 Winst per aandeel

De Vennootschap presenteert gewone en verwaterde winst per aandeel (wpa) voor het gewone aandelenkapitaal. De gewone winst per aandeel wordt berekend aan de hand van de aan de aandeelhouders van de groep toe te rekenen winst of het verlies gedeeld door het gewogen gemiddelde aantal gewone aandelen die gedurende de verslagperiode uitstaan. Bij de berekening van de verwaterde winst per aandeel worden de aan de aandeelhouders van de groep toe te rekenen winst of het verlies en het gewogen gemiddelde aantal gewone aandelen die gedurende de verslagperiode uitstaan gecorrigeerd voor alle potentiële verwaterende effecten op de gewone aandelen, welke betrekking hebben op aan medewerkers en aan de Gedelegeerd Bestuurder toegekende warranten en aandelenopties, zoals nader besproken in toelichting 5.23.2.

5.2.17 Financiële opbrengsten en kosten

Financiële opbrengsten omvatten voornamelijk interestopbrengsten uit belegde tegoeden, veranderingen in de reële waarde van financiële instrumenten, nettowinsten op financiële instrumenten en valutawinsten. Interestopbrengsten worden aan de staat van het resultaat en het netto resultaat rechtstreeks verwerkt in het eigen vermogen toegerekend naarmate ze verdiend worden, op basis van de effectieve interestmethode.

Financiële kosten omvatten voornamelijk interestkosten op leningen en andere financieringsverplichtingen, wijzigingen in de reële waarde van financiële instrumenten, nettoverliezen op financiële instrumenten en valutaverliezen. Winsten en verliezen uit wisselkoersverschillen worden netto gepresenteerd.

5.2.18 Kosten verbonden aan de verwerving van klanten

Kosten verbonden aan het verwerven van klanten zijn de direct toewijsbare kosten die de Vennootschap maakt voor het verwerven van een nieuwe klantenrelatie. Deze kosten kunnen onder andere omvatten: bonussen aan kleinhandelaars, commissies aan zelfstandige verkopers en commissies aan eigen werknemers.

Vergoedingen betaald aan een derde partij die niet de klant is, worden enkel gekapitaliseerd als immateriële activa indien de criteria voor erkenning van een immaterieel vast actief voldaan zijn, indien de vergoedingen specifiek en incrementeel zijn voor het bekomen van het klantencontract, en indien zij op betrouwbare wijze kunnen bepaald worden. Aangezien doorgaans niet voldaan wordt aan deze criteria worden kosten verbonden aan het verwerven van klanten doorgaans ten laste genomen van het resultaat.

Cash-vergoedingen betaald aan klanten worden niet beschouwd als kosten verbonden aan het verwerven van klanten, maar worden in mindering van de gerelateerde opbrengst erkend.

Voordelen in natura die aan klanten gegeven worden, voor zover deze niet als een aparte component van de verkoopstransactie dienen aangemerkt te worden, worden als kost erkend in de overeenkomstige periode.

5.2.19 Wijzigingen in de grondslagen voor de financiële verslaggeving

De volgende wijzigingen in de grondslagen voor financiële verslaggeving zijn weerspiegeld in de geconsolideerde jaarrekening van de Vennootschap per en voor het jaar eindigend op 31 december 2019.

Jaarlijkse verbeteringen aan IFRS (Cyclus 2015-2017), uitgegeven op 12 december 2017, heeft betrekking op de volgende kleine wijzigingen:

  • IFRS 3 Bedrijfscombinaties: de wijzigingen verduidelijken dat de entiteit een voorheen aangehouden deelneming in een gezamenlijke bedrijfsactiviteit moet herwaarderen wanneer zij controle hierover verwerft.
  • IFRS 11 Gezamenlijke Overeenkomsten: de wijzigingen verduidelijken dat de entiteit een voorheen aangehouden deelneming in een gezamenlijke bedrijfsactiviteit niet moet herwaarderen wanneer zij gezamenlijke controle hierover verwerft.
  • IAS 12 Winstbelastingen: de wijzigingen verduidelijken dat een entiteit alle fiscale gevolgen van dividenduitkeringen consistent met de transacties die aanleiding gaven tot de uitkeerbare winst, moet verwerken, zijnde in de winst- en verliesrekening, in het netto resultaat rechtstreeks verwerkt in het eigen vermogen of in het eigen vermogen.
  • IAS 23 Financieringskosten: de wijzigingen verduidelijken dat een entiteit de middelen, ontleend met het specifieke doel een bepaald

in aanmerking komend actief te verwerven, moet behandelen als een algemene ontlening

Deze wijzigingen zijn van kracht voor boekjaren die aanvangen op of na 1 januari 2019. Deze verbeteringen hadden geen materiële impact op de geconsolideerde jaarrekening.

IFRS 16 Lease-overeenkomsten maakt een onderscheid tussen een dienstencontract en een huur gebaseerd op het feit of het contract het recht van controle over het gebruik van een geïdentificeerd actief overdraagt en introduceert voor leases een enkel on-balance sheet boekhoudmodel voor huurders. Een huurder erkent een actief dat het recht om het onderliggend actief te gebruiken vertegenwoordigt alsook een leaseverplichting die de plicht om de huurbetalingen te maken vertegenwoordigt.

Er zijn vrijstellingen voor de erkenning van kortlopende huurovereenkomsten en leases van activa met een lage waarde. De boekhoudregels vanuit het standpunt van de verhuurder bleven vergelijkbaar met de voorheen van toepassing zijnde boekhoudstandaard. Dat wil zeggen dat verhuurders leases classificeren als financiële of operationele leases. De Vennootschap bepaalde dat IFRS 16 van toepassing is op volgende categorieën van huurcontracten: (i) sites en masten, (ii) gebouwen, (iii) rollend materieel, en (iv) fiber netwerk. De toepassing van IFRS 16 vereist een belangrijke mate van veronderstellingen en ramingen, meer bepaald met betrekking tot de inschatting van de van toepassing zijnde huurtermijnen en met betrekking tot de inschatting of de uitoefening van de optie tot verlenging van de huurtermijn als 'redelijk zeker' kan beschouwd worden. Meer specifiek voor de huur van sites en masten heeft Telenet bepaald dat bij toepassing van IFRS 16, de uitoefening van de opties tot verlenging niet 'redelijk zeker' was en deze derhalve niet in rekening werden gebracht bij het bepalen van de huurperiode.

IFRS 16 verving de bestaande richtlijnen IAS 17 Leaseovereenkomst, IFRIC 4 Vaststelling of een overeenkomst een leaseovereenkomst bevat, SIC 15 Operationele leases - incentives en SIC 27 Evaluatie van de economische realiteit van transacties in de juridische vorm van een leaseovereenkomst.

i. Huurovereenkomsten waarbij de Groep een huurder is

De Vennootschap heeft nieuwe activa en verplichtingen erkend voor die huurovereenkomsten die onder de vroegere IFRS waarderingsgrondslagen geclassificeerd werden als operationele leases , zijnde:

  • Operationele leases van sites en masten
  • Operationele leases van onroerend goederen
  • Operationele lease van rollend materieel
  • Operationele leases van 'dark fiber'

De aard van de uitgaven in verband met deze huurovereenkomsten is veranderd aangezien de Vennootschap voortaan een afschrijvingslast voor gebruiksrechten en rentelasten op leaseverplichtingen erkent. Voorheen erkende de Vennootschap operationele huurlasten op lineaire basis over de leaseperiode en erkende ze alleen activa en verplichtingen voor zover er een tijdsverschil was tussen de daadwerkelijke leasebetalingen en de erkende kosten.

Bovendien erkent de Vennootschap niet langer voorzieningen voor operationele leases die volgens haar als verlieslatend worden beschouwd. In plaats daarvan neemt de Vennootschap de betalingen die in het kader van de leaseovereenkomst verschuldigd zijn, op onder haar huurverplichtingen.

De Vennootschap erkent een actief voor gebruiksrechten en een leaseverplichting op de ingangsdatum van de lease. Het actief voor gebruiksrechten wordt aanvankelijk gewaardeerd tegen kostprijs en vervolgens tegen kostprijs verminderd met eventuele gecumuleerde afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingsverliezen, en gecorrigeerd voor bepaalde herwaarderingen van de leaseverplichting. De leaseverplichting wordt initieel gewaardeerd tegen de contante waarde van de leasebetalingen die op de ingangsdatum nog niet werden betaald, verdisconteerd aan de rentevoet die impliciet is in de lease of, als die rentevoet niet gemakkelijk kan worden bepaald, de marginale rentevoet van de Vennootschap. Over het algemeen gebruikt de onderneming haar incrementele rentevoet als disconteringsvoet. De leaseverplichting wordt vervolgens verhoogd met de rentekosten op de leaseverplichting en verlaagd met gemaakte leasebetalingen. De leaseverplichting wordt opnieuw beoordeeld wanneer er een wijziging is in toekomstige leasebetalingen als gevolg van een wijziging in een index of rentevoet, een wijziging in de schatting van het bedrag dat naar verwachting zal worden betaald onder een restgarantie, of, in voorkomend geval, wijzigingen in de beoordeling of een koop of optie tot verlenging redelijk zeker is om te worden uitgeoefend of een optie tot beëindiging redelijk zeker is om niet te worden uitgeoefend.

De toepassing van IFRS 16 had geen significant effect voor de leases van de Vennootschap die voorheen conform IAS 17 Leaseovereenkomsten werden geclassificeerd en verwerkt als financiële leases.

De toepassing van IFRS 16 heeft geen invloed op de mogelijkheid van de onderneming om te voldoen aan de herziene maximale hefboomgrens van de lening covenanten.

Met betrekking tot bepaalde specifieke transacties draagt de Vennootschap (handelend als 'verkoper-huurder') een actief over aan een andere entiteit ('koper-verhuurder') dat vervolgens door de Vennootschap wordt teruggehuurd. De Vennootschap heeft bepaald dat, overeenkomstig IFRS 15, deze transactie niet voldoet aan een prestatieverplichting aangezien de controle over de onderliggende activa niet aan de koper-verhuurder wordt overgedragen. Als gevolg hiervan worden deze transacties geboekt als een financieringstransactie.

ii. Huurovereenkomsten waarbij de Groep een verhuurder is

Voor andere huurovereenkomsten waarbij de Groep een verhuurder is, heeft de Vennootschap vastgesteld dat er geen significante impact was naar aanleiding van de toepassing van IFRS 16.

iii. Overgang

De Vennootschap paste de gewijzigde retrospectieve benadering en heeft bijgevolg een cumulatieve aanpassing van het effect geregistreerd in de beginbalans van de overgedragen winst per 1 januari 2019, zonder herwerking van vergelijkende informatie.

Bij de overgang werden de leaseverplichtingen gewaardeerd tegen de contante waarde van de resterende leasebetalingen, verdisconteerd tegen de incrementele rentevoet van de Vennootschap op 1 januari 2019. Activa voor gebruiksrecht werden gewaardeerd tegen een bedrag gelijk aan de leaseverplichting, aangepast met het bedrag van de vooruitbetaalde of opgebouwde leasebetalingen.

Bij de transitie heeft de Vennootschap volgende overgangsmaatregelen toegepast:

  • Toepassing van IFRS 16 op alle contracten die vóór 1 januari 2019 werden gesloten en geïdentificeerd als leases in overeenstemming met IAS 17 en IFRIC 4;
  • Voor leaseovereenkomsten met een looptijd van 12 maanden of minder werden geen activa voor gebruiksrechten of leaseverplichtingen opgenomen;
  • In de overgang heeft de Vennootschap de overgangsmaatregelen toegepast die de Vennootschap toestond om niet opnieuw te beoordelen of verlopen of bestaande contracten een leaseovereenkomst bevatten onder de nieuwe standaard. Daarenboven heeft de Vennootschap geen nadien opgedane kennis gebruikt tijdens de overgang;
  • De Vennootschap heeft een enkele disconteringsvoet toegepast op een portefeuille van leaseovereenkomsten met redelijk vergelijkbare kenmerken.

De Vennootschap heeft de overgangsmaatregel die een huurder toestaat om lease- en niet-leasecomponenten in een contract als één enkele leasecomponent te verwerken niet toegepast. Dienovereenkomstig heeft de Vennootschap deze componenten afzonderlijk blijven boeken. De Vennootschap heeft initiële directe kosten niet uitgesloten van de waardering van het actief voor gebruiksrechten op de datum van eerste toepassing.

Telenet beoordeelde potentieel verlieslatende lease-overeenkomsten onder toepassing van IAS 37 Voorzieningen, voorwaardelijke verplichtingen en voorwaardelijke activa, onmiddellijk vóór de datum van eerste toepassing, als alternatief voor het uitvoeren van een onderzoek naar bijzondere waardeverminderingen. Het erkende gebruiksrecht op de datum van eerste toepassing werd aangepast met het bedrag van een eventuele voorziening voor verlieslatende leaseovereenkomsten.

De financiële impact van IFRS 16 op de openingsbalans kan als volgt worden samengevat:

1 januari 2019
(in € miljoen)
Activa voor gebruiksrechten 163,8
Overige vlottende activa (0,7)
Leaseverplichtingen (163,1)

Met betrekking tot de lease-overeenkomsten die voorheen werden geclassificeerd als operationele lease heeft de onderneming, als gevolg van de initiële toepassing van IFRS 16, per 1 januari 2019 €163,8 miljoen aan activa voor gebruiksrechtenen, -€0.7 miljoen overige vlottende activa en €163,1 miljoen lease-verplichtingen erkend. Eveneens gerelateerd aan deze leaseovereenkomsten nam de onderneming afschrijvingen en aangroeikosten op in plaats van huurkosten. Gedurende het jaar eindigend op 31 december 2019 heeft de Vennootschap €42,5 miljoen aan afschrijvingslasten en €4,2 miljoen aan aangroeikosten uit deze leases erkend.

Langetermijnbelangen in geassocieerde deelnemingen en joint ventures (Wijzigingen in IAS 28) uitgegeven op 12 oktober 2017, verduidelijkt hoe bedrijven langetermijnbelangen in een geassocieerde onderneming of joint venture, waarop de vermogensmutatiemethode niet wordt toegepast, dienen te erkennen onder toepassing van IFRS 9. De wijzigingen zijn van kracht voor boekjaren die beginnen op of na 1 januari 2019. Deze amendementen zijn in februari 2019 goedgekeurd door de EU en hadden geen materiële impact op de geconsolideerde jaarrekening.

IFRIC 23 Onzekerheid over de behandeling van inkomstenbelastingen uitgegeven op 7 juni 2017, verduidelijkt hoe de erkennings- en waarderingsvereisten toegepast moeten worden onder IAS 12 wanneer er onzekerheid bestaat over de behandeling van inkomstenbelasting. In dergelijk geval moet een entiteit zijn huidige of uitgestelde belastingvordering of -verplichting erkennen en waarderen met toepassing van de vereisten in IAS 12 op basis van belastbare winst (vrijgesteld verlies), belastinggrondslagen, ongebruikte fiscale verliezen, ongebruikte belastingkredieten en belastingtarieven die van toepassing zijn in deze interpretatie. Een entiteit moet er vanuit gaan dat een belastingautoriteit die het recht heeft om belastingbehandelingen te onderzoeken en aan te vechten, die behandelingen zal ondezoeken en over een volledige kennis van alle gerelateerde informatie zal beschikken. Het detectierisico wordt niet meegenomen bij de erkenning en waardering van onzekere belastingbehandelingen. De entiteit moet de impact van de onzekerheid meten met behulp van de methode die het best de uitkomst van de onzekerheid voorspelt; ofwel met de methode van het meest waarschijnlijke bedrag of de verwachte waarde methode. De interpretatie is van kracht voor boekjaren vanaf of na 1 januari 2019. Deze interpretatie is goedgekeurd door de EU. De wijzigingen hebben geen materiële impact op de geconsolideerde jaarrekening van de Vennootschap.

IFRS 9 Vooruitbetalingsfuncties met negatieve compensatie Onder IFRS 9 kan een schuldinstrument gewaardeerd worden tegen geamortiseerde kostprijs of tegen reële waarde via het netto resultaat rechtstreeks verwerkt in het eigen vermogen, op voorwaarde dat de contractuele kasstromen 'alleen betalingen van hoofdsom en rente op het uitstaande hoofdbedrag' (het SPPI-criterium) zijn en het instrument gehouden wordt binnen het toepasselijke bedrijfsmodel voor die classificatie. De wijzigingen in IFRS 9 verduidelijken dat een financieel actief aan het SPPI criterium voldoet ongeacht de gebeurtenis of omstandigheid die de beëindiging van het contract vervroegd veroorzaakt en ongeacht welke partij een redelijke vergoeding voor de vroegtijdige beëindiging van de contract betaalt of ontvangt.

De wijzigingen dienden met terugwerkende kracht te worden toegepast en traden in werking vanaf 1 januari 2019. Deze wijzigingen zijn nog niet goedgekeurd door de EU en hebben geen impact op de geconsolideerde jaarrekening van de Vennootschap.

Telenet | Jaarverslag 2019 | 97 Planwijziging, inperking of afwikkeling (wijzigingen in IAS 19) De wijzigingen in IAS 19 hebben betrekking op de boekhouding wanneer een wijziging van het plan, inperking of afwikkeling plaatsvindt tijdens een rapportageperiode. In de amendementen wordt bepaald dat wanneer er een wijziging van het plan, een inperking of afwikkeling plaatsvindt tijdens de jaarlijkse rapportageperiode, een entiteit verplicht is om:

  • de huidige kosten van de dienstverlening te bepalen voor de resterende periode na de wijziging van het plan, de inperking of afwikkeling, met behulp van de actuariële veronderstellingen die gebruikt zijn om de gedefinieerde netto te bereiken doel verplichting (actief) te herwaarderen om de aangeboden voordelen te weerspiegelen en de activa van het plan na die gebeurtenis.
  • de netto rente te bepalen voor de resterende periode na de wijziging, inperking of afwikkeling van het plan met behulp van: het netto te bereiken doel verplichting (actief) die de aangeboden voordelen weerspiegelen onder het plan en de fondsbeleggingen na die gebeurtenis; en de disconteringsvoet gebruikt om die netto te bereiken doel verplichting (actief) te herwaarderen.

De wijzigingen verduidelijken ook dat een entiteit eerst historische kosten van dienstverlening, winsten of verliezen moet bepalen bij afwikkeling, zonder rekening te houden met het effect op het activaplafond. Dit bedrag wordt opgenomen in winst of verlies. Een entiteit bepaalt vervolgens het effect van het activaplafond na de plan wijziging, inperking of afwikkeling. Elke verandering, exclusief de bedragen die zijn opgenomen in de nettorente, wordt opgenomen in het netto resultaat rechtstreeks verwerkt in het eigen vermogen.

De wijzigingen zijn van toepassing op aanpassingen, inperkingen, of afwikkelingen van het plan die plaatsvinden op of na het begin van de eerste jaarlijkse verslagperiode die begint op of na 1 januari 2019. Deze wijzigingen zijn alleen van toepassing op elke toekomstige wijziging, inperking of afwikkeling in de Vennootschap. De toepassing van deze wijzigingen had geen materiële impact op de geconsolideerde jaarrekening van de Groep.

5.2.20 Toekomstige vereisten

Standaarden, jaarlijkse verbeteringen, aanpassingen en interpretaties aan bestaande standaarden die nog niet toepasbaar zijn voor het jaar afgesloten op 31 december 2019 en werden niet vervroegd toegepast door de Vennootschap.

De volgende standaarden, aanpassingen en interpretaties aan bestaande standaarden werden gepubliceerd en zijn verplicht toepasbaar op de verslagperiode van de Vennootschap vanaf 1 januari 2020 of later. De Vennootschap heeft deze standaarden, aanpassingen en interpretaties aan bestaande standaarden niet vervroegd toegepast. De toepassing van deze standaarden, aanpassingen en interpretaties aan bestaande standaarden zal geen noemenswaardig effect hebben op het financiële resultaat of de financiële positie van de Vennootschap.

Definitie van een bedrijf (wijziging in IFRS 3), uitgegeven op 22 oktober 2018, geeft bijkomende richtlijnen over de toepassing van de definitie van een bedrijf. De wijziging biedt de mogelijkheid tot het gebruik van een "concentratietest". Dit betreft een vereenvoudigde beoordeling die zal resulteren in een verwerving van activa indien de reële waarde van de bruto-activa vrijwel volledig geconcentreerd is in één enkel identificeerbaar actief of een groep vergelijkbare identificeerbare activa. Als een entiteit de concentratietest niet toepast, of de test is negatief, verduidelijkt de wijziging dat de beoordeling zich dient te richten op het al dan niet bestaan en de verwerving van substantiële processen. De wijziging is van toepassing op bedrijven die zijn verworven in boekjaren die aanvangen op of na 1 januari 2020, waarbij eerdere toepassing is toegestaan. De wijziging is nog niet goedgekeurd door de EU.

Definitie van materieel (wijzigingen in IAS 1 en IAS 8) werd uitgegeven op 31 oktober 2018 en verduidelijkt de definitie van 'materieel' en stemt de definitie van 'materieel' af op deze die wordt gehanteerd over de normen heen. De nieuwe definitie stelt dat "informatie als materieel wordt beschouwd, indien redelijkerwijs te verwachten valt dat weglating, verkeerde voorstelling of onduidelijkheid invloed heeft op beslissingen die de primaire gebruikers van financiële overzichten voor algemene doeleinden maken op basis van die financiële overzichten, die informatie verschaffen over een specifieke rapporterende entiteit". De wijzigingen verduidelijken dat materialiteit zal afhangen van de aard en omvang van de informatie. De wijzigingen zijn prospectief van kracht voor boekjaren die beginnen op of na 1 januari 2020, waarbij eerdere toepassing is toegestaan.

Wijzigingen in referenties naar het conceptueel kader in IFRSstandaarden, werden door de IASB uitgegeven op 29 maart 2018. Het conceptueel kader beschrijft de fundamentele concepten van financiële verslaggeving die de IASB begeleidt bij de ontwikkeling van IFRSnormen. Het helpt ervoor te zorgen dat de standaarden conceptueel consistent zijn en dat vergelijkbare transacties op dezelfde manier worden behandeld, waardoor nuttige informatie aan beleggers en anderen belanghebbenden wordt verstrekt. Het conceptueel kader helpt entiteiten ook bij het ontwikkelen van boekhoudprincipes voor financiële verslaggeving wanneer er geen IFRS-standaard van toepassing is op een bepaalde transactie en het helpt belanghebbenden om de standaarden beter te begrijpen en te interpreteren. Belangrijke veranderingen zijn onder meer:

  • Benadrukken van het belang van het verstrekken van informatie die nodig is om het gebruik van de middelen van de entiteit door het management te kunnen evalueren.
  • Het herintroduceren van het voorzichtigheidsprincipe als onderdeel van neutraliteit. Voorzichtigheid dient te worden uitgeoefend bij het oordelen onder onzekere omstandigheden.
  • Het definiëren van een rapporterende entiteit, die een juridische entiteit of een deel van een juridische entiteit kan zijn.
  • Herziening van de definitie van een actief als een actueel middel dat de mogelijkheid bevat om economische voordelen te produceren en waarover de entiteit zeggenschap heeft als gevolg van een gebeurtenis in het verleden.
  • Herziening van de definitie van een verplichting als een bestaande verplichting van de entiteit die voortvloeit uit gebeurtenissen in het verleden waarvan de afwikkeling resulteert in een uitstroom uit de entiteit van middelen die economische voordelen in zich bergen.
  • Het verwijderen van de waarschijnlijkheidsdrempel voor erkenning van activa en passiva en het toevoegen van richtlijnen voor het niet langer opnemen in de balans.
  • Het beschrijven van de informatie die wordt verstrekt door verschillende basissen voor waardering en het uitleggen van factoren waar rekening mee moet worden gehouden bij het selecteren van een waarderingsbasis.
  • Onderlijnen dat winst of verlies de primaire prestatie-indicator is en dat inkomsten en uitgaven in niet-gerealiseerde resultaten in principe moeten worden gerecycleerd als de relevantie of getrouwe weergave van de financiële overzichten hierdoor zou worden verbeterd. Het gebruik van niet-gerealiseerde resultaten dient beperkt te zijn tot specifieke gevallen.

De wijzigingen zijn voor entiteiten die IFRS toepassen van kracht voor boekjaren die beginnen op of na 1 januari 2020, terwijl de IASB het herziene conceptuele kader onmiddellijk zal toepassen bij de ontwikkeling van nieuwe of gewijzigde standaarden en interpretaties.

Wijzigingen in IFRS 9, IAS 39 en IFRS 7 (hervorming van de rentevoetbenchmark) werden uitgegeven op 26 september 2019. De betreffende wijzigingen passen enkele specifieke hedge accountingvereisten aan om de mogelijke effecten te verlichten van de onzekerheid veroorzaakt door de interbanken rente-hervorming. Daarnaast moeten vennootschappen aanvullende informatie verstrekken aan beleggers over hun indekkingsrelaties die rechtstreeks door deze onzekerheden worden beïnvloed.

De wijzigingen zijn als volgt samengevat:

  • Bij het bepalen of een verwachte transactie zeer waarschijnlijk is, gaat een onderneming ervan uit dat de rentebenchmark waarop de afgedekte kasstromen gebaseerd zijn, niet gewijzigd is als gevolg van de hervorming.
  • Bij het uitvoeren van prospectieve beoordelingen gaat een onderneming ervan uit dat de rentebenchmark waarop het afgedekte item, het afgedekte risico en/of het afdekkingsinstrument gebaseerd zijn, niet gewijzigd is als gevolg van de hervorming van de rentebenchmark.
  • Bij de toepassing van IAS 39 is de onderneming niet verplicht om de IAS 39-beoordeling achteraf uit te voeren voor afdekkingsrelaties die rechtstreeks door de hervorming worden beïnvloed. De onderneming moet echter voldoen aan alle andere IAS 39-vereisten voor hedge-accounting, inclusief de prospectieve beoordeling.
  • Voor afdekkingen van een niet-contractueel gespecificeerde benchmark-component van renterisico, past een onderneming de vereiste inzake afzonderlijk identificeerbaarheid alleen toe bij het aangaan van een dergelijke afdekkingsrelatie.

De wijzigingen zijn van kracht voor boekjaren die op of na 1 januari 2020 aanvangen, waarbij eerdere toepassing is toegestaan.

Deze wijzigingen zullen naar verwachting geen materiële impact hebben op de geconsolideerde jaarrekening van de Groep.

5.3 Risicobeheer

5.3.1 Algemeen

De Vennootschap is blootgesteld aan diverse risico's binnen de context van haar normale handelsactiviteiten, die een negatieve invloed van materieel belang zouden kunnen hebben op haar activiteiten, vooruitzichten, operationele resultaten en financiële positie. Daarom is het beheersen van deze risico's zeer belangrijk voor het bestuur van de Vennootschap. Om haar groei te ondersteunen en het management en directie te helpen om te gaan met de uitdagingen waaraan de Vennootschap is blootgesteld, heeft de Vennootschap een intern controle- en risicobeheersysteem opgezet. De bedoeling van dit intern controle- en risicobeheersysteem is om de Vennootschap toe te laten haar doelstellingen te verwezenlijken. De belangrijkste componenten worden beschreven in onze Verklaring deugdelijk bestuur onder 8.4 Interne controle- en risicobeheersysteem.

De Vennootschap is actief in een snel veranderende omgeving en dat geeft aanleiding tot talrijke risico's en onzekerheden waarover de Vennootschap geen controle heeft. Wij verwijzen naar 8.4.3 Risicogebieden en 3 Risicofactoren voor meer gedetailleerde informatie.

De Vennootschap is betrokken bij een aantal juridische procedures die zijn ontstaan in het normale verloop van de activiteiten, gezien de Vennootschap opereert binnen een zeer competitieve omgeving. Juridische procedures zouden kunnen ontstaan in verband met onder meer intellectuele eigendom, reclame campagnes, productaanbiedingen en bij overname-opportuniteiten. Telenet licht bepaalde lopende juridische geschillen, waaraan het is blootgesteld, toe in toelichting 5.26.1. Buiten de procedures, beschreven in toelichting 5.26.1, verwacht de Vennootschap niet dat de juridische procedures waarin ze betrokken is of waarmee ze wordt bedreigd, een materieel nadelig effect zullen hebben op de activiteiten of geconsolideerde financiële positie. De Vennootschap merkt echter op dat het resultaat van juridische procedures soms uitzonderlijk moeilijk te voorspellen is, en de Vennootschap biedt hierover dan ook geen garanties.

5.3.2 Kredietrisico

Kwalitatieve informatie

Dit risico betreft alle vormen van blootstelling aan kredietrisico verbonden aan tegenpartijen, nl. wanneer tegenpartijen hun verplichtingen aan de Vennootschap met betrekking tot leningen, hedging, betalingen en andere financiële activiteiten niet zouden nakomen. De Vennootschap is onderhevig aan kredietrisico via haar operationele en thesaurieactiviteiten.

Het grootste deel van de activa onderhevig aan kredietrisico uit operationele activiteiten zijn handelsvorderingen ten aanzien van particulieren en kleine professionele klanten in heel België en delen van Luxemburg, en uitstaande vorderingen op groothandels-, interconnectie- en roamingpartners van Telenet Group. De Vennootschap heeft bijgevolg geen belangrijke concentratie van kredietrisico. De kans op materieel verlies resulterend uit niet-betalingen door deze klanten wordt niet waarschijnlijk geacht. Er worden waardeverminderingen voor niet-inbare vorderingen geboekt die de mogelijke verliezen wegens niet-betaling door deze klanten dekken.

Wat het kredietrisico met betrekking tot financiële instrumenten betreft, werkt de Vennootschap met kredietrisicobeleidslijnen tegenover de tegenpartijen om het totale kredietrisico te verminderen. Deze beleidslijnen omvatten een beoordeling van de financiële toestand van een potentiële tegenpartij, de kredietwaardering en andere kredietcriteria en risicobeperkende maatregelen. De Vennootschap voert een beleid om enkel dergelijke transacties aan te gaan met Europese en Amerikaanse financiële instellingen met een hoge kredietwaardering. Om de concentratie van kredietrisico tot een minimum te beperken, gaat de Vennootschap afgeleide transacties aan met een aantal verschillende financiële instellingen. Ook geldmiddelen en kasequivalenten, en commercieel papier worden geplaatst bij financiële instellingen met een hoge kredietwaardigheid.

Kwantitatieve informatie

De Vennootschap evalueert haar maximale blootstelling aan kredietrisico als volgt:

(€ in miljoen) 31 31 december
Toelichting december
2019
2018, zoals
herzien (*)
Geldmiddelen en
kasequivalenten (inclusief
geldmarktfondsen /
depositocertificaten)
5.11 101,4 88,2
Handelsvorderingen 5.8 213,9 211,7
Derivaten 5.14 117,0 68,8
Vorderingen n.a.v. de verkoop
van sportuitzendrechten
5.9 7,9 1,7
Te ontvangen vergoeding KPN
met betrekking tot belasting
op pylonen
5.9 13,5 18,3
Vooruitbetaalde
uitzendrechten
5.9 11,2 6,3
Overige vooruitbetalingen 5.9 35,4 29,8
Uitstaande waarborgen bij
derden voor eigen
verplichtingen (contant
betaald)
5.9 1,5 3,9
Leningen aan geassocieerde
deelnemingen
5.7 1,6 1,3
Totaal 503,4 430,0

(*) We verwijzen naar toelichting 5.1.6 Wijzigingen in financiële verslaggeving en toelichting 5.24.2 Nextel voor gedetailleerde informatie over de finalizatie van de aankoop prijs allocatie en de alignering van de grondslagen voor de financiële verslaggeving.

Meer gedetailleerde financiële informatie is opgenomen in de respectievelijke toelichtingen bij de geconsolideerde jaarrekening van de Vennootschap.

5.3.3 Liquiditeitsrisico

Kwalitatieve informatie

De belangrijkste risico's voor Telenets bronnen van liquiditeit zijn operationele risico's, inclusief risico's in verband met dalende prijzen, een verminderde groei van het aantal abonnees, hogere marketingkosten en andere gevolgen van de toenemende concurrentie, nieuwe regelgeving en mogelijke nadelige gevolgen van de juridische procedures van de Vennootschap, zoals beschreven in toelichting 5.26.1. Telenets capaciteit om zijn schuld terug te betalen en zijn lopende activiteiten te financieren zal afhankelijk zijn van de capaciteit van de Vennootschap om liquiditeiten te genereren. Hoewel Telenet verwacht dat het een positieve kasstroom zal genereren na aftrek van interest en belastingen, kan de Vennootschap niet garanderen dat dit het geval zal zijn. Het is mogelijk dat de Vennootschap niet voldoende kasstroom kan genereren om zijn bedrijfsinvesteringen, lopende activiteiten en schuldverplichtingen te financieren.

Telenet Group Holding NV is een holding zonder bron van operationele inkomsten. Voor het genereren van fondsen is Telenet Group Holding NV dus afhankelijk van het vermogen van dochtervennootschappen om kapitaal bijeen te brengen en van dividendbetalingen. De voorwaarden van de 2018 Gewijzigde Senior Credit Facility bevatten een aantal belangrijke convenanten, die de capaciteit van de Vennootschap en van haar dochtervennootschappen, om onder andere dividenden of andere uitkeringen te betalen, bedrijfsinvesteringen te doen, bijkomende schulden aan te gaan en waarborgen te verstrekken, beperken. De overeenkomsten en instrumenten in verband met Telenets schuld bevatten beperkingen die de capaciteit van de Vennootschap om haar activiteiten uit te voeren, nadelig zouden kunnen beïnvloeden.

Telenet is van mening dat zijn kasstroom uit bedrijfsactiviteiten en zijn huidige liquide middelen, samen met het beschikbare krediet onder de 2018 Gewijzigde Senior Credit Facility, zullen volstaan om aan de huidige verwachte behoeften voor bedrijfskapitaal, bedrijfsinvesteringen en schuldaflossing te voldoen.

De 2018 Gewijzigde Senior Credit Facility wordt meer uitgebreid behandeld in toelichting 5.13.1 van de geconsolideerde jaarrekening van de Vennootschap.

De Vennootschap heeft een beleid voor financieel risicobeheer ingevoerd dat in oktober 2017 door het Audit- en Risicocomité werd beoordeeld en goedgekeurd. Met betrekking tot liquiditeits- en financieringsrisico's kunnen de belangrijkste doelstellingen als volgt worden samengevat:

  • ervoor zorgen dat de Vennootschap steeds toegang heeft tot voldoende kasmiddelen om aan haar financiële verplichtingen te voldoen, en fondsen ter beschikking te stellen voor bedrijfsinvesteringen en investeringsmogelijkheden als deze zich voordoen;
  • ervoor zorgen dat de Vennootschap over voldoende liquiditeitsoverschotten beschikt om aan haar nietdiscretionaire financiële verplichtingen te voldoen in geval van een onverwachte verstoring van de activiteiten;
  • ervoor zorgen dat de Vennootschap aan de convenanten en waarborgen van de schuldfaciliteiten voldoet.

Er wordt een minimaal niveau aan geldmiddelen en kasequivalenten behouden om onvoorziene uitgaven te betalen. Er is ook een limiet gesteld aan het maximale bedrag dat per bancaire tegenpartij kan worden gestort en belegd. De financieringsvereisten en -strategie van de Vennootschap worden jaarlijks herzien.

Daarnaast is de onderneming een rekening-courantkrediet van €25,0 miljoen aangegaan in september 2016 om een actiever beleid voor geldbeheer mogelijk te maken in de context van aanhoudende negatieve kortetermijnrente. In december 2017 ging de onderneming ook een nieuwe €20,0 miljoen doorlopende kredietfaciliteit met beschikbaarheid tot 30 september 2021 aan. In juni 2019 ging de Vennootschap een korte termijn wentelkrediet aan van €60 miljoen met beschikbaarheid tot 31 december 2021. Deze nieuwe doorlopende kortetermijnkredietfaciliteit kan worden gebruikt voor algemene bedrijfsdoeleinden en heeft een marge van 2,25% ten opzichte van EURIBOR (0% vloer).

Er werd een grens ingesteld voor het maximumbedrag dat per type derivaat kan worden geïnvesteerd. Naast deze grens werden de toegelaten financiële tegenpartijen bepaald en werden er limietbedragen ingesteld voor elke tegenpartij, gebaseerd op hun respectievelijke credit rating op lange termijn.

Kwantitatieve informatie

De totale contractuele verplichtingen van de Vennootschap op 31 december 2019 en 2018 waren als volgt:

Situatie op 31 december 2019 Verschuldigde betalingen per periode
(€ in miljoen)
Contractuele verplichtingen Totaal Minder dan
1 jaar
2 jaar 3 jaar 4 jaar 5 jaar Na 5 jaar
Langlopende leningen (1) (3) 6.615,3 527,8 207,6 206,4 204,9 201,2 5.267,4
Leaseverplichtingen (1) (3) 569,2 105,5 69,3 80,7 59,6 42,9 211,2
Andere contractuele verplichtingen (2) 1.154,3 242,8 137,5 74,5 40,9 33,3 625,3
Interestderivaten (3) (182,5) 7,5 (33,2) (33,2) (35,5) (40,8) (47,3)
Wisselkoersderivaten 72,7 68,5 3,0 1,2
Toe te rekenen kosten en overige
kortlopende verplichtingen (4)
396,2 396,2
Handelsschulden 247,7 247,7
Totaal contractuele verplichtingen 8.872,9 1.596,0 384,2 329,6 269,9 236,6 6.056,6

Situatie op 31 december 2018, zoals

herzien (*)
(€ in miljoen)
Contractuele verplichtingen Totaal Minder dan
1 jaar
2 jaar 3 jaar 4 jaar 5 jaar Na 5 jaar
Langlopende leningen (1) (3) 7.052,3 561,8 230,0 225,3 225,1 224,1 5.586,0
Financiële leaseverplichtingen (1) (3) 546,6 70,6 66,3 63,2 63,4 53,6 229,5
Operationele leaseverplichtingen 84,2 40,1 17,3 7,1 3,6 2,8 13,3
Andere contractuele verplichtingen (2) 1.092,9 254,6 77,6 39,6 32,7 33,3 655,1
Interestderivaten (3) (229,5) 3,6 (35,5) (35,5) (35,7) (41,5) (84,9)
Wisselkoersderivaten 42,7 42,7
Toe te rekenen kosten en overige
kortlopende verplichtingen (4)
456,2 456,2
Handelsschulden 184,7 184,7
Totaal contractuele verplichtingen 9.230,1 1.614,3 355,7 299,7 289,1 272,3 6.399,0

Verschuldigde betalingen per periode

  1. Inclusief interest.

  2. Vertegenwoordigt vaste minimumverbintenissen onder bepaalde programmerings- en aankoopovereenkomsten, bepaalde bedrijfskosten verbonden aan de Interkabel-acquisitie, alsook verbintenissen in het kader van de 2G en 3G mobiele spectrumlicentie (toelichting 5.6).

  3. Contractuele verplichtingen met een vlottende intrestvoet worden gebaseerd op de rentevoet per 31 december. De contractuele verplichtingen weerspiegelen ook de waarde in euro van de nettokasstromen van de uitwisseling van de nominale bedragen van de 'cross-currency' renteswaps op vervaldag.

  4. Uitgezonderd verloning en personeelsvoordelen, BTW en roerende voorheffing.

(*) We verwijzen naar toelichting 5.1.6 Wijzigingen in financiële verslaggeving en toelichting 5.24.2 Nextel voor gedetailleerde informatie over de finalizatie van de aankoop prijs allocatie en de alignering van de grondslagen voor de financiële verslaggeving.

5.3.4 Marktrisico

De Vennootschap is blootgesteld aan marktrisico's met betrekking tot schommelingen in interestvoeten en wisselkoersen, voornamelijk tussen de Amerikaanse dollar en de euro. De Vennootschap maakt gebruik van afgeleide financiële instrumenten om haar blootstelling aan interest- en wisselkoersschommelingen te beheren. Elk van deze risico's wordt hieronder besproken.

Kwalitatieve informatie met betrekking tot wisselkoersrisico

De Vennootschap realiseert bepaalde transacties in vreemde valuta. Hieruit ontstaat een blootstelling aan fluctuaties in wisselkoersen. Dit risico wordt binnen goedgekeurde beleidsparameters beheerd met valutatermijncontracten.

De functionele valuta van de Vennootschap is de euro. Telenet voert echter transacties uit in andere valuta dan euro, vooral in Amerikaanse dollar, en zal deze blijven uitvoeren. Ongeveer 4,9% (2018: ongeveer 3.0%) van Telenets bedrijfskosten (vooral de kosten van hardwareuitrusting voor het netwerk, software en kabeltelevisierechten) waren in Amerikaanse dollar uitgedrukt, terwijl al de opbrengsten van de Vennootschap in euro werden gegenereerd. Telenet heeft belangrijke verplichtingen in Amerikaanse dollar in verband met de contracten die het afsloot voor het leveren van premium content. Een waardedaling van de euro ten opzichte van de Amerikaanse dollar zou de kosten in euro van de in Amerikaanse dollar uitgedrukte kosten en uitgaven verhogen, een stijging van de waarde van de euro ten opzichte van de Amerikaanse dollar zou het omgekeerde effect hebben.

De Vennootschap heeft een gedeelte van haar kasuitstromen voor verwachte en toegezegde aankopen in Amerikaanse dollar historisch steeds ingedekt via valutatermijncontracten om het wisselkoersrisico te beheren dat ontstaat uit:

  • het aankopen van goederen en diensten in vreemde valuta;
  • bedrijfsinvesteringen in vreemde valuta of die onderhevig zijn aan prijsschommelingen door wijzigingen in de wisselkoers;
  • betalingen van royalty's, franchise- of licentievergoedingen uitgedrukt in een vreemde munt.

Hoewel de Vennootschap stappen onderneemt om zich te beschermen tegen de volatiliteit van wisselkoersen, bestaat er een residueel valutarisico als gevolg van de volatiliteit van de wisselkoersen dat een materieel negatief effect zou kunnen hebben op de financiële situatie en de bedrijfsresultaten van de Vennootschap.

In oktober 2019 gaf Telenet een termijnlening van USD 220,0 miljoen en €175,0 miljoen uit als add-on op bestaand termijnleningen. De netto opbrengst van deze uitgiften werd gebruikt voor de aflossing van de overblijvende schuld van €371,0 miljoen van de Senior Secured Notes met vervaldag juli 2027, volgend op de aflossing die plaatsvond in juli 2019, met inbegrip van de betaling van een afkoopsom van €42,3 miljoen.

In januari 2020 gaf Telenet met succes een nieuwe termijnlening op 8,25 jaar van USD 2.295 miljoen uit ('Faciliteit AR') en een nieuwe termijnlening op 9,25 jaar van € 1.110 miljoen ('Faciliteit AQ'). Met deze hefboom-neutrale transacties is Telenet erin geslaagd om de rentevoet op beide leningen op lange termijn te verlagen. Tegelijkertijd Telenet haar schuldvervalprofiel verder verbeterd. Zie toelichting 5.30 Gebeurtenissen na balansdatum voor meer informatie.

Het wisselkoersrisico van de USD 2.295 miljoen termijnlening ('Faciliteit AR') en de USD 1.000 miljoen 5.50% Senior Secured Notes, met vervaldag in 2028, worden ingedekt door cross currency en interest swap derivaten.

In toelichting 5.14 bij de geconsolideerde jaarrekening van de Vennootschap wordt meer gedetailleerde informatie verstrekt over de valutaderivaten per 31 december 2019 en 2018.

De uitstaande bedragen van leningen uitgedrukt in USD op 31 december 2019 en 2018, worden nader toegelicht in toelichting 5.13 bij de geconsolideerde jaarrekening van de onderneming.

Kwalitatieve informatie met betrekking tot interestrisico

De Vennootschap is voornamelijk onderhevig aan interestrisico uit leningen aan een vlottende interestvoet, interestdragende investeringen en leases. De Vennootschap beperkt de blootstelling aan vlottende interestvoeten door het gebruik van derivaten.

Het risico wordt beheerd door een passende mix van 'cross-currency' interestswap-, interestcap- en interestcollarcontracten.

De Vennootschap implementeerde een beleid voor financieel risicobeheer dat in oktober 2017 door het Audit- en Risicocomité werd beoordeeld en goedgekeurd. Met betrekking tot het interestrisico kunnen de belangrijkste doelstellingen als volgt worden samengevat:

  • alleen langlopende (+1 jaar) blootstellingen met betrekking tot interestvoeten worden beheerd;
  • alle derivaten die worden gebruikt zijn bestemd voor de reële interestrisico's en zijn toegelaten onder het beleid;

Zoals hoger vermeld, worden de uitstaande interestderivaten op 31 december 2019 en 2018 meer gedetailleerd besproken in toelichting 5.14 van de geconsolideerde jaarrekening van de Vennootschap.

Onder de 2018 Gewijzigde Senior Credit Facility heeft de interest een ondergrens van 0%. Als de EURIBOR onder 0% staat, wordt hij dus geacht 0% te zijn. Hetzelfde mechanisme geldt voor de USD termijnlening van de Vennootschap. De interest derivaat contracten hadden geen ondergrens van 0%, waardoor de Vennootschap een risico zou lopen in geval de EURIBOR lager dan 0% is. In oktober 2019 slaagde de Vennootschap erin deze 0% ondergrens ook toe te passen voor interest derivaten en aldus het risico af te dekken.

Kwantitatieve informatie

Interestgevoeligheidsanalyse

Voor rentederivaten heeft de Vennootschap een gevoeligheidsanalyse gemaakt die de wijziging in de reële waarde van deze financiële instrumenten meet op basis van hypothetische wijzigingen in de relevante toepasselijke basisinterest op het einde van het jaar, waarbij alle andere factoren constant worden gehouden.

Een stijging (daling) van de rente met 25 basispunten op de rapporteringsdatum zou de reële waarde van de rentederivaten van de Vennootschap hebben veranderd zoals weergegeven in onderstaande tabel:

(€ in miljoen) 2019 2018, zoals herzien (*)
+0.25% -0.25% +0.25% -0.25%
Wijzigingen in reële waarde
Swaps 60,8 (60,8) 52,8 (52,8)
Floors (12,6) 12,6
Totaal 48,2 (48,2) 52,8 (52,8)

De onderstaande tabel geeft een overzicht van de interestverplichtingen van de Vennootschap onder de uitstaande schulden met vlottende interestvoet en de rentederivaten. De bedragen die afkomstig zijn van de gevoeligheidsanalyse zijn prospectieve ramingen ("forward-looking estimates") van het marktrisico uitgaande van bepaalde marktvoorwaarden. De reële toekomstige resultaten kunnen materieel verschillen van deze geprojecteerde resultaten als gevolg van de inherente onzekerheden in de wereldwijde financiële markten.

Situatie op 31 december 2019 Verschuldigde interestbetalingen per periode
+0,25%
(€ in miljoen)
Minder dan
1 jaar
2 jaar 3 jaar 4 jaar 5 jaar Na 5 jaar
2018 Gewijzigde SCF Termijnlening AN 51,0 97,7 97,7 98,2 97,4 204,1
2018 Gewijzigde SCF Termijnlening AO 27,1 28,1 28,1 28,3 28,1 96,2
Interestderivaten 4,5 (38,4) (38,4) (40,7) (46,0) (56,7)
Totaal 82,6 87,4 87,4 85,8 79,5 243,6
Situatie op 31 december 2019 Verschuldigde interestbetalingen per periode
-0,25%
(€ in miljoen)
Minder dan
1 jaar
2 jaar 3 jaar 4 jaar 5 jaar Na 5 jaar
2018 Gewijzigde SCF Termijnlening AN 45,0 87,3 87,3 87,8 87,1 182,5
2018 Gewijzigde SCF Termijnlening AO 27,1 28,1 28,1 28,3 28,1 96,2
Interestderivaten 10,5 (28,1) (28,1) (30,3) (35,6) (37,8)
Totaal 82,6 87,3 87,3 85,8 79,6 240,9
Situatie op 31 december 2018, zoals
herzien (*)
Verschuldigde interestbetalingen per periode
+0,25%
(€ in miljoen)
Minder dan
1 jaar
2 jaar 3 jaar 4 jaar 5 jaar Na 5 jaar
2018 Gewijzigde SCF Termijnlening AN 52,9 99,0 98,8 98,8 99,3 304,9
2018 Gewijzigde SCF Termijnlening AO 22,6 23,9 23,8 23,8 24,0 105,2
Interestderivaten (0,3) (42,6) (42,6) (42,8) (48,6) (101,1)
Totaal 75,2 80,3 80,0 79,8 74,7 309,0

Situatie op 31 december 2018, zoals

herzien (*) Verschuldigde interestbetalingen per periode
-0,25%
(€ in miljoen)
Minder dan
1 jaar
2 jaar 3 jaar 4 jaar 5 jaar Na 5 jaar
2018 Gewijzigde SCF Termijnlening AN 47,6 89,8 89,6 89,6 90,1 276,6
2018 Gewijzigde SCF Termijnlening AO 22,5 23,8 23,7 23,7 23,8 104,7
Interestderivaten 7,3 (28,7) (28,6) (28,9) (34,6) (68,8)
Totaal 77,4 84,9 84,7 84,4 79,3 312,5

(*) We verwijzen naar toelichting 5.1.6 Wijzigingen in financiële verslaggeving en toelichting 5.24.2 Nextel voor gedetailleerde informatie over de finalizatie van de aankoop prijs allocatie en de alignering van de grondslagen voor de financiële verslaggeving.

Voor schulden met vaste interestvoet beïnvloeden de interestwijzigingen in het algemeen de reële waarde van het schuldinstrument, maar niet de resultaten of kasstromen van de Vennootschap. Momenteel heeft de Vennootschap geen enkele verplichting om schulden met vaste interestvoet vóór het einde van de looptijd af te lossen (tot 31 maart 2028) en bijgevolg zullen het interestrisico en de wijzigingen in reële marktwaarde geen belangrijk effect hebben op de schuld met vaste interestvoet tot de Vennootschap deze schuld zou moeten herfinancieren.

Voor meer informatie verwijzen wij naar toelichting 5.13 bij de geconsolideerde jaarrekening van de Vennootschap.

Valutagevoeligheidsanalyse

De volgende tabel toont de gevoeligheid van de Vennootschap voor een stijging en daling met 10% van de betreffende wisselkoers. Deze 10% is de gevoeligheid die wordt gebruikt bij de interne rapportering van het valutarisico en geeft de beoordeling van het management weer van de redelijke mogelijke wijziging in wisselkoersen. De gevoeligheidsanalyse omvat het effect op de in Amerikaanse dollar uitgedrukte kosten en uitgaven (vooral de kosten van hardwareuitrusting voor het netwerk, software en kabeltelevisierechten) en de USD schuld van de Vennootschap. Zoals weergegeven onder 5.3.4 Marktrisico - Kwalitatieve toelichting met betrekking tot valutarisico is de USD schuld van de Vennootschap ingedekt door middel van 'cross-currency' renteswaps. Dit compenseert deels de valutagevoeligheid van de Termijnlening AN en Telenets 1000 miljoen USD Senior Secured Notes verschuldigd in 2028 zoals aangegeven in de onderstaande tabel op basis van de ingedekte positie (indien voorkomend).

31 december 2019
(USD in miljoen) Valuta Bedrag in
vreemde
munt
10% stijging 10% daling
Handelsschulden USD 7,1 (0,7) Op resultaat 0,6 Op resultaat
USD 1000 miljoen Senior Secured Notes met
vervaldag 2028
USD 1.000,0 (99,0) Op resultaat 81,0 Op resultaat
2018 Gewijzigde SCF Termijnlening AN USD 2.295,0 (227,1) Op resultaat 185,8 Op resultaat
31 december 2018, zoals herzien (*)
(USD in miljoen) Valuta Bedrag in
vreemde
munt
10% stijging 10% daling
Handelsschulden USD 7,1 (0,7) Op resultaat 0,6 Op resultaat
USD 1000 miljoen Senior Secured Notes met
vervaldag 2028
USD 1.000,0 (97,0) Op resultaat 79,4 Op resultaat
2018 Gewijzigde SCF Termijnlening AN USD 2.075,0 (201,3) Op resultaat 164,7 Op resultaat

(*) We verwijzen naar toelichting 5.1.6 Wijzigingen in financiële verslaggeving en toelichting 5.24.2 Nextel voor gedetailleerde

5.3.5 Kapitaalrisicobeheer

De Vennootschap beheert haar kapitaal zodanig dat de Vennootschap en haar dochtervennootschappen in staat zullen zijn verder te werken om duurzame en aantrekkelijke meerwaarden te realiseren voor de aandeelhouders en voordelen voor de andere belanghebbenden, en een optimale kapitaalstructuur te behouden om de kapitaalkosten te verminderen. Om de kapitaalstructuur te behouden of aan te passen, kan de Vennootschap het bedrag van de dividenden die aan de aandeelhouders worden uitgekeerd aanpassen, nieuwe aandelen uitgeven of activa verkopen om de schuld te verminderen.

Tijdens de Capital Markets Day in december 2018 herbevestigde Telenet zijn kader voor de schuldgraad, dat behouden bleef op 3,5x tot 4,5x netto totale schuld tegenover geconsolideerde EBITDA op jaarbasis ('netto totale schuldgraad'). Zonder wezenlijke overnames en/of beduidende wijzigingen van Telenets activiteiten of van de regelgeving, wil het met een aantrekkelijk en houdbaar niveau van de uitkeringen aan aandeelhouders in de buurt van het middelpunt van 4,0x blijven. Op 31 december 2019 bereikte Telenets netto totale schuldgraad 4,0x versus 4,1x op 31 december 2018. Deze daling werd gedreven door de stijging in inkomende kas stromen ondanks de gunstige uitbetalingen informatie over de finalizatie van de aankoop prijs allocatie en de alignering van de grondslagen voor de financiële verslaggeving.

aandeelhouders, zoals o.a. het effect van de inkoop van eigen aandelen van €101,0 miljoen en de uitkering van een bruto tussentijds dividend van €62,8 miljoen.

Telenets netto convenant schuldgraad, berekend volgens de Amended Senior Credit Facility 2018 met uitsluiting van zowel leasegerelateerde verplichtingen als aan leverancierskredieten gerelateerde kortlopende verplichtingen, bereikte 3,2x op 31 december 2019 (31 december 2018: 3,4x) en weerspiegelde voornamelijk de al vermelde factoren. De huidige netto convenant schuldgraad ligt beduidend onder het 'springing maintenance covenant' van 6,0x en de beschikbaarheidstest van 4,5x netto senior leverage.

5.3.6 Financiële instrumenten: reële waarde

Boekwaarde versus reële waarde

De reële waarde van financiële activa en financiële verplichtingen, samen met hun boekwaarde in de geconsolideerde balans en hun plaats in de categorieën van reële waarde, wordt in onderstaande tabel getoond. De bepaling van de reële waarde wordt ingedeeld in verscheidene categorieën van reële waarde op basis van de inputs gebruikt bij de waarderingstechnieken. Vorderingen, crediteuren en andere activa en passiva worden niet opgenomen in de reële-waardetabel aangezien hun boekwaarde hun reële waarde benadert.

31 december 2019 Toelichting Boekwaarde Reële
waarde
(€ in miljoen) Categorie 1 Categorie 2 Categorie 3
Financiële activa
Financiële activa gewaardeerd tegen reële waarde
Geldmarktfondsen 5.11 30,0 30,0 30,0
Derivaten 5.14 117,0 117,0 117,0
Totaal financiële activa gewaardeerd tegen
reële waarde
147,0 147,0 30,0 117,0
Financiële verplichtingen
Financiële verplichtingen gewaardeerd
tegen reële waarde
Derivaten 5.14 (330,9) (330,9) (330,9)
Totaal financiële verplichtingen
gewaardeerd tegen reële waarde
(330,9) (330,9) (330,9)
Financiële verplichtingen gewaardeerd
tegen geamortiseerde kostprijs
Leningen en overige financieringsverplichtingen
(inclusief opgebouwde interest voorzieningen en
exclusief uitgestelde financieringskosten en lease
verplichtingen)
5.13
- 2018 Gewijzigde Senior Credit Facility 3.158,4 3.174,2 3.174,2
- Senior Secured Fixed Rate Notes1 1.522,5 1.608,5 1.608,5
- Nextel kredieten 1,2 1,2 1,2
- Kaskredietfaciliteit 0,2 0,2 0,2
-SFR gebruiksrechten op het netwerk 4,0 1,8 1,8
- Leveranciersfinanciering 358,0 358,0 358,0
- Cliëntele vergoeding > 20 jaar 125,3 139,9 139,9
- 2G en 3G Mobiel Spectrum 4,5 4,2 4,2
- Nextel renting 3,4 3,0 3,0
- Krediet The Park 0,2 0,2 0,2
Totaal financiële verplichtingen
gewaardeerd tegen geamortiseerde
kostprijs
5.177,7 5.291,2 1.608,5 3.682,7

1 De Senior Secured Fixed Rate Notes staan genoteerd op de Luxemburgse beurs.

31 december 2018, zoals herzien (*) Toelichting Boekwaarde Reële
waarde
(€ in miljoen) Categorie 1 Categorie 2 Categorie 3
Financiële activa
Financiële activa gewaardeerd tegen reële
waarde
Geldmarktfondsen 5.11 53,2 53,2 53,2
Derivaten 5.14 68,8 68,8 68,8
Totaal financiële activa gewaardeerd tegen
reële waarde
122,0 122,0 53,2 68,8
Financiële verplichtingen
Financiële verplichtingen gewaardeerd
tegen reële waarde
Derivaten 5.14 (275,6) (275,6) (275,6)
Totaal financiële verplichtingen
gewaardeerd tegen reële waarde
(275,6) (275,6) (275,6)
Financiële verplichtingen gewaardeerd
tegen geamortiseerde kostprijs
Leningen en overige financieringsverplichtingen
(inclusief opgebouwde interest voorzieningen en
exclusief uitgestelde financieringskosten)
5.13
- 2018 Gewijzigde Senior Credit Facility 2.748,1 2.646,1 2.646,1
- Senior Secured Fixed Rate Notes1 1.992,1 1.893,9 1.893,9
- Wentelkrediet 3,0 2,9 2,9
- Global Handset Finco Ltd Loan 12,7 12,7 12,7
-SFR gebruiksrechten op het netwerk 4,1 4,1 4,1
- Leveranciersfinanciering 359,0 359,0 359,0
- Financiële leaseverplichtingen 410,9 369,4 369,4
- Cliëntele vergoeding > 20 jaar 124,7 119,3 119,3
- 3G Mobiel Spectrum 23,7 21,8 21,8
- Nextel renting 5,1 4,5 4,5
Totaal financiële verplichtingen
gewaardeerd tegen geamortiseerde
kostprijs
5.683,4 5.433,7 1.893,9 3.539,8

1 De Senior Secured Fixed Rate Notes staan genoteerd op de Luxemburgse beurs.

(*) We verwijzen naar toelichting 5.1.6 Wijzigingen in financiële verslaggeving en toelichting 5.24.2 Nextel voor gedetailleerde informatie over de finalizatie van de aankoop prijs allocatie en de alignering van de grondslagen voor de financiële verslaggeving.

Waarderingstechnieken en belangrijke nietwaarneembare inputs

De volgende tabellen tonen de waarderingstechnieken gebruikt voor de bepaling van de reële waarde van categorie 2, alsook de belangrijke niet-waarneembare inputs die werden gebruikt.

Financiële instrumenten gewaardeerd tegen reële waarde

Type Waarderingsmethode Belangrijke niet-observeerbare
inputs
Impact van niet-observeerbare
input op de reële
waardeberekening
Interestderivaten Verdisconteerde kasstromen: de reële
waarde van de interestderivaten wordt
door de Vennootschap berekend op basis
van rentefutures en swaprentes, rekening
houdend met het kredietrisico van de
Vennootschap en de respectievelijke
contractuele tegenpartijen van deze
instrumenten. Voor de validatie van de
interne berekeningen worden
bevestigingen van de reële waarde
gebruikt die worden ontvangen van de
contractuele tegenpartijen, die allemaal
commerciële banken zijn.
Het kredietrisico van de
Vennootschap en de respectievelijke
contractuele tegenpartijen van deze
instrumenten.
De ingeschatte reële waarde stijgt
(daalt) als:
- het kredietrisico van de
Vennootschap lager (hoger) is
- het kredietrisico van de tegenpartij
hoger (lager) is.
Valutaderivaten en in
contracten besloten derivaten
Verdisconteerde kasstromen: de reële
waarde van de valutaderivaten wordt door
de Vennootschap berekend als
verdiscontering tegen de risico-vrije
interestvoet van het verschil tussen de
contractuele koers en de huidige
marktkoers voor de resterende looptijd
van het contract. Deze berekening wordt
vergeleken met de marktkoers, indien
beschikbaar.
Niet van toepassing. Niet van toepassing.

Financiële instrumenten niet gewaardeerd tegen reële waarde

Type Waarderingsmethodes Belangrijke niet-observeerbare
inputs
Impact van niet-observeerbare
input op de reële
waardeberekening
Langlopende schulden
(inclusief kortlopend
gedeelte):
- 2018 Gewijzigde Senior
Credit Facility
- Kaskredietfacililteiten
Marktvergelijkingstechniek: de reële
waarden zijn gebaseerd op noteringen van
financiële makelaars/traders. De financiële
makelaars/traders die deze noteringen
aanbieden, behoren tot de meest actieve
wat de verhandeling van de Senior Credit
Facility betreft, en verschaffen op
regelmatige basis noteringen aan de
markt. Geen aanpassingen aan deze
prijsbepaling zijn noodzakelijk.
Niet van toepassing. Niet van toepassing.
Langlopende schulden
(inclusief kortlopend
gedeelte):
- Nextel renting
- SFR gebruiksrecht op het
netwerk
- Leveranciersfinanciering
- 2G & 3G Mobiel
spectrum
- Nextel kredietfaciliteit
- Clientèlevergoeding > 20
jaar
- Lening The Park
Verdisconteerde kasstromen. Verdisconteringsvoet. De ingeschatte reële waarde stijgt
(daalt) als:
-de verdisconteringsvoet lager
(hoger) is.

Tijdens het jaar afgesloten op 31 december 2019 veranderden er geen financiële activa of verplichtingen gewaardeerd aan reële waarde van categorie reële waarde.

5.4 Materiële vaste activa

Toe
lichtin
(€ in miljoen)
g
Terreinen,
gebouwen en
verbeteringen
aan gehuurde
gebouwen
Netwerk Activa in
aanbouw
Meubilair,
uitrusting en
rollend
materiaal
Totaal
Kost
Per 1 januari 2018 162,2 3.440,9 112,1 82,8 3.798,0
Toevoegingen 11,9 333,2 129,1 9,6 483,8
Acquisitie van Nextel 5.24.2 7,9 4,9 12,8
Afsplitsing van Unit-T (0,3) (3,3) (1,5) (5,1)
Overdrachten 63,3 (63,3)
Activa gerelateerd aan
ontmantelingsprovisie
0,4 0,4
Uitgeboekt bij verkoop en
buitengebruikstelling
(6,2) (0,1) (6,3)
Uitboeking van volledig afgeschreven activa (5,1) (372,1) (5,9) (383,1)
Per 31 december 2018, zoals
gerapporteerd
176,6 3.456,2 177,9 89,8 3.900,5
Acquisitie van Nextel - PPA 5.24.2 (7,8) (7,8)
Per 31 december 2018, zoals
herzien (*)
168,8 3.456,2 177,9 89,8 3.892,7
IFRS 16 5.29 36,9 123,0 3,9 163,8
Toevoegingen 22,8 324,5 24,4 6,3 378,0
Acquisitie van De Vijver Media 5.24.1 5,6 1,3 1,0 7,9
Acquisitie Native Nations 5.24.3 0,2 0,2
Overdrachten (12,2) 49,4 (44,0) 2,9 (3,9)
Uitgeboekt bij verkoop en
buitengebruikstelling
(4,1) (1,0) (5,1)
Uitboeking van volledig afgeschreven activa (1,9) (174,0) (1,4) (177,3)
Per 31 december 2019 216,1 3.780,4 158,3 101,5 4.256,3
Gecumuleerde afschrijvingen
Per 1 januari 2018 74,5 1.539,0 34,9 1.648,4
Afschrijvingskosten voor het boekjaar 14,1 385,0 7,0 406,1
Afsplitsing van Unit-T (2,5) (0,4) (2,9)
Uitgeboekt bij verkoop en
buitengebruikstelling
(5,3) (0,1) (5,4)
Uitboeking van volledig afgeschreven activa (5,1) (372,6) (5,4) (383,1)
Per 31 december 2018, zoals
gerapporteerd
83,5 1.543,6 36,0 1.663,1
Acquisitie van Nextel - afschrijving PPA 5.24.1 (1,2) (1,2)
Per 31 december 2018, zoals
herzien (*)
82,3 1.543,6 36,0 1.661,9
Afschrijvingskosten voor het boekjaar 27,3 375,1 8,6 411,0
Transfers (2,1) (2,1)
Uitgeboekt bij verkoop en
buitengebruikstelling
(4,0) (4,0)
Uitboeking van volledig afgeschreven activa (1,9) (174,0) (1,4) (177,3)
Per 31 december 2019 103,7 1.742,6 43,2 1.889,5
Boekwaarde
Per 31 december 2019 112,4 2.037,8 158,3 58,3 2.366,8
Per 31 december 2018, zoals herzien (*) 86,5 1.912,6 177,9 53,8 2.230,8

(*) We verwijzen naar toelichting 5.1.6 Wijzigingen in financiële verslaggeving en toelichting 5.24.2 Nextel voor gedetailleerde informatie over de finalizatie van de aankoop prijs allocatie en de alignering van de grondslagen voor de financiële verslaggeving.

Investeringen in materiële vaste activa bedroegen €378,0 miljoen voor het jaar afgesloten op 31 december 2019 (€483,8 miljoen voor het jaar afgesloten op 31 december 2018) en bestonden uit de volgende toevoegingen:

  • toe te rekenen bedrijfsinvesteringen voor de groei en upgrades van zowel het breedbandnetwerk als mobiele netwerk voor een bedrag van €315,1 miljoen (2018: €398,0 miljoen);
  • bedrijfsinvesteringen voor installaties bij de klant voor een bedrag van €28,2 miljoen (2018: €43,9 miljoen);
  • bedrijfsinvesteringen betreffende settopboxen voor een bedrag van €34,1 miljoen (2018: €41,9 miljoen).

Activa in aanbouw bestaat hoofdzakelijk uit investeringen in netwerk en installaties bij de klant.

Voor het jaar afgesloten op 31 december 2019 nam de Vennootschap niet langer €177,3 miljoen aan brutowaarde en gecumuleerde afschrijvingen op, die betrekking hadden op activa die volledig afgeschreven waren en niet langer door de Vennootschap gebruikt werden (€383,1 miljoen voor het jaar afgesloten op 31 december 2018).

De Vennootschap boekte een winst op de vervreemding van activa van €1,9 miljoen voor het jaar afgesloten op 31 december 2019 (€3,0 miljoen voor het jaar afgesloten op 31 december 2018), voornamelijk toe te schrijven aan modems en settopboxen €1,0 miljoen (€0,9 miljoen voor het jaar eindigend op 31 december 2018) en aan de verkoop van schrootmateriaal €0,8 miljoen (€2,1 miljoen voor het jaar eindigend op 31 december 2018).

Voor verdere informatie betreffende leaseverplichtingen, verwijzen we naar toelichting 5.29 van de geconsolideerde jaarrekening van de Vennootschap.

Voor verdere informatie betreffende activa die als waarborg dienen, verwijzen we naar toelichting 5.13.5.

5.5 Goodwill

Het totale bedrag van de goodwill per 31 december 2019 bedroeg €1.874,6 miljoen (31 december 2018: €1.807,8 miljoen, zoals herzien). Deze stijging van €66,8 miljoen was toe te schrijven aan de overname van en de toewijzing van de aankoopprijs van De Vijver Media (€62,0 miljoen), de alignering van de grondslagen voor de financiële verslaggeving van Nextel (-€0,3 miljoen) en de overname van Native Nation / Stream 32 (€5,1 miljoen).

(€ in miljoen)
Per 1 Januari 2018 1.795,9
Aankoop van dochtervennootschappen -
Nextel
71,0
Impairment Coditel S.à.r.l. (SFR Luxemburg) (36,8)
Per 31 december 2018, zoals
gerapporteerd
1.830,1
Toewijzing van aankoopprijs - Nextel (22,3)
Per 31 december 2018, zoals herzien (*) 1.807,8
Alignering van de grondslagen voor de
financiële verslaggeving - Nextel
(0,3)
Verwerving van dochtervennootschappen -
De Vijver Media
67,2
Toewijzing van aankoopprijs - De Vijver
Media
(5,2)
Verwerving van dochtervennootschappen -
Native Nations / Stream 32
5,1
Per 31 december 2019 1.874,6

(*) Voor gedetailleerde informatie over de overnames van De Vijver Media, Native Nation / Stream 32 en Nextel, evenals voor de toewijzing van de aankoopprijs van De vijver Media en Nextel, verwijzen we naar toelichting 5.24.

De Vennootschap voerde haar jaarlijkse toetsingen op bijzondere waardevermindering uit in het vierde kwartaal van respectievelijk 2019 en 2018. Na de finalisatie van de transfer van de mobiele Telenetklanten naar het eigen netwerk van BASE tijdens de eerste helft van 2018, de conversie van vast naar mobiel en de herstructurering van SFR Brabant met betrekking tot het netwerk en de aangeboden producten, worden Telenet, BASE en SFR Brabant als eenzelfde kasstroomgenererende eenheid beschouwd. Per 31 december 2018, na de overname van Nextel, identificeerde de Vennootschap drie kasstroom-genererende eenheden, zijnde:

  • Telenet (exclusief SFR Lux en Nextel),
  • SFR Lux, and
  • Nextel.

Nadat de activiteiten van Nextel in de loop van 2019 geïntegreerd werden in de activiteiten van Telenet en de fusie van Nextel in Telenet einde 2019, concludeerde de Vennootschap dat Nextel in 2019 niet langer te beschouwen was als een afzonderlijke kasstroomgenererende eenheid. Na de overname van De Vijver Media medio 2019, identificeerde de Vennootschap op 31 december 2019 de volgende drie kasstroomgenererende eenheden:

  • Telenet (exclusief SFR Lux),
  • SFR Lux, and
  • De Vijver Media.

Goodwill die voortvloeit uit een bedrijfscombinatie wordt toegerekend aan de kasstroomgenererende eenheden van de overnemende partij die naar verwachting zullen profiteren van de synergieën van de bedrijfscombinatie waarin goodwill is ontstaan. Dit is ongeacht of andere activa of verplichtingen van de overgenomen partij zijn toegewezen aan deze eenheden.

De voorlopige goodwill die voortvloeit uit de acquisitie van De Vijver Media is nog niet toegewezen aan de kasstroomgenererende eenheden van de Vennootschap. De Vennootschap was nog niet in de mogelijkheid om een test op bijzondere waardevermindering uit te voeren op deze niet-toegewezen goodwill voor een bedrag van € 62,0 miljoen. De Vennootschap heeft evenwel geen zaken geïdentificeerd die aanleiding zouden kunnen geven voor bijzondere waardeverminderingen met betrekking tot deze kasstroom genererende eenheid op 31 december 2019.

De provisionele goodwill die voortvloeit uit de aankoop van Native Nation / Stream 32 van €5,1 miljoen is nog niet toegewezen omdat de toewijzing van de aankoopprijs met betrekking tot deze overname nog niet is voltooid. Deze goodwill kon door de Vennootschap nog niet worden getest op een bijzondere waardevermindering. De Vennootschap heeft evenwel geen zaken geïdentificeerd die aanleiding zouden kunnen geven voor bijzondere waardeverminderingen met betrekking tot deze kasstroom genererende eenheid op 31 december 2019.

De realiseerbare waarde van de kasstroomgenererende eenheid Telenet was gebaseerd op zijn gebruikswaarde en werd berekend door de toekomstige kasstromen uit het voortdurend gebruik van de kasstroomgenererende eenheid te verdisconteren. De gebruikswaarde van de kasstroomgenererende eenheid Telenet voor het jaar afgesloten op 31 december 2019 werd op een gelijkaardige manier bepaald als voor het jaar afgesloten op 31 december 2018.

De belangrijkste assumpties voor de berekening van de realiseerbare waarde van de kasstroomgenererende eenheid Telenet zijn de disconteringsvoet, de verwachte wijzigingen in de verkoopprijzen, het productaanbod, de directe kosten, de EBITDA marges en inschattingen betreffende de langetermijngroei.

De gebruikte disconteringsvoet is vóór winstbelastingen en werd bepaald op basis van ervaringen uit het verleden en de gewogen kapitaalkost binnen de sector, welke op zijn beurt wordt berekend op basis van:

  • de risicovrije rentevoet (bron: Bloomberg, toekomstige 10 jarige rentecurve (datum: 30 december 2019), gewogen gemiddelde Euro- en USD-schuld,
  • een marktrisicopremie (bron: BIPT WACC, 2019),
  • een levered bèta specifiek voor kabel-tv en telecomoperatoren (Bron: Damodaran), rekening houdend met de schuld tegenover eigen vermogen ratio van de Vennootschap.

Verwachte wijzigingen in verkoopprijzen en directe kosten zijn gebaseerd op ervaringen uit het verleden en de inschattingen over toekomstige evoluties in de markt. De berekeningen maken gebruik van de voorspellingen van kasstromen uit de financiële budgetten goedgekeurd door het management, het langetermijnplan van de Vennootschap tot 2023, en een disconteringsvoet vóór winstbelastingen van 7,4% (8,7% voor het jaar afgesloten op 31 december 2018). Die disconteringsvoet is gebaseerd op actuele marktinschattingen van de tijdswaarde van geld alsook op de specifieke risico's eigen aan de Vennootschap. De ontwikkeling van het langetermijnplan van de Vennootschap steunt op een aantal veronderstellingen waaronder:

  • marktgroei, de evolutie van het marktaandeel van de Vennootschap en de daaruit voortvloeiende trend in het aantal klanten;
  • de productmix per klant;
  • de gemiddelde opbrengst per klant;
  • de verwachte ontwikkeling van verschillende directe en indirecte kosten;
  • de verwachte ontwikkeling in overige variabele en vaste kosten;
  • de verwachte toekomstige bedrijfsinvesteringen (met uitzondering van bedrijfsinvesteringen die de prestaties van de activa van de Vennootschap verbeteren of versterken).

De veronderstellingen werden voornamelijk afgeleid van:

  • beschikbare gegevens uit het verleden;
  • extern marktonderzoek en observaties met betrekking tot ondermeer inflatie, veranderingen in de loonindex, de evolutie in het aantal gezinnen, aansluitpunten enz.;
  • interne martkverwachtingen op basis van trendrapporten, de huidige stand van zaken in belangrijke onderhandelingen, enz.,

en zijn het resultaat van een intern proces waarin alle bovengenoemde informatie wordt verzameld en samengevoegd op een geconsolideerd niveau in overeenstemming met de strategie van de Vennootschap.

Voor het jaar afgesloten op 31 december 2019 werd er voor de raming van kasstromen voor periodes na vier jaar een extrapolatie gemaakt, waarbij een negatieve groei van 2% verondersteld werd, en dit op basis van historische gegevens en de macro-economische omstandigheden. Dit groeiritme is niet hoger dan het gemiddelde langetermijngroeiritme voor de sector, zoals gepubliceerd in de rapporten van de Europese Centrale Bank (ECB). De berekeningsmethode voor het verdisconteren van toekomstige kasstromen om de gebruikswaarde en de realiseerbare waarde te bepalen, zoals hierboven toegelicht, werd door de Vennootschap getest op redelijkheid door het resultaat van de berekening te vergelijken met de marktkapitalisatie van de Vennootschap. De voornaamste veronderstellingen worden jaarlijks door het management van de Vennootschap herbekeken en bijgewerkt. Rekening houdend met het aanzienlijke positieve verschil tussen enerzijds de realiseerbare waarde van de kasstroomgenererende eenheid en anderzijds de boekwaarde van de goodwill is het management van de Vennootschap van mening dat wijzigingen in de belangrijkste veronderstellingen waarop de berekening gebaseerd is en die redelijkerwijs mogelijk zijn, niet tot de conclusie zouden leiden dat de boekwaarde van de goodwill de realiseerbare waarde overstijgt op 31 december 2019.

De activiteit van Coditel Luxembourg (samen met Coditel Brabant aangeduid als SFR Belux) wordt beschouwd als een afzonderlijke kasstroomgenererende eenheid aangezien het grotendeels onafhankelijke kasstromen genereert. Bijgevolg is de bijbehorende goodwill met betrekking tot deze kasstroomgenererende eenheid getest op bijzondere waardevermindering op afzonderlijke basis. De activiteit werd overgenomen op 13 juni 2017 maar tijdens 2018 werd de entiteit geconfronteerd met een dalend klantenbestand en een lager marktaandeel door een gedaalde zakelijke focus en lage investeringsniveaus in vergelijking met het initiële business plan. In de loop van het laatste kwartaal van 2018 besliste het bedrijf verschillende remediërende acties, waaronder specifieke investeringen in het netwerk en rebranding die gericht zijn om het bedrijf een kans tot groei te geven. Deze acties werden weerspiegeld in een gewijzigd businessplan voor de periode 2019-2022. Gebaseerd op de waarde-in-gebruik berekening die rekening houdt met de verwachte kasstromen zoals bepaald in het nieuwe businessplan, verdisconteerd aan een gewogen kapitaalkost vóór winstbelastingen van 10,8%, werd de realiseerbare waarde van SFR Belux per 31 december 2018 geschat op €45,7 miljoen, vergeleken met een boekwaarde van de kasstroomgenererende eenheid van €82,5 miljoen. De toegepaste WACC omvatte een extra prognoserisico (alfafactor) om rekening te houden met het risico met betrekking tot het succesvol herwinnen van het verloren marktaandeel, opgenomen in het businessplan. Als gevolg hiervan, boekte de Vennootschap op het einde van het jaar 2018 een waardevermindering op goodwill van €36,8 miljoen om de gerelateerde goodwill van deze kasstroomgenererende eenheid terug te brengen tot €22,6 miljoen (zie toelichting 5.20).

Het jaarlijkse onderzoek naar bijzondere waardeverminderingen werd uitgevoerd tijdens het vierde kwartaal van 2019. De realiseerbare waarde van de kasstroomgenererende eenheid SFR Lux was gebaseerd op de gebruikswaarde ervan, bepaald door de kasstromen die voortvloeien uit het voortgezette gebruik te verdisconteren. Dit werd bepaald op een vergelijkbare manier als voor het jaar eindigend op 31 december 2018. De belangrijkste veronderstellingen voor de berekeningen van de gebruikswaarde bestaan uit de disconteringsvoeten en het onderliggende bedrijfsplan van de kasstroomgenererende eenheid. De Vennootschap paste een gewogen gemiddelde kapitaalkost vóór belastingen toe van 9,2% (10,8% voor het jaar eindigend op 31 december 2018). Het management kwam tot de conclusie dat de belangrijkste veronderstellingen en de daaruit resulterende gebruikswaarde niet tot gevolg hadden dat de boekwaarde de realiseerbare waarde op 31 december 2019 overschreed en dus niet leidde tot enige verdere bijzondere waardevermindering van de goodwill met betrekking tot SFR Lux.

5.6 Overige immateriële activa

(€ in miljoen) Toe
licht
ing
Netwerk
gebruiks
rechten
Handels
naam
Software Klanten
lijsten
Uitzend
rechten
Overige Totaal
Kost
Per 1 januari 2018 261,1 156,4 735,3 381,8 189,6 19,5 1.743,7
Toevoeging 33,5 152,8 17,1 203,4
Uitboeking van volledig
afgeschreven activa
(0,5) (165,9) (195,0) (22,4) (383,8)
Per 31 december 2018,
zoals gerapporteerd
294,6 155,9 722,2 186,8 184,3 19,5 1.563,3
Acquisitie van Nextel 5.24.2 6,8 2,4 16,5 25,7
Per 31 december 2018,
zoals herzien (*)
294,6 162,7 724,6 203,3 184,3 19,5 1.589,0
Toevoegingen 130,4 0,1 85,8 216,3
Verwerving De Vijver Media 5.24.1 25,8 1,0 0,6 49,1 14,5 91,0
Verwerving Native Nations 5.24.3 0,1 0,1
Uitboeking van volledig
afgeschreven activa
(38,2) (0,1) (67,8) (106,1)
Per 31 december, 2019 294,6 188,5 817,8 203,9 251,4 34,1 1.790,3
Gecumuleerde afschrijvingen
Per 1 januari 2018 115,0 124,8 431,7 235,9 55,9 1,9 965,2
Afschrijvings-kosten voor het
boekjaar
35,0 1,8 111,4 33,4 69,9 0,5 252,0
Uitboeking van volledig
afgeschreven activa
(0,5) (165,9) (195,0) (22,4) (383,8)
Per 31 december 2018,
zoals gerapporteerd
150,0 126,1 377,2 74,3 103,4 2,4 833,4
Acquisitie van Nextel -
afschrijvingskost PPA
5.24.2 0,8 0,3 1,1 2,2
Per 31 december 2018,
zoals herzien (*)
150,0 126,9 377,5 75,4 103,4 2,4 835,6
Afschrijvings-kosten voor het
boekjaar
25,2 4,7 115,6 24,7 92,5 1,8 264,5
Uitboeking van volledig
afgeschreven activa
(38,2) (0,1) (67,8) (106,1)
Overdrachten 0,8 5,3 6,1
Per 31 december 2019 175,2 131,6 455,7 100,0 133,4 4,2 1.000,1
Boekwaarde
Per 31 december 2019 119,4 56,9 362,1 103,9 118 29,9 790,2
Per 31 december 2018, zoals
herzien (*)
144,6 35,8 347,1 127,9 80,9 17,1 753,4

(*) We verwijzen naar toelichting 5.1.6 Wijzigingen in financiële verslaggeving en toelichting 5.24.2 Nextel voor gedetailleerde informatie over de finalizatie van de aankoop prijs allocatie en de alignering van de grondslagen voor de financiële verslaggeving.

De immateriële activa van de Vennootschap, andere dan goodwill, hebben een eindige levensduur en bestaan voornamelijk uit netwerkgebruikersrechten (voornamelijk het 2G en 3G mobiel spectrum), handelsnaam, kosten met betrekking tot softwareontwikkeling en -verwerving, klantenlijsten, uitzendrechten, gunstige voorwaarden van toekomstige leases en contracten met leveranciers.

Naar aanleiding van de overname van De Vijver Media in juni 2019 heeft de Vennootschap immateriële activa verworven voor een bedrag van €91,0 miljoen, hoofdzakelijk bestaande uit uitzendrechten (€49,1 miljoen), handelsnamen (€ 25,8 miljoen) en formaat catalogus (€14,5 miljoen, opgenomen in overige immateriële vaste activa). Voor meer informatie over de toewijzing van de overnameprijs verwijzen we naar toelichting 5.24.1.

De Vennootschap beoordeelt de geschatte gebruiksduur van haar immateriële activa met een eindige levensduur voor elke rapporteringsperiode, om te bepalen of gebeurtenissen of omstandigheden een herziene schatting van de gebruiksduur rechtvaardigen.

Toevoegingen in uitzendrechten belopen €85,8 miljoen voor 2019, en hebben voornamelijk betrekking op verworven sport rechten, voornamelijk UK Soccer Premier League (€41,0 miljoen), seizoen 2019-2022, en investeringen in filmrechten voor €24,5 miljoen.

De belangrijkste toevoegingen in software van 2019 (€130,4 miljoen) hebben voornamelijk betrekking op: investeringen in een nieuw facturatie platform (€40,9 miljoen), Telenets nieuwe ERP systeem (€6,4 miljoen), een platform voor mobiele diensten (€3,7 miljoen) en verscheidene kleinere investeringen.

De afschrijving van volledig afgeschreven activa van €106,1 miljoen in 2019 bestond voornamelijk uit volledig afgeschreven software infrastructuur en projecten en uitzendrechten (€67,8 miljoen), voornamelijk gerelateerd aan UK Soccer Premier League, seizoen 2016-2019.

Voor verdere informatie betreffende de leases van immateriële activa, zie toelichting 5.29 bij de geconsolideerde jaarrekening van de Vennootschap.

5.7 Investeringen in en leningen aan geassocieerde deelnemingen

5.7.1 Investeringen in en leningen aan geassocieerde deelnemingen

De volgende tabel toont de componenten van de investeringen van de Vennootschap in geassocieerde deelnemingen:

(€ in miljoen) Joint
Venture
s
Geassoci
eerde
onderne
mingen
Totaal
Verwerving
deelnemingen
Per 1 januari 2019, zoals
herzien (*)
51,1 14,4 65,5
Verwerving van De Vijver Media1 0,5 0,5
Herklassering naar volledig
geconsolideerde dochter
(51,1) (51,1)
Per 31 december 2019 14,9 14,9
Aandeel in het resultaat
Per 1 januari 2019, zoals
herzien (*) 1,1 (0,6) 0,5
Aandeel in het resultaat van
geassocieerde ondernemingen
(1,3) 0,4 (0,9)
Herklassering naar volledig
geconsolideerde dochter
0,2 0,2
Per 31 december 2019 (0,2) (0,2)
Leningen toegekend
Per 1 januari 2019, zoals
herzien (*)
1,3 1,3
Nieuwe toegekende leningen 0,3 0,3
Per 31 december 2019 1,6 1,6
Boekwaarde
Per 31 december 2019 16,3 16,3
Per 31 december 2018, zoals
herzien (*)
52,2 15,1 67,3

1De toevoegingen van geassocieerde ondernemingen ten belope van €0,5 miljoen voor het jaar afgesloten op 31 december 2019 hebben betrekking op het aandeel van De Vijver Media in haar geassocieerde ondernemingen.

(*) We verwijzen naar toelichting 5.1.6 Wijzigingen in financiële verslaggeving en toelichting 5.24.2 Nextel voor gedetailleerde informatie over de finalizatie van de aankoop prijs allocatie en de alignering van de grondslagen voor de financiële verslaggeving.

De Vijver Media

In februari 2015 verwierf de Vennootschap, via een combinatie van aandelen aankopen (€26,0 miljoen) en de inschrijving op aandelen (€32,0 miljoen), 50% in het Belgische mediabedrijf De Vijver Media NV ("DVM"). De Vijver Media omvat een commerciële omroep en een programma-productiehuis ("Woestijnvis"). De resterende 50% van de aandelen waren in handen van Waterman & Waterman NV (het bedrijf van Wouter Vandenhaute en zijn zakenpartner Erik Watté) en Mediahuis (een Belgische mediagroep). Op 7 maart 2018 sloot Telenet een overeenkomst met de twee andere aandeelhouders van De Vijver Media NV om hun respectieve belangen van 30% en 20% te verkopen aan Telenet, die de enige aandeelhouder werd. De Vijver Media, die voordien kwalificeerde als een joint venture waar de vermogensmutatiemethode voor van toepassing was, werd een volledig geconsolideerde dochter vennootschap vanaf 3 juni 2019 (zie voetnoot 5.24.1). Voor de periode afgesloten op 3 juni 2019 erkende de Vennootschap haar aandeel in het resultaat van De Vijver Media voor €1,3 miljoen (voor het jaar afgesloten op 31 december 2018: €1,6 miljoen).

De volgende tabel vat de financiële informatie samen van De Vijver Media NV, zoals opgenomen in haar jaarrekening voor het jaar afgesloten op 31 december 2018 (voor de overname in 2019). Onderstaande cijfers zijn aangepast voor reële waarde aanpassingen bij overname, bijzondere waardeverminderingen en verschillen in de grondslagen van financiële verslaggeving.

De tabel reconcilieert ook de samengevatte financiële informatie met de boekwaarde van het aandeel van de Vennootschap in De Vijver Media NV.

De resterende goodwill heeft voornamelijk betrekking op nog te realiseren advertentie-opbrengsten en toekomstige opbrengsten uit nieuwe programma's

(€ in miljoen) 2018

Netto actief

(72,2)
(69,0)
76,1
104,9

Aandeel van de groep in het netto actief (50%)

Aandeel van de groep in het netto
actief (50%)
20,0
Goodwill 32,3
Boekwaarde van het aandeel
in de joint venture
52,3

Winst en totaalresultaat

Opbrengsten 132,6
Afschrijvingen (4,7)
Interestkosten (2,5)
Winst van de periode 3,3
Totaalresultaat van de periode
(100%)
3,3
Aandeel van de groep in het
totaalresultaat (50%)
1,7

Unit-T

Op 26 april 2018 ondertekenden Telenet BVBA en Solutions 30 Group, een toonaangevende leverancier in Europa van oplossingen voor nieuwe technologieën, een overeenkomst om een nieuwe joint venture ("Unit-T") te vormen die velddiensten (inclusief installatie, reparatie en onderhoud) levert aan Telenet en mogelijk andere telecommunicatiebedrijven op de markt. De nieuwe JV werd opgericht op 1 juli 2018 door de buitendienstactiviteiten van Telenet en Janssens Field Services ("JFS") te consolideren. Dit bedrijf is in handen van de JVpartner Solutions 30. JFS levert diensten en logistiek op het gebied van Telecom, Beveiliging, Utilities en ICT-markten en is een van de field service providers van Telenet.

Als compensatie voor de bijdrage ontving Telenet een aandelenbelang van 30% in de joint venture (tegenover 70% voor de bijdrage van Solutions 30), dat door een externe deskundige werd gewaardeerd op €10,5 miljoen en resulteerde in een winst op verkoop voor een vergelijkbaar bedrag (aangezien de netto boekwaarde van de overgedragen activa / passiva nul was).

Recneps NV

Op 30 maart 2017 nam Telenet Group Holding NV een deelneming van 10% in het aandelenkapitaal van Recneps NV, een bestaande onderneming die eerder was opgericht door 1105 NV ("Eleven Five"). Telenet droeg €0,3 miljoen bij in contanten en ontving in ruil daarvoor 10% van de aandelen van het bedrijf. In oktober 2017 droeg de Vennootschap nog eens €0,3 miljoen bij in contanten, waardoor haar belang in Recneps NV toenam tot 19%. Op 18 oktober 2018 nam de Vennootschap deel aan de kapitaalverhoging en droeg €1,3 miljoen in contanten bij, waardoor haar participatie steeg tot 31,17%.

Doccle cvba

Op 1 juli 2019 gaf Telenet een lening van €0,3 miljoen aan Doccle cvba, met een looptijd van 5 jaar.

5.7.2 Overige investeringen

Connectify

Op 10 augustus 2018 verwierf Telenet een minderheidsbelang in Connectify NV, een ICT-bedrijfsintegrator, door deel te nemen in een kapitaalverhoging van dit bedrijf door een bijdrage in contanten van €0,6 miljoen (11,8% belang).

Belgian Mobile ID

Telenet Group nam in juni 2016 een deelneming van €1,8 miljoen in Belgian Mobile ID NV (voormalig gekend als. Belgian Mobile Wallet NV). Belgian Mobile Wallet NV lanceerde in het voorjaar van 2014 een Belgische standaard voor betalingen via smartphones, waarmee consumenten hun smartphones in de toekomst kunnen gebruiken om goederen en diensten te betalen, kortingsbonnen in te wisselen of hun klantenkaarten te gebruiken. De Vennootschap verhoogde haar belang tijdens 2017 met €1,5 miljoen tijdens een kapitaalsverhoging. In 2018 droeg de Vennootschap €0,9 miljoen bij en in 2019 €0,7 miljoen, waardoor de totale investering per eind 2019 €4,9 miljoen bedroeg.

Imec.istart Fund

Op 15 maart 2017 nam Telenet Group Holding NV een belang van 8% in het aandelenkapitaal van Imec.istart Fund voor een bedrag van €0,2 miljoen. Dit fonds is opgericht om te investeren in pre-seed en seedfase-opportuniteiten in niet-beursgenoteerde technologiebedrijven die zijn geselecteerd voor het imec.istart-programma en die potentieel hebben voor aanzienlijke waardecreatie in snelgroeiende marktsegmenten binnen of buiten het grondgebied van de Europese Unie. In 2019 verhoogde Telenet haar investering met €0,4 miljoen om te komen tot een totale investeringswaarde van €0,6 miljoen per 31 december 2019.

5.8 Handelsvorderingen

5.8.1 Langlopende handelsvorderingen

(€ in miljoen) 31 december 2019 31 december 2018,
zoals herzien (*)
Handelsvorderingen 0,9
Handelsvorderingen, netto 0,9

(*) We verwijzen naar toelichting 5.1.6 Wijzigingen in financiële verslaggeving en toelichting 5.24.2 Nextel voor gedetailleerde informatie over de finalizatie van de aankoop prijs allocatie en de alignering van de grondslagen voor de financiële verslaggeving.

Langlopende handelsvorderingen omvatten verkopen betreffende de financieringscontracten voor gsms en smartphones op lange termijn met klanten.

5.8.2 Vlottende handelsvorderingen

(€ in miljoen) 31 december 2019 31 december 2018,
zoals herzien (*)
Handelsvorderingen 213,9 210,8
Minus: Waardevermindering voor dubieuze vorderingen (9,4) (8,9)
Handelsvorderingen, netto 204,5 201,9

Per 31 december 2019 en per 31 december 2018 kan de ouderdom van de handelsvorderingen van de Vennootschap respectievelijk als volgt worden gedetailleerd:

Vervallen
(€ in miljoen) Niet vervallen 1-30
dagen
31-60 dagen 61-90 dagen 91-120 dagen >120
dagen
Totaal
31 december 2019 138,6 37,9 5,6 2,8 2,1 26,9 213,9
31 december 2018,
zoals herzien (*)
135,3 42,0 5,7 2,3 5,5 20,0 210,8

(*) We verwijzen naar toelichting 5.1.6 Wijzigingen in financiële verslaggeving en toelichting 5.24.2 Nextel voor gedetailleerde informatie over de finalizatie van de aankoop prijs allocatie en de alignering van de grondslagen voor de financiële verslaggeving.

Alle facturen met betrekking tot residentiële klanten zijn betaalbaar binnen de 20 dagen. Facturen met betrekking tot residentiële mobieletelefonieklanten van BASE zijn betaalbaar binnen 8 tot 12 dagen. Voor andere klanten bedraagt de betalingstermijn 30 of 60 dagen. Op 31 december 2018 was een totaal bedrag van €75,3 miljoen (2018: €75,5 miljoen) vervallen.

De Vennootschap boekt waardeverminderingen voor verwachte kredietverliezen conform IFRS 9. Op basis van de vereiste en gepaste onderliggende documentatie van de vervaldagen en de historiek van de afgeschreven bedragen in de resultatenrekening gerelateerd aan de facturatie periodes, heeft de Vennootschap het effectieve verliesratio bepaalt en toegepast op de respectievelijke vervaldagencategorien om de waardevermindering op dubieuze debiteuren te bepalen.

Op 31 december 2019 bedroegen de vlottende handels-vorderingen gerelateerd aan verkoop van gsm's en smartphones met een klantenkredietovereenkomst €0,2 miljoen (2018: €3,7 miljoen). Langlopende handelsvorderingen gerelateerd aan verkoop van gsms en smartphones met een klantenkredietovereenkomst bedroegen €0,9 miljoen op 31 december 2018, en zijn niet langer uitstaand op 31 december 2019.

De concentratie van kredietrisico is beperkt omdat de Vennootschap een groot aantal niet-verwante klanten heeft. We zijn bijgevolg van mening dat er naast de provisie voor dubieuze debiteuren geen verdere voorziening voor kredietrisico vereist is.

De onderstaande tabel geeft de evolutie weer in de waardevermindering voor dubieuze handelsvorderingen:

(€ in miljoen) 31 december
2019
31 december
2018, zoals
herzien (*)
Waardevermindering voor dubieuze
vorderingen bij aanvang van het jaar
(8,9) (11,6)
Acquisitie van Nextel (0,1)
Acquisitie van SFR 1,3
Toevoegingen (5,3) (5,1)
Terugnames en aanwendingen 4,8 6,6
Waardevermindering voor
dubieuze vorderingen op het
einde van het jaar
(9,4) (8,9)

(*) We verwijzen naar toelichting 5.1.6 Wijzigingen in financiële verslaggeving en toelichting 5.24.2 Nextel voor gedetailleerde

5.9 Overige activa

informatie over de finalizatie van de aankoop prijs allocatie en de alignering van de grondslagen voor de financiële verslaggeving.

Als een handelsvordering oninbaar is, wordt ze afgeschreven en wordt de aangelegde waardevermindering voor handelsvorderingen overeenkomstig aangewend. De kost voor waardevermindering van handelsvorderingen wordt opgenomen in de kostprijs van geleverde diensten in de staat van het resultaat en het netto resultaat rechtstreeks verwerkt in het eigen vermogen. De Vennootschap heeft geen handelsvorderingen in vreemde valuta.

In toepassing van IFRS 9, neemt de Vennootschap waardeverminderingen op voor verwachte kredietverliezen op haar handelsvorderingen, niet-gefactureerde opbrengsten en contract activa.

5.9.1 Overige vaste activa

(€ in miljoen) Toelichting 31 december 2019 31 december 2018,
zoals herzien (*)
Uitstaande waarborgen bij derden voor eigen verplichtingen (contant betaald) 1,5 3,9
Over te dragen financieringskosten 2,4 3,0
Contract activa 5.19 1,6 1,4
Vorderingen n.a.v. de verkoop van sportuitzendrechten 4,0 0,5
Surplus pensioen activa 5.17 9,6 1,3
Langlopende leasevorderingen 4,6 3,7
Overige 4,2 3,5
Overige vaste activa 27,9 17,3

(*) We verwijzen naar toelichting 5.1.6 Wijzigingen in financiële verslaggeving en toelichting 5.24.2 Nextel voor gedetailleerde informatie over de finalizatie van de aankoop prijs allocatie en de alignering van de grondslagen voor de financiële verslaggeving.

De overige langlopende vast activa namen toe met €10,6 miljoen, wat voornamelijk het gevolg is van een stijging in i) surplus van lange termijn activa voor pensioenverplichtingen (stijging van €8,3 miljoen), en ii) vorderingen naar aanleiding van de verkoop van sportuitzendrechten, waarvoor er een toename van €3,5 miljoen was, voornamelijk gerelateerd aan de doorverkoop van UK Premier League Soccer.

De Vennootschap presenteert de uitgestelde financieringskosten met betrekking tot de niet-opgenomen termijnleningen en wentelkrediet als overige vaste activa. Op 31 december 2019 waren Wentelkrediet faciliteit AP en Wentelkrediet faciliteit AG niet opgenomen.

Langlopende lease vorderingen zijn gerelateerd een bepaalde gepersonaliseerde uitrusting voor professionele klanten die kwalificeren als fabrikant of dealer lease overeenkomsten.

Contract activa bedroegen €1,6 miljoen op 31 december 2019, en zijn gerelateerd aan opbrengsten waar Telenet verwacht aanspraak op te maken, en zijn voornamelijk gerelateerd aan arrangementen met meerdere elementen.

De uitstaande garanties bestaan uit bedragen betaald aan derden voor de verplichtingen van de Vennootschap op 31 december 2019.

5.9.2 Overige vlottende activa

(€ in miljoen) Toelichting 31 december 2019 31 december 2018,
zoals herzien (*)
Terug te vorderen roerende voorheffing 0,2 0,4
Vooruitbetaalde uitzendrechten 11,2 6,3
Vooruitbetalingen 33,3 29,8
Toe te rekenen opbrengsten 55,9 70,6
Vorderingen n.a.v. de verkoop van sportuitzendrechten 3,9 1,2
Te ontvangen schadeloosstelling in het kader van acquisities 5.18.2 16,1 18,3
Contract activa 5.19 6,4 7,2
Vorderingen uit settlements 0,5
Kortlopende leasevorderingen 2,7 4,5
Overige 0,7 3,9
Overige vlottende activa 130,4 142,7

(*) We verwijzen naar toelichting 5.1.6 Wijzigingen in financiële verslaggeving en toelichting 5.24.2 Nextel voor gedetailleerde informatie over de afronding van de aankoopprijs allocatie en de alignering van de grondslagen voor de financiële verslaggeving.

Toe te rekenen opbrengsten zijn doorgaans opbrengsten waarvoor de Vennootschap reeds een dienst of product heeft geleverd en het recht heeft om te factureren in overeenstemming met de klantenovereenkomst, maar waarvoor de klant nog niet gefactureerd werd. De toe te rekenen opbrengsten vormen een onvoorwaardelijk recht tot vordering, en zijn dus verschillend van de contract activa. De uitstaande balans daalde met €14,7 miljoen per 31 december 2019, wat voornamelijk toe te schrijven is aan de aanpassing van de Vennootschap haar facturatie cycli, waardoor er een algemene verschuiving is van toe te rekenen opbrengsten naar over te dragen opbrengsten.

5.10 Voorraden

Op 31 december 2019 bedroeg de waarde van de voorraden €25,2 miljoen (31 december 2018: €28,0 miljoen), bestaande uit smartphones, tablets, en andere DTV-materialen.

De bruto voorraad smartphones & accessoires daalde met €2,2 miljoen en bedroeg €21,1 miljoen op 31 december 2019. De bruto voorraad met betrekking tot telefonie- en internet gerelateerde artikelen hadden een totale waarde van €6,6 miljoen op 31 december 2019 (31 december 2018: €7,4 miljoen).

De nettoboekwaarde van voorraden omvat eveneens de afwaarderingen teneinde de boekwaarde van de voorraden te herleiden tot de netto realiseerbare waarde. Deze afwaarderingen van de voorraden bedroegen respectievelijk €2,6 miljoen en €2,7 miljoen op 31 december 2019 en 2018.

Voor het jaar afgesloten op 31 december 2019 erkende de vennootschap €107,5 miljoen (31 december 2018: €86,4 miljoen) als "kosten in verband met verkochte voorraad".

Vooruitbetaalde uitzendrechten stegen met €4,9 miljoen, wat voornamelijk het gevolg is van de overname van De Vijver Media, die €3,5 miljoen bijdraagt in de uitstaande balans op 31 december 2019 (niet opgenomen in de comparatieve periode).

De vordering op de verkoop van sportuitzendrechten steeg met €2,7 miljoen als gevolg van de hogere vorderingen op sublicentieovereenkomsten met betrekking tot Premier League UK.

Te ontvangen vergoedingen in het kader van acquisities bedroegen €16,1 miljoen en omvatten de vordering op KPN gerelateerd aan pyloonbelastingen (€13,5 miljoen, zie ook toelichting 5.18.2) en (ii) een vordering op de voormalige aandeelhouders van SFR Belux (€2,6 miljoen) .

De contract activa van €6,4 miljoen hebben betrekking op de omzet waar Telenet verwacht aanspraak op te maken en zijn voornamelijk gerelateerd aan omzet gerelateerd aan verschillende element regelingen.

5.11 Geldmiddelen en kasequivalenten

(€ in miljoen) 31 december
2019
31 december
2018, zoals
herzien(*)
Banktegoeden en kasmiddelen 71,4 35,0
Geldmarktfondsen 30,0 53,2
Geldmiddelen en
kasequivalenten
101,4 88,2

(*) We verwijzen naar toelichting 5.1.6 Wijzigingen in financiële verslaggeving en toelichting 5.24.2 Nextel voor gedetailleerde informatie over de finalizatie van de aankoop prijs allocatie en de alignering van de grondslagen voor de financiële verslaggeving.

Per 31 december 2019 hield de Vennootschap €101,4 miljoen aan geldmiddelen en kasequivalenten aan.

Om de concentratie van tegenpartijrisico zo klein mogelijk te houden, worden de kasequivalenten van de Vennootschap geplaatst bij hoog aangeschreven Europese en Amerikaanse financiële instellingen. In vergelijking tot 31 december 2018 steeg het cash saldo van de Vennootschap met €13,2 miljoen voornamelijk door:

  • een verbetering van de nettokasstroom uit bedrijfsactiviteiten (€1.092,5 miljoen in 2019 in vergelijking tot €1.075,6 miljoen in 2018) ;
  • Minder cash gebruikt in investeringsactiviteiten (€432,0 miljoen voor het jaar afgesloten op 31 december 2019 in vergelijking tot €466,4 miljoen voor het jaar afgesloten op 31 december 2018); en
  • een significante stijging in netto cash gebruikt in financieringsactiviteiten (€647,3 miljoen voor het jaar afgesloten op 31 december 2019 in vergelijking tot €560,1 voor het jaar afgesloten op 31 december 2018), voornamelijk als gevolg van de stijging in netto aflossingen van leningen en financieringsverplichtingen van €727,8 miljoen, een daling in de cash gebruikt voor de betaling van dividend en kapitaal reducties van €536,1 miljoen, en een daling in de cash gebruikt voor het aandelen inkoopprogramma van €127,5 miljoen in 2019.

Op 31 december 2019 hadden de geldmarktfondsen met een dagelijkse liquiditeit een gewogen gemiddelde rentevoet van -0,46% (31 december 2018: -0,36%) en vertegenwoordigden ze 30% van de totale geconsolideerde geldmiddelen (31 december 2018: 60%). De beleggingen van de Vennootschap haar geldmiddelen en kasequivalenten op 31 december 2019 en 2018 waren in overeenstemming met het risicobeheerbeleid van de Vennootschap.

Op 31 december 2019 en 2018 had de Vennootschap toegang tot volgende liquide middelen, mits ze bepaalde covenanten naleeft:

(€ in miljoen) 31
december,
2019
31
december,
2018
Beschikbare toezegging onder
wentelkrediet AG
400,0 400,0
Beschikbare toezegging onder
wentelkrediet AP
60,0
Beschikbare toezegging onder
wentelkrediet
20,0 20,0
Geldmiddelen en kasequivalenten 480,0 420,0

en een bedrag van €25,0 miljoen dat beschikbaar was onder de kaskredietfaciliteit bij een bank.

5.12 Eigen vermogen

5.12.1 Eigen vermogen

Per 31 december 2019, had Telenet Group Holding NV de volgende aandelen uitstaan, allemaal zonder nominale waarde en die allemaal behandeld worden als één klasse in de berekening van de winst per aandeel:

114.656.785 gewone aandelen (31 december 2018: 117.716.323 aandelen), inclusief;

  • 94.843 Liquidatie Dispreferentie Aandelen (31 december 2018: 94.843 aandelen) in het bezit van Interkabel en Binan Investments B.V. (een dochtervennootschap van Liberty Global plc), die dezelfde rechten verlenen als de gewone aandelen, behalve dat zij onderworpen zijn aan een liquidatie dispreferentie van €8,02, zodat in geval van vereffening van Telenet Group Holding NV de Liquidatie Dispreferentie Aandelen enkel deel zouden hebben aan het deel van de opbrengsten uit de vereffening, dat hoger is dan €8,02 per aandeel. Liquidatie Dispreferentie Aandelen kunnen worden omgezet in gewone aandelen in een verhouding van 1,04 Liquidatie Dispreferentie Aandeel voor 1 gewoon aandeel; en
  • 30 Gouden Aandelen (31 december 2018: 30 Gouden Aandelen) in het bezit van de financieringsintercommunales die momenteel de Gouden Aandelen aanhouden, zijn: IFIGGA, FINEA, FINGEM, IKA, FINILEK, FINIWO en FIGGA., die dezelfde rechten hebben als de gewone aandelen en die de houders ervan eveneens recht geven om vertegenwoordigers te benoemen in de Regulatoire Raad, die toezicht houdt op het garanderen van de algemene belangen met betrekking tot Telenets aanbod van digitale televisie.

Op 24 april 2019 en op 4 december 2019 heeft de buitengewone algemene aandeelhoudersvergadering de annulering goedgekeurd van 1.881.040 en 1.178.498 eigen aandelen die door de Vennootschap in het kader van haar Aandeleninkoopprogramma 2018bis waren ingekocht. Na de gedeeltelijke annulering van de aandelen daalde het totale aantal uitstaande aandelen dalen van 117.716.323 naar 114.656.785.

Het geplaatst kapitaal bedroeg per 31 december 2019 €12,8 miljoen (31 december 2018: €12,8 miljoen). Op de buitengewone algemene aandeelhoudersvergadering van 26 april 2017 zijn de machten van de raad van bestuur onder het toegestaan kapitaal hernieuwd (tot maximum €5,0 miljoen).

Eigen aandelen

Aandeleninkoopprogramma

Op 25 juni 2018 kondigde de Vennootschap de start aan van een aandeleninkoopprogramma voor een bedrag van €300 miljoen euro (het "Aandeleninkoopprogramma 2018bis") dat het Aandeleninkoopprogramma 2018 verving dat startte op 13 februari 2018.

Onder het Aandeleninkoopprogramma 2018bis kon Telenet tot 28 juni 2019 van tijd tot tijd aandelen inkopen, ten belope van maximum 7,5 miljoen aandelen, voor een maximaal bedrag van €300 miljoen. Dit programma werd gefinancierd met bestaande liquide middelen en ongetrokken liquiditeiten onder haar beschikbare wentelkrediet.

In het kader van dit programma werden in 2019 2.332.478 aandelen ingekocht voor een totaal bedrag van €101,1 miljoen. Met deze aankoop voltooide de Vennootschap het eerder genoemde aandeleninkoopprogramma.

Eigen aandelen

Op 31 december 2019 bezat de Vennootschap 4.513.142 eigen aandelen. Gedurende de twaalf maanden eindigend op 31 december 2019 verwierf de Vennootschap 2.332.478 eigen aandelen onder het Aandeleninkoopprogramma 2018bis voor een totaalbedrag van €101,1 miljoen.

In 2018 werden in totaal 4.953.697 aandelen ingekocht voor een totaal bedrag van €228,1 miljoen onder het Aandelen-aankoopprogramma 2018 en 2018bis.

Aandelenopties uitgeoefend tijdens de twaalf maanden eindigend op 31 december 2019 resulteerden in de levering van 1.255.465 eigen aandelen door de Vennootschap aan de houders van de aandelenopties. Als onderdeel van het Prestatieaandelen plan 2016 en een aanwervingsbonus welke werden afgewikkeld in de levering van eigen aandelen, heeft de Vennootschap in 2019 in totaal nog eens 108.626 aandelen aan de begunstigden uitgekeerd. De contanten ontvangen bij de uitoefening van de opties bedroegen €49,6 miljoen. Aangezien de kostprijs van de geleverde eigen aandelen €63,0 miljoen bedroeg, realiseerde de Vennootschap een verlies van €13,4 miljoen.

5.12.2 Op aandelen gebaseerde personeelsverloning

Werknemers Aandelenoptieplan 2014

Op 5 december 2014 keurde de raad van bestuur een algemeen aandelenoptieplan goed voor werknemers voor een totaal van 830.500 aandelenopties op bestaande aandelen, onder de voorwaarde van goedkeuring en binnen de grenzen van het toegestane kapitaal zoals goedgekeurd door de algemene aandeelhoudersvergadering van 24 april 2013 (het "Werknemers Aandelenoptieplan 2014" of "ESOP 2014"). Elk van deze aandelenopties geeft de houder ervan het recht om een bestaand aandeel van de Vennootschap te verwerven.

Op 12 december 2014 keurde de raad van bestuur een toekenning onder dit plan goed aan bepaalde begunstigden. Op 31 januari 2015 waren in totaal 766.500 aandelenopties geaccepteerd.

De definitieve verwerving van deze aandelenopties gebeurt per kwartaal en over een tijdspanne van vier jaar. Hierbij zal de eerste vier kwartalen telkens 10% van de totale toegekende aandelenopties definitief verworven zijn en de volgende 12 kwartalen zal telkens 5% van de toegekende aandelenopties definitief verworven zijn.

Tijdens 2019 oefenden de begunstigden onder het ESOP 2014 plan in totaal 488.788 aandelenopties uit, resulterend in de levering van een totaal van 488.788 door de Vennootschap aangehouden eigen aandelen.

Vanaf 2 december 2019 waren er geen uitstaande aandelenopties meer onder het ESOP 2014 plan.

Werknemers Aandelenoptieplan 2015

Op 27 oktober 2015 keurde de raad van bestuur het algemeen werknemers aandelenoptieplan goed voor een totaal van 873.000 aandelenopties op bestaande aandelen, onder de voorwaarde van goedkeuring en binnen de grenzen van het toegestane kapitaal zoals goedgekeurd door de algemene vergadering van de aandeelhouders op 29 april 2015 (het "Werknemers Aandelenoptieplan 2015" of "ESOP 2015"). Elk van deze aandelenopties geeft de houder ervan het recht om een bestaand aandeel van de Vennootschap te verwerven.

Op 2 november 2015 keurde de raad van bestuur een toekenning onder dit plan goed aan bepaalde begunstigden. Op 15 december 2015 waren in totaal 402.350 aandelenopties goedgekeurd.

De definitieve verwerving van deze aandelenopties gebeurt per kwartaal en over een tijdspanne van vier jaar. Hierbij zal de eerste vier kwartalen telkens 10% van de totale toegekende aandelenopties definitief verworven zijn en de volgende 12 kwartalen zal telkens 5% van de toegekende aandelenopties definitief verworven zijn.

Tijdens 2019 oefenden de begunstigden onder het ESOP 2015 plan in totaal 101.319 aandelenopties uit, resulterend in de levering van een totaal van 101.319 door de Vennootschap aangehouden eigen aandelen.

Bijzonder Prestatieaandelenoptieplan 2015 bis

Op 24 juli 2015 keurde de raad van bestuur een bijzonder prestatieaandelenoptieplan goed voor een specifieke werknemer voor een totaal van 18.750 aandelenopties op bestaande aandelen (het "Bijzonder Prestatieaandelenoptieplan 2015 bis" of "SSOP 2015 bis"). Elk van deze aandelenopties geeft de houder ervan het recht om een bestaand aandeel van de Vennootschap te verwerven.

De toekenning van deze 18.750 aandelenopties, met een uitoefenprijs van €48,83 per optie, werd aan bepaalde begunstigde aangeboden op 28 december 2015, die dit op 15 januari 2016 aanvaard heeft.

De definitieve verwerving van deze aandelenopties onder het Bijzonder Prestatiegericht ESOP 2015 bis is afhankelijk van het behalen van bepaalde prestatiecriteria voor een periode van drie jaar, in een eerste schijf van 75% of 14.055 opties en een tweede schijf van de resterende 25% of 4.693 aandelenopties.

Elk van deze aandelenopties die definitief verworven worden onder het Bijzonder Prestatiegericht ESOP 2015 bis worden uitoefenbaar tijdens gedefinieerde uitoefenperiodes, volgend op 28 december 2018 voor de eerste schijf en 11 februari 2019 voor de tweede schijf en hebben 28 december 2020 als vervaldatum.

Het Remuneratie- en Benoemingscomité van 7 februari 2018 heeft besloten dat met betrekking tot de eerste tranche 8.097 toegekende aandelenopties definitief verworven waren die uitoefenbaar werden vanaf 28 december 2018. Op 11 februari 2019 besliste het Remuneratieen Benoemingscomité dat de tweede tranche volledig aan 100% definitief verworven was en als gevolg daarvan werden de 4.695 onderliggende aandelenopties uitoefenbaar. Bovendien heeft het Comité besloten dat met betrekking tot de eerste tranche die gedeeltelijk werd toegekend in februari 2018 (8.097 aandelenopties), 4.685 bijkomende aandelenopties verworven waren op 11 februari 2019.

Tijdens 2019 oefende de begunstigde onder het Bijzonder Prestatiegericht ESOP 2015 bis plan in totaal 21.126 aandelenopties uit, resulterend in de levering van een totaal van 21.126 door de Vennootschap aangehouden eigen aandelen.

Vanaf 4 juni 2019 waren er geen uitstaande aandelenopties meer onder het Bijzonder Prestatiegericht ESOP 2015 bis plan.

Werknemers Aandelenoptieplan 2016

Op 22 maart 2016 keurde de raad van bestuur een algemeen aandelenoptieplan goed voor het Senior Leadership Team van de Vennootschap, één andere manager en de CEO voor een totaal van 741.806 aandelenopties op bestaande aandelen onder de voorwaarde van goedkeuring en binnen de grenzen van het toegestane kapitaal zoals goedgekeurd door de algemene vergadering van aandeelhouders van 29 april 2015 (het "Aandelenoptieplan 2016 voor werknemers" of "ESOP 2016"). Elk van deze aandelenopties geeft de houder ervan het recht om één bestaand Telenet-aandeel van de Vennootschap te kopen.

Op 14 april 2016 gaf de raad van bestuur toestemming voor een toekenning in het kader van dit plan aan bepaalde begunstigden. Op 14 juni 2016 werden in totaal 695.631 aandelenopties aanvaard.

De definitieve verwerving van deze aandelenopties gebeurt per kwartaal en over een periode van 4 jaar, waarbij 10% van het totale aantal toegekende aandelenopties definitief wordt verworven in elk van de eerste 4 kwartalen en 5% van het totale aantal toegekende aandelenopties definitief wordt verworven in elk van de 12 volgende kwartalen.

In 2019 hebben de begunstigden van het ESOP 2016-plan een totaal van 82.023 aandelenopties uitgeoefend, resulterend in de levering van in totaal 82.023 eigen aandelen aandelen gehouden door de Vennootschap.

Werknemers Aandelenoptieplan 2016 bis

Op 25 oktober 2016 keurde de raad van bestuur een nieuw algemeen aandelenoptieplan voor de werknemers goed voor in totaal 467.000 aandelenopties op bestaande aandelen onder de voorwaarde van goedkeuring en binnen de grenzen van het toegestane kapitaal zoals goedgekeurd door de algemene vergadering van aandeelhouders van 29 april 2015 (het "Aandelenoptieplan 2016 bis voor werknemers" of "ESOP 2016 bis"). Elk van deze aandelenopties geeft de houder ervan het recht om één bestaand Telenet-aandeel van de Vennootschap te kopen.

Op 7 november 2016 gaf de raad van bestuur toestemming voor een toekenning in het kader van dit plan aan bepaalde begunstigden. Op 6 januari 2017 werden in totaal 359.000 aandelenopties aanvaard.

De definitieve verwerving van deze aandelenopties gebeurt per kwartaal en over een periode van 4 jaar, waarbij 10% van het totale aantal toegekende aandelenopties definitief wordt verworven in elk van de eerste 4 kwartalen en 5% van het totale aantal toegekende aandelenopties definitief wordt verworven in elk van de 12 volgende kwartalen.

In 2019 oefenden begunstigden van het ESOP 2016 bis-plan in totaal 54.001 aandelenopties uit, resulterend in de levering van een totaal van 54.001 eigen aandelen gehouden door de Vennootschap.

Werknemers Aandelenoptieplan 2017

Op 20 maart 2017 keurde de raad van bestuur Telenets Algemeen Aandelenoptieplan 2017 goed voor het Senior Leadership Team van de Vennootschap, één andere manager en de CEO van het bedrijf voor een totaal van 553.292 aandelenopties op bestaande aandelen (het "Aandelenoptieplan 2017 voor werknemers" of"ESOP 2017"). Elk van deze aandelenopties geeft de houder daarvan het recht om bij de Vennootschap een bestaand aandeel van de onderneming te kopen.

De toekenning van deze 553.292 aandelenopties, met een uitoefenprijs van €58,14 per aandelenoptie, vond plaats op 8 juni 2017. Op 30 juni 2017 werden in totaal 403.266 aandelenopties geaccepteerd.

De verwerving van de aandelenopties onder het ESOP 2017 vindt elk kwartaal plaats over een periode van 4 jaar, met een vesting van 10% van de totale aandelenopties toegekend gedurende elk van de eerste 4 kwartalen en een vesting van 5% van de totale aandelenopties toegekend tijdens elk van de 12 volgende kwartalen.

Er werden geen aandelenopties onder het ESOP 2017 uitgeoefend tijdens de twaalf maanden eindigend op 31 december 2019.

Werknemers Aandelenoptieplan 2017 bis

Op 31 juli 2017 heeft de raad van bestuur een nieuwe algemeen aandelenoptieplan goedgekeurd voor de werknemers voor een totaal aantal van 753.109 aandelenopties op bestaande aandelen, op voorwaarde van goedkeuring en binnen de grenzen van het toegestaan kapitaal zoals goedgekeurd door de Algemene Aandeelhoudersvergadering van 26 april 2017 (het "Werknemers Aandelenoptieplan 2017bis "of" ESOP 2017bis "). Elk van deze aandelenopties geeft de houder ervan het recht om een bestaand aandeel bij de Vennootschap te kopen van het bedrijf.

Op 25 september 2017 gaf de raad van bestuur toestemming voor een toekenning onder dit plan voor bepaalde begunstigden. Op 24 november 2017 werden een totaal van 413.664 aandelenopties geaccepteerd met een uitoefenprijs van €55.59 per optie.

De verwerving van de aandelenopties onder het ESOP 2017 bis vindt elk kwartaal plaats over een periode van 4 jaar, met een vesting van 10% van de totale aandelenopties toegekend gedurende elk van de eerste 4 kwartalen en een vesting van 5% van de totale aandelenopties toegekend tijdens elk van de 12 volgende kwartalen.

Er werden geen aandelenopties onder de ESOP 2017 bis uitgeoefend tijdens de twaalf maanden eindigend op 31 december 2019.

Werknemers Aandelenoptieplan 2018

Op 19 maart 2018 keurde de raad van bestuur het Algemeen aandelenoptieplan 2018 van Telenet goed voor het Senior Leadership van de Vennootschap, de CEO van de Vennootschap en bepaalde werknemers voor een totaal van 1.402.903 aandelenopties op bestaande aandelen (het "Aandelenoptieplan 2018" of "ESOP 2018"). Elk van deze aandelenopties geeft de houder ervan het recht om een bestaand aandeel van het bedrijf bij de Vennootschap te verwerven.

De toekenning van deze 1.402.903 aandelenopties, met een uitoefenprijs van €42,72 per aandelenoptie, vond plaats op 6 juni 2018. Op 30 juni 2018 werden in totaal 604.021 aandelenopties aanvaard. terwijl de CEO, die tijd had tot 1 augustus 2018, de 204.942 toegekende opties volledig accepteerde op 1 augustus 2018.

De verwerving van de aandelenopties onder het ESOP 2018 vindt elk kwartaal plaats over een periode van 4 jaar, met een vesting van 10% van de totale aandelenopties toegekend gedurende elk van de eerste 4 kwartalen en een vesting van 5% van de totale aandelenopties toegekend tijdens elk van de 12 volgende kwartalen.

In 2019 oefenden de begunstigden van het ESOP 2018-plan in totaal 98.356 aandelenopties uit, wat resulteerde in de levering van in totaal 98.356 eigen aandelen aangehouden door de Vennootschap.

Werknemers Aandelenoptieplan 2018 bis

Op 30 oktober 2018 keurde de raad van bestuur een nieuw algemeen aandelenoptieplan goed voor de nieuwe financiële directeur voor een totaal van 53.781 aandelenopties op bestaande aandelen, op voorwaarde van goedkeuring en binnen de limieten van het toegestaan kapitaal zoals goedgekeurd door de algemene aandeelhoudersvergadering van 26 april 2017 (het "Aandelenoptieplan 2018bis" of "ESOP 2018bis"). Elk van deze aandelenopties geeft de houder ervan het recht om een bestaand aandeel van het bedrijf bij de Vennootschap te verwerven. Op 12 december 2018 werden in totaal 53.781 aandelenopties geaccepteerd, met een uitoefenprijs van €44,62 per aandelenoptie.

De verwerving van de aandelenopties onder het ESOP 2018 bis vindt elk kwartaal plaats over een periode van 4 jaar, met een vesting van 10% van de totale aandelenopties toegekend gedurende elk van de eerste 4 kwartalen en een vesting van 5% van de totale aandelenopties toegekend tijdens elk van de 12 volgende kwartalen.

Er werden geen aandelenopties onder het ESOP 2018 bis uitgeoefend tijdens de twaalf maanden eindigend op 31 december 2019.

Werknemers Aandelenoptieplan 2019

Op 11 februari 2019 keurde de raad van bestuur een nieuw algemeen aandelenoptieplan goed voor het Senior Leadership Team van de Vennootschap, de CEO van de Vennootschap en bepaalde werknemers (het "Aandelenoptieplan 2019" of "ESOP 2019"). Elk van deze aandelenopties geeft de houder ervan het recht om een bestaand aandeel van het bedrijf bij de Vennootschap te verwerven.

Op 6 mei 2019 keurde de raad van bestuur een uitgifte onder dit plan aan bepaalde begunstigden goed met een uitoefenprijs of € 46,54 per aandelenoptie. Op 24 juni 2019 werden in totaal 713.286 van de aangeboden 808.724 aandelenopties geaccepteerd.

De verwerving van de aandelenopties onder het ESOP 2019 vindt elk kwartaal plaats over een periode van 4 jaar, met een vesting van 10% van de totale aandelenopties toegekend gedurende elk van de eerste 4 kwartalen en een vesting van 5% van de totale aandelenopties toegekend tijdens elk van de volgende kwartalen.

Er werden geen aandelenopties onder het ESOP 2019 uitgeoefend tijdens de twaalf maanden eindigend op 31 december 2019.

CEO Aandelenoptieplan 2014

Op 8 november 2013 keurde de raad van bestuur een specifiek aandelenoptieplan goed voor de Gedelegeerd Bestuurder van de Vennootschap. Het betrof een totaal van 185.000 aandelenopties op bestaande aandelen (het "CEO Aandelenoptieplan 2014" of "CEO SOP 2014"). Elk van deze aandelenopties geeft de houder ervan het recht om een bestaand aandeel van de Vennootschap te verwerven.

De toekenning van deze 185.000 aandelenopties, met een uitoefenprijs van €38,88 per optie, aan de Gedelegeerd Bestuurder gebeurde op 8 november 2013. De Gedelegeerd Bestuurder aanvaardde dit aanbod op 5 februari 2014.

De definitieve verwerving van de aandelenopties onder CEO SOP 2014 is afhankelijk van het behalen van bepaalde (cumulatieve) prestatiecriteria voor een periode van drie jaar, met inbegrip van het behalen van een minimaal niveau aan Adjusted EBITDA. Het remuneratiecomité bepaalt voor elke schijf in samenspraak met de Gedelegeerd Bestuurder de prestatiecriteria en het remuneratiecomité zal beslissen of deze criteria al dan niet behaald werden. Aangezien de toepasselijke (cumulatieve) prestatiecriteria behaald werden voor 2014 en 2015, was de eerste tranche van 138.750 aandelenopties definitief verworven op 26 juni 2016, terwijl de tweede tranche van 46.250 aandelenoptie definitief verworven werd op 1 maart 2017.

Alle aandelenopties die in het kader van CEO SOP 2014 definitief verworven zijn kunnen vanaf 26 juni 2016 tijdens bepaalde periodes uitgeoefend worden. Alle aandelenopties onder CEO SOP 2014 vervallen op 26 juni 2020.

In 2019 oefende de begunstigde van het CEO ESOP 2014-plan in totaal 208.446 aandelenopties uit, wat resulteerde in de levering van in totaal 208.446 eigen aandelen aangehouden door de Vennootschap.

Vanaf 25 november 2019 waren er geen uitstaande aandelenopties meer onder het CEO ESOP 2014 plan.

CEO Aandelenoptieplan 2014 bis

Op 26 juni 2014 keurde de raad van bestuur een specifiek aandelenoptieplan goed voor de Gedelegeerd Bestuurder van de Vennootschap. Het betrof een totaal van 180.000 aandelenopties op bestaande aandelen (het "CEO Aandelenoptieplan 2014 bis" of "CEO SOP 2014bis"). Elk van deze aandelenopties geeft de houder ervan het recht om een bestaand aandeel van de Vennootschap te verwerven.

De toekenning van deze 180.000 aandelenopties, met een uitoefenprijs van €39,38 per optie aan de Gedelegeerd Bestuurder gebeurde op 15 juli 2014. De Gedelegeerd Bestuurder aanvaardde dit aanbod op 13 september 2014.

De definitieve verwerving van de aandelenopties onder CEO SOP 2014 bis is afhankelijk van het behalen van bepaalde (cumulatieve) prestatiecriteria over een periode van drie jaar, met inbegrip van het behalen van een minimaal niveau aan Adjusted EBITDA. Het remuneratiecomité bepaalde op 26 juni 2014 voor elke schijf in samenspraak met de Gedelegeerd Bestuurder de prestatiecriteria en het remuneratiecomité zal beslissen of deze criteria al dan niet behaald werden. Aangezien de toepasselijke prestatiecriteria werden behaald voor 2014, 2015 en 2016 werd de eerste schijf van 45.000 aandelenopties definitief verworven op 15 juli 2015, de tweede schijf van 67.500 aandelenopties op 15 juli 2016 en de derde schijf van 67.500 aandelenopties op 15 juli 2017.

Alle aandelenopties die in het kader van CEO SOP 2014 bis definitief verworven zijn kunnen vanaf 15 juli 2017 tijdens bepaalde periodes uitgeoefend worden. Alle aandelenopties onder CEO SOP 2014 bis vervallen op 15 juli 2019.

In 2019 oefende de begunstigde van het CEO ESOP 2014 bis plan in totaal 101.406 aandelenopties uit, wat resulteerde in de levering van in totaal 101.406 eigen aandelen aangehouden door de Vennootschap.

Vanaf 14 maart 2019 waren er geen uitstaande aandelenopties meer onder het CEO ESOP 2014 bis plan.

CEO Aandelenoptieplan 2015

Op 10 februari 2015 keurde de raad van bestuur een specifiek aandelenoptieplan goed voor de CEO van de Vennootschap voor een totaal van 180.000 opties op bestaande aandelen (het "CEO Aandelenoptieplan 2015" of "CEO SOP 2015"). Elk van deze aandelenopties geeft de houder ervan het recht om een bestaand aandeel van de Vennootschap te verwerven.

De toekenning van deze 180.000 aandelenopties, met een uitoefenprijs van €50,57 per optie aan de Gedelegeerd Bestuurder gebeurde op 13 maart 2015. De Gedelegeerd Bestuurder aanvaardde dit aanbod op 11 mei 2015.

De definitieve verwerving van de aandelenopties onder CEO SOP 2015 is afhankelijk van het behalen van bepaalde (cumulatieve) prestatiecriteria over een periode van drie jaar, met inbegrip van het behalen van een minimaal niveau aan Adjusted EBITDA. Het remuneratiecomité bepaalde op 10 februari 2015 voor elke schijf in samenspraak met de Gedelegeerd Bestuurder de prestatiecriteria en het remuneratiecomité zal beslissen of deze criteria al dan niet behaald werden. Aangezien de toepasselijke prestatiecriteria werden behaald voor 2015, werd de eerste schijf van 55.000 aandelenopties defintief verworven op 13 maart 2016. Op 14 februari 2017 besloot het remuneratiecomité dat de toepasselijke (cumulatieve) prestatiecriteria voor 2015 en 2016 waren behaald, en bijgevolg werd de tweede schijf van 63.000 aandelenopties definitief verworven op 13 maart 2017. Op 7 februari 2018 besloot het Remuneratie Comité dat de toepasselijke (cumulatieve) prestatie criteria voor 2015, 2016 en 2017 waren bereikt, waardoor de derde tranche van 62.000 aandelenopties definitief verworven werden op 13 maart 2018.

Alle aandelenopties die in het kader van CEO SOP 2015 definitief verworven zijn kunnen vanaf 13 maart 2018 tijdens bepaalde periodes uitgeoefend worden en vervallen op 13 maart 2020.

In 2019 oefende de begunstigde van het CEO SOP 2015-plan in totaal 100.000 aandelenopties uit, wat resulteerde in de levering van in totaal 100.000 eigen aandelen aangehouden door de Vennootschap.

De details aangaande de aandelenoptieplannen die door de Vennootschap toegekend werden en uitoefenbaar zijn op 31 december 2019, worden als volgt samengevat in de volgende tabel:

Uitgifte van opties Toegekende opties
Optieplan Datum
goedkeuring
door raad van
bestuur
Totaal aantal
uitgegeven
opties
Naam van het
aangeboden
plan
Datum
aanbod
Aantal opties
aangeboden
Aantal opties
aanvaard
Begunstigden
CEO Optieplan
2015
10 februari
2015
180.000 CEO SOP 2015 13 maart 2015 180.000 180.000 CEO
Werknemers
Optieplan 2015
27 oktober
2015
873.000 ESOP 2015 2 november
2015
873.000 402.350 bepaalde
werknemers
Werknemers
Optieplan 2016
15 april 2016 741.806 ESOP 2016 22 maart 2016 741.806 695.631 CEO en
bepaalde
werknemers
Werknemers
Optieplan 2016
bis
25 oktober
2016
467.000 ESOP 2016 bis 7 november
2016
467.000 359.000 bepaalde
werknemers
Werknemers
Optieplan 2017
20 maart 2017 553.292 ESOP 2017 8 juni 2017 553.292 403.266 CEO en
bepaalde
werknemers
Werknemers
Optieplan 2017
bis
31 juli 2017 753.109 ESOP 2017 bis 25 september
2017
753.109 413.664 bepaalde
werknemers
Werknemers
Optieplan 2018
19 maart 2018 1.402.903 ESOP 2018 6 juni 2018 1.197.961 604.021 bepaalde
werknemers
CEO ESOP 2018 6 juni 2018 204.942 204.942 CEO
Werknemers
Optieplan 2018
bis
30 oktober
2018
53.781 ESOP 2018 bis 2 november
2018
53.781 53.781 bepaalde
werknemers
Werknemers
Optieplan 2019
11 februari
2019
808.724 ESOP 2019 6 mei 2019 808.724 713.286 CEO en
bepaalde
werknemers

De reële waarde van de aandelenopties wordt bepaald met behulp van het Black-Scholes-waarderingsmodel dat gebaseerd is op de volgende variabelen:

  • de tijd
  • de volatiliteit
  • het optie-type
  • de onderliggende aandelenprijs
  • de uitoefenprijs
  • het verwachte dividend, en
  • het risicovrije rentevoet

De verwachte levensduur van de aandelenopties (tijd) wordt bepaald op basis van de verwachte uitoefeningen die op hun beurt worden bepaald door de tijdsperiode tussen de verwervingsdatum en de vervaldatum van de aandelenoptie. De risicovrije rentevoet is gebaseerd op het rendement van de Belgische overheidsleningen op de secundaire markt. De verwachte volatiliteit voor aandelenopties is over het algemeen gebaseerd op historische volatiliteit op aandelen uit het verleden van Telenet voor een periode gelijk aan de verwachte gemiddelde levensduur van de opties. Het verwachte dividend is gebaseerd op het vergoedingsbeleid van de Vennootschap voor de aandeelhouders.

De toekenningsdata voor rapporteringdoeleinden en de onderliggende veronderstellingen voor de bepaling van de reële waarde op de toekenningsdatum kunnen als volgt samengevat worden:

Boekhoud
kundige
Reële
Aan
waarde op
delenko
Uitoefenprijs (in
euro)
Verwachte
volatiliteit
Verwachte
levensduur
Verwachte
dividenden
Risicovrije
interestvoe
datum van
toekenning
datum van
toekenning
ers
(in euro)
Initieel Aangepast optie t
ESOP 2015 opties 15
december
2015
4,58 - 6,63 46,89 50,87 45,15 20.7% -
21.8%
4,3 jaar 0.0% -0.25% -
-0.01%
CEO SOP 2015
opties
9 februari
2016
4,31 42,52 50,57 44,88 23.0% 3,4 jaar 0.0% -0.24%
" 14 februari
2017
6,39 49,90 50,57 44,88 22.5% 2,4 jaar 0.0% -0.45%
" 8 februari
2018
10,56 59,10 50,57 44,88 21.2% 1,4 jaar 0.0% -0.41%
ESOP 2016 opties 14 juni 2016 3,40 - 4,99 39,46 45,48 40,36 21.5% -
23.3%
4,3 jaar 0.0% -0.44% -
-0.33%
ESOP 2016 bis
opties
6 januari
2017
10,01 -
11,53
52,85 46,97 41,68 21.3% -
23.9%
4,3 jaar 0.0% -0.60% -
-0.39%
ESOP 2017 opties 30 juni 2017 5,81 - 8,33 55,15 58,14 51,60 21.0% -
22.7%
4,3 jaar 0.0% -0.46% -
-0.23%
ESOP 2017 bis
opties
24
november
2017
8,84 - 11,28 58,99 55,59 49,34 20.3% -
22.1%
4,3 jaar 0.0% -0.56% -
-0.36%
ESOP 2018 opties 30 juni 2018 4,01 - 5,99 40,00 42,72 37,91 20.7% -
22.4%
4,3 jaar 0.0% -0.54% -
-0.37%
CEO ESOP 2018
opties
1 augustus
2018
7,70 - 9,03 43,90 42,72 37,91 23.3% -
24.3%
4,4 jaar 0.0% -0.48% -
-0.20%
ESOP 2018 bis
opties
12
december
2018
2,29 - 3,01 39,70 44,62 24.6% -
25.6%
4,3 jaar 5.2% -0.45% -
-0.16%
ESOP 2019 opties 24 juni 2019 5,50 - 5,95 48,80 46,54 24.4% -
25.9%
4,3 jaar 4.3% -0.66% -
-0.53%

Effect van de buitengewone dividenduitkering op de uitstaande opties

De buitengewone algemene vergadering van 26 september 2018 heeft een dividend van €5,30 per aandeel goedgekeurd, wat een totaal uit te keren dividend vertegenwoordigde van €599,1 miljoen. Na de betaling van het buitengewone dividend van €5,30 op 4 oktober 2018, paste de Vennootschap alle aandelenopties aan om ervoor te zorgen dat de aan de optiehouders toegekende voordelen niet werden verminderd. Het aantal opties en warranten werd verhoogd en de uitoefenprijs werd verlaagd met een factor welke de verhouding vertegenwoordigt van de genoteerde slotkoers van de Telenet Group Holding NV-aandelen op de cum-datum minus het bedrag van de kapitaalvermindering (of buitengewoon dividend) ) per aandeel versus de genoteerde marktprijs op de cum-datum. De cum-datum is de laatste dag waarop het aandeel wordt verhandeld met de desbetreffende coupon aangehecht. Die datum valt 2 werkdagen vóór de datum waarop het buitengewone dividend is betaald (betalingsdatum).

Buitengewone dividenduitkering

Coupon n° Cum datum Betalingsdatum Bedrag dividend per aandeel
(in euro)
Aanpassingsfactor
Buitengewone
dividenduitkering 2018
8,00 2 oktober 2018 4 oktober 2018 5,30 0,887521

Als gevolg van de aanpassing in 2018 bleven de reële waarden van de aandelenopties voor en na de buitengewone dividenduitbetaling hetzelfde voor alle optiehouders. De bovengenoemde wijzigingen in de verschillende aandelenoptieplannen kunnen als volgt worden samengevat:

Uitstaand aantal aandelenopties Uitoefenprijs van de aandelenopties
Buitengewone
dividenduitkering op
de uitstaande opties
Vóór dividendbetaling Na
dividendbetaling
Aanpassing Vóór dividendbetaling Na
dividendbe
taling
Aanpassing
ESOP 2014 582.850 656.711 73.861 45,27 40,18 (5,09)
ESOP 2015 364.475 410.667 46.192 50,87 45,15 (5,72)
ESOP 2016 619.597 698.123 78.526 45,48 40,36 (5,12)
ESOP 2016bis 322.295 363.132 40.837 46,97 41,68 (5,29)
ESOP 2017 376.614 424.344 47.730 58,14 51,60 (6,54)
ESOP 2017bis 409.464 461.356 51.892 55,59 49,34 (6,25)
ESOP 2018 808.963 911.488 102.525 42,72 37,91 (4,81)
CEO SOP 2014 tranche 1 138.750 156.334 17.584 38,88 34,51 (4,37)
tranche 2 46.250 52.111 5.861 38,88 34,51 (4,37)
CEO SOP 2014 bis tranche 1
tranche 2 22.500 25.352 2.852 39,38 34,95 (4,43)
tranche 3 67.500 76.055 8.555 39,38 34,95 (4,43)
CEO SOP 2015 tranche 1 55.000 61.970 6.970 50,57 44,88 (5,69)
tranche 2 63.000 70.984 7.984 50,57 44,88 (5,69)
tranche 3 62.000 69.857 7.857 50,57 44,88 (5,69)
SSOP 2015 bis tranche 1
tranche 2 8.097 9.123 1.026 48,83 43,34 (5,49)
tranche 3 4.695 5.290 595 48,83 43,34 (5,49)
3.952.050 4.452.897 500.847

Aangezien de wijziging werd vastgesteld op 17 oktober 2018, maar met toepassing van een correctiefactor per 2 oktober 2018, is de reële waarde van de totale toekenning voor en na de transactie niet exact gelijk voor de optiehouders en dientengevolge heeft deze wijziging geleid tot een incrementele compensatiekost. De totale bijkomende lasten uit hoofde van beloningsregelingen bedroeg €15,0 miljoen, waarvan €10,3 miljoen betrekking heeft op reeds verworven opties en dus onmiddellijk werd opgenomen in de lasten uit hoofde van beloningsregelingen van het jaar 2018. De resterende €4,7 miljoen zal worden opgenomen op het moment van de toekomstige definitieve verwervingen van de onderliggende voordelen.

Alle plannen

Hierna volgt een overzicht van het verloop van de aandelenopties en warranten van de Vennootschap voor de boekjaren afgesloten op 31 december 2019 en op 31 december 2018:

Aantal opties en warrants Gemiddelde
uitoefenprijs (in euro)
1 januari 2018 3.550.207 47,98
Toegekend
Werknemers Aandelenoptieplan 2018 808.963 42,72
Werknemers Aandelenoptieplan 2018bis 53.781 44,62
Bijkomende uitgifte bij aanpassing plan
Bijkomend aandelenoptieplan 2014 aandelenopties uitgegeven bij
aanpassing plan
73.861 5,09
Bijkomend aandelenoptieplan 2015 aandelenopties uitgegeven bij
aanpassing plan
46.192 5,72
Bijkomend aandelenoptieplan 2016 aandelenopties uitgegeven bij
aanpassing plan
78.526 5,12
Bijkomend aandelenoptieplan 2016bis aandelenopties uitgegeven bij
aanpassing plan
40.837 5,28
Bijkomend aandelenoptieplan 2017 aandelenopties uitgegeven bij
aanpassing plan
47.730 6,54
Bijkomend aandelenoptieplan 2017bis aandelenopties uitgegeven bij
aanpassing plan
51.892 6,25
Bijkomend aandelenoptieplan 2018 aandelenopties uitgegeven bij
aanpassing plan
102.525 4,81
Bijkomend CEO aandelenoptieplan 2014 aandelenopties uitgegeven bij
aanpassing plan
23.445 4,37
Bijkomend CEO aandelenoptieplan 2014bis aandelenopties uitgegeven
bij aanpassing plan
11.407 4,43
Bijkomend CEO aandelenoptieplan 2015 aandelenopties uitgegeven bij
aanpassing plan
22.811 5,69
Bijkomend Bijzonder Prestatiegericht Optieplan 2015 bis aandelenopties
uitgegeven bij aanpassing plan
1.621 5,49
Uitgeoefend
Aandelenoptieplan 2013 primo aandelenopties uitgeoefend (167.611) 34,33
Aandelenoptieplan 2013 bis aandelenopties uitgeoefend (500) 36,75
Aandelenoptieplan 2014 aandelenopties uitgeoefend (203.576) 41,23
Aandelenoptieplan 2016 aandelenopties uitgeoefend (17.307) 40,36
Aandelenoptieplan 2016bis aandelenopties uitgeoefend (2.750) 46,97
Aandelenoptieplan 2018 aandelenopties uitgeoefend (676) 37,91
CEO aandelenoptieplan 2014bis aandelenopties uitgeoefend (90.000) 39,38
Vervallen
Aandelenoptieplan 2014 aandelenopties vervallen (24.400) 45,27
Aandelenoptieplan 2015 aandelenopties vervallen (9.240) 49,96
Aandelenoptieplan 2016 aandelenopties vervallen (24.424) 45,48
Aandelenoptieplan 2016bis aandelenopties vervallen (13.056) 45,33
Aandelenoptieplan 2017 aandelenopties vervallen (26.652) 58,14
Aandelenoptieplan 2017bis aandelenopties vervallen (11.316) 51,66
Aandelenoptieplan 2018bis aandelenopties vervallen (2.254) 37,91

Uitstaande opties en warranten

Telenet | Jaarverslag 2019 | 127

Bijzonder Prestatiegericht Optieplan 2015 bis aandelenopties vervallen (5.958) 48,83
31 december 2018 4.314.078 41,69

Toegekend

Werknemers Aandelenoptieplan 2019 713.286 46,54
Bijzonder Prestatiegericht Optieplan 2015 bis aandelenopties 6.713 43,34
CEO aandelenoptieplan 2014bis 1 34,51
Uitgeoefend
Aandelenoptieplan 2014 aandelenopties uitgeoefend (488.788) 40,18
Aandelenoptieplan 2015 aandelenopties uitgeoefend (101.319) 45,15
Aandelenoptieplan 2016 aandelenopties uitgeoefend (82.023) 40,36
Aandelenoptieplan 2016 bis aandelenopties uitgeoefend (54.001) 41,68
Aandelenoptieplan 2018 aandelenopties uitgeoefend (98.356) 37,91
CEO Aandelenoptieplan 2014 aandelenopties uitgeoefend (208.446) 34,51
CEO Aandelenoptieplan 2014bis aandelenopties uitgeoefend (101.406) 34,95
CEO Aandelenoptieplan 2015 aandelenopties uitgeoefend (100.000) 44,88
Bijzonder Prestatiegericht Optieplan 2015 bis aandelenopties
uitgeoefend
(21.126) 43,34
Vervallen
Aandelenoptieplan 2014 aandelenopties vervallen (6.197) 40,18
Aandelenoptieplan 2015 aandelenopties vervallen (26.732) 45,15
Aandelenoptieplan 2016 aandelenopties vervallen (5.660) 40,36
Aandelenoptieplan 2016 bis aandelenopties vervallen (6.798) 41,68
Aandelenoptieplan 2017 bis aandelenopties vervallen (11.499) 49,34
Aandelenoptieplan 2018 aandelenopties vervallen (4.228) 37,91
Aandelenoptieplan 2019 aandelenopties vervallen (4.239) 46,54
CEO Aandelenoptieplan 2014 bis aandelenopties vervallen (1) 34,95
Annulering
Aandelenoptieplan 2019 aandelenopties annulering (38.158) 46,54
31 december 2019 3.675.101 43,27

De aandelenopties in onderstaande tabel werden uitgeoefend, wat resulteerde in de ontvangst van betalingen van €49,6 miljoen in het jaar afgesloten op 31 december 2019. De aandelenopties onder ESOP 2014, ESOP 2015, ESOP 2016, ESOP 2016bis, ESOP 2018 , CEO SOP 2014 en CEO SOP 2014 bis werden op een één-voor-één basis omgezet voor bestaande gewone aandelen van de Vennootschap. De opties en warrants die werden uitgeoefend in het jaar afgesloten op 31 december 2018 resulteerden in de ontvangst van €18,6 miljoen.

Klasse van opties en warranten Aantal uitgeoefende
opties en warranten
Datum van
uitoefening
Uitoefenprijs op
datum van uitoefening
(in euro)
Aandelenkoers op
datum van uitoefening
(in euro)
ESOP 2014 aandelenopties 95.899 Eerste kwartaal 40,18 42,84
362.299 Tweede kwartaal 40,18 47,61
30.590 Vierde kwartaal 40,18 43,57
ESOP 2015 aandelenopties 101.319 Tweede kwartaal 45,15 49,42
ESOP 2016 aandelenopties 82.023 Tweede kwartaal 40,36 48,25
ESOP 2016 bis aandelenopties 54.001 Tweede kwartaal 41,68 48,63
ESOP 2018 aandelenopties 93.760 Tweede kwartaal 37,91 48,03
2.906 Derde kwartaal 37,91 43,30
1.690 Vierde kwartaal 37,91 41,86
CEO SOP 2014 aandelenopties 108.446 Tweede kwartaal 34,51 47,35
50.000 Derde kwartaal 34,51 43,80
50.000 Vierde kwartaal 34,51 42,34
CEO SOP 2014 bis aandelenopties 101.406 Eerste kwartaal 34,95 41,58
CEO SOP 2015 aandelenopties 100.000 Tweede kwartaal 44,88 48,81
SSOP 2015 bis aandelenopties 21.126 Tweede kwartaal 43,34 48,52
Totaal uitstaand 1.255.465

Onderstaande tabel vat de informatie samen betreffende het aantal uitstaande en uitoefenbare aandelenopties op datum op 31 december 2019:

Klasse van opties en warranten Aantal uitstaande
opties
Aantal uitoefenbare
opties
Gewogen gemiddelde
resterende levensduur
Huidige uitoefenprijs
(in euro)
ESOP 2015 aandelenopties 283.551 283.551 10 maanden 45,15
ESOP 2016 aandelenopties 593.133 525.376 15 maanden 40,36
ESOP 2016bis aandelenopties 297.877 232.192 22 maanden 41,68
ESOP 2017 aandelenopties 424.344 282.810 29 maanden 51,60
ESOP 2017bis aandelenopties 442.741 298.414 33 maanden 49,34
ESOP 2018 aandelenopties 805.974 361.196 41 maanden 37,91
ESOP 2018bis aandelenopties 53.781 21.512 46 maanden 44,62
ESOP 2019 aandelenopties 670.889 134.092 52 maanden 46,54
CEO SOP 2015 aandelenopties 102.811 102.811 2 maanden 44,88
Totaal uitstaand 3.675.101 2.241.954

De totale verloningskost verbonden aan de optie- en warrantplannen van de Vennootschap bedroeg €7,1 miljoen in 2019 (2018: €16,3 miljoen), dewelke zijn opgenomen in de Vennootschap haar geconsolideerde staat van het resultaat over de verslagperiode en het nettoresultaat rechtstreeks verwerkt in het eigen vermogen.

Prestatieaandelen

Op 15 april 2016 kende de Vennootschap aan de leden van haar Senior Leadership Team (met inbegrip van haar CEO) en één andere manager in totaal 119.842 prestatieaandelen toe (de 'Telenet Prestatieaandelen 2016'). De prestatiedoelstelling die van toepassing was op de 'Telenet Prestatieaandelen 2016' is het bereiken van een samengestelde jaarlijkse groei voor de kasstroom uit bedrijfsactiviteiten (overeenkomstig US GAAP) wanneer de kasstroom uit bedrijfsactiviteiten in de periode die op 1 januari 2016 begon en op 31 december 2018 eindigt wordt vergeleken met de kasstroom uit bedrijfsactiviteiten in de periode die op 1 januari 2015 begon en op 31 december 2015 eindigde. Een prestatiebereik van 75% tot 160% van de beoogde samengestelde jaarlijkse groei van de kasstroom uit bedrijfsactiviteiten zou er doorgaans toe leiden dat ontvangers van de toekenningen 75% tot 300% van hun 'Telenet Prestatieaandelen 2016' verdienen, onder voorbehoud van een vermindering of verbeuring op basis van de vereiste individuele prestaties en dienstverlening. De verdiende 'Telenet Prestatieaandelen 2016' werden op 15 april 2019 definitief verworven. Alle beloningskosten die toerekenbaar zijn aan de 'Telenet Prestatieaandelen 2016' werden opgenomen over de vereiste dienstperiode van de toekenningen en werden opgenomen onder

'Lasten uit hoofde van beloningsregelingen' in Telenets geconsolideerde staat van het resultaat van de verslagperiode en het netto resultaat rechtstreeks verwerkt in het eigen vermogen. Op 11 februari 2019 heeft het Remuneratie- en Benoemingscomité besloten dat de prestatiecriteria voor de 2016 Telenet Prestatieaandelen overtroffen waren, en als gevolg daarvan werden de verdiende 2016 Telenet Prestatieaandelen op 15 april 2019 definitief verworven a rato van 199%. Dit prestatieaandelen plan werd uitgekeerd op een netto basis in aandelen.

Aangezien dit het tweede jaar op rij was dat een soortgelijk prestatieaandelenplan in aandelen werd afgewikkeld, werd in 2019 besloten dat de historische staat van dienst van afwikkelingen in aandelen van deze specifieke aandelenbeloningen aanleiding gaf tot een wijziging van de classificatie als schulden van alle uitstaande prestatieaandelen. Als gevolg hiervan werden alle vergelijkbare prestatieaandelenplannen beschouwd als op aandelen gebaseerde vergoedingen plannen die in aandelen zullen worden afgewikkeld. Bijgevolg presenteerde de Vennootschap de gerelateerde op aandelen gebaseerde beloningskosten als eigen vermogen en niet langer als schulden. Deze herclassificatie bedroeg €2,9 miljoen. Aangezien de prestatieaandelen tot de wijzigingsdatum periodiek gewaardeerd werden tegen hun reële waarde, dienden geen bijkomende kosten uit hoofde van beloningsregelingen te worden erkend voor de prestatieaandelen plannen 2016 en 2018.

In 2017 heeft het bedrijf het Senior Leadership Team geen enkele prestatieaandelen toegekend.

Op 5 november 2018 kende de Vennootschap haar Senior Leadership Team-leden (inclusief haar chief executive officer) en een andere manager in totaal 60.082 prestatieaandelen toe (de "2018 Telenet Prestatieaandelen"). Het prestatiedoel dat van toepassing is op de 2018 Telenet Performance Aandelen is het behalen van een Operationele Cash Flow CAGR (onder USGAAP), wanneer de Operationele Cash Flow tijdens de periode die is begonnen vanaf 1 januari 2018 en eindigt op 31 december 2020 wordt vergeleken met de Operationele Cash Flow voor de periode die is begonnen op 1 januari 2017 en eindigde op 31 december 2017. Een prestatieniveau van 75% tot 130% van de beoogde bedrijfscashflow CAGR zou er doorgaans toe leiden dat beloningsgerechtigden 75% tot 200% van hun 2018 Telenet Prestatieaandelen verdienen, onderhevig aan vermindering of verbeurdverklaring gebaseerd op individuele prestaties en dienstverlening. De verdiende 2018 Telenet Prestatieaandelen zullen definitief verworven worden op 5 november 2021. Alle beloningskosten die toerekenbaar zijn aan de 'Telenet Prestatieaandelen 2018' worden opgenomen over de vereiste dienstperiode van de toekenningen en zullen worden opgenomen onder 'Lasten uit hoofde van beloningsregelingen' in Telenets geconsolideerde staat van het resultaat van de verslagperiode en het netto resultaat rechtstreeks verwerkt in het eigen vermogen.

Op 6 mei 2019 kende de Vennootschap haar Senior Leadership Teamleden (inclusief haar chief executive officer) en een geselecteerd aantal werknemers in totaal 113.291 prestatieaandelen toe (de "2019 Telenet Prestatieaandelen"). Op 24 juni 2019 werden in totaal 111.466 van de 113.291 aangeboden prestatieaandelen aanvaard. Het prestatiedoel dat van toepassing is op de 2019 Telenet Performance Aandelen is het behalen van een Operationele Vrije Cash Flow CAGR (onder USGAAP), wanneer de Operationele Vrije Cash Flow tijdens de periode die is begonnen vanaf 1 januari 2019 en eindigt op 31 december 2021 wordt vergeleken met de Operationele Vrije Cash Flow voor de periode die is begonnen op 1 januari 2018 en eindigde op 31 december 2018. Een prestatieniveau van 50% tot 122% van de beoogde Operationele Vrije Cash Flow CAGR zou er doorgaans toe leiden dat beloningsgerechtigden 50% tot 150% van hun 2019 Telenet Prestatieaandelen verdienen, onderhevig aan vermindering of verbeurdverklaring gebaseerd op individuele prestaties en dienstverlening. De verdiende 2019 Telenet Prestatieaandelen zullen definitief verworven worden op 6 mei 2022.

In 2019 boekte Telenet €3,8 miljoen aan lasten uit hoofde van beloningsregelingen met betrekking tot de 'Telenet Prestatieaandelenplannen' (2018: €1,2 miljoen), welke opgenomen zijn in de Vennootschap haar geconsolideerde staat van het resultaat over de verslagperiode en het nettoresultaat rechtstreeks verwerkt in het eigen vermogen, en op de balans als eigen vermogen werden erkend.

Beperkte aandelen

Op 6 mei 2019 kende de Vennootschap een geselecteerde groep van werknemers in totaal 106.786 beperkte aandelen toe (de "2019 Telenet Beperkte aandelen"). Op 24 juni 2019 werden in totaal 94.556 van de 106.786 aangeboden beperkte aandelen aanvaard. De definitieve verwerving van deze beperkte aandelen vindt jaarlijks plaats over een periode van 2 jaar, met een definitieve verwerving van 40% van de beperkte aandelen toegekend op 6 mei 2020 en een definitieve verwerving van 60% op 6 mei 2021, onder voorbehoud van vermindering of verbeurdverklaring op basis van individuele dienstverleningsvereisten. Na de vesting blijven de Telenet-aandelen evenwel geblokkeerd om te verhandelen voor een periode van 2 jaar, d.w.z. respectievelijk tot 6 mei 2021 en 6 mei 2022.

De totale beloningskosten die toerekenbaar zijn aan Beperkte Aandelen plannen van de Vennootschap bedroegen €2,1 miljoen in 2019 (2018: nihil), en werden opgenomen onder 'Lasten uit hoofde van beloningsregelingen' in de geconsolideerde staat van het resultaat van de verslagperiode en het netto resultaat rechtstreeks verwerkt in het eigen vermogen.

5.13 Leningen en overige financieringsverplichtingen

Deze toelichting geeft informatie over de contractuele voorwaarden van de rentedragende leningen en overige financieringsverplichtingen van de Vennootschap, die opgenomen worden tegen geamortiseerde kostprijs. Voor verdere informatie over de blootstelling van de Vennootschap aan risico's, inclusief renteschommelingen en het liquiditeitsrisico, zie toelichting 5.3. De onderstaande bedragen omvatten de toe te rekenen interesten, uitgifte premies of kortingen van schulden op datum van 31 december 2019 en 2018.

(€ in miljoen) 31 december 2019 31 december 2018,
zoals herzien (*)
2018 Gewijzigde Senior Credit Facility:
Wentelkrediet AG 0,3 0,5
Termijnlening AN 2.040,2 1.807,7
Termijnlening AO 1.117,9 939,9
Senior Secured Fixed Rate Notes:
€530 miljoen Senior Secured Notes met vervaldag 2027 487,7
USD1000 miljoen Senior Secured Notes met vervaldag 2028 912,9 894,9
€600 miljoen Senior Secured Notes met vervaldag 2028 609,6 609,5
Nextel banklening 1,2 3,0
Kaskrediet 0,2
Global Handset Finco Ltd Lening 12,7
SFR gebruiksrechten op het netwerk 4,0 4,1
Leveranciersfinanciering 358,0 359,0
Financiële leaseverplichtingen 569,2 410,9
2G en 3G Mobiel Spectrum 4,5 23,8
Clientèlevergoeding > 20 jaar 125,3 124,7
Nextel verhuurschuld 3,4 5,1
The Park banklening 0,2
5.746,9 5.683,5
Minus: Over te dragen financieringskosten (13,9) (18,4)
5.733,0 5.665,1
Minus: Kortlopend gedeelte (527,0) (504,1)
Totale langlopende leningen en financieringsverplichtingen 5.206,0 5.161,0

(*) We verwijzen naar toelichting 5.1.6 Wijzigingen in financiële verslaggeving en toelichting 5.24.2 Nextel voor gedetailleerde informatie over de finalizatie van de aankoop prijs allocatie en de alignering van de grondslagen voor de financiële verslaggeving.

Op datum van 31 december 2019 en 2018 waren alle leningen en overige financieringsverplichtingen uitgedrukt in euro, behalve Termijnlening AN en de USD 1,000 miljoen Senior Secured Notes met vervaldag 2028 die in USD zijn uitgedrukt. Voor 32,0% (31 december 2018: 41,38%) van de totale leningen en overige financieringsverplichtingen geldt een vaste interestvoet. De gewogen gemiddelde interestvoet op 31 december 2019 bedroeg 3,36% voor leningen met vaste interestvoet (31 december 2018: 3,73%) en 3,29% voor leningen met vlottende interestvoet (31 december 2018: 3,46%).

5.13.1 2018 Gewijzigde Senior Credit Facility

In mei 2018 gaf de Vennootschap een nieuwe termijnlening van €730,0 miljoen uit ("Facility AO"), met Telenet International Finance S.à r.l. als ontlenende entiteit. Faciliteit AO heeft een verlaagde rentevoet van 2,50% boven de EURIBOR met een minimale rente van 0%, een looptijd tot 15 december 2027 en werd uitgegeven tegen 99,875%. Via Telenet Financing USD LLC gaf Telenet een nieuwe termijnlening van USD 1,6 miljard uit ("Facility AN") met een iets betere looptijd tot 15 augustus 2026. Facility AN heeft een verlaagde rentevoet van 2,25% boven de LIBOR met een minimale rente van 0% en werd uitgegeven tegen 99,875%. De Vennootschap gebruikte de netto-opbrengst van deze nieuwe faciliteiten voor de vervroegde aflossing in juni 2018 van al de volgende kredietfaciliteiten onder de Amended Senior Credit Facility 2018: (i) Faciliteit AM (€730,0 miljoen met vervaldag in december 2027, EURIBOR +2,75%, minimale rente van 0%); en (ii) Faciliteit AL (USD 1,6 miljard met vervaldag in maart 2026, LIBOR + 2,50%, minimale rente van 0%).

In augustus 2018 deed de Vennootschap een succesvolle uitgifte en prijszetting van een bijkomende USD 475,0 miljoen termijnlening ("Facility AN2") en een bijkomende €205,0 miljoen termijnlening ("Facility AO2"). Onder Facility AN2 is Telenet Financing USD LLC de kredietnemer. De Facility AN2 heeft dezelfde kenmerken als de initiële termijnlening AN die op 24 mei 2018 werd uitgegeven. Derhalve kent de Facility AN2 (i) een marge van 2,25% boven LIBOR, (ii) een LIBOR minimum ("LIBOR floor") van 0% en (iii) een vervaldag van 15 augustus 2026. De Facility AN2 werd uitgegeven tegen 98,5%. Onder Facility AO2 is Telenet International Finance S.à r.l. de kredietnemer zijn. De Facility AO2 heeft dezelfde kenmerken als de initiële termijnlening AO die op 25 mei 2018 werd uitgegeven. Derhalve kent de Facility AO2 (i) een marge van 2,50% boven EURIBOR, (ii) een EURIBOR minimum ("EURIBOR floor") van 0% en (iii) een vervaldag van 15 december 2027. De Facility AO2 werd uitgegeven tegen 98,0%. De netto opbrengsten van deze twee uitgiftes werden begin oktober 2018 samen met de overtollige geldmiddelen en kasequivalenten gebruikt voor een betaling van €598,9 miljoen van het buitengewoon bruto dividend ten belope van €600,0 miljoen.

In oktober 2019 gaf Telenet een termijnlening van USD 220,0 miljoen ("Facility AN3") en €175,0 miljoen ("Facility AO3") uit. De netto opbrengst van deze uitgiften werd gebruikt voor de aflossing van de overblijvende schuld van €371,0 miljoen van de Senior Secured Notes met vervaldag juli 2027.

5.13.2 Senior Secured Notes

Uitgifte van €530,0 miljoen Senior Secured Fixed Rate Notes met vervaldag 2027

Telenet Finance VI Luxembourg S.C.A. (hierna verwezen als "TFL VI") werd opgericht op 14 augustus 2012 naar Groothertogdom Luxemburgs recht als een financieringsvennootschap met als hoofddoel de uitgifte van de Senior Secured Notes.

Op 21 juli 2015 kondigde TFL VI de uitgifte aan van Senior Secured Notes met vervaldag 2027. TFL VI werd opgericht als een commanditaire vennootschap op aandelen en is voor 99,99% eigendom van een stichting en voor 0,01% van Telenet Finance VI Luxembourg S.à r.l., een vennootschap die onafhankelijk is van de Telenet Group.

TFL VI is een GE die opgericht werd voor financieringsdoeleinden, op uitdrukkelijk verzoek van de Vennootschap. Ondanks het feit dat de Vennootschap geen rechtstreekse of onrechtstreekse deelneming bezit in het aandelenkapitaal van deze entiteit, wordt ervan uitgegaan dat de Vennootschap deze GE controleert gelet op de aard en inhoud van hun relatie. Derhalve is TFL VI opgenomen in de geconsolideerde jaarrekening van de Vennootschap.

In juli 2015, gaf TFL VI €530,0 miljoen 4,875% Senior Secured Fixed Rate Notes uit met vervaldag 2027. De interestvoet op de Senior Secured Fixed Rate Notes met vervaldag 2027 bedraagt 4,875% op jaarbasis en de toe te rekenen interest wordt halfjaarlijks betaald op 15 januari en 15 juli. De vervaldag van deze Senior Secured Fixed Rate Notes is 15 juli 2027.

De obligatielening werd beneden pari uitgegeven (98,55%), maar het verschil tussen deze discount en de waarde tegen pari werd betaald door de ondertekende banken, resulterend in geldelijke ontvangsten van €530,0 miljoen.

In juli 2019, loste de Vennootschap 20% van de €530,0 miljoen Senior Secured Notes aan 4,875%, met vervaldag in juli 2027, af voor een bedrag van €109,2 miljoen, met inbegrip van een afkoopsom van €3,2 miljoen. Deze terugbetaling volgde op de eerste vrijwillige terugbetaling van 10% in maart 2018, en werd gedeeltelijk gefinancierd met cashoverschotten op de balans en een tijdelijke opname van Telenet's Wentelkrediet Faciliteiten.

In oktober 2019 gaf Telenet een termijnlening van USD 220,0 miljoen en €175,0 miljoen uit. De netto opbrengst van deze uitgiften werd gebruikt voor de aflossing van de overblijvende schuld van €371,0 miljoen van de bovengenoemde Senior Secured Notes met vervaldag juli 2027, volgend op de aflossing die plaatsvond in juli 2019.

Uitgifte van USD 1,0 miljard Senior Secured Fixed Rate Notes uit 2028 en €600 miljoen Senior Secured Notes in 2028

In december 2017 gaf Telenet €600,0 miljoen en USD 1,0 miljard Senior Secured Fixed Rate Notes uit, die vervallen in 2028. De Notes vervallen op 1 maart 2028 en hebben een vaste coupon van 3,50% en 5,50% voor respectievelijk de in euro luidende Notes en in amerikaanse dollar luidende obligaties, die halfjaarlijks (vanaf half januari 2018) betaalbaar zijn.

5.13.3 Terugbetalingschema

De totale toekomstige betalingen in hoofdsom voor alle leningen en financieringsverplichtingen van de Vennootschap, uitgezonderd de leases, leverancierskrediet, leningen ter financiering van het 2G- en 3G-

spectrum, lening SFR gebruiksrecht op het netwerk, en de clientèle vergoeding > 20jaar op 31 december 2019 en 2018, worden weergegeven in de volgende tabellen:

(€ in miljoen) Totaal per
faciliteit
Opgenomen
bedrag
Beschikbaar
bedrag
Vervaldag Intrestvoet Intrestbetaling
verschuldigd
31 december 2019
2018 Gewijzigde Senior
Credit Facility:
Termijnlening AO 1.110,0 1.110,0 15 december,
2027
Vlottend 6-
maand Euribor
(0% floor) +
2.50%
Halfjaarlijks (jan
en juli)
Termijnlening AN (USD 2,295 miljard) 2.043,8 2.043,8 15 augustus,
2026
Vlottend USD
Libor 6-maand
(0% floor)+
2.25%
Halfjaarlijks (jan
en juli)
Wentelkrediet (Faciliteit AG) 400,0 400,0 30 juni, 2023 Vlottend 1-
maand Euribor
(0% floor)+
2.75%
Maandelijks
Wentelkrediet
Wentelkrediet (Faciliteit AP) 60,0 60,0 31 december,
2021
Vlottend 1-
maand EURIBOR
(0% floor) +
2.25%
Maandelijks
Wentelkrediet faciliteit 20,0 20,0 30 september,
2021
Vlottend 1-
maand EURIBOR
(0% floor) +
2.00%
Maandelijks
BNP Kaskrediet
BNP kaskrediet 25,0 25,0 31 december,
2020
Vlottend 1-
maand EURIBOR
(0% floor) +
1.60%
Niet van
toepassing
Senior Secured Fixed Rate
Notes:
USD 1,0 miljard Senior Secured Notes met
vervaldag 2028 (Termijnlening AJ)
890,6 890,6 1 maart, 2028 Vast 5.50% Halfjaarlijks (jan
en juli)
€600 miljoen Senior Secured Notes met
vervaldag 2028 (Termijnlening AK)
600,0 600,0 1 maart, 2028 Vast 3.50% Halfjaarlijks (jan
en juli)
Totaal nominaal bedrag 5.149,4 4.644,4 505,0
(€ in miljoen) Totaal per
faciliteit
Opgenomen
bedrag
Beschikbaar
bedrag
Vervaldag Intrestvoet Intrestbetaling
verschuldigd
31 december 2018, zoals herzien (*)
2018 Gewijzigde Senior
Credit Facility:
Termijnlening AO 935,0 935,0 15 december,
2027
Vlottend 6-
maand EURIBOR
(0% floor) +
2.50%
Halfjaarlijks (jan.
en juli)
Termijnlening AN (USD 2,075 miljard) 1.812,0 1.812,0 1 maart, 2026 Vlottend USD
LIBOR 6-maand
(0% floor)+
2.25%
Halfjaarlijks (jan.
en juli)
Wentelkrediet (Faciliteit AG) 400,0 400,0 30 juni, 2023 Vlottend 1-
maand EURIBOR
(0% floor)+
2.75%
Maandelijks
Wentelkrediet
Wentelkredietfaciliteiten 20,0 20,0 30
september,
2021
Vlottend 1-
maand EURIBOR
(0% floor) +
2.00%
Maandelijks
BNP Kaskrediet
BNP kaskrediet 25,0 25,0 31 december,
2019
Vlottend 1-
maand EURIBOR
(0% floor) +
1.60%
Niet van
toepassing
Senior Secured Fixed Rate
Notes:
USD 1000 miljoen Senior Secured Notes
met vervaldag 2028 (Termijnlening AJ)
873,2 873,2 1 maart, 2028 Vast 5.50% Halfjaarlijks (jan.
en juli)
€600 miljoen Senior Secured Notes met
vervaldag 2028 (Termijnlening AK)
600,0 600,0 1 maart, 2028 Vast 3.50% Halfjaarlijks (jan.
en juli)
€530 miljoen Senior Secured Notes met
vervaldag 2027 (Termijnlening AB)
477,0 477,0 15 juli 2027 Vast 4,875% Halfjaarlijks (jan.
en jul.)
Totaal nominaal bedrag 5.142,2 4.697,2 445,0

(*) We verwijzen naar toelichting 5.1.6 Wijzigingen in financiële verslaggeving en toelichting 5.24.2 Nextel voor gedetailleerde informatie over de finalizatie van de aankoop prijs allocatie en de alignering van de grondslagen voor de financiële verslaggeving.

5.13.4 Reconciliatie van mutaties in passiva en kasstromen gebruikt bij financieringsactiviteiten:

De volgende tabel vat de mutaties van verplichtingen en eigen vermogen door kasstromen gebruikt voor financieringsactiviteiten voor het jaar eindigend op 31 december 2019:

(€ in miljoen) 2018
Gewijzigde
Senior
Credit
Facility
Senior
Secured
Fixed Rate
Notes
Leveranciers
financiering
Leaseverplic
htingen
Andere
leningen en
overige
financierings
verplichting
en
Over te
dragen
financierings
kosten
Totale
verandering
door
kasstroom
uit
financierings
activiteiten
Per 31 december 2018, zoals
gerapporteerd
2.748,1 1.992,1 359,0 416,1 168,3 (18,5)
Herziening Nextel (5,1) 5,1
Per 31 december 2018, zoals
herzien (*)
2.748,1 1.992,1 359,0 411,0 173,4 (18,5)
Wijziging in kasstroom uit
financieringsactiviteiten
Aflossing van leningen en
overige
financieringsverplichtingen
(205,3) (477,0) (440,2) (93,1) (1.215,6)
Ontvangsten uit opname van
leningen en overige
financieringsverplichtingen
582,3 233,4 0,2 815,9
Aflossing van leningen aan
verbonden partijen
(13,0) (13,0)
Betaling uit hoofde van
leaseverplichtingen
(73,8) (73,8)
Betaling van transactiekosten bij
uitgifte van leningen
(1,4) (1,4)
Betaling voor vervroegde
aflossing van schulden
(45,5) (45,5)
Totale verandering door
kasstroom uit
financieringsactiviteiten
377,0 (477,0) (206,8) (73,8) (105,9) (46,9) (533,4)
Impact van wijziging in
wisselkoersen
29,6 17,3 0,1 0,1
Impact van de acquisitie van De
Vijver Media
62,0
Overige wijzigingen
gerelateerd aan leningen en
overige
financieringsverplichtingen
IFRS 16 163,1
Nieuwe leaseverplichtingen en
leveranciersfinanciering
183,7 58,8
BTW zonder kasstroom 22,6
Afschrijving uitgestelde
financieringskosten
0,6 9,3
Verlies bij vervroegde aflossing
van schulden
49,4
Interestkosten 117,6 88,1 8,5 28,1 2,3
Betaalde interesten (113,7) (98,0) (8,6) (19,1) (1,4)
Overige (0,2) (0,4) 0,5 (1,0) 2,0
Totaal overige wijzigingen
gerelateerd aan leningen en
overige
financieringsverplichtingen
3,7 (9,9) 205,8 232,0 71,2 51,4
(€ in miljoen) Geplaatst
kapitaal
Uitgifte
premies
Reserve voor
vergoedinge
n o.b.v.
aandelen
Wettelijke
reserve
Reserve voor
eigen
aandelen
Overige
reserves
Overgedrag
en verliezen
Per 31 december 2018, zoals
gerapporteerd
12,8 80,7 104,6 64,8 (312,5) 862,3 (2.444,6)
Herziening Nextel -
Aankoopprijs allocatie
(1,5)
Per 1 januari 2019, na impact
aankoopprijs allocatie Nextel
12,8 80,7 104,6 64,8 (312,5) 862,3 (2.446,1)
Impact van verandering in
grondslagen voor de financiële
verslaggeving
0,1
Per 31 december 2018, zoals
herzien (*)
12,8 80,7 104,6 64,8 (312,5) 862,3 (2.446)
Kasstroom uit
financieringsactiviteiten
Inkoop eigen aandelen (101,0)
Gerealiseerd verlies op verkoop
eigen aandelen
63,0 (13,4)
Betalingen gerelateerd aan
kapitaalsverminderingen en
dividenden
(62,8)
Opbrengsten van
kapitaaltransacties met
aandeelhouders
Totale verandering door
kasstroom uit
financieringsactiviteiten
(38,0) (76,2)
Totaal overige wijzigingen in
het eigen vermogen
14,4 141,2 (141,0) 234,4
Per 31 december 2019 12,8 80,7 119,0 64,8 (209,3) 721,3 (2.287,8)
Totale verandering door
kasstroom uit
financieringsactiviteiten

(*) We verwijzen naar toelichting 5.1.6 Wijzigingen in financiële verslaggeving en toelichting 5.24.2 Nextel voor gedetailleerde informatie over de finalizatie van de aankoop prijs allocatie en de alignering van de grondslagen voor de financiële verslaggeving.

De volgende tabel vat de mutaties van verplichtingen en eigen vermogen door kasstromen gebruikt voor financieringsactiviteiten voor het jaar eindigend op 31 december 2018:

(€ in miljoen) 2018
Gewijzigde
Senior Credit
Facility
Senior
Secured
Fixed Rate
Notes
Leveranciersf
inanciering
Financiële
leaseverplich
tingen
Andere
leningen en
overige
financierings
verplichtinge
n
Over te
dragen
financierings
kosten
Totale
verandering
door
kasstroom
uit
financierings
activiteiten
Op 1 januari 2018 1.816,1 2.234,4 262,6 383,2 148,3 (20,6)
Wijziging door
kasstroom uit
financieringsactiviteiten
Aflossing van leningen en
overige
(303,0) (358,5) (32,9) (694,4)
Telenet Jaarverslag 2019 136
Ontvangsten uit opname
van leningen en overige
financieringsverplichtingen
850,1 159,4 1.009,5
Betaling uit hoofde van
financiële
(45,2) (45,2)
Betaling van
transactiekosten bij uitgifte
van leningen
(25,7) (25,7)
Totale verandering door
kasstroom uit
financieringsactiviteiten
850,1 (303,0) (199,1) (45,2) (32,9) (25,7) 244,2
Impact van wijziging in
wisselkoersen
74,6 41,4
Impact van de acquisitie
van Nextel
7,8 5,4
Overige wijzigingen
gerelateerd aan
leningen en overige
financieringsverplichting
Nieuwe financiële
leaseverplichtingen en
leveranciersfinanciering
260,6 73,2
Nieuwe 2G Mobiel
Spectrum financiering
33,5
BTW zonder kasstroom 32,9
Verlies bij vervroegde
aflossing van schulden
(toelichting 5.13.2)
25,6
Interestkosten 86,8 95,6 7,9 26,7 10,5
Betaalde interesten (78,7) (75,5) (6,5) (26,6) (2,2)
Overige (0,8) (0,8) 0,6 (3,0) 5,6 2,3
Totaal overige
wijzigingen gerelateerd
aan leningen en overige
financieringsverplichting
7,3 19,3 295,5 78,1 52,8 27,9
en
Op 31 december 2018
2.748,1 1.992,1 359,0 416,1 168,2 (18,4)
Geplaatst
kapitaal
Uitgifteprem
ie
Reserve voor
vergoedinge
n o.b.v.
aandelen
Wettelijke
reserve
Reserve voor
eigen
aandelen
Overige
reserves
Overgedrage
n verliezen
(€ in miljoen)
Per 1 januari 2018, zoals
gerapporteerd
12,8 80,7 87,8 99,3 (108,7) 827,9 (2.099,7)
Per 1 januari 2018, na
impact PPA SFR Belux
12,8 80,7 87,8 99,3 (108,7) 827,9 (2.101,9)
Impact van verandering in
grondslagen voor de
financiële verslaggeving
8,6
Herklassering wettelijke
reserves
(34,5) 34,5
Per 1 januari 2018, zoals
herzien
12,8 80,7 87,8 64,8 (108,7) 862,4 (2.093,3)
Kasstroom uit
financieringsactiviteiten
Inkoop eigen aandelen (228,0)
Gerealiseerd verlies op
verkoop eigen aandelen
24,2 (5,7)
Betalingen gerelateerd aan
kapitaalsverminderingen en
dividenden
Opbrengsten van
kapitaaltransacties met
aandeelhouders






(598,9)
Overige
Totale verandering door
kasstroom uit
financieringsactiviteiten
(203,8) (604,6)
Totaal overige
wijzigingen in het eigen
vermogen
16,8 (0,1) 253,3
Op 31 december
2018, zoals herzien
12,8 80,7 104,6 64,8 (312,5) 862,3 (2.444,6)
Totale verandering door
kasstroom uit
financieringsactiviteiten

5.13.5 Waarborgen en convenanten

2018 Gewijzigde Senior Credit Facility en Senior Secured notes

Per 31 december 2019 garandeerden Telenet BVBA, Telenet Group NV, Telenet International Finance S.à r.l. en Telenet Financing USD LLC de verplichtingen van Telenet BVBA, Telenet Group NV, Telenet International Finance S.à r.l. en Telenet Financing USD LLC (die ze blijven garanderen) onder de 2018 Gewijzigde Senior Credit Facility, voor zover dit door de wet is toegelaten en onder voorbehoud van toepasbare garantiebeperkingen.

Daarbovenop hebben Telenet Group Holding NV, Telenet Group NV en International Finance S.à r.l. onder de 2018 Gewijzigde Senior Credit Facility waarborg gegeven over vrijwel al hun activa.

Een aanzienlijk deel van de waarborgen op de activa van de Telenet Group is vrijgegeven op 30 oktober 2018.

De resterende waarborgen omvatten:

  • inpandgevingen op alle bestaande en toekomstige aandelen van Telenet BVBA, Telenet Group NV, Telenet International Finance S.à r.l. and Telenet Financing USD LLC; en
  • inpandgevingen van vorderingen op Telenet Group Holding NV door Finance Centre Telenet S.à r.l. onder een achtergestelde aandeelhouderslening en alle vorderingen die andere groepsleden bij Telenet Group Holding NV verschuldigd zijn op toekomstige achtergestelde aandeelhoudersleningen.

Op datum van 31 december 2019 voldeed de Vennootschap aan alle geldende financiële convenanten.

Ten aanzien van de verplichtingen uit hoofde van de obligaties uitgegeven door Telenet Finance Luxembourg S.à.r.l. werden zekerheden verstrekt aan de trustee onder de obligaties namens zichzelf en de obligatiehouders voor:

• alle rechten, titels en belangen van Telenet Finance Luxembourg Notes S.à r.l volgens de financiële documenten beschreven in de 2018 Gewijzigde Senior Credit Facility, de intercreditorovereenkomst van 10 oktober 2007 (zoals van tijd tot tijd en meest recent gewijzigd en aangepast) op 10 augustus 2017), de aanvullende faciliteit AJ-toetredingsovereenkomst en de aanvullende faciliteit AK-toetredingsovereenkomst op grond waarvan Telenet Finance Luxembourg Notes S.à rl een geldschieter geworden is onder de 2018 Gewijzigde Senior Credit Facility;

  • alle rechten, eigendommen en belangen van Telenet Finance Luxembourg Notes S.à r.l. onder de vergoedingsbrieven en de serviceovereenkomst met betrekking tot de uitgifte van notes; en
  • alle bedragen die van tijd tot tijd worden aangehouden op de bankrekening van Telenet Finance Luxembourg Notes S.à r.l.

De betalingsverplichtingen van Telenet International Finance S.à r.l. onder de vergoedingsbrieven en de serviceovereenkomst worden gegarandeerd door Telenet Group NV aan Telenet Finance VI Luxembourg S.C.A.

Overige waarborgen

Telenet BVBA financierde de bouw en verdere uitbreiding van het eigendom gelegen aan de Liersesteenweg 4, 2800 Mechelen door middel van verschillende onroerende lease-overeenkomsten met KBC Bank NV en Belfius Leasing Services NV, in het kader waarvan het bouwrechten heeft verleend (recht van opstal) aan dergelijke partijen. Om de bouw en vastgoed leaseovereenkomsten verder te garanderen met KBC Bank NV en Belfius Leasing Services NV, heeft Telenet BVBA ook niet-uitgeoefende hypotheken en hypothecaire mandaten verstrekt voor KBC Bank NV en Belfius Leasing Services NV.

5.13.6 3G and 2G mobiele spectrum

Na een veilingprocedure georganiseerd door het BIPT in maart 2011 verwierf Telenet Tecteo BidCo NV, een dochtervennootschap van de Vennootschap waarin de Waalse kabeloperator Tecteo SCRL een belang van 25% aanhoudt, de vierde 3G licentie in België. Voor de jaren eindigend op 31 december 2019 en 2018 bedroeg de gemiddelde reële interestvoet voor het 3G mobiel spectrum 2.00%. In 2018 breidde de onderneming ook haar bestaande 2G-mobielspectrum uit tot 15 maart 2021.De gemiddelde effectieve debetrentevoet met betrekking tot het vernieuwde 2G-mobiele spectrum voor het jaar afgesloten op 31 december 2019 bedroeg 2,00%.

5.13.7 Global Handset Finco Loan

Op 4 december 2015 ontleende Telenet Finance BVBA €12,7 miljoen van Global Handset Finco Limited om de financiering van gsm's en smartphones te verzekeren via de "Global Handset Finco Loan", die initieel op 4 december 2017 verviel, maar werd uitgesteld tot 4 december 2018. Op de eindvervaldag werd deze lening voor de tweede keer met een jaar verlengd en vervalt uiterlijk 4 december 2019. De lening van Global Handset Finco werd volledig terugbetaald op 28 februari 2019, inclusief opgebouwde rente van €0,3 miljoen.

5.13.8 Leverancierskredietprogramma

De Vennootschap heeft een leverancierskredietprogramma waaronder toegetreden leveranciers ofwel sneller betaald worden dan hun gebruikelijke betaaltermijn tegen een korting of op hun gebruikelijke betaaltermijn zonder een korting, terwijl Telenet de financiële instelling na 360 dagen terugbetaald. Als gevolg worden de uitstaande verplichtingen onder het leverancierskredietprogramma erkend op de balans als leningen en overige financieringsverplichtingen.

De uitstaande verplichtingen met betrekking tot het leverancierskredietprogramma op 31 december 2019 (€358,0 miljoen; 31 december 2018: €359,0 miljoen) bestonden uit:

5.14 Afgeleide financiële instrumenten

De Vennootschap maakt gebruik van diverse afgeleide financiële instrumenten om het interestrisico en het wisselkoersriciso te beheren.

  • €118,3 miljoen kapitaalgerelateerde activa verworven via het leverancierskredietprogramma (31 december 2018: €179,3 miljoen),
  • €236,6 miljoen gerelateerd aan facturen die betrekking hebben op operationele kosten (31 december 2018: €176,0 miljoen), en
  • €3,1 miljoen opgelopen rente (31 december 2018: €3,7 miljoen).

In 2019 heeft de Vennootschap €268,1 miljoen aan capex gerelateerde facturen (2018: €233,4 miljoen) en €172,1 miljoen aan opex gerelateerd facturen terugbetaald (2018: €125,0 miljoen).

De kapitaalgerelateerde activa verworven via het leverancierskredietprogramma zorgde voor een positief effect op de nettokasstroom gebruikt in investeringsactiviteiten voor eenzelfde bedrag. Na betaling van de kortetermijnschuld door Telenet aan de financiële instelling na 360 dagen zal de Vennootschap een geldelijk bedrag erkennen in de nettokasstroom gebruikt in financieringsactiviteiten.

Voor facturen gerelateerd aan operationele kosten (OPEX) erkent de Vennootschap een kasuitstroom uit bedrijfsactiviteiten en een overeenstemmende kasinstroom in financieringsactiviteiten wanneer de kosten worden aangegaan. Wanneer de Vennootschap de financiële instelling terugbetaald, erkent de Vennootschap een kasuitstroom gebruikt in financieringsactiviteiten.

De uitstaande valutaderivaten per 31 december 2019 en 2018 zijn als volgt:

(€ in miljoen) 31 december 2019 31 december 2018, zoals
herzien(*)
Valutatermijncontracten
Notioneel bedrag in US dollar 83,6 51,8
Gewogen gemiddelde uitoefenprijs (US dollar per euro) 1,151 1,214
Looptijd Van januari tot oktober
2022
Van januari tot november
2019

(*) We verwijzen naar toelichting 5.1.6 Wijzigingen in financiële verslaggeving en toelichting 5.24.2 Nextel voor gedetailleerde informatie over de afronding van de aankoopprijs allocatie en de alignering van de grondslagen voor de financiële verslaggeving.

De Vennootschap ging meerdere 'cross-currency' renteswaps (CCIRS) aan om het wisselkoersrisico gelinkt aan de nominale terugbetaling van haar in USD aangegane schulden in te dekken en de te betalen vlottende interestvoet in USD om te zetten naar een te betalen vaste interestvoet in euro.

De uitstaande rentederivaten en 'cross-currency'-renteswaps per 31 december 2019 en 2018 zijn in de volgende tabel weergegeven:

(€ in miljoen) 31 december 2019 31 december 2018, zoals
herzien (*)

Interestcontracten EUR

Sectie 1: Te betalen EUR vlottende interestvoet / Te ontvangen vaste EUR
interestvoet
Notioneel bedrag 125,0 125,0
Gemiddelde te betalen interestvoet EURIBOR 6M EURIBOR 6M
Gemiddelde te ontvangen interestvoet 0,14% 0,14%
Looptijd 2022 2022
Notioneel bedrag 475,0
Gemiddelde te betalen interestvoet 2,17%
Gemiddelde te ontvangen interestvoet EURIBOR 6M
Looptijd 2022
Notioneel bedrag 1.032,0 1.032,0
Gemiddelde te betalen interestvoet EURIBOR 3M /
EURIBOR 6M
EURIBOR 3M /
EURIBOR 6M
Gemiddelde te ontvangen interestvoet 0,08% 0,08%
Looptijd 2023 2023
Notioneel bedrag 270,0 270,0
Gemiddelde te betalen interestvoet EURIBOR 3M EURIBOR 3M
Gemiddelde te ontvangen interestvoet 0,34% 0,34%
Looptijd 2025 2025
Sectie 2: Te betalen EUR vaste interestvoet / Te ontvangen vlottende EUR
interestvoet
Notioneel bedrag 125,0
Gemiddelde te betalen interestvoet 1,75%
Gemiddelde te ontvangen interestvoet EURIBOR 6M
Looptijd 2022
Notioneel bedrag 1.452,0
Gemiddelde te betalen interestvoet 0,73%
Gemiddelde te ontvangen interestvoet EURIBOR 3M /
EURIBOR 6M
Looptijd 2023
Notioneel bedrag 2,5 1.684,8
Gemiddelde te betalen interestvoet 4,75% 0,71%
Gemiddelde te ontvangen interestvoet EURIBOR 6M EURIBOR 3M /
EURIBOR 6M
Looptijd 2025 2025
Notioneel bedrag 270,0 650,0
Gemiddelde te betalen interestvoet 1,09% 1,17%
Gemiddelde te ontvangen interestvoet EURIBOR 3M EURIBOR 3M /
EURIBOR 6M
Looptijd (1) 2025 2025

140 | Telenet | Jaarverslag 2019 |

Notioneel bedrag 350,0
Gemiddelde te betalen interestvoet 1,23%
Gemiddelde te ontvangen interestvoet EURIBOR 6M
Looptijd (1) 2026
Notioneel bedrag 205,0
Gemiddelde te betalen interestvoet 0,87%
Gemiddelde te ontvangen interestvoet EURIBOR 6M
Looptijd 2027
Notioneel bedrag 885,0
Gemiddelde te betalen interestvoet 0,96%
Gemiddelde te ontvangen interestvoet EURIBOR 6M
Looptijd 2027
Notioneel bedrag 150,0
Gemiddelde te betalen interestvoet 0,71%
Gemiddelde te ontvangen interestvoet EURIBOR 6M
Looptijd (1) 2027

Interestcontracten USD

Notioneel bedrag 2.295,0 1.600,0
Gemiddelde te betalen interestvoet USD 6M + 2.09% USD 6M + 2.38%
Gemiddelde te ontvangen interestvoet USD 1M + 2.25% USD 1M + 2.50%
Looptijd 2020 2019
Notioneel bedrag 2.075,0
Gemiddelde te betalen interestvoet USD 6M + 2.10%
Gemiddelde te ontvangen interestvoet USD 1M + 2.25%
Looptijd 2019

Cross currency interestcontracten

Sectie 1: Te ontvangen USD vlottende interestvoet / Te betalen vaste EUR
interestvoet
Notioneel bedrag USD 50,0 1.300,0
Gemiddelde te ontvangen interestvoet USD 6M + 2.50% USD 6M + 2.50%
Notioneel bedrag EUR 45,2 1.184,9
Gemiddelde te betalen interestvoet 2,78% 2,95%
Looptijd 2025 2025
Notioneel bedrag USD 50,0
Gemiddelde te ontvangen interestvoet USD 6M + 2.25%
Notioneel bedrag EUR 45,2
Gemiddelde te betalen interestvoet 2,66%
Looptijd 2026
Notioneel bedrag USD 300,0 300,0
Gemiddelde te ontvangen interestvoet USD 6M + 2.5% USD 6M + 2.5%
Notioneel bedrag EUR 246,4 246,4
Gemiddelde te betalen interestvoet 3,33% 3,33%
Looptijd 2026 2026
Notioneel bedrag USD 1.945,0 475,0
Gemiddelde te ontvangen interestvoet USD 6M + 2.25% USD 6M + 2.25%
Notioneel bedrag EUR 1.750,1 409,5
Gemiddelde te betalen interestvoet 2,67% 3,01%
Looptijd 2026 2026
Sectie 2: Te ontvangen USD vaste interestvoet / Te betalen EUR vaste
interestvoet
Notioneel bedrag USD 595,0 595,0
Gemiddelde te ontvangen interestvoet 5,50% 5,50%
Notioneel bedrag EUR 520,1 520,1
Gemiddelde te betalen interestvoet 3,21% 3,21%
Looptijd 2024 2024
Notioneel bedrag USD 405,0 405,0
Gemiddelde te ontvangen interestvoet 5,50% 5,50%
Notioneel bedrag EUR 362,7 362,7
Gemiddelde te betalen interestvoet 3,37% 3,37%
Looptijd 2025 2025
Notioneel bedrag USD 595,0 595,0
Gemiddelde te ontvangen interestvoet 5,50% 5,50%
Notioneel bedrag EUR 520,1 520,1
Gemiddelde te betalen interestvoet 4,62% 4,62%
Looptijd (2) 2025 2025
Notioneel bedrag USD 1.300,0
Gemiddelde te ontvangen interestvoet 0,25%
Notioneel bedrag EUR 1.184,9
Gemiddelde te betalen interestvoet 0,23%
Looptijd 2025
Sectie 3: Te ontvangen EUR vaste interestvoet / Te betalen USD vaste
interestvoet
Notioneel bedrag USD 50,0
Gemiddelde te ontvangen interestvoet 0,21%
Notioneel bedrag EUR 45,2
Gemiddelde te betalen interestvoet 0,25%
Looptijd 2025
Notioneel bedrag USD 300,0 300,0
Gemiddelde te ontvangen interestvoet 0,23% 0,25%
Notioneel bedrag EUR 246,4 246,4
Gemiddelde te betalen interestvoet 0,25% 0,23%
Looptijd 2026 2026
Floor contracten
Notioneel bedrag 1.110,0
Gemiddelde floor interestvoet 0,34%
Floor strike 0%
  • (1) Contract start in de toekomst met effectieve datum 2023;
  • (2) Contract start in de toekomst met effectieve datum 2024;
  • (3) Contract start in de toekomst met effectieve datum 2020;
  • (4) contract start in de toekomst met effectieve datum 2025.

(*) We verwijzen naar toelichting 5.1.6 Wijzigingen in financiële verslaggeving en toelichting 5.24.2 Nextel voor gedetailleerde informatie over de finalizatie van de aankoop prijs allocatie en de alignering van de grondslagen voor de financiële verslaggeving.

Onderstaande tabel geeft een gedetailleerde weergave van de reële waarde van de financiële en afgeleide instrumenten van de Vennootschap opgenomen op balans:

(€ in miljoen) 31 december 2019 31 december 2018, zoals
herzien (*)
Vlottende activa 61,7 62,8
Vaste activa 55,3 6,0
Kortlopende verplichtingen (69,5) (64,3)
Langlopende verplichtingen (261,4) (211,3)
(213,9) (206,8)
Interestderivaten (153,7) (133,7)
Cross currency interestcontracten (62,0) (75,1)
Valutatermijncontracten 1,8 2,0
(213,9) (206,8)

De gerealiseerde en niet-gerealiseerde winsten (verliezen) op financiële en afgeleide financiële instrumenten bestaan uit de volgende bedragen:

(€ in miljoen) 31 december 2019 31 december 2018, zoals
herzien (*)
Vervroegde beëindiging van derivaten (toelichting 5.21) (2,8)
Wijziging in reële waarde (toelichting 5.21)
Cross currency interestswaps 12,8 114,7
Interestderivaten (45,5) (42,5)
Valutatermijncontracten (0,3) 4,8
Interest voet caps 25,9
Totale verandering in reële waarde (7,1) 77,0
Gerealiseerde resultaten van derivaten
Cross currency interestswaps (72,7) 16,1
Interestderivaten 106,3 20,7
Valutatermijncontracten 0,2 (2,0)
Totale gerealiseerde resultaten op derivaten 33,8 34,8
Netto winst (verlies) op derivaten 23,9 111,8

(*) We verwijzen naar toelichting 5.1.6 Wijzigingen in financiële verslaggeving en toelichting 5.24.2 Nextel voor gedetailleerde informatie over de afronding van de aankoopprijs allocatie en de alignering van de grondslagen voor de financiële verslaggeving.

5.15 Uitgestelde belastingen

Telenet Group Holding NV en haar geconsolideerde dochterondernemingen deponeren elk afzonderlijke belastingaangiften, met uitzondering van Telenet International Finance S.à r.l., Finance Centre Telenet S.à r.l. en Telenet Luxembourg Finance Centre S.à r.l, die een fiscale eenheid in Luxemburg vormen, in overeenstemming met de geldende lokale belastingwetgeving. Met het oog op de financiële rapportering berekenen Telenet Group Holding NV en haar dochterondernemingen hun respectieve belastingvorderingen en -verplichtingen op basis van hun afzonderlijke aangiften, met uitzondering van Telenet International Finance S.à r.l., Finance Centre Telenet S.à r.l. en Telenet Luxembourg Finance Centre S.à r.l .. Deze activa en passiva worden samengevoegd in de bijgevoegde geconsolideerde jaarrekening.

Zoals aangekondigd in 2017, heeft de Belgische federale regering een hervorming van de Belgische vennootschapsbelasting doorgevoerd. De belangrijkste hervorming is de wijziging van het tarief van de vennootschapsbelasting waarbij het tarief van 33,99% (33% plus 3% crisisbelasting), van toepassing tot boekjaar 2017, is verlaagd tot 29,58% (29% plus 2% crisisbelasting) in 2018 en 2019, en tot 25% (zonder extra crisisbelasting) vanaf 2020. Het percentage van vennootschapsbelasting bedroeg 27,19% voor de Luxemburgse Telenet entiteiten in 2019.

De mutatie in uitgestelde belastingvorderingen en -verplichtingen tijdens het huidige jaar en het voorgaande jaar, zonder rekening te houden met de saldering van saldi binnen dezelfde fiscale eenheid, is als volgt:

(€ in miljoen) 31 december
2018,
gerapporteerd
Impact van
finalisatie
PPA Nextel
31
december,
2018,
zoals
herzien
(*)
IFRS 16
impact
Toewijzing
aankoopprij
s De Vijver
Media
Opgenomen
in de staat
van het
resultaat en
het netto
resultaat
rechtstreeks
verwerkt in
het eigen
vermogen
31
december
2019
Uitgestelde
belastingvorderingen
Financiële instrumenten 47,9 47,9 4,3 52,2
Lease verplichtingen 0,9 (0,7) 0,2 34,8 0,2 0,8 36,0
Provisies 5,9 5,9 (0,3) 4,4 10,0
Vorderingen 2,8 2,8 0,3 (2,5) 0,6
Fiscaal overdraagbare verliezen 209,1 209,1 13,4 (6,1) 216,4
Overige 15,5 15,5 0,4 (2,7) 13,2
Totaal uitgestelde
belastingvorderingen
282,2 (0,7) 281,4 34,8 14,0 (1,8) 328,4
Uitgestelde
belastingverplichtingen:
Activa voor gebruiksrechten (34,8) (0,1) (0,7) (35,6)
Materiële vaste activa (82,8) 1,2 (81,6) (0,4) (6,6) (88,6)
Goodwill (17,4) (17,4) (0,4) (17,8)
Immateriële activa (39,0) (6,1) (45,1) (10,6) 8,3 (47,4)
Vorderingen (0,1) (2,2) (2,3) 0,6 (1,7)
Uitgestelde financieringskosten (5,3) 1,5 (3,8) 0,6 0,9 (2,3)
Overige (46,6) (0,9) (47,5) (0,1) 1,6 (46,0)
Totaal uitgestelde
belastingverplchtingen
(191,2) (6,5) (197,7) (34,8) (10,6) 3,7 (239,4)

(*) We verwijzen naar toelichting 5.1.6 Wijzigingen in financiële verslaggeving en toelichting 5.24.2 Nextel voor gedetailleerde informatie over de finalizatie van de aankoop prijs allocatie en de alignering van de grondslagen voor de financiële verslaggeving.

Staat van winst
of verlies en
niet
gerealiseerde
Staat van de
(€ in miljoen) resultaten financiële positie
Uitgestelde
belastingvorderingen
(1,8) 328,4
Uitgestelde
belastingverplichtingen
3,7 (239,4)
1,9 89,0
Staat van winst of
verlies en volledig
inkomen (zie
Toelichting 5.22)
Uitgestelde belastingen in
winst of verlies (zie
Toelichting 5.22)
(3,1)
Uitgestelde
belastinglasten in OCI
1,2
Totaal uitgestelde
belastinglasten
(1,9)
Actuele belastinglasten
(zie toelichting 5.22)
121,0
Totaal uitgebreid
inkomen
119,1
Min: Uitgestelde
belastinglasten in OCI
(1,2)
Totaal winst of verlies 117,9
Balans
Uitgestelde
belastingvorderingen
261,4
Uitgestelde
belastingverplichtingen
(172,4)
89,0
(€ in miljoen) Staat van het
resultaat en het netto
resultaat rechtstreeks
verwerkt in het eigen
vermogen (1), 2018
gerapporteerd
Staat van de
financiële positie (2),
2018 gerapporteerd
Staat van het
resultaat en het netto
resultaat rechtstreeks
verwerkt in het eigen
vermogen (1), 2018
herzien (*)
Staat van de
financiële positie (2),
2018 herzien (*)
Uitgestelde belastingvorderingen (39,5) 282,2 (39,5) 281,4
Uitgestelde
belastingverplichtingen
48,1 (191,2) 48,7 (197,7)
8,6 90,9 9,2 83,7
Staat van het resultaat en het netto resultaat rechtstreeks verwerkt in het eigen vermogen (zie toelichting 5.22)
Uitgestelde belastingen verwerkt
in het resultaat (zie toelichting
5.22)
(6,7) (7,3)
Uitgestelde belastingen verwerkt
in OCI
(1,9) (1,9)
Totale uitgestelde belastingen (8,6) (9,2)
Belastinglasten voor het
boekjaar (zie toelichting 5.22)
125,3 125,4
Totaal uitgebreid inkomen 116,7 116,2
Uitgestelde belastingen verwerkt
in OCI
1,9 1,9
Totaal resultaat 118,6 118,1

Balans

Uitgestelde belastingvorderingen 247,1 247,1
Uitgestelde
belastingverplichtingen
(156,2) (163,4)
90,9 83,7

(*) We verwijzen naar toelichting 5.1.6 Wijzigingen in financiële verslaggeving en toelichting 5.24.2 Nextel voor gedetailleerde informatie over de finalizatie van de aankoop prijs allocatie en de alignering van de grondslagen voor de financiële verslaggeving.

Op 31 december 2019 beschikten Telenet Group Holding NV en haar dochterondernemingen over gecombineerde gecumuleerde overgedragen fiscale verliezen van €1.383,4 miljoen (2018: €1.326,0 miljoen). Deze fiscaal overdraagbare verliezen hebben betrekking op historische verliezen (voor de acquisitie door de groep Telenet) en op verliezen gerelateerd aan operationele, financiële of M&A activiteiten. Onder de huidige Belgische en Luxemburgse belastingwetgeving hebben deze overgedragen verliezen een onbepaalde gebruiksduur en kunnen ze worden gebruikt om het toekomstige belastbare inkomen van Telenet Group Holding NV en haar dochterondernemingen te compenseren. Uitgestelde belastingvorderingen worden opgenomen voor overgedragen fiscale verliezen voor zover de realisatie van het gerelateerde belastingvoordeel door de toekomstige belastbare winst waarschijnlijk is (dit is gebaseerd op een inschatting van management op basis van het business plan en projecties van de te verwachten winst). Dezelfde beoordeling is van toepassing op bedrijven binnen de Telenet groep die verliezen hebben geleden in één van de afgelopen twee jaar, maar waar het management met voldoende hoge waarschijnlijkheid heeft kunnen bepalen dat op basis van de bedrijfsplannen en projecties van hun belastbare resultaten, de overgedragen fiscale verliezen in de nabije toekomst zullen worden gebruikt (Telenet Group NV en Telenet International Finance Sarl bevonden zich in deze positie en hebben netto uitgestelde belastingvorderingen opgenomen voor een bedrag van respectievelijk €135,3 miljoen en €117,1 miljoen). Telenet heeft geen uitgestelde belastingvorderingen erkend van €133,7 miljoen (2018: €123,9 miljoen) met betrekking tot verliezen ten belope van €534,8 miljoen (2018: €508,8 miljoen) die kunnen worden overgedragen op toekomstige belastbare inkomsten omdat het niet voldoende waarschijnlijk geacht wordt dat deze uitgestelde belastingvorderingen kunnen worden gerealiseerd in de voorzienbare toekomst.

5.16 Overige langlopende verplichtingen

(€ in miljoen) Toelichting 31 december 2019 31 december 2018, zoals
herzien (*)
Personeelsvoordelen en soortgelijke verplichtingen 5.17 22,3 18,8
Andere verplichtingen betreffende personeel 0,2 0,2
Verplichtingen uit langetermijnpersoneelsbeloningen 5.17 7,4 6,6
Verplichtingen mbt ongunstige voorwaarden Interkabel 17,3 16,5
Schulden mbt sportuitzendrechten 5.6 9,6 5,5
Schulden betreffende belastingen voor pylonen 1,4
Schulden behorende tot acquisities 5.24 5,5 4,7
Overige 0,8 1,7
Totaal overige langlopende verplichtingen 63,1 55,4

.

(*) We verwijzen naar toelichting 5.1.6 Wijzigingen in financiële verslaggeving en toelichting 5.24.2 Nextel voor gedetailleerde informatie over de finalizatie van de aankoop prijs allocatie en de alignering van de grondslagen voor de financiële verslaggeving.

De totale langlopende en kortlopende verplichtingen met betrekking tot sport uitzendrechten bedroegen €9,6 miljoen en €33,9 miljoen, respectievelijk (zie toelichting 5.18.1) op 31 december 2019 (31 december 2018: €5,5 miljoen en €46,4 miljoen, respectievelijk). De stijging van de schulden met betrekking tot sportrechten met €4,1 miljoen is het effect van i) toevoeging van sportrechten, voornamelijk voor UK Premier League (+€28,5 miljoen) en uitzendrechten voor hockey (€1,0 miljoen), gedeeltelijk gecompenseerd door ii) de herklassering naar kortlopende verplichtingen voor een bedrag van -€26,4 miljoen, voornamelijk betrekking op UK Premier League (€13,8 miljoen) en Jupiler Pro League (€10,8 miljoen).

De operationele kosten, die door Interkabel aangerekend worden voor het onderhoud van zijn netwerk, zijn hoger dan referentiekosten van de Vennootschap voor gelijkaardige werkzaamheden. Als gevolg is er sprake van ongunstige voorwaarden. Ten tijde van de overname van Interkabel werd de grootte van deze ongunstige voorwaarden tegen reële waarde gewaardeerd. De overeenkomstige verplichting op 31 december 2019 bedroeg €17,3 miljoen (31 december 2018: €16,5 miljoen).

De acquisitiegerelateerde schulden hebben betrekking op de Nextelacquisitie (toelichting 5.24.2).

5.17 Personeelsvoordelen en soortgelijke verplichtingen

Activa en verplichtingen met betrekking tot personeelsvoordelen en soortgelijke verplichtingen, opgenomen in de geconsolideerde balans, kunnen als volgt worden samengevat:

(€ in miljoen) Toe
lichting
31 december 2019 31 december 2018, zoals herzien (*)
Totaal
personeels
voordelen
Te-bereiken
doel
pensioen
plannen
Voordelen na
uitdienst
treding
Totaal
personeels
voordelen
Te-bereiken
doel
pensioen
plannen
Voordelen na
uitdienst
treding
Te-bereiken-doel
pensioenplannen
22,3 11,7 10,6 18,8 7,7 11,1
Verplichtingen uit
langetermijnpersoneels
beloningen
5.16 22,3 11,7 10,6 18,8 7,7 11,1
Totaal
langetermijnpersoneelsbelo
ningen
5.16 7,4 6,6
Totaal langetermijn activa
gerelateerd aan het surplus
van pensioenverplichtingen
5.9.1 (9,6) (9,6) (1,3) (1,3)
Totale verplichtingen
inzake
personeelsvoordelen
20,1 2,1 10,6 24,1 6,4 11,1

(*) We verwijzen naar toelichting 5.1.6 Wijzigingen in financiële verslaggeving en toelichting 5.24.2 Nextel voor gedetailleerde informatie over de afronding van de aankoopprijs allocatie en de alignering van de grondslagen voor de financiële verslaggeving.

Langetermijnpersoneelsbeloningen

De Vennootschap nam op 31 december 2019 een verplichting van €7,4 miljoen (2018: €6,6 miljoen) op in verband met beloningen voor een langdurig dienstverband in de vorm van jubileumuitkeringen.

Te-bereiken-doel plannen en andere voordelen na uitdiensttreding

Het merendeel van Telenets werknemers neemt deel aan een toegezegde-bijdrageregeling waarbij de bijdragen zijn gebaseerd op het loon van de werknemer. Deze plannen werden erkend als te-bereikendoel-plannen omwille van wettelijk bepaalde minimum rendementen, wat impliceert dat bijkomende bijdragen verschuldigd kunnen zijn in geval de werkelijke rendementen ontoereikend blijken te zijn.

Sinds 1 januari 2016 wordt het minimumrendement jaarlijks herberekend op basis van het gemiddelde rendement van staatsobligaties op 10 jaar, met een minimum van 1,75% en een maximum van 3,75%. Voor 2019 bedroeg het gewaarborgde minimumrendement 1,75% (gelijk aan 2018). Voor het belangrijkste plan dat via het pensioenfonds wordt gefinancierd, wordt het jaarlijks herberekende minimumrendement gebruikt om de minimumreserves tijdens het jaar te verhogen, terwijl voor de belangrijkste verzekerde regelingen elk minimumrendement van toepassing is op de tijdens het jaar betaalde bijdragen tot de datum waarop de werknemer het bedrijf verlaat. Voorafgaand aan 1 januari 2016 was het minimum rendement 3.25% voor werkgevers bijdragen en 3.75% voor werknemers bijdragen.

Het belangrijkste te-bereiken-doel contributieplan van de Vennootschap wordt gefinancierd door het pensioenfonds IBP Telenet OFP. Dit plan maakt 58% uit van de totale verplichtingen voor personeelsvoordelen en soortgelijke op 31 december 2019. Het pensioenplan van de Vennootschap wordt actief beheerd door twee onafhankelijke financiële instellingen. De investeringsstrategie is gebaseerd op een neutraal risicoprofiel en een investeringshorizon op lange termijn. De prestaties van het pensioenplan van de Vennootschap worden op een maandelijkse basis opgevolgd en geanalyseerd door de eigen beleggingsspecialist van het pensioenplan. Op kwartaalbasis wordt deze besproken en beoordeeld door de raad van bestuur van het pensioenplan.

De werknemers van Telenet Groep en Telenet Retail (ex-BASE) genieten van een te-bereiken-doel contributieplan dat gefinancierd wordt door een groepsverzekering, waarbij de verzekeraar een minimum interest rendement garandeert op bijdragen.

De voormalige werknemers van Electrabel (ICS) werden gedekt door een toegezegd-pensioenregeling die uitkeringen op basis van het eindsalaris en het aantal dienstjaren opleverde. Het plan werd in de loop van 2018 stopgezet voor toekomstige opbouw en gewijzigd in een cash balance pensioenplan. Een beperkt aantal andere werknemers wordt gedekt door te-bereiken-doel pensioenplannen.

De Vennootschap voorziet ook voordelen op het gebied van gezondheidszorg na uitdiensttreding alsmede voordelen op het gebied van vervroegd pensioen voor voormalige werknemers van Electrabel (ICS). Deze verplichtingen die 7% van de totale uitkeringsverplichtingen vertegenwoordigen op 31 december 2019, worden rechtstreeks door de Vennootschap gefinancierd.

In 2019 erkende de Vennootschap een positief resultaat van de herstructurering van Coditel. In deze context werden de overblijvende verplichtingen en lange termijn activa van Coditels voormalig tebereiken-doel plan getransfereerd van een verzekeraar naar het pensioenfonds IBP Telenet OFP, wat resulteerde in een gedeeltelijke vrijval van het activa-plafond en de erkenning van langlopende activa ten belope van €9,6 miljoen met betrekking tot bovenstaand pensioen plan per 31 december 2019 (het surplus zal leiden tot een daling in toekomstige bijdragen).

Al deze plannen stellen de Vennootschap bloot aan diverse risico's zoals interestvoeten (een daling van de obligatierendementen zal de verplichtingen doen toenemen), investeringsrisico (een lager rendement op fondsbeleggingen zal de dekking van het fonds verminderen), levensduurrisico (een toename van de levensverwachting zal de verplichtingen voor gezondheidszorg na uitdiensttreding verhogen) en inflatierisico (een hoger-dan-verwachte stijging van de salarissen of medische kosten zal de verplichtingen doen toenemen). Voor de pensioenregelingen is het langlevenrisico beperkt omdat de pensioenuitkeringen normaal worden uitbetaald in de vorm van een eenmalig bedrag.

De verplichting voor te-bereiken-doel pensioenplannen, de reële waarde van de fondsbeleggingen en de verplichting/(tegoed) uit te-bereikendoel pensioenplannen kan als volgt worden samengevat:

(€ in miljoen) Bruto verplichtingen
inzake toegezegde
pensioenrechten
Reële waarde van de
fondsbeleggingen
Actief plafond Netto verplichtingen
(vorderingen) inzake
toegezegde
pensioenrechten
2019 2018 2019 2018 2019 2018 2019 2018
Per 1 januari 138,8 135,7 (127,7) (120,8) 6,4 6,3 17,5 21,3
Opgenomen in het resultaat
Aan het boekjaar toegerekende
pensioenkosten (incl
beheerskosten)
8,3 10,4 8,3 10,4
Pensioenkosten uit het verleden (1,3) 0,4 (1,3) 0,4
Interestkost / (opbrengst) 2,4 2,3 (2,3) (2,1) 0,1 0,1 0,2 0,3
9,4 13,1 (2,3) (2,1) 0,1 0,1 7,2 11,1
Opgenomen in het nettoresultaat rechtstreeks verwerkt in het eigen vermogen
Herwaarderingen
Actuarieel verlies (winst)
tengevolge van wijzigingen in :
Demografische assumpties 0,8 0,8
Financiële assumpties 6,6 (2,6) 6,6 (2,6)
Ervaringsaanpassingen 2,9 3,4 2,9 3,4
Rendement met abstractie van
interestopbrengst
(8,9) 3,1 (8,9) 3,1
Wijziging van het actiefplafond
(2)
(4,8) (0,1) (4,8) (0,1)
9,5 1,6 (8,9) 3,1 (4,8) (0,1) (4,2) 4,6
Overige
Bijdragen door de werknemer 2,0 2,1 (2,0) (2,1)
Bijdragen door de werkgever (7,4) (14,6) (7,4) (14,6)
Betaalde vergoedingen (incl.
heffingen)
(4,1) (6,5) 3,7 6,2 (0,4) (0,3)
Overdrachten (1) 9,4 (9,4)
Acquisities/desinvesteringen 4,4 (16,6) (4,4) 12,0 (4,6)
2,3 (11,6) (10,1) (7,9) (7,8) (19,5)
Per 31 december 160,0 138,8 (149,0) (127,7) 1,7 6,3 12,7 17,6
Bestaande uit : 2019 2018
Nettoverplichting te-bereiken
doel pensioenplannen
2,1 6,4
Nettoverplichting andere
voordelen na uitdiensttreding
10,6 11,2
Totaal 12,7 17,6

(1) Overdracht van plan activa en Te-Bereiken-Doel verplichtingen van Eandis naar Telenet voor de overdracht van het plan naar Unit-T.

(2) Pensioenopbrengst als gevolg van wijziging pensioenplan in het kader van de herstructurering van Coditel.

De voornaamste veronderstellingen gebruikt voor de actuariële waardering zijn als volgt:

Actuariële veronderstellingen op 31 december

Te-bereiken-doel pensioenplannen Andere voordelen na uitdiensttreding
2019 2018 2019 2018
Disconteringsvoet 1,00% 1,75% 1,00% 1,75%
Toekomstige loon- en salarisverhogingen 3,10% 3,11% —% 2,75%
Onderliggende inflatievoet 1,75% 1,75% 1,75% 1,75%
Evolutie in medische kosten —% —% 3,00% 3,00%
Sterftetafel IA BE -1 year IA BE - 1 year IA BE -1 year IA BE - 1 year

De onderstaande tabel geeft een sensitiviteitsanalyse voor de voornaamste veronderstellingen:

Sensitiviteitsanalyse

(in %) Wijziging Verplichtingen inzake toegezegde pensioenrechten
(-) / (+) afname (-) toename (+)
Disconteringsvoet 0,25% 3,9 % (3,8)%
Toekomstige loon- en salarisverhogingen 0,25% (0,8)% 0,8 %
Evolutie in medische kosten 0,25% (2,3)% 2,4 %
Sterftetafel 1 year (0,8)% 0,8 %

De sensitiviteitsanalyse weerspiegelt de impact van de verandering in één enkele veronderstelling, terwijl alle andere veronderstellingen ongewijzigd blijven. In de praktijk zal dit echter doorgaans niet het geval zijn aangezien meerdere veronderstellingen gecorreleerd kunnen zijn.

De bijdragen aan toegezegde pensioenregelingen voor het jaar eindigend op 31 december 2020 (inclusief de toegezegde-bijdrage regelingen die administratief worden verwerkt als toegezegde pensioenregelingen) worden geschat op €8,0 miljoen.

De gewogen gemiddelde looptijd van de verplichtingen bedraagt 16 jaar.

De fondsbeleggingen bestaan uit:

Te-bereiken-doel pensioenplannen

Totaal
Overige 13% 8%
Verzekeringspolissen 19% 27%
Aandelen 37% 35%
Obligaties 31% 30%
2019 2018

Alle beleggingen van het pensioenfonds van de Vennootschap zijn genoteerde effecten.

De fondsbeleggingen bevatten geen directe beleggingen in aandelen die door Telenet zijn uitgegeven noch in onroerend goed dat door Telenet wordt gebruikt.

De reële waarde van de verzekeringspolissen komt overeen met de som van de verzekeringsreserves en de activa in de financieringsfondsen.

5.18 Toe te rekenen kosten, overige kortlopende verplichtingen en provisies

5.18.1 Toe te rekenen kosten en overige kortlopende verplichtingen

(€ in miljoen) Toelichting 31 december
2019
31 december
2018, zoals
herzien(*)
Ontvangen waarborgen van klanten 19,9 21,3
Personeelskosten 83,1 68,2
Verschuldigde BTW en roerende voorheffing 15,8 17,7
Te betalen dividend 1,2 1,2
Toe te rekenen programmatiekosten 40,9 33,4
Te ontvangen facturen voor investeringen 46,4 62,6
Overige toe te rekenen kosten - te ontvangen facturen m.b.t.:
Ontvangen goederen en gepresteerde diensten 33,2 47,9
Honoraria 6,9 8,0
Ontvangen magazijngoederen 3,1 11,6
Interconnectie 15,9 19,6
Advertenties, Marketing en Public Relations 2,9 3,9
Infrastructuur 18,0 12,5
Uitrusting 4,4 7,7
Operationele kosten 30,8 35,5
Op te maken creditnota's 12,2 22,9
Toe te rekenen vergoedingen op basis van aandelen 8,9
Niet aan tax gerelateerde voorwaardelijke verplichtingen erkend in het kader van
bedrijfscombinaties (IFRS 3)
5.24 2,6 5,2
Handelsvorderingen met credit saldo 24,7 18,8
Schulden mbt sportuitzendrechten 33,9 46,4
Toe te rekenen commissies 19,1 4,2
Overige kortlopende verplichtingen 3,4 5,7
Totaal toe te rekenen kosten en overige kortlopende verplichtingen 418,4 463,2

(*) We verwijzen naar toelichting 5.1.6 Wijzigingen in financiële verslaggeving en toelichting 5.24.2 Nextel voor gedetailleerde informatie over de finalizatie van de aankoop prijs allocatie en de alignering van de grondslagen voor de financiële verslaggeving.

In vergelijking met 31 december 2018 daalden de totale te betalen kosten en overige kortlopende verplichtingen met €44,8 miljoen tot €418,4 miljoen per 31 december 2019. De voornaamste reden voor deze daling is i) de daling in te ontvangen facturen voor investeringen, van €62,6 miljoen naar €46,4 miljoen, ii) een daling in de toe te rekenen kosten voor ontvangen goederen en gepresteerde diensten van €14,7 miljoen, iii) lager uitstaande schulden voor op te maken creditnota's (daling van €10,7 miljoen), en iv) een daling in ontvangen magazijngoederen van €8,4 miljoen. De uitstaande verplichtingen voor vergoedingen op basis van aandelen daalden met €8,9 miljoen in 2019, wat gerelateerd is aan de wijziging van de classificatie als schulden van alle uitstaande prestatieaandelen. Als gevolg hiervan werden alle vergelijkbare prestatieaandelenplannen beschouwd als op aandelen gebaseerde vergoedingen plannen die in aandelen zullen worden afgewikkeld (zie toelichting 5.12.2).

De verplichtingen met betrekking tot personeelskosten stegen met €14,9 miljoen in vergelijking met 31 december 2018, wat gelinkt is aan i) een stijging in de uitstaande schulden voor RSZ en bedrijfsvoorheffing, en ii) uitstaande schulden voor De Vijver Media, niet opgenomen in de comparatieve periode, dragen €4,2 miljoen bij in de openstaande positie per 31 december 2019.

De toe te rekenen commissies stegen van €4,2 miljoen per 31 december 2018, naar €19,1 miljoen voor het jaar afgesloten op 31 december 2019, wat toe te schrijven is aan De Vijver Media, die €14,3 miljoen uitmaakt van de balans per 31 december 2019.

De daling van de verplichtingen met betrekking tot sportuitzendrechten (€12,5 miljoen) wordt voornamelijk verklaard door (i) de afwikkeling van de verplichting met betrekking tot Jupiler Pro League, het Belgische voetbal en de Premier League voetbal, gedeeltelijk gecompenseerd met (ii ) de omboeking van lange- naar korte termijn van de verplichtingen inzake Jupiler Pro League en UK Premier League, en iii) toevoegingen van het jaar voornamelijk gerelateerd aan Premier League UK, seizoen 2019-2022.

5.18.2 Kortlopende- en langlopende voorzieningen

Onderstaande tabel geeft een overzicht van de kortlopende- en langlopende voorzieningen van de vennootschap op 31 december 2019 en 31 december 2018:

(€ in miljoen)
Toelichti
ng
31 december,
2019
31 december,
2018, zoals
herzien (*)
Langlopende voorzieningen
Voorzieningen voor verlieslatende contracten 6,6 8,3
Voorzieningen voor ontmantelingskosten 11,0 10,7
Totaal langlopende voorzieningen 17,6 19,0
Kortlopende voorzieningen
Voorzieningen voor juridische geschillen
5.26.1
67,0 63,0
Voorzieningen voor verlieslatende contracten 2,3 2,3
Voorzieningen voor ontmantelingskosten 0,3 0,3
Voorzieningen voor herstructurering 3.1 6,5
Totaal kortlopende voorzieningen 70,9 72,1
Totaal voorzieningen 88,5 91,1

(*) We verwijzen naar toelichting 5.1.6 Wijzigingen in financiële verslaggeving en toelichting 5.24.2 Nextel voor gedetailleerde informatie over de finalizatie van de aankoop prijs allocatie en de alignering van de grondslagen voor de financiële verslaggeving.

De voorziening voor ontmantelingskosten bestaat uit verplichtingen met betrekking tot de kosten van ontmanteling van sites en het herstellen ervan in hun oorspronkelijke staat. De stijging ten opzichte van eind 2018 is gerelateerd aan het toegenomen aantal sites in 2019.

Eind 2013 besliste de Vennootschap om de voorziening te beëindigen van DTT-services die plaatsvonden in de periode van zes maanden eindigend op 30 juni 2014. Na deze beslissing heeft het bedrijf zijn verplichtingen volgens de DTT-capaciteitsovereenkomst met Norkring België NV bepaald als zijnde een verlieslatend contract en dienovereenkomstig een voorziening gewaardeerd op basis van de netto contante waarde van de resterende betalingen die verschuldigd zijn onder deze DTT capaciteitsovereenkomst met betrekking tot de "MUX 2 en MUX 3 capaciteit". Als gevolg van een aanpassing aan het DTTcapaciteitscontract dat in 2016 afgesloten werd, deed de Vennootschap afstand van haar exclusieve rechten op de "MUX 1 capaciteit". De voorheen erkende leaseverplichting voldeed niet langer aan de voorwaarden van een leaseverplichting en werd daardoor erkend als en toegevoegd aan de bestaande herstructureringsprovisie. De herstructureringsprovisie werd opnieuw bepaald eind december 2015 op basis van de netto huidige waarde van de resterende betalingen onder het contract. De resterende langlopende en kortlopende verplichtingen betreffende de capaciteit onder de drie niet-exclusieve MUX'en bedroegen respectievelijk €6,6 miljoen en €2,3 miljoen op 31 december 2019 (2018: respectievelijk €8,3 miljoen en €2,3 miljoen).

De voorziening voor juridische geschillen steeg met €4,0 miljoen, wat voornamelijk gerelateerd is aan de uitkomst van recente rechtzaken met betrekking tot pylonen belasting en de geheven pylonen belastingen voor 2019.

De volgende tabel geeft een overzicht van de belangrijkste bewegingen in provisies gedurende het jaar 2019.

(€ in miljoen) Hangende
juridische
geschillen
Herstructurer
ing
Verlieslatende
contracten
Ontmantelings
provisie
Overige Totaal
1 januari 2019 63,0 6,5 10,5 11,0 0,1 91,1
Toevoegingen aan provisies 10,2 4,0 0,6 14,8
Gebruik van provisies (1,1) (9,2) (2,3) (0,3) (0,1) (13,0)
Terugname van provisies (4,5) (4,5)
Herklassering (0,6) (0,6)
Interest opbouw 0,7 0,7
31 december 2019 67,0 1,3 8,9 11,3 88,5
Langlopende provisies (meer dan 1 jaar) 6,6 11,0 17,6
Kortlopende provisies (minder dan 1 jaar)) 67,0 1,3 2,3 0,3 70,9

Het merendeel van de toevoegingen aan provisies voor hangende juridische geschillen heeft betrekking op het dispuut rond de belasting op pylonen.

De uitstaande provisie voor herstructurering daalde met €5,2 miljoen tot €1,3 miljoen op 31 december 2019 wat voornamelijk toe te schrijven is aan de uitvoering van het SFR herstructureringsplan.

Provisies voor verlieslatende contracten daalde met €1,6 miljoen, wat het gecombineerd effect is van i) een gebruik van provisies van €2,3 miljoen, en ii) interest opbouw van €0,7 miljoen. Afhankelijk van het verwachtte moment van gebruik van de provisie worden provisies geklasseerd als kortlopende- of langlopende verplichtingen.

De uitstaande ontmantelingsprovisies stegen van €11,0 miljoen op 31 december 2018 naar €11,3 miljoen op 31 december 2019. De uitstaande balans bestaat uit een kortlopende verplichting van €0,3 miljoen en een langlopende verplichting van €11,0 miljoen.

Voor bepaalde hangende geschillen verwacht de Vennootschap een vergoeding te ontvangen op moment van betaling van de provisie, in dit opzicht heeft de onderneming een vordering voor schadeloosstelling van €16,1 miljoen erkend (toelichting 5.9.2).

5.19 Opbrengsten

De opbrengsten van de Vennootschap bestaan uit:

(€ in miljoen) Voor de twaalf maanden afgesloten op 31 december
2019 2018 zoals herzien
(*)
2018 zoals
gerapporteerd (*)
Opbrengsten uit abonnementen
Televisie 574,4 582,4 582,4
Breedbandinternet 651,7 628,4 628,4
Vaste telefonie 219,0 232,9 232,9
Opbrengsten uit kabelgerelateerde abonnementen 1.445,1 1.443,7 1.443,7
Mobiele telefonie 444,7 459,7 459,7
Totaal opbrengsten uit abonnementen 1.889,8 1.903,4 1.903,4
Bedrijfsdiensten 205,8 192,2 193,2
Overige 488,3 438,2 438,2
Totaal bedrijfsopbrengsten 2.583,9 2.533,8 2.534,8

(*) We verwijzen naar toelichting 5.1.6 Wijzigingen in financiële verslaggeving en toelichting 5.24.2 Nextel voor gedetailleerde informatie over de finalizatie van de aankoop prijs allocatie en de alignering van de grondslagen voor de financiële verslaggeving.

Voor het jaar tot 31 december 2019 genereerde de Vennootschap € 2.583,9 miljoen opbrengsten, een stijging met 2% tegenover € 2.533,8 miljoen in het vorige jaar. De opbrengsten voor FY 2019 omvatten een bijdrage aan de opbrengsten voor het volledige jaar van de lokale ICTintegrator Nextel, die op 31 mei 2018 overgenomen werd, tegenover een bijdrage voor zeven maanden in 2018; dit verhoogt de opbrengsten in FY 2019 met € 50,1 miljoen. Daarnaast omvatten de opbrengsten in FY 2019 een bijdrage voor een periode van zeven maanden van het lokale mediabedrijf De Vijver Media nv, waarvan de Vennootschap op 3 juni 2019 het resterende aandeel van 50% verwierf en dat nu volledig geconsolideerd is en € 71,4 miljoen bijdraagt aan opbrengsten in FY 2019. Telenet kon bovendien opbrengsten uit kabelabonnementen grotendeels stabiel houden voor het volledige jaar 2019, ondanks bepaalde competitieve en regulatoire tegenwinden.

Telenet Business genereerde opbrengsten van €205,8 miljoen voor het jaar eindigend op 31 december 2019, een stijging van 7% ten opzichte van vorig jaar, wat voornamelijk te wijten is aan de bovengenoemde bijdrage van Nextel sinds acquisitie datum op 31 mei 2018.

De overige opbrengsten omvatten (i) interconnectieopbrengsten uit zowel vaste als mobiele telefonie, (ii) wholesale-opbrengsten uit zowel onze commerciële als gereguleerde wholesale-activiteiten, (iii) opbrengsten uit de verkoop van telefoons, inclusief de opbrengsten uit onze 'Choose Your Device'-programma's, (iv) de bijdrage van De Vijver Media nv, dat op 3 juni 2019 volledig werd geconsolideerd, (v) vergoedingen voor de activering en installatie van producten, (vi) opbrengsten uit de verkoop van settopboxen. Onze overige opbrengsten bedroegen € 488,3 miljoen voor het jaar tot 31 december 2019, een stijging met 11% jaar-op-jaar op gerapporteerde basis, aangezien lagere interconnectieopbrengsten en lagere wholesaleopbrengsten na het verlies van het MVNO-contract met MEDIALAAN ruimschoots werden gecompenseerd door de bijdrage voor zeven maanden van De Vijver Media en door hogere opbrengsten uit de verkoop van telefoons.

De overige opbrengsten van de Vennootschap kunnen als volgt worden samengevat:

(€ in miljoen) Voor de twaalf maanden afgesloten op 31 december
2019 2018 zoals herzien (*) 2018 zoals gerapporteerd
(*)
Interconnectie 190,2 204,4 204,4
Verkoop van telefoons en hardware 112,9 87,3 87,3
Wholesale 87,0 111,3 111,3
Advertentie en productie 70,0
Overige 28,2 35,2 35,2
Totaal overige opbrengsten 488,3 438,2 438,2

De over te dragen opbrengsten van de Vennootschap kunnen als volgt worden uitgesplitst:

(€ in miljoen)
31 december 2019 31 december 2018,
zoals herzien (*)
Opbrengsten uit abonnementen
Televisie 18,2 20,9
Breedbandinternet 24,8 20,3
Vaste telefonie 15,6 13,3
Opbrengsten uit kabelgerelateerde abonnementen 58,6 54,5
Mobiele telefonie 23,4 23,3
Totaal opbrengsten uit abonnementen 82,0 77,8
Bedrijfsdiensten 18,0 15,6
Overige 3,5 2,7
Totaal over te dragen opbrengsten uit kabelgerelateerde abonnementen 103,5 96,1
Overige contractverplichtingen (IFRS 15) 8,1 8,1
Totaal over te dragen opbrengsten 111,6 104,2
- waarvan langlopende over te dragen opbrengsten 3,8 2,9
- waarvan kortlopende over te dragen opbrengsten 107,8 101,3

(*) We verwijzen naar toelichting 5.1.6 Wijzigingen in financiële verslaggeving en toelichting 5.24.2 Nextel voor gedetailleerde informatie over de finalizatie van de aankoop prijs allocatie en de alignering van de grondslagen voor de financiële verslaggeving.

Over te dragen opbrengsten betreffen doorgaans door klanten vooruitbetaalde vergoedingen, zoals toegelicht in toelichting 5.2.9 van de geconsolideerde jaarrekening van de Vennootschap. Deze worden lineair in opbrengsten opgenomen over de van toepassing zijnde periode van dienstverlening.

langer in geval de vooruitbetalingen resulteren in een materieel vernieuwingsrecht.

De contract passiva van €8,1 miljoen voor 2019, hebben betrekking op de overgedragen omzet voor installatie en/of vooruitbetalingen, dewelke onder IFRS 15 gespreid worden over de contractuele duur, of

(€ in miljoen)
Langlopende
contract
activa
Kortlopende
contract
activa
Langlopende
contract
verplichtingen
Kortlopende
contract
verplichtingen
Over te
dragen
opbrengsten
1 januari, 2018 2,5 9,7 (103,4)
+ Toevoegingen
Nieuwe toevoegingen op de balans gedurende
het jaar
3,2 6,5 (3,4) (6,4) (802,6)
- Erkenning in het resultaat van het jaar
Contract activa / verplichtingen opgenomen in de
openingsbalans per 1 januari, 2018
(9,7)
Contract activa / verplichtingen erkend in
voorgaand jaar
2,3 103,0
Contract activa / verplichtingen erkend in huidig
jaar
(3,6) 3,6 702,7
Herklasseringen
Herklassering van langlopende- naar kortlopende
contract activa / verplichtingen
(4,3) 4,3 4,0 (4,0)
Herklassering van over te dragen opbrengsten (1,9) (2,3) 4,2
31 december, 2018, zoals herzien (*) 1,4 7,2 (1,3) (6,8) (96,1)
+ Toevoegingen
Nieuwe toevoegingen op de balans gedurende
het jaar
3,5 5,9 (3,0) (5,8) (818,6)
- Erkenning in het resultaat van het jaar
Contract activa / verplichtingen erkend in
voorgaand jaar
(7,2) 5,5 95,7
Contract activa / verplichtingen erkend in huidig
jaar
(2,7) 3,3 715,5
Herklasseringen
Herklassering van langlopende- naar kortlopende
contract activa / verplichtingen
(3,2) 3,2 2,1 (2,1)
31 december, 2019 1,7 6,4 (2,2) (5,9) (103,5)

(*) We verwijzen naar toelichting 5.1.6 Wijzigingen in financiële verslaggeving en toelichting 5.24.2 Nextel voor gedetailleerde informatie over de finalizatie van de aankoop prijs allocatie en de alignering van de grondslagen voor de financiële verslaggeving.

Op 31 december 2019, kan de allocatie van de transactieprijs aan overblijvende prestatieverplichtingen en de verwachtte periode waarin de omzet erkend zal worden als volgt samengevat worden:

(€ in miljoen)

Overblijvende prestatieverplichtingen -
Verwachtte erkenning in het resultaat van het jaar
TOTAAL 2020 2021 2022 2023 Daarna
(1,4) (1,4)
(6,7) (5,1) (1,6)
(8,1) (6,5) (1,6)
2,6 1,9 0,7
5,5 3,9 1,2 0,4
103,5 101,9 0,2 0,2 0,2 1,0
111,6 107,7 2,1 0,6 0,2 1,0

5.20 Kosten per type

(€ in miljoen) Toelichting Voor het jaar afgesloten op 31 december
2019 2018 zoals
gepresenteerd (*)
2018 zoals
gerapporteerd
Netwerkexploitatiekosten 196,9 192,0 192,0
Directe kosten (programmering en auteursrechten, interconnectie
en andere)
525,4 506,6 505,9
Personeelsgerelateerde kosten 261,1 252,3 252,3
Verkoop- en marketingkosten 96,8 90,4 90,4
Uitbestede arbeidsdiensten en professionele diensten 38,2 32,2 32,2
Overige indirecte kosten 90,1 137,9 137,9
Operationele kosten 1.208,5 1.211,4 1.210,7
Herstructureringskosten 0,7 11,6 11,6
Operationele kosten betreffende overnames of desinvesteringen 0,7 4,4 4,4
Op aandelen gebaseerde vergoedingen 5.12 13,0 17,5 17,5
Afschrijvingen op materiële vaste activa 5.4 411,0 404,4 406,2
Afschrijvingen op immateriële vaste activa 5.6 172,0 184,0 182,0
Afschrijving op uitzendrechten 5.6 92,5 69,9 69,9
Aanpassing waardebepaling met betrekking tot verworven
ondernemingen
(3,2) (3,2)
Waardevermindering op goodwill 5.5 36,7 36,8
Waardeverminderingen op materiële vaste activa 1,9 2,5 2,6
Winst (verlies) op verkoop van materiële vaste activa 5.4 (1,9) (3,0) (3,0)
Niet-geldelijke en andere elementen 689,9 724,8 724,8
Totaal kosten 1.898,4 1.936,2 1.935,5

(*) We verwijzen naar toelichting 5.1.6 Wijzigingen in financiële verslaggeving en toelichting 5.24.2 Nextel voor gedetailleerde informatie over de finalizatie van de aankoop prijs allocatie en de alignering van de grondslagen voor de financiële verslaggeving.

In het jaar tot 31 december 2019 bedroegen de totale bedrijfskosten € 1.898,4 miljoen, een daling met 2% tegenover vorig jaar. De totale bedrijfskosten voor het boekjaar 2019 weerspiegelden de niet-

Telenet | Jaarverslag 2019 | 157 organische impact van de overname van Nextel en De Vijver Media en de toepassing van de nieuwe IFRS 16 lease accounting standaard vanaf begin 2019, terwijl de totale bedrijfskosten in 2018 een bijzondere waardevermindering van € 36,8 miljoen op de kabelactiviteiten in Luxemburg omvatten. De totale bedrijfskosten kwamen overeen met ongeveer 73% van de bedrijfsopbrengsten in het jaar tot 31 december 2019 (2018: ongeveer 76%). Voor het jaar tot 31 december 2019 kwam de kostprijs van geleverde diensten als percentage van de opbrengsten overeen met ongeveer 52% (2018: ongeveer 55%) en vertegenwoordigden de verkoop-, algemene en beheerskosten ongeveer 21% van de totale bedrijfsopbrengsten (2018: ongeveer 21%).

Operationele kosten, het totaal van (i) onze netwerkexploitatiekosten, (ii) directe kosten, (iii) personeelskosten, (iv) verkoop- en marketingkosten, (v) uitbestede arbeidsdiensten en professionele diensten en (vi) overige indirecte kosten, bleven voor het jaar tot 31 december 2019 grotendeels stabiel op gerapporteerde basis en weerspiegelden de reeds vermelde niet-organische impact van de overnames en IFRS 16.

De netwerkexploitatiekosten bedroegen € 196,9 miljoen voor het jaar tot 31 december 2019 vergeleken met € 192,0 miljoen voor FY 2018, op gerapporteerde basis. In het derde kwartaal van vorig jaar voltooide de Vennootschap de overdracht van de field services naar Unit-T, waarin Telenet een participatie van 30% heeft genomen. Via deze joint venture heeft Telenet een aandeel in de voordelen van de groeiende markt van field services in domeinen zoals nieuwe digitale technologieën en het Internet of Things ('IoT'). Deze transactie resulteerde in hogere netwerkexploitatiekosten en hogere kosten van uitbestede arbeidsdiensten en professionele diensten, terwijl ze een positieve impact heeft op de Vennootschap haar personeelskosten, aanzien ingenieurs op het terrein en hun gerelateerde kosten naar Unit-T overgebracht zijn.

De directe kosten omvatten alle directe kosten zoals (i) interconnectiekosten, met inbegrip van MVNO-kosten, (ii) programmerings- en auteursrechten en (iii) de verkoop en subsidiëring van telefoons. Voor het jaar tot 31 december 2019 bedroegen de directe kosten € 525,4 miljoen een stijging met 4% tegenover het jaar voordien.

De personeelskosten voor het jaar tot 31 december 2019 bedroegen € 261,1 miljoen, een stijging met 3% tegenover vorig jaar op gerapporteerde basis, als gevolg van de reeds vermelde niet-organische impact en de nadelige kosten impact van de loonindexering sinds januari 2019 gedeeltelijk gecompenseerd door de positieve impact als gevolg van bovengenoemde transactie met Unit-T, waarbij kosten voor ingenieurs op het terrein naar deze laatste onderneming werden overgebracht.

De verkoop- en marketingkosten voor het jaar tot 31 december 2019 bedroegen € 96,8 miljoen, een stijging met 7% tegenover vorig jaar.

De kosten in verband met uitbestede arbeidsdiensten en professionele diensten bedroegen € 38,2 miljoen voor het jaar tot 31 december 2019, een stijging met 19% jaar-op-jaar op en een weerspiegeling van de reeds vermelde overdracht van field services naar Unit-T.

De overige indirecte kosten bedroegen € 90,1 miljoen voor het jaar tot 31 december 2019 , een forse daling met 35% tegenover vorig jaar, voornamelijk toe te schrijven aan de al vermelde toepassing van IFRS 16.

De waardeverminderingen en afschrijvingen, met inbegrip van de bijzondere waardevermindering op vaste activa, verlies (winst) uit de afstoting van dochterondernemingen en herstructureringskosten, bedroegen € 676,2 miljoen voor het jaar tot 31 december 2019, vergeleken met € 706,1 miljoen vorig jaar en met inbegrip van de voornoemde bijzondere waardevermindering. Vergeleken met vorig jaar noteerden de Vennootschap, ondanks de impact van de toepassing van

158 | Telenet | Jaarverslag 2019 |

IFRS 16, lagere waardeverminderingen en afschrijvingskosten, aangezien het leeuwendeel van de programma's voor de verbetering van vaste en mobiele infrastructuur nu voltooid is.

5.21 5.21 Financiële opbrengsten en kosten

(€ in miljoen) Voor het jaar afgesloten op 31 december
Toelichting 2019 2018, zoals herzien (*)
Opgenomen in de staat van het resultaat en het netto resultaat rechtstreeks verwerkt in
het eigen vermogen
Financiële opbrengsten
Netto interestopbrengsten en wisselkoerswinsten
Interestopbrengsten op geldmiddelen en kasequivalenten 0,7 0,4
Interestopbrengsten op vorderingen 0,1
0,8 0,4
Netto winst op derivaten
Wijziging in reële waarde 5,14 23,9 111,8
23,9 111,8
Financiële kosten
Netto interestkosten, wisselkoersverliezen en overige financiële kosten
Interestkosten op financiële verplichtingen opgenomen aan de geamortiseerde
kostprijs, en overige financiële kosten
(261,3) (233,8)
Afschrijving van financieringskosten (2,7) (1,9)
Netto wisselkoersverliezen (43,4) (115,2)
(307,4) (350,9)
Verlies bij vervroegde aflossing van schulden 5,13 (49,5) (24,6)
Netto financiële kosten (332,2) (263,3)

(*) We verwijzen naar toelichting 5.1.6 Wijzigingen in financiële verslaggeving en toelichting 5.24.2 Nextel voor gedetailleerde informatie over de finalizatie van de aankoop prijs allocatie en de alignering van de grondslagen voor de financiële verslaggeving.

Voor het jaar tot 31 december 2019 bedroegen de netto financiële kosten €332,2 miljoen, vergeleken met €263,3 miljoen vorig jaar. De financiële opbrengsten voor het jaar tot 31 december 2019 daalden naar €24,7 miljoen, vergeleken met €112,2 miljoen vorig jaar, voornamelijk als gevolg van een lagere niet-geldelijke winst op derivaten. De financiële kosten voor het jaar tot 31 december 2019 daalden met 5% naar €356,9 miljoen, vergeleken met €375,5 miljoen vorig jaar. Deze daling was voornamelijk te danken aan een €71,8 miljoen lager niet-geldelijk wisselkoersverlies op de uitstaande in USD luidende schuld vergeleken met 2018, gedeeltelijk geneutraliseerd door een €24,9 miljoen hoger verlies op de aflossing van schuld door bepaalde herfinancieringen. Deze impact buiten beschouwing gelaten, stegen de netto financiële kosten jaar-op-jaar vanwege een hoger schuldsaldo in verband met de buitengewone dividenduitkering in oktober 2018.

5.22 Winstbelastingen

(€ in miljoen) Voor het jaar afgesloten op 31 december
2018, zoals herzien
2019
(*)
Winstbelastingen voor het boekjaar 121,0
125,4
Uitgestelde belastingen (Toelichting 5.15) (3,1)
(7,3)
Winstbelastingen 117,9
118,1
Effectieve belastingvoet 33,44%
31,99%

Het effectieve belastingtarief was 33,44% voor het jaar eindigend op 31 december 2019 (31,99% voor het jaar eindigend op 31 december 2018). De belastinguitgaven zoals hierboven weergegeven zijn berekend in overeenstemming met de Belgische en internationale belastingwetgeving. Telenet gelooft dat zijn voorzieningen voor de belasting schulden voldoende zijn op basis van verschillende factoren zoals o.a. interpretatie van fiscaal recht en ervaring.

Belgische wettelijke belastingtarief van toepassing op de winst (verliezen) van de geconsolideerde ondernemingen als volgt:

De belasting op de winst (het verlies) van de Vennootschap vóór belasting verschilt van de theoretische winstbelasting op basis van het

(€ in miljoen) Voor het jaar afgesloten op 31 december
2019 2018, zoals herzien
(*)
Winst vóór belastingen 352,5 368,9
Winstbelasting aan het Belgische wettelijk belastingtarief van 29,58% 104,3 109,1
Niet-belastbare inkomsten (1,2) (18,2)
Niet-aftrekbare kosten en verworpen uitgaven (incl. aanpassingen op voorbije jaren) 3,2 21,8
Investeringsaftrek (4,6) (3,8)
Gebruik van voorheen niet-erkende fiscale verliezen 4,1 (0,1)
Aanpassingen opgenomen in de actuele verslagperiode met betrekking tot voorgaande boekjaren 4,1 1,1
Impact van andere belastingtarieven in Luxemburg 3,5 (0,1)
Belasting op realisatie van financiële vaste activa 4,9
Impact van verandering ingevoerd belastingtarief België / Luxemburg (7,9) (0,2)
Verhoging wegens onvoldoende voorafbetaald 7,5 8,5
Winstbelastingen voor het boekjaar 117,9 118,1

We verwijzen naar toelichting 5.1.6 Wijzigingen in financiële verslaggeving en toelichting 5.24.2 Nextel voor gedetailleerde informatie over de finalizatie van de aankoop prijs allocatie en de alignering van de grondslagen voor de financiële verslaggeving.

5.23 Winst per aandeel

5.23.1 Gewone winst per aandeel

Bij de berekening van de gewone winst per aandeel is de winst en het gewogen gemiddelde aantal aandelen als volgt berekend:

(€ in miljoen, behalve aandeleninformatie) Voor het jaar afgesloten op 31 december
2019 2018
Aan gewone aandeelhouders toe te rekenen winst 234,5 252,0 (*)
Gewogen gemiddelde aantal gewone aandelen 110.032.405 114.022.603
Gewogen gemiddelde aantal aandelen voor de berekening van
de gewone winst per aandeel
110.032.405 114.022.603
Gewone winst per aandeel in € 2,13 2,21 (*)

(*) herzien, we verwijzen naar toelichting 5.1.6 Wijzigingen in financiële verslaggeving en toelichting 5.24.2 Nextel voor gedetailleerde

5.23.2 Verwaterde winst per aandeel

Bij de berekening van de verwaterde winst per aandeel, door middel van de eigen aandelen methode, worden de aan de aandeelhouders van de groep toe te rekenen winst en het gewogen gemiddelde aantal gewone aandelen die gedurende het jaar uitstaan, gecorrigeerd voor alle potentiële verwaterende effecten op de gewone aandelen.

Voor het jaar afgesloten op 31 december 2019 had de Vennootschap de volgende uitstaande opties in de loop van het jaar:

  • ESOP 2014 aandelenopties
  • CEO SOP 2014 aandelenopties
  • CEO SOP 2014bis aandelenopties
  • ESOP 2015 aandelenopties
  • CEO SOP 2015 aandelenopties

informatie over de finalizatie van de aankoop prijs allocatie en de alignering van de grondslagen voor de financiële verslaggeving.

  • SSOP 2015bis aandelenopties
  • ESOP 2016 aandelenopties
  • ESOP 2016bis aandelenopties
  • ESOP 2017 aandelenopties
  • ESOP 2017bis aandelenopties
  • ESOP 2018 aandelenopties
  • ESOP 2018bis aandelenopties
  • ESOP 2019 aandelenopties

De winst in de berekening van de verwaterde winst per aandeel is hetzelfde als de winst voor de berekening van de gewone winst per aandeel, zoals hierboven toegelicht en resulteert in verwaterde winst per aandeel van €2,13 (2018: €2,21). Voor het jaar eindigend op 31 december 2018 was er geen verwateringseffect van het uitstaande aandelenoptieplan op de gewone aandelen van de Vennootschap.

2019 2018, zoals herzien
(*)
Gewogen gemiddelde aantal aandelen voor de berekening van de gewone winst
per aandeel
110.032.405 114.022.603
Aangepast voor:
ESOP 2014 aandelenopties 17.096
ESOP 2016 aandelenopties 43.713
ESOP 2016bis aandelenopties 7.536
ESOP 2018 aandelenopties 48.089
CEO SOP 2014 aandelenopties 27.701
CEO SOP 2014bis aandelenopties 3.979
Gewogen gemiddelde aantal aandelen voor de berekening van de
verwaterde winst per aandeel
110.180.519 114.022.603
Verwaterde winst per aandeel in € 2,13 2,21

(€ in miljoen, behalve aandelen informatie) voor het jaar afgesloten op 31 december

We verwijzen naar toelichting 5.1.6 Wijzigingen in financiële verslaggeving en toelichting 5.24.2 Nextel voor gedetailleerde informatie over de finalizatie van de aankoop prijs allocatie en de alignering van de grondslagen voor de financiële verslaggeving.

5.24.1 De Vijver Media

In februari 2015 verwierf de Vennootschap 50% van het kapitaal van De Vijver Media NV ("DVM"), een Belgisch mediabedrijf dat actief is in free-to-air-uitzendingen (via zijn tv-kanalen "VIER", "VIJF" en "ZES") en contentproductie (via het productiebedrijf 'Woestijnvis') voor een cash overname bedrag van €52,5 miljoen.

De initiële 50%-investering in De Vijver Media voldeed aan de voorwaarden van een joint venture en werd verwerkt volgens de vermogensmutatiemethode. De boekwaarde van deze initiële investering in geassocieerde deelnemingen bedroeg op 3 juni 2019 €50,9 miljoen. Op 3 juni 2019 verwierf de onderneming de resterende 50% aangehouden door Waterman & Waterman en Corelio NV. Als onderdeel van de boekhoudkundige verwerking van de bedrijfscombinatie heeft de Vennootschap haar eerder gehouden investering in de geassocieerde deelneming opnieuw gewaardeerd tegen reële waarde. Deze waarde werd gebruikt voor het bepalen van de goodwill. Deze waardering tegen reële waarde leidde niet tot enige aanpassing in de staat van het resultaat en het netto resultaat rechtstreeks verwerkt in het eigen vermogen.

De overname werd onmiddellijk gevolgd door een vrijwillige terugbetaling van de uitstaande schulden van De Vijver Media ten bedrage van €62,0 miljoen en een beëindiging van de bestaande interestcontracten op haar schulden met variable interestvoeten, wat resulteerde in een uitgaande kasstroom van €1,1 miljoen.

Voor de jaren eindigend op 31 december 2019 en 2018 maakte de Vennootschap acquisitiegerelateerde kosten van respectievelijk €0,1 miljoen en €0,6 miljoen aan juridische adviesverlening en waarderingen. Deze werden opgenomen in "Verkoop-, algemene en beheerskosten'.

De Vennootschap verwerkte de overname van De Vijver Media via de acquisitiemethode, waarbij de totale aankoopprijs werd toegewezen aan de verworven identificeerbare netto activa van De Vijver Media op basis van inschattingen van hun respectieve reële waarde. Het verschil tussen de aankoopprijs enerzijds en de overgenomen identificeerbare netto activa anderzijds werd toegewezen aan goodwill. Per 31 december 2019 heeft het bedrijf een gedetailleerde voorlopige toewijzing van de totale aankoopprijs uitgevoerd. De aanpassing van de reële waarde op de immateriële activa (€0,5 miljoen) had voornamelijk betrekking op de verworven merknamen (-€1,5 miljoen), klantenrelaties (-€11,6 miljoen) en andere afschrijfbare immateriële activa, bestaande uit het orderbestand en de formaatcatalogus (€14,5 miljoen), evenals de uitzendrechten (-€0,9 miljoen). De uitgestelde belastingaanpassing als gevolg van de toewijzingen van de aankoopprijs bedroeg -€0,1 miljoen en werd gerapporteerd onder langlopende uitgestelde belastingvorderingen. De aanpassing aan de reële waarde en de resterende gebruiksduur van de respectieve immateriële activa resulteerde in een verminderde afschrijvingslast (€0,1 miljoen) voor de periode tussen de overnamedatum en 31 december 2019. De verwerking van de overname kan nog herzien worden op basis van de lopende toewijzing van aankoopprijzen die binnen een jaar na de overnamedatum zal worden voltooid.

Bij de overname van De Vijver Media verwierf de Vennootschap in totaal €29,9 miljoen aan handelsvorderingen en €2,7 miljoen aan toe te rekenen opbrengsten, waarvan in totaal €0,2 miljoen als niet-inbaar werd ingeschat. Het gaat voornamelijk vorderingen op media bureaus en omvatten een beperkt aantal tegenpartijen met een laag kredietrisico.

Een samenvatting van de aankoopprijs en de identificeerbare verworven activa en veronderstelde verplichtingen in het kader van de overname van De Vijver Media op de overnamedatum wordt weergegeven in de volgende tabel:

Reële waarde
Initiële IFRS Openingsbalans Finale IFRS Reële waarde van netto
identificeerbare
(€ in miljoen) openingsbalans aanpassingen openingsbalans aanpassingen activa
Activa
Vaste activa:
Materiële vaste activa 7,9 7,9 7,9
Goodwill 67,2 (67,2)
Overige immateriële activa 90,5 90,5 0,5 91,0
Uitgestelde belastingsvorderingen 10,2 4,4 14,6 14,6
Deelnemingen in en leningen aan
geassocieerde deelnemingen
0,5 0,5 0,5
Derivaten 1,5 1,5 1,5
Overige activa 3,0 (3,0)
Totaal vaste activa 180,8 (65,8) 115,0 0,5 115,5
Vlottende activa:
Handelsvorderingen 24,4 5,3 29,7 29,7
Overige vlottende activa 11,5 (4,7) 6,8 6,8
Geldmiddelen en kasequivalenten 36,5 36,5 36,5
Totaal vlottende activa 72,4 0,6 73,0 73,0
Totaal activa 253,2 (65,2) 188,0 0,5 188,5
Verplichtingen
Langlopende verplichtingen:
Leningen en overige financieringsverplichtingen (64,1) (64,1) (64,1)
Uitgestelde belastingverplichtingen (11,5) 0,1 (11,4) (0,1) (11,5)
Overige schulden (2,4) 2,4
Totaal langlopende verplichtingen (78,0) 2,5 (75,5) (0,1) (75,6)
Kortlopende verplichtingen:
Leningen en overige financieringsverplichtingen (1,4) (1,4) (1,4)
Handelsschulden (39,9) (39,9) (39,9)
Toe te rekenen kosten en overige kortlopende
verplichtingen (23,9) (0,8) (24,7) (24,7)
Over te dragen opbrengsten
Derivaten
(4,3)
(1,1)

(4,3)
(1,1)

(4,3)
(1,1)
Kortlopende belastingschuld (1,2) 1,1 (0,1) (0,1)
Totaal kortlopende verplichtingen (71,8) 0,3 (71,5) (71,5)
(149,8) 2,8 (147,0) (0,1) (147,1)
Totaal verplichtingen
Reële waarde van de identificeerbare
verworven netto activa
41,4
Reële waarde van de voorheen aangehouden
investing in geassocieerde onernemingen
(initiële 50% participatie)
50,9
Verwervingsprijs van de overige 50% 52,5
Totale verwervingsprijs 103,4
Goodwill voortvloeiend uit de verwerving 62,0

In de periode van 3 juni 2019 tot 31 december 2019 droeg De Vijver Media een omzet van €71,4 miljoen en een verlies van €7,5 miljoen bij aan het resultaat van de Vennootschap. Indien de overname had plaatsgevonden op 1 januari 2019, schat het management dat de geconsolideerde omzet €2.636,5 miljoen en het geconsolideerde bedrijfsresultaat €675,2 miljoen geweest zou zijn voor de periode afgesloten op 31 december 2019.

Bij het bepalen van deze bedragen is het management ervan uitgegaan dat de voorlopig vastgestelde reële waarde-aanpassingen die op de overnamedatum zijn ontstaan, dezelfde zouden zijn geweest wanneer de overname had plaatsgevonden op 1 januari 2019.

De goodwill is voornamelijk toe te schrijven aan de verwachte synergieën van de integratie van het bedrijf in de bestaande activiteiten van de Vennootschap en de relaties met advertentie- en mediabureaus in verband met het marktaandeel van DVM. Verwacht wordt dat de opgenomen goodwill fiscaal niet aftrekbaar is.

5.24.2 Nextel

Op 31 mei 2018 verwierf Telenet, op grond van een definitieve overeenkomst en na goedkeuring door de regelgevende autoriteiten, 100% van de aandelen van TelelinQ NV met dochterondernemingen Nextel NV, Nextel Telecom Solutions NV en TelelinQ D & F NV voor een contante overnameprijs van €77,2 miljoen (de "Nextel" acquisitie). De totale vergoeding na aftrek van verworven middelen bedraagt €68,2 miljoen. Rekening houdend met de uitgestelde betalingen, heeft de Vennootschap in totaal €62,5 miljoen cash overgemaakt.

Naast de initiële aankoopprijs was er een earn-out van toepassing wanneer aan bepaalde voorwaarden voldaan werd, zijnde:

  • een maximaal toegestane afname van 'belangrijke personeelsleden';
  • een doelstelling op het vlak van kostenbesparing; en
  • opbrengsten

voor de jaren 2018 en 2019. Op basis van de beschikbare financiële informatie op overnamedatum schatte en erkende de Vennootschap aanvankelijk een earn-out-verplichting van in totaal €4,0 miljoen. In totaal werd €2,2 miljoen aan bijkomende vergoeding betaald met betrekking tot de gestelde voorwaarden die behaald werden. De resterende €1,8 miljoen die op de overnamedatum was opgebouwd, werd teruggenomen omdat de onderliggende voorwaarden niet voldaan waren.

Nextel is een Belgische integrator die diensten aanbiedt voor grote bedrijven, KMO's, zorginstellingen, non-profitorganisaties en overheidsinstanties. Nextel heeft kantoren in Wommelgem en Zaventem en stelt 340 mensen tewerk.

De Vennootschap heeft in 2018 kosten opgelopen van €0,2 miljoen voor juridische en due diligence adviesverlening. Deze werden opgenomen onder de "Verkoop, algemene en beheerskosten".

Het bedrijf boekte de acquisitie van Nextel aan de hand van de acquisitiemethode, waarbij de totale aankoopprijs wordt toegewezen aan de overgenomen identificeerbare netto-activa van Nextel op basis van beoordelingen van hun respectieve reële waarden en het overschot van de aankoopprijs boven de reële waarden van deze identificeerbare netto activa werden toegewezen aan goodwill. Per 31 december 2018 was de Vennootschap nog bezig met het uitvoeren van een gedetailleerde toewijzing van de totale aankoopprijs en rapporteerde een voorlopige openingsbalans, onder voorbehoud van aanpassingen op basis van de beoordeling van de reële waarden van de overgenomen identificeerbare activa en passiva. Per 31 mei 2019 was de toewijzing van de aankoopprijs voltooid.

De aanpassing van de reële waarde van de immateriële activa (€25,7 miljoen) had voornamelijk betrekking op de verworven klantenrelaties (€16,5 miljoen), handelsnamen (€6,8 miljoen) en technologie (€2,4 miljoen). De beoordeling van het verkoop- en terughuurmodel en het verhuurmodel resulteerde in de verwijdering van uitgestelde opbrengsten (€2,7 miljoen) en materiële vaste activa (€7,1 miljoen) die werden vervangen door een leasevordering (€8,9 miljoen). Samen met de uitgestelde belastingimpact van de bovengenoemde aanpassingen (€7,8 miljoen) werd de goodwill verminderd met €22,3 miljoen.

De erkenning van de reële waarde van de immateriële activa en de aanpassing van het verkoop- en terughuurmodel en het verhuurmodel van Nextel resulteerde in bijkomende afschrijvingen op immateriële vaste activa (€2,1 miljoen), een daling van de afschrijvingskosten (€1,8 miljoen), een vermindering van de opbrengsten (€1,0 miljoen) en een stijging van de kosten van verkochte goederen (€0,7 miljoen) voor de periode tussen de overnamedatum (31 mei 2018) en 31 december 2018. Hiervoor werd de vergelijkende financiële informatie aangepast.

Bij de overname van Nextel verwierf de Vennootschap in totaal €7,1 miljoen aan handelsvorderingen, €8,9 miljoen aan lease vorderingen en €0,7 miljoen aan toe te rekenen opbrengsten, waarvan in totaal €0,1 miljoen als niet-inbaar werd ingeschat. Het betreft voornamelijk vorderingen op een groot aantal tegenpartijen voor kleinere bedragen. Aangezien in het geval van oninbaarheid de diensten niet meer worden verleend, loopt de Vennootschap een laag kredietrisico.

Een samenvatting van de aankoopprijs en de voorlopige identificeerbare verworven activa en aangegane verplichtingen voor de Nextel-overname op de overnamedatum is weergegeven in de volgende tabel:

Totale verwervingsprijs 77,2
Reële waarde van de identificeerbare
verworven netto activa
29,0
Totaal verplichtingen (29,7) 3,4 (26,3) (7,6) (33,9)
Totaal kortlopende verplichtingen (18,3) 3,2 (15,1) (15,1)
Over te dragen opbrengsten (5,5) 2,7 (2,8) (2,8)
Toe te rekenen kosten en overige kortlopende
verplichtingen
(5,9) 0,5 (5,4) (5,4)
Handelsschulden (2,6) (2,6) (2,6)
Leningen en overige financieringsverplichtingen (4,3) (4,3) (4,3)
Kortlopende verplichtingen:
Totaal langlopende verplichtingen (11,4) 0,2 (11,2) (7,6) (18,8)
Overige schulden (3,4) (3,4) (3,4)
Uitgestelde belastingverplichtingen 1,0 0,2 1,2 (7,6) (6,4)
Leningen en overige financieringsverplichtingen (9,0) (9,0) (9,0)
Verplichtingen
Langlopende verplichtingen:
Totaal activa 107,0 (69,8) 37,2 25,7 62,9
Totaal vlottende activa 23,2 3,4 26,6 26,6
Geldmiddelen en kasequivalenten 9,1 9,1 9,1
Overige vlottende activa 2,5 3,5 6,0 6,0
Handelsvorderingen 7,2 (0,1) 7,1 7,1
Voorraden 4,4 4,4 4,4
Vlottende activa:
Totaal vaste activa 83,8 (73,2) 10,6 25,7 36,3
Overige activa 4,8 4,8 4,8
Overige immateriële activa 0,1 0,1 25,7 25,8
Materiële vaste activa
Goodwill
12,8
71,0
(7,1)
(71,0)
5,7

5,7
Vaste activa:
Activa
(€ in miljoen) openingsbalans aanpassingen openingsbalans aanpassingen activa
Initiële IFRS Openingsbalans Finale IFRS Reële waarde Reële waarde
van netto
identificeerbare

Voor de periode van 31 mei 2018 tot en met 31 december 2018 droeg Nextel €32,1 miljoen bij aan omzet en €0,6 miljoen winst aan het resultaat van de Vennootschap. Indien de overname had plaatsgevonden op 1 januari 2018, schat het management dat de geconsolideerde omzet €2.556,5 miljoen en het geconsolideerde bedrijfsresultaat €600,7 miljoen geweest zou zijn voor de periode afgesloten op 31 december 2018. Bij het bepalen van deze bedragen is het management er van uitgegaan dat de voorlopige reële waardeaanpassingen op de acquisitiedatum dezelfde zouden zijn als wanneer de acquisitie zou plaatsgevonden hebben op 1 januari 2018.

De goodwill is voornamelijk toe te schrijven aan de verwachte synergieën van de integratie van de onderneming in de bestaande activiteiten van de Groep. Verwacht wordt dat de opgenomen goodwill fiscaal niet aftrekbaar is.

5.24.3 Native Nation

Op 18 oktober 2019 verwierf de Vennootschap, op grond van een definitieve overeenkomst, 100% van de aandelen in twee verbonden bedrijven, namelijk (i) Native Nation, en (ii) Stream 32, gezamenlijk aangeduid als "Native Nation".

De totale initiële aankoopprijs betaald bij de overname bedroeg €3,0 miljoen, waarvan €2,7 miljoen effectief werd betaald en €0,3 miljoen werd ingehouden. Naast de initiële aankoopprijs is een earn-out van toepassing op basis van de prestatiecriteria met betrekking tot EBITDA en omzetdoelstellingen voor de jaren 2020, 2021 en 2022. Op basis van de beschikbare financiële informatie op de overnamedatum heeft de onderneming een schatting gemaakt en een earn-out verplichting erkend van in totaal €2,7 miljoen. Voor de overname was geen goedkeuring vereist door de regelgevende autoriteiten.

Native Nation startte in 2017 en ontwikkelde verschillende online influencer marketing & PR-campagnes. Met Smart AD lanceerde SBS, als onderdeel van de Telenet-groep, met succes gepersonaliseerde reclame op live televisie in Vlaanderen. De overname van Native Nation biedt SBS ruimere commerciële mogelijkheden binnen een snel evoluerende advertentiemarkt waar creatieve influencer marketing aan belang wint.

Voor het jaar eindigend op 31 december 2019 maakte de Vennootschap overnamegerelateerde kosten van €0,1 miljoen. Het betreft hier juridische -en due diligence-kosten, dewelke werden opgenomen in 'Verkoop-, algemene en administratieve kosten'.

De Vennootschap boekt de Native Nation-overname volgens de acquisitiemethode, waarbij de totale aankoopprijs wordt toegewezen aan de verworven identificeerbare netto activa van Native Nation op basis van beoordelingen van hun respectieve reële waarden en het overschot van de inkoopprijs boven de reële waarden van deze identificeerbare netto activa werden toegewezen aan goodwill. Vanwege de beperkte toegang tot financiële en operationele gegevens voorafgaand aan de afsluiting van de acquisitie op 18 oktober 2019, kon de Vennootschap geen gedetailleerde toewijzing van de totale aankoopprijs uitvoeren op 31 december 2019. De voorlopige openingsbalans is daarom onderhevig aan aanpassingen op basis van onze beoordeling van de reële waarden van de overgenomen identificeerbare activa en verplichtingen. De items met de grootste waarschijnlijkheid op wijziging van het waarderingsproces omvatten immateriële activa die verband houden met handelsnamen, klantrelaties, uitgestelde belastingen en goodwill. De niet-toegewezen goodwill is toe te schrijven aan de verwachte synergieën door de integratie van het bedrijf in de bestaande activiteiten van de Vennootschap en de relaties met adverteerders. Verwacht wordt dat de opgenomen goodwill fiscaal niet aftrekbaar is.

Bij de overname van Native Nation verwierf de Vennootschap in totaal €0,4 miljoen aan handelsvorderingen en €0,2 miljoen aan toe te rekenen opbrengsten. Er werden geen significante bedragen als niet inbaar geïdentificeerd. Deze vorderingen hebben betrekking op een beperkt aantal tegenpartijen met een laag kredietrisico.

Een samenvatting van de aankoopprijs en de voorlopig identificeerbare verworven activa en verplichtingen overgenomen voor de Native Nationacquisitie op de overnamedatum wordt weergegeven in de volgende tabel:

(€ in miljoen) Initiële IFRS
openingsbalans
Openingsbalans
aanpassingen
Finale IFRS
openingsbalans
Reële waarde
aanpassingen
Reële waarde
van netto
identificeerbare
activa
Activa
Vaste activa:
Materiële vaste activa 0,2 0,2 0,2
Goodwill 5,1 (5,1)
Overige immateriële activa 0,1 0,1 0,1
Totaal vaste activa 5,2 (4,9) 0,3 0,3
Vlottende activa:
Handelsvorderingen 0,4 0,4 0,4
Overige vlottende activa 0,2 0,2 0,2
Geldmiddelen en kasequivalenten 0,2 0,2 0,2
Totaal vlottende activa 0,8 0,8 0,8
Totaal activa 6,0 (4,9) 1,1 1,1
Verplichtingen
Langlopende verplichtingen:
Leningen en overige financieringsverplichtingen
(0,2) (0,2) (0,2)
Totaal langlopende verplichtingen (0,2) (0,2) (0,2)
Kortlopende verplichtingen:
Handelsschulden (0,1) (0,1) (0,1)
Toe te rekenen kosten en overige kortlopende
verplichtingen
(0,1) (0,1) (0,1)
Kortlopende belastingschuld (0,1) (0,1) (0,1)
Totaal kortlopende verplichtingen (0,3) (0,3) (0,3)
Totaal verplichtingen (0,3) (0,2) (0,5) (0,5)
Reële waarde van de identificeerbare
verworven netto activa
0,6
Totale verwervingsprijs 5,7
Goodwill voortvloeiend uit de verwerving 5,1

De goodwill is voornamelijk toe te schrijven aan de verwachte synergieën van de integratie van het bedrijf in de bestaande activiteiten van de Vennootschap. Verwacht wordt dat de opgenomen goodwill fiscaal niet aftrekbaar is.

De boekhoudkundige verwerking van de overname zal nog worden aangepast op basis van de lopende toewijzing van de aankoopprijs die binnen een jaar na de overnamedatum zal worden voltooid.

5.25 Investerings- en financieringstransacties zonder kasstroom

(€ in miljoen) Voor het jaar afgesloten op 31 december
2019 2018, zoals herzien (*)
Verwerving van materiële vaste activa in ruil voor leaseverplichtingen 56,1 77,3
Verwerving van materiële vaste activa in ruil voor verplichtingen inzake
leveranciersfinanciering
163,9 218,8
Leningen en terugbetalingen zonder kasstroom 2.100,1
Verwerving van sportrechten in ruil voor investeringsverplichtingen 25,9 1,8

We verwijzen naar toelichting 5.1.6 Wijzigingen in financiële verslaggeving en toelichting 5.24.2 Nextel voor gedetailleerde

5.26 Toezeggingen en voorwaardelijke verplichtingen

5.26.1 Juridische procedures

Overname Interkabel

Op 26 november 2007 ondertekende Telenet een niet-bindend principeakkoord met de zuivere intercommunale kabelmaatschappijen betreffende een overdracht van analoge en digitale tv-diensten van de zuivere intercommunale kabelmaatschappijen, inclusief alle bestaande abonnees, aan Telenet. Daarna sloten Telenet en de zuivere intercommunale kabelmaatschappijen een bindende overeenkomst (de "Interkabel Overeenkomst 2008"), met ingang op 1 oktober 2008. Vanaf december 2007 heeft Proximus NV/SA ("Proximus"), de historische telecommunicatie operator in België, verschillende procedures aangespannen om de tenuitvoerlegging van deze overeenkomsten te verhinderen.

Proximus spande een procedure in kort geding aan bij de Voorzitter van de Rechtbank van Eerste Aanleg te Antwerpen met het verzoek om een voorlopige voorziening om de zuivere intercommunale kabelmaatschappijen te beletten het principeakkoord ten uitvoer te leggen en leidde een burgerlijke procedure in over de zaak ten gronde strekkende tot nietigverklaring van het principeakkoord. In maart 2008 sprak de Voorzitter van de Antwerpse Rechtbank van Eerste Aanleg zich in kort geding uit in het voordeel van Proximus. Deze beslissing werd echter door het Hof van Beroep te Antwerpen ongedaan gemaakt in juni 2008. Proximus bracht deze uitspraak in beroep voor het Hof van Cassatie, dat deze beslissing in beroep bevestigde in september 2010. Op 6 april 2009 heeft de Rechtbank van Eerste Aanleg te Antwerpen een vonnis uitgesproken in het voordeel van de zuivere intercommunale kabelmaatschappijen en Telenet in de burgerlijke procedure over de zaak ten gronde, waarbij de vordering van Proximus tot ontbinding van het principeakkoord en de Interkabel Overeenkomst 2008 werd afgewezen. Op 12 juni 2009 heeft Proximus beroep aangetekend tegen deze beslissing bij het Hof van Beroep te Antwerpen. In deze beroepsprocedure vordert Proximus nu ook schadevergoeding voor het geval de Interkabel Overeenkomst 2008 niet zou worden ontbonden. Terwijl deze procedures voor onbepaalde duur werden opgeschort, informatie over de finalizatie van de aankoop prijs allocatie en de alignering van de grondslagen voor de financiële verslaggeving.

werden andere procedures ingeleid, hetgeen resulteerde in een arrest van de Belgische Raad van State in mei 2014 tot vernietiging van (i) de beslissing van de zuivere intercommunale kabelmaatschappijen om geen openbare marktconsultatie te organiseren en (ii) de beslissing van de raad van bestuur van de zuivere intercommunale kabelmaatschappijen om de Interkabel Overeenkomst 2008 goed te keuren. In december 2015 heeft Proximus de burgerrechtelijke procedures voor het Hof van Beroep te Antwerpen voortgezet teneinde de nietigverklaring te bekomen van de Interkabel Overeenkomst 2008 evenals een schadevergoeding van €1,4 miljard. Op 18 december 2017 heeft het Hof van Beroep te Antwerpen de vordering ingesteld door Proximus in haar geheel verworpen. Op 28 juni 2019 heeft Proximus deze uitspraak voor het Hof van Cassatie gebracht.

Er kan geen zekerheid worden gegeven over het resultaat van deze of andere procedures. Nochtans zou een negatieve uitspraak in de lopende of toekomstige procedures potentieel kunnen leiden tot een nietigverklaring van de Interkabel Overeenkomst 2008 en/of een verplichting van Telenet tot betaling van schadevergoeding, conform de relevante bepalingen van de Interkabel Overeenkomst 2008 die bepalen dat Telenet slechts aansprakelijk is voor schadevergoedingen boven €20,0 miljoen. Wij verwachten evenwel niet dat de uiteindelijke afhandeling van deze zaak een wezenlijke impact zal hebben op ons bedrijfsresultaat, onze geldstromen of financiële situatie. Wij hebben geen voorzieningen aangelegd in het kader van deze kwestie aangezien de kans op een verlies niet waarschijnlijk wordt geacht. Echter, geen zekerheid kan worden geboden dat de uiteindelijke beslechting van dit geschil geen wezenlijke negatieve impact zal hebben op de bedrijfsresultaten, geldstromen of financiële situatie van Telenet (hoewel we verwachten dat dit niet het geval zal zijn). Wij hebben in het kader van dit geschil geen voorzieningen aangelegd aangezien de kans op een verlies niet waarschijnlijk wordt geacht.

Geschillen in verband met toegang tot de kabel

In juni 2018 hebben het Belgisch Instituut voor Post en Telecommunicatie en de regionale toezichthouders voor de mediasector (samen, de Belgische regelgevende instanties) een nieuwe beslissing genomen waarin wordt geconstateerd dat Telenet een aanzienlijke marktpositie heeft op de wholesale-breedbandmarkt (de 2018- Beschikking). De 2018 Beschikking legt Telenet de verplichtingen op om (i) externe exploitanten toegang te verlenen tot het digitale televisieplatform (inclusief elementaire digitale video en analoge video) en (ii) om exploitanten van derden een bitstreamaanbieding van breedbandinternet aan te bieden toegang (inclusief vaste telefonie als optie). Anders dan bij eerdere beslissingen, is de 2018-Beschikking niet langer van toepassing op retail-minus prijzen op Telenet; vanaf 1 augustus 2018 legt dit besluit echter een 17% reductie op van de toegangskosten voor de maandelijkse wholesale-kabel voor een tussentijdse periode. De Belgische regelgevende instanties hebben op 5 juli 2019 een ontwerpbeslissing ter consultatie gepubliceerd met een voorstel van "redelijke toegangstarieven" die deze tussentijdse prijzen zullen vervangen. Deze voorgestelde "redelijke toegangstarieven" vertegenwoordigen voor Telenet een bijkomende daling 25% in vergelijking met de tussentijdse prijzen. Telenet is ervan overtuigd sterke argumenten te hebben tegen dit voorstel van "redelijke toegangstarieven" en heeft haar commentaar op de consultatie gegeven op 6 september 2019. Telenet heeft in september 2019 inhoudelijk commentaar geleverd. De volgende stap voor de Belgische regelgevende instanties is de kennisgeving van een definitief ontwerpbesluit aan de Europese Commissie. Voorafgaand aan de kennisgeving heeft Telenet zijn opmerkingen ingediend bij de Europese Commissie tegen de "redelijke toegangstarieven". De Belgische regelgevende instanties hadden aangegeven dat ze van plan waren een definitief besluit te nemen in het vierde kwartaal van 2019, met de toepassing van nieuwe tarieven begin 2020, maar de kennisgeving aan de Europese Commissie moet nog steeds plaatsvinden, waarna de Europese Commissie een advies zal uitbrengen.

De 2018 Beschikking heeft tot doel, en in haar toepassing, om de concurrenten van Telenet te versterken door ze toegang tot het netwerk van Telenet te verlenen om concurrerende producten en diensten aan te bieden, ondanks de aanzienlijke historische financiële uitgaven van Telenet bij de ontwikkeling van de infrastructuur. Bovendien zou elke doorverkochte toegang die aan concurrenten wordt verleend (i) de beschikbare bandbreedte voor Telenet kunnen beperken om nieuwe of uitgebreide producten en diensten aan te bieden aan de klanten die door zijn netwerk worden bediend en (ii) een negatieve impact hebben op het vermogen van Telenet om zijn inkomsten en kasstromen te behouden of te verhogen. De omvang van dergelijke negatieve effecten zal uiteindelijk afhangen van de mate waarin concurrenten voordeel halen uit de toegang die het netwerk van Telenet, de vergoedingen die Telenet ontvangt voor dergelijke toegang en andere concurrentiefactoren of marktontwikkelingen. Telenet beschouwt het besluit van 2018 als inconsistent met het beginsel van technologisch neutrale regelgeving en de "Europese Single market"-strategie om verdere investeringen in breedbandnetwerken te stimuleren. Telenet tekende beroep aan bij het Brusselse Marktenhof. Dit werd afgewezen op 4 september 2019. Telenet heeft de intentie beroep aan te tekenen bij het Hof van Cassatie tegen dit arrest.

Orange verzoek voor toegang tot Coditel netwerk

Op 11 februari 2016 diende Orange Belgium SA ("Orange") een officieel verzoek in om toegang te verkrijgen tot het kabelnetwerk van Coditel, dat op 19 juni 2017 door Telenet Group werd verworven. Op 19 februari 2016 heeft Orange een bedrag van €600.000 aan Coditel overgemaakt, zoals vereist om de implementatieperiode van zes maanden te starten om de nodige maatregelen te nemen om Orange toegang te verlenen tot het kabelnetwerk overeenkomstig het Besluit van juli 2011. In principe eindigde de implementatieperiode op 19 augustus 2016. Aangezien Orange in december 2016 nog geen effectieve toegang verkregen had tot het Coditel-netwerk, diende Orange op 29 december 2016 een vordering voor schadevergoeding in tegen Coditel voor de Franstalige Handelsrechtbank van Brussel. Op 16 januari 2017 heeft Orange ook een kort geding aanhangig gemaakt, maar dit werd inmiddels opnieuw ingetrokken. Coditel beschouwt dat Orange intussen ook effectieve toegang tot het Coditel kabelnetwerk heeft.

De procedure voor de Franstalige Handelsrechtbank in Brussel loopt nog. Orange vordert een schadevergoeding van 10 miljoen euro.

Geschillen in verband met auteursrechten

Het probleem van auteursrechten en naburige rechten te betalen voor televisiedistributie heeft gedurende de laatste twee decennia aanleiding gegeven tot een aantal rechtszaken. Reeds in 1994 was de Belgische Beroepsvereniging voor Radio- en Televisiedistributie (de "RTD", waarvan de naam later is gewijzigd in "Cable Belgium") betrokken in geschillen met diverse agentschappen voor de inning van auteursrechten over de vergoedingen die moeten betaald worden voor het analoog uitzenden van diverse televisieprogramma's. In november 2002 bereikte de RTD, samen met bepaalde Belgische kabelmaatschappijen (waaronder Telenet), overeenkomsten met de agentschappen voor de inning van auteursrechten en de omroepen. Ingevolge deze overeenkomsten, waarmee Telenet had ingestemd, ging Telenet ermee akkoord om bepaalde vooruitbetalingen te verrichten en de vergoedingen geleidelijk te verhogen. Bijgevolg heeft Telenet in augustus 2003 de vergoeding voor auteursrechten verhoogd die het aan de abonnees aanrekent. In juli 2004 diende de CVBA Vereniging voor de inning, repartitie en de verdediging van de vertolkende en uitvoerende kunstenaars ("Uradex", waarvan de naam later werd gewijzigd in "Playright") een vordering in tegen de RTD voor €55 miljoen, vermeerderd met de interesten, inzake naburige rechten die verschuldigd waren door de leden van de RTD aan kunstenaars en uitvoerders, vertegenwoordigd door Uradex, tijdens de periode van augustus 1994 tot einde juli 2004.

Na de uitrol van digitale televisie, startte Telenet in 2006 een gerechtelijke procedure tegen een aantal beheersvennootschappen. Deze procedure hangt samen met een discussie tussen Telenet en deze beheersvennootschappen over de juridische kwalificatie van (i) gelijktijdige uitzending (d.i. kanalen uitgezonden zowel in analoge als digitale kwaliteit), (ii) onmiddellijke injectie (d.i. kanalen geleverd aan de dienstverlener over een niet openbaar toegankelijk transmissiekanaal) en (iii) contracten waarin alle rechten zijn begrepen (dat wil zeggen contracten waarin omroepen zich ertoe verbinden om hun signalen en programma's te leveren nadat zij alle rechten noodzakelijk voor de distributie van de communicatie naar het publiek via het netwerk van de dienstenverdelers hebben afgedekt).

Op 12 april 2011 velde de Rechtbank van Eerste Aanleg te Mechelen een gunstig vonnis in de rechtszaak tegen Sabam, Agicoa, Uradex en andere beheersvennootschappen. In het kader van deze procedure hebben een aantal beheersvennootschappen (Sabam niet inbegrepen) tegenvorderingen ingesteld tegen Telenet voor de betaling van de facturen die Telenet betwistte. De Rechtbank bevestigde de argumenten van Telenet in elk van de vorderingen en tegenvorderingen die het onderwerp van de procedure vormden, waardoor: (i) geen retransmissie vergoedingen betaald moeten worden door Telenet in geval van onmiddellijke injectie van omroepsignalen in het netwerk van Telenet, (ii) geen retransmissie vergoedingen betaald moeten worden in het geval van gelijktijdige uitzending van analoge en digitale signalen (en bijgevolg Telenet niet extra moet betalen voor de verdeling van lineaire digitale televisiesignalen) en (iii) overeenkomsten waarin alle rechten zijn inbegrepen, worden geldig geacht, wat betekent dat als Telenet met een omroep overeenkomt dat deze laatste verantwoordelijk is voor de clearing van auteursrechten, Telenet niet aansprakelijk is tegenover de beheersvennootschappen. De beheersvennootschappen hebben hoger beroep ingesteld (zie verder).

Aangezien Sabam geen enkele tegenvordering had ingesteld voor de betaling van facturen als deel van voormeld vonnis, is Sabam (zonder de overige beheersvennootschappen) op 6 april 2011 een gerechtelijke procedure gestart voor de Rechtbank van Koophandel te Antwerpen, waarin ze betaling eisen door Telenet van de facturen in verband met: a) vergoedingen voor het basis digitaal televisiepakket van Telenet voor de periode van 1 januari 2005 tot 31 december 2010, en b) voorschotfacturen voor het eerste semester van 2011 voor Telenets basis en optionele digitale televisiepakketten. De vorderingen hielden voornamelijk verband met (i) onmiddellijke injectie en (ii) overeenkomsten waarin alle rechten zijn inbegrepen. De eis van Sabam is gebaseerd op argumenten die grotendeels gelijkaardig zijn aan deze die verworpen werden door de Rechtbank van Eerste Aanleg van Mechelen op 12 april 2011. Zoals hieronder besproken, heeft Sabam de Rechtbank van Koophandel te Antwerpen verzocht deze vorderingen in te trekken, aangezien Sabam soortgelijke vorderingen heeft ingediend in de aanhangige procedure voor het Brusselse hof van beroep. Tegelijkertijd heeft Sabam een kortgedingprocedure aangespannen bij de Voorzitter van de Rechtbank van Koophandel van Antwerpen om voorlopige betaling van de gecontesteerde honoraria en honorariumvoorschotten te ontvangen. Op 30 juni 2011 heeft de Voorzitter van de Rechtbank van Koophandel van Antwerpen in deze procedure een positief oordeel uitgesproken voor Telenet. Sabam heeft hoger beroep ingesteld. Op 27 juni 2012 bevestigde het Hof van Beroep van Antwerpen dit vonnis en verwierp het de vordering in kort geding van Sabam.

In de beroepsprocedure tegen het vonnis van 12 april 2011 van de Rechtbank van Eerste Aanleg te Mechelen heeft het Hof van Beroep te Antwerpen een tussentijds arrest uitgesproken op 4 februari 2013. Het Hof van Beroep wees de vorderingen van de beheersvennootschappen af met betrekking tot de gelijktijdige uitzending en bevestigde dat onmiddellijke injectie één enkele verrichting is op het vlak van auteursrechten (waardoor royalty's slechts eenmaal zouden moeten worden betaald). De zaak werd heropend opdat de beheersvennootschappen verder bewijs zouden kunnen aanleveren voor hun vorderingen. Op 20 januari 2014 en op 5 mei 2014 hebben Numéricable (voorheen Coditel) en Telenet beroep aangetekend tegen dit tussentijds arrest bij het Hof van Cassatie, voornamelijk omwille van de onjuiste kwalificatie van de vergoedingen die betaald moeten worden voor de communicatie naar het publiek alsof het "retransmissie" rechten zouden zijn. Op 30 september 2016 heeft het Hof van Cassatie in deze zaak een arrest uitgesproken. Het Hof van Cassatie heeft Telenets argument aanvaard dat onmiddellijke injectie slechts één communicatie inhoudt naar het publiek en bijgevolg geen "retransmissie" kan uitmaken aangezien dit twee communicaties naar het publiek vereist. Het Hof van Cassatie heeft de zaak naar het Hof van Beroep van Brussel verwezen, alwaar de procedure werd hernomen op verzoek van Sabam. In het kader van deze procedure heeft Sabam nu een tegenvordering ingesteld voor auteursrechten die verschuldigd zijn vanaf 2005 tot 2016 (alle vorderingen samen), waarbij de vorderingen die voor de Handelsrechtbank van Antwerpen aanhangig waren, werden ingetrokken. De eerste pleidooien, beperkt tot de juridische principes, hebben plaatsgevonden in september 2019. Zodra het Hof van Beroep een uitspraak heeft gedaan over de principes (wellicht in 2020), zal de concrete toepassing van de beginselen het voorwerp uitmaken van een nieuwe reeks conclusies en een afzonderlijke hoorzitting. Een definitief

170 | Telenet | Jaarverslag 2019 |

oordeel kan in 2020 of 2021 worden verwacht, tenzij de zaak wordt verwezen naar het Hof van Justitie van de Europese Unie, zoals gevraagd door de auteursrechtenorganisaties.

De wet van 25 november 2018 bevestigt dat, behalve in gevallen waarbij de distributeur slechts een technische aanbieder van de omroep is, directe injectie één mededeling aan het publiek vormt, die echter wordt uitgevoerd door zowel de omroeporganisatie als de distributeur (die beiden aansprakelijk zijn voor hun respectieve bijdragen aan dergelijke communicatie). De nieuwe wet legt bovendien transparantie op met betrekking tot auteursrechtenbetalingen en heffingen. De voorbereidende werkzaamheden van de wet bepalen dat omroepen en distributeurs contractuele regelingen kunnen treffen met betrekking tot de goedkeuring en betaling van het recht op directe injectie, en bevestigt tevens dat dubbele betalingen en 'anomalieën' moeten worden vermeden. De wet is in werking getreden op 1 juli 2019 en is niet met terugwerkende kracht van toepassing (hoewel de auteursrechtenorganisaties beweren dat de wet louter een verduidelijking van de bestaande situatie bevat en daarom van toepassing moet zijn op directe injectie die onderwerp is van de lopende procedure voor het Hof van Beroep van Brussel).

Op 27 december 2019 heeft Playright een gerechtelijke procedure gestart tegen Telenet m.b.t. de vergoedingen voor de doorgifte via de kabel van prestaties van uitvoerende kunstenaars gedurende 2015. Playright heeft haar vordering provisioneel begroot op ongeveer € 4,3 miljoen. Telenet betwist de vordering.

Telenet verwacht niet dat de uiteindelijke beslechting van deze geschillen een materiële impact zal hebben op haar bedrijfsresultaat of financiële situatie.

Cyclocross

Telenet verwierf in 2015 exclusieve uitzendrechten met betrekking tot de UCI Worldcup cyclocross-races en de Superprestige cyclocross-races. Op 16 september 2015 diende Proximus een klacht in bij de Belgische mededingingsautoriteit ("BMA"). In de klacht beweert Proximus dat uitzendrechten voor uitzendrechten premiumrechten zijn en dat de verwerving door Telenet van dergelijke exclusieve uitzendrechten op UCI Wereldcup-races en Superprestige-races, zonder een concurrerend biedproces, concurrerende tv-distributeurs afschermt. Tegelijkertijd diende Proximus een verzoek in voor voorlopige maatregelen met betrekking tot de Superprestige-races.

Op 5 november 2015 heeft de BMA het verzoek om voorlopige maatregelen gedeeltelijk ingewilligd door twee alternatieven te bieden met betrekking tot de Superprestige-races. Telenet en de organisatoren van de Superprestige-races kunnen ofwel (i) afzien van de exclusiviteitsen schenkingslicenties of (ii) een concurrerend biedproces organiseren. Telenet heeft beroep aangetekend tegen het besluit van de BMA met betrekking tot voorlopige maatregelen bij het Hof van Beroep te Brussel. Het beroep van Telenet werd echter op 7 september 2016 afgewezen.

Telenet en de organisatoren van de Superprestige stemden ermee in af te zien van de exclusiviteit van de Superprestige-uitzendrechten en Proximus verkreeg vanaf het seizoen 2016/2017 een niet-exclusieve licentie van de organisatoren. Bovendien heeft Telenet vrijwillig een sublicentie verleend aan Proximus met betrekking tot de UCI Wereldbekerwedstrijden.

Het onderzoek van de BMA ten gronde met betrekking tot de klacht van Proximus loopt nog.

Belastingen op pylonen

Sinds de tweede helft van de jaren '90, heffen bepaalde gemeenten (voornamelijk in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en het Waals Gewest) en bepaalde provincies en het Waalse Gewest op jaarbasis lokale belastingen op pylonen, masten en/of antennes die worden aangewend voor mobiele telecommunicatiediensten en die op hun grondgebied gevestigd zijn en dit op basis van diverse gemeentelijke, provinciale en gewestelijke regelgevingen. Deze belastingen werden systematisch betwist door Telenet Group NV (voorheen BASE Company NV) ("Telenet Group") ten overstaan van de Rechtbanken en dit op uiteenlopende gronden. In het bijzonder heeft Telenet Group geargumenteerd dat dergelijke belastingen discriminerend zijn omdat zij alleen van toepassing zijn op pylonen, masten en antennes die worden aangewend voor mobiele telecommunicatiediensten en niet op vergelijkbare uitrusting die voor andere doeleinden wordt gebruikt (ongeacht of deze verband houdt met telecommunicatie). Telenet is van mening dat er geen objectieve en redelijke verantwoording is voor dergelijke gedifferentieerde fiscale behandeling. Telenet is bijgevolg van mening dat de betwiste belastingen het algemeen beginsel van nietdiscriminatie schenden.

De rechtbanken hebben in een aantal gevallen dit argument aanvaard (bijvoorbeeld de positieve arresten van het Hof van Cassatie van 25 september 2015 en 20 december 2018)), hoewel het Hof van Beroep van Brussel het argument van discriminatie ook in andere zaken heeft verworpen (bijvoorbeeld in procedures met Proximus, Orange Belgium en de gemeente Schaarbeek en een procedure met Telenet Group en de provincie Waals-Brabant). Er zijn ook verschillende procedures bij het Hof van Cassatie aanhangig om de reikwijdte van het nondiscriminatieargument te verduidelijken.

Telenet Group is ook van mening dat sommige van de betwiste belastingregels haar eigendomsrecht schenden. De rechtbank van eerste aanleg in Brussel heeft dit argument op 7 december 2018 aanvaard in een zaak met betrekking tot Orange Belgium en de gemeente Ukkel.

De vraag deed zich eveneens voor of artikel 98 § 2 van de Belgische wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven (de "Wet van 1991") de gemeenten verbiedt om de economische activiteit van telecomoperatoren op hun grondgebied te belasten door de aanwezigheid (ongeacht of op het openbaar of privaat domein) van pylonen, masten of antennes die worden aangewend voor mobiele telefonie. Het Belgisch Grondwettelijk Hof was op 15 december 2011 van oordeel dat dit niet het geval was. Deze interpretatie werd bevestigd door het Belgische Hof van Cassatie in haar arresten van 30 maart 2012.

In de zaak tussen Telenet Group NV en de Stad Mons (Bergen), heeft het Europese Hof van Justitie op 6 oktober 2015 bepaald dat de gemeentebelasting op zendpylonen voor mobiele telefonie geheven door de Stad Mons (Bergen), zoals betwist door Telenet Group NV, niet onder het toepassingsgebied van Artikel 13 van Richtlijn 2002/20/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 maart 2002 betreffende de machtiging voor elektronische communicatienetwerken en -diensten de "Machtigingsrichtlijn") en bijgevolg niet verboden is op grond van Artikel 13 van de Machtigingsrichtlijn.

Het Waalse Gewest heeft bij Decreet van 11 december 2013 (het "Waals Decreet van 2014") een jaarlijkse belasting op masten, pylonen en antennes voor mobiele operatoren ingevoerd, met ingang van 1 januari 2014. Op grond van dit Decreet, werden alle gemeentelijke belastingen op pylonen, masten en antennes in het Waalse Gewest afgeschaft. Dit Decreet laat gemeenten evenwel toe om heffingen op te leggen. De belasting bedraagt EUR 8.000 per locatie. Op grond van dit Decreet zijn alle gebruikers van 'locaties' hoofdelijk aansprakelijk ten aanzien van het Waalse Gewest voor de belasting die verband houdt met gedeelde locaties. Op 12 december 2014 werd een Waals Decreet goedgekeurd die deze belasting handhaaft voor 2015 en navolgende jaren, met hetzelfde toepassingsgebied en verschuldigde belasting (EUR 8.000 per 'locatie', met toepassing van indexatie vanaf 2015) (het "Waals Decreet van 2015"). De drie Belgische mobiele netwerkoperatoren dienden een verzoek tot nietigverklaring van deze Decreten in voor het Grondwettelijk Hof. Het Grondwettelijk Hof heeft op 16 juli 2015 het Waals Decreet van 2014 vernietigd, maar besloot om de gevolgen ervan te handhaven. Bij arrest van 25 mei 2016, heeft het Grondwettelijk Hof ook het Waals Decreet van 2015 vernietigd, zonder de gevolgen ervan te handhaven. Op 22 december 2016 hebben Telenet en de andere mobiele operatoren een dading gesloten met het Waals Gewest. Naast de betaling van een dadingsvergoeding om het geschil dat verband houdt met het Waals Decreet van 2014 te beëindigen, bevat deze dading ook een verbintenis van het Waals Gewest om geen belastingen te heffen op telecom infrastructuur en een toezegging van Telenet om 20 miljoen euro te investeren tegen 2019 naast de reeds geplande investeringen in het Waals Gewest.

Op 15 februari 2019 heeft de Vlaamse Regering een omzendbrief aangenomen met specifieke aanbevelingen voor de Vlaamse gemeenten over hoe een belastingreglement i.v.m. pylonen en masten aan te nemen op een niet discriminatoire wijze.

Telenet is van plan om alle lokale belastingen die van toepassing zijn op haar mobiele telecom uitrusting te blijven betwisten. Per 31 december 2019 heeft Telenet een provisie van €43,3 miljoen in dit verband opgenomen. Telenet en de KPN Group zijn bovendien bepaalde regresregelingen overeengekomen met betrekking tot bepaalde pyloonbelastingen (daterend van vóór 2015) in hun koopverkoopovereenkomst met betrekking tot Telenet Group (zie toelichting 5.9.1 in de geconsolideerde jaarrekening voor meer details). Het valt evenwel niet uit te sluiten dat in de toekomst andere belastingen op telecom uitrusting zullen worden opgelegd, die aanmerkelijke negatieve gevolgen kunnen hebben op Telenet.

Lucerne

Vanaf mei 2018 heeft Lucerne Capital Management LP, een aandeelhouder van Telenet Group Holding NV die een belang van 3,09% rapporteert, door middel van vaak publiek gemaakte brieven en berichten bepaalde beleidsvoorstellen aan Telenet Group Holding NV geuit, alsook bepaalde beschuldigingen gericht aan de bestuurders van Telenet, de CEO en de meerderheidsaandeelhouder, Liberty Global plc. Dergelijke voorstellen en beschuldigingen gingen ook gepaard met de (poging tot) uitoefening door Lucerne van bepaalde aandeelhoudersrechten in het kader van de vergaderingen van aandeelhouders van Telenet Group Holding NV. Op 12 november 2018 dagvaardde Lucerne Capital Management LP Telenet Group Holding NV, waarbij de Ondernemingsrechtbank werd verzocht een deskundige te benoemen om bepaalde aangelegenheden te onderzoeken met betrekking tot governance, informatie-uitwisseling en transacties met verbonden partijen, in overeenstemming met artikel 168 van het (oude) Belgisch Wetboek van Vennootschappen. Artikel 168 van het (oude) Wetboek van vennootschappen vereist dat de eiser (Lucerne) onder meer ernstige aanwijzingen aanbrengt dat het belang van de onderneming wordt geschaad of mogelijk wordt geschaad. Op 13 februari 2020 heeft de Ondernemingsrechtbank te Brussel (Nederlandstalig) besloten dat de vordering van Lucerne Capital Management LP onontvankelijk was bij gebrek aan hoedanigheid aangezien het geen aandelen houdt in Telenet Group Holding NV, en de debatten heropend om de partijen toe te staan te concluderen over

5.26.2 Andere voorwaardelijke verplichtingen

Naast de voorgaande items heeft Telenet voorwaardelijke verplichtingen gerelateerd aan zaken die voortvloeien uit de normale gang van zaken, met inbegrip van (i) juridische procedures, (ii) kwesties met betrekking tot BTW en loon, eigendom en andere belastingaangelegenheden, (iii) geschillen over bepaalde contracten en (iv) geschillen over programmering, auteursrechten en vermeende patentinfrigements. Terwijl we over het algemeen verwachten dat de bedragen die nodig zijn om aan deze onvoorziene gebeurtenissen te voldoen niet wezenlijk zullen verschillen van de voorziene bedragen. Er kan geen garantie worden gegeven dat het zich voordoen van een of meer van deze onvoorziene omstandigheden geen materiële impact zullen hebben op de bedrijfsresultaten of kasstromen van Telenet in een bepaalde periode. de ontvankelijkheid van een tussenkomst door Lucerne Capital Master Fund LP. In het bijzonder betreft het de vraag of zulke tussenkomst een 'dagvaarding' betreft zoals bedoeld in artikel 169 van het (oude) Wetboek van vennootschappen. De zaak blijft aanhanging voor de Ondernemingsrechtbank te Brussel. De Raad van Bestuur van Telenet Group Holding NV is op een constructieve manier consequent het gesprek aangegaan met Lucerne Capital, ontkent elke aantijging en stelt dat de vordering om een deskundige te benoemen niet ontvankelijk en ongegrond is in een geval zoals Telenet.

Over het algemeen genomen vanwege de complexiteit van de betrokken problemen en in bepaalde gevallen, het ontbreken van een duidelijke basis voor het voorspellen van resultaten, kunnen we niet zorgen voor een zinvolle reeks mogelijke verliezen of uitgaande kasstromen.

5.27 Verbonden partijen

Tot de verbonden partijen van de Vennootschap behoren hoofdzakelijk haar aandeelhouders die een aanzienlijke invloed kunnen uitoefenen. Zowel voor 2019 als voor 2018 betreft dit het Liberty Global Consortium. Transacties met verbonden partijen omvatten tevens transacties met Pebble Media NV, Doccle CVBA en Doccle.Up NV, Idealabs Telenet Fund NV, Recneps NV, Unit-T NV en De Vijver Media NV (voor deze laatste kwalificeren enkel de transacties van voor verwervingsdatum als transacties met verbonden partijen).

Onderstaande tabellen geven een overzicht van belangrijke verhoudingen en transacties met verbonden partijen:

5.27.1 Balans

(€ in miljoen) 31 december 2019 31 december 2018,
zoals herzien (*)
Handelsvorderingen
Liberty Global Consortium (moederonderneming) 1,7 5,9
Joint ventures (0,8)
Geassocieerde deelnemingen 7,0 11,2
Handelsschulden,toe te rekenen kosten en overige kortlopende verplichtingen
Liberty Global Consortium (moederonderneming) 11,9 10,1
Joint ventures 7,2
Geassocieerde deelnemingen 12,1 5,3
Schulden van leningen en financieringsverplichtingen
Liberty Global Consortium (moederonderneming) 0,2 12,7
Vorderingen van leningen en financieringsverplichtingen
Geassocieerde deelnemingen 1,6 1,3
Materiële vaste activa
Liberty Global Consortium (moederonderneming) 7,1 4,1
Immateriële vaste activa
Liberty Global Consortium (moederonderneming) 4,5

(*) We verwijzen naar toelichting 5.1.6 Wijzigingen in financiële verslaggeving en toelichting 5.24.2 Nextel voor gedetailleerde informatie over de finalizatie van de aankoop prijs allocatie en de alignering van de grondslagen voor de financiële verslaggeving.

De transacties met de entiteiten van het Liberty Global Consortium bestaan vooral uit de aankoop van bepaalde materiële vaste activa en andere diensten die kaderen in de normale bedrijfsvoering van Liberty Global Services B.V. In 2019 werd ook een lening terugbetaald voor ca. €13,0 miljoen.

Het aankoopbeleid van Telenet beschrijft de bijkomende maatregelen die van toepassing zijn op alle transacties met verbonden partijen. Het beleid geeft richtlijnen met betrekking tot het analyseren, documenteren en goedkeuren van deze transacties. Deze richtlijnen moeten ervoor zorgen dat alle transacties met Liberty Global consistent zijn met de besluiten van het beslissingsorgaan, in lijn met artikel 7:97 (voormalig artikel 524) van het Belgisch Wetboek van Vennootschappen.

5.27.2 Staat van het resultaat en het netto resultaat rechtstreeks verwerkt in het eigen vermogen

(€ in miljoen) Voor het jaar afgesloten
op 31 december
2019 2018, zoals
herzien (*)
Opbrengsten
Liberty Global Consortium
(moederonderneming)
0,7 1,6
Joint ventures 1,0 6,2
Geassocieerde deelnemingen 0,5 0,2
Meerwaarde op realisatie van
vaste activa aan Unit-T
Geassocieerde deelnemingen 10,5
Bedrijfskosten
Liberty Global Consortium
(moederonderneming) 1
13,2 (5,7)
Joint ventures 12,1 26,5
Geassocieerde deelnemingen 40,1 13,2

1 Inclusief doorgerekende kosten van Telenet aan Liberty Global Consortium voor een bedrag van €2,1 miljoen in 2019 en €12,1 miljoen in 2018.

(*) We verwijzen naar toelichting 5.1.6 Wijzigingen in financiële verslaggeving en toelichting 5.24.2 Nextel voor gedetailleerde informatie over de finalizatie van de aankoop prijs allocatie en de alignering van de grondslagen voor de financiële verslaggeving.

Over het algemeen omvatten kosten van Liberty Global onder andere (i) specifieke hardware (modems van derden en toegangspunten ("access points") via een groepscontract, (ii) onderhoudscontracten (software van derden via een groepsovereenkomst), (iii) treasurydiensten en (iv) marketingkosten.

De door Telenet doorgerekende kosten aan het Liberty Global Consortium houden voornamelijk verband met de personeelskosten: lokale Telenet-werknemers die werken aan het ontwerp en de ontwikkeling van een video-platform van de volgende generatie en de implementatie van bepaalde functies.

Het aankoopbeleid van de Vennootschap bevat duidelijke regels die van toepassing zijn op alle transacties met verbonden partijen. Het beleid bevat richtlijnen voor een goede beoordeling, documentatie en goedkeuring van dergelijke transacties. Deze richtlijnen dienen er voor te zorgen dat alle transacties met het Liberty Global Consortium (en andere verbonden partijen) in overeenstemming zijn met de bedrijfdsbesluitvorming, in overeenstemming met artikel 7:97 (voormalig artikel 524) van het Belgische Wetboek van vennootschappen.

De bedrijfskosten voor het jaar eindigend op 31 december 2019 bevatten €40,1 miljoen voor transacties met geassocieerde ondernemingen, een stijging van €26,9 miljoen in vergelijking tot het jaar afgesloten op 31 december 2018. De bedrijfskosten van €40,1 miljoen bestaan voornamelijk uit i) transacties met Unit-T (zie toelichting 5.7) voor €39,0 miljoen, en ii) transacties met De Vijver Media voor €12,1 miljoen (voornamelijk voor de doorrekening van productiekosten en kosten voor Digital Basic) voor de periode voor de overnamedatum. De stijging in de bedrijfskosten voor transacties met geassocieerde ondernemingen is toe te schrijven aan Unit-T, niet opgenomen in de comparatieve periode.

Bedrijfskosten resulterend uit transacties met Liberty Global Consortium bestaan voornamelijk uit de doorrekening van content kosten en content contracten (€10,8 miljoen), centraal aangekochtte onderhoudscontracten (€3,4 miljoen), tresorie diensten (€0,6 miljoen), interne audit diensten (€0,2 miljoen), personeelskosten (€0,2 miljoen), en IT kosten (€0,3 miljoen), gedeeltelijk gecompenseerd door doorgerekende technologische kosten (€-2,0 miljoen) en de doorrekening van personeelskosten (€-0,5 miljoen).

Opbrengsten gerelateerd aan transacties met Liberty Global Consortium bedroegen €0,7 miljoen voor het jaar afgesloten op 31 december 2019, wat voornamelijk gerelateerd is aan IP peering (€0,1 miljoen) en de doorrekening van auteursrechten (€0,4 miljoen).

Opbrengsten voortvloeiend uit transacties met geassocieerde ondernemingen en joint ventures bedroegen €1,5 miljoen, wat voornamelijk betrekking heeft op transacties met De Vijver Media (voor verwervingsdatum) voor productiekosten en publiciteits opbrengsten, gedeeltelijk gecompenseerd door Telenets aandeel in het resultaat (€-1,3 miljoen) voor de periode voor de overname.

5.27.3 Vergoedingen van management op sleutelposities

In het kader van deze toelichting wordt "management op sleutelposities" gedefinieerd als personeel betrokken bij de strategische richting van de Vennootschap.

(€ in miljoen) Voor het jaar afgesloten op 31
december
2019 2018, zoals
herzien (*)
Bezoldigingen en andere
personeelsvoordelen op korte termijn
7,1 7,4
Vergoedingen na uitdiensttreding 0,6 0,5
Op aandelen gebaseerde vergoedingen 9,0 10,8
16,7 18,7

(*) We verwijzen naar toelichting 5.1.6 Wijzigingen in financiële verslaggeving en toelichting 5.24.2 Nextel voor gedetailleerde informatie over de finalizatie van de aankoop prijs allocatie en de alignering van de grondslagen voor de financiële verslaggeving.

5.28 Dochtervennootschappen

5.28.1 Dochtervennootschappen

De gegevens van de Vennootschap en haar dochtervennootschappen op 31 december 2019 waren als volgt:

31 december 2019 31 december 2018
Vennootschap Ondernemings-/
Handelsregister
nummer
Maatschappelijke zetel % in
bezit
Consolidatie
methode
% in
bezit
Consolidatie
methode
Telenet Group Holding NV 0477.702.333 Neerveldstraat 107, 1200 Sint
Lambrechts-Woluwe, België
—% Moeder
maatschappij
—% Moeder
maatschappij
Telenet Group NV 0462.925.669 Neerveldstraat 107, 1200 Sint
Lambrechts-Woluwe, België
100% Integraal
geconsolideerd
100% Integraal
geconsolideerd
Telenet BVBA 0473.416.418 Liersesteenweg 4, 2800 Mechelen, België 100% Integraal
geconsolideerd
100% Integraal
geconsolideerd
Telenet Vlaanderen NV 0458.840.088 Liersesteenweg 4, 2800 Mechelen, België 100% Integraal
geconsolideerd
100% Integraal
geconsolideerd
Telenet Retail BVBA 0813.219.195 Liersesteenweg 4, 2800 Mechelen, België 100% Integraal
geconsolideerd
100% Integraal
geconsolideerd
TELENET TECTEO BIDCO NV 0835.821.779 Liersesteenweg 4, 2800 Mechelen, België 74,99% Integraal
geconsolideerd
74,99% Integraal
geconsolideerd
The Park Entertainment NV 0695.802.081 Neerveldstraat 107, 1200 Sint
Lambrechts-Woluwe, België
80,84% Integraal
geconsolideerd
100% Integraal
geconsolideerd
Coditel S.à r.l. B-112.067 283, route d'Arlon, L-8011 Strassen,
Luxemburg
100% Integraal
geconsolideerd
100% Integraal
geconsolideerd
Telenet Solutions Luxembourg
S.A.
B-73.305 11, rue de l'industrie, L-8399 Windhof,
Luxemburg
100% Integraal
geconsolideerd
100% Integraal
geconsolideerd
Telenet International Finance S.à
r.l.
B-155.066 11, rue de l'industrie, L-8399 Windhof,
Luxemburg
100% Integraal
geconsolideerd
100% Integraal
geconsolideerd
Telenet Luxembourg Finance
Center S.à r.l.
B-155.088 11, rue de l'industrie, L-8399 Windhof,
Luxemburg
100% Integraal
geconsolideerd
100% Integraal
geconsolideerd
Finance Center Telenet S.à r.l. B-165.944 11, rue de l'industrie, L-8399 Windhof,
Luxemburg
100% Integraal
geconsolideerd
100% Integraal
geconsolideerd
Ulana Business Management Ltd. 536635 Building P2, Eastpoint Business Park,
Clontarf, Dublin 3, Ireland
100% Integraal
geconsolideerd
100% Integraal
geconsolideerd
Telenet Financing USD LLC N/A 2711 Centerville Road, Suite 400,
Wilmington, Delaware 19808, United
States of America
100% Integraal
geconsolideerd
100% Integraal
geconsolideerd
Telenet Finance Luxembourg
Notes S.à r.l.
B-219.682 11, rue de l'industrie, L-8399, Luxemburg 100% Integraal
geconsolideerd
100% Integraal
geconsolideerd
De Vijver Media NV 0466.137.359 Harensesteenweg 228, 1800 Vilvoorde,
België
100% Integraal
geconsolideerd
50% Vermogens
mutatie
Décor Oyenbrug BVBA 0424.977.784 Harensesteenweg 228, 1800 Vilvoorde,
België
100% Integraal
geconsolideerd
(*)
Desert Fishes NV 0455.597.122 Harensesteenweg 228, 1800 Vilvoorde,
België
100% Integraal
geconsolideerd
(*)
EBS International NV 0451.845.202 Harensesteenweg 228, 1800 Vilvoorde,
België
100% Integraal
geconsolideerd
(*)
SBS Belgium NV 0473.307.540 Harensesteenweg 228, 1800 Vilvoorde,
België
100% Integraal
geconsolideerd
(*)
SBS Sales Belgium NV 0456.631.755 Harensesteenweg 228, 1800 Vilvoorde,
België
100% Integraal
geconsolideerd
(*)
Loft International BV 0836.155.638 Harensesteenweg 228, 1800 Vilvoorde,
België
100% Integraal
geconsolideerd
(*)
Native Nation BVBA 0651.632.241 Doornelei 1, 2018 Antwerpen, België 100% Integraal
geconsolideerd
(*)
Stream32 BVBA 0724.570.994 Doornelei 1, 2018 Antwerpen, België 100% Integraal
geconsolideerd
(*)
T.T.T.I BVBA 0448.196.715 Harensesteenweg 228, 1800 Vilvoorde,
België
100% Integraal
geconsolideerd
(*)
Woestijnvis NV 0460.337.749 Harensesteenweg 228, 1800 Vilvoorde,
België
100% Integraal
geconsolideerd
(*)
The New Flemish Primitives NV 0834.756.660 Huart Hamoirlaan 107, 1030 Schaarbeek,
België
100% Integraal
geconsolideerd
(*)
TelelinQ NV 0463.524.495 Koralenhoeve 15, 2160 Wommelgem,
Belgium

(**)
100% Integraal
geconsolideerd
Nextel NV 0424.980.061 Koralenhoeve 15, 2160 Wommelgem,
Belgium

(**)
100% Integraal
geconsolideerd
Nextel Telecom Solutions NV 0810.358.190 Lozenberg 9, 1932 Sint-Stevens-Woluwe,
Belgium

(**)
100% Integraal
geconsolideerd
TelelinQ D&F NV 0447.617.584 Koralenhoeve 15, 2160 Wommelgem,
Belgium

(**)
100% Integraal
geconsolideerd
Coditel Brabant SPRL 0403.107.452 Rue des deux Eglises 26, 1000 Brussels,
Belgium

(**)
100% Integraal
geconsolideerd

(*) De dochtervennootschappen van De Vijver Media werden per 31 december 2018 geconsolideerd op het niveua van De Vijver Media NV, en als dusdanig erkend door de Vennootschap via de vermogensmutatiemethode.

(**) Per 31 december 2019 waren TelelinQ NV en al haar dochtervennootschappen, alsook Coditel Brabant SPRL gefusioneerd met Telenet BVBA.

De organisatiestructuur op 31 december 2019 was als volgt:

5.28.2 Overige geconsolideerde bedrijven

Vennootschap Handelsregisternu
mmer
Adres % in bezit Consolidatie
methode
Telenet Finance VI Luxembourg S.C.A. (1) RCS B.171.030 11, rue de l'industrie, L-8399
Windhof, Luxemburg
0% Integraal
geconsolideerd
Telenet Finance BV (2) 0628.452.013 Liersesteenweg 4, 2800 Mechelen,
België
0% Integraal
geconsolideerd

(1) Telenet Finance VI Luxembourg S.C.A. werd opgericht op 14 augustus 2012 als een special purpose financieringsvennootschap met als voornaamste doel de uitgifte van één of meer High Yield Obligaties. Deze vennootschap werd opgericht op vraag van de Telenet Groep, naar Luxemburgs recht, en wordt 99,99% gehouden door een Nederlandse stichting, genaamd Stichting Telenet Finance VI Luxembourg en 0,01% door Telenet Finance VI S.à.r.l., een 100% dochtervennootschap van dezelfde Stichting. De Indenture(s) m.b.t. de obligatieuitgiften zal/zullen de Uitgever verbieden andere activiteiten aan te gaan dan enkele zeer gelimiteerde toegelaten activiteiten. De opzet van de SPE voor de uitgifte van de High Yield Obligatie(s) is uitgetekend om op een vooraf bepaalde wijze te werken, zodanig dat geen enkele entiteit expliciete beslissingsmacht heeft over de activiteiten van de SPE na de oprichting (d.i. deze werkt op 'autopilot'). Nagenoeg alle rechten, verplichtingen en aspecten van activiteiten die te controleren zijn, zijn op voorhand vastgelegd en beperkt door contractuele bepalingen, gedefinieerd en vastgelegd bij de oprichting. Er werd besloten dat de Vennootschap beslissingsmacht heeft over de SPE, afhankelijk is van of recht heeft of variabele opbrengsten uit haar betrokkenheid bij de SPE en het vermogen bezit deze opbrengsten via haar beslissingsmacht te beïnvloeden. Daarom werd geconcludeerd dat Telenet Group Holding de SPE moet consolideren, die werd gecreëerd om de High Yield Obligatie(s) uit te geven.

(2) Telenet Finance BV werd opgericht op 27 maart 2015 als een financieringsvennootschap ("finco") met als voornaamste doel om rechtstreeks aan consumenten handset financiering aan te bieden. Deze entiteit werd op verzoek van de Telenet Group opgericht naar Belgisch recht en haar aandelen worden voor 99% aangehouden door Global Handset Finco Limited en voor 1% door Liberty Global Europe 2 Limited. Vastgesteld werd dat de Vennootschap controle heeft over de Finco blootstelling of de rechten op variabele rendementen ingevolge haar betrokkenheid bij de Finco en de mogelijkheid heeft om deze rendementen te beïnvloeden door middel van haar controle, waardoor werd besloten dat Telenet Group Holding de gecreëerde Finco dient te consolideren om de handset financiering te kunnen uitoefenen voor de Telenet Group. Telenet Finance is in de loop van 2018 gestopt met het aanbieden leningen. Nog lopende leningsovereenkomsten zullen worden beheerd door Telenet Finance tot de einddatum ervan.

5.29 Leaseovereenkomsten

5.29.1 Impact van IFRS 16 Leaseovereenkomsten

Vanaf 1 januari 2019 heeft de Vennootschap IFRS 16 Leaseovereenkomsten aangenomen zoals vermeld in haar Jaarverslag 2018 (zie Sectie 5.2.20 - Toekomstige vereisten). Bij de toepassing van IFRS 16 heeft de Vennootschap nieuwe activa en verplichtingen opgenomen voor die huurovereenkomsten die onder vroegere IFRS waarderingsgrondslagen geclassificeerd werden als operationele leases, zijnde (i) sites en masten, (ii) gebouwen, (iii) rollend materieel, en (iv) fiber netwerk.

IFRS 16 heeft ook de aard van de kosten in verband met deze huurovereenkomsten veranderd aangezien de Vennootschap voortaan een afschrijvingslast voor gebruiksrechten en rentelasten op leaseverplichtingen erkent. Voorheen erkende de Vennootschap operationele huurlasten op lineaire basis over de leaseperiode en erkende ze alleen activa en verplichtingen voor zover er een tijdsverschil was tussen de daadwerkelijke leasebetalingen en de erkende kosten.

Bovendien erkent de Vennootschap niet langer voorzieningen voor leases die volgens haar als verlieslatend worden beschouwd. In plaats daarvan neemt de Vennootschap de betalingen die in het kader van de leaseovereenkomst verschuldigd zijn, op onder haar huurverplichtingen.

De toepassing van IFRS 16 had een impact op de materiële vaste activa van de Vennootschap die per 31 december 2019 activa voor gebruiksrechten bevatten voor een totaal bedrag van €139,0 miljoen. De toevoegingen van activa voor gebruiksrechten in 2019 bedroegen €14,1 miljoen. De afschrijvingskosten en aangroeikosten voor het jaar eindigend op 31 december 2019 bedroegen respectievelijk €42,5 miljoen en €4,2 miljoen.

In toelichting 5.26.3 Operationele leaseovereenkomsten van de geconsolideerde jaarrekening van 2018 werden de toekomstige minimale leasebetalingen onder niet-opzegbare operationele leaseovereenkomsten per 31 december 2018 gerapporteerd voor een bedrag van €84,1 miljoen. Een aansluiting tussen de eerder genoemde niet-opzegbare leaseverplichtingen en de leaseverplichting zoals opgenomen in de openingsbalans van 1 januari 2019 na de toepassing van IFRS 16 wordt gegeven in de onderstaande tabel:

(€ in miljoen)
Operationele lease verplichtingen per 31 december 2018
(Toelichting 5.26.3)
84,1
Operating lease verplichtingen per 31 december 2018, maar
ingaand na 1 januari 2019 (*)
(1,7)
Niet-opzegbare lease verplichtingen met uitzondering van
leases ingaand na 1 januari 2019
82,4
Impact van de verwachte einddatum (**) 99,6
Impact van de discontering (18,9)
Bestaande financiële lease verplichtingen per 31 december
2018, herzien (***)
410,9
Lease verplichtingen per 1 januari 2019 574,0
  • (*) De operationele leaseverplichtingen zoals gerapporteerd per 31 december 2018 omvatten verplichtingen voor contracten waarvoor het actief pas beschikbaar zou zijn in de loop van 2019. Onder IFRS 16 moeten leases worden opgenomen wanneer ze beschikbaar zijn voor gebruik.
  • (**) Onder IAS 17 vertegenwoordigde de leaseperiode de minimale niet-opzegbare periode. Onder IFRS 16 wordt de leasetermijn gedefinieerd als de minimale niet-opzegbare periode, samen met:
    • periodes die vallen onder een optie om de lease te verlengen wanneer de huurder redelijk zeker is dat hij die optie zal uitoefenen, en
    • periodes die vallen onder een optie om de huurovereenkomst te beëindigen wanneer de huurder redelijk zeker is dat hij die optie niet zal uitoefenen.

Met betrekking tot de leaseverplichtingen voor het huren van een site heeft de Vennootschap de toepasselijke opzegtermijn van 6 maanden toegepast om de minimale niet-opzegbare periode onder IAS 17 te bepalen.

(***) We verwijzen naar toelichting 5.22.2 en 5.1.6 voor gedetailleerde informatie over de impact van de voltooiing van de toewijzing van de

aankoopprijs en de aanpassing van het boekhoudbeleid aan de overname van Nextel.

Bij het meten van leaseverplichtingen op het moment van de eerste toepassing van IFRS 16, heeft de Vennootschap de leasebetalingen verdisconteerd met behulp van de incrementele rentevoet op 1 januari 2019. De toegepaste gewogen gemiddelde incrementele rentevoet bedroeg 3,0%.

Het effect van de toepassing van IFRS 16 op de geconsolideerde balans van de onderneming en haar geconsolideerde winst- en verliesrekening is samengevat in de onderstaande tabel:

(€ in miljoen) 31 december 2019 Aanpassingen
IFRS 16
31 december 2019
zonder toepassing van
IFRS 16
Activa
Vaste activa:
Materiële vaste activa 2.366,8 (139,0) 2.227,8
Goodwill 1.874,6 1.874,6
Overige immateriële activa 790,3 790,3
Uitgestelde belastingsvorderingen 261,4 261,4
Deelnemingen in en leningen aan geassocieerde deelnemingen 16,3 16,3
Overige investeringen 6,1 6,1
Derivaten 55,3 55,3
Handelsvorderingen
Overige activa 27,9 27,9
Totaal vaste activa 5.398,7 (139,0) 5.259,7
Vlottende activa:
Voorraden 25,2 25,2
Handelsvorderingen 204,5 204,5
Overige vlottende activa 130,4 3,8 134,2
Geldmiddelen en kasequivalenten 101,4 101,4
Derivaten 61,7 61,7
Totaal vlottende activa 523,2 3,8 527,0
Totaal activa 5.921,9 (135,2) 5.786,7
(€ in miljoen) 31 december 2019 Aanpassingen
IFRS 16
31 december 2019
zonder toepassing van
IFRS 16

Eigen vermogen en verplichtingen

Eigen vermogen:

Geplaatst kapitaal 12,8 12,8
Uitgiftepremies 80,7 80,7
Overige reserves 695,7 695,7
Overgedragen verlies (2.287,8) 1,7 (2.286,1)
Herwaarderingen (13,5) (13,5)
Eigen vermogen toe te rekenen aan de eigenaars van de
vennootschap
(1.512,1) 1,7 (1.510,4)
Minderheidsbelangen 25,1 25,1
Totaal eigen vermogen (1.487,0) 1,7 (1.485,3)

Langlopende verplichtingen:

Leningen en overige financieringsverplichtingen 5.206,0 (99,9) 5.106,1
Derivaten 261,4 261,4
Over te dragen opbrengsten 3,8 3,8
Uitgestelde belastingverplichtingen 172,4 172,4
Overige schulden 63,1 63,1
Voorzieningen 17,6 17,6
Totaal langlopende verplichtingen 5.724,3 (99,9) 5.624,4

Kortlopende verplichtingen:

Leningen en overige financieringsverplichtingen 527,0 (40,4) 486,6
Handelsschulden 247,7 247,7
Toe te rekenen kosten en overige kortlopende verplichtingen 418,4 3,4 421,8
Voorzieningen 70,9 70,9
Over te dragen opbrengsten 107,8 107,8
Derivaten 69,5 69,5
Kortlopende belastingschuld 243,3 243,3
Totaal kortlopende verplichtingen 1.684,6 (37,0) 1.647,6
Totaal verplichtingen 7.408,9 (136,9) 7.272,0
Totaal eigen vermogen en verplichtingen 5.921,9 (135,2) 5.786,7
(€ in miljoen)
31 december 2019 Aanpassingen
IFRS 16
31 december 2019
zonder toepassing
van IFRS 16

Winst over de verslagperiode

Opbrengsten 2.583,9 2.583,9
Kostprijs van geleverde diensten (1.353,3) (1.353,3)
Brutowinst 1.230,6 1.230,6
Verkoop-, algemene en beheerskosten (545,1) (2,5) (547,6)
Resultaten uit bedrijfsactiviteiten 685,5 (2,5) 683,0
Financiële opbrengsten 24,7 24,7
Netto interestopbrengsten en wisselkoerswinsten 0,8 0,8
Netto winst op afgeleide financiële instrumenten 23,9 23,9
Financiële kosten (356,9) 4,2 (352,7)
Netto interestkosten, wisselkoersverliezen en overige financiële kosten (307,4) 4,2 (303,2)
Verlies bij vervroegde aflossing van schulden (49,5) (49,5)
Netto financiële kosten (332,2) 4,2 (328,0)
Aandeel in het resultaat van geassocieerde deelnemingen (0,9) (0,9)
Bijzondere waardevermindering op deelnemingen in geassocieerde
deelnemingen
Winst op verkoop van activa aan een joint venture 0,1 0,1
Winst vóór belastingen 352,5 1,7 354,2
Belastingen (117,9) (117,9)
Winst over de verslagperiode 234,6 1,7 236,3

(€ in miljoen)

Geconsolideerd kasstroomoverzicht 31 december 2019

Aanpassingen IFRS 31 december 2019
zonder toepassing
16 van IFRS 16

Kasstroom uit bedrijfsactiviteiten:

Winst over de periode 234,6 1,7 236,3
Aanpassingen voor:
Afschrijvingen, bijzondere waardeverminderingen en
herstructureringen
681,3 (39,2) 642,1
Winst op verkoop van materiële vaste activa en overige immateriële
activa
(1,9) (1,9)
Winstbelastingen 117,9 117,9
Mutatie waardevermindering dubieuze debiteuren 2,1 2,1
Winst op verkoop van activa aan een joint venture (0,1) (0,1)
Netto interestopbrengsten en wisselkoerswinsten (0,8) (0,8)
Netto interestkosten, wisselkoersverliezen en overige financiële kosten 307,3 (4,2) 303,1
Netto winst op derivaten (23,8) (23,8)
Verlies bij vervroegde aflossing van schulden 49,5 49,5
Aandeel in het resultaat van geassocieerde ondernemingen 0,9 0,9
Terugneming bijzondere waardevermindering op deelnemingen in
geassocieerde deelnemingen
Op aandelen gebaseerde vergoeding 13,0 13,0
Mutatie in:
Handelsvorderingen 24,6 24,6
Overige activa 4,8 (4,3) 0,5
Over te dragen opbrengsten 1,7 1,7
Handelsschulden 24,3 24,3
Overige verplichtingen 31,5 31,5
Toe te rekenen kosten en overige kortlopende verplichtingen 26,0 3,4 29,4
Betaalde interesten (241,1) 4,2 (236,9)
Ontvangen interesten 0,1 0,1
Betaalde winstbelastingen (159,4) (159,4)
Nettokasstroom uit bedrijfsactiviteiten 1.092,5 (38,4) 1.054,1
(€ in miljoen)
31 december 2019 Aanpassingen IFRS
16
31 december 2019
zonder toepassing
van IFRS 16

Kasstroom uit investeringsactiviteiten:

0,8 0,8
(19,6) (19,6)
(1,3) (1,3)
(150,2) (150,2)
(261,7) (261,7)

Kasstroom uit financieringsactiviteiten:

Aflossing van leningen en overige financieringsverplichtingen (1.215,6) (1.215,6)
Ontvangsten uit opname van leningen en overige
financieringsverplichtingen
815,9 815,9
Aflossing van leningen aan verbonden partijen (13,0) (13,0)
Betaling uit hoofde van financiële leaseverplichtingen (73,8) 38,4 (35,4)
Betaling van transactiekosten bij uitgifte van leningen (1,4) (1,4)
Betaling voor vervroegde beeïndiging van leningen (45,5) (45,5)
Inkoop eigen aandelen (101,0) (101,0)
Verkoop eigen aandelen 49,6 49,6
Betaling van kapitaalverminderingen en dividenden (62,8) (62,8)
Ontvangsten uit kapitaaltransacties met minderheidsaandeelhouders 0,3 0,3
Nettokasstroom gebruikt in financieringsactiviteiten (647,3) 38,4 (608,9)
Netto toename in geldmiddelen en kasequivalenten 13,2 13,2
Geldmiddelen en kasequivalenten
per 1 januari 88,2 88,2
per 31 december 101,4 101,4

5.29.2 Leases waarbij de Vennootschap huurder is

Onderstaande tabel geeft een overzicht van de financiële leaseverplichtingen:

(€ in miljoen) Totale minimale toekomstige
leasebetalingen
Interest Minimale toekomstige
leasebetalingen
31 december
2019
31 december
2018, herzien
(*)
31 december
2019
31 december
2018, herzien
(*)
31 december
2019
31 december
2018, herzien
(*)
Op ten hoogste één jaar 139,0 71,8 33,5 23,9 105,5 47,9
Van twee tot en met vijf jaar 325,6 246,5 73,1 67,5 252,5 179,0
Na vijf jaar 257,1 229,5 45,9 45,5 211,2 184,0
Totaal minimum leasebetalingen 721,7 547,8 152,5 136,9 569,2 410,9

Onderstaande tabel vat de verplichtingen per type financiële leaseverplichting samen:

(€ in miljoen) Totale minimale toekomstige
leasebetalingen
Interest Minimale toekomstige
leasebetalingen
31 december
2019
31 december
2018, herzien
(*)
31 december
2019
31 december
2018, herzien
(*)
31 december
2019
31 december
2018, herzien
(*)
Canon 547,2 524,9 138,1 134,7 409,1 390,2
Sites en masten 110,3 8,9 101,4
Onroerende goederen 49,3 13,0 4,7 1,4 44,6 11,6
Rollend materieel 9,3 9,9 0,3 0,8 9,0 9,1
'Dark fiber' 5,6 0,5 5,1
Totaal minimum leasebetalingen 721,7 547,8 152,5 136,9 569,2 410,9

(*) We verwijzen naar toelichting 5.1.6 Wijzigingen in financiële verslaggeving en 5.24.2 Nextel voor gedetailleerde informatie van de impact van de voltooiing van de toewijzing van de totale koopprijs ("PPA"), en de alignering van de grondslagen voor de financiële verslaggeving van de Nextel-overname.

Voor het jaar eindigend op 31 december 2019 heeft de Vennootschap rentelasten op leaseverplichtingen erkend voor een totaal bedrag van €27,0 miljoen.

De Vennootschap heeft geen materiële huurovereenkomsten op korte termijn, noch huurovereenkomsten die immateriële bedragen vertegenwoordigen.

Voor het jaar eindigend op 31 december 2019 bedroeg de totale uitgaande kasstroom voor leaseovereenkomsten €73,8 miljoen (2018: €45,2 miljoen). De Vennootschap heeft geen leaseovereenkomsten met variabele leasebetalingen.

Sommige huurovereenkomsten met betrekking tot gebouwen en sites bevatten opties tot verlenging die door de Vennootschap kunnen worden uitgeoefend. De Vennootschap heeft bepaald dat de opties niet 'redelijk zeker' zijn om te worden uitgeoefend en derhalve niet in aanmerking worden genomen bij het bepalen van de leaseperiode.

(€ in miljoen) Erkende
leasverplichtingen
Mogelijke toekomstige
leasebetalingen niet
opgenomen in de
erkende
leaseverplichtingen
Gebouwen 44,6 29,5
Huur van sites 101,4 145,4
146,0 174,9

Canon-, Clientèle- en Annuïteitenovereenkomsten

In 1996 verwierf de Vennootschap de exclusieve gebruiksrechten om één-op-één diensten, met inbegrip van breedbandinternet en telefoniediensten, aan te bieden alsook het recht om deels de capaciteit van het breedbandnetwerk te gebruiken dat in eigendom was en gecontroleerd werd door de Zuivere Intercommunales ("PICs"). In ruil voor deze toegang tot een deel van het PICs netwerk betaalde de Vennootschap zogenaamde Clientèle- en Annuïteitenvergoedingen. De contante waarde van de te betalen Clientèle- en Annuïteitenvergoedingen over de eerste 20 jaar (zijnde de gebruiksduur van de activa met de langste levensduur die onderdeel waren van de HFCupgrade) werden initieel erkend als netwerkgebruiksrechten onder immateriële activa en werden afgeschreven over 10 of 20 jaar in functie van de gebruiksduur van de onderliggende activa die samen behoren tot de HFC-upgrade.

Na de afronding van de overname van Interkabel in 2008 verwierf de Vennootschap de economische eigendom en controle over het volledige netwerk en behield daarenboven ook de verplichting tot het betalen van de Clientèlevergoeding voor de jaren 21 tot 50 onder de bestaande Clientèleovereenkomst. Als gevolg heeft de Vennootschap het gebruiksrecht op de volledige capaciteit van het PICs netwerk. De termijn van de Canonleaseovereenkomst bedraagt 38 jaar, waarvan nog 27 jaar overbleef per einde 2019. Onder deze overeenkomst betaalt de Vennootschap periodieke vergoedingen voor de Canonlease, die samen met de Clientèle- en Annuïteitenvergoedingen, volledige toegang tot het PICs netwerk garanderen. De activa die geactiveerd worden onder de Canonovereenkomst worden afgeschreven over een periode van 15 jaar. De volledige gebruiksrechten onder de Canon-, Clientele- en Annuïteitsvergoedingen worden sinds oktober 2008 opgenomen als materiële vaste activa (zie toelichting 5.4).

Voor de bijkomende gebruiksrechten op het netwerk van de PICs, die in het kader van de Canonovereenkomst werden overgenomen, werd er een contractuele interestvoet afgesproken die op dat ogenblik gunstiger was dan de marktrente. Als gevolg werd deze gunstige component afgezonderd in de toewijzing van de aankoopprijs en netto erkend van de verplichting van de onderliggende bestaande Canonleaseverplichting. De gunstige "out-of-market" component op de toekomstige Canonleaseverplichtingen, die als onderdeel van de bedrijfscombinatie werd verworven, werd opgenomen als netwerkgebruiksrechten onder immateriële vaste activa (zie toelichting 5.6).

Voor het jaar eindigend op 31 december 2019 bedroeg de gemiddelde reële interestvoet voor de drie hierboven vermelde vergoedingen 6,25% (2018: 6,18%).

De Clientèlevergoedingen die na het 20e jaar verschuldigd zijn, worden opgenomen als niet-lease gerelateerde schulden.

Per 31 december 2019 en 2018 kunnen de uitstaande verplichtingen betreffende de Interkabelovereenkomsten, alsook de nettoboekwaarde van de immateriële activa, als volgt samengevat worden:

(€ in miljoen) 31 december 2019 31 december 2018,
zoals herzien (*)
Uitstaande leaseverplichtingen Annuity / Cliëntele / Canon
Annuïteitenovereenkomst 5,0 5,0
Canon overeenkomst 398,0 385,5
Gunstige voorwaarden van leaseverplichtingen als onderdeel van een bedrijfscombinatie
verworven - initiële Canon leaseverplichtingen
(0,5) (1,1)
402,5 389,4
Uitstaande niet-lease gerelateerde Clientele verplichting
Clientèlevergoeding > 20 jaar 125,3 124,7
Immateriële activa m.b.t. de Canon overeenkomst
Gunstige voorwaarden van leaseverplichtingen als onderdeel van een bedrijfscombinatie
verworven - toekomstige Canon leaseverplichtingen
16,3 16,7

(*) We verwijzen naar toelichting 5.1.6 Wijzigingen in financiële verslaggeving en toelichting 5.24.2 Nextel voor gedetailleerde informatie over de finalizatie van de aankoop prijs allocatie en de alignering van de grondslagen voor de financiële verslaggeving.

Overige leases

De Vennootschap huurt bepaalde activa, zoals gebouwen, voertuigen en dark fiber. Voor het jaar eindigend op 31 december 2019 bedroeg de gemiddelde reële interestvoet 3,55% (2018: 3,65%). Voor alle leases wordt een vast terugbetalingschema bepaald, en er zijn geen overeenkomsten afgesloten die voorwaardelijke huurbetalingen omvatten.

Met betrekking tot bepaalde specifieke transacties draagt de Vennootschap (handelend als 'verkoper-huurder') een actief over aan een andere entiteit ('koper-verhuurder') dat vervolgens door de Vennootschap wordt teruggehuurd. De Vennootschap heeft bepaald dat, overeenkomstig IFRS 15, deze transactie niet voldoet aan een prestatieverplichting aangezien de controle over de onderliggende activa niet aan de koper-verhuurder wordt overgedragen. Als gevolg hiervan worden deze transacties geboekt als een financieringstransactie.

5.29.3 Leases waarbij de Vennootschap verhuurder is

Financiële leases

Bepaalde aanbiedingen voor zakelijke klanten met betrekking tot op maat gemaakte apparatuur kwalificeren als lease-overeenkomsten van fabrikanten of dealers. Met betrekking tot deze financiële leases erkent de Vennootschap bij aanvang van de leaseovereenkomst (i) opbrengsten, (ii) verkoopkosten, en (iii) verkoopwinsten in overeenstemming met haar beleid voor rechtstreekse verkopen. Op de ingangsdatum van de leaseovereenkomst erkent de Vennootschap voor deze activa onder financiële lease een vordering voor een bedrag dat gelijk is aan de netto-investering in de leaseovereenkomst.

Operationele leases

Overeenkomsten voor het delen van sites waarbij andere operatoren de masten gebruiken die eigendom zijn van Telenet, bevatten een lease waarvan werd vastgesteld dat het operationele leases zijn. Als gevolg hiervan wordt de onderliggende waarde van het actief niet uit de balans gehaald door de Vennootschap. Toekomstige contractuele huurbetalingen van de huurder worden over de leaseperiode als baten en vorderingen opgenomen naarmate de betalingen te ontvangen zijn. In sommige gevallen worden overeenkomsten voor het delen van sites vooraf aangerekend voor de gehele leaseperiode. In een dergelijk geval wordt dit opgenomen als uitgestelde lease-inkomsten.

De lease-inkomsten uit leasecontracten waarbij de Vennootschap verhuurder is, kunnen als volgt worden samengevat:

(€ in miljoen) Voor het jaar
eindigend op
31 december
2019
Financiële leases 2,5
Operationele leases 3,1
Total lease income 5,6

Per 31 december 2019 bevatte de balans van de Vennootschap de volgende leasevorderingen en uitgestelde opbrengsten:

(€ in miljoen) Leasevorderingen Over te
dragen
opbrengsten
Financiële
leases
Operationele
leases
Operationele
leases
Op ten hoogste
één jaar
2,7 1,7 0,2
Kortlopende
leasevorderingen /
over te dragen
opbrengsten
2,7 1,7 0,2
Van één tot
twee jaar
1,5 0,2
Van twee tot
drie jaar
1,4 0,2
Van drie tot vier
jaar
1,2 0,2
Vijf jaar of meer 0,5 1,7
Langlopende
leasevorderingen /
over te dragen
opbrengsten
4,6 2,3
Totaal
leasevorderingen /
over te dragen
opbrengsten
7,3 1,7 2,5

5.29.4 Activa voor gebruiksrechten

De Vennootschap huurt bepaalde activa, waaronder het Canonnetwerk, verhuur van terreinen, gebouwen, voertuigen en dark fiber. Informatie met betrekking tot de boekwaarde, de afschrijvingskosten en de toevoegingen van de onderliggende activa voor gebruiksrechten voor het jaar eindigend op 31 december 2019 wordt weergegeven in de onderstaande tabel:

Boekwaarde van activa voor gebruiksrechten opgenomen onder materiële vaste activa
(€ in miljoen) Terreinen,
gebouwen en
verbeteringen
aan gehuurde
gebouwen
Netwerk Meubilair,
uitrusting en
rollend materiaal
Totaal
31 december 2018, zoals herzien (*) 16,1 341,1 9,6 366,8
Financiële impact van IFRS 16 op de openingsbalans 36,9 123,0 3,9 163,8
1 januari 2019 53,0 464,1 13,5 530,6
31 december 2019 42,8 449,5 12,1 504,4
Afschrijvingen
voor het jaar eindigend op 31 december 2019
17,1 67,5 5,7 90,3
Toevoegingen aan de activa voor gebruiksrechten
voor het jaar eindigend op 31 december 2019 3,3 54,4 3,6 61,3

(*) We verwijzen naar toelichting 5.1.6 Wijzigingen in financiële verslaggeving en toelichting 5.24.2 Nextel voor gedetailleerde informatie over de finalizatie van de aankoop prijs allocatie en de alignering van de grondslagen voor de financiële verslaggeving.

5.30 Gebeurtenissen na balansdatum

Corona virus (COVID-19)

Ten gevolge van de COVID-19 pandemie heeft Telenet haar crisisteam geactiveerd. Dit team volgt de evolutie van de verdere uitbraak van het virus dagelijks op. Telenet stemt haar maatregelen en communicatie eveneens af op het advies van het Liberty Global crisisteam.

Om de impact van het virus op de werking van Telenet te beperken, werden reeds verschillende voorzorgsmaatregelen genomen op de volgende gebieden:

  • Veiligheid van de medewerkers (o.a. reisbeperkingen, maatregelen met betrekking tot hygiëne, uitbreiding van thuiswerk, enz)
  • Supply chain (o.a. opvolging van leveringen die in gedrang kunnen komen, om belangrijke onderbrekingen in de kritische supply chain processen te vermijden)
  • Operationele activiteiten (o.a. het opsplitsen van afdelingen die kritische taken uitvoeren om de continue beschikbaarheid van deze afdelingen te kunnen garanderen)

Het crisisteam van Telenet beoordeelt dagelijks in welke mate bijkomende maatregelen noodzakelijk zijn.

Geslaagde uitgifte van een nieuwe termijnlening op 8,25 jaar van USD 2.295 miljoen en een nieuwe termijnlening op 9,25 jaar van € 1.110 miljoen

In januari 2020 gaf Telenet met succes een nieuwe termijnlening op 8,25 jaar van USD 2.295 miljoen uit ('Faciliteit AR') en een nieuwe termijnlening op 9,25 jaar van € 1.110 miljoen ('Faciliteit AQ'). Telenet heeft de netto opbrengst van deze uitgiften gebruikt voor de volledige aflossing van de vorige termijnleningen AN en AO van respectievelijk USD 2.295 miljoen en € 1.110 miljoen. Deze herfinanciering vond plaats op 31 januari 2020.

Met deze hefboom-neutrale transacties is Telenet erin geslaagd om de rentevoet op beide leningen met 25 basispunten te verlagen, wat het profiel van de vrije kasstroom van de Vennootschap verder zal versterken na de herfinanciering in oktober 2019 van de 4,875% Senior Secured Notes die in 2027 vervallen. Tegelijkertijd verbeterde Telenet haar schuldvervalprofiel verder, van de huidige 7,4 jaar naar 8,5 jaar. De kortlopende verplichtingen voor het leveranciers-kredietprogramma buiten beschouwing gelaten, heeft de Vennootschap geen vervallende schulden voor maart 2028.

Telenet Financing USD LLC is de ontlenende entiteit onder Faciliteit AR, met (i) een rentevoet van 2,0% boven de LIBOR, (ii) een minimale rente van 0% LIBOR en (iii) een looptijd tot 30 april 2028. Faciliteit AR werd met succes tegen 99,75% uitgegeven. Telenet International Finance S.à r.l. is de ontlenende entiteit onder Faciliteit AQ, met (i) een rentevoet van 2,25% boven de EURIBOR, (ii) een minimale rente van 0% EURIBOR en (iii) een looptijd tot 30 april 2029. Faciliteit AQ werd met succes tegen pari uitgegeven.

De raad van bestuur van Telenet stelt de Algemene Aandeelhoudersvergadering van april 2020 een bruto slotdividend van € 1,3050 per aandeel voor

De raad van bestuur stelt een bruto slotdividend van € 1,3050 per aandeel, het equivalent van € 143,2 miljoen, voor aan haar aandeelhouders tijdens de gewone Algemene Aandeelhoudersvergadering in april 2020. Als dit slotdividend wordt goedgekeurd, zal het begin mei 2020 worden uitbetaald. Het voorgestelde bruto slotdividend is gebaseerd op 109.733.247 dividendgerechtigde aandelen op 20 maart 2020, met uitsluiting van 4.923.538 niet-dividendgerechtigde eigen aandelen. De som van het tussentijdse en het slotdividend (bruto) bedraagt € 1,8750 per aandeel, het equivalent van een totaal van € 206,0 miljoen.

De raad van bestuur van Telenet keurt een Aandeleninkoopprogramma 2020 goed voor maximaal 1,1 miljoen uitstaande aandelen voor een maximaal bedrag van € 55,0 miljoen

Als aanvulling van het totale over het boekjaar 2019 uitgekeerde dividend heeft de raad van bestuur ook een nieuw aandeleninkoopprogramma voor maximaal € 55,0 miljoen goedgekeurd (het 'Aandeleninkoopprogramma 2020') dat eind februari 2020 zal ingaan. In het kader van dit programma mag Telenet tot 31 oktober 2020 voor maximaal € 55,0 miljoen maximaal 1,1 miljoen eigen gewone aandelen inkopen. De inkopen van eigen aandelen zullen plaatsvinden volgens de voorwaarden die werden goedgekeurd door de buitengewone algemene aandeelhoudersvergadering van de Vennootschap op 24 april 2019. Ze zullen worden gebruikt om de toekomstige verplichtingen in de aandelenoptieplannen van de Vennootschap te dekken. We zullen zowel onze huidige als toekomstige verplichtingen in het kader van dergelijke plannen voortdurend in het oog houden met het oog op het aanhouden van een adequaat aantal eigen aandelen waarbij het overschot voor vernietiging in aanmerking komt zoals in april en december 2019.

De raad van bestuur stelt de schrapping van 814.966 eigen aandelen voor aan de volgende Buitengewone Aandeelhoudersvergadering in april

De raad van bestuur stelt voor aan de volgende Buitengewone Aandeelhoudersvergadering om 814.966 eigen aandelen te schrappen. Dit voorstel is consistent met het beleid van Telenet om een adequaat niveau van eigen aandelen aan te houden om te voldoen aan de verplichtingen van de Vennootschap onder de langetermijnvergoedingsplannen. Als dit voorstel wordt goedgekeurd, dan zal het totale aantal uitstaande aandelen dalen van 114.656.785 tot 113.841.819.

DPG Media en Telenet slaan de handen in elkaar voor een nieuwe video streaming service

Op 12 februari 2020 kondigden DPG Media en Telenet aan de intentie te hebben om samen een volwaardig streamingaanbod met lokale en internationale content te lanceren via een joint venture tussen de twee bedrijven. Via deze joint venture beogen beide partijen maximaal in te spelen op het veranderende kijkgedrag en een lokaal alternatief te bieden in de wereld van streamingdiensten. Telenet en DPG Media verwachten dat het nieuwe bedrijf actief zal zijn in het najaar van 2020, na goedkeuring door de mededingingsautoriteiten.

Eltrona neemt de activiteiten in Luxemburg over van SFR-Coditel, eigendom van Telenet

Op 25 februari 2020 kondigden Eltrona en Telenet aan dat Eltrona Interdiffusion SA, de kabelmaatschappij uit Luxemburg, via een fusie de activiteiten in Luxemburg zal overnemen van SFR-Coditel, dat eigendom is van Telenet. Deze fusie, die gepaard gaat met de uitgifte van nieuwe aandelen voor Telenet, bezegelt het strategische partnership tussen de aandeelhouders van Eltrona en Telenet. Tegelijk besloot de groep Post Luxemburg, sinds 1998 aandeelhouder van Eltrona, om haar belang van 34% te verkopen aan Telenet. De aandeelhouders van Eltrona zullen 50%+1 van de aandelen bezitten en Telenet 50%-1 van de aandelen van de gefuseerde entiteit.

De volledige operatie zal naar verwachting na enkele weken afgerond worden waarbij de partijen beogen de joint venture begin april 2020 van start te kunnen laten gaan. Ten laatste op 30 juni 2020 zal het merk SFR in Luxemburg plaats maken voor het merk Eltrona.

Deze transactie zal leiden tot het niet langer opnemen van de Coditel S.à r.l. dochteronderneming, en de erkenning van het belang van Telenet in de nieuwe joint venture met Eltrona volgens de vermogensmutatiemethode.

5.31 Externe controle

De algemene vergadering van aandeelhouders van 26 april 2017 heeft KPMG Bedrijfsrevisoren CVBA ("KPMG"), vertegenwoordigd door de heren Filip De Bock en Götwin Jackers, benoemd als commissaris van de Vennootschap voor een periode van drie jaar.

De honoraria met betrekking tot de controle van de (geconsolideerde) jaarrekening van Telenet Group Holding NV en zijn dochterondernemingen worden goedgekeurd door de algemene vergadering van aandeelhouders, na controle en goedkeuring door het Audit- en Risicocomité en het bestuursorgaan.

De totale honoraria van KPMG Bedrijfsrevisoren met betrekking tot boekjaar 2019 bedroegen €1,5 miljoen (2018: €1,5 miljoen), samengesteld uit enerzijds honoraria voor de uitoefening van het commissarismandaat ten bedrage van €1,4 miljoen (2018: €1,3 miljoen) en anderzijds honoraria voor uitzonderlijke of bijzondere opdrachten uitgevoerd voor de groep ten bedrage van €0,1 miljoen (2018: €0,1 miljoen). Deze laatst vermelde opdrachten hadden voornamelijk betrekking op professionele diensten verleend in het kader van andere controleopdrachten voorzien door het Wetboek van Vennootschappen alsook diverse ad hoc attestatieverslagen.

Verslag van de commissaris aan de algemene vergadering van Telenet Group Holding NV over de geconsolideerde jaarrekening voor het boekjaar afgesloten op 31 december 2019

In het kader van de wettelijke controle van de geconsolideerde jaarrekening van Telenet Group Holding NV (de "Vennootschap") en zijn dochterondernemingen (samen de "Groep"), leggen wij u ons commissarisverslag voor. Dit bevat ons verslag over de geconsolideerde jaarrekening voor het boekjaar afgesloten op 31 december 2019, alsook de overige door wet- en regelgeving gestelde eisen. Dit vormt een geheel en is ondeelbaar.

Wij werden benoemd in onze hoedanigheid van commissaris door de algemene vergadering van 26 april 2017, overeenkomstig het voorstel van het bestuursorgaan uitgebracht op aanbeveling van het auditcomité. Ons mandaat loopt af op de datum van de algemene vergadering die beraadslaagt over de jaarrekening afgesloten op 31 december 2019. Wij hebben de wettelijke controle van de geconsolideerde jaarrekening van Telenet Group Holding NV uitgevoerd gedurende 12 opeenvolgende boekjaren.

Verslag over de geconsolideerde jaarrekening

Oordeel zonder voorbehoud

Wij hebben de wettelijke controle uitgevoerd van de geconsolideerde jaarrekening van de Groep over het boekjaar afgesloten op 31 december 2019 opgesteld in overeenstemming met de International Financial Reporting Standards (IFRS) zoals goedgekeurd door de Europese Unie en met de in België van toepassing zijnde wettelijke en reglementaire voorschriften. Deze geconsolideerde jaarrekening omvat de geconsolideerde balans op 31 december 2019, alsook de geconsolideerde staat van het resultaat over de verslagperiode en het netto resultaat rechtstreeks verwerkt in het eigen vermogen, de geconsolideerde staat van het eigen vermogen en het geconsolideerd kasstroomoverzicht over het boekjaar afgesloten op die datum evenals de toelichting bestaande uit een overzicht van de belangrijkste gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en overige informatieverschaffing. Het totaal van de geconsolideerde balans bedraagt EUR 5.921,9 miljoen en de geconsolideerde staat van het resultaat over de verslagperiode en het netto resultaat rechtstreeks verwerkt in het eigen vermogen sluit af met een winst van het boekjaar van EUR 234,6 miljoen.

Naar ons oordeel geeft de geconsolideerde jaarrekening een getrouw beeld van het vermogen en de financiële toestand van de Groep op 31 december 2019, alsook van zijn geconsolideerde resultaten en van zijn geconsolideerde kasstromen over het boekjaar dat op die datum is afgesloten, in overeenstemming met de International Financial Reporting Standards (IFRS) zoals goedgekeurd door de Europese Unie en met de in België van toepassing zijnde wettelijke en reglementaire voorschriften.

Basis voor het oordeel zonder voorbehoud

Wij hebben onze controle uitgevoerd volgens de internationale controlestandaarden (ISA's) zoals van toepassing in België. Wij hebben bovendien de door IAASB goedgekeurde internationale controlestandaarden toegepast die van toepassing zijn op de huidige afsluitdatum en nog niet goedgekeurd op nationaal niveau. Onze verantwoordelijkheden op grond van deze standaarden zijn verder beschreven in de sectie "Verantwoordelijkheden van de commissaris voor de controle van de geconsolideerde jaarrekening" van ons verslag. Wij hebben alle deontologische vereisten die relevant zijn voor de controle van de geconsolideerde jaarrekening in België nageleefd, met inbegrip van deze met betrekking tot de onafhankelijkheid.

Wij hebben van het bestuursorgaan en van de aangestelden van de Vennootschap de voor onze controle vereiste ophelderingen en inlichtingen verkregen.

Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel.

Kernpunten van de controle

Kernpunten van onze controle betreffen die aangelegenheden die naar ons professioneel oordeel het meest significant waren bij de controle van de geconsolideerde jaarrekening van de huidige verslagperiode. Deze aangelegenheden zijn behandeld in de context van onze controle van de geconsolideerde jaarrekening als geheel en bij het vormen van ons oordeel hierover, en wij verschaffen geen afzonderlijk oordeel over deze aangelegenheden.

Activering van netwerk gerelateerde materiële vaste activa

We verwijzen naar toelichtingen 5.2.3 'Materiële vaste activa' en 5.4 'Materiële vaste activa' van de geconsolideerde jaarrekening.

Omschrijving

In 2019 heeft de Groep voor EUR 378 miljoen aan materiële vaste activa geactiveerd, inclusief kosten met betrekking tot vaste en mobiele netwerk upgrades en installaties bij klanten.

De activering van kosten is onderhevig aan beoordelingen door het management, meer bepaald of kosten met betrekking tot interne en externe netwerkuitbouw en kosten van installaties van netwerkapparatuur bij klanten voldoen aan de activeringscriteria. Deze beoordelingen kunnen een belangrijke impact hebben op bepaalde belangrijke prestatie-indicatoren en vooruitzichten, zoals EBITDA, en derhalve kan er een bepaalde druk aanwezig zijn om te voldoen aan de verwachte resultaten. Bovendien zijn sommige onderliggende processen met betrekking tot bepaalde elementen van activering van kosten, zoals facturen die niet onderworpen zijn aan verplichte inkooporders, van nature meer vatbaar voor potentiële manipulatie inclusief het risico dat het management de relevante interne beheersmaatregelen doorbreekt door middel van manuele boekingen.

Vanwege de relatieve omvang van de netwerk gerelateerde materiële vaste activa van de Groep in de geconsolideerde balans en bovengenoemde druk en gelegenheid tot fraude rond de toepassing van activeringscriteria, beschouwden we dit als een kernpunt van onze controle.

Onze controlewerkzaamheden

Onze controlewerkzaamheden omvatten onder andere:

  • Beoordelen van het ontwerp en het toetsen van de doeltreffendheid van de belangrijkste interne controles in de processen met betrekking tot de netwerk gerelateerde materiële vaste activa, inclusief controles betreffende de kwalificatie van uitgaven die betrekking hebben op interne en externe vaste en mobiele netwerkupgrades en installaties van netwerkapparatuur bij klanten als investeringsuitgaven dan wel als operationele kosten, met inbegrip van de interne controles met betrekking tot het goedkeuringsproces van manuele boekingen;
  • Het testen van een steekproef van kosten die gedurende het boekjaar zijn geactiveerd en vergeleken met ondersteunend bewijsmateriaal en op basis hiervan beoordeeld of de aard van de kosten voldeed aan de activeringscriteria van de Groep. Voor de geactiveerde kosten gerelateerd aan die processen waar een frauderisico aan werd geïdentificeerd, werden bijkomende specifieke steekproeven genomen of werden de steekproeven uitgebreid;
  • Uitvoeren van een ratio-analyse van de kapitaaluitgaven voor externe en interne netwerkuitbouw en installaties bij klanten. Voor externe werken hebben we een inschatting van de totale kapitaaluitgaven gemaakt op basis van de historische trend. Voor interne werken hebben we een inschatting gemaakt van de totale kapitaaluitgaven op basis van de historisch gemiddelde geactiveerde personeelskosten ten opzichte van de totale personeelskosten van het boekjaar;
  • Het testen van manuele boekingen die een impact hebben op de activering van kosten met specifieke eigenschappen die meer vatbaar zijn voor fraude.

Verantwoordelijkheden van het bestuursorgaan voor het opstellen van de geconsolideerde jaarrekening

Het bestuursorgaan is verantwoordelijk voor het opstellen van de geconsolideerde jaarrekening die een getrouw beeld geeft in overeenstemming met de International Financial Reporting Standards (IFRS) zoals goedgekeurd door de Europese Unie en met de in België van toepassing zijnde wettelijke en reglementaire voorschriften, alsook voor de interne beheersing die het bestuursorgaan noodzakelijk acht voor het opstellen van de geconsolideerde jaarrekening die geen afwijking van materieel belang bevat die het gevolg is van fraude of van fouten.

Bij het opstellen van de geconsolideerde jaarrekening is het bestuursorgaan verantwoordelijk voor het inschatten van de mogelijkheid van de Groep om zijn continuïteit te handhaven, het toelichten, indien van toepassing, van aangelegenheden die met continuïteit verband houden en het gebruiken van de continuïteitsveronderstelling, tenzij het bestuursorgaan het voornemen heeft om de Groep te liquideren of om de bedrijfsactiviteiten te beëindigen of geen realistisch alternatief heeft dan dit te doen.

Verantwoordelijkheden van de commissaris voor de controle van de geconsolideerde jaarrekening

Onze doelstellingen zijn het verkrijgen van een redelijke mate van zekerheid over de vraag of de geconsolideerde jaarrekening als geheel geen afwijking van materieel belang bevat die het gevolg is van fraude of van fouten en het uitbrengen van een commissarisverslag waarin ons oordeel is opgenomen. Een redelijke mate van zekerheid is een hoog niveau van zekerheid, maar is geen garantie dat een controle die overeenkomstig de ISA's is uitgevoerd altijd een afwijking van materieel belang ontdekt wanneer die bestaat. Afwijkingen kunnen zich voordoen als gevolg van fraude of fouten en worden als van materieel belang beschouwd indien redelijkerwijs kan worden verwacht dat zij, individueel of gezamenlijk, de economische beslissingen genomen door gebruikers op basis van deze geconsolideerde jaarrekening, beïnvloeden.

Bij de uitvoering van onze controle leven wij het wettelijk, reglementair en normatief kader dat van toepassing is op de controle van de geconsolideerde jaarrekening in België na. Een wettelijke controle van de geconsolideerde jaarrekening biedt evenwel geen zekerheid omtrent de toekomstige levensvatbaarheid van de Groep, noch omtrent de efficiëntie of de doeltreffendheid waarmee het bestuursorgaan de bedrijfsvoering van de Groep ter hand heeft genomen of zal nemen.

Als deel van een controle uitgevoerd overeenkomstig de ISA's, passen wij professionele oordeelsvorming toe en handhaven wij een professioneel-kritische instelling gedurende de controle. We voeren tevens de volgende werkzaamheden uit:

  • het identificeren en inschatten van de risico's dat de geconsolideerde jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat die het gevolg is van fraude of van fouten, het bepalen en uitvoeren van controlewerkzaamheden die op deze risico's inspelen en het verkrijgen van controle-informatie die voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel. Het risico van het niet detecteren van een van materieel belang zijnde afwijking is groter indien die afwijking het gevolg is van fraude dan indien zij het gevolg is van fouten, omdat bij fraude sprake kan zijn van samenspanning, valsheid in geschrifte, het opzettelijk nalaten om transacties vast te leggen, het opzettelijk verkeerd voorstellen van zaken of het doorbreken van de interne beheersing;
  • het verkrijgen van inzicht in de interne beheersing die relevant is voor de controle, met als doel controlewerkzaamheden op te zetten die in de gegeven omstandigheden geschikt zijn maar die niet zijn gericht op het geven van een oordeel over de effectiviteit van de interne beheersing van de Groep;
  • het evalueren van de geschiktheid van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en het evalueren van de redelijkheid van de door het bestuursorgaan gemaakte schattingen en van de daarop betrekking hebbende toelichtingen;
  • het concluderen dat de door het bestuursorgaan gehanteerde continuïteitsveronderstelling aanvaardbaar is, en het concluderen, op basis van de verkregen controle-informatie, of er een onzekerheid van materieel belang bestaat met betrekking tot gebeurtenissen of omstandigheden die significante twijfel kunnen doen ontstaan over de mogelijkheid van de Groep om zijn continuïteit te handhaven. Indien wij concluderen dat er een

onzekerheid van materieel belang bestaat, zijn wij ertoe gehouden om de aandacht in ons commissarisverslag te vestigen op de daarop betrekking hebbende toelichtingen in de geconsolideerde jaarrekening, of, indien deze toelichtingen inadequaat zijn, om ons oordeel aan te passen. Onze conclusies zijn gebaseerd op de controle-informatie die verkregen is tot de datum van ons commissarisverslag. Toekomstige gebeurtenissen of omstandigheden kunnen er echter toe leiden dat de Groep zijn continuïteit niet langer kan handhaven;

  • het evalueren van de algehele presentatie, structuur en inhoud van de geconsolideerde jaarrekening, en van de vraag of de geconsolideerde jaarrekening de onderliggende transacties en gebeurtenissen weergeeft op een wijze die leidt tot een getrouw beeld;
  • het verkrijgen van voldoende en geschikte controle-informatie met betrekking tot de financiële informatie van de entiteiten of bedrijfsactiviteiten binnen de Groep gericht op het tot uitdrukking brengen van een oordeel over de geconsolideerde jaarrekening. Wij zijn verantwoordelijk voor de aansturing van, het toezicht op en de uitvoering van de groepscontrole. Wij blijven ongedeeld verantwoordelijk voor ons oordeel.

Wij communiceren met het auditcomité onder meer over de geplande reikwijdte en timing van de controle en over de significante controlebevindingen, waaronder eventuele significante tekortkomingen in de interne beheersing die wij identificeren gedurende onze controle.

Wij verschaffen aan het auditcomité tevens een verklaring dat wij de relevante deontologische voorschriften over onafhankelijkheid hebben nageleefd, en wij communiceren met hen over alle relaties en andere zaken die redelijkerwijs onze onafhankelijkheid kunnen beïnvloeden en, waar van toepassing, over de daarmee verband houdende maatregelen om onze onafhankelijkheid te waarborgen.

Uit de aangelegenheden die met het auditcomité zijn gecommuniceerd bepalen wij die zaken die het meest significant waren bij de controle van de geconsolideerde jaarrekening van de huidige verslagperiode, en die derhalve de kernpunten van onze controle uitmaken. Wij beschrijven deze aangelegenheden in ons verslag, tenzij het openbaar maken van deze aangelegenheden is verboden door wet- of regelgeving.

Overige door wet- en regelgeving gestelde eisen

Verantwoordelijkheden van het bestuursorgaan

Het bestuursorgaan is verantwoordelijk voor het opstellen en de inhoud van het jaarverslag over de geconsolideerde jaarrekening.

Verantwoordelijkheden van de commissaris

In het kader van ons mandaat en overeenkomstig de Belgische bijkomende norm bij de in België van toepassing zijnde internationale controlestandaarden (ISA's), is het onze verantwoordelijkheid om, in alle van materieel belang zijnde opzichten, het jaarverslag over de geconsolideerde jaarrekening te verifiëren, alsook verslag over deze aangelegenheden uit te brengen.

Aspecten betreffende het jaarverslag over de geconsolideerde jaarrekening

Na het uitvoeren van specifieke werkzaamheden op het jaarverslag over de geconsolideerde jaarrekening, zijn wij van oordeel dat dit jaarverslag over de geconsolideerde jaarrekening overeenstemt met de geconsolideerde jaarrekening voor hetzelfde boekjaar en is opgesteld overeenkomstig het artikel 3:32 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen.

In de context van onze controle van de geconsolideerde jaarrekening, zijn wij tevens verantwoordelijk voor het overwegen, in het bijzonder op basis van de kennis verkregen in de controle, of het jaarverslag over de geconsolideerde jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat, hetzij informatie die onjuist vermeld is of anderszins misleidend is. In het licht van de werkzaamheden die wij hebben uitgevoerd, dienen wij u geen afwijking van materieel belang te melden.

De niet-financiële informatie zoals vereist op grond van artikel 3:32 §2 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen, werd opgenomen in het jaarverslag over de geconsolideerde jaarrekening. De Vennootschap heeft zich bij het opstellen van deze niet-financiële informatie gebaseerd op de Global Reporting Initiative ("GRI") standaarden. Overeenkomstig artikel 3:80 §1, eerste lid, 5° van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen spreken wij ons evenwel niet uit over de vraag of deze niet-financiële informatie is opgesteld in overeenstemming met de vermelde Global Reporting Initiative ("GRI") standaarden.

Vermeldingen betreffende de onafhankelijkheid

  • Ons bedrijfsrevisorenkantoor en ons netwerk hebben geen opdrachten die onverenigbaar zijn met de wettelijke controle van de geconsolideerde jaarrekening verricht en ons bedrijfsrevisorenkantoor is in de loop van ons mandaat onafhankelijk gebleven tegenover de Groep.
  • De honoraria voor de bijkomende opdrachten die verenigbaar zijn met de wettelijke controle bedoeld in artikel 3:65 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen werden correct vermeld en uitgesplitst in de toelichting bij de geconsolideerde jaarrekening.

Andere vermelding

Huidig verslag is consistent met onze aanvullende verklaring aan het auditcomité bedoeld in artikel 11 van de verordening (EU) nr. 537/2014.

Zaventem, 24 maart 2020

KPMG Bedrijfsrevisoren Commissaris vertegenwoordigd door

Filip De Bock Götwin Jackers Bedrijfsrevisor Bedrijfsrevisor

Telenet Group Holding NV

Statutaire jaarrekening

Verkort jaarverslag van de raad van bestuur aan de algemene vergadering van aandeelhouders

Dit hoofdstuk bevat een verkorte versie van de statutaire enkelvoudige jaarrekening en het jaarverslag van Telenet Group Holding NV (TGH).

De commissaris heeft een verklaring zonder voorbehoud afgeleverd over de statutaire enkelvoudige jaarrekening van Telenet Group Holding voor het boekjaar afgesloten op 31 december 2019. Het tweede deel van het verslag van de commissaris bevat specifieke additionele paragrafen in overeenstemming met artikel 523 van het Wetboek van Vennootschappen (belangenconflicten gemeld door een lid van de raad van bestuur).

De integrale versie van de jaarrekening en het jaarverslag zullen neergelegd worden bij de Nationale Bank en zijn verder beschikbaar op de website van de vennootschap (http://investors.telenet.be).

1. Verkorte niet-geconsolideerde balans Telenet Group Holding NV (statutaire jaarrekenig)

(€ in miljoen) Voor het jaar afgesloten op 31 december
2019 2018
Activa
Vaste activa:
Financiële vaste activa 5.121,1 5.172,7
Totaal vaste activa 5.121,1 5.172,7
Vlottende activa:
Vorderingen op ten hoogste een jaar 27,3 39,0
Geldbeleggingen 209,2 312,5
Liquide middelen 1,2 4,5
Overlopende rekeningen 0,6
Totaal vlottende activa 237,7 356,6
Totaal activa 5.358,8 5.529,3
(€ in miljoen) Voor het jaar afgesloten op 31 december
2019 2018
Eigen vermogen en verplichtingen
Eigen vermogen:
Kapitaal 12,8 12,8
Uitgiftepremies 80,7 80,7
Reserves 277 380,3
Overgedragen winst 4.477,5 4.262,8
Totaal eigen vermogen 4.848 4.736,6
Verplichtingen:
Voorzieningen 9,5 24,0
Totaal eigen vermogen en verplichtingen 5.358,8 5.529,3
Totaal verplichtingen 510,8 792,7
Schulden op ten hoogste een jaar 350,1 594,7
Schulden op meer dan een jaar 151,2 174,0

2. Verkorte niet-geconsolideerde resultatenrekening Telenet Group Holding NV (statutaire jaarrekening)

(€ in miljoen) Voor het jaar afgesloten op 31 december
2019 2018
Bedrijfsopbrengsten 2,1 14,9
Bedrijfskosten 9,2 (12,7)
Bedrijfsresultaat 11,3 2,2
Financiële opbrengsten 474,8 33,5
Financiële kosten (27,3) (22,5)
Belasting op het resultaat (0,1)
Te bestemmen winst/(verlies) van het boekjaar 458,8 13,1

3. Staat van het kapitaal Telenet Group Holding NV (statutaire jaarrekening)

2019
(€ in miljoen) (aantal aandelen)
Geplaatst kapitaal
1 januari 2019 12,8 114.656.785
31 december 2019 12,8 114.656.785
Samenstelling van het kapitaal
Dispreferentiële aandelen 94.843
Gouden aandelen 30

Gewone aandelen zonder vermelding van nominale waarde 12,8 114.561.912

4. Waarderingsregels

4.1 ALGEMENE WAARDERINGSREGELS

De waarderingsregels werden vastgesteld overeenkomstig de bepalingen van hoofdstuk II van het Koninklijk Besluit van 30 januari 2001 met betrekking tot de jaarrekening van ondernemingen.

Elk bestandsdeel van de activa word afzonderlijk gewaardeerd. Afschrijvingen werden berekend op jaarlijkse basis tot en met 2001

4.2 BIJZONDERE WAARDERINGSREGELS

4.2.1 Kosten van oprichting en kapitaalverhoging

De geactiveerde uitgiftekosten met betrekking tot de Senior Notes worden gespreid over de looptijd van de lening en in resultaat genomen naar rato van het maandelijkse interestbedrag. Vanaf 2011 worden uitgiftekosten onmiddellijk ten laste van het resultaat genomen.

4.2.2 Financiële activa

Investeringen worden geboekt aan aanschaffingswaarde. Voor de deelnemingen en de aandelen die in de rubriek "Financiële vaste activa" zijn opgenomen wordt tot waardevermindering overgegaan in geval van duurzame minderwaarde of ontwaarding, verantwoord door de toestand, de rentabiliteit of de vooruitzichten van de vennootschap waarin de deelnemingen of de aandelen worden aangehouden.

4.2.3 Vorderingen op ten hoogste een jaar

Vorderingen worden in de balans opgenomen tegen de nominale waarde. Er wordt een gepaste waardevermindering toegepast indien de betaling op de vervaldag geheel of gedeeltelijk onzeker is, of wanneer de realisatiewaarde op de datum van de jaarafsluiting lager is dan hun boekwaarde.

Vorderingen in vreemde valuta worden omgerekend aan de officiële koers in voege op datum van de boeking van de factuur. Op het einde van het boekjaar worden ze omgerekend aan de officiële koers op balansdatum.

en op maandbasis vanaf 2002. In het algemeen wordt elk actiefbestandsdeel gewaardeerd tegen aanschaffingswaarde en voor dat bedrag getoond in de balans, min enige afschrijving of waardeverminderingen. De vorderingen worden, in principe, tegen nominale waarde getoond.

4.2.4 Geldbeleggingen en liquide middelen

Tegoeden bij financiële instellingen worden gewaardeerd aan nominale waarde.

Effecten worden gewaardeerd aan aanschaffingswaarde. Liquide middelen worden geboekt tegen hun nominale waarde.

De bijkomende kosten worden onmiddellijk ten laste van het resultaat geboekt. Er worden waardeverminderingen geboekt indien de realisatiewaarde op balansdatum lager is dan het voordien geboekte bedrag.

4.2.5 Schulden op meer dan een jaar en op ten hoogste een jaar

De schulden worden in de balans opgenomen voor hun nominale waarde. De handelsschulden in vreemde valuta worden omgerekend tegen de koers op de dag van de boeking van de inkomende factuur. Op het einde van het boekjaar worden ze herberekend aan de officiële koers op balansdatum.

4.2.6 Over te dragen kosten met betrekking tot lange termijn financiering

De financieringskosten, met inbegrip van premies betaalbaar bij aanzuivering of vroegtijdige aflossing evenals rechtstreekse uitgiftekosten, worden onmiddellijk ten laste van het resultaat genomen.

4.2.7 Resultatenrekening

Kosten en opbrengsten worden toegerekend op de periode waarop ze betrekking hebben.

5. Verkort jaarverslag over de statutaire niet-geconsolideerde jaarrekening van Telenet Group Holding NV

5.1 BESPREKING VAN DE BALANS

5.1.1 Financiële vaste activa

De deelnemingen in verbonden ondernemingen bedroegen per 31 december 2019 €5.120,0 miljoen (2018: €5.171,9 miljoen) en bestonden uit:

(€ in miljoen) Voor het jaar afgesloten op 31 december
2019 2018
Deelnemingen in verbonden ondernemingen
Telenet Vlaanderen NV 0,3 0,3
Telenet Group NV 5.116,6 5.116,6
De Vijver Media NV 52,2
Idealabs Telenet Fund NV 0,6 0,6
Imec.istart Fund 0,6 0,3
Recneps NV 1,9 1,9
Telenet Retail BVBA
Deelnemingen in verbonden ondernemingen 5.120,0 5.171,9
Vorderingen op geassocieerde ondernemingen
Doccle Up NV 0,3
Doccle cvba 0,3 0,3
Idealabs Telenet Fund NV 0,5 0,5
Vorderingen op geassocieerde ondernemingen 1,1 0,8
Langlopende financiële vaste activa 5.121,1 5.172,7

5.1.2 Vorderingen op ten hoogste één jaar

In overeenstemming met advies 2012/3 van de CBN met betrekking tot de boekhoudkundige verwerking van aandelenoptieplannen erkende de Vennootschap per 31 december 2019 een voorziening ten belope van €9,5 miljoen (2018: €24,0 miljoen) voor het verwachte toekomstige prijsverschil op het moment dat de aandelenopties verwacht worden uitgeoefend te worden. Deze kost werd doorgerekend aan Telenet BVBA en Telenet Group NV, de entiteit waar de begunstigden tewerkgesteld zijn en waar alle personeelskosten worden geboekt. Per 31 december 2019 bedroeg de uitstaande vordering op Telenet BVBA en Telenet Group NV respectievelijk €22,7 miljoen en €1,9 miljoen (2018: €38,4 miljoen en €0,5 miljoen).

Bijkomend omvatten de overige vorderingen op ten hoogste één jaar per 31 december 2019 een vordering op Telenet International Finance S.à.r.l. ten bedrage van €2,5 miljoen.

5.1.3 Overige investeringen, geldbeleggingen en liquide middelen

De investeringen, zoals gerapporteerd op jaareinde 2019, voor een bedrag van €209,2 miljoen, bestonden vooral uit eigen aandelen (2018: €312,5 miljoen). De eigen aandelen worden door de Vennootschap gehouden om haar verplichtingen onder de bestaande aandelenoptieplannen te dekken. Zolang deze aandelen worden aangehouden door de Vennootschap, zullen deze geen recht geven op de uitkering van dividenden. In 2019 heeft de Vennootschap 1.364.091 eigen aandelen aangeboden naar aanleiding van de uitoefening van aandelenopties en de afwikkeling van het Prestatieaandelenplan 2016 (2018: 498.065 aandelen).

5.1.4 Kapitaal

Er kwamen geen mutaties voor in het kapitaal van het bedrijf tijdens het boekjaar 2019.

5.1.5 Uitgiftepremies

Tijdens het boekjaar 2019 is het bedrag aan uitgiftepremies niet gewijzigd.

5.1.6 Reserves

De totale reserves op jaareinde 2019 bedroegen €277,0 miljoen (2018: €380,3 miljoen).

(€ in miljoen) 31 december 2019 31 december 2018
Reserves
Wettelijke reserve 64,8 64,8
Onbeschikbare reserves
- voor eigen aandelen 209,2 312,5
Belastingvrije reserves 3,0 3,0
Reserves 277,0 380,3

Op 24 april 2019 en 4 december 2019 keurde de Buitengewone Algemene Vergadering van Aandeelhouders de nietigverklaring van respectievelijk 1.881.040 en 1.179.498 eigen aandelen goed, die eerder door de Vennootschap werden verworven onder het Aandeleninkoopprogramma 2018bis. Onder voornoemd Aandeleninkoopprogramma werden in 2019 2.332.478 aandelen teruggekocht voor een bedrag van €101,0 miljoen. Rekening houdend met de levering van 1.364.091 aandelen ingevolge de uitoefening van de aandelenopties was er een netto afname van de onbeschikbare reserves ten opzichte van vorig jaar.

De belastingvrije reserve van €3,0 miljoen heeft betrekking op de kapitaalvermindering van €3,25 zoals beslist door de algemene vergadering van aandeelhouders in april 2012 van toepassing op de 648.584 eigen aandelen in handen van de Vennootschap op de betaaldatum, zijnde 31 augustus 2012. De €2,1 miljoen is niet uitbetaald maar werd terug aan het eigen vermogen van de Vennootschap toegewezen als belastingvrije reserve. De resterende €0,9 miljoen bestaat uit het recht op het 2012 dividend en kapitaalvermindering (van respectievelijk €3,25 en €1,0) verbonden aan de 220.352 eigen aandelen aangehouden door de Vennootschap om haar verplichtingen te dekken onder de bestaande aandelenoptieplannen van de Vennootschap werd ingetrokken in 2013. Als gevolg hiervan werd de andere onbeschikbare reserve van €0,9 miljoen geherklasseerd naar belastingvrije reserves.

5.1.7 Voorzieningen

In overeenstemming met advies 2012/3 van de CBN met betrekking tot de boekhoudkundige verwerking van aandelenoptieplannen boekte de Vennootschap per 31 december 2019 een voorziening ten belope van €9,5 miljoen (2018: €24,0 miljoen) voor het verwachte toekomstige prijsverschil op het moment dat de aandelenopties verwacht worden uitgeoefend te worden.

5.1.8 Schulden op meer dan één jaar

Per 31 december 2019 en 2018, bestonden de schulden op meer dan één jaar uit een lening van Telenet International Finance S.à r.l waarvan per 31 December 2019 €151,2 miljoen betaalbaar is op meer dan 1 jaar (2018: €174,0 miljoen) en €188,2 miljoen binnen het jaar (2018: €576,2 miljoen). De afname van deze leningschuld ten opzichte van vorig jaar is hoofdzakelijk het gevolg van enerzijds additionele fondsen gebruikt om de tussentijdse dividenduitkering van €62,8 miljoen te financieren, en anderzijds de aflossing van de uitstaande leningschuld door middel van een dividendinkomen van Telenet Group NV van €474,6 miljoen.

De schulden op ten hoogste één jaar bedroegen per 31 december 2019€350,1 miljoen in vergelijking met €594,7 miljoen op jaareinde 2018 en kunnen als volgt samengevat worden:

(€ in miljoen) Voor het jaar afgesloten op 31 december
2019 2018
Schulden op ten hoogste één jaar
Handelsschulden 0,4 13,7
Schulden op ten hoogste één jaar 350,1 594,7
Overige schulden 155,7 1,2
Lening Telenet International Finance S.à r.l 188,2 576,2
Schulden m.b.t. belastingen, bezoldigingen en sociale lasten 5,8 3,6

De handelsschulden bedroegen per 31 december 2018 €13,7 miljoen en bestonden voornamelijk uit een voorziening voor te ontvangen facturen ten aanzien van Telenet International Finance S.à.r.l. voor de doorrekening van vergoedingen betreffende leningfaciliteiten. Per 31 december 2019 bedroegen de handelsschulden €0,4 miljoen en betroffen deze overige professionele vergoedingen.

De schulden met betrekking tot belastingen, bezoldigingen en sociale lasten bedroegen per 31 december 2019 €5,8 miljoen (2018: €3,6 miljoen) en bestonden in hoofdzaak uit sociale lasten gerelateerd aan de prestatieaandelen die betaalbaar zijn na definitieve verwerving van de onderliggende prestatieaandelen en die €4,8 miljoen bedroegen (2018: €2,6 miljoen).

De onderneming ontving een lening van Telenet International Finance S. à.r.l waarmee de buitengewone dividendbetaling en het Inkoop Eigen Aandelen programma werden gefinancierd en waarvan het korte

door middel van een dividendinkomen van Telenet Group NV van €474,6 miljoen. De overige schulden ten belope van €155,7 miljoen per jaareinde 2019 (2018: €1,2 miljoen) bestonden voornamelijk uit €144,4 miljoen aan

gedeclareerde dividenden met betrekking tot 2019 en uit in het verleden toegekende dividenden en kapitaalverminderingen, dewelke op 31 december 2019 nog niet werden opgevraagd. De andere overige schulden van €11,3 per 31 december 2019 waren gerelateerd aan toegerekende interesten op schulden ten aanzien van Telenet International Finance S.à.r.l.

termijn gedeelte per 31 december 2019 €188,2 miljoen bedraagt (2018: €576,2 miljoen). De afname van deze leningschuld ten opzichte van vorig jaar is hoofdzakelijk het gevolg van enerzijds additionele fondsen gebruikt om de tussentijdse dividenduitkering van €62,8 miljoen te financieren, en anderzijds de aflossing van de uitstaande leningschuld

5.2 BESPREKING VAN DE RESULTATENREKENING

De resultatenrekening toont een winst van €458,8 miljoen voor het boekjaar afgesloten op 31 december 2019 (versus een winst van €13,1 miljoen in 2018). De netto bedrijfswinst van het jaar bedroeg €11,3 miljoen (tegenover een winst van €2,2 miljoen in 2018).

De bedrijfsopbrengsten bedroegen €2.1 miljoen voor het jaar afgesloten op 31 december 2019 (2018: €14.9 miljoen) en omvatten de doorrekening van kosten betreffende aandelenopties aan Telenet Group Holding NV en Telenet Group NV.

De bedrijfskosten namen af van een kost van €12,7 miljoen naar een netto opbrengst van €9,2 miljoen voor de 12 maanden eindigend op 31 december 2019, voornamelijk toe te schrijven aan een terugname van de voorziening voor verwacht toekomstig prijsverschil op het moment dat de aandelenopties verwacht worden uitgeoefend te worden (€14,5 miljoen terugname van provisie in 2019 tegenover een €8,9 miljoen toevoeging van provisie in 2018). Conform de onderliggende boekhoudprincipes worden zowel de toevoegingen als terugnames van dergelijke provisies opgenomen onder de bedrijfskosten.

De financiële opbrengsten bedroegen €474,8 miljoen voor het jaar afgesloten op 31 december 2019 (2018: €33,5 miljoen) en kunnen als volgt gedetailleerd worden:

(€ in miljoen) Voor het jaar afgesloten op 31 december
2019 2018
Financiële opbrengsten
Financiële opbrengsten uit financiële vaste activa 474,6
Financiële opbrengsten uit vlottende activa 5,4
Terugneming waardevermindering De Vijver Media NV 0,2 28,1
Financiële opbrengsten 474,8 33,5

De financiële opbrengsten uit financiële vaste activa per 31 december 2019 bestonden uit een tussentijds dividend uitgekeerd door Telenet Group NV, zoals goedgekeurd door de Raad van Bestuur van 18 December 2019.

De financiële opbrengsten uit vlottende activa in 2018 bestonden uit de rente op de intercompany-lening aan Finance Centre Telenet.

Gebaseerd op de verbeterde winstgevendheid van De Vijver Media in de loop van 2018, evenals de bijgewerkte en verbeterde projecties opgenomen in het geactualiseerde businessplan, concludeerde de Vennootschap dat er een aanwijzing was dat de bijzondere waardevermindering van deze investering mogelijk niet langer bestond of was afgenomen. Dienovereenkomstig werd de realiseerbare waarde van deze volgens de 'equity'-methode verwerkte investering in De Vijver Media per 31 december 2018 opnieuw geëvalueerd op €52,2 miljoen vergeleken met een boekwaarde van €24,2 miljoen, resulterend in een terugname van de voorheen opgenomen bijzondere waardevermindering ten belope van €28,1 miljoen. Op 7 maart 2018 ging Telenet een overeenkomst aan met de overige aandeelhouders van De Vijver Media NV om hun resterende 50% aandeelhouderschap te verkopen aan Telenet. Ingevolge deze overeenkomst werd Telenet vanaf 3 juni 2019 de enige aandeelhouder van De Vijver Media NV. In het kader van deze overeenkomst verkocht Telenet Group Holding NV haar 50% aandeelhouderschap in De Vijver Media NV aan Telenet Group NV.

De financiële kosten bedroegen €27,3 miljoen voor het jaar afgesloten op 31 december 2019 ten opzichte van €22,5 miljoen in 2018 en bestonden vooral uit:

(€ in miljoen) Voor het jaar afgesloten op 31 december
2019 2018
Financiële kosten
Kosten van schulden
- Bank 0,5
- Telenet International Finance S.à r.l. 13,9 3,3
Verlies op verkoop eigen aandelen 13,4 5,7
Afschrijving van financieringskosten 12,9
Andere financiële schulden 0,1
Financiële kosten 27,3 22,5

De uitoefening van aandelenopties tijdens 2019 resulteerde in de levering van1,255,465 eigen aandelen door de Vennootschap aan de aandelenoptiehouders. Met betrekking tot het Prestatieaandelenoptieplan 2016 en de aanwervingsbonus gesetteld met eigen aandelen, heeft de Vennootschap in 2019 in totaal ook nog 108,626 aandelen aan de betrokken begunstigden geleverd. De ontvangsten met betrekking tot de uitoefening van de aandelenopties beliep €49.6 miljoen. Gezien de kost van de geleverde eigen aandelen €63.0 miljoen bedroeg, heeft de Vennootschap een verlies op de verkoop van eigen aandelen gerealiseerd van €13.4 milljoen per 31 december 2019 (2018: €5.7 miljoen).

Per 31 december 2018 bedroeg de afschrijving van financieringskosten €12,9 miljoen. Deze waren gerelateerd aan de succesvolle uitgifte en prijszetting in augustus 2018 van een bijkomende termijnlening van \$475.0 million ("Facility AN2") en een bijkomende termijnlening van \$205.0 million ("Facility AO2). Conform de onderliggende boekhoudprincipes worden de financieringskosten gerelateerd aan de uitgifte van leningen onmiddellijk als financiële kosten erkend op het moment van de transactie. In 2019 hebben er zich geen gelijkaardige herfinancieringen voorgedaan waarvoor kosten dienden erkend te worden door de Vennootschap.

De Vennootschap stelt de Algemene Vergadering voor om:

  • de overgedragen winst van vorig boekjaar ten belope van €4.262,7 miljoen toe te voegen aan de te bestemmen winst van huidig boekjaar, resulterend in een te bestemmen winst van €4.721,5 miljoen per 31 december 2019;
  • een bedrag van €38,0 miljoen toe te voegen aan de onbeschikbare reserves voor eigen aandelen;
  • een bedrag van €206,0 miljoen uit te keren aan de aandeelhouders als vergoeding van het kapitaal.

Aldus bedraagt de overgedragen winst per 31 december 2019 €4.477,5 miljoen.

5.3 WERKZAAMHEDEN OMTRENT ONDERZOEK EN ONTWIKKELING

We verwijzen hiervoor naar het geconsolideerde jaarverslag van de raad van bestuur.

5.4 VOORNAAMSTE RISICO'S EN ONZEKERHEDEN

We verwijzen hiervoor naar het geconsolideerde jaarverslag van de raad van bestuur.

5.5 INFORMATIE OVER BELANGRIJKE GEBEURTENISSEN NA BALANSDATUM

We verwijzen hiervoor naar het geconsolideerde jaarverslag van de raad van bestuur.

5.6 CONTINUÏTEIT VAN DE ONDERNEMING

De continuïteit van de Vennootschap is volledig afhankelijk van de Telenet groep.

De Telenet Groep heeft nog steeds substantieel (geconsolideerd) overgedragen verliezen staan op zijn (geconsolideerde) balans, maar slaagde erin solide Adjusted EBITDA marges en stijgende kasstromen uit zijn bedrijfsactiviteiten te realiseren. Dit is volledig in overeenstemming met het businessplan van de Vennootschap op lange termijn, dat voorziet in een continue ontwikkeling van de winstgevende activiteiten die op termijn deze overgedragen verliezen zullen absorberen. Door het relatief stabiel blijvend aantal klanten in residentiële producten, waaronder telefonie, internet en digitale televisie, en een verdere focus op kostencontrole en procesoptimalisaties slaagde de Vennootschap er dit jaar opnieuw in om zijn operationeel resultaat sterk te laten groeien.

Op 31 december 2019 bedroeg de totale schuld (inclusief toe te rekenen rente) €5.733,0 miljoen, waarvan een hoofdsom van €1.490,6 miljoen verband houdt met de Senior Secured Fixed Rate Notes die in maart 2028 vervallen en een hoofdsom van €3.153,8 miljoen verschuldigd is onder onze Amended Senior Credit Facility 2018 met looptijden van augustus 2026 tot en met december 2027. Op 31 december 2019 omvatte de totale schuld van Telenet ook een bedrag van €358,0 miljoen aan kortlopende schuld in verband met ons leverancierskredietprogramma (inclusief toe te rekenen rente) en €4,5 miljoen voor het uitstaande deel van het mobiele 2G- en 3G-spectrum. De rest vertegenwoordigt voornamelijk de verplichtingen uit hoofde van financiële leases in verband met de overname van Interkabel en leasing verplichtingen ingevolge de toepassing van IFRS 16.

Rekening houdend met de groeiende positieve Adjusted EBITDAresultaten van het huidige jaar, verwacht de raad van bestuur dat de groep in staat is om voldoende financiële middelen te genereren om zijn activiteiten verder uit te bouwen en tegelijk aan zijn verplichtingen te voldoen. De raad van bestuur is aldus van mening dat de huidige waarderingsregels, zoals toegevoegd bij de jaarrekening en waarbij uitgegaan wordt van de continuïteit van de onderneming, correct en verantwoord zijn in de huidige omstandigheden.

5.7 BELANGENCONFLICTEN VAN BESTUURDERS

We verwijzen hiervoor naar het geconsolideerde jaarverslag van de raad van bestuur.

5.8 BIJKANTOREN VAN DE VENNOOTSCHAP

Telenet Group Holding NV heeft geen bijkantoren.

5.9 UITZONDERLIJKE WERKZAAMHEDEN VAN DE COMMISSARIS

We verwijzen hiervoor naar de toelichting bij de geconsolideerde jaarrekening van de raad van bestuur.

5.10 HET GEBRUIK VAN FINANCIËLE INSTRUMENTEN IN HET KADER VAN INDEKKING TEGEN RENTE-

EN WISSELSKOERSRISICO'S BIJ TELENET

We verwijzen hiervoor naar het geconsolideerde jaarverslag van de raad van bestuur.

5.11 KWIJTING AAN DE BESTUURDERS EN AAN DE COMMISSARIS

Ingevolge de wet en de statuten, zullen de aandeelhouders op de algemene vergadering van aandeelhouders op 29 april 2020 verzocht worden aan de bestuurders en de commissaris kwijting te verlenen voor het in het boekjaar 2019 door hen uitgeoefend mandaat.

5.12 INFORMATIEVERPLICHTINGEN CONFORM ARTIKEL 34 VAN HET KONINKLIJK BESLUIT VAN 14 NOVEMBER 2007 EN DE WET VAN 6 APRIL 2010

We verwijzen hiervoor naar het geconsolideerde jaarverslag van de raad van bestuur.

Dit verslag zal worden neergelegd overeenkomstig de wettelijke bepalingen terzake en ligt ter inzage op de zetel van de Vennootschap.

5.13 Niet-financiële informatie

We verwijzen hiervoor naar het geconsolideerde jaarverslag van de raad van bestuur.

Brussel, 24 maart 2020

Voor de raad van bestuur,

John Porter Bert De Graeve Chief Executive Officer Chairman

Toelichting

Corporate Communications T. 015 33 30 00 - Telenet.be

Verantwoordelijke uitgever Telenet, Rob Goyens, Neerveldstraat 107, 1200 Brussels

Talk to a Data Expert

Have a question? We'll get back to you promptly.