AI Terminal

MODULE: AI_ANALYST
Interactive Q&A, Risk Assessment, Summarization
MODULE: DATA_EXTRACT
Excel Export, XBRL Parsing, Table Digitization
MODULE: PEER_COMP
Sector Benchmarking, Sentiment Analysis
SYSTEM ACCESS LOCKED
Authenticate / Register Log In

Telenet Group Holding NV

Earnings Release Jul 30, 2020

4008_ir_2020-07-30_943d1321-7dfc-4932-8ebf-7fd8e981e8d8.pdf

Earnings Release

Open in Viewer

Opens in native device viewer

Resultaten eerste halfjaar 2020

Versneld succes in KW2 2020 met 9.500 nieuwe breedbandklanten, onze beste prestatie sinds KW4 2015, gesteund door een verbeterde verkoop en een afgenomen verloop.

Robuuste financiële prestatie in H1 2020, met een stijging van de nettowinst met 230% door non-cash fluctuaties in de reële waarde van onze derivaten en een groei van 2% van de Adjusted EBITDA op rebased basis.

Goede positionering voor de toekomst en de opvang van de impact van COVID-19: bevestiging van onze eind april 2020 herziene vooruitzichten voor 2018-2021 en het boekjaar 2020.

Bijgaande informatie betreft gereglementeerde informatie zoals gedefinieerd in het Koninklijk Besluit van 14 november 2007 betreffende de verplichtingen van emittenten van financiële instrumenten die zijn toegelaten tot de verhandeling op een gereglementeerde markt. Voorwetenschap.

Mechelen, 30 juli 2020 – Telenet Group Holding NV ("Telenet" of de "Vennootschap") (Euronext Brussel: TNET) maakt zijn niet-geauditeerde geconsolideerde resultaten voor de zes maanden afgesloten op 30 juni 2020 bekend. De resultaten zijn conform de door de Europese Unie goedgekeurde International Financial Reporting Standards ("EU IFRS").

BELANGRIJKSTE PUNTEN IN EEN NOTENDOP

  • Ons doel waarmaken: een stap voor blijven in de digitale wereld, mensen met elkaar verbinden en belevingen voor een beter leven scheppen, zoals geïllustreerd door een groot aantal vrijwillige initiatieven voor onze klanten en onze gemeenschap tijdens de COVID-19-pandemie, onder de noemer #samenerdoor/fairefaceensemble.
  • Aanhoudend sterke FMC-groei naar 598.900 klanten op 30 juni 2020, een stijging met +28% jaar-op-jaar naar ongeveer 29% van de totale klantrelaties en een toename met netto 7.300 postpaid mobiele abonnees tijdens het kwartaal.
  • Een groter aandeel abonnees op productbundels en premium breedbandklanten leidde samen met het voordeel van bepaalde prijsaanpassingen tot een gezonde groei van 2% jaar-op-jaar van de vaste ARPU per klantrelatie naar € 58,4 in zowel H1 als KW2 2020.
  • € 1.272,0 miljoen en € 619,2 miljoen opbrengsten, +1% jaar-op-jaar en -3% jaar-op-jaar in respectievelijk H1 en KW2 2020, met inbegrip van de impact van onze overname van De Vijver Media (volledig geconsolideerd sinds 3 juni 2019) en de verkoop van onze voormalige kabelactiviteit in Luxemburg (gedeconsolideerd vanaf 1 april 2020). Op rebased basis(1) daalde onze omzet in H1 2020 en KW2 2020 met bijna 3% en meer dan 5% jaar-op-jaar vanwege beduidend lagere overige opbrengsten als gevolg van de COVID-19-pandemie. De overige opbrengsten buiten beschouwing gelaten waren onze rebased opbrengsten voor beide periodes stabiel tegenover dezelfde periode van vorig jaar, in lijn met onze verwachtingen.
  • Nettowinst van € 184,9 miljoen (KW2 2020: € 31,7 miljoen) in H1 2020, +230% jaar-op-jaar, gedreven door aanzienlijk lagere netto financiële kosten in de periode en lagere inkomstenbelastingen.
  • € 698,0 miljoen en € 352,4 miljoen Adjusted EBITDA(2) in H1 2020 en KW2 2020, +5% en +2% jaar-opjaar op gerapporteerde basis, met inbegrip van de reeds vermelde niet-organische impacts. Op rebased asis steeg onze Adjusted EBITDA met 2% jaar-op-jaar en was hij stabiel tegenover KW 2019, door (i) lagere verkoop- en marketingkosten door de impact van de COVID-19 pandemie en de impact van de migratie van de klanten van SFR vorig jaar en (ii) een aanhoudend strakke kostenbeheersing.
  • € 297,6 miljoen toe te rekenen bedrijfsinvesteringen(3) in H1 2020, -3% jaar-op-jaar, het equivalent van ongeveer 23% van de opbrengsten in de periode. De opname van de voetbaluitzendrechten van de Britse Premier League in H1 2019 buiten beschouwing gelaten, stegen onze toe te rekenen

bedrijfsinvesteringen met 12% jaar-op-jaar. In KW2 2020 daalden onze toe te rekenen investeringsuitgaven met 8% tot € 124,9 miljoen, wat overeenkomt met ongeveer 20% van de omzet, en weerspiegelde de impact van de COVID-19-pandemie.

  • € 400,4 miljoen operationele vrije kasstroom(4) in H1 2020 (KW2 2020: € 227,5 miljoen), +1% jaar-op-jaar. De impact van IFRS 16 buiten beschouwing gelaten alsook de opname van de voetbaluitzendrechten bedroeg de rebased groei van onze operationele vrije kasstroom in H1 2020 een solide 5% en 11% in KW2 2020.
  • Respectievelijk € 571,7 miljoen, € 255,4 miljoen en € 364,3 miljoen netto kasstroom uit bedrijfsactiviteiten, netto kasstroom gebruikt in investeringsactiviteiten en netto kasstroom gebruikt in financieringsactiviteiten in H1 2020. De aangepaste vrije kasstroom (5) steeg in H1 2020 met 28% jaar-op-jaar naar € 263,9 miljoen (KW2 2020: € 180,5 miljoen) dankzij de fasering van onze geldelijke betaling van belastingen en een sterke groei van de Adjusted EBITDA. Wij hadden in H1 2020 een winst van € 10,6 miljoen uit ons leverancierskredietprogramma, vergeleken met € 43,9 miljoen in H1 2019. Deze impact buiten beschouwing gelaten, zou onze aangepaste vrije kasstroom nog hoger geweest zijn.
  • De verwachting voor de operationele vrije kasstroom van een samengestelde jaarlijkse groei(a,b) met 6,5 tot 8,0% in de periode 2018-2021 blijft behouden. De verwachting voor het boekjaar 2020 wordt bevestigd, met (i) een daling van de rebased(c) opbrengsten met ongeveer 2%(d), (ii) stabiele rebased opbrengsten met uitsluiting van de overige opbrengsten tegenover het boekjaar 2019 (d,e), (iii) een daling van de rebased Adjusted EBITDA met ongeveer 1%(a), (iv) een groei van de operationele vrije kasstroom met 1-2%(a,b) en (v) een aangepaste vrije kasstroom onderaan de vork van € 415,0 tot € 435,0 miljoen (a,f) .

(a) Kwantitatieve reconciliaties tot nettowinst (inclusief groeipercentages van de nettowinst) en kasstromen uit operationele activiteiten met onze vooruitzichten voor Adjusted EBITDA, operationele vrije kasstroom en aangepaste vrije kasstroom kunnen niet worden gegeven zonder onredelijke inspanningen, aangezien wij dat het volgende niet voorspellen (i) bepaalde niet-geldelijke kosten, waaronder afschrijvingen en waardeverminderingen en bijzondere waardeverminderingen, herstructureringen en andere operationele posten opgenomen in de nettowinst, noch (ii) specifieke veranderingen in het werkkapitaal die van invloed zijn op de kasstromen uit operationele activiteiten. De items die we niet hebben voorspeld kunnen aanzienlijk verschillen van periode tot periode.

(b) Met uitsluiting van de opname van uitzendrechten voor voetbal en licenties voor het mobiele spectrum en de impact van IFRS 16 op onze toe te rekenen investeringsuitgaven.

(c) Met inbegrip van de opbrengsten voor overname en de Adjusted EBITDA van De Vijver Media (volledig geconsolideerd sinds 3 juni 2019) en met uitsluiting van de opbrengsten en Adjusted EBITDA van Coditel S.à.r.l. (gedeconsolideerd per 1 april 2020).

(d) Ten opzichte van de opbrengsten op gerapporteerde basis voor het gehele jaar 2019 en de opbrengsten exclusief de overige opbrengsten voor het gehele jaar 2019 zouden de vooruitzichten voor het gehele jaar 2020 grotendeels stabiel blijven.

(e) Overige opbrengsten omvatten voornamelijk (i) interconnectieopbrengsten uit zowel vaste als mobiele telefonie, (ii) reclame- en productieopbrengsten uit De Vijver Media nv, dat wij sinds 3 juni 2019 volledig consolideerden, (iii) de verkoop van mobiele telefoons, met inbegrip van de opbrengsten uit de programma's 'Choose Your Device', (iv) wholesale-opbrengsten uit zowel onze commerciële als gereguleerde wholesale-activiteiten, (v) vergoedingen voor de activering en installatie van producten en (vi) opbrengsten uit de verkoop van settopboxen, zoals gedetailleerd in 2.1 Bedrijfsopbrengsten.

(f) In de veronderstelling dat bepaalde betalingen op onze huidige licenties voor het 2G en 3G mobiele spectrum in KW4 2020 plaatsvinden en de betaling van de belasting op onze belastingaangifte 2019 pas begin 2021 zal worden uitgevoerd.

Voor de zes maanden afgesloten op 30 juni 2020 2019 % Verschil
FINANCIËLE KERNCIJFERS (in € miljoen, uitgezonderd bedragen per aandeel)
Bedrijfsopbrengsten 1.272,2 1.261,6 1 %
Bedrijfswinst 302,1 324,6 (7) %
Nettowinst 184,9 56,0 230 %
Nettowinstmarge 14,5 % 4,4 %
Gewone winst per aandeel 1,69 0,51 231 %
Verwaterde winst per aandeel 1,69 0,51 231 %
Adjusted EBITDA (2) 698,0 664,8 5 %
Adjusted EBITDA marge % 54,9 % 52,7 %
Toe te rekenen bedrijfsinvesteringen (uitgezonderd de opname van
uitzendrechten voor voetbal en licenties voor het mobiele spectrum) (3)
297,6 266,5 12 %
Toe te rekenen bedrijfsinvesteringen als % van de bedrijfsopbrengsten
(uitgezonderd de opname van uitzendrechten voor voetbal en licenties
voor het mobiele spectrum)
23,4 % 21,1 %
Operationele vrije kasstroom (4) 400,4 398,3 1 %
Nettokasstroom uit bedrijfsactiviteiten 571,7 499,2 15 %
Nettokasstroom gebruikt in investeringsactiviteiten (255,4) (206,6) 24 %
Nettokasstroom gebruikt in financieringsactiviteiten (346,3) (241,3) 44 %
Aangepaste Vrije kasstroom (5) 263,9 206,7 28 %
OPERATIONELE KERNCIJFERS (Geleverde diensten)
Kabeltelevisie 1.835.600 1.902.200 (4) %
Basiskabeltelevisie (6) 139.900 183.700 (24) %
Premiumkabeltelevisie (7) 1.695.700 1.718.500 (1) %
Breedbandinternet (8) 1.676.500 1.661.100 1 %
Vaste telefonie (9) 1.195.400 1.234.800 (3) %
Mobiele telefonie (10) 2.795.800 2.748.300 2 %
Postpaid 2.394.900 2.282.000 5 %
Prepaid 400.900 466.300 (14) %
Triple-playklanten 1.098.400 1.128.600 (3) %
Diensten per klantenrelatie (11) 2,29 2,29 — %
ARPU per klantenrelatie (€ / maand) (11) (12) 58,4 57,2 2 %
N.M. - Not Meaningful (Niet Betekenisvol)

In een reactie op de resultaten zei John Porter, Chief Executive Officer van Telenet:

"Eerst en vooral hopen wij dat u het allemaal goed maakt en hopelijk terugkeert naar het zogeheten 'nieuwe normaal'. Ik ben erg tevreden over de manier waarop onze mensen zich aan het thuiswerken hebben aangepast en over de efficiëntie waarmee dat verloopt, wat de superieure kwaliteit van ons HFC- giganetwerk onderlijnt. Wij hebben verscheidene initiatieven voortgezet om al onze stakeholders in deze moeilijke tijden te steunen, zoals de verlenging van onze 'dubbele data'-promoties voor mobiel en vast voor al onze klanten, een uitbreiding van het televisieaanbod voor onze zakelijke klanten in de zorgsector, gratis wifi voor studenten zonder internet, schenkingen van laptops aan Digital4Youth en, naast vele andere acties, een 4G-routeroplossing voor robots, om de connectiviteit in de woonzorgcentra te vergroten.

Ondanks de huidige COVID-19-crisis hebben wij het positieve operationeel momentum van het vorige kwartaal kunnen versnellen. Wij zijn erin geslaagd om onze klantenbasis voor breedband verder te doen groeien, met netto 9.500 extra abonnees, terwijl onze klantenbasis voor digitale televisie grotendeels stabiel bleef. We verhoogden onze FMC-abonneebasis (som van onze 'WIGO', 'YUGO' en 'KLIK' volledig geconvergeerde bundelaanbiedingen) naar 598.900, een stijging met 28% jaar-op-jaar die resulteerde in een convergentiegraad van 29%, vergeleken met 22% in dezelfde periode van vorig jaar. Onze mobile attach rate steeg met 3 procentpunten tot 40% vergeleken met dezelfde periode vorig jaar. Onze aanhoudende focus op FMC resulteerde in netto 7.300 extra postpaid abonnees, beduidend lager dan het groeiritme in de vorige kwartalen, grotendeels als gevolg van de sluiting van onze winkels tot 11 mei en het meerekenen van financieel klantenverloop.

De verkoop van onze 'KLIK' B2B FMC-bundels herstelde zich in de tweede helft van KW2. Wij zien wel een impact van COVID-19 op onze activiteit als ICT-integrator, vanwege de huidige economische vertraging.

Wat entertainment betreft had COVID-19 vooral een impact op de opbrengsten uit televisiereclame van De Vijver Media en op ons Play Sports-aanbod, dat in KW2 2020 20.500 abonnees verloor als gevolg van stopzetting van de nationale Jupiler Pro League-competitie. Inmiddels zijn wij er dankzij de hervatting van verscheidene internationale competities in geslaagd het verloop te stabiliseren.

Onze core business bleef intact, gezien onze totale omzet exclusief overige opbrengsten stabiel bleef voor de eerste helft van 2020, een teken van onze veerkracht in de huidige crisis.

Ons netwerk is tijdens de COVID-19-pandemie perfect blijven functioneren ondanks het toegenomen gebruik. Het upstream dataverkeer op ons HCF-netwerk nam in KW2 2020 gemiddeld toe met 50%, het downstreamverkeer met 20%, zonder ernstige storingen. De vaste breedbandconnectiviteit was tijdens COVID-19 het betrouwbaarst bij Telenet, want 72% van de klanten van Telenet kende geen enkele storing, tegenover gemiddeld 62% voor de totale markt. De gemiddelde downloadsnelheid per klant steeg in KW2 verder naar 206 mbps, bijna 50% sneller dan in dezelfde periode van vorig jaar. Dit illustreert opnieuw de soliede staat van onze vaste gigabit-infrastructuur. Het behoud van de leidende positie van ons netwerk blijft ook in de toekomst ons voornaamste doel. In deze context zijn wij onderhandelingen begonnen met het netwerkbedrijf Fluvius voor de realisatie in de komende jaren van een datanetwerk van de toekomst, waarvan iedereen in Vlaanderen zou moeten kunnen genieten.

In de veronderstelling dat er in de volgende maanden geen tweede golf komt, herbevestigen wij de geüpdatete verwachtingen voor het volledige jaar 2020 die wij na de resultaten van KW1 hebben voorgesteld."

In een reactie op de resultaten zei Erik Van den Enden, Chief Financial Officer van Telenet:

"Telenet kan terugblikken op een sterke financiële prestatie in de eerste zes maanden van het jaar, ondanks de impact van de COVID-19-pandemie op delen van ons bedrijf en een veel meer uitgesproken effect in het tweede kwartaal. In de eerste zes maanden van het jaar genereerden wij € 1.272 miljoen opbrengsten, een stijging met 1% jaar-op-jaar, met inbegrip van de impact van onze overname van De Vijver Media (volledig geconsolideerd sinds 3 juni 2019) en de verkoop van onze voormalige kabelactiviteit in Luxemburg (gedeconsolideerd vanaf 1 april 2020). Beide niet-organische impacts buiten beschouwing gelaten, daalde onze omzet met bijna 3% jaar-op-jaar op rebased basis in H1 2020. Dit weerspiegelde voornamelijk een daling met 15% als gevolg van de COVID-19 pandemie van onze overige opbrengsten, die onder meer interconnectieopbrengsten omvatten, opbrengsten uit de verkoop van telefoons en reclame- en productieopbrengsten van De Vijver Media. In KW2 2020 genereerden we € 619 miljoen opbrengsten, een stijging met 3% jaar-op-jaar op gerapporteerde basis maar een daling met meer dan 5% op rebased basis als gevolg van een verwachte scherpe daling van onze overige opbrengsten om de reeds vermelde redenen. De overige opbrengsten in beide perioden buiten beschouwing gelaten, was onze omzet stabiel in zowel H1 als KW2 2020, in lijn met de herziene verwachting die wij eind april hebben voorgesteld. Lagere

inkomsten uit bedrijfsdiensten in beide periodes als gevolg van de impact van de COVID-19-pandemie op onze ICT-integratoractiviteiten werden gecompenseerd door hogere terugkerende inkomsten uit abonnementen.

We hebben in deze periode opnieuw een strakke kostenbeheersing aan de dag gelegd, met een daling van onze totale operationele kosten met bijna 8% jaar-op-jaar op rebased basis. Al onze kostencategorieën toonden een verbeterde trend tegenover dezelfde periode van vorig jaar, met inbegrip van (i) een rebased daling met 10% van onze directe kosten (-5% op gerapporteerde basis), (ii) een daling met 16% van onze verkoop- en marketingkosten (-10% op gerapporteerde basis) en (iii) een rebased daling met 14% van onze overige indirecte kosten (-12% op gerapporteerde basis). Bijgevolg bereikten wij een Adjusted EBITDA van € 698 miljoen voor de zes maanden tot 30 juni 2020, een stijging met 5% jaar-op-jaar op gerapporteerde basis en met bijna 2% op rebased basis. Wij slaagden erin onze rebased Adjusted EBITDA-marge met 250 basispunten te verhogen, vergeleken met dezelfde periode van vorig jaar, naar 54,9%. De Adjusted EBITDA voor KW2 2020 bedroeg € 352,4 miljoen, 2% meer dan in de periode van vorig jaar. Op rebased basis was onze Adjusted EBITDA in KW2 2020 stabiel vergeleken met dezelfde periode van vorig jaar, in de context van de reeds vermelde daling van de opbrengsten met 5% op rebased basis. In lijn met onze prognose voor het volledige jaar 2020 verwachten wij een lagere Adjusted EBITDA in de tweede helft van het jaar, waarbij de vergelijkingsbasis voor het derde kwartaal ongunstig zal zijn tegenover KW3 van vorig jaar en bepaalde kostenfactoren zullen stijgen.

Onze operationele vrije kasstroom bedroeg € 400 miljoen voor de zes maanden tot 30 juni 2020 (KW2 2020: € 228 miljoen) een bescheiden stijging met 1% jaar-op-jaar, aangezien een stijging met 12% van onze toe te rekenen bedrijfsinvesteringen (de opname van de voetbaluitzendrechten in H1 2019 van de Britse Premier League buiten beschouwing gelaten) ruimschoots ongedaan werd gemaakt door de reeds vermelde stijging van onze Adjusted EBITDA. De impact van IFRS 16 buiten beschouwing gelaten alsook de opname van de voetbaluitzendrechten bedroeg de rebased groei van onze operationele vrije kasstroom in H1 2020 een solide 5%.

Tot slot bereikte onze aangepaste vrije kasstroom € 572 miljoen in H1 2020, een stijging van 15% op jaarbasis als gevolg van timing verschillen in de betaling van onze jaarlijkse vennootschapsbelasting en solide Adjusted EBITDA-groei. Onze aangepaste vrije kasstroom voor de zes maanden tot 30 juni 2020 omvatte € 264 miljoen in H1 2020 (Q2 2020: € 181 miljoen), een stijging van 28% op jaarbasis als gevolg van timing verschillen in onze betaling van de vennootschapsbelasting en gezonde Adjusted EBITDA-groei. Aangezien we verwachten dat de betaling van de vennootschapsbelasting in het derde kwartaal van 2020 zal plaatsvinden, zal dit een negatieve invloed hebben op de jaar-op-jaarvergelijking in het derde kwartaal van 2020. Onze aangepaste vrije kasstroom voor de eerste 6 maanden van 2020 bevatte ook € 11 miljoen winst uit ons leverancierskredietprogramma, vergeleken met € 44 miljoen in H1 2019. Deze impact van het leverancierskredietprogramma buiten beschouwing gelaten, zou onze aangepaste vrije kasstroom nog hoger geweest zijn.

Telenet heeft een uiterst robuust liquiditeits- en schuldvervalprofiel met (i) een kassaldo van € 71 miljoen op 30 juni 2020, (ii) niet-opgenomen wentelkredieten ten bedrage van € 555 miljoen met bepaalde beschikbaarheden tot mei 2026, (iii) een gewogen gemiddelde looptijd van 8 jaar en (iv) geen schuldafschrijvingen voor maart 2028, met uitzondering van kortlopende verplichtingen voor ons leverancierskredietprogramma. Onze totale netto schuldgraad op 30 juni 2020 bleef stabiel op 4.0x, precies in het midden van ons streefdoel voor de totale netto schuldgraad dat wij tijdens de Capital Markets Day in december 2018 aankondigden. Dit weerspiegelde de betaling van een slotdividend voor € 142 miljoen in mei en een uitgave van € 34 miljoen voor het Aandeleninkoopprogramma 2020. Wij houden ons dus aan ons beleid voor de aandeelhoudersvergoeding en zullen eind oktober een volgend tussentijds dividend voorstellen aan de raad van bestuur.

Terugblikkend op de eerste helft van het jaar, en vooruitblikkend naar de toekomst, herbevestigen wij zowel onze eind april herziene verwachtingen voor het volledige jaar 2020 alsook de verwachtingen omtrent de operationele vrije kasstroom over de driejaarperiode. Ter herinnering, onze verwachtingen over het boekjaar 2020 houden geen rekening met de impact van mogelijke bijkomende lockdownmaatregelen in de rest van het jaar en gaan uit van een geleidelijk economisch herstel na de opheffing van de meeste aan COVID-19 gerelateerde beperkingen vanaf midden mei."

1 Belangrijkste operationele ontwikkelingen

Fusie van SFR-Coditel en Eltrona: Op 1 april 2020 stonden wij ons Luxemburgse kabelfiliaal in vol eigendom Coditel S.à.r.l. af aan Eltrona en verwierven wij een aandeel van 34% in Eltrona van Post Luxembourg. Na deze twee transacties houden wij een belang van 50% min 1 aandeel in Eltrona, de grootste kabeloperator in Luxemburg. Sinds 1 april 2020 wordt SFR-Coditel niet langer geconsolideerd in onze operationele en financiële resultaten. Bijgevolg schrapten wij 47.700 aansluitbare woningen, 9.500 klantrelaties en 18.500 RGU's (kabeltelevisie: 9.200 RGU's, breedband: 5.500 RGU's en vaste telefonie: 3.800 RGU's) in onze geconsolideerde abonneetellingen die hierna en in 4. Geconsolideerde tussentijdse operationele statistieken worden voorgesteld.

1.1 Productbundels

OVERZICHT EN PRODUCTBUNDELS

Op 30 juni 2020 hadden wij 2.052.200 unieke klantrelaties, die ongeveer 61% vertegenwoordigden van de 3.355.200 woningen langs ons toonaangevende hybride glasvezel-coaxnetwerk (HFC) in ons servicegebied in Vlaanderen en Brussel. Ons kabelnetwerk bestaat uit een dichte glasvezelbackbone met lokale lusverbindingen van coaxkabel en een spectrum tot 1,2 GHz. Met de EuroDocsis 3.0- en 3.1-technologie bieden wij downstreamsnelheden voor data aan tot 1 Gbps in ons volledige servicegebied, een bevestiging van onze leidende marktpositie als leverancier van snelste internetdiensten.

Op 30 juni 2020 leverden wij 4.707.500 vaste diensten ('RGU's'), bestaande uit 1.835.600 kabeltelevisieabonnementen, 1.676.500 breedbandinternet-abonnementen en 1.195.400 vastetelefonieabonnementen. Onze abonneetelling op het eind van KW2 2020 omvatte de schrapping van bepaalde niet-betalende abonnees in lijn met onze grondslagen voor de financiële verslaggeving, ook al konden wij deze abonnees niet voor 1 juli 2020 afsluiten vanwege de specifieke regels die door BIPT, de nationale telecomregulator in verband met COVID-19 werden opgelegd. Daarnaast hield onze abonneetelling op 30 juni 2020 geen rekening met onze voormalige klanten van SFR-Coditel, vanwege de reeds vermelde fusie met de Luxemburgse kabeloperator Eltrona. In onze kabeltelevisiemix was ongeveer 92% van onze kabeltelevisieabonnementen op 30 juni 2020 geüpgraded naar ons premium kabeltelevisieplatform met hogere gemiddelde opbrengst per klantrelatie (ARPU). De abonnees van het premium kabeltelevisieplatform genieten een rijkere kijkervaring met onbeperkte toegang tot een groter aanbod van digitale zenders, HDzenders en betalende sportzenders, series- en filmkanalen, een enorme bibliotheek van binnen- en buitenlandse films en programma's à la carte ('VOD') en toegang tot ons 'over-the-top'-platform ('OTT') 'Yelo Play'. Op 30 juni 2020 bedienden wij ook 2.795.800 mobiele abonnees, van wie ongeveer 86% geabonneerd was op een van onze aantrekkelijke mobiele of vaste-mobiele ('FMC') tariefplannen. Wij bereikten een bundelratio van 2,29 opbrengstgenererende eenheden per unieke klantrelatie op het eind van KW2 2020, stabiel tegenover dezelfde periode vorig jaar. Op 30 juni 2020 was ongeveer 32% van onze kabelklanten geabonneerd op een quad-play-bundel (de mobiele abonnementen onder het merk BASE niet meegeteld), een forse stijging met 310 procentpunten vergeleken met dezelfde periode van vorig jaar, als teken van het aanhoudende succes van onze strategie voor de convergentie van vast en mobiel.

De groei van het aantal abonnees op onze FMC-bundels bleef sterk, met netto 23.100 nieuwe abonnees in KW2 2020. Dit was een zwakkere prestatie dan in de vorige kwartalen, omdat vrijwel al onze retail locaties als gevolg van de COVID-19-pandemie tot medio mei moesten sluiten en gezien de lancering van de nieuwe FMC-bundels 'WIGO S' en 'WIGO Home' in dezelfde periode vorig jaar. In de zes maanden tot 30 juni 2020 trokken wij 51.500 netto FMC-abonnees aan, een bewijs te meer van het groeipotentieel van ons volledig geïntegreerde vast-mobiele aanbod. Op 30 juni 2020 bereikte onze FMC-klantenbasis, die onze 'WIGO'-, 'YUGO'- en 'KLIK'- (b2b) klanten omvat, een totaal van 598.900 klanten, een stijging met 28% jaar-op-jaar. Bijgevolg vertegenwoordigde de penetratie van de FMC-abonnees ongeveer 29% van het totale aantal klantrelaties op het eind van KW2 2020, vergeleken met ongeveer 22% een jaar geleden.

GEMIDDELDE OPBRENGST PER KLANTENRELATIE

De gemiddelde opbrengst per klantrelatie (ARPU), die de opbrengsten uit mobiele telefonie en bepaalde andere soorten opbrengsten buiten beschouwing laat, is een van onze belangrijkste operationele statistieken, aangezien wij naar een groter aandeel van de telecommunicatie- en contentuitgaven van onze klanten streven. In zowel de zes maanden tot 30 juni 2020 als in KW2 2020 bereikten wij een ARPU per klantrelatie van € 58,4, een gezonde stijging met 2% vergeleken met H1 2019 en KW2 2019. De groei van de gemiddelde opbrengst per klantrelatie werd bevorderd door (i) een grotere verhouding abonnees op productbundels in onze totale klantenmix, (ii) een groter aandeel premiumkabel-tv-abonnees in onze mix en (iii) het voordeel van de bepaalde prijsaanpassingen. Deze positieve trend werd gedeeltelijk ongedaan gemaakt door (i) een hogere proportie bundelkortingen (met inbegrip van promoties met vaste termijn), (ii) lagere opbrengsten uit het gebruik buiten bundels en (iii) het gevolg van de gewijzigde allocatie van de abonnementsopbrengsten uit bundels, die uitvoeriger wordt besproken in 2. Belangrijkste financiële ontwikkelingen.

1.2 Breedbandinternet

Op 30 juni 2020 hadden wij 1.676.500 abonnees op breedbandinternet, na de schrapping van 5.500 RGU's als gevolg van de reeds vermelde fusie van Coditel S.à.r.l. met de Luxemburgse kabeloperator Eltrona. Dit effect buiten beschouwing gelaten, noteerden wij een forse organische groei van het aantal abonnees met netto 9.500 in KW2 2020 (H1 2020: 17.600). Dit was onze sterkste kwartaalprestatie sinds KW4 2015 en omvatte een sterke opname in het consumentensegment. Wij bleven een toenemend commercieel succes zien van onze toonaangevende breedbanddiensten, dankzij een verbeterd productaanbod en een groeiende consumentenvraag naar betrouwbare snelle connectiviteitsoplossingen tijdens de COVID-19-pandemie. Het verloop op jaarbasis daalde beduidend van 8,3% in KW2 2019 naar 6,4% in KW2 2020. Zoals reeds vermeld moesten vrijwel al onze retail locaties tot medio mei sluiten als gevolg van de COVID-19-pandemie, met een gunstige weerslag op het verloop voor alle producten.

Terwijl wij blijven focussen op een maximale beleving van de thuisconnectiviteit voor onze klanten, verdeelden wij in KW2 2020 meer dan 51.000 wifi-boosters. Dit bracht het totaal op een indrukwekkende geïnstalleerde basis van 645.000, het equivalent van ongeveer 38% van onze klantenbasis voor breedband. Vijf jaar na de start van 'De Grote Netwerf', ons programma voor de upgrade van het vaste netwerk, zijn we begonnen met de commercialisering van downloadsnelheden van 1 gigabit per seconde in ons volledige servicegebied, met de optie 'GIGA Speedboost' voor € 15 extra per maand. Onze klantenbasis voor Gigabit Speedboost was op 30 juni 2020 met 20% gegroeid tegenover het vorige kwartaal, het bewijs van de behoefte van de klanten aan de betrouwbare, snelle breedbanddiensten die wij met ons toonaangevende HFC-netwerk konden leveren. Dankzij de doorlopende upgrade van onze klantenbasis voor breedbandinternet konden wij de gewogen gemiddelde downloadsnelheid voor data verder verhogen naar 206 Mbps op 30 juni 2020. Dit vertegenwoordigt een indrukwekkende stijging met bijna 50% tegenover dezelfde periode van vorig jaar. Tijdens de lockdown wegens COVID-19 noteerden wij in KW2 2020 ook een sterke stijging van het downstream- en het upstreamverkeer in de daluren met 50% jaar-op-jaar, terwijl het maandelijkse gemiddelde gebruiksvolume per gebruiker in KW2 2020 met 47% toenam tegenover dezelfde periode van vorig jaar.

1.3 Vaste telefonie

Op 30 juni 2020 hadden wij 1.195.400 abonnees op vaste telefonie, een daling met 3% tegenover dezelfde periode vorig jaar. Dit weerspiegelde een algemene negatieve markttrend en de schrapping van 3.800 RGU's na de reeds vermelde fusie van onze Luxemburgse kabelactiviteit met Eltrona. Vergeleken met 31 maart 2020 daalde onze abonneebasis voor vaste telefonie met 7.100 RGU's op netto organische basis in KW2 2020 (H1 2020: -13.300). Sinds de uitbraak van de COVID-19-pandemie stellen wij een toegenomen gebruik van vaste telefonie bij onze klantenbasis vast. Net als voor breedbandinternet verbeterde het verloop op jaarbasis voor onze vaste telefonie beduidend vergeleken met dezelfde periode van vorig jaar, met een verbetering met 330 basispunten naar 7,1% in KW2 2020.

1.4 Mobiele telefonie

Onze abonneebasis voor mobiele telefonie, die de abonnees van onze commerciële wholesalepartners en onze kmo-klanten niet omvat, bereikte een totaal van 2.795.800 simkaarten op het eind van KW2 2020, waarvan 2.394.900 postpaid-abonnees. De resterende 400.900 mobiele abonnees zijn prepaid-abonnees onder het merk BASE. De netto groei van het aantal postpaid-abonnees in KW2 2020 werd beduidend beïnvloed door de sluiting van onze fysieke verkooppunten tot medio mei. Dit had vooral een weerslag op onze zelfstandige mobiele activiteit, slechts gedeeltelijk gecompenseerd door de aanhoudende groei van onze abonneebasis voor FMC. Dit resulteerde in een netto groei met 7.300 postpaid-abonnees in KW2 2020 (H1 2020: 31.100).

1.5 Televisie

TOTAAL TELEVISIE

Op 30 juni 2020 bereikte onze totale klantenbasis voor basic en premium kabeltelevisie 1.835.600 RGU's, na de schrapping van 9.200 abonnees op kabeltelevisie als gevolg van de reeds vermelde fusie van SFR-Coditel met Eltrona. Dit vertegenwoordigde een netto organisch verlies van 7.200 abonnees op kabeltelevisie in KW2 2020 (H1 2020: -21.800), ons beste resultaat sinds KW2 2016. Het voornoemde nettoverlies omvat geen overschakelingen naar onze premium kabeltelevisiediensten en vertegenwoordigt klanten die zijn overgestapt naar concurrerende platformen, zoals andere aanbieders van digitale tv, OTT en satelliet, of klanten die hun tv-abonnement hebben opgezegd of die buiten ons servicegebied zijn verhuisd.

In oktober 2019 lanceerden we onze campagne 'Signal Switch' als voorbereiding op de uitschakeling van de analoge radio- en videosignalen tussen 2020 en 2021. Dit zal netwerkcapaciteit vrijmaken voor het altijd toenemende digitale verkeer. Wij hebben beslist om dit project tijdelijk uit te stellen als gevolg van de voorzorgsmaatregelen in de context van de COVID-19-crisis. Afhankelijk van de verdere ontwikkelingen van de huidige crisis zal dit project later opnieuw worden opgestart.

PREMIUM KABELTELEVISIE

Op 30 juni 2020 waren 1.695.700 van onze kabeltelevisieabonnees geüpgraded naar onze kabeltelevisiediensten met hogere ARPU, die hen toegang geven tot een veel rijkere televisiebeleving, met inbegrip van gratis onbeperkte toegang tot onze app 'Yelo Play' waarmee ze thuis en buitenshuis een unieke contentervaring kunnen beleven op meerdere verbonden apparaten. Dit omvat ons nieuwste digitale televisieplatform, met inbegrip van onze in de cloud gebaseerde settopbox van de volgende generatie met spraakherkenning, die wij eind april 2019 lanceerden. Op het eind van KW2 2020 bleef onze klantenbasis voor premium kabeltelevisie grotendeels stabiel vergeleken met 31 maart 2020 (H1 2020: 3000 netto organische aanwinsten).

Onze abonnementspakketten voor films en programma's à la carte 'Play' en 'Play More' bereikten 421.200 abonnees in KW2 2020, grotendeels stabiel tegenover dezelfde periode van vorig jaar. Net als in KW1 2020 werd ons sportaanbod 'Play Sports' in KW2 2020 getroffen door de tijdelijke stopzetting van de nationale en internationale voetbalkampioenschappen en ander grote sportevenementen als gevolg van de COVID-19 pandemie. Eind KW2 2020 bedienden wij 198.300 'Play Sports'-klanten, een nettoverlies van 20.500 klanten vergeleken met 31 maart 2020. Na het eind van KW2 hebben bepaalde internationale voetballiga's de wedstrijden hervat en noteren wij een verbeterde trend voor de klantenbasis van 'Play Sports'.

2 Belangrijkste financiële ontwikkelingen

BELANGRIJKE WIJZIGINGEN IN DE VERSLAGGEVING:

Rebased groei: Om de 'rebased' groeicijfers te berekenen op een vergelijkbare basis voor de drie maanden afgesloten op 30 juni 2020 en de zes maanden afgesloten op 30 juni 2020 hebben we onze historische bedrijfsopbrengsten en Adjusted EBITDA aangepast om (i) de bedrijfsopbrengsten en Adjusted EBITDA van De Vijver Media (volledig geconsolideerd sinds 3 juni 2019) voor de overname op te nemen in onze herzienbare bedragen en (ii) de bedrijfsopbrengsten en Adjusted EBITDA van onze voormalige Luxemburgse dochtervennootschap Coditel S.à r.l. (gedeconsolideerd vanaf 1 april 2020) uit onze herziene bedragen te nemen voor de drie maanden afgesloten op 30 juni 2019 en de zes maanden afgesloten op 30 juni 2019 voor zover dat de bedrijfsopbrengsten en Adjusted EBITDA deel uitmaken van onze resultaten voor de drie maanden afgesloten op 30 juni 2020 en de zes maanden afgesloten op 30 juni 2020. Zie Definities voor meer toelichtingen. Voor meer informatie over het verschil tussen onze gerapporteerde en onze rebased resultaten verwijzen we naar de Appendix in dit persbericht.

Toewijzing van bundelgerelateerde inkomsten uit abonnementen: Na de recente aanpassing van onze stand-alone portfolio voor breedbandinternet wordt een lager inkomstenaandeel uit onze vaste en FMCbundels toegewezen aan de inkomsten uit breedbandinternet vanaf 1 januari 2020. Dit heeft een negatieve invloed op onze inkomsten uit breedbandinternet, volledig gecompenseerd door een hogere toewijzing aan onze inkomsten uit video, vaste telefonie en mobiele telefonie. De bovengenoemde wijziging heeft ook gevolgen voor de ARPU per klantrelatie (aangezien dit de inkomsten uit mobiele telefonie uitsluit), maar heeft geen invloed op onze totale inkomsten uit abonnementen.

Herziene balans 31 december 2019: In de loop van KW1 2020 heeft Telenet de boekhoudkundige verwerking afgerond van de stapsgewijze overname van De Vijver Media die op 3 juni 2019 werd afgesloten ('aankoopprijsallocatie') en deze afronding resulteerde in de erkenning van € 4,6 miljoen uitgestelde belastingverplichtingen via goodwill. Het verkorte geconsolideerde overzicht van de balans per 31 december 2019 is dienovereenkomstig aangepast.

Aankoopprijsallocatie voor de overname van Native Nation: De geconsolideerde balans van de Vennootschap van 31 december 2019 is herwerkt, met een weerspiegeling van de retroactieve impact van de aankoopprijsallocatie ("PPA") voor de overname van Native Nation, welke per jaareinde 2019 nog niet bekend was. De aanpassing van de reële waarde van de immateriële activa (€ 6,8 miljoen) had voornamelijk betrekking op de verworven handelsnamen (€ 2.7 miljoen), klantenrelaties (€ 2,4 miljoen) en technologie (€ 1,7 miljoen). Samen met de uitgestelde belastingimpact van de bovengenoemde aanpassingen (€ 1,7 miljoen) werd de goodwill verminderd met € 5,1 miljoen. De opname van de reële waarde van de immateriële activa resulteerde niet in materiële extra afschrijvingskosten voor de periode tussen de overnamedatum (18 oktober 2019) en 31 december 2019 en de geconsolideerde winst- en verliesrekening en niet-gerealiseerde resultaten voor de twaalf maanden afgelopen op 31 december 2019 werd derhalve ook niet herwerkt.

2.1 Bedrijfsopbrengsten

In de zes maanden tot 30 juni 2020 genereerden wij € 1.272,2 miljoen opbrengsten, een stijging met 1% tegenover € 1.261,6 miljoen in dezelfde periode vorig jaar. Onze opbrengsten in H1 2020 omvatten een bijdrage voor een volledig halfjaar van het lokale mediabedrijf De Vijver Media nv, waarvan wij op 3 juni 2019 het resterende aandeel van 50% verwierven en dat sindsdien volledig geconsolideerd is. Sinds 1 april 2020 omvatten onze financiële resultaten niet langer de bijdrage van ons Luxemburgse kabelfiliaal Coditel S.à.r.l., dat zoals reeds vermeld gefuseerd is met Eltrona, waarin wij een belang van 50% min 1 aandeel houden. Beide niet-organische gevolgen buiten beschouwing geladen, daalden onze opbrengsten in H1 2020 op rebased basis met bijna 3% (-2,7%) tegenover dezelfde periode vorig jaar, voornamelijk als gevolg van een daling met 15% van onze overige opbrengsten wegens de COVID-19-pandemie, zoals hieronder toegelicht.

De overige opbrengsten buiten beschouwing gelaten bleven onze rebased opbrengsten voor de zes maanden tot 30 juni 2020 stabiel, in lijn met de herziene verwachtingen voor het volledige jaar die wij eind april presenteerden. Onze totale opbrengsten uit abonnementen op zowel kabeltelevisie als mobiele telefonie, stegen met bijna 1% op gerapporteerde en op rebased basis. Deze sterke prestatie was te danken aan (i) het aanhoudende sterke succes van onze FMC-bundels in het residentiële en het zakelijke segment, (ii) de upgrade van breedbandklanten naar snellere bundels en (iii) het voordeel van de tariefaanpassingen in augustus 2019. Dit effect werd bijna volledig ongedaan gemaakt door lagere opbrengsten uit bedrijfsdiensten als weerspiegeling van de negatieve gevolgen van COVID-19, vooral voor onze activiteit als ICT-integrator.

In KW2 2020 leverden onze activiteiten € 619,2 miljoen opbrengsten op, een daling met 3% tegenover KW2 2019 als gevolg van een verwacht maar meer uitgesproken effect van de COVID-19-pandemie op ons financiële profiel dan in het vorige kwartaal. De bovengenoemde niet-organische effecten buiten beschouwing gelaten, viel onze omzet op rebased basis in het kwartaal met meer dan 5% (-5,4%) terug tegenover de periode van vorig jaar, als gevolg van een daling met 26% van onze overige opbrengsten, voornamelijk wegens de hieronder vermelde factoren. De overige opbrengsten buiten beschouwing gelaten, waren onze opbrengsten in KW2 2020 stabiel vergeleken met KW2 2019.

KABELTELEVISIE

Onze opbrengsten uit kabeltelevisie vertegenwoordigen de maandelijkse vergoeding die onze televisieabonnees betalen voor de kanalen die ze in het basispakket ontvangen, evenals de opbrengsten die door onze abonnees op premium tv worden gegenereerd en die voornamelijk bestaan uit (i) terugkerende huurgelden voor settopboxen, (ii) vergoedingen voor extra premium content die wij aanbieden, inclusief onze video-on-demand pakketten 'Play', 'Play More' en 'Play Sports', en (iii) transactionele en broadcasting-ondemand diensten. In H1 2020 bedroegen onze opbrengsten uit kabeltelevisie € 284,0 miljoen (KW2 2020: € 139,6 miljoen), een daling met 1% tegenover H1 van vorig jaar, zowel op gerapporteerde als op rebased basis. De reeds vermelde hogere opbrengsten uit onze FMC-bundels en het voordeel van bepaalde tariefaanpassingen werden meer dan ongedaan gemaakt door het aanhoudende netto verlies van abonnees op kabeltelevisie en de sterke daling van de abonneebasis voor onze 'Play Sports' betaaltelevisie na de COVID-19-pandemie, zoals hierboven uiteengezet in 1.5 Kabeltelevisie.

BREEDBANDINTERNET

De opbrengsten uit onze residentiële klanten en kleine ondernemingen met een breedbandinternetabonnement bedroegen € 323,5 miljoen in H1 2020 (KW2 2020: € 163,3 miljoen), grotendeels stabiel vergeleken met dezelfde periode van vorig jaar, zowel op gerapporteerde als op rebased basis. Als gevolg van de recente vernieuwing van onze portfolio voor zelfstandig breedbandinternet, neemt het aandeel van de vaste en FMC-bundels in onze opbrengsten uit breedbandinternet sinds 1 januari 2020 af. Deze nadelige impact op onze opbrengsten uit breedbandinternet werd volledig gecompenseerd door een toename van onze opbrengsten uit televisie, vaste telefonie en mobiele telefonie. Deze verschuiving in onze mix van opbrengsten maakte (i) de hogere breedbandopbrengsten uit SOHO B2B, (ii) de prijsaanpassing in augustus 2019 en (iii) de aanhoudende groei van onze klantenbasis voor breedbandinternet volledig ongedaan.

VASTE TELEFONIE

Onze opbrengsten uit vaste telefonie omvatten de recurrente opbrengsten uit onze abonnees op vaste telefonie en de variabele opbrengsten uit het gebruik, maar niet de door deze klanten gegenereerde interconnectieopbrengsten, die onder overige opbrengsten worden gerapporteerd. In de zes maanden tot 30 juni 2020 stegen onze opbrengsten uit vaste telefonie op zowel gerapporteerde als rebased basis met 4% naar € 113,8 miljoen (KW2 2020: € 57,0 miljoen). De toename was voornamelijk te danken aan de gunstige impact van de voornoemde herindeling van onze opbrengsten uit vaste en FMC-bundels, de prijsaanpassing in augustus 2019 en hogere gebruiksgerelateerde opbrengsten als gevolg van het toenemende gebruik van vaste telefonie tijdens de COVID-19-pandemie.

MOBIELE TELEFONIE

Onze opbrengsten uit mobiele telefonie vertegenwoordigen de opbrengsten uit abonnementsgelden die door onze directe abonnees voor mobiele telefonie worden gegenereerd alsook opbrengsten buiten bundel, maar omvatten niet (i) de interconnectieopbrengsten die door deze klanten worden gegenereerd, (ii) de opbrengsten uit de verkoop van telefoons en (iii) de opbrengsten uit onze 'Choose Your Device' programma's, die alle onder overige opbrengsten worden gerapporteerd. In H1 2020 bedroegen de opbrengsten uit mobiele telefonie € 223,0 miljoen (KW2 2020: € 109,4 miljoen), een stijging met 3% jaar-opjaar op zowel gerapporteerde als rebased basis. De stijging was voornamelijk het gevolg van de gunstige impact van de al vermelde herindeling van onze opbrengsten uit vaste en FMC-bundels en van de aanhoudende forse netto groei van het aantal postpaid abonnementen, bevorderd door de upsell en crosssell naar onze premium FMC-bundels. Deze elementen wogen ruimschoots op tegen (i) lagere opbrengsten uit bundels die onze mobiele abonnees buiten hun maandelijkse bundel genereerden als gevolg van onze verbeterde 'WIGO'-quad-play-bundels, de overstap naar de zelfstandige onbeperkte mobiele aanbiedingen van zowel Telenet als BASE en het dubbele data-aanbod dat wij tot eind mei verlengden als gevolg van de lockdown-maatregelen, (ii) hogere bundelgerelateerde kortingen na het succes van onze 'WIGO'-quad-playvoorstellen en (iii) een aanhoudende daling van het aantal prepaid abonnees.

BEDRIJFSDIENSTEN

De onder bedrijfsdiensten gerapporteerde opbrengsten betreffen (i) de opbrengsten uit niet-coaxproducten, inclusief glasvezel- en geleasede DSL-lijnen, (ii) door onze kmo-klanten gegenereerde opbrengsten uit mobiele telefonie, (iii) onze 'carrier'-diensten en (iv) diensten met toegevoegde waarde zoals hostingdiensten en beheerde beveiligingsdiensten. Onze opbrengsten uit bedrijfsdiensten omvatten ook de opbrengsten gegenereerd door de lokale ICT-integrator Nextel, die wij op 31 mei 2018 overnamen. De opbrengsten uit zakelijke klanten op alle coaxgerelateerde producten, zoals onze vlaggenschipbundel 'KLIK' (vroeger 'WIGO Business' genoemd), worden toegerekend aan onze opbrengsten uit kabelabonnementen en worden niet gerapporteerd binnen Telenet Business, onze B2B-afdeling.

De opbrengsten van Telenet Business bedroegen € 98,3 miljoen voor de zes maanden tot 30 juni 2020 (KW2 2020: € 48,3 miljoen), een daling met 4% op gerapporteerde en rebased basis tegenover de periode van vorig jaar. De terugval werd voornamelijk veroorzaakt door (i) een lagere bijdrage van onze in mei 2018 verworven activiteit als ICT-integrator, aangezien COVID-19 tot de vertraging of het uitstel van bepaalde projecten leidde, (ii) lagere opbrengsten buiten bundels uit onze kmo-mobiele abonnees en (iii) een geleidelijke evolutie van eenmalige opbrengsten, zoals de verkoop van toestellen of opbrengsten uit projecten, naar recurrente opbrengsten uit dergelijke transacties.

OVERIGE

De overige opbrengsten omvatten voornamelijk (i) interconnectieopbrengsten uit zowel vaste als mobiele telefonie, (ii) reclame- en productieopbrengsten uit De Vijver Media nv, dat wij sinds 3 juni 2019 volledig consolideerden, (iii) de verkoop van mobiele telefoons, met inbegrip van de opbrengsten uit de programma's 'Choose Your Device', (iv) wholesale-opbrengsten uit zowel onze commerciële als gereguleerde wholesaleactiviteiten, (v) vergoedingen voor de activering en installatie van producten en (vi) opbrengsten uit de verkoop van settopboxen.

Onze overige opbrengsten bedroegen € 229,6 miljoen in H1 2020 (KW2 2020: € 101,6 miljoen), een stijging met 4% jaar-op-jaar op gerapporteerde basis, met zoals reeds vermeld een bijdrage van De Vijver Media voor het volledige semester. Op rebased basis daalden onze overige opbrengsten scherp met 15% jaar-opjaar, als gevolg van (i) 23% lagere reclame- en productieopbrengsten bij De Vijver Media op rebased basis, (ii) 19% lagere opbrengsten uit de verkoop van telefoons op rebased basis en (iii) 17% lagere interconnectieopbrengsten op rebased basis. Dezelfde factoren leidden tot een daling met 26% van onze overige opbrengsten in KW2 2020 tegenover vorig jaar op rebased basis.

2.2 Bedrijfskosten

In de zes maanden tot 30 juni 2020 bedroegen onze totale bedrijfskosten € 970,1 miljoen, een stijging met 4% tegenover dezelfde periode vorig jaar. Onze totale bedrijfskosten in H1 2020 weerspiegelden (i) de reeds vermelde niet-organische impact van de overname van De Vijver Media en de fusie van SFR-Coditel met Eltrona en (ii) een € 18,5 miljoen bijzondere waardevermindering op de goodwill van De Vijver Media na de herbeoordeling van hun strategisch meerjarenplan in het tweede kwartaal van 2020, dat de impact weerspiegelt van de COVID-19-pandemie op hun financieel profiel. De totale bedrijfskosten kwamen overeen met ongeveer 76% van de bedrijfsopbrengsten in de zes maanden tot 30 juni 2020 (H1 2019: ongeveer 74%). In H1 2020 kwam de kostprijs van geleverde diensten overeen met ongeveer 55% van de bedrijfsopbrengsten (H1 2019: ongeveer 54%) en kwamen de verkoop-, algemene en administratiekosten overeen met ongeveer 21% van de totale bedrijfsopbrengsten in H1 2020 (H1 2019: ongeveer 21%).

Onze operationele kosten, namelijk onze (i) onze netwerkexploitatiekosten, (ii) directe kosten, (iii) personeelskosten, (iv) verkoop- en marketingkosten, (v) kosten voor uitbestede arbeidsdiensten en professionele diensten en (vi) overige indirecte kosten, daalden op gerapporteerde basis met bijna 4% in de zes maanden tot 30 juni 2020, in weerwil van de reeds vermelde niet-organische impacts. Op rebased basis daalden onze operationele kosten in H1 2020 met bijna 8% vergeleken met dezelfde periode vorig jaar. Dit was voornamelijk het gevolg van (i) een daling met 10% van onze directe kosten als gevolg van beduidend lagere interconnectiekosten en lagere kosten voor de aankoop van telefoons tijdens de COVID-19-pandemie, (ii) een daling met 14% van onze indirecte kosten, voornamelijk als gevolg van lagere kosten voor faciliteiten en een strakkere kostenbeheersing en (iii) een daling met 16% van onze verkoop- en marketingkosten, met inbegrip van lagere uitgaven in het tweede kwartaal vanwege COVID-19.

In KW2 2020 bedroegen onze totale kosten € 470,3 miljoen, versus € 461,9 miljoen in KW2 2019. Onze totale kosten in het kwartaal weerspiegelden (i) de reeds vermelde niet-organische impact van de overname van De Vijver Media en de fusie van SFR-Coditel met Eltrona en (ii) de hogervermelde bijzondere waardevermindering ten belope van € 18,5 miljoen. Onze operationele kosten in het kwartaal daalden met iets meer dan 8% en met 11% jaar-op-jaar op gerapporteerde en rebased basis, voornamelijk als gevolg van de reeds vermelde factoren.

NETWERKEXPLOITATIEKOSTEN

De netwerkexploitatiekosten voor de zes maanden tot 30 juni 2020 bedroegen € 100,7 miljoen (KW2 2020: € 46,4 miljoen), een daling met 1% jaar-op-jaar op zowel gerapporteerde als rebased basis.

DIRECTE KOSTEN (PROGRAMMERING EN AUTEURSRECHTEN, INTERCONNECTIE EN ANDERE)

Onze directe kosten omvatten al onze directe kosten zoals (i) programmering en auteursrechten, (ii) interconnectiekosten en (iii) de verkoop en subsidiëring van telefoons. In de zes maanden tot 30 juni 2020 bedroegen onze directe kosten € 242,5 miljoen, een daling met 5% tegenover H1 2019. Op rebased basis daalden onze directe kosten in de zes maanden tot 30 juni 2020 met 10% jaar-op-jaar, vanwege beduidend lagere interconnectiekosten en lagere kosten voor de aankoop van telefoons tijdens de COVID-19-pandemie. In KW2 2020 bedroegen onze directe kosten € 112,2 miljoen, een daling met 13% tegenover de periode van vorig jaar. Op rebased basis daalden onze directe kosten met 17% jaar-op-jaar, grotendeels als gevolg van dezelfde factoren als hierboven vermeld.

PERSONEELSKOSTEN

De personeelskosten voor de zes maanden tot 30 juni 2020 bedroegen € 133,2 miljoen (KW2 2020: € 64,5 miljoen), een stijging met 4% vergeleken met dezelfde periode van vorig jaar, als weerspiegeling van de voornoemde niet-organische effecten. Op rebased basis daalden de personeelskosten voor de zes maanden tot 30 juni 2020 met bijna 3% tegenover dezelfde periode van vorig jaar, als gevolg van een kleiner personeelsbestand vergeleken met vorig jaar en van de impact van de COVID-19-pandemie op onze personeelskosten.

VERKOOP- EN MARKETINGKOSTEN

Onze verkoop- en marketingkosten voor de zes maanden tot 30 juni 2020 bedroegen € 40,0 miljoen (KW2 2020: € 18,8 miljoen), een daling met 10% jaar-op-jaar als gevolg van een fasering in bepaalde marketingcampagnes tegenover dezelfde periode van vorig jaar zoals de SFR migratiecampagne en van de impact van COVID-19 op onze marketing- en retailactiviteiten. Op rebased basis daalden onze verkoop- en marketingkosten met 16% jaar-op-jaar voor dezelfde periode, voornamelijk als gevolg van de voornoemde factoren.

UITBESTEDE ARBEIDSDIENSTEN EN PROFESSIONELE DIENSTEN

De kosten voor uitbestede arbeidsdiensten en professionele diensten bedroegen in de zes maanden tot 30 juni 2020 € 14,3 miljoen (KW2 2020: € 4,8 miljoen), een daling met 18% op zowel gerapporteerde als rebased basis als gevolg van de COVID-19-pandemie en onze aanhoudende kostenbeheersing.

OVERIGE INDIRECTE KOSTEN

De overige indirecte kosten bedroegen € 43,5 miljoen voor de zes maanden tot 30 juni 2020 (KW2 2020: € 20,1 miljoen), een forse daling met 12% tegenover de periode van vorig jaar op gerapporteerde basis. Op rebased basis daalden de overige indirecte kosten met 14% jaar-op-jaar, een weerspiegeling van lagere kosten voor faciliteiten en van onze aanhoudende focus op operationele leverage en een strakke kostenbeheersing.

AFSCHRIJVINGEN EN HERSTRUCTURERINGEN, INCLUSIEF WAARDEVERMINDERINGEN OP ACTIVA MET LANGE LEVENSDUUR EN WINST OP VERKOOP VAN DOCHTERVENNOOTSCHAPPEN

De waardeverminderingen en afschrijvingen, met inbegrip van bijzondere waardeverminderingen van activa met lange levensduur, winst uit de verkoop van dochterondernemingen en herstructureringskosten, bedroegen € 386,8 miljoen in de zes maanden tot 30 juni 2020, vergeleken met € 332,7 miljoen in dezelfde periode van vorig jaar en weerspiegelde de eerder genoemde bijzondere waardevermindering van € 18,5 miljoen.

2.3 Nettoresultaat

FINANCIËLE OPBRENGSTEN EN KOSTEN

In de zes maanden tot 30 juni 2020 bedroegen de netto financiële kosten € 97,8 miljoen, vergeleken met € 230,7 miljoen netto financiële kosten in dezelfde periode van vorig jaar. De financiële opbrengsten in H1 2020 stegen naar € 27,7 miljoen, vergeleken met € 0,5 miljoen vorig jaar, voornamelijk als gevolg van een € 22,7 miljoen hoger niet-geldelijk verlies op onze derivaten. De financiële kosten voor de zes maanden tot 30 juni 2020 daalden sterk naar € 125,5 miljoen, vergeleken met € 231,2 miljoen in H1 2019, en omvatten het netto effect van (i) een € 78,7 miljoen lager niet-geldelijk verlies van op onze derivaten, (ii) een € 18,3 miljoen lager niet-geldelijk wisselkoersverlies op onze in USD luidende schuld en (iii) een stijging van € 15,2 miljoen verlies op de vervroegde aflossing van schulden na de herfinanciering in januari 2020 van onze in EUR en USD luidende termijnleningen.

De netto financiële kosten in KW 2020 bedroegen € 103,6 miljoen, vergeleken met € 115,7 miljoen in KW2 van vorig jaar en omvatten een niet-geldelijke wisselkoerswinst van 73,6 miljoen op onze in USD luidende schuld, tegenover een niet-geldelijke wisselkoerswinst van € 35,2 miljoen in KW2 van vorig jaar. De netto financiële kosten in KW 2020 weerspiegelden ook een niet-geldelijk verlies op onze derivaten van € 129,2 miljoen, tegenover € 82,5 miljoen in KW2 van vorig jaar.

WINSTBELASTINGEN

Wij noteerden € 16,4 miljoen winstbelastingen voor de zes maanden tot 30 juni 2020 (KW2 2020: € 10,2 miljoen) vergeleken met € 36,6 miljoen voor H1 2019. Onze winstbelastingen voor de zes maanden tot 30 juni 2020 werden gunstig beïnvloed door de opname van de aftrek voor innovatie-inkomsten in het eerste kwartaal van 2020, met inbegrip van een eenmalig effect van aftrekken voor vorige periodes.

NETTOWINST

Wij noteerden een nettowinst van € 184,9 miljoen voor de zes maanden tot 30 juni 2020 (KW2 2020: € 31,7 miljoen) vergeleken met € 56,0 miljoen nettowinst in dezelfde periode van vorig jaar. De substantiële stijging van onze nettowinst was voornamelijk te danken aan beduidend lagere netto financiële kosten in de periode en lagere belastingkosten, zoals al vermeld. Voor de zes maanden tot 30 juni 2020 bereikten wij een gezonde netto winstmarge van 14,5% (KW2 2020: 5,1%), vergeleken met een netto winstmarge van 4,4% vorig jaar.

2.4 Adjusted EBITDA

In de zes maanden tot 30 juni 2020 realiseerden wij een Adjusted EBITDA van € 698,0 miljoen, een stijging met 5% tegenover € 664,8 miljoen in H1 2019. Onze Adjusted EBITDA omvatte de impact van de overname van De Vijver Media (volledig geconsolideerd sinds 3 juni 2019) en de desinvestering van onze voormalige kabelonderneming in Luxemburg (gedeconsolideerd per 1 april 2020). Op rebased basis en deze nietorganische impacts buiten beschouwing gelaten steeg onze Adjusted EBITDA met bijna 2% in de eerste zes maanden van 2020, gedreven door (i) lagere verkoop- en marketingkosten als gevolg van de impact van de COVID-19-pandemie en de impact van de migratie van de klanten van SFR vorig jaar en (ii) een aanhoudend strakke kostenbeheersing, met lagere overige indirecte kosten, lagere kosten voor uitbestede arbeidsdiensten en professionele diensten en lagere personeelskosten. Wij bereikten in H1 2020 een Adjusted EBITDA-marge van 54,9%, vergeleken met 52,7% in H1 2019. Op rebased basis verruimden wij onze Adjusted EBITDA-marge met 250 basispunten vergeleken met dezelfde periode vorig jaar. In lijn met onze prognose voor het volledige jaar 2020 verwachten wij een lagere Adjusted EBITDA in de tweede helft van het jaar, terwijl de vergelijkingsbasis voor het derde kwartaal ongunstig zal zijn tegenover KW3 van vorig jaar en bepaalde kostenfactoren zullen stijgen.

In KW2 2020 realiseerden we een Adjusted EBITDA van € 352,4 miljoen, 2% meer dan in dezelfde periode vorig jaar, toen onze Adjusted EBITDA € 345,3 miljoen bedroeg en de reeds vermelde niet-organische impacts weerspiegelde. Op rebased basis was onze Adjusted EBITDA in KW2 2020 stabiel vergeleken met dezelfde periode vorig jaar, in de context van de reeds vermelde daling van de opbrengsten met 5% op rebased basis. De groei van onze Adjusted EBITDA was voornamelijk te danken aan (i) lagere verkoop- en marketingkosten in het kwartaal als gevolg van de COVID-19-pandemie, (ii) lagere kosten voor uitbestede arbeidsdiensten en professionele diensten, (iii) lagere personeelskosten en (iv) lagere overige indirecte kosten als gevolg van onze aanhoudende kostenbeheersing. Bijgevolg bereikten wij in het kwartaal een uitzonderlijke Adjusted EBITDA-marge van 56,9% op rebased basis, vergeleken met 54,3% vorig jaar. Dit was onze beste kwartaalmarge in meer dan zes jaar. Op rebased basis slaagden wij erin onze Adjusted EBITDA-marge met 290 basispunten te verhogen.

Tabel 1: Reconciliatie tussen winst over de verslagperiode en Adjusted EBITDA (niet geauditeerd)

(in € miljoen) Voor de drie maanden
afgesloten op
Voor de zes maanden
afgesloten op
30 juni 30 juni
2020 2019 % Verschil 2020 2019 % Verschil
Winst over de verslagperiode 31,7 42,0 (25) % 184,9 56,0 230 %
Belastingen 10,2 15,7 (35) % 16,4 36,6 (55) %
Aandeel in het resultaat van geassocieerde
deelnemingen
Verlies (winst) uit de overdracht van activa
gerelateerd aan een dochtervennootschap of een
(0,9) 0,3 N.M. (1,3) 1,4 N.M.
joint venture 4,3 100% 4,3 (0,1) N.M.
Netto financiële kosten (opbrengsten) 103,6 115,7 (10) % 97,8 230,7 (58) %
Afschrijvingen, waardeverminderingen en winst op
de verkoop van dochtervennootschappen
193,3 166,3 16 % 381,8 331,6 15 %
EBITDA 342,2 340,0 1 % 683,9 656,2 4 %
Vergoeding op basis van aandelen 6,2 4,4 41 % 8,0 6,9 16 %
Operationele kosten betreffende overnames of
desinvesteringen
0,6 0,2 200 % 1,7 0,6 183 %
Herstructureringskosten 4,0 0,7 471 % 5,0 1,1 355 %
Aanpassingen van toewijzingsverschillen na de
erkenningsperiode m.b.t. overnames
(0,6) 100% (0,6) 100%
Adjusted EBITDA 352,4 345,3 2 % 698,0 664,8 5 %
Adjusted EBITDA-marge 56,9 % 54,3 % 54,9 % 52,7 %
Nettowinstmarge 5,1 % 6,6 % 14,5 % 4,4 %

N.M. - Not Meaningful (Niet Betekenisvol)

2.5 Investeringsuitgaven

De toe te rekenen bedrijfsinvesteringen voor de zes maanden tot 30 juni 2020 bedroegen € 297,6 miljoen, een daling met 3% tegenover dezelfde periode van vorig jaar en het equivalent van ongeveer 23% van de opbrengsten voor de eerste zes maanden van het jaar. We kenden een veel hoger investeringsprofiel in het eerste kwartaal, zoals uiteengezet in de publicatie van onze resultaten voor KW1 2020, hetgeen meer dan tenietgedaan werd door een lager investeringsprofiel in het tweede kwartaal van 2020 als gevolg van de COVID-19-pandemie. Onze toe te rekenen bedrijfsinvesteringen voor H1 2020 omvatten de impact van onze overname van De Vijver Media (volledig geconsolideerd sinds 3 juni 2019) en onze verkoop van onze voormalige kabelactiviteit in Luxemburg (gedeconsolideerd vanaf 1 april 2020), terwijl onze toe te rekenen bedrijfsinvesteringen in H1 2019 de opname van de uitzendrechten van de Britse Premier League voor drie seizoenen omvatten. Overeenkomstig de EU IFRS zijn deze uitzendrechten geactiveerd als immateriële vaste activa en worden ze afgeschreven naarmate de voetbalseizoenen vorderen. De opname van de voetbaluitzendrechten in H1 2019 buiten beschouwing gelaten, stegen onze toe te rekenen bedrijfsinvesteringen voor de zes maanden tot 30 juni 2020 met 12% jaar-op-jaar.

In KW2 2020 daalden onze toe te rekenen bedrijfsinvesteringen met 8% naar € 124,9 miljoen, tegenover € 135,1 miljoen in KW2 van vorig jaar, het equivalent van ongeveer 20% van de opbrengsten. Met uitzondering van de bedrijfsinvesteringen in producten en diensten, vertoonden al onze investeringscategorieën een dalende trend in vergelijking met dezelfde periode van vorig jaar, met inbegrip van lagere netwerkinvesteringen en lagere klantgerelateerde investeringen als gevolg van de COVID-19-pandemie.

De bedrijfsinvesteringen met betrekking tot installaties bij klanten, die onze uitgaven in verband met settopboxen, modems en WiFi-powerlines omvatten, vertegenwoordigden € 52,4 miljoen in H1 2020 (KW2 2020: € 22,7 miljoen). Dit was een daling met 11% tegenover dezelfde periode van vorig jaar dat hogere investeringen weerspiegelde als gevolg van onze succesvolle campagnes voor connectiviteit in de woning en de lancering van onze settopbox van de volgende generatie, terwijl de eerste jaarhelft van 2020 de impact van de COVID-19-pandemie weerspiegelde. De bedrijfsinvesteringen met betrekking tot installaties bij klanten vertegenwoordigden in de zes maanden tot 30 juni 2020 ongeveer 18% van onze totale toe te rekenen bedrijfsinvesteringen.

De toe te rekenen investeringsuitgaven voor de uitbreiding en upgrades van het netwerk bedroegen € 38,6 miljoen in H1 2020 (KW2 2020: € 15,9 miljoen), een daling met 29% tegenover dezelfde periode van vorig jaar en voornamelijk een weerspiegeling van de vrijwel volledige voltooiing van onze programma's voor de verbetering van onze vaste en mobiele netwerkinfrastructuur, en in mindere mate van de impact van COVID-19 op onze werking op het terrein. In de zes maanden tot 30 juni 2020 vertegenwoordigden de netwerkgerelateerde investeringsuitgaven ongeveer 13% van de totale toe te rekenen investeringsuitgaven.

De investeringsuitgaven voor producten en diensten, die onder meer onze investeringen in productontwikkeling en de upgrade van onze IT-platformen en -systemen weerspiegelen, bedroegen in totaal € 75,4 miljoen in H1 2020 (KW2 2020: € 39,4 miljoen). Dit is een sterke stijging met 30% jaar-op-jaar en weerspiegelt de hogere uitgaven voor ons IT-upgradeprogramma. De investeringsuitgaven in producten en diensten vertegenwoordigden ongeveer 25% van de totale toe te rekenen investeringsuitgaven in de zes maanden tot 30 juni 2020.

Het restant van onze toe te rekenen investeringsuitgaven omvat (i) herstellingen en vervangingen van netwerkapparatuur, (ii) kosten voor de aankoop van sport en programmering, met inbegrip van bepaalde door De Vijver Media verworven content, (iii) bepaalde recurrente investeringen in ons IT-platform en onze ITsystemen en (iv) leasetoevoegingen onder IFRS 16. Ze bedroegen € 131,2 miljoen voor de zes maanden tot 30 juni 2020 (KW2 2020: € 46,9 miljoen).

Het bovenstaande impliceert dat ongeveer 56% van de toe te rekenen investeringsuitgaven in de eerste zes maanden tot 30 juni 2020 (KW2 2020: 62%) schaalbaar was en gerelateerd was aan de groei van het abonneebestand. We zullen er nauwlettend op blijven toezien dat onze investeringsuitgaven de opbrengsten incrementeel doen stijgen.

Tabel 2: Reconciliatie tussen toe te rekenen bedrijfsinvesteringen en geldelijke bedrijfsinvesteringen (niet geauditeerd)

(in € miljoen) Voor de drie maanden
afgesloten op
30 juni
Voor de zes maanden
afgesloten op
30 juni
2020 2018 % Verschil 2020 2019 % Verschil
Toe te rekenen bedrijfsinvesteringen 124,9 135,1 (8) % 297,6 307,8 (3) %
Activa verworven via kapitaalgerelateerde
financieringsregelingen met leveranciers
(19,3) (39,7) (51) % (49,1) (107,8) (54) %
Activa verworven onder leases (12,2) (18,9) (35) % (39,3) (38,0) 3 %
Veranderingen in kortlopende verplichtingen
gerelateerd aan bedrijfsinvesteringen
21,3 11,8 81 % 23,0 28,9 (20) %
Geldelijke bedrijfsinvesteringen 114,7 88,3 30 % 232,2 190,9 22 %

2.6 Operationele vrije kasstroom

De som van onze Adjusted EBITDA en toe te rekenen bedrijfsinvesteringen leverde een operationele vrije kasstroom op van € 400,4 miljoen voor de zes maanden tot 30 juni 2020. Vergeleken met HW1 2019 steeg onze operationele vrije kasstroom licht met 1%, aangezien een stijging met 12% van onze toe te rekenen bedrijfsinvesteringen (de opname van de voetbaluitzendrechten van de Britse Premier League buiten beschouwing gelaten) ruimschoots ongedaan werd gemaakt door de reeds vermelde stijging met 5% van onze Adjusted EBITDA. De impact van IFRS 16 buiten beschouwing gelaten alsook de opname van de voetbaluitzendrechten bedroeg de rebased groei van onze operationele vrije kasstroom over de eerste zes maanden van 2020 5%. Dit is een solide resultaat ten opzichte van onze jaarprognoses over het volledige jaar 2020.

In KW2 2020 genereerden we een operationele vrije kasstroom van € 227,5 miljoen, een sterke stijging met 8% tegenover dezelfde periode van vorig jaar dankzij lagere toe te rekenen bedrijfsinvesteringen en een hogere Adjusted EBITDA. De impact van IFRS 16 in beide periodes buiten beschouwing gelaten bedroeg de rebased-groei van onze operationele vrije kasstroom een robuuste 11%.

Tabel 3: Reconciliatie operationele vrije kasstroom (niet geauditeerd)
Voor de drie maanden
afgesloten op
30 juni
Voor de zes maanden
afgesloten op
30 juni
(in € miljoen)
2020 2019 % Verschil 2020 2019 % Verschil
Adjusted EBITDA 352,4 345,3 2 % 698,0 664,8 5 %
Toe te rekenen bedrijfsinvesteringen (124,9) (135,1) (8) % (297,6) (307,8) (3) %
Opname van voetbaluitzendrechten —% 41,3 100 %
Toe te rekenen bedrijfsinvesteringen,
exclusief de opname van
voetbaluitzendrechten en licenties voor
het mobiele spectrum
(124,9) (135,1) (8) % (297,6) (266,5) 12 %
Operationele vrije kasstroom 227,5 210,2 8 % 400,4 398,3 1 %

2.7 Kasstroom en liquiditeit

NETTOKASSTROOM UIT BEDRIJFSACTIVITEITEN

In de zes maanden tot 30 juni 2020 genereerden onze activiteiten een netto kasstroom van € 571,7 miljoen, vergeleken met € 499,2 miljoen in de periode van vorig jaar. De netto kasstroom uit bedrijfsactiviteiten voor de zes maanden tot 30 juni 2020 omvatte de impact van onze overname van De Vijver Media (volledig geconsolideerd sinds 3 juni 2019) en de afstand van onze voormalige kabelactiviteit in Luxemburg (gedeconsolideerd vanaf 1 april 2020). Onze netto operationele kasstroom steeg fors met 15% jaar-op-jaar, dankzij een fasering van onze jaarlijkse geldelijke betaling van belastingen en de reeds vermelde toename van onze Adjusted EBITDA.

In KW2 2020 bedroeg de netto kasstroom uit bedrijfsactiviteiten € 289,2 miljoen, een daling met 13% tegenover KW2 2019, als gevolg van een minder goede trend van ons werkkapitaal vergeleken met dezelfde periode van vorig jaar.

NETTO KASSTROOM GEBRUIKT IN INVESTERINGSACTIVITEITEN

In de zes maanden tot 30 juni 2020 bedroeg de netto kasstroom die werd gebruikt in investeringsactiviteiten € 255,4 miljoen, tegenover € 206,6 miljoen in H1 2019. De stijging met 24% van onze netto kasstroom gebruikt in investeringsactiviteiten weerspiegelde zowel hogere geldelijke bedrijfsinvesteringen als gevolg van een kleiner aantal via ons leverancierskredietprogramma verworven activa, als de reeds vermelde verwerving van een aandeel van 34% in de Luxemburgse kabeloperator Eltrona van Post Luxembourg. In KW2 2020 gebruikten we een netto kasstroom van € 138,0 miljoen in investeringsactiviteiten, een stijging met 32% jaar tegenover dezelfde periode van vorig jaar, grotendeels als gevolg van de reeds vermelde factoren.

Wij gebruiken een leverancierskredietprogramma waarmee we onze betalingstermijnen voor bepaalde leveranciers tegen aantrekkelijke all-in kosten konden verlengen tot 360 dagen. In H1 2020 verwierven we € 49,1 miljoen aan activa via regelingen voor kapitaalgerelateerd leverancierskrediet (KW2 2020: € 19,3 miljoen), met een positief effect op de netto kasstroom gebruikt in investeringsactiviteiten voor eenzelfde bedrag. Dit vertegenwoordigde een daling met 54% en 51% jaar-op-jaar tegenover respectievelijk H1 en KW2 2019. Raadpleeg Sectie 2.5 – Bedrijfsinvesteringen voor een reconciliatie tussen de toe te rekenen bedrijfsinvesteringen en de geldelijke bedrijfsinvesteringen.

NETTO KASSTROOM GEBRUIKT IN FINANCIERINGSACTIVITEITEN

In de zes maanden tot 30 juni 2020 bedroeg de netto kasstroom die werd gebruikt in financieringsactiviteiten € 346,3 miljoen, tegenover € 241,3 miljoen netto kasstroom gebruikt in financieringsactiviteiten in H1 2019. De netto kasstroom gebruikt in financieringsactiviteiten voor de zes maanden tot 30 juni 2020 weerspiegelde een netto kasuitstroom van € 107,4 miljoen gerelateerd aan de aflossing van leningen, met inbegrip van de vrijwillige aflossing van 10% van onze 3,50% € 600,0 miljoen Senior Secured Fixed Rate Notes die in maart 2028 vervallen, voor een totaal bedrag van € 56,6 miljoen, en geplande aflossingen van onze kortlopende verplichtingen voor leverancierskredieten. Daarnaast weerspiegelde de netto kasstroom gebruikt in financieringsactiviteiten voor de zes maanden tot 30 juni 2020 de aanhoudende uitvoering van ons beleid voor de aandeelhoudersvergoeding dat tijdens de Capital Markets Day in december 2018 werd voorgesteld. In mei 2020 keerden we een bruto slotdividend van € 1,3050 per aandeel uit (in totaal € 142,3 miljoen) en in de eerste helft van 2020 besteedden we € 34,4 miljoen aan de inkoop van eigen aandelen in het kader van ons Aandeleninkoopprogramma 2020. In dit programma verwierven wij in maart 2020 1,1 miljoen aandelen tegen een gemiddelde prijs van € 30,43. Wij betaalden ook € 13,4 miljoen schulduitgiftekosten voor in de eerste helft van 2020 voltooide herfinancieringen van schulden. De rest van de netto kasstroom gebruikt in financieringsactiviteiten bestond hoofdzakelijk uit terugbetalingen van financiële leases en andere financiële betalingen.

In KW2 2020 gebruikten we € 217,3 miljoen netto kasstroom in financieringsactiviteiten, met inbegrip van onder meer de reeds vermelde dividenduitkering en de vrijwillige aflossing van een gedeelte van onze Senior Secured Fixed Rate Notes.

AANGEPASTE VRIJE KASSTROOM

In de zes maanden tot 30 juni 2020 genereerden we een aangepaste vrije kasstroom van € 263,9 miljoen, tegenover € 206,7 miljoen in H1 vorig jaar. Vergeleken met dezelfde periode van vorig jaar steeg onze aangepaste vrije kasstroom met 28% als gevolg van de reeds vermelde fasering van onze geldelijke betaling van belastingen en de robuuste groei van onze Adjusted EBITDA. Aangezien wij verwachten onze geldelijke betaling van belastingen in het derde kwartaal van 2020 uit te voeren, zal dit een negatieve weerslag hebben op de vergelijking jaar-op-jaar in KW3 2020. Onze aangepaste vrije kasstroom voor de zes maanden tot 30 juni 2020 omvatte € 10,6 miljoen winst uit ons leverancierskredietprogramma, vergeleken met € 43,9 miljoen in H1 2019. Deze impact van het leverancierskredietprogramma buiten beschouwing gelaten, zou onze aangepaste vrije kasstroom nog hoger geweest zijn.

Onze aangepaste vrije kasstroom in KW2 2020 bedroeg € 180,5 miljoen tegenover € 186,9 miljoen in dezelfde periode van vorig jaar en omvatte een € 36,9 miljoen hogere bijdrage van ons leverancierskredietprogramma vergeleken met KW2 2019.

2.8 Schuldprofiel, kassaldo en netto hefboomratio

SCHULDPROFIEL

Op 30 juni 2020 bedroeg ons totale schuldsaldo (inclusief toe te rekenen interest) € 5.660,4 miljoen, waarvan een hoofdsom van € 1.429,4 miljoen verband houdt met de in € en USD luidende Senior Secured Fixed Rate Notes, die in maart 2028 vervallen, en met een hoofdsom van € 3.151,2 miljoen die verschuldigd is onder onze 2020 Gewijzigde Senior Credit Facility, die vervalt tussen april 2028 en april 2029. Ons totale schuldsaldo op 30 juni 2020 omvatte ook een hoofdsom van € 365,5 miljoen in verband met ons leverancierskredietprogramma en € 4,0 miljoen voor het uitstaande gedeelte van de licenties voor het 2G en 3G mobiele spectrum. Het restant bestaat voornamelijk uit leaseverplichtingen uit hoofde van financiële leases in verband met de overname van Interkabel, en leaseverplichtingen na de toepassing van IFRS 16 op 1 januari 2019.

Op 30 juni 2020 hadden wij € 365,5 miljoen schulden op korte termijn in verband met ons leverancierskredietprogramma; al deze schulden vervallen in minder dan 12 maanden. Dit was een stijging met € 10,6 miljoen en € 36,9 miljoen tegenover respectievelijk 31 december 2019 en 31 maart 2020. Voor het volledige jaar 2020 verwachten wij nog altijd dat ons leverancierskredietprogramma relatief stabiel zal blijven tegenover het eind van 2019. In februari 2020 hebben wij de marge die van toepassing is op onze toekomstige kortlopende verbintenissen in het leverancierskredietprogramma met 15 basispunten verlaagd, naar 2,10% boven de EURIBOR met een bodemrente van 0%. Gelet op de reeds vermelde omvang van het programma, zal dit onze aangepaste vrije kasstroom licht doen stijgen.

In de eerste helft van 2020 voltooiden wij verscheidene waardeverhogende (her)financieringstransacties. In januari 2020 gaven wij met succes een nieuwe termijnlening op 8,25 jaar van USD 2.295 miljoen ('Faciliteit AR') en een nieuwe termijnlening op 9,25 jaar van € 1.110 miljoen ('Faciliteit AQ') uit. Wij hebben de nettoopbrengst van deze uitgiften gebruikt voor de volledige aflossing van de vorige termijnleningen AN en AO van respectievelijk USD 2.295 miljoen en € 1.110 miljoen. Met deze hefboom-neutrale transacties slaagden wij erin om de marge op beide leningen met 25 basispunten te verlagen, wat het profiel van onze aangepaste vrije kasstroom verder versterkt na de herfinanciering in oktober 2019 van de 4,875% Senior Secured Notes die in 2027 vervallen.

In april 2020 gaven wij met succes een nieuw wentelkrediet op 6,2 jaar van € 510,0 miljoen uit voor de vervanging van onze huidige wentelkredieten van € 460,0 miljoen met bepaalde beschikbaarheden tot juni 2023. Zo slaagden wij erin onze wentelkredieten te verlengen en te verhogen, wat ons liquiditeitsprofiel verder versterkt. Het nieuwe wentelkrediet heeft de volgende kenmerken: (i) vervaldag op 31 mei 2026, (ii) een marge van 2,25% boven de EURIBOR (met een bodemrente van 0%) en (iii) een beschikbaarhoudingsprovisie van 40% van de marge. Het nieuwe wentelkrediet kan gebruikt worden voor algemene bedrijfsdoeleinden, met inbegrip van overnamen, uitkeringen aan aandeelhouders en algemene behoeften aan werkkapitaal van de Vennootschap.

In april 2020 hebben wij bovendien de inkoop voltooid van 10% van onze 3,50% € 600,0 miljoen Senior Secured Fixed Rate Notes die in maart 2028 vervallen. Als gevolg van deze transactie is de hoofdsom van deze Notes gedaald naar € 540,0 miljoen, met een jaarlijkse contante interestbesparing van € 2,1 miljoen die het solide profiel van onze aangepaste vrije kasstroom verder versterkt.

De kortlopende verplichtingen voor ons leverancierskredietprogramma buiten beschouwing gelaten hebben wij geen schulden die voor maart 2028 vervallen, met een gewogen gemiddelde looptijd van 8,0 jaar op 30 juni 2020. Daarnaast hadden wij op 30 juni 2020 ook volledig toegang tot € 555,0 miljoen niet-opgenomen verbintenissen onder onze wentelkredietfaciliteiten, met bepaalde beschikbaarheden tot mei 2026.

SCHULDPROFIEL EN BETALINGSSCHEMA

De tabel hieronder geeft een overzicht van onze schuldinstrumenten en ons betalingsschema op 30 juni 2020.

Tabel 4: Schuldoverzicht per 30 juni 2020

Totale
faciliteit
per
Opge
nomen
bedrag
Niet
opgeno
men
bedrag
Vervaldag Interestvoet Interestbetaling
verschuldigd
30 juni 2020
(in € miljoen)
2020 Gewijzigde Senior
Credit Facility
Termijnlening AR 2.041,2 2.041,2 30 april 2028 Vlottend 6-maand
LIBOR (0% bodem)
+ 2,00%
Halfjaarlijks (jan. en juli)
Termijnlening AQ 1.110,0 1.110,0 30 april 2029 Vlottend 6-maand
EURIBOR (0%
bodem) + 2,25%
Halfjaarlijks (jan. en juli)
Wentelkrediet (Faciliteit AS) 510,0 510,0 31 mei 2026 Vlottend 6-maand
EURIBOR (0%
bodem) + 2,25%
Driemaandelijks
Senior Secured Fixed
Rate Notes
€600 miljoen Senior Secured
Notes met vervaldag 2028
(Faciliteit AK)
540,0 540,0 1 maart 2028 Vast 3,50% Halfjaarlijks (jan. en juli)
USD 1 miljard Senior
Secured Notes met
vervaldag 2028 (Faciliteit AJ)
889,4 889,4 1 maart 2028 Vast 5,50% Halfjaarlijks (jan. en juli)
Overige
Wentelkrediet 20,0 20,0 30 september
2021
Vlottend 1-maand
EURIBOR (0%
bodem) + 2,00%
Driemaandelijks
Overdraft-faciliteit 25,0 25,0 30 juni 2021 Vlottend 1-maand
EURIBOR (0% floor)
+ 1,60%
Niet van toepassing
Totaal nominaal bedrag 5.135,6 4.580,6 555,0

Toelichting: In bovenstaande tabel werd Telenets USD-luidende schuld omgerekend naar € op basis van de EUR/USD wisselkoers op 30 juni 2020. Aangezien Telenet verscheidende derivaatcontracten heeft afgesloten om zowel de onderliggende variabele interestvoet als de wisselkoersrisico's af te dekken bedroeg het overeenkomstige €-ingedekte bedrag respectievelijk € 2.041,5 miljoen (USD 2.295,0 miljoen Termijnlening AR) en € 882,8 miljoen (USD 1,0 miljard Senior Secured Notes die in 2028 vervallen). Voor de berekening van de netto totale schuldgraad gebruikt Telenet het overeenkomstige €-ingedekte bedrag gelet op de onderliggende blootstelling aan de werkelijke economische risico's.

KASSALDO EN BESCHIKBAARHEID VAN MIDDELEN

Op 30 juni 2020 hielden wij € 71,4 miljoen aan geldmiddelen en kasequivalenten aan, vergeleken met € 137,5 miljoen op 31 maart 2020 en € 101,4 miljoen op 31 december 2019. Om de concentratie van het tegenpartijrisico zoveel mogelijk te beperken, plaatsen wij onze kasequivalenten en geldmarktfondsen met een AAA-rating bij Europese en Amerikaanse financiële instellingen met een hoge kredietwaardigheid. Bovendien streven wij naar een investering van minstens 75% van onze geldmiddelen en kasequivalenten in geldmarktfondsen met een AAA-rating om de blootstelling aan bancaire tegenpartijen te beperken.

Vergeleken met 31 maart 2020 en 31 december 2019 daalde ons kassaldo ondanks een robuuste aangepaste vrije kasstroom in de eerste helft van het jaar. Een beduidend deel van onze kasstroom werd in de eerste helft van 2020 aangewend in het kader van ons beleid voor de vergoeding van de aandeelhouders, met inbegrip van de uitbetaling van een bruto slotdividend van € 1,3050 per aandeel (in totaal € 142,3 miljoen) in mei 2020 en € 34,4 miljoen netto geldmiddelen in het kader van het Aandeleninkoopprogramma 2020, dat eind maart 2020 werd voltooid. Wij losten in april ook 10% af van onze 3,50% € 600,0 miljoen Senior Fixed Rate Notes met vervaldag in maart 2028, voor een totaalbedrag van € 56,6 miljoen. Tot slot betaalden we € 13,4 miljoen aan schulduitgiftekosten in verband met schuldherfinancieringen in de eerste helft van 2020. Naast ons beschikbare kassaldo hadden wij op 30 juni 2020 ook toegang tot € 555,0 miljoen aan beschikbare toezeggingen onder onze 2020 Gewijzigde Senior Credit Facility en andere wentelkredietfaciliteiten, mits naleving van de hierna vermelde convenanten.

NETTOHEFBOOMRATIO

Tijdens de Capital Markets Day in december 2018 herbevestigden wij ons schuldgraadkader, dat behouden blijft op 3,5x tot 4,5x netto totale schuld tegenover de Geconsolideerde Adjusted EBITDA op jaarbasis ('netto totale schuldgraad'). Zonder wezenlijke overnamen en/of beduidende wijzigingen van onze activiteiten of van de regelgeving, willen wij met een aantrekkelijk en houdbaar niveau van de uitkeringen aan aandeelhouders in de buurt van het middelpunt van 4,0x blijven. Op 30 juni 2020 was de netto totale schuldgraad 4,0x, wat ongewijzigd was tegenover 31 maart 2020. Dit weerspiegelde onder meer de reeds vermelde uitkering van het slotdividend in mei 2020, naast andere items die ons kassaldo per 30 juni 2020 beïnvloedden, zoals eerder vermeld.

Onze netto convenant schuldgraad, berekend volgens de 2020 Gewijzigde Senior Credit Facility, verschilt ten opzichte van de netto totale schuldgraad vermits er geen rekening wordt gehouden met (i) leasegerelateerde verplichtingen, (ii) aan leverancierskredieten gerelateerde kortlopende verplichtingen en met inbegrip van (iii) het Uitgesloten Bedrag onder de Credit Facility (zijnde het hoogste van (a) €400,0 miljoen en (b) 0,25x de Geconsolideerde Adjusted EBITDA op jaarbasis). Onze netto convenant schuldgraad bereikte 2,9x op 30 juni 2020, hetgeen een daling betekende tegenover de 3,2x per 31 maart 2020 als gevolg van de inwerkingtreding van de 2020 Gewijzigde Senior Credit Facility en de opname van het Uitgesloten Bedrag onder de Credit Facility. Onze huidige netto convenant schuldgraad ligt beduidend onder het 'springing maintenance covenant' van 6,0x en de beschikbaarheidstest van 4,5x netto senior leverage. Het voornoemde 'maintenance covenant' is echter slechts van toepassing indien wij 40% of meer van onze wentelkredietfaciliteiten zouden opnemen. Zoals reeds vermeld waren onze wentelkredietfaciliteiten op 30 juni 2020 volledig niet-opgenomen.

3 Vooruitzichten en bijkomende informatie

3.1 Vooruitzichten

Wij hebben in de eerste helft van 2020 een sterke financiële prestatie neergezet, in lijn met de herziene verwachtingen voor het volledige jaar 2020 die we eind april presenteerden. Onze opbrengsten in de eerste zes maanden van het jaar stegen met 1% jaar-op-jaar en omvatten de impact van de overname van De Vijver Media (volledig geconsolideerd sinds 3 juni 2019) en de desinvestering van onze voormalige kabelonderneming in Luxemburg (gedeconsolideerd per 1 april 2020). Zonder deze niet-organische impact daalden onze opbrengsten op rebased basis met bijna 3%. Zoals toegelicht in onze opbrengstensectie was deze terugval voornamelijk toe te schrijven aan onze overige opbrengstenlijn, namelijk (i) interconnectieopbrengsten, (ii) opbrengsten uit de verkoop van telefoons en (iii) reclame- en productieopbrengsten van ons mediabedrijf De Vijver Media nv. Onze overige opbrengsten, die het sterkst door de COVID-19-pandemie worden beïnvloed, buiten beschouwing gelaten, waren onze opbrengsten op zowel gerapporteerde als rebased basis stabiel, in lijn met onze huidige prognose. Ondanks een sterke daling van de wholesaletarieven voor kabel op 1 juli 2020 verwachten wij een geleidelijk herstel van onze overige opbrengsten in de tweede helft van het jaar. Wij verwachten dus nog steeds een algemene daling van de opbrengsten met ongeveer 2% op rebased basis voor het volledige jaar.

Over de eerste zes maanden van het jaar bereikten wij een gezonde 5%-groei van onze Adjusted EBITDA met inbegrip van de hogervermelde niet-organische effecten. Deze niet-organische effecten buiten beschouwing gelaten steeg onze Adjusted EBITDA in H1 2020 met bijna 2% op rebased basis gedreven door (i) lagere verkoop- en marketingkosten als gevolg van de COVID-19-pandemie en de impact van de migratie van de klanten van SFR vorig jaar en (ii) een aanhoudend strakke kostenbeheersing. Gelet op een minder gunstige vergelijkingsbasis met het derde kwartaal van vorig jaar en de reeds vermelde regulatoire tegenwinden, verwachten wij een zwakkere prestatie voor de Adjusted EBITDA in de tweede helft van het jaar, met een daling met ongeveer 1% op rebased basis voor het volledige jaar.

Gelet op de robuuste aard van onze vaste en mobiele infrastructuur en ons bewezen vermogen om onze toekomstige investeringen zorgvuldig af te wegen, verwachten wij nog steeds dat onze operationele vrije kasstroom zal groeien, meer bepaald met 1 tot 2% op rebased basis. Over de eerste zes maanden van het jaar groeide de operationele vrije kasstroom op rebased basis met 5% jaar-op-jaar. Tot slot blijven wij mikken op een aangepaste vrije kasstroom van € 415,0 - € 435,0 miljoen, evenwel dichter bij de onderkant van deze vork. Wij zijn op de goede weg, met een aangepaste vrije kasstroom van € 263,9 miljoen in de eerste helft van 2020.

Tot slot herbevestigen wij onze intentie om de totale schuldgraad in de buurt van 4,0x te houden, terwijl wij vasthouden aan de strategie voor de aandeelhoudersvergoeding die we op de Capital Markets Day in december 2018 voorstelden. Na de uitkering van een tussentijds en een slotdividend in respectievelijk december 2019 en mei 2020 op de aangepaste vrije kastroom van 2019, hebben wij de intentie om in december van dit jaar nogmaals een tussentijds dividend uit te keren, en een slotdividend in mei van volgend jaar, in beide gevallen afhankelijk van de goedkeuring door de raad van bestuur en de aandeelhouders. Als onderdeel van ons beleid voor kapitaalallocatie willen wij 50% tot 70% van de aangepaste vrije kasstroom van vorig jaar in de vorm van tussentijdse en slotdividenden aan de aandeelhouders uitkeren. Binnen de grenzen van het voornoemde kader voor de netto totale schuldgraad en bij ontstentenis van de voornoemde factoren, kan het restant van onze aangepaste vrije kasstroom in aanmerking komen voor de incrementele inkoop van aandelen, buitengewone dividenden, een verlaging van de schuldgraad, aangroeiende overnamen of een combinatie daarvan.

Tabel 5: Vooruitzichten

Vooruitzichten boekjaren 2018
- 2021
Zoals voorgesteld op December 4, 2018 Zoals herbevestigd op April 30, 2020
Operationele vrije kasstroom CAGR
(rebased) (a, b)
Tussen 6.5% - 8.0% Tussen 6.5% - 8.0%
Vooruitzichten boekjaar
2020
Rebased
boekjaar 2019 (c)
Zoals voorgesteld op 12 februari
2020
Zoals herzien op 30 april 2020
Bedrijfsopbrengsten
(rebased) (d)
€2.626,0 mijoen Vrijwel stabiel Ongeveer -2%
Bedrijfsopbrengsten,
exclusief overige opbrengsten
(rebased) (d, e)
€2.089,4 mijoen Ongeveer stabiel
Groei van de Adjusted
EBITDA (rebased) (a)
€1.394,2 miljoen Ongeveer 1% Ongeveer -1%
Groei van de operationele
vrije kasstroom (rebased) (a, b)
€838,0 miljoen Ongeveer 2% 1 - 2%
Aangepaste vrije kasstroom
(a, f)
€ 415,0 - 435,0 miljoen Onderkant van de vork van € 415,0 -
435,0 miljoen

(a) Kwantitatieve reconciliaties naar nettowinst (met inbegrip van groeicijfers van de nettowinst) en kasstromen uit bedrijfsactiviteiten voor onze duiding van de Adjusted EBITDA, operationele vrije kasstroom en aangepaste vrije kasstroom kunnen niet zonder onredelijke inspanningen worden verstrekt, aangezien wij geen prognoses maken van (i) bepaalde niet-geldelijke lasten, met inbegrip van afschrijving en waardevermindering, herstructurering en overige operationele posten die deel uitmaken van de bedrijfsinkomsten en (ii) specifieke wijzigingen in het werkkapitaal met een impact op de kasstromen uit bedrijfsactiviteiten. De posten waarvoor wij geen prognose geven, kunnen van periode tot periode sterk variëren.

(b) Met uitsluiting van de opname van uitzendrechten voor voetbal en licenties voor het mobiele spectrum en de impact van IFRS 16 op onze toe te rekenen investeringsuitgaven.

(c) Met inbegrip van de opbrengsten voor overname en de Adjusted EBITDA van De Vijver Media (volledig geconsolideerd sinds 3 juni 2019) en met uitsluiting van de opbrengsten en Adjusted EBITDA van Coditel S.à.r.l. (gedeconsolideerd per 1 april 2020).

(d) Ten opzichte van de opbrengsten op gerapporteerde basis voor het gehele jaar 2019 en de opbrengsten exclusief de overige opbrengsten voor het gehele jaar 2019 zouden de vooruitzichten voor het gehele jaar 2020 grotendeels stabiel blijven.

(e) Overige opbrengsten omvatten voornamelijk (i) interconnectieopbrengsten uit zowel vaste als mobiele telefonie, (ii) reclame- en productieopbrengsten uit De Vijver Media nv, dat wij sinds 3 juni 2019 volledig consolideerden, (iii) de verkoop van mobiele telefoons, met inbegrip van de opbrengsten uit de programma's 'Choose Your Device', (iv) wholesale-opbrengsten uit zowel onze commerciële als gereguleerde wholesale-activiteiten, (v) vergoedingen voor de activering en installatie van producten en (vi) opbrengsten uit de verkoop van settopboxen, zoals gedetailleerd in 2.1 Bedrijfsopbrengsten.

(f) In de veronderstelling dat bepaalde betalingen op onze huidige licenties voor het 2G en 3G mobiele spectrum in KW4 2020 plaatsvinden en de betaling van de belasting op onze belastingaangifte 2019 pas begin 2021 zal worden uitgevoerd.

3.2 Gebeurtenissen na balansdatum

Na 30 juni 2020 vonden geen significante gebeurtenissen plaats die een aanpassing van de financiële informatie in dit persbericht zouden vereisen.

3.3 Procedures van de commissaris

De commissaris, KPMG Bedrijfsrevisoren - Réviseurs d'Entreprises CVBA, vertegenwoordigd door Götwin Jackers, heeft bevestigd dat zijn nazicht, dat wezenlijk voltooid is, geen significante zaken aan het licht heeft gebracht die een aanpassing vereisen van de verkorte geconsolideerde tussentijdse financiële informatie in dit persbericht voor de zes maanden tot 30 juni 2020.

4 Telenet Group Holding NV – Geconsolideerde tussentijdse staat van bedrijfsactiviteiten

Voor de drie maanden afgesloten op 30 juni 2020 2019 % Verschil
Geleverde diensten
Aansluitbare huizen (13) 3.355.200 3.366.100 — %
Televisie
Basiskabeltelevisie (6) 139.900 183.700 (24) %
Premiumkabeltelevisie (7) 1.695.700 1.718.500 (1) %
Totaal kabeltelevisie 1.835.600 1.902.200 (4) %
Internet
Residentieel breedbandinternet 1.450.100 1.453.900 — %
Breedbandinternet aan bedrijven 226.400 207.200 9 %
Totaal breedbandinternet (8) 1.676.500 1.661.100 1 %
Vaste telefonie
Residentiële vaste telefonie 1.056.500 1.104.000 (4) %
Vaste telefonie aan bedrijven 138.900 130.800 6 %
Totaal vaste telefonie (9) 1.195.400 1.234.800 (3) %
Totaal opbrengstgenererende eenheden (14) 4.707.500 4.798.100 (2) %
Klantenverloop (15)
Kabeltelevisie 6,8 % 8,6 %
Breedbandinternet 6,4 % 8,3 %
Vaste telefonie 7,1 % 10,4 %
Informatie over klantenrelaties
Triple play klanten 1.098.400 1.128.600 (3) %
Totaal klantenrelaties (11) 2.052.200 2.091.600 (2) %
Diensten per klantenrelatie (11) 2,29 2,29 — %
ARPU per klantenrelatie (€ / maand) (11) (12) 58,4 57,2 2 %
Voor de drie maanden afgesloten op 30 juni 2020 2019 % Verschil
Gegevens mobiele telefonie
Mobiele telefonie
Postpaidabonnement 2.394.900 2.282.000 5 %
Prepaidkaarten 400.900 466.300 (14) %
Totaal mobiele telefonie (10) 2.795.800 2.748.300 2 %

Toelichting: Onze abonneetelling op het eind van KW2 2020 omvatte de schrapping van bepaalde nietbetalende abonnees in lijn met onze grondslagen voor de financiële verslaggeving, ook al konden wij deze abonnees niet voor 1 juli 2020 afsluiten vanwege de specifieke regels die door BIPT, de nationale telecomregulator, in verband met COVID-19 werden opgelegd. Daarnaast hield onze abonneetelling op 30 juni 2020 geen rekening met onze voormalige klanten van SFR-Coditel, vanwege de fusie met de Luxemburgse kabeloperator Eltrona.

5 Telenet Group Holding NV – Geselecteerde gegevens uit de EU IFRS geconsolideerde tussentijdse financiële staten

5.1 EU IFRS geconsolideerde tussentijdse staat van het resultaat en het netto resultaat rechtstreeks verwerkt in het eigen vermogen (niet geauditeerd)

Voor de drie maanden
afgesloten op
30 juni
Voor de zes maanden
afgesloten op
30 juni
(in € miljoen, uitgezonderd aandelen en
bedragen per aandeel)
2020 2019 % verschil 2020 2019 % Verschil
Winst over de verslagperiode
Bedrijfsopbrengsten 619,2 635,6 (3) % 1.272,2 1.261,6 1 %
Bedrijfskosten
Kostprijs van geleverde diensten (332,7) (332,3) — % (701,8) (677,1) 4 %
Brutowinst 286,5 303,3 (6) % 570,4 584,5 (2) %
Verkoop-, algemene en beheerskosten (137,6) (129,6) 6 % (268,3) (259,9) 3 %
Resultaat uit bedrijfsactiviteiten 148,9 173,7 (14) % 302,1 324,6 (7) %
Financiële opbrengsten 76,6 0,3 25.433 % 27,7 0,5 5.440 %
Netto interestopbrengsten en
wisselkoerswinsten
73,8 0,3 24.500 % 5,0 0,5 900 %
Netto winst op derivaten —% 22,7 100%
Netto winst bij vervroegde aflossing van
schulden
2,8 100% 100%
Financiële kosten (180,2) (116,0) 55 % (125,5) (231,2) (46) %
Netto interestkosten, wisselkoersverliezen
en overige financiële kosten
(51,0) (33,5) 52 % (110,3) (152,5) (28) %
Netto verlies op derivaten (129,2) (82,5) 57 % (78,7) (100) %
Netto verlies bij vervroegde aflossing van
schulden
—% (15,2) 100%
Netto financiële opbrengsten (kosten) (103,6) (115,7) (10) % (97,8) (230,7) (58) %
Aandeel in het resultaat van geassocieerde
deelnemingen
0,9 (0,3) N.M. 1,3 (1,4) N.M.
Winst (verlies) uit de overdracht van activa
gerelateerd aan een dochtervennootschap of
een joint venture
(4,3) 100% (4,3) 0,1 N.M.
Winst vóór winstbelastingen 41,9 57,7 (27) % 201,3 92,6 117 %
Belastingen (10,2) (15,7) (35) % (16,4) (36,6) (55) %
Winst over de verslagperiode 31,7 42,0 (25) % 184,9 56,0 230 %

Netto resultaat rechtstreeks verwerkt in het eigen vermogen

Elementen die niet naar de geconsolideerde staat van het resultaat geherclassificeerd zullen worden

Herwaardering van verplichtingen /
(tegoeden) uit te-bereiken-doel
pensioenplannen, na aftrek van belastingen
(12,5) 100% (12,5) 100%
Netto resultaat rechtstreeks
verwerkt in het eigen vermogen
(12,5) 100% (12,5) 100%
Totaalresultaat voor de periode 19,2 42,0 (54) % 172,4 56,0 208 %
Winst toe te rekenen aan: 31,7 42,0 (25) % 184,9 56,0 230 %
Eigenaars van de Vennootschap 31,9 42,0 (24) % 185,2 55,9 231 %
Minderheidsbelangen (0,2) 100% (0,3) 0,1 N.M.
(in € miljoen, uitgezonderd aandelen en Voor de drie maanden
afgesloten op
Voor de zes maanden
afgesloten op
bedragen per aandeel) 30 juni 30 juni
2020 2019 % verschil 2020 2019 % Verschil
Totaalresultaat toe te rekenen aan: 19,2 42,0 (54) % 172,4 56,0 208 %
Eigenaars van de Vennootschap 19,4 42,0 (54) % 172,7 55,9 209 %
Minderheidsbelangen (0,2) 100% (0,3) 0,1 N.M.
Gewogen gemiddeld uitstaande aandelen 109.043.372 109.613.988 109.545.183 110.014.822
Gewone winst per aandeel 0,30 0,38 (21) % 1,69 0,51 231 %
Verwaterde winst per aandeel 0,30 0,38 (21) % 1,69 0,51 231 %
Bedrijfsopbrengsten per type
Opbrengsten uit abonnementen:
Televisie 139,6 143,0 (2) % 284,0 287,9 (1) %
Breedbandinternet 163,3 161,9 1 % 323,5 323,1 — %
Vaste telefonie 57,0 54,2 5 % 113,8 109,8 4 %
Opbrengsten uit kabelgerelateerde
abonnementen
359,9 359,1 — % 721,3 720,8 — %
Mobiele telefonie 109,4 110,1 (1) % 223,0 217,3 3 %
Totaal opbrengsten uit
abonnementen
469,3 469,2 — % 944,3 938,1 1 %
Bedrijfsdiensten 48,3 50,6 (5) % 98,3 102,7 (4) %
Overige 101,6 115,8 (12) % 229,6 220,8 4 %
Totaal bedrijfsopbrengsten 619,2 635,6 (3) % 1.272,2 1.261,6 1 %
Bedrijfskosten per type
Netwerkexploitatiekosten (46,4) (47,6) (3) % (100,7) (101,9) (1) %
Directe kosten (programmering en
auteursrechten, interconnectie en andere)
(112,2) (128,3) (13) % (242,5) (255,3) (5) %
Personeelsgerelateerde kosten (64,5) (63,9) 1 % (133,2) (128,4) 4 %
Verkoop- en marketingkosten (18,8) (20,9) (10) % (40,0) (44,4) (10) %
Uitbestede arbeidsdiensten en professionele
diensten
(4,8) (8,4) (43) % (14,3) (17,4) (18) %
Overige indirecte kosten (20,1) (21,2) (5) % (43,5) (49,4) (12) %
Herstructureringskosten (4,0) (0,7) 471 % (5,0) (1,1) 355 %
Aanpassingen van toewijzingsverschillen na
de erkenningsperiode m.b.t. overnames
0,6 100% 0,6 100%
Operationele kosten betreffende overnames
of desinvesteringen
(0,6) (0,2) 200 (1,7) (0,6) 183 %
Op aandelen gebaseerde vergoedingen (6,2) (4,4) 41 % (8,0) (6,9) 16 %
Afschrijvingen op materiële vaste activa (112,4) (105,3) 7 % (213,1) (208,8) 2 %
Afschrijvingen op immateriële vaste activa (46,5) (42,5) 9 % (92,3) (84,5) 9 %
Afschrijving op uitzendrechten (16,5) (19,0) (13) % (56,1) (39,0) 44 %
Waardevermindering op immateriële activa
met een lange levensduur en goodwill
(18,5) 100% (21,3) 100%
Winst op verkoop van
dochtervennootschappen
0,9 0,6 50 % 3,0 1,0 200 %
Waardevermindering op materiële activa met
een lange levensduur
(0,3) (0,1) 200 % (2,0) (0,3) 567 %
Totaal bedrijfskosten (470,3) (461,9) 2 % (970,1) (937,0) 4 %

N.M. - Not Meaningful (Niet Betekenisvol)

5.2 EU IFRS geconsolideerd tussentijds kasstroomoverzicht (niet geauditeerd)

(in € miljoen) Voor de drie maanden
afgesloten op
30 juni
Voor de zes maanden
afgesloten op
30 juni
2020 2019 % Verschil 2020 2019 % Verschil
Kasstroom uit bedrijfsactiviteiten
Winst over de verslagperiode 31,7 42,0 (25) % 184,9 56,0 230 %
Afschrijvingen, waardeverminderingen en
herstructureringskosten
197,2 167,0 18 % 386,7 332,7 16 %
Veranderingen in werkkapitaal en overige
niet-kasitems
(48,3) 4,5 N.M. (16,3) 102,2 N.M.
Belastingen 10,2 15,7 (35) % 16,4 36,6 (55) %
Netto interestkosten, valutaverliezen en
overige financiële kosten
(22,7) 34,9 N.M. 105,4 152,5 (31) %
Netto verlies (winst) op afgeleide financiële
instrumenten
129,2 82,5 57 % (22,7) 78,7 N.M.
Verlies (winst) bij vervroegde aflossing van
schulden
(2,9) 100% 15,1 100%
Verlies (winst) uit de afstand van activa
gerelateerd aan een dochtervennootschap
of een joint venture
4,3 100% 4,3 (0,1) (4.400) %
Betaalde interesten en betalingen voor
derivaten
(9,3) (11,0) (15) % (101,6) (101,1) — %
Betaalde winstbelastingen (0,2) (1,9) (89) (0,5) (158,3) (100) %
Nettokasstroom uit
bedrijfsactiviteiten
289,2 333,7 (13) % 571,7 499,2 15 %
Kasstroom uit investeringsactiviteiten
Verwerving van materiële vaste activa (72,6) (61,6) 18 % (144,1) (134,7) 7 %
Verwerving van immateriële vaste activa (42,1) (26,7) 58 % (88,1) (56,2) 57 %
Verwerving van en leningen aan
geassocieerde deelnemingen
(20,3) (0,7) 2.800 % (20,5) (0,9) 2.178 %
Verwerving van een dochtervennootschap,
netto van verworven geldmiddelen
(3,5) (16,0) (78) % (3,5) (16,0) (78) %
Ontvangsten uit de verkoop van materiële
vaste activa
0,5 0,7 (29) 0,8 1,2 (33) %
Nettokasstroom gebruikt in
investeringsactiviteiten
(138,0) (104,3) 32 % (255,4) (206,6) 24 %
Kasstroom uit financieringsactiviteiten
Aflossing van leningen en overige
financieringsverplichtingen
(195,3) (185,4) 5 % (332,8) (379,2) (12) %
Ontvangsten uit opname van leningen en
overige financieringsverplichtingen
143,6 56,9 152 % 225,4 211,2 7 %
Inkoop eigen aandelen (5,4) (50,7) (89) % (34,4) (101,1) (66) %
Verkoop eigen aandelen 37,6 (100) % 43,8 (100) %
Betalingen voor kapitaalverminderingen en
dividenden
(142,3) 100% (142,3) 100%
Betaling voor schulduitgiftekosten (2,8) 100% (13,4) 100%
Overige financieringsactiviteiten (incl.
financiële leaseverplichtingen)
(15,1) 4,5 N.M. (48,8) (16,0) 205 %
Nettokasstroom gebruikt in
financieringsactiviteiten
(217,3) (137,1) 58 % (346,3) (241,3) 44 %
Netto toename (afname) in geldmiddelen en kasequivalenten
Geldmiddelen en kasequivalenten aan het
begin van de verslagperiode
137,5 47,2 191 % 101,4 88,2 15 %
Geldmiddelen en kasequivalenten aan het
einde van de verslagperiode
71,4 139,5 (49) % 71,4 139,5 (49) %
Netto toename (afname) in
geldmiddelen en kasequivalenten
(66,1) 92,3 N.M. (30,0) 51,3 N.M.
Voor de drie maanden
afgesloten op
Voor de zes maanden
afgesloten op
(in € miljoen) 30 juni 30 juni
2020 2019 % Verschil 2020 2019 % Verschil
Aangepaste vrije kasstroom
Nettokasstroom uit bedrijfsactiviteiten 289,2 333,7 (13) % 571,7 499,2 15 %
Geldelijke kosten betreffende overnames of
desinvesteringen
0,7 0,1 600 % 0,9 0,3 200 %
Kosten gefinancierd door een
tussenpersoon
88,6 56,9 56 % 170,4 116,2 47 %
Verwerving van materiële vaste activa (72,6) (61,6) 18 % (144,1) (134,7) 7 %
Verwerving van immateriële vaste activa (42,1) (26,7) 58 % (88,1) (56,2) 57 %
Kapitaalaflossingen op bedragen
gefinancierd door leveranciers en
tussenpersonen
(71,1) (96,6) (26) % (207,6) (180,1) 15 %
Kapitaalaflossingen op leaseverplichtingen
(uitgezonderd netwerkgerelateerde leases)
(4,5) (12,1) (63) % (17,6) (25,4) (31) %
Kapitaalaflossingen op toevoegingen aan
netwerkgerelateerde leases na overname
(7,7) (6,8) 13 % (21,7) (12,6) 72 %
Aangepaste vrije kasstroom 180,5 186,9 (3) % 263,9 206,7 28 %

N.M. - Not Meaningful (Niet Betekenisvol)

5.3 EU IFRS geconsolideerde tussentijdse balans (niet geauditeerd)

30 juni 31 december
(in € miljoen) 2020 2019 - Herzien Verschil
ACTIVA
Vaste activa:
Materiële vaste activa 2.319,1 2.366,8 (47,7)
Goodwill 1.832,9 1.874,1 (41,2)
Overige immateriële vaste activa 718,4 797,1 (78,7)
Uitgestelde belastingvorderingen 211,1 261,4 (50,3)
Deelnemingen in en leningen aan geassocieerde deelnemingen 79,1 16,3 62,8
Overige investeringen 6,1 6,1
Derivaten 111,7 55,3 56,4
Overige activa 20,7 27,9 (7,2)
Totaal vaste activa 5.299,1 5.405,0 (105,9)
Vlottende activa:
Voorraden 32,5 25,2 7,3
Handelsvorderingen 194,0 204,5 (10,5)
Overige vlottende activa 135,7 130,4 5,3
Geldmiddelen en kasequivalenten 71,4 101,4 (30,0)
Derivaten 45,2 61,7 (16,5)
478,8 523,2 (44,4)
Activa aangehouden voor verkoop 29,9 29,9
Totaal vlottende activa 508,7 523,2 (14,5)
TOTAAL ACTIVA 5.807,8 5.928,2 (120,4)
30 juni 31 december
(in € miljoen) 2020 2019 - Herzien Verschil
EIGEN VERMOGEN EN VERPLICHTINGEN
Eigen vermogen:
Geplaatst kapitaal 12,8 12,8
Uitgiftepremies 80,7 80,7
Overige reserves 666,1 695,7 (29,6)
Overgedragen verlies (2.244,9) (2.287,8) 42,9
Herwaarderingen (26,0) (13,5) (12,5)
Totaal eigen vermogen, toe te rekenen aan eigenaars
van de Vennootschap
(1.511,3) (1.512,1) 0,8
Minderheidsbelangen 25,2 25,1 0,1
Totaal eigen vermogen (1.486,1) (1.487,0) 0,9
Langlopende verplichtingen:
Leningen en overige financieringsverplichtingen 5.144,9 5.206,0 (61,1)
Derivaten 283,0 261,4 21,6
Over te dragen opbrengsten 3,5 3,8 (0,3)
Uitgestelde belastingsverplichtingen 126,5 178,7 (52,2)
Overige langlopende schulden 73,5 63,1 10,4
Provisies 15,6 17,6 (2,0)
Totaal langlopende verplichtingen 5.647,0 5.730,6 (83,6)
Kortlopende verplichtingen:
Leningen en overige financieringsverplichtingen 515,5 527,0 (11,5)
Handelsschulden 196,1 247,7 (51,6)
Toe te rekenen kosten en overige kortlopende verplichtingen 409,0 418,4 (9,4)
Provisies 80,8 70,9 9,9
Over te dragen opbrengsten 121,3 107,8 13,5
Derivaten 70,8 69,5 1,3
Belastingsschulden 248,4 243,3 5,1
1.641,9 1.684,6 (42,7)
Verplichtingen die rechtstreeks verband houden met de activa
aangehouden voor verkoop
5,0 5,0
Totaal kortlopende verplichtingen 1.646,9 1.684,6 (37,7)
Totaal verplichtingen 7.293,9 7.415,2 (121,3)
TOTAAL EIGEN VERMOGEN EN VERPLICHTINGEN 5.807,8 5.928,2 (120,4)

6 Appendix

6.1 Reconciliatie gerapporteerde en rebased financiële informatie (niet geauditeerd)

(in € miljoen) Gerapporteerd Impact overname De Vijver
Media NV en desinvestering
Coditel S.à r.l.
Rebased
KW1
2019
KW2
2019
H1 2019 KW1
2019
KW2
2019
H1 2019 KW1
2019
KW2
2019
H1 2019
Bedrijfsopbrengsten per type
Televisie 144,9 143,0 287,9 (1,3) (1,3) 144,9 141,7 286,6
Breedbandinternet 161,2 161,9 323,1 (0,2) (0,2) 161,2 161,7 322,9
Vaste telefonie 55,6 54,2 109,8 (0,1) (0,1) 55,6 54,1 109,7
Opbrengsten uit
kabelgerelateerde
abonnementen
361,7 359,1 720,8 (1,6) (1,6) 361,7 357,5 719,2
Mobiele telefonie 107,2 110,1 217,3 (0,1) (0,1) 107,2 110,0 217,2
Totaal opbrengsten uit
abonnementen
468,9 469,2 938,1 (1,7) (1,7) 468,9 467,5 936,4
Bedrijfsdiensten 52,1 50,6 102,7 (0,4) (0,4) 52,1 50,2 102,3
Overige 105,0 115,8 220,8 27,5 21,0 48,5 132,5 136,8 269,3
Totaal
bedrijfsopbrengsten
626,0 635,6 1.261,6 27,5 18,9 46,4 653,5 654,5 1.308,0
Bedrijfskosten per type
Netwerkexploitatiekosten (54,3) (47,6) (101,9) 0,2 0,2 (54,3) (47,4) (101,7)
Directe kosten
(programmering en
auteursrechten, interconnectie
en andere)
(127,0) (128,3) (255,3) (6,1) (6,5) (12,6) (133,1) (134,8) (267,9)
Personeelsgerelateerde
kosten
(64,5) (63,9) (128,4) (4,9) (3,5) (8,4) (69,4) (67,4) (136,8)
Verkoop- en marketingkosten (23,5) (20,9) (44,4) (2,3) (1,0) (3,3) (25,8) (21,9) (47,7)
Uitbestede arbeidsdiensten en
professionele diensten
(9,0) (8,4) (17,4) (9,0) (8,4) (17,4)
Overige indirecte kosten (28,2) (21,2) (49,4) (1,3) 0,1 (1,2) (29,5) (21,1) (50,6)
Totaal bedrijfskosten (306,5) (290,3) (596,8) (14,6) (10,7) (25,3) (321,1) (301,0) (622,1)
Adjusted EBITDA 319,5 345,3 664,8 12,9 8,2 21,1 332,4 353,5 685,9
Adjusted EBITDA-marge 51,0 % 54,3 % 52,7 % 50,9 % 54,0 % 52,4 %

'Rebased' informatie: Om de 'rebased' groeicijfers te berekenen op een vergelijkbare basis voor de drie maanden afgesloten op 30 juni 2020 en de zes maanden afgesloten op 30 juni 2020 hebben we onze historische bedrijfsopbrengsten en Adjusted EBITDA aangepast om (i) de bedrijfsopbrengsten en Adjusted EBITDA van De Vijver Media (volledig geconsolideerd sinds 3 juni 2019) voor de overname op te nemen in onze herzienbare bedragen en (ii) de bedrijfsopbrengsten en Adjusted EBITDA van onze voormalige Luxemburgse dochtervennootschap Coditel S.à r.l. (gedeconsolideerd vanaf 1 april 2020) uit onze herziene bedragen te nemen voor de drie maanden afgesloten op 30 juni 2019 en de zes maanden afgesloten op 30 juni 2019 voor zover dat de bedrijfsopbrengsten en Adjusted EBITDA deel uitmaken van onze resultaten voor de drie maanden afgesloten op 30 juni 2020 en de zes maanden afgesloten op 30 juni 2020. We hebben de bedrijfsopbrengsten en Adjusted EBITDA van deze entiteiten opgenomen in en verwijderd uit onze 2019 'rebased' bedragen op basis van de meest betrouwbare informatie die momenteel voorhanden is (doorgaans financiële staten voor de overname) zoals aangepast voor de verwachte effecten van (i) alle belangrijke effecten als gevolg van aanpassingen aan de financiële verslaggeving door overname, (ii) alle belangrijke verschillen tussen onze grondslagen voor de financiële verslaggeving en deze van verworven dochtervennootschappen en (iii) overige elementen die we relevant achten. Wij hebben geen aanpassingen gedaan aan de periodes voor de overname om niet-recurrente elementen te elimineren of om retroactief aanpassingen aan schattingen te doen die kunnen geïmplementeerd worden na de overname. Aangezien we de overgenomen activiteiten noch bezaten, noch controleerden gedurende de periodes voor de overname kan er geen garantie worden gegeven dat (i) we alle noodzakelijke aanpassingen hebben geïdentificeerd om de bedrijfsopbrengsten en Adjusted EBITDA van deze entiteiten voor te stellen op een manier die vergelijkbaar is met de overeenstemmende bedragen na de overname die zijn opgenomen in onze historische resultaten of dat (ii) de financiële staten voor de overname waarop we ons gebaseerd hebben geen niet-gedetecteerde fouten zouden bevatten. Daarnaast zijn 'rebased' groeicijfers niet noodzakelijk indicatief voor de bedrijfsopbrengsten en Adjusted EBITDA die we zouden gerealiseerd hebben indien deze transacties zich hadden voorgedaan op de datum die we gebruikt hebben voor de berekening van 'rebased' groei of de bedrijfsopbrengsten en Adjusted EBITDA voor de toekomst. De 'rebased' groeicijfers worden hier getoond om toe te laten de groeivoeten op een vergelijkbare basis te kunnen inschatten, en worden niet voorgesteld als een maatstaf van onze pro forma financiële prestaties. "Rebased" groei is een niet-GAAP-maatstaf zoals bedoeld in Regulation G van de Amerikaanse Securities and Exchange Commission en is een bijkomende parameter gebruikt door het management om het onderliggende resultaat van de Vennootschap aan te tonen en zou niet beschouwd mogen worden als een vervanging van de andere parameters in overeenstemming met EU IFRS om het resultaat van de Vennootschap te beoordelen, maar zou echter moeten gehanteerd worden samen met de dichtst vergelijkbare EU IFRS parameter.

6.2 Reconciliatie tussen winst over de verslagperiode en Adjusted EBITDA (niet geauditeerd)

De netto totale hefboomratio is een niet-GAAP-maatstaf zoals bedoeld in Regulation G van de Amerikaanse Securities and Exchange Commission en wordt gedefinieerd als de som van kortlopende en langlopende leningen en overige financieringsverplichtingen van de Vennootschap, verminderd met geldmiddelen en kasequivalenten, zoals opgenomen op de balans van de Vennootschap, te delen door de Geconsolideerde Adjusted EBITDA op jaarbasis van de laatste twee kwartalen. In de balans werd Telenets USD-luidende schuld omgerekend naar € op basis van de EUR/USD wisselkoers op 30 juni 2020. Aangezien Telenet verscheidende derivatencontracten heeft afgesloten om zowel de onderliggende variabele interestvoet als de wisselkoers-risico's af te dekken bedroeg het overeenkomstige €-ingedekte bedrag respectievelijk € 2.041,5 miljoen (USD 2.295,0 miljoen Termijnlening AR) en € 882,8 miljoen (USD 1,0 miljard Senior Secured Notes die in 2028 vervallen). Voor de berekening van de netto totale schuldgraad gebruikt Telenet het overeenkomstige €-ingedekte bedrag gelet op de onderliggende blootstelling aan de werkelijke economische risico's.

De volgende tabel geeft een reconciliatie tussen de geannualiseerde nettowinst op basis van de laatste twee kwartalen en de geannualiseerde Adjusted EBITDA op basis van de laatste twee kwartalen.

(In € miljoen) Voor de drie maanden
afgesloten op
Voor de zes maanden
afgesloten op
Laatste twee kwartalen
geannualiseerd
31 maart
2020
30 juni
2020
30 juni 2020 30 juni 2020
Winst over de verslagperiode 153,2 31,7 184,9 369,8
Belastingen 6,2 10,2 16,4 32,8
Aandeel in het resultaat van geassocieerde
deelnemingen
(0,4) (0,9) (1,3) (2,6)
Verlies (winst) uit de overdracht van activa gerelateerd
aan een dochtervennootschap of een joint venture
4,3 4,3 8,6
Netto financiële kosten (opbrengsten) (5,8) 103,6 97,8 195,6
Afschrijvingen, waardeverminderingen en winst op de
verkoop van dochtervennootschappen
188,5 193,3 381,8 763,6
EBITDA 341,7 342,2 683,9 1.367,8
Vergoeding op basis van aandelen 1,8 6,2 8,0 16,0
Operationele kosten betreffende overnames of
desinvesteringen
1,1 0,6 1,7 3,4
Herstructureringskosten 1,0 4,0 5,0 10,0
Aanpassingen na de erkenningsperiode door
overnames
(0,6) (0,6) (1,2)
Adjusted EBITDA 345,6 352,4 698,0 1.396,0
Adjusted EBITDA-marge 52,9 % 56,9 % 54,9 % 54,9 %
Nettowinstmarge 23,5 % 5,1 % 14,5 % 14,5 %

6.3 Definities

  • 1. Om de 'rebased' groeicijfers te berekenen op een vergelijkbare basis voor de drie maanden afgesloten op 30 juni 2020 en de zes maanden afgesloten op 30 juni 2020 hebben we onze historische bedrijfsopbrengsten en Adjusted EBITDA aangepast om (i) de bedrijfsopbrengsten en Adjusted EBITDA van De Vijver Media (volledig geconsolideerd sinds 3 juni 2019) voor de overname op te nemen in onze herzienbare bedragen en (ii) de bedrijfsopbrengsten en Adjusted EBITDA van onze voormalige Luxemburgse dochtervennootschap Coditel S.à r.l. (gedeconsolideerd vanaf 1 april 2020) uit onze herziene bedragen te nemen voor de drie maanden afgesloten op 30 juni 2019 en de zes maanden afgesloten op 30 juni 2019 voor zover dat de bedrijfsopbrengsten en Adjusted EBITDA deel uitmaken van onze resultaten voor de drie maanden afgesloten op 30 juni 2020 en de zes maanden afgesloten op 30 juni 2020. We hebben de bedrijfsopbrengsten en Adjusted EBITDA van deze entiteiten opgenomen in en verwijderd uit onze 2019 'rebased' bedragen op basis van de meest betrouwbare informatie die momenteel voorhanden is (doorgaans financiële staten voor de overname) zoals aangepast voor de verwachte effecten van (i) alle belangrijke effecten als gevolg van aanpassingen aan de financiële verslaggeving door overname, (ii) alle belangrijke verschillen tussen onze grondslagen voor de financiële verslaggeving en deze van verworven dochtervennootschappen en (iii) overige elementen die we relevant achten. Wij hebben geen aanpassingen gedaan aan de periodes voor de overname om niet-recurrente elementen te elimineren of om retroactief aanpassingen aan schattingen te doen die kunnen geïmplementeerd worden na de overname. Aangezien we de overgenomen activiteiten noch bezaten, noch controleerden gedurende de periodes voor de overname kan er geen garantie worden gegeven dat (i) we alle noodzakelijke aanpassingen hebben geïdentificeerd om de bedrijfsopbrengsten en Adjusted EBITDA van deze entiteiten voor te stellen op een manier die vergelijkbaar is met de overeenstemmende bedragen na de overname die zijn opgenomen in onze historische resultaten of dat (ii) de financiële staten voor de overname waarop we ons gebaseerd hebben geen niet-gedetecteerde fouten zouden bevatten. Daarnaast zijn 'rebased' groeicijfers niet noodzakelijk indicatief voor de bedrijfsopbrengsten en Adjusted EBITDA die we zouden gerealiseerd hebben indien deze transacties zich hadden voorgedaan op de datum die we gebruikt hebben voor de berekening van 'rebased' groei of de bedrijfsopbrengsten en Adjusted EBITDA voor de toekomst. De 'rebased' groeicijfers worden hier getoond om toe te laten de groeivoeten op een vergelijkbare basis te kunnen inschatten, en worden niet voorgesteld als een maatstaf van onze pro forma financiële prestaties. "Rebased" groei is een niet-GAAP-maatstaf zoals bedoeld in Regulation G van de Amerikaanse Securities and Exchange Commission en is een bijkomende parameter gebruikt door het management om het onderliggende resultaat van de Vennootschap aan te tonen en zou niet beschouwd mogen worden als een vervanging van de andere parameters in overeenstemming met EU IFRS om het resultaat van de Vennootschap te beoordelen, maar zou echter moeten gehanteerd worden samen met de dichtst vergelijkbare EU IFRS parameter.
  • 2. EBITDA wordt gedefinieerd als winst vóór netto financiële kosten, het aandeel in het resultaat van geassocieerde deelnemingen, belastingen, afschrijvingen en waardeverminderingen. Adjusted EBITDA wordt gedefinieerd als EBITDA exclusief vergoedingen op basis van aandelen, aanpassingen na de erkenningsperiode door overnames en herstructureringslasten, en exclusief operationele kosten of opbrengsten betreffende succesvolle of onsuccesvolle overnames of desinvesteringen. Operationele kosten of opbrengsten betreffende overnames of desinvesteringen omvatten (i) winst en verliezen op de verkoop van activa met lange levensduur, (ii) due diligence, juridische, adviesen andere kosten aan derden betreffende de inspanningen van de Vennootschap om een controlebelang in ondernemingen te verwerven of te verkopen, en (iii) overige overnamegerelateerde elementen waaronder winsten en verliezen op de schikking van een voorwaardelijke vergoeding. Adjusted EBITDA is een niet-GAAP-maatstaf zoals bedoeld in Regulation G van de Amerikaanse Securities and Exchange Commission en is een bijkomende parameter gebruikt door het management om het onderliggende resultaat van de Vennootschap aan te tonen en zou niet beschouwd mogen worden als een vervanging van de andere parameters in overeenstemming met EU IFRS om het resultaat van de Vennootschap te beoordelen, maar zou echter moeten gehanteerd worden samen met de dichtst vergelijkbare EU IFRS parameter. Een vergelijking tussen deze parameter en de dichtst vergelijkbare EU IFRS parameter is terug te vinden in Tabel 1 op pagina 15.
    1. De toe te rekenen bedrijfsinvesteringen worden omschreven als toevoegingen aan terreinen, uitrusting en immateriële vaste activa, inclusief toevoegingen van financiële leases en overige financieringsovereenkomsten, zoals op basis van het toe te rekenen bedrag geboekt in de geconsolideerde balans van de Vennootschap.
    1. Operationele vrije kasstroom wordt gedefinieerd als Adjusted EBITDA, minus toe te rekenen investeringsuitgaven zoals gerapporteerd in de geconsolideerde financiële staten van de Vennootschap. De toe te rekenen investeringsuitgaven omvatten niet de opname van uitzendrechten voor het voetbal en licenties voor het mobiele spectrum. Operationele vrije kasstroom is een niet-GAAP-maatstaf zoals bedoeld in Regulation G van de Amerikaanse Securities and Exchange Commission en is een bijkomende parameter gebruikt door het management om het onderliggende resultaat van de Vennootschap aan te tonen en zou niet beschouwd mogen worden als een vervanging van de andere parameters in overeenstemming met EU IFRS om het resultaat van de Vennootschap te beoordelen, maar zou echter moeten gehanteerd worden samen met de dichtst vergelijkbare EU IFRS parameter.
  • 5. Aangepaste vrije kasstroom wordt gedefinieerd als de netto kasmiddelen afkomstig uit continue bedrijfsactiviteiten plus (i) de geldelijke betalingen aan derden betreffende succesvolle of niet-succesvolle overnames en desinvesteringen en (ii) kosten gefinancierd door een derde partij, minus (i) de verwerving van materiële vaste activa en de verwerving van immateriële vaste activa van de continue activiteiten van de Vennootschap, (ii) kapitaalaflossingen op bedragen gefinancierd door leveranciers en tussenpersonen, en (iii) kapitaalaflossingen op financiële leases (uitgezonderd netwerkgerelateerde leases die werden erkend als gevolg van overnames), en (iv) kapitaalaflossingen op toevoegingen aan netwerkgerelateerde leases na overname, elk zoals gerapporteerd in het geconsolideerd kasstroomoverzicht. Aangepaste vrije kasstroom is een niet-GAAP-maatstaf zoals bedoeld in Regulation G van de Amerikaanse Securities and Exchange Commission en is een bijkomende parameter gebruikt door het management om de schuldaflossings- en financieringscapaciteit van de Vennootschap aan te tonen en zou

niet beschouwd mogen worden als een vervanging van de andere parameters in overeenstemming met EU IFRS om het resultaat van de Vennootschap te beoordelen, maar zou echter moeten gehanteerd worden samen met de dichtst vergelijkbare EU IFRS parameter.

    1. Een abonnee op basiskabeltelevisie is een woning, een wooneenheid in een gebouw met meerdere wooneenheden of een eenheid in een commercieel gebouw die via een analoog of digitaal videosignaal over het Gecombineerde Netwerk Telenets videodienst ontvangt zonder abonnement op een terugkerende maandelijkse dienst die het gebruik van encryptietechnologie vereist. Encryptietechnologie omvat smart-cards en andere geïntegreerde of virtuele technologieën die Telenet gebruikt om zijn verbeterd dienstenaanbod te leveren. Telenet telt opbrengstgenererende eenheden op basis van het aantal panden. Een abonnee met meerdere aansluitingen in één pand wordt dus als één opbrengstgenererende eenheid geteld. Een abonnee met twee huizen die voor elk van die huizen een abonnement op Telenets kabeltelevisiedienst heeft, wordt als twee opbrengstgenererende eenheden geteld.
    1. Een abonnee op premiumkabeltelevisie is een woning, een wooneenheid in een gebouw met meerdere wooneenheden of een eenheid in een commercieel gebouw die via een digitaal videosignaal over het Gecombineerde Netwerk Telenets kabeltelevisiedienst ontvangt op basis van een abonnement op een terugkerende maandelijkse dienst die het gebruik van encryptietechnologie vereist. Abonnees voor premiumkabeltelevisie worden geteld op basis van het aantal panden. Zo wordt een abonnee met één of meer settopboxen die Telenets videodienst in één gebouw ontvangt over het algemeen geteld als één abonnee. Een abonnee op premiumkabeltelevisie wordt niet geteld als een abonnee op basisvideo. Naarmate Telenets klanten overstappen van basiskabeltelevisiediensten naar premiumkabeltelevisie rapporteert Telenet een afname van het aantal abonnees voor basiskabeltelevisie die gelijk is aan de toename van het aantal abonnees voor premiumkabeltelevisie.
    1. Een internetabonnee is een woning, een wooneenheid in een gebouw met meerdere wooneenheden of een eenheid in een commercieel gebouw die internetdiensten ontvangt over het Gecombineerde Netwerk.
    1. Een vastetelefonieabonnee is een woning, een wooneenheid in een gebouw met meerdere wooneenheden of een eenheid in een commercieel gebouw die spraakdiensten ontvangt over het Gecombineerde Netwerk. Vastetelefonieabonnees omvatten geen mobieletelefonieabonnees.
    1. Het aantal mobieletelefonieabonnees vertegenwoordigt het aantal actieve SIM-kaarten die in gebruik zijn, niet het aantal geleverde diensten. Als bijvoorbeeld een mobieletelefonieabonnee zowel een data- als spraakplan voor een smartphone heeft, wordt die persoon beschouwd als één mobieletelefonieabonnee. Een abonnee met een spraak- en dataplan voor een smartphone en een dataplan voor een laptop (via een dongle) wordt echter als twee mobieletelefonieabonnees geteld. Klanten die geen terugkerende maandelijkse vergoeding betalen, worden na 90 dagen inactiviteit niet langer opgenomen in het aantal mobieletelefonieabonnees.
    1. Klantenrelaties zijn klanten die ten minste één van Telenets video-, internet- of vaste-telefoniediensten ontvangen en die Telenet telt als opbrengstgenererende eenheden, ongeacht op welke of op hoeveel diensten ze geabonneerd zijn. Klantenrelaties worden over het algemeen geteld op basis van het aantal panden. Als iemand Telenets diensten in twee panden ontvangt (bijvoorbeeld in zijn hoofdwoning en in een vakantiehuisje), wordt die persoon over het algemeen als twee klantenrelaties geteld. Mobieletelefonieklanten worden niet geteld als klantrelaties.
    1. ARPU verwijst naar de gemiddelde maandelijkse opbrengst per klantenrelatie en wordt berekend door de gemiddelde maandelijkse opbrengsten uit abonnementen (exclusief opbrengsten uit mobiele telefonie, bedrijfsdiensten ("B2B"), interconnectie, transport- en distributievergoedingen, opbrengsten uit de verkoop van mobiele handsets en installatievergoedingen) voor de aangeduide periode te delen door het gemiddelde aantal klantenrelaties aan het begin en aan het einde van de betreffende periode.
    1. Aansluitbare huizen zijn woningen, wooneenheden in een gebouw met meerdere wooneenheden of eenheden in een commercieel gebouw die op het Gecombineerde Netwerk kunnen worden aangesloten zonder de distributiecentrale materieel uit te breiden. Het aantal aansluitbare huizen is gebaseerd op censusgegevens die kunnen veranderen op basis van herzieningen van die gegevens of op basis van nieuwe censusresultaten.
    1. Een opbrengstgenererende eenheid is een individuele abonnee op basiskabeltelevisie, een individuele abonnee op premiumkabeltelevisie, een individuele internetabonnee of een individuele vaste telefonieabonnee. Een woning, een wooneenheid in een gebouw met meerdere wooneenheden of een eenheid in een commercieel gebouw kan één of meer opbrengstgenererende eenheden omvatten. Als bijvoorbeeld een residentiële abonnee geabonneerd is op Telenets premiumkabel-televisiedienst, vaste-telefoniedienst en breedbandinternetdienst, vertegenwoordigt die klant drie opbrengstgenererende eenheden. Het totale aantal opbrengstgenererende eenheden is de som van het aantal abonnees voor basiskabeltelevisie, premiumkabeltelevisie, internet en vaste telefonie. Het aantal opbrengstgenererende eenheden wordt over het algemeen geteld op basis van het aantal panden, zodat een bepaald pand voor een bepaalde dienst niet als meer dan één opbrengst-genererende eenheid wordt geteld. Als iemand Telenets diensten in twee panden ontvangt (bijvoorbeeld in zijn hoofdwoning en in een vakantiehuisje), wordt die persoon daarentegen als twee opbrengstgenererende eenheden geteld. Elke kabel-, internet- of vaste-telefoniedienst in een productbundel wordt geteld als een afzonderlijke opbrengstengenererende eenheid, ongeacht de aard van een eventuele bundelkorting of promotie. Nietbetalende abonnees worden als abonnees geteld tijdens de periode gedurende welke ze bij wijze van promotie een gratis dienst ontvangen. Sommige van deze abonnees haken na die gratis periode af. Diensten die langdurig kosteloos worden aangeboden (bijv. aan VIP's of werknemers) worden over het algemeen niet als opbrengstgenererende eenheden geteld. Abonnementen op mobieletelefoniediensten worden niet opgenomen in het extern gerapporteerde aantal opbrengstgenererende eenheden.
    1. Het klantverloop vertegenwoordigt de snelheid waarmee klanten hun abonnementen beëindigen. Het jaarlijks voortschrijdend gemiddelde wordt berekend door het aantal beëindigingen in de voorgaande 12 maanden te delen door het gemiddelde aantal klantenrelaties. Bij de berekening van het klantverloop wordt een beëindiging geacht te hebben plaatsgevonden indien de klant geen enkele dienst meer van Telenet ontvangt en Telenets apparatuur dient terug te geven. Een gedeeltelijke overschakeling naar een lager product, wat meestal wordt toegepast om klanten aan te moedigen een openstaande factuur te betalen en te voorkomen dat alle diensten worden afgekoppeld, wordt bij de berekeningen van het klantverloop niet als een beëindiging beschouwd. Klanten die binnen Telenets kabelgebied

verhuizen en klanten die overschakelen naar hogere of lagere diensten worden bij de berekening van het klantverloop evenmin als beëindigingen beschouwd.

    1. Telenets ARPU per mobieletelefonieabonnee, exclusief interconnectieopbrengsten, verwijst naar de gemiddelde maandelijkse opbrengst uit mobiele telefonie per gemiddelde actieve gebruiker en wordt berekend door de gemiddelde opbrengsten uit mobiele telefonie (met uitzondering van activatievergoedingen, opbrengsten uit de verkoop van gsm's en smartphones en aanmaningskosten) voor een bepaalde periode te delen met gemiddelde van het totale aantal actieve mobieletelefonieabonnees aan het begin en aan het einde van een bepaalde periode. Voor de berekening van Telenets ARPU per mobieletelefonieabonnee, met inbegrip van interconnectieopbrengsten, verhoogt de teller uit de hierboven toegelichte berekening met het bedrag aan mobiele interconnectie-opbrengsten over die periode.
  • 17. De netto totale hefboomratio wordt gedefinieerd als de som van kortlopende en langlopende leningen en overige financieringsverplichtingen van de Vennootschap, verminderd met geldmiddelen en kasequivalenten, zoals opgenomen op de balans van de Vennootschap, te delen door de Geconsolideerde Adjusted EBITDA op jaarbasis van de laatste twee kwartalen. In de balans werd Telenets USD-luidende schuld omgerekend naar € op basis van de EUR/USD wisselkoers op 30 juni 2020. Aangezien Telenet verscheidende derivatencontracten heeft afgesloten om zowel de onderliggende variabele interestvoet als de wisselkoers-risico's af te dekken bedroeg het overeenkomstige €-ingedekte bedrag respectievelijk € 2.041,5 miljoen (USD 2.295,0 miljoen Termijnlening AR) en € 882,8 miljoen (USD 1,0 miljard Senior Secured Notes die in 2028 vervallen). Voor de berekening van de netto totale schuldgraad gebruikt Telenet het overeenkomstige €-ingedekte bedrag gelet op de onderliggende blootstelling aan de werkelijke economische risico's. De netto totale hefboomratio is eeen niet-GAAP-maatstaf zoals bedoeld in Regulation G van de Amerikaanse Securities and Exchange Commission.
    1. De netto convenant hefboomratio wordt berekend volgens de definitie in de 2020 Gewijzigde Senior Credit Facility, door de totale nettoschuld (op basis van het overeenkomstige €-ingedekte bedrag voor de USD-luidende schuld zoals hierboven toegelicht), uitgezonderd (i) achtergestelde aandeelhoudersleningen, (ii) geactiveerde elementen van de schulden onder de clientèle- en annuïteitenvergoedingen, (iii) alle andere financiële leases die op of voor 1 augustus 2007 werden aangegaan, (iv) alle schuld onder de netwerklease afgesloten met de zuivere intercommunales en met inbegrip van (vi) het Uitgesloten Bedrag onder de Credit Facility (zijnde het hoogste van (a) €400,0 miljoen en (b) 0,25x de Geconsolideerde Adjusted EBITDA op jaarbasis), te delen door de Geconsolideerde Adjusted EBITDA op jaarbasis van de laatste twee kwartalen.

Investor & Analyst Conference Call – Telenet zal op 30 juli 2020 om 15:00 uur MET een video webcast en conference call houden voor institutionele beleggers en analisten. De webcastkoppelingen vindt u op https://investors.telenet.be.

Contactgegevens

Investor Relations: Rob Goyens [email protected] Telefoon: +32 15 333 054
Bart Boone [email protected] Telefoon: +32 15 333 738
Press & Media Relations: Stefan Coenjaerts [email protected] Telefoon: +32 15 335 006

Over Telenet – Als aanbieder van entertainment- en telecommunicatiediensten in België is Telenet Group steeds op zoek naar de perfecte beleving in de digitale wereld voor zijn klanten. Het bedrijf spitst zich onder de merknaam Telenet toe op het aanbieden van digitale televisie, hogesnelheidsinternet en vaste en mobiele telefoniediensten aan residentiële klanten in Vlaanderen en Brussel. Onder de merknaam BASE levert het mobiele telefonie in België. De afdeling Telenet Business bedient de zakelijke markt in België en Luxemburg met connectiviteits-, hosting- en security oplossingen. Meer dan 3000 medewerkers hebben samen 1 doel voor ogen: leven en werken eenvoudiger en aangenamer maken. Telenet Group is een onderdeel van Telenet Group Holding nv en is genoteerd op Euronext Brussel onder ticker symbool TNET. Voor meer informatie, surf naar www.telenet.be. Liberty Global - 's werelds grootste internationale tv- en breedbandbedrijf, investeert, innoveert en versterkt mensen in zes Europese landen om optimaal gebruik te maken van de digitale revolutie - bezit een rechtstreeks belang van 58,3% in Telenet Group Holding nv (exclusief eventuele eigen aandelen die deze laatste van tijd tot tijd in zijn bezit heeft).

Meer informatie – Meer informatie over Telenet en zijn producten vindt u op de website https://www.telenet.be. Nadere informatie over de operationele en financiële gegevens in dit document kan worden gedownload in het deel van de website van de Vennootschap, dat bedoeld is voor beleggers. Het geconsolideerde jaarverslag van 2019 en de niet-geauditeerde geconsolideerde tussentijdse financiële staten en presentaties in verband met de financiële resultaten over de zes maanden afgesloten op 30 juni 2020 zijn beschikbaar in het deel van de website van de Vennootschap, dat bedoeld is voor beleggers (https://investors.telenet.be).

Safe Harbor Statement van de Amerikaanse Private Securities Litigation Reform Act van 1995 – Verschillende verklaringen in dit document zijn "forward-looking statements" (toekomstgerichte verklaringen) zoals die term is gedefinieerd in de Amerikaanse Private Securities Litigation Reform Act van 1995. Deze toekomstgerichte verklaringen met betrekking tot onze financiële en operationele vooruitzichten, onze groeiverwachtingen, strategie, product-, netwerk- en technologielanceringen, en de verwachte impact van overnames op onze gecombineerde activiteiten en financiële prestaties zijn te herkennen aan het gebruik van woorden als "denkt", "voorziet", "zou moeten", "is voornemens", "plant", "zal", "verwacht", "schat", "raamt", "positie", "strategie", en soortgelijke uitdrukkingen, en omvatten bekende en onbekende risico's, onzekerheden en andere factoren die ertoe kunnen leiden dat onze werkelijke resultaten, prestaties, verwezenlijkingen of sectorresultaten wezenlijk verschillen van die welke in deze toekomstgerichte verklaringen expliciet of impliciet worden verwacht, geraamd, voorspeld, geschat of gebudgetteerd. Deze factoren zijn onder meer: mogelijke ongunstige ontwikkelingen met betrekking tot onze liquiditeit of bedrijfsresultaten; mogelijke ongunstige ontwikkelingen op het gebied van de concurrentie, economie of regelgeving; onze aanzienlijke schuldaflossingen en andere contractuele verplichtingen; de mogelijke nadelige gevolgen van de recente uitbraak van de nieuwe pandemie van het cornoavirus (COVID-19), ons vermogen om ons businessplan te financieren en uit te voeren; ons vermogen om voldoende liquiditeit te genereren voor de aflossing van onze schulden; rente- en wisselkoersschommelingen; de impact van nieuwe zakelijke opportuniteiten die aanzienlijke voorafgaande investeringen vereisen; ons vermogen om klanten aan te trekken en te behouden en om onze globale marktpenetratie te vergroten; ons vermogen om met andere bedrijven in de communicatieen contentdistributiesector te concurreren; ons vermogen om contracten te behouden die essentieel zijn voor onze activiteiten; ons vermogen om een adequaat antwoord te bieden op technologische ontwikkelingen; ons vermogen om een back-up te ontwikkelen en te onderhouden van onze kritieke systemen; ons vermogen om door te gaan met het ontwerpen van netwerken, plaatsen van installaties, verkrijgen en behouden van de vereiste vergunningen of goedkeuringen van de overheid, en het financieren van bouw en ontwikkeling, op een tijdige manier, tegen een redelijke kostprijs en onder bevredigende voorwaarden; ons vermogen om een impact te hebben of een doeltreffend antwoord te bieden op nieuwe of gewijzigde wet- of regelgeving, ons vermogen om waardetoevoegende investeringen te maken, en ons vermogen om de uitkeringen aan de aandeelhouders in de toekomst aan te houden of op te trekken. We verbinden ons er niet toe om de toekomstgerichte verklaringen in dit document te actualiseren teneinde de werkelijke resultaten, wijzigingen in veronderstellingen of veranderingen in factoren die deze verklaringen beïnvloeden te weerspiegelen.

Financiële informatie – De geconsolideerde jaarrekening van Telenet Group Holding per en voor het boekjaar afgesloten op 31 december 2019 werd opgesteld in overeenstemming met EU IFRS, tenzij anders vermeld, en kan op de website van de Vennootschap worden geraadpleegd.

Niet-GAAP-maatstaven – "Adjusted EBITDA", "Operationele vrije kasstroom", "Aangepaste vrije kasstroom" en "netto totale hefboomratio" zijn niet-GAAP-maatstaven zoals bedoeld in Regulation G van de Amerikaanse Securities and Exchange Commission. Voor aanverwante definities en aansluitingen verwijzen we naar de Investor Relations-sectie op de website van Liberty Global plc (https://www.libertyglobal.com). Liberty Global plc is de controlerende aandeelhouder van de Vennootschap.

Dit document werd vrijgegeven op 30 juli 2020 om 7:00 uur MET

Talk to a Data Expert

Have a question? We'll get back to you promptly.