Interim / Quarterly Report • Jul 29, 2021
Interim / Quarterly Report
Open in ViewerOpens in native device viewer


| Definities Informatie over het bedrijf |
5 | |||
|---|---|---|---|---|
| 1. | 9 | |||
| 1.1 | Multiple play | 10 | ||
| 1.2 | Breedbandinternet | 11 | ||
| 1.3 | Vaste telefonie | 11 | ||
| 1.4 | Mobiele telefonie | 11 | ||
| 1.5 | Televisie | 12 |
14
| 2. | geconsolideerde tussentijdse financiële staten |
||
|---|---|---|---|
| 2.1 | Opbrengsten per dienst | 14 | |
| 2.2 | Bedrijfskosten | 16 | |
| 2.3 | Kosten per type | 16 | |
| 2.4 | Netto financiële kosten | 17 | |
| 2.5 | Winstbelastingen | 17 | |
| 2.6 | Nettoresultaat | 18 | |
| 2.7 | Adjusted EBITDA | 18 | |
| 2.8 | Toe te rekenen bedrijfsinvesteringen | 19 | |
| 2.9 | Operationele vrije kasstroom | 20 | |
| 2.10 | Kasstroom en liquide middelen | 20 | |
| 2.11 | Schuldprofiel, kassaldo en netto hefboomratio |
21 |
| 3.1 | Algemene informatie | 24 |
|---|---|---|
| Juridische geschillen en ontwikkelingen op het vlak van |
||
| 3.2 | regelgeving | 25 |
| Verklaring van juiste weergave door het | ||
|---|---|---|
| 4. | management van de Vennootschap | 26 |
| Verkorte geconsolideerde tussentijdse financiële staten |
27 | |||
|---|---|---|---|---|
| 1. | balans | Verkorte geconsolideerde tussentijdse | 27 | |
| 2. | Verkorte geconsolideerde tussentijdse staat van het resultaat over de verslagperiode en het nettoresultaat |
|||
| rechtstreeks verwerkt in het eigen vermogen |
29 | |||
| 3. | Verkorte geconsolideerde tussentijdse staat van het eigen vermogen |
31 | ||
| 4. | Verkort geconsolideerd tussentijds kasstroomoverzicht |
33 | ||
| 5. | Toelichtingen bij de verkorte geconsolideerde tussentijdse financiële staten voor de zes maanden afgesloten op 30 juni 2021 |
35 | ||
| 5.1 | Verslaggevende entiteit en gehanteerde grondslagen |
|||
| 35 | ||||
| 5.2 | Belangrijke grondslagen voor de financiële verslaggeving |
38 | ||
| 5.3 | Financiële instrumenten | 37 |
| 5.4 | Materiële vaste activa | 41 |
|---|---|---|
| 5.5 | Goodwill | 41 |
| 5.6 | Overige materiële vaste activa | 42 |
| 5.7 | Investeringen in en leningen aan geassocieerde deelnemingen |
42 |
| 5.8 | Eigen vermogen | 45 |
| 5.9 | Leningen en overige financieringsverplichtingen |
48 |
| 5.10 | Afgeleide financiële instrumenten | 50 |
| 5.11 | Winstbelastingen | 51 |
| 5.12 | Opbrengsten | 52 |
| 5.13 | Kosten per type | 54 |
| 5.14 | Overname van dochtervennootschappen |
55 |
| 5.15 | Toezeggingen en voorwaardelijke verplichtingen |
55 |
| 5.16 | Verbonden partijen | 60 |
| 5.17 | Gebeurtenissen na balansdatum | 63 |
Verklaring van de commissaris over de tussentijdse financiële staten .. 66
Telenet Group Holding NV (hierna de "Vennootschap" of "Telenet" genoemd) is een vennootschap naar Belgisch recht. Verdere aanduidingen en definities in dit document gelden zoals vermeld in het Jaarverslag 2020 van de Vennootschap, dat gepubliceerd werd op 26 maart 2021 (het "Jaarverslag") en dat beschikbaar is op de website van de Vennootschap http:// investors.telenet.be.
De verkorte geconsolideerde tussentijdse financiële staten van Telenet Group Holding NV per en voor de periodes afgesloten op 30 juni 2020 en 2021 en de geauditeerde geconsolideerde jaarrekening voor het jaar afgesloten op 31 december 2020 zijn elk opgesteld volgens de International Financial Reporting Standards zoals goedgekeurd door de Europese Unie ("EU IFRS"). De financiële informatie vermeld in dit verslag is niet bedoeld te voldoen aan de SEC-rapporteringvereisten.
Verschillende verklaringen in dit document zijn "forward-looking statements" (toekomstgerichte verklaringen) zoals die term is gedefinieerd in de Amerikaanse Private Securities Litigation Reform Act van 1995. Deze toekomstgerichte verklaringen met betrekking tot Telenets financiële en operationele vooruitzichten, zijn groeiverwachtingen, strategie, product-, netwerk- en technologielanceringen, en de verwachte impact van overnames op onze gecombineerde activiteiten en financiële prestaties zijn te herkennen aan het gebruik van woorden als "denkt", "voorziet", "zou moeten", "is voornemens", "plant", "zal", "verwacht", "schat", "raamt", "positie", "strategie", en soortgelijke uitdrukkingen, en omvatten bekende en onbekende risico's, onzekerheden en andere factoren die ertoe kunnen leiden dat Telenets werkelijke resultaten, prestaties, verwezenlijkingen of sectorresultaten wezenlijk verschillen van die welke in deze toekomstgerichte verklaringen expliciet of impliciet worden verwacht, geraamd, voorspeld, geschat of gebudgetteerd. Deze factoren zijn onder meer: mogelijke ongunstige ontwikkelingen met betrekking tot Telenets liquiditeit of bedrijfsresultaten; mogelijke ongunstige ontwikkelingen op het gebied van de concurrentie, economie of regelgeving; aanzienlijke schuldaflossingen en andere contractuele verplichtingen; de mogelijke nadelige gevolgen van de recente uitbraak van de nieuwe pandemie van het coronaavirus (COVID-19), Telenets vermogen om ons businessplan te financieren en uit te voeren; Telenets vermogen om voldoende liquiditeit te genereren voor de aflossing van zijn schulden; rente- en wisselkoersschommelingen; de impact van nieuwe zakelijke opportuniteiten die aanzienlijke voorafgaande investeringen vereisen; Telenets vermogen om klanten aan te trekken en te behouden en om zijn globale marktpenetratie te vergroten; Telenets vermogen om met andere bedrijven in de communicatie- en contentdistributiesector te concurreren; Telenets vermogen om contracten te behouden die essentieel zijn voor zijn activiteiten; ons vermogen om een adequaat antwoord te bieden op technologische ontwikkelingen; Telenets vermogen om een back-up te ontwikkelen en te onderhouden van zijn kritieke systemen; Telenets vermogen om door te gaan met het ontwerpen van netwerken, plaatsen van installaties, verkrijgen en behouden van de vereiste vergunningen of goedkeuringen van de overheid, en het financieren van bouw en ontwikkeling, op een tijdige manier, tegen een redelijke kostprijs en onder bevredigende voorwaarden; Telenets vermogen om een impact te hebben of een doeltreffend antwoord te bieden op nieuwe of gewijzigde wet- of regelgeving, Telenets vermogen om waardetoevoegende investeringen te maken, en zijn vermogen om de uitkeringen aan de aandeelhouders in de toekomst aan te houden of op te trekken. Telenet verbindt zich er niet toe om de toekomstgerichte verklaringen in dit document te actualiseren teneinde de werkelijke resultaten, wijzigingen in veronderstellingen of veranderingen in factoren die deze verklaringen beïnvloeden te weerspiegelen.
Als aanbieder van entertainment- en telecommunicatiediensten in België is Telenet steeds op zoek naar de perfecte beleving in de digitale wereld voor zijn klanten. De Vennootschap spitst zich onder de merknaam Telenet toe op het aanbieden van digitale televisie, hogesnelheidsinternet en vaste en mobiele telefoniediensten aan residentiële klanten in Vlaanderen en Brussel. Onder de merknaam BASE levert het mobiele telefonie in België. De afdeling Telenet Business bedient de zakelijke markt in België en Luxemburg met connectiviteits-, hosting- en security oplossingen. Meer dan 3000 medewerkers hebben samen 1 doel voor ogen: leven en werken eenvoudiger en aangenamer maken. Telenet Group is een onderdeel van Telenet Group Holding nv en is genoteerd op Euronext Brussel onder ticker symbool TNET. Voor meer informatie, surf naar www.telenet.be. Liberty Global - 's werelds grootste internationale tv- en breedbandbedrijf, investeert, innoveert en versterkt mensen in zes Europese landen om optimaal gebruik te maken van de digitale revolutie - bezit een rechtstreeks belang van 58,3% in Telenet Group Holding nv (exclusief eventuele eigen aandelen die deze laatste van tijd tot tijd in zijn bezit heeft).
Om de 'rebased' groeicijfers te berekenen op een vergelijkbare basis heeft Telenet zijn historische bedrijfsopbrengsten en Adjusted EBITDA aangepast om de impact van de volgende transacties weer te geven in dezelfde mate dat opbrengsten en Adjusted EBITDA als gevolg van deze transacties zijn opgenomen in Telenets courante resultaten: (i) omvatten niet de opbrengsten en de Adjusted EBITDA van Telenets voormalige Luxemburgse kabeldochter Coditel S.à rl (gedeconsolideerd vanaf 1 april 2020), (ii) weerspiegelen wijzigingen met betrekking tot de IFRS-verwerking van bepaalde overeenkomsten inzake contentrechten die zijn aangegaan tijdens het derde kwartaal van 2020 en (iii) weerspiegelen wijzigingen met betrekking tot abonnementsgerelateerde, verbruiksgerelateerde en interconnectie-opbrengsten die gegenereerd worden door Telenets kmoklanten (klein en middelgrote ondernemingen) en grote bedrijfsklanten vanaf KW1 2021 van opbrengsten uit bedrijfsdiensten naar opbrengsten uit mobiele telefonie en overige opbrengsten, respectievelijk. Telenet weerspiegelt de opbrengsten en Adjusted EBITDA van overgenomen bedrijven in zijn historische bedragen op basis van over wat naar Telenets mening de meest betrouwbare informatie is die momenteel voor de Vennootschap beschikbaar is (over het algemeen financiële overzichten van vóór de overname), zoals gecorrigeerd voor de geschatte effecten van (a) enige significante verschillen tussen Telenets grondslagen voor financiële verslaggeving en die van de overgenomen entiteiten, (b) enige significante effecten van boekhoudkundige aanpassingen over de acquisitie, en (c) andere items die Telenet passend acht. Telenet past preacquisitieperiodes niet aan om eenmalige posten te elimineren of om terugwerkende kracht te geven aan eventuele schattingswijzigingen die kunnen worden doorgevoerd tijdens post-acquisitieperiodes. Aangezien Telenet de overgenomen bedrijven niet bezat of exploiteerde tijdens de preacquisitieperiodes, kan er geen garantie worden gegeven dat Telenet alle aanpassingen heeft geïdentificeerd die nodig zijn om de opbrengsten en Adjusted EBITDA van deze entiteiten te presenteren op een basis die vergelijkbaar is met de overeenkomstige post- overnamebedragen die zijn opgenomen in Telenets historische resultaten of waarvan de financiële overzichten vóór de overname waarop Telenet zich heeft gebaseerd, geen onontdekte fouten bevatten. Bovendien zijn de rebased groeipercentages niet noodzakelijk een indicatie van de opbrengsten en Adjusted EBITDA die zouden hebben plaatsgevonden als deze transacties zouden hebben plaatsgevonden op de data die worden verondersteld voor de berekening van onze rebased bedragen of de opbrengsten en Adjusted EBITDA die in de toekomst zullen plaatsvinden. De rebased groeipercentages zijn gepresenteerd als basis voor het beoordelen van groeipercentages op vergelijkbare basis. 'Rebased' groei is een niet-GAAP-maatstaf zoals overwogen door Verordening G van de Amerikaanse Securities and Exchange Commission en is een aanvullende maatstaf die door het management wordt gebruikt om de onderliggende prestaties van het bedrijf aan te tonen en mag de maatstaven in overeenstemming met EU IFRS niet vervangen als een indicator van de prestatie, maar moet eerder worden gebruikt in combinatie met de meest direct vergelijkbare EU IFRS-maatstaf.
EBITDA wordt gedefinieerd als winst vóór netto financiële kosten, het aandeel in het resultaat van geassocieerde deelnemingen, belastingen, afschrijvingen en waardeverminderingen. Adjusted EBITDA wordt gedefinieerd als EBITDA exclusief vergoedingen op basis van aandelen, aanpassingen na de erkenningsperiode betreffende overnames en herstructureringslasten, en exclusief operationele kosten of opbrengsten betreffende succesvolle of onsuccesvolle overnames of desinvesteringen. Operationele kosten of opbrengsten betreffende overnames of desinvesteringen omvatten (i) winst en verliezen op de verkoop van activa met lange levensduur, (ii) due diligence, juridische, advies- en andere kosten aan derden betreffende de inspanningen van de Vennootschap om een controlebelang in ondernemingen te verwerven of te verkopen, en (iii) overige overnamegerelateerde elementen waaronder winsten en verliezen op de schikking van een voorwaardelijke vergoeding. Adjusted EBITDA is een niet-GAAP-maatstaf zoals bedoeld in Regulation G van de Amerikaanse Securities and Exchange Commission en is een bijkomende parameter gebruikt door het management om het onderliggende resultaat van de Vennootschap aan te tonen en zou niet beschouwd mogen worden als een vervanging van de andere parameters in overeenstemming met EU IFRS om het resultaat van de Vennootschap te beoordelen, maar zou echter moeten gehanteerd worden samen met de dichtst vergelijkbare EU IFRS parameter. Een reconciliatie van deze maatstaf met de meest direct vergelijkbare EU IFRS-maatstaf wordt toegelicht in sectie 2.7 op pagina 18.
De toe te rekenen bedrijfsinvesteringen worden omschreven als materiële en immateriële vaste activa, inclusief toevoegingen van leases en overige financieringsovereenkomsten, zoals op basis van het toe te rekenen bedrag geboekt in de verkorte geconsolideerde tussentijdse financiële staten van de Vennootschap.
Operationele vrije kasstroom wordt gedefinieerd als Adjusted EBITDA, minus toe te rekenen investeringsuitgaven zoals gerapporteerd in de verkorte geconsolideerde tussentijdse financiële staten van de Vennootschap. De toe te rekenen investeringsuitgaven omvatten niet de opname van uitzendrechten voor het voetbal en licenties voor het mobiele spectrum. Operationele vrije kasstroom is een niet-GAAP-maatstaf zoals bedoeld in Regulation G van de Amerikaanse Securities and Exchange Commission en is een bijkomende parameter gebruikt door het management om het onderliggende resultaat van de Vennootschap aan te tonen en zou niet beschouwd mogen worden als een vervanging van de andere parameters in overeenstemming met EU IFRS om het resultaat van de Vennootschap te beoordelen, maar zou echter moeten gehanteerd worden samen met de dichtst vergelijkbare EU IFRS parameter.
Aangepaste vrije kasstroom wordt gedefinieerd als de netto kasmiddelen afkomstig uit continue bedrijfsactiviteiten plus (i) de geldelijke betalingen aan derden betreffende succesvolle of niet-succesvolle overnames en desinvesteringen en (ii) kosten gefinancierd door een derde partij, minus (i) de verwerving van materiële vaste activa en de verwerving van immateriële vaste activa van de continue activiteiten zoals gerapporteerd in het verkort geconsolideerd tussentijds kasstroomoverzicht van de Vennootschap, (ii) kapitaalaflossingen op bedragen gefinancierd door leveranciers en tussenpersonen, en (iii) kapitaalaflossingen op leases (uitgezonderd netwerkgerelateerde leases die werden erkend als gevolg van overnames), en (iv) kapitaalaflossingen op toevoegingen aan netwerkgerelateerde leases na overname, elk zoals gerapporteerd in het verkort geconsolideerd tussentijds kasstroomoverzicht van de Vennootschap. Aangepaste vrije kasstroom is een niet-GAAP-maatstaf zoals bedoeld in Regulation G van de Amerikaanse Securities and Exchange Commission en is een bijkomende parameter gebruikt door het management om de schuldaflossings- en financieringscapaciteit van de Vennootschap aan te tonen en zou niet beschouwd mogen worden als een vervanging van de andere parameters in overeenstemming met EU IFRS om het resultaat van de Vennootschap te beoordelen, maar zou echter moeten gehanteerd worden samen met de dichtst vergelijkbare EU IFRS parameter.
Een abonnee op basiskabeltelevisie is een woning, een wooneenheid in een gebouw met meerdere wooneenheden of een eenheid in een commercieel gebouw die via een analoog of digitaal videosignaal over het Gecombineerde Netwerk Telenets videodienst ontvangt zonder abonnement op een terugkerende maandelijkse dienst die het gebruik van encryptietechnologie vereist. Encryptietechnologie omvat smart-cards en andere geïntegreerde of virtuele technologieën die Telenet gebruikt om zijn verbeterd dienstenaanbod te leveren. Telenet telt opbrengstgenererende eenheden op basis van het aantal panden. Een abonnee met meerdere aansluitingen in één pand wordt dus als één opbrengstgenererende eenheid geteld. Een abonnee met twee huizen die voor elk van die huizen een abonnement op Telenets kabeltelevisiedienst heeft, wordt als twee opbrengstgenererende eenheden geteld.
Een abonnee op premiumkabeltelevisie is een woning, een wooneenheid in een gebouw met meerdere wooneenheden of een eenheid in een commercieel gebouw die via een digitaal videosignaal over het Gecombineerde Netwerk Telenets kabeltelevisiedienst ontvangt op basis van een abonnement op een terugkerende maandelijkse dienst die het gebruik van encryptietechnologie vereist. Abonnees voor premiumkabeltelevisie worden geteld op basis van het aantal panden. Zo wordt een abonnee met één of meer settopboxen die Telenets videodienst in één gebouw ontvangt over het algemeen geteld als één abonnee. Een abonnee op premiumkabeltelevisie wordt niet geteld als een abonnee op basisvideo. Naarmate Telenets klanten overstappen van basiskabeltelevisiediensten naar premiumkabel-televisie rapporteert Telenet een afname van het aantal abonnees voor basiskabeltelevisie die gelijk is aan de toename van het aantal abonnees voor premiumkabeltelevisie.
Een internetabonnee is een woning, een wooneenheid in een gebouw met meerdere wooneenheden of een eenheid in een commercieel gebouw die internetdiensten ontvangt over het Gecombineerde Netwerk.
Een vastetelefonieabonnee is een woning, een wooneenheid in een gebouw met meerdere wooneenheden of een eenheid in een commercieel gebouw die spraakdiensten ontvangt over het Gecombineerde Netwerk. Vaste-telefonieabonnees omvatten geen mobieletelefonieabonnees.
Het aantal mobieletelefonieabonnees vertegenwoordigt het aantal actieve SIM-kaarten die in gebruik zijn, niet het aantal geleverde diensten. Als bijvoorbeeld een mobieletelefonieabonnee zowel een data- als spraakplan voor een smartphone heeft, wordt die persoon beschouwd als één mobieletelefonieabonnee. Een abonnee met een spraak- en dataplan voor een smartphone en een dataplan voor een laptop (via een dongle) wordt echter als twee mobieletelefonieabonnees geteld. Klanten die geen terugkerende maandelijkse vergoeding betalen, worden na 90 dagen inactiviteit niet langer opgenomen in het aantal mobieletelefonieabonnees.
Klantenrelaties zijn klanten die ten minste één van Telenets video-, internet- of vaste-telefoniediensten ontvangen en die Telenet telt als opbrengstgenererende eenheden, ongeacht op welke of op hoeveel diensten ze geabonneerd zijn. Klantenrelaties worden over het algemeen geteld op basis van het aantal panden. Als iemand Telenets diensten in twee panden ontvangt (bijvoorbeeld in zijn hoofdwoning en in een vakantiehuisje), wordt die persoon over het algemeen als twee klantenrelaties geteld. Mobieletelefonieklanten worden niet geteld als klantrelaties.
ARPU verwijst naar de gemiddelde maandelijkse opbrengst per klantenrelatie en wordt berekend door de gemiddelde maandelijkse opbrengsten uit abonnementen (exclusief opbrengsten uit mobiele telefonie, bedrijfsdiensten ("B2B"), interconnectie, transport- en distributievergoedingen, opbrengsten uit de verkoop van mobiele handsets en installatievergoedingen) voor de aangeduide periode te delen door het gemiddelde aantal klantenrelaties aan het begin en aan het einde van de betreffende periode.
Aansluitbare huizen zijn woningen, wooneenheden in een gebouw met meerdere wooneenheden of eenheden in een commercieel gebouw die op het Gecombineerde Netwerk kunnen worden aangesloten zonder de distributiecentrale materieel uit te breiden. Het aantal aansluitbare huizen is gebaseerd op censusgegevens die kunnen veranderen op basis van herzieningen van die gegevens of op basis van nieuwe censusresultaten.
Een opbrengstgenererende eenheid is een individuele abonnee op basiskabeltelevisie, een individuele abonnee op premiumkabeltelevisie, een individuele internetabonnee of een individuele vaste telefonieabonnee. Een woning, een wooneenheid in een gebouw met meerdere wooneenheden of een eenheid in een commercieel gebouw kan één of meer opbrengstgenererende eenheden omvatten. Als bijvoorbeeld een residentiële abonnee geabonneerd is op Telenets premiumkabel-televisiedienst, vastetelefoniedienst en breedbandinternetdienst, vertegenwoordigt die klant drie opbrengstgenererende eenheden. Het totale aantal opbrengstgenererende eenheden is de som van het aantal abonnees voor basiskabeltelevisie, premiumkabeltelevisie, internet en vaste telefonie. Het aantal opbrengstgenererende eenheden wordt over het algemeen geteld op basis van het aantal panden, zodat een bepaald pand voor een bepaalde dienst niet als meer dan één opbrengst-genererende eenheid wordt geteld. Als iemand Telenets diensten in twee panden ontvangt (bijvoorbeeld in zijn hoofdwoning en in een vakantiehuisje), wordt die persoon daarentegen als twee opbrengstgenererende eenheden geteld. Elke kabel-, internet- of vaste-telefoniedienst in een productbundel wordt geteld als een afzonderlijke opbrengstengenererende eenheid, ongeacht de aard van een eventuele bundelkorting of promotie. Nietbetalende abonnees worden als abonnees geteld tijdens de periode gedurende welke ze bij wijze van promotie een gratis dienst ontvangen. Sommige van deze abonnees haken na die gratis periode af. Diensten die langdurig kosteloos worden aangeboden (bijv. aan VIP's of werknemers) worden over het algemeen niet als opbrengstgenererende eenheden geteld. Abonnementen op mobieletelefoniediensten worden niet opgenomen in het extern gerapporteerde aantal opbrengstgenererende eenheden.
Het klantverloop vertegenwoordigt de snelheid waarmee klanten hun abonnementen beëindigen. Het jaarlijks voortschrijdend gemiddelde wordt berekend door het aantal beëindigingen in de voorgaande 12 maanden te delen door het gemiddelde aantal klantenrelaties. Bij de berekening van het klantverloop wordt een beëindiging geacht te hebben plaatsgevonden indien de klant geen enkele dienst meer van Telenet ontvangt en Telenets apparatuur dient terug te geven. Een gedeeltelijke overschakeling naar een lager product, wat meestal wordt toegepast om klanten aan te moedigen een openstaande factuur te betalen en te voorkomen dat alle diensten worden afgekoppeld, wordt bij de berekeningen van het klantverloop niet als een beëindiging beschouwd. Klanten die binnen Telenets kabelgebied verhuizen en klanten die overschakelen naar hogere of lagere diensten worden bij de berekening van het klantverloop evenmin als beëindigingen beschouwd.
De netto totale hefboomratio wordt gedefinieerd als de som van kortlopende en langlopende leningen en overige financieringsverplichtingen van de Vennootschap, verminderd met geldmiddelen en kasequivalenten, zoals opgenomen in de verkorte geconsolideerde tussentijdse financiële staten van de Vennootschap, te delen door de Geconsolideerde Adjusted EBITDA op jaarbasis van de laatste twee kwartalen van de verkorte geconsolideerde tussentijdse financiële staten van de Vennootschap. In de balans werd Telenets USD-luidende schuld omgerekend naar € op basis van de EUR/USD wisselkoers op 30 juni 2021. Aangezien Telenet verscheidende derivatencontracten heeft afgesloten om zowel de onderliggende variabele interestvoet als de wisselkoers-risico's af te dekken bedroeg het overeenkomstige €-ingedekte bedrag respectievelijk € 2.041,5 miljoen (USD 2.295,0 miljoen Termijnlening AR) en € 882,8 miljoen (USD 1,0 miljard Senior Secured Notes die in 2028 vervallen). Voor de berekening van de netto totale schuldgraad gebruikt Telenet het overeenkomstige €-ingedekte bedrag gelet op de onderliggende blootstelling aan de werkelijke economische risico's. De netto totale hefboomratio is een niet-GAAPmaatstaf zoals bedoeld in Regulation G van de Amerikaanse Securities and Exchange Commission.
De netto convenant hefboomratio wordt berekend volgens de definitie in de 2020 Gewijzigde Senior Credit Facility, door de totale nettoschuld (op basis van het overeenkomstige €-ingedekte bedrag voor de USD-luidende schuld zoals hierboven toegelicht), uitgezonderd (i) achtergestelde aandeelhoudersleningen, (ii) geactiveerde elementen van de schulden onder de clientèle- en annuïteitenvergoedingen, (iii) alle andere financiële leases die op of voor 1 augustus 2007 werden aangegaan, (iv) alle schuld onder de netwerklease afgesloten met de zuivere intercommunales en met inbegrip van (vi) het Uitgesloten Bedrag onder de Credit Facility (zijnde het hoogste van (a) €400,0 miljoen en (b) 0,25x de Geconsolideerde Adjusted EBITDA op jaarbasis), te delen door de Geconsolideerde Adjusted EBITDA op jaarbasis van de laatste twee kwartalen.
Opname van de businessklanten kleine en middelgrote ondernemingen ('kmo') en grote ondernemingen ('go'): Vanaf KW2 2021 omvat de telling van Telenets postpaid abonnees en het totaal van Telenets mobiele abonnees onze kmo- en gobusinessklanten, die vroeger niet in Telenets simtelling werden opgenomen. Telenet geeft de geconsolideerde abonneetellingen weer per KW1 2020, zodat de investeerders en analisten Telenets operationele prestaties op vergelijkbare basis kunnen beoordelen. Telenet heeft bijgevolg 130,100, 132.600, 140.500, 146.100, 156.600 en 158.900 mobiele postpaid abonnees toegevoegd aan de abonneetelling voor de kwartalen van KW1 2020 tot en met KW2 2021. Als gevolg van deze wijziging worden de opbrengsten uit de abonnementen en het gebruik van Telenets kmo- en go-businessklanten gerapporteerd onder opbrengsten uit mobiele telefonie (en niet langer onder opbrengsten uit bedrijfsdiensten,). De interconnectieopbrengsten worden nu opgenomen onder overige opbrengsten (en niet langer onder opbrengsten uit bedrijfsdiensten). Telenet vermeldt rebased wijzigingen jaar-op-jaar, zodat de investeerders en analisten Telenets financiële prestaties op een vergelijkbare basis kunnen beoordelen en heeft de bedrijfsopbrengsten voor KW1 2021 overeenkomstig aangepast.
Rebased groei: Om rebased groeipercentages op vergelijkbare basis te berekenen, heeft Telenet de historische opbrengsten en Adjusted EBITDA aangepast om de impact van de volgende transacties weer te geven, in dezelfde mate zijn de opbrengsten en Adjusted EBITDA met betrekking tot deze transacties opgenomen in Telenets huidige resultaten: (i) exclusief de opbrengsten en Adjusted EBITDA van Telenets voormalige Luxemburgse kabeldochter Coditel S.à r.l. (gedeconsolideerd vanaf 1 april 2020), (ii) weerspiegelt wijzigingen met betrekking tot de IFRS-verwerking van bepaalde overeenkomsten voor contentrechten die zijn aangegaan tijdens KW3 2020 en (iii) weerspiegelt wijzigingen met betrekking tot abonnementsgerelateerde, verbruiksgerelateerde en interconnectie-opbrengsten die gegenereerd worden door Telenets kmo-klanten (klein en middelgrote ondernemingen) en grote bedrijfsklanten vanaf KW1 2021 van opbrengsten uit bedrijfsdiensten naar opbrengsten uit mobiele telefonie en overige opbrengsten, respectievelijk. Zie Definities voor meer toelichtingen.
Boekhoudkundig kader van de joint venture Streamz en de uitzendrechten van het Belgische voetbal: Midden september lanceerde Telenet 'Streamz', een unieke streamingservice van DPG Media en Telenet, waarin Telenet een aandeel van 50% houdt. Bijgevolg worden de operationele en financiële resultaten van de joint venture niet in Telenets boeken geconsolideerd. Aangezien Telenet zowel 'Streamz' als 'Streamz+' rechtstreeks via zijn digitale televisieplatform aan de klanten aanbiedt, zal Telenet het aantal klanten voor premium entertainment die het rechtstreeks bedient blijven opnemen. De opbrengst uit deze rechtstreekse abonnees op premium entertainment wordt niet beïnvloed en blijft binnen opbrengsten uit videoabonnementen, terwijl de contentgerelateerde kosten worden opgenomen als directe kosten (programmeringskosten) en dus Telenets Adjusted EBITDA beïnvloeden. In augustus 2020 ondertekende Telenet een overeenkomst voor vijf jaar met Eleven Sports voor de uitzendrechten van de Belgische voetballiga. Anders dan het vorige contract zal de kostprijs van het nieuwe contract voor het Belgische voetbal als directe kosten worden opgenomen (programmeringskosten) en dus Telenets Adjusted EBITDA beïnvloeden. Beide wijzigingen hebben vanaf het derde kwartaal van 2020 een impact op Telenets (operationele) kosten en Adjusted EBITDA. Telenet vermeldt de rebased wijzigingen jaar-op-jaar, zodat de investeerders en analisten Telenets financiële prestaties op een vergelijkbare basis kunnen beoordelen.
De volgende bespreking en analyse is gebaseerd op de tussentijdse financiële staten van Telenet per en voor de zes maanden afgesloten op 30 juni 2021 en 2020, en de geauditeerde geconsolideerde jaarrekening van Telenet voor de periode afgesloten op 31 december 2020, telkens opgesteld overeenkomstig EU IFRS. Voor alle relevante periodes hebben wij geselecteerde financiële informatie van Telenet opgenomen. U dient deze tussentijdse financiële staten, met inbegrip van de toelichtingen daarbij, samen met de volgende bespreking en analyse te lezen.
Voor een gedetailleerde beschrijving van Telenets activiteiten, netwerk en strategie verwijzen we naar het Jaarverslag 2020.
Op 30 juni 2021 had Telenet 2.037.300 unieke klantrelaties, die ongeveer 60 % vertegenwoordigden van de 3.388.900 woningen langs zijn toonaangevende hybride glasvezel-coaxnetwerk ('HFC') in zijn servicegebied in Vlaanderen en Brussel. Telenets kabelnetwerk bestaat uit een dichte glasvezelbackbone met lokale lusverbindingen van coaxkabel en een spectrum tot 1,2 GHz. Met de EuroDocsis 3.0 en 3.1-technologie biedt Telenet downloadsnelheden voor data aan tot 1 gigabit per seconde ('Gbps') in zijn volledige servicegebied, een bevestiging van zijn leidende marktpositie als leverancier van de snelste internetdiensten.
Op 30 juni 2021 leverde Telenet 4.639.700 vaste diensten ('RGU's'), bestaande uit 1.785.900 kabeltelevisieabonnementen, 1.712.100 breedbandinternet-abonnementen en 1.141.700 vaste-telefonieabonnementen. In zijn kabeltelevisiemix is op 30 juni 2021 ongeveer 95 % van de kabeltelevisieabonnees geüpgraded naar zijn premium kabeltelevisieplatform met hogere gemiddelde opbrengst per klantrelatie, zodat slechts 90.300 abonnees op analoge televisie overblijven, die in het kader van Telenets campagne 'Signal Switch' tegen het eind van dit jaar voor het merendeel naar digitaal zullen worden geconverteerd. De abonnees van het premium kabeltelevisieplatform genieten een rijkere kijkervaring met onbeperkte toegang tot een groter aanbod van digitale zenders, HD-zenders en betalende sportzenders, series- en filmkanalen, een enorme bibliotheek van binnen- en buitenlandse films en programma's à la carte ('VOD') en toegang tot Telenets 'over-the-top'-platform ('OTT') 'Telenet TV' en 'Yelo'. Op 30 juni 2021 bediende Telenet ook 2.956.900 mobiele abonnees, van wie ongeveer 88 % geabonneerd was op een van Telenets aantrekkelijke mobiele of vaste-mobiele ('FMC') tariefplannen. Vanaf KW2 2021 worden, zoals reeds vermeld, ook Telenets kmo- en go-businessklanten in de telling van zijn mobiele abonnees opgenomen.
Wij bereikten op 30 juni 2021 een bundelratio van 2,28 vaste RGU's per unieke klantrelatie, grotendeels stabiel tegenover dezelfde periode van vorig jaar. Op 30 juni 2021 was ongeveer 33 % van Telenets kabelklanten geabonneerd op een quad-playbundel (de mobiele abonnementen onder het merk BASE niet meegeteld), een bescheiden stijging met 1 procentpunt vergeleken met vorig jaar. Hieruit blijkt nogmaals de aanhoudende belangstelling van de consumenten en bedrijven voor Telenets waardevoorstellen met productbundels. Telenets FMC-klantenbasis, die de som vertegenwoordigt van zijn voorstellen 'WIGO', 'YUGO' en 'KLIK', samen met zijn recent toegevoegde bundels 'ONE' en 'ONE UP', bereikte 685.900 abonnees, een stijging met 15 % jaar-op-jaar.
De gemiddelde opbrengst per klantrelatie (ARPU), die de opbrengsten uit mobiele telefonie en bepaalde andere soorten opbrengsten buiten beschouwing laat, is een van de belangrijkste operationele statistieken, aangezien Telenet naar een groter aandeel van de telecommunicatie- en contentuitgaven van zijn klanten streeft. In de zes maanden tot 30 juni 2021 bedroeg Telenets gemiddelde opbrengst per klantrelatie € 59,3, een stijging met 2 % tegenover dezelfde periode van vorig jaar. De groei van de gemiddelde opbrengst per klantrelatie werd bevorderd door (i) een hogere proportie abonnees op breedband van hoger niveau, (ii) de gunstige impact van de prijsaanpassing in oktober 2020, (iii) een hogere proportie abonnees op productbundels en (iv) een relatief lagere proportie bundelkortingen (met inbegrip van promoties met vaste termijn). Deze factoren werden slechts gedeeltelijk gecompenseerd doordat een groter deel van de opbrengsten werd toegewezen aan mobiele telefonie uit Telenets onlangs gelanceerde "ONE" FMC-bundels in vergelijking met zijn oude bundels, zoals verder beschreven onder 2. 1 Bedrijfsopbrengsten.
Op 30 juni 2021 had Telenet 1.712.100 abonnees op breedbandinternet. De aanhoudende groei van Telenets klantenbasis voor breedband weerspiegelt de impact van de COVID-19-pandemie, die de vraag van de klanten naar betrouwbare snelle connectiviteitsoplossingen blijft stimuleren. Telenet trok in KW1 en KW2 2021 respectievelijk 9.000 en 6.000 netto nieuwe abonnees aan. Gelet op de bewezen capaciteiten van ons 1 Gbps HFC-netwerk in Telenets volledige servicegebied is het goed gepositioneerd voor de toekomst. Op jaarbasis was er slechts een lichte stijging het klantverloop van 7,3% voor de zes maanden tot 30 juni 2020 tot 7,5% voor de zes maanden tot 30 juni 2021.
Voor de zes maanden tot 30 juni 2021 distribueerde Telenet 102.000 WiFi-boosters om de thuisconnectiviteit van de klanten te maximaliseren. De totale geïnstalleerde basis komt hiermee op 888.000 klanten die uitgerust zijn met Telenets plug-and-play oplossing voor thuisconnectiviteit, een stijging van 38% tegenover 30 juni 2020. Op 30 juni 2021 had ongeveer 52 % van Telenets klanten voor breedband de reeds vermelde oplossing voor thuisconnectiviteit gekozen, vergeleken met ongeveer 38 % vorig jaar. Sinds de lancering van zijn nieuwe 'ONE' FMC-bundels eind april van dit jaar, omvatten Telenets superieure 'ONE UP' bundels nu standaard downloadsnelheden van 1 gigabit per seconde. Dit verhoogde de gewogen gemiddelde downloadsnelheid voor data van Telenets abonneebasis voor breedband verder naar 225 Mbps op 30 juni 2021, tegenover 206 Mbps op 30 juni vorig jaar.
Op 30 juni 2021 had Telenet 1.141.700 abonnees voor vaste telefonie, een daling met 4 % en een netto verlies van 30,100 abonnees tegenover dezelfde periode van vorig jaar (KW1: -10,800 en KW2 2021: -19,300). Naast de algemene terugval van de markt van de vaste telefonie hebben Telenets recent gelanceerde 'ONE' FMC-bundels de neerwaartse trend versneld, aangezien de vaste telefonie in het nieuwe 'ONE'-pakket niet langer standaard geactiveerd is maar de klant ervoor moet kiezen. Aangezien het wel of niet activeren van de oplossing voor vaste telefonie geen invloed heeft op de prijs die de klanten voor hun bundel betalen, is er geen impact op Telenets algemene opbrengsten. Het jaarlijkse klantenverloop voor Telenets vaste telefoniedienst bereikte daarom 9,9% voor de zes maanden eindigend tot 30 juni 2021 en steeg in vergelijking met de 8,3% voor dezelfde periode van vorig jaar waarin nog steeds een volledige lockdown van kracht was.
Telenets abonneebasis voor mobiele telefonie, die de abonnees van zijn commerciële wholesalepartners niet omvat, bereikte een totaal van 2.956.900 abonnees voor de zes maanden tot 30 juni 2021, met inbegrip van 2.607.300 postpaid abonnees. De resterende 349.600 mobiele abonnees zijn prepaid abonnees onder het merk BASE. Zoals vermeld onder 'Belangrijke wijzigingen in de rapportering', werd het aantal mobiele abonnees van Telenet voor alle periodes vanaf het eerste kwartaal van 2020 herwerkt om zijn KMO- en LE-zakelijke klanten mee te tellen. De groei van Telenets mobiele postpaid abonneebasis bereikte 33.700 netto organische SIMs gedreven door een hogere kruisverkoop via zijn nieuwe 'ONE' FMC-bundels en een sterke prestatie van de nieuwe mobiele tariefplannen van Telenet Business. Telenets basis van prepaid abonnees daalde met 32.200 SIMs voor de zes maanden tot 30 juni 2021, een bevestiging van de aanhoudende markttrend van het dalende aandeel van prepaid-abonnees in het mobiele segment.
Op 30 juni 2021 bereikte Telenets klantenbasis voor basis en premium televisie 1.785.900 RGU's. Dit vertegenwoordigde een netto organisch verlies van 25.800 abonnees voor de zes maanden tot 30 juni 2021 (KW1 2021: -12.700 en KW2: -13.100). Dit nettoverlies omvat geen overschakelingen naar Telenets premium kabeltelevisiediensten en vertegenwoordigt klanten die zijn overgestapt naar concurrerende platformen, zoals andere aanbieders van digitale tv, OTT en satelliet, of klanten die hun tvabonnement hebben opgezegd of die buiten Telenets servicegebied zijn verhuisd. Binnen de mix van televisieabonnees bleef het aandeel van de abonnees op analoge basistelevisie krimpen en bereikte het 90.300 op 30 juni 2021. In oktober 2019 lanceerde Telenet zijn 'Signal Switch' campagne als voorbereiding op de uitschakeling van de analoge radio- en videosignalen tegen eind dit jaar. Dit zal netwerkcapaciteit vrijmaken voor het altijd toenemende digitale verkeer. Na een tijdelijke pauze van dit project in verband met COVID-19 ging het in de loop van KW1 2021 weer van start en stimuleerde het een hogere upsell van Telenets premium televisieplatform, zoals hierna verder wordt besproken.
Op 30 juni 2021 waren 1.695.600 van Telenets kabeltelevisieabonnees geüpgraded naar zijn televisiediensten met hogere ARPU, die hen toegang geven tot een rijkere televisiebeleving, met inbegrip van gratis onbeperkte toegang tot Telenets OTT apps 'Telenet TV' en 'Yelo' waarmee ze thuis en buiten een unieke contentervaring kunnen beleven op meerdere verbonden apparaten. Dit omvat Telenets nieuwste digitale televisieplatform, met inbegrip van zijn in de cloud gebaseerde settopbox van de volgende generatie met spraakherkenning, die het eind april 2019 lanceerde. Voor de klanten die dit nieuwste digitale tv-platform gebruiken, is de Telenet TV-app sinds midden december 2020 ook beschikbaar op Apple TV. Met deze mediabox kunnen de klanten hun vertrouwde televisiebeleving overbrengen naar een tweede televisiescherm overal in de Europese Unie, zonder een bijkomende decoder. Telenets klantenbasis voor premium televisie groeide voor de eerste zes maanden tot 30 juni 2021 met 7.600 netto RGU's, een beduidende verbetering in vergelijking met de vorige kwartalen. De netto toename van het aantal abonnees was te danken aan zowel de voortgezette uitrol van Telenets 'Signal Switch' project als het sterke succes van de nieuwe 'ONE' FMC-bundels, dat aantoont dat weinig abonnees in het servicegebied afstappen van de kabel.
Midden september 2020 lanceerde Telenet 'Streamz': een unieke streamingservice van DPG Media en Telenet, waarin het een aandeel van 50 % houdt. De operationele en financiële resultaten van de joint venture worden niet in Telenets boeken opgenomen. Aangezien Telenet zowel 'Streamz' als 'Streamz+' rechtstreeks via zijn digitale televisieplatform aan de klanten aanbieden, zal het het aantal klanten voor premium entertainment die Telenet rechtstreeks bedient, blijven opnemen. De opbrengst uit deze rechtstreekse abonnees op premium entertainment wordt niet beïnvloed en blijft binnen Telenets opbrengsten uit televisieabonnementen, terwijl de contentgerelateerde kosten worden opgenomen als directe kosten (programmeringskosten) en dus de Adjusted EBITDA beïnvloeden. Zie 2. Belangrijkste financiële ontwikkelingen voor meer informatie.
Na de lancering van de streamingservice 'Streamz' heeft Telenet een nieuw product 'Streamz+' geïntroduceerd en het vroegere product 'Play' opgenomen in het merk 'Streamz', terwijl 'Play More' blijft bestaan. Telenet meent dat zijn gezamenlijke OTTplatform uniek gepositioneerd is, aangezien het de beste lokaal geproduceerde series van alle lokale zenders VTM, Play en VRT combineert, aangevuld met niet te missen internationale content van HBO, een uitgebreid aanbod voor de kinderen, films en documentaires. Streamz is voor iedereen beschikbaar via de Streamz-app, online op Streamz.be en op Telenets digitale televisieplatform. Daarnaast behoudt het bedrijf een leidende marktpositie op het gebied van de sport. 'Play Sports' blijft zowel binnenlandse als internationale voetbalcompetities uitzenden, zoals de Engelse Premier League in exclusiviteit en, via de Eleven Sports-kanalen: de Belgische Jupiler Pro League, La Liga, Serie A en Bundesliga 1. Telenet heeft de rechten op de Premier League onlangs met nogmaals drie seizoenen verlengd, tot het seizoen 2024-2025. Andere sporten, zoals veldrijden, basketbal, hockey, tennis, golf en motorsporten, blijven eveneens deel uitmaken van het ruime sportaanbod. In het eerste kwartaal lanceerde Telenet 'Play Sports Open', een nieuw lineair kanaal in ons basis televisieaanbod. Play Sports Open biedt alle televisieklanten van Telenet een selectie van wedstrijden uit verschillende competities aan, waaronder Premier League, Europa League, Eredivisie, ATP en WTA Tennis, Belgisch hockey en basketbal, veldrijden, Formule 1 en MXGP. Deze zender omvat ook eigen programma's en documentaires.
Bovendien is Telenet, terwijl het evolueert om al het relevante premium entertainment aan zijn klanten aan te bieden, begonnen met het integreren van andere VOD-diensten (waaronder Netflix en Amazon Prime) voor zijn klanten via zijn settopbox-omgeving en deze wil het bedrijf in de toekomst verder uitbreiden met andere relevante VOD-diensten. Bijgevolg is Telenet goed gepositioneerd als een toonaangevende speler in het premium entertainmentsegment binnen zijn afzetmarkt. Dit wordt ook onderbouwd als Telenet kijkt naar de penetratie van de premium entertainmentdiensten die het aanbiedt als percentage van zijn totale klantenbasis voor premium kabeltelevisie, wat één van de belangrijkste operationele statistieken is die het volgt. Telenets totale abonneebestand voor premium entertainment, inclusief "Streamz", "Streamz+", "Play More" en "Play Sports", was voor de eerste zes maanden tot 30 juni 2021 goed voor ongeveer 36% van zijn totale klantenbestand voor premium kabeltelevisie1 . Dit was grotendeels stabiel ten opzichte van dezelfde periode een jaar geleden.
1 Met inbegrip van 405.500 directe abonnementen op Telenets premium entertainment-pakketten "Streamz", "Streamz+" en "Play More" en 212.500 abonnees voor "Play Sports" per 30 juni 2021.
In de zes maanden tot 30 juni 2021 genereerde Telenet € 1.288,3 miljoen bedrijfsopbrengsten, een stijging met meer dan 1 % (+1,3 %) tegenover € 1.272,2 miljoen bedrijfsopbrengsten in de zes maanden tot 30 juni vorig jaar. Zoals reeds vermeld, omvat Telenets bedrijfsopbrengsten van het eerste kwartaal van vorig jaar nog steeds de bijdrage van zijn Luxemburgse kabelfiliaal Coditel S.à.r.l., dat op 1 april 2020 fuseerde met Eltrona, waarin het een belang van 50 % min 1 aandeel houdt. De resultaten van Coditel worden dus sinds KW2 2020 niet langer geconsolideerd. Met het oog op de vergelijking is het ook belangrijk om rekening te houden met (i) het feit dat Telenets bedrijfsopbrengsten in de zes maanden tot 30 juni 2020 de nadelige impact van de globale COVID-19-pandemie op zijn activiteit weerspiegelde, met een grotere impact in vooral KW2 2020 vanwege de sterke daling van de opbrengsten uit advertenties en productie, opgenomen onder overige opbrengsten, en (ii) de reeds vermelde herindeling van de opbrengsten uit de abonnementen en het gebruik en de interconnectieopbrengsten van zijn kmo- en go-businessklanten, zoals reeds uiteengezet.
De impact van de al vermelde afstoting van het Luxemburgse kabelfiliaal buiten beschouwing gelaten, stegen Telenets rebased bedrijfsopbrengsten in de zes maanden tot 30 juni 2021 met meer dan 1 % (+1,4 %) vergeleken met dezelfde periode van vorig jaar. Vergeleken met de zes maanden tot 30 juni 2020 stegen Telenets overige opbrengsten met iets meer dan 1 % in de eerste helft van het jaar. Een sterk herstel met 30 % jaar-op-jaar van de opbrengsten uit advertenties en productie werd vrijwel volledig ongedaan gemaakt door een daling met 19 % van de interconnectieopbrengsten, aangezien KW1 2020 slechts in geringe mate door de globale COVID-pandemie werd getroffen. Telenets rebased totale opbrengsten uit abonnementen, die de opbrengsten uit zowel kabel- als mobiele abonnementen omvatten, stegen met 1 % jaar-op-jaar in de zes maanden tot 30 juni 2021 en blijven een solide bron van cashflow voor het bedrijf vertegenwoordigen. De positieve trend werd gedreven door een sterke groei van Telenets opbrengsten uit kabelabonnementen dankzij (i) het aanhoudende succes van zijn FMC-bundels in zowel het residentiële als het businesssegment, (ii) de upgrade van de breedbandklanten naar bundels met hogere snelheden en (iii) het voordeel van de tariefaanpassing van oktober 2020. Als gevolg van wijzigingen aan de toewijzing van opbrengsten uit Telenets nieuwe 'ONE' FMC-bundels in vergelijking met zijn vorige 'WIGO' en 'YUGO' FMC bundels stegen de opbrengsten uit mobiele telefonie met € 0,9 miljoen in de zes maanden tot 30 juni 2021 met eenzelfde daling van de opbrengsten uit kabelabonnementen. Tot slot bleef Telenets B2B-activiteit goed presteren, met een stijging met 7 % van de rebased opbrengsten in de zes maanden tot 30 juni 2021 tegenover dezelfde periode van vorig jaar.
Telenets opbrengsten uit kabeltelevisie vertegenwoordigen de maandelijkse vergoeding die zijn televisie-abonnees betalen voor de kanalen die het in het basispakket ontvangt, evenals de opbrengsten die door zijn abonnees op premium tv worden gegenereerd en die voornamelijk bestaan uit (i) terugkerende huurgelden voor settopboxen, (ii) vergoedingen voor extra premium content die Telenet aanbiedt, inclusief zijn video-on-demand pakketten 'Streamz', 'Streamz+', 'Play More' en 'Play Sports', en (iii) transactionele en broadcasting-on-demand diensten. Telenets opbrengsten uit kabeltelevisie in de zes maanden tot 30 juni 2021 bedroegen € 278,8 miljoen, een daling met 2 % tegenover de zes maanden tot 30 juni 2020 op gerapporteerde basis. Op rebased basis, met uitsluiting van de niet-organische impact van de verkoop van Telenets kabelactiviteit in Luxemburg in april 2020, daalden de opbrengsten uit kabeltelevisie met 1 %. Dit weerspiegelde (i) een lager gemiddeld aantal kabeltelevisieabonnees en (ii) de impact van de COVID-19-pandemie op Telenets transactionele opbrengsten uit video-on-demand als gevolg van het uitstel van de release van nieuwe blockbuster films en series en (iii) de reeds vermelde wijziging van de toewijzing van de opbrengsten vanwege de nieuwe 'ONE' FMC-bundels, die slechts gedeeltelijk werd gecompenseerd door het voordeel van de prijsaanpassing in oktober 2020.
In de zes maanden tot 30 juni 2021 bedroegen de opbrengsten uit Telenets residentiële en kmo-klanten voor breedbandinternet € 337,8 miljoen, een stijging met 4 % tegenover de zes maanden tot 30 juni van vorig jaar, zowel op gerapporteerde als op rebased basis. Deze sterke prestatie jaar-op-jaar weerspiegelde (i) het voordeel van de prijsaanpassing in oktober 2020, (ii) de aanhoudende upgrade van Telenets klantenbasis voor breedbandinternet en (iii) de geslaagde lancering van zijn nieuwe 'ONE' FMC-voorstellen. Dit werd gedeeltelijk gecompenseerd door de reeds vermelde wijziging in de toewijzing van de opbrengsten uit de nieuwe 'ONE' FMC-bundels.
De opbrengsten uit vaste telefonie omvatten de recurrente opbrengsten uit Telenets abonnees op vaste telefonie en de variabele opbrengsten uit het gebruik, maar niet de door deze klanten gegenereerde interconnectieopbrengsten, die onder overige opbrengsten worden gerapporteerd. In de zes maanden tot 30 juni 2021 daalden Telenets opbrengsten uit vaste telefonie op zowel gerapporteerde als rebased basis jaar-op-jaar met 4 % naar € 109,3 miljoen. Dit weerspiegelde voornamelijk lagere gemiddelde RGU's in de periode en de reeds vermelde wijziging in de toewijzing van de opbrengsten uit de nieuwe 'ONE' FMCbundels, die de gunstige impact van de prijsaanpassing in oktober 2020 en het hogere gebruik als gevolg van COVID-19 meer dan ongedaan maakten.
Telenets opbrengsten uit mobiele telefonie vertegenwoordigen de opbrengsten uit abonnementsgelden die door zijn directe abonnees voor mobiele telefonie worden gegenereerd, alsook de opbrengsten buiten bundel, maar omvatten niet (i) de interconnectieopbrengsten die door deze klanten worden gegenereerd, (ii) de opbrengsten uit de verkoop van telefoons en (iii) de opbrengsten uit Telenets 'Choose Your Device'-programma's, die alle onder overige opbrengsten worden gerapporteerd. Telenets opbrengsten uit mobiele telefonie omvatten ook de opbrengsten uit de abonnementen en het gebruik van zijn kmo- en gobusinessklanten, zoals reeds vermeld. In de zes maanden tot 30 juni 2021 bedroegen de opbrengsten uit mobiele telefonie € 238,0 miljoen, een stijging jaar-op-jaar met bijna 7 % op gerapporteerde basis, voornamelijk als gevolg van de opname van de opbrengsten uit de abonnementen en het gebruik van de kmo- en go-businessklanten, die in KW2 van vorig jaar onder bedrijfsdiensten werden opgenomen. Op rebased basis stegen Telenets opbrengsten uit mobiele telefonie met 1 % in de eerste zes maanden tot 30 juni 2021. De stijging was voornamelijk toe te schrijven aan de positieve impact van het mobiele gebruik en het lagere gebruik in dezelfde periode van vorig jaar vanwege de lockdownbeperkingen voor COVID-19 en de reeds vermelde nieuwe toewijzing van de opbrengsten uit de ONE FMC-bundels aan de opbrengsten uit mobiele telefonie.
De onder bedrijfsdiensten gerapporteerde opbrengsten betreffen (i) de opbrengsten uit niet-coaxproducten, inclusief glasvezelen geleasede DSL-lijnen, (ii) Telenets carrierdiensten en (iii) diensten met toegevoegde waarde zoals netwerkhostingdiensten en de beveiliging van beheerde gegevens. De opbrengsten uit zakelijke klanten op alle coaxgerelateerde producten, zoals de vlaggenschipbundel 'KLIK', worden toegerekend aan Telenets opbrengsten uit kabelabonnementen en worden niet gerapporteerd binnen Telenet, zijn B2B-afdeling. Telenets opbrengsten uit bedrijfsdiensten omvatten niet langer de opbrengsten uit abonnementen en gebruik en de interconnectieopbrengsten van zijn kmo- en go-businessklanten, die nu worden opgenomen onder respectievelijk mobiele telefonie en overige opbrengsten.
De opbrengsten van Telenet Business bedroegen € 90,3 miljoen voor de zes maanden tot 30 juni 2021, een daling met 8 % jaarop-jaar op gerapporteerde basis als gevolg van de reeds vermelde wijziging in de toewijzing van de opbrengsten uit de abonnementen en het gebruik van Telenets kmo- en go-businessklanten. Op rebased basis stegen de B2B-opbrengsten in de eerste helft van het jaar met 7 % jaar-op-jaar. De stijging was voornamelijk te danken aan de uitbreiding van Telenets klantenbasis voor ICT-integratie en van de grote ondernemingen, samen met hogere opbrengsten uit voice, televisie, data, beveiliging en uitrusting.
De overige opbrengsten omvatten voornamelijk (i) interconnectieopbrengsten uit zowel vaste als mobiele telefonie, met inbegrip van Telenets kmo- en go-businessklanten zoals hierboven toegelicht, (ii) reclame- en productieopbrengsten van zijn mediafiliaal in vol eigendom, De Vijver Media NV, (iii) de verkoop van mobiele telefoons, met inbegrip van de opbrengsten van de programma's 'Choose Your Device', (iv) wholesale-opbrengsten uit zowel de commerciële als gereguleerde wholesale-activiteiten, (v) vergoedingen voor de activering en installatie van producten en (vi) opbrengsten uit de verkoop van settopboxen. Telenets overige opbrengsten voor de zes maanden tot 30 juni 2021 bedroegen € 234,1 miljoen, een bescheiden stijging jaar-op-jaar met 2 % en 1 % op respectievelijk gerapporteerde en rebased basis. Een sterk herstel met 30 % jaar-op-jaar van de opbrengsten uit advertenties en productie werd vrijwel volledig ongedaan gemaakt door een daling met 19 % van de interconnectieopbrengsten, aangezien KW1 2020 slechts in geringe mate door de globale COVID-19-pandemie werd getroffen.
Voor meer details over andere opbrengsten verwijst Telenet naar toelichting 5.12 in de verkorte geconsolideerde tussentijdse financiële staten.
In de zes maanden tot 30 juni 2021 bedroegen Telenets totale bedrijfskosten € 975,8 miljoen, een stijging met 1 % tegenover dezelfde periode van vorig jaar. De totale kosten in de eerste helft van 2020 omvatten (i) een bijdrage voor het volledige kwartaal van Telenets Luxemburgse kabelactiviteit voorafgaand aan de afstand aan Eltrona op 1 april 2020 en (ii) een bijzondere waardevermindering op goodwill van € 18,5 miljoen voor De Vijver Media na de herziening van haar strategische langetermijnplan in KW2 2020 als gevolg van de impact van de COVID-19-pandemie op haar financiële profiel. De totale bedrijfskosten vertegenwoordigden ongeveer 76 % van de opbrengsten in de zes maanden tot 30 juni 2021 ( de zes maanden tot 30 juni 2020: ongeveer 76 %). In de zes maanden tot 30 juni 2021 kwam de kostprijs van geleverde diensten overeen met ongeveer 49 % van de bedrijfsopbrengsten (de zes maanden tot 30 juni 2020: ongeveer 55 %) en vertegenwoordigden de verkoop-, algemene en administratiekosten ongeveer 27 % van de totale bedrijfsopbrengsten voor de zes maanden tot 30 juni 2021 (de zes maanden tot 30 juni 2020: ongeveer 21 %).
Telenets operationele kosten, namelijk zijn (i) netwerkexploitatiekosten, (ii) directe kosten, (iii) personeelskosten, (iv) verkoop- en marketingkosten, (v) kosten voor uitbestede arbeidsdiensten en professionele diensten en (vi) overige indirecte kosten, stegen met iets meer dan 4 % op gerapporteerde basis in de zes maanden tot 30 juni 2021 en weerspiegelden wijzigingen in de IFRSverwerking voor bepaalde contentgerelateerde kosten voor de premium entertainmentpakketten en de uitzendrechten voor het Belgische voetbal als gevolg van wijzigingen van de onderliggende contracten (zie 2. Belangrijkste financiële ontwikkelingen voor meer informatie). Op rebased basis bleven Telenets operationele kosten in de zes maanden tot 30 juni 2021 grotendeels stabiel tegenover de periode van vorig jaar. Dit was voornamelijk het gevolg van een rebased daling met 8 % (€ 20,4 miljoen) van de directe kosten, gedeeltelijk ongedaan gemaakt door hogere personeelskosten en hogere netwerkexploitatiekosten, zoals hierna uiteengezet.
De netwerkexploitatiekosten voor de zes maanden tot 30 juni 2021 bedroegen € 106,1 miljoen, een stijging met meer dan 5 % jaar-op-jaar op zowel gerapporteerde als rebased basis. Deze stijging houdt verband met technische klantenbezoeken, als weerspiegeling van een toename van het thuiswerk als gevolg van de COVID-19-pandemie, en ook met de hervatting van Telenets programma voor de uitschakeling van het analoge signaal, zoals reeds vermeld.
Telenets directe kosten omvatten al zijn directe uitgaven zoals (i) programmering en auteursrechten, met inbegrip sinds KW3 2020 van de kosten voor de aankoop van content voor de pakketten 'Streamz', 'Streamz+' en 'Play More', naast de kosten van de uitzendrechten van het Belgische voetbal, (ii) interconnectiekosten en (iii) de verkoop en subsidiëring van telefoons. In de zes maanden tot 30 juni 2021 bedroegen de directe kosten € 250,3 miljoen, een stijging met 3 % tegenover de zes maanden tot 30 juni 2020. Ze weerspiegelden vooral de reeds vermelde wijzigingen in de IFRS-verwerking voor bepaalde contentgerelateerde kosten voor Telenets premium entertainmentpakketten en de uitzendrechten voor het Belgische voetbal als gevolg van wijzigingen van de onderliggende contracten. Op rebased basis daalden Telenets directe kosten in de eerste zes maanden tot 30 juni 2021 met 8 % jaar-op-jaar, vanwege beduidend lagere interconnectie- en roamingkosten en lagere programmeringskosten.
De personeelskosten voor de zes maanden tot 30 juni 2021 bedroegen € 138,1 miljoen, een stijging met 4 % tegenover de periode van vorig jaar, zowel op gerapporteerde als op rebased basis. Dit weerspiegelde (i) lagere personeelskosten in de eerste helft van vorig jaar vanwege de COVID-19-pandemie, naast (ii) een groter gemiddeld personeelsbestand en (iii) de impact van de verplichte loonindexering begin 2021.
Telenets verkoop- en marketingkosten voor de zes maanden tot 30 juni 2021 bedroegen € 39,3 miljoen, een daling met 2 % jaarop-jaar. Op rebased basis stegen de verkoop- en marketingkosten in de zes maanden tot 30 juni 2021 met 2 % jaar-op-jaar. Dit weerspiegelde een herstel van Telenets retailactiviteit tegenover vorig jaar, toen de verkoop- en marketingkosten lager waren vanwege de COVID-19-pandemie.
De kosten in verband met uitbestede arbeidsdiensten en professionele diensten bedroegen € 15,2 miljoen in de zes maanden tot 30 juni 2021, een stijging met 6 % jaar-op-jaar op zowel gerapporteerde als rebased basis, aangezien Telenets kosten in de eerste helft van vorig jaar de impact van de globale COVID-19-pandemie met lagere kosten weerspiegelden.
De overige indirecte kosten bedroegen € 50,6 miljoen voor de zes maanden tot 30 juni 2021, een stijging met 16 % vergeleken met de periode van vorig jaar op zowel gerapporteerde als rebased basis, als gevolg van hogere kosten voor uitbestede callcenters, door het verplichte thuiswerken vanwege de COVID-19-maatregelen, en een verhoging van de provisies voor dubieuze schulden.
De waardeverminderingen en afschrijvingen, met inbegrip van bijzondere waardeverminderingen op activa met lange levensduur, winst op verkoop van activa en herstructureringskosten, bedroegen € 358,5 miljoen in de zes maanden tot 30 juni 2021 vergeleken met € 386,8 miljoen in dezelfde periode van vorig jaar, welke de reeds genoemde bijzondere waardevermindering op goodwill van € 18,5 miljoen omvatten.
In de zes maanden tot 30 juni 2021 bedroegen Telenets netto financiële kosten € 28,8 miljoen, vergeleken met € 97,8 miljoen in de zes maanden tot 30 juni 2020. De financiële opbrengsten stegen voor de zes maanden tot 30 juni 2021 beduidend jaar-opjaar naar € 152,9 miljoen tegenover € 27,7 miljoen dezelfde periode vorig jaar, met inbegrip van een niet-geldelijke winst op Telenets derivaten van € 152,3 miljoen en € 22,7 miljoen in respectievelijk de zes maanden tot 30 juni 2021 en 2020. De financiële kosten voor de zes maanden tot 30 juni 2021 stegen met 45 % naar € 181,7 miljoen, vergeleken met € 125,5 miljoen in de zes maanden tot 30 juni 2020. De financiële kosten voor de zes maanden tot 30 juni 2021 omvatten een niet-geldelijk wisselkoersverlies van € 87,6 miljoen op Telenets in USD luidende schuld, tegenover een kleine niet-geldelijke wisselkoerswinst van € 4,7 miljoen in de vergelijkbare periode van vorig jaar. Zoals in detail beschreven in 2.8 Schuldprofiel, kassaldo en netto totale schuldgraad, is de in USD luidende schuld ingedekt tot de respectieve vervaldatums, zodat de impact van wisselkoersschommelingen op Telenets kasstromen tot het minimum beperkt blijft. Deze impact buiten beschouwing gelaten, daalden de netto rentelasten in zes maanden tot 30 juni 2021 met 15 %, dankzij het voordeel van bepaalde herfinancieringstransacties in de zes maanden tot 30 juni 2020.
Telenet noteerde € 69,7 miljoen winstbelastingen voor de zes maanden tot 30 juni 2021 vergeleken met € 16,4 miljoen voor de zes maanden tot 30 juni 2020. De winstbelastingen van vorig jaar werden gunstig beïnvloed door de opname van de belastingaftrek voor innovatie, met inbegrip van een eenmalig effect van aftrekken voor vorige periodes, terwijl de run-rate in de zes maanden tot 30 juni 2021 normaler was.
Voor verdere informatie verwijst Telenet naar toelichting 5.11, bij de verkorte geconsolideerde tussentijdse financiële staten van de Vennootschap.
In de zes maanden tot 30 juni 2021 boekte Telenet een nettowinst van € 211,7 miljoen, vergeleken met € 184,9 miljoen in dezelfde periode van vorig jaar. De stijging van de nettowinst met 14 % was voornamelijk te danken aan beduidend lagere netto financiële kosten, zoals reeds vermeld, en een groei van Telenets bedrijfswinst met 3 %, die de reeds vermelde hogere winstbelastingen ruimschoots compenseerden. Telenet bereikte in de zes maanden tot 30 juni 2021 een nettowinstmarge van 16,4 %, vergeleken met 14,5 % in de zes maanden tot 30 juni van vorig jaar.
In de zes maanden tot 30 juni 2021 realiseerde Telenet een Adjusted EBITDA van € 688,7 miljoen, een bescheiden daling met iets meer dan 1 % tegenover € 698,0 miljoen in de zes maanden to 30 juni 2020. Dit was voornamelijk het gevolg van (i) de reeds vermelde wijzigingen van de IFRS-verwerking voor bepaalde contentgerelateerde kosten voor Telenets premium entertainmentpakketten en de uitzendrechten voor het Belgische voetbal als gevolg van wijzigingen van de onderliggende contracten (zie 2. Belangrijkste financiële ontwikkelingen voor meer informatie) en (ii) de afstand van Telenets Luxemburgse kabelactiviteit aan Eltrona, zoals reeds vermeld. Telenet bereikte in de zes maanden tot 30 juni 2021 een Adjusted EBITDAmarge van 53,5 %, vergeleken met 54,9 % in de zes maanden tot 30 juni 2020.
Op rebased basis en deze effecten buiten beschouwing gelaten, steeg Telenets Adjusted EBITDA voor de zes maanden tot 30 juni 2021 met bijna 3 % (+2,9 %), dankzij (i) een daling van de directe kosten met 8 % die de hogere personeelskosten en hogere netwerkexploitatiekosten gedeeltelijk compenseerde en (ii) een gezonde organische omzetgroei met meer dan 1 % over de periode. Op rebased basis verhoogde Telenet zijn zes maanden tot 30 juni 2021 Adjusted EBITDA-marge met 80 basispunten vergeleken met dezelfde periode van vorig jaar.
| Reconciliatie tussen winst voor de periode en Adjusted EBITDA (in € miljoen) | Voor de zes maanden afgesloten op 30 juni | |
|---|---|---|
| 2021 | 2020 | |
| Winst over de verslagperiode | 211,7 | 184,9 |
| Belastingen | 69,7 | 16,4 |
| Aandeel in het resultaat van geassocieerde deelnemingen | 2,3 | (1,3) |
| Verlies (winst) uit de afstand van activa aan een dochteronderneming of een joint venture | — | 4,3 |
| Netto financiële kosten | 28,8 | 97,8 |
| Afschrijvingen, waardeverminderingen en winst op de verkoop van activa | 357,6 | 381,8 |
| EBITDA | 670,1 | 683,9 |
| Vergoeding op basis van aandelen | 12,8 | 8,0 |
| Operationele kosten betreffende overnames of desinvesteringen | 6,9 | 1,7 |
| Herstructureringskosten | 0,9 | 5,0 |
| Aanpassingen van toewijzingsverschillen na de erkenningsperiode m.b.t. overnames | (2,0) | (0,6) |
| Adjusted EBITDA | 688,7 | 698,0 |
| Adjusted EBITDA-marge | 53,5 % | 54,9 % |
De toe te rekenen bedrijfsinvesteringen voor de zes maanden tot 30 juni 2021 bedroegen € 281,8 miljoen, een daling met 5 % tegenover dezelfde periode van vorig jaar en het equivalent van ongeveer 22 % van de opbrengsten voor de periode (de zes maanden tot 30 juni 2020: ongeveer 23 %). Telenets toe te rekenen bedrijfsinvesteringen in de zes maanden tot 30 juni 2021 omvatten de impact van (i) de tijdelijke verlenging met zes maanden van Telenets licenties voor het 2G en 3G mobiele spectrum in maart van dit jaar, in afwachting van de nakende veiling voor het multibandspectrum, die eind 2021 of begin 2022 zou moeten beginnen en (ii) de impact van de premium entertainment joint venture Streamz, zoals besproken in 2. Belangrijkste financiële ontwikkelingen, (iii) de afstand van Telenets voormalige Luxemburgse kabelactiviteit (gedeconsolideerd op 1 april 2020) en (iv) de opname van bepaalde voetbaluitzendrechten in de zes maanden tot 30 juni 2021. Met uitsluiting van de opname van bepaalde voetbaluitzendrechten en de reeds vermelde licenties voor het mobiele spectrum van Telenets toe te rekenen bedrijfsinvesteringen, consistent met de berekeningsbasis van zijn operationele vrije kasstroom, zoals hierna uiteengezet, bedroegen Telenets toe te rekenen bedrijfsinvesteringen in de zes maanden tot 30 juni 2021 € 270,4 miljoen, het equivalent van ongeveer 21 % van de opbrengsten en een daling met 9 % jaar-op-jaar.
De investeringsuitgaven met betrekking tot installaties bij klanten, die Telenets uitgaven in verband met settopboxen, modems en WiFi-powerlines omvatten, bedroegen € 51,4 miljoen in de zes maanden tot 30 juni 2021, een daling met 2 % tegenover dezelfde periode van vorig jaar. De bedrijfsinvesteringen voor installaties bij klanten voor de zes maanden tot 30 juni 2021 vertegenwoordigden ongeveer 19 % van de totale toe te rekenen bedrijfsinvesteringen (de opname van bepaalde voetbaluitzendrechten en de reeds vermelde licenties voor het mobiele spectrum buiten beschouwing gelaten).
De toe te rekenen investeringsuitgaven voor de uitbreiding en upgrades van het netwerk bedroegen € 31,3 miljoen in de zes maanden tot 30 juni 2021, een daling met 19 % tegenover vorig jaar en voornamelijk een weerspiegeling van de vrijwel volledige voltooiing van de programma's voor de verbetering van Telenets vaste en mobiele netwerkinfrastructuur, en in mindere mate van de impact van COVID-19 op zijn werking op het terrein. In de zes maanden tot 30 juni 2021 vertegenwoordigden de netwerkgerelateerde bedrijfsinvesteringen ongeveer 12 % van Telenets totale toe te rekenen bedrijfsinvesteringen (de opname van bepaalde voetbaluitzendrechten en de reeds vermelde licenties voor het mobiele spectrum buiten beschouwing gelaten).
De investeringsuitgaven voor producten en diensten, die onder meer de investeringen in productontwikkeling en de upgrade van Telenets IT-platformen en -systemen weerspiegelen, bedroegen in totaal € 85,2 miljoen in de zes maanden tot 30 juni 2021. Dit is een sterke stijging met 13 % jaar-op-jaar en weerspiegelt hogere uitgaven voor Telenets IT-upgradeprogramma. De bedrijfsinvesteringen in producten en diensten vertegenwoordigden ongeveer 32 % van de totale toe te rekenen bedrijfsinvesteringen voor de zes maanden tot 30 juni 2021 (de opname van bepaalde voetbaluitzendrechten en de reeds vermelde licenties voor het mobiele spectrum buiten beschouwing gelaten).
Het restant van Telenets toe te rekenen bedrijfsinvesteringen omvat (i) herstellingen en vervangingen van netwerkapparatuur, (ii) kosten voor de aankoop van sport en programmering, met inbegrip van bepaalde door De Vijver Media verworven content, (iii) bepaalde recurrente investeringen in ons IT-platform en Telenets IT-systemen en (iv) kapitaaltoevoegingen in verband met leases. Ze bedroegen € 113,9 miljoen voor de zes maanden tot 30 juni 2021, een daling met 13 % tegenover dezelfde periode van vorig jaar.
Het bovenstaande impliceert dat ongeveer 63 % van Telenets toe te rekenen bedrijfsinvesteringen in de zes maanden tot 30 juni 2021 (de opname van bepaalde voetbaluitzendrechten en de reeds vermelde licenties voor het mobiele spectrum buiten beschouwing gelaten) schaalbaar waren en verband hielden met de groei van het aantal abonnees. Telenet blijft er nauwlettend op toezien dat zijn bedrijfsinvesteringen de opbrengsten incrementeel doen stijgen
Reconciliatie tussen toe te rekenen bedrijfsinvesteringen en geldelijke bedrijfsinvesteringen:
| (in € miljoen) | Voor de zes maanden afgesloten op 30 juni | |
|---|---|---|
| 2021 | 2020 | |
| Toe te rekenen bedrijfsinvesteringen | 281,8 | 297,6 |
| Activa verworven via kapitaalgerelateerde financieringsregelingen met leveranciers | (29,9) | (49,1) |
| Activa verworven onder leases | (18,9) | (39,3) |
| Veranderingen in kortlopende verplichtingen gerelateerd aan bedrijfsinvesteringen | 6,5 | 23,0 |
| Totaal geldelijke bedrijfsinvesteringen, netto | 239,5 | 232,2 |
In de zes maanden tot 30 juni 2021 bedroeg Telenets operationele vrije kasstroom € 418,3 miljoen, vergeleken met € 400,4 miljoen in de zes maanden tot 30 juni 2020. De forse stijging jaar-op-jaar met 4 % was voornamelijk te danken aan beduidend lagere toe te rekenen investeringsuitgaven tegenover de eerste helft van vorig jaar. Op rebased basis en met uitsluiting van de erkenning van de voetbaluitzendrechten en de licenties voor het mobiele spectrum, evenals de impact van bepaalde leasegerelateerde kapitaaltoevoegingen aan de toe te rekenen investeringsuitgaven, in lijn met de basis van Telenets duiding voor de samengestelde jaarlijkse groei van de operationele vrije kasstroom 2018-2021, steeg de operationele vrije kasstroom in de zes maanden tot 30 juni 2021 met bijna 4 % jaar-op-jaar, grotendeels als gevolg van de reeds vermelde factor.
Reconciliatie tussen Adjusted EBITDA en Operationele vrije kasstroom:
| (in € miljoen) | Voor de zes maanden afgesloten op 30 juni | ||
|---|---|---|---|
| 2021 | 2020 | ||
| Adjusted EBITDA | 688,7 | 698,0 | |
| Toe te rekenen bedrijfsinvesteringen | (281,8) | (297,6) | |
| Opname van voetbaluitzendrechten | 3,0 | — | |
| Opname van licenties voor het mobiele spectrum | 8,4 | — | |
| Toe te rekenen bedrijfsinvesteringen, exclusief de opname van voetbaluitzendrechten en licenties voor het mobiele spectrum |
(270,4) | (297,6) | |
| Operationele vrije kasstroom | 418,3 | 400,4 |
In de zes maanden tot 30 juni 2021 genereerden Telenets activiteiten een nettokasstroom van € 511,3 miljoen, vergeleken met € 571,7 miljoen in de periode van vorig jaar. De nettokasstroom uit bedrijfsactiviteiten in de zes maanden tot 30 juni 2021 omvatte de impact van de afstand van de voormalige Luxemburgse kabelactiviteit (gedeconsolideerd op 1 april 2020). Telenets netto operationele kasstroom daalde met 11 % jaar-op-jaar, voornamelijk vanwege een betaling van € 95,2 miljoen contante belastingen in het kwartaal, terwijl Telenet vorig jaar zijn contante belastingen in het derde kwartaal betaalden. Deze verschillende fasering jaar-op-jaar maakte € 8,7 miljoen lagere contante rentekosten en een gunstige trend voor Telenets werkkapitaal meer dan ongedaan.
In de zes maanden tot 30 juni 2021 bedroeg de nettokasstroom die werd gebruikt in investeringsactiviteiten € 255,0 miljoen, vrijwel stabiel tegenover € 255,4 miljoen in dezelfde periode van vorig jaar. Telenet gebruikt een leverancierskredietprogramma waarmee het zijn betalingstermijnen voor bepaalde leveranciers tegen aantrekkelijke all-in kosten konden verlengen tot 360 dagen. In de zes eerste maanden van 2021 verwierf Telenet € 29,9 miljoen aan activa via kapitaalgerelateerd leverancierskrediet, met een positief effect op de nettokasstroom gebruikt in investeringsactiviteiten voor eenzelfde bedrag. Dit vertegenwoordigt een daling met bijna 39 % jaar-op-jaar tegenover dezelfde periode van vorig jaar.
In de zes maanden tot 30 juni 2021 bedroeg de nettokasstroom die werd gebruikt in financieringsactiviteiten € 243,4 miljoen, tegenover € 346,3 miljoen in de zes maanden tot 30 juni 2020, een sterke daling met 30 % jaar-op-jaar. Telenets netto financieringskasstroom in de eerste helft van vorig jaar weerspiegelde (i) de start en de voltooiing van zijn aandeleninkoopprogramma 2020 van € 34,4 miljoen in de loop van KW1 van vorig jaar, (ii) de vrijwillige aflossing voor € 56,6 miljoen van een gedeelte van de Senior Secured Fixed Rate Notes en (iii) de uitkering van € 142,3 miljoen dividenden aan de aandeelhouders in het kader van zijn beleid voor de aandeelhoudersvergoeding. De nettokasstroom gebruikt in financieringsactiviteiten in de zes maanden tot 30 juni 2021 weerspiegelde (i) een netto daling van € 42,6 miljoen van Telenets uitstaande leningen en kredieten, met inbegrip van geplande aflossingen in Telenets leverancierskredietprogramma, en (ii) een dividenduitkering van € 156,0 miljoen, een stijging met 10 % jaar-op-jaar. De rest van de nettokasstroom gebruikt in financieringsactiviteiten bestond hoofdzakelijk uit terugbetalingen van financiële leases en andere financiële betalingen.
In de zes maanden tot 30 juni 2021 genereerde Telenet een aangepaste vrije kasstroom van € 202,5 miljoen, tegenover € 263,9 miljoen in dezelfde periode van vorig jaar. Vergeleken met de zes maanden tot 30 juni 2020 daalde Telenets aangepaste vrije kasstroom met 23 %, vooral vanwege de reeds vermelde jaarlijkse contante betaling van belastingen in KW2 2021 (tegenover KW3 vorig jaar), waarmee reeds volledig rekening was gehouden in Telenets duiding voor het volledige jaar 2021. Telenets aangepaste vrije kasstroom voor de zes maanden tot 30 juni 2021 omvatte ook een bescheiden daling van €3,4 miljoen van zijn leverancierskredietprogramma, terwijl de Adjusted EBITDA in de zes maanden tot 30 juni van vorig jaar een voordeel van € 10,6 miljoen omvatte. Deze evoluties buiten beschouwing gelaten, zou Telenets aangepaste vrije kasstroom marginaal beter geweest zijn.
| (in € miljoen) | Voor de zes maanden afgesloten op 30 juni | |
|---|---|---|
| 2021 | 2020 | |
| Nettokasstroom uit bedrijfsactiviteiten | 511,3 | 571,7 |
| Geldelijke kosten betreffende overnames of desinvesteringen | 2,4 | 0,9 |
| Kosten gefinancierd door een derde partij | 189,7 | 170,4 |
| Verwerving van materiële vaste activa | (143,8) | (144,1) |
| Verwerving van immateriële vaste activa | (95,7) | (88,1) |
| Kapitaalaflossingen op bedragen gefinancierd door leveranciers en tussenpersonen | (222,9) | (207,6) |
| Kapitaalaflossingen op leaseverplichtingen (uitgezonderd netwerkgerelateerde leases) | (22,6) | (17,6) |
| Kapitaalaflossingen op toevoegingen aan netwerkgerelateerde leases na overname | (15,9) | (21,7) |
| Aangepaste vrije kasstroom | 202,5 | 263,9 |
Op 30 juni 2021 bedroeg Telenets totale schuldsaldo (inclusief toe te rekenen interest) € 5.470,7 miljoen, waarvan een hoofdsom van € 1.384,0 miljoen verband houdt met de in € en USD luidende Senior Secured Fixed Rate Notes die in maart 2028 vervallen, en met een hoofdsom van € 3.047,0 miljoen die verschuldigd is onder zijn Amended Senior Credit Facility 2020 die van april 2028 tot april 2029 vervalt. Telenets totale schuldsaldo op 30 juni 2021 omvatte ook een hoofdsom van € 347,6 miljoen in verband met zijn leverancierskredietprogramma, terwijl het restant voornamelijk bestaat uit leaseverplichtingen in verband met de overname van Interkabel en andere leaseverplichtingen.
Op 30 juni 2021 had Telenet € 347,6 miljoen schulden op korte termijn in verband met zijn leverancierskredietprogramma; al deze schulden vervallen in minder dan twaalf maanden. Dit was een bescheiden daling met respectievelijk € 3,4 miljoen tegenover 31 december 2020. Voor het volledige jaar 2021 verwacht Telenet nog altijd een grotendeels stabiele evolutie sinds 31 december 2020, zoals vermeld in de vooruitzichten voor de aangepaste vrije kasstroom voor het volledige jaar 2021. Eind oktober 2020 werd de op Telenets toekomstige kortlopende verbintenissen in het leverancierskredietprogramma toepasselijke marge nogmaals met 15 basispunten verlaagd, naar 1,95 % boven de EURIBOR met een bodemrente van 0 %. Deze verlaagde rentekosten komen bovenop een margeverlaging met het equivalent van 15 basispunten in februari 2020. Gelet op de reeds vermelde omvang van het programma, zal dit Telenets aangepaste vrije kasstroom licht doen stijgen in 2021 en daarna.
Telenet voerde in de eerste zes maanden van het jaar geen herfinancieringen of schuldaflossingen uit, terwijl vrijwel al zijn variabele renterisico's en wisselkoersrisico's afgedekt zijn tot aan de maturiteit van de schuldinstrumenten door middel van een reeks derivaten, wat de zichtbaarheid van Telenets toekomstige aangepaste vrije kasstroom verbetert. De kortlopende verplichtingen voor Telenets leverancierskredietprogramma buiten beschouwing gelaten, heeft Telenet geen schulden die voor maart 2028 vervallen, met een gewogen gemiddelde looptijd van ongeveer 7,0 jaar op 30 juni 2021. Daarnaast had Telenet op 30 juni 2021 ook volledige toegang tot € 555,0 miljoen niet-opgenomen verbintenissen onder zijn wentelkredieten, met bepaalde beschikbaarheden tot september 2026.
Voor bijkomende informatie over de schuldinstrumenten en het betalingsschema van de Vennootschap per 30 juni 2021 verwijst Telenet naar toelichting 5.9, bij de verkorte geconsolideerde tussentijdse financiële staten van de Vennootschap.
Op 30 juni 2021 hield Telenet € 94,9 miljoen aan geldmiddelen en kasequivalenten aan, vergeleken met € 82,0 miljoen op 31 december 2020. Om de concentratie van het tegenpartijrisico zoveel mogelijk te beperken, plaatste Telenet zijn kasequivalenten en geldmarktfondsen met een AAA-rating bij Europese en Amerikaanse financiële instellingen met een hoge kredietwaardigheid en streeft het bedrijf naar de investering van ten minste 75 % van zijn geldmiddelen en kasequivalenten in geldmarktfondsen met een AAA-rating. Naast de beschikbare kassaldo had Telenet ook toegang tot € 555,0 miljoen aan beschikbare toezeggingen onder zijn Amended Senior Credit Facility 2020 en andere wentelkredietfaciliteiten, mits naleving van de hierna vermelde convenanten.
Tijdens de Capital Markets Day in december 2018 – met een update eind oktober vorig jaar, toen Telenet zijn aandeelhoudersvergoedingsbeleid verstrakte – herbevestigde Telenet zijn schuldgraadkader, dat behouden blijft op 3,5x tot 4,5x netto totale schuld tegenover geconsolideerde Adjusted EBITDA op jaarbasis ('netto totale schuldgraad'). Zonder wezenlijke overnames en/of beduidende wijzingen van zijn activiteiten of van de regulatoire omgeving, wil Telenet met een aantrekkelijk en houdbaar niveau van uitkeringen aan aandeelhouders in de buurt van het middelpunt van 4,0x blijven. Dit omvat nu een drempel voor het brutodividend van € 2,75 per aandeel, aan de bovengrens van het vorige bereik van 50-70 % als percentage van Telenets aangepaste vrije kasstroom. Op 30 juni 2021 was de netto totale schuldgraad 4,0x, een lichte daling tegenover 4,1x op 31 december 2020, ondanks de reeds vermelde uitkering van het brutodividend begin mei, dat volledig werd gecompenseerd door de sterke aangepaste vrije kasstroom in de zes eerste maanden van het jaar.
Telenets netto convenant schuldgraad, berekend volgens de Amended Senior Credit Facility 2020, verschilt van zijn netto totale schuldgraad, aangezien hij geen rekening houdt met (i) leasegerelateerde verplichtingen en (ii) aan leverancierskredieten gerelateerde kortlopende verplichtingen, maar wel met (iii) het Credit Facility Excluded Amount (het grootste van € 400,0 miljoen of 0,25x de geconsolideerde Adjusted EBITDA op jaarbasis). Telenets netto convenant schuldgraad bereikte 3,0x op 30 juni 2021, stabiel tegenover 31 december 2020. Telenets huidige netto convenant schuldgraad ligt beduidend onder het 'springing maintenance covenant' van 6,0x en de beschikbaarheidstest van 4,5x netto senior leverage. Het voornoemde 'maintenance covenant' is echter slechts van toepassing indien Telenet 40 % of meer van de wentelkredietfaciliteiten zouden opnemen. Zoals reeds vermeld waren Telenets wentelkredietfaciliteiten op 30 juni 2021 volledig niet-opgenomen.
Bepaalde uitspraken in dit Halfjaarverslag zijn uitspraken betreffende de toekomst zoals bepaald in de Private Securities Litigation Reform Act van 1995. Voor zover dat uitspraken in dit Halfjaarverslag geen herhalingen zijn van historische feiten, zijn het uitspraken betreffende de toekomst. Deze uitspraken omvatten per definitie risico's en onzekerheden waardoor de eigenlijke resultaten sterk kunnen verschillen van deze uitgesproken of bedoeld door dergelijke uitspraken. Uitspraken onder Sectie 1. Informatie over het bedrijf kunnen uitspraken betreffende de toekomst bevatten, met inbegrip van uitspraken betreffende Telenets activiteiten, producten, wisselkoersen en financiële strategieën voor 2021, alsook klantgroei en retentieratio's, concurrentiële, regelgevende en economische factoren, de timing en impacten van voorgestelde transacties, de maturiteit van Telenets markten, de verwachte impacten van nieuwe regelgeving (of veranderingen aan bestaande regelgeving), verwachte veranderingen in de opbrengsten, kosten of groeivoeten, de liquiditeit, kredietrisico's, wisselkoersrisico's, toekomstige netto hefboomratio's, de toekomstige verwachte contractuele verbintenissen en kasstromen en overige informatie en uitspraken die geen historische feiten zijn. Telkens wanneer Telenet in elke uitspraak betreffende de toekomst een verwachting of geloof aanhaalt met betrekking tot toekomstige resultaten of gebeurtenissen heeft het zulke verwachting of geloof naar best vermogen en op een redelijke basis ingeschat. Er is echter geen zekerheid dat deze verwachting of geloof ook zal gerealiseerd worden. De Vennootschap verwijst dan ook naar het Jaarverslag 2020 en de risico's en onzekerheden besproken onder Sectie 8.4 'Interne controle en risicobeheersystemen'.
Telenet heeft begin 2020 haar crisisteam geactiveerd om de evolutie van de uitbraak van het COVID-19 virus op te volgen en om de nodige maatregelen zo snel mogelijk te nemen. Deze maatregelen hebben onder andere betrekking op de veiligheid van de medewerkers en klanten (inclusief aandacht voor de mentale gezondheid van de medewerkers tijdens periodes van verhoogd thuiswerk), en op de continue beschikbaarheid van de operationele activiteiten.
De maatregelen worden regelmatig aangepast in lijn met de regels en beperkingen die door de overheid opgelegd worden. Zo werden bijvoorbeeld de regels met betrekking tot thuiswerk en het beleid om terug naar kantoor te komen, verschillende keren bijgestuurd volgens de wijzigende regels van de overheid in functie van de COVID-19 evolutie in België. Sinds midden 2021 komen de werknemers occasioneel terug naar kantoor, aangezien thuiswerk sindsdien niet langer verplicht is. Een structurele aanpak om terug naar kantoor te keren zal worden toegepast vanaf september 2021. Hierbij zal elke werknemer een 'welkom terug dag' bijwonen. Tijdens deze dag zal er meer inzicht gegeven worden in de nieuwe manier van werken, waarbij de werknemers verwacht worden om minstens 40% van de tijd op kwartaalbasis terug naar kantoor te komen. Deze aanpak is weliswaar gebaseerd op de veronderstelling dat het aantal besmettingen onder controle blijft, en kan indien nodig aangepast worden.
Sinds de uitbraak van de pandemie begin 2020 volgt het Audit- en Risicocomité de impact van COVID-19 op Telenet op. Zo werden meer bepaald de volgende onderwerpen op kwartaalbasis toegevoegd aan de agenda van de Audit- en Risicocomité vergaderingen van 2020 en 2021:
We verwijzen naar sectie 1 en 2 voor de specifieke impact van de COVID-19-pandemie op Telenet's operationele en financiële prestaties voor de zes maanden eindigend op 30 juni 2021.
De Vennootschap is betrokken bij een aantal juridische procedures die zijn ontstaan in het normale verloop van haar activiteiten. In het Jaarverslag 2020 bespreekt de Vennootschap een aantal procedures, die nog in behandeling zijn en waarbij de Vennootschap betrokken is, en die in het recente verleden al dan niet een aanzienlijke impact kunnen hebben gehad op de financiële situatie of winstgevendheid van de Vennootschap. In toelichting 5.15 bespreekt de Vennootschap bepaalde voorwaardelijke verplichtingen en regelgevende gebeurtenissen. Er zijn geen nieuwe of gewijzigde juridische procedures dan deze vermeld in het Jaarverslag 2020 of toelichting 5.15, waarvan de Vennootschap een nadelig materieel effect zou kunnen verwachten op haar activiteiten of geconsolideerde financiële situatie. De Vennootschap merkt echter op dat het resultaat van juridische procedures soms uitzonderlijk moeilijk te voorspellen is en de Vennootschap biedt hierover dan ook geen garanties.
Wij, de ondergetekenden, John Porter, Chief Executive Officer van Telenet Group Holding NV, en Erik Van den Enden, Chief Financial Officer van Telenet Group Holding NV, verklaren dat naar ons weten:
John Porter Erik Van den Enden Chief Executive Officer Chief Financial Officer
| (€ in miljoen) | Toelichting | 30 juni 2021 | 31 december 2020 |
|---|---|---|---|
| Activa | |||
| Vaste activa: | |||
| Materiële vaste activa | 5.4 | 2.213,4 | 2.288,0 |
| Goodwill | 5.5 | 1.824,5 | 1.824,5 |
| Overige immateriële activa | 5.6 | 694,1 | 693,6 |
| Uitgestelde belastingsvorderingen | 5.11 | 188,5 | 214,7 |
| Deelnemingen in en leningen aan geassocieerde deelnemingen | 5.7 | 124,2 | 111,7 |
| Overige investeringen | 7,7 | 5,7 | |
| Derivaten | 5.10 | 17,3 | 58,6 |
| Overige vaste activa | 28,8 | 33,6 | |
| Totaal vaste activa | 5.098,5 | 5.230,4 | |
| Vlottende activa: | |||
| Voorraden | 26,7 | 27,3 | |
| Handelsvorderingen | 178,5 | 187,2 | |
| Overige vlottende activa | 147,9 | 126,1 | |
| Geldmiddelen en kasequivalenten | 94,9 | 82,0 | |
| Derivaten | 5.10 | 32,5 | 48,1 |
| 480,5 | 470,7 | ||
| Activa aangehouden voor verkoop | — | 0,3 | |
| Totaal vlottende activa | 480,5 | 471,0 | |
| Totaal activa | 5.579,0 | 5.701,4 |
| (€ in miljoen) | Toelichting | 30 juni 2021 | 31 december 2020 |
|---|---|---|---|
| Geplaatst kapitaal | 5.8 | 12,8 | 12,8 |
|---|---|---|---|
| Uitgiftepremies | 5.8 | 80,7 | 80,7 |
| Overige reserves | 5.8 | 699,0 | 686,3 |
| Overgedragen verliezen | 5.8 | (2.174,8) | (2.249,9) |
| Herwaarderingen | 5.8 | (9,6) | (12,3) |
| Eigen vermogen toe te rekenen aan de eigenaars van de vennootschap |
(1.391,9) | (1.482,4) | |
| Minderheidsbelangen | 5.8 | 3,4 | 28,4 |
| Totaal eigen vermogen | (1.388,5) | (1.454,0) |
| Leningen en overige financieringsverplichtingen | 5.9 | 4.972,9 | 4.918,3 |
|---|---|---|---|
| Derivaten | 5.10 | 293,8 | 508,0 |
| Over te dragen opbrengsten | 5.12 | 3,2 | 3,6 |
| Uitgestelde belastingverplichtingen | 5.11 | 124,6 | 124,7 |
| Overige schulden | 46,8 | 56,2 | |
| Provisies | 10,2 | 12,2 | |
| Totaal langlopende verplichtingen | 5.451,5 | 5.623,0 |
| Leningen en overige financieringsverplichtingen | 5.9 | 497,8 | 499,6 |
|---|---|---|---|
| Handelsschulden | 205,9 | 174,9 | |
| Toe te rekenen kosten en overige kortlopende verplichtingen | 405,3 | 399,5 | |
| Provisies | 92,5 | 83,6 | |
| Over te dragen opbrengsten | 5.12 | 118,7 | 122,8 |
| Derivaten | 5.10 | 61,9 | 65,6 |
| Kortlopende belastingschuld | 5.11 | 133,9 | 184,6 |
| 1.516,0 | 1.530,6 | ||
| Verplichtingen die rechtstreeks verband houden met de activa aangehouden voor verkoop |
— | 1,8 | |
| Totaal kortlopende verplichtingen | 1.516,0 | 1.532,4 | |
| Totaal verplichtingen | 6.967,5 | 7.155,4 | |
| Totaal eigen vermogen en verplichtingen | 5.579,0 | 5.701,4 |
De toelichting is een integraal onderdeel van deze verkorte geconsolideerde tussentijdse financiële staten.
| (€ in miljoen, behalve aandeleninformatie) | Voor de zes maanden afgesloten op 30 juni | ||
|---|---|---|---|
| Toelichting | 2021 | 2020 |
| 5.12 | 1.288,3 | 1.272,2 |
|---|---|---|
| 5.13 | (632,6) | (701,8) |
| 655,7 | 570,4 | |
| 5.13 | (343,2) | (268,3) |
| 312,5 | 302,1 | |
| 152,9 | 27,7 | |
| 0,5 | 5,0 | |
| 152,3 | 22,7 | |
| 0,1 | — | |
| (181,7) | (125,5) | |
| (181,7) | (110,3) | |
| — | (15,2) | |
| (28,8) | (97,8) | |
| 5.7 | (1,4) | 1,3 |
| 5.7 | (0,9) | — |
| — | (4,3) | |
| 281,4 | 201,3 | |
| 5.11 | (69,7) | (16,4) |
| 211,7 | 184,9 | |
| (€ in miljoen, behalve aandeleninformatie) | Voor de zes maanden afgesloten op 30 juni | |
|---|---|---|
| 2021 | 2020 |
| Elementen die niet naar de geconsolideerde staat van het resultaat gerecycleerd zullen worden |
||
|---|---|---|
| Herwaardering van verplichtingen /(tegoeden) uit te bereiken doel pensioenplannen, netto van belastingen |
2,7 | (12,5) |
| Nettoresultaat rechtstreeks verwerkt in het eigen vermogen, netto van belastingen |
2,7 | (12,5) |
| Totaalresultaat voor de periode | 214,4 | 172,4 |
| Winst toe te rekenen aan: | 211,7 | 184,9 |
| Eigenaars van de Vennootschap | 212,0 | 185,2 |
| Minderheidsbelangen | (0,3) | (0,3) |
| Totaalresultaat voor de periode, toe te rekenen aan: | 214,4 | 172,4 |
| Eigenaars van de Vennootschap | 214,7 | 172,7 |
| Minderheidsbelangen | (0,3) | (0,3) |
| Winst per aandeel | ||
| Gewone winst per aandeel in € | 1,9 | 1,7 |
| Verwaterde winst per aandeel in € | 1,9 | 1,7 |
De toelichting is een integraal onderdeel van deze verkorte geconsolideerde tussentijdse financiële staten.
| Toewijsbaar aan aandeelhouders van de Vennootschap | Toelichting | Geplaatst kapitaal |
Kapitaalr eserve |
Reserve voor vergoedingen o.b.v. aandelen |
Wettelijke reserve |
Reserve eigen aandelen |
Overige reserve |
Overgedrag en verliezen |
Herwaardering en |
Totaal | Minderheids belangen |
Totaal Eigen Vermogen |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| (€ in miljoen) | ||||||||||||
| 1 januari 2021 | 12,8 | 80,7 | 135,6 | 64,8 | (199,4) | 685,3 | (2.249,9) | (12,3) (1.482,4) | 28,4 | (1.454,0) | ||
| Totaalresultaat voor de periode | ||||||||||||
| Winst over de periode | — | — | — | — | — | — | 212,0 | — | 212,0 | (0,3) | 211,7 | |
| Nettoresultaat rechtstreeks verwerkt in het eigen vermogen1 |
— | — | — | — | — | — | — | 2,7 | 2,7 | — | 2,7 | |
| Totaalresultaat voor de periode | — | — | — | — | — | — | 212,0 | 2,7 | 214,7 | (0,3) | 214,4 | |
| Transacties met eigenaars, rechtstreeks verwerkt in het eigen vermogen | ||||||||||||
| Kapitaaltransacties met eigenaars | ||||||||||||
| Op aandelen gebaseerde vergoedingen | 5.8 | — | — | 6,9 | — | — | — | — | — | 6,9 | — | 6,9 |
| Gerealiseerd verlies op verkoop eigen aandelen | 5.8 | — | — | — | — | 5,8 | — | (5,8) | — | — | — | — |
| Dividend | 5.8 | — | — | — | — | — | — | (150,2) — | — | (150,2) | — | (150,2) |
| Liquidatie Telenet Tecteo Bidco & Telenet Finance |
— | — | — | — | — | — | 19,1 | — | 19,1 | (24,9) | (5,8) | |
| Totaal kapitaaltransacties met eigenaars | — | — | 6,9 | — | 5,8 | — | (136,9) | — | (124,2) | (24,9) | (149,1) | |
| Veranderingen in eigendomsbelangen in dochterondernemingen | ||||||||||||
| Kapitaalbijdragen door minderheidsbelangen | — | — | — | — | — | — | — | — | — | 0,2 | 0,2 | |
| Totaal transacties met eigenaars | — | — | 6,9 | — | 5,8 | — | (136,9) | — | (124,2) | (24,7) | (148,9) | |
| 30 juni 2021 | 12,8 | 80,7 | 142,5 | 64,8 | (193,6) | 685,3 | (2.174,8) | (9,6) (1.391,9) | 3,4 | (1.388,5) |
1Herwaarderingen van te bereiken doel passiva/ (activa), na belastingen
| Toewijsbaar aan aandeelhouders van de Vennootschap | Toelichting | Geplaatst kapitaal |
Kapitaalr eserve |
Reserve voor vergoedingen o.b.v. aandelen |
Wettelijke reserve |
Reserve eigen aandelen |
Overige reserve |
Overgedrag en verliezen |
Herwaardering en |
Totaal | Minderheids belangen |
Totaal Eigen Vermogen |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| (€ in miljoen) | ||||||||||||
| 1 januari 2020 | 12,8 | 80,7 | 118,9 | 64,8 | (209,2) | 721,2 | (2.287,8) | (13,5) | (1.512,1) | 25,1 | (1.487,0) | |
| Totaalresultaat voor de periode | ||||||||||||
| Winst over de periode | — | — | — | — | — | — | 185,2 | — | 185,2 | (0,3) | 184,9 | |
| Nettoresultaat rechtstreeks verwerkt in het eigen vermogen |
— | — | — | — | — | — | — | (12,5) | (12,5) | — | (12,5) | |
| Totaalresultaat voor de periode | — | — | — | — | — | — | 185,2 | (12,5) | 172,7 | (0,3) | 172,4 | |
| Transacties met eigenaars, rechtstreeks verwerkt in het eigen vermogen | ||||||||||||
| Kapitaaltransacties met eigenaars | ||||||||||||
| Op aandelen gebaseerde vergoedingen | 5.8 | — | — | 5,2 | — | — | — | — | — | 5,2 | — | 5,2 |
| Ingekochte eigen aandelen | 5.8 | — | — | — | — | (34,4) | — | — | — | (34,4) | — | (34,4) |
| Schrapping eigen aandelen | 5.8 | — | — | — | — | 35,5 | (35,5) | — | — | — | — | — |
| Dividend | 5.8 | — | — | — | — | — | — | (142,3) | — | (142,3) | — | (142,3) |
| Overige | — | — | — | — | — | (0,4) | — | — | (0,4) | — | (0,4) | |
| Totaal kapitaaltransacties met eigenaars | — | — | 5,2 | — | 1,1 | (35,9) | (142,3) | — | (171,9) | — | (171,9) | |
| Veranderingen in eigendomsbelangen in dochterondernemingen | ||||||||||||
| Kapitaalbijdragen door minderheidsbelangen | — | — | — | — | — | — | — | — | — | 0,4 | 0,4 | |
| Totaal transacties met eigenaars | — | — | 5,2 | — | 1,1 | (35,9) | (142,3) | — | (171,9) | 0,4 | (171,5) | |
| 30 juni 2020 | 12,8 | 80,7 | 124,1 | 64,8 | (208,1) | 685,3 | (2.244,9) | (26,0) | (1.511,3) | 25,2 | (1.486,1) |
De toelichting is een integraal onderdeel van deze verkorte geconsolideerde tussentijdse financiële staten.
| (€ in miljoen) | Voor de zes maanden afgesloten op 30 juni | ||
|---|---|---|---|
| Toelichting | 2021 | 2020 |
| Winst over de periode | 211,7 | 184,9 | |
|---|---|---|---|
| Aanpassingen voor: | |||
| Afschrijvingen, bijzondere waardeverminderingen en herstructureringen | 5.13 | 360,7 | 389,8 |
| Winst op verkoop van materiële vaste activa en overige immateriële activa |
5.13 | (2,2) | (3,0) |
| Winstbelastingen | 5.11 | 69,7 | 16,4 |
| Mutatie waardevermindering dubieuze debiteuren | 2,4 | 0,3 | |
| Verlies op verkoop van activa/passiva aan een dochteronderneming of een joint venture |
— | 4,3 | |
| Netto interestopbrengsten en wisselkoerswinsten | (0,5) | (5,0) | |
| Netto interestkosten, wisselkoersverliezen en overige financiële kosten | 179,8 | 108,4 | |
| Aangroei kosten IFRS 16 | 1,9 | 2,0 | |
| Netto winst op derivaten | 5.10 | (152,3) | (22,7) |
| Verlies (winst) bij vervroegde aflossing van schulden | (0,1) | 15,1 | |
| Andere (winsten) verliezen | 5.7 | 2,3 | (1,3) |
| Op aandelen gebaseerde vergoeding | 5.8 | 12,8 | 8,0 |
| Mutatie in: | |||
| Handelsvorderingen | 7,3 | 7,0 | |
| Overige vlottende activa | (16,7) | 2,9 | |
| Over te dragen opbrengsten | (4,4) | 15,5 | |
| Handelsschulden | 31,0 | (52,0) | |
| Afgeleide financiële instrumenten betaald/ontvangen | (8,6) | 5,6 | |
| Toe te rekenen kosten en overige kortlopende verplichtingen | (3,6) | 3,2 | |
| Betaalde interesten | (84,3) | (107,2) | |
| Betaalde winstbelastingen | 5.11 | (95,6) | (0,5) |
| Nettokasstroom uit bedrijfsactiviteiten | 511,3 | 571,7 |
| (€ in miljoen) | Voor de zes maanden afgesloten op 30 juni | ||
|---|---|---|---|
| Toelichting | 2021 | 2020 |
| Verwerving van materiële vaste activa | 5.4 | (143,8) | (144,1) |
|---|---|---|---|
| Verwerving van immateriële activa | 5.6 | (95,7) | (88,1) |
| Verwerving van en leningen aan geassocieerde deelnemingen | (16,2) | (20,5) | |
| Verwerving van dochterondernemingen, na aftrek van verworven geldmiddelen |
5.14 | — | (3,5) |
| Ontvangsten uit verkoop van materiële vaste activa en overige immateriële activa |
0,7 | 0,8 | |
| Nettokasstroom gebruikt in investeringsactiviteiten | (255,0) | (255,4) |
| Aflossing van leningen en overige financieringsverplichtingen | 5.9 | (232,5) | (329,5) |
|---|---|---|---|
| Ontvangsten uit opname van leningen en overige financieringsverplichtingen | 5.9 | 189,9 | 225,4 |
| Aflossing van leningen aan verbonden partijen | 5.16 | — | (3,3) |
| Betaling uit hoofde van leaseverplichtingen | (45,0) | (51) | |
| Betaling van transactiekosten bij uitgifte van leningen | 5.9 | — | (13,4) |
| Inkoop eigen aandelen | — | (34,4) | |
| Ontvangsten uit kapitaaltransacties met minderheidsaandeelhouders | 0,2 | 2,2 | |
| Terugbetaling van kapitaal en dividenden | 5.8 | (156,0) | (142,3) |
| Nettokasstroom gebruikt in financieringsactiviteiten | (243,4) | (346,3) | |
| Netto toename (afname) in geldmiddelen en kasequivalenten | 12,9 | (30,0) | |
| Geldmiddelen en kasequivalenten | |||
| per 1 januari | 82,0 | 101,4 | |
| per 30 juni | 94,9 | 71,4 |
De toelichting is een integraal onderdeel van deze verkorte geconsolideerde tussentijdse financiële staten.
In de begeleidende verkorte geconsolideerde tussentijdse financiële staten ("tussentijds financiële staten") worden de resultaten voorgesteld van Telenet Group Holding NV, zijn dochtervennootschappen en overige geconsolideerde bedrijven (hierna gezamenlijk de "Vennootschap" of "Telenet" genoemd). Via zijn breedbandnetwerk biedt de Vennootschap kabeltelevisie aan, inclusief betaaltelevisie-diensten, breedbandinternet- en vaste telefoniediensten aan particuliere abonnees in Vlaanderen en bepaalde Brusselse gemeenten. Daarnaast voorziet de Vennootschap zakelijke klanten in België en delen van Luxemburg van breedbandinternet, data- en spraakdiensten. De Vennootschap biedt tevens mobiele telefoniediensten aan via zijn eigen mobiele netwerk.
Telenet Group Holding NV en zijn belangrijkste dochtervennootschappen zijn vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid naar Belgisch recht. Dochtervennootschappen en gestructureerde entiteiten ("GEs") werden in Luxemburg opgericht met als doel om de financieringsactiviteiten van de Vennootschap te structureren.
De bijgevoegde tussentijdse financiële staten werden opgesteld in overeenstemming met IAS 34 "Interim Financial Reporting" zoals goedgekeurd door de EU ("EU IFRS"). Ze omvatten niet alle voor een volledige jaarrekening vereiste informatie en moeten samen met de geconsolideerde jaarrekening van de Vennootschap per einde van en voor het jaar afgesloten op 31 december 2020 gelezen worden. De resultaten voor de zes maanden afgesloten op 30 juni 2021 zijn niet noodzakelijk een indicatie voor toekomstige resultaten.
De tussentijdse financiële staten zijn opgesteld op basis van historische kosten, behalve voor bepaalde financiële instrumenten die tegen reële waarde gewaardeerd zijn. De methoden voor de bepaling van de reële waarde zijn nader besproken in toelichting 5.3.2. Deze tussentijdse financiële staten werden door de raad van bestuur op 24 september 2021 goedgekeurd.
De jaarrekening wordt gepresenteerd in euro ("€"), die fungeert als de functionele valuta van de Vennootschap, afgerond naar het dichtstbijzijnde honderd duizendtal (€0.1 miljoen) tenzij anders vermeld.
De opstelling van de jaarrekening in overeenstemming met EU IFRS vereist dat het management oordelen vormt, schattingen en veronderstellingen maakt die van invloed zijn op de toepassing van grondslagen en op de gerapporteerde waarde van activa en verplichtingen, de toelichting van voorwaardelijke activa en verplichtingen, en op de gerapporteerde opbrengsten en kosten. De domeinen die complexer zijn of waarvoor meer ramingen worden gemaakt, evenals de domeinen waarvoor veronderstellingen en ramingen significant zijn voor de geconsolideerde jaarrekening, zijn dezelfde zoals deze besproken in Toelichting 5.1.4 van de geconsolideerde jaarrekening van de Vennootschap per einde van en voor het jaar afgesloten op 31 december 2020.
Een aantal grondslagen voor de financiële verslaggeving van de Vennootschap en toelichtingen vereisen de bepaling van de reële waarde, zowel voor financiële als niet-financiële activa en verplichtingen. Het bepalen van de reële waarde van een actief of een verplichting gebeurt op dezelfde manier zoals in Toelichting 5.1.4 van de geconsolideerde jaarrekening van de Vennootschap per einde van en voor het jaar afgesloten op 31 december 2020.
Operationele segmenten zijn de individuele activiteiten van de Vennootschap, die door de belangrijkste operationele besluitvormende functionaris van de Vennootschap (chief operating decision maker, "CODM"), op regelmatige basis beoordeeld worden om middelen toe te kennen aan deze segmenten en de ontwikkeling van elk segment te beoordelen. De segmentrapportage van de Vennootschap wordt getoond zoals de interne financiële informatie van de Vennootschap georganiseerd en gerapporteerd wordt aan de CEO (Gedelegeerd Bestuurder), die de CODM is van de Vennootschap, het uitvoerende management ("Senior Leadership Team") en de raad van bestuur.
De operationele segmenten die geïdentificeerd werden voor de zes maanden eindigend op 30 juni 2021 waren dezelfde als die beschreven in de laatste geconsolideerde jaarrekening.
Voor een overzicht van de inkomsten van de onderneming per hoofdcategorie verwijzen we naar toelichting 5.12. De onderstaande tabel geeft een overzicht van de:
Voor de zes maanden eindigend op 30 juni 2021 en 30 juni 2020 vertegenwoordigde geen enkele externe klant 10 procent of meer van de totale inkomsten van het bedrijf.
| (€ in miljoen) | 30 juni 2021 | 31 december 2020 | ||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| België | buitenland | TOTAAL | België | buitenland | TOTAAL | |
| Materiële vaste activa | 2.213,4 | — | 2.213,4 | 2.288,0 | — | 2.288,0 |
| Overige immateriële vaste activa | 694,1 | — | 694,1 | 693,6 | — | 693,6 |
| Totaal vaste activa | 2.907,5 | — | 2.907,5 | 2.981,6 | — | 2.981,6 |
| (€ in miljoen) | voor de zes maanden afgesloten op 30 juni 2021 |
voor de zes maanden afgesloten op 30 juni 2020 |
||||
| België | buitenland | TOTAAL | België | buitenland | TOTAAL | |
| Totaal inkomsten | 1.288,3 | — | 1.288,3 | 1.270,2 | 2,0 | 1.272,2 |
Opname van de businessklanten kleine en middelgrote ondernemingen ('kmo') en grote ondernemingen ('go'): Vanaf het tweede kwartaal van 2021 omvat de telling van de postpaid abonnees en het totaal van de mobiele abonnees van de Vennootshap haar kmo- en go-businessklanten, die vroeger niet in de simtelling van de Vennootschap werden opgenomen. Als gevolg van deze wijziging worden de opbrengsten uit de abonnementen en het gebruik van de kmo- en go-businessklanten gerapporteerd onder de opbrengsten uit mobiele telefonie (en niet langer onder opbrengsten uit bedrijfsdiensten). De interconnectieopbrengsten worden nu opgenomen onder overige opbrengsten (en niet langer onder opbrengsten uit bedrijfsdiensten).
De door de Vennootschap gebruikte grondslagen voor de financiële verslaggeving zijn consistent met die gebruikt in de geconsolideerde jaarrekening van de Vennootschap per einde van en voor het jaar afgesloten op 31 december 2020. Een aantal nieuwe standaarden en aanpassingen van standaarden zijn van kracht vanaf 1 januari 2021, maar hebben geen materieel effect op de verkorte geconsolideerde tussentijdse financiële staten van de Vennootschap voor de zes maanden afgesloten op 30 juni 2021 (Toelichting 5.2.20 van de geconsolideerde jaarrekening van de Vennootschap per en voor het jaar eindigend op 31 december 2020).
Een aantal nieuwe standaarden en aanpassingen van standaarden zijn effectief voor boekjaren die beginnen na 1 januari 2021 waarbij eerdere toepassing is toegestaan. De Vennootschap heeft geen van de komende nieuwe of gewijzigde standaarden vervroegd toegepast bij het opstellen van deze geconsolideerde tussentijdse financiële staten.
Configuratiekosten of kosten voor maatwerk in een cloudcomputingovereenkomst (CCO): Na het agendabesluit van de IFRS Interpretations Committee (IFRIC) van april 2021 werden nieuwe richtlijnen beschikbaar gesteld met betrekking tot implementatiekosten in een cloudcomputingovereenkomst (CCO). Als een CCO kwalificeert als een servicecontract, moeten de configuratiekosten of kosten voor maatwerk in rekening gebracht worden wanneer de dienst geleverd wordt, tenzij
Dit agendabesluit had geen materiële impact op de verkorte geconsolideerde tusentijdse financiële staten.
Gedurende de zes maanden afgesloten op 30 juni 2021 heeft de Vennootschap haar doelstellingen of principes inzake financieel risicobeleid niet gewijzigd en dientengevolge zijn ze nog steeds consistent met de toelichtingen in de geconsolideerde jaarrekening per einde van en voor het jaar afgesloten op 31 december 2020.
De reële waarde van financiële activa en financiële verplichtingen, samen met hun boekwaarde in de geconsolideerde balans en hun plaats in de categorieën van reële waarde, wordt in onderstaande tabel getoond. De bepaling van de reële waarde wordt ingedeeld in verscheidene categorieën van reële waarde op basis van de inputs gebruikt bij de waarderingstechnieken. Voor de zes maanden afgesloten op 30 juni 2021 is de toelichting van de reële waarde van leaseverplichtingen niet vereist.
| 30 juni 2021 | Toelichting | Boekwaarde | Reële waarde | |||
|---|---|---|---|---|---|---|
| (€ in miljoen) | Categorie 1 | Categorie 2 | Categorie 3 | |||
| Financiële activa | ||||||
| Financiële activa gewaardeerd tegen reële waarde | ||||||
| Geldmarktfondsen | 60,0 | 60,0 | 60,0 | — | — | |
| Derivaten | 5.10 | 49,8 | 49,8 | — | 49,8 | — |
| Totaal financiële activa gewaardeerd tegen reële waarde |
109,8 | 109,8 | 60,0 | 49,8 | — | |
| Financiële verplichtingen | ||||||
| Financiële verplichtingen gewaardeerd tegen reële waarde |
||||||
| Derivaten | 5.10 | (355,7) | (355,7) | — | (355,7) | — |
| Totaal financiële verplichtingen gewaardeerd tegen reële waarde |
(355,7) | (355,7) | — | (355,7) | — | |
| Financiële verplichtingen gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs |
||||||
| Leningen en overige financieringsverplichtingen (inclusief opgebouwde interest voorzieningen en exclusief uitgestelde financieringskosten en lease verplichtingen) |
5.9 | |||||
| - 2020 Gewijzigde Senior Credit Facility | 3.056,3 | 3.013,5 | — | 3.013,5 | — | |
| - Senior Secured Fixed Rate Notes | 1.414,5 | 1.451,1 | 1.451,1 | — | — | |
| - Revolving credit facility I | 1,1 | 1,1 | — | 1,1 | — | |
| - Nextel kredieten | 0,7 | 0,5 | — | 0,5 | — | |
| -SFR gebruiksrechten op het netwerk | 3,8 | 2,0 | — | 2,0 | — | |
| - Leveranciersfinanciering | 350,5 | 350,5 | — | 350,5 | — | |
| - Cliëntele vergoeding > 20 jaar | 121,2 | 147,1 | — | 147,1 | — | |
| - Nextel renting | 1,3 | 1,7 | — | 1,7 | — | |
| - Overige schulden | 0,6 | 0,5 | — | 0,5 | — | |
| Totaal financiële verplichtingen gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs |
4.950,0 | 4.968,0 | 1.451,1 | 3.516,9 | — |
| 31 december 2020 | Toelichting | Boekwaarde | Reële waarde | |||
|---|---|---|---|---|---|---|
| (€ in miljoen) | Categorie 1 | Categorie 2 | Categorie 3 | |||
| Financiële activa | ||||||
| Financiële activa gewaardeerd tegen reële waarde | ||||||
| Geldmarktfondsen | 45,0 | 45,0 | 45,0 | — | — | |
| Derivaten | 5.10 | 106,7 | 106,7 | — | 106,7 | — |
| Totaal financiële activa gewaardeerd tegen reële waarde |
151,7 | 151,7 | 45,0 | 106,7 | — | |
| Financiële verplichtingen | ||||||
| Financiële verplichtingen gewaardeerd tegen reële waarde |
||||||
| Derivaten | 5.10 | (573,6) | (573,6) | — | (573,6) | — |
| Totaal financiële verplichtingen gewaardeerd tegen reële waarde |
(573,6) | (573,6) | — | (573,6) | — | |
| Financiële verplichtingen gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs |
||||||
| Leningen en overige financieringsverplichtingen (inclusief opgebouwde interest voorzieningen en exclusief uitgestelde financieringskosten en lease verplichtingen) |
5.9 | |||||
| - 2020 Gewijzigde Senior Credit Facility | 2.996,7 | 2.966,4 | — | 2.966,4 | — | |
| - Senior Secured Fixed Rate Notes | 1.388,1 | 1.434,3 | 1.434,3 | — | — | |
| - Revolving credit facility I | 1,1 | 1,1 | — | 1,1 | — | |
| - Nextel kredieten | 0,8 | 0,6 | — | 0,6 | — | |
| -SFR gebruiksrechten op het netwerk | 3,8 | 1,8 | — | 1,8 | — | |
| - Leveranciersfinanciering | 353,9 | 353,9 | — | 353,9 | — | |
| - Cliëntele vergoeding > 20 jaar | 125,5 | 131,1 | — | 131,1 | — | |
| - Nextel renting | 1,8 | 1,7 | — | 1,7 | — | |
| - Overige schulden | 0,6 | 0,5 | — | 0,5 | — | |
| Totaal financiële verplichtingen gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs |
4.872,3 | 4.891,4 | 1.434,3 | 3.457,1 | — |
De volgende tabellen tonen de waarderingstechnieken gebruikt voor de bepaling van de reële waarde van categorie 2, alsook de belangrijke niet-waarneembare inputs die werden gebruikt.
| Type | Waarderingsmethode | Belangrijke niet-observeerbare inputs |
Impact van niet-observeerbare input op de reële waardeberekening |
|
|---|---|---|---|---|
| Interestderivaten | Verdisconteerde kasstromen: de reële waarde van de cross-currency en interestderivaten wordt door de Vennootschap berekend op basis van rentefutures en swaprentes, rekening houdend met het kredietrisico van de Vennootschap en de respectievelijke contractuele tegenpartijen van deze instrumenten. Voor de validatie van de interne berekeningen worden bevestigingen van de reële waarde gebruikt die worden ontvangen van de contractuele tegenpartijen. |
Het kredietrisico van de Vennootschap en de respectievelijke contractuele tegenpartijen van deze instrumenten. |
De ingeschatte reële waarde stijgt (daalt) als: - het kredietrisico van de Vennootschap lager (hoger) is - het kredietrisico van de tegenpartij hoger (lager) is. |
|
| Valutaderivaten en in contracten besloten derivaten |
Verdisconteerde kasstromen: de reële waarde van de valutaderivaten wordt door de Vennootschap berekend als verdiscontering tegen de risico-vrije interestvoet van het verschil tussen de contractuele koers en de huidige marktkoers voor de resterende looptijd van het contract. Deze berekening wordt vergeleken met de marktkoers, indien beschikbaar. |
Niet van toepassing. | Niet van toepassing. |
| Type | Waarderingsmethodes | Niet-observeerbare inputs | Impact van niet-observeerbare input op de reële waardeberekening |
|---|---|---|---|
| Langlopende schulden : - 2020 Gewijzigde Senior Credit Facility - Senior Secured Fixed Rate Notes |
Marktvergelijkingstechniek: de reële waarden zijn gebaseerd op noteringen van financiële makelaars/traders. De financiële makelaars/traders die deze noteringen aanbieden, behoren tot de meest actieve wat de verhandeling van de Senior Credit Facility betreft, en verschaffen op regelmatige basis noteringen aan de markt. Geen aanpassingen aan deze prijsbepaling zijn noodzakelijk. |
Niet van toepassing. | Niet van toepassing. |
| Langlopende schulden: - Nextel renting - SFR gebruiksrecht op het netwerk - Leveranciersfinanciering - Nextel kredietfaciliteit - Clientèlevergoeding > 20 jaar - Overige schulden - Revolving credit facility I |
Verdisconteerde kasstromen. | Verdisconteringsvoet. | De ingeschatte reële waarde stijgt (daalt) als: -de verdisconteringsvoet lager (hoger) is. |
Voor de zes maanden afgesloten op 30 juni 2021 veranderden er geen financiële activa of verplichtingen gewaardeerd aan reële waarde van categorie reële waarde.
| (€ in miljoen) | Toelichting | Terreinen, gebouwen en verbeteringen aan gehuurde gebouwen |
Netwerk | Activa in aanbouw |
Meubilair, uitrusting en rollend materiaal |
Totaal |
|---|---|---|---|---|---|---|
| Kost | ||||||
| Per 01 januari 2021 | 234,0 | 3.972,3 | 98,6 | 115,0 | 4.419,9 | |
| Toevoegingen | 1,9 | 140,7 | 3,5 | 9,0 | 155,1 | |
| Overdrachten | (0,3) | 13,1 | (22,5) | (0,5) | (10,2) | |
| Overige | (11,6) | — | — | 0,5 | (11,1) | |
| Duurzame waardevermindering | — | — | (0,3) | — | (0,3) | |
| Uitboeking van volledig afgeschreven activa |
(4,4) | (7,6) | — | (0,2) | (12,2) | |
| Per 30 juni 2021 | 219,6 | 4.118,5 | 79,3 | 123,8 | 4.541,2 | |
| Gecumuleerde afschrijvingen | ||||||
| Per 01 januari 2021 | 119,9 | 1.958,9 | — | 53,1 | 2.131,9 | |
| Afschrijvingskosten voor het boekjaar | 14,0 | 199,2 | — | 4,9 | 218,1 | |
| Overdrachten | (0,3) | (9,6) | — | (0,3) | (10,2) | |
| Uitboeking van volledig afgeschreven activa |
(4,4) | (7,6) | — | (0,2) | (12,2) | |
| Overige | — | — | — | 0,2 | 0,2 | |
| Per 30 juni 2021 | 129,2 | 2.140,9 | — | 57,7 | 2.327,8 | |
| Boekwaarde | ||||||
| Per 30 juni 2021 | 90,4 | 1.977,6 | 79,3 | 66,1 | 2.213,4 | |
| Per 1 januari 2021 | 114,1 | 2.013,4 | 98,6 | 61,9 | 2.288,0 |
De toe te rekenen bedrijfsinvesteringen voor de zes maanden afgesloten op 30 juni 2021 bedroegen €155,1 miljoen, en hadden voornamelijk betrekking op investeringen in het netwerk van de Vennootschap.
Voor de zes maanden afgesloten op 30 juni 2021 nam de Vennootschap niet langer €12,2 miljoen aan brutowaarde en toe te rekenen afschrijvingen op, die betrekking hadden op activa die volledig afgeschreven waren en niet langer door de Vennootschap gebruikt worden.
De goodwill per 30 juni 2021 bedroeg €1.824,5 miljoen en bleef ongewijzigd in vergelijking met 31 december 2020. De Vennootschap identificeerde de volgende twee kasstroomgenererende entiteiten:
| (€ in miljoen) | Netwerk gebruiks rechten |
Handels naam |
Software | Klanten lijsten |
Uitzend rechten |
Overige | Totaal |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Kost | |||||||
| Per 31 december 2020 | 294,6 | 191,7 | 946,7 | 179,3 | 178,5 | 33,9 | 1.824,7 |
| Toevoegingen | 8,4 | — | 101,9 | — | 31,6 | — | 141,9 |
| Overdrachten | — | — | (0,8) | — | — | — | (0,8) |
| Uitboeking van volledig afgeschreven activa |
— | (0,5) | (1,7) | — | (1,7) | — | (3,9) |
| Per 30 juni 2021 | 303,0 | 191,2 | 1.046,1 | 179,3 | 208,4 | 33,9 | 1.961,9 |
| Gecumuleerde afschrijvingen | |||||||
| Per 01 januari 2021 | 200,4 | 138,4 | 565,9 | 114,5 | 106,6 | 5,3 | 1.131,1 |
| Afschrijvingskosten voor het boekjaar |
12,4 | 2,9 | 76,5 | 10,2 | 38,3 | 1,1 | 141,4 |
| Overdrachten | — | — | (0,8) | — | — | — | (0,8) |
| Uitboeking van volledig afgeschreven activa |
— | (0,5) | (1,7) | — | (1,7) | — | (3,9) |
| Per 30 juni 2021 | 212,8 | 140,8 | 639,9 | 124,7 | 143,2 | 6,4 | 1.267,8 |
| Per 30 juni 2021 | 90,2 | 50,4 | 406,2 | 54,6 | 65,2 | 27,5 | 694,1 |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Per 1 januari 2021 | 94,2 | 53,3 | 380,8 | 64,8 | 71,9 | 28,6 | 693,6 |
De immateriële activa van de Vennootschap, andere dan goodwill, hebben een eindige levensduur en bestaan voornamelijk uit netwerkgebruiksrechten (vooral mobiel spectrum), handelsnaam, kosten met betrekking tot softwareontwikkeling en -verwerving, klantenlijsten, en uitzendrechten.
De toevoegingen in Software voor de zes maanden afgesloten op 30 juni 2021 belopen €101,9 miljoen. De hoge softwaregerelateerde investeringen vertegenwoordigen verhoogde investeringen in ons klantgerichte platform, evenals investeringen in het stimuleren van de klantervaring en investeringen in een nieuw ERP-softwareprogramma.
Toevoegingen van uitzendrechten belopen €31,6 miljoen, en zijn voornamelijk toe te schrijven aan toevoegingen van filmrechten (€25,8 miljoen) en sportrechten (€5.8 miljoen). Uitboekingen omwille van verkoop en buitengebruikstelling bedroegen €1,7 miljoen, wat voornamelijk gerelateerd is aan de uitboeking van rechten voor de Belgische Hockey league seizoenen 2018-2021 (-€0.9 miljoen) en voor UEFA Europa League seizoenen 2018-2021 (-€0.8 miljoen).
De volgende tabel toont de componenten van de investeringen van de Vennootschap in geassocieerde deelnemingen:
| (€ in miljoen) Verwerving van geassocieerde deelnemingen |
Joint Ventures | Overige | Totaal |
|---|---|---|---|
| Per 1 januari 2021 | 87,9 | 13,9 | 101,8 |
| Investering Ads & Data | 0,1 | — | 0,1 |
| Bijzondere waardevermindering Ads & Data | (0,9) | — | (0,9) |
| Transfer Ads & Data | 1,1 | (1,1) | — |
| Investering Caviar | 13,5 | — | 13,5 |
| Overdrachten van leningen | 1,0 | — | 1,0 |
| Per 30 juni 2021 | 102,7 | 12,8 | 115,5 |
| Per 1 januari 2021 | (0,8) | 1,2 | 0,4 |
|---|---|---|---|
| Aandeel in het resultaat van geassocieerde deelnemingen | (1,7) | 0,3 | (1,4) |
| Dividend | (0,3) | — | (0,3) |
| Transfer Ads & Data | (1,1) | 1,1 | — |
| Per 30 juni 2021 | (3,9) | 2,6 | (1,3) |
| Per 1 januari 2021 | 4,0 | 5,5 | 9,5 |
|---|---|---|---|
| Nieuwe leningen | — | 1,4 | 1,4 |
| Overdrachten naar investeringen | — | (1,0) | (1,0) |
| Toe te rekenen rente | — | 0,1 | 0,1 |
| Per 30 juni 2021 | 4,0 | 6,0 | 10,0 |
| Per 30 juni 2021 | 102,8 | 21,4 | 124,2 |
|---|---|---|---|
| Per 1 januari 2021 | 91,1 | 20,6 | 111,7 |
Op 1 april 2020 nam Eltrona, een Luxemburgse kabelmaatschappij, de activiteiten van Coditel S.à.r.l ("SFR-Lux"), een voormalige dochtervennootschap van Telenet, over via fusie. De aangehouden investering van Telenet in Eltrona bedraagt 50%-1 aandeel, voldoet aan de voorwaarden van een Joint Venture en wordt bijgevolg verwerkt volgens de vermogens mutatie methode. De initiële (bruto) investeringswaarde op het moment van de acquisitie bedroeg €59,5 miljoen. Per 31 maart 2021 werd de toewijzing van de aankoopprijs aan de verworven geïdentificeerde netto-activa afgerond. De reële waarde aanpassing had voornamelijk betrekking op materiële vaste activa (€19,2 miljoen), historische goodwill (-€27,8 miljoen), overige immateriële activa (o.a. klantrelaties (€15.7 miljoen) en handelsnaam (€1,6 miljoen)) en de uitgestelde belastingsverplichtingen op de hiervoor vermelde aanpassingen (€7,7 miljoen).
Het resultaat van de reële waarde aanpassingen op het moment van de acquisitie kunnen als volgt worden samengevat:
| (€ in miljoen) | Initiële IFRS openingsbalans |
Reële waarde aanpassingen |
Reële waarde van netto identificeerbare activa |
|---|---|---|---|
| Netto actief (01/04/2020) | |||
| Vaste activa | 54,1 | 8,7 | 62,8 |
| Vlottende activa | 23,4 | — | 23,4 |
| Langlopende verplichtingen | (4,0) | (7,7) | (11,7) |
| Kortlopende verplichtingen | (20,8) | — | (20,8) |
| Netto actief (100%) | 52,7 | 1,0 | 53,7 |
| Aandeel van de groep in het netto actief (50%-1) | |||
| Aandeel van de groep in het netto actief (50%-1) | 26,4 | 26,9 | |
| Goodwill | 33,1 | 32,6 | |
| Boekwaarde van het aandeel in de joint venture (01/04/2020) |
59,5 | 59,5 |
Op 30 juni 2021 bedroeg de boekwaarde van de investering €58,7 miljoen. Het aandeel van Telenet in het resultaat voor de zes maanden eindigend op 30 juni 2021 bedroeg -€1,8 miljoen.
Streamz BV ("Streamz")is een joint venture tussen DPG Media en Telenet die een volwaardige streamingdienst lanceerde met lokale en internationale content. In eerste instantie heeft Telenet in de loop van 2020 bepaalde content-gerelateerde activa en passiva ingebracht in zijn toenmalige volledige dochteronderneming Streamz. Vervolgens is DPG Media op 1 september 2020 de joint venture aangegaan door 50% van de aandelen in de joint venture van Telenet te kopen. De initiële (bruto) investeringswaarde op het moment van de acquisitie bedroeg €28,4 miljoen. Op 30 juni 2021 heeft de Vennootschap de toerekening van de kostprijs van de investering aan het aandeel van de Vennootschap in de netto reële waarde van de identificeerbare activa en passiva van Streamz nog niet kunnen voltooien. De Vennootschap verwacht niet dat bepaalde elementen van de activa en passiva van Streamz onderhevig zullen zijn aan een aanpassing van de reële waarde.
De voorlopige goodwill die vervat zit in de investeringswaarde kan als volgt worden samengevat:
| (€ in miljoen) | |
|---|---|
| Overgedragen vergoeding (incl. directe kosten betreffende overnames) | 28,4 |
| Aandeel in het netto-actief van Streamz BV per 1 september 2020 (50%) | 11,9 |
| Goodwill | 16,5 |
| Bedrag opgenomen als geassocieerde deelneming | 28,4 |
Op 1 september 2020 hebben Telenet en DPG Media elk een lening verstrekt aan Streamz BV van €4,0 miljoen met een looptijd van twee jaar.
Op 30 juni 2021 bedroeg de boekwaarde van de investering €25,9 miljoen. Het aandeel van Telenet in het resultaat voor de zes maanden eindigend op 30 juni 2021 bedroeg -€0,6 miljoen.
Op 1 april 2021 creëerden (i) Telenet / SBS, (ii) Mediahuis, (iii) Proximus / Skynet en (iv) Pebble Media NV ("Pebble Media") gezamenlijk een joint venture om adverteerders de best mogelijke en meest efficiënte oplossingen te bieden voor de communicatie met hun doelgroepen via verschillende media en platforms. Deze joint venture opereert als een nationaal agentschap voor de verkoop van advertentieruimte.
Pebble Media, een 50%-50% joint venture van Telenet en de VAR (Vlaamse Audiovisuele Regie), vormde de basis voor de nieuwe JV. Pebble Media was opgericht om gezamenlijk de online reclame van de investeerders te organiseren. Op 1 april 2021, de datum waarop de transactie werd afgesloten, stapte de VAR in eerste instantie uit Pebble Media door zijn 50%-belang in Pebble Media te verkopen aan Telenet, wat onmiddellijk gevolgd werd door een verkoop door Telenet van respectievelijk 44,4% en 11,2% van de Pebble Media-aandelen aan Mediahuis en Proximus. Vervolgens werd Pebble Media omgedoopt in Ads & Data. Op 30 juni hield Telenet een belang aan van 44,4% in de nieuwe JV Ads & Data.
De initiële (bruto) investeringswaarde bedroeg €0,2 miljoen. De Vennootschap verwacht niet dat bepaalde elementen van de activa en passiva van Ads & Data onderhevig zullen zijn aan een aanpassing van de reële waarde. Op 30 juni 2021 bedroeg de boekwaarde van de investering €0,3 miljoen. Het aandeel van Telenet in het resultaat voor de zes maanden eindigend op 30 juni 2021 bedroeg €0,1 miljoen.
Op 3 mei 2021 rondde Telenet Group NV de acquisitie af van een belang van 49% in Caviar Group NV en 6320 Canal SA (samen "Caviar" of de "Caviar Group" genoemd) voor een aankoopprijs van €13,5 miljoen. De Caviar Group is een wereldwijde productiegroep voor entertainment en audiovisuele content die actief is in Europa en de Verenigde Staten.
De investering van 49% in Caviar Group voldoet aan de voorwaarden van een joint venture en wordt bijgevolg verwerkt volgens de vermogens mutatie methode. Telenet erkende zijn aandeel van €0,5 miljoen in het nettoresultaat van Caviar Group voor de periode die begon op de sluitingsdatum van de transactie, wat resulteerde in een boekwaarde van de investering van €14,0 miljoen op 30 juni 2021. De toewijzing van de overgedragen vergoeding is momenteel lopende.
Doccle is een digitaal platform waarmee producenten en consumenten documenten veilig kunnen opslaan en administratieve taken kunnen uitvoeren. In de huidige opstelling hebben (i) CM (een ziekenfonds), (ii) Acerta (een salarisadministratie), en (iii) Telenet elk een belang van 33% in de JV.
Elk van de aandeelhouders in de JV is ook klant van Doccle, aangezien zij het platform gebruiken om de communicatie met hun klanten te organiseren en documenten op te slaan.
Beide andere deelnemers in de joint venture (CM en Acerta) gaven aan van plan te zijn uit de JV te stappen, waarop alle partijen op 26 februari 2021 een overeenkomst voor de overdracht van de betreffende aandelen sloten. Als gevolg van deze overeenkomst zullen CM en Acerta hun aandelen aan Telenet verkopen op de transactiedatum, zijnde 1 juli 2021, waarna Telenet 100% aandeelhouder wordt. De Vennootschap is van plan de bestaande 33%-33%-33% JV om te vormen tot een 50%-50% joint venture met Isabel Group. Op 10 juni 2021 zijn Telenet en Isabel Group een Share Purchase Agreement (SPA) aangegaan waarbij Isabel Group 50% van de aandelen in de JV zal kopen. Deze laatste transactie is onderhevig aan de goedkeuring door de regelgevende instanties. Momenteel verwacht de Vennootschap goedkeuring van de regelgevende instanties te kunnen verkrijgen tegen einde 2021.
Per eind juni 2021 kunnen de deelneming van de Vennootschap in en leningen toegekend aan, alsook Telenet's aandeel in het resultaat van de JV als volgt worden samengevat:
| (€ in miljoen) | Doccle CVBA | Doccle.Up NV | TOTAL |
|---|---|---|---|
| Investering (boekwaarde) | 0,3 | 0,6 | 0,9 |
| Toegekende leningen | 1,6 | 1,0 | 2,6 |
| Aandeel in het resultaat voor de periode eindigend op 30 juni 2021 | (0,2) | — | (0,2) |
Op 30 juni 2021 bedroeg het maatschappelijk kapitaal €12,8 miljoen (op 31 december 2020: €12,8 miljoen).
De verkorte tussentijdse financiële staten per 30 juni 2021 vertonen een negatief (geconsolideerd) eigen vermogen van €1.388,5 miljoen, voornamelijk als gevolg van het uitkeringsbeleid van de Vennootschap, inclusief kapitaalverminderingen in voorgaande jaren.
De Vennootschap plant haar optimale vermogensstructuur op geconsolideerd niveau, gebaseerd op een bepaalde verhouding tussen eigen en vreemd vermogen, ondanks een negatief eigen vermogen op geconsolideerd niveau en rekening houdend met het feit dat de kortlopende verplichtingen meer bedragen dan de vlottende activa.
De raad van bestuur heeft rekening gehouden met het eigen vermogen van de Vennootschap en heeft de tussentijdse financiële staten opgemaakt met consistente toepassing van de grondslagen voor financiële verslaggeving waarbij uitgegaan wordt van het continuïteitsbeginsel, rekening houdend met ondermeer:
Op 30 juni 2021 bezat de Vennootschap 4.464.799 eigen aandelen. Er werden geen aandelenopties uitgeoefend tijdens de zes maanden afgesloten op 30 juni 2021. Als gevolg van de (gedeeltelijke) vesting tijdens de eerste zes maanden eindigend op 30 juni 2021 van (i) de RSU 2019, (ii) de RSU 2020 en ( iii) de Compensation RSU mei 2021 plannen, heeft de Vennootschap in totaal 133.759 eigen aandelen overgedragen aan de begunstigden.
Op 28 april 2021 keurde de Algemene Vergadering van Aandeelhouders een bruto slotdividend over 2020 goed van €1,375 per aandeel, of in totaal €150,2 miljoen voor de 109.243.261 dividendgerechtigde aandelen op dat moment. De effectieve betaling van dit dividend vond plaats op 5 mei 2021.
Op 23 april 2021 vond de ontbinding en vereffening van Telenet Finance BV plaats wat resulteerde in een daling van het minderheidsbelang met €3,1 miljoen. Op 30 juni 2021 vond de ontbinding en vereffening van Telenet Tecteo Bidco NV plaats, wat resulteerde in een daling van het minderheidsbelang met €21,8 miljoen.
De contractuele termijn om de ESOP 2016 aandelenopties uit te oefenen liep af op 15 april 2021. Als gevolg hiervan vervielen alle op dat moment uitstaande en niet-uitgeoefende 243.316 aandelenopties en bijgevolg zijn er niet langer uitstaande aandelenopties onder dit plan.
De Vennootschap heeft een bestaande praktijk om de begunstigden van lange termijn incentive plannen te compenseren voor het effect van dividenduitkeringen op de aandelenkoers van de Vennootschap. De houders van verworven en niet-verworven aandelenopties, niet-verworven prestatieaandelen en niet-verworven beperkte aandelen hebben op 10 mei 2021 Compensatie Beperkte Aandelen toegekend gekregen (de "Mei 2021 Compensatie Beperkte aandelen").
Deze Compensatie Beperkte Aandelen werden definitief verworven bij toekenning en werden op het moment van uitgifte door de Vennootschap afgerekend door 82.643 aandelen over te dragen. De Compensatie Beperkte Aandelen plannen bevatten geen prestatievereisten en als gevolg daarvan werden de verloningskosten toerekenbaar aan deze beloningsregelingen integraal erkend op de toekenningsdatum, zijnde 10 mei 2021.
Gedurende de zes maanden afgesloten op 30 juni 2021 heeft Telenet €12,8 miljoen kosten met betrekking tot op aandelen gebaseerde vergoedingen aangaande de Telenet op aandelen gebaseerde personeelsverloningsplannen erkend in de tussentijdse financiële staten, waarvan €2,5 miljoen betrekking heeft op optieplannen van de Vennootschap, €2,6 miljoen op de Telenet Prestatie Aandelenplannen en €7,7 miljoen op de Beperkte Aandelenplannen. De totale kosten met betrekking tot op aandelen gebaseerde vergoeding voor de zes maanden afgesloten op 30 juni 2020 bedroeg €8,0 miljoen.
De onderstaande bedragen omvatten de toe te rekenen interest en schuld premies op datum van 30 juni 2021 en 31 december 2020.
| (€ in miljoen) | 30 juni 2021 | 31 december 2020 |
|---|---|---|
| 2020 Gewijzigde Senior Credit Facility: | ||
| Termijnlening AR | 1.934,7 | 1.874,9 |
| Termijnlening AQ | 1.121,6 | 1.121,8 |
| Senior Secured Fixed Rate Notes | ||
| USD1000 miljoen Senior Secured Notes met vervaldag 2028 | 865,8 | 839,4 |
| €600 miljoen Senior Secured Notes met vervaldag 2028 | 548,7 | 548,7 |
| Revolving credit facility I | 1,1 | 1,1 |
| Nextel banklening | 0,7 | 0,8 |
| SFR gebruiksrechten op het netwerk | 3,8 | 3,8 |
| Leveranciersfinanciering | 350,5 | 353,9 |
| Leaseverplichtingen | 530,1 | 555,5 |
| Clientèlevergoeding > 20 jaar | 121,2 | 125,5 |
| Nextel verhuurschuld | 1,3 | 1,8 |
| Overige schulden | 0,6 | 0,6 |
| 5.480,1 | 5.427,9 | |
| Minus: Over te dragen financieringskosten | (9,4) | (10,0) |
| Totale lang- en kort lopende leningen en financieringsverplichtingen | 5.470,7 | 5.417,9 |
| Minus: Kortlopend gedeelte | (497,8) | (499,6) |
| Totale langlopende leningen en financieringsverplichtingen | 4.972,9 | 4.918,3 |
Op 30 juni 2021 bedroeg Telenets totale schuld (inclusief toe te rekenen rente en schuldpremie) €5.470,7 miljoen, waarvan een bedrag van €1,414.5 miljoen verband houdt met de Senior Secured Fixed Rate Notes die in de periode van maart 2028 vervallen en een bedrag van €3,056.3 miljoen verschuldigd is onder de 2020 Gewijzigde Senior Credit Facility die van april 2028 tot april 2029 vervalt.
De totale schuld van de Vennootschap op 30 juni 2021 omvatte ook een hoofdsom van €350,5 miljoen in verband met Telenets leverancierskredietprogramma, die vrijwel volledig binnen de 12 maanden vervalt. Het restant vertegenwoordigt voornamelijk de verplichtingen uit hoofde van leases in verband met de overname van Interkabel en overige leaseverplichtingen.
De (i) opgebouwde intrest, (ii) leaseverplichtingen en (iii) kortlopende verplichtingen voor Telenets leverancierskredietprogramma buiten beschouwing gelaten, heeft de Vennootschap op 30 juni 2021 geen vervallende schulden voor maart 2028 met een gewogen gemiddelde looptijd van 7,0 jaar. Daarnaast had Telenet op 30 juni 2021 ook volledig toegang tot €555,0 miljoen niet-opgenomen verbintenissen onder de wentelkredietfaciliteiten, beschikbaar tot september 2026.
De totale toekomstige betalingen in hoofdsom voor alle leningen en financieringsverplichtingen van de Vennootschap, uitgezonderd de leases en andere financieringen op 30 juni 2021, worden weergegeven in de volgende tabel.
| (€ in miljoen) | Totale faciliteit per |
Opgenomen bedrag |
Beschikbaar bedrag |
Vervaldag | Intrestvoet | Intrestbetaling verschuldigd |
|---|---|---|---|---|---|---|
| 30 juni 2021 | ||||||
| 2020 Gewijzigde Senior Credit Facility: |
||||||
| Termijnlening AQ | 1.110,0 | 1.110,0 | — | 30 april 2029 | Vlottend 6- maand Euribor (0% floor) + 2.25% |
Halfjaarlijks (jan. en juli) |
| Termijnlening AR (USD 2,295 miljoen) | 1.937,0 | 1.937,0 | — | 30 april 2028 | Vlottend USD Libor 6-maand (0% floor)+ 2.00% |
Maandelijks |
| Revolving credit facility I | 510,0 | — | 510,0 | 31 mei, 2026 | Vlottend 6- maand Euribor (0% floor)+ 2.25% |
Per kwartaal (enkel commitment fees) |
| Andere: | ||||||
| Wentelkrediet | 20,0 | — | 20,0 | 30 september, 2026 |
Vlottend 6- maand EURIBOR (0% floor) + 2.25% |
Per kwartaal (enkel commitment fees) |
| BNP kaskrediet | 25,0 | — | 25,0 | 30 juni, 2022 | Vlottend 1- maand EURIBOR (0% floor)+ 1.60% |
Per kwartaal (enkel commitment fees) |
| Senior Secured Fixed Rate Notes: |
||||||
| USD 1.000 miljoen Senior Secured Notes met vervaldag 2028 (Faciliteit AJ) |
844,0 | 844,0 | — | 1 maart 2028 | Vast 5,50% | Halfjaarlijks (jan. en juli) |
| €600 miljoen Senior Secured Notes met vervaldag 2028 (Faciliteit AK) |
540,0 | 540,0 | — | 1 maart 2028 | Vast 3,50% | Halfjaarlijks (jan. en juli) |
Totaal nominaal bedrag 4.986,0 4.431,0 555,0
De Vennootschap maakt gebruik van diverse afgeleide financiële instrumenten om het interestrisico en het wisselkoersrisico te beheren. Onderstaande tabel geeft een gedetailleerde weergave van de reële waarde van de financiële en afgeleide instrumenten van de Vennootschap opgenomen op balans:
| (€ in miljoen) | 30 juni 2021 | 31 december 2020 |
|---|---|---|
| Vlottende activa | 32,5 | 48,1 |
| Vaste activa | 17,3 | 58,6 |
| Kortlopende verplichtingen | (61,9) | (65,5) |
| Langlopende verplichtingen | (293,8) | (508,0) |
| (305,9) | (466,8) | |
| Interestderivaten | (113,3) | (131,9) |
| Cross currency interestderivaten | (194,9) | (332,1) |
| Valutaderivaten | 0,5 | (2,8) |
| In contracten besloten derivaten | 1,8 | — |
| (305,9) | (466,8) |
De gerealiseerde en niet-gerealiseerde winsten (verliezen) op financiële en afgeleide financiële instrumenten bestaan uit de volgende bedragen:
| Voor de zes maanden afgesloten op 30 juni | ||
|---|---|---|
| (€ in miljoen) | 2021 | 2020 |
| Wijziging in reële waarde van derivaten | ||
| Cross currency interestderivaten | 137,2 | 15,3 |
| Interestderivaten | 18,5 | (13,7) |
| Valutaderivaten | 3,4 | (1,5) |
| In contracten besloten derivaten | 1,8 | — |
| Interest rate caps | — | 16,9 |
| Totale verandering in reële waarde | 160,9 | 17,0 |
| Gerealiseerd resultaat van derivaten | ||
| Cross currency interestderivaten | 14,0 | 26,9 |
| Interestderivaten | (24,4) | (21,2) |
| Interest rate caps | 1,8 | — |
| Totaal gerealiseerd resultaat van derivaten | (8,6) | 5,7 |
| Netto meerwaarde (minderwaarde) op derivaten | 152,3 | 22,7 |
De toename in reële waarde voor de zes maanden afgesloten op 30 juni 2021 van €160,9 miljoen was vooral het gevolg van een neerwaartse evolutie van de euro swapcurve, die een positief effect had op de waardering tegen reële waarde van de interest derivaten en cross currency derivaten, een lagere EUR/USD-koers die een positieve invloed heeft op de waarderingen van de cross-currency renteswaps en minder negatieve EURIBOR-rente die een gunstige invloed heeft op de waardering van de portefeuille met renteopties.
Voor interestderivaten en cross currency interestderivaten bevat de verandering in reële waarde niet de verandering in de toe te rekenen rente.
| (€ in miljoen) | Voor de zes maanden afgesloten op 30 juni |
||
|---|---|---|---|
| 2021 | 2020 | ||
| Winstbelastingen | (44,6) | (5,6) | |
| Uitgestelde belastingen | (25,1) | (10,8) | |
| Belastingen | (69,7) | (16,4) |
De Vennootschap erkende winstbelastingen van €44,6 miljoen voor de zes maanden afgesloten op 30 juni 2021. Samen met de effectieve betaling van €95,6 miljoen aan winstbelastingen voor de zes maanden afgesloten op 30 juni 2021 bracht dit de belastingverplichtingen per 30 juni 2021 op €133,9 miljoen (31 december 2020: €184,6 miljoen).
Telenet noteerde € 69,7 miljoen winstbelastingen voor de zes maanden tot 30 juni 2021 vergeleken met € 16,4 miljoen voor de zes maanden tot 30 juni 2020. Telenets winstbelastingen voor de zes maanden tot 30 juni 2020 werden gunstig beïnvloed door de opname van de aftrek voor innovatie-inkomsten, met inbegrip van een eenmalig effect van aftrekken voor vorige periodes.
Telenet Group Holding NV en zijn dochtervennootschappen hadden gecumuleerde fiscaal overdraagbare verliezen van €1.177,1 miljoen op 30 juni 2021 (31 december 2020: €1.200,7 miljoen). Deze overdraagbare verliezen kunnen historisch zijn (van voor de overname door de Telenet Group), of kunnen het resultaat zijn van operationele, financiële of overname activiteiten, Onder de huidige Belgische en Luxemburgse belastingwetgeving hebben deze gecumuleerde fiscaal overdraagbare verliezen een onbeperkte levensduur en kunnen zij worden gebruikt voor verrekening van de toekomstige belastbare inkomsten van Telenet Group Holding NV en zijn dochtervennootschappen.
Voor fiscaal overdraagbare verliezen worden uitgestelde belastingvorderingen erkend voor zover het waarschijnlijk is dat er toekomstige belastbare winsten voorhanden zullen zijn om de compenseerbare verliezen aan te wenden, op basis van management inschattingen waarbij rekening gehouden wordt met het business plan en projecties van toekomstige verwachte resultaten. Eenzelfde analyse wordt gedaan voor entiteiten die in de afgelopen twee boekjaren verlies leden, maar waar management op basis van business plannen en projecties van het fiscaal resultaat, met voldoende waarschijnlijkheid concludeert dat er toekomstige belastbare winsten voorhanden zullen zijn om de verliezen aan te wenden (Telenet International Finance Sarl zit in deze positie, en heeft een netto uitgestelde belastingvordering van €68,5 miljoen op 30 juni 2021).
Op 30 juni 2021 had de Vennootschap geen uitgestelde belastingvorderingen opgenomen ten belope van €140,4 miljoen (31 december 2020: €139,3 miljoen), resulterend uit fiscaal overdraagbare verliezen van €561,6 miljoen (31 december 2020: €557,0 miljoen), aangezien het niet waarschijnlijk wordt geacht dat deze uitgestelde belastingvorderingen zullen gerealiseerd worden in de voorzienbare toekomst.
De opbrengsten van de Vennootschap bestaan uit:
| (€ in miljoen) | Voor de zes maanden afgesloten op 30 juni | ||
|---|---|---|---|
| 2021 | 2020 | ||
| Opbrengsten uit abonnementen | |||
| Televisie | 278,8 | 284,0 | |
| Breedbandinternet | 337,8 | 323,5 | |
| Vaste telefonie | 109,3 | 113,8 | |
| Opbrengsten uit kabelgerelateerde abonnementen | 725,9 | 721,3 | |
| Mobiele telefonie | 238,0 | 223,0 | |
| Totaal opbrengsten uit abonnementen | 963,9 | 944,3 | |
| Bedrijfsdiensten | 90,3 | 98,3 | |
| Overige | 234,1 | 229,6 | |
| Totaal bedrijfsopbrengsten | 1.288,3 | 1.272,2 |
In de zes maanden tot 30 juni 2021 genereerde Telenet € 1.288,3 miljoen opbrengsten, een stijging met meer dan 1% (1.3%) tegenover € 1.272,2 miljoen in dezelfde periode vorig jaar.
De totale abonnementsinkomsten van het bedrijf, inclusief de inkomsten uit zowel kabel- als mobiele abonnementen, stegen met 1% op jaarbasis voor de zes maanden eindigend op 30 juni 2021 en vormen nog steeds een solide bron van cashflow voor de Vennootschap. Deze positieve trend werd gedreven door een solide groei van de inkomsten uit kabelabonnementen, aangedreven door (i) het aanhoudende momentum voor de FMC-bundels in zowel het residentiële als het zakelijke segment, (ii) de opwaardering van breedbandklanten naar bundels met hogere snelheid en (iii) het voordeel van de tariefaanpassing van oktober 2020. Als gevolg van wijzigingen in de toewijzing van inkomsten uit de nieuwe "ONE FMC-bundels in vergelijking met de vroegere "WIGO" en "YUGO" FMC-bundels, stegen de inkomsten uit mobiele telefonie met € 0,9 miljoen in H1 2021, met een overeenkomstige daling van de kabel inkomsten uit abonnementen.
De overige inkomsten van het bedrijf bedroegen € 234,1 miljoen voor de zes maanden eindigend op 30 juni 2021, een stijging van 2% jaar-op-jaar, voornamelijk als gevolg van een stijging van de advertentie- en productie-inkomsten.
| (€ in miljoen) | Voor de zes maanden afgesloten op 30 juni, | |
|---|---|---|
| 2021 | 2020 | |
| Interconnectie | 65,0 | 79,2 |
| Verkoop van telefoons en hardware | 45,9 | 44,4 |
| Wholesale | 50,9 | 47,1 |
| Advertentie en productie | 60,4 | 44,8 |
| Overige | 11,9 | 14,1 |
| Totaal overige opbrengsten | 234,1 | 229,6 |
De over te dragen opbrengsten van de Vennootschap kunnen uitgesplitst worden als volgt:
(€ in miljoen)
| 30 juni 2021 | 31 december 2020 | |
|---|---|---|
| Opbrengsten uit abonnementen | ||
| Televisie | 14,9 | 16,4 |
| Breedbandinternet | 25,6 | 25,7 |
| Vaste telefonie | 17,8 | 17,1 |
| Opbrengsten uit kabelgerelateerde abonnementen | 58,3 | 59,2 |
| Mobiele telefonie | 23,0 | 23,9 |
| Totaal opbrengsten uit abonnementen | 81,3 | 83,1 |
| Bedrijfsdiensten | 25,1 | 22,7 |
| Overige | 8,7 | 13,1 |
| Totaal over te dragen opbrengsten uit abonnementen | 115,1 | 118,9 |
| Overige contract verplichtingen | 6,8 | 7,5 |
| Totaal over te dragen opbrengsten | 121,9 | 126,4 |
| Kortlopende over te dragen opbrengsten | 3,2 | 3,6 |
| Langlopende over te dragen opbrengsten | 118,7 | 122,8 |
| (€ in miljoen) | Voor de zes maanden afgesloten op 30 juni | |
|---|---|---|
| Note | 2021 | 2020 |
| Netwerkexploitatiekosten | 106,1 | 100,7 |
| Directe kosten (programmering en auteursrechten, interconnectie en andere) | 250,3 | 242,5 |
| Personeelsgerelateerde kosten | 138,1 | 133,2 |
| Verkoop- en marketingkosten | 39,3 | 40,0 |
| Uitbestede arbeidsdiensten en professionele diensten | 15,2 | 14,3 |
| Overige indirecte kosten | 50,6 | 43,5 |
| Operationele kosten | 599,6 | 574,2 |
| Herstructureringskosten | 0,9 | 5,0 |
| Operationele kosten betreffende overnames of desinvesteringen | 6,9 | 1,7 |
| Aanpassingen van toewijzingsverschillen na de erkenningsperiode mbt overnames | (2,0) | (0,6) |
| Op aandelen gebaseerde vergoedingen 5.8.2 |
12,8 | 8,0 |
| Afschrijvingen op materiële vaste activa 5.4 |
218,1 | 213,1 |
| Afschrijvingen op overige immateriële vaste activa 5.6 |
103,1 | 92,3 |
| Afschrijvingen op uitzendrechten 5.6 |
38,3 | 56,1 |
| Waardevermindering op overige immateriële activa en goodwill | — | 21,3 |
| Waardeverminderingen op materiële vaste activa 5.4 |
0,3 | 2,0 |
| Winst op verkoop van materiële vaste activa | (2,2) | (3,0) |
| Niet-geldelijke en niet-recurrente elementen | 376,2 | 395,9 |
| Totaal kosten | 975,8 | 970,1 |
Voor de zes maanden eindigend op 30 juni 2021 heeft Telenet totale kosten gemaakt van € 975,8 miljoen, een stijging van 1% in vergelijking met dezelfde periode vorig jaar. De totale kosten voor de eerste helft van 2020 omvatten (i) een volledige kwartaalbijdrage van Luxemburgse kabelactiviteiten voorafgaand aan de desinvestering aan Eltrona per 1 april 2020, evenals (ii) een waardevermindering van € 18,5 miljoen goodwill op De Vijver Media na de herbeoordeling van hun strategisch langetermijnplan in het tweede kwartaal van 2020, waarin de impact van de COVID-19-pandemie op het financiële profiel wordt weerspiegeld. De totale kosten vertegenwoordigden ongeveer 76% van de omzet in H1 2021 (H1 2020: ongeveer 76%). De kosten van geleverde diensten als percentage van de omzet vertegenwoordigden ongeveer 49% voor H1 2021 (H1 2020: ongeveer 55%), terwijl verkoop-, algemene en administratieve kosten ongeveer 27% van de totale inkomsten vertegenwoordigden in H1 2021 (H1 2020: ongeveer 21% ).
De bedrijfskosten, waaronder onze (i) netwerkexploitatiekosten, (ii) directe kosten, (iii) personeelsgerelateerde kosten, (iv) verkoop- en marketingkosten, (v) uitbestede arbeid en professionele diensten en (vi) andere indirecte uitgaven, stegen met iets meer dan 4% op gerapporteerde basis voor de zes maanden eindigend op 30 juni 2021 en weerspiegelden wijzigingen in de IFRSboekhoudkundige verwerking van bepaalde inhoudgerelateerde kosten voor onze premium entertainmentpakketten en de uitzendrechten voor het Belgische voetbal als gevolg van wijzigingen in verband met de onderliggende contracten.
Op 30 november 2020 verwierf Telenet, op grond van een definitieve overeenkomst, een bijkomend belang van 48,3% van de aandelen van Connectify NV ("Connectify"), een ICT business integrator, inclusief haar 100% dochteronderneming U-Cast. Telenet hield voordien reeds een aandeel ten belope van 11,8% in Connectify. Als gevolg wordt de 30 november 2020 transactie beschouwd als een bedrijfscombinatie die in fasen werd bereikt.
Per 30 juni 2021 had de Vennootschap de gedetailleerde toewijzing van de totale aankoopprijs nog niet afgerond. De verwerking van deze bedrijfscombinatie is daarom onderhevig aan aanpassingen op basis van de beoordeling door de Vennootschap van de reële waarden van de overgenomen identificeerbare activa en verplichtingen. De items met de grootste waarschijnlijkheid op wijziging van het waarderingsproces omvatten immateriële activa die verband houden met handelsnamen, klantrelaties, uitgestelde belastingen en goodwill.
Op 26 november 2007 ondertekende Telenet een niet-bindend principeakkoord met de zuivere intercommunale kabelmaatschappijen betreffende een overdracht van analoge en digitale tv-diensten van de zuivere intercommunale kabelmaatschappijen, inclusief alle bestaande abonnees, aan Telenet. Daarna sloten Telenet en de zuivere intercommunale kabelmaatschappijen een bindende overeenkomst (de "Interkabel Overeenkomst 2008"), met ingang op 1 oktober 2008. Vanaf december 2007 heeft Proximus NV/SA ("Proximus"), de historische telecommunicatie operator in België, verschillende procedures aangespannen om de tenuitvoerlegging van deze overeenkomsten te verhinderen.
Proximus spande een procedure in kort geding aan bij de Voorzitter van de Rechtbank van Eerste Aanleg te Antwerpen met het verzoek om een voorlopige voorziening om de zuivere intercommunale kabelmaatschappijen te beletten het principeakkoord ten uitvoer te leggen en leidde een burgerlijke procedure in over de zaak ten gronde strekkende tot nietigverklaring van het principeakkoord. In maart 2008 sprak de Voorzitter van de Antwerpse Rechtbank van Eerste Aanleg zich in kort geding uit in het voordeel van Proximus. Deze beslissing werd echter door het Hof van Beroep te Antwerpen ongedaan gemaakt in juni 2008. Proximus bracht deze uitspraak in beroep voor het Hof van Cassatie, dat deze beslissing in beroep bevestigde in september 2010. Op 6 april 2009 heeft de Rechtbank van Eerste Aanleg te Antwerpen een vonnis uitgesproken in het voordeel van de zuivere intercommunale kabelmaatschappijen en Telenet in de burgerlijke procedure over de zaak ten gronde, waarbij de vordering van Proximus tot ontbinding van het principeakkoord en de Interkabel Overeenkomst 2008 werd afgewezen. Op 12 juni 2009 heeft Proximus beroep aangetekend tegen deze beslissing bij het Hof van Beroep te Antwerpen. In deze beroepsprocedure vordert Proximus nu ook schadevergoeding voor het geval de Interkabel Overeenkomst 2008 niet zou worden ontbonden. Terwijl deze procedures voor onbepaalde duur werden opgeschort, werden andere procedures ingeleid, hetgeen resulteerde in een arrest van de Belgische Raad van State in mei 2014 tot vernietiging van (i) de beslissing van de zuivere intercommunale kabelmaatschappijen om geen openbare marktconsultatie te organiseren en (ii) de beslissing van de raad van bestuur van de zuivere intercommunale kabelmaatschappijen om de Interkabel Overeenkomst 2008 goed te keuren. In december 2015 heeft Proximus de burgerrechtelijke procedures voor het Hof van Beroep te Antwerpen voortgezet teneinde de nietigverklaring te bekomen van de Interkabel Overeenkomst 2008 evenals een schadevergoeding van €1,4 miljard. Op 18 december 2017 heeft het Hof van Beroep te Antwerpen de vordering ingesteld door Proximus in haar geheel verworpen. Op 28 juni 2019 heeft Proximus deze uitspraak voor het Hof van Cassatie gebracht. Op 22 januari 2021 heeft het Hof van Cassatie het arrest van het Hof van Beroep te Antwerpen gedeeltelijk vernietigd. De zaak wordt verwezen naar het Hof van Beroep te Brussel. Dit Hof zal een nieuwe beslissing dienen te nemen binnen de grenzen van de vernietiging van het Hof van Cassatie. Het is waarschijnlijk dat het verschillende jaren zal duren voor dit Hof tot een beslissing komt.
Er kan geen zekerheid worden gegeven over het resultaat van deze of andere procedures. Nochtans zou een negatieve uitspraak in de lopende of toekomstige procedures potentieel kunnen leiden tot een nietigverklaring van de Interkabel Overeenkomst 2008. Wij verwachten evenwel niet dat de uiteindelijke afhandeling van deze zaak een wezenlijke impact zal hebben op ons bedrijfsresultaat, onze geldstromen of financiële situatie. Wij hebben geen voorzieningen aangelegd in het kader van deze kwestie aangezien de kans op een verlies niet waarschijnlijk wordt geacht. Echter, geen zekerheid kan worden geboden dat de uiteindelijke beslechting van dit geschil geen wezenlijke negatieve impact zal hebben op de bedrijfsresultaten, geldstromen of financiële situatie van Telenet (hoewel we verwachten dat dit niet het geval zal zijn). Wij hebben in het kader van dit geschil geen voorzieningen aangelegd aangezien de kans op een verlies niet waarschijnlijk wordt geacht.
In juni 2018 hebben het Belgisch Instituut voor Post en Telecommunicatie en de regionale toezichthouders voor de mediasector (samen, de Belgische regelgevende instanties) een nieuwe beslissing genomen waarin wordt geconstateerd dat Telenet een aanzienlijke marktpositie heeft op de wholesale-breedbandmarkt (de 2018-Beschikking). De 2018 Beschikking legt Telenet de verplichtingen op om (i) externe exploitanten toegang te verlenen tot het digitale televisieplatform (inclusief elementaire digitale video en analoge video) en (ii) om exploitanten van derden een bitstreamaanbieding van breedbandinternet aan te bieden toegang (inclusief vaste telefonie als optie). Anders dan bij eerdere beslissingen, is de 2018-Beschikking niet langer van toepassing op retail-minus prijzen op Telenet; vanaf 1 augustus 2018 legt dit besluit echter een 17% reductie op van de toegangskosten voor de maandelijkse wholesale-kabel voor een tussentijdse periode. De Belgische regelgevende instanties hebben op 5 juli 2019 een ontwerpbeslissing ter consultatie gepubliceerd met een voorstel van "redelijke toegangstarieven" die deze tussentijdse prijzen zullen vervangen. Op 26 mei 2020 keurden de Belgische regelgevende instanties het besluit goed met betrekking tot "redelijke toegangstarieven" (Besluit 2020) dat bijvoorbeeld een daling van 11,5% vertegenwoordigt in vergelijking met de tussentijdse tarieven voor een aanbod van 100 Mbps in combinatie met tv. De tarieven zullen in de loop van de tijd evolueren, onder meer door het gebruik van breedbandcapaciteit. Het besluit van 2020 is van toepassing vanaf 1 juli 2020.
De 2020 Beschikking heeft tot doel, en in haar toepassing, om de concurrenten van Telenet te versterken door ze toegang tot het netwerk van Telenet te verlenen om concurrerende producten en diensten aan te bieden, ondanks de aanzienlijke historische financiële uitgaven van Telenet bij de ontwikkeling van de infrastructuur. Bovendien zou elke doorverkochte toegang die aan concurrenten wordt verleend (i) de beschikbare bandbreedte voor Telenet kunnen beperken om nieuwe of uitgebreide producten en diensten aan te bieden aan de klanten die door zijn netwerk worden bediend en (ii) een negatieve impact hebben op het vermogen van Telenet om zijn inkomsten en kasstromen te behouden of te verhogen. De omvang van dergelijke negatieve effecten zal uiteindelijk afhangen van de mate waarin concurrenten voordeel halen uit de toegang die het netwerk van Telenet, de vergoedingen die Telenet ontvangt voor dergelijke toegang en andere concurrentiefactoren of marktontwikkelingen. Telenet beschouwt het besluit van 2018 als inconsistent met het beginsel van technologisch neutrale regelgeving en de "Europese Single market"-strategie om verdere investeringen in breedbandnetwerken te stimuleren. Telenet heeft de 2018 Beschikking voor het Brusselse Hof van Beroep aangevochten en heeft ook een procedure bij het Europese Hof van Justitie ingeleid tegen het besluit van de Europese Commissie om de 2018 Beschikking niet aan te vechten. De procedure bij het Europese Hof van Justitie werd inmiddels ingetrokken door Telenet teneinde de procedure voor het Hof van Beroep niet nodeloos te vertragen. In een arrest van 4 september 2019 verwierp het Hof van Beroep te Brussel echter het beroep ingesteld door Telenet tegen de 2018 Beschikking.
Op 11 februari 2016 diende Orange Belgium SA ("Orange") een officieel verzoek in om toegang te verkrijgen tot het kabelnetwerk van Coditel, dat op 19 juni 2017 door Telenet Group werd verworven. Op 19 februari 2016 heeft Orange een bedrag van €600.000 aan Coditel overgemaakt, zoals vereist om de implementatieperiode van zes maanden te starten om de nodige maatregelen te nemen om Orange toegang te verlenen tot het kabelnetwerk overeenkomstig het Besluit van juli 2011. In principe eindigde de implementatieperiode op 19 augustus 2016. Aangezien Orange in december 2016 nog geen effectieve toegang verkregen had tot het Coditel-netwerk, diende Orange op 29 december 2016 een vordering voor schadevergoeding in tegen Coditel voor de Franstalige Handelsrechtbank van Brussel. Orange vorderde een verlies van €8.973 per dag vertraging te hebben geleden. Op 16 januari 2017 heeft Orange ook een kort geding aanhangig gemaakt, maar dit werd inmiddels opnieuw ingetrokken. Op 14 november 2019 heeft Orange zijn vordering herzien tot een forfaitair bedrag van 10.021.040 euro.
De procedure voor de Franstalige Handelsrechtbank in Brussel loopt nog. Coditel beschouwt dat Orange intussen ook effectieve toegang tot het Coditel kabelnetwerk heeft.
Het probleem van auteursrechten en naburige rechten te betalen voor televisiedistributie heeft gedurende de laatste twee decennia aanleiding gegeven tot een aantal rechtszaken. Reeds in 1994 was de Belgische Beroepsvereniging voor Radio- en Televisiedistributie (de "RTD", waarvan de naam later is gewijzigd in "Cable Belgium") betrokken in geschillen met diverse agentschappen voor de inning van auteursrechten over de vergoedingen die moeten betaald worden voor het analoog uitzenden van diverse televisieprogramma's. In november 2002 bereikte de RTD, samen met bepaalde Belgische kabelmaatschappijen (waaronder Telenet), overeenkomsten met de agentschappen voor de inning van auteursrechten en de omroepen. Ingevolge deze overeenkomsten, waarmee Telenet had ingestemd, ging Telenet ermee akkoord om bepaalde vooruitbetalingen te verrichten en de vergoedingen geleidelijk te verhogen. Bijgevolg heeft Telenet in augustus 2003 de vergoeding voor auteursrechten verhoogd die het aan de abonnees aanrekent. In juli 2004 diende de CVBA Vereniging voor de inning, repartitie en de verdediging van de
vertolkende en uitvoerende kunstenaars ("Uradex", waarvan de naam later werd gewijzigd in "Playright") een vordering in tegen de RTD voor €55 miljoen, vermeerderd met de interesten, inzake naburige rechten die verschuldigd waren door de leden van de RTD aan kunstenaars en uitvoerders, vertegenwoordigd door Uradex, tijdens de periode van augustus 1994 tot einde juli 2004.
Na de uitrol van digitale televisie, startte Telenet in 2006 een gerechtelijke procedure tegen een aantal beheersvennootschappen. Deze procedure hangt samen met een discussie tussen Telenet en deze beheersvennootschappen over de juridische kwalificatie van (i) gelijktijdige uitzending (d.i. kanalen uitgezonden zowel in analoge als digitale kwaliteit), (ii) onmiddellijke injectie (d.i. kanalen geleverd aan de dienstverlener over een niet openbaar toegankelijk transmissiekanaal) en (iii) contracten waarin alle rechten zijn begrepen (dat wil zeggen contracten waarin omroepen zich ertoe verbinden om hun signalen en programma's te leveren nadat zij alle rechten noodzakelijk voor de distributie van de communicatie naar het publiek via het netwerk van de dienstenverdelers hebben afgedekt).
Op 12 april 2011 velde de Rechtbank van Eerste Aanleg te Mechelen een gunstig vonnis in de rechtszaak tegen Sabam, Agicoa, Uradex en andere beheersvennootschappen. In het kader van deze procedure hebben een aantal beheersvennootschappen (Sabam niet inbegrepen) tegenvorderingen ingesteld tegen Telenet voor de betaling van de facturen die Telenet betwistte. De Rechtbank bevestigde de argumenten van Telenet in elk van de vorderingen en tegenvorderingen die het onderwerp van de procedure vormden, waardoor: (i) geen retransmissie vergoedingen betaald moeten worden door Telenet in geval van onmiddellijke injectie van omroepsignalen in het netwerk van Telenet, (ii) geen retransmissie vergoedingen betaald moeten worden in het geval van gelijktijdige uitzending van analoge en digitale signalen (en bijgevolg Telenet niet extra moet betalen voor de verdeling van lineaire digitale televisiesignalen) en (iii) overeenkomsten waarin alle rechten zijn inbegrepen, worden geldig geacht, wat betekent dat als Telenet met een omroep overeenkomt dat deze laatste verantwoordelijk is voor de clearing van auteursrechten, Telenet niet aansprakelijk is tegenover de beheersvennootschappen. De beheersvennootschappen hebben hoger beroep ingesteld (zie verder).
Aangezien Sabam geen enkele tegenvordering had ingesteld voor de betaling van facturen als deel van voormeld vonnis, is Sabam (zonder de overige beheersvennootschappen) op 6 april 2011 een gerechtelijke procedure gestart voor de Rechtbank van Koophandel te Antwerpen, waarin ze betaling eisen door Telenet van de facturen in verband met: a) vergoedingen voor het basis digitaal televisiepakket van Telenet voor de periode van 1 januari 2005 tot 31 december 2010, en b) voorschotfacturen voor het eerste semester van 2011 voor Telenets basis en optionele digitale televisiepakketten. De vorderingen hielden voornamelijk verband met (i) onmiddellijke injectie en (ii) overeenkomsten waarin alle rechten zijn inbegrepen. De eis van Sabam is gebaseerd op argumenten die grotendeels gelijkaardig zijn aan deze die verworpen werden door de Rechtbank van Eerste Aanleg van Mechelen op 12 april 2011. Zoals hieronder besproken, heeft Sabam de Rechtbank van Koophandel te Antwerpen verzocht deze vorderingen in te trekken, aangezien Sabam soortgelijke vorderingen heeft ingediend in de aanhangige procedure voor het Brusselse hof van beroep. Tegelijkertijd heeft Sabam een kortgedingprocedure aangespannen bij de Voorzitter van de Rechtbank van Koophandel van Antwerpen om voorlopige betaling van de gecontesteerde honoraria en honorariumvoorschotten te ontvangen. Op 30 juni 2011 heeft de Voorzitter van de Rechtbank van Koophandel van Antwerpen in deze procedure een positief oordeel uitgesproken voor Telenet. Sabam heeft hoger beroep ingesteld. Op 27 juni 2012 bevestigde het Hof van Beroep van Antwerpen dit vonnis en verwierp het de vordering in kort geding van Sabam.
In de beroepsprocedure tegen het vonnis van 12 april 2011 van de Rechtbank van Eerste Aanleg te Mechelen heeft het Hof van Beroep te Antwerpen een tussentijds arrest uitgesproken op 4 februari 2013. Het Hof van Beroep wees de vorderingen van de beheersvennootschappen af met betrekking tot de gelijktijdige uitzending en bevestigde dat onmiddellijke injectie één enkele verrichting is op het vlak van auteursrechten (waardoor royalty's slechts eenmaal zouden moeten worden betaald). De zaak werd heropend opdat de beheersvennootschappen verder bewijs zouden kunnen aanleveren voor hun vorderingen. Op 20 januari 2014 en op 5 mei 2014 hebben Numéricable (voorheen Coditel) en Telenet beroep aangetekend tegen dit tussentijds arrest bij het Hof van Cassatie, voornamelijk omwille van de onjuiste kwalificatie van de vergoedingen die betaald moeten worden voor de communicatie naar het publiek alsof het "retransmissie" rechten zouden zijn. Op 30 september 2016 heeft het Hof van Cassatie in deze zaak een arrest uitgesproken. Het Hof van Cassatie heeft Telenets argument aanvaard dat onmiddellijke injectie slechts één communicatie inhoudt naar het publiek en bijgevolg geen "retransmissie" kan uitmaken aangezien dit twee communicaties naar het publiek vereist. Het Hof van Cassatie heeft de zaak naar het Hof van Beroep van Brussel verwezen, alwaar de procedure werd hernomen op verzoek van Sabam. In het kader van deze procedure heeft Sabam een tegenvordering ingediend voor de auteursrechten die verschuldigd zijn vanaf 2005 tot 2016 (alle vorderingen samen), waarbij haar vorderingen die hangende waren voor de Rechtbank van Koophandel van Antwerpen zijn ingetrokken. De procesdatum was gepland op 23, 24 en 30 september 2019. Tijdens de zitting kwamen partijen overeen dat het Hof van Beroep van Brussel slechts ten aanzien van een deel van de vorderingen zou beslissen, met name over de situatie van de exclusieve directe injectie vóór 1 juli 2019. 1 juli 2019 is de datum waarop de Belgische wet van 25 november 2018 betreffende de directe injectie in werking is getreden. Deze wet bevestigt dat, behalve in gevallen waarin de distributeur een louter technische aanbieder van de omroep is, directe injectie één mededeling aan het publiek vormt, die echter zowel door de omroep als door de distributeur (die beide aansprakelijk zijn voor hun respectieve bijdragen aan die mededeling) wordt gedaan. De nieuwe wet legt bovendien transparantie op met betrekking tot de betaling van
auteursrechten en -heffingen. De voorbereidende werkzaamheden van de wet bepalen dat omroepen en distributeurs contractuele regelingen kunnen treffen met betrekking tot de goedkeuring en betaling van het recht op directe injectie, en bevestigen tevens dat dubbele betalingen en "anomalieën" moeten worden vermeden.
Bij arrest van 10 maart 2020 heeft het Hof van Beroep van Brussel een tussenbeslissing aangenomen die alleen betrekking heeft op "directe injectie". Het Hof besliste dat exclusieve directe injectie niet kwalificeert als "kabeltransmissie" (zoals Telenet altijd heeft betoogd) en één enkele mededeling aan het publiek is. Het Hof besliste echter dat deze mededeling aan het publiek door Telenet wordt gedaan, aangezien haar distributiedienst niet louter technisch van aard is. Daarom heeft Telenet in principe de toestemming van de rechthebbenden nodig, behalve als de omroeporganisatie al toestemming heeft gekregen voor de mededeling aan het publiek.
Bovendien heeft het Hof van Beroep van Brussel beslist dat het loutere bestaan van ARI-overeenkomsten met de omroepen ("allrights-included" overeenkomsten) voor Telenet niet volstaat om de auteursrechtelijke aansprakelijkheid te vermijden. Ondanks het bestaan van een ARI-overeenkomst kan de rechthebbende altijd rechtstreeks schadevergoeding eisen van Telenet. Telenet kan echter wel de betaling van een ARI-zender terugvorderen.
Er wordt een nieuwe conclusieronde en een nieuwe hoorzitting georganiseerd om de open vragen te behandelen: welke omroepen vallen onder de definitie van exclusieve directe injectie, wat is de auteursrechtelijke status van niet-exclusieve directe injectie, wat is de concrete reikwijdte en impact van de ARI-overeenkomsten, enz. Ook de tegenvorderingen van de auteursrechtenorganisaties (met inbegrip van de schadeclaims) zullen nog moeten worden behandeld. Een definitieve uitspraak over deze kwesties wordt niet vóór 2022 verwacht.
De concrete financiële gevolgen van deze zaak zullen afhangen van de kwalificatie van de omroepactiviteit en de rechten die de omroeporganisaties met de rechthebbenden hebben afgesproken.
Playright (voorheen Uradex) is een Belgische auteursrechtenorganisatie en eist naburige rechten en schadevergoedingen van distributeurs zoals Telenet voor de doorgifte via de kabel van uitvoeringen van uitvoerende kunstenaars in tv-programma's die tussen 1 januari 2015 en 31 december 2015 worden verdeeld. Een dagvaarding van PlayRight werd aan Telenet betekend op 27 december 2019. Playright en de distributeurs bespreken momenteel de voorwaarden van een eventuele bemiddeling. Ondertussen is er een aparte procedure opgestart door PlayRight tegen andere distributeurs. Pogingen om een bemiddeling te organiseren met alle betrokken partijen vinden nog steeds plaats. Zonder een dergelijke bemiddeling zal het proces worden voortgezet, maar er is geen geen kalender afgesproken. Het is onwaarschijnlijk dat er in 2021 een uitspraak valt. De claim van Playrights kan worden betwist omdat er geen enkele overeenkomst is over de tarieven en Telenet een overeenkomst heeft afgesloten met Agicoa over de claim van Playrights voor de betreffende periode.
Telenet verwierf in 2015 exclusieve uitzendrechten met betrekking tot de UCI Worldcup cyclocross-races en de Superprestige cyclocross-races. Op 16 september 2015 diende Proximus een klacht in bij de Belgische mededingingsautoriteit ("BMA"). In de klacht beweert Proximus dat uitzendrechten voor uitzendrechten premiumrechten zijn en dat de verwerving door Telenet van dergelijke exclusieve uitzendrechten op UCI Wereldcup-races en Superprestige-races, zonder een concurrerend biedproces, concurrerende tv-distributeurs afschermt. Tegelijkertijd diende Proximus een verzoek in voor voorlopige maatregelen met betrekking tot de Superprestige-races.
Op 5 november 2015 heeft de BMA het verzoek om voorlopige maatregelen gedeeltelijk ingewilligd door twee alternatieven te bieden met betrekking tot de Superprestige-races. Telenet en de organisatoren van de Superprestige-races kunnen ofwel (i) afzien van de exclusiviteits- en schenkingslicenties of (ii) een concurrerend biedproces organiseren. Telenet heeft beroep aangetekend tegen het besluit van de BMA met betrekking tot voorlopige maatregelen bij het Hof van Beroep te Brussel. Het beroep van Telenet werd echter op 7 september 2016 afgewezen.
Telenet en de organisatoren van de Superprestige stemden ermee in af te zien van de exclusiviteit van de Superprestigeuitzendrechten en Proximus verkreeg vanaf het seizoen 2016/2017 een niet-exclusieve licentie van de organisatoren. Bovendien heeft Telenet vrijwillig een sublicentie verleend aan Proximus met betrekking tot de UCI Wereldbekerwedstrijden.
Het onderzoek van de BMA ten gronde met betrekking tot de klacht van Proximus loopt nog.
Sinds de tweede helft van de jaren '90, heffen bepaalde gemeenten (voornamelijk in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en het Waals Gewest) en bepaalde provincies en het Waalse Gewest op jaarbasis lokale belastingen op pylonen, masten en/of antennes die worden aangewend voor mobiele telecommunicatiediensten en die op hun grondgebied gevestigd zijn en dit op basis van diverse gemeentelijke, provinciale en gewestelijke regelgevingen. Deze belastingen werden systematisch betwist door Telenet Group NV (voorheen BASE Company NV) ("Telenet Group") ten overstaan van de Rechtbanken en dit op uiteenlopende gronden. In het bijzonder heeft Telenet Group geargumenteerd dat dergelijke belastingen discriminerend zijn omdat zij alleen van toepassing zijn op pylonen, masten en antennes die worden aangewend voor mobiele telecommunicatiediensten en niet op vergelijkbare uitrusting die voor andere doeleinden wordt gebruikt (ongeacht of deze verband houdt met telecommunicatie). Telenet is van mening dat er geen objectieve en redelijke verantwoording is voor dergelijke gedifferentieerde fiscale behandeling. Telenet is bijgevolg van mening dat de betwiste belastingen het algemeen beginsel van niet-discriminatie schenden.
De rechtbanken hebben in een aantal gevallen dit argument aanvaard (bijvoorbeeld de positieve arresten van het Hof van Cassatie van 25 september 2015 en 20 december 2018)), hoewel het Hof van Beroep van Brussel het argument van discriminatie ook in andere zaken heeft verworpen (bijvoorbeeld in procedures met Proximus, Orange Belgium en de gemeente Schaarbeek en een procedure met Telenet Group en de provincie Waals-Brabant). Er zijn ook verschillende procedures bij het Hof van Cassatie aanhangig om de reikwijdte van het non-discriminatieargument te verduidelijken.
Telenet Group is ook van mening dat sommige van de betwiste belastingregels haar eigendomsrecht schenden. De rechtbank van eerste aanleg in Brussel heeft dit argument op 7 december 2018 aanvaard in een zaak met betrekking tot Orange Belgium en de gemeente Ukkel.
De vraag deed zich eveneens voor of artikel 98 § 2 van de Belgische wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven (de "Wet van 1991") de gemeenten verbiedt om de economische activiteit van telecomoperatoren op hun grondgebied te belasten door de aanwezigheid (ongeacht of op het openbaar of privaat domein) van pylonen, masten of antennes die worden aangewend voor mobiele telefonie. Het Belgisch Grondwettelijk Hof was op 15 december 2011 van oordeel dat dit niet het geval was. Deze interpretatie werd bevestigd door het Belgische Hof van Cassatie in haar arresten van 30 maart 2012.
In de zaak tussen Telenet Group NV en de Stad Mons (Bergen), heeft het Europese Hof van Justitie op 6 oktober 2015 bepaald dat de gemeentebelasting op zendpylonen voor mobiele telefonie geheven door de Stad Mons (Bergen), zoals betwist door Telenet Group NV, niet onder het toepassingsgebied van Artikel 13 van Richtlijn 2002/20/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 maart 2002 betreffende de machtiging voor elektronische communicatienetwerken en -diensten de "Machtigingsrichtlijn") en bijgevolg niet verboden is op grond van Artikel 13 van de Machtigingsrichtlijn.
Op 15 februari 2019 heeft de Vlaamse regering een circulaire aangenomen met enkele aanbevelingen aan de lokale overheden over hoe de masten van de mobiele operatoren te belasten. Na de publicatie van deze omzendbrief stelt Telenet vast dat het aantal Vlaamse gemeenten dat een belasting heft op de masten van Telenet aanzienlijk is toegenomen. Op 25 januari 2021 hebben Telenet en de andere mobiele operatoren een overeenkomst gesloten met het Waals Gewest. Dit akkoord omvat een verbintenis van het Waals Gewest om geen belastingen te heffen op telecominfrastructuur en een verbintenis voor Telenet om €1,4 miljoen te betalen voor 2021 en 2022 en om €3,6 miljoen te investeren in telecominfrastructuur tot eind 2021 in het Waals Gewest.
Telenet is van plan om alle lokale belastingen die van toepassing zijn op haar mobiele telecom uitrusting te blijven betwisten. Per 30 juni 2021 heeft Telenet een provisie van €60,4 miljoen in dit verband opgenomen. Telenet en de KPN Group zijn bovendien bepaalde regresregelingen overeengekomen met betrekking tot bepaalde pyloonbelastingen (daterend van vóór 2015) in hun koop-verkoopovereenkomst met betrekking tot Telenet Group. Het valt evenwel niet uit te sluiten dat in de toekomst andere belastingen op telecom uitrusting zullen worden opgelegd, die aanmerkelijke negatieve gevolgen kunnen hebben op Telenet.
Vanaf mei 2018 heeft Lucerne Capital, een aandeelhouder van Telenet Group Holding NV die een belang van 3,06% rapporteert, door middel van vaak openbare correspondentie en berichtgeving van bepaalde beleidsvoorstellen aan Telenet Group Holding NV bekendgemaakt, alsook bepaalde beschuldigingen gericht tegen de bestuurders van Telenet, de CEO en meerderheidsaandeelhouder, Liberty Global plc. Dergelijke voorstellen en beschuldigingen gingen ook gepaard met de (poging tot) uitoefening door Lucerne van bepaalde aandeelhoudersrechten in het kader van de aandeelhoudersvergaderingen van Telenet Group Holding NV. Op 12 november 2018 diende Lucerne Capital Management LP een dagvaarding in bij Telenet Group Holding NV, waarbij de handelsrechtbank werd verzocht een deskundige te benoemen voor het onderzoeken van bepaalde aangelegenheden met betrekking tot governance, informatie-uitwisseling en transacties met verbonden partijen, in overeenstemming met artikel 168 van het Belgisch Wetboek van Vennootschappen. Artikel 168 van het Wetboek van vennootschappen vereist dat de eiser (Lucerne) onder meer ernstige aanwijzingen aantoont dat het belang van de onderneming wordt geschaad of mogelijk wordt geschaad. Op 13 februari 2020 heeft de Brusselse Ondernemingsrechtbank (Nederlandstalig) de vordering van Lucerne Capital Management LP onontvankelijk verklaard wegens onbekwaamheid, aangezien zij zelf geen aandelen in Telenet Group Holding NV bezit, terwijl zij de procedure heropende om de partijen in de geschillenprocedure toe te laten de ontvankelijkheid van een eerder door Lucerne Capital Fund LP ingediend verzoek tot tussenkomst te betwisten, en in het bijzonder over de vraag of een dergelijk verzoek tot tussenkomst al dan niet zou kwalificeren als de "dagvaarding" bedoeld in artikel 169 van het (oude) Belgische Wetboek van Vennootschappen. Deze heropende procedure blijft hangende voor de Brusselse Ondernemingsrechtbank. De Raad van Bestuur van Telenet Group Holding NV heeft zich op een constructieve manier consequent geëngageerd met Lucerne Capital en ontkent elke aantijging van wandaden en stelt dat de claim om een expert te benoemen zoals hierboven bedoeld, niet ontvankelijk en zonder verdienste is in het geval van Telenet.
Naast de voorgaande items heeft Telenet voorwaardelijke verplichtingen gerelateerd aan zaken die voortvloeien uit de normale gang van zaken, met inbegrip van (i) juridische procedures, (ii) kwesties met betrekking tot BTW en loon, eigendom en andere belastingaangelegenheden, (iii) geschillen over bepaalde contracten en (iv) geschillen over programmering, auteursrechten en vermeende patentinfrigements. Terwijl we over het algemeen verwachten dat de bedragen die nodig zijn om aan deze onvoorziene gebeurtenissen te voldoen niet wezenlijk zullen verschillen van de voorziene bedragen. Er kan geen garantie worden gegeven dat het zich voordoen van een of meer van deze onvoorziene omstandigheden geen materiële impact zullen hebben op de bedrijfsresultaten of kasstromen van Telenet in een bepaalde periode. Over het algemeen genomen vanwege de complexiteit van de betrokken problemen en in bepaalde gevallen, het ontbreken van een duidelijke basis voor het voorspellen van resultaten, kunnen we niet zorgen voor een zinvolle reeks mogelijke verliezen of uitgaande kasstromen.
Tot de verbonden partijen van de Vennootschap behoren hoofdzakelijk zijn aandeelhouders die een aanzienlijke invloed of controle kunnen uitoefenen. Zowel voor 2021 als voor 2020 betreft dit het Liberty Global Consortium. Transacties met verbonden partijen omvatten tevens transacties met Ads & Data NV, Doccle CV en Doccle.Up NV, Idealabs Telenet Fund NV, Unit-T, Eltrona Interdiffusion S.A., Triangle Factory BV, Streamz BV en Caviar Group NV.
Onderstaande tabellen geven een overzicht van belangrijke verhoudingen en transacties met verbonden partijen voor de periode:
| (€ in miljoen) | 30 juni 2021 | 31 december 2020 |
|---|---|---|
| Handelsvorderingen | ||
| Liberty Global Consortium (moederonderneming) | 0,7 | 0,6 |
| Joint Ventures | 0,1 | 0,4 |
| Geassocieerde deelnemingen | — | 0,1 |
| Handelsschulden en overige schulden | ||
| Liberty Global Consortium (moederonderneming) | 7,2 | 14,6 |
| Joint Ventures | 9,9 | 1,4 |
| Geassocieerde deelnemingen | 3,9 | 0,7 |
| Schulden van leningen en financieringsverplichtingen | ||
| Joint Ventures | 4,0 | 4,0 |
| Geassocieerde deelnemingen | 6,0 | 5,5 |
| Vorderingen van leningen en financieringsverplichtingen | ||
| Joint Ventures | 5,6 | 11,5 |
| Geassocieerde deelnemingen | 16,1 | 34,1 |
| Overige immateriële vaste activa | ||
| Liberty Global Consortium (moederonderneming) | 2,2 | 4,4 |
De transacties met de entiteiten van het Liberty Global Consortium bestaan vooral uit de aankoop van bepaalde materiële vaste activa en andere diensten die kaderen in de normale bedrijfsvoering van Liberty Global Services B.V.
Het aankoopbeleid van Telenet beschrijft de bijkomende maatregelen die van toepassing zijn op alle transacties met verbonden partijen. Het beleid geeft richtlijnen met betrekking tot het analyseren, documenteren en goedkeuren van deze transacties. Deze richtlijnen moeten ervoor zorgen dat alle transacties met Liberty Global consistent zijn met de besluiten van het beslissingsorgaan, in lijn met artikel 7:97 van het Belgisch Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen.
| (€ in miljoen) | Voor de zes maanden afgesloten op 30 juni | ||
|---|---|---|---|
| 2021 | 2020 | ||
| Opbrengsten | |||
| Liberty Global Consortium (moederonderneming) | 0,7 | 0,7 | |
| Joint ventures | 0,1 | — | |
| Aandeel in het resultaat van geassocieerde deelnemingen | |||
| Joint Ventures | (2,3) | 0,8 | |
| Geassocieerde deelnemingen | 0,9 | 0,5 | |
| Bedrijfskosten | |||
| Liberty Global Consortium (moederonderneming) | 6,9 | 10,1 | |
| Joint Ventures | 24,0 | — | |
| Geassocieerde deelnemingen | 23,4 | 21,6 |
Over het algemeen omvatten kosten van Liberty Global onder andere (i) specifieke hardware (modems van derden en toegangspunten ("access points") via een groepscontract, (ii) onderhoudscontracten (software van derden via een groepsovereenkomst), (iii) treasurydiensten en (iv) marketingkosten.
De door Telenet doorgerekende kosten aan het Liberty Global Consortium houden voornamelijk verband met de personeelskosten: lokale Telenet-werknemers die werken aan het ontwerp en de ontwikkeling van een video-platform van de volgende generatie en de implementatie van bepaalde functies.
Het aankoopbeleid van de Vennootschap bevat duidelijke regels die van toepassing zijn op alle transacties met verbonden partijen. Het beleid bevat richtlijnen voor een goede beoordeling, documentatie en goedkeuring van dergelijke transacties. Deze richtlijnen dienen er voor te zorgen dat alle transacties met het Liberty Global Consortium (en andere verbonden partijen) in overeenstemming zijn met de bedrijfsbesluitvorming, in overeenstemming met artikel 7:97 (voormalig artikel 524) van het Belgische Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen.
De bedrijfskosten voor transacties met geassocieerde deelnemingen belopen €23,4 miljoen voor de zes maanden afgesloten op 30 juni 2021, wat een stijging van €1,8 miljoen betekent in vergelijking met de vergelijkende periode, en €24,0 miljoen voor transacties met joint ventures. Het bedrag van €23,4 miljoen voor de zes maanden afgesloten op 30 juni 2021 bestaat voornamelijk uit i) transacties met Unit-T BV voor een bedrag van €22.8 miljoen. Bedrijfskosten voor de 6 maanden afgesloten op 30 juni 2020 omvatten transacties met Unit-T voor een bedrag van €21,1 miljoen. Het bedrag van €24,0 miljoen voor de zes maanden afgesloten op 30 juni 2021 bestaat voornamelijk uit transacties met Streamz BV voor een bedrag van € 23.9 miljoen.
De bedrijfskosten uit transacties met het Liberty Global Consortium hebben voornamelijk betrekking op de doorrekening van contentkosten en contentcontracten (€3,5 miljoen), centraal beheerde onderhoudscontracten (€2,2 miljoen), technologische kosten (€0,2 miljoen) naast diverse andere doorbelastingsovereenkomsten met betrekking tot treasurydiensten, interne auditdiensten, personeelskosten en IT-kosten (€ 1,0 miljoen).
De opbrengsten uit transacties met het Liberty Global Consortium belopen €0,7 miljoen voor de zes maanden afgesloten op 30 juni 2021, welke voornamelijk betrekking hebben op de doorrekening van contentkosten (€0,5 miljoen) en IP peering (€0,2 miljoen).
In het kader van deze toelichting wordt "management op sleutelposities" gedefinieerd als personeel betrokken bij de strategische oriëntatie van de Vennootschap.
| (€ in miljoen) | Voor de zes maanden afgesloten op 30 juni | |||
|---|---|---|---|---|
| 2021 | 2020 | |||
| Bezoldigingen en andere personeelsvoordelen op korte termijn | 3,2 | 3,3 | ||
| Vergoedingen na uitdiensttreding | 0,3 | 0,3 | ||
| Op aandelen gebaseerde vergoedingen | 6,0 | 3,3 | ||
| 9,5 | 6,9 |
Voor de zes maanden eindigend op 30 juni 2021 heeft de Vennootschap op aandelen gebaseerde vergoedingen voor zijn management op sleutelposities opgenomen ten bedrage van €6,0 miljoen (€3,3 miljoen voor de zes maanden eindigend op 30 juni 2020). De stijging is het gevolg van het Mei 2021 Compensatie Beperkte Aandelen-plan waarvoor de totale kosten integraal als kosten werden geboekt op de toekenningsdatum (toelichting 5.8.2). In 2020 werd een soortgelijk Compensatie Beperkte Aandelen-plan pas in het derde kwartaal van 2020 toegekend.
Er hebben zich na 30 juni 2021 geen belangrijke gebeurtenissen voorgedaan die een aanpassing van of openbaarmaking in de financiële informatie in dit rapport zouden vereisen.
Wij hebben de beoordeling uitgevoerd van de bijgevoegde verkorte geconsolideerde tussentijdse balans van Telenet Group Holding NV per 30 juni 2021, alsmede van de verkorte geconsolideerde tussentijdse staat van het resultaat en het netto resultaat rechtstreeks verwerkt in het eigen vermogen, de verkorte geconsolideerde tussentijdse staat van wijzigingen in het eigen vermogen en het verkort geconsolideerd tussentijds kasstroomoverzicht over de periode van zes maanden die op die datum is beëindigd, evenals van de toelichtingen ("de tussentijdse verkorte geconsolideerde financiële informatie"). De raad van bestuur is verantwoordelijk voor het opstellen en het weergeven van de tussentijdse verkorte geconsolideerde financiële informatie in overeenstemming met IAS 34 "Tussentijdse Financiële Verslaggeving" zoals goedgekeurd door de Europese Unie. Het is onze verantwoordelijkheid een conclusie te formuleren bij de tussentijdse verkorte geconsolideerde financiële informatie op basis van onze beoordeling.
We hebben onze beoordeling uitgevoerd overeenkomstig ISRE 2410, "Beoordeling van tussentijdse financiële informatie, uitgevoerd door de onafhankelijke auditor van de entiteit". Een beoordeling van tussentijdse financiële informatie bestaat uit het vragen van inlichtingen, hoofdzakelijk aan financiële en boekhoudkundige verantwoordelijken, en het uitvoeren van cijferanalyses en andere beoordelingsprocedures. De reikwijdte van een beoordeling is aanzienlijk geringer dan die van een controle uitgevoerd in overeenstemming met de Internationale Controlestandaarden (ISA). Om die reden stelt de beoordeling ons niet in staat de zekerheid te verkrijgen dat wij kennis hebben van alle aangelegenheden van materieel belang die naar aanleiding van een controle mogelijk worden geïdentificeerd. Bijgevolg brengen wij dan ook geen controle-oordeel tot uitdrukking.
Op basis van onze beoordeling is niets onder onze aandacht gekomen dat ons er toe aanzet van mening te zijn dat de bijgevoegde tussentijdse verkorte geconsolideerde financiële informatie over de periode van zes maanden afgesloten op 30 juni 2021 niet in alle van materieel belang zijnde opzichten is opgesteld in overeenstemming met IAS 34 "Tussentijdse Financiële Verslaggeving" zoals goedgekeurd door de Europese Unie.
Zaventem, 27 september 2021
KPMG Bedrijfsrevisoren Commissaris vertegenwoordigd door
Götwin Jackers Bedrijfsrevisor


Building tools?
Free accounts include 100 API calls/year for testing.
Have a question? We'll get back to you promptly.