Annual Report • Mar 31, 2011
Annual Report
Open in ViewerOpens in native device viewer
Solvay biedt de luchtvaartsector, een afnemer van de zeer performante polymeren die de Groep produceert, vernieuwende oplossingen aan.
Groep
Activiteiten
01 Markante feiten
12 Verslag van de Raad van Bestuur 19 Financiële informatie
56 Inhoud
Bestuur & Financiën deel 2
Bestuur & Financiën deel 1
| 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | |
|---|---|---|---|---|---|
| miljoen EUR | miljoen USD5 | ||||
| 9 399 | 9 572 | 9 490 | 8 485 | 7 109 | 9 499 |
| 1 568 | 1 662 | 1 436 | 1 439 | 1 051 | 1 404 |
| 1 099 | 1 192 | 965 | 969 | 633 | 846 |
| 12 % | 12 % | 10 % | 11 % | 9 % | 9 % |
| 817 | 828 | 449 | 553 | 1 823 | 2 436 |
| 522 | 593 | 417 | 496 | 717 | 958 |
| 1 339 | 1 421 | 866 | 1 049 | 2 540 | 3 394 |
| 858 | 777 | 1 320 | 567 | 538 | 719 |
| 563 | 556 | 564 | 555 | 181 | 242 |
| 2 136 | 2 081 | 1 981 | 2 016 | 1 339 | 1 789 |
| 3 628 | 3 921 | 3 083 | 3 306 | 4 065 | 5 432 |
| 4 456 | 4 459 | 4 745 | 5 160 | 6 839 | 9 138 |
| 1 258 | 1 307 | 1 597 | 1 333 | -2 902 | -3 878 |
| 28 % | 29 % | 34 % | 26 % | NR | NR |
| 19 % | 18 % | 9 % | 11 % | 27 % | 27 % |
| 232 | 240 | 241 | 241 | 240 | 321 |
| 29 258 | 28 340 | 29 433 | 28 204 | 16 785 | – |
| miljoen EUR |
(*) De actualiseringkosten van voorzieningen (47 in 2006, 42 in 2007, 43 in 2008, 64 in 2009 and
52 in 2010) werd overgebracht van operationele kosten naar fi nanciële kosten, gezien de aard van dit element.
REBITDA = REBIT voor afschrijvingen.
REBIT = Recurrente EBIT. 3. Waarvan bijzondere waardevermindering van activa van: -48 in 2006, -123 in 2007, 54 in 2008, -25 in 2009 en -300 in 2010.
Voltijdse equivalenten op 31 december van het jaar; op 1 januari van het volgende jaar voor 2006 en 2007.
Wisselkoers: 1 EUR: 1,3362 USD per 31/12/2010.
Nettowinst + totale afschrijvingen.
Nettoschuld (+) / kasoverschot (-)
296
REBIT in 2010 = 602 miljoen EUR [Inclusief Corporate & Business Support: -45 miljoen EUR en New Business Development: -26 miljoen EUR)]
Verdeling van REBIT* per Sector in 2010 * Exclusief Corporate & Business Support: -45 miljoen EUR en New Business Development: -26 miljoen EUR
Omzet in 2010 = 6 796 miljoen EUR
Personeel in 2010 (31.12.2010): 16 785 personen
| Bouw en architectuur | 23% |
|---|---|
| Chemische industrie | 13% |
| Water en leefmilieu | 7% |
| Elektriciteit en elektronica | 7% |
| Glasindustrie | 6% |
| Detergenten, onderhouds | |
| en hygiëneproducten | 5% |
| Verpakkingen | 5% |
|---|---|
| Verbruiksgoederen | 5% |
| Auto-industrie | 4% |
| Papier | 4% |
| Gezondheidszorg mensen | 3% |
| Mensen- en dierenvoeding | 2% |
| Andere industrieën | 14% |
* Zonder Inergy Automotive Systems als gevolg van de overname door Plastic Omnium van Solvays belang in dit bedrijf in 2010.
Vinythai bereidt de bouw voor van een fabriek voor epichloorhydrine in Thailand op basis van EPICEROL®, een door Solvay ontwikkelde productietechnologie op basis van hernieuwbare grondstoffen.
Bernburg (Duitsland) Solvay vermindert de CO2 -uitstoot van zijn fabriek in het Duitse Bernburg door middel van een krachtcentrale die werkt met brandstoffen uit reststoffen.
Verenigde Staten Verenigde Staten: een nieuwe fabriek zet natriumcarbonaatafval om in natriumbicarbonaat bestemd voor de zuivering van rookgassen.
Solvay en Arkema halen hun gekruiste participaties uit elkaar in joint ventures voor vinylproductie in Frankrijk en Spanje.
De Europese Bank voor Heropbouw en Ontwikkeling (EBRD) investeert 52 miljoen EUR in RusVinyl, Solvays pvc-jointventure in Rusland.
Solvay en zijn Koreaanse partners investeren 26 miljoen EUR in een risicokapitaalfonds voor geavanceerde materialen in Korea.
Solvay bouwt een zeer grote brandstofcel op zijn SolVinsite in Antwerpen (België). Het wordt één der krachtigste ter wereld.
4 augustus Iridos
Nepes, begint met de productie van pigmentpasta's voor vloeibaarkristalschermen (TFT-LCD) in Korea.
Polyera Solvay zet zijn ontwikkeling op de markt van de drukbare elektronica voort door te participeren in Polyera.
Horizonproject Solvay licht zijn Horizonproject nader toe, een nieuwe organisatievorm, gericht op een duurzame groei.
Azië Solvay kondigt de oprichting aan van drie O&O- en technologiecentra in Azië om zijn aanwezigheid in deze groeiregio te verstevigen.
Farmaceutische activiteit Solvay sluit de verkoop van zijn farmaceutische activiteit aan Abbott af voor 5,2 miljard EUR.
ACAL Energy Solvay verhoogt zijn belang in het brandstofcelbedrijf ACAL Energy.
Systems Akkoord over de verkoop van het aandeel van Solvay in Inergy Automotive Systems aan Plastic Omnium.
10 oktober China Solvay verhoogt zijn
14 oktober
Innovation bij.
9 november
overheid.
Om tegemoet te komen aan de stijgende vraag verhoogt Solvay de productiecapaciteit voor TECNOFLON® op zijn site van Spinetta Marengo (Italië).
van speciale polymeren in China.
Solvay Science for Innovation 2010 Haast 200 wetenschapslui en twee Nobelprijswinnaars wonen de conferentie Solvay Science for
Tavaux (Frankrijk) Solvay besluit de kwikelektrolyses te vervangen door meer performante membraanelektrolyses in zijn fabriek
REACH: Solvay heeft met succes 170 dossiers, die 82 verschillende chemische stoffen behandelen, geregistreerd bij de Europese
te Tavaux (Frankrijk). 1 december REACH
Eerste vlucht van de Solar Impulse, mogelijk gemaakt door de innovatieve materialen en de knowhow van Solvay.
Wet chemicals Solvay breidt zijn activiteit ultrazuivere wet chemicals uit op de Chinese elektronicamarkt.
Epichloorhydrine EPICEROL®-procedé: Solvay kondigt een project aan voor de bouw van een fabriek voor epichloorhydrine in China.
Vinythai Solvay verhoogt zijn belang in Vinythai van 50% tot 58%.
2
Solvay zet zijn strategische verandering voort. Het is de bedoeling van de Groep een wereldspeler te maken in duurzame chemie. Solvay krijgt een nieuwe organisatie om sneller en beweeglijker te worden. De mutatie van zijn industriële perimeter wordt voortgezet.
Solvay zet zijn transformatie voort. Solvay verandert omdat de wereld verandert. Wij veranderen omdat wij willen dat de Groep sterk blijft en performant. Het is onze plicht zijn positie zoveel mogelijk te verstevigen, en zo te zorgen voor zijn voortbestaan in een perspectief van duurzame en winstgevende groei.
Het jaar 2010 heeft ook belangrijke wijzigingen teweeggebracht in de activiteitenportefeuille, want met de verkoop van de farmaceutische
activiteiten en van de participatie in Inergy Automotive Systems, beschikt Solvay over de middelen om van zijn transformatie een succes te maken. Eveneens in het voorbije jaar zijn we met een ambitieus project gestart om de structuren van de Groep te moderniseren.
Zoals Solvay het al sinds zijn oprichting in 1863 doet, gaan wij mee met de grote lijnen in de geschiedenis. We leven in een complexe en fl uctuerende wereld, dooreengeschud door diepe crisissen. Niettemin tekenen zich ingrijpende mutaties af. Sommige van die tendenzen, van die megatrends, hebben directe gevolgen voor ons. Het komt er dus op aan ze te zien, ze te begrijpen, er de reikwijdte van in te schatten en ons ernaar te schikken.
In de eerste plaats valt de opwarming van de planeet niet te ontkennen. Dat is een kolossale en fundamentele verandering. Onderzoek stuit geregeld op nieuwe feiten die de wijzigingen van het wereldklimaat bevestigen. Deze vaststelling verhoogt de druk op de industriële activiteit als geheel, die immers veel energie verbruikt en broeikasgassen uitstoot.
Daar komt bij dat de honger naar de natuurlijke hulpbronnen waarover de planeet beschikt maar blijft toenemen, waarbij de vraag al snel het aanbod overtreft, onverschillig of het nu gaat om fossiele brandstoffen, om water of voor de industrie veelal nuttige metalen. Dit leidt er onvermijdelijk toe dat deze levensnoodzakelijke hulpbronnen schaars worden en zelfs uitgeput geraken. Onze belangrijkste werkmiddelen zijn bedreigd, meer bepaald energie en grondstoffen die aan de basis liggen van onze waardeproductieketens.
Een ander niet tegen te houden fenomeen: de wereldbevolking neemt toe en ze veroudert. In 2050 zullen we met 9 miljard mensen de aarde delen. En voor het eerst in de geschiedenis van de mensheid zullen mensen van 60 jaar of ouder talrijker zijn dan kinderen tot 15 jaar. Een situatie zonder voorgaande, die nog een ander kenmerk heeft: de komst van meer dan één miljard nieuwe consumenten. Deze evolutie zal ons gedrag bepalen en ze gaat ongetwijfeld ook de vraag beïnvloeden naar die goederen waarin onze producten en onze technologische oplossingen zijn geïntegreerd.
We kunnen er voorts van uitgaan dat de structurele concurrentie van de opkomende economische machten intenser wordt. De toename van de macht van de 4 BRIC-landen (Brazilië, Rusland, India, China) die aangekondigd werd in de loop van het eerste decennium van de 21e eeuw, is vandaag een realiteit. Andere landen met een aanzienlijk groeipotentieel zouden eveneens kunnen uitgroeien tot economische grootmachten.
Op deze ingrijpende veranderingen het antwoord vinden is een boeiende opgave. We zullen op drie fronten moeten handelen en onze organisatie, onze businessaanpak en onze
industriële perimeter moeten bekijken. In de eerste plaats reorganiseren wij naar een meer beweeglijke en meer motiverende structuur die bij machte is de nieuwe uitdagingen effi ciënt aan te gaan. De Raad van Bestuur heeft deze nieuwe organisatie, voorgesteld in september 2010, formeel goedgekeurd in februari 2011 en het is de bedoeling haar geleidellijk in te voeren voor het einde van 2012. Ze bevordert het op een verantwoordelijke wijze delegeren van bevoegdheden en de motivering van onze personeelsleden. Ze brengt ook onze klanten dichterbij.
Wat het tweede front betreft, onze businessaanpak, heeft Solvay in 2010 aangetoond dat het snel kan opveren na weerstand te hebben geboden aan de recesssie en de schokken die de wereldeconomie te doorstaan kreeg.
De omzet van de Groep komt nu op 7,1 miljard EUR. De omzet van de voortgezette activiteiten (6,8 miljard EUR) steeg met 19% ten opzichte van 2009. Deze vooruitgang is het resultaat van een sterke groei van de verkoopsvolumes in elke tak van onze bedrijvigheid. De omzetstijging is vooral sterk in Azië. De Groep realiseert er nu 14% van zijn omzet, tegen 10% in 2009, en bijna één derde van de verkoop van Speciale Polymeren.
Het recurrent operationeel resultaat (REBIT) van de Groep beloopt 633 miljoen EUR. De REBIT van de voortgezette activiteiten bedroeg 602 miljoen EUR, een stijging met 94% ten opzichte van 2009. Er was de belangrijke stijging van de verkoopsvolumes, maar de REBIT doet ook zijn voordeel met het feit dat de energiekosten globaal bekeken onder controle zijn en ook onze kosten bedwongen zijn. De belangrijke inspanningen die de Groep zich in 2008 en 2009 getroostte voor een structurele vermindering van de kosten wierpen hun vruchten af. Op natriumcarbonaat na (dat moet optornen tegen de aanhoudend zwakke markt voor vlakglas in Europa) gaat
het resultaat van elk van onze belangrijkste activiteiten duidelijk in stijgende lijn. In het bijzonder dient hier het recordresultaat in 2010 vermeld van de Speciale Polymeren.
Het nettoresultaat van de Groep komt op 1,8 miljard EUR. Het werd positief beïnvloed door de meerwaarde op de verkoop van de farmaceutische activiteiten (1,7 miljard EUR) en negatief beïnvloed door eenmalige posten ter waarde van 328 miljoen EUR. De eenmalige posten omvatten afwaarderingen van industriële activa, herstructureringslasten (waaronder 74 miljoen EUR van het Horizonproject) en de meerwaarde van de verkoop van het belang in Inergy Automotive Systems (130 miljoen EUR). Het rendement op eigen vermogen bedroeg 26,7% in 2010. De hervatting van de zaken mag ons niet doen vergeten dat het nodig blijft de cashpositie van de Groep rigoureus te beheren. Het bedrijfskapitaal van onze activiteiten in Chemie en Kunststoffen blijven we met de nodige discipline in de gaten houden. Terwijl de omzet in 2010 met 19% is gegroeid, is het bedrijfskapitaal slechts met 7% toegenomen in vergelijking met 2009. Ook heeft de Groep zijn investeringsuitgaven geconcentreerd op een beperkt aantal strategische projecten in Chemie en Kunststoffen, met de prioriteit op geografi sche expansie en de keuzes die de duurzame ontwikkeling ons oplegt. En dit zonder concessies op de besteding van de fi nanciële middelen voor veiligheid, leefmilieu en gezondheid.
De Groep waakt er voortaan ook over in zijn dagelijks beleid dezelfde criteria te hanteren als voor zijn strategische herpositionering. Zo wil hij ervoor zorgen dat zijn huidige activiteiten een blijvend karakter hebben.
Zo heeft Solvay bijvoorbeeld het voornemen bekendgemaakt een nieuwe EPICEROL®-fabriek te bouwen in China, met een jaarcapaciteit van 100 000 ton epichloorhydrine. Deze fabriek die
een productietechnologie op basis van hernieuwbare grondstoffen toepast die Solvay heeft ontwikkeld, vult een andere site in aanbouw in Thailand aan. Het is een prachtig voorbeeld van ons vermogen om dankzij de innovatie, producten en oplossingen te leveren die bijdragen tot de duurzame ontwikkeling. Met ditzelfde project verstevigen we ook onze geografi sche expansie in de landen die een sterke groei kennen.
In Rusland heeft onze joint venture RusVinyl de eerste steen gelegd van de fabriek in Kstovo. Het wordt de eerste site van wereldformaat voor de productie van vinyl en dat in het hart van een markt met uitstekende vooruitzichten. Al van bij het eerste concept zijn op deze geïntegreerde fabriek de strengst mogelijke milieunormen toegepast. Tegen 2013 moet ze 330 000 ton pvc per jaar kunnen produceren, daarbij zo effi ciënt mogelijk met energie omspringen én het gebruik van grondstoffen en afvalstromen tot het minimum beperken.
In de Verenigde Staten heeft Solvay een wel heel uitzonderlijke techno logie ontwikkeld waarmee natriumcarbonaatafval getransformeerd wordt tot een commercialiseerbaar natriumbicarbonaat. Dit product wordt met veel succes gebruikt voor de reiniging van rookgassen.
In Europe, waar de wieg van de Groep staat, worden met nieuwe ontwikkelingen betreffende energiebeheer de duurzaamheid van onze sites vergroot en hun invloed op het leefmilieu vermindert. Dat geldt bijvoorbeeld voor het project van de reusachtige brandstofcel met een capaciteit van 1 megawatt te Antwerpen (België), voor de WKK-eenheid die aangedreven wordt door brandstof op basis van reststoffen in Bernburg (Duitsland) of nog voor de beslissing de kwikelectrolyses in Tavaux (Frankrijk) en in Antwerpen te vervangen door membraanelektrolyses.
In Azië ten slotte heeft Solvay in 2010 de oprichting aangekondigd van drie nieuwe onderzoekscentra, in India, Zuid-Korea en China. Ze zijn ondertussen operationeel en hebben als taak de innovatie en de duurzame ontwikkeling in de regio te ondersteunen. Elk van deze centra zal zich allereerst bezighouden met innovatie op maat en ten dienste van de klanten.
Naast een dynamisch beheer van onze business hebben we ook structureel de ambitie onze activiteitenportefeuille te zien evolueren, zodat we de consumenten van morgen de producten en de oplossingen kunnen bieden die ze nodig zullen hebben. Dat is ook de reden waarom Solvay is begonnen met een zorgvuldige analyse naar herinvesteringsmogelijkheden voor de opbrengst uit de verkoop van zijn farmaceutische activiteiten. De analyse is op weldoordachte criteria gebaseerd: de nieuwe activiteiten zouden een hoge toegevoegde waarde moeten hebben en bijdragen tot de vermindering van de ecologische voetafdruk én tot de geografi sche expansie van de Groep, het cyclische karakter van de resultaten terugdringen en ook passen in onze duurzaamheidsdoelen. Deze strategische criteria horen in lijn te liggen met een grondig respect voor de fi nanciële discipline, waardoor de Groep zijn solide structuur kan behouden, en breder bekeken, met een adequate risicoanalyse. Met deze criteria werden marktsegmenten bepaald en in deze segmenten dan doelwitten die aandacht waard zijn. Het was wel nog niet mogelijk ons project al in
Christian Jourquin Voorzitter van het Uitvoerend Comité
2010 af te ronden.
Nog betreffende onze activiteitenportefeuille heeft Solvay in 2010 zijn aandeel van 50% in Inergy Automotive Systems aan zijn partner Plastic Omnium verkocht. Deze beslissing illustreert onze wil om ons te concentreren op een beperkt aantal welgekozen activiteiten.
Ons mobilisatievermogen en ons talent om al onze energie op een gemeenschappelijk doel te richten zullen in 2011 meer dan ooit aangesproken worden. Er wacht ons een grote taak. We passen ons aan een nieuwe wereld aan en leggen de oude gewaden af.
Maar in de eerste plaats bereidt Solvay zich voor op morgen. De Groep bereidt zich voor om de wereld de oplossingen aan te reiken waaraan zij behoefte heeft voor een duurzame ontwikkeling.
Solvay schept niet alleen waarde voor al zijn belanghebbenden, maar heeft zich ook geëngageerd in een echt maatschappelijke taak. Om die tot een goed einde te brengen wordt de Groep een belangrijk pleitbezorger van de duurzame chemie: een innoverende, moderne en onmisbare chemische industrie met een kleinere impact op het leefmilieu.
Na de ontzaglijke verandering die we momenteel doormaken, zullen we kunnen spreken van een nieuw Solvay, een totaal getransformeerde, gemotiveerde Groep die klaarstaat ten dienste van een nieuwe wereld.
Aloïs Michielsen Voorzitter van de Raad van Bestuur
4
Solvay is in 2010 met de aankondiging van het Horizonproject, een grondige transformatie waaruit een nieuwe organisatie voor onze Groep moet ontstaan. Ze zal onze Groep een plaats in de toekomst geven waarmee we aanspraak kunnen maken op een sterke positie op het gebied van de duurzame chemie. De verkoop van de farmaceutische activiteiten heeft ons voorzien van de nodige middelen om onze ambities te verwezenlijken. Maar om nieuwe activiteiten te kunnen integreren dienden we Solvay een meer motiverende, beweeglijke en gastvrije structuur te geven.
Aangezien alle activiteiten hun eigen karakteristieken hebben, zullen ze worden ondergebracht in nieuwe entiteiten die zich beter aan hun eigenheid kunnen aanpassen. De specialiteiten met hoge toegevoegde waarde worden geïntegreerd in entiteiten die wereldwijd actief zijn. Daartegenover staat dat de essentiële producten in regionale structuren worden georganiseerd, omdat de economische logica en de strategie die deze markten beheersen immers verschillen in de grote economische wereldregio's.
Minerals en Molecular Solutions) De essentiële chemische producten Units, die zullen geleid worden als zullen de RBU's Essential Chemicals zullen op groei mikken terwijl Europa
Bollate, Italië, haar hoofdkwartier zal hebben. Deze GBU zal de activitei-Solvay Advanced Polymers en
6
van onze klanten. Ze zal ook synergie mogelijk maken en dankzij het uitwisselen van best practices de operationele uitmuntendheid bevorderen. Voor de essentiële producten bevestigt de Sector Kunststoffen zijn huidige regionale organisatie voor de activiteiten die verband houden met vinylproducten, in de joint ventures SolVin in Europa en Solvay Indupa in Zuid-Amerika, Vinythai in Azië en Rusvinyl in het Gemenebest van Onafhankelijke Staten (GOS). Nog steeds in de Sector Kunststoffen richt Solvay een Business Unit Integration op die Benvic (de pvccompounding in Europa) zal besturen, net als de allianties in de context van de joint ventures Pipelife (buizen en hulpstukken) en Dacarto Benvic (pvc-compounds in Zuid-Amerika).
De nieuwe operationele organisatie wordt aangevuld met vier nieuwe eenheden, de Strategy Development Units, die zich respectievelijk gaan bezighouden met de speciale polymeren, de speciale chemische producten, de essentiële chemische producten en de vinylproducten. De taak van deze ploegen, direct verbonden met het management van respectievelijk de Sector Chemie en de Sector Kunststoffen, is de uitwerking van de strategie voor de belangrijke producten en marktsegmenten, dit in nauw
overleg met de Business Units. Ze zullen tevens de coördinatie tussen de regionale eenheden verzorgen.
Het bestuur van de Groep blijft ongewijzigd, met een Raad van Bestuur, een collegiaal Uitvoerend Comité, de Sectoren en de functionele directies. De regionale directies dan zullen gecombineerd worden met operationele of functionele directies, behalve in Azië waar de Groep een prioritaire ontwikkelingsinspanning levert. Voorts zullen de directeurs van de Sectoren een grotere zelfstandigheid krijgen inzake investeringsbeslissingen. Ze zullen op hun beurt een grotere autonomie in hun organisatie voorstaan, wat de uitvoering van nieuwe projecten zal versnellen.
Naast een organisatie die sneller en beweeglijker is en dichter bij de klanten staat, krijgt de Groep ook een sterkere motor om de innovatie, een essentiële pijler van de Groep, te kunnen stimuleren. Er komt een nieuw Innovatiecentrum dat onder de verantwoordelijkheid komt van een Chief Scientifi c and Innovation Offi cer, die rechtstreeks rapporteert aan de CEO.
Een derde reeks maatregelen zal de competitiviteit en het werk in ploegverband aanmoedigen. Wij willen de veralgemening van de beste werkmethodes (best practices) in alle onderdelen van de Groep.
Om het delegeren van bevoegdheden en de zin voor verantwoordelijkheid aan te moedigen moet een duidelijke oriëntatie geboden worden, een
kader waarbinnen de verantwoordelijken doeltreffend en coherent kunnen handelen. Het Corporate Center wordt lichter gemaakt. Naast de directie van de Sectoren, zal het een beperkt aantal functies bevatten voor de uitwerking van de richtlijnen, het voor de Groep uitgestippelde beleid, en het toezien op de uitvoering ervan. De structurele veranderingen zullen hun invloed hebben op de interne en externe kosten. Meer in het bijzonder zullen de inspanningen om de effi ciëntie van de businessondersteunende functies te verhogen gevolgen hebben voor ongeveer 800 arbeidsplaatsen over de hele wereld. De geleverde inspanningen zullen de jaarlijkse kosten met ongeveer 65 miljoen EUR verminderen tegen eind 2012. Daar komt bij dat de inspanningen om de externe uitgaven te beperken leiden tot een besparing van 55 miljoen EUR op jaarbasis. Overeenkomstig de Waarden van de Groep inzake ethiek en respect voor de mensen zal Solvay zich inzetten om de sociale gevolgen en naakte ontslagen zo veel mogelijk te beperken, door vroegtijdige pensionering voor te stellen voor die gevallen waar dit mogelijk is of door bijvoorbeeld de betrokkene intern of extern een nieuwe functie te geven of te zorgen voor een opleiding die het vinden van een nieuwe baan vergemakkelijkt.
Deze toegenomen wendbaarheid én onze lichtere structuur maken onze Groep tot een meer open organisatie met een grotere capaciteit om nieuwe activiteiten te integreren.
Solvay blijft op een consistente, geordende en coherente wijze trouw aan zijn traditie van verandering. Dit kan middels initiatieven op elk gebied, zoals bijvoorbeeld de fi nanciële reporting, het streven naar wetenschappelijke vooruitgang en niet te vergeten het partnerschap dankzij de verwezenlijkingen van de Solar Impulse.
8
Sinds 1 januari 2010 publiceert Solvay de resultaten van een vierde activiteitssegment in zijn fi nanciële reporting: New Business Development (NBD) staat daar nu in, naast de segmenten Chemie, Kunststoffen en Corporate & Ondersteunende diensten. Het is de bedoeling om zo een duidelijker licht te werpen op de ontwikkelingsinspanningen die Solvay levert in het kader van NBD, dat nieuwe technologieën onderzoekt, nieuwe producten en markten waar de knowhow van de Groep zou kunnen bijdragen tot economisch zinnige
oplossingen om zo een antwoord te bieden op de uitdagingen waarvoor de duurzame ontwikkeling ons plaatst. Bij die uitdagingen: de groei en de veroudering van de bevolking, de klimaatverandering, de ontoereikende grondstoffen en de opkomst van nieuwe consumenten.
NBD brengt nieuwe potentiële groeilagen tot ontwikkeling, in het kader van een actie voor open innovatie waarvoor samenwerking wordt gezocht met anderen. Deze aanpak valt op te maken uit de
vorming van partnerschappen en consortia met start-ups en onderzoeksorganisaties. De NBD-platforms concentreren zich tegenwoordig op duurzame energie, drukbare organische elektronica, nanotechnologiën en de chemie van wat hernieuwbaar is.
Dit verslag wijdt een belangrijker hoofdstuk aan New Business Development, waardoor dit een gelijkaardig overzicht geeft zoals van de twee industriële sectoren van de Groep, Chemie en Kunststoffen.
Na een eerste vlooiensprong in december 2009 heeft Solar Impulse, het vliegtuig dat uitsluitend door zonneenergie wordt aangedreven, in 2010 een beslissende reeks proefvluchten gemaakt, tot zelfs een nachtvlucht, die een primeur was in de geschiedenis van de zonneluchtvaart. Opgestegen op 7 juli vanop de militaire luchthaven van Payerne in Zwitserland heeft het toestel meer dan 26 uur gevlogen en het bereikte daarbij een maximale hoogte van 8 744 meter. Toen het vliegtuig landde had het meer energie in zijn batterijen
dan bij het opstijgen. Deze vlucht was een beslissende stap naar het einddoel: een vlucht rond de wereld in opeenvolgende etappes van elk vijf dagen in 2013-2014. Het is duidelijk bewezen dat het mogelijk is ook 's nachts te kunnen vliegen dankzij de overdag opgeslagen zonne-energie. Solar Impulse zou in 2011 zijn eerste internationale vluchten moeten maken. De eerste transatlantische vlucht zou dan weer iets voor 2012 zijn. Solvay is de eerste hoofdpartner én technologisch partner van Solar
Impulse. Innovatieve materialen van de Groep worden gebruikt voor ongeveer 6 000 onderdelen in het toestel. Ze bewijzen hun nut op drie manieren: in de structuur, in het energiesysteem en in de vermindering van het gewicht.
Solar Impulse is voor Solvay een buitenkans om aan te tonen dat zijn specialiteit, de chemie, toekomstgerichte oplossingen aanreikt waarmee het de enorme uitdaging van de duurzame ontwikkeling met succes kan aangaan.
Solvay heeft in oktober 2010 zijn vierde conferentie Science for Innovation gehouden. De thematiek van deze editie draaide rond de vraag: Duurzaamheid of chaos: kan de wetenschap ertoe bijdragen om deze uitdaging aan te gaan?
Deze ontmoeting van zeer hoog niveau lokte ongeveer 200 experts en onderzoekers van Solvay, zowel uit Europa en de Verenigde Staten als uit Azië, en ook een vijfentwintigtal vertegenwoordigers van het
internationale wetenschappelijke milieu. Onder hen Nobelprijswinnaars Peter Grünberg (Fysica, 2007) en Ada Yonath (Chemie, 2009). Er werden trofeeën uitgereikt om de meestbelovende onderzoeksprojecten van de Groep te onderscheiden. Deze projecten gaan vooral over nieuwe materialen en ultrazuivere producten voor spitstechnologische toepassingen.
• Rusland: Vinylproducten – Nieuwe productie-eenheid (RusVinyl) (2013)
S peciale polymeren: - Nieuwe fabriek voor compounds
-fabriek (2011)
| Belangrijkste producten | Europa | Wereld |
|---|---|---|
| Fluorpolymeren | 1 | 3 |
| Zeer performante engineering polymeren |
1 | 1 |
| Natriumcarbonaat en natriumbicarbonaat |
1 | 1 |
| Waterstofperoxide | 1 | 1 |
| pvc en natronloog | 2 | 3 |
De O&O-projecten liggen in het verlengde van de duurzame doelstellingen van de Groep en concentreren zich onder meer op energiebesparing, hernieuwbare energie, waterzuivering, hernieuwbare materialen of gezondheid en welzijn.
De herinvestering van de opbrengst uit de verkoop van de farmaceutische activiteiten is bedoeld om Solvays strategie van strategische en rendabele groei te versnellen.
De strategische prioriteit van Solvay is een verbetering van het duurzaamheidsprofi el van de Groep door:
Deze strategische criteria horen in lijn te liggen met een grondig respect voor de fi nanciële discipline, waardoor de Groep zijn solide structuur kan behouden, en breder bekeken, met een adequate risicoanalyse.
Financiën deel 1 en Verslag van de Raad van Bestuur
Verslag van de Raad van Bestuur pagina 12 Financiële informatie per aandeel pagina 19
Dit Verslag van de Raad van Bestuur heeft zowel betrekking op de geconsolideerde rekening van de Solvay-groep als op de jaarrekening van Solvay nv.
Het Verslag van de Raad van Bestuur voor het boekjaar dat eindigt op 31 december 2010, van pagina 12 tot 19, 147 tot 160 (risicomanagement) en van pagina 175 tot 203 (Verklaring inzake deugdelijk bestuur), is voorbereid volgens de regels van artikel 119 van het Wetboek van Vennootschappen en goedgekeurd door de Raad van Bestuur op 16 februari 2011.
Solvay streeft ernaar de inkomsten van de verkoop van de farmaceutische activiteiten te herinvesteren in organische en substantiële externe groei, met de klemtoon op waardecreatie op lange termijn. De strategische focus ligt op investeringen en acquisities in activiteiten met een hoge toegevoegde waarde en in strategische projecten in chemie en kunststoffen. Tegelijk blijft de Groep ook streven naar geografi sche expansie in regio's met groeipotentieel en naar de ontwikkeling van activiteiten en nieuwe producten met een betere energetische en ecologische voetafdruk, die het cyclisch karakter van de activiteitenportefeuille van Solvay moeten verminderen. Naast deze strategische criteria geldt ook een fi nanciële discipline waardoor de Solvay-groep zijn stevige structuur behoudt en in het algemeen een afdoende analyse van de risico's. Op basis van deze criteria zijn marktsegmenten geïdentifi ceerd, met daarin doelen die de Solvay-groep de moeite waard acht. Het herinvesteringsproces wordt in 2011 voortgezet.
In afwachting is de opbrengst van de verkoop van de farmaceutische activiteiten op korte termijn belegd in voor 80% diverse soevereine beleggingsinstrumenten (Duitsland, Frankrijk, Nederland, België) en voor 20% in geldbeleggingen waarvoor de hoogste rating geldt. Voorts is een programma uitgewerkt voor investering in eigen aandelen (in de vorm van treasury shares). In 2010 beliep de investering in Solvay-aandelen 880 766 aandelen tegen een gemiddelde prijs van 69,25 EUR per aandeel, wat neerkomt op een investering van 61 miljoen EUR. De looptijd van dit programma was eerst op één jaar bepaald, maar is verlengd tot eind december 2011 met het oog op nieuwe aankopen tot maximaal 1,65 miljoen aandelen.
In de context van deze strategische heroriëntering heeft de Solvay-groep een studie uitgevoerd (het Horizonproject) gericht op een maximale effi ciëntie van zijn organisatie en die de Groep voorbereidt op zijn toekomstige groei. De nieuwe organisatiestructuur werd voorgesteld in september 2010 en de Raad van Bestuur heeft haar formeel goedgekeurd in februari 2011. Naast een beter functioneren van de onderneming zou de reorganisatie ook een vermindering van de personeelskosten moeten mogelijk maken (naar schatting 65 miljoen EUR per jaar) en van externe uitgaven (geschat op 55 miljoen EUR per jaar). De nieuwe organisatiestructuur zal geleidelijk doorgevoerd
worden en volop effect krijgen tegen eind 2012. De herstructureringskosten zullen minder hoog zijn dan eerst geschat. Een groot deel van deze lasten is al geboekt in 2010 (78 miljoen EUR waarvan 74 miljoen EUR in het 4e trimester).
De omzet van de Groep komt op 7 109 miljoen EUR in 2010. De omzet van de voortgezette activiteiten (6,8 miljard EUR) steeg met 19% ten opzichte van 2009. De jaaromzet van de Sector Chemie (3 012 miljoen EUR) steeg met 11%; de verkoopsvolumes stijgen fors (+14%), wat de zwakkere verkoopprijzen compenseert (-6%). De jaaromzet van de Sector Kunststoffen (3 784 miljoen EUR) is duidelijk hoger (+33% bij constante perimeter), vooral dankzij een zeer aanzienlijke stijging van de afzet van Speciale Polymeren (+36% in vergelijking met vorig jaar). Geografi sch bekeken is het aandeel van Azië in het totaal van de verkoop van de Groep sterk toegenomen, van 10% in 2009 tot 14% in 2010.
Het recurrent operationeel resultaat van de Groep (REBIT) komt op 633 miljoen EUR in 2010. De REBIT van de voortgezette activiteiten (602 miljoen EUR) stijgt met 94%. Behalve aan de sterke vooruitgang van de afzet is dit in het algemeen te danken aan de belangrijke inspanningen voor kostenbeheersing en de beheersing van de energiekosten. Aan te stippen valt echter dat de energiekosten sinds enkele maanden stijgen.
De operationele marge (REBIT op omzet) van de Groep, zonder de farmaceutische activiteiten, bedraagt 8,9% in 2010 tegen 5,4% in 2009.
(3 012 miljoen EUR) gaat met 11% vooruit in vergelijking met vorig jaar. Het verkoopsvolume vertoont een sterke stijging (+14%) in alle activiteiten van de Sector, wat de zwakkere verkoopprijzen compenseerde (-6%), vooral voor natriumcarbonaat. Het operationeel resultaat voor 2010 van de Sector (312 miljoen EUR) is 16% hoger dan dat van 2009 (268 miljoen EUR). Deze verhoging betreft het geheel van de chemische activiteiten, met uitzondering van natriumcarbonaat.
De omzet in de Sector Kunststoffen (3 784 miljoen EUR)
| miljoen EUR | 2009 | 2010 | 2010/2009 |
|---|---|---|---|
| Omzet | 8 485 | 7 109 | -16 % |
| Chemie | 2 713 | 3 012 | 11 % |
| Kunststoffen | 2 982 | 3 784 | 27 % |
| Omzet – Voortgezette activiteiten | 5 694 | 6 796 | 19 % |
| Farmaceutische Producten – Beëindigde bedrijfsactiviteiten | 2 791 | 312 | ns |
| REBIT | 969 | 633 | -35 % |
| Chemie | 268 | 312 | 16 % |
| Kunststoffen | 86 | 360 | 320 % |
| New Business Development | -25 | -26 | 4% |
| Corporate & Business Support | -19 | -45 | 135 % |
| REBIT – Voortgezette activiteiten | 310 | 602 | 94 % |
| Farmaceutische Producten – Beëindigde bedrijfsactiviteiten | 658 | 31 | ns |
is duidelijk hoger dan die van vorig jaar; bij constante perimeter, stijgt hij met 33%. Deze evolutie vindt haar verklaring vooral in de zeer sterke afzetstijging van de Speciale Polymeren (+36% in vergelijking met 2009). Ook al geldt deze verbetering voor alle wereldregio's, toch is ze het sterkst in Azië. Voor de Vinylproducten is de vraag beter dan het jaar ervoor; maar deze verbetering werd toch afgeremd door een lusteloze bouwmarkt in een aantal West-Europese landen. Het operationeel resultaat van de Sector Kunststoffen (360 miljoen EUR) is toch duidelijk beter dan dat van 2009 (86 miljoen EUR). Deze vooruitgang doet zich ook voor bij de Vinylproducten en de Speciale Polymeren, al zijn het vooral deze laatste die de sterkste resultatengroei kunnen laten zien. De recordhoogte van het resultaat van de Speciale Polymeren in 2010 valt te benadrukken.
De uitgaven voor energie bleven in de loop van 2010 over het algemeen onder controle. De nettofactuur voor energie bedroeg 12% van de omzet van de Groep (zonder de farmaceutische activiteiten) tegen 13% in 2009.
Het energiebeleid van de Groep heeft als voornaamste kenmerken de verbetering van de energie-effi ciëntie van de industriële processen, de diversifi catie van de energiebronnen, het gebruik maken van warmtekrachtkoppeling (WKK) en alternatieven voor fossiele brandstoffen, het oprichten van partnerschappen en het bevorderen van integratie op energiegebied. Dat blijkt uit diverse recente verwezenlijkingen en projecten:
loop van 2010 met de levering van elektriciteit aan zijn klanten-aandeelhouders begonnen.
De niet-recurrente bestanddelen bedragen -328 miljoen EUR in 2010. Hierin zitten de waardeverminderingen van industriële activa voor een bedrag van 272 miljoen EUR, hoofdzakelijk in natriumcarbonaat in Europa, de meerwaarde van 139 miljoen EUR op de verkoop van het belang in Inergy Automotive Systems, herstructureringslasten voor het Horizonproject (78 miljoen EUR in 2010), een milieuvoorziening van 21 miljoen EUR voor afschermingen zuiveringswerken in Spinetta (Italië), 20 miljoen EUR afschrijving naar aanleiding van de sluiting van de waterstofperoxidefabriek te Bitterfeld, herstructureringskosten voor de activiteit fl uorproducten in Duitsland en Italië voor 20 miljoen EUR alsook een last van 13 miljoen EUR in de context van een regeling van een contractbetwisting.
De fi nancieringslasten belopen -184 miljoen EUR tegen -215 miljoen EUR in 2009. De lasten op leningen komen op -146 miljoen EUR. De bruto fi nanciële schuld is voor 82% gedekt tegen een gemiddeld vast tarief van 5,1% over een periode van 5,1 jaar. De opbrengsten uit cashbeleggingen bedragen 24 miljoen EUR. We herinneren eraan dat de opbrengst van de verkoop van de farma-
ceutische activiteiten op korte termijn geïnvesteerd wordt in overheidsinstrumenten en in geldbeleggingen met de hoogste waardering. Het gemiddelde jaarrendement van de kasmiddelen bedraagt 0,5% op het einde van 2010.
De winstbelastingen bedragen eind 2010 -1 miljoen EUR, tegen -90 miljoen EUR vorig jaar. Te vermelden valt de boeking van uitgestelde belastingvorderingen van 68 miljoen EUR op de (noncash) waardeverminderingen van industriële activa (eenmalige last van 272 miljoen EUR vóór belastingen). Dit uitzonderlijk bestanddeel buiten beschouwing gelaten en zonder rekening te houden met de meerwaarden uit de verkoop van de farmaceutische activiteiten en van de verkoop van het belang in Inergy Automotive Systems, zou de effectieve belastingsvoet 24% bedragen hebben.
De nettowinst van de Groep (1 823 miljoen EUR) is sterk gestegen in 2010 als gevolg van de meerwaarde die werd gehaald uit de verkoop van de farmaceutische activiteiten (1,7 miljard EUR netto), en uit de verkoop van het belang in Inergy Automotive Systems (130 miljoen EUR na belastingen). De belangen zonder zeggenschap bedragen 46 miljoen EUR.
De REBITDA van de Groep komt op 1 051 miljoen EUR. De farmaceutische activiteit buiten beschouwing gelaten gaat hij er met 46% op vooruit in vergelijking met het voorgaande jaar. De totale afschrijvingen (717 miljoen EUR) zijn aanzienlijk hoger dan die van 2009 (496 miljoen EUR) door de waardevermindering van industriële activa voor een bedrag van 272 miljoen EUR, vooral dan van natriumcarbonaat in Europa.
Het strenge beheer van het bedrijfskapitaal en de investeringsuitgaven leverde in 2010 een vrije kasstroom uit de voortgezette activiteiten2 op – dus met uitsluiting van enig rendement op de herinvestering van de opbrengst van de verkoop van de farmaceutische activiteiten – van 208 miljoen EUR. De operationele kasstroom van de voortgezette activiteiten bedraagt 662 miljoen EUR; het industrieel bedrijfskapitaal stijgt slechts licht (+7%) tegen dat van eind 2009 en in vergelijking met de sterke omzetgroei (+19%). De kasstroom uit investeringsactiviteiten van de voortgezette activiteiten bedraagt -454 miljoen EUR. Hij omvat voor 538 miljoen EUR investeringsuitgaven (minder dan het budget van 673 miljoen EUR), de opbrengst uit de verkoop van de 50%-participatie in Inergy Automotive Systems (268 miljoen EUR) en een voorafbetaling van -206 miljoen EUR in het 1e kwartaal 2010 ter vervanging van een voorheen toegekende waarborg voor boetes opgelegd in 2006 door de Europese Commissie voor antitrustzaken op het gebied van peroxides (nog steeds in beroep).
Het eigen vermogen bedroeg eind 2010 6 839 miljoen EUR, dat is 1 679 miljoen EUR hoger dan eind 2009. Deze verhoging heeft in ruime mate te maken met de boeking van de meerwaarde uit de verkoop van de farmaceutische activiteiten en van de deelneming in Inergy Automotive Systems.
Tengevolge van de verkoop van de farmaceutische activiteiten en de participatie van 50% in Inergy Automotive Systems heeft de Solvay-groep een positieve
De kredietratings op lange en korte termijn van
Solvay zijn respectievelijk A3/P2 (met negatieve outlook) bij Moody's en A-/A2 (stabiele outlook) bij Standard & Poor's.
Op 31 december 2010 telde de Solvay-groep 16 785 voltijds equivalenten. De evolutie vergeleken bij de mankracht eind 2009 (28 204 voltijds equivalenten) vindt haar verklaring in de verkoop van de farmaceutische activiteiten en van de participatie in Inergy Automotive Systems.
Solvay nv is een naamloze vennootschap naar Belgisch recht met maatschappelijke zetel in de Prins Albertstraat 33 te 1050 Brussel.
De rekening van Solvay nv wordt opgemaakt volgens de in het Belgisch recht geldende algemeen aanvaarde boekhoudkundige principes en betreft ook de Franse en Italiaanse fi lialen.
De voornaamste activiteiten van Solvay nv zijn enerzijds de controle over en het beheer van een aantal participaties in de vennootschappen van de Groep en anderzijds de fi nanciering van de Groep via de bank- en obligatiemarkt. Ook bestuurt ze het onderzoekscentrum in Neder-Over-Heembeek (België) en een zeer beperkt aantal niet in dochterondernemingen ondergebrachte industriële en commerciële activiteiten.
| miljoen EUR | 2009 | 2010 |
|---|---|---|
| Te bestemmen winst van het boekjaar |
265 | 2 782 |
| Overgedragen winstsaldo | 908 | 925 |
| Totaal ter beschikking van de Algemene Vergadering |
1 173 | 3 707 |
| Verwerking: | ||
| Brutodividend | 248 | 260 |
| Overgedragen winstsaldo | 925 | 3 447 |
| Totaal | 1 173 | 3 707 |
Het exploitatieresultaat is het saldo van de werkingskosten van het hoofdkantoor, gedeeltelijk gecompenseerd door inkomsten uit industriële en commerciële activiteiten die niet in dochterondernemingen zijn ondergebracht.
De winst uit de gewone bedrijfsuitoefening komt op 211 miljoen EUR tegenover 343 miljoen EUR vorig jaar. Hierin ook de dividenden uit verschillende participaties
(391 miljoen EUR in 2010) en het verschil tussen de overgemaakte en geïncasseerde intresten uit zijn fi nancieringsactiviteiten.
Het saldo van de uitzonderlijke resultaten bedraagt 2 543 miljoen EUR tegen -78 miljoen EUR in 2009. Het behelst vooral de terugname tegen 2 465 miljoen EUR van een waardevermindering van zijn participatie in Solvay Finance (Luxembourg) SA. We herinneren er aan dat de meerwaarde uit de overbrenging in 2006 van de farmaceutische vennootschappen naar Solvay Finance (Luxembourg) SA geneutraliseerd was door een waardevermindering geboekt bij Solvay Finance (Luxembourg) SA om de resultaten van het moederbedrijf niet al te zeer te laten beïnvloeden door binnen de Groep gerealiseerde meerwaarden. Die heeft overigens geprofi teerd van een meerwaarde van 137 miljoen EUR door de verkoop van de participatie in Inergy Automotive Systems.
De nettowinst van Solvay nv komt in 2010 op 2 782 miljoen EUR, wat dient vergeleken met 265 miljoen EUR in 2009.
Omdat er geen overdracht is naar de belastingvrije reserves bedraagt de te besteden winst van het boekjaar 2 782 miljoen EUR.
Er is niets belangrijks gebeurd tussen de dag van de afsluiting van het boekjaar (31 december 2010) en de dag waarop de Raad van Bestuur dit bestuursverslag heeft goedgekeurd (16 februari 2011).
Het risicomanagement (processen en risico's die werden geïdentifi ceerd en acties die werden ondernomen om ze te beperken) wordt beschreven op de bladzijden 147 tot 160 van het Jaarverslag 2010.
In 2010 is de economische herleving in Europa en de Verenigde Staten nog broos en de Solvay-groep heeft zijn investeringsuitgaven streng in de hand gehouden. Voor de voortgezette activiteiten bedroegen ze 538 miljoen EUR in 2010 tegen 522 miljoen EUR in het jaar ervoor. We vermelden hier slechts de uitgevoerde investeringsuitgaven voor de bouw van een nieuwe pvcproductie-eenheid in Rusland (RusVinyl), voor de bouw van een hoogrendementsmegafabriek voor waterstofperoxide en een fabriek voor epichloorhydrine op basis van natuurlijke glycerine, beide in Thailand.
van de voortgezette activiteiten klommen in 2010 op tot 136 miljoen EUR. Belangrijke inspanningen voor O&O worden met name geleverd op het gebied van Speciale Polymeren (zie bladzijden 30 tot 33 van het Jaarverslag 2010) en in New Business Development (zie bladzijden 38 tot 41 van het Jaarverslag 2010).
Het uitgavenpakket voor O&O komt in 2011 op 145 miljoen EUR, waarvan 35 miljoen EUR voor activiteiten die horen bij het segment New Business Development.
Het management van fi nanciële risico's en de aanwending van eventuele fi nanciële instrumenten om deze risico's te dekken worden beschreven op de bladzijden 128 tot 143 van het Jaarverslag 2010.
De opdracht, de samenstelling en het functioneren van het Auditcomité worden beschreven op de bladzijden 188 en 200 tot 201 van het Jaarverslag 2010.
Deze Verklaring bevat onder meer een beschrijving van de juridische structuur en van het aandeelhouderschap van Solvay, van zijn beleid inzake maatschappelijk kapitaal en
dividend, de werkwijze op de Aandeelhoudersvergaderingen, de samenstelling en de werkwijze van de Raad van Bestuur en de ervan afhangende Comités, de samenstelling en de manier van werken van het Uitvoerend Comité, de vergoedingenbeleid en het meest recente Verslag over de vergoedingen, een beschrijving van de voornaamste kenmerken van de systemen voor interne controle en het risicomanagement, de maatregelen van Solvay waarmee het zich aanpast aan de Belgische regels inzake marktmisbruik, en een beschrijving van de Gedragscode van de Groep.
De nettowinst per aandeel bedraagt 21,85 EUR (tegen 6,28 EUR in 2009).
De Raad van Bestuur van 16 februari 2011 heeft besloten de gewone Algemene Vergadering van 10 mei 2011 de betaling voor te stellen van een totaal brutodividend van 3,0667 EUR (netto: 2,3 EUR) per aandeel, 4,5% hoger dan in 2009. Op basis van de slotkoers van 15 februari 2011 (78,95 EUR), komt dit neer op een brutodividendrendement van 3,9% en van 2,9% voor het nettodividend.
Het is misschien goed er hier aan te herinneren dat het dividendbeleid van de Groep erin bestaat het telkens wanneer mogelijk te verhogen en, indien mogelijk, het niet te verminderen.
In overeenstemming met dit beleid werd het dividend vele jaren verhoogd, bleef het soms stabiel, en werd het nooit verlaagd gedurende 29 jaar.
Rekening houdend met het voorschot van 1,20 EUR bruto per aandeel (coupon nr. 87), uitbetaald op 13 januari 2011, bedraagt het dividendsaldo voor het boekjaar 2010 1,8667 EUR bruto per aandeel (coupon nr. 88). Dit bedrag wordt uitbetaald op 17 mei 2011; de Solvay-aandelen noteren ex-dividend op NYSE Euronext vanaf 12 mei 2011.
| EUR | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 |
|---|---|---|---|---|---|
| Eigen vermogen | 50,97 | 52,10 | 54,05 | 57,87 | 78,95 |
| REBITDA4 | 18,97 | 20,13 | 17,44 | 17,52 | 12,92 |
| Nettoresultaat | 9,57 | 9,46 | 4,92 | 6,28 | 21,85 |
| Nettoresultaat (zonder beëindigde bedrijfsactiviteiten) | 8,33 | 9,46 | 4,92 | 2,59 | 0,62 |
| Verwaterd nettoresultaat | 9,52 | 9,40 | 4,91 | 6,28 | 21,80 |
| Verwaterd nettoresultaat (zonder beëindigde bedrijfsactiviteiten) |
8,28 | 9,40 | 4,91 | 2,59 | 0,62 |
| Aantal uitgegeven aandelen (in duizendtallen) op 31 december |
84 701 | 84 701 | 84 701 | 84 701 | 84 701 |
| Gemiddeld aantal aandelen (in duizendtallen) voor de berekening van de nettowinst per aandeel |
82 669 | 82 586 | 82 318 | 82 143 | 81 320 |
| Gemiddeld aantal aandelen (in duizendtallen) voor de berekening van het verwaterd resultaat per aandeel |
83 106 | 83 054 | 82 447 | 82 186 | 81 499 |
| Brutodividend | 2,80 | 2,93 | 2,93 | 2,93 | 3,07 |
| Nettodividend | 2,10 | 2,20 | 2,20 | 2,20 | 2,30 |
| Hoogste koers | 116,2 | 123,2 | 97,9 | 77,8 | 81,9 |
| Laagste koers | 83,1 | 92,3 | 51,45 | 42,0 | 67,8 |
| Koers op 31 december | 116,2 | 95,7 | 53,05 | 75,6 | 79,8 |
| Koers/winst op 31 december | 12,1 | 10,2 | 10,8 | 12,0 | 3,6 |
| Nettodividendrendement | 1,8 % | 2,6 % | 4,2 % | 3,1 % | 2,9 %5 |
| Brutodividendrendement | 2,4 % | 3,5 % | 5,6 % | 4,1 % | 3,9 %5 |
| Jaarlijks volume (duizend aandelen) | 46 225 | 57 536 | 94 322 | 71 259 | 47 028 |
| Jaarlijks volume (miljoen EUR) | 4 442 | 6 318 | 7 702 | 4 414 | 3 481 |
| Beurskapitalisatie op 31 december (miljard EUR) | 9,8 | 8,1 | 4,5 | 6,4 | 6,8 |
| Omloopsnelheid (%) | 56,9 | 71,5 | 113,2 | 85,2 | 56,0 |
| Door free fl oat gecorrigeerde omloopsnelheid (%) | 81,2 | 102,1 | 161,7 | 121,7 | 80,4 |
Alleen de REBITDA van 2009 werd herberekend om rekening te houden met de transfer van de actualiseringkosten voor de provisies (64 miljoen EUR in 2009) van de operationele naar de fi nanciële kosten vanaf het boekjaar 2010, in lijn met IAS19, rekening houdend met de fi nanciële aard van dit element.
Op basis van de slotkoers van 15 februari 2011 (78,95 EUR)
De Sector Chemie is sterker na de crisis die op het einde van het decennium de wereld op zijn kop zette. De activiteiten van de Sector Chemie hebben stand gehouden, hebben zich aangepast en zijn opnieuw opgeveerd. Hij gaat vandaag in een hogere versnelling die rekening houdt met de krachten die een wereld in wording voortstuwen.
De blauwpigmentpasta's voor beeldschermen van de volgende generatie die Solvay verkoopt in de context van een Zuid-Koreaanse joint venture zijn het resultaat van een doorgedreven inspanning in O&O en een aanzienlijke kennis van nanotechnologieën.
De Sector Chemie van Solvay zet de uitvoering van zijn strategie voort door:
In de dagelijkse werking past Solvay de grote principes van de duurzame ontwikkeling toe die zijn strategische visie bepalen. In de Sector Chemie blijkt dit onder meer uit:
In Europa is de markt voor natriumcarbonaat in 2010 heel somber geweest doordat de hervatting van de vraag en van de productie bij enkele belangrijke afnemers langer op zich liet wachten dan gedacht. We denken hierbij vooral aan de productie van vlakglas voor de bouwsector, want deze activiteit heeft nog sterk te lijden onder de recessie die ons in 2008/2009 teisterde. Daartegenover staat dat de markt van het holglas (verpakkingen) en die van de detergenten stabiel zijn gebleven.
In Noord-Amerika is de conjunctuur voor natriumcarbonaat in 2010 moeilijk gebleven, door de scherp concurrerende prijzen. De volumes waren dan weer enigszins beter dan in 2009. Daartegenover staat dat in de opkomende
regio's zoals Zuid-Amerika en Azië de groei werd volgehouden, omdat de herleving na de recessie hier sneller optrad.
Het in Europa geproduceerde natriumcarbonaat blijft erg gevoelig voor de energiekosten. Solvay is dan ook doorgegaan met de implementatie van zijn programma's voor meer energetische effi ciëntie en voor alternatieve energie, terwijl het ook streeft naar een verdere verbetering van de procedés in elk van zijn productie-eenheden. Het is in deze context dat de nieuwe wervelbedeenheid in Devnya (Bulgarije) en de cogeneratie-eenheid in Bernburg (Duitsland) in bedrijf zijn genomen.
23
| 2008 | 2009 | 2010 | |
|---|---|---|---|
| Omzet | 3 096 | 2 713 | 3 012 |
| REBIT | 238 | 268* | 312 |
| REBITDA | 398 | 436 | 499 |
| Afschrijvingen | 85 | 189 | 476 |
| Investeringen | 410 | 244 | 219 |
| O&O | 37 | 36 | 37 |
| Werknemers 31 december | 8 966 | 8 721 | 8 390 |
| REBITDA/omzet | 13% | 16% | 17% |
* Herwerkt om rekening te houden met de transfer van de actualiseringkosten van de voorzieningen van de operationele kosten naar de fi nanciële kosten.
| 1% | |
|---|---|
| 45% | 17% |
| 37% | |
| 37% | |
| 1% | |
| 6% Advanced Functional Minerals 12% Gefl uoreerde Producten 17% |
| EMEA | 60% |
|---|---|
| 51% West-Europa | |
| 4% Oost-Europa | |
| 5% Andere EMEA landen | |
| Amerika | 30% |
| 22% Noord-Amerika | |
| 8% Mercosur | |
| Azië - Stille Oceaan | 10% |
| Chemische industrie | 24% |
|---|---|
| Glasfabricage | 13% |
| Detergenten, onderhouds | |
| en hygiëneproducten | 11% |
| Papier | 8% |
| Waterbehandeling/milieuzorg 6% | |
| Mensen- en dierenvoeding | 5% |
| Bouw en architectuur | 3% |
| Menselijke gezondheidszorg | 3% |
| Elektriciteit en elektronica | 3% |
| Auto-industrie | 2% |
| Consumptiegoederen | 1% |
| Andere industrieën | 21% |
Solvay heeft ook zorgvuldig zijn vertrek voorbereid uit het American Natural Soda Ash Corporation (ANSAC), het uitvoerconsortium voor in de Verenigde Staten geproduceerd natriumcarbonaat. Solvay heeft ANSAC per 1 januari 2011 verlaten waardoor het voortaan vanuit elk van zijn fabrieken direct toegang heeft tot de sterke groeimarkten in Latijns-Amerika, Azië en Afrika. Zo zal de Groep zijn positie op deze markten verstevigen, zijn grote internationale klanten beter kunnen bedienen en de logistieke keten kunnen verbeteren door een vlottere bevoorrading. In Rusland had Solvay in 2010 een serieuze tegenvaller: in de fi nale fase voor de concretisering is het overnameproject van de
toepassingen zitten momenteel in de pre-marketingfase en bieden interessante vooruitzichten.
Amerikaanse en Europese teams hebben hun vruchtbare inspanningen voortgezet bij het zoeken naar nieuwe afzetmogelijkheden en voor toepassingen in landbouw, voeding en leefmilieu voor trona, het ruwe mineraal waaruit in de Verenigde Staten natriumcarbonaat gewonnen wordt. Ter illustratie: de start van de productie van SOLVAIR® S300, te Green River in de staat Wyoming; het gaat hier om een nieuwe kwaliteit natriumbicarbonaat, ontstaan uit de transformatie van productieresten van natriumcarbonaat, die bestemd is voor de reiniging van rookgassen.
is geworden. Iridos produceert blauwe pigmentpasta's bestemd voor dunnefi lmtransistoren voor vloeibaarkristalschermen (TFT-LCD) en organische lichtgevende diodes (OLED's) van de volgende generatie. Het onderzoek en de vervaardiging van deze producten vereisen een sterke knowhow in nanotechnologie. De bijdrage van Solvay is in dit opzicht van doorslaggevend belang gebleken. Nieuwe activiteiten in O&O gericht op rode pigmentpasta's zijn inmiddels volop aan de gang.
De bijdrage van Solvay en Nepes uitgedrukt in voor Iridos bestemde activa zal zeker oplopen tot 20 miljoen Zuid-Koreaanse won (12 miljoen EUR) tussen 2009 en 2011.
De wereldmarkt voor pigmentpasta's voor TFT-LCD-schermen beloopt ongeveer 300 miljoen Zuid-Koreaanse won (200 miljoen EUR). Voor de oprichting van Iridos werd deze markt exclusief bevoorraad door Japanse producenten.
Wat het geheel van de SBU AFM betreft: de in de afgelopen jaren ingezette herstructureringsmaatregelen beginnen hun vruchten af te werpen, wat moge blijken uit de prestaties van de activiteiten geprecipiteerd calciumcarbonaat en afgeleide producten van barium/strontium, die er stevig op vooruitgaan.
natriumcarbonaatfabriek in Berezniki, met een geplande jaarproductie van 500 000 ton natriumcarbonaat, gesneuveld om redenen die helemaal buiten de Groep dienen gezocht. Ten slotte, heeft de Groep zijn industriële activa in natriumcarbonaat afgewaardeerd (impact na belastingen 186 miljoen EUR). De waardeverminderingen hebben betrekking op Europa, waar sommige markten zwak blijven, met name vlakglas voor de bouw. Er zijn op industrieel vlak al maatregelen genomen om de nieuwe situatie het hoofd te bieden.
De markt voor natriumbicarbonaat is in 2010 blijven groeien. Nieuwe
In 2010 komt één van de successen voor de Strategic Business Unit Advanced Functional Minerals (SBU AFM) van Iridos, een joint venture waarin de Groep net als zijn partner Nepes, een Zuid-Koreaanse producent van micro-elektronische onderdelen, 50% bezit en die nu een totaal geïntegreerde onderneming anced Functional U ure zijn ner ucent micro-elektronische erdelen, al onderneming
Jaarverslag Solvay 2010
METATREND
De activiteit Elektrochemie en afgeleide specialiteiten is zeer goed opgewassen gebleken tegen de crisis. Door belangrijke vermindering van de kosten, aanpassingen van de productie en initiatieven die blijk gaven van ondernemingszin en bedoeld waren om cash te genereren kon deze activiteit de ergste gevolgen van de recessie afwenden.
Inzake natriumhydroxide waar het resulltaatniveau van voor de crisis niet haalbaar was, werd de markt in 2010 gekenmerkt door een geleidelijke verbetering van vraag en aanbod. De activiteitsgraad van de productieeenheden van chloor-alkali is geleidelijk en over het hele jaar verbeterd. De hogere vraag viel in het bijzonder op in de segmenten papier en pulp en aluminium. De Europese markt vertoonde een evenwichtig beeld dankzij een forse vermindering van het aanbod als gevolg van de sluiting van fabrieken en de implementatie van onderhoudsprogramma's. Hierdoor zijn de prijzen vanaf het 2e trimester beginnen stijgen.
Het programma voor de omschakeling van de kwikelektrolyse-eenheden van de Groep naar elektrolyse op basis van membraantechnologie wordt voortgezet. De nieuwe technologie is immers performanter én duurzamer. In 2010 is Solvay begonnen met de volledige omschakeling van de elektrolyses in zijn industrieel complex in Tavaux (Frankrijk).
Wat de allylproducten betreft is de vraag naar epichloorhydrine in de loop van 2010 aanzienlijk toegenomen in vergelijking met 2009 en dit in alle toepassingen. Daarbij komt dat de sterke competitiviteit van de fabrieken van de Groep het niet enkel mogelijk maakte om de snelle groei van de vraag te volgen, maar ook de positie van Solvay op de internationale markten te verstevigen. In het geheel genomen zijn de winstmarges voor deze activiteit in 2010 en in vergelijking met het jaar ervoor verbeterd.
De groei van het marktaandeel van de Groep kondigt de start aan van de nieuwe productie-eenheid in Map Ta Phut in Thaïland, die zal beschikken over een jaarcapaciteit van 100 000 ton epichloorhydrine, en dit op basis van het EPICEROL® procedé. De opstart onder de verantwoordelijkheid van Vinythai, een dochteronderneming van de Groep, valt te verwachten in het begin van 2012.
Eind 2010 heeft Solvay ook besloten een studie voor een nieuw project te beginnen voor een EPICEROL® productie-eenheid in China, met eveneens een capaciteit van 100 000 ton. Deze fabriek zou dan in 2013 kunnen opstarten.
De fl uorchemie heeft het in 2010 uitstekend gedaan. In het algemeen kan men zeggen dat het resultaat beter uitvalt voor vrijwel alle producten en marktsegmenten. Na alle emoties rond het uitdoofbeleid van SOLKANE® 22 op de Europese markt voor koelingsproducten -in
januari 2010- en rond de sluiting van de fabriek van de Groep in Bad Wimpfen (Duitsland), is Solvay erin geslaagd het verlies van inkomsten meer dan te compenseren dankzij de toegenomen verkoop van andere producten en de promotie van nieuwe producten.
Het gamma van opblaasgassen bestemd voor isolatiemateriaal op basis van polyurethaan kon zijn voordeel doen met verbeterde marktomstandigheden in Europa en evenzeer met de ontwikkeling van nieuwe activiteiten in Azië en op het Amerikaans continent.
Het segment fl uorspecialiteiten beleefde een opmerkelijke groei. Een breed productengamma, meer bepaald NOCOLOK® en specialiteiten op basis van fl uorgas hebben hun marktpositie verstevigd. Met nieuwe graden kon NOCOLOK®, gebruikt als standaardvloeimiddel voor het solderen van aluminium, terrein winnen in nieuwe toepassingen – meer bepaald verwarming, ventilatie en klimaatregeling. De verkoop in de autosector, de traditionele klant van NOCOLOK®, is ook een stuk beter dan in 2009. Ten slotte hebben ook de farmaceutische kwaliteiten van SOLKANE®, gebruikt als verstuiver voor medische sprays, een opvallende voouitgang geboekt.
De stroomopwaartse integratie van Solvay tot en met de winning van fl uorspar, het basismineraal, is heel nuttig gebleken en wordt ook voor de toekomst één van de belangrijkste troeven van de Groep.
Het onderzoeksprogramma op het gebied van fl uorproducten blijft gericht op duidelijk omschreven hoofdtrends. Het gaat hier meer bepaald om additieven voor lithiumionbatterijen, synthonen op basis van de gefl uoreerde intermediair CF3 voor de agroalimentaire sector, en om nieuwe concepten op basis van fl uorgasen voor toepassingen op
het gebied van de halfgeleiders bij foto-elektrische cellen.
In 2010 heeft de activiteit Waterstofperoxide veel betere resultaten neergezet dan het jaar ervoor.
De Europese markt is opgeleefd met een verbetering aan de vraagzijde zowel in de papiersector als bij alle andere gebruikers van waterstofperoxide (H2 O2 ). Toch is de papiersector nog niet helemaal hersteld en haalt hij nog steeds niet de resultaten van voor de crisis. Er zijn dan ook nieuwe consolidatiemaatregelen te verwachten in deze sector.
In Noord-Amerika heeft het mark therstel de herstart bevorderd van een deel van de productiecapaciteit in de papiersector. De exportmarkten doen het ook beter, dankzij de sterke vraag uit China. De andere afzet markten – meer bepaald de chemische industrie, de leefmilieutoepassingen en de steriele verpakkingen – hebben ook en op beslissende wijze bijgedragen tot deze algehele verbetering.
In Zuid-Amerika bijt Solvay de spits af op de markt van de waterstofperoxide dankzij een dynamische strategie die bijdraagt tot de sterke regionale groei. De fabriek in Curitiba (Brazilië) kende een capaciteitsuitbreiding, met een jaarproductie die van 160 op 180 kiloton is gebracht. Het distributienetwerk is verbeterd met nieuwe terminals.
De regio Azië - Stille Oceaan ten slotte blijft haar voordeel doen met de stimulans die de aanhoudende Chinese vraag biedt. Peroxythai heeft nieuwe records gevestigd qua productie, verkoop en resultaat in 2010, want de uitbreiding die het vorig jaar werd voltooid is nu helemaal operationeel.
Over het geheel genomen ziet het er voor de volumes in 2011 goed uit, in elk van de regio's, maar men verwacht wel een stijging van de energieprijzen.
Wat de lopende projecten betreft, valt te vermelden dat de joint venture met de Huataigroep in China de bouw heeft aangevat van een waterstofperoxidefabriek op de nieuwe Huatai-site in Dongying in de provincie Shandong. Deze fabriek zal een jaarcapaciteit hebben van 50 kiloton en moeten gaan produceren voor eind 2011.
De ontwikkeling van waterstofperoxide bestemd voor de productie van propyleenoxide -het HPPOprocedé- dat een metamorfose teweegbrengt in de hele met H2 O2 verbonden activiteit wordt onder impuls van Solvay voortgezet. Deze technologie met een hoge productiviteit die Solvay ontwikkeld heeft, gaat de omvang van de fabrieken voor waterstofperoxide drastisch veranderen. De eerste megafabriek in Antwerpen werkt met een stabiele productie. De opstart van een tweede megafabriek in Thailand is gepland voor 2011, terwijl de projecten voor nieuwe productieeenheden goed opschieten.
Solvay heeft veelbelovende vorderingen gemaakt op de markt van de wet chemicals, chemische uiterst zuivere producten bestemd voor de elektronische industrie – meer bepaald de halfgeleiders, de platte beeldschermen en de foto-elektrische zonnecellen. Lansol, joint venture van Solvay en Sinochem Lantian in China, heeft een nieuwe fabriek opgestart voor de reiniging van hydrofl uorzuur in Quzhou. Ze is vooral bedoeld voor de bevoorrading van de Chinese markt voor foto-elektrische cellen die in volle expansie is. Solvay heeft ook een pilootinstallatie gebouwd in Duitsland voor de reiniging van fosforzuur bestemd voor allerlei toepassingen in de halfgeleidersindustrie. Ten slotte heeft Solvay de terugkoop beëindigd van de participaties van zijn partners in de joint venture Interox Semco in Suzhou, China, gespecialiseerd in ultrazuivere waterstofperoxide.
Voor zuurstofwater besteedt Solvay meer aan O&O dan gemiddeld voor de sector, om zijn leidende positie te kunnen verstevigen. Het onderzoekswerk spitst zich toe op:
De Strategic Business Unit (SBU) Molecular Solutions blijft nog verlies maken maar heeft toch belangrijke vorderingen gemaakt, zowel in fi nancieel opzicht als wat de toekomst betreft voor zijn peptideen oligonucleotide-activiteit. Een herstructureringsprogramma heeft de kostenstructuur aanzienlijk verbeterd, zonder een hypotheek te leggen op de ontwikkelingsmogelijkheden. De portefeuille voor projecten met klanten is uitgebreid.
Peptisyntha en de verwante entiteit binnen de SBU, Girindus, zijn nu beter afgestemd op de markten waarnaar ze zich richten. Voorts zijn belangrijke onderzoeksprojecten aan de gang, waarbij ook externe partners betrokken worden, en die kansen op diversifi catie en groeimogelijkheden beginnen te scheppen voor de activiteiten in verband met de tides.
Getuigenis: Hellen Fam Global Sales and Marketing Allylproducten - EPICEROL®-project in China.
"EPICEROL® is een vernieuwend procedé, ontwikkeld door Solvay voor de productie van epichloorhydrine op basis van glycerine, een hernieuwbaar nevenproduct uit de biodiesel- en oleochemie-industrie.
Aangezien China een epichloorhydrinemarkt heeft die sneller groeit dan waar ook ter wereld, was de investering hier een logische tweede stap na de drie premarketing- jaren die dienden voor de voorbereiding van de eerste EPICEROL® productie-eenheid in Thailand. De Chinese markt gaat gebukt onder een onzekere bevoorrading. De meeste belangrijke klanten willen er op termijn kunnen beschikken over een leverancier die ook een stabiele strategische partner is. Toen het met EPICEROL® een nieuwe groene strategie op de markt bracht, was Solvay vastbesloten die rol te gaan spelen.
Snelheid was hier het doorslaggevend element. We moesten snel handelen om het leiderschap te behouden. Bovendien moesten we kunnen rekenen op een uitstekende, gemotiveerde en toegewijde ploeg. Een ploeg die bestond uit echte ondernemers, en voor alles, uit sympathieke mensen. Ik ben er gewoon trots op er bij te horen!"
Jaarverslag Solvay 2010
Sector Kunststoffen
Jaarverslag Solvay 2010
De Sector Kunststoffen is met kracht teruggeveerd na de recessie, want hij heeft de goede keuzes gemaakt. Hij heeft weerstand getoond en ingezet op activiteiten waarmee hij in een context van economische herleving in de wereld lengten voorsprong kan nemen. Hij is meer dan ooit een leverancier van innoverende oplossingen, bekwaam om antwoorden te vinden op de grote huidige uitdagingen.
Jaarverslag Solvay 2010
2010 is een gunstig jaar geweest voor de specialiteiten met hoge toegevoegde waarde van de Sector Kunststoffen, de bekroning van de energieke groeistrategie van de jongste jaren. Bijna één derde van de verkoop in de speciale polymeren was in het afgelopen jaar voor Azië. Ondertussen zet de Sector zijn inspanningen voort om de impact van zijn producten op het leefmilieu te verminderen en in zijn industriële activiteiten effi ciënter om te springen met energie.
De herleving op de markt van de Speciale Polymeren is zeer krachtig gebleken. De markten die het zwaarst werden getroffen door de crisis (elektriciteit en elektronica, auto-industrie, uitrustingsgoederen voor de chemische industrie) hebben opnieuw een gelijkaardig of zelfs een hoger niveau bereikt dan voor de crisis – met de opvallende uitzondering evenwel van de bouwsector, die op een merkelijk lager niveau blijft dan in 2008.
Geografi sch gezien, bereiken de Europese en Amerikaanse markten over het algemeen genomen opnieuw het verkoopsniveau van voor de crisis, terwijl Azië blijft groeien, en inmiddels goed is voor 30% van de verkoop. Een ander fenomeen is het resultaat van de innovatieinspanningen van de Solvay-groep. Zo is een sterke groei opgetekend
in de verkoop in de nieuwe toepassingen, zoals alternatieve (meer bepaald foto-elektrische) energie, materialen voor lithium-ionbatterijen of nog de zeer performante membranen voor waterzuivering. Dit gecumuleerd effect heeft ervoor gezorgd dat de Strategic Business Unit (SBU) Specialty Polymers in 2010 een recordomzet wist te halen (1 143 miljoen EUR) en ook kon uitpakken met een nooit gezien operationeel resultaat (212 miljoen EUR) en 2010.
De strategie van de SBU Specialty Polymers is gebaseerd op drie pijlers:
De SBU blijft haar ultra-polymeren verder ontwikkelen, meer in het bijzonder KETASPIRE® (PEEK) en AVASPIRE® (gemodifi ceerde PEEK). Deze kunststoffen
behoren bij de meest performante materialen door een combinatie van mechanische eigenschappen en hun temperatuurbestendigheid. Hierdoor zijn ze geschikt voor talrijke toepassingen ter vervanging van traditionele materialen. De SOLVIVA®-biomaterialen, bestemd voor producenten van implanteerbare medische apparaten, kennen een groot succes. Een van de belangrijkste producenten van spinale implantaten, heeft de goedkeuring gekregen van de Amerikaanse FDA (Food & Drug Administration) voor
30
en geringer gewicht. 2. Door het gebruik van SOLEF® PVDF als bindmiddel leveren batterijen meer energie en vermogen en gaan ze ook langer mee.
| 2008 | 2009 | 2010 | |
|---|---|---|---|
| Omzet | 3 695 | 2 982 | 3 784 |
| REBIT | 264 | 86* | 360 |
| REBITDA | 458 | 298 | 583 |
| Afschrijvingen | 201 | 212 | 234 |
| Investeringen | 393 | 254 | 296 |
| O&O | 79 | 78 | 74 |
| Werknemers 31 december | 8 816 | 8 402 | 6 617 |
| REBITDA/omzet | 12 % | 10 % | 15 % |
* Herwerkt om rekening te houden met de transfer van de actualiseringkosten van de voorzieningen van de operationele kosten naar de fi nanciële kosten.
| Bouw en architectuur | 41% |
|---|---|
| Elektriciteit en elektronica | 11% |
| Waterbehandeling en | |
| Milieuzorg | 9% |
| Verpakkingsindustrie | 9% |
| Auto-industrie | 7% |
| Consumptiegoederen | 7% |
| Chemische industrie | 4% |
| Menselijke gezondheidszorg | 3% |
| Andere industrieën | 9% |
* Exclusief de omzet van Inergy Automotive Systems, omdat Solvay zijn 50%-belang in dit bedrijf in 2010 heeft verkocht.
een nieuw implataat bestemd voor de wervelkolom en vervaardigd op basis van hars van ZENIVA® polyetheretherketone (PEEK) van Solvay Advanced Polymers.
Op het gebied van fl uoropolymeren heeft Solvay Solexis een akkoord gesloten met Thin Film Electronics ASA voor de commercialisering van het nieuwe polymeer SOLVENE™ dat gebruikt wordt voor drukbare elektronica en bestemd is voor de productie van elektronische geheugens dankzij zijn ferroelektrische eigenschappen. De drukbare elektronica bestaat uit de productie van elektronische componenten met behulp van druktechnieken waarvoor functionele inkten worden gebruikt. Op die manier is een effi ciënte massaproductie mogelijk van elektronische componenten op fl exibele onderlagen.
Solvay Solexis werkt ook verder aan de ontwikkeling van AQUIVION®,
het materialengamma voor de productie van membranen bestemd voor brandstofcellen. De projecten krijgen concreet gestalte in nauw contact met de grote spelers in de auto-industrie of via SolviCore, de 50/50 joint venture met Umicore voor de productie van assemblages van protonuitwisselingsmembranen en elektroden die de belangrijkste componenten zijn van de brandstofcel. Deze assemblages verenigen de Solvay-membranen met de door Umicore
Innovatie is essentieel voor de SBU Specialty Polymers. Essentieel omdat ze het mogelijk maakt het productengamma en het aantal toepassingsmogelijkheden uit te breiden, de productiekosten te verminderen en de veiligheid op de fabrieksvloer te verhogen. In 2010 zijn diverse nieuwe producten gelanceerd. Het gaat onder meer om:
geproduceerde katalysatoren.
in de Verenigde Staten, zowel door de Californische als door de federale overheid.
Solvay Advanced Polymers heeft een partnerschap aangegaan voor de ontwikkeling en de commercialisering van een PEEK met door koolstofnanobuisjes verbeterde eigenschappen. Deze nieuwigheid mikt op een aantal toepassingen
die eraan lijken te komen op het gebied van de geneeskunde, de luchtvaart en de auto en ook op het gebied van olie- en gaswinning.
Solvay werkt ook samen met Mitsubishi Gas Chemical Co. Inc. (MGC) aan de ontwikkeling van een nieuwe hogetemperatuurpolyamide uit biomassa en bestemd voor duurzame en zeer performante toepassingen.
Solvay Solexis is sterker geworden in de ontwikkeling van producten en toepassingen voor hernieuwbare energievormen. Het besteedde daaraan een belangrijk deel van zijn O&O-middelen. Die inspanning gaat in stijgende lijn waar het over lithium-ionbatterijen gaat en dit dankzij Solvays nieuwe O&O-centrum in Zuid-Korea.
Ter begeleiding van de zeer sterke groei van de speciale polymeren in China heeft Solvay besloten een nieuwe compoundingfabriek te bouwen in Changsu. Die zal in een eerste fase polyphtalamide (PPA) AMODEL®-compounds produceren, alsmede IXEF® polyarylamide (PAA) en KALIX® (gemodifi ceerde PAA).
Deze kunststoffen dienen vooral voor de elektronica en automobielmarkt, verbruiksgoederen en ook voor industriële toepassingen.
Solvay verhoogt ook de productiecapaciteit voor TECNOFLON® -speciale fl uorelastomeren- in Italië. De vraag naar deze producten stijgt snel want ze weerstaan hoge temperaturen en een agressieve chemische omgeving. Ze zijn ook goed aangepast voor toepassingen in technologieën die minder vervuilen en alternatieve energie, zoals biodiesel, die agressiever is voor de uitrusting dan de gewone diesel. Ze worden ook gebruikt in brandstofsystemen met methanol of met ethanol, waar hun geringe doordringbaarheid het verlies beperkt.
Door een zeer gevoelige verbetering van de verkoopsvolumes van brandstofsystemen, en een lagere rendementsdrempel is het resultaat van Inergy Automotive Systems in het eerste halfjaar van 2010 aanzienlijk beter dan in het zeer moeilijke jaar 2009, toen de recessie zwaar toesloeg. Het is in Azië en in Noord-Amerika dat de verkoop het sterkst is toegenomen. In totaal is ruim 40% van de verkoop van de
joint venture gerealiseerd buiten de traditionele markten, West-Europa, Noord-Amerrika en Japan.
Op 8 september 2010 heeft Solvay zijn belang in Inergy Automotive Systems verkocht aan Plastic Omnium dat al de andere helft van
de joint venture bezat. Dit leverde Solvay 268 miljoen EUR in cash op bij de transactie en een positieve impact van 130 miljoen EUR na belastingen. Solvay wil zich in de autosector gaan toeleggen op de ontwikkeling en commercialisering van speciale polymeren met hoge toegevoegde waarde.
Jaarverslag Solvay 2010
5
De internationale vraag naar polyvinylchloride (pvc) heeft zich licht hersteld in 2010, door de evolutie in de bouwsector. Maar het niveau van 2007 is daarmee nog niet bereikt.
In Europa heeft het totale marktvolume opnieuw de kaap van de 4,5 miljoen ton overschreden, maar het blijft onder het niveau dat voor de crisis bereikt was. Toch wordt de beschikbare capaciteit van de vestigingen van SolVin (de 75/25 joint venture van Solvay en BASF) opnieuw beter benut.
De marges blijven stabiel, ook op een lager niveau weliswaar dan voor de crisis. Het resultaat van Benvic, gespecialiseerd in pvccompounds in Europa, wordt beter wat te danken is aan de in 2009 doorgevoerde herstructurering.
De Zuid-Amerikaanse vraag naar pvc blijft sterk groeien. Ondanks de hogere volumes in de verkoop valt het operationeel resultaat van Solvay Indupa (het in Argentinië genoteerde bedrijf waarin Solvay een meerderheidsaandeel heeft) lager uit dan in 2010. Dit is het gevolg van de zware concurrentiedruk door de import van pvc uit de Verenigde Staten en de moeilijkheden met de bevoorrading met ethyleen en aardgas in Argentinië. De operationele situatie van Solvay Indupa is de laatste maanden van 2010 echter wel geleidelijk verbeterd.
In China is er bijna 10 miljoen ton aan productiecapaciteit bijgekomen sinds 2005. Deze extra-capaciteit is voor het grootste deel op acetyleenbevoorrading gebaseerd, die in 2010 minder economisch uitviel dan de bevoorrading met het door Solvay gebruikte etyleen. Dit leidt in China tot een capaciteitsgebruik dat tegen de 50% aanzit, met daarnaast zeer
veel invoer (1,2 miljoen ton). De vraag blijft in Azië goed groeien. In 2010 weerspiegelt het resultaat van Vinythai (het in Thailand genoteerde bedrijf waarin Solvay een meerderheidsaandeel heeft) deze krachtige vraag en de goede gang van zaken in de fabriek in Map Ta Phut.
Inzake de impact op het leefmilieu van de vinylactiviteiten, maakt de omschakeling van kwikelektrolyses naar membraanelektrolyses het de SBU Vinylproducten mogelijk zijn energieprestaties aanzienlijk te verbeteren, met een nettowinst van 18% per omgeschakelde elektrolyse. Op de Braziliaanse site van Santo Andre heeft deze omschakeling plaatsgevonden in 2009 met een stijging van het vermogen in 2010. In Antwerpen (België) loopt een project voor omschakeling in de periode 2011-2012. De omschakeling van de elektrolyse in Tavaux (Frankrijk) zou eind 2012 voltooid moeten zijn.
De SBU Vinylproducten heeft over het geheel genomen zijn uitstoot van broeikasgassen gevoelig verminderd, wat in de lijn ligt van zijn dubbele doelstelling:
5
• vermindering met 35% tegen 2013 in vergelijking met het niveau van 2006;
• vermindering met meer dan 50% van alle gekanaliseerde atmosferische uitstoot in vergelijking met 2006.
De strategie van de SBU Vinylproducten vertoont drie krachtlijnen:
• Concurrentiekracht gebaseerd op technologisch leiderschap en operationele uitmuntendheid. Sedert het tweede semester van 2010 krijgt de fabriek van Tavaux (Frankrijk) haar energie in het kader van Exeltium, een groep van energie-intensieve bedrijven waarbij ook Solvay is aangesloten en die tot doel heeft aan zijn leden de levering van duurzame energie te waarborgen tegen competitieve prijzen. Solvay staat ook achter een initiatief in België – Blue Sky – voor de elektriciteitsbevoorrading van de sites in Jemeppe en Antwerpen, om zo bij te dragen tot hun concurrentiekracht op lange termijn.
Solvin is begonnen met de bouw van een brandstofcel met een elektrisch vermogen van 1 megawatt (MW) op de fabriekssite van Antwerpen (België). De brandstofcel zal waterstof uit de elektrolyse van SolVin in elektrische stroom omzetten en zo bijdragen tot een beter energetisch rendement van deze elektrolyse. De brandstofcel bestaat uit speciale polymeren van Solvay, die worden gebruikt in de assemblages van protonuitwisselingsmembranen en elektroden van SolviCore.
De SBU Vinylproducten bekleedt een belangrijke positie in drie regio's en heeft er een leidende positie.
In Europa hebben SolVin en Arkema besloten hun joint ventures in Frankrijk en Spanje te ontbinden: SolVin heeft de 35% overgenomen die Arkema bezat in Vinylis, dat de fabriek van Martorell in Spanje uitbaat. In ruil
hiervoor geeft het zijn 21% op in Vinylfos en zijn 35% in Vinylberre. Deze ruiloperatie vereenvoudigt de industriële structuur van SolVin.
In Rusland is de bouw van de fabriek van RusVinyl (joint venture van SolVin en Sibur) in Kstovo in de streek rond Nizhny-Novgorod offi cieel opgestart in juli, in aanwezigheid van Yves Leterme, de eerste minister van België. Voorts heeft de Europese Bank voor Heropbouw en Ontwikkeling (EBRD) besloten in het project deel te nemen voor een bedrag van 52 miljoen EUR en heeft tegelijk in dit kader een lening toegestaan van 150 miljoen EUR.
In het geheel bekeken is het verkoopsvolume van Pipelife, de joint venture met Wienerberger voor buizen en toebehoren, in 2010 licht gestegen. (Dit bevestigt hoe verschillend de bouwmarkt wel evolueert van regio tot regio). De export van specialiteiten, zoals versterkte buizen voor de aardolieen aardgasindustrie, helpt om het verkoopsniveau in West-Europa te versterken en de crisis in de bouwsector te compenseren. De verkoop in de Verenigde Staten is beter dan in 2009. In deze context versterkt Pipelife zijn programma ter vermindering van de kosten met:
In dezelfde periode is een nieuwe fabriek opgestart in Bulgarije en is een nieuwe productielijn voor de aardolie- en aardgasindustrie in aanbouw in de Verenigde Staten.
"Het is een fenomenaal jaar geweest voor de speciale polymeren in Azië. We hebben allen keihard gewerkt om het uiterste te halen uit de economische herleving van de regio. Dat neemt niet weg dat we ons blijven concentreren op duurzame groei. Zo verbeteren we bijvoorbeeld onze concurrentiekracht en ons reactievermogen met de investering in een nieuwe fabriek voor compounds in Changshu. Wij plannen nog heel wat andere initiatieven en zullen er alles aan doen om Solvay in China meer gewicht te geven.
Investeren doen we ook in innovatie met onze nieuwe O&O-centra in Azië. Ze zullen een enorme steun bieden waardoor we onze klanten snel en effi ciënt kunnen helpen. Ze zorgen er ook voor dat we goed geïnformeerd blijven over relevante technologische trends.
We investeren ook in onze mensen en verrijken onze organisatie met Aziatische talenten. Het zal Solvay als wereldorganisatie alleen maar sterker maken. Persoonlijk vind ik dit alles een uiterst boeiende en verrijkende uitdaging."
New Business Development
Solvay combineert grondigheid en lef om zijn plaats te veroveren in de dynamische sectoren van de chemie van morgen.
New Business Development. New Business Development ontwikkelt technologieën en innoverende producten met programma's georganiseerd op vier platformen: organische drukbare elektronica, hernieuwbare energie, nanotechnologieën en hernieuwbare chemie.
New Business Development, met een open en gestructureerde aanpak, ontwikkelt innovatieve technologieën en producten. Deze bieden Solvay toegang tot markten waar technologische sprongen ook opportuniteiten inhouden.
New Business Development maakt een dynamische ruimte voor acties gericht op open innovatie en samenwerking.
Middels een performant projectbeheer maakt NBD het mogelijk beslissende opties te nemen in welgekozen technologische domeinen.
NBD heeft zich georganiseerd in strategische platforms, die elk de programma's rond één welbepaald thema groeperen.
Deze thema's zijn geselecteerd omdat ze beantwoorden aan de grote uitdagingen waarvoor de wereld zich morgen geplaatst ziet en waarvoor de chemie mee oplossingen kan bieden: de klimaatverandering, de schaarsere hulpbronnen, de nieuwe
consumenten, de verschuiving van economische centra.
Een eerste competentiecentrum, Future Businesses, bestuurt de twee strategische platforms, hernieuwbare energie en organische drukbare elektronica. In 2010 zijn hier nieuwe stappen gezet in de richting van zelfstandige activiteit, wat zo de weg opent naar de business van morgen. Future Businesses heeft ook een nieuw platform opgericht voor de materialen voor Li-ionbatterijen, waardoor een specifi eke aanpak mogelijk wordt voor de ontwikkeling van deze energieopslagtechnologie. Het tweede competentiecentrum, Advanced Technologies, is actief op de strategische platforms nanotechnologie en dat van de chemie van het hernieuwbare.
In 2010 is verder samengewerkt met Plextronics, waarin Solvay aandeelhouder is. Het werk beoogt de ontwikkeling van nieuwe inktsoorten voor de productie van lichtgevende vlakken op basis van organische lichtgevende diodes (OLEDs). Met dit doel zijn verscheidene nieuwe materialen ontwikkeld en zijn octrooien aangevraagd.
Samen met externe partners gaat Solvay dus tegen een volgehouden tempo door met zijn onderzoeksprogramma's. De eerste patenteerbare resultaten zijn voorhanden.
De Corporate Venturing Unit van Solvay heeft een minderheidsbelang
38
| 2010 | 2011 budget | |
|---|---|---|
| REBIT (= O&O-kosten) | (26) | (35) |
| Kapitaaluitgaven | 12 | nb |
| Partnerschappen & Startbedrijven | Investeringen in durfkapitaalfondsen | |||
|---|---|---|---|---|
| Materialen voor drukbare elektronica |
Plextronics, Inc. | Hernieuwbare energie, drukbare elektronica, schone technologieën & groene chemie |
Korea Advanced Materials Fund |
|
| Polyera | Duurzame & milieutechnologieën |
Capricorn Cleantech Fund |
39 | |
| Brandstofcellentechnologie | ACAL Energy | Geavanceerde materialen, energie- & milieutechnologie |
Pangaea Ventures Fund | |
| Oplossingen voor waterstofopslag |
Amminex A/S | Brandstofcellen & n & waterstoftechnologieën ologieën |
Conduit Ventures Limited Conduit |
|
| Protonmembraanassembla ges voor brandstofcellen |
SolviCore (joint venture met Umicore) |
genomen in Polyera Corporation, leider in de ontwikkeling van materialen voor de markt van de drukbare elektronica en gevestigd in Illinois in de Verenigde Staten. Polyera ontwikkelt en commercialiseert halfgeleiders en diëlektrische organische materialen voor organische transistoren in dunne folie (OTFT), voor organische fotoelektrische cellen (OPV). Men kan er rugplaten voor soepele schermen (fl exible display backplanes) mee produceren, etiketten voor identifi catie met radiogolven (radio frequency identifi cation tags of RFID tags) of soepele organische zonnepanelen.
Met partner Umicore zet Solvay de ontwikkeling van de joint venture SolviCore voort die assemblages van protonuitwisselingsmembranen en elektroden produceert en nu Europees leider op haar gebied is. SolviCore zet steeds meer projecten op met de grote autoconstructeurs. De joint venture is tegenwoordig bezig met de ontwikkeling van een assemblage voor een modulaire brandstofcel met protonenuitwisselingsmembranen in polymeer, een concept van een grote autoproducent in samenwerking met het Commissariat à l'énergie atomique (CEA, Frankrijk). Het is de bedoeling deze te integreren in een prototype van een hybriede auto.
Solvay investeert meer dan 5 miljoen EUR in de bouw van een stationaire brandstofcel met een elektrisch vermogen van 1 megawatt (MW) die medio 2011 in dienst wordt genomen op de SolVin-site in het havengebied van Antwerpen (België). Deze uitzonderlijk grote brandstofcel zal waterstof uit de elektrolyse van SolVin omzetten in elektrische stroom. De overheid is medefi nancier van het project.
Solvay heeft zijn participatie in ACAL
Energy, een Britse ontwikkelaar van brandstofcellen, verhoogd. ACAL zal deze fondsen aanwenden om de volgende fase in de ontwikkeling van FLOWCATH® te versnellen. Het gaat om een technologie met kathodes zonder platina voor goedkopere brandstofbatterijen. Solvay bereidt de installatie voor van het eerste systeem ter wereld, bedoeld voor
demonstratie, op de industriële site van Solvay Interox in Warrington (Verenigd Koninkrijk).
De teams van het platform Nanotechnologie werken nu aan meer dan 50 projecten, waarvan de meeste worden uitgevoerd in nauw contact met de Business Units van de Groep. Alle gaan ze te werk met een constante zorg voor gezondheid en hygiëne bij de toepassing van deze technologie. In 2010 waren de inspanningen vooral gericht op:
New Business Development
Gericht op de ontwikkeling van voorraden aan hernieuwbare grondstoffen concentreren de ploegen hun inspanningen op met name:
voor nieuwe gespecialiseerde polymeren. Voor dit onderzoek wordt met externe organisaties samengewerkt;
Solvay zoekt ten slotte ook investeringsopportuniteiten in activiteiten met een potentieel inzake duurzame ontwikkeling en dit rechtstreeks of via risicokapitaalfondsen waarin de Groep actief is en die zich toeleggen op schone technologieën.
Om nieuwe ontwikkelingskansen in Azië te grijpen, heeft Solvay zijn investeringen in zorgvuldig geselecteerde durfkapitaalfondsen uitgebreid tot Korea. Samen met zijn Koreaanse partners is Solvay zinnens zich te concentreren op hernieuwbare energie, drukbare elektronica, schone technologieën en groene chemie.
Getuigenis: Thierry J. Piret senior investment manager, corporate venturing
"Tot tien jaar geleden bleven de investeringen beperkt tot overnames of de oprichting van een grote joint venture.
Maar het werd ons al gauw duidelijk dat ook interactie met prille start-ups kon bijdragen tot onze interne ontwikkeling op bepaalde platforms. NBD investeert in gespecialiseerde risicokapitaalfondsen, maar ook direct in pas opgerichte bedrijfjes en KMO's. Daaruit ontstaan dan allerlei vormen van synergie. Solvay speelde daarbij nu eens de rol van klant en dan weer die van leverancier. Het stelde zijn productiesites ter beschikking voor tests en droeg bij tot schaalvergroting. Ten slotte nam de Groep deel aan gezamenlijke ontwikkelingsprojecten wat nieuwe commerciële mogelijkheden opleverde.
De Venturing-afdeling van NBD van Solvay is overal ter wereld actief en is sterk genoeg om te investeren in risicokapitaal. Het investeren als ontwikkelingsinstrument en het openinnovatieconcept van Solvay is nu een realiteit."
Human Resources
Solvay verandert. De Groep moedigt een nieuwe manier om samen te werken aan, binnen een nieuwe, meer motiverende organisatie, gericht op verantwoord delegeren.
43
Solvay reorganiseert, als onderdeel van een diepgaande verandering, zelf het resultaat van een zorguldige zelfanalyse. Tegelijk werkt de Groep aan de instrumenten en het beleid die gepaard gaan met de komst van een nieuw Solvay.
Solvay heeft in 2010 een groots plan bekendgemaakt voor een nieuwe dynamiek (het Horizonproject) dat zal uitlopen op een nieuwe organisatie, bezield door een nieuwe manier van samenwerken. De Groep wil ook gewoon elke dag twee van zijn fundamentele Waarden in de praktijk brengen: het verantwoord delegeren en de klantgerichtheid.
Wat meer in het bijzonder de human resources betreft, is het de bedoeling de medewerkers te velde sterker te responsabiliseren en hen meer ruimte te geven om beslissingen te nemen.
In de context van zijn nieuwe organisatie heeft Solvay besloten een groter aantal beslissingscentra in te voeren voor zijn nieuwe Business Units, buiten het hoofdkantoor van de Groep dus, en in direct contact met de markten waarvoor ze werken.
Een rist maatregelen is getroffen om de concurrentiekracht en het werken in ploegverband te bevorderen. Solvay wil ook het delen van beste werkmethodes door de hele Groep blijven aanmoedigen.
Om het delegeren en de responsabilisering een extra impuls te geven, zal het Corporate Center afgeslankt worden en bestaan uit een beperkt aantal functies die zich bezighouden met de uitwerking van een algemeen kader van richt- en beleidslijnen.
De verkoop van de farmaceutiche activiteiten heeft een zware impact gehad op het aantal weddetrekkende personeelsleden van de Groep, aangezien een negenduizendtal van hen mee getransfereerd werden naar Abbott toen de verkoop werd doorgevoerd in februari 2010. De geografi sche spreiding van de medewerkers van de Groep is ook veranderd. Ten slotte heeft de verkoop ook een negatief effect gehad op de verhouding van het aantal mannen/vrouwen in de Groep. Er waren immers meer vrouwen aan het werk in de Sector Farmaceutische Producten dan in de Sectoren Chemie en Kunststoffen.
Een van de gevolgen van de verkoop van de farmaceutische activiteiten was dat het nodig bleek een aantal ondersteunende functies te herdimensioneren. De analyse, in het kader van het Horizonproject, was het resultaat van vergelijkingen met bedrijven in de chemische sector
die wel wat van Solvay weg hebben. Het project zal tegen eind 2012 een effect hebben op zowat 800 functies over de hele wereld. De reorganisatie gebeurt in een geest van constructieve dialoog met de vertegenwoordigers van de werknemers in de betrokken landen en met het Europees Ondernemingscomité.
Het aantal werknemers van Solvay in Azië is toegenomen en bedraagt nu 1 200 (in de voortgezette activiteiten). Die uitbreiding zal zich de komende twee jaren doorzetten met de volledige inrichting van de onderzoeks- en technologiecentra in India, Korea en China. De overkomst van de zetel van de Global Business Unit Special Chemicals naar Seoel zal deze tendens nog versterken. De recrutering en het behoud van getalenteerde mensen is een belangrijke priotiteit voor de Groep, vooral in China.
Renaissance – een driejarig project voor Europa, Zuid-Amerika en de Mercosur – had als doelstelling een grondige hervorming van Human Resources en de harmonisering van de belangrijkste HR-procedures. Dit project is nu afgerond binnen de geplande termijn in juni 2010. De Groep beschikt nu over een prima uitgerust technologisch platform en werkt met standaardprocessen, zoals real time organigrammen, elektronische prestatiebeoordelingen, de herziening van de bezoldigingen, maar even goed oplossingen voor e-learning en recrutering. De operationele transacties – bijvoorbeeld het gegevens- en salarisbeheer – gebeuren vanuit twee gedeelde dienstencentra in Lissabon (Portugal) en Curitiba (Brazilië). Het
systeem wordt nu ook geleidelijk in Azië doorgevoerd, waar al een aantal procedures en instrumenten online zijn voor de kaderleden. Een aantal toepassingen, zoals de evaluatie van de prestaties, wordt nu uitgebreid tot de niet-kaderleden.
Uit heel wat interne discussie op diverse forums en meer bepaald het Europees Ondernemingscomité zijn vijf thema's te voorschijn gekomen waarrond actieprogramma's zullen worden opgezet:
Duurzame ontwikkeling
Iedereen houdt rekening met de vereisten voor een duurzame ontwikkeling die de strategische of operationele beslissingen beïnvloeden.
Gelijktijdig met het jaarverslag is het aanvullende verslag Sustainability indicators 2010 beschikbaar, met alle relevante indicatoren met betrekking tot het duurzaamheidsbeleid op het internetadres www.solvay.com/EN/Lit/Literature.aspx.
Verwezenlijkingen in 2010. De verwezenlijkingen gelinkt aan duurzame ontwikkeling zijn ruim vertegenwoordigd in de opmerkelijke feiten van 2010 en tonen de groeiende verwevenheid van de duurzaamheidsdoelstellingen met de groepstrategie.
Jaarverslag Solvay 2010
Solvay versnelt de uitvoering van zijn duurzaam ontwikkelingsbeleid waarvan het de principes in 2008 had vastgelegd. Dit beleid maakt voortaan intrinsiek deel uit van de activiteiten van de Groep en stuurt mee de beslissingen.
48 1. Harmonisering van het beleid en van de programma's
Het beleid van de Groep wordt geherformuleerd om de kracht en de uitvoeringsdiscipline ervan beter in de verf te zetten. Meer in het bijzonder zal de invoering van het nieuwe Solvay de gelegenheid bieden om aspecten van het beleid inzake duurzaamheid en maatschappelijke verantwoordelijkheid nader te omschrijven en duurzame praktijken te bevorderen in de keten van leveranciers van de Groep.
Het respect voor de persoon, een van de vijf Waarden van de Groep1 , is door het Uitvoerend Comité opnieuw bekeken om zo bij het voltallig personeel de bedrijfscultuur te versterken inzake gezondheid, leefmilieu en veiligheid. Solvay heeft zich in 2010 formeel achter de Verantwoordelijkheidsprincipes van het Wereldpact van de Verenigde Naties geschaard (Global Compact).
Dit jaar publiceert Solvay een reeks indicatoren die de vooruitgang meten op het gebied van duurzaamheid ten opzichte van de doelstellingen die de Groep heeft bepaald.
In het belang van transparantie voor zijn belanghebbende partijen en met het oog op de volgende verslagen over zijn activiteiten en over duurzame ontwikkeling heeft Solvay in 2010 gekozen voor continue bijsturing. Hiertoe werd de bedrijvenrevisor Ernst & Young bcbva (EY) belast met de opdracht de Groep drie jaar lang te begeleiden om kernelementen in zijn reporting over zijn duurzame ontwikkeling betrouwbaarder te maken.2
Direct, bijvoorbeeld via de World Business Council for Sustainable Development (WBCSD) of CSR Europe, of nog langs federaties van ondernemingen, neemt Solvay deel aan de refl ecties over actuele thema's: maatschappelijke waarden in het geheel van de bevoorradingsketen, gebruik van niet-hernieuwbare en hernieuwbare grondstoffen en grondstoffen uit het water, de vervuiling van de zeeën door plastiekafval, biodiversiteit op zowel het lokale als het globale niveau.
Het streven van de Groep naar meer duurzame activiteiten en producten stimuleert de open innovatie door de vele nieuwe partnerships en consortia waar dit toe leidt. De afdeling New
Business Development verkent de domeinen waar deze innovatie meer duurzame toepassingen voortbrengt, in het bijzonder op energiegebied.
De programma's waarmee de Groep de in 2008 bepaalde 107 duurzaamheidsdoelstellingen wilde halen, zijn volop aan de gang. Deze doelstellingen hebben te maken met het verminderen van de effl uenten, het energieverbruik en de uitstoot van broeikasgassen.
De evolutie naar een meer evenwichtige portfolio met duurzamer producten, bestemd voor toepassingen die ook duurzamer zijn, zet zich voort.
Solvay beschikt over een nauwkeurig systeem waarmee het zijn vooruitgang naar meer duurzaamheid kan meten. Behalve de hier vermelde indicatoren is er ook een apart document Sustainability indicators 2010, dat tegelijk met dit verslag wordt gepubliceerd. Het toont in detail de vorderingen van de Groep ten opzichte van zijn doelstellingen qua duurzame ontwikkeling en geeft er commentaar bij.
Hoofddoel: Voor eind 2010 de activiteitenportefeuille evalueren vanuit het oogpunt van de duurzaamheid met hiertoe gevalideerde instrumenten
Een evaluatie van de activiteitenportefeuille van de Groep met het SPM-instrument, waarbij SPM staat voor Sustainable Portfolio Management, is uitgebreid tot 80% van de omzet van de negen Strategic Business Units van de Groep, en tot 60% van hun O&O-projecten. Het SPM-instrument is ontwikkeld door de TNO en A.D. Little en maakt het mogelijk de duurzaamheid van een product te meten zowel in de productie- als in de gebruiksfase. Aspecten die bekeken worden in de productiefase zijn parameters voor de impact op het leefmilieu, zoals het energieverbruik en de uitstoot van broeikasgassen en in de verbruiksfase wordt de duurzaamheid bij het gebruik van het product geëvalueerd. Solvay beschikt ook over een leefmilieuprofi el (Ecoprofi el) van vrijwel al zijn producten; ook de klanten maken er gebruik van door dit profi el te integreren in de analyse van de levenscyclus van hun eigen producten.
Vijf ratingbureaus dienen ons als referentie. Ze bieden een representatieve waaier van maatschappelijke verwachtingen. Hun analyses dragen bij tot de vooruitgang van de Groep en tot de dialoog met institutionele beleggers. De notering van Solvay is in 2010 verbeterd. Voor de zwakke punten wordt voorzien in specifi eke acties: een duidelijke toelichting bij sommige beleidspunten, verbetering van de processen, van de duurzaamheidsindicatoren,…
Verdeling van de gegenereerde economische waarde Miljoen EUR
Het grootste deel van de door de Groep gegenereerde fi nanciële waarde wordt herverdeeld onder de vorm van salarissen, aankoop van grondstoffen of diensten. Daarin is met de verkoop van de farmaceutische activiteiten weinig veranderd.
De directe en indirecte uitstoot van broeikasgassen die te maken heeft met onze productie tegen 2020 met 20% verminderen (in vergelijking met 2006)
Over drie jaar zou de winst in het verbruik van primaire energie en qua uitstoot van broeikasgassen, voortvloeiend uit de goedgekeurde of in het budget van 2011 opgenomen projecten, respectievelijk 6,5% en 9% moeten bedragen, in vergelijking met het referentiejaar – en bij constante perimeter (2006), waardoor we goed op weg zijn om tegen 2020 het duurzaamheidsdoel te bereiken. Daartegenover staat dat een project met energie uit biomassa in Tavaux is opgeschort, omdat de partner geen competitieve bevoorrading met biomassa kon waarborgen. Inmiddels is er een nieuw project ter studie.
Solvay legt zich vooral toe op de vermindering van het industriële afval, speciaal dan het afval dat als gevaarlijk wordt geklasseerd, en met de bedoeling het afval tot een minimum te beperken, tot op het niveau met de beste beschikbare techniek1 (BAT), voor zover deze er is, en op lange termijn geen afval meer te hebben dankzij recycling. Wat nu het afval betreft van producten op het einde van hun levenscyclus, is de VINYLOOP®-installatie in Ferrara (voor recycling van pvc) sinds begin 2010 ook technisch uitgerust om gecoate tentzeilen te recycleren (TEXYLOOP®). Voorts moedigt SolVin mét zijn klanten de ontwikkeling aan van nieuwe gerecycleerde productgamma's met hoge toegevoegde waarde. De markt voor het SOLVAIR®- NEUTREC®-gamma voor reiniging van rookgassen blijft zich ontwikkelen in de Verenigde Staten, Europa en Azië met eerste toepassingen in Afrika. In 2010 is de eerste installatie met het NOVOSOL®-procedé voor reiniging van sedimenten in België in gebruik genomen.
De drie krachtlijnen van dit beleid, via het Ernest Solvay-fonds, zijn in 2010 verfi jnd:
1. Steun aan het wetenschappelijke onderzoek: Zoals de steun aan de internationale Instituten voor Fysica en Chemie van de Université libre de Bruxelles (ULB), gesticht door Ernest Solvay, aan de week van de Nobelprijzen in mei 2010 in Brussel en die van SolVin aan het onderzoek naar de biodiversiteit, deze keer in Mozambique en Madagascar.
Evolutie sinds 2006 bij constante activiteitsperimeter.
Evolutie in % in vergelijking met referentiejaar 2006 na correcties voor elk jaar die rekening houden met wijzigingen in de activiteitenperimeter van de Groep en in het jaarlijkse productievolume (meer bijzonderheden in het aanvullende document Sustainability indicators 2010 op het internet: www.solvay.com/EN/Lit/Literature.aspx
Evolutie sinds 2006 bij constante activiteitsperimeter Directe en indirecte CO2 -uitstoot (Kyoto, scope 1+2)
Broeikasgas volgens de Kyoto-defi nitie (CO2 , N2 O, CH4 , SF6 , PFCs, HFCs).
| Totaal gevaarlijk afval |
Totaal ongevaarlijk afval |
|
|---|---|---|
| 2007 | 71,99 | 4 098,5 |
| 2008 | 57,01 | 4 116,3 |
| 2009 | 58,73 | 3 816,9 |
| 2010 | 59,56 | 3 658,2 |
Het ongevaarlijk afval bestaat vooral uit mineraal inert afval, het gevaarlijk afval is wat door de nationale wetgeving als zodanig is gekwalifi ceerd
Tegen 2020 wil de Solvay-groep een evenwichtige portfolio hebben van activiteiten die hoger noteren op de duurzaamheidsindex, zowel in de productie als na de commercialisering
Het overzicht van de markante feiten in 2010 toont de stappen die gezet zijn in de evolutie van de portfolio met onze producten en toepassingen: meer bepaald de oprichting van drie O&O-centra in respectievelijk India, Korea en China, de oprichting van een Koreaanse joint venture voor de productie van pigmenten voor LCDs en OLEDs, de bouw in China van een productieeenheid voor waterstoffl uoride meer bepaald bestemd voor de productie van fotovoltaïsche cellen, het toenemend gebruik van polysulfone polymeren (UDEL®) voor de waterbehandeling, …
Solvay heeft in de context van de eerste fase van REACH 170 dossiers geregistreerd die over 82 chemische
stoffen gaan. Nu komt het erop aan de dossiers voor te bereiden van de zowat 60 stoffen voor de tweede fase, die in mei 2013 ten einde loopt. Andere belangrijke reglementaire aanpassingen uit 2010 hebben betrekking op de regels op wereldschaal voor de classifi cering, etikettering en verpakking van gevaarlijke chemische stoffen, in overeenstemming met de internationale richtlijnen in het Global Harmonized System (GHS) – en hun Europese omzetting in het CLP-reglement. Ook zijn middelen ontwikkeld om de klanten te informeren over hun nieuwe verplichtingen.
In de context van de Wereldstrategie voor Producten (GPS), aanvaard door de ICCA (International Council of Chemical Associations), heeft Solvay zich ertoe verbonden aan een ruim publiek tegen 2018 informatie te bieden in een toegankelijke vorm – de GPS Safety Summary – over een aantal van de stoffen
die het in de handel brengt. Dit initiatief vervolledigt het Product Stewardship van het Wereldhandvest Responsible Care® dat producten op het stuk van veiligheid begeleidt langsheen de hele gebruikersketen.
| Producten Sector Chemie |
Producten Sector Kunststoffen |
|
|---|---|---|
| Aantal dossiers | 129 | 41 |
| Aantal belangrijkste aangevers |
34 | 5 |
| REACH-dossiers voorgelegd aan ECHA (Europese Chemicaliënagentschap) |
100% | 100% |
| Door ECHA aanvaarde dossiers |
100% | 100% |
Hoofddoel: Ongevallenvrij
De frekwentie van het aantal ongevallen met werkverlet (FR1) bij het personeel en de mensen die in onderaanneming werken is blijven dalen en wel van 3,1 in 2006 naar 1,6 in 2010. Hierbij komt dat het aantal ongevallen zonder werkonderbreking (FR0) in dezelfde periode met 40% is afgenomen, wat wijst op een aanzienlijke verbetering. Alle productiesites voeren geleidelijk een veiligheidsprogramma in ten behoeve van de onderaannemers dat overeenstemt met de normen die de Groep ter zake hanteert. In 2010 werd het programma Voor een veilig gedrag toegepast op 63% van de sites. Het is gericht op de menselijke factor die de belangrijkste en telkens weerkerende oorzaak van ongevallen is.
Medexis dient om alle informatie betreffende de beroepshygiëne (blootstelling aan risico's) en de individuele medische opvolging binnen de Groep beter te beheren. Eind 2010 bestrijkt de module Beroepshygiëne van Medexis 42% van de sites voor productie en O&O (27 sites). De module Gezondheid is ingevoerd op negen Europese sites.
Dit gestandaardiseerd evaluatieprogramma van de hygiënische toestand op werkplaatsen in de industrie is voltooid voor alle arbeidsplaatsen in de productie, voor 90% van de werkplaatsen in laboratoria en voor 50% van de onderhoudsjobs. Er is een globale indicator voor welzijn en
stress op het werk gecreëerd, die het mogelijk maakt goedgerichte en adequate verbeteringsacties uit te voeren.
Gezondheid en welzijn op het werk, diversiteit, inzetbaarheid, én de demografi sche evolutie van het personeel, zijn de vier krachtlijnen die in overleg met de Europese Ondernemingsraad zijn gekozen. De Europese Ondernemingsraad is onze partner sinds 2002 voor de initiatieven die de Groep neemt inzake duurzaamheid. De diversiteit – in cultuur, nationaliteit, leeftijd, man-vrouw verhouding op de verschillende hiërarchische niveaus, de inzetbaarheid, zowel binnen als buiten het bedrijf zullen worden geïntegreerd in een wereld waarin de ondernemingen met instabiliteit te maken krijgen en herstructureringen onvermijdelijk zijn. De studie van de demografi sche evolutie van het personeel die in 2010 werd uitgevoerd levert contrasterende trends op. De sites in West-Europa en Noord-Amerika hebben een verouderende bevolking en de Aziatische sites hebben dan weer een jonger profi el. Er zullen risico-evaluaties worden uitgevoerd volgens site en volgens functie.
Europese fora opgezet met het personeel (na de start van het Europees programma in 2007)
| 2009 | 2010 | Doel |
|---|---|---|
| 2012 | ||
| 40 % 100 % | ||
| 25 % 100 % | ||
| 23 % 14 % |
Veiligheidsprogramma voor onderaannemers Sites met een programma volgens de Groepsnormen
Aantal sites 0 Sites met een veiligheidsprogramma waarin ook de onderaannemers betrokken zijn. De goede prestaties van de onderaannemers maken integraal deel uit van de veiligheid van de eigen activiteiten van de Groep. 92% van de sites heeft een programma dat aansluit bij de in de Groep geldende maatstaven.
Sites met een gecertifi ceerd beheersysteem-OHSAS 18001, VPP of gelijkwaardig
Om de bestaande processen en systemen te verbeteren is de doelstelling tegen 2012 de certifi cering van deze systemen te behalen voor minstens 30 sites. De achteruitgang in 2010 is het gevolg van de verkoop van de farmaceutische activiteiten.
Emissies in de lucht en in het water met 20% terugdringen tussen 2006 en 2020
De technologie vereist om het doel van een wereldwijde vermindering van de uitstoot in lucht en water te bereiken, is geëvalueerd en er is een portefeuille met actieprogramma's uit ontstaan. De site van Green River (Verenigde Staten) vangt voortaan 30% op van het methaan dat uit de ondergrond vrijkomt bij de winning van trona (natuurlijk natriumcarbonaat). De vervanging van koelmiddel dat mogelijk ozon vernietigt (doelstelling: -30% in 2012) is goed gevorderd, in het bijzonder in Santo Andre (Brazilië) en Bahia Blanca (Argentinië). In Rusland wordt de fabriek in aanbouw van RusVinyl (joint venture van SolVin en Sibur) een van de meest eco-effi ciënte pvcproductiefabrieken in de wereld, vooral dan wat de afvalwaters betreft.
Een project om het waterverbruik door de Groep te beheersen is begonnen met een verbeteringsprogramma om op de verschillende sites tot betrouwbaardere metingen te komen. Maatregelen ter vermindering van het waterverbruik zijn gepland of voor bepaalde sites volop in voorbereiding in streken waar water minder overvloedig beschikbaar is, bijvoorbeeld in Martorell (Spanje), in Rosignano (Italië) of in Zuid-Amerika.
De volledige evaluatie van de productiecentra uit het oogpunt van de BAT (Best Available Techniques) is tot een goed einde gebracht. Er is een lijst opgesteld van grote tekortkomingen ten opzichte van de BAT's. Dat geeft de richting aan voor mogelijke verbeteringen, zoals bijvoorbeeld de vermindering van vaste, zwevende reststoffen in het afvalwater te Torrelavega (Spanje).
Twee willekeurige voorbeelden. In juni 2010 heeft de fabriek in Dombasle (Frankrijk) een omleidingsweg opengesteld, waardoor ettelijke honderden vrachtwagens per dag enkele dorpskernen kunnen vermijden. In Spinetta Marengo (Italië), is een gedetailleerde brochure verspreid om de bevolking te informeren over de programma's ter verbetering van de prestaties van de fabriek sinds haar overname in 2002.
Aantal sites (%) met een leefmilieumanagementsysteem. Het doel is het verkrijgen van een certifi cering voor alle productiesites met een signifi cante impact op het leefmilieu.
Totale uitstoot in water en lucht Evolutie sinds 2006 bij constante activiteitsperimeter
Relatieve evolutie in vergelijking met 2006. Voor meer informatie over de absolute evolutie van de indexen, de defi nitie en de perimeter van de indicatoren qua energie en leefmilieu-emissies, zie: Sustainability indicators 2010 op www.solvay.com/EN/Lit/Literature.aspx
De sterke vermindering van de uitstoot in het water van 2006 op 2007 is grotendeels toe te schrijven aan het feit dat het gebruik van koolstoftetrachloride als grondstof in een van de sites nu defi nitief is stopgezet. De sterke stijging in 2009 van de index bij constante perimeter is het gevolg van de sterke daling dat jaar van het activiteitenvolume. De herneming in 2010 vloeit voort uit de kwaliteitsschommelingen (gehalte aan zware metalen) van de gebruikte mineralen als grondstof voor de productie van natriumcarbonaat. Wat de uitstoot in de lucht betreft is belangrijke vooruitgang geboekt met het programma ter vermindering van stofemissies in bepaalde installaties voor energieproductie. De nieuwe stijging in 2009 van de index bij constante perimeter is te wijten aan het zwakkere volume van de activiteiten dat jaar in de fabrieken.
Buiten de indicator voor broeikasgassen worden nog vier andere internationaal erkende indicatoren van de impact op het leefmilieu gevolgd voor de inschatting van de leefmilieu-emissies van de Groep en de communicatie erover: het potentieel voor vorming van fotochemisch ozon, het potentieel voor eutrofi ëring, het verzuringspotentieel en het ozonlaagaantastingsvermogen. Gezien er geen internationaal erkende matigingsfactoren zijn die de toxiciteit voor mens en milieu weergeven, is het de combinatie van deze vijf indicatoren met de twee Globale Indexen die is gekozen om de wereldwijde leefmilieuprestatie van Solvay weer te geven.
** De uitstoot van stoffen die de ozonlaag kunnen aantasten is in 2008 en 2009 toegenomen door het ongewild lekken van koelvloeistoffen uit koelinstallaties. De verbetering van de installaties waar dit zich voordeed is volop aan de gang.
Zie het verificatieverslag van Ernst & Young gepubliceerd op bladzijden 6-7 in het aanvullend document Sustainability indicators 2010 op het internet: www.solvay.com/EN/Lit/Literature.aspx
53
Uitvoerend Comité en Algemeen Directeuren
Algemeen Directeur van de Sector Chemie Group General Manager of Chemicals Sector
Algemeen Directeur van de regio Azië - Stille Oceaan Region General Manager Asia Pacifi c
Algemeen Directeur voor Technologie, Onderzoek en Inkoop Group General Manager of Technology, Research and Procurement
Algemeen Directeur van de regio Azië - Stille Oceaan Region General Manager Asia Pacifi c
Algemeen Directeur van de regio Noord-Amerika Region General Manager North America
Secretaris-Generaal Group Corporate Secretary (tot 31 mei 2010)
Algemeen Directeur Human Resources Group General Manager Human Resources
Algemeen Directeur van de regio Mercosur Region General Manager Mercosur
Group General Counsel Group General Counsel
Algemeen Directeur van de regio Europa Region General Manager Europe
Secretaris-Generaal Group Corporate Secretary (vanaf 1 juni 2010)
| Geconsolideerde jaarrekening | pagina 57 | |
|---|---|---|
| – Winst- en verliesrekening | pagina 57 | |
| – Overzicht van het totaalresultaat | pagina 58 | |
| – Kasstroomoverzicht | pagina 59 | |
| – Balans | pagina 60 | |
| – Mutatieoverzicht van het eigen vermogen | pagina 61 | |
| Toelichtingen bij de geconsolideerde jaarrekening | pagina 62 | |
| – IFRS-grondslagen voor fi nanciële verslaggeving | pagina 62 | |
| – Cruciale beoordelingen en belangrijkste bronnen van schattingsonzekerheden | pagina 82 | |
| – Algemene beschrijving van de segmenten | pagina 84 | |
| – Toelichtingen bij de winst- en verliesrekening | pagina 85 | |
| – Toelichtingen bij het overzicht van het totaalresultaat | pagina 101 | |
| – Toelichtingen bij het kasstroomoverzicht | pagina 104 | |
| – Toelichtingen bij de balans | pagina 110 | |
| – Toelichtingen bij het mutatieoverzicht van het eigen vermogen | pagina 144 | |
| – Overige toelichtingen | pagina 145 | |
| – Risicomanagement | pagina 147 | |
| – De consolidatiekring 2010 | pagina 161 | |
| Verkorte jaarrekening van Solvay nv | pagina 171 | |
| Verslag van de commissaris | pagina 173 |
De nu volgende jaarrekening werd door de Raad van Bestuur vrijgegeven voor publicatie op 16 februari 2011. Ze werd opgesteld in overeenstemming met de IFRS-grondslagen voor fi nanciële verslaggeving, zoals beschreven in de volgende pagina's. De informatie die verband houdt met de verbonden partijen en dat vereist wordt door IAS 24, bevindt zich in het hoofdstuk over deugdelijk bestuur.
| Voortgezette Activiteiten |
Beëindigde Bedrijfs activiteiten (FP) |
Totaal Groep | |||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| miljoen EUR | Toelichtingen | 2009 | 2010 | 2009 | 2010 | 2009 | 2010 |
| Omzet | 5 694 | 6 796 | 2 791 | 312 | 8 485 | 7 109 | |
| Kostprijs van de omzet | -4 722 | -5 496 | -772 | -90 | -5 495 | -5 586 | |
| Brutowinst | (3) | 972 | 1 301 | 2 019 | 222 | 2 991 | 1 523 |
| Commerciële en administratieve kosten | (4) | -532 | -560 | -951 | -134 | -1 482 | -694 |
| Kosten van Onderzoek en Ontwikkeling | (5) | -139 | -136 | -416 | -45 | -555 | -181 |
| Overige operationele opbrengsten en kosten | (6) | 10 | -3 | 6 | -11 | 16 | -14 |
| REBIT | (7) | 310 | 602 | 658 | 31 | 969 | 633 |
| Niet-recurrente elementen | (8) | 56 | -328 | -161 | 0 | -105 | -328 |
| EBIT | 366 | 274 | 498 | 31 | 864 | 305 | |
| Lasten als gevolg van leningen | (9) | 26 | -142 | -161 | -4 | -135 | -146 |
| Renteopbrengsten uit leningen en termijnbeleggingen |
(9) | 0 | 23 | 9 | 1 | 9 | 24 |
| Overige fi nancieringsopbrengsten en -kosten | (9) | 1 | -10 | -26 | 0 | -25 | -10 |
| Disconteringskosten van de voorzieningen (*) | (9) | -54 | -52 | -10 | 0 | -64 | -52 |
| Opbrengsten/verliezen uit deelnemingen beschikbaar voor verkoop |
(10) | -5 | 0 | 0 | 0 | -5 | 0 |
| Meerwaarde Pharma | (12) | 0 | 0 | 0 | 1 703 | 0 | 1 703 |
| Resultaat vóór belastingen | 333 | 93 | 310 | 1 732 | 643 | 1 824 | |
| Winstbelastingen | (11a) | -85 | 4 | -5 | -5 | -90 | -1 |
| Nettowinst van het jaar | (13) | 248 | 97 | 305 | 1 726 | 553 | 1 823 |
| Minderheidsbelangen | -35 | -46 | -2 | 0 | -37 | -46 | |
| Aandeel van Solvay in nettoresultaat | 213 | 51 | 303 | 1 726 | 516 | 1 777 | |
| Gewone winst per aandeel (EUR) | 2,59 | 0,62 | 3,69 | 21,23 | 6,28 | 21,85 | |
| Verwaterde winst per aandeel (EUR) | (14) | 2,59 | 0,62 | 3,69 | 21,18 | 6,28 | 21,80 |
| RATIO'S | |||||||
| Brutowinst in % van de omzet | 17,1 | 19,1 | 72,3 | 71,1 | 35,2 | 21,4 | |
| Times charges earned | -11,7 | 4,7 | 3,7 | 10,5 | 6,4 | 4,8 |
De disconteringskost van voorzieningen voor de voortgezette bedrijfsactiviteiten (EUR 54 miljoen in 2009 en EUR 52 miljoen in 2010) werd geherklasseerd van de operationele kosten naar de fi nanciële kosten, gezien de aard van dit element.
Winstbelastingen / Resultaat vóór belastingen 25,5 -4,2 1,8 0,3 14,1 0,0
Times charges earned = REBIT / fi nancieringskosten. De toelichtingen volgen na de gedetailleerde jaarrekening
| Voortgezette Activiteiten |
Beëindigde Bedrijfsactiviteiten (FP) |
Totaal Groep | |||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| miljoen EUR | Toelichtingen | 2009 | 2010 | 2009 | 2010 | 2009 | 2010 |
| Nettowinst van de Groep | 248 | 97 | 305 | 1 726 | 553 | 1 823 | |
| Winsten en verliezen op herwaarderingen van voor verkoop beschikbare fi nanciële activa |
(16) | 18 | -14 | 0 | 4 | 17 | -10 |
| Winsten en verliezen op afdekkingsinstrumenten in een kasstroomafdekking |
(16) | -14 | 1 | 7 | 1 | -8 | 2 |
| Wisselkoersverschillen | (16) | 8 | 245 | 10 | 33 | 18 | 278 |
| Winstbelasting met betrekking tot de andere elementen van het totaalresultaat |
(16) | 0 | -1 | 0 | 0 | 0 | -1 |
| Andere elementen van het totaalresultaat na aftrek van de daarmee verband houdende winstbelastingen (other comprehensive income) |
11 | 231 | 16 | 39 | 27 | 269 | |
| Totaalresultaat van het jaar (total comprehensive income) |
259 | 327 | 321 | 1 765 | 580 | 2 092 | |
| toegerekend aan de: | |||||||
| - eigenaars van de moedermaatschappij | 215 | 241 | 319 | 1 765 | 534 | 2 006 | |
| - minderheidsbelangen | 44 | 86 | 2 | 0 | 46 | 86 | |
| miljoen EUR | Toelichtingen | 2009 | 2010 |
|---|---|---|---|
| EBIT | 864 | 305 | |
| Afschrijvingen en bijzondere waardevermindering van activa* | (17) | 496 | 717 |
| Wijziging in het werkkapitaal | (18) | 48 | -42 |
| Wijziging in de voorzieningen | (19) | -126 | 24 |
| Betaalde belastingen | -24 | -108 | |
| Andere | (20) | -74 | -198 |
| Kasstromen uit bedrijfsactiviteiten | 1 184 | 697 | |
| Verwerving (-) van dochterondernemingen | (21) | 0 | 0 |
| Verwerving (-) van deelnemingen -Andere | (21) | -111 | -172 |
| Vervreemding (+) van dochterondernemingen | (21) | 0 | 4 430 |
| Vervreemding (+) van deelnemingen - Andere | (21) | 19 | 280 |
| Verwerving (-) van materiële vaste activa en immateriële activa | (21) | -456 | -366 |
| Vervreemding (+) van materiële vaste en immateriële activa | (21) | 15 | 20 |
| Ontvangen dividenden | 0 | 1 | |
| Wijziging in fi nanciële vaste activa | 26 | -205 | |
| Andere | 20 | -13 | |
| Kasstromen uit investeringsactiviteiten | -486 | 3 976 | |
| Verhoging (+) / terugbetaling (-) van kapitaal | (22) | -17 | -26 |
| Verwerving (-) / vervreemding (+) van eigen aandelen | (23) | 7 | -83 |
| Wijzigingen in de schulden | 313 | 5 | |
| Wijzigingen in de overige vlottende fi nanciële activa | (21) | 0 | -3 701 |
| Lasten als gevolg van leningen | -135 | -146 | |
| Renteopbrengsten uit leningen en termijnbeleggingen | 9 | 24 | |
| Andere | -25 | -10 | |
| Betaalde dividenden | -257 | -248 | |
| Kasstromen uit fi nancieringsactiviteiten | -105 | -4 185 | |
| Nettowijziging in de geldmiddelen | 593 | 488 | |
| Wisselkoerswijzigingen | 10 | 29 | |
| Geldmiddelen bij de opening van het boekjaar | 883 | 1 486 | |
| Geldmiddelen bij de sluiting van het boekjaar | (33) | 1 486 | 2 003 |
59
*op materiële vaste activa, immateriële vaste activa en goodwill De toelichtingen volgen na de gedetailleerde jaarrekening
| Miljoen EUR | Toelichtingen | 2009 | 2010 |
|---|---|---|---|
| Kasstromen uit bedrijfsactiviteiten | (24) | 527 | 35 |
| Kasstromen uit investeringsactiviteiten | (24) | -30 | 4 430 |
| Kasstromen uit fi nancieringsactiviteiten | (24) | -516 | 0 |
| Nettowijziging in de geldmiddelen | -18 | 4 465 |
| miljoen EUR | Toelichtingen | 2009 | 2010 |
|---|---|---|---|
| ACTIVA | |||
| Vaste activa | 5 075 | 5 205 | |
| Immateriële activa | (25) | 162 | 121 |
| Goodwill | (26) | 76 | 73 |
| Materiële vaste activa | (27) | 3 921 | 3 698 |
| Deelnemingen beschikbaar voor verkoop | (28) (33) | 68 | 62 |
| Geassocieerde deelnemingen | 0 | 20 | |
| Overige deelnemingen | (29) | 209 | 278 |
| Uitgestelde belastingvorderingen | (12b) | 487 | 586 |
| Leningen en andere activa op lange termijn | (33) | 152 | 368 |
| Vlottende activa | 7 471 | 8 809 | |
| Voorraden | (30) | 805 | 870 |
| Handelsvorderingen | (33) | 1 373 | 1 706 |
| Fiscale vorderingen | 19 | 13 | |
| Overige vlottende vorderingen - Financiële instrumenten | (32) (33) | 0 | 3 701 |
| Overige vlottende vorderingen - Andere | 327 | 516 | |
| Geldmiddelen en kasequivalenten | (32) (33) | 1 486 | 2 003 |
| Activa aangehouden voor verkoop - Farma | (34) | 3 408 | 0 |
| Activa aangehouden voor verkoop - PCC | (34) | 53 | 0 |
| Totaal van de activa | 12 546 | 14 014 | |
| PASSIVA | |||
| Totaal eigen vermogen | 5 160 | 6 839 | |
| Aandelenkapitaal | 1 271 | 1 271 | |
| Reserves | 3 483 | 5 148 | |
| Minderheidsbelangen | 406 | 419 | |
| Langlopende verplichtingen | 4 536 | 4 636 | |
| Voorzieningen op lange termijn: personeelsbeloningen | (31) | 895 | 871 |
| Overige voorzieningen op lange termijn | (31) | 766 | 952 |
| Uitgestelde belastingverplichtingen | (12b) | 196 | 175 |
| Financiële schulden op lange termijn | (32) (33) | 2 635 | 2 590 |
| Overige verplichtingen op lange termijn | (33) | 44 | 48 |
| Kortlopende verplichtingen | 2 851 | 2 540 | |
| Voorzieningen op korte termijn: personeelsbeloningen | (31) | 7 | 80 |
| Overige voorzieningen op korte termijn | (31) | 61 | 63 |
| Financiële schulden op korte termijn | (32) (33) | 185 | 212 |
| Handelsschulden | (33) | 828 | 1 489 |
| Fiscale schulden | 66 | 67 | |
| Overige verplichtingen op korte termijn | (33) | 682 | 629 |
| Verplichtingen verbonden aan activa aangehouden voor verkoop - Farma | (34) | 1 012 | 0 |
| Verplichtingen verbonden aan activa aangehouden voor verkoop - PCC | (34) | 11 | 0 |
| Totaal van de passiva | 12 546 | 14 014 | |
| RATIO'S | |||
| Return on equity (ROE) | 10,8 | 26,7 | |
| Net debt to equity ratio | 25,8 | -42,4 | |
ROE = nettowinst Groep / totaal eigen vermogen voor toewijzigingen van herwaarderingsreserve direkt aan het eigen vermogen. Net debt to equity ratio = nettoschulden / eigen vermogen.
Nettoschulden = fi nanciële schulden op korte en lange termijn - geldmiddelen en kasequivalenten. De toelichtingen volgen na de gedetailleerde jaarrekening
| Eigen vermogen toe te rekenen aan de aandeelhouders van de moedermaatschappij | ||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Herwaarderingsreserve (reële waarde) |
||||||||||
| miljoen EUR | Aandelen kapitaal |
Agio Ingehouden winsten |
Eigen aandelen |
Wisselkoers verschillen |
Deelnemingen beschikbaar voor verkoop |
Kasstroom afdekkingen |
Totaal | Minderheids belangen |
Totaal eigen vermogen |
|
| Saldo per 31/12/2008 |
1 271 | 18 | 3 994 | -226 | -621 | 4 | 10 | 4 449 | 296 | 4 745 |
| Winst van de periode |
516 | 516 | 37 | 553 | ||||||
| Baten en lasten direct opgenomen in eigen vermogen |
9 | 17 | -8 | 18 | 9 | 27 | ||||
| Totaalresultaat | 516 | 9 | 17 | -8 | 534 | 46 | 580 | |||
| Kosten van aandelenopties |
10 | 10 | 10 | |||||||
| Dividenden | -241 | -241 | -11 | -252 | ||||||
| Verwerving / vervreemding van eigen aandelen |
7 | 7 | 7 | |||||||
| Toename (Afname) via wijzigingen in deelneming zonder verlies van zeggenschap |
75 | 75 | ||||||||
| Andere | -7 | -7 | -7 | |||||||
| Saldo per 31/12/2009 |
1 271 | 18 | 4 272 | -218 | -612 | 21 | 3 | 4 754 | 406 | 5 160 |
| Winst van de periode |
1 777 | 1 777 | 46 | 1 823 | ||||||
| Baten en lasten direct opgenomen in eigen vermogen |
238 | -10 | 1 | 229 | 40 | 269 | ||||
| Totaalresultaat | 1 777 | 238 | -10 | 1 | 2 006 | 86 | 2 092 | |||
| Kost van aandelenopties |
10 | 10 | 10 | |||||||
| Dividenden | -240 | -240 | -8 | -248 | ||||||
| Verwerving / vervreemding van eigen aandelen |
-83 | -83 | -83 | |||||||
| Toename (Afname) via wijzigingen in deelneming zonder verlies van |
-22 | -22 | -65 | -86 | ||||||
| zeggenschap Andere |
-6 | -6 | -6 | |||||||
| Saldo per | ||||||||||
| 31/12/2010 | 1 271 | 18 | 5 791 | -301 | -374 | 11 | 4 | 6 419 | 419 | 6 839 |
De belangrijkste grondslagen voor het opstellen van deze geconsolideerde jaarrekening worden hieronder beschreven:
Solvay (de 'Onderneming') is een naamloze vennootschap naar Belgisch recht, genoteerd op NYSE Euronext Brussel. De belangrijkste activiteiten van de Onderneming, haar dochterondernemingen en joint ventures (waarnaar verwezen wordt als de 'Groep') staan beschreven in toelichting 1 over de informatie per segment.
De fi nanciële jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met IFRS (International Financial Reporting Standards) zoals goedgekeurd binnen de Europese Unie.
| Nieuwe normen | Van toepassing op jaarlijkse periodes op of vanaf |
|
|---|---|---|
| IFRS 3 | Bedrijfscombinaties | 1 juli, 2009 |
| Aanpassingen bij normen | ||
| IFRS 2 | In geldmiddelen afgewikkelde, op aandelen gebaseerde betalingen binnen een groep |
1 januari 2010 |
| IAS 27 | Geconsolideerde en enkelvoudige jaarrekening | 1 januari 2010 |
| IAS 39 | Financiële instrumenten: opname en waardering - instrumenten die in aanmerking komen voor afdekking |
1 juli 2009 |
| Verscheidene | Verbeteringen aan IFRS (2008-2009) | Voornamelijk 1 januari 2010 |
| Nieuwe interpretaties | ||
| IFRIC 12 | Dienstverlening uit hoofde van concessieovereenkomsten |
1 april 2009 |
| IFRIC 15 | Overeenkomsten voor de constructie van vastgoed | 1 januari 2010 |
| IFRIC 16 | Afdekking van investeringen in buitenlandse activiteiten |
1 juli 2009 |
| IFRIC 17 | Uitkering van activa in natura aan eigenaars | 1 november 2009 |
| IFRIC 18 | Overdracht van activa van klanten | 1 november 2009 |
De toepassing van deze nieuwe standaarden en interpretaties heeft de volgende impact gehad:
• IFRS 3 (Herzien 2008), Bedrijfscombinaties
De herziene standaard omvat enkele belangrijke aanpassingen. De kostprijs van een bedrijfscombinatie, met inbegrip van voorwaardelijke elementen, dient gewaardeerd tegen de reële waarde op de overnamedatum, terwijl latere aanpassingen aan de voorwaardelijke elementen, die voortvloeien uit gebeurtenissen na de overnamedatum, dienen opgenomen in winst of verlies. De full goodwill optie, waarvoor mag worden gekozen geval per geval, laat de overnemer toe de minderheidsbelangen in de overgenomen entiteit te waarderen ofwel tegen reële waarde ofwel overeenkomstig het aandeel in de overgenomen netto activa. Alle met de overname verbonden kosten, zoals honoraria van adviseurs, worden ten laste van het resultaat genomen.
• IAS 27 (Herzien 2008), Geconsolideerde en enkelvoudige jaarrekening.
De herziene standaard vereist dat de gevolgen van verhandelingen van minderheidsbelangen rechtstreeks in het eigen vermogen worden opgenomen indien er geen verandering in zeggenschap optreedt. Dergelijke verhandelingen zullen dus geen aanleiding geven tot goodwill of tot enige baten of lasten opgenomen in winst of verlies. De standaard reguleert ook de administratieve verwerking wanneer men de zeggenschap verliest. In dat geval wordt een eventueel overblijvend belang geherwaardeerd tegen reële waarde, en wordt er een baat of last opgenomen in winst of verlies.
De eerste toepassing van de volgende wijzigingen aan standaarden en nieuwe interpretaties hebben geen belangrijke invloed gehad op de jaarrekening:
De groep heeft niet geopteerd voor vervroegde toepassing in 2010 van de volgende standaarden en interpretaties:
| Nieuwe normen | Van toepassing op jaarlijkse periodes op of vanaf |
|
|---|---|---|
| IFRS 9 | Financiële instrumenten | 1 januari 2013 |
| Aanpassingen bij normen | ||
| IFRS 7 | Financiële instrumenten: Informatieverschaffi ng – Niet langer opnemen in de balans |
1 juli 2011 |
| IAS 12 | Winstbelastingen – Uitgestelde belastingen: Inbaarheid van onderliggende activa |
1 januari 2012 |
| IAS 24 | Informatieverschaffi ng over verbonden partijen |
1 januari 2011 |
| IAS 32 | Classifi catie van claimemissies | 1 februari 2010 |
| Verscheidene | Verbeteringen aan IFRS (2009-2010) | Verscheidene |
| Nieuwe interpretaties | ||
| IFRIC 19 | Afl ossing van fi nanciële verplichtingen met eigenvermogensinstrumenten |
1 juli 2010 |
| IFRIC 14 | IAS 19 – Beperking van activa uit hoofde van toegezegd-pensioenregelingen, minimale fi nancieringsverplichtingen en hun interactie – Vooruitbetalingen van een minimale fi nancieringsverplichting |
1 januari 2011 |
|---|---|---|
| ---------- | ---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- | ---------------- |
Op dit moment verwacht de Groep dat de eerste toepassing van de volgende standaarden, wijzigingen aan standaarden en interpretaties geen belangrijke invloed zullen hebben op de jaarrekening:
De geconsolideerde jaarrekening wordt voorgesteld in duizend euro, op basis van de historische kostprijsmethode, behalve voor fi nanciële activa aangehouden voor handelsdoeleinden en beschikbaar voor verkoop, die tegen reële waarde worden opgenomen. Financiële activa waarvoor geen prijsnotering voorhanden is in een actieve markt en waarvan de reële waarde niet op een betrouwbare manier kan bepaald worden, worden echter tegen historische kostprijs gewaardeerd. Tenzij anders vermeld, zijn de grondslagen voor fi nanciële verslaggeving consistent toegepast sinds het vorig boekjaar.
De geconsolideerde jaarrekening omvat de rekeningen van de Onderneming en de entiteiten waarover de Onderneming zeggenschap heeft (de dochterondernemingen). Zeggenschap is de macht om het fi nanciële en operationele beleid van een entiteit te sturen teneinde voordelen te verkrijgen uit haar activiteiten.
De winst of verlies van overgenomen of afgestoten dochterondernemingen worden in de geconsolideerde winst of verlies opgenomen vanaf de effectieve overnamedatum tot het einde van de zeggenschap, indien van toepassing.
Waar nodig worden aanpassingen aangebracht aan de rekeningen van de dochterondernemingen om hun grondslagen voor fi nanciële verslaggeving in overeenstemming te brengen met andere leden van de Groep.
Alle intragroepsverrichtingen, -saldi, -opbrengsten en -kosten worden volledig geëlimineerd bij consolidatie.
Minderheidsbelangen in dochterondernemingen worden afzonderlijk voorgesteld naast het eigen vermogen van de Groep. Het minderheidsbelang kan initieel gewaardeerd worden aan de reële waarde of overeenkomstig het aandeel in de reële waarde van de overgenomen identifi ceerbare netto-activa. De keuze voor de waardering van de minderheidsbelangen wordt geval per geval gekozen. Na de overname worden de minderheidsbelangen gewaardeerd als het initiële bedrag van de minderheidsbelangen plus het aandeel van deze minderheidbelangen in de toekomstige wijzigingen in eigen vermogen. Het totaalresultaat wordt aan de minderheidsbelangen toegewezen, zelfs als dit een negatief saldo als gevolg kan hebben.
Wijzigingen in het belang van de Groep in een dochteronderneming die niet een verlies van zeggenschap leiden, worden behandeld als eigenvermogenstransacties. De boekwaarden van het belang van de Groep en de minderheidsbelangen worden derhalve aangepast om de nieuwe proportionele belangen in de dochteronderneming te weerspiegelen.
Wanneer de Groep de zeggenschap verliest over een dochteronderneming wordt de winst of het verlies bij afstoting berekend als het verschil tussen (i) de som van de reële waarde van de overgedragen vergoeding en de reële waarde van het aangehouden belang en (ii) de voorheen opgenomen boekwaarden van de activa (met inbegrip van goodwill) en de verplichtingen van de dochteronderneming en de eventuele minderheidsbelangen. Bedragen die voorheen opgenomen zouden zijn in de andere elementen van het totaalresultaat met betrekking tot de dochteronderneming worden op dezelfde manier opgenomen (d.i. herclassifi catie naar winst of verlies of rechtreeks naar het overgedragen resultaat) als wanneer de betreffende activa of verplichtingen werden afgestoten. De reële waarde van elk aangehouden belang in de vroegere dochteronderneming op datum van het verlies van zeggenschap wordt als de reële waarde bij initiële opname beschouwd voor waardering volgens IAS 39 Financiële instrumenten: opname een waardering, of indien van toepassing, als de kost bij initiële opname van een geassocieerde deelneming of entiteit waarover gezamenlijk zeggenschap wordt uitgeoefend.
De overname van dochterondernemingen of bedrijven (business) wordt verwerkt volgens de overnamemethode. De vergoeding voor elke bedrijfscombinatie wordt berekend als de som van de reële waarden van de door de overnemende partij overgedragen activa op de overnamedatum, de door de overnemende partij aangegane verplichtingen jegens voormalige eigenaars van de overgenomen partij en de door de Groep uitgegeven eigenvermogensinstrumenten in ruil voor zeggenschap. Aan de overname gerelateerde kosten worden in onmiddellijk in winst en verlies opgenomen wanneer ze worden opgelopen.
Waar toepasbaar omvat de vergoeding voor de overname elk actief of verplichting als gevolg van een voorwaardelijke vergoedingsovereenkomst, dat gewaardeerd wordt aan de reële waarde op overnamedatum. Toekomstige wijzigingen aan deze reële waarden worden retrospectief verwerkt als ze beantwoorden aan aanpassingen tijdens de waarderingsperiode (zie hieronder). Alle andere wijzigingen aan de reële waarde van de voorwaardelijke vergoeding opgenomen als actief of verplichting worden opgenomen in overeenstemming met de relevante IFRS. Wijzigingen aan de reële waarde van voorwaardelijke vergoedingen geclassifi ceerd als eigen vermogen worden niet opgenomen.
Wanneer een bedrijfscombinatie in verschillende fasen wordt gerealiseerd, wordt het voorheen aangehouden belang van de Groep geherwaardeerd aan de reële waarde op overnamedatum (d.i. de datum waarop de zeggenschap wordt verworven) en de eventuele winst of het eventuele verlies wordt rechtstreeks in winst of verlies opgenomen. Bedragen die voorheen werden opgenomen in de andere elementen van het totaalresultaat als gevolg van het belang in de overgenomen partij, worden geherklasseerd naar winst of verlies, op dezelfde basis die vereist zou zijn indien de overnemende partij het voorheen aangehouden belang direct had vervreemd.
De identifi ceerbare activa, verplichtingen en voorwaardelijke verplichtingen die aan de opnamecriteria volgens IFRS 3 (2008) voldoen, worden opgenomen aan hun reële waarde op overnamedatum, behalve:
Als de initiële verwerking van een bedrijfscombinatie niet voltooid is op het einde van het boekjaar waarin de bedrijfscombinatie plaatsvond, presenteert de Groep voorlopige bedragen voor de posten die nog niet volledig zijn verwerkt. Tijdens de waarderingsperiode (zie hieronder) worden de opgenomen voorlopige bedragen aangepast, of bijkomende activa of verplichtingen opgenomen om nieuwe informatie te weerspiegelen die verkregen is over feiten en omstandigheden die op de overnamedatum bestonden en die, indien bekend, de waardering van de per die datum opgenomen bedragen hadden beïnvloed.
De waarderingsperiode is de periode dat loopt vanaf de overnamedatum tot de datum waarop de Groep de informatie ontvangt die zij zocht over feiten en omstandigheden die op de overnamedatum bestonden. De waarderingsperiode is beperkt tot maximaal één jaar vanaf de overnamedatum.
Een geassocieerde deelneming is een entiteit waarin de Groep een invloed van betekenis heeft en die geen dochterondernemingen of joint ventures zijn. Invloed van betekenis is de macht om deel te nemen aan de fi nanciële en operationele beleidsbeslissingen van de deelneming, maar houdt geen zeggenschap of gezamenlijke zeggenschap over het betreffende beleid in.
Het resultaat en de activa en verplichtingen van geassocieerde deelnemingen worden in deze jaarrekening opgenomen door gebruikt maken van de "equity"-methode), tenzij de deelneming wordt aangehouden voor verkoop zodat deze in overeenstemming met IFRS 5 wordt verwerkt.
Volgens de "equity"-methode worden investeringen in geassocieerde deelnemingen tegen kostprijs opgenomen, en vervolgens aangepast om rekening te houden met de wijziging van het aandeel van de Groep in de netto-activa van de deelneming na de overname, minus eventuele waardeverminderingen op de individuele deelneming. Verliezen van een geassocieerde deelneming die het belang van de Groep in deze deelneming overschrijden (met inbegrip van lange termijn interesten dat deel uitmaken van de netto-investering van de Groep in de geassocieerde deelneming) worden enkel opgenomen in de mate dat de Groep wettelijke of impliciete verplichtingen heeft aangegaan of betalingen heeft gedaan ten behoeve van de geassocieerde deelneming.
Het surplus van de kostprijs van de investering over het aandeel van de Groep in de netto reële waarde van de identifi ceerbare activa, verplichtingen en voorwaardelijke verplichtingen van de geassocieerde deelneming opgenomen op overnamedatum wordt opgenomen als goodwill. De goodwill wordt opgenomen in de boekwaarde van de investering en wordt onderworpen aan waardeverminderingen als onderdeel van deze investering. Elk surplus van het aandeel van de investeerder in de netto reële waarde van de identifi ceerbare activa, verplichtingen en voorwaardelijke verplichtingen van de geassocieerde deelneming ten opzichte van de kostprijs van de investering wordt, na herberekening, onmiddellijk opgenomen in winst of verlies.
Wanneer een entiteit van de Groep verrichtingen realiseert met een geassocieerde deelneming van de Groep, dan worden de winsten en verliezen geëlimineerd ten belope van het belang van de Groep in de betreffende geassocieerde deelneming.
Een joint venture is een contractuele afspraak waarbij twee of meer partijen een economische activiteit aangaan waarover zij gezamenlijke zeggenschap hebben zodat de strategische fi nanciële en operationele beslissingen met betrekking tot de activiteit de unanieme instemming vereisen van de partijen die de zeggenschap delen.
Joint venture overeenkomsten waarbij een afzonderlijke entiteit wordt opgericht waarin elke partij (venturer) een belang heeft, worden beschouwd als entiteiten waarover gezamenlijk de zeggenschap wordt uitgeoefend. De Groep presenteert zijn belang in de entiteiten waarover gezamenlijk de zeggenschap wordt uitgeoefend door middel van de proportionele consolidatiemethode, behalve wanneer de investering als aangehouden voor verkoop wordt geclassifi ceerd, zodat deze volgens IFRS 5, Activa aangehouden voor verkoop en beëindigde bedrijfsactiviteiten, moet worden verwerkt. Het aandeel van de Groep in activa, passiva, kosten, opbrengsten en kasstroom van de joint ventures worden lijn per lijn samengevoegd met gelijkaardige posten in de geconsolideerde fi nanciële gegevens.
Goodwill ontstaan uit de verwerving van het aandeel van de Groep in een joint venture wordt opgenomen in overeenstemming met de grondslagen van de Groep met betrekking tot goodwill ontstaan uit bedrijfscombinaties (zie 4 hierboven).
Het proportionele aandeel van de Groep in de niet-gerealiseerde winsten of verliezen tussen ondernemingen van de Groep en de gezamenlijk gecontroleerde entiteiten worden geëlimineerd in consolidatie.
Goodwill ontstaan uit een bedrijfscombinatie wordt opgenomen als een actief vanaf het moment dat de zeggenschap is verworven (de overnamedatum). Goodwill vertegenwoordigt het bedrag waarmee (i) het totaal van de overgedragen vergoeding, het bedrag van eventuele minderheidsbelangen in de overgenomen partij en de reële waarde van het eventuele voorheen aangehouden aandelenbelang van de overnemer in de overnemende partij; (ii) het nettosaldo van de op de overnamedatum vastgestelde bedragen van de verworven identifi ceerbare activa en de overgenomen verplichtingen.
Indien na beoordeling, het belang van de Groep in de reële waarde van het identifi ceerbare netto-actief het totaal van de overgedragen vergoeding, het bedrag van eventuele minderheidsbelangen in de overgenomen partij en de reële waarde van het eventuele voorheen aangehouden aandelenbelang van de overnemer in de overnemende partij overschrijdt, dan dient het surplus opgenomen te worden in de winst- en verliesrekening als een winst op een voordelige koop.
Goodwill wordt niet afgeschreven, maar wordt jaarlijks getoetst op bijzondere waardeverminderingen. Voor het testen op bijzondere waardevermindering wordt goodwill toegewezen aan de kasstroomgenererende eenheden van de Groep waarvan verwacht wordt dat zij voordelen zullen halen uit de synergieën van de bedrijfscombinatie. Kasstroomgenererende eenheden waaraan goodwill is toegewezen worden jaarlijks getest op bijzondere waardeverminderingen, en ook tussentijds wanneer er aanwijzingen zijn dat de boekwaarde van de eenheid mogelijk de realiseerbare waarde overtreft. Indien de realiseerbare waarde van een kasstroomgenererende eenheid lager is dan haar boekwaarde wordt de bijzondere waardevermindering eerst in mindering gebracht van de boekwaarde van de goodwill die aan de kasstroomgenerende eenheid werd toegewezen. Daarna wordt de bijzondere waardevermindering toegewezen aan de andere vaste activa die tot de eenheid behoren, evenredig met hun boekwaarde. Eens een bijzondere waardevermindering voor goodwill is opgenomen, wordt deze in een latere periode niet teruggenomen.
Bij de verkoop van een dochteronderneming, dient het overeenstemmende deel van de goodwill in rekening worden genomen bij de bepaling van de winst of het verlies op de verkoop.
De grondslag van de Groep met betrekking tot goodwill die ontstaat uit de verwerving van een geassocieerde deelneming wordt beschreven in punt 5 hierboven.
Elementen uit de jaarrekening van elk van de Groepsentiteiten worden gewaardeerd in de valuta van de primaire economische omgeving waarin zij werken ('de functionele valuta'). De geconsolideerde jaarrekening wordt voorgesteld in euro (EUR), de functionele valuta van de Onderneming en tevens de presentatievaluta van de Groep.
Bij het opstellen van de jaarrekening van individuele entiteiten, worden transacties in vreemde valuta bij een initiële opname omgerekend volgens de wisselkoers die geldt op de transactiedatum. Monetaire activa en passiva uitgedrukt in vreemde munt worden op balansdatum in de functionele munt van de entiteit omgerekend waarbij de slotkoers van die dag wordt toegepast. Niet-monetaire elementen gewaardeerd aan reële waarde die uitgedrukt zijn in vreemde munt worden omgerekend volgens de wisselkoers die geldt op waarderingsdatum. Niet-monetaire elementen gewaardeerd aan historische kostprijs en uitgedrukt in vreemde munt worden niet omgerekend aan de slotkoers.
Wisselkoersverschillen worden in de winst- en verliesrekening opgenomen in de periode waarin deze ontstaan, behalve voor:
Bij het opstellen van de geconsolideerde jaarrekening, worden de activa en de verplichtingen van de buitenlandse activiteiten van de Groep op balansdatum omgerekend tegen de slotkoers. De opbrengsten en kosten van deze entiteiten worden omgerekend tegen de gemiddelde koers. De resulterende wisselkoersverschillen worden in de andere elementen van het totaalresultaat geboekt en gecumuleerd in het eigen vermogen (eventueel toegerekend aan de minderheidsbelangen) onder "Wisselkoersverschillen".
Bij de verkoop van een buitenlandse activiteit (d.i. verkoop van het volledige belang van de Groep in de buitenlandse activiteit, of verkoop met verlies van zeggenschap over een dochteronderneming met een buitenlandse activiteit, of verlies van gezamenlijk zeggenschap over een joint venture met een buitenlands activiteit, of verlies van invloed van betekenis over een geassocieerde deelneming met een buitenlandse activiteit) wordt het cumulatieve bedrag dat in het eigen vermogen genomen werd en betrekking heeft op die specifi eke buitenlandse operatie in resultaat genomen. Eventuele wisselkoersverschillen dat voorheen toegerekend werden aan de minderheidsbelangen worden uit de balans verwijderd, maar worden niet geherclassifi ceerd naar resultaat.
In het geval van een gedeeltelijke verkoop (d.i. zonder verlies van zeggenschap) van een dochteronderneming met een buitenlandse activiteit wordt het evenredige gedeelte van de gecumuleerde wisselkoersverschillen toegewezen aan de minderheidsbelangen en wordt niet in resultaat opgenomen. Voor alle andere gedeeltelijke verkopen (d.i. van geassocieerde deelnemingen of joint ventures zonder wijziging van de consolidatiemethode) wordt het evenredige gedeelte van de gecumuleerde wisselkoersverschillen geherclassifi ceerd naar resultaat.
Goodwill en reële waarde aanpassingen ontstaan uit de verwerving van een buitenlands activiteit wordt beschouwd als activa en verplichtingen van de buitenlandse activiteit en omgerekend tegen de slotkoers.
De voornaamste wisselkoersen zijn:
| Koers op jaareinde | Gemiddelde koers | ||||
|---|---|---|---|---|---|
| 2009 | 2010 | 2009 | 2010 | ||
| 1 Euro = | |||||
| Britse Pond | GBP | 0,8881 | 0,8607 | 0,8910 | 0,8579 |
| Amerikaanse dollar | USD | 1,4406 | 1,3362 | 1,3948 | 1,3258 |
| Argentijnse peso | ARS | 5,4839 | 5,3287 | 5,1983 | 5,1940 |
| Braziliaanse real | BRL | 2,5113 | 2,2177 | 2,7671 | 2,3318 |
| Thaïse baht | THB | 47,9860 | 40,1700 | 47,8063 | 42,0248 |
| Japanse yen | JPY | 133,1600 | 108,6500 | 130,3325 | 116,2492 |
Bijdragen in het kader van de toegezegde-bijdragenregelingen worden als kost opgenomen op het moment dat de werknemers de diensten leveren waarvoor ze het recht ontvangen op deze bijdragen.
Voor toegezegd-pensioenregelingen wordt de kostprijs voor de verstrekking van de voordelen bepaald met behulp van de actuariële Projected Unit Credit-waarderingsmethode. De actuariële winsten en verliezen worden opgenomen als opbrengsten of kosten indien de gecumuleerde niet-opgenomen winsten of verliezen voor een individueel plan op het einde van het voorgaande boekjaar 10% overschrijden van de contante waarde van de vastgelegde voordeelverplichting of van de reële waarde van de planactiva in het begin van het jaar, indien die hoger is. Dit overschot wordt erkend over de gemiddelde resterende dienstjaren van de werknemers die deelnemen in het individuele plan. Pensioenkosten van verstreken diensttijd worden onmiddellijk opgenomen voor zover de voordelen verworven zijn; anders worden ze gradueel ten laste van de winst-en-verliesrekening genomen en lineair gespreid over de gemiddelde termijn totdat de voordelen verworven zijn.
De verplichting uit hoofde van toegezegd-pensioenregelingen (nettoverplichting) opgenomen op de balans komt overeen met de contante waarde van de brutoverplichting aangepast voor niet-opgenomen actuariële winsten en verliezen en niet-opgenomen pensioenkosten van verstreken diensttijd, en verminderd met de reële waarde van de fondsbeleggingen. Eventuele activa ontstaan uit deze berekening wordt beperkt tot het totaal van de niet-opgenomen actuariële verliezen en pensioenkosten van verstreken diensttijd en de contante waarde van toekomstige terugbetalingen en verminderingen in toekomstige bijdragen aan de regeling.
De niet-recurrente elementen omvatten:
Winstbelastingen omvatten actuele en uitgestelde belastingen
Actuele belastingen worden bepaald op basis van het belastbaar resultaat van de periode. Het belastbaar resultaat verschilt van het resultaat zoals gepresenteerd in de geconsolideerde winst- en verliesrekening omwille van opbrengsten en kosten die belastbaar of aftrekbaar zijn in andere periodes of die nooit belastbaar of aftrekbaar zijn. De actuele belastingsschuld van de Groep wordt berekend met behulp van de belastingvoet waarvan het wetgevingsproces substantieel is afgesloten op de balansdatum.
Uitgestelde belastingen worden berekend volgens de balansmethode voor tijdelijke verschillen tussen enerzijds de belastingsbasis van activa en verplichtingen en anderzijds hun nettoboekwaarde in de balans. Uitgestelde belastingverplichtingen worden over het algemeen opgenomen voor alle belastbare tijdelijke verschillen. Uitgestelde belastingvorderingen worden opgenomen in de mate dat het waarschijnlijk is dat er voldoende belastbare winst zal gerealiseerd worden waartegen de tijdelijke verschillen kunnen worden afgezet. Uitgestelde belastingvorderingen en -verplichtingen worden niet opgenomen indien het tijdelijke verschil voortvloeit uit goodwill of uit de initiële opname van andere activa en verplichtingen (die geen bedrijfscombinatie is) die geen invloed heeft op de winst vóór belasting of de fi scale winst.
Uitgestelde belastingenverplichtingen worden opgenomen voor belastbare tijdelijke verschillen op deelnemingen in dochterondernemingen, joint ventures en geassocieerde ondernemingen, behalve in het geval dat de Groep kan beslissen over het tijdstip waarop het tijdelijk verschil teruggedraaid wordt en het onwaarschijnlijk is dat het tijdelijk verschil teruggedraaid wordt in de nabije toekomst. Een entiteit dient een uitgestelde belastingvordering op te nemen voor verrekenbare tijdelijke verschillen die voortvloeien uit investeringen in dochterondernemingen, fi lialen en geassocieerde deelnemingen en belangen in joint ventures, in zoverre en alleen in zoverre het waarschijnlijk is dat het tijdelijke verschil in de nabije toekomst zal worden afgewikkeld en fi scale winst beschikbaar zal zijn waarmee het tijdelijke verschil kan worden verrekend.
De boekwaarde van de uitgestelde belastingvorderingen wordt bij iedere balansdatum beoordeeld en wordt verlaagd in zoverre het niet langer waarschijnlijk is dat voldoende fi scale winst beschikbaar zal zijn om het mogelijk te maken het voordeel van die uitgestelde belastingvordering geheel of gedeeltelijk aan te wenden.
Uitgestelde belastingvorderingen en -verplichtingen moeten worden gewaardeerd tegen de belastingtarieven die naar verwachting van toepassing zullen zijn op de periode waarin de vordering wordt gerealiseerd of de verplichting wordt afgewikkeld, op basis van de belastingtarieven (en de belastingwetgeving) waarvan het wetgevingsproces (materieel) is afgesloten op de balansdatum. De waardering van uitgestelde belastingverplichtingen en -vorderingen moet de fi scale gevolgen weerspiegelen die zouden voortvloeien uit de wijze waarop de entiteit op de balansdatum de boekwaarde van haar activa en verplichtingen verwacht te realiseren of af te wikkelen.
Een entiteit dient actuele belastingvorderingen en -verplichtingen te salderen wanneer de entiteit een in rechte afdwingbaar recht heeft om de opgenomen bedragen te salderen; en voornemens is om de verplichting op nettobasis af te wikkelen of om de vordering te realiseren op hetzelfde moment dat de verplichting wordt afgewikkeld.
Actuele en uitgestelde belastingen worden opgenomen als opbrengst of kost in de winst- en verliesrekening, behalve wanneer ze verband houden met elementen die buiten de winst- en verliesrekening werden opgenomen (in de andere elementen van het totaalresultaat of rechtstreeks in eigen vermogen), dan worden ze eveneens buiten de winstverliesrekening opgenomen, of wanneer ze ontstaan zijn bij de initiële opname van een bedrijfscombinatie. In dit laatste geval wordt het belastingseffect in rekening genomen in de verwerking van de bedrijfscombinatie..
Leaseovereenkomsten worden geclassifi ceerd als fi nanciële leases wanneer de lease vrijwel alle aan de eigendom verbonden risico's en voordelen overdraagt aan de lessee (huurder). Alle andere leaseovereenkomsten worden als operationele leases geclassifi ceerd.
Overeenkomsten die niet de wettelijke vorm aannemen van een leaseovereenkomst worden geanalyseerd op basis van IFRIC 4 om te bepalen of ze een leaseovereenkomst omvatten dat verwerkt moet worden volgens IAS 17
Activa aangehouden via een fi nanciële lease worden initieel opgenomen als activa van de Groep tegen hun reële waarde bij aanvang van de lease of indien deze lager is, tegen de contante waarde van de minimale leasebetalingen. De overeenstemmende verplichting ten aanzien van de lessor (verhuurder) wordt opgenomen op de balans als fi nanciële leaseverplichting.
Activa aangehouden via een fi nanciële lease worden afgeschreven over de verwachte gebruiksduur op dezelfde basis als activa in eigendom of, indien deze korter is, over de leaseperiode
Leasebetalingen worden opgesplitst in rentelasten en afl ossingen van de uitstaande verplichting. Gedurende de leaseperiode worden de rentelasten aan elke periode toegerekend op een manier die resulteert in een constante periodieke rentevoet op het resterende saldo van de verplichting voor elke periode. De fi nanciële kosten worden rechtstreeks opgenomen in resultaat, behalve wanneer ze verband houden met in aanmerking komende activa, zodat ze opgenomen kunnen worden in overeenstemming met de grondslag van de Groep betreffende fi nancieringskosten (zie punt 17 hieronder). Voorwaardelijke leasebetalingen worden als last opgenomen in de periode waarin ze worden opgelopen.
Bij een operationele lease worden de leasebetalingen als kosten opgenomen en lineair gespreid over de leaseperiode, tenzij een andere systematische wijze van toerekening meer representatief is voor het tijdspatroon van de voordelen die de gebruiker geniet. Voorwaardelijke leasebetalingen worden als last opgenomen in de periode waarin ze worden opgelopen.
Wanneer kortingen of voordelen worden ontvangen bij het afsluiten van een operationele leaseovereenkomst, worden deze kortingen of voordelen opgenomen als verplichting. De totale waarde van de kortingen of voordelen toegestaan door de leasinggever wordt in mindering gebracht van de leasekosten en lineair gespreid over de leaseperiode, tenzij een andere systematische wijze van toerekening meer representatief is voor het tijdspatroon van de voordelen die de gebruiker geniet.
Immateriële activa verworven in een bedrijfscombinatie worden initieel gewaardeerd tegen reële waarde; afzonderlijk verworven immateriële activa worden initieel gewaardeerd tegen kostprijs. Na hun initiële opname worden immateriële activa gewaardeerd tegen kostprijs of reële waarde verminderd met gecumuleerde afschrijvingen en eventuele bijzondere waardeverminderingen. Immateriële activa worden lineair afgeschreven over hun naar best vermogen geschatte gebruiksduur. De resterende gebruiksduur en de afschrijvingsmethode worden elk jaar opnieuw geëvalueerd bij afsluiting van het boekjaar. Een wijziging in de gebruiksduur van een immaterieel actief wordt prospectief verwerkt als een schattingswijziging.
Uitgaven voor aangekochte licenties, patenten, handelsmerken en soortgelijke rechten worden geactiveerd en lineair afgeschreven over de contractuele looptijd, indien van toepassing, of over de geschatte gebruiksduur, die normaal geschat wordt op hoogstens 20 jaar.
Onderzoeksuitgaven worden als kosten in de winst-en-verliesrekening opgenomen op het ogenblik dat ze zich voordoen. Ontwikkelingsuitgaven worden alleen opgenomen in de balans als aan alle onderstaande voorwaarden is voldaan:
Geactiveerde ontwikkelingskosten worden lineair afgeschreven over de gebruiksduur.
CO2 -emissierechten worden verwerkt volgens IAS 38 (immateriële activa), IAS 37 (voorzieningen) en IAS 20 (overheidssubsidies).
Emissierechten die gratis werden toegekend worden als immateriële activa opgenomen voor een symbolische euro voor zover ze 100% gesubsidieerd zijn, met een tegenovergesteld saldo in de andere kortlopende verplichtingen voor hetzelfde bedrag.
In de mate dat de aan de Groep voor 2010 toegekende rechten de reëel verwachte emissies overtreffen, is er geen enkele verplichting op balansdatum en is er bijgevolg geen voorziening vereist.
De verkoop op de markt van gratis verworven emissierechten levert een winst die onmiddellijk als resultaat geboekt wordt.
Bij gebrek aan IASB-standaarden en –interpretaties betreffende de administratieve verwerking van CO2 -emissierechten, heeft de Groep de 'nettobenadering' gebruikt. Deze methode houdt in dat:
73
Overige immateriële activa bevatten voornamelijk klantenlijsten en andere immateriële commerciële activa, zoals merknamen, die afzonderlijk of bij een bedrijfscombinatie verworven werden. Deze worden lineair afgeschreven over hun geschatte gebruiksduur.
De Groep heeft geopteerd voor het historische kostprijsmodel en niet voor het herwaarderingsmodel. Afzonderlijk verworven materiële vaste activa worden initieel gewaardeerd tegen kostprijs. Materiële vaste activa verworven in een bedrijfscombinatie worden initieel gewaardeerd tegen hun reële waarde, die vanaf dan geldt als hun kostprijs. Na hun initiële opname worden materiële vaste activa gewaardeerd tegen kostprijs verminderd met gecumuleerde afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen. De kostprijs omvat alle directe kosten en uitgaven die opgelopen werden om het actief op de locatie en in de staat te brengen die noodzakelijk is om te functioneren op de beoogde wijze.
De kostprijs of de waardering van activa (andere dan terreinen en activa in aanbouw) verminderd met de restwaarde wordt lineair afgeschreven over de gebruiksduur. De verwachte gebruiksduur, de restwaarde en de afschrijvingsmethode worden minstens op het einde van elk boekjaar opnieuw geëvalueerd, met een prospectieve verwerking van de wijzigingen.
De afschrijvingslast wordt berekend volgens de lineaire methode in functie van de gebruiksduur van de activa. Deze wordt als volgt bepaald:
| Gebouwen | 30 jaar |
|---|---|
| Informaticamateriaal | 3 - 5 jaar |
| Machines en uitrusting | 10 - 20 jaar |
| Transportmaterieel | 5 - 20 jaar |
| Ontwikkelingskosten | 2 - 5 jaar |
| Octrooien, merken en andere immateriële activa | 5 - 20 jaar |
De afschrijvingslast wordt in de winst- en verliesrekening opgenomen in de kosten van verkoop, de commerciële en de administratieve kosten en in de kosten van onderzoek en ontwikkeling.
Op elke balansdatum evalueert de Groep de boekwaarde van de materiële en immateriële vaste activa, om te beoordelen of er indicaties zijn voor een mogelijke bijzondere waardevermindering van een actief. Indien dergelijke indicaties bestaan, dan wordt de realiseerbare waarde van het actief geschat, om zo de omvang van een eventuele waardevermindering te bepalen. Waar het niet mogelijk is om de realiseerbare waarde van een individueel actief te bepalen, bepaalt de Groep de realiseerbare waarde van de kasstroomgenererende eenheid (KGE) waartoe het betreffende actief behoort. Waar een redelijke en consistente toewijzingsbasis kan bepaald worden, worden de algemene bedrijfsactiva eveneens toegewezen aan de individuele KGE's, of ze worden toegewezen tot de kleinste groep van KGE's waarvoor een redelijke en consistente toewijzingsbasis kan worden bepaald.
De realiseerbare waarde is de hoogste waarde van de reële waarde min de verkoopkosten van het actief of zijn bedrijfswaarde. Bij het bepalen van de bedrijfswaarde worden de geschatte toekomstige kasstromen gedisconteerd naar de contante waarde door gebruik te maken van disconteringsvoet vóór belastingen die de huidige marktbeoordelingen weerspiegelt van de tijdswaarde van het geld en de aan het actief verbonden risico's waarvoor de schattingen van toekomstige kasstromen niet zijn aangepast.
Indien de realiseerbare waarde van een actief (of KGE) lager is dan de boekwaarde, dan wordt de boekwaarde van het actief (of KGE) teruggebracht tot de realiseerbare waarde. Een bijzonder waardeverminderingsverlies wordt onmiddellijk opgenomen in winst- en verliesrekening.
Wanneer een bijzonder waardeverminderingsverlies opgenomen in vroegere boekjaren wordt teruggenomen, dan wordt de boekwaarde van het actief (of KGE) gebracht tot de realiseerbare waarde, voor zover dat de verhoogde boekwaarde niet hoger ligt dan de boekwaarde die zou zijn bepaald als in voorgaande jaren geen bijzonder waardeverminderingsverlies voor het actief (of KGE) was opgenomen. Een terugboeking van een bijzonder waardeverminderingsverlies wordt onmiddellijk opgenomen in winst- en verliesrekening.
Financieringskosten die rechtstreeks zijn toe te rekenen aan de verwerving, bouw of productie van een in aanmerking komend actief (d.i. een actief dat noodzakelijkerwijs pas na een aanzienlijke tijdsperiode klaar is voor het beoogde gebruik of voor verkoop) dienen te worden geactiveerd als deel van de kostprijs van dat actief, tot vrijwel alle activiteiten zijn voltooid die nodig zijn om het in aanmerking komende actief voor te bereiden op zijn beoogde gebruik of verkoop.
Beleggingsinkomsten die uit de tijdelijke belegging van de specifi eke leningen wordt verdiend in afwachting van de uitgaven op de in aanmerking komende activa, worden in mindering gebracht van de fi nancieringskosten die in aanmerking komen voor activering.
Alle andere fi nancieringskosten worden in winst- en verliesrekening opgenomen wanneer ze worden opgelopen.
Overheidssubsidies, met inbegrip van niet-monetaire subsidies tegen reële waarde, mogen pas worden opgenomen als met redelijke zekerheid kan worden gesteld dat de entiteit de aan de subsidies gekoppelde voorwaarden zal vervullen en de subsidies zullen worden ontvangen.
Investeringssubsidies met betrekking tot de aankoop van materiële vaste activa worden in mindering gebracht van de kostprijs van deze activa. Het verwachte bedrag wordt in de balans opgenomen op het ogenblik van de initiële goedkeuring en, indien nodig, achteraf gecorrigeerd bij de defi nitieve toekenning. De subsidie wordt afgeschreven over dezelfde periode als de materiële vaste activa waarvoor de subsidie werd verkregen.
Andere overheidssubsidies worden systematisch als opbrengsten opgenomen over de perioden die nodig zijn om deze subsidies toe te rekenen aan de gerelateerde kosten die ze beogen te compenseren. Een overheidssubsidie dat kan worden ontvangen als compensatie voor reeds opgelopen lasten of verliezen of met het oog op het verlenen van onmiddellijke fi nanciële steun aan de Groep zonder toekomstige gerelateerde kosten, moet worden opgenomen als opbrengst van de periode waarin ze te ontvangen is.
Voorraden worden gewaardeerd tegen ofwel de laagste inkoopkosten (grondstoffen en goederen) ofwel conversiekosten (goederen in bewerking of afgewerkte producten), en de netto-opbrengstwaarde. De netto-opbrengstwaarde is de geschatte verkoopprijs, verminderd met de geschatte afwerkingskosten en de geschatte kosten die nodig zijn om de verkoop te realiseren, met inbegrip van de marketing-, verkoops- en distributiekosten. De waarde van de voorraden wordt over het algemeen bepaald door toepassing van de formule voor de gewogen gemiddelde kostprijs.
De kostprijs van de voorraden omvat de inkoopkosten, zowel als de productiekosten en andere kosten die voortvloeien uit het transport van de voorraden naar hun huidige locatie en de verwerking van de voorraden tot hun huidige toestand.
Alle fi nanciële activa worden opgenomen of niet langer opgenomen in de balans op transactiedatum wanneer de inkoop of verkoop van een fi nancieel actief op grond van een contract waarvan de voorwaarden de levering van het actief voorschrijven binnen de termijn die op de desbetreffende markt algemeen voorgeschreven of overeengekomen is en worden gewaardeerd tegen reële waarde, vermeerderd met transactiekosten, behalve voor fi nanciële activa tegen reële waarde met waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening, die initieel gewaardeerd worden tegen reële waarde.
De fi nanciële activa worden geclassifi ceerd in volgende categorieën: fi nanciële activa tegen reële waarde met waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening, beleggingen aangehouden tot einde looptijd, fi nanciële activa beschikbaar voor verkoop en leningen en vorderingen. De classifi catie hangt af van de bedoeling waarmee de fi nanciële activa werden aangeschaft en worden vastgelegd bij hun initiële opname.
De effectieve-rentemethode is een methode voor het berekenen van de geamortiseerde kostprijs van een schuldinstrument en voor het toerekenen van rentebaten aan de desbetreffende periode. De effectieve rentevoet is de rentevoet die de verwachte stroom van toekomstige geldontvangsten (met inbegrip van betaalde of ontvangen provisies en vergoedingen die integraal deel uitmaken van de effectieve rentevoet alsook transactiekosten en alle overige premies en kortingen) tijdens de verwachte looptijd van het schuldinstrument of, indien relevant, een kortere periode, exact disconteert tot de nettoboekwaarde bij initiële opname.
Desalniettemin wordt de lineaire methode gebruikt wanneer deze methode een goede benadering vormt van de geamortiseerde kostprijsmethode, d.w.z. wanneer het verschil tussen beide methodes als niet signifi cant wordt beschouwd op Groepsniveau.
Financiële activa worden geclassifi ceerd als tegen reële waarde met waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening (RWWV) als ze aangehouden worden voor handelsdoeleinden. Financiële activa tegen RWWV worden gewaardeerd tegen reële waarde, waarbij alle daaruit voortvloeiende baten of lasten in het resultaat opgenomen worden. Een fi nancieel actief wordt in deze categorie ondergebracht als het voornamelijk aangeschaft werd om het op korte termijn te verkopen. Derivaten behoren ook tot de categorie tegen RWWV, tenzij ze als afdekking aangemerkt werden en effectief zijn.
Wisselbrieven en schuldbrieven met vaste of bepaalbare betalingen en een vaste looptijd waarvan de Groep stellig voornemens is en in staat is deze aan te houden tot het einde van de looptijd, worden geclassifi ceerd als beleggingen aangehouden tot einde looptijd. Beleggingen aangehouden tot einde looptijd worden gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieve-rentemethode, verminderd met eventuele bijzondere waardeverminderingsverliezen, met opbrengsten opgenomen volgens de effectieve rente.
Vaste activa beschikbaar voor verkoop omvatten deelnemingen in entiteiten die niet voornamelijk aangeschaft werden om ze op korte termijn te verkopen, en die noch geconsolideerd noch verwerkt worden volgens de equity-methode. Activa in deze categorie worden gewaardeerd tegen reële waarde, waarbij alle daaruit voortvloeiende baten en lasten rechtstreeks in eigen vermogen worden opgenomen, behalve indien zij het gevolg zijn van een bijzondere waardevermindering, in welk geval het gecumuleerd verlies wordt overgeboekt van het eigen vermogen naar de winst- en verliesrekening. Zij worden echter tegen kostprijs gewaardeerd als er geen prijsnotering in een actieve markt voorhanden is en als hun reële waarde niet op een betrouwbare manier kan bepaald worden met behulp van alternatieve waarderingsmethoden..
Leningen en vorderingen zijn niet-afgeleide fi nanciële instrumenten met vaste of bepaalbare betalingen die niet genoteerd worden in een actieve markt. Tot de categorie leningen en vorderingen van de Groep behoren: geldmiddelen en kasequivalenten, handelsvorderingen, belastingsvorderingen en leningen en andere vaste activa, behalve overschotten van pensioenfondsen. Kasequivalenten zijn kortlopende, in hoge mate liquide beleggingen die onmiddellijk kunnen worden omgezet in geldmiddelen waarvan het bedrag bekend is, een oorspronkelijke looptijd hebben van hoogstens drie maand en geen signifi cant risico van waardeverandering inhouden. Leningen en vorderingen worden gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieve-rentemethode, behalve voor korte-termijnvorderingen of wanneer het verschil met de lineaire methode niet signifi cant zou zijn.
Financiële activa, behalve deze tegen reêle waarde met waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening (RWWV), worden getest op bijzondere waardevermindering wanneer er hiervoor objectieve aanwijzingen zijn. Een bijzonder waardeverminderingsverlies wordt rechtstreeks ten laste genomen van het resultaat. Voor handelsvorderingen worden op elke balansdatum de oninbare vorderingen afgeschreven tegenover de betreffende provisierekening. Zowel toevoegingen aan deze provisierekening als terugnames worden opgenomen onder commerciële en administratieve kosten in de winsten verliesrekening.
Financiële verplichtingen worden geclassifi ceerd als fi nanciële verplichtingen tegen reêle waarde met waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening (RWWV) of als fi nanciële verplichten tegen geamortiseerde kostprijs.
Financiële verplichtingen worden geclassifi ceerd als tegen reële waarde met waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening (RWWV) als ze aangehouden worden voor handelsdoeleinden. Financiële verplichtingen tegen RWWV worden gewaardeerd tegen reële waarde, waarbij alle daaruit voortvloeiende baten of lasten in het resultaat opgenomen worden. Een fi nanciële verplichting wordt in deze categorie ondergebracht als het voornamelijk aangeschaft werd om het op korte termijn te verkopen. Derivaten behoren ook tot de categorie tegen RWWV, tenzij ze als afdekking aangemerkt werden en effectief zijn.
Financiële verplichtingen tegen geamortiseerde kostprijs, met inbegrip van schulden, worden initieel gewaardeerd tegen de reële waarde, na aftrek van de transactiekosten. Ze worden na initiële opname gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieve-rentemethode, met interestkosten opgenomen volgens de effectieve rente.
De effectieve-rentemethode is een methode voor het berekenen van de geamortiseerde kostprijs van een fi nanciële verplichting en voor het toerekenen van interestkosten aan de desbetreffende periode. De effectieve rentevoet is de rentevoet die de verwachte stroom van toekomstige geldbetalingen tijdens de verwachte looptijd van de fi nanciële schuld of, indien relevant, een kortere periode, exact disconteert tot de nettoboekwaarde bij initiële opname.
De fi nanciële verplichtingen van de Groep gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs omvatten de langlopende fi nanciële schulden, overige langlopende verplichtingen, kortlopende fi nanciële schulden, handelsschulden en te betalen dividenden in de overige kortlopende verplichtingen.
De Groep neemt een fi nanciële verplichting niet langer op in de balans als en alleen als de fi nanciële verplichting tenietgaat, dat wil zeggen wanneer de in het contract vastgelegde verplichting nagekomen of ontbonden wordt, dan wel afl oopt.
De Groep gebruikt verscheidene afgeleide fi nanciële instrumenten (derivaten) om de blootstelling aan rente- en valutarisico's te beheren, met inbegrip van wisselkoerstermijncontracten, renteswaps, cross-currency swaps. Verdere informatie kan gevonden worden in toelichting 33.
Afgeleide fi nanciële instrumenten worden initieel gewaardeerd tegen reële waarde op het moment van aangaan van het afgeleide contract en wordt na initiële opname geherwaardeerd tegen reële waarde op elke balansdatum. De resulterende winst of verlies wordt onmiddellijk opgenomen in de winst- en verliesrekening, tenzij ze als afdekking aangemerkt werden en effectief zijn, waarbij de opname in winst- en verliesrekening zal afhangen van de aard van de afdekkingsrelatie. De Groep heeft bepaalde derivaten aangewezen als afdekkingsinstrumenten ofwel om de reële waarde van opgenomen activa of verplichtingen of vaststaande toezeggingen (reëlewaardeafdekking) af te dekken, ofwel om een zeer waarschijnlijke verwachte toekomstige transactie of een valutarisico van een vaststaande toezegging (kasstroomafdekking) af te dekken, ofwel om een netto-investering in een buitenlandse entiteit af te dekken.
Een derivaat met een positieve reële waarde wordt opgenomen als een fi nancieel actief, terwijl een derivaat met negatieve reële waarde als een fi nanciële verplichting wordt opgenomen. Een derivaat wordt gepresenteerd als een vast actief of een langlopende verplichting als de resterende looptijd van het instrument langer is dan 12 maanden en men verwacht niet dat het instrument gerealiseerd of afgewikkeld zal worden binnen de 12 maanden. De overige derivaten worden gepresenteerd als vlottende activa of kortlopende verplichtingen
De Groep heeft bepaalde instrumenten, zoals derivaten, in contracten besloten derivaten en niet-afgeleide instrumenten met betrekking tot wisselkoers- en energieprijsrisico's, aangewezen als afdekkingsinstrumenten voor ofwel reëlewaardeafdekking, kasstroomafdekking of afdekking van een netto-investering in een buitenlandse entiteit. Afdekking van valutarisico op vaststaande toezeggingen wordt aangemerkt als kasstroomafdekking.
Bij aanvang van de afdekkingsrelatie documenteert de onderneming de relatie tussen het afdekkingsinstrument en de afgedekte positie, samen met de doelstellingen van het risicobeheer en de strategie voor het ondernemen van verscheidene afdekkingstransacties. Bovendien dient de Groep, bij aanvang, te documenteren dat het afdekkingsinstrument hoogst effectief is in het salderen van de wijzigingen in de reële waarde of de kasstromen van de afgedekte positie.
Toelichting 33 geeft bijkomende informatie met betrekking tot de reële waarde van de afgeleide fi nanciële instrumenten die gebruikt worden voor afdekkingsdoeleinden.
Wijzigingen in de reële waarde van derivaten die aangemerkt werden voor reële-waardeafdekking, worden rechtstreeks in de winst- en verliesrekening opgenomen, samen met eventuele wijzigingen in de reële waarde van het afgedekte actief of de afgedekte verplichting die toe te rekenen zijn aan het afgedekte risico. Deze wijzigingen worden opgenomen op de lijn van de winst- en verliesrekening waarop de afgedekte positie betrekking heeft.
Hedge accounting wordt beëindigd indien de Groep de aanwijzing van de afdekkingsrelatie intrekt, het afdekkingsinstrument afl oopt of wordt verkocht, beëindigd of uitgeoefend, of indien de afdekking niet langer voldoet aan de criteria voor hedge accounting. De reële-waardeaanpassingen aan de boekwaarde van de afgedekte positie voortvloeiend uit het afgedekte risico wordt afgeschreven via de winst- en verliesrekening vanaf die datum.
Het effectieve gedeelte van de wijzigingen in de reële waarde van derivaten aangemerkt voor kasstroomafdekking worden opgenomen in de andere elementen van het totaalresultaat. Het niet-effectieve gedeelte ervan wordt onmiddellijk opgenomen in de winst- en verliesrekening onder overige fi nanciële opbrengsten en kosten.
Bedragen die voorheen werden opgenomen in de andere elementen van het totaalresultaat en gecumuleerd werden in eigen vermogen worden getransfereerd naar de winst- en verliesrekening in de perioden waarin de afgedekte positie in resultaat wordt opgenomen op dezelfde lijn als de opgenomen afgedekte positie.
Ingeval de afgedekte kasstroom resulteert in de opname van een niet-fi nancieel actief of een niet-fi nanciële verplichting worden de gecumuleerde reële-waardeaanpassingen van het derivaat niet langer opgenomen in het eigen vermogen maar inbegrepen in de initiële waardering van de kostprijs of de boekwaarde van het actief of de verplichting.
Hedge accounting wordt beëindigd indien de Groep de aanwijzing van de afdekkingsrelatie intrekt, het afdekkingsinstrument afl oopt of wordt verkocht, beëindigd of uitgeoefend, of indien de afdekking niet langer voldoet aan de criteria voor hedge accounting.
In dit geval blijven de gecumuleerde reële-waardeaanpassingen op het afdekkingsinstrument weerhouden in het eigen vermogen tot de toegezegde of voorziene transactie zich voordoet. Wanneer verwacht wordt dat een toegezegde of voorziene transactie zich niet meer zal voordoen, worden de gecumuleerde reële-waardeaanpassingen getransfereerd van het eigen vermogen naar de winst-en-verliesrekening.
De verwerking van afdekkingen van een netto-investering in een buitenlandse entiteit gebeurt op dezelfde manier als voor kasstroomafdekkingen. Het effectieve gedeelte van de wijzigingen in de reële waarde van het afdekkingsinstrument worden opgenomen in de andere elementen van het totaalresultaat. Het niet-effectieve gedeelte ervan wordt onmiddellijk opgenomen in de winst- en verliesrekening onder "overige fi nanciële opbrengsten en kosten".
Winsten en verliezen op het afdekkingsinstrument met betrekking tot het effectieve gedeelte van de afdekking die gecumuleerd werden in de reserve betreffende omrekeningsverschillen, worden op dezelfde wijze getransfereerd als wisselkoersverschillen met betrekking tot een buitenlandse activiteit, zoals beschreven in punt 8 hierboven.
Voorzieningen worden opgenomen in de balans indien de Groep op balansdatum een huidige (wettelijke of feitelijke) verplichting heeft als gevolg van een gebeurtenis in het verleden, waarvoor het waarschijnlijk is dat er een uitstroom nodig zal zijn van middelen die economische voordelen inhouden, en indien deze uitstroom op een betrouwbare manier kan geschat worden.
Het bedrag opgenomen als een voorziening is gebaseerd op de beste schatting van de uitgave nodig om aan de bestaande verplichting te voldoen op de balansdatum, rekening houdend met de risico's en onzekerheden verbonden aan de verplichting. Wanneer een voorziening wordt gewaardeerd op basis van kasstromen nodig om de huidige verplichting af te wikkelen, dan is de boekwaarde de contante waarde van deze kasstromen.
Indien sommige of alle uitgaven die vereist zijn om een voorziening af te wikkelen naar verwachting door een andere partij zullen worden vergoed, dient de vergoeding te worden opgenomen als het vrijwel zeker is dat de vergoeding zal worden ontvangen en het bedrag van de vordering betrouwbaar kan geschat worden.
Huidige verplichtingen voortvloeiend uit verlieslatende contracten worden opgenomen en gewaardeerd als voorzieningen. Een verlieslatend contract is een contract waarbij de onvermijdelijke kosten die nodig zijn om de verplichtingen uit hoofde van het contract na te komen, hoger liggen dan de economische voordelen die naar verwachting uit het contract worden ontvangen.
Een voorziening voor herstructurering wordt enkel opgenomen wanneer de Groep een gedetailleerd en formeel herstructureringsplan heeft goedgekeurd en de herstructurering ofwel werd aangevat, ofwel publiekelijk werd aangekondigd voor balansdatum. Een voorziening voor herstructurering omvat enkel uitgaven die een rechtstreeks gevolg zijn van de herstructurering en geen verband houden met het voortzetten van de activiteiten van de entiteit.
Gesegmenteerde informatie wordt opgemaakt op basis van twee verschillende criteria: een activiteitencriterium gebaseerd op de operationele segmenten van de Groep (de segmenten) en een geografi sch criterium gebaseerd op de belangrijkste landen.
Opbrengsten dienen te worden gewaardeerd tegen de reële waarde van de vergoeding die is ontvangen of waarop recht is verkregen. Dit bedrag wordt aangepast rekening houdend met het bedrag van enige handelskortingen of kwantumkortingen of andere gelijkaardige voordelen.
Opbrengsten uit de verkoop van goederen dienen te worden opgenomen als alle volgende voorwaarden zijn vervuld:
Royalty's worden opgenomen op basis van het toerekeningsprincipe in overeenstemming met de economische realiteit van de desbetreffende overeenkomst (op voorwaarde dat het waarschijnlijk is dat de economische voordelen met betrekking tot de transactie naar de Groep zullen vloeien en het bedrag van de opbrengsten betrouwbaar kan worden bepaald). Royalty's bepaald op een tijdsbasis worden lineair over de periode van de overeenkomst openomen. Royaltyovereenkomsten, zoals milestones en earn-outs, die gebaseerd zijn op de productie, de verkoop en andere parameters, worden opgenomen in overeenstemming met de onderliggende overeenkomst.
Dividenden van deelnemingen worden opgenomen op het ogenblik dat het recht van de aandeelhouder op ontvangst vastgelegd is (op voorwaarde dat het waarschijnlijk is dat de economische voordelen met betrekking tot de transactie naar de Groep zullen vloeien en het bedrag van de opbrengsten betrouwbaar kan worden bepaald).
Rente dient te worden opgenomen als het waarschijnlijk is dat de economische voordelen met betrekking tot de transactie naar de Groep zullen vloeien en het bedrag van de opbrengsten betrouwbaar kan worden bepaald. Renteopbrengsten worden op tijdsevenredige basis toegerekend met referentie naar het openstaande kapitaal en met behulp van de relevante effectieve rentevoet, d.i. de rentevoet die de verwachte stroom van toekomstige geldontvangsten tijdens de verwachte looptijd van het fi nancieel actief exact disconteert tot de nettoboekwaarde bij initiële opname.
De grondslag van de Groep betreffende de opname van opbrengsten met betrekking tot operationele leaseovereenkomsten wordt beschreven in punt 12 hierboven.
Een vast actief, of een groep activa die wordt afgestoten, wordt geclassifi ceerd als aangehouden voor verkoop wanneer de boekwaarde hoofdzakelijk zal worden gerealiseerd in een verkooptransactie in plaats van door het te blijven gebruiken. Deze voorwaarde is enkel vervuld als de verkoop heel waarschijnlijk geacht wordt en als het actief (of de groep activa die wordt afgestoten) gereed is voor onmiddellijke verkoop in zijn huidige staat. Er kan pas sprake zijn van een zeer waarschijnlijke verkoop als de entiteit zich heeft verbonden tot een plan voor de verkoop van het actief (of de groep activa die wordt afgestoten) en als een operationeel plan om een koper te vinden en het plan te voltooien, opgestart is. Bovendien moet de verkoop van het actief (of van de groep activa die wordt afgestoten) actief gepromoot worden tegen een redelijke prijs in verhouding tot zijn huidige reële waarde en dient de verkoopsovereenkomst naar verwachting afgesloten te worden binnen het jaar na de datum van de classifi catie.
Een beëindigde bedrijfsactiviteit is een component van een entiteit die ofwel is afgestoten ofwel is geclassifi ceerd als aangehouden voor verkoop, een afzonderlijke belangrijke bedrijfsactiviteit of geografi sch bedrijfsgebied vertegenwoordigt en zowel operationeel als voor de fi nanciële verslaggeving kan worden onderscheiden van de rest van de entiteit.
Wanneer de Groep zich heeft verbonden tot een verkoop dat een verlies van zeggenschap over een dochteronderneming met zich meebrengt, dan dienen alle activa en verplichtingen van deze dochteronderneming geclassifi ceerd te worden als aangehouden voor verkoop als de hierboven beschreven criteria beantwoord zijn, ongeacht of de Groep een minderheidbelang zal aanhouden in de dochteronderneming na de verkoop.
Activa die geclassifi ceerd zijn als aangehouden voor verkoop worden gewaardeerd tegen reële waarde na aftrek van verkoopkosten als deze lager is dan de boekwaarde. Een eventueel overschot van de boekwaarde tegenover de reële waarde na aftrek van verkoopkosten wordt opgenomen als een bijzondere waardevermindering. Zodra activa geclassifi ceerd worden als aangehouden voor verkoop worden ze niet langer afgeschreven. Vergelijkende balansinformatie voor voorgaande perioden wordt niet herwerkt om de nieuwe classifi catie in de balans te weerspiegelen.
Aandelenopties worden op hun reële waarde geschat op de datum van toekenning. Voor deze schatting wordt het Monte-Carlomodel voor de evaluatie van opties gebruikt. Deze reële waarde wordt lineair in rekening gebracht over de periode waarin de rechten werden verworven, rekening houdend met een schatting van het aantal uiteindelijk verworven opties.
De hierboven beschreven grondslag is toepasbaar op alle aandelenopties toegekend na 7 november 2010 en die onvoorwaardelijk werden toegezegd na 1 januari 2005. Geen bedragen werden opgenomen in de jaarrekening voor andere aandelenopties.
In overeenstemming met IAS 1, Presentatie van de jaarrekening, heeft een entiteit de keuze om één overzicht van het totaalresultaat of twee overzichten, een winst- en verliesrekening en onmiddellijk gevolgd door een overzicht van het totaalresultaat, te presenteren. De Groep heeft gekozen voor de laatste optie.
De andere elementen van het totaalresultaat worden gegeven vóór de belastingimpact die ermee verband houdt met een lijn dat het totale bedrag aan winstbelasting over deze elementen voorstelt.
Voorwaardelijke activa worden niet opgenomen. Ze worden beschreven in de toelichtingen als een instroom van economische voordelen waarschijnlijk is. Voorwaardelijke verplichtingen worden niet opgenomen, tenzij ze voortvloeien uit een bedrijfscombinatie. Ze worden vermeld in de toelichtingen, tenzij de mogelijkheid van een verlies zeer onwaarschijnlijk is.
Gebeurtenissen na balansdatum die bijkomende informatie verschaffen omtrent de situatie van de onderneming op balansdatum (adjusting events) worden verwerkt in de jaarrekening. Andere gebeurtenissen na balansdatum (non-adjusting events) worden enkel vermeld in de toelichtingen als ze belangrijk geacht worden.
De Groep voert jaarlijks bijzondere waardeverminderingstesten uit op goodwill en op kasstroomgenererende eenheden waarvoor er aanwijzingen zijn dat de nettoboekwaarde mogelijk hoger is dan de realiseerbare waarde. Deze analyse vereist dat het management de toekomstige verwachte kasstromen die uit de kasstroomgenererende eenheden zouden voortvloeien inschat, en ook een relevante disconteringsvoet voor de berekening van de contante waarde te schatten.
Zie toelichtingen 26 & 27 voor bijkomende informatie.
De boekwaarde van uitgestelde belastingvorderingen wordt op elke balansdatum beoordeeld. De boekwaarde van een uitgestelde belastingvordering wordt verminderd in zoverre het niet langer waarschijnlijk is dat voldoende belastbare winst beschikbaar zal zijn om de winst van een deel of de hele uitgestelde belastingvordering te kunnen gebruiken. Deze vermindering wordt tegengeboekt wanneer de waarschijnlijkheid toeneemt dat voldoende belastbare winst beschikbaar wordt.
Het Corporate Tax Competence Center heeft het overzicht over de situatie van de Groep inzake uitgestelde belastingvorderingen en wordt systematisch betrokken bij de beoordeling van deze uitgestelde vorderingen.
Zie toelichting 11b voor bijkomende informatie.
De actuariële veronderstellingen, gebruikt om de pensioenverplichtingen per 31 december en de jaarlijkse kosten te bepalen, (zie toelichting 31). Alle plannen voor personeelsbeloningen worden jaarlijks door onafhankelijke actuarissen geëvalueerd. De globale disconteringsvoet en het infl atiepercentage worden door de bedrijfsleiding bepaald. De andere hypotheses, zoals salarisverhogingen in de toekomst, verwachte lange-termijnbeleggingsrendementen en verwachte kostenverhogingen in de medische zorg worden bepaald op het lokale niveau. De personeelsdienst van de Groep superviseert alle plannen met de hulp van een centrale actuaris, gaat na of de resultaten aanvaardbaar zijn en waakt over de eenvormigheid van de reporting.
Het zijn het Competentiecentrum Gezondheid, Veiligheid en Leefmilieu en de fi nanciële diensten van de Groep die samen deze voorzieningen beheren en coördineren. Ze doen dat in samenwerking met de Strategic Business Units en het lokale management.
De voorspelling van de uitgaven wordt gedaan met constante valuta en met inschattingen inzake infl atie en technologische innovatie op het gebied van het leefmilieu.
De voorspelling van uitgaven wordt verdisconteerd naar de huidige waarde, overeenkomstig de IFRS-regels. De disconteringsvoet (4% in 2009 en 2010) komt overeen met een gemiddeld risicovrij rendement voor staatsobligaties met een looptijd van 10 jaar. Het is de Financiële Directie van de Solvay-groep die de disconteringsvoet bepaalt. Hij kan worden herzien op basis van de evolutie van de economische parameters in het betreffende land. Om de nadering te weerspiegelen van de waarschijnlijke datum waarop de uitgaven zullen gebeuren, worden de voorzieningen elk jaar verhoogd op basis van de door de Financiële Directie van de Groep bepaalde disconteringsvoet. Deze verhoging wordt systematisch doorgevoerd bij voorzieningen die mogelijk binnen de tien jaar zullen dienen te worden gebruikt. Voorzieningen voor de tijdsspanne van 10-20 jaar onderzoekt men jaarlijks en zo nodig past men ze aan.
Zie toelichting 31 voor bijkomende informatie.
Alle enigszins belangrijke juridische geschillen1 (of dreiging van zulk geschillen) worden door de eigen juridische dienst van Solvay onderzocht en dit op zijn minst elk kwartaal. De juristen krijgen hiervoor indien nodig ook hulp van externe adviseurs. Dit onderzoek gaat ook over de vraag of voorzieningen dienen aangelegd of bestaande voorzieningen dienen te worden aangepast. Het gebeurt in overleg met de Financiële Directie van de Groep en het departement Verzekeringen. De General Counsel van de Groep legt het verslag dat het resultaat is van dit werk voor aan het Uitvoerend Comité en vervolgens aan het Auditcomité.
In het kader van de bijkomende eventuele vergoeding in geldmiddelen voor een bedrag van maximaal EUR 300 miljoen als specifi eke mijlpalen worden bereikt tussen 2011 en 2013, beschouwt het management dat de eerste twee mijlpalen van elk EUR 100 miljoen waarschijnlijk zijn. Bijgevolg wordt hun contante waarde (gedisconteerd aan 4%) opgenomen als onderdeel van de winst op de verkoop van de farmaceutische activiteit.
Zie toelichting 12 voor bijkomende informatie.
In overeenstemming met IFRS 3 Bedrijfscombinaties herwaardeert de Groep de activa, verplichtingen en voorwaardelijke verplichtingen verworven bij een bedrijfscombinatie tegen reële waarde. Waar mogelijk worden reëlewaardeaanpassingen gebaseerd op schattingen en waarderingsmodellen van derden, bijvoorbeeld voor voorwaardelijke verplichtingen en immateriële activa die niet op de balans stonden van de overgenomen entiteit. Vaak worden interne maatstaven gebruikt voor het waarderen van specifi eke productie-uitrusting. Bij elk van deze waarderingsmethoden worden assumpties gebruikt zoals verwachte toekomstige kasstromen, resterende gebruiksduur enz.
Zie toelichting 21 voor bijkomende informatie.
1. Ook voor belastinggeschillen geldt een dergelijke procedure.
De vijf segmenten zijn Chemie, Kunststoffen, New Business Development (NBD), Corporate & Business Support (CBS) en Farmaceutische Producten (beëindigde bedrijfsactiviteiten).
Het segment Chemie is actief in 4 verschillende clusters:
Het segment Kunststoffen is actief in 2 verschillende clusters:
Het segment New Business Development (NBD) omvat onderzoeksactiviteiten die ondernomen worden buiten de Strategic Business Units op veelbelovende en belangrijke gebieden voor de ontwikkeling van de Groep.
Het segment Corporate en Business Support (CBS) omvat het personeel en de installaties van de hoofdkantoren van de Groep die niet bij één van de andere sectoren onder te brengen zijn en ook bepaalde sites die werden stilgelegd.
De Groep heeft de volledige farmaceutische activiteiten verkocht per 15 februari 2010. Bijgevolg worden de resultaten van het Farmaceutische segment gepresenteerd als beëindigde bedrijfsactiviteiten.
De eerste vier segmenten komen uitvoerig aan bod in het algemene deel van dit jaarverslag.
1 Op 8 september 2010 heeft Plastic Omnium het belang van Solvay in Inergy Automotive Systems gekocht. De winst- en verliesrekening van 2010 van het segment Kunststoffen omvat de resultaten van Inergy Automotive Systems tot 30 juni 2010.
De segmenten Chemie, Kunststoffen en New Business Development (NBD) worden uitvoerig beschreven in het algemene deel van dit jaarverslag. Het segment Corporate & Business Support (CBS) omvat het personeel en de installaties van de hoofdkantoren van de Groep die niet bij één van de drie andere sectoren onder te brengen zijn en ook bepaalde vestigingen die werden stilgelegd.
| 2009 | miljoen EUR | Chemie Kunststoffen | New | Corporate | Totaal | Beëindigde | Totaal Groep | |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Winst-en verliesrekening | Business Development |
& Business Support |
voortgezette activiteiten |
bedrijfs activiteiten (FP)) |
||||
| Omzet | 2 881 | 3 499 | 0 | 0 | 6 380 | 2 791 | 9 171 | |
| - Intersegment verkoop1 | -169 | -518 | 0 | 0 | -686 | 0 | -686 | |
| Externe verkoop | 2 713 | 2 982 | 0 | 0 | 5 694 | 2 791 | 8 485 | |
| Brutowinst | 517 | 454 | 0 | 0 | 972 | 2 019 | 2 991 | |
| REBIT | 268 | 86 | -25 | -19 | 310 | 658 | 969 | |
| bestanddelen | Niet-recurrente | -56 | -15 | 0 | 126 | 56 | -161 | -105 |
| EBIT | 213 | 71 | -25 | 107 | 366 | 498 | 864 | |
| Kasstroombestanddelen | Chemie Kunststoffen | New Business Development |
Corporate & Business Support |
Totaal voortgezette activiteiten |
Beëindigde bedrijfs activiteiten (FP) |
Totaal Groep | ||
| EBIT | 213 | 71 | -25 | 107 | 366 | 498 | 864 | |
| Recurrente afschrijvingen | 168 | 212 | 1 | 8 | 388 | 82 | 470 | |
| Bijzondere | waardeverminderingen | 21 | 0 | 0 | 0 | 21 | 4 | 25 |
| bestanddelen | Wijziging in de voorzieningen en andere niet-monetaire |
-12 | -38 | 0 | -189 | -239 | 39 | -200 |
| Wijziging in het werkkapitaal | 94 | 68 | -1 | 46 | 208 | -160 | 48 | |
| belastingen | Kasstromen uit bedrijfsactiviteiten vóór |
484 | 313 | -25 | -28 | 744 | 464 | 1 208 |
| Investeringsuitgaven | -244 | -254 | -13 | -12 | -522 | -45 | -567 | |
| Kasstromen uit investeringsactiviteiten |
-237 | -196 | -13 | -11 | -456 | -30 | -486 | |
| bestanddelen | Balans en andere | Chemie Kunststoffen | New Business Development |
Corporate & Business Support |
Totaal voortgezette activiteiten |
Beëindigde bedrijfs activiteiten (FP) |
Totaal Groep | |
| Vaste activa2 | 2 212 | 2 172 | 28 | 171 | 4 583 | 2 598 | 7 181 | |
| Werkkapitaal3 | 374 | 494 | 0 | -120 | 748 | 260 | 1 008 | |
| Voorzieningen | 788 | 257 | 0 | 683 | 1 729 | 363 | 2 091 | |
| volgende jaar | Effectief op 1/1 van het | 8 721 | 8 402 | 0 | 1 869 | 18 992 | 9 212 | 28 204 |
Hieronder de informatie per operationeel segment over 2009:
1 De prijzen voor intersegment transacties zijn gebaseerd op marktprijzen.
2 Met daarin de vaste activa, zonder de uitgestelde belastingvorderingen en andere lange termijnvorderingen.
3 Met daarin de vlottende activa en kortlopende verplichtingen en de overige activa en verplichtingen op lange termijn, met uitzondering van het te betalen dividend.
| 2010 miljoen EUR Winst- en verliesrekening |
Chemie Kunststoffen | New Business Development |
Corporate & Business support |
Totaal voortgezette activiteiten |
Beëindigde bedrijfs activiteiten (FP) |
Totaal Groep |
|
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Omzet | 3 189 | 4 502 | 0 | 0 | 7 691 | 312 | 8 003 |
| - Intersegment verkoop1 | -177 | -718 | 0 | 0 | -895 | 0 | -895 |
| Externe verkoop | 3 012 | 3 784 | 0 | 0 | 6 796 | 312 | 7 109 |
| Brutowinst | 588 | 713 | 0 | 0 | 1 301 | 222 | 1 523 |
| REBIT | 312 | 360 | -26 | -45 | 602 | 31 | 633 |
| Niet-recurrente bestanddelen | -336 | 86 | 0 | -78 | -328 | 0 | -328 |
| EBIT | -24 | 446 | -26 | -123 | 274 | 31 | 305 |
| Kasstroombestanddelen | Chemie Kunststoffen New Business Development |
Corporate & Business Support |
Totaal voortgezette activiteiten |
Beëindigde bedrijfs activiteiten (FP) |
Totaal Groep |
||
| EBIT | -24 | 446 | -26 | -123 | 274 | 31 | 305 |
| Recurrente afschrijvingen | 187 | 222 | 0 | 8 | 417 | 0 | 417 |
| Bijzondere waardeverminderingen |
289 | 11 | 0 | 0 | 300 | 0 | 300 |
| Wijziging in de voorzieningen en andere niet-monetaire bestanddelen |
-4 | -135 | 0 | -35 | -174 | 0 | -174 |
| Wijziging in het werkkapitaal | 14 | -65 | 0 | 3 | -47 | 5 | -42 |
| Kasstromen uit bedrijfsactiviteiten vóór belastingen |
462 | 480 | -25 | -147 | 769 | 36 | 805 |
| Investeringsuitgaven | -219 | -296 | -12 | -12 | -538 | 0 | -538 |
| Kasstromen uit investeringsactiviteiten |
-437 | -8 | -12 | 3 | -454 | 4 430 | 3 976 |
| Balans en andere bestanddelen |
Chemie Kunststoffen New Business Development |
Corporate & Business Support |
Totaal voortgezette activiteiten |
Beëindigde bedrijfs activiteiten (FP) |
Totaal Groep |
||
| Vaste activa2 | 2 214 | 2 175 | 35 | 136 | 4 561 | 0 | 4 561 |
| Werkkapitaal3 | 370 | 594 | 0 | 77 | 1 040 | 0 | 1 040 |
| Voorzieningen | 812 | 268 | 0 | 887 | 1 967 | 0 | 1 967 |
| Effectief op 1/1 van het volgende jaar |
8 390 | 6 617 | 0 | 1 778 | 16 785 | 0 | 16 785 |
1 De prijzen voor intersegment transacties zijn gebaseerd op marktprijzen.
2 Met daarin de vaste activa, zonder de uitgestelde belastingvorderingen en andere lange termijnvorderingen.
3 Met daarin de vlottende activa en kortlopende verplichtingen en de overige activa en verplichtingen op lange termijn, met uitzondering van het te betalen dividend.
86
In 2009 en 2010 presenteert de Groep het Farmaceutische segment als beëindigde bedrijfsactiviteiten in overeenstemming met IFRS 5.
Externe verkopen per cluster (voortgezette bedrijfsactiviteiten) zijn als volgt:
| miljoen EUR | 2009 | 2010 |
|---|---|---|
| Chemie | 2 713 | 3 012 |
| Minerale producten | 1 263 | 1 359 |
| Elektrochemie en fl uorproducten | 986 | 1 124 |
| Zuurstofproducten | 441 | 505 |
| Organische producten 1 | 22 | 23 |
| Kunststoffen | 2 982 | 3 784 |
| Specialiteiten 2 | 1 251 | 1 438 |
| Vinylproducten 3 | 1 731 | 2 346 |
SBU Molecular Solutions 2. Bevat de SBUsSpeciale Polymeren en Inergy Automotive Systems
Bevat de SBUs Vinylproducten en Pipelife
De omzet van de Groep per regio is als volgt:
| Voortgezette Activiteiten | Beëindigde Bedrijfsactiviteiten | (FP) | Totaal Groep | |||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| miljoen EUR | 2009 | % | 2010 | % | 2009 | % | 2010 | % | 2009 | % | 2010 | % |
| België | 259 | 5% | 356 | 5% | 90 | 3% | 9 | 3% | 349 | 4% | 365 | 5% |
| Duitsland | 642 | 11% | 725 | 11% | 141 | 5% | 14 | 4% | 783 | 9% | 739 | 10% |
| Italië | 497 | 9% | 536 | 8% | 104 | 4% | 12 | 4% | 601 | 7% | 548 | 8% |
| Frankrijk | 516 | 9% | 528 | 8% | 164 | 6% | 19 | 6% | 681 | 8% | 547 | 8% |
| Spanje | 363 | 6% | 354 | 5% | 134 | 5% | 14 | 4% | 498 | 6% | 368 | 5% |
| West-Europa - andere |
844 | 15% | 982 | 14% | 359 | 13% | 33 | 11% | 1 203 | 14% | 1 015 | 14% |
| West-Europa | 3 123 | 55% | 3 481 | 51% | 992 | 36% | 102 | 33% | 4 115 | 48% | 3 583 | 50% |
| Oost-Europa (*) | 296 | 5% | 339 | 5% | 327 | 12% | 47 | 15% | 623 | 7% | 386 | 5% |
| Egypte | 16 | 0% | 31 | 0% | 5 | 0% | 1 | 0% | 21 | 0% | 32 | 0% |
| EMEA - andere | 150 | 3% | 172 | 3% | 115 | 4% | 10 | 3% | 265 | 3% | 182 | 3% |
| EMEA | 3 585 | 63% | 4 024 | 59% | 1 439 | 52% | 159 | 51% | 5 024 | 59% | 4 183 | 59% |
| Verenigde Staten | 846 | 15% | 959 | 14% | 966 | 35% | 109 | 35% | 1 812 | 21% | 1 068 | 15% |
| Nafta - andere | 101 | 2% | 113 | 2% | 86 | 3% | 10 | 3% | 187 | 2% | 123 | 2% |
| Nafta | 947 | 17% | 1 072 | 16% | 1 052 | 38% | 119 | 38% | 1 999 | 24% | 1 191 | 17% |
| Brazilië | 429 | 8% | 518 | 8% | 36 | 1% | 3 | 1% | 465 | 5% | 522 | 7% |
| Argentinië | 124 | 2% | 150 | 2% | 1 | 0% | 0 | 0% | 125 | 1% | 150 | 2% |
| Mercosur - andere | 56 | 1% | 58 | 1% | 10 | 0% | 3 | 1% | 66 | 1% | 61 | 1% |
| Mercosur | 608 | 11% | 726 | 11% | 48 | 2% | 6 | 2% | 656 | 8% | 733 | 10% |
| Azië Stille Oceaan | 554 | 10% | 974 | 14% | 253 | 9% | 28 | 9% | 806 | 9% | 1 002 | 14% |
| Totaal | 5 694 | 100% | 6 796 | 100% | 2 791 | 100% | 312 | 100% | 8 485 | 100% | 7 109 | 100% |
(*) Rusland en Bulgarije
87
Het geïnvesteerde kapitaal en de investeringsuitgaven per regio worden hieronder voorgesteld:
| Geïnvesteerd kapitaal | Investeringsuitgaven | |||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| miljoen EUR | 2009 | % | 2010 | % | 2009 | % | 2010 | % |
| België | 854 | 10% | 569 | 10% | 50 | 9% | 37 | 7% |
| Duitsland | 772 | 9% | 565 | 10% | 88 | 16% | 27 | 5% |
| Frankrijk | 779 | 10% | 502 | 9% | 69 | 12% | 49 | 9% |
| Italië | 713 | 9% | 737 | 13% | 48 | 9% | 45 | 8% |
| Spanje | 311 | 4% | 280 | 5% | 20 | 3% | 34 | 6% |
| West-Europa - andere | 1 917 | 23% | 306 | 5% | 39 | 7% | 58 | 11% |
| West-Europa | 5 346 | 65% | 2 961 | 53% | 314 | 55% | 252 | 47% |
| Oost-Europa (*) | 366 | 4% | 394 | 7% | 77 | 14% | 103 | 19% |
| Egypte | 107 | 1% | 90 | 2% | 1 | 0% | 3 | 1% |
| Europa | 5 819 | 71% | 3 445 | 61% | 391 | 69% | 358 | 67% |
| Verenigde Staten | 1 349 | 16% | 1 074 | 19% | 70 | 12% | 40 | 7% |
| Nafta-andere | 91 | 1% | 24 | 0% | 3 | 0% | 1 | 0% |
| Nafta | 1 439 | 18% | 1 098 | 20% | 74 | 13% | 41 | 8% |
| Brazilië | 410 | 5% | 412 | 7% | 31 | 5% | 26 | 5% |
| Argentinië | 102 | 1% | 104 | 2% | 15 | 3% | 12 | 2% |
| Mercosur - andere | 0 | 0% | 0 | 0% | 0 | 0% | 0 | 0% |
| Mercosur | 512 | 6% | 515 | 9% | 46 | 8% | 37 | 7% |
| Azië-Stille Oceaan | 418 | 5% | 543 | 10% | 56 | 10% | 102 | 19% |
| Totaal | 8 188 | 100% | 5 602 | 100% | 567 | 100% | 538 | 100% |
(*) Rusland en Bulgarije
Waarvan beëindigde bedrijfsactiviteiten:
| Geïnvesteerd kapitaal | Investeringsuitgaven | |||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| miljoen EUR | 2009 | % | 2010 | % | 2009 | % | 2010 | % |
| België | 285 | 10% | 0 | 0% | 1 | 3% | 0 | 0% |
| Duitsland | 149 | 5% | 0 | 0% | 3 | 6% | 0 | 0% |
| Frankrijk | 208 | 7% | 0 | 0% | 3 | 7% | 0 | 0% |
| Italië | 14 | 0% | 0 | 0% | 0 | 0% | 0 | 0% |
| Spanje | 29 | 1% | 0 | 0% | 3 | 7% | 0 | 0% |
| Europa-andere | 1 691 | 59% | 0 | 0% | 8 | 17% | 0 | 0% |
| Europa | 2 377 | 83% | 0 | 0% | 18 | 40% | 0 | 0% |
| Verenigde Staten | 348 | 12% | 0 | 0% | 25 | 57% | 0 | 0% |
| Nafta - andere | 61 | 2% | 0 | 0% | 1 | 2% | 0 | 0% |
| Nafta | 409 | 14% | 0 | 0% | 26 | 59% | 0 | 0% |
| Brazilië | 39 | 1% | 0 | 0% | 0 | 0% | 0 | 0% |
| Argentinië | 0 | 0% | 0 | 0% | 0 | 0% | 0 | 0% |
| Mercosur - andere | 0 | 0% | 0 | 0% | 0 | 0% | 0 | 0% |
| Mercosur | 39 | 1% | 0 | 0% | 0 | 0% | 0 | 0% |
| Azië Stille Oceaan en andere |
32 | 1% | 0 | 0% | 1 | 1% | 0 | 0% |
| Totaal | 2 858 | 100% | 0 | 0% | 45 | 100% | 0 | 0% |
De brutowinst, uitgedrukt in percentage van de omzet, komt op 21,4% in 2010, vergeleken met 35,2% in 2009.
De brutowinst uitgedrukt in percentage van de omzet (segmenten Chemie en Kunststoffen) komt op 19,1% in 2010, vergeleken met 17,1% in 2009. De stijging betreft de verbeterde verkoopsvolumes over alle activiteiten heen, voornamelijk bij de Speciale Polymeren.
De winst- en verliesrekening van de Farmaceutische activiteiten wordt voorgesteld als beëindigde bedrijfsactiviteiten tot de afwikkelingsdatum (15 februari 2010), d.w.z. gedurende 45 dagen in 2010.
De commerciële en administratieve kosten van de Groep zijn over het algemeen met 53,2% verminderd tussen 2009 en 2010.
De commerciële en administratieve kosten zijn over het algemeen vermeerderd met EUR 28 miljoen tussen 2009 en 2010. De commerciële kosten stegen met EUR 8 miljoen door de wisselkoersen. De administratieve kosten stegen met EUR 20 miljoen als gevolg van de wisselkoersen en de bijkomende wettelijke kosten in Italië (EUR 13 miljoen). Bovendien is een deel van de stijging te wijten aan het feit dat de voortgezette bedrijfsactiviteiten een deel van de administratieve kosten niet meer konden doorfactureren aan de beëindigde Farma-activiteiten. Deze stijging zal over tijd worden gecompenseerd door kostbeperkingen in de context van het Horizonproject.
De commerciële en administratieve kosten van de beëindigde bedrijfsactiviteiten zijn over het algemeen verminderd met 86,0% tussen 2009 en 2010, aangezien de kosten in 2010 enkel werden gepresenteerd tot de afwikkelingdatum van de verkoop van deze activiteiten aan Abbott.
De onderzoek- en ontwikkelingskosten zijn met 2,2% gedaald tussen 2009 en 2010. De kosten voor de voortgezette bedrijfsactiviteiten betreffen voornamelijk de activiteit van de Speciale Polymeren en New Business Development. De daling is te wijten aan de verkoop van Inergy Automotive Systems.
De onderzoek- en ontwikkelingskosten van de beëindigde bedrijfsactiviteiten zijn met 89,2% gedaald tussen 2009 en 2010.
| Voortgezette Beëindigde Activiteiten Bedrijfsactiviteiten |
Totaal Groep |
||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| miljoen EUR | 2009 | 2010 | 2009 | 2010 | 2009 | 2010 | |
| Kosten voor opstarten, voorstudie en vestiging | -9 | -9 | -4 | 0 | -13 | -9 | |
| Kosten voor buitengebruikstelling en ontmanteling |
-7 | -10 | 0 | 0 | -6 | -10 | |
| Kosten voor tests en proeven | -2 | -4 | 0 | 0 | -2 | -4 | |
| Opbrengsten uit deelnemingen en rente op leningen aan joint ventures en niet geconsolideerde vennootschappen |
6 | 10 | 6 | 0 | 12 | 10 | |
| Nettowinst (+)/verlies (-) uit fi nanciële activa aangehouden voor handelsdoeleinden |
11 | 7 | -8 | 0 | 2 | 7 | |
| Saldo van overige opbrengsten en kosten | 11 | 2 | 13 | -11 | 23 | -9 | |
| Overige operationele opbrengsten en kosten |
10 | -3 | 6 | -11 | 16 | -14 |
Het saldo van de overige operationele opbrengsten en kosten omvat onder andere:
Geen belangrijke bedragen opgenomen in 2010.
De REBIT daalde met 34,7 % van EUR 969 miljoen tot EUR 633 miljoen in 2010.
De REBIT van de voortgezette bedrijfsactiviteiten (segmenten Chemie, Kunststoffen en Corporate & Business Support) steeg met 94,2% van EUR 310 miljoen tot EUR 602 miljoen in 2010.
De REBIT van de voortgezette bedrijfsactiviteiten (segmenten Chemie, Kunststoffen en Corporate & Business Support) steeg met 94,2% van EUR 310 miljoen tot EUR 602 miljoen in 2010.
91
De niet-recurrente elementen omvatten:
De niet-recurrente elementen zijn als volgt:
| Voortgezette Activiteiten |
Beëindigde Bedrijfsactiviteiten (FP) |
Totaal Groep |
|||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| miljoen EUR | 2009 | 2010 | 2009 | 2010 | 2009 | 2010 | |
| Bijzondere waardeverminderingen | -21 | -311 | -4 | 0 | -25 | -311 | |
| Overige opbrengsten en kosten | 77 | -18 | -156 | 0 | -80 | -18 | |
| Niet-recurrente elementen | 56 | -328 | -161 | 0 | -105 | -328 |
In 2010 heeft de bijzondere waardevermindering van voortgezette bedrijfsactiviteiten (zie ook toelichting 27) te maken met:
In 2009 had de bijzondere waardevermindering van voortgezette bedrijfsactiviteiten vooral te maken met de herstructurering van Peptisyntha ten bedrage van EUR -15 miljoen.
De overige kosten van voortgezette bedrijfsactiviteiten werden in 2010 beïnvloed door:
Bij de overige opbrengsten en kosten voor voortgezette en beëindigde bedrijfsactiviteiten is rekening gehouden met de manier waarop in 2009 de voorzieningen voor risico's eigen aan de farmaceutische activiteiten zijn toegewezen aan Corporate & Business Support tot 2008:
1 KGE = de kleinste identifi ceerbare groep activa die een instroom van kasmiddelen genereert die in ruime mate onafhankelijk is van de instroom van kasmiddelen uit andere activa of groepen van activa.
Behalve voor deze toewijzing hebben de overige kosten van beëindigde bedrijfsactiviteiten in 2009 te maken met:
De overige kosten van voortgezette activiteiten werden in 2009 beïnvloed door:
| Voortgezette Activiteiten |
Beëindigde Bedrijfsactiviteiten (FP) |
Totaal Groep |
||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| miljoen EUR | 2009 | 2010 | 2009 | 2010 | 2009 | 2010 |
| Kosten op leningen - Interestkost op fi nanciële verplichtingen tegen geamortiseerde kostprijs |
26 | -142 | -161 | -4 | -135 | -146 |
| Interestopbrengst op geldmiddelen en kasequivalenten (behalve obligaties en thesauriebewijzen op minder dan 3 maand) |
7 | 9 | 1 | 9 | 8 | |
| Interestopbrengst op obligaties en thesauriebewijzen op minder 3 dan maand (aangehouden tot einde looptijd tegen geamortiseerde kostprijs) |
3 | 3 | ||||
| Interestopbrengst op obligaties en thesauriebewijzen op meer dan 3 maand (aangehouden tot einde looptijd tegen geamortiseerde kostprijs) |
9 | 9 | ||||
| Interestopbrengst op fi nanciële activa beschikbaar voor verkoop |
5 | 5 | ||||
| Overige fi nancieringsopbrengsten en -kosten |
1 | -10 | -26 | -25 | -10 | |
| Disconteringskosten van de voorzieningen | -54 | -52 | -10 | -64 | -52 | |
| Financieringskosten | -27 | -181 | -188 | -3 | -215 | -184 |
Interestopbrengst op fi nanciële activa tegen geamortiseerde kostprijs + interestopbrengst op fi nanciële activa aangehouden tot einde looptijd + interestopbrengst op fi nanciële activa beschikbaar voor verkoop = Interest op leningen en termijndeposito's (zie winst- en verliesrekening). De overeenstemmende fi nanciële activa worden gepresenteerd onder Overige vlottende vorderingen – Financiële instrumenten en Geldmiddelen en kasequivalenten
De kost van de interne schuld voor beëindigde bedrijfsactiviteiten (EUR -161 miljoen in 2009) werd overgenomen op afwikkelingsdatum in 2010 door de voortgezette bedrijfsactiviteiten.
De gemiddelde fi nanciële nettopositie voor 2010 bedraagt EUR 2 039 miljoen (thesaurie surplus), vergeleken met een gemiddelde nettoschuld van EUR 1 810 miljoen in 2009.
De fi nancieringskosten bedroegen EUR 184 miljoen op het einde van 2010, vergeleken met EUR 215 miljoen op het einde van 2009. Vanaf 1 januari 2010 (2009 aangepast) omvatten de fi nancieringskosten de disconteringskosten van de voorzieningen en de interestopbrengsten op de beleggingen in korte termijn in overheidsobligaties en thesaurieinstrumenten met de hoogste waardering van de bedragen ontvangen uit de verkoop van de Farmaceutische activiteiten (EUR 4,5 miljard) en van Inergy Automotive Systems (EUR 268 miljoen).
De disconteringskost van de voorzieningen zijn gedaald van EUR 64 miljoen op het einde van 2009 tot EUR 52 miljoen op het einde van 2010.
Interestopbrengsten bedroegen EUR 24 miljoen in 2010, vergeleken met EUR 9 miljoen in 2009. Het jaarlijkse rendement op geldmiddelen op het einde van december 2010 was 0,5%.
Het bedrag van de fi nancieringskosten dat is geactiveerd komt in 2010 op EUR 3 miljoen (EUR 2 miljoen in 2009).
Het gebruikte gewogen gemiddelde activeringspercentage is 5% per jaar (4,2% per jaar in 2009).
De gemiddelde interestkosten op leningen (zonder de geactiveerde fi nancieringskosten en de disconteringskosten van de voorzieningen) steeg van 5,1 % in 2009 tot 5,3% in 2010.
De overige winsten en verliezen werden minder beïnvloed in 2010 door de fi nancieringskosten in vreemde valuta van onze ontwikkeling in Oost-Europese landen, met inbegrip van Rusland en Bulgarije.
De uitsplitsing van de fi nancieringskosten tussen voortgezette en beëindigde bedrijfsactiviteiten geeft de interne fi nancieringspositie van de Groep weer.
In 2010 bedragen de opbrengsten uit deelnemingen beschikbaar voor verkoop bijna nul.
In 2009 bedroeg de bijzondere waardevermindering EUR -5 miljoen, wegens verliezen bij deelnemingen beschikbaar voor de verkoop in New Business Development.
De belastingslast kan als volgt worden opgesplitst:
| Voortgezette Activiteiten |
Beëindigde Bedrijfsactiviteiten (FP) |
||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| miljoen EUR | 2009 | 2010 | 2009 | 2010 | 2009 | 2010 | |
| Actuele belasting voor het lopend jaar | -79 | -106 | -74 | -1 | -153 | -107 | |
| Actuele belasting voor voorgaande jaren | -3 | -27 | 13 | 0 | 10 | -27 | |
| Uitgestelde belasting | -3 | 136 | 54 | -3 | 52 | 132 | |
| Fiscale impact van wijzigingen in de nominale belastingvoet op uitgestelde belastingen |
0 | 0 | 1 | 0 | 1 | 0 | |
| Totaal | -85 | 3 | -5 | -4 | -90 | -1 | |
| Miljoen EUR | 2009 | 2010 | 2009 | 2010 | 2009 | 2010 | |
| Belastingen op elementen rechtsreeks opgenomen in het eigen vermogen |
-12 | 0 | -6 | 0 | -18 | 0 | |
| Totaal | -12 | 0 | -6 | 0 | -18 | 0 |
De effectieve belastingslast sluit aan bij de theoretisch bepaalde belastingskost, door in elk land waar elke Groepsentiteit actief is, de toepasselijke nominale belastingtarieven op de winst vóór belastingen toe te passen.
| Voortgezette Activiteiten |
Beëindigde bedrijfsactiviteiten (FP) |
Totaal Groep |
||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| miljoen EUR | 2009 | 2010 | 2009 | 2010 | 2009 | 2010 |
| Winst vóór belastingen | 333 | 93 | 310 | 1 732 | 643 | 1 824 |
| Aansluiting van de belastingskost | ||||||
| Totale belastingskost van alle entiteiten van de Groep, uitgerekend op basis van toepasselijke nominale belastingsvoeten |
-104 | -31 | -76 | -484 | -180 | -515 |
| Gewogen gemiddeld nominale belastingsvoet | 31% | 32% | 24% | 28% | 28% | 28% |
| Fiscale impact van niet-aftrekbare uitgaven | -150 | -61 | -70 | -249 | -219 | -311 |
| Fiscale impact van niet-belastbare inkomsten | 220 | 211 | 69 | 729 | 289 | 940 |
| Fiscale impact van wijzigingen in belastingsvoeten |
0 | 0 | 1 | 0 | 1 | 0 |
| Fiscale impact van correcties in actuele en uitgestelde belastingen m.b.t. vorige jaren |
19 | 58 | 66 | 0 | 86 | 58 |
| Niet-opgenomen uitgestelde belastingvorderingen |
-71 | -174 | 3 | 0 | -67 | -174 |
| Effectieve belastingslast | -85 | 4 | -5 | -5 | -90 | -1 |
| Effectieve belastingsvoet (*) | 26% | -4% | 2% | 0% | 14% | 0% |
(*) belastingskost (+)/fi scaal verrekenbaar tegoed (-)
Het effectieve belastingtarief voor de Groep (0%) is lager dan het gewogen gemiddelde nominale tarief (28%); dit komt vooral door de gerealiseerde meerwaarden op de verkoop van het Farmasegment en van Inergy Automotive Systems met een minimale belastingskost.
De uitgestelde belastingen opgenomen op de balans hebben betrekking op volgende categorieën:
| Saldo per 31 december 2008 |
Saldo per 31 december 2009 |
Opgenomen in de winst- en verliesrekening |
Opgenomen in de andere elementen van het totaalresultaat |
Opgenomen in het eigen vermogen |
Geherklas seerd van ei gen vermogen naar winst- en verliesrekening |
Verwervingen/ Afstotingen |
Andere | Saldo per 31 december 2010 |
|
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| 2010 miljoen EUR |
|||||||||
| Tijdelijke verschillen | |||||||||
| Verplichtingen inzake personeelsbeloningen |
192 | 134 | 28 | -1 | 161 | ||||
| Andere voorzieningen dan voor de perso neelsbeloningen |
159 | 168 | 11 | 178 | |||||
| Materiële vaste activa | -168 | -126 | 77 | -3 | -52 | ||||
| Immateriële activa | -4 | -4 | 4 | ||||||
| Fiscale verliezen | 483 | 537 | 89 | -10 | 616 | ||||
| Fiscaal verrekenbare tegoeden |
128 | 76 | 32 | -1 | 107 | ||||
| Activa aangehouden voor verkoop |
|||||||||
| Andere | -23 | -58 | 70 | -1 | -11 | -2 | -3 | ||
| Totaal (nettobedrag) | 767 | 726 | 306 | -1 | -22 | -2 | 1 007 | ||
| Niet-opgenomen uitge stelde belastingvorde ringen - Voortgezette bedrijfsactiviteiten |
-379 | -439 | -174 | 17 | -596 | ||||
| Niet-opgenomen uitgestelde belasting vorderingen - Activa aangehouden voor verkoop |
|||||||||
| Totaal niet opge nomen uitgestelde belastingvorderingen |
-379 | -439 | -174 | 17 | -596 | ||||
| Totaal | 388 | 287 | 132 | -1 | -5 | -2 | 411 | ||
| Beëindigde bedrijfsactiviteiten | |||||||||
| Activa en verbonden verplichtingen aangehouden voor verkoop - Farma |
194 | -194 | |||||||
| Totaal (bruto bedrag) | 194 | -194 | |||||||
| Activa en verbonden verplichtingen aangehouden voor verkoop - Farma |
-59 | 59 | |||||||
| Totaal niet opgenomen uitgestelde belastingvorderingen |
-59 | 59 | |||||||
| Totaal (nettobedrag) | 135 | -135 | |||||||
| Totaal (nettobedrag) | 388 | 422 | 132 | -1 | -140 | -2 | 411 | ||
| Uitgestelde belastingvorderingen opgenomen op de balans | 586 | ||||||||
| Uitgestelde belastingverplichtingen opgenomen op de balans | -175 |
In de tabel hierboven bevatten de totalen de bedragen aan uitgestelde belastingen gepresenteerd als vaste activa aangehouden voor verkoop en verplichtingen verbonden aan vaste activa aangehouden voor verkoop op de balans met betrekking tot de activiteit geprecipiteerd calciumcarbonaat (EUR 1 miljoen EUR uitgestelde belastingvorderingen en EUR 5 miljoen aan uitgestelde belastingverplichtingen).
Geen uitgestelde belastingvorderingen zijn opgenomen voor fi scale verliezen en tijdelijke verschillen die waarschijnlijk in de toekomst niet zullen worden afgetrokken. Deze niet-opgenomen uitgestelde belastingvorderingen bedragen EUR 596 miljoen.
Alle overgedragen fi scale verliezen van de Groep hebben aanleiding gegeven tot uitgestelde belastingvorderingen (waarvan een deel niet werd opgenomen). Hieronder een overzicht van deze uitgestelde belastingvorderingen gerangschikt volgens vervaldatum.
| miljoen EUR 2009 |
2010 |
|---|---|
| Binnen 1 jaar 6 |
32 |
| Binnen 2 jaar 17 |
35 |
| Binnen 3 jaar 61 |
63 |
| Binnen 4 jaar 84 |
49 |
| Binnen 5 jaar of meer 216 |
101 |
| Zonder tijdslimiet 868 |
603 |
Waarvan beëindigde bedrijfsactiviteiten:
| miljoen EUR | 2009 | 2010 |
|---|---|---|
| Binnen 1 jaar | 0 | 0 |
| Binnen 2 jaar | 0 | 0 |
| Binnen 3 jaar | 0 | 0 |
| Binnen 4 jaar | 12 | 0 |
| Binnen 5 jaar of meer | 36 | 0 |
| Zonder tijdslimiet | 267 | 0 |
Eind september 2009 heeft de Raad van Bestuur besloten de activiteiten van de Solvay Groep te heroriënteren en zijn farmaceutische activiteiten volledig te verkopen om de uitvoering van zijn duurzame en winstgevende groeistrategie te versnellen.
De farmaceutische activiteiten van de Groep werden op 15 februari 2010 verkocht aan Abbott voor een totale bedrijfswaarde van ongeveer EUR 5,2 miljard dat later aangepast werd tot EUR 5,1 miljard. Deze omvat een eerste betaling in contanten van EUR 4.5 miljard op afwikkelingsdatum en bijkomende betalingen tot EUR 300 miljoen als specifi eke milestones worden bereikt tussen 2011 and 2013. Dit omvat eveneens de overname van bepaalde verplichtingen en verkoopprijsaanpassingen, dat Solvay op ongeveer EUR 300 miljoen schat.
De afwikkeling van de transactie vond plaats op 15 februari 2010. De meerwaarde na belastingen op de verkoop bedroeg op EUR 1,7 miljard op 1 januari 2010 en werd opgenomen in de beëindigde bedrijfsactiviteiten van de 2010 Groepsresultaten. De details van de meerwaarde worden hieronder weergeven.
97
| miljard EUR | |
|---|---|
| Initiële verkoopprijs | 4,50 |
| Mijlpalen | 0,30 |
| Niet-gefi nancierde pensioenverplichtingen | 0,30 |
| Aanpassingen aan het werkkapitaal | 0,00 |
| Totale bedrijfswaarde | 5,10 |
| Historisch eigen vermogen van de Farma, netto van fi nanciële en pensioenverplichtingen per 12/2009 | -2,87 |
| Aanpassingen assets deal | 0,00 |
| Nettowinst Farma vanaf 1 januari 2010 tot afwikkelingsdatum | -0,03 |
| Afname van de fi nanciële schuld vanaf 1 januari 2010 tot afwikkelingsdatum | 0,03 |
| Historisch eigen vermogen van de Farma, netto van fi nanciële en pensioenverplichtingen op afwikkelingsdatum |
-2,87 |
| Niet-opgenomen pensioenverplichtingen en voorzieningen voor pensioengeschillen | -0,17 |
| Reëlewaardeaanpassing van mijlpalen | -0,11 |
| Herclassifi catie van ongerealiseerde winsten en verliezen | 0,00 |
| Voorzieningen voor lopende geschillen en transactiekosten | -0,24 |
| Terugname van voorzieningen in non-Farma entiteiten | 0,00 |
| Belastingen op de meerwaarde | 0,00 |
| Totale meerwaarde | 1,70 |
De meerwaarde op de verkoop van het Farmasegment op het einde van 2010 bedroeg EUR 1,70 miljard. Deze meerwaarde is in lijn met de schatting gemaakt per 1 januari 2010 en gepubliceerd in het persbericht na de afwikkeling.
Bepaalde aanpassingen aan de meerwaarde werden doorgevoerd sinds het persbericht gepubliceerd bij de afwikkeling en hun impact op de meerwaarde is als volgt:
Met betrekking tot de voorzieningen en andere aanpassingen zullen de eventuele toekomstige verschillen tussen de actuele betalingen na de afwikkeling en de geschatte bedragen gebruikt voor de berekening van de meerwaarde eveneens opgenomen worden als aanpassingen aan de meerwaarde in de beëindigde bedrijfsactiviteiten van de Groepsresultaten.
De Farma winst- en verliesrekening werd gepresenteerd onder beëindigde bedrijfsactiviteiten tot de afwikkelingsdatum (15 februari 2010), d.w.z. gedurende 45 dagen in 2010. Dit verklaart de verschillen tussen 2009 en 2010.
De disconteringskosten van voorzieningen voor de beëindigde bedrijfsactiviteiten (EUR 10 miljoen in 2009) werd geherklasseerd van de operationele kosten naar de fi nanciële kosten, gezien de aard van dit element.
99
De disconteringskosten van de voorzieningen (EUR 64 miljoen per 31 december 2009 en EUR 52 miljoen per 31 december 2010) werden getransfereerd van de operationele naar de fi nanciële kosten.
Het nettoresultaat bedraagt EUR 1 823 miljoen in 2010 en omvat de meerwaarde op Farma (EUR 1 703 miljoen) en een nettowinst uit beëindigde bedrijfsactiviteiten vóór de afwikkeling met Abbott (EUR 24 miljoen). Het nettoresultaat uit voortgezette bedrijfsactiviteiten bedraagt in 2010 EUR 97 miljoen, dit is een daling met EUR -151 miljoen vergeleken met 2009. De voornaamste redenen voor dit verschil zijn:
Het nettoresultaat toerekenbaar aan de minderheidsbelangen is EUR 46 miljoen, vergeleken met EUR 37 miljoen in 2009.
| Aantal aandelen | 2009 | 2010 | ||
|---|---|---|---|---|
| Gewogen gemiddelde aantal gewone aandelen (in duizenden) | 82 143 | 81 320 | ||
| Verwaterend effect van inschrijvingsrechten | 43 | 179 | ||
| Gewogen gemiddelde aantal gewone aandelen (verwaterde) | 82 186 | 81 499 | ||
| Gewone | Verwaterde | Gewone | Verwaterde | |
| Nettoresultaat van het boekjaar (aandeel van Solvay), met inbegrip van de beëindigde bedrijfsactiviteiten (in duizenden) |
515 735 | 515 735 | 1 776 951 | 1 776 951 |
| Nettoresultaat van het boekjaar (aandeel van Solvay), zonder beëindigde bedrijfsactiviteiten (in duizenden) |
213 000 | 213 000 | 50 676 | 50 676 |
| Winst per aandeel (met inbegrip van beëindigde bedrijfsactiviteiten) (in EUR) |
6,28 | 6,28 | 21,85 | 21,80 |
| Winst per aandeel (zonder beëindigde bedrijfsactiviteiten) (in EUR) | 2,59 | 2,59 | 0,62 | 0,62 |
De gewone winst per aandeel wordt verkregen door het nettoresultaat te delen door het aantal aandelen.
De verwaterde winst per aandeel wordt verkregen door het nettoresultaat te delen door het aantal aandelen, aangepast aan het aantal potentieel dilutieve aandelen verbonden aan de uitgifte van aandelenopties. Voor de berekening van de verwaterde winst per aandeel werden er geen aanpassingen aangebracht aan het nettoresultaat van het boekjaar (aandeel Solvay).
Volledige gegevens per aandeel, met inbegrip van dividend per aandeel, kan geraadpleegd worden in het verslag van de Raad van Bestuur (zie pagina 19).
De gemiddelde slotkoers voor 2010 was EUR 74,46 per aandeel (2009: EUR 63,63 per aandeel). De volgende aandelenopties waren "out of the money", en dus niet-verwaterend voor het gepresenteerde boekjaar, maar zouden eventueel de gewone winst per aandeel verwateren in de toekomst (zie ook toelichting 23 'Opties en verwerving/verkoop van eigen aandelen').
| Anti-dilutieve aandelenopties | Toekenningsdatum | Uitoefenprijs | Aantal toegekend | Aantal uitstaand |
|---|---|---|---|---|
| Aandelenoptieplan 2004 | 1 Jan 2005 | 82,88 | 450 500 | 433 400 |
| Aandelenoptieplan 2005 | 1 Jan 2006 | 97,30 | 516 100 | 511 200 |
| Aandelenoptieplan 2006 | 1 Jan 2007 | 109,09 | 499 100 | 498 100 |
| Aandelenoptieplan 2007 | 1 Jan 2008 | 96,79 | 508 800 | 505 500 |
| Aandelenoptieplan 2010 | 1 Jan 2011 | 76,49 | 431 900 | 431 900 |
| Totaal | 2 881 800 | 2 380 100 |
(15) Geconsolideerde winst- en verliesrekening van de voortgezette bedrijfsactiviteiten volgens de aard
| miljoen EUR | 2010 | Waarvan niet recurrent |
|---|---|---|
| Omzet | 6 796 | |
| Aankoop van handelsgoederen en half afgewerkte producten | -414 | |
| Aankoop van grondstoffen | -1 859 | |
| Aankoop van hulpstoffen en energie | -686 | |
| Aankoop van nutsvoorzieningen | -235 | |
| Aankoop van goederen in voorraad en wijziging | -3 194 | |
| Distributiekosten | -519 | |
| Addities/Terugnames van voorzieningen (behalve personeelsbeloningen) | -77 | -46 |
| Andere | -871 | -43 |
| Overige opbrengsten en kosten | -1 467 | |
| Afschrijvingen van materiële vaste activa | -402 | |
| Afschrijvingen van immateriële vaste activa | -15 | |
| Bijzondere waardeverminderingen op vaste activa | -300 | -300 |
| Afschrijvingen | -717 | |
| Personeelsbeloningen na uitdiensttreding | -37 | |
| Ontslagvergoedingen | -93 | -88 |
| Overige personeelsbeloningen | -12 | |
| Personeelsbeloningen | -142 | |
| Weddes, salarissen en rechtstreekse sociale voordelen | -887 | |
| Werkgeversbijdrage sociale zekerheid | -194 | |
| Verzekeringen - Werkgeverspremie | -34 | |
| Overige personeelskosten | -43 | |
| Toegezegde bijdragen | -15 | |
| Schatting van de te betalen personeelskosten | -24 | |
| Personeelskosten | -1 197 | |
| Financiële kosten en opbrengsten | 47 | |
| Meerwaarden en bijzondere waardeverminderingen op deelnemingen | 148 | 148 |
| EBIT | 274 | -328 |
| Lasten als gevolg van leningen | -142 | |
| Renteopbrengsten uit leningen en termijnbeleggingen | 23 | |
| Overige fi nancieringsopbrengsten en -kosten | -10 | |
| Disconteringskosten van de voorzieningen | -52 | |
| Opbrengsten/verliezen uit deelnemingen beschikbaar voor verkoop | 0 | |
| Resultaat vóór belastingen | 93 | |
| Winstbelastingen | 4 | |
| Nettowinst van het jaar | 97 |
| Voortgezette Beëindigde Activiteiten Bedrijfsactiviteiten (FP) |
Totaal Groep |
|||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| miljoen EUR | 2009 | 2010 | 2009 | 2010 | 2009 | 2010 |
| Nettowinst van de Groep | 248 | 97 | 305 | 1 726 | 553 | 1 823 |
| Wisselkoersverschillen van het jaar | 8 | 249 | 10 | 0 | 18 | 249 |
| Herclassifi catie van wisselkoersverschillen op | ||||||
| buitenlandse activiteiten die verkocht werden gedurende het jaar |
0 | -4 | 0 | 33 | 0 | 29 |
| Wisselkoersverschillen op buitenlandse | ||||||
| activiteiten | 8 | 245 | 10 | 33 | 18 | 278 |
| Nettowijziging in reële waarde van fi nanciële activa beschikbaar voor verkoop |
25 | -15 | 0 | 0 | 25 | -15 |
| Herclassifi catie van fi nanciële activa | ||||||
| beschikbaar voor verkoop die verkocht werden gedurende het jaar(*) |
-8 | 0 | 0 | 4 | -8 | 4 |
| Herclassifi catie van fi nanciële activa | ||||||
| beschikbaar voor verkoop die een bijzondere | 0 | 1 | 0 | 0 | 0 | 1 |
| waardermindering hebben ondergaan | ||||||
| gedurende het jaar(*) | ||||||
| Financiële activa beschikbaar voor verkoop |
18 | -14 | 0 | 4 | 17 | -10 |
| Effectief deel van winsten en verliezen | ||||||
| op afdekkingsinstrumenten in een | 4 | 2 | -1 | 0 | 3 | 2 |
| kasstroomafdekking | ||||||
| Herclassifi catie naar de winst- en | -17 | -1 | 8 | 1 | -10 | 0 |
| verliesrekening (*) | ||||||
| Herclassifi catie naar de initiële boekwaarden | -1 | 0 | 0 | 0 | -1 | 0 |
| van afgedekte posities (*) | ||||||
| Kasstroomafdekkingen | -14 | 1 | 7 | 1 | -8 | 2 |
| Aandeel van andere elementen van het totaalresultaat van de geassocieerde |
0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| deelnemingen | ||||||
| Winstbelasting met betrekking tot de | ||||||
| andere elementen van het totaalresultaat | 0 | -1 | 0 | 0 | 0 | -1 |
| Andere elementen van het totaalresultaat | ||||||
| na aftrek van de daarmee verband | ||||||
| houdende winstbelastingen (other | 11 | 231 | 16 | 39 | 27 | 269 |
| comprehensive income) | ||||||
| Totaalresultaat van de Groep | 259 | 327 | 321 | 1 765 | 580 | 2 092 |
| (comprehensive income) | ||||||
| toegerekend aan de: | ||||||
| - eigenaars van de moedermaatschappij | 215 | 241 | 319 | 1 765 | 534 | 2 006 |
| - minderheidsbelangen | 44 | 86 | 2 | 0 | 46 | 86 |
* Zie toelichting 33 op pagina 136
| miljoen EUR | 2009 | |||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| Bedrag vóór belastingen |
Belastingen (-) (Belasting vordering) (+) |
Bedrag na belastingen |
Bedrag vóór belastingen |
Belastingen (-) (Belasting vordering) (+) |
Bedrag na belastingen |
|
| Wisselkoersverschillen van het jaar |
18 | 0 | 18 | 249 | 0 | 249 |
| Herclassifi catie van wisselkoersverschillen op buitenlandse activiteiten die verkocht werden gedurende het jaar |
0 | 0 | 0 | 29 | 0 | 29 |
| Wisselkoersverschillen op buitenlandse activiteiten |
18 | 0 | 18 | 278 | 0 | 278 |
| Winsten en verliezen op herwaarderingen van voor verkoop beschikbare fi nanciële activa |
25 | 0 | 25 | -15 | 0 | -15 |
| Herclassifi catie van fi nanciële activa beschikbaar voor verkoop die verkocht werden gedurende het jaar(*) |
-8 | 0 | -8 | 4 | 0 | 4 |
| Herclassifi catie van fi nanciële activa beschikbaar voor verkoop die een bijzondere waardermindering hebben ondergaan gedurende het jaar(*) |
0 | 0 | 0 | 1 | 0 | 1 |
| Financiële activa beschikbaar voor verkoop |
17 | 0 | 17 | -10 | 0 | -10 |
| Effectief deel van winsten en verliezen op afdekkingsinstrumenten in een kasstroomafdekking |
3 | 0 | 3 | 2 | -1 | 1 |
| Herclassifi catie naar de winst en verliesrekening (*) |
-10 | 0 | -10 | 0 | 0 | 0 |
| Herclassifi catie naar de initiële boekwaarden van afgedekte posities (*) |
-1 | 0 | -1 | 0 | 0 | 0 |
| Kasstroomafdekkingen | -8 | 0 | -8 | 2 | -1 | 1 |
| Aandeel van andere elementen van het totaalresultaat van de geassocieerde deelnemingen |
0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Andere elementen van het totaalresultaat (other comprehensive income) |
27 | 0 | 27 | 270 | -1 | 269 |
* Zie toelichting 33 op pagina 136
103
| miljoen EUR | 2009 | 2010 | |||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Bedrag vóór belastingen |
Belastingen (-) (Belasting vordering) (+) |
Bedrag na belastingen |
Bedrag vóór belastingen |
Belastingen (-) (Belasting vordering) (+) |
Bedrag na belastingen - |
||
| Wisselkoersverschillen van het jaar | 10 | 0 | 10 | 0 | 0 | 0 | |
| Herclassifi catie van wisselkoersverschillen op buitenlandse activiteiten die verkocht werden gedurende het jaar |
0 | 0 | 0 | 33 | 0 | 33 | |
| Wisselkoersverschillen op buitenlandse activiteiten |
10 | 0 | 10 | 33 | 0 | 33 | |
| Winsten en verliezen op herwaarderingen van voor verkoop beschikbare fi nanciële activa |
0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
| Herclassifi catie van fi nanciële activa beschikbaar voor verkoop die verkocht werden gedurende het jaar(*) |
0 | 0 | 0 | 4 | 0 | 4 | |
| Herclassifi catie van fi nanciële activa beschikbaar voor verkoop die een bijzondere waardermindering hebben ondergaan gedurende het jaar(*) |
0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
| Financiële activa beschikbaar voor verkoop |
0 | 0 | 0 | 4 | 0 | 4 | |
| Effectief deel van winsten en verliezen op afdekkingsinstrumenten in een kasstroomafdekking |
-1 | 0 | -1 | 0 | 0 | 0 | |
| Herclassifi catie naar de winst- en verliesrekening (*) |
8 | 0 | 8 | 1 | 0 | 1 | |
| Herclassifi catie naar de initiële boekwaarden van afgedekte posities (*) |
0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
| Kasstroomafdekkingen | 7 | 0 | 7 | 1 | 0 | 1 | |
| Aandeel van andere elementen van het totaalresultaat van de geassocieerde deelnemingen |
0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
| Andere elementen van het totaalresultaat (other comprehensive income) |
16 | 0 | 16 | 39 | 0 | 39 |
Jaarverslag Solvay 2010
Het geheel van de afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen beloopt EUR 717 miljoen, EUR 222 miljoen hoger dan in 2009 (EUR 496 miljoen).
Voor de voortgezette bedrijfsactiviteiten:
De wijziging in werkkapitaal bedroeg EUR -42 miljoen voor de voortgezette bedrijfsactiviteiten in 2010 door de hogere activiteitsvolumes. Dit bedrag omvat niet de nettovordering van EUR 198 miljoen op Abbott opgenomen na de afwikkeling. Deze nettovordering betreft voornamelijk de contante waarde van de mijlpaal, met verwachte betaling in 2012 en 2013.
In 2010 bedroeg de wijziging in de voorzieningen EUR 24 miljoen.
Dit bedrag omvat het gebruik, de addities de opnames en de terugnames opgenomen in toelichting 31 en een toename van de overschotten van het pensioenfonds voor voortgezette bedrijfsactiviteiten. Het omvat niet de voorzieningen voor een bedrag van EUR 177 miljoen om zich in te dekken tegen potentiële risico's verbonden aan de verkoop van het Farmaceutische segment, aangezien de transactie in één lijn onder Verkoop van dochterondernemingen wordt gepresenteerd.
Voor 2010 omvat dit voornamelijk de eliminatie van de meerwaarde op de verkoop van Inergy Automotive Systems (EUR -139 miljoen) en de disconteringskosten van de voorzieningen (EUR -52 miljoen).
Voor 2009 heeft de eliminatie vooral betrekking op het resultaat van de verkoop van Sofi na-aandelen (EUR -64 miljoen).
| 2009 miljoen EUR | Verwervingen | Vervreemdingen | Totaal |
|---|---|---|---|
| Dochterondernemingen | -2 | 0 | -2 |
| Geassocieerde deelnemingen | |||
| Joint ventures | |||
| Deelnemingen beschikbaar voor verkoop | -14 | 14 | 0 |
| Andere | -96 | 6 | -90 |
| Totaal deelnemingen | -111 | 19 | -91 |
| Vaste activa | -456 | 15 | -441 |
| Totaal | -567 | 34 | -532 |
| 2010 miljoen EUR | Verwervingen | Vervreemdingen | Totaal | |
|---|---|---|---|---|
| Dochterondernemingen | 0 | 4 430 | 4 430 | |
| Geassocieerde deelnemingen | ||||
| Joint ventures | -1 | 268 | 267 | |
| Deelnemingen beschikbaar voor verkoop | -8 | -8 | ||
| Andere | -164 | 13 | -151 | |
| Totaal deelnemingen | -172 | 4 711 | 4 539 | |
| Vaste activa | -366 | 20 | -346 | |
| Totaal | -538 | 4 731 | 4 193 |
• de aankoop van de minderheidsbelangen in Vinythai (EUR -35 miljoen), Vinilis (EUR -15 miljoen) en Kali Chemie (EUR -2 miljoen),
Op 1 april 2010 kocht de Solvay-groep 50% van Westpipe AB, een producent van leidingsystemen voor huishoudelijk en industrieel afvalwater, water en van kabelbeschermingssystemen. gevestigd in Ulricehamn, Zweden, voor een nettokasuitstroom van EUR 0,7 miljoen (SEK 7 miljoen).
Na de fi nale toewijzing van de aankoopprijs bedroeg het overgenomen netto actief EUR 0,5 miljoen en de resulterende goodwill EUR 0,3 miljoen.
| Waarde vóór | Aanpassing aan | Totaal | |
|---|---|---|---|
| overname | reële waarde | ||
| miljoen EUR | |||
| Immateriële activa | 0,0 | 0,4 | 0,4 |
| Materiële vaste activa | 0,4 | 0,0 | 0,4 |
| Andere deelnemingen | 0,0 | 0,0 | 0,0 |
| Uitgestelde belastingvorderingen | 0,0 | 0,0 | 0,0 |
| Leningen en andere activa | 0,0 | 0,0 | 0,0 |
| Vaste activa | 0,4 | 0,4 | 0,9 |
| Vlottende activa buiten geldmiddelen en kasequivalenten | 0,8 | 0,0 | 0,8 |
| Geldmiddelen en kasequivalenten | 0,0 | 0,0 | 0,0 |
| Vlottende activa | 0,8 | 0,0 | 0,8 |
| Voorzieningen op lange termijn | 0,0 | 0,0 | 0,0 |
| Uitgestelde belastingverplichtingen | 0,0 | 0,1 | 0,1 |
| Financiële schulden op lange termijn | 0,4 | 0,0 | 0,4 |
| Langlopende verplichtingen | 0,4 | 0,1 | 0,5 |
| Kortlopende verplichtingen | 0,7 | 0,0 | 0,7 |
| Nettoactief | 0,2 | 0,3 | 0,5 |
| Goodwill | 0,3 | ||
| Prijs betaald op 31/12/2010 | 0,7 | ||
| Verworven banksaldi en geldmiddelen | 0,0 | ||
| Netto-uitstroom van geldmiddelen bij verwerving - vorige jaren | 0,0 | ||
| Netto-uitstroom van geldmiddelen bij verwerving - 2010 | 0,7 |
Er werden geen geconsolideerde dochterondernemingen overgenomen in 2010.
De verkoop van het Farmaceutische segment aan Abbott wordt gepresenteerd onder Verkoop van dochterondernemingen. De impact op het kasstroomoverzicht bedraagt EUR 4 430 miljoen. Dit bedrag omvat:
Alle andere elementen die in rekening genomen werden voor de berekening van de meerwaarde hebben geen cashimpact gehad in 2010, aangezien zij de volgende elementen betreffen:
De ontvangsten uit de verkoop van het Farmaceutische segment werden belegd in:
(zie toelichting 32)
De overige verkopen van deelnemingen (EUR 280 miljoen) betreffen Inergy Automotive Systems (EUR 268 miljoen) en niet-geconsolideerde deelnemingen in de Vinylcluster (EUR 11 miljoen).
De aankoop door Plastic Omnium van het 50%-aandeel van Solvay in Inergy Automotive Systems werd afgewikkeld op 8 september 2010 voor EUR 268 miljoen in cash. Een meerwaarde voor belastingen van EUR 139 miljoen werd opgenomen. De initiële verkoopsprijs stemt overeen met een bedrijfswaarde van EUR 328 miljoen.
Enkel de resultaten van de eerste 6 maanden van 2010 van Inergy Automotive Systems zijn inbegrepen in de geconsolideerde jaarrekening van de Groep op het einde van december 2010.
De berekening van de meerwaarde op de verkoop van het 50%-aandeel van Solvay in Inergy Automotive Systems:
| miljoen EUR | |
|---|---|
| Initiële verkoopprijs | 268 |
| Aangepaste netto fi nanciële schuld per 1 juli 2010 overgedragen aan de overnemer | 45 |
| Niet-gefi nancierde pensioenverplichtingen per 1 juli 2010 overgedragen aan de overnemer | 11 |
| Voorzieningen voor geschillen per 1 juli 2010 overgedragen aan de overnemer | 5 |
| Totale bedrijfswaarde | 328 |
| Historisch eigen vermogen van Inergy Automotive Systems op 1 juli 2010 | -127 |
| Aangepaste verplichtingen per 1 juli 2010 overgenomen door de overnemer | -60 |
| Voorzieningen voor lopende geschillen en herstructureringskosten | -2 |
| Totale meerwaarde voor belastingen per 1 juli 2010 | 139 |
Net als in 2009 heeft de Solvay-groep in 2010 aan de minderheidsaandeelhouders een deel van het kapitaal terugbetaald uit onze activiteiten natuurlijk carbonaat in de Verenigde Staten (EUR -26 miljoen).
Eind december 2009 bezat de Groep 2 460 818 van zijn eigen aandelen ter dekking van zijn programma voor aandelenopties die aangeboden worden aan zijn hogere kaderleden. Op het einde van 2010 bezat de Groep 3 635 584 aandelen (waarvan 880 766 aandelen in het kader van geldbeleggingsprogramma in eigen aandelen – zie toelichting 23a), opgenomen in mindering van zijn geconsolideerde eigen vermogen.
Solvay lanceerde een geldbeleggingsprogramma in eigen aandelen in februari 2010.
De buitengewone aandeelhoudersvergadering van 12 mei 2009 gaf de raad van bestuur de toelating om gedurende vijf jaar tot 16 940 000 aandelen van de Groep op de aandelenbeurs te kopen voor een prijs tussen 20 EUR en 150 EUR. In deze context heeft de Raad van Bestuur beslist een beleggingsprogramma in maximaal 5,1 miljoen (6% van het uitgegeven kapitaal) eigen aandelen van de Groep te beginnen.
Een fi nanciële instelling heeft voor één jaar een mandaat gekregen om het programma uit te voeren vanaf 16 januari 2010. Het programma wordt op dit ogenblik beschouwd als een tijdelijke belegging van geld uit de verkoop van de farmaceutische activiteiten vóór deze middelen worden geherinvesteerd in industriële activa. Per 31 december 2010 bedroeg het totaal van de belegging in Solvay aandelen sinds de lancering van het programma 880 766 aandelen.
Dit programma werd verlengd door de Raad van Bestuur tot het einde van 2011 voor verdere aankopen tot 1,65 miljoen eigen aandelen.
Zoals elk jaar sinds 1999 heeft de Raad van Bestuur zijn aandelenoptieplan hernieuwd dat het aan de leidende kaderleden (ongeveer 215 personen) aanbiedt met de bedoeling hen ook op de lange termijn aan de Groep te binden. De meeste van deze kaderleden hebben in 2010 de aangeboden opties onderschreven bij een uitoefenkoers van 76,49 EUR, dat het beurskoersgemiddelde van het Solvay-aandeel was gedurende de 30 dagen die aan het aanbod voorafgingen.
De verwervingsperiode van de rechten duurt 3 jaar en wordt gevolgd door een uitoefenperiode van 5 jaar, waarna elke niet-uitgeoefende optie vervalt. De afrekening gebeurt in de vorm van aandelen.
De aandelenoptieplannen toegekend in 2005, 2006 en 2007 zijn gewijzigd na de beslissing van de Algemene Vergadering van 12 mei 2009. Voor de drie plannen is de uitoefenperiode voor de toegekende aandelenopties met 5 jaar verlengd. De rechthebbenden konden deze wijziging tot 30 juni 2009 aanvaarden of afwijzen. Aangezien er een maximum is, konden sommige van de rechthebbenden de verlenging aannemen van slechts een deel van de oorspronkelijk toegekende en aanvaarde opties. De wijzigingsdatum waarvan men uitgaat voor de nieuwe prijsbepaling van de opties is de datum waarop besloten werd de uitoefenperiode voor bepaalde aandelen te verlengen (12 mei 2009). De verlenging van de uitoefenperiode brengt een bijkomende last mee van EUR 0,3 miljoen EUR in 2010 (EUR 1 miljoen). De reële waarde van deze verlenging bedraagt EUR 1,3 miljoen.
| Aandelenopties | 2002 | 2003 | 2004 | 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Aantal toegekende en uitstaande aandelenopties op 31/12/2009 |
156000 | 246200 | 434200 | 512100 | 499100 | 506500 | 522700 | 555600 | |
| Toegekende aandelenopties |
431900 | ||||||||
| Verlies van rechten en vervallen opties |
-5000 | -500 | -800 | -900 | -1000 | -1000 | |||
| Uitgeoefende opties op aandelen |
-101500 | -30600 | |||||||
| Aantal aandelenopties op 31/12/2010 |
49500 | 215100 | 433400 | 511200 | 498100 | 505500 | 522700 | 555600 | 431900 |
| Uitoefenbare opties op aandelen op 31/12/2010 |
49500 | 215100 | 433400 | 511200 | 498100 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Uitoefenprijs (EUR) | 63,76 | 65,83 | 82,88 | 97,30 | 109,09 | 96,79 | 58,81 | 72,34 | 76,49 |
| Reële waarde van de opties op de waarderingsdatum (EUR) |
9,60 | 9,50 | 7,25 | 10,12 | 21,20 | 18,68 | 14,95 | 19,85 | 15,58 |
| 2009 | 2010 | |||
|---|---|---|---|---|
| Aantal aandelenopties |
Gewogen gemiddelde uitoefenprijs |
Aantal aandelenopties |
Gewogen gemiddelde uitoefenprijs |
|
| Op 1/1 | 2 912 200 | 85,32 | 3 432 400 | 83,43 |
| Toegekend gedurende het jaar | 555 600 | 72,34 | 431 900 | 76,49 |
| Verlies van rechten en vervallen opties gedurende het jaar |
-300 | 96,79 | -9 200 | 77,33 |
| Uitgeoefend gedurende het jaar | -35 100 | 64,56 | -132 100 | 64,24 |
| Op 31/12 | 3 432 400 | 83,43 | 3 723 000 | 83,32 |
| Uitoefenbaar op 31/12 | 1 348 500 | 1 707 300 |
De impact van de aandelenopties komt in 2010 neer op een last van EUR 9,7 miljoen, uitgerekend door een derde partij volgens het Monte-Carlomodel, en in de winst- en verliesrekening opgenomen onder de commerciële en administratieve kosten. In dit bedrag zijn de bijkomende kosten opgenomen van EUR 0,3 miljoen ten gevolge van de verlengde uitoefenperiode voor de aandelenoptieplannen toegekend in 2005, 2006 en 2007.
Het model valoriseert de opties waarbij het ermee rekening houdt dat een aantal ervan uitoefenbaar zijn voor de vervaldatum van de optie.
De waarde van de optie is gebaseerd op:
Het model valoriseert de opties waarbij het ermee rekening houdt dat een aantal ervan uitoefenbaar zijn voor de vervaldatum van de optie.
Gewogen gemiddelde resterende contractuele looptijd:
| In jaren | 2010 |
|---|---|
| Aandelenoptieplan 2000 | 1,0 |
| Aandelenoptieplan 2001 | 2,0 |
| Aandelenoptieplan 2002 | 2,9 |
| Aandelenoptieplan 2003 | 1,0 |
| Aandelenoptieplan 2004 | 2,0 |
| Aandelenoptieplan 2005 | 5,0 |
| Aandelenoptieplan 2006 | 5,5 |
| Aandelenoptieplan 2007 | 6,7 |
| Aandelenoptieplan 2008 | 6,0 |
| Aandelenoptieplan 2009 | 6,9 |
| Aandelenoptieplan 2010 | 8,0 |
De kasstroom uit beëindigde bedrijfsactiviteiten vloeit voornamelijk uit de verkoop van het Farmaceutische segment (zie toelichting 21) voor EUR 4 430 miljoen.
| miljoen EUR | Ontwik kelings kosten |
Merken en octrooien |
Andere immateriële activa |
Totaal |
|---|---|---|---|---|
| Brutoboekwaarde | ||||
| Op 31 december 2008 | 93 | 1 000 | 141 | 1 234 |
| Investeringen | 11 | 10 | 20 | 41 |
| Vervreemding | -6 | -4 | -2 | -12 |
| Addities via bedrijfscombinaties | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Wisselkoersverschillen | 0 | 1 | -4 | -3 |
| Andere | 2 | 4 | -10 | -4 |
| Overboeking naar activa aangehouden voor verkoop - Farma | -1 | -807 | -105 | -913 |
| Overboeking uit activa aangehouden voor verkoop - PCC | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Op 31 december 2009 | 98 | 204 | 39 | 342 |
| Investeringen | 8 | 8 | 1 | 18 |
| Vervreemding | -1 | 0 | 0 | -1 |
| Vervreemding van een geconsolideerde deelneming | -100 | -3 | -10 | -113 |
| Wisselkoersverschillen | 0 | 9 | 1 | 10 |
| Andere | 5 | -1 | -6 | -2 |
| Overboeking uit activa aangehouden voor verkoop - PCC | 3 | 0 | 0 | 3 |
| Op 31 december 2010 | 14 | 217 | 27 | 257 |
| Cumulatieve afschrijving | ||||
| Op 31 december 2008 | -50 | -359 | -98 | -507 |
| Afschrijvingen | -9 | -45 | -5 | -59 |
| Bijzondere waardeverminderingen | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Terugneming van bijzondere waardeverminderingen | 0 | 1 | 0 | 1 |
| Buitengebruikstelling en vervreemding | 3 | 3 | 2 | 8 |
| Addities via bedrijfscombinaties | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Wisselkoersverschillen | 0 | 0 | 3 | 3 |
| Andere | 1 | 4 | 9 | 13 |
| Overboeking naar activa aangehouden voor verkoop - Farma | 0 | 296 | 65 | 361 |
| Overboeking uit activa aangehouden voor verkoop - PCC | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Op 31 december 2009 | -55 | -100 | -25 | -180 |
(25) Immateriële activa
| Vervreemding | -6 | -4 | -2 | -12 |
|---|---|---|---|---|
| Addities via bedrijfscombinaties | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Wisselkoersverschillen | 0 | 1 | -4 | -3 |
| Andere | 2 | 4 | -10 | -4 |
| Overboeking naar activa aangehouden voor verkoop - Farma | -1 | -807 | -105 | -913 |
| Overboeking uit activa aangehouden voor verkoop - PCC | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Op 31 december 2009 | 98 | 204 | 39 | 342 |
| Investeringen | 8 | 8 | 1 | 18 |
| Vervreemding | -1 | 0 | 0 | -1 |
| Vervreemding van een geconsolideerde deelneming | -100 | -3 | -10 | -113 |
| Wisselkoersverschillen | 0 | 9 | 1 | 10 |
| Andere | 5 | -1 | -6 | -2 |
| Overboeking uit activa aangehouden voor verkoop - PCC | 3 | 0 | 0 | 3 |
| Op 31 december 2010 | 14 | 217 | 27 | 257 |
| Cumulatieve afschrijving | ||||
| Op 31 december 2008 | -50 | -359 | -98 | -507 |
| Afschrijvingen | -9 | -45 | -5 | -59 |
| Bijzondere waardeverminderingen | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Terugneming van bijzondere waardeverminderingen | 0 | 1 | 0 | 1 |
| Buitengebruikstelling en vervreemding | 3 | 3 | 2 | 8 |
| Addities via bedrijfscombinaties | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Wisselkoersverschillen | 0 | 0 | 3 | 3 |
| Andere | 1 | 4 | 9 | 13 |
| Overboeking naar activa aangehouden voor verkoop - Farma | 0 | 296 | 65 | 361 |
| Overboeking uit activa aangehouden voor verkoop - PCC | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Op 31 december 2009 | -55 | -100 | -25 | -180 |
| Afschrijvingen | -10 | -8 | -1 | -19 |
| Bijzondere waardeverminderingen | 0 | 0 | 0 | -1 |
| Terugneming van bijzondere waardeverminderingen | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Buitengebruikstelling en vervreemding | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Vervreemding van een geconsolideerde deelneming | 59 | 3 | 6 | 68 |
| Wisselkoersverschillen | 0 | -2 | -1 | -3 |
| Andere | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Overboeking uit activa aangehouden voor verkoop - PCC | -2 | 0 | 0 | -2 |
| Op 31 december 2010 | -7 | -108 | -21 | -136 |
| Nettoboekwaarde | ||||
| Op 31 december 2008 | 42 | 641 | 43 | 726 |
| Op 31 december 2009 | 43 | 104 | 14 | 162 |
| Op 31 december 2010 | 6 | 109 | 6 | 121 |
De voornaamste octrooien en merken betreffen de Trona-activiteiten in de VS en de activiteit van de speciale polymeren.
| miljoen EUR | Totaal |
|---|---|
| Brutoboekwaarde | |
| Op 31 december 2008 | 1 667 |
| Uit verwervingen | -53 |
| Buitengebruikstelling en vervreemding | 0 |
| Bijzondere waardeverminderingen | -2 |
| Wisselkoersverschillen | 4 |
| Andere | -1 |
| Overboeking naar activa aangehouden voor verkoop - Farma | -1 539 |
| Overboeking uit activa aangehouden voor verkoop - PCC | 0 |
| Op 31 december 2009 | 76 |
| Uit verwervingen | 0 |
| Buitengebruikstelling en vervreemding | -1 |
| Bijzondere waardeverminderingen | -11 |
| Wisselkoersverschillen | 5 |
| Andere | 0 |
| Overboeking naar activa aangehouden voor verkoop - Farma | 0 |
| Overboeking uit activa aangehouden voor verkoop - PCC | 4 |
| Op 31 December 2010 | 73 |
De bijzondere waardevermindering van 2010 betreft Alexandria Sodium Carbonate Co in Egypte, dat deel uitmaakt van de kasstroomgenererende eenheid met betrekking tot natriumcarbonaat in Europa en Egypte en calciumchloride (zie toelichting 27). Deze bijzondere waardevermindering heeft de goodwill in Alexandria Sodium Carbonate Co herleid tot nul.
In 2009 komt de daling van de goodwill voort uit:
Voor bijkomende informatie met betrekking tot de bijzondere waardevermindering op goodwill in 2010, zie toelichting 27.
Goodwill ontstaan uit een bedrijfscombinatie wordt toegewezen bij overname aan de kasstroomgenererende eenheden (KGE) die naar verwachting zullen genieten van de voordelen van de bedrijfscombinatie.
De boekwaarden van goodwill en de gerelateerde bijzondere waardeverminderingen zijn als volgt toegewezen:
| miljoen EUR | Kastroomgenererende eenheden | Bijzondere | Boekwaarde |
|---|---|---|---|
| Activiteitsclusters | waardevermindering | 31 dec 2010 | |
| 2010 | |||
| Natriumcarbonaat | Natriumcarbonaat Europa 1 | -11 | 0 |
| Advanced Functional Minerals | PCC | 4 | |
| Zuurstofproducten | H2 O2 / PAA / Perzouten Europa 2 |
1 | |
| H2 O2 / Azië |
6 | ||
| Fluorproducten | Solvay Fluor Mexico | 7 | |
| Vinylproducten | PVC Europa | 3 | |
| PVC Mercosur | 2 | ||
| PVC Azië | 2 | ||
| Speciale Polymeren | Gefl uoreerde Polymeren, sulfone | 28 | |
| polymeren, ultrapolymeren, | |||
| kristallen polymeren | |||
| PE compounds | 11 | ||
| Pipelife | Pipelife Europa | 5 | |
| Vinylproducten | Dacarto Benvic | 4 | |
| Totaal | -11 | 73 | |
H2 O2 H2O2 Waterstofperoxide / PAA = perazijnzuur.
. CGU Natriumcarbonaat Europa bevat ook Alexandria sodium carbonate (Egypte), ondergrondse holten, calciumchloride en service units
| miljoen EUR | Gronden & gebouwen |
Installaties, machines en uitrustings goederen |
Andere materiële vaste activa |
Vaste activa in aanbouw |
Totaal |
|---|---|---|---|---|---|
| Brutoboekwaarde | |||||
| Op 31 december 2008 | 2 138 | 8 252 | 110 | 630 | 11 130 |
| Investeringen | 18 | 151 | 3 | 243 | 415 |
| Buitengebruikstelling en vervreemding | -2 | -58 | -1 | 0 | -62 |
| Addities via bedrijfscombinaties | 25 | 169 | 4 | 9 | 207 |
| Wisselkoersverschillen | -3 | 90 | 1 | 10 | 97 |
| Andere | 171 | 422 | -2 | -507 | 83 |
| Overboeking naar activa aangehouden voor verkoop - Farma | -318 | -668 | -38 | -7 | -1 031 |
| Overboeking uit activa aangehouden voor verkoop - PCC | 1 | 7 | 0 | -1 | 7 |
| Op 31 december 2009 | 2 031 | 8 364 | 75 | 377 | 10 848 |
| Investeringen | 11 | 79 | 1 | 257 | 348 |
| Buitengebruikstelling en vervreemding | -10 | -32 | 0 | 0 | -42 |
| Vervreemding van een geconsolideerde deelneming | -59 | -201 | -32 | -8 | -299 |
| Wisselkoersverschillen | 44 | 268 | 3 | 20 | 335 |
| Andere | 75 | 126 | 44 | -284 | -39 |
| Overboeking uit activa aangehouden voor verkoop - PCC | 19 | 83 | 1 | 4 | 106 |
| Op 31 december 2010 | 2 110 | 8 688 | 92 | 366 | 11 256 |
| Cumulatieve afschrijving | |||||
| Op 31 december 2008 | -1 153 | -5 685 | -73 | -1 | -6 912 |
| Afschrijvingen | -51 | -354 | -6 | 0 | -412 |
| Bijzondere waardeverminderingen | -8 | -18 | 0 | 0 | -25 |
| Terugneming bijzondere waardeverminderingen | 0 | 1 | 0 | 0 | 1 |
| Buitengebruikstelling en vervreemding | 1 | 51 | 1 | 0 | 53 |
| Addities via bedrijfscombinaties | -6 | -120 | -3 | 0 | -130 |
| Wisselkoersverschillen | 1 | -48 | -1 | 0 | -48 |
| Andere | 0 | -21 | -1 | 1 | -21 |
| Overboeking naar activa aangehouden voor verkoop - Farma | 130 | 415 | 26 | 0 | 571 |
| Overboeking uit activa aangehouden voor verkoop - PCC | 0 | -4 | 0 | 0 | -4 |
| Op 31 december 2009 | -1 086 | -5 784 | -56 | 0 | -6 926 |
| Afschrijvingen | -44 | -353 | -3 | 1 | -399 |
| Bijzondere waardeverminderingen | -82 | -170 | -1 | -40 | -292 |
| Terugneming bijzondere waardeverminderingen | 1 | 4 | 0 | 0 | 5 |
| Buitengebruikstelling en vervreemding | 5 | 28 | 0 | 0 | 33 |
| Vervreemding van een geconsolideerde deelneming | 27 | 152 | 24 | 0 | 203 |
| Wisselkoersverschillen | -15 | -137 | -2 | 0 | -154 |
| Andere | -2 | 87 | -43 | 0 | 42 |
| Overboeking uit activa aangehouden voor verkoop - PCC | -21 | -48 | 0 | 0 | -70 |
| Op 31 december 2010 | -1 218 | -6 221 | -80 | -40 | -7 558 |
| Nettoboekwaarde | |||||
| Op 31 december 2008 | 970 | 2 581 | 37 | 629 | 4 218 |
| Op 31 december 2009 | 945 | 2 580 | 19 | 376 | 3 921 |
| Op 31 december 2010 | 892 | 2 468 | 12 | 326 | 3 698 |
De Groep beschikt over ongeveer 70 kasstroomgenererende eenheden (waaronder 31 kasstroomgenererende eenheden binnen Pipelife, een joint venture waar elke entiteit een afzonderlijke KGE vormt).
Aanwijzingen voor bijzondere waardeverminderingen voor 4 KGE's heeft geleid tot:
De kasstroomprognoses voor elke betrokken KGE werden gedisconteerd tot de contante waarde door relevante disconteringsvoeten, gebaseerd op externe referenties en rekening houdend met de risico's die eigen zijn aan het specifi eke segment en de geografi sche ligging van deze KGE's (bedrijfswaarde). De disconteringsvoet varieert tussen 8,3% en 9,3%.
| Miljoen EUR | Gronden en gebouwen |
Installaties, machines en uitrustingsgoederen |
Totaal |
|---|---|---|---|
| Nettoboekwaarde van fi nanciële leaseovereenkomsten opgenomen in de vorige tabel |
1 | 2 | 3 |
| Overboeking naar activa aangehouden voor verkoop - Farma | 0 | 0 | 0 |
| Overboeking uit activa aangehouden voor verkoop - PCC | 0 | 0 | 0 |
De boekwaarde van de leaseverplichtingen benadert de reële waarde.
| miljoen EUR | Minimale lease betalingen | Contante waarde van de minimale leasebetalingen |
|||
|---|---|---|---|---|---|
| Bedragen te betalen in verband met fi nanciële | 2009 | 2010 | 2009 | 2010 | |
| leaseovereenkomsten | |||||
| Binnen 1 jaar | 5 | 1 | 4 | 1 | |
| Van het 2e tot het 5e jaar (inbegrepen) |
15 | 1 | 13 | 1 | |
| Langer dan 5 jaar | 1 | 0 | 1 | 0 | |
| Min: toekomstige fi nanciële lasten | -3 | 0 | 0 | 0 | |
| Overboeking naar activa aangehouden voor verkoop - Farma | 0 | 0 | 0 | 0 | |
| Overboeking uit activa aangehouden voor verkoop - PCC | 0 | 0 | 0 | 0 | |
| Contante waarde van de minimale leasebetalingen van | 18 | 2 | 18 | 2 | |
| fi nanciële leaseovereenkomsten | |||||
| Min: het bedrag te betalen binnen de 12 maanden | 4 | 1 | |||
| Bedrag te betalen over meer dan 12 maanden | 14 | 1 |
| miljoen EUR 2009 |
2010 |
|---|---|
| Totaal bedrag van de minimale leasebetalingen voor operationele leaseovereenkomsten 69 opgenomen in de winst- en verliesrekening |
43 |
| miljoen EUR 2009 |
2010 |
| Binnen 1 jaar 56 |
37 |
| Van het 2e tot het 5e jaar (inbegrepen) 129 |
83 |
| Meer dan 5 jaar 42 |
35 |
| Totaal bedrag van toekomstige minimale leasebetalingen voor niet-opzegbare operationele 227 leaseovereenkomsten |
155 |
Operationele leaseovereenkomsten betreffen voornamelijk logistieke activa.
| miljoen EUR | 2009 | 2010 |
|---|---|---|
| Reële waarde op 1 januari | 30 | 68 |
| Verwerving NBD | 12 | 8 |
| Winsten en verliezen op herwaarderingen van voor verkoop beschikbare fi nanciële activa |
25 | -13 |
| Voor verkoop beschikbare deelnemingen verkocht in de loop van het jaar |
-12 | 0 |
| Bijzondere waardeverminderingen op fi nanciële activa beschikbaar voor verkoop |
0 | -1 |
| Overboeking van NBD uit andere deelnemingen | 21 | 0 |
| Andere | -5 | 0 |
| Overboeking naar activa die voor verkoop worden aangehouden | -2 | 0 |
| Reële waarde op 31 december | 68 | 62 |
| Waarvan direct opgenomen in het eigen vermogen | 25 | 11 |
De waarde van New Business Development werd op 1 januari 2009 van andere deelnemingen (zie hieronder) getransfereerd naar deelnemingen beschikbaar voor verkoop voor EUR 21 miljoen, aangezien ze beantwoorden aan de defi nitie van fi nanciële activa beschikbaar voor verkoop.
Het verlies op de herwaardering van de fi nanciële activa beschikbaar voor verkoop (EUR -13 miljoen) is voornamelijk te wijten aan de marktwaardering van AGEAS (vroeger Fortis).
| miljoen EUR 2009 |
2010 |
|---|---|
| Boekwaarde op 1 januari 187 |
209 |
| Verkocht in de loop van het jaar -1 |
-7 |
| Verworven in de loop van het jaar 96 |
110 |
| Wijzigingen in consolidatie methode -21 |
-5 |
| Wijzigingen in de consolidatiekring 4 |
0 |
| Overboeking van NBD naar voor verkoop beschikbare deelnemingen -21 |
0 |
| Vereffeningen -18 |
0 |
| Bijzondere waardeverminderingen 0 |
-11 |
| Terugneming van bijzondere waardeverminderingen 11 |
0 |
| Andere -1 |
2 |
| Overboeking naar activa die voor verkoop worden aangehouden - Farma -26 |
0 |
| Boekwaarde op 1 januari 209 |
298 |
In 2010 omvatten de verwervingen voornamelijk de investering in de PVC-entiteit in aanbouw in Rusland (voor EUR -90 miljoen) die geconsolideerd zal worden vanaf 2011. De bijzondere waardeverminderingen betreffen de deelnemingen in de KGE Natriumcarbonaat.
| miljoen EUR, op 31 december 2009 |
2010 |
|---|---|
| Gereed product 536 |
499 |
| Grondstoffen en benodigdheden 509 |
357 |
| In bewerking 43 |
26 |
| Andere voorraden 7 |
10 |
| Overboeking naar activa die voor verkoop worden aangehouden - Farma -233 |
0 |
| Overboeking naar (-) / uit (+) activa aangehouden voor verkoop- PCC -9 |
0 |
| Brutototaal 854 |
891 |
| Waardeverminderingen -49 |
-21 |
| Nettototaal 805 |
870 |
| miljoen EUR | Personeels beloningen |
Gezondheid, veiligheid en leefmilieu |
Claims | Andere | Totaal |
|---|---|---|---|---|---|
| Op 31 december 2009 | 902 | 424 | 312 | 91 | 1 729 |
| Opnames | 131 | 70 | 171 | 53 | 424 |
| Terugnames | -3 | -18 | -2 | -11 | -34 |
| Gebruik | -117 | -26 | -41 | -21 | -206 |
| Disconteringseffect | 40 | 12 | 0 | 0 | 52 |
| Wisselkoersverschillen | 7 | 4 | 4 | 1 | 16 |
| Verwervingen en wijzigingen in de consolidatiekring |
0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Vervreemdingen | -9 | 0 | -1 | -4 | -15 |
| Andere | 1 | 0 | 0 | 0 | 1 |
| Op 31 december 2010 | 952 | 464 | 441 | 109 | 1 967 |
| Waarvan voorzieningen op korte termijn | -80 | 43 | 5 | 15 | 143 |
In totaal zijn de voorzieningen gestegen met EUR 238 miljoen (+14%).
De voornaamste gebeurtenissen van 2010 betreffen:
Het management verwacht dat de voorzieningen als volgt worden opgebruikt (uitstroom van geldmiddelen):
| miljoen EUR op 31 december 2010 | Tot 5 jaar | Tussen 5 en 10 jaar |
langer dan 10 jaar |
Totaal |
|---|---|---|---|---|
| Totale voorziening voor gezondheid, veiligheid en leefmilieu |
135 | 107 | 222 | 464 |
| Totale voorziening voor geschillen | 379 | 62 | 0 | 441 |
| Totale overige voorzieningen | 50 | 16 | 43 | 109 |
| Totaal | 564 | 185 | 265 | 1 014 |
De personeelskosten bedroegen EUR 1 339 miljoen in 2010 (EUR 2 016 miljoen in 2009). De voorzieningen voor personeelsbeloningen bedroegen EUR 952 miljoen in 2010 (EUR 902 miljoen in 2009).
Deze voorzieningen zijn vooral bedoeld voor de vergoedingen na uitdiensttreding. Dit gebeurt in het merendeel van de bedrijven van de Groep, ofwel in de geest van de plaatselijke regelgeving en praktijk, ofwel op basis van gevestigde gewoonten die feitelijke verplichtingen meebrengen.
De voorzieningen vergoedingen na uitdiensttreding bedroegen EUR 750 miljoen in 2010 (EUR 765 miljoen in 2009), vóór aftrek van de opgenomen fondsbeleggingen EUR 45 miljoen (EUR 29 miljoen in 2009).
Deze voorzieningen zijn aangelegd op basis van de IFRS-grondslagen voor fi nanciële verslaggeving beschreven in punt 24 van dit jaarverslag en houdt rekening met de geschatte bezoldiging op het moment van de pensionering.
Het saldo omvat voorzieningen voor ontslagvergoedingen (EUR 148 miljoen, EUR 84 miljoen in 2009), voorzieningen voor andere langetermijnpersoneelsbeloningen (EUR 44 miljoen, hetzelfde als in 2009) en voorzieningen voor personeelsbeloningen die niet volgens IAS 19 zijn gewaardeerd (EUR 10 miljoen, EUR 9 miljoen in 2009).
De belangrijkste pensioenregelingen in 2010 zijn die in Duitsland, België, de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk. Sommige vennootschappen bieden een ziekteverzekering of een levensverzekering na uitdiensttreding aan hun personeel of hun rechthebbenden. Ze fi nancieren dit met een verzekeringscontract of dekken de kosten met voorzieningen voor personeelsbeloningen na uitdiensttreding. In 2010 werd de pensioenregeling van Solvay Chemie in Nederland overgedragen aan een verzekeringsmaatschappij en word nu als een toegezegde-bijdragenregeling volgens IAS 19 verwerkt. Op dezelfde manier werd de Braziliaanse toegezegd-pensioenregeling omgezet in een toegezegdebijdragenregeling. De verkoop van Inergy Automotive Systems verminderde de brutoverplichting uit hoofde van toegezegd-pensioenregelingen met EUR 15 miljoen.
| miljoen EUR | 2009 | |||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| in % | Totaal Groep | Voor verkoop aangehouden (FP) |
Totaal zonder Voor verkoop aangehouden |
|||
| Duitsland | 24% | 17% | 28% | 30% | ||
| België | 19% | 0% | 28% | 27% | ||
| Verenigde Staten | 16% | 13% | 17% | 19% | ||
| Frankrijk | 6% | 4% | 7% | 8% | ||
| Verenigd Koninkrijk | 6% | 2% | 8% | 8% | ||
| Nederland | 24% | 60% | 6% | 2% | ||
| Andere landen | 5% | 3% | 6% | 6% |
De pensioenregelingen worden opgesplitst in toegezegde-bijdragenregelingen en toegezegd-pensioenregeling.
De toegezegde-bijdragenregeling is een regeling inzake vergoedingen na uitdiensttreding waarbij de onderneming vaste bijdragen betaalt aan een aparte entiteit of fonds, overeenkomstig de bepalingen van de regeling. Wanneer de bijdragen betaald zijn, heeft de onderneming geen bijkomende verplichtingen meer. In 2010 bedraagt het totaal van de bijdragen opgenomen in de winst- en verliesrekening EUR 18 miljoen (EUR 31 miljoen in 2009 met inbegrip van de beëindigde bedrijfsactiviteiten).
Regelingen die niet onder de toegezegde-bijdragenregeling vallen, behoren tot de toegezegd-pensioenregeling. Deze regelingen worden ofwel van buitenaf gefi nancierd door pensioenfondsen of verzekeringsmaatschappijen (gefi nancierde regeling), ofwel gefi nancierd binnen de Groep (niet-gefi nancierde regeling). Voor de voornaamste pensioenregelingen wordt jaarlijks een actuariële evaluatie uitgevoerd door onafhankelijke actuarissen.
In de winst- en verliesrekening werden volgende bijdragen opgenomen in verband met deze regelingen:
| Voortgezette Activiteiten |
Beëindigde Bedrijfsactiviteiten (FP) |
Totaal Groep | |||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| miljoen EUR | 2009 | 2010 | 2009 | 2010 | 2009 | 2010 | |
| Aan het dienstjaar toegerekende pensioenkosten: werkgever |
24 | 25 | 14 | 0 | 38 | 25 | |
| Rentekosten | 81 | 76 | 40 | 0 | 121 | 76 | |
| Verwacht rendement op fondsbeleggingen | -34 | -35 | -31 | 0 | -65 | -35 | |
| Afschrijvingen van netto actuariële verliezen / winsten (-) | 20 | 10 | 5 | 0 | 25 | 10 | |
| Impact van de wijziging in het maximaal bedrag van het opgenomen actief - lopend jaar |
1 | -2 | 0 | 0 | 1 | -2 | |
| Pensioenkosten van verstreken diensttijd opgenomen in lopend jaar |
-1 | -1 | -1 | 0 | -2 | -1 | |
| Verlies / winst (-) als gevolg van belangrijke inperkingen of afwikkelingen van regelingen |
-5 | 3 | 0 | 0 | -5 | 3 | |
| Netto last - Toegezegd-pensioenregeling | 86 | 77 | 27 | 0 | 113 | 77 |
De kost van deze pensioenregelingen wordt in de winst- en verliesrekening opgenomen ofwel als verkoopskosten, als commerciële en administratieve kosten, als kosten voor onderzoek & ontwikkeling, of nog als overige operationele opbrengsten en -kosten en in niet-recurrente bestanddelen.
Vergeleken met 2009 is de kost voor de voortgezette bedrijfsactiviteiten gedaald van EUR 86 miljoen tot EUR 77 miljoen (EUR -9 miljoen), voornamelijk door eenmalige inperkingen van de actuariële verliezen op de IPCS regeling in Frankrijk in 2009 (EUR -8 miljoen).
In de balans zijn volgende bedragen opgenomen in verband met toegezegd-pensioenregelingen:
| miljoen EUR | 2009 | 2010 | ||
|---|---|---|---|---|
| Totaal Groep |
Voor verkoop aangehouden (FP) |
Totaal zonder Voor verkoop aangehouden |
||
| Verplichtingen voor toegezegd-pensioenregelingen - gefi nancierde regelingen |
1 606 | 623 | 982 | 901 |
| Reële waarde van fondsbeleggingen - einde periode | -1 239 | -599 | -640 | -621 |
| Financieringstekort voor gefi nancierde plannen | 367 | 24 | 343 | 281 |
| Verplichtingen voor toegezegd-pensioenregelingen - niet gefi nancierde regelingen |
738 | 165 | 574 | 610 |
| Financieringstekort | 1 105 | 189 | 917 | 890 |
| Niet opgenomen actuariële winsten / verliezen (-) | -314 | -120 | -194 | -195 |
| Niet opgenomen pensioenkosten van verstreken diensttijd |
18 | 9 | 9 | 8 |
| Niet als activa opgenomen, tengevolge van het vastleggen van een maximumbedrag voor de activa |
4 | 0 | 4 | 2 |
| Nettoverplichting (nettoactief) in de balans | 813 | 77 | 735 | 705 |
| Verplichting opgenomen in de balans | 945 | 181 | 765 | 750 |
| Actief opgenomen in de balans | -133 | -103 | -29 | -45 |
Ondanks de stijging van de niet-gefi nancierde regelingen (EUR +36 miljoen) is de fi nancieringssituatie voor de regelingen na uitdiensttreding voor voortgezette bedrijfsactiviteiten (totale verplichtingen min de fondsbeleggingen) verslechterd met EUR -27 miljoen, door enerzijds een vermindering van de brutoverplichting uit hoofde van gefi nancierde pensioenregelingen (EUR -81 miljoen) en anderzijds een kleinere beperking van de fondsbeleggingen (EUR -19 miljoen).
De brutoverplichtingen uit hoofde van toegezegd-pensioenregelingen evolueerde als volgt:
| 120 | |
|---|---|
| miljoen EUR | 2009 | 2010 | ||
|---|---|---|---|---|
| Totaal Groep | Voor verkoop aangehouden (FP) |
Totaal zonder Voor verkoop aangehouden |
||
| Verplichtingen voor toegezegd pensioenregelingen bij aanvang periode |
2 232 | 747 | 1 485 | 1 556 |
| Aan het dienstjaar toegerekende pensioenkosten: werkgever |
38 | 14 | 24 | 25 |
| Rentekosten | 121 | 40 | 81 | 76 |
| Reële bijdrage van de werknemer | 7 | 4 | 3 | 3 |
| Wijziging van de regeling | -5 | 0 | -6 | 0 |
| Verwervingen / vervreemdingen (-) | 0 | 0 | 0 | -15 |
| Belangrijke inperkingen van regelingen | -12 | 0 | -12 | -3 |
| Afwikkeling van regelingen | 0 | 0 | 0 | -81 |
| Actuariële verliezen / winsten (-) | 108 | 21 | 87 | 33 |
| Betaalde voordelen | -134 | -34 | -100 | -102 |
| Andere | -11 | -4 | -7 | 19 |
| Verplichtingen voor toegezegd pensioenregelingen bij einde periode |
2 344 | 788 | 1 556 | 1 511 |
| Verplichtingen toegezegd-pensioenregelingen - gefi nancierde regelingen |
1 606 | 623 | 982 | 901 |
| Verplichtingen toegezegd-pensioenregelingen - niet-gefi nancierde regelingen |
738 | 165 | 574 | 610 |
Het actuariële verlies van EUR 33 miljoen is voornamelijk te wijten aan disconteringsvoeten.
De verkoop van Inergy Automotive Systems heeft de brutoverplichting verminderd met EUR -15 miljoen (vervreemding). De overdracht van de pensioenregeling van Solvay Chemie in Nederland aan een verzekeringsmaatschappij en de omzetting van een Braziliaanse toegezegd-pensioenregeling resulteerden in een nettovermindering van EUR 84 miljoen.
De reële waarde van de fondsbeleggingen evolueerde als volgt:
| miljoen EUR | 2009 | ||||
|---|---|---|---|---|---|
| Totaal Groep | Voor verkoop aangehouden (FP) |
Totaal zonder Voor verkoop aangehouden |
|||
| Reële waarde van fondsbeleggingen bij aanvang periode |
1 049 | 499 | 550 | 640 | |
| Verwacht rendement op fondsbeleggingen | 65 | 31 | 34 | 35 | |
| Actuariële winst / verlies (-) | 95 | 40 | 55 | 19 | |
| Reële bijdrage van de werkgever / directe betaalde voordelen |
159 | 60 | 99 | 105 | |
| Reële bijdrage van de werknemer | 7 | 4 | 3 | 3 | |
| Verwervingen / Vervreemdingen (-) | 0 | 0 | 0 | -5 | |
| Afwikkeling van regelingen | 0 | 0 | 0 | -92 | |
| Betaalde voordelen | -134 | -34 | -100 | -102 | |
| Andere | -3 | -1 | -2 | 17 | |
| Reële waarde van de fondsbeleggingen bij einde periode |
1 239 | 599 | 640 | 621 | |
| Reëel rendement van de fondsbeleggingen | 160 | 71 | 89 | 54 |
Het actuele rendement op de fondsbeleggingen was lager dan in 2009 (EUR 54 miljoen tegen EUR 89 miljoen in 2009) door de vermindering van de fondsbeleggingen (overdracht van de fondsbeleggingen van Solvay Chemie NL en van de Braziliaanse activa aan een verzekeringsmaatschappij voor -92 miljoen en de vervreemding van de fondsbeleggingen van Inergy Automotive Systems voor EUR -5 miljoen) en een lager rendement op de bestaande fondsbeleggingen.
Wijzigingen in de nettoverplichtingen gedurende de periode:
| miljoen EUR | 2010 | |||
|---|---|---|---|---|
| Totaal Groep | Voor verkoop aangehouden (FP) |
Totaal zonder Voor verkoop aangehouden |
||
| Opgenomen nettobedrag bij aanvang periode | 862 | 113 | 749 | 735 |
| Nettokosten - toegezegd-pensioenregelingen | 113 | 27 | 86 | 77 |
| Reële bijdrage van de werkgever / directe betaalde voordelen |
-159 | -60 | -99 | -105 |
| Impact van verwervingen / vervreemdingen | 0 | 0 | 0 | -6 |
| Wijziging in de consolidatiekring | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Wisselkoersverschillen | -3 | -1 | -2 | 3 |
| Andere | -1 | -2 | 1 | 0 |
| Opgenomen nettobedrag op einde periode | 813 | 77 | 735 | 705 |
De nettoverplichting daalde naar EUR 705 miljoen.
De vervreemding van de nettoverplichting naar aanleiding van de verkoop van Inergy Automotive Systems bedraagt EUR -6 miljoen.
Er werden bijkomende bijdragen betaald voor herstelplannen in de Verenigde Staten (EUR 36 miljoen = USD 48 miljoen) en in Nederland (EUR 3 miljoen).
Deze veronderstellingen zijn niet segmentspecifi ek.
| Eurozone | Europa (andere) | USA | Overige | |||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| 2009 | 2010 | 2009 | 2010 | 2009 | 2010 | 2009 | 2010 | |
| Disconteringsvoet | 5% | 4,75% 3,25% - 6,2% | 3% - 6,2% | 5,75% | 5,5% | 8,6% - 9,7% | 9,72% | |
| Verwachte toekomstige loonsverhogingen |
3% -4,5% | 3% - 4,5% | 2% - 5% | 2% - 5% | 5% | 4,5% | 5,5% - 6,6% | 6,6% |
| Verwachte toekomstige pensioenverhogingen |
0% - 2% | 0% - 2% | 0% - 3,25% | 0% - 3,25% | n.b. | n.b. | n.b. | n.b. |
| Verwachte aangroei medische uitgaven |
0% - 2% | 0% - 2% | n.b. | n.b. | 5% - 8% | 5% - 7,5 | 7,1% | 7,12% |
Deze veronderstellingen zijn niet segmentspecifi ek.
| Eurozone | Europa (andere) | USA | Overige | |||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| 2009 | 2010 | 2009 | 2010 | 2009 | 2010 | 2009 | 2010 | |
| Disconteringsvoet | 5,5% | 5% 3,5% - 6,25% 3,25% - 6,2% | 5,75% | 5,75% 8,6% - 9,72% | 9,72% | |||
| Verwachte toekomstige loonsverhogingen |
3% -4,5% | 3% - 4,5% | 2% - 5% | 2% - 5% | 5% | 4,5% | 5,5%-6,6% | 6,6% |
| Verwacht rendement op lange termijn op fondsbeleggingen |
4,5% - 6% | 5% - 6% 3,5% - 5,9% | 3,5% - 5,9% | 7,5% | 7,5% 8,5% - 9,72% | 9,72% | ||
| Verwachte toekomstige pensioenverhogingen |
0% - 2% | 0% - 2% | 0% - 3,1% | 0% - 3,25% | n.b. | n.b. | n.b. | n.b. |
| Verwachte aangroei medische uitgaven |
0% - 2% | 0% - 2% | n.b. | n.b. | 5% - 8% | 5% - 8% | 7,1% | 7,12% |
De voornaamste categorieën van fondsbeleggingen zijn:
| 2009 | 2010 |
|---|---|
| Aandelen 41% |
48% |
| Obligaties 50% |
46% |
| Vastgoed 2% |
1% |
| Andere activa 6% |
5% |
Waarvan beëindigde bedrijfsactiviteiten:
| 2009 | 2010 |
|---|---|
| Aandelen 41% |
0% |
| Obligaties 53% |
0% |
| Vastgoed 3% |
0% |
| Andere activa 3% |
0% |
123
Wat de geïnvesteerde fondsbeleggingen betreft, dient het volgende opgemerkt te worden:
De Groep verwacht dat hij voor de toegezegd-pensioenregeling in 2011 een cashbedrag van EUR 70 miljoen aan bijdragen zal dienen te betalen (EUR 100 miljoen EUR indien men de toegezegde-bijdragen meerekent), vergeleken met EUR 105 miljoen voor 2010 (EUR 123 miljoen indien men de toegezegde-bijdragen meerekent).
De veronderstellingen gemaakt betreffende medische uitgaven hebben een invloed op de bedragen opgenomen in de winst- en verliesrekening. De gevoeligheid voor een wijziging in de verwachte stijgingspercentages van de medische uitgaven is als volgt:
| miljoen EUR | 1 % stijging | 1 % daling |
|---|---|---|
| Impact op de cumulatieve aan het dienstjaar toegerekende pensioenkosten en rentekosten |
1 | -1 |
| Impact op de verplichtingen voor toegezegd-pensioenregelingen | 9 | -8 |
De historiek van de toegezegd-pensioenregelingen:
| Miljoen EUR | 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 |
|---|---|---|---|---|---|---|
| Verplichtingen in toegezegd pensioenregelingen |
2 471 | 2 491 | 2 355 | 2 232 | 2 344 | 1 511 |
| Fondsbeleggingen | -1 232 | -1 298 | -1 341 | -1 049 | -1 239 | -621 |
| Tekort / surplus (-) | 1 239 | 1 193 | 1 013 | 1 183 | 1 105 | 890 |
| Ervaringsaanpassingen in de verplichtingen van de regelingen |
n.b. | -14 | -12 | 6 | 22 | -3 |
| Ervaringsaanpassingen aan de fondsbeleggingen |
n.b. | -36 | 6 | 336 | -95 | -20 |
Waarvan de historische evolutie van de medische regelingen na uitdiensttreding:
| Miljoen EUR | 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 |
|---|---|---|---|---|---|---|
| Verplichtingen in toegezegd pensioenregelingen |
125 | 134 | 130 | 99 | 75 | 74 |
| Ervaringsaanpassingen in de verplichtingen van de regelingen |
n.b. | -3 | 2 | 0 | -1 | 12 |
Voorzieningen voor gezondheid, veiligheid en leefmilieu na overdracht van verplichtingen verbonden aan activa die voor verkoop worden aangehouden
Deze voorzieningen bedragen EUR 464 miljoen, tegen EUR 424 miljoen op het einde van 2009.
Het gaat hier om de dekking van risico's en lasten op de volgende belangrijke gebieden:
De geschatte bedragen worden aangepast afhankelijk van de datum waarop de vergoedingen waarschijnlijk zullen dienen te worden betaald. De voorzieningen worden elk jaar geactualiseerd, maar ook aangepast omdat men rekening houdt met naderende vervaldata.
Voorzieningen voor geschillen na overdracht van verplichtingen verbonden aan activa die voor verkoop worden aangehouden
De voorzieningen voor geschillen bedragen EUR 441 miljoen op het einde van 2010 tegen EUR 312 miljoen op het einde van 2009.
De voornaamste gebeurtenissen van 2010 zijn:
De voornaamste voorziening dient eind 2010 voor de dekking van de fi nanciële gevolgen van de boete van 193 miljoen EUR opgelegd door de Europese autoriteiten wegens inbreuk op de concurrentieregels op het gebied van de peroxideproducten, waartegen de Solvay-groep beroep heeft aangetekend, en in bijkomende orde de fi nanciële gevolgen van burgerrechterlijke klachten die hiermee verband houden.
Andere voorzieningen, opgezet om specifi eke risico's te dekken zoals de verplichtingen die te maken hebben met de sluiting of verkoop van activiteiten, belopen EUR 109 miljoen, tegen EUR 91 miljoen op het einde van 2009.
Het beleid van de Solvay-groep bestaat erin enkel een beroep te doen op verzekeringen voor de zeer grote risico's, voor de gevallen waar de dekking verplicht is en ook telkens wanneer een verzekering voor Solvay de beste fi nanciële oplossing is.
De Groep handhaaft en ontwikkelt aangepaste dekking van verzekerbare risico's als onderdeel van een beleid dat er naar streeft de fi nanciële gevolgen te beperken van risico's die wel eens werkelijkheid zouden kunnen worden.
In 2009 werd het totale pakket aan verzekeringsafspraken vernieuwd, met als resultaat een betere risicodekking en een verlaging van de premies. De verzekeringsmarkt voor burgerlijke aansprakelijkheid blijft moeilijk voor bedrijven die farmaceutische producten verkopen, wat ook blijkt uit de dekking en de hoogte van de premies van het Solvayverzekeringsprogramma in verband met de afwikkeling van de verkoop aan Abbott.
De nettoschuld van de Groep is het saldo van de fi nanciële schulden en de overige vlottende vorderingen – fi nanciële instrumenten en de geldmiddelen en kasequivalenten. Ze eindigde op een positieve netto fi nanciële positie van EUR 2 902 miljoen (thesaurie surplus) vergeleken met een nettoschuldpositie van EUR 1 333 miljoen op het einde van 2009, voornamelijk door de cash ontvangsten van de verkoop van de Farmaceutische activiteiten (EUR 4,5 miljard) en van Inergy Automotive Systems (EUR 268 miljoen).
| miljoen EUR 2009 |
2010 |
|---|---|
| Financiële schulden 2 820 |
2 802 |
| - Overige vlottende vorderingen - Financiële instrumenten 0 |
-3 701 |
| - Geldmiddelen en kasequivalenten -1 486 |
-2 003 |
| Nettoschuld 1 333 |
-2 902 |
Twee kredietbeoordelingagentschappen hebben de langetermijnrating voor Solvay bevestigd op A- (stabiele vooruitzichten) bij Standard & Poors en A3 (ongunstige vooruitzichten) bij Moody's.
De fi nanciële schulden zijn gedaald van EUR 2 820 miljoen in 2009 tot EUR 2 802 miljoen in 2010, met geen belangrijke wijzigingen te vermelden in de opsplitsing van de schulden.
| miljoen EUR 2009 |
2010 |
|---|---|
| Achtergestelde leningen 503 |
503 |
| Obligatieleningen 1 479 |
1 481 |
| Langlopende fi nanciële leaseverplichtingen 14 |
1 |
| Langlopende schulden bij fi nanciële instellingen 524 |
498 |
| Overige langlopende schulden 115 |
108 |
| Binnen 12 maanden verschuldigd bedrag (opgenomen onder schuld op korte termijn) 42 |
109 |
| Overige kortlopende leningen (met inbegrip van de negatieve banksaldi) 143 |
103 |
| Financiële schulden (kort- en langlopend) 2 820 |
2 802 |
De belangrijkste leningen doe na 2010 afl open zijn:
| Miljoen EUR (behalve waar anders vermeld) | Einde looptijd |
Bedrag | Coupon | ||
|---|---|---|---|---|---|
| Uitgifte EMTN obligaties door Solvay nv (België) | 2 014 | 500 | 4,99% | ||
| 2 018 | 500 | 300 | 4,75% | ||
| 200 | tap issue 5,71% | ||||
| Retailobligaties uitgegeven door Solvay nv (België) | 2 015 | 500 | 5,01% | ||
| Diep achtergestelde schuld uitgegeven door Solvay Finance SA (Frankrijk) met de steun van Solvay nv (België) |
2 104 | 500 | (*) | 6,375% | |
| Kredietfaciliteit bij de Europese Investeringsbank | 2 016 | 300 | 3,90% | ||
| SolVin (Duitsland) | 2 012 | 120 | niet aangegeven | ||
| Pipelife (Oostenrijk: belang Solvay 50%) | 2 012 | 165 | 100% | niet aangegeven | |
| Solvay Sodi (Bulgarije: belang Solvay 75%) | 2 015 | 80 | (1) | niet aangegeven | |
| Solvay Indupa do Brazil | 2 014 | 221 | (2) | niet aangegeven |
(1) waarvan het equivalent van EUR 20 miljoen in BGN (2) BRL miljoen
Er is geen wanbetaling op de hierboven vermelde fi nanciële schulden.
Er zijn ook geen covenanten bij Solvay nv en de fi nanciële vehikels van Solvay holding.
(*) De kredietbeoordelingagentschappen Moody's en Standard & Poors beoordelen haar als 50% eigen vermogen en 50% schuld. Volgens de IFRS-normen is dit echter 100% schuld. Deze schuld is ondergeschikt aan andere schulden van de Groep en staat genoteerd in Luxemburg. De uitbetaalde coupon heeft een vast tarief gedurende de eerste tien jaren. In 2016 wordt de coupon vlottend en wordt hij driemaandelijks tegen het Euribor-tarief, verhoogd met een marge van 335 basispunten tot de vervaldatum in 2104. Solvay heeft een terugkoopoptie a pari met de uitgifte vanaf 2016. De emittent beschikt over een optie om de coupon eventueel niet te betalen, volgens de regels van het overdrachtmechanisme van de coupon.
Het management beoordeelt dat de reële waarde van de schuld met variabele rentevoet (EUR 501 miljoen) niet signifi cant verschilt van de nominale waarde (EUR 501 miljoen – zie eveneens toelichting 33 met betrekking tot het beheer van het renterisico).
De reële waarde van de schulden van de Groep met vaste rentevoet op het einde van 2010 is als volgt:
| 2010 | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| Miljoen EUR | Nominaal bedrag |
Reële waarde |
Einde looptijd |
Door zekerheid gedekt |
||
| EMTN | 500 | 535 | 2 014 | Neen | ||
| EMTN | 500 | 541 | 2 018 | Neen | ||
| Retail | 500 | 542 | 2 015 | Neen | ||
| Europese Investeringsbank | 300 | 317 | 2 016 | Neen | ||
| Hybride | 500 | 512 | 2 104 | Neen | ||
| Totaal | 2 300 | 2 447 |
De reële waarde is gebaseerd op de genoteerde marktprijs op het einde van 2010. De langlopende schulden worden gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs.
De ontvangsten uit de verkoop van de Farmaceutische activiteiten en de verkoop van Inergy Automotive Systems werden tijdelijk belegd in kortlopende overheidsobligaties (Duitsland, Frankrijk, Nederland, België) (ongeveer 80%) en in thesaurieinstrumenten met de hoogste waardering (ongeveer 20%). Een geldbeleggingsprogramma in eigen aandelen werd gelanceerd voor maximaal 5,1 miljoen aandelen (6% van het uitgegeven kapitaal) (zie ook toelichting 23a).
Er zijn 3 categorieën fi nanciële instrumenten:
De obligaties en de thesauriebewijzen werden opgesplitst op basis van hun looptijd.
| miljoen EUR | Classifi catie | 2009 | 2010 |
|---|---|---|---|
| Geldmarktfondsen (Money Market Fund) | Activa beschikbaar voor verkoop |
0 | 1 097 |
| Obligaties en tresauriebewijzen op meer dan 3 maanden | Activa aangehouden tot einde looptijd |
0 | 2 604 |
| Overige vlottende vorderingen - Financiële instrumenten | 0 | 3 701 |
De onderliggende instrumenten in de geldbeleggingsfondsen (MMF) worden dagelijks gewaardeerd, maar ze worden zo beheerd dat de totale waarde van het netto-actief van elk fonds stabiel is.
Het management heeft ervoor gekozen om de obligaties en thesauriebewijzen op meer dan 3 maanden te beschouwen als fi nanciële activa aangehouden tot einde looptijd, die niet aan de marktwaardering zijn onderworpen.
Geldmiddelen en kasequivalenten bedroegen EUR 2 003 miljoen op het einde van 2010, waarvan EUR 905 miljoen obligaties en thesauriebewijzen op minder dan 3 maanden.
| miljoen EUR 2009 |
2010 |
|---|---|
| Aandelen 23 |
23 |
| Vastrentende effecten 16 |
8 |
| Termijndeposito's 244 |
239 |
| Obligaties en thesauriebewijzen op minder dan 3 maanden 0 |
905 |
| Geldmiddelen 1 203 |
827 |
| Geldmiddelen en kasequivalenten 1 486 |
2 003 |
De aandelen vermeld in de tabel hierboven omvatten beleggingen in geldbeleggingsfondsen. De boekwaarde is de reële waarde van de aandelen, de vastrentende effecten en termijndeposito's.
Het management heeft ervoor gekozen om de obligaties en thesauriebewijzen op minder dan 3 maanden te beschouwen als fi nanciële activa aangehouden tot einde looptijd, die niet aan de marktwaardering zijn onderworpen.
De volgende tabel geeft een overzicht van de boekwaarden van alle fi nanciële instrumenten volgens aard en volgens waarderingscategorie zoals gedefi nieerd door IAS 39 – Financiële instrumenten: opname en waardering.
| 2009 | 2010 | |
|---|---|---|
| miljoen EUR | Boekwaarde | Boekwaarde |
| Financiële activa aangehouden voor handelsdoeleinden | 0 | 0 |
| Afgeleide instrumenten aangewezen in afdekkingsrelaties | 3 | |
| Deelnemingen beschikbaar voor verkoop - New Business Development / AGS (vroeger Fortis) |
68 | 62 |
| Deelnemingen beschikbaar voor verkoop - Geldmarktfondsen (*) | 0 | 1 097 |
| Activa aangehouden tot einde looptijd - Obligaties en thesauriebewijzen op meer dan 3 maanden (*) |
0 | 2 604 |
| Aangehouden tot einde looptijd - Geldmiddelen en kasequivalenten - Obligaties en thesauriebewijzen op minder dan 3 maanden |
0 | 905 |
| Geldmiddelen en kasequivalenten, zonder obligaties en thesauriebewijzen op minder dan 3 maanden |
1 486 | 1 098 |
| Leningen en vorderingen (inclusief handelsvorderingen, leningen en andere activa op lange termijn, behalve de overschotten van het pensioenfonds) |
1 495 | 2 029 |
| Totaal Financiële activa | 3 050 | 7 798 |
| Financiële verplichtingen aangehouden voor handelsdoeleinden | -4 | -7 |
| Afgeleide instrumenten aangewezen in afdekkingsrelaties | 0 | -1 |
| Financiële verplichtingen gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs (inclusief fi nanciële schulden op lange termijn, overige verplichtingen op lange termijn, fi nanciële schulden op korte termijn, handelsschulden en de te betalen dividenden opgenomen in overige kortlopende verplichtingen |
-3 778 | -4 438 |
| Financiële leaseverplichtingen | -18 | -2 |
| Totaal Financiële verplichtingen | -3 800 | -4 448 |
(*) Het totale bedrag komt overeen met 'overige vlottende vorderingen - Financiële instrumenten' op de balans (EUR 3 701 miljoen)
| 2009 | 2010 | |||
|---|---|---|---|---|
| miljoen EUR | Boekwaarde | Reële waarde | Boekwaarde | Reële waarde |
| Activa aangehouden tot einde looptijd - Obligaties en thesauriebewijzen op meer dan 3 maanden |
0 | 0 | 2 604 | 2 604 |
| Aangehouden tot einde looptijd - Geldmiddelen en kasequivalenten - Obligaties en thesauriebewijzen op minder dan 3 maanden |
0 | 0 | 905 | 905 |
| Geldmiddelen en kasequivalenten, zonder obligaties en thesauriebewijzen op minder dan 3 maanden |
1 486 | 1 486 | 1 098 | 1 098 |
| Leningen en vorderingen (inclusief handelsvorderingen, leningen en andere activa op lange termijn, behalve de overschotten van het pensioenfonds ) |
1 495 | 1 495 | 2 029 | 2 029 |
| Financiële leasevorderingen | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Totaal Financiële activa | 2 982 | 2 982 | 6 636 | 6 636 |
| Financiële verplichtingen gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs (inclusief fi nanciële schulden op lange termijn, overige verplichtingen op lange termijn, fi nanciële schulden op korte termijn, handelsschulden en de te betalen dividenden opgenomen in overige kortlopende verplichtingen) |
-3 778 | -3 883 | -4 438 | -4 608 |
| Financiële leaseverplichtingen | -18 | -18 | -2 | -2 |
| Totaal Financiële verplichtingen | -3 796 | -3 901 | -4 440 | -4 610 |
De nieuwe activiteit van Solvay New Business Development (NBD) heeft een Corporate Venturing portefeuille opgebouwd bestaande uit rechtstreekse investeringen in startende ondernemingen en investeringen in risicokapitaalfondsen. Al deze investeringen hebben betrekking op de NBD platformen. Ze worden allemaal gewaardeerd tegen de reële waarde volgens de waarderingsrichtlijnen gepubliceerd door de European Private Equity and Venture Capital Association.
De reële waarden van fi nanciële activa en fi nanciële verplichtingen met standaardbepalingen en voorwaarden en verhandeld op liquide markten zijn genoteerde marktprijzen.
De reële waarden van afgeleide instrumenten worden berekend door middel van genoteerde prijzen. Waar zulke prijzen niet beschikbaar zijn, wordt een contantewaardeberekening uitgevoerd gebruik makend van de relevante rendementscurve voor de looptijd van de instrumenten voor niet-optionele derivaten, en optiewaarderingsmodellen voor optionele derivaten.
Wisseltermijncontracten worden gewaardeerd op basis van de genoteerde termijnwisselkoersen en de rendementscurven die afgeleid zijn van genoteerde rentevoeten met gelijkaardige looptijden.
Jaarverslag Solvay 2010
Renteswaps worden gewaardeerd tegen de contante waarde van de geschatte toekomstige kasstromen en gedisconteerd op basis van de relevante rendementscurven afgeleid van de genoteerde rentevoeten.
Vast-voor-vlottend energieswaps worden gewaardeerd op basis van genoteerde termijnenergieprijzen en rendementscurven die afgeleid zijn van genoteerde rentevoeten met gelijkaardige looptijden.
De reële waarden van andere fi nanciële activa en verplichtingen (behalve deze beschreven hierboven) worden bepaald in overeenstemming met de algemeen aanvaarde waarderingsmodellen op basis van de contante-waardeberekening. Meer specifi ek, belangrijke veronderstellingen gebruikt voor de bepaling van de reële waarde op de volgende fi nanciële activa en verplichtingen worden hieronder beschreven.
130
De volgende tabel geeft een overzicht van de fi nanciële instrumenten die gewaardeerd worden tegen reële waarde na initiële opname, gegroepeerd in niveaus 1 tot 3, volgens de mate waarin de reële waarde kan vastgesteld worden:
| miljoen EUR | Niveau 1 | 2009 (zonder Farma) Niveau 2 |
Niveau 3 | Totaal |
|---|---|---|---|---|
| Financiële activa aangehouden voor handelsdoeleinden | ||||
| - Afgeleide fi nanciële activa | ||||
| ° Wisselcontracten en swaps | ||||
| ° Wisselopties | ||||
| ° Renteswaps | ||||
| ° Andere rentederivaten | ||||
| ° Energieprijsswaps (vast voor vlottend) | ||||
| ° Swaps en forward contracten van CO2 certifi caten |
||||
| - Niet-afgeleide fi nanciële activa | ||||
| Afgeleide instrumenten aangewezen in afdekkingsrelaties | ||||
| ° Wisselcontracten en swaps | ||||
| ° Wisselopties | ||||
| ° Renteswaps | ||||
| ° Andere rentederivaten | ||||
| ° Energieprijsswaps (vast voor vlottend) | ||||
| Deelnemingen beschikbaar voor verkoop | ||||
| - New Business Development | 27 | 27 | ||
| - AGEAS (vroeger Fortis) | 41 | 41 | ||
| - Overige vlottende vorderingen - fi nanciële instrumenten (Geldmarktfondsen) |
||||
| Totaal Financiële activa | 41 | 27 | 68 | |
| Financiële verplichtingen aangehouden voor handelsdoeleinden | ||||
| - Afgeleide fi nanciële verplichtingen | ||||
| ° Wisselcontracten en swaps | -4 | -4 | ||
| ° Wisselopties | ||||
| ° Renteswaps | ||||
| ° Andere rentederivaten | ||||
| ° Energieprijsswaps (vast voor vlottend) | ||||
| ° Swaps en forward contracten van CO2 certifi caten |
||||
| - Niet-afgeleide fi nanciële verplichtingen | ||||
| Afgeleide instrumenten aangewezen in afdekkingsrelaties | ||||
| ° Wisselcontracten en swaps | ||||
| ° Wisselopties | ||||
| ° Renteswaps | ||||
| ° Andere rentederivaten | ||||
| ° Energieprijsswaps (vast voor vlottend) | ||||
| Totaal Financiële verplichtingen | -4 | -4 |
| 2010 | |||||
|---|---|---|---|---|---|
| miljoen EUR | Niveau 1 | Niveau 2 | Niveau 3 | Totaal | |
| Financiële activa aangehouden voor handelsdoeleinden | |||||
| - Afgeleide fi nanciële activa | |||||
| ° Wisselcontracten en swaps | |||||
| ° Wisselopties | |||||
| ° Renteswaps | |||||
| ° Andere rentederivaten | |||||
| ° Energieprijsswaps (vast voor vlottend) | |||||
| ° Swaps en forward contracten van CO2 certifi caten |
|||||
| - Niet-afgeleide fi nanciële activa | |||||
| Afgeleide instrumenten aangewezen in afdekkingsrelaties | |||||
| ° Wisselcontracten en swaps | 1 | 1 | |||
| ° Wisselopties | |||||
| ° Renteswaps | |||||
| ° Andere rentederivaten | |||||
| ° Energieprijsswaps (vast voor vlottend) | 2 | 2 | |||
| Deelnemingen beschikbaar voor verkoop | |||||
| - New Business Development | 35 | 35 | |||
| - AGEAS (vroeger Fortis) | 27 | 27 | |||
| - Overige vlottende vorderingen - fi nanciële instrumenten (Geldmarktfondsen) |
1 097 | 1 097 | |||
| Totaal Financiële activa | 1 124 | 3 | 35 | 1 162 | |
| Financiële verplichtingen aangehouden voor handelsdoeleinden | |||||
| - Afgeleide fi nanciële verplichtingen | |||||
| ° Wisselcontracten en swaps | -9 | -9 | |||
| ° Wisselopties | |||||
| ° Renteswaps | |||||
| ° Andere rentederivaten | |||||
| ° Energieprijsswaps (vast voor vlottend) | |||||
| ° Swaps en forward contracten van CO2 certifi caten |
1 | 1 | |||
| - Niet-afgeleide fi nanciële verplichtingen | |||||
| Afgeleide instrumenten aangewezen in afdekkingsrelaties | |||||
| ° Wisselcontracten en swaps | -1 | -1 | |||
| ° Wisselopties | |||||
| ° Renteswaps | |||||
| ° Andere rentederivaten | |||||
| ° Energieprijsswaps (vast voor vlottend) | |||||
| Totaal Financiële verplichtingen | -8 | -8 |
De categorie "fi nanciële activa aangehouden voor handelsdoeleinden" omvat gewoonlijk fi nanciële instrumenten zoals "average rate options", die gebruikt worden voor het beheer van het valutarisico, maar die niet als dusdanig gedocumenteerd worden opdat ze kunnen verwerkt worden als afdekkingsinstrumenten.
Aansluiting van de fi nanciële instrumenten in waarderingsniveau 3:
| 2009 (zonder Farma) | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| miljoen EUR | Tegen reële waarde met waardeveranderingen in de winst- en verliesrekeningen |
Beschikbaar voor verkoop | Totaal | |||
| Derivaten | Niet derivaten |
Aandelen | Andere | |||
| Openingssaldo op 1 januari | 0 | 0 | ||||
| Totale winsten of verliezen | -6 | -6 | ||||
| - Opgenomen in de winst- en verliesrekening |
-5 | -5 | ||||
| - Opgenomen in de andere elementen van het totaalresultaat |
-1 | -1 | ||||
| Verwervingen | 12 | 12 | ||||
| Vervreemdingen | 0 | 0 | ||||
| Herclassifi catie van investeringen in geassocieerde deelnemingen naar fi nanciële activa beschikbaar voor verkoop |
21 | 21 | ||||
| Herclassifi catie uit niveau 3 | 0 | 0 | ||||
| Afgeleide instrumenten aangewezen in afdekkingsrelaties |
0 | 0 | ||||
| Eindsaldo op 31 december | 27 | 27 |
| 2010 | |||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Tegen reële waarde met waardeveranderingen in de winst- en verliesrekeningen |
Beschikbaar voor verkoop | Totaal | |||||
| miljoen EUR | Derivaten | Niet derivaten |
Aandelen | Andere | |||
| Openingssaldo op 1 januari | 27 | 27 | |||||
| Totale winsten of verliezen | 0 | 0 | |||||
| - Opgenomen in de winst- en verliesrekening |
0 | 0 | |||||
| - Opgenomen in de andere elementen van het totaalresultaat |
0 | 0 | |||||
| Verwervingen | 8 | 8 | |||||
| Vervreemdingen | 0 | 0 | |||||
| Herclassifi catie van investeringen in geassocieerde deelnemingen naar fi nanciële activa beschikbaar voor verkoop |
0 | 0 | |||||
| Herclassifi catie uit niveau 3 | 0 | 0 | |||||
| Afgeleide instrumenten aangewezen in afdekkingsrelaties |
0 | 0 | |||||
| Eindsaldo op 31 december | 35 | 35 |
De totale winsten of verliezen met betrekking tot activa aangehouden per einde van het boekjaar bedragen EUR 0 miljoen (2009: EUR -6 miljoen). De totale winsten of verliezen voor het boekjaar opgenomen in de winst- en verliesrekening worden gepresenteerd onder "winsten/verliezen uit deelnemingen beschikbaar voor verkoop".
De totale winsten of verliezen voor het boekjaar opgenomen in de andere elementen van het totaalresultaat hebben betrekking op activa aangehouden per einde boekjaar. De totale winsten of verliezen voor het boekjaar opgenomen in de andere elementen van het totaalresultaat worden gepresenteerd onder "winsten/verliezen uit de herwaardering van fi nanciële activa beschikbaar voor verkoop".
Opbrengsten en kosten op fi nanciële instrumenten zijn als volgt:
| Voortgezette activiteiten |
Beëindigde Miljoen EUR Bedrijfsactiviteiten (FP) |
Totaal Groep |
||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| miljoen EUR | 2009 | 2010 | 2009 | 2010 | 2009 | 2010 |
| Opgenomen in de winst- en verliesrekening | ||||||
| Herclassifi catie vanuit eigen vermogen van wijzigingen in de reële waarde met betrekking tot de kasstroomafdekking van de wisselkoersen per december 2009 (zie volgend tabel) |
17 | 0 | -8 | -1 | 10 | -1 |
| Wijziging in de reële waarde met betrekking tot de kasstroomafdekking van de wisselkoersen in 2010 |
-12 | -7 | 16 | 0 | 4 | -7 |
| Herclassifi catie vanuit eigen vermogen van wijzigingen in de reële waarde met betrekking tot de kasstroomafdekking van de energieprijzen per december 2009 (zie volgend tabel) |
0 | 1 | 0 | 0 | 0 | 1 |
| Wijziging in de reële waarde met betrekking tot de kasstroomafdekking van de energieprijzen in 2010 |
0 | 1 | 0 | 0 | 0 | 1 |
| Opgenomen in de brutowinst | 5 | -5 | 8 | -1 | 14 | -6 |
| Interesten op leningen en vorderingen | 2 | 2 | 4 | 0 | 6 | 2 |
| Wijzigingen in de reële waarde van fi nanciële instrumenten aangehouden voor handelsdoeleinden (energie/CO2 emissierechten) |
0 | -1 | 0 | 0 | 0 | -1 |
| Opgenomen in de overige operationele opbrengsten en kosten |
2 | 1 | 4 | 0 | 6 | 1 |
| Interestkosten op fi nanciële verplichtingen gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs (fi nancieringskosten) |
26 | -142 | -161 | -4 | -135 | -146 |
| Interesten op geldmiddelen en kasequivalenten (met inbegrip van obligaties op minder dan 3 maanden) |
0 | 9 | 9 | 1 | 9 | 10 |
| Interesten op overige vlottende fi nanciële activa (met inbegrip van geldmarktfondsen en obligaties op meer dan 3 maanden) |
0 | 14 | 0 | 0 | 0 | 14 |
| Wijzigingen in de reële waarde van fi nanciële instrumenten aangehouden voor handelsdoeleinden (valuta) |
2 | -10 | -26 | 0 | -24 | -10 |
| Opgenomen in de fi nancieringskosten | 28 | -128 | -178 | -3 | -150 | -131 |
| Winsten/verliezen uit deelnemingen beschikbaar voor verkoop |
-5 | 0 | 0 | 0 | -5 | 0 |
| Meerwaarde op deelnemingen beschikbaar voor verkoop opgenomen in de winst- en verliesrekening |
1 | 0 | 0 | 0 | 1 | 0 |
| Herclassifi catie vanuit eigen vermogen van niet gerealiseerde winsten en verliezen met betrekking tot vervreemde fi nanciële activa beschikbaar voor verkoop (zie volgend tabel) |
8 | 0 | 0 | -4 | 8 | -4 |
| Herclassifi catie vanuit eigen vermogen van bijzondere waardeverminderingsverliezen op fi nanciële activa beschikbaar voor verkoop (zie volgend tabel) |
0 | -1 | 0 | 0 | 0 | -1 |
| Totaal opgenomen in de winst- en verliesrekening | 37 | -133 | -166 | -8 | -128 | -141 |
De kasstroomafdekking van de wisselkoersen stemt overeen met termijncontracten met als doel de afdekking van toekomstige verkopen in USD en JPY.
De wijziging in de reële waarde van de fi nanciële instrumenten aangehouden voor handelsdoeleinden betreffen wisselkoerstermijncontracten op de nettokaspositie.
De niet-opgenomen winsten en verliezen op de verkoop fi nanciële activa beschikbaar voor verkoop hebben betrekking op de verkoop van Sofi na-aandelen in 2009 en de vervreemding van Pharma (Arqule) in 2010. De totale meerwaarde op de verkochte Sofi na-aandelen in 2009 bedroeg EUR 9 miljoen, waarvan EUR 1 miljoen rechtstreeks is opgenomen in de winst- en verliesrekening.
Het bijzondere waardeverminderingsverlies op fi nanciële activa beschikbaar voor verkoop getransfereerd van eigen vermogen betreft New Business Development (NBD).
De opbrengst op fi nanciële activa beschikbaar voor verkoop heeft betrekking op de aanpassing van de NBD activa beschikbaar voor verkoop die rechtstreeks opgenomen is in de winst- en verliesrekening.
| Voortgezette Activiteiten |
Beëindigde Bedrijfsactiviteiten (FP) |
Totaal Groep | ||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| miljoen EUR | 2009 | 2010 | 2009 | 2010 | 2009 | 2010 |
| Direct in het eigen vermogen opgenomen | ||||||
| Netto wijziging in de reële waarde van fi nanciële activa beschikbaar voor verkoop |
25 | -15 | 0 | 0 | 25 | -15 |
| Herclassifi catie naar de winst- en verliesrekening van niet-gerealiseerde winsten en verliezen met betrekking tot vervreemde fi nanciële activa beschikbaar voor verkoop |
-8 | 0 | 0 | 4 | -8 | 4 |
| Herclassifi catie naar de winst- en verliesrekening van bijzondere waardeverminderingsverliezen op fi nanciële activa beschikbaar voor verkoop |
0 | 1 | 0 | 0 | 0 | 1 |
| Financiële activa beschikbaar voor verkoop |
18 | -14 | 0 | 4 | 17 | -10 |
| Effectieve deel van de wijzigingen in de reële waarde van kasstroomafdekkingen |
4 | 2 | -1 | 0 | 3 | 2 |
| Herclassifi catie naar de winst- en verliesrekening van wijzigingen in de reële waarde met betrekking tot de kasstroomafdekking van de wisselkoersen |
-17 | 0 | 8 | 1 | -10 | 1 |
| Herclassifi catie naar de winst- en verliesrekening van wijzigingen in de reële waarde met betrekking tot de kasstroomafdekking van de energieprijzen |
0 | -1 | 0 | 0 | 0 | -1 |
| Herclassifi catie naar initiële boekwaarden van afgedekte posities |
-1 | 0 | 0 | 0 | -1 | 0 |
| Kasstroomafdekkingen | -14 | 1 | 7 | 1 | -8 | 2 |
| Totaal | 4 | -13 | 6 | 5 | 9 | -8 |
Gangbaar is dat (+) een verhoging en (-) een vermindering van het eigen vermogen aangeeft.
De netto wijziging in de reële waarde van fi nanciële activa beschikbaar voor verkoop rechtstreeks opgenomen in eigen vermogen in 2009 en 2010 heeft voornamelijk betrekking op de aandelen AGEAS (vroeger Fortis).
Zie punt 2.1. op pagina 178 in het hoofdstuk over deugdelijk bestuur in dit jaarverslag.
De Groep is blootgesteld aan risico's als gevolg van bewegingen in wisselkoersen, rentevoeten en andere marktprijzen (energieprijzen en aandelenprijzen). De Solvay-groep gebruikt afgeleide fi nanciële instrumenten om zich in te dekken tegen duidelijk geïdentifi ceerde valuta-, rente- en energieprijsrisico's (afdekkingsinstrumenten). Toch zijn niet altijd de vereiste voorwaarden vervuld om hedge accounting volgens IFRS te kunnen toepassen. Hieruit volgt dat deze techniek niet altijd kan worden gebruikt als de Groep zich economisch gezien afdekt. Voorts is het beleid voor de afdekking van valutarisico's gebaseerd op de volgende principes: de fi nanciering van activiteiten in lokale munt, de systematische afdekking van transactionele valutarisico's (zie hieronder) op het moment van de verzending van de facturen (zekere risico's) en de opvolging en eventuele afdekking van de transacties in valuta die voortvloeien uit de activiteiten van de Groep op basis van de verwachte kasstromen.
Verder is de Groep eveneens blootgesteld aan liquiditeits- en kredietrisico's. Derivaten worden enkel gebruikt als afdekkingsinstrument, niet voor handels- of speculatieve doeleinden.
Zie ook het gedeelte valutarisico op pagina 153 in het hoofdstuk over Risicobeheer van dit jaarverslag.
De Groep onderneemt transacties uitgedrukt in vreemde valuta; hierdoor ontstaat blootstelling aan de wisselkoersfl uctuaties. De blootstelling aan wisselkoersen wordt beheerd binnen goedgekeurde beleidsparameters door gebruik te maken van wisseltermijncontracten.
Het valutarisico van de Groep kan opgedeeld worden in twee categorieën: valutatranslatierisico en valutatransactierisico.
Het gaat hier om het valutarisico voor het deel van het geconsolideerde resultaat van de Groep dat verbonden is met het resultaat van de dochterondernemingen die met andere presentatievaluta werken dan de EUR (presentatievaluta van de Groep). De belangrijkste andere vreemde munt is de US dollar.
Tijdens 2010 (en 2009) heeft de Groep dergelijke valutarisico niet afgedekt.
De wisselkoersschommelingen, met name die van de Amerikaanse dollar, kunnen invloed hebben op het resultaat. In de loop van 2010 is de wisselkoers EUR/USD geëvolueerd van 1,4406 begin januari tot 1,3362 op het einde van december.
Het gaat hier om het valutarisico in verband met een specifi eke transactie, zoals de aan- of verkoop door een bedrijf van de Groep in een andere valuta dan de presentatievaluta.
De Groep beheert het valutatransactierisico op vorderingen en leningen op het niveau van Solvay CICC in België.
De keuze van de valuta waarin de lening wordt aangegaan hangt vooral af van de kansen die de diverse geldmarkten bieden. Dit betekent dat de gekozen valuta niet per se dezelfde is als die van het land waar de fondsen zullen worden geïnvesteerd. Niettemin worden de operationele bedrijven doorgaans in de plaatselijke valuta gefi nancierd. Daarbij wordt deze valuta desnoods verkregen door een valutaswap uitgaande van de valuta die de fi nanciële vennootschap ter beschikking heeft. De kosten van dergelijke valutaswaps vormen een deel van de fi nancieringskosten. Deze techniek maakt het ons mogelijk valutarisico's te beperken, zowel voor de fi nanciële vennootschap als voor de eindgebruiker van de fondsen.
In de opkomende landen is het niet altijd mogelijk op de lokale fi nanciële markten geld te lenen in de valuta van het land, ofwel omdat deze markten te krap zijn en er geen fondsen beschikbaar zijn, ofwel omdat de fi nanciële voorwaarden ongunstig zijn. In zo'n geval moet de Groep lenen in een andere valuta. Deed zich echter toch de kans voor, dan heeft de Groep die te baat genomen om zijn schulden te herfi nancieren in de lokale valuta van deze opkomende landen. Zo liep de Groep eind 2010 een heel beperkt valutarisico op zijn overblijvende schuld in valuta in Bulgarije.
Aangezien de dochterondernemingen van Solvay verplicht zijn hun wisselkoersverrichtingen in vreemde valuta over te dragen aan Solvay CICC (bijv. facturen van klanten, facturen van leveranciers), wordt de vreemde valutapositie van de Groep bij Solvay CICC gecentraliseerd. Deze gecentraliseerde valutapositie wordt dan beheerd volgens de regels en de specifi eke beperkingen vastgelegd door de Groep.
De voornaamste beheerstechnieken zijn de aan- of verkoop van valuta contant of op termijn.
De voornaamste gebruikte fi nanciële instrumenten zijn de aan- en verkoop van valuta contant of op termijn; valutaverkoop op termijn en aankoop van putopties. De Groep heeft zijn blootstelling met betrekking tot het jaar 2010 voor USD 20 miljoen USD (USD 540 miljoen in 2009), waarvan USD 100 miljoen op de verkopen en USD -85 miljoen op de aankopen, afgedekt. De Groep heeft eveneens zijn blootstelling voor 2010 voor JPY 3,8 miljard op verkopen afgedekt. Bij het gebruik van fi nanciële instrumenten ter dekking van zijn valutarisico's op middellange termijn, loopt Solvay risico's wat zijn afgeleide producten in valuta betreft.
De Groep gebruikt derivaten om duidelijk geïdentifi ceerde valutarisico's af te dekken (afdekkingsinstrumenten). Op het einde van 2010 had de Groep toekomstige verkopen met betrekking tot 2011 afgedekt voor een nominaal bedrag van USD 11 miljoen (36-25) en JPY 5,7 miljard via wisseltermijncontracten.
De volgende tabel geeft een overzicht van de openstaande wisseltermijncontracten op het einde van het boekjaar:
| Notioneel bedrag | Reële waarde activa |
Reële waarde verplichtingen |
||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| miljoen EUR | 2009 | 2010 | 2009 | 2010 | 2009t | 2010 |
| Kasstroomafdekkingen | ||||||
| - Wisselcontracten | 6 | 99 | 0 | 1 | 0 | -1 |
| - Energieprijsswaps | 8 | 7 | 1 | 2 | 0 | 0 |
| - Swaps en forward contracten van CO2 - certifi caten |
||||||
| Aangehouden voor handelsdoeleinden | ||||||
| - Wisselcontracten | 452 | 764 | 0 | 0 | -5 | -9 |
| - Average Rate Options (ARO) | ||||||
| - Energieprijsswaps | 1 | 1 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| - Swaps en forward contracten van CO2 - certifi caten |
6 | 9 | 0 | 0 | 0 | 1 |
| Totaal | 474 | 880 | 1 | 3 | -5 | -8 |
139
De volgende tabel geeft een overzicht van de gevoeligheid van de winst- en verliesrekening en het eigen vermogen van de Groep op een stijging/daling van 10% van de EUR ten opzichte van relevante vreemde munten. 10 % vertegenwoordigt de beoordeling van het management van een redelijkerwijs mogelijke verandering in wisselkoersen. De gevoeligheidsanalyse omvat enkel uitstaande monetaire elementen in vreemde valuta en past hun omrekening op het einde van het boekjaar met een wijziging in de wisselkoersen van 10%. De gevoeligheidsanalyse omvat zowel externe leningen als leningen aan buitenlandse activiteiten binnen de Groep waar de lening in een munt is uitgedrukt dat verschillend is van de functionele valuta van de opdrachtgever of de begunstigde. Het omvat eveneens de wisseltermijncontracten. Een positief cijfer betekent een toename van het resultaat of het eigen vermogen als de EUR met 10% stijgt ten opzichte van de relevante munt. Voor een daling van 10% van de EUR ten opzichte van de relevante munt, zou een vergelijkbare impact teweegbrengen op het resultaat of het eigen vermogen en zouden de cijfers negatief zijn.
| USD | JPY | |||
|---|---|---|---|---|
| miljoen EUR | 2009 | 2010 | 2009 | 2010 |
| Winst of verlies | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Eigen vermogen | 1 | 1 | 0 | 5 |
Zie ook het gedeelte renterisico op pagina 153 in het hoofdstuk over Risicobeheer van dit jaarverslag. Het renterisico wordt beheer op Groepsniveau.
De Groep is blootgesteld aan renterisico's omdat entiteiten van de Groep leningen aangaan met zowel vaste als vlottende rentevoeten. Het renterisico wordt beheerd op het Groepsniveau door een geschikte mix van leningen met vaste en vlottende rentevoeten.
Op 31 december 2010 heeft de Groep voor ongeveer EUR 2,3 miljard schulden met vaste rente:
Blootstelling aan de rentevoeten per valuta:
| miljoen EUR | Op 31 december 2009 | Op 31 december 2010 | ||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| Valuta | Vaste rentevoet |
Vlottende rentevoet |
Totaal | Vaste rentevoet |
Vlottende rentevoet |
Totaal |
| Financiële schulden | ||||||
| EUR | -2 300 | -253 | -2 553 | -2 300 | -131 | -2431 |
| USD | -2 | -17 | -19 | -1 | -8 | -9 |
| GBP | 0 | -1 | -1 | 0 | 0 | 0 |
| BRL | 0 | -120 | -120 | 0 | -124 | -124 |
| Andere | 0 | -127 | -127 | 0 | -238 | -238 |
| Totaal | -2 302 | -518 | -2 820 | -2 301 | -501 | -2 802 |
| Geldmiddelen en kasequivalenten | ||||||
| EUR | 0 | 1 138 | 1 138 | 0 | 1 249 | 1 249 |
| USD | 0 | 139 | 139 | 0 | 519 | 519 |
| Andere | 0 | 209 | 209 | 0 | 235 | 235 |
| Totaal | 0 | 1 486 | 1 486 | 0 | 2 003 | 2 003 |
De fi nanciële schuld wordt voor 82% gedekt tegen de gemiddelde vaste rente van 5,11% met een looptijd van 5,15 jaar en een eerste belangrijke schuldafl ossing in 2014.
De hieronder vermelde gevoeligheidsanalyse werd bepaald op basis van de blootstelling aan rentevoeten voor zowel afgeleide instrumenten als niet-afgeleide instrumenten op het einde van het boekjaar. Voor schulden met vlottende rente werd de analyse opgesteld onder de veronderstelling dat de openstaande schuld op het einde van het boekjaar over het hele boekjaar stabiel bleef. Een stijging/daling met 1% wordt gebruikt bij het intern rapporteren van het renterisico aan management en vertegenwoordigt de beoordeling van het management van een redelijkerwijs mogelijke verandering in rentevoeten.
Effect van de wijzigingen van de rentevoeten op het einde van 2010:
De Groep koopt grote hoeveelheden van zijn behoefte in steenkool en gas in Europa en de VS gebaseerd op de fl uctuerende liquide marktindices.
Om de prijsvolatiliteit van steenkool en gas te verminderen, heeft de Groep een beleid op poten gezet om variabele prijzen tegen vaste prijzen om te ruilen door middel van swapcontracten. De meeste van deze afdekkingscontracten voldoen aan de criteria om hedge accounting toe te passen, zoals gedefi nieerd door IFRS.
Financiële afdekking van energieprijsrisico's wordt centraal beheerd door Solvay Energy nv in naam van de entiteiten van de Groep, die enkel het residuele risico in hun rekening presenteren. In 2010 heeft Solvay Energy fi nanciële energieswaps afgesloten voor een totaal onderliggend bedrag van EUR 34 miljoen. Over het algemeen hebben deze swaps een looptijd die niet langer is dan 12 maand.
De volgende tabel geeft de notionele bedragen en de resterende looptijd van de openstaande energieprijsswaps op het einde van het boekjaar weer:
| Kasstroomafdekkingen | Notioneel bedrag Reële waarde activa |
Reële waarde verplichtingen |
||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| miljoen EUR | 2009 | 2010 | 2009 | 2010 | 2009 | 2010 |
| Uitstaande 'vlottend ontvangen/ vast betalen' contract |
||||||
| - Minder dan 1 jaar | 8 | 7 | 1 | 2 | 0 | 0 |
| - Van 1ste tot het 2e jaar |
||||||
| - Van 2e tot het 5e jaar |
||||||
| - langer dan 5 jaar | ||||||
| Totaal | 8 | 7 | 1 | 2 | 0 | 0 |
141
Zie ook het gedeelte risico op insolvabiliteit op pagina 153 in het hoofdstuk over Risicobeheer van dit jaarverslag.
In 2010 vertegenwoordigen de handelsvorderingen 67 verkoopdagen. De boekwaarde van de commerciële vorderingen benadert goed de reële waarde op de balansdatum.
Er is geen signifi cante concentratie van kredietrisico's voor de Groep, aangezien het risico verdeeld is over een groot aantal klanten en markten.
De historische balans van handelsvorderingen, overige vlottende vorderingen – andere en overige vaste activa ziet er als volgt uit:
| Totaal | met waarvan vorderingen zonder waardevermindering waarde |
||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| 2009 miljoen EUR | vermindering | niet vervallen |
minder dan 30 dagen vervallen |
30 à 60 dagen vervallen |
60 à 90 dagen vervallen |
meer dan 90 dagen vervallen |
|
| Handelsvorderingen | 1 373 | 11 | 1 180 | 105 | 26 | 10 | 41 |
| Overige vlottende vorderingen - andere |
327 | 0 | 302 | 3 | 4 | 0 | 17 |
| Leningen en andere activa op lange termijn |
152 | 0 | 145 | 0 | 0 | 0 | 7 |
| Totaal | 1 852 | 11 | 1 627 | 108 | 31 | 10 | 65 |
| Totaal | met waarde |
waarvan vorderingen zonder waardevermindering aarvan |
|||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| 2010 miljoen EUR | vermindering | niet vervallen |
minder dan 30 dagen vervallen |
30 à 60 dagen vervallen |
60 à 90 dagen vervallen |
meer dan 90 dagen vervallen |
|
| Handelsvorderingen | 1 706 | 10 | 1 546 | 110 | 19 | 6 | 15 |
| Overige vlottende vorderingen - andere |
516 | 1 | 508 | 2 | 1 | 0 | 4 |
| Leningen en andere activa op lange termijn |
368 | 0 | 368 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Totaal | 2 589 | 11 | 2 422 | 112 | 20 | 6 | 18 |
De "overige vlottende vorderingen – andere" zijn vooral andere vorderingen, over te dragen lasten en verworven opbrengsten.
Andere activa zijn vooral overschotten van pensioenfondsen en andere vorderingen op meer dan één jaar. Dit saldo omvat een cashdeposito als garantie voor de goede uitvoering van de boete opgelegd door de Europese Commissie met betrekking tot de concurrentieregels.
De tabel hieronder toont de evolutie van de waardeverminderingen op handelsvorderingen, overige vlottende vorderingen – andere, leningen en overige vast activa.
| Op 31 december | -98 | -31 |
|---|---|---|
| Nettowijziging | -25 | -67 |
| Op 1 januari | -73 | -98 |
| miljoen EUR | 2009 | 2010 |
Voor het kredietrisico met betrekking tot andere fi nanciële activa refereren we naar de relevante toelichtingen.
Zie ook het gedeelte liquiditeitsrisico op pagina 152 in het hoofdstuk over Risicobeheer van dit jaarverslag.
Het liquiditeitsrisico betreft de mogelijkheid voor Solvay om zijn schulden te betalen of te herfi nancieren, met inbegrip van uitstaande leningen en om zijn werking te fi nancieren. Dit hangt af van zijn vermogen om liquiditeit te genereren met zijn activiteiten.
Het Comité van Financiën geeft zijn mening op het geschikte beheer van het liquiditeitsrisico van de korte, middellange en lange termijn fi nanciering van de Groep en de vereisten van het liquiditeitsbeheer. De Groep beheert het liquiditeitsrisico door gepaste reserves en kredietfaciliteiten aan te houden door permanent toezicht op de vooropgestelde en de actuele kasstromen en door de looptijden van fi nanciële activa en verplichtingen overeen te laten stemmen.
De Groep spreidt de looptijden van zijn fi nancieringsbronnen om het liquiditeitsrisico te minimaliseren.
De volgende tabellen geven een overzicht van de resterende contractuele looptijden voor de niet-afgeleide fi nanciële instrumenten met de overeengekomen afl ossingsperioden. De tabellen tonen de niet-verdisconteerde kasstromen van fi nanciële verplichtingen gebaseerd op de vroegste datum waarop de Groep verplicht zou kunnen worden te betalen. De tabellen omvatten zowel de kasstromen met betrekking tot de rente als de kasstromen met betrekking tot het kapitaal. In de mate dat de rente vlottend is, werd het niet-verdisconteerde bedrag afgeleid van de rentecurven op het einde van het boekjaar. De contractuele looptijd is gebaseerd op de vroegste datum waarop de Groep verplicht zou kunnen worden te betalen.
| miljoen EUR | Totaal 2009 |
opvraagbaar binnen het eerste jaar |
in het tweede jaar |
in het 3e tot 5e jaar |
na 5 jaar |
|---|---|---|---|---|---|
| Uitstromen van geldmiddelen in verband met fi nanciële verplichtingen: |
4 440 | ||||
| Overige verplichtingen op lange termijn | 44 | 44 | |||
| Financiële schulden op korte termijn | 185 | 185 | |||
| Handelsschulden | 828 | 828 | |||
| Fiscale schulden | 66 | 66 | |||
| Overige verplichtingen op korte termijn | 682 | 682 | |||
| Financiële schulden op lange termijn | 2 635 | 0 | 176 | 676 | 1 783 |
| Totale fi nanciële schulden (lang- en kortlopend) | 2 820 | 185 | 176 | 676 | 1 783 |
| miljoen EUR | Totaal 2010 |
opvraagbaar binnen het eerste jaar |
in het tweede jaar |
in het 3e tot 5e jaar |
na 5 jaar |
|---|---|---|---|---|---|
| Uitstromen van geldmiddelen in verband met fi nanciële verplichtingen: |
5 035 | ||||
| Overige verplichtingen op lange termijn | 48 | 48 | |||
| Financiële schulden op korte termijn | 212 | 212 | |||
| Handelsschulden | 1 489 | 1 489 | |||
| Fiscale schulden | 67 | 67 | |||
| Overige verplichtingen op korte termijn | 629 | 629 | |||
| Financiële schulden op lange termijn | 2 590 | 0 | 94 | 1 512 | 984 |
| Totale fi nanciële schulden (lang- en kortlopend) | 2 802 | 212 | 94 | 1512 | 984 |
Alle afgeleide fi nanciële instrumenten vervallen binnen 1 jaar.
Naast de bovenvermelde fi nancieringsbronnen heeft de Groep ook toegang tot de volgende instrumenten:
• een programma van Belgische thesauriebewijzen voor EUR 1 miljard, dat eind 2010 nog ongebruikt was, of als alternatief een Amerikaans 'commercial paper'-programma van voor USD 500 miljoen, dat eind 2010 ook ongebruikt was. Het hoogste plafond van beide vermelde kredietlijnen wordt bovendien gedekt met back-up kredietlijnen voor EUR 550 miljoen en een bankkredietlijn van EUR 400 miljoen die in oktober 2013 vervalt. Beide waren eind 2010 nog ongebruikt;
• een bankkredietlijn van EUR 1 miljard (eind 2010 ongebruikt), die in 2015 vervalt.
Bijkomende informatie wordt gegeven in toelichting 32 – Nettoschuld.
In overeenstemming met IFRS en in navolging van de beslissing om de verkoop van geprecipiteerd calciumcarbonaat te stoppen, werd de activiteit in juni 2010 opnieuw binnen het segment Chemie gepresenteerd, nadat de activiteit als "vaste activa en verplichtingen aangehouden voor verkoop" werd gepresenteerd sinds oktober 2008. Bijgevolg werd de gecumuleerde afschrijving, sinds die datum, van de betrokken activa in resultaat genomen in het tweede kwartaal van 2010 met een negatieve impact op operationeel segmentresultaat van EUR 10 miljoen.
De slotkoers van de US-dollar op balansdatum is van 1,4406 op het einde van 2009 naar 1,3362 op het einde van 2010 geëvolueerd. De sterkere dollar en in mindere mate de versteviging van ander valuta leidt tot een positief omrekeningsverschil. Het totale verschil bedraagt EUR 278 miljoen waarvan EUR 238 miljoen aandeel van de Groep, waardoor het saldo steeg van EUR -612 miljoen op het einde van 2009 tot EUR -374 miljoen op het einde van 2010.
Deze verschillen vertegenwoordigen de waardering op basis van de marktwaarde van voor verkoop beschikbare deelnemingen en van afgeleide fi nanciële afdekkingsinstrumenten.
In 2010 heeft de negatieve wijziging van -10 miljoen voornamelijk betrekking op de daling in de reële waarde van de aandelen AGEAS (vroeger Fortis) (EUR -14 miljoen) en op de transfer van de niet-gerealiseerde verliezen op de Farma deelnemingen beschikbaar voor verkoop naar de winst- en verliesrekening op het einde van 2009 (EUR 5 miljoen).
De herwaarderingsverschillen (reële waarde) omvatten eveneens de marktwaardering van fi nanciële instrumenten aangewezen voor kasstroomafdekking in overeenstemming met IAS 38. Enkel het effectieve deel van de afdekking wordt geboekt in het eigen vermogen terwijl het saldo rechtstreeks in de winst- en verliesrekening wordt opgenomen. De wijziging in dit effectieve deel, geboekt onder de herwaarderingsverschillen (reële waarde), bedroeg EUR 1 miljoen op het einde van 2010 (EUR -8 miljoen in 2009).
Wanneer het fi nanciële afdekkingsinstrument komt te vervallen, wordt de waarde gecumuleerd in eigen vermogen getransfereerd naar de winst- en verliesrekening.
In de balans van EUR -65 miljoen zit de toename van de minderheidsbelangen in Vinythai resulterend van de verwerving van de aandelen op de beurs (EUR -16 miljoen), de kapitaalsafl ossing aan minderheidsbelangen in onze activiteit natuurlijk natriumcarbonaat in de VS (EUR -27 miljoen) en de verwerving van de volledige eigendom van Vinilis door de SolVin Groep (EUR -14 miljoen).
| 2009 | 2010 | |
|---|---|---|
| Uitgegeven en op 1/1/2010 volledig betaalde aandelen | 84 701 | 84 701 |
| Kapitaalverhoging | 0 | 0 |
| Uitgegeven en op 31/12/2010 volledig betaalde aandelen | 84 701 | 84 701 |
| Ingekochte eigen aandelen op 31/12/2010 | 2 461 | 3 636 |
| Toegelaten, nog niet uitgegeven aandelen | 0 | 0 |
| Pari-waarde | 15 EUR /aandeel | 15 EUR / aandeel |
Informatie over het dividend voorgesteld aan de Algemene Vergadering is te vinden in het verslag van de Raad van Bestuur.
1 Zie de geconsolideerde gegevens per aandeel onder de fi nanciële informatie per aandeel in het Verslag van de Raad van Bestuur
| miljoen EUR 2009 |
2010 |
|---|---|
| Toezeggingen voor het verwerven van materiële en immateriële activa 81 |
73 |
| waarvan : joint ventures 45 |
17 |
The decrease refl ects the nearing completion of major new investment projects.
| miljoen EUR 2009 |
2010 |
|---|---|
| Verplichtingen en toezeggingen van derden gegarandeerd door de onderneming 268 |
242 |
| Bijkomende mijlpalen voor Fournier 70 |
0 |
| Claims en andere belangrijke toezeggingen 14 |
7 |
De schulden en verplichtingen van derden gegarandeerd door de onderneming hebben vooral te maken met waarborgen verstrekt om de betaling van de btw te garanderen.
De bedragen in verband met joint ventures zijn in de volgende tabel opgenomen:
| miljoen EUR | 2009 | 2010 |
|---|---|---|
| Verplichtingen en toezeggingen van derden gegarandeerd door de onderneming | 7 | 4 |
| Claims en andere belangrijke toezeggingen | 0 | 0 |
De joint ventures zijn proportioneel geconsolideerd in de jaarrekening van de Groep voor de volgende bedragen (zie verder voor de lijst van de proportioneel geconsolideerde vennootschappen van de Groep).
| miljoen EUR 2009 |
2010 |
|---|---|
| Vaste activa 648 |
475 |
| Vlottende activa 373 |
255 |
| Langlopende verplichtingen 151 |
109 |
| Kortlopende verplichtingen 357 |
253 |
| Omzet 1 095 |
892 |
| Kosten van verkoop -916 |
-718 |
Saldo's en transacties tussen Solvay nv en haar dochterondernemingen, die verbonden partijen zijn van Solvay nv, werden geëlimineerd in de consolidatie en worden bijgevolg niet opgenomen in deze toelichting. Transacties tussen de Groep en andere verbonden partijen worden hieronder toegelicht.
Handelstransacties
| Verkoop van goederen | Aankoop van goederen | ||||
|---|---|---|---|---|---|
| miljoen EUR | 2009 | 2010 | 2009 | 2010 | |
| Joint ventures | 111 | 170 | 104 | 143 | |
| Geassocieerde deelnemingen | 0 | 0 | 0 | 0 | |
| Overige verbonden partijen | 0 | 0 | 0 | 0 | |
| Totaal | 111 | 196 | 104 | 143 |
| Bedragen verschuldigd door verbonden partijen |
Bedragen verschuldigd aan verbonden partijen |
|||
|---|---|---|---|---|
| miljoen EUR | 2009 | 2010 | 2009 | 2010 |
| Joint ventures | 108 | 102 | 19 | 32 |
| Geassocieerde deelnemingen | 0 | 0 | 0 | 6 |
| Overige verbonden partijen | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Totaal | 108 | 102 | 19 | 38 |
Leningen aan verbonden partijen:
| miljoen EUR | 2009 | 2010 |
|---|---|---|
| Leningen aan managers op sleutelposities | ||
| Leningen aan joints ventures | 42 | 28 |
| Leningen aan geassocieerde deelnemingen | ||
| Leningen aan overige verblijvende partijen | 51 | 48 |
| Totaal | 93 | 76 |
Vergoedingen aan managers op sleutelposities
Zie punt 6 op pagina 191 in het hoofdstuk deugdelijk bestuur van dit jaarverslag.
Er hebben zich geen belangrijke gebeurtenissen na de balansdatum voorgedaan.
Zie punt 2.1. op pagina 178 in het hoofdstuk deugdelijk bestuur van dit jaarverslag.
In 2010 werd een belangrijke strategische gebeurtenis vastgelegd dewelke het risicoprofi el van Solvay aanzienlijk beïnvloedt: de verkoop van de farmaceutische activiteiten resulteerde in een algemene risicodaling. De categorieën met verminderd risico omvatten productrisico, bevoorrading en productie, regelgeving en pensioenregeling. Nochtans vormt de verminderde diversifi catie van de portefeuille van de Groep zonder de farmaceutische activiteiten een verhoging van het Strategisch Risico.
Als kader voor zijn risicomanagement heeft Solvay de norm van het FERMA (Federation of European Risk Management Associations) goedgekeurd. De doelstelling van de Solvay-groep bestaat erin te komen tot een optimaal management van de risico's eigen aan de onderneming, en:
Een evaluatie van de in 2009 geïmplementeerde Risicobeheer strategie toont aan Solvay niet hoeft onder te doen voor andere vergelijkbare ondernemingen. Sterke punten zijn de integratie van risicobeheer in de strategie, scenarioplanning, beheer van gezondheidsrisico's (toepassingen van chemische producten en kunststoffen in gezondheidszorg, voeding en veevoer), het Renaissanceproject en reputatiemanagement. Om zich als beste te onderscheiden moet de na te streven risiconorm worden gedefi nieerd en geformaliseerd doorheen de ganse Groep, om zodoende risicoprofi elen op te maken voor een groter aantal beheersprocessen en de risicocontrole te verbeteren. Solvay gaat de resultaten van de studie nu gebruiken om verbeteringen aan te brengen om zo tot een hoger niveau in het beheer van bedrijfsrisico's te komen.
Een bijzonder Competentiecentrum dat deel uitmaakt van de Financiële Directie ontwikkelt instrumenten, geeft advies en helpt de diverse geledingen in het belang van een meer systematisch beheer van de risico's. In de loop van 2009/10 werd elke Business Unit gevraagd een analyse te maken aan de hand van de tien risicocategorieën om zo de belangrijkste risico's te identifi ceren en in te schatten. Daarnaast dienden ze een plan uit te stippelen dat de risico's moest verminderen. De analyses werden geconsolideerd in een bijgewerkte versie van het Risico Profi el van de Groep, en bevestigden een terugdringing van risico na de verkoop van de farmaceutische activiteiten.
De initiatieven inzake duurzame ontwikkeling dragen ertoe bij de risico's te verminderen en kansen te creëren, vooral op het gebied van de strategische risico's. Als onderdeel van het streven naar duurzame ontwikkeling zijn volgende doelstellingen inzake risicomanagement bevestigd voor 2012:
Solvay onderscheidt tien risicocategorieën:
Het opzet van dit verslag is de risico's te beschrijven voor elke categorie en de acties te schetsen die de Groep heeft ondernomen om dit risico te beperken. De volgorde waarin we deze categorieën risico's behandelen heeft niets te maken met de vraag hoe ernstig ze wel zijn of hoe waarschijnlijk het is dat ze zich voordoen. De beschreven preventieinspanningen zijn evenmin een waarborg dat het risico zich nooit zal voordoen. Ze geven wel een idee van de maatregelen die de Groep als echte ondernemer heeft genomen om blootstelling aan risico's te beperken.
In 2011, startte de Groep een reorganisatie met het oog op het bevorderen van een verhoogde zelfstandigheid voor de werknemer, een nieuw planningsproces evenals een nieuwe organisatie voor de verschillende bedrijfstakken.
Het strategisch risico bestaat erin dat Solvay mogelijk te maken krijgt met een ongunstige marktsituatie of een ongunstig evoluerende concurrentie. Ook is het mogelijk een verkeerde strategische beslissing te nemen. De technologische vooruitgang die de ontwikkeling mogelijk maakt van alternatieve producten of technologische processen, de drastische schommelingen van de energieprijs, het mogelijk uitblijven van succes voor een nieuw product, de vergissingen in de productpijplijn, de schaarste aan onmisbare grondstoffen, de vermindering van de vraag op onze belangrijkste markten tengevolge van de invoering van een nieuwe wetgeving, gebeurtenissen die het gedrag van onze belangrijkste klanten beïnvloeden, nieuwe concurrenten die op de markt komen, prijzenoorlogen of een sterk onevenwicht tussen vraag en aanbod op onze markten, belangrijke sociale crisissen: het zijn allemaal voorbeelden van dit soort risico.
De onderscheiden Business Units binnen de Groep genereren een waaier aan risico's, en sommige daarvan kunnen de Groep in zijn geheel raken. Diversifi catie draagt echter bij tot de vermindering van zo'n veralgemeend risico, omdat bepaalde risico's elkaar opheffen dank zij een evenwichtige productenportefeuille door de diversiteit aan activiteiten, processen, beleidsonderdelen en structuren van de onderneming.
De beheersing van de mogelijke impact van ongunstige gebeurtenissen wordt op het niveau van de Groep ter hand genomen en behelst onder meer:
Een geregelde herziening van de voornaamste macro-economische hypotheses, van de marktvooruitzichten en van de belangrijkste strategische vragen van elke Strategic Business Unit (SBU) voor de vijf komende jaren maakt al deel uit van het strategisch en planningsproces van de Groep.
De strategische fase concentreert zich op hypotheses die te maken hebben met de marktomgeving, de concurrentiepositie en de strategische keuzes van elke SBU. De planningsfase concentreert zich op het operationele niveau, de scenario's en de belangrijkste projecten waarop de uitvoering van de strategie berust. Het strategisch en het operationeel plan van elke SBU wordt door het management voorgesteld aan het Uitvoerend Comité. Na beraadslaging wordt de strategie door het Uitvoerend Comité goedgekeurd en zo nodig geamendeerd. In 2011 wordt de planningsfase aangepast aan de nieuwe organisatie van de Groep.
Het project Horizon werd op touw gezet om onze organisatie te herzien. Een select directieteam zal worden aangesteld om de Groepstrategie en het globale beleid te bepalen. De bedrijfsverrichtingen zullen door volledig gemachtigde globale en regionale bedrijfseenheden dicht bij de klanten worden beheerd. Wij zullen de wettelijke structuur van onze Groep op bedrijfsverant-woordelijkheden richten die zullen leiden tot beter deugdelijk bestuur. De bestuurraad van de verschillende fi lialen zal er op toezien dat er overeenkomstig met de strategie en beleid van de Groep wordt gewerkt.
Het departement Corporate Development treedt op als facilitator in het proces, toetst de hypotheses tussen de diverse SBU's en bij externe bronnen. Het departement Corporate Development actualiseert zijn strategische analyse van de concurrentiële omgeving vrijwel constant. De belangrijkste strategische keuzes worden voorgelegd aan de Raad van Bestuur die verantwoordelijk blijft voor de strategie van de Groep, met inbegrip van de zorg voor een evenwichtige activiteitenportefeuille. Het bestuur plant ook systematisch de heraanwending van de geldmiddelen afkomstig uit het akkoord met Abbott en analyseert alle interessante mogelijke opportuniteiten.
Het risico in verband met de bevoorrading en productie bij productie-eenheden is de blootstelling van de Solvay-groep aan risico's die te maken hebben met grondstoffen, leveranciers, productie-eenheden en transporteurs, zoals risico's door het uitvallen van machines of ernstige beschadiging van de uitrusting, wegongelukken, nijpend gebrek aan grondstoffen of energie, natuurrampen of stakingen in de transportsector.
Met de belangrijkste risico's wordt al rekening gehouden in de richtlijnen en de controleprogramma's zoals die voor gezondheid en veiligheid en de beveiliging van de productiemethodes, risico-engineering, geïntegreerde planning van middelen en systemen om de bevoorradingsketen te verbeteren (ERP of Enterprise resource planning), de dringende aanpak van problemen, het centrale en lokale crisismanagement, de continuïteit van de activiteiten, de continuïteit in geval van een pandemie, enz.
Bijkomend aan de gebruikelijke dekking voorzien in de verzekeringspolis, doet Solvay ook beroep op verzekeringen om de fi nanciële impact te verminderen van eventuele gebeurtenissen die mogelijk zware schade kunnen berokkenen of die een onderbreking van de bevoorrading kunnen veroorzaken. De fabrieken ondergaan op regelmatige basis een externe audit waardbij risico's van schade aan de productie-eenheden en de onderbreking van de productie geïdentifi ceerd worden en de impact ervan wordt ingeschat door specialisten in risico-engineering van de verzekeringsmaatschappij. Het partnerschap met een gemeenschappelijke verzekeringsgroep verbetert de veerkracht en de bescherming van het productieproces aanzienlijk.
De geografi sche spreiding van de productie-eenheden in de wereld verkleint de algemene impact bij een productieonderbreking of beschadiging van een productie-eenheid. Sommige specialiteiten worden echter in slechts een eenheid aangemaakt.
Wat grondstoffen betreft: door het bezit van allerlei mijnen en ertsgroeven beperkt Solvay het risico op onderbrekingen (qua beschikbaarheid, betrouwbaarheid en prijs) door een combinatie van:
Qua energiebevoorrading heeft Solvay nu al sedert jaren systematisch inspanningen geleverd om het energieverbruik te verminderen. Solvay heeft weliswaar industriële activiteiten die veel energie opslorpen, vooral in Europa (natriumcarbonaat, elektrolyse), maar de Groep ontplooit ook een aantal industriële activiteiten die relatief weinig energie vergen, meer bepaald in in zijn SBU Speciale Polymeren.
Met de blootstelling aan het risico in verband met de beschikbaarheid van energie en de betrouwbaarheid van de energiebevoorrading dient omzichtig omgesprongen. Een aantal strategische ingrepen kunnen de gevolgen van de grillen van de energiemarkt verminderen:
Voor zover de specifi eke marktsituatie van een SBU het veroorlooft, wordt onderhandeld over prijsverhogingen om zo de hogere energiekosten te compenseren. Solvay is stichtend lid van Exeltium, opgericht door een groep industrieën met hoog energieverbruik in Frankrijk. De bedoeling is te zorgen voor een betrouwbare en duurzame energiebevoorrading tegen een concurrentiële prijs. In België bestudeert Solvay een gelijkaardig project dat luistert naar de naam Blue Sky.
In 2008 verbond Solvay zich tot een doorwrocht programma voor duurzame ontwikkeling. Het omvat doelstellingen om tegen 2020 het energieverbruik van Solvay en de uitstoot van broeikasgassen met 20% te verminderen (in vergelijking met het niveau van 2006).
Sedert juni 2009 is Solvay Energy actief in beschermingstransacties namens de verschillende wettelijke entiteiten van de groep. Een totaal van 66 transacties werden uitgevoerd, hoofdzakelijk op steenkool en gas (in Europa en de V.S.) Zodoende werd de Groep beschermd tegen de algemene prijsstijging in 2010.
Een risico met regelgeving ontstaat wanneer Solvay te maken krijgt met een gebeurtenis zoals prijsregeling door de overheid, taxatie, een nieuwe wetgeving die van invloed is op import en export, nieuwe regels die een product verbieden of de productie, de commercialisering of het gebruik ervan beperken, of waardoor de productie ervan niet langer rendabel is, en zo meer.
Het wettelijk risico is de blootstelling van de Groep aan de negatieve gevolgen van het niet-respecteren van regelgeving (bijvoorbeeld inzake kartelvorming) of een contractuele verbintenis, of het verlies van rechten of winsten die men verwachtte op grond van regelgeving of contract. Diverse aspecten die hierbij komen kijken zijn bijvoorbeeld de betrouwbaarheid van een product, de administratieve of gerechtelijke sancties, betwistingen in verband met contractuele of intellectuele eigendom, en ook de eventueel ongunstige uitkomst van een juridisch geschil (zie hieronder de toelichting bij belangrijke betwistingen).
Onder het politiek risico wordt meer bepaald de blootstelling verstaan van Solvay aan de vernietiging of het verlies van de controle over de productiemiddelen, of nog de niet-beschikbaarheid van grondstoffen, uitrustingsgoederen, logistieke of transportmiddelen door burgeroorlog, nationalisatie, terrorisme of andere omstandigheden waarin het overheidsgezag niet op een normale manier kan worden uitgeoefend.
Solvay moet de reglementaire toelatingen krijgen en behouden voor het gebruik van het grootste deel van zijn productiesites en voor de verkoop van zijn producten.
Voor een vrij groot aantal substanties die Solvay produceert dan wel gebruikt, zal registratie vereist zijn als onderdeel van de REACH-regelgeving en dit bovenop de al vroeger, dus voor REACH opgelegde vereisten. Eind 2010, werden 170 dossiers die 82 verschillende materies vertegenwoordigen succesvol geregistreerd binnen de door ECHA (European Chemicals Agency) vooropgestelde tijdspanne. Solvay producten zijn onderhavig aan de nieuwe reglementering inzake classifi catie, etikettering en verpakking.
Aangezien de Groep internationaal wijdvertakt is, hangt hij voor deze vergunningen af van de overheid of van ter zake bevoegde agentschappen in een groot aantal landen. Het intrekken van een eerder verkregen vergunning of het niet verkrijgen van een vergunning kan een negatief effect hebben op de activiteiten en het operationeel resultaat. Dit geldt ook voor wijzigingen in de regelgeving die Solvay tot extra kosten kunnen verplichten.
In Europa worden in de nabije toekomst vergunningen vereist voor chemische substanties ten gevolge van de uitvoering van de REACH¬reglementering op de activiteit. --- phrase supplémentaire!?!
De geografi sche spreiding van de Groep in de wereld maakt het mogelijk bepaalde reglementaire en politieke risico's beperkt te houden.
Solvay heet de steeds groeiende kosten die de CO2-uitoot in Europa geïdentifi ceerd als een potentieel risico en volgt dit nauwgezet op.
Goed geconcipieerde producten en productieprocedés zijn een heel nuttig antwoord op deze reglementaire en wettelijke risico's, net zoals de stipte indiening van vergunningsaanvragen volgens de regels van de kunst.
Het risico dat verband houdt met regelgeving en politiek wordt verkleind dankzij permanent werk en overleg met de overheden door de afdeling Government and Public Affairs. Hiernaast en in elk land buiten de Europese Unie onderhoudt Solvay een duidelijke communicatie met de politieke overheden via de Belgische ambassades.
Solvay volgt de kalender voor de uitvoering van REACH en heeft de preregistratie voltooid van al zijn producten die met REACH te maken hebben. Ontwikkelingen in de regelgeving worden systematisch opgevolgd door interne en externe medewerkers.
Om het wettelijk risico te beheersen kan Solvay terugvallen op interne medewerkers die gespecialiseerd zijn in recht en intellectuele eigendom. Zo nodig kan het ook een beroep doen op bijkomende externe professionele inbreng. De Groep spreekt met dezelfde bedoeling interne en externe middelen aan en bouwt adequate fi nanciële voorzieningen op. Het zich bewust zijn van wettelijke risico's neemt toe door gerichte trainingssessies, zelfbeoordelingsprocedures en interne audits. Het feit alleen dat Solvay commercieel actief is brengt met zich mee dat de Groep niet immuun is voor betwistingen of gerechtelijke procedures. Het is altijd mogelijk dat zulke betwistingen of rechtszaken ongunstig afl open (zie verderop de toelichting over belangrijke juridische geschillen).
Om dekking van deze risico's te optimaliseren, coördineert de Groep de activiteiten van de diverse interne Audit functies.
In de chemische en kunststoffenindustrie kan de technologische expertise worden beschermd door het fabricagegeheim, dat vaak een goed alternatief vormt voor de bescherming die middels een octrooi wordt gewaarborgd. Solvay is in veel gevallen toonaangevend op technologisch vlak, meer bepaald wat zijn productieprocessen betreft. Hoe het ook zij, Solvay overweegt systematisch octrooi te nemen op zijn producten en procedés en spant zich onafgebroken in om zijn bedrijfseigen informatie te vrijwaren.
Politieke risico's pakt Solvay aan door een verdeling van de risico's na te streven met plaatselijke of institutionele partners en ook door het nauwgezet opvolgen van politieke ontwikkelingen in gebieden ten prooi aan onzekerheid.
Het risico verbonden aan interne procedures bestaat erin dat Solvay zijn eigen gedragscodes, richtlijnen en procedures niet respecteert. Een foute strategie inzake human resources, de mislukte integratie van een overgenomen bedrijf, het niet naleven van internationaal erkende regels van deugdelijk bestuur en van goede praktijken, enz., het zijn allemaal voorbeelden van dit soort risico. Solvay is in het bijzonder onderworpen aan de Belgische code voor deugdelijk bestuur.
De hergroepering van contant geld afkomstig van de verkoop van de farmaceutische activiteiten, zou kunnen leiden tot aanwinsten die dan in de Solvay Groep zouden moeten worden geïntegreerd. Dat proces als dusdanig zou niet risicoloos zijn.
In verband met deugdelijk bestuur beschikt Solvay over een gedetailleerd handvest, raadpleegbaar op www.solvay.com. Ook publiceert het een jaarlijks verslag gewijd aan de toepassing van de regels van deugdelijk bestuur binnen de Solvay-groep. Als referentie geldt de Belgische code voor deugdelijk bestuur.
Sinds 2007 is een conformiteitsorgaan opgericht onder de leiding van de Group General Counsel die ethisch handelen en respect voor de relevante wetgeving, de gedragscode van Solvay en de Waarden van de onderneming overal in de groep dient aan te moedigen. Hiertoe benoemde Compliance Offi cers zien hierop toe in elk van de vier regio's.
Opleidingen en activiteiten rond maatschappelijke betrokkenheid worden georganiseerd om ervoor te zorgen dat de ethische en vastgelegde gedragsregels echt deel gaan uitmaken van de manier waarop Solvay zaken doet en om riskant gedrag, zoals schending van de antitrust-wetgeving of corruptie in bepaalde gebieden op de gepaste manier aan te pakken. In geregelde campagnes krijgen nieuwe werknemers terzake een opleiding en wordt erover gewaakt dat deze bewustmaking in de hele Groep voldoende sterk is. De organisatie die toeziet op naleving, werkt samen met de interne audit, de juridische dienst en andere departementen en functies om te controleren of toe te passen wetten en de gedragscode van Solvay wel degelijk worden gerespecteerd. Schending van de code leidt tot sancties overeenkomstig de bestaande wetgeving. De Groep moedigt ook melding van zulke inbreuken aan. Hiertoe reikt hij de werknemers verschillende mogelijkheden aan. Eén daarvan is een beroep te doen op een Compliance Offi cer. In de meeste landen waar Solvay aanwezig is werd de Solvay Ethics Helpline geïntroduceerd, dit is een externe dienst waar werknemers elke inbraak op de gedragscode kunnen rapporteren in hun eigen taal.
Hier gaat het om de blootstelling van Solvay aan het wisselrisico en de risico's in verband met liquiditeit, interestvoet, solvabiliteit van een tegenpartij of onvermogen om de pensioenverplichtingen te fi nancieren. De grootste risico's behelzen compliance, transfer pricing en wettelijk risico.
5.1.Het liquiditeitsrisico heeft te maken met de mogelijkheid voor Solvay om zijn schulden te betalen of te herfi nancieren, met inbegrip van uitstaande leningen en om zijn werking te fi nancieren. Dit hangt af van zijn vermogen om liquiditeit te genereren met zijn activiteiten.
Van oudsher heeft de Groep de reputatie voorzichtig met zijn fi nanciële middelen om te springen, wat blijkt uit de kwalifi catie single A (S&P A; Moody's A3).Het liquiditeitsprofi el is zeer sterk, hoofdzakelijk gesteund door obligatie-uitgiftes op lange termijn (voor een totaal van EUR 2 miljard, met een eerste signifi cante reserve van EUR 500 miljoen in 2014) en aanzienlijke liquiditeitsreserves (cash en gegarandeerde kredietlijnen, met inbegrip van twee gesyndiceerde kredietlijnen van EUR 400 miljoen en EUR.1 miljard (geherfi nancierd in juli 2010) respectievelijk en een kredietlijn van EUR 300 miljoen met de Europese Investeringsbank). Solvay streeft inderdaad een ratio tussen nettoschuld en eigen vermogen na die de 45% nooit lang mag overtreffen. Na de verkoop van de farmaceutische activiteiten wil Solvay met de opbrengst van deze transactie uitbreiden en investeren in een expansie van de productie, met het oog op een waardeverwezenlijking op lange termijn. De fi nanciële discipline en de aanwinstencriteria zullen conservatief blijven.
5.2.Wat het wisselkoersrisico aangaat, daar heeft Solvay natuurlijkerwijs veel mee te maken wegens zijn internationale activiteiten. In zijn huidige structuur wordt de Groep vooral blootgesteld aan het wisselrisico EUR/USD, wat zijn verklaring vindt in de positieve nettokasstroom in USD die door deze internationale activiteit wordt gegenereerd. Hierdoor veroorzaakt een devaluatie van de dollar over het algemeen een inkomstenverlies voor Solvay. Solvay is exposed to Foreign Exchange Risk as a consequence of its international activities. In its present structure, the Group's exposure is mainly associated with the EUR/USD risk, as the Group's overall activities generate a net positive USD fl ow. Consequently, a depreciation of the USD will generally result in lower revenues for Solvay.
De geografi sche spreiding van productie en verkoop brengt een natuurlijke bescherming met zich tegen de wisselkoersverschillen, als gevolg van de combinatie die eruit voortvloeit van inkomende kasstromen en basisuitgaven in lokale munt. Ook ziet Solvay nauwlettend toe op de wisselmarkt en neemt het dekkingsmaatregelen van zodra dit nodig is voor periodes van 6 tot 24 maanden. In de praktijk gaat Solvay contracten op termijn aan en optiecontracten die voor de volgende maanden de waarde in EUR van de deviezenstromen beveiligen.
5.3.Het rentevoetrisico is de blootstelling van Solvay aan schommelingen van de rentevoet.
Zoals de Groep momenteel georganiseerd is, heeft hij het leeuwenaandeel van zijn schulden geblokkeerd tegen vaste rentevoeten. Solvay volgt nauwgezet de markt van de rente en gaat renteswaps aan van zodra dit nodig blijkt.
5.4.Solvay loopt ook het risico op insolvabiliteit van een tegenpartij in het kader van zijn liquiditeitsmanagement en het beheer van wisselkoers- en rentevoetrisico's en ook in zijn commerciële betrekkingen met klanten. Als een tegenpartij haar verplichtingen niet kan nakomen kan dit leiden tot een verlies op één van de bankdeposito's, of van een rentevoet afgeleid instrument of de indekking van het wisselkoersrisico. Is een klant van Solvay nalatig, dan kan dit leiden tot een waardevermindering van de betreffende commerciële schuldvorderingen.
Solvay beheert het risico op insolvabiliteit van een tegenpartij door samen te werken met de degelijkste bankinstellingen (waarvan de selectie is gebaseerd op de belangrijkste evaluatiesystemen) en vermijdt een concentratie van risico's door met zijn blootstelling aan elk van deze banken een bepaalde drempel niet te overschrijden. Die drempel is bepaald op basis van de uitstaande kredieten van de betrokken instelling (kredietrating).
Voorts is het beheer van het klantenkredietrisico in handen van een risicocomité en van kredietbeheerders die limieten opleggen aan het krediet voor de klant en de inkasseringen opvolgen. Solvay ook geld onderbrengen bij hooggewaardeerde fondsen of het beleggen in kortetermijnschuldinstrumenten van uitgevers met een hoge rating, ofwel een beroep doen op kredietverzekeringen om het risico met klantenkredieten de baas te blijven.
Daar komt bij dat 75% van de omzet toegewezen is aan een intern factoringbedrijf, Solvay CICC, dat werkt met een netwerk van mensen die belast zijn met de debiteurenadministratie, die het risico per land of per klant inschatten en instaan voor het collecteren van de verschuldigde gelden. In 2009 is een begin gemaakt met een programma om de kwaliteit van het kredietbeheer te verbeteren. Een risicocomité volgt de klantenportefeuille van nabij en stippelt richtlijnen voor het kredietbeleid uit. De vorderingen van Solvay CICC zijn in ruime mate verzekerd op de kredietverzekeringsmarkt.
5.5. Wat dan het fi nancieringrisico voor pensioenverplichtingen betreft: Solvay krijgt ermee te maken wanneer het zijn toegezegde pensioenregeling toepast. De schommelingen in de disconteringsvoet, de salarissen en de sociale zekerheid, de lange levensduur en de gelijkwaardigheid van activa en passiva kunnen een belangrijke invloed hebben op de verplichtingen die bij pensioenplannen horen. Waar deze verplichtingen van fondsen worden voorzien moeten ook de diverse risico's in verband met de belegging beheerd worden, rekening houdend met de risico/ opbrengstbalans. Als regelingen niet gefi nancierd zijn, is Solvay meestal blootgesteld aan infl atie- en renterisico's.
Solvay heeft richtlijnen voor deugdelijk bestuur voor pensioenvoorzieningen opgesteld om zijn invloed op plaatselijke pensioenfondsbeslissingen uit te breiden binnen de perken van de plaatselijke wet. Meer bepaald gaat het om beslissingen in verband met beleggingen en fi nanciering, keuze van adviseurs, benoeming van door de werkgever¬genomineerde beheerders van plaatselijke pensioenfondsbesturen en andere beslissingen die met het kostenbeheer te maken hebben.
De Groep heeft zijn blootstelling aan het risico in verband met toegezegdpensioenregelingen geminimaliseerd door de bestaande regelingen om te zetten in pensioenplannen met een verminderd risicoprofi el voor dienstverlening in de toekomst of door ze niet toe te kennen aan nieuwkomers. Hybride regelingen of regelingen van het type cash balance en regelingen met toegezegde bijdragen zijn voorbeelden van regelingen met een lager risicoprofi el. De overdracht van Solvay's pensioenobligaties van een Nederlands Pensioenfonds naar een verzekeringsmaatschappij heeft ook geresulteerd in een vermindering van de fi nanciële blootstelling van de maatschappij.
Solvay heeft ook richtlijnen en procedures uitgewerkt om het pensioenfi nancieringsrisico beter te beheren. In de loop van de afgelopen jaren zijn de toegezegdpensioenregelingen (voor Duitsland, Nederland, het Verenigd Koninkrijk, de Verenigde Staten, Spanje en België), die – volgens de IFRS-normen – meer dan 80% vertegenwoordigden van de pensioenverplichtingen van de Groep, herbekeken in functie van de hogervermelde principes. In 2007 is een studie over het beheer van de activa en de verbintenissen in zijn geheel uitgevoerd. Zij toont aan de het risicopeil lager ligt dan de vooraf bepaalde risicodrempel, een conclusie die nog bevestigd werd met op de achtergrond de marktturbulenties van 2008. Risico's in verband met rentevoeten worden actief beheerd (timing, langetermijninterestvoet, enz.).
Het percentage van gefi nancierde pensioenplannen is verminderd met de verkoop van de farmaceutische activiteiten.
5.6. Tax compliance risico heeft betrekking op de gevolgen van het niet tijdig voldoen aan de wettelijke en administratieve verordeningen (bijkomende beoordelingen, belangen en sancties).
Solvay beklemtoont het belang van naleving van de tax compliance door zijn tax- en fi nancieel personeel. Het controleert continue de procedures en de systemen door intern nazicht en door controles die verricht worden door befaamde externe adviseurs.
In elk land ter wereld wil de belastingsautoriteit ervoor zorgen dat de transacties tussen verwante entiteiten op eerlijke prijzen berusten zoals dit zou gebeuren tussen onafhankelijke partijen in gelijkaardige omstandigheden, vooral in grensoverschrijdende situaties. Net zoals alle multinationale groepen,moet Solvay zich houden aan gedetailleerde overdracht tarieven, reglementeringen en administratieve verplichtingen vereist in steeds meer landen. Bijzonder hoge boetes worden opgelegd in geval men niet aan de gestelde eisen voldoet. Bij tax audits wordt bijzonder veel aandacht geschonken aan Transfer pricing, aangezien deze door vele autoriteiten als een belangrijke verliespost worden aanzien en dus uiterst worden gecontroleerd.
Solvay heeft een transfer pricing policy opgesteld en een procedure om tegemoet te komen aan de vereisten van het OECD en de autoriteiten. Een gedetailleerde documentatiemap werd opgesteld en bezorgd aan elke entiteit of land, met assistentie van interne of externe experts. Deze policy wordt ieder jaar aangepast om de correctheid aan te tonen bij transacties tussen verwante entiteiten. De documentatie wordt op regelmatige basis gecontroleerd door het interne Audit departement.Interne transfer pricing specialisten ondersteunen de entiteit door intra-groep prijzen te bepalen, die voldoen aan de transfer pricing policy.
5.8. Procedure risico. Het risico bestaat dat de autoriteiten de analyse van Solvay van zijn feitelijke- en belastingspositie niet delen, en misschien zelfs betwisten.
Inspanningen voor preventie of mildering van de gevolgen zijn gebaseerd op een grondige analyse van de fusies, aanwinsten en verkopen, of voorgestelde veranderingen in de bedrijfsorganisatie en operaties, met de hulp van externe deskundigen of advocatenkantoren wanneer de vooropgestelde bedragen dit vereisen. Veranderingen in de belastingswet, verordeningen of jurisprudentie worden continue gevolgd en aangepast bij wijzigingen.
6.1. Met risico's in verband met producten krijgt Solvay te maken wanneer derden verwond geraken of zijzelf en hun eigendom schade oplopen na een Solvay-product te hebben gebruikt; ook wanneer het betrokken geraakt in een gerechtelijke betwisting die hieruit voortvloeit. Wat de productverantwoordelijkheid betreft kan het gaan om producten die niet beantwoorden aan specifi caties, die oneigenlijk worden gebruikt of waarvan het gebruik gevolgen heeft die tot dan niet bekend waren, productiefouten die defi ciënte producten opleveren, productbesmetting, veranderde productkwaliteit of niet-aangepaste veiligheidsaanbevelingen. Consequenties van een minderwaardig product zijn bijvoorbeeld aansprakelijkheid bij verwonding of schade, of ook het terugroepen van het bewuste product. In tegenstelling tot industriële of technische ontwikkelingen staat het ontwikkelen en verdelen van farmaceutische producten bloot aan een verhoogd risico.
De kans dat Solvay ter verantwoording wordt geroepen voor de kwaliteit van zijn producten is klein dankzij de kwaliteitszekerheid en –controle, de informatie en de goede technische bijstand ten behoeve van de consument en de inspanningen ten bate van gezondheid en veiligheid. De Groep levert bij al zijn producten informatie betreffende correct gebruik en behandeling. Voor producten die echt gevaar opleveren en die over het algemeen alleen rechtstreeks worden verkocht aan de industriële gebruiker, hebben de verantwoordelijke SBU's een heel begeleidingsprogramma met fi ches die de veiligheidsvoorschriften nog eens op een rijtje zetten. Solvay beheert de aanwending van zijn producten uit de Sectoren Chemie en Kunststoffen in gezondheid, voeding en veevoer via zijn Healthcare Risk Management. Opvolging van regelgeving en het inwinnen van inlichtingen moet ervoor zorgen dat in elk land waar een markt voor een welbepaald product bestaat, dit ook voldoet ana de plaatselijke regelgeving.
6.2. Met het risico inherent aan de ontwikkeling van een product krijgt Solvay te maken wanneer de ontwikkeling van nieuwe producten en technologieën mislukt of wanneer de poging om een procedé elders toe te passen tegenvalt. Het operationeel resultaat van Solvay hangt onder meer af van zijn vermogen te innoveren en nieuwe producten en productietechnologieën te ontwikkelen die commercieel leefbaar zijn. Als men bedenkt dat zo'n ontwikkelingsproces lang duurt, de technologische uitdaging groot is en de concurrentie erg intens, kan Solvay niet zeker zijn dat de producten die het ontwikkelt marktklaar zijn of een commercieel succes worden. Indien Solvay er niet in zou slagen nieuwe producten en productieprocedés te lanceren, dan zou zijn concurrentiepositie en zijn operationeel resultaat daar onder lijden.
Solvay besteedt heel wat middelen aan onderzoek en ontwikkeling en verbetert gedurig de concurrentiekracht van zijn op de lange termijn belangrijkste producten door technologische verbeteringen en innovaties. De innovatie is de hoeksteen van de strategie van de Groep. Solvay vindt trouwens dat de uitdaging van de productontwikkeling aangaan voor de onderneming veeleer een buitenkans dan een risico is.
Het management in onderzoek en ontwikkeling (O&O) via programma's en projecten die passen in de strategie van de Groep, verbetert de prestaties inzake O&O en vermindert de kansen op een mislukking. Het projectbeheer waarbij een nieuw product een welbepaald traject met mijlpalen moet afl eggen, van de oorspronkelijke idee tot de uiteindelijke lancering, waarborgt een optimaal gebruik van de beschikbare middelen.
Solvay's stuurt zijn New Business Development deels door deelname aan risicokapitaalfondsen, wat de Groep de kans biedt opkomende activiteiten, zoals die rond hernieuwbare alternatieve energie en organische elektronica, van nabij op te volgen.
Bij persoonsgebonden risico's dient in de eerste plaats te worden gedacht aan eventuele negatieve effecten van Solvay¬activiteiten en producten op werknemers, aannemers, of het publiek in het algemeen. Die kunnen bijvoorbeeld het gevolg zijn van de behandeling in de fabriek of het transport van gevaarlijke chemische producten. Een zwaar ongeval kan tot gewonden bij het publiek leiden of tot de tijdelijke sluiting van een fabriek. Uiteindelijk zou dit voor Solvay zeer belangrijke fi nanciële lasten meebrengen.
Voor Solvay zijn veiligheid en gezondheid van de medemens van cruciaal belang in al zijn activiteiten. De Groep heeft dan ook zeer strenge programma's voor veiligheid en gezondheid uitgewerkt en hij past die ook toe.Solvay heeft een lange staat van dienst voor goede veiligheidsprestaties, die nog duurzamer zal worden dank zij net onlangs goedgekeurde programma om de motivering van de medewerkers ten aanzien van de veiligheid nog te versterken. De Groep heeft de uiteindelijke ambitie om te komen tot nul ongevallen met werkverlet (TF = 0). De TF-waarde, verminderd tot 1.6 aan het einde van 2009 en tot 1.3 aan het einde van 2010, vertegenwoordigd een signifi cante verbetering van de veiligheid voor de werknemers.
Reglementering en risicobeheer zijn op alle productie-eenheden van toepassing, zij gelden eveneens voor contractanten en de onlangs verworven units. Veiligheidrapportering gebeurt maandelijks aan het Uitvoerende Comité en en aan de Raad van beheer. Terwijl vele capexinvesteringen tijdens de fi nanciële crisis werden uitgesteld, werden al de geplande investeringen in HSE volbracht.
Speciale aandacht wordt geschonken aan rapporten en de analyses van incidenten of bijna incidenten. Er worden leersessies georganiseerd waar incidenten worden doorgelicht en besproken om zo de veiligheid te verhogen en herhaling van gelijkaardige gebeurtenissen te vermijden.
Om een hoog niveau van gezondheidspreventie voor werknemers te verzekeren, begon Solvay in 2008 met de implementatie en ontwikkeling van beroepshygiënemodules en gezondheidsmodules van het systeem Medexis om uitvoerige hygiënegegevens alsook het beheer van de gegevens met betrekking tot medisch toezicht te standaardiseren en de programma's van het hefboomwerkings medische toezicht. Het systeem is geïntegreerd binnen een bredere informatica infrastructuur en levert substantie verwante gegevens - de informatie van de plaatsstructuur, enz.
Solvay verbetert voortdurend zijn voorbereidheid voor een grieppandemie door een centraal geleide organisatie met een netwerk van land- en sitecoördinatoren.
Risico's in verband met het transport van gevaarlijke chemische producten worden tot het uiterste beperkt door de precieze omschrijving en de beperkte reiswegen die dit transport mag gebruiken en ook door de uitbouw van geïntegreerde fabrieken waardoor het transport van tussenproducten overbodig wordt.
Solvay past ook de aanbevelingen toe van beroepsverenigingen zoals Eurochlor, ECVM of CTEF en van programma's zoals Responsible Care®.
Het leefmilieurisico dat Solvay loopt kan het gevolg zijn van een lekkage waardoor een chemische substantie vrijkomt, door een defect aan de industriële uitrusting, een ongeluk bij het transport of een productieprobleem waarbij substanties vrijkomen en daarbij de wettelijke limieten overschrijden (bijvoorbeeld door een defect van de installatie). Solvay heeft zowat 40 sites waarvoor regels gelden betreffende installaties met hoog risico. Zoals de meeste andere industriële ondernemingen dient Solvay de historische bodemvervuiling op een aantal van deze sites te beheren en ongedaan te maken.
De overheden dringen steeds meer aan op het beheer van bodem en grondwater. In dit verband zijn een aantal administratieve procedures in voorbereiding, om de noden en de aanpak ervan duidelijk te bepalen.
Voor Solvay is de bescherming van het leefmilieu een essentieel onderdeel van zijn activiteiten. Maatregelen voor de preventie van vervuiling en van ongevallen zijn bij Solvay altijd al heel belangrijk geweest. In alle fabrieken en vestigingen, ook in nieuw verworven productie-eenheden, gelden richtlijnen en ISO- of gelijkwaardige programma's voor risicocontrole. Meer bepaald heeft de Groep het nodige gedaan om de regelgeving in verband met belangrijke risico's te respecteren en ze zelfs verstrengt toe te passen. Deze regelgeving bevat gedetailleerde maatregelen voor ongevallenpreventie.
De sites met historische bodemvervuiling worden zorgvuldig beheerd en dit behelst ook gepaste voorzieningen voor onderzoek en sanering. De Groep heeft een eigen expertise ontwikkeld wat het bodembeheer betreft. Solvay ziet er op toe dat in al haar units risicocontrole wordt toegepast. Hydrologische en geologische studies en bodemanalyse worden op een systematische manier uitgevoerd om eventuele problemen op te sporen, het risico in te schatten voor het grondwater en eventuele herstel- of begrenzingsmaatregelen te nemen in overleg met de bevoegde overheid. Een aantal van deze inspanningen is al geleverd of is momenteel in uitvoering. Solvay heeft voor een milieuprogramma geopteerd dat werkt volgens de Richtlijn van de EU Milieu (ELD).
De informatietechnologie (IT) is een onderdeel van de activiteiten van de Groep voor de behandeling en de uitwisseling van informatie en de verbetering, binnen de onderneming, van procedures zoals de controle en het management van de industriële productie-eenheden, het beheer van de inventaris, het beheer van de hele bevoorrading en de groei van de productiviteit. Daarom hebben de keuzes en de strategie inzake informatica een belangrijke invloed op de werking. Verliezen ten gevolge van onderbrekingen, verminderde servicekwaliteit of panne in het informaticasysteem kunnen de continuïteit van de activiteiten in het gedrang brengen en leiden tot inkomstenverlies. De beschikbaarheid van IT¬diensten is opnieuw onderzocht in functie van pandemische invloeden.
De informatie over de activiteiten is voor de Groep heel kostbaar. Precies daarom moet ze worden gewaardeerd en beveiligd via veiligheidsprocedures, zoals de controle op de toegankelijkheid en over het dupliceren van materiaal. De informatie die voor de onderneming zo belangrijk is, plaatst haar voor een dubbele uitdaging : het risico van niet¬beschikbaarheid door ongeluk of verlies enerzijds en het risico van ontfutseling, misbruik of diefstal anderzijds.
De ontwikkeling van een informatica gestuurde business processen volgend op gecertifi eerde implementatie procedures met het oog of risico vermindering.
Iedere werknemer is verantwoordelijk voor het correcte beheer van de informatie conform wetten en richtlijnen in verband met informatica en informaticasystemen.
De interne informaticaspecialisten beheren en beschermen de systemen en garanderen er de integriteit van; ze helpen en vormen de werknemers op het gebied van de veiligheid van de informatica, maken geregeld back-ups aan en waarborgen een veiliger gebruik van de systemen.
Een zeer grote meerderheid van de medewerkers is gecertifi ceerd in overeenstemming met de standaardveiligheidsvoorschriften van de Groep.
Bepaalde belangrijke informaticasystemen worden ondergebracht en op technisch gebied beheerd bij externe informaticaleveranciers. De keuze van deze leveranciers, de contractuele voorwaarden en het serviceniveau van deze laatsten zijn van cruciaal belang met het oog op de vermindering van de met informatica verband houdende risico's.
Wanneer schade wordt toegebracht aan de reputatie van een van Solvay's aandeelhouders refl ecteert zich dat op Solvay Schade zoals deze in deze sectie wordt beschreven kan voorkomen en publiek gemaakt worden.Tevens kan om het even welke gebeurtenis of actie van inbreuk op ethiek, wetgeving, of collectieve bestuurprincipes in het algemeen, de aandeelhouders van Solvay reputatieschade berokkenen.
Reputatieschade riskeert door het internet en de sociale netwerken snel te worden verspreid en zelfs vergroot.
Reputatie is een zeer belangrijk aandachtspunt. Reputatieschade kan in concurrentienadeel resulteren. Het reputatierisico omvat de subjectieve, collectieve waarneming van een bedrijf door zijn verschillende aandeelhouders. Het vertrouwen is een fundamenteel ingrediënt van een goede reputatie.
De reputatie van een onderneming is een belangrijke troef. Een aanslag op de reputatie van een onderneming kan leiden tot een verzwakte concurrentiekracht. Het risico in verband met de reputatie ligt bij de subjectieve perceptie in haar vele facetten die de onderscheiden partners van de vennootschap hebben. Vertrouwen is nu eenmaal een essentieel bestanddeel van de reputatie van een onderneming.
Behalve een goed management in de algemene zin van het woord dragen ook controleprocedures en systemen, een doeltreffende communicatie (die zowel transparant, coherent als nauwkeurig is) en solide langetermijnrelaties, zowel binnen als buiten de organisatie, bij tot een geleidelijk groeiend vertrouwen hetgeen onmisbaar is voor een goede reputatie.
Solvay werkt het mee aan specifi eke programma's in de Verenigde Staten (via de American Chemistry Council) en in Europa (via de CEFIC), om zo de reputatie van de chemische industrie te verbeteren. O.a. leden van het Uitvoerend Comité van Solvay waren onlangs voorzitter van het ICCA (International Council of Chemical Associations), het CEFIC (European Chemical Industry Control) en Plastics Europe.
Zoals hierboven vermeld, vernoemt een studie over het risicomanagement bij Solvay in 2009 reputatiemanagement als één van de sterke punten van de manier waarop Solvay met risico's omgaat.
Verder zijn de procedures op het gebied van communicatie, systemen, plannen en programma's zo opgevat dat er in twee richtingen een regelmatige communicatiestroom is ontstaan, die zich ontwikkelt en ook behouden blijft tussen de belangrijkste betrokken partijen: de aandeelhouders en de fi nanciële gemeenschap, de werknemers, de klanten, de overheid, de lokale gemeenschappen en de opiniemakers. Die communicatiestroom kan direct zijn of lopen via de pers en de andere media. Driemaandelijkse publicatie van het Groepsresultaat, interne nieuwsbrieven, website, opendeur¬dagen, ontmoetingen en speciale evenementen zijn slechts enkele voorbeelden van zulke communicatie. Solvay beschikt over duidelijke richtlijnen en advies die de werknemers moeten naleven binnen de sociale netwerk cultuur.
Duidelijke waarden op basis van een gedragscode in combinatie met een corporate governance van hoog niveau, om maar die voorbeelden te noemen, zijn nuttige instrumenten om het reputatierisico te verkleinen.
Specifi eke management- en communicatiesystemen waarmee alarm geslagen wordt als een crisis dreigt uit te breken, worden geactiveerd als zich onverwacht en plotseling negatieve gebeurtenissen voordoen die tot crisissituaties kunnen leiden die mogelijk schade berokkenen en de faam van de onderneming aantasten. Welbepaalde medewerkers krijgen een opleiding om aan dergelijke situaties het hoofd te bieden. Geregeld worden er ook oefeningen in crisisbeheersing georganiseerd.
Met zijn diversiteit aan activiteiten en zijn geografi sche spreading loopt de Solvay-groep wettelijke risico's vooral inzake productaansprakelijkheid, contractuele betrekkingen, antitrustwetgeving, geschillen over intellectuele eigendom, belastingaanslagen en kwesties in verband met gezondheid, veiligheid en leefmilieu. Betwistingen zijn niet te vermijden en soms is het ook in het belang van de rechten en belangen van de Groep om naar de rechter te stappen.
Het resultaat van een proces kan niet met zekerheid worden voorspeld. Het is dan ook mogelijk dat ongunstige defi nitieve rechterlijke uitspraken of arbitrage leiden tot de vaststelling van aansprakelijkheid (nog gezwegen van de kosten) die niet gedekt is, of niet helemaal gedekt is door voorzieningen of door een verzekering en dus een materiële impact kan hebben op onze inkomsten.
Lopende rechterlijke procedures waarin de Solvay-groep betrokken is en die een belangrijk risico inhouden worden hieronder kort gepresenteerd. Het gaat hier niet om een volledige lijst.
Het feit dat deze rechtsgeschillen hieronder worden weergegeven heeft niets te maken met hun intrinsieke betekenis. Solvay verdedigt zichzelf met veel overtuiging en is vast overtuigd van de waarde van de in de verdediging gehanteerde argumenten.
Voor bepaalde zaken en overeenkomstig de boekhoudkundige regels in verband hiermee heeft Solvay reserves of provisies opgebouwd om zo de kosten van fi nanciële risico's en/of andere kosten van de verdediging te dekken (zie sectie 32).
Gebundelde burgerlijke rechtszaken zijn aanhangig gemaakt bij het Hof van Dortmund (Duitsland) in 2009 tegen Solvay en andere producenten wegens vermeende schending van de antitrustwetgeving en met een eis tot schadevergoeding ten bedrage van 430 miljoen EUR. Deze zaak is nog in een vroeg stadium en Solvay zal zich met alle middelen verdedigen.
Solvay kan mogelijk eisen voor burgerlijke aansprakelijkheid verwachten indien het vonnis van het strafhof negatief is.
– In Spinetta Marengo, Italië, heeft de openbare aanklager in oktober 2009 voorlopig 38 burgers aangeklaagd (onder wie oud-werknemers van Solvay, waartoe ook Ausimont SpA behoort) wegens vermeende misdadige schending van de leefmilieuwetgeving (onder meer het vergiftigen van drinkwater).
Deze beweringen worden met kracht tegengesproken. Solvay kan blootgesteld worden aan burgerlijke aansprakelijkheidseisen indien de zaak negatief afl oopt.
– In Bussi, Italië, heeft de openbare aanklager provisioneel 28 burgers in staat van beschuldiging gesteld (onder wie oud¬werknemers van Ausimont SpA, dat overgenomen werd door Solvay in 2002) in verband met een vermeende schending van de leefmilieuwetgeving. Deze zaak is nu bij de rechter belast met het vooronderzoek. Als wettige opvolger van Ausimont SpA kan Solvay mogelijk een eis tot burgerlijke aansprakelijkheid verwachten indien de strafzaak een negatief einde kent.
– In algemene zin dient opgemerkt dat de overheid steeds actiever wordt om toe te zien op een verbeterd beheer van overgeërfde, vervuilde bodems en grondwater. In dit verband zijn er een aantal administratieve regels in voorbereiding om de nood tot sanering te bepalen en ook de juiste aanpak hiervan. Dit heeft tot gevolg dat Solvay nu verwikkeld is in leefmilieugeschillen voor een beperkt aantal sites, waarvan de meeste in 2002 van Ausimont Spa zijn overgenomen. Het gaat hier om enkele gevallen van bodemvervuiling en stortplaatsen.
In de context van de transactie van de farma-activiteiten hebben de contractuele afspraken bevredigende regels en voorwaarden opgeleverd voor de toewijzing en deling van de aansprakelijkheid inzake activiteiten van vóór de verkoop.
Onder voorbehoud van beperkte uitzonderingen zal de blootstelling van Solvay aan schadevergoeding aan Abbott wegens aansprakelijkheid voor verkochte activiteiten beperkt worden tot een samengesteld bedrag van EUR 500 miljoen (minder dan 10% van de waarde van de onderneming die Solvay verkocht heeft) en voor beperkte tijd.
Dit houdt schadeloosstelling in voor de aansprakelijkheid in de zaak van hormone replacement therapy (HRT) in de Verenigde Staten. Voormalige gebruikers van HRT-producten hebben duizenden rechtszaken aanhangig gemaakt tegen de producenten van HRT-producten.
Per 31 december 2009 hadden minder dan 400 eisers naar ze beweerd hadden HRT-producten van Solvay gebruikt. Men denkt niet dat dit aantal nog sterk zal veranderen. Geen enkel geval waarbij het om Solvay-producten ging is al door de rechtbank behandeld. Solvay zal zich met alle middelen verdedigen.
TDe Groep bestaat uit Solvay nv en een totaal van 274 dochterondernemingen en geassocieerde deelnemingen in 50 landen.
Hiervan zijn er 126 integraal geconsolideerd, 55 proportioneel geconsolideerd en 1 geconsolideerd via de equitymethode. De overige 92 ondernemingen voldoen niet aan de consolidatiecriteria van de Groep.
In overeenstemming met het materialiteitsprincipe zijn een aantal minder belangrijke bedrijven niet opgenomen in de consolidatiekring. Onder minder belangrijk groepeert men de bedrijven die niet voldoen aan de volgende drievoudige minimale bijdrage tot de winst van de Groep:
Toch kunnen bedrijven die niet aan deze materialiteitscriteria voldoen alsnog geconsolideerd worden, indien de Groep oordeelt dat ze het potentieel hebben om zich snel te ontwikkelen, of als ze een aandeel hebben in bedrijven die op grond van dezelfde criteria zijn geconsolideerd.
Over het algemeen hebben de niet-geconsolideerde vennootschappen geen materiële impact op de geconsolideerde gegevens van de Groep; hun impact op het nettoresultaat is ongeveer 0,1%.
De volledige lijst van vennootschappen is ingediend bij de Nationale Bank van België als bijlage bij het Jaarverslag en kan verkregen worden in het hoofdkantoor van de vennootschap.
Ch = Chemie FP = Farmaceutische Producten K = Kunststoffen - = niet toegewezen
| Land | Vennootschap | Sector | Commentaar |
|---|---|---|---|
| ZWITSERLAND | Solvay Vinyls Holding AG | - | voldoet aan consolidatiecriteria |
| CHINA | Solvay Speciality Polymers (Changshu) Co. Ltd | K | voldoet aan consolidatiecriteria |
| SERBIË | Pipelife Serbia d.o.o. | K | oprichting |
| Land | Vennootschap | Sector | Commentaar |
|---|---|---|---|
| BELGIË | Financière Keyenveld SA | - | opgeheven |
| Innogenetics nv | FP | verkocht aan Abbott | |
| Sovlay Pharma SA | FP | verkocht aan Abbott | |
| Inergy Automotive Systems Research nv | K | verkocht aan Plastic Omnium | |
| Inergy Automotive Systems (Belgium) nv | K | verkocht aan Plastic Omnium |
| NEDERLAND | Sodufa bv | FP | verkocht aan Abbott |
|---|---|---|---|
| Solvay Biologicals bv | FP | verkocht aan Abbott | |
| Solvay Pharma bv | FP | verkocht aan Abbott | |
| Solvay Pharmaceuticals bv | FP | verkocht aan Abbott | |
| Inergy Automotive Systems Netherlands Holding bv | K | verkocht aan Plastic Omnium | |
| FRANKRIJK | Fournier Industrie et Santé SA | FP | verkocht aan Abbott |
| Laboratoires Fournier SA | FP | verkocht aan Abbott | |
| Solvay Pharma S.A.S. | FP | verkocht aan Abbott | |
| Sovlay Pharmaceuticals S.A.S. | FP | verkocht aan Abbott | |
| Vivalsol S.N.C. | FP | verkocht aan Abbott | |
| Inergy Automotive Systems S | K | verkocht aan Plastic Omnium | |
| Inergy Automotive Systems France S.A.S. | K | verkocht aan Plastic Omnium | |
| Inergy Automotive Systems Management SA | K | verkocht aan Plastic Omnium | |
| ITALIË | Solvay Pharma S.p.A. | FP | verkocht aan Abbott |
| DUITSLAND | Fournier Pharma GmbH | FP | verkocht aan Abbott |
| Solvay Arzneimittel GmbH | FP | verkocht aan Abbott | |
| Sovlay Pharmaceuticals GmbH | FP | verkocht aan Abbott | |
| Inergy Automotive Systems (Germany) | K | verkocht aan Plastic Omnium | |
| SPANJE | Solvay Pharma SA | FP | verkocht aan Abbott |
| Inergy Automotive Systems (Spain) S.L. | K | verkocht aan Plastic Omnium | |
| Inergy Automotive Systems Valladolid S.L. | K | verkocht aan Plastic Omnium | |
| ZWITSERLAND | Solvay Pharma AG | FP | verkocht aan Abbott |
| Sovlay Pharmaceuticals Marketing & Licensing AG | FP | verkocht aan Abbott | |
| PORTUGAL | Solvay Pharma Lda | FP | verkocht aan Abbott |
| Voxfarma, Produtos Farmaceuticos, Unipessoal, Lda | FP | verkocht aan Abbott | |
| OOSTENRIJK | Solvay Pharma GmbH | FP | verkocht aan Abbott |
| GROOT BRITTANNIË |
Fournier Pharmaceuticals Ltd | FP | verkocht aan Abbott |
| Solvay Healthcare Ltd | FP | verkocht aan Abbott | |
| Inergy Automotive Systems (UK) Ltd | K | verkocht aan Plastic Omnium | |
| IERLAND | Fournier Laboratories Ireland Ltd | FP | verkocht aan Abbott |
| Solvay Healthcare Ltd | FP | verkocht aan Abbott | |
| Inergy Reinsurance Ltd | K | verkocht aan Plastic Omnium | |
| ZWEDEN | Solvay Pharma AB | FP | verkocht aan Abbott |
| POLEN | Fournier Polska Sp. z o.o. | FP | verkocht aan Abbott |
| Solvay Pharma Sp. z o.o. | FP | verkocht aan Abbott | |
| Solvay Pharma Polska Sp. z o.o. | FP | verkocht aan Abbott | |
| Inergy Automotive Systems Poland Sp. z o.o. | K | verkocht aan Plastic Omnium | |
| ROEMENIË | Inergy Automotive Systems Romania S.R.L. | K | verkocht aan Plastic Omnium |
| SLOWAKIJE | Inergy Automotive Systems Slovakia sr.o. | K | verkocht aan Plastic Omnium |
| GRIEKENLAND | Solvay Pharma M.E.P.E. | FP | verkocht aan Abbott |
| TURKIJE | Solvay Ilac Ve Ecza Ticaret Limited Sirketi | FP | verkocht aan Abbott |
| RUSLAND | Solvay Pharma OOO | FP | verkocht aan Abbott |
| Stavroro Automotive Systems LLC | K | verkocht aan Plastic Omnium | |
|---|---|---|---|
| VERENIGDE STATEN |
Solvay Automotive Plastics & Systems, Inc. | K | absorptie met Solvay America |
| Fournier Pharma Corp, Inc. | FP | verkocht aan Abbott | |
| Solvay Biologicals, LLC | FP | verkocht aan Abbott | |
| Solvay Pharma U.S. Holdings, Inc. | FP | verkocht aan Abbott | |
| Sovlay Pharmaceuticals, Inc. | FP | verkocht aan Abbott | |
| Unimed Pharmaceuticals, Inc. | FP | verkocht aan Abbott | |
| Inergy Automotive Systems Holding (USA) | K | verkocht aan Plastic Omnium | |
| Inergy Automotive Systems (USA) LLC | K | verkocht aan Plastic Omnium | |
| CANADA | Fournier Pharma, Inc. | FP | verkocht aan Abbott |
| Solvay Pharma, Inc. | FP | verkocht aan Abbott | |
| Solvay Pharma Canada, Inc. | FP | verkocht aan Abbott | |
| Inergy Automotive Systems (Canada), Inc | K | verkocht aan Plastic Omnium | |
| MEXICO | Italmex SA | FP | verkocht aan Abbott |
| Inergy Automotive Systems Mexico SA de C.V. | K | verkocht aan Plastic Omnium | |
| BRAZILIË | Solvay Farma Ltda | FP | verkocht aan Abbott |
| Inergy Automotive Systems Brazil Ltda | K | verkocht aan Plastic Omnium | |
| ARGENTINIË | Inergy Automotive Systems Argentina SA | K | verkocht aan Plastic Omnium |
| AUSTRALIË | Sovlay Pharmaceuticals Pty Ltd | FP | verkocht aan Abbott |
| CHINA | Inergy Automotive Systems (Wuhan) Co., Ltd | K | verkocht aan Plastic Omnium |
| Inergy Automotive Systems Consulting (Beijing) Co., Ltd | K | verkocht aan Plastic Omnium | |
| Inergy Automotive Systems Manufacturing (Beijing) Co., Ltd |
K | verkocht aan Plastic Omnium | |
| THAILAND | Inergy Automotive Systems Thailand Ltd | K | verkocht aan Plastic Omnium |
| INDIA | Solvay Pharma India Ltd | FP | verkocht aan Abbott |
| Inergy Automotive Systems India Pvt Ltd | K | verkocht aan Plastic Omnium | |
| ZUID KOREA | Inergy Automotive Systems Co., Ltd | K | verkocht aan Plastic Omnium |
| JAPAN | Sovlay Seiyaku KK | FP | verkocht aan Abbott |
| Inergy Automotive Systems KK | K | verkocht aan Plastic Omnium | |
| ZUID AFRIKA | Inergy Automotive Systems South Africa (Pty) Ltd | K | verkocht aan Plastic Omnium |
| Land | Vennootschap | Sector | Commentaar |
|---|---|---|---|
| THAILAND | Vinythai Public Company Ltd | K | integraal geconsolideerd |
164
Met aanduiding van het aangehouden belang, gevolgd door het segment. Merk op dat het belang in termen van stemrecht het aangehouden belang benadert. Ch = Chemie FP = Farmaceutische Producten K = Kunststoffen - = niet toegewezen
| Financières Solvay SA, Brussel | 99,9 | - |
|---|---|---|
| Peptisyntha SA, Neder-Over-Heembeek | 100 | FP |
| Solvay Benvic & Cie Belgium vof., Brussel | 100 | K |
| Solvay Chemicals International SA, Brussel | 100 | Ch |
| Solvay Chemie nv, Brussel | 100 | Ch |
| Solvay Coordination Internationale des Crédits Commerciaux (CICC) SA, Brussel | 100 | - |
| Solvay Energy nv, Brussel | 100 | - |
| Solvay Nafta Development and Financing nv, Brussel | 100 | - |
| Solvay Participations Belgique nv, Brussel | 100 | - |
| Solvay Pharmaceuticals SA - Management Services, Brussel | 100 | - |
| Solvay Specialties Compounding nv, Brussel | 100 | - |
| Solvay Stock Option Management S.P.R.L., Brussel | 100 | - |
| Solvic nv, Brussel | 75 | K |
| SolVin nv, Brussel | 75 | K |
| LUXEMBURG | ||
| Solvay Finance (Luxembourg) SA, Luxembourg | 100 | - |
| Solvay Luxembourg S.a.r.l., Luxembourg | 100 | - |
| Solvay Luxembourg Development S.a.r.l., Luxembourg | 100 | - |
| NEDERLAND | ||
| Solvay Chemicals and Plastics Holding bv, Weesp | 100 | |
| Solvay Chemie bv, Linne-Herten | 100 | Ch |
| Solvay Finance bv, Weesp | 100 | - |
| Solvay Holding Nederland bv, Weesp | 100 | - |
| SolVin Holding Nederland bv, Weesp | 75 | K |
| Terlin bv, Amsterdam | 100 | - |
| FRANKRIJK | ||
| Solvay Benvic France S.A.S., Paris | 100 | K |
| Solvay - Carbonate - France S.A.S., Paris | 100 | Ch |
| Solvay - Electrolyse - France S.A.S., Paris | 100 | Ch |
| Solvay Energie France S.A.S., Paris | 100 | |
| Solvay Finance France SA, Paris | 100 | - |
| Solvay Finance SA, Paris | 100 | - |
| Solvay - Fluorés - France S.A.S., Paris | 100 | Ch |
| Solvay - Organics - France S.A.S., Paris | 100 | Ch |
| Solvay - Olefi nes - France S.A.S., Paris | 100 | K |
| Solvay Participations France SA, Paris | 100 | - |
|---|---|---|
| Solvay Solexis S.A.S., Paris | 100 | Pl |
| Solvay - Spécialités - France S.A.S., Paris | 100 | Ch |
| SolVin France SA, Paris | 75 | Pl |
| ITALIË | ||
| SIS Italia S.p.A., Rosignano | 100 | - |
| Società Elettrochimica Solfuri e Cloroderivati (ELESO) S.p.A., Milano | 100 | Ch |
| Società Generale per l'Industria della Magnesia (SGIM) S.p.A., Angera | 100 | Ch |
| Solvay Bario e Derivati S.p.A., Massa | 100 | Ch |
| Solvay Benvic - Italia S.p.A, Rosignano | 100 | Pl |
| Solvay Chimica Italia S.p.A., Milano | 100 | Ch |
| Solvay Chimica Bussi S.p.A., Rosignano | 100 | Ch |
| Solvay Fluor Italia S.p.A., Rosignano | 100 | Ch |
| Solvay Finanziaria S.p.A., Milano | 100 | - |
| Solvay Padanaplast SpA, Roccabianca | 100 | Pl |
| Solvay Solexis S.p.A., Milano | 100 | K |
| SolVin Italia S.p.A., Ferrara | 75 | K |
| DUITSLAND | ||
| Cavity GmbH & Co KG, Hannover | 100 | Ch |
| Girindus AG, Bensberg | 82 | Ch |
| Kali-Chemie AG, Hannover | 100 | - |
| Salzgewinnungsgesellschaft Westfalen mbH & Co KG, Epe | 65 | Ch |
| Solvay GmbH, Hannover | 100 | - |
| Solvay Advanced Polymers GmbH, Hannover | 100 | K |
| Solvay Chemicals GmbH, Hannover | 100 | Ch |
| Solvay Fluor GmbH, Hannover | 100 | Ch |
| Solvay Infra Bad Hoenningen GmbH, Hannover | 100 | Ch |
| Solvay Kali-Chemie Holding GmbH | 100 | - |
| Solvay Organics GmbH, Hannover | 100 | Ch |
| Solvay Verwaltungs-und Vermittlungs GmbH, Hannover | 100 | - |
| SolVin GmbH & Co KG, Hannover | 75 | K |
| SolVin Holding GmbH, Hannover | 75 | K |
| SPANJE | ||
| Electrolisis de Torrelavega A.E.I., Torrelavega | 100 | Ch |
| Hispavic Iberica S.L., Martorell | 75 | K |
| Solvay Benvic Iberica SA, Barcelona | 100 | K |
| Solvay Ibérica S.L., Barcelona | 100 | - |
| Solvay Participaciones SA, Barcelona | 100 | - |
| Solvay Quimica S.L., Barcelona | 100 | Ch |
| Vinilis S.A, Martorell | 75 | K |
| ZWITSERLAND | ||
| Solvay (Schweiz) AG, Zurzach | 100 | Ch |
| Solvay Quimica Y Minera Ventas SA de C.V., Monterrey | 100 | Ch |
|---|---|---|
| BRAZILIË | ||
| Solvay do Brasil Ltda, Sao Paulo | 100 | Ch |
| Solvay Indupa do Brasil SA, Sao Paulo | 69,9 | K |
| ARGENTINIË | ||
| Solvay Indupa S.A.I.C., Bahia Blanca | 69,9 | K |
| Solvay Argentina SA, Buenos Aires | 100 | - |
| Solvay Quimica SA, Buenos Aires | 100 | Ch |
| AUSTRALIË | ||
| Solvay Interox Pty Ltd, Banksmeadow | 100 | Ch |
| JAPAN | ||
| Nippon Solvay KK, Tokyo | 100 | Ch |
| Solvay Advanced Polymers KK, Tokyo | 100 | K |
| Solvay Solexis KK, Minato Ku-Tokyo | 100 | K |
| CHINA | ||
| Solvay (Shanghai) Ltd, Shanghai | 100 | K |
| Solvay Speciality Polymers (Changshu) Co. Ltd, Shangshu | 100 | K |
| THAILAND | ||
| Advanced Biochemical (Thailand) Company Ltd, Bangkok | 58,8 | Ch |
| Solvay Peroxythai Ltd, Bangkok | 100 | Ch |
| Vinythai Public Company Ltd, Bangkok | 58,8 | K |
| SINGAPORE | ||
| Solvay Singapore Pte Ltd, Singapore | 100 | - |
| INDIA | ||
| Solvay Specialities India Private Limited, Mumbai | 100 | K |
| CAYMAN EILANDEN | ||
| Blair International Insurance (Cayman) Ltd, Georgetown | 100 | - |
| ZUID-KOREA | ||
| Daehan Specialty Chemicals Co., Ltd, Seoul | 100 | Ch |
| Solvay Fluor Korea Co. Ltd, Séoul | 100 | Ch |
| NAMIBIË | ||
| Okorusu Fluorspar (Pty) Ltd, Otjiwarongo | 100 | Ch |
| Okorusu Holdings (Pty) Ltd, Windhoek | 100 | Ch |
| Pipelife Norge AS, Surnadal | 50 | K |
|---|---|---|
| FINLAND | ||
| Pipelife Finland OY, Oulu | 50 | K |
| Propipe OY, Oulu | 50 | K |
| POLEN | ||
| Pipelife Polska SA, Karlikowo | 50 | K |
| ROEMENIË | ||
| Pipelife Romania S.R.L., Bucuresti | 50 | K |
| SLOVENIË | ||
| Pipelife Slovenija, d.o.o., Trzin | 50 | K |
| ESTLAND | ||
| Pipelife Eesti AS, Tallinn | 50 | K |
| LITOUWEN | ||
| Pipelife Lietuva UAB, Vilnius | 50 | K |
| LETLAND | ||
| Pipelife Latvia SIA, Riga | 50 | K |
| BULGARIJE | ||
| Deven AD, Devnya | 75 | Ch |
| Pipelife Bulgaria EOOD, Plovdiv | 50 | K |
| Solvay Sodi AD, Devnya | 75 | Ch |
| KROATIË | ||
| Pipelife Hrvatska Republika d.o.o., Karlovac | 50 | K |
| HONGARIJE | ||
| Pipelife Hungaria Kft, Debrecen | 50 | K |
| TSJECHIË | ||
| Pipelife Czech s.r.o., Otrokovice | 50 | K |
| SLOVAKIJE | ||
| Pipelife Slovakia s.r.o., Piestany | 50 | K |
| SERBIË | ||
| Pipelife Serbia d.o.o., Beograd | 50 | K |
| GRIEKENLAND | ||
| Pipelife Hellas SA, Moschato Attica | 50 | K |
| TURKIJE | ||
| Arili Plastik Sanayii AS, Pendik | 50 | K |
| RUSLAND | ||
| Pipelife Russia OOO, Zhukov | 50 | K |
| Soligran ZAO, Moskva | 50 | K |
| VERENIGDE STATEN | ||
| Pipelife Jet Stream, Inc. Siloam Springs, AR | 50 | K |
| MEXICO | ||
| Solvay & CPC Barium Strontium Reynosa S. de R.L. de C.V., Reynosa | 75 | Ch |
| Solvay & CPC Barium Strontium Monterrey S. de R.L. de C.V., Monterrey | 75 | Ch |
| BRAZILIË | ||
|---|---|---|
| Dacarto Benvic SA, Santo André | 50 | K |
| Peroxidos do Brasil Ltda, Sao Paulo | 69,4 | Ch |
| THAILAND | ||
| MTP HP JV (Thailand) Ltd, Bangkok | 50 | Ch |
| ZUID-KOREA | ||
| Solvay & CPC Barium Strontium Korea Co Ltd, Onsan | 75 | Ch |
ARGENTINIË
Solalban Energia SA, Bahia Blanca 40,5 K
De statutaire jaarrekening van Solvay nv wordt hier voorgesteld in een verkorte vorm. Overeenkomstig de wet op de handelsvennootschappen worden de jaarrekening van Solvay nv, het bestuursverslag en het verslag van de Commissaris ingediend bij de Nationale Bank van België.
Deze documenten zijn op internet te raadplegen of op aanvraag verkrijgbaar bij:
Prins Albertstraat 33 B - 1050 Brussel
| Miljoen EUR | 2009 | 2010 |
|---|---|---|
| ACTIVA | ||
| Vaste activa | 5 317 | 8061 |
| Oprichtingskosten en immateriële vaste activa | 64 | 83 |
| Materiële vaste activa | 64 | 61 |
| Financiële vaste activa | 5 189 | 7917 |
| Vlottende activa | 1 684 | 5613 |
| Voorraden | 23 | 38 |
| Handelsvorderingen | 64 | 110 |
| Overige vorderingen | 658 | 687 |
| Geldmiddelen en kasequivalenten | 939 | 4778 |
| Totaal van de activa | 7 001 | 13674 |
| PASSIVA | ||
| Eigen vermogen | 4 162 | 6944 |
| Kapitaal | 1 271 | 1271 |
| Agio | 18 | 18 |
| Reserves | 1 948 | 1948 |
| Overgedragen winst | 925 | 3707 |
| Kapitaalsubsidies | 0 | 0 |
| Voorzieningen en uitgestelde belastingen | 308 | 324 |
| Financiële schulden | 2005 | 6122 |
| - op meer dan één jaar | 1998 | 1999 |
| - op ten hoogste één jaar | 7 | 4123 |
| Handelsschulden | 90 | 119 |
| Overige schulden | 436 | 165 |
| Totaal van de passiva | 7001 | 13674 |
| Miljoen EUR | 2009 | 2010 |
|---|---|---|
| Bedrijfsopbrengsten | 711 | 903 |
| Omzet | 250 | 427 |
| Andere bedrijfsopbrengsten | 461 | 476 |
| Bedrijfskosten | -774 | -973 |
| Bedrijfsresultaat | -63 | -70 |
| Financiële kosten en opbrengsten | 406 | 281 |
| Winst uit de gewone bedrijfsuitoefening vóór belasting | 343 | 211 |
| Uitzonderlijke resultaten | -78 | 2 543 |
| Resultaat van het boekjaar vóór belasting | 265 | 2 754 |
| Belastingen | 0 | 28 |
| Resultaat van het boekjaar | 265 | 2 782 |
| Overboeking naar (-) / Onttrekking aan (+) de belastingvrije reserves | - | - |
| Te bestemmen winst van het boekjaar | 265 | 2 782 |
over de geconsolideerde jaarrekening afgesloten op 31 december 2010 gericht tot de algemene vergadering van aandeelhouders.
Overeenkomstig de wettelijke en statutaire bepalingen, brengen wij u verslag uit in het kader van het mandaat van commissaris dat ons werd toevertrouwd. Dit verslag omvat ons oordeel over de geconsolideerde jaarrekening evenals de vereiste bijkomende vermelding.
Wij hebben de controle uitgevoerd van de geconsolideerde jaarrekening van Solvay NV ("de vennootschap") en haar dochterondernemingen (samen "de groep"), opgesteld in overeenstemming met de International Financial Reporting Standards zoals aanvaard binnen de Europese Unie en met de in België van toepassing zijnde wettelijke en bestuursrechtelijke voorschriften. Deze geconsolideerde jaarrekening bestaan uit de geconsolideerde balans op 31 december 2010, de geconsolideerde winst- en verliesrekening, het geconsolideerde overzicht van het totaalresultaat, het geconsolideerde mutatieoverzicht van het eigen vermogen en het geconsolideerde kasstroomoverzicht voor het boekjaar eindigend op die datum, alsmede een overzicht van de belangrijkste gehanteerde grondslagen voor fi nanciële verslaggeving en toelichtingen. Het geconsolideerde balanstotaal bedraagt 14.014 miljoen EUR en het geconsolideerd winst (aandeel van de groep) van het boekjaar bedraagt 1.777 miljoen EUR.
De jaarrekening van een aantal belangrijke vennootschappen opgenomen in de consolidatiekring, met een balanstotaal van 201 miljoen EUR en met een totale winst van het boekjaar van 38 miljoen EUR werden gecontroleerd door andere revisoren. Onze verklaring over de hierbijgevoegde geconsolideerde jaarrekening is, voor zover deze betrekking heeft op bedragen betreffende deze vennootschappen, gesteund op de verslagen van deze andere revisoren.
Het opstellen van de geconsolideerde jaarrekening valt onder de verantwoordelijkheid van de raad van bestuur. Deze verantwoordelijkheid omvat onder meer: het ontwerpen, implementeren en instandhouden van een interne controle met betrekking tot het opstellen en de getrouwe weergave van de geconsolideerde jaarrekening zodat deze geen afwijkingen van materieel belang, als gevolg van fraude of van fouten, bevat, het kiezen en toepassen van geschikte waarderingsregels en het maken van boekhoudkundige ramingen die onder de gegeven omstandigheden redelijk zijn.
Het is onze verantwoordelijkheid een oordeel over deze geconsolideerde jaarrekening tot uitdrukking te brengen op basis van onze controle. Wij hebben onze controle uitgevoerd overeenkomstig de wettelijke bepalingen en volgens de in België geldende controlenormen, zoals uitgevaardigd door het Instituut van de Bedrijfsrevisoren. Deze controlenormen vereisen dat onze controle zo wordt georganiseerd en uitgevoerd dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de geconsolideerde jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat.
Overeenkomstig deze controlenormen, hebben wij controlewerkzaamheden uitgevoerd ter verkrijging van controleinformatie over de in de geconsolideerde jaarrekening opgenomen bedragen en toelichtingen. De selectie van deze controlewerkzaamheden is afhankelijk van onze beoordeling welke een inschatting omvat van het risico dat de geconsolideerde jaarrekening afwijkingen van materieel belang bevat als gevolg van fraude of van fouten. Bij het maken van onze risico-inschatting houden wij rekening met de bestaande interne controle van de groep met betrekking tot het opstellen en de getrouwe weergave van de geconsolideerde jaarrekening ten einde in de gegeven omstandigheden de gepaste werkzaamheden te bepalen maar niet om een oordeel over de effectiviteit van de interne controle van de groep te geven. Wij hebben tevens de gegrondheid van de waarderingsregels, de redelijkheid van de boekhoudkundige ramingen gemaakt door de vennootschap, alsook de voorstelling van de geconsolideerde jaarrekening als geheel beoordeeld. Ten slotte hebben wij van de raad van bestuur en van de verantwoordelijken van de vennootschap de voor onze controlewerkzaamheden vereiste ophelderingen en inlichtingen verkregen. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie, samen met de verslagen van andere revisoren waarop wij gesteund hebben, een redelijke basis vormt voor het uitbrengen van ons oordeel.
Naar ons oordeel, en op basis van de verslagen van de andere revisoren, geven de geconsolideerde jaarrekening een
getrouw beeld van de fi nanciële toestand van de groep per 31 december 2010, en van haar resultaat en kasstromen voor het boekjaar eindigend op die datum, in overeenstemming met de International Financial Reporting Standards zoals aanvaard binnen de Europese Unie en met de in België van toepassing zijnde wettelijke en bestuursrechtelijke voorschriften.
Het opstellen en de inhoud van het geconsolideerde jaarverslag vallen onder de verantwoordelijkheid van de raad van bestuur.
Het is onze verantwoordelijkheid om in ons verslag de volgende bijkomende vermelding op te nemen die niet van aard is om de draagwijdte van onze verklaring over de geconsolideerde jaarrekening te wijzigen:
• Het geconsolideerde jaarverslag behandelt de door de wet vereiste inlichtingen en stemt overeen met de geconsolideerde jaarrekening. Wij kunnen ons echter niet uitspreken over de beschrijving van de voornaamste risico's en onzekerheden waarmee de groep wordt geconfronteerd, alsook van haar positie, haar voorzienbare evolutie of de aanmerkelijke invloed van bepaalde feiten op haar toekomstige ontwikkeling. Wij kunnen evenwel bevestigen dat de verstrekte gegevens geen onmiskenbare inconsistenties vertonen met de informatie waarover wij beschikken in het kader van ons mandaat.
Diegem, February 17, 2011
De commissaris
DELOITTE Bedrijfsrevisoren BV o.v.v.e. CVBA / SC s.f.d. SCRL Vertegenwoordigd door Eric Nys
Deugdelijk Bestuur
Dit document is een bijlage bij het verslag van de Raad van Bestuur
| Referentiecode en inleiding | p. 177 | |
|---|---|---|
| 1. | Juridische structuur en aandeelhouders van Solvay nv | p. 177 |
| 2. | Beleid inzake maatschappelijk kapitaal en dividend 2.1. Beleid inzake maatschappelijk kapitaal 2.2. Dividendbeleid |
p. 178 |
| 3. | Algemene Aandeelhoudersvergadering 3.1. Plaats en datum 3.2. Agenda van de algemene vergadering 3.3. Werkwijze voor de oproep tot deelname 3.4. Blokkering van de aandelen en volmachten 3.5. Procedure 3.6. Documentatie |
p. 180 |
| 4. | Raad van Bestuur 4.1. Functie en opdracht 4.2. Werking en vertegenwoordiging 4.3. Samenstelling 4.4. Evaluatie en vorming 4.5. Comités |
p. 182 |
| 5. | Uitvoerend Comité 5.1. Functie en opdracht 5.2. Delegatie 5.3. Samenstelling 5.4. Frequentie, voorbereiding en verloop van de vergaderingen |
p. 189 |
| 6. | Verslag over de vergoedingen | p. 191 |
| 7. | Rol van de Voorzitters in de harmonische samenwerking van de Raad van Bestuur met het Uitvoerend Comité |
p. 195 |
| 8. | Voornaamste kenmerken van de interne controlesystemen en het risicomanagement |
p. 195 |
| 9. | Externe audit | p. 197 |
| 10. Gedragscode | p. 197 | |
| 11. Preventie van het misbruik van voorkennis | p. 198 | |
| 12. Interne organisatie van de Solvay-groep | p. 199 | |
| 13. Relaties met aandeelhouders en beleggers | p. 200 | |
| Bijlagen: | ||
| 1. | Mission Statement van het Auditcomité | p. 200 |
| 2. | Vergoedingenbeleid voor de Algemeen Directeuren | p. 201 |
De Solvay-groep heeft de Belgische Corporate Governance Code 2009 aangenomen als zijn referentie inzake goed bestuur. Dit verslag stelt de toepassing voor van de aanbevelingen uit deze Code volgens het principe pas toe of leg uit (comply or explain). De Belgische Corporate Governance Code in de ondernemingen, editie 2009, is te raadplegen op de GUBERNA internetsite (www.guberna.be).
1.1. Solvay nv is een naamloze vennootschap naar Belgisch recht met maatschappelijke zetel in de Prins Albertstraat 33 te 1050 Brussel, België. Haar statuten zijn na te lezen op de Solvay-internetsite: www.solvay.com.
Haar maatschappelijk doel omvat de activiteiten Chemie en Kunststoffen in de ruimere zin.
1.2. De aandelen zijn ofwel op naam, ofwel gedematerialiseerd, ofwel aan toonder (in coupures van 1, 10, 100 of 1000 aandelen). Sinds 1 januari 2008 kunnen papieren aandelen (aan toonder) niet meer worden geleverd. De aandelen aan toonder die al in een aandelendossier zaten, zijn automatisch geconverteerd in gedematerialiseerde aandelen. Ook heeft de algemene vergadering van 8 mei 2007 beslist dat uiterlijk op 30 juni 2011 de door de vennootschap uitgegeven aandelen aan toonder die niet zijn ingeschreven als gedematerialiseerde of aandelen op naam in de effectenrekening, van rechtswege zullen worden omgezet in gedematerialiseerde aandelen. De omzetting van de effecten in aandelen op naam gebeurt via de bank door indiening bij Euroclear Belgium
in het aandelendossier van Solvay nv
"Tegenwaarde van de certifi caten op naam".
Per 31 december 2010 bestaat het kapitaal van Solvay nv uit 84 701 133 aandelen. Elk aandeel geeft recht op één stem (behalve de aandelen in het bezit van Solvay Stock Option Management bvba of Solvay nv, waarvan het stemrecht is opgeheven). Het gaat uitsluitend om gewone aandelen en ze zijn allemaal gelijk.
Het aandeel wordt genoteerd op de NYSE Euronext Brussels. Het komt ook voor in een aantal indexen: • Euronext 100, met de 100 eerste Europese ondernemingen genoteerd op de NYSE EURONEXT, waarop Solvay de 65e plaats inneemt (0,4% van de index) (per 31 december 2010).
Sinds 15 februari 2007 heeft Solvay Stock Option Management bvba de Bank Rothschild & Cie, in het kader van een liquiditeitscontract gemandateerd om de liquiditeit van het aandeel op Euronext Brussel te verbeteren. Dit mandaat is in 2010 geldig gebleven.
1.3. De grootste aandeelhouder van Solvay nv is de vennootschap Solvac nv. Per 31 december 2010 bezat die iets meer dan 30% van het kapitaal en van de stemmen. Solvac nv heeft ad hoc transparantieverklaringen afgelegd telkens wanneer het een drempel bereikte waarop het daartoe wettelijk of statutair verplicht was. Solvac heeft ook de door de wet vereiste kennisgeving gedaan betreffende het OBA Openbaar Bod tot Aankoop. Solvac nv is een naamloze vennootschap naar Belgisch recht, beursgenoteerd op Euronext Brussels. Enkel fysieke personen kunnen aandeelhouder zijn en de aandelen zijn uitsluitend op naam. Een zeer grote meerderheid van deze aandeelhouders (voor 80% van het kapitaal) zijn leden van de families die Solvay nv hebben opgericht.
Voorts bezat op 31 december 2010,
De recentste transparantieverklaringen zijn na te lezen op de internetsite www.solvay.com.
De overige aandelen zijn in bezit van:
de Europese en internationale institutionele beleggers van wie het aantal en de belangstelling af te leiden zijn uit de intense contacten tijdens de vele roadshows, uit de regelmatige publicaties van analisten en uit het aantal in de afgelopen jaren op de beurs verhandelde aandelen (op Euronext gemiddeld
Op 8 jaar gebracht voor begunstigden die in België verblijven voor de aandelenoptieplannen van 1999 tot 2002 inbegrepen. Op 10 jaar gebracht voor begunstigden die in België verblijven voor de aandelenoptieplannen van 2005 tot 2007 inbegrepen. 182 000 aandelen per dag in 2010 en 278 000 aandelen per dag in 2009 ).
De onderneming is ervan op de hoogte gebracht dat individuele aandeelhouders onderling overleg willen kunnen plegen als de Raad van Bestuur vragen van groot strategisch belang voorlegt aan de algemene vergadering. Ieder van deze aandeelhouders is volledig vrij om te stemmen zoals hij/zij wil.
1.4. Op de algemene vergadering van mei 2009 en die van mei 2010 vertegenwoordigden de aandeelhouders met hun stemmen gemiddeld 45% van het kapitaal van Solvay nv.
1.5. Per 31 december 2010, had Solvay nv geen enkele participatie waarvoor een wettelijke of statutaire transparantieverklaring vereist was.
2.1. Beleid inzake maatschappelijk kapitaal
2.1.1. Sinds haar beursintroductie en haar omvorming tot naamloze vennootschap in 1969, heeft de onderneming nooit haar aandeel-
houders publiek opgeroepen om haar kapitaal te verhogen (zie echter toch punt 2.1.6. hierna). Ze heeft de nodige fi nanciële middelen uit haar winst gehaald, waarvan ze slechts een deel uitkeert (zie later: dividendbeleid).
2.1.2. De buitengewone algemene vergadering van 12 mei 2009 heeft de Raad van Bestuur de toelating verleend om voor een periode van vijf jaar, met ingang van deze datum op de beurs aandelen te verwerven of over te dragen voor maximaal 20% van het kapitaal (hetzij 16 940 000 aandelen) tegen een koers tussen 20 EUR en 150 EUR. In 2010 heeft de Raad van deze mogelijkheid heel beperkt gebruik gemaakt voor een liquiditeitscontract (zie punt 1.2. hierboven) en om de verplichtingen te dekken inzake aandelenopties (zie punt 2.1.3. hieronder), alsook in het kader van een programma voor belegging in eigen aandelen dat begin 2010 werd ingevoerd (zie punt 1.3. hierboven).
2.1.3. Sedert december 1999 houdt de onderneming er een jaarlijks programma van aandelenopties of stock options op na, ten bate van de leiders van de Groep overal ter wereld. Het programma wordt gefi nancierd met de eigen aandelen die de Solvaygroep op de beurs terugkoopt. Sedert januari 2007 staat SSOM bvba hiervoor in. Dit dekkingsprogramma is voor een periode van vijf jaar goedgekeurd door de buitengewone algemene vergadering van 12 mei 2009.
Op 31 december 2010 bedroeg het aantal door Solvay nv uitgegeven aandelen in bezit van Solvay Stock Option Management bvba 3,25% (2 754 818 aandelen) van het kapitaal. Het recentste jaarprogramma van aandelenopties (uit te oefenen van 1 januari 2014 tot 15 december 2018) werd eind 2010 voorgelegd aan ongeveer 215 topmanagers van de Groep tegen een uitoefenprijs van 76,49 EUR per aandeel. Dat bedrag is het gemiddelde van de slotkoersen van het Solvay-aandeel op Euronext tijdens de 30 dagen voorafgaand aan het optieaanbod. Deze opties werden voor 98,05% door deze leidinggevenden aanvaard.
In 2010 zijn voor een totaal van 156 000 aandelen dergelijke aandelenopties uitgeoefend, waarbij op te merken is dat de opties in principe gedurende 5 jaar1 na een bevriezing van drie jaar kunnen worden uitgeoefend. In totaal ziet de uitoefening van de aandelenopties er over de jaren als volgt uit:
| Uitgiftedatum | Uitoefenprijs (in EUR) | Uitoefenperiode | Aanvaardingsgraad |
|---|---|---|---|
| 1999 | 76,14 | 02/2003-12/2007 | 99,2% |
| 2000 | 58,21 | 02/2004-12/2008 | 98,9% |
| 2001 | 62,25 | 02/2005-12/2009 | 98,6% |
| 2002 | 63,76 | 02/2006-12/2010 | 98,4% |
| 2003 | 65,83 | 02/2007-12/2011 | 97,3% |
| 2004 | 82,88 | 02/2008-12/2012 | 96,4% |
| 2005 | 97,30 | 02/2009-12/2013 | 98,8% |
| 2006 | 109,09 | 02/2010-12/2014 | 97,2% |
| 2007 | 96,79 | 01/2011-12/2015 | 97,6% |
| 2008 | 58,81 | 01/2012-12/2016 | 96,9% |
| 2009 | 72,34 | 01/2013-12/2017 | 98,2% |
2010 76,49 01/2014-12/2018 98,1%
In de periode dat de Groep deze aandelen bezit, zijn stemrecht en recht op dividenduitkering van Solvay nv opgeschort.
De Raad van Bestuur heeft tijdens zijn zitting van 16 december 2010 het jaarlijks aandelenoptieplan ten gunste van 215 topkaders in gang gezet. Onder hen de leden van het Uitvoerend Comité met onder meer Christian Jourquin en Bernard de Laguiche die ook Bestuurders zijn. Laatstgenoemden hielden zich om ethische redenen afzijdig bij het overleg van de Raad van Bestuur toen die het over de hen betreffende aandelenopties had.
De Raad van Bestuur heeft hun onthoudingsverklaring geacteerd, verwijzend naar Artikel 523 §3 al. 2 van het Wetboek van Vennootschappen dat handelt over gewone verrichtingen die gebeuren onder normale voorwaarden en normale marktwaarborg voor verrichtingen van dezelfde aard. Christian Jourquin en Bernard de Laguiche hebben respectief 25 000 en 20.000 aandelen aanvaard. Op zijn verzoek is het aantal aan de voorzitter van het Uitvoerend Comité toekomende aandelenopties beperkt tot het aantal van het voorgaande jaar, omwille van de algemene economische toestand en de sociale gevolgen van het Horizonproject.
2.1.5. Los van de toelating waarvan sprake in paragraaf 2.1.2. hierboven en om zichzelf te verdedigen kan de vennootschap haar eigen aandelen terugkopen tot 10% van het onderschreven kapitaal. Ze hoeft daarbij geen rekening te houden met een plafond- of maximale koers of met een bodemkoers. Die mogelijkheid bestaat wanneer ernstige beschadiging dreigt, bijvoorbeeld in geval van een vijandig overnamebod. De buitengewone algemene vergadering heeft deze procedure in mei 2008 met drie jaar verlengd.
2.1.6. In de statuten van de onderneming is sprake van schikkingen in verband met zogeheten toegestaan
kapitaal. Dit geeft de Raad van Bestuur de macht het kapitaal te verhogen met een maximum van 25 miljoen EUR. Van deze mogelijkheid is voor het laatst in 2006 gebruik gemaakt voor de dekkingsbehoefte van het oude stelsel van aandelenopties.
2.2.1. Het beleid van de Raad van Bestuur bestaat erin de algemene vergadering van de aandeelhouders voor te stellen het dividend te verhogen telkens wanneer dit mogelijk is en het als het kan ook nooit te verminderen. Deze politiek wordt nu al vele jaren volgehouden. De grafi sche voorstelling hieronder geeft een overzicht van de voorbije 20 jaar.
2.2.2. De uitbetaling van het jaarlijks dividend gebeurt in twee schijven in de vorm van een voorschot en een saldo. Inzake het voorschot heeft de Raad van Bestuur in oktober 2006 besloten de methode om dit te bepalen aan te passen. Vanaf 2006 neemt deze methode 40% (afgerond) van het dividend van het vorige boekjaar als uitgangspunt en houdt ze ook rekening met de resultaten van de eerste negen maanden van het lopende
1991 1992 1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010
Als gevolg hiervan heeft de Raad van Bestuur van 27 oktober 2010 voor het boekjaar 2010 een voorschot op het nettodividend goedgekeurd van 0,90 EUR per aandeel (1,20 EUR bruto vóór de Belgische bevrijdende roerende voorheffi ng van 25%). Dit dividendvoorschot (coupon nr. 87), betaald op 13 januari 2011 dient afgerekend te worden op het hele dividend voor het boekjaar 2010, voorgesteld door de Raad van Bestuur van 16 februari 2011.
Wat het saldo betreft stelt de Raad van Bestuur bij de opmaak van de jaarrekening een dividend voor aan de gewone algemene vergadering dat in de lijn ligt van het zonet geschetste beleid. De tweede schijf van het dividend, of het saldo na aftrek van het voorschot, dient uitbetaald te worden in de loop van de maand mei. Voor het boekjaar 2010 bedraagt het nettodividend dat aan de algemene vergadering van 10 mei 2011 wordt voorgesteld 2,30 EUR per aandeel, (3,0667 EUR bruto per aandeel), 4,5% hoger dan van dat van 2009. Rekening houdend met het voorschot op het dividend dat uitbetaald werd op 13 januari 2011 (netto 0,90 EUR per aandeel – coupon nr. 87) zal het saldo (of 1,40 EUR netto per aandeel) uitbetaald worden vanaf 17 mei 2011 (coupon nr. 88).
2.2.3. Aandeelhouders die opteerden voor aandelen op naam krijgen het voorschot en het saldo van het dividend automatisch en gratis door overschrijving op de opgegeven bankrekening en dit op de datum van de uitvoering van de betaling. Aandeelhouders die aandelen aan toonder hebben, of gedematerialiseerde aandelen, krijgen hun dividend via hun bank of op de manier en volgens de regeling die zij verkiezen.
De coupons voor dividendvoorschot en saldo worden uitbetaald door de KBC Bank nv en CBC Banque nv: • KBC Bank nv, Havenlaan 2 –
1080 Brussel (België)
• CBC Banque nv, Grote Markt 5 – 1000 Brussel (België)
2.2.4. De vennootschap heeft geen VVPR-aandelen omdat het grootste deel van haar kapitaal al werd samengesteld vóór dit voor dividenden fi scaal gunstige regime werd ingevoerd. Tot op heden heeft ze geen optioneel dividend aan haar aandeelhouders voorgesteld, een dividend dat in nieuwe aandelen wordt uitbetaald en niet in speciën. Voor de keuze van een optioneel dividend bestaat in België trouwens geen enkele aanmoediging in de vorm van een fi scaal of fi nancieel voordeel voor de aandeelhouders.
Op te merken valt dat een wet betreffende de uitoefening van bepaalde rechten van aandeelhouders in beursgenoteerde vennootschappen de schikkingen wijzigt in verband met de organisatie van algemene vergaderingen in de toekomst. De statuten van de betrokken vennootschappen moeten aangepast zijn tegen 1 januari 2012. Een project aangaande de statuten van Solvay nv wordt voorgelegd aan de buitengewone algemene vergadering van Solvay op 10 mei 2011.
De gewone algemene vergadering van Solvay nv die plaatsvindt op 10 mei 2011 zal nog georganiseerd worden op basis van de huidige, hieronder beschreven schikkingen.
De jaarlijkse gewone algemene vergadering valt op de tweede dinsdag van de maand mei om 14.30 uur en vindt plaats in het Auditorium in de Prins Albertstraat 44 te Brussel (België).
Is een buitengewone algemene vergadering nodig, dan probeert de Raad van Bestuur die onmiddellijk voor of
na afl oop van de gewone algemene vergadering te doen plaatsvinden. Op dinsdag 10 mei 2011 wordt dus de volgende buitengewone algemene vergadering gehouden (om 10.30 uur) en de gewone algemene vergadering heeft plaats om 14.30 uur.
Het is de Raad van Bestuur die de algemene vergadering bijeenroept. Diezelfde Raad stelt ook de agenda op. Nochtans kunnen ook de aandeelhouders vragen om een algemene vergadering te organiseren en/of een onderwerp op de agenda te zetten, voor zover ze samen 20% van het kapitaal vertegenwoordigen, zoals de Belgische wet dit bepaalt. Is dit het geval, dan wordt aan hun wens verplicht voldaan. Als deze aandeelhouders minder dan 20% van het kapitaal vertegenwoordigen, moet hun vraag tijdig door de Raad van Bestuur worden behandeld, die als enige oordeelt over de wenselijkheid om op de vraag in te gaan. Een vraag die tijdig is ingediend door aandeelhouders die samen meer dan 5% van het kapitaal vertegenwoordigen, voor het toevoegen van een punt aan de agenda van een al geplande algemene vergadering, zal in overweging worden genomen, tenzij ze het maatschappelijk belang schaadt.
De agenda van de jaarlijkse algemene vergadering vermeldt gewoonlijk volgende onderwerpen:
ders, van hen die onafhankelijk zijn, van de duur van hun mandaat en de rotatie van de vernieuwingen van mandaten;
Een buitengewone algemene vergadering is zeker vereist voor alle onderwerpen die te maken hebben met de inhoud van de statuten van de vennootschap. Wanneer de Raad van Bestuur een bijzonder verslag opstelt met het oog op een buitengewone algemene vergadering, dan wordt dit bijzonder verslag bij de uitnodiging gevoegd. Het wordt ook op de website van de vennootschap gepubliceerd.
De oproep tot deelname aan de algemene vergadering vermeldt plaats, datum en uur van de vergadering, de agenda, de verslagen en de resolutievoorstellen voor elk agendapunt dat ter stemming wordt voorgelegd. Tenslotte vermeldt de oproep de procedure tot deelname aan de vergadering en voor het verstrekken van een volmacht. De houders van aandelen op naam, krijgen op het adres dat ze hebben opgegeven hun oproep via de post, samen met de formulieren voor bevestiging van de deelname of voor het geven van een volmacht. Wie aandelen aan toonder bezit of gedematerialiseerde aandelen, wordt opgeroepen via de Belgische pers. Deze oproepen verschijnen in het Belgisch Staatsblad en ook in de Belgische fi nanciële pers, met name in de Franstalige krant L'Echo en de Nederlandstalige krant De Tijd. De belangrijkste in België gevestigde banken krijgen ook de nodige documentatie om ze te bezorgen aan de klanten die aandeelhouders van Solvay zijn.
De Belgische wet die geldt voor het boekjaar 2010 voorziet in een tijdelijke blokkering van de aandelen om ondubbelzinnig vast te kunnen stellen wie stemgerechtigd aandeelhouder is op de algemene vergadering. De vennootschap heeft niet geopteerd voor het facultatief systeem van de registratiedatum.
3.4.1. Voor de aandeelhouders met aandelen op naam is de procedure een automatisme. Hun recht is schriftelijk vastgelegd in het register van de aandeelhouders. Het is de vennootschap die dit register bijhoudt of dit gebeurt voor haar rekening. Zij dienen dus enkel hun bevestiging van deelname aan het Secretariaat-Generaal te sturen, of hun volmacht. In beide gevallen moet het document vijf werkdagen voor de algemene vergadering toekomen, wil de betrokkene van zijn stemrecht gebruik kunnen maken.
3.4.2. Voor de houders van aandelen aan toonder of gedematerialiseerde aandelen verloopt de procedure niet automatisch. De houder moet zijn aandelen laten blokkeren tot de dag van de algemene vergadering, ofwel bij zijn bank die het Secretariaat-Generaal hierover informeert, ofwel bij de maatschappelijke zetel van de vennootschap.
Het Secretariaat-Generaal moet het verzoek tot blokkering vijf werkdagen voor de vergadering in zijn bezit hebben, opdat de aandeelhouder zou kunnen stemmen. Ook de aandeelhouder die een plaatsvervanger zou willen sturen, dient een volmacht te bezorgen bij het Secretariaat-Generaal en dit ook uiterlijk vijf werkdagen voor de Vergadering.
3.4.3. Gebruikmaking van het stemrecht voor aandelen in onverdeeldheid of opsplitsing (vruchtgebruik/naakte eigendom) of van aandelen die het bezit zijn van een minderjarige of een persoon die juridisch onbekwaam is, gebeurt volgens bijzondere wettelijke en statutaire regels. Op basis van deze regels kan men de enige vertegenwoordiger aanwijzen die van het stemrecht gebruik mag maken. Blijkt dit onmogelijk, dan wordt het stemrecht opgeschort tot de vertegenwoordiger is aangewezen.
3.4.4. Wat volmachten betreft moet de gemandateerde zelf ook aandeelhouder zijn opdat de volmacht geldig zou zijn (behalve de uitzonderingen: echtgeno(o)t(e), rechtspersonen). De vennootschap registreert de per volmacht uitgebrachte stemmen en gaat daarbij uit van de steminstructies van de mandaatgever. Wil een mandataris een instructie vermeld in zijn mandaat tijdens de algemene vergadering wijzigen, dan moet hij dat bij de stemming uitdrukkelijk vermelden en het gebeurt op zijn verantwoordelijkheid. De stemmen per blanco volmacht worden beschouwd als ja-stemmen, tenzij de gemandateerde bij de stemming het tegengestelde blijkt te willen. Ongeldige volmachten worden verwijderd. Onthoudingen die bij de stemming formeel worden aangegeven of die op de volmacht staan, worden als
dusdanig meegeteld.
3.5.1. Het is de Voorzitter van de Raad van Bestuur die de Algemene Aandeelhoudersvergadering voorzit. Bij zijn afwezigheid fungeert de Ondervoorzitter als voorzitter. De Voorzitter leidt de discussie volgens de regels die in België gelden voor overleg in dergelijke vergaderingen.
Hij ziet erop toe dat op de vragen die tijdens de Vergadering gesteld worden een antwoord komt. Tegelijk zorgt hij ervoor dat de
3.5.2. Een resolutie op een gewone algemene vergadering wordt aanvaard bij gewone meerderheid van de stemmen uitgebracht door
182
3.5.3. Voor de buitengewone algemene vergadering respecteert de vennootschap de wettelijke regels inzake quorum en bepalen van de meerderheid.
de aanwezige of vertegenwoordigde aandeelhouders. Als regel geldt dat
agenda wordt gerespecteerd, met in achtneming van de vertrouwelijkheid. Hij wijst de stemopnemers en de secretaris van de vergadering aan. Gewoonlijk is dat de Secretaris-Generaal van de vennootschap.
3.5.4. Gewoonlijk is de stemming publiek en gebeurt ze bij handopsteking of elektronisch. De telling gebeurt onmiddellijk en het resultaat van elke stemming wordt prompt meegedeeld. In uitzonderlijke gevallen is een schriftelijke geheime stemming mogelijk, als het gaat om de positie van een persoon die in vraag wordt gesteld. Tot op heden is nooit om deze procedure gevraagd. De buitengewone algemene vergadering van 9 mei 2006 heeft deze statutaire regel gewijzigd en een minimumdrempel van 1% van het kapitaal ingevoerd voor een individuele aandeelhouder of verscheidene aandeelhouders die samenwerken, en dit uitsluitend als er verscheidene kandidaten zijn voor hetzelfde mandaat. Het verslag van de algemene vergadering wordt opgesteld en de aandeelhouders keuren het op het einde van de bijeenkomst goed. De Voorzitter, de secretaris, de stemopnemers en de aandeelhouders die het wensen ondertekenen het verslag. Bij een buitengewone algemene vergadering wordt van deze notulen een notariële akte opgemaakt.
3.5.5. De notulen van de meest recente algemene vergaderingen staan te lezen op de website van de vennootschap (www.solvay.com).
Aandeelhouders kunnen afschriften of offi ciële uittreksels krijgen. Hun aanvraag dient wel de handtekening te dragen van de Voorzitter van de Raad van Bestuur.
De documenten in verband met de algemene vergaderingen (oproep tot deelname, agenda, volmachten, bevestiging van deelname, speciaal verslag van de Raad van Bestuur, enz…) zijn elk jaar raadpleegbaar op www.solvay.com.
De documenten zijn beschikbaar in het Frans en het Nederlands. Dat zijn de offi ciële versies. Er is ook een offi cieuze vertaling in het Engels.
De Raad van Bestuur is het hoogste bestuursorgaan van de vennootschap. De wet geeft hem macht over alles wat wettelijk of statutair niet tot de bevoegdheid van de algemene vergadering behoort. In het geval van Solvay nv heeft de Raad van Bestuur zich een aantal essentiële domeinen voorbehouden en zijn andere bevoegdheden gedelegeerd aan een Uitvoerend Comité (zie verder). Hij heeft dus niet gekozen voor de oprichting van een directiecomité naar Belgisch recht.
De kernbevoegdheden die de Raad van Bestuur zich voorbehoudt zijn hoofdzakelijk de volgende:
De exclusieve bevoegdheden van de Raad, zoals bepaald door de wet of de statuten:
het opstellen en aanvaarden van de tussentijdse rekeningen, de geconsolideerde en de enkelvoudige jaarrekening van Solvay nv (tussentijdse rekeningen alleen geconsolideerd) en de hieraan verbonden communicatie
bepaald de IFRS-normen voor de geconsolideerde rekeningen en de Belgische normen voor de rekening van Solvay nv)
• de oproep tot deelname aan de algemene vergadering, het bepalen van de agenda en van de resolutievoorstellen waarover de Algemene Aandeelhoudersvergadering zal beslissen (bijvoorbeeld in verband met de vennootschappelijke jaarrekening, dividend, wijziging van de statuten, enz…).
Het bepalen van het beleid en van de belangrijke strategische keuzes van de Groep.
De goedkeuring van het referentiekader voor de interne controle en het risicobeheer.
De goedkeuring van de budgetten en van het plan, met inbegrip van de investeringen, O&O en de fi nanciële doelstellingen.
De aanwijzing van de Voorzitter en van de leden van het Uitvoerend Comité en van de Secretaris-Generaal. Dit omvat ook de omschrijving van hun opdracht en de bepaling van de bevoegdheden die aan het Uitvoerend Comité worden toevertrouwd.
Het toezicht op het Uitvoerend Comité en de goedkeuring van de beslissingen van dit Comité, voor zover de wetgeving dit vereist.
De installatie binnen de Raad van Bestuur van het Voorzitterschap, het Ondervoorzitterschap, van een Auditcomité, van een Remuneratiecomité en een Benoemingscomité en van een Comité van Financiën. Voorts de omschrijving van de opdracht van elk Comité, de samenstelling ervan en de duur van hun mandaat.
De belangrijke beslissingen over overnames, sluitingen, het aangaan van joint ventures en van investeringen. De beslissingen waarmee bedragen van meer dan 50 miljoen EUR
één aandeel één stem waard is.
| Geboorte jaar |
Jaar van 1e benoeming |
Solvay nv- mandaten en vervaldatum bestuursmandaat |
Diploma's en activiteiten buiten Solvay | Deelname aan vergaderingen 2010 (afhankelijk van benoeming) |
||
|---|---|---|---|---|---|---|
| M. Aloïs Michielsen (B) | 1942 | 1990 | 2013 Voorzitter van de Raad van Bestuur, Voorzitter van de Comités van Financiën en Verloning en Benoemingen |
Burgerlijk Ingenieur Scheikunde en Licentiaat in Toegepaste Economische Wetenschappen (Université Catholique de Louvain), Business Administration (University of Chicago – VSA) Bestuurder van Miko. |
6/6 | |
| M. Denis Solvay (B) | 1957 | 1997 | 2014 Ondervoorzitter van de Raad van Bestuur, Lid van het Comité Verloning en dat van Benoemingen |
Handelsingenieur (Université Libre de Bruxelles) Bestuurder van Eurogentec, Bestuurder en lid van het Directiecomité van Abelag Holding. |
4/6 | |
| M. Christian Jourquin (B) (*) | 1948 | 2005 | 2013 Voorzitter van het Uitvoerend Comité, Bestuurder en lid van het Comité Financiën en gast van de Comités Verloning en Benoemingen |
Handelsingenieur (Université Libre de Bruxelles) ISMP Harvard – VSA. |
6/6 | |
| M. Bernard de Laguiche (F/BR) (*) |
1959 | 2006 | 2013 Lid van het Uitvoerend Comité Bestuurder en lid van het Comité Financiën |
Handelsingenieur, Lic. Oec. HSG (Universiteit van Sankt Gallen – Zwitserland). |
6/6 | |
| M. Jean-Marie Solvay (B) | 1956 | 1991 | 2012 Onafhankelijk bestuurder Lid van de New Business Board |
Advanced Management Programme – Insead, CEO van Albrecht RE Immobilien GmbH & Co. KG, Directeur van Heliocentris GmbH & Co. KG (Duitsland). |
6/6 | |
| Ridder Guy de Selliers de Moranville (B) |
1952 | 1993 | 2013 Onafhankelijk bestuurder Lid van het Comité Financiën en van het Auditcomité |
Burgerlijk Ingenieur mechanica, Licentiaat Economische Wetenschappen (Université Catholique de Louvain), Uitvoerend Voorzitter van Hatch Corporate Finance (VK), Lid van de Raad van Commissarissen en Voorzitter van het Auditcomité van Advanced Metallurgical Group (Nederland), Bestuurder en Voorzitter van het Governance-comité van Wimm-Bill-Dann Fodd OJSC (Rusland), Ondervoorzitter van het Bestuurscomiyé van Ageas nv, Voorzitter van de Raad van Bestuur van Ageas UK. |
6/6 | |
| M. Nicolas Boël (B) | 1962 | 1998 | 2013 Onafhankelijk bestuurder Lid van het Comité Benoemingen |
Licentiaat Economusche Wetenschappen (Université Catholique de Louvain), Master of Business Administration (College of William and Mary – VSA), Afgevaardigd Bestuurder van BMF-participaties, Bestuurder van Sofi na. |
6/6 | |
| M. Whitson Sadler (US) | 1940 | 2002 | Tot 11 mei 2010 Onafhankelijk bestuurder – Voorziitter van het Auditcomité |
Bachelor of Arts Economics (University of the South, Sewanee - VSA), Master of Business Administration Finance (Harvard). Gepensioneerd Algemeen Directeur van Solvay nv voor de Regio Noord-Amerika. |
0/3 | |
| M. Jean van Zeebroeck (B) | 1943 | 2002 | 2014 Onafhankelijk bestuurder Lid van de Comités Verloning en Benoemingen |
Doctor in de Rechten en gediplomeerde in Bedrijfsadministratie (Université Catholique de Louvain), Licentiaat Economisch Recht en Droit (Université Libre de Bruxelles), Master of Comparative Law (University of Michigan – VSA), General Counsel de 3B-Fibreglass. |
6/6 | |
| M. Jean-Martin Folz (F) | 1947 | 2002 | 2014 Onafhankelijk bestuurder Lid van de Comités Verloning en Benoemingen |
Ecole Polytechnique et Ingénieur des Mines (Frankrijk). Oud-Voorzitter van PSA Peugeot-Citroën, Bestuurder van Saint-Gobain, van de Société Générale, van Carrefour, van Alstom et Axa en lid van de Toezichtsraad van ONF-Participations. |
5/6 | |
| Prof. Dr. Bernhard Scheuble (D) |
1953 | 2006 | 2014 Onafhankelijk bestuurder Voorzitter van het Auditcomité |
Master in nucleaire fysica en PhD Display Physics (Universiteit Freiburg – Duitsland). Oud-voorzitter van het directiecomité van Merck KGaA (Darmstadt) et oud-lid van de Raad van bestuur van E. Merck OHG. |
6/6 | |
| M. Anton van Rossum (NL) | 1945 | 2006 | 2014 Onafhankelijk bestuurder Lid van het Auditcomité |
Master in Economie en Bedrijfsbeheer (Erasmus-Universiteit Rotterdam). Lid van de Raad van bestuur van Crédit Suisse (Zürich), Lid van de Toezichtsraad van München RE (München), Voorzitter van de Toezichtsraad van Royal Vopak (Rotterdam), Lid van de Toezichtsraad van Rodamco Europe (Schiphol), Voorzitter van de Toezichtsraad van de Erasmus Universiteit (Rotterdam), Speciaal adviseur van General Atlantic (Londen) en Voorzitter van het Nederlands Economisch Instituut (Rotterdam). |
5/6 | |
| M. Charles Casimir Lambert (B/CH) |
1967 | 2007 | 2011 Onafhankelijk bestuurder Lid van het Auditcomité |
MBA Columbia Business School (New York)/London Business School (Londen) – Licenciaat en Master (lic.oec.HSG) in economie, management en fi nanciën (Universiteit van Sankt-Gallen – Zwitserland ). Behartigt familiale belangen overal ter wereld. |
6/6 | |
| Mw. Petra Mateos Aparicio Morales (ES) |
N/A | 2009 | 2013 Onafhankelijke bestuurster Lid van het Comité Financiën |
Ph. D. in Economische wetenschappen en bedrijfsbeheer (Universidad Complutense, Madrid - Spanje). Executive President van Hispasat (Spanje en Internationaal); Hoogleraar in bedrijfsadministratie, UNED & CUNEF, Madrid. |
6/6 | |
| Baron Hervé Coppens d'Eeckenbrugge (B) |
1957 | 2009 | 2013 Onafhankelijk bestuurder Lid van het Comité Financiën |
Licentiaat in de Rechten aan de Université van Louvain-la-Neuve; Gediplomeerde in Economische en Handelswetenschappen aan het ICHEC, Brussel. Bestuurder van vennootschappen van de Groep Petercam nv en Afgevaardigd –Bestuurder van Petercam Institutional Bonds nv. Bestuurder van Vital Renewable Energy Company LLC (Delaware). |
6/6 | |
| Mw. Evelyn du Monceau (B) | N/A | 2010 | 2013 Bestuurster Lid van het Comité Benoemingen |
Licentiaat Toegepaste Ecxonomische Wetenschappen van de Université Catholique de Louvain. Lid van de Raad van Bestuur van de Financière de Tubize nv. Ondervoorzitster van de Raad van Bestuur en Voorzitster van het Comité Voor vergoedingen en benoemingen van UCB nv. Bestuurster van FBNet Belgium. Lid van de Stichting Commissie Corporate Governance. |
3/3 | |
| M. Yves-Thibault de Silguy (F) |
1948 | 2010 | 2011 Onafhankelijk bestuurder Lid van de Comités Vergoedingen en Benoemingen |
Licentiaat in de rechten, Université de Rennes, DES publiek recht Université de Paris I, gediplomeerde van het Institut d'Etudes Politiques de Paris en de Ecole Nationale d'Administration. Ondervoorzitter en expert bestuurder van de VINCI-groep. Bestuurder van LVMH, Voorzitter van de Raad van Toezicht van Sofi sport (Frankrijk) en Trustee van de International Financial Reporting Standards Foundation (IFRS Foundation). |
3/3 |
* Voltijds actief binnen de Solvay-groep.
gemoeid zijn, worden beschouwd als belangrijke beslissingen.
De bepaling van de vergoeding van de Voorzitter van het Uitvoerend Comité, van de leden van het Uitvoerend Comité en van de Algemeen Directeuren.
Het vastleggen van interne regels van deugdelijk bestuur en "Compliance".
Voor de meeste aangelegenheden waarvoor hij exclusief bevoegd is, werkt de Raad van Bestuur nauw samen met het Uitvoerend Comité. Dit heeft namelijk als taak de meeste voorstellen voor te bereiden waarover de Raad moet beslissen.
4.2.1. De leden van de Raad van Bestuur beschikken over de vereiste informatie om zich van hun functie te kwijten, dit door middel van dossiers die voor hen worden samengesteld op last van de Voorzitter en die de Secretaris-Generaal hen verscheidene dagen voor elke zitting bezorgt. Zij kunnen voor bijkomende informatie altijd terecht bij de Voorzitter van de Raad van Bestuur, de Voorzitter van het Uitvoerend Comité of de Secretaris-Generaal, al naargelang van de aard van hun vragen. De Raad van Bestuur kan voor onderwerpen waarvoor hij bevoegd is een beroep doen op externe experts.
4.2.2. De vennootschap is tegen derden geldig vertegenwoordigd mits dubbele ondertekening door personen met volgende kwalifi catie: de Voorzitter van de Raad van Bestuur en/of de bestuurders die deel uitmaken van het Uitvoerend Comité. Voor beslissingen die vallen onder het dagelijks bestuur volstaat de handtekening van één bestuurder die ook lid is van het Uitvoerend Comité. Bevoegdheidsoverdracht kan overigens geval per geval gebeuren wanneer dit nodig is.
Op 31 december 2010 bestond de Raad van Bestuur uit 16 leden en was als volgt samengesteld (zie p. 183). Het aantal Bestuurders is gerechtvaardigd gezien de verscheidenheid aan activiteiten van de Groep en diens internationaal karakter.
4.3.2. Aloïs Michielsen vervulde in 2010 het Voorzitterschap van de Raad van Bestuur. Het Ondervoorzitterschap van de Raad van Bestuur is toevertrouwd aan Denis Solvay.
Op de gewone algemene vergadering van 11 mei 2010 werd beslist wat volgt:
Op de gewone algemene vergadering van 10 mei 2011 zal de Raad van Bestuur voorstellen:
der van Solvac nv, dit conform de nieuwe wet van 17 december 2008 (zie onafhankelijkheidscriteria in punt 4.3.4. hieronder).
De bestuurders worden door de gewone Algemene Vergadering verkozen voor een termijn van vier jaar. Hun mandaat is verlengbaar.
Om te vermijden dat alle mandaten tegelijk afl open is een rotatiesysteem ingevoerd bij lottrekking. Dat gebeurde meer dan 40 jaar geleden, toen het bedrijf werd omgevormd tot een naamloze vennootschap. Ook is een leeftijdsgrens bepaald, die valt op de dag van de eerste algemene vergadering die volgt op de 70ste verjaardag van het lid. Het lid geeft dan zijn mandaat op. Dit wordt dan overgenomen en volgemaakt door de opvolger die de algemene vergadering aanwijst.
De Raad van Bestuur hanteert de volgende criteria wanneer hij de gewone algemene vergadering een kandidaat-bestuurder voorstelt:
Zo erkende de gewone algemene vergadering 9 op 14 niet-uitvoerende Bestuurders als onafhankelijken per 31 december 2010;
• hij zorgt ervoor dat de Raad van Bestuur zo wordt samengesteld
dat hij de aandeelhouders echt vertegenwoordigt. Ook dienen de bestuursleden samen als groep de bekwaamheid en de ervaring te hebben die nodig zijn voor de activiteiten van de Groep;
De Voorzitter van de Raad van Bestuur verzamelt de informatie die de Raad nodig heeft om na te gaan of aan de vermelde criteria voldaan wordt op het moment van de benoeming, bij de hernieuwing en tijdens de uitoefening van het mandaat.
De Raad van Bestuur legt op basis van de Belgische wetgeving de criteria vast voor de beoordeling van de onafhankelijkheid van de bestuurders. De gewone algemene vergadering kan dan stemmen over de onafhankelijkheid van elk van de bestuurders, die volgens de Raad van Bestuur aan
deze criteria voldoen.
De regelgeving over de onafhankelijkheid is strenger geworden sinds het verschijnen van de wet van 17 december 2008. Deze nieuwe wetsregels zijn van toepassing telkens wanneer beslist wordt over hernieuwing van mandaten of toekenning van nieuwe mandaten en dit ten laatste vanaf 1 juli 2011.
De nieuwe wettelijke criteria, zoals vermeld in artikel 526ter van het Wetboek van Vennootschappen, ingevoerd door de wet van 17 december 2008 (art. 16) zijn de volgende:
schap of persoon zoals bepaald in artikel 11 van het Wetboek van Vennootschappen;
Geen vergoeding of ander belangrijk voordeel van vermogensrechtelijke aard ontvangen of hebben ontvangen van de vennootschap of van daarmee verbonden vennootschap of persoon zoals bepaald in artikel 11 van het Wetboek van Vennootschappen, buiten de tantièmes en de vergoeding die hij eventueel ontvangt of heeft ontvangen als niet-uitvoerend lid van het bestuursorgaan of lid van het toezichthoudende orgaan;
a) geen maatschappelijke rechten bezitten die een tiende of meer vertegenwoordigen van het kapitaal, van het maatschappelijk fonds of van een categorie aandelen van de vennootschap b) indien hij maatschappelijke rechten bezit die een quotum van minder dan 10% vertegenwoordigen:
a) mogen die maatschappelijke rechten samen met de maatschappelijke rechten die in dezelfde vennootschap worden aangehouden door vennootschappen waarover de onafhankelijk bestuurder controle heeft, geen tiende bereiken van het kapitaal, het maatschappelijk fonds of van een categorie aandelen van de vennootschap;
of b) mogen de daden van beschikking over die aandelen of de uitoefening van de daaraan verbonden rechten niet onderworpen zijn aan overeenkomsten of aan eenzijdige verbintenissen die het onafhankelijk lid van het bestuursorgaan heeft aangegaan;
c) in geen geval een aandeelhouder vertegenwoordigen die onder de voorwaarden valt van dit punt;
Jaarverslag Solvay 2010
het bedrijfsleven, uitoefenen, of die zich bij een van de andere in de punten 1 tot 8 beschreven gevallen bevinden.
Per 31 december 2010 voldeden 9 van de 16 bestuurders aan deze onafhankelijkheidscriteria, bekrachtigd door een stemming op de gewone algemene vergadering van 11 mei 2010:
Wij herinneren eraan dat de Raad van Bestuur de algemene vergadering van 10 mei 2011 zal voorstellen zich uit te spreken over de onafhankelijkheid, in het licht van de wet van 17 december 2008 (criterium nr. 1) van Evelyn du Monceau, voormalig, niet-uitvoerend bestuurder van Solvac nv sedert meer dan één jaar.
Ten slotte dient hier opgemerkt dat Jean-Marie Solvay die dan meer dan 12 jaar bestuurder is van de vennootschap, op 1 juli 2011 zijn onafhankelijkheid zal verliezen. Hij zal vanaf die datum in de Raad zetelen als niet-onafhankelijk bestuurder.
De Raad van Bestuur legt de algemene vergadering de benoeming, de hernieuwing van het mandaat, het ontslag en zelfs de afzetting van een bestuurder voor. Hij laat de algemene vergadering ook stemmen over de onafhankelijkheid van de bestuurders die voldoen aan de criteria in verband hiermee en na de Ondernemingsraad op de hoogte te hebben gebracht. Eerst behoort hij wel het advies in te winnen van het Comité Benoemingen dat de opdracht heeft het profi el van elke kandidaat te beschrijven en te beoordelen in het licht van de door hem bepaalde benoemingscriteria en specifi eke vaardigheden.
De gewone algemene vergadering beslist bij gewone meerderheid over de voorstellen van de Raad van Bestuur in verband hiermee. Is een mandaat tijdens het boekjaar vacant, dan kan de Raad van Bestuur die leemte opvullen. Hij is er dan wel toe verplicht deze beslissing te laten bekrachtigen tijdens de eerstvolgende gewone algemene vergadering.
De Raad van Bestuur heeft zesmaal vergaderd in 2010 (vijf gewone vergaderingen en één buitengewone).
Naar verwachting wordt hij ook in 2011 vijfmaal in gewone vergadering bijeengeroepen.
De Raad legt tegenwoordig zelf de data voor de gewone vergaderingen vast, ruim een jaar voor het begin van het boekjaar.
Indien nodig kan de Voorzitter van de Raad van Bestuur beslissen bijkomende vergaderingen te houden, na raadpleging van de Voorzitter van het Uitvoerend Comité.
Het is de Voorzitter van de Raad van Bestuur die de agenda samenstelt van de vergaderingen. Ook hierover pleegt hij overleg met de Voorzitter van het Uitvoerend Comité. De Secretaris-Generaal organiseert de vergaderingen, onder toezicht van de Voorzitter van de Raad van Bestuur. Hij stuurt de uitnodigingen en de agenda rond en ook het dossier waarin puntsgewijs alle nodige informatie is opgenomen waarop de bestuurders hun beslissingen zullen dienen te baseren. Voor zover mogelijk zorgt hij ervoor dat de bestuurders de oproep en het volledig dossier uiterlijk vijf dagen voor de vergadering ontvangen.
De Secretaris-Generaal stelt de verslagen van de vergaderingen van de Raad van Bestuur op. Hij legt de eerste versie voor aan de Voorzitter en vervolgens aan alle leden.
In hun defi nitieve en goedgekeurde vorm worden de verslagen tijdens de volgende zitting ondertekend door alle bestuurders die aan het overleg hebben deelgenomen. De Raad van Bestuur neemt de beslissingen collegiaal en bij gewone meerderheid. Sommige beslissingen die volgens de statuten van de vennootschap heel belangrijk zijn, vergen een drievierde meerderheid van de leden. Dit was bijvoorbeeld het geval in 2010 in verband met de beslissing om de participatie van 50% in Inergy Automotive Systems te verkopen.
De Raad van Bestuur kan enkel geldig vergaderen indien de helft van zijn leden aanwezig is of zich laat
vertegenwoordigen. Dankzij de grote aanwezigheid op de Raad, kon hij tot op heden altijd geldig vergaderen.
De Raad van Bestuur heeft in 2010 een evaluatie uitgevoerd van zijn eigen samenstelling, zijn werking, zijn informatie, zijn samenwerking met het uitvoerend management en de samenstelling en werking van de comités die hij zelf heeft opgericht. De leden van de Raad van Bestuur werd gevraagd zich over deze verschillende punten uit te spreken aan de hand van een vragenlijst opgesteld met de hulp van het Belgian Governance Institute, dat sindsdien herdoopt is tot GUBERNA.
De Voorzitter van de Raad van Bestuur heeft vervolgens een individueel gesprek gehad met elk raadslid, dat behalve over de zoeven opgesomde punten, ook ging over de individuele bijdrage van de bestuurders tot de werking van de Raad en indien van toepassing de vernieuwing van de mandaten.
De verbeteringen waartoe de Raad van Bestuur besloot na dit evaluatieproces hebben te maken met de tijd die besteed wordt aan vragen en antwoorden bij de voorstelling van de kwartaalresultaten door het uitvoerend management. Voorts met de evaluatie a posteriori van goedgekeurde strategische beslissingen om er lessen uit te halen voor de toekomst en ook met de toevoeging van het onderwerp Human Resources aan de lijst van de geregelde presentaties door het uitvoerend management ten behoeve van de Raad van Bestuur. Deze Raad heeft ook besloten aan zijn kalender voor 2011 een derde vergadering van het Comité van de Benoemingen toe te voegen. De volgende evaluatie van de Raad van Bestuur is voor 2013.
Voor de nieuwe bestuurders is er een
vormingsprogramma, het zogenaamde Induction program. Het is de bedoeling hen zo de Solvay-groep zo snel mogelijk te leren kennen. Het programma bevat een overzicht van de strategie van de Groep en zijn sectoren, en de belangrijkste uitdagingen op de weg naar meer groei, concurrentiekracht en innovatie.
Het besteedt ook aandacht aan de fi nanciën, de oriëntatie van onderzoek en ontwikkeling, het personeelsbeheer, aan juridische informatie en aan de manier waarop de activiteiten zijn georganiseerd.
Het programma staat open voor alle bestuurders die het wensen. Het houdt ook een bezoek in aan een industriële site of onderzoekscentrum.
In 2010 hebben de twee nieuwe bestuurders dit programma gevolgd, met begin 2011 een bezoek aan de site van Rheinberg in Duitsland. Voorts is dit programma in 2010 aangevuld met een gedetailleerde uiteenzetting over het beleid en de actieprogramma's inzake veiligheid.
Deze comités hebben geen beslissingsbevoegdheid. De bestuurders consulteren de comités en deze brengen dan verslag uit aan de Raad van Bestuur die de beslissing neemt. De comités worden ook geregeld om advies gevraagd door de Raad van Bestuur en door het Uitvoerend Comité. Nadat ze toegelicht zijn tijdens de Raadszitting, worden de verslagen van de comités toegevoegd aan het verslag van de daaropvolgende vergadering van de Raad van Bestuur.
De mandaten voor elk van de drie comités hebben een looptijd van twee jaar. Ze zijn verlengbaar.
In het boekjaar 2010 bestond het Auditcomité uit Prof. Dr. Bernhard Scheuble (Voorzitter), Whitson Sadler (tot 11 mei 2010), Ridder Guy de Selliers de Moranville, Anton van Rossum en Charles Casimir-Lambert. Ze zijn allen niet-uitvoerende onafhankelijke bestuurders op Guy de Selliers de Moranville na. Voor het secretariaat van dit Comité zorgt een jurist van de Groep.
Het comité heeft in 2010 viermaal vergaderd, voor elke zitting van de Raad van Bestuur, wanneer de publicatie van de driemaandelijkse, halfjaarlijkse of jaarlijkse resultaten op de agenda stond. De participatie aan de vergaderingen van het Auditcomité is hoog (89%).
Het Auditcomité heeft tot taak de effi ciëntie van de interne controle op te volgen van de boekhouding, zowel van de Groep als van Solvay nv. Het bekijkt of de wettelijke en interne boekhoudkundige procedures op een betrouwbare en correcte wijze zijn gevolgd. De opdracht van het comité staat beschreven in een intern document getiteld Terms of reference (zie bijlage 1).
In de loop van 2009 is deze opdracht herbekeken om er de wettelijke
opdracht zoals bepaald door de Belgische wet van 17 december 2008 in te integreren.
Op elke zitting hoort het Auditcomité het verslag van Bernard de Laguiche (Algemeen Directeur Financiën), dat van de verantwoordelijke van het competentiecentrum voor de interne audit (Thierry Duquenne) en dat van de commissaris belast met de externe audit (Deloitte, vertegenwoordigd door M. Denayer tot 11 mei 2010 en door E. Nys voor de rest van het jaar ). Het comité onderzoekt ook het driemaandelijks rapport van het juridisch competentiecentrum van de Groep over de lopende juridische geschillen van enig belang en de geschillen van fi scale aard en in verband met intellectuele eigendom.
Het comité vergadert alleen met de commissaris belast met de externe audit wanneer het dit nodig acht. Eenmaal per jaar nodigt het comité de Voorzitter van het Uitvoerend Comité, Christian Jourquin, uit om van gedachten te wisselen over de grote risico's waaraan de Groep het hoofd te bieden heeft.
De bestuurders die lid zijn van het Auditcomité voldoen aan het competentiecriterium door hun opleiding en hun ervaring opgedaan bij eerdere functies (zie 4.3. in verband met de samenstelling van de Raad van Bestuur).
In 2010 bestond het Comité van Financiën uit Aloïs Michielsen, (Voorzitter), Christian Jourquin (Voorzitter van het Uitvoerend Comité) en Bernard de Laguiche (Lid van het Uitvoerend Comité en Algemeen Directeur Financiën) en voorts twee bestuurders: Petra Mateos-Aparicio Morales en ridder Guy de Selliers de Moranville.
Op 27 oktober heeft de Raad van Bestuur op voorstel van het Comité voor de verloning en de benoemingen baron Hervé Coppens d'Eeckenbrugge benoemd als bijkomend lid van dit comité.
Voor het secretariaat staat de Secretaris-Generaal Michel Defourny in.
Het comité heeft viermaal vergaderd in 2010. De deelname van de leden van het comité Financiën ligt zeer hoog (100%). Het heeft advies gegeven over fi nanciële onderwerpen, zoals de hoogte van het dividend en het voorschot erop, het schuldenpeil en om welke deviezen het daarbij gaat, dit in het licht van de evolutie van de interestvoeten, de dekking van wisselrisico's, de energierisico's, het beleid inzake het terugkopen van eigen aandelen, de inhoud van de fi nanciële communicatie, de fi nanciering van de belangrijke investeringen, enz. Het legt de laatste hand aan de persberichten over de driemaandelijkse resultaten. De Raad van Bestuur kan het comité om advies vragen in verband met de eerder vernoemde onderwerpen.
Het Comité voor Verloning en Benoemingen is in twee afzonderlijke delen gesplitst, na een beslissing van de Raad van Bestuur van 27 oktober 2010.
Voor de opsplitsing bestond het Comité Verloning en Benoemingen uit Aloïs Michielsen (Voorzitter), en de vier niet-uitvoerende onafhankelijke bestuurders: Nicolas Boël, Jean van Zeebroeck, Denis Solvay en Jean-Martin Folz. Christian Jourquin werd uitgenodigd als Voorzitter van het Uitvoerend Comité. Daniël Broens, Algemeen Directeur van de Human Resources van de Groep bracht verslag uit aan het Comité en fungeerde als secretaris.
Na de opsplitsing:
• bestaat het Remuneratiecomité uit Aloïs Michielsen (Voorzitter), Denis Solvay, Jean van Zeebroeck, Jean-Martin Folz en Yves-Thibault de Silguy. Evelyn du Monceau zal er per 10 mei 2011 ook deel van uitmaken als zij het statuut van onafhankelijke bestuurder verwerft. Aan te stippen valt dat een meerderheid van de leden van dit comité het statuut van onafhankelijke bestuurder heeft,
zoals bedoeld in de wet. Christian Jourquin wordt op de vergaderingen uitgenodigd in zijn hoedanigheid van Voorzitter van het Uitvoerend Comité, behalve voor de aangelegenheden die hem persoonlijk aanbelangen. Daniël Broens blijft secretaris van dit comité. Het Remuneratiecomité heeft de nodige expertise om zijn opdracht te kunnen uitvoeren;
De comités hebben driemaal vergaderd in 2010, waarvan éénmaal in hun gesplitste vorm. De participatiegraad van de leden van het Comité Verloning en die van het Comité Benoemingen lag zeer hoog (100%).
Het Benoemingscomité geeft advies over de benoemingen binnen de Raad van Bestuur (Voorzitterschap, Ondervoorzitterschap, nieuwe leden, hernieuwing van de mandaten en comités), binnen het Uitvoerend Comité (Voorzitterschap en leden) en de functies van de Algemeen Directeuren. Het Comité van de Verloning vervult de taken die het bij wet toegewezen
kreeg. Meer in het bijzonder geeft het Comité advies aan de Raad van Bestuur inzake het te voeren beleid en het niveau van de vergoedingen voor de leden van de Raad van Bestuur, het Uitvoerend Comité en de Algemene Directie.
Het geeft ook advies aan de Raad van Bestuur en/of het Uitvoerend Comité over de voornaamste beleidskeuzes van de Groep inzake vergoedingen (met inbegrip van de aandelenopties). Het comité bereidt ook het verslag over het remuneratiebeleid voor.
5.1.1. De Raad van Bestuur bepaalt de functie en opdracht van het Uitvoerend Comité. Het voornaamste overleg hierover dateert van 14 december 1998. Sindsdien is hierin geen wijziging van enig belang gekomen.
5.1.2. De Raad Van Bestuur heeft het Uitvoerend Comité collegiaal de volgende hoofdtaken toevertrouwd:
van het Uitvoerend Comité over de periode die onmiddellijk aan deze vergadering voorafgaat;
Het Uitvoerend Comité functioneert collegiaal. Zijn leden hebben tegelijk een functie op het niveau van de Algemene Directie. De uitvoering van de beslissingen die het Uitvoerend Comité neemt en het opvolgen van de aanbevelingen worden toevertrouwd aan het lid van het Uitvoerend Comité (of aan een andere Algemeen Directeur) dat verantwoordelijk is, of de functie heeft die relevant is voor de uitvoering van de beslissing of aanbeveling.
Per 31 december 2010 telde het Uitvoerend Comité zes leden. We wijzen hier op het vertrek van Werner Cautreels op 15 februari 2010 ten gevolge van de verkoop van de farmeutische activiteiten.
De Raad van Bestuur benoemt de leden van het Uitvoerend Comité voor een verlengbare termijn van twee jaar. Voor de uitoefening van een mandaat in het Uitvoerend Comité heeft de Raad van Bestuur de leeftijdsgrens vastgelegd op 65 jaar.
Het Uitvoerend Comité is een collegiaal orgaan, waarvan de leden gespecialiseerd zijn en afkomstig uit één van de Algemene Directies van de Groep. De leden wijden zich voltijds aan de Groep. Afgezien van de Voorzitter waren de leden van het Uitvoerend Comité in 2010 de Algemeen Directeur Financiën, de Algemeen Directeuren van de drie sectoren (Chemie, Kunststoffen en Farmaceutische Producten), de Algemeen Directeur Technologie, Onderzoek en
Aankoopbeleid en de Algemeen Directeur Azië - Stille Oceaan. Alle leden van het Uitvoerend Comité hebben een arbeidscontract bij de Solvay-groep, op de Voorzitter na, die het statuut van zelfstandige heeft. De Voorzitter van het Uitvoerend Comité mag deze functie niet combineren met die van Voorzitter van de Raad van Bestuur.
De Voorzitter van het Uitvoerend Comité wordt aangewezen door de Raad van Bestuur, op voorstel van de Voorzitter van de Raad van Bestuur, na het advies van het Comité Benoemingen en van de aftredende Voorzitter van het Uitvoerend Comité.
De leden van het Uitvoerend Comité worden ook aangewezen door de Raad van Bestuur, maar op voorstel van de Voorzitter van het Uitvoerend Comité, in overleg met de Voorzitter van de Raad van Bestuur, en na positief advies van het Comité Benoemingen.
De Voorzitter van het Uitvoerend Comité voert jaarlijks een evaluatie uit van de leden van het Uitvoerend Comité. Hij doet dit gezamenlijk met de Voorzitter van de Raad van Bestuur en het Comité Verloning,
op het moment dat de voorstellen voor de bepaling van de variabele vergoeding ter sprake komen. Het Comité Vergoedingen evalueert jaarlijks de prestaties van de Voorzitter van het Uitvoerend Comité.
5.4.1. In 2010 heeft het Uitvoerend Comité 20 vergaderingen gehouden. Gewoonlijk houdt het deze bijeenkomsten in het hoofdkantoor, maar ze kunnen ook ergens anders plaatsvinden indien de Voorzitter van het Uitvoerend Comité daartoe beslist. Het Uitvoerend Comité legt de data voor deze vergaderingen ongeveer een jaar voor het begin van het boekjaar vast.
Bijkomende vergaderingen zijn mogelijk indien de Voorzitter van het Uitvoerend Comité dit wenselijk acht. Deze laatste stelt de agenda samen op basis van de voorstellen van de Algemene Directies.
5.4.2. De Secretaris-Generaal die zowel voor de Raad van Bestuur als voor het Uitvoerend Comité werkt, is onder toezicht van de Voorzitter van het Uitvoerend Comité belast met de
| Geboorte jaar |
Jaar van de eerste benoeming |
Jaar waarop mandaat vervalt |
Diploma's en hoofdactiviteiten bij Solvay | Aanwezigheid op de vergaderingen (in functie van de benoeming) |
|
|---|---|---|---|---|---|
| M. Christian Jourquin (B) | 1948 | 1996 | 2012 | Handelsingenieur (Université Libre de Bruxelles), ISMP Harvard Voorzitter van het Uitvoerend Comité. |
20/20 |
| M. Bernard de Laguiche (F/BR) | 1959 | 1998 | 2012 | Handelsingenieur – Lic. Oec. HSG (Universiteit van Sankt Gallen – Zwitserland). Lid van het Uitvoerend Comité, belast met Financiën en Informatica-systemen. |
20/20 |
| M. Jacques van Rijckevorsel (B) | 1950 | 2000 | 2011 | Burgerlijk Ingenieur Mechanica – (Université Catholique de Louvain). Vervolmaking in Chemische Genie (Université Libre de Bruxelles), AMP Harvard, Lid van het Uitvoerend Comité belast met de Sector Kunststoffen. |
20/20 |
| M. Vincent De Cuyper (B) | 1961 | 2006 | 2012 | Burgerlijk Ingenieur Scheikunde (Université Catholique de Louvain), Master in Industrial Management (Katholieke Universiteit Leuven), AMP Harvard. Lid van het Uitvoerend Comité belast met de Sector Chemie. |
20/20 |
| M. Jean-Michel Mesland (F) | 1957 | 2007 | 2011 | Ingenieur van de Ecole Polytechnique en van de Ecole des Mines (Parijs) – AMP Harvard. Lid van het Uitvoerend Comité belast met Onderzoek & Technologie. |
20/20 |
| M. Roger Kearns (US) | 1963 | 2008 | 2012 | Bachelor of Science – Engineering Arts (Georgetown College - Georgetown), Bachelor of Science – Chemical Engineering (Georgia Institute of Technology – Atlanta), MBA (Stanford University). Lid van het Uitvoerend Comité belast met de regio Azië-Stille Oceaan. |
20/20 |
| M. Werner Cautreels (B) | 1952 | 2005 | Tot 15 febru ari 2010 |
Bachelor of Science en Master of Science in Scheikunde. Doctor Scheikunde (Universiteit Antwerpen), AMP Harvard, Lid van het Uitvoerend Comité belast met de Sector Farmaceutische Producten. |
2/2 |
organisatie van de vergaderingen en het verzenden van de agenda en het bijhorend dossier waarin puntsgewijs alle informatie is opgenomen die de leden van het comité nodig hebben om hun beslissingen te kunnen nemen.
Hij zorgt ervoor dat de leden de oproep en het dossier op zijn minst vijf dagen voor de vergadering in hun bezit hebben. De Secretaris-Generaal stelt de notulen van de vergadering van het Uitvoerend Comité op en laat ze goedkeuren door de Voorzitter van het Uitvoerend Comité en vervolgens door alle leden. De verslagen worden formeel goedgekeurd op de eerstvolgende vergadering. Ze worden niet ondertekend, maar de Voorzitter van het Uitvoerend Comité en de Secretaris-Generaal kunnen wel eensluidend verklaarde uittreksels ter beschikking stellen.
Op te merken valt dat het Uitvoerend Comité bepaalde van zijn vergaderingen via teleconferenties houdt, omdat één van de leden zich vaak in Azië bevindt.
5.4.3. Het Uitvoerend Comité neemt zijn beslissingen bij gewone meerderheid, waarbij de stem van de Voorzitter van het Uitvoerend Comité de doorslag geeft. Wanneer de Voorzitter van het Uitvoerend Comité in de minderheid gesteld wordt, kan hij desgewenst de kwestie doorverwijzen naar de Raad van Bestuur, die dan de knoop doorhakt.
De praktijk wijst echter uit dat vrijwel alle beslissingen van het Uitvoerend Comité eenparig genomen worden, waaruit blijkt dat de Voorzitter tot op heden zijn doorslaggevende stem niet heeft moeten gebruiken. De deelname aan de vergaderingen bedroeg 100% in 2010.
Binnen het Uitvoerend Comité zijn er geen gespecialiseerde comités. Wel vormt het voor belangrijke projecten ad hoc-werkgroepen onder de leiding van de Algemeen Directeuren, die hiervoor aangewezen worden in functie van de vereiste kennis en ervaring. Het gebeurt ook geregeld dat het Uitvoerend Comité in verband met specifi eke onderwerpen medewerkers op zijn vergaderingen uitnodigt.
5.4.4. Om de twee jaar houdt het Uitvoerend Comité uitgebreid met de andere Algemeen Directeuren een vergadering met verblijf dat de leden de kans biedt van gedachten te wisselen over de strategische opties voor de Groep.
Een dergelijke vergadering heeft ook in 2010 plaatsgehad. Ze was gewijd aan het Horizonproject ter reorganisatie van de Groep, dat een onderdeel is van de strategie om van de Solvay-groep een belangrijke speler in de duurzame chemie te maken.
6.1. Beschrijving van de procedure met het oog op:
vergoeding toe te staan boven de in de voorgaande alinea voorziene bezoldigingen.
Elke met het dagelijks bestuur belaste bestuurder heeft bovendien recht op een veranderlijke vergoeding die door de Raad van Bestuur wordt vastgesteld op basis van hun individuele prestaties en de geconsolideerde resultaten van de Solvay-groep.
De in de twee voorgaande alinea's bedoelde bedragen worden eveneens op de algemene kosten aangerekend."
b) de leden van het Uitvoerend Comité:
De Raad van Bestuur beslist over het vergoedingsbeleid op voorstel van het Comité Verloning en Benoemingen. Op voorstel van het Comité Verloning en Benoemingen heeft de Raad van Bestuur in 2005 het beleid van de belangrijkste leiders van de Groep, onder wie de leden van het Uitvoerend Comité, geactualiseerd.
Meer over dit beleid, dat is uitgetekend in samenwerking met een externe gespecialiseerde consulent, is te vinden in bijlage 2.
– voorts is besloten de aanwezigheidspenning voor het Auditcomité te bevestigen, met name 4 000 EUR bruto voor de leden en 6 000 EUR bruto voor de Voorzitter;
– ten slotte is beslist aanwezigheidspenningen toe te kennen aan de Comités Verloning en Benoemingen alsook aan het Comité Financiën, meer bepaald 2 500 EUR bruto per lid en 4 000 EUR bruto voor de voorzitters van deze comités, met dien verstande dat een bestuurder die tegelijk lid is van het Comité Verloning en lid van het Comité Benoemingen geen dubbele vergoeding krijgt, als gevolg van de splitsing van het Comité Verloning en Benoemingen in twee verschillende Comités in oktober 2010; – er is evenwel bepaald dat de
Voorzitter van het Uitvoerend Comité en de Uitvoerende bestuurders geen vergoeding ontvangen voor hun deelname aan deze Comités.
(ii) de Raad van Bestuur heeft gebruik gemaakt van de toelating die artikel 27 van de statuten aan de Raad geeft om een vaste bijkomende vergoeding van 231 218 EUR bruto aan de Voorzitter van de Raad van Bestuur te verlenen wegens het vele werk en de verantwoordelijkheid die zijn taak met zich brengt. Daar bovenop ontvangt de Voorzitter van de Raad van Bestuur
een contractueel bedrag van 433 659 EUR per jaar, omdat zijn rechten op een aanvullend pensioen van Solvay zijn uitgesteld terwijl die op het einde van zijn mandaat als Voorzitter van het Uitvoerend Comité hadden moeten worden geliquideerd, wat niet kon gebeuren wegens zijn mandaat van Voorzitter van de Raad.
(iii) het mandaat van bestuurder houdt geen enkele variabele vergoeding in die verband houdt met het bedrijfsresultaat of andere performantiecriteria. Het voorziet evenmin in een recht op aandelenopties, of
| VERGOEDING EN ANDERE VOORDELEN TOEGEKEND AAN DE BESTUURDERS | ||||
|---|---|---|---|---|
| Vergoeding en compensaties | 2009 | 2010 | ||
| Brutobedrag | w.o. zitpenningen voor RvB en Comités |
Brutobedrag | w.o. zitpenningen voor RvB en Comités |
|
| A. Michielsen | ||||
| – Vaste emolumenten + zitpenningen |
55 000,04 | 20 000,00 | 50 000,04 | 15 000,00 |
| – Complement "Artikel 27" | 228 175,94 | 231 218,28 | ||
| – Compensatie aanvullende pensioenrechten |
427 952,70 | 433 658,74 | ||
| N. Böel | 62 500,04 | 27 500,00 | 57 500,04 | 22 500,00 |
| D. Solvay | 62 500,04 | 27 500,00 | 52 500,04 | 17 500,00 |
| C. Jourquin | 55 000,04 | 20 000,00 | 50 000,04 | 15 000,00 |
| H. de Wangen | 17 701,63 | 5 000,00 | ||
| J-M. Solvay | 55 000,04 | 20 000,00 | 50 000,04 | 15 000,00 |
| G. de Selliers | 87 500,04 | 52 500,00 | 76 000,04 | 41 000,00 |
| Wh. Sadler | 71 500,04 | 36 500,00 | 12 607,54 | |
| J. van Zeebroeck | 62 500,04 | 27 500,00 | 57 500,04 | 22 500,00 |
| J-M. Folz | 62 500,04 | 27 500,00 | 55 000,04 | 20 000,00 |
| K. Van Miert* | 27 500,02 | 10 000,00 | ||
| U-E. Bufe | 12 701,63 | |||
| B. de Laguiche | 55 000,04 | 20 000,00 | 50 000,04 | 15 000,00 |
| B. Scheuble | 77 000,04 | 42 000,00 | 74 000,04 | 39 000,00 |
| A. van Rossum | 72 500,04 | 37 500,00 | 63 500,04 | 28 500,00 |
| C. Casimir-Lambert | 75 000,04 | 40 000,00 | 66 000,04 | 31 000,00 |
| H. Coppens d'Eeckenbrugge | 37 298,41 | 15 000,00 | 50 000,04 | 15 000,00 |
| P. Mateos-Aparicio Morales | 44 798,41 | 22 500,00 | 60 000,04 | 25 000,00 |
| E. du Monceau | 32 392,50 | 10 000,00 | ||
| Y-T. de Silguy | 32 392,50 | 10 000,00 | ||
| 1 649 629,26 | 451 000,00 | 1 554 270,12 | 342 000,00 |
een extralegaal pensioenregime.
(iv) De vennootschap vergoedt de reis- en verblijfskosten van de bestuurders voor de vergaderingen en de uitoefening van hun functie in de Raad van Bestuur en de erbij horende Comités. De Voorzitter van de Raad van Bestuur is de enige niet-uitvoerende bestuurder die beschikt over een permanente infrastructuur (kantoor, secretariaat, auto). De andere niet-uitvoerende bestuurders krijgen logistieke steun van het Secretariaat-Generaal in functie van de noodwendigheden. De vennootschap let er ook op dat in de gebruikelijke verzekeringspolissen voorzien wordt voor de dekking van de activiteiten van de leden van de Raad van Bestuur vereist voor de uitoefening van hun mandaat.
b) van de leden van het Uitvoerend Comité:
De vergoedingen van de Voorzitter en van de leden van het Uitvoerend Comité worden in hun geheel in brutobedragen bepaald. Ze omvatten dus niet alleen de bij Solvay nv verdiende brutovergoeding, maar ook de vergoeding die de betrokkene als contractueel of als mandataris krijgt bij vennootschappen, waar ook ter wereld, waarin Solvay nv al dan niet een meerderheidsparticipatie heeft.
De Raad van Bestuur bepaalt de individuele vergoeding, in functie van de aanbeveling van het Comité Verloning.
In bijlage 2 bevindt zich een toelichting over het vergoedingsbeleid dat de Raad van Bestuur in 2005 heeft aanvaard en dat van kracht blijft voor het boekjaar 2010.
Dit beleid behelst de basisprincipes over de vergoedingen met een aanduiding van het verband tussen vergoeding en geleverde prestatie, met inbegrip van de criteria ter evaluatie van de betrokkene met betrekking tot de doelstellingen en het relatief belang van de diverse onderdelen van de vergoeding.
De ingrijpende wijzigingen in de organisatie van de Groep die het gevolg zijn van de verkoop van de farmaceutische activiteit, rechtvaardigen het voornemen van de Raad om dit beleid in de komende twee jaar aan te passen, om zo beter de veranderingen te weerspiegelen die het gevolg zijn van de wetgeving inzake deugdelijk bestuur.
6.3. Bedrag van de brutovergoedingen en andere rechtstreeks of onrechtstreeks toegekende voordelen aan de bestuurders (uitvoerende zowel als niet-uitvoerende) door de vennootschap of door een vennootschap die met de onze verbonden is. (zie tabel pagina 192)
6.4. Bedrag van de vergoedingen en andere aan de Voorzitter van het Uitvoerend Comité direct of indirect toegekende voordelen. (zie tabel hieronder)
Ter herinnering, voor 2009 heeft de Voorzitter van het Uitvoerend Comité de Raad van Bestuur gevraagd zijn variabele vergoeding te verminderen tot 497 494 EUR, dit bij uitzondering op het beleid van de Raad dat hem recht gaf op 697 494 EUR.
De Voorzitter van het Uitvoerend Comité ontvangt ook aandelenopties zoals hier verder wordt uiteengezet, maar hij ontvangt geen aandelen als onderdeel van zijn vergoeding. Wat het extralegaal pensioen betreft, heeft de Voorzitter van het Uitvoerend Comité wegens zijn Belgisch zelfstandigenstatuut een eigen contractuele regeling, waarvan de regels inzake pensioen, overlijden, invaliditeit in fi nancieel opzicht vergelijkbaar zijn, -zonder de bijdrage dan- aan die voor zijn collega's van het Uitvoerend Comité, die vallen onder de pensioenregeling voor kaderleden in België.
Aangezien hij meer dan 60 jaar oud is, zou een vervroegd vertrek van de Voorzitter van het Uitvoerend Comité, om welke reden dan ook, gelijkgesteld zijn met een opruststelling. Dientengevolge zou hem geen enkele schadeloosstelling wegens verbreking van een contract toekomen. De Voorzitter van het Uitvoerend Comité zou recht
| Vergoeding en andere voordelen van de Voorzitter van het Uitvoerend Comité |
2009 | 2010 |
|---|---|---|
| Basisvergoeding | 776 804 | 776 804 |
| Variabele vergoeding | 497 494 | 926 625 |
| Pensioen en vergoeding bij overlijden en invaliditeit (uitbetaald dan wel in voorzieningen opgenomen) |
222 907 | 250 000 |
| Andere bestanddelen van de vergoeding1 | 18 601 | 15 676 |
| Vergoeding en andere voordelen van de leden van het Uitvoerend Comité |
2009 | 2010 |
| Basisvergoeding | 2 687 778 | 2 278 519 |
| Variabele vergoeding | 1 711 110 | 1 699 342 |
| Pensioen en vergoeding bij overlijden en invaliditeit (uitbetaald dan wel in voorzieningen opgenomen) |
463 928 | 398 109 |
| Andere bestanddelen van de vergoeding2 | 99 411 | 85 597 |
hebben op zijn pensioenkapitaal waarbij rekening zou worden gehouden met de dienst die hij tot op de vertrekdatum zou hebben verleend. Bij een oppensioenstelling voor zijn 65e levensjaar zou een vermindering van 0,5% worden toegepast op het kapitaal voor elke maand dat de betrokkene vroeger dan kon worden voorzien is weggegaan.
6.5. Totaal bedrag aan vergoedingen en andere aan de zes andere leden van het Uitvoerend Comité direct of indirect toegekende voordelen door de vennootschap of een met haar verbonden vennootschap. (zie tabel pagina 193)
De daling in de vergoedingen en andere voordelen in 2010 in vergelijking met 2009 vindt haar verklaring in het vertrek van Werner Cautreels uit het Uitvoerend Comité op 15 februari 2010 tengevolge van de verkoop van de farmaceutische
activiteiten aan de Abbott-groep. De variabele vergoeding bestaat uit een jaarlijkse stimulans gebaseerd op de prestatie van de Solvay-Groep (ROE) en op de prestaties in vergelijking met de individuele doelstellingen van elk lid van het Uitvoerend Comité (meer bijzonderheden in de tabel op bladzijde 203).
De wet (art. 96, § 3 alinea 2, 7e van het Wetboek van Vennootschappen bepaalt dat vanaf het boeklaar 2011, afgezien van hieraan tegengestelde statutaire regels of de expliciete instemming van de algemene aandeelhoudersvergadering, tenminste één kwart van de variabele vergoeding van de leden van het Uitvoerend Comité gebaseerd moet zijn op vooraf vastgelegde en objectief meetbare prestatiecriteria over een periode van ten minste twee jaar, terwijl een ander kwart dient gebaseerd op voorafbepaalde en objectief meetbare prestatiecriteria over een periode van tenminste drie jaar.
Gezien de belangrijke veranderingen die in voorbereiding zijn in de organisatie en activiteitenkring is de Raad van plan de algemene vergadering de toelating te vragen het huidig vergoedingensysteem voor de jaren 2011 en 2012 te behouden. Hierbij dient men er rekening mee te houden dat het huidige systeem al gebaseerd is op voorafbepaalde en objectief meetbare criteria.
De leden van het Uitvoerend Comité ontvangen aandelenopties zoals hierna toegelicht.
Ze ontvangen echter geen aandelen als onderdeel van hun vergoeding. De leden van het Uitvoerend Comité, met inbegrip van de Voorzitter, passen inzake beroepskosten ten laste van de vennootschap dezelfde regels toe als deze die gelden voor alle kaderleden, dit wil zeggen een motivering, punt voor punt, van de gemaakte beroepskosten. Voor privé-uitgaven worden geen vergoedingen gegeven. Indien bepaalde uitgaven gedeeltelijk profes-
Aandelenopties toegekend in 2010 aan de leden van het Uitvoerend Comité
| Land | Naam | Functie | Aantal opties |
|---|---|---|---|
| België | Jourquin Christian | Voorzitter Uitvoerend Comité | 25 000 |
| België | de Laguiche Bernard | Lid van het Uitvoerend Comité | 20 000 |
| België | van Rijckevorsel Jacques | Lid van het Uitvoerend Comité | 18 000 |
| België | De Cuyper Vincent | Lid van het Uitvoerend Comité | 15 000 |
| België | Mesland Jean-Michel | Lid van het Uitvoerend Comité | 14 000 |
| Thailand | Kearns Roger | Lid van het Uitvoerend Comité | 14 000 |
| TOTAAL | 106 000 |
| Land | Naam | Opties in bezit op 31/12/2009 |
Toegekende opties |
Uitgeoefende opties in 2010 |
Verlopen opties in 2010 |
Opties in bezit op 31/12/2010 |
|---|---|---|---|---|---|---|
| België | Jourquin Christian | 130 000 | 25 000 | 0 | 0 | 155 000 |
| België | de Laguiche Bernard | 88 000 | 20 000 | 0 | 0 | 108 000 |
| België | van Rijckevorsel Jacques | 87 000 | 18 000 | 0 | 0 | 105 000 |
| België | De Cuyper Vincent | 62 000 | 15 000 | 0 | 0 | 77 000 |
| België | Mesland Jean-Michel | 44 000 | 14 000 | 0 | 0 | 58 000 |
| Thailand | Kearns Roger | 40 400 | 14 000 | 0 | 0 | 54 400 |
| TOTAAL | 451 400 | 106 000 | 0 | 0 | 557 400 |
sioneel en gedeeltelijk een privékarakter hebben (bijvoorbeeld autokosten), dan is een bepaald deel wel vergoedbaar, zoals dat voor alle kaderleden in een dergelijke situatie geldt. Qua verzekering zorgt de vennootschap voor de leden van het Uitvoerend Comité voor hetzelfde soort voorziening als voor hogere kaders. Inzake pensioen en vergoeding bij terugtreden en overlijden, krijgen de leden van het Uitvoerend Comité tegemoetkomingen die in principe berusten op de schikkingen die van toepassing zijn voor de hogere kaderleden in hun land van herkomst.
(zie tabel pagina 194)
In december 2010 heeft de Raad van Bestuur op voorstel van het Comité Vergoedingen aandelenopties toegekend aan ongeveer 215 hogere kaderleden van de Groep. De uitoefenprijs komt op 76,49 EUR per optie, met bevriezing gedurende de eerste drie jaren. Aan de leden van het Uitvoerend Comité samen zijn in 2010 samen 106 000 aandelenopties toegekend, tegen 117 000 in 2009. De aandelenopties worden niet beschouwd als een onderdeel van de variabele vergoeding.
6.7. De belangrijkste schikkingen van hun contractuele relatie met de vennootschap en/of met een vennootschap die er banden mee heeft, met inbegrip van de vergoeding ingeval van vroegtijdig vertrek van de betrokkene.
De leden van het Uitvoerend Comité, en dat geldt ook voor de Voorzitter, hebben als gevolg van hun verantwoordelijkheid mandaten van bestuurder in de dochterondernemingen van de Groep. Indien deze mandaten vergoed worden, dan worden ze geïntegreerd in de eerder vermelde bedragen, onverschillig of het mandaat dat van een loontrekkende dan wel van een zelfstandige is in de plaatselijke wetgeving.
Geen enkel lid van het Uitvoerend Comité, evenmin de Voorzitter, zal kunnen rekenen op een vertrekpremie verbonden aan de uitoefening van zijn mandaat. Bij een vroegtijdige beëindiging van zijn functie, is enkel het wettelijk systeem van toepassing.
Werner Cautreels heeft het Uitvoerend Comité op 15 februari 2010 verlaten tengevolge van de verkoop van de Farmaceutische activiteiten aan de Abbott-groep. Net zoals alle andere personeelsleden van deze activiteiten is hij op die datum door de Abbottgroep opgenomen. Hij heeft dan ook geen enkele afscheidsvergoeding van de Solvay-groep ontvangen.
De contracten van de leden van het Uitvoerend Comité bevatten geen clausule die zou voorzien in het terugkrijgen van de variabele vergoeding in geval van foutieve fi nanciële informatie.
De Voorzitter van de Raad van Bestuur en de Voorzitter van het Uitvoerend Comité spannen zich samen in om het werk van de Raad van Bestuur (met inbegrip van de Comités) en dat van het Uitvoerend Comité te harmoniseren.
Hiertoe zijn de volgende maatregelen getroffen:
• de Voorzitter van het Uitvoerend Comité (en de Directeur Financiën, die lid is van het Uitvoerend Comité) is ook lid van de Raad van Bestuur en legt er de voorstellen van het Uitvoerend Comité aan voor.
De Solvay-groep heeft een systeem voor interne controle opgezet dat een redelijke mate van zekerheid moet bieden in verband met (i) het naleven van bestaande wetten en regelgeving, (ii) de toepassing van het beleid en de doelstellingen die het bedrijf heeft vastgelegd en (iii) de betrouwbaarheid van al dan niet fi nanciële informatie. Dit systeem bestaat uit vijf componenten: de controleomgeving, de risicocontrole, de controleactiviteiten van het management, het toezicht over de interne controle en de communicatie van de fi nanciële informatie.
Onze controleomgeving bestaat uit diverse bestanddelen die worden behandeld in referentiedocumenten zoals een Gedragscode die dient als referentiekader voor de Groep, een managementfi losofi e die haar uitdrukking vindt in de Waarden, een duidelijke organisatie en hiërarchische structuur, ondersteund door functiebeschrijvingen waarbij in voorkomend geval, ook de delegatie van verantwoordelijkheid en de bestuursorganen worden betrokken (Raad van Bestuur, Uitvoerend Comité, …) waarvan de werking beschreven wordt in de Verklaring over Corporate Governance. Nadere informatie hierover is te vinden in dit Jaarverslag 2010. De nieuwe organisatiestructuur staat er beschreven op de bladzijden 6 tot 7.
Het nemen van berekende risico's, met inachtname van wetten en regels
en van de Gedragscode, is niet weg te denken uit de activiteiten van een Groep zoals Solvay. Om opportuniteiten te kunnen opmerken, inschatten en er met succes te kunnen op inspelen én tegelijk potentiële belangrijke risico's voor de werking van de Groep te kunnen beperken, heeft de vennootschap zich voorzien van een systeem van risicomanagement. Het risicomanagement is een integraal bestanddeel van de strategische en operationele beslissingsprocessen en geldt als een essentieel instrument om leiding te geven en beslissingen te nemen wil de onderneming haar doelstellingen op korte, middellange en lange termijn bereiken.
Het competentiecentrum Risk Management and Insurance (RMI) onder verant-woordelijkheid van de Group Risk Manager, is belast met de invoering van een omvattend, systematisch en coherent risicomanagement binnen de Groep als geheel.
Solvay gebruikt het FERMA-referentiekader voor het risicomanagement. Dit kader organiseert het risicobeheer in verschillende fases, rekening houdend met de strategische doelstellingen van de organisatie:
Het competentiecentrum RMI ondersteunt de Groepsentiteiten bij de aanpak van risico's en wel door hen een methodologie en instrumenten aan te reiken op hiertoe bestemde vormingsworkshops.
Meer hierover is te lezen in de sectie Risicomanagement van het jaarverslag 2010, meer bepaald over recent binnen de Groep gevoerde acties inzake risicobeheer en over de belangrijkste risico's voor de Groep en de acties die worden ondernomen om ze te voorkomen of te milderen.
Zo'n aanpak van de risicobeheersing laat zich op consistente wijze toepassen doorheen de hele organisatie. Hij geldt voor beslissingen en activiteiten van de medewerkers van de Groep en maakt ondernemen mogelijk in een duidelijk omschreven en dus vertrouwenwekkend kader.
Het management is verantwoordelijk voor de interne controle van de activiteiten.
De Solvay-groep heeft reportingsystemen ingevoerd om relevante informatie te verzamelen en te verspreiden op de verschillende bedrijfsniveaus. Zulke systemen bestaan bijvoorbeeld op het fi nanciële domein, op het operationele niveau (productieprocessen), human resources, HSE (meer bepaald wat veiligheid op het werk en leefmilieu betreft), op commercieel en op wettelijk gebied (met name inzake conformiteit).
Op fi nancieel gebied heeft de Solvaygroep een reportingsysteem ingevoerd op basis van de IFRS-normen, en dit in al zijn geledingen. De maandelijks verstrekte informatie is veelal direct afkomstig van geïntegreerde informatiesystemen (ERP). Deze ERPs bestrijken een groot deel van de Groep. Te onderstrepen valt ook dat de informaticasystemen centraal beheerd worden door een entiteit die luistert naar de naam SIS.
De fi nanciële gegevens worden maandelijks geconsolideerd en geanalyseerd op alle niveaus binnen de vennootschap die hierin verantwoordelijkheid dragen (zoals bijvoorbeeld de lokale fi nance manager, de controler en het management van de betreffende activiteit, Group Accounting en het Uitvoerend Comité) en op verschillende manieren zoals bijvoorbeeld door de analyse van varianties, controles van de plausibiliteit en de coherentie, ratio-analyse of nog op
basis van gemaakte prognoses. Het Auditcomité valideert de resultaten om de drie maanden en houdt rekening met het werk van de externe auditeur.
De controle van de fi nanciële gegevens wordt vergemakkelijkt door het gebruik van gemeenschappelijke ERP-systemen, een organisatie gebaseerd op de grote fi nanciële processen die centraal beheerd worden of in voorkomend geval in de centra voor gedeelde diensten en de toepassing van uniforme procedures.
Het Auditcomité volgt de effi ciëntie van de interne controlesystemen op. Het comité kijkt toe op het werk van het competentiecentrum Internal Audit inzake de fi nanciële, de operationele en de conformiteitscontrole Het gaat vooral na welke de draagwijdte, de programma's en het resultaat van het werk van de interne audit zijn en ziet erop toe dat zijn aanbevelingen wel degelijk worden uitgevoerd. De taak van het Auditcomité wordt in detail beschreven in bijlage 1 van deze Verklaring betreffende Corporate Governance.
Het competentiecentrum Internal Audit evalueert in alle onafhankelijkheid de effi ciëntie van de interne controle zowel fi nancieel als op het gebied van de informatica en van de human resources. Het kijkt erop toe dat:
Planning en inhoudelijke omschrijving van de opdrachten inzake interne
audit gebeurt op basis van een risicoanalyse; de controle focust hierbij op de domeinen waar het risico het grootst geacht wordt.
Elke entiteit van de Groep ondergaat op zijn minst om de 3 jaar zulke audit. Het management voert de aanbevelingen van het competentiecentrum Interne Audit uit.
Andere entiteiten voeren gelijksoortige activiteiten uit op zeer specifi eke domeinen.
Enkele voorbeelden:
De activiteiten van de audit en van deze competentiecentra worden gecontroleerd door een Audit-raad in het belang van effi ciëntie en impact.
De Solvay-groep publiceert per kwartaal zijn fi nanciële resultaten. De communicatie in verband hiermee wordt op diverse manieren gecontroleerd en gevalideerd voor de publicatie ervan:
De controle van de fi nanciële toestand van de vennootschap, van de jaarrekening, het respecteren van de regels in functie van het Wetboek van de Vennootschappen en de statuten, de activiteiten zoals die uit de jaarrekening af te leiden zijn, wordt toevertrouwd aan één of meer commissarissen, benoemd door de algemene vergadering en gekozen uit de leden, natuurlijke personen of rechtspersonen, van het Instituut der Bedrijfsrevisoren.
De opdracht en de bevoegdheid van de commissaris(sen) zijn hen bij wet toevertrouwd. De algemene vergadering bepaalt het aantal commissarissen en beslist over hun emolumenten, in overeenstemming met de wet. De commissarissen hebben ook recht op de terugbetaling van hun reiskosten voor de controle van de fabrieken en de administratie van de vennootschap. De algemene vergadering kan ook één of meer plaatsvervangende
De commissarissen worden benoemd voor drie jaar en die termijn is verlengbaar. De algemene vergadering kan hen niet ontslaan, tenzij dit grondig wordt gemotiveerd.
De gewone algemene vergadering van mei 2010 is overgegaan tot de benoeming van het internationale auditbedrijf Deloitte – vertegenwoordigd door Eric Nys – als effectief commissaris en ook tot de benoeming van het internationale auditbedrijf Deloitte – vertegenwoordigd door Frank Verhaegen – als plaatsvervangend commissaris. Deze beide mandaten vervallen na de gewone algemene vergadering van 2013.
Ook heeft dezelfde Vergadering de jaarlijkse emolumenten van de effectieve Commissaris vastgelegd, waarin begrepen de statutaire audits, de geconsolideerde rekening en de IFRS-reporting voor een bedrag van 354 818 EUR voor het boekjaar 2010, 351 270 EUR voor het boekjaar 2011 en 351 270 voor het boekjaar 2012. Vanaf het boekjaar 2011 zullen de bedragen jaarlijks worden aangepast aan de infl atie (prijs van de index van de verbruiksgoederen van december tot december).
De supplementaire honoraria die Deloitte in 2010 heeft ontvangen bedragen 670 000 EUR. Voor het geheel van de consolidatiekring van de Groep heeft Deloitte volgende honoraria ontvangen:
De Gedragscode van Solvay geeft de context waarin Solvay zaken wil doen en hoe het op ethische wijze en wakend over de conformiteit wenst om te gaan met alle betrokken partijen. De Gedragscode van Solvay vertrekt
van de Waarden van de Groep die als referentiekader dienen wanneer het erop aan komt beslissingen te nemen of acties te ondernemen:
Deze Waarden moeten steeds worden gerespecteerd en in praktijk gebracht. De Gedragscode is een deel van de constante inspanning van de Groep om het vertrouwen van alle personeelsleden, en dat tussen de Groep en zijn partners, ook de personeelsleden, hun vertegenwoordigers, de aandeelhouders, klanten en leveranciers, overheidsdiensten of andere betrokken partijen, te behouden en te versterken. Voor de Code is ook inspiratie gezocht bij internationale conventies, zoals de Universele Verklaring voor de Rechten van de Mens, de Conventie over de Rechten van het Kind en de conventies van de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO). Om al zijn medewerkers maximaal bij de uitvoering van de Code te betrekken, blijft de Groep doorgaan met de bevordering van een verrijkende en evenwichtige sociale dialoog van de directie met de sociale partners. De Solvay-groep ziet toe op de toepassing van deze Code met allerlei maatregelen, waaronder specifi eke vormingsactiviteiten, om zo het risico op niet-naleving te minimaliseren en desnoods te voorzien in duidelijke sancties.
Het competentiecentrum Ethics and Compliance heeft tot doel een in de ethiek gewortelde bedrijfscultuur in de hand te werken en te streven naar het naleven van bestaande wetten en regels, de bedrijfswaarden en de Gedragscode van Solvay. Het staat onder het gezag van de Group General Counsel en bestaat uit een netwerk van Compliance Offi cers dat actief is in de vier regio's. Dezen worden bijgestaan door een netwerk van ervaren personeelsleden wier opdracht het is, naast hun andere taken, de activiteiten op dit gebied te ondersteunen.
De Groep moedigt zijn medewerkers aan om elke eventuele moeilijkheid of vraag omtrent de toepassing van de Gedragscode aan te kaarten bij hun hiërarchie of andere terzake bevoegde gesprekspartners (Compliance Offi cers, juristen, mensen van Human Resources). Voorts wordt geleidelijk en in elke regio de kans geboden zich te wenden tot de Ethics Helpline, een externe dienst waar men terecht kan met moeilijkheden en strikt vertrouwelijk vragen kan stellen. De Ethics Helpline wordt uitgebaat conform de heersende wetgeving en in het bijzonder de wetgeving rond gegevensbescherming.
Hierbij dient nog aangestipt dat er strenge regels bestaan op het gebied van het recht op de concurrentie en dat de naleving ervan geregeld wordt gecontroleerd.
In de joint ventures spannen onze vertegenwoordigers in de Raad van Bestuur zich in om regels ingang te doen vinden die in de lijn liggen van de Gedragscode van de Groep.
De interpretatie en de controle over het respect van de regels hieromtrent is toevertrouwd aan een Transparantiecomité samengesteld uit de Secretaris-Generaal (Voorzitter) eveneens Directeur Communicatie, de Algemeen Directeur Financiën, de Group General Counsel en de Algemeen Directeur Human Resources. Dit comité dient zowel de Raad van Bestuur en het Uitvoerend Comité van advies als de werknemer die met een moeilijke situatie te maken krijgt.
11.2. Bijzondere maatregelen binnen de Raad van Bestuur De Raad van Bestuur beschouwt zich ook gebonden door de ethische regels van de Groep, speciaal dan wat de vertrouwelijkheid en niet-gebruik van gevoelige informatie betreft. Hij heeft meer bepaald strikte regels die duidelijk de periodes aangeven waarbinnen elke directe of indirecte transactie van Solvay-aandelen (of afgeleide producten) dient vermeden te worden. Dit is het geval in de periodes die voorafgaan aan de publicatie van de resultaten of van informatie die mogelijk de beurskoers van het Solvayaandeel kunnen beïnvloeden. Afgezien van wat ter sprake komt in punt 2.1.4. (Artikel 523 van het Wetboek van Vennootschappen, pagina 179), hebben de leden van de Raad van Bestuur in 2010 niet te maken gehad met belangenconfl icten die toepassing vergen van de wettelijke procedures waarvan het Wetboek van Vennootschappen melding maakt. Echter, in een heel beperkt aantal gevallen vond één of ander lid van de Raad het beter uit ethische overwegingen afwezig te blijven van het overleg of zich van stemming te onthouden. Dit gebeurt bijvoorbeeld voor de Bestuurders die lid zijn van het Uitvoerend Comité, wanneer de Raad van Bestuur beslist over de verlenging van hun mandaat, of het aantal aandelenopties dat hen mag worden toegekend.
Het Uitvoerend Comité respecteert dezelfde regels als de Raad van Bestuur inzake ethische kwesties en compliance (zie hoger).
Toch worden die regels aangescherpt bij vertrouwelijke informatie, en omdat het Uitvoerend Comité mee belangrijke beslissingen neemt, met inbegrip van het berekenen van het resultaat en de winst uit het programma van aandelenopties, gelden strengere regels om elk misbruik van voorkennis te vermijden, bijvoorbeeld de verkoop van aandelen na uitoefening van de opties in periodes die als gevoelig beschouwd worden.
De personen die binnen de Groep leiding geven en verantwoordelijkheid dragen, en hun naaste medewerkers, met name:
• de Group General Counsel zijn op de hoogte gebracht van de verplichting een verklaring af te leggen aan de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen telkens wanneer zij voor eigen rekening Solvay-aandelen kopen of verkopen, zoals bedoeld in de wet van 2 augustus 2002. Ook houdt de Secretaris-Generaal een lijst bij van de personen die geregeld toegang kunnen hebben tot vertrouwelijke informatie.
De interne organisatie van de Solvaygroep wordt beschreven in de sectie Strategie (bladzijden 6 tot 7 van dit jaarverslag.
13.1. Evolutie van de beurskoers Het Solvay-aandeel wordt genoteerd op de NYSE Euronext Brussels.
Op 31 december 2010 bedroeg de slotkoers 79,8 EUR tegen 75,6 EUR op het einde van het jaar 2009. Gedurende het jaar 2010 bedroeg de gemiddelde koers per aandeel 74,5 EUR en de hoogste koers 81,9 EUR (27 oktober 2010).
Het gemiddelde aantal dagelijks verhandelde aandelen, zoals meegedeeld door Euronext, bedroeg 182 000 aandelen in 2010 tegen 278 000 aandelen in 2009. De evolutie van de aandelenkoers in 2010 in vergelijking met die van de marktindexen wordt hiervoor getoond.
Het hele jaar door staat het Investor Relations-team ter beschikking van de aandeelhouders en individuele of institutionele beleggers en van analisten die het aandeel volgen. Het organiseert ontmoetingen, antwoordt op de vragen en licht de korte- en langetermijnontwikkeling van de Groep toe. Daarbij waakt het erover alle aandeelhouders op gelijke voet te behandelen.
Het beleid van de Groep inzake communicatie bestaat erin middels persberichten en/of persconferenties alle belangrijke en marktrelevante informatie te verspreiden van zodra dit redelijkerwijze mogelijk is.
Investor Relations Prins Albertstraat 33 B-1050 Brussel (België) Telefoon: +32 2 509 72 43 Telefax: +32 2 509 72 40 E-mail: [email protected]
In 2010 heeft de Belgische Vereniging van Financiële Analisten (BVFA) de kwaliteit geprezen van de informatie via de driemaandelijkse en jaarlijkse publicaties, van de dienst Investor Relations en van de internetsite van de Solvay-groep.
De Groep onderhoudt al jaren nauwe banden met individuele beleggersclubs, via deelname aan bijeenkomten of conferenties of door regelmatige informatie over de activiteiten van de Groep (persberichten, jaarverslag,…) die op vraag verkrijgbaar zijn. In 2010 heeft de Solvay-groep opnieuw ontmoetingen georganiseerd met individuele beleggers Een paar voorbeelden:
Geregeld organiseert de Groep roadshows en ontmoetingen met de bedrijfstop ten behoeve van internationale professionals (analisten, portefeuillebeheerders, pers,…).
Zo zijn er in 2010 ruim 250 contacten gelegd op vergaderingen en ontmoetingen in Europa (Brussel, Londen, Parijs, Frankfurt, Genève, Zürich, Milaan,…) en in de Verenigde Staten en Canada.
De bedrijfsleiding organiseert systematisch elk kwartaal telefoonconferenties waarin zij de resultaten van de Groep becommentarieert.
Er is ook een internetsite speciaal ten
dienste van aandeelhouders en beleggers: www.solvay.com/investors. Daarop vinden zij de meest actuele fi nanciële en strategische informatie van de Groep.
Hij biedt ook informatie over allerlei diensten die van nut kunnen zijn voor de belegger en aandeelhouder. Hij vermeldt nuttige contacten met analisten die de Groep van nabij volgen. Via de webstek kan men zich ook inschrijven bij de club van aandeelhouders en beleggers. Dan krijgt men per e-mail melding in drie talen (Frans, Nederlands en Engels) over de publicatie van heel wat informatie: agenda van bepaalde vergaderingen van de Raad van Bestuur, plannen voor amendering van de statuten, bijzondere rapporten van de Raad van Bestuur, publicatie van het jaarverslag, statutaire rekeningen, uitbetaling van de dividenden,...
De website wordt begin 2011 geheel geactualiseerd en verbeterd om de toegang tot de overvloedige informatie nog gemakkelijker en aangenamer te maken.
De wens steeds preciezer en met meer regelmaat te communiceren heeft ertoe geleid dat sinds 2003 de resultaten van de Groep driemaandelijks worden gepubliceerd, in overeenstemming met de internationale normen voor fi nanciele verslaggeving (IFRS).
Het Auditcomité heeft een Voorzitter en op zijn minst twee leden. Alle drie zijn ze niet-uitvoerende bestuurders en minstens twee van hen zijn onafhankelijke bestuurders. De leden van het Auditcomité ontlenen hun bevoegdheid aan hun vorming en de ervaring die ze hebben
opgedaan in vroegere functies.
Het Auditcomité nodigt normaal personen uit om verslag uit te brengen: a) de Financiële Directeur van de
Het Auditcomité vergadert minstens viermaal per jaar, bij de publicatie van de jaarlijkse, halfjaarlijkse en driemaandelijkse resultaten.
Een extra-vergadering is mogelijk, om de draagwijdte van de plannen en de kosten van de audits aan de orde te laten komen. Over andere belangrijke fi nanciële kwesties wordt gediscussieerd en overeenstemming bereikt.
c) Het Auditcomité onderzoekt geregeld de draagwijdte van de externe audit en de toepassing ervan in het geheel van de Groep. Het Auditcomité bestudeert de aanbevelingen van de externe audit en het rapport dat de auditor aan de Raad van Bestuur bezorgt.
d) Het Auditcomité ziet toe op
mate van hun impact op de Groep in te schatten en de werking van de controlesystemen na te gaan.
Aangezien het een comité is dat onder de bevoegdheid valt van de Raad van Bestuur, stelt het Auditcomité een verslag op van elke vergadering en bezorgt dit aan de Raad van Bestuur.
Het huidige vergoedingsbeleid geldt voor de Algemeen Directeuren van Solvay, onder wie de CEO en de leden van het Uitvoerend Comité. De vergoeding van de Algemeen Directeuren is vastgelegd door de Raad van Bestuur op aanbeveling van het Remuneratiecomité. De basisprincipes van het vergoedingenbeleid voor de Algemeen Directeuren van Solvay kunnen we als volgt samenvatten:
duele en collectieve doelstellingen. De samenstelling en het totale vergoedingenbedrag (zowel het vaste als het variabele gedeelte) ter beschikking
van de Algemeen Directeuren worden elk jaar opnieuw bekeken. De vergoeding hangt af van de verantwoordelijkheid en de individuele ervaring en prestaties.
aanwakkeren om de prestaties van de Groep nog te verbeteren, waarbij de vergoeding wordt gekoppeld aan het bereiken van ambitieuze indivi-
Ze is conform de geldende praktijk bij concurrerende ondernemingen ten aanzien van de aard en het belang van de functie en de eigenheid van de activiteitssectoren waarbinnen Solvay werkt. Andere relevant geachte factoren, zoals de gelijke en evenwichtige verloning binnen de onderneming, worden ook in overweging genomen. Voor de evaluatie van de relevante praktijken bij de concurrentie, gebruikt Solvay als referentiekader een selectie van Europese chemische en industriële bedrijven met internationale uitstraling en met een omzet en personeelsbezetting die met die van Solvay vergelijkbaar zijn. De samenstelling van deze groep wordt regelmatig opnieuw bestudeerd, om erover te waken dat hij de strategische oriëntatie van de onderneming blijft weergeven.
Voor kaderleden die afkomstig zijn van een niet-Europees land en in functie buiten Europa, dienen de praktijken in het land van oorsprong als referentie, liefst samen met wat de praktijk is in de chemische sector.
Voor het verschaffen van deze internationale marktgegevens wordt een beroep gedaan op consultancydiensten gespecialiseerd in verloningsbeleid en met een internationale reputatie ter zake.
Doel van Solvay is om een totaal pakket aan vergoedingen aan te bieden dat conform is met, of in de buurt komt van de mediaan van de bestudeerde referentiemarkt, indien de betrokkene normaal gepresteerd heeft.
In geval van uitzonderlijke collectieve en individuele prestaties, zal de vergoeding in de buurt van het bovenste kwartiel van de markt komen.
De vergoeding van de Algemeen Directeuren omvat het basissalaris en jaarlijkse aanmoedigingspremies (zoals premies in verhouding tot de geleverde prestaties) en andere langetermijnpremies. Dit alles samen vormt de totale directe vergoeding van de Algemeen Directeuren. Voorts hebben de Algemeen Directeuren nog andere voordelen, waarvan de meest courante de vergoedingen zijn in verband met opruststelling, overlijden, invaliditeit en medische zorgen. De doelvergoeding gebaseerd op de prestaties is uiteraard variabel. Ze vertegenwoordigt tenminste bijna 50% van de totale directe vergoeding van de Algemeen Directeuren.
Het basissalaris wordt elk jaar onderzocht, wat niet betekent dat het aangepast wordt. Dit onderzoek vergelijkt het actuele niveau met de nieuwe mediaan van de referentiemarkt. Daarbij houdt men rekening met de verantwoordelijkheid en het belang van de positie van de Algemeen Directeur en ook met zijn individuele beroepsbekwaamheid, zijn relevante professionele ervaring, de mate waarin hij met evoluties meekan en het constante of minder constante niveau van zijn prestaties over een lange periode.
Het niveau van de aanmoediging hangt af van de vraag of de betrokkene voldaan heeft aan alle gestelde doelen.
Het gaat van 50% tot 100% van het basissalaris, al naargelang van de plaats die men heeft.
Deze percentages zijn bepaald op basis van de mediaan van de premies genoteerd op de referentiemarkt en de strategie van Solvay voor een mix
van de verlangde verloning en de concurrentiepositie.
In het algemeen kan men stellen dat Solvay een basissalaris wenst toe te kennen en jaarlijkse aanmoedigingspremies, die dicht in de buurt komen van de vastgestelde mediaan op de referentiemarkt.
Het huidige premieniveau varieert al naargelang van de prestaties van de Solvay-groep, de sectoren waarin de Algemeen Directeuren aanwezig zijn en hun individuele prestaties. Tegenwoordig varieert de premie van nul bij slechte prestaties tot 150% van het bedrag voor een normale prestatie, als de betrokkene uitzonderlijk goed heeft gewerkt.
De algemene economische prestatie wordt gemeten in rendabiliteit van het eigen vermogen (ROE) van het voorbije jaar; de individuele prestatie wordt gemeten op basis van een reeks op voorhand bepaalde doelstellingen per regio/activiteitssector en andere cruciale doelstellingen die voor elk kaderlid specifi ek zijn en goedgekeurd door de Raad van Bestuur.
De langetermijnaanmoediging bestaat uit de periodieke toekenning van aandelenopties. Elk jaar en op basis van de aanbevelingen van het Remuneratiecomité bepaalt de Raad van Bestuur het aantal aandelenopties, dat respectievelijk wordt toegekend aan de Voorzitter van het Uitvoerend Comité, aan leden van het Uitvoerend Comité en aan andere Algemeen Directeuren.
Om uit te maken hoeveel aandelenopties er precies naar elke groep Algemeen Directeuren dient te gaan, baseert de Raad van Bestuur zich op het niveau van de actuele langetermijnaanmoedigingen en de praktijk op de referentiemarkt.
De uitoefenprijs van de opties is gelijk aan het slotkoersgemiddelde van het Solvay-aandeel op Euronext Brussels gedurende de 30 dagen die voorafgaan aan het begin van het aanbod. De opties verlopen acht jaar na de datum van hun toekenning.
Ze zijn verkrijgbaar op de eerste dag die volgt op de derde verjaardag van hun toewijzing en kunnen worden uitgeoefend tijdens specifi eke open periodes.
De Algemeen Directeuren krijgen ook vergoedingen bij hun opruststelling, bij hun overlijden, ziekte en invaliditeit. In principe hangt dit sterk af van de
regels in hun land van herkomst. Andere voordelen, zoals prestaties in de gezondheidszorg, bedrijfsauto of kostenvergoeding bij gebruik van de eigen auto bestaan ook, maar ook hier past men de regels toe van het land waar de begunstigde werkt. De aard en het belang van die andere voordelen lijken sterk op de marktmediaan. In feite is de gekozen referentiemarkt een selectie van een twintigtal Belgische ondernemingen en dochterondernemingen in België van bedrijven onder buitenlandse controle. Het gaat dan veelal om werkgevers die lof krijgen van nationale en internationale kaderleden, die representatief zijn op het stuk van de toekenning van voordelen en voldoende conform met de normen die in Europa voor kaderleden gelden.
| Niveau van de jaarlijkse en langetermijnincentives | Voorzitter van het Uitvoerend Comité |
Uitvoerend Comité |
Algemeen Directeuren |
||
|---|---|---|---|---|---|
| Actuele prestatie | Rendement op eigen vermogen |
als % van basiswedde |
als % van basiswedde |
als % van basiswedde |
|
| RENDEMENT OP EIGEN VERMOGEN |
Onder drempel | lager dan 4% | 0% | 0% | 0% |
| Drempel | 4% tot < 8% | 15% | 9% | 8% | |
| 8% tot < 10% | 30% | 18% | 15% | ||
| Tussenin (laag) | 10% tot < 12% | 40% | 24% | 20% | |
| Doel | 12% tot < 14% | 50% | 30% | 25% | |
| Tussenin (hoog) | 14% tot < 16% | 60% | 36% | 30% | |
| Uitstekend | 16% tot < 18% | 70% | 42% | 35% | |
| Uitzonderlijk | groter of gelijk aan 18% |
vrije beslissing Raad |
vrije beslissing Raad |
vrije beslissing Raad |
|
| Bonus | als % van basiswedde |
als % van basiswedde |
als % van basiswedde |
||
| Onder | 0% | 0% | 0% | ||
| BONUS | Doel | 50% | 30% | 25% | |
| INDIVIDUELE | Uitstekend | 75% | 45% | 37,5% | |
| vrije beslissing Raad |
vrije beslissing Raad |
vrije beslissing Raad |
|||
| RENDEMENT VERMOGEN |
Op doel: rendement | als % van basiswedde |
als % van basiswedde |
als % van basiswedde |
|
| INDIVIDUELE OP EIGEN BONUS + |
op eigen vermogen en individuele bonus |
0% | 0% | 0% | |
| 50/50 | 100% | 60% | 50% | ||
| 145% | 87% | 72,5% | |||
| Als een aandelenplan | aandelenopties | aandelenopties | aandelenopties | ||
| AANDELEN OPTIES |
door de Raad | -20% | 32 000 | 12 000 | 4 000 |
| van Bestuur is | Doel | 40 000 | 15 000 | 5 000 | |
| goedgekeurd | +20% | 48 000 | 18 000 | 6 000 |
AFM: Advanced Functional Minerals ANSAC: American Natural Soda Ash Corporation BAT: beste beschikbare techniek BRIC: Brazilië, Rusland, India, China Centraal-Europa: Duitsland, Hongarije, Oostenrijk, Polen, Roemenië, Slovakije, Slovenië, Tsjechië CEA: Commissariat à l'énergie atomique (Frankrijk) CEO: Chief Executive Offi cer CLP: Classifi cation, Labeling, Packaging CSR: Corporate Social Responsibility EBRD: Europese Bank voor Heropbouw en Ontwikkeling ECHA: European Chemicals Agency EMEA: Europa, Middle-oosten en Afrika FERMA: Federation of European Risk Management Associations FDA: Food & Drug Administration (USA) GHS: Globally Harmonized System GOS: Gemeenschap van de Onafhankelijke Staten HPPO: Hydrogen Peroxide to Propylene Oxide – waterstofperoxide voor propyleenoxide IAO: Internationaal Arbeidsorganisatie ICCA: International Council of Chemical Associations KMO: kleine of middelgrote onderneming kt: Kiloton MEA: Membrane Electrode Assembly = Assemblage van membraanelektrodes Mercosur: Gemeenschappelijke markt in Zuid-Amerika waarvan de republieken Argentinië, Brazilië, Paraguay en Uruguay deel uitmaken MGC: Mitsubishi Gas Chemical Co. Inc. MW: megawatt NBD: New Business Development OBA: Openbaar Bod tot Aankop O&O: Onderzoek en Ontwikkeling OHSAS: Occupational Health and Safety Assessment Series OLED: Organic Light Emitting Diodes = Organische licht-emitterende diode Oost-Europa: Estland, Letland, Litouwen, Moldavië, Oekraïne, Roemenië, Rusland, Wit-Rusland OPV: organische fotoelektrische cellen OTFT: organische transistoren in dunne folie PEEK: poly-ether-ether-keton PFPE: perfl uoropolyethers pvc: polyvinylchloride PVDC: polyvinylideenchloride REACH: Registration, evaluation and authorization of chemicals RFID: Radio-Frequency Identifi cation = Identifi catie met radiogolven RMI: Risk Management and Insurance SBU: Strategic Business Unit SPM: Sustainable Portfolio Management WBCSD: World Business Council for Sustainable Development
West-Europa: Andorra, België, Denemarken, Duitsland, Finland, Frankrijk, Griekenland, Ierland, IJsland, Italië, Liechtenstein, Luxemburg, Malta, Nederland, Noorwegen, Oostenrijk, Portugal, San Marino, Spanje, Vaticaanstad, Verenigd Koninkrijk, Zweden, Zwitserland WKK: Warmtekrachtkoppeling of het gelijktijdig opwekken van warmte voor industrieel gebruik en elektriciteit
BVFA: Belgische Vereniging van Financiële Analisten (in het Frans: ABAF: Association belge des analystes fi nanciers) Cash fl ow: Netto resultaat plus totale afschrijvingen. Corporate & Business Support: Niet-toegekende bestanddelen, na verhoging van de directe toelagen vanaf 2007 EBIT: Winst vóór aftrek van interesten en belastingen Eigen vermogen per aandeel: Eigen vermogen gedeeld door het gemiddeld aantal aandelen voor de berekening van het IFRS-resultaat. Dezelfde basis voor de cash fl ow en de REBITDA per aandeel Free cash fl ow: Kasstromen uit bedrijfsactiviteiten + Kasstromen uit investeringsactiviteiten IFRS: International Financial Reporting Standaards Nettowinst per aandeel: Nettoresultaat (aandeel van Solvay) gedeeld door het gewogen gemiddelde van het aantal aandelen, na aftrek van de eigen aandelen teruggekocht voor het dekken van de aandelenoptieprogramma's Nettowinst per aandeel (zonder beëindigde bedrijfsactiviteiten): idem als nettoresultaat per aandeel, maar zonder het resultaat van de beëindigde bedrijfsactiviteiten (aandeel van Solvay) OCI: Andere componenten van het totaalresultaat Omloopsnelheid: Totaal aantal aandelen dat van eigenaar verandert in een jaar, gedeeld door het totale aantal genoteerde aandelen, volgens de defi nitie van Euronext Omloopsnelheid aangepast door free fl oat: Aangepaste omloopsnelheid afhankelijk van het percentage genoteerde aandelen in het bezit van het publiek, volgens de defi nitie van Euronext REBIT: Recurrent operationeel resultaat REBITDA: REBIT vóór afschrijvingen Rendement op het nettodividend: Nettodividend gedeeld door slotkoers van 31 december Rendement op het brutodividend: Brutodividend gedeeld door de slotkoers van 31 december ROE: Rendement op eigen vermogen (Return on Equity) Verwaterde nettowinst per aandeel: nettoresultaat (aandeel van Solvay) gedeeld door het gewogen gemiddelde van het aantal aandelen, na aftrek van de eigen aandelen teruggekocht voor het dekken van de aandelenoptieprogramma's, vermeerderd met de mogelijk verwaterende aandelen Verwaterde nettowinst per aandeel (zonder beëindigde bedrijfsactiviteiten): Idem als nettoresultaat per aandeel, maar zonder het resultaat van de
beëindigde bedrijfsactiviteiten (aandeel van Solvay)
| Nota's | ||
|---|---|---|
| 206 | |
|---|---|
| ----- | -- |
| Nota's | ||
|---|---|---|
| 208 | |
|---|---|
| ----- | -- |
resultaat over het eerste kwartaal van 2011 Dinsdag 10 mei 2011:
Buitengewone Algemene Vergadering (om 10.30 uur) Gewone Algemene Vergadering (om 14.30 uur)
betalling van het saldo van het dividend voor het boekjaar 2010 (coupon nr. 88). Notering ex-dividend vanaf 12 mei 2011
Donderdag 28 juli 2011 om 7.30 uur: resultaat over de eerste helft van 2011
resultaat over de eerste negen maanden van 2011 en bekendmaking van het dividendvoorschot voor het boekjaar 2011 (uit te betalen in januari 2012, coupon nr. 89)
16 februari 2012:
resultaten over 2011
Prins Albertstraat 33 B-1050 Brussel, België t: 32 2 509 6111 f: 32 2 509 6617 www.solvay.com
Solvay Sodi AD Administrative Building BG-9160 Devnya t: 359 51 99 5000 f: 359 51 99 5001
Solvay do Brasil Ltda Rua Urussui, 300 - 5° andar Itaim Bibi - São Paulo, SP Brasil t: 55 11 3708 5000 f: 55 11 3708 5252 e-mail: [email protected]
SOLVAY GmbH Hans-Böckler-Allee, 20 D-30173 Hannover t: 49 511 857-0 f: 49 511 282126 www.solvay.de
P.O. Box 17 Dekhila - Alexandria t : +20 3 2204380 f : +20 3 2204389 e-mail: [email protected]
Solvay SA – France 25 rue de Clichy F-75009 Paris t: 33 140758000 f: 33 145635728 www.solvay.fr
Naamloze Vennootschap Maatschappelijke zetel : Elsene (Brussel) Prins Albertstraat 33 t: 32 2 509 6111 f: 32 2 509 6617
Brussel RPR: 0403 091 220 BTW: BE 0403 091 220
This report is also available in English. Ce rapport est aussi disponible en français.
Solvay UK Holding Company Ltd Solvay House Baronet Road Warrington Cheshire WA4 6 HA t: 44 1925 651277 f: 44 1925 655856
Solvay Italia SA viale Lombardia, 20 I-20021 Bollate (MI) t: 39 02 3835.1 f: 39 02 38352129
Solvay Österreich GmbH Stättermayergasse, 28 A-1150 Wien
t: 43 1 716 88-0 f: 43 1 710 24 26
Solvay Portugal – Produtos Químicos, SA
Rua Eng. Clément Dumoulin P-2625-106 Póvoa de Santa Iria t: 351 219534000 f: 351 219534490
Solvay Ibérica S.L. C/ Marie Curie, 1-3-5 E-08760 Martorell (Barcelona) t: 34 937 734 900 f: 34 937 751 612 www.solvay.es e-mail: [email protected]
3333 Richmond Avenue Houston, TX 77098-3007 USA t: 1 713 525 6000 f: 1 713 525 7887 www.solvaynorthamerica.com
Solvay (Schweiz) AG Zürcherstrasse, 42 CH-5330 Bad Zurzach t: 41 56 2696161 f: 41 56 2696363
The Crew www.thecrewcommunication.com
Drukwerk : Deckers Druk
Solvay Algemeen Secretariaat – Corporate Communications t: + 32 2 509 70 46 f: + 32 2 509 72 40
Frédéric Martin, © Solar Impulse / Jean Revillard, Evrard Wendenbaum projet Makay Nature, Solvay, SolVin, XperiLAB.be®, Jean-Jacques Micheli, Gettyimages, Shutterstock.
Vertaling : Paul Muys, Production, PR&Medi
Solvay Asia Pacifi c Co., Ltd. Wave Place, 17th Flr. 55 Wireless Road Lumpini, Pathumwan Bangkok 10330 Thailand
Wave Place, 17th Flr. 55 Wireless Road Lumpini, Pathuwan Bangkok 10330 Thailand
Building 7, No.899, Zu Chong Zhi Road, Zhangjiang High-Tech Park, Pudong New Area, Shanghai (201302) P.R. China t: +86-21-5080 5080 f: +86-21-5027 5636 e-mail: [email protected]
Unit K, Floor 14, International Shipping & Finance Center No. 720 Pudong New Area, Shanghai (200120) P.R. China t: +86-21-3842 4788 f: +86-21-6385 5708
4th Flr, Toranomon 30 Mori Building Toranomon 3-2-2, Minato-ku Tokyo 105-0001 Japan Nippon Solvay K.K. t: 81/3/5425/4310
f: 81/3/5425/4311 e-mail: [email protected]
t: 81/3/5425/4320 f: 81/3/5425/4321 e-mail: [email protected]
t: 81/3/5425/4330 f: 81/3/5425/4331 e-mail: [email protected]
Solvay Korea Co., Ltd
5th Fl, Donghwa Building 58-7, Seosomun-Dong, Jung-Gu Seoul 100-736, Korea t: +82-2-756-0355 f: +82-2-756-0354 e-mail: [email protected]
Building tools?
Free accounts include 100 API calls/year for testing.
Have a question? We'll get back to you promptly.