Annual Report • Mar 31, 2014
Annual Report
Open in ViewerOpens in native device viewer
Jaarverslag 2013
vestigingen en aanwezigheid in 56 landen
Solvay is een internationale chemiegroep die de industrie begeleidt in het onderzoek naar en de invoering Groep is geëngageerd in duurzame ontwikkeling en streeft naar innovatie en operationele uitmuntendheid. Dit verslag, waarin de balans wordt opgemaakt van het afgelopen jaar, is opgebouwd rond drie belangrijke
€9940 miljoen omzet
29400 117
*Solvay, meer vragen van de chemie
medewerkers
150 jaar
in de wereld
In 1863 vraagt een jonge uitvinder, Ernest Solvay, zijn eerste octrooi aan voor de "industriële productie van natriumcarbonaat op basis van ammoniak" en richt samen met zijn naaste medewerkers Solvay & Cie op. De bedrijfsstrategie, wereldwijd alsook die van de partners, steunt op één overtuiging: de wetenschappelijke vooruitgang moet de mensheid dienen. Vanuit deze visie positioneert Solvay zich dan ook als baanbreker op sociaal, industrieel en wetenschappelik vlak. Het is diezelfde pioniersgeest die Solvay ertoe heeft aangezet om deel te nemen aan het Solar Impulse project en om te innoveren op het vlak van duurzame chemie. Een pioniersgeest
Vanaf 1872 begint Solvay & Cie aan een versnelde internationalisering om dichter bij zijn grondstofbronnen en industriële klanten te zijn. In 1913 is Solvay & Cie de eerste globale industrieel met een aanwezigheid in Europa (waaronder Rusland) en de Verenigde Staten. Op dat ogenblik wordt 90 % van het industriële natriumcarbonaat wereldwijd geproduceerd volgens het Solvay-procedé. Vandaag is de gedecentraliseerde bedrijfscultuur nog altijd een troef voor de Groep, die bezig is met een snelle expansie in Azië, de Verenigde
Solvay staat aan de basis van veel sociale vernieuwingen: geleid door zijn humanistische idealen voert de Groep vanaf 1878 een volledig systeem in van interne sociale zekerheid, de achturendag (1897) en daarna het eerste betaald verlof voor de arbeiders (1913). Ook vandaag nog vormen de sociale gebruiken één van zijn sterke punten, iets wat de betrokken partijen zullen beamen.
Solvay dankt zijn lange bestaan aan zijn vermogen om van koers te veranderen. Zo volgen periodes van diversifiëring en heroriëntering elkaar op in zijn geschiedenis. Na zich lang te hebben toegespitst op één product, begint de Groep in 1949 aan zijn eerste diversifiëring en wordt hij de grootste pvc-producent van Europa. Later, na de oliecrisis van 1973, investeert Solvay met succes in de biowetenschappen. In 2009 worden deze activiteiten verkocht en richt hij zich op chemische specialiteiten.
In 2011 neemt Solvay de belangrijkste stap in zijn geschiedenis met de overname van Rhodia. Voortgestuurd door de wereldspelers in de chemie, herbevestigt de Groep zijn ambitie en reorganiseert zich. Solvay is een Groep in versnelde transformatie, vastberaden gericht op het creëren van toegevoegde waarde, altijd vooruitstrevend, verantwoord, slagvaardig en meer dan ooit met aandacht voor de kansen die zich in zijn markten voordoen. Gericht naar de toekomst
De cijfers voor 2012 werden herwerkt om een relevante jaar-op-jaarvergelijking te kunnen maken in overeenstemming met de IFRS normen, zoals aangegeven in de voetnoot beneden aan deze bladzijde.
a Kapitaalsinvesteringen In € miljoen
Azië Stille Oceaan & rest van de wereld
Latijns-AmerikaStille Oceaan rest van
Latijns-AmerikaStille Oceaan rest van
Azië Stille Oceaan & rest van de wereld
Noord-Amerika Latijns-Amerika
Europe Noord-Amerika Latijns-Amerika
Europe
a Netto-omzet per regio
38% 5 % 3 % 20 % 34% 11% 31 % 33 % 25%
38%5 %3 % 20 % 34%11% 31 % 33 %25%
in 2013
In de aangepaste gegevens op de winst- en verliesrekening 2012 wordt rekening gehouden met de nieuwe organisatie per 1 januari 2013, de herziene IAS 19-norm en de voorgenomen joint venture met Ineos voor chloorvinylproducten in Europa. De Europese chloorvinylactiveiten zijn ondergebracht in de balans onder "activa beschikbaar voor verkoop" en in de winst- en verliesrekening onder "afgesplitste activiteiten" (op één regel). Met ingang van 31 december 2013 is Benvic (de pvc-composietenactiviteit) in de balans ondergebracht onder "activa beschikbaar voor verkoop" en onder "afgesplitste activeiten in de winst- en verliesrekening. Chemlogics is vanaf 1 november 2013 in de financiële informatie geconsolideerd. Daarenboven stelt Solvay aangepaste prestatie-indicatoren van Winst- en Verliesrekening voor die de niet-contante boekhoudkundige PPA-impact gerelateerd aan de overname van Rhodia uitsluiten. Zie het Verslag van de raad van bestuur op pagina 48 e.v. van dit Jaarverslag voor aanvullende informatie over de analyse volgens conventie van het management.
a Werkongevallen in de vestigingen van de Groep(1)(2) Ongevallen per miljoen werkuren
a Aangepaste REBITDA per Operationeel Segment in 2013*
* Uitgezonderd Corporate kosten.
a Broeikasgasemissies(1)(3) Mt CO2 equivalent a Energieverbruik(1)(3) Petajoules
LTAR: Lost Time Accident Rate Aantal werkongevallen met werkverlet van meer dan 1 dag. 2012 2013
MTAR: Medical Treatment Accident Rate Aantal werkongevallen met medische behandeling als gevolg (andere dan eerste hulp).
(1) Zie het rapport Duurzame Ontwikkeling 2013: http://www.solvay.com/en/media/publications/index.html
(2) Deze gegevens bevatten de Chlorovinyleactiviteiten, die deel uitmaken van een joint venture project met Ineos.
(3) Deze gegevens zijn uitgezonderd de Chlorovinylactiviteiten.
Duurzaamheid, verantwoordelijkheid: nog nooit zijn deze onderwerpen zo cruciaal geweest voor de mensheid. Overal ter wereld zijn we op zoek naar oplossingen. Oplossingen die de invloed van de klimaatverandering beperken, die toelaten om meer te produceren met minder middelen, die tegemoet komen aan de gezondheidsen welzijnsbehoeften van meer dan een miljard nieuwe consumenten.
Onze drie
prestatiepijlers
Solvay neerzetten als een model van duurzame chemie met een aantrekkingskracht voor talenten die oplossingen bedenken, ontwikkelen en produceren voor de grote maatschappelijke uitdagingen.
hiermee kan de Groep meer waarde creëren voor alle betrokken partijen.
Met zijn gevarieerd aanbod probeert Solvay de prestaties en het gebruiksgemak van de dagelijkse producten te verbeteren. Zijn oplossingen op basis van speciale oppervlakteactieve stoffen, zijn polymeren en fluorhoudende vloeistoffen dragen bij aan de doeltreffendheid van detergenten en producten voor de lichaamsverzorging. Zijn polymeren en polyamide vezels worden door de textielindustrie ingezet om hoogwaardige kleding te produceren. Celluloseacetaat wordt geproduceerd voor de markt van sigarettenfilters. Voor de gezondheidszorg ontwikkelt de Groep een breed assortiment aan speciale polymeren voor biocompatibele medische implantaten, halffabricaten en natriumbicarbonaat voor bruistabletten.
Het Solvay-aanbod maakt het ontwerp van duurzamere, gezondere en energiezuinigere gebouwen mogelijk. Deze oplossingen worden ingezet voor de productie van vlak glas en raamstructuren met dubbel of driedubbel glas om te voldoen aan de geldende milieunormen. Met de fluorhoudende producten kan hoogwaardig isolatieschuim worden ontwikkeld; de biologisch afbreekbare solventen worden gebruikt voor "groene" verf en bekledingen. Fluoropolymeren en technische kunststoffen verhogen tot slot de vlamresistentie van elektrische onderdelen en kabels.
Solvay produceert voor de automobielsector polyamiden, speciale polymeren en composietmaterialen die de prestatie verbeteren en voertuigen aanzienlijk lichter kunnen maken. Fluorhoudende elektrolyten en lithiumzouten verbeteren de werking van batterijen. De oplossingen die Solvay biedt helpen autofabrikanten om de steeds strengere wereldwijde normen te behalen zoals bijvoorbeeld formuleringen op basis van oxiden van zeldzame aardmetalen voor katalysatoren, en silica voor de labeling van autobanden. In de luchtvaartsector draagt het weerstandsvermogen (chemisch, mechanisch, thermisch) van Solvay's geavanceerde oplossingen bij aan het prestatievermogen en de veiligheid van vliegtuigen.
De speciale polymeren van Solvay bieden nieuwe perspectieven voor fabrikanten op het vlak van ontwerp, veiligheid en prestatie: ze dragen bij aan de vooruitgang van tablets en smartphones, de OLED-technologie, onbuigzame en buigzame schermen, processoren en computergeheugens en halfgeleiders op basis van zeldzame aardmetalen. Voor de sector van de elektronische schakelaars ontwikkelt Solvay fluorhoudende producten en specifieke polyamiden met speciale eigenschappen voor wat betreft stroomveiligheid en vlamvertraging. Ze stellen ook ecologisch verantwoorde oplossingen voor: hergebruik van zeldzame aardmetalen, polyamiden van biologische oorsprong.
Automobiel & luchtvaart 17 %
Consumptiegoederen & gezondheidszorg 25 %
Verdeling van de omzet in 2013
Solvay's producten en oplossingen beantwoorden aan de behoeftes van de spelers in de volledige voedselketen. Stroomopwaarts beschermen de guarderivaten, fluorhoudende stoffen en solventen de gewassen en verhogen ze hun productiviteit met respect voor het milieu. Stroomafwaarts draagt het vanilline assortiment bij aan een gezondere voeding, bijvoorbeeld door een vermindering van vetten en suikers in industriële levensmiddelen. Natriumbicarbonaat bevordert het voedingsevenwicht en behoudt de gezondheid van dieren. Tot slot wordt celluloseacetaat gebruikt om ecologisch verantwoorde levensmiddelenverpakkingen te produceren.
Solvay ondersteunt de energiesectoren in hun streven naar prestatieverbetering en lagere kosten. Zijn oplossingen op basis van guar of oppervlakteactieve stoffen worden ingezet bij de olie- en gaswinning. Zijn PVDF-lagen verhogen het rendement en de resistentie van zonnepanelen; zijn lithiumzouten verbeteren de prestaties van batterijen. Procedés en oplossingen helpen bij de productie van energie op basis van biomassa. Solvay stelt zijn expertise in de optimalisering van het energieverbruik ter beschikking van zijn industriële afnemers. Daarnaast biedt Solvay oplossingen ter beperking van de verontreiniging van de lucht, het water en de bodem.
Solvay levert aan industrieën bestanddelen en halffabricaten die beantwoorden aan hun uitdagingen op concurrentieel vlak en milieuvriendelijke prestaties.
49 industriële vestigingen
centra voor O&I 8
EUROPA AZIË STILLE OCEAANGEBIED EN DE REST VAN DE WERELD
centra voor O&I 4
NOORD-AMERIKA LATIJNS-AMERIKA
7 industriële vestigingen
centrum voor O&I 1
Overal ter wereld heeft Solvay groeiregio's en -markten verstevigd (zie pagina Solvay gesloten en overnames gedaan.
Project om met chemiegroep Ineos een Europese chloorvinyl joint venture met gelijke verdeling
Overname van het Amerikaanse Chemlogics, specialist in oplossingen voor de olie- en gaswinning.
Akkoord met Shanghai 3F voor (China).
Ondertekening van een akkoord de belangrijkste pvc-producent
Uitreiking van de "Chemistry for the Future Solvay Prize" aan prof. Peter G. Schultz.
Het vanille-aroma GOVANILTM van Solvay wordt bekroond met de ICIS-prijs voor beste productinnovatie.
Enkele van de vele introducties voor 2013:
De Groep heeft vele initiatieven geïmplementeerd, waaronder:
van de tweede registratiefase voor REACH.
Partnerschap met AkzoNobel, wereldleider voor bekleding aandeel EPICEROL® (epichloorhydrine van biologische progressief te laten stijgen.
Partnerschap met het Braziliaanse GranBio voor de studie van fabriek ter wereld voor de productie van bio n-butanol op basis van biomassa – ingebruikname voorzien voor 2015.
Opname in de Dow Jones Sustainability Index Europe (DJSI Europe), een niet-financiële index van de efficiënste bedrijven op het vlak van sociale en leefmilieuverantwoordelijkheid. Partnerschap met CDC Climat en Marubeni om innovatieve financiële oplossingen voor te stellen op het gebied om energie-efficiëntie.
Succesvolle uitgifte van een hybride eeuwigdurende obligatie van € 1,2 miljard.
ABrussel (België): duizend mensen kijken, in aanwezigheid van het Van in België tot in China, van in Bulgarije tot in Brazilië, van in de Verenigde Staten tot in Duitsland, hebben alle teams samen met de klanten en partners een anderhalve eeuw Solvay gevierd.
koningspaar, naar "Odyseo, the
voor Solvay gecreëerd spektakel.
NICOLAS BOËL JEAN-PIERRE CLAMADIEU
_Nadat 2012 in het teken stond van de
integratie en de oprichting van zijn nieuwe organisatie, heeft Solvay in 2013 zijn transformatie versneld, daarbij bouwend op zijn lange en rijke geschiedenis.
Dit transformatiejaar werd gekenmerkt door de lancering van structurerende projecten die de activiteitenportefeuille van Solvay meer toespitsen op veelbelovende markten. De oprichting van een joint venture met Ineos in Europa, de overdracht van de pvc-activiteiten in Latijns-Amerika en de overname van Chemlogics in de Verenigde Staten zijn stuk voor stuk projecten die helpen om Solvay steeds innovatiever te maken – en zich te richten op groeimarten, zijn conjunctuurgevoeligheid te verminderen en op lange termijn toegevoegde waarde te creëren.
Tegelijkertijd is Solvay doorgegaan met zijn strategie van selectieve investeringen die bijdragen aan het verstevigen van zijn activiteitenportefeuille en zijn leiderschapspositie in sterk groeiende regio's, vooral in Azië.
Deze grootscheepse transformaties zijn tot stand gekomen in een moeilijk economisch klimaat, met name in Europa en Latijns-Amerika. Het is nochtans in deze context dat we onze ambitieuze groeistrategie opnieuw hebben bevestigd.
In 2013 heeft Solvay zijn 150e verjaardag gevierd, een belangrijke reden tot trots en een unieke gelegenheid om ons te scharen rond de waarden die de samenhang van de Groep bepalen: de ethiek en cultuur van verantwoordelijkheid, de zoektocht naar uitmuntendheid, de passie voor innovatie ten dienste van onze planeet. Het is rondom deze waarden dat Solvay zijn strategische oriëntatie heeft opgebouwd.
De Chemistry for the Future Solvay Prize die eind vorig jaar werd uitgereikt, is een mooi voorbeeld van het streven van de Groep om de pioniersgeest en passie voor de wetenschap van zijn oprichter in ere te houden.
De Groep is 2014 begonnen met de beste troeven om zijn ambities te realiseren: een stabiele aandeelhoudersstructuur die de middelen geeft om langetermijnvisie en aanpassingsvermogen te verenigen, de bevestiging van zijn strategische ambitie met een duidelijk stappenplan, en een cultuur van uitmuntendheid en innovatie. Dankzij de energie en vakkundigheid van de teams kan Solvay's strategie overal ter wereld snel en doeltreffend worden uitgevoerd en kan de Groep elke dage zijn klanten beter van dienst zijn. Onze teams zijn gemobiliseerd rond dezelfde cultuur van verantwoordelijkheid en prestatie en vormen de kracht van Solvay. Wij willen hen daarom bedanken voor hun inzet. Zo kan Solvay de toekomst vol vertrouwen tegemoet gaan en zijn ambitie nastreven om een model te zijn voor duurzame chemie.
u NICOLAS BOËL, VOORZITTER VAN DE RAAD VAN BESTUUR
u JEAN-PIERRE CLAMADIEU, VOORZITTER VAN HET UITVOEREND COMITÉ EN CEO
"Deze diepgaande transformatie stelt ons in staat een ambitieuze prestatiedoelstelling vast te leggen voor 2016."
_Jean-Pierre Clamadieu: In 2013 heeft Solvay haar transformatie versneld, met de ambitie een groep te worden met hogere groei, minder conjunctuurgevoeligheid en een sterkere winst. Daarom hebben we onze portefueille veranderd. Enerzijds heeft de overname van Chemlogics in de Verenigde Staten onze positie versterkt in nieuwe formuleringen in de gas- en oliewinning, anderzijds zijn we begonnen met de geleidelijke uitstap uit de chloorvinylactiviteit in Europa en Zuid-Amerika. Bouwend op de ervaring en expertise die onze teams door de jaren heen hebben opgedaan, hebben we de uitmuntendheidinitiatieven uitgebreid tot al onze activiteiten. Deze diepgaande transformatie zal verdergaan in 2014 en ook daarna. Hierdoor zijn we in staat een ambitieuze prestatiedoelstelling vast te leggen voor 2016.
_J.P. C.: In 2013 hadden wij te kampen met een moeilijke macro-economische context, vooral in Europa. Desondanks, en afgezien van het verwachte einde van de koolstofkredieten en de gevolgen van een speculatiegolf in guar, bleef onze operationele prestatie over het algemeen stabiel, met name omdat we in staat waren onze marges veilig te stellen. Dit bewijst de degelijkheid van onze activiteitenportfolio. Wat betreft onze groeimotoren, wil ik de uitstekende prestatie onderstrepen die Specialty Polymers heeft behaald in een uitdagende context. Dat is mogelijk gemaakt door uitmuntendheidprogramma's, de recordresultaten van Silica, die baat heeft gehad van zijn leiderschapspositie in de bandenmarkt, en de groei van Aroma Performance die gedragen werd door de zeer dynamische markt van de voedingsaroma's.
_ J.-P. C.: Bij Solvay's operationele uitmuntendheid zijn alle medewerkers betrokken bij het proces van permanente verbetering. In 2013 hebben we meer dan 120 uitmuntendheidsprogramma's opgestart, waaronder de organisatie van de productie, het beheer van de toeleveringsketen, innovatie, marketing en klantenrelaties. De resultaten zijn veelbelovend. De plannen voor efficiënt energieverbruik die wij op al onze sites uitrollen, moeten tegen 2016 onze energierekening met meer dan €100 miljoen verlagen. Tevens worden geleidelijk "Academies" opgericht om de vaardigheden en prestaties van de sleutelberoepen binnen de Groep te versterken. Zo werd in 2013 voorrang gegeven aan de ontwikkeling van commerciële uitmuntendheid.
We hebben de koers voor onze innovatie vastgelegd: de toepassing van onze visie dat chemie in dienst staat van een verantwoorde ontwikkeling en een antwoord moet bieden op de grote maatschappelijke uitdagingen. Deze uitdagingen komen natuurlijk overeen met die van onze klanten, die ons met steeds complexere vragen benaderen en van ons oplossingen verlangen waarmee zij zich op hun markten onderscheiden. De opdracht van onze onderzoekers om hun vakkennis volledig te benutten in geavanceerde materialen en formuleringen, bijvoorbeeld om oplossingen te bedenken voor een duurzame mobiliteit, een efficiënte overgang naar andere energiebronnen of een verantwoorde landbouw. Zo willen wij ook oplossingen uitwerken voor de uitdagingen van de bevolkingsgroei of het schaars worden van de natuurlijke hulpbronnen en uiteraard, de bestrijding van de CO2-uitstoten.
_ J.-P. C. : De wereld evolueert zeer snel, men moet zich dus vlug aanpassen en reageren om kansen te grijpen en nieuwe uitdagingen aan te gaan. Dat is ook de bedoeling van onze gedecentraliseerde organisatie. Autonomie en verantwoordelijkheid van de medewerkers zijn de sleutels van onze prestatiegerichte cultuur. Wij beschouwen hun vakbekwaamheid en engagement als troeven die wij ontwikkelen en waarbij we de diversiteit van ervaringen aanmoedigen. Mijn rol, die van het Uitvoerend Comité en die van het alle leden van de "Leadership Council", bestaat erin een duidelijke koers aan te geven, de energieën op één lijn te zetten en iedereen te helpen inzien hoe hij kan bijdragen tot dit gemeenschappelijk project. In onze dagelijkse gang van zaken moeten wij ware veranderingen teweeg brengen, zo dicht mogelijk bij onze teams, op het terrein.
_ J.-P. C. : Wij willen van Solvay een wereldleider in de chemie maken, erkend om zijn engagement ten aanzien van zijn klanten, zijn voortdurend streven naar operationele uitmuntendheid en de kwaliteit van zijn innovaties ten dienste van meer duurzame ontwikkeling. Met zijn sterke geschiedenis en aandeelhoudersstructuur, dat de middelen geeft om zijn langetermijnambities waar te maken, voert de Solvay-groep vastberaden haar transformatie door. Zo bouwen wij aan een waarachtig model voor een duurzame chemie.
a Het Uitvoerend Comité garandeert het behalen van de doelstellingen en het maximaal inzetten van de middelen bij de verschillende Global Business Units (GBU's). Het is, op een collegiale manier, collectief verantwoordelijk voor de globale prestatie en de bescherming van de belangen van de Groep. Op 1 januari 2014 telde het Uitvoerend Comité zes leden; elk van hen is verantwoordelijk voor een aantal GBU's, functies of gebieden. Dit geldt ook voor de Voorzitter van het Uitvoerend Comité en de Chief Financial Officer, naast hun respectievelijke, specifieke verantwoordelijkheid.
u JEAN-PIERRE CLAMADIEU VOORZITTER VAN HET UITVOEREND COMITÉ EN CEO
u KARIM HAJJAR CHIEF FINANCIAL OFFICER
JACQUES VAN RIJCKEVORSEL
ROGER KEARNS
VINCENT DE CUYPER
u PASCAL JUÉRY
a Het Uitvoerend Comité steunt op het Leadership Council dat als opdracht heeft om de informatie te verzamelen en te delen die uitgewisseld moet worden voor de onderlinge afstemming tussen het Uitvoerend Comité, de Voorzitters van de GBU's, de Algemene Functionele Directeuren, de Regionale Voorzitters en de Algemeen Directeur van Business Services. Het Leadership Council komt elke vier maanden samen met een formele agenda.
T. BENNER SILICA
u A. BROUHNS PUBLIC AFFAIRS/EUROPE
G. BUCCO MULTI BUSINESS UNIT COMMERCIAL NETWORK
u E. BUTSTRAEN NOVECARE
u M. CHOLLET STRATEGY
u C. CLEMENTE SODA ASH & DERIVATIVES
u G. COLLETTE INDUSTRIAL
u F. CONSTANT SOLVIN
u G. CRAUSER PEROXIDES
u H. DU RARE EARTH SYSTEMS
u M. DEFOURNY CORPORATE SECRETARY & COMMUNICATION
u F. FERRAROLI FIBRAS
u S. DESORMIERE MARKETING & SALES
u O. FERRARY ACETOW
u A. DI DONFRANCESCO SPECIALTY POLYMERS
F. HINCKER ENGINEERING PLASTICS
V. KAMEL POLYAMIDE & INTERMEDIATES
J. KHELIFF SUSTAINABLE DEVELOPMENT
u X. LANCKSWEIRT BUSINESS SERVICES
u J.-P. LABROUE GENERAL COUNSEL
u M. LACEY NORTH AMERICA
u M. LAUDENBACH ASIA PACIFIC(1)
u O. LIMA LATIN AMERICA
u J. MATIAS COATIS
u J.-M. MESLAND CHLOROVINYLS
u L. NELTNER RESEARCH & INNOVATION
u D. RAGE AROMA PERFORMANCE
u P. ROSIER ENERGY SERVICES
K. SAKSIDA PROCUREMENT & SUPPLY CHAIN EXCELLENCE
u B. WILKES SPECIAL CHEMICALS
u J.-F. SERRIER INTELLECTUAL ASSETS
u C. TANDEAU DE MARSAC HUMAN RESOURCES
u FUNCTIONELE DIRECTIE
u GBU DIRECTIE
u REGIONALE DIRECTIE
u B. VAN DER WIELEN EMERGING BIOCHEMICALS
(1) Voorzitter van de regio vanaf 01/07/2014. (2) Voorzitter van de regio tot 30/06/2014.
a In 2013 begon Solvay een transformatie, gesteund door een doeltreffende organisatie en een bedrijfscultuur van bewezen prestaties. Een nieuw model voor duurzame chemie heeft zich in beweging gezet: vindingrijk, wereldwijd, gericht op groei-activiteiten, die een hoger rendement bieden en een sterke kasstroom genereren.
Voor een geslaagde transformatie baseert Solvay zich op de mobilisatie van 29400 medewerkers, verspreid over 56 landen. Ervoor zorgen dat elkeen bijdraagt aan de verandering en zich de nieuwe ambities van de Groep eigen maakt, is de eerste opdracht van Human Resources (HR). Door het creëren van een motiverende werkomgeving, het focussen op de ontwikkeling van de mensen, het toepassen van een bedrijfscultuur van verantwoordelijkheid en prestatie, nemen de medewerkers actief deel aan het welslagen van de Groep.
_Sinds 2013 is Solvay "BU-georiënteerd", gebaseerd op de autonomie en het geven van verantwoordelijkheid aan de directieteams van de Global Business Units (GBU's). Human Resources vormt de motor van die verandering en heeft zijn visie en opdrachten aangepast aan de nieuwe uitdagingen: dagelijks de operationele eenheden steunen, de ontwikkeling van de medewerkers bevorderen en Solvay aantrekkelijker maken voor de talenten van vandaag en morgen. Deze doelstellingen mobiliseren wereldwijd 600 personen. Het HR-team, dat zodanig gestructureerd is dat het kan reageren op lokale behoeften gemeld door de GBU's, draagt eveneens bij aan een mondiale visie van de behoeften en deskundigheden van de Groep. In 2013 heeft dit team zich ingezet om de samenhang van de Groep te versterken door de beleidslijnen en processen te harmoniseren en door de implemen-
tatie van de nieuwe bedrijfscultuur van prestatie en verantwoordelijkheid.
Om de Groep te ondersteunen bij de uitbreiding van zijn perimeter en zijn geografische expansie worden nieuwe werkwijzen toegepast. De interne mobiliteit, die wordt gezien als krachtige pijler voor de samenhang en motivatie, wordt aangemoedigd door talenten aan te zetten om zich te begeven buiten hun "comfortzone" wat cultuur en vaardigheden betreft. In de groeiregio's, vooral in Azië, ligt de klemtoon eveneens op de aanwerving en binding van lokale medewerkers. Deze multiculturele dimensie blijkt een echte troef te zijn bij de uitbreiding van de externe groei-operaties van de Groep: ze bevordert de integratie van nieuwe teams die het gevolg zijn van overnames, zoals Chemlogics in de Verenigde Staten en Erca Quimica Ltda in Brazilië in 2013. Deze nieuwe bedrijfscultuur maakt deel uit van een globale implementatie. Overal worden er acties op poten gezet om de aanpassing te bevorderen: sensibilisering van het kader, interne opleidingen, integratie van gedragsmodellen in de jaarlijkse evaluatiegesprekken.
De continue verbetering van vaardigheden en de integratie van een uitmuntendheidsvereiste door iedereen vormen de sleutel tot de individuele en collectieve prestatie: dit is het postulaat van het "Performance, Development and Career"-programma dat in 2013 werd geïmplementeerd. Doelstelling van dit programma is de prestaties van de medewerkers evalueren, gedragsbekwaamheid ontwikkelen die verband houden met de nieuwe bedrijfscultuur van de Groep, individuele ontwikkelingsplannen vastleggen en het gesprek over de evolutie van de loopbaan bevorderen. In 2013 hebben de managers opleiding gekregen over een nieuw jaarlijks evaluatiesysteem: PDCR*, dat als doel heeft om de evolutie van de medewerkers van de Groep volgens een uniek proces te ondersteunen. Dit systeem wordt progressief geïmplementeerd in de vestigingen.
Dit programma integreert opleidingen die de bekwaamheden betreffende management en leiderschap van de leidinggevenden moeten bevorderen. In 2013 werden deze modules aangepast aan de nieuwe uitdagingen en aangevuld met professionaliserende "Academy's", gericht op de beroepsbekwaamheden.
In lijn met zijn doelstelling voor duurzame groei, let de Groep erop dat zijn ontwikkelingen veiligheid en welzijn op het werk garanderen, en de fundamentele sociale rechten van de werknemer respecteren. Dit is het onderwerp van het akkoord voor sociale verantwoordelijkheid dat in 2013 werd gesloten met IndustriALL Global Union, de Internationale Federatie voor Werknemers in de Chemie (p. 36).
* Performance, Development and Career Review – Evaluatie van de prestatie, ontwikkeling en loopbaan.
De commerciële uitmuntendheid vormde in 2013 een prioriteit voor de GBU's en maakte deel uit van programma's die de Groep via zijn "Commercial Academy" heeft verspreid onder de medewerkers met een marketing- of commerciële functie. Specifiek voor dit programma is het aanbieden van een multidisciplinaire sensibiliseringscursus over de basis van marketing en de mechanismen om toegevoegde waarde te creëren.
Solvay heeft zijn activiteiten opgedeeld in vijf Operationele Segmenten, elk met een specifiek bedrijfsmodel dat de Global Business Units (GBU's) groepeert naar groeidynamiek en gelijkaardige competitieve uitdagingen. Elk Segment is verantwoordelijk voor zijn eigen strategie en beschikt over operationele pijlers om deze uit te voeren. Alle Segmenten zijn gericht op één gemeenschappelijke doelstelling: toegevoegde waarde creëren voor de Groep met inachtneming van de aangegane verbintenissen.
Na het principeakkoord dat werd ondertekend op 7 mei 2013 tussen Solvay en Ineos om hun Chlorovinylactiviteiten te integreren in een joint venture met gelijke verdeling en de kennisgeving van dit project bij de Europese Commissie, worden de Chlorovinylactiviteiten van Solvay vanaf nu in de balans opgenomen als "Deelnemingen beschikbaar voor verkoop" en in de winst- en verliesrekening als "Niet-verdergezette activiteiten". Bijgevolg zijn ze niet opgenomen in onderstaande presentatie. Daarnaast worden de activiteiten van de compounds in de Chlorovinyls (Plastic Integration) die niet zijn geïntegreerd in de joint venture met Ineos, vanaf 31 december 2013 opgenomen in "Deelnemingen beschikbaar voor verkoop".
_Novecare ontwikkelt hoogwaardige technologieën die het gedrag van vloeistoffen beïnvloeden en ze reinigende, verzachtende, hydraterende, gelachtige, consistentieverschaffende, penetrerende of verspreidende eigenschappen geven. Ze worden gebruikt in shampoos, detergenten, verven, smeermiddelen, gewasbeschermingsmiddelen, in de mijnbouw en voor olie- en gaswinning. Al sinds 2010 volgt de GBU een ambitieuze groeistrategie, met als doel de ondersteuning van de grote consumptiemarkten, met name in Azië. Novecare investeert eveneens in de nichemarkten met een aanbod van specialiteiten met grote toegevoegde waarde. De GBU steunt op een wereldwijd netwerk van 28 productievestigingen en 10 O&I-centra en -labo's waar vernieuwende oplossingen worden ontwikkeld die beantwoorden aan de uitdagingen van duurzame ontwikkeling.
Als partner bij uitstek voor de dienstverleners bij de olie- en gaswinning, heeft de GBU haar portefeuille voor chemische specialiteiten versterkt met de overname van het Amerikaanse Chemlogics. Novecare integreert zo een erkende knowhow op het vlak van op maat gemaakte formuleringen voor de stimulatie en cementering van putten en versterkt beduidend zijn aanwezigheid op een Amerikaanse energiemarkt in volle groei. De GBU kan vandaag de grote spelers op de petroleummarkt een compleet assortiment van producten en vernieuwende technologieën aanbieden, zodat ze op een competitievere en duurzamere manier olie en gas kunnen winnen, waarbij er minder water wordt verbruikt.
Overal ter wereld verhoogt Novecare haar industriële capaciteiten om aan de behoeften van de wereldmarkt te beantwoorden.
Door de overname van Chemlogics kan Solvay zijn technologieaanbod voor de niet-conventionele extractie van olie en gas beduidend uitbreiden: de knowhow op het vlak van wrijvingverlagende additieven, niet-emulgerende stoffen en technologieën voor natuurlijke extractie van Chemlogics vormen een aanvulling op de ontwikkelingen van de GBU op het vlak van oppervlakteactieve stoffen, natuurlijke polymeren en groene solventen. Het snelle innovatiemodel van Chemlogics en zijn sterke nabijheid bij zijn klanten zijn ook pijlers voor de versnelling van de Groep in Noord-Amerika. Chemlogics in het kort: 277 medewerkers – Omzet: \$ 500 miljoen in 2013 - Activa: 3 fabrieken met een jaarlijkse productiecapaciteit van meer dan 300 000 ton, 8 formuleringscentra en 6 onderzoekscentra.
In november 2013 heeft de GBU haar productiecapaciteit van oppervlakteactieve stoffen in Latijns-Amerika verdubbeld door de integratie van de activa van chemische specialiteiten van de Braziliaanse groep Erca Quimica Ltda. Zo creëert ze een betere toegang tot één van de grootste markten van verzorgingsen schoonheidsproducten en agrochemie ter wereld. Om de klanten in Midden- en Oost-Europa beter te ondersteunen, is de GBU begonnen met de bouw van een nieuwe aa
aa fabriek van oppervlakteactieve stoffen en chemische specialiteiten in Genthin (Duitsland). Deze investering komt bovenop diegene die werden gerealiseerd in de bestaande Europese vestigingen om de productie te laten toenemen en te optimaliseren. De GBU begint met de bouw van nieuwe alkoxylatieinstallaties(1) in Texas (Verenigde Staten) en Singapore om deze zeer dynamische markten van de bouw- en de verwerkende industrie zo goed mogelijk te kunnen bedienen.
Op de markt van de guarderivaten bevestigt Novecare zijn leiderschapspositie door baanbrekende vernieuwingen die beantwoorden aan de sterke vraag naar duurzame oplossingen voor de agrochemie en de oliesector. Eén van de nieuwigheden die in 2013 op de markt zijn gebracht, is STARGUAR®, een "mengklare" oplossing voor gewasbescherming die de kwekers de mogelijkheid biedt om de dosering aan te passen aan de oppervlakte.
De GBU heeft ook haar capaciteit beduidend opgedreven. Novecare heeft geïnvesteerd in de fabriek van Vernon in Texas (Verenigde Staten), die voornamelijk de oliewinningsmarkt in Noord-Amerika bedient. In China beantwoordt de expansie van de fabriek in Zhangjiagang aan de sterke vraag van de Aziatische markt naar verzorgings- en schoonheidsproducten. Met een derde productievestiging in Melle (Frankrijk), is Solvay de enige speler op de guarderivatenmarkt die zijn klanten op drie continenten kan bedienen.
(1) Alkoxylatie is een proces voor de vervaardiging van monomeren bestemd voor de productie van oppervlakteactieve stoffen.
a De grootste fenol- en fenolderivatenproducent van Latijns-Amerika. Marktleider op het gebied van zuurstofhoudende oplosmiddelen
a Omzet 2013: € 486 miljoen – 1 industriële vestiging*
_Coatis steunt voor haar ontwikkelingen op verschillende pijlers: een aanbod aan vervangingsproducten die voldoen aan de huidige uitdagingen op het gebied van duurzame ontwikkeling, een historische aanwezigheid in Latijns-Amerika, een productenportefeuille met concurrerende producten en speciale toegang tot grondstoffen van hernieuwbare oorsprong (ethanol en glycerol).
Fenol en zijn derivaten, die worden geproduceerd in de vestiging in Paulínia in het zuidoosten van Brazilië, worden gebruikt bij de productie van kunstharsen voor gieterijen, de bouw en schuurmiddelen. Met haar productiecapaciteit kan de GBU tegemoetkomen aan de constant stijgende vraag in Latijns-Amerika en zo haar marktaandeel vergroten.
De zuurstofhoudende oplosmiddelen van Coatis worden gebruikt als vervanging van chloorhoudende oplosmiddelen vanwege hun lage toxiciteit, hun biologische afbreekbaarheid en hun verhoogde oplosbare vermogen.
In 2013 heeft Coatis de ontwikkeling van zijn aanbod oplosmiddelen van hernieuwbare oorsprong doorgezet met de uitbreiding van het AUGEO™-assortiment, innovatieve oplosmiddelen op basis van glycerine (hernieuwbare grondstof gewonnen uit biodiesel).
De GBU heeft daarnaast een productieproject gelanceerd voor biologisch n-butanol, dat wordt gewonnen uit bagasse, een hernieuwbare grondstof afkomstig uit suikerriet.
Na de gunstige ervaring met Cobalt Technologies, heeft Coatis zich aangesloten bij een Braziliaanse biotechnologische onderneming, GranBio, voor een goedkopere productie van biologisch n-butanol, gemaakt uit rietsuikerafval. De ambitie op middellange termijn is om andere bioraffinaderijen te bouwen direct naast de suikerfabrieken in Brazilië en daarna in andere landen in Latijns-Amerika. Op die manier willen ze nieuwe markten aanboren in de chemische sector en bij brandstofproducenten.
a De grootste producent wereldwijd van difenolen en fluoroalifatische afgeleiden. De grootste producent wereldwijd van trifluormethaansulfonzuur en lithiumzouten voor de volgende sectoren: agrofarmacie, elektronica en batterijen. De grootste producent wereldwijd van vanillearoma's voor de levensmiddelenindustrie. De grootste producent wereldwijd van difenolen als halffabricaten voor de monomeren die worden ingezet in de petrochemie
a Omzet 2013: € 365 miljoen – 5 industriële vestigingen*
_De groeistrategie van Aroma Performance is gebaseerd op haar sterke aanwezigheid wereldwijd, dicht bij haar klanten, en op de exploitatie van twee volledig geïntegreerde productieketens voor difenolen en fluorderivaten.
Als grootste producent wereldwijd van vanilline is Aroma Performance de partner bij uitstek van aroma- en parfumfabrikanten. De GBU heeft haar sterke positie te danken aan het naleven van de strikte regelgeving op het gebied van voedselveiligheid en milieubehoud.
In 2013 heeft ze haar productenportefeuille van natuurlijke vanillines op basis van biovergisting uitgebreid. Met de aanvulling van haar topmerken RHOVANIL® en RHODIAROME®, opent het nieuwe GOVANIL™-assortiment nieuwe veelbelovende horizonten voor de levensmiddelenindustrie die op zoek is naar differentiatie.
Om aan de toenemende vraag van haar markten te beantwoorden, heeft Aroma Performance de capaciteit van haar vestiging in Melle (Frankrijk) verdubbeld en is ze begonnen aan de bouw van een nieuwe vanillineproductie-eenheid in Zhenjiang (China) die eind 2014 operationeel zal zijn. Door deze investeringen zal de totale productiecapaciteit van vanilline van Solvay met 40 % stijgen. Dit project omvat eveneens de oprichting van een expertisecentrum dat zich zal toespitsen op de creatie en toepassing van vanille-aro- Eerste succes van het
ma's in Azië: het centrum Vanil'expert, opgericht in het O&I-centrum in Shanghai. De opening van een ander O&I-centrum in Singapore is voorzien in de loop van 2014 om te voldoen aan de behoeften van zijn klanten in de regio.
Aroma Performance is zo de meest wereldwijd verspreide speler van de sector, met volledig geïntegreerde productieplatformen in Noord-Amerika, Europa en Azië.
De GBU produceert ook halffabricaten voor de farmaceutische sector, de agrochemie en de elektronica, naast stabilisatoren van monomeren voor de petrochemie en oplossingen voor de opslag van energie. Haar fluoroalifatische afgeleiden worden steeds vaker gebruikt bij elektronische toepassingen en haar lithiumzouten (LiTFSI) vormen een essentieel bestanddeel van Li-ion batterijen voor elektrische voertuigen. Als leverancier bij uitstek voor twee filialen van de Bollorégroep, wereldleider op het vlak van energieopslag, heeft Aroma Performance zijn productiecapaciteit op de Franse vestiging in Salindres verdubbeld om de groei van de markten te kunnen volgen. Bovendien heeft de GBU haar aanwezigheid in de agrochemische industrie versterkt met een nieuwe service in de vorm van gezamenlijke ontwikkeling van moleculen op maat.
Als nieuwe generatie vanille-aroma's voor de levensmiddelenindustrie, brengt GOVANILTM een smaakintensiteit die 20 % sterker is dan de standaardaroma's en een uniek, langdurig smaakeffect. Deze eigenschappen compenseren de lagere hoeveelheden vet of suiker in recepten voor koekjes, chocolade en gebak. Het assortiment dat nu uit drie producten (standaard, intens en natuurlijk) bestaat, wordt wereldwijd gelanceerd. In 2013 werd het bekroond met de ICIS-prijs voor innovatie. ICIS is één van de grootste leveranciers wereldwijd van nieuws en informatie over de chemische
* Aantal vestigingen waar de GBU werkzaam is. Eén vestiging kan worden gedeeld door verschillende GBU's.
a Wereldleider in speciale en hoogperformante polymeren
a Omzet 2013: € 1 288 miljoen – 14 industriële vestigingen*
_Met een aanbod van meer dan 1 500 pro-
ducten, bezit Specialty Polymers het grootste assortiment speciale polymeren ter wereld. Zijn oplossingen zijn gebaseerd op vier technologieën, waarin de GBU over een ongeëvenaarde expertise beschikt: de aromatische polymeren – die het spectrum omvatten van de toepassingen van hoogperformante polymeren, hogebarrièrepolymeren, fluoropolymeren en hoogperformante kruisverbindingen. Haar strategie om toegevoegde waarde te creëren, steunt op drie pijlers: innovatie, een versnelde groei in markten met hoge toetredingsdrempels en operationele uitmuntendheid. De GBU, die anticipeert op de blijvende stijging van de vraag naar "schone" energie overal ter wereld, concentreert haar ontwikkelingen op zeer dynamische sectoren, zoals luchtvaart en transport, waterbehandeling, smart devices, energie en de gezondheidszorg.
Specialty Polymers heeft een netwerk van 10 O&I-centra en
labo's verspreid over drie continenten. De GBU haalt haar omzet uit producten en toepassingen die nog geen vijf jaar oud zijn.
Om constant nieuwe technologieën en producten aan te bieden, werkt de GBU samen met haar klanten aan de ontwikkeling van specifieke oplossingen. Zo heeft de GBU een ultraflexible PVDF ontwikkeld voor de sterk gespecialiseerde markt van onderzeese pijpleidingen: dit extrudeerbare fluoropolymeer dat met een specifieke technologie wordt toegepast, vergemakkelijkt herstellingen aan onderzeese pijpleidingen.
In 2013 heeft Specialty Polymers haar aanbod hoogperformante polyamiden (HPPA) KALIX® voor de smartphonemarkt uitgebreid met drie nieuwe assortimenten hernieuwbare polyamiden: KALIX® 3000, de eerste amorfe polyphthalamide (PPA), KALIX® 2000, een lijn van semi-gekristalliseerde polyamiden die zelfs onder extreme druk uitzonderlijk presteren, en KALIX® HPPA 5000, halogeenpolyamiden met vlamvertragende eigenschappen. De mechanische eigenschappen van
SOLEF® PVDF (polyvinylideenfluoride) is een polymeer met een hoge toegevoegde waarde die essentieel is voor verschillende sectoren: transport, alternatieve energiebronnen, elektronica, waterzuivering, oliewinning, enz. Al verscheidene jaren ligt de ontwikkeling ervan in sterk groeiende sectoren aan de basis van wereldwijde capaciteitsverhogingen. In 2013 heeft een nieuwe productielijn de productie van de vestiging in Tavaux (Frankrijk) met 50 % doen toenemen om zo beter de zeer actieve Europese markt te kunnen bedienen. Het assortiment van SOLEF® PVDF wordt gebruikt voor de batterijen van hybride en elektrische voertuigen, voor de olie- en gaswinning, voor de membranen van waterzuiveringsinstallaties en de energieopslag van elektronische apparaten.
deze laatste innovatie zullen leiden tot vervanging van bepaalde metalen, zoals aluminium en magnesium.
Op de energiemarkt, waarvoor Specialty Polymers energie-efficiënte oplossingen ontwikkelt, dragen haar membranen bij tot het verder ontwikkelen van de nuluitstoot van auto's en van alternatieve energiebronnen.
Een versterkte aanwezigheid in Azië is een andere prioriteit van de GBU, die er belangrijke capaciteiten ontwikkelt op het vlak van O&I en productie. De partnerschappen zijn het middel bij uitstek om deze strategie tot een goed einde te brengen: de GBU heeft met de Chinese vennootschap Shanghai 3F New Materials (SH3F) een joint venture akkoord gesloten om de productie van speciale polymeren in China te versnellen. Deze nieuwe eenheid in Changshu, in de Chinese provincie Jiangsu, zal gefluoreerde TFE-monomeren en hoogperformante gefluoreerde PTFE-polymeren produceren. Specialty Polymers zal dus een productie ontwikkelen voor de lokale markten van de automobielsector, zonnecellen, lithium-ionbatterijen, waterzuiveringsmembranen en toepassingen voor olie en gas.
Om de wereldwijde vraag naar steeds lichtere, sterke en hernieuwbare materialen beter te benutten, heeft de GBU een aan-
deel verworven in Aonix Advanced Materials, ontwikkelaar van vooruitstrevende composietmaterialen en industriële systemen. Samen met deze partner zal Specialty Polymers wereldwijd nieuwe thermoplastische verbindingen ontwikkelen en op de markt brengen.
_Silica biedt innovatieve oplossingen voor fabrikanten van autobanden en toepassingen in vele andere marktsegmenten: tandpasta, voeding, industriële producten, rubberen voorwerpen. De GBU ontwikkelt haar activiteiten via nauwe samenwerkingsverbanden met haar klanten, gevoed door innovatie en een sterke aanwezigheid wereldwijd.
Het hoogdispergeerbare silica (HDS) dat onder de naam ZEOSIL® wordt gecommercialiseerd, is dé referentie geworden in de autobandenindustrie, met name voor energiezuinige autobanden. ZEOSIL® HDS-producten worden gebruikt om de rolweerstand van de banden te verbeteren en maken het mogelijk het brandstofverbruik van het voertuig met 5 tot 7 % te verminderen. De internationale ontwikkeling van de HDS-technologie heeft baat bij de hoge eisen die de vele overheidsnormen stellen aan de automobiel- en bandenindustrie.
In 2013 heeft de GBU haar productiecapaciteit op de vestiging in Qingdao (China) verhoogd en is zij begonnen aan de bouw van een nieuwe eenheid in Włocławeck (Polen). Na de bouw van de fabriek in Qingdao in 2010 en verhoging van de productiecapaciteit in de Verenigde Staten (2011) en Frankrijk (2012) vormen deze investeringen een nieuwe stap in de organische groei van de GBU. Tegen 2015 zal dit Silica in staat stellen om zijn productiecapaciteit van hoogdispergeerbare silica te verdubbelen ten opzichte van 2009.
Met een capaciteit van 85 000 ton zal de Silicafabriek in Polen verschillende ZEOSIL®-assortimenten produceren, met name ZEOSIL® PREMIUM, een nieuwe generatie HDS-silica die de energie-efficiëntie van autobanden en hun prestaties verbetert. De GBU is ook goed gepositioneerd om de groei van haar klanten in Midden- en Oost-Europa en Rusland te ondersteunen.
a Grootste leverancier wereldwijd van chemische specialiteiten op basis van zeldzame aardmetalen, met een wereldwijd marktaandeel van meer dan 25 %
a Omzet 2013: € 298 miljoen – 5 industriële vestigingen*
_De zeldzame aardmetalen zijn 17 natuurlijke non-ferrometalen die in de aardkorst aanwezig zijn in de vorm van mineralen. Ze worden vooral gewaardeerd omwille van hun uitzonderlijke katalytische, magnetische, lichtgevende of schurende eigenschappen.
Rare Earth Systems heeft een unieke expertise op het vlak van scheidingstechnologieën en de behandeling van zeldzame aardmetalen. Het assortiment van deze GBU draagt bij aan veel innovaties die in het dagelijkse leven worden toegepast, zoals compacte tl-buizen, lcd-televisieschermen, halfgeleiders en condensatoren voor laptops of tablets, medische uitrusting, enz.
Door haar industriële knowhow, haar wereldwijde aanwezigheid en haar nabije O&I, bevestigt Rare Earth Systems haar strategische positie op het gebied van katalyse in de automobielindustrie, elektronica en recycling van lichtgevende poeders. De GBU is voor de automobielindustrie wereldwijd de grootste leverancier van additieven voor roetfilters en gemengde oxiden voor katalysatoren. Ze is ook de grootste producent wereldwijd van schuurmiddelen op basis van cerium voor halfgeleiders. In 2013 heeft
ze haar positie versterkt met de lancering van ZENUS™, een hoogwaardig colloïdaal schuurmiddel op basis van ceriumoxide.
Rare Earth Systems is al sinds 2012 een technologie aan het ontwikkelen om lichtgevende poeders uit tl-lampen te recyclen. Met dit procedé worden de bronnen van zeldzame aardmetalen beschermd en is de aanvoer van terbium voor de Europese markt betrouwbaarder.
a Wereldleider van chemische specialiteiten op basis van fluor, strontium en barium
a Omzet 2013: € 549 miljoen – 21 industriële vestigingen*
_Om zo goed mogelijk te beantwoorden aan de behoeften van haar klanten, baseert de GBU Special Chemicals zich op haar leiderschap op het vlak van hoogwaardige technologieën, de integratie van grondstoffen, een industriële aanwezigheid en een wereldwijd netwerk van O&I-centra.
De GBU biedt hoogwaardige oplossingen aan verschillende nichemarkten: automobiel, elektronica, high performance materialen, energiebehoud- en opslag. Het topproduct, de soldeervloeistof NOCOLOK®, dat door de industrie als referentie wordt gezien, wordt ingezet voor de productie van aluminium warmtewisselaars voor de automobielindustrie, klimaatregeling voor woningen en industriële warmtewisselaars.
De GBU produceert ook schuimmiddelen, SOLKANE®, voor thermische isolatie en fluorhoudende halffabricaten voor de agrochemische sector. Voor de elektronicamarkt ontwikkelt zij ultrazuivere chemische procedés in een vochtige omgeving voor halfgeleiders en bariumzouten voor passieve componenten.
Innovatie en geografische expansie zijn twee strategische pijlers voor Special Chemicals. De GBU is vooral actief in Azië, waar ze inspeelt op de sterk groeiende regionale automobiel- en elektronicasector. In 2013 heeft de Chinese joint venture Lansol, eigendom van Solvay en Sinochem Lantian de eerste steen gelegd van een nieuwe NOCOLOK®-eenheid in Quzhou (provincie Zhejiang). De GBU heeft ook een nieuw O&I-centrum opgericht in Korea om de onderzoekscapaciteit voor schermen, elektronica en energieopslag te versterken.
aDe grootste producent wereldwijd van natriumcarbonaat en natriumbicarbonaat
aOmzet 2013: € 1351 miljoen(1) – 12 industriële vestigingen*(2)
_De productie van natriumcarbonaat en natriumbicarbonaat kent sinds het 150 jarig bestaan van Solvay een gestage wereldwijde groei, omdat de vraag nauw is verbonden aan de bevolkingsgroei en de stijging van de koopkracht. Natriumcarbonaat wordt vooral in de glasindustrie en de reinigingsmiddelenindustrie gebruikt. Natriumbicarbonaat wordt met name gebruikt in de markten voor de levensmiddelen, veevoeder, de gezondheidszorg en het ontzuren van rookgassen. Het SOLVAIR SOLUTI-ONS®-assortiment bijvoorbeeld, helpt industriële bedrijven om hun atmosferische uitstoot te beperken. In 2013 is de GBU Soda Ash & Derivatives de bouw gestart met de grootste natriumbicarbonaatfabriek van Zuid-Oost-Azië. Deze fabriek in Thailand zal vanaf 2015 jaarlijks meer dan 100 000 ton bicarbonaat produceren, voor de sectoren van de levensmiddelen en gezondheidszorg, die sterk groeien in Azië. Daarnaast is de GBU begonnen met een programma voor operationele uitmuntendheid en optimalisatie van zijn industriële capaciteit om zijn concurrentiepositie te verstevigen in Noord-Amerika en Europa tegen 2015. De GBU heeft er voor gekozen om zijn natuurlijke natriumcarbonaatactiviteiten uit te breiden in Green River, Wyoming (Verenigde Staten).
aDe grootste producent wereldwijd van waterstofperoxide aOmzet 2013: € 405 miljoen (1) – 16 industriële vestigingen(2)
_Waterstofperoxide (H2 O2 ) wordt vooral gebruikt voor het bleken van papierpulp in de papierindustrie. Maar zijn eigenschappen zijn ook van belang voor veel andere sectoren, zoals de chemie, de voedings- en textielindustrie en het leefmilieu. Als wereldleider in deze technologie, ontwikkelt Peroxides innoverende toepassingen en procedés voor deze marktsegmenten. Zijn activiteit profiteert wereldwijd vooral van een groot verbruik van papierpulp en van de vraag naar gespecialiseerde afgeleide producten met een hoge toegevoegde waarde.
De twee sterke punten van Peroxides zijn het vermogen om te vernieuwen en zijn flexibiliteit. Om te voldoen aan de verwachtingen van klanten die zich in afgelegen regio's bevinden (met name in Zuid-Amerika), heeft Peroxides sinds 2013 een nieuwe aanpak ontwikkeld waarbij kleine productie-eenheden op het terrein van de klant worden opgericht.
Een andere groeipijler zijn de groeiende behoeften van de propyleenoxideindustrie*: de GBU benut de unieke expertise die zij heeft in het bouwen van H2O2-megafabrieken die propyleenoxide produceren in het kader van de HPPO (Hydrogen Peroxide Propylene Oxide) partnerschappen.
* Tussenproduct voor het maken van polyurethaan, een veelvuldig gebruikt polymeer voor de productie van consumenten- en industriële goederen.
In 2013 begon de bouw van één van 's werelds grootste fabrieken voor de productie van H2 O2 als grondstof voor propyleenoxide. De eenheid bevindt zich op Sadara's chemieterrein in Jubail (Saudi-Arabië). Deze joint venture, die onlangs werd opgericht door Sadara Chemical Company en de Solvay-groep, zal worden geleid door Saudi Hydrogen Peroxide Company en zal jaarlijks meer dan 300 000 ton H2 O2 produceren. Het zal voor Solvay de derde soortgelijke megafabriek voor waterstofperoxide worden als onderdeel van zijn joint ventures, na 's werelds grootste fabriek ter wereld in Map Ta Phut (Thailand) en die van Antwerpen in België. Zo consolideert Solvay zijn mondiaal leiderschap in een technologie die is aangepast aan omvangrijke markten.
(1) De herwerkte gegevens volgens de IFRS 11 norm is beschikbaar op de rubriek Investors op de website www.solvay.com (2) Aantal vestigingen waar de GBU werkzaam is. Eén vestiging kan worden gedeeld door verschillende GBU's.
_Acetow is de leverancier bij uitstek van sigarettenfilterfabrikanten en één van de grootste leveranciers van celluloseacetaatvlokken voor de industrie. Acetow's celluloseacetaat wordt geproduceerd op basis van een duurzame grondstof, namelijk houtpulp afkomstig uit hernieuwbare bossen. Zijn celluloseacetaatvezels worden voor elke soort sigarettenfilter toegepast. Acetow stelt innoverende producten en diensten voor : RHODIA FILTER TOW®, voor ultradunne sigaretten, een nieuwe gamma van gekleurde filters, RHODIA FILTER SORBTM voor een geoptimaliseerde filtratie en RHODIA DE-TOW™ voor een snellere afbraak van gebruikte filters. De twee pijlers van de GBU's groeistrategie steunt op de dynamiek van de traditionele activiteiten en de verovering van nieuwe markten dankzij een productaanbod dat beantwoordt aan de uitdagingen van duurzame ontwikkeling. Acetow heeft een licentieovereenkomst gesloten om de acetylatietechnologie ACCOYA®, een procedé dat de duurzaamheid van het hout dat buiten gebruikt wordt vergroot, te produceren en te commercialiseren. De GBU ontwikkelt eveneens een biokunststof van celluloseacetaat onder de naam OCALIO™. Dit product is gemakkelijk te vormen en kan in talloze alledaagse consumptiegoederen worden gebruikt.
Eén van de innovaties die Acetow ontwikkelt, is het RHODIA DE-TOWTM-assortiment dat beter afbreekbaar is dan gewoon celluloseacetaat. Deze oplossing bevordert de synergie tussen de afbraak onder invloed van licht en de biologische afbraak en versnelt bovendien de ontbinding aanzienlijk.
_Eco Services is de nummer één voor de regeneratie van zwavelzuur in de Verenigde Staten. De GBU is daar aanwezig op de grote raffinaderijen aan de westkust, in de Mid-Westen, aan de Golf van Mexico en in Canada. Ze levert ook zuiver zwavelzuur aan grote Amerikaanse industriële klanten. De prestaties van Eco Services worden bepaald door de betrouwbaarheid en kwaliteit van de geleverde diensten, de operationele efficiëntie en de logistieke expertise. In lijn met het engagement van de Groep voor een duurzame ontwikkeling, was Eco Services de eerste zwavelzuurproducent die een akkoord heeft ondertekend met het Amerikaanse Environmental Protection Agency om haar ecologische voetafdruk te verminderen. In het kader van dit akkoord, dat in 2007 werd ondertekend, heeft Eco Services bij het begin van 2014 de doelstelling gehaald om de totale zwaveldioxide-uitstoot met meer dan 90 % te verminderen.
_De Emerging Biochemicals GBU omvat de ontwikkeling en productie van vinylchloride en epichloorhydrine op basis van EPICEROL® (1). Via de Thaise dochteronderneming Vinythai Public Company Ltd produceert de GBU pvc-harsen die het verkoopt onder het merk SIAMVIC® en wateroplosbare natronloog in vaste vorm. Ze is de grootste producent wereldwijd van biologisch gefabriceerde epichloorhydrine of EPICEROL®, een vernieuwende technologie gebaseerd op de transformatie van glycerine. Deze technologie is competitief en milieuvriendelijker dan het conventionele procedé en is dus een waardig alternatief. In Thailand behaalde de GBU het "certificaat voor groene industrie niveau 4". Deze hoge onderscheiding op het vlak van maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) werd toegekend door het Thaise Ministerie van Industrie. De Industrial Estate Authority of Thailand heeft de GBU bovendien bekroond met een Gouden Trofee voor haar maatschappelijke en milieu-initiatieven. (1) Grondstof voor de productie van epoxyharsen.
In 2013 hebben Solvay en AkzoNobel, de hoofdproducent van coatings en verven wereldwijd, een driejaarlijkse hernieuwbare overeenkomst gesloten voor de levering van biologisch gefabriceerde epichloorhydrine EPICEROL®. AkzoNobel wil hiermee geleidelijk duurzamere oplossingen in zijn producten opnemen.
beheerst. Omdat de drie GBU's binnen dit Segment op cyclische markten zijn blootgesteld, hebben
a Omzet 2013: € 1 557 miljoen – 16 industriële vestigingen*
_Polyamide & Intermediates (P&I) levert aan heel verscheidene markten, zoals technische kunststoffen, textiel, industriële vezels, lakken en lijmen, lederbehandeling. In 2013 heeft de GBU gestart met een programma voor commerciële uitmuntendheid en heeft ze de flexibiliteit van haar industriële tools verbeterd. P&I heeft geïnvesteerd in Chalampé (Frankrijk) om de energie-efficiëntie van haar productieketen van adipinezuur te verbeteren en kosten hierdoor beduidend te verminderen. Voor het behalen van rendabele groei, bouwt de GBU op productiebeheersing, haar chemische specialiteiten met toegevoegde waarde en de lancering van nieuwe polymeren en moleculen.
_De vezels die Fibras op basis van polyamide 6.6 produceert, worden veelvuldig gebruikt in de textiel- en industriële sector. Fibras is sterk gericht op innovatie en heeft een specifieke expertise ontwikkeld in de vervaardiging van "intelligente" vezels. Onder de namen AMNI® en EMANA® hebben deze innovaties erkenning gekregen van de Braziliaanse gezondheidsinstanties. Het EMANA®-vezel bevat biokristallen die reageren op de lichaamstemperatuur. EMANA® valt vooral in de smaak bij producenten van technisch textiel dankzij zijn cosmetische aspecten en zijn gunstige effecten voor de huid en de fysieke prestaties. In 2013 werd met EMANA®-vezels de eerste "technologische jeans" ter wereld ontwikkeld. Dit opent wereldwijd nieuwe en brede perspectieven voor het merk.
_Engineering Plastics ontwerpt, maakt en verkoopt onder de merknaam TECHNYL®, een volledig assortiment hoogwaardige materialen. Hun mechanische en thermische prestaties en hun vuurbestendigheid beantwoorden aan de verwachtingen van veeleisende markten zoals auto en transport, bouw, energie, consumptiegoederen en industriële apparatuur… In 2013 vierde Engineering Plastics de 60e verjaardag van TECHNYL® door het aanbod in te delen in vier verschillende toepassingen: metaalvervanging, brandwerendheid, warmtebeheer en vloeistofbarrières. De GBU, die vanaf het begin bij de projecten van haar klanten wordt betrokken, stelt haar unieke expertise in geavanceerde simulatie en prototypering, toegepaste proeven en gecertificeerde laboratoria ter beschikking. Daaruit ontstond SINTERLINE TECHNYL POWDERS™, een assortiment poeders voor laserprototypering, waarmee in recordtijd complexe stukken in 3D vervaardigd kunnen worden.
Engineering Plastics heeft in 2013 TECHNYL®ONE gelanceerd, een nieuwe gepatenteerde technologie om de fabrikanten van elektrische producten te helpen met de uitdagingen van de miniaturisatie. Deze vernieuwende technologie, voorgesteld op de Kunststoff beurs in Düsseldorf (Duitsland) levert superieure elektrische eigenschappen ten opzichte van andere standaard hoogwaardige kunststoffen en verwijdert bovendien corrosieproblemen.
Naar aanleiding van het principe-akkoord dat werd ondertekend op 7 mei 2013 tussen Solvay en Ineos om hun Chlorovinylactiviteiten te integreren in een joint venture met gelijke verdeling en de melding van dit project aan de Europese Commissie, worden de Chlorovinylactiviteiten van Solvay vanaf nu in de balans opgenomen als "Deelnemingen beschikbaar voor verkoop" en in de winst- en verliesrekening als "Niet-verdergezette activiteiten". Bijgevolg maken ze geen deel meer uit van de onderstaande presentatie. Daarnaast worden de activiteiten van de compounds in de Chlorovinyls (Plastic Integration) die niet zijn geïntegreerd in de joint venture met Ineos, vanaf 31 december 2013 opgenomen in "Deelnemingen beschikbaar voor verkoop".
a Omzet 2013: € 67 miljoen – 1 industriële vestiging*
_De doelstelling van de GBU Energy Services is om het energieverbruik te optimaliseren en om de CO2-uitstoot te verminderen. Waarmee ze een impact op de REBITDA van meer dan e 100 miljoen verwacht te behalen tegen 2016. Solvay is de grootste klant van Energy Services. De GBU beoogt haar energieaankopen (e 1 miljard in 2013) te optimaliseren, het energie-efficiëntieprogramma Solwatt in de praktijk te brengen op alle vestigingen van de Groep en een wereldwijde centrale te leiden die hernieuwbare energie met een capaciteit van 1 000 MW produceert.
Energy Services stelt de expertise die het heeft ontwikkeld voor Solvay ook ter beschikking aan andere industriële partijen. Haar ECMS-aanbod (Energy & CO2 Management Services) helpt hen om hun globale energierekening met 10 tot 20 % te verminderen door een gunstige toegang tot energie en door diensten voor CO2 -beheer en energie-efficiëntie. De GBU helpt de industrieën ook om de rendabiliteit van hun energieproductieinstallaties te optimaliseren op Europese schaal.
Vooruitlopend op de toekomstige trends in de energiemarkt, ontwikkelt Energy Services Cleantech-activiteiten. Deze zijn gebaseerd op het onderzoek naar vernieuwende bronnen van alternatieve energie.
In 2013 heeft Energy Services samen met CDC Climat (een volledige dochteronderneming van de Caisse des Dépôts) en Marubeni een joint venture opgericht om projecten voor energie-efficiëntie in de eurozone te financieren. De eerste investering van deze joint venture gebeurde in Solvay's fabriek van zeldzame aardmetalen in La Rochelle (Frankrijk).
Het Solwatt programma werd opgestart in 2011 om de industriële vestigingen te helpen hun energieverbruik geleidelijk terug te dringen. De ambitie is om de kosten in drie jaar met minstens 10 % te verminderen en om een duurzame energie-efficiëntie op te bouwen in alle eenheden. Of het nu om procedés, productie, of onderhoud gaat, alle medewerkers van iedere vestiging dienen zich voortdurende te verbeteren. Het programma is momenteel al in 33 Solvay-eenheden van kracht, goed voor 59 % van de energierekening van de Groep. De doelstellingen worden dus bereikt en sedert 2013 kunnen ook derden van Solwatt gebruikmaken.
_Business Services omvat, via een organisatie van processen, alle informaticadiensten en de belangrijkste administratieve departementen van de Groep (boekhouding, kredietafdeling, klantendienst, douane-, loon- en personeelsadministratie; bevoorradingen). Business Services zorgt wereldwijd dagelijks voor duizenden klanten en medewerkers van Solvay. In 2013 is deze GBU begonnen aan haar transformatie om, dankzij een wereldwijde organisatie van shared services, een voorbeeld te worden van kwalitatieve dienstverlening, efficiënte processen, kostenoptimalisatie en waardetoevoeging.
a Solvay is ervan overtuigd dat de chemie antwoorde heeft te bieden die tegemoet komen aan de uitdagingen van een duurzame ontwikkeling en dat het succes van de Groep berust op zijn slagvaardigheid om daarop in te spelen – zowel met zijn aanbod aan oplossingen als met zijn werkwijze.
Solvay Way is het initiatief voor maatschappelijke en ecologische verantwoordelijkheid en speelt een centrale rol in de visie van de Groep om een model voor een duurzame chemie te worden. Solvay Way is dan ook een groeipijler met als doel de ontwikkeling van duurzame chemie door duurzame, milieuvriendelijke werkwijzen en productiemethoden die bijdragen aan het van veiligere en gezondere levenswijzen en consumptiepatronen.
Jacques Kheliff, Algemeen Directeur Duurzame Ontwikkeling Solvay
Solvay Way vertaalt onze ambitie voor een duurzamere ontwikkeling in concrete handelingen. We hebben dit veeleisende initiatief samen
met het bijhorende referentie-instrument ontwikkeld, zodat elke speler van de Groep, van manager tot operator, zich het duurzaam engagement van de Groep eigen kan maken. De kracht van Solvay Way is zijn pragmatisme. Het integreert de bestaande programma's en indicatoren, hetbeoogt geen omwenteling te veroorzaken, maar vragen te stellen. Elke eenheid, elke medewerker wordt uitgenodigd om zich af te vragen welke invloed zijn
activiteiten, zijn praktijken, zijn processen, zijn producten heeft ten opzichte van zijn stakeholders. Al onze medewerkers, op elk niveau, dienen een specifieke rol te spelen in Solvay Way. Daarom wordt de variabele verloning van onze 7 500 managers voor 10 % afhankelijk van MVO, een duidelijk teken van het engagement van Solvay voor duurzame ontwikkeling. Nu al heeft 100 % van de eenheden van de Groep hun werkwijzen geëvalueerd en voor 2014 de gebieden vastgelegd waarop vooruitgang kan worden geboekt: deze snelle toe-eigening reflecteert de sterke interne mobilisatie en waarborgt het halen van onze doelstellingen voor 2020.
_Duurzame ontwikkeling is een prioriteit voor onze chemici. Zij staan aan de basis van de transformatie van grondstoffen en industriële middelen zijn zij zo ook verantwoordelijk voor de economische, sociale en ecologische voetafdruk van hun producten. Solvay was een voorloper in het rekening houden met deze processen en werkwijzen.
Vandaag de dag is duurzame ontwikkeling een drijvende kracht in de strategie van de Groep. De meeste activiteiten richten zich op markten verbonden aan belangrijke uitdagingen voor onze aarde.
Het duurzaamheidsinitiatief Solvay Way dat in 2013 werd uitgerold, heeft als doel om de Groep's vooruitgang in de duurzame chemie te versnellen. De hoofddoelstellingen zijn: het bereiken van uitmuntendheid op het vlak van veiligheid, gezondheid en arbeidshygiëne voor de mensen die op de vestigingen aanwezig zijn; een omzetgroei te behalen met producten die beantwoorden aan de uitdagingen van duurzame ontwikkeling; een voortdurende verbetering van de prestaties van technologieën en procedés; een vermindering van de ecologische voetafdruk; en de ontwikkeling van een rijk en evenwichtig sociaal overleg. Solvay Way zit stevig verankerd in de dagelijkse activiteiten en wordt toegepast met een een referentie-instrument op basis van best practices van de Groep.
Solvay heeft ervoor gekozen om zijn initiatief op één lijn te brengen met de meest veeleisende referenties wereldwijd. Als lid van het Global Compact van de Verenigde Naties, publiceert de Groep jaarlijks een gedetailleerd verslag van zijn activiteiten. De Groep onderschrijft eveneens de verbintenissen van het wereldhandvest Responsible Care, een programma voor continue verbetering opgericht door de chemische industrie en de OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen.
Zie voor een meer gedetailleerd overzicht het Rapport voor Duurzame Ontwikkeling 2013: www.solvay.com
_Het Solvay Way referentie-instrument bevat 48 punten voor verbetering, opgedeeld in 23 engagementen ten opzichte van de belanghebbenden. Dit rooster wordt door de eenheden van de Groep gebruikt om hun werkwijzen te evalueren. Onder leiding van de Directie voor Duurzame Ontwikkeling en gesteund door een netwerk van 200 "kampioenen" en "correspondenten", ging dit referentie-instrument in 2013, van kracht in alle vestigingen, die intussen hun eerste zelfevaluatie hebben gedaan. Met deze jaarlijkse balans kunnen zij een actieplan vast leggen om hun vak nog beter te beoefenen.
Het Solvay Way referentie-instrument voldoet aan de nieuwe internationale ISO 26000 norm en zijn prestaties worden jaarlijks geëvalueerd en nagegaan door middel van externe audits. Solvay is een actief lid van de IIRC (International Integrated Reporting Council(1)) en maakt deel uit van de piloot-werkgroep die toegevoegde waarde wil geven voor de financiële en niet-financiële gegevens in een geïntegreerd verslag.
Solvay heeft 13 hoofd doelstellingen vastgelegd rond vijf thema's, die te maken hebben met milieubescherming, innovatie, veiligheid en ontwikkeling van de medewerkers. Voorbeelden zijn een vermindering met 10 % van de broeikasgasuitstoot en het verbruik van primaire energiel, evenals een reductie met 25 % van de luchtemissies van potentieel verzurende stoffen. Er wordt een grootscheepse actie opgezet zodat alle nieuwe producten tegemoetkomen aan de hoogste criteria die door het Sustainable Portfolio Management (SPM) tool worden gemeten. De Groep verbindt zich er ook toe om in de volgende vijf jaar een risicoanalyse te maken van al zijn vestigingen en om alle medewerkers op te leiden volgens het Solvay Way initiatief.
Klanten_Solvay heeft zich ertoe geëngageerd om zijn markten te vernieuwen, analyseren en ontwikkelen volgens MVO(2) en om zijn MVO-initiatief toe te passen aa
(1) Internationale Raad voor geïntegreerde rapportage. (2) MVO: Maatschappelijk verantwoord ondernemen.
Het hoogste niveau van veiligheid, gezondheid en hygiëne behalen voor iedereen aanwezig op onze vestigingen;
Het aandeel van onze omzet te vergroten met markten of met activiteiten die tegemoetkomen aan de behoeften van duurzame ontwikkeling;
De voortdurende verbetering van de kennis en prestaties van onze technologieën, procedés en producten, zodanig dat schadelijke gevolgen voor het milieu en op personen worden beperkt tijdens de hele levenscyclus van onze producten;
Het terugdringen van broeikasgassenemissies, energie- en waterverbruik, en de negatieve gevolgen voor de bodem-, water- en luchtkwaliteit , evenals het verbruik van grondstoffen en met name niet-hernieuwbare grondstoffen;
Het ontwikkelen van een rijk en evenwichtig sociaal overleg met de nationale en internationale personeelsvertegenwoordigers.
aa op de klantenrelaties, met name in de beheersing van de risico's die met producten te maken hebben.
Nu klanten met steeds strengere reglementeringen en veeleisendere vragen van consumenten worden geconfronteerd, waakt Solvay over de veiligheid van zijn producten tijdens hun hele levensduur en werkt hij continu aan het verminderen van de impact ervan. De Groep heeft naar de markten geluisterd en een visie ontwikkeld waarmee het kan antiperen op hun behoeften die een gerichte O&I mogelijk maakt. Alle innovaties worden geëvalueerd en getoetst aan aan de criteria van de SPM-methode.
Medewerkers_Solvay zet zich in voor de veiligheid en gezondheid van zijn bij de medewerkers op het werk. Daarbij garandeert de Groep de naleving van hun sociale rechten en een gelijke behandeling en bevordert tevens de kwaliteit van de sociale dialoog te bevorderen en de medewerkers te mobiliseren.
Als voorloper op het vlak van sociaal beleid, beschouwt Solvay talenten als de grootste rijkdom van de Groep en hun ontplooiing is dan ook een doelstelling: hij heeft zich ertoe verbonden hun vaardigheden en inzetbaarheid te ontwikkelen.
Onze planeet_Solvay zet zich in om milieubeheer te bevorderen, zuinig om te springen met natuurlijke grondstoffen, de negatieve invloed van zijn activiteiten op het milieu te beperken, de biodiversiteit in stand te houden en een duurzame invloed uit te oefenen.
Het is de ambitie van Solvay om een steeds milieuvriendelijker chemie aan te bieden, zowel door zijn producten als door zijn werkwijzen. De Groep engageert zich ertoe om de ecologische voetafdruk van zijn productieprocedés terug te schroeven en zijn energie-efficiëntie te vergroten. Hij geeft voorrang aan het gebruik van hernieuwbare en herbruikbare grondstoffen, samen met een lager energie- en grondstoffenverbruik. Het beschermen van de watervoorraden is een essentieel doel: tegen 2020 moet de uitstoot van potentieel eutrofiërende stoffen met 20 % zijn verminderd en het verbruik van gronden drinkwater met 10 % zijn verlaagd.
Jyrki Raina, Secretaris-Generaal van IndustriALL Global Union
Voor IndustriALL komt het erop aan dat multinationals zich
correct en waardig gedragen en de rechten van hun werknemers overal ter wereld in acht nemen. De wereldwijde MVO-overeenkomst die met Solvay werd gesloten, is voor ons optreden van groot belang. Het bevestigt dat sociaal overleg op internationaal niveau mogelijk is en dat het veel te bieden heeft voor een groep die wereldwijd actief is. Solvay verbindt zich ertoe om de internationale sociale normen na te leven in al zijn activiteiten – ook in de landen die deze verdragen nog niet hebben geratificeerd. Hij engageert zich er ook toe
om zijn praktijken ter plaatse te laten beoordelen. Voor zowel Solvay als voor ons is het een proces dat grote betrokkenheid vergt. Jaarlijks zullen er twee beoordelingsmissies ter plaatse komen: één voor de veiligheid, een andere voor de toepassingen van de overeenkomst zijn geheel milieubescherming, salarisniveau, relaties met de leveranciers. Concreet zullen onze vertegenwoordigers de werknemers ontmoeten om de praktijken van de Groep in situ te bestuderen en verbeteringen voor te stellen. Deze overeenkomst concretiseert de visie van IndustriALL dat sociaal overleg een bron is voor wederzijdse vooruitgang – een visie die we graag delen met Solvay.
Solvay werkt mee aan de oprichting van "Samen voor een duurzame ontwikkeling", een initiatief van zes grote chemiebedrijven die ernaar streven de transparantie en duurzaamheid van de toeleveringsketen te versterken. Het is gebaseerd op audits en regelmatige beoordelingen van de duurzame praktijken van de leveranciers aan de hand van sociale en milieucriteria. Het voordeel voor de leveranciers is nu slechts één formulier hoeven te raadplegen dat op een online platform beschikbaar is voor alle opdrachtgevers. Tijdens de eerstefase in 2013 heeft Solvay meer dan 500 beoordelingen en audits geleid.
In 2013 kreeg het MVO-initiatief van de Groep erkenning met de opname in de DJSI Europe index. Solvay is ook opgenomen in de niet-financiële indexen FTSE4Good en NYSE Euronext Vigeo World 120.
Investeerders_Solvay verbindt zich ertoe om op een verantwoordelijke manier toegevoegde waarde te creëren en risico's te beheren, om te zorgen voor de verspreiding van en de inachtneming van de best practices op het vlak van management en bestuur en om ethisch en transparante te communiceren.
Door toepassingvan de strengste praktijken van goed bestuur, en regelmatige en volledige publicatie van de resultaten en strategische visie van de Groep voldoet Solvay aan de eisen die de marktautoriteiten en investeerders hebben op het gebied van transparantie en nauwgezetheid. De erkenning door niet-financiële indexeringsinstanties in 2013 draagt bij aan de waarde van de Groep.
Leveranciers_Solvay engageert zich ertoe om de MVO-prestaties van zijn aankopers te beoordelen. De Groep streeft er ook naar om de relaties met zijn leveranciers te optimaliseren volgens twee prioriteiten: bepalen wat hij van hen verwacht op het vlak van verantwoordelijkheid en deze criteria opnemen in de selectieprocedures; hun MVO-prestaties sturen en evalueren. Solvay wenst vertrouwensrelaties op te bouwen met zijn leveranciers gebaseerd op gedeelde ethiek en duidelijke principes die als doel hebben omduurzame waarde voor iedereen te creëren. Hun betrokkenheid bij de Groep wordt gevoed door informatiecampagnes, regelmatig overleg, opleidingen en evaluaties.
Gemeenschappen_Solvay engageert zich voor een duurzame integratie van zijn vestigingen op hun locaties door het beheersen van de industriële risico's, de risico's verbonden aan de toeleveringsketen en door voortdurende versterking van zijn preventie-initiatieven. Solvay heeft een vertrouwensrelatie opgebouwd buurtbewoners van haar industriële vestigingen, door middel van dialoog, duidelijke informatie en strikte procedés om risico's en hinder te beheersen. Vooral ten aanzien van transport heerst er een verhoogde waakzaamheid, waarbij de hele toeleveringsketen betrokken is.
Joel Quintart, Occupational Safety Corporate Process Manager
Eén van de prioriteiten van Solvay is om de frequentiegraad van
ongevallen waarbij medische zorg vereist is (MTAR), structureel terug te dringen. Twee jaar geleden hebben we belangrijke acties gelanceerd op het vlak van risicopreventie, waarbij we de belangrijkste ongevalgevoelige scenario's opnieuw hebben onderzocht, systematisch de ongevallen hebben geanalyseerd en sensibiliseringscampagnes hebben gestart voor managers en medewerkers.
Zo is de frequentiegraad van ongevallen waarbij medische zorg vereist is, in de afgelopen twee jaar tijd gedaald van 2,92 naar 1,06 ongevallen per miljoen gewerkte uren. De doelstelling is om dit aantal nog verder terug te dringen door een gedragsverandering. De operatoren krijgen opleidingen over nieuwe preventiereflexen. We willen ook in de hele Groep de verbeteringen doorvoeren die we hebben gedaan aan installaties waar problemen mee waren.
GRETA VANMARCKE, CORPORATE PROCESS MANAGER OF PRODUCT REGULATORY AFFAIRS & PRODUCT STEWARDSHIP MICHEL WASHER, DEPUTY CHIEF SUSTAINABILITY OFFICER
Onze producten op een verantwoorde manier beheren, betekent voor onshet altijd beter doen en de reglementeringen overtreffen, of het nu Europese reglementeringen zoals REACH zijn, of nationale verordeningen. Zo hebben wij op wereldwijd niveau een vrijwillig initiatief opgestart voor de opvolging van "Zeer zorgwekkende stoffen"(1), om deze zoveel mogelijk te beperken. Mijn team heeft als opdracht toezicht te houden op hun wereldwijde toepassing en op de conformiteit met de interne procedures. We zijn trots op de erkenning die we door deze expertise hebben gekregen: zo is Solvay sinds 2014 voorzitter van de Strategy Implementation Group (SIG) Product Stewardship van CEFIC(2).
Bij Solvay beschikken we over een schitterende tool: de Sustainable Portfolio Management (SPM)-methode. Eén as op de SPM-matrix meet de impact van onze productieprocedés, de andere as evalueert de afstemming van onze producten op de noden van duurzame ontwikkeling. We hebben al 65 % van onze omzet met deze methode geanalyseerd en eind 2015 moet dit minstens 80 % zijn. In 2020 willen we dat 20 % van onze omzet zich in de "Star"(3) categorie van SPM bevindt. We zijn trots op deze aanpak, die als een referentie wordt gezien en die we voor iedereen beschikbaar zullen stellen, bijgestaan door de deskundige die ons heeft geholpen met de uitwerking ervan.
SANDRINE ROCHAT,GBU ENGINEERING PLASTICS – GLOBAL HSE & PRODUCT STEWARDSHIP MANAGER, SOLVAY WAY CHAMPION PHILIPPE ROSIER, PRESIDENT OF ENERGY SERVICES
Als "Kampioen" ben ik belast met de promotie en implementatie van de 'beste toepassingen' van Solvay Way in mijn GBU. Vanaf dit jaar is 10 % van de variabele verloning van de managers verbonden aan het behalen van concrete doelstellingen op het vlak van duurzame ontwikkeling. Het is duidelijk dat deze "bonus" een efficiënte wereldwijde implementering van het initiatief heeft bevorderd, en een snelle realisatie van onze twee belangrijkste jaardoelstellingen: de opname van de Groep in belangrijke niet-financiële indexen en de opleiding, mobilisatie van de teams en realisatie van de Solvay Way zelfevaluaties in al onze vestigingen.
Voor Solvay is energiekentering zowel een uitdaging als een toekomstige markt. We dragen er op verschillende manieren aan bij door onze milieuvriendelijke procedés en door mee te werken aan de opmars van de energiebronnen van de toekomst. Zo ontwikkelen we voor de gasindustrie, een erg dynamische sector in de Verenigde Staten, oplossingen die minder water verbruiken. Op het gebied van hernieuwbare energie investeren we in de getorreficieerde biomassa-industrie, een brandstof die kolen zal kunnen vervangen voor de grootschalige productie van elektriciteit en warmte. We implementeren ook ons programma voor energie-efficiëntie, Solwatt, in de vestigingen van de Groep met het doel om het energieverbruik van de Groep nog met 10 % terug te dringen tegen 2020.
(1) SVHC: "Substances of very high concern". Hieronder vallen stoffen die door het programma REACH als kankerverwekkend, mutageen en toxisch voor de voortplanting (CMR) worden beschouwd, en de hormoonontregelaars. (2) Confédération Européenne des Fédérations de l'Industrie Chimique, Europese Raad van de chemische nijverheid. (3) SPM Star: in lijn met de noden van duurzame ontwikkeling EN met een versnelde groei.
a Solvay richt zijn wetenschappelijk onderzoek en topinnovaties op het leveren van performante, competitieve en duurzame producten en procedés. Het is voor de Groep immers een prioriteit om oplossingen te leveren aan de hedendaagse en toekomstige behoeften in een wereld die binnenkort 9 miljard inwoners zal tellen.
6 503 km afgelegd zonder brandstof: opdracht geslaagd voor het zonnevliegtuig Solar Impulse.
De menselijke activiteit verandert grondig onze planeet en de uitdagingen zijn niet gering als we denken aan de toegang tot gezondheids- en welzijnszorg, de klimaatverandering, de grondstoffenschaarste. Solvay heeft ervoor gekozen om zijn onderzoeks- en vernieuwingscapaciteit ervoor in te zetten: 22 % van de omzet van 2013 kwam van producten, technologieën en toepassingen die nog geen vijf jaar oud zijn(1).
_Bezield door de pioniersgeest van Solvay heeft de afdeling Onderzoek en Innovatie (O&I) de opdracht om bij te dragen aan de duurzame groei van de Groep op basis van de maatschappelijke megatrends.
O&I concentreert zijn inspanningen rond zes innovatieassen die onontbeerlijk zijn voor een blijvende groei.
Vooruitstrevende materialen: met zijn expertise op het vlak van polymeren en formulering kan de Groep nieuwe functionele materialen ontwikkelen die lichter zijn, zekerder en performanter.
Duurzame chemie: Solvay draagt bij aan de ontwikkeling van alternatieven voor het verbruik van fossiele grondstoffen: nieuwe-generatiebatterijen, zonne-energie, bio-energie.
Organische elektronica: om verlichting en schermen duurzamer te maken, ontwikkelt Solvay steeds goedkopere, beter presterende en stevigere materialen.
Ecologisch ontworpen procedés: voor zowel Solvay als zijn klanten gaat het hierbij om baanbrekende innovaties die tot een vermindering zullen zorgen van grondstoffen- en energieverbruik, uitstootvermindering en lagere investeringen.
Geavanceerde formuleringen: met zijn expertise op het gebied van formuleringen ontwikkelt Solvay duurzame producten die oplossingen bieden voor de uitdagingen van de planeet of bijdragen aan de gezondheid en het welzijn van de consument.
Hernieuwbare chemie: de innovatie op het vlak van hernieuwbare of hergebruikte grondstoffen draagt bij aan de evolutie van de producten en procedés.
Solvay's O&I-afdeling heeft met zijn wereldwijd netwerk en externe bijdragen het model om innovatiekansen te grijpen en ze om te zetten in concrete, duurzame toepassingen met een toegevoegde waarde voor de Groep en zijn markten.
Louis Neltner, Directeur Onderzoek en Innovatie, Solvay
Bij Solvay zijn we ervan overtuigd dat vooruitgang slechts mogelijk is dankzij
contact met andere denk- en werkwijzen. De wereldwijde banden tussen de academische wereld en onze gemengde laboratoria*, verrijken ons fundamenteel onderzoek op lange termijn. In Europa werken we samen met andere chemici in concurrentieclusters en kennisinstituten aan de verdere ontwikkeling van de chemie van gewassen, ecotechnologieën en koolstofvrije
energie. Daarnaast hebben ervoor gekozen om te investeren –direct of via investeringsfondsen – in start-ups die over topexpertises beschikken op belangrijke gebieden zoals biotechnologie, zonne-energie en geavanceerde materialen. Zo zullen we voor de elektronicamarkt, dankzij onze nauwe samenwerking met Aonix Advanced Materials, de ontwikkeling versnellen van thermoplastische composietmaterialen die herbruikbaar licht en performant zijn.
* Zo werkt Solvay nauw samen met het Franse Centre National de Recherche Scientifique (CNRS) en met diverse universiteiten wereldwijd in gemengde laboratoria: geavanceerde polymeren in Lyon (Frankrijk), Laboratoire du Futur in Bordeaux (Frankrijk), complexe vloeistoffen in Bristol (Verenigde Staten), het Nationaal Wetenschappelijk en Technologisch Laboratorium voor bio-ethanol in Brazilië en het Laboratorium voor eco-efficiënte producten (E2P2L) in Shanghai (China).
Het mondiale en onderling verbonden karakter maken Solvay's O&I bijzonder. Er zijn wereldwijd 15 belangrijke O&I-centra die elkaar inspireren, 11 geavanceerde laboratoria en vier gemixte eenheden die samenwerken met gerenommeerde publieke onderzoeksinstituten of universiteiten. Daarbij zijn er ook nog verschillende laboratoria voor toegepast onderzoek voor de GBU's, verspreid over vier continenten. Deze geografische nabijheid bij de markten en klanten bevordert relevante innovaties die snel operationeel kunnen zijn.
Daarnaast bevindt de Groep zich resoluut in de kern van een wereldwijd ecosysteem voor innovatie. Door zijn beleid van open innovatie (open innovation), kan hij zijn visie verrijken, bekwaamheden aanvullen en ontwikkelingsmogelijkheden op lange termijn identificeren. Uit gezamenlijk onderzoek met klanten, de academische wereld en topexperten zijn meer dan honderd samenwerkingsprojecten ontstaan.
Zoals de hele Groep zet O&I zich in voor voortdurende verbetering met als doel het efficiënter en sneller op de markt brengen van oplossingen. Onze onderzoekers werken nauw samen met de functies Marketing en Industrial aan projecten die aan de actuele en toekomstige behoeften van de eindmarkten voldoen. Verantwoordelijkheid, een concurrerende kostenstructuur en afstemming op de grote trends zijn de criteria die steeds vaker worden toegepast. Sinds 2013 wordt de methode van Sustainable Portfolio Management (SPM), een initiatief voor eco-conceptie, verder uitgebreid. Deze methode wordt geleidelijk toegepast op alle projectportefeuilles. In dit kader wordt van elk nieuw project doorlopend de ecologische voetafdruk en de maatschappelijke acceptatie gemeten en geëvalueerd vanaf het prille begin tot de uiteindelijke uitvoering.
In Frankrijk ontwikkelt het Laboratoire du Futur(2) de beste instrumenten en onderzoeksmethodes met een hoge doorstroming om innovaties sneller op de markt te brengen.
(1) Deze termen omvatten nieuwe of bestaande producten die gebruikmaken van nieuwe procedés die minder dan vijf jaar geleden werden ontwikkeld, en bedoeld voor nieuwe of bestaande toepassingen. (2) Gemengd onderzoeksteam van Solvay, het CNRS en de Universiteit van Bordeaux-1.
In Azië bevorderen drie grote "multi-BU"-O&Icentra de kruisbestuiving tussen de verschillende markten en technologieën. In Seoul (Zuid-Korea) wijdt O&I zich aan elektronica en technische kunststoffen. In India richt het nieuwe centrum in Vadodara zich op duurzame chemie en materiaalwetenschappen. Het centrum in Shanghai (China) ondersteunt de regionale ontwikkeling van de GBU's. Het heeft een gemengde onderzoekseenheid voor eco-innovatie, die Solvay verbindt met Chinese en Franse universiteiten. Daarnaast heeft Solvay in Azië een twaalftal laboratoria voor toegepast onderzoek of verbetering van de procedés en innovatie. Eén ervan is het laboratorium in Singapore voor de markten van lichaamsverzorging en schoonheidsproducten, agrochemie, olie en gas.
De wereldwijde transportmarkt groeit en daarmee ook het energieverbruik en de CO2 -uitstoot. Hoe kan dit onder controle worden gebracht en hoe kan de impact worden verminderd? Welke alternatieven zijn er? Onder druk van reglementeringen en consumenten zoekt de transportindustrie naar oplossingen. De afdeling Onderzoek & Innovatie van Solvay zet haar expertise in op het vlak van materiaalstructuur en uitstootvermindering van auto's om bestaande technologieën te verbeteren en de toekomst voor te bereiden.
Hoe kunnen we zorgen voor alternatieven voor de schaarser wordende bronnen van fossiele brandstoffen? Welke koers moet er worden gevaren wat betreft energietransitie? Hoe kunnen consumenten en industrieën worden geholpen om hun prestaties te verbeteren? Voor deze problematieken die direct raken aan haar werkterrein, biedt Solvay's O&I adequate initiatieven. Haar teams focussen op twee thema's: besparing van hulpbronnen door optimalisatie van het verbruik en het concurrentievermogen van alternatieve energiebronnen.
This report is also available in English. Ce rapport est aussi disponible en français.
Redactiehoofd: Solvay Secretariaat-generaal en Mededeling
Corbis, Fotolia, GettyImages, Shutterstock, Solvay, Jean-Michel Byl, Christophe Raynaud de Lage, Didier Vandenbosch, Solar Impulse / Jean Revillard
TransPerfect Traductions SPRL
Printed on paper from sustainably managed forests.
Ransbeekstraat, 310 1120 Brussel België T: +32 2 264 2111 F: + 2 2 264 3061
www.facebook.com/solvaygroup www.twitter.com/solvaygroup
| 1 | Beheersverslag | 48 |
|---|---|---|
| 2 | Jaarrekening | 65 |
| 3. | Verslag van de commissaris | 142 |
| 4. | Verklaring van de personen met verantwoordelijkheid |
144 |
| 1 | Markt en groei – Strategisch risico |
149 |
|---|---|---|
| 2 | Risico's verbonden aan bevoorrading en productie |
150 |
| 3 | Risico's met betrekking tot regelgeving, politiek en het gerecht |
151 |
| 4 | Deugdelijk bestuur en risico's verbonden aan interne procedures |
152 |
| 5 | Financiële risico's | 153 |
| 6 | Risico's verbonden aan producten |
155 |
| 7 | Risico's verbonden aan personen |
156 |
| 8 | Leefmilieurisico's | 158 |
| 9 | Risico's verbonden aan informatie en informatietechnologie |
159 |
| 10 Risico's verbonden aan reputatie |
160 | |
| 11 Belangrijke geschillen | 161 |
| 1 | Juridische structuur en aandeelhouders van Solvay NV |
164 |
|---|---|---|
| 2 | Beleid inzake maatschappelijk kapitaal en dividend |
165 |
| 3 | Algemene Aandeelhoudersvergaderingen 167 |
|
| 4 | Raad van Bestuur | 170 |
| 5 | Uitvoerend Comité | 179 |
| 6 | Verslag over de verloningen | 181 |
| 7 | Rol van de voorzitters in de harmonische samenwerking tussen de Raad van Bestuur en het Uitvoerend Comité |
187 |
| 8 | Voornaamste kenmerken van de systemen voor risicomanagement en interne controle |
188 |
| 9 | Externe audit | 190 |
| 10 Gedragscode | 190 | |
| 11 Preventie van het misbruik van voorkennis |
191 | |
| 12 Interne organisatie van de Solvay‑groep |
191 | |
| 13 De relatie met aandeelhouders en beleggers 191 |
Solvay - Jaarverslag 2013 45
a Rekening houdend met buitengewone factoren, hebben de financile resultaten van Solvay in 2013 aangetoond dat de Groep erin geslaagd is hetzelfde REBITDA-niveau te handhaven als in 2012, en dit ondanks een moeilijker macro-economisch klimaat. Solvay heeft vooruitgang geboekt in het tot stand brengen van een waardevollere, minder cyclische onderneming met hogere groei, terwijl de balansgezond is gebleven en er hoge vrije kasstromen zijn gegenereerd.
| 1 | Beheersverslag | 48 | |
|---|---|---|---|
| 1.1 | Markante feiten van 2013 | 48 | |
| 1.2 | Operationele prestatie en analyse | 49 | |
| Analyse volgens conventie van het management Analyse van de geconsolideerde resultaten voor het boekjaar eindigend op 31 december |
49 | ||
| 2013 | 50 | ||
| Analyse van de resultaten van het moederbedrijf (Solvay nv) Gebeurtenissen na balansdatum |
61 | ||
| en vooruitzichten Risicobeheer |
62 62 |
||
| Financiële instrumenten | 62 | ||
| Auditcomité Verklaring inzake deugdelijk bestuur |
62 62 |
||
| 1.3 | Bijkomende financiële informatie | 63 | |
| Historische financiële gegevens | 63 | ||
| Winst per aandeel | 63 | ||
| Dividend IFRS historische geconsolideerde gegevens per aandeel |
63 64 |
||
| 2 | Jaarrekening | 65 | |
| 2.1 | Geconsolideerde jaarrekening | 66 | |
| Winst- en verliesrekening Overzicht van het totaalresultaat Kasstroomoverzicht |
66 67 68 |
||
| Kasstromen uit beëindigde bedrijfsactiviteiten Balans Mutatieoverzicht van het eigen vermogen |
68 69 70 |
||
| 2.2 | Toelichtingen bij de geconsolideerde | ||
| jaarrekening | 71 | ||
| Verkorte balans van Solvay nv | 141 | ||
| Verkorte winst- en verliesrekening van Solvay nv |
141 | ||
| 3. | Verslag van de commissaris | 142 | |
| 4. | Verklaring van de personen met | ||
| verantwoordelijkheid | 144 |
Het Beheersverslag voor het boekjaar eindigend op 31 december 2013 en bestaande uit de bladzijden 48 tot 64, 149 tot 161 (Risicobeheer) en 164 to 196 (Deugdelijk Bestuur) werd voorbereid in overeenstemming met de artikels 96 en 119 van het Belgisch Wetboek van Vennootschappen en werd op 24 februari 2014 goedgekeurd door de Raad van Bestuur. Dit Beheersverslag heeft zowel betrekking op de geconsolideerde rekeningen van de Solvay-groep als op de jaarrekening van Solvay nv.
In dit deel stelt Solvay zijn winst- en verliesrekening voor het boekjaar 2012 voor, dat herwerkt werd voor:
De term "herwerkt" zoals die in dit document wordt gebruikt, moet begrepen worden in overeenstemming met de bovenstaande overwegingen, tenzij anders vermeld.
Solvay stelt zijn Europese chloorvinylactiviteiten voor als "Activa aangehouden voor verkoop" op de balans (op één enkele lijn) en als "beëindigde activiteiten" in de winst- en verliesrekening.
Vanaf 31 december 2013 wordt Benvic (de activiteit van PVCverbindingen) in de balans voorgesteld als "Activa aangehouden voor verkoop", maar in de winst- en verliesrekening als "Voortgezette bedrijfsactiviteiten".
Chemlogics wordt sinds 1 november 2013 geconsolideerd in de rekeningen van Solvay.
Daarenboven stelt Solvay ook prestatie-indicatoren voor op de aangepaste winst- en verliesrekening die de niet-contante elementen uitsluiten van de boekhoudkundige impact van de overname van Rhodia (Purchase Price Allocation (PPA)).
| Aangepast | |||
|---|---|---|---|
| In € miljoen | 2013 | 2012 herwerkt | |
| Netto-omzet | 9 938 | 10 515 | |
| REBITDA | 1 663 | 1 896 | |
| REBITDA als % van netto-omzet | 17% | 18% | |
| REBIT | 1 035 | 1 303 | |
| Totaal afschrijvingen en waardeverminderingen | 603 | 593 | |
| EBIT | 796 | 1 357 | |
| Nettowinst – Solvay aandeel | 378 | 690 | |
| Winst per aandeel (gewone) (in €) | 4,54 | 8,37 | |
| Onderzoeks- en ontwikkelingsuitgaven | 237 | 247 | |
| Investeringen (voortgezette bedrijfsactiviteiten) | 708 | 640 | |
| Investeringen (beëindigde bedrijfsactiviteiten) | 102 | 145 | |
| Vrije kasstroom | 524 | 787 |
Naast de geconsolideerde IFRS staten voor 2012 (historische en herwerkte) en 2013, toegelicht op bladzijden 65 tot 141 (jaarrekening) van dit verslag, geeft Solvay "aangepaste" winst- en verliesinformatie en -analyse om een betekenisvollere waardering te verkrijgen van de economische en financiële prestaties van de Groep en zijn operationele segmenten over de periodes.
Aangepaste winst- en verliesindicatoren verwijzend naar 2012 en 2013 sluiten de niet-contante elementen uit van de boekhoudkundige impacts van de overname van Rhodia (Purchase Price Allocation (PPA)).
Alle jaar-op-jaar (JoJ) evoluties verwijzen naar de aangepaste basis voor 2013, en naar de aangepaste en herwerkte basis voor 2012, tenzij anders vermeld.
Bovendien werden de historische cijfers van Solvay voor 2011 voorgesteld op pro-formabasis om de resultaten van Rhodia weer te geven alsof de overname was ingegaan op 1 januari 2011. De historische cijfers werden aangepast om de boekhoudkundige normen van de twee groepen te harmoniseren, normen die vanaf dan worden gebruikt door het nieuwe Solvay. Voorts sluiten de pro-formaresultaten de impact uit van: (i) de boekingen met betrekking tot PPA; (ii) nietrecurrente overnamekosten verbonden aan de overname van Rhodia; (iii) financiële opbrengsten op gelddeposito's en beleggingen.
De term "Netto-omzet" verwijst naar de omzet van goederen en diensten met toegevoegde waarde die overeenstemmen met de expertise en de kernactiviteiten van Solvay. De andere opbrengsten, hoofdzakelijk uit het verhandelen van grondstoffen en energie en ook andere opbrengsten die als onregelmatig worden beschouwd (bv. van tijdelijke aard), zijn niet inbegrepen in de netto-omzet.
Verder gebruikt Solvay voor zijn analyses en financiële berichtgeving non-GAAP(1) indicatoren, waarvan de definities hieronder volgen:
W REBITDA wordt gedefinieerd als het operationeel resultaat vóór afschrijvingen, niet-recurrente elementen, tijdelijke voorraadherwaarderingen met betrekking tot de overnames van Rhodia en Chemlogics en pre-operationele winsten/verliezen van RusVinyl die voortvloeien uit de financiële (niet gekapitaliseerde) uitgaven.
Solvay gelooft dat deze prestatie-indicatoren nuttig zijn in de analyse en beschrijving van wijzigingen en evoluties van zijn historische resultaten van activiteiten, omdat ze toelaten prestaties te vergelijken op een coherente basis. Ze zijn echter niet onderworpen aan een audit en zijn dus geen prestatie-indicatoren in overeenstemming met IFRS. De methodes gebruikt door Solvay om wijzigingen te waarderen, kunnen verschillen van deze van andere ondernemingen.
(1) Generally Accepted Accounting Principles.
| IFRS | Aangepast | |||
|---|---|---|---|---|
| In € mijoen | 2013 | 2012 herwerkt | 2013 | 2012 herwerkt |
| Omzet | 10 367 | 10 910 | 10 367 | 10 910 |
| Andere opbrengsten | 429 | 395 | 429 | 395 |
| Netto-omzet | 9 938 | 10 515 | 9 938 | 10 515 |
| Kostprijs van de omzet | -8 043 | -8 547 | -8 043 | -8 502 |
| Brutomarge | 2 324 | 2 364 | 2 324 | 2 409 |
| Commerciële en administratieve kosten | -1 199 | -1 076 | -1 199 | -1 076 |
| Kosten van onderzoek en ontwikkeling | -237 | -247 | -237 | -247 |
| Overige operationele opbrengsten en kosten | -94 | -97 | 55 | 35 |
| Aandeel in winst/verlies (-) van geassocieerde deelnemingen en joint-ventures geboekt volgens de |
||||
| vermogensmutatiemethode | 92 | 183 | 92 | 183 |
| REBIT | 886 | 1 127 | 1 035 | 1 303 |
| Niet-recurrente elementen | -239 | 55 | -239 | 55 |
| EBIT | 647 | 1 181 | 796 | 1 357 |
| Gewone winst | 315 | 580 | 422 | 707 |
| Minderheidsbelangen | -44 | -17 | -44 | -17 |
| Nettowinst – Solvay aandeel | 270 | 563 | 378 | 690 |
| Winst per aandeel (gewone) (in €) | 3,25 | 6,84 | 4,54 | 8,37 |
De volgende tabel geeft het verband weer tussen de IFRS resultaten (met PPA impacts van de overname van Rhodia) en de aangepaste resultaten (zonder niet-contante PPA impact) voor het hele jaar 2013.
| In € miljoen | 2013 | 2012 herwerkt |
|---|---|---|
| EBIT IFRS | 647 | 1 181 |
| Niet-recurrente elementen | 239 | -55 |
| REBIT IFRS | 886 | 1 127 |
| Aanpassingen van Rhodia-voorraden aan reële waarde (PPA) | 0 | 45 |
| Aandeel in het verlies van RusVinyl (pre-operationele fase) geboekt volgens de vermogensmutatiemethode | 11 | 0 |
| Aanpassingen van het personeelsbehoudplan van Chemlogics | 1 | 0 |
| Aanpassingen van voorraden van Chemlogics aan reële waarde (PPA) | 13 | 0 |
| IFRS afschrijvingen (recurrent) | 752 | 724 |
| REBITDA (door het management opgevolgde prestatie-indicator) | 1 663 | 1 896 |
| Wijziging in netto-omzet In € miljoen |
Netto-omzet 2012 herwerkt |
Volume | Prijs | Omrekening wisselkoers |
Perimeter | Netto-omzet 2013 |
JoJ evolutie |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Solvay-groep | 10 515 | -183 | -202 | -328 | 136 | 9 938 | -5% |
| Advanced Formulations | 2 565 | -49 | -61 | -121 | 98 | 2 432 | -5% |
| Advanced Materials | 2 743 | -20 | -98 | -94 | 19 | 2 550 | -7% |
| Performance Chemicals | 3 162 | 43 | -25 | -57 | 2 | 3 125 | -1% |
| Functional Polymers | 1 888 | -61 | -31 | -51 | 17 | 1 762 | -7% |
| Corporate & Business Services | 157 | -97 | 13 | -6 | 0 | 67 | -57% |
De netto-omzet van de Groep bedroeg € 9 938 miljoen (€ 10 515 miljoen in 2012), wat een daling is met 5% JoJ als gevolg van volumes (-2%), prijszetting in een deflatoir grondstoffenklimaat (-2%), wisselkoersen (-3%) en perimetereffect (-1%). Exclusief de geleidelijke afbouw van CER's, daalden de volumes met 1%. De netto-omzet daalde met 5% in Advanced Formulations, met 7% in Advanced Materials, met 1% in Performance Chemicals en met 7% in Functional Polymers.
De kostprijs van de omzet op aangepaste basis bedroeg € 8 043 miljoen, wat een daling is met 5,5% in vergelijking met vorig jaar. Meer dan de helft van deze daling was toe te schrijven aan wisselkoerseffecten en meer in het bijzonder op de Braziliaanse real, de Amerikaanse dollar en de Japanse yen, die in waarde daalden ten opzichte van de
euro. Het overige deel van de daling van de kostprijs van de omzet was vooral te wijten aan de lagere grondstoffenprijzen binnen een algemeen deflatoire context in de meeste activiteiten, en in mindere mate aan de positieve impact van de uitmuntentheidsinitiatieven ter verbetering van onze concurrentiekracht.
In 2013 bedroeg de kostprijs van de omzet in de IFRS-rekeningen eveneens € 8 043 miljoen. Deze omvatte een negatieve impact van € 13 miljoen die overeenstemt met de tijdelijke voorraadherwaardering als gevolg van de overname van Chemlogics.
De commerciële en administratieve kosten, ten belope van € 1 199 miljoen in 2013 (zowel op basis van de aangepaste als van de IFRS-gegevens), stegen met € 123 miljoen of met 11,4% in vergelijking met vorig jaar. Deze stijging is vooral toe te schrijven aan de overname van Chemlogics, aan de inflatie die heerst in de verschillende regio's waar de Groep actief is, en aan enkele uitzonderlijke uitgaven die vooral verband houden met de integratie van Solvay en Rhodia.
De kosten van onderzoek en ontwikkeling, ten belope van € 237 miljoen in 2013 (zowel op basis van de aangepaste als van de IFRS-gegevens), daalden met 4% in vergelijking met vorig jaar maar bleven stabiel op 2,3% t.o.v de netto-omzet. De kostendaling was toe te schrijven aan een stijging van de gekapitaliseerde ontwikkelingsuitgaven. De totale
uitgaven voor onderzoek en ontwikkeling, daarentegen, stegen met 3% in vergelijking met 2012.
De overige operationele opbrengsten en kosten van 2013, op een aangepaste basis, kwamen positief uit op € 55 miljoen, tegenover € 35 miljoen in 2012. In 2013 omvatte het saldo van overige opbrengsten en kosten vooral de herschikking van de verzekeringspolissen van de Groep, wat leidde tot de terugname op voorzieningen voor € 22 miljoen.
Op IFRS-basis resulteerden de overige opbrengsten en kosten in een negatief bedrag van € 94 miljoen, of een verschil van € 149 miljoen met de aangepaste rekeningen. Dit verschil komt voort uit de waardevermindering van PPA op vaste activa van de overname van Rhodia. Zie hiervoor toelichting 6 bij de geconsolideerde jaarrekening.
Het aandeel in winst/verlies van geassocieerde deelnemingen en joint-ventures geboekt volgens de vermogensmutatiemethode bedroeg € 92 miljoen, tegenover € 183 miljoen in 2012. De meest belangrijke bijdragen kwamen in 2013 van Hindustan Gum & Chemicals (Hichem), Solvay Sodi, Deven en Peroxides Do Brasil.
De daling van € 91 miljoen is vooral toe te schrijven aan de daling van het resultaat van de natuurlijke guar joint-venture (Hichem) in India, na de uitzonderlijke prijsvoorwaarden voor guar in 2012.
| Overige inclusief joint |
|||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Wijzigingen in aangepaste REBITDA In € miljoen |
2012 herwerkt |
Perimeter | Omzetting wisselkoersen |
Volume & mix |
Prijs | Kostprijs | Vaste kosten |
ventures en geas-socieerde ondernemingen |
2013 |
| Groep | 1 896 | 16 | -36 | -126 | -202 | 205 | -36 | -55 | 1 663 |
Tegen een achtergrond van uitdagende macro-economische omstandigheden en vergeleken met een veeleisende basis, beliep de REBITDA € 1 663 miljoen (tegenover € 1 896 miljoen in 2012). Dit is nagenoeg stabiel wanneer de uitzonderlijke positieve effecten van € 190 miljoen (afbouw van de CER´s en guarprijzen) in 2012 en de tijdelijke negatieve impact van de guarderivatenactiviteit in 2013 buiten beschouwing worden gelaten.
Het prijszettingsvermogen bleef per saldo behouden in een deflatoire grondstoffencontext. De besparingen op grondstoffen- en energiekosten van € 205 miljoen boden ruimschoots tegenwicht aan de daling van de verkoopprijzen met € 202 miljoen. Per operationeel segment compenseerde het prijszettingsvermogen bij Advanced
Afschrijvingen en waardeverminderingen bedroegen in 2013 € -603 miljoen op een aangepaste basis, tegenover € -593 miljoen in 2012.
In 2013 beliepen afschrijvingen en waardeverminderingen in de IFRS rekeningen € -752 miljoen of een verschil van € 149 miljoen met de aangepaste rekeningen. Deze komt voort uit de afschrijving van PPA op vaste activa van de overname van Rhodia.
De niet-recurrente elementen kwamen uit op een negatief bedrag van € -239 miljoen (tegenover € 55 miljoen positief in 2012) en omvatten herstructureringskosten ter waarde van € 115 miljoen, die voornamelijk voortvloeien uit de plannen voor de natriumcarbonaatactiviteit en de integratie. De niet-contante waardeverminderingen bedroegen Materials en Engineering Plastics (binnen Functional Polymers) de forse margedruk bij Advanced Formulations, waar de bedrijfseenheid Novecare leed onder de gevolgen van de guarderivatenactiviteit. Uitmuntentheidsinitiatieven in alle segmenten en functies leverden een wezenlijke bijdrage aan de inperking van het inflatie-effect op de vaste kosten van de Groep.
Per operationeel segment ziet de jaarlijkse evolutie van de REBITDA er als volgt uit: Advanced Formulations -29%, Advanced Materials +3%, Performance Chemicals -3% en Functional Polymers -7%.
De REBITDA-marge van de Groep op de netto-omzet kwam uit op 16,7% vergeleken met 18,0% in 2012.
€ 65 miljoen (voor Benvic en Plextronics). Overige kosten, voor € 59 miljoen, betroffen voorzieningen voor leefmilieu en gerechtelijke procedures. Ter herinnering: in 2012 hadden de gedeeltelijke ongedaanmaking van waardeverminderingen in de natriumcarbonaatactiviteiten een positief effect van € 149 miljoen.
De aangepaste EBIT bedroeg € 796 miljoen (tegenover € 1 357 miljoen in 2012), een daling van 41%, met afschrijvings- en waarderverminderingskosten ter waarde van € 603 miljoen. Op IFRSbasis bedroeg de EBIT € 647 miljoen. Het verschil tussen IFRS- en de aangepaste cijfers geeft de PPA-waardevermindering verbonden aan de aankoop van overname Rhodia weer van € 149 miljoen.
| Aangepast | JoJ | ||
|---|---|---|---|
| In € miljoen | 2013 | 2012 herwerkt | evolutie % |
| Netto-omzet | 9 938 | 10 515 | -5% |
| Advanced Formulations | 2 432 | 2 565 | -5% |
| Advanced Materials | 2 551 | 2 743 | -7% |
| Performance Chemicals | 3 125 | 3 162 | -1% |
| Functional Polymers | 1 763 | 1 888 | -7% |
| Corporate & Business Services | 67 | 157 | -57% |
| REBITDA | 1 663 | 1 896 | -12% |
| Advanced Formulations | 369 | 518 | -29% |
| Advanced Materials | 646 | 627 | 3% |
| Performance Chemicals | 724 | 750 | -3% |
| Functional Polymers | 93 | 100 | -7% |
| Corporate & Business Services | -169 | -99 | -71% |
| EBIT | 796 | 1 357 | -41% |
| Advanced Formulations | 235 | 427 | -45% |
| Advanced Materials | 460 | 453 | 2% |
| Performance Chemicals | 457 | 680 | -33% |
| Functional Polymers | -37 | 100 | -137% |
| Corporate & Business Services | -319 | -302 | -6% |
| Aangepast | ||||
|---|---|---|---|---|
| In € miljoen | 2013 | 2012 herwerkt | JoJ evolutie % |
|
| Netto-omzet | 2 432 | 2 565 | -5% | |
| Novecare | 1 581 | 1 684 | -6% | |
| Coatis | 486 | 506 | -4% | |
| Aroma Performance | 365 | 376 | -3% | |
| REBITDA | 369 | 518 | -29% |
De netto-omzet van Advanced Formulations bedroeg € 2 432 miljoen, tegenover € 2 565 miljoen in 2012. De REBITDA van het operationele segment kwam uit op € 369 miljoen, vergeleken met € 518 miljoen in 2012.
De resultaten van Advanced Formulations werden in 2013 vooral beïnvloed door nadelige ontwikkelingen van de guaractiviteiten van Novecare: (i) de uitfasering van de uitzonderlijke winst in 2012 op de hoge guarprijzen bij Solvay's joint-venture Hichem (die een daling van € 100 miljoen ten opzichte van vorig jaar vertegenwoordigde); (ii) een uitzonderlijk negatief effect van ongeveer € 50 miljoen van de marges op guarderivaten.
De overige activiteiten van Novecare groeiden: vooral Agro, Olie & Gas (exclusief guar) en Coatings.
De resultaten van Coatis verbeterden dit jaar dankzij een positief prijszettingsvermogen, ten gevolge van de in Amerikaanse dollars geïndexeerde omzet, dit ondanks het moeilijke economische klimaat in Brazilië.
Aroma Performance zette de volumegroei voort in voeding en smaakstoffen. De volumegroei bij Fluor werd teniet gedaan door de prijsdruk op hydrochinon (vergeleken met de hoge hydrochinonprijzen in 2012, toen een onverwachte operationele storing bij een grote concurrent het aanbod op de markt beperkte).
| Producten | Toepassingen | Markten | Handelsmerken | Concurrenten |
|---|---|---|---|---|
| Novecare | ||||
| Oppervlakteactieve chemicaliën |
Dispersie, schuim vorming, conditionering, |
Voedsel Landbouw & Veevoeder |
AGRHO®, STARGUAR®, AGHRO N-PROTECT®, SOPROPHOR®, RHODOLINE® |
AKZO Nobel, BASF, Clariant, Croda, Dow, Koch, Huntsman, Lamberti, |
| Amines | oppervlaktewijziging, | Consumptiegoederen & Gezondheidszorg |
RHODIASOLV® | Oxiteno, Stepan |
| Synthetische en natuurlijke polymeren |
tussenproduct, gelvorming, vloeibaarheidswijziging |
Industriële Toepassingen Energie & Leefmilieu |
SIPOMER®, JAGUAR® MIRACARE®, RHEOMER® |
|
| Fosforchemie | MACKAM®, PROBAN® TIGUAR®, TOLCIDE® |
|||
| Coatis | ||||
| Fenol en derivaten | Kunsthars, gietverbindingen, polycarbonaat, polymeeradditieven |
Consumptiegoederen & Gezondheidszorg Automobiel & Luchtvaart |
Dow, Ineos, Shell | |
| Ketonische oplosmiddelen | Kleefmiddelen, cosmetica, Schuimvorming voor mijnbouw |
Bouw & Constructie Industriële Toepassingen Voedsel |
Arkema, Sasol, Halterman | |
| Azijnzuurhoudende oplosmiddelen |
Inkten, ontvetters, hulpmiddelen voor het maken |
Landbouw & Veevoeder | Celanese, Ineos, Eastman | |
| Oplosmiddelen op glycerinebasis |
van folie, oplosbaarheid van actieve stoffen en harsen |
AUGEOTM | ||
| Aroma Performance | ||||
| Natuurlijke vanilline | Smaken, Geuren | Voedsel Landbouw & Veevoeder Consumptiegoederen & Gezondheidszorg |
RHOVANIL® NATURAL, GOVANILTM NATURAL |
Borregaard, Jiaxin, verschillende kleine Chinese concurrenten (Jilin, Anhui), grote smaak- en geur bedrijven voor geformuleerde vanillesmaak GovanilTM (Prova, Givaudan, Firmenich) |
| Vanilline & ethylvanilline | RHOVANIL®, RHODIAROME®, GOVANILTM, GOVANILTM INTENSE, RHOVEATM |
|||
| Guaiacol, pyrocatechol | Smaken, geuren, gewasbescherming |
Voedsel Landbouw & Veevoeder Consumptiegoederen & Gezondheidszorg |
Camlin | |
| Sandelhout | Geuren | Consumptiegoederen & Gezondheidszorg |
RHODIANTAL® ORIGINAL, RHODIANTAL® CANDALUM |
Verschillende kleine Indische bedrijven |
| Hydroquinone | Monomeer stabilisatoren, antioxidanten |
Consumptiegoederen & Gezondheidszorg |
Camlin, Eastman, Goodyear, Mitsui, Ube, Sanjili, Nalco, GE Betz, Evonik, AH Marks, |
|
| MeHQ, TBC | Monomeer stabilisatoren | Voedsel, Landbouw & Veevoeder |
Central Glass, Sinochem, Syngenta, BASF, Bayer Cropscience |
|
| Trifluormethaansulfonzuur & -anhydride (TA, TAA) en derivaten (LiTFSI, TFSK) |
Antistatische toepassingen, energieopslag |
Automobiel & Luchtvaart Industriële Toepassingen Consumptiegoederen & Gezondheidszorg Voedsel, Landbouw & Veevoeder |
Central Glass, 3M, Aziatische spelers |
|
| Cyclopentanone | Geuren, elektronica | Consumptiegoederen & Gezondheidszorg Industriële Toepassingen |
RHODIASOLV® XPT | BASF, Nippon Zeon, CST, Chinese spelers |
| Aangepast | JoJ | ||
|---|---|---|---|
| In € miljoen | 2013 | 2012 herwerkt | evolutie % |
| Netto-omzet | 2 551 | 2 743 | -7% |
| Specialty Polymers | 1 288 | 1 348 | -4% |
| Silica | 416 | 382 | 9% |
| Rare Earth Systems | 298 | 434 | -31% |
| Special Chemicals | 549 | 579 | -5% |
| REBITDA | 646 | 627 | 3% |
De netto-omzet van Advanced Materials eindigde op € 2 551 miljoen, tegenover € 2 743 miljoen in 2012. De REBITDA steeg met 3% tot € 646 miljoen dankzij een gunstige productmix en prijszettingsvermogen. Het resultaat werd ondersteund door de positieve drijfkracht bij Specialty Polymers, Silica en Special Chemicals.
Rare Earth Systems leed onder de aanhoudende prijsdalingen voor zeldzame aardmetalen en de daaruitvolgende margedruk, die zich echter door het jaar stabiliseerde. Specialty Polymers kende groei in een moeilijke context dankzij geboekte resultaten van de uitmuntendheidsprogramma's. Silica profiteerde van zijn sterke positie in de markt voor energie-efficiënte banden en Special Chemicals slaagde in zijn strategische exit uit de verlieslijdende Life Science activiteiten.
| Producten | Toepassingen | Markten | Handelsmerken | Concurrenten |
|---|---|---|---|---|
| Specialty Polymers | ||||
| Gezondheidszorg, | Consumptiegoederen | SOLVIVA®, UDEL® PSU, DIOFAN® PVDC |
Victrex, BASF, AGC | |
| consumptiegoederen | & Gezondheidszorg | RADEL® PPSU, IXEF® PARA, IXAN® PVDC, AMODEL® PPA |
Sabic, EMS, BASF | |
| TECNOFLON®, AMODEL® PPA |
DuPont, Dyneon, Daikin, EMS, DSM |
|||
| Aromaten, Fluorpolymeren | Automobiel, geavanceerd transport |
Automobiel & Luchtvaart | RADEL® PPSU & FOAMS, AJEDIUM FILMS, KETASPIRE® PEEK, TORLON® PAI |
Sabic, Evonik, Victrex |
| Hoge weerstand polymeren Kruisverbindingspolymeren |
Intelligente toestellen, electro, elektronica |
Electrico & Electronics | IXEF® PARA, AMODEL® PPA, COGEGUM® XLPO |
EMS, DuPont, PolyOne |
| Industriële toepassingen | Industriële Toepassingen | SOLEF® PVDF, HALAR® ECTFE, FOMBLIN® PFPE |
Arkema, Dyneon, DuPont, 3M | |
| Energie, waterzuive | SOLEF® PVDF, KETASPIRE® PEEK, TORLON® PAI |
Arkema, Victrex, Evonik | ||
| ringsmembranen | Energie & Leefmilieu | SOLEF® PVDF | Kureha, Arkema | |
| SOLEF® PVDF, UDEL® PSU | BASF, Arkema | |||
| Constructie | Bouw & Constructie | SOLEF® PVDF, RADEL® PPSU, UDEL® PSU |
BASF, Arkema | |
| Silica | ||||
| Hoog-dispersibele silica (HDS) |
Energie-efficiënte banden | Automobiel & Luchtvaart | ZEOSIL®, ZEOSIL® PREMIUM | Evonik, PPG, OSC |
| Polymeerversterking | Automobiel & Luchtvaart Industriële Toepassingen |
ZEOSIL® | Evonik, PPG, OSC | |
| Geprecipiteerde Silica (conventioneel) |
Mondhygiëne (tandpasta) | Consumptiegoederen & Gezondheidszorg |
TIXOSIL® | JM Huber, PQ Corporation, WR Grace, Evonik, OSC |
| Voeding | Voedsel Landbouw & Veevoeder |
TIXOSIL® | JM Huber, PQ Corporation, WR Grace, Evonik, OSC |
|
| Rare Earth Systems | ||||
| Zeldzame-aardmetaaloxide formuleringen |
Automobielkatalysatoren | Automobiel & Luchtvaart | OPTALYS®, ACTALYS®, EOLYS® |
DKK, MEL Chemicals |
| Energie-efficiënte verlichting | Electro & Electronica | LUMINOSTAR® | Nichia | |
| Halfgeleiderpolijsting | Electro & Electronica | ZENUS® | Nikki, DA Nano |
| Producten | Toepassingen | Markten | Handelsmerken | Concurrenten |
|---|---|---|---|---|
| Special Chemicals | ||||
| Waterstoffluoride | Raffinaderijen, staal & oppervlaktebewerking, chemische industrie |
Industriële Toepassingen | DuPont, Honeywell, Lanxess, DDF, 3F, Mexichem, China Yingpeng, Zheijang Sanmei, Shandong donuye Group |
|
| Hoogspannings-engineering, chemische vloei-stoffen voor het etsen en reinigen van halfgeleiderchips, chemicaliën voor Li-batterijen |
Electro & Electronica | VOOR C4 F6 : SIFREN® |
Kemeite, Liming, Henan Huaneng Fluoride and others, HaloPolymer, Asahi Glass, Kanto Denka, Show Denko, Cental Glas, Linde, AirProducts |
|
| Verbindingen op fluorbasis | Isolatie, energiebesparing | Bouw & Constructie | SOLKANE®, IXOL | Honeywell, Arkema, DuPont, Albarnali, Chemtura |
| Harden, koelmiddelen | Automobiel & Luchtvaart Industriële Toepassingen |
NOCOLOK®, SOLKATHERM® SES36 |
DuPont, Honeywell | |
| Oplosmiddelen (precisiereiniging) |
Industriële Toepassingen | SOLVOKANE® | DuPont, Honeywell, Arkema, Central Glass, Asahi, 3M |
|
| TFAC, TFA, TFAH, TFAEt, TFK, ETFBO, Andere CF3 |
Bouwblokken in actieve ingrediënten, tussenproducten |
Consumptiegoederen & Gezondheidszorg Voedse Landbouw & Veevoeder |
Halocarbon, SRF, Sinochem, Lantian |
|
| Solkane 227ph, Solkane 134a ph |
Drijfgassen in astma- en andere medische verstuivers |
Consumptiegoederen & Gezondheidszorg |
SOLKANE® | Mexichem, DuPont |
| Geprecipiteerd | Dichtingsproduct | Bouw & Constructie | SOCAL®, WINNOFIL® | Shiraishi-Omya, SMI (UK), Cales de Llierca |
| calciumcarbonaat (PCC) | Verf | Bouw & Constructie | SOCAL® | Schaefer Kalk |
| Plastisol | Automobiel & Luchtvaart | SOCAL®, WINNOFIL® | Cales de Llierca, SMI | |
| H2 O2 HF en NF4 F van elektronische kwaliteit |
Halfgeleiders, displays, fotovoltaïsch |
Electro & Electronica | BASF, Stella Chemifa, Honeywell, Dongwoo Finechem |
|
| Verven, coatings, batterijen, kunststoffen, papier |
Automobiel & Luchtvaart Electro & Electronic Bouw & Constructie |
Sachtleben, Chinese producenten |
||
| Barium verbindingen | Keramische capacitoren, schermen en fotovoltaïsche glazen |
Electro & Elektronica | Sakai Chemicals, Nippon Chemicals |
|
| Strontiumverbindingen | Schermen en fotovoltaïsche glazen, ferrieten |
Electro & Elektronica | Sakai Chemicals, Nippon Chemicals |
| Aangepast | JoJ | ||
|---|---|---|---|
| In € miljoen | 2013 | 2012 herwerkt | evolutie % |
| Netto-omzet | 3 125 | 3 162 | -1% |
| Essential Chemicals | 1 756 | 1 811 | -3% |
| Acetow | 658 | 616 | 7% |
| Eco Services | 288 | 314 | -8% |
| Emerging Biochemicals | 424 | 421 | 1% |
| REBITDA | 724 | 750 | -3% |
De netto-omzet van Performance Chemicals eindigde op € 3 125 miljoen, tegenover € 3 162 miljoen in 2012. De REBITDA bedroeg € 724 miljoen, vergeleken met € 750 miljoen in 2012. De recordresultaten van Acetow compenseerden het resultaat van Emerging Biochemicals niet voldoende.
Essential Chemicals leverde een sterke REBITDA ondanks uitdagende marktomstandigheden voor vlak glas aan het begin van 2013 en de prijsdruk in sommige exportmarkten. Het resultaat werd voorts ondersteund door betere resultaten van de Green River activiteiten in de VS. De beoogde kostenbesparingen van € 100 miljoen tegen het einde van 2015 zijn lopende en de sluiting van de Povoa-faciliteit werd in januari 2014 afgerond.
Acetow profiteerde van een sterke vraag, uitverkochte volumes en een positief prijszettingsvermogen. Bij Eco Services bleven de volumes stabiel, terwijl Emerging Biochemicals nadeel bleef ondervinden van een zwakke vraag naar zowel PVC als epichloorhydrine, en van prijsdruk van de concurrentie.
| Producten | Toepassingen | Markten | Handelsmerken | Concurrenten |
|---|---|---|---|---|
| Essential Chemicals | ||||
| Soda Ash & Derivatives | ||||
| Flux in vlak gas | Bouw & Constructie Automobiel & Luchtvaart Energie & Leefmilieu |
SOLVAY SODA® DENSE | ||
| Na2 CO3 natrium-carbonaat |
Flux in containerglas | Voedsel Landbouw & Veevoeder Consumptiegoederen & Gezondheidszorg |
SOLVAY SODA® DENSE | Tata Chemicals, FMC, Ciech, Sisecam, Nirma, Bashkim, OCI, Eti-Soda, |
| Waterverzachters en detergenten |
Consumptiegoederen & Gezondheidszorg |
SOLVAY SODA® LIGHT | Novacarb | |
| Metallurgie | Industriële Toepassingen | SOLVAY SODA® DENSESOLVAY SODA®, DENSE |
||
| Supplement in dierenvoeding, en voeding |
Voedsel Landbouw & Veevoeder |
BICAR Z®, BICAR® FCC, BI-PROTEC® |
Church & Dwight, | |
| NaHCO3 natriumbicarbonaat |
Reinigingsmiddel voor rookgassen |
Energie & Leefmilieu Industriële Toepassingen |
SOLVAIR® | FMC, Natural Soda, Tata Chemicals, Sisecam, Ciech, Bashkim, Eti-Soda, |
| Supplement in farma | Consumptiegoederen & Gezondheidszorg |
BICAR® PHARMA, BICAR® CODEX |
Novacarb | |
| Peroxides | ||||
| Bleekmiddel voor houtpulp & papierindustrie |
Consumptiegoederen & Gezondheidszorg |
INTEROX® | Arkema, Evonik, FMC, EKA, Kemira, OCI |
|
| Waterstofperoxide | Ontsmetting & steriele verpakking |
Voedsel Landbouw & Veevoeder |
INTEROX®, PARAMOVE® | Arkema, Evonik, FMC, MGC |
| Metalen & mijnbouw, chemische synthese HPPO |
Industriële Toepassingen | INTEROX® | Arkema, Evonik, FMC | |
| Perazijnzuur | Ontsmetting & steriele verpakking |
Voedsel Landbouw & Veevoeder Energie & Leefmilieu |
PROXITANE®, OXYSTRONG® | Evonik, Kemira, FMC |
| Natriumpercarbonaat | Bleken voor detergentpoeder | Consumptiegoederen & Gezondheidszorg |
OXYPER® | Evonik, Kemira, OCI, FMC |
| Acetow | ||||
| Celluloseacetaat | RHODIA® FILTERTOW | Celanese, Eastman, Daicel/ Mitsubishi, Chinese (Jinan, Henan, Xinyang) |
||
| Celluloseacetaat | Sigarettenfilters | RHODIA DE-TOWTM | ||
| Celluloseacetaat vlokken/ Silica |
Consumptiegoederen & Gezondheidszorg |
RHODIA FILTERSORBTM | ||
| Celluloseacetaat | RHODIA COLOURED TOWTM | |||
| Celluloseacetaatvlokken | Filtermembraan, garen, kunststoffen en folies |
RHODIA ACETOL® | Celanese, Eastman, Daicel/ Mitsubishi, Pacetati, Fergana |
|
| Salpeterzuur | Schuimen, meststoffen | Automobiel & Luchtvaart Voedsel Landbouw & Veevoeder |
TARANISTM | Yara, Borealis, BASF |
| Celluloseacetaat compound |
Verpakking voor cosmetica en voeding, speelgoed, glazen, gereedschap, elektronische toestellen |
Consumptiegoederen & Gezondheidszorg |
OCALIOTM | Eastman, DuPont, Braskem |
| Geacetyleerd hout | Buitentoepassingen zoals vensters, deuren, dakbedekking, bekleding, luiken, enz. maar ook voor structurele elementen |
Consumptiegoederen & Gezondheidszorg |
ACCOYA® |
| Producten | Toepassingen | Markten | Handelsmerken | Concurrenten |
|---|---|---|---|---|
| Eco Services | ||||
| Herwonnen H2 SO4 |
Raffinaderijen chemische industrie |
Industriële Toepassingen Energie & Leefmilieu |
Chemtrade, Dupont, PVS | |
| Zwavelzuur oleum | Nylon, papier, mijnbouw, landbouw, waterbehandeling |
Consumptiegoederen & Gezondheidszorg Energie & Leefmilieu |
Chemtrade, Cornerstone, Dupont, PVS, Rentech, Southern States, verschillende smelters, verschillende meststofbedrijven, invoer |
|
| Aluin | Mijnbouw, landbouw, waterbehandeling |
Energie & Leefmilieu | Chemtrade, Kemira, Thatcher | |
| Emerging Biochemicals | ||||
| PVC | Buizen, armaturen, profielen, draden, kabels |
Bouw & Constructie | SIAMVIC® | Thai Plastic & Chemical |
| Folie, platen | Consumptiegoederen & Gezondheidszorg Industriële Toepassingen |
|||
| NaOH natronloog | Meerdere toepassingen | Consumptiegoederen & Gezondheidszorg Industriële Toepassingen Voedsel Landbouw & Veevoeder |
AGC Chemicals (Thailand) | |
| Biogebaseerde epichloorhydrine |
Epoxyharsen | Bouw & Constructie, Electro & Electronica |
EPICEROL® | Samsung Fine Chemicals Dow |
| Epichloorhydrine | Consumptiegoederen & Gezondheidszorg Automobiel & Luchtvaart |
| Aangepast | JoJ | ||
|---|---|---|---|
| In € miljoen | 2013 | 2012 herwerkt | evolutie % |
| Netto-omzet | 1 763 | 1 888 | -7% |
| Polyamide | 1 557 | 1 688 | -8% |
| Chloorvinyl | 206 | 200 | 3% |
| REBITDA | 93 | 100 | -7% |
De netto-omzet van Functional Polymers bedroeg € 1 763 miljoen en daalde 7% ten opzichte van € 1 888 miljoen in 2012. De REBITDA van het operationele segment daalde eveneens met 7% tot € 93 miljoen.
De succesvolle structurele herpositionering van Engineering Plastics versterkte het resultaat met stijgende volumes en een sterk prijszettingsvermogen. De resultaten stonden echter onder druk van een moeilijk concurrentieklimaat voor Polyamide & Intermediates en Fibras.
De resultaten van de Europese chloorvinylactiviteiten, die zullen worden bijgedragen aan de geplande joint-venture met Ineos, waren grotendeels in lijn met die van 2012. De netto-omzet bedroeg € 1 904 miljoen en de REBITDA kwam in 2013 uit op € 153 miljoen.
| Producten | Toepassingen | Markten | Handelsmerken | Concurrenten |
|---|---|---|---|---|
| Polyamide | ||||
| Polyamide & Intermediates | ||||
| Adipinezuur | Polyamide 6.6, andere producten voor polyurethaan en coatingtoepassingen, |
Industriële Toepassingen Automobiel & Luchtvaart Consumptiegoederen |
RHODIACIDTM | Invista, Ascend, CSM-CPEC, CNPC, BASF, Radici, Asahi, Lanxess |
| Hexamethyleendiamine | weekmakers | & Gezondheidszorg Bouw & Constructie Electro & Electronica |
RHODIAMINETM | Invista, Ascend, BASF, Radici, CPEC |
| Polyamidehars: W PA 6.6 W PA 6.10 W PA 6.6/6.T |
Kunststofverbindingen voor engineeringkunstoffen, industriële garens, textiel en vezeltoepassingen, banddraad, airbags |
Industriële Toepassingen Automobiel & Luchtvaart Consumptiegoederen & Gezondheidszorg Bouw & Constructie Electro & Electronica |
STABAMID® | Invista, Ascend, BASF, Radici, Asahi |
| Engineering Plastics | ||||
| Polyamide 6.6-verbindingen | TECHNYL® TECHNYL STAR® |
Dupont, Basf, Radici, Nilit, Ascend, Invista |
||
| Polyamide 6-verbindingen | TECHNYL® TECHNYL STAR® |
Basf, Lanxess, DSM, DuPont, Radici |
||
| Gerecycleerde polyamide verbindingen |
Metaalsubstitutie, brandbescherming, thermisch beheer, vloeistofbarrière |
Automobiel & Luchtvaart | TECHNYL® TECHNYL® ECO 4EARTH® |
Sterk gefragmenteerde concurrentie |
| Lange-keten polyamideverbindingen |
Electro & Electronica, Consumptiegoederen |
TECHNYL EXTEN® | Arkema, Evonik, EMS, UBE | |
| Hoge-temperatuur polyamideverbindingen |
& Gezondheidszorg Industriële Toepassingen |
TECHNYL® ONE | DuPont, EMS, DSM | |
| Polyamidepoeders | Lasersinteren | SINTERLINETM TECHNYL® POWDERS |
Evonik, Arkema | |
| Design, simulatiediensten | Metaalsubstitutie, brandbescherming, thermisch beheer, vloeistofbarrière |
MMITM ECHNYL® DESIGN | BASF | |
| Fibras | ||||
| Textielgarens | Kleding | Consumptiegoederen & Gezondheidszorg |
AMNI® EMANA® |
Hyosung, Taekwang, Nilit, Acelon, LeaLea, Fujian |
| Staple fiber | Schuurmiddelen | Consumptiegoederen & Gezondheidszorg |
Invista | |
| Industriële garens | Naaidraad, band, MRG | Consumptiegoederen & Gezondheidszorg Automobiel & Luchtvaart Industriële Toepassingen |
Kordsa, Enka, CSM, SRF |
| Aangepast | JoJ | ||
|---|---|---|---|
| In € miljoen | 2013 | 2012 herwerkt | evolutie % |
| Netto-omzet | 67 | 157 | -57% |
| Energy Services | 67 | 154 | -57% |
| Overige Corporate & Business Services | 0 | 3 | n.m. |
| REBITDA | -169 | -99 | -71% |
De netto-omzet voor 2013 bedroeg € 67 miljoen. De REBITDA kwam uit op een negatief bedrag van en € -169 miljoen. De beëindiging van de verkoop van CER's leidde tot een daling van de REBITDA met € 90 miljoen ten opzichte van 2012.
Initatieven voor operationele uitmuntendheid bij de verschillende functies en diensten hielpen om de kosteninflatie te neutraliseren. De kosten gemaakt in het kader van de viering van het 150-jarig bestaan van de Groep en nieuwe merkacties werden gecompenseerd door eenmalige effecten, zoals de positieve impact van de herziening van de verzekeringspolissen van de Groep.
De energiekosten vormen een belangrijk onderdeel van de kostenstructuur van de Groep. De netto-energiekosten werden op € 0,9 miljard geraamd in 2013. Energiebronnen waren gespreid over elektriciteit en gas (ongeveer 70%), over cokes, steenkool en antraciet (ongeveer 15%), en over stoom en andere (ongeveer 15%). De Solvay-groep voert al vele jaren een dynamisch energiebeleid. In dit verband baat Solvay een eigen energieproductiepark uit met een totaal vermogen van 1 000 MW.
Solvay Energy Services heeft de optimalisatie van de energiefactuur en de CO2-uitstoot van de Groep als opdracht. Verder lanceerde Solvay Energy Services begin 2012 een belangrijk energie-efficiëntieinitiatief, genaamd Solwatt. Deze streeft naar het verminderen van het energieverbruik en de optimalisatie van de energieproductie op de sites. Solwatt omvat eveneens de planning van het energieverbruik op middellange en lange termijn voor elke vestiging. Het wordt stapsgewijs doorgevoerd om tegen 2015 alle productievestigingen van de Groep te dekken. Het doel is om de energiefactuur van de Groep tegen 2016 met 10% te verlagen.
| IFRS | Aangepast | ||||
|---|---|---|---|---|---|
| In € miljoen | 2013 | 2012 herwerkt | 2013 | 2012 herwerkt | |
| EBIT | 647 | 1 181 | 796 | 1 357 | |
| Netto financiële lasten, waarvan: | |||||
| W Lasten op leningen | -187 | -167 | -187 | -167 | |
| W Renteopbrengsten uit leningen en termijnbeleggingen | 25 | 16 | 25 | 16 | |
| W Overige financieringsopbrengsten en -kosten | -2 | -8 | -2 | -8 | |
| W Disconteringskosten van de voorzieningen | -87 | -200 | -87 | -200 | |
| Winst/verlies (-) uit deelnemingen beschikbaar voor verkoop | 40 | -3 | 40 | -3 | |
| Resultaat vóór belastingen | 437 | 820 | 585 | 997 | |
| Belastingen op resultaat | -187 | -241 | -229 | -291 | |
| Resultaat uit voortgezette bedrijfsactiviteiten | 249 | 579 | 357 | 705 | |
| Resultaat uit bedrijfsactiviteiten | 65 | 1 | 65 | 2 | |
| Nettowinst voor het jaar | 315 | 580 | 422 | 707 | |
| Minderheidsbelangen | -44 | -17 | -44 | -17 | |
| Nettowinst – Solvay aandeel | 270 | 563 | 378 | 690 |
De Netto financiële lasten verminderden tot € 210 miljoen (tegenover € 360 miljoen in 2012). De nettoschuldenlasten bedroegen € -162 miljoen tegenover € -151 miljoen in 2012, dat een eenmalig niet-contant positief effect van € 17 miljoen inhield voortvloeiend uit het besluit om de calloptie van 2014 uit te oefenen op de hoogrentende obligatie van Rhodia ter waarde van € 500 miljoen en die in 2018 vervalt.
De kosten voor voorzieningen voor leefmilieu- en pensioenverplichtingen daalden tot € 87 miljoen tegenover € 200 miljoen in 2012, vooral als gevolg van de leefmilieureserves die in 2013 een eenmalige bijdrage van € 41 miljoen omvatten door hogere discontotarieven. In 2012 hadden lagere discontotarieven een negatief effect van € 50 miljoen.
Inkomen uit investeringen aangehouden voor verkoop bedroegen € 40 miljoen vergeleken met uitgaven voor € -2 miljoen in 2012. Het omvat voornamelijk een kapitaalwinst van € 36 miljoen uit de verkoop van een niet-essentiële financiële investering.
De aangepaste belastingen op resultaat beliepen € 229 miljoen, tegenover € 291 miljoen in 2012, en omvatten voorzieningen met betrekking tot het voorgaande jaar voor € 68 miljoen en een positieve bijdrage uit netto uitgestelde belastingposten van € 40 miljoen. Dit resulteerde in een nominaal belastingtarief van 46% (of 35% wanneer rekening wordt gehouden met niet-recurrente elementen).
Het nettoresultaat uit beëindigde bedrijfsactiviteiten kwam uit op € 65 miljoen, tegenover € 1 miljoen in 2012. Deze omvatte 3 hoofdcomponenten: het nettoresultaat van € -27 miljoen uit de Europese chloorvinylactiviteiten die ingebracht zullen worden in de geplande joint-venture met Ineos, de niet-contante waardevermindering van € 68 miljoen van de reële waardering van Solvay Indupa en de laatste contante ontvangsten uit de verkochte farmaceutische activiteiten.
De aangepaste nettowinst was € 422 miljoen, tegenover € 707 miljoen in 2012. Het Groepsaandeel van de nettowinst bedroeg € 378 miljoen en de aangepaste gewone winst per aandeel kwam uit op € 4,54. Op IFRS-basis bedroeg het Groepsaandeel € 270 miljoen.
De financiële nettoschuld bedroeg € 1 102 miljoen op het einde van december 2013, een vermindering met € 23 miljoen t.o.v. € 1 125 miljoen op het einde van december 2012. De brutoschuld daalde van € 3 652 miljoen op het einde van 2012 tot € 3 515 miljoen, waarbij de beschikbare geldmiddelen werden gebruikt om schulden terug te betalen. In 2014 beschikt Solvay over de mogelijkheid om € 500 miljoen EMTN-obligaties (met vervaldag in januari 2014) terug te betalen. Ze heeft ook beslist om in 2014 de eerste call-optie uit te oefenen op de € 500 miljoen Rhodia senior High Yield notes met vervaldag in 2018.
In november 2013, na de overname van Chemlogics voor € 1 345 miljoen, die, gefinancierd werd met beschikbare cash, gaf de Groep hybride obligaties uit voor € 1,2 miljard. Deze worden als eigen vermogen onder IFRS behandeld en hebben tot doel de balans van de Groep verder te versterken in het licht van de herfinanciering van de aflopende schulden in 2014 en daarna.
Het eigen vermogen bedroeg € 7 453 miljoen op het einde van 2013, tegenover € 6 574 miljoen op het einde van 2012.
Op het einde van 2013 bedroeg de "netto schuld tot eigen vermogen" ratio 14,8%.
De kredietratings op lange en korte termijn van Solvay zijn Baa1/P2 (met negatieve outlook) bij Moody's en BBB+/A2 (met stabiele outlook) bij Standard & Poor's.
De Vrije kasstroom bedroeg € 524 miljoen, inclusief de kasstroom uit beëindigde bedrijfsactiviteiten van € 235 miljoen.
De kasstroom uit bedrijfsactiviteiten bedroeg € 1 278 miljoen tegenover € 1 457 miljoen in 2012. Naast de nettowinst van € 315 miljoen, bestond deze uit:
De kasstroom uit investeringsactiviteiten bedroeg € 1 732 miljoen negatief en omvatte de overname van Chemlogics van € 881 miljoen en investeringsuitgaven ten belope van € 810 miljoen, inclusief € 102 miljoen voor beëindigde bedrijfsactiviteiten.
| In € miljoen | Investeringen in 2013 |
|---|---|
| Advanced Formulations | 136 |
| Advanced Materials | 213 |
| Performance Chemicals | 187 |
| Functional Polymers | 74 |
| Corporate & Business Services | 98 |
| GROEP | 708 |
De totale investeringen in 2013 bedroegen € 708 miljoen.
Naast investeringsuitgaven voor gezondheid, veiligheid & leefmilieu en voor onderhoud, investeerde de Groep op selectieve wijze in een aantal strategische projecten, waarbij de prioriteit uitging naar activiteiten en regio's met een hoger en duurzamer groeipotentieel. Verschillende groei-investeringen werden in 2013 verwezenlijkt in Solvay's groeimotoren (growth engines) en in Solvay's veerkachtige (highly resilient) activiteiten. De belangrijkste investeringen zijn de volgende:
In Advanced Formulations
Onderzoek & Innovatie
dochter van LyondellBasell, die de groeiende Noord-Amerikaanse markt zal bedienen;
| Nettokosten Onderzoek & Innovatie in 2013 |
|---|
| 52 |
| 90 |
| 20 |
| 22 |
| 53 |
| 237 |
De netto kosten voor onderzoek & innovatie in 2013 bedroegen € 237 miljoen.
Het beleid en de organisatie van Solvay's onderzoeks- & innovatie worden beschreven op de bladzijden 39 tot 43 van dit Jaarverslag.
Op 31 december 2013 telde de Solvay-groep 29 400 medewerkers, gemeten in voltijdse equivalenten, tegenover 29 100 op 31 december 2012. Aanvullende informatie over Human Resources en de organisatie van de Groep zijn te vinden op de bladzijden 20 tot 22 van dit Jaarverslag.
| In € miljoen | 2013 | 2012 |
|---|---|---|
| Te bestemmen winst van het boekjaar | 359 | 933 |
| Overgedragen winst | 4 174 | 3 513 |
| TOTAAL TER BESCHIKKING VAN DE ALGEMENE VERGADERING | 4 533 | 4 446 |
| Verwerking: | ||
| Brutodividend | 271 | 271 |
| Overgedragen winst | 4 262 | 4 175 |
| TOTAAL | 4 533 | 4 446 |
Solvay nv is een naamloze vennootschap naar Belgisch recht met maatschappelijke zetel in de Ransbeekstraat 310 te 1120 Brussel. Solvay nv heeft twee filialen: Solvay nv Frankrijk (25 rue de Clichy, 75009 Paris, Frankrijk) en Solvay nv Italië (Via Piave 6, 57013 Rosignano, Italië).
De jaarrekening van Solvay nv wordt opgemaakt volgens de in het Belgisch recht geldende algemeen aanvaarde boekhoudkundige principes en omvat ook de Franse en Italiaanse filialen.
De voornaamste activiteiten van Solvay nv zijn de controle over en het beheer van een aantal participaties in de vennootschappen van de Groep en de financiering van de Groep via de bank- en obligatiemarkt. Ook beheert ze het onderzoekscentrum in Neder-Over-Heembeek (België) en een zeer beperkt aantal industriële en commerciële activiteiten die niet in dochterondernemingen zijn ondergebracht.
Het operationeel resultaat is het saldo van de werkingskosten van het hoofdkantoor, gedeeltelijk gecompenseerd door inkomsten uit industriële en commerciële activiteiten die niet in dochterondernemingen zijn ondergebracht.
Het resultaat uit de gewone bedrijfsuitoefening vóór belasting bedroeg € 220 miljoen op het einde van 2013, tegenover € 1 062 miljoen vorig jaar. Hierin zitten ook de dividenden uit verschillende participaties (€ 535 miljoen in 2013) en het verschil tussen betaalde en ontvangen interesten voortvloeiend uit de financieringsactiviteiten.
Het saldo van de uitzonderlijke resultaten voor 2013 bedroeg € 102 miljoen tegen € 149 miljoen in 2012. De hoofdpost (€ 147 miljoen) is het gevolg van terugboekingen van bijzondere waardeverminderingen op enkele participaties.
De nettowinst van Solvay nv kwam in 2013 uit op € 359 miljoen, tegenover € 933 miljoen in 2012. Omdat er geen overdracht is naar de belastingvrije reserves bedraagt de te bestemmen overgedragen winst € 4 533 miljoen.
De gevoelige waardevermindering van de Argentijnse peso (ARS) die onlangs heeft plaatsgevonden, zal een bijkomende negatieve impact hebben op het omzetresultaat van Solvay Indupa.
Begin 2014 werd een proces opgestart om de desinvestering van Eco Services (Performance Chemicals) te onderzoeken. Eco Services is actief in de recyclage van zwavelzuur binnen de Amerikaanse olie- en gasindustrie.
Er waren geen andere belangrijke gebeurtenissen na balansdatum.
Tot dusver in het jaar tonen een aantal van Solvay's eindmarkten vroege tekenen van verbetering en de Groep is goed geplaatst om te profiteren van een beter macro-economisch klimaat. Ofschoon Solvay voorzichtig blijft, heeft het vertrouwen dat de REBITDA in 2014 zal groeien, mede dankzij de resultaten van de programma´s voor operationele uitmuntendheid.
Het risicomanagement (geïdentificeerde processen en risico's en de acties die werden ondernomen om ze te beperken) wordt beschreven op de bladzijden 148 tot 161 van dit verslag.
Het beheer van financiële risico's en elk gebruik van financiële instrumenten om deze af te dekken worden beschreven op de bladzijden 153 tot 154 van dit verslag.
De opdracht, samenstelling en werkwijze van het Auditcomité worden beschreven op de bladzijden 170 tot 178 van dit verslag.
De Verklaring inzake deugdelijk bestuur is opgenomen op de bladzijden 164 tot 196 van dit verslag. Deze bevat onder meer een beschrijving van de juridische structuur en het aandeelhouderschap van Solvay, zijn beleid op het vlak van maatschappelijk kapitaal en dividend, de werkwijze op de aandeelhoudersvergaderingen, de samenstelling en de werkwijze van de Raad van Bestuur en de ervan afhangende comités, de samenstelling en de manier van werken van het Uitvoerend Comité, het vergoedingenbeleid en het meest recente Verslag over de vergoedingen, een beschrijving van de voornaamste kenmerken van de systemen voor interne controle en het risicomanagement, de maatregelen die Solvay neemt om conform te zijn met de Belgische regels inzake marktmisbruik, en een beschrijving van de gedragscode van de Groep.
| IFRS | |||||
|---|---|---|---|---|---|
| In € miljoen | 2009 | 2010 | 2011 | 2012 | 2013 |
| Omzet | 8 485 | 7 109 | 8 109 | 12 831 | 10 367 |
| Netto-omzet | 8 001 | 12 435 | 9 938 | ||
| REBITDA | 1 439 | 1 051 | 1 208 | 2 022 | 1 663 |
| REBITDA / netto-omzet (in %) | 17 | 15 | 15 | 16 | 17 |
| REBIT | 969 | 633 | 748 | 1 227 | 886 |
| Totaal afschrijvingen en waardeverminderingen | 496 | 717 | 455 | 794 | 752 |
| EBIT | 864 | 305 | 560 | 1 275 | 647 |
| Nettowinst aandeel Solvay | 515 | 1 777 | 247 | 584 | 270 |
| Winst per aandeel (gewone) (in €) | 6,28 | 21,85 | 3,04 | 7,10 | 3,25 |
| Onderzoeksuitgaven | 555 | 181 | 156 | 261 | 247 |
| Investeringen | 567 | 538 | 4 797 | 826 | 1 809 |
| Vrije kasstroom | 327 | 787 | 524 | ||
| Financiële gegevens | |||||
| Eigen vermogen(1) | 5 160 | 6 839 | 6 653 | 6 596 | 7 453 |
| Nettoschuld | 1 333 | -2 902 | 1 760 | 1 125 | 1 102 |
| Nettoschuld/Eigen vermogen (in %) | 26 | NA | 26 | 17 | 15 |
| Brutodividend per aandeel (in €) | 2,93 | 3,07 | 3,07 | 3,20 | 3,20 |
| Bruto-uitkering aan Solvay-aandeelhouders | 241 | 240 | 250 | 271 | 271 |
| Personneels data | |||||
| Personeelsaantal per 31 december | 28 204 | 16 785 | 29 121 | 29 103 | 29 389 |
| Personeelskosten | 2 016 | 1 339 | 1 422 | 2 302 | 2 143 |
(1) Eigen vermogen 2013 omvat hybride obligaties
| Aangepast | |||||
|---|---|---|---|---|---|
| In € miljoen | 2011 pro forma | 2012 | 2012 herwerkt | 2013 | |
| Netto-omzet | 12 693 | 12 435 | 10 515 | 9 938 | |
| REBITDA | 2 068 | 2 067 | 1 896 | 1 663 | |
| REBITDA /netto-omzet (in %) | 16 | 17 | 18 | 17 | |
| REBIT | 1 408 | 1 403 | 1 303 | 1 035 | |
| Totaal afschrijvingen en waardeverminderingen | 655 | 663 | 593 | 603 | |
| EBIT | 1 425 | 1 451 | 1 357 | 796 | |
| Nettowinst – Solvay aandeel | 710 | 690 | 378 | ||
| Winst per aandeel (gewone) (in €) | 8,63 | 8,37 | 4,54 | ||
| Onderzoeksuitgaven | 218 | 261 | 247 | 237 | |
| Investeringen | 1 058 | 826 | 826 | 1 809 | |
| Vrije kasstroom | 656 | 787 | 787 | 524 |
Op een aangepaste basis bedroeg de gewone winst per aandeel € 4,54 in 2013 tegenover € 8,37 in 2012, wat verklaard wordt door de evolutie van het operationeel resultaat.
Op IFRS-basis bedroeg de gewone winst per aandeel € 3,25 in 2013 tegenover € 6,84 in 2012.
De Raad van Bestuur van 24 februari 2014 heeft besloten om tijdens de gewone algemene vergadering van 13 mei 2014 de betaling voor te stellen van een totaal brutodividend van € 3,20 per aandeel (€ 2,40 netto per aandeel).
Het dividend voor het fiscaal jaar 2013 is stabiel gebleven t.o.v. het dividend voor het fiscaal jaar 2012, wat in lijn is met het dividendbeleid van de Groep om waar mogelijk een stabiel tot stijgend dividend te handhaven en voor zover het kan het dividend nooit te verminderen. Het dividend is in de laatste 30 jaar nooit gedaald en werd in sommige jaren opgetrokken.
Gelet op het interimdividend van € 1,3333 bruto per aandeel (€ 1,00 netto per aandeel; coupon nr. 93), dat al op 23 januari 2014 betaald werd, zal het saldo van het dividend voor 2013, dat gelijk is aan € 1,8667 bruto per aandeel (€ 1,40 netto per aandeel; coupon nr. 94), betaald worden op 20 mei 2014. De aandelen Solvay zullen "exdividend" worden verhandeld op NYSE Euronext vanaf 15 mei 2014.
| In € | 2009 | 2010 | 2011 | 2012 | 2013(1) |
|---|---|---|---|---|---|
| Eigen vermogen(1) | 57,87 | 78,95 | 75,79 | 80,14 | 89,63 |
| REBITDA | 16,74 | 12,92 | 14,87 | 24,57 | 20,00 |
| Gewone winst | 6,28 | 21,85 | 3,04 | 7,10 | 3,25 |
| Gewone winst uit voortgezette bedrijfsactiviteiten | 2,59 | 0,62 | 3,51 | 7,08 | 2,47 |
| Verwaterde winst | 6,28 | 21,80 | 3,03 | 7,06 | 3,22 |
| Verwaterde winst uit voortgezette bedrijfsactiviteiten | 2,59 | 0,62 | 3,49 | 7,04 | 2,45 |
| Aantal uitgegeven aandelen (in duizendtallen) op 31 december |
84 701 | 84 701 | 84 701 | 84 701 | 84 701 |
| Gemiddeld aantal aandelen (in duizendtallen) voor de berekening van de nettowinst per aandeel |
82 143 | 81 320 | 81 224 | 82 305 | 83 151 |
| Gemiddeld aantal aandelen (in duizendtallen) voor de berekening van de verwaterde nettowinst per aandeel |
82 186 | 81 499 | 81 546 | 82 696 | 83 843 |
| Brutodividend | 2,93 | 3,07 | 3,07 | 3,20 | 3,20 |
| Nettodividend | 2,20 | 2,30 | 2,30 | 2,40 | 2,40 |
| Hoogste koers | 77,8 | 81,9 | 111,6 | 109,8 | 118,9 |
| Laagste koers | 42,0 | 67,8 | 61,5 | 62,1 | 97,4 |
| Koers op 31 december | 75,6 | 79,8 | 63,7 | 108,6 | 115,0 |
| Koers/winst op 31 december | 12,0 | 3,6 | 21,0 | 15,3 | 35,4 |
| Nettodividendrendement (in %) | 3 | 3 | 2 | 2 | |
| Brutodividendrendement (in %) | 4 | 4 | 3 | 3 | |
| Jaarlijks volume (in duizend aandelen) | 71 259 | 47 028 | 63 462 | 77 846 | 54 437 |
| Jaarlijks volume (in € miljoen) | 4 414 | 3 481 | 5 522 | 6 796 | 5 960 |
| Beurskapitalisatie per 31 december (in € miljard) | 6,4 | 6,8 | 5,4 | 9,2 | 9,7 |
| Omloopsnelheid (in %) | 85 | 56 | 78 | 92 | 63 |
| Omloopsnelheid herwerkt voor free-float (in %) | 122 | 80 | 111 | 131 | 94 |
(1) Eigen vermogen 2013 omvat hybride obligaties
Deze jaarrekening werd door de Raad van Bestuur vrijgegeven voor publicatie op 24 februari 2014. Ze werd opgesteld in overeenstemming met de IFRS-grondslagen voor financiële verslaggeving, zoals beschreven in de volgende pagina's.
d. de nettowinst van Chlorovinyls, Solvay Indupa en de aanpassingen na de sluiting van de verkoop van deze farmabedrijven werden opgenomen in het resultaat uit beëindigde bedrijfsactiviteiten in 2013. De winst- en verliesrekening voor 2012 is bijgevolg ook herwerkt voor Chlorovinyls;
e. het kasstroomoverzicht maakt geen onderscheid tussen voortgezette en beëindigde bedrijfsactiviteiten. In een afzonderlijk overzicht staan de kasstromen uit operationele, investeringsen financieringsactiviteiten weergegeven voor de beëindigde bedrijfsactiviteiten (zie toelichting 23).
| In € miljoen | Toelichtingen | 2013 | 2012 |
|---|---|---|---|
| Omzet | (1)(2) | 10 367 | 10 910 |
| Opbrengsten uit niet-kernactiviteiten | 429 | 395 | |
| Netto-omzet | 9 938 | 10 515 | |
| Kostprijs van de omzet | -8 043 | -8 546 | |
| Brutomarge | 2 324 | 2 364 | |
| Commerciële en administratieve kosten | -1 199 | -1 076 | |
| Kosten van Onderzoek en Ontwikkeling | -237 | -247 | |
| Overige operationele opbrengsten en kosten | (4) | -94 | -97 |
| Winst uit investeringen geboekt volgens de vermogensmutatiemethode | (5) | 92 | 183 |
| REBIT | 886 | 1 127 | |
| Niet-recurrente elementen | (6) | -239 | 55 |
| EBIT | 647 | 1 181 | |
| Lasten als gevolg van leningen | (7) | -187 | -167 |
| Renteopbrengsten uit leningen en termijnbeleggingen | (7) | 25 | 16 |
| Overige financieringsopbrengsten en -kosten | (7) | -2 | -8 |
| Disconteringskosten van de voorzieningen | (7) | -87 | -200 |
| Opbrengsten/verliezen uit deelnemingen beschikbaar voor verkoop | 40 | -3 | |
| Resultaat vóór belastingen | 437 | 820 | |
| Belastingen op resultaat | (8) | -187 | -241 |
| Resultaat uit voortgezette bedrijfsactiviteiten | 249 | 579 | |
| Beëindigde bedrijfsactiviteiten | (13) | 65 | 1 |
| Nettowinst van het jaar | (12) | 315 | 580 |
| Minderheidsbelangen | -44 | -17 | |
| Aandeel van Solvay in nettowinst | (9) | 270 | 563 |
| Gewone winst per aandeel uit voortgezette bedrijfsactiviteiten (in €) | (11) | 2,47 | 6,28 |
| Gewone winst per aandeel uit beëindigde bedrijfsactiviteiten (in €) | 0,78 | 0,56 | |
| Gewone winst per aandeel (in €) | 3,25 | 6,84 | |
| Verwaterde winst per aandeel uit voortgezette bedrijfsactiviteiten (in €) | (11) | 2,45 | 6,25 |
| Verwaterde winst per aandeel uit beëindigde bedrijfsactiviteiten (in €) | 0,78 | 0,56 | |
| Verwaterde winst per aandeel (in €) | 3,23 | 6,81 | |
| RATIO'S | |||
| Brutomarge in % van de omzet | 22,4% | 21,7% | |
| Times charges earned | 5,4 | 7,1 | |
| Belasting op resultaat / Resultaat vóór belastingen | 42,9% | 29,4% |
Times charges earned = REBIT/financieringskosten. De toelichtingen volgen op de gedetailleerde jaarrekening.
| In € miljoen | Toelichtingen | 2013 | 2012 |
|---|---|---|---|
| REBITDA | (3) | 1 663 | 1 896 |
| Aangepaste nettowinst | (10) | 422 | 707 |
| In € miljoen | Toelichtingen | 2013 | 2012 |
|---|---|---|---|
| Nettowinst van het jaar | 315 | 580 | |
| Andere elementen van het totaalresultaat (other comprehensive income) | |||
| Elementen die geherklasseerd kunnen worden | |||
| Hyperinflatie | (14) | 30 | |
| Winsten en verliezen op herwaarderingen van voor verkoop beschikbare financiële activa | (14) | -23 | 14 |
| Winsten en verliezen op afdekkingsinstrumenten in een kasstroomafdekking | (14) | -9 | 11 |
| Wisselkoersverschillen | (14) | -356 | -129 |
| Elementen die niet geherklasseerd kunnen worden | |||
| Herwaarderingen van de netto verplichting inzake toegezegde pensioenrechten voordeel | (14) | 109 | -419 |
| Winstbelastingen met betrekking tot andere elementen van het totaalresultaat | |||
| Winstbelasting met betrekking tot de andere elementen van het totaalresultaat | (14) | -38 | 44 |
| Andere elementen van het totaalresultaat na aftrek van de daarmee verband houdende winstbelastingen (other comprehensive income) |
-287 | -478 | |
| Totaalresultaat van het jaar (totaal comprehensive income) | 28 | 102 | |
| toegerekend aan de: | |||
| W eigenaars van de moedermaatschappij | 25 | 101 | |
| W minderheidsbelangen | 3 | 1 |
De hieronder vermelde bedragen omvatten het effect van de beëindigde bedrijfsactiviteiten.
| In € miljoen | Toelichtingen | 2013 | 2012 |
|---|---|---|---|
| Nettowinst | 315 | 580 | |
| W Afschrijvingen en bijzondere waardevermindering van activa(1) | (15) | 929 | 794 |
| W Winst van geassocieerde deelnemingen en joint-ventures geboekt volgens de vermogensmutatiemethode |
-93 | -184 | |
| W Nettofinancieringskosten en opbrengsten/verliezen uit deeelnemingen beschikbaar voor verkoop |
245 | 401 | |
| W Belastingen op resultaat | (16) | 232 | 295 |
| Wijziging in het bedrijfskapitaal | (17) | 54 | 54 |
| Wijziging in de voorzieningen | (18) | -245 | -310 |
| Dividenden ontvangen van geassocieerde deelnemingen en joint-ventures geboekt volgens de vermogensmutatiemethode |
83 | 53 | |
| Betaalde belastingen | (16) | -262 | -179 |
| Andere | (19) | 20 | -47 |
| Kasstromen uit bedrijfsactiviteiten | 1 278 | 1 457 | |
| Verwerving (-) van dochterondernemingen | (20) | -878 | -2 |
| Verwerving (-) van deelnemingen – Andere | (20) | -121 | -39 |
| Leningen aan geassocieerde en niet-geconsolideerde deelnemingen | (20) | -23 | 0 |
| Vervreemding (+) van deelnemingen | (20) | 44 | 191 |
| Verwerving (-) van materiële vaste activa en immateriële activa | (20) | -810 | -785 |
| Vervreemding (+) van materiële vaste en immateriële activa | (20) | 33 | 109 |
| Dividend uit voor verkoop beschikbare beleggingen | 4 | 1 | |
| Wijziging in financiële vaste activa | 18 | 4 | |
| Kasstromen uit investeringsactiviteiten | -1 732 | -520 | |
| Verhoging (+)/terugbetaling (-) van kapitaal | 0 | -28 | |
| Opbrengsten uit de uitgifte van een obligatie als eigen vermogen geklasseerd | (21) | 1 191 | 0 |
| Verwerving (-)/vervreemding (+) van eigen aandelen | -1 | 142 | |
| Netto wijzigingen in de schulden | -120 | -379 | |
| Wijzigingen in de overige vlottende financiële activa | 205 | -294 | |
| Betaalde interesten | -198 | -176 | |
| Betaalde dividenden | -343 | -278 | |
| Andere | (22) | -61 | -67 |
| Kasstromen uit financieringsactiviteiten | 672 | -1 081 | |
| Nettowijziging in de geldmiddelen en kasequivalenten | 218 | -144 | |
| Wisselkoerswijzigingen | -53 | -22 | |
| Geldmiddelen bij de opening van het boekjaar | 1 778 | 1 943 | |
| Geldmiddelen bij de sluiting van het boekjaar(2) | (33) | 1 943 | 1 778 |
| VRIJE KASSTROOM UIT VOORTGEZETTE BEDRIJFSACTIVITEITEN(3) | 290 | 679 | |
| VRIJE KASSTROOM UIT BEËINDIGDE BEDRIJFSACTIVITEITEN(3) | 235 | 108 | |
| TOTAAL VRIJE KASSTROOM | 524 | 787 |
(1) Op materiële vaste activa, immateriële activa en goodwill.
(2) Met inbegrip van geldmiddelen geklasseerd als aangehouden voor verkoop (€ 11 miljoen in 2013 en € 10 miljoen in 2012).
(3) Vrije kasstroom = Kasstroom uit bedrijfsactiviteiten (met inbegrip van dividenden ontvangen van geassocieerde ondernemingen en joint-ventures) + kasstroom uit investeringsactiviteiten, behalve verwerving/ verkoop van dochterondernemingen en andere deelnemingen.
De toelichtingen volgen op de gedetailleerde jaarrekening.
| In € miljoen | Toelichtingen | 2013 | 2012 |
|---|---|---|---|
| Kasstromen uit bedrijfsactiviteiten | 337 | 252 | |
| Kasstromen uit investeringsactiviteiten | -102 | -144 | |
| Kasstromen uit financieringsactiviteiten | -22 | -29 | |
| NETTOWIJZIGING IN DE GELDMIDDELEN | (23) | 213 | 79 |
| In € miljoen Toelichtingen |
2013 | 2012 |
|---|---|---|
| ACTIVA | ||
| Vaste activa | 11 191 | 11 602 |
| Immateriële activa (25) |
1 620 | 1 462 |
| Goodwill (26) |
3 096 | 2 717 |
| Materiële vaste activa (27) |
4 679 | 5 393 |
| Deelnemingen beschikbaar voor verkoop (28) |
38 | 66 |
| Geassocieerde deelnemingen en joint-ventures (29) |
889 | 869 |
| Overige deelnemingen (30) |
111 | 123 |
| Uitgestelde belastingvorderingen (8b) |
502 | 548 |
| Leningen en andere activa op lange termijn (34) |
257 | 424 |
| Vlottende activa | 7 242 | 6 728 |
| Voorraden (31) |
1 267 | 1 422 |
| Handelsvorderingen (34) |
1 322 | 1 657 |
| Fiscale vorderingen | 35 | 13 |
| Overige vlottende vorderingen – Financiële instrumenten (34) |
481 | 758 |
| Overige vlottende vorderingen – Andere | 583 | 685 |
| Geldmiddelen en kasequivalenten (33) |
1 932 | 1 768 |
| Activa aangehouden voor verkoop (13) |
1 621 | 425 |
| Totaal van de activa | 18 433 | 18 330 |
| PASSIVA | ||
| Totaal eigen vermogen | 7 453 | 6 574 |
| Aandelenkapitaal | 1 271 | 1 271 |
| Reserves | 5 804 | 4 859 |
| Minderheidsbelangen | 378 | 443 |
| Langlopende verplichtingen | 6 838 | 8 226 |
| Voorzieningen op lange termijn: personeelsbeloningen (32) |
2 684 | 2 987 |
| Overige voorzieningen op lange termijn (32) |
773 | 1 214 |
| Uitgestelde belastingverplichtingen (8b) |
469 | 489 |
| Financiële schulden op lange termijn (33) |
2 745 | 3 321 |
| Overige verplichtingen op lange termijn | 166 | 216 |
| Kortlopende verplichtingen | 4 142 | 3 530 |
| Voorzieningen op korte termijn: personeelsbeloningen (32) |
63 | |
| Overige voorzieningen op korte termijn (32) |
339 | 243 |
| Financiële schulden op korte termijn (33) |
769 | 331 |
| Handelsschulden (34) |
1 353 | 1 617 |
| Fiscale schulden | 17 | 69 |
| Te betalen dividenden | 112 | 103 |
| Overige verplichtingen op korte termijn | 602 | 768 |
| Verplichtingen verbonden aan activa aangehouden voor verkoop (13) |
949 | 337 |
| Totaal van de passiva | 18 433 | 18 330 |
| RATIO | ||
| Nettoschulden / eigen vermogen | 14,8% | 17,1% |
Nettoschulden = financiële schulden op korte en lange termijn – geldmiddelen en kasequivalenten.
De toelichtingen volgen op de gedetailleerde jaarrekening
| Eigen vermogen toe te rekenen aan de aandeelhouders van de moedermaatschappij | ||||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Herwaarderingsreserve (reële waarde) | ||||||||||||
| In € miljoen | Aandelen kapitaal Agio |
Ingehouden winsten |
Hybride obligaties |
Eigen aandelen |
Wissel koers verschillen |
Deelnemingen beschikbaar voor verkoop |
Kasstroom afdekkingen |
Toegezegde pensioen plannen |
Totaal reserves |
Minder heids belangen |
Totaal eigen vermogen |
|
| Saldo per 31 december 2011 |
1 271 | 18 | 5 693 | -292 | -332 | 3 | 12 | -217 | 4 885 | 497 | 6 653 | |
| Herziene van | ||||||||||||
| IAS 19 Saldo per 31 december |
-19 | -19 | -1 | -20 | ||||||||
| 2011 Winst van de periode |
1 271 | 18 | 5 674 563 |
-292 | -332 | 3 | 12 | -217 | 4 866 563 |
496 17 |
6 633 580 |
|
| Andere elementen van het totaalresultaat |
-121 | 14 | 3 | -358 | -462 | -16 | -478 | |||||
| Totaalresultaat | 563 | -121 | 14 | 3 | -358 | 101 | 1 | 102 | ||||
| Kosten van | ||||||||||||
| aandelenopties | 11 | 11 | 11 | |||||||||
| Dividenden | -255 | -255 | -25 | -280 | ||||||||
| Verwerving/ vervreemding van eigen aandelen |
143 | 143 | 143 | |||||||||
| Toename (Afname) via wijzigingen in deelneming zonder verlies van |
||||||||||||
| zeggenschap Andere |
-1 5 |
-11 | -1 -6 |
-31 3 |
-32 -3 |
|||||||
| Saldo per 31 december 2012 |
1 271 | 18 | 5 997 | -160 | -453 | 17 | 15 | -575 | 4 860 | 443 | 6 574 | |
| Winst van de periode |
270 | 270 | 44 | 315 | ||||||||
| Andere elementen van het totaalresultaat inbegrepen hyperinflatie(1) |
20 | -315 | -23 | -9 | 81 | -245 | -41 | -287 | ||||
| Totaalresultaat | 291 | -315 | -23 | -9 | 81 | 25 | 3 | 28 | ||||
| Hybride obligaties(2) |
1 194 | 1 194 | 1 194 | |||||||||
| Kosten van aandelenopties |
10 | 10 | 10 | |||||||||
| Dividenden | -276 | -276 | -76 | -352 | ||||||||
| Verwerving/ vervreemding van eigen aandelen |
-1 | -1 | -1 | |||||||||
| Resultaat op verkoop van eigen aandelen |
-29 | 29 | 0 | 0 | ||||||||
| Toename (Afname) via wijzigingen in deelneming zonder verlies van zeggenschap |
-8 | -8 | 8 | |||||||||
| Saldo per 31 december 2013 |
1 271 | 18 | 5 985 | 1 194 | -132 | -768 | -6 | 6 | -494 | 5 804 | 378 | 7 453 |
(1) Impact op eigen vermogen na toepassing van IAS 29, voornamelijk het gevolg van de herbewerking van niet-monetaire activa (zoals vermogen, bedrijfsinstallatie en uitrusting) om de koopkracht te weerspiegelen aan het eind van het boekjaar "met gebruik van een algemene prijsindex vanaf de datum waarop deze voor het eerst zijn opgenomen."
(2) Als gevolg van de overname van Chemlogics en om de kapitaalstructuur van Solvay te versterken werd er een hybride obligatie uitgegeven voor een waarde van € 1,2 miljard. Deze obligatie wordt behandeld als eigen-vermogeninstrument, gezien aan de IAS 32 criteria is voldaan.
| TABLE OF CONTENTS IFRS – grondslagen voor financiële verslaggeving |
|||||
|---|---|---|---|---|---|
| IFRS accounting policies Cruciale beoordelingen en belangrijkste bronnen |
54 | ||||
| van schattingsonzekerheden | 86 | ||||
| Critical accounting judgments and key sources | |||||
| of estimation uncertainty Algemene beschrijving van de segmenten |
67 87 |
||||
| General description of the segments Toelichtingen bij de winst- en verliesrekening |
68 88 |
||||
| TOELICHTING 1 NOTE 1 |
Financiële gegevens per segment (Winst‑ en Notes to the income statement verliesrekening per segment na overboeking naar beëindigde bedrijfsactiviteiten van Chlorovinyls en Solvay Indupa) Financial data by business segment |
69 88 xx |
|||
| TOELICHTING 2 NOTE 2 |
Omzet per land en regio (voortgezette Financial data by country and region bedrijfsactiviteiten) |
xx 90 |
|||
| NOTE 3 TOELICHTING 3 NOTE 4 |
Cross margin REBITDA (niet-IFRS meetstelsel) Commercial and administrative costs |
xx 92 xx |
|||
| TOELICHTING 4 NOTE 5 |
Overige operationele opbrengsten en kosten Research and development costs (opgenomen in REBITDA) |
xx 92 |
|||
| NOTE 6 TOELICHTING 5 NOTE 7 |
Other operating gains and losses Aandeel in de winst/verlies van geassocieerde ondernemingen en joint-ventures geboekt Earnings from joint ventures and associates volgens de vermogensmutatiemethode accounted |
xx 93 |
|||
| TOELICHTING 6 | for using the equity method Niet-recurrente elementen |
xx 93 |
|||
| NOTE 8 TOELICHTING 7 |
REBITA (recurring EBITDA) Nettofinancieringskosten |
xx 94 |
|||
| NOTE 9 TOELICHTING 8 |
Non-recurring items Belastingen op resultaat en uitgestelde belastingen |
xx 95 |
|||
| NOTE 10 TOELICHTING 9 |
Net financial charges Gewone winst |
xx 97 |
|||
| NOTE 11 | Income taxes and deferred taxes TOELICHTING 10 Aangepaste gewone winst (niet-IFRS meetstelsel) |
xx 97 |
|||
| NOTE 12 | Group net income TOELICHTING 11 Winst per aandeel |
xx 97 |
|||
| NOTE 13 | Earnings per share TOELICHTING 12 Personeelskosten |
xx 98 |
|||
| NOTE 14 NOTE 15 |
Personnel expenses TOELICHTING 13 Beëindigde bedrijfsactiviteiten en activa aangehouden voor verkoop Discontinued operations and assets held for sale |
xx 98 xx |
|||
| van het totaalresultaat | Toelichtingen bij het overzicht Notes to the statement of comprehensive income |
79 100 |
|||
| NOTE 16 | Consolidated statement of comprehensive income TOELICHTING 14 Geconsolideerd overzicht van het totaalresultaat |
xx 100 |
|||
| NOTE 17 | Notes to the statement of cash flows Toelichtingen bij het kasstroomoverzicht (voortgezette en beëindigde bedrijfsactiviteiten) Depreciation, amortization and impairments |
80 101 xx |
|||
| NOTE 18 | Changes in working capital TOELICHTING 15 Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen 101 |
xx | |||
| NOTE 19 | Changes in provisions TOELICHTING 16 Winstbelastingen |
xx 101 |
|||
| NOTE 20 | Other non-operating and non cash items TOELICHTING 17 Wijziging in het bedrijfskapitaal |
xx 101 |
|||
| NOTE 21 | Cash flows linked to the acquisition / TOELICHTING 18 Wijzigingen in de voorzieningen disposal of assets and investments |
101 xx |
|||
| NOTE 22 | TOELICHTING 19 Overige niet-operationele en niet cash elementen Capital increase / redemption |
101 xx |
|||
| NOTE 23 | TOELICHTING 20 Kasstromen verbonden met de verwerving/ Cash flows from discontinued operations verkoop van activa en deelnemingen |
xx 101 |
|||
| TOELICHTING 21 Opbrengsten uit de uitgifte van obligaties die ondergebracht worden in eigen vermogen |
102 | ||||
| TOELICHTING 22 Overige kasstromen uit financieringsactiviteiten | 102 | ||||
| TOELICHTING 23 Kasstromen uit beëindigde bedrijfsactiviteiten | 102 |
TOELICHTING 24 Opties en verwerving/verkoop van eigen aandelen 102
| Options and acquisition / sale of treasury shares NOTE 24 Toelichtingen bij de balans 104 |
||||
|---|---|---|---|---|
| TOELICHTING 25 Immatriële activa | 104 | |||
| TOELICHTING 26 Goodwill (balance sheet) |
Notes to the statement of financial position | 105 83 |
||
| NOTE 25 | TOELICHTING 27 Materiële vaste activa (met inbegrip van financiële leaseovereenkomsten) Intangible assets |
107 xx |
||
| NOTE 26 | TOELICHTING 28 Deelnemingen beschikbaar voor verkoop Goodwill |
108 xx |
||
| NOTE 27 | TOELICHTING 29 Geassocieerde deelnemingen en joint-ventures Tangible assets (including finance leases) |
109 xx |
||
| NOTE 28 | TOELICHTING 30 Overige deelnemingen Available-for-sale investments |
109 xx |
||
| TOELICHTING 31 Voorraden NOTE 29 |
Investments in associates and joint ventures | 109 xx |
||
| TOELICHTING 32 Voorzieningen NOTE 30 |
Other investments | 110 xx |
||
| TOELICHTING 33 Nettoschuld NOTE 31 |
Inventories | 117 xx |
||
| NOTE 32 NOTE 33 |
TOELICHTING 34 Financiële instrumenten en beheer van financiële Provisions risico's Net indebtedness |
xx 119 xx |
| Toelichtingen bij het mutatieoverzicht | |
|---|---|
| van het eigen vermogen | 130 |
| Overige toelichtingen | 131 | |
|---|---|---|
| Miscellaneous notes NOTE 35 |
TOELICHTING 35 Verbintenissen tot verwerving van materiële en immateriële vaste activa Commitments to acquire tangible and intangible asset xx |
113 131 |
| NOTE 36 | TOELICHTING 36 Dividenden voorgesteld voor uitkering maar nog Dividends proposed for distribution but not yet niet opgenomen als uitkering aan aandeelhouders recognized |
131 |
| as a distribution to equity holders TOELICHTING 37 Voorwaardelijke verplichtingen |
xx 131 |
|
| NOTE 37 | Contingent liabilities TOELICHTING 38 Joint-ventures en geassocieerde deelnemingen |
xx 131 |
| NOTE 38 | Joint ventures and associates TOELICHTING 39 Verbonden partijen |
xx 132 |
| NOTE 39 | Related parties TOELICHTING 40 Gebeurtenissen na balansdatum |
xx 133 |
| NOTE 40 NOTE 41 |
Events after the reporting period TOELICHTING 41 Beleid inzake maatschappelijk kapitaal Policy in respect of capital |
xx 133 xx |
| Consolidatiekring 2013 | 133 |
Notes to the statement of changes in equity 112
2013 consolidation scope 115
List of companies included in the consolidation 116 Lijst van geconsolideerde vennootschappen 134
De belangrijkste grondslagen voor het opstellen van deze geconsolideerde jaarrekening worden hieronder beschreven:
Solvay (de "Onderneming") is een naamloze vennootschap naar Belgisch recht genoteerd op de NYSE Euronext Brussel en NYSE Euronext Parijs. De belangrijkste activiteiten van de Onderneming, haar dochterondernemingen, joint-ventures en geassocieerde deelnemingen (waarnaar verwezen wordt als de "Groep") staan beschreven in toelichting 1 over de informatie per segment.
De geconsolideerde jaarrekening voor het boekjaar afgesloten per 31 december 2013 is opgesteld in overeenstemming met IFRS (International Financial Reporting Standards) zoals goedgekeurd door de Europese Unie.
De impact op de jaarrekening van de Solvay-groep van de aanpassing van IAS 19 staat beschreven in de alinea over wijzigingen in de grondslagen voor financiële verslaggeving. De andere voornoemde aanpassingen en interpretaties hebben weinig impact op de informatieverschaffing.
IFRS 11 vervangt IAS 31 Belangen in Joint-Ventures en bepaalt dat een gezamenlijke overeenkomst (d.w.z. een regeling waarbij Solvay samen met één of meerdere andere partijen de gezamenlijke zeggenschap uitoefent) ofwel als joint-venture ofwel als gezamenlijke bedrijfsactiviteit geclassificeerd kan worden. In het laatste geval heeft Solvay rechtstreekse rechten op de activa en verplichtingen voor de schulden die betrekking hebben op de gezamenlijke overeenkomst. Bijgevolg worden de deelnemingen van Solvay in gezamenlijke bedrijfsactiviteiten boekhoudkundig behandeld op een manier die vergelijkbaar is met de proportionele consolidatie. Gezamenlijke overeenkomsten die als joint-ventures geclassificeerd worden, worden verwerkt geboekt volgens de vermogensmutatiemethode, wat overeenstemt met de huidige boekhoudkundige grondslagen van de Solvay-groep krachtens IAS 31.
Bijgevolg zal de eerste toepassing van IFRS 11 in 2014 een invloed hebben op de boekhoudkundige behandeling van volgende gezamenlijke overeenkomsten die als gezamenlijke bedrijfsactiviteiten geclassificeerd zijn:
De andere bovengenoemde standaarden, interpretaties en aanpassingen zullen voor zover het management weet geen wezenlijke invloed hebben op de geconsolideerde jaarrekening.
In 2011 publiceerde de IASB een herziening van IAS 19 Personeelsbeloningen, toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 januari 2013. Solvay paste de herziene IAS 19 voor het eerst toe bij de verkorte geconsolideerde jaarrekening per 31 maart 2013.
De impact van de herziening van IAS 19 op de waardering van de desbetreffende voorzieningen is beperkt tot de opname van de belastingen op bijdragen.
De vergelijkende jaarrekeningen werden herwerkt om de effecten van de per 31 december 2011 herziene IAS 19 op te nemen. Deze herwerking heeft een invloed op de ingehouden winst (€ -20 miljoen) en op de voorzieningen voor personeelsbeloningen (€ 20 miljoen).
In de geconsolideerde winst- en verliesrekening per 31 december 2012 had dit een negatieve impact op het nettoresultaat van € 21 miljoen. Dit is voornamelijk te wijten aan de vervanging van de rentekosten op de verplichtingen uit toegezegd-pensioenregelingen en het verwachte rendement van de fondsbeleggingen door een netto bedrag aan rentekosten op basis van de nettoverplichtingen uit toegezegd-pensioenregelingen en de disconteringsvoet.
De geconsolideerde jaarrekening wordt opgesteld in miljoen euro, wat tevens de functionele valuta van het moederbedrijf is. De geconsolideerde jaarrekening van de Groep is opgesteld op basis van de historische kostprijsmethode, behalve voor financiële activa aangehouden voor handelsdoeleinden en beschikbaar voor verkoop, die tegen hun reële waarde zijn opgenomen. Financiële activa waarvoor geen prijsnotering voorhanden is in een actieve markt en waarvan de reële waarde niet op een betrouwbare manier kan bepaald worden, worden echter tegen historische kostprijs gewaardeerd. Tenzij anders vermeld, zijn de grondslagen voor financiële verslaggeving consistent toegepast sinds het vorig boekjaar.
De opstelling van de jaarrekening vereist het gebruik van schattingen en het formuleren van beoordelingen en veronderstellingen die een impact hebben op de toepassing van de grondslagen en op de bedragen gepresenteerd in de jaarrekening. De domeinen waarvoor schattingen en veronderstellingen in grote mate worden gebruikt in de jaarrekening, worden samengevat in de toelichting "Cruciale beoordelingen en belangrijkste bronnen van schattingsonzekerheden".
De geconsolideerde jaarrekening omvat de rekeningen van de Onderneming en de entiteiten waarover de Onderneming zeggenschap heeft (de dochterondernemingen). Zeggenschap is de macht om het financiële en operationele beleid van een entiteit te sturen teneinde voordelen te verkrijgen uit haar activiteiten. Solvay wordt verondersteld zeggenschap te hebben indien ze, rechtstreeks of onrechtstreeks, meer dan 50% van de stemrechten bezit. Om zeggenschap te beoordelen, worden de potentiële stemrechten die onmiddellijke uitoefenbaar of converteerbaar zijn, aangehouden door Solvay en haar dochterondernemingen, in beschouwing genomen.
De winst of verlies van overgenomen of afgestoten dochterondernemingen worden in de geconsolideerde winst of verlies opgenomen vanaf de effectieve overnamedatum tot het einde van de zeggenschap, indien van toepassing.
Waar nodig worden aanpassingen aangebracht aan de rekeningen van de dochterondernemingen om hun grondslagen voor financiële verslaggeving in overeenstemming te brengen met andere leden van de Groep.
Alle intragroepsverrichtingen, -saldi, -opbrengsten en -kosten worden volledig geëlimineerd bij consolidatie.
Minderheidsbelangen in dochterondernemingen worden afzonderlijk voorgesteld naast het eigen vermogen van de Groep. Het minderheidsbelang kan initieel gewaardeerd worden tegen de reële waarde of overeenkomstig het aandeel in de reële waarde van de overgenomen identificeerbare nettoactiva. De keuze voor de waardering van de minderheidsbelangen wordt geval per geval gemaakt. Na de overname is de boekwaarde van minderheidsbelangen gelijk aan de waarde van deze belangen bij de initiële boeking plus het aandeel van de minderheidsbelangen in daarop volgende mutaties in het eigen vermogen. Het totaalresultaat wordt aan de minderheidsbelangen toegewezen, zelfs als dit een negatief saldo als gevolg kan hebben.
Wijzigingen in het belang van de Groep in een dochteronderneming die niet tot een verlies van zeggenschap leiden, worden behandeld als eigenvermogenstransacties. De boekwaarden van het belang van de Groep en de minderheidsbelangen worden derhalve aangepast om de nieuwe proportionele belangen in de dochteronderneming te weerspiegelen. Elk eventueel verschil tussen het bedrag waarmee de minderheidsbelangen worden aangepast en de reële waarde van de betaalde of ontvangen vergoeding, wordt rechtstreeks in het eigen vermogen verwerkt.
Wanneer de Groep de zeggenschap verliest over een dochteronderneming wordt de winst of het verlies bij afstoting berekend als het verschil tussen (i) de som van de reële waarde van de overgedragen vergoeding en de reële waarde van het aangehouden belang en (ii) de voorheen opgenomen boekwaarden van de activa (met inbegrip van goodwill) en de verplichtingen van de dochteronderneming en de eventuele minderheidsbelangen. Bedragen die voorheen opgenomen zouden zijn in de andere elementen van het totaalresultaat met betrekking tot de dochteronderneming worden op dezelfde manier opgenomen (d.i. herclassificatie naar winst of verlies of rechtreeks naar het overgedragen resultaat) als wanneer de betreffende activa of verplichtingen werden afgestoten. De reële waarde van elke in de voormalige dochteronderneming aangehouden investering op datum van verlies van zeggenschap wordt beschouwd als de reële waarde bij eerste opname voor de daaropvolgende boekhoudkundige verwerking onder IAS 39 Financiële instrumenten: opname en waardering of, in voorkomend geval, de kostprijs bij eerste opname van een investering in een geassocieerde deelneming of een entiteit waarover gezamenlijk de zeggenschap wordt uitgeoefend.
De overname van dochterondernemingen of bedrijven (business) wordt verwerkt volgens de overnamemethode. De vergoeding voor elke bedrijfscombinatie wordt berekend als de som van de reële waarden van de door de overnemende partij overgedragen activa op de overnamedatum, de door de overnemende partij aangegane verplichtingen jegens voormalige eigenaars van de overgenomen partij en de door de Groep uitgegeven eigenvermogensinstrumenten in ruil voor zeggenschap. Overname-gerelateerde kosten worden onmiddellijk in winst en verlies opgenomen wanneer ze worden opgelopen.
Waar toepasbaar omvat de vergoeding voor de overname elk actief of verplichting als gevolg van een voorwaardelijke vergoedingsovereenkomst, dat gewaardeerd wordt aan de reële waarde op overnamedatum. Toekomstige wijzigingen aan deze reële waarden worden retrospectief verwerkt als ze beantwoorden aan aanpassingen tijdens de waarderingsperiode (zie hieronder). Alle andere wijzigingen aan de reële waarde van de voorwaardelijke vergoeding opgenomen als actief of verplichting worden opgenomen in overeenstemming met de relevante IFRS. Wijzigingen in de reële waarde van voorwaardelijke vergoedingen geclassificeerd als eigen vermogen worden niet opgenomen.
Wanneer een bedrijfscombinatie in verschillende fasen wordt gerealiseerd, wordt het voorheen aangehouden belang van de Groep geherwaardeerd aan de reële waarde op overnamedatum (d.i. de datum waarop de zeggenschap wordt verworven) en de eventuele winst of het eventuele verlies wordt rechtstreeks in winst of verlies opgenomen. Bedragen die voorheen werden opgenomen in de andere elementen van het totaalresultaat als gevolg van het belang in de overgenomen partij, worden geherklasseerd naar winst of verlies, op dezelfde basis die vereist zou zijn indien de overnemende partij het voorheen aangehouden belang direct had vervreemd.
De identificeerbare activa, verplichtingen en voorwaardelijke verplichtingen die aan de opnamecriteria volgens IFRS 3 (2008) voldoen, worden opgenomen aan hun reële waarde op overnamedatum, behalve:
Als de initiële verwerking van een bedrijfscombinatie niet voltooid is op het einde van het boekjaar waarin de bedrijfscombinatie plaatsvond, presenteert de Groep voorlopige bedragen voor de posten die nog niet volledig zijn verwerkt. Tijdens de waarderingsperiode (zie hieronder) worden de opgenomen voorlopige bedragen aangepast, of bijkomende activa of verplichtingen opgenomen om nieuwe informatie te weerspiegelen die verkregen is over feiten en omstandigheden die op de overnamedatum bestonden en die, indien bekend, de waardering van de per die datum opgenomen bedragen hadden beïnvloed.
De waarderingsperiode is de periode die loopt vanaf de overnamedatum tot de datum waarop de Groep de informatie ontvangt die zij zocht over feiten en omstandigheden die op de overnamedatum bestonden. De waarderingsperiode is beperkt tot maximaal één jaar vanaf de overnamedatum.
Een geassocieerde deelneming is een entiteit waarin de Groep een invloed van betekenis heeft en die geen dochterondernemingen of joint-ventures zijn. Invloed van betekenis is de macht om deel te nemen aan de financiële en operationele beleidsbeslissingen van de deelneming, maar houdt geen zeggenschap of gezamenlijke zeggenschap over het betreffende beleid in.
Het resultaat en de activa en verplichtingen van geassocieerde deelnemingen worden in deze jaarrekening opgenomen door gebruikt maken van de vermogensmutatiemethode, tenzij de deelneming wordt aangehouden voor verkoop zodat deze in overeenstemming met IFRS 5 wordt verwerkt. Volgens de vermogensmutatiemethode worden investeringen in geassocieerde deelnemingen tegen kostprijs opgenomen, en vervolgens aangepast om rekening te houden met de wijziging van het aandeel van de Groep in de netto-activa van de deelneming na de overname, minus eventuele waardeverminderingen op de individuele deelneming. Verliezen van een geassocieerde deelneming die het belang van de Groep in deze deelneming overschrijden (met inbegrip van lange termijn interesten die deel uitmaken van de netto-investering van de Groep in de geassocieerde deelneming) worden enkel opgenomen in de mate dat de Groep wettelijke of impliciete verplichtingen heeft aangegaan of betalingen heeft gedaan ten behoeve van de geassocieerde deelneming.
Het surplus van de kostprijs van de investering over het aandeel van de Groep in de netto reële waarde van de identificeerbare activa, verplichtingen en voorwaardelijke verplichtingen van de geassocieerde deelneming opgenomen op overnamedatum wordt opgenomen als goodwill. De goodwill wordt opgenomen in de boekwaarde van de investering en wordt onderworpen aan waardeverminderingen als onderdeel van deze investering. Elk surplus van het aandeel van de investeerder in de netto reële waarde van de identificeerbare activa, verplichtingen en voorwaardelijke verplichtingen van de geassocieerde deelneming ten opzichte van de kostprijs van de investering wordt, na herberekening, onmiddellijk opgenomen in winst of verlies.
Wanneer een entiteit van de Groep verrichtingen realiseert met een geassocieerde deelneming van de Groep, dan worden de winsten en verliezen geëlimineerd ten belope van het belang van de Groep in de betreffende geassocieerde deelneming.
Een joint-venture is een contractuele afspraak waarbij twee of meer partijen een economische activiteit aangaan waarover zij gezamenlijke zeggenschap hebben.
Joint-venture overeenkomsten waarbij een afzonderlijke entiteit wordt opgericht waarin elke partij (venturer) een belang heeft, worden beschouwd als entiteiten waarover gezamenlijk de zeggenschap wordt uitgeoefend. De Groep presenteert zijn belang in de entiteiten waarover gezamenlijk de zeggenschap wordt uitgeoefend door middel van de vermogensmutatiemethode (zie 5 Geassocieerde deelnemingen).
We verwijzen naar toelichting 26 voor de goodwill die resulteert uit de verwerving van een deelneming in een joint-venture.
Het proportionele aandeel van de Groep in de niet-gerealiseerde winsten of verliezen tussen ondernemingen van de Groep en de gezamenlijk gecontroleerde entiteiten worden geëlimineerd in consolidatie.
Goodwill ontstaan uit een bedrijfscombinatie wordt opgenomen als een actief vanaf het moment dat de zeggenschap is verworven (de overnamedatum). Goodwill is het bedrag waarmee het totaal van de overgedragen vergoeding het door de Groep verworven aandeel in de reële waarde van de netto identificeerbare activa van de entiteit overschrijdt op de overnamedatum. Deze overgedragen vergoeding komt overeen met het totaal van de reële waarden van de overgedragen activa en de opgelopen verplichtingen door de overnemer aan de vorige eigenaars van de overgenomen partij en de eigenvermogensinstrumenten uitgegeven door de overnemer.
De groep waardeert minderheidsbelangen in de overgenomen partij geval per geval, tegen de reële waarde of overeenkomstig het aandeel in de reële waarde van de overgenomen identificeerbare nettoactiva.
Indien na beoordeling, het belang van de Groep in de reële waarde van het identificeerbare netto-actief het totaal van de overgedragen vergoeding overschrijdt, dan dient het surplus opgenomen te worden in de winst- en verliesrekening.
Goodwill wordt niet afgeschreven maar wordt gecontroleerd op bijzondere waardeverminderingen. Elk jaar wordt er een onderzoek op bijzondere waardverminderingen gedaan of vaker indien er aanwijzingen zijn van een waardeverlies.
Voor het testen op bijzondere waardevermindering wordt goodwill toegewezen aan de kasstroomgenererende eenheden (of een groep van KGE) van de Groep in overeenstemming met IAS 36 – Bijzondere waardevermindering van activa.
Een KGE is de kleinste identificeerbare groep van activa die een instroom van kasmiddelen genereert die in ruime mate onafhankelijk is van de instroom van kasmiddelen van andere activa of groepen van activa.
Deze testen bestaan erin om de boekwaarde van activa (of KGE) te vergelijken met hun realiseerbare waarde. De realiseerbare waarde van een actief (KGE) is de hoogste waarde van de reële waarde minus de verkoopkosten en zijn bedrijfswaarde. Indien de realiseerbare waarde van een kasstroomgenererende eenheid lager is dan haar boekwaarde wordt de bijzondere waardevermindering eerst in mindering gebracht van de boekwaarde van de goodwill die aan de kasstroomgenerende eenheid werd toegewezen. Daarna wordt de bijzondere waardevermindering toegewezen aan de andere vaste activa die tot de eenheid behoren, evenredig met hun boekwaarde. Eens een bijzondere waardevermindering voor goodwill is opgenomen, wordt deze in een latere periode niet teruggenomen.
Bij de verkoop van een dochteronderneming, dient het overeenstemmende deel van de goodwill in rekening worden genomen bij de bepaling van de winst of het verlies op de verkoop.
Elementen uit de jaarrekening van elk van de Groepsentiteiten worden gewaardeerd in de valuta van de primaire economische omgeving waarin zij werken ("de functionele valuta"). De geconsolideerde jaarrekening wordt voorgesteld in euro (EUR), de functionele valuta van de Onderneming en tevens de presentatievaluta van de Groep.
Bij het opstellen van de jaarrekening van individuele entiteiten, worden transacties in vreemde valuta bij een initiële opname omgerekend volgens de wisselkoers die geldt op de transactiedatum. Monetaire activa en passiva uitgedrukt in vreemde munt worden op balansdatum in de functionele munt van de entiteit omgerekend waarbij de slotkoers van die dag wordt toegepast.
Niet-monetaire elementen gewaardeerd aan reële waarde die uitgedrukt zijn in vreemde munt worden omgerekend volgens de wisselkoers die geldt op waarderingsdatum. Niet-monetaire elementen gewaardeerd aan historische kostprijs en uitgedrukt in vreemde munt worden niet omgerekend aan de slotkoers.
Wisselkoersverschillen worden in de winst- en verliesrekening opgenomen in de periode waarin deze ontstaan, behalve voor:
Bij het opstellen van de geconsolideerde jaarrekening, worden de activa en de verplichtingen van de buitenlandse activiteiten van de Groep op balansdatum omgerekend tegen de slotkoers. De opbrengsten en kosten van deze entiteiten worden omgerekend tegen de gemiddelde koers. De resulterende wisselkoersverschillen worden in de andere elementen van het totaalresultaat geboekt en gecumuleerd in het eigen vermogen (eventueel toegerekend aan de minderheidsbelangen) onder "Wisselkoersverschillen".
Bij de verkoop van een buitenlandse activiteit (d.i. verkoop van het volledige belang van de Groep in de buitenlandse activiteit, of verkoop met verlies van zeggenschap over een dochteronderneming met een buitenlandse activiteit, of verlies van gezamenlijk zeggenschap over een joint-venture met een buitenlands activiteit, of verlies van invloed van betekenis over een geassocieerde deelneming met een buitenlandse activiteit) wordt het cumulatieve bedrag dat in het eigen vermogen genomen werd en betrekking heeft op die specifieke buitenlandse operatie in resultaat genomen. Eventuele wisselkoersverschillen die voorheen toegerekend werden aan de minderheidsbelangen worden uit de balans verwijderd, maar worden niet geherclassificeerd naar resultaat.
In het geval van een gedeeltelijke verkoop (d.i. zonder verlies van zeggenschap) van een dochteronderneming met een buitenlandse activiteit wordt het evenredige gedeelte van de gecumuleerde wisselkoersverschillen toegewezen aan de minderheidsbelangen en wordt niet in resultaat opgenomen. Voor alle andere gedeeltelijke verkopen (d.i. van geassocieerde deelnemingen of joint-ventures zonder wijziging van de consolidatiemethode) wordt het evenredige gedeelte van de gecumuleerde wisselkoersverschillen geherclassificeerd naar resultaat.
Goodwill en reële waarde aanpassingen ontstaan uit de verwerving van een buitenlands activiteit wordt beschouwd als activa en verplichtingen van de buitenlandse activiteit en omgerekend tegen de slotkoers.
De voornaamste wisselkoersen zijn:
| Koers op jaareinde | Gemiddelde koers | ||||
|---|---|---|---|---|---|
| 2013 | 2012 | 2013 | 2012 | ||
| 1 Euro = | |||||
| Britse Pond | GBP | 0,8337 | 0,8161 | 0,8493 | 0,8109 |
| Amerikaanse dollar | USD | 1,3791 | 1,3194 | 1,3280 | 1,2848 |
| Argentijnse peso | ARS | 8,9834 | 6,4823 | 7,2770 | 5,8481 |
| Braziliaanse real | BRL | 3,2576 | 2,7036 | 2,8674 | 2,5084 |
| Thaïse baht | THB | 45,1780 | 40,3470 | 40,8222 | 39,9277 |
| Yuan Renminbi | CNY | 8,3491 | 8,2207 | 8,1645 | 8,1053 |
| Japanse yen | JPY | 144,7200 | 113,6100 | 129,6464 | 102,4916 |
| Venezuela Bolivar Fuerte | VEF | 8,6789 | 5,6726 | 8,0595 | 5,5303 |
De werknemers van de Groep worden verschillende personeelsbeloningen na uitdiensttreding en andere beloningen op lange termijn aangeboden als gevolg van de wettelijke bepalingen die van toepassing zijn in bepaalde landen en de contractuele akkoorden afgesloten tussen de Groep en haar werknemers of uit hoofde van feitelijke verplichtingen.
De beloningen na uitdiensttreding worden gerangschikt als toegezegdpensioenregelingen of toegezegde-bijdragenregelingen.
Toegezegde-bijdragenregelingen betreffen de betaling van vaste bijdragen aan een afzonderlijke entiteit, waardoor de werkgever bevrijd wordt van alle toekomstige verplichtingen, aangezien de entiteit als enige verantwoordelijk is voor de verschuldigde bedragen aan de werknemer. Eens de bijdragen betaald zijn, wordt er geen verplichting gepresenteerd op de balans van Solvay. De bijdragen worden opgenomen in resultaat wanneer ze verschuldigd zijn.
Toegezegd-pensioenregelingen zijn alle andere regelingen dan toegezegde-bijdragenregelingen.
Deze regelingen betreffen voornamelijk:
Rekening houdend met de geprojecteerde eindsalarissen op individuele basis, worden personeelsbeloningen na uitdiensttreding gewaardeerd aan de hand van een methode (Projected Unit Creditwaarderingsmethode) die uitgaat van veronderstellingen in verband met de disconteringsvoet, de levensverwachting, omzet, salarissen, jaarlijkse herwaarderingen, prijsstijging van medische kosten en verdiscontering van de te betalen sommen. De veronderstellingen die specifiek zijn voor elke regeling, houden rekening met de lokale economische en demografische situaties.
De disconteringsvoet is de rente op bedrijfsobligaties van hoge kwaliteit die luiden in de munt waarin de beloningen zullen worden uitbetaald en die een looptijd hebben die de termijn van de pensioenverplichting in kwestie benadert.
Het opgenomen bedrag voor verplichtingen uit hoofde van beloningen na uitdiensttreding stemt overeen met het verschil tussen de contante waarde van de toekomstige verplichtingen en de reële waarde van de fondsbeleggingen bedoeld om deze in te dekken. Als deze berekening een tekort oplevert, wordt er een verplichting geboekt aan passiefzijde. Omgekeerd wordt er een nettoactief geboekt, dat echter beperkt is tot de laagste waarde van het surplus van de toegezegd-pensioenregeling of de contante waarde van alle toekomstige betalingen van het stelsel en alle verlagingen van toekomstige bijdragen.
De kosten uit hoofde van toegezegde pensioenrechten bestaan uit de pensioenkosten en de nettorente op het netto actief of passief, die beide opgenomen worden in de winst- en verliesrekening, en de herwaarderingen van dit netto actief of passief, die worden opgenomen in de andere elementen van het totaalresultaat.
De pensioenkosten omvatten aan het dienstjaar toegerekende pensioenkosten, pensioenkosten van verstreken diensttijd die resulteren uit een wijziging of inperking van de regeling en de eventuele winst of verlies bij afwikkeling.
De interestkosten uit het verloop van de discontering van de pensioenbeloningen, de financiële opbrengsten uit de fondsbeleggingen (bepaald door de reële waarde van de fondsbeleggingen te vermenigvuldigen met de disconteringsvoet) en de rente op de gevolgen van het activaplafond worden op nettobasis geboekt in winst of verlies binnen het financieel resultaat.
Herwaarderingen van nettoactiva of -verplichtingen omvatten:
Andere lange termijn personeelsbeloningen, zoals beloningen voor lange diensttijd, worden op dezelfde manier opgenomen als beloningen na uitdiensttreding, maar herwaarderingen worden integraal opgenomen in de winst- en verliesrekening binnen het financieel resultaat in de periode waarin ze zich voordoen.
De actuariële berekeningen van deze verplichtingen worden door onafhankelijke actuarissen uitgevoerd.
De niet-recurrente elementen omvatten voornamelijk:
Actuele belastingen worden bepaald op basis van het belastbaar resultaat van de periode. Het belastbaar resultaat verschilt van het resultaat zoals gepresenteerd in de geconsolideerde winst- en verliesrekening omwille van opbrengsten en kosten die belastbaar of aftrekbaar zijn in andere periodes of die nooit belastbaar of aftrekbaar zijn. De actuele belastingsschuld van de Groep wordt berekend met behulp van de belastingvoet waarvan het wetgevingsproces substantieel is afgesloten op de balansdatum.
Uitgestelde belastingen worden berekend volgens de balansmethode voor tijdelijke verschillen tussen enerzijds de belastingsbasis van activa en verplichtingen en anderzijds hun nettoboekwaarde in de balans.
Uitgestelde belastingen worden berekend per fiscale entiteit. Uitgestelde belastingverplichtingen worden over het algemeen opgenomen voor alle belastbare tijdelijke verschillen.
Uitgestelde belastingvorderingen worden opgenomen in de mate dat het waarschijnlijk is dat er voldoende belastbare winst zal gerealiseerd worden waartegen de tijdelijke verschillen kunnen worden afgezet.
Uitgestelde belastingvorderingen en -verplichtingen worden niet opgenomen indien het tijdelijke verschil voortvloeit uit:
Uitgestelde belastingenverplichtingen worden opgenomen voor belastbare tijdelijke verschillen op deelnemingen in dochterondernemingen, joint-ventures en geassocieerde ondernemingen, behalve in het geval dat de Groep kan beslissen over het tijdstip waarop het tijdelijk verschil teruggedraaid wordt en het onwaarschijnlijk is dat het tijdelijk verschil teruggedraaid wordt in de nabije toekomst. Een entiteit dient een uitgestelde belastingvordering op te nemen voor verrekenbare tijdelijke verschillen die voortvloeien uit investeringen in dochterondernemingen, filialen en geassocieerde deelnemingen en belangen in joint-ventures, in zoverre en alleen in zoverre het waarschijnlijk is dat het tijdelijke verschil in de nabije toekomst zal worden afgewikkeld en fiscale winst beschikbaar zal zijn waarmee het tijdelijke verschil kan worden verrekend.
De boekwaarde van de uitgestelde belastingvorderingen wordt bij iedere balansdatum beoordeeld en wordt verlaagd in zoverre het niet langer waarschijnlijk is dat voldoende fiscale winst beschikbaar zal zijn om het mogelijk te maken het voordeel van die uitgestelde belastingvordering geheel of gedeeltelijk aan te wenden.
Uitgestelde belastingvorderingen en -verplichtingen moeten worden gewaardeerd tegen de belastingtarieven die naar verwachting van toepassing zullen zijn op de periode waarin de vordering wordt gerealiseerd of de verplichting wordt afgewikkeld, op basis van de belastingtarieven (en de belastingwetgeving) waarvan het wetgevingsproces (materieel) is afgesloten op de balansdatum. De waardering van uitgestelde belastingverplichtingen en -vorderingen moet de fiscale gevolgen weerspiegelen die zouden voortvloeien uit de wijze waarop de entiteit op de balansdatum de boekwaarde van haar activa en verplichtingen verwacht te realiseren of af te wikkelen.
Een entiteit dient actuele belastingvorderingen en -verplichtingen te salderen wanneer de entiteit een in rechte afdwingbaar recht heeft om de opgenomen bedragen te salderen; en voornemens is om de verplichting op nettobasis af te wikkelen of om de vordering te realiseren op hetzelfde moment dat de verplichting wordt afgewikkeld.
Actuele en uitgestelde belastingen worden opgenomen als opbrengst of kost in de winst- en verliesrekening, behalve wanneer ze verband houden met elementen die buiten de winst- en verliesrekening werden opgenomen (in de andere elementen van het totaalresultaat of rechtstreeks in eigen vermogen), dan worden ze eveneens buiten de winst- verliesrekening opgenomen, of wanneer ze ontstaan zijn bij de initiële opname van een bedrijfscombinatie. In dit laatste geval wordt het belastingseffect in rekening genomen in de verwerking van de bedrijfscombinatie.
Leaseovereenkomsten worden geclassificeerd als financiële leases wanneer de lease vrijwel alle aan de eigendom verbonden risico's en voordelen overdraagt aan de lessee (huurder). Alle andere leaseovereenkomsten worden als operationele leases geclassificeerd.
Overeenkomsten die niet de wettelijke vorm aannemen van een leaseovereenkomst worden geanalyseerd op basis van IFRIC 4 om te bepalen of ze een leaseovereenkomst omvatten dat verwerkt moet worden volgens IAS 17.
Activa aangehouden via een financiële lease worden initieel opgenomen als activa van de Groep tegen hun reële waarde bij aanvang van de lease of indien deze lager is, tegen de contante waarde van de minimale leasebetalingen. De overeenstemmende verplichting ten aanzien van de lessor (verhuurder) wordt opgenomen op de balans als financiële leaseverplichting.
Activa aangehouden via een financiële lease worden afgeschreven over de verwachte gebruiksduur op dezelfde basis als activa in eigendom of, indien deze korter is, over de leaseperiode.
Leasebetalingen worden opgesplitst in rentelasten en aflossingen van de uitstaande verplichting. Gedurende de leaseperiode worden de rentelasten aan elke periode toegerekend op een manier die resulteert in een constante periodieke rentevoet op het resterende saldo van de verplichting voor elke periode. De financiële kosten worden rechtstreeks opgenomen in resultaat, behalve wanneer ze verband houden met in aanmerking komende activa, zodat ze opgenomen kunnen worden in overeenstemming met de grondslag van de Groep betreffende financieringskosten (zie punt 17 hieronder). Voorwaardelijke leasebetalingen worden als last opgenomen in de periode waarin ze worden opgelopen.
Bij een operationele lease worden de leasebetalingen als kosten opgenomen en lineair gespreid over de leaseperiode, tenzij een andere systematische wijze van toerekening meer representatief is voor het tijdspatroon van de voordelen die de gebruiker geniet. Voorwaardelijke leasebetalingen worden als last opgenomen in de periode waarin ze worden opgelopen.
Wanneer kortingen of voordelen worden ontvangen bij het afsluiten van een operationele leaseovereenkomst, worden deze kortingen of voordelen opgenomen als verplichting. De totale waarde van de kortingen of voordelen toegestaan door de leasinggever wordt in mindering gebracht van de leasekosten en lineair gespreid over de leaseperiode, tenzij een andere systematische wijze van toerekening meer representatief is voor het tijdspatroon van de voordelen die de gebruiker geniet.
Immateriële activa verworven in een bedrijfscombinatie worden initieel gewaardeerd tegen reële waarde; afzonderlijk verworven immateriële activa worden initieel gewaardeerd tegen kostprijs.
Na hun initiële opname worden immateriële activa gewaardeerd tegen kostprijs of reële waarde verminderd met gecumuleerde afschrijvingen en eventuele bijzondere waardeverminderingen.
Toekomstige uitgaven op immateriële activa worden enkel opgenomen als ze de toekomstige economische voordelen verbonden aan het specifieke actief doen toenemen. Andere uitgaven worden ten laste genomen wanneer ze worden opgelopen.
Immateriële activa worden lineair afgeschreven over hun naar best vermogen geschatte gebruiksduur. De resterende gebruiksduur en de afschrijvingsmethode worden elk jaar opnieuw geëvalueerd bij afsluiting van het boekjaar. Een wijziging in de gebruiksduur van een immaterieel actief wordt prospectief verwerkt als een schattingswijziging.
| Patenten en merken | 2-20 jaar |
|---|---|
| Software | 3-5 jaar |
| Ontwikkelingskosten | 2-5 jaar |
| Andere immateriële activa | 5-20 jaar |
Uitgaven voor aangekochte licenties, patenten, handelsmerken en soortgelijke rechten worden geactiveerd en lineair afgeschreven over de contractuele looptijd, indien van toepassing, of over de geschatte gebruiksduur, die normaal geschat wordt op hoogstens 20 jaar.
Onderzoeksuitgaven worden als kosten in de winst-en-verliesrekening opgenomen op het ogenblik dat ze zich voordoen.
Ontwikkelingsuitgaven worden alleen opgenomen in de balans als aan alle onderstaande voorwaarden is voldaan:
Geactiveerde ontwikkelingskosten worden lineair afgeschreven over de gebruiksduur.
De geactiveerde ontwikkelingskosten omvatten de personeelskosten, materiaalkosten en diensten die rechtreeks toerekenbaar zijn aan de projecten, en een gepast aandeel in de algemene kosten, met inbegrip, en waar nodig, van financieringskosten. Deze kosten worden afgeschreven over de verwachte periode waarover de economische voordelen verwacht worden uit het project van zodra de betreffende producten worden verkocht of the relevante industriële processen worden gebruikt. De kosten worden onderworpen aan een test voor bijzondere waardevermindering als er aanwijzingen zijn voor een waardevermindering en jaarlijks voor projecten die nog in ontwikkeling zijn (zie toelichting 16).
Ontwikkelingskosten die niet aan de bovenvermelde criteria voldoen, worden ten laste genomen wanneer ze worden opgelopen.
Overige immateriële activa bevatten voornamelijk klantenlijsten en andere immateriële commerciële activa, zoals merknamen, die afzonderlijk of bij een bedrijfscombinatie verworven werden. Deze worden lineair afgeschreven over hun geschatte gebruiksduur.
Met betrekking tot het mechanisme opgezet door de Europese Unie om de producenten aan te zetten om hun emissies van broeikasgassen te beperken, werd Solvay CO2 -emissierechten toegekend voor een paar van haar installaties. Solvay is eveneens betrokken in projecten rond Clean Development Mechanism (CDM) onder het Kyoto protocol. In deze projecten heeft Solvay maatregelen genomen om emissies van broeikasgassen op de betreffende vestigingen te beperken in ruil voor Certified Emission Reductions (CER).
Deze rechten worden elk jaar toegekend op basis van de nationale toewijzingsplannen met een derde verhandelperiode van 8 jaar vanaf januari 2013. Tijdens de derde periode, worden de rechten over het algemeen gratis toegekend en zijn over de hele verhandelperiode geldig indien ze niet gebruikt zijn. De rechten kunnen vrij verhandeld worden na de toewijzing en kunnen aangekocht of verkocht worden, met name als te weinig of teveel rechten werden toegekend vergeleken met de werkelijke emissies.
Bij gebrek aan IASB-standaarden en –interpretaties betreffende de administratieve verwerking van CO2-emissierechten, wordt het "Handel/Productie" model gebruikt. Deze methode houdt in dat:
Binnen de CDM projecten heeft Solvay maatregelen genomen om de emissies van broeikasgassen te beperken in haar vestigingen van Onsan (Zuid-Korea) en Paulinia (Brazilië). Na controle door onafhankelijke experts, als deze emissies onder de referentieniveaus vastgelegd door het UNFCCC zouden vallen, dan ontvangt Solvay Certified Emission Rights (CER) die vrij overdraagbaar zijn. Energy Services is verantwoordelijk voor de verkoop van CER's.
Toegekende CER's worden opgenomen in voorraden tegen de laagste waarde van de kostprijs of de opbrengstwaarde. De kost van de toegekende CER's stemt grotendeels overeen met de afschrijving van de eenheden broeikasgas-emissieverminderingen (gas emission reduction units).
De verkopen van CER's tussen deelnemers in CDM-projecten en op georganiseerde markten worden opgenomen in de netto-omzet na levering van de CER's, d.i. wanneer ze worden opgenomen in het register van het UNFCCC.
Om de blootstelling aan toekomstige CER prijsfluctuaties te beheren heeft Solvay CER termijncontracten opgezet, met of zonder waarborg van levering. Wanneer deze contracten, op basis van hun kenmerken, als afgeleide instrumenten worden beschouwd volgens IAS 39 – Financiële instrumenten: opname en waardering, worden ze opgenomen en gewaardeerd volgens de regels beschreven in Hedge accounting. Anders worden ze als buitenbalansverrichtingen opgenomen.
Naast de verkoop van CER's is Energy Services betrokken in de ontwikkeling van CO2 instrumenten voor handelsdoeleinden, arbitrage en indekkingsactiviteiten, en de ontwikkeling van de "Origination" activiteit. Het nettoresultaat van deze activiteiten wordt opgenomen, na eliminatie van de intragroepsverrichtingen, in de omzet of de verkoopkosten, zowel voor de industriële component, wanneer Energy Services CER's gegenereerd door Solvay verkoopt, als de handelscomponent, wanneer Energy Services CER's en EUA's aanen verkoopt.
De marges verbonden aan de afgeleide instrumenten aangegaan door Energy Services worden opgenomen in de "andere vlottende financiële activa" voor betaalde borgdeposito's, en in Leningen voor ontvangen borgdeposito's.
Materiële vaste activa in eigendom van de Groep worden als activa opgenomen tegen hun verwervingskost als de volgende voorwaarden voldaan zijn:
Materiële vaste activa worden in de balans opgenomen tegen kostprijs verminderd met gecumuleerde afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen. De kostprijs van een materieel vast actief omvat de aankoop- of productiekost en alle rechtstreeks toerekenbare kosten om het actief op de locatie en in de staat te krijgen die noodzakelijk is om te functioneren, met inbegrip van, waar nodig, de financieringskosten opgelopen tijdens de constructieperiode.
De elementen van een materieel vast actief met verschillende gebruiksduren worden afzonderlijk opgenomen.
Materiële vaste activa worden uit de balans verwijderd bij vervreemding of beëindiging. De winst of het verlies als gevolg van de verwijdering uit de balans wordt in de winst- en verliesrekening van de desbetreffende periode opgenomen.
Terreinen worden niet afgeschreven.
De geschatte gebruiksduren, residuele waarden en de afschrijvingsmethode worden op elk jaareinde herzien, met elke wijziging verwerkt als een schattingswijziging op een prospectieve basis.
Afschrijvingen worden berekend volgens de lineaire methode in functie van de gebruiksduur van de activa. Deze worden als volgt bepaald:
| Gebouwen | 30-40 jaar |
|---|---|
| Informaticamateriaal | 3-5 jaar |
| Machines en uitrusting | 10-20 jaar |
| Transportmaterieel | 5-20 jaar |
De afschrijvingen worden in de winst- en verliesrekening opgenomen in de kosten van verkoop, de commerciële en de administratieve kosten en in de kosten van onderzoek en ontwikkeling.
Kosten opgelopen na eerste opname voor de vervanging van een onderdeel van een materieel vast actief worden enkel opgenomen als een actief als deze voldoen aan de algemene criteria hierboven beschreven.
De boekwaarde van het vervangen onderdeel wordt uit de balans verwijderd.
Herstel- en onderhoudskosten worden in de winst- en verliesrekening opgenomen wanneer ze worden opgelopen.
Voor haar industriële activiteit loopt Solvay kosten op voor grote herstellingen die over verschillende jaren lopen voor de meeste vestigingen. Het doel van deze uitgaven is om de goede werking van bepaalde installaties te vrijwaren zonder dat de gebruiksduur wordt geïmpacteerd. De uitgaven worden beschouwd als een specifiek onderdeel van het materieel vast actief en wordt afgeschreven over de periode waarover de economische voordelen zullen vloeien, d.i. de periode tussen de grote herstellingen.
Ontmantelings- en saneringskosten worden opgenomen in de initiële kostprijs van een materieel vast actief als de Groep een juridische of impliciete verplichting heeft om te ontmantelen of te saneren.
Over het algemeen heeft Solvay geen huidige, juridische of impliciete verplichting om haar vestigingen te ontmantelen of te saneren in overeenstemming met IAS 37 Voorzieningen, voorwaardelijke verplichtingen en voorwaardelijke activa. Derhalve zal een verplichting wellicht pas kunnen ontstaan wanneer de activiteiten van een installatie stopgezet worden. De kosten voor de ontmanteling van beëindigde vestigingen of installaties wordt echter wel geprovisioneerd als er een juridische verplichting (als gevolg van een verzoek of een rechterlijk bevel van de relevante autoriteiten) is, of als er geen alternatief bestaat dan het ontmantelen om veiligheidsvoorschriften van de beëindigde vestigingen of installaties te vrijwaren.
Op elke balansdatum evalueert de Groep de boekwaarde van de materiële en immateriële vaste activa, om te beoordelen of er indicaties zijn voor een mogelijke bijzondere waardevermindering van een actief. Indien dergelijke indicaties bestaan, dan wordt de realiseerbare waarde van het actief geschat, om zo de omvang van een eventuele waardevermindering te bepalen. Waar het niet mogelijk is om de realiseerbare waarde van een individueel actief te bepalen, bepaalt de Groep de realiseerbare waarde van de kasstroomgenererende eenheid (KGE) waartoe het betreffende actief behoort. Waar een redelijke en consistente toewijzingsbasis kan bepaald worden, worden de algemene bedrijfsactiva eveneens toegewezen aan de individuele KGE's, of ze worden toegewezen tot de kleinste groep van KGE's waarvoor een redelijke en consistente toewijzingsbasis kan worden bepaald.
De realiseerbare waarde is de hoogste waarde van de reële waarde min de verkoopkosten van het actief of zijn bedrijfswaarde. Bij het bepalen van de bedrijfswaarde worden de geschatte toekomstige kasstromen verdisconteerd naar de contante waarde door gebruik te maken van disconteringsvoet vóór belastingen die de huidige marktbeoordelingen weerspiegelt van de tijdswaarde van het geld en de aan het actief verbonden risico's waarvoor de schattingen van toekomstige kasstromen niet zijn aangepast.
Indien de realiseerbare waarde van een actief (of KGE) lager is dan de boekwaarde, dan wordt de boekwaarde van het actief (of KGE) teruggebracht tot de realiseerbare waarde. Een bijzonder waardeverminderingsverlies wordt onmiddellijk opgenomen in de winst- en verliesrekening.
Wanneer een bijzonder waardeverminderingsverlies opgenomen in vroegere boekjaren wordt teruggenomen, dan wordt de boekwaarde van het actief (of KGE) gebracht tot de realiseerbare waarde, voor zover dat de verhoogde boekwaarde niet hoger ligt dan de boekwaarde die zou zijn bepaald als in voorgaande jaren geen bijzonder waardeverminderingsverlies voor het actief (of KGE) was opgenomen. Een terugboeking van een bijzonder waardeverminderingsverlies wordt onmiddellijk opgenomen in de winst- en verliesrekening.
Financieringskosten die rechtstreeks zijn toe te rekenen aan de verwerving, bouw of productie van een in aanmerking komend actief (d.i. een actief dat noodzakelijkerwijs pas na een aanzienlijke tijdsperiode klaar is voor het beoogde gebruik of voor verkoop) dienen te worden geactiveerd als deel van de kostprijs van dat actief, tot vrijwel alle activiteiten zijn voltooid die nodig zijn om het in aanmerking komende actief voor te bereiden op zijn beoogde gebruik of verkoop.
Beleggingsinkomsten die uit de tijdelijke belegging van de specifieke leningen wordt verdiend in afwachting van de uitgaven op de in aanmerking komende activa, worden in mindering gebracht van de financieringskosten die in aanmerking komen voor activering.
Alle andere financieringskosten worden in winst- en verliesrekening opgenomen wanneer ze worden opgelopen.
Overheidssubsidies mogen pas worden opgenomen als met redelijke zekerheid kan worden gesteld dat de entiteit de aan de subsidies gekoppelde voorwaarden zal vervullen en de subsidies zullen worden ontvangen.
Investeringssubsidies met betrekking tot de aankoop van materiële vaste activa worden in mindering gebracht van de kostprijs van deze activa. Het verwachte bedrag wordt in de balans opgenomen op het ogenblik van de initiële goedkeuring en, indien nodig, achteraf gecorrigeerd bij de definitieve toekenning. De subsidie wordt afgeschreven over dezelfde periode als de materiële vaste activa waarvoor de subsidie werd verkregen.
Andere overheidssubsidies worden systematisch als opbrengsten opgenomen over de periodes die nodig zijn om deze subsidies toe te rekenen aan de gerelateerde kosten die ze beogen te compenseren. Een overheidssubsidie die worden ontvangen als compensatie voor reeds opgelopen lasten of verliezen of met het oog op het verlenen van onmiddellijke financiële steun aan de Groep zonder toekomstige gerelateerde kosten, moet worden opgenomen in de winst- en verliesrekening van de periode waarin ze te ontvangen is.
Voorraden worden gewaardeerd tegen het laagste van aankoopkosten (grondstoffen en goederen), conversiekosten (goederen in bewerking of afgewerkte producten), en de netto-opbrengstwaarde als deze lager is. De netto-opbrengstwaarde is de geschatte verkoopprijs, verminderd met de geschatte afwerkingskosten en de geschatte kosten die nodig zijn om de verkoop te realiseren, met inbegrip van de marketing-, verkoops- en distributiekosten. De waarde van de voorraden wordt over het algemeen bepaald door toepassing van de formule voor de gewogen gemiddelde kostprijs. Voorraden van een vergelijkbaar type en met een vergelijkbare toepassing worden aan de hand van dezelfde formule gewaardeerd.
De kostprijs van de voorraden omvat de inkoopkosten, conversiekosten en alle andere kosten die voortvloeien uit het transport van de voorraden naar hun huidige locatie en de verwerking van de voorraden tot hun huidige toestand.
Alle financiële activa worden opgenomen of niet langer opgenomen in de balans op transactiedatum wanneer de inkoop of verkoop van een financieel actief op grond van een contract waarvan de voorwaarden de levering van het actief voorschrijven binnen de termijn die op de desbetreffende markt algemeen voorgeschreven of overeengekomen is en worden gewaardeerd tegen reële waarde, vermeerderd met transactiekosten, behalve voor financiële activa tegen reële waarde met waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening, die initieel gewaardeerd worden tegen reële waarde.
Een financieel actief wordt geklasseerd als vlottend, wanneer de verwachte kasstromen een looptijd hebben van minder dan een jaar.
Bij de eerste opname klasseert Solvay de financiële activa in een van de vier categorieën van IAS 39 Financiële instrumenten: opname en waardering afhankelijk van de bedoeling waarmee de financiële activa werden aangeschaft. Deze classificatie bepaalt de waardering van de financiële activa op toekomstige balansdata: geamortiseerde kostprijs of reële waarde.
De geamortiseerde kostprijs is het bedrag waarvoor het financieel actief initieel wordt opgenomen, na aftrek van de kapitaalaflossingen, vermeerderd of verminderd met de gecumuleerde afschrijving op basis van de effectieve-rentemethode van elk verschil tussen het initieel bedrag en het bedrag op einde looptijd.
Voor instrumenten die genoteerd staan op een actieve markt stemt de reële waarde overeen met de marktprijs (niveau 1). Voor instrumenten die niet genoteerd staan op een actieve markt wordt de reële waarde gewaardeerd met behulp van waarderingstechnieken, met inbegrip van recente transacties tussen ter zake goed geïnformeerde, tot een transactie bereid zijnde partijen die onafhankelijk zijn of transacties met instrumenten die in grote mate gelijkaardig zijn (niveau 2); of met behulp van verdisconteerde kasstroomanalyses, met inbegrip van veronderstellingen die in grote mate consistent zijn met waarneembare marktgegevens (niveau 3). Als de reële waarde echter niet op een betrouwbare manier kan bepaald worden, dan wordt het instrument gewaardeerd aan de kostprijs.
De effectieve-rentemethode is een methode voor het berekenen van de geamortiseerde kostprijs van een schuldinstrument en voor het toerekenen van rentebaten aan de desbetreffende periode. De effectieve rentevoet is de rentevoet die de verwachte stroom van toekomstige geldontvangsten (met inbegrip van betaalde of ontvangen provisies en vergoedingen die integraal deel uitmaken van de effectieve rentevoet alsook transactiekosten en alle overige premies en kortingen) tijdens de verwachte looptijd van het schuldinstrument of, indien relevant, een kortere periode, exact disconteert tot de nettoboekwaarde bij initiële opname.
Financiële activa tegen reële waarde met waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening (RWWV)
Desalniettemin wordt de lineaire methode gebruikt wanneer deze methode een goede benadering vormt van de geamortiseerde kostprijsmethode, d.w.z. wanneer het verschil tussen beide methodes als niet significant wordt beschouwd op Groepsniveau.
Financiële activa worden geclassificeerd als tegen reële waarde met waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening (RWWV) als ze aangehouden worden voor handelsdoeleinden. Financiële activa tegen RWWV worden gewaardeerd tegen reële waarde, waarbij alle daaruit voortvloeiende baten of lasten in het resultaat opgenomen worden. Een financieel actief wordt in deze categorie ondergebracht als het voornamelijk aangeschaft werd om het op korte termijn te verkopen. Ook derivaten behoren tot de categorie tegen RWWV, tenzij ze als afdekking dienen en als dusdanig fungeren.
Wisselbrieven en schuldbrieven met vaste of bepaalbare betalingen en een vaste looptijd waarvan de Groep stellig voornemens is en in staat is deze aan te houden tot het einde van de looptijd, worden geclassificeerd als beleggingen aangehouden tot einde looptijd. Beleggingen aangehouden tot einde looptijd worden gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieve-rentemethode, verminderd met eventuele bijzondere waardeverminderingsverliezen, met opbrengsten opgenomen volgens de effectieve rente.
Activa beschikbaar voor verkoop omvatten deelnemingen in entiteiten die niet voornamelijk aangeschaft werden om ze op korte termijn te verkopen en die noch geconsolideerd noch geboekt worden volgens de vermogensmutatiemethode. Activa in deze categorie worden gewaardeerd tegen reële waarde, waarbij alle daaruit voortvloeiende baten en lasten rechtstreeks onder andere elementen van het totaalresultaat worden geboekt, behalve indien zij het gevolg zijn van een bijzondere waardevermindering, in welk geval het gecumuleerd verlies wordt overgeboekt van het eigen vermogen naar de winst- en verliesrekening. Zij worden echter tegen kostprijs gewaardeerd als er geen prijsnotering in een actieve markt voorhanden is en als hun reële waarde niet op een betrouwbare manier kan bepaald worden met behulp van alternatieve waarderingsmethoden.
Leningen en vorderingen zijn niet-afgeleide financiële instrumenten met vaste of bepaalbare betalingen die niet genoteerd worden in een actieve markt. Tot de categorie leningen en vorderingen van de Groep behoren: geldmiddelen en kasequivalenten, handelsvorderingen, belastingsvorderingen en leningen en andere vaste activa, behalve overschotten van pensioenfondsen. Kasequivalenten zijn kortlopende, in hoge mate liquide beleggingen die onmiddellijk kunnen worden omgezet in geldmiddelen waarvan het bedrag bekend is, een oorspronkelijke looptijd hebben van hoogstens drie maand en geen significant risico van waardeverandering inhouden. Leningen en vorderingen worden gewaardeerd tegen hun geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieve-rentemethode, minus eventuele bijzondere waardeverminderingen. Renteopbrengsten worden geboekt aan de hand van de effectieve-rentemethode, behalve bij vorderingen op korte termijn of wanneer het verschil met de lineaire methode verwaarloosbaar is.
Het bijzondere waardeverminderingsverlies van een financieel actief gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs stemt overeen met het verschil tussen de boekwaarde en de geschatte toekomstige kasstromen, verdisconteerd aan de initiële effectieve rente. De bijzondere waardevermindering van een financieel actief beschikbaar voor verkoop wordt berekend op basis van de huidige reële waarde.
Een test voor bijzondere waardevermindering wordt uitgevoerd, op een individuele basis, voor elk significant financieel actief. Andere activa worden getest als groepen van financiële activa met gelijkaardige kenmerken op vlak van kredietrisico.
Bijzondere waardeverminderingsverliezen worden opgenomen in de winst- en verliesrekening. Voor wat betreft activa beschikbaar voor verkoop, in het geval van een bijzondere waardevermindering, wordt de gecumuleerde negatieve wijzigingen in reële waarde die voorheen in eigen vermogen waren opgenomen, getransfereerd naar de winsten verliesrekening.
Het bijzonder waardeverminderingsverlies wordt teruggenomen als de terugname op een objectieve manier kan verbonden worden aan een gebeurtenis die na de bijzondere waardevermindering heeft plaatsgevonden. Voor financiële activa gewaardeerd aan geamortiseerde kostprijs en financiële activa beschikbaar verkoop wordt de terugname opgenomen in de winst- en verliesrekening. Voor financiële activa beschikbaar voor verkoop die eigenvermogensinstrumenten vertegenwoordigen wordt de terugname echter onmiddellijk in het eigen vermogen opgenomen. Bijzondere waardeverminderingen met betrekking tot activa opgenomen tegen kostprijs worden niet teruggenomen.
Financiële verplichtingen worden geclassificeerd als financiële verplichtingen tegen reële waarde met waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening (RWWV) of als financiële verplichten tegen geamortiseerde kostprijs.
Financiële verplichtingen worden geclassificeerd als tegen reële waarde met waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening (RWWV) als ze aangehouden worden voor handelsdoeleinden. Financiële verplichtingen tegen RWWV worden gewaardeerd tegen reële waarde, waarbij alle daaruit voortvloeiende baten of lasten in het resultaat opgenomen worden. Een financiële verplichting wordt in deze categorie ondergebracht als het voornamelijk aangeschaft werd om het op korte termijn te verkopen. Ook derivaten behoren tot de categorie tegen RWWV, tenzij ze als afdekking dienen en als dusdanig fungeren.
Financiële verplichtingen tegen geamortiseerde kostprijs, met inbegrip van schulden, worden initieel gewaardeerd tegen de reële waarde, na aftrek van de transactiekosten. Ze worden na initiële opname gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieve-rentemethode, met interestkosten opgenomen volgens de effectieve rente.
De effectieve-rentemethode is een methode voor het berekenen van de geamortiseerde kostprijs van een financiële verplichting en voor het toerekenen van interestkosten aan de desbetreffende periode. De effectieve rentevoet is de rentevoet die de verwachte stroom van toekomstige geldbetalingen tijdens de verwachte looptijd van de financiële schuld of, indien relevant, een kortere periode, exact verdisconteert tot de nettoboekwaarde bij initiële opname.
De financiële verplichtingen van de Groep gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs omvatten de langlopende financiële schulden, overige langlopende verplichtingen, kortlopende financiële schulden, handelsschulden en te betalen dividenden in de overige kortlopende verplichtingen. Solvay - Jaarverslag 2013 81
De Groep gebruikt verscheidene afgeleide financiële instrumenten (derivaten) om de blootstelling aan rente- en valutarisico's te beheren, met inbegrip van wisselkoerstermijncontracten, renteswaps, crosscurrency swaps. Meer informatie over afgeleide financiële instrumenten kan gevonden worden in toelichting 34.
Afgeleide financiële instrumenten worden initieel gewaardeerd tegen reële waarde op het moment van aangaan van het afgeleide contract en wordt na initiële opname geherwaardeerd tegen reële waarde op elke balansdatum. De resulterende winst of verlies wordt onmiddellijk opgenomen in de winst- en verliesrekening, tenzij ze als afdekking aangemerkt werden en effectief zijn, waarbij de opname in winst- en verliesrekening zal afhangen van de aard van de afdekkingsrelatie. De Groep heeft bepaalde derivaten aangewezen als afdekkingsinstrumenten ofwel om de reële waarde van opgenomen activa of verplichtingen of vaststaande toezeggingen (reëlewaardeafdekking) af te dekken, ofwel om een zeer waarschijnlijke verwachte toekomstige transactie of een valutarisico van een vaststaande toezegging (kasstroomafdekking) af te dekken, ofwel om een netto-investering in een buitenlandse entiteit af te dekken.
Een derivaat met een positieve reële waarde wordt opgenomen als een financieel actief, terwijl een derivaat met negatieve reële waarde als een financiële verplichting wordt opgenomen. Een derivaat wordt gepresenteerd als een vast actief of een langlopende verplichting als de resterende looptijd van het instrument langer is dan 12 maanden en men verwacht niet dat het instrument gerealiseerd of afgewikkeld zal worden binnen de 12 maanden. De overige derivaten worden gepresenteerd als vlottende activa of kortlopende verplichtingen.
De Groep heeft bepaalde instrumenten, zoals derivaten, in contracten besloten derivaten and niet-afgeleide instrumenten met betrekking tot wisselkoers-, energieprijsrisico's en CO2 emissierechten, aangewezen als afdekkingsinstrumenten voor ofwel reële-waardeafdekking, kasstroomafdekking of afdekking van een netto-investering in een buitenlandse entiteit. Afdekking van valutarisico op vaststaande toezeggingen wordt aangemerkt als kasstroomafdekking.
Bij aanvang van de afdekkingsrelatie documenteert de onderneming de relatie tussen het afdekkingsinstrument en de afgedekte positie, samen met de doelstellingen van het risicobeheer en de strategie voor het ondernemen van verscheidene afdekkingstransacties. Bovendien dient de Groep, bij aanvang en op continue basis, te documenteren dat het afdekkingsinstrument hoogst effectief is in het salderen van de wijzigingen in de reële waarde of de kasstromen van de afgedekte positie.
Toelichting 34 geeft bijkomende informatie over de reële waarde van afgeleide financiële instrumenten die gebruikt worden voor afdekkingsdoeleinden.
Wijzigingen in de reële waarde van derivaten die aangemerkt werden voor reële-waardeafdekking, worden rechtstreeks in de winst- en verliesrekening opgenomen, samen met eventuele wijzigingen in de reële waarde van het afgedekte actief of de afgedekte verplichting die toe te rekenen zijn aan het afgedekte risico. Deze wijzigingen worden opgenomen op de lijn van de winst- en verliesrekening waarop de afgedekte positie betrekking heeft.
Hedge accounting wordt beëindigd indien de Groep de aanwijzing van de afdekkingsrelatie intrekt, het afdekkingsinstrument afloopt of wordt verkocht, beëindigd of uitgeoefend, of indien de afdekking niet langer voldoet aan de criteria voor hedge accounting.
Het effectieve gedeelte van de wijzigingen in de reële waarde van derivaten aangemerkt voor kasstroomafdekking worden opgenomen in de andere elementen van het totaalresultaat. Het niet-effectieve gedeelte ervan wordt onmiddellijk opgenomen in de winst- en verliesrekening onder "Overige financiële opbrengsten en kosten".
Bedragen die voorheen werden opgenomen in de andere elementen van het totaalresultaat en gecumuleerd werden in eigen vermogen worden getransfereerd naar de winst- en verliesrekening in de perioden waarin de afgedekte positie in resultaat wordt opgenomen op dezelfde lijn als de opgenomen afgedekte positie. Ingeval de afgedekte kasstroom resulteert in de opname van een niet-financieel actief of een niet-financiële verplichting worden de gecumuleerde reële-waardeaanpassingen van het derivaat niet langer opgenomen in het eigen vermogen maar opgenomen in de initiële waardering van de kostprijs of de boekwaarde van het niet-financieel actief of de niet-financiële verplichting.
Hedge accounting wordt beëindigd indien de Groep de aanwijzing van de afdekkingsrelatie intrekt, het afdekkingsinstrument afloopt of wordt verkocht, beëindigd of uitgeoefend, of indien de afdekking niet langer voldoet aan de criteria voor hedge accounting. In dit geval blijven de gecumuleerde reële-waardeaanpassingen op het afdekkingsinstrument weerhouden in het eigen vermogen tot de toegezegde of voorziene transactie zich voordoet. Wanneer verwacht wordt dat een toegezegde of voorziene transactie zich niet meer zal voordoen, worden de gecumuleerde reële-waardeaanpassingen getransfereerd van het eigen vermogen naar de winst-en-verliesrekening.
De verwerking van afdekkingen van een netto-investering in een buitenlandse entiteit gebeurt op dezelfde manier als voor kasstroomafdekkingen. Het effectieve gedeelte van de wijzigingen in de reële waarde van het afdekkingsinstrument worden opgenomen in de andere elementen van het totaalresultaat. Het niet-effectieve gedeelte ervan wordt onmiddellijk opgenomen in de winst- en verliesrekening onder "Overige financiële opbrengsten en kosten".
Winsten en verliezen op het afdekkingsinstrument met betrekking tot het effectieve gedeelte van de afdekking die gecumuleerd werden in de reserve betreffende omrekeningsverschillen, worden op dezelfde wijze getransfereerd als wisselkoersverschillen met betrekking tot een buitenlandse activiteit, zoals beschreven in punt 8 hierboven.
Gewone aandelen worden geclassificeerd als eigen vermogen. Verplicht aflosbare preferente aandelen worden geclassificeerd als verplichtingen.
Bijkomende kosten die rechtstreeks toerekenbaar zijn aan de uitgifte van nieuwe gewone aandelen of opties worden in het eigen vermogen weergegeven als een vermindering, na belasting, van de opbrengsten.
De reserves omvatten:
Onder minderheidsbelangen wordt verstaan het aandeel in de nettoactiva en in het nettoresultaat van een dochteronderneming van de Groep. Dit aandeel vertegenwoordigt de belangen die niet direct door de moedermaatschappij of indirect via dochterondernemingen aangehouden worden.
Deze kunnen initieel gewaardeerd worden tegen de reële waarde of overeenkomstig het aandeel in de reële waarde van de overgenomen identificeerbare nettoactiva.
Voorzieningen worden opgenomen in de balans indien de Groep op balansdatum een huidige (wettelijke of feitelijke) verplichting heeft als gevolg van een gebeurtenis in het verleden, waarvoor het waarschijnlijk is dat er een uitstroom nodig zal zijn van middelen die economische voordelen inhouden, en indien deze uitstroom op een betrouwbare manier kan geschat worden.
Het bedrag opgenomen als een voorziening is gebaseerd op de beste schatting van de uitgave nodig om aan de bestaande verplichting te voldoen op de balansdatum, rekening houdend met de risico's en onzekerheden verbonden aan de verplichting. Wanneer een voorziening wordt gewaardeerd op basis van kasstromen nodig om de huidige verplichting af te wikkelen, dan is de boekwaarde de contante waarde van deze kasstromen.
Indien sommige of alle uitgaven die vereist zijn om een voorziening af te wikkelen naar verwachting door een andere partij zullen worden vergoed, dient de vergoeding te worden opgenomen als het vrijwel zeker is dat de vergoeding zal worden ontvangen en het bedrag van de vordering betrouwbaar kan geschat worden.
Huidige verplichtingen voortvloeiend uit verlieslatende contracten worden opgenomen en gewaardeerd als voorzieningen. Een verlieslatend contract is een contract waarbij de onvermijdelijke kosten die nodig zijn om de verplichtingen uit hoofde van het contract na te komen, hoger liggen dan de economische voordelen die naar verwachting uit het contract worden ontvangen.
Een voorziening voor herstructurering wordt enkel opgenomen wanneer de Groep een gedetailleerd en formeel herstructureringsplan heeft goedgekeurd en de herstructurering ofwel werd aangevat, ofwel publiekelijk werd aangekondigd voor balansdatum. Een voorziening voor herstructurering omvat enkel uitgaven die een rechtstreeks gevolg zijn van de herstructurering en geen verband houden met het voortzetten van de activiteiten van de entiteit.
Solvay herziet periodiek al haar milieurisico's en de daarmee verbonden voorzieningen. Solvay waardeert deze voorzieningen op basis van de gekende toepasbare reglementeringen, de aard en de omvang van de vervuiling, de saneringstechnieken en andere beschikbare informatie.
Wijzigingen in de disconteringsvoet worden opgenomen in het financieel resultaat.
Vermits de economie van Venezuela als een economie met hyperinflatie beschouwd wordt, heeft de Solvay-groep de boekhoudkundige vereisten van IAS 29 Financiële verslaggeving in economieën met hyperinflatie toegepast op zijn Venezolaanse activiteiten. De jaarrekening werd opgesteld op basis van de historische kostprijs en werd herwerkt om rekening te houden met de effecten van de inflatie overeenkomstig IAS 29.
De index die gebruikt wordt om de huidige waarde weer te geven is het inflatiecijfer dat door de Banco Central de Venezuela gepubliceerd is.
| Op 31 december 2013 | |
|---|---|
| Index op het einde v.h. jaar | 1 264 |
| Beweging over het jaar | 56,2% |
Een Operationeel Segment is een onderdeel van de Groep dat bedrijfsactiviteiten uitoefent waaruit opbrengsten kunnen worden verdiend en waarbij kosten kunnen worden gemaakt, waarvan de bedrijfsresultaten regelmatig worden beoordeeld door de hoogstgeplaatste functionaris van de entiteit die belangrijke operationele beslissingen neemt en waarover afzonderlijke financiële informatie beschikbaar is. De hoogstgeplaatste functionaris van Solvay is de Chief Executive Officer.
Opbrengsten (omzet en andere opbrengsten) dienen te worden gewaardeerd tegen de reële waarde van de vergoeding die is ontvangen of waarop recht is verkregen.
Dit bedrag wordt aangepast rekening houdend met het bedrag van enige handelskortingen of kwantumkortingen of andere gelijkaardige voordelen. De omzet omvat de verkoop van goederen en diensten met een toegevoegde waarde die overeenstemt met de knowhow van Solvay.
Andere opbrengsten omvatten voornamelijk transacties in het verhandelen van consumptiegoederen (commodities en andere nutsgoederen) en andere opbrengsten die occasioneel zijn voor de Groep (bv Tijdelijke contracten na de verkoop van activiteiten).
Omzet en andere opbrengsten dienen te worden opgenomen als alle volgende voorwaarden zijn vervuld:
W de entiteit behoudt over de verkochte goederen niet de feitelijke zeggenschap of betrokkenheid die gewoonlijk toekomt aan de eigenaar;
W het bedrag van de opbrengst kan op een betrouwbare manier worden gemeten;
Een vast actief, of een groep activa die wordt afgestoten, wordt geclassificeerd als aangehouden voor verkoop wanneer de boekwaarde hoofdzakelijk zal worden gerealiseerd in een verkooptransactie in plaats van door het te blijven gebruiken. Deze voorwaarde is enkel vervuld als de verkoop heel waarschijnlijk geacht wordt en als het actief (of de groep activa die wordt afgestoten) gereed is voor onmiddellijke verkoop in zijn huidige staat. Er kan pas sprake zijn van een zeer waarschijnlijke verkoop als de entiteit zich heeft verbonden tot een plan voor de verkoop van het actief (of de groep activa die wordt afgestoten) en als een operationeel plan om een koper te vinden en het plan te voltooien, opgestart is. Bovendien moet de verkoop van het actief (of van de groep activa die wordt afgestoten) actief gepromoot worden tegen een redelijke prijs in verhouding tot zijn huidige reële waarde en dient de verkoopsovereenkomst naar verwachting afgesloten te worden binnen het jaar na de datum van de classificatie.
Een beëindigde bedrijfsactiviteit is een component van een entiteit die ofwel is afgestoten ofwel is geclassificeerd als aangehouden voor verkoop, een afzonderlijke belangrijke bedrijfsactiviteit of geografisch bedrijfsgebied vertegenwoordigt en zowel operationeel als voor de financiële verslaggeving kan worden onderscheiden van de rest van de entiteit.
Wanneer de Groep zich heeft verbonden tot een verkoop die een verlies van zeggenschap over een dochteronderneming met zich meebrengt, dan dienen alle activa en verplichtingen van deze dochteronderneming geclassificeerd te worden als aangehouden voor verkoop als aan de hierboven beschreven criteria voldaan is ongeacht of de Groep een minderheidbelang zal aanhouden in de dochteronderneming na de verkoop.
Activa die geclassificeerd zijn als aangehouden voor verkoop worden gewaardeerd tegen reële waarde na aftrek van verkoopkosten als deze lager is dan de boekwaarde. Een eventueel overschot van de boekwaarde tegenover de reële waarde na aftrek van verkoopkosten wordt opgenomen als een bijzondere waardevermindering. Zodra activa geclassificeerd worden als aangehouden voor verkoop worden ze niet langer afgeschreven. Vergelijkende balansinformatie voor voorgaande perioden wordt niet herwerkt om de nieuwe classificatie in de balans te weerspiegelen.
Financiële kosten omvatten:
Financiële opbrengsten omvatten renteopbrengsten uit fondsbeleggingen, geldmiddelen en dividenden.
De netto-wisselkoersverschillen op financiële elementen en de wijzigingen in de reële waarde van afgeleide instrumenten worden respectievelijk gepresenteerd in financiële opbrengsten of kosten, met uitzondering van wijzigingen in de reële waarde van afgeleide instrumenten die opgenomen worden op dezelfde lijn als de afgedekte transactie.
Alle interesten op leningen worden opgenomen in de financiële kosten als ze worden opgelopen, met uitzondering van financieringskosten uit de verwerving, bouw en de productie van een in aanmerking komend immaterieel actief of materieel vast actief die opgenomen worden in de kostprijs van het actief in overeenstemming met de verwerking volgens IAS 23 – Financieringskosten.
Solvay heeft verscheidene aandelenoptieplannen opgezet, waaronder in eigen-vermogensinstrumenten afgewikkelde, op aandelen gebaseerde betalingen.
De reële waarde van de diensten geleverd door werknemers in ruil voor de toekenning van de eigen-vermogensinstrumenten vertegenwoordigt een kost. Deze kost wordt opgenomen op een lineaire basis in de winst- en verliesrekening over de wachtperiode (vesting period) die betrekking heeft op deze eigen-vermogensinstrumenten ten opzichte van een overeenstemmende aanpassing in eigen vermogen.
De reële waarde van de geleverde diensten worden bepaald op basis van de reële waarde van de eigen-vermogensinstrumenten op toekenningsdatum.
Op elke balansdatum herbepaalt de Groep het aantal opties die waarschijnlijk zullen worden verworven. De impact van de herziene schattingen wordt opgenomen in de winst- en verliesrekening ten opzichte van een overeenstemmende opname in eigen vermogen.
In overeenstemming met IAS 1, Presentatie van de jaarrekening, heeft een entiteit de keuze om één overzicht van het totaalresultaat of twee overzichten, een winst- en verliesrekening en onmiddellijk gevolgd door een overzicht van het totaalresultaat, te presenteren. De Groep heeft gekozen voor de laatste optie.
De andere elementen van het totaalresultaat worden gegeven vóór de belastingimpact die ermee verband houdt met een lijn die het totale bedrag aan winstbelasting over deze elementen voorstelt.
Voorwaardelijke activa worden niet opgenomen. Ze worden beschreven in de toelichtingen als een instroom van economische voordelen waarschijnlijk is.
Voorwaardelijke verplichtingen worden niet opgenomen, tenzij ze voortvloeien uit een bedrijfscombinatie. Ze worden vermeld in de toelichtingen, tenzij de mogelijkheid van een verlies zeer onwaarschijnlijk is.
Gebeurtenissen na balansdatum die bijkomende informatie verschaffen omtrent de situatie van de Groep op balansdatum (adjusting events) worden verwerkt in de jaarrekening. Andere gebeurtenissen na balansdatum (non-adjusting events) worden enkel vermeld in de toelichtingen als ze belangrijk geacht worden.
Bij de financiële verslaggeving wordt de nadruk gelegd op twee niet-IFRS meetstelsels:
De Groep voert jaarlijks bijzondere waardeverminderingstesten uit op goodwill en op kasstroomgenererende eenheden waarvoor er aanwijzingen zijn dat de nettoboekwaarde mogelijk hoger is dan de realiseerbare waarde. Deze analyse vereist van het management om de toekomstige verwachte kasstromen die uit de kasstroomgenererende eenheden zouden voortvloeien, en een relevante disconteringsvoet voor de berekening van de contante waarde te schatten.
Zie toelichting 26 voor bijkomende informatie.
De boekwaarde van uitgestelde belastingvorderingen wordt op elke balansdatum beoordeeld. De boekwaarde van een uitgestelde belastingvordering wordt verminderd in zoverre het niet langer waarschijnlijk is dat voldoende belastbare winst beschikbaar zal zijn om de winst van een deel of de hele uitgestelde belastingvordering te kunnen gebruiken. Deze vermindering wordt tegengeboekt wanneer de waarschijnlijkheid toeneemt dat voldoende belastbare winst beschikbaar wordt.
Het Corporate Tax Competence Center heeft het overzicht over de situatie van de Groep inzake uitgestelde belastingvorderingen en wordt systematisch betrokken bij de beoordeling van deze uitgestelde vorderingen.
Zie toelichting 8.B voor bijkomende informatie.
De actuariële veronderstellingen, gebruikt om de pensioenverplichtingen per 31 december en de jaarlijkse kosten te bepalen, zijn te vinden in toelichting 32. Alle plannen voor personeelsbeloningen worden jaarlijks door onafhankelijke actuarissen geëvalueerd. Disconteringsvoet en inflatiepercentages worden globaal vastgelegd door het management: de andere veronderstellingen (zoals verwachte toekomstige loonsverhogingen en verwachte aangroei medische uitgaven) worden plaatselijk bepaald. De personeelsdienst van de Groep superviseert alle plannen met de hulp van een centrale actuaris, gaat na of de resultaten aanvaardbaar zijn en waakt over de eenvormigheid van de reporting.
De milieuvoorzieningen worden gezamenlijk beheerd en gecoördineerd door een Competentiecentrum voor Milieusaneringen en de financiële afdeling van de Groep.
De voorspelling van uitgaven wordt verdisconteerd naar de huidige waarde, overeenkomstig de IFRS-regels.
De disconteringsvoet, die vastgelegd wordt per geografische zone, komt overeen met een gemiddeld risicovrij rendement voor staatsobligaties met een looptijd van 10 jaar. Het is de Financiële Directie van de Solvay-groep die de disconteringsvoet bepaalt. Hij kan worden herzien op basis van de evolutie van de economische parameters in het betreffende land.
Om de nadering te weerspiegelen van de waarschijnlijke datum waarop de uitgaven zullen gebeuren, worden de voorzieningen elk jaar verhoogd op basis van de door de Financiële Directie van de Groep bepaalde disconteringsvoet. Zie toelichting 32 voor bijkomende informatie.
Alle belangrijke juridische geschillen(1) (of dreiging van zulke geschillen) worden door de eigen juridische dienst van Solvay onderzocht en dit op zijn minst elk kwartaal. De juristen krijgen hiervoor indien nodig ook hulp van externe adviseurs. Dit onderzoek gaat ook over de vraag of voorzieningen dienen aangelegd of bestaande voorzieningen dienen te worden aangepast. Het gebeurt in overleg met de Financiële Directie van de Groep en het departement Verzekeringen. De Juridische directie van de Groep legt het verslag dat het resultaat is van dit werk voor aan het Uitvoerend Comité en vervolgens aan het Auditcomité.
In overeenstemming met IFRS 3 "Bedrijfscombinaties" herwaardeert de Groep de activa, verplichtingen en voorwaardelijke verplichtingen verworven bij een bedrijfscombinatie tegen reële waarde. Waar mogelijk worden reële-waardeaanpassingen gebaseerd op schattingen en waarderingsmodellen van derden, bijvoorbeeld voor voorwaardelijke verplichtingen en immateriële activa die niet op de balans stonden van de overgenomen entiteit. Vaak worden interne maatstaven gebruikt voor het waarderen van specifieke productie-uitrusting. Bij elk van deze waarderingsmethoden worden assumpties gebruikt zoals verwachte toekomstige kasstromen, resterende gebruiksduur enz.
Activa worden geclassificeerd als aangehouden voor verkoop indien hun boekwaarde zal gerealiseerd worden in een verkooptransactie in plaats van door het te blijven gebruiken. Deze voorwaarde is enkel vervuld als de verkoop heel waarschijnlijk geacht wordt en als het actief gereed is voor onmiddellijke verkoop in zijn huidige staat. Het management moet zich verbinden tot de verkoop die naar verwachting zal opgenomen worden als een afgeronde verkooptransactie binnen de termijn van één jaar na de datum van de classificatie. Een actief kan echter gedurende langer dan één jaar binnen deze classificatie blijven indien het niet verkocht wordt wegens gebeurtenissen of omstandigheden waarover de Groep geen controle heeft.
De activiteit Chlorovinyls werd geherclassificeerd als een groep van activa die wordt aangehouden voor verkoop. Er bestaat nog onzekerheid over de omvang van de activa en verplichtingen die door Solvay moeten ingebracht worden in een 50/50 joint-venture.
(1) Ook voor belastinggeschillen geldt een dergelijke procedure.
Vanaf 1 januari 2013 bestaat de structuur van Solvay uit vijf Operationele Segmenten.
Advanced Formulations richt zich tot de markt van de consumptieproducten. Het groeiende productaanbod van dit segment is afgestemd op maatschappelijke megatrends: bevolkingsgroei, de toenemende koopkracht van de opkomende markten, het ontstaan van nieuwe consumptiewijzen en een vraag naar veiligere en meer duurzame producten en oplossingen op basis van hernieuwbare materialen. Na de verwerving van Chemlogics en de daaruitvolgende relatieve stijging van de eindmarkt voor Olie & Gas ten opzichte van Consumptiegoederen, kreeg het segment Consumer Chemicals begin 2014 de nieuwe naam "Advanced Formulations".
Advanced Materials biedt ultrahoogpresterende toepassingen voor de luchtvaart, hogesnelheidstreinverkeer, gezondheid, energiezuinige autobanden, controle van uitlaatgassen van voertuigen, smartphones en accu's voor hybride voertuigen.
Performance Chemicals is actief op ontwikkelde en veerkrachtige markten, waar het succes toe te schrijven is aan schaalvoordelen, concurrentievermogen en kwaliteit van dienstverlening.
Functional Polymers omvat oplossingen op basis van polyamide die zich voornamelijk richten tot de autosector, bouwsector, elektriciteit/ elektronica en verschillende markten voor consumptiegoederen.
Corporate & Business Services omvat de GBU Energy Services en Corporate Functions zoals Business Services. De opdracht van Energy Services is een beter energieverbruik en minder uitstoot.
Hieronder volgt de informatie per segment over 2013:
| 2013 In € miljoen |
Advanced | Advanced | Performance | Functional | Corporate & Business |
|
|---|---|---|---|---|---|---|
| Winst- en verliesrekening | Formulations | Materials | Chemicals | Polymers | Services | Group Totaal |
| Netto-omzet | 2 436 | 2 566 | 3 167 | 1 856 | 67 | 10 092 |
| W Intersegment verkoop | -4 | -15 | -42 | -93 | -154 | |
| Externe verkoop | 2 432 | 2 551 | 3 125 | 1 763 | 67 | 9 938 |
| Brutowinst | 535 | 847 | 687 | 171 | 85 | 2 325 |
| REBIT | 211 | 451 | 512 | -29 | -259 | 886 |
| Inbegrepen het resultaat van geassocieerde deelnemingen en joint-ventures |
22 | 5 | 74 | -6 | -4 | 91 |
| Afschrijvingen | 144 | 195 | 212 | 111 | 91 | 752 |
| Aanpassingen voor KPI gevolgd door de Directie |
14 | 11 | 25 | |||
| REBITDA | 369 | 646 | 724 | 93 | -169 | 1 663 |
| Niet-recurrente elementen | -15 | -27 | -73 | -28 | -97 | -239 |
| EBIT | 196 | 424 | 440 | -57 | -356 | 647 |
| Nettofinancieringskosten | -210 | |||||
| Belastingen op resultaat | -187 | |||||
| Beëindigde bedrijfsactiviteiten | 65 | |||||
| Nettowinst van het jaar | 315 |
| Balans en andere bestanddelen | Advanced Formulations |
Advanced Materials |
Performance Chemicals |
Functional Polymers |
Corporate & Business Services |
Group Totaal |
|---|---|---|---|---|---|---|
| Kapitaalinvesteringen (voortgezette bedrijfsactiviteiten) |
136 | 213 | 187 | 74 | 99 | 708 |
| Kapitaalinvesteringen (beëindigde bedrijfsactiviteiten) |
102 | 102 | ||||
| Investeringen (voortgezette bedrijfsactiviteiten) | 881 | 1 | 18 | 86 | 13 | 999 |
| Bedrijfskapitaal | ||||||
| Voorraden | 281 | 489 | 264 | 217 | 16 | 1 267 |
| Handelsvorderingen | 295 | 327 | 468 | 201 | 31 | 1 322 |
| Handelsschulden | 286 | 240 | 384 | 232 | 212 | 1 353 |
Kapitaalinvesteringen houden verband met materiële en immateriële vaste activa.
Hieronder volgt de informatie per segment over 2012:
| 2012 In € miljoen Winst- en verliesrekening |
Advanced Formulations |
Advanced Materials |
Performance Chemicals |
Functional Polymers |
Corporate & Business Services |
Group Totaal |
|---|---|---|---|---|---|---|
| Netto-omzet | 2 573 | 2 779 | 3 189 | 1 970 | 157 | 10 667 |
| W - Intersegment verkoop | -8 | -36 | -27 | -82 | -152 | |
| Externe verkoop | 2 565 | 2 743 | 3 162 | 1 888 | 157 | 10 515 |
| Brutowinst | 571 | 818 | 695 | 149 | 131 | 2 364 |
| REBIT | 388 | 403 | 541 | -15 | -190 | 1 127 |
| Inbegrepen het resultaat van geassocieerde deelnemingen en joint-ventures |
129 | 5 | 53 | 2 | -6 | 183 |
| Afschrijvingen | 130 | 196 | 209 | 115 | 74 | 724 |
| Aanpassingen voor KPI gevolgd door de Directie |
28 | 17 | 45 | |||
| REBITDA | 518 | 627 | 750 | 100 | -99 | 1 896 |
| Niet-recurrente elementen | 0 | -15 | 122 | 98 | -149 | 55 |
| EBIT | 388 | 388 | 663 | 83 | -339 | 1 181 |
| Nettofinancieringskosten | -361 | |||||
| Belastingen op resultaat | -241 | |||||
| Beëindigde bedrijfsactiviteiten | 2 | |||||
| Nettowinst van het jaar | 580 |
| Balans en andere bestanddelen | Advanced Formulations |
Advanced Materials |
Performance Chemicals |
Functional Polymers |
Corporate & Business Services |
Group Totaal |
|---|---|---|---|---|---|---|
| Kapitaalinvesteringen (voortgezette bedrijfsactiviteiten) |
115 | 198 | 201 | 65 | 61 | 640 |
| Kapitaalinvesteringen (beëindigde bedrijfsactiviteiten) |
145 | 145 | ||||
| Investeringen (voortgezette bedrijfsactiviteiten) | 4 | 16 | 12 | 9 | 41 | |
| Bedrijfskapitaal | ||||||
| Voorraden | 250 | 507 | 267 | 373 | 25 | 1 422 |
| Handelsvorderingen | 267 | 357 | 500 | 491 | 43 | 1 657 |
| Handelsschulden | 280 | 246 | 349 | 533 | 208 | 1 617 |
De externe netto-omzet per cluster is als volgt:
| In € miljoen | 2013 | 2012 |
|---|---|---|
| Advanced Formulations | 2 432 | 2 565 |
| Novecare | 1 581 | 1 684 |
| Aroma Performance | 365 | 376 |
| Coatis | 486 | 506 |
| Advanced Materials | 2 551 | 2 743 |
| Specialty Polymers | 1 288 | 1 348 |
| Silica | 416 | 382 |
| Rare Earth Systems | 298 | 434 |
| Special Chemicals | 549 | 579 |
| Performance Chemicals | 3 125 | 3 162 |
| Essential Chemicals | 1 756 | 1 811 |
| Acetow | 658 | 616 |
| Eco Services | 288 | 314 |
| Emerging Biochemicals | 424 | 421 |
| Functional Polymers | 1 763 | 1 888 |
| Polyamides | 1 557 | 1 688 |
| Chlorovinyls | 206 | 200 |
| Corporate & Business Services | 67 | 157 |
| Energy Services | 67 | 154 |
| Overige Corporate & Business Services | 0 | 3 |
| TOTAAL | 9 938 | 10 515 |
De omzet van de Groep per bestemming is als volgt:
| In € miljoen | 2013 | % | 2012 | % |
|---|---|---|---|---|
| België | 126 | 1% | 141 | 3% |
| Duitsland | 929 | 9% | 962 | 9% |
| Italië | 490 | 5% | 519 | 6% |
| Frankrijk | 812 | 8% | 832 | 10% |
| Verenigd Koninkrijk | 271 | 3% | 329 | 3% |
| Spanje | 277 | 3% | 283 | 3% |
| Europese Unie – Andere | 641 | 6% | 645 | 8% |
| Europese Unie | 3 545 | 34% | 3 711 | 42% |
| Europa – Andere | 263 | 3% | 197 | 2% |
| Verenigde Staten | 2 095 | 20% | 2 325 | 18% |
| Canada | 108 | 1% | 133 | 1% |
| Noord-Amerika | 2 203 | 21% | 2 458 | 19% |
| Brazilië | 883 | 9% | 914 | 7% |
| Mexico | 114 | 1% | 117 | 1% |
| Latijns-Amerika – Andere | 172 | 2% | 180 | 2% |
| Latijns-Amerika | 1 170 | 11% | 1 211 | 10% |
| Rusland | 173 | 2% | 158 | 1% |
| Turkije | 81 | 1% | 79 | 1% |
| China | 757 | 7% | 793 | 6% |
| India | 176 | 2% | 173 | 1% |
| Japan | 349 | 3% | 402 | 3% |
| Zuid Korea | 350 | 3% | 342 | 3% |
| Thailand | 406 | 4% | 440 | 3% |
| Egypte | 55 | 1% | 55 | 0% |
| Andere | 837 | 8% | 892 | 7% |
| Azie en de rest van de wereld | 3 186 | 31% | 3 334 | 27% |
| TOTAAL | 10 367 | 100% | 10 910 | 100% |
De netto-omzet per bestemming pro forma Chemlogics, alsof de overname van Chemlogics op 1 januari 2013 had plaatsgevonden, wordt in het hoofdstuk "Groep visie" voorgesteld.
Het geïnvesteerd kapitaal en de kapitaalinvesteringen per land en per regio voor voortgezette bedrijfsactiviteiten zijn als volgt:
| Geïnvesteerd kapitaal | Kapitaalinvesteringen | |||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| In € miljoen | 2013 | % | 2012 | % | 2013 | % | 2012 | % |
| België | 2 554 | 21% | 3 579 | 29% | -21 | 1% | -32 | 9% |
| Duitsland | 688 | 6% | 968 | 8% | -45 | 3% | -57 | 8% |
| Italië | 678 | 6% | 707 | 6% | -62 | 4% | -61 | 8% |
| Frankrijk | 2 531 | 21% | 2 000 | 16% | -200 | 12% | -192 | 31% |
| Verenigd Koninkrijk | 86 | 1% | 205 | 2% | -8 | 0% | -7 | 1% |
| Spanje | 225 | 2% | 274 | 2% | -16 | 1% | -10 | 2% |
| Europese Unie – Andere | 201 | 2% | 233 | 2% | -34 | 2% | -7 | 1% |
| Europese Unie | 6 963 | 58% | 7 967 | 64% | -386 | 23% | -366 | 59% |
| Europa – Andere | 3 | 0% | -10 | 0% | -5 | 0% | 0 | 0% |
| Verenigde Staten | 2 356 | 20% | 1 689 | 14% | -998 | 58% | -105 | 13% |
| Canada | 2 | 0% | 1 | 0% | 0 | 0% | 0 | 0% |
| Noord-Amerika | 2 358 | 20% | 1 690 | 14% | -998 | 58% | -105 | 13% |
| Brazilië | 475 | 4% | 834 | 7% | -39 | 2% | -55 | 9% |
| Argentinië | 68 | 1% | 71 | 1% | 0 | 0% | 0 | 1% |
| Latijns-Amerika – Andere | 68 | 1% | 45 | 0% | -1 | 0% | -1 | 0% |
| Latijns-Amerika | 611 | 5% | 951 | 8% | -40 | 2% | -56 | 9% |
| Rusland | 413 | 3% | 380 | 3% | -91 | 5% | -1 | 0% |
| Turkije | 0 | 0% | 0 | 0% | 0 | 0% | 0 | 0% |
| Thailand | 404 | 3% | 483 | 4% | -11 | 1% | -44 | 5% |
| China | 581 | 5% | 467 | 4% | -98 | 6% | -69 | 8% |
| Zuid Korea | 174 | 1% | 139 | 1% | -24 | 1% | -10 | 1% |
| India | 167 | 1% | 210 | 2% | -6 | 0% | -11 | 1% |
| Singapore | 32 | 0% | 34 | 0% | -8 | 0% | 0 | 0% |
| Japan | 53 | 0% | 59 | 0% | -3 | 0% | -1 | 0% |
| Egypte | 106 | 1% | 109 | 1% | -10 | 1% | -12 | 1% |
| Andere | 60 | 1% | 32 | 0% | -27 | 2% | -6 | 1% |
| Azie en de rest van de wereld |
1 990 | 17% | 1 913 | 15% | -278 | 16% | -154 | 19% |
| TOTAAL | 11 924 | 100% | 12 510 | 100% | -1 707 | 100% | -681 | 100% |
Geïnvesteerd kapitaal omvat de vaste activa (exclusief uitgestelde belastingen), voorraden en handelsvorderingen en -schulden. Kapitaalinvesteringen omvatten de immateriële, materiële vaste activa en investeringsuitgaven.
REBITDA voor voortgezette bedrijfsactiviteiten is het niet-IFRS meetstelsel dat door het management wordt gebruikt om de segmentprestaties op te volgen en om middelen toe te kennen.
REBITDA wordt als volgt berekend:
| In € miljoen | 2013 | 2012 |
|---|---|---|
| EBIT IFRS | 647 | 1 181 |
| Niet-recurrente elementen | 239 | -55 |
| REBIT | 886 | 1 127 |
| Aanpassing van voorraden van Rhodia aan reële waarde (PPA) | 0 | 45 |
| Aandeel in resultaat van RusVinyl (pre-operationele fase) | 11 | 0 |
| Aanpassing van Chemlogics retentieplan | 1 | 0 |
| Aanpassing van voorraden van Chemlogics aan reële waarde (PPA) | 13 | 0 |
| Recurrente IFRS afschrijvingen | 752 | 724 |
| REBITDA (KPI VAN WINST- EN VERLIESREKENING GEVOLGD DOOR DE DIRECTIE) | 1 663 | 1 896 |
In een moeilijk macroklimaat en in een context van veeleisende vergelijkbare factoren bedroeg het REBITDA € 1 663 miljoen (€ 1 896 miljoen vorig jaar) en het bleef daarmee hoofdzakelijk gelijk gezien de uitzonderlijke resultaten van € 190 miljoen vorig jaar (de geleidelijke afbouw van CER en natuurlijke guar) en de tijdelijke negatieve ontwikkelingen bij guarderivaten.
Het prijszettingsvermogen was bevredigend in een deflatoire context van grondstoffen: de daling van onze verkoopprijzen met € -202 miljoen werd meer dan goed gemaakt door besparingen van kosten voor grondstoffen en energie van € 205 miljoen. Per Operationeel segment kon het prijszettingsvermogen in Advanced Materials en in Engineering Plastics (binnen Functional Polymers) de sterke margedruk in onze activiteit guar-derivaten (binnen Advanced Formulations) compenseren. Uitstekende initiatieven doorheen de verschillende businesses en functies droegen aanzienlijk bij aan het compenseren van de inflatiecomponent van de vaste kostenbasis van de Groep
De jaar-op-jaar evolutie van de REBITDA per operationeel segment is als volgt: Advanced Formulations (-29%), Advanced Materials 3%, Performance Chemicals (-3%) en Functional Polymers (-7%).
De REBITDA-marge van de Groep op de netto-omzet bedroeg 16,7% in vergelijking met 18,0% vorig jaar.
| In € miljoen | 2013 | 2012 |
|---|---|---|
| Opbrengsten uit deelnemingen en rente op leningen aan joint-ventures en niet geconsolideerde vennootschappen |
7 | 8 |
| Kosten voor opstarten, voorstudie en vestiging | -24 | -35 |
| Recurrente meerwaarden op verkoop van activa | 10 | 7 |
| Wisselkoersresultaten | 4 | 0 |
| Afschrijving van immateriële activa in verband met PPA van Rhodia | -148 | -131 |
| Saldo van overige opbrengsten en kosten | 57 | 54 |
| Overige operationele opbrengsten en kosten | -94 | -97 |
In 2013 omvat het saldo van overige opbrengsten en kosten voornamelijk de herschikking van de verzekeringspolissen van de Groep, wat leidde tot de terugname van voorzieningen voor € 22 miljoen.
Het nettoresultaat van de joint-ventures en geassocieerde deelnemingen maakt deel uit van de REBIT van de Groep en bedraagt € 92 miljoen in 2013 tegenover € 183 miljoen in 2012. De belangrijkste daling houdt verband met de nettowinst gegenereerd door de guaractiviteit van Hindustan Gum & Chemie Ltd in India.
De niet-recurrente elementen omvatten voornamelijk:
Niet-recurrente elementen voor voortgezette bedrijfsactiviteiten zijn als volgt:
| In € miljoen | 2013 | 2012 |
|---|---|---|
| Herstructureringskosten | -115 | -110 |
| Kosten in verband met beëindigde activiteiten | -32 | -7 |
| Fusie- en overnamekosten en meer- of minwaarden op kapitaal | -22 | 53 |
| Belangrijke geschillen | -5 | -25 |
| Waardeverminderingen | -65 | 144 |
| Niet-recurrente elementen | -239 | 55 |
In 2013 houden de niet-recurrente elementen voornamelijk verband met:
In 2012 houden de niet-recurrente elementen voornamelijk verband met:
W het in 2010 opgenomen bijzonder waardeverminderingsverlies op de KGE Natriumcarbonaat werd gedeeltelijk teruggenomen (€ 149 miljoen);
| In € miljoen | 2013 | 2012 |
|---|---|---|
| Kosten op leningen – Interestkost op financiële verplichtingen tegen geamortiseerde kostprijs | -187 | -167 |
| Interestopbrengst op geldmiddelen en kasequivalenten | 24 | 14 |
| Interestopbrengst op overige vlottende vorderingen – Financiele instrumenten) | 1 | 2 |
| Overige financieringsopbrengsten en -kosten | -2 | -8 |
| Disconteringskosten van de voorzieningen | -87 | -200 |
| Nettofinancieringskosten | -250 | -358 |
Details aaangaande "Overige vlottende vorderingen — Financiële instrumenten" en over "Geldmiddelen en kasequivalenten" zijn opgenomen in Toelichting 33.
Nettofinancieringskosten eind 2012 en 2013 omvatten niet de nettofinancieringskosten voor Indupa en voor de Chlorovinyls activiteiten begrepen in de voorgestelde joint-venture met Ineos, opgenomen in beëindigde bedrijfsactiviteiten.
De nettofinancieringskosten bedroegen € 250 miljoen eind 2013 in vergelijking met € 358 milljoen eind 2012.
Eind 2013 werden de lasten en opbrengsten voor ~€ 9 miljoen respectievelijk opgenomen in "Lasten als gevolg van leningen" en in "Interestopbrengst op geldmiddelen en kasequivalenten". Ze houden verband met beleggingen in schatkistinstrumenten gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs in overeenstemming met IFRS. De afschrijvingen werden opgenomen in lasten en werden gecompenseerd door het aandeel van de opgebouwde rente geboekt onder interestopbrengst.
De evolutie van de lasten als gevolg van leningen eind 2013 in vergelijking met 2012 wordt ook gedeeltelijk verklaard door het feit dat de financiële lasten van 2012 inclusief de eenmalige non-cash opbrengst van € 17 miljoen was met betrekking tot de beslissing om de call optie op de Rhodia senior obligatielening van € 500 miljoen (met einde looptijd in 2018) uit te oefenen in 2014.
De overige winsten en verliezen daalden van € -8 miljoen op het einde van 2012 naar € -2 miljoen op het einde van 2013.
Eind 2013 omvatten deze ook een netto positieve opbrengst in verband met de marktwaardering van een renteswap (€ 5,2 miljoen) die begin 2013 verhandeld werd om een potentiële financiering in 2014 te dekken, maar die op besluit van het management niet langer nodig is. Tegenover deze winst stonden financiële verliezen (zie Toelichting 34 Renterisico).
De disconteringskosten van de voorzieningen daalden van € 200 miljoen eind 2012 naar € 87 miljoen eind 2013. Deze daling (€ -113 miljoen) is voornamelijk te wijten aan de gezamenlijke impact van de drie volgende factoren:
De belastingskosten kunnen als volgt worden opgesplitst:
| In € miljoen | 2013 | 2012 |
|---|---|---|
| Actuele belasting voor het lopend jaar | -154 | -232 |
| Actuele belasting voor voorgaande jaren | -36 | 7 |
| Uitgestelde belasting | 6 | 4 |
| Fiscale impact van wijzigingen in de nominale belastingvoet op uitgestelde belastingen | -4 | -20 |
| TOTAAL | -187 | -241 |
| In € miljoen | 2013 | 2012 |
|---|---|---|
| Belastingen op elementen rechtsreeks opgenomen in het eigen vermogen | -34 | 50 |
| TOTAAL | -34 | 50 |
De effectieve belastingskosten worden afgestemd met de theoretisch bepaalde belastingskosten, door in elk land waar elke Groepsentiteit actief is, de toepasselijke nominale belastingtarieven op de winst vóór belastingen toe te passen.
| In € miljoen | 2013 | 2012 |
|---|---|---|
| Winst vóór belastingen | 437 | 819 |
| Verband met de totale belastinglast | ||
| Totale belastingskost van alle entiteiten van de Groep, uitgerekend op basis van toepasselijke nominale belastingsvoeten |
-125 | -241 |
| Gewogen gemiddeld nominale belastingsvoet | 29% | 29% |
| Fiscale impact van permanente verschillen | -58 | 115 |
| Fiscale impact van wijzigingen in belastingsvoeten | -4 | -20 |
| Fiscale impact van correcties in actuele en uitgestelde belastingen m.b.t. vorige jaren | 15 | 6 |
| Niet-opgenomen uitgestelde belastingvorderingen | -15 | -101 |
| Effectieve belastingskost | -187 | -241 |
| Effectieve belastingsvoet* | 43% | 29% |
* Belastingskost (+)/fiscaal verrekenbaar tegoed (-).
De effectieve belastingvoet van de Groep (43%) is aanzienlijk hoger dan de gewogen gemiddelde nominale belastingvoet (29%), voornamelijk als gevolg van niet-afgedekte niet-recurrente uitgaven (zie toelichting 6: bijzondere waardeverminderingen en herstructureringskosten zonder fiscaal verrekenbare tegoeden).
De uitgestelde belastingen opgenomen op de balans hebben betrekking op volgende categorieën:
| 2013 In € miljoen |
Beginbalans | Opgenomen in de winst- en verliesrekening |
Opgenomen in de andere elementen van het totaalresultaat |
Effect van wisselkoers verschil |
Acquisities/ Verkopen |
Andere | Overboeking naar activa aangehouden voor verkoop |
Eindbalans |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Tijdelijke verschillen | ||||||||
| Verplichtingen inzake personeelsbeloningen |
731 | -15 | -41 | -6 | -1 | -29 | 639 | |
| Andere voorzieningen dan voor de personeelsbeloningen |
367 | -37 | -16 | -25 | 289 | |||
| Materiële vaste activa | -635 | -23 | 28 | -2 | 86 | -546 | ||
| Goodwill | 47 | -8 | 39 | |||||
| Fiscale verliezen | 1 644 | 119 | -22 | -1 | -90 | 1 649 | ||
| Fiscaal verrekenbare tegoeden | 127 | 4 | -1 | -4 | 126 | |||
| Activa aangehouden voor verkoop |
-55 | -6 | 5 | 16 | 40 | 0 | ||
| Andere | -37 | -4 | -8 | -1 | 3 | 22 | -26 | |
| Totaal (netto bedrag) | 2 187 | 30 | -49 | -18 | 2 | 19 | 0 | 2 172 |
| Niet-opgenomen uitgestelde belastingvorderingen – Voortgezette bedrijfsactiviteiten |
-2 194 | -44 | 10 | 27 | 62 | -2 139 | ||
| Niet-opgenomen uitgestelde belastingvorderingen – Activa aangehouden voor verkoop |
45 | 16 | -5 | 7 | -62 | 0 | ||
| Totaal niet opgenomen uitgestelde belastingvorderingen |
-2 149 | -28 | 10 | 26 | -5 | 7 | 0 | -2 139 |
| TOTAAL | 38 | 2 | -38 | 8 | -3 | 25 | 0 | 33 |
| Uitgestelde belastingvorderingen opgenomen op de balans |
527 | 502 | ||||||
| Uitgestelde belastingverplichtingen opgenomen op de balans |
-489 | -469 |
| 2012 In € miljoen |
Beginbalans | Opgenomen in de winst- en verliesrekening |
Opgenomen in de andere elementen van het totaalresultaat |
Effect van wisselkoers verschil |
Andere | Eindbalans | Herclas sificatie(1) |
Aangepaste eindbalans |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Tijdelijke verschillen | ||||||||
| Verplichtingen inzake personeelsbeloningen |
673 | -107 | 118 | 1 | 685 | 46 | 731 | |
| Andere voorzieningen dan voor de personeelsbeloningen |
336 | -27 | -8 | 301 | 66 | 367 | ||
| Materiële vaste activa | -710 | 29 | 14 | -2 | -669 | 33 | -635 | |
| Goodwill | 60 | -11 | 49 | -1 | 47 | |||
| Fiscale verliezen | 1 613 | 202 | -4 | 1 811 | -167 | 1 644 | ||
| Fiscaal verrekenbare tegoeden | 124 | -16 | 108 | 19 | 127 | |||
| Activa aangehouden voor verkoop |
0 | -17 | -37 | -54 | -1 | -55 | ||
| Andere | 22 | 10 | -8 | 3 | 27 | -65 | -37 | |
| Totaal (netto bedrag) | 2 118 | 62 | 110 | 6 | -39 | 2 258 | -70 | 2 187 |
| Niet-opgenomen uitgestelde belastingvorderingen – Voortgezette bedrijfsactiviteiten |
-2 034 | -149 | -65 | 2 | 2 | -2 244 | 50 | -2 194 |
| Niet-opgenomen uitgestelde belastingvorderingen – Activa aangehouden voor verkoop |
0 | 39 | 5 | 44 | 1 | 45 | ||
| Totaal niet opgenomen uitgestelde belastingvorderingen |
-2 034 | -110 | -65 | 2 | 7 | -2 200 | 51 | -2 149 |
| TOTAAL | 84 | -47 | 45 | 8 | -32 | 58 | -20 | 38 |
| Uitgestelde belastingvorderingen opgenomen op de balans |
796 | 547 | -20 | 527 | ||||
| Uitgestelde belastingverplichtingen opgenomen op de balans |
-712 | -489 | -489 |
(1) De herclassificatie aan het eind van boekjaar 2012 stemt overeen met:
W herclassificatie vanwege de opname van tijdelijke verschillen (€ -50 miljoen), geneutraliseerd door emissierechten (€ +50 miljoen);
W herclassificatie tussen uitgestelde en actuele belastingen voor € 20 miljoen.
Alle overgedragen fiscale verliezen van de Groep hebben aanleiding gegeven tot uitgestelde belastingvorderingen, behalve voor het gedeelte dat niet opgenomen werd. Hieronder een overzicht van de overgedragen fiscale verliezen die uitgestelde belastingvorderingen genereren, gerangschikt volgens vervaldatum.
| In € miljoen | 2013 | 2012 |
|---|---|---|
| Binnen 1 jaar | 39 | 2 |
| Binnen 2 jaar | 33 | 0 |
| Binnen 3 jaar | 44 | 0 |
| Binnen 4 jaar | 14 | 0 |
| Binnen 5 jaar of meer | 146 | 239 |
| Zonder tijdslimiet | 554 | 622 |
| TOTAAL | 830 | 863 |
De gewone winst bedraagt € 315 miljoen tegenover € 580 miljoen in 2012. Deze daling van de gewone winst vloeit voornamelijk voort uit:
W lager REBITDA (€ -233 miljoen);
De aangepaste gewone winst sluit uit de IFRS nettowinst de belangrijkste impact uit van de Rhodia Purchase Price Accounting voor de afschrijvingen van immateriële activa (na belastingen).
De aangepaste gewone winst wordt als volgt berekend:
| In € miljoen | 2013 | 2012 |
|---|---|---|
| NETTOWINST IFRS | 315 | 580 |
| Aanpasingen van nettowinst IFRS | ||
| Aanpassing van voorraden van Rhodia aan reële waarde (PPA) | 0 | 45 |
| Afschrijvingen van PPA op immateriële activa | 148 | 131 |
| Belasting op aanpassingen | -41 | -50 |
| AANGEPAST NETTOWINST | 422 | 707 |
| Aantal aandelen (in duizenden) | 2013 | 2012 |
|---|---|---|
| Gewogen gemiddelde aantal gewone aandelen | 83 151 | 82 305 |
| Verwaterend effect van inschrijvingsrechten | 692 | 391 |
| Gewogen gemiddelde aantal gewone aandelen (verwaterd) | 83 843 | 82 696 |
| 2013 | 2012 | |||
|---|---|---|---|---|
| Gewone | Verwaterde | Gewone | Verwaterde | |
| Nettoresultaat van het boekjaar (aandeel van Solvay), met inbegrip van de afgesplitste bedrijfsactiviteiten (in duizenden €) |
270 477 | 270 477 | 563 036 | 563 036 |
| Nettoresultaat van het boekjaar (aandeel van Solvay), zonder afgesplitste bedrijfsactiviteiten (in duizenden €) |
205 345 | 205 345 | 516 804 | 516 804 |
| Winst per aandeel (met inbegrip van afgesplitste bedrijfsactiviteiten) (in €) | 3,25 | 3,23 | 6,84 | 6,81 |
| Winst per aandeel (zonder afgesplitste bedrijfsactiviteiten) (in €) |
2,47 | 2,45 | 6,28 | 6,25 |
De gewone winst per aandeel wordt verkregen door het nettoresultaat te delen door het aantal aandelen.
De verwaterde winst per aandeel wordt verkregen door het nettoresultaat te delen door het aantal aandelen, aangepast aan het aantal potentieel dilutieve aandelen verbonden aan de uitgifte van aandelenopties. Voor de berekening van de verwaterde winst per aandeel werden er geen aanpassingen aangebracht aan het nettoresultaat van het boekjaar (aandeel Solvay).
Volledige gegevens per aandeel, met inbegrip van dividend per aandeel, kunnen geraadpleegd worden in het verslag van de Raad van Bestuur op pagina 64.
De gemiddelde slotkoers voor 2013 was € 109,96 per aandeel (2012: € 87,92 per aandeel). De volgende aandelenopties waren out of the money, en hadden dus geen verwaterend effect in het gepresenteerde boekjaar, maar zouden de gewone winst per aandeel kunnen verwateren in de toekomst (zie ook toelichting 24 "Opties en verwerving/verkoop van eigen aandelen").
1 Financiële informatie Jaarrekening
| Anti-dilutieve aandelenopties | Toekenningsdatum | Uitoefenprijs | Aantal toegekend | Aantal uitstaand |
|---|---|---|---|---|
| Aandelenoptieplan 2013 | 25 Maart 2013 | 111,01 | 405 716 | 405 716 |
| In € miljoen | 2013 | 2012 |
|---|---|---|
| Salarissen en rechtstreekse sociale voordelen | -1 376 | -1 366 |
| Werkgeversbijdrage aan de sociale zekerheid | -322 | -306 |
| Pensioenen en Verzekeringen | -215 | -116 |
| Andere personeelskosten | -103 | -113 |
| Voorzieningen voor personneelsbeloningen | -127 | -220 |
| TOTAAL | -2 143 | -2 122 |
Als gevolg van het indienen van het joint-venture plan van Chlorovinyls voor EU vereffening presenteert Solvay de verbonden activiteiten sinds 30 september 2013 in afgesplitste bedrijfsactiviteiten.
Op 6 mei 2013 ondertekenden Solvay en Ineos een Intentieverklaring om hun Europese activiteiten op het vlak van chloorvinyl te combineren in een 50-50 joint-venture. De joint-venture zou de activa van beide groepen groeperen doorheen de volledige chloorvinyl-keten, inclusief PVC, natriumhydroxide en chloorderivaten. RusVinyl, de Russische joint-venture van Solvay op het vlak van chloorvinyl, samen met Sibur, wordt uitgesloten van de transactie. In september 2013 dienden Solvay en Ineos hun aanvraag in voor toetsing aan de mededingingsregels door de Europese Commissie. Na het verkrijgen van de antitrust goedkeuring zal de joint-venture worden opgericht in de eerste helft van 2014.
Indupa (Chlorovinyls Zuid-Amerika) blijft geclassificeerd in beëindigde bedrijfsactiviteiten, omdat de afsluiting verwacht wordt voor 2014, na de ondertekening van een Share Purchase Agreement met Braskem in december 2013. De afsluiting van de transactie is afhankelijk van de goedkeuring door de Braziliaanse antitrust-autoriteiten.
Benvic (PVC compound) is een actief aangehouden voor verkoop en is niet opgenomen in afgesplitste bedrijfsactiviteiten, omdat dit geen belangrijke activiteit is.
| In € miljoen | 2013 | 2012 |
|---|---|---|
| Omzet | 2 510 | 2 462 |
| Opdeling beëindigde bedrijfsactiviteiten | ||
| Verlies opgenomen als gevolg van de waardering aan reële waarde minus verkoopkosten | -68 | -102 |
| EBIT Pharma (na afwikkeling) | 105 | 102 |
| EBIT Chlorovinyls | 80 | 89 |
| EBIT Solvay Indupa | -28 | |
| Financiële kosten Pharma | 0 | 3 |
| Financiële kosten Chlorovinyls | -11 | -18 |
| Financiële kosten Solvay Indupa | -26 | |
| Belasting Chlorovinyls | -42 | -31 |
| Belasting Solvay Indupa | 11 | |
| TOTAAL RESULTAAT UIT BEËINDIGDE BEDRIJFSACTIVITEITEN | 65 | 1 |
| toegerekend aan de: | ||
| W eigenaars van de moedermaatschappij | 65 | 46 |
| W minderheidsbelangen | 0 | -45 |
De beëindigde bedrijfsactiviteiten omvatten:
Solvay Indupa in 2013 bëindigde bedrijfsactiviteiten gewone winst vloeit voort uit bijzondere waardeverminderingsverlies als gevolg van wijziging van reële waarde na ondertekening van de Share Purchase Agreement met Braskem in december 2013 (€ -68 miljoen in 2013);
De CTA gekoppeld aan Solvay Indupa en haar moedermaatschappij Solvay Argentinië bedraagt eind 2013 € -51 miljoen en dit zal op de balansdatum verwerkt worden via de winst- en verliesrekening;
De gewone winst van Chlorovinyls Europe bedraagt € 27 miljoen tegenover € 41 miljoen in 2012.
| In € miljoen | 2013 | 2012 |
|---|---|---|
| Materiële vaste activa | 763 | 225 |
| Goodwill | 142 | 0 |
| Andere immateriële vaste activa | 7 | 0 |
| Investeringen | 14 | 18 |
| Voorraden | 216 | 52 |
| Handels- en andere vorderingen | 469 | 120 |
| Geldmiddelen en kasequivalenten | 11 | 10 |
| Activa aangehouden voor verkoop | 1 621 | 425 |
| Langlopende verplichtingen | 422 | 102 |
| Handels- en andere schulden | 527 | 235 |
| Verplichtingen verbonden aan activa aangehouden voor verkoop | 949 | 337 |
| NETTOACTIEF AANGEHOUDEN VOOR VERKOOP | 672 | 88 |
| In andere elementen van het totaalresultaat | ||
| Wisselkoersverschillen(1) | -61 | -24 |
| Toegezegde-pensioenregelingen(2) | -27 | -1 |
| RESERVE VERBONDEN AAN ACTIVA AANGEHOUDEN VOOR VERKOOP | -88 | -25 |
(1) Inclusief € -51 miljoen voor het aandeel van Solvay in Solvay Indupa wisselkoersverschillen in 2013.
(2) Heeft hoofdzakelijk betrekking op ChloroVinyls in 2013.
De activa aangehouden voor verkoop eind 2013 omvatten:
In 2012 hielden de activa aangehouden voor verkoop voornamelijk verband met Indupa (€ 80 miljoen).
De reële waarde van Indupa in 2012 was gebaseerd op de aandelenkoers op de beurs van Buenos Aires. In december 2013 vloeit de reële waarde minus verkoopkosten voort uit de verkoopovereenkomst die met Braskem werd ondertekend voor de belangen van Solvay en voor de voorwaarden die naar verwachting voor het overnamebod van toepassing zullen zijn op de minderheidsbelangen.
Benvic reële waarde is gebaseerd op de verwachte aankoopprijs in het kader van de onderhandelingen met potentiële kopers.
| 2013 | 2012 | |||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| In € miljoen | Bedrag vóór belastingen |
Belastingen (-) Belasting vordering (+) |
Bedrag na belastingen |
Bedrag vóór belastingen |
Belastingen (-) Belasting vordering (+) |
Bedrag na belastingen |
| Winsten en verliezen op herwaarderingen van hyperinflatie |
30 | -10 | 20 | 0 | ||
| Herclassificatie van hyperinflatie | 0 | 0 | ||||
| Herclassificatie van hyperinflatie die een bijzondere waardermindering hebben ondergaan gedurende het jaar* |
0 | 0 | ||||
| Hyperinflatie | 30 | -10 | 20 | 0 | 0 | 0 |
| Winsten en verliezen op herwaarderingen van voor verkoop beschikbare financiële activa |
-3 | -3 | 12 | 12 | ||
| Herclassificatie van financiële activa beschikbaar voor verkoop die verkocht werden gedurende het jaar* |
-20 | -20 | 0 | |||
| Herclassificatie van financiële activa beschikbaar voor verkoop die een bijzondere waardermindering hebben ondergaan gedurende het jaar* |
0 | 2 | 2 | |||
| Financiële activa beschikbaar voor verkoop | -23 | 0 | -23 | 14 | 0 | 14 |
| Effectief deel van winsten en verliezen op afdekkingsinstrumenten in een kasstroomafdekking |
35 | 35 | 24 | -5 | 19 | |
| Herclassificatie naar de winst- en verliesrekening* | -44 | -44 | -13 | -3 | -16 | |
| Herclassificatie naar de initiële boekwaarden van afgedekte posities* |
0 | 0 | ||||
| Kasstroomafdekkingen | -9 | 0 | -9 | 11 | -8 | 3 |
| Wisselkoersverschillen van het jaar | -356 | -356 | -129 | -1 | -130 | |
| Herclassificatie van wisselkoersverschillen op buitenlandse activiteiten die verkocht werden gedurende het jaar |
0 | 0 | ||||
| Wisselkoersverschillen op buitenlandse activiteiten |
-356 | 0 | -356 | -129 | -1 | -130 |
| Niet opgenomen actuariële winsten/verliezen van toegezegdebijdragenregelingen |
109 | -28 | 81 | -419 | 53 | -366 |
| Andere elementen van het totaalresultaat (other comprehensive income) |
-249 | -38 | -287 | -523 | 44 | -478 |
* Zie toelichting 34
Vermits de economie van Venezuela als een economie met hyperinflatie beschouwd wordt, heeft de Solvay-groep de boekhoudkundige vereisten van IAS 29 Financiële verslaggeving in economieën met hyperinflatie toegepast op zijn Venezolaanse activiteiten. De jaarrekening werd opgesteld op basis van de historische kostprijs en werd herwerkt om rekening te houden met de effecten van de inflatie overeenkomstig IAS 29 (€ 20 miljoen na belastingen).
De herclassificatie van financiële activa beschikbaar voor verkoop (€ -20 miljoen na belastingen) die in de loop van het jaar werden vervreemd betreft de verkoop van alle AGEAS-aandelen die aangehouden werden door de Groep.
(zie toelichting 34: € -9 miljoen)
De winst (€ 35 miljoen na belastingen) betreft het effectieve deel van de wijzigingen in de reële waarde van kasstroomafdekkingen (valuta kasstroomafdekkingen voor € 29 miljoen).
De herclassificatie van kasstroomafdekkingen (€ -44 miljoen na belastingen) stemt vooral overeen met € -43 miljoen aan valuta kasstroomafdekkingen.
Het totale verschil bedraagt € -356 miljoen, waarvan € -315 miljoen aandeel van de Groep, waardoor het saldo steeg van € -423 miljoen op het einde van 2012 tot € -780 miljoen op het einde van 2013.
De grootste verschillen houden verband met de waardevermindering van USD (€ -86 miljoen), BRL (€ -71 miljoen), THB (€ -36 miljoen), RUB (€ -47 miljoen), ARS (€ -38 miljoen) en INR (€ -25 miljoen) vergeleken met EUR.
In 2013 bedraagt het totale verlies van afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen € -929 miljoen, waarvan:
De lasten uit hoofde van winstbelastingen in 2013 (€ 232 miljoen) omvatten € 45 miljoen voor afgesplitste bedrijfsactiviteiten
De betaalde winstbelasting in 2013 bedroegen € 262 miljoen, waarvan € 11 miljoen voor afgesplitste bedrijfsactiviteiten.
De wijziging in bedrijfskapitaal bedroeg € 54 miljoen in 2013, € -29 miljoen voor voortgezette bedrijfsactiviteiten en € +83 miljoen voor beëindigde bedrijfsactiviteiten, vooral toe te schrijven aan Chlorovinyls.
Het bedrag (€ -245 miljoen) omvat:
Voor 2013 omvatten de overige niet-operationele en niet-cash elementen (€ 20 miljoen): bijzondere waardeverminderingen van financiële vaste activa, winsten en verliezen uit omzet uit vaste activa en andere niet-cash inkomsten en uitgaven zoals de kosten van aandelenopties.
| 2013 | |||
|---|---|---|---|
| In € miljoen | Verwervingen | Vervreemdingen | Totaal |
| Dochterondernemingen | -878 | -6 | -884 |
| Geassocieerde deelnemingen en joint-ventures | -104 | -104 | |
| Deelnemingen beschikbaar voor verkoop | -10 | 50 | 40 |
| Andere | -7 | -7 | |
| Totaal deelnemingen | -999 | 44 | -955 |
| Materiële/immateriële activa | -810 | 33 | -777 |
| TOTAAL | -1 809 | 77 | -1 732 |
| Vervreemdingen Totaal |
|---|
| -2 |
| 180 180 |
| 1 -8 |
| 9 -21 |
| 191 149 |
| 109 -676 |
| 300 -526 |
De verwerving van dochterondernemingen (€ 878 miljoen) houdt vooral verband met de verwerving van Chemlogics en is samengesteld uit de totale vergoeding overgedragen in cash (€ 888 miljoen) zonder de cash dat door de vennootschap werd aangehouden op het ogenblik van de verwerving (€ 7 miljoen).
Vervreemding van deelnemingen in 2013 verwijst naar de verkoop van de AGEAS-aandelen (€ 50 miljoen).
De verwerving van geassocieerde deelnemingen en joint-ventures (€ 104 miljoen) betreft vooral de kapitaalverhoging in de RusVinyl PVC Joint-venture (€ 86 miljoen) en in de Waterstofperoxide Joint-venture met Sadara in Saoedi-Arabië (€ 24 miljoen).
De verwerving van materiële en immateriële vaste activa in 2013 (€ -810 miljoen) betreft diverse projecten die over meerdere jaren lopen:
De verwerving van materiële en immateriële activa met betrekking tot afgesplitste bedrijfsactiviteiten bedraagt € -102 miljoen.
Na de verwerving van Chemlogics en om de kapitaalstructuur van Solvay te versterken, werd een hybride obligatie uitgegeven voor een totaal bedrag van € 1,2 miljard. Deze obligatie wordt beschouwd als een eigen vermogensinstrument aangezien aan de IAS 32-criteria is voldaan. Het bedrag opgenomen in het kasstroomoverzicht is de cash die is ontvangen na aftrek van de vergoedingen geïnd bij uitgifte.
De classificatie van de hybride obligaties in eigen vermogen is gebaseerd op IAS 32, vooral gezien de discretionaire aard van alle betalingen:
W geen eindvervaldag (eeuwigdurende obligatie) aangezien de emittent een call-optie heeft bij elke herzieningsdatum om het instrument terug te betalen;
W de rentebetalingen kunnen naar keuze van de emittent voor onbepaalde tijd worden uitgesteld.
De coupons met betrekking tot de hybride obligaties van € 1,2 miljard, uitgegeven op het einde van 2013 (€ 700 miljoen NC5.5 aan 4,199% en € 500 miljoen NC10 aan 5,425%) en die behandeld worden als eigen vermogen onder IFRS worden opgenomen als dividenden bij bekendmaking bij de vaststelling ervan (zie mutatieoverzicht van het eigen vermogen).
De Overige kasstromen uit financieringsactiviteiten (€ -61 miljoen) omvatten de betalingen voor de liquiditeitsclausule met betrekking tot op aandelen gebaseerde betalingen ondertekend als onderdeel van de overname van Rhodia (€ -32 miljoen)
De kasstromen uit beëindigde bedrijfsactiviteiten voor 2013 (€ 213 miljoen) vloeien voort uit de inkomende cash van de Androgelmijlpaal en verzekeringsuitkeringen, met betrekking tot de vervreemding van de farma-activiteit (€ 128 miljoen) en de totale kasstroom van de Indupa-activiteit in Latijns-Amerika (€ 6 miljoen) en Chlorovinyls dat geherklasseerd werd als beëindigde bedrijfsactiviteiten (€ 80 miljoen).
Op het einde van 2012 bezat de Groep 1 735 010 eigen aandelen ter dekking van zijn programma voor aandelenopties die aangeboden worden aan zijn hogere kaderleden. Eind december 2013 bezat de Groep 1 529 870 eigen aandelen, die werden afgetrokken van het geconsolideerde eigen vermogen.
Zoals elk jaar sinds 1999 heeft de Raad van Bestuur zijn aandelenoptieplan hernieuwd dat het aan de leidende kaderleden (ongeveer 73 personen) aanbiedt met de bedoeling hen ook op de lange termijn aan de Groep te binden. De meeste van deze kaderleden hebben in 2013 de aangeboden opties onderschreven bij een uitoefenkoers van € 111,01 dat het beurskoersgemiddelde van het Solvay-aandeel was gedurende de 30 dagen die aan het aanbod voorafgingen.
De verwervingsperiode van de rechten duurt 3 jaar en wordt gevolgd door een uitoefenperiode van 5 jaar, waarna elke niet-uitgeoefende optie vervalt. De afrekening gebeurt in de vorm van aandelen.
| Aandelenopties | 2002 | 2005 | 2006 | 2007 | 2008 |
|---|---|---|---|---|---|
| Aantal toegekende en uitstaande aandelenopties op 31/12/2012 |
21 700 | 372 900 | 498 100 | 457 200 | 228 450 |
| Toegekende aandelenopties | |||||
| Verlies van rechten en vervallen opties | -2 000 | ||||
| Uitgeoefende opties op aandelen | -21 700 | -253 460 | -87 900 | -151 900 | -81 550 |
| Aantal aandelenopties op 31/12/2013 | 0 | 119 440 | 408 200 | 305 300 | 146 900 |
| Uitoefenbare opties op aandelen op 31/12/2013 | 0 | 119 440 | 408 200 | 305 300 | 146 900 |
| Uitoefenprijs (in €) | 63,76 | 97,30 | 109,09 | 96,79 | 58,81 |
| Reële waarde van de opties op de waarderingsdatum (in €) |
9,60 | 10,12 | 21,20 | 18,68 | 14,95 |
| Aandelenopties | 2009 | 2010 | 2011 | 2012 | 2013 |
|---|---|---|---|---|---|
| Aantal toegekende en uitstaande aandelenopties op 31/12/2012 |
555 600 | 431 900 | 414 750 | 781 347 | |
| Toegekende aandelenopties | 405 716 | ||||
| Verlies van rechten en vervallen opties | -1 500 | -1 500 | -1 500 | ||
| Uitgeoefende opties op aandelen | -305 300 | ||||
| Aantal aandelenopties op 31/12/2013 | 250 300 | 430 400 | 413 250 | 779 847 | 405 716 |
| Uitoefenbare opties op aandelen op 31/12/2013 | 274 100 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Uitoefenprijs (in €) | 72,34 | 76,49 | 65,71 | 88,71 | 111,01 |
| Reële waarde van de opties op de waarderingsdatum (in €) |
19,85 | 15,58 | 13,54 | 22,53 | 21,32 |
| 2013 | 2012 | ||||
|---|---|---|---|---|---|
| Aantal aandelenopties |
Gewogen gemiddelde uitoefenprijs |
Aantal aandelenopties |
Gewogen gemiddelde uitoefenprijs |
||
| Op 1 Januari | 3 761 947 | 84,92 | 3 654 073 | 82,18 | |
| Toegekend gedurende het jaar | 405 716 | 111,01 | 781 347 | 88,71 | |
| Verlies van rechten en vervallen opties gedurende het jaar | -6 500 | 86,85 | -5 500 | 82,88 | |
| Uitgeoefend gedurende het jaar | -901 810 | 85,63 | -667 973 | 74,36 | |
| Op 31 december | 3 259 353 | 87,97 | 3 761 947 | 84,92 | |
| Uitoefenbaar op 31 december | 1 253 940 | 1 578 350 |
De impact van de aandelenopties komt in 2013 neer op een last van € 10,5 miljoen, uitgerekend door een derde partij volgens een Monte-Carlosimulatie, en in de winst- en verliesrekening opgenomen onder de commerciële en administratieve kosten.
Het model waardeert de opties waarbij ze ermee rekening houdt dat een aantal ervan uitgeoefend zullen zijn voor de vervaldatum van de optie.
De waarde van de optie is gebaseerd op:
Gewogen gemiddelde resterende contractuele looptijd:
W de resterende looptijd tot de vervaldatum van de optie: uitoefenbaar vanaf 1 januari 2017;
Het model waardeert de opties waarbij ze ermee rekening houdt dat een aantal ervan uitgeoefend zullen zijn voor de vervaldatum van de optie.
| In jaren | 2013 | 2012 |
|---|---|---|
| Aandelenoptieplan 2002 | 0,0 | 0,9 |
| Aandelenoptieplan 2005 | 4,8 | 3,7 |
| Aandelenoptieplan 2006 | 2,7 | 3,5 |
| Aandelenoptieplan 2007 | 4,0 | 4,8 |
| Aandelenoptieplan 2008 | 3,0 | 4,0 |
| Aandelenoptieplan 2009 | 3,9 | 4,9 |
| Aandelenoptieplan 2010 | 5,0 | 6,0 |
| Aandelenoptieplan 2011 | 5,9 | 6,9 |
| Aandelenoptieplan 2012 | 6,1 | 7,1 |
| Aandelenoptieplan 2013 | 7,2 | - |
| In € miljoen | Ontwikkelings kosten |
Patenten en merken |
Andere immateriële activa |
Totaal |
|---|---|---|---|---|
| Brutoboekwaarde | ||||
| Op 31 december 2011 | 134 | 934 | 946 | 2 014 |
| Kapitaalinvesteringen | 24 | 4 | 21 | 49 |
| Vervreemding | -3 | -3 | ||
| Wisselkoersverschillen | -1 | -13 | -3 | -17 |
| Andere | -10 | 24 | -22 | -7 |
| Overboeking naar activa aangehouden voor verkoop | -13 | -13 | ||
| Op 31 december 2012 | 147 | 933 | 941 | 2 022 |
| Kapitaalinvesteringen | 42 | 1 | 27 | 70 |
| Vervreemding | -11 | -5 | -16 | |
| Verwervingen via bedrijfscombinaties | 30 | 1 | 289 | 319 |
| Wisselkoersverschillen | -2 | -25 | -9 | -36 |
| Andere | 1 | 9 | -54 | -45 |
| Overboeking naar activa aangehouden voor verkoop | -2 | -8 | 5 | -4 |
| OP 31 DECEMBER 2013 | 205 | 906 | 1 199 | 2 310 |
| Gecumuleerde afschrijving | ||||
| Op 31 december 2011 | -41 | -285 | -69 | -395 |
| Afschrijvingen | -16 | -71 | -111 | -198 |
| Buitengebruikstelling en vervreemding | 2 | 2 | ||
| Wisselkoersverschillen | 4 | 3 | 7 | |
| Andere | 5 | 5 | 2 | 12 |
| Overboeking naar activa aangehouden voor verkoop | 13 | 13 | ||
| Op 31 december 2012 | -53 | -332 | -175 | -559 |
| Afschrijvingen | -18 | -78 | -117 | -213 |
| Buitengebruikstelling en vervreemding | 4 | -6 | -2 | |
| Wisselkoersverschillen | 10 | 3 | 13 | |
| Andere | 12 | 8 | 53 | 73 |
| Overboeking naar activa aangehouden voor verkoop | 4 | -6 | -2 | |
| OP 31 DECEMBER 2013 | -58 | -384 | -248 | -690 |
| Nettoboekwaarde | ||||
| Op 31 december 2011 | 93 | 649 | 877 | 1 619 |
| Op 31 december 2012 | 94 | 601 | 766 | 1 462 |
| OP 31 DECEMBER 2013 | 146 | 522 | 951 | 1 620 |
De boekwaarde van immateriële activa per 31 december 2011 omvat voornamelijk de overgenomen klantenrelaties (€ 696 miljoen opgenomen in overige immateriële activa) en technologieën (€ 555 miljoen) met betrekking tot Rhodia. De gemiddelde afschrijvingsperiode van deze activa is 11 jaar.
| In € miljoen | Totaal |
|---|---|
| Brutoboekwaarde | |
| Op 31 december 2011 | 2 717 |
| Uit verwervingen | 1 |
| Andere | -1 |
| Op 31 december 2012 | 2 717 |
| Uit verwervingen | 533 |
| Bijzondere waardeverminderingen | -4 |
| Wisselkoersverschillen | -9 |
| Overboeking naar activa aangehouden voor verkoop | -141 |
| OP 31 DECEMBER 2013 | 3 096 |
In 2013 werd de goodwill verhoogd met € 383 miljoen naar aanleiding van:
Op 31 oktober 2013 verwierf Solvay 100% van Chemlogics, een volledig in private handen aangehouden vennootschap die producten aanbiedt om wrijvingen bij het boren te verminderen. Deze verwerving stelt de business unit Novecare van Solvay in staat een leidende positie te krijgen met een uitgebreide portefeuille van op maat gemaakte chemische oplossingen voor de snelgroeiende olie- en gasmarkt.
De verwerving van Chemlogics zal aanzienlijke synergiën opleveren. Synergiën zullen afkomstig zijn van een uitgebreide klantenbasis en dankzij een allesomvattend aanbod van innovatieve producten en technologieën waardoor spelers wereldwijd binnen het domein van de oliewinning op competitieve en veilige manier olie en gas zullen kunnen winnen met een lager waterverbruik. De goodwill van € 529 miljoen, die voortvloeit uit de overname, weerspiegelt die synergiën die worden verwacht van de overname en het groeipotentieel.
Verwacht wordt dat deze goodwill over een periode van 15 jaar aftrekbaar zal zijn ten behoeve van de Amerikaanse winstbelastingen.
In de volgende tabel wordt een samenvatting gegeven van de vergoeding die werd betaald voor Chemlogics en het bedrag van de activa en passiva die voorlopig geboekt werden op de verwervingsdatum.
| TOTAALBEDRAG VAN DE INVESTERING (GELDMIDDELEN) | 888 |
|---|---|
| Erkende bedragen van de activa en overgenomen verplichtingen | 359 |
| Materiële vaste activa | 30 |
| Immateriële activa | 317 |
| Voorraden | 56 |
| Niet-industrieel bedrijfskapitaal | -6 |
| Handelsvorderingen en handelsschulden | 22 |
| Nettoschuld | -60 |
| GOODWILL | 529 |
De reële waarde van Immateriële activa heeft voornamelijk betrekking op klantenrelaties.
De inkomsten opgenomen in het geconsolideerd overzicht van het totaalresultaat dat Chemlogics sinds 31 oktober 2013 heeft bijgedragen, bedroegen € 58 miljoen. Chemlogics droeg over dezelfde periode ook operationele winst (REBIT) bij ten belope van € 7 miljoen.
Indien Chemlogics vanaf 1 januari 2013 geconsolideerd zou zijn geweest, dan zou het geconsolideerd overzicht van het totaalresultaat inkomsten van € 10 258 miljoen en een operationele winst (REBIT) van € 962 miljoen hebben omvat.
Er is een voorwaardelijke vergoeding (€ 60 miljoen) opgenomen in de verwervingsprijs en deze heeft betrekking op het behalen van de prestatiedoelstellingen.
De verkoopovereenkomst omvat een retentieplan van € 17 miljoen voor belangrijke werknemers met het oog op toekomstige diensten. Deze kostprijs wordt in de REBIT geboekt voor de verwervingsperiode van de rechten van 3 jaar.
De verwervingskosten bedroegen € 5 miljoen en zijn opgenomen in de niet-recurrente elementen.
Het betaalde bedrag voor de overname bedraagt € 881 miljoen na aftrek van € 7 miljoen van overgenomen cash.
Goodwill ontstaan uit een bedrijfscombinatie wordt bij overname toegewezen aan de kasstroomgenererende eenheden (KGE) die naar verwachting zullen genieten van de voordelen van de bedrijfscombinatie.
De boekwaarden van goodwill en de gerelateerde bijzondere waardeverminderingen zijn als volgt toegewezen:
| 2012 | 2013 | |||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| In € miljoen | Beginbalans | Wijzingen van de periode |
Eindbalans | Overboeking naar activa aangehouden voor verkoop |
Acquisities en | desinvesteringen Waarverminderingen | Wisselkoers | verschillen Eindbalans |
| Groep van KGE's (Operationele Segmenten) |
||||||||
| Advanced Formulations | 221 | 221 | 221 | |||||
| Advanced Materials | 485 | 485 | 485 | |||||
| Performance Chemicals | 166 | 166 | 166 | |||||
| Functional Polymers | 9 | 9 | -9 | 0 | ||||
| Kassstroomgenererende eenheden(1) |
||||||||
| Novecare | 477 | 1 | 478 | 529 | -6 | 1 001 | ||
| Polyamides | 170 | 170 | 170 | |||||
| Rare Earth Systems | 161 | 161 | 161 | |||||
| Specialty Polymers | 186 | 186 | -1 | 185 | ||||
| Acetow | 120 | 120 | 120 | |||||
| Soda ash and derivatives EMEA |
120 | 120 | 120 | |||||
| Chlorovinyls Europe | 122 | 122 | -122 | 0 | ||||
| Coatis | 82 | 82 | 82 | |||||
| Silica | 72 | 72 | 72 | |||||
| Aroma Performance | 49 | 49 | 49 | |||||
| Energy Services | 49 | 49 | 49 | |||||
| Fluorochemicals | 50 | 50 | 4 | 0 | 53 | |||
| Eco Services | 42 | 42 | 42 | |||||
| Soda ash and derivatives NAFTA |
42 | 42 | 42 | |||||
| Hydrogen Peroxyde Europe |
20 | 20 | 20 | |||||
| Emerging Biochemicals | 20 | 20 | 20 | |||||
| Hydrogen Peroxyde Mercosul |
14 | 14 | 14 | |||||
| Olefins | 11 | 11 | -11 | 0 | ||||
| Hydrogen Peroxyde Nafta |
7 | 7 | 7 | |||||
| Hydrogen Peroxyde Asia | 11 | 11 | -1 | 10 | ||||
| PCC | 4 | 4 | 4 | |||||
| Plastics Integration | 4 | 4 | -4 | 0 | ||||
| PVC Mercosur | 2 | 2 | 0 | 2 | ||||
| TOTAAL GOODWILL | 2 716 | 1 | 2 717 | -141 | 533 | -4 | -8 | 3 096 |
(1) Als gevolg van de integratie van Rhodia en de Horizon hestructuringsplan werd het bereik van de KGE's herzien, waarbij het aantal KGE's werd verminderd.
In overeenstemming met de methodologie goedgekeurd door de Groep voor de implementatie van testen op bijzondere waardevermindering (zie 7 van de IFRS grondslagen voor financiële verslaggeving) stemt de realiseerbare waarde van kasstroomgenererende eenheden (KGE's) of groepen van KGE's overeen met de bedrijfswaarde, die gedefinieerd wordt als de som van de nettokasstromen van de laatste voorspellingen voor elke KGE of groep van KGE's en bepaald volgens de volgende methodes:
De voornaamste veronderstellingen gebruikt in 2013 voor de jaarlijkse testen op bijzondere waardevermindering op goodwill zijn de volgende:
De gewogen gemiddelde kapitaalkost gebruikt voor de verdiscontering van toekomstige kasstromen werd vastgesteld op 8,2% in 2013 (8,7% in 2012).
Het groeipercentage op lange termijn werd vastgelegd tussen 1% en 4%, afhankelijk van de KGE.
Andere belangrijke veronderstellingen zijn specifiek voor elke KGE (energieprijs, verkoopprijs, valuta, inflatie, …).
De testen op bijzondere waardevermindering die per 31 december 2013 werden gedaan, hebben geen bijzondere waardevermindering op goodwill aan het licht gebracht, aangezien de realiseerbare waarde van de groepen van KGE's veel hoger waren dan hun boekwaarde.
Een redelijke wijziging in een sleutelveronderstelling waarop de realiseerbare waarde van de KGE's is gebaseerd, zou niet tot een bijzondere waardevermindering in de betreffende KGE's leiden.
Het verschil tussen de boekwaarde en de bedrijfswaarde van de KGE bedraagt in alle gevallen meer dan 10% van de boekwaarde.
| Gronden & | Installaties, machines en |
Andere materiële | Vaste activa in | ||
|---|---|---|---|---|---|
| In € miljoen | gebouwen | uitrustingsgoederen | vaste activa | aanbouw | Totaal |
| Brutoboekwaarde | |||||
| Op 31 december 2011 | 3 119 | 12 325 | 323 | 719 | 16 486 |
| Kapitaalinvesteringen | 34 | 187 | 3 | 515 | 739 |
| Buitengebruikstelling en vervreemding | -74 | -99 | -23 | -197 | |
| Addities via bedrijfscombinaties | 1 | 7 | -6 | -2 | -1 |
| Wisselkoersverschillen | -35 | -181 | -4 | -8 | -229 |
| Andere | 70 | 550 | -44 | -654 | -78 |
| Overboeking naar activa aangehouden voor verkoop | -88 | -551 | -34 | -672 | |
| Op 31 december 2012 | 3 026 | 12 238 | 248 | 536 | 16 048 |
| Kapitaalinvesteringen | 5 | 78 | 4 | 654 | 741 |
| Buitengebruikstelling en vervreemding | -39 | -195 | -29 | -14 | -277 |
| Addities via bedrijfscombinaties | 14 | 18 | 5 | 9 | 45 |
| Wisselkoersverschillen | -90 | -441 | -13 | -20 | -564 |
| Andere | 97 | 299 | 215 | -600 | 11 |
| Overboeking naar activa aangehouden voor verkoop | -348 | -2 272 | -45 | -30 | -2 694 |
| OP 31 DECEMBER 2013 | 2 665 | 9 725 | 385 | 536 | 13 311 |
| Cumulatieve afschrijving | |||||
| Op 31 december 2011 | -1 647 | -8 910 | -254 | -34 | -10 846 |
| Afschrijvingen | -76 | -537 | -16 | 1 | -628 |
| Bijzondere waardeverminderingen | -15 | -98 | -2 | -115 | |
| Terugneming bijzondere waardeverminderingen | 48 | 68 | 32 | 148 | |
| Buitengebruikstelling en vervreemding | 41 | 93 | 23 | 158 | |
| Wisselkoersverschillen | 12 | 89 | 3 | 105 | |
| Andere | 8 | 24 | 43 | 2 | 76 |
| Overboeking naar activa aangehouden voor verkoop | 42 | 405 | 447 | ||
| Op 31 december 2012 | -1 588 | -8 865 | -200 | -2 | -10 655 |
| Afschrijvingen | -66 | -594 | -26 | -685 | |
| Bijzondere waardeverminderingen | -16 | -33 | -48 | ||
| Terugneming bijzondere waardeverminderingen | 1 | 1 | |||
| Buitengebruikstelling en vervreemding | 30 | 196 | 28 | 254 | |
| Wisselkoersverschillen | 33 | 277 | 11 | 321 | |
| Andere | 5 | 146 | -154 | 2 | -1 |
| Overboeking naar activa aangehouden voor verkoop | 246 | 1 895 | 39 | 2 181 | |
| OP 31 DECEMBER 2013 | -1 354 | -6 976 | -302 | 0 | -8 632 |
| Nettoboekwaarde | |||||
| Op 31 december 2011 | 1 472 | 3 415 | 69 | 685 | 5 640 |
| Op 31 december 2012 | 1 438 | 3 374 | 47 | 534 | 5 393 |
| OP 31 DECEMBER 2013 | 1 311 | 2 749 | 84 | 536 | 4 679 |
| In € miljoen | Gronden en gebouwen |
Installaties, machines en uitrustingsgoederen |
Totaal |
|---|---|---|---|
| Nettoboekwaarde van financiële leaseovereenkomsten opgenomen in de vorige tabel | 1 | 6 | 7 |
De boekwaarde van de leaseverplichtingen benadert de reële waarde.
| Minimale leasebetalingen | Contante waarde van de minimale leasebetalingen |
|||
|---|---|---|---|---|
| In € miljoen | 2013 | 2012 | 2013 | 2012 |
| Bedragen te betalen met betrekking tot financiële leaseovereenkomsten |
||||
| Binnen 1 jaar | 1 | 2 | 1 | 2 |
| Van het 2e tot het 5e jaar (inbegrepen) | 2 | 2 | 2 | 1 |
| Langer dan 5 jaar | 0 | 1 | 0 | 1 |
| Min: toekomstige financiële lasten | -1 | -1 | -1 | -1 |
| Contante waarde van de minimale leasebetalingen van financiële leaseovereenkomsten |
2 | 4 | 2 | 3 |
| Min: het bedrag te betalen binnen de 12 maanden | 0 | 2 | ||
| Bedrag te betalen over meer dan 12 maanden | 2 | 1 |
| In € miljoen | 2013 | 2012 |
|---|---|---|
| Totaal bedrag van de minimale leasebetalingen voor operationele leaseovereenkomsten opgenomen in de winst- en verliesrekening |
84 | 71 |
| In € miljoen | 2013 | 2012 |
|---|---|---|
| Binnen 1 jaar | 80 | 75 |
| Van het 2e tot het 5e jaar (inbegrepen) | 245 | 253 |
| Meer dan 5 jaar | 95 | 148 |
| TOTAAL BEDRAG VAN TOEKOMSTIGE MINIMALE LEASEBETALINGEN VOOR NIET OPZEGBARE OPERATIONELE LEASEOVEREENKOMSTEN |
420 | 476 |
Operationele-leaseovereenkomsten betreffen voornamelijk logistieke activa.
| In € miljoen | 2013 | 2012 |
|---|---|---|
| BOEKWAARDE OP 1 JANUARI | 66 | 80 |
| Verwerving van New Business Development ('NBD') | 10 | 9 |
| Winsten en verliezen op herwaarderingen van financiële activa beschikbaar voor verkoop | -3 | 13 |
| Voor verkoop beschikbare deelnemingen verkocht in de loop van het jaar | -35 | 0 |
| Bijzondere waardeverminderingen op financiële activa beschikbaar voor verkoop | 0 | -4 |
| Overboeking van Plextronics naar geassocieerde ondernemingen | 0 | -31 |
| BOEKWAARDE OP 31 DECEMBER | 38 | 66 |
| Waarvan direct opgenomen in het eigen vermogen | -23 | 16 |
In 2013 heeft de vervreemding van financiële activa beschikbaar voor verkoop betrekking op de verkoop van alle AGEAS-aandelen aangehouden door de Groep.
In 2012 was de winst op de herwaardering van de financiële activa beschikbaar voor verkoop (€ +12 miljoen) voornamelijk te wijten aan het mark-to-market verschil voor AGEAS.
| In € miljoen | 2013 | 2012 |
|---|---|---|
| BOEKWAARDE OP 1 JANUARI | 869 | 704 |
| Kapitaal verhoging/vermindering | 104 | 0 |
| Terugname bijzondere waardevermindering Soda Ash JV | 0 | 34 |
| Netto resultaat van geassocieerde deelnemingen en joint-ventures | 93 | 183 |
| Dividenden gekregen van geassocieerde deelnemingen en joint-ventures | -83 | -53 |
| Overboeking van Plextronics vanuit deelnemingen beschikbaar voor verkoop | 0 | 31 |
| Waardevermindering Plextronics | -14 | 0 |
| Overboeking van overige deelnemingen | 5 | 0 |
| Overboeking naar activa aangehouden voor verkoop | 0 | -18 |
| Wisselkoersverschillen | -88 | -10 |
| Andere | 3 | -2 |
| BOEKWAARDE OP 31 DECEMBER | 889 | 869 |
| Waarvan | ||
| Geassocieerde deelnemingen | 496 | 594 |
| Joint-ventures | 393 | 275 |
In 2013 heeft de kapitaalverhoging vooral betrekking op de investering in RusVinyl (€ 86 miljoen) en in Saudi Hydrogen Peroxyde (€ 24 miljoen). De wisselkoersverschillen betreffen vooral de waardeverminderingen van de RUB, THB, BRL en INR ten opzichte van EUR.
| In € miljoen | 2013 | 2012 |
|---|---|---|
| BOEKWAARDE OP 1 JANUARI | 123 | 123 |
| Verkocht in de loop van het jaar | -3 | -8 |
| Verworven in de loop van het jaar | 0 | 19 |
| Kapitaal verhoging/vermindering | 7 | 0 |
| Wijzigingen in consolidatiemethode | -5 | -1 |
| Wijzigingen in de consolidatiekring | -5 | 0 |
| Overboeking naar activa aangehouden voor verkoop | -1 | 0 |
| Vereffeningen | 0 | 0 |
| Bijzondere waardeverminderingen | -8 | -8 |
| Terugneming van bijzondere waardeverminderingen | 4 | 0 |
| Andere | -1 | -1 |
| BOEKWAARDE OP 31 DECEMBER | 111 | 123 |
| In € miljoen | 2013 | 2012 |
|---|---|---|
| Gereed product | 760 | 848 |
| Grondstoffen en benodigdheden | 518 | 592 |
| In bewerking | 45 | 36 |
| Overige voorraden | 0 | 7 |
| BRUTOTOTAAL | 1 323 | 1 483 |
| Waardeverminderingen | -55 | -61 |
| NETTOTOTAAL | 1 267 | 1 422 |
| In € miljoen | Personeels beloningen |
Herstructureringen | Milieu | Geschillen | Andere | Totaal |
|---|---|---|---|---|---|---|
| OP 31 DECEMBER 2012* | 2 986 | 63 | 800 | 544 | 113 | 4 506 |
| Opnames | 77 | 113 | 86 | 144 | 19 | 440 |
| Terugnames | -1 | -23 | -56 | -124 | -39 | -243 |
| Gebruik | -214 | -54 | -80 | -252 | -17 | -617 |
| Disconteringseffect | 108 | -11 | 3 | -2 | 97 | |
| Actuariële winsten en verliezen opgenomen in eigen vermogen |
-109 | -109 | ||||
| Wisselkoersverschillen | -20 | -30 | -10 | -4 | -64 | |
| Overboeking naar verplichtingen verbonden aan activa aangehouden voor verkoop |
-148 | -3 | -65 | -1 | -2 | -220 |
| Andere | 5 | 12 | -15 | 7 | -5 | 6 |
| OP 31 DECEMBER 2013 | 2 684 | 108 | 629 | 312 | 63 | 3 796 |
| Waarvan kortlopende voorzieningen | 0 | 101 | 126 | 93 | 19 | 339 |
* Alle weergegeven cijfers omvatten de impact van de Herziene IAS-19.
In totaal zijn de voorzieningen gedaald met € 710 miljoen.
De voornaamste gebeurtenissen van 2013 betreffen:
Het management verwacht dat de voorzieningen (behalve de Personeelsbeloningen) als volgt zullen worden opgebruikt (uitstroom van geldmiddelen):
| In € miljoen | Tot 5 jaar | Tussen 5 en 10 jaar | Langer dan 10 jaar | Totaal |
|---|---|---|---|---|
| Totale voorzieningen voor milieu | 321 | 137 | 171 | 629 |
| Totale voorzieningen voor geschillen | 274 | 38 | 312 | |
| Totale overige voorzieningen | 125 | 18 | 28 | 171 |
| TOTAAL | 720 | 194 | 199 | 1 112 |
Alle cijfers ter vergelijking met 2012 werden herwerkt volgens de herziene IAS 19.
De voorzieningen voor personeelsbeloningen per jaareinde waren als volgt:
| In € miljoen | 2013 | 2012 |
|---|---|---|
| Personeelsbeloningen na uitdiensttreding | 2 538 | 2 832 |
| Andere personeelsbeloningen op lange termijn | 68 | 76 |
| Personeelsbeloningen die niet gewaardeerd zijn volgens IAS 19 | 36 | 26 |
| Opzegvergoedingen | 42 | 53 |
| TOTAAL PERSONEELSBELONINGEN | 2 684 | 2 986 |
De beloningen na uitdiensttreding worden gerangschikt als toegezegd-pensioenregelingen of toegezegde-bijdragenregelingen.
De toegezegde-bijdragenregeling is een regeling inzake vergoedingen na uitdiensttreding waarbij de onderneming vaste bijdragen betaalt aan een aparte entiteit of fonds, overeenkomstig de bepalingen van de regeling. Wanneer de bijdragen betaald zijn, heeft de onderneming geen bijkomende verplichtingen meer.
Voor deze regelingen betaalt Solvay bijdragen aan publieke of private beheerde pensioenfondsen of verzekeringsmaatschappijen. Voor 2013 bedraagt de kost € 16 miljoen, in vergelijking met € 15 miljoen in 2012.
Regelingen die niet onder de toegezegde-bijdragenregeling vallen, behoren tot de toegezegd-pensioenregeling. Deze regelingen worden ofwel van buitenaf gefinancierd door pensioenfondsen of verzekeringsmaatschappijen (gefinancierde regeling), ofwel gefinancierd binnen de Groep (niet-gefinancierde regeling). De belangrijkste pensioenregelingen worden jaarlijks door onafhankelijke actuarissen geëvalueerd.
De post Opzegvergoedingen bestaat voornamelijk uit brugpensioenregelingen in België en Duitsland.
Solvay draagt in de Verenigde Staten bij aan vier collectieve pensioenregelingen van meer werkgevers in het kader van collectieve arbeidsovereenkomsten die sommige syndicaal vertegenwoordigde personeelsleden dekken.
Elke collectieve pensioenregeling van meer werkgevers is een toegezegd-pensioenregeling. In geen enkele van de collectieve pensioenregelingen van meer werkgevers worden activa, verplichtingen of kosten toegewezen aan werkgevers die bijdragen. Voor geen enkele collectieve pensioenregeling van meer werkgevers is er voldoende informatie beschikbaar om Solvay, of andere werkgevers die bijdragen, toe te laten om de regeling administratief te verwerken als een toegezegd-pensioenregeling. Bijgevolg wordt het belang in elk van de collectieve pensioenregelingen van meer werkgevers administratief verwerkt alsof het een toegezegde-bijdragenregeling betreft.
Tijdens 2013 betaalde Solvay minder dan € 1 miljoen als jaarlijkse bijdrage voor de collectieve pensioenregelingen van meer werkgevers.
De nettoverplichting is het netto van de voorzieningen en de opgenomen fondsbeleggingen.
| In € miljoen | 2013 | 2012 |
|---|---|---|
| Voorzieningen | 2 538 | 2 832 |
| Opgenomen fondsbeleggingen | -3 | -3 |
| Nettoverplichtingen | 2 535 | 2 829 |
| Operationele kost | 57 | 46 |
| Financiële kost | 94 | 115 |
De laatste jaren heeft de Groep zijn blootstelling aan toegezegdpensioenregelingen beperkt door de bestaande pensioenplannen om te zetten in pensioenplannen met een lager risicoprofiel voor toekomstige diensten (hybride plannen, plannen met cashsaldo, toegezegde-bijdragenregelingen) of door deze uit te sluiten voor nieuwe begunstigden.
Solvay houdt de risico's voor de Groep constant in het oog, met name de volgende risico's:
Aandelen brengen volatiliteit en risico's op korte termijn met zich mee, hoewel ze op lange termijn doorgaans wel een hoger rendement opleveren dan bedrijfsobligaties. Om dit risico in te perken, is de algemene doelstelling van de gefinancierde regelingen om op een evenwichtige manier te beleggen in aandelen en obligaties. Het aandelensegment wordt nauwlettend opgevolgd om ervoor te zorgen dat het blijft overeenstemmen met de betreffende regelingen en met de langetermijndoelstellingen van de onderneming.
Een daling van de bedrijfsobligatierendementen leidt tot een verhoging van de waarde toegeschreven aan verplichtingen van de pensioenregeling voor verslaggevingsdoeleinden. Bij gefinancierde regelingen wordt dit deels gecompenseerd door een verhoging van de waarde van de obligaties in de portefeuille.
De verplichtingen uit hoofde van personeelsbeloningen hangen af van de inflatie en een hogere inflatie leidt tot hogere verplichtingen (hoewel er in de meeste gevallen bovengrenzen zijn aan de inflatiestijgingen om de regeling te beschermen tegen extreme inflatie). Slechts een beperkt deel van de activa wordt niet getroffen door inflatie of is er nauwelijks mee gecorreleerd, wat betekent dat een stijging van de inflatie ook leidt tot een groter tekort.
De meeste verplichtingen van de beloningsregelingen zijn bedoeld om de deelnemer voor de rest van zijn leven een vergoeding te verschaffen. Een stijgende levensverwachting leidt op die manier tot een toename van de verplichtingen.
Dit risico is beperkt, vermits grote pensioenregelingen in vreemde valuta's gefinancierd zijn en de meeste activa uitgedrukt zijn in de valuta waarin de uitbetaling van de vergoedingen zal gebeuren.
Bij gedeeltelijk of volledig ongefinancierde regelingen staat de Groep bloot aan het risico van externe financiering als gevolg van reglementaire beperkingen. Dit zou geen impact mogen hebben op de verplichtingen in toegezegd-pensioenregelingen maar kan de Groep mogelijk blootstellen aan een aanzienlijke uitstroom van kasmiddelen.
Voor meer informatie over het risicobeheer van de Solvay-groep kunt u het gedeelte Risicobeheer nalezen.
Deze voorzieningen zijn vooral bedoeld voor de vergoedingen na uitdiensttreding. Dit gebeurt in het merendeel van de bedrijven van de Groep, ofwel in de geest van de plaatselijke regelgeving en praktijk, ofwel op basis van gevestigde gewoonten die feitelijke verplichtingen meebrengen.
De belangrijkste pensioenplannen in 2013 zijn gesitueerd in het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, de Verenigde Staten, Duitsland en België. Deze 5 landen vertegenwoordigen 94% van de totale verplichtingen in toegezegd-pensioenregelingen.
| 2013 | 2012 | |
|---|---|---|
| Verenigd Koninkrijk | 32% | 28% |
| Frankrijk | 25% | 25% |
| Verenigde Staten | 15% | 16% |
| Duitsland | 14% | 15% |
| België | 8% | 10% |
| Andere landen | 6% | 6% |
Solvay financiert enkele toegezegd-pensioenregelingen in het VK, waarvan de belangrijkste de regeling voor Rhodia UK Ltd is. Dit is een gefinancierde pensioenregeling die recht geef op een percentage van het loon per dienstjaar. Het werd afgesloten voor nieuwe deelnemers in 2003 en vervangen door een toegezegde-bijdrageregeling.
De regeling functioneert binnen en stemt overeen met een uitgebreid regelgevend kader (bv. de wet op pensioenregelingen van 1993, pensioenwet van 1995, financieringswet van 2004, de pensioenwet van 2004, de pensioenwet van 2007 en de pensioenwet van 2008). De Britse wetgeving eist dat pensioenregelingen op behoedzame wijze gefinancierd worden.
Algemeen genomen zijn ongeveer 9% van de verplichtingen toerekenbaar aan de huidige werknemers, 23% aan ex-medewerkers en 68% aan huidige gepensioneerden.
Solvay steunt verscheidene toegezegd-pensioenregelingen in Frankrijk: het verplichte Franse pensioenverzekeringsplan maar ook twee gesloten en één open top-hat groepsverzekeringen.
Het belangrijkste pensioenplan is voor alle huidige en gepensioneerde werknemers die bijdroegen tot het plan tot aan de sluiting ervan in de jaren '70. Het biedt een garantie op een volledige vergoeding ten opzichte van het salaris op het einde van de loopbaan. Dit is een niet-gefinancierd plan.
Ongeveer 92% van de verplichtingen zijn toerekenbaar aan huidige gepensioneerden.
Solvay steunt drie verschillende toegezegd-pensioenregelingen in de VS, waarvan er twee gesloten zijn voor nieuwe deelnemers en één open, een cashsaldo-plan. Al deze regelingen zijn gefinancierd.
Solvay draagt bij tot vier verschillende toegezegd-pensioenregelingen in Duitsland, waarvan er twee gesloten zijn voor nieuwe deelnemers en twee open. Zoals gewoonlijk in Duitsland, zijn al deze regelingen niet-gefinancierd. In deze stelsels hebben medewerkers na de uitdiensttreding recht op een jaarlijks pensioen op basis van hun dienstjaren en salaris.
Solvay financiert twee toegezegd-pensioenregelingen in België. Dit zijn gefinancierde pensioenregelingen die gesloten zijn voor verdere uitbreiding sinds eind 2006 wat de regeling voor het management betreft en sinds eind 2004 wat de regeling voor arbeiders en bedienden betreft. De vergoedingen die uitbetaald worden onder deze regelingen worden elk jaar aangepast aan de jaarlijkse loonstijgingen en de inflatie (Dynamisch beheer). Zoals vaak in België, worden de meeste vergoedingen vanwege de gunstige fiscaliteit voor vaste pensioenuitkeringen uitbetaald in de vorm van een vaste uitkering.
Daarnaast financiert Solvay twee open toegezegde-bijdrageregelingen. Dit zijn gefinancierde pensioenregelingen die geopend zijn sinds begin 2007 wat betreft de regeling voor het management en sinds begin 2005 wat betreft de regeling voor arbeiders en bedienden. Deelnemers kunnen ervoor kiezen om hun bijdragen te investeren in vier verschillende beleggingsfondsen (van "conservatief" tot "dynamisch"). Maar, wat ze ook kiezen, de Belgische wet bepaalt dat de werkgever een rendement van 3,25% op de werkgeversbijdrage moet garanderen en 3,75% op de persoonlijke bijdrage, wat op die manier een potentiële verplichting voor de onderneming doet ontstaan.
De verplichting uit hoofde van toegezegd-pensioenregelingen is gelijk aan het hoogste van het feitelijke saldo en het saldo berekend aan de hand van het minimaal gewaarborgd rendement.
De meeste van deze verplichtingen hebben betrekking op pensioenregelingen. In sommige landen (met name de Verenigde Staten) zijn er ook medische zorgverzekeringen voorzien voor na de uitdiensttreding, die minder dan 5% van de totale verplichtingen in toegezegd-pensioenregelingen uitmaken.
De bedragen die voor deze regelingen ten laste van het resultaat genomen werden:
| In € miljoen | 2013 | 2012 |
|---|---|---|
| Aan het dienstjaar toegerekende pensioenkosten: werkgever | 48 | 46 |
| Rentekosten | 177 | 209 |
| Rente opbrengsten | -83 | -94 |
| Administratieve kosten betaald | 10 | 6 |
| Pensioenkosten van verstreken diensttijd (waaronder inperkingen) | -1 | 2 |
| Verlies/winst (-) als gevolg van afwikkelingen van regelingen | 0 | -8 |
| NETTO LAST ERKEND IN DE WINST- EN VERLIESREKENING – TOEGEZEGD PENSIOENREGELING |
151 | 161 |
| Herwaarderingen | -109 | 423 |
| HERWAARDERINGEN IN ANDERE ELEMENTEN VAN HET TOTAALRESULTAAT OPGENOMEN | -109 | 423 |
De kosten van deze pensioenregelingen worden in de winst- en verliesrekening opgenomen ofwel als verkoopskosten, als commerciële en administratieve kosten, als kosten voor onderzoek & ontwikkeling, of nog als overige financiële of operationele opbrengsten en -kosten of in de niet-recurrente bestanddelen.
In 2012 heeft een afwikkeling van de Amerikaanse pensioenregelingen plaatsgevonden ten aanzien van de uitgestelde deelnemers, zodat dit in een positief nettoresultaat van € 8 miljoen resulteerde (daling van de pensioenverplichting en fondsbeleggingen respectievelijk voor € 30 miljoen en € 22 miljoen).
In de balans zijn volgende bedragen opgenomen in verband met toegezegd-pensioenregelingen:
| In € miljoen | 2013 | 2012 |
|---|---|---|
| Verplichtingen voor toegezegd-pensioenregelingen – gefinancierde regelingen | 2 562 | 2 762 |
| Reële waarde van fondsbeleggingen – einde periode | -1 907 | -1 931 |
| FINANCIERINGSTEKORT VOOR GEFINANCIERDE PLANNEN | 655 | 831 |
| Verplichtingen voor toegezegd-pensioenregelingen – niet gefinancierde regelingen | 1 880 | 1 997 |
| FINANCIERINGSTEKORT | 2 535 | 2 828 |
| Niet als activa opgenomen, tengevolge van het vastleggen van een maximumbedrag voor de activa | 0 | 1 |
| NETTOVERPLICHTING (NETTOACTIEF) IN DE BALANS | 2 535 | 2 829 |
| Verplichting opgenomen in de balans | 2 538 | 2 832 |
| Actief opgenomen in de balans | -3 | -3 |
De daling van de nettoverplichting met € 294 miljoen tussen 2012 en 2013 valt voornamelijk te verklaren door:
W de klassering als "aangehouden voor verkoop" van de activiteiten van Chlorovynils ter waarde van € -126 miljoen.
W de goede resultaten van de fondsbeleggingen;
De brutoverplichtingen voor toegezegd-pensioenregelingen evolueerden als volgt:
| In € miljoen | 2013 | 2012 |
|---|---|---|
| VERPLICHTINGEN VOOR TOEGEZEGD-PENSIOENREGELINGEN BIJ AANVANG PERIODE | 4 759 | 4 259 |
| Aan het dienstjaar toegerekende pensioenkosten: werkgever | 48 | 46 |
| Rentekosten | 177 | 209 |
| Reële bijdrage van de werknemer | 4 | 4 |
| Pensioenkosten van verstreken diensttijd (waaronder inperkingen) | -1 | 2 |
| Afwikkeling van regelingen | 0 | -30 |
| Herwaarderingen in andere elementen van het totaalresultaat opgenomen | -19 | 532 |
| Winsten en verliezen met betrekking tot veranderingen in de demografische veronderstellingen | 46 | |
| Winsten en verliezen met betrekking tot veranderingen in de economische veronderstellingen | -35 | |
| Winsten en verliezen met betrekking tot ervaring | -30 | |
| Betaalde voordelen | -256 | -276 |
| Wisselkoersenverschillen | -89 | -7 |
| Overboekingen | -4 | 22 |
| Overboeking naar activa aangehouden voor verkoop | -178 | -4 |
| VERPLICHTINGEN VOOR TOEGEZEGD-PENSIOENREGELINGEN BIJ EINDE PERIODE | 4 442 | 4 759 |
| Verplichtingen toegezegd-pensioenregelingen – gefinancierde regelingen | 2 562 | 2 762 |
| Verplichtingen toegezegd-pensioenregelingen – niet-gefinancierde regelingen | 1 880 | 1 997 |
In 2012 heeft een afwikkeling van de Amerikaanse pensioenregeling plaatsgevonden ten aanzien van de uitgestelde deelnemers, hetgeen resulteerde in een daling van de toegezegd-pensioenverplichting met € 30 miljoen.
In 2013 zorgde de klassering als "aangehouden voor verkoop" van de activiteiten van Chlorovynils voor een daling van de toegezegdpensioenverplichtingen met € 173 miljoen.
De reële waarde van de fondsbeleggingen evolueerde als volgt:
| In € miljoen | 2013 | 2012 |
|---|---|---|
| REËLE WAARDE VAN FONDSBELEGGINGEN BIJ AANVANG PERIODE | 1 931 | 1 818 |
| Financiële opbrengsten | 83 | 94 |
| Herwaarderingen in andere elementen van het totaalresultaat opgenomen | 90 | 106 |
| Rendement van fonds beleggingen (exclusief bedragen netto interesten) | 90 | - |
| Reële bijdrage van de werkgever | 185 | 212 |
| Reële bijdrage van de werknemer | 4 | 4 |
| Administratieve kosten betaald | -10 | -6 |
| Afwikkeling van regelingen | 0 | -22 |
| Betaalde voordelen | -256 | -276 |
| Wisselkoersenverschillen | -72 | -8 |
| Overboekingen | 1 | 10 |
| Overboeking naar activa aangehouden voor verkoop | -48 | 0 |
| REËLE WAARDE VAN DE FONDSBELEGGINGEN BIJ EINDE PERIODE | 1 907 | 1 931 |
| Reëel rendement van de fondsbeleggingen | 172 | 200 |
Het totale rendement op de fondsbeleggingen bedraagt € 172 miljoen. Het relatief goede resultaat is een gevolg van de betere marktomstandigheden die een positieve impact hadden op de portefeuille fondsbeleggingen gedurende het boekjaar.
In 2012 heeft een afwikkeling van de Amerikaanse pensioenregeling plaatsgevonden ten aanzien van de uitgestelde deelnemers, hetgeen resulteerde in een daling van de fondsbeleggingen met € 22 miljoen.
In 2013 zorgde de klassering als 'aangehouden voor verkoop' van de activiteiten van Chlorovynils voor een daling van de fondsbeleggingen met € 48 miljoen.
De voornaamste categorieën van fondsbeleggingen zijn:
De bijdragen in geldmiddelen van de Groep (met inbegrip van rechtstreeks betaalde beloningen) bedroegen € 185 miljoen, waarvan € 82 miljoen in bijdragen tot fondsen en € 103 miljoen in rechtstreeks uitgekeerde beloningen.
Behoudens ingrijpende wijzigingen in het regelgevend kader (zie "Risico in verband met de regelgeving" hierboven), zullen de bijdragen in geldmiddelen van de Groep in 2014 in lijn liggen met die van 2013.
| 2013 | 2012 | |
|---|---|---|
| % van Totaal | % van Totaal | |
| Aandelen | 40% | 36% |
| Staatsobligaties | 13% | 16% |
| Bedrijfsobligaties | 24% | 25% |
| Vastgoed | 2% | 2% |
| Geldmiddelen en kasequivalenten | 1% | 1% |
| Derivaten | 0% | 0% |
| Beleggingsfondsen | 8% | 9% |
| Verzekeringscontracten | 1% | 0% |
| Gestructureerde schulden (LDI) | 8% | 9% |
| Andere | 2% | 2% |
| TOTAAL | 100% | 100% |
Per 31 december 2012 en 2013 is het aandeel van de nietbeursgenoteerde fondsbeleggingen verwaarloosbaar.
Wat de geïnvesteerde activa betreft, dient opgemerkt te worden dat deze activa geen directe beleggingen bevatten in aandelen van de Solvay-groep of in andere activa die in het bezit zijn van of gebruikt worden door Solvay. Dit wil niet zeggen dat er geen Solvay-aandelen kunnen opgenomen zijn in investeringen zoals gemeenschappelijke beleggingsfondsen.
Wijzigingen in de nettoverplichtingen gedurende de periode:
| In € miljoen | 2013 | 2012 |
|---|---|---|
| Opgenomen nettobedrag bij aanvang periode | 2 829 | 2 446 |
| Nettokost in resultaat opgenomen – toegezegd-pensioenregelingen | 151 | 161 |
| Reële bijdrage van de werkgever/directe betaalde voordelen | -185 | -212 |
| Herwaarderingen | -109 | 423 |
| Overboekingen | -4 | 12 |
| Wisselkoersverschillen | -17 | 2 |
| Overboeking naar activa aangehouden voor verkoop | -130 | -4 |
| Opgenomen nettobedrag op einde periode | 2 535 | 2 829 |
| In € miljoen | 2013 | 2012 |
|---|---|---|
| Effect van de limiet in paragraaf 58 (b) en IFRIC 14 aan het begin van het jaar | 1 | 4 |
| Rentelasten op het effect van de limiet in paragraaf 58 (b) en IFRIC 14 aan het begin van het jaar | 0 | 0 |
| Variant van het effect van de limiet in paragraaf 58 (b) en IFRIC 14 | -1 | -3 |
| Effect van de limiet in paragraaf 58 (b) en IFRIC 14 aan het einde van het jaar | 0 | 1 |
De impact van wijzigingen in het activaplafond opgenomen via de andere elementen van het totaalresultaat bedroeg € 1 miljoen. Deze impact heeft betrekking op de plannen in Brazilië, Portugal en Zwitserland.
Veronderstellingen gebruikt bij het bepalen van de pensioenverplichting per 31 december.
Deze veronderstellingen zijn niet segmentspecifiek.
| Eurozone | Verenigd Koninkrijk | Verenigde Staten | |||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| 2013 | 2012 | 2013 | 2012 | 2013 | 2012 | ||
| Disconteringsvoet | 3,25% | 3,25% | 4,50% | 4,25% | 4,75% | 3,75% | |
| Verwachte toekomstige loonsverhogingen | 2,50% - 4,50% | 2,50% - 4,50% | 3,50% - 3,75% | 3% - 3,25% | 2,75% - 4,25% | 3% - 4,50% | |
| Inflatie | 2% | 2% | 3,25% | 2,50% | 2,50% | 2,50% | |
| Verwachte toekomstige pensioenverhogingen | 0% - 2% | 0% - 2% | 3,25% | 2,50% | NA | NA | |
| Verwachte aangroei medische uitgaven | 2% | 2% | 6,4% | 6,5% | 4,75% - 7,25% | 5% - 7,50% |
Deze veronderstellingen zijn niet segmentspecifiek
| Eurozone | Verenigd Koninkrijk | Verenigde Staten | |||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| 2013 | 2012 | 2013 | 2012 | 2013 | 2012 | ||
| Disconteringsvoet | 3,25% | 4,75% | 4,25% | 4,75% | 3,75% | 4,75% | |
| Verwachte toekomstige loonsverhogingen | 2,50% - 4,50% | 3,00% - 4,50% | 3% - 3,25% | 3,25% | 3% - 4,50% | 4,5% | |
| Inflatie | 2% | 2% | 2,50% | 2,75% | 2,50% | 2,50% | |
| Verwachte toekomstige pensioenverhogingen | 0% - 2% | 0% - 2% | 2,50% | 2,75% | NA | NA | |
| Verwachte aangroei medische uitgaven | 2% | 2% | 6,5% | 6,5% | 5% - 7,50% | 5% - 7,50% |
De gebruikte veronderstellingen bij het bepalen van de pensioenverplichting per 31 december zijn gebaseerd op volgende looptijden van de verplichtingen uit hoofde van personeelsbeloningen:
| Eurozone | Verenigd Koninkrijk | Verenigde Staten | |
|---|---|---|---|
| Looptijd (in jaren) | 11,5 | 15,3 | 11,1 |
De gevoeligheid voor een wijziging van percentage van de disconteringsvoeten op de brutoverplichting voor toegezegd-pensioenregelingen is als volgt:
| In € miljoen | 0,25% toename | 0,25% afname |
|---|---|---|
| Eurozone | -68 | 72 |
| Verenigd Koninkrijk | -49 | 52 |
| Verenigde Staten | -20 | 21 |
| Andere landen | -7 | 7 |
| TOTAAL | -144 | 152 |
De gevoeligheid voor een wijziging in het inflatiecijfer op de brutoverplichting voor toegezegd-pensioenregelingen is als volgt:
| In € miljoen | 0,25% toename | 0,25% afname |
|---|---|---|
| Eurozone | 71 | -67 |
| Verenigd Koninkrijk | 41 | -39 |
| Verenigde Staten | -6 | 6 |
| Andere landen | -2 | 1 |
| TOTAAL | 105 | -98 |
De gevoeligheid voor een wijziging in het stijgingspercentage van de lonen op de brutoverplichting voor toegezegd-pensioenregelingen is als volgt:
| In € miljoen | 0,25% toename | 0,25% afname |
|---|---|---|
| Eurozone | 23 | -22 |
| Verenigd Koninkrijk | 4 | -3 |
| Verenigde Staten | 2 | -2 |
| Andere landen | 2 | -2 |
| TOTAAL | 30 | -29 |
Deze voorzieningen bedragen € 108 miljoen, tegen € 63 miljoen eind 2012.
De voornaamste voorzieningen op het einde van 2013 dienen voor de dekking van:
Deze voorzieningen bedragen € 629 miljoen, tegen € 800 miljoen op het einde van 2012.
Het gaat hier om de dekking van risico's en lasten op de volgende belangrijke gebieden:
W voorzieningen in verband met de stopzetting van de activiteiten van elektrolyse op basis van kwik: de verwachte uitgaven zijn gespreid doorheen de tijd als gevolg van de geplande herbestemming van de installaties, de nationale regelgeving in verband met het beheer van bodemverontreiniging en de besmettingsgraad van de bodem en grondwater. Het merendeel van deze voorzieningen zal naar verwachting in de loop van de komende 10 tot 20 jaar aangewend worden;
W dijken, stortplaatsen en terreinen: de voorzieningen betreffen hier vooral dijken bij de sodafabrieken, de oude dijken van kalkputten en ook terreinen en stortplaatsen gebruikt voor de activiteiten op bepaalde industriële sites; deze voorzieningen hebben een tijdshorizon van 1 tot 20 jaar;
Deze voorzieningen dienen voornamelijk om de beëindigde activiteiten te dekken; de meeste voorzieningen hebben een aanwendperiode van 1 tot 20 jaar. De geschatte bedragen worden aangepast afhankelijk van de datum waarop de vergoedingen waarschijnlijk zullen dienen te worden betaald. De voorzieningen worden elk jaar geactualiseerd, maar ook aangepast om rekening te houden met de naderende vervaldata.
De voorzieningen voor geschillen bedragen € 312 miljoen op het einde van 2013 tegen € 544 miljoen op het einde van 2012.
De voornaamste voorzieningen op het einde van 2013 dienen als dekking voor:
De nettoschuld van de Groep is het saldo van de financiële schuld en de overige vlottende vorderingen – financiële instrumenten en de geldmiddelen en kasequivalenten. De nettoschuldpositie bedroeg € 1 102 miljoen op het einde van 2013 tegen € 1 125 miljoen op het einde van 2012.
| In € miljoen | 2013 | 2012 |
|---|---|---|
| Financiële schulden | 3 515 | 3 652 |
| W Overige vlottende vorderingen – Financiële instrumenten | -481 | -758 |
| W Geldmiddelen en kasequivalenten | -1 932 | -1 768 |
| NETTOSCHULD | 1 102 | 1 125 |
Verplichtingen (+)/Activa (-).
De kredietwaardigheid op lange termijn van Solvay werd bevestigd door twee ratingbureaus: BBB+ (stabiele vooruitzichten) bij Standard & Poors en Baa1 (negatieve vooruitzichten) bij Moody's.
| In € miljoen | 2013 | 2012 |
|---|---|---|
| Achtergestelde leningen | 498 | 504 |
| Obligatieleningen | 1 839 | 2 366 |
| Langlopende financiële leaseverplichtingen | 3 | 3 |
| Langlopende schulden bij financiële instellingen | 300 | 366 |
| Andere langlopende schulden | 105 | 82 |
| Binnen 12 maanden verschuldigd bedrag (opgenomen onder schuld op korte termijn) | 519 | 60 |
| Overige kortlopende leningen (met inbegrip van de negatieve banksaldi) | 250 | 271 |
| FINANCIËLE SCHULDEN (KORT- EN LANGLOPEND) | 3 515 | 3 652 |
De omvangrijkste leningen die na 2013 aflopen:
| 2013 | 2012 | |||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| In € miljoen (behalve waar anders vermeld) |
Nominaal bedrag |
Coupon | Einde looptijd |
Door zekerheid gedekt |
Bedrag aan geamortiseerde kostprijs |
Reële waarde |
Bedrag aan geamortiseerde kostprijs |
Reële waarde |
||
| Uitgifte EMTN obligaties door Solvay nv (België) |
500 | 4,99% | 2014 | Neen | 500 | 500 | 496 | 520 | ||
| Uitgifte EMTN obligaties door Solvay nv (België) |
500 | 300 | 4,75% | 2018 | Neen | 490 | 567 | 490 | 558 | |
| 200 | (tap) | 5,71% | ||||||||
| Retail | 500 | 5,01% | 2015 | Neen | 499 | 530 | 499 | 548 | ||
| Europese Investeringsbank | 300 | 3,90% | 2016 | Neen | 300 | 327 | 300 | 336 | ||
| Diep achtergestelde schuld uitgegeven door Solvay Finance SA (Frankrijk) met de steun van Solvay nv (België) |
500 | (1) | 6,375% | 2104 | Neen | 498 | 530 | 497 | 538 | |
| Senior obligatielening Rhodia |
500 | (2) | 7,00% | 2018 | Neen | 521 | 528 | 530 | 559 | |
| Senior obligatielening Rhodia (USD 400 million) |
303 | (2)(3) | 6,875% | 2020 | Neen | 330 | 327 | 350 | 346 | |
| TOTAAL | 3 103 | 3 138 | 3 308 | 3 162 | 3 405 |
(1) De kredietbeoordelingagentschappen Moody's en Standard & Poors beoordelen deze achtergestelde schuld als 50% eigen vermogen en 50% schuld. Volgens IFRS is dit echter 100% schuld. Deze schuld is ondergeschikt aan andere schulden van de Groep en staat genoteerd in Luxemburg. De uitbetaalde coupon heeft een vast tarief gedurende de eerste tien jaren. In 2016 wordt de coupon vlottend (3-maand Euribor + 335 basispunten) tot de vervaldatum in 2104. Solvay heeft een terugkoopoptie a pari met de uitgifte vanaf 2016. De emittent beschikt over een optie om de coupon eventueel niet te betalen, volgens de regels van het overdrachtmechanisme van de coupon.
(2) De € 500 miljoen senior notes (7.00%) die in 2018 aflopen en de \$ 400 miljoen (6,875%), die beide respectievelijk in 2014 en 2015 vervroegd terugbetaald kunnen worden, werden geconsolideerd in de jaarrekening van de Solvay-groep tegen de marktkoers op het moment van de verwerving (september 2011). In 2012 heeft het management beslist om de call optie in 2014 uit te oefenen op de € 500 miljoen obligatielening van Rhodia.
(3) Equivalent aan \$ 400 miljoen; € 1 = \$ 1,3791 (31 december 2013).
Er is geen wanbetaling op de hierboven vermelde financiële schulden. Er zijn ook geen financiële convenanten bij Solvay nv, Rhodia SA en de financiële vehikels van de Groep.
Zowel de openstaande senior niet-gewaarborgde obligatieleningen van Solvay als die van Rhodia hebben een BBB+ rating volgens S&P. Volgens Moody's is er een trapje verschil tussen de rating van de instrumenten van Solvay (Baa1) en de instrumenten van Rhodia (Baa2).
Het management oordeelt dat de reële waarde van de schuld met een variabele rentevoet (€ 358 miljoen) niet significant verschilt van de nominale waarde (€ 358 miljoen – zie ook toelichting 34 over het beheer van het renterisico). De langlopende schulden worden gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs. De reële waarde is gebaseerd op de genoteerde marktprijs op het einde van 2013.
In november 2013 gaf de Groep na de overname van Chemlogics voor \$ 1 345 miljoen, gefinancierd met beschikbare geldmiddelen, een hybride obligatie uit van € 1,2 miljard (behandeld als eigen vermogen onder IFRS) met de bedoeling om de balans van de Groep verder te versterken met het oog op de herfinanciering van de aflopende schulden in 2014 en daarna.
De totale beschikbare geldmiddelen, d.i. het totaal van de "Overige vlottende vorderingen – Financiële instrumenten" en de "Geldmiddelen en kasequivalenten" bedraagt € 2 413 miljoen op het einde van 2013 tegen € 2 526 miljoen op het einde van 2012. Geldmiddelen en kasequivalenten bevatten een bedrag van € 17 miljoen dat begrensd is in de context van de overname van Chemlogics.
Eind 2013 is een deel van de geldmiddelen belegd door Solvay nv en Solvay CICC op basis van specifieke criteria in de volgende instrumenten:
| In € miljoen | Classificatie | 2013 | 2012 |
|---|---|---|---|
| Geldmarktfondsen | Activa beschikbaar voor verkoop |
366 | 663 |
| Obligaties en thesauriebewijzen op meer dan 3 maanden | Activa aangehouden tot einde looptijd |
95 | 0 |
| Overige vlottende financiële activa | 20 | 95 | |
| OVERIGE VLOTTENDE VORDERINGEN – FINANCIËLE INSTRUMENTEN | 481 | 758 |
De "Overige vlottende vorderingen – financiële instrumenten" omvatten "geldmarktfondsen", "Obligaties en thesauriebewijzen op meer dan 3 maanden" en "Overige vlottende financiële activa".
De onderliggende instrumenten in de geldbeleggingsfondsen worden elke dag opnieuw gewaardeerd, maar ze worden zo beheerd dat de totale netto-inventariswaarde van elk fonds stabiel blijft.
De overige vlottende financiële activa omvatten voornamelijk de financiële activa tegen reële waarde met waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening. Sinds 2012 omvat dit ook de "te ontvangen interesten".
Het management heeft ervoor gekozen om de obligaties en thesauriebewijzen op meer dan 3 maanden te beschouwen als financiële activa aangehouden tot einde looptijd, die daarom niet tegen hun marktwaarde gewaardeerd zijn.
Geldmiddelen en kasequivalenten bedragen € 1 932 miljoen op het einde van 2013 tegen € 1 768 miljoen op het einde van 2012.
| In € miljoen | Classificatie | 2013 | 2012 |
|---|---|---|---|
| Aandelen | Activa beschikbaar voor verkoop |
27 | 291 |
| Termijndeposito's | Leningen en vorderingen | 381 | 378 |
| Obligaties en thesauriebewijzen op minder dan 3 maanden | Activa aangehouden tot einde looptijd |
632 | 137 |
| Geldmiddelen | Leningen en vorderingen | 892 | 961 |
| GELDMIDDELEN EN KASEQUIVALENTEN | 1 932 | 1 768 |
De boekwaarde is de reële waarde van de aandelen, de vastrentende effecten en termijndeposito's.
Het management heeft ervoor gekozen de obligaties en thesauriebewijzen op minder dan 3 maanden te beschouwen als financiële activa aangehouden tot einde looptijd, die daarom niet tegen hun marktwaarde gewaardeerd worden.
De reële waarde van immateriële activa heeft voornamelijk betrekking op klantenrelaties.
De volgende tabel geeft een overzicht van de boekwaarden van alle financiële instrumenten volgens aard en volgens waarderingscategorie zoals gedefinieerd door IAS 39 – Financiële instrumenten: opname en waardering.
| 2013 | 2012 | |
|---|---|---|
| In € miljoen | Boekwaarde | Boekwaarde |
| Aangehouden voor handelsdoeleinden | 31 | 54 |
| Kasstroomafdekkingen* | 22 | 21 |
| Deelnemingen beschikbaar voor verkoop – New Business Development/AGEAS | 38 | 66 |
| Leningen en vorderingen (inclusief handelsvorderingen, leningen en andere activa op lange termijn, behalve de overschotten van het pensioenfonds ) |
1 689 | 2 078 |
| Overige vlottende vorderingen – financiële instrumenten (classificatie: zie vorige pagina) | 481 | 758 |
| Geldmiddelen en kasequivalenten (classificatie: zie vorige pagina) | 1 932 | 1 768 |
| TOTAAL FINANCIËLE ACTIVA | 4 192 | 4 745 |
| Aangehouden voor handelsdoeleinden | -3 | -50 |
| Kasstroomafdekkingen* | -12 | -6 |
| Financiële verplichtingen gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs (inclusief financiële schulden op lange termijn, overige verplichtingen op lange termijn, financiële schulden op korte termijn, handelsschulden en de te betalen dividenden opgenomen) |
-5 146 | -5 589 |
| Financiële leaseverplichtingen | -3 | -3 |
| TOTAAL FINANCIËLE VERPLICHTINGEN | -5 165 | -5 647 |
De financiële activa die geclassificeerd zijn als aangehouden voor handelsdoeleinden, maar bedoeld zijn ter afdekking, worden weergegeven in "Overige vlottende vorderingen – Andere".
Solvay's New Business Development (NBD) heeft een Corporate Venturing portefeuille samengesteld, bestaande uit rechtstreekse investeringen in start-up ondernemingen en investeringen in risicokapitaalfondsen. Al deze investeringen hebben betrekking op NBD. Ze worden allemaal gewaardeerd tegen de reële waarde volgens de waarderingsrichtlijnen gepubliceerd door de European Private Equity and Venture Capital Association.
De reële waarden van financiële activa en financiële verplichtingen met standaardbepalingen en -voorwaarden en verhandeld op liquide markten zijn de genoteerde marktprijzen.
De reële waarden van afgeleide instrumenten worden berekend door middel van genoteerde prijzen. Waar deze prijzen niet beschikbaar zijn, wordt een contantewaardeberekening uitgevoerd met behulp van de relevante rente voor de looptijd van de instrumenten voor niet-optionele derivaten en optiewaarderingsmodellen voor optionele derivaten.
Wisseltermijncontracten worden gewaardeerd op basis van de genoteerde termijnwisselkoersen en de rendementscurven die afgeleid zijn van genoteerde rentevoeten met gelijkaardige looptijden.
Renteswaps worden gewaardeerd tegen de contante waarde van de geschatte toekomstige kasstromen en gedisconteerd op basis van de relevante rendementscurven afgeleid van de genoteerde rentevoeten.
Vast-voor-vlottende energieswaps worden gewaardeerd op basis van genoteerde termijnenergieprijzen en rendemenscurven die afgeleid zijn van genoteerde rentevoeten met gelijkaardige looptijden. Opties worden gewaardeerd tegen de contante waarde van de verwachte risicogewogen toekomstige rendementen, gebruik makend van formules op basis van marktreferenties.
De reële waarden van andere financiële activa en verplichtingen (behalve deze beschreven hierboven) worden bepaald in overeenstemming met de algemeen aanvaarde waarderingsmodellen op basis van de contantewaardeberekening.
De volgende tabel geeft een overzicht van financiële instrumenten die na initiële opname gewaardeerd worden tegen reële waarde, gegroepeerd in niveaus 1 tot 3, volgens de mate waarin de reële waarde kan vastgesteld worden:
Conform de interne regels van de Groep ligt de verantwoordelijkheid voor de vaststelling van het niveau van waardering tegen reële waarde bij de thesaurieafdeling voor afgeleide financiële instrumenten en financiële schulden, bij Energy Services voor de van energie afgeleide financiële instrumenten en bij de afdeling Financiën voor financiële activa.
| 2013 | 2012 | Niveau van | |||
|---|---|---|---|---|---|
| In € miljoen | Boekwaarde | Reële waarde | Boekwaarde | Reële waarde | reëele waarde |
| Leningen en vorderingen | |||||
| Leningen en vorderingen (inclusief handelsvorderingen, leningen en andere activa op lange termijn, behalve de overschotten van het pensioenfonds) |
1 689 | 1 689 | 2 078 | 2 078 | 2 |
| Overige vlottende vorderingen – financiële instrumenten |
|||||
| Obligaties en thesauriebewijzen op meer dan 3 maanden |
95 | 95 | 0 | 0 | 1 |
| Overige vlottende financiële activa | 20 | 20 | 95 | 95 | 2 |
| Geldmiddelen en kasequivalenten | |||||
| Termijndeposito's | 381 | 381 | 378 | 378 | 2 |
| Obligaties en thesauriebewijzen op minder dan 3 maanden |
632 | 632 | 137 | 137 | 1 |
| Geldmiddelen | 892 | 892 | 961 | 961 | 2 |
| TOTAAL FINANCIËLE ACTIVA | 3 709 | 3 709 | 3 649 | 3 649 | |
| Achtergestelde leningen en obligatieleningen | -2 838 | -2 981 | -2 427 | -2 609 | 1 |
| financiële schulden op lange en korte termijn | -677 | -704 | -1 225 | -1 284 | 2 |
| Overige verplichtingen op lange termijn, handelsschulden en de te betalen dividenden opgenomen |
-1 631 | -1 631 | -1 938 | -1 938 | 2 |
| Financiële leaseverplichtingen | -3 | -3 | -3 | -3 | 2 |
| TOTAAL FINANCIËLE VERPLICHTINGEN | -5 149 | -5 319 | -5 592 | -5 834 |
| 2013 | ||||
|---|---|---|---|---|
| In € miljoen | Niveau 1 | Niveau 2 | Niveau 3 | Totaal |
| Aangehouden voor handelsdoeleinden | ||||
| W Wisselcontracten | 2 | 2 | ||
| W Energie swaps, futures en forward contracten | 3 | 3 | ||
| W Futures en forward contracten van CO2 certificaten |
3 | 2 | 5 | |
| W Renteswaps | 5 | 5 | ||
| W Solvay-aandeel prijs swaps | 15 | 15 | ||
| Kasstroomafdekkingen | ||||
| W Wisselcontracten en swaps | 18 | 18 | ||
| W Energie swaps en futures contracten | 2 | 2 | ||
| W Futures en forward contracten van CO2 certificaten |
||||
| W Solvay-aandeel prijs swaps | 1 | 1 | ||
| Deelnemingen beschikbaar voor verkoop | ||||
| W New Business Development | 38 | 38 | ||
| W Overige vlottende vorderingen – financiële instrumenten (Geldmarktfondsen) |
366 | 366 | ||
| Geldmiddelen en kasequivalenten | ||||
| W Aandelen | 27 | 27 | ||
| TOTAAL FINANCIËLE ACTIVA | 397 | 49 | 38 | 484 |
| Aangehouden voor handelsdoeleinden | ||||
| W Wisselcontracten | ||||
| W Energie swaps, futures en forward contracten | ||||
| W Futures en forward contracten van CO2 certificaten |
-1 | -1 | -3 | |
| Kasstroomafdekkingen | ||||
| W Wisselcontracten en swaps | -5 | -5 | ||
| W Energie swaps en futures contracten | -1 | -1 | ||
| W Futures en forward contracten van CO2 certificaten |
-6 | -6 | ||
| TOTAAL FINANCIËLE VERPLICHTINGEN | -8 | -7 | -16 |
| In € miljoen | Niveau 1 | Niveau 2 | Niveau 3 | Totaal |
|---|---|---|---|---|
| Aangehouden voor handelsdoeleinden | ||||
| W Wisselcontracten en swaps | 3 | 3 | ||
| W Energie swaps, futures en forward contracten | 5 | 5 | ||
| W Futures en forward contracten van CO2 certificaten |
39 | 7 | 46 | |
| Kasstroomafdekkingen | ||||
| W Wisselcontracten en swaps | 20 | 20 | ||
| W Renteswaps | 1 | 1 | ||
| Deelnemingen beschikbaar voor verkoop | ||||
| W New Business Development | 31 | 31 | ||
| W AGEAS (voorheen Fortis) | 35 | 35 | ||
| W Overige vlottende vorderingen – financiële instrumenten (Geldmarktfondsen) |
663 | 663 | ||
| Geldmiddelen en kasequivalenten | ||||
| W Aandelen | 291 | 291 | ||
| TOTAAL FINANCIËLE ACTIVA | 989 | 63 | 43 | 1 095 |
| Aangehouden voor handelsdoeleinden | ||||
| W Wisselcontracten en swaps | -6 | -6 | ||
| W Energie swaps en futures contracten | -1 | -1 | ||
| W Futures en forward contracten van CO2 certificaten |
-26 | -18 | -43 | |
| Kasstroomafdekkingen | ||||
| W Wisselcontracten en swaps | (6) | -6 | ||
| TOTAAL FINANCIËLE VERPLICHTINGEN | -39 | -18 | -56 |
De categorie "aangehouden voor handelsdoeleinden" omvat gewoonlijk financiële instrumenten die gebruikt worden voor het thesauriebeheer, het valutarisicobeheer, risicobeheer in verband met
grondstoffen of instrumenten voor CO2-emissierechten, maar die onvoldoende gedocumenteerd zijn om verwerkt te kunnen worden als afdekkingsinstrumenten.
| 2013 | |||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Tegen reële waarde met waardeveranderingen in de winst en verliesrekeningen |
Beschikbaar voor verkoop | ||||||
| Derivaten | Niet-derivaten | Aandelen | Andere | Totaal | |||
| Openingssaldo op 1 januari | -7 | 31 | 24 | ||||
| Totale winsten of verliezen | |||||||
| W Opgenomen in de winst- en verliesrekening | 7 | 7 | |||||
| W Opgenomen in de andere elementen van het totaalresultaat |
-3 | -3 | |||||
| Verwervingen | 10 | 10 | |||||
| Eindsaldo op 31 december | 0 | 38 | 38 |
| 2012 | |||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Tegen reële waarde met waardeveranderingen in de winst en verliesrekeningen |
Beschikbaar voor verkoop | ||||||
| Derivaten | Niet-derivaten | Aandelen | Andere | Totaal | |||
| Openingssaldo op 1 januari | -11 | 61 | 50 | ||||
| Totale winsten of verliezen | |||||||
| W Opgenomen in de winst- en verliesrekening | 4 | -8 | -4 | ||||
| W Opgenomen in de andere elementen van het totaalresultaat |
|||||||
| Verwervingen | 9 | 9 | |||||
| Herclassificatie van financiële activa beschikbaar voor verkoop naar investeringen in geassocieerde deelnemingen |
-31 | -31 | |||||
| Eindsaldo op 31 december | -7 | 31 | 24 |
Opsplitsing van de opbrengsten en kosten van financiële instrumenten die in de winst- en verliesrekening opgenomen zijn:
| In € miljoen | 2013 | 2012 |
|---|---|---|
| Opgenomen in de winst- en verliesrekening | ||
| Herclassificatie vanuit eigen vermogen van wijzigingen in de reële waarde met betrekking tot de kasstroomafdekking van de wisselkoersen* |
38 | -14 |
| Herclassificatie vanuit eigen vermogen van wijzigingen in de reële waarde met betrekking tot de kasstroomafdekking van de energieprijzen* |
-1 | 27 |
| Wijzigingen in de reële waarde van financiële instrumenten aangehouden voor handelsdoeleinden (energie/CO2 emissierechten) |
-5 | 0 |
| Opgenomen in de brutowinst | 31 | 13 |
| Interesten op leningen en vorderingen | 96 | 1 |
| Ineffectief deel van de wijzigingen in de reële waarde van kasstroomafdekkingen (energie/CO2 emissierechten) |
1 | 0 |
| Wijzigingen in de reële waarde van financiële instrumenten aangehouden voor handelsdoeleinden (energie/CO2 emissierechten) |
-2 | 4 |
| Wijzigingen in de reële waarde van financiële instrumenten aangehouden voor handelsdoeleinden (valuta) | 5 | 0 |
| Herclassificatie vanuit eigen vermogen met betrekking tot de kasstroomafdekking van de wisselkoersen (zie volgend tabel) |
5 | 0 |
| Herclassificatie vanuit eigen vermogen met betrekking tot de kasstroomafdekking van de energieprijzen* | -3 | 0 |
| Ineffectief deel van de wijzigingen in de reële waarde van kasstroomafdekkingen | 1 | 0 |
| Opgenomen in de overige operationele opbrengsten en kosten | 103 | 5 |
| Wijzigingen in de reële waarde van financiële instrumenten aangehouden voor handelsdoeleinden (energie/CO2 emissierechten) |
-4 | 0 |
| Wijzigingen in de reële waarde van financiële instrumenten aangehouden voor handelsdoeleinden (Solvay-aandeel prijs swaps) |
1 | 0 |
| Opgenomen in de overige operationele opbrengsten en kosten | -2 | 0 |
| Financieringskosten – Interestkosten op financiële verplichtingen gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs | -187 | -167 |
| Interesten op geldmiddelen en kasequivalenten | 24 | 16 |
| Interesten op overige vlottende financiële activa – financiële instrumenten | 1 | 2 |
| Overige financieringsopbrengsten en -kosten | -2 | -8 |
| Opgenomen in de financieringskosten | -163 | -157 |
| Winsten/verliezen uit deelnemingen beschikbaar voor verkoop | 2 | 0 |
| Meerwaarde op deelnemingen beschikbaar voor verkoop opgenomen in de winst- en verliesrekening | 16 | 0 |
| Herclassificatie vanuit eigen vermogen van niet-gerealiseerde winsten en verliezen met betrekking tot vervreemde financiële activa beschikbaar voor verkoop* |
20 | 0 |
| Herclassificatie vanuit eigen vermogen van bijzondere waardeverminderingsverliezen op financiële activa beschikbaar voor verkoop* |
0 | -2 |
| Nettoresultaat geboekt volgens de vermogensmutatiemethode | 92 | 184 |
| TOTAAL OPGENOMEN IN DE WINST- EN VERLIESREKENING | 99 | 43 |
* Zie volgende tabel.
De kasstroomafdekking van de wisselkoersen stemt overeen met termijncontracten bedoeld om toekomstige verkopen af te dekken in USD, JPY, BRL, RUB en KRW.
De financiële instrumenten aangehouden voor (valuta) handelsdoeleinden betreffen valutatermijncontracten die verband houden met het beheer van de valutablootstelling van de Groep en die niet in aanmerking komen als "afdekking".
Opsplitsing van de opbrengsten en kosten van financiële instrumenten die in het eigen vermogen opgenomen zijn:
| Voortgezette bedrijfsactiviteiten | ||
|---|---|---|
| In € miljoen | 2013 | 2012 |
| Netto wijziging in de reële waarde van financiële activa beschikbaar voor verkoop | -3 | 12 |
| Herclassificatie naar de winst- en verliesrekening van niet-gerealiseerde winsten en verliezen met betrekking tot vervreemde financiële activa beschikbaar voor verkoop |
-20 | 0 |
| Herclassificatie naar de winst- en verliesrekening van bijzondere waardeverminderingsverliezen op financiële activa beschikbaar voor verkoop |
0 | 2 |
| Totaal financiële activa beschikbaar voor verkoop | -23 | 14 |
| Effectieve deel van de wijzigingen in de reële waarde van kasstroomafdekkingen | 35 | 24 |
| Herclassificatie naar de winst- en verliesrekening van wijzigingen in de reële waarde met betrekking tot de kasstroomafdekking van de wisselkoersen |
-43 | 14 |
| Herclassificatie naar de winst- en verliesrekening van wijzigingen in de reële waarde met betrekking tot de kasstroomafdekking van de energieprijzen |
4 | -27 |
| Herclassificatie naar de winst- en verliesrekening van wijzigingen in de reële waarde met betrekking tot de kasstroomafdekking van de renteswaps |
-5 | 0 |
| Totaal kasstroomafdekkingen | -9 | 11 |
| TOTAAL | -32 | 25 |
Bij de voor verkoop beschikbare financiële activa houden de wijzigingen voornamelijk verband met de AGEAS-aandelen.
In 2013 staat de herclassificatie naar de winst- en verliesrekening van de niet-opgenomen winsten en verliezen met betrekking tot financiële activa beschikbaar voor verkoop in verband met de verkoop van de AGEAS-aandelen.
In 2012 heeft de nettowijziging in de reële waarde van financiële activa beschikbaar voor verkoop die rechtstreeks opgenomen zijn in het eigen vermogen voornamelijk betrekking op de AGEAS-aandelen.
Zie punt 2 in het hoofdstuk over deugdelijk bestuur van dit jaarverslag.
De Groep is blootgesteld aan risico's als gevolg van bewegingen in wisselkoersen, rentevoeten en andere marktprijzen (energieprijzen en aandelenprijzen). De Solvay-groep gebruikt afgeleide financiële instrumenten om zich in te dekken tegen duidelijk geïdentificeerde valuta-, rente- en energieprijsrisico's (afdekkingsinstrumenten). Toch zijn niet altijd de vereiste voorwaarden vervuld om de afdekkingsboekhouding volgens IFRS te kunnen toepassen. Hieruit volgt dat deze techniek niet altijd kan worden gebruikt als de Groep zich economisch gezien afdekt. Voorts is het beleid voor de afdekking van valutarisico's gebaseerd op de volgende principes: de financiering van activiteiten in lokale munt, de systematische afdekking van transactionele valutarisico's (zie hieronder) op het moment van de verzending van de facturen (zekere risico's) en de opvolging en eventuele afdekking van de transacties in valuta die voortvloeien uit de activiteiten van de Groep op basis van de verwachte kasstromen.
Verder is de Groep eveneens blootgesteld aan liquiditeits- en kredietrisico's.
Derivaten worden enkel gebruikt als afdekkingsinstrument, niet voor handels- of speculatieve doeleinden.
Zie ook het gedeelte valutarisico in het hoofdstuk over Risicobeheer van dit jaarverslag.
De Groep onderneemt transacties uitgedrukt in vreemde valuta; hierdoor ontstaat blootstelling aan de wisselkoersfluctuaties. De blootstelling aan wisselkoersen wordt beheerd binnen goedgekeurde beleidsparameters door gebruik te maken van wisseltermijncontracten.
Het valutarisico van de Groep kan opgedeeld worden in twee categorieën: valutaomrekeningrisico en valutatransactierisico
Het gaat hier om het valutarisico voor het deel van het geconsolideerde resultaat van de Groep dat verbonden is met het resultaat van de dochterondernemingen die met andere presentatievaluta werken dan de euro (presentatievaluta van de Groep). De belangrijkste andere vreemde munten zijn de Amerikaanse dollar, de Chinese yuan, de Braziliaanse real en de Russische roebel.
De wisselkoersschommelingen, met name die van de Amerikaanse dollar en de Braziliaanse real, kunnen invloed hebben op het resultaat. In de loop van 2013 is de wisselkoers EUR/USD geëvolueerd van 1,3194 begin januari tot 1,3791 op het einde van december. In de loop van 2012 is de wisselkoers EUR/USD geëvolueerd van 1,2935 begin januari tot 1,3194 op het einde van december.
In de loop van 2012 en 2013 heeft de Solvay-groep het valutarisico van buitenlandse activiteiten niet afgedekt.
Het gaat hier om het valutarisico in verband met een specifieke transactie, zoals de aan- of verkoop door een bedrijf van de Groep in een andere valuta dan de presentatievaluta.
De Groep beheert het valutatransactierisico op vorderingen en leningen op het niveau van Solvay CICC in België en lokaal voor de Braziliaanse en Zuid-Koreaanse dochterondernemingen.
De keuze van de valuta waarin de lening wordt aangegaan hangt vooral af van de kansen die de diverse geldmarkten bieden. Dit betekent dat de gekozen valuta niet per se dezelfde is als die van het land waar de fondsen zullen worden geïnvesteerd. Niettemin worden de operationele bedrijven doorgaans in de plaatselijke valuta gefinancierd. Daarbij wordt deze valuta desnoods verkregen door een valutaswap uitgaande van de valuta die de financiële vennootschap ter beschikking heeft. De kosten van dergelijke valutaswaps vormen een deel van de financieringskosten. Deze techniek maakt het ons mogelijk valutarisico's te beperken, zowel voor de financiële vennootschap als voor de eindgebruiker van de fondsen.
In de opkomende landen is het niet altijd mogelijk op de lokale financiële markten geld te lenen in de valuta van het land, ofwel omdat deze markten te krap zijn en er geen fondsen beschikbaar zijn, ofwel omdat de financiële voorwaarden ongunstig zijn. In zo'n geval moet de Groep lenen in een andere valuta. Deed zich echter toch de kans voor, dan heeft de Groep die te baat genomen om zijn schulden te herfinancieren in de lokale valuta van deze opkomende landen.
De valutapositie van de Groep wordt centraal ondergebracht bij Solvay CICC. Deze gecentraliseerde valutapositie wordt dan beheerd volgens de regels en de specifieke limieten die door de Groep vastgelegd zijn.
De voornaamste gebruikte financiële instrumenten zijn de aan- en verkoop van valuta in contanten of op termijn; valutaverkoop op termijn en aankoop van opties.
De Groep gebruikt derivaten om duidelijk geïdentificeerde valutarisico's af te dekken (afdekkingsinstrumenten). Op het einde van 2013 heeft de groep omwille van de toekomstige blootstelling zijn verwachte omzet afgedekt voor een nominaal bedrag van USD 693 miljoen aan verkopen en USD 26 miljoen aan aankopen (€ 521 miljoen) en JPY 12 599 miljoen (€ 87 miljoen).
Het dagelijks beheer van het transactierisico wordt voornamelijk bij Solvay CICC uitgevoerd aan de hand van spottransacties of termijncontracten. Deze termijncontracten worden geclassificeerd als aangehouden voor handelsdoeleinden.
De volgende tabel geeft een overzicht van de openstaande wisseltermijncontracten op het einde van het boekjaar:
| Notioneel bedrag | Reële waarde activa | Reële waarde verplichtingen | ||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| In € miljoen | 2013 | 2012 | 2013 | 2012 | 2013 | 2012 |
| Aangehouden voor handelsdoeleinden | ||||||
| W Wisselcontracten | 177 | 684 | 2 | 3 | 0 | -6 |
| Kasstroomafdekkingen | ||||||
| W Wisselcontracten | 608 | 682 | 18 | 20 | -5 | -6 |
| TOTAAL | 785 | 1 366 | 20 | 23 | -6 | -12 |
De volgende tabel geeft een overzicht van de gevoeligheid van de winst- en verliesrekening en het eigen vermogen van de Groep op een stijging/daling van 10% van de EUR ten opzichte van USD en JPY, en eveneens BRL ten opzichte van USD.
10% vertegenwoordigt de beoordeling van het management van een redelijkerwijs mogelijke verandering in wisselkoersen. De gevoeligheidsanalyse omvat enkel uitstaande monetaire elementen in vreemde valuta en past hun omrekening op het einde van het boekjaar met een wijziging in de wisselkoersen van 10%. De gevoeligheidsanalyse omvat zowel externe leningen als leningen aan buitenlandse activiteiten binnen de Groep waar de lening in een munt is uitgedrukt dat verschillend is van de functionele valuta van de opdrachtgever of de begunstigde. Het omvat eveneens de wisseltermijncontracten (niet aangewezen als afdekkingsinstrumenten).
Een positief cijfer betekent een toename van het resultaat of het eigen vermogen als de EUR met 10% stijgt ten opzichte van de USD of JPY (analoog voor de BRL tegenover USD).
Een daling van 10% van de EUR ten opzichte van de USD en JPY, zou een vergelijkbare impact teweegbrengen op het resultaat of het eigen vermogen en het saldo zou negatief zijn (analoog voor de BRL tegenover USD).
| Stijging van EUR t.o.v. USD Stijging van EUR t.o.v. JPY |
Stijging van BRL t.o.v. USD | |||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| In € miljoen | 2013 | 2012 | 2013 | 2012 | 2013 | 2012 |
| Resultaat | 8 | 7 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Eigen vermogen | 30 | 37 | 9 | 10 | 12 | 17 |
Zie ook het gedeelte "Renterisico" in het hoofdstuk over Risicobeheer van dit jaarverslag.
Het renterisico wordt beheerd op Groepsniveau.
De Groep is blootgesteld aan renterisico's omdat entiteiten van de Groep leningen aangaan met zowel vaste als vlottende rentevoeten. Het renterisico wordt beheerd op het Groepsniveau door een geschikte mix van leningen met vaste en vlottende rentevoeten.
Op 31 december 2013 heeft de Groep voor ongeveer € 3,1 miljard aan brutoschulden met vaste rente, met name:
W de uitgegeven obligaties (EMTN) van € 500 miljoen met vervaldatum in 2018 (boekwaarde € 490 miljoen) en € 500 miljoen met vervaldatum in 2014 (boekwaarde € 500 miljoen) en retail: € 500 miljoen (boekwaarde € 499 miljoen) met vervaldatum in 2015;
In november 2013 gaf de Groep na de overname van Chemlogics voor € 1 345 miljoen, gefinancierd met beschikbare geldmiddelen, een hybride obligatie uit van € 1,2 miljard (behandeld als eigen vermogen onder IFRS) met de bedoeling om de balans van de Groep verder te versterken met het oog op de herfinanciering van de aflopende schulden in 2014 en daarna.
| Op 31 december 2013 | Op 31 december 2012 | |||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| In € miljoen Valuta |
Vaste rentevoet | Vlottende rentevoet |
Totaal | Vaste rentevoet | Vlottende rentevoet |
Totaal |
| Financiële schulden | ||||||
| EUR | -2 814 | -206 | -3 020 | -2 801 | -227 | -3 028 |
| USD | -332 | -11 | -343 | -304 | -122 | -426 |
| JPY | -1 | -1 | 0 | |||
| BRL | -1 | -34 | -36 | -54 | -54 | |
| Andere | -9 | -106 | -115 | -18 | -126 | -144 |
| Totaal | -3 157 | -358 | -3 515 | -3 123 | -529 | -3 652 |
| Geldmiddelen en kasequivalenten | ||||||
| EUR | 1 217 | 1 217 | 542 | 542 | ||
| USD | 287 | 287 | 699 | 699 | ||
| JPY | 28 | 28 | 26 | 26 | ||
| BRL | 96 | 96 | 137 | 137 | ||
| Andere | 303 | 303 | 365 | 365 | ||
| Totaal | 0 | 1 932 | 1 932 | 0 | 1 768 | 1 768 |
| Overige vlottende financiële activa | ||||||
| EUR | 480 | 480 | 1 186 | 1 186 | ||
| USD | 0 | -72 | -72 | |||
| JPY | 0 | -246 | -246 | |||
| BRL | 0 | 0 | ||||
| Andere | 1 | 1 | -110 | -110 | ||
| Totaal | 0 | 481 | 481 | 0 | 758 | 758 |
| TOTAAL | -3 157 | 2 056 | -1 102 | -3 123 | 1 997 | -1 125 |
Blootstelling aan de rentevoeten per valuta:
In 2013 werd 90% van de financiële schulden tegen een gemiddelde vaste rentevoet van 5,58% afgesloten met een looptijd van onder de 3 jaar; de eerste belangrijke schuldaflossing vindt plaats in 2014. Rekening houdend met de uitgifte van € 1,2 miljard aan hybride obligaties (behandeld als eigen vermogen onder IFRS), komt de gemiddelde vaste rentevoet uit op 5,34% met een looptijd van ongeveer 4 jaar.
In 2012 werd 86% van de financiële schulden afgesloten tegen een gemiddelde vaste rentevoet van 5,58% met een looptijd van onder de 4 jaar.
De hieronder vermelde gevoeligheidsanalyse werd bepaald op basis van de blootstelling aan rentevoeten voor zowel afgeleide instrumenten als niet-afgeleide instrumenten op het einde van het boekjaar. Voor schulden met vlottende rente werd de analyse opgesteld onder de veronderstelling dat de openstaande schuld op het einde van het boekjaar over het hele boekjaar stabiel bleef. Een stijging/daling met 1% wordt gebruikt bij het intern rapporteren van het renterisico aan management en vertegenwoordigt de beoordeling van het management van een redelijkerwijs mogelijke verandering in rentevoeten.
Effect van wijzigingen in de rentevoeten op het einde van 2013:
Begin 2013 sloot de Groep enkele renteswaps af voor afdekkingsdoeleinden. De oorspronkelijke bedoeling was om een potentiële financiering in 2014 veilig te stellen, hetgeen niet langer nodig was na de uitgifte van de € 1 200 miljoen aan hybride obligaties op het einde van 2013. Op het einde van 2013 werd de gewijzigde marktwaarde van de renteswaps (€ +5,2 miljoen) opgenomen in de nettofinancieringskosten.
| Notioneel bedrag Reële waarde activa |
Reële waarde verplichtingen | |||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| In € miljoen | 2013 | 2012 | 2013 | 2012 | 2013 | 2012 |
| Aangehouden voor handelsdoeleinden | ||||||
| W Rente-instrument (swap) | 500 | 0 | 5 | 0 | 0 | 0 |
Een plotse schommeling van de interestvoeten met 1% op jaareinde zou geen belangrijk invloed hebben op de winst- en verliesrekening, aangezien alle andere variabelen constant beschouwd worden.
De Groep koopt grote hoeveelheden van zijn behoefte in steenkool, aardgas en elektriciteit in Europa en de VS gebaseerd op de fluctuerende liquide marktindices. Om de kostvolatiliteit te verminderen, heeft de Groep een beleid op poten gezet om variabele prijzen tegen vaste prijzen om te ruilen door middel van swapcontracten. De meeste van deze afdekkingscontracten voldoen aan de criteria om een afdekkingsboekhouding zoals gedefinieerd door IFRS toe te passen. Het afdekken via het inkopen van fysieke energie tegen vaste prijzen wordt aangeduid als 'voor eigen gebruik'. De blootstelling van de Groep aan CO2 prijzen wordt gedeeltelijk afgedekt via termijnaankopen van EUA; dit beantwoordt aan de hedge accounting en "own-use" vrijstellingscriteria.
Tenslotte kunnen bepaalde blootstellingen aan gas-elektriciteit en steenkool-elektriciteit spreads ontstaan uit de productie van elektriciteit in Solvay vestigingen (meestal in warmtekrachteenheden in Europa), die kunnen afgedekt worden via termijnaankopen en –verkopen en opties.
De financiële afdekking van energieprijsrisico's wordt centraal beheerd door Energy Services in naam van de entiteiten van de Groep. Energy Services is eveneens actief op het vlak van verhandeling van energie en CO2 , waarvan de residuele blootstelling aan prijzen ook dicht bij nul wordt gehouden.
De volgende tabel geeft de notionele bedragen en de resterende looptijd van de openstaande energieprijsswaps en CO2 -derivaten op het einde van het boekjaar weer:
| Notioneel bedrag | Reële waarde activa | Reële waarde verplichtingen | |||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| In € miljoen | 2013 | 2012 | 2013 | 2012 | 2013 | 2012 | |
| Aangehouden voor handelsdoeleinden | |||||||
| W Energie swaps, futures en forward contracten | 254 | 44 | 3 | 5 | 0 | -1 | |
| W CO2 opties |
0 | 86 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
| W Futures en forward contracten van CO2 certificaten |
170 | 208 | 5 | 46 | -3 | -43 | |
| Kasstroomafdekkingen* | |||||||
| W Energie swaps en futures contracten | 26 | 48 | 2 | 0 | -1 | 0 | |
| W Futures en forward contracten van CO2 certificaten |
28 | 24 | 0 | 0 | -6 | 0 | |
| TOTAAL | 479 | 410 | 11 | 51 | -10 | -44 |
* Op minder dan 1 jaar.
Zie ook het gedeelte 'Risico op insolvabiliteit van een tegenpartij' in het hoofdstuk over Risicobeheer van dit jaarverslag
De boekwaarde van de commerciële vorderingen benadert goed de reële waarde op de balansdatum.
Er is geen significante concentratie van kredietrisico's voor de Groep, aangezien het risico verdeeld is over een groot aantal klanten en markten.
De historische balans van handelsvorderingen, overige vlottende vorderingen – andere en overige vaste activa ziet er als volgt uit:
| Met waarde vermindering |
Waarvan vorderingen zonder waardeverminderingen | |||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| 2013 In € miljoen |
Totaal | Niet vervallen | Minder dan 30 dagen vervallen |
30 à 60 dagen vervallen |
60 à 90 dagen vervallen |
Meer dan 90 dagen vervallen |
||
| Handelsvorderingen | 1 322 | 56 | 1 062 | 135 | 35 | 5 | 29 | |
| Andere vorderingen op korte termijn - andere |
582 | 26 | 320 | 119 | 21 | 5 | 91 | |
| Leningen en andere activa op lange termijn |
257 | 36 | 221 | |||||
| TOTAAL | 2 161 | 118 | 1 602 | 254 | 57 | 10 | 120 |
| Waarvan vorderingen zonder waardeverminderingen | ||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| 2012 In € miljoen |
Totaal | Met waarde vermindering |
Niet vervallen | Minder dan 30 dagen vervallen |
30 à 60 dagen vervallen |
60 à 90 dagen vervallen |
Meer dan 90 dagen vervallen |
|
| Handelsvorderingen | 1 657 | 47 | 1 489 | 68 | 9 | 1 | 43 | |
| Andere vorderingen op korte termijn – andere |
685 | 4 | 662 | 10 | 3 | 5 | ||
| Leningen en andere activa op lange termijn |
424 | 39 | 385 | |||||
| TOTAAL | 2 766 | 91 | 2 536 | 78 | 12 | 1 | 49 |
De overige vlottende vorderingen – andere zijn vooral andere vorderingen, over te dragen lasten en verworven opbrengsten.
Overige vaste activa zijn vooral overschotten van pensioenfondsen en andere vorderingen op meer dan één jaar. Dit saldo omvat een cashdeposito als garantie voor de goede uitvoering van de boete opgelegd door de Europese Commissie met betrekking tot de concurrentieregels.
Voor het kredietrisico met betrekking tot andere financiële activa verwijzen we naar toelichting 33.
Zie ook het gedeelte 'Liquiditeitsrisico' in het hoofdstuk over Risicobeheer van dit jaarverslag.
Het liquiditeitsrisico betreft de mogelijkheid voor Solvay zijn schulden te betalen of te herfinancieren, met inbegrip van uitstaande leningen, en zijn werking te financieren.
Dit hangt af van zijn vermogen om cash te genereren met zijn activiteiten en geen te dure acquisities uit te voeren.
Het Comité van Financiën geeft zijn mening over het geschikte beheer van het liquiditeitsrisico voor de financiering van de Groep op korte, middellange en lange termijn en de vereisten van het liquiditeitsbeheer.
De Groep beheert het liquiditeitsrisico door gepaste reserves en kredietfaciliteiten aan te houden, door permanent toezicht op de vooropgestelde en de actuele kasstromen en door de looptijden van financiële activa en verplichtingen overeen te laten stemmen.
De Groep spreidt de looptijden van zijn financieringsbronnen doorheen de tijd om het bedrag dat elk jaar geherfinancierd moet worden te beperken.
In 2013 bedroeg de gemiddelde looptijd, inclusief de uitgifte van de € 1,2 miljard aan hybride obligaties (behandeld als eigen vermogen onder IFRS), ongeveer 4 jaar.
De volgende tabellen geven een overzicht van de resterende contractuele looptijden voor de niet-afgeleide financiële instrumenten met de overeengekomen aflossingsperioden. De tabellen tonen de niet-verdisconteerde kasstromen van financiële verplichtingen gebaseerd op de vroegste datum waarop de Groep verplicht zou kunnen worden te betalen. De tabellen omvatten zowel de kasstromen met betrekking tot de rente als de kasstromen met betrekking tot het kapitaal. In de mate dat de rente vlottend is, werd het nietverdisconteerde bedrag afgeleid van de rentecurven op het einde van het boekjaar. De contractuele looptijd is gebaseerd op de vroegste datum waarop de Groep verplicht zou kunnen worden te betalen.
| 2013 | Opvraagbaar binnen het |
In het tweede | In het 3e tot 5e | ||
|---|---|---|---|---|---|
| In € miljoen | Totaal | eerste jaar | jaar | jaar | Na 5 jaar |
| Uitstromen van geldmiddelen in verband met financiële verplichtingen: |
5 766 | ||||
| Overige verplichtingen op lange termijn | 166 | 166 | |||
| Financiële schulden op korte termijn | 769 | 769 | |||
| Handelsschulden | 1 353 | 1 353 | |||
| Fiscale schulden | 17 | 17 | |||
| Te betalen dividenden | 112 | 112 | |||
| Overige verplichtingen op korte termijn | 602 | 602 | |||
| Financiële schulden op lange termijn | 2 745 | 533 | 1 852 | 361 | |
| TOTALE FINANCIËLE SCHULDEN (LANG- EN KORTLOPEND) |
3 515 | 769 | 533 | 1 852 | 361 |
| 2012 In € miljoen |
Totaal | Opvraagbaar binnen het eerste jaar |
In het tweede jaar |
In het 3e tot 5e jaar |
Na 5 jaar |
|---|---|---|---|---|---|
| Uitstromen van geldmiddelen in verband met financiële verplichtingen: |
6 425 | ||||
| Overige verplichtingen op lange termijn | 216 | 216 | |||
| Financiële schulden op korte termijn | 331 | 331 | |||
| Handelsschulden | 1 617 | 1 617 | |||
| Fiscale schulden | 69 | 69 | |||
| Te betalen dividenden | 103 | 103 | |||
| Overige verplichtingen op korte termijn | 768 | 768 | |||
| Financiële schulden op lange termijn | 3 321 | 1 067 | 1 339 | 915 | |
| TOTALE FINANCIËLE SCHULDEN (LANG- EN KORTLOPEND) |
3 652 | 331 | 1 067 | 1 339 | 915 |
Naast de bovenvermelde financieringsbronnen heeft de Groep ook toegang tot de volgende instrumenten:
W een Belgisch Thesauriebewijsprogramma voor een bedrag van € 1 miljard of als alternatief een Amerikaans "commercial paper" programma voor een bedrag van USD 500 miljoen. Beide waren eind 2013 en 2012 nog ongebruikt. De twee programma's zijn gedekt door "back-up" kredietlijnen;
W voor € 1 miljard en € 550 miljoen aan multilaterale kredietlijnen, die respectievelijk in 2015 en 2018 aflopen; en bilaterale kredietlijnen (€ 300 miljoen). Deze waren eind 2013 en 2012 allemaal nog ongebruikt.
Het totale verschil bedraagt € -356 miljoen, waarvan € -315 miljoen aandeel van de Groep, waardoor het saldo steeg van € -423 miljoen op het einde van 2012 tot € -780 miljoen op het einde van 2013.
De voornaamste verschillen houden verband met de daling in waarde van de USD, BRL, THB, RUB en INR ten opzichte van de euro.
Deze verschillen vertegenwoordigen de waardering op basis van de marktwaarde van voor verkoop beschikbare deelnemingen en van afgeleide financiële afdekkingsinstrumenten.
Het negatieve saldo in 2013 van € -23 miljoen voor deelnemingen beschikbaar voor verkoop houdt voornamelijk verband met de verkoop van AGEAS-aandelen.
De herwaarderingsverschillen (reële waarde) omvatten eveneens de marktwaardering van financiële instrumenten aangewezen voor kasstroomafdekking in overeenstemming met IAS 39. Enkel het effectieve deel van de afdekking wordt geboekt in het eigen vermogen terwijl het saldo rechtstreeks in de winst- en verliesrekening wordt opgenomen. De wijziging in dit effectieve deel, geboekt onder herwaarderingsverschillen (reële waarde), bedroeg € +6 miljoen op het einde van 2013.
Wanneer het financiële afdekkingsinstrument komt te vervallen, wordt de waarde gecumuleerd in eigen vermogen getransfereerd naar de winst- en verliesrekening.
De stijging in het eigen vermogen met betrekking tot de toegezegdpensioenregelingen verwijst naar de wijziging in actuariële veronderstellingen (wijziging in disconteringsvoet en in mindere mate verschil tussen reëel en verwacht rendement op fondsbeleggingen).
Informatie over het dividend voorgesteld aan de Algemene Vergadering is te vinden in het verslag van de Raad van Bestuur.
| 2013 | 2012 | |
|---|---|---|
| Uitgegeven en volledig volgestorte aandelen op 1 januari | 84 701 | 84 701 |
| Kapitaalverhoging | 0 | 0 |
| Uitgegeven en volledig volgestorte aandelen op 31 december | 84 701 | 84 701 |
| Aangehouden eigen aandelen op 31 december | 1 530 | 1 735 |
| PARI-WAARDE | € 15/AANDEEL | € 15/AANDEEL |
(1) Zie de geconsolideerde gegevens per aandeel onder de financiële informatie per aandeel in het Verslag van de Raad van Bestuur.
| In € miljoen | 2013 | 2012 |
|---|---|---|
| Verbintenissen voor het verwerven van materiële en immateriële activa | 161 | 76 |
| waarvan: joint-ventures | 13 | 8 |
De Raad van Bestuur zal aan de Algemene Aandeelhoudersvergadering een brutodividend voorstellen van € 3,20. Rekening houdend met het interimdividend uitgekeerd in januari 2014, bedragen de dividenden voorgesteld als uitkering, maar nog niet opgenomen als uitkering aan aandeelhouders € 156 miljoen.
| In € miljoen | 2013 | 2012 |
|---|---|---|
| Verplichtingen en verbintenissen van derden gegarandeerd door de onderneming | 946 | 783 |
| Voorwaardelijke verplichtingen met betrekking tot milieu | 216 | 170 |
| Geschillen en andere belangrijke verbintenissen | 21 | 2 |
De verplichtingen en verbintenissen van derden gegarandeerd door de onderneming betreffen voornamelijk zekerheden gegeven in het kader van:
W BTW- betaling (€ 185 miljoen).
In het kader van de jaarlijkse herziening van de risico's op vlak van milieu werden voorwaardelijke verplichtingen voor een totaal van € 216 miljoen geïdentificeerd. Het risico verbonden aan deze voorwaardelijke verplichtingen wordt als onwaarschijnlijk beschouwd.
Joint-ventures en geassocieerde deelnemingen worden volgens de vermogensmutatiemethode geconsolideerd in de jaarrekening van de Groep. Volgende tabel bevat de verkorte balans van de joint-ventures en geassocieerde deelnemingen alsof de proportionele consolidatie werd toegepast.
| 2013 | 2012 | |||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| In € miljoen | Joint-Ventures | Geassocieerde deelnemingen |
Totaal | Joint-Ventures | Geassocieerde deelnemingen |
Totaal |
| Vaste activa | 326 | 825 | 1 151 | 618 | 125 | 743 |
| Vlottende activa | 290 | 209 | 498 | 242 | 112 | 355 |
| Langlopende verplichtingen | 98 | 396 | 493 | 9 | 116 | 125 |
| Kortlopende verplichtingen | 125 | 143 | 267 | 31 | 73 | 104 |
| Omzet | 410 | 314 | 724 | 531 | 196 | 727 |
| Netto resultaat | 79 | 13 | 92 | 159 | 60 | 218 |
Saldo's en transacties tussen Solvay nv en haar dochterondernemingen, die verbonden partijen zijn van Solvay nv, werden geëlimineerd in de consolidatie en worden bijgevolg niet opgenomen in deze toelichting. Transacties tussen de Groep en andere verbonden partijen worden hieronder toegelicht.
| Verkoop van goederen | Aankoop van goederen | |||
|---|---|---|---|---|
| In € miljoen | 2013 | 2012 | 2013 | 2012 |
| Joint-ventures | 7 | 132 | 44 | 236 |
| Geassocieerde deelnemingen | 24 | 53 | 22 | 32 |
| Overige verbonden partijen | 10 | 5 | 18 | 4 |
| TOTAAL | 41 | 190 | 84 | 272 |
| Bedragen verschuldigd door verbonden partijen |
Bedragen verschuldigd aan verbonden partijen |
|||
|---|---|---|---|---|
| In € miljoen | 2013 | 2012 | 2013 | 2012 |
| Joint-ventures | 5 | 75 | 43 | 57 |
| Geassocieerde deelnemingen | 1 | 13 | 2 | 21 |
| Overige verbonden partijen | 20 | 2 | 9 | 0 |
| TOTAAL | 26 | 90 | 55 | 78 |
| In € miljoen | 2013 | 2012 |
|---|---|---|
| Leningen aan managers op sleutelposities | 0 | 0 |
| Leningen aan joint-ventures | 0 | 0 |
| Leningen aan geassocieerde deelnemingen | 50 | 37 |
| Leningen aan overige verbonden partijen | 32 | 51 |
| TOTAAL | 82 | 88 |
Verschuldigde bedragen met betrekking tot het jaar (salaris) of bestaande verplichtingen op het einde van het jaar (overige elementen):
| In € miljoen | 2013 | 2012 |
|---|---|---|
| Salarissen, rechtstreekse sociale voordelen en personeelsbeloningen op korte termijn | 2 | 3 |
| Personeelsbeloningen op lange termijn | 20 | 21 |
| TOTAAL | 21 | 24 |
| Totaal aantal inschrijvingsrechten en gratis toegekende aandelen | 497 157 | 746 427 |
| In € miljoen | 2013 | 2012 |
|---|---|---|
| Salarissen, rechtstreekse sociale voordelen en personeelsbeloningen op korte termijn(1) | 9 | 9 |
| Personeelsbeloningen op lange termijn (1) | 1 | 17 |
| TOTAAL | 10 | 25 |
| Uitgaven in verband met aandelenopties en gratis toegekende aandelen | 2 | 2 |
(1) Exclusief werkgeversbijdragen
De stevige devaluatie van de Argentijnse peso (ARS) die onlangs heeft plaatsgevonden zal een bijkomende negatieve impact hebben op het resultaat van de verkoop van Solvay Indupa.
Begin 2014 werd een proces opgestart om de desinvestering in Eco Services (Performance Chemicals) te onderzoeken. Eco Services is actief op het vlak van recyclage van zwavelzuur binnen de Amerikaanse olie- en gasindustrie.
Er waren geen andere belangrijke gebeurtenissen na balansdatum.
Zie 2 in het hoofdstuk over Deugdelijk Bestuur van dit verslag.
De Groep bestaat uit Solvay nv en een totaal van 367 dochterondernemingen en geassocieerde deelnemingen in 56 landen.
H i e r v a n z i j n e r 2 0 4 i n t e g r a a l g e c o n s o l i d e e rd , 4 proportioneel geconsolideerd en 27 geconsolideerd via de vermogensmutatiemethode. De overige 132 ondernemingen voldoen niet aan de consolidatiecriteria van de Groep.
In overeenstemming met het materialiteitsprincipe zijn een aantal minder belangrijke bedrijven niet opgenomen in de consolidatiekring. Onder minder belangrijk wordt verstaan de bedrijven die gedurende twee opeenvolgende jaren niet voldoen aan de volgende drievoudige minimale bijdrage tot de winst van de Groep:
Toch kunnen bedrijven die niet aan deze materialiteitscriteria voldoen alsnog geconsolideerd worden, indien de Groep oordeelt dat ze het potentieel hebben om zich snel te ontwikkelen, of als ze een aandeel hebben in bedrijven die op grond van dezelfde criteria zijn geconsolideerd.
Over het algemeen hebben de niet-geconsolideerde vennootschappen geen materiële impact op de geconsolideerde gegevens van de Groep; hun impact op het nettoresultaat is ongeveer 0,1%.
De volledige lijst van vennootschappen is ingediend bij de Nationale Bank van België als bijlage bij het Jaarverslag en kan verkregen worden in het hoofdkantoor van de vennootschap.
| Land | Vennootschap | Commentaar |
|---|---|---|
| DUITSLAND | Solvin GmbH & Co. KG - PVDC | nieuw bedrijf |
| Solvay Energy Services Deutschland GmbH | nieuw bedrijf | |
| CHINA | Solvay High Performance Materials R&D (Shanghai) Co., Ltd. , Shanghai |
voldoet aan consolidatiecriteria |
| Solvay (Beijing) Energy Technology Co., Ltd | voldoet aan consolidatiecriteria | |
| Zheijiang Lansol Fluorchem Co., Ltd | voldoet aan consolidatiecriteria | |
| SPANJE | Solvay Energy Services Iberica, S.L. | voldoet aan consolidatiecriteria |
| ITALIË | Solvay Energy Services Italia S.r.l. | nieuw bedrijf |
| POLEN | Solvay Advanced Silicas Poland Sp. z o.o. | nieuw bedrijf |
| SINGAPORE | Solvay Fluor Holding (Asia-Pacific) Pte. Ltd. | voldoet aan consolidatiecriteria |
| THAILAND | Solvay Asia Pacific Company Ltd | voldoet aan consolidatiecriteria |
| SAOEDI ARABIE | Saudi Hydrogen Peroxide Co | nieuw bedrijf |
| VIETNAM | Rhodia Nuoc Trong Biogas LLC | voldoet aan consolidatiecriteria |
| Land | Vennootschap | Commentaar |
|---|---|---|
| BELGIË | Peptisyntha SA | verkocht aan CordenPharma |
| FRANKRIJK | Solvay Organics France SAS | verkocht aan Melchior investissement et industries |
| CHINA | Guangxi Laibin Bioqi New Energy Co.Ltd | verkocht aan Guangxi Bijia Biological Technology Co., Ltd. |
| ITALIË | Solvay Specialty Polymers Management S.r.l. | absorptie met Solvay S.A. |
| Solvay Finanziaria S.p.A. | absorptie met Solvay S.A. | |
| Solvay Fluor Italia S.p.A. | absorptie met Solvay Specialty Polymers Italy S.p.A. | |
| VERENIGDE STATEN | Rhodia Funding Inc | absorptie met Solvay Inc. |
Met aanduiding van het aangehouden belang.
Merk op dat het belang in termen van stemrecht het aangehouden belang benadert.
| In % | |
|---|---|
| BELGIË | |
| Carrières les Petons S.P.R.L., Walcourt | 100 |
| Financière Solvay S.A., Brussel | 99,9 |
| Rhodia Belgium SA , Brussel | 100 |
| Solvay Benvic & Cie Belgium S.N.C., Brussel | 100 |
| Solvay Chemicals International S.A., Brussel | 100 |
| Solvay Chimie S.A., Brussel | 100 |
| Solvay Coordination Internationale des Crédits Commerciaux S.A., Brussel | 100 |
| Solvay Energy S.A., Brussel | 100 |
| Solvay Nafta Development and Financing S.A., Brussel | 100 |
| Solvay Participations Belgique S.A., Brussel | 100 |
| Solvay Pharmaceuticals S.A. - Management Services, Brussel | 100 |
| Solvay Specialty Polymers Belgium SA / nv | 100 |
| Solvay Stock Option Management S.P.R.L., Brussel | 100 |
| Solvic S.A., Brussel | 75 |
| Solvin S.A., Brussel | 75 |
| LUXEMBURG | |
| Caredor S.A., Strassen | 100 |
| Solvay Finance (Luxembourg) SA, Luxemburg | 100 |
| Solvay Hortensia S.A., Luxemburg | 100 |
| Solvay Luxembourg S.a.r.l., Luxemburg | 100 |
| NEDERLAND | |
| Rhodia International Holdings B.V., Den Haag | 100 |
| Solvay Chemicals and Plastics Holding B.V., Linne-Herten | 100 |
| Solvay Chemie B.V., Linne-Herten | 100 |
| Solvay Holding Nederland B.V., Linne-Herten | 100 |
| Solvin Holding Nederland B.V., Linne-Herten | 59,4 |
| FRANKRIJK | |
| Cogénération Chalampe S.A.S., Puteaux | 100 |
| RHOD V S.N.C. , Courbevoie | 100 |
| RHOD W S.N.C. , Courbevoie | 100 |
| Rhodia Chimie S.A.S. , Aubervilliers | 100 |
| Rhodia Energy GHG S.A.S. , Puteaux | 100 |
| Rhodia Finance S.A.S. , Courbevoie | 100 |
| Rhodia Laboratoire du Futur S.A.S. , Pessac | 100 |
| Rhodia Operations S.A.S. , Aubervilliers | 100 |
| Rhodia Participations S.N.C. , Courbevoie | 100 |
| Rhodia S.A. , Courbevoie | 100 |
| Rhodianyl S.A.S. , Saint-Fons | 100 |
| Solvay - Carbonate - France S.A.S., Parijs | 100 |
| Solvay - Electrolyse - France S.A.S., Parijs | 100 |
| Solvay - Fluorés - France S.A.S., Parijs | 100 |
| Solvay - Olefines - France S.A.S., Parijs | 100 |
| Solvay - Spécialités - France S.A.S., Parijs | 100 |
| Solvay Benvic Europe - France S.A.S., Parijs | 100 |
| Solvay Energie France S.A.S., Parijs | 100 |
| Solvay Energy Services S.A.S. , Puteaux | 100 |
| Solvay Finance France S.A., Parijs | 100 |
| Solvay Finance S.A., Parijs | 100 |
| Solvay Participations France S.A., Parijs | 100 |
| Solvay Speciality Polymers France S.A.S., Parijs | 100 |
Solvin France S.A., Parijs 75
| SIS Italia S.p.A., Bollate 100 Società Elettrochimica Solfuri e Cloroderivati (ELESO) S.p.A., Bollate 100 Società Generale per l'Industria della Magnesia (SGIM) S.p.A., Angera 100 Solvay Bario e Derivati S.p.A., Massa 100 Solvay Benvic Europe - Italia S.p.A, Ferrara 100 Solvay Chimica Bussi S.p.A., Rosignano 100 Solvay Chimica Italia S.p.A., Milano 100 Solvay Energy Services Italia S.r.l. 100 Solvay Solutions Italia S.p.A. , Milano 100 Solvay Specialty Polymers Italy S.p.A., Milano 100 Solvin Italia S.p.A., Ferrara 75 DUITSLAND Girindus AG, Hannover 82 Horizon Immobilien AG, Hannover 100 Salzgewinnungsgesellschaft Westfalen mbH & Co KG, Hannover* 65 Solvay Acetow GmbH , Freiburg 100 Solvay Chemicals GmbH, Hannover 100 Solvay Energy Services Deutschland GmbH, Hannover 100 Solvay Fluor GmbH, Hannover 100 Solvay GmbH, Hannover 100 Solvay Holding GmbH , Freiburg 100 Solvay Infra Bad Hoenningen GmbH, Hannover 100 Solvay Organics GmbH, Hannover 100 Solvay P&S GmbH, Freiburg 100 Solvay Specialty Polymers Germany GmbH, Hannover 100 Solvay Verwaltungs-und Vermittlungs GmbH, Hannover 100 Solvin GmbH & Co KG, Hannover 75 Solvin GmbH & Co. KG - PVDC, Rheinberg 75 Solvin Holding GmbH, Hannover 75 SPANJE Solvay Quimica S.L., Barcelona 100 Solvay Ibérica S.L., Barcelona 100 Solvin Spain S.L., Martorell 75 Solvay Benvic Europe - Iberica S.A., Barcelona 100 Solvay Energy Services Iberica, S.L., Madrid 100 Solvay Solutions Espana S.L. , Madrid 100 ZWITSERLAND Solvay (Schweiz) AG, Bad Zurzach 100 Solvay Vinyls Holding AG, Bad Zurzach 100 Sopargest - Société de participation et de gestion S.A., Fribourg 100 PORTUGAL 3S Solvay Shared Services-Sociedade de Serviços Partilhados Unipessoal Lda, Carnaxide 100 Solvay Interox - Produtos Peroxidados SA, Povoa 100 Solvay Portugal - Produtos Quimicos SA, Povoa 100 OOSTENRIJK Solvay Österreich GmbH, Wien 100 |
ITALIË | |
|---|---|---|
* Duitse besloten vennootschap die gebruik maakt van de vrijstelling, zoals bepaald in artikel 264(b) van het Duitse Wetboek van Koophandel, om geen jaarrekening te publiceren.
| VERENIGD KONINKRIJK | |
|---|---|
| Holmes Chapel Trading Ltd , Watford | 100 |
| McIntyre Group Ltd , Watford | 100 |
| Rhodia Holdings Ltd , Watford | 100 |
| Rhodia International Holdings Ltd , Oldbury | 100 |
| Rhodia Limited , Watford | 100 |
| Rhodia Organique Fine Ltd , Watford | 100 |
| Rhodia Overseas Ltd , Watford | 100 |
| Rhodia Pharma Solutions Holdings Ltd, Cramlington | 100 |
| Rhodia Pharma Solutions Ltd, Cramlington | 100 |
| Rhodia Reorganisation, Watford | 100 |
| Rhodia UK Ltd , Watford | 100 |
| Solvay Chemicals Ltd, Warrington | 100 |
| Solvay Interox Ltd, Warrington | 100 |
| Solvay Speciality Chemicals Ltd, Warrington | 100 |
| Solvay UK Holding Company Ltd, Warrington | 100 |
| IERLAND | |
| Solvay Finance Ireland Unlimited , Dublin | 100 |
| FINLAND | |
| Solvay Chemicals Finland Oy, Voikkaa | 100 |
| POLEN | |
| Rhodia Polyamide Polska Sp z.o.o. , Gorzow Wielkopolski | 100 |
| Solvay Advanced Silicas Poland Sp. z o.o. | 100 |
| BULGARIJE | |
| Solvay Bulgaria EAD, Devnya | 100 |
| RUSLAND | |
| Sertow OOO, Serpukhov Khimi | 100 |
| EGYPTE | |
| Solvay Alexandria Sodium Carbonate Co, Alexandria | 100 |
| VERENIGDE STATEN | |
| Alcolac Inc., Cranbury | 100 |
| American Soda LLP, Parachute, CO | 100 |
| Ausimont Industries, Inc., Wilmington, DE | 100 |
| Girindus America Inc., Cincinnati, OH | 82,1 |
| Heat Treatment Services Inc., Cranbury | 100 |
| Peptisyntha, Inc., Torrance, CA | 100 |
| Rhodia India Holding Inc., Cranbury | 100 |
| Rocky Mountain Coal Company, LLC, Houston, TX | 100 |
| Solvay America Holdings, Inc., Houston, TX | 100 |
| Solvay America Inc., Houston, TX | 100 |
| Solvay Chemicals, Inc., Houston, TX | 100 |
| Solvay Finance (America) LLC, Houston, TX | 100 |
| Solvay Financial Services INC., Wilmington | 100 |
| Solvay Fluorides, LLC., Greenwich, CT | 100 |
| Solvay Holding INC., Cranbury | 100 |
| Solvay Information Services NAFTA, LLC, Houston, TX | 100 |
| Solvay Soda Ash Expansion JV, Houston, TX | 80 |
| Solvay Soda Ash Joint-Venture, Houston, TX | 80 |
| Solvay Specialty Polymers USA, LLC, Alpharetta, GA | 100 |
| Solvay USA INC., Cranbury | 100 |
| CANADA | |
| Rhodia Canada Inc, Toronto | 100 |
| MEXICO | |
|---|---|
| Rhodia de Mexico SA de CV, Mexico | 100 |
| Rhodia Especialidades SA de CV, Mexico | 100 |
| Solvay Fluor Mexico S.A. de C.V., Ciudad Juarez | 100 |
| Solvay Mexicana S. de R.L. de C.V., Monterrey | 100 |
| Solvay Quimica Y Minera Servicios SA de CV, Monterrey | 100 |
| Solvay Quimica Y Minera Ventas SA de CV, Monterrey | 100 |
| BRAZILIË | |
| Cogeracao de Energia Electricica Paraiso SA, Brotas | 100 |
| Rhodia Brazil Ltda, Sao Paolo | 100 |
| Rhodia Energy Brazil Ltda, Paulinia | 100 |
| Rhodia Poliamida Brasil Ltda , Sao Paolo | 100 |
| Rhodia Poliamida e Especialidades Ltda, Sao Paolo | 100 |
| Rhopart-Participacoes Servidos e Comercio Ltda, Sao Paolo | 100 |
| Solvay do Brasil Ltda, Sao Paulo | 100 |
| Solvay Indupa do Brasil SA, Sao Paulo | 69,9 |
| ARGENTINIË | |
| Solvay Argentina SA, Buenos Aires | 100 |
| Solvay Indupa S.A.I.C., Bahia Blanca | 69,9 |
| Solvay Quimica SA, Buenos Aires | 100 |
| VENEZUELA | |
| Rhodia Silices de Venezuela C.A., Barquisimeto | 100 |
| URUGUAY | |
| Alaver SA, Montevideo | 100 |
| Fairway Investimentos SA, Montevideo | 100 |
| Zamin Company S/A, Montevideo | 100 |
| AUSTRALIË | |
| Rhodia Chemicals Pty Ltd , Sydney | 100 |
| Solvay Interox Pty Ltd, Banksmeadow | 100 |
| NIEUW-ZEELAND | |
| Solvay New Zealand Ltd, Auckland | 100 |
| JAPAN | |
| Anan Kasei Co Ltd, Anan City | 67 |
| Nippon Solvay KK, Tokyo | 100 |
| Rhodia Japan K.K., Tokyo | 100 |
| Rhodia Nicca Ltd, Tokyo | 60 |
| Solvay Specialty Polymers Japan KK, Minato Ku-Tokyo | 100 |
| CHINA | |
| Baotou Solvay Rare Earths Company Ltd, Baotou | 55 |
| Beijing Rhodia Eastern Chemical Co., Ltd , Beijing | 60 |
| Liyang Solvay Rare Earth New Material Co., Ltd, Liyang City | 96,3 |
| Rhodia Hong Kong Ltd , Hong Kong | 100 |
| Solvay (Beijing) Energy Technology Co., Ltd , Beijing | 100 |
| Solvay (Shanghai) Engineering Plastics Co., Ltd | 100 |
| Solvay (Shanghai) International Trading Co., Ltd, Shanghai | 100 |
| Solvay (Shanghai) Ltd, Shanghai | 100 |
| Solvay (Zhangjiagang) Specialty Chemicals Co. Ltd, Suzhou | 100 |
| Solvay (Zhenjiang) Chemicals Co., Ltd, Zhenjiang New area | 100 |
| Solvay Biochemical (Taixing) Co. Ltd, Shanghai | 59 |
| Solvay Chemicals (Shanghai) Co. Ltd, Shanghai | 100 |
| Solvay China Co., Ltd , Shanghai | 100 |
| Solvay Fine Chemical Additives (Qingdao) Co., Ltd, Qingdao | 100 |
| Solvay Hengchang (Zhangjiagang) Specialty Chemical Co., Ltd, Zhangjiagang City | 70 |
| Solvay High Performance Materials R&D (Shanghai) Co., Ltd. , Shanghai | 100 |
| Solvay Silica Qingdao Co., Ltd , Qingdao | 100 |
| Solvay Speciality Polymers (Changshu) Co. Ltd, Changshu | 100 |
| Zhejiang Lansol Fluorchem Co., Ltd, Zhejiang | 55 |
| Zhuhai Solvay Specialty Chemicals Co Ltd, Zhuhai City | 100 |
| THAILAND | |
|---|---|
| Advanced Biochemical (Thailand) Company Ltd, Bangkok | 58,8 |
| Solvay (Bangpoo) Specialty Chemicals Ltd, Bangkok | 100 |
| Solvay Asia Pacific Company Ltd, Bangkok | 100 |
| Solvay Peroxythai Ltd, Bangkok | 100 |
| Vinythai Public Company Ltd, Bangkok | 58,8 |
| SINGAPORE | |
| Rhodia Amines Chemicals Pte Ltd , Singapore | 100 |
| Solvay Fluor Holding (Asia-Pacific) Pte. Ltd., Singapore | 100 |
| Solvay Singapore Pte Ltd, Singapore | 100 |
| Solvay Specialty Chemicals Asia Pacific Pte. Ltd., Singapore | 100 |
| Vinythai Holding Pte Ltd., Singapore | 58,8 |
| INDIA | |
| Rhodia Polymers & Specialties India Private Limited, Mumbai | 100 |
| Rhodia Specialty Chemicals India Limited, Mumbai | 72,9 |
| Solvay Specialities India Private Limited, Mumbai | 100 |
| Sunshield Chemicals Limited, Mumbai | 62,4 |
| CAYMANEILANDEN | |
| Blair International Insurance (Cayman) Ltd, Georgetown | 100 |
| ZUID-KOREA | |
| Daehan Solvay Special Chemicals Co., Ltd, Seoul | 100 |
| Solvay Chemicals Korea Co. Ltd , Seoul | 100 |
| Solvay Energy Services Korea Co. Ltd , Seoul | 100 |
| Solvay Korea Co. Ltd, Seoul | 100 |
| Solvay Silica Korea Co. Ltd , Incheon | 100 |
| Solvay Specialty Polymers Korea Company Ltd, Seoul | 100 |
| NAMIBIË | |
| Okorusu Fluorspar (Pty) Ltd, Otjiwarongo | 100 |
| Okorusu Holdings (Pty) Ltd, Windhoek | 100 |
| FRANKRIJK | |
|---|---|
| Butachimie S.N.C. , Courbevoie | 50 |
| Hexagas S.A.S. , Puteaux | 50 |
| DUITSLAND | |
| Warmeverbundkraftwerk Freiburg GmbH, Freiburg | 49,9 |
| VERENIGDE STATEN | |
| Primester, Kingsport TN | 50 |
| BELGIË | |
|---|---|
| BASF Interox H2 O2 Production nv, Brussel |
50 |
| NEDERLAND | |
| MTP HP JV C.V., Weesp | 50 |
| MTP HP JV Management bv, Weesp | 50 |
| FRANKRIJK | |
| GIE Chime Salindres , Salindres | 50 |
| Gie Osiris, Roussillon | 34,8 |
| DUITSLAND | |
| Solvay & CPC Barium Strontium GmbH & Co KG, Hannover | 75 |
| Solvay & CPC Barium Strontium International GmbH, Hannover | 75 |
| OOSTENRIJK | |
| Solvay Sisecam Holding AG, Wien | 75 |
| POLEN | |
| Zaklad Energoeloctryczny Energo-Stil Sp. z o.o., Gorzow Wielkopolski | 25 |
| BULGARIJE | |
| Deven AD, Devnya | 75 |
| Solvay Sodi AD, Devnya | 75 |
| RUSLAND | |
| Poligran OAO, Tver | 50 |
| Rusvinyl OOO, Moscow | 29,7 |
| Soligran ZAO, Moscow Aptekars | 50 |
| VERENIGDE STATEN | |
| Plextronics,Inc., Pittsburgh | 47,3 |
| MEXICO | |
| Silicatos y Derivados S.A. DE C.V. | 20 |
| Solvay & CPC Barium Strontium Monterrey S. de R.L. de C.V., Monterrey | 75 |
| Solvay & CPC Barium Strontium Reynosa S. de R.L. de C.V., Reynosa | 75 |
| BRAZILIË | |
| Dacarto Benvic SA, Santo André | 50 |
| Peroxidos do Brasil Ltda, Sao Paulo | 69,4 |
| ARGENTINIË | |
| Solalban Energia S.A., Bahia Blanca | 40,5 |
| CHINA | |
| Qingdao Hiwin Solvay Chemicals Co. Ltd , Qingdao | 30 |
| THAILAND | |
| MTP HP JV (Thailand) Ltd, Bangkok | 50 |
| INDONESIË | |
| Solvay Manyar P.T. , Gresik | 50 |
| INDIA | |
| Hindustan Gum & Chemicals Ltd, New Delhi | 50 |
| VIETNAM | |
| Rhodia Nuoc Trong Biogas LLC, Ho Chi Minh City | 75 |
| SAOEDI ARABIE | |
| Saudi Hydrogen Peroxide Co, Jubail | 50 |
De statutaire jaarrekening van Solvay nv wordt hier voorgesteld in een verkorte vorm. Overeenkomstig de wet op de handelsvennootschappen worden de jaarrekening van Solvay nv, het bestuursverslag en het verslag van de Commissaris ingediend bij de Nationale Bank van België.
Deze documenten zijn op internet te raadplegen of op aanvraag verkrijgbaar bij:
Solvay nv
Ransbeekstraat 310
B – 1120 Brussel
| In € miljoen | 2013 | 2012 |
|---|---|---|
| Activa | ||
| Vaste activa | 12 229 | 10 767 |
| Oprichtingskosten en immateriële vaste activa | 102 | 93 |
| Materiële vaste activa | 68 | 60 |
| Financiële vaste activa | 12 059 | 10 614 |
| Vlottende activa | 1 066 | 1 327 |
| Voorraden | 3 | 11 |
| Handelsvorderingen | 194 | 148 |
| Overige vorderingen | 735 | 613 |
| Geldmiddelen en kasequivalenten | 115 | 529 |
| Overlopende rekeningen | 19 | 26 |
| TOTAAL VAN DE ACTIVA | 13 295 | 12 094 |
| Passiva | ||
| Eigen vermogen | 7 500 | 7 413 |
| Kapitaal | 1 271 | 1 271 |
| Agio | 18 | 18 |
| Reserves | 1 948 | 1 948 |
| Overgedragen winst | 4 262 | 4 175 |
| Kapitaalsubsidies | 1 | 1 |
| Voorzieningen en uitgestelde belastingen | 333 | 375 |
| Financiële schulden | 4 856 | 3 695 |
| W op meer dan één jaar | 3 005 | 2 303 |
| W op ten hoogste één jaar | 1 851 | 1 392 |
| Handelsschulden | 156 | 149 |
| Overige schulden | 336 | 346 |
| Overlopende rekeningen | 114 | 116 |
| TOTAAL VAN DE PASSIVA | 13 295 | 12 094 |
| In € miljoen | 2013 | 2012 |
|---|---|---|
| Bedrijfsopbrengsten | 1 000 | 798 |
| Omzet | 325 | 295 |
| Andere bedrijfsopbrengsten | 675 | 503 |
| Bedrijfskosten | -1 202 | -1 010 |
| Bedrijfsresultaat | -202 | -212 |
| Financiële kosten en opbrengsten | 422 | 1 274 |
| Winst uit de gewone bedrijfsuitoefening vóór belasting | 220 | 1 062 |
| Uitzonderlijke resultaten | 102 | -149 |
| Resultaat van het boekjaar vóór belasting | 322 | 913 |
| Belastingen | 37 | 20 |
| Resultaat van het boekjaar | 359 | 933 |
| Overboeking naar (-) / Onttrekking aan (+) de belastingvrije reserves | ||
| Te bestemmen winst van het boekjaar | 359 | 933 |
Verslag van de commissaris aan de algemene vergadering over de geconsolideerde jaarrekening afgesloten op 31 december 2013
Overeenkomstig de wettelijke bepalingen, brengen wij u verslag uit in het kader van ons mandaat van commissaris. Dit verslag omvat ons verslag over de geconsolideerde jaarrekening, en omvat tevens ons verslag over andere door wet- en regelgeving gestelde eisen. Deze geconsolideerde jaarrekening omvat de geconsolideerde staat van financiële positie op 31 december 2013, de geconsolideerde winst- en verliesrekening, het geconsolideerde overzicht van het totaalresultaat, het geconsolideerde mutatieoverzicht van het eigen vermogen en het geconsolideerde kasstroomoverzicht voor het boekjaar eindigend op die datum, alsmede een overzicht van de belangrijkste gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en toelichtingen.
Wij hebben de controle uitgevoerd van de geconsolideerde jaarrekening van Solvay NV ("de vennootschap") en haar dochterondernemingen (samen "de groep"), opgesteld in overeenstemming met de International Financial Reporting Standards (IFRS) zoals goedgekeurd door de Europese Unie en met de in België van toepassing zijnde wettelijke en reglementaire voorschriften. De totale activa in de geconsolideerde staat van financiële positie bedragen 18 433 miljoen euro en de geconsolideerde winst (aandeel van de groep) van het boekjaar bedraagt 270 miljoen euro.
De raad van bestuur is verantwoordelijk voor het opstellen van de geconsolideerde jaarrekening die een getrouw beeld geeft in overeenstemming met de International Financial Reporting Standards zoals goedgekeurd door de Europese Unie en met de in België van toepassing zijnde wettelijke en reglementaire voorschriften, alsook voor het implementeren van een interne controle die ze noodzakelijk acht voor het opstellen van de geconsolideerde jaarrekening die geen afwijking van materieel belang bevat, die het gevolg is van fraude of van fouten.
Het is onze verantwoordelijkheid een oordeel over deze geconsolideerde jaarrekening tot uitdrukking te brengen op basis van onze controle. Wij hebben onze controle volgens de internationale controlestandaarden (International Standards on Auditing - ISA) uitgevoerd. Die standaarden vereisen dat wij aan de deontologische vereisten voldoen alsook de controle plannen en uitvoeren teneinde een redelijke mate van zekerheid te verkrijgen dat de geconsolideerde jaarrekening geen afwijking van materieel belang bevat.
Een controle omvat werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de in de geconsolideerde jaarrekening opgenomen bedragen en toelichtingen. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de beoordeling door de commissaris, met inbegrip van diens inschatting van de risico's van een afwijking van materieel belang in de geconsolideerde jaarrekening als gevolg van fraude of van fouten. Bij het maken van die risico-inschatting neemt de commissaris de interne controle van de groep in aanmerking die relevant is voor het opstellen van de geconsolideerde jaarrekening die een getrouw beeld geeft, teneinde controlewerkzaamheden op te zetten die in de gegeven omstandigheden geschikt zijn maar die niet gericht zijn op het geven van een oordeel over de effectiviteit van de interne controle van de groep. Een controle omvat tevens een evaluatie van de geschiktheid van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving, de redelijkheid van de door de raad van bestuur gemaakte schattingen, alsmede de presentatie van de geconsolideerde jaarrekening als geheel. Wij hebben van de aangestelden en van de raad van bestuur van de groep de voor onze controle vereiste ophelderingen en inlichtingen verkregen.
Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om daarop ons oordeel te baseren.
Naar ons oordeel geeft de geconsolideerde jaarrekening van Solvay NV een getrouw beeld van het vermogen en van de financiële toestand van de groep per 31 december 2013, en van haar resultaten en kasstromen over het boekjaar dat op die datum is afgesloten, in overeenstemming met de International Financial Reporting Standards zoals goedgekeurd door de Europese Unie en met de in België van toepassing zijnde wettelijke en reglementaire voorschriften.
De raad van bestuur is verantwoordelijk voor het opstellen en voor de inhoud van het jaarverslag over de geconsolideerde jaarrekening.
In het kader van ons mandaat en overeenkomstig de Belgische bijkomende norm bij de in België van toepassing zijnde internationale controlestandaarden, is het onze verantwoordelijkheid om, in alle van materieel belang zijnde opzichten, de naleving van bepaalde wettelijke en reglementaire verplichtingen na te gaan. Op grond hiervan doen wij de volgende bijkomende verklaring die niet van aard is om de draagwijdte van ons oordeel over de geconsolideerde jaarrekening te wijzigen:
W Het jaarverslag over de geconsolideerde jaarrekening behandelt de door de wet vereiste inlichtingen, stemt overeen met de geconsolideerde jaarrekening en bevat geen van materieel belang zijnde inconsistenties ten aanzien van de informatie waarover wij beschikken in het kader van ons mandaat.
Diegem, 27 februari 2014
De commissaris DELOITTE Bedrijfsrevisoren BV o.v.v.e. CVBA Vertegenwoordigd door Éric Nys
De Raad van Bestuur verklaart dat voor zover zij weet:
Voor de Raad van Bestuur,
Voorzitter van Raad van Bestuur Voorzitter van het Uitvoerend Comité en CEO
Nicolas Boël Jean-Pierre Clamadieu
Bestuurder
a In 2013 lag de nadruk op het opstellen van een uitgebreid risicoprofiel voor alle Global Busines Units en functies. Voor de behandeling van de risico's die hierbuiten vallen, wordt de gedefinieerde risicobereidheid momenteel in kaart gebracht.
Dit hoofdstuk is een bijlage bij het verslag van de Raad van Bestuur
| 1 | Markt en groei – Strategisch risico | 149 |
|---|---|---|
| 2 | Risico's verbonden aan bevoorrading en productie |
150 |
| 3 | Risico's met betrekking tot regelgeving, politiek en het gerecht |
151 |
| 4 | Deugdelijk bestuur en risico's verbonden aan interne procedures |
152 |
| 5 | Financiële risico's | 153 |
| 6 | Risico's verbonden aan producten | 155 |
| 7 | Risico's verbonden aan personen | 156 |
| 8 | Leefmilieurisico's | 158 |
| 9 | Risico's verbonden aan informatie en informatietechnologie |
159 |
| 10 | Risico's verbonden aan reputatie | 160 |
| 11 | Belangrijke geschillen | 161 |
Het nemen van berekende risico's en het tegelijkertijd handelen in overeenstemming met de visie en de Gedragscode van de Groep en tevens met de wetgeving en regelgeving is een inherent aspect van de operationele en industriële activiteiten van de Solvay-Groep. Het ERM (Enterprise Risk Management) beleid bepaalt dat de Groep alle potentiële belangrijke operationele risico's en opportuniteiten zal identificeren, kwantificeren en beheren door een systematisch risicobeheer, geïntegreerd met strategie, operationele beslissingen en activiteiten toe te passen. Solvay volgt eveneens de gevolgen van klimaatveranderingen op de voet, aangezien gerelateerde risico's en opportuniteiten een impact kunnen hebben op de operationele doelstellingen van de Groep. Risicobeheer wordt als een essentieel beleidsinstrument beschouwd bij het nemen van noodzakelijke beslissingen om doelstellingen op korte, middellange en lange termijn te behalen.
Voortwerkend op de FERMA (Federation of European Risk Management Associations) Risico Management Standaard heeft Solvay gedurende 2013 zijn engagement voortgezet om een gemeenschappelijke benadering op het vlak van risicobeheer toe te passen op alle niveaus van de organisatie. Een ERM-team binnen de afdeling Internal Audit and Risk Management ontwikkelt instrumenten, verleent adviezen en stelt strategieën voor om entiteiten te helpen bij het systematisch beheren van hun risico's.
In 2013 lag de nadruk op een uitgebreide oefening van risicoprofilering die alle bedrijfsafdelingen en functies dekte. De Risk Governance wordt versterkt door het Group Management Risk Committee.
Voor die risico's waarvan wordt beschouwd dat ze buiten de gedefinieerde grenzen van het risicoappetijt vallen, worden acties ontwikkeld, geïmplementeerd en opgevolgd. De resultaten worden zowel aan de afdeling Risicobeheer als, samen met de strategie, aan het Uitvoerend Comité gerapporteerd. De resultaten worden geconsolideerd en verder beoordeeld om een groepsrisicoprofiel te vormen, dat wordt voorgesteld aan de Group Management Risk Committee.
De interne controleprocedure wordt toegepast op de belangrijkste operationele groepsprocedures. De methodologie omvat de volgende stappen: (i) risicoanalyse tijdens het proces door de procesbeheerder, die wordt ondersteund door experts van de afdeling Risicobeheer, (ii) ontwikkeling van controles om de risico's te beperken, (iii) uitvoering van controles en (iv) beoordeling van de effectiviteit van de controles door de Interne Audit. Efficiënte interne controles beperken eveneens het risico op fouten in de financiële verslaggeving. We verwijzen naar pagina 188 en 189 van het 2013 jaarverslag van Solvay voor een gedetailleerde beschrijving van het interne controlesysteem van de Solvay-groep.
De activiteiten van Solvay houden voornamelijk verband met mensenrechtenkwesties, via zaken als werk, gezondheid en veiligheid (zie 7 hierna). Met de uitbreiding van de activiteiten in groeilanden zal Solvay zijn impact op de kwesties met betrekking tot mensenrechten verder evalueren.
In een context van wereldwijde economische en politieke onzekerheid, evoluerende machtsevenwichten, verschillende groeidynamieken, kortere marktcycli, volatiliteit van grondstoffen en energie en een snelle technologische evolutie, is Solvay van mening dat een effectieve opvolging en beheer van risico's uiterst belangrijk is om de duurzaamheid en de groei van de onderneming te garanderen.
Solvay onderscheidt tien risicocategorieën:
De opzet van dit verslag is de risico's te beschrijven voor elke categorie en de acties te schetsen die de Groep heeft ondernomen om dit risico te beperken. De volgorde waarin deze risicocategorieën behandeld worden heeft niets te maken met de vraag hoe ernstig ze wel zijn of hoe waarschijnlijk het is dat ze zich voordoen. De beschreven preventie-inspanningen zijn evenmin een waarborg dat de risico's zich nooit zullen voordoen. Ze geven wel een idee van de maatregelen die de Groep heeft genomen om de blootstelling aan risico's op proactieve wijze te beheren.
Het strategisch risico betreft Solvay's blootstelling aan marktontwikkelingen en evoluerende concurrentie en ook het risico op het nemen van een verkeerde strategische beslissing. Voorbeelden van risico's zijn technologische sprongen die leiden tot de ontwikkeling van vervangende producten of beter concurrerende productieprocessen, economische vertraging, drastische wijzigingen van prijzen en beschikbaarheid van energie en grondstoffen, het uitblijven van succes voor een nieuw product, vermindering van de vraag op de belangrijkste markten van de Groep als gevolg van een nieuwe wetgeving of concurrerende acties, gebeurtenissen die gevolgen hebben voor zijn belangrijkste klanten, nieuwkomers op een markt, prijzenoorlog en aanzienlijke onevenwichtigheden tussen vraag en aanbod op de markten waar het bedrijf actief is.
De verschillende activiteiten binnen de Groep genereren een waaier aan risico's, en sommige daarvan kunnen de Groep in zijn geheel raken. Diversificatie draagt echter bij tot de vermindering van zo'n totaal risico, omdat de verschillende activiteiten, processen, beleidsonderdelenen en structuren bepaalde risico's opheffen dankzij een evenwichtige portefeuille aan producten, eindmarkten, industriële opstelling en geografische spreiding.
De beheersing van de mogelijke impact van ongunstige gebeurtenissen wordt zowel op het niveau van de GBU's als dat van de Groep ter hand genomen en behelst onder meer:
Verkoopgroei is voor Solvay een belangrijke motor voor opportuniteiten en risico's. De Groep verwacht een duurzame groei van haar verkopen in lijn met haar strategische planning, met name aangedreven door een bovengemiddelde groei in de opkomende en snelgroeiende regio's. Dit schept mogelijkheden die Solvay wenst aan te grijpen door haar aanwezigheid in deze economieën uit te breiden. In 2013, bijvoorbeeld, kondigde de Groep investeringen aan in nieuwe PVDF- en Vanillinefabrieken in China, een nieuwe Silicafabriek in Polen, een nieuwe Bicarbonaatfabriek in Thailand en een nieuwe alkoxyleringsfabriek in Singapore, en bovendien is Solvay bezig met een nieuwe joint-venture waterstofperoxidefabriek in Saoedi-Arabië. Echter, de potentiële risico's verbonden met een aanhoudend lagere wereldwijde vraag naar chemicaliën en de sterkere concurrentie bracht Solvay ertoe plannen te ontwikkelen en aan te kondigen voor een verdere stroomlijning van haar operaties en de groei te versnellen door middel van nieuwe producten en markten.
Verder gaat de Groep ervan uit dat goedkope energiebronnen waarschijnlijk gunstig zullen zijn voor de groei in bepaalde gebieden, zoals bijvoorbeeld schaliegas in de VS, dat zakelijke kansen creëert en ook uitdagende energie-intensieve sectorgenoten in andere gebieden. De Groep behandelt deze en andere risico's en opportuniteiten via een actief portefeuillebeheer. Solvay kondigde bijvoorbeeld aan haar PVCactiviteiten in Zuid-Afrika te verkopen en de Europese PVC-activiteiten onder te brengen in een joint-venture met INEOS. Ook rondde de Groep in 2013 de acquisitie van Chemlogics af, waarmee de blootstelling werd verhoogd aan de bovengemiddeld winstgevende groei in de snelgroeiende Amerikaanse schaliegasindustrie. Bij deze acquisitie werd, net als bij de andere, de evaluatie van de opportuniteiten en risico's uitgevoerd als onderdeel van de due diligence. Via dergelijke operaties brengt de Groep ook een meer evenwichtige geografische aanwezigheid tot stand in Europa, Noord-Amerika en Azië, waardoor hij in staat is de globale impact van economische en politieke schommelingen in een bepaald gebied te minimaliseren en te profiteren van omgevingen met een hogere groei.
Er worden ook nieuwe producten, technologieën en activiteiten ontwikkeld door onze Onderzoeks- en Innovatie-activiteiten teneinde aantrekkelijke en groeiende markten aan te boren en in te spelen op de behoeften van de klanten, zoals lichtgewichtmaterialen, recyclagetechnologieën, gewasbescherming en oogsten, duurzame mobiliteit, enz.
Het risico verbonden aan bevoorrading en productie bij productieeenheden en transport is de blootstelling van de Solvay-Groep aan risico's die te maken hebben met grondstoffen, leveranciers, productie, opslag en inkomend/uitgaand transport. Voorbeelden van risico's zijn het uitvallen of ernstige beschadiging van apparatuur, natuurrampen, industriële en transportongelukken, stakingen en nijpend gebrek aan grondstoffen, energie of cruciale apparatuur.
De geografische spreiding van de productie-eenheden in de wereld vermindert de globale impact van een productie-eenheid die beschadigd of onderbroken zou zijn. Sommige gespecialiseerde producten worden echter slechts in één vestiging geproduceerd.
Met de belangrijkste risico's wordt rekening gehouden in toepasbare en toegewijde richtlijnen en controleprogramma's zoals het proces voor schadepreventie (property-loss), procedures voor veiligheid van productiemethodes, een gezondheids- en veiligheidsbeleid, leverancierskwalificaties en –evaluaties, een geïntegreerde planning van middelen en systemen om de bevoorradingsketen te verbeteren (ERP – Emergency Response Plans), het centrale en lokale crisismanagement, de continuïteit van de activiteiten (inclusief het risico op een pandemie) en netwerkgroepen voor productie- en bevoorradingsmanagers.
Solvay doet beroep op verzekeringen om de financiële impact te verminderen van eventuele gebeurtenissen die mogelijk zware schade kunnen berokkenen of die een onderbreking van de bevoorrading kunnen veroorzaken. Het schadepreventieprogramma werd uitgevoerd met de steun van een breed netwerk van risico-ingenieurs toegewezen door de verzekeraars en gefocust op de preventie en beperking van schade aan activa en het verlies van winsten als gevolg van brand, ontploffing, accidentele chemische lekken en overige plotse nadelige gebeurtenissen. Het programma is sinds januari 2012 operationeel in de hele Groep en bestaat uit:
Naast het bezit van verscheidene mijnen en ertsgroeven voor de ontginning van fluor, trona, kalksteen, zout en celestiet beperkt Solvay het risico op onderbrekingen van de grondstofbevoorrading (beschikbaarheid, betrouwbaarheid en prijs) door:
W diversificatie van de bronnen voor grondstoffen;
W de ontwikkeling van samenwerkingsverbanden met bevoorrechte leveranciers;
Qua energiebevoorrading heeft Solvay al sedert vele jaren systematisch inspanningen geleverd om het energieverbruik te verminderen. Ook al heeft Solvay industriële activiteiten die veel energie verbruiken, voornamelijk in Europa (Fabrieken voor synthetisch natriumcarbonaat, chlorovinyl, polyamide), is het ook actief in een aantal industriële activiteiten waarvan het aandeel van energie in percentage van de verkoopprijs relatief laag is. Dit geldt met name voor de fluorpolymerenactiviteiten van de Specialty Polymers GBU en voor de Novecare GBU. De Groep beschouwt de bescherming en betrouwbaarheid van haar energiebevoorrading als uiterst belangrijk en heeft de volgende strategische initiatieven genomen:
Solvay heeft Solvay Energy Services opgericht, dat tot doel heeft de energiekosten en de CO2-uitstoot voor de Groep en derde partijen te optimaliseren. Solvay Energy Services optimaliseert de energieaankopen en het energieverbruik voor de Groep en ondersteunt de GBU's in hun beheer van energie en CO2 -emissies.
De Solvay-groep heeft zichzelf ambitieuze doelstellingen gesteld voor de vermindering van de CO2 -uitstoot.
Een risico met betrekking tot regelgeving verwijst naar de blootstelling van Solvay aan wijzigingen in wetgeving en regelgeving. Dit omvat gebeurtenissen zoals prijsregulering door de overheid, belastingen, tariefbepalingen, nieuwe regels die een product verbieden of beperkingen opleggen op het vlak van productie, marketing en gebruik, waardoor productie niet meer gerechtvaardigd is. Solvay zou aan grote kostenstijgingen of onderbrekingen van de bedrijfsvoering blootgesteld kunnen worden als gevolg van nieuwe wetten of regelgeving of een striktere interpretatie of toepassing van de huidige regelgeving door de rechterlijke macht of andere autoriteiten.
Solvay moet de wettelijke goedkeuring krijgen en behouden voor het opereren van de productiefaciliteiten en het verkopen van zijn producten. Gezien de internationale spreiding van de Groep zijn deze wettelijke goedkeuringen afkomstig van autoriteiten en agentschappen uit verschillende landen. De intrekking van voorheen toegekende goedkeuringen of de faling om een goedkeuring te verkrijgen kan een nadelig effect hebben op de continuïteit van de activiteiten en de operationele resultaten.
Meer specifiek in Europa moeten alle substanties geproduceerd of gebruikt door Solvay geregistreerd worden onder de REACH (Registration, Evaluation, Authorisation and Restriction of Chemicals) Verordening en moeten ze de door deze regelgeving opgelegde deadlines respecteren. Dit komt bovenop de overige reeds bestaande vereisten. Voor de tweede REACH registratiedeadline van 1 juni 2013 werden er 175 dossiers met succes geregistreerd bij de European Chemical Agency; hiervan werden 59 dossiers geregistreerd in 2012 en 116 dossiers in 2013. De volgende registratiedeadline voor REACH is 31 mei 2018.
Een politiek risico verwijst naar de blootstelling van Solvay aan omstandigheden waarin het overheidsgezag niet op een normale manier kan worden uitgeoefend. Dit kan het gevolg zijn van een sociale crisis, politieke onstabiliteit, burgeroorlog, nationalisatie of terrorisme in landen waar de Groep opereert of producten verkoopt, met als gevolg vertraging of faling in het leveren van producten of onbeschikbaarheid van grondstoffen, energie, logistieke of transportmiddelen.
Het risico met betrekking tot het gerecht verwijst naar de blootstelling aan actuele en potentiële rechterlijke en administratieve vervolgingen. Het simpele feit van zaken te doen stelt Solvay bloot aan geschillen en procesvoering. Nadelige uitkomsten van zulke geschillen of processen zijn altijd mogelijk (zie toelichting "Belangrijke geschillen" hieronder). In het normale bedrijfsverloop kan de Groep partij zijn bij een rechterlijke of administratieve procedure. Zie pagina 161 voor een overzicht van de lopende rechterlijke procedures waar de Groep bij betrokken is en waarvan beschouwd wordt dat ze potentiële belangrijke risico's met zich meebrengen. De Groep is blootgesteld aan het wettelijk risico, vooral op het vlak van productaansprakelijkheid, contractuele verplichtingen, antitrust-wetgeving, inbreuk op octrooien, fiscale nazichten en leefmilieukwesties.
De activiteiten van de Groep hangen af van de controle over zijn voornaamste technologieën en van zijn innovatiecapaciteit. Het in vraag stellen door derden van het recht van Solvay om bepaalde technologieën te gebruiken, kan een impact hebben op de activiteiten. Verder kan het onvoldoende beschermen van innovaties het ontwikkelingspotentieel hinderen.
De geografische spreiding van de Groep over de wereld zorgt voor een beperking van de gevolgen van nadelige wettelijke en politieke ontwikkelingen.
Goed ontworpen producten en productieprocessen helpen deze reglementaire en wettelijke risico's te verminderen, net zoals de stipte indiening van vergunningsaanvragen.
Het risico verbonden aan regelgeving en politiek wordt verkleind, zowel binnen als buiten de Europese Unie, dankzij permanent werk en overleg met de overheden door de afdeling Government and Public Affairs en via de lokale Belgische ambassades.
Om het wettelijk risico te beheersen kan Solvay terugvallen op interne medewerkers die gespecialiseerd zijn in recht en intellectuele eigendom. Zo nodig kan het ook een beroep doen op bijkomende externe professionele inbreng. Verder bouwt de Groep adequate financiële voorzieningen op. Het zich bewust zijn van wettelijke risico's neemt toe door gerichte trainingssessies, zelfbeoordelingsprocedures en interne audits.
In de chemische industrie kan de technologische expertise worden beschermd door het fabricagegeheim, dat vaak een goed alternatief vormt voor de octrooibescherming. Hoe het ook zij, Solvay neemt, waar nodig, octrooien op nieuwe producten en processen en spant zich constant in om zijn bedrijfseigen kennis en zijn positie als leider in technologische kennis betreffende het productieproces te vrijwaren. Solvay implementeert een beleid om zijn innovaties en kennis te beschermen en neemt specifieke maatregelen door de partnerkeuze in onderzoek en ontwikkeling en via de locatie van zijn onderzoeksactiviteiten.
Politieke risico's pakt Solvay aan door een verdeling van de risico's na te streven met plaatselijke of institutionele partners en ook door het nauwgezet opvolgen van politieke ontwikkelingen in onzekere gebieden.
Solvay heeft de Belgische Corporate Governance-Code van 2009 onderschreven.
Op het gebied van deugdelijk bestuur publiceert Solvay jaarlijks een Verslag van deugdelijk bestuur over de toepassing van de aanbevelingen in deze Code, overeenkomstig het comply or explainprincipe (beschikbaar op www.solvay.com).
Wereldwijd heeft Solvay een Gedragscode en heeft het regels en procedures goedgekeurd om het deugdelijk bestuur van de Groep te verbeteren.
Het risico verbonden aan interne procedures bestaat erin dat gedragscodes, richtlijnen en procedures mogelijk niet worden nageleefd. Voorbeelden van risico's zijn: een mislukte integratie van een overgenomen onderneming, een mislukte implementatie van deugdelijk bestuur in een joint-venture, de rechtstreekse of onrechtstreekse betrokkenheid bij schendingen van mensenrechten, een mislukte implementatie van personeelsstrategieën, het verlies van belangrijke medewerkers, fouten in de financiële verslaggeving, corruptie en het niet slagen in het toepassen van interne controle.
Solvay heeft een conformiteitsorgaan opgezet onder de leiding van de Group General Counsel dat de cultuur van ethisch en correct handelen doorheen de Groep moet versterken en dat naleving van de relevante wetgeving, de Gedragscode van de Groep en het ondersteunende beleid en de desbetreffende procedures dient aan te moedigen en te controleren. Hiervoor werden Compliance Officers die er in elk van de vier regio's, waarin de Groep actief is, op toezien.
Opleidingen en activiteiten worden georganiseerd door de Legal & Compliance-afdelingen om ervoor te zorgen dat de ethische en vastgelegde gedragsregels echt deel gaan uitmaken van de manier waarop Solvay zaken doet en om gevaarlijk gedrag in bepaalde gebieden op de gepaste manier aan te pakken, zoals schending van de antitrust-wetgeving of corruptie. In regelmatige campagnes krijgen nieuwe werknemers terzake een opleiding en wordt erover gewaakt dat deze bewustmaking in de hele Groep voldoende sterk is. De Compliancefunctie controleert in samenwerking met de interne audit, de juridische dienst en andere departementen en functies of toe te passen wetten en de Gedragscode van Solvay worden gerespecteerd. Schending van de Gedragscode zal leiden tot sancties in overeenstemming met de interne regels en de bestaande wetgeving. De Groep moedigt ook melding van zulke inbreuken aan. Hiertoe reikt hij de werknemers verschillende mogelijkheden aan. Eén daarvan is een beroep te doen op een Compliance Officer. In de meeste landen waar Solvay aanwezig is werd de Solvay Ethics Helpline geïntroduceerd, dit is een externe dienst waar werknemers alle ethische vraagstukken of inbreuken kunnen rapporteren in hun eigen taal.
De interne controleprocedure wordt toegepast op de belangrijkste operationele groepsprocedures. De methodologie omvat de volgende stappen: (i) risicoanalyse tijdens het proces door de procesbeheerder, die wordt ondersteund door experts va de afdeling Risicobeheer, (ii) ontwikkeling van controles om de risico's te beperken, (iii) uitvoering van controles, en (iv) beoordeling van de effectiviteit van de controles door een interne Audit. Efficiënte interne controles beperken eveneens het risico op fouten in de financiële verslaggeving. We verwijzen naar pagina 188 en 189 van het 2013 jaarverslag van Solvay voor een gedetailleerde beschrijving van het interne controlesysteem van de Solvay-groep.
Het financieel risico is de blootstelling van Solvay aan de risico's in verband met liquiditeit, het valutarisico, rentevoet, solvabiliteit van een tegenpartij, onvermogen om de pensioenverplichtingen te financieren en fiscale risico's, voornamelijk risico's met betrekking tot het nakomen van belastingverplichtingen en transfer pricing.
Het liquiditeitsrisico heeft te maken met de mogelijkheid voor Solvay om zijn schulden te betalen of te herfinancieren (met inbegrip van uitstaande obligaties) en om zijn activiteiten te financieren. Dit hangt af van zijn vermogen om kasstromen te genereren met zijn activiteiten.
Solvay wordt blootgesteld aan het wisselkoersrisico als gevolg van zijn internationale activiteiten. In de huidige structuur is de blootstelling van de Groep voornamelijk verbonden aan het EUR/USD wisselkoersrisico, aangezien de globale activiteiten van de Groep een positieve netto USD-stroom genereren. Daardoor zal een afwaardering van de USD over het algemeen uitmonden in lagere inkomsten voor Solvay. In mindere mate is de Groep blootgesteld aan de EUR/JPY en BRL/USD wisselkoersen. Een gevoeligheidsanalyse met betrekking tot deze wisselkoersen wordt gepresenteerd in het financiële gedeelte van dit Jaarverslag (pagina 124 en 125).
Het renterisico is de blootstelling van Solvay aan schommelingen van de rentevoet.
Solvay loopt ook het risico op insolvabiliteit van een tegenpartij in de context van zijn liquiditeitsmanagement en het beheer van wisselkoers- en rentevoetrisico's en ook in zijn commerciële betrekkingen met klanten.
Wat het financieringsrisico voor pensioenverplichtingen betreft, wordt Solvay blootgesteld aan een aantal toegezegdpensioenregelingen. De schommelingen in de disconteringsvoet, de salarissen en de sociale zekerheid, de levensduur en de gelijkwaardigheid van activa en passiva kunnen een belangrijke invloed hebben op de verplichtingen die bij pensioenplannen horen. Voor gefinancierde plannen moeten de diverse risico's verbonden aan de belegging beheerd worden, rekening houdend met het evenwicht risico/opbrengst. Als de regelingen ondergefinancierd zijn, is Solvay voornamelijk blootgesteld aan inflatie- en renterisico's. Bijkomende inlichtingen worden gegeven in toelichting 32 van de geconsolideerde jaarrekening op pagina 110 tot 112 van het huidige document.
Financiële risico's worden geanalyseerd en beheerd door de financiële afdeling van de Groep (thesaurie en belasting). Schadepreventie en inspanningen tot beperking van de gevolgen omvatten een aantal activiteiten, zoals:
W behoud van een natuurlijke wisselkoersindekking;
W vaste rentevoeten;
Van oudsher heeft de Groep de reputatie voorzichtig met zijn financiële middelen om te springen, wat blijkt uit(1) de rating BBB+ (S&P BBB+; Moody's Baa1). Het liquiditeitsprofiel is sterk, voornamelijk ondersteund door langetermijn obligatie-emissies (voor een totaal van € 4,0 miljard, met een eerste grote vervaltermijn van € 500 miljoen in 2014 en € 1,2 miljard aan hybride obligaties die als eigen vermogen worden behandeld volgens IFRS) en aanzienlijke kasreserves (geldmiddelen en gegarandeerde kredietlijnen, waaronder twee gesyndiceerde kredietfaciliteiten van € 1 miljard en € 550 miljoen alsmede een kredietlijn van € 300 miljoen bij de Europese Investeringsbank). Bovendien heeft de Groep ook toegang tot een Belgisch Thesauriebewijsprogramma voor een bedrag van € 1 miljard of als alternatief een Amerikaans commercial paper-programma voor een bedrag van \$ 500 miljoen. De financiële discipline blijft conservatief.
De geografische spreiding van productie en verkoop brengt een natuurlijke bescherming met zich mee tegen de wisselkoersverschillen, als gevolg van de combinatie die voortvloeit uit inkomende kasstromen en basisuitgaven in lokale munt. Verder houdt Solvay de wisselmarkt goed in de gaten en neemt het afdekkingsmaatregelen voor termijnen die gewoonlijk korter zijn dan één jaar en niet langer dan 18 maanden wanneer dit nodig wordt geacht. In de praktijk gaat Solvay termijn- en optiecontracten aan die voor de volgende maanden de waarde (in EUR en/of USD) van de kasstromen in buitenlandse valuta beveiligen. De Groep beheert zijn wisselkoersrisico voor vorderingen en leningen via CICC (de in-house bank van Solvay) in België voor alle filialen van de Groep waar het mogelijk is om zulke afdekkingstransacties af te sluiten en via lokale financiële filialen voor andere regio's.
In de huidige structuur heeft de Groep het leeuwenaandeel van zijn schulden geblokkeerd tegen vaste rentevoeten. Solvay volgt nauwgezet de rentemarkt en gaat renteswaps aan zodra dit nodig blijkt.
Solvay beheert het risico op insolvabiliteit van een tegenpartij door samen te werken met de degelijkste bankinstellingen (waarvan de selectie is gebaseerd op de belangrijkste evaluatiesystemen) en vermijdt een concentratie van risico's door met zijn blootstelling aan elk van deze banken een bepaalde drempel niet te overschrijden. Die drempel is bepaald op basis van de kredietrating van de betrokken instelling.
(1) Ten tijde van publicatie van dit jaarverslag.
Verder belegt Solvay in kortlopende overheidsobligaties en in thesaurieinstrumenten met de hoogste waardering op het gepaste moment.
De Groep beheert de externe klantenrisico's en recuperatie van contanten via een sterk netwerk van kredietmanagers en incasso medewerkers gevestigd in operationele regio's en landen.
Kredietbeheer en inningsprocedures worden ondersteund door een aantal gedetailleerde procedures en beheerd via kredietcomités op groeps- en GBU-niveau. Deze maatregelen ter beperking van de verliezen hebben geleid tot een laagterecord wat verstek van klanten betreft.
Solvay heeft richtlijnen voor deugdelijk bestuur voor pensioenvoorzieningen opgesteld om zijn invloed op plaatselijke pensioenfondsbeslissingen uit te breiden binnen de perken van de plaatselijke wet. Meer bepaald gaat het om beslissingen in verband met beleggingen en financiering, keuze van adviseurs, benoeming van door de werkgever genomineerde beheerders van plaatselijke pensioenfondsenbesturen en andere beslissingen die met het kostenbeheer te maken hebben.
De Groep heeft zijn blootstelling aan het risico verbonden aan toegezegd-pensioenregelingen verminderd door de bestaande regelingen om te zetten in pensioenplannen met een verminderd risicoprofiel voor toekomstige dienstverlening of door ze niet toe te kennen aan nieuwkomers. Hybride regelingen of regelingen van het type kassaldo- en toegezegde-bijdragenregelingen zijn voorbeelden van regelingen met een lager risicoprofiel.
Een globale ALM (Asset Liability Management) analyse van de pensioenregelingen van de Groep, die meer dan 90% van de pensioenverplichtingen van de Groep vertegenwoordigen, wordt periodiek uitgevoerd. De laatste was in 2012 en had tot doel de overeenkomstige risico's op globale basis te identificeren en te beheren.
Solvay beklemtoont het belang van naleving van de belastingswetgeving. Het controleert permanent de procedures en de systemen door intern nazicht en door controles die verricht worden door erkende externe adviseurs. Interne controles met betrekking tot procedures voor het nakomen van belastingverplichtingen zijn opgezet om mogelijke fouten of mislukkingen te beperken.
Solvay heeft een transfer pricing-beleid en -procedures opgesteld om te voldoen aan de eisen van de autoriteiten. Deze worden momenteel bijgewerkt.
Transfer pricing-documentatie wordt jaarlijks opgesteld voor elke juridische entiteit van de Groep, met ondersteuning van interne of externe experts, in overeenstemming met OECD vereisten om de marktconforme aard van de intragroepsprijzen aan te tonen. Het bestaan en de nauwkeurigheid van de documentatie wordt regelmatig gecontroleerd door interne audit. Interne transfer pricingspecialisten ondersteunen de entiteit door intragroepsprijzen te bepalen, die voldoen aan het transfer pricing-beleid.
De inspanningen op vlak van preventie en vermindering van de risico's van fiscale geschillen zijn gebaseerd op een grondige analyse van fusies, aanwinsten en verkopen, of voorgestelde veranderingen in de bedrijfsorganisatie en operaties, met de hulp van externe deskundigen of advocatenkantoren wanneer de bedragen dit vereisen. Veranderingen in de wetgeving en regelgeving worden opgevolgd met de bedoeling zich aan te passen aan de wijzigingen.
Solvay wordt, net als andere belastingplichtige bedrijven, geconfronteerd met aanzienlijk belastingverhogingen en de invoering van vele nieuwe fiscale bepalingen. De belastingafdeling van Solvay besteedt veel aandacht aan de juiste interpretatie van deze nieuwe fiscale regels om toekomstige geschillen te vermijden.
Het risico verbonden aan productaansprakelijkheid is de blootstelling van Solvay aan verwondingen aan derden of schade aan hun eigendom door het gebruik van een Solvay-product, maar ook de daaruit voortvloeiende procesvoering. Productaansprakelijkheid kan het gevolg zijn van producten die niet beantwoorden aan specificaties, die oneigenlijk worden gebruikt of waarvan het gebruik gevolgen heeft die tot dan toe niet bekend waren, productiefouten die defecte producten opleveren, productbesmetting, veranderde productkwaliteit of niet-aangepaste veiligheidsaanbevelingen. Gevolgen van een defect product zijn bijvoorbeeld aansprakelijkheid bij verwonding of schade, of ook het terugroepen van het bewuste product. Het risico voor productaansprakelijkheid is over het algemeen groter voor producten die worden gebruikt in de gezondheidszorg en in de voedingsmiddelen- en veevoedersectoren. Producten met aanzienlijke potentiële gevaren worden over het algemeen met de correcte specificaties verkocht aan industriële gebruikers en niet rechtstreeks aan consumenten.
Het risico verbonden aan productontwikkeling is de blootstelling van Solvay aan nadelige gevolgen tijdens het ontwikkelen van nieuwe producten en technologieën of het opschalen van een proces.
Solvay controleert de kwaliteit en de zuiverheid van zijn vervaardigde producten door kwaliteitsverzekerings- en kwaliteitscontroleprogramma's, door het controleren van industriële procedures en het invoeren van een globaal gegevensbeheer van de samenstelling van producten.
De blootstelling aan productaansprakelijkheid wordt beperkt door productbegeleidingsprogramma's, waardoor geschikte informatie en technische ondersteuning wordt gegeven aan klanten zodat een goed begrip van veilig gebruik en verwerking wordt verzekerd. Solvay besteedt bijzondere aandacht aan het leveren van volledige en duidelijke informatie over het bedoeld gebruik en de mogelijke gevaren door middel van fiches met veiligheidsvoorschriften, labels, conformiteitsverklaringen met de regelgeving en andere documentatie. De veiligheidsvoorschriften voor gebruik en verwerking, het gevaarniveau, de maatregelen van eerste hulp en de noodtelefoonnummers worden geleverd in de taal van onze klanten. Terugroepprocedures, zoals beschreven in de productbegeleidingsprogramma's, de beheerssystemen en de gezondheidsbeheerprocedures, worden ook ontwikkeld en doorgevoerd.
Wat productontwikkeling betreft, besteedt Solvay heel wat middelen aan O&I (Onderzoek & Innovatie). Innovatie is een hoeksteen van de strategie van de Groep en Solvay beschouwt de uitdaging van de productontwikkeling veeleer als een opportuniteit dan een risico voor de onderneming.
Een bepaalde procedure voor productbeheer verzekert het optimaal gebruik van middelen bij het ontwikkelen van een nieuw product van idee naar marktlancering op een tijdige manier.
Het team New Business Development binnen de O&I afdeling beheert de investeringen van de Groep in interne en externe onderzoeksprojecten, opstartprojecten en venture capital fondsen, zodat Solvay op de voorgrond van opkomende activiteiten blijft zoals hernieuwbare energie en organische elektronica. Dit omvat tevens risicospreiding via publiek-private samenwerkingen of andere vormen van open innovatie voor het ontwikkelen van baanbrekende technologieën.
Ongevallen met werknemers of derden op onze vestigingen zijn in het algemeen te wijten aan tekortkomingen van het veiligheidsbeheer verbonden aan de risico's op de werkplek. Ongevallen met werknemers omvatten contact met chemicaliën (heet, bijtend of giftig) die lekken uit een vat, een pomp of een pijp, maar ook ongevallen veroorzaakt door explosies of vallende voorwerpen, van een hoogte vallen tijdens het werk of werk met mechanische of bewegende apparatuur.
Ongevallen met aannemers omvatten van een hoogte vallen tijdens het werk gedurende de bouw en onderhoud, het gebruik van hulpmiddelen en de interactie met materiaal tijdens het onderhoud, alsook ongevallen als gevolg van het niet-naleven van werkvergunningprocedures.
Risico's verbonden aan het veroorzaken van letsel bij omwonenden of het publiek zijn meestal het gevolg van ernstige procesongevallen op productielocaties of tijdens transportactiviteiten.
Beroepsgerelateerde ziektes, met inbegrip van chronische ziektes als gevolg van blootstellingen aan beroepsgevaar, zijn meestal verbonden aan blootstellingen in het verleden die resulteren in gezondheidseffecten op lange termijn, bv. asbest-gerelateerde ziekten.
Pandemierisico's kunnen zowel het personeel, hun familie als de gemeenschap in het algemeen treffen.
Veiligheid van personen geniet de hoogste prioriteit in de activiteiten van Solvay. HSE (Health, Safety, Environment – Gezondheid, veiligheid en leefmilieu) beleid, procedures, standaarden en programma's zijn ingevoerd in al onze vestigingen. De Groep heeft een lange staat van dienst op het gebied van de veiligheid, en de integratie en het delen van goede praktijken afkomstig uit de twee oudere structuren hebben geleid tot een aanzienlijke vooruitgang. Het begrip en beheer van menselijke en organisatiefactoren zijn belangrijk voor de veiligheid. De veiligheidsinitiatieven streven naar ambitieuze doelstellingen, terwijl het op gedrag gebaseerde programma's aanbiedt ter verhoging van de veiligheidscultuur bij de managers, werknemers en aannemers. De meeste vestigingen hebben reeds een geïntegreerd in house HSEbeheerssysteem en één van de doelstellingen van de nieuwe Groep is het ontwikkelen van een nieuw HSE-beheerssysteem voor de gehele Groep.
Het uiteindelijke doel van de Groep is nul ongevallen. Geïntegreerde veiligheidsresultaten zijn sinds begin 2011 beschikbaar. De LTAR van de Groep (werkongevallen met tijdverlies/1 miljoen werkuren) bereikte dit jaar opnieuw een recordniveau van 0,8. De MTAR (werkongevallen met medische behandeling/1 miljoen werkuren) bereikte eind 2013 een recordniveau van 1,1. Dit wijst op een continue verbetering van de veiligheid gedurende de laatste twee jaren. Deze resultaten hebben betrekking op de geregistreerde werknemers, maar ook op aannemers en tijdelijke werkkrachten. De veiligheidsresultaten worden maandelijks gepresenteerd aan het Uitvoerend Comité en verzonden naar elke GBU.
In 2012 werd een nieuw veiligheidsinitiatief gelanceerd door het Uitvoerend Comité om verbeterde ervaringen op het vlak van veiligheidsleiding te implementeren zodat managers kunnen aantonen dat ze betrokken zijn in veiligheid. Doelstellingen werden vastgelegd voor continue verbetering met betrekking tot MTAR, chemische ongevallen en onomkeerbare ongevallen. Regelmatige opleidingen verhogen het besef en helpen het vermijden van gelijkaardige gebeurtenissen op dezelfde of andere productie- en O&I-vestigingen.
Bestaande interne en externe onderzoeken, academische of intragroepsontwikkelingen worden opgevolgd om nieuwe veiligheidsbenaderingen te identificeren (ICSI (Institut pour une Culture de Sécurité Industrielle), EPSC (European Process Safety Centre) of CEFIC (European Chemical Industry Council) initiatieven).
Solvay heeft een werkgroep met betrekking tot de globale voorbereiding op een pandemie opgezet, die alle vestigingen en activiteiten dekt door middel van een netwerk van coördinatoren die voorbereid zijn op de invoering van regionale en lokale maatregelen ter preventie en inperking.
De belangrijkste elementen van het beheer van de veiligheid van aannemers worden in vijf opeenvolgende etappes ingedeeld: (i) kwalificatie en preselectie, (ii) werkdefinitie en risicoanalyse, (iii) contractdefinitie (context, regels, straffen en aanvaarding), (iv) werkuitvoering, -beheer en –ontvangst en (v) HSE aannemerevaluatie, feedback en te ondernemen acties. Dit omvat tevens preventieplanning, aanvullende scholing voor specifieke risico's voor de gezondheid en de veiligheid, alsmede controle en feedback tijdens het werk en na afloop. Dankzij dergelijke managementelementen werd de veiligheidsprestatie van aannemers aanzienlijk verbeterd tijdens de voorbije jaren.
Bezoekers van Solvay locaties worden bij binnenkomst speciaal geïnformeerd over de risico's en de specifieke veiligheidsregels. Procesveiligheid betreft de bescherming van personen, activa en leefmilieu tegen de gevolgen van procesincidenten. De doelstelling van Solvay is het garanderen van een uniforme, gecentraliseerde en beste PSM (Process-Safety Management) prestatie. De verantwoordelijkheid van PSM wordt toegekend aan HSE en Solvay heeft als doelstelling
elke faciliteit voor 2020 aan een risicoanalyse te onderwerpen. Deze ambitieuze doelstelling zal worden gehaald dankzij duidelijk gedefinieerde methodologieën, instrumenten en specifieke middelen. Het concept van PSM systemen zoals toegepast in de VS, waar PSM verplicht is en in overeenstemming moet zijn met de vereisten van OSHA (Operational Safety and Health Administration) en EPA (Environmental Protection Agency), wordt ook gebruikt ter ondersteuning van veiligheidsbeheerssystemen in andere regio's, waaronder Europa waar het nakomen van de SEVESO richtlijn ondersteunt.
Het risico op een ongeval met gevaarlijke chemische transporten wordt beperkt door de optimalisatie van transportroutes, het vertrouwen op geselecteerde en gecontroleerde transporteurs en op de wereldwijde bijstand van Carechem in het geval van ongelukken. Bovendien wordt elke inspanning geleverd om het aantal transportactiviteiten te beperken door het gebruik van geïntegreerde productie-eenheden voor gevaarlijke hulpstoffen. Solvay past de veiligheidsaanbevelingen toe van beroepsverenigingen zoals Eurochlor, ECVM (European Council of Vinyl Manufacturers) of CTEF (Comité Technique Européen du Fluor) en van programma's zoals Responsible Care®.
Conservatieve benaderingen in risico-evaluatie en –beheer verminderen de werkelijke risicoblootstelling wanneer nieuwe gevaren worden bepaald. Dergelijke conservatieve benaderingen worden gedeeld en toegepast door het globaal toxicologisch team en ondersteund door het comité voor de "interne aanvaardbare blootstellingsgrens van Solvay", voorgezeten door de medische adviseur van de Groep.
Solvay heeft eigen experten binnen de onderneming en werkt actief samen met externe netwerken. De hoogste prioriteit wordt gegeven aan nano-materialen en –technologie, endocriene verstoorders en gezondheidsgerelateerde toepassingen van Solvay producten.
Reeds tientallen jaren heeft Solvay een globale opvolging van beroepsziektes opgezet alsmede een programma dat focust op een volledige evaluatie van de overeenstemming met beroepshygiënestandaarden. Om een hoog niveau van gezondheidspreventie voor werknemers te verzekeren, begon Solvay in 2006 met de implementatie en ontwikkeling van een beroepshygiënemodule en in 2008 met een gezondheidsmodules van het systeem MEDEXIS IH-OH om uitvoerige hygiënegegevens alsook het beheer van de gegevens met betrekking tot medisch toezicht te standaardiseren en te leren van programma's van medisch toezicht. Het MEDEXIS IH-OH systeem zal geleidelijk aan worden uitgebreid naar de hele Groep en worden gedeeld via een uniek en uniform IT-instrument. Het is ontworpen om clusters van nieuwe mogelijke beroepsziektes met verschillende onderliggende oorzaken te identificeren met als doel het verbeteren van de individuele en de collectieve blootstelling en de medische traceerbaarheid en het vergemakkelijken van het dagelijks werk van artsen en hygiënisten bij Solvay.
Het leefmilieurisico is de blootstelling van Solvay als gevolg van een plotse of langdurige lek van een chemische substantie, door een defect aan de industriële uitrusting of door een ongeluk bij het transport of door een productieprobleem waarbij stoffen vrijkomen en daarbij de toegestane emissieniveaus worden overschreden. Solvay heeft verscheidene sites waarvoor regels gelden voor installaties met hoog risico.
Het overschrijden van toegestane emissieniveaus kan tot administratieve of strafrechtelijke sancties, nadelige gevolgen bij geschillen en het risico op verlies van vergunningen leiden.
Zoals de meeste andere industriële ondernemingen dient Solvay de historische bodemvervuiling op sommige sites te beheren en ongedaan te maken en de toekomstige wijzigingen in leefmilieuwetgeving te respecteren. In Europa en elders worden leefmilieuaansprakelijkheid en het "vervuiler betaalt"-principe meer en meer ingevoerd in de leefmilieuwetgeving om schade te vermijden en ongedaan te maken. Voor het eerst werd leefmilieuschade aan land, water, natuurlijke habitats en beschermde diersoorten ondergebracht onder één Europese wetgeving.
De wetgeving introduceert een groter toepassingsgebied van wettelijke bodemreinigingsverplichtingen dan voorheen in Europa, waaronder een verplichting tot initiële reiniging, complementaire reiniging en reiniging ter compensatie. Algemeen vereisen steeds meer autoriteiten wereldwijd leefmilieubeleid op het vlak van bodem en grondwater. Het risico voor Solvay bestaat erin dat het ELD (European Liability Directive) tot stijgende reinigingskosten zou leiden en in dit kader zijn een aantal administratieve procedures aan de gang om de behoefte tot en de aanpak van de reiniging te bepalen.
Het risico van een klimaatsverandering is een realiteit, met als potentiële gevolgen: stijging van de zeespiegel, hogere frequentie en ernst van orkanen en tyfoons, waterschaarste, aardbevingen, tsunami's en overstromingen. Bovendien worden een aantal productievestigingen geconfronteerd met risico's op watertekort.
Voor Solvay is de bescherming van het leefmilieu een essentieel onderdeel van zijn activiteiten. Maatregelen voor de preventie van vervuiling en van ongevallen zijn bij Solvay altijd al heel belangrijk geweest. Solvay implementeert ISO 14001 of geïntegreerde HSE beheerssystemen gelijkwaardig aan ISO 14001 voor het leefmilieu in alle betrokken vestigingen. Het beleid en de risicocontroleprogramma's worden toegepast in alle productie-eenheden en overige faciliteiten en worden geleidelijk aan ingevoerd in de nieuw verworven fabrieken. De Groep heeft in het bijzonder de noodzakelijke stappen ondernomen om in overeenstemming te zijn met en zelfs verder te gaan dan de regelgeving voorschrijft op het gebied van de belangrijkste risico's, waaronder gedetailleerde maatregelen ter preventie van ongevallen.
De sites met historische bodemvervuiling worden zorgvuldig gevolgd en beheerd door een specifiek wereldwijd team. Dit team ontvangt opleidingen in kennis van reglementen en stelt regelmatige updates op van gepaste voorzieningen voor opvolging en herstelling, in overeenstemming met de bepaalde auditprocedures. De Groep heeft een eigen expertise ontwikkeld wat bodembeheer betreft. Solvay ziet er op toe dat in al haar units risicocontrole wordt toegepast. Hydrologische studies en bodemanalyse worden op een systematische manier uitgevoerd om eventuele problemen op te sporen, het risico in te schatten voor het grondwater en eventuele herstel- of begrenzingsmaatregelen te nemen in overleg met de bevoegde overheid. Een aantal van deze inspanningen is al geleverd of is momenteel in uitvoering.
Het respecteren van de toepasbare wetgeving is volledig geïntegreerd in leefmilieubeheerssystemen en worden constant opgevolgd door alle Solvay vestigingen. Verbeterende maatregelen worden ingevoerd wanneer nodig, in nauwe samenwerking met de leefmilieuautoriteiten om te garanderen dat er geen negatieve effecten op het leefmilieu worden waargenomen.
Solvay volgt de effecten van de klimaatverandering op, daar gerelateerde risico's en opportuniteiten de operationele doelstellingen van de Groep kunnen beïnvloeden. Het risico wordt in bepaalde mate gedekt door de geografische spreiding van de productie-eenheden en de markten van onze producten.
Beperkingsmaatregelen tegen het risico op watertekort, bestaan uit het gebruik van alternatieve waterbronnen, recyclage en vermindering van verbruik, gevolgd door een identificatie van vestigingen die mogelijk een risico lopen. De geografische spreiding van de productieeenheden over de wereld vermindert de mogelijke impact van een vertraging of sluiting van één productie-eenheid als gevolg van watertekort.
Risico's verbonden aan informatie en informatiediensten voor Solvay omvatten fraude, manipulatie of vernietiging van informatie, het onvermogen de continuïteit van de informatiediensten en operationele procedures en -diensten te garanderen en het onvermogen de vertrouwelijke, kritische of gevoelige informatie te beschermen. Voor het jaar 2013 werden de informatiediensten van de twee vroegere structuren samengevoegd en geïntegreerd in de nieuwe Solvay Business Services, waarbij rekening werd gehouden met de risicoherstelling zoals gedefinieerd door deze nieuwe organisatie voor de Solvay-Groep.
Er zijn interne controles ontworpen voor de informatiediensten, die voor financiële consolidatie geïmplementeerd en beoordeeld worden op Groepsniveau. De optimalisering van het Kasbeheer (kredietbeheer/ kasstromen/in-out banking en bedrijfskapitaal) werd doorgevoerd binnen de gehele Solvay-groep door het terugbrengen van de risico's van het werken met twee verschillende processen voor twee verschillende omgevingen.
De informatiediensten op het Solvay-groepsniveau (voor de beide vroegere structuren, na samenvoeging) zijn ISO 9001/2008 gecertificeerd.
Door de twee informatiedienstorganisaties samen te voegen is er een uniek e-mailadres voor alle eindgebruikers ingevoerd teneinde de risico's met betrekking tot de toegangscontrole te verminderen. Door de implementatie van slechts één Data Center met automatische redundantie op een terugvallocatie, heeft de organisatie van de informatiedienst het risico van onderbreking van de dienst verminderd voor de hele onderneming. Dankzij de implementatie van één enkel globaal en centraal beheerd netwerk zijn de risico's van gebreken in de veiligheid verminderd.
De interne controles van de informatiedienst werden in 2013 ontworpen, geïmplementeerd en beoordeeld voor het Worldwide Data Center en het globale netwerk.
Voor 2014 zal er een cyber-risico programma worden ingevoerd teneinde de risico's die de firma de komende jaren zou kunnen lopen, te verminderen.
Risico verbonden aan reputatie ontstaat uit de blootstelling van Solvay aan een achteruitgang van zijn reputatie bij de verschillende belanghebbenden (stakeholders). Schade kan ontstaan door het voorvallen van een van de hierboven vermelde risico''s of door een onverwachte crisisgebeurtenis (echte, veronderstelde of vermoede) en de publicatie van de resultaten daarvan. Tevens kan schade ontstaan uit om het even welke gebeurtenis of actie verbonden aan de Solvaynaam die een inbreuk vormt op ethiek, wetgeving of principes van deugdelijk bestuur en die, in het algemeen, de verwachtingen van de belanghebbenden van Solvay tekort doen.
Reputatieschade kan versneld en vergroot worden door het internet en de sociale netwerken.
De reputatie van een onderneming is een belangrijk actief. Schade aan de reputatie van een onderneming kan leiden tot een verzwakte concurrentiekracht en waardevernietiging. Het risico verbonden aan de reputatie ligt bij de subjectieve perceptie in haar vele facetten die de onderscheiden belanghebbenden van de vennootschap hebben. Vertrouwen is een essentieel bestanddeel van de reputatie van een onderneming.
Behalve een goed reputatiebeheer in de algemene zin van het woord onder toezicht van het departement Corporate Communication, dragen ook controleprocedures en systemen, een doeltreffende communicatie (die zowel transparant, coherent als nauwkeurig is) en solide relaties op lange termijn met essentiële belanghebbenden, zowel binnen als buiten de organisatie, bij tot een geleidelijk groeiend vertrouwen hetgeen onmisbaar is voor een goede reputatie.
Om zijn eigen goede reputatie te bevorderen, werkt Solvay mee aan specifieke programma's opgezet door belangrijke handelsorganisaties die de reputatie van de chemische industrie verbeteren. Leden van het Uitvoerend Comité van Solvay waren onlangs actief als voorzitter van het ICCA (International Council of Chemical Associations), het CEFIC (European Chemical Industry Control) en Plastics Europe.
Solvay heeft communicatieprocessen, -systemen, -plannen en -programma's ingevoerd om op die manier een regelmatige dialoog aan te gaan en te onderhouden, inclusief in crisissituaties, met de belangrijkste belanghebbenden: aandeelhouders en de financiële gemeenschap, werknemers, klanten en leveranciers, autoriteiten, lokale gemeenschappen en opinieleiders. De middelen daartoe omvatten interne en externe elektronische en gedrukte media op maat gemaakt voor een intern en extern publiek. Solvay houdt actieve contacten aan met de pers op groepsniveau en lokaal niveau door middel van rechtstreekse contacten, persberichten, persconferenties en ontmoetingen, en ook opendeurdagen en andere evenementen gericht op de lokale gemeenschap in de buurt van belangrijke sites. Solvay beschikt over richtlijnen en adviezen voor het gebruik door werknemers van sociale netwerken.
Duidelijke waarden en opleiding op basis van de Gedragscode in combinatie met een hoog niveau van deugdelijk bestuur zijn noodzakelijk om gedrag dat kan bijdragen tot reputatieschade te voorkomen.
Specifieke management- en communicatiesystemen waarmee alarm geslagen wordt als een actuele of latente crisis dreigt uit te breken, worden geactiveerd als zich onverwacht en plotseling negatieve gebeurtenissen voordoen die tot crisissituaties kunnen leiden die mogelijk schade berokkenen en de reputatie van de Groep aantasten. Speciaal daarvoor aangewezen managers en werknemers krijgen een opleiding om aan dergelijke situaties het hoofd te bieden. Geregeld worden er ook oefeningen in crisisbeheersing georganiseerd binnen de verschillende entiteiten van de Groep.
Met zijn diversiteit aan activiteiten en zijn geografische spreiding loopt de Solvay-groep wettelijke risico's, vooral inzake productaansprakelijkheid, contractuele betrekkingen, antitrust-wetgeving, geschillen over intellectuele eigendom, belastingaanslagen en kwesties in verband met gezondheid, veiligheid en leefmilieu. Betwistingen zijn niet te vermijden en zijn soms noodzakelijk om de rechten en belangen van de Groep te verdedigen.
Het resultaat van een proces kan niet met zekerheid worden voorspeld. Het is dan ook mogelijk dat ongunstige definitieve rechterlijke of arbitrage-uitspraken leiden tot de vaststelling van aansprakelijkheid (en kosten) die niet gedekt zijn, of niet helemaal gedekt zijn door voorzieningen of verzekering en dus een materiële impact kan hebben op de opbrengsten en inkomsten.
Lopende rechterlijke procedures waarin de Solvay-groep betrokken is en die een belangrijk risico inhouden worden hieronder kort gepresenteerd. Het gaat hier niet om een volledige lijst.
Het feit dat deze rechtsgeschillen hieronder worden weergegeven heeft niets te maken met hun intrinsieke betekenis. Solvay verdedigt zichzelf met veel overtuiging en heeft vertrouwen in de in de verdediging gehanteerde argumenten.
Voor bepaalde gevallen en overeenkomstig de boekhoudkundige regels die hier verband mee houden, heeft Solvay reserves of provisies opgebouwd om zo de kosten van financiële risico's en/ of andere kosten van de verdediging te dekken (zie toelichting 32 van de geconsolideerde jaarrekening op pagina 110 tot 116 van dit jaarverslag).
In mei 2006 legde de Europese Commissie boetes op voor in totaal € 193 miljoen tegen Solvay (met inbegrip van Ausimont SpA, door Solvay in 2002 overgenomen) voor vermeende inbreuk op de concurrentieregels op de markt van de peroxideproducten. Solvay ging in beroep tegen het besluit van de Europese Commissie en het Gerecht van de Europese Unie heeft de boete verlaagd tot € 139,5 miljoen voor Solvay NV en € 12,8 miljoen voor Solvay Specialty Polymers Italy SpA. Deze verlaagde boete werd in december 2013 bevestigd door het Europese Hof van Justitie. Gebundelde burgerlijke rechtszaken tegen Solvay en andere producenten zijn aanhangig gemaakt bij de Rechtbank van Dortmund (Duitsland) in 2009 wegens vermeende schending van de antitrustwetgeving, waarbij van de producenten schadevergoeding werd gevorderd op basis van hoofdelijke en gezamenlijke aansprakelijkheid. De waarde van de claims bedraagt circa € 240 miljoen (exclusief rente) tegen alle zes beklaagden. Verschillende vragen met betrekking tot de bevoegdheid van de Rechtbank van Dortmund werden voorgelegd aan het Europese Hof van Justitie en de procedure voor de Rechtbank van Dortmund werden in de tussentijd opgeschort.
In Brazilië heeft Solvay te maken met administratieve claims in verband met vermeende kartelactiviteiten op verschillende markten. De CADE (de Braziliaanse antitrust-autoriteit) heeft in mei 2012 boetes uitgedeeld aan Solvay en anderen in verband met de H2 02 activiteit (het aandeel van Solvay in de boetes bedraagt € 29,6 miljoen). Solvay heeft beroep aangetekend om de administratieve boetes te weerleggen voor het Braziliaans federaal gerecht.
In Italië is sinds 2002 een strafzaak bezig voor de rechtbank van Ferrara tegen vier oud-werknemers van Solvay voor vermeend misdadig gedrag vóór 1975, met betrekking tot twee gevallen van PVC-arbeiders die vermeend blootgesteld waren aan VCM. De zaak werd verworpen door de rechter van eerste aanleg van Ferrara in april 2012 en verscheidene burgerlijke partijen hebben beroep aangetekend tegen deze uitspraak. Solvay kan mogelijk eisen voor burgerlijke aansprakelijkheid verwachten indien in hoger beroep de uitspraak voor Solvay negatief zou zijn.
In Spinetta Marengo, Italië, heeft de openbare aanklager in oktober 2009 verscheidene individuen aangeklaagd (onder wie werknemers en oud-werknemers van Solvay, inclusief Ausimont SpA) wegens vermeende schending van de leefmilieuwetgeving (onder meer het vergiftigen van drinkwater). De strafzaak loopt nog steeds bij het Hof van Assisen van Alessandria. Solvay en Solvay Specialty Polymers (voorheen Solvay Solexis), een dochteronderneming van Solvay en wettige opvolger van Ausimont SpA, kunnen mogelijk blootgesteld worden aan een eis tot burgerlijke aansprakelijkheid indien de strafzaak een negatieve afloop kent.
In Bussi, Italië, heeft de openbare aanklager verscheidene individuen in staat van beschuldiging gesteld (onder wie oud-werknemers van Ausimont SpA, door Solvay overgenomen in 2002) met betrekking tot een vermeende schending van de leefmilieuwetgeving (milieuramp) en een vermeende misdaad tegen de publieke gezondheid (opzettelijke vergiftiging van drinkwater). De strafzaak loopt nog. De risico's voor Solvay Specialty Polymers Italy (voorheen Solvay Solexis, een dochteronderneming van Solvay en wettige opvolger van Ausimont SpA) op blootstelling aan claims voor burgerlijke schade is onwaarschijnlijk.
In algemene zin dient opgemerkt dat de overheid steeds actiever wordt om toe te zien op een verbeterd beheer van nagelaten, vervuilde bodems en grondwater. Dit heeft tot gevolg dat Solvay verwikkeld is in leefmilieugeschillen voor een beperkt aantal sites, waarvan de meeste betrekking hebben op de sites van Ausimont SpA (overgenomen in 2002). Het gaat hier om enkele gevallen van bodemvervuiling en stortplaatsen.
In de context van de verkoop van de farma-activiteiten hebben de contractuele afspraken bevredigende regels en voorwaarden opgeleverd voor de toewijzing en verdeling van de aansprakelijkheid inzake activiteiten van vóór de verkoop.
Onder voorbehoud van een aantal beperkte uitzonderingen is de blootstelling van Solvay aan schadevergoeding aan Abbott wegens aansprakelijkheid voor verkochte activiteiten beperkt tot een samengesteld bedrag van € 500 miljoen en voor beperkte tijd.
Dit houdt schadeloosstelling in voor de mogelijke aansprakelijkheid in de zaak van hormone replacement therapy (HRT) in de Verenigde Staten. Voormalige gebruikers van HRT-producten hebben duizenden rechtszaken aanhangig gemaakt in de VS tegen de producenten van HRT-producten. Per 31 december 2013 had Solvay bijna alle aanklachten opgelost.
a In 2013 resulteerden de voortdurende inspanningen van Solvay om de compliance-cultuur te verbeteren in een nieuwe versie van de Gedragscode, die meer bepaald aanwijzingen geeft over hoe men zich dient te gedragen op de werkvloer, in bedrijven, en wanneer men de Groep vertegenwoordigt. In alle domeinen waarin de Groep actief is, zijn er Compliance Offers aanwezig die een programma implementeren om een bedrijfscultuur op basis van ethiek en de naleving van normen te bevorderen, in overeenstemming met de waarden van Solvay. Er is een externe hulplijn voor ethische kwesties beschikbaar om alle problemen in alle vertrouwelijkheid te kunnen melden.
Dit hoofdstuk is een bijlage bij het verslag van de Raad van Bestuur
| 1 | Juridische structuur en aandeelhouders van Solvay NV |
164 |
|---|---|---|
| 2 | Beleid inzake maatschappelijk kapitaal en dividend |
165 |
| 3 | Algemene Aandeelhoudersvergaderingen |
167 |
| 4 | Raad van Bestuur | 170 |
| 5 | Uitvoerend Comité | 179 |
| 6 | Verslag over de verloningen | 181 |
| 7 | Rol van de voorzitters in de harmonische samenwerking tussen de Raad van Bestuur en het Uitvoerend Comité |
187 |
| 8 | Voornaamste kenmerken van de systemen voor risicomanagement en interne controle |
188 |
| 9 | Externe audit | 190 |
| 10 | Gedragscode | 190 |
| 11 | Preventie van het misbruik van voorkennis |
191 |
| 12 | Interne organisatie van de Solvay-groep |
191 |
| 13 | De relatie met aandeelhouders en beleggers |
191 |
| Annex | ||
| 14 | Het Auditcomité – Mission Statement | 194 |
| 15 | Verloningsbeleid voor de Algemene Directeuren |
195 |
De Solvay-groep heeft de Belgische Corporate Governance Code 2009 aangenomen als zijn referentie inzake Deugdelijk bestuur. Dit verslag presenteert de toepassing van de aanbevelingen uit deze Code volgens het principe "pas toe of leg uit" (comply or explain). De Belgische Corporate Governance Code editie 2009, is te raadplegen op de GUBERNA internetsite (www.guberna.be).
1.1 Solvay NV is een naamloze vennootschap naar Belgisch recht. De maatschappelijke zetel is gevestigd te Ransbeekstraat 310, 1120 Brussel, België.
Haar statuten zijn na te lezen op de Solvay-internetsite: www.solvay.com.
1.2 De aandelen zijn ofwel op naam, ofwel gedematerialiseerd. Sinds 1 januari 2008 zijn er geen papieren aandelen (aan toonder) meer beschikbaar. De aandelen aan toonder die al in een aandelendossier zaten, zijn automatisch geconverteerd in gedematerialiseerde aandelen. Ook heeft de Algemene Aandeelhoudersvergadering van 8 mei 2007 besloten dat de door de vennootschap uitgegeven aandelen aan toonder die uiterlijk op 1 juli 2011 niet waren ingeschreven als gedematerialiseerde aandelen of aandelen op naam in een effectenrekening, van rechtswege zullen worden omgezet in gedematerialiseerde aandelen.
Per 31 december 2013 bestond het kapitaal van Solvay NV uit 84 701 133 aandelen. Elk aandeel geeft recht op één stem (behalve de aandelen die Solvay NV of haar dochterondernemingen in bezit hebben, waarvan het stemrecht is opgeheven). Het gaat uitsluitend om gewone aandelen en ze zijn allemaal gelijk.
Het aandeel is genoteerd op de NYSE Euronext Brussel. Het noteert sinds 23 januari 2012 ook op de beurs NYSE Euronext Parijs. Het komt voor in een aantal indexen:
In september 2013 werd Solvay opgenomen in de Europese Dow Jones Sustainability Index (DJSI Europe). DJSI is de toonaangevende, niet-financiële wereldwijde index met de efficiëntste bedrijven op het gebied van maatschappelijk verantwoord en milieubewust ondernemen.
Sinds 15 februari 2007 heeft Solvay Stock Option Management bvba de Bank Rothschild & Cie, in het kader van een liquiditeitscontract, gemandateerd om de liquiditeit van het aandeel op Euronext Brussel te verbeteren. Dit mandaat bleef in 2013 van kracht.
1.3 De grootste aandeelhouder van Solvay NV is Solvac NV. Per 31 december 2013 bezat die iets meer dan 30 % van het kapitaal en van de stemmen. Solvac NV heeft ad hoc transparantieverklaringen afgelegd telkens wanneer het een drempel bereikte waarop het daartoe wettelijk of statutair verplicht was. Solvac heeft ook de door de wet vereiste kennisgeving gedaan betreffende het Openbaar Bod tot Aankoop.
Solvac NV is een naamloze vennootschap naar Belgisch recht, waarvan de aandelen zijn genoteerd op NYSE Euronext Brussel. Enkel fysieke personen kunnen aandeelhouder zijn en de aandelen zijn uitsluitend op naam. Een zeer grote meerderheid van deze aandeelhouders (voor 80 % van het kapitaal) zijn leden van de families die Solvay NV hebben opgericht.
JP Morgan Asset Management Holdings Inc. heeft Solvay geïnformeerd dat de totale deelneming van zijn verschillende dochterondernemingen 3,03 % of 2 562 505 aandelen heeft bereikt op 21 november 2012.
Op 31 december 2013 bezat Solvay Stock Option Management BVBA 1,81 % van de door Solvay NV uitgegeven aandelen (1 529 870 aandelen), met de bedoeling om het aandelenoptieprogramma van Solvay te dekken (zie ook 2.1. Maatschappelijk kapitaal).
De recentste transparantieverklaringen zijn na te lezen op de internetsite www.solvay.com.
De overige aandelen zijn in het bezit van:
De onderneming is ervan op de hoogte gebracht dat sommige individuele aandeelhouders die een directe participate in Solvay NV hebben, onderling overleg willen kunnen plegen wanneer de Raad van Bestuur vragen van groot strategisch belang voorlegt aan de Algemene Aandeelhoudersvergadering. Ieder van deze aandeelhouders is volledig vrij om te stemmen zoals hij/zij wil. Geen van deze personen, individueel of samen met anderen, bereiken de initiële drempel van 3 % waarboven een kennisgeving omwille van de transparantie vereist is.
1.4 Tijdens de Algemene Aandeelhoudersvergadering van mei 2013 vertegenwoordigden de aandeelhouders met hun stemmen 59,38 % van het kapitaal van Solvay NV.
1.5 Per 31 december 2013 had Solvay NV geen enkele participatie waarvoor een wettelijke of statutaire transparantieverklaring vereist was.
2.1.1 Sinds haar omvorming tot naamloze vennootschap en haar beursintroductie in 1967 heeft de onderneming nooit haar aandeelhouders publiek opgeroepen om het kapitaal te verhogen. Ze heeft de nodige financiële middelen uit haar winst gehaald, waarvan ze slechts een deel uitkeert (zie hieronder: dividendbeleid).
2.1.2 De Buitengewone Algemene Aandeelhoudersvergadering van 12 mei 2009 heeft de Raad van Bestuur de bevoegdheid verleend om voor een periode van vijf jaar, met ingang van deze datum, op de beurs aandelen te verwerven of over te dragen voor maximaal 20 % van het kapitaal (hetzij 16 940 000 aandelen) tegen een koers tussen € 20 en € 150. In 2013 werd er geen gebruik gemaakt van deze mogelijkheid.
Op de Buitengewone Aandeelhoudersvergadering van 13 mei 2014 zal een voorstel gedaan worden om deze bevoegdheid te hernieuwen voor een periode van vijf jaar en om een koers tussen € 20 en € 200 vast te leggen.
2.1.3 In december 1999 heeft de onderneming een jaarlijks aandelenoptieplan geïntroduceerd voor de leidinggevenden van de Groep over heel de wereld. Het plan wordt geheel of ten dele gefinancierd met de eigen aandelen die de Solvay-groep op de beurs terugkoopt. Sinds januari 2007 wordt het dekkingsprogramma uitgevoerd door Solvay Stock Option Management BVBA. Dit dekkingsprogramma is voor een periode van vijf jaar goedgekeurd door de Buitengewone Algemene Aandeelhoudersvergadering van 12 mei 2009.
In februari 2013, voor toepassing in maart 2013, heeft de Raad van Bestuur op voorstel van het Comité Verloning aandelenopties toegekend aan ongeveer 75 hogere kaderleden van de Groep. Dit aandelenoptieplan omvat Dhr. Jean-Pierre Clamadieu en Dhr. Bernard de Laguiche (tevens Bestuurders). Dhr. JP. Clamadieu en Dhr. B. de Laguiche hielden zich om ethische redenen afzijdig bij het overleg van de Raad van Bestuur over de hen betreffende aandelenopties.
De Raad van Bestuur heeft hun onthoudingsverklaring genoteerd, verwijzend naar artikel 523 §3.2 van het Wetboek van Vennootschappen, dat handelt over gebruikelijke verrichtingen die plaats hebben onder normale voorwaarden en normale marktwaarborgen die op de markt gewoonlijk gelden voor soortgelijke verrichtingen.
Dhr. Clamadieu heeft 35 178 opties aanvaard; Dhr. de Laguiche 11 726 opties.
Op 31 december 2013 was het belang van Solvay Stock Option Management BVBA in Solvay NV goed voor 1,81 % (1 529 870 aandelen) van het maatschappelijk kapitaal.
In 2013 zijn voor een totaal van 901 810 aandelenopties van dit type uitgeoefend. Opties kunnen in principe gedurende vijf jaar na een bevriezing van drie jaar worden uitgeoefend.
De uitgeoefende aandelenopties zijn ingedeeld als volgt:
In de periode dat de Groep deze aandelen bezit, zijn stemrecht en recht op dividenduitkering van Solvay NV opgeschort.
Tenslotte moet vermeld worden dat in de context van het openbaar overnamebod van Solvay NV op de aandelen van Rhodia SA, liquiditeitscontracten zijn afgesloten met personeelsleden die recht hadden op gratis aandelen of opties op Rhodia-aandelen, zodat deze begunstigden hun recht konden behouden en hun Rhodia-aandelen konden verkopen of afstaan gedurende een bepaalde periode na de beëindiging van het openbaar overnamebod. Deze blootstelling aan gratis aandelen is volledig gedekt.
| Uitgiftedatum | Uitoefenprijs (in €) | Uitoefendatum | Aanvaardingsgraad |
|---|---|---|---|
| 2001 | 62,25 | 02/2005-12/2009 | 98,6 % |
| 2002 | 63,76 | 02/2006-12/2010 | 98,4 % |
| 2003 | 65,83 | 02/2007-12/2011 | 97,3 % |
| 2004 | 82,88 | 02/2008-12/2012 | 96,4 % |
| 2005 | 97,30 | 02/2009-12/2013 | 98,8 % |
| 2006 | 109,09 | 02/2010-12/2014 | 97,2 % |
| 2007 | 96,79 | 01/2011-12/2015 | 97,6 % |
| 2008 | 58,81 | 01/2012-12/2016 | 96,9 % |
| 2009 | 72,34 | 01/2013-12/2017 | 98,2 % |
| 2010 | 76,49 | 01/2014-12/2018 | 98,1 % |
| 2011 | 65,71 | 01/2015-12/2019 | 93,8 % |
| 2012 | 88,71 | 01/2016-03/2020 | 97,2 % |
| 2013 | 111,01 | 01/2017-03/2021 | 100 % |
2.1.4 Los van de bevoegdheid waarvan sprake is in paragraaf 2.1.2. hierboven, en om zichzelf te verdedigen, kan de vennootschap haar eigen aandelen op de beurs terugkopen tot 20 % van het geplaatste kapitaal. Ze hoeft daarbij geen rekening te houden met een plafondof maximale koers of met een bodemkoers. Deze optie is er voor wanneer er een dreigend ernstig nadeel dreigt, bijvoorbeeld in geval van een vijandig overnamebod.
De Buitengewone Aandeelhoudersvergadering heeft deze procedure in mei 2011 met drie jaar verlengd.
Op de Buitengewone Aandeelhoudersvergadering van 13 mei 2014 zal voorgesteld worden om deze bevoegdheid te hernieuwen voor drie jaar.
2.2.1 Het beleid van de Raad van Bestuur bestaat erin de Algemene Aandeelhoudersvergadering voor te stellen om het dividend te verhogen telkens wanneer dit mogelijk is en voor zover mogelijk nooit te verminderen. Dit beleid wordt nu al vele jaren volgehouden. De grafische voorstelling hieronder geeft een overzicht van de voorbije 20 jaar.
2.2.2 De uitbetaling van het jaarlijks dividend gebeurt in twee schijven: een vooruitbetaling (interimdividend) en een uitkering van het resterende saldo. De methode voor het bepalen van het interimdividend kent als richtlijn 40 % (afgerond) van het dividend van het vorige boekjaar en houdt ook rekening met de resultaten van de eerste negen maanden van het lopende boekjaar.
Zo heeft de Raad van Bestuur op 24 oktober 2013 voor het boekjaar 2013 een interimdividend goedgekeurd van € 1,3333 bruto per aandeel (netto € 1,00 na aftrek van de Belgische bronheffing van 25 %).
Dit interimdividend, dat uitgekeerd werd op 23 januari 2014, dient verrekend te worden met het totale dividend voor het boekjaar 2013.
Wat het saldo betreft stelt de Raad van Bestuur bij de opmaak van de jaarrekening een dividend voor aan de Gewone Algemene Aandeelhoudersvergadering, dat in de lijn ligt van het hierboven beschreven beleid.
Het tweede deel van het dividend, oftewel het saldo na aftrek van het interimdividend, dient uitbetaald te worden in de loop van de maand mei.
Voor het boekjaar 2013 bedraagt het brutodividend per aandeel dat aan de Algemene Aandeelhoudersvergadering van 13 mei 2014 wordt voorgesteld € 3,20 (netto € 2,40 per aandeel), stabiel; in vergelijking met het dividend voor 2012. Rekening houdend met het interimdividend dat uitbetaald werd op 23 januari 2014, zal het saldo van € 1,8667 bruto per aandeel (netto € 1,40 per aandeel) uitgekeerd worden vanaf 20 mei 2014.
2.2.3 Aandeelhouders die opteerden voor aandelen op naam ontvangen het interimdividend en het saldo van het dividend automatisch en gratis via een overschrijving op de opgegeven bankrekening en dit op de uitkeringsdatum van het dividend. Aandeelhouders die gedematerialiseerde aandelen bezitten, krijgen hun dividend via hun bank of volgens de regeling die zij verkiezen.
De coupons voor interimdividend en saldo worden uitbetaald door de KBC Bank NV en CBC Banque NV :
W KBC Bank NV, Havenlaan 2 – 1080 Brussel (België);
W CBC Banque NV, Grote Markt 5 – 1000 Brussel (België).
2.2.4 Tot op heden heeft de vennootschap geen optioneel dividend, een dividend dat in nieuwe aandelen wordt uitbetaald en niet in speciën, aan haar aandeelhouders voorgesteld. De mogelijkheid biedt in België geen enkel fiscaal of financieel voordeel voor de aandeelhouders.
Op te merken valt dat de wet van 20 december 2010 – betreffende de uitoefening van bepaalde rechten van aandeelhouders in beursgenoteerde vennootschappen – de voorwaarden heeft gewijzigd voor de organisatie van algemene vergaderingen. De statuten van Solvay NV werden dientengevolge aangepast.
De jaarlijkse Gewone Algemene Aandeelhoudersvergadering vindt steeds plaats op de tweede dinsdag van de maand mei om 10.30 uur in de bedrijfszetel of op welke andere plaats ook die vermeld staat in de oproepingsbrief.
Is een Buitengewone Algemene Aandeelhoudersvergadering nodig, dan probeert de Raad van Bestuur die onmiddellijk voor of na de jaarlijkse Gewone Algemene Aandeelhoudersvergadering te doen plaatsvinden.
De jaarlijkse Algemene Aandeelhoudersvergadering wordt bijeengeroepen door de Raad van Bestuur. Diezelfde Raad stelt ook de agenda op. Ook de aandeelhouders kunnen een Algemene Aandeelhoudersvergadering bijeenroepen en de agenda opstellen, als ze samen 20 % van het kapitaal vertegenwoordigen, zoals het Wetboek van Vennootschappen dit bepaalt.
Een of meer aandeelhouders die samen ten minste 3 % van het kapitaal bezitten kunnen onder de voorwaarden bepaald in het Wetboek van Vennootschappen verzoeken om bepaalde punten toe te voegen aan de agenda van iedere Algemene Aandeelhoudersvergadering. Ze kunnen ook resolutievoorstellen indienen in verband met toe te voegen of reeds ingeschreven agendapunten voor de reeds bijeengeroepen vergadering.
De agenda van de gewone Algemene Aandeelhoudersvergadering vermeldt gewoonlijk de volgende onderwerpen:
W de bepaling van het dividend voor het betreffende boekjaar;
W de kwijting van de Bestuurders en de commissaris voor het boekjaar;
Een Buitengewone Algemene Aandeelhoudersvergadering is zeker vereist voor alle onderwerpen die te maken hebben met de inhoud van de statuten van de vennootschap. Wanneer de Raad van Bestuur een bijzonder verslag opstelt met het oog op een Buitengewone Algemene Aandeelhoudersvergadering, dan wordt dit bijzonder verslag bij de uitnodiging gevoegd. Het wordt ook op de website van de vennootschap gepubliceerd.
De oproep tot deelname aan de Algemene Aandeelhoudersvergadering vermeldt plaats, datum en uur van de vergadering, de agenda, de verslagen en de resolutievoorstellen voor elk agendapunt dat ter stemming wordt voorgelegd. Tenslotte vermeldt de oproep de procedure tot deelname aan de vergadering en voor het verstrekken van een volmacht.
De bezitters van aandelen op naam ontvangen hun oproep op het adres dat ze hebben opgegeven via de post, samen met de formulieren voor bevestiging van de deelname en voor het geven van een volmacht, behalve wanneer de bestemmelingen individueel, uitdrukkelijk en schriftelijk zijn overeengekomen om de oproep voor de vergadering via een ander communicatiemiddel te ontvangen. De bezitters van gedematerialiseerde aandelen worden opgeroepen via de Belgische pers. Deze oproepen verschijnen in het Belgisch Staatsblad en ook in de financiële pers, met name de Belgische Franstalige en Nederlandstalige kranten. De belangrijkste in België gevestigde banken krijgen ook de nodige documentatie om ze te bezorgen aan de klanten die aandeelhouders van Solvay zijn.
3.4.1 Sinds 1 januari 2012 is de inschrijvingsprocedure verplicht om aan de Algemene Aandeelhoudersvergadering te kunnen deelnemen en er te kunnen stemmen.
De aandeelhouder moet zijn aandelen ter registratie aanmelden, uiterlijk op de 14e kalenderdag om 24.00 uur (Belgische tijd) die voorafgaat aan de desbetreffende Algemene Aandeelhoudersvergadering.
Voor bezitters van aandelen op naam verloopt deze procedure automatisch. De registratie van hun aandelen vloeit voort uit hun inschrijving in het register van aandelen op naam op de registratiedatum.
De registratie van gedematerialiseerde aandelen gebeurt door inschrijving op de rekening van een erkende rekeninghouder of van een vereffeningsinstelling.
De aandeelhouders worden toegelaten tot de Algemene Aandeelhoudersvergaderingen en kunnen er hun stemrecht uitoefenen met de aandelen die de wettelijke registratieprocedure hebben ondergaan. Hierbij wordt geen rekening gehouden met het aantal aandelen dat zij op de dag van de betreffende Algemene Aandeelhoudersvergadering bezitten.
3.4.2 De aandeelhouders dienen voorts aan de vennootschap, en in voorkomend geval aan de persoon die zij hiertoe hebben aangewezen, uiterlijk op de zesde kalenderdag voor de Algemene Aandeelhoudersvergadering te laten weten dat zij wensen deel te nemen. De bezitters van aandelen op naam dienen de vennootschap de originele en ondertekende versie van het bij de oproepingsbrief gevoegde deelnameformulier toe te sturen.
De bezitters van gedematerialiseerde aandelen moeten de vennootschap een getuigschrift van de erkende rekeninghouder of de erkende vereffeningsinstelling bezorgen waarin het aantal van de op zijn/haar naam en op zijn/haar rekening ingeschreven aandelen op de datum van de registratie vermeld moet staan, op basis waarvan de aandeelhouder verklaart aan de Algemene Aandeelhoudersvergadering te willen deelnemen.
Meer bijzonderheden over de voorwaarden tot deelname aan de Algemene Aandeelhoudersvergadering zullen ter attentie van de aandeelhouders op de internetsite van de vennootschap geplaatst worden. (http://www.solvay.com/en/investors/shareholders-meeting/ index.html).
3.4.3 De uitoefening van het stemrecht voor aandelen in onverdeeldheid of opsplitsing (vruchtgebruik/naakte eigendom) of van aandelen die het bezit zijn van een minderjarige of een persoon die juridisch onbekwaam is, gebeurt volgens bijzondere wettelijke en statutaire regels. Op basis van deze regels wijst men doorgaans een enkele vertegenwoordiger aan die van het stemrecht gebruik mag maken. Blijkt dit onmogelijk, dan wordt het stemrecht opgeschort tot de vertegenwoordiger is aangewezen.
3.4.4 Aandeelhouders stemmen persoonlijk tijdens de Algemene Aandeelhoudersvergadering of verlenen hiertoe een volmacht. De vorm van de volmacht is bepaald door de Raad van Bestuur en is beschikbaar op de internetsite van de vennootschap zodra de oproep tot deelname aan de Algemene Aandeelhoudersvergadering is verspreid. De volmachten dienen verstuurd te worden naar het aangegeven adres of eventueel naar het in de oproeping vermelde elektronisch adres en dit uiterlijk op de zesde kalenderdag die aan de Algemene Aandeelhoudersvergadering voorafgaat.
De volmachtdrager dient geen aandeelhouder van de vennootschap te zijn.
Wanneer bepaalde aandeelhouders van hun recht gebruik maken om punten of voorstellen aan de agenda van een Algemene Aandeelhoudersvergadering toe te voegen, blijven de reeds aan de vennootschap gemelde volmachten geldig voor alle onderwerpen die ze bestrijken. Wat de nieuwe punten betreft is het aangewezen de bepalingen hieromtrent te raadplegen in het Wetboek van Vennootschappen.
De aangewezen volmachtdrager mag niet afwijken van de specifieke steminstructies die een aandeelhouder hem gegeven heeft, behalve in de uitzonderlijke gevallen voorzien in het Wetboek van Vennootschappen.
Bij gebrek aan specifieke instructies per agendapunt kan er een potentieel belangenconflict ontstaan tussen de belangen van de volmachtdrager en de aandeelhouder in de zin van artikel 547 bis, §4 van het Wetboek van Vennootschappen. In dat geval mag de volmachtdrager niet stemmen.
Ongeldige volmachten worden niet in de telling meegenomen. De onthoudingen die formeel kenbaar zijn gemaakt tijdens de stemming of op het volmachtdocument, zullen als dusdanig worden geteld.
3.4.5 Elke aandeelhouder die voldoet aan de toelatingsvoorwaarden van de Algemene Aandeelhoudersvergadering heeft het recht schriftelijke vragen in te dienen over de punten op de agenda. Deze vragen kunnen per post naar de maatschappelijke zetel worden gestuurd of langs elektronische weg naar het e-mailadres dat op de oproepingsbrief staat. De schriftelijke vragen dienen ten laatste zes kalenderdagen voor de datum van de Algemene Aandeelhoudersvergadering de vennootschap te bereiken.
3.5.1 De voorzitter van de Raad van Bestuur zit de Algemene Aandeelhoudersvergaderingen voor. In zijn afwezigheid, fungeert een Bestuurder die hiertoe een volmacht kreeg van zijn collega's als voorzitter.
De voorzitter leidt de discussie volgens de regels die in België gelden voor dergelijke vergaderingen. Hij ziet erop toe dat op de vragen die tijdens de vergadering gesteld worden een antwoord komt. Tegelijk zorgt hij ervoor dat de agenda wordt gerespecteerd, met inachtneming van de verplichtingen inzake de vertrouwelijkheid. Hij benoemt de secretaris van de vergadering, gewoonlijk de groepssecretaris van de vennootschap, en wijst twee aandeelhouders aan als stemopnemers.
3.5.2 Een resolutie op een Gewone Algemene Aandeelhoudersvergadering wordt aanvaard bij gewone meerderheid van de stemmen uitgebracht door de aanwezige of vertegenwoordigde aandeelhouders. Als regel geldt dat één aandeel één stem waard is.
3.5.3 Voor de Buitengewone Algemene Aandeelhoudersvergadering respecteert de vennootschap de wettelijke regels inzake quorum en bepaling van de meerderheid.
3.5.4 Gewoonlijk is de stemming publiek en gebeurt ze bij handopsteking of elektronisch. De telling gebeurt onmiddellijk en het resultaat van elke stemming wordt prompt meegedeeld.
In uitzonderlijke gevallen, bij zaken waarin een specifieke persoon is betrokken, is een schriftelijke geheime stemming mogelijk.
Tot op heden is nooit om deze procedure gevraagd. De Buitengewone Algemene Aandeelhoudersvergadering van 9 mei 2006 heeft deze statutaire regel gewijzigd en een minimumdrempel van 1 % van het kapitaal ingevoerd voor een individuele aandeelhouder of meerdere aandeelhouders die samen handelen, en dit uitsluitend als er verscheidene kandidaten zijn voor hetzelfde mandaat.
Het verslag van de Algemene Aandeelhoudersvergadering wordt opgesteld en goedgekeurd door de aandeelhouders aan het eind van de vergadering.
De Voorzitter, de secretaris, de stemopnemers en de aandeelhouders die dit wensen ondertekenen het verslag. Bij een Buitengewone Algemene Aandeelhoudersvergadering wordt een notariële akte opgemaakt als verslag.
3.5.5 Het verslag met het resultaat van de stemmingen wordt gepubliceerd op de website van de vennootschap (www.solvay.com) en dit uiterlijk op de 15e kalenderdag na de Algemene Aandeelhoudersvergadering. De verslagen van de meest recente aandeelhoudersvergaderingen zijn ook raadpleegbaar op de hierboven aangegeven internetsite. Aandeelhouders kunnen afschriften of officiële uittreksels met handtekening van de voorzitter van de Raad van Bestuur verkrijgen op aanvraag.
D e d o c u m e n t e n i n v e r b a n d m e t d e A l g e m e n e Aandeelhoudersvergaderingen (oproep tot deelname, agenda, volmachten, bevestiging van deelname, jaarverslag, eventueel speciaal verslag van de Raad van Bestuur, enz.) zijn elk jaar beschikbaar op www.solvay.com, en dit vanaf de dag waarop de oproep tot deelname wordt rondgestuurd en op zijn minst totdat de vergadering heeft plaatsgevonden. De documenten zijn beschikbaar in het Frans en het Nederlands. Dat zijn de officiële versies. Er is ook een officieuze vertaling in het Engels.
De Raad van Bestuur is het hoogste bestuursorgaan van de vennootschap.
De wet geeft hem macht over alles wat wettelijk of statutair niet tot de bevoegdheid van de Algemene Aandeelhoudersvergadering behoort.
In het geval van Solvay NV heeft de Raad van Bestuur zich een aantal essentiële domeinen voorbehouden en zijn andere bevoegdheden gedelegeerd aan een Uitvoerend Comité (zie hierna).
De Raad heeft dus niet gekozen voor de oprichting van een Directiecomité (Comité de Direction/Directiecomité) naar Belgisch recht.
De kernbevoegdheden die de Raad van Bestuur zich voorbehoudt zijn hoofdzakelijk de volgende:
2 het bepalen van het algemene beleid en de strategische keuzes van de Groep;
3 de goedkeuring van het referentiekader voor de interne controle en het risicomanagement;
Voor alle aangelegenheden waarvoor de Raad van Bestuur exclusief bevoegd is, werkt de raad nauw samen met het Uitvoerend Comité. Deze laatste heeft namelijk als taak de meeste voorstellen voor te bereiden waarover de Raad moet beslissen.
4.2.1 De leden van de Raad van Bestuur beschikken over alle nodige informatie om zich van hun functie te kwijten, dit door middel van dossiers die voor hen worden samengesteld op last van de Voorzitter en die de Groepssecretaris hen verscheidene dagen voor elke zitting bezorgt.
Zij kunnen voor bijkomende informatie ook altijd terecht bij de Voorzitter van de Raad van Bestuur, de Voorzitter van het Uitvoerend Comité of de Groepssecretaris, al naargelang van de aard van hun vragen. De Raad van Bestuur mag ook beslissen om voor onderwerpen waarvoor hij bevoegd is een beroep te doen op externe experts indien hij dit wenselijk acht.
4.2.2 De vennootschap is jegens derden geldig vertegenwoordigd mits een gezamenlijke handtekening van minstens twee personen met de volgende bevoegdheid: de Voorzitter van de Raad van Bestuur en/of Bestuurders die deel uitmaken van het Uitvoerend Comité. Voor beslissingen die vallen onder het dagelijks bestuur volstaat de handtekening van één Bestuurder die ook lid is van het Uitvoerend Comité. Conform de besluiten van de Raad van Bestuur van 21 oktober 2012 en 30 juli 2013, laat het Uitvoerend Comité toe dat voor taken die onder het dagelijks bestuur vallen en voor andere bevoegdheden die aan het Uitvoerend Comité toegekend zijn, de handtekening volstaat van ieder lid van het Uitvoerend Comité alsook de handtekening van iedere Algemene Directeur van de Groep die gezamenlijk met de Voorzitter van de Raad van Bestuur of de Voorzitter van het Uitvoerend Comité optreedt. Bevoegdheidsoverdracht kan overigens geval per geval gebeuren wanneer dit nodig is.
4.2.3 Onder voorbehoud van hetgeen in punt 2.1.4. is uiteengezet (artikel 523 van het Wetboek van Vennootschappen) werden de Bestuurders in 2012 niet geconfronteerd met belangenconflicten die de toepassing van de wettelijke procedures zouden vereist hebben die het Wetboek van Vennootschappen in dergelijke gevallen voorziet.
Er waren daarentegen wel enkele gevallen, waar een Bestuurder om ethische redenen heeft afgezien van de beraadslaging of de stemming.
Op 31 december 2013 bestond de Raad van Bestuur uit 15 leden, die opgesomd worden op pagina's 174 en 175.
Op de gewone Algemene Aandeelhoudersvergadering van 13 mei 2014 zal de Raad van Bestuur voorstellen:
De Bestuurders worden door de Gewone Algemene Aandeelhoudersvergadering verkozen voor een termijn van vier jaar. Hun mandaat is verlengbaar.
De leeftijdsgrens is vastgelegd op de dag van de eerste Algemene Aandeelhoudersvergadering die volgt op de 70e verjaardag van het lid.
De Raad van Bestuur hanteert de volgende criteria wanneer hij de gewone Algemene Aandeelhoudersvergadering een kandidaat-Bestuurder voorstelt:
Zo erkende de gewone Algemene Aandeelhoudersvergadering 9 van de 14 niet-uitvoerende Bestuurders als onafhankelijken per 31 december 2013;
De Belgische wetgeving en de statuten laten spontane kandidaturen toe voor het mandaat van Bestuurder, voor zover ze ten minste 40 dagen voor de gewone Algemene Aandeelhoudersvergadering schriftelijk aan de vennootschap zijn bezorgd.
Conform de wet zal de Raad van Bestuur, die op 31 december 2013 uit drie vrouwen en 12 mannen bestond, bij de komende vernieuwingen op de verplichting toezien om minstens een derde vrouwen in de Raad op te nemen in de voorziene termijn.
De Voorzitter van de Raad van Bestuur vergaart, in samenwerking met de Voorzitter van het Benoemingscomité, de informatie die de Raad nodig heeft om na te gaan of aan de vermelde criteria voldaan wordt op het moment van de benoeming, verlenging en tijdens de uitoefening van het mandaat.
De Raad van Bestuur legt op basis van de Belgische wetgeving de criteria vast voor de beoordeling van de onafhankelijkheid van de Bestuurders. Elke Bestuurder die aan deze criteria voldoet wordt ter bevestiging voorgedragen op de gewone Algemene Aandeelhoudersvergadering.
De wettelijke criteria van onafhankelijkheid, zoals vermeld in artikel 526ter van het Wetboek van Vennootschappen, ingevoerd door de wet van 17 december 2008, art.16, zijn de volgende:
3 gedurende een periode van drie jaar voorafgaand aan de benoeming, geen deel uitgemaakt hebben van het leidinggevend personeel in de zin van artikel 19, 2°, van de wet van 20 september 1948 houdende organisatie van het bedrijfsleven, van de vennootschap, of van een daarmee verbonden vennootschap of persoon zoals bepaald in artikel 11 van het Wetboek van Vennootschappen;
4 geen vergoeding of ander belangrijk voordeel van vermogensrechtelijke aard hebben ontvangen van de vennootschap of van een daarmee verbonden vennootschap of persoon zoals bepaald in artikel 11 van het Wetboek van Vennootschappen, met uitzondering van de tantièmes en de vergoedingen die hij/zij eventueel heeft ontvangen als niet-uitvoerend lid van het bestuursorgaan of lid van het toezichthoudende orgaan;
b) indien hij maatschappelijke rechten bezit die een quotum van minder dan 10 % vertegenwoordigen:
W mogen die maatschappelijke rechten plus de maatschappelijke rechten die in dezelfde vennootschap worden aangehouden door vennootschappen waarover de onafhankelijk Bestuurder controle heeft, geen tiende bereiken van het kapitaal, het eigen vermogen van de vennootschap of van een categorie aandelen van de vennootschap,
of
6 geen significante zakelijke relatie hebben of in het afgelopen boekjaar hebben gehad met de vennootschap of met een daarmee verbonden vennootschap of persoon zoals bepaald in artikel 11 van het Wetboek van Vennootschappen, noch rechtstreeks noch als vennoot, aandeelhouder, lid van het bestuursorgaan of lid van het leidinggevend personeel in de zin van artikel 19,2°, van de wet van 20 september 1948 houdende organisatie van het bedrijfsleven, van een vennootschap of persoon die een dergelijke relatie onderhoudt;
7 in de voorbije drie jaren geen vennoot of werknemer zijn geweest van de huidige of vorige externe auditor van de vennootschap of van een daarmee verbonden vennootschap of persoon in de zin van artikel 11 van het Wetboek van Vennootschappen;
Zo erkende de Gewone Algemene Aandeelhoudersvergadering 9 van de 14 niet-uitvoerende Bestuurders als onafhankelijken per 31 december 2013.
Dhr. Jean-Pierre Clamadieu, Voorzitter van het Uitvoerend Comité en CEO, werd niet erkend als onafhankelijk bij zijn herbenoeming als Bestuurder in 2013 (criterium nr. 1).
Dhr. Bernard de Laguiche, lid van het Uitvoerend Comité tot 30 september 2013, werd niet erkend als onafhankelijk bij de hernieuwing van zijn mandaat als Bestuurder in 2013 (criterium nr. 1).
Dhr. Nicolas Boël, Dhr. Denis Solvay, Dhr. Jean-Marie Solvay en Ridder Guy de Selliers de Moranville, allen al meer dan 12 jaar Bestuurder van de vennootschap, werden om deze reden niet als onafhankelijk erkend (criterium nr. 2).
| Geboorte jaar |
Jaar van eerste benoeming |
Solvay NV mandaten en vervaldatum bestuursmandaat |
Diploma's en activiteiten buiten Solvay | Deelname aan vergaderingen van de Raad van Bestuur in 2013 (afhankelijk van datum benoeming) |
|
|---|---|---|---|---|---|
| Dhr. Nicolas Boël (B) |
1962 | 1998 2017 Voorzitter van de Raad van Bestuur, Voorzitter van de Comités Financiën en Vergoedingen, lid van het Benoemingscomité |
Licentiaat Economische Wetenschappen (Université Catholique de Louvain), Master of Business Administration (College of William and Mary – VSA). Bestuurder van Sofina. |
7/7 | |
| Dhr. Jean-Pierre Clamadieu (F)* |
1958 | 2012 2017 Voorzitter van het Uitvoerend Comité en CEO, Bestuurder en lid van het Comité Financiën |
Ingenieursdiploma van de École des Mines (Parijs), Bestuurder van Axa, Faurecia. |
7/7 | |
| Dhr. Bernard de Laguiche (F/BR)* |
1959 | 1945 2017 Lid van het Uitvoerend Comité tot 30 september 2013, Bestuurder en lid van het Comité Financiën |
Handelsingenieur (Lic. oec. HSG – Universiteit van Sankt Gallen, Zwitserland), Afgevaardigd Bestuurder van Solvac NV, Voorzitter van de Raad van Bestuur van Peroxidos do Brasil Ltda, Curitiba. |
7/7 | |
| Dhr. Jean-Marie Solvay (B) |
1956 | 1991 2016 Bestuurder, lid van de Innovation Board |
Advanced Management Programme – Insead. CEO van Albrecht RE Immobilien GmbH & Co. KG., Berlijn (Duitsland), Bestuurder van Heliocentris GmbH & Co. KG., Berlijn (Duitsland), Voorzitter van de Raad van Bestuur van International Solvay Institutes. |
7/7 | |
| Ridder Guy de Selliers de Moranville (B) |
1952 | 1993 2017 Bestuurder, lid van het Auditcomité en het Comité Financiën |
Burgerlijk Ingenieur mechanica en licentiaat Economische Wetenschappen (Université Catholique de Louvain). Voorzitter en medeoprichter van HCF International Advisers, Ondervoorzitter van de Raad van Bestuur en Voorzitter van het Risk and Capital Committee van Ageas NV, Voorzitter van de Raad van Bestuur van Ageas UK, Lid van de Raad van Bestuur van Ivanhoe Mines Ltd. (Canada), lid van de Raad van Commissarissen en Voorzitter van het Risicocomité van Advanced Metallurgical Group (Nederland), en diverse andere mandaten in niet genoteerde bedrijven. |
7/7 | |
| Dhr. Denis Solvay (B) |
1957 | 1997 2014 Bestuurder, lid van de Comités Verloning en Benoemingen |
Handelsingenieur – Solvay Business School (Vrije Universiteit van Brussel). Bestuurder van Eurogentec en Abelag Holding. |
7/7 | |
| Dhr. Jean van Zeebroeck (B) |
1943 | 2002 Onafhankelijk Bestuurder lid van de Comités Verloning en Benoemingen tot 14 mei 2013 |
Doctor in de Rechten en gediplomeerde in bedrijfsadministratie (Université Catholique de Louvain), Licentiaat Economisch Recht (Université Libre de Bruxelles), Master of Comparative Law (University of Michigan – VSA). General Counsel van 3B-Fibreglass. |
||
| Dhr. Jean-Martin Folz (F) |
1947 | 2002 2014 Onafhankelijk Bestuurder, lid van het Comité Verloning en Voorzitter van het Comité Benoemingen |
École Polytechnique en Ingénieur des Mines (Frankrijk). Oud-voorzitter van het directiecomité van PSA Peugeot Citroën, Bestuurder van Saint-Gobain, Société Générale, Alstom en Axa. |
7/7 | |
| Prof. Dr. Bernhard Scheuble (D) |
1953 | 2006 2014 Onafhankelijk Bestuurder, Voorzitter van het Auditcomité |
Master in nucleaire fysica en PhD Display Physics (Universiteit Freiburg – Duitsland). Voormalig Voorzitter van het Uitvoerend Comité van Merck KGaA, (Darmstadt) en voormalig lid van de Raad van Bestuur van E. Merck OHG. |
7/7 | |
| Dhr. Anton van Rossum (NL) |
1945 | 2006 2014 Onafhankelijk Bestuurder, lid van het Auditcomité |
Master in Economie en Bedrijfsbeheer (Erasmus Universiteit Rotterdam). Lid van de Raad van Bestuur van Crédit Suisse Groep (Zürich) en van Munich RE (München), Voorzitter van de Raad van Bestuur van Royal Vopak (Rotterdam), van de Erasmus-Universiteit (Rotterdam) en van het Nederlands Economisch Instituut (Rotterdam). |
6/7 |
| Geboorte jaar |
Jaar van eerste benoeming |
Solvay NV mandaten en vervaldatum bestuursmandaat |
Diploma's en activiteiten buiten Solvay | Deelname aan vergaderingen van de Raad van Bestuur in 2013 (afhankelijk van datum benoeming) |
|
|---|---|---|---|---|---|
| Dhr. Charles Casimir-Lambert (B/CH) |
1967 | 2007 2015 Onafhankelijk Bestuurder, lid van het Auditcomité |
MBA Columbia Business School (New York)/London Business School (Londen) – Licentiaat en Master (lic.oec. HSG) in Economie, Management en Financiën (Universiteit van Sankt Gallen – Zwitserland). Behartigt familiale belangen overal ter wereld. |
7/7 | |
| Mevr. Petra Mateos-Aparicio Morales (ES) |
N/A 2009 Onafhankelijk Bestuurder en lid Ph. D. in Economische Wetenschappen en Bedrijfsbeheer van het Comité Financiën tot (Universidad Complutense, Madrid – Spanje). Voormalig 14 mei 2013 Uitvoerend Voorzitster van Hispasat (Spanje en Internationaal), voormalig Voorzitster van Hisdesat; Hoogleraar in bedrijfsadministratie, UNED, Madrid, lid van Trusteesraad van ANECA, lid van de International Consultative Board of Science, University and Society of CRUE, Ondervoorzitter van de Kamer van Koophandel Spanje-VS. |
3/3 | |||
| Dhr. Hervé Coppens d'Eeckenbrugge (B) |
1957 | 2009 2017 Onafhankelijk Bestuurder Lid van het Comité Financiën Lid van het Auditcomité sinds 31 juli 2013 |
Licentiaat in de Rechten aan de Université de Louvain-la-Neuve, gediplomeerde in Economische en Handelswetenschappen aan het ICHEC, Brussel. Tot 30 juni 2013, Directeur groep Petercam SA, Directeur van Vital Renewable Energy Company LLC (Delaware) |
7/7 | |
| Dhr. Yves Thibault de Silguy (F) |
1948 | 2010 2015 Onafhankelijk Bestuurder Lid van de comités Verloning en Benoemingen Lid van het Comité Financiën sinds 31 juli 2013 |
Licentiaat in de Rechten, Université de Rennes, DES publiek Recht, Université de Paris I, gediplomeerde van het Institut d'Études Politiques de Paris en de Ecole Nationale d'Administration. Ondervoorzitter en Lead Director van de VINCI-groep. Bestuurder van LVMH en Voorzitter van de Raad van Toezicht van Sofisport (Frankrijk) en Bestuurder van VTB Bank (Moskou), Voorzitter van YTSeuropaconsultants. |
5/7 | |
| Mevr. Evelyn du Monceau (B) |
1950 | 2010 2017 Onafhankelijk Bestuurder, lid van de Comités Verloning en Benoemingen |
Licentiaat Toegepaste Economische Wetenschappen van de Université Catholique de Louvain. Ondervoorzitster van de Raad van Bestuur en Voorzitster van het Comité voor vergoedingen en benoemingen van UCB NV, Lid van de Raad van Bestuur van de Financière de Tubize NV, Bestuurster van FBNet Belgium, Lid van de Commissie Corporate Governance. |
7/7 | |
| Mevr. Françoise de Viron (B) |
1955 | 2013 2017 Onafhankelijk Bestuurder, lid van de Comités Verloning en Benoemingen sinds 31 juli 2013 |
Doctor in de Wetenschappen (UCL, Louvain-la-Neuve) Master in Sociologie (UCL, Louvain-la-Neuve) Professor in de faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen (EDEF) en aan de Louvain School of Management (UCL), Academisch Lid van het Center of Research Entrepreneurial Change and Innovative Strategies (CRECIS), van de interdisciplinaire onderzoeksgroep Socialisatie, Vorming en Training, van de interdisciplinaire onderzoeksgroep Volwassenenonderwijs aan de UCL |
4/4 | |
| Mevr. Amparo Moraleda Martinez (ES) |
1964 | 2013 2017 Onafhankelijk Bestuurder, lid van de Comités Verloning en Benoemingen sinds 31 juli 2013 |
Diploma Industrieel Ingenieur, ICAI (Spanje) MBA, IESE Business School (Spanje) Voormalig Algemeen Directeur van IBM Spanje, Portugal, Griekenland, Israël en Turkije Voormalig Chief Operating Officer, International Division (Spanje) en Acting CEO, Scottish Power (UK) van Iberdrola Lid van de Raad van Bestuur van volgende beursgenoteerde ondernemingen: Alstom (Frankrijk), Faurecia (Frankrijk), Corporacion Financiera Alba (Spanje) en Melia Hotels International (Spanje). Lid van de consejo rector van de Consejo Superior de Investigaciones Cientificias. |
4/4 |
* Voltijds actief binnen de Solvay-groep.
De Raad van Bestuur legt de Algemene Aandeelhoudersvergadering de benoeming, de hernieuwing van het mandaat, het ontslag en de afzetting van een Bestuurder voor. Hij laat de Algemene Aandeelhoudersvergadering ook stemmen over de onafhankelijkheid van de Bestuurders die voldoen aan de criteria in verband hiermee na de Ondernemingsraad hiervan op de hoogte te hebben gebracht. Eerst behoort hij wel het advies in te winnen van het Comité Benoemingen dat de opdracht heeft het profiel van elke kandidaat te beschrijven en te beoordelen in het licht van de door hem bepaalde benoemingscriteria en specifieke vaardigheden.
De Gewone Algemene Aandeelhoudersvergadering beslist bij gewone meerderheid over de voorstellen van de Raad van Bestuur in dit verband. Is een mandaat tijdens het boekjaar vacant, dan kan de Raad van Bestuur die leemte opvullen. Hij is er dan wel toe verplicht deze beslissing te laten bekrachtigen tijdens de eerstvolgende gewone Algemene Aandeelhoudersvergadering.
De Raad van Bestuur heeft zevenmaal vergaderd in 2013. In 2014 zijn er vijf gewone vergaderingen gepland.
De Raad legt zelf de data voor de gewone vergaderingen vast, ruim een jaar voor het begin van het boekjaar. Indien nodig kan de Voorzitter van de Raad van Bestuur beslissen bijkomende vergaderingen te houden, na raadpleging van de Voorzitter van het Uitvoerend Comité.
De Voorzitter van de Raad van Bestuur stelt de agenda van de vergaderingen samen. Hierover pleegt hij overleg met de Voorzitter van het Uitvoerend Comité.
De Groepssecretaris organiseert de vergaderingen, onder toezicht van de Voorzitter van de Raad van Bestuur. Hij stuurt de uitnodigingen en de agenda rond en ook het dossier waarin puntsgewijs alle nodige informatie is opgenomen waarop de Bestuurders hun beslissingen zullen dienen te baseren.
In de mate van het mogelijke zorgt hij ervoor dat de Bestuurders de oproep en het volledig dossier uiterlijk vijf dagen voor de vergadering ontvangen. De Groepssecretaris stelt de verslagen van de vergaderingen van de Raad van Bestuur op. Hij legt de eerste versie voor aan de Voorzitter en vervolgens aan alle leden.
In hun definitieve en goedgekeurde vorm worden de verslagen tijdens de volgende zitting ondertekend door alle Bestuurders die aan het overleg hebben deelgenomen.
De Raad van Bestuur neemt de beslissingen collegiaal en bij gewone meerderheid. Sommige beslissingen die volgens de statuten van de vennootschap heel belangrijk zijn, vereisen een drievierde meerderheid van de leden. De Raad van Bestuur kan enkel geldig vergaderen indien de helft van zijn leden aanwezig is of zich laat vertegenwoordigen. Dankzij de grote aanwezigheid op de Raad, kon hij tot op heden altijd geldig vergaderen.
De Raad van Bestuur heeft in 2013 een evaluatie uitgevoerd van zijn eigen samenstelling, zijn werking, zijn informatie, zijn samenwerking met het uitvoerend management en de samenstelling en werking van de comités die het zelf heeft opgericht. De leden van de Raad van Bestuur werden uitgenodigd om zich over deze verschillende punten uit te spreken tijdens een gesprek met een externe consultant aan de hand van een vragenlijst. De verbeteringen die op basis van dit evaluatieproces aangebracht kunnen worden, hebben betrekking op de duur van de vergaderingen, interacties, contacten en uitwisselingen tussen het management en de Comités, alsook op kleine aanpassingen in de organisatie van de vergaderingen. De volgende evaluatie van de Raad van Bestuur vindt plaats in 2015.
Voor nieuwe Bestuurders worden er informatiesessies georganiseerd. Het is de bedoeling hen zo de Solvay-groep zo snel mogelijk te laten leren kennen. Het programma bevat een overzicht van de strategie van de Groep en zijn activiteiten, en de belangrijkste uitdagingen op de weg naar meer groei, concurrentiekracht en innovatie. Het besteedt ook aandacht aan de financiën, de oriëntatie van onderzoek en ontwikkeling, het personeelsbeheer, aan juridische informatie, de compliance en aan de manier waarop de activiteiten zijn georganiseerd. Het programma staat open voor alle Bestuurders die het wensen.
Het houdt ook een bezoek in aan industriële sites of onderzoekscentra.
Het mandaat van de leden van alle Comités vervalt op 13 mei 2014, de dag van de Gewone Algemene Aandeelhoudersvergadering. De nieuwe samenstelling van de Comités zal rekening houden met de ontslagen/benoemingen binnen de Raad van Bestuur op die datum. De nieuwe samenstelling geldt met ingang van 14 mei 2014 voor een periode van twee jaar tot op de dag van de gewone Algemene Aandeelhoudersvergadering in 2016.
In 2013 bestond het Auditcomité uit Prof. Dr. Bernhard Scheuble (Voorzitter), Ridder Guy de Selliers de Moranville, Dhr. Anton van Rossum, Dhr. Charles Casimir-Lambert en Dhr. Hervé Coppens d'Eeckenbrugge (vanaf 31 juli 2013). Ze zijn allen niet-uitvoerende onafhankelijke Bestuurders, met uitzondering van Ridder Guy de Selliers de Moranville. Het secretariaat van dit Comité wordt verzorgd door een jurist van de Groep.
Het Comité heeft in 2013 vijfmaal vergaderd, waarvan viermaal voor de zitting van de Raad van Bestuur waarbij de publicatie van de driemaandelijkse, halfjaarlijkse of jaarlijkse resultaten op de agenda stond.
De deelname aan de vergaderingen van het Auditcomité was zeer groot (96 %).
De opdracht van het Comité staat beschreven in een intern document getiteld Terms of Reference (zie bijlage 1, afdeling 14). De vereisten van artikel 526bis van het Wetboek van Vennootschappen zijn hierin geïntegreerd.
De voornaamste taken van het Auditcomité omvatten:
Op elke vergadering hoort het Auditcomité het verslag van de CFO (Algemeen Directeur Financiën), van de verantwoordelijke van de Group Service Internal Audit en van de commissaris belast met de externe audit (Deloitte, vertegenwoordigd door Eric Nys). Het Comité onderzoekt ook het driemaandelijks rapport van de Juridische Directeur van de Groep over de belangrijkste lopende juridische geschillen, de fiscale geschillen en de intellectuele eigendomsgeschillen. Het Comité vergadert alleen met de commissaris belast met de externe audit wanneer het dit nodig acht. Eenmaal per jaar nodigt het Comité de Voorzitter van het Uitvoerend Comité (Jean-Pierre Clamadieu) uit om van gedachten te wisselen over de grote risico's waaraan de Groep blootgesteld wordt.
De Bestuurders die lid zijn van het Auditcomité voldoen aan het competentiecriterium door hun opleiding en hun ervaring opgedaan in eerdere functies (zie 4.3. in verband met de samenstelling van de Raad van Bestuur).
In 2013, tot de Algemene Aandeelhoudersvergadering van 14 mei 2013, bestond het Comité Financiën uit Dhr. Nicolas Boël (Voorzitter), Dhr. Jean-Pierre Clamadieu (Voorzitter van het Uitvoerend Comité) en Dhr. Bernard de Laguiche (Lid van het Uitvoerend Comité en Chief Financial Officer) en drie Bestuurders: Mevr. Petra Mateos-Aparicio Morales, Ridder Guy de Selliers de Moranville en Dhr. Hervé Coppens d'Eeckenbrugge. Met ingang van 31 juli 2013 werd Dhr. Yves-Thibault de Silguy lid ter vervanging van Mevr. Petra Mateos en met ingang van 1 oktober 2013 werd Dhr. Karim Hajjar (ter vervanging van Dhr. Bernard de Laguiche als lid van het Uitvoerend Comité en CFO) uitgenodigd om de vergaderingen van het Comité Financiën bij te wonen. Het dient echter opgemerkt dat Dhr. Bernard de Laguiche lid blijft van het Comité Financiën. De secretaris van het Comité is Dhr. Michel Defourny.
Het Comité is vijfmaal bijeengekomen in 2013. De deelname van de leden van het Comité van Financiën was zeer hoog (93 %).
Het Comité geeft advies over financiële onderwerpen zoals de hoogte van het interim- en slotdividend, de schuldgraad en de valuta's van de schulden in het licht van de evolutie van de rente, het afdekken van wisselrisico's en energierisico's, het inkopen van eigen aandelen, de inhoud van de financiële communicatie, de financiering van belangrijke investeringen, enz. Het legt de laatste hand aan de persberichten over de driemaandelijkse resultaten. De Raad van Bestuur kan het Comité om advies vragen in verband met deze onderwerpen.
In 2013, tot de Gewone Algemene Aandeelhoudersvergadering van 14 mei 2013, bestond het Comité Verloning uit Dhr. Nicolas Boël (Voorzitter), de heren Denis Solvay, Jean van Zeebroeck, Jean-Martin Folz, Yves-Thibault de Silguy en Mevr. Evelyn du Monceau.
Met ingang van 31 juli 2013 nam Mevr. Françoise de Viron het mandaat over van Dhr. Jean van Zeebroeck als lid van het Comité Verloning na de Algemene Aandeelhoudersvergadering van 14 mei 2013, en ook Mevr. Amparo Moraleda werd benoemd tot lid van het Comité Verloning.
De meerderheid van de leden van dit comité hebben een status als onafhankelijk Bestuurder in de zin van de wet.
De Voorzitter van het Uitvoerend Comité wordt op de vergaderingen uitgenodigd, behalve voor onderwerpen die hem persoonlijk betreffen.
De secretaris van het Comité is Michel Defourny.
De vergaderingen worden voorbereid door de Algemene Directeur Human Resources van de Groep, die de vergaderingen bijwoont.
Dit Comité is tweemaal bijeengekomen in 2013. De participatiegraad van de leden van het Comité Vergoedingen was zeer hoog (100 %).
Het Comité Verloning neemt de taken op zich die door de wet opgelegd zijn.
Het geeft meer bepaald advies aan de Raad van Bestuur over het vergoedingsbeleid en het niveau van de vergoedingen van de leden van de Raad van Bestuur en van het Uitvoerend Comité en wordt jaarlijks ingelicht over de vergoedingen van de Algemene Directie. Het verstrekt ook advies aan de Raad van Bestuur en/of het Uitvoerend Comité over de beleidsprincipes van de Groep inzake vergoedingen (met inbegrip van incentiveplannen op lange termijn). Voorts bereidt het de rapportering voor over het remuneratiebeleid.
Het Comité Vergoedingen beschikt over de nodige knowhow voor de uitvoering van zijn opdracht.
In 2013, tot de Gewone Algemene Aandeelhoudersvergadering van 14 mei 2013, bestond het Comité Benoemingen uit Jean-Martin Folz (Voorzitter), de heren Denis Solvay, Nicolas Boël, Jean van Zeebroeck, Yves-Thibault de Silguy en Mevr. Evelyn du Monceau.
Met ingang van 31 juli 2013 heeft Mevr. Françoise de Viron het mandaat van lid van het Comité Benoemingen overgenomen van Dhr. Jean van Zeebroeck, na de gewone Algemene Aandeelhoudersvergadering van 14 mei 2013, en Mevr. Amparo Moraleda werd eveneens benoemd tot lid van het Comité Vergoedingen.
De meerderheid van de leden van het Comité Benoemingen zijn niet-uitvoerende, onafhankelijke Bestuurders. De Voorzitter van het Uitvoerend Comité wordt op de vergaderingen uitgenodigd, behalve voor onderwerpen die hem persoonlijk betreffen.
De secretaris van het Comité is Michel Defourny.
Het Comité is driemaal bijeengekomen in 2013. De aanwezigheid van de leden van het Comité Benoemingen was zeer hoog (100 %).
Het Comité Benoemingen geeft advies over benoemingen binnen de Raad van Bestuur (Voorzitter, nieuwe leden, verlenging van de mandaten, Comités), van functies binnen het Uitvoerend Comité (Voorzitter en leden) en over de benoemingen in functies op het Algemene Directieniveau.
5.1.1 De Raad van Bestuur bepaalt de functie en de taken van het Uitvoerend Comité.
De voornaamste beslissing over de delegatie van bevoegdheden dateert van 24 oktober 2012. Deze beslissing werd van kracht op 1 januari 2013.
De Raad van Bestuur keurde tezelfdertijd de interne richtlijnen voor het Uitvoerend Comité goed.
5.1.2 De Raad Van Bestuur heeft het Uitvoerend Comité collegiaal de volgende hoofdtaken toevertrouwd:
W Beslissen over overnames en afsplitsingen (met inbegrip van intellectueel eigendom) tot een bedrag van € 50 miljoen (met inbegrip van leningen en andere verbintenissen). De Raad wordt ingelicht over beslissingen die € 10 miljoen overschrijden;
W Beslissen over kapitaalinvesteringen ("Capex") tot een bedrag van € 50 miljoen. De Raad wordt ingelicht over beslissingen die € 10 miljoen overschrijden;
De uitvoering van de beslissingen van het Uitvoerend Comité en het opvolgen van de aanbevelingen wordt toevertrouwd aan het lid van het Uitvoerend Comité (of een andere Algemeen Directeur) dat verantwoordelijk is voor de activiteit of de functie die relevant is voor de uitvoering van de beslissing of aanbeveling.
De Raad van Bestuur heeft in de resolutie van 24 oktober 2012 het recht uitgebreid van het Uitvoerende Comité om zijn taken, op eigen verantwoordelijkheid en in overeenstemming met de procedures en de limieten die door het Uitvoerend Comité gesteld werden, toe te vertrouwen aan een of meerdere van zijn leden, de Algemene Directeuren van de Groep en/of de leidinggevenden van de Global Business Units en functies. In het bijzonder is aan de GBU-managers de bevoegdheid verleend om overname- en fusietransacties en kapitaalinvesteringen te verrichten tot een bedrag van € 10 miljoen.
Per 31 december 2013 telde het Uitvoerend Comité zes leden. Dhr. Bernard de Laguiche nam ontslag als lid van het Uitvoerend Comité en CFO met ingang van 30 september 2013. Met ingang van 1 oktober 2013 werd Dhr. Karim Hajjar benoemd als lid van het Uitvoerend Comité en CFO. Met ingang van 1 januari 2014 werd Dhr. Pascal Juéry benoemd als lid van het Uitvoerend Comité, ter vervanging van Dhr. Gilles Auffret die het Uitvoerend Comité per 31 december 2013 verlaten heeft.
De Raad van Bestuur benoemt de leden van het Uitvoerend Comité voor een verlengbare termijn van twee jaar. Voor de uitoefening van een mandaat in het Uitvoerend Comité heeft de Raad van Bestuur de leeftijdsgrens vastgelegd op 65 jaar. De Raad van Bestuur heeft op 14 december 2011 een afwijking van deze regel goedgekeurd ten gunste van Dhr. Gilles Auffret, wiens mandaat is verlengd met een nieuwe periode van twee jaar tot eind 2013. De reden van deze afwijking was de overgangssituatie door het integratieproces van de Rhodia-activiteiten in de Solvay-groep.
Het Uitvoerend Comité is een collegiaal orgaan, waarvan de leden over het algemeen afkomstig zijn uit de algemene directie van de Groep. Sinds 1 januari 2013 is elk lid van het Uitvoerend Comité verantwoordelijk voor het toezicht op een aantal Global Business Units/ Functies; voor de CEO en de CFO komt deze nieuwe rol bovenop hun respectievelijke eigen verantwoordelijkheden.
Alle leden van het Uitvoerend Comité hebben een arbeidscontract bij de Solvay-groep, behalve Dhr. Jean-Pierre Clamadieu, die het statuut van zelfstandige heeft.
De Voorzitter van het Uitvoerend Comité wordt benoemd door de Raad van Bestuur, op aangeven van de Voorzitter van de Raad van Bestuur, na advies van het Comité Benoemingen en van de aftredende Voorzitter van het Uitvoerend Comité.
De overige leden van het Uitvoerend Comité worden eveneens benoemd door de Raad van Bestuur, maar op voorstel van de Voorzitter van het Uitvoerend Comité, in overeenstemming met de Voorzitter van de Raad van Bestuur, en na advies van het Comité Benoemingen en het Uitvoerend Comité.
De Voorzitter van het Uitvoerend Comité evalueert jaarlijks de leden van het Uitvoerend Comité. Hij doet dit samen met de Voorzitter van de Raad van Bestuur en het Comité Vergoedingen op het moment dat de voorstellen voor de bepaling van de variabele vergoeding ter sprake komen.
Het Comité Vergoedingen evalueert jaarlijks de prestaties van de Voorzitter van het Uitvoerend Comité.
| Geboorte- jaar |
Jaar van eerste benoeming |
Jaar waarin het | mandaat vervalt Diploma's en hoofdactiviteiten binnen Solvay | Deelname aan vergaderingen (afhankelijk van datum van benoeming) |
|
|---|---|---|---|---|---|
| Dhr. Jean-Pierre Clamadieu (F) |
1958 | 2011 | 2015 Ingenieursdiploma van de École des Mines (Parijs), Voorzitter van het Uitvoerend Comité en CEO |
12/12 | |
| Dhr. Bernard de Laguiche (F/BR) |
1959 | 1998 | Nam ontslag als lid van het Uitvoerend Comité en CFO met ingang van 30 september 2013 |
Handelsingenieur (Lic. oec. HSG – Universiteit van Sankt Gallen, Zwitserland). Lid van het Uitvoerend Comité en CFO |
9/9 |
| Dhr. Jacques van Rijckevorsel (B) |
1950 | 2000 | 2015 Burgerlijk Ingenieur Mechanica (Université Catholique de Louvain). Geavanceerde Studies in Chemische Engineering (Université Libre de Bruxelles), AMP Harvard. Lid van het Uitvoerend Comité |
12/12 | |
| Dhr. Vincent De Cuyper (B) |
1961 | 2006 | 2014 Burgerlijk Ingenieur Scheikunde (Université Catholique de Louvain), Master in Industrial Management (Katholieke Universiteit Leuven), AMP Harvard. Lid van het Uitvoerend Comité |
12/12 | |
| Dhr. Roger Kearns (US) |
1963 | 2014 | 2014 Bachelor of Science – Engineering Arts (Georgetown College – Georgetown), Bachelor of Science – Chemical Engineering (Georgia Institute of Technology – Atlanta), MBA (Stanford University). Lid van het Uitvoerend Comité |
12/12 | |
| Dhr. Gilles Auffret (F) | 1947 | 2014 | Op pensioen met ingang van 31 december 2013 |
Ingenieur van de École Polytechnique, diploma's van de École Nationale d'Administration (ENA), de Ecole des Sciences Politiques et de Ecole Nationale de la Statistique et de l'Administration Economique (ENSAE). Lid van het Uitvoerend Comité |
12/12 |
| Dhr. Karim Hajjar (GB) |
1963 | 2013 | 2015 BSC (Hons) Economics (The City University, London) Chartered Accountancy (ICAEW) Qualifi cation. Lid van het Uitvoerend Comité en CFO |
3/3 |
5.4.1 In 2013 is het Uitvoerend Comité 12 keer bijeengekomen. Gewoonlijk houdt het deze bijeenkomsten in het hoofdkantoor, maar ze kunnen ook elders plaatsvinden indien de Voorzitter van het Uitvoerend Comité daartoe beslist. Het Uitvoerend Comité legt de data voor deze vergaderingen voor het begin van het boekjaar vast. Bijkomende vergaderingen kunnen bijeen geroepen worden door de Voorzitter van het Uitvoerend Comité. De Voorzitter stelt de agenda samen onder meer op basis van de voorstellen van de leden van het Uitvoerend Comité.
5.4.2 De Groepssecretaris, die zowel voor de Raad van Bestuur als voor het Uitvoerend Comité werkt, is onder toezicht van de Voorzitter van het Uitvoerend Comité belast met de organisatie van de vergaderingen en het verspreiden van oproepen en de agenda.
Documenten en informatie met betrekking tot de agendapunten worden beschikbaar gesteld aan de leden van het Uitvoerend Comité vóór de vergaderingen.
De Groepssecretaris stelt een verslag op, bestaande uit een lijst van beslissingen die genomen werden tijdens de vergadering. Dit wordt nagelezen en goedgekeurd op het einde van de vergadering. Deze verslagen worden meteen verspreid.
Ze worden niet ondertekend, maar de Voorzitter van het Uitvoerend Comité en de Groepssecretaris kunnen wel eensluidend verklaarde kopieën van uittreksels ter beschikking stellen.
Het Uitvoerend Comité organiseert sommige van zijn vergaderingen via tele- of videoconferenties..
5.4.3 Het Uitvoerend Comité neemt zijn beslissingen bij gewone meerderheid, waarbij de stem van de Voorzitter van het Uitvoerend Comité de doorslag geeft. Wanneer de Voorzitter van het Uitvoerend Comité in de minderheid gesteld wordt, kan hij desgewenst de kwestie doorverwijzen naar de Raad van Bestuur, die dan een beslissing neemt. De praktijk wijst uit dat vrijwel alle beslissingen van het Uitvoerend Comité eenparig genomen worden, waardoor de Voorzitter tot op heden nog nooit zijn doorslaggevende stem heeft moeten gebruiken. De deelname aan de vergaderingen bedroeg 100 % in 2013.
De onderwerpen behandeld door het Uitvoerend Comité worden voorgesteld en besproken in aanwezigheid van de hoofden van de betrokken entiteiten (GBU's, Functies). Voor belangrijke projecten vormt het ad hoc-werkgroepen in de eerste plaats onder de leiding van de leden van het Uitvoerende Comité, die hiervoor aangewezen worden in functie van de vereiste kennis en ervaring.
Het mandaat van Bestuurder van Solvay NV wordt vergoed met een vast emolument waarvan de Gewone Algemene Aandeelhoudersvergadering de basis vastlegt, terwijl de Raad van Bestuur beslist over eventuele aanvullende vergoedingen op basis van artikel 27 van de statuten, dat luidt: "De Bestuurders ontvangen, ten laste van de algemene kosten, bezoldigingen waarvan de voorwaarden en het bedrag door de Algemene Aandeelhoudersvergadering worden vastgesteld."
"Het besluit blijft gehandhaafd zolang geen andersluidende beslissing genomen wordt."
"De Raad van Bestuur is bevoegd om aan de met speciale functies belaste Bestuurders (voorzitter, vice-voorzitters, Bestuurders belast met het dagelijks bestuur, leden van het Uitvoerend Comité) vaste vergoedingen toe te staan boven de in de voorgaande alinea voorziene bezoldigingen."
"Ieder met het dagelijks bestuur belaste Bestuurder heeft bovendien recht op een veranderlijke vergoeding die door de Raad van Bestuur wordt vastgesteld op basis van hun individuele prestaties en de geconsolideerde resultaten van de Solvay-groep."
"De in de twee voorgaande alinea's bedoelde bedragen worden eveneens op de algemene kosten aangerekend."
b) de leden van het Uitvoerend Comité: De Raad van Bestuur beslist over het vergoedingsbeleid op voorstel van het Comité Vergoedingen.
In 2012 heeft de Groep zijn vergoedingenbeleid herzien om het beter te laten overeenstemmen met marktpraktijken en om de link tussen variabele verloning en operationele prestaties te versterken. Het nieuwe vergoedingenbeleid wordt verder besproken in bijlage 2. Dit beleid introduceert een nieuw geharmoniseerd korte termijn vergoedingenplan en herziet het lange termijn vergoedingenprogramma, dat deel verbonden zal worden aan het bereiken van een vooraf bepaald meerjaren groepsprestatieniveau. Dit beleid werd van kracht in 2013.
W voor de Voorzitter van de Raad van Bestuur heeft de Raad van Bestuur gebruik gemaakt van de bevoegdheid die artikel 27 van de statuten de Raad geeft om een vaste bijkomende jaarlijkse vergoeding van € 250 000 bruto toe te kennen in 2013 wegens het vele werk en de verantwoordelijkheid die zijn taak met zich brengt;
W het mandaat van Bestuurder houdt geen enkele variabele vergoeding in die verband houdt met het bedrijfsresultaat of andere performancecriteria. Het voorziet evenmin in een recht op aandelenopties of Performance Share Units noch in een aanvullende pensioenregeling;
De Voorzitter van de Raad van Bestuur is de enige niet-uitvoerende Bestuurder die beschikt over een permanente infrastructuur (kantoor, secretariaat, auto). De andere niet-uitvoerende Bestuurders krijgen logistieke steun van het Secretariaat-Generaal in functie van de noodwendigheden. De vennootschap let er ook op dat in de gebruikelijke verzekeringspolissen voorzien wordt voor de dekking van de activiteiten van de leden van de Raad van Bestuur vereist voor de uitoefening van hun mandaat.
b) Voor de leden van het Uitvoerend Comité: de vergoedingen voor de Voorzitter en voor de leden van het Uitvoerend Comité worden vastgelegd als totale brutobedragen. Ze omvatten dus niet alleen de bij Solvay NV verdiende brutovergoeding, maar ook de vergoeding die de betrokkene als contractueel of als mandataris krijgt bij vennootschappen, waar ook ter wereld, waarin Solvay NV al dan niet een meerderheidsparticipatie heeft.
De Raad van Bestuur bepaalt de individuele vergoeding, in functie van de aanbeveling van het Comité Verloning.
Het vergoedingenbeleid dat in 2012 door de Raad van Bestuur goedgekeurd werd, staat beschreven in bijlage 2, afdeling 15. Dit beleid is niet van toepassing op Jean-Pierre Clamadieu, wiens vergoedingspakket wordt beheerd via specifieke overeenkomsten; het niveau en de structuur van het vergoedingspakket zijn in overeenstemming met marktpraktijken voor een gelijkaardige functie in een vergelijkbare organisatie.
| 2012 | 2013 | |||
|---|---|---|---|---|
| Vergoeding in € |
Bruto bedrag | waarvan aanwezigheids toelagen voor Raad van Bestuur en Comités van |
Bruto bedrag | waarvan aanwezigheids toelagen voor Raad van Bestuur en andere Comités van |
| A. Michielsen(1) | ||||
| W Vaste vergoeding + aanwezigheidsvergoedingen | 28 419,37 | 16 000,00 | ||
| W Complement "Artikel 27" | 86 025,04 | |||
| W Compensatie aanvullende pensioenrechten | 161 344,22 | |||
| N. Boël | ||||
| W Vaste vergoeding + aanwezigheidsvergoedingen | 65 500,04 | 30 500,00 | 63 000,00 | 28 000,00 |
| W Complement "Artikel 27"(2) | 161 290,30 | 250 000,00 | ||
| D. Solvay | 73 000,04 | 38 000,00 | 70 500,04 | 35 500,00 |
| C. Jourquin(3) | 28 607,54 | 16 000,00 | ||
| J-P. Clamadieu(4) | 34 580,67 | 12 000,00 | 63 000,00 | 28 000,00 |
| J-M Solvay | 63 000,04 | 28 000,00 | 63 000,04 | 28 000,00 |
| G. de Selliers de Moranville | 85 000,04 | 50 000,00 | 99 500,04 | 64 500,00 |
| J. van Zeebroeck | 73 000,04 | 38 000,00 | 23 389,80 | 10 500,00 |
| J-M. Folz | 69 000,04 | 34 000,00 | 79 500,04 | 44 500,00 |
| B. de Laguiche | 63 000,04 | 28 000,00 | 65 500,04 | 30 500,00 |
| B. Scheuble | 87 000,04 | 52 000,00 | 99 000,04 | 64 000,00 |
| A. Van Rossum | 71 000,04 | 36 000,00 | 75 000,04 | 40 000,00 |
| C. Casimir-Lambert | 79 000,04 | 44 000,00 | 87 000,04 | 52 000,00 |
| H. Coppens d'Eeckenbrugge | 73 000,04 | 38 000,00 | 83 500,04 | 48 500,00 |
| Mevr. P. Mateos-Aparicio Morales | 73 000,04 | 38 000,00 | 27 389,80 | 14 500,00 |
| Mevr. E. du Monceau | 73 000,04 | 38 000,00 | 70 500,04 | 35 500,00 |
| Y-T. de Silguy | 69 000,04 | 34 000,00 | 65 000,04 | 30 000,00 |
| Mevr. A. Moraleda | 40 610,24 | 18 500,00 | ||
| Mevr. F. de Viron | 40 610,24 | 18 500,00 | ||
| 1 516 768,20 | 570 500,00 | 1 366 000,52 | 591 000,00 |
(1) Tot 8 mei 2012.
(2) Vanaf 9 mei 2012.
(3) Tot 10 mei 2012.
(4) Vanaf 11 mei 2012.
Het basissalaris van de Voorzitter van het Uitvoerend Comité bleef op € 1 miljoen in 2013. De jaarlijkse aanmoedigingspremie werd vastgelegd op 100 % van dit basissalaris, met een maximum van 150 %. In overeenstemming met het vergoedingsbeleid van de Groep is de Langetermijnvergoeding samengesteld uit een 50/50 mix van aandelenopties en zogenoemde Performance Share Units. In 2013 liep dit voordeel op tot € 1,5 miljoen. De Voorzitter van het Uitvoerend Comité ontvangt geen aandelen als onderdeel van zijn vergoeding. Wat het extralegaal pensioen betreft, heeft de Voorzitter van het Uitvoerend Comité wegens zijn Belgisch zelfstandigenstatuut een eigen contractuele regeling, met regels inzake pensioen, overlijden en invaliditeit.
| Vergoedingen en andere voordelen voor de Voorzitter van het Uitvoerend Comité tot 10 mei 2012. (C. Jourquin) in € |
2013 | |
|---|---|---|
| 2012 | ||
| Basisvergoeding | 279 817 | |
| Variabele vergoeding | 0 | |
| Pensioen en vergoeding bij overlijden en invaliditeit (uitbetaald dan wel in voorzieningen opgenomen) | 0 | |
| Andere bestanddelen van de vergoeding(1) | 5 641 |
| Vergoedingen en andere voordelen voor de Voorzitter van het Uitvoerend Comité vanaf 11 mei 2012. (J-P. Clamadieu) |
||
|---|---|---|
| in € | 2012 | 2013 |
| Basisvergoeding | 640 000 | 1 000 000 |
| Variabele vergoeding | 775 467 | 1 100 000 |
| Pensioen en vergoeding bij overlijden en invaliditeit (uitbetaald dan wel in voorzieningen opgenomen) | 309 750 | 626 274 |
| Andere bestanddelen van de vergoeding(1) | 4 650 | 46 927 |
(1) Bedrijfswagens, correctie van basisvergoeding 2012.
van het Uitvoerend Comité
| in € | 2012(2) | 2013(3) |
|---|---|---|
| Basisvergoeding | 3 207 214 | 2 502 169 |
| Variabele vergoeding | 2 630 344 | 1 646 328 |
| Pensioen en vergoeding bij overlijden en invaliditeit (uitbetaald dan wel in voorzieningen opgenomen) | 697 382 | 1 164 234 |
| Andere onderdelen van de vergoeding(1) | 81 328 | 82 172 |
(1) Representatievergoeding, maaltijdcheques, bedrijfswagen, logiesvergoeding, enz.
(2) J-P. Clamadieu (tot 10 mei 2012), B. de Laguiche, J. van Rijckevorsel, V. De Cuyper, J-M. Mesland, R. Kearns, G. Auffret.
(3) B. de Laguiche (tot 30 september 2013), J. van Rijckevorsel, V. De Cuyper, R. Kearns, G. Auffret, K. Hajjar (vanaf 1 oktober 2013).
De variabele vergoeding bestond uit een jaarlijkse stimulans op basis van de prestaties met betrekking tot enkele collectieve en vooraf bepaalde doelstellingen voor de Groep, de prestaties van de manager, gemeten aan de hand van een aantal vooraf bepaalde doelstellingen, en de duurzame ontwikkeling van de Groep.
De wet (art. 520ter van het Wetboek van Vennootschappen) bepaalt dat vanaf het boekjaar 2011, bij ontstentenis van tegengestelde statutaire bepalingen of de expliciete instemming van de Algemene Aandeelhoudersvergadering, ten minste één kwart van de variabele vergoeding van de leden van het Uitvoerend Comité gebaseerd moet zijn op vooraf vastgelegde en objectief meetbare prestatiecriteria over een periode van minstens twee jaar, terwijl een ander kwart gebaseerd moet zijn op vooraf bepaalde en objectief meetbare prestatiecriteria over een periode van ten minste drie jaar.
Het verloningsbeleid werd herzien in 2012. Het nieuwe verloningsbeleid, dat in bijlage 2 omschreven staat, werd van kracht in 2013 en is volledig in overeenstemming met artikel 520ter van het Wetboek van Vennootschappen.
De leden van het Uitvoerend Comité ontvangen aandelenopties en aandelengerelateerde prestatievergoedingen (Performance Share Units of PSU's), zoals hierna toegelicht. Ze ontvangen echter geen aandelen als onderdeel van hun vergoeding.
De leden van het Uitvoerend Comité, met inbegrip van de Voorzitter, passen inzake beroepskosten ten laste van de vennootschap dezelfde regels toe als deze die gelden voor alle kaderleden, dit wil zeggen een motivering, per post, van de gemaakte beroepskosten. Persoonlijke kosten worden niet terugbetaald.
Indien bepaalde uitgaven gedeeltelijk een privékarakter hebben (bijvoorbeeld autokosten), dan wordt een proportionaliteitsregel toegepast, zoals dat voor alle kaderleden in een dergelijke situatie geldt.
Wat betreft verzekering zorgt de vennootschap voor de leden van het Uitvoerend Comité voor dezelfde soort voorziening als voor hogere kaders.
Pensioenvergoedingen en vergoedingen bij terugtreden en overlijden voor de leden van het Uitvoerend Comité zijn in principe gebaseerd op de vergoedingen die van toepassing zijn voor de hogere kaderleden in hun land van herkomst.
De pensioenregeling en de vergoeding bij overlijden voor Dhr. Clamadieu en Dhr. Auffret stemmen overeen met de voorwaarden die zij hadden bij Rhodia. Voor Dhr. Clamadieu maken ze het voorwerp uit van een formele verbintenis vanwege Solvay.
In 2013 heeft de Raad van Bestuur op voorstel van het Comité Verloning aandelenopties toegekend aan ongeveer 75 hogere kaderleden van de Groep. De uitoefenprijs komt op € 111,01 per optie, met een driejarige wachtperiode. Aan de leden van het Uitvoerend Comité samen zijn 97 490 aandelenopties toegekend in 2013, tegen 174 427 in 2012.
Voor het eerst heeft de Raad van Bestuur op voorstel van het Comité Verloning besloten om in combinatie met het aandelenoptieplan aandelengerelateerde prestatievergoedingen (Performance Share Units of PSU's) toe te kennen aan ongeveer 450 kaderleden van de Groep, met een mogelijke uitbetaling na 3 jaar, indien vooraf bepaalde prestatiedoelstellingen gehaald worden. Aan de leden van het Uitvoerend Comité samen werden in 2013, 19 778 PSU's toegekend.
| Land | Naam | Functie | Aantal opties | Aantal PSU's |
|---|---|---|---|---|
| België | Jean-Pierre Clamadieu | Voorzitter van het Uitvoerend Comité | 35 178 | 7 136 |
| België | Bernard de Laguiche | Lid van het Uitvoerend Comité | 11 726 | 2 379 |
| België | Jacques van Rijckevorsel | Lid van het Uitvoerend Comité | 11 726 | 2 379 |
| België | Vincent De Cuyper | Lid van het Uitvoerend Comité | 11 726 | 2 379 |
| België | Roger Kearns | Lid van het Uitvoerend Comité | 11 726 | 2 379 |
| Frankrijk | Gilles Auffret | Lid van het Uitvoerend Comité | 15 408 | 3 126 |
| TOTAAL | 97 490 | 19 778 |
| Opties 31/12/13 |
||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Land | Naam | In bezit op 31/12/12 |
Toegekend in 03/2013 |
Uitgeoefend in 2013 |
Vervallen in 2013 |
In bezit | Uitoefenbaar | Niet uitoefenbaar |
| België | Jean-Pierre Clamadieu | 61 266 | 35 178 | 0 | 0 | 96 444 | 0 | 96 444 |
| België | Bernard de Laguiche (tot 30/09/2013) |
120 000 | 11 726 | 23 760 | 0 | 107 966 | 56 240 | 51 726 |
| België | Jacques van Rijckevorsel | 114 000 | 11 726 | 35 000 | 0 | 90 726 | 43 000 | 47 726 |
| België | Vincent De Cuyper | 92 000 | 11 726 | 26 500 | 0 | 77 226 | 31 500 | 45 726 |
| Thailand | Roger Kearns | 76 500 | 11 726 | 8 000 | 0 | 80 226 | 38 500 | 41 726 |
| Frankrijk | Gilles Auffret | 29 161 | 15 408 | 0 | 0 | 44 569 | 0 | 44 569 |
| TOTAAL | 492 927 | 97 490 | 93 260 | 0 | 497 157 | 169 240 | 327 917 |
De leden van het Uitvoerend Comité, en dat geldt ook voor de Voorzitter, hebben als onderdeel van hun verantwoordelijkheid bestuursfuncties in dochterondernemingen en fillialen van de Groep.
Indien deze bestuursfuncties vergoed worden, dan zijn de vergoedingen inbegrepen in de eerder vermelde bedragen, ongeacht of het een positie betreft van een loontrekkende dan wel van een zelfstandige in de plaatselijke wetgeving.
Geen enkel lid van het Uitvoerend Comité, evenmin de Voorzitter, zal kunnen rekenen op een vertrekpremie verbonden aan de uitoefening van zijn mandaat. Bij een vroegtijdige beëindiging van zijn functie, is enkel het wettelijke systeem van toepassing.
Het contract van Dhr. J-P Clamadieu bevat een concurrentiebeding met een looptijd van 24 maanden, zonder dat het totale bedrag oploopt tot een vergoeding voor 12 maanden.
Op 30 september 2013 verliet Dhr. Bernard de Laguiche het Uitvoerend Comité zonder vertrekpremie.
Op 31 december 2013 verliet Dhr. Gilles Auffret het Uitvoerend Comité om met pensioen te gaan, zonder vertrekpremie.
De contracten van de leden van het Uitvoerend Comité bevatten geen clausule die zou voorzien in het terugkrijgen van de variabele vergoeding in geval van foutieve financiële informatie.
De Voorzitter van de Raad van Bestuur en de Voorzitter van het Uitvoerend Comité spannen zich middels een opbouwende dialoog en frequente contacten samen in om de samenwerking van de Raad van Bestuur (met inbegrip van de Comités) en dat van het Uitvoerend Comité harmonieus te laten verlopen.
Volgende maatregelen werden genomen om dit te bereiken:
De Solvay-groep heeft een systeem voor interne controle opgezet dat een redelijke mate van zekerheid moet bieden in verband met (i) het naleven van bestaande wetten en regelgeving, (ii) de toepassing van het beleid en de doelstellingen die het bedrijf heeft vastgelegd, (iii) de betrouwbaarheid van financiële en niet-financiële informatie en (iv) de efficiëntie van de interne controleprocessen, in het bijzonder deze die betrekking hebben op de bescherming van de activa.
Dit systeem bestaat uit vijf componenten: de controleomgeving, een risicobeoordelingsproces, controleactiviteiten, de informatieen communicatiesystemen, inclusief het vrijgeven van financiële informatie, en de interne opvolging van de controle.
Onze controleomgeving bestaat uit verschillende elementen, zoals:
Het nemen van berekende risico's en het tegelijkertijd handelen in overeenstemming met wetten, regelgevingen en de Gedragscode is een inherent aspect van de operationele en industriële activiteiten van de Solvay-groep. Het ERM (Enterprise Risk Management) beleid bepaalt dat de Groep alle potentiële belangrijke operationele risico's en opportuniteiten zal identificeren, kwantificeren, beoordelen en beheren door een systematisch risicobeheer, geïntegreerd met strategie, operationele beslissingen en activiteiten, toe te passen. Enterprise Risk Management wordt als een essentieel beleidsinstrument beschouwd voor het nemen van noodzakelijke beslissingen om doelstellingen op korte, middellange en lange termijn te behalen.
De afdeling Internal Audit & Risk Management (IA/RM) is belast met de invoering van een omvattend, systematisch en coherent risicobeheersysteem binnen de Groep als geheel.
Solvay gebruikt het FERMA referentiekader voor het risicomanagement. Dit kader organiseert het risicomanagementproces in verschillende fases, rekening houdend met de strategische doelstellingen van de organisatie:
Meer hierover is te lezen in het deel Risicomanagement van dit jaarverslag, meer bepaald over de belangrijkste risico's voor de Groep en de acties die worden ondernomen om ze te voorkomen of te verminderen.
Het management is verantwoordelijk voor de interne controle van de activiteiten.
De controleactiviteiten worden uitgevoerd in verhouding tot de inherente belangen die aan elk relevant proces verbonden zijn.
Wat de controle van financiële gegevens betreft, worden deze controles over het hele verslaggevingsproces uitgevoerd: financiële elementen worden maandelijks geconsolideerd en geanalyseerd op alle verantwoordelijkheidsniveaus binnen de vennootschap (zoals bijvoorbeeld de lokale finance manager, de controller en het management van de betreffende activiteit, de afdeling boekhouding en verslaggeving op groepsniveau en het Uitvoerend Comité) en op verschillende manieren, zoals bijvoorbeeld door variantieanalyses, controles van de plausibiliteit en de coherentie, ratio-analyse of de vergelijking met gemaakte prognoses. Het Auditcomité valideert de resultaten om de drie maanden en houdt rekening met het werk van de externe auditeur.
De controle van de financiële gegevens wordt vergemakkelijkt door het gebruik van gemeenschappelijke ERP-systemen, door een organisatie op basis van grote financiële processen die centraal beheerd worden en die waar mogelijk geïntegreerd worden in gedeelde dienstencentra, en door toepassing van uniforme procedures.
Het Auditcomité volgt de efficiëntie van de interne controlesystemen op. Het comité houdt toezicht op het werk van de Group Service Internal Audit inzake financiële, operationele en conformiteitscontroles. Het gaat vooral na welke de draagwijdte, de programma's en het resultaat van het werk van de interne audit zijn en ziet erop toe dat zijn aanbevelingen op correcte wijze worden uitgevoerd. De taak van het Auditcomité wordt in detail beschreven in bijlage 1 van deze Verklaring betreffende Deugdelijk Bestuur.
De Group Service Internal Audit evalueert in alle onafhankelijkheid de efficiëntie van het interne controlesysteem. De taak van het Interne Auditcomité bestaat met name uit volgende onderdelen:
Planning en inhoudelijke omschrijving van de opdrachten inzake interne audit gebeurt op basis van een risicoanalyse; de controle focust op de domeinen waar het risico het grootst geacht wordt. Elke entiteit van de Groep ondergaat op zijn minst om de 3 jaar een interne audit.
Het management voert de aanbevelingen van de Group Service Internal Audit uit.
Andere entiteiten voeren gelijksoortige activiteiten uit op zeer specifieke domeinen. Enkele voorbeelden:
Een Ethics Helpline, die wordt beheerd door een externe partner, wordt geleidelijk ter beschikking van het personeel gesteld om het de kans te bieden op vertrouwelijke wijze elke mogelijke schending van deze principes te signaleren.
De Solvay-groep publiceert per kwartaal zijn financiële resultaten. De communicatie in verband hiermee wordt op diverse manieren gecontroleerd en gevalideerd voor de publicatie ervan:
De controle van de financiële toestand van de vennootschap, van de jaarrekening, van de overeenstemming van de jaarrekening met het Wetboek van Vennootschappen en de statuten, en van de activiteiten die in de jaarrekening moeten worden opgenomen wordt toevertrouwd aan één of meer commissarissen, benoemd door de Algemene Aandeelhoudersvergadering en gekozen uit de leden, natuurlijke dan wel rechtspersonen, van het Instituut van de Bedrijfsrevisoren.
De opdracht en de bevoegdheid van de commissaris(sen) zijn hen bij wet toevertrouwd. De Algemene Aandeelhoudersvergadering bepaalt het aantal commissarissen en beslist over hun emolumenten, in overeenstemming met de wet. De commissarissen hebben ook recht op de vergoeding van hun reiskosten voor de controle van de fabrieken en de administratieve kantoren.
De Algemene Aandeelhoudersvergadering kan ook één of meer plaatsvervangende commissarissen aanwijzen. De commissarissen worden benoemd voor een – verlengbare – termijn van drie jaar. De Algemene Aandeelhoudersvergadering kan hen niet ontslaan, tenzij ze hiervoor een grondige reden heeft.
Het auditmandaat van Deloitte Bedrijfsrevisoren BV o.v.v.e. CVBA werd vernieuwd op de Gewone Algemene Aandeelhoudersvergadering van 2013 voor een termijn van drie jaar.
Deloitte Bedrijfsrevisoren BV o.v.v.e. CVBA wordt vertegenwoordigd door Dhr. Eric Nys. Dhr. Frank Verhaegen werd door de Gewone Algemene Aandeelhoudersvergadering benoemd tot alternatieve vertegenwoordiger van Deloitte Bedrijfsrevisoren BV o.v.v.e. CVBA voor dezelfde termijn.
De jaarlijkse auditvergoeding bedraagt € 1 146 300. Deze omvat zowel de audit van de statutaire jaarrekening van Solvay NV als de audit van de groepsconsolidatie.
De Gedragscode van Solvay geeft de context waarin Solvay zaken wil doen en hoe het op ethische wijze en wakend over de conformiteit wenst om te gaan met alle betrokken partijen. De Gedragscode van Solvay is gebaseerd op de sterke traditie voor respect van waarden die historisch gegroeid zijn in de Groepscultuur. Deze Code geldt voor elke werknemer van Solvay, waar Solvay ook actief is of zaken doet.
De Gedragscode van Solvay geeft algemene richtlijnen weer aan alle werknemers over hoe ze zich moeten gedragen op de werkplek, in de activiteiten van Solvay en wanneer ze Solvay vertegenwoordigen in hun gemeenschappen. Het is geen limitatief document waarin elke situatie zou worden beschreven die een werknemer tijdens zijn dagelijkse werkzaamheden zou kunnen tegenkomen. De Code vestigt echter wel de aandacht op de richtlijnen die de basis vormen van het Groepsbeleid.
De Gedragscode vormt een onderdeel van de constante inspanningen van de Groep om het vertrouwen van alle personeelsleden, en dat tussen de Groep en zijn partners, waaronder begrepen de personeelsleden, hun vertegenwoordigers, de aandeelhouders, klanten en leveranciers, overheidsdiensten of andere betrokken partijen, te behouden en te versterken.
Om al zijn medewerkers maximaal bij de uitvoering van de Code te betrekken, blijft de Groep doorgaan met de bevordering van een verrijkende en evenwichtige sociale dialoog van de directie met de sociale partners.
De Solvay-groep neemt verschillende maatregelen om ervoor te zorgen dat de Gedragscode nageleefd wordt, zoals gerichte scholingsprogramma's, om zo het risico op een schending te minimaliseren. Waar nodig zijn er ook duidelijke sancties voorzien.
De afdeling Legal & Compliance draagt onder toezicht van de Juridisch Directeur van de Groep bij aan de handhaving en verbetering van de compliance-cultuur. De afdeling Ethics and Compliance heeft de meer specifieke taak een in de ethiek gewortelde bedrijfscultuur in de hand te werken overeenkomstig de Waarden en de Gedragscode van Solvay.
In elk van de vier regio's waarin de Solvay-groep actief is, zijn er Compliance Officers benoemd. Ze worden bijgestaan door een netwerk van ervaren personeelsleden wier opdracht het is, naast hun andere taken, de activiteiten op dit gebied te ondersteunen.
De Groep moedigt zijn medewerkers aan om elke eventuele moeilijkheid of vraag omtrent de toepassing van de Gedragscode aan te kaarten bij hun oversten of andere bevoegde gesprekspartners (Compliance Officers, juristen, mensen van Human Resources).
Voorts bestaat in elke regio stilaan de mogelijkheid om zich te wenden tot de Ethics Helpline, een externe dienst waar men terecht kan met moeilijkheden en waar men in alle vertrouwelijkheid vragen kan stellen. De Ethics Helpline wordt uitgebaat conform de heersende wetgeving en in het bijzonder de wetgeving rond gegevensbescherming.
In de joint-ventures spannen onze vertegenwoordigers in de Raad van Bestuur zich in om regels die in de lijn liggen van de Gedragscode van de Groep in te stellen.
De Groep heeft een eigen beleid ingevoerd gericht op het voorkomen van misbruik van voorkennis en heeft een handleiding opgesteld met strikte regels inzake confidentialiteit en niet-gebruik van voorkennis, zowel voor wie regelmatig toegang heeft tot deze voorkennis als voor wie er occasioneel mee te maken krijgt. Binnen de Groep zijn dit beleid en de handleiding ruim verspreid.
De interpretatie en de controle van de naleving van deze regels zijn toevertrouwd aan een Transparantiecomité samengesteld uit de Secretaris-Generaal (voorzitter), eveneens Algemeen Directeur Communicatie van de Groep, de Algemeen Directeur Financiën, de Juridische Directeur en de Algemeen Directeur Personeelszaken van de Groep. Dit comité dient zowel de Raad van Bestuur en het Uitvoerend Comité van advies als de werknemer die met een moeilijke situatie te maken krijgt.
Het Uitvoerend Comité en de Raad van Bestuur voeren in verband hiermee hetzelfde beleid.
Overeenkomstig de wet van 2 augustus 2002 zijn personen met leidinggevende functies en grote verantwoordelijkheid binnen de Groep en de personen die nauw verbonden zijn met hen, te weten:
ervan op de hoogte en worden zij er regelmatig aan herinnerd dat ze verplicht zijn een verklaring af leggen bij de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten (FSMA) voor elke transactie met aandelen van Solvay.
De interne organisatie van de Solvay-groep wordt beschreven op pagina 22 van dit jaarverslag.
Het Solvay-aandeel is genoteerd op de NYSE Euronext Brussels – eerstelijnsnotering – en sinds januari 2012 ook op NYSE Euronext Parijs onder de unieke code SOLB. Sinds 21 september 2012 is Solvay opgenomen in de CAC 40 beursindex. Beide gebeurtenissen weerspiegelen de lange geschiedenis van Solvay in Frankrijk, als ook zijn economisch gewicht.
Op 31 december 2013 was de koers € 115,0, in vergelijking met € 108,6 op het einde van 2011. Het koersgemiddelde in 2012 was € 110,0 en de hoogste koers was € 118,9 (7 mei 2013).
Het gemiddelde dagelijkse handelsvolume volgens de cijfers van Euronext bedroeg 213 237 aandelen in 2013 tegen 304 000 aandelen in 2012.
Het hele jaar door staat het Investor Relations-team ter beschikking om op een tijdige en effectieve manier te communiceren, en financiële en strategische relevante factoren in verband met de ontwikkeling van Solvay voor te stellen aan beleggingsgroepen, analisten en andere betrokkenen, en dit over heel de wereld. Hiervoor hield het Investor Relations-team regelmatige contacten met financiële analisten en institutionele en individuele beleggers, door middel van updates met feiten betreffende de financiële en strategische evoluties, presentaties, bezoeken en roadshows.
De Groep waakt erover alle aandeelhouders op gelijke voet te behandelen.
Het beleid van de Groep inzake communicatie bestaat erin alle belangrijke en marktrelevante informatie te verspreiden zodra dit
De Groep onderhoudt al jaren nauwe banden met individuele beleggers, via deelname aan bijeenkomsten of conferenties of door regelmatige informatie over de activiteiten van de Groep (persberichten, jaarverslag, enz.) die op verzoek verkrijgbaar zijn.
In 2013 heeft de Solvay-groep opnieuw actief ontmoetingen georganiseerd met individuele beleggers in België en nieuwe initiatieven ontwikkeld in Frankrijk.
Een paar voorbeelden:
W in april 2013 nam Solvay deel aan de Investors' Event, georganiseerd te Antwerpen door de Nederlandstalige vereniging van investeringsclubs en beleggers, VFB (Vlaamse Federatie van Beleggingsclubs en Beleggers), waaraan elk jaar meer dan 1 000 deelnemers deelnemen; De Algemeen Directeur Financiën van de Solvay-groep maakte van de gelegenheid gebruik om de Groep voor te stellen aan ongeveer 400 individuele beleggers;
redelijkerwijze mogelijk is door middel van persberichten en/of persconferenties en publieke presentaties beschikbaar op de internet site van de Groep.
Solvay NV
Investor Relations
Ransbeekstraat 310
B-1120 Brussel (België)
e-mail: [email protected]
Internet: www.solvay.com
Naar aanleiding van de 150e verjaardag van de Groep, werden er daarnaast drie vertoningen van de show Odyseo The Chemistry of Dreams opgevoerd in de aanwezigheid van de aandeelhouders, met in totaal 3 000 deelnemers.
Geregeld organiseert de Groep roadshows en ontmoetingen met de bedrijfstop ten behoeve van internationale financiële professionals (analisten, portefeuillebeheerders, pers, enz.). Solvay is ook een actieve dialoog omtrent haar duurzaamheidsbeleid en -parameters aan het ontwikkelen en is de interactie met beleggers die maatschappelijke verantwoord ondernemen belangrijk vinden aan het opvoeren.
In 2013 werden in totaal meer dan 600 contacten gelegd op vergaderingen en events in Europa (Brussel, Londen, Parijs, Frankfurt, Genève, Zurich, Edinburgh, Dublin, Amsterdam, Luxemburg, Stockholm, enz.) en in de Verenigde Staten.
Bovendien hield Solvay op 27 november 2013 zijn Capital Markets Day in Londen, bijgewoond door 90 deelnemers ter plekke en 120 via een live webcast. Tijdens dit eendaags event bevestigde de algemene directie van Solvay zijn strategische visie en kondigde het een nieuw streefdoel voor 2016 aan.
Telefoonconferenties met de bedrijfsleiding worden systematisch elk kwartaal georganiseerd om de resultaten van de Groep te becommentariëren.
Er is ook een website beschikbaar voor aandeelhouders en beleggers: www.solvay.com/investors. Hierop vinden zij de meest actuele financiële en strategische informatie van de Groep. In 2013 werd de site in een volledig nieuw jasje gestoken, met nog meer nuttige en waardevolle functionaliteiten. Bovendien is de site nu beschikbaar in drie talen: Engels, Frans en Nederlands. Dankzij het responsive design biedt het een optimale gebruikerservaring op om het even welk toestel.
Er staan nuttige contactadressen vermeld van analisten die de Groep volgen. Via de website kan men zich ook inschrijven bij de club van aandeelhouders en beleggers. Dan krijgt men per e-mail melding in drie talen over de publicatie van diverse informatie: agenda's van vergaderingen, zoals de Algemene Aandeelhoudersvergadering, wijzigingen van de statuten, bijzondere rapporten van de Raad van Bestuur, publicatie van het jaarverslag, niet-geconsolideerde jaarrekeningen van de moedervennootschap, uitbetaling van dividenden, enz.
p Evolutie van de koers en het aantal verhandelde Solvay-aandelen van 1 januari 2012 tot 31 december 2013
Het Auditcomité heeft een Voorzitter en op zijn minst twee leden. Alle drie zijn ze niet-uitvoerende Bestuurders en minstens twee van hen zijn onafhankelijke Bestuurders.
De leden van het Auditcomité ontlenen hun bevoegdheid aan hun vorming en de ervaring die ze hebben opgedaan in vroegere functies.
Het Auditcomité nodigt normaal de volgende personen uit om verslag uit te brengen:
Het Auditcomité vergadert minstens viermaal per jaar, bij de publicatie van de jaarlijkse, halfjaarlijkse en driemaandelijkse resultaten. Extra vergaderingen zijn mogelijk om de draagwijdte van de plannen en de kosten van de audits te bespreken en andere belangrijke kwesties die relevant zijn voor de opdracht.
a) Het Auditcomité ziet erop toe dat het jaarverslag en de jaarrekeningen, de tussentijdse financiële staten en alle andere belangrijke financiële informatie van de Groep de algemeen aanvaarde boekhoudprincipes respecteren (IFRS voor de Groep, de Belgische boekhoudkundige regels voor de moedervennootschap). Deze documenten dienen een juist en relevant beeld te geven van de Groep en de moedervennootschap en te voldoen aan alle statutaire en beursregels.
b) Het Auditcomité onderzoekt geregeld de toegepaste boekhoudkundige strategie en praktijken ter voorbereiding van de jaarrekening van de Groep en vergewist zich ervan dat ze conform de goede praktijk zijn en voldoen aan de juiste boekhoudkundige normen.
c) Het Auditcomité onderzoekt geregeld de draagwijdte van de externe audit en de toepassing ervan in het geheel van de Groep.
Het Auditcomité bestudeert de aanbevelingen van de externe audit en het rapport dat de auditor aan de Raad van Bestuur bezorgt.
d) Het Auditcomité ziet toe op de efficiëntie van de interne controlesystemen van de Groep, in het bijzonder die van de financiële, operationele en gelijkvormigheidscontrole en die van de risicocontrole. Ook gaat het Auditcomité na of de elektronische informaticasystemen, gebruikt om financiële gegevens te genereren, aan de vereiste normen voldoen.
e) Inzake de interne audit controleert het Auditcomité de draagwijdte/ de programma's/het resultaat van de werkzaamheden van de interne auditafdeling en ziet erop toe dat de interne audit over de adequate werkmiddelen beschikt.
Het Auditcomité gaat na of de aanbevelingen van de interne audit worden uitgevoerd.
f) Het Auditcomité controleert en waakt over de onafhankelijkheid van de externe commissaris, vooral voor de aanvullende diensten die eventueel aan hem gevraagd worden en die buiten zijn wettelijke opdracht vallen. Wat zulke zaken betreft is het het Auditcomité dat de externe commissaris voorstelt aan de Raad van Bestuur die dan de kandidatuur ter goedkeuring voorlegt aan de Gewone Algemene Aandeelhoudersvergadering.
Op een voorstel van de CEO en de CFO heeft het Auditcomité tevens een stem in de keuze van de verantwoordelijke van de afdeling Internal Audit & Risk Management.
g) Het Auditcomité bestudeert ook de risicodomeinen die mogelijk een impact kunnen hebben op de financiële situatie van de Groep. Zulke risico's zijn bijvoorbeeld, valutarisico's, belangrijke juridische geschillen, milieukwesties, problemen in verband met productaansprakelijkheid, enz.
Bij zijn onderzoek bestudeert het Auditcomité de bestaande procedures om belangrijke risico's te herkennen, de mate van hun impact op de Groep in te schatten en de werking van de controlesystemen na te gaan.
Aangezien het een comité is dat onderdeel uitmaakt van de Raad van Bestuur, stelt het Auditcomité een verslag op van elke vergadering en bezorgt dit aan de Raad van Bestuur.
Om de relevante concurrentiële praktijken te beoordelen, maakt Solvay gebruik van een referentiekader met een selectie van Europese chemische en industriële producenten die internationaal actief zijn en een jaarlijkse omzet en een personeelsbestand hebben dat vergelijkbaar is met die van Solvay. De samenstelling van dit kader gebeurt op een periodieke basis om de strategische oriëntatie van de onderneming te blijven weerspiegelen.
Voor managers uit een niet-Europees vaderland en die buiten Europa gevestigd zijn, zijn het de praktijken uit het vaderland die het kader vormen (idealiter gericht op de chemische industrie). Voor gegevens met betrekking tot de internationale markt wordt gebruik gemaakt van de diensten van internationaal erkende vergoedingenconsultants.
De doelstelling van Solvay is om een totaal verloningsniveau aan te bieden dat op of rond de mediaan ligt van het gekozen referentiekader voor gewone prestaties en dicht bij het opperste kwartiel van de markt voor uitmuntende collectieve en individuele prestaties.
De vergoeding van de Algemene Directeuren bestaat uit: het basissalaris (jaarlijks herzien), jaarlijkse aanmoedigingen, langetermijnaanmoedigingenen andere voordelen.
In 2012 heeft de Groep zijn verloningsbeleid herzien om jaarlijkse en lange termijn aanmoedigingen beter af te stemmen op de marktpraktijken en de link tussen de variabele verloning en de operationele prestaties te versterken. Het nieuwe verloningsbeleid is geldig vanaf 2013 en dekt de leden van het Uitvoerend Comité, de Algemene Directeuren en de hoofden van de grote GBU's.
Het verloningsbeleid bestaat uit een vergoedingenplan met Korte Termijn Verloningen (KTV) met de jaarlijkse bonus die verbonden is aan de operationele prestaties van de Groep en herziet het vergoedingenplan met Langetermijnaanmoedigingen (LTV) om een link te introduceren met de globale Groepsprestaties.
De KTV zullen gedeeltelijk gelinkt zijn aan de Groepsprestaties en gedeeltelijk aan de individuele prestaties.
De vooropgestelde jaarlijkse aanmoediging varieert, afhankelijk van het niveau, tussen 50 % (Algemene Directeuren en hoofden van grote GBU's) tot 60 % (leden van het Uitvoerend Comité) van het basissalaris. De vooropgestelde KTV zal uit drie componenten bestaan, die als volgt worden gewogen
De reële jaarlijkse aanmoediging kan variëren tussen 0 % bij zwakke prestaties tot 200 % van de doelstelling bij uitmuntende collectieve en individuele prestaties.
De Langetermijnaanmoedigingen of verloningen bestaan uit een 50/50 mix van aandelenopties (SOP) en Performance Share Units (PSU).
Wat aandelenopties betreft, is het budget toegewezen aan aandelenopties opgeschroefd naar een hoger marktniveau, en het aantal toegewezen SOP zal niet vooraf worden vastgelegd, maar zal worden afgeleid van het vaste budget, rekening houdende met de reële waarde van de SOP (gebaseerd op het Monte Carlo model) op toekenningsdatum.
Het PSU plan, dat vereffend wordt in geld, biedt een mogelijke uitbetaling over een periode van drie jaar als een vooraf bepaalde prestatiedoelstelling wordt bereikt (bv. REBITDA, CFROI), met een afwijking van ongeveer 20 % tussen de effectieve prestatie en de initiële doelstelling. De minimale uitbetaling kan variëren van 0 (in het geval de minimaal vereiste prestatie of niveau niet wordt bereikt) tot 80 % als het minimale prestatieniveau wordt bereikt, en tot 120 % voor een prestatie die het vooraf bepaalde prestatieplafond overschrijdt.
Het Uitvoerend Comité (of de Raad van Bestuur voor de leden van het Uitvoerend Comité) kan tot individuele toekenningen van + of -50 % van de doelstelling beslissen/aanbevelen om speciale of unieke prestaties of omstandigheden te belonen of om onvoldoende prestaties te erkennen, waarbij evenwel de verhouding 50/50 tussen aandelenopties en PSU's in acht genomen moet worden.
Elke jaarlijkse LTV plan is onderworpen aan de voorafgaande goedkeuring van de Raad.
Het Uitvoerend Comité (of de Raad van Bestuur voor de leden van het Uitvoerend Comité) evalueert de prestaties van de doelstellingen en het Uitvoerend Comité (of de Raad van Bestuur voor de leden van het Uitvoerend Comité) kan ook de doelstellingen herevalueren in geval van belangrijke wijzigingen van de perimeter of andere onverwachte omstandigheden.
De Algemeen Directeuren krijgen ook vergoedingen bij hun opruststelling, bij hun overlijden, ziekte en invaliditeit. In principe hangt dit af van de regels in hun land van herkomst. Andere voordelen, zoals medische verzekeringen, bedrijfswagens of kostenvergoedingen voor het gebruik van de eigen wagen bestaan ook, maar ook hier past men de regels toe van het land waar de begunstigde werkt. De aard en het belang van deze andere voordelen zijn in lijn met de marktmediaan.
| KORTE TERMIJN VERLONINGEN – KTV | |||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Uitvoerend Comité | Algemeen directeuren & Hoofden van grote GBU's | ||||||
| Opgesplitst in drie onderdelen | Opgesplitst in drie onderdelen | ||||||
| KTV doel in % van basisverloning |
Individuele prestatie |
Prestatie v.d. Groep |
Duurzame ontwikkelingsindicator |
KTV doel in % van basisverloning |
Individuele prestatie |
Prestatie v.d. Groep |
Duurzame ontwikkelingsindicator |
| 60 % | 30 % | 60 % | 10 % | 50 % | 30 % | 60 % | 10 % |
Werkelijke KTV-betaling kan schommelen tussen 0 en 200 %, afhankelijk van de geleverde individuele of groepsprestatie
| LANGETERMIJNAANMOEDIGINGEN (LTV) | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| Uitvoerend Comité | Algemeen directeuren & Hoofden van grote GBU's | |||||
| Performance Share | Toekenningsdoel | Toekenningsdoel | ||||
| Units (PSU) | € 250 000 | € 200 000 |
Het overeenstemmend aantal PSU's wordt bij toekenning bepaald op basis van de waarde van de PSU's
Tussen 0 % en 120 % van de toegekende PSU's, afhankelijk van het al dan niet behalen van de prestatiedoelstellingen die vooraf door de Groep bepaald werden over een periode van 3 jaar.
| Uitvoerend Comité | Algemeen directeuren & Hoofden van grote GBU's | |
|---|---|---|
| Toekenningsdoel | Toekenningsdoel | |
| Aandelenopties | € 250 000 | € 200 000 |
Het overeenstemmend aantal opties wordt bij de toekenning bepaald op basis van de marktwaarde van de aandelenopties.
W Elk jaarlijks LTI-plan moet vooraf worden goedgekeurd door de Raad van Bestuur.
W De raad van bestuur kan individuele toekenningen beslissen van +/- 50 % van het doel om speciale prestaties of omstandigheden te belonen of teleurstellende prestaties te erkennen met behoud van de 50/50 verdeling tussen aandelenoptie- en PSU-toekenningen.
1) Niet van toepassing op Jean-Pierre Clamadieu wiens vergoedingen volgens speciale akkoorden verlopen.
2) De Raad van Bestuur oordeelt over het bereiken van de doelstellingen en kan deze ook veranderen bij belangrijke wijzigingen in de perimeter of in andere onverwachte omstandigheden.
Carechem: Carechem 24 is een meertalige telefonische adviesdienst die toegang geeft tot een team van geoefende informanten en dit 24 uur per dag en 365 dagen per jaar. Carechem 24 biedt in noodgevallen bedrijven waar ook ter wereld productinformatie bij een incident met gevaarlijke stoffen.
CEFIC: Europese Raad van de Chemische Nijverheid.
CEO: Chief Executive Officer.
CFO: Chief Financial Officer.
Comex: Uitvoerend Comité.
CSR: Corporate Social Responsibility of maatschappelijk verantwoord ondernemen.
Environmental Protection Agency: Het Amerikaanse Environmental Protection Agency (EPA, soms ook USEPA) is een agentschap dat afhangt van de federale regering van de Verenigde Staten en opgericht werd ter bescherming van gezondheid en leefmilieu. Het zorgt voor de hiertoe vereiste regels, op basis van door het Congres goedgekeurde wetten, en het ziet toe op de naleving ervan.
FERMA: Federatie van Europese organisaties voor risicobeheer (Federation of European Risk Management Associations).
GBU: Global Business Unit.
Gedragscode: Solvay hecht het grootste belang aan verantwoordelijk gedrag en integriteit, waarbij het rekening houdt met de duurzame groei van zijn activiteiten en zijn goede reputatie in de gemeenschappen waarin het actief is.
HDS: Highly Dispersible Silica of hoogdispergeerbare Silica.
HPPA: Hoogwaardige Polyamide (Polyamide High Performance).
HPPO: Hydrogen Peroxide to Propylene Oxide (waterstofperoxide tot propyleenoxide).
Internal control process (ICP): de interne controleprocedure is gericht op de belangrijkste bedrijfsactiviteiten en is gebaseerd op de volgende stappen en activiteiten: (i) risicoanalyse van het proces; (ii) ontwerp van controlemechanisme voor beperking van de risico's; (iii) uitvoering van de controles; (iv) beoordeling van de efficiëntie van de controles door de Interne Audit.
ISO 9001: de ISO 9001-norm stelt een aantal eisen voor het opzetten van een kwalitatief managementsysteem in een organisatie, ongeacht de omvang en de activiteit ervan.
ISO 14001: de ISO 14000-familie behandelt diverse aspecten van het leefmilieubeheer. Het reikt praktische instrumenten aan voor bedrijven en organisaties die het effect van hun activiteiten op het leefmilieu willen kennen en onder controle willen krijgen en hun prestaties op vlak van leefmilieu constant willen verbeteren. ISO 14001:2004 en ISO 14004:2004 richten zich op systemen voor leefmilieubeheer.
ISO 26000: ISO 26000 is een wereldwijde norm die organisaties richtlijnen geeft om op een sociale en maatschappelijk verantwoorde manier te opereren. Deze norm werd in 2010 gepubliceerd na vijf jaar onderhandelen tussen een groot aantal betrokken partijen over de hele wereld. Vertegenwoordigers van regeringen, NGO's, de industrie, consumenten- en sociale organisaties waren betrokken bij de totstandkoming van deze norm. De norm vertegenwoordigt dus een internationale consensus.
LCD: Liquid crystal display.
Loss prevention process: het voorkomen van verlies (loss prevention) beoogt een vlot verlopend productieproces en de vrijwaring van het rendement door beperking van de risico's. Een en ander draagt ook bij tot een betere beveiliging van de mensen en van het leefmilieu.
LTAR: Lost Time Accident Rate of de ongevallen met werkverlet per miljoen werkuren.
MTAR: Medical Treatment Accident Rate – aantal werkongevallen die medischer tussenkomst vereisen per 1 miljoen werkuren.
OESO: Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling.
OLED: Organic Light-Emitting Diode of organische lichtemitterende diode.
Open innovatie: innovatie verrijkt door externe expertise, door de ontwikkeling van partnerschappen met de academische wereld en door het verwerven van een belang in startups, ofwel direct of via een investeringsfonds.
PDCR: Performance, Development and Career Review.
PPA: Polyphthalamides.
Product Stewardship: een verantwoordelijke aanpak door het beheer van risico's gedurende de hele levenscyclus van een product, vanaf het ontwerp tot het einde ervan.
PTFE: poly tetrafluoroethyleen.
PVC: polyvinylchloride.
PVDF: polyvinylideenfluoride
R&I: (Research & Innovation), onderzoek en innovatie.
REACH: is de Europese regelgeving voor chemische substanties en het veilig gebruik ervan (EC 1907/2006). Deze regelt de registratie, de evaluatie, de toelating en de beperking van chemische stoffen. De wet werd van kracht op 1 juni 2007.
Responsible Care®: Responsible Care® is het unieke en mondiale handvest van de chemische industrie voor betere prestaties op het gebied van gezondheid en leefmilieu, een verhoogde veiligheid en communicatie met alle betrokken partijen over producten en aangewende procedés.
Risicobereidheid ("risk appetite"): de scheidingslijn, afhankelijk van waarschijnlijkheid en ernst van het probleem, tussen aanvaardbare en onaanvaardbare risico's, na een grondige analyse van de mogelijke risico's.
Risicoprofilering: een door Solvay ontwikkeld instrument voor systematisch risicobeheer, gebaseerd op de "Zurich Hazard Analysis" methode, ter ondersteuning van het beleid inzake risicobeheer. Het bewuste instrument is gebaseerd op oefeningen in teamverband en meet risico's op basis van hun waarschijnlijkheid en grootte.
Seveso-regelgeving: betreft de controle over belangrijke ongevallenrisico's die vallen onder de regelgeving van de gevaarlijke stoffen. Deze regelgeving (ook bekend als "COMAH-richtlijnen" of Seveso-richtlijnen') is de uitvoering van de Europese richtlijn 96/82/ EG. Zij geldt enkel voor plaatsen waar belangrijke hoeveelheden van gevaarlijke substanties worden opgeslagen.
SPM: Sustainable Portfolio Management of duurzaam portefeuillebeheer.
TFE: Tetrafluoroethyleen.
VCM: vinylchloride.
Veiligheidsinformatiebladen (safety data sheets): het belangrijkste instrument om ervoor te zorgen dat producenten en afnemers voldoende informatie uitwisselen over de hele productieketen, om veilig gebruik van hun substanties en mengsels mogelijk te maken.
CFROI: cash flow return on investment.
Dividendrendement (netto): Nettodividend gedeeld door de slotkoers van het aandeel per 31 december.
Dividendrendement (bruto): Brutodividend gedeeld door de slotkoers van het aandeel per 31 december.
DJ Euro Stoxx: Dow Jones Euro Stoxx is een paneuropese beursindex samengesteld uit de 326 belangrijkste aandelen van de algemene Dow Jones index, die tot elf landen uit de Eurozone behoren.
DJ Stoxx: Dow Jones Stoxx is een Europese beursindex samengesteld uit de 665 belangrijkste Europese aandelen.
EBIT: Operationeel resultaat.
Eigen vermogen (per aandeel): Eigen vermogen gedeeld door het gemiddeld aantal aandelen voor de berekening van het IFRS-resultaat. Dezelfde noemer wordt gebruikt voor de kasstroom en de REBITDA per aandeel.
FTSEurofirst 300: De FTSEurofirst 300 Index volgt de aandelenkoers van de 300 belangrijkste ondernemingen in de regio, gerangschikt volgens de marktkapitalisatie in de FTSE Developed Europe Index.
Gewone winst per aandeel: Nettowinst (aandeel Solvay-groep) gedeeld door het gemiddeld aantal aandelen voor de berekening van de winst per aandeel onder IFRS.
IFRS: International Financial Reporting Standards.
LTI: Langetermijnverloning (Long Term Incentive).
M&A: Fusies en overnames (Mergers and Acquisitions).
Natuurlijke wisselkoersafdekking: Een natuurlijke afdekking is een instrument dat het ongewenste risico beperkt door de kasstromen (d.i. opbrengsten en kosten) te laten overeenkomen.
Netto financiële lasten: omvat de kosten van leningen minus de opgebouwde rente op leningen en termijnbeleggingen, plus overige financieringsopbrengsten en -kosten en disconteringskosten van de voorzieningen (namelijk in verband met personeelsbeloningen na uitdiensttreding, gezondheid, veiligheid en leefmilieu).
NYSE Euronext: Globale operator van financiële markten en leverancier van handelstechnologieën.
OCI: Andere elementen van het totaalresultaat (Other Comprehensive Income).
Omloopsnelheid: Totaal aantal aandelen verhandeld gedurende het jaar gedeeld door het totaal aantal beursgenoteerde aandelen, op basis van de definitie van Euronext.
Omloopsnelheid aangepast aan de free float: Omloopsnelheid aangepast in functie van het percentage van de beursgenoteerde aandelen aangehouden door het publiek, op basis van de definitie van Euronext.
PPA: Purchase Price Allocation – De PPA effecten resulteren uit de herwaardering van activa, verplichtingen en voorwaardelijke verplichtingen van Rhodia tegen reële waarde op overnamedatum (IFRS 3).
PSU: Performance Share Unit.
REBIT: Recurrent operationeel resultaat.
REBITDA: Recurrent operationeel resultaat vóór afschrijvingen, niet-recurrente elementen, tijdelijke toenames van de voorraden door de overname van Rhodia en Chemlogics, en pre-operationele winst/ (verlies) van RusVinyl als gevolg van (niet in de balans opgenomen) financiële kosten.
ROE: Rendement op eigen vermogen (Return on equity).
SOP: Aandelenoptie (Stock Option).
STI: Kortetermijnverloning (Short Term Incentive).
Verwaterde winst per aandeel: Nettowinst (aandeel Solvay-groep) gedeeld door het gemiddeld aantal aandelen voor de berekening van de verwaterde winst per aandeel onder IFRS.
Vrije Kasstroom (Free cash flow): Kasstroom uit bedrijfsactiviteiten (met inbegrip van dividenden ontvangen van geassocieerde deelnemingen en joint-ventures) + kasstroom uit investeringsactiviteiten (uitgezonderd overnames en vervreemding van dochterondernemingen en andere investeringen).
Aankondiging van resultaten eerste kwartaal 2014 (persbericht om 7u30 CET)
Algemene Aandeelhoudersvergadering (om 10u30 CET)
Notering ex-dividend (coupon nr. 94)
Betaling van het slotdividend 2013 (coupon nr. 94)
Resultaten voor het tweede kwartaal en voor de eerste zes maanden van 2014 (persbericht om 7u30 CET)
Resultaten voor het derde kwartaal en voor de eerste negen maanden van 2014 en bekendmaking van het dividend voor 2014 (persbericht om 7u30 CET)
Building tools?
Free accounts include 100 API calls/year for testing.
Have a question? We'll get back to you promptly.