SIPEF

Quarterly Report • Apr 26, 2012

Persmededeling Gereglementeerde Informatie

TUSSENTIJDSE VERKLARING VAN DE SIPEF GROEP PER 31 MAART 2012 (3m/12)

1. TUSSENTIJDS BEHEERSVERSLAG

1.1. GROEPSPRODUCTIES

Groepsproducties

In ton	Eigen	Derden	Totaal 3m/12	B.I. 3m/12*	Eigen	Derden	Totaal 3m/11	B.I. 3m/11*
Palmolie	46 963	11 612	58 575	46 053	45 640	13 821	59 461	47 320
Rubber	2 497	328	2 825	2 535	2 515	261	2 776	2 301
Thee	654	16	670	633	625	0	625	460
Bananen	6 387	0	6 387	6 387	5 072	0	5 072	5 072
* Beneficial Interest: aandeel van de groep

Het eerste trimester werd gekenmerkt door gunstige weersomstandigheden in Indonesië, waardoor de palmolieproducties van de gevestigde plantages in de provincie Noord-Sumatra licht beter zijn dan vorig jaar en ook in de provincie Bengkulu blijft Agro Muko de verwachtingen overtreffen. De nieuwe aanplanten in het UMW/TUM project bereiken geleidelijk hun maturiteit. Het gebruikelijke grillige weerspatroon in het eerste kwartaal in Papoea-Nieuw-Guinea (PNG) heeft opnieuw de activiteiten van onze plantages in Hargy Oil Palms Ltd beïnvloed. Zware regenval werd afgewisseld met erg droge periodes, wat zijn effect had op de volumes en op de kwaliteit van de geproduceerde olie. Vooral de omliggende boeren hadden problemen met het oogsten van de vruchten, waardoor de door hen aangeboden volumes 16,3% lager waren dan dezelfde tijd vorig jaar. Hierdoor daalde het totaal geproduceerde volume voor de groep met 1,5%.

In Noord- en Zuid-Sumatra zorgden de gunstige weerstendensen ook voor hogere rubbervolumes (+2,2%), terwijl in Agro Muko een tweede bladwissel de productie vertraagde in de mature arealen (-6,6%). Door de uitzonderlijk hoge neerslag gingen veel tapdagen verloren in de eigen rubberplantages in PNG. We konden wel meer aankopen van derden realiseren (+25,7%); hierdoor steeg de totale groepsproductie met 1,8% tegenover dezelfde periode vorig jaar.

Net zoals bij het begin van het vorige jaar had de theeplantage van Cibuni in Java te kampen met een structureel gebrek aan zonneschijn, maar door een geleidelijke weersverbetering in maart, werd toch 7,3% meer zwarte thee geproduceerd in het eerste trimester.

De gebruikelijke harmattan-winden in de eerste twee maanden van het jaar hadden geen grote invloed op de bananenproductie, die met 26,4% steeg tegenover het eerste kwartaal van 2011, dat toen werd beinvloed door de politieke instabiliteit in Ivoorkust.

Gemiddelde marktprijzen
	3m/12	3m/11	12m/11
CIF Rotterdam	1 106	1 251	1 125
RSS3 FOB Singapore	3 853	5 733	4 823
FOB origine	2 550	2 910	2 920
FOT Europa	1 143	1 251	1 125

Droogte ten gevolge van een tweede La Niña-weersfenomeen tegen het einde van 2011 heeft de sojaoogsten in Zuid-Amerika aangetast. Men schat dat zo'n 25 miljoen ton sojabonen verloren zijn gegaan, waardoor we 2012 zijn gestart met de laagste stock-tot-verbruiksratio in jaren. Tekenen van stress op de bomen en hoge regenval in Zuid-Azië belemmerden ook de oogst van de palmvruchten en vertraagden de groeipercentages van het palmolieaanbod. Dit betekent dat de hoop op een verbetering van de aanvoer volledig verdween. Door een zwakke aanbodzijde, terwijl de vraag sterk bleef, stegen de marktprijzen voor plantaardige oliën, inclusief palmolie, gestaag om begin april hun hoogtepunt te bereiken.

Bij de aanvang van het eerste kwartaal klommen de rubberprijzen weg van hun dieptepunt dat ze bereikten in november 2011, voornamelijk door een productieverlaging in Thailand. De markt kreeg een volgende opstoot toen de Thaise regering in januari aankondigde dat zij de intentie had om de prijzen te ondersteunen door de aankoop tot 200 000 ton rubber. Maar toen het midden maart bekend werd dat de Thaise regering de fondsen niet ter beschikking had om tussen te komen zoals voorgesteld, verloor de markt zijn steun en daalden de prijzen.

De marktprijzen voor thee startten het jaar bevredigend aangezien algemene vorst in bepaalde theeproducerende gebieden in Kenia het aanbod van kwaliteitsthee verminderde, maar een verandering in de importregulering in Pakistan verstoorde de vraag naar onze Cibuni-thee.

De bananenprijzen blijven sterk door de algemeen ongunstige klimatologische omstandigheden van de grootste producerende landen in Centraal-Amerika.

1.3. VOORUITZICHTEN

De productievooruitzichten voor palmolie en rubber in Indonesië blijven goed en wij verwachten opnieuw stijgende volumes in het tweede kwartaal in Papoea-Nieuw-Guinea. Ook de theeproductie blijft hoger dan vorig jaar en nu de omstandigheden in Ivoorkust volledig genormaliseerd zijn mogen we ook daar uitkijken naar een verdere toename van de volumes van geëxporteerde bananen.

Hoewel verwacht wordt dat het aanbod en de vraag van plantaardige olie min of meer in evenwicht zullen zijn in 2012, kan gesteld worden dat een tekort het eerste semester zal aantasten. In het tweede halfjaar daarentegen zal een grotere productie van oliehoudende zaden in verschillende delen van de wereld de druk op de markt wat kunnen verlichten. Zelfs als de vraag sterk blijft aan deze hoge prijsniveaus, wordt algemeen verwacht dat door het voorziene hogere aanbod de prijzen van plantaardige oliën, palmolie inbegrepen, in de tweede jaarhelft lager kunnen zijn.

De stijgende ongerustheid dat de Europese schuldencrisis zal leiden tot een economische vertraging en rapporten dat de groei in China ook tekenen van vertraging vertoont, duwen de rubberprijzen naar beneden. In de meeste geïndustrialiseerde landen blijft de consumptie beperkt en dit zal zeker de rubberprijzen aantasten in de komende maanden.

De vraag vanuit Pakistan voor Cibuni-thee herneemt en we verwachten dat de prijzen voor kwaliteitsthee op de huidige niveaus zullen blijven in de komende maanden.

Op dit ogenblik is al 61% van de verwachte jaarproductie van palmolie verkocht aan een gemiddelde prijs van het equivalent van USD 1 111 per ton CIF Rotterdam. Tevens werd al 42% van de rubbervolumes verkocht aan gemiddeld USD 3 687 per ton FOB en ook al 48% van de verwachte theeproductie aan USD 2 870 per ton FOB. De marketingstrategie om gedurende het hele jaar door bananen aan vaste prijzen te verkopen, wordt ook aangehouden. Wij kunnen bijgevolg stellen dat het grootste deel van de verwachte inkomsten van 2012 reeds ingedekt is, waarbij we wel voor de verkopen van onze Indonesische palmolie moeten rekening houden met de toepassing van de progressieve exporttaks, die op het huidige niveau bijna USD 200 per ton bereikt.

Door de reeds gerealiseerde verkopen en de relatief gunstige marktvooruitzichten voor palmolie voor de volgende maanden kunnen we besluiten dat wij opnieuw op weg zijn naar een jaar met goede resultaten voor de SIPEF-groep, die bij behoud van de huidige marktvoorwaarden echter lager zullen liggen dan het resultaat van 2011. Het uiteindelijk jaarresultaat zal afhangen van het bereiken van de verwachte productievolumes, de sterkte van de marktprijzen voor palmolie en rubber in de tweede jaarhelft, de exporttaks op palmolie in Indonesië en de evolutie van de kostprijzen, die onder meer worden beïnvloed door de prijzen van ruwe olie en meststoffen, en door de sterkte van de lokale munten tegenover de USD.

Het uitbreidingsprogramma in Papoea-Nieuw-Guinea in oliepalmen wordt gestaag voortgezet, maar was in het eerste trimester enigszins vertraagd door de weersomstandigheden. In Indonesië werd, na het verkrijgen van de 2 licenties voor maximaal 19 500 hectaren oliepalm- en rubberaanplant in Zuid-Sumatra, gestart met de duurzaamheidsprocedures voor het verkrijgen van de voorafgaandelijke goedkeuring van de lokale overheden en van de "Roundtable on Sustainable Palmoil" (RSPO). Wij verwachten dat we deze procedures in het tweede kwartaal zullen afronden, zodat wij kunnen starten met het planten van de meer dan 700 hectaren die al aan de lokale bewoners gecompenseerd werden. Dit compensatieproces loopt over minstens 3 jaar en onze lokale teams blijven optimistisch over de gunstige evolutie. De uiteindelijke grootte van deze uitbreidingen zal afhangen van het succes van deze compensaties en de bereidheid van de lokale bewoners om een industriële uitbating met tewerkstelling in de streek te verwelkomen. De gesprekken over een derde licentie in dezelfde regio blijven actueel.

Schoten, 26 april 2012.

Voor meer informatie, gelieve contact op te nemen met:

• * F. Van Hoydonck, gedelegeerd bestuurder (GSM +32/478.92.92.82)
• * J. Nelis, Chief Financial Officer

Tel.: 0032/3.641.97.00 Fax : 0032/3.646.57.05

mail to : finance@sipef.com website www.sipef.com (rubriek "investor relations")

SIPEF is een Belgische agro-industriële vennootschap die genoteerd is op NYSE Euronext Brussel. De vennootschap bezit voornamelijk meerderheidsparticipaties in tropische plantagebedrijven die zij beheert en uitbaat. De groep is geografisch gediversifieerd en produceert een aantal basisgrondstoffen, voornamelijk palmolie. De investeringen gebeuren meestal op lange termijn in recent geïndustrialiseerde landen.