AI Terminal

MODULE: AI_ANALYST
Interactive Q&A, Risk Assessment, Summarization
MODULE: DATA_EXTRACT
Excel Export, XBRL Parsing, Table Digitization
MODULE: PEER_COMP
Sector Benchmarking, Sentiment Analysis
SYSTEM ACCESS LOCKED
Authenticate / Register Log In

SIPEF

Interim / Quarterly Report Apr 19, 2018

4000_10-q_2018-04-19_43daabc6-3e2c-4746-988e-29e354ad306e.pdf

Interim / Quarterly Report

Open in Viewer

Opens in native device viewer

Tussentijdse verklaring van de SIPEF-groep per 31 maart 2018 (3m/18)

  • Palmolieproductie van de eigen plantages stijgt met 3,5% ten opzichte van het eerste trimester van 2017.
  • Sterke stijging van de palmolievolumes in Indonesië (+11,4%) wordt geneutraliseerd door dalende volumes in Papoea-Nieuw-Guinea (-19,9%), waar het regenseizoen het oogsten bemoeilijkt.
  • Stabiele palmoliemarkten handelen in een smalle band tussen USD 660 en 700 per ton CIF Rotterdam.
  • 50% van de palmolieproductie voor het jaar 2018 verkocht aan USD 738 per ton CIF Rotterdam, premies inclusief.
  • Vooruitzichten voor een relatief stabiele palmoliemarkt voor de rest van het jaar.
  • Expansie in Zuid-Sumatra in Indonesië wordt gestaag verdergezet met reeds 9 607 hectare gecultiveerd in Musi Rawas en de beperkte uitbreiding en herplanting van Dendymarker werd aangevat.
  • Verkoop van de verzekeringsactiviteiten BDM-ASCO wordt hoogstwaarschijnlijk afgerond in Q2/2018.

Tussentijds beheersverslag

1.1. Groepsproducties

Groepsproducties
2018 (in ton) Eigen Derden Q1/18 YoY% Eigen Derden Q1/18 YoY%
Palmolie 66 509 11 676 78 185 -3,33% 66 509 11 676 78 185 -3,33%
Rubber 2 294 0 2 294 -1,67 % 2 294 0 2 294 -1,67 %
Thee 595 0 595 2,94% 595 0 595 2,94%
Bananen 7 316 0 7 316 -10,13% 7 316 0 7 316 -10,13%
2017 (in ton) Eigen Derden Q1/17
Palmolie 64 272 16 609 80 881
Rubber 2 333 0 2 333
Thee 578 0 578
Bananen 8 141 0 8 141

Na de sterke stijging van onze groepsproducties voor palmolie met 11,2% in 2017, noteren we voor het eerste kwartaal van 2018 opnieuw een groei van 3,5% in onze eigen plantages, voornamelijk gedragen door een 11,4% verhoging van de geproduceerde volumes in Indonesië, waar de palmolie-activiteiten van de Groep in Noord- en Zuid-Sumatra en in Bengkulu algemeen gunstige weersomstandigheden kenden en waar vooral de jonge arealen bijdroegen tot de verdere efficiëntieverbetering van onze geplante hectaren.

In Papoea-Nieuw-Guinea werd reeds eind vorig jaar een daling van de vruchtvorming opgemerkt, voornamelijk in de oudere aanplanten. Tevens zorgde de gebruikelijke intense regenval in de maanden januari en maart ervoor dat het oogsten en transport werd bemoeilijkt en noteerden we licht dalende olieextractiepercentages door het hogere watergehalte in de verwerkte vruchten.

Hierdoor daalde de productie in onze eigen plantages met 11,4% tegenover hetzelfde kwartaal vorig jaar, toen we uitzonderlijk weinig neerslag noteerden. Door de hogere gemiddelde leeftijd van hun plantages, waren de omliggende boeren nog vatbaarder voor deze fenomenen en stelden we in het eerste kwartaal een daling vast van 31,9% van hun producties.

De totale palmolieproductie van de Groep daalde met 3,3% tegenover het eerste kwartaal van 2017.

Voor de jonge plantages in onze uitbreidingsgebieden waar nog geen eigen verwerkingsfabrieken aanwezig zijn, noteren we uiteraard sterk stijgende volumes van vruchten ("Fresh Fruit Bunches" - FFB) door de groeiende maturiteit van de geplante arealen.

Zoals weergegeven in onze groepsproducties, steeg de eigen productie van FFB voor de Groep met 3,3% tegenover dezelfde periode vorig jaar.

Door de gebruikelijke bladwissel in de eerste jaarhelft in de rubberplantages in Sumatra, Indonesia, tonen de productiecijfers voor het eerste kwartaal steeds een wisselend beeld, waarbij vooral de plantages in Noord-Sumatra (-18,7%) vroeger dan vorig jaar hun productie tijdelijk zagen afnemen, terwijl de jonge plantages in Agro Muko in de provincie Bengkulu door bijkomende maturiteit de volumes aanzwengelden (+28,2%). De totale rubberproductie voor de Groep daalde hierdoor licht met 1,7% tegenover dezelfde periode vorig jaar.

De theeplantages in Java, Indonesië, kenden net als vorig jaar een moeilijke start met weinig uren zonneschijn in de maanden januari en februari, die de bladontwikkeling bemoeilijkten. Na betere groeicondities in de maand maart is de kwartaalproductie ondertussen 3% hoger dan vorig jaar.

De weersomstandigheden in Ivoorkust waren voor het eerste trimester zeker niet ideaal voor onze bananenproductie, waar de Harmattan-winden in januari en februari de bloemvorming van de bananenbomen vertraagde. Behoudens de organische productiegroei in de nieuwe aangeplante zone Azaguié 2 (+51,4%) bleven voorlopig de producties van de drie overige volgroeide plantages duidelijk onder de verwachtingen, zodat wij een daling van de groepsproducties van 10,1% noteerden voor het eerste kwartaal van dit jaar.

1.2. Markten

Gemiddelde marktprijzen
In USD/ton* YTD Q1/18 YTD Q1/17 YTD Q4/17
Palmolie CIF Rotterdam 674 773 715
Rubber RSS3 FOB Singapore 1 733 2 539 1 995
Thee Mombasa 2 751 2 815 2 804
Bananen FOT Europa 1 055 839 899
* World Bank Commodity Price Data

Het eerste kwartaal werd ingezet met hoge voorraden in Maleisië dankzij de sterke productiestijging. De eerste maanden van het jaar bleef de productie vooral in Maleisië de marktverwachtingen overtreffen, terwijl Indonesië de gebruikelijke dalingen te zien gaf. Begin januari werd de markt ook verrast door de beslissing van de Maleisische overheid om de exportbelasting met 5% te verlagen, wat veeleer door politieke motieven lijkt ingegeven, gelet op de komende verkiezingen. Maleisië bleef profiteren van een goede vraag, ook omdat de voorraden in Indonesië aan de krappe kant waren.

In maart werd de globaal goede vraag vanuit de voedings- en biodieselsectoren getroffen door de verhoging door de Indiase overheid van de invoerheffing met USD 100 op palmolie, wat het gebruikelijke prijsverschil van palmolie ten opzichte van sojaboonolie tenietdeed. Daarnaast ging veel aandacht naar de veel lagere oogst van sojabonen in Argentinië, die echter geen impact had op de oliemarkten.

Al bij al gebeurde er heel wat op de markten, zoals een sterkere aardoliemarkt, maar de palmolieprijzen bleven binnen een relatief smalle vork, gewoon omdat palmolie al zeer scherp geprijsd is en er een goede vraag naar blijft. De palmoliemarkt werd verhandeld tegen USD 690 per ton CIF Rotterdam aan het begin van het kwartaal, wat geleidelijk daalde tot USD 670 per ton eind maart.

Palmpitolie ("Palm Kernel Oil", PKO) ondervond meer concurrentie van kokosolie, waarvan de productie eindelijk is hersteld. Ondanks de goede oleochemische vraag ging de markt achteruit, maar vanuit historisch perspectief zijn dit nog steeds goede prijzen. PKO werd verhandeld van USD 1 200 per ton CIF Rotterdam begin januari tot USD 1 000 per ton aan het einde van het eerste kwartaal.

De rubbermarkt beleefde opnieuw een zwak kwartaal en de prijs bleef binnen een smalle vork. De belangstelling voor fysieke aankopen blijft laag, ondanks de verbeterde macro-economische context. De premie voor topkwaliteit is gestegen, maar vooral voor futures, terwijl de fysieke vraag achterblijft. De prijzen voor SICOM RSS3 waren vlak en varieerden van USD 1 770 per ton tot USD 1 799 per ton aan het einde van het kwartaal.

De theeprijzen op de veiling van Mombasa bleven binnen een smalle vork tijdens het eerste kwartaal van 2018. De vraag was solide, tegen een achtergrond van hogere productievolumes begin 2018 dan begin 2017, wat de reden is voor de stabiele prijzen.

De marktprijzen voor bananen zijn sterk gebleven in het eerste kwartaal, door een beperkter import volume vanuit de dollar-bananen productielanden naar Europa. Aangezien SIPEF zijn bananen via vaste jaarcontracten verkoopt hebben courante marktprijzen weinig effect op de rentabiliteit van onze fruitactiviteit, maar ze ondersteunen uiteraard wel de vraag naar bananen uit de Afrikaanse landen.

1.3. Vooruitzichten

Producties

De vooruitzichten voor de palmolieproducties voor het tweede kwartaal blijven positief, met een aanhoudend groeiend volume in de Indonesische plantages, zij het minder sterk dan het eerste kwartaal, maar vooral de eigen plantages en deze van de omliggende boeren in Papoea-Nieuw-Guinea zullen in het tweede kwartaal herstellen van het regenseizoen en de vertraagde vruchtvorming. Wij verwachten dan ook om de aangekondigde groeicijfers van 9% voor de totale groepsproductie van palmolie te kunnen handhaven voor het jaar 2018 en ook de lokaal verkochte productie van vruchten in de jonge expansiegebieden zal verder aantrekken.

Verder rekenen wij op een stabiele rubberproductie in Indonesië in de volgende kwartalen, alsook een herstel van de opgelopen achterstand in bananenproductie in Ivoorkust en een theeproductie in Cibuni-Java die licht beter zal zijn dan vorig jaar.

Markten

De palmoliemarkt is grotendeels statisch gebleven, waarbij de meeste fundamentele marktfactoren reeds waren ingeprijsd op basis van een hoge productieverwachting en een goede, solide vraag, gelet op de concurrerende prijzen. Er zijn echter diverse externe factoren die een verrassing voor onze markt kunnen vormen. Zo zijn de geopolitieke spanningen in de wereld duidelijk een grote onbekende, met als meest sprekende voorbeeld de handelsoorlog tussen de VS en China en de mogelijke heffing van 25% op de invoer van Amerikaanse sojabonen in China. De impact van een dergelijke maatregel zou verreikend zijn, maar zou ook zeer gunstig kunnen uitvallen voor palmolie. Politiek gemotiveerde ingrepen, zoals de Maleisische uitvoerbelasting, de Indiase invoerheffingen en het wegvallen van de Europese antidumpingrechten op ingevoerde biodiesel, zullen een impact hebben op onze markten. De aardolieprijs en de mogelijkheid van stijgende biodieselmandaten, vooral in Indonesië, kunnen de komende maanden aanzienlijke vraagschommelingen met zich meebrengen. Al bij al zijn er talrijke externe factoren die onze markten kunnen beïnvloeden. De meeste daarvan zouden gunstig moeten zijn voor onze palmoliemarkt, maar de daarmee gepaard gaande onzekerheid is zeker niet bevorderlijk voor eender welke grondstoffenmarkt, gelet op de toename van de risicoaversie. Wij hebben goede hoop dat de meeste beslissingen op verstandige wijze zullen worden genomen en een positief effect zullen hebben op onze markten.

De rubbermarkt veert meestal op tijdens het seizoen van de bladwissel, maar dit jaar lijkt de bladwissel nauwelijks enige impact te hebben, omdat de fysieke vraag gewoon zeer laag ligt. Op korte termijn valt er dan ook geen prijsherstel te verwachten.

De 'long rains' zijn op tijd begonnen in de Keniaanse gebieden voor theeproductie, we kunnen dan ook een goede theeproductie verwachten. De ramadan begint midden mei, en de kopers in de grote theeverbruikende landen zullen hun voorraden van tevoren aanvullen. Wij verwachten dan ook dat de prijzen het volgende kwartaal binnen een smalle vork zullen evolueren.

Resultaten

De relatief stabiele prijzen voor palmolie over de laatste maanden, hebben ons toegelaten om geleidelijk de productievolumes in de markt te plaatsen en ook reeds een deel van de tweede jaarhelft te verkopen, zodat thans 50% van de verwachte productievolumes voor palmolie verkocht zijn aan een gemiddelde prijs van USD 738 per ton CIF Rotterdam (premies voor duurzaamheid en herkomst inbegrepen), tegenover 45% aan USD 788 per ton CIF Rotterdam op hetzelfde tijdstip vorig jaar. In tegenstelling tot vorig jaar, toen de palmolieprijzen beduidend zwakker noteerden in de tweede jaarhelft, verwachten wij om in de volgende maanden de volumes geleidelijk verder te verkopen aan prijzen die deze van de reeds verkochte hoeveelheden kunnen benaderen.

Voor natuurlijke rubber werd 24% van het jaarvolume verkocht aan USD 1 676 per ton tegenover 42% aan USD 2 307 op hetzelfde tijdstip vorig jaar. De aanhoudende malaise in de rubbermarkten zal het voor SIPEF moeilijk maken om in de rest van het jaar nog aanzienlijk betere verkooprijzen te realiseren en de brutomarge van de rubberactiviteiten zal in het beste geval slechts marginaal bijdragen aan de bedrijfsresultaten van 2018.

De gestegen interesse voor zwarte thee op de Keniaanse markt heeft het mogelijk gemaakt om reeds 46% van onze verwachte volumes te verkopen aan USD 2 800 per ton, een stijging met 16,7% tegenover de gerealiseerde prijs van USD 2 400 per ton FOB voor 40% van onze productie van 2017 op hetzelfde tijdstip vorig jaar.

In de voorbije maanden verzwakten de lokale munten in Indonesië en Papoea-Nieuw-Guinea geleidelijk tegenover de USD, wat mogelijk, samen met de toenemende volumes, de beperkt stijgende kosten voor personeel, meststoffen en energie kan neutraliseren.

Kasstromen en expansie

Het huidige investeringsbeleid van de Groep is voornamelijk gericht op de voortdurende hernieuwing van onze beplante arealen in de volgroeide plantages en de uitbouw van onze palmolie-activiteiten in Zuid-Sumatra, Indonesië, meer in het bijzonder de Musi Rawas- en Dendymarker-projecten.

In Musi Rawas, op de concessies gecentraliseerd in drie ondernemingen, wordt de compensatie van landbouwgronden, gevolgd door de voorbereiding van het terrein en de aanplant van oliepalmen, gestaag verdergezet. In het eerste trimester werden 701 hectare bijkomend gecompenseerd en 382 hectare bijkomend voorbereid voor beplanting of beplant, om een totaal van 9 607 gecultiveerde hectare te bereiken, wat 68,7% is van het totaal van 13 984 gecompenseerde hectare, waarvan voorlopig 2 102 hectare verworven voor aanplanting voor omliggende boeren (plasma) en 11 882 hectare voor eigen ontwikkeling. De FFBproductie van de 902 volgroeide hectare wordt voorlopig lokaal verkocht. We blijven ook interesse tonen voor de verwerving van bijkomende gronden in de regio, aansluitend aan onze huidige projectlocaties.

In de, in augustus 2017 verworven, plantageonderneming PT Dendymarker Indah Lestari (Dendymarker) gaat de aandacht in eerste instantie naar de verbetering van het onderhoud en de bereikbaarheid van de oogstbare palmen en het op peil brengen van de bemesting, zodat wij de rendementen per hectare kunnen verhogen. Anderzijds zijn we reeds gestart met de herplanting van een eerste 200 hectare oude arealen en focussen we ook op de expansie van de beplante zones met een mogelijke uitbreiding tot 2 000 bijkomende hectare, om het geheel op meer dan 8 000 beplante eigen hectare te brengen, naast ongeveer 2 800 hectare voor omliggende boeren (plasma) die hun vruchten zullen leveren aan Dendymarker.

De door SIPEF en Ackermans & van Haaren op 18 december 2017 aangekondigde verkoop van de aandelen van de Belgische verzekeringsgroep BDM-ASCO aan de beursgenoteerde Amerikaanse verzekeraar The Navigators Group, Inc, is in het stadium van onderzoek voor goedkeuring door de toezichthouders. Deze verkoop zal naar alle waarschijnlijkheid voor het einde van het tweede kwartaal afgerond worden. De bij de ondertekening ingedekte bruto verkoopprijs van KUSD 20 783 zal bijdragen tot een verdere verlaging van de schuldpositie van de Groep.

Vertaling: dit persbericht is verkrijgbaar in het Nederlands, het Frans en het Engels. De Nederlandse versie is de originele en de andere versies zijn vrije vertalingen. We hebben alles wat redelijkerwijs mogelijk is gedaan om verschillen tussen de taalversies te vermijden, maar als er toch verschillen zijn, dan heeft de Nederlandse versie voorrang.

Schoten, 19 april 2018

Voor meer informatie, gelieve contact op te nemen met:

* F. Van Hoydonck, gedelegeerd bestuurder (GSM +32 478 92 92 82)

* J. Nelis, chief financial officer

Tel.: +32 3 641 97 00 Fax : +32 3 646 57 05

[email protected] www.sipef.com (rubriek "investors")

SIPEF is een Belgische agro-industriële groep, genoteerd op Euronext Brussels en is gespecialiseerd in de - als duurzaam gecertificeerde - productie van tropische landbouwgrondstoffen, voornamelijk ruwe palmolie en palmproducten. Deze arbeidsintensieve activiteiten zijn geconcentreerd in Indonesië, Papoea-Nieuw-Guinea en Ivoorkust en worden gekenmerkt door een brede stakeholderbetrokkenheid, die de lange termijn investeringen op duurzame wijze ondersteunt.

Talk to a Data Expert

Have a question? We'll get back to you promptly.