Management Reports • Feb 13, 2020
Management Reports
Open in ViewerOpens in native device viewer


| Groepsproducties | ||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| 2019 (in ton) | Eigen | Derden | Q4/19 | YoY% | Eigen | Derden | YTD Q4/19 |
YoY% |
| Palmolie | 65 587 | 12 422 | 78 009 | -13,40% | 264 641 | 47 873 | 312 514 | -11,16% |
| Rubber* | 1 194 | 296 | 1 490 | -27,85% | 5 495 | 831 | 6 326 | -20,75% |
| Thee | 571 | 0 | 571 | -25,26% | 2 331 | 0 | 2 331 | -3,76% |
| Bananen | 8 563 | 0 | 8 563 | 18,52% | 32 849 | 0 | 32 849 | 18,21% |
| 2018 (in ton) | Eigen | Derden | Q4/18 | Eigen | Derden | YTD Q4/18 |
||
| Palmolie | 72 929 | 17 148 | 90 077 | 290 441 | 61 316 | 351 757 | ||
| Rubber* | 1 740 | 325 | 2 065 | 6 930 | 1 052 | 7 982 | ||
| Thee | 764 | 0 | 764 | 2 422 | 0 | 2 422 | ||
| Bananen | 7 225 | 0 | 7 225 | 27 788 | 0 | 27 788 |
* Tolan Tiga Groep rubberproducties worden sinds dit jaar uitgesplitst in eigen en derdenproducties. De derdenproducties bestaan uit producties van PT Timbang Deli. De vergelijkende cijfers werden hiervoor aangepast.
De productie van palmolievruchten bleef voor de SIPEF-groep in Indonesië ook in het vierde kwartaal beneden de verwachtingen. Na droger dan normale condities in het eerste en het derde trimester, bleef het uitzonderlijk grillig weerpatroon aanhouden met enkele zeer natte maanden oktober en november in Noord-Sumatra. In Bengkulu was het dan weer uitzonderlijk droog, gevolgd door een zeer natte decembermaand. Men kan besluiten dat de SIPEF-plantages, behoudens de jonge aanplanten in Zuid-Sumatra, de algemene jaartendens van lagere producties voor het geheel van Indonesië zijn blijven volgen.
Voor het vierde kwartaal werd een daling van 8,8% genoteerd in de meer mature plantages van Noord-Sumatra en een daling van 7,4% in de iets jongere UMW/TUM-plantages. In de Agro Muko-plantages, gelegen in de provincie Bengkulu, bleef echter, voornamelijk door de jonge aanplanten, de terugval beperkt tot 3,0%. Op jaarbasis bedroeg voor de mature plantages de terugval 5,7% ten opzichte van een uitzonderlijk goed productiejaar 2018.
Door de voldoende regenval in december zorgden de jonge aanplanten in Zuid-Sumatra alsnog voor een sterk jaareinde (+31,9%). Hierdoor steeg de totale productie, die thans al 7,5% van de Indonesische volumes uitmaakt, met 42,9%. In de Dendymarker-fabriek, die de productie van Zuid-Sumatra integraal verwerkt, werd dit jaar ook een opmerkelijke stijging van de olie-extractieratio's, van 18,0% naar 20,6%, genoteerd.
Door de drie vulkaanuitbarstingen in juni, augustus en oktober, werden ongeveer 45% van de beplante oppervlakte in min of meerdere mate bedekt met een laag as en kleine stenen, met pieken tot 15 cm. Hierdoor werd de productie van vruchten aanzienlijk aangetast. Zo noteerde SIPEF voor het vierde kwartaal een 35,2% productiedaling op de eigen plantages en een daling van 24,5% bij de omliggende boeren, die minder door de aswolken werden bedolven. Door de bemoeilijkte oogstwerkzaamheden en transport, waren ook de extractieratio's voor het kwartaal lager dan vorig jaar (24,5% tegenover 25,6%) en eindigde de jaarproductie van palmolie 37 852 ton lager dan het jaar voordien (-26,9%).
Door de aangehaalde evenementen daalde de palmolieproductie voor de Groep met 13,4% voor het laatste kwartaal en met 11,2% voor het jaar 2019.
De veelbesproken schimmelziekte, die reeds grote delen van Zuidoost-Azië heeft aangetast, zorgde ook in de SIPEF-groep voor een zeer langdurige bladwissel, die de latexproductie van de rubberbomen aanzienlijk beperkte. Zowel de mature plantages in Noord- en Zuid-Sumatra, als de jongere aanplanten in Agro Muko kampten met gevoelige productiedalingen, die 31,4% bedroegen voor het vierde kwartaal en 20,7% voor het ganse productiejaar.
Het jaar kende een sterke start voor de Cibuni theeproductie. Deze overtrof met 10,7% de productie van het eerste kwartaal van 2018. Daarna werden er vijf maanden zonder noemenswaardige regenval in Java gerapporteerd, waardoor de jaarlijkse neerslag 28% onder het 10-jarig gemiddelde bedroeg. De productie viel dan ook kwartaal per kwartaal terug, om uiteindelijk 3,8% beneden de jaarproductie van 2018 te eindigen.
De bananenproductie heeft zich in 2019, na een relatief zwak productiejaar, volledig genormaliseerd. SIPEF noteerde opnieuw volumes die, met een jaarproductie van bijna 33 000 ton 18,2% hoger lagen dan deze van 2018. Alle vier de plantages hebben positief bijgedragen tot deze stijging, maar vooral de plantage van Motobé heeft met een productiestijging van 44,3% een volledig herstel van de rentabiliteitsnormen bevestigd.
| YTD Q4/19 | YTD Q4/018 | ||
|---|---|---|---|
| In USD/ton | |||
| Palmolie | CIF Rotterdam* | 566 | 598 |
| Rubber | RSS3 FOB Singapore** | 1 640 | 1 565 |
| Thee | Mombasa** | 2 226 | 2 579 |
| Bananen | CFR Europa*** | 662 | 647 |
De palmoliemarkt noteerde in het vierde kwartaal van 2019 een van de grootste rally's van de afgelopen jaren, met een prijsstijging van 2 200 naar 3 100 ringgit op de derivatenbeurs van Maleisië (MDEX). De fysieke prijzen stegen zelfs nog meer. Deze ontwikkeling was toe te schrijven aan een sterke daling van het aanbod en de zeer sterke vraag, waardoor de voorraden slonken.
In Indonesië waren er al in het derde kwartaal tekenen van lagere opbrengsten na het droge weer en een aanzienlijke vermindering van het gebruik van meststoffen vanaf midden 2018, toen de prijzen de telers ertoe aanzetten hun kosten te drukken. In Maleisië bleef de productie eerst nog op peil, maar in oktober was er sprake van een forse afname. De werkelijke daling van de opbrengsten in november en december was ongezien, en door de sterke vraag, zowel voor de binnenlandse als voor de buitenlandse markt, daalden de voorraadniveaus drastisch.
Vooral vanuit China was er enorm veel vraag naar palmolie, wat voor een deel was toe te schrijven aan het feit dat er minder sojabonen werden verwerkt. Dat kwam omdat er minder vraag naar eiwitten was als gevolg van de uitdunning van de varkensstapel door de Afrikaanse varkenspest en omdat de productie van varkensvet was gedaald om dezelfde reden. In het algemeen was er zeer veel vraag naar palmolie voor de exportmarkt omdat palmolie door de lage prijs marktaandeel had veroverd op andere plantaardige oliën, maar ook door een absolute groei van de vraag.
De binnenlandse vraag voor de productie van biodiesel in Indonesië speelde eveneens een zeer grote rol. B30, waarbij gewone diesel wordt gemengd met 30% methylester uit palmolie, is verplicht vanaf januari 2020. In 2019 was er al een stijging van 2 miljoen ton voor de binnenlandse biodieselmarkt, en voor 2020 zou daar nog eens 2,5 miljoen ton bij kunnen komen. De Indonesische regering heeft getoond dat ze echt werk wil maken van deze richtlijn door de uitstroom van dollars voor de invoer van gewone diesel te beperken - een belangrijke macro-economische maatregel van de regering-Jokowi - en door tegelijk de kleinschalige telers van palmolie die het moeilijk hebben, te steunen. Het biodieselbeleid wordt ook gefinancierd door de exportheffing en heeft dan ook een solide basis, ondanks het feit dat palmolie duurder wordt verhandeld dan gasolie. Maleisië kondigde de invoering van B20 in de plaats van B10 aan, maar dit plan is minder goed onderbouwd door de onduidelijke financiering.
De handelsoorlog tussen de VS en China bleef aanslepen en de omstandigheden voor de Zuid-Amerikaanse sojaproductie bleken gunstig. Maar al deze factoren waren minder belangrijk omdat de vraag-aanbodsituatie voor palmolie in zo'n snel tempo naar toekomstige tekorten evolueerde, dat de prijs omhoogschoot naar het hoogste niveau in drie jaar tijd. De palmolieprijs klom van USD 560 per ton CIF Rotterdam in oktober naar USD 830 in december.
Omdat de productie van kokosolie tegenviel en ook de palmpitolieopbrengsten waren gedaald, slonken de relatief grote voorraden palmpitolie van het derde kwartaal in snel tempo, hoewel de situatie niet zo nijpend was als op de palmoliemarkt. De prijs verdubbelde bijna van USD 560 naar USD 1 040 per ton CIF Rotterdam aan het einde van het jaar. De meerprijs van laurische oliën ten opzichte van palmolie is opnieuw genormaliseerd en bedraagt momenteel circa USD 200 per ton.
De rubberprijzen op de futuresmarkt stegen gedurende het laatste kwartaal van het jaar, waardoor de verliezen van het derde kwartaal meer dan goed werden gemaakt. De fysieke handel bleef echter het grootste deel van de tijd flauw, omdat de autosector het nog steeds moeilijk heeft. Het verbeterde sentiment over de Chinees-Amerikaanse handelsoorlog en het nieuws van de dalende productie in de twee grootste producerende landen, Thailand en Indonesië, droegen bij aan de positieve prijsontwikkeling. Zowel Thailand als Indonesië had te kampen met een toename van bladziekten, die een grote impact hadden op het rendement. De prijzen voor SICOM RSS3 stegen van USD 1 454 per ton begin oktober naar USD 1 684 per ton eind december.
De theeprijzen op de veiling van Mombasa gingen licht omhoog aan het begin van het vierde kwartaal omdat de wintervraag begon te spelen. Door een stijging van de volumes die werden aangeboden op de veiling, vielen de prijzen daarna echter weer terug naar de eerdere niveaus. De Pakistaanse regering vaardigde nieuwe wetten voor bedrijven uit die ook een invloed hadden op de theemaatschappijen, waardoor zij minder geneigd waren om grote volumes te kopen.
| Geconsolideerde winst- en verliesrekening | ||
|---|---|---|
| In KUSD (management presentatie) | 31/12/2019 | 31/12/2018 |
| Omzet | 248 311 | 275 270 |
| Kostprijs van verkopen | -212 038 | -201 040 |
| Aanpassingen van de reële waarde | 889 | -2 134 |
| Brutowinst | 37 162 | 72 096 |
| Algemene en beheerskosten | -31 481 | -31 759 |
| Overige bedrijfsopbrengsten/(kosten) | - 741 | 2 352 |
| Bedrijfsresultaat | 4 940 | 42 689 |
| Financieringsopbrengsten | 2 161 | 2 308 |
|---|---|---|
| Financieringskosten | -5 473 | -3 733 |
| Wisselkoersresultaten | - 775 | -1 666 |
| Financieel resultaat | -4 088 | -3 091 |
| Resultaat voor belastingen | 852 | 39 598 |
| Belastinglasten | -6 772 | -14 155 |
| Resultaat na belastingen | -5 920 | 25 443 |
| Aandeel resultaat geassocieerde deelnemingen en joint ventures | -1 485 | - 854 |
| Resultaat van voortgezette activiteiten | -7 404 | 24 589 |
| Meerwaarde verkoop BDM-ASCO | 0 | 7 376 |
| Resultaat van de periode | -7 404 | 31 965 |
| Resultaat van voortgezette activiteiten aandeel van de groep | -8 004 | 22 713 |
| Meerwaarde verkoop BDM-ASCO deel van de groep | 0 | 7 376 |
| Resultaat van de periode aandeel van de groep | -8 004 | 30 089 |
| Geconsolideerde brutowinst | ||||
|---|---|---|---|---|
| In KUSD (verkort) | 31/12/2019 | % | 31/12/2018 | % |
| Palmolie | 34 445 | 92,7% | 68 800 | 95,4% |
| Rubber | -2 244 | -6,0% | -1 065 | -1,5% |
| Thee | - 370 | -1,0% | 627 | 0,9% |
| Bananen en planten | 4 697 | 12,6% | 2 793 | 3,9% |
| Corporate en andere | 634 | 1,7% | 941 | 1,3% |
| Totaal | 37 162 | 100% | 72 096 | 100% |
De totale omzet daalde naar USD 248 miljoen (-9,8% tegenover 2018).
De omzet van palmolie liep terug met 12,4% door een combinatie van lagere productievolumes in voornamelijk Hargy Oil Palms Ltd in Papoea-Nieuw-Guinea (-26,9%) en de lagere wereldmarktprijs voor "Crude Palm Oil" (CPO). De gemiddelde wereldmarktprijs voor CPO noteerde het voorbije jaar USD 32 per ton CIF Rotterdam of 5% lager dan tijdens dezelfde periode vorig jaar.
De omzet van rubber daalde met 11,7% tegenover 2018 vooral door de lagere verkochte volumes tegen vergelijkbare prijzen.
In de theeactiviteit verminderde de omzet met 7,0% ondanks de hogere verkochte volumes (+11,1%) door de substantieel lagere verkoopprijzen (-13,7%).
De omzet van de bananen- en bloemenactiviteiten steeg met 28,7%, hoofdzakelijk door de hogere productievolumes (+18,2%). Daarnaast wordt vanaf 2019 de omzet "Cost & Freight" gerapporteerd tegenover FOB voordien.
De gemiddelde ex-fabriek eenheidskostprijs voor de mature oliepalmplantages nam toe met zo'n 9,5% in vergelijking met 2018. In Indonesië steeg de gemiddelde ex-fabriek eenheidskostprijs met zo'n 6,7% wat als een normale stijging kan aanzien worden in een periode zonder muntdevaluatie. De Indonesische munt is sinds eind 2010 met 54,6% gedevalueerd maar deze trend is recentelijk licht gekeerd. In Hargy Oil Palms Ltd in Papoea-Nieuw-Guinea steeg de ex-fabriek eenheidskostprijs met 26,1% als gevolg van de belangrijke productiedaling die veroorzaakt werd door de moeilijke weersomstandigheden tijdens het eerste semester en vooral door de drie opeenvolgende vulkaanuitbarstingen tussen eind juni en oktober 2019.
De aanpassingen van de reële waarde betroffen de effecten van de waardering van de hangende vruchten aan hun reële waarde (IAS 41R).
De brutowinst daalde van KUSD 72 096 in 2018 naar KUSD 37 162 (-48,5%) in 2019.
De brutowinst van het palmsegment (92,7% van de brutowinst) verminderde met KUSD 34 335 (-49,9%) in vergelijking met 2018 door de lagere producties en de lagere palmolieprijzen. Alleen al de lagere producties in Hargy Oil Palms Ltd (zie hierboven) vertegenwoordigden een negatief effect van ongeveer USD 9 miljoen op de brutowinst.
De bijdrage van het rubbersegment bleef negatief door tegenvallende productie en de aanhoudend lage verkoopprijzen die de productiekost momenteel niet dekken.
Tijdens 2019 was de theemarge eveneens negatief door de sterk gedaalde verkoopprijs. De eenheidskostprijs is ook licht gestegen (+7,1%) ten opzichte van vorig jaar.
In de bananen- en bloemenactiviteiten werd de aangekondigde rentabiliteitsverbetering bevestigd met een stijging van de brutomarge van KUSD 2 793 naar KUSD 4 697 (+68,2%).
De algemene en beheerskosten bleven nagenoeg stabiel (-0,9%). Enerzijds was er de normale inflatie die de kosten licht deed toenemen, maar anderzijds was er een sterke daling van de bonusprovisie voor 2019.
Het bedrijfsresultaat, zonder éénmalige meerwaarden, kwam uit op KUSD 4 940 tegenover KUSD 42 689 vorig jaar.
De financieringsopbrengsten omvatten voornamelijk het positieve tijdseffect van de verdiscontering van de vordering uit de verkoop van de deelneming in de oliepalmplantage SIPEF-CI SA in Ivoorkust eind 2016 (KUSD 1 689). Deze vordering zal over de volgende drie jaar worden afgelost.
De financiële kosten hadden vooral betrekking op de interesten op de lange- en korte termijnfinancieringen aan Libor gerelateerde interestvoeten. De stijging van de interestkosten is het gevolg van een hogere schuldpositie waarop een hogere marge werd aangerekend overeenkomstig de kredietovereenkomsten met de banken.
Het resultaat vóór belasting, vóór éénmalige meerwaarden, bedroeg KUSD 852 tegenover KUSD 39 598 in 2018.
De belastinglast was grotendeels het gevolg van:
Het aandeel van het resultaat van 'geassocieerde deelnemingen en joint ventures' (KUSD -1 485) omvatte de researchactiviteiten die gecentraliseerd zijn in PT Timbang Deli en Verdant Bioscience Pte Ltd.
Het resultaat van de periode, vóór éénmalige meerwaarden, bedroeg KUSD -7 404 of KUSD 31 993 lager dan de KUSD 24 589 van vorig jaar.
Tijdens het eerste semester van 2018 werd de verkoop van de verzekeringsbranche (BDM-ASCO) afgerond met een meerwaarde van KUSD 7 376. Tijdens 2019 waren er geen éénmalige meerwaarden.
Het nettoresultaat, aandeel van de Groep, bedroeg KUSD -8 004.
| Geconsolideerde kasstroom | ||
|---|---|---|
| In KUSD (management presentatie) | 31/12/2019 | 31/12/2018 |
| Kasstroom uit bedrijfsactiviteiten | 48 227 | 81 899 |
| Variatie netto bedrijfskapitaal | -1 647 | -13 680 |
| Betaalde belastingen | -14 693 | -34 537 |
| Kasstroom uit bedrijfsactiviteiten na belastingen | 31 887 | 33 682 |
| Investeringen immateriële en materiële activa | -66 546 | -69 428 |
| Verkoopprijs materiële vaste activa en financiële vaste activa (excl. BDM ASCO) |
7 108 | 2 671 |
| Investeringen financiële vaste activa | ||
| Recurrente vrije kasstroom | - 200 | - 300 |
| Verkoopprijs BDM-ASCO | -27 751 | -33 375 |
| 0 | 20 463 | |
| Andere financieringsactiviteiten | 8 809 | 6 327 |
| Nettobeweging van investeringen, geldmiddelen en kasequivalenten | -18 942 | -6 585 |
| In USD per aandeel | 31/12/2019 | 31/12/2018 |
|---|---|---|
| Gewogen gemiddelde aandelen | 10 434 244 | 10 454 309 |
| Gewoon bedrijfsresultaat | 0,47 | 4,79 |
| Gewoon nettoresultaat | -0,77 | 2,88 |
| Verwaterd nettoresultaat | -0,77 | 2,88 |
| Gewoon nettoresultaat voor verkoop BDM-ASCO | -0,77 | 2,17 |
| Kasstroom uit bedrijfsactiviteiten na belastingen | 3,06 | 3,22 |
De kasstroom uit bedrijfsactiviteiten daalde met KUSD 33 672 wat in lijn lag met het lagere bedrijfsresultaat. Het toegenomen gebruik van werkkapitaal (KUSD -1 647) was vooral het gevolg van bijkomende voorschotten die werden verstrekt aan omliggende boeren in de Musi Rawas-regio voor de ontwikkeling van hun arealen in het kader van de plasmawetgeving voor ongeveer USD -3,5 miljoen.
In Indonesië en in Papoea-Nieuw-Guinea verrichtte de Groep in 2019, in overeenstemming met de lokale wetgeving, voorafbetalingen van belastingen op basis van de resultaten van het vorige jaar (2018). Daarom werden in 2019 relatief veel belastingen betaald (KUSD 14 693) in vergelijking met de werkelijke belastinglast van KUSD 6 772. De Groep heeft eind 2019 een bedrag van USD 14 787 aan belastingvorderingen openstaan die de volgende twee jaar zullen gerecupereerd worden.
De totale investeringsuitgaven voor de Groep bedroegen KUSD 66 746, quasi identiek aan vorig jaar. In het kader van de vermindering van de liquide middelen uit operaties vanaf eind 2018 en om het schuldniveau onder controle te houden werden in 2019 de geplande maar nog niet bevestigde investeringen herbekeken en waar mogelijk uitgesteld. Zo werd het uitbreidingsprogramma in de Musi Rawas-regio aanzienlijk vertraagd, zonder echter het langetermijnpotentieel in gevaar te brengen.
De verkoopprijs van materiële vaste activa en financiële vaste activa betroffen naast de gewone verkopen van vaste activa voor KUSD 1 795 ook een bedrag van KUSD 1 500 uit de verkoop van Galley Reach Holding en KUSD 3 813 uit de verkoop van SIPEF-CI.
De recurrente vrije kasstroom van 2019 bedroeg KUSD -27 751 tegenover KUSD -33 375 tijdens dezelfde periode vorig jaar.
De 'andere financieringsactiviteiten' (KUSD 8 809) omvatten de inkoop van eigen aandelen (KUSD -854), het betaalde dividend van vorig boekjaar (KUSD -6 495), een netto verhoging van de langetermijnfinanciering (KUSD 41 000), betaalde interesten (KUSD -5 042) en een gedeeltelijke terugbetaling van de kortetermijnfinanciering (KUSD -19 799).
| In KUSD (management presentatie) | 31/12/2019 | 31/12/2018 |
|---|---|---|
| Biologische activa (na afschrijving) – dragende planten | 306 342 | 283 712 |
| Goodwill | 104 782 | 104 782 |
| Andere vaste activa | 365 412 | 364 481 |
| Vorderingen > 1 jaar | 13 442 | 11 112 |
| Netto-activa aangehouden voor verkoop | 0 | 0 |
| Netto vlottende activa, liquiditeiten niet inbegrepen | 94 013 | 91 932 |
| Nettokaspositie | -164 623 | -121 443 |
| Totaal netto-actief | 719 368 | 734 576 |
| Eigen middelen, aandeel van de groep | 628 686 | 644 509 |
| Minderheidsbelangen | 34 325 | 34 250 |
| Voorzieningen en uitgestelde belastingen | 56 358 | 55 817 |
| Totaal netto-passief | 719 368 | 734 576 |
De balansposities zijn globaal redelijk stabiel gebleven tegenover 31 december 2018.
Door de aanhoudende expansie zijn de biologische activa en andere vaste activa toegenomen.
De netto vlottende activa, liquiditeiten niet inbegrepen, kenden enkele grote bewegingen:
De nettokaspositie omvat vanaf 2019 eveneens de leasingschuld die werd erkend overeenkomstig IFRS 16 (KUSD 3 037 per 31 december 2019).
In lijn met de 30% 'pay-out ratio' van vorige jaren stelt de raad van bestuur voor om over het verliesjaar 2019 geen dividend uit te keren, om zo de schuldpositie van de Groep onder controle te houden en het groeipotentieel niet in gevaar te brengen.
Voor de Indonesische plantages is er voor de eerste maand van het nieuwe productiejaar geen verbetering in de volumes vastgesteld. Deze blijven voor de plantages in Noord-Sumatra voorlopig onder de tonnages van januari 2019. Dit is vooral het geval voor de UMW/TUM-plantages, waar het gewicht van de vruchtentrossen ondermaats blijft. Toch zijn de vooruitzichten gunstiger voor het vervolg van het eerste semester en worden er opnieuw licht stijgende producties verwacht voor de Groep in Indonesië voor de rest van het jaar.
De vooruitzichten voor de productie in Papoea-Nieuw-Guinea zijn naar beneden bijgesteld. Dit komt omdat meer dan 3 000 hectare door as en steenval werden bedekt en nu geleidelijk aan opnieuw in productie worden gebracht. Tot 3 000 hectare hiervan zullen echter over een periode van minstens twee jaar hun bladerdek herstellen zonder noemenswaardige vruchtvorming. Er wordt verwacht dat de jaarproductie van de eigen plantages meer dan 10% hoger zal zijn dan vorig jaar, wat echter nog steeds 20% lager is dan deze van 2018. De oogsten van de omliggende boeren herstellen sneller en zullen deze van 2018 opnieuw benaderen. Het regenseizoen is inmiddels aangevangen, maar is wel een maand later gestart dan vorig jaar. Dit heeft tot op heden nog geen noemenswaardige disruptie van de oogst veroorzaakt.
Er is dan ook geen reden om de vooruitzichten voor het ganse productiejaar 2020 bij te stellen. Dit betekent dat, ondanks de tijdelijke verliezen van productiearealen in Papoea-Nieuw-Guinea, een productiestijging verwacht wordt van meer dan 10% tegenover het desastreuze jaar 2019 en de Groep opnieuw zou aanknopen met het productievolume van 2018, dat net de kaap van 350 000 ton palmolie overtrof.
In 2020 zal de wereldwijde palmolieproductie niet toenemen; voor Maleisië wordt er een daling van 0,5 tot 1 miljoen ton verwacht, terwijl de productie in Indonesië in het beste geval licht zal stijgen. Ook in andere regio's zoals Afrika, Midden-Amerika en Papoea-Nieuw-Guinea wordt er om uiteenlopende redenen geen groei verwacht. De belangrijkste redenen in Zuidoost-Azië zijn de ongunstige weersomstandigheden en het feit dat er minder is bemest. Deze situatie zou zelfs nog tot in 2021 kunnen blijven duren.
In 2019 heeft de markt nog eens drie tot vier miljoen ton van de voorraden opgebruikt, waardoor de voorraadniveaus in Maleisië en Indonesië aan het einde van het jaar naar een dieptepunt waren gezakt en spotcontracten duurder waren dan termijncontracten. De wereldwijde voedselconsumptie groeit normaal gezien ongeveer drie miljoen ton per jaar, en in 2020 zal er in veel landen die palmolie produceren een sterke vraag zijn voor de binnenlandse biodieselmarkt. Indonesië zet hier duidelijk de toon; B30 lijkt een uitgemaakte zaak en er gaan al stemmen op om B40 in te voeren in 2021, en zelfs B100 in de komende jaren.
Door deze factoren in de modellen in te voeren, werd een zeer aantrekkelijk verhaal voor de palmolie voorspeld in 2020. De vraag naar palmolie moest bijgestuurd worden, maar het was onwaarschijnlijk dat dit zou gebeuren vanuit de biodieselmarkt, dus het moest van de exportvraag naar voeding komen. De prijsniveaus moesten stijgen om de vraag in te perken en moesten waarschijnlijk aanzienlijk uitstijgen boven de recente pieken.
Maar toen kwam de virus-uitbraak, die de markt eind januari sterk deed dalen. Op papier is er weinig reden om aan te nemen dat het de vraag zal beïnvloeden, zij het dat er tijdelijk een aantal logistieke haperingen zijn, maar onzekerheid heeft zijn tol geëist. De markt heeft een sterke "sell-off" ervaren. Op voorwaarde dat het coronavirus snel onder controle komt, wordt verwacht dat de markt sterk zal herstellen. Zodra de fundamentele marktfactoren van palmolie weer onder controle zijn, voorziet SIPEF nog steeds een zeer positieve prijsomgeving voor 2020.
De uitbraak van het coronavirus heeft ook gevolgen voor de rubberindustrie en heeft de markt teruggebracht naar een lage prijszetting. Het rubberaanbod wordt beperkt door rapporten die wijzen op een vroege bladwissel in de rubberproductiegebieden en de gevolgen van de bladziekte. De vraag blijft voorlopig zwak, maar het valt af te wachten hoe lang dit nog zal duren. Als de autosector weer aantrekt, vooral in Azië, denkt SIPEF dat de prijs zich gunstiger zou kunnen ontwikkelen.
Aangezien de theeproductie in Kenia momenteel piekt en met de huidige slappe vraag, gaat SIPEF ervan uit dat de prijzen rond het huidige meerjarige lage niveau zullen blijven schommelen.
In een over de laatste vier maanden snel stijgende markt, heeft SIPEF ondertussen 36% van de verwachte palmolieproductie voor 2020 verkocht. Dit gebeurde aan een gemiddelde prijs van USD 727 per ton CIF Rotterdam equivalent, premies voor duurzaamheid en herkomst inbegrepen, tegenover 23% van de volumes aan USD 584 op hetzelfde tijdstip vorig jaar. De gerealiseerde verkopen zijn dus reeds USD 143 per ton hoger (+24,5%) dan vorig jaar. Er dient echter in het huidige boekjaar opnieuw rekening te worden gehouden met een exportheffing van USD 50 per ton en een mogelijke exporttax die voor de maand februari USD 18 per ton zou bedragen. Ondanks de huidige onverwachte onzekerheid in de markt, veroorzaakt door het coronavirus, wenst de Groep verder in te spelen op de onderliggende positieve markttendensen. De volumes zullen geleidelijk in de markt geplaatst worden, rekening houdend met de geldende verkoopspolitiek om drie tot maximaal zes maanden forward te verkopen.
Tevens werd begin 2020, gelet op de weinig inspirerende vooruitzichten in de rubbermarkten, slechts 13% van de verwachte rubbervolumes aan een gemiddelde prijs van USD 1 579 per ton verkocht. Dit is echter 14,1% hoger dan de gemiddelde prijs van USD 1 384 per ton tijdens dezelfde periode in 2019. Ongeveer 19% van de theevolumes werd ook verkocht aan beduidend lagere marktprijzen. De marketingstrategie voor de verkopen van bananen, met voornamelijk vaste prijzen voor het ganse jaar, werd ook in 2020 verdergezet via leveringen in voornamelijk Frankrijk en Engeland voor de beste kwaliteit en aan het West-Afrkaanse continent voor de overige volumes.
Omdat vanaf eind 2019 een meer comfortabele prijsomgeving voor palmolie werd ingeluid, met prijzen die de USD 750 tot USD 800 per ton bereiken, is er vooruitzicht op verbeterende resultaten in 2020.
Het uiteindelijke recurrente resultaat zal in belangrijke mate bepaald worden door het bereiken van de vooropgezette productiegroei, het niveau van de marktprijzen voor de rest van het jaar, het behoud van de huidige exporttaksheffingen op palmolie in Indonesië en de evolutie van de kostprijzen. Voor deze laatste wordt een lichte stijging verwacht, door de verhoging van de arbeiderslonen in combinatie met een sterkere notering van de lokale munt in Indonesië tegenover de rapporteringsmunt USD.
Ingevolge de algemeen lage palmolieprijzen in 2019, resulterend in een negatieve vrije kasstroom, werd beslist om de gebruikelijke vervangingsinvesteringen in het nieuwe boekjaar 2020 waar mogelijk te beperken. Tevens werd naar aanleiding van de vulkaanuitbarstingen in Papoea-Nieuw-Guinea beslist om geen kweektuinen op te zetten en de herplanting met een jaar te verdagen. Ook in Indonesië werd de herplanting waar mogelijk uitgesteld.
Zo blijft de Groep zich in 2020 concentreren op de investeringsprogramma's in Zuid-Sumatra, met de verdere uitbreiding van de activiteiten in Musi Rawas en de herplanting en verbetering van de recent verworven palmplantages en fabriek van Dendymarker. De uitbreiding van de verwerkingscapaciteit van deze fabriek van 20 naar 60 ton per uur is een prioriteit om het sterk stijgend aantal palmvruchten in eigen installaties te verwerken.
Tijdens de twee voorbije jaren werden in Dendymarker reeds 2 824 hectare vernieuwd met jonge palmen, waarvan 1 868 hectare in 2019. In 2020 zal SIPEF verder arealen blijven aanplanten, ook in de 'plasma' zone (omliggende boeren) die aansluit bij de eigen beplante hectaren.
In Musi Rawas werd in het voorbije jaar 1 532 hectare bijkomend gecompenseerd en 1 550 hectare bijkomend voorbereid voor beplanting of beplant, om een totaal van 12 203 gecultiveerde hectare te bereiken. Dit komt neer op 71,5% van het totaal van 17 074 gecompenseerde hectare, waarvan voorlopig 2 363 hectare verworven voor aanplanting voor plasma en 14 711 hectare voor eigen ontwikkeling. Er zijn nu meer dan 4 400 hectare in productie. Naast de uitbreiding van de aangeplante arealen, is de investeringsfocus vooral gericht op de uitbouw van het interne wegennet en de woonkernen voor de arbeiders en het lokale management.
Door deze recente verwezenlijkingen, is in de SIPEF-groep per eind 2019 een totaal van 82 967 hectare geplant en bedraagt de supply-base meer dan 100 000 hectare, voor levering aan negen palmolieverwerkingsfabrieken in Indonesië en Papoea-Nieuw-Guinea.
| 23 april 2020 |
Interim rapport Q1 | |
|---|---|---|
| 30 april 2020 | Jaarverslag beschikbaar (ten laatste) op de website | |
| www.sipef.com | ||
| 10 juni 2020 |
Gewone algemene vergadering | |
| 13 augustus 2020 |
Publicatie van de halfjaarlijkse resultaten | |
| 22 oktober 2020 |
Interim rapport Q3 |
De commissaris heeft bevestigd dat zijn controlewerkzaamheden, die ten gronde zijn afgewerkt, geen betekenisvolle correctie hebben aan het licht gebracht die in de boekhoudkundige informatie, opgenomen in deze persmededeling, zou moeten doorgevoerd worden.
Deloitte Bedrijfsrevisoren – vertegenwoordigd door Kathleen De Brabander.
Vertaling: dit persbericht is verkrijgbaar in het Nederlands en het Engels. De Nederlandse versie is de originele en de andere versie is een vrije vertaling. We hebben alles wat redelijkerwijs mogelijk is gedaan om verschillen tussen de taalversies te vermijden, maar als er toch verschillen zijn, dan heeft de Nederlandse versie voorrang.
Schoten, 13 februari 2020
Voor meer informatie, gelieve contact op te nemen met:
* F. Van Hoydonck, gedelegeerd bestuurder (GSM +32 478 92 92 82)
* J. Nelis, chief financial officer
Tel.: +32 3 641 97 00 Fax : +32 3 646 57 05
[email protected] www.sipef.com (rubriek "investors")
SIPEF is een Belgische agro-industriële groep, genoteerd op Euronext Brussels en is gespecialiseerd in de - als duurzaam gecertificeerde - productie van tropische landbouwgrondstoffen, voornamelijk ruwe palmolie en palmproducten. Deze arbeidsintensieve activiteiten zijn geconcentreerd in Indonesië, Papoea-Nieuw-Guinea en Ivoorkust en worden gekenmerkt door een brede stakeholderbetrokkenheid, die de lange termijn investeringen op duurzame wijze ondersteunt.
| In KUSD (verkort) | 31/12/2019 | 31/12/2018 |
|---|---|---|
| Vaste activa | 805 114 | 780 310 |
| Immateriële vaste activa | 517 | 441 |
| Goodwill | 104 782 | 104 782 |
| Biologische activa - dragende planten | 306 342 | 283 712 |
| Andere materiële vaste activa | 359 071 | 356 723 |
| Vastgoedbeleggingen | 0 | 0 |
| Investeringen in geassocieerde deelnemingen en joint ventures | 5 751 | 7 239 |
| Financiële activa | 73 | 77 |
| Andere financiële activa | 73 | 77 |
| Vorderingen > 1 jaar | 13 442 | 11 112 |
| Overige vorderingen | 13 442 | 11 112 |
| Uitgestelde belastingvorderingen | 15 135 | 16 224 |
| Vlottende activa | 138 011 | 158 058 |
| Voorraden | 26 251 | 36 274 |
| Biologische activa | 6 030 | 4 870 |
| Handelsvorderingen en overige vorderingen | 78 651 | 76 025 |
| Handelsvorderingen | 33 284 | 35 001 |
| Overige vorderingen | 45 367 | 41 024 |
| Terug te vorderen belastingen | 14 787 | 9 280 |
| Investeringen | 0 | 0 |
| Andere investeringen en beleggingen | 0 | 0 |
| Derivaten | 0 | 0 |
| Geldmiddelen en kasequivalenten | 10 653 | 29 595 |
| Andere vlottende activa | 1 639 | 2 014 |
| Activa aangehouden voor verkoop | 0 | 0 |
| Totaal activa | 943 125 | 938 368 |
| Totaal eigen vermogen | 663 010 | 678 759 |
| Eigen vermogen deel groep | 628 686 | 644 509 |
| Geplaatst kapitaal | 44 734 | 44 734 |
| Uitgiftepremies | 107 970 | 107 970 |
| Ingekochte eigen aandelen (-) | -10 277 | -9 423 |
| Reserves | 498 052 | 512 914 |
| Omrekeningsverschillen | -11 793 | -11 686 |
| Minderheidsbelangen | 34 325 | 34 250 |
| Langlopende verplichtingen | 137 008 | 102 041 |
| Voorzieningen > 1 jaar | 1 548 | 1 550 |
| Voorzieningen | 1 548 | 1 550 |
| Uitgestelde belastingverplichtingen | 46 850 | 50 936 |
| Handelsschulden en overige te betalen posten > 1 jaar | 1 | 0 |
| Financiële verplichtingen > 1 jaar | 63 000 | 30 000 |
| Leasing verplichtingen > 1 jaar | 2 513 | 0 |
| Pensioenverplichtingen | 23 096 | 19 555 |
| Kortlopende verplichtingen | 143 107 | 157 568 |
| Handelsschulden en overige te betalen posten < 1 jaar | 28 896 | 29 623 |
| Handelsschulden | 17 292 | 19 647 |
| Ontvangen voorschotten | 2 377 | 450 |
| Overige schulden | 8 747 | 9 455 |
| Winstbelastingen | 480 | 71 |
| Financiële verplichtingen < 1 jaar | 109 763 | 121 038 |
| Kortlopend gedeelte van te betalen posten > 1 jaar | 18 000 | 10 000 |
| Financiële verplichtingen | 91 239 | 111 038 |
| Leasing verplichtingen < 1 jaar | 524 | 0 |
| Derivaten | 42 | 771 |
| Andere kortlopende verplichtingen | 4 406 | 6 136 |
| Passiva verbonden met activa aangehouden voor verkoop | 0 | 0 |
| Totaal eigen vermogen en verplichtingen | 943 125 | 938 368 |
| In KUSD (verkort) | 31/12/2019 | 31/12/2018 |
|---|---|---|
| Omzet | 248 311 | 275 270 |
| Kostprijs van verkopen | -212 038 | -201 040 |
| Aanpassingen van de reële waarde van de biologische activa | 889 | -2 134 |
| Brutowinst | 37 162 | 72 096 |
| Algemene en beheerskosten | -31 481 | -31 759 |
| Overige bedrijfsopbrengsten / (kosten) | - 741 | 9 728 |
| Bedrijfsresultaat | 4 940 | 50 065 |
| Financieringsopbrengsten | 2 161 | 2 308 |
| Financieringskosten | -5 473 | -3 733 |
| Wisselkoersresultaten | - 775 | -1 666 |
| Financieel resultaat | -4 088 | -3 091 |
| Resultaat voor belastingen | 852 | 46 974 |
| Belastinglasten | -6 772 | -14 155 |
| Resultaat na belastingen | -5 920 | 32 819 |
| Aandeel resultaat geassocieerde deelnemingen en joint ventures | -1 485 | - 854 |
| Resultaat van voortgezette activiteiten | -7 404 | 31 965 |
| Resultaat van beëindigde activiteiten | 0 | 0 |
| Resultaat van de periode | -7 404 | 31 965 |
| Toe te rekenen aan: | ||
| - Minderheidsbelangen | 600 | 1 876 |
| - Aandeelhouders van de moedermaatschappij | -8 004 | 30 089 |
| Winst per aandeel (in USD) | ||
| Van voortgezette activiteiten | ||
| Gewone winst per aandeel | -0,77 | 2,88 |
| Verwaterde winst per aandeel | -0,77 | 2,88 |
| Van voortgezette activiteiten | ||
| Gewone winst per aandeel | -0,77 | 2,88 |
| Verwaterde winst per aandeel | -0,77 | 2,88 |
| Gewone winst per aandeel voor verkoop BDM-ASCO | -0,77 | 2,17 |
| In KUSD (verkort) | 31/12/2019 | 31/12/2018 |
|---|---|---|
| Resultaat van de periode | -7 404 | 31 965 |
| Andere elementen van het totaalresultaat | ||
| Elementen die naar de winst- en verliesrekening geherclassificeerd | ||
| zullen worden in toekomstige periodes | ||
| - Valutakoersverschillen als gevolg van de omrekening van buitenlandse activiteiten | - 107 | 805 |
| - Cash flow hedges -reële waarde voor de groep | - 392 | 503 |
| - Effect van de winstbelasting (cash flow hedges) | 114 | 122 |
| Elementen die niet naar de winst- en verliesrekening | ||
| geherclassificeerd zullen worden in toekomstige periodes | ||
| - Toegezegd pensioenregelingen - IAS 19R | - 289 | -1 073 |
| - Effect van de winstbelasting | 72 | 122 |
| Andere elementen van het totaalresultaat: | - 602 | 357 |
| Andere elementen van het totaal resultaat van het boekjaar toe te rekenen aan: | ||
| - Minderheidsbelangen | - 10 | - 67 |
| - Aandeelhouders van de moedermaatschappij | - 592 | 423 |
| Totaalresultaat van het boekjaar | -8 006 | 32 322 |
| Totaalresultaat van het boekjaar toe te rekenen aan: | ||
| - Minderheidsbelangen | 590 | 1 810 |
| - Aandeelhouders van de moedermaatschappij | -8 596 | 30 512 |
| In KUSD (verkort) | 31/12/2019 | 31/12/2018 |
|---|---|---|
| Bedrijfsactiviteiten | ||
| Resultaat voor belastingen | 852 | 46 974 |
| Gecorrigeerd voor: | ||
| Afschrijvingen | 42 285 | 38 745 |
| Variatie voorzieningen | 3 267 | -1 967 |
| Stock options | 126 | 157 |
| Niet gerealiseerde omrekeningsresultaten | 65 | 113 |
| Variatie reële waarde biologisch actief | - 889 | 2 134 |
| Overige niet kas resultaten | -1 634 | -1 693 |
| Hedgereserve, en financiële derivaten | -1 120 | 1 707 |
| Financiële kosten en opbrengsten | 4 705 | 3 391 |
| Minderwaarden vorderingen | 0 | 80 |
| Meerwaarden op deelnemingen | 0 | -7 376 |
| (Winst)/verlies realisatie materiële vaste activa | 570 | - 366 |
| (Winst)/verlies realisatie financiële activa | 0 | 0 |
| Kasstroom uit bedrijfsactiviteiten voor variatie bedrijfskapitaal | 48 227 | 81 899 |
| Variatie bedrijfskapitaal | 1 883 | -13 680 |
| Variatie lange termijn vorderingen | -3 530 | 0 |
| Kasstroom uit bedrijfsactiviteiten na variatie bedrijfskapitaal | 46 580 | 68 219 |
| Betaalde belastingen | -14 693 | -34 537 |
| Kasstroom uit bedrijfsactiviteiten | 31 887 | 33 682 |
| Investeringsactiviteiten | ||
| Verwerving immateriële activa | - 160 | - 261 |
| Verwerving biologische activa | -33 305 | -27 496 |
| Verwerving materiële vaste activa | -33 081 | -41 671 |
| Verwerving vastgoedbeleggingen | 0 | 0 |
| Verwerving financiële activa | - 200 | - 300 |
| Dividenden ontvangen van geassocieerde deelnemingen en joint ventures | 0 | 0 |
| Verkopen materiële vaste activa | 1 795 | 1 171 |
| Verkopen financiële activa | 5 313 | 21 963 |
| Kasstroom uit investeringsactiviteiten | -59 638 | -46 594 |
| Vrije kasstroom | -27 751 | -12 912 |
| Financieringsactiviteiten | ||
| Kapitaalverhoging | 0 | 0 |
| Eigen vermogentransacties met minderheidsaandeelhouders (investering MP Evans) | 0 | 0 |
| Daling/(stijging) van eigen aandelen | - 854 | -1 115 |
| Daling leningen op lange termijn | -9 500 | -10 000 |
| Stijging leningen op lange termijn | 50 500 | 0 |
| Daling kortlopende financiële verplichtingen | -19 799 | 0 |
| Stijging kortlopende financiële verplichtingen | 0 | 41 161 |
| Dividenden van vorig boekjaar betaald in de loop van het boekjaar | -6 495 | -19 682 |
| Dividenden door dochters betaald aan minderheidsbelangen | 0 | - 607 |
| Ontvangen - betaalde interesten | -5 043 | -3 430 |
| Kasstroom uit financieringsactiviteiten | 8 809 | 6 327 |
| Netto beweging van investeringen, geldmiddelen en kasequivalenten | -18 942 | -6 585 |
| Investeringen en geldmiddelen en kasequivalenten (bij het begin van het jaar) | 29 595 | 36 180 |
| Invloed van de wisselkoers op de geldmiddelen en kasequivalenten | 0 | 0 |
| Investeringen en geldmiddelen en kasequivalenten (per einde boekjaar) | 10 653 | 29 595 |
| In K U S D ( ko ) t ve r r |
Ge laa ts t p ka i l taa p S I P E F |
U i i f ies tg te p re m S I P E F |
E ig en de len aa n |
To ke de eg e n ioe l in p en s nr eg e S I A 1 9 g |
Re se rve s |
Om ke ing re n s h i l len -ve rsc |
E ig en ve rm og en de l g e ro ep |
M in de he i ds r -b lan e g en |
To l e taa ig en ve rm og en |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| 1 j i 2 0 1 9 an ua r |
4 4 7 3 4 |
1 0 7 9 7 0 |
-9 4 2 3 |
-3 3 9 1 |
5 1 6 3 0 5 |
-1 1 6 8 6 |
6 4 4 5 0 9 |
3 4 2 5 0 |
6 7 8 7 5 9 |
| Re l de taa t v su an io de p er |
-8 0 0 4 |
-8 0 0 4 |
6 0 0 |
-7 4 0 4 |
|||||
| An de lem ten re e en va n he l re l t to taa taa t su |
2 0 7 - |
2 7 8 - |
1 0 7 - |
5 9 2 - |
1 0 - |
6 0 2 - |
|||
| To l re l taa taa t su |
0 | 0 | 0 | 2 0 7 - |
-8 2 8 2 |
1 0 7 - |
-8 5 9 6 |
5 9 0 |
-8 0 0 6 |
| U i ke ing d iv i de d v ig bo t r n or |
k j e aa r |
-6 4 9 5 |
-6 4 9 5 |
5 1 6 - |
-7 0 1 1 |
||||
| E ig tra t en ve rm og en ns ac in de he i ds de l ho de m r aa n e u |
ies t m e rs |
0 | 0 | ||||||
| An de re |
8 5 5 - |
1 2 2 |
7 3 3 - |
7 3 3 - |
|||||
| 3 de be 2 0 9 1 1 ce m r |
3 4 4 7 4 |
0 9 0 1 7 7 |
0 2 -1 7 7 |
-3 9 8 5 |
0 6 0 5 1 5 |
9 3 -1 1 7 |
6 2 8 6 8 6 |
3 3 2 4 5 |
6 6 3 0 0 1 |
| 1 j i 2 0 1 8 an ua r |
4 4 7 3 4 |
1 0 7 9 7 0 |
-8 3 0 8 |
-2 6 5 2 |
5 0 5 3 8 4 |
-1 2 4 9 1 |
6 3 4 6 3 6 |
3 3 1 4 0 |
6 6 7 7 7 6 |
| Re l de taa t v su an io de p er |
3 0 0 8 9 |
3 0 0 8 9 |
1 8 7 6 |
3 1 9 6 5 |
|||||
| An de lem ten re e en va n he l re l t to taa taa t su |
7 3 9 - |
3 5 7 |
8 0 5 |
4 2 3 |
6 7 - |
3 5 7 |
|||
| To l re l taa taa t su |
0 | 0 | 0 | 3 9 7 - |
3 0 6 4 4 |
8 0 5 |
3 0 2 5 1 |
8 0 9 1 |
3 2 3 2 2 |
| U i ke d iv i de d v bo |
k | -1 9 6 8 2 |
-1 9 6 8 2 |
6 0 6 |
-2 0 2 8 8 |
||||
| ing ig t r n or E ig tra t en ve rm og en ns ac |
j e aa r ies t m e |
- | |||||||
| in de he i ds de l ho de m r aa n e u |
rs | 0 | 0 | ||||||
| An de re |
-1 1 1 6 |
1 5 7 |
9 9 5 - |
9 3 - |
0 2 -1 5 |
||||
| 3 de be 2 0 8 1 1 ce m r |
3 4 4 7 4 |
0 9 0 1 7 7 |
-9 2 3 4 |
-3 3 9 1 |
6 3 0 5 1 5 |
6 8 6 -1 1 |
6 0 9 4 4 5 |
3 2 0 4 5 |
6 8 9 7 7 5 |
De activiteiten van SIPEF kunnen worden onderverdeeld in segmenten naar gelang de soort van de producten. SIPEF heeft de volgende segmenten:
Het overzicht van de segmenten hieronder is weergegeven op basis van de interne managementrapportering van de SIPEF-groep. De belangrijkste verschillen met de IFRS consolidatie zijn:
| In KUSD (verkort) | 31/12/2019 | 31/12/2018 |
|---|---|---|
| Bruto-marge per product | ||
| Palm | 34 445 | 68 800 |
| Rubber | -2 244 | -1 065 |
| Thee | - 370 | 627 |
| Bananen en bloemen | 4 697 | 2 794 |
| Corporate | 634 | 941 |
| Totaal bruto-marge per product | 37 162 | 72 096 |
| Algemene-en beheerskosten | -31 481 | -31 759 |
| Overige bedrijfsopbrengsten/(kosten) | - 741 | 2 352 |
| Financieringsopbrengsten/(kosten) | -5 002 | -3 457 |
| Discounting Sipef-CI | 1 689 | 2 031 |
| Wisselkoersresultaten | - 775 | -1 666 |
| Resultaat voor belastingen | 852 | 39 597 |
| Belastinglasten | -6 772 | -14 155 |
| Effectief belastingtarief | -794,8% | -35,7% |
| Resultaat na belastingen | -5 920 | 25 442 |
| Aandeel resultaat geassocieerde deelnemingen en joint ventures | -1 485 | - 854 |
| Meerwaarde op de verkoop BDM-ASCO | 0 | 7 376 |
| Resultaat van de periode | -7 404 | 31 964 |
Hieronder wordt de segmentinformatie per productsegment en per geografische locatie weergegeven volgens de IFRS winst- en verliesrekeningen.
Het resultaat van een segment omvat de opbrengsten en kosten die rechtstreeks door een segment worden gegenereerd, inclusief het relevante deel van de opbrengsten en kosten dat redelijkerwijs aan het segment kan worden toegerekend.
| Omzet | Kostprijs van de verkopen |
Aanpassingen van de reële waarde |
Brutowinst | % van totaal | ||
|---|---|---|---|---|---|---|
| 2019 - KUSD | ||||||
| Palm | 210 251 | -176 683 | 877 | 34 445 | 92,7 | |
| Rubber | 10 330 | -12 574 | 0 | -2 244 | -6,0 | |
| Thee | 5 072 | -5 454 | 12 | - 370 | -1,0 | |
| Bananen en planten | 22 024 | -17 327 | 0 | 4 697 | 12,6 | |
| Corporate | 634 | 0 | 0 | 634 | 1,7 | |
| Andere | 0 | 0 | 0 | 0 | 0,0 | |
| Totaal | 248 311 | -212 038 | 889 | 37 162 | 100,0 | |
| 2018 - KUSD | ||||||
| Palm | 240 057 | -169 088 | -2.169 | 68 800 | 95,4 | |
| Rubber | 11 699 | -12 764 | 0 | -1 065 | -1,5 | |
| Thee | 5 454 | -4 862 | 35 | 627 | 0,9 | |
| Bananen en planten | 17 119 | -14 326 | 0 | 2 793 | 3,9 | |
| Corporate | 941 | 0 | 0 | 941 | 1,3 | |
| Andere | 0 | 0 | 0 | 0 | 0,0 | |
| Totaal | 275 270 | -201 040 | -2 134 | 72 096 | 100,0 |
Het segment "corporate" omvat de ontvangen management fees van niet-groepsondernemingen, aangerekende commissies op zeevrachten en andere aangerekende commissies die buiten het verkoopcontract vallen.
| Omzet | Kostprijs van de verkopen |
Andere inkomsten |
Brutowinst | % van totaal |
||
|---|---|---|---|---|---|---|
| 2019 - KUSD | ||||||
| Indonesië | 149 050 | -121 260 | 143 | 911 | 28 844 | 77,6 |
| Papoea-nieuw-Guinea | 72 643 | -69 610 | 0 | - 22 | 3 011 | 8,1 |
| Ivoorkust | 25 840 | -21 167 | 0 | 0 | 4 673 | 12,6 |
| Europa | 634 | 0 | 0 | 0 | 634 | 1,7 |
| Andere | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0,0 |
| Totaal | 248 167 | -212 037 | 143 | 889 | 37 162 | 100,0 |
| 2018 - KUSD | ||||||
| Indonesië | 163 653 | -118 738 | 381 | -1 477 | 43 819 | 60,8 |
| Papoea-Nieuw-Guinea | 93 232 | -67 976 | 0 | - 657 | 24 599 | 34,1 |
| Ivoorkust | 17 120 | -14 326 | 0 | 0 | 2 794 | 3,9 |
| Europa | 884 | 0 | 0 | 0 | 884 | 1,2 |
| Andere | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0,0 |
| Totaal | 274 889 | -201 040 | 381 | -2 134 | 72 096 | 100,0 |
De Groep heeft IFRS 16 per 1 januari 2019 aangenomen, maar heeft de vergelijkende cijfers voor 2018 niet aangepast, zoals toegestaan onder de specifieke overgangsbepalingen 'in de standaard. De herclassificaties en de aanpassingen die voortvloeien uit de nieuwe leaseregels worden daarom opgenomen in de openingsbalans op 1 januari 2019.
Bij toepassing van IFRS 16 heeft de Groep leaseverplichtingen opgenomen met betrekking tot leases, die voorheen werden geclassificeerd als operationele leases volgens de principes van IAS 17 "Lease-overeenkomsten". Deze verplichtingen werden gewaardeerd tegen de contante waarde van de resterende leasebetalingen en verdisconteerd tegen de marginale rentevoet van de lessee per 1 januari 2019.
De leasebetalingen worden verdisconteerd aan de hand van een gewogen gemiddelde kapitaalkost (WACC) die impliciet aan de lease. Als dat percentage niet bepaald kan worden, wordt de marginale rentevoet van de lessee gebruikt, i.e. de rentevoet die de lessee zou moeten betalen om de middelen te lenen die nodig zijn om een actief met een vergelijkbare waarde te verkrijgen in een vergelijkbare economische omgeving met vergelijkbare voorwaarden en condities.
De Groep huurt kantoorruimte, landrechten en voertuigen in het kader van een aantal operationele leaseovereenkomsten met een leaseperiode van één jaar of meer. De huur van de kantoorgebouwen betreft de maandelijkse huurbetalingen voor de kantoren in Indonesië. Voor de grondrechten in PNG, betreft het voorwerp van de huurovereenkomst het vruchtgebruik van land waarvoor een vaste jaarlijkse vergoeding wordt betaald. De resterende landrechten in PNG hebben een duur van 99 jaar waarvoor geen huurbedrag wordt betaald. Deze landrechten worden afgeschreven over een periode van 25 jaar in lijn met de levensduur van een oliepalm. De voertuigen betreffen een beperkt aantal autoleaseovereenkomsten binnen de Groep.
De toekomstige operationele leaseverplichtingen onder deze (niet-opzegbare operationele) leases zijn als volgt verschuldigd:
| In KUSD | |
|---|---|
| Operationele leaseverplichtingen op 31 december 2018 | 5 220 |
| (-) Verdisconteerd met behulp van de marginale rentevoet van de lessee op de datum van eerste | |
| toepassing | -2 200 |
| Leaseverplichting opgenomen per 1 januari 2019 | 3 020 |
| Waarvan: | |
| Kortlopende leaseverplichting | 496 |
| Langlopende leaseverplichting | 2 524 |
| Leaseverplichting opgenomen per 1 januari 2019 | 3 020 |
De beweging van het jaar van de operationele leaseverplichting kan worden samengevat als volgt:
| In KUSD | |
|---|---|
| Operationele leaseverplichtingen op 1 januari 2019 | 3 020 |
| Acquisities | 233 |
| Financiële kosten/opbrengsten (unwinding discount rate) | 251 |
| Terugbetalingen | - 524 |
| Wisselkoersresultaat | 57 |
| Leaseverplichting opgenomen per 31 december 2019 | 3 037 |
| Waarvan: | |
| Kortlopende leaseverplichting | 524 |
| Langlopende leaseverplichting | 2 513 |
| Leaseverplichting opgenomen per 31 december 2019 | 3 037 |
Aangezien de Groep ervoor gekozen heeft om optie 2B toe te passen: 'cumulatieve inhaalbeweging', is het gebruiksrecht actief gelijk aan de leaseverplichting per 1 januari 2019. Dit heeft daardoor geen invloed gehad op het eigen vermogen van de Groep. Het gebruiksrecht actief kan als volgt worden ingedeeld:
| Beweging van het jaar | Openingsbalans |
|---|---|
| Totaal gebruikrecht actief per 1 januari 2019 | 3 020 |
| Acquisitie | 233 |
| Afschrijvingen | - 358 |
| Totaal | 2 895 |
| Landrecht* | Huur gebouw | Bedrijfswagens | Totaal | |
|---|---|---|---|---|
| Totaal gebruikrecht actief per 1 januari 2019 | 818 | 1 778 | 424 | 3 020 |
| Totaal gebruikrecht actief per 31 december 2019 | 1 003 | 1 580 | 312 | 2 895 |
*toename grondrechten in PNG in 2019
De totale afschrijving voor de gebruiksrecht activa tot 31 december 2019 bedraagt 358 KUSD en de financiële kosten 251 KUSD. Van de afschrijvingen werden 47 KUSD opgenomen in de kostprijs van de verkopen van het palm-segment van Hargy Oil Palms Ltd. en 310 KUSD in de "Algemene en 'administratieve kosten".
Building tools?
Free accounts include 100 API calls/year for testing.
Have a question? We'll get back to you promptly.